BI BLIOTHEEK U i> -i BOEKERIJ z _ "n Q VAN ^0 — S. VAN DER BURG ° N°.//^jf > I o GEPLAATST IN DE UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK AMSTERDAM  V ERZAMELING VAN PL A C A ATEN» PROCLAMATIEN, NOTIFI. CATIENj ENi, Door de WETGEVENDE MAGT; het UITVOEREND BEWIND des Bataaffchen Volks en het DEPARTEMENTAAL BESTUURvandeEEMS, beginnende den 30 Maart 1799, en eindigende den 26 Junij 1800. Vierde Deel. Te FRANEKER en LEEUWARDEN, Bij D. ROMAR en D. v. d. SLUIS, Boekverkopers 1800.   REGISTER VAN PLACAATEN Vierde Deel. Notificatie betrekkelijk de Organifatie van her. Departementaal Beftuur van de Eems, 30 Maart 1799. - Pag. t Publicatie wegens de Organifatie van alle Departementale Beftuuren, t April. - - - • . betrekkelijk de aanftelling der Commisfie van onder¬ zoek naar de 8 per Cent, 6 April. - - . 3 Misüve over de niet Stemgeregtigde Ambtenaren, 6 April. 4 « — over de Extra Ordinairis Belasting 11 April. £ Proclamatie over een Nationaal Feest, 13 April. - • Publicatie over de Inkomende Rechten op de Rum, 13 April. 11 Miffive over de Voortduuring der Penfioenen, 18 April. I* Notificatie betrekkelijk het Nationaal Feest, 19 April. 16 Publicatie wegens de Nationaale Beleenbank, 2 Maij. - - - • 29 - over de betaaling det Traclementen van Leeraren en Hoogleeraren der voormaals Hecrfchende Kerk, si Maij. - - - - .. 33 Waarfchcuwing wegens de Public, van den 31 Maij 1798, »3 Maij 37 Misfive over Perfonen welke voor één Jaar een Kamer huuren, enz. 33 Maij. - - - ^  Publicatie ove. de Aan'ftelling der Commisfarisfeo tot ondersoek der Heffing van lo ren ixp, 17 Maij. . „Q Mufive tot intrekking van liet bef]uit van den ar Maii 1-0R r . a8 Maij, . „ J y * Nb^c^ie^enelkellj'-^ftnaresfeeren van Adrèsfen aan'hetVe? /■ icg?uwoord!gori3 Lichaam, 4 JunijT^ ' L Publicatie tot oproeping deï Stemming v£n Leden tot de Depar- tementaie 4siiïuur«n, ia Junij; - . v.Proclamatie over een Generaal Pardon voor de Militairen aa Junij. ' . . Publicatie tot aanftcllirg der Collonels voor de Gewapende Bur. germacht, 24 Junij. . . F. °"r er> Regiemcnn van Krijgstugt of Crimineel en Civiel fe , WetboeK voor de Militie van den Staat,- 26 Junij 7. Notificatie waar by aan Jongelingen 18 Jaaren Oud, in Wees-of Godshuijen wordende opgevoed, vrijheid word gegeer ven zich in Linds Dienst te begeven, a7 Junij. « Misfive over de Certificaten der Omloopers met Winkelwaa• ren, 47 Junij. - ... o Publicatie betrekkelijk Commisfarisfen der vernietigde Gilden enz. 28 [unij. . ö VJJ"JCU» Misfive over de Dispenfatie der Huwelijks Wetten, 4 Julij. 69 — betrekkelijk het intrekken der Comraisfie vaii 's Lands Deurwaarders, 4 Julij. . ^a'", Pübiicatië en Proclamatie over de gehegtheid van het VerteV. Lichaam aan de Staatsregeling, 17 Junij 1790, , betrekkelijk de Ventjagers, 16 dito - • 1*7 PrnpTan,«r,--°Ver h*°Pnet«> van eenig Trafiek enz. 16 dit» 162 Proclamaue waar by de Gewapende Burgermacht ter dispofitie van het Uitvoerend Bewind geftelt word, 33 dito iöj Pu-  van ^? L A C A A T E N. Publicatie betrekkelijk de uitvoer van Hcoij en Stroo, 23 dito. 17$ ■ ter vervroeging van hec 4de Termijn der Heffing van 4 ten ko, 13 dito - 177 » waar bij alle Bataaffche Burgers worden uitgenodigd ter verdeediging van het Vaderland, 25 cito 179 ■ -■ en Reglement over het in beleg verklaaren vrn Steden, Vestingen en Fortificatiën, 28 dito 182 - ——— --—— waar naar de Troi pes marcheererde, zig hebben te gedraagen, 29jdito. - i8f Misfive over de Waakzaamheid eener geregelde Directie , 1 September - - - - 197 Publicatie ter vervroeging van het 4de Termijn van de Heffing van 4 ten Honderd, 2 dito - - 198 Misfive waar bij gelast word om Stedelijke Corpfen te formeeren, 5 dito - - - 002 Notificatie betrekkelijk de Paspoorten, 6 dito - 204 Publicatie betrekkelijk de Franfche Emigranten, 6 dito 205 Notificatie waar bij de Vaart van Scheepen voorbij Amfterdam naar dé buitenzijde word verboden, 9 dito ïg8 Misfive waai- bij gelast word de Gewapende Magt in gereedheid te houden, 9 dito - - » zog Publicatie tegen het vervoeren van Mondbehotftens naar den Vijand, 1 ( dito - - - aio - betrekkelijk het overbrengen der Quitantien van de 4. Termijnen der Heffing van 4 ten 100, 21 dito 213 Proclamatie waar bij alle Burgers worden opgeroepen en uitgenodigd om dienst te neemen bij de Bataaffche Armee, 23 dito - - - - Publicatie betrekkelijk de Vrijheid cm Oesters te Visfchen op de Zeeuwfche Banken, 1 Oclob. - - aai *— betrekkelijk de Oïijfiagerijen, 4 dito. - 2s4 waarbij hernieuwd en ccminueerd word de Publicatie van den 1 Oclober 1798 betrekkelijk de Impost fubjeóle Goederen , 5 Göober 1799, - - 219 Notificatie betrekkelijk de verzorging der Militairen van Jasfen enHembden, 7 dito - - - 231 Ex tract betrekkelijk het leveren van drie Man voor ieder Grond* vergadering, 9 dito - - - 233 Publicatie over de aangehoudene Goederen, 16 dito. *3& Pro-  REGISTER Proclamatie en Articulet* van Capitulatie tusfchen de BaraafTche en Franfche en Rus- Engelfche Armeen, 2Cdito. 241 Publicatie betrekkelijk de Convei fie der oude Staats Schulden , 24 dito. '- - - 246 *~ — waar bij verboden wordt den uitvoer van Lompen» Viswant en oud Touwerk, 25 dito. - 348 — ' betrekkelijk het permiteeren aan Jongelingen 18 Jaar oud om zich in's Lands diensttebegeven, 28dito. 250 —— over het Jagen, Vogelenen Visfchen, 22 dito. 253 -——— tot Fournering van een ide Termijn van de Heffing bij vooi betaling den 3c November 1798, 29 dito 264 [Notificatie tot intrekking der Notificatie van 9 Sept. 6 Nov. 268 Misfive over de Ambtenaaren , 12 dito ' - ' x^.o ïJubïica:;e betrekkelijk de Schoolmeesters welke als Kosters ge' diend hebben in de Gereformeerde Kerken, ródito. 273 r—■— waar bij aan het Hof van Justitie word opgedragen de Jud cature in cas d' Appél rakende het onderhoud van Dijken enz. in Friesland, 22 Nov. 275 Mirfive betrekkelijk het aanftellen van Schoolmeesters in Friesland, 26 dito - - - 277 Publicatie wegens het Nationaal Feest van den 19 December »799» 1 Oecemb. • - - 27) Publicatie betrekkelijk het algemeen Collect voor de Ongelukkiger in Noord-Holland, 4 dito. - 284 ■ tot verbod van Invoer van Engelfchc Goederen» 7 dito. - - 290 Ptoclamatietöt uitnodiging ter viering van't Nationaal Feest op den 19 Üec. 1799, 9 dito. - 296 Notificatie wegens het verkenen van Paspoorten, ii dito. 299 Publicatie tot verbod van uitvoer van HooienStroo, 12 dito 301 - ■»-- cot verbod van uitvoer van Tarwe, Rogge, Garst» Haver, Boekweit, Erwten en 3oonen, i2dito. 30$ ter amplieering van laatst gemelde Publ. 26 dito. 504 — betrekkelijk de Runderpest, 26 dito. - ?oy — — wegens tien invoer van Thee, 30 dito. 314 Notificatie over het verleenen van Paspoorten, 31 dito. 3to Publicatie wegensden uitvoer vanSuikeren en Siroop, 31 dito. 3«8 — over hetaanfokken van Paarden, 31 dito. 322 Publicatie betrekkelijk de onwillige in de Gewapende Burgermagt, SJan.1800, * . - . 329  van PLACAATEN. ExtraQ Publicatie Votificatie Publicatie Estra£t Publicatie Misfive Publicatie Notificatie Misfive ovei het aanneemen v?.rt alle zodanige Coupons van Natiorlaale Schuldbrieven als zullen worden aangeboden , enz. ia dito. - -. 333 houdende verbod van invoer van Runderbeesten , 13 dito. - - 335 ter intrekking der Proclamatie van den 13 Augustus 1790, 24 dito. - - - 3^° betrekkelyk de Sequestratien der Goederen van Vnefche Staatsleden in 1787, 24 dito. - 341 ter alteratie van het Decreet van den 12 03. «799* betrekkelyk de 3 Man uit elke Grondverg. 29 dito 34? ter vernietiging van den Etftoel in het voormaalig Drenthe, 4 Febr. * - 351 ter intrekking der Proclamatie van den 13 Sept. 1799» betrekkelijk de PraemMen der Militairen, 13 dito 352 uit de Refoluticn van de Commisfie tot de Administratie der Finantien, betrekkelijk d^ middelen tot ftuiting der Runderpest, 17 dito. - - 35+ opzigtelijk den tranfitoiren doorvoer van Goederen» 22 dito - > - * 359 waar bij de Uitvoer van Graanen veibooden word, «4 dito. - - >T ■ 3"o betrekkelijk de Herring van den 30 Nor. 1798, 24 dito. - - * 3">* nopens de Inftruflien der Refpedtive Agenten, 27 dito. - - 375f tegen het Schenden van Hout- en Boomgewas, 28 dito. - - - 3 ?ó betrekkelijk de Converfie der Recepisfen uit de Heffing van den 3° I79«» 3 Maarc 377 der Heffing bij Anticipatie, 15 dito. - 379 over het verleenen van Gratificatiën en Penfioenen, aan Bataaven, 17 dito. - - 387 houdende Verbod van cenigerhande particuliere Loterijen ( 17 dito. - - - f583 tot aanftelling der Ontfangers van 3 prccentoop N O TIFI C A T IE pjet Departementaal Beftuur van den Eems, aan alle zijne «Medeburgeren, Heil en Broedcrfchap ! Daar Wij op heden door den Commisfaris van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek zijn geinftalleerd, en Ons daarna dadelijk tot het Departementaal Beftuur van den Eems hebben georganifeerd , zo hebben Wij goedgevonden de Ingezetenen van dit Departement van deze zo belangrijke gebeurenis kennis te geeven, ten einde zich in voorkomende gevallen overeenkomftig de Staatsregeling dezen aangaande te kunnen gedraagen. —- En op dat dit ter kennis van een ieder kome, zal deze worden G publiceerd en Geaffigeerd, op de plaatfen waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden} den 30 Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. S. TRIP, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, W. M E U R S. Prov. Secret. A PU-  c * > PUBLIC AT IE T~Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffchet - Republiek , Boet te weeten : Dat de Departementaale Beftuuren,, op de wijze bij de Staatsregeling bepaald, op den 30. Maart laatstleden zijl* geinftalleerd en in werking gebragt, waar van bij dezen aan de Ingezetenen dezer Republiek-wordt kennis gegeeven. Met last aan ieder der opgemelde Ingezetenen, om de Departementaale Beftuuren, daar voor te erkennen, en terefpecTeeren, en al 't geene door dezelve, ingevolge de Staatsregeling, zal worden gelast,, behoorlijk naar te komen. Diensvolgens gelast het Uitvoerend Bewind voornoemd*, dat deze alomme zal worden afgekondigd en aangeplakt, daar zulks gebruikelijk is» In den Haag, den 5 April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) F. ERMERINS, Vt. (Onderfiend) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. dbj. Secr. P U-  C s 3 PU3LICATIE XJet Uitvoerend Bewind der Baftaafièhe Republiek! Doet te weeten : Dat hetzelve, bij Publicatie van deii 4 Jahuarij dezes J&ars, 'hebbende kennis gegeven van het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam, waar bij, tot het doen plaars 'hébben van een onderzoek naar den richtigen opbrengst "van de$ •per Cent, ingevolge Publicatie der voormaalige Natiönaate Vergadering van den 5 December 1797, be'flöten is$ zi'dh dan ook, met de dadelijke benoeming van Gö'nffiisfiën, teli dien einde, hadt onled:g gehouden. Dat deze Comnibüen thands zijnde benoemd en in weïYmg gebragt, het Uitvoerend Bewind, alle Ingezetenen der Bataafiche Republiek wil 'hebben aangemaand, öfn deeZe Ccnnnisfien, zo wei als de Cornmisiïën van Öppeïtoeverzicht, tot beoordeeling der gedaane tatixatien én békeürifigen door eerstgemelde, behoorlijk te "erkennen en te refpecteeren; met last aan alle Geconftituëerde Machten binnen de Bataafiche Republiek, om deeze beide Oóïnmisilen te verkenen alle zodanige hulp en bij'ftand, en zodanige inlichtingen te geven, als aezelve, uit krachte, en in conformiteit van de bij hun, van dit Bewind, ontfangene Inftructien, zullen requireerera. Gelastende voorts het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, Alomme waar zulks behoord. Gedaan in den Haag, den 6 April 1799 Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparap/ieerd) F. &RMERINS, Vt, (Onderji'itd) Ter Ordonna tie van Hetzelve, (was getekend) $ D A SSEVAEL, A 2 " Abf. Secr. MIS-  C * ) MISSIVE Aan den Raad der Gemeente van J-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek aan Ons toegezonden hebbende een Extract Befluit van hetzelve van 30 Maart 1799. waar bij „ de Refpe&ive Departementale Beftuuren, worden gelast} 3, om op te geeven 3 welke V Lands Ambtenaaren zich als 3, nog in hun r es fort bevinden 3 welken niet Stemgerechtigd 3, of in het Stemregister ingefchreeyen zijn" Ingevolge dan van die last wordt Gijlieden bij deezen aangefchreeven, om aan Ons ten fpoedigften te berigten, of er in Uwen Bedrijve ook zodanige Ambtenaaren worden gevonden, die niet Stemgerechtigd of in het Stemregister zijn ingefchreeven, op dat Wij aan de welmeening van het Uitvoerend Bewind kunnen voldoen» Heil en Broederschap\ Het Departementaal Befluur voornoemd. s. TRIP, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, J. L. H U B E R. Prov, Secrcï, Leeuwarden den 6 April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid'. MIS-  C 5 ) MISSIVE Aan den Raad der Gemeente van r^einformeerd geworden zijnde dat 'er eenige twijffelingen ontftaan, of namelijk de Registers van de Extra ordinairis Belasting op de huuren der Vastigheden, voor den Jaare imo Maij 1799. in te gaan, wel zouden moeten worden opgemaakt; Zoo hebben wij gemeend UI. te moeten informeeren, dat bij Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks in dato 26 Gctober 1798. is verklaart, dat alle Belastingen, en voor al voorfchreven Extra ordinairis Belasting op de huuren der Vastigheden, zouden blijven voortduuren tot zoo lange, daar omtrent, eene nadere veiordcning zoude worden daargefteld: — En het is dien ten gevolge, dat Gijl. door dezen word aargefchreeven, om niet alken vorengemelde Registers, maar ock die van de Belasting op de plaifier Rijdtuigen en Jagten, zampt de Cohieren van de Speciën, voor den Jaare imo Maij 1799. ingegaan, zult opmaken op den voet zoo als thans plaats heeit: — en ten einde daaromtrent eene behoorlijke txaminatie plaats hebbe, zoo gelasten wij UI. verders, eerstgenoemde Registers voor imo September eerstkomende, en de twet laatst genoemden voor Ultimo dier zeiver Maand aan ons in te zenden, ep zcodanigen poene, als dienaangaande rede bevorens is vastgefleld. Heil en Broederschap! DE COMMISSIE VOORSCHR. EPEUS C A T S, Vt. Ter Oidcnramie van Tezelve» R. B O S M A. Leeuwarden den 11 April 1799. Lcco Seint. Het vijfde Jaar der Bataajjche Vrijheid. A a PRO-  C « ) PROCLAMATIE BATAAVEN! Jn de gcfc'iiedenis Uw-es Vaderlands, is geen tijdvak re vinden, overvloediger in merkwaardige mitkomften, dan 'r. geen van den intocht der Franfchen op uwen grond, na het verflian en verjagen van hunne en uwe Vijanden, dagtekent. Van dat ogenblik af herfteld in uwe oorfprongelijke rechten, openden zich voor uwen geest uitzichten van Volksgeluk, hoedanig zelfs de verrukte verbeelding van den ijtferigften Vaderlander zich nauwlijks verftout had af te maaien. Doch van dat oogenbllk afwas het ook te vrezen, dat verfchiHende begrippen ontrent den aart der Republikeinfche Vrijheid, en het wezenlijk Volksbelang, ter wederzijde met redenen aangedrongen, -door ijver en geestdrift onderfteund, zelfs tusichen de opregtÉe Vaderlanders, eene worfteling van gevoelens, een wedihïjd van uit eenloopende werkzaamheden zou doen ontdaan, waar door noodwendig uw heil aanmerkelijk vertraagd, en de dageraad uwer Vrijheid met nevelen overtogen moest worden. Het was te vreezen, dat hellche factie-zucht, door onverftand, woestheid, eigenbelang en andere haarer getrouwe trauwanten omftuwd, zich onder de Vannen uwer Vrienden zou fchaaren, om eene gewenschte vereeniging met alle magt te verhinderen, en het Vaderland te vertciveuren; ten einie deszdfs buit te deelen, of op deszelfs puinhopen te heerfchen. Dit vooruitzicht was het, Bataven! door de uitkomst helaas! niet dm te zeer bewaarheid, 't wjlk U, reeds in de eerfte'dagéu uw^r herboren Vrijhsid, met zo veel ernst uw verlangen deed uken naar een gevestigde orde van zaken, door  ( 7 7 door uwe- mtdrukkeïïjke goedkeuring in te vctfrew «n*** krachtigen; een verlangen, dat welhaast, bn het dadeüjK ontgloeien der onzaligfte verdeeldheid, bij den fchok, die uw Vaderland mef een volkomen ondergang bedreigde, de vuuriafte uwer wenfclien, en uwe dringendfte behoefte worden moest. En offchoon gij overtuigd waart, dat de Staats, reeeline-, die gij u zeiven geeven zoudt, den trap van volkomenheid niet zoude bereiken, dat eene eerfte- proef van het moeiicliikfte werk, dat immer de fchranderite vernuften heeft bézig gehouden, noodwendig aan gebreken moest o» derwoipen zijn, die de ervarenheid alleen in een helder licht kon ftcllen, en de voorzigtigheid ter bekwamer tijd verbeteren; Gij reikhalsdet niet te min naar hetr tijdftip, waarin de beginzels, die uw hart omhelsde en eerbiedigde , door fte lige grondwetten bepaald en omfchreven, en op het dadelijK eeluk' der Maatfchappij toegepast, niet langer, aan de «Ot lekeurigfte uitleggingen ondeihevig , of niets betekende klanken , ofwel de jammerlijke leus der partijfchap, wezen zou* den. Dan. voorzeker, na hetaannemen eenerStaatsregeling, op uwe onvervreemdbare rechten, en geheiligde burgerphgten gegrondvest, dan zou de orde herleven, de herfchep* teine van uwen Iraat aanvangelijk voltooijd zijn: aan zcrade eWwaardige naam der Revolutie niet langer der wetteloosheid ten dienfte ftaan, noch der onrechtvaardigheid ten dekmantel verftrekken ; dan zou de twist bellecht, de verdeeldheid geëindigd, de partijfchap gefinoord zijn, want gij zoudt dan geene andere vrienden meer kennen, dan de Aarrklevers, de Voorftanders en Handhavers uwer Staatsregeling; en uwe vijanden, onder welk masker verborgen zoudt gij daar aan ontdekken, indien zij-dit geheiligd pand u weder ontrukken, ofdeszelfs werking verlammen, en in den ouden poel der ordenloosheid.u neder willen {torten! Eindelijk was de atftn April'des voorleden Jaars de lang %  C 8 ) gewenschte dag, dia de onzekerheid van uw politiek beftaan deed ophouden , en het behoorlijk verfchiet van orde , rust en eenftenjmigheid, m :t al derzclver heilrijke gevolgen, voor V opende. Het was op dien dag, door verbazende gebeurtenisien voorbereid, dat gij, in uwe Grondvergaderingen opgekomen, het Ontwerp van Staatsregeling, door de Conftitueerendc Vergadering aan u voorgefteld, hebt goedgekeurd en bekrachtigd; en den ftaat van Revolutie hebt doen ophouden, om alle ware vrienden des Vaderlands, met voorbijzien van alle bijzondere begrippen, verwijderingen en verdceltheden, vereenigd te doen arbeiden aan de welvaart, het geluk en den roem des Bataaf) chen Volks! En daar deze gedenkwaardige dag thans weder nadert, hebben uwe Vertegenwoordigers, bij derzelver Decreet van den 11 dezer maand , gewild , dat wij op deszelfs wederkomst u opmerkzaam maken, dat wij de viering van denzelven, als een feestdag der Vrijheid, u aanbevelen zouden, en de edele gevoelens, die gij, als waardige Republikeinen koestert, zoo veel in ons is, zouden pogen optewekken en aan te vuuren. Juicht Bataven deeze pogingen toe. voelt uwe Vaderlandsliefde met nieuwe geestdrift ontbranden, en kent geen grooter verlangen, dan alle uwe krachten te vereenigen, om, een iegelijk in uwen kring, de gevoelens van orde en eensgezindheid voortteplanten, en alzo aan het heil der Burgermaatfchappij, met den besten uitilag, werkzaam te wezen. Burgers! die roem draagt op dezen grootfehen Titel, laat udoor niets affchrikken, laat niets uwen ijver verflauwen; zweert, dat gij het Vaderland zult helpen behouden, door elkander het voorbe-ld te geven van eendragt en burgertrouw; door ftandvastige aankleving aan de beginzels uwer Staatsregeling, en door uwe Vertegenwoordigers te onderfteunen in den moeiieliiken arbeid om dezelve alom in wer- king  c 9 ; king te doen brengen. Dan eerst, wanneer na dezelve hét Gemeenebest in alle zijne delen behoorlijk zal zijn famengefteld, dan eerst zult gij kunnen beoordeelen, in hoe ver bet meeste heil van den Staat door dezelve op de best mogelijke wijs bevorderd worde; in hoe ver zij gefchikt zij, om alle tegenftrijdige belangen eindelijk te vereffenen, en ïn het algemeen geluk te doen famenvloeijen; en ontdekt gjjjn dezelve gebreken en iporen der mènfchelijke onvolkomenheid, uwe wijsheid zal u dan ook de middelen aan de hand geven, om dezelve eenmaal te verbeteren. Dat intusfehen deze uwe Staatsregeling het middenpunt dfer verèeniging zij, waarin alle bedoelingen en wenfehen zich ontmoeten; fmaakt eenmaal de rust, het.onwaardeerbaar Volksgenoegen, 't welk uit herboren eensgezindheid voortvloeit; en laat de zo achtingwaardige Bataaffche Natie niet langer den blaam verdienen, dat zij immer de gemakkelijke prooij van onrnstzaaijers, en tweedragtftokers was. Zweven nog in u midden diergelijke verachtelijke wezens om, wier listige bemoeijing het is, oude wonden open te rijten, verwijdering en vijandschap te vereeuwigen, laat uwe trouw niet vcrfchalken door hunne voorgewende Vaderlandsliefde; ziet door dezen fluijer heen, en herkent de heerscheu baatzuchtige bedoelinge der belaagers van uwe welvaart en vrijheid, en houdt u tevens verzekerd, dat hunne fnoode ontwerpen aan de waakzaamheid van uw Beftuur niet ontfnappen. Maar laat u aan den anderen kant nimmer de Republikeinfche grondbeginfels ontrukken, die den grondilaguwer Staatsregeling uitmaken; nimmer kunt gij over eenige derzelve met de heerschzugt en regeringloosheid een verdrag aangaan; voor deze moet gij de dierbaarfte uwer bezittingen, en, eischt immer de nood des Vaderlands den bijftand van uwen arm, ook den laatsten droppel van uw bloed veil hebban., B Langs  C 10 ) Langs dezen weg, Bataven! zult gij, eenmaal het einde uwer rampen aaufchouwende, uwen gezegenden grond op nieuw de zetel zien worden van overvloed en roem; langs dezen weg zal de dag der aanneming uwer Conftitutie „ niet alleen als een gedenkdag in de Jaarboeken des Vaderlands opgetekend, maar ook tot in het verfte nagefiachtals een Feestdag gevierd , en in de dankbare harten uwer vrije en gelukkige nakomelingen, met onuitwischbare trekken, gegraveerd zijn. Gedaan in den Hage, den 13 April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. ERMERINS, Vt. (fkiderfionS) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (ytas getekend) C G HULTMAN. 3?U;  < « > PUBLICATIE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, als daar toe bij Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, van den $. April laatstleden, gekst zijnde, doet aan alle belanghebbende weeten: Dat, zo lange daaromtrent bij gene nadere Wet zal zijn voorzien, de inkomende Rechten op de Rum, alömme, en midsdien ook onder het gewezen Resfort van het voormaalig Collegie van Gecommitteerden ter Admiraliteit op de, Maze, moeten worden behaald, zodanig en in diervoegen, als bij het Tarif, of de Lijst, te vinden achter Let Placaat van Hun Hoog Mogenden van den 31. Julij 1725, op den ophef van de Convoijen en Licenten geëmaneerd, omtrent alle gedistelleerde Wateren is bepaald en vastgefteld, en midsdien tegens vijf en-dertig Guldens het Oxhoofd van dertig Virtds. Gelastende het voornoemd Bewind, in naam des Vertegen'woordigenden Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme, waar zulks behoort. In den Haag,, den 13 April 1799. Het vijfde Jawr der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. E R M E R I N S, Vt. (Ondsrftomf): Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend). C. G. HULTMA N. B 2 MIS-  M I S S I V E Aan den Raad der Gemeente van, \Y7ij hebben ontvangen van den Agent van Financien eene Mislive, zijnde van dezen inhoud: GE L IJK HEID, V R IJ H E I D. In den Haag,, den 12 April 1799. Het vijfde Jaar dsr Bataaffche Vrijheid. De AGENT van FINANCIËN der BATAAFSCHE REPUBLIEK. AAN De COMMISSARISSEN ter ADMINISTRATIE der FINANCIEN over het voormalig Gewest FRIESLAND. Mede-Burgers! Bij Decreet van den ^ften Maart laastleden heeft hétVertegenwoordigend Lichaam gelieven te bepaalen, dat de Penlioenen, zoo wel dezulken, als op de Algemeene Begroting der Staats-behoefcen. voor dit loopende Jaar zijn gebragt,. als die, welken bij de refpcctive voormalige Gewesten zijn geaccordeerd en betaald, nog zullen blijven worden voldaan over het Jaar, waarin een ieder deezer Gepenfioneerden is getreeden; — terwijl het aan hun vrij en onverlet is gelaten, om zich, tot verdere continuatie van hunne refpective Penfioenen, aan het Vertegenwoordigend Lichaam te addresfeeren. Vervolgens: en wel op den 2den deezer, heeft hetzelve Lichaam gedecreteerd: dat alle Politicque of Militaire Ambtenaaren , welken zich om Continuatie van Penfioen aan hetzelve hebben geaddresfeerd, of aan welken, na ingewonnen confideratien en advisvan het Uitvoerend Bewind, als de  C 13 ) de vcveischten, bij de Staatsregeling tot het verkrr|gê? of beh< tiden'van eeiu'g Pe.dioen gevorderd, bezittende, hetzelve is geaccordeerd geworden, — Jaarlijks, bij het overzenden van derzeiver Attestatiënde Vica, itrekkende om de Ordonnantie van derzeiver verfchenen Penüoen te ontvangen, daar bij aan het Uitvoerend Bewind zullen inzenden een Declaratoir van het Gemeente-Beduur hunner woonplaats, volgens het onderftaande Formulier: „ Het Gemeente Beft uur van „ verklaart, ten behoeve van „ dat hij is Stemgerechtigd Burger, en zijne Maatfchap„ lijke Plichten door het bijwoonen der Grond-Vergade,, ringen, buiten wettige verhindering ieverig vervult, en „ dus niet valt in de Termen van het 14de Articul van de Staatsregeling. „ Als mede, dat hij onder Eede heeft verklaard on,, vermogend te zijn, om van zijne eigene middelen te be„ ftaan, of deswegens nog in geen ruimere omftandighe,, den te verloeren, als wanneer aan hem het Penfioen, „ aehteïvolgens de vereischten bij de Staatsregeling ge- vorderd, was toegeftaan. Welk Declaratoir in behoorlijke orde bevonden zijnde, zullen de Gcpenfioneerden, die hetzelve hebben geproduceerd ; weder door het Uitvoerend Bewind op de JaarïTjkfche begroting voor het volgende Jaar kunnen geplaatst worden; terwijl hetzelve Declaratoir, benevens de Atteftatie de Vita, zal moeten worden geannexeerd aan de- eerfte Ordonnantie van elk Jaar. ■ En het is, ten gevolge deezer genomen maatregelen, en uitkrachte van den aan mij, door het Uitvoerend Bewind,: bij deszelfs refpe&ive Beiluiten, de datis 4. en 5, deezer, opgedragen last, dat ik bij deezen Ulieden hier vaninformeere entevens, met buiten eftect-ftelling van alle yoorige AanfchryV B 3 vingen,  < 14 ) vingen welken Mar feegen mogten ftrijdig zijn, Ulieden gelast. I. Om alle Gepenfioneerden , welken uiteenige Kaste van Uliedc-r voormaalig Gewest pleegen te worden voldaan, en daar uit tot heien zijn betaald* op den gewoonen verval tp, het Jiar* waarin ieder derzelven is getreeden, te doen nübetaalea; zullende door Ulieden de nodige orders moeten worden gafteld, dat op de Comptoiren, waar die betaalingen gefchieden, aan alle dezelve Gepenfioneerden worde kennis gegeeven dat, met het einde van het ingetreeden Jaar, dezelve betaalingen zullen cesfeeren, en dat zij alzo, voor het vervolg, zich aan het Vertegenwoordigend Lichaam, des BataaiTchen Volks zullen moeten addresfeeren, het welk bij vooriehreven Decreet van den zijlen Maart aan hun vrij eitomjerkt is gelaten. a. Aan zodanige G?penfibneerden, welken bij het gedagte Decreet van den zden deezer zijn bedoeld, en aan wie, bij onderscheiding van die, welken in het voorgaande Articul zijn vermeld, door het Vertegenwoordigend Lichaam, als bezittende de vereischten bij de Staatsregeling vastgefleld, Penfioen is toegeftaan, en waar van de betaaling door het Uitvoerend Bewind op de Kasfe onder Ulieder Administratie is aangewezen, van den inhoud van het laatst aangehaalde Decreet kennis te geeven, ten einde zich daar naar te gecteagen; des echter, dat dezelve Gepenfioneerden, uiterlijk voor het einde derMiand Augustus van dit loopende Jaar, een Declaratoir als voormeld aan Ulieden zullen moeten inzenden, ten einde als dan ïe worden begreepen in de fpecifique begrooting der Behoeften voor het volgende Jaar, welke Gijlieden aan het Uitvoerend Bewind zult moeten inzenden. Hier mede eindigende beveel, ik Ulieden in de Befcherming Codes Heil  C 15 ) Heil en Broederschap! (was gep.) G O G E L, Ter Ordonnantie van Denzelve, (was get.) CANNEMAN. Loco Secret. Wij hebben nodig geoordeelt op deze wijze, gedagte Misfive ter UI. kennisfe te brengen, ten einde, Gij!., ingevalle een daar in vermeld Declaratoir, van Uw mogt worden gevraagd, kennis hebt waar toe zulks nodig is niet alleen maar ook bijzonder, hoedanig zulk een Declaratoir, moet worden ingerigt, èn waar van Gijl. anders onkundig zoud zijn. Heil en BroedbrschapI EPEUS CATS, V*. Ter Ordonnantie van Dezelve, R. BOS M A. Loco Stcret. Leeuwarden den iS April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, £9;  NOTIFICATIE T-Jet Departementaal Beftuur van den Eems aan alle zijne Medeburgeren, Heil en Broederfchap l Aangezien het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks bij Decreet van den 11 dezer lopende Maand heeft bepaald, dat op den 23'April aanftaande, op eene, aan den aard der zake, zo veel mogelijk, evenredige wijze , zal worden gedachtenis gevierd aan den dag , waarop de Staatsregeling door het Bataaffche Volk is aangenomen; en het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek Ons heeft aangefchreven en gelast om op de gefchikfte wijze, en ten minst mogelijken bezwaar van den Lande, in dit Departement te zorgen, dat aan de intentie van het Vertegenwoordigend Lichaam in dezen worde voldaan, zo door het doen uitfteken van Vlaggen van 's Lands Gebouwen, en Stads Torens, als door het Spelen der Klokken , en verdere in achtneming van zodanige Plechtigheden, als welke, door den aard der zake, en plaatslijke omftandigheden, zullen worden aan de hand gegeven: ZO IS HET, dat Wij befloten hebben hier aan de nodi' ge Publiciteit te geven, gelijk Wij doen bij dezen; met verderen last aan de Refpective Miinicipaliteiten, Gemeente en Plaatslijke Beftuuren in dit Departement, om zich diens conform ftiptelijk te gedragen, en te zorgen, dat in alle opzichte, zo aan het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, als aan de welmeening van het 'Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in de hunne , zo veel mogelijk werde voldaan. En  C 17 ) En op dat dit ter kennisfe van een ieder korae, zil deze worden Gepubliceerd en Gt:affigecrd, op de plaatien waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. — Aldus befloten binnen Leeuwarden a den 19 April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. L. HUBER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, W. M E U R S. P-rov, Secr. P U. c  C i» > PÜBL.I CATIE "L-Tet Uitvoerend Bewind der: Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam pp de w^e bi] de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat het uit de bijna voorbècldelozc fthaarsheid van Penningen zeer gemakkelijk is arte-leiden, dat verfcheidene Debiteuren der Generaale''Beleenbank, voor het voormalig Gewest Holland,, binnen Amftereiam, «3 den Jaare 1795 opgericht, geheel en al onvermogend zullen bevonden worden, om hunne engagemeifcen te prjefteerea, en dien ten gevolge hunne beleeningen, in dit lappend Jaar, te kunnen aflosfen, daar 'er nog geduur'enêe' dit jaar, twee Termijnen der Heffing op de Bezittingen,. bij wijze van voorbetaaling, behalven den tweeden Termijn der tien per Cento,. over delnkomften moeten worden opgebragt: Dat echter, zo tot handhaving van het Crediet van's Lands Beleenbank, als tot gerustftelling der Verpanders, de Termijnen van aflosfing, voor de Heffingen van de Jaaren 1705 en 1796, door het voormalig Gewest Holland gearrefteerd, niet voor eenen al te ombepaalden tijd, worden verwijld en verfchoven blijven. Dat eindelijk, het allezints billijk en rechtvaardig is, dat zodanige Verpanders, welke een provifioneel uitftel van de Termijnen van aflosfing kunnen obtineeren, van de dag deibepaalde aflosfing af, zullen gehouden zijn te betalen een Interest tegen vijf ten honderd in het Jaar, in conformiteit der Publicatie van dit Bewind, van den 20 Februari] laatstleden, om op gelijken voet behandeld te worden, als die Ingezetenen, welke uit hoofde der gearrefteerde Geldheffing. vftri 30 November 1758, hunne Panden in de Nationale Beken-  C 19 ) leenbank hebben moeten brengen; befloten en verordend heeft: Dat alle Beleeningen, geëmploijeerd voor de Geldheffingen, door het Provinciaal Beftuur van 't voormalig Gewest Holland, inden Jaaren 1795 en l796 gedecreteerd, provifioneel zullen kunnen worden geprolongeerd, tot Lltimo Junij des volgenden Jaars 1800., met dien verftande, en onder deze expresfe refèrve, dat de Termijnen van aflosfing, in •den aanvang van dat jaar, nader zullen worden gearrefteerd; en onder deze uitdrukkelijke voorwaarde-, dat zodanige Venpanders , welke op de aanftaande vervaltijd hunne Beleeningen doen cöntinuëeren, zullen gehouden zijn, om als dan, van hunne beleende Effecten, aan den Lande te betalen, een Interest vitn vijf ten honderd, in conformiteit der Publicatie van dit Bewind, van den 20 Februarij deezes Jaars; en dat mitsdien Cummisfarisfen der Nationale Beleenbank, hier toe zijn geauthorifeerd. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaam, dat deze aal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme waar zulks behoord. In den Haage den 25 April 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) A. F. R. E. van HAERSOLTEj Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (wus Getekend) C. G. H U L T M A N. C « "P U:  C M ) PUBLICATIE Uet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weetai: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze , bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: dat hoe zeer bij het 25 Art. der Algemeene-Beginzelen, voor de Staatsregeling geplaatst, alle Rechten en Verplichtin. en, hoe ook genaamd, uit het Leerftelzel of Leenrecht af komftig, zijn vervallen verklaard, de voorzichtigheid echter •vorderd, dat men de eindelijke bepalingen des Vertegenwoordigenden Lichaams, wegens dit moeilijk en belangrijk onderwerp met te zeer vooruitloope, ten einde door overhaasting, geene aanleiding tot verwarring en veelvuldige Procedures te geven; doch dat aan den anderen kant het belang der Ingezetenen verëischt, dat zij vrijelijk over hunne Eigendommen kunnen bei'chikken, en dat dus aan het doen van transporten en het pasfeeren van Hijpotheecq-Kusting-en andere Brieven, zo min mogelijk eenige hinder worde toegebracht beiloten en verordend heeft: Dat, tot tijd en wijle de eindelijke befchikkingen, betrekhjk het werk der Leenen, bij het Vertegenwoordigend Lichaam zullen zijn bepaald, en dus, zonder bij dezen, op dezelve, eenigzints te anticipecren, inmiddels, op alle zodanige gedeeltens en Plaatzen der Republiek, alwaar, tot nog toe, deswegens, geene intermediaire fchikkingen zijn gemaakt, alle Leenroerige Goederen, van Leenkamers binnen, deze Republiek releverende, op degewoone en gebruilijke wuze, volgends Lands-en Stadsrechten van de Plaatfeu alwaar die gelegen zijn, even als allodiale en vrije Goederen zullen kunnen en mogen worden vervreemd of beswaard, zonder betaaling van eenige andere, dan alleen d«  Cr»? > degewoone Lasten en Leges, op hetpasfeeren van Aflens in de onderfcheidene Plaatzen dezer Republiek bepaald,zullende echter, alvorens zodanige Acte te pasfeeren, aan het Gerecht, of zodanige gcquolificeerden, voor hetwelk hetzelve zoude moeten of kunnen geleideden, bewijs moeten worden geëxibeerd van de Hijpotheecq- Rusting- of an< dere Brieven, of het laatst gedaan transport, welke, ten opzichte der te transporteerene of op nieuw te belasteneGöei deren, hebben plaats gehad, of wel een Certificaat geproduceerd, ten bewijze dat de gemelde Goederen niet zijn beiast of bezwaard, gciijk mede door ofte van wege zodanig Gerecht, als waar voor, ingevolge dit Befluit, Lëehroer e Goederen zullen worden overgedragen of bezwaard, kennis zal moeten worden gegeven aan zodanige LeeMamer, waar van gemelde Goederen zijn releverende, ter voorkoming van verwarring en ter verzekering der Eigendommen, ten einde de règüirature der gepasfeerde Aften mede geiohicde in de Protocollen of Registers, der voornoemde Leenkamer, weke Prothocollen of Registers, provifioneeh'jk, en t »t dieswegens nader zul zijn gedisponeerd, onder de refp it ve Griffiers of Seeretarisfen der Leen-of andere L- •' n moeten blijven berusten. Diensyolgends gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alömme waar zuiks behoord. In den Haage5 den 7 Maij 1790. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was gepdrapheert) A. F. R. è. van HAERSOLTE, Vt (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. C 3 PU-  ( ü ) PUBLICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te irHen; Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, öp de wijze, bij de Staatsregeling voorgéfchreeven, overwogen hebbende: Dat bij Art L. Letter T. van de voorfz. Staatsregeling, is bepaald, d en te houden aan de duidelijke letter van de 14. 15. 16 cn 17 Articulen der eerfte Afdeeling van het Reglement Leuter A behoorende tot Titul II. van de Staatsregeling. • En het is bij deeze gelegenheid, en ter voldoening aan de vereiicLtmg, ons bij het eerfte Art. van het Reglement Letter B, behoorende tot den 111. Titul der voorzegde Staatsregeling opgelegd, dat Wij de Grondvergaderingen in de na te melden Diftri&en , -volgens de Diftricfs Verdeeling, door het Vertegenwoordigend Lichaam vastgefteld, en heden mede door ons ter Publicatie beftemd , oproepen tegen Dingsdag den 28 der lopende Maand, tot het kiezen van Vertegenwoordigers, het benoemen van Kiezers, cn het toevoegen aan beiden van Plaatsvervangers, ten einde eene nieuwe verkiezing van Leden van het VertegenwoordigendLichaam , met derzeiver Plaatsvervangers, ter vei vulling, der opengevallene plaatfen van'Vertegenwoordigers, welke volgens Art. 38 der Acte van Staatsregeling en naar uitwijzens van het Lot ftaan af te treeden, te doen; — en wel. de Grondvergaderingen der Diftriéïen, van  ( *4 ) Harlingen ; ^ No. 4. Amlteldsm . No. 45 Sneek 5 — . . 47 Dragten , . 8 ... 49 Groningen . . 11 Westzaandam . . 53 Veendam - . . 13 Purmerende . . 54 Asfen . . . 15 De Helder . . 57 Zwolle . . x8. Alkmaar ... 58 Ommen . . . 19 Leidfchendam . . 65 Almelo . . 20 Schiedam . . 68 Oldeuzaal . . 21 Rotterdam . - 70 Lochem ... 25 . . 71 Amersfoort ... 35 Briel . . .76 Utrecht - . 36 Middelburg . . 80 Weesp 40 Etten ... 84 Amftelveen . . 41 en Breda . . 85 Amfteldam ... 44 Wordende de te verkiezen Vertegenwoordigers, bij dezen herinnert, om, volgens Art. 2. van het gemelde Reglement B, hunne Geloofs-brieven binnen 14 dagen na de gedane keuze bij ons in te zenden, ten einde daar mede naar het voorfchrift van dat zelfde Art. te 'handelen; en met verdere aanmaaning aan de zodanigen, welker Geloofs-brieven zullen zijn bekrachtigd., om op den laatsten Dingsdag der aanftaande maand Julij in het Vertegenwoordigend Lichaam fesfie te nemen. Bataven! kent dan thans de grootheid uwer verpligtingen; fchat de waarde uwer verkregene Vrijheid, gevoelt het groot belang van het uitoeffenen van uw Stemrecht; niemand uwer, daartoe bevoegd, onttrekke zich, Hij die zich achteloos, of kwaadwillend aan de zaak des Vaderlands onttrek- , is den naam van Bataaf onwaardig; kiest dan Mannen tot uwe Vertegenwoordigers, wier deugden en verdienden uwe  < 25 ) uwe achting kunnen wegdragen; Mannen, aan wien Gif uwe dicrbaarfte belangen, uw Vaderland, uwe Vrijheid en de getrouwe handhaving van uw Maacfchappelijk verdra? kan toevertrouwen: Gij zult tot uw geluk, tot den welvaart en roem der Republiek , medewerkende, aan uwe duure verphgtmg m dezen voldoen. Het Uitvoerend Bewind gelast dienvolgens, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme, waar zulks behoort, met list aan alle Departementaale en Gemeente-Beltuuren, welken her aangaat om, ieder in den hunnen te zorgen, dat aan den inhoud deezer worde voldaan. * Gedaan in den Haage, den 14 Maij 1799, Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) A. F. R. E. v. HAERSOLTE, Vt, (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Getikeni) C. G. H U L T M A N. , D MIS-  MISS I Y E Aan de R aad der Gemeente van Door den Agent van Finantiën der Bataaffche Republiek, gelast zijnde, de nodige orders te. flellen, dat zoo wel ten aanzien van het voorleedene, als voor het vervolg, aan de Refpective Kiezers uit de verlchillende Grondvergaderingen, onder het resfort van onze Adnu.niftratie behoorende, op behoorlijke Declaratie voldaan werde, één Gulden, welke bij de Staatsregeling aan bun, tot goedmaking der reiskosten, voor ieder uur afftands is toegelegd, des nauwkeurig in agt neemende, dat niet meer gedeclareerd wierd als één Gulden in het geheel en met zoo als- . zommige abufieveli'k fustineeren voor de heen en te rug reize afzonderlijk, het welk als dan twee Guldens voor ieder uur afftands zoude belopen, en dire^elijk ftii]den met de wil des Bataaffchen Volks; - zoo hebben wij dienst g geoordeeld r Uwl aantefchrijven, het voorfch. Ier kennisfe te brengen, van alle zodanige Burgers, welke zeederd het aanneemen d,r Staatsregeling, en op grond van dezelve als Kiezers hebben gefungeerd, en onder Uwl. behoor woonagug zijn, - van dezelve afievraagen derzeiver Declaratien, (indien m deezen voldoening zullen pretenderen,) en na ontvangt gezunentJijk aan ons, in behoorlijke forma in te zenden: - zuil erde wij als dan één generale ordonnantie laten liaan, ten einde het montant daar vanbij Uwl. zal kunnen ontvangen, endaar uitaanieder Kiezer zijne Competentie voldaan kunnen wordenHeil en Broederschap! De Commisfie Voornoemd, Ter Ordonnantie van de Commisfie, Leeuwarden den i6Maij 1799. Mtk vigfle Jaar der BataafJche ffrijheid. Ml ^  t W 5 MIS S I V E Aan 4e Raad der Gemeente of Plaatsiijk Beikür van Ons zijnde ingekomen het Befluit van het VERTEGENWOORDIGEND LICHAAM des Bataaffchen Volks van den i November 1.1., waarbij het UITVOEREND BEWIND wordt geauthofifeerd „ ömme provi„ lioneel, en tot zo lange door d* fuccesiive invoering van „ het bepaalde bij de Staatsregeling, of dooreenig bijzonder ,, Bcüuit van het Wetgevend Lichaam, daar in niet anders zal ,, zijn voorzien, alömme waar het belang van den Lande, het „ gerief der Ingezetenen, en het rMntien der goede orde in „ de Adminiftrarie van s Lands Finantien zulks mogte komen „ te vorderen, te voorzien in de vervulling derthands open „ zijnde, of inmiddels nog zullende open vallen vaeatures van .„ Leden der Gemeente-Beiïrüüren en derzeiver Ministers, be„ nevens de Schouten ten platten Lande* te verkiezen uit eea „ dubbeltal daar toe bevoegde Perfoonen, door derefpecti,, ve Gemeente-Beftuuren, bij welke de vacatuuren exteeren, genomineerd; zullende voor zodanige bevoegde Perfoonen „ worden gehouden zulke Stemgerechtigde Burgers, welkers .„ voormahge benoeming door het Volk tot eenige post van. „ Gemeente-Beltuur een bewijs opleevert, dat zij 's Volks ver,, trouwen bezitten — als mede van alle Ontvangers, en an„ dere Financiële Beambtens, welke door de Nationale Ver„ gadering, Hoogst Geconftituëerde Machten., in de negen „ ondeifcheidene voormahge Gewesten, wierden aange,, field; — mitsgaders over zulke andere Financiële Beamb^ ten, welke, hoe zeer bevorens hunne aanftelling van el.„ ders hebbende, voor rekening van den Lande Adminiftree^ re» en onmiddehjk aan het zelve verbonden zijn," met D a last  C 28 ) last om door zodanige gepaste middelen, als Wij zouden nr> die oordelen, te zorgen, dat aan gemeld Decreet werde vol, daln zo brengen Wij hetzelve bij dezen ter kennis van Ulieden, met last om Ülieden in voorkomende gevallen,, daarna itiptelijk te gedragen. Heil en Broederschap! JHet Departementaal Beduur voorn. TH Y S FEENSTRA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve,. WL SALVERDA* Secret. Leeuwarden den 18 Maij 1799. Utt. vijfde Jaar der Lataafide FrijAeiJ.- B LT-  c 4* y PUBLICATIE JJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weet en: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgeiteld, overwogen hebbende, dat het. de plicht der wetgevers van het Bataafiche Volk is,, om,, za veel mogehjk,, te zorgen, dat in allen deele aan de intentie, der Staatsregeling worde voldaan, en dat, ten dien einde,., zodanige algemeene voorfchrifcen en bepalingen voor de Gemeente-Beftuuren , omtrent het verftand van een en ander. Articul der Staatsregeling, worden vastgeiteld, waar door zich dezelve in ftaat zullen bevinden, deze zaak op eene. meer gelijken voet te kunnen behandelen.; Dat het ten hoogften nodig is, acht te geven , dat niemand onverhoord, in het uitöeffenen van zijn Stemrecht worde opgefchort; als mede, dat aan het Gouvernement bekend moeten zijn die geene welke al, dan niet, in de Stemregisteis ingefchreven zijn. Dat het ten uiterften noodzakelijk is, dat alle Acten vanStembevoegdheid van een en dezelfde form en inhoud zijn, en dat deze maatregulen zich behooren uit te u-rekken door de geheele Republiek;.- befloten en verordend heeft: De Gemeente-Beftuuren binnen deze Republiek te gelasten, en ten duurften aan te beveelen, van op het nauwkeurigfte acht te geven, dat.die.geene welke in het Stemregister zullen worden ingefchreven, alle devereischten bezitten, welke tot het bekomen van het Stemrecht, bij de Staatsregeling, zijn voorgeschreven; en zich wijders na de volgende bepalingen, voor zo veel dezelve aangaat te gedragen. i. Aan alle Gemeente-Beftuuren wordt op derzeiver, verantwoordelijkheid gëinjungeert, te zorgen, dat aan geen D 3. Bur»  Burger, het .Stemrecht op eene willekeurige wijze worde oiitnonen, noch iemand daar in «Kyrie getchort. _ Zul'endezj, aan den anderen kant, ten nauvvkeurigften toezien, dat de zuda.dgen, welke duidtlijk vallen m de termen van m. tè. Tit i. derActe van Staatsregeling, uit de Stemregisters worden geroijeerd. &. leder Gemeente-Beftaur zalz.-rgen, om, tot het meest gemak en gerief hunner Ingezetenen, naar evenredigheid der Sitgefeek hdd of bevolking van hunne Gemeente, het zq in iedere MaandofWeek, dagen uw te bepalen, tot het weeeren voor die geene, welke zich tot de infchnjying m het-Stemregister zullen verkiezen aantebieden, mits de verëisehte hebbende, bij de Staatsregeling bepaald. • * Ieder Gemeeme-Beftuurzaï verplicht zijn , zonder verwijt te disp*meeren op de verzoeken van hun, welke verlangen in het Stemregister te worden ingefehreven , hetzrj dezelve asichreedsbebbe. aangemeld, of zich bij vervolg nog op den ceftelden tl d mochten aanm dden; en zulks, voor hun onedel* te ad of door aan dezelve, b;pldien zq niet hebben de verë*cbten, bij de Afte van Staatsregeling voorgefchreveo, de infehxyving bij een itell.g bc fluit te We?eSeval1e bij eenGemeente-Beftuur omtrent de bevoegdheid van eenig Burger, om als Stemgerechttgd te worden, ingefchreven, eerri-e twijrreHng mochten onrttaan en het verzoek langer dan" veertien dagen wordt aangehouden, zal hetzelve daar van kennis moeten geven aan het Uitvoerend Bewind, teneinde, naar de omftandigheden, een voordrage, aan het Vertegenwoordigend Lichaam zoude kunnen worden'gedaan. « De Gemeente-Beftuuren zullen verphgtzijn te zorgen „ dat 'er van de infehriivingen, behoorlijke aanteekemng ge. houden worde , met bijvoeging, van de, naamen van allen  welke reeds ingefchreven zijn, en van de f.9atnên én' fligen. der geenen, welkp in het vervolg Zullen ingefchreven worden. 6. Alle Gemeente-Beftuuren binnen de Bataaffche Republiek worden gelast, uiterlijk binnen den tijd van eene maand aan het Departementaal lieftuur oveitezenden de Lijsten van de Naamen, en, zo veel mogelijkr van de dagen der infchrijvinge van allen welke binnen hun resfcrt, in de Stemregisters ingefchreven zijn; en vervolgends-.van de bijkomende jaarlijks verflag doen, cn zullen de Departementale'' Beltunren zorgen, dat ten fpoedigft.n alle de bij hun ingekomen of luccesiivelijk in re komen Lijsten, aan het Uitvoerend' Bewind worden uvergezoiüen, ten einde door het zelve daar van eene behoorlijke Copie aan het VertegenV woordeend Lichann zal kunnen worden ingezonden. 7. De Staatsregeling a ingenomen zijnde met den 23 "April 1708, aullen Je Gemeente C ftuuren mitsdien toezien, dat alle die geene r welke zich na den 23 Aprn van dit jaar tot. de iulchriiving van het Stemrecht zirllén aanbieden, ingcvoK het 11. Au Tir. 2 der St:;a Allé die geene, weike in eene der Colonien van de Bataaffche Republiek zijn geboren, of tkn Jaarcn acl ter den anderen aldaar, en geduurende de twee 'laatfte jaaren in deze Republek gewoond hebben, zullen, (mits aan alle vereischtens der Staatsregeling voldoende^ als inboorlingen kunnen worden iugefchreeven^ ic. Ai»  C 3* ) io Alle de Aften van Stembevoegdhe:d, zullen, bij het vervolg, in de geheele Republiek van eencn en dezelven hierna volgenden inhoud moeten zijn. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAPACTE van BURGERSCHAP. De Burger .... wonende te ... • alle d vereischtcn bezittende, bij de Acte van Staatsregeling, doo; het Bataafiche Volk aangenomen, aangaande de btembe. voegdheid bepaald, en op heden m het Stemregister va„ deeze Gemeente ingefchreeven, word bij deezeverklaard te zijn Stembevoegd Burger der Bataafiche Republiek. Den ... • Het . . . Jaar der Bataafiche Vrijheid. Het Gemeente Beftuur te ... • En uit deszelfs naam ii Bij verhuizing uit de eene naar de andere Plaats, binnen deeze Republiek, zal die geene, op vertoon van een Certificaat van het Gemeente-Beftuur waar uit hij komt, en inhoudende: dat dezelve ten tijde van zijn vertrek, aldaar in tot Stemregister ingefchreeven ftond, ook door het Gemeente Beftuur van zijne nieuwe Woonplaats, tot de michrijving in het Stemregister worden toegelaaten. Dienvülgends gelast het voorn. Bewind, m naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haage den 20 Maij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, fwas geparapl J. F. R. van HOOFF, Vt (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, 1 (Jget.) C. G. HULT MA  < 33 > PUBLICATIE T_Tet Uitvoerend Bew'.nd der Bataaffche *-* Republiek, Dot', te v/Men : ^ ■ Dit bet Vértegeiivvourdigend Lichaam; op de wijze bij de Staatsregeling vastgeiteld overwogen hebbende, dat, volgens het eerfte der Additioneele Artikelen tot de Staatsregeling behoorende, nog drie Jaaren na de aanneming derzelve, de Tractemeaten der Leeraaren en Htiogkeraaren, &e. der VOormaaJs heerfchende Kerk aan de Gemeenten Zijnde toegekend, de refpective Ontfangers der Geestelijke Goederen of andere Perfoonen die deeze betaling moeten doen , behoren te zijn gefeeurecrd» dat dezelve betaling door hun worde gedaan aan zodanigen, die van wegens die Gemeente tot den ontvang der Penningen zijn gequaliiiceerd. Dat de Schoolmeesters niet behoren te worden gerekend onder de Kerkelijke , maar onder de Burgerlijke Beambten1: en dat bij de Burgerlijke en Staatkundige Grondregelen voor de Staatsregeling, geene Burgerlijke voordeden of nadeden zijn gehegt aan de belijdenis van eenig Kerkelijk Leerftelzel; en voorts is geftatuëerd, dat elk Kerkgenoötfchap zorgen moet voor het onderhoud van zijnen eerdienst, deszelfs Bedienaaren en Gedichten. _ Dit de ifte, ade en .3de der additioneele Artikelen, houdende eenige befchikkingen ten faveure van de voormaals heerfchende Kerk, niet verder behooren te worden geextendeerd, dan de duidelijke letter van dezelve medebrengt. Dat de Hulshuuren voor de Predikanten betaald wordende, een gedeelte van hun Traftement uitmaaken, en dat het de .plicht is van het Vertegenwoordigend Lichaam, om de Staatsregeling naar deszelfs waren zin en meening te e*Elu£f" ren; — beiloten en verordend heeft; E' w  C 34 ) Pat die geenen. welke de Traaemenres der Leeraarenen andere Kerkel jke Beambten , voor de Gemeenten der, voormaals heerfchende Kerk, ontvangen, zullen moetenigemunieerd zijn met eene Certificatie van den Kerkenraad der Gemeente, aan welke de Tracteraenten worden betaald: waarpit behoorlijk coufteert, dat dezelve Perfoonen, door de Gemeenten, tot het ontvangen der Penningen zijn gequaLficcerd : Dat de Schoolmeesters , tot nadere dispofitie van het Vertegenwoordigend Lichaam, behooren te worden bezoldigd^ uit zoodaanige Kasfen, als waaruit dezelve tot hier toe hunne Tra&ementen hebben genoten. Dat, met de aanneeming der Staatsregeling, zijn gecesleerd, en moeten ophouden, de Kindergelden voor de Emeriti, Voogden over minderjaarigen, en Weduwen van Predikanten der voormaals heerfchende Kerk; de School- en Academie-Gelden ; douceurs aan Studenten; die tot Proponenten zijn aangenomen, of aan Predikanten op hun eerfte Standplaats bevestigd, alle bij Refolutie van de voormaalige Staaten van Holland, van den 15. Junij 1792- , geaccordeerd; als mede alle betalingen , uit publieke Kasfen , aan Kosters , Voorzangers, Krankbezoekers en verdere Kerkelijke Beambten behalven aan die geenen, welke in de Additioneele Articulen uitdrukkelijk zijn genoemd. Dat de Huishuuren voor ïbmmige Predikanten betaald wordende, even gelijk als de Tractementen der Leeraaren , aan de Gemeenten, behooren te worden voldaan. Dat de Leeraaren, Hoogle eraaren, en derzeiver Weduwen,, vallende in de termen van het 3. der Additioneele Articulen lot de Staatsregeling , om de hun toegelegde Penfioenen re genieten , zullen, moeten voorzien zijn van eene Certificatie gepasfeerd door het Plaatfelijk Beftuur, en wel, indiende gepenfioneerden, tyfonsperibonen. zijn , van den volgenden in-  C 35 > \, Het Semeente-Befluur van . . ~. . . MfificUft Ébbr 3èe„ zen, dat N. N., woonagtig te .... is een Stcmgere'ch- iigd Burger der Bataaffche Republiek, en, voorzob veel het w ons bekend is , de tegenwoordige orde van zaaken toegedaan ; j, dat voorts gem. Burger geene zes handerd Guldens jaarlijks it inkomen heeft ^ buiten zijn Penftoen" Aiïurh den Nom. Prcefi-dis. Ter Ordonnantie van hetzelve, Nom. Secretarii, En indien de Gepenfioneerden, Vrouwen zijn, naar het volgend Formulier: „ Het Gemeente^Befiuur van certificeert door dce~ „ zen, dat Fr ouwe N. N, woonagtig te .... . voor zo'9 veel het ons bekend ft, zich als e:ne goede Ingezetenen ge3, draagt, met onderwerping aan de tegenwoordige orde van za„ ken; en dat voorts gé'meld» Burgeresje geene zes honderd 3, Guldens jaarlijks inkomen heeft, buiten haar Penfioen.-\ Aclum den Nom. Praftdis. Ter Ordonnantie van hetzelve, Nom. Secretarii. En indiende Gepenfioneerde, door Ziekte, of Ouderdom, buiten ftaat is, Stemgerechtigd te worden, naar het volgend Formulier: i. Het Gemeente-Bejfiuur van .... certificeert door dezen, „ dat N. N.3 woonagtig te ... . door Ziekte, of Ouder3, dom, huiten fiaat is. Stemgerechtigd te worden; doch dat s, hij, voor zo veel het ons bekend is, de tegenwoordige orck s, van zaken is toegedaan; dat voorts gemelde Burger geene E « „ zes  £ 36 ) - zes honderd Guldens jaarlijks inkomen* heeft, buiten ziftr n Penftoen." Jclum den Nom. Pr aftdis > Ter Ordonnantie fan hetzelve, Nom. Secretarii. TVit de kosten, vallende op de overkomst van beroepen* lJ^nrS?o.vene tot hiertoe uit publieke Kasfen zun betaald tot aan de vervulling der drie Jaaren, na de aannee!SgStapregeling, aan de Gemeente,Beftuuren.zullen worden gevaüdeerd. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam des vSrXii^ena^Lfchaani.,. dat deze zal worden af, . getoS» aangeplakt,. aiomoe. waar zulks behoort. In den Haage, den 21 Maij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was gcparapkeert)' J. F. R. van HO O F F., Vt (pnderjknd) Ter Ordonnantie van Hetzelve^ (yas getekend) e G. H U L T M A N. WAAK"  ( 3? } WAARSCHOUWING JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Alzoo, volgens het 70. Articul der gevestigde Staatsregeling , eene Wet, ten gevolge van een Befluit van onverwijlde noodzaaklijkheid vastgeiteld, in géén geval haarö kracht langer dan één Jaar behoudt, ten zij dezelve op nieuw door het Vertegenwoordigend Lichaam, in de gewone orde, overwogen en bekrachtigd worde. En vermits de Publicatie,, den 31 Maij 1798; geëmaneerd tegen het verzenden van Meubilaire Goederen naar Steden of Landen ten Noorden dezer Republiek gelegen, op zodanig Beüuitvan onverwijlde noodzaaklijkheid is vastgeiteld, en overzuiks in de termen valt van het evengemelde Art. der Staatsregeling: Zo wordt mitsdien.de voorfz. Publicatie van derr.31 Maij 1798, rnetden 31 Maij eerstkomende, bij dezen,gehouden voor vervallen, ten zij de daar bij gemaakte bepaalingen, vóór dien tijd, op nieuw door het Vertegenwoordigend Lichaam, in de gewoone orde, mogten worden overwogen, en bekrachtigd. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind voorn.dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks .behoort. In den Haag 3 den 23.; Maij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (wasgep.) " J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve7, Cw» gttektnd) C. G. HULTMAN.  C 38 5 MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van T^er Onzer kennis gekomen zijnde dat A op zommige Plaatfen in dit Departement zich perzonen bevinden, welke flegts voor één Jaar in de een of andere Plaats een Kamer huuren, en aldaar het Hoofdgeld betalen, en daar door, fchoon geene eigentlijke Ingezetenen deezer Republiek zijnde, maar elders buiten dezelve hunne vaste woonplaats hebbende, gereekend willen worden gerechtigd te zijn, om eenige Winkelwaaren of Koopmans goederen uitteventen, of bij de huizen te koop te dragen, hebben Wij goedgevonden UI. aan te fchrijven , gelijk Wij doen bij deezen, om UI. ten dien opzichte in dusdanige voorkomende gevallen ftiptelijk te gedragen na de duidelijke letter der Publicatie van het Uitvoerend Bewind dér Bataaffche Republiek in dato 31 Januarij 17510. Heil en Broede&schaM Het Departementaal Beftuur voorn. THYS F EENS TRA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, M. S A L V E R D A. Secret. Leeuwarden den 23 Maij 1799. Htt vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. P U-  PUBLICATIE Uet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weetw: Alzo hetzelve, bij Publicatie van den 30 November 1798. kennis gevende van het Decreet des Veitegeuwooidigenden Lichaams, volgens het welk eene buicengewuone Heffing van 10 ten Honderd der Inkomtten, en van 4 ten Honderd der Eigendommen, ftond plaats te hebben, ook teffens het onderzoek heeft aangekondigd, 't geen ingevolge van dat zelfde Decreet naar den richtigen opbrengst in de voorfz. Heffing zou gefchieden. En aangezien de Commisfien, hier toe benodigt, reeds zijn aangeitcld geworden, en die Commisfien , zo omtrent den Opbrengst zeiven, als omtrent het Oppertoeverzicht tot beoordeeling der Tauxatien en Bekeuringen, welke uit hoofde en ten gevolge van voorfz. onderzoek zouden mogen worden gedaan, door het gemelde Uitvoerend Bewind zijn gedemandeerd aan even dezelfde Commisfarisien, die refpective tot het een en ander, opzichtelijk de voorige Heffing van 8 ten Honderd, waren benoemd, en welker aanftelling bij Publicatie van den 6 April d-zes Jaars ter kennisie des Volks isgtbragt. Zo vermaant het Uitvoerend Bewind, bij dezen,alle Ingezetenen der Bataaffche Republiek, deze Commisfien behoorlijk te erkennen en te reipecteeren, met last aan alle Gecunlhtueerde Magten binnen dezelve Republiek, om aan de meergemelde Commisfien alle zodanige hulp en bijftand te ^.esh^nen, en alle zodanig Inlichtingen te geven, als deze^  ( 40 > «eta, uit krachte en in conformiteit haarer Inltraaien, zuilen requireeren. Gelastende-voorts het Uiwewrnd Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag den 27 Maij 1799, Bet vijfde Jaar der Bataaf/de Vrijheid, (was g'parapheerd) J. F. R. van H O O FF, Vt (Qnderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve 9 (was getekend) C G. HULTMAN. MIS- /  C 41 ? MISSIVE Aan de-Raad der Gemeente-of Plaatslijk Beftuur van JJij Oqs zijnde ingekomen eene Misfive van de Agent van Justitie der Bataaffche Republiek van den ijften dezer, daar bij kennis gevende dat door het Uitvoerend Bewind bij deszelfs Beiluic van den ïóden dezer loopende Maand, is ingetrokken en huiten effect- gefttld het Beiluit van het Inconftitutioneel Uitvoerend Bewind van den 25ften Maij 1798, waarbij.de fuperintendentie over de Weeskamers en verdere inrichtingen en inftituten van die aart is gefteld geworden onder de fuperintendentie van den Agent van Justitie, en welk Befluit door het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland, in der tijd bij Misfive van den 5den Junij 1798 ter Ulieder kennis is gebragt, zo dient deze om Ulieden van het bovengemeld Beiluit van het Uitvoerend Bewind van den i<5den dezer lopende Maand kennis te geven, met last om de Colhegien van Weesmeesteren , Inftituten en Inrichtingen van die naam onder Ulieder resfort daar van te Informeren. Heil en Broederschap! TH YS F EENS TRA, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn, M. S A L V E R D A. Secrst, Xeeuwarden den a8 Maij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffihe Vrijheid. F N O-  C 4= ) NOTIFICATIE Het Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgeren, Heil en BroederJchapt Alzo het een Onzer blondere plichten is zo veel mogelijk;, te zorgen, dat in alle zodanige zaken, welke tot Ons beftuur behoren, in dit Departement overcenkomftig i.eStaatsregeling , voor zo verre dezelve rei ds in werkmgis gebrast of dadehik gebragt kan worden, werde gehandelt, en de Ingezetenen alle de voorregten, die daar uit kunnen voortvloeiien dadel jk genieten; maar te gelijk dat door onkunde, cf verkeerde begrippen niet tegen dezelve Staatsregeling gehandeld, of daar toe gelegenheid gegeven werde; ZO IS HET, dat wij, t ffens in overweging nemende dat veele Ingezetenen in dit Departement of in het onzekere verkeeren, of geheel onkundig zijn, hoe, en op welke manier zij hunne Adresfen, houdende aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchcn Volks, of het-Uitvoerend Eewmd der Bataafiche Republiek aan dit Beftuur ter verdeie bezorging ingevolge het 171 Art. der Acte van Staatsregeling moeten toezenden, hebben nodig geoordeeld het navolgende te beüuiten: 1 Dat alle Adresfen, houdende aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, of het Uitvoerend B-wind der Batiaffche Republiek , die ter verdei e bezorging, overcenkomftig het 171 Art. der Acte van Staat regeling aan dit Beftuur worden ingezonden, z lkn moeten zijn vpcn en niet ioegezegela, teneinde te kunnen nagaan of dezelve overcenkomftig de Staatsregeling zijn inge icht en vertekend.. a Dat alle zodanige Ingezetenen, welke mogten goedvinden hunne voorfchreevene Adresien niet door hunne refpeftive Gemeente of Plaatslijke Beftuureu, maar, met voor-  C 43 ) bijgaan van dezelve, dadelijk aan dit Beftmir inrezenden, zullen gehouden zijn bij die Adresfen te voegen een Requesr of Misfive aan dit Beihuir, houdende wr-oek om dezelve Adresfen overeenkom {tig de Staatsregeling te verzenden , en dat Request of die Misfive gevoegd b:j de voorfchreeven Adresfen in een couvert of omfiag gepakt en toegemaakt aan dit Beftuur alzo te doen bezorgen. 3 Dat die Ingezetenen, welke hunne Adresfen houdende aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaf! chen Volks, of het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek ten fine van verdere bezorging, met voorbijgaan van hunne Gemeente of Plaatslijke Beftuuren, direct aan dit, Beftuur inzenden, zulks franco zullen moeten doen; gelijk ook de Ingezetenen voorfchreven Adresfen san hunne Gemeente of Plaatslijke Beftuuren, om door dezelve aan dit Beftuur ter verdere bezorging te worden verzonden, franco zullen moeten doen toekomen. 4. Dat alle Gemeente en Plaatslijke Beftuuren in dit Departement zullen gehouden,zijn op de rug van zodanige Adresfen, houdende aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffcheu Volks, of het Uitvoerend Bewind der Bataaf, fche Republiek, welke hun ter verdere bezorging aan dit Beftuur zullen worden ter hard gefield, aantetekenende tijd wanneer dat Adres of die Adresfen bij hun ontvangen zijn, en zij dezelve hebben verzouden. Vermanende Wij overzulks alle refpeétive Gemeente! en Plaatslijke Beftuuren in dit Departement, benevens alle Ingezetenen in dit DcpaRtement, om zich in voorkomende gevallen overcenkomftig dit Ons beiluit ftiptelijk te gedragen; terwijl Wij diens onverminderd aan de Ingezetenen overlaten, om hunne Adresfen, houdende aan het Vertegenwoordigend Lichaam of Uitvoerend Bewind, dadelijk aan het zelve met voorbijgaan van dit Beftuur, of hunne GeF 2 meen-  ( 44 ) ™eente of Plaatslijke Beftuuren, of van beijde te doen be> Sgen op zodanige wijze als dezelve ^^J*^. ïobii Articul i7 der algemeene Burgerlijke en Staatkundige MdK^eriaaW voor de Staatsregeling gezegd word, SSi kan zich bij Request, Adres of met andere l^S^L^lil^^ Machten, waar hi, ,1 zal geraaden oordeelen." En op dat dit ter kennis van een ieder kome, zal deze worden afgelezen en aangeflagen ter Plaatze, waar zulks te. gefchieden gebruikelijk is.. Aldus beflöten binnen Leeuwarden, Dingsv dag den 4 Junij 1799.. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. THYS FEENSTRA, Vt. Xer Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D $.e:rch BTU-'  C 45 ) PUBLICATIE T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te wee ten: Alzo, volgens het 150 Articul der 2 Afdeeling van den 5 Titul der Acte van Staatsregeling, in dit Jaar twee Leden uit elk. der refp.ective Departementaale Beftuuren aftreden, en door anderen, ieder uit den Ring tot welken hij behoort, vervangen moeten worden; welke aftreding, door het Lot bepaald zijnde, ftaat te gefchieden wegens de onderfcheidene, hierna te melden Ringen,, welker Grond-en Kiezers-Vergaderingen dan ook, op de wijze bij de Staatsregeling vastgeiteld, tot de fupplètie der openvallende Plaatièn zullen moeten bijéénkomen; en alzo die bijéénkomften, al mede volgens het 162 Art. van den aangehaalden 5 Titul,-, voor de Grondvergaderingen, op. den laatften Dingsdag der maand Junij moeten plaats hebben: ZO IS HET, dat.het Uitvoerend Bewind bij dezen oproept alle de Stemgerechtigde Burgeren, behoorende tot de navolgende Departements-Ringen,, als: In het Departement van de Eems y tot den 2 Ring, Hoofdplaats Leeuwarden,, cn tot den 5 Ring, Hoofdplaats Groningen ; In het Departement van dén Ouden I's fel, tot den 1 Ring, . Hoofdplaats Heerenveen, en tot den 7 Ring, Hoofdplaats Deventer ; In het Departiment van den Rkijn, tot den 3 Ring, HoofdF 3: plaat  C 4* ) * plaats Utrecht, en tót den 4 Kingt Hoofdplaats AmenJoort ; dewate:'; plaats Dordrecht; Maand, elk in de 0^"^MVerkiezüigenvaiiéétt ÏÏÏS^ÏSSSSS Beftuur8, benevens Perzoon tot Lid van net uep1 te doen. met her- éénen Kiezer en deszelfs PLatsvc*vangr, , o ten vergaderen. Wordend* voorn ieder «£»^SJ3!!££*£ ftiptsUjk in acht nemen van het geen verder ten o. r bj.  C 47 ) bij het ï6o en volgende Ar iculen der gemelde Acte van Staatsregeling is bepa:ld en bevolen, en wijders tot eene rustigs ei. orderlijke betrachting van ul het geen de voorfz. aangelegene verrichtingen vereisfehen. Dienvolgens gelast het r'tvrerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, aloiune daar zulks behoort. In den Haag den t2 Junij 1709. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) J. F. R. van H O O F F, Vt, (Ondcrftoi.it) Ter Ordonnantie van Hetzelve 9 (was Get kend) €. G. H U L T M A N. PRO}  C 48 > PROCLAMATIE TJfet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doelte weten : ' Duc het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Scaatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende, dat in een tijd dut hetzelve Vertegenwoordigend Lichaam, ingevolge den voordag van gemelde Uitvoerend Bewind, heeft geoordeeld, dat 's Lands Macht moest worden verfterkt, allemiddelen welke ftrekken, ten einde zij, die zich in s Lands Dienst hebben begeven , zich .aan de door hen aangegaane verplichting niet onttrekken, met den meesten ij?oed moeten worden werkftellig gemaakt; . _ Dat alle middelen, welke dienftig zijn om misdaadenmoeilijk te maaken, en de ontdekking der Schuldigen te bevorderen, niet alleen ftrekken tot bereiking van het voor de Maatfchappij nuttig einde, dat die misdaaden worden geftraft, maar ook tot het niet minder heilzaam oogmens, dat Menfchen van het plegen derzelve worden terug gehouoen: Dat het de plicht is van alle Geconftitueerde Machten, aan alle de Wetten van het Vertegenwoordigend Lichaam , en daar uit voortvloeijende bevelen van het Uitvoerend bevind, met de meeste naauwgezetheid de hand te houden. Dat, ten einde geene terug werkende kracht worde gegeven aan eene Wet, ftrekkende tot bevordering van het ontdekken van Deferteurs,, en de daar uit fpruitende moeijhjkheden worden voorgekomen, het nuttig is dezelve van het verkenen van een algemeen Pardon te doen voorafgaan. Befloten en verordend heeft: Eerfielijk: dat aan alle Onder-Officieren en Gemeene Militairen 4 tot de Troepen van dezen Staat behoorende, welke zich  ( 49 ) zich van den i Maij 1795 tot den dag der Afkondiging vau deeze Kvvijcfcheküng, aan de misdaad van Defertie hebben fchuldig gemaakt, zal worden verleend, gelijk wordt verleend bij dezen., Pardon en Kwijtfchelding van dezelve misdaad , offchoon die ook van eenige verzwaarende omftandigheden, tpfi die misdaad als misdaad gehoorende, doch van geene andere, waare verzeld geweest, mits over zodanige Defertie geen infameerend Vonnis zij uitgefproken, en de gedeférteerdë Onder Officieren en gemeene Militairen, 't zij dezelve zich op het Grondgebied van dezen Staat onthouden, of zich daar buiten bevinden , zich binnen vier Weeken zullen moeten aangeven bij de Corpfen onder welke zij laatst hebben gediend, of waar onder die Corpfen bij de Organifatie der Armée zijn geïncorporeerd, en aldaar den tijd van hun Engagement uitdienen, of hun Pasporten bekomen, —met dien verftande, dat de gedeférteerdë Onder-Officieren , hunne voorige qualiteit verbeurd hebbende, zich voor den tijd van drie Jaaren als gemeene Militairen zullen moeten engageeren; — wordende mitsdien alle Gemeente-Beftuuren, Municipaiiteiten en Gerechten, gelast, nauwkeurig na te gaan, of zich eenige Deferteurs in hunne Gemeente^ bevinden, en bijaldien zij ontwaar worden, dat dezelve zich niet binnen de bepaalde vier Weeken na het afkondigen van dit algemeen Pardon bij hunne Corpfen vervoegen, daar vau onverwijld aan het Uitvoerend Bewind kennis te geven. Ten tweeden, dat alle Onder-Officieren of gemeene Militairen, welke zich met verlof abfenteeren, verplicht zullen zijn, aan de refpectivc Municipaiiteiten, Gemeente-Beftuuren of Gerechten, ter plaatze alwaar dezelve willen vernachten of zich ophouden, te vertonen het Pas, waarop zij zich hebben geabfenteerd, en waar van ter plaatfe daar zij verblijven behoorlijke aantekening (doch zonder het vorderen van eenige Leges daar voor) zal worden gedaan, — op G poene  C 5o ) poene dat ieder, die bekend is Onder-Officier of gemeen Militair te zijn, en ontdekt wordt buiten den omtrek van zijn Guarnilöen, zonder van een behoorlijk Pas of Pasport te zijn voorzien, dadelijk zal worden gearrefteerd, ondervraagd, en overgeleverd aan de naastbij, zijnde Militaire Wacht, om verder naar deszelfs Guarnifoens plaats te worden verzonden, ten einde Deferteurs zijnde, als zodanig, doch flegts verzuimd hebbende zijn Pas te vertonen, door intrekking van zijn verlof en Provoost te worden geftraft. Ten derden: dat geene Voerlieden Veerfchippers, of wie het zou mogen zijn, eenigen Onder-Officier of gemeenen Militair zullen mogen tranlporteeren, zonder dat hun alvorens gebleeken zij, dat dezelve van een behoorlijke Pas zijn voorzien, en dat alle Commisfarisfen over Schuiten en andere Veeren, daarop zorgvuldig zullen letten; op pcene van met zodanige Geldboete, als door den Rechter zal worden bepaald, mits niet excedeerende de fomma van drie honderd Guldens, en, ingeval van verregaande nalatigheid of opzettelijk aan de Raad der Gemeente van verzuim, met privattehunner bediening, te worden geftraft. Ten vierden: dat geene Ingezetenen, 't zij al of niet Logement houdende, eenige Onder-Offieieren of gemeene Militairen zullen mogen logeren, ten zij hun de noodige Paspoorten zijn vertoond, insgelijks op poene van met zodanige Geldboete, als door den Rechter zal worden bepaald, mits niet excedeerende de fomma van drie honderd Guldens, en bijaldien zij Logementhouders zijn, en de Rechter termen daartoe vind, met intrekking van derzeiver Aften, te worden geftraft. Ten vijfden: dat alle Gemeente-Beftuuren, Gerechten,. Collegien van Justitie , Officieren van Politie en Justitie , verplicht zullen zijn, nauwkeurig te letten en te doen letten, dat geene Deferteurs zich binnen hun Resfort ophouden.  eter; zuJJende fcrTzonnige Dien arei d r Justiflé, 6f nndere hu ondergefchiïvte Herzonen, welk. hunnen pliclv ttfdez n piet behoorlijk waarnemen, daar over door fuipeniie of verlaten hunner bediening corrigeert, terwijl z j zelve, hief hl onverhoopt nalatig zijnde, door het (Mitotrettn Bewind zullen worden gecrrigeerd en tot hunnen plicht gebragt. Ten zesden: dat generalifk alle Ingezetenen, welke aan eenigen Onder Officier of gemeenen Militair, tot faciliteex'ng zijner defertie, bevorderlijk zijn, naar exigentievan zaken, met eene geldboete zullen worden geftraft, en, in cas van opzettelijk misdrijf, als de'elgenooten van het delict, met zodanige ftraf, als de Rechter in goede Justitie zal verineenen te behooren; zullende zij, welke overtuigd wordeh van een Del'erteur, in zijn voornemen, om tot den dienst ecner vreemde Mogenheid over te gaan, met opzet te hebben bevorderd, of denzelven daar toe te hebben aangefpoord of verleid, zelfs met den dood worden g;ftraft. Laatftelijk ten zevenden: dat, ten einde alle Dïenaaren der Justitie, en anderen, aantefpooren, om in dezen met verdubbelden ijver werkzaam te zijn, het Uitvoerend Bewind word geauthorifeerd, tot het ftellen der nodige orders, om aan ieder die een' Del'erteur heeft ontdekt, met dat gevolg, dat hij in handen der Justitie gerake, te doen betalen eene fomma van een-en twintig Guldens, welke fomma, nochtans, indien meer dan één gelijkelijk tot hetarrefteeren van een' Deferteur mogten hebben toegebragt, tusfehen hen zal worden verdeeld. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegehwoordigenden Lichaanis, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. In den Haage, den 22 Junij 1799Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H ULTMAN. Ga PU-  C 5* > PU BLICATIE TTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: ' Dat hetzelve, ter voldoening aan het tweede Articul van het vijfde Hoofddeel van het Conftitutiöneel Reglement voorde Bataaffche Gewapende Burgermacht, overgegaan zijnde tot het aanftelleu van de Colonels van dezelve Burgermacht in de refpeétive Departementen, daar toe heeft aangefteld, In het Departement van de Eems, den Burger Carel Coenraad Emmerij. In het Departement van den Ouden -Tsfel, den Burger , Herman Queijsfen. In het Departement van den Rhijn, den Burger Derk Schoonman, In het Departement van den Ampel, den Burger Hendriks van Blomberg. In het Departement van den Texel, den Burger Jan Willem Druiveftein. " In het Departement van den Delf, den Burger Michiel Marinus de Monchij.. In het Departement van den Dommel, den Burger Wilhelmus Offers, W. z. In het Departement van Schelde en Maas, den Burger Cornelis Johannes Serlé. Lastende overzulks allen den genen, die zulks aangaan mogt, de voorn. Burgers in hunne aangetogen qualiteit te erkennen en te refpecteeren.na behooren. Gelastende voorts het voorfz. Bewind, dat deze alömme, waar zulks behoord, zal worden afgekondigd en aangeplakt.. In den Haag den 24 Junij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparap.j W. A.. H O E T H, Vt. (Onderpond) Ter Ordonnantie van Hetzelve , (was get.) C. G. HULTMAN.  ( 53 ) NOTIFICATIE J-fet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgeren, Heil en Broederjchap t Alzo Wij Uns door de Agent bij het Departement van Inwendige Politie enz. der Bataaffche Republiek gelast vinden.on de nodige Publiciteit te geeven aan het navolgend Beiluit van het Vertegenwoordigend Lichaam ■ des Bataaffchen Volks: GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP! EXTRACT uit het Register der Beiluiten van de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. Donderdag den 13 Junij 1799; , Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. De Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchet) Volks gehoord hebbende het Rapport van haare Perioneele Commisfie, bij Beiluit vm den 3 Junij benoemd geweest zijnde om de Vergadering te dienen van Confideratien en Advis op de Misfive van het L 'itvoerend Be wind, daar bij voordragende, dat door het Vertegenwoordigend Lichaam mogte worde Gedecreteerd, dat aan alle Jongelingen den Ouderdom van 18 Jaaren bereikt hebbende, en in enig Armen- , Wees- of ander Godshuis wordende opgevoed, welke zich genegen mogten betoonen, om in 's Lands Dienst het zij te Lande, het zij te Zee zich te engageeren, de vrijheid daar toe worde gelaaten, met intrekking voor zo veel des noods der Wetten die zulks tot nu toe verhinderen, en dat in dat geval, de zodanige Jongelingen uit gemelde Huizen zullen G 3 wor-  C ft ) Vrarden geëmitteerd op een even voordeligen voet nis andcStir.'ts na het Bereiken van vulko.uen 25 Jaaren pleegd» ie gefehie Jen. (1) Overwegende, dat het belang van den Staat vordert, dat de maatregelen door hec Verrege iWuor'i^end Lichaam ter Verdediging der Vrijheid en Onaf hangel j^heid van dit Gemenebest genomen, ten fpoedigden worden in weiking gefragc, en alle beletzelen die daar aw zoulen kunnen hinderen, zo veel mogelijk en zonder verwijl worden weggeno. men, verklaard, dat in dezen beftaat onverwijlde noodzakeiykkid. Overwegende, dat hoe zeer de Armen-, Wees-, Godshuizen of andere opei.basre Gedichten wel niet aan de Inkoraften of Opbrengllen van 't gemeene Land hunne oorfprong zijn verfchuldigd, niet te min uit de gemeene lasten, of Donatien van de Gemeentenszo wel haar aanweezenalsvoortduurend bedaan hebben verkreegen, de Jeugd welke in de ■ ze Gedichten op publiek gezag onder de Ouderlijke zorg en befcherming is genomen, moet geacht worden ten laste der Maatschappij te zijn Opgevoed, om tot nuttige Leden derïelve, gevormd te worden, en ook alzo als Kinderen van den Staat moeten aangemerkt worden. Overwegende, dat alle Wetten, of Reglementen, welke aan Jongelingen die in zodanige Stichtingen ziju Opgevoed, welke met de volkomenheid haarer Krachten den Ouderdom van (1) De Tweede K'amr overwegende, dat de redenen door de Eerfte KaWr l?ijgebragt v-oldoeivie zijn bekrachtigt d» verklaaring van onverwijlds autdzakelijkheiii daqr de Ëenjlt Kamer geplaatst mm 't htojd van het volgend Sejluit. In den Haag den 15 Junij 1799. Het vijfde- Jaar der Bataaffche Vrijheid. (HfWtbvrt) E UK FÜREESf, VI. Uit naam der Tweede Kamer , (getekend) J. D. P A S T E U R.  ( 55 ) van.18 Jaaren bereikt hebben, verhinderen om zich vrijwilng n s Lands Dienst te kunnen of mogen begeven, met de algemeens belangens der Maatfchappij «rijden? Overwegende dat deeze Jeugd voor de zorg en Opvoeding tQ M Maatfchappij hebben genoten, aan dezelvf een dubbelde verphgung hebben verkregen, en het dus een der eerfte pligtenis van hun, die met derzeiver Onderwijl zijn belast of over zodanige Stigtingen de beftiering hebben, de billyke erkentenis daar van in de harten deezer Tonge^ mgfchap op te wekken, en dezelve daar door aan te fpooren ^ilYjde?andfche Deugden, waar door de Maatfchappij eenmaal de Vrugten van haare befteedde kosten en aangewende zorg kan plukken. Overwegende eindelijk, dat deze Jongeïingfchap uit den Z2^"^^ °Pvoeding zelve vo'or den Militairen ftand het meest gefchikt is, en in de Krijgsdienst aan het Vader land de grootfte dienst kan bewijzen: de prijfeiijke zugt of lever daar toe, zo wenfchelijk in de harten der Bataafiche Jongeïingfchap, met moet worden uitgedoofd of tegen ae8aan' alle mogelijke middelen bevorderd, § Dat alle zodanige Wetten, of Reglementen, welke aan Jongelingen 18 Jaaren oud zijnde, die in Armen-, Wees Godshuizen of andere openbare Geftichten zijn opgevoed * verhinderen zich vrijwillig te engageeren, om net ^deriand' - , - tet (2) De Tweede Kam* bekrachtigt het voorp-ellpLd^ n.n ~~ het zelve in een Decreet. & vjorgejtelde Beflv.it, en verandert En zal dit bekrachtigt Beiluit innevoVe Art a c onverwijld worden gezonden aan het■ UrtvoereA?»- SjaatsreSeIi"g»-  ter Zee, ofte Lande te dienen, als ftrijiig met het gemeen belang der Maatfchappij worden vernietigd en buiten effect, gelreld, wordende aan dezelve de volkomen vrijheid daar toe gelaten, en Beftuurderen van alle zodanige Geftichten aangemaand, den ijver daar ,toe in de Harten deezer Jongelingen zo veel doenlijk aan te fpooren, en aldus derzeiver Nationaal Character ten goeden te wijzigen. Dat wijders deze Jongelingen hier door haare aanlpraak op die uitkeeringen (welke zij ingevolge de inrichting of regeling dezer dichtingen op dezelve bij 't bekomen van zeekeren daar toe bepaalde Ouderdom mogten hebben) niet zullen verliezen, maar dat, wanneer zij tot die Jaaren zijn gekomen, en zich daartoe aan Beftuurderen behoorlijk adresfeeren, als gewoonlijk zodanige uitkeringen aan dezelve zullen worden uitgereikt, met vrijlating echter aan Beftuurderen , om bij wijze van uitkoop of anderzints dadelijk zodanige uitkeeringen aan Jongelingen, die zich in 's Lands Dienst hebben geëngageerd, te voldoen; zullende dezelve van den tijd dat zij in 's Lands Dienst zijn aangenomen van alle authoriteit of gezag der Beftuurderen van zodanige Godshuizen, waar in zij zijn Opgevoed, gerekend worden te zijn ontflagen. — En dat hier van Extract zal worden gezonden aan het Uitvoerend Bewind, om daar aan de nodige publiciteit te geven. En voorts ingevolge het 60 Art. der Staatsregeling dit Befluit ter bekrachtiging zal worden gezonden aan de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, met en benevens het in dee^en uitgebragt rapport en de Misfive daar toe betrekkelijk in orginali. (geparapheerd) Ads. HAR'IEVELD, Vt. (Onder(iond) Accordeerd met voorfz. Register (getekend) J. H. F L O H. Zoo  C 57 ) Zoo brengen Wij hetzelve bij dezen ter kennis van eet ieder, wien het aangaat; En zal deze worden afgelezen en aangeflagen ter Plaatze, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Landshuis binnen Leeuwarden, Donderdag den 27 Junij 1799. liet vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. A. van BOELENS, Vc. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA, Secrst. H IVÏIS-  C 58 > MI S S I V E Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . . . n^en gevolge last van de AGENT van In- wendige Policie der Bataaffche Republicq dient deze. om Ulieden aan te fchrijven en te kennen te geven, dat geene Certificaten, ftrekkende om ingevolge de Publicatie van 31 Januanj h !. , eenige VVinkelwaaren of Goederen binnen deeze Republicq uit te venten of te koop te dragen, voor behoorlijk'en voldoende zullen worden gehouden, dan alleen de zodanige, waar bij door het Gemeentc-Beftuur uitdrukkelijk wordt verklaard, dat aan hetzelve uit genoegzame bewijzen gebleeken zij, dat die gene, aan wien eenig Certificaat in conformiteit der voorfchreeven Publicatie is afgegeeven , gezeettn Burger en Inwoonder derzeiver Gemeente is, en in Stedelijke of Landelijke Impofirien of belastingen .zijn aandeel heeft gedraagen en nog bij voortduuring draagt, ten einde langs dien weg in voldoening aan de gemanifesteerde intentie van het Vertegenwoordigend Lichaam opzichtelijk het uitgeven der voorfchreeven Declaratoiren, ' gehandeld werde en alle misbruiken en corrupteelen in dezen werden te keer gegaan. Heil en Broederschap! A. v. B O E L E N S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA. Secret. .Leeuwarden den 27 Junij 1790. Set vijfde Jaar der Bataaffche, Vrijheid..  ( 59 ) PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doei te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze, bij ■de Staatsregeling vastgeiteld, overwogen hebbende, dat bij de Publicatie van het Uitvoerend Bewind, Van dato den 5 Odober 1798. ingevolge het Decreet van het Vertegenwoordigen i Lichaam geëmaneerd, uitdrukkelijk is vastgeiteld, dat, na de ontbinding van alle Gilden, Cvrporatien of Broeder jehappen van Neringen, Ambagten of Fabrieken, de BewindvoerendePerfinen van zodanige beftaan hebbend* Gilden en Corporatien, (behoudens echter derzeiver verantwoordelijkheid voor hunne gehoudens dirc&ie en adminiflratie) in deze kunne quaUteit, niet weer zullen erkend, maar vervangen worden, doorprovifioneele Commisfarisfen, bij refpe&ive Municipaiiteiten te benoemen, welke, na alle Effeclen, Gelden s Boeken, Ckartres en Papieren, de Gilden concernerende, te hebban overgenomen, onder toeverzicht der Municipaiiteiten zullen waken en zorgen, dat inmiddels, en hangende de deliberaticn van het Vertegenwoordigend Lichaam over deze belangrijke zaak, dePlacaten, Ordonnantiën en Keuren, voor zo verre zij hunne betrekking hebben tot de goede Policie, ter vermijding van alle wanorde, en tot voorkoming van allefchade, die anderzints aan 's Lands Finantien zoude kunnen worden toegebragt, fliptelijk worden naar gekomen-, tot zo lang deswegens bij het Vertegenwoordigend Lichaam in. het algemeen zal zijn voorzien. Dat des onaangezien, noch bij de gemelde Wet, noch ook bij de latere Publicatien, in datis den 24 December 1798 en den 28 Maart 1799, tot interpretatie en ampliatie van H a de-  C 60 ) dezelve afgekondigd, uitdrukkelijk is bepaaldop welke wijze zoude behoren te worden geprocedeerd, in zodanige gevallen, waarin de gemelde provifioneele Commisfarislen zoude vermeenen verpligt te zijn, om eenige Ingezetenen, ter zake van de overtreding der voorfz. Placaten, Ordonnantiën en Keuren, voor zo verre zij hunne betrekking hebben tot de goede Policie, te calangeren, en dezelve bekeurde of gecalangeerde Perfonen niet te min in gebreke of weigering blijven, om aan dusdanige calange naar behoren te voldoen. Dat het niet te min allezints noodzakelijk is des aangaande, een rigtfnoer daar te (lellen, naar het welk zich, zo wel de provifioneele Commisfarislen, als de de gecalangeerde Ingezetenen zullen hebben te gedragen. Dat het gemeen belang vordert, dat aan de eene zijde alle kostbare en langwijlige Procedures in zodanige zaken, op het zorgvuldiglle worden vermijd, doch dat echter aan den anderen kant, aan de gecalangeerde of beklaagdens, gelegenheid tot eene behoorlijke defencie moet worden gegeven. Dat verfcheidene Municipaiiteiten, als even, niet hebben voldaan aan het geftatueerde bij de Publicatie van den 5 October 1798. zo verre dezelve daar bij zijn gelast, aan de eerfie Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam* ofte aan de daartoe te benoemene Commisfie uit dezelve, uiterlijk binnen één Maand, een accuraat bericht intezenden van alles, het geen door haar daar om trend, zo uit hoofde van deze Publicatie, als bevorens , is verricht; als mede eene nauwkeurige opgave van den aart en gefieldheid der vernietigde Gilden en Corporatiën, gelijk ook van de Fondfen, die bi/ dezelve bezetten worden, en van het gebruik,. het geen van die. Fondfen bewrens gemaakt is. Dat, ten einde het 53 Art. der algemeene beginzelen onzer Staatsregeling, alomme op eenen eenparigen voet en  C 61 ) en met den vereischten fpoed, in werking zal kunnen gebragt worden, het allezints noodzakelijk is, om, zo zodra mogelijk, vsste bepalingen te maken, welke Wetten of Keuren, ten opzichte der gewezene Gilden geëmaneerd, moeten befchouwd worden, als betrekking hebbende tot de goede Policie, en deswegens als nog behoren ftand te grijpen. - ^Dat daartoe de vereischte informatien, door de rtfpective Municipaiiteiten, als met de plaatslijke omftandigheden het meest bekend zijnde, onverwijld behoren te worden gefuppediteerd. Beiloten en verordend heeft, vast te ftellen en te arrefteren de navolgende poincten en Articulen: Art. 1. Dat, wanneer de provifioneele Commisfarisfen tot de zaken van de vernietigde Gilden, door de refpeftive Municipaiiteiten benoemd, hangende de deliberatiënvan het Vertegenwoordigend Lichaam over het volledig in werking brengen van het 53 Art. der algemeene Beginfelen der Staatsregeling, zouden mogen vcrmeenen, dat onder derzeiver resfort door eenige Perfoonen, de Placaten, Ordonnantiën en Keuren op de exercitie van eenige Neeringen, Ambagten of Fabrieken geëmaneerd, voor zo verre zij hunne betrekking hebben tot de goede Policie, zijn overtreden, dezelve, van het geen hen deswegens is voorgekomen, onverwijld aan de Municipaïïteft of het Gemeente-Beftuur waaronder zij behooren, zullen kennis geven. 2 Dat de Municipaliteit, ingevalle zij zich met de gedachten van de provifioneele Commisfarisfen vereenigt, dezeiven authorifeeren, om naar verëisch van omftandigheden, tegens de Overtreders te procederen, gelijk ook bijaldienzodanige Perfoonen Buiten-gezetenen, of wel anderzints fuspe& de fuga mogten zijn, hun in arrest of in civile Gijzeling te doen ftellen, tot tijd en wijlen, dat de zaak door den H 3 Rech-  ( «O Rechter zal getermineerd, of voldoende cautie voor het gevorderde, ten genoegen van Commisfarisfen zal zijn g-fteld. 3. Dat, bijaluien bij de pro\iüoneele Commisfarisfen of bij de Municipaiiteiten (zolange deswegens geene nadere bepalingen bij het V.rtegeiïwoordig-cnd Lichaam zullen zijn gemaakt) eenige bedenking raogte ontitaan, of de Placaten, Keuren en Ordonnantiën, omtrent het geval voor handen, geëmaneerd, al of niet betrekking hebben tot de goede Policie, zij zich zullen addrcsfeeren aan het Vertegenwoordigend Lichaam, ten tinde deszelfs weimening en intentie dien aangaande te vernemen, en dat inmiddels de authorifatie tot het intameeren van dusdanige procedures, zal worden gehouden in advis. 4- Dat de proviiioneele Commisfarisfen ten einde voorfz., de vcreischte authorifatie bekomen hebbende, de Perfonen welke befchuldigd worden, zich aoin de overtreding van Ce gemelde Placaten, Ordonnantiën of Keuren , tot de goede Policie betrekkelijk, te hebben fchuldig gemaakt, bij eene fchriftelijke Acte te exploicteeren door een der Stedelijke Gerechtsbodens, zullen doen calangeeren. 5. Dat de gemelde Acte zal moeten behelzen in dejerfle plaats, de Wet Ordonnantie of Keure, welke den grond van de calange oplevert; ten tweeden: het fait.of de faiten, welke aafl den gecalangeerden.worden te laste gelegd; ten derden : eene prajeife opgave van al het geen uit dien hoofde van de gecalangeerden gevordert wordt, de boete en kosten daar onder begreepen; ten vierden: (zo verre de omftandigheden der zaken zulks vereisfehen) eene interdictie om verder te doen of verrigten het geen Commisfarisfen vermenen ftrijdig met de geëmaneerde Wetten of Keuren door den gecalangeerden te zijn gefchied, mitsgaders eene interpellatie, om de boete, waarin dezelve gefustineerd wordt te zijn vervallen, binnen een korten en prsecifen tijd opteleggen in handen  C *3 ) den van een der provifioneele Commisfarisfen, met de koseen daar op gevallen, immers de laastgemelde, in cas van verfchiloyer het mentant, onder een gerechtelijk Perfoon te namptifeeren, tot dat dezelve door de Plaatfelnke Rechtbank zullen zijn getauxeerd; en wijders nog, zo verre de gecalangeerde zoude mogen gearresteerd of gegijzeld zijn een last en bevel, om het arrest of de gijzeling te gehengen en te gedoogen, tot tijd en wijlen dat hij aan de gedaane calange zal voldaan, of voor hec uiterlijke gewijs de fufficiente cautie gefield hebben ten genoegen van Commisfarisfen, of m cas van verfchil, ter arbitrage van de Plaatfelijke Rechtbank, en eindelijk: in allen gevalle, bij wanvoldoening eene dagvaarding voor de gecalangeerden, om in Perfoon, of door een Gemagtigden (mits geen Practezijn zijnde) te Compareeren voor de voorfz. Plaatfelijke Rechtbank, jegens den eerften Rechtdag, welke aldaar zal gehouden worden, na verloop van den tijd, aan den Beklaagden tot voldoening van het gevorderde geprafigeerd, om de fchriftelijke coiv clufie van Commisfarisfen over te nemen, en zich daartegen te verantwoorden. 6. Dat de Beklaagde, in gebreeke blijvende, binnen den gepraefigeerden tijd aan de calange te voldoen, de provifioneele Commisfarisfen op den bepaalden Rechtdag, aan de Plaatfelijke Rechtbank zullen overleveren, de Acte van calange en dagvaarding, met het relaas van den Gerechtsbode als mede een fchriftelijke Memorie, welke zal inhouden eenen pertinenten eisch en conclufie, tot het geen zij terzake questieus vermenen ten laste van den Beklaagden te kunnen en moeten vorderen, mitsgaders alle de Stukken en Befcheiden, die zij tot justificatie van hunne vordering zullen willen van emploij maken. 7. Dat , indien de Beklaagde, in Perfoon, of door een Gemagtigden,, voor den Rechter yerfchijnt, bij daartegen zich  Zich mondeling zal mogen verantwoorden, doch dat niet te min, aan hem, desbegeerende, ten zijnen redelijken koste, zal woiden vergund, Copie van de Memorie pi"concluüe van de provifioneele Commisfarisfen, als mede van de verdere Stukken door dezelve overgelegd, en na dat de voorfz. Copiën aan hem zullen zijn ter hand gefield, de tijd van agt dagen, om daar op te dienen van zijn fchrifcelijk belang, met bijvoeging van al zulke Documenten, als waarvan hij ter zijner defenfie zoude willen gebruik maken, zullende hij tevens verplicht zijn, om Copie van die Memorie en van de Bewijzen, daartoe behorende, aan de provifioneele Commisfarisfen te doen ter hand {tellen, welke bevoegd zullen zijn, om binnen agt dagen daarna, des te raden wordende, daar tegens fchriftelijk hunne belangens te allcgeeren. 8. Dat daar mede de zaak zal worden gehouden voor voldongen, zonder dat eenige verdere Notulen, Dingtaalen of Producti van Stukken zullen mogen geadmitteerd worden, ten waare de Rechter na examinatie van het gene door de wederzijdfche partijen zal zijn overgeleverd, nodig mogten oordeelen, fpeciaal ook ten opzichte van het geen door den Beklaagden, ter zijner defenfie is ingebragt of overgelegd, eenige nadere elucidatiën te requireeren, in welk geval hij de Provifioneele Commisfarisfen en de Beklaagden of deszelfs gemagtigden, beide op zekeren door hem te bepalen dag . voor zich zal doen requireeren, en na gegevene Communicatie van het geen hem is voorgekomen, dezelven daar op, over en weder mondeling zal hooren in hunne belangens, als mede indien de omftandigheden zulks mogten vereischen aan de eene of andere der Partijën een korten en peremptoiren tijd zal mogen vergunnen, om refpeétivehjk het zij tot justificatie van het gefustineerde, het zij ter defenfie, nadere befcheiden over te leggen, zonder na verloop van dien tijd. eenig verder, uitftel te accordeeren, dan om alle- zmts  ven, te dienen van eene fcWftJ^dKS^ï?^ J" fie, met de Hukken daartoe behorende d^R^f klaagden zal obibJveren van de Tnfentie JtZden be* derpr0„ resfen, daar door bij den ^IL'^^^^ en geleden, alles uit hunne tSSSl^m^S2^ ii. Dat, jngevalle op de fi5S^2TcS£?ÏS der pannen in gebreke mcgtc blijven SSSSï?^?!!! magtigden te zenden tot het geven va^dfSSL' ïge" elucidatien of informatien of om wit T^*6 mde™ dezelven „D^ffS? i*. Dat emdehjk de Rechte., wauoeerde ^in ftaat van  behoren, zritaure hij zich in het bepA motten reguleren naar het geen bij de s^Sjs*, «is tst ™s in de naastbikomeude gevallen;* en voordsi deiu de partij altoos moeten condemt eren m de J8^™^» .els, in zodanige der voormalige Gewesten, alwaar dezeiv »t judiciele Actens gebruikt worden. jf ïe Com, to nar de boeten. die, m handen der Provm? neeie toe de Wetten, Keuren of Ordonnantiën van. Pcmc ^ wel ker overtreding aanleiding tot de calange he^,Segeven* bereS k zi]„, gelijk ^^JE? Jt vern e- tigd Gilde, wanneer de noodzakelijkheid zulks m^Jer dschen en hetzelve daar toe toereikende zijn zal, de kosten der Procedures zullen wordengefupporteerd; do h ^by ontftentenis van dien, dezelve kosten uit de Kas der Gemeente zullen woiden voorgefchoten, mede, tot dat, dezen aangaande, nader zal zijn gedisponeert. S 14, Dat de Vonnisten in dezen tewi]zen, pge^ niert als andere Rechterlijke Sententien, zuil öi^£ ^ executie gelegd, zonder dat daarvan eenig hoger beoep^ol provocatie zal worden toegelasem  C °> ) 15.. Dat de questien of differenten die over de executie van de gemelde Vonnisfen zouden mogen ontftaan, a mondeling verhoor van de wcdcraijdfche partijen, 3dwS ver gemagngdens, buiten figuur van Proces enzonder den RecSer^d??/ ZU]kn WOrden S^ermineerd door oen Rechter, die dezelve gewezen heeft fthïïS'^S-11' MuniciP^iten, welke naar het vöotfchnft der Publicatie van den 5 Oétober 1798, bij de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam tot dus verre niet hebben ingezonden een accuraat berigt van al het geen door hun omtrent dc in de onderfcheïdene Piaatzen beftaan hebbende Gilden, zo uit hoofde van dezdvVPubhcatie als bevorens is verricht, als mede eene nauwkeurige opgave van den aart en gefteldheid der vernietigde Giidfn en Corporatien, gelijk ook van de Fondfen die bij dezelve bezeten worden, en van het gebruik het geen van die Fond! fen bevoorens gemaakt is, als nog uiterlijk binnen ééne maand, na de afkondiging dezes, aan hunne verplichtinoten dezen opzichte zullen moeten voldoen, en al het ontbre! Kende bij dezelve Kamer inzenden. Dat insgelijks alle Municipaiiteiten zullen gehouden ziin om uiterlijk binnen den tijd van twee Maanden, na de af! kondiging dezes, bij de Eerfte Kamer van het Verte-enwoordigend Lighaam intezenden, eene Memorie of Berigt houdende eene accurate opgave van alle zodanige Wetten of Keuren ten opzichte van ieder der gewezene Gilden onder derzeiver resfort refpectivelijk befiaan hebbende e£ Ji™5?* -Y°°r ZÜ Ven'e dezdve §edrakc voor handènzijn, WeZlkefJ ve,rmene" ^ moeten befchouwd worden als ^ rV £ CIC' dle onaa»gezien de vernietiging van alle Gilden, Corporatien of Broederfchappen van Neerlagen, Ambachten of Fabrieken, als nog tot vermijding vat, 13 al-  alle wanorde, en ter voorkoming van alle fchade, die anderzints aan 's Lands Financiën zoude kunnen worden toegebrast, ffiptelijk zouden moeten worden nagekomen, mitsgaders in het vervolg zoude behoren ftand grijpen, tevens met opgave der redenenen gronden , waarop derzeiver opinie , ten dien opzichte zoude mogen berusten; zullende , m gevalle eenige Municipaiiteiten in gebreke mogten blijven aan het gedecreteerde in het een of ander opzigt, binnen den bepaalden tijd, te voldoen, door de perfoueele Commisfie uit het midden van dezelve Kamer, tot het m werking brengen van het 53 Art. der algemeene Grondbeginfelenvan de Aete van Staatsregeling, benoemd, daarvan onverwijld aan het Uitvoerend Bewind worden kennis gegeven , ten einde zodanige gebrekige Municipaiiteiten daartoe te conilringeeren, indiervoege, en door alle zulke middelen, als het gemeld Bewind, tot eene rigtige executie der Decreten van het Vertegenwoordigend Lichaam, en ten einde het voorfchreve 53 Art. op eenen eenparigen voet en met den vereischten fpoed, alomme in werking zal kunnen gebragt worden, het meest gefchikt zal oordeelen. Diensvolgens gelast het voornoemde Bewind, m naam des Vertegenwoordigen Lichaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme, waar zulks behoort. In den Haag \ den 28 Junij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (wasgeparapheerd)^ ^ H O E T H, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. MIS-  c «9 ; MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . . ; JJ'j Ons zijnde ingekomen het navolgende EXTRACT uit het Register der Beiluiten van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek. Donderdag den 27 Junij r/oo. Het vijfde Jaar der Bataaf/the Vrijheid. De Secretaris heeft ter Vergadering voorgedragen &c. Waar op zijnde gedelibereerd, is beilooten &c. Voor Eerst &c: Ten Tweeden: dat de refpeciive Departementale Beftuuren zullen worden aangefchreven en gelast, zoo als gefchiedt bij dezen, om de nodige ordres te ftellen, dat geene Huwelijken van zodanige Perfoonen worden gecelebreerd, welke dispenfatic van de prohibitive Wetten deswegens van het Vertegenwoordigend Lighaam hebben geobtineerd, anders dan op vertoon van de Brieven van dispenfatie, welke ingevolge de Decreeten van het Vertegenwoordigend Lighaam terSecretarij van dit Bewind zijn opgemaakt en gedepecheerd. En zal Extract, deezes worden gezonden aan den Agent van Justitie, de reipective Departementaale Beftuuren en deCom. misfarisfen bij dezelve, tot informatie en naricht relpectivelijk, (was gepk) W. A. HOETH, Vt. Accordeerd met voorfz. Register, (was get.) C. G. H ULTMAN. Heb-  C To ) Hebben Wij befloten hetzelve ter UI. kennis te brengen., gelijk Wij doen bij dezen, met last om UI. 'dien overeenkomftig in de voorkomende gevallen te gedragen, en daar van kennis te geven aan die geene,^aan wien het behoort. Heil en Broederschaï! W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA. * Secret. Leeuwarden den 4 Julij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. MIS*  C 7i ) MI S S I V E Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . . • A lzo bij Beiluit van het UITVOEREND BEWIND is bepaald, dat de Werkzaamheden van de Lands Deurwaarders, voortaan zullen worden ukgeocffénd door de Boden bij Onze Commisfie fungerende, en Wij dien ten gevolge, de Commisfien van de Lands Deurwaarders hebbende ingetrokken, de Burgers J Dominions en R Hoogte:p, (bij Onze Commisfie als Beden dienstdoende,) met de Werkzaamheden aan de Post van Deurwaarder verknogt, hebben gefarcheert en gequalifieeerd; — zc hebben Wij nodig geoordecld UI. hier van te moeten informeeren. —■ Voorts te verzoeken, dat Gijl. van deze verandering, onverwijld kennis doet toekomen aan alle zodanige Perzoonen in UI. welken uit hoofde van Ontvang van Lands Penningen, gemagtigd zijn, in cas van wanbetaling, een Deurwaarder te gebruiken; ten einde dezelve weeten, waar hun, bij voorvallende gelegenheid, ten dezen opzigte, zullen moeten adresfeeren. Heil en Broederschap!' DE COMMISSIE VOORN. Ter Ordonnantie van de Commisfie Leeuwarden den 4 Julij i7cjq. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Pü-  C 7* ) PUBLICATIE TJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dar het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgeiteld, bij Decreet van den 22 Junij dezes Jaars, h-eft gearrefteerd het hier navolgende REGLEMENT van KRIJGSTUCHT of CRIMINEEL WETBOEK voor. de MILITIE van den STAAT. EERSTE AFDEELING. Mil/taire Jurisdiclie. Art. 1. Aan de Militaire Jurisdictie zullen alleen onderworpen zijn, Militaire Perfoonen, en die alleen in Militaire DeliSen. 2. Voor Militaire Perfoonen zullen worden gehouden aïlehooge en laage Officieren, Onder-Officieren en Gemeejien, die in actuëelen dienst zijn, daar onder de Doctoren, Chirurgijns en Muficanten, mede begreepen. 3. Voor Miiitahe Perfoonen zullen ook worden gerekend de Recruten, zoo dra de wettigheid van hun Engagement vast ftaat, en hun de Kvijgs- Artculen zullen zijn voorgelezen. 4. Voor Militaire Delicten zullen worden gerekend zodanige feiten, die in den dienst, en door den Krijgsman alleen konnen worden bedreeven ; zullende daaromtrent de volgende bepaalingen, een aanzien der gevallen , waarop die regel toepa;dHijk zij, moeten worden in achtgenomen, 5. Onder de Clasfe dier misdaaden , zullen behooren alle zulke daaden, di? in zieh zeiven van den aart zijn, dat ze alleen door Militairen begaan kunnen worden, dus alle mis- daa-  C 73 ) daaden tegen de discipline en iubordinatie, de misdaad van defertie in alle deszelfs bijzondere trappen, mitsgaders het verraad in den Oorlog gepleegd, zo als de misdaaden in de afzonderlijke Capituls der volgende Afdeeling brecder zijn befchreeven. 6. Onder die Clasle zullen ook worden gerekend, de misdaden, weike, ten aanzien van de omftandigheden en betrekkingen alleen door eene Militair konnen worden begaan. 7. Al verder zullen onder die Clasfe worden gerekend te behooren, alle geringe excesfen, baldadigheden en infolentiën, op ftraat of in iemands huis gepleegd, in zo verre die uit dronkenichap, brooddronkenheid of losbandigheid gefchied zijn, en uit dien hoofde tot de eigentlijke delicten niet gebragt konnen worden, maar tot de Militaire discipline behooren. 8. Indien nogthans zodanige excesfen, baldadigheden of infolentiën door Verlofgangers gepleegd worden, op plaatfen, waar geen Guarnifoen is, zullen dezelve door den Burgerlijken Rechter der plaatfe gecorrigeerd en geftrafc kunnen worden. 9. Indienhet gebeuren mogt, dat door een Militair Perfoon een geringer misdaad was begaan, waar van de Cognitie aan den Burgerlijken Rechter behoort, en tevens een zwaarder Delict, waar overde erkentenis aan den Militairen Rechter toekomt, zo zal de Burgerlijke Rechter den Delinquant aan den Militairen Rechter moeten overlaaten. 10. Insgelijks zal de Militaire Rechter dien Delinquant aan den Burgerlijken Rechter moeten overgelaten, indien de misdaad, waar over de Burgerlijke Rechter de Judicature toekomt, even zwaar als de andere, of de zwaarfte van beiden zijn mogt. 11. in beide gevallen zal de Militaire, of de Burgerlijke Rechter, aan welke de Delinquant zal zijn overgelaten, moeten vonnisfen over alle de Misdaden, bij zulk een Delinquant begaan. K 12. In-  ( 74 ) is. Indien 'er dispuit ontftaan mogt, of de eene misdaad wel zwaarder dan de andere was, en welke in dat geval voor de zwaarfte moest worden gehouden, zal het oordeel in dat geval ftaan aan den Burgerlijke Rechter, en zal de Mihtaife Rechter zich daaraan moeten onderwerpen; doch, zo hij vermeent, dat zulks bij den Burgerlijken Rechter kwalijk is begrepen, zal hij daar van kennis moeten geven aan den Agent van Oorlog, om langs dien weg te effectueeren, dat daaromtrent voor het toekomende, zo het nodig wordt geoordeeld, eenige nadere bepaling worde gemaakt. 13. Wanneer de Burgerlijke Rechter goedvindt een Militair Perfoon, in zijn Guarnif >en, of gedetacheerd, of op niarsch zijnde, te doen apprehendeeren, zal dezelve daartoe Requifitie doen aan den Commandeerenden Officier; welse daarop verplicht zal zijn , 0:11 den gerequireerden Delinquant, zondereenig tijd verzuim, in apprehenüe te doen nemen, cn zo dra immers mogelijk aan den Burgerlijken Rechter die hem gerequireerd heeft, over te geven; zonder dat de Commandeerende Officier bevoegd zal zijn, om eemg onderzoek naar de reden, waarom de requifitie gefchied, te doen, of de apprehenüe en overgaaf onder eenig voorwendfel hoegenaamd uitteftellen of te weigeren. 14 Indien echter een Militair Perfoon op de daad betrapt word', of buiten zijn Guarnizoen of Detachement, of met op marsch zijnde, iets bedrijft, zal de Burgerlijke Rechter, of die geen, aan wien de handhaving der Justitie in zodanige plaats, is aanbevolen, denzelven aanflsonds in hegtems tonnen nemen, mits daar van den Commandeerenden Ofhcier, waar onder dezelve behoort, de nodige kennis gevende. 15. Wanneer de Militaire Rechter eenige Burgerlijke Perfoonentot getuigen nodig heeft, zal hij dezelve, indien zij vrijwillig genegen zijn voor hem te compareeren, mogen ve£horen* ï6. Maai-  C 75 ) ië. Maar wanneer de Burgerlijke Perfoonen ongenegen zijn om voor de Militaire Rechter te coropareeren, zal hij dezelve bij Requifitoriën door den-Burgerlijken Rechter" waaronder zij gezeten zijn, op Interrogatorten moeten doen verhoren, en zullen de Burgerlijke Rechters gehouden zijn1, de Militairen, daar m ten behoeve der Justitl alle hufo en adiiltentie te verleenen. 17 Indien echter de Militaire Rechter oordeelt, dat'er eene Confrontatie van de Getuigen tegen den Befchuldigden. of van de Getuigen tegen elkander vereischt word of dat er een of meer Getuigen zullen moeten worden gerc'col^ leerd, en tot dat.einde nodig is, dat de Burgerli;ke Getuigen voor den Militairen Rechter compareeren, zo' Zïl hirdezelve daar toe bij■requifitoiien door den Burgerlijken Rechter doen citeeren, en zal de Burgerlijke Rechter in dat geval'die eitatieu moeten doen exploicteeren niet alleen, rrraar ook de Perfoonen, die onwillig zijn mogten om te compareeren daar toe moeten conftringeeren. * 18. De Militairen, welke als Getuigen voor den Burgerlijken Rechter geciteerd zijn, zullen.voor denzelven moeten compareeren, doch alvorens van de aan hun gedaane citatie kennis moeten geven aan den Commandeerenden Officier waar onder zij behooren. * 19. De Militaire Rechters, zullen in gevallen, waarin zulks nodig mogten oordeelen, hunne Dclinquanten buiten de Pvepubhek mogen bannen. 20. Her geval konnende exteeren, datzicli in tijd van Oorlog een Veld-Leger in of buiten de Republiek bevond het zij Campeerende of op Marsch, zal in zulk ecu geval onverminderd al het geene voorfchreven is, aan den Militairen Rechter worden overgelaten, om ook alle gemeene Delicten, zo tegen Militairen, als tegen In en Opgezetenen, door Perfoonen tot dat Veld-Leger behorende, begaan, te erkennen K 2 en  ( 7^ ) eii te ftraffen, even als of zij zich aan pure Militaire Delicten hadden fchuldig gemaakt; mits dat het Leger gefcheiden zijnde, al het hier voor geftatuëerde weder zal Hand grijpen.. ai. Onder de gemelde reftriétie zullen ook in dat geval, en gedurende den tijd dat het Leger te Velde zijn zal, aan de Militaire Justitie onderworpen zijn, alle die het Leger volgen, Vrouwen Marketenters, Ambachts-en Werklieden, de Knegts en andere Domesticquen van Officiers — ook dezulke die geheel geen betrekking tot het Leger hebben, maar bevonden zutïen zijn te weezen Spions, of zich aan het deboucheeren der Militie, of aaa eenige andere misdaad ten nadele van het Gemenebest te hebben, fchul üg gemaakt. 22. In dien tijd zal ook de Commandeerende Genenal van de Armév bevoegd zijn, orn bij voorkomende omftfndighedui te doen uitgaan zodanige Ordres en Beveelen, als hij tot voorkoming van desordresen ongeregeldheden, enter onderhouding van een goede Krijgstucht in 't Leger, nodig en dienftig zal oordeelen; zo nogthans, dat dezelve niet tegen, deze Wetten inloopen, maar zo veel mogelijk, met derzeiver zin en bedoeling overeenkomftig zijn, —en zal de Krijgsraad verplicht zijn die ordres te refpecteeren, en daar opia die gevallen recht te doen.. TWEEDE AFDEELING. EERSTE CAPITTEL. Misdaaden en ftrajfen in het algemeen. ATt. i. Alle overtreding van de Wet is itrafbaar, en als. zodanig onder het getal der Misdaaden te rekenen. • Maar alle Misdaaden van dien aart, zijn geene eigenlijk gezegde Delicten. Een daar mede gepaard gaande boos opzet kan ze alleen daar toe brengen. 2. Alle Misdaaden, waar aan zulks ontbreekt,, zijn ilechts fouten, uit losbandigheid of onachtzaamheid voortgekomen, wel  ( 77 ) welke uit hun aart, niet tot de Junitit, maar tot de Krijgt tucht behooren. 3. De Justitie en de Krijgstucht komen echter hierin volmaakt overeen, dat in de uitoeffening van beiden een gelijke voorzichtigheid, onpartijdigheid en billijkheid moet plaats hebben. 4 Alle die met de behandeling en uitvoering dezer wetten belast zijn, zijn verplicht de grondregels in deeze Articulen vervat, nair te komen. 5. Elk Rechter draage boven al zorg, dat 'ér geene Onfchuldigen geftraft worden! Maar hij zorge o:)k zo veel hem mogelijk zij, dat de misdaad, daar ze gevonden wordt, niet ongeftraft blijve. 6. Ten einde dat heilzaam oogmerk te bereiken, zullen alle Militairen, van den hoogften tot den laayften in rang, verpligt. zijn, zich in allen opzichte naar deeze Wetten\e gedraagen , daar aan bij alle gelegenheden de hand te houden, dezelve te handhaven, en de ftrikte naarkoming daar van op alle mogelijke wijze te bevorderen. 7. Alle Militairen , van den hoogften tot den laagften, zullen ook aan deeze Wetten onderworpen zjn, zodanig, dat elk, die zich aan een misdaad, daarbij verboden, heeft fchuldig gemaakt, zal moeten ondergaan de ftraf daar op gefteld — t< n ware eenige wettige reden ter verfchoning of verontfehuldiging, hem daarvan in het geheel, of ten deele, zoude kunnen bevrijden. 8. Daar het dronken drinken op zich zelf ftrafwaardig is, zal de dronkenfehap niet als een wettige reden van verfchoning ten opzichte van gepleegde misdaaden y mogen aangenomen worden. 9. Ten einde echter alle aanleiding daartoe, zo veel mooglijk worde voorgekomen, wordt aan alle Officiers en Onderofficiers ten fterkften geordonneert, om niet dezulken, die & 3 zicü  C 72 ) zich door den drank onbekwaam hebben gemaakt, voorzichtig te handelen, zich met hun in geen woordenwisfeling in te laaten, vee! min hun te {laan ofte mishandelen, om ze laag-, dien weg niet tot toom of verwoedheid te brengen, en daar door oorzaak te geven, dat ze onbedacht hun leven zouden verfpelenl Zulk een Perfoon zal men integendeel, zo mogelijk, met goede woorden, anders met dwangmiddelen, in een der Wachten moeten brengen,' om des anderen daags, nugteren geworden, voor de dronkenfehap en begaane Excesfen beide geftraft te worden. 10. Ook zullen niet alleen de principaale Overtreders, maar ook de Medeplichtigen, en die hun ter hulpe geweest-zijn , geftraft worden. De Helper zal even fchuldig worden gerekend als de Daader. 11. Alle die met de uitvoering dezer Wetten belast zijn , zullen in het ftraft'en eene volmaakte gelijkheid betrachten , geen onderfcheid van Perfoonen, geen hoogeren of lageren rang in aanmerking nemen, ook zich door geen vrees, gunst, haat, medelijden, of eenige andere reden , van de ftrikte naarkoming deezer Wetten laaten aftrekken. 12. Men zal zich in het bepaalen der ftraffen ftiptelijk houden aan de zodauigen, die bij deeze Ordonnantie zijn vastgeiteld, zonder van eenige andere gebruik te mogen maken. 13. Dein dit Wetboek voorkomende ftraffen, bepaalen zich tot Slagen, Gevangenis, de Cas/atie en den Dood. 14. Het Uitvoerend Bewind zal zorgen, dat aan alle Corpfen en commandeerende Officieren de nodige aanfehrijving gefchiede, ten einde de Hagen, het zij dezelve met de Kling of op eenige andere wijze plaats hebben, niet worden gedecerneerd in zodanig aantal, noch geappliceerd op zodanige Wijze, dat door dezelve nadeel aan de gezondheid1 van den Gecoudemneerden worde toegebragt; alles-echter met dien ver-  C 79 ) verftandc« dat geen Stokflagen zullen' mögeh wöideri gegj£ ven, als blijvende de ftraf geiibrogeerd. 15. Zo dikwiis bij de volgende Wetten de fttaffe d s doods, zonder eenige nadere bepaling, op de misdaad g(fteld is, zal daardoor moeten worden verftaan de jirafmct de Kogel, dat 'er dood tip volgc. 16. De Casfatié zal plaats hebben bij de Officiers, in diervoege, dat zij zullen worden gecasf.erd, of gecasl'eerd met infamie, en inhabiliteit o 11 den Lande ooit wederom te konnen dienen, naar dat het in de bijzondere gevallen bij dé Wet bepaald zal zijn. 17. De Casfatie zal ook bij de Onder-Officiers én Gemeenen plaats hebben bij oudericneiding, zo dat zij met een Briefje van ontflag zullen worden weggezonden , - dat zij zullen worden gecasfeerd, - met of zonder iiüiabiliteit, of voor Schelm zullen worden weggejaagd. 18. Door de Gevangenis, word ten aanzien van de Officiers naar de omftandigheden verftaan, het arrest bij den Provoost' met of zonder acces, voor eenige Dagen* Weeken, Maanden, of langer, — het arrest op hun Kamer, met of zonder Schildwagt in de Kamer, voor de Kamerdeur, of voor de Deur v.n 't Huis, op of buiten hun kosten. 10 Indien den gearresteerden Officier een Schildwagt word toegevoegd, op zijne kosten, zal hij, uit zijn Traótement, aan de Schildwagten, voor ieder uur Schilderen moeten betaalen, zoo veel als hem door den Commandeerenden Officier zal worden opgelegd; volgends het Tarif, het welk daaromtrent door het Uitvoerend Bewind zal worden gearresteerd. 20. De Gevangenis zal aan de Wagrmeesrërs, Sergeanten en die met dezelve in gelijken rang ftaan , worden uirgëoefïend, door hun voor zekeren tijd te plaatfen bij een Geweldigen Provoost, met of zonder acces, met of zonder flur- ting-  C 3o ) tïng aan handen en voeten, of aan de eene hand en voet, naar de omftand-gheden het zullen medebrengen. ai. Teri aanzien van de Corporaals en de Gemeenen, zal de Gevangenis beftaan: in geplaatst te worden op de Hoofdwagt, of bij den Provoost, - in de ordinaris Gevangenis of in een Gat, op de gewoone kost, of te Wateren te Brood, gefloten of ongeiloten, naar de omftandigheden. 22. De Stagen zullen alleen geappliceerd kunnen worden aan de Corporaals en Gemeenen, ten zulk een getalle als m de voorkomende gevallen , naar de omftandigheden bepaald zal worden, zo echter, dat dezelve in getal nooit hoger dan tot vijftig toe, gegeven zullen mogen worden. 23. Geene andere fooiten van ftraffen dan de hier vooren gemelde,. zullen konnen of mogen worden geappliceerd, uitgenomen alleen in de gevallen, waarin bij de volgende Wetten andere foorten van ftraffen bepaald zijn, 24. De Krijgsgerichten, commandeerende Officiers, en die liet verder zouden mogen aangaan, zullen zich niet alleen ten aanzien van de foort, maar ook in betrekking tot den tijd, trap en wijze, indien zulks bij de Wet bepaald is, ffrikt naar de Wet moeten reguleeren, zonder daar van het geringfte te mogen afgaan. 25. Daar het echter ten aanzien van de ftraf der Gevangenis eene volftrekte onmogelijkheid is, om in de menigvuldige gevallen, waarop dezelve bij de Wet geappliceerd word, den tijd, de trap, en de wijze te bepalen: te minder, daar de omftandigheden, van gelijivfoortige misdaden, onëindigkonnen verfchiilen, dat ze voor geen gelijke misdaden konnen worden gehouden, en 'er om die reden noodzakelijk altijd iets aan het oordeel van den Rechter moet worden overgelaten , zo zullen de Gerechten en Commandeerende Officiers, in de gevallen daar deWer. zwijgt, ten aanzien van deeze ftraf, de plaats, den tijd, de trap en de wijze konnen en moeten be- pa-  C ** ) palen, naar dat de verligtende en verzwaarende omftandigheden ztülen vereischen. 9,6. Wanneer bij voorbeeld, bij de Wet tot ftraf geftdd is een Gevangenis van agc dagen,-zo zal de Rechter naar de omftandigheden konnen én moeten bepalen hoe de Gevangenis zijn zal, of naamlijk dezelve zijn zal in de ordinaris Gevangenis, of in het gat; of het zal zijn op gewoone kost, dan of het geheel öf gedeeltelijk zal zijn te water en te brood, gefloten of ongefloten, enz. 27. De Krijgsgerechten en Commandeerende Officiers, zullen echter daarin met voorzigtigheid moeten te werk gaan, en wel moeten toezien, dat het fluiten niet te naauw of te langduurig zij, en ook het zetten te water en te brood voor een langen tijd, niet, dan met behoorlijke intermisfiën gefchiede , op dat des Lijders gezondheid, daardoor aan geen gevaar worde blootgefteld. 28. Indien 'er eenige Fouten of Misdaden mogten voorkomen, die in deeze Wetten niet bij name bekend ftaan , zal men zich in het ftraffen en beoordeelen van dezelve, zo veel doenlijk, moeten fchikken naar de Wetten, waarin gefprokenword van zulke misdaden, die met de voorgekomene, ten aanzien van het misdadige, de meeste overeenkomst hebben: terwijl men voor her overige in alles de rechtvaardigheid, billijkheid, menschlievendheid, gepaard met een gepaste geftrengheid, nooit uit hét oog zal moeten verliezen. TWEEDE AFDEELING. TWEEDE CAPITTEL. Misdaden tegen de Discipline. Art. 1. Elk Officier die uit losheid of onagtzaamheid zal verzuimen uittevoeren dat geene, waartoe hij gecommandeerd is, of te volbrengen de ordres ontfangen van die geene, die L bo-  ( 8a ) boven hem gefteldzijn, zal deswegchs met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. 2. Elk Onder-Officier of Gemeene zich aan dezelfde misdaad fchuldig makende-, zal met eene gevangenis van vier dagen worden geftraft. 3. Elk Officier die geen genoegzaame vigilautie betoont, om zich in cas van Alarm direct onder de Wapenen te begaven, zal deswegens met eene gevangenis bij den Provoostgeftraft worden naar de omftandigheden. 4. Elk Onder-Officier of Gemeene zich aan dezelfde misdaad fchuldig makende, zal met eene gevangenis van vier dagen geftraft worden. 5 Een Officier die uit onachtzaamheid, de Wagt waartoe hij gecommandeerd is, verzuimt, zal met eene gevangenis van vier weken geftraft worden. 6. Elk Onder-Officier of Gemeene die zich aan dezelfde misdaad fchuldig maakt, zal met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. 7. Elk Onder-Officier of Gemeene die zich, zonder in den dienst geëmploijeerd te zijn, na dat de Taptoe geflagen is, op ftraat zal laten vinden, zal met eene gevangenis van vier dagen worden geftraft. 8. Een Officier die op zijn Wacht befchonkenzal zijn, zal met eene gevangenis van vier weeken geftraft worden. 9. Een Onder-Officier op zijn Wacht befchonken zijnde, zal met eene gevangenis van veertien dagen, en een Gemeene op zijn Wacht befchonken zijnde, zal met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. Doch een Onder-Officier, Commandant van een Wacht zijnde, zal in zulk een geval met eene gevangenis van vier weeken geftraft wbrden. ia. Een Schildwagt in tijd van Vrede op zijn Postflapende of befchonken gevonden, zal met eene gevangenis van agt dagen, of zelfs naar omftandigheden met den Dood kousen geftraft worden. 11. Ee*.  ( 83 } 11. Een Schildwagt die in tijd van Vrede aan zijn configne niet zal hebben voldaan, zal met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. 12. Elk Mditair die ten Schildwagt op zijn Post met woorden of gescen géinfulteerd zal hebben, zal daarover naar omftandigheden , indien 't een Officier of Onder-Officier is, met gevangenis, en indien het een Gemeene is, met g-: vangenis of flagen geftraft worden. 13. Alle Officieren of Onder-Officieren die hunnen meerderen oneerbiedig behandelen, kwalijk bejegenen, tegen dezelve morren, of zich over derzeiver behandeling met woorden of gesten onvergenoegd toonen , zullen deswegens met gevangenis geftraft worden naar de omftandigheden. 14. Indien de Gemeenen zich daaraan fchuldig maken, zullen dezelve met gevangenis, of flagen worden gecorrigeerd. 15. Alle kijverijën en vechterijen tusfehen de Mditaireö onderling, of tusfehen de Militairen en Burgers, zullen in de Militairen met gevangenis of flagen worden geftraft naar de omftandigheden. .... 16. Ongeregeldheden op Straat gepleegd, het zij met het inflaan van Glazen, ruïneeren van Goederen en alle andere infolentiën , van wat natuur die zijn mogen , mids begrepen onder die geen, welke bij het 7de Art. der Eerfte Afdeeling zijn bedoeld, zullen naar de 'omftandigheden met flagen of gevangenis geboet worden. 17. Wanneer zodanige ongeregeldheden aan iemand binnen deszelfs huis gefchied zijn, zal de ftraf des te zwaarder moeten worden genomen. 18. Bovendien zal de Delinquant gehouden en verpligtzijn, de fchade door hem veroorzaakt te vergoeden, en zal hun die, indien de beledigde het verzoekt bij dragelijke paijen van hun Soldij of ïractement worden afgehouden. 19. Het verkopen, verpanden, ruïneeren of verwaarloo- L 2 zen  C 84 ) zen van de Wapens, Monteerings-ftukken of andere Compagnies Goederen, zal niet gevangenis of flagen gcfiraft worden, naar de omftandigheden. 20. Alle misbruik van den Sterkendrank en eene liederlijke conduite, zal in de Militairen ten kragtigften moeten, worden tegengegaan, en alle die zich daar aan fchuldig maken , hij zij wie hij zij, zal men deswegens reprimendeeren, en tot verbetering vermanen. ai. Indien mondelinge Correctienen vermaningen, vruchteloos zijn, zal men den fchuldigen bij vooikomende gelegenheden ernftig ftraffen, zo het een Officier is door eene gevangenis van een, twee, of drie maanden. Zo het een Ondei-Oflicier is, door eene gevangenis van eenige weken, met of zonder fluiting , naar de omftandigheden. En zo het eene Gemeene is door flagen, of het zetten te Water en te Brood voor eenige dagen. 22. En zo alle pogingen tot verbetering van de zulken aangewend, onvoldoende zijn bevonden, zal men zich van zulke onnutte en onwaardige voorwerpen ontdoen. Indien het Onder-Officiers of Gemeenen zijn, door hun meteen Briefje van ontflag weg te zenden; en indien het Officiers zijn, door hunne flegte conduite te brengen ter kennisfe van den Agent van Oorlog,, met verzoek om te effectuëeren dat hunne Commisfien worden ingetrokken. 43. Dit zelfde zal ook in allen opzichte plaats hebben en geobferveerd worden, ten aanzien van zulke Officieren en Onder-Officieren, die zich door grof fpeelen, onmaatige of ongeoorloofde verteeringen, of op eenige aiïdere wijze in de noodzaaklijkheid brengen, ,ommeerdere fchuldentemaken, danze betalen kunnen, en zich daar door aan de vervolging hunner Crediteuren, en de verachting van alle de onder hun dienende blootftellen. 24. Alle Commandeerende Officieren der Corpfen, zullen in  C 85 ) 'in zo verre voor de conduite van hunne onderhebbende Officiers en Gemeenen, verantwoordelijk zijn, dat zij zich door eene te groote toegevenheid in de gemelde Stukken, zelf fchuldig en reprochabel zullen Hellen. TWEEDE AFDEELING. DERDE GAPITTEL. Misdaden tegen de Subordinatie. Art. i. De Subordinatie de ziel van den Militairen dienst zijnde, moet bij eik voor eengeneraleu regel worden gehouden: dat men moet beginnen met te obediëren, en zich eerst daar na mag beklagen. 2. Elk Militair zal derhalven gehouden zijn, de ordres, die hem door iemand, in den dienst boven hem geftelt, in dienstzaken gegeven worden , direct en zonder daar tegen te redeneeren, te gehoorzamen en getrouwelijk te volbrengen , behoudens zijn recht, om wanneer hij zich daar over bezwaart vindt, van achteren daar over zijne klachten in te brengen. 3. Een Officier die opzettelijk verzuimt, of uitdrukkelijk weigert, de orders van de geene, die boven hem gefield zijn, naar te komen, of zich daar tegen met woorden verzet, zal deswegens met Casfatie geftraft worden. 4. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die opzette* lijk verzuimt, of aan zijnen Officier of Onder-Officier uitdrukkelijk weigert, den hem aanbevolen dienst wiartenemen, of zich daar tegen met woorden verzet, zal geftraft worden met eene gevangenis te Water en te Brood, voor den tijd van agt dagen, waarvan hij de vier laatfte aan de eene hand en voet, in den vierden fchakel zal zijn gefloren; zullende hij boven dien, de omftandigheden zulks mede brengende, met een Briefje uit 's Landsdienst worden ontflagen, en onbekwaam L 3 wor-  C 86 ) worden verklaard, om het Land inden tijd van zes jaaren als M- itair te konnen dienen. 5. Wanneer zulk eene opzettelijke desöbediëntie gebeurt in den tijd van Oorlog, in een affaire tegen den Vijand, of in een Plaats, welke dadelijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, zal de Delinquant het zij dezelve een Officier, Onder-Officier of Gemeene is, met den Dood worden geftraft. 6. Een Officier, die zijnen meerderen dreigt, of fcheld, zal van zijne Militaire Charge gecasfeerd, eerloos en infaam verklaard worden. _ 7. Een Onder-Offic'er of Gemeen Militair die zijnen Officier dreigt of fcheld, zal met eene Gevangenis van agt dagen, en op den voet als bij het 4de Art. gemeld is, worden geftraft, en zal hij bovendien, de omftandigheden zulks medebrengende , voor Schelm worden weg gejaagd, en onbekwaam worden verklaard, om het Land ooit weder te konnen dienen. 3. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die zich tegen zijnen meerderen, hij zij een Officier of Onder-Officier, met 'er daad verzet, het Geweer tegen denzelven trekt, denzelven aangrijpt, flaat, kwetst, of eenige andere daaden van geweld tegen denzelve pleegt, zal met den Dood worden geftraft. 9. Een Officier, Onder-Officier of Gemeene, die in tijd van Oorlog, in een Plaats, welke dadelijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, of in het Leger te Velde, in cas van alarm zich met opzet niet direct onder de Wapenen zal hebbtn begeeven, zal voor Schelm worden weggejaagd, of zelfs, naar omftandigheden, met den dood kunnen geftraft worden. 10. Een Schildwagt, in tijd van Oorlog, in een Plaats welke dadelijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, of in het Leger te Velde, op zijn Post flapende of befchonken gevonden, zal met den Dood worden geftraft, 11. Een  ( *7 ) H. Een Schildwagt die in tijd van Oorlóg, in êèïi Phatfr Welke dadelijk belegerd, of in fcaat van beleg gefteld is, of ,iii het Leger te Velde, aan zijn oidre of coidigne niet zal hebben voldaan, zal met den Dood worden geftraft. 12. Elk Militair die overtuigd zal worden, een Schildwagt op zijn Post gewelddadig aangevaikn, bf denzelven op eenige andere wijze daadiijk te hebben ÊSishfentieldi zal deswegens, zonder onderfeheid, of zulks in tijd van Vrede of van Oorlog gebeurd zij, met den Dood worden geftraft. 13. Elk Militair die in tijd van Oorlog zijn Post zal hebben verlaten, om voor zijn eigen veiligheid te zorgen, zal met dett Dood worden geftraft. 14. Elk Militair die in een Plaats, welke ftormerhand is ingenomen, zijn Post zal verlaten om zich aan het Plunderen te begeven, zal met den Dood worden geftraft. 15. Elk Militair, die overtuigd zal zijn, dat hij in een Actie met den Vijand, zijne Wapenen lafhartig neergeworpen of verlaten heeft, zal met den Dood worden geftraft. 16. Wanneer 'er eene geweldigen opftand van de minderen tegen de meerderen mogt plaats hebben, het zij zulks in een tijd van Vrede of van Oorlog gebeure, zullen de aanleggers en opftookers daarvan, zonder oogluiking met den Dood, en de andere naar de omftandigheden geftraft Worden. 17. In een geval van zamenrotting, zullen de meerdere or' donneeren dat men zich fcheide, en elk zijns wegs gaa, en indien zij daar in op ftaande voet niet gehoorzaamd worden, zullen Zij eenige bij namen noemen, en indien die gelioemde niet direct- hun plicht betrachten, zullen dezelven als aanleggers van den opftand gerekend en met den Dood geftraft worden. 18. Indien de zamenrotting zich op dat bevel niet fcheidtj zullen de meerderen geauthorifeerd zijn, zodanige middelen van  ( 33 ) ,van geweld re gebruiken, als zij zullen nodig oordeelen, en zullen in dat geval al de zamengerotte Perfoonen voor aanleggers van den opftand worden .gereekend, en als zodanig worden geftraft. TWEEDE AFDEELING. VIERDE C Af ITT EL. Misdaad van Defertie. Art i. Defertie is eene moedwillige verlating van den dienst van den Lande, waartoe de Militaire Perfoonen, zich van den hoogften tot den laagften toe, in derzeiver onderfcheidene betrekkingen hebben verbonden. 2. Een Militair, zonder onderfeheid van rang, die, na het eindigen van zijn verlof, afwezig blijft van zijn Corps , langer dan den tijd van zes weeken, in tijd van Vrede, of van veertien dagen, in tijd van Oorlog, zal voor eenDeferteur gehouden, en als zodanig geftraft worden; ten ware hij voldoende reden van zijn afwezigheid kan inbrengen; zullende het Land in Oorlog worden gereekend, zodra het Uitvoerend Bewind het befluit van het VertegemvoordjgendLighaam tot Ooi-log, zal hebben kennelijk gemaakt, hetzij die Oorlog te LanJe of te Water worde gevoerd. 3. Al mede zal aan de misdaad van Defertie fchuldig zijn een ()nder-Officier of Gemeen Militair, die zonder een behoorlijk Pasport bekomen te hebben, in eene andere Compagnie, of in *s Lands Zeedienst zich zal engageeren. 4. Een Militair, zonder onderfeheid van rang, die'in een tijd, wanneer de Staat met eenige Mogendheid in Oorlog is, uit het Leger, uit een Campement,' uit een Cantonnement, of ook op marsch zijnde, om op eenigerhande wijze ten dienite van dit Gemeembest, of deszelfVBondgenoten, tegen den Vijand gebruikt te worden, of uit eene Vesting aan  C 89 ) aan de Grenzen, daar het toneel van den Oorlog is, Deferteert, zal met de kogel geftraft worden, dat er de Dood na volgt. 5. Insgelijks zal met de kogel worden geftraft, een Militair, zonder onderfeheid van rang, die uit een Stad of Vesting, welke dadelijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, deferteert. 6. Een Militair, zonder onderfeheid van rang, die in tijd van Oorlog deferteert, en wiens defertie gepaard gaat met overloopen tot den Vijand, of met ontvreemding van eens anders goed, of een Cavallerist zijnde, met zijn Compagnies, of met zijn Cameraads Paard, zal geftraft worden met de Koorde, dat 'er de Dood na volgt. 7. Een Militair, zonder ondericheid van rang, die deferteert uit een Leger, of van een Corps, het welk Cantonneert, Campeert, of op Marsch is, om op eenigerhande wijze ten dienfte van dit Gemeenebest of deszelfs Bondgenoten, tegen den Vijand gebruikt te worden, zal op dezelfde wijze geftraft worden, als of hij in een tijd van dadelijken Oorlog ware gedeferteert. 8. Een Officier die in tijd van Oorlog, uit een Guarniiben, Campement of Cantonnement, binnen 'sLands, van het Toneel des Oorlogs verwijdert, deferteert, zal worden gecasfeert van zijne Militaire Charge, in dienst van dezen Staat bekleed, voorts verklaard eerloos en infaam, en wijders gebannen uit dit Gemeenebest, zonder ooit daar weder in te mogen komen, óp poene van zwaarder ftraf. 9. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die, in tijd van Oorlog uit een Guarnifoen, Campement of Cantonnement, binnen 's Lands en van het Toneel des Oorlogs verwijdert, deferteert, zal worden verklaard eerloos en infaam, en dienvolgende onwaardig om het Land ooit als Militair te dienen, en zal voorts worden geconfineerd, om in 's Lands M dienst  c > ^tenst, herrij binnen d2 Republiek, hetzij in haare buiten- landfche B .zitingen, op zodanige wijze te worden geëmploijeerd, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald, en zulks voor dei] tijd van zes jaaren; en daarna gebannen uit dit Gemeenebest-, zonder ooit daar wederom ia te komen, op poene van zwaarex ftraf. 10. Indien in tij l van Oorlog, de Defertie uit zulk een Plaats van de Wacht géfirhjed , z.ü de Delinquant op gelijke wijze geftraft worden , doch voor tien jaaren worden geconfineerd. 11. Indien iemand, in tijd van Oorlog, uit zulk een Plaats> van zijn Post of Schildwacht deferteert, zal hij insgelijks op zulk eene wijze worden geftraft, doch voor den tijd van twaalf jaaren worden geconfireerd. 12. Een Militair, zonder onderfeheid van rang, die in tijd van Vrede deierteert, doch wiens.defertie gepaart gaat met geweld, of met ontvreemding van eens anders goed v of een Cavallerist zijnde, met zijn Compagnies, of met zijn Cameraads Paard, zal met een geesfeling worden geftraft , en vervolgens geconfineerd, om in 's Lands dienst, hetzij binnen de Republiek, hetzij in haare buitenlam:fche Bezittingen, op zodanige wijze te worden geëmploijeerd geduu> rende zodanigen tijd, als den Rechter naar omftandigheden van zaaken zal oordeelen te behooren. 13. Een Officier, die in tijd van Vreede deferteert, zonder dat zijne defertie met verzwaarende omftandigheden gepaard gaat, zal worden gecasfeerd van zijne Militaire Charge in dienst van dezen Staat bekleed, voorts verklaard eerloos en infaam, en dienvolgende inhabiel, om het Land ©oit weder te konnen dienen. 14. Een Onder Officier of Gemeen Militair, die in tijd van Vrede deferteert, zonder dat dezelve defertie, met verawaarende omftandigheden gepaard gaat, zal worden verklaard  (f 9! J 'fclaard eerloos, infaam, en onwaardig te zijn om den Lande ooit als Militair te kunnen dienen, en voorts voor den tijd van drie jaaren worden geconfirieerd, om in 's Lands dienst, hetzij binnen de Republiek, hetzij in haare buitenlandfche Bezittingen, op zodanige wijze te worden geëmploijeerd, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald. 15. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die in tijd van Vrede deferteert, en eenige zijner Compagnies Goederen , behalven het geene hij te dier tijd aanheeft, mede neemt , zal in voorgemelden voege worden verklaard eerloos, infaam en onwaardig, en geconfineerd voor den tijd van vier jaaren* 16. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die. in tijd van Vrede deferteert, geduurende hij de Wacht heeft, zal invoegen vermeld, worden verklaard eerloos , infaam en onwaardig, en geroutineerd voor den tijd van zes jaaren. 17. Een Gemeen Militair, die in Vredestijd van zijn Post of Schildwacht deferteert, zal in voorgemelden voege wor^ den verklaard eerloos, infaam en onwaardig, en geconfineerd voor den tijd van agt jaaren. 18. Een Onder-Oflïcier of Gemeen Militair, die met Geweer en, Wapenen deferteert, zal'in alle de gevalleu hier voor bepaald' twee jaaren langer worden geconfineerd. 19. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die met geraden Geweer deferteert, zal in alle de gevallen hier voor bepaald , zes jaaren langer wordfen geconfineerd. 20. Een Officier, Onder-Officier of Gemeene, die in tijd van Vrede deferteert, zonder dat zijne defertie met eenige verzwaarende omffcandigheid is gepaard, en die zich binnen den tijd van drie weeken in arrest, begeeft, zal,, zo- het een Officier is, uit 's Lands. dienst worden, gedimitteerd, zo- het een Onder Officier is, zal hij, zo lang alsSoldaatmo.eten.dienen, tot dat hij zich door een goedgediag en bewezenatrouw M 3 in  c ^ y - in den dienst, eene bevordering op nieuws heeft waardig gemaakt, doch zo het een Gemeene Militair is, zal hij niet zwaarder dan met vijf en twintig flagen voor het front van de Parade, geftraft worden. En zal geene vrijwillige-terugkomst' baaten, indien de tijd van drie weeken na de defertie verloopen is, en ook niet ingeyalle de defertie met eenige •verzwaarende omftandigheid is gepaard geweest. 21. Dit zelfde zal ten aanzien vaneen Onder-Officier of Gemeen Militair, plaats hebben, indien de defertie, in tijd van Oorlog, uiteen Guarnizoen, Campement of Cantonnement, van het Toneel des Oorlogs verwijderd, gefchied, en met geene verzwaarende omftandigheden verzeld is. . 2?;..?en 0fficier die na het eindigen van zijn'verlof afwezig blijft, en in tijd van Vrede, binnen zes weeken na de expiratie van zijn verlof, of in tijd van Oorlog, veertien dagen na het eindigen van zijn verlof, in zijn Guarnizoen of bij zijn Corps is terug gekeerd, zal worden geftraft met zodanige ftraf als de Commandeerende Officier van het Guarnizoen, of van het Corps, naar omftandigheden van zaken, zal goedvinden; mits de ftraf niet excedeere eene detentie bij den Geweldigen Provoost, ten kosten van den Delinquant, voor den tijd van zes maanden, doch zal een Officier die andermaal boven verlof abfent blijft, na behoorlijk onderzoek van zaken , met Casfatie worden geftraft. 23. Een Onder Officier of Gemeen Militair, die boven verlof afwezig blijft, en in tijd van Vrede binnen zes weken , of in tijd van Oorlog binnen veertien dagen, in zijn Guarnizoen of bij zijn Corps terug komt, zal worden geftraft, met zodanige ftraf als de Commandeerenden Officier van'het Guarnizoen,^ of van het Corps naar maate der omftandigheden, zal goedvinden, mits die ftraf niet zwaarder zij, dan die van yijf-en-twint pitte! der tweede' Afdeeling gemeld zijn, en alle andere, die in foort en natuur met de aldiar gemelde overeenkomen. 3. Alle andere misdaden die in dit Wetboek voorkomen,, gelijk mede alle andere misdaden, die van meerder gew.gt zijn, dan die, waar van in het gemelde tweede Capittel gebroken is, zullen ftaan ter Cognitie en Judicature van. den Militairen Rechter. 4. Elk Officier en Onder-Officier zal m het algemeen net recht hebben , om dezulken die van minderen rang zijn,. het arrest aan te zeggen. 5. Elk Officier en Onder-Officier zal boven dien verphgt zijn, om van dat recht gebruik te maken, zo dra hem bekend is, ofbijhemop waarfchijnelijke gronden vermoed wordt, dat de mindere in rang zich aan een notable faut, of aan een misdaad van aanbelang heeft fchuldig gemaakt. 6. Elk Militair, die het arrest door iemand van meerderenrang is aangezegd, zal gehouden zijn direct, te gehoorzamen, en zich onmiddelijk te begeven naar de plaats, die hem door den meerderen in rang, voor zijn arrest zal zijn aangewezen. Indien hij zulks weigert, of niet doet, of het arrest daarna viöleert, zal hij aan desöbedientie fchuldig worden gerekend-, en deswegens, naar de Wet geftraft worden. 7. Tot die gehoorzaamheid zal elk* die 't arrest is aangezegt, verpligt zijn, zonder zelfs daar over eenige woorden te maken, al was het ook, dat hij vermeende geheel on'fchuldig te zijn, behoudens hem het recht om naderhand daar over zijne klagten in te brengen. . * 3. Indien zulks in het Leger te Velde of op March gefchied is, zal de Officier, of Onder-Officier, die iemand van minderen rang in arrest gezet heeft, daarvan direct, rapport moeten doen aan den Commanderenden Officier van het Corps, waartoe de gearresteerden behoort, en zullen dan verder daaromtrent de bepalingen bij de volgende Articulen gemaakt, m  C I01^ ) fn het geval dat zulks in een der Guarnifoeneh was voorge» vallen, in zo verre toepasfelijk, moeten worden geöbferveerd. 9. Indien het in een der Guarnifoenen is vcorgevall,n, zal hij die het arrest gcördonneert heeft, daarvan direct rapport moeten doen aan den Commanderenden Officier van het Guarnifoen, en aan den Commander. ndcn Officier van het Corps, waar tos de gearresteerd!.n behoort, en aan den laatften moeten overgeven eene fchriftelijke klagte, behelzende de reden waarom het arrest gtichied is, met bijvoeging der bewijzen , of aar,wijzing der Getuigen, daaitoe betrekkelijk. 10. De Commandeerende Officiers van het Corps waar toe de gearrefteerde behoort, zal daar op de zaak onderzoeken, en van zijne bevinding rapport moeten doen, aan den Commandeerenden Officier van het Guarnizoen. 11. Indien bij dat onderzoek gebleeken is, dat de gearrefteerde onfchuldig is, zal dezelve diieü moeten worden ontflagen. 12. Indien daar en tegen bij dat onderzoek gebleken is, dat de gearrefteerde vermoedelijk aan de hem te last gelegde fout of misdaad fchuldig ftaat, zal de Commandeerende Officier van het Guarnizoen I epaien, of de verdere cognitie en judicature aan den Krfgsraad behoort, dan cf de zaak buiten de Krijgsraad zal kennen worden afgedaan. 13. De Commandeerende Officier zal echter daar in niet willekeurig mogen handelen, maar z ih moeten reguleeren •naar de onderscheidene bepalingen, diei aai gaande hier voor in de 2. en 3. Art iculen gemarkt, en zal dezelve, in cas van twijftel, daarop konnen eisfehen een fchriftehjk advis van den Auditeur Militair, waardoor hij in alk n ge valle gedekt zal zijn, 14. Ii.dien de Commandeerende Olficier van het Guarnizoen ooi deelt, dat de zaak van dien rart is . dat dezelve aoor een Krijgsraad moet worden onderzogt tn bcoordeeJd, zal bij den geanefteerdenbij den geweldigen Provoostdoen overbxen- N 3. gen,,  ( Ï02 ) gfctt» ten einde vervolgens door den Auditeur Militair tegefc denzelvén geprocedeerd Worde naar behooren. 15. Inüen de Commandeerende Officier daar en tegen de ia%k van die natuur vind, dat dezelve buiten da Krijgsraad kan worden afgedaan, zal hij zelf na dat hem de fchuld genoegzaam zal zijn gebleken, de ftraf konnen en moeten bepalen * indien de misdaad de Guarnizoens dienst betreft. M*ar wanneer de misdaad de Regiments dienst aangaat, zal blij de bepaling der fttaf aan den Commandeerende Officier van het Corps moeten overlaten. 16 De 'Goiftmanderende Officier van het Corps, zal echter in het laatfte geval, de bij hem bepaalde ftraf aan den geürrefteerden niet mogen opleggen, of doen executeren, dan met voorkennis en approbatie van den Coinmandereaden Of* ficier van *c Guarnizoen. 17. In gevallen waar in de Wet geen bepaalde ftraf dicteert, zal de Commandant van 't Guarnizoen, of de Gom* manderende Officier van 't Corps, een Oificier in Huis-arrest of bij den geweldigen Provoost, niet langer mogen ftèlle» dan voor veerden dagen. — Een Onder-Officier of Gemeens in arrest op de Hoofdwagt^ bij deu Provoost, niet langer dan voor veertien dagen; bij den Provoost, te water en t& brood, niet langer dan voor agt dagen, te waterente brood, gefloten aan de eene hani en voet, in den vierden fchakel, «iet langer dan voot twee dagen, ook zal dezelve een Delinquant op de Parade met niet meer dan vijf-en-twintig klingslagen mogen corrigeeren. i3. indien een gearrefteerde zich over het attrest» of over de hém opgelegde ftraf bezwaard vind, zo dat hij meent tei» onrechte gcarrefteerd, of onfchuldig, of te zwaar geftraft -te zijn;, zal hij daar over zijne klachten-konnen inbrengen* en zelfs daar over een Krijgsraad konnen verzoeken. 19. Wanneer ina^k'eea^eval^eenföijgsraad verzogt word*  C joi ) zal de Commanderende Officier van het Guarnizoen dezelve met mogen weigeren, mids dat de klager zich alvorens in arrest begeve. 20. Die Krijgsraad zal vervolgens de zaak moeten onderzoeken , en indien dezelve des klagers klachte wettig bevind, zal dezelve moeten bezorgen, dat den klager het aangedaane ongelijk behoorlijk gebeterd worde. BI. Maar wanneer de Krijgsraad de gedane klachte zodanig ongegrond en ligtvaardig heeft bevonden, dat dezelve niet anders dan eene verregaande inreverentie en disöbedientie kan worden toegefchreven, zal de Klager deswegens worden geftraft, zo als de Krijgsraad in goede Justitie verftaan zal te behoren. ■ ca. Wanneer ook een Militair (buiten het voorfchreve geval) vermeent door iemand van gelijken of hogeren rang met woorden of daden verongelijkt te zijn, zal bij deswegens zijne klachte aan den Commanderenden Officier van het Corps vrijelijk mogen inbrengen, des dat zulks met alle decentie gefchiede. _ 23. De Commanderende Officier zal in dat geval gehouden zijn de zaak te onderzoeken, en langs gefchikte middelen moeten trachten te bewerken, dat het verfchil in der minne worde bijgelegd, in het oog houdende zijne verplichting, om boven al zorge te dragen, dat de minderen door de meerderen niet onderdrukt of mishandelt worden. 24. Indien alle pogingen tot eene vriendelijke vereffening vruchteloos zijn bevonden, zal de Commanderende Officier konnen, en wanneer het door den een of den anderen van de partijen verzogt wordt, moeten bezorgen, dat 'er een Krijgsraad gecommandeerd worde, welke daarin decideere, zoals, dezelve in goede Justitie verftaan zal te behooren. 25. Dit zelfde zal ook in allen opzichte plaats hebben,, wanneer iemand na het volbrengen van de eene of andere  ©ïdre hem door zijnen meerderen in dienstzaken gegeven, .daar over naderhand eenige klachte inbrengt, g-lijk zulks bij het tweede Articul van het derde Capittel der tweede Afdeeling , aan een ieder is vrijgelaten. a6 Indien de Klagersin het een of ander geval, langs den voorfchreven weg geen recht konnen bekomen, gelijk ook in het geval, dat zij mogten fustineeren door den Commanderende Officier zelve beledigd te zijn, zullen zij zich daar over konnen adresfeeren aan de Hooge Militaire Vierfchaar, die hun in dat geval recht zal verfchaffen. 27. Alle oneerbiedigde, lichtvaardige en ongegronde klachten, zullen echter in allen opzichte zorgvuldig vermijd dienen te worden, en ten hoogften ftraf baar zijn. 28. Wanneer de Befchuldigde, ter verzekering van zijn Perfoon, bij den Provoost of elders in arrest gefteld is, zal deszelfs gevangenis zo veel mogelijk voor hem dragelijk moeten gemaakt worden, en vooral zorge worde gedragendat hij daar door in zijne gezondheid, geen het minfte nadeel lijde. s^. Ten einde niemand langer verftoken blijve van zijne Vrijheid dan völftrekt nodig zijn zal, zal de Rechtspleging in 't algemeen wel met eene bedaarde voorzigtigheid en zonder verhaasting; doch tevens met de meestmogelijke fpoed, en zonder eene nodeloze vertraging worden uitgeöeffend. 30. Om daar aan de vereischte klem te geven , zal door 'sLands Fiscaal in de maanden Januari], April, Julij en October aan den Agent van Oorlog moeten worden gezonden , een lijst van alle zaken welke in de drie maanden te voren, bij de Hooge Militaire Vierfchaar zijn afgedaan, en welke aldaar nog aanhangig zijn, welke lijsten zullen moeten inhouden de naamen der befchuldigden, benevens een korte opgaaf der befchuldiging - of de befchuldigde in arrest is, en wanneer hij daar in is gekomen -- wanneer de Procedure is begonnen, en wanneer dezelve is geëindigd, en-hoe ver de nog aanhangende zaken gevordert zijn. 31 • In  C Ï05 ) 31. In dezelfde maanden, zullende Auditeurs, Militair van de refpective District-en, een dergelijke lijst, van de zaken, die geduurende de drie laatfte maanden voor de Krijgsraden in hun Diftricï zijn afgedaan', en aldaar nog aanhangig zijn, aan den Agent van Oorlog, en een dergelijke aan 's Lands Fiscaal moeten inzenden. 32. De Agent van Oorlog en 's Lands Fiscaal, zullen die Lijsten moeten examineer en, en zorge dragen, dat in de Rechtspleging, geen.onbehoorlijke en nadeelige vertraging plaats hebbe. DERDE AFDEELING. TWEEDE CA.PITTE.L. Hooge Militaire Vierfchaar Art. 1. 'Er zal zijn een Hooge Militaire Vierfchaar, be{taande uit vijf Hoofd Officieren, hebbende de vereischten voor de Rechters in het' algemeen, bij de Staatsregeling bepaald, waar van de eerfte ofoudfte in rang Pireüdent zal zijn. 2. Gemélde Hoofd-Officiers zullen daartoe uit de dienstdoende Hoófd-Officïeren van de gehecle Armée, door het Uitvoerend Bewind, op voordragt van den Agent van Oorlog, worden aangéfteld voor den tijd van twee Jaaren. 3. Jaarlijks zullen daar van beurtelings twee of drie aftreden, en door een gelijk getal nieuwe Leden vervangen worden. 4. Dezelve zullen geadfifteerd zijn door een Griffier, die de-¥ergaderingen bijwooiien, de Notulen houden, de Sententiën, Refolutiën en Misfiven ftellen en expediëeren, en verder verrichtendiet geen tot ..deeze post betrekkelijk zalzijn.- 5. De Leden van die Hooge Vierfchaar zullen, zo lang zij daar in fesfie hebben, van de Regiments- en Guarnifoensdienften gedispenfeert zijn, en de Chefs der halve Brigades O waar-  waartoe zij behooren, zórg'è moeten dragen, dat die dienHen intusfchcn door anderen voor bun worden waargenomen. 6. Wanneer het Leger te Velde is, zal deze Hooge Vierfchaar zich altijd in het generaale Hoofdquartier onthouden. 7.. Vojr die Hooge Vierfchaar zullen, geduurende dien tijd, te recht liaan, allen die tot het Leger behooren en herzei ve volg.:n; mitsgaders alle, welke in zulk een tijd aan de Militaire Jurisdictie onderworpen zijn. 8 Gemelde Hooge Vierfchaar zal in uien tijd recht doen in alle Crimineele en Commune Delicten die in 't Leger voorvallen, zonder eenige uitzondering-. 9. Alle zaaken voor dezelve zullen in dien tijd beleid Worden door 's Lands Fiscaal in der tijd, of een Auditeur te Velde, ter zijner adfiitentie, of in zijn plaats, door 't Uitvoerend Bewind aangefteld.; 10 Alle Rechtzaaken zuilen voor gemelde Hooge Vierfchaar worden beleid en behandeld, op dezelfde wijze, als in 't volgende vierde Capittel, ten aanzien van de manier vanProcedeeren, voorde Guarnifoens Krijgsraadcn bcpa. li is. 11. Wanneer een zaak in ftaat van wijzen is gt bi agt, zal de hooge. Vierfchaar nog twee Officiers, uit het Corps (f Regiment waartoe de Beklaagde behoort, asfumeerai, en alzo een Krijgsraad formeeren, uit een Praffident en zes Leden l eftaande, welke de zaak zullen decideeren en afdoen. 12. De Vonnisfen bij die Krijgsraad te Velde gewezen,, zullen echter niet.ter executie gelegt mogen werden, dan na dat dezelve aan den Commandeerenden Generaal van het Leger gepraïfenteerd zullen zijn,, en door denzelven daarop ■1'ia', ex ■ mie verleend zal zijn. De Commandeerende. Generaal,'zal in dien gevalle, wanneer hij zoude menen, dat de uitoeffening der gedecerneerde ftraf, voor het geluk der Wapenen van dit Gemeeaebe&t, van eenigen nadeeligen invloed zoude kunnen zijn, op  C 107 } op zijne bijzondere verantwoordelijkheid bevoegd zijn, de executie te fchursfen, en vim de zaaks omftandigneden kennis te geeven aan het Uitvoerend Bewind, ten einde dien aangaande, zodanige maatregulcn worden genomen, als met het meeste belang van het Vaderland overeenkomftig zullen worden geoordeeld. 14. Wanneer de Mditie niet te Velde, maar in Guarnifoen of Cantonnementen binnen 's Lands bevindc, zal deze Hooge Vierfchaar zich beftendig in den Haag moeten ophouden, i 15. In dien ti;dzulleu daar voor in de eerfte iuitantie geca andere te recht ftaan dan de Generaals, de Colonels en de verdere Hoofd-Ofiiciereo der halve Brigades, benevens de Officiers van de andere Corpfen der Bataaffche Armée, mitsgaders de Adjudanten Generaal en de zulken, die in de eene of andere ■qualireit aan de Generaals en de Colonels zijn toegevoegd. 16 Alle andere Militairen, van wat rang of conditie dezelve zijn, zullen in dien tijd te recht worden gefteld voor de Guarnifoens Krijgsraadcn. 17. Van alle Vonnisfen echter, door de Guarnifoens-Krijgsïaaden, zonder confesfie geflagen, zd aan deze Hooge Vierschaar geappelleerd-konnen worden , en zal in de manier van appelleren gevolgd moeten worden form in het de 6. Capittel -voorgéfchreven. 18. In dat geval, zal het Request om Mandament in cas >d' Appëï, binnen de dertig dagen na de datum van het Von» (nis, wjar van geappelleerd is, moeten zijn ingeleverd, qp poene dar het Appél voor Defert zal worden gehouden. 19 'Er zullen geen nieuwe ilukkoii mogen worden geproduceerd, dan de zodanige, weke de Appellant buiten zijne fehuü 1 iet heLft geproduceerd, waar van ten genoege ■van de Rechter zal m eten blijken. 20. Binnen de veertien dagen, na dat het Mandament-zal ..zijn verleend., ui de Appellant zijne grieven moeten ut everea. O 2 £,1. -Bin-  ( roJT > éiï Binnen den tijd'van agt'dagen, na'dat de grieven zijnïn geleverd, zal de geappelleerde des nodig oordelende, debatteeren, en zal: vervolgens op de ingeleverde {tukken, door den Rechter uitfpraak-tot bekrachtiging, vernietiging of verandering van het-vonnis worde-gedaan. 22. In geval 'er door den gecondemneerden geappelleerd is, zal' óok de Fiscaal van zijnen'kant grieven » minima konnen proponeeren , en dus niet alleen tor perfistement, maar ook tot eeri zwaarer ftraf dan in de eerfte inftantie gedecer-neerd- of zelfs gèëischt is mogen conciudeeren, die z-al de Fiscaal verbonden zijn aan dezelfde termijnen als de Appellant. 23. Het zal echter aan den Rechter vrijftaan, om gewigtige redenen prolongatie van Termijnen te verkenen. 24. Ter tijd, en zo lange het 300 Art. der-Staatsregeling niet in werking zal zijn gebragt, zullen ook alle Crimineefe Vonnisten bij de Guarniiöens-Krijgs'raaden gewezen, die niet ^ppellabel zijn, of van welke fchoon appe'lïa'bel zijnde, niet geappelleerd is, met de ftukken van 't Proces aan -deeze Hooge Vierfchaar ter herziening moeten worden overgezonden. 25. Gemelde Hooge Vierfchaar znl echter in'deze gevallen geen gratie of mitigatie 'mogen • verlenen-', maar-alleen hebben-het recht van approbatie of improbatje. 26. De Hooge Vierfchaar zal ook gene zodanige Vonnisfen mogen improbeeren, dan in deze vier gevallen: 1. Indien de Krijgsraad, die het Vonnis - gevveezen heelt, niet -competent wordt geoordeeld. —— 2: Indien de' Krijgsraad die het 'Vonnis geweezen heeft niet is gecompofeerd geweest volgens de Wet. l— 3. Indien de form bij de Wet voor- • gefchreevèh, in het neemen der-införmatien of in ce Inftruc' tie der Procedures niet is in acht genomen. — En 4. Indien , geoordeeld wordt, dat het Vonnis niet overeenkomftig de Wet of de merite van de zaak geweest is. 27. In het eerfte geval zal de Hooge Vierfchaar de zaak ■ o •fö ver-  verwijzen aan die Rechtbank, welke daar in competent zal worden geoordeeld. 2& In het tweede en in het derde geval, zal de Hooge •Vierfchaar, de Vonnisfen met de {hikken van het Proces-, •terug zenden aarrden Krijgsraad die dezelve ge weezen heeft, ■ met melding van de reden, der imurobatie, een einde de daar in gevondene abuizen, def.den.en informaliteiten geredresseerd worden, en wel ten 'koste; van den Auditeur Militair, door wien de Procedures, beleid zijn, indien dezelve aan zijn fchuld of onachtzaamheid zijn t >e te fchiijv.n. J29. In het vierde geval zal de Hooge Vierichaar de zaak bij evocatie aan zich trekken, ten dien einde de {tukken {tellen in handen van don Fiscaal, om daar in te handelen, zo als dezelve zal verrnceneu te behoren, en-daarvan communicatie geven aan den Krijgsraad die het Vonnis gewezen heeft. 30. De Fiscaal, afl dm vervolgens bij.een nieuwe gemotiveerde conclufie vair ei.-ch, zodanige conclufie nemen, als hij zal vermenen met de Wet en de merite van de zaak overeenkomftig te zijn. 31. Op den Eisch zal dan door dien geen, die zich belast heeft met de defenfie des. befchuldigden (na communicatie der Stukken) worden geantwoord, en contrarie, conclufie genomen.. 32. Eu zal daarop de zaak uit dezelfde Acten bij de Hooge Vierfchaar worden gqdeci eer.1, en daar in gevonnist-, zo als dezelve in goede Justitie verftaan zal te behooren. 33. Deze zelfde herziening zal plaats hebben, indeVonnisfen waar.van geappelleerd, doeh waar vanhec Appél dooiden App Jlant niet vervolgd is , hei zi de Appellant daar .van gedeüfteerd heeft, of hetzelve defeit heefc laten lopen. 34. Het Vonnis door de Hooge Vieulhaar bij herziening gewezen , zal dan vervolgens worden gezonden aan den Gu- . arnilbens-Krijgsraad, die het voorige Vonnis gewezen had, Ö 3 om  «( 110 ) Oia -door die gepronuntiëerd en geëxecuteerd te worden. 35. Indien de Hooge Vierfchaar in eenige van de hier vorengemeMe redenen geen termen vind, om het aan haar ter herziening gezonden Vo:i as te improbeeren, zal hij hetzelve binnen de veercie i digen na den ontvangst te rug zenden aan den Krijgsraad;, ten einde, dat zonder eenig verwijl ter txe:11cie worde gelegd. 36. De Hooge Vierichaar zal in deze en alle andere zaütert, indien ze hun bedenkelijk voorkomen, gebruik kunnen maaken van het advis van een of twee ervaarene en onpartijdige Rechtsgeleerden ten koste van den Lande 37. In den tijd dat het Leger te Velde zijn zal, en gevolgdijk deze Hooge Vierfchaar zich ook derwaards zal hebben begeven, zal deze herziening der Crimineele Vonnisfen,, welke in dien tijd in de Guarnifoenen mogten vallen, gefchieden in zodanige Commisfie of Collegie , als daartoe door 'bet Uitvoerend Bewind, ad interim gequulificeerd zal zijn. DERDE AFDEELING. DERDE CAPITTEL. ■Guarnifoens »■ Krijgsraadcn. - Art. 1. Alle Guarnifoens-Krijgsraaden zullen beilaan uit :«even Leden, die geeompofeerd zullen zijn uit alle rangen in dezer voegen: — De Prsefident zal zijn een Hoofd-Officier, of bij gebreke dies, de Co nminderende Officier van het Gu» arnifoen, of vau het Corps, en de Leden zullen beftaan uit een Capitein twee eerfte of tweede Lieuteiiants — een Wagt-meester of Sergeant — een Corporaal, — en een gemeen Militair, die ten minften zes jaaren zal hebben gediend, mits Jcunnende Lezen en fchrijven. 2 Gemelde Krrgsraaden zullen worden gecommandeerd, door den Commandant vau het Guarnifoen der Plaatzen daaf de  c **i > dé Krijgsraad gehouden wordt, en zullen worden genomen uit de b^ndere Corpfen onder zijne ordies ftaaude, door eikanderen genomen. 3- Indien echter een- Officier voor een Kriksraad moet worden re recht gefield, zal, wanneer hij tot!SivaS zo hij tot de Infanten; behoort, ten minften één Officier van t3'Jn2Ètot de AltUlerijof Mlneurs ^hoort, vin Xn Krii 1! Officier van de Amllerij of Mineurs, Lid ALnT Kl]^si^d moeten zijn , indien 'er de zodanige in 't aan n^TXf™^ ^ ander.zints daar aan met gehouden zal zijn. 4. Indiener een Onder-Officier of gemeen Militair te recht moet worden gefteld, zal één van de Onder-Offic ers of de gemeene Militair, die Leden van den Krijgsraad zullen ziin moeten zijn van die foort , waartoe de terecht gefteldeTn! der-0,f7c,er of gemeene Militair behoort, ten ware 'er de zodanige 111 t Guarmfoen niet gevonden wierden, wanneer ze van een ander fooit zullen kunnen worden genomen. 5- De Commandeerende Officiers der Guarnifoenen, zulJen in t Commandecren zich wijders naar een zekeren Tourbeurt o Rooster (daartoe in de Guarnifoens te houderƒ eguleeien, op da de eene met boven den anderen bezwaard ^ekomenlgChjkaUe ™ Pa"»eid worde 6. De beide Officiers die tot Commisfarisfen bij de Infor natie;zijn gecommandeerd geweest, zullen echter altijd Led nvan den Krijgsraad moeten zijn, ten ware zulks door.de een of andere gewigtige reden verhinderd wierd Tv Zoodanige OfficierenOnder- Officieren of gemeene  8. In geen Krijgsraad hebben te gelijk Leden zitting', die aan elkander beftaan in de opklimmende of nederdaalende linie, noch ook als.Broeders of als Oom en Neef, het zij door Bloetverwantfehap of Huwelijk. Ook zullen in eenen Krijgsraad niet mogen zitten dezulken, die door Bluetverwantichap of Huwelijk, aan den Auditeur of aan den Befchuldigden beftaan, in of binnen den derden graad. o, In de gemelde gevallen, gelijk ook, wanneer een aan de toerbeurt ftaande, buiten het Guarnifoen is, of doorande■ re omftandigheden wettig verhinderd wordt, zal de volgende in deszelfs plaats moeten worden gecommandeerd. 10. Wanneer ook een Befchuldigde mogt vermeenen dat éénder gecommandeerde Leden., uithoofde van haat, vijandfchap , of om eenige andere reden, geen bevoegd rechter in zijn zaak zoude konnen zijn, zal hij zijn bezwaar, met behoorlijke decentie in den Krijgsraad mogen voordragen^ en verzoek tot recufatie mogen doen. 11. In dat geval zal de gerecufeerde zich uit den. Krijgsraad moeten abfenteeren, en de wettigheid der redenen van recufatie door de overige Leden moeten worden beoordeeld. •. 12. Indien de redenen tot recufatie onvoldoende worden geoordeeld, .zal de gerecufeerde weder plaats neemen. 13. Maar indien de redenen van recufatie wettig zijn geoordeeld , zal daar van door den Prsefident en Auditeur kennis woiden gegeven aan den Commandeerenden Officier, die in dat geval een ander in des geiecufeerdeus plaats zal cornmandeeren. : .. , , 14. Alle de Krijgsraaden zullen geadfifteerd znn «oorden Auditeur-Militair van het Departement of' Diftrid, waar toe het Guarnifoen, alwaar de Krijgsraad gehouden word behoort, of door die, welke des Auditeurs functie waarneemt, en wanneer 'er geen Auditeur, of fungerende Auditeur ge- , von-  C "3 ) vonden wordt, zal de Adjudant bij den Krijgsraad het werk van den Auditeur moeten verrigten. 15 Alle Krijgsraaden zullen moeten worden gehouden ft» de Plaats waar de gedetineerde geapprehendeerd is, indien aldaar gevonden wordt een Provoostenhuis, waarin de gearresteerde met genoegzaame zekerheid bewaart zal kunnen worden. 16. Indien in't Guarnifoen der apprehenfie zulk een huis niet is, niaar hetzelve gevonden wordt, in een Plaats van hetzelfde Diftria. alwaar het Hoofd-Quartier van de halve zoo zal de geapprehendeerde te gelijk met zijn belt-huldiging gezonden worden naar die plaats ten einde aldaar voor een Kiijgsraad uit de Militairen van 't Guarnifoen dier plaats gecompofeerd, te recht gefield te worden. m 17. Indien ook het Hoofd-Quartier der halve Brigade niet inliet zelfde Diitrift, gevonden wordt, of a-k aldaar geen Provoostenhuis is, zoo zal de Commandeerende Officier der halve Brigade zoodanige fchikkingen ten aanzien van de plaat» tot het houden der Krijgsraad moeten maaken, als convenabelst zal worden geoordeeld. 18. De Auditeurs, of deszelfs functie waameemeiide .zullen de Krijgsraaden in alles behulpzaam zijn, deszelfs Prafident en verdere Leden behoorlijk refpefteren , dezelve inde omftandigheden voorlichten over het algemeen zorg dagende, dat de zaaken in de behoorlijke form worden behanfeld en voor zo veel van hun zal afhangen, de Justitie zuiver en overeenkomftig de Wetten geadminiftreerd werde. 19. Indien een Proces in dien ftaat gcbragt is, dat daar op een vonnis kan worden geveld, zullen de Leden van den Krijgsraad daar over befoigneeren, eerst dehbereerender en dan adviieerender wijze. 20 In het delibereeren zullen zij met eikanderen over h .t geval en deszelfs verligtende en verfwaarcnde omftandigheeP den  C «4 ) den fpreeken, en hunne bedenkingen en confideratiëu aan eikanderen communiceeren, om in het decideeren, op alles wat er voor en tegen is, te beter gevat te zijn. — En zal de Auditeur ook verplicht zijn, de Leden van den Krijgsraad door zijne conüderatiën alle inlichting in 'c geval te geven. 2ï. Indien het geval in zijn aart zeer bedenkelijk is, of de bewijzen zeer intricaat zijn, zullen de Leden des Krijgsraads bevoegd zijn in te neemen het advis van een of twee ervaarene en onpartijdige Rechtsgeleerden, om hun te dienen tot elucidatie, ten einde met te meerder grond, hunne Hemmen ter deficie te kunnen uitbrengen. En zullen in dat ge- „ val de kosten van het advis door den Provoost betaald, en in des zelfs rekening ten laste van den Lande gebragt worden.^ ■0,1. In het decideeren zal elk zijn Hem uitbrengen, het zij tot ahjolutie of condemnatie, zoo als hij in gemoede en naar zijn beste kennis, overeenkomftig de Wet zal vermeenen te behooren. 23. De ftemmen der Leden zullen opgenomen worden door den Prafident, van onderen af beginnende, zoo dat de eerfte ftem zal worden gegeven door den Gemeenen, de twede door den Corporaal, de derde door den Sergeant, en zoo vervolgens. 24. De Praïfident zal het laatfte advifeeren, en ha zulks de at*cluüe formeeren, naar de eenparigheid of meerderheid van ftemmen. 25. Indien de ftemmen zoodanig uit elkander loopen, dat 'er geen blijkbaare meerderheid voor de bepaalde ftraf gevonden word, zal de meerderheid moeten worden gezogt door zamenvoeging van ftemmen, naar den regel: die het meerdere wil, wil ook het mindere» 2.6. De Sententie zal vervolgens naar de conclufie, door den Auditeur worden opgefteld, en na zulks, bij de Leden worden gerefumeerd en gearresteerd. a >27. De  C "5 ) &7 De Auditeur zal van de Befoignes houden Notulen waarin gemeld zal zijn , wat door den Krijgsraad, in het behandelen der Procedures, van dag tot dag gedaan is, ook in het bijzonder, hoe door elk der Leden geifemd is, op dat het duidelijk blijke, wat advis door elk Lid zal zijn gegeven. 28. De Geweldige Provoost zd de Krijgsraaden ten dienste' ftaan als Deurwaarder, de Gevangenen op requifitie moeten binnen leiden en weder weg brengen, ook de Citatiën, Infinuatiëu en andere Exploiéten, moeten doen en verrigten^ en in alles, de Leden van den Krijgsraad, met behoorlijk re.ipeet. moeten behandelen. DERDE AFDEELING. VIERDE CAPITTEL. Manier van procedeer en voor de Guarnifoens-Krijgsraaden, Art. 1. Zoo dra een Militair, als een Crimineele Gevangen, bij den Provoost gebragt is, zal de Provoost gehouden zijn, daarvan bij een fchriftelijk Billiet, kennis te geven aan den Auditeur-Militair. 2. Ook zal de Commandeerende Officier van 't Guarnifoen in daten andere gevallen, waarin hij meend, dat tegen een Befchuldigden , gerechtelijk zal moeten worden geprocedeerd gehouden zijn, om de klagten met de daar toe behorende ftukken, aan den Auditeur-Militair, zo dra moogelijk doen ter hand ftellen. ' 3. De Auditeur de klagten ontvangen hebbende, zal dezelve gehouden zijn, de Procedure direct te beginnen, tetï fpoedigften voort te zetten, en zo dra naar de omftandigheden. mogelijk zal zijn, ten einde te brengen, fteeds in hes oog houdende het geen daaromtrent bij het 29. Articul van het eerfte Capitteï dezer Afdeeling bepaald is. 4. In. het geheele beleid der Procedures, zal de Auditeur P 2 zich  C n6 ) zïch in het algemeen voordellen dat zijne bedoeling niet zijw moet om den beklaagden fchuldig of onfchuldig te doetf voorkoomen, maar alleen om de waarheid uittevorsfchen en daar van te doen blijken. . 5. De Procedure zal zijn aanvang neemen met den befchuldigden, op de tegen hem ingebragte klagten fummier te verhooren, het welk gefchieden zal ten overftaan van Commisfarisfen, daar toe door den Commandeerenden Officier des Guarnifoens geeommandeert.. 6. Tot Commisfarisfen zullen niet mogen worden gecommandeerd dezulken, die volgens het 7. en 8. Articul van 't naastvoorige Capittel, geen Rechters in des hefchuldigdenszaak mogen zijn. 7. De Auditeur zal in dit en alle andere Verhooren, met alle oprechtigheid en nauwkeurigheid te werk gaan, de confesfie zoo veel mogelijk in dezelfde bewoordingen, als bij den befchuldigden gebezigd zijn, moeten uitdrukken en getrouwelijk moeten aantekenen, alles, wat de befchuldigde ter; zijner verfchooning of verontfchuldiging bijbrengt, al was het dit hij Auditeur mogt oordeelen, dat het van geen gewigt was, en al wist men zelf ook dat zijne gezegden tegen de waarheid aanliepen. 8. De Commisfarisfen zullèn naauwkeurig toezien, dat de Auditeur in dien opzichte zijn pligt betragte, ook zullen de Commisfarisfen de befchuldigden zelfs moogen'examineeren, en de Auditeur zal gehouden zijn des befchuldigde verklaaring op die poincten aan te teekenen. 9. De Commisfarisfen en de Auditeur zullen zich zorgvuldig wagten om den befchuldigden met ftrikvraagen voor te komen, of denzelven door belofte of bedreigingen tot. confesüe te brengen, maar den Auditeur zal eenvoudig moeten opteekenen, het geen de befchuldigde opgeeft. 10. ;Indien de befchuldigde ter zijner verfchooning of ver- ont^  c "7 ; ©ntfehuldiging eenige faiten allegeeït, zal de Auditeur htm afvraagen, door wat Stukken of Getuigen die faiten kunnen worden beweezen, en dat alies in 't verhoor moeten vermelden. n. Het verhoor op die wijze in gefchrifte gefteld zijnde, zal de Auditeur hetzelve langzaam , duidelik en diftinct aan den befchuldigden moeten vcorleezen, en- dngevaile dezelve bij zijne gezegdens perfifteerd, zal deu Auditeur daar van melding maaken, en het verhoor door den befchuldigden, nevens hem en de beide Commisfarisfen doen onderteekenen. 12. Wanneer de befchuldigde bij de voorleezing iets herroept of veranderd, zal de Auditeur daar van, achteraan, of onder het voorig antwoord melding maaken , en daar voor Hellen, zegt nader bij voorletzing, zonder in liet gefchrevene door roijeering of bijvoeging iets te veranderen; 13. Indien de befchuldigde bij het fummier verhoor, de hem te last gelegde misdaad bekend,, eii daar benevens het Corpus delicti confteert, zal ten fpoedigfteia Krijgsraad worden belegt, en daarin de zaak worden afgedaan. 14. Indien 'er de confesfie van den befchuldigden wel is maar de bewijzen van het Corpus delicti niet voldoende «zijn' zal de Auditeur dezelve tot de meestmogelijken klaarheid moeten brengen, en na zulks, bij een Krijgsraad, daar in werde gevonnisd naar behooren. 15. Indien een befchuldigde den hém te last gelegde misdaad wel bekend, maar daar tegen allegeert faiten, die het misdadigen daar van weg neemen of verminderen, zal de Auditeur die faiten moeten onderzoeken, en de daar voor of tegen bekómene bewijzen bij de Procedures moeten voegen, ten einde daarop bij den Krijgraad behoorlijk geregarr deerd zal" kunnen worden. 16. Wanneer een befchuldigde de hem te last gelegde mis- P & da,ad  C "8 5 flaad ontkend, zal da Auditeur-MiHtair ten overftaan van Commisfarisfen, direft de bewijzen voor en tegen moeten inwinnen, en zullen de Auditeur en Commisfarisfen, daarin een ftrikte onpartijdigheid moeten in acht neemen. rij De Auditeur zal gevolglijk de Getuigen die tot bewiis der misdaad zouden kunnen dienen, ten overftian van Commisfirisfen moeten verhooren, hunne getiugemsfen in gefchrift moeten ftellen, en na duidelijke voorleezing door de getuigen doen verceekencn. ; i3. De Auditeur zal insgelijks, de Getuigen die een be. fchuldigde ter zijner verdediging heeft opgegeven, op gelijke Wijze verhooren. ' . , iq Wanneer door die Getuigemsfen, nieuwe omftandigheden aan't licht komen, zal de Auditeur-Militair den Befchuldigden na hem alles wat zo ter zijne bezwaring als tot ziine ontlasting is ingekomen, te hebben gecommuniceerd, over het geheel beloop der zaak, ten overftaan yan Commisfarisfen moeten verhoren op Articulen, en zulks zO dikwils nódig zal zijn, met in achtneming van alles, wat hier voor ten aanzien van het fummier verhoor bepaald is. ;s 20. De Articulen examinatoir zullen met alle mogehjke omzichtigheid en klaarheid - gefteld moeten worden, zo dat ieder Articul niet meer dan één fait zal mogen behelzen. Ook zullen deze Articulen géne ftrikvragen rrogen behelzen noch zo ingericht mogen zijn, dat men den befchuldigden'in den mond geeft wat hij moet antwoorden. . ai De .antwoorden van den befchuldigden zullen insgelijks met alle mogelijke, nauwkeurigheid, en zo na mogelijk met dezelfde woorden die de befchuldigde gebruikt heeft, op ieder'Articul gefteld moéten worden, en wel bij omfchnjving, zonder dat men zal konnen. volftaan om ffeehts de woorden Ja of Neen, te gebruiken, ten zij de befchuldigde zich.bij dezelve in ffljae- zen met word verzwakt of tegengeibroken- Q 3 4 . Ón-  4. Onder dezelfde bepalingen zal ook het relaas van eeis -GeweldigenProvoost, Deurwaarder of Bode, wegens het geei. hun in offieio wedervaareu is, volledig bewijs uideveren. 5. Indie'n.ook een Schildwagt, op zijn Post aangevallen of mishandeld zijnde, den"Aanvaller, ter zijner verdeediging, geflagen, gekwetst, of zelfs gedood heeft, zal zijn beëedigd getuigenis ter zijner ontlasting genoeg zijn, zonder dat daar van verder bewijs vereischt zal worden; ten ware het teegendeel door volleedig bewijs kwarae te blijken. 6. Indien de Aanvaller ook een Militair zijn mogt en die daar over.te recht gefteld word, zal ook het getuigenis van den Schildwagt ten laste van den Befchuldigden , van een groot gewigt zijn, en indien eenige bijkomende omftandigheden hetzelve begunftigen, voor vol bewijs konnen worden gehouden, zullende echter in dien opzichte met alle omzichtigheid moeten worden te werk gegaan. 7. Wanneer een, met verlof abfent geweest zijnde, is agtergebleven, en des wegens als Deferteurgeactionecrd word zal hij niet konnen volflaan met voor te geeven, dat hij door ziekte verhindert is, dat hij door vreemde werwers is weggenomen, of door eenig ander beletzei inde onmooglijkheid geweest is om op zijn tijd terug te komen, maar gehouden zijn, dat voorgeven te bewijzen, of ten minften door bewijs hoogstwaarfchijnlijk te maken, zonder dat men in dien opzichte het bewijs naar de ftrikfte regels zal behoeven te beoordelen, inzonderheid niet wanneer de agtergeblevene naderhand vrijwillig is opgekomen. DERDE AFDEELING. ZESDE CAPITTEL. Sententie, Appél, Herziening en Executie. Art. ti Alle Sententiën zullen moeten behelzen den voor-  C m > en toenaam, mitsgaders den Ouderdom en de geböölfepïaaTS van den Befchuldigden, en de Militaire Charges, welke door hem zijn bekleed. i. Alle condemnatoire Sententiën, zullen verder moeten inhouden de misdaad, waar aan de Gecondemneerde geoordeeld is fchuldig te ftaan, met alle de omftandigheden, in zo verre die voor erkend of voor bewezen zijn gehouden, en de ftraf waar in de Gecondemneerde verwezen is. 3. Alle condemnatoire Sententiën zullen ook moeten inhouden de condèmnatie in de kosten en mifen der Justitie, en in de kosten van de Frocesfe tot tauxatïe van den Rechter. 4. Inde abiöhrtoire Vonnisfeu, zalmen konnen volftaan met alleen kortelijk te melden de misdaad, waar van de Beklaagde befchuldigd en geabfolveerd is. 5. Alle, zo condemnatoire, als abfolutoire Vonnisfen,, zullen moeten inhouden de plaats waar en de datum wanneer dezelven gewezen zijn, en zullen daar achter worden gevoegd de namen van den Pnelident en Leden , welke hebben uitgemaakt het Gerichte, waarin dezelve gewezen zijn. 6. Bij alle Sententien zal recht worden geiproken in den naam en van wegens het Bataaffche Folk. 7. De Hooge Militaire Vierfchaar, zal wijzen bij arrest, zoo dat derzeiver Vonnisfen aan geen appél of herziening onderworpen zullen zijn. ' 8. Alle Vonnisfen bij de Garnifoens Krijgsraaden op con* fesfte geweezen, zullen ook geen appél onderhevig zijn. o. Maar van alle Vonnisfen bij de Guarnifoens Krijgsraaden geheel of gedeeltelijk zonder confesfie geflagen, zal aan de Hooge Militaire Vierfchaar geappelleerd kunnen worden. _ 10. Ten dien einde zal de Condèmnatie, bij zulk een Vonnis gedecerneerd, immediaat, na dat hetzelve gearrefteerd zal^znn, door twee Commisfarisfen van den Krijgsraad, geadüfteerd met den Auditeur-Militair, aan den Gecondemneer- , . ' ds»  C ^ ) den wordcn-gecommuniceerd, met onderrichting van denzelven, aangaande het recht van appél hem competerende. ii. Indien dan de Gecondemneerde daar van zal willen appelLeren, zal dezelve gehouden zijn, binnen de drie dagen daar na, van zijn voornemen aan de gemelde Commisfarisfen kennis te geven. i% De Commisfarisfen zullen dan daar van direct rapport móeten doen, aan den Praïfident van den Krijgsraad, welke iu dien geyalle de Krijgsraad zal doen vergaderen. 13. In die Vergadering zal dan de Sententie, ten aanhooren van den Gecondemneerde, met opene deuren worden gepronunciëerd, en na zulks, daar van door den Gecondemneerden in forma worden geappelleerd. 14. Vervolgens zal daar van aantekening in de Notulen, en achter de Sententie worden gemaakt, en na zulks, de Sententie met alle de ftukken van \ Proces, door den Krijgsraad, aan de Hooge Militaire Vierfchaar wordai overgezonden, ten einde dezelve in Casd'appéldaaringevonnisdworde, zoo als in goede Justitie verftaan zal worden te behooren. 15. In dat geval zal de Auditeur daar van, met toezending van een Copie authenticq van de Sententie, direct, kennis geven aan den Fiscaal, ten einde die in Cas d'appél het recht van het Bataaffche Volk waarneme. 16. De Auditeur zal in dat geval ook moeten zorgen, dat door den Appellant ten fpoedigften, voor hem, ten overftaan van twee Leeden van den Krijgsraad, gepasfeerd worden een Procuratie, op zodanigen Procureur, als hij tot voortzetting van zijn appél zal verkiezen, en dat die Procuratie , benevens een Copie authenticq van het Vonnis , aan* ftonds aan den Procureur worde gezonden. 17. Maar indien van zoodanig eene Sententie, binnen den bepaalden tiid niet geappelleerd zal zijn, zal dezelve direct executabel zijn, ten ware dezelve uit zijn aart (naar de  ( ja© ) de befealingen dien te nevens in de volgende Articulen ge- raaakt) aan eene herziening onderworpen ware. .18. Alle Vonnisfen hij de Guarnifoens Krijgsraden in Crïmiueeie gevallen gewezen, zuLen (zo lange het 300. Articul der. Staatsregeling niet inwerking zal zijn gebragt) a;n' eene herziening vande Hooge Militaire Vierichaar onderworp pen zijn, en tot dat einde, met alle de S:ukken van het P.oces, aan gemelde-Vierichaar moeten worden overgezonden. 39. Voor Vonnisfen in Crimeneele gevallen, zullen in dien opzichte worden gehouden, alle de Vonnigfan, bij welke de Gecondemneerden, ter Dood, tot Geesieling, tot het werken in een Tucht-of Rasphuis, of eenige andere Infameerende ftraf gecondemneerd zijn; ook alle Vonnisfen waarbij iemand met of zonder infamie of in habüiteit gecasfeerd of voor Schelm weggejaagd is; zonder dat echter daar onder begreepeu zullen zijn, de Vonnisfen, waarbij'iemand alleen, met een briefje.uit 's Lands dienst ontilagen zal pijn, , 2°- Wanneer de Auditeur bij zijne conclufie, een van de gemelde ftraffen geëischt heeft, al is het dat daarop eene min-' dere condèmnatie, of zelfs abfolutie gevallen is. zullen de Vonnisfen echter aan de herziening onderworpen zijn en tot dat einde als vooren, aan de Hooge Vierfchaar ter'herziening moeten Worden overgezonden. 21, Indien iemand befchuldigd is van een misdaad, waarop uit zijn aart, een van de genoemde ftraffen zoude moeten volgen, al is 't dat de Auditeur, uit hoofde van verligtende omftandigheden, eene mindere ftraf geëischt heeft, en 'er ook eene mindere condemnatie, of zelf*.-abfolutié gevallen is, zal echter het Vonnis aan de .Hooge Vierfchaar ter herziening moeten worden overgezonden. 22. Indien van een Vonnis, zonder confesfie. geflaeen, (volgens Art. 9.) geappelleerd is; en de Appellant mogt goedvinden,:zijn. appél niet te vervolgen, maar daarvan te detateeren, of hetzelve defert te laaten loopen, zal daar door dezaak weder gebragt zijn in die termen, als of het R Von-  i w ) Vonnis niet gepronunciëerd was, 'erniet van geappelleèrrJware geweest, gevolglijk de Sententie daar door met zijn bevrijd van de herziening, indien dezelve'naar de hier voor gemaakte bepalingen, daaraan onderworpen zijn mogt. 25 Indien eene ter herziening overgezondene Sententiexom een der redenen bij het 26 Art. van het tweede Capittel dezer Afdeling gemeld, geïmprobeerdis, zal dezelve voor vernietigd worden gehouden, zonder dat daar tegen eemg verzet zijn zal. _ • 24.' Indien eene ter herziening overgezondene Sententie,, door de Hooge Militaire Vierichaar, om de tweede of derdereden i bij het gemelde 26. Articul opgegeven, geïmprobeerd is, zullen direct, na het terug ontvangen derftukken, de defeden moeten worden geredresfeerd, en door een nieuwe Krijgsraad, in die zaak, op nieuw worden gevonnisd, zo als in goede Justitie verftaan zal te behoren. 2< Indien die nieuwe Krijgsraads Sententie, weder valt in^ de termen dat dezelve, aan de herziening onderworpen is , zal dezelve, tot dat einde, weder aan de Hooge Militaire Vierfchaar, moeten worden overgezonden. a.6: Wanneer en zo dra de Krijgsraad kennis bekoomt, dat de Hooge Militaire Vierfchaar eene ter herziening overgezonden zaak, om de vierde of laatste reden in 't meergemelde 26 Articul van het voorige tweede Capittel, opgegeeven, bij evocatie aan zich heeft getrokken , zal de Auditeur Militair moeten bezorgen , dat door den befchuldigden,. voor hem en twee Commisfarisfen worde gepasfeerd eene Procuratie, op zodanig een Procureur, als hij, ter zijn er defenfie zal verkiezen; dat die Procuratie, ten fpoedigften aan dien Procureur, worde toegezonden, en dat daarvan,, aan 's Land3 Fiscaal, kennis worde gegeven. 27. Alle Vonnisfen aan de Hooge Vierfchaar overgezonden, en met approbatie terug gezonden, zullen door den Krijgsraad, zo fpoedig mooglijk, ter executie gelegd moeten worden» a8- AUe:  C w > 28. Alle Vonnisfen van de Guarnifoens Krijgsraaden i waarin condèmnatie tot een ftraf, minder dan de hier voor opgenoemde geëischt en gevallen is, zullen niet ter herziening behoeven overgezonden te worden; ten waare de misdaad uit zijn aart, eene der opgenoemde ftraffen ten gevolge zoude moeten hebben, zo als hier voor Art. 21 gezegdis. 29. Alle zodanige Vonnisfen, die aan geene herziening van de Hooge Vierfchaar onderworpen zijn, zullen direct Executabel weezen , en zo dra mogelijk geëxecuteerd moeten worden. 30. Voor dat een Vonnis van de Hooge Militaire Vierfchaar ter Executie wordt gefteld, zal hetzelve in de Vergadering dier Vierfchaar, ten bijweeze van den Fiscaal, met opene Deuren aan den Gecondemneerden worden voorgeleezen en gepronunciëerd. 31. Bij de openbaare Executie van zulk een Vonnis zal de Drosfaard dier Vierfchaar adfifteeren, en zorge moeten dragen, dat de ftraf overeenkomftig met de Sententie worde geëxecuteerd. 32. Voor dat een Vonnis van een Guarnifoens-Krijgsraad, ter Executie wordt gelegd, zal hetzelve door den Auditeur, in den Krijgsraad met opene Deuren gepronunciëerd, en aan den Gecondemneerden voorgeleezen moeten worden, 33. Indien het Vonnis op de Guarnifoens Parade of een andere openbaare plaats zal moeten worden ter Executie gefteld, zal ook het Vonnis, aldaar door den Auditeur, of door den Provoost, ten aanhooren van een iegelijk, geleezen moeten worden. 34. Alle lijfftraffelijke Executiën of Sententiën door de Guarnifoens-Krijgsraaden gewezen, zullen gefchieden ten overftaan van Commisfarisfen, daartoe door den Krijgsraad benoemd, welke zullen moeten zorge dragen, dat de gede. cerneerde ftraf,. naar de letter der Sententie ter Executie worde gefteld. R.2 3.5. Wan-  c m > Wanneer eene Sententie, waarbij een Misdadige doör de Hjögë Miïitare Vierfchaar ter Dood verwezen is, door dtê, Vierfchaar moet wórden-geëxecuteerd, zal ten minften V;er-t ï-nvintig üureu voor de Executie, de Dood aan den ("ecnnde.mi.-erdm Worden aangezegd door den Fiscaal, geSrifdherd met den Griffier dier Vierfchaar. W?nneer een Dood Vonnis door een GuarnifoensKtïjgsraad mjet worden geëxecuteerd, zal de aanzegging des Doods,- op g?h"ke tijd en wijze aan den Gecondemneerden gefenieuen, door twee Officieren Commisfarisfen,' geadfifteerd met den Auditeur Militair des Guarnifoens. 37. Van dien tijd af aan, en vervolgens , zal bij den Gecondemneerden worden toegelaten een Leeraar van die Kerkgemeenfehap, waartoe hij behoort, ten ware hij iemand van een andere Gezintheidmogte verkefen, zullende in dezen, volkomen naar zijne keuze kunnen en moeten gehandeld worden. 38. Wanneer iemand zit onder de befehuldiging vnn een Misdaad, waar op vermoedelijk de Doo i ftraf zal volgen, zal ook indien zulks door hem begeert word, na voltrokken verhoor, van tijd tot tijd bij hem worden toegelaten een Leeraar van zulk een Gezindheid, als hij zal verkiezen. 39. Het Vertegenwoordigend Lichaam, behoud aan zich de faculteit, om dit Reglement te ampliëeren, te expliceren en te veranderen, zo en in dier voege, als hetzelve zal menen te behooren. En op dat niemand hier van eenige onwetenheid zoude kunnen voorwenden, gelast het voorn'. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haage, den 26 Junij 1790. . Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was gep.i^pheerd) A. W. HOETH, Vt, (Ontierfli-nd) ' Ter Ordonnantie van Hetzelve, ' (was getekend) C. G. H U L T M A N.  C 133 ) PUBLICATIE ÏLJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, de noodzaaklijkheid, dat het Bataaffche Volk worde gerus'-gefteld en onderricht, zo wel van de gehechtheid van deszelfs Vertegenwoordigers aan de Staatsregeling, als ook van de fnoode aanflagen van verfchillende parthijëu , op deze tegenwoordige Conftitutioneele orde van zaken, — befloten en verordend heeft, dit Bewind aantefchrijyen en te gelasten, om ten fpoedigften, ter kennis van het Bataaffche Volk te brengen de navolgende PROCLAMATIE. Het Vertegenwoordigend Lichaam aan het Bataaffche Volk. BATAVEN! Het was aan de list en het goud van Engeland gelukt, om de bijna afgetreden Wapenen, tegen de Vrijheid der Volken weder te doen opvatten; Europa's Dwingelanden deeden hunne Legers door Horden van Barbaaren verfterkt, en door Barbaaren aangevoerd, tegen uwe Franfche Geallieerden , en het door hen vrij gemaakt Italiën, met vernieuwde krachten aanrukken. Het geluk niet altijd de rechtvaardigfte zaak verzeilende, fcheen naauwlijks voor weinige ogenblikken, de Banieren der Vrijheid, geduurende de tegenwoordigen Veldtocht, te ontwijken, of wij, herdenkende uwen wil bij het 68 Art. van de grondbeginselen uwer Staatsregeling, uitgedrukt, en S over-  overtuigd, dat, in voor en tegenfpoed de belangen der Frairfche en van deze Republiek altijd dezelfde zijn, beiloten op voordragt van het Uitvoerend Bewind, de Landmacht van dezen Staat te vermeerderen; de gewapende Burgermagt, dat groote Bolwerk uwer Vrijheid en onafhangelijkheid, fpoedig daar te {tellen; en eindelijk alle zodanige maatregelen in werking te doen brengen, als, naast de hulp eener alles beflurende Voorzienigheid, gefchiktfcheenen om U, voor uwe Bondge,nooten nuttig en bij uwe Vijanden geducht te doen worden. Maar nauwlijks waren deze maatregelen verordend, nauwRjks wierden dezelve door liet Uitvoerend Bewind in het werk gefteld, of verfchillende parthijën ftaaken in onderfcheiden oorden des Lands het misdadig hoofd weder op, verfpreiden tijdingen en geruchten ,- zo kwaadaardig uitgedacht als ligtvaardig geloofd; verontrusten de gemoederen der Braaven onder U, poogden middelen, tot verdediging uwer Grenzen en Kusten aangewend, listig te doen dienen, om den ftandaart van twist, en ware het mogelijk, die van oproer, alomme te planten; die middelen krachteloos te maken, en aan een deugdzaam Volk alle vertrouwen op zijne Vertegenwoordigers en Beftuurers te ontnemen. Bataven! kunnen de Voorftanders der Dwingelandij; de Aanhangers van het vernietigd Aristocratisch Oranje-Beftuur ja! kunnen uwe gezwooren Vijanden, de Engelfchen, wel beter, wel groter Vrienden dan dezen hebben- De wenfchen en pogingen dier onverlaaten, wier misdaaden, alleen om dat zij in het duister woelden, tot dus verre ongeftraft bleeven, zagen wij verdubbelen, toen het Engelsen Gouvernement, trots en opentlijk aankondigden, dat.ih.zijne Havens eenen aanval op uwen grond wierd voorbereid. Nu wierden de rampen, die lichtzinnigheid of zwakheid zich  C 135 ) zich van zulk eene onderneeming voorftelden, als zeker en met de zwartfte kleuren afgefchilderd, uwe eigen krachten verkleint, of als niets geacht en befpot; Britfche Roversbenden , die wel eer uwen grond, zonder te durven ftrijden, lafhartig ontvloden, als onverwinlijk afgemaald, de terugkomst van Oranjen voorfpeld; Uwe Vertegenwoordigers uk ongetrouwe Dienaars der Staatswet, als Dwingelanden uitgekreeten, en hetgeheele Volk in hen gelasterd en gefchonden: Terwijl men eindelijk, en wel voornamentlijk, zedert de jongfte gebeurtenisfen in Frankrijk voorgevallen, de goede trouw onzer Bondgenooten, ten opzigte uwer onaf hallgelijkheid, zo ongerijmd als lasterlijk poogde te doen verdenken. Dit alles heefeten gevolge, — en waarom zouden wij het verbergen? dat bij veelen onzer brave Landgenooten alle geestdrift, zonder welke geen Gemeenebest kan beftaan, word uitgedoofd: dat minkundigen aan het behoud des Vaderlands, bijna, beginnen te wanhopen: dat het openbaar credit, waar van de toekomst zo veel goeds voorfpelde, en het welk met zo veele opofferingen ftaande gehouden was, begint te wankelen ; En dat alle parthijën zich van de tegenwoordige omftandigheden, van de leugenachtige geruchten , door haar zelfs uitgeftrooid, van de woelingen, door haar zelfs aangericht, listig pogen te bedienen, om de Conftitutioneele orde van zaken om te keeren, en uwe Vrijheid en Welvaart te verwoesten. Zo werd het misnoegen een wapen in de hand van allen, die niet het Vaderland, maar zich zeiven bedoelen; hier zien wij het aankweeken door hen, die niet dulden kunnen, dat hunne geboorte hen niet langer het openbaar gezag, bij uitfluicing, in handen geeft, die dan eens listig vleijende, ten einde de Staatsregeling, naar hunne trotfche oogmerken te doen buigen; dan weder lasterende, om hunne geS 2 waan-  C I3 fgoo, ƒ450, /4oo, ƒ350» f300, ƒ250, ƒ200, ƒ150, en fioo, en daar van alzo afgegeven worden Nationaale Schuld-brieven met de daartoe behoorende Coupons, in conformiteit der hierbij gevoegde Obligatien en Coupons fub Litt. U. en C. terwijl van de gebrokene fommen der oude Brieften provifioneele Recipisfen zullen worden uitgegeven, volgens den inhoud van het Recipis lub La. D , welken, na den geheelen afloop der Converfie, gecombineerd tot een of meer der hier vooren bepaalde fommen, zullen worden geconverteerd, ten ware de Houders mogten verkiezen, eenige kleine Effecten  C 141 ) tot een der bovengemelde fommen te combineeren, en daarvoor eene Obligatie te neemen, hetwelk hun volkomen zal vrijftaan; zo als mede aan Houders van Effecten beneden de ƒ100, of van gebrokene fommen boven de ƒ100, de vrijheid wordt gelaten, om deeze Effecten, metfuppletie van het ontbreekende, met contante penningen , tot een der evengemelde ronde fommen te brengen , van welk een en ander behoorlijke aantekening en verandwoording zal moeten gefchieden. VIII. Dat de nieuwe Nationaale Schuld-Brieven zullen worden gedrukt op een met eenen afzonderlijken Stempel gezegeld Papier , ten einde de echtheid der Obligatien aan de daarbij Belanghebbenden te verzekeren; zullende de Houders der Effecten gelibereerd zijn, om, bij de Verwisfeling en Ontvangst der Nieuwe Schuld-Brieven, het recht op het Zegel, of eenige andere Ongelden, te moeten betaalen; maar zullen dezelven aan hun zonder Onkosten worden ter hand gefteld. IX. Dat de Coupons der Nationaale Schuld-Brieven, fchoon betaalbaar ter Nationaale Thefauiie, na derzeiver verfchijndagen, bij alle Ontvangers en Comptabelen in betaaling van alle Lasten en Impofiticn zullen aangenomen worden. X. Dat ter beter naarkoming van het voorenftaande Articul. A. De Collecteurs, Gaarders, Schatbeurders, of zij die met de invordering van zodanige Lasten of Gemeene Lands-Iukomften, zijn gechargeerd, als ter betaaling der Intresfen zullen worden geaffecteerd, zullen ver. plicht zijn, de ten hunnen Comptoire ter Verwisfeling aangeboden wordende verfchenen Intrest-Coupons aan te neemen en te verwisfelen uit de ten hunnen Comptoire ontvangen wordende Gelden, boven de in gezeg-» T de  C *42 } de Lasten gefourneerd wordende Coupons, zonder voor deeze Verwisfeling eenige beneficie te mogen vorderen of aan te neemen, op poene van het contrarie bevindende van derzeiver Ambten of Bedieningen te zullen worden ontzet. B. De Collecteurs, Gaarders, Schatbeurders, en in 't generaal alle zodanige Perfoonen, welken niet den Ontvangst van 's Lands Lasten zijn gechargeerd, niet zullen vermoogen eenige Coupons aantenemen of te ontvangen, 't zij in voldoening van 'sLands Lasten, of bij verwisfeling, ten zij dezelven door den Uitgeever eigenhandig in dorfo zijn getekend. XI. Dat de uittegevene Obligatien door drie Leden van de Nationaale Rekenkamer zullen worden getekend; terwijl onder fpeciaal toevoorzicht van dezelven deze Obligatien zullen worden geregistreerd, entegen intrekking der Oude Schuld-Brieven worden afgegeven; zullende deze voor, noemde Oude Schuld-Brieven, ten overftaan van eene Commisfie uit de Nationaale Rekenkamer, worden verbrand. — En eindelijk: XII. Dat de uittegevene Coupons door zodanig Perfoon of Perfoonen, als door het Uitvoerend Bewind daartoe zal of zullen worden gequalificeerd, zullen worden getekend. pijnde bij deeze Wet tevens gearrefteerd de navolgende Bijlaagen: Litt. A. Ik Ondergetekende woonende te verklaar e voor mij zelfs (of-pro¬ curatie hebbende van . . . .) (of in qualiteit als . . .) te zijn wettige Bezitter van de hierna gefpecificeerde Obligatie (of Obligatien.) f (Alhier volgt de fpecificatie van de Obligatie of Obligatien , waaromtrend in acht genomen moet worden optegeeven: i; De  C 143 ) 1. De Negotiatie, uit welke deeze Obligatie of Obligatien is of zijn gefproten. a. Het No. of de Nos. van dezelve 3. Of in Blanco, of op wiens naam is of zijn ftaande. 4. Hoe groot in Capitaal. 5. Tegen welken Intrest, en 6. Op welken tijd de Intrest vervalt.) Met belofte om daarvan, des gerequireerd wordende , alle mooglijke bewijzen te produceeren ƒ en voorts mij onderwerpende aan alle zodanige ftraffen, als welken ik zal ver* ■diend hebben, bij aldien ik bevonden word geen wettig Bezitter voer mij zelfs (of in bovengenoemde qualiteit) van dit EffecJ (of deze Effeclen) te zijn. Ten teken der Waarheid heb ik deze eigenhandig onder* ttkend binnen Jen Litt. B. G ELTKHEID, VRTHEID. BATAAFSGHE REPUBLIEK NATIONAALE SCHULD. Ik Agent van Financien der Bataaffche Republiek, als daartoe door het Uitvoerend Bewind, bij deszelfs Beftuit van den genomen ingevolge Decreet van het V'.rtegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, van den daar te vooren/pedaal geauthorifeerd, bekenne te hebben ontvangen van NOTA. De Coupons z;jn de Sum™a vtf/ï fpruitende uit de betaalbaar ter Na- Schulden van den Staat, ingevolge en overT 3 eet*-  C 144 ) tïonaale Thefaurie, eenkomftig de Staatsregeling verwisfeld en open worden op den eemn tenpaarigen voet gebragt; zullende van VGrvsitiju, in alle 7 n . p „v / betaalingen van "e voorje/trevene Jomme Jaarlijks op Coupons Lasten en Impofi worden betaald Renten tegen ten tien aangenomen- honderd • ingegaan met den eerften deezer ™*J£*-*% MaaUd' En verklaar ik Agent voornoemd , in naam des Bulaaffchen Volks, deeze SchuldBrief te zipi een wettig gedeelte der Nationaale Schuld , verbindende , zo voor de Hoofdfom, als Jaarlijkfche Renten, alle de Inkomften der Bataaffche Republiek, en fpeciaal de getrouwe naarkommg van het verordende bij Art. 205, 206 en 207. der Eerfte Afdeeling van den 6den Titul der A&e van Staatsregeling. Gedaan in den Haag, onder mijne Handtekening, den Het Jaar der Bataaffche Vrijheid. Na Examinatie is deeze geregistreerd bij het Bureau van Qonverfie der Staatsfchulden, Folio zijnde hier bij afgegeven Coupons a f van primo tot primo ingeftoten Getekend door In den Haag, den Het Jaar der Bataaffche Vrijheid. In kennisje van mij. De Commisfarisfen der Nationaale Rekening, ingevolge fpeciaalen last van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Uegta. fol. Volks, gezien hebbende den voorenftaanden Na-  C 145 ) Naiionaalen Schuld-Brief, verklccrcn lij deze, dat dezelve voer eene Ca/fiutaU Sunma van rentende tegen ten Honderd in het Jaar , is geregistreerd, in het Register der Nationaale Schulden. En hebben wij dezen onder de Handtekening van drie onzer Medeleden doen uitgeeft». In den Haag den Het Jaar der Bataaffche Vrijheide Litt. C. COUPON No. Op primo zal ter Nationaale Thefaurie, tegen intrekking dezes, worden betaald de fomma van guldens voor één Jaar Intrest d per Ct. van een Obli¬ gatie groot in Capitaal guldens, ten laste der Bataaf¬ fche Republiek, en zal deze, op en na den vervaltijd, op alle Lands Comptoiren in betaling van alle Lasten en Impojitien worden aangenomen. Litt. D. " ; No. VRTHEID, GELTKHEID. Fo. RECEPISSE ƒ Van Obligatie tegen . . . . ten Honderd in het Jaar, /fruitende uit de Verwisfeling van alle Oude Staat s-Schulden, ingevolge Tit. 6. Art. 202. der Staatsregeling van het Bataaffche Volk. Ontvangen bij mij Ondergetekenden Chef van het Bureau ter Verwisfeling der Oude Staats-Schulden van de fomma van waarvoor, na afloop der Con* T 3 yer/ie,  C Hó } verfie, en gecombineerd met anderen, ten minften ten beloopt van Een Honderd Guldens, gepasfeerd en aan toonder deezes afgegeven zullen worden Obligatien met Coupons, op Naam of in Blanco, ten laste van de Bataaffche Republiek, tegen den bovengemelden Intrest van ten Hon¬ derd in het Jaar, zonder eenige kortinge hoegenaamd, mids deze Recepisfe weder overleverende. A&um in den Haag, den En alzo de uitvoering der bovenftaande Wet, door het Vertegenwoordigend Lichaam, ingevolge de Staatsregeling aan dit Bewind is opgedraagen, hebben wij, na rijpe overweging , goedgevonden de wijze daar van, door de navolgende bepaalingen, nader te regelen, en alzoo: i. Den Agent van Financien, Isaac Jan Alexander. Gogel , meer fpeciaal met de voorfchrevene uitvoering te belasten; wordende dierhalven aan elk en een ieder, wien zulks mogt aangaan, wel uitdruklijk aanbevolen, om alle zodanige orders te reipeéteeren, als in het vervolg, door welgemelden onzen Agent, overeenkomftig den inhoud der Wet, mogten worden gegeven, en wel fpeciaal om alle kracht en waarde te hechten aan deszelfs tekening, onder de nieuw aftegevene Obligatien , geftempeld, zullende worden gefteld, en nader bekrachtigd door de fchriftlijke handtekening van den Burger Arend Cornelis van Vloten, Chef van het Bureau ter Verwisfeling der Oude Staats-Schulden, onder de registrature bij het voorfchreven Bureau zullende gevonden worden. a. Tot ondertekening der Recepisfen, fub La. D. vermeld , den bevoorens gemelden Chef de Bureau A. C. van Vloten mede te qualificeeren. - 3. De tekening der Coupons, bij'de Obligatien gevoegd, ïn 't algemeen optedragen aan alle de Geëmploijeerden bij * het  C H7 O het Agentfchap van Finantiëir, zullende de Naanun <\ danigen, welken van tijd tot tijd daartoe door den A« n zit leu worden gecommitteerd, in tijcis bij het doen oer hkrna te vermeldene Advertentiën worden publiek gemaakt .4- Den voornoemden Agent te gelasten, om de Aantekeningen, Brandmerken van Weeskamers enz. welken op de oude Effecten mogten gevonden worden, ter voldoening aan het 6de Articul der Wet, op de nieuwen wederom te doen Hellen, en door deszelfs Secretaris te doen authentifeeren 5. Denzelven mede te gelasten, om drie Maanden bevoorens, en zulks m drie termijnen van Maand tot Maand, inde Nieuwspapieren te doen adverteeren welke Effecten doorhem drie Maanden na de eerfte Advertentie zullen worden eeconverteerd: wordende aan alle Houders van Effecten bij deze aangekondigd, dat deze Advertentiën van dezelfde kracht en waarde zullen moeten gehouden worden , als of dezelven door dit Bewind bij Pnbhcatie waren gefchied; mitsgaders, dat de Nalaatigen of Onwilligen, om aan de daarbij gedane oproepingen te voldoen, onderhevig zullen zijn aan depcenaliteit bij Articul 4. der Wet vastgeiteld. 6. Alle zodanigen echter, welken door wettige verhinderingen in de onmooglijkheid mogten zijn gebragt, om zich bij tijds te fifteeren, de vrijheid te laaten, om zich met bewijzen daar van bij welgemelden Agent te vervoegen, dewelke alsdan, op deze verzoeken, na bevind van zaken, zal disponeeren, onverminderd elks recht tot beklag, indien hii bij zodanige dispofitie vermeende benadeeld te zijn c £",P£n. Agent te Sasten, om de Intresfen, op de oude Schuld-Brieven vervallen, te doen aanbetalen tot den eerften Dag der Maand, waarin de Converfie gefchiedt. 8. Denzelven te beveelen, om geene Oblig'atiën te converteeren, dan na dat alvorens de Ontvanger van het Conptoir, waarop de Intresfen gewoonlijk Zijn aanbetaald geworden,  C 148 ) den, daarop zal hebben aangetekend, dat dezelven conform zijn met de onder hem berustende Registers van 'zodanige Negotiatie, waartoe de te converteeren Obligatie behoort, en eindelijk: 9. De Finantiëele Commisfien in de voormalige Gewesten provifioneel te audiorifeeren en te qualificeeren, om de Effecten, waar van de Converfie is aangekondigd, van de Ingezetenen, onder hun resfort behoorende, overteneemen, dezelven aan het Bureau ter Converfie overtezenden, van waar de nieuwe Schuld-Brieven binnen ééne Maand zullen moeten te rug gezonden worden, en door de voorfchrevene Commisfien kost- en fchadeloos aan de Eigenaars of Rechthebbenden ter hand gefield. Dienvolgcnds gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme, waar zulks behoort. In den Haag, den 25 Julij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) B E S I E R, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (Was getekend) C. G. H U L T M A N. GELTKHEID) V R ¥ HEID. ADVERTENTIE. De Agent van Finantien der Bataafsche Republiek adverteert, uit krachte van de Magt aan hem bij de bovenftaande Publicatie verleend, dat aan het Bureau ter Verwisfeling der Staats-Schulden, in de Maanden October, No- vem-  vember, December en Januarij aanftaande „ fflet de Converfie der volgende Obligatien of Schuld-Brieven een aan. vang zal worden gemaakt, als: In de Maand Octobbr en Volgende. Alle RECEPISSEN en ORDONNANTIËN, fpruitendo uit de zogenaamde LEGERLASTEN over den Jaare 1794. en waar van de Houders reeds nu, of in "t vervolg, ingevolge deszelfs Advertentie van den iften Julij 1.1., behoorlijke aangifte hebben gedaan ter bekoming der aan hun, bij Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den giften Maij 1.1., toegeftane Obligatien, Lijf-renten en Intrest Recepisfen. In November. De Negotiatie, ten behoeve van het voormaalig Gewestvan STAD en LANDE, onder Guarantie van Hun Hoog Mogenden, ten Comptoire-Generaal van de Unie gedaan, van den Jaare 1702 tot 1714 inclufive; rentende 3 pro Cent. De Negotiatien, in de Jaaren 1707 en 1708 ten behoeve der GENERALITEIT gedaan \ rentende 3 pro Cent. De Negotiatien, door het voormalig Ge west FRIESLAND, ingevolge Refolutie van de Staaten van hetzelve Gewest, de datis 23 Oétober 1770, 16 Maart 1771 en 4 April 1782, gedaan; allen rentende 3 pro Cent. De Negotiatie, ten behoeve der voormalige ADMIRALITEIT in ZEELAND, ingevolge Refolutie van den December 1758, ten Comptoire Vlisfingen gedaan; rentende 3 pro Cent. De Renten onder den naam van NIEUWE RENTEN» V ge-  C *5o 3 geaffecteerd ten laste der zogenaamde Beden in het voormalig Gewest BATAAFSCH BRABAND, welken, ingevolge de Permisfie van den Gewezenen Raad van Staaten de dato 14 Januarij 1757, ZIÏP genegotieerd;r rentende 3 pro Cent. De Obligatien , fpruitende uit de to6de en 107^ LICHTING, door het voormalig Gewest ZEELAND, ingevolge dieswegens genomene Refolutien van 1 September en 30 Ocfober 1704, gedaan; rentende 3 pro Cent. De Obligatien, bekend onder den naam van PENSIOEN OBLIGATIEN, ingevolge Refolutie van het voormalig Committé tot de algemeene Zaaken van het Bondgenootfchap te Lande, de dato 14 Maart 1706, uitgegeven; rentende. 3 pro Cent. In December. Alle de RECEPISSEN fpruitende uit de HEFFING VAN: AGT pro Cent. van elks inkomen, over de geheele Bataaffche Republiek, gedecreteerd bij de Nationaale Vergadering, reprefenteerende het Volk van Nederland, den $den December 1797; rentende 3 pro Cent, De Negotiatie, ten behoeve der voormalige ADMIRALITEIT in FRIESLAND, ten Comptoire Harlingen, ingevolge Refolutie van den \%dtn December 1784 gedaan;, rentende 3 pro Cent. In jANUARIJi Alle de RECEPISSEN fpruitende uit de HEFFING bij ANTICIPATIE gearrefteerd bij de Nationaale Vergadering in dato 6 Julij 1797, ten Comptoire Generaal alhier in den Haag gefourneerd; rentende 3 pro Cent. Alle  ( I5i.) Alle de Geriegotieerde Capitaalen ten laste vati het voormalig Gewest DRENTHE; lopende tegen den Intrest van 3 pro Cent. Alle de Obligatien en Recepisfen ten laste van het voormalig Gewest STAD en LANDE, en welken insgelijks tot den Intrest van 3 pro Cent. nog loopende zijn. Wordende dierhalven de Houders der Obligatien, in de drie laatfte Maanden hier boven gemeld, opgeroepen om, na alvorens zich ter liquidatie der Intresfen, tot den Eerften der maand, waar in de zodanigen zullen worden geconverteerd, bij de refpective Ontvangers, alwaar dezelven betaalbaar zijn, te hebben aangemeld, — (als wanneer daar op tevens ingevolge de bovenftaande Publicatie, de behoorlijke annotatie zal gefchieden,) voorfchrevene hunne Obligatien, naar het voorfchrift der Wet, te doen converteeren. Ter Ordonnantie van voornoemden Agent. T. C. DE B O R D E f. V P U.  PUBLICATIE llTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, D^ct te weien : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat in de tegenwoordige omftandigheden, de dienst van den Lande, de Voerlieden, Wagenaars, en derzeiverKnegts, ogenblikkelijk kan vereisfchen, en de minste vertraging in dezen de nadeligfte gevolgen te weeg brengen, Dat ieder Lid der Maatfchappij verplicht is, die Maatfchappij , tegen eene behoorlijke fchadeloosftelling, ten dienste te ftaan; Dat het van't uiterfte aanbelang is, dat de beraamde maatregelen tegen den Vijand niet worden tegengegaan of vertraagd door den onwil vanzulken, welker dienst men noodzaaklijk behoeft tot de daarftelling dier maatregelen. Dat de redenen tot het nemen van maatregelen tegen onwillige Schippers, Visfchers, Lootslieden, en hunne Knegts , in allen deele toepasfelijk zijn op Voerlieden, Wagenaars, en hunne Knegts; Befloten en verordend heeft: Dat de Publicatie van den 4 Julij 1798, houdendepoenaliteiten tegen Schippers, Visfchers, Lootslieden, en hunne Knegts welke onwillig zijn, op Requifitie van Gemeente-Beftuuren, Municipaiiteiten of Bevelvoerende Officieren, den Lande ten dien-  C 153 ) dienlïe te ftaan, zal toepasfelijk gemaakt worden op Voerlieden, Wagenaars, en derzeiver Knegft; zo dat deze op dezelfde wijze, tegen behoorlijke fchadeloosfteUing., tot .den dienst van den Lande worden verplicht, "en ingeval van onwilligheid of dilai aan dezelfde poenaliteiten onderworpen; zullende ook als dan, op dezelfde wijze, tegen hen 'worden geprocedeerd. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag, den 8 Augustus 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheercf) B E S I E R, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMA N. MIS" V3  C ) MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . „ . rpen gevolge Beiluit van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek van den 10 deezer, dient deze om Ulieden aan te fchrijven en op Ulieder verantwoordelijkheid te gelasten, om onder Ulieder resfort de nodige orders te ftellen, dat ingevalle de Vijand inderdaad eene Landing op eenig gedeelte der Kusten van deze Republiek mogte ondernemen, als dan dadelijk alle Paarden zonder onderfeheid, welke zich binnen den omtrek van vier uuren, van de plaats der Landing naar binnen Lands worden vervoerd, en in zekerheid gebragt, met waarfchuwing aan de Ingezete ■ nen, dat zij zich zeiven zullen te wijten hebben, indien zij door eenig verzuim in dezen, of hunne Paarden door het Vijandelijk geweld verhezen, of zich verdagt maken, van den Vijandin de hand gewerkt te hebben, en als verraders van hun Vaderland.befchouwd te worden, met verdere last om te zorgen, dat de alzo agteruit en in veiligheid gebragte Paarden, en de daar bij behoorende Perfonen zo veel mogelijk tmder dak gebragt en verzorgd worden. HEIL en BROED ER SCHAP1 A. v. B O E L E N S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA. Secrtt. Leeuwarden den 14 Augustus 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. P U-  C i55 J PUBLICATIE U"et Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling, voorgefchreven overwoogen hebbende; Dat, weliswaar, de redenen fteeds blijven lübfifteeren„ om welke gfeene; aanwerving van Manfchappen voor vreemde Vaartuigen binnen deeze Republiek behoort te gefchieden, zonder dat vooraf daartoe zij verzogt en geobtineerd de uitdruk j kelijke en fchriftelijke permisüe van de des gerechtigde Macht, volgens bepalingen vOrvat in het Placaat der Staaten Generaal in der tijd, van den 9 Oef ober 1795; Doch ook, dat, tot gerief der Commerciëerende Ingezetenen en bevordering van derzeiver belangen, de kosten, op zodanige werving, en het vragen en verkrijgen van de daar toe benodigde permisfie,. vallende, naar billijkheid behoren te worden gemodereerd ;•- Befloten en verordend heeft:- 1. Dat, ingevolge en met inhsefie van het voorf. Placaat der Staaten Generaal in der tijd, van den 9 October 1795, waar bij het verlenen van Permisüe tot aanwerving van Manfchappen ten dienfte van vreemde Koopvaardijfcheepen aan het Committé tot de zaken van de Marine is gedemandeerd geworden, daar toe ook aan geene andere Collegien, maar alleenlijk aan den Agent der Marine, of wel aan de refpective Commisfarisfen-Directeurs of Commisfarisfen in de Departementen der Marine, Request zal worden gepraefenteerd; 2. Dat voor het verlenen derzeiver permisfie, bij de Departementen der Marine, voortaan, boven en behalven de gewone drie guldens en drie fiuivers per Man, ten behoeve van het Fonds voor de Oude en Arme Zeelieden, niet meer zal  ( 156" ) zal mogen worden gerekend, dan de kosten van het deswegens te praefenteeren Request en van het daar toe vereischte Zegel; en 3. Dat de Waterfchouten der Steden daar de meergemelde permisfien worden verleend, niet meer voor het montant der" aangenomene Manfchappén zullen genieten, dan tien ftuhers per Man, en boven dien twee guldens voor de gehele Rolle van het KoopvaardijTchip of Vaartuig voor het welk die aanwerving is toegedaan. Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Inden Hage , den 14 Augustus 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd. B E S I E R, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. H U L T M A N. p u-  c '5? ; PUB LICATIE JLJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche ; Republiek, Dpet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgejleld, overwogen hebbende: Dat het aan hetzelve is gebleken, dat ten opzichte van het waar verftand der Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van 31 Januarij 1799» wegens een verbod tegen zulke Ventjagers, welke in Steden en op 't Platte Land, met Koopgoederen rond loopen, en geene inwoonders dezer Republiek zijn, verfchillende begrippen plaats hebben3 de noodzaaklijkheid mitsdien vereischt, dezen aangaande de welmeening aan het Vertegenwoordigend Lichaam nader aan den dag te leggen, en ter kennisfe van den Volke te brengen; Dat het ten dien opzichte voornamentlijk aankomt op de vraag, wie, of welke Perfoonen, men door Ingezetenen of Inwoonders van de Bataaffche Republiek, in tegenoverftelling van Vreemdelingen, hebbe te verftaan; en datoverzulks door een juifte beandwoording van dezelve, ten eenemaale moeten ophouden alle twijfelingen, omtrent het recht verftand der hier vorengemelde Publicatie, in dato den 31 Januarij laatstleden; Dat bij het 50 Art. der Burgerlijke en Staatkundige Grondregulen, voorde Acte van Staatsregeling geplaatst, uitdrukkelijk is bepaald, dat de Maatfchappij alle Vreemdelingen, die de Vrijheid vreedzaam wenfehen te genieten, in haar midden ontvangt, en aan dezelve alle zekerheid en befcherming verleend; Dat bij de tocpasfing van hetgem. 50 Art. moet worden in het oog gehouden, aan de eene zijde, dat het algemeen belang van het Bataaffche Volk., hetwelk bij de Acte van Staats-W rc-  C 153 ) regeling'boven alles is bedoeld, door de admisiie van Vreemdelingen, niet behoort te worden benadeeld, maar ook aan den anderen kant, dat, zonder te handelen tegens de daarbij zo; uitdrukkelijke gemanifesteerde intentie van het gemelde Volk, aan de zodanigen die van elders komen, om ergens binnen deze Republiek hun.Domicihum te kiezen, de Inwoning niet kan worden geweigerd, mits dezelve zich naar de vigerende wetten gedragen, en zich aan alle reëele en perfoneele Lasten, dqor de reipcctive Burgers en Ingezetenen aldaar wordende opgebragt, naar evenredigheid van derzeiver vermogens onderwerpen, als mede duidelijke blijken geven van hunne gezindheid, om zich op zodanige plaatien, met de woon te blijven onthouden, en eindelijk nog (des gevergd wordende) voldoende bewijzen van hun onbefproken gedrag in hunne vorige Woonplaatfen, produceerende; Dat, daar bij de Staatsregeling flechts eene distinctie word gemaakt, tusfehen die Burgers of Ingezetenen dezer Republiek , welke in de Stemregisters der onderfcheidene Gemeen* tens zijnde aangeteekend, alzo mede hunnen invloed op het Beftuur der Maatfchappij uitoffenen, mitsgaders eventueel op Ambten, Bedieningen of Penfioenen, aanfpraak kunnen maken, en tusfehen de overige Inwoonders van dit Gemeenebest, overzulks ook geen Plaatfelijk Burgerrecht, of de verkrijging van hetzelve, bij koop of anderzints volgens de gronden onzer Conftitutie kan worden geadmitteerd. Dat des onaangezien buiten alle bedenking is, dat aan zodanige Ingezetenen van deze Republiek, welke geene Stemgerechtigde Burgers zijn, de gelegenheid niet behoort-te worden benomen, om zodanig eerlijk bedrijf of kostwinning uitteoeffenen, als dezelve zullen verkiezen. Dat eindelijk 'er eene nadere voorziening behoort te gefchie^ den, ten opzichte van de Declaratoiren of Certificaten, die, ingevolge de voorfchreve Publicatie, aan ieder Ingezetenen de-  C 159 > dezer Republiek, welke eenige goederen naar elders zoude willen koop te dragen, moeten worden verleend, ten einde alle misbruiken, die niettegenftaande de daar bij gemanifesteerde allezints heilzame intentie van het Vertegenwoordigend Lighaam hieromtrent hebben plaats gègrepen, in het vervolg voor te komen, en langs dien weg, ook zo veel mogelijk aan het deswegens gemanifesteerd verlangen der Ingezetenen te beantwoorden; ~~ belloten en verordend heeft, tot wegneming van alle twijffelingen en bedenkingen, die omtrend het waar vermand der voorfchreve Publicatie van het Uitvoerend Bewind, in dato den 31 Januarij dezes Jaars, betreffende de zogenaamde Ventjagerij zijn ontilaan, vast te ftellen: Euftelijk i dat aan geene Perfonen van buiten deze Republiek inkomende, door de reipective Municipaiiteiten eenige Declaratoiren tot de eindens bij de evengedagte Publicatie bepaald', zullen mogen wurden afgegeven - <^
    dat zij tot het bereiken der oogmerken deezer Wet vervaardig zullen medewerken ; alles boven en behalven, dat de geenen welke bevonden zullen worden het oogmerk gehad tehebben, om de voorfchreeve Speciën uit te voeren naar eenige plaatfen, alwaar Magazijnen voor Buitenlandfche Rekening worden aangelegd, of anderzins ten gebruike van den" Vijand, naar gelang der omftandigheden, met confinement, aan den Lijve, ja zelfs met den Dood, zullen worden geftraft. Dienvolgens gelast-het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden af gekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag 5 den 23 Augustus 1799-. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (•was geparapheerdj F. ERMERINS, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. PU-  ( m ) PUBLICATIE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek; Heil en Broederfckap ! Niemant, voorzeker, die flegts eenigzins met de gefteldheid des Vaderlands bekend is, kan in twijffel trekken, dat vooral in deze tijden het algemeen belang dringend vordert, dat het Uitvoerend Bewind, gelast met de verzorging van al het geen tot verdediging des Vaderlands en ongefchonden bewaring van deszelfs Vrijheid en dierbaare Panden verftrekkenkan, ten fpoedigfr.cn worde in ftaat gefteld, om, zonder vreeze voor eenige ftremming, de daar toe benoodigde maatregelen te nemen en te doen in werking brengen. Even ontwijffelbaar is het, dat, ten dien einde, 's LandsKasfe zodanig behoort te worden geftijft, en van de noodige Penningen voorzien, dat uit dezelve onafgebroken' de vereischt wordende betaalïngen, vooral opzichtelijk tot de behoeften van 's Lands Verdedigers, kunnen plaats hebben, enalzo de grootfte hinder en belemmering, welke anderzins den richtigen loop der zaken zo gemakkelijk , tot onherftelbare" fchade, zou ftuiten en tegenhouden, worde afgeweerd of te boven gekomen. Het was tot bereiking van dit heilzaam oogmerk, dat, bij het uitfchrijven eener buitengewone Geldhefling op de Inkomften, den 30 November 1798, het Vertegenwoordigend Lichaam oordeelde teffens eene Heffing van vier ten honderd der Eigendommen, bij voorbetaling op de evengemelde, te moeten uitfchrijven; van welke vier ten honderd, nu, bereids de drie eerste termijnen vervallen zijn, en het vierde of laatste termijn eerlang mede ftaat te veroilen. Y 3 Doch  C 178 ) Doch alzo de thans plaats hebbende omftandigheden noodr zaaldijk maaken, dat oogenblikkelijk, en zonder den tijd van dat laatste termijn te kunnen afwachten, 's Lands Kasfe van Penningen worde voorzien, tot de buitengewone uitgaven welke onvermijdelijk geworden zijn: ZOO IS HET, dat het Uitvoerend Bewind, hier toe door het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, gemachtigd , de Ingezetenen de^ zer Republiek uitnodigt, om het door hen in het gemelde vierde of laatste termijn der Heffing van vier ten honderd verfchuldigde, voor het expireeren van hetzelve termijn, aan den Lande op te brengen en te furneeren; zullende alle Ingezetenen , welke dit hun verfchuldigde voor het bewuste termijn zullen voldoen, mits hetzelve in comptante fpecien of in Beleenbankgeld betalende, daar voor genieten eene pnemie van een ten honderd 's maands van hun aldus opgebragte, te rekenen van den tijd van hun gedaan furnisfement tot den vervaldag van het meergemelde termijn , zodanig nochtans, dat de alzo te anticiperen fomme niet zal excedeeren het beloop van vier millioenen Guldens. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag, den 23 Augustus 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. ERMERIN S, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HÜLTMAN. PU-  PUBLICATIE T_Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te viecten : Dat, offchoon, blijkens deszelfs Proclamatie vau den 23 dezer Maand, door het Wetgevend Lichaam aan hetzelve is opgedragen de Macht, om niet alleen boven en bebalvcn die Burgers, welke uit de geënregiftreerden tot het voeren der Wapenen reeds zijn opgeroepen, mede dadelijk in aftiven dienst te ftellen de overige van de Opgefchrevenen, het Uitvoerend Bewind nochtans vermeend heeft hier van voor als nog geen gebruik te moeten maken, aangezien de edele zucht ter verdediging van het Vaderland zich, als van ouds, nu wederom in vollen luister vertoont, daar de Wapenrust met een luiden kreet van onderfcheidene Plaatfen opgaat, en veeIe brave Burgers, die nog niet zijn opgeroepen, ja waar onder verfcheide zijn die volgens de Wet niet hebben moeten worden opgefchreven, als om flrijd zich aanbieden om het Vaderland in het tegenwoordig gevaar bij te fpringen, emmer hunnen gewapenden vuist daar heenen te fnellen, waar 's Vijands aanvallen het geweldigfte woeden. Dat het Uitvoerend Bewind het verdoven van dat Vrijheids» vuur als eene der hoogiïe misdaaden tegen den Staat zou aanmerken, te meer daar het herdenken aan de gruweldaaden, welke door hen, die thans als Vrienden en Verlosfers met vleierij en onder fchoonfchijnende beloften zich voordoen, nog maar over weinige jaaren op onzen Vaderlandfchen grond zijn gepleegd, den Bataaffchen Burger billijk moet aanvuuren om met alle kracht zulke laffe wreedaarts te beïïrïjden, die, te kleinmoedig om tegen dé dappere Verdedigers der Fran-  C 180 ) Franfche Vrijheid pal te ftaan, bij eene fchandelijke vlucht de weerlooze Bataaffche Burgers, ja zelfs Oranjes lievelingen, van have en goed, door Brandftichting en Plundering, onder het bedrijven van nog gruwelijker misdaden, beroofden. ZOO IS HET, dat het Uitvoerend Bewind heeft befloten: dat zullen worden uitgenodigd, gelijk uitgenodigd worden bij dezen, alle Bataafiche Burgers, welke in ftaat zijn om de Wapenen te voeren, en als nog niet ter organifatie tot den adiven dienst in de onderfcheidene Corpfen zijn ingefchreven of opgeroepen, om ter verdediging van het Vaderland de Wapenen tegen den algemeenen Vijand en ter beveiliging van de inwendige rust optevatten, zo lange het Vaderland in gevaar zal wezen. Dat allen den geenen , welke met dezen ijver zijn bezield, wordt toegezegd, overeenkomftig het Reglement voor de Gewapende Burgermacht, van den 7 Maij 1799, dezelfde behandeling en verzorging, als, naar de verfchillende omftandigheden , volgens de Wet, den Gewapenden Burger toekomt. Dat ook die tijd, welke zij als Vrijwilligers onder de Burgerwapening zullen hebben gediend, hun zal worden toege.-' rekend, en in mindering zal verftrekken van die Jaren welke zij daar na volgens de Wet mogten verplicht zijn te dienen. Dat ten einde deze Vrijwillige aangifte met ordre gefchiede, aan alle Plaatfelijke of Gemeente-Beftuuren wordt gelast, het zij Collegialiter, het zij door Commisfarisfen uit hun midden, op te neemen, wie der Ingezetenen onder hun Resfort, genegen zijn, om als Vrijwilligers de Wapenen te voeren, onder de Gewapende Burgers, invoegen voorfchreven, en daar  C 181 ) •daar toe, op denzelfden dag, waar op deze zal worden gepubliceerd, tijd en plaatfe te bepalen, uiterlijk binnen 24 uuren na de afkondiging dezes, waar op die vrijwillige Burgers zich zullen kunnen aangeeven. Dat, geduurende den tijd van 8 dagen, daaglijks tot die aangifte zal worden gevaceerd. Dat de Lijsten deezer aangifte om de twee dagen aan den Collonel in het Departement, waar onder het Plaatfelijk of Gemeente-Beftuur behoort, zullen moeten worden bezorgd. Dat de Collonels, refpecfivelijk, met den meesten fpoed aan het Uitvoerend Bewind zullen kennis geven van het getal der Vrijwilligers, welke zich op deonderfcheidene Plaatfen van de Departementen, daar zij onder behooren, hebben aangegeven, op dat als dan met kennis van zaken door het Uitvoerend Bewind zodanig worde befloten, als bevonden zal worden te behooren. Wijders gelast het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in de Vergadering van 't Uitvoerend Bewind, in den Haag, den 25 Augustus 1790. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparajjheerd) F. ERMERINS, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (Was getekend) C. G. HULTMAN. Z PU  C 182 ) PUB LICATIE TLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek ,. Heil en tïroederjchap! Alzo bij het it Articul der Proclamatie van den 23 dezer maand, uit krachte van het Decreet van het Vertegenwoor» digend Lichaam des Bataaffchen Volks, van denzelfden dag, het Uitvoerend Bewind is geauthorifeerd geworden tot het. verklaaren, des nood, van Steden, Plaatfen en Districten,, in flaat van Beleg, en het voeren van oppertoezicht en bevel over de Plaaden, welke zich in zodanig geval zouden bevinden :. ZOO IS HET, dat hetzelve Bewind heeft nodig geoordeeld, nu voor als dan, de nodige fchikkingen en bepalingen, omtrent het beleid der Justitie binnen zulke, in ftaat van Beleg verklaarde Plaatfen, te beramen en vast te ftellen, en mitsdien deswegens te arresteeren het navolgende REGLEMENT. Art. 1. Eerflelijk zullen door den Militairen Officier het Commando voerende , kunnen worden gefteld in ftaat van beleg alle zodanige befloten Steden, Vestingen en Fortificatiën, welke werkelijk door den Vijand worden aangevallen of bedreigd, en tegens denzelven moeten verdeedigd worden;, waar van als dan door denzelven Officier zal moeten worden kennis gegeven aan de Municipaliteit, welke daarvan daadlijk bij Publicatie zal doen kennis geven aan de Ingezetenen , en Bericht zenden aan het Departementaal Beftuur. a. Ten tweeden, worden de Departementaale Beftuuren bij deezen gequalificeerd, om, met overleg van den Com- mis-  C x83 ; TOisfaris van het Uitvoerend Bewind, in ftaat van beleg te verklaaren, alle zodaanige Gemeenten, Districten, Ringen, of eenig grooter of kleinder gedeelte van hun Departement, als onverhoeds door den Vijand mogt worden aangetast of bedreigd, of ook, waar in, al is het niet dat 'er een Vijandelijke aanval van buiten wordt gedreigd, nogthans inwendig zodaanige oproerige beweegingen of tegenftreving aan de Geconftitueerde Machten van Politie of Justitie mogt plaats hebben, welke niet gemakkelijk door dezelve plaatièlijke Politie of Justitie kon worden geftuit óf uit den weg geruimd. 3. In dit geval zal het Departementaal Beftuur zulks daadlijk, in zodaanige Plaats of District, Ring of andere ftreek, welke in ftaat van beleg word verklaard, op de best mooglijke wijze doen afkondigen, en daar van almede, zonder verwijl, kennis geven aan het Uitvoerend Bewind, als mede aan den commandeerenden Officier, in hun Departement, of wanneer dezelve mogt zijn afgefneeden, als dan aan den eerften commandeerenden Officier, binnen het bereik zijnde. 4. In het geval van Art. 1. word door den commandeerenden Officier van de belegerde of bedreigde Plaats, en in het geval van Art. 2, door den commandeerenden Officier in het Departement, of die daar van , invoegen voorfchreeven , kennis bekomt, daadlijkbenoemt een of meer Militaire Rechtbanken , om onderzoek te doen en regt te fpreeken in alle oproerige beweegingen. 5. Elke zodanige Rechtbank zal moeten beftaan uit vijf Leden , zo veel mooglijk gecompofeerd uit onderfcheiden rangen , zodanig echter, dat de minfte rang daar in geadmitteert zal mogen zijn die van Corporaal, en dat de commandeerende Officier van het Guarnifoen geen Lid van dezelve Rechtbank zal mogen zijn. 6. De Leden der Rechtbank zullen moeten worden geno4nen uit de ondericheideu Nationaale Corpfen, inde Plaats, Z 2, waar  C 184 } waar de Rechtbank gehouden wordt, m Guarnifoen zijnde,, daar onder ook begreepen de Gewapende Burgermacht, en geenzins uit eenige andere Corpfen, niet tot de Nationaale Troepen behoorende. 7. In alle de gevallen, waar in een of meer der Leden verhindert wordt zijn Post bij de Rechtbank waar te neemen, zal daadlijk door den commandeerenden Officier van het Guarnizoen een ander in zijn plaats worden benoemt. 8. De Rechtbank zal geadfisteert zijn door den Auditeur Militair van het Guarnizoen, of door die, welke des Auditeurs functie waarneemt, en wanneer 'er geen Auditeur of fungeerende Auditeur gevonden wordt, zal een ander Perfoon door de voorfz. Rechtbank, moeten worden benoemd, om als Auditeur te fungeeren. 9. Deze Rechtbank fpreekt regt over alle oproerige bewegingen binnen het resfort, waar overzij is aangefteld, voorvallende , het zij dezelve door Militaire of door Burgerlijke Perfoonen mogten wezen begaan, zonder eenig onderfeheid; en worden voor oproerige beweegingen ten dezen gehouden, alle zodanige daaden, als worden opgenoemd bij het 9. Articul van de Proclamatie, van den 23 Augustus laatstleden', naamlijk zig te verzetten tegen een Geconftitueerde Macht, Gewapenderhand of op eenigerlei manier, — het aanheffen van Oproerkreeten, — dragen of uitfteeken van Tekenen of Seinen, — kleppen van Klokken, — aanfteeken van Vuuren, het houden van verboden Zamenrottingen; — alle verboden Wapening, — het overlopen tot den Vijand, — of het ftaan in Verftandhouding met denzelven, — het opvatten van Wapens tot onderfteuning van denzelven, — alle Plundering, of aanvoering tot Plundering of andere zoortgelijke daaden van openbaar geweld, ftrekkende tot verftoring van de gemeene veiligheid; —— dog zal de voorfchreeven Rechtbank zig niet mogen mengen in eenige andere zakeiv, niet  ( r*5 ) niet diredlelijk tot dc publicque rust en zekerheid behoorende. 10. Ten opzigte van de manier van procedceren, wordt gevolgd de ftijl en gewoonte, bij de Guamizoens Krijgsraaden tot hier toe in gebruik; egrer zodanig, dat daar in moet in acht genomen worden, zo veel fpoed, als maar éenigzints met het goed verftïthd der zaake en met de zorg, dat geen onfchuldige gecondemneert wordende, bellaanbaar is. 11. De Vonnisfen zullen moeten worden geweezen, hetzij op confesfie van den befchuldigde, het zij op voldoende en genoegzaame bewijs, van twee beëedigde, onzijdige en overëenftemmende Getuigen, welke den befchuldigden, duidelijk de misdaad hebben zien plegen; of ook van een zodanig getuige, geiïerkt met zulke kragtige van elders blijkende omftandigheden tot het gepleegde misdrijf, en de wijze van dien, regtftreeks betrekking hebbende, (lat aan de waarheid van de befchuldiging, bij geen moogiijkheid kan worden getwijffeldi 12. Over alle zulke befchuldigingen als hier vooren bij Art. 9. zijn opgenoemd, en welke door den befchuldigden erkend, of invoegen als bij Articul 11. is voorgefchreeven, volkomen beweezen zijn, word den befchuldigden met de Dood geftraft. 13. De Vonnisfen, het zij 0^ confesfie, het zij op bewijs, geveld , worden binnen 24 uuren, op de gewoone wijze bij de Militaire gebruikelijk, geëxecuteerd, zonder aan eenig appél of ander hooger Beroep, of ook aan eenig approbatie , onderworpen te zijn. 14. De geconftitueerde Machten, zo Politicque als Juftitiëele, zullen aan de gemelde Rechtbanken moeten verlenen alle nodige hulp en adfifientie, bijzonder ook door het lenen van bunnen Suppoosten, zo veel die eenigzins bij hun geheel of ten deele kunnen gemist worden, en door de gemelde Rechtbanken, in redelijkheid worden gevordert. Z 3 15. De  C i8tf ) 15, De Commisfaris van het Uitvoerend Bewind, bij het Beftuur van dat Departement, binnen hetwelk een of meer Militaire Rechtbanken zijn opgerigt, zal bij elke zodanige Rechtbank aanftellen een bekwaam Perfoon, geen Militair zijnde, om mede als Commisfaris van dit Bewind toe te zien , dat dit Reglement behoorlijk worde nagekomen, en over het geen hem voorkomt, daar tegen aan te loopen, aan dit Bewind kennis te geven. 16. Dezelve zal mogen, en zo veel doenlijk moeten tegenwoordig zijn, bij de deliberatiën van de Regtbank, en bij alle Verhooren der Getuigen of Befchuldigden. Hij zal echter zig in die deliberatiën of Verhooren niet mogen inmengen, en vooral zig geen invloed op de uitfpraak van de Regtbank mogen aanmatigen, maar van alles wat hem voorkomt, dat eenige voorziening van dit Bewind zoude verëisfchen, daadtijk aan het zelve verflag doen, zonder dat nogthans de zaken daarom zullen mogen worden opgehouden of gefurcheerd. Gelastende dienvolgens het Uitvoerend Bewind, aan alle Officieren en Jufticieren, en die het verder zou mogen aangaan, elk in den hunnen de nodige zorge te dragen, dat dit Reglement ftiptelijk worde achtervolgd en naargekomen; met verderen last, dat deze zal worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 28 Aug. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. ERMER1N S, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMA N. P U-  C 187 ) PUBLICATIE I-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek Doet te weeten; . Dat het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat bij het marcheren van Militaire Troupes behoort gezorgd te worden, dat aan de eene zijde door het weigeren van de nodige Karren of Wagens, tot Transport van Bagagie, door de Ingezetenen geen oponthoud aan den marsch der Troupes van den Staat kan worden veroorzaakt, en de afgematte Militair op zijne Rustplaats behoorlijk Logement en Verkwikking, kan bekomen, cn aan de andere zijde de Ingezetenen met geen onbepaalde of onredelijke afvorderingen door de Militaire Troupes kunnun worden gefexeerd; Beiloten en verordend heeft, vast te ftellen het navolgende REGLEMENT, waar naar de Troupes van den Staat , zo te Voet als te Paard, marcherende over en op den Bodem van de Republiek, zich precijelijk zullen hebben te gedragen. Art. 1. Commisfarisfen van Oorlog, of zodanige Officieren der Armée, die met het uitgeven van Marsch-Ordres zijn gechargeerd, zullen aan de Gemeente-Beftuuren van zodani. ge Steden of Dorpen, alwaar Militaire Corpfen of Detachementen, ingevolge Marschroute, rust zullen houden, in* Cantonneering of Guarnifoen komen, ten fpoedigfte daarvan behoorlijke aanfchrijving moeten doen, met benaaming der Commandanten van zodanige Corpfen, en opgave van de* fterkte  C 188 ) fterkte der Manfchappen en Paarden, die daartoe behooren, alsmede van het getal Karren en Wagens die rot voortzetting van den marsch door voornoemde Beftuuren zullen moeten geleverd worden. - 2. Op deze aanfchrijving zullen de Gemeente-Beftuuren da.lelijk en zonder eenig verwijl den nodige zorg dragen, dat de Troupes bij hun arrivement en zonder daarvoor eenig Logiesgeld te betaalen, worden gehuisvest, het zij bij de Ingezetenen, of in daartoe gefchikte Gebouwen; wanneer die van behoorlijke Fournitures tot de legging, alsmede van Keukegereedfchappen zijn voorzien, en niet meer dan twee Man mogen gerekend worden-voor iedere Fourniture, wanneer ook door de Gemeente-Beftuuren voor Brandftof en Licht zal worden gezorgd, voor zo verre daarin van 's Lands wege, bij aanbefteeding, niet is voorzien. 3. De Gemeente Beftuuren zullen bij het Inquartieren der Troupes, de Billetten daartoe zelve niet uitgeven, maar die allen, met een Lijst der Quartieren, waarvan zij een Duplicaat zullen houden, overgeven aan den Commandeerenden Officier van het binnen gemarcheerde Corps, en bij 't opmaken of bepaalen der Quartieren, zo veel mooglijk in 't oog houden., dat deri last daarvan niet te zeer den minvermogende treffe, maar die integendeel, naar aanleiding van ieders huisfelijke omftandigheden verdeelen en toezien; dat, voor zo veel door gegoede Ingezetenen, de bij haargeinquartierdeMilitairen , bij andere Burgers worden befteed, (waarmede den Militair zich moet te vreden houden) deeze echter aldaar van behoorlijke legging en al dat noodige worden voorzien, 't welk bij dit Reglement is bepaald, zullende die Ingezetenen, welke de manfchappen van haar Quartier elders hefteden ,daar van fchriftelijk opgave moeten doen, zoo wel aan het Gemeente Beftuur, als aan den Commandant van het Corps — Zullen de Commandeerende Officier, op zijne verantwoordelijkheid  ïijkhcid verplicht zijn, terftond, na de-uitgifte der Biffietteft» van inkwartiering van zijne manfchappen die Billietten, welke hij minder heeft uitgegeven, aan "t Gemeente-Beduur te doen terugkomen. 4. Zoo lange van wegens het Gouvernement voor de Troupes, Vivres en Fouragie word uitgedeeld,, zullen geene Militairen op haare Rustplaatfen, of in Cantonnementen iets van de Gemeente-Beftuuren of Ingezetenen, ook niet daar zij in quartier leggen, zonder promte en - contante 'betaaling mogen vorderen, maar alles wat zij mogten begeeren of van noden hebben, ten redelijke prijze betaalen, niettemin zullen de Ingezetenen die Militairen in quartier hebben, aan dezelve Keukengereedfchappen en Brand, tot het gereed maaken der Spijzen moeten geven, en aan dezelve ook daartoe een gefchikte plaats aanwijzen, ingevalle de Troupes met geene mogelijkheid bij Ploegen op-eene of andere plaats voor haare fchaftiug hebben kunnen voorzien of een ieder hunner geen overeenkomst deswegens in zijn Quartier heeft kunnen treffen. 5. Voor zo verre op een of "ander rustplaats, of alwaar Troupes Cantonneereii of Guarnifoen houden, door de Entrepreneurs niet was voorzien, dat de uitdeeling van Vivres en Fourage aldaar, volgens derzeiver engagement konde ge1'chieden, zullen dé Gemeente-Beftuuren daarin ten koste en pericule van de Entrepreneurs voorzien, en aan de uitdeeling voldoen naar het Tarif achter dit Reglement, Sub Bijlage A. geplaatst, waartoe de Entrepreneurs zich hebben verbonden, waarvan de Gemeente-Beftuuren de Rekeningen aan het Gouvernement zullen inzenden, welke aan dezelve vrij van alle onkosten uit 's Lands Casfa zullen worden voldaan , en de Entrepreneurs op haare verrekeningen met den Lande zullen xvorden ingehouden. 6 Officieren, zullen mede bij hun arrivement behoorlijk en voor niet gehuisvest worden; doch alle hunne verteerinAa rin.  ( 19° ) ringen, mitsgaders die van hunne Knechts en Paarden voor hun vertrek, gehouden zijn zelfs te betaalen, niettemin za een Officier voor zijn perfoon voor ogtend, middag en avond eeten, niet meerder dan een derde van zijn Traftement, voorzo veel dat per dag bedraagd, van de Infanterie , Artillerie en Taagers , en voor een zesde van de Cavallene mogen in rekening gebragt worden, Wijnen andere Verteeringen, die zij boven en behalven een goede burgerlijke fchaftmg zouden willen maken, zullen zij ten genoege der Ingezetenen betaalen. 7 De benoodigdc Karren en Wagens, zullen voor de marcheerende Corpfen, door de Gemeente-Beftuuren wordengeleverd, volgens het Tarif achter dit Reglement Sub Bi]-1 laage B. geplaatst; welke door het Land volgens hier bij gemaakte bepaalingen, zullen worden betaald, en zal de Oommandeerende Officier van het Corps voor zo veel hij daarvan moei- hebben ontvangen of geëmploijëerd, volgens het hier achter ftaandemodel, Sub Bijlage C. afgeven een Reeuaan zodanig Gemeente-Beftuur, waar en zo wel het getal der Karren of Wagens, als den tijd, voor hoe lange of de uuren van "het trajeft, ftaan vermeld. 8. 'Er zullen geen Karren of Wagens, onder wat pretext het zoude mogen wezen, verder mogen worden medegenomen, dan ter plaatze, daar de Troupes van eenige plaatlen vertrokken zijnde, denzelfden avond zullen komen te vee nagten, ingevalle echter de Municipaliteit van zodanige Rustplaats, buiten de mogelijkheid mogte zijn, het benoodigd; aantal Karren of Wagens te leveren, en mogt konnen doen blijken , dathet benoodigd aantal Karren of Wagens zich onder hare Gemeente niet bevindt, zullen de Karren van de laatstvoorgaande • Rustplaats, voor zo veel hier aan mogten ontbreeken, de 1 roupes tot de naast gelegen plaats, alwaar zodanige Karren kunnen worden gezonden, helpen transporteeren, voor alhetweüteda Gemeente-Beftuuren, alwaarzodanige Troupes door pas- ieeren  C m ) feeren, zo wel als die der Rustplaatfcn zullen voorzien.,. na>> daartoe behoorlijk te zijn gepiaeadvertecrd. 9. Voor ieder Kar of Wagen, die, ingevolge het agterftaande Tarif, aan marcheerende Troupes. wordt geleverd zal door het Land betaald worden, vijf Guldens voor ieder dag marsch route, daar dezelve door de Troupes worden gebruikt, den dag gerekend tegen zes'uuren afftands; zullende;, voor ieder uur, dat de marsch-route verder is, een Gulden meer-, der door den Lande worden goedgedaan, mits dat zulks uit het Recu blijke; dan zodra de Corpfen van de vereischte Fourgons zullen zijn voorzien-, zullen geen Karren of Wagens aan het Land in rekening mogen gebragt worden. 10. Ingevalle onder approbatie van den Commandeerende Officier eenige Karren tot Tranfport van Vrouwen, Kinderen , boven en behalven het bepaald Tarif wierden verlangd, zullen deze ook door de Gemeente-Beftuuren kunnen worden, gegeven, mids. dadelijk door gemelde Commandanten voor de betaalinge daarvan worde gezorgd, op denzelfdcn voet en berekening,' als die voor den Lande goedgedaan worden, edoch in geen van beide gevallen zal voor het retour eenige betaaling gefchieden. 11. Geen gecommandeerd Volk zal zonder fchriftelijke ordre van den Commandeerende Officier vermogen te vorderen eenige Karren of Wagens, dan voor Contante betaalinge, gelijk mede aan geene Vrouwen of Kinderen behoeft gegeven te worden eeten of drinken, als betalende. 12. Op ieder dei- voorfz. Karren zal niet meer mogen worden geladen dan zeven honderd ponden gewigts, het zij aan Menfchen of Bagagie, en op een Wagen met meer dan negen honderd ponden. 13. Ingevalle de Officier, commandeerende de Troupes voornoemd, mogte weigeren, de verteering van hem of van ■zijn onderhebbendc Troupes te betaalen of' te doen betaalen Aa , eene geregelde Directie plaats hebbe, en niemand onkundig zij wat als dan te doen, hebben Wij beilotcn Ulieden aantefchrijven en te gelasten , gelijk gefchiedt bij dezen, om ten fpoedigften aan ons op te geven het getal der Gewapende Burgers in Ulieder Bedrijve, als mede van de Wapenen en de quantiteit der verdere Ammunitie bij dezelve voorhanden , of als nog ontbrekende, en Ulieden voorts op het ernftigfte aan te manen, om in gevalle de algemeene rust en veiligheid op de een of andere wijze geftoord of gedreigd wordt, de Gewapende Burgermacht in Ulieder Bedrijve te emploijeeren en daarvan ten allerfpoedigften aan ons kennis te geven, als mede indien in Ulieder Bedrijve gene of gene genoegzame Gewapende Macht beftaat, ten einde Wij in dat geval de vereischte fchikkingen tot on« derfteuning kunnen beramen. Heil én Broederschap! j. G. van WYCHGEL, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA. Secret. Leeuwarden den 1 Sept 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Bb PU-  C 198 ) PUBLICATIE t-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat bij het arrefteeren van de üeffing op de Inkomften met eene voorbetaling van vier ten honderd op de Bezittingen , bij Publicatie van den 30 November 1798, den Volke bekendgemaakt, fpeciaal ook in de bepaling van de onderfcheidene termijnen van betaling, is voorzien in een te kort berekend naar de destijds bekende behoeften van den Staat, terwijl de meest mogelijke bezuiniging, gevoegd bij een destijds niet onwaarfchijnlijken gunftigen keer der publieke zaaken, ten aanzien van ons Vaderland, eene gegronde hoop konden geven, om een klein gedeelte der opgebragte Penningen tot befhïjding der Staatsbehoeften voor een volgend jaar te gebruiken; Dat de dreigende houding van den natuurlijken en onverzoenbaaren Vijand van dit Gemeenebest reeds door verfcheidene maanden het confenteeren van buitengewone betalingen heeft gevorderd, op welke tijde van het arresteeren van vorengenoemde Heffing en voorbetaling, mitsgaders van de begroting der Staatsbehoeften voor dezen lopenden jaare, niet kon worden gedacht, en welke vervolgens, wilde men het Uitvoerend Bewind in flaat ftellen, om den naderenden flag met moed niet alleen, maar tevens met kragt te keeren, in de laatfte weeken met een nog aanzienlijker confent heeft moeten worden vermeerderd, het welkte weigeren, misdadig zoude geweest zijn ten aanzien der veiligheid van den Staat; Dat een dadelijke inval, de buitengewoone uitgaven, en voor het tegenswoordige en tot dat de Vijand gelukkiglijk en geheel zal ver-  C i99 ) verdreeven zijn, nog aanmerklijk vermeerdert, en alle even dringend maakt, zal men zich den gewenschten uitllagvan dc vereende pogingen en krachtdadige maatregelen mogen vooritellen, thans door het Beltuur aangewend, en door den Bataaffchen moed alomme zo wel onderflcund; Dat het in dezen, om onze onaf hanglijkheid, om de handhaving eener Staatsregeling, door den Volke zelve aangenomen, en door alle Beftuurders bezworen, om den zegenpraal van de beginfelen der groote Omwending van den jaare 1795, om het Goed, de Eer en het leven van allen, te doen is; Eindelijk, dat alle ftagnatie in de richtige beheering der Financiën , ten allen tijde zo gevaarlijk, thans volftrekt doodelijk zoude zijn, en dat, terwijl het best, naar aanleiding van de Heffing en vóorbetaalirtg, den 30 November 1798 gepubliceerd , in den actuëelen dringenden nood kan worden voorzien, het Vertegenwoordigend Lichaam, bij ieder rechtfchapen Bataaf, hoedanig zijne gevoelens omtrent Staatkundige onderwerpen bevorens geweest mogen zijn , mag vooronderstellen, dat alle ander gevoel voor de zucht zal wijken, om den Vaderlandfchen grond fpoedig van de Krijgsbenden eener Natie te zuiveren , even afgunflig van de Bataafiche nijverheid en voorfpoed, als onbeperkt in haare berekeningen van eigen en uitfluitende Commerciëele grootheid, cn dat dus alle pogingen ter Nationale verdediging bij een ieder van eene gulhartige medewerking zullen worden verzeld. Befloten en verordend beeft: Eerjldijk, Het furnisfement in het vierde of laatfte Termijn van de Heffing bij wijze van voorbetaling, den 30 November 179'! gepubliceerd, en het welke bepaald was te moeten gefchieden gedurende' de Maand Odtober aanflaande zal moeten gefchieden in en geheel zijn volbragt vóór het einde der thans lopende Maand, en zulks op den voet en wijze en onder de pcenaliteiten bij evengemelde Publicatie gemaakt. Bb 2 - Ten  C 200 ) Ten tweeden. Bij alteratie van het 30 Artikel'van voorfchre-ve Publicatie van den 30 November 179.8, en tot meerder gerief der Ingezetenen, zal het een ieder vrijftaan niet alleen om zijne furnisfementen zeiven of door anderen te doen, maar ook om te betalen daar, waar hij verkiest., zonder aan het Diftriét in het welk hij is gedomicilieerd gehouden te zi n. Ten derden. Aan dezulke welken zich beijveren, om aan hunne verpligting in dezen te voldoen, en de Kas met lpoedige furnisfementen te ftijven, mits zulks doende binnen den tijd van agt dagen na het arresteeren der Publicatie, in dat gedeelte der Bataaffche Republiek, het welk de voormalige Gewesten van Holland en Utrecht heeft uitgemaakt, of binnen derzeiver voormalige grenzen ligt ingefloten, en binnen den tijd van twaalf dagen, voor al het geen buiten deze grenzen gelegen is, tér meerder aanmoediging zal worden toegedaan, deze furnisfementen te doen, voor de eene helft in Contante Specie, en voor de wederhelft in Bataaffche Refcriptien en Coupons, vervallende den 22 dezer lopende maand, of wel voor dezidke welke verkiezen hunne furnisfementen geheel in Contante Specie te doen, onder korting van vijf ten honderd, op het te doen furnisfement, zo dat voor iedere vijf en negentig guldens, welke in voegen laatstgemeld worden opgebragt, eene Quitantie en Recipis van honderd guldens zal worden uitgegeven, en mindere fommen naar advenant. Zullende voorts inde Quitantien en Recipisfen, nauwkeurig moeten worden uitgedrukt de plaats, op welke het furnisfement is gefchied. Te» vierden, Ten einde die Ingezetenen, welke ingevolge en op den voet der uitnodiging van het Uitvoerend Bewind, bij deszelfs Publicatie van den 23 Augustus laatstleden, reeds. op het vierde termijn hebben geanticipeerd, en daar dooreen ondubbelzinnig blijk hunner opregte Vaderlandsliefde hebben gegeven, in de meerdere voordeden, ten dezen op een fpoedige opbrengst gefield, in eene billijke evenredigheid te doen dee- 1  ( -aoi ) deelen, word aan dezulken vrijgelaten, om even■ zo veel als door hen bereids is geanticipeerd, in Bataaffche Refcriptien en Coupons, Art. 3 vermeld te mogen furneeren, zullende tegen intrekking van de reeds afgegeven Quitantien, entegen furnisfement van eene gelijke of mindere fomme in Refcriptien en Coupons, voorliet geheel nieuwe Quitantien en Recipisfen, voor het nader gefurneerde worden afgegeven, welke zullen worden gefplist in zodanige fommen als de geen door wien het furnisfement gefchied verkiezen zal. Ten viifden, Aan het Uitvoerend Bewind word opgedragen, het maken van alle de vereischte fchikkingen tot de behoorlijke en onverwijlde executie van de in dezen genoniene maatregelen.. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort.. Gedaan in den Haag, den 2 Sept. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. E R M E R I N S, Vt. (Onderfond). Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G.HULTMAN, B b 3 MIS,  MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaarslijk Befluur van . . Ingevolge aanfchrijving van den Agent van Oorlog der Bataafiche Republiek van den 3 deezer, gevolgd op een den ade daar bevorens genomen beiluit bij het Uitvoerend Bewind, het welk daartoe is geauthorifeerd bij Decreet van het Vertegenwoordigend Liehihm van die zelfde datum, hebben Wij goedgevonden Ulieden aan te fchrijven, en te gelasten, gelijk gefchiedt bij deezen, om na ten emftigften een ieder geëxhorteerd te hebben om zich tot Corpfen te formeeren om de Armée te verfterken, en tegen den reeds gelanden Vijand op te trekken ingevolge Publicatie van het Uitvoerend Bewind van den 25 Aug. ï. 1., alle Burgers in Ulieder Bedrijve, welke tot October 1787 of na Januarij 1795 de Wapenen hebben gedragen, doch boven de Jaaren zijn om in de Termen van de Registratie te vallen, te requireeren, ten einde zich dadelijk tot Corpfen te formeeren, en zich de nodige Officieren bij meerderheid van ltemmen te verkiezen; voorts dezelve van de bij UI. voor handen zijnde Wapenen, zo verre toereikende, te voorzien, en aan Ons van het manqueerende zonder verwijl kennis te geven, — eindelijk die gene hunner, welke van Wapenen voorzien zijn, te noodzaken den Plaatfelijken Dienst tot maintien van rust en veiligheid waar te nemen, onder de orders van den Collonel van het Departement den Burger C. C. Emmerij te Groningen, en refpective Luietenants Collonels H. Beekkerk te Leeuwarden, & Salverda te Franeker, en M. Busch te Groningen, en de Majors G. Jurres te Leeuwarden, T. Gonggrijp te Sneek, en H. Tijmans te Groningen. Blijvende echter de zodanige, die bij de aanitaande Orga. ni-  C 203 5 tóÊjÜe zullen uitvallen, en als nog volgens de voorgaande Organifatie de Wapenen dragen , veipligt bij de als nog exterende Corpfen te verblijven, tot dat deze zullen worden ontbonden, wanneer de uitvallende zich onder de Corpfen tot den Plaaifelijken Dienst geformeerd , zullen moeten begeven. Hier door zullen zij, welke genegen zijn tegen den Buitenlandfchen Vijand te dienen, geleegenheid hebben om door daden hunne Vaderlandfche ijver aan den dag te leggen, overtuigd dat op eene andere wijze meede voor de binnenlandfche rust wordt gezorgd; en andere, die meede het hunne tot heil van het Vaderland willen contribueren, bezeffen, dat zij door den Plaatfelijken Dienst de goede orde kunnen helpen verzekeren. HEIL en BPvOEDERSCHAPl W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. Mi SALVERDA. Secret* Leeuwarden den 5 Sept. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. N O- .  C 204 ) NOTIFICATIE T-Jet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgeren, Heil en Broederfchap ! Alzo volgens een Befluit van het Uitvoerend Bewind de-zer Republiek het verlecnen van Paspoorten is overgedragen aan de Departementaale Beftuuren, voor zo verre zulks de Ingezetenen der refpective Departementen, en geene Vreemdelingen betreft, en daar door zijn gecesfeerd de qualificatien bevorens op de Municipaliteit der Stad Groningen, de Commisfie van Correspondentie te Winfchoten, en het Committé van Waakzaamheid in de-Oude-Pekel A tot het verlecnen van Buitenlandfche Paspoorten afgegeven. Zo is het, dat Wij daarvan bij dezen aan de Ingezetenen van dit Departement en verder aan ieder, wien het moge aangaan, kennis geven, als mede dat na Donderdag den iaden van deze lopende Maand, op geene andere plaatfen Paspoorten naar Buitenlandsch in dit Departement zullen worden afgegeven, dan ter Secretarie van Onze Vergadering, alwaar zich als dan een ieder ten dien einde met een behoorlijk Certificaat van het Gemeente-Beftuur zijner Woonplaats het zij in Perfoon of door iemand zijnent wege zal kunnen adresfeeren. Aldus gedaan in het Landhuis binnen Leeuwarden, Donderdag den 5 September 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A. Secr. PU-  C 205 ) PUBLICATIE J_|et Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorceichreeven, overwogende hebbende: Dat aan hetzelve zijnde voorgekomen, dat mettegenfta'ande iuccesfive Placaaten, opzichtelijk de Pranfche Emigranten en gedeporteerde Priesters geëmaneerd, zich echter noveen groot aantal derzelve op het Territoir deezer Republiek zou blijven onthouden, en alzoo het effect der daargeftelde Wetten fchijnen te ontduiken; het welk, uit aanmerking van den gemamfesteerden geest van zo veelen derzeïven in een tiid flap dat dit Gemeenebest Vijandelijk wordt aangevallen niet dan ten hoogften gevaarlijk kan worden befchouwd eu'eeni ge nadere voorziening en krachtiger mefuris noodig 'maken Dat, volgens het Alliantie-Tractaat tusfehen de Franfche en Bataaffche Republieken, Art 22-, is geftipuleerd d*t alhier geene zodanige Emigranten zullen worden gedoogd Dat dezulke, welke, tegen de duidelijke letter der fucces live Placaaten, zich thans alhier bevinden, en blijven ón houden, na verloop van den, bij dezen aan hun geaccor deerden termijn van vertrek, aan zich zeiven te verwijten zullen hebben die noodlottige gevolgen, welke, daaruit *e kerhjk zullen refultceren. ' Befloten en verordend heeft, dat alle Franfche Emigranten en gedeporteerde Priesters, welke, zonder met 3B van aanbeveehng van het Franseh Uitvoerend Bewind te z n voorzien, op Bataafsch Territoir, worden bevonden gegehouden zullen zijn binnen drie dagen, na de Publicatie dezes , m het Departement of de plaats, daar zij zich onthouden het zelve Territoir te verlaaten. Cc ownouaen,  ( 206* ) Dat ten einde deze zo heilzame als ernftige welmening te gewisfer effect forteere, de reip.ctive Departementaale en Gemeente Beftuuren, onder welker resfort zodanige Franfche Emigranten en gedeporteerde Priesters Zich mogten onthouden, daarenboven worden gelast* de zodanigen daar van dadelijk te informeeren, en te inthimeereii, om, zonder verwijl», daaraan, te voldoen. ; . En dat, om voor te komen dat de zodanige , welke uit hoofde van het geen voorfchreeven is, verplicht zullen zijn deeze Republiek te verlaten, op andere Plaatfen-, werwaards zij zich zouden moeten begeven, als Vagabonden of Heerlooze Knechten zouden kunnen worden befchouwd, aan zodanige Perfoonen een behoorlijk Pasport, in Commum forum, zal worden afgegeven, waarbij fpeciaal zal moeten worden uitgedrukt, dat zodanige Perfoon of Perfoonen , uit hoofde dezer geëmaneerde Publicatie, gehoorende tot de Clasfe van Franfche Emigranten of gedeporteerde Priesters» verplicht is geworden zijn tegenwoordig Domicihum m deze Republiek te verlaten, en voornemens is zich te begeven naar . Voorts dat, bij aldien eenig Franseh Emigrant of gedeporteerd Priester, in het voorfz. geval, verfeerende, na verloop van den gepraefigeerden tijd van drie dagen, 't zij in deszelfs voorige Woonplaats, 't zij op het Territoir dezer Republiek, mogt worden ontdekt of gevonden, of wel, na hetzelve te hebben verlaten, wederom'binnen dezelve mogt retourneeren, als dan de zodanige, welke van al 't voorfchreeve behoorlijke kennis dragen naar het Franseh Territoir zullen worden gebragt, en aldaar aan de eerfte Militaire Post zullen worden overgegeven, om naar de Wetten te kunnen worden geoordeeld. En eindelijk, dat dezulken, welke zouden mogen vermeenen «li* te vallen in de termen dezer Publicatie, onverlet  ( 20? ) let blijft, om na dat zij echter alvoorens aan den inhoud derzelve, door zich buiten het Territoir dezer Republiek te verwijderen , zullen hebben voldaan, indien zij redenen mogten hebben, om, niet tegenftaande zij van geene daadelijke aanbeveeling van het Franseh Uitvoerend Bewind mogten zijn voorzien , uit hoofde van andere motiven aanfpraak op de continuatie van hun verblijf binnen deze Republiek te kunnen maken, zich als dan daar over, 't zij aan het Verte* genwoordigend Lichaam, 't zij aan het Uitvoerend Bewind te adresfeeren, om, daarover, naar bevind van zaaken, te disponeeren. ' Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag., den 6 Sept. 1700. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapkeerd) F. ERMERINS, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve , (was getekend) C. G. HULTMAN. Cc a N0;  ( 208 ) NOTIFICATIE T-Tet Departementaal Beftuur van de - Eems aan alle deszelfs Medeburgeren,. Heil en Bruederfchap ! Alzo het Uitvoerend Bewind dezer Republiek heeft goedgevonden te bepalen, dat geene Vaart.hoegenaamd over de Zuiderzee zal worden toegelaten van Schepen voor bij Amfterdarn naar de. buitenzijde vaarende^ dan voorzien van een Paspoort van het Departementaal Beduur, waar de Schippers inladen, en teffens deze maatregel mede te extendeeren tot de Vaart uit het Departement van de Eems.. Zo is het, dat Wij zulks bij dezen brengen ter kennis van een ieder wien zulks aangaat, ten einde die geene, welke zich ter bekoming van het nodig Paspoort bij Ons willen Adresfeeren, zich vooraf kunnen voorzien van een legaal Certificaat, waar 'uit aan Ons kan geblijken, dat de Goederen welke Ingeladen worden niet voor den Vijand bedemd zijn. En op dat deze tot een ieders kennis kome, zal dezelve alomme-worden afgeleezen en aangeflagen ter plaatze, al. waar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Landhuis binnen Leeuwarden, Donderdag den 0 September 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beduur voorn. M. S- A L V E R D A. Secret. MI S-  C 209 ) MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . , ^Jpen gevolge de tegenswoordige tijdsom- ftandighedeu, en op fpeciaale aanvrage van de Lieutenant Collonel Pdcque. aan' wien het Commando in het voormalig Gewest Friesland is opgedragen, hebben Wij belloten Ulieden aantefchrijven en te gelasten, gelijk gefchiedt bij dezen, om de nodige orders te Hellen, dat de Gewapende Burgermacht in Ulieder District zodanig in gereedheid •worde gebragt, dat dezelve met de Artillerie en Ammunitie op de eerfte requifitie van gemelde Lieutenant Collonel, als onder welks Commando dezelve is gefteld, kan worden geëmploijeerd zoo tot dekking der Zeekusten, als tor bewaring van de Inwendige rust van liet voormalig Gewest Friesland, terwijl Wij Ulieden teffens Bij dezen informéren , dat ingevalle van zodanige uitmarsch zal worden genoten door een Officier .. daags 28 Stuivers, door een Onder-Officier .- . . 14 Stui¬ vers, door een Corporaal en Gewapend Burger ia Stuivers, en dat aan dezelve wijders al dat geene van Landswege zal worden verzorgd, het geen bij die gelegentheden. opzichtelijk de Nationale Troupes gebruikelijk is. HEIL en BROEDERSCHAP! W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A. S eer et., Leeuwarden den 9 September 1799. Het vijfde Jaar der (iataaf)che Vrijheid. Cc 3 P U-  ( aI } PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam vernomen hebbende, dat onderfcheidene Schippers, bijzonder zodanige welke dagelijks in de Havens van Medenblik, Hoorn en Enkhuizen, binnen lopen, aldaar Vleesch, Brood, Groenten, en andere Provifien, koopen, zich verftoutende om daar mede naar de Vijandelijke Vloot te zeilen; en dat zelfs onderfcheidene dier Schippers de religie der Officieren van Convoijen en Licenten te Enkhuizenen elders furpreneeren, met Paspoorten te vragen voor de Lemmer en dergelijke Havens, en echter, zo dra zij dezelve bekomen hebben, daar mede naar de Helder opzeilen- Ta dat onderfcheidene Ingezetenen dier Plaatfen hunnen plicht in zo verre verzaken, dat zij in de zogenoemde Streek de Groenten opkopen, welke dan vervolgens met Zeilfchuiten uit de Broekerhaven naar de Helder worden getransporteerd. En voorts, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende, dat het gedrag van zodanige Ingezetenen, die trouwloos genoeg zouden zijn, om den Vijand van noodwendigheden te willen voorzien, of op eemgerleij wijze in de hand te werken, en alzo de plichten aan het Vaderland verfchuldigd, op de fchandelijkfte wijze te verwaarloozen, de hoogfte verontwaardiging verdient, en door gepaste maatregelen behoort te worden beteugeld en te keer gegaan. Befloten en verordend heeft; Dat  C au ) Dat niemand, wie hij ook zoude nagels weezen, zal mogen voeren of doen voeren, t zij directehjk of indirectelijk, aan den Vijand, of ook naar eenige Steden, Havens of Plaatfen, welke hij in bezit zoude mogen hebben, eenige Viétualie, Ammunitie van Oorlog, of ook eemgerhiinde Waren, Koopmanfchappen, Mondhehoeftens, Geld of andere Goederen, van wat foort of qualiteit, zonder enige uitzondering; wordende daar en boven alle de Ingezetenen dezer Republiek wel expresfelijk verboden om met opgemelden Vijand eenige gemeenfchap of correspondentie te houden, 't zij in Perfoon, met Brieven of anderzins, % zij in het heimelijke of openbaar, alles op poene dat de Schepen, Paarden, Wagens, Karrenen Koopmanfchappen, welke daar toe zouden mogen worden gebruikt; zullen worden verbeurd verklaard, en dat daar en boven de Peifonen, welke zich tot het bovengemelde zouden laten gebruiken, of welke anderen daar toe tragten aantelporen, ,'tzij directelijk of indirectelijk, als aanhangers en begunftigersvan den gemeenen Vijand, aan den lijve, zelfs naar bevind van zaken, met den dood geftraft zullen worden; alles met inhsefle van vorige Wetten en Placaten, tegen zodanige ongeoorloofde en ftrafwaardige handelingen geëmaneerd. Zullende de voorzeide Goederen, welke ter zake voorfchreven mogten worden verbeurd verklaard,, worden geappliceerd; de eene helft ten profijte van den Aanbrenger eri de andere helft ten profijte van den Officier, die de executie doet, wordende bij deze alle Geconftitueerde Macirten, zo van de Juftitie als Politie, gelast, om aan derigtige executie, zo van ditBefluit, als van de Publicatie van den 2 3 Aug. 1.1., de hand te houden; met inthimatie dat de genen, welke worden overtuigd van de overtreding dief Wetten kennis te hebben gedragen, en daar tegen niet behoorlijk te hebben gevigileerd, even als de Misdadigers zelfs 3 na bevind van zaken, zullen worden geftraft. Dien-  < 212 J Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den n Sept. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (•was geparapheerd) F. ERMERINS, Vt. (Onderfiqnd) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. V U-  PUBLICATIE T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weetcn : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat door het vervroegen van den Opbrengst van het laatfte Termijn der voorbetaling op de Bezittingen, bij Publicatie van den 30 November 1798 geintroduceerd, het voor 's Lands Financien noodzaakelijk is, dat ook het onderzoek naar de richtige voldoening van ieders verfchuldigde in de Heffing op de Inkomften en in de evengemelde voorbetaling fpoediger worde aangevangen, dan bij die Publicatie was vastgefteld Als mede dat de aanbetaaling van alle de Termijnen dezer Heffing en Voorbetaling voor den 1 Ocfober eerstkomende moetende plaats hebben, het onderzoek daar van ook dadelijk zal moeten volgen. Belloten en verordend heeft, het 39 Articul der Publicatie van 30 November 1798, hier voren gemeld, in zo verre te altereeren, dat een ieder de Quitantien, in dat Art. vermeld, dadelijk met het begin van de eerstkomende maand Ocfober, en wel binnen de eerfte tien dagen van die maand aan de aldaar gementioneerde Commisfarisfen zal moeten overbrengen, welke daar van op het Quotifatie Billiet aantekening doen zullen, en naar bevindt dat iemand zich, zo in het Quotiferen als Furneren van zijnen plicht heeft gekweten, aan den zodanigen de bij dat Articul vermelde generaale Quitantie dadelijk afgeven, zullende deze Commisfarisfen verplicht zijn, direct- bij het ontfangen der meergem. Quitantien, het onderzoek derzelve aan te vangen, en daar mede zonder tusfchenDd po-  ( 214 > «ofine, en met achteriïelling van alle ander onderzoek, tot den einde toe voort to varen, alles ingevolge de meermaal* gemelde Publicatie van den 30 November 1798, welke vooi. het overige blijft in hare voUe kracht en vigeur. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind in naam van. het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 21 September 1799- Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A, F. R. E. v. HAERSOLTE, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) €. G. HULT M A N, PRO-.  C "5 ) P RO C LAMATIÉ B A T A A V E N! XTaderlandsliefde en pligt riepen u te Wa- pen, van het ogenblik af dat een trótfche Nabuur op uwe Kusten verfcheen, om, onder voorwendzcl van een omgeworpen Zetel weder opterichten, dit gelukkig. Land door zijne Benden te doen verwoesten, en uwen welvaart, zo menigmaal het voorwerp van zijnen nijd, zo dikwijls als verraderlijk door hem belaagd eh ondermijnd, op eenmaal •den doodileek te geven; — Uwe Akkers -te vernielen, uwe Dorpen te verbranden, uwe Steden uit te plunderen, uwe fchoonfte Streeken in Woestijnen en Waterpoelen te veranderen, uwe Vrienden en Broeders op de Slagtbank te brengen , of het overfchot, aan hunne woede en moordzucht ontfnapt, indien ftaat van fchrik en ellende te ftorten, dat hunne trotsheid , hun roofzucht en gouddorst , nooit iets meer van u of van uwe Nakomelingen te vreezen hebben — Vraagt het aan uwe rookende Dorpen, of dit niet de bedoeling is van hun die zich fchandelijk uwe Veiiosfers durven noemen; vraagt het aan die rampzaligen, die mishandelden berooft, hunne woede zijn ontvlugt. Ja! vraagt het aan U zeiven, en aan hun, die naar hunne aankomst verlangden, en nu reeds wreedaartig mishandeld zijn, en ziet met welke Bondgenooten zij uwe Gewesten: komen overftromen. —Groote God! moeten het dan Barbaren zijn, die noch'Krijgswetten noch menfchelijkheid eerbiedigen, die, in bloed en tranen zich baden, voor wien moord en Vroüwenfchennis een geoorloofd tijdverdrijf zijn, wier reeds op uwen groftd gepleegde gruwelen om wraak en vervolging roepen; — moeten deze den Godsdienst en Vrede m ons midden terug Dd 2 bren-  C 216- ) brengen? of moeten zij alleen de verfoeijelijke Staatkunde van eenen Britfchen Minister en de vervallen aanfpraken van een gewezen Stadhouder onderfteunen, om hem, over de bloedende Lijken der Ingezetenen, een weg te banen tot de opperheerfchappij over een verarmd en uitgeplunderd Havenvolk? Ja, Bataven, beeft! welke ook uwe denk- en handelwijze moge geweest zijn, welke aanfpraken gij op eene rechtvaardige en menfchelijke behandeling meent te kunnen maken , beeft voor uw aannaderend lot, indien het de Britfche en Rusfifche Krijgsbenden gelukken mogt den Vaderlandfchen grond te overmeesteren. Of zijt gij. de toneelen van afgrijsfelijkheid en vernieling vergeten, door de eerften aangericht toen zij vijfjaren geleden, onder dezelfde Vaanen vochten, en in moedwil, zo wel als in lafhartigheid, onderling om den prijs dongen? Of meent gij dat de laatfte immer dit Gewest zullen verlaten, dan beladen met den buit der Ingezetenen, met den vloek der mishandelden en met het gejammer en de tranen van allen ? Wij die gezwooren hebben het Vaderland te redden, of, met hetzelve, om te kohien, wij zullen onzen Eed geftand doen: maar al ware het, dat wij dien lafhartig vergeten en onzen plicht verraden konden, vleit uniet, verblinde en ontaarte Ingezetenen, dat uw lot dan minder verfchrikkelijk zou zijn, en dat gij alleen de ftaveruij zoudt te keeren hebben om de verdelging te ontgaan: de geesfel, die u tot den bloede toe kastijden, de fakkel die uwe Steden en Vlekken in den brand zetten, het Zwaard dat in uwe ingewanden wroeten moet, — zij zijn reeds op Britfche Schepen tot uovergebragt, en uw verderf is gezworen! Bataven! de nood des Vaderlands, de algemeene nood van al-  C 21? > allen en de dringendfte ftem van 't zelfbehoud, roepen u ta Wapen; veelen uwer volgden reeds deze geheiligde infpraak; zij ftreden voor de Vrijheid, en overwonnen; zij itreefden de dapperheid der geoeftendfte Krijgsbenden op zijde, en gaven het voorbeeld aan anderen; zij ondervonden het airede, dat de Slavenbenden, die men tegen hen aanvoert, nietverfchrikkelijk zijn voor den dapperen Bataaffchen Jongeling, maar alleen voor den magteloozen Ouderdom, voor de eer en het leven van de tedere weerlooze helft des Menschdoms. Veelen uwer ftreefden reeds vooruit op deeze glorievolle loopbaan , en 'ftaan naar geen anderen eernaam , dan dien van Redders, des Vaderlands, het welk hunne dienften nimmer vergeten of ondankbaar miskennen zal: volgt hunne voetftappen na, en laat uwe duizenden henen vliegen om onze dappere Krijgsbenden te verfterken, om den euwelmoed te ftraffen, en uwen geheiligden grond te zuiveren van het afgezonden rot, het welk plundering en moord in zijne banieren draagt. Bataven 1 indien wij vergeten zouden dat wij fpreken tot een braaf en moedig Volk, het welk nog die zelfde veerkracht ontwikkelen kan; die het voor twee Eeuwen de bewondering des Aardbodems maakte ; indien wij onderftellen konden, dat de dood voor het Vaderland u een verfchrikkelijk denkbeeld was; dan zouden wij u vraagen of u die dood meer welkom zijn zal, wanneer hij u weerloos, na duizend naamlooze angften doorgeftaan, na uwe gefchonden Vrouwen en Maagden vermoord te hebben gezien, of in 't midden der uwen, op de fpits van een Barbaarfchen Dolk, te gemoet zal treden? wij zouden U vragen, of gij niet, wanneer dit Land van ftap tot ftap verwoest, wanneer het deels de Vlammen, deels de Golven zal zijn ten prooi] gegeven, wanneer Dd 3 gij  ( 218 ) gij üw Vaderlijk Erf en Haai'dftede, door eene fchandelijke vlucht, zult verlaten hebben, wanneer het gejammer uwer Grijsaards-en Kinderen u zal omringen, en ellendeen verachting, erger dan duizend dooden, uw eenig erfgoed zal geworden zijn \ —• wij zouden u vraagen, of gij dan niet wanhoopig op het tegenwoordig oogenblik zult terug zien, of gij dan niet uw aanwezen zult vervloeken op het denk^ beeld,- dat eene krachtdadige, eene eendrachtige pooging, genoegzaam was , om het Vaderland te redden, en gij, voor eenige. weinige oogenblikken van gevaar, jaaren van roem en genot hadt kunnen koopen ï Vliegt dan te Wapen, Bataaffche Burgers! vervult, verfterkt en bezielt onze Legerbenden, onder het aanvoeren van moedige en ervaren Opperhoofden, aan de zijde van hun, die reeds geleerd hebben onze woeste Vijanden te overwinnen, zult gij de laatfte hand aan hunne verdelging helpen leggen; en dat eeuwig Opperwezen welks throon op geen wraak en moord gevestigd is, het welk zich geene altaarén wil doen ftichten door bloeddorst en heerschzugt, dat Opperwezen zal uwe poogingen zegenen , en de overwinning fchenken aan de Banieren der Vrijheid. Bataaffche Ouders het Vaderland eisch: van u de Jongelingen, waarin gij den fteun cn blijdfehap uwer klimmende jaaren aanfehouwt; hetciseht hen voor uwe, voor aller behoudenis, om den fchoonften plicht te vervullen, die, van den Sterveling, kan geëischt worden, en zich waardig tetoohenhet gefchenk des levens, 't wel!c zij van U ontfingen. Immers hebt gij hen met zo veel zorgen niet gekoesterd, gevormd en opgekweekt, op dat zij geduurig uwe fpeelpoppen en troetelkinderen van -weelde en voorfpoed zouden zijn : •weerhoudt dan hunnen ijver niet, om ten ftrijde te trekken; wak-  < m ) wakkert hunnen geestdrift op, —« zegt hun, dat zij voorn cn uwe behoudenis het zwaard opvatten; zegt hun dat gij liever op hunne lijkbusfen wilt weenen, dan om hunne fchan* de bloozen: zo' zullen zij, met eer en zegepalmen gekroond eens tot u wederkeer en, en het geredde Vaderland zal ook u onder zijne Verlosfers noemen. En het is ter bereiking dezer oogmerken, dat het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek befloten heeft,, alle Burgers en Ingezetenen , in Haat cm de Wapenen te dragen, op te roepen en uit te noodigen, zo als dezelve worden opgeroepen en uitgencodigd bij deze, om zich te begeeven in den dienst onder de Wapenen der Bataaffche Armée, en wel op de volgende voor-waarden: i. Dat aan alle zodanige, welke, op den gewoonen voet, onder de flaande Armée, zullen' diénst nemen, boven enbehalven het gewoone handgeld, van,zes Ducaten, eene premie van een-en-twintig Guldens zal worden betaald; a. Dat de zodanige, welke alleen tot zo lang dat de Vijand, van den Vaderlandichc grond, zal verdreven zijn, in de Nationale Armée, zullen dienst doen zullen genieten eene pnemie van dertig Guldens; wordende eindelijk 3. Alle Departementaale en Gemeente-Beftuuren, binnen de Republiek, bij deezen gelast, om deeze Werving, op alle mogelijke wijzen , aantemoedigen en te begunstigen; met verderen last, om, zo 'er in hunne Plaats geen Wervers zich bevinden, de aangenomene Manfchappen naar de Hoofdplaats van hun Ring of naastgelegen Garnifoensplaats te doen vertrekken, om zich aan de aldaar ten dien einde zich bevindende Officieren ter recruteering te adresfeeren; zullende de voonu  ( 220 ) voorn. Prsemien worden betaald, zo dra de Manfchappen by hunne Corpfen aangekomen, en goedgekeurd zullen zijn. . Gelastende het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort Gedaan in den Haag3 ter Vergadering van het Uitvoerend Bewind, den 23 September 170-0. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. MIS-  £ 221 ) PUBLIC AT I E TJ"et Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten: Dat bij Decreet van het'Vertegenwoordigend Lichaam en op den voet der Publicatie van de voormalige Staaten van Zeeland, van den i November 1784, de daar bij verleende vrijheid van Oesters te visfchen en te raapen op de Banken, langs de Schelde voor den Wal van Jerfeke, Wemeldinge, en verder liggende, in haar geheel nan alle de daartoe gerechtigden word gelaten; met dien verflande, nochtans, dat, uit hoofde der geïntroduceerde éénheid, niet flegts en niet feclufie van anderen de Ingezetenen van het voormalig Gewest Zeeland, maar alle Bataaffche Burgers zonder onderfeheid, vermogen zullen van die vrijheid gebruik te maaken. Teuwijl niettemin, tot inftandhouding der voorfz. Banken, teffens door het Vertegenwoordigend Lichaam is gedecreteerd, dat het termijn, bij Publicatie van den 1,3 Maij 1790 tot het visfehen van Oesters gefteld, tot drie Maanden "s Jaars, van primo OBober tot ultimo December, zal zijn en blijven verkort, onder alle zodanige praicautien en poenaliteiten, als bij de evengemelde Publicatie deswegens zijn bepaald geworden. Gelastende dienvolgens het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 1 06lob. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderftnnd) Ter Ordonnantie van Hetzelve,,. (was geteelend) C. G. H U L T M A N. Ee PU-  ( 222 j> PUB LICATIE TJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij. de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende , dat onder de middelen tot inftandhouding der Fabrieken van Olijflagerij, welke reeds vroegtijdig hier te Lande hebben gebloeid, en fteeds onder het befchermend toeverzigt van waakzame Wetten, een aanzienlijk bedrijf voor den arbeidzamen Ingezeten , zo wel als een aanmerkelijken tak van a&iven Handel voor dit Gemeenebest, hebben opgeleverd, niets van meerder effect of gunftiger gevolg heeft kunnen zijn, en,ook als nog gereekend kan worden,, dan de eerlijkheid en goede trouw,.met welke deeze Fabrieken tot hier toe worden gedreeven; inzonderheid met opzigt tot de deugdzaamheid en zuiverheid van derzeiver onderfcheidene foorten van voortbrengzelen, waar omtrent door de voormalige Staaten van het geweezene Gewest van Holland, dan ook, voor zo verre zulks het gemelde Gewest betreft, zodanige heilzame verordeningen zijn daargefteld, welker uitvoering en ftipte nakoming ten allen tijde met den besten uitflag agtervolgd znn, geworden. . ' .... Dat offchoon deze verordeningen zig tot nu toe alleenlijK hebben uitgeftrekt tot het voormalig Gewest Holland, de verandering in het Staatsbeftuur federt de invoering der Conftitutie, uit hoofde van de daar bij bepaalde Eenheid van Beftuur, thans ook algemeene middelen van voorziening vorderen; en welke, uit aanmerking der gelijke behan deling van zaken, in alle deeze Fabrieken, m alle oorden der Republiek, als ook uit hoofde der eenvormigheid inden  ( 223 ) 'ïlandel en liet vertier, zo binnen als -naar buiten 'sLands, allezins vatbaar is, om zonder eenigen hinder of nadeel van, iemand der Ingezetenen, waar-ook binnen deze Republiekhun Trafiek hebbende, onder eene en dezelfde Wet te woc dén begreepen. Dat onder de middelen waar door de reputatie van deugdzaamheid der Zaadolijen en Koeken binnen deze Republiek, boven alle andere buiten dezelve geilagen, is gevestigd en geconferveerd geworden, inzonderheid moet worden gerekend de zuivere en onvcrvalschte verkoop van elk zoort van Zaad olij op zich zeiven, zonder dat de eene foort met de andere zij vermengd, -ais meede het verbod dien aangaande •door de Staaten van Holland en Westvriesland bij derzeiver Publicatien van 21 Januarij 1711 en 27 November 1751 gedaan. Dat om dit heilzaam doel al verder te blijven bereiken, en te onderhouden, dat inden tegenwoordigen tijd, waarin de prijzen der-Raap-Lijn en Hennip olij zo aanmerklijk verfchillen, door baatzuchtige en eerlooze Lieden geen misbruik van de -tegenwoordige tijdsomftandigheid , ten nadeele der Fabrieken deezer Landen, gemaakt, en verdere kwaade practijken in.het werk gefield worden, het diensvolgens noodzakelijk is, dat in dezen op eene billijke en efficacieufe wijze worde voorzien. Befloten en verordend heeft, te arrefleeren de Pointen hier na volgende: 1. Dat geen Olijflager, of iemand anders , wie het ook zoude mogen zijn, binnen de Bataafiche Republiek zal vermogen eenigen andere Olij te leveren, dan hij inde daad heeft verkogt, namentlijk Hennipzaad olij voor Hennip olij, AveelRaap of Koolzaad-olij, voor Raap-olij, Lijnzaad-olij, Dee geflagen, op verbeurte van ieder vat Olij, het geen contrarie deezer zal zijn geleverd en daar en boven van eene: femme van ƒ1000-voor de eerfte reize, en wanneer iemand zich voor de tweede maal daar aan mogt hebben fchuldig gemaakt, op eene boete van ƒ 1500, en verdere ftraffen van Conhnement voor den tijd van drie achter een-volgende jaaren, en ■wijders de derdemaal op poene van ƒ2000 te zullen verbeuren, en voor zijn leven lange van het Territoir dezer Republiek te worden verbannen. 2. Dat verder niemand hier te Lande, voor,, na noch onder het flaan van Olij , eenige de minfte vermenging zal vermogen te doen, van het eene zoort van Zaad-olij of dik van Olij, veelmin met Kroodzaad, Kroodolij-, Traan of eenige andere Zaden of Vettigheid, hoedanig die genoemd mogen worden: maar dat een ieder zal gehouden zijn elke zoort van Zaad afzonderlijk en buiten eenige vermenging van ander zoort van Zaad te maaien, en-daar van Olij te maken, op verbeurte der vermengde Olij, als mede op poene als bij Art. 1. is geftatueerd, dat echter hier van wordt uitgezonderd de vermenging van Zaden, Oliën en Koeken, van zodanige lm gezetenen en Landlieden, welke tot hun eigen gebruik, de bij hun gekogte of voortgeteelde Zaden, om te flaan, aan de Molens zullen brengen, met dien verftande dat de Olijflager niet meerder vermengde Zaden voor Ingezetenen of Landlieden zal mogen flaan, dan alleen zo veel als hij vermeenen zal, dat voornoemde Ingezetenen en Landlieden tot hun eigen gebruik nodig zullen hebben. 3. Dat wanneer iemand zijn Dik of Droesfem van Olij zal willen verdaan, hij hetzelve alleenlijk zal mogen doen onder zodanig foort van Zaad, dat dezelfde Olij geeft als die geweest is, van welke het Dik of Droesfem is gegaard, en dan nog zelfs geen ander Dik of Droesfem, dan hij aan denzelfden Molen daar hij het wil verftaan,. van zijn eigen Ohj be-  bekomen heeft, doch ingeval van verhuizing of verandering: van Molen, die Molens waar van en naar toe hij gaat, voor een en denzelfden Molen zullen worden gerekend, en dat het buiten dit eene geval niemand vrij zal. ftaan, eenig Dik of Droesfem aan zijn Molen te laten brengen of op te flaan , of door anderen te doen opflaan, en dat ook gene Schuitevoerders, Voerlieden, of iemand anders, buiten verhuizing, zich daar toe zullen mogen laten gebruiken, op verbeurte van een honderd guldens, telken reize dat zij zich daar aan zullen fchuldig maken, en voor den Olijflager op verbeurte van vijfhonderd guldens, en confiscatie van het Dik of van den Droesfem. 4. Dat een iegelijk elk zoort der Olij die hij geflagen of gekogt mag bebben, afzonderlijk zal moeten houden, en zonder de minfte vermenging van eenig zoort van Olij met eenig ander zoort van Olij, veel min met zodanige Vetten, als hier vooren in het 2 Art. zijn verboden, het zij in de Bakken of Vaten, het zij bij inftorting, indruiping, of op welke andere, wijze zulks zou kunnen gedaan of bedacht worden, op poene als in Art. 1. is uitgedrukt. 5. Dat wanneer op eene of andere wijze bij toeval, eenig zoort van Olij of Zaad met eenig ander mogt komen vermengd te worden, die vermengde Olij, of wel de Olij die van dat vermengde Zaad is geflagen, afzonderlijk gehouden, en ook voor zodanige vermengde Olij zal moeten worden verkogt. 6. Dat wanneer tusfehen Koper en Verkoper eenig verfchil mogt ontftaan over de qualiteit en vermenging van geleverden Olij, ingevolge en zo als hier vooren bij de twee eerfte Articulen op de daar bij bepaalde boeten en ftraffen is geftatueerd, die van het plaatfelijk Gericht, of in het gevolg de geenen die dezelve volgens de Aéle van Staatsregeling zullen hebben vervangen, bier toe verzogt zijnde, twee Perfoonen zullen moeten committeeren, zich daar op verftaande, van van elke zijde één, met authorifatie, om den Olij, waar over Ee 3 bet  het verfchil gaat, te vifiteeien, of bijaldien dezelve mogt gebruikt of verzonden zijn, de daartoe betrekkelijke Stukken en Documenten te examineeren, en vervolgens daaromtrent te dienen van fchriftelijk Rapport; welke Gecommitteerden vooraf zullen gehouden zijn, met plegtigen Eede te beloven dit onderzoek en Rapport in gèmoede, en met alle onzijdigheid te zullen doen; zullende, bijaldien de voorl'chreeve twee Gecommitteerden in gevoelen mogten verfchillen, een derde neutraal, deskundig, en onder gelijken Eed genomen, Perfoon, aan dezelven moeten worden toegevoegd, ten einde, met hun de zaak andermaal te onderzoeken, in welk laatfte geval de Rechter in zijn decifie zich op het Rapport der meerderheid van die drie Gecommitteerden zal moeten fundeercn, en bijaldien uit hetzelve blijkt, dat de bewuste Olij werklijk vervalscht of vermengd bevonden is , den Verkoper deszelven, hetzij hij diezelven geflagen, of flegts van een ander gekogt hebbe, in dit laatfte geval echter met regres op den voorigen Verkoper, condemneeren in de reftitutie der betaalde Kooppenningen en gevallen koeten, met verdere verbeurtverldaaring van den Olij, latende aan den publieken Aanklaager over, om, indien hij zich daartoe Ratione üfficii verplicht acht, tegen den Gecondemneerden de applicatie van het eerfte Articul deezer Publicatie te vorderen. 7. Dat geen Olijflager, of iemand anders , wie het ook zou mogen zijn,, eenige vermenging zal vermogen te doen - van Koeken met Koeken, maar dat elk zoort van Koeken onder haar eigen zoort van Zaad zal moeten blijven, Lijnkoeken onder Lijnzaad, Raapkoeken onder Koolzaad, Krootkoeken onder Krootzaad, zullende ook geen Mangelkoeken onder eenige Zaadkoeken of Meel mogen worden gemengd, gelijk mede niemand onder het malen van Lijnmeel iets zal vermogen te vermengen of te malen, dan alleen Lijnkoeken, op verbeurte van zodanige Koeken en Meel, en van eene boe' 'i - te  te van duizend Guldens, mitsgaders op poene van Bannisfement of Confinement naar exegentie van zaaken. 8. Dat ook geene Baazen Meesterknechts, Steenknegts, Jongens, óf Vierdemans bij het dag en nagt malen, of eenige anderen die op de Olijmolens dienstbaar zijn, of eenig werk doen, zig in eenigen deele zullen mogen laten gebruiken tot het vermengen van eenig Zaad-Olij, dik of droesfem van Olijkoekenofmeel van Koeken, hoe ook genaamd, op verbeurte van vijftig Guldens, en verdere poene van nooit meer te worden toegelaten om bij eenige Olijflager hier te Lande Werkte doen, en dat voorts geen Olijflager vermogen zal, een Baas, Meesterknecht, Steenknecht, of Vierdemans bij het dag én nagt malen, of een ander Perfoon, op een Olijmolen dienstbaar zijnde of Werk doende, in zijnen dienst te neemen of te huuren, ten zij dezelve voorzien zij van een fcmïftelijk Declaratoir, waaruit blijkt dat zodanige Perfoon van zijn laatften Meester behoorlijk uit deszelfs dienst is ontfiagen, en geduurende zijnen dienst tegen geen Articul deezer Publicatie heeft aangegaan, door zo veel zulks -hem in zijne qualiteit zou hebben kunnen overtreffen; hoedanig fchriftehjk Declaratoir geen Olijflager aan zulken perfoon of Perfoonen, wanneer hetzelve naar waarheid kan worden gegeeven zal vermogen te weigeren of te onthouden, 'als mede dat ieder Olijflager die zodanigen Baas,Meesterknecht, Steenknecht, Jongen, of Vierdemans, Dij 't dag en nagt malen, of eenig ander Perfoon, in zijne qualiteit aan deeze Publicatie hebbende gecontraveniëerd, en van een fchriftelijk Declaratoir invoegen voorfchreven niet zijnde voorzien, in zijn dienst of werk zal hebben aangenomen, verbeuren zal eene boete van vijfhonderd Guldens, en dat ook de Meesters aaniprakelijk en verantwoordelijk zullen zijn voor de Boeten, wegens contraventie deezes, te verbeuren, door de Baazen, Meesterknechts, Steenknechts, Jongens , of Vierdemans bij dag en nagt maaien, en alle andere Per-  ( 228 ) Perfoonen, in hun dienst of werk zijnde, behoudens echter derzeiver billijk regres op de delinqueerende Perioonen, hunne Ouders of Voogden, Dat wijders van alle de voorengemelde boeten zal worden geappliceerd, een derde voor den Officier die de Calange zal doen, een derde voor den Aanbrenger , en het overige derde gedeelte voor den Armen der Plaats daar de Boete gevallen is. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind in naam des Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag, den 4 O&ober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. F. R. E. v. HAERSOLTE, Vt. (Onderft ond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HüLTMAN,  C 229 ) PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weet en: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchrevcn overwogen hebbende: Dat, volgens Art. 70. der Acte'-van Staatsregeling eene Wet, ten gevolge van een onverwijld Beiluit vastgefteld, iu geen geval haare kracht langer dan één Jaar behoudt, en als dan, om in werking te blijven, op nieuw, en-in de gewoone orde, door het zelve Vertegenwoordigend Lichaam moet overwogen en bekrachtigd worden. Dat het Decreet, tengevolge van het welk de Publicatievan den 1 Oct-ober 1798 concerneerende het in werking brengen van het 52 Art. der algemeene Beginzelen der Staatsregeling, met bepaling van Impost-fubjeéte Goederen, is geëmaneerd, na verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid was genoqmen. En dat intusfchen dezelfde rédenen, welke als toen de bij die Publicatie vastgeftelde bepalingen hebben noodzaaklijk gemaakt, ook nu, nog de voortduurihgderzelve vorderen; beiioten en verordend heeft: Dat de gemelde Publicatie van den 1 Oéfcober 1798, betrekkelijk het boven gementioneerde onderwerp, in alle haare poincten zal worden hernieuwd en gecontinueerd, gelijk dezelword hernieuwd en gecontinueerd bij dezen, invoegen als hier na volgende ftaat uitgedrukt: Foor eerst: Dat alle verbod van In-en Doorvoer, het welk in zommige vande gewezene voormalige Gewesten mogt hebben plaats gehad, ten aanzien van zulke Goederen, uit eenig ander gewezenvoormalig.Gewest komei de, welke daar, waar de Inen Doorvoer.verboden was, aan geenerlei 'sLands Impofitien Ff on  C *3o ) onderhevig zijn, bij continuatie word befchouwd als geheel vernietigd en opgeheven. Ten tweeden: Dat insgelijks word befchouwd als vernietigd en opgeheven, alle verbod van Uitvoer het geen in fommige der geweezene voormalige Gewesten nog ftand zou mogen grijpen- Ten derden: Dat alle belemmering en bezwaar op den Door-^ voer van Impost-fubjecte Goederen bij continuatie geheel en' al zal opgeheven blijven, nogtans onder die voorzorg en bepalingen, als nader tot het voorkomen van alle Sluikerijen zijn of zullen worden gemaakt, blijvende mede opgeheven de Tollen op den binnenlandfchen Doorvoer gelegd. En Ten vierden: Dat de plaatshebbende Wetten en bepalingen, omtrent den Uit-, In-en Doorvoer in de gewezene voormalige Gewesten, mitsgaders omtrent den Vervoer in ieder derzelve, voor zo verre daarin ten dezen geene verandering gekomen is, provifioneel zullen blijven op den tegenwoordigen voet, tot dat deswegens nadere algemeene en bijzondere fchikkingen gemaakt zullen zijn. Dienvolgens gelast het tInvoerend Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag, den 5 O&ober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. F. R E. v. HAERSOLTE Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. NO-  - gr ~\ NOTIFICATIE TJet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgeren, Heil en Broederfchap ! Doet ie weet en: Alzo het naderend rauwe Saifoen met nadruk eischt de onverwijlde verzorging van die behoeften, welke niet alleen den Krijgsman voor hetzelve dekken, maar ook in dit Jaargetij tot "behoud zijner gezondheid volftrekt vereischt worden , onder welke behoeften Jasfen en Hembden van de meest bijzondere aangeleegentheid zijn; — daar wijders een ieder der Ingezetenen genoegzaam overtuigd kan zijn, dat tot foutien van eenen zo ruineufen Oorlog, als deze Staat yerpligt is thans te moeten voeren, naamloze kosten en bijna onnoemelijke uitgaven worden vereischt, en dus de noodzaakelijkh kfbezeft, welke er beftaat, om door alle mogelijke middelen alle op enigerhande wijze te befparene uitgaven te vermijden : — daar een ieder te gelijk de onmogelijkheid kent, dat door de Inlandfche Fabriequcn, die meenigte ftqffen worden vervaardigd, welke leverancien thans zo dringendzijn, en wier daarl telling zo veel fpoed vereischt; —— daar tevens een ieder weldenkend Ingezeeten deezer Republiek overreed is van deszelfs onvermijdelijke verpligting, om den dapperen Krijgsman, die zijn Leeven voor de belangens van het Vaderland zo ftandvastig als Heldhaftig veil biedt, zo veel mogelijk in het doorftaan van die vermocijenisfen, welke van het voeren van den Krijg in dit Saijfoen zo onaffcheidelijk zijn , te verligten, en hun te behoeden voor de nijpende en moedeloosheid wekkende koude; daar eindelijk de Ingezeetenen van deeze Republiek zich ten allen tijds door de lust om te voldoen aan foortgelijke verFf a plig-  C 232 ) pligtingen van andere Volkeren hebben onderfcheiden, en de omltandigheden, waarin deeze Republiek zedert eenig' n tijd is gebragt geweest, de doorilaande blijken hebben opgeleverd dat, wanneer het op de zaak des Vaderlands aankomti geene opofferingen te groot worden geacht. ZOO IS HET, dat Wij op fpeciale aanfchrijving van den Agent van Oorlog dezer Republiek, welke daartoe door het Uitvoerend Bewind is geauthorifeerd, aan alle Ingezeetenen van dit Departement de noodwendige verzorging der bovengenoemde Fournitures van Jasfen en Hembden, voor de verdedigers dés Vaderlands hij dezen vertoonen, eu een ieder met den meesten aandrang opwekken en aanmoedigen , om een of meer ftukken derzeiver, welke den gewapenden Man kunnen dienen tot een aanmoedigend gefchenk te leveren , op dat eene zo aanzienlijke Somma, als voor dezelve door den Lande zoude moeten worden befteed, door deze edelmoedige opbrengst worden befpaard; en op dat in dezen de meeste fpoed werde bevorderd, hebben Wij op last van den Agent voornoemd, de refpective Gemeente-Beftuuren aangefchreven, om nopens den tijd en plaats, alwaar gemelde Fournitures zullen kunnen worden opgebragt, ieder in den haren de nodige order te ftellen, en daarvan aan de Ingezeetenen onder hun Resfort kennis te geven. Op dat deze tot een ieders kennis kome, zal dezelve alomme in dit Departement worden gepubliceerd en aangeflagen ter Plaatze, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Landhuis binnen Leeuwarden, Maandag den ?den October 1799. Hst vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D. FOCKE M A, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D' A. * Secret. E X-  ( 233 ) EXTRACT Uit het Register der Befluiten van de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. Woensdag, den <)den OBober, 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. T)e Eerfle Kamer van het Vertegen- ^ woordigcnd Lighaam des Bataaffchen Volks, gehoord hebbende het Rapport eener perfoneele Commisfie, op het Voorftel tot aanvulling en vermeerdering van de Bataaffche Legermacht, den 1 deezer Maand gedaanten bij Befluit van dien dag, in handen van dezelve Commisfie gefteld; En Overwegende, dat de tegenwoordige De Ineede Kaomftandigheden des Vaderlands ^ZlTdolr vorderen, dat het Bataaffche Leg r met al- dg EetfteKamirbl-j. len mogelijken fpoed worde gecompleteerd gebragt, voldoende en geaugmenteert, verklaard dat 'er is on- zijn, bekrachtigt verwijlde noodzaaklijkheid. de verklaaring van ■Wijders overwegende, dat geene mid-o»venv'ilde nadelen behoren onbeproefd gelaten te wor- Jgg*]famt°« den, om dit Gemeenebest met alle viaJatstaanhet hoofd en nadruk tegen den alles verwoedenden 9o„ fjet voigtnd BeVijand te verdedigen, ten einde daardoor fluit. de Ingezetenen van verdere rampen zo In den Haag, den veel mogelijk te bevrijden; uj Ottober 1799» Ff 3 Over:  C 234 ) Het vijfde jaar der Overwegende, dat daartoe bovenal geBafaaff Vrijheid, vorderd wordt het nodig getal ManfchapUit Naam der Pen'.om Legermacht van den Staat, wel- Tweedt KamerF ^e z'c'1 met haare Franfche Broederen reeds J. D. PASTEUR! 20 verdienstelijk aan het Vaderland heeft De Tweede Ka- gemaakt, op eenen geduchten voet te brertmer bekrachtigt Int gen ; voorgejleld Befluit, Eindelijk overweégende, dat het VerteZJSSSJt genwoo^X^^ gemteUjk En zal dit be- verlatende op de bereidwilligheid van het krachtigd Be/luit, Bataaffche Volk, 0111 ten kosten van alles ingevolge Art. 6j de Republiek te willen redden, onverder Staatsregeling, mijdelijk verpligt is , met allen ernst en onverwijld worden fpoed op het daarftellen van die vermeer!/J^Sii!3! ^6 en verfterking bedagt te zijn, en en tevens een af- wel zo veel mogelijk door eene vrijwillige fchrift van hetzel- aanwerving en het gelijk dragen van den ve, in behoorlijke last naar maate der bevolking, voor en rorrna, aande £er-aueer tot meer geftrenge middelen over fte Kamer. t Zullende ExtracT6" Sn•, u * tt* j t, • 3j „ van dit Decreet, Beflmt: Het Uitvoerend Bewind der Baworden gezonden taaffche Republiek te authorifeeren, om aan Commisfaris- alle Municipaiiteiten, voor zoo verre derfen ter Nationale zelver Gemeenten niet door den Vijand Rekening, tot in- geoccupeerd zijn, onverwijld aantefchrij- TSeHaag, den ven en te gelasten, om, binnen den tijd 12 Octob. 1799.1: et van veertien dagen na den ontvangst vand: vijfde jaar der Ba-zen last, voor iedere Grondvergadering, taaffche Vrijheid, waarop derzeiver Gemeenten, bij de verdee. _(geParr.f j^O ling der Bataaffche Republiek in Diftricten, Uit naim derVt* ziJn bereekend;, drie Man, voor de LeTwede Kamer,(get germagt van den Staat, aantewerven en te J. D. PASTEUR, leveren , met dien verftande, dat de Mu- nici-  C 235 ) nicipaliteit van eene Gemeente, welke uit ééne Grondver- gadering beftaat, verplicht en gehouden zal zijn te bezorgen drie Man, eene Gemeente, van twee Grondvergaderingen zes, eene .Gemeente van drie Grondvergaderingen negen Man, enz. Dat dezelve Manfchappen zullen moeten zijn van 18 tot 40 Jaaren oud, van bekwaame groote, cn zonder Lighaams gebreeken • Dat, aan iedere Gemeente, van wegens den Lande, voor iedere Man, welke zij, invoegen voorfz., binnen den geiïelden tijd, zal hebben geleverd, op de meest gevoegelijkfte wijze; door of van wegen het Uitvoerend Bewind te bepaalen, zal worden goedgedaan eene fomma van tien Ducaaten ; Dat, door de Municipaiiteiten, uit de voorfchreeve tien Ducaaten, aan de geenen, welke zij, tot het aanwerven der Manfchappen, het zij in openbaare Werf huizen of anderzins, zouden mogen emploijeeren, zal kunnen worden afgegeven twee Ducaaten, en de overige agt Ducaaten aan den aangeworvenen, na dat deeze zal goedgekeurd zijn, zullen moeten worden ter hand gefteld, terwijl de laatfte, wanneer hij zich, zonder tusfchenkomst van een ander, direct aan de Municipaliteit aangeeft, de geheele fom van tien Ducaaten, mede na dat hij zal goedgekeurd zijn, voor hem of de zijnen, zal genieten; Dat de aangeworven Manfchappen, boven de voorfz. fom van agt of tien Ducaaten, nog zullen genieten het gewoone handgeld van zes Ducaaten, dat, uit de Recruteerings Casfen der relpective Bactaillons, bij de Nationale Armée, gewoonlijk wordt gegeven; Dat hij die eenige Manfchappen engageert of aanwerft, mede, uic voorfz. Cas van het Battaillon, waar bij de aangeworvene wordt geplaatst, boven de twee Ducaaten voorge-  gemeld, zal gemeten één Ducaat, welke, door de BattaiïV lons, aan de Wervers, wordt gegeven; Dat alle Gegageerdenin 's Lands dienst, voor zo verre zij nog in ftaat zijn behoorlijk dienst te kunnen prefteeren, en niet boven de 50 Jaaren oud zijn, zich zullen kunnen engageeren op den voorgemelden voet , met behoud van hun gagement hovende gewoone"Soldij; ■* Dat zodanige Perfoonen, welke reeds te vooren gediend en Paspoorten bekomen hebben, en zich als nu op nieuw engageeren, boven en behalven de bovengemelde Handgelden, nog extra, van wegen de Municipaliteit, waar bij zij aangenomen worden, zullen genieten twee Ducaten,. welke extra premie, ook, aan de refpective Municipaiiteiten, voor den geftelden termijn van veertien dagen, in rekening zal geleden worden; Dat, onder de aantewerven Manfchappen, ook zullen mogen worden aangenomen Perfoonen onder de geörganiieerdc en geënregiftreerde Burgermagt behoorende. Dat de Municipaiiteiten, door alle gepaste middelen en aanmoediging, deeze Werving zullen moeten bevorderen1, en, tot de medewerking in deezen, alle Beftuurders van Arm- Weeshuizen, of, andere Armen- Fondfen ten kragtdadigften aanfporen; . Dat de Municipaiiteiten, twee maal ter week, de alzo aangenomene Manfchappen zullen moeten opzenden naar de plaatfen, welke hun, daartoe, door de Departementaale Beftuuren, zullen worden aangewezen, ten einde door daartoe geftelde deskundige Perfoonen, geëxamineerd en goedpf afgekeurd te worden; Dat alle Municipaiiteiten, welke, naden geftelden termijn van veertien dagen, derzeiver getal van Manfchappen, of geheel of gedeeltelijk, niet zuilen hebben geleverd, verplicht zullen zijn het geheel Of gedeficiëerende getal binnen ■c de  ( 237 ) de eerstvolgende veertien dagen, geheel, ten koste van haaie Gemeenten, aantewerven en te leveren, ten ware zij, aan het Departementaal Beftuur, waartoe de Gemeente behoort, zodanige voldoende redenen konden opgeven, waarom zij, in dezen, niet hadden kunnen voldoen, waar over het Departementaal Beftuur, na het geftrengfte onderzoek, zal beflislen, zo echter dat de laatfte,-voor die decifie, verantwoordelijk, aan het Uitvoerend Bewind T zullen zijn. En zal Extract deezes aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek worden gezonden, met expresfen last, om hier aan de meest fpoedige en efficacieuste executie te geeven, en alle Departementaale Beftuuren en Municipaiiteiten, op derzeiver nadrukkelijkfte verantwoordelijkheid, onder de verplichtingen te brengen, zonder eenige vertraging de uitvoering van dit Beiluit te bewerkftelligen, en dadelijk , ter bereiking van het bedoelde, in deezen geenen middelen onbeproeft te laaten. Zullende voorts dit Beiluit, in conformiteit van Art. 60. der Staatsregeling, ter bekrachtiging worden gezonden aan de Tweede Kamer, met en benevens het in deezen uitgebragt Rapport en het gemelde voorftel, beide in orginali. J. F. LEEMANS, Vt. Accordeert met voorfz. Register, AUBERT. P U-  PUB LICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet-te weeten: ■ _ Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgcfteld, overwogen hebbende: Dat in zommige der Lands Pakhuizen, op de Grenzen dezer Republiek,'van tijd tot tijd, Goederen worden öpgeflagen welke, uit hoofde dat-geene behoorlijk Declaratie van, dezelve kan worden gedaan, of die, om andere'redenen, niet kunnen ingeklaard worden, door sLands Bedienden zijn aangehouden: Overwegende, dat fommige der voorengemelde Goeoeien reeds ettelijke Jaaren aldus, onder Custodie geleegen heb-. ben, zonder dat voor dezelve zich eenig Eigenaar of Reclamant .heeft opgedaan. , ' , ... Overwegende, dat, onder dezelve Goederen, zich de zodanige kunnen bevinden, welke aan vermindering en totaal bederf zijn blootgefteld. 1 \ , ■ Overwegende, dat 'er eenmaal een tijd moet zijn, op welken. het Land of deszelfs refpective Bedienden worden ontheven van de Custodie der Eigendommen van anderen, welke, hetzij uit onkunde, verzuim, als anderszins, zich aan de vereischte zorg dier Eigendommen onttrekken. _ Overwegende , eindelijk, dat het noodzaaklijk is , dat, omtrent dit alles, zo nu als voor het vervolg, op eene geregelde en billijke wijze worde voorzien; — befloten en verordend heeft: „ . . c. Art. i. Dat alle zodanige Goederen, welke , uit hoofde dat geene behoorlijke declaratie van dezelve konde gedaan worden, of geene inklaaring gefchieden aan de uiterfte Wach-  C 239 ) ten, of op de eerde Comptoiren der Convoijen en Licenten, door 'sLands Bedienden worden aangehouden, in de Pakhuizen van den Lande of andere gefchikte Bergplaatfen zullen worden opgeflagen, en aldaar onder de Custodie van gemelde Bedienden, geduurende den tijd van agttien Maanden, verblijven, en, mits in geene termen van Confiscatie vallende, binnen dien tijd, of nader en benoorlijk, kunnen worden aangegeven , of door den Eigenaar worden gereclameerd, om wederom te worden uitgevoerd. 1. Dat alle zodanige Goederen, welke langer dan voorfchreeve agttien Maanden, onder de gezegde Custodie verbleven zijn, of in het vervolg zullen verblijven, bij drie onderfcheiden Advertentiën, van veertien tot veertien dagen , in de voornaamfte Nieuwspapieren opentlijk zullen worden aangekondigd, en de Eigenaars geinfmueerd, om als nog behoorlijke aangifte van dezelve te doen, ofte wel hunne Goederen te reclameeren, ten einde dezelve wederom uittevoeren, met inthimatie, en op poene, dat zij, daaraan niet voldoende, de Goederen in het openbaarop de gewoone wijze, zullen worden vcrkogt, en het provenu, na aftrek der gebruikelijke kosten, en redelijke Pakhuishuur, gedeporneerd ten Lands Comptoire der Convoijen en Licenten, terplaatze, welke daartoe zal worden aangewezen. 3. Dat na verloop van gelijke agttien Maanden, te rekenen van den dag dat de verkoop heeft plaatsgehad, zich geene reclamanten opdoende, bij Inün'diih tot confiscatie van het voorzegd provenu zal worden geprucedeerd, zo en in diervoegen , als in Rechten gebruiklijk is, en omtrend Goederen , welke in de termen van confiscatie vallen, volgens de vigerende Wetten, pleegt te gefchieden. 4. Dat omtrend Goederen aan onmiddelijk bederf onderhevig, zo dra zich zodanig bederf dadelijk begint te ontdekken, door, of van wegens den geenen, die, met de aanklacht, in cas Gg 2 ■ van  C 240 ) van fraude, is gechargeerd, aan den den CompetentenRechter verzoek om authorifatie tot een fpoediger verkoop zal kunnen gefchieden; en zal de Rechter daarop, na behoorlijk onderzoek, en naar bevind van zaken, kunnen disponeeien, blijvende omtrend het provenu der zodanige Goederen, dezelve bepaaling, als in het voorige Articul is vastgeiteld. 5. Dat het, in beide voorgaande Articulen, omfchrceven provenu, wordende gereclameerd, dc reclamant veiplicht zal zijn de Proces en andere kosten te voldoen, des nood, ter tauxatie en moderatien van den Competenten Rechter. 6. Dat alle het voorenfiaande zal worden geobferveerd cn kracht van Wet hebben, nu en voor het vervolg, zo omtrend Goederen, welke reeds achttien Maanden of langer onder voorgemelde Custodie zijn geweest, als omtrend die, welke daaronder in het vervolg zouden mogen komen, en zulks tot zo lange, door eenige nadere algemeene Wet op het ituk der Convoijen en Licenten anders zal wezen geftatueerd. Gelastende dienvolgende het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden: afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag den 16 Oótober 1799 Bet vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. PRO-  PROCL AMAT IE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan hunne .Medeburgeren, Heil en Brocaerjckap ! Ü De gelukkige voortgang der Wapenen van uwe Bataaffche en franfche Broeders, door edelen Heldenmoed bezield, en door de liefde des Vaderlands en der Vrijheid aangevuurd, hadden reeds onze billijke hoope gekoesterd, dat welras de mtaafiche grond van de roofzieke benden van 't heerschzugtig Albion, zouden worden verlost, en den trotfchen Brit genootzaakt worden, dit gezegend Land te veikaten , en zie daar onze en uwe hoop ten vollen bevestigd. De weloverdagte maatregulen van den Bevclvoerenden Generaal, door den moed en den ijver der Republikeinfche Legers onderfteund, baanden reeds den zekeren weg der Overwinning, en de Vijand, in zijne fterke Verfchansfingen terug gedreven, liep gevaar daar uit mede door den onwederftaanbaren moed der Bataaffche en Franfche Helden te worden ver aagt, en wat bleef hem dan over? een gewisfe dood, of eene ichandelijke overgave!. De trotfche Brit, de belager uwer- Vrijheid en Welvaard, zag zich dus tot die vernedering gebragt, om van den Generaal eenen _ vrijen aftogt te verzoeken. Deze Bevelhebber minder prijs ftellende op de vermeerdering van zijnen eigen roem, dien hem de laatfte Overwinning zoude verzekerd hebben , en bezeffende, dat die mogelijk niet dan ten kosten van itroomenbloeds, 't welk in het oog der Republikeinen hooger gelchat wordt dan in dat van Tirannen, heeft edelmoedigiijk dezelve aan 's Lands belang, en 't leven van zijne dappere Krijgsbenden opgeofferd, enden Vijand eene Capitulatie toegeftaan van den volgenden inhoud: Gg 3 De  De Heer Generaal Major Knox, gevolmachtigde door Zigne Koninglijke Hoogheid den Hertog van York, commandeerende en Chef de gecombineerde Engelfche en Rusfifche Armée. En de Burger Rostollandt, Generaal de Brigade, Chef van het Etat-Major, met behoorlijke volmacht voorzien, door den Burger Brune, Generaal, commandeerende en Chef de Franjehe en Bataaffche Armee, zijn o vereengekomen, als volgt: Art. i. Alle Vijandelijkheden tusfehen de beide Legers zullen, met den dag van heden, ophouden. 3. De tegenwoordige Linie van Voorposten van ieder der beide Armeen, zal refpeclivelijk voor Jcheids-linie dienen. 3. Alle de Werken, zo wel Offenjive als Defenfie, zullen wederzijds worden gejehorst; en Vr zullen geene nieuwe mogen gemaakt won/en. 4. De met Gefchut voorziene Batterijen, welke zich ten tijde der Landing, op de Helder, en op die Plaatzen bevonden, weike thans door de Gecombineerde Engeljche en Rusfifche Armeen bezet zijn, zullen in derzelven toenmaligen ftaat herfteld worden, of in derzeiver tegenwoordigen verbeterden ft and blijven; zo nochtans dat de Bataaffche Artillerij, aldaar in haar geheel bewaard blijve. 5. De gecombineerde Engelfche en Rusfifche Armée , zal zich , zo fpoedig mogelijk weder infehepen, en zal de Kusten, Eilandenen Uinnen-zeën der Bataaffche Republiek, moeten hebben ontruimd den negende Primaire aanflaande (30 November 1799,) zonder eenige Jchade te hebben veroorzaakt, het zij door Inundatien, doorfnijdingen van Dijken, of verfiopping van eenige Zeegaten, enz. 6 Dc Oorlogfchepen of andere Vaartuigen, welke eenige verfierking voor de gecombineerde Eng'lfche en Rusfifche Armeen mogte aanbrengen, zullen niet mogen ontfehepin , maar daadelijk w:der moeten vertrekken. n. De Generaal en Chef Brune zal een Officier in de Zijp; en  ( 243 ) en aan de Helder, kannen zenden, ten einde aan hem, zoo van den/laat aer Baiierijtn, als van de vorderingen tot ontruiming, ver/lag te doen. Zijne Komnglijke Hoogheid de Hertog van York zal medt een Officier in de Fran/ he en Butaa/Jehe Linie vermogen te zenden, om zich te verzekeren dat er geene nieuwe herken worden aangelegd. Een voornaam Officier van hogen Rang van elke Armee zal wederzijds worden afgezonden, om tot waarborg voor de nakoming van dit Verdrag te verftrekken. ^ o Agt duizend Franfche en Bataaffche Krijgsgevangenen , vóór den tegenwoordigen Veldtocht gemaakt, en thans in En. geland zich bevindende, zullen, ter keuzevanen in de evenreaig. heid door de Gouvernementen der beide Geallieerde Republieken te'bepalen, — vrijgelaten, en, zonder eenige Vooiwaarden naar hun Vaderland terug gezenden worden. De Generaal-Major Knox zal bij de Franfche Armee verblijven, om ten waarburge te ftrekken voor de nakoming van dit Artikel. 9. Het heftaande Cartcl tus/chen de beide Ar méén , ter uitwis/eling van Krijgsgevangenen, geduurende dezen Veldtocht gemaakt, zal in deszelfs geheel blijven. Er is nog overeengekomen dat de Bataaffche Admiraal de Winter als uitgewisJ'eld word befchouwd. Gefloten te Alkmaar, den 16 Vendemiaire, het 8fte Jaar der eeneen ondeelbare Franfche Republiek. (18 Othber 179$) tusfehen de ondergetekende Generaals, ten dien einde met behoorlijke volmacht voorzien. (Getekend) Roftollant, Generaal de Brigade. Knox., Generaal-Major, (Lager ftond) Geapprobeerd: (Getekend) Fredrik, Hertog van York, commanderende  ■de en-Chef de gecombineerde Armeen van zijne Brit' jche Majefteit en de Keizer van Rusl md En A. Mitchel, Vice-Admiraal van de Blauwe Vlag enz. commanderende en Chef het Esquader van zijne Majefteit, voor de Expeditie ep de HMandfche Kust. (Verder ftond) Geapprobeerd door den Generaal en Chef der Franfche en Bataaffche Armeen : (Getekend) Brune. Voor Co^ie conform aan het Origineel. De Generaal de Brigade, Chef van het EtahMajor Generaal. Getekeni) Roftollant. Het Uitvoerend Bewind, van de belangrijkheid dezer gebeurtenis en derzeiver gewigt overtuigd, daar zij ons Vaderland van de rampen, die "t toneel des Oorlog altijd vergezellen, bevrijdt, den hoogmoed des Vijands, die dit Land reeds als zijnen prooij befchouwde, ter neder velt, en hem dwingt, met de onuitwisbaare Ichande, zijner in de weleer zo bloeijende ftïeeken van ons Vaderland gepleegde euvel■daaden, overlaaden, naar zijn Land terug te keeren, daar zij niet minder de blinde aanhangers van Oranje, hunne laatfte misdaadige hoop verijdeld, en hunne verwagtinge in rook doet verdwijnen, heeft vermeend, dezelve op eene plechtige wijze aan de Natie te moeten bekend maaken. 'Overtuigd van UI Vaderlandsliefde en getrouwheid aan de zaak der Vrijh.dd, twijfelt het Bewind niet, of gij zult dezelve met dat waar gevoel van brandende Vaderlandsliefde ontvangen, als uwe Vertegenwoordigers zulks hebben ge-  C =45 ) toond, en, onder erkentenis van den Godlijken Zegen, volijverig werkzaam zijn, om door alle uwe kragten, moed en Vaderlandsliefde, medetewerken , ten einde 't eerwaardig Gebouw ouzer Staatsregeling, een doorn in 't oog onzer Vijanden, meer en meer te vestigen. Mogt dan ook 't blij vooruitzicht op eene eerlijke en voor 'c Menschdom zo wenfchelijke Vrede eerlang onze vreugde ten hoogften top doen ftijgen! En op dat zulks ter kennisfe van een ieder zoude geraken, zal deze alomme op eene plechtige wijze, met 't losfen van 't Gefchut, 't fpeelen en luiden der Klokken , en 't uitfteken der Vlaggen, worden gepubliceerd en geaffigeerd. Gedaan in 't Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in'sHage, den f20 Ocfober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C G. HULTMAN. Hh C 245 ) toond, en, onder erkentenis van den Godlijken Zegen, volijverig werkzaam zijn, om door alle uwe kragten, moed en Vaderlandsliefde, medetewerken , ten einde 't eerwaardig Gebouw ouzer Staatsregeling, een doorn in 't oog onzer Vijanden, meer en meer te vestigen. Mogt dan ook 't blij vooruitzicht op eene eerlijke en voor 'c Menschdom zo wenfchelijke Vrede eerlang onze vreugde ten hoogften top doen ftijgen! En op dat zulks ter kennisfe van een ieder zoude geraken, zal deze alomme op eene plechtige wijze, met 't losfen van 't Gefchut, 't fpeelen en luiden der Klokken , en 't uitfteken der Vlaggen, worden gepubliceerd en geaffigeerd. Gedaan in 't Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in'sHage, den 20 Ocfober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C 245 ) toond, en, onder erkentenis van den Godlijken Zegen, volijverig werkzaam zijn, om door alle uwe kragten, moed en Vaderlandsliefde, medetewerken , ten einde 't eerwaardig Gebouw ouzer Staatsregeling, een doorn in 't oog onzer Vijanden, meer en meer te vestigen. Mogt dan ook 't blij vooruitzicht op eene eerlijke en voor 'c Menschdom zo wenfchelijke Vrede eerlang onze vreugde ten hoogften top doen ftijgen! En op dat zulks ter kennisfe van een ieder zoude geraken, zal deze alomme op eene plechtige wijze, met 't losfen van 't Gefchut, 't fpeelen en luiden der Klokken , en 't uitfteken der Vlaggen, worden gepubliceerd en geaffigeerd. Gedaan in 't Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in'sHage, den 20 Ocfober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C 245 ) toond, en, onder erkentenis van den Godlijken Zegen, volijverig werkzaam zijn, om door alle uwe kragten, moed en Vaderlandsliefde, medetewerken , ten einde 't eerwaardig Gebouw ouzer Staatsregeling, een doorn in 't oog onzer Vijanden, meer en meer te vestigen. Mogt dan ook 't blij vooruitzicht op eene eerlijke en voor 'c Menschdom zo wenfchelijke Vrede eerlang onze vreugde ten hoogften top doen ftijgen! En op dat zulks ter kennisfe van een ieder zoude geraken, zal deze alomme op eene plechtige wijze, met 't losfen van 't Gefchut, 't fpeelen en luiden der Klokken , en 't uitfteken der Vlaggen, worden gepubliceerd en geaffigeerd. Gedaan in 't Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in'sHage, den 20 Ocfober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend)  C 24« 5 PUBLICATIE T_Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche - Republiek, Duet te weeten : ' Dat het Vertegenwoordigend"Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven , overwogen hebbende , dat het van groot belang,is, dat, bij gelegenheid van de aanftaandc Converfie der oude Staats-Schulden, de nodige voorzorge worde in acht genomen tegen alle misbruik, het welk waaifchijiilijk alsdan zou worden gemaakt van voormaals vermiste en ontvreemde, of nog kunnende vennist en ontvreemd worden Schuld-Brieven; Befloten en verordend heeft, dat de Eigenaars van Obligatien, welke vermist zijn, of.van zodanige, waarop zij, uit hoofde van Fidei-Commis, of ander verband, eenig toekomftig recht fustineeren, zich bij Requeste, gefchreven op een Zegel van zes Stuivers, zullen kunnen adresfeeren aan den Agent van Finantien, binnen de eerfte week, van de Maandy waarin zodanige Obligatien, zoude moeten worden geconverteerd, en aan denzelven nauwkeurig opgeven die Obligatien, welke bij hun zijn vermist, of waarop zij een toekomftig recht fustineeren, daar van verzoeken vifie en arrest, mitsgaders ftuiting van de Converfie ; met dat gevolg: 1. Dat indien zodanige opgegevene Obligatien ter Converfie-warde» g4pr*fêfiteerd, de'Agent daar van kennis zal geeven aan den Requestrant, met vrijheid aan denzelven, om daar van vifie te neemen, en met last, om daar na, binnen drie weeken, zijne Actie tegen den Houder te inftitueeren. 2. Dat ten aanzien van Obhgatien, waarop eenige verban- ■II «1 den  C H7 ) Hen zijn aangetekend of gefustineerd worden, de Agent daar van aan de Requestranten insgelijks zal geven vifie, en kennis, welke Obligatien in de plaats der oude zullen worden «itgegeeven, voor zo verre de aantekening in orde is; èn ten aanzien van de zodanige, welker verband qusstieus is, de Converfie te fchorfen,. tot dat het gefchil zal zijn getermineerd, waar toe de Requestrant al mede binnen drie weeken Actie zal moeten inftitueeren., wordende voorts aan een ieder, die wel eenige bewijzen van eigendom, doch de Obligatien zelve niet bezit, de vrijheid gelaten, om, na den afloop der geheele Converfie , zich daar mede aan 't Vertegenwoordigend Lichaam te addresfeere'n , ten einde als dan te worden gedisponeerd, zo als bevonden zal worden te behooren. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. In den Haag, den 24 OcT:ober 1799, Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) j. F. R. vanHOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. HI12 p U-  PUBLICATIE t jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche **■"-*• Republiek, Dost te weeten: Tat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven , overwogen hebbende , dat door een iamenloop van verfcheiden omftandigheden in het generaal, en bijzonder door 't verbod van uitvoer van Lompen, Vischwant, en alle ander oud en afgefleeten Touwwerk, tot den Scheepvaart onbruikbaar, als mede van alle gebroken en aan ftukken gekapt Touwwerk, uit andere Landen, de Binnenlandfche Papier-Fabrieken reeds eene merkelijke fchade en belemmering lijden; . Dat de geringe voorraad van Lompen enz. binnen dit Gemeenebest voorhanden zijnde, niet gedoogt, dat de Uitvoer daar van worde toegelaten, wanneer men de geheele vernietiging der thans beftaande Papier-Fabrieken zal verhoeden; öDat de nuttigheid en noodzakelijdheid van dit Verbod, door verfcheidene Publicatien, van de jaaren 1719, 1720, 1724, i73o, '739, 1754, I7°9, en 1784, en dus door een tagtigjaarige ondervinding, meer dan genoegzaam is beweezen: . ., BeQoten en verordend heeft, aan allen en een iegelijk, wie het zoude mogen wezen, bij deezen op nieuws te mterdiceeren en te verbieden den Uitvoer, zo te Water als te Lande, uit deze Landen, van Lompen, van allerleij Vischwant, zo oud als nieuw, en van oud en afgefleeten Touwwerk, tot de Scheepvaart onbruikbaar zijnde, als mede van alle gebroken en aan ftukken gekapt Touwwerk, het geen tot Scheepsgebruik onbekwaam is, en zulks bij provifie voor den tijd van nog vijftien Jaaren, op poene, dat die geene, welke daar aan Contravenieeren, zullen verbeuren, niet alleen de Lom-  C H9 ) Lompen, het Vischwant, het oud en afgefleeten, mitsgaders het gebroken en aan ftukken gekapt Touwwerk, het° welk men zoude trachten uit ,te voeren en achterhaald mogte worden, maar ook de tien dubbelde waarde van dien; en daar en boven de Wagens, Karren, Paarden, Schuiten, en andere Vaartuigen, waar mede de Uitvoer tegen dit Verbod zoude komen te gefchieden, de voorfe. Boete te appliceeren, de helft voor den Aanbrenger, en de wederhelft voor den Officier dewelke de Calange zal doen. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigenden Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 25 O&ober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) J. F. R. van HOOF F, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. Hh 3 PU'  PUBLICATIE TTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te -weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op dé wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbende: Dat geene middelen behooren onbeproeft te worden gelaten , om de (taande Armée van deze Republiek ten ipoedigften voltallig temaken, en het verlies, dat dezelve, in de onderfcheidene gevegten met den Vijand, reeds geleden heeft, of in het vervolg nog zoude mogen lijden, door het aanwerven van weerbaare Manfchappen, zo ras doenlijk, weder te vergoeden. Dat het aanwerven van Nationale Jongelingen op de meest gepaste wijze behoort aangemoedigd en gemakkelijk gemaakt, en daarentegen al wat aan hetzelve hinderlijk kan zijn, uit den weg geruimd te worden. Dat veele Ouders en Voogden van en over minderjarige Jongelingen, welke-genegen zijn om het Vaderland te dienen en zich in den Militairen itaat te begeven, zeer dikwijls door eene te groote tederheid dezelve daarvan zouden kunnen afhouden, en het Vaderland ajdus van een groot aantal moedige ftrijders zouden beroven. Dat zulks bovenal verderflijk is in een' tijd dat fut Vaderlandgevaar loopt, om, bijaldien niet de krachtdadigllepogingen daar tegen worden aangewend, door moord-en roofzuchtige Benden overftroomd te worden. Dat  C 251 ) Dat Jongelingen van agttien jaren oud, gezond zijnde en geene bijzondere Lichaamsgebreken hebbende, tot den Krijgsdienst zeer gefchikt zijn, en in denzelven met vrucht geëmploijeerd kunnen worden. Dat ingevalle gequalificeerde Wervers door de eene of andere misleiding, en dus ter godertrouwe, Jongelingen voor den Militairen dienst, buiten confent van derzeiver Ouders of Voogden, mogten hebben aangenomen, van welke naderhand kwam te blijken, dat dezelve bij de aanneming nog geene volle agttien jaaren oud zijn geweest, zodanige Wervers , noch ook de.Bataillons Casfa, geenzins de fchade behoren te lijden, die veroorzaakt zoude worden door het ontflag van dusdanige Jongelingen ten gevolge van de reclame door derzeiver Ouders of Voogden gedaan. Befloten en verordend heeft, dat alle Jongelingen, volle agttien jaaren bereikt hebbende, welke zich vrijwillig tot den Militairen dienst engageeren , daartoe, zo lang. de tegenwoordige Oorlog duurt, of door het Vertegenwoordigend Lichaam nader zal zijn voorzien, geen confent van derzeiver •Ouders of. Voogden zullen behoeven, maar gehouden zullen zijn die dieniten aan het Vaderland te prafteeren, waartoe zij zich zei ven aldus vrijwillig geëngageerd hebben, wordende mitsdien in dit geval fpeciaal gederogeerd aan de Wetten en Costumen, welke met deze dispofitie zouden ftrijdig zijn; zodanig nochtans, dat aan zulke Jongelingen, welke vóór dato van dit Decreet dienst hebben genomen, en toen nog bene» den de agttien jaaren oud zijn gewéést, ingevalle deze door hunne Ouders of Voogden, terflond na de aanneeming , op eene behoorlijke wijze zijn gereclameerd, zal worden vrijgelaten, om tegen vergoeding van de kosten, op hun engagement gevallen, derzeiver ontflag uit den Militairen dienst te riemen, ofwel om zich verder daar toe te verbinden. En  C 25a ) En dat wijders, bij aldien gequalificeerde Wervers, door de eene of andere misleiding , en dus ter goedertrouwe, Jongelingen voor den Militairen dienst, buiten confent van derzeiver Ouders of Voogden, mogten aangenomen hebben; of in het vervolg aannemen, van welke naderhand kwam te blijken , dat dezelve bij de aanneming nog geen volle agttien jaaren oud zijn geweest, zodanige wervers niet verantwoordelijk zullen zijn voor de gevolgen van dit hun vrijwillig aangegaan engagement., noch cok de kosten daarop gevallen ten lasten van dezelve, of van de Bataillons Casfa, zullen mogen , komen, maar geheel en al gerembourfeerd zullen worden door de reclamerende Ouders of Voogden; zullende zodanige Jon: gelingen niet eerder uit den Militairen dienst mogen worden ontflagen, dan na dat de evengemelde kosten gerembourfeerd zullen zijii, of, bij gebreke van dien, dezelve den tijd uitgediend hebben waartoe zij zich vrijwillig hadden geëngageerd. Dienvolgende gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigenden Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag den 28 Oclober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheerd) J. F. R. van H O O FF, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. P U-  C 253 } PU BLICATIE JlJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat het Bataaffche Volk, bij de door hetzelve aangenomene Staatsregeling, gewild heeft, dat alle Burgers het recht hebben, om ten allen tijde, met uitfluiting van anderen, op hunnen eigen of gebruikten grond te Jagen, te Vogelen en teVisfchen, en dat het Vertegenwoordigend Lichaam, bij Reglement, de nodige bepalingen zoude maken. 1. Dat de openbaare veiligheid, en de Eigendommen der Ingezetenen in dit opzicht verzekerd worden , en dat de Landgebruiker bij geene Wet of Beding belet worde cm alle Wild op zijnen gebruikten grond te vangen, en dat geen ander daar op, zonder zijne bewilliging , zal mogen Jagen , Vogelen of Visfchen, en 2. Dat de Visfcherijen niet bedorven worden. Dat de aart en natuur van het eerfte foort van bepalingen i'olftrekt medebrengt, dat dezelve op de onbelemmerde befchikkiug over het Wild op eigen of gebruikten Grond be' hooren gebouwd te zijn, zonder dat de bij veelen nog bijgeblevene denkbeelden van de converfatie van het Wild, als nuttig voedfel, of als een tak van Negotie befchouwd, veel min van bepalingen omtrent de wijze of tijd van hetzelve te vangen of te dooden, of eenige andere dergelijke bedenkingen, daarbij in aanmerking kunnen komen, of in dit opzicht eenige verandering kunnen te wege brengen Dat ten opzichte van het laatfte foort van bepalingen, of het inftandhouden der Visfcherijen, bijna in alle gedeelten der Bataaffche'Republiek, 't zij voormaalige Gewestelijke'of li Plaat-  C 254 ) Plaatfelijke Wetten tafl^^fr jSg^tLËt heilzaam doeleinde, het welk het Bataaffche Volk zich m dezen heeft voorgefteld, althans provifioneel, genoegzaam Sen g rekend"worden te zijn; dat het da^enboven zeer moeijelijk zijn zoude, dezelve door andert. Wetten te doen vervangen, alvorens het Vertegenwoordigend Lichaam, door dezelve te examineeren, in ftaat gefteld was, om uit al het goede en heilzame, het welk in dezelve gelegen is, het beste te kiezen; en dat het in allen gevalle zeer gevaailyk, en gen de Intentie van het Bataaffche Volk aan 8^<^ dezijn, deze voormalige Gewestelqke enFlaadeh^We^ aftefchaffen, of buiten effect te ftellen, voor en aleer dezei ve door eene generaale Wet, zo het naar exammatie van alle de thans in vigeur zijnde Wetten, en na onderzoek van de verfchillende Plaatfelijke omftandigheden, al ™™üf™> bevonden worden, om eene generaale Wet te maken, zullen worden vervangen; Befloten en verordend heeft: n,tnnf' Art. i. Dat, daar bij de Staatsregeling voor het Bataaffche Volk, aan alle Burgers het Recht is toegekend, om, met uitfluit ng van anderen, op hunnen eigen of gebruikten grond te JageÖn, te Vogelen en te Visfchen voortaan zul en Sphoudenalle Jagt-Gerichten, of andere daar toe: behoort hebbende Collegien of Ambtenaaren, onder welke benaming ook; mitsgaders alle zogenaamde Vrijheden van de Jagt, en allePrivüegien van Particulieren, zo om op eens andeis eigen of gehuurden grond te mogen Jagen, als om een anderen dit op deszelfs eigen of gehuurden grond te verbieden, maar ook, dat daarentegen een iegelijk, ten allen tudeop Sn eigen of gebruikten grond, allerlei foort van Wild zal mogengvangen: en in zodfnig Water, het welk binnen zekeren eigen of gebruikten grond gevonden wordt, en het welk Let de gemeene Rivieren, Meiren , Vaarten of Wateren  C 255 ) (welke daar mede correspondeeren), geene communicatie heeft, ten allen tijde, en op allerlei wijzen, zal mogen Visfchen. 2. Dat wel expresfelijk wordt verboden aan alle Eigenaars of'Beheerders van Landen of andere Perceelen, hoegenaamd of waar gelegen, om, hetzij bij het Huur-Contrad, of bij eenig ander afzonderlijk Beding, den Huurder te beletten , ten allen tijde op het gehuurde te mogen Jagen, Vogelen en Visfchen; als wordende alle zodanige Bedingen gehouden voor nul of van geene verbindende kracht, en even als of dezelve in het Huur-Contraft, het welk buiten dit beding in wezen blijft, niet {tonden uitgedrukt. 3. Dat niemand, wie hij ook zij, zich zal mogen veroorloven , om zonder goedvinden en confent van den Gebruiker van eenigen gehuurden of anderen grond, op denzelven te komen Jagen, Vogelen (waar onder mede het zoeken van allerhande foort van Eieren, en ftooren van Nesten, begrepen wordt) of Visfchen, het zij metHonden, Geweer, Netten, of eenig ander Jagt- of Vischtuig, met het welk loopend of vliegend Wild, Gevogelte of Visch, kan worden gevangen of gedood, op verbeurte van eene boete van 30 :-:telkens wanneer zulks ondernomen wordt, te appliceeren, een derde ten behoeve van den publieken Aanklage-r, een derde ten behoeve van dien geenen welke de bekeuring of beboeting' zal hebben gedaan 3 het zij zulks door een Gerechtsbode, Gerechtsdienaar, of ander Perfoon gefchiedis, en het overige een derde ten behoeve van de gemeene Armen ; zullende, wanneer de bekeuring of beboeting doorparticuliere Eigenaars of Gebruikers mogt zijn gedaan, de boete tusfehen den publieken Aanklager en de Armen gelijkelijk verdeeld worden ; en ingeval zodanig iemand, na door die gee^ nen, welke door pubhek gezag daartoe zullen wezen gequaliheeerd, of door den Eigenaar, Gebruiker, of iemand van li 2 hun-  ( W ) hunnentwegen, gewaarfchouwd, en het verder Jagen, Vogelen of Visfchen , verboden zal zijn, echter daarin blijft voortvaren, als dan op verbeurte van eene boete van ƒ 6c: -: ten behoeve als boven; en in cas van daadlijke refiiientie of bedreiging van geweld aan die geenen, welke door publiek gezag daar toe zullen wezen, gequaliheecrd, of aan oen Eigenaar of Gebruiker van den grond, of aan iemand van hunnentwege gedaan, wanneer dezelve eenen Jager, Vogelaar of Vislcher, tegen het Jag.n, Vogelen of Visfchen aldaar vermaanen, of hem zulks trachten te beletten, zal een zodanig Jager, Vogelaar of Visfcher, als een Verftoorder der openbaare rust, en aanrander der publieke Wegen en Plaatfen , wordende aangemerkt, en tegen denzelven zodanig worden geprocedeerd; en zulks alles boven en behalven de Actie m cas van Spolie, overlast, geweld of anderzms, welke de Eigenaar of Gebruiker mogte goedvinden te inftitueeren tegen dien geenen, welke, zonder bekomene toeftem.ming, op iemands eigen of gebruikten grond mogt hebben Gejaagd, Gevogeld of Gevischt; als mede boven het verbeurte van het Jagt- Vogel- of Vischtuig, het welk de Eigenaar of Gebruiker van alzulk eenen . zal mogen afneemen of doen afneemen; en zullen alle Jagers, Vogelaars of Visfchers, welke, uit hoofde van dit of een der volgende Articulen, in eene Geldboete zijn bekeurd, op eene plaats alwaar zij niet woonachtig zijn, in Civile Gijzeling mogen en moeten gehouden worden, tot zij de Boete voldaan, of daar voor Cautie gefteld hebben. 4. Dat voor confent van den Eigenaar of Huurder gehouden wordt, wanneer iemand met den Eigenaar of Huurder, of met iemand van zijne Huisgenoten of vaste daaglijkfche Bedienden, op den in eigendom of huur gebruikt wordende grond, Jaagt, Vogelt of Vischt; en dat wanneer iemand op eens anders grond zal willen Jagen , Vogelen of Visfchen zon-  ( 257 > zonder dat de Eigenaar of Huurder, of iemand Van de bo* vengenoemde Perfoonen van hunnentwegen, daarbij H woórdig zij, zodanig iemand zal moeten voorzien zijn van een fchriftelijken eigenhandig ondertekenden Coniembuef,. van den Gebruiker van het Land waarop hij zal willen Jagen,, Vogelen of Visfchen, welke Confentbrief hij, alvorens'daar van gebruik te mogen maken, zal moeten doen re. giftreeren ter Secretarie van het Gemeente Beftuur, waar onder de Landen, op welke hij Vrijheid tot Jagen, Vogelen of Visfchen, bekomen heeft, gelegen zijn, en die Confentbrieven, als hij daar van gebruik zal willen maken,, bij zich moeten hebben, op verbeurte van eene boete van 25 Guldens , ten behoeve als boven , voor iedere reize, als iemand zal bevonden worden, zonder zijne Gonfentbrieven bij zich te hebben, of die te hebben laten regiftreeren, te hebben Gejaagd, Gevogeld of Gevischt, welke Regiftratie jaarlijks zal moeten worden vernieuwd, en voor welke telkens, ten behoeve van den Secretaris, zal worden betaald zes Huivers voor ieder gegeven Confent, zonder onderfeheid of het op een of meer briefjes gefchreven ftaat. 5. Dat ten opzichte van de Gronden of Landen, welke tot niemands particulieren eigendom, maar tot de Domeinen, of gemeene Goederen van het Bataaffche Volk, of aan Burgers van zekere Plaatfen of Gemeenten, het zij gezamentlijk of afzonderlijk, behooren, en welke niet verhuurd of verpagt. zijn, zoals ongecultiveerde enfterile Gronden ,.Heiden, Duinen, Moerasfen, Gemeentens Gronden, Markten en andere,, van'welke benaminge ook meer, als mede van de Visfcherijen in de gemeene Rivieren, Menen en Wateren, tot de voorfz. Domeinen behoorende, provifioneel, en tot daaromtrent door het Vertegenwoordigend Lichaam nader zal zijn voorzien, al dat geene het welk federt het jaar 1795 daaromtrent in de. meeste der voormalige Gewesten van de Bataaffche Republiek. li 3 *  is in gebruik geweest, in ieder van dezelven refpecfcivelijk zal blijven ftand houden; en dat bij zo verve dezelve niet van wegens het Uitvoerend Bewind, Adminiftrative Beftuuren of Gemeenten, zijn Verpagt, elk Stembevoegd Burger van de Bataaffche Republiek op of in de eerfte of algemeene, en elk Stembevoegd Burger van zodanige Gemeenten of Gemeente, welke, hetzij afzonderlijk of gezamentlijk, eenige GemeenteGoederen bezitten, op of in de laatften, op de door de Wet bepaalde tijden en wijzen, indien hieromtrent bepalingen ge . maakt zijn, te mogen Jagen, Vogelen en Visfchen; mits zig daar toe jaarlijks ter Secretarie van het Gemeente Beftuur, waaronder die Gronden of Wateren, waar op of in hij dit Recht geduurende dat jaar wilt uitoeffenen, gelegen zijn, aangevende en hebbende laten'ïegiftreeren, van welke aangifte en re • 'giftratieaan hem een blijk zal worden ter hand gefteld , waar voor hij telkens aan den Secretaris zal moeten betalen zes ftuivers, welke blijk zodanige Burger altijd bij zich zal moeten hebben; zullende een ieder, welke bevonden zal worden op of inde voorfchreve Gronden of Wateren, Gejaagd, Gevogeld of Gevischt te hebben, zonder daar toe invoegen voorfchreven bevoegd verklaard te zijn, of de blijk daar van bij zich te hebben, verbeuren, voor de eerfte reize 30 Guldens, voor de tweede reize 60 Guldens, en bij verdere overtreding naar exigentie van zaken, met confinement, bannisfement of anderzins, worden geftraft. 6. Dat alle boeten, met de kosten daarom gedaan, zullen worden ingevorderd bij parate Executie, en dat de zodanige, welke niet in ftaat zijn om dezelve te kunnen voldoen, door het Departementaal en Gemeente Beftuur zullen worden geroijeerd van de Lijst dier genan, welke, invoegen voorfchreven, op de gemeene Gronden, of met Confentbrieven op eens anders in eigendom of gebruikten Grond mogen Jagen, Vogelen of Visfchen; zullende zij, welke, na dat hunne Namen  C 259 ) men van deze Lieten zijn geroijeerd, en voor dat de door hen verfchuldigde boeten, met de kosten daarom gedaan, zullen zijn voldaan zulllen bevonden worden buiten den door hen in hum-gebruikten Grond te Jagen, te Vogelen of te Visfchen, ■ voor den tijd van één Jaar worden geconfineerd, om met hun' ner handen arbeid de kost te winnen; terwijl die geene welke met in voorfz. Lijsten zijn ingefchreven, en de boeten niet kunnen voldoen, voorde eerfte reize veertien dagen te Water en te brood zullen gelegd worden, en voor de tweede reize, zonder dat de door hen verbeurde boete zal zijn voldaan tegen dit Reglement misdoende, mede invoegen voorfchreven voor één jaar zullen worden geconfineerd, om met hunner handen arbeid de kost te winnen.. P ü.at^t aan niemand, dan aan dezulken, welke, iW volge dit Reglement, het recht bezitten, of de vrijheid bekomen hebben, om te mogen Jagen, zal vrijftaan met een Snaphaan of Busch langs de gemeene Voetpaden of Weo-en te gaan ofte njden, op verbeurte van dezelve, en daarenboven van een boete van 30 Guldens voorde eerfte reize, vlnlo Guldens voor de tweede reize, en bij verdere overtredino- 0O poene van, naar exigentie van zaaken, met confinement banmsfement, of anderzins, te worden geftraft: zijnde echter onder dit Articul niet begrepen, gewapende Burgers en Militairen, welke naar de Verzamelplaats gaan, of van daar te rug komen. b ' dX 3. Dat de bij het vorig Art. tot de Jagt bevoegde perfoonen, wanneer zij ter Jagt gaan, of van dezelve te rug komen, of bereids ter Jagt zijnde, zich van het eene ftuk Gionds naar een ander begeven, welke meer dan een half uur gaans of 1000 Roeden van eikanderen gelegen zijn, de gemeene' Voetpaden en Wegen niet anders dan met een ongeladen Ge! weer zullen mogen pasfeeren, op verbeurte van de boete en panahtejten bij het voorig Art bepaald, zullende de door 3?«-  publiek gezag tot bet doen van bekeuringen aangeftelde Perfoonen, ten alleü tijde, de vrijheid hebben, om de invoegen voorfchreven, tot de Jagt gerechtigde, en alzo gemeene Wegen en Voetpaden pasfeerende Perfoonen, te mogen vifiteexen ; en deze de vifitatie moeten geheugen en gedoogen, op pcene van ia Guldens, zo menigmalente verbeuren als iemand -deze vifitatie niet goedwillig zal hebben toegelaten. 9. Dat door de Gemeente-Beftuuren tweemaalen in ieder Jaar, als in het begin van Februarij en van Augustus, accurate Lijsten, zo van alle de geenen welke hunne Confent brieven om op eens anders grond te mogen Jagen, Vogelen of Visfchen, hebben doen regiftreeren, als van zulke Stemgerechtigde Burgers, welke zich tot het Jagen Vogelen of Visfchen, op Gronden of in Wateren, welke in niemands bijzonderen eigendom toebehooren, geduurende dat Jaar, het welk met de maand Maart zal gerekend worden te beginnen cn te eindigen, hebben doen aantekenen, zullen worden gezonden aan het Departementaal Beftuur, het welk daar van zal doen formeeren, en vóór het begin van Maart en September aan den publieken Aanklager, in elke Gemeente, doen verzenden, de Lijsten van zodanige Perfoonen, welke op Gronden of in Wateren, onder het Rechtsgebied gelegen, op gemeene of eens anders Gronden zullen mogen Jagen, Vogelen of Visfchen, met last, om daar van Copien ter hand te ftellen aan de Gerechtsboden, Gerechtsdienaars, en alle zodanige Perfoonen, als in dezen tot het doen van Calangien, op publiek gezag, onder zijn Resfort of Jurisdictie gevonden worden; en dat die geene, welke zich op de een of andere wijze tusfehen de voorfchreve twee bepaalde tijden aangeven, en vóór de volgende generaale aangifte en aanfchrijving daar van wenschten gebruik te maken, kunnen begeeren, dat daar van ten hunnen redelijken kosten eene bijzondere opgave aan het Departementaal Beftuur, en eene aanfchrijving aan den pu- blie-  C &t ) blieken Aanklager, of Aanklagers van dat Diftrict, 0f die Diftnclen, waar onder hij zal wiUen Jagen, Vogelen of Visfchen, worde gedaan; wordende de publieke Aanklager gelast, om behoorlijk zorge te dragen, dat dit Reglement in alle deszelfs deelen ftiptelijk worde nagekomen, en dat de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars, welke bij dezen tot het doen van bekeuringen en beboetingen worden gequalificeerd en bevoegd verklaard, ais mede zodanige Perfoonen, welke daar toe nader mogten worden gequalificeerd, hunnen plicht getrouw betrachten. rT 10. Dat de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars, alsmede zodanige Perfoonen welke tot het doen van bekeuringen en beboetingen, op publiek Gezag, zullen worden gequalifi" teert, wanneer dezelve eene bekeuring of beboetingSen gedaan hebben, daar van eene fchriftlijke verklaarinf zulkï moeten geven aan den Publieken Aanklager, met meE van den bekeurden of beboeten Perfoon, Se plaats w^iar df bekeuring gedaan is , en de zaak of het .fait waar over dezelve bekeurd is; welke verklaaring de publieke AankWzal doen beeedigen, en waar op als dan recht zal gedaan wor den ten ware de beboete Perfoon goed recht van tegenfpreken hadde of dat aan den Rechter het tegendeel vaThe? m de Veiklanng gefielde kwame te binken " ttlni iï£uSgdi^$ ie,d er-Bui^er e" InSezeten ^r Bataaffche Republiek bevoegd zal zijn, om bekeuringen of beboetinïen te doen mits het fait door twee gelooflaarle GeS" bewijzende en daar van eene verklaaring aan den imbffi Aanklager binnen ,4 dagen overgevend!, dewdkfdezelve als dan zal moeren doen beeedigen. aezeive ia. Dat de publieke Aanklagers, wanneer 7u aL^L eene verklaaring het zij van tentecSe LÏ»3± gezag bekleede, het zij van bijzondere Peribonen IbrfZÏÏ heben, enhebbendoen bezigen, en«^zijtdS Kk in  ( 262, y In dezelve genoegzamen grond voor eene Aanklagte of Adie gevonden hebben, binnen veerden dagen, na dat die ter hunner kennisfe zal gekomen zijn, de Geldboete van den bekeurden eii beboeten zullen moeten afvragen, cn bij weigering denzelven daar toe voor deszelfs Competenten Rechter aanlpreeken; als mede., dat zij, wanneer.de zaak van dien aart is, dat er tot Lijfltraf zal moeten weiden geprocedeerd, daar van daadlijk kennisfe zullen moeten geven aan den publieken Aanklager dair toe competent, ten einde deze, daar voor termen vindende, tégen den Bekeurden zoude kunnen procedeerui.^ Gerechtsboden ^ Gerechtsdienaars, en alle zodanige Perfoonen, welke tot het doen van bekeuringen en beboetingen op publiek gezag zijn, of nog zullen worden gequalificeeid, wanneer dezelve door. deeze of geene particuliere Perfoonen worden gerequireerd, om bekeuringen , beboetingen, of Civiele Gijzelingen, uit hoofde van dit Reglement te doen, en ook om de noodige adfiftentie in geval van geweld of overlast te verkenen, zulks met zullen mogen weigeren, op verbeurte van hunne Bediening. 14. Dat zo lange de Rechterlijke Machten, als mede de Gemeente-Beftuuren, niet op den voet, bij.de Staatsregeling bepaald, georganifeerd zijn, de jegenswoordige Ciyile Rechtbanken over de Geldboeten, en de Crimmeek overliet Liifftraflijke, zullen oordeelen; mitsgaders, datdeBalliuwen en Drosfaarden de aanklagten voor beide deze Rechtbanken zullen moeten doen; terwijl de Schouten Civiel, benevens de Gerechtsboden en Gerechtsdienaars, tot. het doen der bekeuringen en beboetingen, invoegen voorfz. mede zo lange bevoegd verklaard worden; als mede, dat de Regiftratien der Confentbriefjes enz., bij de Municipaiiteiten, zo als. dezelve thans nog beftaan, zullen moeten gefchieden. 15. Dat alle Placaaten, Publicatien en Ordonnantiën, wel-  C 263 ,) ke ijl de voormalige Gewesten en Plaatién, tot confervatie en inftandhouding des Visfcherijen, in' de Rivieren , Meiëek en Binnenwateren, zo met opzicht tot den verboden tijd , als de wijze van Visfchen, zullen blijven in volle kracht, tot dat door het Vertegenwoordigend Lichaam daarin bij een generaal Reglement nader zal zijn voorzien; en in zodanige der voormaalige Gewesten of Plaatfen, alwaar ten dezen opzichte geene voorzieningen mogten zijn gedaan, voortaan, geduurende drie weeken, voorde drie weeken na den 1 Maij niemand in de voorfz. Meiren of Wateren zal mogen Visfchen, op verbeurte van ƒ100 : - : - , te verdeelen als hier boven, behalven ook de verbeurte van het Vischtuig. Gelastende dienvolgens het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigenden Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 28 Oclober 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULT MAN. Kk s PU-  PUBLICATIE "f-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam , op de wijze bij de Staatsregeling^ voorgefchreven overwogen hebbende, dar de middelen , door hetzelve in het afgelopen jaar gearrefteerd, om, voor het te kort voor dit lopende Jaar te zorgen, geenzins berekend waren om in de buitengewoone Uitgayen te voorzien, welke de omftandigheden hebben noodzakelijk gemaakt; terwijl aan het Vertegenwoordigend Lichaam overtuigend is gecleeken, dat een vrij, aanmerklijk tekort voor de Behoeften van dit Jaar zal moeten worden gefuppleerd; Dat de dagéjijkfche Behoeften voor dé Franfche en Bataaffche Legermacht, en voor die geenen onzer Medeburgers, welke moedig ten ftrijd getogen, hun leven ter algemeene Verdeging waagen, eene onverwijlde voorziening noodzaaklijk maakt; Dat deze buitengewoone Uitgaven reeds voor een groot gedeelte hebben geftrekt tot het keeren van den ftouten aanval van eenen even trotfchen als naijverigen Vijand, welke tot een onlochenbaar oogmerk had, een, op's Volks wil en rechten gegrondBeftuur, volftrcktelijk te vernietigen, het Vaderland met een wisfen val te treffen, alle Ingezetenen geheel te bederven, en der Vrijheid onder de worftelingen der Wanhoop den hartader aftefteeken; Dat het Bataaffche Volk, van den aart dezer Uitgaven onderrigt, derzeiver gelukkige uitwerkfelen in eene ruime maa. te ondervindt in de diepe vernedering, en den geheelen Aftocht, tot welke zich de Vijandelijke Legermacht, door de onbezweken moed en trouw der Republiekeinfche Benden , heeft  C 265 ) Beeft gebragt. gezien; en waar door de verfpilling van zeer-; groote Schatten en eene onuitwisclibaare Schande, de eenige gevolgen eener Expeditie zijn, aangelegd met het ver-; derfelijk oogmerk, om de geheele vernietiging van het Republikeinsch ftelfel in Europa te bewerken; en dat zich dus eenieder gewillig opofferingen zal getroosten,, zo noodzaaklijk, om het beftendig genot van deze gelukkige verandering van zaaken te verzekeren, en het Beftuur verder in ftaat te ftellen, om de eer en onafhanglijkheid van het Bataafiche Volk. manmoedig te blijven verdedigen, en bij eenen zo.wenschlijken Vrede langs hoe meer te bevestigen; Befloten en verordend heeft: Voor eerst, door ieder Ingezetenen, zonder onderfeheid * zal moeten, worden gefurneerd een vijfde Termijn van de Heffing, bij voorbetaaling, dèn 30 November van den jaare. 1798 gepubliceerd; dat is: door een ieder zal nog moeten worden betaald een vierde gedeelte van dat geen, het welk door hem in de voorbetaaling van vier ten honderd heeft moe^ ten worden gefurneerd. Ten Tweeden, dat de betaaling van deeze vijfde Termijn gefchiedt in alles op den zelfden voet, als, ten aanzien der vier vorige Termijnen, bij e ven gemelde Publicatie is bepaald.; voor de furnisfementen wordende insgelijks afgegeven Quitantien en Recepisfen, rentende drie en een half ten honderd , en zo wel ten aanzien van de betaaling der Intresfen, als ten aanzien van de Afiosfingen, de voordeden genietende aan de voorige betaaling bij voorbetaaling gehegt; zo als deeze Termijn mede in alles, en op denzelfden voet, aan het onderzoek zal worden onderworpen, het welk omtrent de voorige Termijnen is bepaald. Ten Derden, deeze betaling zal kunnen gefchieden ter plaats waar een ieder verkiest, zonder onderfeheid of hij aldaar al of niet zij gedomicilieerd, en voorts kunnen worden gedaan Kk 3 in.  ( 266 ) ïn twee Termijnen; zullende ten minsten de eene helft moeten worden opgebragt vóór of uiterlijk op den 30 November van dit jaar, en de wederhelft vóór of uiterlijk op den 15 Januarij van den jaare 1800; en alle vertraagde betaaling, even als ten aanzien der voorige Termijnen, worden gehouden en gecorrigeerd als wanbetaling, en dus met dezelfde poene als of in het geheel niet ware gefurneerd. Ten Vierden, het furnisfement in deezen Termijn zal kunnen gefchieden voor de eerfte helft, welke vóór 30 November deezes jaars wordt opgebragt, met contante Specie, op den voet als bij Publicatie van den 30 November 1798 is be» paald, met Beleenbank-geld, en met Bataaffche Refcriptien, vervallen den 22 September van dit lopende jaar; met dien verftande, echter, dat voor de gefurneerde Refcriptien geene geiplitfte Quitantien noch Recepisfen zullen worden afgegeven , en voor de tweede helft, behalven in de evengenoemde Specie en Papier, ook nog met Coupons van Bataaffche Refcriptien, mede vervallen den 22 September van dit jaar. Ten Vijfden, die geene, welke den geheelen Termijn voor den 30 November aanftaande, mogten willen betaalen, zullen hun furnisfement voor de eene helft kunnen doen in de evengemelde Coupons, mits voorde wederhelftfurneerendc in Specie of Beleenbank geld. Ten Zesden, voor de furnisfementen in den vijfden Termijn, zullen beleeningen inde Nationale Beleenbank, even als voor de voorige, en op den voet der Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 20 Februarij deezes jaars, kunnengefchieden. Ten Zevenden, de Quitantien voor deezen Termijn zullen, aan de relpective Commisfien tot onderzoek moeten worden óvergebragt, op den daar toe nader door dezelve te bepaalen tijd, mits voor of op den 31 Januarij 1800. Ten Agtften, bij alteratie van het 39 Articul der Publicatie  C 267 ; tfe van den 30 November 1793, zal de generaale Quitantie* bij dat Articul vermeld, eerst word in afgegeven,-na dat de betaling cn furnisfement in den vijfden Termijn afgelopen en behoorlijk onderzogt zullen zijn. •tojil 3!i,*VA rt'v. • —- v'f'-nf'T .,'tf v r Ir, * K, JLjL Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van bet \ eitegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 29 O&ober 1799, Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. 11. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve,- (was geteekend) C. G. HULTMAN. NO-  C 268 ) NOTIFICATIE Het Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgeren, Heil en Broederfchap l Alzo het TJivoerend Bewind dezer Republiek bij deszelfs Beiluit van den poften October 1. i. heeft goedgevonden in te trekken en buiten etfeft te ftellen, deszelfs Befiuiten van den ifden en 20pen September laatstleden, -waarbij onder anderen is bepaald, dat geene Vaart hoegenaamd, over de Zuider Zee zoude worden toegelaten van Schepen, voorbij Amfterdam naar de buitenzijde varende, dan voorzien van een Paspoort van het Departementaal Beftuur waar de Schippers inlaaden, en daar door tevens zijn komen te cesfeeren, en op te houden alle de gefielde orders en bepalingen, daar toe betrekkelijk, waar onder ook die, welke in Onze Notificatie van den yden September 1. ï. omtrent de Certificaten ter bekoming van zodanige Paspoorten zijn vermeld. ZO IS HET, dat Wij zulks bij dezen brengen ter kennis van een ieder, wien het aangaat, als mede dat door Ons zijn ingetrokken alle de orders, waar bij de vervoer van Houtvlotten van Delfzijl naar Harlingen was verboden, zo dat dezelve thans wederom gelijk bevorens vrij en ongehinderd kunnen worden getransporteerd; En op dat deze tot een ieders kennis kome, zal dezelve alomme worden afgelezen en aangeflagen ter plaatze, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Landshuis binnen Leeuwarden, Woensdag den 6den November 1790- Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. L. H U B E R , Vt. t Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. J M. S A L V E R D A. Secr. M I S-  C a°9 ) MISSIVE Aan de Raad der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . . Alzo bij Ops is ingekomen een Extract uit het Register der Befluiten van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek van den 4*» dezer lopende Maand, waarbij het zelve Bewind in aanmerking genomen hebbende, dat uit de fuccesfivelijk ingekómene ftukken aan hetzelve is gebleeken, dat het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den ï* Julij deezes Jaars nopens rAmptenaaren welke zich voor of uiterlijk op den31 Juhj des afgelopen Taar 1798 in het Stemregister binnen die Gemeente waar toe zij behooren, niet hebben doen mfchruven, niét teeenfiaandc zijdaar toe de vereischten ongenoegzame gelegentheid hebben gehad, zeer verfchillend word opgevat, zo dat er niet alleen individus worden gevonden, welke, ot fchoon in de termen van het zelve vallende, daar van nog geene behoorlijke kennis hebben gekreegen en bij zommigen zelfs in diervoegen wordt verftaan, als of daar onder Souden moeten worden begrepen zodanige Araptenaaren, welke op den 3ijulij 1798 de Ampten door hun daar na verkreegen, nog niet bezaten, onaangezienhet voor-zeker moet worden gehouden, dat het voorfchreeven Decreet met kan werken, dan tegen de zulken, welke op den 31 Juhj 179» niet in het Stemregister waren ingefchreeven, en echter toen reeds de posten bezaten, welke zij nog bekleeden, ot ook tegens de zodanigen, welke na den 31 Julij 1798 eenig Ampt mogten hebben bekoomen, zonder als nog in het Stemregister te zijn ingefchreeven; dat anderen, die verphgt waren, om de uit hoofde van het voorn. Decreet opengevallene Posten weder te vervullen, of ter vervulling nominatien in te zenden, of wel vöordragten te doen, of kennis vandevaLl ca~  C 270 ) cature te geven daar aan voor als nog niet hebben voldaan;~ en eindelijk nog hebbende geconiidereerd, dat er omtrent zommige Bedieningen bedenkingen zijn ontftaan, of dezelve als, Ampten kunnen worden befchouwd, alsmede of de reedenen, door zommige Perfoonen aangevoerd, waarom dezelve op den 31 Julij 1798 niet in het Stemregister zijn ingefchreeven geweest, als zodanig valide moeten worden aangemerkt, dat ten hunne opzichte eenige modificatie zoude behooren te worden geadmitteerd; Heeft beilooten: Voor Eerst, de refpeétive Agenten van het Bewind, de Departementaale Beftuuren, en door deeze de GemeenteBeftuuren, de Commisfarisfen ter Adminiftratie der Financien in de refpeétive voormaalige Gewesten; en de Committés tot den Oost- en West- Indifchen Handel en Bezittingen aan te fchrijven en te gelasten, zo als gefchiedt bij deezen. a. Om het meergedachte Decreet van het Vertegenwoordigend Lighaam van den nde Julij deezes Jaars, voor zo verre het zelve nog niet mogte zijn geëxecuteerd, dadelijk ter executie te leggen, i. Om de posten ten gevolge der executie van het voorfch.. Decreet opengevallen, voor zo verre dezelve ter hunner begeving ftaan onverwijld, immers en in allen gevalle, binnen agt dagen na de receptie van dit befluit te vervullen, c. Om nominatien in te zenden, voordrachten te doen, of kennis van de Vacatures te geven wegens en omtrent alle zodanige Ampten, als uit hoofde der executie van het voorn. Decreet zijn vacant geworden, en waar van de inzending der nominatien, het doen van voordrachten, of het kennis geven van de Vacatures hun refpeftivelijk incumbeert; met opgave der redenen, waarom zij fustineeren, dat de post vacant zij, of de geremoveerde vallen in de termen van het meergemeld Decreet; alles meede binnen-  C 271 ) nen den tijd van 8 dagen na de receptie der refpeétive aanfchrijvingen: en dat eindelijk d. De beoordeling der Wettigheid of Onwettigheid van de redenen, welke mogten worden geallegueerd door de Amptenaren op den 31 Julij 1798 nog niet ingefchreven, in de eerfte plaats zal gefchieden door den geenen, ter wiens begeving de post ftaat, onverkort hun regt van beklag ter plaatze, alwaar zij dit zullen vermeenen te behooren. Ten Negenden : Dat aan het Vertegenwoordigend Lighaam, onder kennisgeving van de gegevene Executie aan deszelvs Decreet van den 2 Juhj laatstleden, zal worden voorgedragen, om door het zelve Heilig te worden geinformeerd of in de termen van het zelve Decreet gereekend moeten worden te vallen Profesforen, en verdere onderwijzers aan Academiën, Gijmnazia en Athenea, mitsgaders alle, die in het vak der Fraaije kunsten, voor Lands of Plaatfelijke Rekeningeenig onderwijs geven, voorts Stads-Doétoren, Vroedmeesters, Notarisfen, Procureurs , Makelaars , Landmeters , Sluiswachters van 's Lands of Stadswege, wijders Klappersmans, Zakkedragers; en eindelijk of het voorn. Decreet mede moet worden geëxecuteerd. 1. Ten aanzien van zodanige, Perfoonen, welke niet zijn ingefchreven, om dat van den Armen zijn gealimenteerd, en echter eenige Plaatfelijke bediening bekleden doch welke'van deeze bediening vervallen wordende verklaard, in een grootere maate ten laste van den Armen moeten vervallen. 2. Ten aanzien van de zodanige welke van s Landswege gepenfioneerd, echter bovendien tot de Armen hunner woonplaats den toevlucht hebben moeten neemen, en daarom uit het Stemregister zijn geroijeerd. ft. Ten aanzien van de zodanige welke op den 23 April ^ LI 2 1793  ( ) 1798 Stemgerechtigd zijn geweest, doch zich in het ConfHtutioneel Stemregister niet hebben laten infchrijven, om dat zij meenden, dat zij eens Stemgerechtigd zijnde verklaard geene verdere demarches behoefden te doen. Zo brengen Wij het zelve bij dezen ter Ulieder kennis, mét last om aan diens inhoud, voor zo verre Ulieden aangaat, binnen agt dagen na ontfangst dezes te voldoen; met uitzondering nogthans van de Perfoonen bij Art. 9. omfchreven, opzichtelijk welke Gijlieden met de uitvoering van voorn. Beiluit hebt te fupercedeeren tot nadere aanfchrijving. HEIL -en BROEDERSCHAP l Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. Leeuwarden den 12 November 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. PU-  C *73 ) PUB LICATIE T_Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgeichreven, overwogen hebbende: Dat veele Schoolmeesters, vooral ten platten Lande, teffens als Kosters der Gereformeerde Kerken gefungeerd hebbende, door het gemis hunner Tractementen in laatsgemelde cjualiteit, geheel of gedeeltelijk van hun beftaan zijn beroofd. Dat dezelve daar door zijn buiten ftaat gefteld, en naar billijkheid niet kunnen worden verplicht, om den Schooldienst als te voren waar te nemen; en dat het niettemin hoogstnoodig is, tot afwering van een totaal verval van het onderwijs der Jeugd in de Schooien, dateene provifioneele voorziening deswegens worde daargefteld. Befloten en verordend heeft, bij Ampliatie en Interpreta* tie der Publicatie van den ai Maij deezes Jaars, te ftatueeren, dat de Schoolmeesters, die bevorens als Kosters der Gereformeerde Kerk hebben gefungeerd, en van 's Lands wege zijn betaald, door het gemis van hun Traetement als Kosters, niet zullen gehouden worden van derzeiver functien als Schoolmeesters te zijn ontflagen, maar verplicht, deze hunne Bediening getrouwelijk te zullen blijven waarnemen j zullende dezelve, en die vervolgens, in geval van Vacatures, zullen worden aangefteld, provifioneel, en tot nadere dispofitie van het Vertegenwoordigend Lichaam, daar voor genieten gelijke fomme jaarlijks Tracfement, uit dezelfde 's LI 3 Lands  ( m ) Lands of Geestelijke Comptoiren, als zij voor dezen als Kos« ters, daar uit hebben ontfangen. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam vari het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. ïn den Haag den 16 November 1799. Bet vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt, (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HÜLTMAN. PU»  C 275 > PUBLICATIE fTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te meten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgeiteld, overwogen hebbende: Dat in het voormalig Gewest Friesland, het Collegie van Gedeputeerde Staten, de Rechtbank is geweest in cas d'ap. pél van Ordonnantiën der Nederrichters, over het onderhoud van Dijken, Wegen en Wateren. Dat dit Collegie, en de Vergadering, welke na de omwending van 1795 dat zelve heeft vervangen, niet meer exteeren.. En dat het nodig is, eene provifionele voorziening daar te {tellen, en eene gefchikte Rechtbank te bepalen, waarbij de Ingezetenen zich over de voorfz. Ordonnantiën der Nederrichters zouden kunnen beklagen. Beiloten en verodent heeft: Dat tot tijd en wijlen de Rechterlijke Macht zal zijn georgamfeerd , aan het Hof van Justitie van het voormalig Gewest Friesland zal worden opgedragen, gelijk gefchiedbij dezen, de Judicature m cas van appél, over Ordonnantiën der Nederr.chters, m gemeld voormalig Gewest, rakende het onderhoud van Dijken, Wegen en Wateren. Dienvolgens gelasthet voorn. Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd- en  ( *7* ) en aangeplakt, alomme daar zulks behoort, met fpecialen last aan de Departementale Beftuuren van de Eems enden Ouden Ysfel, om te zorgen, elk voor zo veel den omvang van derzeiver Departement aangaat, dat deze in alle de Plaatfen, tot het voormalig Gewest Friesland behoord hebbende, op de gewone wijze worde gepromulgeerd. In den Haag, den 22 Novemb. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheerd) A. W. HOET H, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. ieco Secret. MIS-  MISSIVE Aan de Raad der Gemeente-of Plaatslijk Beftuur van . . T>ij Ons zijnde ingekomen een Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks van den Sfien dezer, waar bij uit overweging, dat in de meeste Dorpen van het voormalig Gewest Friesland nog geene Gemeente-Beftuuren, door welke anders volgens den 10 Art. van de Inftruétie-voor den Agent der Nationale Opvoeding de aanftelling van Schoolmeesters moet gefchieden, gevonden worden; als mede dat op de dorpen van het voormalig Gewest Friesland, de magt om Schoolmeesters te verkiezen altijd heeft gerevideerd bij de Ingezetenen dier dorpen zelve, en dat deze zo lange er geene algemeene maatregulen zijn ingevoerd, wegens hunne locale kennis en altijd veronderftelden zorg voor het plaatslijk belang daar toe het meest bevoegd zijn; en eindelijk, dat het recht tot het formeeren van nominatien ter vervulling van vacante Schoolmeesters plaatzen, door-de laatst geëmaneerde Wetten in het voormalig Gewest Friesland alleen en bij uitfluiting aan. de Stemgerechtigde Burgers is toegekend; — befloten is Ons te authorifeeren, om bij vacature van eenen Schoolmeester, en tot zo lange de Plaatslijke Beftuuren zullen zijn georganifeerd., de hoofden der huisgezinnen welke in het Stemregister zijn opgefchreven , en-onder het dorp of de dorpen , waar in de vacature is, behoren, op te roepen, ten einde eene nominatie te formeeren van twee kundige en behoorlijk gequalificeerde Stemgerechtigde burgers, om daar uit door de Gemeente of liever Diftiïcts Beftuuren de keuze te laten doen. — Zo geven Wij UI. daar van bij dezen kennis, met last om zulks bij Notificatie te brengen ter kennis van de Ingezetenen in Ulieder Bedrijve , en in die Notificatie tevens M m te  C 278 ) teihfereereh, dat in cas van; vacature van een Schoolmeester , de Stemgerechtigde Ingezetenen van het- dorp of de dorpen, alwaar de vacature plaats heeft, gezamentlijl^of een gedeelte van dezelve, óf wel Gijl. daar van aan Ons Zplt moeten kennis, geven, ten einde de-hoofden der Huisgezinnen van dezelve, welke in het Stemregister zijn opgefchreven, werden opgeroepen tot het formeren van eene nominatie van twee kundige en gequalificeerde Stemgerechtigde Burgers, uit welke door UI. de keus zal moeten gefchieden; en eindelijk dat volgens de Inltrudie van de Agent van Nationale Opvoeding Art. 11 en.12 niemand voortaan tot Schoolmeester zal worden aangefteld , ten waare hij voorzien zij van een behoorlijk bewijs, dat hij door gemelde Agent, door een Departementaal Schoolbeftuur, of door andere daartoe gequalificeerde Perzonen geëxamineerd , en tot het openbaar Onderwijs gefchikt geoordeeld is , en dat gemelde bewijs niet zal worden afgegeven, dan na dat zodanig een Burger door een behoorlijk getuigfchrift van de Municipahteit of Municipaiiteiten, alwaar hij de zes laatste Jaren gewoond heeft , van zijn civisme en goed zedelijk gedrag zal hebben doen; blijken» ï HEIL en BROEDERSCHAP! Ter Ordonnantie van het Beftüür voorn» Leeuwarden den 26 November 1709. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid.. PU-  PUBLIC A TI E jLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weet en \ Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, bij Decreet van den 16 der afgelopenen Maand, onder anderen heeft be. paald: „ Dat onverminderd het jaarlijksch vieren der gedachtenis „ van de getroffen Capitulatie tusfehen den -Generaal cn Chef „ Brunei, en den Hertog van Tork,, zo fpoedig mogelijk het „ Bataaffche Volk, bij eene gepaste Proclamatie, zoude wor„ den opgeroepen en uitgenodigd, om, na het geheel veria„ ten van den Bataafïchen Grond,' door het Engelsch Rus„ fisc'h Leger, die heuchelijke gebeurenis door een plechtig „ Nationaal Feest, alomme door de geheele Bataaffche Re„ publiek, te celebrceren,' ter vereering van den-roem, door „ de vereenigde Bataaffche en Franfche Armée behaald — „ ter nagedagtem's van die Helden, wélke, voor het Vader„ land en de Vrijheid, op het bed van Eer gefneuveld zijn, ,i ter opwekking van Vaderlandsliefde, — ;én vereeniging „ van alle welmeenenden tot ééhen zin , tot één gevóélen, „ om de Staatsregeling getrouwelijk aan'te kleeven, en -het „ Vaderland en de Vrijheid te behouden, en voorts, tot aHe „ andere en dergelijke nuttige cn lofwaardige einden en'be„ doelingen; en dat, aan het Bewind wierd 'overgelaten, -om „ den tijd en wijze, waar op dit Feest zou worden gevierd, „ te bepalen en te regelen." Dat dit gelukkkig oogenblik thans daar zijnde, dat de Vuderlandfche grond, door den Vijand, geheel en al is ontruimd, hét Uitvoerend Bewind , voldoende aan den gemanifesteerden wil van het Vertegenwoordigend 'Lichaam, en uit krachte van de qualificatie Op hetzelve 'verleend3 heeft befloten: Mms i. Dat  ( c8o ) i Dat op den dag, welke zijn zal den 19 December eerstkomende, een plegtig Nationaal Feest zal gevierd worden, door de gantfche Bataaffche Republiek , ter vercering van den roem, door de vereenigde Bataafiche en Irankhe Armée behaald ter 'nagedagtenis van die. Helden, weifee voor het Vaderland ert de Vrijheid op het bed van. her ge- fneuveld zijn, ter opwekking van Vaderlandsliefde en vereeniging van alle welmeeuenden tot éénen zm en tot écu gevoelen, om de Staatsregeling getrouwelijk aan te kleven, en het Vaderland en de Vrijheid te behouden, en voorts tot alle andere en dergelijke nuttige en lofwaardige einden en bedoelingen. a. Dat dit Feest een aanvang zal nemen des morgens ten ast uuren, wanneer het Canon met 21 Schoten zal gelost worden in alle Steden en Plaatfen der Republiek, waar zulks gevonden wordt, en de Klokken waai- dit gefchieden kan, gjduurende een uur zullen fpeelen, terwijl voorts alom van de Torens en publieke Gebouwen, waarop zulks bij plegtige gelegenheden gebruikelijk is, de Nationale. Vlag zal worden uitgeftoken. , ,. o Dat ten 9 uuren in alle Gemeenten zal worden voorgelezen en afgekondigd eene Proclamatie, vervaardigd door het Uitvoerend Bewind, op last van het Wetgevend Lichaam, en ftrekkende om het Bataaffche Volk tot deelneming in de plegtigheden en vreugde van dit Feest-op te roepen en uit te nodigen, welke Proclamatie ten dien einde tijdig 111 alle Steden en Plaatfen der Republiek zal verzonden worden; zullende derzeiver af kondiging ter plaatfe waar men gewoon is promulgatien te doen, op de meest plechtige wijze moeten gefchieden en voorts moeten vergezeld gaan met dezelfde ot Soortgelijke iblemniteiten, als bij de af kondiging der Proclamatie van den 20 Oaober 1. 1. hebben plaats gehad. 4. Dat ten 10 uuren , insgelijks in alle Gemeenten der Ba-  C 281 > taaffche Republiek, in daar toegefchikte openbaare Gebouwen, eenplegtige Redevoering zaï gehouden worden, ingericht, om de gemoederen optewékken tot eene betamelijke, vreugde over de redding des Vaderlands uit den jongften nood, om alle die beginfels en bedoelingen aantekweeken, en te beantwoorden aan alle verdere einden, welke in het Decreet des Vertegenwoordigenden Lichaam s zijn uitgedrukt, en tevens daar het Bataafiche Volk, bij het aannemen der Staatsregelii g, verklaard heeft, dat de eerbiedige erkentenis van een Albeftuurend Opperwezen den band der Maatfchappij verfterkt, en ieder Burger ten fterkften blijft aanbevolen , om de dankerkentenis der Natie aan dat Opperwezen toetebrengen, voor de blijken van deszelfs weldadig Albeftuur, inde verlosfmg des Vaderlands zo uitftekend dcoiftralende: zullende door de Gemeente-Beftuuren, of Municipaiiteiten, een iegelijk, voor derzeiver Gemeente , één, of ook wel, des bij hen nodig geoordeeld zijnde, meer. Perfoonen, welke zij daar toe meest gefchikt en bekwaam achten, worden verzocht en gequalificeert, om in naam en van wegen het Uitvoerend Bewind, tot het uitipreken van deze Redevoering, met het geen verder daar toe vereischt wordt, zich te presteren: terwijl verder aan de refpective Municipaiiteiten en GemeenteBeftuuren wordt aanbevolen, door muziek en zang of andere gepaste folemniteiten, naar gelang der Plaatfen en omftandigheden , gelijk mede door hunne tegenwoordigheid, deze plegtigheid zo veel mogelijk te verhoogen, en den treffenden indruk derzelve. te vermeerderen. 5. Dat ten half twaalf uuren de Guarnifoenen, zoo uit Franfche als Bataaffche Militairen beftaande ,. waar dezelve gevonden worden, mitsgaders de Gewapende Burger-Corpfen, alle vercierd met groene takken op derzeiver Hoeden, zullen in de wapenen komen, en zich begeven naar eene aantewijzen plaats, werwaards, ten twaalf uuren, onder het herMm 3 liaaldl  haald losfen van het Canon enfpelen der Klokken, zich bij dezelve, onder een behoorlijk geleide, vervoegen zullen Commisfien, uit de refpecfive Gemeente-Beftuuren of Municipaiiteiten, welke in eene gepaste aanfpraak billijken lof zullen toebrengen aan derzeiver bewezen trouw en bravoure, zo ver' zij mede tot afwering van den vijand zijn uitgetogen, mitsgaders derzeiver ftandvastigheid en waardige Contenance, zo ver hunne tegenwoordigheid op andere Plaatfen, tot handhaving der publieke rust, tot beveiliging der Geconfirmeerde Magten, als anderzints, wierd vereischt; en daarenboven dezelve opwakkeren om voort te gaan in zulke edele gevoelens, die den braven Krijgsman, zo wel als Burger, uit hoofde van zijne verbintenis aan den dienst der Republiek, betamen en veredelen : zullende, naar het eindigen dezer aanfpraak, en na een drievoudig falvo uit het klein geweer , gezegde Commisfie uit de Municipaliteit, zich weder van daar begeven, op gelijke wijze als dezelve derwaards was gekomen: waarna de Militaire en Gewapende Burger-Corpfen, naar de gefteldheid van het weder, of terftond, of na een plegtige optocht, door de voornaamfte Straten of Wijken der Stad of Plaats, zich wederom uit de Wapenen zullen begeven. 6. Dat in .de Steden, welke Refidentien zijn der Departementale Beftuuren, eene Commisfie uit de Municipaliteit zich ten half twaalf uuren begeven zal naar het Departementaal Beftuur, het welk insgelijks eenige Leden uit deszelfs midden zal afvaardigen: aanJiét hoofd van welke gecombineerde Commisfie, zich plaatfen zal de Commisfaris van het Uitvoerend Bewind bij het Departementaal Beftuur, en door welke Commisfie verder alles zal worden verricht , 't welk bij het vijfde Articul aan de Commisfien uit de Municipaiiteiten of Gemeente-Beftuuren was gedemandöerd; zullende de föpaak4an4e GewapendeMacht, doorwonde van den Com- mis-  C 2% ; rnisfaris van het Uitvoerend Bewind moeten worden gédaaju of, bij abfentie of indispoiitie van den Commisfaris, dool een der Leden van het Departementaal Beftuur. : 7. Dat des namiddags ten 4'uuren, voor de laatfte maal het Lanen zal gelost worden, cn de Klokken wederom belpecld, geduurende een ,half uur tijds; blijvende het voorts aan een ieder onverlet, om, op zijne wijze, den avond in gepaste vrolijkheid door te brengen; alles onder fpeciaal toezicht der fohcie, dat alle ongeregeldheden, welke de plegtigheid van dezen dag zouden kunnen ontluisteren, zorgvuldig worden geweerd. 6 3. Dat aan alle Gemeente-Beftuuren en Municipaiiteiten • wordt aanbevolen, om, het zij door lllummatien van een of ander Stedelijk Gebouw .of openbare Plaats, het zij door andere convenabele folemniteiten en openbare vcrvrolijkingen, zo veel de plaatfelijke omftandigheden en Finantien zulks dul' den of vorderen, tot de heilrijke oogmerken van dien dag te coöpereren, mits doende alles buiten bezwaar vau de Nationale Kasfe. Gelastende het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort; en met last aan de Departementale en Gemeente-Beftuuren ' om daaZnrgen' dat aan den inhüud dezes> behooilijk worde vol- Gedaan in het Uitvoerend Bewind óer Bataaffche Repubhek, den 1 December 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt; (Onderftotid) Ter Ordonnantie van Hetzelve* (was geteekend)S. DASSEVAEL kco Secr. p U-  C «84 ) PU B LI CAT IE TTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche HReplrbliek, aan alle Burgersen Ingezetenen derzelve RSe^^ Natuurgenoten vernam,.ondervond gewis; daar bn. het zagte en zelfs ftrelende van dit gevoel, «^^^Hok ons Vaderland aangevallen, en bij den eeritenWi*g^ met eenige veldelingen beg™togd. - »«; ££££ ^Tff^ Aftoc*  ( 2*5 ) te redden, en zijne fchande bij zijne Eihnderen te gaan verbergen. — Doch dit gunftig verkeer van zaken, hoe heilrijk ook voor 't algemeen, heelt de bloedende wonden niet, aan een aantal Plaatfen en Huisgezinnen toegebragt. .Daar het Toneel des Oorlogs is geweest, daar het vijandelijk Leger verfcheide Weekert heeft vertoefd, daar het eene wijl zijne overmacht den losfen teugel heeft gevierd, daar roken nog de puinhopen der verbrande Woningen, daar heerfchen nog ar. moede en gebrek, te nijpender naar mate zij aan het bezit van geroofde Eigendommen herinneren. En gelijk 's Vijands komst, gelijk zijn verblijf en vertrek, ook tegen het recht des Oorlogs door moord en plundering, door daden van geweld en tomeloze woede, is getekend geworden; zo heeft zijn noodlottige, fchoon mislukte aanval ten gevolge, dat tot nu menig Huisgezin bijna geheel hetdekzel en voedzel derft, menig Ingezeten, uit zijne bezittingen gefloten, omzwerft, en, zonder een' fpoedigen bijftand, vooral bij den naderenden Winter, welligt, in 't midden onzer, de verarmde, anderzins achtenswaardige en nuttige Burger, in elende zal omkomen. Menschlieventheid wordt door de Maatfchappelijke betrekkingen verfterkt. Ten allen tijde kenfehetfte zij het Bataaffche Volk. Zelfs in het aflopende Jaar bleek zij bij hetzelve op de meest doorflaande wijze. En even als Gij toen het U toteere en genoegen rekendet, door uwe Vertegenwoordigers te worden genodigd tot milde uitreikingen, ten behoeve van hun, welke verwoestende Overftromingen hadden geteisterd; zo zult gij nu ook U gaarne de gelegenheid zien aangefchaft, om naar de infpraak van een edel gevoel, en in evenredigheid van uw vermogens, derzulkeu te hulpe te komen, die de fmertende Oorlogsrampen hebden getroffen. Het is in die billijke verwachting, en na al het vorenftaand, op de wijze bij de ^Staatsregeling voorgefchreven, te hebben Nn over -  ( fl85 ) overwogen, dat het Vertegenwoordigend Lichaam belloten en verordend heeft: 1. Dat er, doof de geheele Bataaffche Republiek, eene inzameling gefchieden zal, ten behoeve van zodanige Ingezetenen, die door de onlangs plaats gehad hebbende rampen des Oorlogs, door de Landing der Engelfchen en Rusfen veroorzaakt, in onderfcheidene opzichten, doch bijzonder door het verbranden en vernielen van Huis en Vee, nooddruftig geworden zijn; zullende, een ieder vrijwillig daar aan kunnen toebrengen zo veel of weinig als zijne omihuidigheden zullen toelaten en met zijne Menschlieveudhéid overeen." zal komè,n. 2. Datgemelde inzameling op een endenzelfden dag , door het UitvoerendBewind bij eene gepaste Publicatie te bepalen ,.. door de geheele.Republiek, aan de Woningen plaats zal hebben, dóór zodanige Perfenen als hetzelve daar toe meest ge* fchikt zal oordeeleik, \yelke deze inzameling om niets, ter liefde der zo ongelukkig gewordene Ingezetenen, zullen i waarnemen. 3. Dat. de aldus ingezamelde Penningen ten fpoedigflen,, immers, binnen agt dagpn zullen' worden overgebragt in de Kas van den naast bij gelegene Gemeene Lands Ontfanger; die daar van behoorlijke Quitantie zal afgeven, en aantekening houden van elke afzonderlijke fomma die in dezer voer gen bij hem zal ontvangen zijn, zonder echter voor-dien ontfang iets in rekening te mogen brengen. 4. Dat alle de Gemeene Lands Ontfangers teil' fpoedigflen en uiterlijk, binnen veertien dagen na den ontfang van alle de mgezameiue miningen, ciaar van benoorujKe en ïpeenn-juc opgave zullen doen aan den Agent van Finantien, welke het algemeen provenu onverwijld zal brengen ter kennisfe van het Uitvoerend, Bewind. 5. Dathet Uitvoerend Bewind zich ten fpoedigflen zal informeren.  C 387 ) meren naar de bijzondere behoeften van die genen; die door deze laatfte rampen des Oorlogs, en dus door.het; verliezen van Huizen en Vee, noodlijdend geworden zijn, en naar mate dier verliezen eene geëvenredigde uitkering der ingezamelde Penningen doen. • 6. Dat ten dien einde, alle die van de Mensehlievenheid hunner Medeburgeren, ter gemoedkoming hunner behoeften, zullen verkiezen gebruik te maken, zich zullen moeten adresfeeren binnen eenen,, daar. toe door het Uitvoerend Bewind te bepalen tijd, en aan zodanig Collegie of Commisfie:als,het zelve lUwind daar' toe zal verkiezen; . ,v> .7. Dat het Uitvoerend BeWind, na den afloop van dit alles, zo- fpoedig mooglijk, immers binnen dem.tijd van-vier maanden na dato van het hier toe genomen Decreet, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, bericht zal inzenden, zo omtrent de ingezamelde Penningen, als omtrent het daar van gemaakt gebruik; 8. En dat, ten einde het heilzaam oogmerk van het Vertegenwoordigend Lichaam in dezen door geene verkeerde praktijken Worde te leur gefteld., liet Uitvoerend Bewind zou worden aangefchreven., gelijk dadelijk is g^fchied, om te zorgen, dat generhande Collecten langs de Huizen, het zij voor bijzondere-Districten of Plaatfen^teni.zelfden einde ftrekkende, worden gedaan, alles op poene bij de Wetten van den Lande daar tegen geftatueerd; wordende mitsdien alle Ingezetenen aangemaand, aan de zodanigen, die daar toe omlopen, generhande handreiking te doen. Het ware gewis-overbodig, Medeburgers! UI bij dezen nader tot mildadigheid op te wekken. Wanneer flegts ieder de infpraak volgt der Natuur; wanneer ieder daar bij bedenkt, dat, ware's Vijands aanval aan een ander oord der Republiek gefchied, hij zelve wellicht onder die rampen zou zuchten, welke thans zijne NatuurgeNn a noten  C 283 > noten drukken, eii zich teffens herinnert, hoe benaauwde ©ogenblikken hem de onzekerheid daar van heeft gebaard; wanneer, vooral, geene, reeds in haar zeiven zo verfoeilijbjke als fchadelijke partijzucht, de wehvillenheid in-dit heilzame werk te rugge houdt, cn alle overwegen, dat hier geen verfchil of overeenftemming van denkwijze behoort in aanfchouw te worden genomen, maar dat, gelijk Ingezetenen van alle Staatkundig gevoelen door deze Oorlogsrampen hebben geleden, zonder dat de Vijand zijne openbare begunftigers in dk opzicht hebbe onderfcheiden ofverfchoond, zo ook, met allen grond en billijkheid, de hulp des ganfehen Volks voor de noodlijdenden uit hetzelve wordt, ingeroepen:. dan, voor zeker zullen de maatregelen, deswegens door Uwe Vertegenwoordigers genomen, elk Uwer tot roem, en Uwe beroofde Medeburgeren tot krachtdadigen bijftandverftrekken. Het Uitvoerend Bewind, voldoende aan den last, hetzelve door het Vertegenwoordigend Lichaam gegeven, heeft befloten : Dat de vorengemelde algemeene Collecte en Inzameling van Penningen, in voegen en ten einde voorfchreven, zal. plaats hebben op Vrijdag, die wezen zal den 27 dezer lopende maand; Dat de refpeétive Plaatfelijke Beftuuren zullen worden geauthorifeerd en gelast, gelijk gefchied bij dezen, om, elk in den hunnen gefchikte perfoonen, tot het bewerkftelligen der voorfz. Collecte en Inzameling te benoemen; Dat zij , die van de Menschlievenheid hunner. Medeburgeren, ter gemoedkoming hunner behoeften,, zullen verkiezen gebruik te maken, zich daar toe binnen den tijd van ééne maand, na dato dezer Publicatie zullen moeten adresfeeren, elk aan het Departementaal Beftuur waar onder zij behoren, ten einde deze opgaven in der tijd te kunnen extraderen aan zodanige Commisüen, als welke, ingevolge het vijfde Art>  Rel'vair het gemelde Decreet, door het Bewind nader zulle» moeten-worden benoemd; en dat alle bijzondere Collecten, voor Districten of Plaatfen, door.de rampen des Oorlogs, noodlijdende geworden, zullen zijn verboden, gelijk dezelve dadelijk verboden worden, op poene bij "s Lands Wetten daar tegen geftatueerd; met. expresfen last aan de refpeétive Plaatfelijke Beftuuren, om zodanige bijzondere Collecten te weren en tegen te gaan. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 4 December 1799.. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd), A. W. HOETH, Vt. (Onderjlotid) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. D A S S E V A E U loco Secret, Nn 3 £U.  C 390 ) P UB LICATIE T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek,; Doet te weeten: Dat de Publicatie, ten jare 1798 geëmaneerd, opzichtelijk het veibad Van Invoer van Engelfche Goederen, zijnde gearresteerd geworden uit krachte van een Decreet, bij het Vertegenwoordigend Lichaam,. na de voorafgaande verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, genomen, dezelve, vólgens het 7oftè_ Artikel dar Acte van- Staatsregeling, niet lani ger dan één Jaar, kracht van Wet heeft kunnen behouden; . Doch dat het Vertegqnwobrdjgend Lichaam, op-de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende, welke in dér tijdIhei nemen .der. maatregelen,, bij gedachte Publicatie geftatueerd, hebben nodig gemaakt, als nog bij voortduring exteren, beiloten en verordend heeft, dat het geftatueerde bij meergedachte Publicatie van den 23 Oétober 1798 als nog in allen deele kracht van Wet zal blijven behou den, en dat op nieuw door het Uitvoerend Bewind vau den inhoud derzelve bij eene nadere Publicatie aan' den Volke zal worden kennis gegeven , .zijnde. de meergedachte Publicatie gewee'st 'vari deti navolgenden inhoud : GELTKHEID VRTHÈID BROEDERSCHAP! PUB L I C A T I E. Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, doet te weten: Dat'het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld overwogen hebbende: dat de onderfcheidene Wetten en Publicatiën, voormaals tegen den Invoer van Britfche Goederen geëmaneerd, niet hebben die duidelijkheid en kracht,., welk genoegzaam is, om 1 ' I ?ö het  C 29 ö hit vijandig Engeland zodanig eenen afbreuk in zijnen welvaart en handel te doen, als hetzelve, wegens zijn alles overheerlchend gedrag, van alle tijden tegen deze Republiek gehouden , in allen opzichte verdiend : Overwogen hebbende, dat het dus ten uiterflen noodig is, dat, ter beteugeling van den baatzuchtigcn Brit, en aanmoedigingder Fabrieken, binnen de Bataaffche Republiek, meer bep. alde cn einfHge voorziening, tegcii den invoer van Engeliche Goederen worde gedaan; zodanig, dat, noch aan de Ingezetenen eenige gelegenheid tot elufoirc uitvlugten worde overgelaten, noch bij 's Lands Bedienden, eenig misverfland kunnen ontltaan, wat men, onder de benaming van Engelfche Goederen, al of niet hebbe te begrijpen: Overwogen hebbende de nadeelige en gevaarlijke gevolgen der neutrale Vaart, direcfelijk uit het vijandig Engeland : op de Havens deezer Republiek: ' Eindelijk overwogen hebbende, dat het belang der Commercie zelve vordert, dat dezelve bepaaldelijk weete, waar aan zich te kunnen houden; béfloten en verordend heeft: Dat, met den 31 Oétober deezes jaars, worden vernietigd en buiten effect gefteld, zo als gefchied bij dezen, alle Wetten, Pubhcatien, Ordonnantiën en Dècreeten bij de voormaalige Staaten Generaal, de Nationaale Vergadering'/ de Confiutueerende Vergadering , en hef te vooren beftaan hebbend Inconftitutioneele VertegenwoordigendLichaam te? gens den invoer van Britfche Koopwaaren . Mariufactuuren ' en Vooitinengfelen, vastgeiteld en genomen. En dat vooits zal worden geftatueerd, zó als gèitatueérd wordt bij deezen: Dat geen Britfche Manufactuuren, Kdopwaarènen Voortbrengfelen, hoe ook genaamd, inde Bataaffche Républiek' het zij te Water', hef zij te Lande, het zij regtitreekst uit Grootbnttanmen, het zij door eenen omweg , ha* den 31 Öc.!" tober  C apa ) tober aanftaande, zullen mogen worden ingevoerd, op ftraffe dat alle zulke Britfche Manufactuuren, Koop waaren en Voortbrengfelen, agterhaald wordende , ten behoeve van den Lande, zullen worden verbeurd verklaard. Dat zodanige Perfoonen, welke direct, of indirect, mogten hebben deel gehad .aan zodanigen invoer , of welke denzelven mogten "hebben begunftigd , of aan wier confignatie, met derzelzer voorkennis, zodanige Goederen zijn aigelaaden en vervoerd, boven en behalven de confiscatie van de Goederen, niet alleen zullen zijn verantwoordelijk, maar dat dezelven, wanneer het blijkt, dat zij, na de Proclamatie deezes, daar van kennis gehad , en zulks niet binnen den tijd van vierentwintig uuren, aan het Comptoir der Convoijen en Licenten, of aan het Plaatslijk Beftuur, zullen hebben opgegeven, als met den Vijand tot bederf van bet Vaderland geheuld hebbende, zullen worden befchouwd, en mitsdien voor altijd van den Bataaffchen Grond worden verbannen. Dat, op dat niet 't e eniger tijd zo bij 's Lands Ingezetenen, als bij 's Lands Bedienden, ten opzichte van zommige Koopwaaren, eenigen twijffel zoude ontftaan, of dezelve #/.dan niet onder Britfche Manufactuuren en Voortbrengfelen moeten begreepen worden, van nu af en voortaan, onvermindert het generaal verbod, hier vooren,gedaan, voor Britfche Manufacfuuren, Koopwaaren en Voortbrengfelen zullen gehouden worden (om 't even welke hunne ooriprong zij , of waar dezelve ook zouden mogen zijn vervaardigd , of afgelaaden) alle ^Articulen, zo als dezelve hierna volgende zijn uitgedrukt: I. Alle zoorten van zogenaamde Manchesters. a. Alle Lakenen en Stoffen gefabrifeerd van Wol of Wolle Catoen, of Linnen Gaarens. . 3. Alle Gemengde Stoffen, uit de eeven te vooren genoemde Articulen te zamen gefteld. 4- Al.  C m ) 4, Alle geheel of geeleellelijk gedrukte, of zeMilderde Catoenen Lijwaaien , Neeteldoeken , Piquées , Dimiiten en Nankweltcn. , 5. Alle gebreide Wolie, Caioene of Saijette Vesten , Broeken en Pantalons, ofwel deeze Stof aan Stukken 6. Alle Engelfehe, Schot/the en Ierfche Koufen 7. Aüe Mutjemakers Waaren, het zij van Gateen. Wolle en Leaer, effen, gemengd of gecouleurd. 8. Alle foorten van Knuopen. 9. Allerleij geplaiïneerde Waaren, bekend onder den naam van Plateel. ic. «^/Wfiö Staalwerk, Blik, Koter ca Tinwerk, tittzi] Blank, Verlakt of Gejchildert. 11. Alle fijn Mesferna kers Werk. 12. Schrijnwerk. ■13. llorologkn Goudéca Zihere Gespen, Horologie-KettmAen, Ringen, Waaijcrs, en al het geen onder den naam van JL/tgpiscn (JjJiucaillerie bekend is. -1 14. 'Allcxhi] Leder, getaand, getouwdof op eenige wijze bereid zogenaamde Laarfen-Schaften, Mans- en Vrouwe Schoenbladen ,>. of ander Leder, geheel of gedeeltelijk bewerkt. 15. Allerlei] Rijdtmgen geheel of gedeeltelijk afgewerkt, nieuwe of reeds gebruikte Zadels, en allerleij Zadelmakers werk. 16- Allerleij Zijde Gilets, als mede Z/«**«, het zij gtó of w ZyJe-Cotoene of Linnen Gaarens gemaakt. 17. Allerleij Mam- ^oaiw //owfe« vaa yilt Stroo of eenige andere Stoffen gemaakt, gemaakt G^m; en Zijden Gaazen , mitsgaders CW,, onder den naam van Engelfehe bekend. 13. Allerleij geronnen Wol cn Ifair, mitsgaders alle Parui km akers mAapperswerk, Floer-Tapijten, Carpelten, Gowes-, het zij ^ afgewerkt, of /» yftrffc» 0f rollen, , waar uit dezelve t zaam geileld worden. 00 19. AL  C 294 ) 19. Alle zoorten van bereide Lederen of Zeemleéren Vellen, dienende tot het maaken van Ilandfchoenen, Broeken > Vesten, of zogenaamde Gilets, het zij Gefchildert, Gedrukt of Effen, mitsgaders ook alle deeze Articulen~, ten voorfz. einde geineeden of gemaakt. 20. Alle zooitenvznEngelschGlas'enChristal werk, buiten 't geen tot de zamenttelling van Optifche Inftrumenten en Uurwerken gebruikt word. 21. Allerleij Lngeljche Tuffen, Behapgfel-Papier en Ameublementen. 32. Allerleij Geraffineerde Suiker , het zij in Brooden, het zij in Poeder, of Losfe Suiker, in Europa geraffineerd zijnde. 23. Alle zoorten van Porceleinen, Aarde- en Pottebakkers werk. Dat voorts na den 31 O&ober deezes Jaars 1798. geene Scheepen uit Britfche Havens komende, het zij direct of indirect, en aldaar geladen hebbende, binnen deze Republiek noch in derzeiver Havens zullen worden geadmitteerd, op verbeurte der ingeladen Goederen, ten behoeve der Bataaffche Natie. Zullende echter ten opzichte van Neutrale Schepen, met Goederen beladen, welke invoer niet is verboden geweest, deze pcenalitiet geen plaats hebben, dan na den 15 November aanftaande. Gelastende dienvolgens het voorn. Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort, cn met verderen last aan den Agent van Financien, om tezorgen, dat aan de nakoming hier van ftiptelijk de hand worde gehouden. In den Haage, den 23 O&ober 179S. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheerd) F. ERMERINS, Vt. (Ondtrflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. D ASSEVAEL. loco Secret. Dien-  C m ) Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan in den Haag den 7 Decemb. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) S. DASSEVAEL. loco Secr. Oo s p U-  PROCLAMATIE BATAVEN! Ql'[l$\%i ! E ' .oL -•'-'••rij r,V> 'rit iippf '"'i Ingevolge het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, van den 16 der voorleden Maand, nódigen wij U uit, om, op den dag der afkondiging dezer, 'een plegtig Feest te vieren, aan de Vrijheid des Vaderlands, aanRepubliekeinfche dapperheiden trouw, aan de Overwinning en aan de erkentenis toegewijd. Twee Maanden bijkans verliepen 'er, waar in een gedeelte van dit vreedzaam Land misvormd was in een der bloedigfte Oorlogstoneelen; Moord,. Plundering en Verwoesting, bezoedelden eiken voetftap Gronds, dien de overmacht der heerschzucht aan de dapperheid der Bataaffche en Franfche Helden ontwrong; Armoede, Vluchten Tranen, waren duizenden reeds ten deel gevallen, en duizenden bedreigde hetzelfde noodlot; de Geesfel des Oorlogs fcheende gezegendfte ftreken van dit Gemeenebest na den anderen te zullen teisteren en vernielen, en algemeene elende deed zich in het verfchiet reeds op, als de gezellin der Slavernij, die het geweld en de trouwloosheid ons poogden optedringen. Op zulk een akeligen Nacht is het heerlijkst Daglicht aangebroken: de Vijand heeft uwe Stranden verlaten, verheugd dat hij voor de gewichtigfte opoffering een vernederenden Aftocht kopen kon; verheugd, dat hij geen gevaren meer te duchten had, dan die de ftormen en golven, en de ongenaakbaarheid uwer Kusten hem zouden aanbieden. Na twintig Jaren van vernedering, waar in de hoon, der Bataaffche Vlag en Natie zo menigwerf aangedaan, Hechts nu en dan, door de Glorie van Doggersbank, door de hardnekkige verdediging der Helden van den n Ocfober, voor een  C m > een poos werd uitgewischt, is eindelijk het tijdftip gekamen, waar inde uitgeftrekfte ontwerpen van het trotfche Engeland, onderfteund door het faamgeroofde Goud van drie Waerelddeelen, onderfteund door vreemde Benden, die Krijgsgeluk en Barbaaischheid tot den fchrik van Europa hadden gemaakt, op de trouw, de ftandvas-igheid en den onverwinnelijken moed der Bataven, fchipbreuk hebben geleden. Het tijdftip is gekomen, waarin wij, verlost uit den dreigendften nood, gewroken op onze Vijanden, verheerlijkt door de dapperheid onzer Verdedigers, vrijmoedig onder de Volken des Aardbodems het hoofd weder mogen opheffen; het tijdftip is gekomen, waarin onze rampen, en de fmaad, dien wij leden , een einde fcbijnen te nemen, en de dagtekening van een nieuw tijdperk te beginnen, waar in Volksgeluk, welvaart en grootheid, gelijk voorheen, het deel zullen zijn der trouwe, der moedige, der brave Nederlandfche Natie. Dat dit heuchelijk vooruitzicht eenmaal, dat het welhaast m dadelijkheid veranderd dat de dankbare erkentenis van de deugd onzer Krijgslieden, en onzer Burgeren, die vrijwillig uittogen, om onder derzeiver Vanen de overwinning of den dood te zoeken; dat de hulde, die wij toebrengen aan de asch hunner .gefneuvelde Broeders, een nieuw vuur van Vaderlandsliefde, een nieuwe geestdrift der Vrijheid in hunne borst ontfteken, om ons ten waarborg te ftrekken, dat het ons Vaderland nimmer aan kloeke Verdedigers zal ontbreken en wie het ook zij die ons tracht te oveiheerfchen, dat hij niet dan op onze puinhopen regeeren zal! Dat eenmaal, en welhaast, oprechte zucht voor het algeméén belang aller harten yereenige, en een einde make aan de rampzalige verwijdering, die niet opgehouden heeft ons te verwoesten! dat alle ware Repübliekeinen, met opoffering hunner bijzondere gevoelens, gemeenfchappelijk arbeiden, Oo 3 om  C 298 ) om ons Staatsgebouw te vestigen en te voltooijen! en dat de verdwaasde Aanbidders van Geboorte, en alle de ijdele Titels der heerschzucht en trotsheid, eenmaal waardig worden het bloed, wiar uit zij gefprocen zijn, en den naam, dien zij dragen oncler de Volken ! M>t deze gevoelens dit Feest der overwinning en der dankbaarheid te vieren, daar toe nodigen wij Uuit, Bataven, en Wij durven U op dezen grond van de vreugde, die dezen dag moet kenmerken, duurzame voldoening beloven. Zoo zal de God der Vrijheid, wiens weldadig Albéftuur wij inde Verlosfingonzes Vaderlands eerbiedigen , onze pogingen vérder onderfteunen! zo zal éénmaal het alles vernielend Oorlogsvuur hebben uitgewoed, en de algemeene rampfpoed des Menschdoms vervangen worden door een weldadigen, algemeenen Vreede, zo wenfchelijk voor geheel Europa, als glorierijk voor ons Vaderland! Leeve de Vrijheid! Leeve de Republiek.' Het Uitvoerend Bewind gelast, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. , Gedaan in den Haag3 ter Vergadering van het Uitvoerend Bewind, den 9 December 1799. Hel vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. HO E T H, Vt., (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. N O-  C m ) NOTIFICATIE J_Jet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgers, en Ingezetenen in dit Departement, Heil. en Broederjièap J Alzó het' Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek bij Beiluit van den $den November 1. 1. heeft'bepaald, dat aan de in de gewapende Burgermacht Geënregiftreerde Jongelieden op huil verzoek Paspoorten mogen worden verleend, ingevaljezij-metöen Pas. van den Commandercndep Officier vatrbun Corps voorzien zijn; — en door hetzelve Bewind bij nader Befluit vafi den zbften daaraanvolgende is geftatueerd, dat terzake voorfz. omtrent geënregiftreerde, fchoonniet gcwa. pel de Jongelieden op dezelfde wijze moet worden gehandeld , als ten aanzien van zodanigen , welke bereids in het een of ander Georganifeerd Corps zijn opgenomen j ZO IS HET, da£ Wij daar van bij dezen aan een ieder kennis geven, ren einde die geenen, welken dezen aangaat, zich, voor dat door hun van de Gemeente-Beftuuren een Certificaat ter bekoming van een buitenlandsch Paspoort wordt verzocht, kunnen voorzien van een Pas van den Officier van het Corps, waaronder zij behooren, en welke Pas te gelijk met het Certificaat van het Gemeente-Beftuur aan Ons moet worden overgegeven. Wordende de refpeétive Gemeente-Beftuuren in dit Departement bij dezen gelast, om aan Jongelieden, welke in de Termen van Regiftratie vallen, het zij dezelve reeds in het een of ander Georganifeerd Corps zijn opgenomen, het zij niet, geen Certificaat ter bekoming vaneen buitenlandsch, Pas-  C 300 > Paspoort aftegeven, ten zij dezelve vooraf aan hun zullen hebben vertoond een Pas van den Commandeerenden Officier van het Corps, waar onder zij behooren. En op dat zulks kome ter kennisfe van een ieder, voor zo verre hem dit aangaat, zal deze alomme in dit Dzparteptent worden Gepubliceerd en Geaffigeerd ter plaatzen , alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedaan in het Landshuis binnen Leeuwarden, Donderdag den iaden December 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D. F O C K E M A, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. SALVERDA. Secret.  C 3oï ) PUBLICATIE "P-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te w:eten: Dat het Vertegenwoordigend L'chiam, op de wijze bij de Staatsregeling bepaald, overwogen hebbende : Dat het Gewas en den Oogst van Hooi en Stroo in dit Jaar, in vergelijking van andere Jaaren, zeer fchaars en flecht is geweest. Dat zo wel het meerdere getal Franfche Troupes, door de invafie der Engelfchen veroorzaakt, als de behoeften van ons eigen Leger, een meer dan gewoone quantiteit Hooien Stroo heeft gevorderd, en daar en boven die ftreeken, welke door den Vijand zijn bezet geweest, ten eenemaal van alle voorraad tep deezen opzichte zijn ontbloot, en het dus te vreezen is, dat indien daar in niet worde voorzien, eene groote ichaarsheid van Hooi en Stroo zal ontftaan. Bedoren en verordend heeft: Dat alle Uitvoer van Hooi en Stroo naar buiten deze Republiek, van nu af aan, zal zijn verboden, bij provifie tot den Eerften Junij eerstkomende; op poene, dat aile de geenen, welke bevonden worden eenig Hooi of Stroo, na de Publicatie dezes te hebben uitgevoerd, willen uitvoeren, of zulks voornemens zijnde, niet dadelijk de nodige ordres tot het contramanderen daar van hebben gefteld, zullen worden geftraft, met eene boete van de driedubbelde waarde van het Hooi of Stroo, dat zij zullen hebben uitgevoerd of willen uitvoeren; Pp bs-  ( 302 ) boven en behalven de confiscatie dier Ladingen; mitsgaders der Scheepen, Schuiten, Karren of Wagens, tot het vervoeren gebruikt, zo en in dier voegen, als bij 's Lands Wetten en Placaten, in diergelijke gevallen is geftatueerd. Diensvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag., den 12 December 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, v (was geteekend) C. G. HULTMAN.  C .303 ) PUBLICATIE TLJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten i Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwoogen hebbende: Dat 's Lands Welzijn vordert, dat alle uitvoer van Graanen, worde verboden. Befloten en verordend heeft: Dat alle uitvoer van Tarwe, Rogge, Garst, Haver, Boekweit, mitsgaders alle foorten van Erwtenen Bonen, buiten deze Republiek, geheel en al zijn verboden, tot den 1 Maart aanftaande, te rekenen van den dag der Publicatie dezes; op poene dat alle de geenen die bevonden worden, eenige der bovengemelde Graanen, na Publicatie dezes, te hebben uitgevoerd of zulks voornemens zijnde, niet daadlijk de nodige order tot het contramanderen daar van te hebben gegeven, zullen worden geftraft met een boete van de driedubbelde waarde der Graanen, die zij zullen hebben uitgevoerd, of willen uitvoeren; boven en behalvende confiscatie dier Ladingen, mitsgaders der Scheepen , Schuiten, Karren of Wagens, tot het vervoeren gebruikt, zo en in dier voegen, als bij 's Lands Wetten en Placaten in diergelijke gevallen is geftatueerd. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. In den Haag., den 12 December 1799. Het vijfde Jaar dir Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderjlond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULT M A N. Pp 2 PU-  ( 304 ) PUB LICATIE J^fet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, cp de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, ovejwogen hebbende: Dat, volgens bekomene informatien, fcmmige baatzuchtige Lieden zich voorftellen, het verbod van uitvoer van Tarwe, Rogge, Garst, Haver en Boekweit, mitsgaders van alle foorten van Erwten en Bonen, naar buiten deze Republiek, brPublicaöe van den 12 der lopende Maand'gedaan, daardoor te eluderen : dat zij de gemelde Speciën tot Meel zouden doen malen, om dezelve aldus onder den naam en de gedaante van zodanig Meel te. kunnen uitvoeren; Terwijl echter, dezelfde redenen, die het voorfz. verbod hebben noodzaaklijk gemaakt, ook eene gepaste voorziening tegen het eluderen van hetzelve vorderen: . ■ Befloten eil verordent heeft: dat de bovengemelde Publicatie van den 12 dezer, waarbij, in voegen vcorfchreven, den uitvoer van Tarwe, Rogge, Garst, Haver en Boekweit; mitsgaders van alle foorten van Erwten en Bonen, naar buiten deze Republiek, tot den 1 Maart aanftaande, is verboden geworden , zal worden geamplieerd enuitgeftrekt, gelijk gefchied bij dezen,tot de daarin genoemde Speciën generalijk, het zij dezelve gemalen of ongemalen zijn. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan in den Haag3 den 2óDecemt\ 1799.. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheerd') B E S I E R, Vt. (Onderfond') Ter ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMA N. PU*  ( 305 ) . P UBLICATIE TJTet Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doet te weetea : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbende: Dat van alle bronnen van voorlpoed en welvaaren, welke deze Republiek bevorens hebben doen bloeijen, de Landbouw en Veeteeld bijna de eenige zijn, welke nog niet geheel en al zijn opgedroogd, maar derzeiver weldadigen invloed nog aan alle Handen van Ingezetenen meer of min doen gevoelen ; Dat de alles vernielende Runderpest deze bronnen van welvaart te meermalen in ons Vaderland bijna geheel geflopt heeft, (getuigen daarvan de verwoestingen onder ons Rundvee , het welk voor het fchoonfte van Europa wordt gehouden, aangerigt van de Jaaren 1713 tot 1719, vervolgens van 1744 tot 1756, en eindelijk van 1768 tot i786)en thans* wederom onze Grenzen dreigt, ja zelfs op het Eiland Walcheren (als ook onder het Dorp Heeswijk, in devoormah'ge Meierij van den Bosch, Departement van de Dommel) is ingevallen; Dat dienvolgens, onder inwagting van den Godlijken Zegen , door het Vertegenwoordigend Lichaam alle middelen behooren te worden uitgedagt en daargefteld, om ook dit onheil voortekomen en aftewenden; Dat beide, reden en ondervinding leeren, dat onder deze middelen, in de eerfte plaats, behoord, hetdaadlijk Aagten van het befmette Vee;, D at intusfchen dit ten algcmeene nutte der Veehouders werkend middel, niet behoord in het werk gefteld te worden, dan onder behoorlijke fchadevergoeding van het alzo te Aagten Vee. Dat de billijkheid vorderd, dat deze alzo te lijden fchade-, Pp 3 door  C 30* ) door zodanige Ingezetenen, welker Vee men door deGn maatregel tracht te behouden, worde gedragen • Dat ten dien einde noodzaaklijk is, dat'er hoe eer zobeter door deze, zulk een direct belanghebbenden, eenFonds tot het doen van deze proef worde bijeengebragc, geëvenredigd naar het bijzonder belang, het welk ieder van dezelve heeft; dat is, naar het getal der Beesten; Dat inmiddels, wanneer de nood vorderd, dat 'er Penningen tot het doen van deze Proeve vereischt worden, voor dat dit Fonds zal zijn bijeengebragt, het billijk is, dat dezelve onder voorwaarde van prompte reftitutie uit 's Lands Kas Worden voorgefchoten ; Dat fchoon de Inenting van het Rundvee, met behoorlijke voorzorge in t werk gefteld, op Plaatfen welke befmet zijn, als het eemgfte middel tot ftuiting van verdere befmettmg, en tot bewaaring van het Vee kan gehouden worden het met te min zeker is, dat dezelve, op onbefmette Plaat! en ondernomen, aanleiding tot befmetting zoude kunnen geven, - en dienvolgens bij het doen van deze Proef behoord verboden te worden; Dat het Eiland Walcheren, als reeds befmet zijnde, onder deze maatregel niet kan worden begrepen; dat dienvolgens aldaar de Inenting niet behoord te worden tegengegaan; Befloten en verord?nd heeft: Dat 'er in deze Republiek een Proef zal worden genomen, om, zo als zulks in andere Landen met een goeden uitflagis gefchied, door het van de Veepest befmette Vee daadlijk te Aagten, de gedugte Veepest, wanneer dezelve verder tot onze Republiek mogt overflaan, op de Grenzen te ftuiten; en dat ten dien einde het volgende ftiptelijk zal worden in acht genomen. i, DatalleGemeente Beftuuren binnendeBataaffche Republiek ,bp derzeiver perfoneele verantwoordelijkheid zullen worden  ( 307 ) Jen gelast, om nauwkeurig te informeeren, of 'er in hunne Nabuurlchap, zo binnen als buiten de Republiek, zich ook befmettclijke Ziekte order het Rundvee openbaard; en dat dezelve, zo dra zij, al was het maar, bij waarfchijnlijke gerugten verneemen, dat-'er diergelijk eene befmettclijke Ziekte, onder het Rundvee, binnen den omtrek van zes urnen gaans, gevonden word, daarvan onverwijld; aan het Departementaal Beftuur, zullen kcnnitle geven; en inmiddels zullen aanftellen twee of meer Keurmeesters of Tauxateurs, welke de Veepest kennen, of aan welke dezelve behoorlijk kenbaar zal moeten gemaakt worden, welke al het ziek geworden Vee in de Gemeente zullen viilteeren, en bevindende of flegts vermoedende dat het door de Veepest befmet is, Zullen tauxeeren, vérvolgens hetzelve daadlijk zullen doen Aagten en ten behoeven, en op kosten van de Armen verkoopen, of aan dezelve uitdeelen; en eindelijk zullen toezien, dat het Vleesch en Vet niet dan na dat het is koud geworden, word verkogt en gezouten, of aan de Armen word uitgedeeld; en dat de Huiden mede niet dan behoorlijk koud geworden en gekalkt worden vervoerd; voor welker moeitens en bezorging de' Keurmeesters, van ieder geilagt Beest te zamen zullen genieten twee Guldens, welke aan hun, door Armmeesteren zullen moeten worden betaald, voor dat zij de Huid of Huiden zullen mogen vervoeren; wordende, bij zo verre daar toe beëdigde Slagters mogten worden gebruikt, dezelve in dit geval gelibereerd van den door hun gedaanenEed, om geene Beesten te mogen Aagten, voor dat hun gebleken is,, dat van dezelve de Impost op het Beestiaal is voldaan. a. Dat alle Veehouders in de Republiek worden gelast, om, in gevalle zij eenige inwendige Ziekte aan een of meer van hunne Beesten befpeuren, of wanneer zij daar van door die geenen, welke het Vee oppasfen, hebben kennis gekregen, daar van uiterlijk binnen ia uuren, aan de Keurmeester  ( Sö8 ) tets door hun Gemeente Beftuur benoemd, of, indien nog geene Keurmeesteren mogten zijn aangefteld, aan 'een deiLeden van het Gemeente-Beduur kennis te geven; en om deze kennisgeving bij elke nadere ontdekking te herhaalen, op verbeurte telkens van het Zieke Vee, en van 25 Guldens voor ieder Ziek geworden Beest. 3. Dat die geenen, welke het Vee voor anderen oppasfen, zullen gehouden zijn, wanneer zij eenig ongemak aan hetzelve befpeuren, daar van daadlijk aan den Eigenaar kennisfe te geven, op verbeurte van 4 Guldens, voor ieder ziek geworden Beest. 4. Dat de Keurmeesters, zo dra dezelve kennisfe bekomen hebben, dat eenig Be:st ziek is, hetzelve zullen gaan vifiteeren, en wanneer zij bevinden, dat het, fchoon niet volkomen zeker, maar flegts twijffelagtig is, dat diergelijk Beest of Beesten aan de Veepest ziek is, of zijn, hetzelve, of dezelve, aanftonds van het andere gezonde Vee doen afzonderen; vervolgens tauxeeren, en in een Huis, Stal of Schuur, alwaar .geen Rundvee gevonden word of komen kan, doen Aagten; en dat het overige Rund of ander Vee , als dan niet zalmogen worden verweid, verftald, of op eenige wijze, uit eikanderen gebragt, dan met uitdruklijke goedkeuringvan Keurmeesteren, bekrachtig! door een Befluit van het Geméente-Beftuur; het welk niet dan om gewigtige redenen, en wanneer 'er van de vervoering, geen gevaar meer te dugtenis, zal mogen genomen worden; alles op verbeurte van hetverweidde, verftalde of verbragte Vee, ten behoeve van den Armen; en zal hetzelve voor zo verre het Rundvee is, al waare hetzelve gezond, daadlijk worden geftagt, en over hetzelve befchikt als boven. 5. Dat, wanneer in het vervolg., door het ziek worden van meerder Vee, op dezelfde Stalling, of in dezelfde Weide, waar van of waaruit te vooren een of meer Beesten zijn geAagt,  C 309 ) flagt, komt te blijken, dat het de befmettelijke Veepest is, zullen de Keurmeesters deze zieke Beesten direct, doen afzonderen, tauxeeren, en op een plaats als boven genoemd is, doen Aagten, in voege en ten profijte als voren; en dat wanneer nog wederom de ziekte in zodanige Stal of Weide word befpeurd dezelve alle de overige welke daar in, of op gevonden worden, zo wel gezonde als zieken, direct zullen doen Aagten, invoege en ten. profijte als voren; welke laatfte maatregel zich echter alleen bepaalen zal tot Vee, in Huis of op Stallen, of in particuliere Weiden gevonden wordende, terwijl met opzicht tot de Commune of Gemeene Weiden, alleen het zieke Vee, telken reize uit dezelve zal worden gehaald en op eene afgezonderde plaats zal worden gefiagt; en daarenboven zal worden in acht genomen, datzo ras in zodanig eene Weide zich de ziekte aan een of m eer Beesten heeft geopenbaard, geen gezond Beest of Beesten uit dezelve zal of zullen mogen worden gehaald, dan om daadlijk te wordengeAagt, op verbeurte van het vervoerde en niet daadlijk geAagte Vee. 6. Dat alle de Huizen en Stallen, alwaar eenig ziek Beest geftaan heeft, door alle bekwaame middelen gereinigd, en met Teer berookt zullen worden, dat geen Hooi, Stroo nog Mest vanbefmeïte Huizen, Stallen, Weiden of Plaatfen binnen de vier eerfte WTeken na de befmetting zal mogen vervoerd worden, of dat binnen gelijketijd eenig Rundervee dervvaards gebragt zal mogen worden; en dat alle die geenen die het zieke Vee gemolken, opgepast of eenigzins behandeld hebben, zich binnen drie dagen zorgvuldig zullen onthouden van te gaan naar Huizen, Stallen, Schuurenof Weiden, waareenig Rundervee geftald of geweid word, alles op een boete van 25 Guldens, te verbeuren bij een ieder , welke tegen een van deze, bij dit Articul verboden zaken, zal hebben gehandeld. 7. DatdeKeurmeestersbijhetaanvaardenvanhunnenPost, m handen van het Gemeente-Beftuur zullen doen den navol- Ql gen-  C 310 ) geriden Eed: „ Dat zij in het doen van hunne tauxatien, zich „ allezins neutraal zullen gedragen, en het zieke Vee zullen tauxeerenopzodanigen Prijs, als zij hetzelve op hetogen„ blik der tauxatie, in gemoede waardig zouden oordeelen, „ wanneer het gezond was." — Dat zij van de door hun gedaane tauxatien nauwkeurige aanteekeningen zullen moeten houden; en van elke door hun gedaane tauxatie een fchriftelijk en door hun geteekend Declaratoir moeten geven aan het Gemeente-Beftuur; het welk deze Declaratoiren zaldoenregiftreeren; en eindelijk: dat zij, wanneer zij van befmette Plaatfen komen, zich zorgvuldig zullen moeten zuiveren , en van andere Klederen moeten voorzien, eer zij zich bij ander Vee begeeven. 8 Dat de Veehouders ,welkers Beest of Beesten aldus zijn overgenomen, tot bekoming van de waarde, waarop hun Vee is getauxeerd, zich zullen kunnen adresfeeren aan het Gemeente-Beftuur ,, het welk aan dezelven gratis zal afgeven een Billet, houdende den naam van den Veehouder, het getal der overgenomen Beesten, en de pi ijs op welke dezelve zijn getauxeerd; op vertoningvan welk Billet,op de respective Lands Comptoiren,daadlijk in klinkende munt betaaling zal gefchieden, als wordende de refpeétive Ontvangers van het Resfort, bij dezen op hunne verantwoordelijkheid gelast, om geenerlei uitftel, onder welk voorwendzel zulks ook zouden mogen zijn, daar aan toe te brengen, en om alle weeken aan het Uitvoerend Bewind, van hunne , in dit opzicht gedaane uitgave, ipecifique opgave te doen. 9. Dat zodanige Veehouders, die bij de eerfte ontdekking vande Veepest onder hun Vee, daar van, ter behoorlijke tijd hebben kennis gegeven, boven en behalven de voorgemelde fchadevergoeding, in gereed Geld, zullen genieten een prasmie ten belope van eenderde der getauxeerde waarde, zo van het eerfte als van het tweede Beest, en dat tot dat einde de waarde van het eerfte en tweede aangegeven Beest, door het Gemeente-  C SU ) te-Beftuur, met een derde der waarde zal worden verhoogd. 10. Dat wanneer de nood vorderd, dat volgens het 5. Art. het gezonde zo wel als het zieke Vee moet worden geilagt, de Eigenaar, boven en behalven de voorfz. fchaavergoeding, een of twee van de geflagte Beesten ter zijner keuze voor zich zal mogen behouden. 11. Dat door alle Veehouders binnen de Bataaffche Republiek, tot oprichting van een Fonds, waaruit deeze fchaavergoeding zal worden betaald, voor eenmaal ten Comptoire of ColleÖe, waar onderzij behoren, in de maand Maart van het Jaar 1800 zal worden opgebragt van ieder Runderbeestboven de twee jaaren, twee ftuivers; en van ieder Runderbeest beneden de twee jaaren, eene ftuiver; Kalveren echter, welke geen drie maanden oud zijn, niet mede gereekend; alles onder opzichtvan de refpeétive Gemeente Beftuuren en Opzichters van de Gemeene Lands Middelen; zullende die geenen, welke van een of meer Beesten, deze geringe belasting onderhevig, of geheelniet, of niet naar behoren voor het einde van voorfchrevenmaand Maart zulLn hebben betaald, dit verzuim boeten met een Daalder voor ieder Beest, welke boete even als alle andere boetensbij deze Wet bepaald, zalkomenvoor eenderde ten voordeele der Armen, voor een derde ten voordeele van het Fonds, en voor een derde, ten voordeele van den Aanbrenger; wordende de openbaare Aanklagers gelast, om deze Wet ten ftrengften te doen obfervceren, alle dein deze bepaalde boeten en breuken intevorderen, en de overtreders van dezelve , doorprompte maatregelen in rechten te vervolgen. 12. Dat dit Fonds onder het opzicht van het Uitvoerend Bewind zal worden beheerd, door den Agent van Nationale Oecononne, en na aftrek der jaarlijkfche uitgaven aan het Land tegens de rente van drie procento zal worden gelaten; zullende de ftaat van ditFonds jaarlijks door de Nieuwspapieren worden bekendgemaakt; en hetzelve met de Renten, welke Jaar- Qq 2 lijks  C 312 ) Jijles op hetzelve zullen worden overgewonnen, ten allen tijde onder guarantie van het Land, het eigendom van den Landbouw blijven; zullende niet te min, altoos een fomma van/ 100000:.- bepaald totdat einde, moeten bij Kas worden gehouden, 13 Dat het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek bij dezen word geauthorifeerd én gequalificeerd, om bij pro'viiie, tot zoo lang dit Fonds nog niet zal wezen daargefteld, van 's Lands wege, uit de post van onvoorziene Uitgaven, voor te fchieteneene fomma van/ 10000 Guldens. Welke zo dra mooglijk, immers voor het einde van de maand April aanftaande, zal moeten worden gereftitueerd. 14. Datbetluënten of doen Inenten van Runderbeesten binnen de Bataaffche Republiek, provifioneelzal zijn verboden, op poene, dat die geenen, welke zich mogten onderftaan om eenig Vee Inteënten, te laten Inenten, of daartoe, het zij door het overbrengen van Smetftoffe, of op eenige andere wijze mede te werken, zonder eenige verfchooning, met Geesfeling, en Banuisfementbuiten de Republiek, zullen worden geftraft.. 15. Dat geene van de maatregelen, in deeze Wet vervat, provifioneel, en tot door het Vertegenwoordigend Lichaam des wegens nader zal zijn voorzien, betrekking zullen hebben, of behoeven nagekomen te worden op het Eiland Walcheren, in het voormalig Gewest Zeeland, maar dat aldaar, insgelijks tot nadere voorziening, in volle kragt en vigeur zal blijven de Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den j^den November 1,1., met deze alteratie echter, dat den invoer van Rundvee, en andere aldaar genoemde Articulen, uitPlaatfen binnen deZe Republiek gelegen, naar het voormalig Gewest Zeeland, en op het Eiland Walcheren, bij deze word opengefteld, en alleen de invoer van Plaatfen buiten de Republiek gelegen, op de poenaliteiten daarbij bepaald, blijft verboden. Dien* _ ■ s  C 313 ) Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag., den 26 Decemb. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) B E S I E R, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) G. G. HULTMAN. Q13 JPtó  C 314 ) PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: Dat het hangende de deliberatiën van het Vertegenwoordidigend Lichaam, over den 249 Artikel dér Acte van Staatsregeling, en fpeciaal dat gedeelte van denzelven, het welk betreft den aanvoer van Thee, uit het Rijk vau China, van de nadeeligfte gevolgen voor de Bataaffche Republiek zoude kunnen zijn.,, inmiddels het verbod, bij de geweezen Nationale Vergadering, opzichtelijkhet invoeren van vreemde Thee, laatftelijk, bij Publicatie van den 2 Aug. 1797,gedaan buiten effect te ftellen: Dathet integendeel van het grootfte aanbelang voor het Bataaffche Volk is, dat hetzelve verbod, vooral in de tegenwoordige omftandigheden, voor alsnog, blijve voortduren, en voor zo veel des noods, worde gerenoveerd, belloten en verordend heeft: Dat, bij vernieuwing der Publicatie van de voormalige Nationale Vergadering van den 2 Aug. 1797, het, thans nog ex fterend, Committé totdenOost-Indifchen Handel en Bezittingen, alsmede de Conftitutioneele Raad der Aziatifche Bezittingen en Etablisfementen, die hetzelve ftaat te vervangen, voor als nog, alleen zullen zijn geauthorifeerd en gequalificeerd om binnen deze Republiek Thee intevoeren, en dat geene vreemde Thee noch door andere Compagnien, noch door particulieren, het zij uit de eerfte of tweede hand, in deze Landen zal mogen ingebragt worden, op poene van verbeurtverklaaring, en viermaal de waarde der ingebragteT^ee; als meede, dat het allen en een iegelijk blijft verboden, eenige  C 315 ) ge ledige, of anders, dan met The gevulde Kisten of Kistjes, die gebrand zijn met het merk der Oost-Indifche Conr pagnie, of met zodanig ander, als door of van wegen heÉ Committé of den Raad voornoemd, daartoe is, of, in he* vervolg, zouden mogen worden geëmploijeerd, geheel, o» in gédeeltens, naar buiten het Territoir van deze Republiek, te vervoeren, op verbeurte van dezelve Kisten of Kistjes, en eene boete van één honderd Guldens, voor ieder van zodanige Kisten of Kistjes, die bevonden zullen worden, 't zij geheel, 't zij uit elkander, tegen dit verbod, ter verzending naar buiten's Lands, gedefinieerd te zijn, en zulks, onverminderd het geftatuëerde bij Art 3, 4- en 5 der Publicatie van den 1 Maart 1799, welke, bij dezen, wel expresfelijk worden géinhereerd. En zal dit gerenoveerd verbod blijven plaats hebben provifioneel, hangende de deliberatiën van het Vertegenwoordigend Lichaam, en tot zo lange, nadere ofte anders door hetzelve zal zijn gedisponeerd. Gelastende dienvolgens het Uitvoerend Bewind in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme daar zulks behoort. In den Haag,, den 30 Decemb. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) B E S I E R, Vt, (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HÜLTMAN. N O  C sis ) NOTIFICATIE JLJet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgers, en Ingezetenen in dit 'Departement, Heil en Broederfchap! Alzo de Agent van Inwendige Policie en Toeverzicht op de ftaat van Dijken, Wegen en Wateren der Bataaffche Republiek aan Ons heeft te kennen gegeeven, dat het Uitvoerend Bewind bij beiluit van den iiden dezer lopende maand heeft goedgevonden, om deszelvs beiluit van den zoften November 1.1., .(waar bij was geftatueerd, dat in het verleer nen van Paspoorten aan geënregiftreerde, fchoon niet gewapende jonge lieden, op dezelve wijze moet worden gehandeld, als ten aanzien van zodanigen, welke bereids in het een of ander georganifeerd Corps zijn opgenomen, en omtrent welke door voornoemt Bewind bij befluit van den gden November 1.1. was bepaald, dat aan dezelve op hun verzoek Paspoorten mogen worden verleend, ingevalle zij met een pas van den Commandeerende Officier van hun Corps voorzien zijn, alles breeder in Onze Notificatie van den ia dezer omfchreeven,) in diervoegen te expliceeren, dat daar door alleenlijk moet worden verftaan, „ dat de geënregi„ ftreerde, fchoon niet gewapende Burgers, even eens als „ die, welke werkelijk gewapend zijn, Paspoorten kunnen verkrijgen", en te bepalen, dat zodanige Burgers, welke , hoe zeer geënregiftreerd zijnde, echter niet werkelijk Gewapend, noch onder eenig Corps opgenomen zijn, geen Pas van een Commandeerenden Officier tot het verkrijgen van een Buitenlandsch Paspoort nodig hebben. ZO IS HET, dat Wij daar van bij dezen aan een ieder kennis,geeven, ten einde die geene , welken zulks aangaat, zich daarna kunnen reguleeren; met aanmaning tevens aan de  C 3*7 ) de zodanige, welke geënregiftreerd , en werkelijk in eenig georganifeerd Corps zijn opgenomen, om, zo wanneer 2ij zich ter bekoming van een Certificaat bij het Gemeente Beftuur, waar toe zij'behooren, adrcsfeeren , zich vooraf van een Pas van de Commandeerende Officier van hun Corps te voorzien, en die Pas te gelijk met het Certificaat aan Ons te doen vertoonen; Wordende voorts de last, aan de refpeétive Gemeente-Beftuuren bij Onze voorfchreeven Notificatie van den izden dezer gegeven, voor zo verre de Jongelieden, welke in dé termen van de regiftratie vallen, doch tot nog toe niet in eenig georganifeerd Corps zijn opgenomen, betreft, bij dezen wedorom ingetrokken, edoch dezelve ten ernftigften geëxhorteerd, om in de Certificaten, welke door hun ter bekoming van buitenlandfche Paspoorten worden afgegeven aan zodanige Perfoonen, welke in de termen van de regiftratie vallen, uitdrukkelijk te plaatfen, of dezelve zijn geënregiftreerd en'Gewapend, dan niet, en in het eerfïe geval, of dezelve eene behoorlijke Pas van den Commandeerende Officier van het Corps, waar toe zij behoren, aan hun hebben vertoond. En op dat zulks kome ter kennis van een ieder, voor zo verre hem dit aangaat, zal deze alomme in dit Departement worden gepubliceerd en geaffigeerd ter plaatzen, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gedaan in het Landshuis binnen Leeuwarden, Dlngsdag den ^iden December 1799Hst yijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. W. M E U R S, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A. Secret. R r P L>  C 3>8 ) PUB LICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op dé wijze, by de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende den Voordragt, aan hetzelve door het Bewind gedaan, conform dien voordragt, beflotenen verordend heeft: 1. Dat de vrijdom van Rechten op'den Uitvoer van de Mand* fihe geraffineerde Suikeren en Siroop, bij Refolutie der Staaten Generaal, van den 21 Februarij 1766 geaccordeerd, en zederd fuccesfivelijk en laatftelijk. op den 1 Februarij dezes Jaars geprolongeerd tot den laatften dezer lopende Maand, op denzelfden voet en onder alle dezelve praecautieu en declaratoiren, verder zal worden gecontinueerd tot den laatften December 1800. 2. Dat bij continuatie de Concesflen, volgends Refolutiëft der Staaten Generaal, van den 23 Februarij 1769, 20 April 3770, en anderen, verleend tot dén laatften December 1800, alle zoorten van Wollen (de Catoenen uitgefloten) zullen worden vrijgefteld van dé praimie of het verhoogde Veilgeld, en van het Convoij en Licent, in zo verre dat van delFollen,. geduurende dien tijd, alleen zal moeten worden betaald, vijftien Jluiversp'r Baal; inkomende, en eene Gulden uitgaande , zonder onderfeheid van wigt of waarde, behoudende de keuze van den Aangeever, om, in cas hij zulks alzo geraaden of voordeehger zoude vinden, zijne lVollen, .vaeA opgaave van wigt te waardeeren, endaar van te betaalen drie vierde per Cent, of vijftien fuivers van de waarde van honderd Guldens inkomende, en één en één half per Cent of dertig Stuiver».  C 319 ) vers van de waarde van honderd Guldens uitgaande, alles op den voet en conform de orders van het Land, en onder de poenaliteiten bij het generaal Placaat van den 3 1 Julij i^stegens het fraudeeren in wigt en waarde geftatueerd. 3. Dat bij gelijke Continuatie tot den laatften December 1800 zal ftand grijpen de alteratien van de aangeving en betaling der inkomende en uitgaande Ruwe en buiten Europa geraffineerde Suikeren, bij Publicatie van de Staaten Generaal, in dato 2 September 1771, in de Lijst van i725gemaakt, onverminderd het geftatueerde bij Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 23 Oclober 1798, opzichtelijk de Suikeren ju Europa gefabriceerd; 4. Dat de Last van vijftien Stuivers per Aam, op de uitgaande Olij van zaad, tot den laatften December 1800 al mede zal blijven opgeheven. 5. Dat tot den laatften December 1800 het uitgaande recht der Tabaks Bladeren van alle zoorten, (lnlandfche daar onder begrepen) welken bij de Lijst van den 31 Julij 1725 zijn belast met vijf Guldens van de waarde van honderd Guldens, zal blijven gemodereerd, in dier voegen, dat de BuitenlandJcke, zo wel met opzicht tot den uitvoer over Zee, langs de Wadden en Zeeuwfc/ie Stroomen, als met opzicht tot den uitvoer te- Lande en Langs de Rivieren, mitsgaders de lnlandfche desgelijks te Lande en langs de Rivieren, in het generaal op twee Guldens van de waarde van honderd Guldens, zal blijven bepaald, buiten en behalven de prasmie of het extraordinair Veilgeld, waar van de lnlandfche Tabaks Bladeren, allen, volgens Refolutie der Staaten Generaal van den 21 Julij 1*591 zullen blijven geëximeerd, en dat Wijders alle Inlandjcke gefabriceerde Rook en Kaauw. Tabak, Andoelies, als medé Rr 2 ■ ge.  C 320 ) gekapt, gemalen, gefponnen, geperste, en gekorven Tab ik T ever Zee, langs de Wadden en Zeeuwfche Stroomen, uitgaande, insgelijks bij provüie, en tot nadere dispoiitie zal ontheven zijn van het extraordinaires Veilgeld. 6. Dat bij continuatie, (zo als zulks zederd den 25 December^ 1 is gefchied)tot den laatften December. 1800 alle roode en geele aarde Potten, geheel of gedeeltelijk gelooid zijnde, en gemeenlijk genaamd Frankfortjche Potten te Land of langs de Rivieren inkomende, (onverminderd het verbod tegensden invoer van alle zoorten van Porceleinen, Aarde enPuttebakkers Werk, bij Publicatie van den 7 dezer Maand gecontinueerd) onder derzeiver eigen benaming zullen moeten worden aangegeven , en dat daar van voor het inkomend recht zal moeten worden betaald zes Stuivers van het- Worp.. 7. Dat de orders, bij Refolutien der Staaten Generaal van 30 Maij en 23 Julij 1774, omtrent de inkomende en uitgaande Tras of Duiff een gefteld, en laatfteh'jk gecontinueerd tot ultimo dezer Maand, zullen worden geprolongeerd tot den laatften December 1800. 8. Dat de Rechten, op het inkomen vznTzeren Nagels of Spijkers, tot ultimo December 1800, zullen blijven verminderd op drie Guldens de duizend Ponden, in dit Articul geduurende denzelven tijd van de uitgaande Rechten geheel blijven vrijgefteld. 9. Dat geduurende denzelfden Termijn, de uitgaande en inkomende Rechten op de Rhijnfche Wijn, in diervoegen zullen blijven gemodereerd, dat op het inkomen voor ieder voeder van zes Aam en overlandfche Ritfing, de Aam gerekend tot vier Ankers, zal worden geheeven drie Guldens 3. in plaats van  ( 32* > van agt Guldens, en op het uitgaan twee Guldens,, in plaats van vijf Guldens; ca 10. Dat het lnlandfche Bier, geduurende den tijd van éénJaar, en dus tot den laatften December 1800, op het uitgaan zal worden ontheven van d'e praemie of het verhoogde Veilgeld Diensvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag3 den 31 Decembv 1799* Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) B E S I E R, Vt. (Onderfond) Ter ordonnantie van Hetzelve, (y\tas getekend) C G. HULTM A N. Rr 3 PU-  PUBLICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doe* *s wfi ne verrichtingen, en aan denzelven fchriftelijk op te geveh, welke verbeteringen, naar hun inzien, verder in den aanfok van onze Paarden zouden kunnen worden gemaakt. Dat bijleder Departementaal Beftuur twee Commisfarisfen zullen worden aangefteld, voor welke de Keurmeesters hunne verrichtingen zullen verantwoorden, onder het oppertoezicht van het Departementaal Beftuur, aan welke Commisfarisfen, de Ingezetenen, ingeval van geen goede behandeling van Keurmeesters, hunne klagten zullen inbrengen; zullende Commisfarislen, des noods, hier van aan het Departementaal Beftuur berichten,, welk daar in, naar bevinding van zaaken, zal handelen. De Keurmeesters zullen Jaarlijks, voor rekening van de Republiek, ieder voor hun Departement, Inkopen, twintig allerbeste Merrij Veulens. Deze Veulens, zullen door Keurmeesters en Commisfarisfen worden afgegeven bij loting, aan die Ingezetenen van hun Departement, welke zich, na voorafgaande Advertentie (die Jaarlijks door Commisfarisfen en Keurmeesters, door de Couranten in de maand Maij zal gefchieden,) bij den Keurmeester zullen hebben aangegeven, en welke door hun worden geoordeeld, goede gelegenheid en gefchiktheid te hebben om een beste Merrij te kunnen onderhouden. Indien in eenige Departementen meer, en in andere minder dan twintig Veulens, wierden gevraagd, zullen de Keurmeesters, voor den 10 Junij, Jaarlijks elkander.daar van kennis geven, en omtrent den Inkoop en verdeling zodanige fchikking maaken, dat zij Jaarlijks 160 Veulens over de geheele Republiek Inkoopen en verdeelen. En dit alles onder voorwaarde: dat bij den ontvangst voos: ieder Veulen, een vijfde deel der waarde, naar tien Inkoop gerekend, aan den Lande ,, en i Gulden 10 Stuivers voor Kosten, aan.Keurmeesters zal worden betaald, De  ( 5*4 ) De overige viervijfde deelen der waarde van het Veulen, ïullen in vier gelijke Termijnen, in vier Jaaren, aan Keurmeester worden voldaan, onder fpeciaal verband van de Merrij; en zalfiier van bij den ontvangst, door de Houders der Merrijen, aan de Keurmeesters Recipisfen worden afgegeven; zullende echter de Houders der Merrijen, wanneer dezelve buiten hun fchuld koomen te fterven., niet meer betaalen dan de verfchenen Termijnen, Deze Merrij-Veulens, zullen bij den ontvangst worden gebrand aan de linkerzijde van den Hals, onder de Maan, met zodanig Merk, nader bij de Inftruétle te bepaalen. Geen Verkoop of Overdragt van deze Merrijen, zal mogen gefchieden, buiten fchriftelijk Confent van Keurmeester en Commisfarisfen, en Jaarlijks tot den aanfok moeten worden gebruikt, bij verbeurte van de Merrij, ten profijte van den Lande; en verdere ilraffe, ingevalle van bedrog, naar exigentie van zaaken. Deze Merrijen zullen niet eerder "bij den Hengst mogen worden gebragt, voor dat zij den volkomen ouderdom van Üiie Jaaren hebben bereikt, en van geene andere Hengften mogen worden gedekt, dan, die de Keurmeesters aan de Houders daar toe fchriftelijk opgeven; bij de Boete van vijftig Guldens, ten profijte van den Lande. De Keurmeesters, Merrij-Veulens, voor rekening van den Lande, of Hengst Veulens, voor een of meer Hengite-Lieden, van deze Merrijen begeerende , zullen voor dezelve, vijf Maanden -oud zijnde, de hoogfte waarde mogen betaalen, en wanneer zij binnen de vier Maanden, na de geboorte van het Veulen, hun aan den Eigenaar fchriftelijk declareeren, dat zij het Veulen willen aannemen, zal hetzelve aan niemand, dan aan Keurmeesters of diens Gemagtigden, mogen worden verkogt. Deze Merrijen zullen, drie Jaaren oud zijnde, op dag van Keu-  C 3*5 ) ■Keuringen der nieuw aankomende Hengften, welke Jaarlijks eenmaal publiek, in ieder Departement, in de maand April, op den dag en ter plaatze door de Keurmeesters in de. Couranten bekend te maaken, zal gefchieden, aan de Keurmeesters worden vertoond. Iemand anders vermenende eene beste Merrij voor den aanfok te hebben, zal dezelve mede op dien dag en plaats, aan Keurmeesters mogen vertoonen, welke de twintig bestgekeurde Merrijen zullen branden met het merk der Republiek, bij de Inftructie te bepaalen, en daar en bovenaan de Eigenaars eene Atteftatie afgeven, waar voor den Eigenaar zal betaalen één Gulden tien .Stuivers. De eerstvolgende vijf Jaaren zal in ieder Departement, aan den Eigenaar van de allerbest gekeurde Merrij worden gegeven een Premie van Honderd Guldeus; aan de tweede ƒ 75 en aan de derde ƒ50 en aan dezeven volgende ieder 25 Guldens ; zullende de Houders van deze Merrijen publiek door de Couranten worden bekend, gemaakt. Deze Pramiien zullen voor dezelfde Merrijen maar eens worden afgegeven, en deze tot den aanfok moeten worden gebruikt; moetende in vervolg door den Eigenaar, aan Keurmeesters worden bewezen, dat dezelve drie Veulens hebben voortgebragt; en bij manquement -van dien de Praemie aan de Lande worden gerestitueerd; .ten zij zodanige Merrij binnen vier Jaaren na de branding kwam te fterven, of dat de Eigenaar voldoende bewijst, dat de Merrij, buiten zijnfchuld niet heeft gedraagen, wanneer de Eigenaar van het teruggeven der Praemie zal zijn gelibereerd. ■De Keurmeesters zullen, ieder in hun Departement, Jaarlijks, in de Maand April, een Schouwinge, en in de Maand Sf Au-  C 326 ) Augustus de goed- of afkeuringe over de Springhengften doen , en geene andere dan beste Hengften mogen goedkeuren, en tot teken van goedkeuringe dezelve branden, op de rechter Bil; en wanneer naderhand, uit hoofde van eenig gebrek, dezelve Herigst moet worden afgekeurd, zal dezelve op de linker Bil worden gebrand. Een Hengst Houder,, meer dan een Springhengst willende houden, zal zijn verpligt te houden twee git zwarte, of een zwarte met een rood-bruine Hengst, met zwarte Beenen , Staart en Maan, (een klein Teekentje zal door de Keurmeesters fBQgfin worden toegegeven) de grootfte ten minften vijf voeten, twee duimen, en de platfte vijf voeten Rhijnlandfche Maat, beide van Inlandsen Ras; doch meer Hengften WÜÏende houden, zal het aan zijne keuze ür.sn, welke Ras of couleur hij verkiest, mits altijd voor zo verre deugd en fchoonheid van het zoort aangaat, de keur h*w»$~ ZTlZ'.tworpen. Een Hengst Houder maar één Hengst willende houden, zal geen ander mogen laaten klimmen , dan een zwarte of rood-bruine Hengst, gelijk boven is bepaald , en van Inlandsen Ras. Hier van word echter het Eiland Ameland uitgezonderd, alwaar de Hengstiieden vreemde Rasfen zullen mogen invoeren, van zodanige couleuren, als zij voor hun zeiven en het Eiland nuttigst oordeelen, met overleg en goedkeuring van den Keurmeester in der tijd , cn voor zo verre deugd en fchoonheid van het zoort aangaat, aan de Keur blijvende onderworpen» Jaarlijks zal in ieder Departement door Keurmeester en Commisfarisfen, aan den Eigenaar van den besten Spring- Hengst,  c 3*T ) »j^^d^tó^jP! do°r ^.„meester, gen5 GuldensfS toE^nf^T"6"' 1 dc boeK ™> sonderd ^WSanSf ™t b?Ve" ? betaleaï & Üi^l^« aan de fourm«te vwyéSp'^1 hÖ1IdeH betaald; zullende de mSL*2£t en Reiskosten worden K=nrmeeto fade^3^K.?l,, V?^W , aan de ge der Hengften een E&»%8 f ,-• ? e goed- of aft«>rin- te houden. J vuPj;St zijn itipte aantekening det^ Kosten var, de Adve,ent^ te/n^' de Gelden van de Recip sfli" £rï faET' de inSeJ™ miteerden uit hun êeiSi^Slïa^ni?5' V°°r GeC0m* wordende de BepmJem^h l.l verantwoorden; den Ontvanger ^Cn^^fTf Seautho"'fterd, op Ordonnantiën tt^^Sn^!?1 af te ^ de nodige ve in den overgaaf te M^eTï"1?8' en 0171 dezel" partement in rekening te brengen! ^ Van hun De' Sf2 Vootss  ( 3*8 ) Commisfarisfen op te maken. Gedaan in den Haag, den 31 Decem- ter 1799- m ^ Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparafheerd) B B S I E ^ Vt' (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN.  C 329 ) PU BLIC ATIË H" Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat .het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de zuikf'tv'elf VT^eVen' hebbendeTte de zu ke , wdke zich in tijd van gevaar, aan den dienst, welke het Vaderland van hun vordert, op eene. willekeurige wie" ontrekken, boven de verachting van alle weidenkenden de ftrenge beteugeling der Wet verdienen Dat overijling en den misilap van een b opzettelijk phgtverzuim behooren te -worden onderfcheS en aan de eerfte, vooral in aanmerking van de omftandS den, in welke zich zommige kunnen hebben bevonden de gelegenheid behoord te worden gelaten, om niet nutteoos voor hun Vaderland te worden gemaakt, en om vooi zo ver zij nog met mogten zijn agterhaald en gecorrigeerd of geftraft hunne fchande na eene voorafgaande maltige Con™' door een volgend loffelijk gedrag geheel uittewisfchen ' Dat de acrive Militaire dienst, tot welke een gedeelte van de Gewapende Burgermacht is geroepen geweesf de nood zakelijkheid heeft doen zien, om i^èK»' dienaangaande, en tegen het ontduiken0 dQv WclTmS Befloten en verordend heeft: "* Foor eerst.: alle Leden van de Gewapende Burgermacht welke tot denMürtaire dienst, buiten hune woonfS ge! commandeerd, zich aan denzelven hebben onttrokken het zij door hun geheel agterblijven, het zij door het Corps of Detachement tot het Welk zij behoorden, eigcndunS en zonder verlof te veraten; hetzij dezelve opaSn hunne woonplaatsmogtenzijngebleven, zkhM^LbbLSjS^. Tt hou-  C 33° ) houden, of die hebben verlaten, en voor zo ver zij deswe«rens niet reeds zijn gecorrigeerd en geftraft, worden tenfterkften aangemaand, om zich binnen den tijd van agt dagen, na dat deze ter plaats waar zij zich onthouden, zal weezen gepubliceerd, aan te geven aan den Raad van Discipline van het Corps tot het welk zij behooren. ten tweeden : dezulken, welke zich binnen voorfchreyen tijd vrijwillig aangeven, of die reeds achterhaald mogten zijn, zonder nogthans dadelijk te zijn gecorrigeerd of geftraft, word geremitteerd de Militaire ftraf, welke zij door hun misdnjl mogten hebben verdiend; echter zullen zij door den Raad van Discipline worden gecorrigeerd met Huis- of PiovoostArrest, voor den tijd van veertien dagen, of minder, naar bevind van zaaken. Ten derden: tegen alle de Burgers, in de Termen van den eerften Articul vallende, welke zich binnen voorfchreven tijd niet aangeven, zonder onderfeheid, of zij behooren tot of bij eenige Bataillons, welke op den voet der Publicatie van den 7 Maij dezes Jaars zijn georganifeerd, of tot Corpfen, welke tot nu toe op een anderen voet van organifatie hebben beftaan, zal worden geprocedeerd op den voetin de volgende Artikelen bepaald. Ten vierden: de zulke vindelijk zijnde, zullen op last van den Raad van Discipline van het Corps tot of bij het welk zij behooren, in verzekerde bewaaring worden genomen, en tegen hun, het zij bij Convesfie of Convictie worden geprocedeerd en gevonnisd bij den Raad van Discipline, ter aanmaanine van den Auditeur, op den voet en volgens de Wet bepaald^ bij het Crimineel Wetboeken Reglement van Krijgstucht voor de Militie van den Staat, den 26 Juni] gepubli. Ten vijfden: niet vindelijk zijnde, zullen de Schuldigen ingedaagd, en op de laatfte dagvaarding niet compareerende..  ( 33i ) als Emigranten worden befchouwd, en tegen hun, als zodanig, door den Auditeur worden geconcludeerd tot een Bannisfement buiten de Bataaffche Republiek, hun leven lang geduurende; zullende de Raad van Discipline, in beide gevallen deszelfs Vonnis zenden ter approbatie van het Geregtshof of Collegie, bepaald bij den 18 Articul van VI Hoofdftuk van het Reglement van Discipline voor de Bataaffche Burgermacht, den 10 Augustus gepubliceerd; met dien ver {lande, dat de Vonnisfen, zo veel de Ingezetenen der voormalige Gewesten Overijsfel en Drenthe betreft, tot dat alle de Departementale Gerechtshoven zullen zijn in werking gebragt, ter approbatie zullen worden verzonden aan het reeds georganifeerd Departementaal Gerechtshof van den Ouden Ysfel. En zullen alle Vonnisfen, geflagen tegen zoodanige Burgers, welke ingevolge deezen Articul, als Emigranten worden befchouwd, Copielijk worden gezonden aan het Uitvoerend Bewind, ten einde de Gecondemneerden op de Lijst der Emigranten te doen plaatfen, en tegen hun, voor zoo verre zij in handen der Justitie mogten geraken , overeenkomftig de Proclamatie van den 23 Augustus dezes Jaars te doen procedeeren. Ten zaden : in alle gevallen, in welken, volgens het Reglement op de Gewapende Burgennacht van den 7 Maij dezes Jaars, dezelve onder de Militaire Krijgstugt mogten vallen , zullen zich de Raaden van Discipline , zo in het fententiëeren als in de wijze van procedeeren, ftiptelijk gedragen , volgens het Crimineel Wetboek en Reglement van Krijgstucht, den 26 Junij gepubliceerd. Ttn zevenden: het Uitvoerend Bewind wordt fpeciaal gequalificeerd, om de Gewapende Burgennacht, op zodanige Plaatfen, in welke een active Militaire dienst wordt vereischt, voor zo ver deze Gewapende Burgermacht wordt gefoldeerd, des nodig oordeelende te onderwerpen aan cvengemelde Wetboek en Reglement. T12 Ten  C 332 ) Ten agtJJen: zodanige Burgers, welke na geenregiftreerd of georganifeerd te zijn, hun Domicilie hebben verlegd op' Plaatfen, op welke geen Gewapende Burgermacht is georganifeerd, of waar zij niet tot dezelve zijn getrokken, worden ten aanzien van alle actieve Militairen dienst buiten de Woonplaats , gerekend te blijven behooren onder de Burgermacht dier Plaats, waar zij zijn geënregiftreerd of georganifeerd en verplicht, zich op de eerfte waarfchouwing te voegen bij voorfz. Corps, of zodanig gedeelte van hetzelve , als bij loting of anderzins mogt worden gedetacheerd, en onder het welke zij mogten vallen, zich' daar aan onttrekkende; zullen zij. -als Deferteurs worden befchouwd, en als zodanig worden gevonnist en geftraft. Diensvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag5 den 8 Januarij 1800. Het zesde Jaar der Dataaffcke Vrijheid, (was geparapheerd) B E S I E R, Vt. (Onderftond) Ter ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTSlA N. . EX.  C 333 ) E X T R A C T Q.elezen zijnde Extract uit het Register der Refolutien van den Agent van Finanüen der Bataafiche Repubiiek, van den volgenden inhoud: GELIJKHEID, VRIJHEID. Voor het Land. Lr. B. Extract uit het Register der Refolutien van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek. Donderdag, den aden Januarij 1800. ' Hei zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Xn .overweeging genomen zijnde, dat ingevolge Art. 204, Titul 6, der Aéte van Staatsregeling, mitsgaders der daarop gevestigde Wet, door het Uitvoerend Bewind den i^den' Julij des voorigen Jaars gepubliceerd, de Coupons, welken bij de verwisfelde Obligatien zullen worden afgegeven, in alle bctaalingen aan den Lande aangenomen, of ter keufe der Houders bij de Nationale Thefaurie voldaan moeten worden. — En tevens geconfidereerd zijnde, dat welligt eerlang zodanige vervallen Coupons van de reeds uitgegevene Nationaale Schuldbrieven; ten voorfchreeven einde, bij de refpective 's Lands Comptoiren zouden kunnen worden aangeboden. Is gerefolveerd: de refpective Financieele Commisfien over de voormaalige Gewesten, zo mede de CcmnJsfie ter acminiftratie der Domeinen van het vcoimaah'g Gewest GelderTt 3 land,  C 334 ) tónd, mitsgaders de Commisfarisfen tot het Werk der Convoijen en Licenten in de refpeétive Departementen, en den. Subftitut-Fiscaal Pan te Hoorn, als de werkzaamheden van het Commisfariaat aldaar provifioneel waarneemende, bij Extract, deezer, aan te fchrijven, om met den meesteu fpoed, alle de Ontvangers, Collecteurs, Guardes, Schatbeurders, en in 't generaal alle zodanige Perfoonen, welken onder hun resfort met de invordering van des Gemeenen Lands Lasten en Impofitien, hoe ook genaamd, zijn gechargeerd , te gelasten, om, ingevolge het geftatueerde bij voorfchrevene Publicatie, in betaaling aan te neemen alle zodanige Coupons van Nationale Schuldbrieven, als aan hun na denverfchijndag derzelven zullen worden aangeboden, en daarvan in hunne Maandflaaten behoorlijke kennis te geven, mits. zorg draagende, dat dezelven door den Houder in dorjb worden getekend. (was gct.) G O G E L, Accordeert met voorfchreven Register. (was get) ï. C. de BORDES. Waar over gedelibereerd zijnde, is goedgevonden de Raadén der Gemeentens in dit voormalig Gewest, onverwijld bij Extract deezes hier af kennisfe te geeven, ten einde Zijlieden met den meesten fpoed, de Ontfangers, Collecteurs en alle zodanige die in hun Resfort met het invorderen van gemeene Lands Lasten of Impofitien zijn belast, een Exemplaar deezes ter hand te ftellen tot naricht en Informatie, en zal ten zeiven einde aan de vier Ontvangers Generaal Van dit voormalig Gewest mede een gelijk Exemplaar worden uitgegeven. Aldus Gerefolveert op 't Collegie binnen Leeuwarden den 10 Januarij 1800. Het -zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. R. van KLEFFENS, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn? W. D. R U I T I N G A. PU-  C 335 ) PUBLICATIE ILJet Uitvoerend Bewind der Bataafiche ■ Republiek, Doet te meten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij da Staatsregeling voorgefchreven oveiwogen hebbende: Dat door den Invoer van Rundvee en al het geene daartoe betreklijk is, binnen deze Republiek, van zodanige Plaatfen alwaar de Veepest zich heeft geopenbaard of grasfeert, de Iugezeetenen aan de grootfte gevaaren worden blootgefteld. Dat dezelve gevaaren te dugten zijn door den Uit- of Doorvoer van Runderen en het geene daartoe behoord, uit of door Gemeentens alwaar de befmetting heerscht of nog niet geheel is gecesfeert. Dat om dezelve redenen, het vervoeren van Rundvee en hierna te noemen Speciën van de eene Plaats naar de andere, gelegen binnen zodanig Departement alwaar of in welks omtrek de Veepest zich heeft geopenbaard, niet dan onder de nodige precautien behoord te gefchieden. Ert dat het allernoodzaaklijkst is daar tegen te voorzien, door het ftatueeren van zodanige Wetten, en het bepaalen van pcenaliteiten tegen de overtreders, als het gewigt en belang der zaak vorderen. Beiloten en verordend heeft: i. Dat van den dag der afkondiging deezer af, tot opden i Maij aanfraande, wel expresfelijk verl oden wordt alle Invoer binnen de Bataaffche Republiek, van Rimder Beesten, het  het zij Vet of Mager, Jong of Oud, gelijk ook van verfche Koehuiden, Kalfsvellen, Hoornen, Klauwen, ongefmolten Vet, Smeer, Roet of Mest van Rundvee, groot of klein, Hooi en Stroo, hoe ook genaamd, als mede Koe-kleeden uit alle Landen, gelegen buiten de grenzen dezer Republiek, mitsgaders uit de Heerlijkheid Teffelen, het Graaffchap Me'gen, het Land van Raveftein, de Heerlijkheden Gemert en Boxmeer, en daaraan onderhorige Jurisdiclien, het zij dezelve Invoer gefehiede, te Water of te Lande of overliet Ijs, op poene van verbeurte van de Beesten, en alle hier boven gefpecificeerde Artikelen , welke tegen dit expres verbod zullen inkomen, als mede van de Scheepen, Schuiten, Wagens of andere Voertuigen, waar mede dezelve zouden mogen ingebragt of ingevoerd worden; en dat de Inbrengers, het zij die Eigenaars, Voerluiden, Schippers, Knegcs of andere zijn, aan den Lijve zullen wórden geftraft, ten minften met openbaare Geesfeling en Bannisfement, of confinement, naar exigentie van zaken ; en dat het aldus Ingevoerde Vee dadelijk zal Geflagt en Verkogt worden, zullende het provenu van al het geconfisqueerde, op gelijke wijs verdeeld worden, als hier onder fub Alt. 4 is uitgedrukt. 2. Dat op gelijke wijze zullen worden geftraft alle die geenen, welke, na den dag der afkondiging deezer, tot opden eerften Maij aanftaande, in hunne Stallen, Schuuren of Wooningen, eenig Rundvee, Hooi of Stroo, en andere der hier voorgemelde Speciën, .van buiten deeze Republiek inkomende, zullen hebben ingenomen, ontvangen of geborgen, onder welk voorwendzel zulks ook zou mogen zijn. 3. Dat al mede expresfelijk, en op gelijke poenaliteitën, verboden wordt alle uit- of doorvoer van Rundvee, en alle . in Art. 1 gementioneerde Speciën, waar door de befinetting kan  C 337 ) kan worden overgebragt, uit of door alle zodanige Gemeenten , binnen welke de befmettelijke ziekte onder het Rund vee zich dadelijk heeft geopenbaard, of wel, na zich aldaar te hebben gemanifesteerd, zedert vier weeken niet geheel heeftopgehouden; wordende, tot betere nakoming deezes, alle Gemeente-Beftuuren gelast, om, zo ras de befmettelijke ziekte zich binnen hun District, geopenbaard, of, na aldaar gegrasfeerd te hebben, geheel heeft opgehouden, daar van onverwijld kennis te geven aan het Departementaal Beftuur; hetwelk mitsdien mede geaudiorifeerd en gelast wordt, om daar van dadelijk de Ingezetenen van hun Departement behoorlijk en bij Notificatie te onderrichten* 4. Dat wijders verboden wordt alle vervoer van Rundvee, verfche Huiden en Vellen, Hooi, Stroo, en het geen verder in het meergemelde 1 Artikel isgefpecificeerd, uitPlaatfen gelegen binnen het Departement van de Dommel naar buiten hetzelve Departement, en op gelijke wijs alle vervoer derzelfde Artikelen van de eene Plaats of Gemeente naar de andere, binnen hetzelve Departement gelegen, ten zij, al hetgeen dus wordt vervoerd, voorzien zij van een Certificaat, dat hetzelve komt uit eene Plaats of Gemeente, waar zich nog geene befmettelijke ziekte heeft geopenbaard, of wel zedert vier weeken, te rekenen voor den datum waarop het Certificaat getekend is, geheel heeft opgehouden, op poene van confiscatie van al het geen deezes contrarie zal worden vervoerd , mitsgaders van de Schuiten, Wagens cn andere Voerof Vaartuigen, waar mede hetzelve zoude mogen vervoerd zijn, en daar benevens op eene boete van honderd guldens, telken reize te verbeuren; zullende deeze boete, mitsgaders het provenu van het geconfisqueerde, aldus worden verdeeld, dat een derde daar van zijn zal voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier die de calange doen zal, en een derde voor den Armen. Vv 5. Dat  C 338 ) 5. Dat deeze Certificaten zullen moeten zijn zonder Zt» gel, en afgegeven worden door de refpeétive Gemeente-Beftuuren ; ofwel door Perfoonen, daartoe van het GemeenteBeftuur behoorlijk gequalificeerd, met [aanduiding van den naam des geenen die eenige der voormelde Artikelen wil/vervoeren; en voor zo veel het Vee betreft, van het foort, den ouderdom, de couleur vanhair, en anderekenbaare tekenen\ en zullen deeze Certificaten niet langer van waarde zijn, dan voorden tijd van vier-en-twintig uuren; waarom niet alleen de dag, maar ook het uur der afgifte van deeze Certificaten, op dezelve zal moeten worden aangetekend. 6. Dat van zodanige Certificaten ook zullen moeten voorzien zijn de Stieren, welke van de eene plaats naar de andere, binnen hetzelve Departement, worden omgeleid, en dat deeze omleiding niet zal mogen gefchieden van of naar Plaatfen of Gemeenten alwaar de ziekte heerscht. 7. Dat geene Certificaten in blanco, met ondertekening van naam, zullen mogen uitgegeeven worden, op poene, voor den geenen die een deezer Certificaten in blanco afgeeft, van in perfoon responfabel te zijn voor 't misbruik 't welk daarvan zou mogen worden gemaakt; wordende de geene die tot het afgeeven deezer Certificaten zijn gequalificeerd, bij deezen gelast om voor elk derzelve Certificaten niet meer afteneemen, dan twee Huivers; en voordsomde Huislieden, die eenigen vervoer, conform den inhoud deezes, begeeren te doen, in alleordendijkheid, en zonder eenigevexatoiredelaijen, de behulpzame hand te bieden. 8. Dat eindelijk alle de geenen, of derzeiver medepligtigen, welke mogte bevonden worden eenige falciteit met gewelde Certificaten begaan te hebben, of zich willens en wetens  C 339 ) tens van een valsch te bedienen, aan den lijve met ftrenge geesfeling en brandmerk zullen worden geftraft. Blijvende voorts al het geftatueerde in de Publicatie van den 26 December laatstleden in volle viguer en obfervantie» als zijnde door den inhoud deezer in geenen deele geabrogeerd of gealtereerd. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden a£ gekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord, Gedaan in den Haag s den 13 Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (■was geparapheerd) B E S I E R» Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. Vv & PU-  ( 340 ) PUB LICATIE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op dè wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbende: Dat de Proclamatie van den 23 Augustus des afgelopen jaars 1799 , is geweest een gevolg van de buitengewone en gevaarlijke omftandigheden waar in zich destijds, deze Republiek bevond; en dat de maatregulen bij dezelve Proclamatie vastgefteld , voor de voorfz. tijden en omftandigheden alleen geIchikt geweest zijnde, thans niet meer noodzaaklijk zijn. Belloten en verordend heeft: De Proclamatie van den 23 Augustus 1799, in te trekken en te ftellen buiten effect; zodanig echter, dat. dezelve intrekking alleenlijk concerneert het vervolg; en de gemelde Proclamatie in alle hare poincten toepasfelijk blijft op alle Perfonenen Daden, welke bevonden mogen w orden, voor den tijd vanhet ten dezen gei omen Decreet, zijnde geweest den 22 dezer Maand, inde termen derzelve te zijn gevallen; — blijvende voorts alle bevorens gemaakte en nog vigeerende Wetten, concerneerende de misdrijven bij de meergemelde Proclamatie genoemd, in volle viguer en kracht. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord Gedaan in den Haag, den 24 Januarij 1800. Bet zesde Jaar der Bataafiche Vrijheid. (Was geparapheerd) F. F R M E R I N S, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) CL G. HULT M A N. N O-  C 341 ) NOTIFICATIE De Commisfie toe de Adminiftratie der Finantien in het voormalig Gewest Friesland, allen die deze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap ! Alzo bij Ons is ontvangen, navolgend Extract uit het Register der Befluiten van de Eerfte Kamer van het Vertewoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. Dingsdag den 17 December 1799» Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid". De Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, des Bataaffchen. Volks, gehoord hebbende het Rapport haarer Perfoneele Commisfie, in welker handen, bij ondeilcheidene Befluiten Commisforiaal gefteld waaren. 1. Eene Misfive van het Uitvoerend Bewiud, gefchree. ven alhier den 29 Januarij L L? fub No. 125 houdende deszelfs Confideraüen en Advis, op eene Misfive van het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland,, ten geleide, eener.Requeste van Mr. Hecior Livius van Altena, Postmeester Generaal van het voornoemd voormalig Gewest, daar bij verzogt hebbende dat hij Requestrant mogt worden bevrijdt van de betaling van zekere kosten, wegens het Sequestreeren, Beredderen en Distraheeren, van zijnen Boedel, door Mr. C. Schuitz, als Sequester en Curator over denzelven gemaakt, geduurende den tijd,., dat hij, Requestrant zich buiten 'sLands had moeten begeven, om de vervolgingen te ontgaan, welke bij de Omwenteling van den Jaare 1787. ten zijnen opzigte hebben plaats gehad. 2. Eene Misfive van hetzelve Bewind gefchreeven den 13, Vv 3 Maart.  C 342 > Maart 1.1., fub No. 27, houdende deszelfs Confideratïen en Advis, op de Requeste van AUart Scheltinga c. f. daar bi] verzogt hebbende, dat aan hun, gelijk ook aan dertien Burgers die met hun in een gelijk geval verfeeren, mogten worden terug gegeevep hunne wettige Bezittingen en Praïtentien, hetzij dezelven ingevorderd of verwaarloosd waaren, welke in den jaare 1787 op naam der Natie waren gefequestreerd en geconfisqueerd, en eindelijk: 3. Twee Adresfen door den Burger Coert Lambertus van Deijtna, aan deze Kamer ingeleverd, beide tendeerende, dat aan hem Requestrant moge worden te rug gegeven, dat geen waar van hij in naam der Natie met geweld is ontzet, of dat het Vertegenwoordigend Lichaam als thans ook de Friefche Natie Repraefenteerende, voor hem Requestrant in Rechten gelieve te intervinieeren, of eindelijk, te willen verkiezen en aanwijzen den Rechtbank, voor welken het Bataaffche Volk waar in het Friefche is ingefmolten, aanfpraakelijk is of wil zijn. En zijnde het bovengemeld Rapport op den 28 November, 5 en 9de December, voor de eerfte, tweede, en derdemaal ter deezer Vergadering geleezen. Overwegende, dat, bij Publicatie der voormalige Staaten van Friesland, in dato 7 Februarij 1795 zijn vernietigd alle Sententien, betrekkelijk de onlusten van den Jaare 1787 gevallen, mitsgaders alle Procedures uitgemelden hoofde reeds geëntameerd of nog te entameren. Overwegende, dat het zo uit den aart der zaake, als naar den geest en den geheelen famenhang der opgemelde Publicatie, daar voor moet worden gehouden, dat zo wel die Decreeten of Regterlijke Dispofitien, waar bij uit hoofde der voorgemelde Onlusten, de boedels en goederen van negentien Burgers in het voormalig Friesland zijn gefequestreerd, en aan den Lande vervallen verklaard, als de eigenlijk gezégde Sententiën, bij dezelve Publicatie zijn vernietigd. Over-  C 343 ) Overwegende, dat de voofzeide verbeurd verklaaring, teil opzichte van de Requestranten, en nog dertien Burgers in een gelijk geval verfeerende, hebbende plaats gehad, men huil ue zwaarfte ilraf heeft aangedaan, die men hun als abfenten konde infligeeren, door hun namenlijk te berooven van alle Goederen die in de Provintie van Friesland te vinden waaren, en gecenfeerd konden worden, hun in eigendom toe te behoren. Overwegende, dat het effect der vernietiging van die Sententien of Rechterlijke Dispofitien billijk behoort te zijn, dat het daar voor moet worden gehouden, als of dezelven niet gewezen waren, en dat dus de gefententieerden herfteld worden in dien ftaat, als of er geene zodanige Dispofitien gevallen, immers als of dezelven niet geëxecuteerd waaren. Overweegende dat de Boedels en Goederen, die ten behoeve van den Lande zijn aangeflagen, dienvolgendc aan den Requestranten, en die geenen, welken met hun in hetzelve geval verfeeren, behoren te worden terug gegeven, of zo verre zulks niet doenlijk is, de fchade die zij door dat gemis, en die zij verder of anders uit den gemelden hoofde, waarlijk en met de daad geleden hebben, behoort te worden vergoed; met dien verftande echter, dat de Requestranten voldoende redenen opgeven, waarom zij ten opzichte hunner Vastigheden, de vrijlating aan hun geaccordeerd, bij Publicatien in het voormalig Gewest Friesland geëmaneerd, in datis 22 Oef ober 1795 en 28 Junij 1796 geen gebruik hebben gemaakt. Overwegende, dat de Requestranten de kosten, die Sequeelen zijn van Sequestratie en Confiscatie, ook niet behoren te dragen, maa|rdaarvan op gelijke wijze behoren te worden gelibereerd. Overwegende eindelijk, dat het Land, voor zo verre de Goederen ten profijte van de gemeene zaak bekeerd zijn, ver-  C 344 ) verpligt is daar van restitutie te doen, en de Requestranten, benevens allen die zig met hun in een geljk geval bevinden, te indemneeren van de opgemelde nadeelige gevolgen der Sequestratie en Confiscatie. BESLUIT. 1. Aan alle die Burgers in het voormalig Friesland, welker Boedels en Goederen, bij Rechterlijke dispofitien, na den Jaare 1787 zijn gefequestreerd, vervolgens geconfisqueerd en ten profijte van den Lande vervallen verklaard, en welke Rechterlijke dispofitien, bij Publicatie der voormalige Staaten van Friesland, van den 7 Febuarij 1795 zij geannulleerd, het effect dier vernietiging te doen genieten, voor en zo verre die Burgers ten opzichte hunner Vastigheden niet gerekend moeten worden van alle reclame of wedergave derzei ven vrijwillig te hebben afgezien. 2. Dat ten dien einde alles aan hun zal worden terug gegeven, het geen nog onverkogt en onver.diëneerd mogt zijn, en voor zo verre zulks door verkoop in handen van derdens mogt zijn geraakt, en het provenue d: ar van met de daad ten behoeve van den Lande is verftrekt, aan hun van 's Lands 'Wege zal worden vergoed, de weezenlijke Schaade doxr de Sequestratie en Confiscatie dier goederen geleeden. 3. Dat zes weeken, na dat dit Beiluit ter kennis van de daar bij belanghebbende zal zijn gebragt, zij verpligt zullen zijn aan het Uitvoerend Bewind in te zenden eene gemotiveerde en Specifique opgave van de fchade, welke ieder van hun wier Boedels gefequestreerd zijn, door die Sequestratie en daar na gevolgde Confiscatie, heeft geleden; zonder hier bij" eenige andre fchade of winstderwing hoegenaamd te mogen berekenen, bij welke opgave zij tevens zullen moeten detailleeren de'redenen, welke hun bewogen hebben, om geen gebruik te maaken van de reclame der verkogte Vastigheeden, aan hun bij Publicatie der voormalige Reprafentanten van  C 345 ) van het Volk van Friesland, in datoas/fc October 179* en nader Publicatie van het geweezen Provintiaal Beftuur van Friesland, van den 28^ Junij T796 toegeftaan, ten einde het Uitvoerend Bewind in ftaat gefteld worde, om te onderzoeken welker der Requestranten gerekend moeten worden omtrent de reclame hunner Goederen te vallen in de termen van 't 16de Articul der voorzeide Publicatie van iojïe October 1795- terwijl wijders alle die geenen, welke binnen gezegden tijd van zes weeken de voorfchreeven opgave aan het Uitvoerend Bewind niet hebben ingezonden, gehouden worden van aüe reclame, fpruitende uit hoofde van de vernietiging der voorzeide Sententien, ten hunnen opzigte te hebben afgezien En eindelijk : 4. Dat de voorzeide Opgaven ingekomen en geëxamineerd zijnde, het Uitvoerend Bewind der Vergadering zal dienen van Confideratien en Advis, of en in hoe verre die opgaven ingevolge dit Befluit behooren te worden gevalideerd, als rneede op welken voet en wijze, die vergoeding aan de daar bij geintresfeerden van 's Lands wege zal gefchieden. En zal Extract deezen gezonden worden aan het Uitvoerend Bewind, ten fine van Executie, en aan Commisfarisfen ter Nationale rekening, tot informatie cn narigt. Zullende dit Beiluit, in Conformiteit van het 6b Art der Afte van Staatsregeling, aan de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, ter bekragtiging, worden gezonden, met en benevens dit Rapport en alle de bijlagen in Originali. (geparapheert) JAN COUPERUS, Vt. (Onderjlondj Accordeert met voorfz. Register O'O AUBERï. (Onderftond) Accordeert met deszelvs Origine ele Cëer0 S. D A S S E VA E L Accordeert met als boven getekende Copia. T. C. de B O R D E S. Ww De  C 346" ) De Tweede Kamer bekrsgtigt het voorgéjMd Bef uit, en -manden hetzelve iii een Decreet; »jL£L En aal dit bekragtigd Beiluit, ingevolge Art. 69 dei Staats* regeling onverwijld Worden gezonden aan het Utvoerend Bè* wind, en tevens een affchrift van hetzelve m beiioorlijKeforma aan de Eerfte Kamer . , 7ullende Extract van dit Decreet worden gezonden aan Commisfarisfen der Nationale Rekening, tot informatie. In den Haag den zffle December 1799. liet -vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, rgetarapht.j L. J. VITRINGA, Vt. Uit naam der Tweede Kamer (g«0 J- D- PASTEUR. Verders de Agent van Financiën bij apostille van den f Tanuarii 1800 aan Ons heeft gedemandeerd, om hetzelve bij Notificatie ter kennisfe der geconcerneerden te brengen, en voorts aan hetzelve de nodige executie te geeven. ZO IS HET, dat Wij de Raaden der Gemeentens mie deezen gelasten' teneinde voornoemd Decreet ter kennisfe van alle belanghebbenden kome, en niemand hunner deswe. gens eenige ignorantie zal kunnen pratendeerèn, dat deze zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, waar men geWöon is zulks te doen. , Aldus gerefolveerd op het Collegie binnen Leeuwarden, den 24 Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. van der BAN K, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn. W. D. R U I T I N G A. 1 O-  C 34? ) PUBLICATIE T Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat bet Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbende: Dat de Bataaffche Armée genoegzaam van het compleet getal van Manfchappen zal kunnen worden voorzien % indien het, bij Decreet van den 12 Oétober 1799 bepaald getal van drie Man per Grondvergadering, op twee Man voor iedere Grondvergadering, waar uit elke Gemeente beftaat, wovd gefield. Dat de billijkheid eischt,. dat alle Gemeenten, welke al dan niet, of maar gedeeltelijk, aan het bovengemeld Decreet hebben voldaan, in deezen zo veel mogelijk op een gelijken voet gebragt, en evenredig door dezelve, het zij in het,leveren der Manfchappen; het zij in het betalen der Gelden voor de niet geleverden, gehandeld worde. Dat, in allen gevalle, met den 1 April aanftaande, de Bataaffche Legermagt, op den completen voet van de gedecreteerde Augmentatie, behoort te beftaan. Befloten en verordend heeft: Het Decreet van den 12 Oétober 1799 vorengemeld, bij dezen in zo verre te altereeren, dat de refpeétive Gemeen-, ten binnen de Bataaffche Republiek, welke in dezen door de Departementale Beftuuren voor diligent zijn verklaard of gehouden, zullen kunnen volftaan, met in plaats van drie Man voor ieder Grondvergadering waar uit elke Gemeente beflaat, twee Man per Grondvergadering, ter completering van de Année, en wel fpeciaal van de. Bataillons Infante.ij, ook (des noods) voor de Jager Corpfen, te leveren, uiterlijk binnen veertien dagen na dat dit Beiluit ter kennis van Ww 2 de-  C 348 > dezelve Gemeenten zal zijn gekomen , en voorts vast te ftellen: _ Dat die Gemeenten, welke reeds een gedeelte van het Contingent, waar op een ieder derzelve bij het opgemelde Decreet is gefield, geleverd hebben, de alzo geleverde Manfchappen in mindering zullen verftrekken van de twee Man per Grondvergadering, die zij ingevolge dezes verplicht zijn te leveren. Dat de alzo nog te leveren Manfchappen zullen moeten zijn van 18 tot 35 Jaaren oud, lang ten minften 5 Voeten en 2 Duimen, gezond en fterk, zonder Lichaams gebreken, in geen anderen Landsdienst, het zij van de Marine, het zij in andere Corpfen der gefoldeerde Militie van den Staat, zich bevindende, en zo veel mooglijk moeten beftaan uit binnen 's Lands of bij de Wervers bekende cn ongehuwde Perfonen. Dat, ten opzichte van deze verdere Aanwerving, tot den hier boven vastgeftelden tijd zal blijven beftaan, het geen bij het meergemeld Decreet, omtrent hit extraordinair en ordinair Handgeld voor de Manfchappen, het extraordinair en ordinair Werfgeld, de restitutie van het extraordinair Handgeld en Werfgeld door het Uitvoerend Bewind aan de refpeétive Municipaiiteiten , het mogen aanwerven uit de georganifeerde en geënregiftreerde Burgermacht, en de bevordering van deze Werving de Municipaiiteiten aanbevolen, is vastgefteld. Dat de invoegen voorfchreven aangeworvene Manfchappen, tweemaal per week, ter goed-of afkeuring, zullen moeten worden opgezonden naar die Plaats of Plaatfen, welke door of van wegen het Uitvoerend Bewind zal of zullen worden aangewezen; zullende hetzelve Bewind de nodige ordres ftellen, dat de Manfchappen ten fpoedigften en zonder vertraging na derzeiver aankomst op die Plaats of Plaatfen worden geëxamineerd en goed- of afgekeurd. Dat van deze verplichting, tot het leveren van Manfchappen,  C 349 ) pen, echter zullen worden uitgezonderd die Gemeenten,, welke door invafie van den Vijand in het afgelopen Jaar aanmerkelijke fchaden zouden mogen hebben geleden, van welke door de refpective Departementale Beftuuren, alwaar die invafie heeft plaatsgehad, aan het Uitvoerend Bewind ten fpoedigflen opgave zal worden gedaan, ten einde door hetzelve Bewind over het al of niet vrijftellen van zodanige Gemeenten Kan worden beflist. Dat alle de Municipaiiteiten, welke als nog het zij geheel of gedeeltelijk, aan deze Aanwerving van Manfchappen voor den bij dezen bepaalden tijd moeten voldoen, voor ieder Man, welken zij als dan nog volgens voorengemelde berekening van twee Man per Grondvergadering zullen manqueren, uit de Gemeenten Kasfen aan den Lande zullen moeten voldoen eene fomma van tien Ducaaten, of twee-en vijftig Guldens en tien .Stuivers; tot de invordering van welke penningen op de meest gefchikte wijze het Uitvoerend Bewind nu voor als dan wordt geauthorifeerd. Dat de refpeétive Departementale Beftuuren, binnen agt dagen na het ontvangen van dezen last, aan het Uitvoerend Bewind zullen opgeven die Gemeenten, welke volgens derzeiver bevinding, geoordeeld moeten worden, aan haare verplichting, bij Decreet van den 12 Oétober voorgeschreven, niet te hebben voldaan, ten einde het Uitvoerend Bewind de nodige orders ftelle, om van zodanige Gemeenten dadelijk en in voegen als vooren, voor ieder ontbrekend Man tien Ducaaten, of twee-en-vijftig Guldens en tien Stuivers, uit de Plaatzelijke of Gemeente-Kasfe ten behoeve van. het Land intevorderen. Dat, wijders, aan die Gemeentens, welke, ingevolge het meergemeld Decreet van 12 October, het volle getal van drie Man per Grondvergadering reeds hebben geleverd, door de Lepartementale Beftuuren, waaronder dezelve behoren, Ww 3 bij  C 35° ) bij Misfive, te de meest gepaste termen, het genoegen van het Vertegenwoordigend Lichaam, over de blijken van deiv zelver- ijver en medewerking in dezen, zal worden te kennen gegeven; terwijl voorts aan zodanige Gemeenten, en aan die, welke reeds meer dan twee Man per Grondvergadering geleverd hebben, de extra Kosten, door dezelve boven het extraordinair Hand-en Werfgeld van wegen den Lande genoten of nog te genieten, door of van wegen het Uitvoer rend Bewind zulen worden te rug gegeven, nadat alvorens de Declaratien dier Gemeente-Beftuuren, door de Departementale Beftuuren zullen zijn geëxamineerd; als wordende de gemelde Departementale Beftuuren geauthorifeerd, om voorfz. Rekeningen na te zien en te liquideeren, op zodanig eene wijze, dat de redelijke onkosten worden gevalideerd, en teflëns voorgekomen, dat het Land niet worde bezwaard met het betaalen van bovenmatige uitfchotten. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam., dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 29 Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. E R M E R I N S , Vt. (Ondcrftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. BULTMAN. PU-  PUBLICATIE TTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, bij Decreet van den 30 Januarij deezes Jaars, heeft befloten: Den Etftoel van het voormaalig Landfchap Drenthe, benevens deLottingc, welke laatsgemelde reeds bij Decreet Van den 4 Augustus 1799 was gefuspendeerd, te vernietigen en op te heften, derzeiver Minister en Suppoosten daar onder begrepen; Als mede het Departementaal Gerechtshof van den Ouden. Ysfel te authorifeeren en te gelasten tot de kennisneming en beoordeling van alle, zo Civileals Crimineele zaaken, te voren aan de Jurisdictie van voorfz. Etftoel of Lotring behoord hebbende, met verde qualificatie op hetzelve Hof, om zodanige provifioneele fchikkingen te beramen, dat de Adminiftratie der Justitie, zo in het Burgerlijke als Lijfftraffelijke, onbelemmerden en behoorlijken voortgang gewinne. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam vatt het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan inden Haag, den 4Febr. 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, («as geparapheerd) F. E R M E R I N S, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. P U-  c 352 ; PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Duet te weeten: Dat de ondervinding geleerd hebbende, dat 't oogmerk, om de Recruteering der Nationale Armée te bevorderen, in de Proclamatie van den 23 September 1799 bedoeld, en houdende onder anderen eene toezegginge, dat aan alle Burgers en Ingezetenen dezer Republiek, welke op den gewonen voet onder de Staande Armée zouden dienst nemen, boven en behalven het gewoon handgeld van zes Ducaten, eene Prjemie van een-en twintig Guldens zoude worden betaald, daar door niet genoegzaam is worden bereikt; Dat het, overzulks, ter bevordering van 't algemeen belang, nodig wierd, eenen anderen maatregul, meer gefchikt om dat oogmerk te bevorderen , daar te ftellen, wien ten gevolge, de aangetogene Proclamatie van 23 September 1. 1., bij Beiluit van den 5 dezer is ingetrokken en gefteld buiten effect. ; met dien verftande, dat, inftede van dien, aan de refpective Bataillons Infanterie en Jagers, in dienst van deze Republiek, voor elk door hun aan te werven Man, van wegens den Lande zal worden goedgedaan eene Pramiie van een-en-twintig Guldens, gerekend van den dag van't gezegd Befluit, tot den 1 April aanftaande; terwijl het Uitvoerend Bewind zich verzekerd houdt, dat 't accorderen van deze Premie niet alleen genoegzaam zal zijn, om de Bataillons Infanterie en Jagers volkomen in ftaat te ftellen, de verdere en fpoedige completeering der mankeerende Manfchappen daar te ftellen, maar ook allezins de Recruteering zelve zal bevorderen. En  C 353 ) En op, dat zulks ter kennisfe van een iegelijk zoude kunnen komen, zal deze alomme worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, naar behooren. Gedaan in den Haag, den 13 Februarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. ERMERINS, Vt. .(Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. Xx E X-  C 351 ) E X T R A C T Uit de Refolutien van de Commisfie tot de Administratie der Finantien in het voormalig Gewest Friesland. Ts geleezen eene Misfive van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek van den 4 den deezer, waar bij dezelve aan deze Commisfie doet toekoomen, eene Publicatie van het Uitvoerend Bewind de dato den zójlen December des afgeloopen Jaars, betrekkelijk het daarftellen .van middelen tot ftuiting van de Vernielende Runder-pest, en bevattende voornoemde Misüve, voorts eene aanfchrijvinge aan deeze'Commisfie ten einde voorde Executie van het verordende bij Art. 8 en 11. van gemelde Publicatie worde gezorgd. I; Om ten aanzien van het bepaalde bij Art. 8. aan den Ontvanger onder dit Resfort, welke de Commisfie daar meede Speciaal zoude vefmeencn te moeten belasten, met toezending van een Exemplaar der Publicatie, te Ordonneeren, om aan het gedagte Art. in voorkoomende gevallen te voldoen, en alzo uit denzelven Kas, bij Wijze van voorfchot en om in maniere daar naa aangeweezen , te worden gereftitueerd, aan de daar toe gerechtigde Reclamanten, de bij de Wet bepaalde Schadeloositellingen te betaalen; des, daar van Weeklijks aan den Agent van Nationale Oeconomie behoorlijke advertentie doende. II. Om relatief Art. 11. ten fpoedigflen tot de richtiger invordering der daar bij verordende belasting, zodanige naaatreegelen te neemen, als deeze Coimnisüe tot bereiking  C 355 ) icing van het Salutair oogmerk des Vertecgeirwoordigend Ligchaams, het meest gefchikt zoude oordeelen; het zij • dan door zulks aan de Ontvangers of wel aan de Gemeente-Beftuuren , direct- onder het toezicht deezer Commisfie te demandeeren, echter met dien verftande, dat, daar • het einde, waar toe dezelve belasting dienen moet, even min als het gering beloop derzelve gedoogt, dat weegens de invordering eenige Schadeloosftelling, anders dan redelijke Uitfchotten gevalideert worden, mitsdien het in deezen te verrichten alom gratis zal moeten worden waar- genoomen en dat voorts de Penningen, uit deeze belasting te proflueeren, ten Comptoire Generaal van de Administratie der Commisfie zullen worden overgebragt, en aldaar onvermengd met de Penningen van den Lande blijven gedepofiteerd ter dispofitie van den Agent van Nationale Oeconomie, en voorts om aan dezelve met het einde'der maand Maart aanftaande van den Opbrengst der • belasting accurate en fpecifique opgaven in te zenden , om als dan aan den verderen inhoud der Publicatie te kunnen voldoen. En eindelijk, dat de Ontvanger bij het eerfte lid der aanfchrijving bedoeld, uit de alzo gecollecteerde Penningen, aan derzeiver Ordinaire Kas zal behooren te restitueeren de door hem in conformiteit van Artikel 8 gedaane betalingen, waar van tevens bij de opgaven van het rendement der Belasting aan voornoemde Agent van Nationale Oeconomie zal moeten blijken. Waar over gedelibereert zijnde is goedgevonden en verftaan, ter voldoening aan des Agents aanfchrijving, gelijk goedgevonden en verftaan wordt mits deezen. I. De Ontvanger Generaal der Floreen- Renthe in dit voormalig Gewest te authorifeeren, en te gelasten, om in voorkomende gevallen aan het agtfte Artikel der PubliXx 2 ' catie  C 356 ). catie van. het Uitvoerend Bewind, van den 26 December des afgeloopen Jaars te voldoen , en alzo uit denzelven Kas, bij wijze van voorfchot aan de daartoe gerechtigde Reclamanten, de bij de Wet bepaalde SchadeloosHelling te betaalen, des daar van weeklijks aan den Agent van Nationale Oeconomie,. als meede. aan deze Commisfie Advertentie doende. II. Dat de door den voornoemden Ontvanger Generaal der Floreen-Renthe in conformiteit van Artikel 8. gedaane betalingen aan deszelfs Ordinaire Kas uit de Penningen in de onderfcheidene Steeden, en Districten in dit voormalig Gewest, ingevolge, het elfde Artikel der meergemelde Publicatie, gecollecteerd, en ten zijnen Comptoire overgebragt zullen moeten worden gerestitueerd, waar van hij tevens bij de opgave van het rendement der Belasting aan voornoemde Agent vanNationale Oeconomie, als meede aan deeze Commisfie zal moeten doen blijken. ïïï. Dat den Ontvanger Generaal der Floreen-Renthe verpligt zal zijn. de Penningen uit de bij Artikel 11 verordende Belasting geproflueerd onvermengd, met de Penningen van den Lande , ten zijn Comptoir te diepofiteeren, ter dispofitie van den Agent van Nationale Oeconomie. IV. Dat aan den voornoemden Ontvanger Generaal een Exemplaar van de Publicatie van het Uitvoerend Bewind van 26fte December 1709 zal worden toegezonden tot informatie. V. De Raaden der Gcmeentens in dit voormalig Gewest aan te fchrijven, en te verzoeken, tot bereiking van het Salutairoogmerkd.es Vertegenwoordigend Lichaams, om zich met de richtigen invordering der bij het elfde Artikel der meergedachte Publicatie verordende belasting te chargeeren, ofte anders iemand in haaren Bedrijve, daar mee-  ( 557 ) meede te belasten, des daar bij in het oog houdende volgens de aanfchrijving, van den Agent .van Finantien, dat wegens de invordering van deeze belasting, geene Schadeloosftelling anders dan van redelijke Uitfchotten, zal worden gevalideert, mitsdien het te yerrichtene. in deezen alom gratis zal moeten worden waargenomen, VI. De Raaden der Gemeentens te gelasten, om op de best gefchikfte wijze, ter kennisfe van de Ingezetenen in haare Bedrijve,. te brengen, wie aldaar met de Ontvangst dezer belasting volgens het elfde Artikel der meergedachte Publicatie belast is, ten einde dezelve gelegenheid hebben, op zijn tijd aan hunne verplichtingen te kunnen voldoen, en bewaard blijven voor depoenaliteiten der Wet, zonder immers,. des aangaande eenige ignorantie te kunnen prsetendeeren. VII. Die welke in de onderfcheidene Steden en Difhïcten met den Ontvangst belast zijn, ten ernftigflen aantebevelen, en te gelasten, registers en aanteekeningen te houden , behelzende de Naam en Toenaam, der Eigenaaren van het Vee, en voor hoeveel Runderbeesten, boven de twee Jaaren, en beneden de twee Jaaren betaald wordt, alles met die nauwkeurigheid, welke immers mogelijk is, dewijl op die aangaven en aantekeningen tegen; de Fraudateurs zal worden geprocedeert. VUL, De, in.vorenftaande Artikel bedoelde Perfoonen te gelasten op den %\fte Maart aanftaande hunne boeken te fluiten, en aan deeze Commisfie. een. affchrift van dezelve te zenden, terwijl dezelve al meede geinjungeert wordt, om de alzo gecollecteerde Penningen „ en bij hun ontvangen, voor den Sfie April aanftaande overtebrengen, ten. Comptoir van den Ontvanger Generaal der Floreen-Renthe in dit voormalig Gewest, met, en benevens de origineele registers en aanteekeningen door hun gehouden.. Xx 3 IX.. Dat  ( 353 ) IX. Dat door de Raaden der Gemeentens onverwijld aan deeze Commisfie zal worden opgegeven , wie in haaren Bedrijve, met den Ontvangst is belast. X. Dat de Raaden der Gemeentens de Copia Lijsten, in het Zfle Artikel gemeld (welke zij voor of op den April aanftaande zullen moeten inzenden, aan d:eze Commisfie) zullen moeten toeftaan ter vifie van de Commifen en verdere Lands Bedienden, als meede de Fiscaals in de Steeden en Districten met injunctie aan dezelve , om op de fraudes in de aangave gedaan ten nauwkeurigftente inquireeren, teneinde in cas van ontdekking, door de refpective Fiscaals tegen de Fraudateurs naar inhoud der meergemelde Publicatie overeenkomftig de Wetten van den Lande te procedeeren en doen procedeeren. En zal Extract deezes worden gezonden aan de Raaden der Gemeentens, de Ontvanger Generaal der Floreen-Renthe , de Hoofd Commis van des Gemeené Lands Middelen en 's Lands Advocaat en Fiscaal Generaal in dit voormalig Gewest tot Informatie en Naricht refpeétivelijk. Aldus gerefolveerd op het Collegie den 17 Februarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. P. H IJ L C K A M A Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie, W. D. R U I T I N G A. fV.  ( 359 ) PUBLICATIE Tiet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek doet te weeten: Dar de Publicatie den i Maart 1799 geëmaneerd, opzichteiiik den TranüV>h en ddórvoér van Goederen over bet grondgebied der Bataaifche Republiek, zijnde Gearrefteerd ge-. worden, uitkrachte van een Decreet, bij bet Vcitcgenwoordigend Lichaam, na voorafgaande verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid genomen, dezelve volgens het "jofte..Articul der Acte van Staatsregeling, niet langer dan één Jaar kracht van Wet kan behouden; Doch dat het Vertegenwoordigend Lichaam , op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende, dat de redenen, welke in der tijd het nem en der maatregelen, bij gedachte Publicatie geftatueerd, hebben nodig gemaakt, als nog bij voortduuring exteefen; Befloten'en verordend heeft: dat het geftatueerde, bij meergemelde Publicatie van den 1 Maart 1799, als nog in allen deelen kracht van Wet zal blijven behouden, en dat, daar van door het Uitvoerend Bewind, den Volke zal worden kennis gegeven; zijnde dezelve Publicatie geweest van den navolgenden inhoud: GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP! PUBLICATIE. Het Uitvoerend Bewind der Bataaf/ike Republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregel'ng voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat het voor het Commercie-weezen deezer Republiek, van het grootfte aanbelang, en overzulks ten uiteiften noodzaak-?  ( 36b ) zaaldijk is, dat de doorvoer van Goederen, over het Grond gebied van den Staat tranfieerende, alleszins worde aangemoedigt, bevordert cn gemakkelijk gemaakt. Dat echter, aan den anderen kant, niet te zorgvuldig kan worden tegengegaan, dat deeze doorvoer ten voordeele van den algemeenen Vijand zoude kunnen ftrekken, of aan de gewigtigfte belangen van het Bataaffche Volk hinderlijk zijn, en alzo, in ftede van ten nutte, integendeel tot merkelijk nadeel des dierbaaren Vaderlands zoude uitlopen. Dat, bij de Publicatie der Nationale Vergadering van den 5 Januarij 1797, geene duidelijke bepaaling word gemaakt omtrent den algemeenen doorvoer der vrije Goederen , en eene te uitgebreide ftrekking gegeven , immers daar uit is afgeleid, ten opzichte der Contrebande Goederen. Dat, dien tengevolge, eene groote menigte Britfche Manufactuuren en Koopmanfchappen over deze Republiek naar andere Landen is vervoerd geworden, en alzo aan de Commercie, Fabrieken en Trafieken van den algemeenen Vijand, niet die afbreuk is toegebragt, welke noodig engelchikt'is om hem tot eene billijke Vreede te dwingen.; Dat almede, onder préetext van doorvoer, eene niet geringe quantiteit di:r Goederen, in weerwil van het uitdrukkelijkst verbod, dadelijk is ingevoerd. Overwogen hebbende: Dat de Handel in de Specerijen, zo als die door de voormalige geoctroijeerde Oost Indifche Maatfchappij is, en als nog, door het Committé van den Oost Indifchen Handelen Bezittingen, word geëxerceerd, uit hoofde van de Finantiëele betrekkingen der Republiek tot die gewezen Maatfchappij , en het gewigt daaraan door den Specerijen Handel bijgezet, in allen deelen behoord te zijn en blijven een eigendom der Bataafiche Natie; en cverzulks, alles, dat dezen Handel eenigzius zoude kunnen benadeelen, en daar onder ook de  C 3- bli-  ( ) ' blicatic gevoegd: de laatfte echter alleen ia zo Verre die uit Zee zouden mogen worden aangebragt. - Langs de Rivieren te Lande ten doorvoer inkomende, zullen dezelve moeten zijii voorzien van een behoorlijk Certificaat der Regeermg van de Plaats waar dezelve zijn in- of af geladen, houdende • dat zodanige Goederen niet zijn van Britfche oorfprong . 'of afkomst, en dat de af- of in lader daarvan aan gemelde % Regeering bij folemneelen Eede, of ander legaal bewijs, . heeft doen blijken". . Ten Tweeden, alle de vreemde Specerijen, beftaande m Kaneel, Foulie, Muskaatnooten en Kruidnagelen. Ten Derden: alle vreemde Thee. ' 3. Opzichtelijk de vreemde Thee, word nog boven dien bij deze verftaan, dat van dezelve ook zal verboden zijn alle vervoer binnen 's Lands van of naar eenig Departement, Stad, Plaats, Huis, Schuur, Wagen, Kar, Schip, Schuit of dergelijke, hoegenaamd, en ten welken einde ook die vervoer zoude mogen gefchieden. 4. Alle die geenen, welke voor het tegenwoordige nog in het bezit mogten zijn van eenige vreemde Thee, zullen gehouden wezen, binnen drie Maanden, na den datum der Publicatie dezer, daar van, met bijvoeging der quantiteit, opgave te doen aan zodanig Comptoir der Convoijen en Licenten, als tot het meeste gerief en gemak der Koopheden en Bezitters van vreemde Thee, in de onderfcheidene Steden en Plaatzen van de Republiek, bij nader te doene Advertentie door of van wegen het Uitvoerend Bewind zal worden aangewezen, ten einde de Kisten of Kasten, het zij groote of kleine, gcëmbaleerd, of niet geëmbaleerd waarin de gezegde vreemde Thee zich bevind, buiten kosten van den Eigenaar, worden gebrand of gemerkt, met zodanig teeken of teekens als daartoe zal of zullen worden gebezigd; zullende echter, opzichtelijk de quantiteit over het geheel, de noodige orders  ( 3^3 ) worden gefteld, dat alle discretie, en de ftipfle geheimhouding, door de genen, welke tot het branden of merken worden geëmploijeerd, deswegens worden in acht genomen. . 5. Des zal het geflatuëerde in Art. 3. niet eerder in werking worden gebragt, dan na verloop der drie maanden, in het voorig Articul. gemeld; en Van dien tijd af en vervolgens de invoegen voorfz. niet gemerkte en aldus achterhaalde Kisten of Kasfen Thee voornoemd, voor vreemde gehouden, en tot confiscatie van dezelve worden geprocedeert: en zal zodanige Thee, mitsgaders het Schip, de Schuit, Wagen, Kar, Paard, Sleede, of waar mede de vervoer ook zij gefchied, ten behoeve van den Lande, en de geenen die verder gerechtigd zijn, wezen verbeurd; gelijk mede bij dezen word verboden, allen in-, uit-, door- en binnenlandfchen vervoer van ledige, of anders dan met Thee gevulde Kisten of Kasfen voornoemd, welke invoege voorfchr. zullen zijn gemerkt of gebrand, mitsgaders van gedeeltens derzelven, op poene van een honderd guldens voor elke Kist of Kas, groot of klein, geheel of gedeelte, te verbeuren bij den geenen, welken dezelve aldus zal hebben in-, uit-, door- of binnenlands vervoerd, of daartoe last of order zal hebben gegeven; behalven de verbeurte van de Kisten, of Kasfen, en het geen in dezelve anders dan Thee mogt worden gevonden. 6. Geene Goederen zullen als tranfitoir worden geadmitteerd , dan dewelke op het eerfte inkomen, en aan de nitterfte Wagt als zodanig zullen zijn aangegeven. 7. Van de voorfchreeve aangifte zal op de generale verklaring , als mede (met gefpecificeerde opgave der Plaats van waar dezelve komen, en werwaards dezelve zijn gedestineerd) op de Paspoorten, Losceduilen en Renverfalen, nauwkeurige aantekening moeten gefchieden; ook zullen geene verzoeken tot tauxatien, of eenige tauxatien voor door te voerene Goederen worden geadmitteerd; maar zal de aangifte zo van Yy 2. de  C 364 ) de waarde als anderzins, bij Billetten moeten gefchieden.. 8. Generalijk zal omtrent alle tranfitoire Goederen moeten worden in acht genomen, het geen bij 's Lands Wetten en Placaten, en fpeciaal bij het Generaal Placaat van 1725, omtrent de inklaring, losfing, weder inlading als anderzins, bij den In- en Uitvoer, in het algemeen is bepaald en vastgefteld, zo verre zulks door de tegenwoordige inrichting van het Tranfit niet is veranderd. 9. In het bijzonder zal ook opzichtelijk de doorgevoerd wordende Goederen, een ftipte vifitatie moeten worden geobferveerd, en zullen dezelve, zo Vrije als Contrabande bij of dadelijk na de losfing, worden geplumbeerd. 10. Geene Waaren als tranfitoire aangegeven, zuilen van dit voorrecht langer genot hebben dan voor den tijd van zes weeken, ten waare door den Commisfaris der Convoijen en Licenten, of door wien en onder welken Titul die functie in het vervolg zal mogen worden waargenomen, opgedaan verzoek, Prolongatie zal zijn verleend. 11. De Geconfigneerde, binnen den tijd der voorfz. zes weeken, of Prolongatie, genegen zijnde, over de aangegeven Goederen, mits Vrije zijnde, anders te disponeeren, zal zulks vermogen te doen; en bij aldien hij op het aangeven meerder mogt betaald hebben dan het Inkomend Recht, met de verfchuldigde praemie bedraagt, zal het furplus aan hem moeten worden gerestitueerd. 12. De Tranfitoire Goederen zullen in geenen delen, directelijk noch indirecfelijk, geduurende de gezegde zes weken, of Prolongatie, mogen worden verkogt, gealiëneerdof getransporteerd, het zij in het openbaar, of onder de hand, op poene van nulliteit en Confiscatie der aldus verkogte of getransporteerde Goederen. 13.. Voorden doorvoer van alle Goederen, zonder onderfeheid, zal bij de aangiften worden betaald, alleen eens het In«  c 3*5 ; Inkomend of Uitgaande Recht, dat van beide het hoogfte is zonder eenige Praemie, en op den voet, zo als die bij het Tarif van 1725 is gereguleerd; met de veranderingen, vermeerderingen en verminderingen, daarin fuccesfivelijk gemaakt of nog te- maken - Van Paarden, de Veulens daar onder begreenen, te Lande of langs de Rivieren, ten doorvoer inkomende, zal van ieder Stuks worden betaald twee Guldens. ■ 14. De geaccordeerde vrijdom aan zommige Articulen naar Spanje tranfiëerende, blijft opden ouden voet, onder dezelfde precautien, als daar bij zijn geftatueerd. 15. Voor zo verre, uit hoofde van verbod van In- of Uitvoer, Hechts een der beide Rechten in het Tarif voornoemd, bekend is, zal men voor den bij dezen gepermitteerden doorvoer zodamger Goederen, volftaan met de betaaling van dat recht alleen, het welk in gemeld Tarif, het zij voor den Inha zij voor den Uitvoer, is genoteerd; doch van die Goederen waar van uit hoofde van verbod van Invoer, geen inkomend recht beftaat, en die daar en tegen bij den Uitvoer zijn vrij, gefteld, zal drie ten honderd van de waarde worden betaald*. 16. Boven de betaaling van het hier vooren bepaald Tranfito Recht van Vrije Goederen, zal moeten worden geconfigneerd de Praemie voor zodanige Articulen, welke daaraan zij gefubjecteerd. 17. Deze geconfigneerde Praemie, zal terftond worden gerestitueerd, zoodra, bij productie van het afgeteekend Paspoort binnen den tijd van zes weeken, of de verleende prolongatie! zal zijn gebleken, dat de Goederen in dit en het vorig Art. 16. vermeld, wederom zullen zijn uitgevoerd. 18. De tranfito aangegeven Vrije Goederen, zullen onder den geconfigneerden of Koopman mogen verblijven, onder de bepalingen Art. 12. geftipuleerd. 19. Opzichtelijk de Contrebande tranfiëerende Goederen, Yy 3 zal  ( 366 ) zal, behalven het geen generalijk hier vooren omtrent den doorvoer is geftatueerd, in alle gevallen een fpeciaal toezicht door 's Lands Bedienden gehouden worden. ao De alzo geplumbeerde Goederen niet dadelijk wederom uitgevoerd wordende , zullen, ten bijweezen van één of meerder Commifen ter Recherche, naar een Lands Magazijn of Pakhuis worden gebragt, en in hetzelve opgeflagen zijnde, gefteld onder de Custodie van den Vendumeester, of die deszelfs functie waarneemt; met naame de eerfte Officier van de Convoijen en Licenten, welke terftond van zodanige Goederen een behoorlijk Renverfaal aan den Schipper of Voerman zal moeten afgeven ter hunner decharge, en ten einde hetzelve aan den geconfigneerdeu, tot diens iecunteit te overhandigen. , _, .. _ _ . 21. In Plaatzen waar geen vast Lands Magazijn of Pakhuis voor handen is, zal ten voorfz. einde, door den genen onder wiens Custodie de Goederen komen, eene gefchikte Bergplaats worden aangewezen, welke alsdan in allen delen met zodanig Lands Magazijn of Pakhuis zal gelijk ftaan. 22. Bü het aangeven van alle zodanige Goederen, zal, door of van wegen den geconfigneerdeh, worden gefteld behoorlijke Cautie', voor het montant, van driemaal de waarde der door te voeren Goederen, ten waarborge, dat dezelve wederom uit deze Landen zullen worden uitgevoerd, en wel binnen den tijd of Prolongatie in Art. io. te vinden. 23. Deze Cautie zal moeten worden gepasfeerd ten Comptoire daar de Rechten worden betaald; met dien verftande, dat, zo de Geconfigneerde aldaar niet woonagtig is, het voldoende zal zijn, wanneer hij ter plaatze vau de inklaarmg, een bewijs produceert, behoorlijk gezegeld, inhoudende, dat hij, ten Comptoire der Convoijen en Licenten zijner Woonplaats, of het naast daar bij gelegen, zodanige Cautie heeft gefteld, of doen ftellen: En zal dit bewijs ter plaatze  C 367 ) van de Inklaring door den Ontfanger of Gommis Collecteur moeten afgeichreven, geboekt, op het Paspoort daarvan melding gemaakt, en het bewijs zelve aan het Paspoort moeten geannexeerd worden. 24. De Cautie niet gefield, noch het bewijs in het voorgaande 23 Articul gemeld, wordende geproduceerd, zullen de door te voeren Goederen niet mogen worden geëxpedieerd, maar ter plaatfe waar de Rechten moesten worden voldaan, ten zij dadelijk wederom wordende te rug en buiten de Republiek gevoerd, moeten verblijven, tot dat aan een der gezegde vereischten zal wezen voldaan; en inmiddels ouder Custodie eu toezicht van den eerften Officier der Convoijen en Licenten gefteld; die daar voor een gelijk falaris zal genieten als aan den Vendumeester bij Art. 30 hierna volgende word toegelegd. 25. De voorfz. Cautie zal worden geroijeerd zo dra door eene behoorlijke aftekening op het Paspoort, gedaan door's Lands Bedienden tér uiterfte Wacht, langs welke de Goederen zullen zijn gepasfeerd en uitgevoerd; zal zijn gebleeken , dat de meer gedachte Goederen waarlijk en in de daad zijn uitgevoeid geworden 26. Ingevalle van benadering van zodanige door te voeren Goederen, welke op het Tarif van 1725 niet bekend ftaan, en dien ten gevolge bij de waarde worden aangegeven, zullen 's Lands Bedienden, door welke die benadering is gefchied, een gelijk bewijs van den Uitvoer moeten overbrengen, op poene van te worden gecasfeerd. 27. De Cautie in Art. 22, 23 en 24 vermeld, zal niet behoeven te beftaan in eene confignatie van Penningen of Goederen ; zullende echter de Officieren van de Convoijen en Licenten gerechtigd zijn, om, desnoods, te vorderen eene verklaring der foliditeit van den Cautionaris, door het Plaatslijk Beftuur zijner woonplaats aftegeven. a8. Alle  ( 368 ) c8. Alle Goederen, die traniito worden vervoerd, zullen zo veel mooglijk, in diervoegen moeten zijn ingepakt of anderzins belloten, immers in zodanigen ftaat gebragt, dat-dezelve gevoeglijk kunnen worden geplumbeerd. 29. Het Touwwerk en Lood, tot het plumbeeren nodig, zal van wegen en ten koste van dén Lande worden geleverd» 30. Aan den Vendumeester, en waar geen Vendumeester is, zal aan den eerften Officier van de Convoijen en Licenten, voor de Custodie en bewaring der Contrabande Goederen, welke in 's Lands Magazijnen of Pakhuizen worden opgeflagen, worden bepaald één per Mille, van zodanige Goederen , welke bij de waarde worden aangegeven; en van die, voorwclke, volgenshet Tarif van 1725 hethoogfte rechtword betaald, de dertigfte Penning, van het geen de betaalde rechten bedragen; zullende een en ander door den Koopman, buiten kosten of nadeel van den Lande, moeten worden voldaan. 31. Aan de Commifen of Commis ter Recherche zal voor het plumbeeren der meergemelde Goederen, en het fpeciaal toezicht, bij derzeiver transport naar 's Lands Magazijn of Pakhuis, betaald worden van ieder enkelde Baal, Pak, Kist, Kas, Ton, Vat, Korf of Mande, groot of klein, zes ftuivers, en voorts drie ftuivers voor ieder der gemélde ftukken, boven het getal van één. 32. De Commis of Commifen, welke het opzicht hebben over de Contrabande Goederen wanneer die uit het Magazijn óf Pakhuis wederom worden afgeladen, zullen daarvoor genieten de helft van het geen in het vorenftaaude 31 Articul aan dezelven word toegelegd. 33. Het zij één, het zij meerder Commifen vaceeren, tot het geen in de beide laatst voorgaande Articulen is gemeld, zal echter de Koopman of Gecónfigneerde flechts éénmaal het refpectivelijk bepaalde voldoen; en meer dan een Commis bij het qpflaan of weder afgeven vaceerende, zullen zij dat eenmaal  C 309 ) maal betaalde ónder den anderen verdelen; onverminderdt nochtans zodanige Leges en Expeditie-gelden, als aan dezelve volgens 's Lands Wetten competeeren. 34. Het Reglement der Nationale Vergadering, opzichtelijk het traniit van den 5 Januarij 1797, mitsgaders de interpre teerende en altereerende Publicatie van den 12 Maij daar aan volgende, worden bij deze ingetrokken en buiten effect gefteld. 35. Desgelijks worden ingetrokkenen buiten effect gefteld, alle orders en bepalingen op den doorvoer, zo verre dezelve met deze tegenwoordige zouden mogen ftrijdig zijn, of daar door komen te vervallen. Gelastende dienvolgens het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord, met verderen last aan de Fiscaals en Commifen Generaal, of die dezelve in tijd en wijle zouden mogen vervangen, mitsgaders aan alle andere Officieren van de Convoijen en Licenten, en die het verder zoude mogen aangaan, zich naar den inhoud dezes ftiptelijk te gedragen, procederende en doende procederen tegen de overtreders van dien, zonder eenige gratie, disfimulatie of verdrag. In den Haag den ifle Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrifkéid. (was geparaphtf) J W. van HASSELT, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was get.) C. G. H U L T M A N. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan inden Haag., den 22 Febr. 1800. Het zesde Jaar der BataafJlhe Vrijheid, (was geparapheerd) A. F. R. E. v. HAERSOLTE Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. H U L T M A N. Zz P U-  C 3-o > PUBLICATIE TLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weèêên: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende, dat de. •duurte der Graanen binnen deeze Republiek, daagelijks meer en meer toeneemd, en het te vreezen is , dat deels door de fchaarsheid van Graanen, in andere Landen, deels door den aldaar verbooden of belemmerden uitvoer , deels door andere omftandigheden de toevoer herwaards benomen zijnde, indien het verbod tegen den uitvoer derzelve, bij Publicatie van den %% December des afgelopen Jaars, op den eerften Maart eerstkomende ftaande te expireeren, niet worde geprolongeerd, naar zodanige. Plaatfen, alwaar het grootfte gebrek is, groote quantiteiten zouden worden uitgevoerd, waar door de tegenwoordige duurte hier te Lande aanmerkelijk zoude worden vermeerderd , en daaruit wel ligt gebrek, en verdere onaangenaame gevolgen gebooren worden; Befloten en verordend heeft: Dat alle uitvoer van Tarwe, Rogge, Gerst, Haver, Boekweit, Spelte, Erwten en Bootten, gemaaien of ongemaalen, gebroken of ongebroken, gepeld of ongepeld, gebakken of ongebakken, geheel en al zal zijn en blijven verboden tot en met den laatften Augustus aanftaande, te rekenen van den dag der Publicatie deezes, op pcene, dat allen die bevonden zullen worden eenige der bovengemelde Graanen of Peulvrugten , na Publicatie deezes, te hebben uitgevoerd, of zulks voornemens geweest zijnde, niet dadelijk zullen hebben gecontramandeerd, of doen contramandeeren, ■zullen worden geftraft met eene boete van driemaal de waar.  C 371 ) waarde der Graanen of Peulvrugten, die zij zullen hebben uitgevoerd of willen uitvoeren, en zulks boven en behalven de confiscatie der Graanen en Peulvrugten zelve die zij zullen hebben uitgevoerd of willen uitvoeren, mitsgaders der Scheepen, Schuiten, Karren, Wagens, Paarden, als anderzins daartoe gebezigd; zullende één derde der hier bovengemelde geftatueerde boete ftrekken ten behoeve van dert Aanbrenger, één derde ten behoeve van den Officier die de calange doen zal, en één derde voor den algemeene Armen, ter plaatze, daar eene dusdanige calange gefchieden zal. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord; met ipecialen last aan alle 's Lands Bedienden, Officieren en Justicieren, die het aangaat, op hunne verantwoordelijkheid * om deeze te exëcuteeren en te doen exëcuteeren, op pcene van casfatie, bijaldien bevonden mogt worden dat eenige hunner, in deezen, uit oogluiking of verdrag, ter te leurftelling van de heilzame oogmerken des Vertegenwoordigenden Lichaams mogt hebben gehandeld. Gedaan in den Haag, den 24 Februarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Ondtrflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. Zz a PU.  C 37* > PUBLIC ATI E JTet Uitvoerend Bewind der; Bataaffche Republiek, Doet te weeten: . Dat het Vertegenwoordigend Lichaam , op de wijze-bü de Staatsregeling voorgeichreeven, overwogen hebbende- Dat hoe zeer bijde Publicatie van den 30 November 1798, de panahteit.tegen het niet behoorlijk furneeren der onder! fcheidene leraiijnen in de daarbij gearresteerde Heffingen ten duidehjkfteii is bepaald, het echter aan het Vertegenwoordigend Lichaam, uit de menigvuldige deswegens ingekomen Adresfen van verfchillende Commisfien van OnderIrnn? en^f ^"^e Ingezetenen, is gebleeken , dat een groot aantal van dezelve ter goeder trouw, in het verkeerd denkbeeldhebben geverfeerd, als of zij aan hunne verplichting jegens het Vaderland hadden voldaan, wanneer zij voor het einde van den vierden Termijn van de voorbetaaling van vier ten Honderd van elks Bezittingen, het verfchuldigdein de vier Termijnen hadden voldaan, zonder te hebben in achtgenomen, ora op eiken Termijn ten minsten één ten Honderd te hebben gefurneerd. ö Dat, offchoon de Ingezetenen hierin zonder boos opzet of voornemen om den Lande te benadeelen, zijn te werk omgaan, en daarom ook niet volgens alle geftrengheid der Wet even als zij , die door zich niet, ingevolge hunne verpligting te, nebben gequotifeerd, en daar door of op eenige andere wijze s Lands Finantien hebben trachten te verkorten behoren, geftraft te worden, het niet te min met de belangen* van-den Lande zoude ftrijden, om dezelve van alle pcenaliteit te libereeren; Befloten en verordend heeft: Vooreerst: dat voor zo veel desnoods, met alteratie van den sa en 37 Art. der Publicatie van den 30 November 1798 zo*  C 373 ) zodanige Ingezetenen, welke zich volgens hunne verplich-ting, in de voorfchreeve Geldhtffing van vitr ten Honderd van ieders Bezittingen, behoorlijk hebben gequotifeerd, en van welke zulks ook alzo bij de,refpective Commisfien zal zijn bevonden, doch welke niet ten vollen bij de expiratie van eiken Termijn, ten minften één van de Honderd van hunne Bezittingen hebben voldaan; doch echter voor het vervallen van den vierden Termijn, alles ingevolge derzeiver Quotifatie-Billetten hebben aanbetaald, van de peenaliteit, bij de bovengemelde 37. Artikel der voorfz. Publicatie geftatueerd, in zo verre worden gelibereerd, dat zij welver-, plicht zullen zijn, boven het bereids door hun ten vollen gefurneerde, aan den Lande, in plaats der geftatueerde Boete te betaalen zodanige Som of Sommen, als zij op een of meer Termijnen van meergemelde Heffing, minder dan het bedraagen van een per Cent op eiken Termijn zullen hebben gefurneerd; doch dat aan hun daar voor Quitantie met Recipisfen rentende g£ per Cent, zullen worden afgegeven. ' Ten tweeden: dat zodanige Ingezetenen, welke in voorfz. termen vallen, doch de poenaliteit reeds mogten hebben voldaan, niettemin, op bovengemelden voet zullen worden be. hartdeld, en aan hun , mede Recipisfen, invoegen voormeld voor het geen zij als Boete hebben voldaan, worden afgegeven; dit alles echter, na dat de refpeftive Commisfien van Onderzoek, daarvan een behoorlijk Certificaat zullen hebben gegeven, en hetzelve aan de Ontvangers zal zijn overhandigd. Ten derden: dat echter van deeze gunstbewijzen van het Vertegenwoordigend Lichaam wel expresfelijk worden uitgezonderd, alle zodanige Ingezetenen, welke bevonden worden, zich niet naar behooren naar hunne verplichting, zo ten opzichte tot hunne Quotifatie in de Heffing bij Anticipane van vier ten Honderd van elks Bezittingen, als met op. z2 3-. zich  C 374 ) zicht tot da Quotifatie opbrengst in de Heffing van tien ten Honderd van elks Inkomflen, ingevolge de Publicatie van 32 September en 30 November 1798 te hebben gekweeten, maar dat dezelve, als zich alle gratie hebbende onwaardig gemaakt, integendeel, naardegeftrengheidderWet, zowel, voor het niet behoorlijk quotifeeren, als het niet in tijds furneeren, op den voet der Publicatien van 22 September en 30 November 1798 zullen worden geftraft. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 24 Februarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid* (■was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. PU-  C 375 ) PUBLICATIE JLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, ingevolge het 93 Art. der Acte van Staatsregeling, fuccesfivelijk hebbende gearresteerd de nodige Inftructien voor de refpective Agenten van het Bewind; en die onderfcheidene Inftruéfien zijnde afgedrukt geworden, de Exemplaren derzelve door den Burger Mazel, Geemploijeerden aan het Bureau van het Bewind, hier toe behoorlijk gequalificeerd, namens het zelve, ten blijke van echtheid, zullen worden onderteekend. Gelijk mede, dat de aldus ondertekende Exemplaren, zo ter 's Lands Drukkerij in den Haag, als inde voornaamfte Steden der bijzondere Departementen zullen verkrijgbaar worden gefteld, tot de hier na gemelde prijzen, als : Die van den Agent van Buitenlanctfche Betrekkingen en van Inwendige Politie, ieder voor ƒ0:1 : 8 Die van de Agenten van Marine, Oorlog, Politie, (als' hebbende het toezicht over den flaat van Dijken, Wegen en Wateren) Nationale Opvoeding en Nationale Oeconomie ieder voor o : 1 : o Die van den Agent van Financien voor . 0:3:0 En die van den Agent van Justitie voor . 0:1:0 En op dat elk dien het aangaat hier van worde geinformeerd zo gelast het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks te gefchieden gewoon is. Gedaan in den Haag, den 27 Febr. 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. F.R.E.v. HAERSOLTE, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMA. N. PU-  C 3?« ) PUBLICATIE TJet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgers, en Ingezetenen in dit Departement, Heil en Broederfchap! Alzo van tijd tot tijd.zommige kwaadwillige Perfoonen zich niet ontzien, om, niet tegenftaandede deswegensgeftatueerde orders en pcenaliteiten, zich fchuldig te maken aan Houtdieverijen,, en het Schenden van Jong. Pkntfoen, Heesters en andere Jonge Boomen, zo.van 'sLands, als van Particu: liere Eigendommen. . ZO IS HET, dat Wij kragtens authorifatie van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, bij deezen aan de Ingezeetenen van dit Departement op het nadrukkelijkst Waarfchuwen en herinneren, dat de Wettenen Verordeningen in de refpective voormaalige Gewesten, waar uit dit Departement is zamengefteld, exteerende, als nog van volle Kracht en Waarde zijn gebleven; — en uit hoofde van vermelde authorifatie, alle hooge enlaage Officieren en Jufticieren, en den geenen, welke tot het doen naarkomen en handhaven der Wetten in dit Departement zijn gelast, ten fterkften aanmaanen, om tegen de Overtreders naar inhoud dier Wetten en Verordeningen, naar bevind van. zaken, zonder eenige conniventie te ageren of doen ageren. En op dat zulks kome ter kennis van een ieder, zal .deeze alomme in dit Departement worden Gepubliceerd en Geaffigeerd ter Plaatzen,. alwaar. men gewoon is zulks te doen. .Aldus Gedaan in het Landshuis binnen Leeu. warden, Vrijdag den atylen Februarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. T. FEEKSTRA, Vt. Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A, PU-  ( 377 } PUBLICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbende: Dat de Converfie der Obligatien, gefproten uit de Heffing bij Anticipatie, eerst van vier, en daar na van een ten Honderd , nier kan worden verricht op het thans aanwezig Bureau tot Converfie der oude Staatsfchulden; en dat voorts, onvenninderd de bepalingen, welke wegens de aflosfing van evengemelde Heffing, binnen den tijd van vijf-en-twintig Jaren , en nopens den a invang derzelve, gedurende dit Jaar, nog nader zullen worden gemaakt, eenige nadere fchikkingen wegens de voorfz Converfie noodzaaklijk zijn; Befloten en verordend heeft: Foor eerst, alle de Recipisfen, gefproten uit de Heffing bij Anticipatie, eerst van vier, en daar na van een ten Honderd van een ieders Bezittingen, den 30 November 1798 en 29 Oétober 1799 gepubliceerd, zullen ter Converfie moeten worden aangeboden, op zodanigen tijd en plaats, als nader door of van wegens het Uitvoerend Bewind zal worden bekend gemaakt; zodanig echter, dat alle de Recipisfen voorden 1 Oétober ter Converfie zullen moeten worden aangeboden. Ten tweeden, zodanige Recipisfen, welke binnen den tijd, door het Uitvoerend Bewind te bepalen, niet ter Converfie zijn aangeboden, zullen niet worden begrepen, in de aflosfing, welke gedurende dit Jaar zal plaats hebben. Ten derden, De Converfie dezer Recipisfen gefchied in alles op den voet en wijze, als bij de algemeene Converfie der Staatsfchulden is bepaald en vastgefteld, gaande alle de Obhgatien in op den 1 Oétober 1800 alles nogthans met deze veranderingen. Aaa a. Dat  C 3?s ) a. Dat de Recipisfen die geconverteerd, of tot de Converfie genoteerd zuilen zijn, aan den Houder zullen te rug gegeven worden , voorzien met eenen Stempel, waar op ten teken van vernietiging derzelve Recipisfen voor zo veel het montaut van dezelve Capitaalen betreft, zal zijn te leczen Geconverteerd. Ten einde op dezelve, na 1 October dezes Jaars den verfcheenen Intrest tegen overgave van de Recipisfen te kunnen ontvangen. b. Dat in die aftegeven Obligatien zal worden melding gemaakt, dat dezelve zijn gefproten uit de Heffingen bij Anticipatie, van den 30 November 1798 en 29 Ocfober 1799 ten einde te worden afgelost uit eene vijt-en-twintig jaarige Heffing van 3 procent op de Inkomflen. c. Dat de aftegeven Obligatien, in plaats van door drie Commisfarisfen tot de Nationale Rekeningen, zullen worden getekend door drie Commifen, onder toeverzicht van evengemelde Commisfarisfen, waar van al mede in de Obligatien zal moeten worden melding gemaakt, als wordende Commisfarisfen voornoemd bij dezen fpeciaal gequalificeerd, daartoe de nodige authorifatie op hunne Commifen aftegeven; mits zorgende dat de namen derzulke, welke door hun worden gequalificeerd, in de publieke Papieren worden bekend gemaakt. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan inden Haag, den 3 Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. F. R. E. v. HAERSOLTE Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (wasgeteekend) C. G. H UITMAN. ^ P U*  C 379 ) PUB LICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven , overwogen hebbende: Dat aan de eene zijde het Vertegenwoordigend Lichaam volkomen overtuigd is, dat de herhaalde opofferingen , welke van de Ingezetenen gedurende de laatst afgelopene jaaren hebben moeten worden gevorderd, gevoegd bij het geheel of gedeeltelijk ftilftaan der meest aanzienlijke Bronnen van den Nationaalen Welvaart, iedere nieuwe opoffering, ten uiterften bezwaard maaken; doch dat het aan den anderen kant zeker, en aan het Vertegenwoordigend Lichaam, ten vollen gebleeken is, dat de meest dringende betaalingen, ter verdediging van den Staat, te Water en te Lande, en het Volks beftaan, van het Bataaffche Gemeenebest, buitengewoone en krachtige maatregülen vereifchen: Dat hoe zeer de Petitie voor het loopende Jaar nog niet heeft kunnen worden gearresteerd, het niet te min zeker is, dat het te kort, voor den dienst van deezen Jaare, veele MilioenenSchats zal bediaagen: Dat het een der duurfte , hoe zeer tevens een der onaangenaamfte Plichten is van het Vertegenwoordigend Lichaam te zorgen, dat alle ftagnatie word voorgekomen, en het Uitvoerend Bewind in ftaat gefteld, om de Administratie der Finantien zo veel betreft de verdediging van den Staat, gelijk mede ten aanzien van de juiste en richtige aanbetaaling der Renten en Intresfen, en de naarkoming dier verbindtenisfen welke het Bataaffche Volk, ten aanzien van andere Natiën Aaa 2 en  C 380 ) en deszelfs Franfche Bondgenoot zijn opgelegd, zoodanig gaande te houden, dat zelfs kleine buitengewoone toevallen dezelve buiten confufie bewaaren. Dat het daar toe, onverminderd alle andere hulpmiddelen, welke buiten direct bezwaar der Ingezetenen zouden mogen worden bij de hand genomen, en buiten eene redelijke Heffing, als don Gratuit, bij wijze van Quotifatie, over de relative Inkomflen en verteringen der Ingezetenen, noodzaaklijk is, eene Heffing, bij wijze van Voorfchot op de Bezittingen, te arresteereu, welke het Vertegenwoordigend Lichaam echter zo nauw behoort te berekenen, als de gedrukte tocftand van deszelfs Mede burgeren vorderd, en de omftandigheden y in welke zich het Gemeenebest bevind, met het in acht nemen der meestmogelijke bezuiniging, en zonder buitengewoone rampen maar eenigzins toelaat, daar bij tevens lettende op het belang van zodanige Ingezetenen, welkerfoberelnkomften hun geene of een mindere opbrengst toelaat, mitsgaders op het belang van de zo achtingswaardige als belangrijke Militaire ftand; Dat de bijzonderheden van voorfz. Heffing niet zo fpoedig kunnen worden gearresteerd als de nood van het Land vorderd, noch ook de eerfte Termijn, zonder het volftrekt be» derf van veele Ingezetenen, zo fpoedig opgebragt, dat eene ftagnatie in het Finantiëele kan worden voorgekomen; Eindelijk, dat het mitsdien noodzaaklijk is een Intermediair middel, met en benevens de Heffing bij Voorfchot, ten principale te arresteeren, waar door in het tegenwoordig Geldgebrek worde voorzien , en het welk de drie vereischten*. vereenige, van het minfte bezwaar voor den Lande, een genoegzaam voordeel voor de Geldfcbieters, en de moogelijkheid voor de Ingezetenen, om een dircét aandeel te neemen in deeze Anticipatie, en in de voordeden aan dezelve gehegt. Befioten en verordend heeft 1 Voot  C 3B* ) Foor eerst: ieder Ingezeten deezer Republiek, welke tneer dan / 500 Gulden in Eigendom bezit, het zij hij tot een Huisgezin behoord, bij anderen of op-zich zeiven in* woond, het zij hij zijne Goederen of Bezittingen zelfs beheerd, of onder de Voogdij of Curateele van anderen ftaat of de adminiftratie zijner Goederen aan anderen is opgedragen, zal aan den Lande, bij wijze van Voorfchot opbrengen drie ten honderd der reëele waarde van zijn Capitaal en Bezittingen, zo als dezelve zijn zal op den dag der Publicatie deezes, hoedanig die zijn, en waar gelegen, volgens de wijze van Tauxatie, welke nader zal worden bepaald ; zijnde; derhalven daar onder meede begrepen de Goederen van Weezen, Ingezetenen van deeze Republiek, zijnde, en alhier te huis behoorende, en bij Weesmeesteren geadminiftreerd wordende, in opzicht van ieder Wees afzonderlijk, het zij bij Weesmeesteren of Gecommitteerden derzeiver, of ook wel bij een of meerder Suppoosten , of de bij hun aangefteldie Adminiftrateurcn; zo mede vau de Goederen, aankomende Ingezetenen van deeze Republiek, welke zins eenige Jaaren vermist,, en welkers lecven of dood dus onbekend, zijn; gelijk mede van Goederen behoorende aan geweezen Gildens, Confrerien of andere Corporatien; Goederen welke aan Armen,, of Weeskinderen in Godshuizen gealimenteerd wordende, opgekomen zijn, en in het generaal van alle Goederen Ingezetenen van deeze Republiek toekomende, hoe ook genaamd, of onder welken titel bezeten, zodanig dat. van deeze Heffing, bij wijze van Voorfchot, geene Goederen vrij of geëximeerd zijn, dan die van zulke Fundatiën en Geftichten, welke alleen tot onderhoud van arme en behoeftige Ingezetenen dienen. Ten tweeden: voor de Furnisfementen in evengemelde Heffing, bij wijze van Voorfchot; zullen worden afgegeven Recepisfen, rentende drie ten honderd in het Jaar, en welker Aaa 3 In-  C SS* ) Intrest zal ingaan op den eerden dag van de Maand, waar in het Furnisfement gefchied, en voortlopen tot op den dag dat dezelve zal worden af- of ingelost. Ten derden : voorfchreve Heffing bij Voorfchot zal moeten worden opgebragt in de drie volgende Termijnen , het eerfte voor of uiterlijk op den to Maij eerstkomende. Het tweede voor of uiterlijk op den 10 Julij daar aanvolgende. Het derde voor of uiterlijk op den 10 October deezes Jaars. Ten vierden: alle Ingezetenen van dit Gemeenebest, ^400 -0-0 of daar boven, doch beneden de f 600 . 0-0 Jaarlijks inkomen hebbende, zullen gehouden zijn te betaalen twee ten honderd; alle Ingezetenen , ƒ 600 - o - o en daarboven, doch beneden de ƒ 800 -0-0 inkomen hebbende , zullen moeten opbrengen vier ten Honderd, en alle Ingezetenen ƒ 800 -0-0 en daar boven inkomen hebbende, zeven ten honderd van het inkomen , het welk zij geduurende den Jaare 1799. hebben gehad, en zulks als don Gratuit, bij wijze van Quotifatie over hunne relative Inkomften en Verteringen. Deeze Heffing zal worden geheven op zodanig eene wrj.ze, als nader door het Vertegenwoordigend Lighaam zal worden bepaald. Alle dienstdoende Militairen, beneden den rang van Capitein, worden, zoo veel hunne Tractementen betreft,. van de betaaling in de Heffing op de Inkomften, vrij gefteld. Ten vijfden, de Heffing van 2, 4, en 7 pro Cento op de Inkomften zal worden opgebragt op de twee volgende Termijnen ; drie ten honderd van die geenen welke ƒ 800 - o - o en daar en boven inkomen hebben, en twee pro Cento voor de geenen, welker inkomften f 600 - o - o en daar boven, doch beneden de ƒ 800 - o - o belopen, voor of eiter-  terlijk op 15 December deezes jaars, vier per Cent voor die geenen, welker inkomen meer dan f 800 -0-0 belopen, twee per Cento voor hun welker inkomen ƒ 6co - o - o en daar boven, doch beneden de ƒ 800 -0-0 bedraagt, en twee per Cent voor hun die / 400 -0-0 en ca ar boven, doch beneden / 6co - o - o aan revcnues hebben gehad, voor of uiterlijk op den 51 Januarij i8or. Ten zesden , het Vertegenwoordigend Lichaam zal ten fpoedigflen de noodige maatregelen arresteeren, betrekkelijk de verdere bijzonderheden van deeze finaale Heffing, mitsgaders onherroepelijk bepaalen voldoende maatregelen betrekkelijk de betaaling der jaarlijkfche Renten van. de af- of inlosfmg, van het geen alzoo aan den Lande zal worden voórgefchotën. Ten zevenden, op de gearresteerde Heffing op üe Inkomften en Bezittingen , zal door ieder Ingezeten deezer Republiek bij Anticipatie kunnen worden gefurneerd, op den voet als in de volgende Articulen nader zal worden bepaald, en zulks tot zoodanige fommen, als een ieder verkiezen zal, zonder onderfeheid of zulks door hun zelve of door anderen zal moeten worden gefurneerd, cn zonder onderfeheid of de Anticipatie gefchied voor het geen in een, in meerder of in alle de Termijnen der Heffing moet worden betaald; mits echter dat het furnisfement gefchiede in de uitgeftrektheid der voormaalige Gewesten Holland en Utrecht, en van de Streeken binnen dezelve gelegen, voor of uiterlijk op den 31 der lopende maand, en in alle de overige gedeelten vau het Gemeenebest, voor of uiterlijk op den 5 April aanftaande. Ten agiflen, voorfz. furnisfement bij Anticipatie zal kunnen gefchieden met 75 pCt. in contante penningen, en met 25 pCt. in Bataaffche Refchriptien, losbaar den 22 September van dit lopende jaar, of met 80 pCt. in Contanten, en 20 pCt. in Recepisfen, gefprooten uit de Negotiatie a 5 ten honderd, bij het voormaalig Provinciaal Beftuur van Holland  ( 3% ) land gearresteerd den 6 Oétober 1797; mits dat bij ieder gefurneerde Recepis, Certificaten> van gelijke ibm gevoegd lijn, mede uit de gemelde Negotiatie gep:oflueerd; of ook tnet 872 pCt. in concante Penningen, en met 122 pCt. in Effecten, ten laste van de Bataaffche Republiek, waar van de Renten zijn lopende tegen vier ten honderd in het jaar, en waar van de uitgifte is gedaan, het zij door of van wegen de voormaalige Gewestelijke en Quartiedijke Beftuuren, het zij door of van wegens liet Algemeen Beftuur van dit Gemeenebest, zedert 1 Februarij 1795. Ten negenden, voor zoo ver bij de te furneeren Effecten, Duplicaten of Coupons tot betaaling der Intèresfen mogten zijn afgegeven, zullen de Duplicaten of alle de uitgegeven Coupons, bij het furneeren der Effecten, zelve moeten worden overgegeven, en worden gehouden voor gemortificeerd; zullende voorts, zoo deeze Effecten, als de -zoodanige , welke zonder Duplicaten of Coupons mogten zijn afgegeven, aan den Houder worden terug gegeven, na dat alvorens ten Comptoire, waar het furnisfement gefchied, op dezelve genoteerd zal zijn , Gefurneerd in de Heffing gepubliceerd den 15 Maart 1800. Waar door dezelve, wat het Capitaal betreft, zullen gehouden worden voor gemorcificeerd, terwijl de te goed zijnde Intresfen, tot op den 1 April eerstkomende, tegen overgave der Effecten, volgens eene daar van door den Agent van Finantien te doene Advertentie, ten fpoedigflen na het fluiten der Anticipatie, zullen worden aangezuiverd, waar mede dit gedeelte der Nationale Schuld; zoo voor Capitaal als Intresfen, geheel en al zal zijn vernietigd. Ten tienden: onder de contante Penningen in den voorgaan den Articul vermeld, zijn mede begrepen de Zeeuwfche Rijksdaalders, welke alomme voor 52 Stuivers zullen worden aangenomen, behalven in het voormaalig Gewest Zeeland, waar dezelve tegen 53 Stuivers zullen kunnen worden gefurneerd. fen  C *25 ) Ten elfden: alle VVeesmeesteren, Voogden, Curators en Adminiftrateurs, mitsgaders alle Corporatien, welke in de gearresteerde Heffing voor hunne Weezen Pupillen, en Principaalen, of voor de Corporatie zelve, moeten dragen, worden, voor zo veel des noods, expresiélijk gequalificeerd, in de dians uitgefchreeven Anticipatie deel te nemen, voor het geheel of gedeeltelijk beloop van het furnisfement, het welk door hun in de Heffing zelve zal moeten gefchieden. Ten twaalfden: het voorrecht om alzo bij Anticipatie te mogen furneeren, zal niet langer duuren dan tot de refpective Termijnen, hier vooren bij Art. 7. bepaald, waar na deze Anticipatie onherroepelijk zal zijn gefloten, ten dien effecte dat geen verdere of meerdere furnisfementen in dezelve zullen mogen worden aangenomen. Ten der tienden: voor de invoegen als boven omfchreeve gedaane furn'sfementen, zullen worden afgegeven Furneer Billeltcn in de Heffing gepubliceerd den 15 Maart 1800. en wel van al zulke fommen als door den Furneerder zullen worden opgegeven. Ten veertienden: deeze alzoo uitgegeven Furneer Billetten zullen als geld in alle de Termijnen van voorfchreeve Heffing worden aangenomen, zoodanig, dat langs deezen weg, deeze geheele Anticipatie in en door voorfchreeve Heffing worde gemortificeerd, en verder met dien verftande, dat de meergemelde Furneer Billetten, waar ook uitgegeven , op alle Comptoiren in de Republiek waar het furnisfement in de Heffing zal moeten gefchieden, als geld zullen worden aangenomen, met uitzondering nogthans van de furnisfementen bij Anticipatie in het voormaalig Gewest Zeeland gedaan, welke niet anders zullen kunnen worden aangenomen , dan voor het geen , door de Ingezetenen van dit voormaalig Gewest binnen hetzelve in de Heffing zal worden gefurneerd. Bbb Ten  ( i36 ) ten vijftienden: het Uitvoerend Bewind word fpeciaal gequalificeerd en gelast tot het aanftellen van de noodige Ontfangers over de"geneele uitgeftrektheid van de Bataafiche Republiek, tot het ontfangeirvan de furnisfementen bij Anticipatie hier vooren omfchreven; zonder dat, bij de gewoone Ontvangers, iets wegens buitengewoon ontvangloon zal worden gedeclareerd, mitsgaders tot het nemen van alle verdere maatregelen, ter fpoedige executie van dit Befluit. Diénvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 15 Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vu (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G, H U L T M A N. MIS-  MISSIVE Aan de Raaden der Gemeente of Plaatslijk Beftuur van . . J)oor de Agent van Inwendige Policie en Toezicht op de Staat van Dijken, Weegen en Wateren der Bataaffche Republiek, ter Onzer kennis zijnde gebragt een Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den ydtn deezer loopende Maand, waarbij wordt bepaald, dat in *t verkenen van Gratificatiën en Penfioenen aan Bataaven de volgende cijnofure zal worden in agt genomen; dat namentlijk de Requestranten zullen moeten inleveren valabele bewijzen van hun goed gedrag en onvermogen aan de Municipaliteit hunner Woonplaats, welke zal gehouden zijn, dezelve in order bevonden zijnde, van favorabele Brieven van Voor f fchrijving te voorzien, en aan de Departementaale Beftuuren waar onder gemelde Municipaiiteiten behooren, en die goedkeurende , aan de Vergadering der Eerfte Kamer te zenden, alles echter buiten kosten van de Requestranten, aan welke de Declaratoiren en dispofitien op de requesten vallende gratis, en zonder het gebruik van Zegels, zullen worden afgegeven — terwijl dé Termijn van betaling bij Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den iiden Januarij 1.1. bepaald, bij het onderhavige Decreet geprolongeerd word tot ultimo April aanftaande; dient deezen om Ulieden daar van te informeeren, en tevens aantefchrijven en te gelasten, om Ulieden bij voorkomende gelegentheden daarna ftiptelijk tegedragen. Heil en Broederschap! Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. Leeuwarden den 17 Maart 1800. Het zesde Jaar der Uataafjcht Vrijhdd. Bbba PU-  C 388 ) PUBLICATIE TLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij dé Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat de particuliere of onderhandfche Loterijen in ons Vaderland, ondanks de veelvuldige Wetten die daar tegen exteeren, van tijd tot tijd vermenigvuldigen; En dat die Loterijen om verfcheidene redenen 'nadeelig zijn voor de Maatfchappij, en daarom krachtdadig behooren te keer gegaan te worden; Befloten en verordend heeft: Dat niemand binnen de Bataaffche Republiek zal vermogen aanteleggen, of aangelegd zijnde te continueeren, eenigerhande particuliere Loterijen van comptante Penningen, roerende of onroerende Goederen, Effecten of Waaren, van wat aart, natuur, waarde of importantie die ook zouden mogen wezen; wordende hier onder wel expresfélijk begrepen, alle zoogenaamde Verkopingen bij verdeeling, Kansrederij' en, Loterijen op Loterijen, alsmede alle Negotiatie-Loterijen, met dien verftande nogthans, dat hier door niet wordt gerekend verboden te zijn het verloten van eenig Slagtvee geduurende de Beestemarkten, of van eenige Eetwaaren of andere kleinigheden, geduurende de Kermisfen of Jaarmarkten ; zullende echter de Municipaiiteiten of Gemeente-Beftuuren verplicht wezen te zorgen, dat hier van geen misbruik ge-  c 3% ; gemaakt worde. — Terwijl als mede door het bovenftaande met worden bedoeld zoodanige Negotiatien, waarbij Praaiden worden uitgeloofd,, welke ten behoeve van Steden, Plaatfen of Corporatien, na bekomen Confent en toeftemming van het Vertegenwoordigend Lichaam , zullen kunnen plaats hebben; desnogthans, dat bij dezelve wel Pramnen, boven de aigemeene lom van den inleg te genieten, doch in geene gevallen eenige Nieten of Prijzen, die de uitgave minder dan den inleg zoude doen bedragen, zullen worden gedoogd. Dat niemand zal vermogen binnen deeze Republiek ter Collecteeren of te doen Collecteeren voor Loterijen buiten dezelve aangelegd, directelijk of ine ireételiik, ,'t zij met ïnfchnjvingen aan te nemen, of Aandeden óf Verband-Brieven daarop uittegeven, of onder welke ben. aming zulks ook zoude mogen wezen, op eene Boete van één duizend Guldens, voor den geenen die aanlegd, continueerd, Collecteerd, of doet Collecteeren, voor de eerfte reize; en daar en boven Banmsfement voor tien Jaaren, voor de tweede reize bekeurd wordende; zullende daar en boven het inselegd geld worden geconfisqueerd. Dat memand eenige Berichten,. Plans of Advertentiën van vreemde Loterijen zal mogen doen uitgeven of verfpreiden, op eene boete van vijfhonderd Guldens voorde eerfte reize, en daarenboven Bannisfement van vijf Taaren voor de tweede reize. Dat de Drukkers en Uitgevers van Couranten, of andere publieke Gefchriften, hier te Lande gedrukt wordende, in wat laai die ook zouden mogen wezen, geene Advertentiën van zodanige Loterijen zuilen mogen plaatfen, op eene Boete van twee honderd Guldens, telken reize, en voor elke dusdanige Advertentie te verbeuren. Bbb 3 Dat  ( 39° ) 'Dat de Boeten, waar vanboven gewag gemaakt is, zullen worden verdeeld: een derde voor den Aanbrenger, een derde voor ae algemeenen Armen der Plaats, daar de Galan« Stffed, en een derde voorden Officier die de Calange §oec: terwijl eindelijk die geenen, welke de bovengemelde Geldboete iicurreerende, niet in ftaat mogten bevonden worden om dezelve te betaalen, met Bamusfement of Conhnement, naar bevind van zaaken zullen worden geftraft. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zaworden af• .gekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan inden Haag, den 17Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. N O'  ( 39i ) NOTIFICATIE "T^e Commisfie tot de Adminiftratie van de Finantien in het voormalig Gewest Friesland, aan alle deszelfs Medeburgers, Heil! Doet te wekten,; Dat Wij ingevolge authorifatie en last van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek van den 16 dezer; den Burger J. K. Tcitsma Ontvanger Generaal der Floreen-Renthe te Leeuwarden hebben gequalificeerd, om van alle de Ingezetenen te Ontvangen, zodanige Penningen, als dezelve zullen verkiezen bij Anticipatie te Fourneeren in de Heffing van drie per Cento op de Bezittingen, en twee, vier en zeeven per Cento op de Inkomften, alles ingevolge Publicatie van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, gearresteerd den 15 Maart 1800, en daar voor af te geeven Fourneer-Billetten.. Dat wijders aan alle Ingezetenen de vrijheid word gelaaten,. hunne Fournisfementen bij Anticipatie, ook bij alle verdere hier toe gequalificeerde Ontvangers buiten het Gewest, waar. in zij woonagtig zijn , te doen. ZO IS HET, dat Wij de Raaden der Gemeentens mits dezen gelasten, ten einde het geene voorfchreven is ter kennisfe van alle Ingezetenen kome, deze te Publiceeren en te Allïgeeren, waar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gerefolveerd op het Collegie binr nen Leeuwarden, den 19 Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E PEU S C ATS, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn. W. D. RUIÏINGA. MIS-  M I S SI V E Aan de Raaden der Gemeenten. T^aar Wij bij Beiluit van het Uitvoerend ^ Bewind der Bataaffche Republiek in dato den 14 Maart 1800 zijn gequalificeerd, om de nodige Toezicht te houden op het Stemmen der Floreen-Ontvangers in dit voormalig Gewest. Zoo hebben Wij nodig geoordeeld UI. van dit Befluit kennis te geeven, — ten einde Gijl. zoo wel als de daar bij belang hebbende Ingezetenen, de nodige ophelderingen ten dezen opzichte bij Ons zult kunnen erlangen. Verders informeeren Wij UI., dat ingevolge bovengemeld Befluit, de Floreen-Ontvangers voor dat geflcmd worden, moeten zijn Stemgerechtigde Burgers. Heil en Broederschap! DE COMMISSIE VOORN. Ter Ordonnantie van de Commisfie., Leeuwarden den 22 Maart 1800. Jlet zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, MIS-  C 393 ) MISSIVE Aan de Raden der Gemeenten of Plaatslijk Beftuur van.. "Dij Ons zijnde ontvangen een Extract Be- fluit van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in dato 20 dezer, houdende, om de onderfcheidene Gemeente-Beftuuren in dit Departement aan te fchrijven en te gelasten, dat Zijl., ofwel bij ontijden, hunne Voorzitters, en met relatie tot de Veeren, waar geene Gemeente-Beftuuren zijn, de Commisfarisfen van dezelve Veeren, verpligt zijn, om daar toe verzogt en bij voorkomende gelegentheden, op vertoon van de Recipis ter Secretarie van het Uitvoerend Bewind, of tenBurele van een der Agenten van hetzelve uitgegeeven, aan Couriers met Depêches van het gemeld Bewind, of van een der Agenten belast, af te geven een Declaratoir, waar in wordt geattefteerd, dat deze Couriers door onvoorziene of buiten gewoone omftandigheden, als Storm, Ysgang, ongelukken aan Rijtuigen, Hechte wegen en diergelijke , in hunne Reizen zijn vertraagd, of verplicht geworden, om extra ordinaire onkosten, te maken, met opgave der omftandigheden, en van hetmontant dier onkosten, en allegatie der Plaatslijke Ordonnantiën, indien dezelve de Voerlieden of Veerlieden fpecteren, en eindelijk met uitdrukking van het uur der aankomst, en het vertrek van den Courier van zodanig eene Plaats, alwaar zij zich tot het bekomen van zodanige Certificaten hadden moeten adresfeeren; — dient deze om UI. daar van te infofmeeren en tevens te gelasten, om UI. naar diens inhoud, in de voorkomende gevallen, ftiptelijk te gedragen. Hr.iL en Broederschap! Ter Ordonnantie van het Beftuur voorn. Leeuwarden den 27 Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ccc E X-  C 394 ) EXTRACT Uit de Notulen van het Departementaal Beftuur van de Eems. Donderdag den liften Maart 1800. .^eleezen een Extract Refolutie van den Agent van Inwendige Politie enz. der Bataaffche Republiek in dato 24/]en deezer luidende als volgt: GELÏKHEID, VRTHEID, BROEDERSCHAP! Extract uit het Register der Refo- krtien van den Agent van Inwendige Politie en Toezicht op den Staat van Dijken, Wegen en Wateren der Bataaffche Republiek. Maandag den 24/ïeu Maart 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Is gelezen Extract uit het Register der Befluiten van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek van den 2often Maart 1800, Nom: 17, genoomen op het Rapport van den Agent van den iMcn deezer loopende Maand, gerequireerd 2iften December op het Befluit der Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam van den 17 bevorens, waar bij, ten einde te zorgen dat conform de deswegens geëtablifeerde Wetten worde gehandeld, aan het Bewind is gezonden geworden Copie eener Misfive van het Plaatslijk Beftuur van. Slochtcren in het voormalig Gewest Stad en Lande;,.  C 395 ) de daar bij om geallegueerde redenen, verzoekende dat de nodige orders mogten worden gefteld, dat de Acte van Staatsregeling, betreffende het naar welgevallen gebruikmaken van de Publieke Toorens en Klokken door de Burgerlijke Gemeentens, effeft mogt forteeren, ten einde de Ingezetenen ter plaatze voorn, mogen Jouisfeeren van de aan hun verleende permisfie om des Zondags, op bepaalde Uuren de publieke Tooren-Klokken te mogen doen Luiden, zonder daar in door iemand verhinderd te worden, wordende bij dezelve Refolutie op de daar bij gelegde gronden en motiven befloten het Departementaal Beftuur van de Eems aan tefchriiven en te gelasten, om de refpective Gemeente-Beftuuren, binnen hun Departement te gelasten, omtennauwkeurigften zorg te dragen, dat geene publieke Tooren-Klokken bii den aanvang van eenige Godsdienstoeffenmg zoude worden geluid, maar integendeel de Vigeerende Wetten, m dezen ftiptelijk worden geobferveerd en naargekomen, met vriilating aan de Gemeente-Beftuuren, om van de voorfz. Klokken, opzichtelijk alle Burgerlijke betrekkingen zodanicr gebruikte maken, als elks plaatslijke omftandigheid zal vereisfenen, mits zulks nimmer gelijktijdig met het aanvangen van Openbaare Godsdienfiige bijëenkomften plaats hebbe, wordende voorts de Agent gelast, om hier aan de nodige Executie te geeven. En is ter voldoening aan het voorfz. Befluit gerefolveerd, met toezending van Copie daar van het zelve te brengen ter kennisfe van het Departementaal Beftuur van de Eems, ten einde daaraan de nodige executie te geeven, - en is voorts belloten, Copia van het zelve Befluit, bij de gewoone Misfive ten geleide aan de Commisfaris van het Bewmd bij het Departementaal Beftuur van de Eems voorn, af te zenden tot deszelvs Informatie. En dien onverminderd &c. Ccc a t-1  C 3S6-- ). En al Excraa dezes gegeeven worden aan het Departemricht. ^ ^ d£ EemS t0t d£SZelfs Normale en; Accordeert met voorfz. Register, (was gct.) GLIMMER, Secret. ad interim. Is befioten de Gemeente-Beftuuren in dit Departement hier van door het toezenden van Extrad dezes tfSl' ren en dezelve te gelasten, gelijk gefchied bij deezen om zich naar diens inhoud ftiptelijktegedragen. Accordeert met voorfz. Notulen. In kennisfe van mij..  C 397 ) PUBLICATIE TJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat het, bij eene eventueele verandering van het Tarif der inkomende en uitgaande Rechten , overeenkomftig de goede orde en geregelde adminiftratie zal zijn, dat, naar bevindt der noodzaaklijkheid eener Heffing op de inkomende Levantfche Goederen, de afzonderlijke Heffing van een half ten honderd, dus lange door de directie van den'Lcvantfchen Handel deswegens gedaan, kome te cesfeeren, en 'sLands recht zo veel nodig worde verhoogd. Doch dat zulks, aangezien tot nu het gemeld Tarif geene alteratie heeft ondergaan, thans niet kan noch bchooit te gefchieden; Befloten en verordend heeft: De voorfz. Heffing van een half ten honderd, ten Behoeve der gemelde Dire&ie, als nog te prolongeeren, gelijk bij de voormalige Staaten Generaal, bij fuccesfive Refolutien, en laatftehjk op den 20 December 1793 is gefchied, en diensvolgens het Uitvoerend Bewind mids deezen te authorifeeren, om wederom te doen heffen een half per cent van de navolgende Goederen, integaan met den datum der te emaneeren Publicatie, en zulks tot zo lange deswegens andere of nadere dispofitien zullen worden genomen; te weeten: van alle inkomende Pcrftaanfche, Cijprijche, SoriaanJche en Palestijnfche Zijde, gelijk mede van Catoene Gaarens, Rijt, Machiaven, Geiten-Wol, Soda, Legie, Kemelshatr, Potasch, Cordianen, Serbaffij, Tapisjerijcn, Carob, Buma, Dimetten, Bordaten en Gallen, Housfegrijnleder? Ccc 3 arje.  C 393 ) alle Turkfcht Gaarens, Drogues Zout, midsgaders van alle andere genaamde en ongenaamde Goederen; Waaren en Koopmanfchappen , die uit de Levant in deeze Republiek zullen worden aangevoerd, en zulks indistinctelijk over wat Plaats en met wat Schepen dezelven hier te Lande zullen worden ingebragt, metlast op de Ontvangers der Convoijen en Li • centen, om bij het Landsrecht ook het meergemeld half per cent Levantsrecht van de hier bovengemelde Goederen intevorderen ten behoeve van den Levantfchen Handel, in conformiteit der Refolutien van de voormalige Staaten Generaal van den 1 Februarij 1666, ia April 1676, en op de poene, zo als bij liet Placaat van den 2 Augustus 1692 is geftatueerd, regens de Contraventeurs, welke de Levantfche Waaren , aan het voorfchreeve per cent fubjecl, komen te verzwijgen, of niet naar behooren aangeven. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van liet Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag5 den 27 Maart iSco. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. HULTMAN. PU*  ( 399 ) PUBLICA TIE T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling bepaald, gedelibereerd hebbende, bij Decreetvan den 11 Augustus heeft gearresteerd eene algemeene manier van procedeeren in civiele en crijminee le zaaken, met de daartoe behoorende Inftructie en Formulieren j en bij het zelfde Decreet het Uitvoerend Bewind heeft gelast, om aan dezelve de noodige Publiciteit te geven; zullende dezelve Manier van Procedeeren geen kracht van Wet hebben, dan met het in werking komen van de Departementale Gerechtshoven, Burgerlijke Rechtbanken en Vrederechters. Dat het Uitvoerend Bewind overwogen hebbende, op welk ee.ne wijze aan de voorfz. Manier van Procedeeren de noodige Publiciteit zou kunnen worden gegeven, in aanmerking genomen heeft, dat de gewoone wijze van afkondiging en aanplakking in deezen ongefchikt of niet toereikende moetworden belchouwd, en daarom fefloten heeft: Voor eerst: dat de voornoemde Manier van Procedeeren zal worden gedrukt in Oef avo, en ieder der Exemplaaren ,, ten blijke van echtheid, ondertekend, door den Burger &. Dasfevuel, Griffier ter Secretarij van het Uitvoerend Bewind, werke, daartoe, door hetzelve, behoorlijk is gequalificeerd. Ten tweeden: dat dezelve, alzo ondertekende Exemplaaren ten minst mogelijken prijze, zullen worden verkrijgbaar gemaakt, zo op 's Lands Drukkerij in den Haage, als in de; voornaamiïe Steden in de bijzondere Departementen; Ten derden: dat een genoegzaam aantal invoegen voorfz.  ( 4°o ) geteekende Exemplaaren, benevens deze Publicatie, zal worden verzonden aan de Departementaale Beftuuren; wordende dezelve bij deezen gelast, om aan elk Gemeente.Beftuur, binnen hun Departement, eenige Exemplaaren te doen toekomen , ten einde deze Manier van Procedeeren, geduurende den tijd van zes achtereenvolgende Weeken, ter leezing, voor een iegelijk, te leggen, hetzij ter Secretarij of op zodanig andere Plaats of Plaatfen, als het Gemeente-Beftuur aan de Ingezetenen zal-adverteeren. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, ter plaatze waar- zulks gewoon is te gefchieden; mitsgaders gezonden aan alle Departementaale Beftuuren, om te zorgen dat aan den inhoud dezes ftiptelijk worde voldaan. Gedaan in den Haage., den 24 061. i7qq.(*) Het vijfde $aar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) J. F. R. van HOOF F, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. II U L T M A N. PU> (*) Offchoon dèeze Publicatie den 24 Oétober T790 was Gedecreteerd , is dezelve echter voor 1 April jgoo niet Gepubliceerd.  C 401 ) PUBLICATIE pjet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam , op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven overwogen hebbende, Dat de intentie van het Decreet, volgens welk, bij Publicatie van den24Februarij dezes jaars, de uitvoer van Tarwe, R°gëc> Gerst, Haver, Boekweit, Spelt, Erwten en Boonen,, gemalen of ongemalen, gebroken of ongebroken , gepeld of ongepeld, gebakken of ongebakken, tot en met den laatften Augustus aanftaande is verboden geworden de genoemde Producten alleenlijk betreft, voorzoo verre dezelve tot mondbehoeften kunnen verftrekken; Dat met deeze intentie geenzins ftrijdig is de verzending van Peulen, Dop Erwten, Tuin- of Groote-Boonen, Snij of "Stam Boonen, naar bniten 's Lands gefchiedende in kleine quantiteiten en alleenlijk tot het planten en kweeken der voornoemde Vruchten; En dat geen Ingezeten buiten noodzaak, in zijn' eerlijken handel behoort te worden belemmerd en aan fchade blootgefteld;Beiloten en verordend heeft: Bij dezen te verklaren, dat het aan de Kooplieden in Moesen Tuin zaden zal vrijftaan, 'om, in kleine quantiteiten, Peulen, Dop Erwten, Tuin of Groote-Boonen, mitsgaders Snijof Stam-Boonen , te mogen uitvoeren; en dat dus dezelve onder het verbod van Uitvoer, vermeld bij de Publicatie van den 24 Februarij laatstleden , niet zijn gecomprehendeerd : des nochtans, dat dezelve Uitvoer van zodanige kleine partijen Peulvruchten niet anders zal mogen plaats hebben, dan na dat ten Comptoire der Convoijen en Licenten, ter plaatfe Ddd van  C 40a ) van waar dezelve worden afgezonden, zal z;jn geëxhibeerd een Declaratoir, onder prsefentatie van Eede afgegeven, voor zodanigen Koopman in Moes-en Tuin-zaden, welke de verzending zal willen effectueeren, dat dezelve Peul-vruchten met geen ander oogmerk worden verzonden, dan om te dienen voor Moes-zaden, en geenzins voor mondbehoeften aan hem geordonneerd zijn. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 7 April 1800. Het -zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) €. G. H U L TMAN. PU-  ( 4°3 ) PUB LICATIE T-ïet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, bij Decreet van den 8 dezer loopende maand, heeft verklaard, dat de keuze van Kerkelijke Ambtenaaren, overeenkomftig den geest der Acte van Staatsregeling, ter dispofitie van ieder Kerkgenootfchap in den zijnen is en wordt overgelaten. En op dat elk dien het aangaat, hier van worde geïnformeerd, zo gelast het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks te gefchieden gewoon is. Gedaan in den Haag, den n April 1800. Bet zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. Ddd 2 MIS-  ( 4°4 ) MIS S I V E Van de Commisfie van Finantien, Aan de Raaden der Genieenten van V^ij ïrïformeeren Ulieden bij deezen, op expresfe last, ten einde een iegelijk in Uwen Bedrijve ,. welke zulks zoude moogen aangaan, zig.daar na zal kunnen gedraagen; — dat op den ij Februarij 1.1. bij het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks bellocten is, dat de onderhandfche verhuuringen, van Corpora Goederen, zijnde alle vaste Goederen, welke aan Steeden, Districten, Dorpen, Geestelijke Staaten,. Kerken, Dijaconien, Wees- en Gasthuizen &c. behooren, in dit voormalig Gewest geleegen, verbooden blijvén, zo dat voortaan in het openbaar aan de meestbiedende zullen moeten verhuurd worden,; dat niet te min, wanneer om onerheffelijke reedenen noodza-kelijk mogt worden geoordeeld, van deeze wijze van verhuuring af te gaan, daar toe bij de Departementaale Beftuuren Confent zal moeten worden gevraagd,, welke dan ook na behoorlijk onderzoek van zaaken tot het verleenen van hetzelve bevoegd en gerechtigd zijn, zo nogthans, dat zo lange de Gemeente-Beftuuren niet zullen zijn georganifeerd, daar toe Confent aan Ons zal moeten gevraagd en verleend kunnen worden* Voorts, dat tot het verkoopen van diergelijke Corpora Goederen in dit voormalig Gewest, Confent door de Burgerlijke Rechtbanken zalkunnen en moogen worden verleend, doch niet anders dan om dringende noodzaakelijkheid, of bijzondere nuttigheid, terwijl tot zo lange deeze Rechtbanken niet zuilen zijn inwerking gebragt, de Administrateur  ( . 405 ) teuren dier Goederen zig aan het Hoft van Justitie over dit voormalig Gewest zullen moeten, adr<. sfeeren, met in agtneeming der tot hier toe gebruikelijke bepaalingen. Heix en Broederschap! DE COMMISSIE VOORN. Ter Ordonnantie van de Commisfie, , Leeuwarden den n April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ddd 3 3PU«  C 4°« ) PUBLICATIE T_Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat het verbod van uitvoer van Haard-Asch en Straat-Vuilnis, een merkelijk nadeel aan de Sceden, zou toebrengen, zonder een meerder voordeel dan tegenwoordig plaats heeft, voor den Landbouw aan te brengen. Dat de uitvoer van Secreeten Mist, mede ten voordeele der Steden dient te worden vrijgelaten. Dat dé Staatsregeling beveelt de meeste bevordering van den Landbouw en deszelfs bloei, bijzonderlijk ten aanzien der nog ledige en woeste Grondnidoor de gantfche Republiek. Dat de Mist-Specien van groote nuttigheid zijn voor den Land- en Akkerbouw, en gebrek aan Mist de voorname reden is, waarom nog zo veele woeste Gronden in de Republiek ongecultiveerd moeten blijven leggen. Dat volgens de algemeene Grondbeginzelen der Staatsregeling, Art. 52 van de aanneming der Conflitutie af, aan den Doorvoer, Koop en Verkoop van alle Voortbrengfelen van den Vaderlandfchen Grond, geenerlei belemmeringen, hoe Ook genaamd mogen worden toegebragt. Eindelijk dat de Belastingen bij den Binnenlandfchen Doorvoer, zoo als dezelve in de voormalige Gewesten hebben plaats gehad , vo'gens het 4 Art. der Publicatie van het Uitvoeren i Bewind van den 28 December 1798, moeten worden geconfigneerd, tot dat het gebleken is dat die Goederen Binnenlands zijn gelost en verbleven. Beiloten en verordend he ft: Dat aan den Doorvoer, Koop en Verkoop van alle Mist- Spe-  C 407 ) Speciën van en naar de voormalige Gewesten, geeneflei belemmering zal worden toegebragt; zullende echter de Kooplieden zijn gehouden, van ieder laading Mist welke zij van het eene der voormaalige Gewesten in het andere vervoeren, een behoorlijk Pasport te moeten nemen, en de waarde der te vervoeren Mist-Specien, daar bij moeten configneeren, tot dat het zal zijn gebleeken, dat die Mist- Specien binnen 'a Lands ,zijn opgeflagen en verbleven. Dat de uitvoer van allerhande Mist-Specien, uitgezonderd de Haard Asch, Straatvuilnis en Secreeten Mist, naar buiten de Bataaffche Republiek, völftrekt zal worden verboden , aanvangende den eer Hen Maij i8co, bij verbeurte van 500 Guldens boete, van ieder Schip of Wagen-vragt, boven confiscatie niet alleen van de Mist zelve, maar ook van Schip, Karren of Wagens, waarmede den uitvoer is gefchied. De boete te appliceeren, een derde voor den Aanbrenger, een derde voor den publieken Aanklager die de Calange doet, en een derde voor de algemeene Armen der Plaats, alwaar de Calange gefchied. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 12 April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vu (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve > (was get.) C. G. H U L T M A N. PU-  ( 4°8 ) PUBLICATIE TTft Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat de behoorlijke executie der Heffing bij wij ie van Voorfchot, op de Bezittingen, ingevolge de Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 15 Maart laatstleden, de bepaling van verfcheidene bijzonderheden vordert, ter verzekering van het belang der Ingezetenen, en ter richtige invordering van's Lands Inkomften, onverminderd de nadere bepalingen, welke bij het Vertegenwoordigend Lichaam zullen worden gemaakt,- betrekkelijk de inrichting der Heffing op de Inkomften. Befloten en verordend heeft, onder inhaïfie der vijf volgende Articulen van de bovengemelde Publicatie. Art. 1. Ieder Ingezeten deezer Republiek , welke meer dan/500-o-o in Eigendom bezit, het zij hij tot een Huisgezin behoord, bij anderen, of op zich zeiven inwoond, het zij hij zijne Goederen of Bezittingen zelf beheerd, of onder de Vx>ogdij of Curateele van anderen ftaat, of de Adminiftratie zijner Goederen aan anderen is opgedragen, zal aan , den Lande, bij wijze van Voorfchot, opbrengen drie ten honderd der reëele waarde van zijn Capitaal en Bezittingen, zo als dezelve geweest is op den 15 Maart deezes Jaars, hoedanig die zijn, en waar gelegen, volgens de wijze van Tauxatie, bij deeze Publicatie bepaald; zijnde .derhalven daar onder mede begreepen de Goederen van Weezen, Ingezetenen van deeze Republiek zijnde, of alhier te huis behoorende , en bij Weesmeesteren geadminisneerd wordende, in opzicht van ieder Wees afzonderlijk; zullende de betaaling gefchieden  C 4^9 } den door Weesmeesteren of Gecommitteerden derzelve of aT'-H °f 115Cerdei' Roosten, of de bij hun aanbelde Admmifirateuren; zo als mede deeze betaaling zal moeten gefclneden van de Goederen, aankomende Ingeletenen van deeze Republiek, welkezints eenige Taaren vermist en welker keven of dood dus onbekend fijn ™S neno^dHren'rbeh00rende aat1^™ Gildens, ConfreWeeskinH^0 Corf?oratie«' Goederen, welke aan Armen of •Weeskinderen geahmenteerd wordende, opgekomen ziin en ' Cubll?7a[VanaIie G,°ederen' ^ete^envardeele Re publiek toekomende, hoe ook genaamd, of onder welken Iitul bezeten, zodanig dat van deeze Heffing, geene Goederen vrij of geeximeerd zijn, dan die van zulke Corporatien, Fundatiën en Geftichten, welke alleen tot onderhoud van arme en behoeftige Ingezetenen dienen of verder ad pios ujus zijnbeftemd; daar onder mede begrepen de Goederen van gewezen Gildens, of andere Corporatien voor 20 verre dezelve alleen tot bovengemelde einde ftrekken 2. Voor de Furnisfementen in evengemelde Heffing, bewijze van Voorfchot, zullen worden afgegeven Recepisfen rentende drie temhonderd in het Jaar, en welker S? t zal ingaan op den eexften dag van de Maand, waar in het furnisfement gefchied en voortlopen tot op den dag dat dezelve zullen worden af- 0f ingelost. 3. Voorfchreeve Heffing bij voorfchot zal moeten worden opgebracht in de drie volgende Termijnen, het eerfte vcS of uiterlijk op den 10 Maij eerstkomende. gende! ^ °f uiter]iJk °Pden 10 Mi daar aan vol- Het derde voor of uiterlijk opden roOftober deezes laars 4. Alle Ingezetenen van dit Gemeenebest, /'400 - o - o of daar boven, doch beneden de / 600 - o - o jairlijks inkomen hebbende, zullen gehouden zijn te betaalen twee ten Tom Eee derd  ( 4i° ) de-d; afle Ingezetenen fóco-o-o en daar boven, doch benei cn de / 800-0-0 inkomen hebbende, zullen moeten opbi eigen vier ten honderd; en alle Ingezetenen ƒ 800 0-0 en daar boven inkomen hebbende, zeven ten honderd van .het inkomen, het welk zij geduurende den jaare 1793 hebben gehad, en zulks als don gratuit, bij wijze van QuotnV tie over hunne relatieve Inkomften en Verteeringen. Alle dienstdoende Militairen, beneden den rang van Capitein, worden, zo veel hunne Tra&ementen betreft, van de betaaling in de Heffing op de Inkomften vrij gefteld 5. De Heffing van 2, 4, en 7 per Cento op de Inkomften zal worden opgebragt- op de twee volgende Termijnen: Drie ten honderd van die geenen welke ƒ 8co 0-0 ert daar en boven inkomen hebben, en twee per Cent voor de geenen welker inkomften de ƒ t, daar, waar dezelve gebruikelijk zijn, zullen wezen bevrijd, mits dat onder Lede, of, ten aanzien van de zodanige, wier Godsdicnftige gevoelens zulks niet gedocgen, met waare woorden in plaats van Etde, verklaard worde, dat de alzo opgenomene Penningen tot furnisfement in deeze Heffing alleen, en tot gene andere einden, hoe genaamd, gebruikt zullen worden. 1,5. Ten aanzien van de wijze, waar op een ieder in de Heffing op de Inkomften zal motten betalen, zal nader bij. hét Vertegenwoordigend Lichaam worden bepaald.. Jlgemeene Bezaaiingen. 16. Bij overlijden van Ingezetenen dezer Republiek, die tot het furnisfement in deze Heffing op de Inkomften en Bezittingen gehouden zijn, bij aldien hun overlijden voorvalt,, eer dat zij de bovengemelde furnisfementen geheel of ten dele hebben gedaan, zullen derzeiver Erfgenamen,. Executeurs of Boelredders, gehouden zijn, alles, het geene de overle^ dene hadt moeten opleggen, te voldoen, en vervolgens de geheele betaling te verantwoorden; zo als de betaling doof gezamentlijke Erfgenaamen, Executeurs of Boedelredders s al  C 410- ; al mede zal moeten gefchieden wegens alle Boedels, vóór de Publicatie dezes gevallen, en over welke nog geene geheele fchikking of verdeling is gefchiedt. 17. Alle Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemenebest geweest zijnde, en zich nu buiten hetzelve bevindende, hetzij met er woon, of door eene abfentie voor zekeren tijd, zullen gehouden zijn, in deze Heffing en Voorbetaling, op den voet van dit Decreet, te contribueeren en hunne Contributie te verantwoorden, ten ware dezelvc.reeds een Jaar en zes weeken, vóór het emaneeren dezes, waren abfent geweest. En zullen de genen, die vóór dat zij ten vollen aan hunne verpligting, omtrent deze Heffing en Voorbetaling hebben voldaan, zouden begeerenmet er woon buiten de Repübïek te vertrekken, bij arrest tot het voldoen aan hunne verplichting worden gehouden, tot dat zij ten vollen voldaan of cautie gefteld zullen hebben. i3. Degenen die uit andere Landen, na het nemen van dit Decreet, zich binnen deze Republiek nederzetten, zullen niet gehouden zijn te furneeren in de voorfchrevene Voorbetaling en Heffing van 2, .4 en 7 Pro Cent van een ieders Inkomften. 19. Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemenebest zijnde, doch geen vast Domicilie in hetzelve houdei.de, maar nu in deze, dan in geene Plaats, voor ee., tijd, hun verblijf houdende, het zij dezelve zich geneeren met ter Zee te vaareh, of inandre omzwervende levenswijze, zullen gehouden zijn, aan den inhoud van dit Deer et te voldoen ter Plaatl'e daar zij zich bevinden, ten ware zij d eden bh ken elders in dit Gemeenebest aan hunne verplichting voldaan te hebben; en bij nalatigheid of onwilligheid zullen zij , vóór hun vertrek ., daar toe bij arrest worden gehouden. 20. De furnisfementen in de voorfchrevene Heffing, zoo op de Inkomften als bij wijze van Voorfchot, in evenredigheid  C 417 ) heid van een ieders Eigendommen en Bezittingen, zullen gefchieden. Vooreerst: in Furneer-Billetten, gefprooten uit de Anticipatie, bij Publicatie van den 15 Maart gearrefteerd; Ten tweeden: in Comptanten, Gouden en Zilveren Speciën, zullende de Zeeuvvfche Rijksdaalers alomme, waar dezelve anderszins niet worden aangenomen, tot 52 Stuivers kunnen worden gefurneerd, met uitzondering van het voormaalig Gewest Zeeland, ten aanzien van Furnisfementen in dat voormalig Gewest gedaan, als van welke de Zeeuwfche Muntipecien zullen worden aangenomen tegen den Cours tot nu toe in het voormaalig Gewest Zeeland gebruikelijk, ten -ware dat de Cours der Zeeuwfche Rijksdaalers, in het voormaalig Gewest Zeeland, tegen 53 Stuivers voor den afloop van deeze Heffing mogt worden veranderd. Ten derden - in Nationaal Beleenbank-geld, het welk in alle de Termijnen voor de helft van het Furnisfement zal worden aangenomen. 31. Het zal aan eenieder vrijfiaan, om zijne Furnisfementen in de Heffing, bij wijze van Voorfchot zelve te doen , of door anderen te laaten doen, zonder gehouden te zijn te declareeren dat de Furnisfementen voor zijne rekening gedaan worden; zullende de Quitantien, ten keuze van den Furneerder, ook kunnen worden genomen op Naam, op Letter of in Blanco; echter met dien verftande, dat een ieder zo veel mogelijk zal moeten furneeren onder dat Diftriét, onder het welk hij in cas van gemeene Middelen resforteert, en met bijvoeging van de Plaats, waar het furnisfement wordt gedaan, zo als de Quitantien al mede zullen worden afgegeven, tot zodanig eene groote als een ieder verkiest. 22. Het zal aan elk Ingezeten vrijftaan, om zich zeiven, ten aanzien van de Heffing, bij wijze van Voorfchot, op de Bezittingen, te quotifeeren, mits daar omtrent ter goeder Fff trou-  C > trouwe, als mede met de meeste accuratesfé-, re werk gaande en in de daar toe rond te zenden Billietten, invullende de juiste fomme, welke doorhem moet worden gefourneerd. 23. Ten einde te zorgen, dat zich een ieder m dezen naar behooren van deszelfs plicht kwijte, zal het Gemeente-Beftuur van elke Stad of Plaats, binnen 14 dagen na de aikon'dHng deezes, aan elk Ingezeten doen rondzenden een gedrukt Büliet, waar in dezelve verplicht zal zijn m te vullen, wat door hem moet worden betaald, op den.voet in het even voorgaande Articul gemeld, gelijk ook of hij eenige Goederen voor anderen administreerd , onder welken titul 00K , voor welke hij verplicht zoude zijn, ingevolge de bovenltaande Articulen, in de Heffing, bij wijze van Voorfchot, op de Bezittingen te betalen, en wat voor dezelve moet worden voldaan, als mede of hij eenige Perfoonen bij zich mwoonende heeft; welk Billiet hij gehouden zal zijn met zijn voor- en toenaam te onderteekenen; terwijl die geenen, welke niet meer dan ƒ 500 - o - o aan Eigendom bezitten, en welke mt deezen hoofde niet verplicht zijn in de Helling, bij wijze van Voorfchot op de Bezittingen te betaalen, zulks op het evengemelde Declaratoir zullen moeten te kennen geven, en dat mede met derzeiver voor- en toenaam zullen moeonderteekenen; of welzoo veel aangaat zodanige Ingezetenen , die hunne Naamteekening niet kunnen fchrijven, zullen dezelve verplicht zijn hun gewoon merk daar onder te ftellen, in pralende van een Getuige, die zulks mede zal moeten ondertekenen; alles echter in het vast vertrouwen, dat ook dezelve, welke uit voorfchreeven hoofde met verplicht mogten zijn in deze Heffing bij wijze van Voorichot te furneeren, meer hunne Vaderlandsliefde, dan hunne itriK,te verplichting gehoor zuüen geven, en zich beijveren om het hunne, een ieder naar zijn vermogen, tot redding van het Vaderland, bij te dragen*.  ( 4io ) 24. Op den omflag van evengemelde QuoüTatie-Bületten, zal door een ieder moe een worden gefteld en onderteekend , en ten aanzien van die geenen, welke niet kunnen fchrijven, met hun gewoon Merk be\estigd, in pnelentie van een Getuige, die zulks mede zal moeten onderteekenen, het volgende Declaratoir: „ Declareere ik Ondergeteekende , (of furneerende in eene betrekking van Voogd, Administrateur, of dergelijke, mét'uitdrukking van den Perfoon of Goederen, waar voor hij fumeert,) „ na een gemaakten overllag van mijne Eigen„ dbmmen en Bezittingen, mij gebragt en geclasliriceerd te „ hebben tot die fomme, waar toe ik, ingevolge het Voor„ fchrift van de Publicatie van het Uitvoerend Bewind der „ Bataaffche Republiek, van den 19 April 1800, mij zel„ ven heb moeten tauxeeren, en daarom ook geene zwaarig„ heid te maken, op de eerfte requifitie, het zelve met fo,, lemneeien Eede, (ofwel ten aanzien van zodanigen, wier Godsdienftige gevoelen zulks niet gedoogen, metwaare Woorden, in plaatfe van Rede,) „ te bevestigen; zo als ik nog .„ op dezelfde plegtige wijze verklaare, dat ik geene Goede„ ren voor andere Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemee„ nebest, administieere, het zij in qualiteit van Voogd, Cu„ rateur , Administrateur , of onder welken .titul het ook „ zoude mogen zijn, voor welke ik de aangifte niet heb „ gedaan." 25. De pemelde Billietten zullen binnen den tijd van zes weeken daar na, worden afgehaald, in beilotene Busfen, en als dan alzo ingevuld en ondertekend, verzegeld teruggegeven moeten worden; op poene, dat die geene, welke bevonden zouden mogen woiden, daar aan niet te hebben voldaan, zullen worden geconüdereerd zich aan deeze Heffing bij Voorfchot te hebben onttrokken, en mitsdien, na eene gedaane Sommatie, van wegens het Gemeente-Beftuur, om daar aan Fff 2 als  C 420 ) als nog, binnen de eerstkomende vier-en-twintig uuren te voldoen, daartoe bij Gijzeling zullen worden-geconftringeerd» en dat tevens hun Bjedel dadelijk zal worden gebragt onder Sequestratie; ten ware zij zouden kunnen aantoonen door wettige redenen en omftandigheden daar in verhinderd te zijn geweest, her, welk zal worden overgelaten aan het oordeel van de Plaatfelike Municipaliteit, of van de Comraisüe uit haar midden daar toe te benoemen. 26. Daar eene ongelukkige ondervinding heeft geleerd, dat, hoe zeer de meeste Ingezetenen van het Bataaffche Ger meenebest de hun opgelegde Lasten gewillig en met alle getrouwigheid hebben opgebragt, zommige andere echter ten dien opzichte zich deels aan eene onverfchoonlijke achteloosheid , deels aan een ftrafwaardig plichtverzuim, hebben fchuldig gemaakt, en daar door den last op de fchouderen hunner Medeburgeren niet weinig gedrukt, en dus noodzaakelijk gemaakt de voorzorg tegen flegte praftijken te verdubbelen, en de braaven de verzekering van eenen gelijkmatigen opbrengst te geven, zal het Vertegenwoordigend Lighaan, op Voordragt van het Uitvoerend Bewind, nadere bepaalingen maken, omtrent, de meest gefchikte en minstkostbaare wijze van onderzoek, of zich.een ieder in deezen van zijn plicht heeft gekweeten; zullende daar bij fpeciaal worden in het oog gehouden,, dat de Bezittingen van de afzonderlijke Ingezetenen niet noodeloos worden bekend gemaakt, en dat met alle befcheidenheid worde gehandeld ten aanzien van de ingevulde Quotifatie-Billetten, welke provifioneel verzegeld onder de. refpeétive Gemeente-Beftuuren zullen blijven berusten, om na het aflopen van het onderzoek, dat met al dien ernst en rigueur zal worden uitgeoeffend, welken het belang des Lands vorderd, te worden terug gegeven of vernietigd. 07. De zodanige, welke zich ten aanzien van' de Heffing van  C 4*i ) van 3 ten honderd, bij wijze van Voorfchot op de Bezittingen, niet naar behooren van hunne verplichting mogten hebben gekweeten, en zulks, het zij voor zich zeiven, het zij in eenige qualiteit, moetende furneeren,, zullen ondergaan de volgende pcenaliteiten. V>or eerst: die geene, welke na voorafgaande onderzoek zullen worden bevonden zich niet naar behooren te hebben gequotifeerd, zullen naar billijkheid en overeenkomftig de reëele waarde hunner Bezittingen worden vermeerderd, en verplicht zijn te betalen driemaal zoo veel als waar toe zij anderszins gehouden zouden zijn geweest, door het geene hunne quotifatie te laag zal worden bevonden; alles onverminderd de posnaliteiten, in welke zij mogten zijn vervallen, door dat geene, het welk zij achtervolgens hunne eigene quotifatie, moesten betalen, of in het geheel niet, of niet op de gefielde Termijnen, te hebben opgebragt; zo, dat iemand, welke, zich op negentig Guldens gequotifeerd hebbende, na onderzoek bevonden wordt honderd Guldens fchuldig te zijn, driemaal tien Guldens zal moeten betalen; als tien Guldens voor fuppletie van het geen te weinig was gefurneerd en ƒ 20-0-Q of tweemaal zo veel als. boetevan de te lage quotifatie. Ten tweeden: die geene, welke voor het aflopen van d'eh derden Termijn niet hebben opgebragt de gemelde fom, welke zij, ingevolge hunne quotifatie, verfchuldigd zijn, zullen verplicht zijn het dubbelde te betalen van het geene door hen had behooren te zijn gefurneerd; en wel in deezer voege, dat hij die ƒ 90 Gl. moet opbrengen „ en maar ƒ 60 Gl. heeft gefurneerd,. nog zal moeten betalen ƒ 60 Gl.; dat is ƒ 30- o-o. voor het te kort gefurneerde en/ 30-0-0 als boete dat hij niet aan zijne verplichting hadt voldaan». Ten derden: die geene, welke voor het afloopen van den derden Termijn, doch op laatere Termijnen, furneeren Fff 3 dat  C 4»* ) dat geene, wat zij verplicht waren iniederen Termijn te voldoen ; dat is, ten minsten een per Cent van de waarde hunner Bezittingen; zullen bovendien nog verplicht zijn te betaalen een derde van hun verfchuldigde in ieder Termijn; zodanig, dat de geene die een gedeelte van den eerften Termijn eerst bij den tweeden betaald, bovendien zal moeten opbrengen één derde van het geen bij hem in den eerften Termijn te weinig is gefurneerd, en dat de geene die zijn furnisfement in den eerften Termijn geheel of gedeeltelijk verfchuift tot op den 3. Termijn, bovendien zal moeten opbrengen twee derde van het geen in den eerften, en een derde van het geen in den tweeden Termijn had moeten worden voldaan, zullende dus de geene, die ƒ 90 ■ 0-0 in het het geheel moetende betaalen, dezélze eerst furneerd in den derden Termijn, bovendien nog moeten opbrengen, ƒ 30-0 o, als ƒ20 0-0 voor twee derde wegens het niet tijdig furneeren van den eerften, en ƒ io-o-o wegens het niet tijdig furneeren van den tweeden Termijn', en aldus in evenredigheid van een ieders furnisfement, en geheel of gedeeltelijk vertraagde betaaling. Al het gene, uit hoofde van de bepaalingen van deezen Artikel zal worden opgebiagt, worde bettald als boete', 'zonder dat daar voor rentegevende Recepisfen zullen worden afgegeven. 28. Het Uitvoerend Bewind wordt gelast met het maken 'van alle zodanige fchikkingen, als tot het behoorlijk exëcuteeren van dit Decreet noodzaakelijk zijn , en in het buzotl'der al het geene betrekkelijk is tot het doen vervaardigen en 'uitgeven van een Prijs Courant, het bepaalen van de plaatfen van ontfang?, het benoemen van Ontvangers 'of Commisfarisfen tot ontfangst, het formeeren en arresteeren der uoo'dige Inftructien voor dezelve, het arresteeren van Formulieren van Quitantien, Recepisfen, Obligatien en Billietten van aan-  C 4*3 ) aangifte, met 't geene verder tot de Executie deezes behoord. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoord. Gedaan in den Haag, den 19 April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN, PU-  ( 4*4 ) NOTIFICATIE TJe Commisfie tot de Adminiftratie van de Finantien in het voormaalig Gewest Friesland, aan alle deszelfs Medeburgers, Heil! aoet te weet en : Dat Wij ingevolge authorifatie en last van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek van den 21 deezer in dit voormalig Gewest, tot den Ontfangst van de Heffing van 2, 4 en 7 pro Cento op de Inkomften en van drie pro Cento op de Bezittingen bij Voorfchot, aües agtervolgens de Publicatie van het Uitvoerend Bewind van den 19 deezer, hebben aangefteld de Burgers J. K. Teitfma te Leeuwarden, Eelko Fokkema te Dockum, T. A. Frieswijk in de Dragten, Wobbe Molles op het Heerenveen, Rienk Sleeswijk in de Lemmer, Jqppe Tjeerds te Hindelopen, Volken Crasburg te Sneek, Jan Cremer P.Z. te Bolsward, en EijJeEijfinga te Franeker, terwijl door de Raaden der Gemeentens van de Eijlanden Ameland en Schiermoniekoog aan deszelfs meede Ingezetenen nader zal worden bekend gemaakt, wie aldaar tot den Ontfangst geauthorifeert zijn. Dat, voorts de Fournisfementen in deze Heffing door de Ingezetenen bij de naast bij gelegen Ontfangers zullen kunnen worden opgebragt, zonder dat men zich tot die van zijn resfort zal behoeven te bepaalen. ZO IS HET, dat Wij de refpective Raaden der Gemeentens , mits deezen gelasten, ten einde het geene voorfchreeven is, ter kennisfe van alle Ingezetenen kome en niemant eenige ignorantie zal kunnen pretenderen, deze te Publiceeren en te Affigeeren, waar men gewoon is zulks te doen. Aldus gerefolveerd op het Collegie binnen Leeuwarden, den 35 April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. R. van KLEFFE NS, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn. W. D. RUI TIN GA.  ( 4*5 ) PUBLICATIE T_Jet Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven overwogen hebbende; Dat de redenen, die, ten tijde der Eerfte Nationale Vergadering, tot de belemmeringen en voorzieningen, met betrekking tot den handel en uitvoer van Inlandsch gefabriceerd Zeildoek naar Neutrale Havens, hebben aanleiding gegeven thans geheel cesleren. Dat het belang van het Vaderlandt vordert, om op alle mogelijke en gepaste wijzen den welvaart van Koophandel en Fabricquen te bevorderen en in ftand te houden. Dat het verbod van uitvoer van Hollandsch Zeildoek, naar neutraale Havens, verre van onze Vijanden te benadcelcn of afbreuk te doen, alleen ftrekt om den bloei dier belangrijke Fabricq, en de daar uit voortvloeiende Handel, te belemmeren, en eindelijk deszelfs geheele ondergang te veroorzaaken, en dat mitsdien die uitvoer, onder de nodige praxautien, behoord te worden opengefteld. Eindelijk, dat door efficacieufe maatregulen en gepaste ftraffen, kan en moet worden gezorgd, dat de permisüe om Hollandsch Zeildoek naar neutiaale Landen te mogen uitvoeren, niet mitsbruikt worde tot eenen misdaadigen Handel met het vijandig Engeland. Befloten en verordend heeft: B Dat (met alteratie van het Decreet der eerfte Nationaale Vergadering, in dato 10 Junij 1796, waar bij de permisfie tot uitvoer van Zeildoek, zich enkel bepaald tot St. Thomas, Baltimore, Philadelphia , Lisbon, Portugal en Brabaud, mitsgaders met alteratie van het nader Decreet van Ggg vooi-  C 4^ ) voornoemde Vergadering,- in dato n November 1796% waar bii ook.den uitvoer naar Zweden en Denemarken is toegedaan,) den uitvoer van Hollandsch Zeildoek, naar alle neutraale Landen word vrijgelaaten en opengefteld ; met dien. verftande nochtans, dat het Uitvoerend Bewind zal worden geauthorifeerd en gelast, alle die voorzorgen te nemen en Cautien te doen ftellen, welke hetzelve nodig zal vinden, om te verhoeden, dat in de Bataaffche Republiek door dien uitvoer eenig gebrek ten dien opzichte kome te ontitaan, ot eenige misdaadigen Handel met onze Vijanden plaats grijpe. a Dat, ten einde dien Handel te verhoeden, ieder Ingezetender Bataaffche Republiek, hij zij wie hij zij, die bevonden en overtuigd mogt worden Hollandsch Zeildoek naar Engeland vervoerd, of met Engelfche Ingezetenen daar 111 eenigen Handel gedreeven te hebben, geconfidereerd zal worden niet den Vijand te hebben geheuld; en, onder verbeurte der Goederen, als den Vaderlandfchen Grond onwaardig, me* bannisfement zal worden geftraft. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, m naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 28 April 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A, W. HOE TH, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was get.) C. G. H U L T M A N. NO  NOTIFICATIE De Commisfie tot de Adminiftratie van de Finantien in het voormaalig Gewest Friesland, aan alle deszelfs Medeburgers, Heil! doet te weeten : Dat bij Befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volk, van den 21 April laatstleeden, het Uitvoerend Bewind is aangefchreeven, om te zorgen, dat alle detot nu toe geheevene Belastingen, voor zo verre dezelve bij geene fpeciale Decreeten mogten zijn afgefchaft, richng en overeenkomftig de vigerende Wetten, bij voortduurmg worden ingevordert. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pnetendeeren, zo verzoeken Wij de Raden der Gemeentens, en gelasten dezelve Amptshalven, deeze alomme te Publiceeren en te Affigeeren, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus Gerefolveert op het Collegie binnen Leeuwarden, den 5 Maij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. R. van KLEFFENS, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn. W. D. RUI TIN GA. Ggg s PU-  PUBLICATIE TJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven, over wogen hebbende: Dat in zommige Grond-, Districts- en Rings-Vergaderingen , nu en dan wel eens niet Üiptclijk het voorgefchreevene bij de Staatsregeling is in achtgenomen, maar het een of ander geommitteerd, of zelfs daar tegen aangegaan geworden; Dat de plicht van het Vertegenwoordigend Lichaam vordert, dat hier in "op de best raoogüjke wijze worde voorzien, en gezorgd, dat de Grond-, Districts- en Rings-Vergaderingen , op eenen ordentelijken, eenparigen, en het Bataaffche Volk waardigen voet, worden gehouden, en, zoveclmooglijk, een algemeen voorfchrift gevolgd, waar door aan de Articulen van de Staatsregeling, van het Reglement Lit. A. daar toe betrekkelijk, mitsgaders aan de reeds gemaakte of bij deezen te maaken bepaalingen, praecifelijk worde voldaan. Dat bij het 50 Art der Staatsregeling, Ut. t., aan het Vertegenwoordigend Lichaam uitfluitender wijze is opgedragen , het bepaalen en regelen van alles, waar in door de Staatsregeling en de voorhanden zijnde Wetten niet mogte voorzien zijn. Beiloten en verordend heeft te arresteeren het navolgende ALGEMEEEN VOORSCHRIFT, voor de Grond- Districis- en Rings-Vergaderingen, getrokken uit de Staatsregeling, het Reglement Lit. A. en ontworpen, ingevolge eenige aoor het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks gemaakte nadere bepaalingen. Voor de Grondvergaderingen. Art. i. De Grondvergaderingen voor de keuzen in het Ver-  C 429 ; Vertegenwoordigend Lighaam tegen den laatften Dingsdag der maand Maij, en die voorde Departementaale Beftuuren, tegen den laatften Dingdag in de maand Junijvan ieder jaar, door het Uitvoerend Bewind opgeroepen, en op het door het Gemeente-Beftuur bepaalde uur, die dagen zaamgekomen zijnde, zal een quartier uurs daarna in ieder derzelve, door de bijéén vergaderde Burgers worden uitgemaakt, wie de oudfte en jongfte in jaaren van de prefenten is, om als provifioneel Voorzitter en Secretaris te fungeeren, waar van de oudfte en jongfte nogthans, om redenen, door de Grondvergadering voldoende geoordeeld, verfchoont kunnen worden, en opgevolgd door den naastvolgende in jaaren. 2. In elke Grondvergadering worden, door den Secretaris, de naamen der Stemhebbende Burgers, daartoe behoorende , volgens een Lijst, door het Gemeente-Beftuur aan den Voorzitter toegezonden gelezen, die deragtergeblevenen aangetekend, en het getal der aanwezenden opgemaakt. 3. Niemand word geadmitteerd, dan die, ingevolge Art. 20 der Staatsregeling *, het bewijs zijner Stembevoegdheid vertoond, noch toegelaaten tot het uitbrengen van zijn Stem, dan alleen in de Grondvergadering tot welke hij behoord. 4.. Overeenkomftig Art. 23 der Staatsregeling, wordt niemand gewapend , noch met eenig uniform , of teeken van ambt, bediening of waardigheid, toegelaten. 5. Iemand der aanwezenden eenige bedenking hebbende, nopens de bevoegdheid van eenig prefent Burger, om zijn Stem uittebrengen, zal verplicht zijn zulks, voor de Stemming tot Stemopnemers, voortedragen; in welk geval de Grondvergadering, ingevolge Art. 17 der Staatsregeling , uitfpraak zal doen. 6 Bij geheime Stemming, worden vijf Stem-Opnemers benoemd; die bij de eerfte Stemming de meerderheid hebben, Ggg 3 zijn  C 430 ) zijn de benoemden; hij die de meeste ftemmen heeft zal als Voorzitter fungeeren, en tot de verdere werkzaamheeden der Stemopnemers, als, het waarnemen der functie van Secretaris; het houden van Contra-Lijst enz. zal het aan de benoemden ftaan, zulks onderling te regulen, en bij verfchil daar over, bij onderlinge ftemming te beilisfen. 7. Deezen benoemd zijnde, word niemand, onder welk voorwendzel ook, in de Vergadering meer toegelaaten, noch kan zich iemand daar uit verwijderen, dan met toefteraming van den Voorzitter. 3. De Voorzitter opent de Vergadering in deezer voege: „ Het werk, Medeburgers! waar toe wij thans geroepen „ zijn^, vorderd de plegtige herinnering van het belang „ dat'er voor ons en voor alle onze Medeburgers, wier „ zaak wij alhier waarnemen, ligt, in de gelukkige keu„ ze van eenen Man, op wiens fchouders, benevens an„ deren, met hem in het Beftuur te plaatfen, deszelfs ge„ wigtige last zal rusten. Dat dan het bezef van dit be„ lang, èn van onze du ure verplichting, ons alles doe „ terzijde zetten, wat ons beletten zou, zodanig eenen „ te benoemen, toegedaan aan de heilige beginzelen en tt voorfchriften onzer Staatsregeling dien elk onzer , in „ gemoede, als denbraafften en kundigften tot zulk eenen „ aanmerkelijken post, befchouwd, ten einde elk onzer „ een gerust geweten hebbe voor God en het Vaderland! „ Ik maak dus geene zwaarigheid, om op nieuw de volp Verklaring afteleggen:" „ Ik verklaare eenen onyeranderlijken afkeer te hebben „ van het StadhouderfcAap, Federalisme, de Ariftocratie en de Regeer ingloosheid. ,, Ik beloof, dat ik, in alle de benoemingen, die ik he9, den zal doen, niemand ftemmen zal, dien ik in waarheid n geloovc, een aanhanger van het Stadhouderlijk en Foe- „ de.  C 435 > „ deratief Beftuur, of' voor ft andervan Ariftocratie en Re- „ geeringloosheid te zijn." „ Dit verklaar ik op mijn Burgertrouw" 9. Deeze Verklaaring ligt gefchreeven of gedrukt op de tafel, aan welke de Voorzitter geplaatst is, en ieder der Stembevoegden legt, bij den aanvang der werkzaamheden,, zijne hand op deeze Verklaaring, en zegt, terwijl dezelve daar op rust, overluid: „ Dit verklaar ik.n 10. De Grondvergaderingen verrigten nimmer eenige daad, dan die, waar toe zij, het zij door de Staatsregeling, het zij door eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Lighaam , zijn opgeroemen en zaamgekomen. 1 i. De Stemopneemers letten naauwkeurig, dat niet tegen het 23, Art. der Staatsregeling worde aangegaan; waarbij is vastgefteld, dat in de Grondvergaderingen niemai d, of rechtftreeks, of van ter zijde, word aantevoolen, en ook de ftiptfte geheimhouimg omtrent de Stemming in acht genomen. 13. De Voorzitter of Secretaris leest, (ingeval eener keuze voor het Vertegenwoordigend Lief aam,) het 32 en 33. Art. der Staatsregeling, aan de Grondvergadering voor, zijnde van den volgenden inhoud: Tot Leden van dit Lichaam zijn verkiesbaar allen, die in zich veiëenigen de navolgende vereischten: a> Dat zij zijn, Stembevoegde Burgers b) Dat zij den ouderdom van dertig jaaren ten vollen bereikt hebben. c) Dat zij binnen deze Ripubliek, zo als die voor den jaare 1795. belfond, of na dezen beftaan zal, geboren zijn, en aldaar geduurende de laatfte tien jaaren, of, zo elders geboren, geduurende de laatfte vijf tien jaaren hunne vaste Woonplaats gehad hebben. Dit laatfte fluit-geenzins uit, die Burgers, dienen, na  ( 432 2 na den jaare 1787. om politieke vervolgingen, uit hun Vaderland geweken zijnde, voor den jaare 1796. daar in zijn wedergekeerd. Tot Leden van dit Lichaam zijn niet verkiesbaar: a) Leden van het Uitvoerend Bewind dan drie jaaren na hunne aftreding uit het zelve. b) Allen, die zich aan eenigen Kerkelijken Eerdienst verbonden , of aan eenig openbaar onderwijs toegewijd hebben, ten zij dezelven, alvoorens, vrijwillig afftand deen van deze hunne Bedieningen. En ingeval van eene keuze, voor de Departementaale Beftuuren, word geleezen het tweede gedeelte van het 1-56..en het geheele 157. Art. der Staatsregeling, luidende: Deeze, (te weeten de Departementaale Beftuurders,) moeten zijn Stembevoegde Burgers, ten volle vijf-en-twintig jaaren oud, en zedert de laatfte zes jaaren, Inwoonders van het Departement waar in zij gekoozen zijn. Dit laatfte fluit geenzins uit die Burgers, die in en na den jaare 1787. om politieke vervolgingen uit het Departement, den Vaderlande ontweken zijn, en voor den jaare 1796. in het Vaderland zijn terug gekeerd. Tot dit Beftuur, echter, worden niet gekozen, Burgers, die aan eenigen Kerkelijken Eerdienst verbonden, of aan eenig openbaar onderwijs zijn toegewijd, ten zij dezelven, alvorens vrijwillig afftand doen van deeze hunne Bedieningen. De Voorzitter herinnerd in beide gevallen de Vergadering, dat detebenoemene Perfoonen, geene Leden van de Grondvergadering, waarin geftemd word, mogen zijn. 13. De Voorzitter, Secretaris, en drie Stemopnemers, brengen het eerst hunne Stem uit, zonder deswege onder elkanderen eenige raadpleegingen te houden. 14. De Secretaris, na alvoorens aan ieder der Stembevoeg¬ den  C 433 ) den een Nummer te hebben doen trekken, tekent hetzelve onder het oog van hem, die het getrokken heeft, op denhoek van een Briefjen, vouwt dien hoek toe, en verzegeld denzei ven naar behooren. 15. Ieder fchrijft, in tegenwoordigheid der Stemopnemers, den Perfoon, dien'hij ftemt, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam, of met zodanige andere aanduiding, als denzelven kenbaar maakt, op het gezegden Briefjen; fteekt het in eene daar toe beftemde Busfe, die behoorlijk gefloten is, en waar van de Sleutel, geduurende de Stemming, bij den Voorzitter bewaard blijft. 16. Hij, die niet kan lezen en fchrijven, meld den Perfoon, dien hij wil Stemmen, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam, of met andere voegzaame aanduiding, aan den Secretaris, en aan hem, die de Contra-Lijst houd. De Secretaris fchrijft zulks voor hem op het Stembrief jen, vertoont dit aan hem die de Contra-Lijst houd, en laat het door den Stemmer zelf in de Busfe fteeken. 17. Na het inkomen van alle de Briefiens, opent de Voorzitter, in tegenwoordigheid der Stemmers, de Busfe,'neemt de Briefjens één voor één daar uit, en fteld dezelven ter hand aan den derden Stcmopnemer, die tot het opleezen der naamen benoemd is. 18. Deze is gehouden den naam, op ieder Brief jen gefchreeven, overluid op te leezen, en aan den Secretaris, en hem, die de Contra-Lijst houd, te vertoonen, welke beiden ieder op zijn Stemlijst, de naamen aanteekenen. 19 Ingeval bij het opleezen van eenig Brief jen blijkt, dat iemand m de aanduiding van den Perfoon, een misilag had begaan, word het Nummer door den Voorzitter ontzegeld en de Stemmer opgeroepen, om zich nader te verklaaren. ' 20. Hij, die de volftrekte meerderheid van ftemmen '(dat is ten minften ééne meer dan de helft van alle de ftemmen ) heeft, is de benoemde. Hhli flI Wan-  ( 434 ) 21. Wanneer, niemand de volftrekte meerderheid heeft, zullen alle de Geftemden op nieuw worden voorgeleezen, ten einde daar uit één benoemd worde. 22. Bij de tweede Stemming, zulk eene meerderheid geene plaats hebbende, worden de drie, die de meeste ftemmen hebben, tot eene derde Stemming voorgedragen. 23. Bij de derde Stemming is bij, die de meeste ftemmen heeft, fchoon geene volftrekte meerderheid hebbende benoemd. Wanneer m het geval, bij Art. 22 en 23. opgegeven, de ftemmen mogten fteeken, beflist het Lot. 24. Bij elke herftemming worden alvoorens de voorige Stembriefjens in een omüag verzegeld, en na afloop der Zitting verbrand. ,. 25. Zo dra de benoeming van eenen Vertegenwoordiger, en op dezelve wijze van deszelfs Plaatsvervanger, of wel de benoeming voor het Departementaal Beftuur, is afgeloopen, gaat de Grondvergadering over tot het mede op gelijke wijze benoemen van eenen Kiezer en Plaatsvervanger. 26. De benoemde Kiezer en Plaatsvervanger, leggen onverwijld en openlijk, in hunne Grondvergadering, af, de navolgende Belofte: „ Ik beloof, dat ik nimmer mijne ftem zal geven, dan „ aan bekwameen deudgzame Mannen, diedevereischten, „ bij de Staatsregeling bepaald, bezitten; en dat ik als „ Kiezer, niemand zal benoemen, wien ik houde te zijn 1 een Aanhanger van het Stadhouderlijk of Fceaeratif Be'„ ftuur, of Voorftander van Aristocratie of Regeermg„ loosheid, " Bit Verklaar Ik. ü7. Staande dezelfde Vergadering, en daadlijk na het afloopen der Verkiezing, word aan den Kiezer en Plaatsvervanger een Lastbrief gegeven, geteekend door den Voorzit-  C 435 ) ter en drie Leden der Grondvergadering, en wel die No. i, ft en 3 getrokken hebben, of zo een van deze niet zoude mogen kunnen fchrijven, of een dier Nummers door den Voorzitter getrokken was, als dan door hem of hun, die het volgende Nummer of Nummers hebben getrokken j zijnde gemelde Lastbrief van den navolgenden inhoud: „ De Grondvergadering van .... ftemt tot Vertegen- „ woordiger des Bataaffchen Volks en tot des- „ zelfs Plaatsvervanger en, ten einde deze „ Stemming, volgens de Staatsregeling, van kragt zij, w ontbied zij den Burger om als Kiezer, en 5, den Burger . ■ des noods, als Plaatsvervanger, \, van haaren wege, op de Disttï&s- Vergadering te ... . „ te verfchijnen." 23. Bij de verkiezing voor de Departementaale Beftuuren, word in dezen Lastbrief de nodige verandering gemaakt, en voor het woord Distri&s-Vergadering3 Rings-Vergadering gefteld. 29. De voorfz. werkzaamheden afgelopen, of ook de ftemming over zodanige andere zaak volbragt zijnde, waar toe de Grondvergaderingen, bij de Staatsregeling, of door eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Lichaam zijn opgeroepen, word het verhandelde in gefchrift gefteld, en door den Voorzitter, Secretaris en de drie Stemopnemers ondertekend, waar na de Vergadering door den Voorzitter oogenbhkkelijk gefcheidcn word, en gaat dezelve onverwijld uit één. De Voorzitter en Secretaris zorgen, dat het in gefchrift gefielde verhandelde of Verbaal, — de door het GemeenteBeftuur bezorgde Lijst van de genen, die tot de Grondvergadering behooren, met het Exemplaar der Staatsregeling, en van dit Befluit, daadlijk aan het Gemeente-Beftuur word ter hand gefteld. Hhh 2. Van  ( 436- ) Van de Kiet-Vergaderingen, zo van de Districten als Ringen. Art. i. De Kiezers bevinden zich, voor eene keuze voor het Vertegenwoordigend Lichaam, op den derden dag, en voor eene keuze voor het Departementaal Beftuur, op den tweeden dag, op de plaats hunner beftemming; ter goedmaking der'reiskosten, word alleen aan de Kiezers, in beide gevallen, voor ieder uur afftands, toegelegd eene gulden, het weik dus verftaan moet worden: dat voor ieder uur afftands heenreize, eene gulden , en voor elk uur afftands vteder-reize , insgehjks eene gulden, van wegen den Lande, door de refpeétive Gemeente-Beftuuren, alwaar Districts- of Rings- Vergaderingen gehouden worden, aan ieder der Kiezers, die in zodanig geval verleert, bij het fcheiden der Districts- of Rings-Vergaderingen zal worden uitbetaald. 2. Zij geven hunnen Lastbrief aan eene daartoe benoemde Commisfie van het Plaatslijk Beftuur, alwaar de Districts- of Rings- Vergadering gehouden word, ter naziening _over, waarvan, na een naauwkeurig onderzoek, of daar bij, aan al het gerequireerde bij de Staatsregeling is voldaan , een geauthentifeerd blijk op iederen Lastbrief word gefteld; enbehandigen die voorts in de Kies-Vergadering aan den provifioneelen Voorzitter; zullende alle de Kiezers, welker Creden tiaal door het Gemeente-Beftifur is geviieerd, ter Vergadering moeten worden toegëlaaten. 3. Indien in eene Grondvergadering, ten opzichte van de Benoemden voor het Vertegenwoordigend Lichaam, of voor de Departementaale Beftuuren, tegen de Staatsregeling mogt zijn gehandeld, waar door de benoeming in de Kies-Vergadering niet in aanmerking zoude mogen komen, en de Kiezer echter wettig was verkooren, zal die mede ter Stemming moeten worden toegëlaaten. 4. Wan-  ( 437 ) 4- Wanneer de Kiezer verhinderd word, ter Disttifts- of Rings-Vergadering te verfchijnen , draagt hij dien Post op aan zijnen Pi aats ver vanger. 5. Ook deezen wordende verhinderd, draagt hij zorg, dat de door zijne Grondvergadering benoemde Perfoonen aan de Vergadering van Kiezers kenbaar worde, en zend, tot bewijs der egtheid, zijnen Lastbrief. 6. De Vergadering van Kiezers conftitueerd zich op denzelfden voet, als voor de Grondvergaderingen, hier voor bij Art. 1, 4, 6, 7, 8 en 9 is bepaald, voor zo veel hetzelve in deeze van applicatie kan zijn. 7. De Kies-Vergaderingen verrichten nimmer eenige daad, dan die, waar toe zij, het zij. door de Staatsregeling, het zij door. eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Lighaam , zijn opgeroepen en zaamgekomen. 8. De Stemopnemerszien naauwkeurig toe, datbij de Stemming in de Kies-Vergadering niemand, of rechtftreeks, of van ter zijde, word aanbevoolen, en ook de ftiptfte geheimhouding, omtrent de Stemming, in acht genomen. 9. De Voorzitter doet alle de, door de ondei fcheide Grondvergaderingen van dat District of Ring, benoemde Perfoonen, opeen Lijst brengen, en der Vergadering voorleezen. ic. Zo iemand door eene volftrekte meerderheid (dat is door e'éne Stem meer dan de helft,) der Grondvergaderingen is benoemd, is de keus gedaan. 11. Zo niemand door volftrekte meerderheid is benoemd, worden de arie. door de meesten van alle Grondvergaderingen benoemd, op eene Lijst gebragt. W?.nneer tot het voltallig maaken van het Drietal, de Stemmen fteeken, beflist het lot. 12. Zo "er eeene drie Perfoonen. door meer dan eene Grondvergadering benoemd zijn, worden uit de andere benoemde Perfoonen, bij befloten Briefjens, een of twee tot Hhh 3 het  ( 438 ) het Drietal, bij eene betrekkelijke meerderheid van Stemmen, benoemd. 13. Zo niemand der voorgedragenen, door meer dan eene Grondvergadering, waare benoemd, wordt uit alle de benoemde Perfoonen een Drietal op dezelfde wijze daargefteld. 14. Uit het gemaakte Drietal wordt, zo voor het Vertegenwoordigend Lichaam, als voorde Departementaale Beftuuren , de keuze door de Kiezers bij eene volilrekte meerderheid gedaan. 15. De wijze van benoeming gefchied overeenkomftig, het geen hier voor, voor de Grondvergaderingen, bij Art. 13 tot 24 ingefloten, is voorgefchreeven. 16. Zo iemand der Kiezers zo veele ftemmen der Grondvergaderingen heeft bekomen, dat hij op het Drietal moet worden geplaatst, of daar op door zijne Medekiezers gefteld word, begeeft hij zich bij de ftemming daar uit, buiten de Vergadering, zonder dat zijn Plaatsvervanger in dat geval in zijn plaats zal optreden. 17. De benoeming van een Lid voor het Vertegenwoordigend Lichaam, en van deszelfs Plaatsvervanger, mede in voegen voorfz. gefchied zijnde, doet de Voorzitter een Credentiaalvoor de benoemden door den Secretaris opmaaken, Van den navolgenden inhoud: De Vergadering van Kiezers uit veertig Grondvergaderingen, van het Diftriéi: van .... der Bataaffche Republiek, ontbied, ingevolge de Acte van Staatsregeling, de Burger .... woonende .... ten einde zich te vervoegen als Lid bij het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataaffche Republiek, of ten einde als Plaatsvervanger van den Burger .... wanneer hij daartoe mogt worden opgeroepen, zich te vervoegen bij het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataaffche Republiek. Bij  ( 439 ) Bij eene verkiezing voor de Departementaale Beftuuren, word in dit Credentiaal de noodige verandering gemaakt. 18. Deeze Credentiaalen worden door den Voorzitter en door den Secretaris met die twee Leden der Kies-Vergadering getekend, welke No.^i en 2 hebben getrokken; indien dezelve kunnen fchrijven, en zich van deezen plicht niet onttrekken , of indien die Nummers niet door den Voorzitter of Secretaris getrokken zijn; in welke gevallen hij of zij die het volgende Nummer of Nummers getrokken hebben, de Credentiaalen teekenen; en worden de Credentiaalen vervolgens onverwijld aan de gekozenen toegezonden. iet. Van de gedaane benoemingen en het verhandelde word een kort verbaal gefteld, en hetzelve, van wegens de Districts-Vergaderingen , met een Brief aan het Vertegenwoordigend Lichaam, en aan het Uitvoerend Bewind gezonden, op gelijke wijze onderteekend als in het naast voorgaande Articul is gemeld. En van wegens de Rings-Vergaderingen aan het Uitvoerend Bewind, en aan de refpective Departementaale Beftuuren waaronder de Ring behoord. 20. De Voorzitter zorgt, dat de door het Gemeente-Beftuur bezorgde Stukken wederom aan hetzelve ter hand komen; — tteld aan ieder Kiezer deszelfs Credentiaal ter hand; •— verklaard, dat de werkzaamheden der Vergadering geëindigd zijn, en fcheidt dezelve; waarna de Kiezers onverwijld uit een gaan, • ' En het is bij deze gelegenheid, en ter voldoening aan de verplichting, het Uitvoerend Bewind bij 't eerfte Articul van het Reglement Lit. B., behoorende tot Titul IIIder voorzegde Staatsregeling, opgelegd, dat het zelve de Grondvergaderingen in de na te melden Districten volgens de Districts verdeeling, door het Vertegenwoordigend Lichaam vastgefteld, en bij Publicatie van den 14 Maij 1799. bekend gemaakt, oproept  ( 44° ) roept tegen Dingsdag den 27. der lopende Maand, tot het kiezen van Vertegenwoordigers, het benoemen van Kiezers, en het toevoegen aan beiden van Plaatsvervangers, ten einde eene nieuwe verkiezing te doen van Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, met derzeiver Plaatsvervangers, ter vervulling der openvallende plaatfen van Vertegenwoordigers, welke volgens Art. 38. der Acte van Staatsregeling en naar uitwijzen van het Lot ftaan af te treden j — en wel de Grondvergaderingen der Districten van Dockum . . No. 1 Zuidhorn . 9 Onderdendam . . 10 Windfchoten . . 14 Deventer . . 23 Deutichem . . 26 Doesburg . . 27 Barneveld . . 29 Bommel . . 32 Thiel . . 33 Nieuwerfiuis . . 39 Amfterdam . • 42 . . 43 . . 51 . , 52 Hoorn . . 55 Haarlem . . No. 59 Leijden . . 62 den Haag . . 63 . . 64 Gorinchem . . 74 Ridderkerk . . 75 Ooltgensplaat . . 78 Vlisiingen . . 81 Goes . . 82 Geertruidenberg . . 86 Heusden . . 87 Tilburg . . 88 Grave . . 90 Vechel . . 91 Eijndhoven . '93 Wordende de te verkiezen Vertegenwoordigers en derzeiver Plaatsvervangers, bij deezen herinnert, om, volgens Art. 2 van het gemelde Reglement B, hunne Geloofsbrieven binnen 14 dagen na de gedaane keuze bij het Uitvoerend Bewind in te zenden, ten einde daar mede, naar het voorfchrift van dat zelfde Articul te worden gehandeld; met ver-  C 441 ) verdere aanmaning aan de zodanige benoemde Vertegenwoordigers, welker Geloofsbrieven zullen zijn bekrachtigd, om op den laatften Dingsdag der aanftaande maand Julij in het Vertegenwoordigend Lichaam fesüe te 'nemen. Het Uitvoerend Bewind gelast dienvolgens, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alo.nme, daar zulks behoort; met last aan alle Departementaale en Gemeente-Beftuuren, welken het aangaat, om, ieder in den zijnen, te zorgen, dat aan den inhoud deezer worde voldaan. Gedaan in den Haag, den 8 Maij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Ondcrjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. Iii VU'  C 44* .) PUBLICATIE T_Tet Uitvoerend Bewind der -Bataaffche Republiek Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de 'Staatsregeling 'voorgefchreeven, overwogen hebbende: Dat eene verkeerde en overdreevene uitlegging der Publicatie van den 23 October 1798 eene llrekkmg heeft, om den'Handel van dit Gemeenebest noodeloos te belemmeren. Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, aan de eene zijde verpligt, den gemeenen Vijand alle mooglijken afbreuk te doen, aan den anderen kant zorgen moet, om de banden tusfehen dit Gemeenebest en deszelfs Bondgenoot, mitsgaders zodanige Staaten , met welke hetzelve in goede verftandhouding leeft, toe te haaien en verft erken; en vooral niet te verzuimen het geen'-den vwedeikeerigen Handel tusfehen wederzijdfche Ingezetenen, en dus het voordeel van het Bataaffche Volk, aankweeken kan; Dat de onderfcheidmg tusfehen de 'beide zo even gemelde gevallen,, van af breuk aan den Vijand, en ve.< ltandhoudmg met Vrienden, behoort tot de richtige toepasfmg en uitvoering der Wet, door de Staatsregeling aan het Uitvoerend B&. wind opgedragen; Beüoten en verordend heeft: Onverminderd de flipte naarkoming van het geflatteerde bij Publicatie van 23 Oef ober 1798, bij die van den 7 December laatstleden gecontinueerd, namentüjk: „ Dat geene „ Brit-  ( 443 ) Britfche Manufactuuren, Koopwaaren en Voortbrengfe„ len, hoegenaamd, in de Bataaffche Republiek, het zij te „ Water of te Lande, hetzij rechtftreeks uit Groot-Brittang„ ne, hetzij door eenen omweg, na den 31 October, toen aanftaande, zouden mogen worden ingevoerd, op ftraffe „ dat alle Britfche Manufactuuren, Koopwaaren en Voort- brenglèlen, achterhaald wordende, ten behoeve van den „ Lande zouden worden verbeurd verklaard, en dat zodani„ ge Perfoonen, welke direct ,of indirect mogten hebben „ deel gehad aan zodanigen invoer, of welken denzelven „ mogten hebben begunftigd, of aan wier confignatie, met „ derzeiver voorkennis., zodanige Goederen zijn afgelaaden en vervoerd, boven en behalven de confiscatie van de „ Goederen, niet alleen zouden zijn verantwoordelijk, maar „ dat dezelve, wanneer het zoude blijken, dat zij' na de „ Proclamatie dier Publicatie, daar van kennis gehad, en „ zulks niet binnen den tijd van vierentwintig uuren, aan „ het Comptoir van de Convoijen en Licenten, of aan het „ Plaatslijk Beftuur zouden hebben opgegeven, als met den „ Vijand tot bederf van den Vaderlande geheuld te hebben, „ zouden worden befchouwd, en mitsdien voor altijd van „ den Bataaffchen grond worden verbannen:" Het Uitvoerend Bewind te authorifecren , om te mogen verkenen confent tot den invoer van zodanige Goederen , van welke aan hetzelve boven allen twijffel zal komen te blijken, dat dezelve geen Britfche Manufactuuren, Koopwaaren of Voortbrengfelen zijn, en welker invoer de aanmoediging der Fabricquen en ïrafiecquen binnen ons Vaderland niet kan benadeelen; als mede van zodanige Articulen, van welken oorfprong ook, wier gebruik in onze Fabricquen en Traficquen volftrektj vereischt wordt, en welke dus alleen, uit hoofde dat dezelve zouden kunnen geacht worden, onder Iii 2 eeni-  C 444 ) eenige der drieëntwintig, bij gemelde Publicatie opgeroerofoorten van Goederen, gerangfchikt te kunnen worden; in de termen der Wet vallen zouden, • Dienvolgens gelast bet Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 10 Maij 1S00. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. H O E T H, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve,, (was getekend) C. G. HULTMAN. PU-  c 445 ; PUBLICA TI E TIJ et Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weetctt: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchieven, ov'erwogen hebbende: Dat de redenen, welke hetzelve, in het afgelopen jaar, hebben bewogen, om den tijd der aflosüng van de Beleeningen in de Nationale Beleenbank, gedaan voor de Heffingen der jaren 1795 en 1796, te verlengen, nog (leeds dezelfde zijn; daar de nood van het Land, gedurende den loop van dit jaar, wederom aanzienlijke opofferingen van de Ingezetenen vordert; welke omftandigheden, over het algemeen, eer ongunftiger dan gunftiger zijn geworden ; Dat tevens, door gepaste maatregulen, behoord gezorgd te worden, dat het Credit van de Beleeiïingbank bhjve bewaard, en dezelve tegen alle fchaade worde gewaarborgd, welke, uit de verminderde waarde der Panden, in der tijd zoude kunnen ontftaan; Befloten en verordend heeft: Foor eerst: Dat alle Beleeningen, geëmploijeerd voor de Geldheffingen, door het Provinciaal Beftuur van het voormalig Gewest Holland, in de Jaren 1795 en 1796 gedecreteerd, tegen den voortlopenden Intrest van 5 ten Honderd in het Jaar, zullen worden geprolongeerd tot den 31 December ] 801; met dien verftande, dat de eerfte helft van alle Bekeringen zal moeten worden afgelost met den 30 Junij, en de wederhelft met den 31 December van dat Jaar. Iii 3 Ten  C 4 4Ó" ) Ten tweeden;: Dat wanneer Commisfarisfen bevinden, dat eenig zoort van Effecten of Goederen, zo veel is gedaald, dat het beleende Effect niet meer waard mogt zijn, dan één en een halfmaal het beloop der genegotieerde Penningen: zijlieden de Verpanders zullen doen aanzeggen, om, binnen veertien dagen, een furplus, ter concurrentie der verminderde waarde, in Comptant-geld, of Beleenbank-gelJ, aftelosfen, waar voor echter, in dat geval, geen gedeelte der Beleende Effeéfen of Goederen zal gerefHtueerd worden; of wel hetzelfde furplus, in dezelfde, of andere folide Effecten, ten genoegen van Commisfarisfen te furneeren; zullende bij' gebrek aan het een en ander door hun worden geprocedeerd, even als bij de Publicatie van den 20 Februarij 1799 is bepaald omtrent de beleeningen voor de Heffing van den 30 November 1798. gedaan. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind., in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 10 Maij iSoo. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. HOETH, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was get.) C. G. H U L T M A N. P U-  C 447 ) PUBLICATIE TLTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , ffoei te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de "Staatsregeling bepaald, overwogen hebbende: Dat alle precautien in de Publicatien van den 13 Januarij en 11 Maart dezes Jaars, ter voorkoming van de verdere vi ripreiding der 'Runderziekte,, door het ophouden van deze plaage, overtollig zijn geworden, en het dus niet nodig is de Ingezetenen, .langer aan dien last te onderwerpen, het . welk niet anders kan gefchieden, dan met intrekking der gemelde Publicatien. Dat het cesferen van de Veeziekte, het flaaken van alle meiures ter wering van dezelve genomen, vorderd en voorfchrijft; .Dat zulks niet kan gefchieden, ten zij ook worde ingetrokken het 15 Articul van de Publicatie van den 26 December 1799, als zijnde dat Articul alleen toepasfelijk op de Ingezetenen van het Eiland Walcheren, in het voormalig Gewest Zeeland; Dat het des niettemin , onverhooptelijk zoude kunnen gebeuren, dat'er zich ergens in de Republiek, in 't vervolg de Veeziekte weder kwam te openbaaren, het dus noodzaakebjk is, dat de Publicatie van de 26 December 1799, uitgezonderd het voornoemde 15 Articul, in volle kracht en, vigeur blijve. Be-  ( 443 3 Befloten en verordend heeft: Van nu voortaan in te trekken en buiten effect, te ftellen de Publicatien van den 13 Januarij en 11 Maart laatstleden, opzichtelijk de preciutien en gevaaren omtrend de Veepest, doch echter met dien verftande, dat (het 15 Articul alleen uitgezonderd) in volle kracht en vigeur blijve, de Publicatievan den 26 December 1799, indien onverhooptelijk de Veeziekte zich ergens in het yervolg kwam te openbaaren. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort. Gedaan in den Haag3 den 26 Maij 1800, Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) A. G. B E S I E R, Vt. (Qnderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, ' (was getekend) C. G. H U L T M A N. P.U-  C 449 ) PUBLICATIE "Het Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vQorgefchreyen, overwogen hebbende: Dat de Haring, in de Zuider-Zee gevangen, niet zodanig kan worden behandeld, dat dezelve die iinaak kan hebben als de Noord-Zeefche Haring, en ook niet kan ingepakt of gepekeld worden zo zulks behoort te gefchieden; Dat de Zuidcr-Zeefché Haring aan Land gekaakt en gezouten wordt, en het, bij deskundigen, isbeweezen, dat dooide beweeging van het Schip in Zee de Haring als in haare pap wordt gaar gekookt; Dat geene Wetten exteeren voor de Visfchers van den zogenaamden Harderwijkfchen Haring, en dezelve door geene beëedigde Keurmeesteren (zo als omtrent den Haring, op de Noord-Zee gevangen, gefchiedt) gekeurd worden. Dat de meeste Haring op de Zuider-Zee in het Voorjaar wordt gevangen, en dus dezelve dan tot de minfte prijzen kan worden ingekogt, en die ten grootften nadeele van de Groote Visfcherij zal zijn; daar 'er geen gefchikter middel is uitte denken, om den Haring uit de Noord-Zee, die in 't begin van den teelt gevangen wordt, zo wel Binnen- als Buitenslands te declineeren. En dat, als de Zuider-Zeefche Haring als goedgekeurde Bataaffche Haring buitenslands word verzonden, en daar tegen geen Wetten te maken zijn, het geheele crediet van den Bataaffchen Haring zal verlooren gaan, door de minderequaliteit, en dus die gantfche Tak van de groote Commercie zich zoude kunnen verplaatzen. Befloten en verordend heeft: Kkk Dat  C 450 ) Dat geen vreemde Haring, in deze Republiek ingebragt, binnen dezelve zal mogen worden gehavend, gewasfchen, opgehoogt of overpakt; maar dat dezelve ongeroerd, wederom uit deze Republiek zal moeten worden uitgevoerd, in die zelve Fust, in welk zij alhier te Lande is aangebragc, op vdbeurte van den Haring, ten behoeve van de algemeene Armen, en eene boete van één honderd Guldens op .eder Ton, het zij klein of groot; alsmede, dat geene zogenaamde Panharing, op de Zuider-Zee, of elders, gevangen, zal mogen worden gekaakt of tot Pekel Haring, in Potten, Tonnen of ander Fust gelegd worden; al mede op verbeurte, van denzelven Haring, ten behoeve van de algemeene Armen daar de fraude of calange gefchied, tot zo lange het algemeen Plan van het Armbeftuur zal in werking gebragt zijn, welke boeten dan zullen komen ten profijte van de algemeene Armen der Bataaffche Republiek; en daar en boven eene boete van vijftig Guldens op ieder Ton, het zij klein of groot; welke boeten in beide gevallen zullen geappliceerd worden, één derde ten profijte van den Aanbrenger, één derde voor de algemeene Armen, en één derde voor den Bailliuw, Schout, of publieken Aanklager, of den geenen die de calange doen zal. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam , dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag , den 30 Maij i8oo. Het zesde Jaar der Bataafjche Vrijheid, (•was geparapheerd) B E S I E R, vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend') C G. HULTMAN. P U3  C 45i 3 PUBLICATIE TTet Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, Doet te weeten : Alzo volgens het 159. Art. der ade Afdeeling van den ^deti Titel der Acte van Staatsregeling, in dit Jaar, wederom twee Leden uit elk der refpective Departementale Beftuuren, aftreden, en door anderen, ieder tot den Ring, tot welken hij behoord, vervangen moeten worden; welke aftreding, door het Lot, bepaald zijnde, ftaat te gefchieden, wegens de onderfcheiden hier na te melden Ringen, welker Gronden Kiezers-Vergaderingen, dan ook, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, tot fuppletie der openvallende Phatzen. zullen moeten bijeenkomen; en alzo die bijëenkomften, als mede, volgens het i6afle Art. van den aangehaalden $dèn Titul voor de Grondvergaderingen, op den laatften Dingsdag der maand Junij moeten plaats hebben: ZO IS HET, Dat het Uitvoerend Bewind bij dezen oproept alle de Stemgerechtigde Burgeren, behoorende tot de navolgende Departements-Ringen, als: //; het Departement van de Eems, tot den ^den Ring, Hoofdplaats IMsward; en tot den 6den Ring, Hoofdplaats Mid- , delf urn. In het Departement van den Ouden-I"sj"el, tot den aden Ring, Hoofdplaats Asfen; en tot den %den Ring, Hoofdplaats den Har denherg. In het Departement van den Rhijn, tot den iften Ring, HoofdKkk 2 plaat*  C 45* } plaats Gorinchem;. en tot den éden Ring Hoofdplaats Doesburg. In het Departement van den Amftel, tot den m,den Ring» Hoofdplaats Amfterdam; en tot den 2den Ring, Hoofd* plaats Weesp. In het Departement van Texel, tot den aden Ring, Hoofdplaats Hoorn; en tot den <$den Ring, Hoofdplaats Alkmaar. In het Departement van de Delf, tot den $den Ring, Hoofdplaats Schiedam', en tot den tyïen Ring, Hoofdplaats Rotterdam. In het Departement van de D mmel, tot den aden Ring, Hoofdplaats Heus den; en tot den $den Ring, Hoofdplaats Helmond.. In het Departement van Schelde en Maas, tot den iften Ring, Hoofdplaats Middelburg; en tot den 2den Ring, Hoofdplaats Br iel l.e. ten einde op Dingsdag, die wezen zal den ziften der lopende maand, elk in de Grondvergadering tot welke hij behoord, op te komen, om de, ten dezen benodigde verkiezingen van één Perfoon tot Lid van het Departementaal Beftuur, benevens éénen Kiezer en deszelfs Plaatsvervanger, te doen; met herinnering aan de aldus benoemde Kiezers, dat zij, den tweeden dag daarna, ter Rings-Vergaderingen, in de daartoe beftemde Hoofdplaatzen, tot het verkiezen, in elke derzelve, van één Lid tot het Departementaal Beftuur > voor hunnen Ring, moeten vergaderen. wor-  ( 453 ) Wordende voorts ieder aangemaand en opgewekt tot het ftiptelijk in acht nemen van het geen verder, ten dien opzichte, bij het 160 en volgende Artikelen der gemelde. Acte van Staatsregeling, en het Voorfchnft voor de Grond-, District- en Rings-Vergaderingen, vervat in de Publicatie van den 8 Maij 1800, is bepaald en bevolen, en wijders tot eene rustige en ordentelijke betrachting van al het geen de voorfchreeve aangelegen verrichtingen vereisfehen. Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 3 Junij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd). B E S I E R, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve,. (was getekend) C. G, HULTMAN. Kkk.5 P U-  C 454 ) PUBLICATIE TUTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreven overwogen hebbendé: Dat bij het %fte Articul der Publicatie van het voormalig Provinciaal Beftuur van Friesland, van den elften Junij 1797 is bepaald, tot welken prijs de onderfcheidene, daar in gemelde Botervaten, door de Kuipers in dat voormalig Gewest zouden moeten worden gemaakt; Dat dezelve Kuipers mede door de bepalingen, vervat in eenige andere Articulen van die Publicatie, in verfcheidene opzichten omtrent de qualiteit en bewerking van het Hout tot de Botervaten zijn geborneerd, op eene wijze, waar van niet behoort te worden afgegaan. Dat echter, de hooggaande duurte der Houtwaren hen buiten mooglijkheid fielt van zich thans naar die nodige bepalingen te gedragen, zonder eenige verhoging van den invoegen voorfchreven aan hun toegevoegden maakloon te genieten: Befloten en verordend heeft: Dat Provifioneel en tot nadere dispofitie, met alteratie in zo verre van het voorfz. Zfie Articul der Publicatie van het voormalig Provinciaal Beftuur van Friesland, van den 23 Junij 1797, de Kuipers in dat voormalig Gewest zullen gepieten voor een Vierendtels Ton, agt en twintig Stuivers. — voo?  C 455 ) voor een zogenaamd Kinnetje zestim Stuivers. —-■ en voor een half Kinnetje tien Stuivers. — blijvende het overige gedeelte van dit Articul, en van de geheele ten dezen gecon* cerneerde Publicatie, in kragt en vigeur. Diensvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deze in het voormalig Gewest Friesland zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 6 Junij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. B E S I E R, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, C. G. HULTMAN.  C 455 ) NOTIFICATIE Oet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgers, en Ingezetenen in dit Departement, Heil en Broederfchap! Alzo het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek heeft goedgevonden, om deszelfs Beiluiten van den iaden September, $deh November, enaoften dier maand, alle laatstleden, voor zoo verre zulks het geven van verloven aan geënregistreerde of Gewapende Burgers betreft, wederom in te trekken en te ftellen buiten effect, en daardoor in zoo verre zijn komen te vervallen Onze Notificatien van den wdca en 3 ijlen December 1799: ZO IS HET, dat Wij daar van aan een ieder, wien zulks mogte aangaan, bij dezen kennis geven, en tevens de zodanige, welke in de Termen van de registratie tot de Burgerwapening vallen, het zij zij gewapend zijn, dan niet, aanmanen, om, zo wanneer zij zich bij hun Gemeente Beftuur vervoegen ter bekoming van een Certificaat, om een buitenlandsch Paspoort te verkrijgen , aan hetzelve te vertoonen een geblijk van hunne ënregistratie of organifatie; aangezien bij gebreeke dies, geene Certificaten ter bekoming van buitenlandfche Paspoorten door de Gemeente- Beftuuren zullen worden afgegeven, endoor Ons geene Paspoorten verleend, ten zij in de Certificaten melding zal zijn gemaakt van het vertonen van zodanig geblijk, voor zo verrede verzoekers in de Termen van de registratie vallen. En op dat zuiks kome ter kennis van een ieder, voor zoo verre hem dit aangaat, zal deze alomme in dit Departement worden Gepubliceerd, en Geaffigeerd ter plaatze alwaar men.gewoon is'zulks te doen. Aldus Gedaan in het Lands huis binnen Leeuwarden Maan-' dijden oden Junij 1800. Het zesde jaar der Bataaffche Vrijheid. T. FEENSTRA, Vt. Ter Ordonn. van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A. PU-  C 457 ) PUBLICATIE jCJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Re- publiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatiregeling voorgelchreven overwogen hebbende: Dat het 5Je Articul derzelve Staatsregeling gebiedt, dat elke Ring in verfchillende Gemeenten moet worden verdeeld, eh het 7de Articul daaromtrent nader aan het Vertegenwoordigend Lichaam, het regelen der bijzondere bepalingen van de verfchillende Departementen en Ringen overlaat; Befloteu en verordend heeft, vast te ftellen de navolgende VERDEEL ING van de Departementen en Ringen der Bataaffche Republiek in Geme;-!,-.. Het DEPARTEMENT van de EEMS. 1 Ring. Grondv. Grondt, Schiermonnikoog (Eiland) 1 Niawier en Nijkerk , 1 Hoofdpl. Schiermonnik. a Psefens . 1 Ameland (Eiland) . . 6 LioesfenseniMorra . j Hoofdpl. Ballum 6 Aalfum en Wetfens .1 r- 1 «• ^n--i j> , Hoofdpl. Metjelamer 9 Ter Schelling (Eiland) . 4 „ f/. Hoofdpl. Oosier-Schelt. 4 Dockum Hoofdpl. . 5 Anjum" . . 2 Tot Dockum behooren mede de Engwierum . . 1 Huizen aan de Zuidkant van Ee en Jouswier . 1 Dockum ftaande-, bevattende 7 Oostrum en Metfelawier 1 «8 Huisgezinnen welke bij Lil *  ( 458 > GrnndvA Grondy» deOrondvergaderingyan Dam- Ferwerd . . 2 woude bekoord hebben. . Marrum en Nijkerk . 2 Hohverd . ' 2 Ballum . . 3 Betterwerd, Bornw. enHiaure 1 Hoofdpl. Ferwerd 9 Foudgum, Raard, Brandgum Finkum en Hijum . 1 en Waaxens . 1 Stiens £ HantumenHantum.Uitbuuren 1 Curnjum en Britfum ; . 1 Ternaard . ; 1 Jelfum, Lekkum en Miedum 1 Wierum . • 1 Jdjumenz. is uk de 2. Ring. Nes ... 1 Wanswerd en Jeslum . 1 Hoofdpl. Holwerd 3 Hoofdpl. Stiens 6 Driefum , 1 Vrouwen Parochie . 2 . Wouterswoude en Zwaag West- Sl Amm pa'rochié 1 3 einde . . 1 S£ Jacobi Parochie en Oude- Damwoude . . 1 Biltzijl . . . 3 Sijbrandahuizen en Murmerwou- Hoofdpl. Si. Anna Parochie 3. de . 1 Ackerwoude . ï R. Veenwouden 1 0 Rinsmageest . . 1 . Hoofdpl. Rinsmageest 7 Mmnertfcha . . * Birdaard . . 1 Minnertfcha behoort tot de 1. OudkerkenWijns . 1 , Oenkerk en Roodkerk . 1 I 'Izummarurr1, Firdgum en t Giekerk en Rieperkerk. 1 Cloëster Lrdlum . 2 Hardfcgarijp . . 1 Oosterbierum . . 1 Hat•dezorijp behoord ut de 4 Sexbierum • * • 1 •fl/L Pietersbierum en Wijnardum ï Hoofdpl.' Oudkerk 5 Hoofdpl. Sexbierum 6 BK:a . \ .1 Midlum en Herbajum . 1 Genum, Hogebeintum Reitfum, Hitzum en Achlum .. 1 Ligtaard en Tanum . 1 Tzum • - .* I Jaaum behoord tot de Grond- Swems, Schalfum en Peins- 1 vergadering ian Birdaard Ried,. Boer en Dongjum ^  C 459 ) Grondv. Grondv. Edens, Spannum, Welsrijp en j Rauwert en Deerfum . r Bajum ■ . . i Poppingawier, Terzooi en Üj- Waaxens, Cubaart en Wom- i brandabuuren . i mels . . . i Bozum,Britswerden Wieuwerdt Deeze en volgende behooren j Wieuwert bekoord tot de tot de 3. Ring. Grondvergadering van OosOosterënd en Hijdaart , 1' terwierum. Hoofdpl. Tzum % jYtens, Lutkcvvierum en Hen- Franeker Hoofdpl . 8 imrd . . . r Leeuwarden//^/. . 3I Oosterlittens en Baard . x _ _ / r 9 Hoofdpl. Bozum 5 Tot Leeuwarden behooren me- „ • de de Schrans en andere bij gele- , *r &lng* gen Huizen 3 welke te voorenon- Harlingen . . \$ der het Dorp Huizum hebben be- Almenum . . 1 koord. Hoofdpl. Harlingen 16 Dronrijp en Schingen . B Zmlch, Kornwerd, Wons cn Winfum, Huins en Lijons 1 TUE"gwler • • 1 Menaldum, Slappeterp en 't Mackum . . 4 Clooster Anjum . 2 Jdfegahuifen , Piaara , Gaast Berlicum en Wier . 2 en Ferwoude . 1 Berhcum en Wier behooren Exmorra, Alljngawier en Par- tnt de 1 Ring. rega • . I Englum en Beetgum . 1 Mackum Hoofdpl. ■ . 7 Hoofdpl. Dronrijp 8 Bolsward Hoofdpl. . 6 Huizum ... 1 Kimswerd . 1 Goutum, Wirdum, Hempens, Arum j Teerns en Swichem . 2 pinmum t Roordahuizum en Friens 1 Wiunaarfum " 1 OosterwMantgumenSchillaardi Schettens Schraard, Longer- Jorwert en Hijlaard . 1 houw en Higtum . 1 Weidum, Beers en Jellum 1 Ug0 Clooster, Olde Clooster, Demum, Boxum en Blesfura 1 Hartwerd, Burgwerd en Lol- Marsfum . . . ï H jum b r Hoofdpl. Weidum 9 Hoofdpl. Witmaarfum 6 LH 2 Tiras,  C 460 ) Grondv. 1 Grondv. Tirns, Ysbregtum en'Oosthem 1 > Eestrum en'c Witveen vanOosNieuwlaud, Folsgara en ïjal- termeer 1 : huijfen • • 1 Hoofdpl. Bargum 7 Abbega, Wolfum enWesthem 1 Nijega en Smallinger-Opeinde 1 Scharnegoutum, Goijenga, en Oudega . . ' . 1 - Loijenga . . 1 Noorderdragten . . 4 Hieslum, Greonterp, Dedgum Zuiderdragten . . a en Tjerkwerd . . . 1 Hoofdpl. D ragt en 8 Hoofdpl. Nieuwland 5 Bornbergum en Cortehemmen 1 jYlst . . " Beest en Beesterzwaag . 1 Qudega* Idzega, Gaastmeer, Ureterp, Siegerswolde en 01- Sandvirde en Nieuwhuizen 1 tei'terp ... 3 Gauw, Ofringawier, Oppen- • Hoofdpl. Beesterzwaag 5 huilen en Uitwehingerga 1 Surhuisterveen . . a Jutriip, Hommerts en Heeg 2 Surhuizum en Stroobosch 1 Hoofdpl. 'ïlst . - 6 Drogeham . . 1 Snoekt . .0 ^«1- \ '. \ Workum Hoofdpl. . 6 Buitenpost en Lutjepost 1 Hindelopen Hoofdpl. 3 1 Iarkema Opeinde en Ilottevalle 1 Stavoren . . 2 Augustinuga en Gerkes Kloos- Molquerum en Coudum .2 ^,.J •.. • 1 Hoofdpl. Stavoren . 4 Hoofdpl. Jugusttnusga 9 Collumerzwaag . . 1 . 4. Rtngi Oudwoude en Colluraer Cluft 1 Irnfum . . 1 Westergeest . . 1 Grouw, Idaard en Aegum 3 Collum a Wartena'en Warstiens . 1 Augsbuurt, Collumer UitdijkWarrcga . . 1 lter Cluft en Torpma Cluft 1 Hoofidpl. Grouw . 6. Burum en Munnikezijl . a Tietjefk eh Suawoude . 1 Hoofdpl. Collum . 8 Bergum . • 2 Noordwijk en Marum . ' 1 Suameer . 1 Niebert en Nuis . 1 Garijp en Eernewoude 1 Grootegaast . . 1 Oostermeer . - 1' Oldekerk, Niekerk en Faan 1 Si-  C 461 ) Grondv. Grondv. Sibaldeburen cn Lucaswolde 1 Eelderwolde , Pateiwolde en Doefum en Opeinde . 1 Eelde . 2 Hoofdpl. Grootegaast 6 Matfloot,Sandeb. enRhodeiw. 1 Visvliet en Pieterzijl . 1 Deeze behoren tot ae 4. Ring» De drie Waarden en Commerzijl 1 Hoofdpl. Reize 5 Lutkegast . . 1 Helpen . . 1 Grijpskerk en Westerhorn 1 Haren . . 2 Niezijl ... 1 Noordlarcn en Cropswolde 2 Hoofdpl. Grijpskerk 5 Hoofdpl. Haren 5 Tolbcit . 1 Groningen Hoofdpl. . 48 Lettelbcrr, Oostwolde en Midw. 1 Souweit cn Wetzing 1 De Leek ... 2 Noordwolde, Adorp en HarsNijtap, Lutkewoldc, Foxwol- fens 1 de, Zulte en ter Heil 1 Zuidwolde ■ . 1 Deeze behoren tot de 5, Ring. I Middefberj: en Noorddijk 1 Hoofdpl. De Leek 5 Engelbert en Westerbrcek 1 Noordhorn . . ij Hoofdpl. Zuidwolde 5 Niehove . . 1 Harkftede en Scharnier 1 Oldehove , . . \ yt Hoge Zand . 3 Saaxum en Feerwcrt . 1! Windeweer en Lula . 2 Efinga . . . i! HcofdpL 't Hooge Zand. 6 Hoofdpl. Oldehove 5 j ^ £>/jrr Zuidhorn . . 1 TT . . ' f lj' Oosturn, Franfura enden Ham 1 f^rrhuizcn, Vierhuizen en de Aduart en Leege Meedeu' i f ZoutkamP • • » Wierum, Dorquert cn Hooge- ^Jrum • • ï mdcAnn T Leens . . 1 Garnwerc . . 1 ^ ekerk en Vlodorp . 1 Hoogkerk en Leegkerk 1 ™e cn ZuiirdlJk • * Deeze behooren tot de 5 Ring. «oosterburen 1 Hoofdpl. Aduart 6 wHo?tH.P1- Le™ ? „ Pieteibuiren en Wiei huizen 1 5- Rwj*. Eemum en Saaxumhuizen 2 Rhoden , Lijveren en Stecnbar- Westernieland en den Andel 1 ge .1 Warffum en de Breede a Peijze . . 1 j Hoofdpl. Eenrum. 6 Lil 3 . Een-  ( 46*2 ) Grondv. Grondv. M^^rrMiuagenMaar- GocUinfe en Losdorp ' ~. i h iypn . 1 Bierum en Leermens . i Rasquerl Tienalling. en Ra- Holwierda en Crewert > . i Kasqueru, x o ^ Oosterwrjtwert en Uitwierda i ^ "um i Tuckwert, Tjamsweer, Sol- g*?® * i v wert en Marsfum . i en Bellingeweer i I Hoofdpl. G0« . 6 Hoofdpl. <5 I Appmgedam . . ; 3 Ond^erum, Menkeweer, I Delfzijl en Farmfum . 3 Bedum en Westerdijkshorn i Veendgc en Ween, Oostwold fSeen Westerwijtwert i en Wagenborgen Middeltom . • 1 Siddeburen . . . I 61 Solde \ : * te^KS^4 i OpS, Weiwert en Meetii 3 huizen . - 1 Zandeweer en 01den'4 i | Hoofdpl. Siddeburen . 6 ' Hoofdpl. £/^"«« "8 Termunten . . i K 5Ln,i • 2 Borgsweer, LaUeweer, en 'imÏÏUzor' Starünghuizer» I Woldendorp . i ^GaShuizen * i ; Midwolderhamnk . . „t u^ki-n i . Scheemderhamrik i i poster Emoden . J ! ^ ^ ^ # f Lopperfum ' • 2 ! Hoofdpl. Midmlderhamrik 6 Enurn en Wirdum • „ 1 7- ^«S- Hoofdpl. Zeerijp . 3 - _ . i Stedum . * _ I Saomeer en Kleinemeer . 4 Lellens en Wittewierum i . * f^pi. S opmeer . 5 Thefmge en Ten Boer . i „ . k . a Garmenvolde, Heidenfchap en .^*« • • St. Annen • • 1 ^nordbroek • ' 3 Wolterfum en Garrelsweer i (W° , ^tffo-of* 7 Hoofdpl. Ten Boer . 5 ri0ÜIUl  ( 46-3 ) Grondv. Grondt. . Veendam Hoofdpl. . « Winfchooten . 4 Wildervank Hoofdpl. 5 Bèèrta . . 2 Oude en Nieuwe Pekel-A .12 WTf f ^ \ * Hoofdpl. Ouae Rekel. J 12 T ^J^J^fcAootth 7 Oostwold . . 1 Langakkerfchans . 1 Midwoide . . 2 ^«gcwolde . 3 Finferwold . . B i°S f; Li> ' a Beerfterhamrik . 2 J^^^fSST^ » Hoofdpl. ^/«tó . 7 Wedde en Vnefchelo . i Scheemda . .2 Onsmcdd, , VLgtweade en Eexta 1 Boertange . . S Meeden * . 2 Se]lülê'e en tel' APel * 1 Hoofdpl. Scheemda ' . 5 HoofdPL • 5 Naamen en getal van de GEMEENTEN, en van derzelvet Grondvergaderingen in het Departement van de EEMS. 1. Ring. Tranfport ot Grondv. Grondv. Schiermonnikoog . aj Leeuwarden - 31 Ballum . . 6 Dronrijp . . 3 Ooster-Schelling . 4 Weidum . . 9 Metfelawier . . 9 Bozum. . « 5 Dockum 5 o /kW Holwerd . . 8 TT ... * • , Rinsmageest . . 7 Harlingen . . 16 Oudkerk . . 5 Mackum . . 7 Ferwerd . . 9 J£h\nrd . . J Stiens 6 Witmaaifum . . 6 St. Anna Parochie ". egieuwland . . 5 Yist . . . 6 z.Rwg. Sneek m . j0 Sexbierum . . 6 \y0rkum « » 6 Tzum 8 Franeker . . 8 , Tranfporteere 206 Tranfporteere 91 Grendy*.  C 4^4 ) Grondv. Grond i. Tranfport 206 Tranfpott 359 Hindelopen . . 3 f enrum . . o Stavoren . . . 4 Wmfom . . ö r,. Middelftum • • 0 4- Uithuizen . • 0 Grouw • • 6 Zeerijp . 8 Bergum . • 7 Xen Boer . • 5 Dragten . • ° Godlinfe . • | Beesterzwaag • 5 Appingadatn . • ^ Augustiuusga . 9 Siddebuiren • • 6 Collum . ' • ° Midwolderhamrik ... 6 Grootegast . : * Grijpskerk 5 7. Ring. ■ De Leek . | Sapmeer . • 5 Oldehove . r- 5 Zuidbroek . . 7 Aduart . • • Veenciam . • 11 5. Ri"g' Wildervank . • 5 Peize . .«> Oude Pekel A . ia Haren • • | Finferwold • • 7 Groningen • • 4» Scheemda - 5 Zuidwolde . • 5 winfchóoten . • 7 'tHogezand • • 0 Bellingewolde • 6 6. &»g. Vlagtwedde . • S XjCcüs • * " ^ - Tranfportere'3l9~ 65 Gemeentens, Grondv. 492 HET  ( 4«5 ) Het DEPARTEMENT van den OUDENTSSEL, Grondv. r> j i. Rtng. Ter Home, Ter Caple en Ak- Warns en Scharl . i marijp . § T Hemelum, Oudega, Nijega, Oldeboorn . 2 Elahuifen en Colderswolde i Ackrum, Nes en Haskerdijken 2 Balk en Wijkei . 2 Haskerdijken behoord tot ds Sondel, Nieuwe Mirden en GrandvergaderingvunNeijehaski. Oude Mirden . .1 Hoofdpl. Oldeboorn 5 Harig, Mirns, Bakhuizen en Heerenveen en 't Meer . 3 Ruighuizen . 1 St. Jansga . . ' \ Hoofdpl. Balk 6 Delftrahuifen, Rostergaast Lemmer, Vollega en Eesterga 4 Rottum en Nijefchoot . '1 Oosterzee en Echten . 1 Oldefchoot en Kadijk . ' 1 Hoofdpl. Lemmer 5 Beneden Knijpe . * i Woudsend, Ype Colsga en In- Boven Knijpe , t dijk . . 2 Nieuwehorne en Mildam . 1 Slooten . . i Hoofdpl. Heerenveen "9 Legemeer en Heide onder St Nijehaske . . x Nicolaasga, St. Nicolaasga, Terbandfterfchans, Terband en Tjerk-gaast, Idskenhuifen en Lunjebert , r Donjaga . . 1 „ Tjalbert en Gerfloot' . % Legemeer en Heide onder St. Luxwold en Langezwagen 1 "Nicolaasga. behooren tot de Hoofdpl. Terband 5 Grondvergader. van Goingarijp. Cortezwagen . 2 Hoofdpl- Slooten 4 Gorredijk . ■ % Ter Oele, Dijken, Langweer Lippenhuizen . " % en Boornswaag . 1 Ter Wispel en Hemrik . t Joure, Westermeer en Snik- Wijnjeterp . . 1 zwaag . . 4 Duurswolde . , x Goingarijp, Broek, Oosterhau- Hoofdpl. Gorredijk 8 le, Nijega en OldeOuwer 1 Donkerbroek en Langendijk 1 Haskerhorne en Oude Haske 2 Hornfterzwaag, Jnbbegaen on- Rosterhaule en Rohel . 1 f derhorige Compagnie 1 HoofdpL Joure 9 ' Schurega, Oudehgrne en onder- M mm ho-  Grondv. Grondv. horige Compagnie . i Fr£ 6* SfP^erda . 1 Asfen' Wltten en Ped°° 1 lSk en Pep'erga . i Anlo, Anderen, Eext, EexterIdrerfenzeel Sa, Munni- terveen Armen en Anner- Vke!H*TSjncen01d: &£8RSg^ OtdSW, Somrega en Nu. e, Bonn™^0f x TerTfert, Oldêholtwolde en Gasfeldennjveen • . . i Nijeholtwolde . j Gasfelte en Boer veen. . i Wolvega, OldeholtpadeenNi- ^""5*" ' 1 ieholroade . 2 Ees, Wesdorp, Drouwen en ]C Ö. Wolvega. 7 ; Bwner Moeras . x „. Odoorn, Valte en Exlo i 2- -R«g , Hoofdpl, &rgö-. 5 Haule en Fogtelo . i Emmen, Zuidbergen, Noord- Oosterwolde en Appelfcha i bergen, Angelfloe, WesteHogerimilde . • ? nescb en Weerdinge . s Hijkerfmilde * * Rofevvinkel . i Cloosterveen . . i Noordfleen, Zmdfleen y Erm - Hoofdol. Hijkerfmilde 5. Hooi eh de Haar . 2 Norg, Peest, Zuitvelde , Wester- . Hoofdpl. Emmen. 5 velde, Veenhuizenen Lange- Zweelo, Bunneveld, Aalden, lo . it Meppen en Wezap . x Vries en Rhee, Seijen en Ter- Westerborg,. Baalinge, OrvelAard, Zeegfe Oude Molen, te, Oorfmge, Bruntinge en Taarlo en Tijnaarlo, Yde en Elp . . . 2 de Punt, Bunne en Winde, Beilen , Holte, Alting , Cla.en Donderen • . 2 tring, Eurfting, Lieving, 2uidlaaren, MidlaarenenZuid- l Makken en ter Horst, Dnj- ber  ( 4«7 ) Grondv, Grondt* ber, Spier, Wijfter, Brun- Oosterhesfetc, Gees en Zwin- fting, Hijken, Halen en Zwig- deren i o-elt ... 3 OosterkesJete enz. behoort tot • Ö Hoofdpl. Westerborg 6 de a. Ring. Hoogeveen en Pesferveld 9 Hoofdpl. Baaien. 4 Hoofdpl. Hoogeveen 9 Zuïdwolde . . z Lhee en Lheebroek, Pesfe, Ech- De Wijk, Stapel, Schiphorst cn tenenAnfen . . 2 Broekhuizen . . * Ruinen . 1 Voorde Brug, Veldhock, Oos- Ruinerwold . 2 terhuis, ten Kate, Ten Hui- Coekange, Weerwüen Oshaar 1 zen » Ten Oever, Wester- Dwinglo . . 1 huis, Pastorij en Vicanj e Hoofdpl. Ruinen! 7 Yhorst . . 1 Diever, OudeDiever, Wateren Hoofdpl. De IFyk. 6 Wittelte, Wapfe, Leggelo en Staphorst, Olde Staphorst, Ha- Eemfter . . '' fl niinge, Hesfelinge, en Roo- Wapfterveen . - . j veen . . 4 Vledder en Westerbeekfloot, Oudtieufen , Nieuvvleufen en Nijenücek en Dolderfum 1 den Hulst • • 1 Hoofdpl. Diever. 4 Hoofdpl. Rooveen. 5 Meppel, Oosterboer en Dink- Zwartfluis, Buitenhuis en For- fteede ... 7 trcs- • ' • 8 Hoofdpl. Meppel. 7 Nieuwefluis . . 1 H?velte 1 Nteuwejluis behoort tot de 4. Legevcld en Uffelte " . 1 ■ INijveen . 1 Hoofdpl. Zwartfluis. 4 Colderveen, Bovenboer, De ^as^eJt ' , * • a Dijk , De Kolk en aan den Haslelei C?fi^ 1 Zomerdijk . 1 Hoofdpl. Hasfelt. 3 Hoofdpl. Ni/veen. 4 Ommen . 1 r, ^ Bestmen, Tunne, Beerfe en 3- Rt»S- Stegteren . . 1 Coeverden Hoofdpl. 3 Geètmen, Vilsteren en Varfen 1 Schoonebeek . : , Archcm en Lemele . 1 Daahn, Dalerveen, Wagtum Aden, Eerde en Zeeze . 1 en Vecnhuizen . 2 Hoofdpl. Ommen. 5 . Mmm 2 Nuet-  C 4<5S ) Grondv. Grondv. Noetfel, Eelen enRhaan i Blokzijl . . 3 Den Ham . I Blankenham en Ysfeïham i Magelde en Linde , i Carfpel Cüinre . i Meer en Noordmeer • . i Hoofdpl. Blokzijl. 5 Egede en Marle . • 1 Steenwijk Hoofdpl. 4 Daarle en Hullen . 1 Steenwijkerwolde , Efe en Hoofdpl. Den Ham. 6 Scheerwolde . 2 Dalffen,Oosterdalff.en Welfem2 Ysveen, Kallenkote, Onna en Ankum en de Vos en Garner 1 Verlaat . . I Hesfen, Regteren en Milgen 1 Zuidveen , . t Lenthe . . a Oldemark . j Emmen en Marshoek . 1 Callemburg en Paaslo 1 Hoofdpl. Dalffen. 7 Hoofdpl. Steenwijkerwolde 6 Hardenberg en Bïugt . a Schout Ampt Giethoorn, Mug- Gramsbergen,denVeldeenRa- genbeeth en Haare . 3 derwijk . . 1 Wanneperveenen Dinxterveen 3 Bergentheim , Sipculo, Diffe- Hoofdpl Giethoorn 6 len en Reeze . 1 Vollenhoven . . a Heemfe en Collendoorn 1 Barsbeek . . x Lutten, Ennevelde en Aane 1 Leeuwte, Cuinderdijk en Baarlo 1 Holthone, Holriieeme, Loofen Hoofdpl. Vollenhoven. 4 en Baaider . . 1 Genemuiden en Schout Ampt 2 Hoofdpl. Hardenb.erg. 7 Schout-Ampt Ysfelmuiden en Almelo en Gerichte Hoofdpl. q s Grafhorst . 3 Vriefeveen Hofelpl. 4 "s Heerenbroek, Mastenbroek, Geesteren . 1. Vicaten, Wilfum.en Schout- Tubbergen . 1 Ampt . a Buurfchap Tubbergen 1 Hoofdpl. Genemuiden 7 Vasfe en Mauderen . 1 Zwolle. Hoofdpl. 24 Albergen . . 2 Windesheim, Zuithem, Itter- Fleringen . . 1 Cum en Zalne . 1 Albergen en Fleringen behoo- Harkulo, Schelle, Olden. Spool- rem tot de 6. Ring. - de, Voorst en Westenholte 1 Hoofdpl. Tubbergen 7 Herfte, Wijthem,Genne,Hol- 4. Ring. te en Overwater . 1 ■c -L- ,/riM7 sj.i Haarst, Langenholte, Berkum Ens enEmmel.(Eil.) Hoofdpl. 2, & ' ca  C 469 ) Grondv. Grondvl en Roeteveen 2 Nunfpeet ; 2 Hoofdpl. Windesheim 5 Hoofdpl. Ermeh. 9 Wijfie, Herxen, en Wengelo 2 Nijkerk Hoofdpl. 10 Wengelo behoord tot de 7. Ring j . .6. ü/»g. Grondvergadering van Raalte. 1 Haxbergen, Blankenberg en HoWegterholt en Hengevelde 1! nesch . . 3 Deeze behooren tot de 7. Ring. i Brammelo en Langelo - . r Tongeren . . 1 Holthuizen . • 1 Hoofdpl. /Fü)/;<3 4 Buurfe . . 1 g ü/flo- Hoofdpl. Haxbergen. 6 Canipen & g£g£ Hoo^L * . Hattum . . 4 Yfdoo ' » ' I 7alk • I j-iciuu . 2 Hoofdpl*. Hattum 5 *■ * * ' < 1 „ , * , Hoofdpl. Esmarkte 6 "ee[Le . ' ï Dricne • . . 1 ' ^Marle behoord tot/e 4. fff f (DorP en Markte) 2 Grondvergadering van Wijhe. nasielo . . 1 Hoofdpl. tóf. 6 Lonn^ , r . * Elburg. fl^M 4 n Hoofdpl 2W«r. 6 'Old 1 o lc • :w Rectum en Haarle 1 Doornfpijk en Oosterw'olde 4 TGr°ot en klèin ASela 1 Zuideinde, Noordeinde de Zand- i:atteroP • * weg en Camperveen 1 £ S f , , Vr 1 Hoofdpl. Oldebroek. 8 Brekkelenkamp ,en Nutter 1 v r a Hefmge en oude Cortmarfum I Welfum * " . I Weerfelo en Stift . 1 Welfumbeho'ordtotde7.Ring.^ Hoofdpl. Re&um 7 Nijbroek .. . ïOldenzaal . 4 Vaarsfen * 2 Berghuizen . i Qene j Hoofdpl. Oldenzaal 5 Hoófdpl. Epe. 9 Ooönarfum . 2 Harderwijk /foj^l 7 Moord tot de 3. Putten . . . 5 ~ *iaS' Ermelo . . c Denekamp , g l Mrnm 3 . ^ JBtur*  i 470 ) Grondv. &rondv' Buurfchap Denekamp 1 Neerdorp . 1 Nfiordeunnffe • 1 Look en Borkel . 1 Sdpl. Qotmarfum. 5 Reufenberg en Langeftraat 1 ImteTMarkO • • s Esperlo, Bathmen en Loo 1 Lutte (Maikt; ^ 5 Ho^pK w 9 Kleine Dreine en Rosfum 1 pist en üverweetering 1 Hoofdpl. Lutte. ê Héngforden eo Middele 1 Duider . • 2 °mVt?W^ni Lexmond - 4 Everdingen - - 3 Ar™ " " *? Viancn - - 4 APPeldo°rn " 8 Barneveld 9 .2. Twello - 9 Thiel » - 6 Rheden 8 Cuijlenburg - 6. Brammen - 4 Buuren - - 3 Ede - - 10 Zoelmond - 1 3 Rencum - 3 Beest - - 4 6. Ring. Maurik " l Doesburg - - 4 Resteren - - o Drempt . 5 Tuijl - 0 Latilum .- _ 6 Ophemert - - 6 Deutichem . 3 Heteren - ö Zelhem 4 Ekt , ? Hummel - 5 Pannerden . ^ 2 ,g Heerenberg . & ? 3- ^>'g. Genderingen - 7 Uft-ccht ^5 Ter Borch 8 Houten - ^ Winterswijk - 11 a Rinz. Aalten " * 7 4' A * Dinxperlo - 4 Amersfoort - f| Rj. Baren 7 ' 0 d'Haar. ' - 6 Zutphen - - j£ Tranfporteere 237 Tranfporteere 43a Nnrj 3 Go»*  C 478 ) Grondv. Grondv. Tranfport 432 Tranfport 454 Gorfel - 5 Borculo * 3 Warnsfeld - - 4 Vorden - - 9 Steenderen - , 5 Eijbergen - - J Lochem - - 3 Grol - - ó Laar . _ 5 Ligtenvoorden - ^5 Tranfporteere 454 60 Gemeentens, Grondv. 490 Het DEPARTEMENT van den AMSTEL. k Grondv. i Grondv. Slooten, Sloterdijk, Osdorpen Kudelftaart en Aalsmeer 4 de vrije Geer - 5 Kalslagen en Vriefekoop ? 1 Hoofdpl. Slooten 5 Leimuiden - $ 1 n j v fjni Zo verre deeze drie plaatzen Amfterdam Hoofdpl. 433 onder fa Departement van den Muilen a Amfiel behooren, waar van de Weesper Carfpelen Bijlmermeer 2 D t ds fcfoialng maakt. Hoofdpl. Muiden 4 Hoodfpl. Aalsmeer 6 Weesp Hoofdpl. - 6 Diemen - - 2 Onderkerk - - 3 Watergraafsmeer - 2 OudeikeiK _ j* Hoofdpl. Diemcrbrug 4 Hoofdpl. Ouderkerk 5 Amftelveen, Rietwijk en Riet- Thamen en Uithoorn - 3 ™jker?f'd „ . " ., " ,,10 Het Districl Blokland behoort Rtetwijk en Rietw ijker oord be- m het Departement Texel 7. horen tot de Grondvergadering Ring Uj Nieuwveen. van Aalsmeer en Kudelftaart. ë Hoofdpl. Thamen 3 Hoofdpl. Amftelveen 10 Naamen en getal van de GEMEENTEN, en van derzeiver Grondvergaderingen in het Departement van den AMSTEL. Grondv. Tranfport 5 01 " k Grondv. Slooten - 5 Amfterdam - 433 Tranfporteere 5 Tranfporteere 43^  C 47? } Grondv \ Grondv. Tranfport 438 ; Tïuiifport 456 Muiden - - 4 j Aalsmeer - - 6 Weesp - - 6 j Diemérbrug - 4 Ouderkerk - 5 Amftelveen - - 10 Thamen - - 3 ; Tranfporteere 456! 9 Gemeenten, Grondv. 476 Het DEPARTEMENT van TEXEL. i Ring. Grondv. Grondv. I Barfmgerhorn - 1 Vlieland (Eiland,) - 1 j.Colhorn - - 1 Hoofdpl. Vlieland 1 I Hoofdpl. Schagen 5 Texel (Eflandj - - 10! 0ude NicdorP - - 1 Hoofdpl. den Burg. 10 Nieuwe Niedorp - 1 . /-T7M Winkel - - 1 W™^(S z-> 3 Hoofdpl. iW*AWp. 3 Hoofdpl. Hijpohtus-hoef 3 Hoogwoud - 1 de Helder - - 3 Aarswoud - - 1 Huisduinen - • 1 Opdam - - 1 Hoofdpl. de Helder. 4 Hensbroek - - 1 de Zijpe - - 5 Spanbroek - - 1 Wieringerwaard - 1 Opmeer en Veenhuijzen 1 Calandsoog, Petten en Haze- Hoofdpl. Spanbroek. 6 polder - -. 1 Abbekerk en Lambertshaag 1 Hoofdpl. de Zijpe. 7 Twisk - \ Haringearfpel, Valkoog, Krab- Benningbroek en Sijbe-Cailpel 1 bendató en Dirkshorn 2 Opperdoes - - 1 WarmenhuijzenenSchoorldam 1 Oostwoud en Midwoud x Sckaorldam behoord tot de Hoofdpl. Abbekerk. 5 Grondvergadering van Schoorl Wognum en Watweijde 1 enz. in de 3. Ring. Watweijde behoord tot de St Maarten en Eenigenburg 1 Grondvergadering van Hem- Hoofdpl. Warmenhui/zen 4 broek. Schagen, Burghorn en Haring- Houwert en Nibbkwoud s huijzen - - 3 Weir  ( 48o ) Grondv. Grondv, Wervershoof i Midlie en Axwijk - i Hoog en Laag Swaagdijk i Warder en Quadijk - i Zwaag - - i Hoofdpl. Oosthuijzeiu 5 Hoofdpl. Wognum. 5 Eöam Hoofdpl. - 5 Medemblik Hoofdpl. - 4 Punnerend en Jurisdictie 5 Lutjebroek en Andijk 2 Hoofdpl. Purmerènd. 5 Grootebroek - - 2 Monnikendam Hoofdpl. 4 Hoog-Carfpel - 1 pran Edam en Munnikedam Boven-Carfpel - - % 2 s^>; de gejeeitem yan de Pur- Hoofdpl. Grootebnek. 7 mer afgenomen, waardoor Edan Oosterblokker - 1 eene Grondvergadering minder Westerblokker en Binnenwij- verkri,gt. zent - - 1 Volendam en Katwoude 2 Westwoude - - 1 De pUrmer geheel - 1 Hoofdpl. Oosterblokker ^ 3 De Partner beflaat uitdePur- 1. Ring. mer onder Edam, de Purmeron- Enkhuijfen Hoofdpl. 13 der Purmerend en Monniken. Venhuijzen - - 1 dam , tot welker Grondvergade- j-jem - - - 1 ringen' dezelve gedeeltelijk be-- Wijdenes en Oosterleek 1 horen. ■Schdlinkhout - - 1 Ilpendam - - 1 Hoofdpl. Venhuifen 4 Purmerland en den lip - 1 Hoorn Hoofdpl. - ïp „ \ Hoofdpl. Jlpendam 5 Berkhouten Baarsdorp 2 Marken^d) ; fl r 1 Urfem,-Rustenburg en Braak 1 Hoofdpijen 1 Schermerhorn , Oost-en West- Urk (Eiland) - -> 1 1 mijzen en Avenhorn 1 ■ Hoofdpl Urk. 1 Hoofdpl. Schermerhorn. 4 3 Rin*. Seharwoude , Grosthuijzen en Alkmaar en Juris^aic . 17 Etersheim - ~ 1 Hoofdpl. Alkmaar 17 Etersheim . behoord tot de ? Grondvergadering van de Beem- Oud Larlpei - - 1 fier ihde% Ring. Noord Seharwoude - Beets, OudendijkenSchardam 1 Zuid Seharwoude - £ Oosthuijzen en Hobrede, 1  C 481 ) Grondv. Grondv. BroekopLangendijkenPancras 1 Jisp - x Pancras behoord tot de Grend- Wijde Wormer en Enge Wormen vergadering van Oudorp en Hoofdpl. Wormer. 5 Deel Schermeer. Wormerveer en West-Knollen- Hoofdpl. Zuid-Scharwoude 4 darn - - 4 Koedijken Huiswaard - 1 Hoofdpl. Wormerveer. 4 Bergen - 1 Akerflootmet de Woude 2 Schoorl, Groet,Hargeen Camp2 Uitgeest - - 2 Hoofdpl. Schoorl. 4 Hoofdpl Uitgeest. 4 Egmond op Zee, Egmond Bin- Beverwijk 3 nen, Rijnegom en den Hoef en j Wijk aan Zee en Wijk aan Duin 1 Wimmenum - - Hoofdpl. Beverwijk. 4 Hoofdpl. Egmond 4 Velzen Hoofdpl. . 3 Heijlo en Oesdom 1 4> i - Enkhuifen - - i3 Zaandijk - V ^ Venhuifen - - - 4 Asfendelft - - 4 Hoorn - - i9 Oostzaandam - 12 Scherm erhorn - 4 Broek - - 4 Oosthuifen 5 Nieuwendam - 5 Edam - - ' 5 Spaarnwoude o Purmerend - " 5| 5 Monnikkendam - 4 Haarlem /_ MP ? m " " ? Overvecn - . 4! Url^-- - " - - g-ftede - . % Ri < Alkmaar 3' 17 Noordwiik Binnen - 5 Zuidfcharwoude - 4 ^annond " " 4 Oegstgeest - „ 4 Tranfporteere 154 Tranfporteere"^  ( 485 ) Grondv. Grondv. Tranfport 324 Tranfport 422 Oude Wetering - 6 Hnverfum - - 7 Woubfugge - - 5 sGraveland - 5 Aarlanderveen ^ 6 ™< ; " 4 6. A/»g. Vinkeveen - 4 Leijden . - 02 ^jjdrecht - - 5 Oudshoorn - - 7 Breukelen - - 4 7. .R/flg. Maaifén 4 Naarden - - 4 Oud Maarfeveen - - 4 Huizen - " 4 Nieuwkoop - - 6 Laaren - ^Indijk - - _6 Tranfporteere 422! 73 Gemeenten Gondv. 477 Het DEPARTEMENT van de MiF 1. R/ffg. [Voorburg . . 3 Grondv. Veur . <- 1 Scheveningen . . 5 .Hoofdpl. ^«rg 4 den Haag . • 77 •. ' , 3 I4 Grondvergaderingen van Watermgen en Qumtsheul 3 InBaagbehlirmmde^Rihg. HooS^Rv^k « Eikenduinenen Haag-Ambacht 2 Delft en Poorten] 28 D£f2 Ring. mersdijk, genaamd Cool 8 fcridwadinxveen ; t Hoofdpl. CojI. 8 Noordwaddinxveen . 2 Overfchie en Hogenban 3 Hoofdpl. Waddinxveen 5 ^— Jurisdictie van Delft 1 Moercapel en Zevenhuizen 3 Rotterdam en Schiebroek 1 Hoofdpl. Zevenhuizen s Hoofdpl. Overfchie < TT ~. . Hillegondsberg enRotterban 6 BoscooP HoofdPl' • 3 Hoofdpl. Hillegondsberg 6 \ Alphen  C 487 ) Grondv. Grondv. Alphen Hoofdpl. . 4 Stolwijk . . 2 Hazerswoude, Hogcvecnen „|°$f ***^*J £ Benthorn . . 4 ^ £ ' ' ? //00gw«i W'tf * Grond- VJfct en -Boniepas . 1 Hoofdpl. Hazerswoude 4 T 1 00?P f^f?*-* r Jaarsvelt, Cabauw en Zevender 2 Zoeterswoude Hoofdpl. 4 Willege Langerak, Lopik en Lo- Stompwijk, Tedingerbroek en piket Capel, en Zevenhoven 4 Wilsveen . . 4 Hoofdpl. Jaarsvelt 4 Nieuwveen en Hogeveen 1 Ysfelftein en Schoutampt 5 Deeze behooren tot de 2. Ring. Hoofdpl. Tsftlflein 5 Hoofdpl. Leidjchendam 5 Benfchop . . 2 Zoetermeèr en Zegwaait 3 Noord- cn Zuidpolsbroek 1 Benthuijzen . , 1 Willescoop, Dijkveld en Rate- Hoofdpl. Zegwaard 4 les en Honcoop . 1 _ Rln„ Hoofdpl. Benfchop 4 - ' iMontfoort Blokland en Kort Schoonhoven Hoofdpl. 5 Heeswijk . . 3 Ammerftol, of klein Ammers 1 Hoofdpl. Montfoort 3 Lekkerkerk en Zuidbroek 3 ryad t HoofdDl 0. ZuwbroekbehoordtotdeGrond Uudewater ^W- 3 vergadering van Vlist en Bon- Lmfchoten en Districten1, Broek . ,s en Papecop en Achthoven 2 C oen op de Lék 1 Snelrewaard, Zuid-en Noord- r" Hoofdpl Lekkerkerk 5 T Linfchoten en Hekendorp 1 Ouderkerk op den Ysfel en g£ ^f^f^nZ^ ' * * Stomipolder . . 3;.. Hoofdpl. Lmfchooten 4 Crimpcn op den Ysfel . ! j Vreeswijk . . 1 Gouderak . . 2 < Jutphaas Nederemd, Overemd Hoofdpl Ouderkerk op den en } Giin _ 3 *■ fsfel 6 Papendorp, oude Rhijn en Hip Berkcnwoude en den Agter- . ' '.. „ - * broej, j Veldhuizen enz. Rerjerscoop Berg-Ambacht en s Heeraarts- CreuningenenMierlo St.Pieter kero- „ JDrace behooren tot de Grond- ö : vergadering van Papecop,  (. 488 ; Grondv. Grondv. Harmeien. . i Reenwijk en Raambrug, en Hoofdpl. Jutphaas 5 Middelburg . . 2 Woerden Hoofdpl. 5 Sluijpvvijk . . 1 Waarder Rietvelt en Bree 1 Zwammerdam . 2 Barwoudswaarder en Bekenes j Hoofdpl. Zwammerdam 5 Bodegraven . 3 Hoofdpl. Bodegraven 5 Naamen en getal van de GEMEENTEN, en van derzeiver Grondvergaderingen in het Departement van ae DELF. \" 7~ » - 1 Ring. Croniv. Gronivl Den Haag . 84 j Tranfport 315 2. Ring. Overfchie «... 5 Katwijk aan den Rhijn . 8i Hüïegondsberg . . 6 Wasfenaar . . 5 i Berkel . • 4- Voorburg . . 4 Pijnacker . . . . 6 Rijswijk ... 6 6. Ring. Delft . . 28 Kralingen 6 3. Ring. Nieuwerkerk op den Ysfel . 5 IVÏonfter 7 Moordrecht . ... 3 Naaldwijk' .' ' . 5 Gouda . . 23 Maasland . . 5 Wadcunxveen . . 5 Maaslandfluis . . 9 Zevenhuizen . .~ 3 Vlaardingen . n Boskoop . . 3 De Kethel . . 5 Alphen . .4 Schiedam . . 18 Hazerswoude . . 4 Delfshaven ... 6 Zoeterwoude . . 4 4 p>;n„ Leidfchendam . . 5 Rotterdam ' . . 106 Zegwaard . . 4 5. Ring. R»'%' q001 t . . 8 ] Schoonhoven . . 5 . j Lekkerkerk • . . 5 Tranfporteere 315 Tranfporteere ±15 Ou-  ( 489 ) Grondv. Grondt:. Tranfport 415 Tranfport 446 Ouderkerk . • 6 Oudewater . . 3 Berg Ambacht . 5 Linfchooten . . 4 Haastrecht . • 4 Jutphaas . • 5 Jaarsvelt . • 4 Woerden • 5 Ysfelftein . 5 Bodegraven . 5 Benfchop . • 4 Zwammerdam . • 5 Montfoort 3 _ ^ -j„ 7TT 47 Gemeenten Grondv. 473 Tranfporteere 446 Het DEPARTEMENT van de DOMMEL. 1 Ring. Grondv. Grondv. Den Bosch Hoofdpl. 26 Oosterwijk . 3 X » _ Enfchot en Hunklom . 1 Rosmalen . • 2 Enfchot en Huijklom behooren ^fZti ,0, de 'Grondv* »< j Moergeftel . • 2 Meuwknd 1 H°ofd£)1' 0osicrwiJk' 6 lEmpd en Nieuwland behooren \Vd^mt ' ' J j £ p,-«n. Berkel . . . 1 Vugt . 3 r Cromvoort en Deuteren 1 2. Hoofdpl. Vugt. 4 Loeveftein, Monnekeland en St. Michiels Geitel . 4 Brakel . • 2 Dungen . • 2 Zuilekcm en Nijwaal . x Hoofdpl. St. Michiels Ge fel 6 p0ederoijen en Aalst . 1 Schijndel Hoofdpl. 6 Gameren . 0 1 Boxtel . -5 Hoofdpl. Brakel. 5 Liempde . 2 Bommel LLofapl. 6 Hoofdpl. Boxtel. 7 ,T T fort en Es J . .• \ Haren 2 Hoofdpl. Heivoort. 5 PpP *Dnel  C 4° ) Grondv. / Grondv. Driel . . 4 • vergadering van Heesbeen. Hoofdpl. Driel. 6 Hoofdpl. Reten. 3 Hedel . . 2 Almkerk 2 Wel, Amerzoden en Woldragon 2 Emmikhoven en Waardhuizen 1 Nederhemert . . i * Hoofdpl. Almkerk, 3 Bruchem, Kerkwijk en Del wijn. 1 Werkendam en de Werken 3 Hoofdpl. Wel. 6 Hoofdpl. Werkendam 3 Hensden Hoofdpl. 3 Woudrichem en Oudendijk 2 Oudhcusden en Elshout 1 Sleeuwijk . . 1 Herpt en Bern . 1 Hoofdpl. Woudrichem 3 Hcdikhuizen . 1 1 j Rijswijk, Uitwijken Giesfen 2 Hoofdpl. Herpt 3 Uitwijk behoord tot de Grondv. Vlijmen, Engelen en Craïvecceur 4 vau Waardhuizen. HoofépV Vlijm en 4 Op-en Neder Andel . 1 Drunen en Huiten . 3 Hoofdpl. Andel. 3 Nieuwkuik en Onfenoort 2 Wijk, Aalburg en Heesbeen 2 ■ Hoofdpl. Drunen 5. , ' Veen 1 Waalwijk . 3 1 Hoofdpl. Wijk. 3. Baartwijk . . ha 3. iv//zg. Befoijen . . 1 Tilburg Miofdpl. 17 ^Hoofdpl' ZfeW* 7 2 Loun « Zand $fl*$ 7 Dusfen-Muil en Munlterkerk en Oosterhout en Jur. Hoofdpl. 11 den Hil . • 3 Dongen . 4 Hoofdpl. Dtf.(/?« Muilkerk 3 *s Gravenmoer . 1 Eeten Meeuwen en Babijlonien- Hoodfpl. Dj.k'ui. 5 broek . - 1 Raamsdonk Hoofdpl 4 Babijlonienbroek behoord tot de Grooten klein Waspiek Grondvergadering van Waart- 's Greveiduin-Vrijhpeveu-Zmde- huizen. - . wijn enNederveen Capel 3 Drongelen,HagooitenGanfoij.i Hoofdpl. D*/a3! 6 Doveren en Genderen 1 GilzeneilReijenzVoo/^/.G. 4 Dover en behoordtot de Grond- A]pllen vergadering van Drongelen. i- Genderen behoord tot de Grond- Baar-  c;-4|? l Grondv.. Gffl»ulft; • • 1 Hoo«pl. Lieshut. 4 Hoogloon . . 1 ! s 0edenrod& #,#w s Hapert en Casteren . 1 • ' r Hoofdpl. k 1 Ppv> s Bir  C 49a ) Grondv. Grondv. Budel en Gastel . 41 Sambeek i'. . 2 Soerendonk . . 1 Overloon en Oploo . 1 Maerheeze . . 1 Hoofdpl. Samhek 3 Hoofdpl. Budel. 6 Vierlingsbeek . 2 Leende cn Sterkfel . 3 Maashees . . 1 Heeze . . 3 Hoofdpl. Vierlingsbeek 3 ■ Hoofdpl. Heeze. 6 Qsch Hoofdpl. 6 Geldorp en de zes Gehuchten 4 „ , T1 Hoofdpl. Geldorp. 4 Jerchem Hof^ , 3 Nunen en Gerwen . 3 Nistelroden Hoofdpl. 3 Tongelre . • 2 Heesch . . 3 Hoofdpl. Nunen 5 Gelden . . .2 Breugel . . 1 Hoofdpl. Heseh. 5 Nederwetten ? 1 Ooijen . . 1 Nederwetten behoord tot de Lithoijen . . 1 Grondvergaderingen van Nunen Lith . . . 2 en Gerwen. Kesfel, Maren en Alem 2 Zon . . 2 Hoofdpl Lith. 6 Zon behoord tot de 4. Ring. Hèeswijk . 1 Hoofdpl.' Zon 4 Dinther . . 2 6 Rin Groot Linden . . 1 Nijmegen Hoofdpl. 26 ^ .., Horfdpl. G*JW4 Hees,NeerbosenHatert 1 Cuijk en St. Agatha . 3 w ^. t Hoofdpl. Cuijk 3 Beumin ; v. ; Haps . • 1 Ewi;k j Beugen en Rijkenvoort 2 Winjfen he*el ; • , Hoofdpl. Beugen 3 Dees(. 6 r t Mi* • • a Hoofdpl. ' 6 St. Hubert . . 1 Bmten . . 2 Wanraaij en Ledeakker 2 Qff d t Hoofdpl. Af»/ 5 puf_  C 493 ) Grondv. \ Grondv. Puffliik . • i Hernen . i Leeuwen . . 3 Hoofdpl. Batenburg. 8 Hoofdpl. Druten. 7 Wichem . 3 Wamel . • 2. O verasfeit . • 1 ©reumei a Nederasfelt . ; 1 Hcre waard en 't Fort St. Andries 1 Keent en Balgoij Alphen ... 1 Niftrik en Leur • 1 Hoofdpl. Wamel. 6 Hoofdpl. Wichem 7 Horsfen en Altforst . 2 Groesbeek enNederrijkf. Wald 1 Appelthern • » Malden . • * Maasbommel . ï Heumen • 1 Batenburg . ï Beek, Ubbergen, de geheele Ooi] Dieten . • 1 enPerfingen . * • 1 Dieten behoord tot de 6 Ring. Erlicum, MiUingenenSchenkenBorgharen . • 1 fchans ■ • • 1 Hoofdpl. Beek. 5 Naamen en getal van de GEMEENTEN en van dcrzeher Grondvergaderingen, in het Departement van den DOMMEL. p. 1 Grondv. Ring. G^dv\ Tranfport 85 Den Bosch . . 26 Wel . • ° Rosmalen . • 4 Heusden . • f Vugt . • 4 Herpt . • 3 St. Michiels Geftel . 6 Vlijmen . • 4 Schiindel . • A Drunen . ' % Boxtel . • 7 Waalwijk . • / • Heivoort . . 5 Dusfen Muilkerk . 3 Oosterwijk . • K Beten . 3 Udenhout . • 4 Almkerk . • 3 Rins. Werkendam . • 3 „ Woudrichem 1 • 3 Brakel • 5 Andd . . 3 Bommel . • 0 wiik . • 3 Driel 6 i „ Tranfporteere 134 Tranfporteere 85 PPP 3 T -  C 494 3 Grondv. i Grand?, Transport 134 ' Tranfport 299 3. Ring. Budel : * ? Tilburg . 17 }?eef 6 Loon op Zand . . 7 ^Teldorp * * Oosterhout . . H Nunen . . 5 Dongen . 5 Zon 4 Raamsdonk 4 6« RwS- Capel . . . *5 Grave . • 3 Giizen . 4 Gastel . . 4 Baarle . . 7 Cuijk . . 3 4. Ring. Beugen I 3 Eindhoven . * 4 Mil, ' • - 5 Geftel I öam'3ee^ • • 3 Woenfel * . 4 ^iQfn^beck . . 3 Valkenswaart . . 5 r * ' „ T , , Berchcra * . 3 ^omn?et1 * ' % Nistelroden . . 3 vSoven : \$g* • ' • Eerfel * ' * 5 ' ' ' • * Oirfchot . . 9 ™iel....« ' l Hilvarenbeek 8 UP • 3 5. i?Mg. 'fa . , „ Nijmeegen . . St5 Helmond 5 Ewijk , «5 Bakel , 3 x>rutcn . " . 7 Deurne . 1 5 Wamel . . 6 Asten . . . 4 Batenburg . . 3 Mlcrl° ' • -5 Wichem . ' . . f Someren . . 5 Beek . 5 Arle . 3 Lieshout . . 4 — St.Oedenrode . . 6 — 8a Gemeenten Grondv. 451 Tranfporteere 299  ( 495 ) ' Hét DEPARTEMENT van de SCHELDE EN M'AAS. t, Rilt f Gr0fldv' Grondv. Brigdamme en St,> Westcappele cn Poppekerke 2 Laurens . | . ï Domburg Binnen cn Buiten 1 Serooskerke en ^ . Aagtékerke Melis enMariekerke 1 Vrouwenpolder | . e Aas tekerke Moord tot de Grond Oostcappel j . 2 . vergadering van Oostcappel, Deeze vijf zijn uit den 1. Ring. Hoofdpl. Wesucappcl. 4 Zandijk buiten, Gapmge en Zoutelande . . 1 Schellag -. • 1 Bekerke en Crommenhoek 1 Schellagbehoordtot de Grondv. Koudekerke . 2 van Arnemuiden. Westzouburg en Ritthem 2 Hoofdpl. Serooskerke. 7 Deze drie zijn uit den 2. Ring. Borfelen • . ... i Oostzouburg . . 1 Driewege en Coudorpe, Oude- Hoofdpl. Koudekerke. 7 lande,EUewoutsd.enLvermg2 Middelburg en Stads-ambagten 40 's Heerenhoek . 1 Hoofdpl. Middelburg. 40 Ovezand . . * Vlisfingen, Oud-Vlisfmgen en Behoord tot de Grondv. van s Bovendijke . . n Heer- Abiskerke enz Hoofdpl. Vlisfingen. n Hoofdpl. borfelen 5 Kleverskerk en Arnemuiden 2 Baarland en Bakcudorp . x Kleverskerke behoord tot de Hoedekcnskerk . 1 Grondv van Veere. " Zwaake en s Gravenpolder 1 St. Toostland, Middelburgfche- 's Heer-Abtskerke,Baaitsdorpe, Polder ... 1 Sinoutskerke, en Nisfe. 1 Deeze zijn. uit den 2. Ring. Hoofdpl.' V Gravenpolder 4 Hoofdpl. Arnemuiden. 3 Waarden en Kruinmgen 2 n. 1 KrabbendiikeenNieuwlande 1 Q' Rwg- Yerfeke . ï Veereen Zanddijk binnen 3 Hinkelenoord, Valkenisfe, het ' Hoofilpl. Veere. 3 FortvanBath,BaÜrcnRilland Grijpskérke, Hogelaude en But- cn ^ .q ; ' £ if^ingebeloordto'tdeGrond' «oofdpl. Kruiningen. 5 verg. van Meliskerke.i. Ring. \  ( 495 ) Grondv. I Grondv. Schoreen Vlake . i Ouwerkerk . . i Deeze beho oren tot de Grondv. Nieuwe rkerk in Duiveland, BodvanTer/eke. landen Capell een Duiveland 2 Capelle, Biefeling en Eversdijk 2 Hoofdpl. Nieuwer Merk in DuiWemeldingen, Cloetingen, Cat- veland. 3 tendijke en Oostbeveland 3 Oosterland, 's Heerjansland 2 Hoofdpl. Capelle. 6 Bruinisfe . . 2 Heinkenszand . 2 Hoofdpl. Oosterland 4 'sHeeren Arendskerke, Wisfen- Dreifchor . . 1 kerke, en 'sHeeren Hendriks ' Bommenede, Zonnemair en BeKinderen. . . 2 lois . . 1 Wolphaarsdijk . 1 Noordgouwe . . 1 - Hoofdpl.'s Heer Arendskerk 5 Rengerskerke, Kerkwerve, en Goes Hoofdpl. . 7 Nieuwerkerke . r Westkerke en Scherpenisfe 2 Hoofdpl. Noordgouwe 4 Poortvliet en Nieuwllrijen 2 Ellemeet . . £ Nieuw Strijen behoort tot de Eikerzee en Ambachten / 1 Grondv. van Tholen. Brouwershaven . 1 Hoofdpl. Poortvliet 4 Hoofdpl. Brouwershaven 3 St. Maartensdijk en Stavenisfe 4 Westenfchouwe , Burg, en Hoofdpl. St. Maartensdijk 4 Haamftede . . 2 Tholen en Schakerloo 3 Noordwelle en Renesfe 1 Hoofdpl. Tholen 3 Hoofdpl. Haamftede 3 Halfleren, Oud-Glimmenspol- Ouddorp en Oudeland, en der, Bijemoerspolder en Westnieuwland . 2 Noordgeest . . 3 Goedereede . . 1 Bijemoerspolder en Noordgeest Stellendam, Oudenieuwland, behooren tot de 4. Ring. en Ouden Oostdijk 1 Hoofdpl. Halfleren 3 Hoofdpl. Goedereede 4 OudVosmaer . 2 Onwaard, Roxenisfe en Melis- Vrijberge en Nieuwvosmaer 1 fant . . 1 St. Annaland . . 2 Dirksland . . * Hoofdpl. OudVosmaer 5 Herkingen . . 1 3. Ring. Hoofdpl. Dirksland 4 Zierikzee Hoofdpl. . 12 Sommersdijk Hoofdpl. . 3 Mid-  C 497 ) Grondv. Grondv. Middelharnas Hoofdpl. 4 ge en Hogenheide - i ■ ■ , , tt - r„<- t Borgvliet en Zuidwest behoo- Stad aan-t Haringvliet l ^ ^ ^ Qronavergadering Oude longe . • ó van jjergen 0p den Zoom. ^Z^uTnnderinze * Woensdrecht * - - 1 Hoofdpl Oi/* rojg« 5 Osfendrecht 2 Ooltgen^t en deii B^cl 4 H ^ Osfendrecht 4 Hoofdpl. Oo /gm^ 4 OudenB0,c£ J. . % CortgeneenCats . 3 Stand daar buiten - ï Colijnsplaat . • ƒ Hoofdpl. O»*»^ 5 Wisfenkerke, Geersdrjtf, uam- ^ pens-Nieuwland, en'sGra- Steenbergen tf^/. 8 j venhoek 2 5- Ring. Hoofdpl. Wisfenkerke 6 Leur en Sprundel 8 Philipsland (Eüand) Hoofdpl. 1 Hoofdpl. Etten 8 4- Hage - . 7 Klundert en de Polders 3 Groot zundert - 6* Hoofdpl. Klundert 3 Reisbergen - - 2 Willemftad Hoofdpl. 3 Hoofdpl. Grooï Zundert 8 Fijnaart 2 Ginneken en Bavel - 4 Heiningen - " - 1 Teteringe - - 2 Hoofdpl. Fijnaart 3 Hoofdpl. Ginneken 6 Dinteloort Hoofdpl. 3 Breda Hoofdpl. - 16 oïid^tef1 3 TerHeidê #o<#/. 4 U ê Hoofdpl. Oudgastel 4 Zevenbergen en Moerdijk 6 Hoeven en St.Martenspolder 2 Hoofdpl. Zevenbergen 6 Ze(rge _ - 1 Hoge en Lage Zwaluwc . 4 Rukven en Vorenseinde 2 Hoofdpl. HogeZwaluwe 4 Hoofdpl. de Hotven 5 Made . 2 Berg. op den Zoom Hoofdpl. 10 Drimmelen en Standhazen 1 Moerftraten, Wouw en Lan- Hoofdpl. Made. 3 gendijk - - 4 Gcerrruidenberg Hoofdpl. 3 Hoofdpl. Wouw 4 6 ^H^l-S^ 9 9 DordrechtendeMenvedezover- Borgvliet, Zuidgeest, Huibei- . Qqq rc  C 4*8 ) tJ * * / , Grondv'\ Grondv. re binnen de Stad gelegen is 36 7, Ring, Dordrecht Hoofdpl. 36 Brfelle en Jurisdcfie ' - 6 Dubbeldam - - 2 Hoofdpl. Èrielie. 6 Wieldrecht en de Mijl, Menve- Oost Voorn en groot Oosterland 1 gronden buiten de Stad, Loui- Rockanje - x . zen-Polder en het geen verder Rugge, Kleinoort, Oosterland en aan het Eiland van Hordt vast- Kleiburg, St. Anna Polder en , gehègt Is - - 1 Schapengors, Naters en Pan- Hoofdpl. Dubbeldam. 3 cras°'ors ' - - 1 Strijen-Sas enStrijen - 4 Dez*e behooren tot de Grondv. Cuaarshóèk 1 van Br iels Nieuwland en Nieuw Hoofdpl. Strijen. 5 Helvoet. s Gravendeel, Leerambagt en Hoofdpl. Oostvoorn. 2 de Wagt - - 3 Briels Nieuwland en Zwartewaal 2 St. Anthonij Polder - 1 Heenvliet 1 Behoord tot de 7. Ring. ' Hoofdpl. Zwartewaal 3 Hoofdpl. V Gravendeel 4 Rofenburg (Eil) Hoofdpl. 1 Kleine ert Groote Lint met Heer Nieuweu-Hoorn - 1 Oudelandsambagt, en Kijf h. 1 Ouden-Hoorn - 1 Heer-Jansdam - 1 de Quak, Nieuw-Helvoet, de Zwrjndrecht - - 1 Struiten en Nieuwe Goote I Meerdervoort met de Volgerlan- Deze behooren tot de Grondv den aan de Develzijde 1 van Helvoet f nis en Nieuw Helv'. Hoofdpl. ZwijndruJit 4 Hoofdpl. Nicuwenhom. 3 Hendrik-Ido Ambagt en Adriaan Helvoetfluis en Weergorsch 2 «eters Ambagt - 2 Hoofidpl. Helv-ctfuis 2 Adr. Pieters Ambagt behoord Zuidland én Velgersdijk 2 tot de Grondv. van Oostbarend. Abbenbroek - ï Rijsoort en Strevelshoek met de Hoofdpl. Zuidland 3 Volgerlanden aan de Waalzijde 1 Geervliet - 1 Hoofdpl. Hendrik-Ido Amb. 3 Heer Simons-Haven en SchuddeOost-Barendrecht - 1 beurs, Bierten Stompaarden, West-Barendrecht - - 1 Hekelingen en Vriesland 1 Carnisfe - 1 Heer Simons Haven enSchud- Hoofdpl. West-Barendrecht 3 debeurs enz., bij Nieuwbeijerl, Ridderkerk Hoofdpl. ■ 5 Spijkenis en Braband - t Hoofdpl. Geervliet 3  C 499 ) Grondv. , Grondv. Nieuw Beijerland - 2 ;We?tmaas - - 1 Korendijk - 1 Hoofdpl. Oud-Beijerhmd. 6 Piershil - * 1 Roon, Pendrecht, AlbrandsZuid-BeijerlandofHitzert 2) waard en Kijveland - 2 Hoofdpl. Hitzcrt. 6 Poortngaal - 1 Numansdorp of Buitenüuis 3 Hoogvliet en Oud en Nieuw EnKlaaswaal - - 2 gekmd - - 1 Hoofdpl. Numansdorp. 5 Pernis, s Graven Ambagt, RoMaasdam - 1 zand cn Langebakkersoord 2 Mijnsheerenland l Hoofdpl. Poortngaal. 6 Htincnoort en Groep - 2. Charlois Hoofdpl. 4 Puttershoek - ' - 2 ' Katendrecht. - - ï Hoofdpl. Puttershoek. 6 \ Oost-en West-Ysfelmonde » Goidfchalkoord en Oud Beierl. 5 | Hoofdpl. Oost-Tsfelmonde- 3 Naam en en getal van de GEMEENTEN, en van derzeiver Grondvergaderingen in het Departement van de SCHELERE en MAAS. 1. Ring. Grondv. Grondv. v Tranfport 107 Westcappel - - 4 Poortvliet - - 4 Koudekerke 7 St. Maartensdijk - - 4 Middelburg - - 4° Tholen - - 3 Vlisfingen - - " Halfleren - - 3 Arnemuiden - 3 Oud Vosmaer - - 5 Rins Zienkzee 12 h' Nieuwerkerk in Duiveland 3 Serooskerke - - 7 0 &- Borfelen - - 5 Oosterland ... 4 Gravenpolder - 4 Noordgouwe - 3 Kruiningen - 5 Brouwershaven é 4 Capelle - - 6 Haamftede - - 3 'sHeeren Arendskerke - 5 Goedereede - 4 qoês 1 Dirksland 4 Tranfporteere 107 Tranfporteere 162 Qqq 2 Som-  C 5°o ) Grondv. Grondv. Tranfport 16*2 Tranlport Sommelsdijk - 3 Strijen - . 5 Middelharnas - - 4 's Gravendeel - - 4 Oude Tonge 5 Zwijndrecht - - 4 Ooltgensplaats - 4 Hendrik Ido-Ambacht - 3 Wisfenkerke 6 Westbarendrecht - 3 Philipsland 1 Ridderkerk - 5 4. Ring. 7. Ring. Klundert - - 3 Brielle - - 6 Willemftad - . 3 Oostvoorn - 3 Fijnaart 3 Zwartewaal - 3 Dinteloort - - 3 RQfenburg - ' 1 Oudgastel - - 4 Nieuwenhoorn - 3 De Hoeven - - 5 Helvoetfluis - 2 Bergen op den Zoom 10 Zuidland - - 3 Wouw - - 4 Geervliet - - 3 Rozendaal 9 Hitzert 6 Osfendrecht - - 4 Numansdorp - - 5 Oudenbosch - - 5 Puttershoek - ' 6 Sreenbergen - 8 Oudbeijerland - . 6 5. Ring. Poortugaal 6 Etten 8 Chaiiois 3 Hage - 1 ~7 Oost-Ysfelmonde „ 4 Groot-Zundert - - 3 ^ _ . ^ , Ginneken - - 6 77 Gemeenten Grondv. 435 Breda_ - - - 16 recapitulatie. Terheide 4 Departementen Gemt. Grondv. Zevenbergen- - - 6 De Eems . 05 Gem. Grondv. 49a Hooge Zwaluwe - 4 Den Oudea Ysfel 73 466 maae - - - 3 Den Amft£l . 9 — , 4?; Geertrmdenberg - 3 Texel . 7.1 — ■ 477 6. Rins. . Ds De,f • w 473 , 0 Den Dommel 8z -— • 451 Dordrecht - 36 Schelde en Maas 77 ■ 435 Dubbeldam - 3 ■ .... ... Totaal 495 Gein.Grondv.376» Tranfporteere Gelijk mede door het Vertegenwoordigend Licha'am, invoegen voorfchreeven, Is geariefleeid de navolgende IN"  INSTRUCTIE voor de Gemeente* Beftuuren der Bataaffche Republiek. Art. I. Elke Gemeente heeft een Gemeentebeltuur. 2. In Gemeentens van één Grondvergadering zullen tot het Beftuur ge- . koozenworden 3 Leden Van 2 tot 5 Grondvergaderingen . 5 ; ' . 6 tot 9 Grondvergaderingen door elke Grondvergadering één Lid. io tot 25 Grondvergaderingen zullen gekoozen worden . .. . . 9 Leden 26 tot 50 . • • 11 51 tot 100 ... 13 ' 101 tot 150 . . • "5 ——— 151 en daar boven voor ieder 50 Grondv. twee Leden meer, en boven de 400 Grondvergaderingen. • 3° ~ Alle deeze Verkiezingen gefchieden volgens het Reglement Lit. A. 3. De Grondvergaderingen tot deeze Verkiezingen worden op dezelfde wyze afgedeeld, als voor de Verkiezingen voor de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam en Departementaale Beftuuren plaats heeft. Deeze regel lydt echter uitzondering omtrent eenige kleine Plaatfen of Gehugten, welke uit hoofde van derzeiver ligging, van de Grondvergadering waartoe zy behooren, zyn afgenomen, en by eene andere Gemeente gevoegd, al het welk by de Verdeeling der Gemeentens is aangeweezen; en die, voor zoo verre hunne huishoudelyke belangens betreft, opgeroepen, en verdeeld worden over die Grondvergadering of Grondvergaderingen van de Plaats, tot welke zy zaamgevoegd zyn, of ook wel op zich zelve eene Grondvergadering uitmaaken, zo als zulks by iedere Plaats afzonder!yk is aangewezen. 4. Taarlyks treed een derde gedeelte af van ieder Gemeentcbeftuur, of wèl een getal van Leden, dat het naaste daar by komt: de orde van aftreding, word voor de eerftemaal in de eeffte Vergadering door het lot bepaald, en gefchied verder naar ouderdom van dienst. Een aftredend Lid is weder verkiesbaar, doch voor de derde^ maal niet, dan na een tydsverloop van drie jaaren. 5; De Leden van een Gemeentebeftuur moeten zyn Stembevoegd, ten «jollen vyf-en-tmntig jaaren oud, en ten minften zedert de laatfte vyf jaaren gewoond hebbende in die Gemeente, tot welker Beftuur zy geroepen zyn. Qqq \ Tot  ^i^^wi t;gekozen Bu^ers> onderwys zyn toegewvd, teri zv deil^n «i ' aan eeniS openbaar doen, van LaJ^iirfi^^r^' alvoorens' vrywillig afltand ge£ die^Ik?nderLb^.„^i Öfi8ï£ «f» Gemeentebeftuur zitting, ook als Broeders of als Ooni en S ,°f nederdaalende linie, nofh of betond Hdwelyk. Neef' het door bloed verwantfchap de7Ca?ed£"GSStelitiflf".»^ % ^J^f^beftuuret, worden uit nen vier maanden ndi SinifSe P°til8?Sn m°°glyk' en wd bil1* volmagtigden uit dl SteSvS^ t het Gen,eentebeftUur met Gepartementaal Beftuu■ vStd^sin- h^Zea^ m'egdd en aan het De" ïyk de gelykheid, naar &?fe? we5t^SSTSSt zulks 3S*5 hTgehfee^ batie aan het ^^1^1^^^^ * ™ï0' met£be^ Leden van het GeOftober. 1 Y P aatS ,lcbben °P den laatften Dingsdag in En zullen de Grondversaderintrpn tnt- «..b:^.* lyks, op den tweeden aar* voerend Bewind vvorden opferofpên °a°ber' do0r het Uit' crgïï ^r^fl^ «to by een fpeciaal De- ftuuren plaats zafhebben. C" byeenk°™t der demeentebe- J^^^^J^^C^^ <* eerfte reize door de teftuur, of zo dezelve PitL rhJ ^^Plaats van het Gemeentebemogt behoo?en Sis dandLrni,0?re^n ander Gemeentebeftuur jaaSyks d°o°or den U^toP^^ en V°°rtS wvz°é M*hm™rr*£yoTns in funétie te treden' OP zodanige legen de Ta^*^0^^ Overeenkomt' »°eten f Ik  C 5°3 ) Ik beloof en zweere: dat ik my, in den my opgedragen Post, als een Man van Eer, van nrynen plicht zal kvvyten, dat ik de huishoudelyke belangen der Gemeente, tot welker Beftuurder ik gekoozen ben, naar myn vermogen behartigen, en niet openbaartin zal eenige Aétens of Befluiten, uit haaren aart geheimhouding vereifchende: of waarvan men my de gegeimhouding heeft verzogt, voorts dat ik in alles getrouwelyk de Inftruétie voorde Gemeentebeftuuren, by het Vertegenwoordigend Lichaam vastgeiteld, of nog vast teftéjlen, zal naarkomen, en my in alles gedraagen, aan het geen de Staatsregeling in deezen Post van my vordert. Fan den Prefident. ii. De eerfte werkzaamheden van het Gemeentebeftuur, beftaat in de verkiezing van een Prefident, voor den tyd van drie maanden. Deeze drie maanden zullen de eerfte reize gerekend worden een einde te nemen by de laatfte Vergadering in July 1800. ia. De aftredende Prefident is weder verkiesbaar, doch niet meer dan eens agter den anderen, zullende voor de derdenaal niet verkiesbaar zyn, dan een half jaar na dat hy als Prefident zal afgetreden zyn. iq. De verkiezing van den Prefident gefchied by beflooten briefjes, welke door den Secretaris worden verzameld en opgeleezen. 14. De verkiezing moet altyd gefchieden door de volftrekte meerderheid'der ftemmende Leden: zo lang 'er zodanige meerderheid niet is, worden de eerfte en verdere {lemmingen alleen gehouden voor nominatien: hy die de minfte ftemmen heeft, wordt telkens daar van afgelaaten, en 'er wordt uit de overige benoemden op nieuw geftemd: in allen gevallen, waar'in de ftemmen gelyk ftaan, beflist het lot. 15. De Prefident door ziekte, afwezenheid of anderzins, zyn post niet 'kunnende waarnemen, wordt daar in vervangen door den laatst af«retredeiien, by wien geene verhindering plaats heeft; en zal in zulk een geval gehouden zyn aan zodanig Lid, als hem vervangen moet, en aan de Bode van dit beletzel kennis te geeven. 16. Geduurende het eerfte Prefidium worden in deeze gevallen de fun&ien waargenomen door een der Leden, welke het eerfte jaar uitvalt. 17. De Prefident is bevoegd tot het ontvangen en openen der Brieven en alle andere ftukken, welke aan het Gemeentebeftuur worden geadresfeerd. 18. Hy zal gehouden zyn, zonder dat het nodig is daar toe het geheeïe Gemeentebeftuur te doen vergaderen, te zorgen, dat alle Publicatien den vol-  C 5°4 ) volgenden dag, na den ontvangst, door den Secretaris, tenoverftaan van één of twee Commisfarisfen uit het Gemeentebeftuur worden gepubliceerd op de Retidentieplaats, als mede zo wel aldaar, als op iedere andere plaats tot die Gemeente zaamgevoegd, zo veel als nodig zal zyn, worden aangeplakt. Op dat echter de Wetten zoo veel mogelyk ter kennisfe van ieder Ingezeten zouden worden gebragt, zal in elk der zaamgevoegde plaatzen, liet £y des Zondags daar aan volgende, of op andere aldaar gewoone tyd en wyze, dezelve nogmaals worden afgeleezen, fchoon die gerekend word verbindende te zyn van de tyd of aan, dat dezelve in de Hoofdplaats is gepubliceerd geworden. 19. Ten einde altyd zoude kunnen worden nagegaan, wanneer eene Wet in elke Gemeente is gepubliceerd, zal de Secretaris verpligt zyn, daar van naauwkeurig aantekening te houden op het exemplaar der Publicatie , het welk wordt geliasfeerd. ao. Elk Gemeentebeftuur bepaald, naar maate van de werkzaamheden, één of meer vaste dagen voor deszelfs weekelykfche, veertiendaagfche of maandelykfche Vergaderingen. Voorts zal de Prefident zo dikwyls nodig zal zyn, Vergadering beleggen, zonder dezelve echter buiten noodzaaklykheid te zeer te vermenigvuldigen. at. Hy zorgt dat de buitengewoone Vergaderingen zo tydig worden aangezegd, dat de Leden van het Beftuur op andere plaatzen woonende, gevoeglyk in de Vergaderingen prefent kunnen zyn. 23. Ingevalle de zaak, waar over Vergadering belegd is, zodanig mogt presfeeren, dat de Leden niet prefent zouden kunnen zyn , zal de Prelident vryheid hebben, om met de meerderheid der Leden Vergadering te houden, zonder na de verder af woonende te wagten. 23. Alle de Leden zyn verpligt de belegde Vergaderingen by te woonen, ten waare zy door ziekte of andere wettige beletzelen daarin verhindert wierden, waarvan zy aan den Prefident zullen moeten kennis geven. 24. Elk Gemeentebeftuur fielt in den haaren hieromtrent zodanige nadere bepaalingen en pcenaliteiten als de plaatslyke omftandigheden vereisfchen. 25. Desgelyks wordt by een Reglement door elk Gemeentebeftuur, na locale omftandigheden, de verdeeling der werkzaamheden vastgefteld. Van den Secretaris. 26. Elk Gemeentebeftuur verkiest zich ten fpoedigflen een vaste Secretaris en Bode; en op zodanige plaatzen alwaar de meerdere werkzaamheden en de uitgeftrektheid der Gemeente zulks vereischt, zal door het Gemeente-  C sos J meentebeftuur liet nodige getal Perzoonen tot adfistentie van den Secretaris worden aangefteld, zo als mede een genoegzaam getal van Bodeés. Bv aldien in zeer volkryke Gemeentens één Secretaris met genoegzaam moli-  C ïcö ) zouden mogen te verrichten hebben, met allen moogly'ken fpoed zal helpen of doen helpen, en zorgvuldig geheim houden dat en /wdoor iemand eenig Testament, Obligatie, Hypothecatie, Attestatie of andere Acte, uit haaren aart geheimhouding vereisfchende, of waarvan men my de geheimhouding heeft verzogt, is gepasfeerd, gelvk mede alle befluiten welke eenige geheimhouding vorderen: en dat ik voorts nryin alles ftiptelyk gedragen zal, naar het geen, by de Inftructie voor de Gemeentebeftuuren, zo verre my die aangaat, door het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks is vastgefteld of nog verder zou mogen vastgefteld worden. ' 32. Hy zal gehouden zyn naauwkeurige aantekening te houden, van al het geene in de Vergaderingen word behandeld, en hetzelve behoorlvk geëxtendeerd 111 de eerstvolgende Vergadering ter refitmtie voordragen Hieromtrent hebben geene redenen van verfchooning plaats, dan welke door de meerderheid der Leden van het Gemeentebeftuur wor • den goedgekeurd. 33. De refumtie gefchied zynde, zal de Secretaris zorgen, dat alle Befluiten, Actens enz., in afzonderlyke daartoe aan te leggen Registers behoorlyk, en met eene leesbaare hand worden geëxtendeerd, waar toe hy niemand zal mogen gebruiken, dan die volgens Art. 26 aangefteld zal zyn en den Eed van Secretesfe zal hebben afgelegd: en zutten alle halve Jaaren Commisfarisfen uit het Gemeentebeftuur worden benoemd om te examineeren, of aan dit Artikel behoorlyk is voldaan. * 34. Hy zal voorts zorgen, dat alle zaaken, welke moeten geëxpedieerd worden, ten fpoedigflen komen ter beftemder plaatze: dat ook de Ingezetenen, welke eenige zaaken ter Secretarie te verrichten hebben, fpoedifr worden geholpen- r fa 35. Zyne belooning word naar maate der werkzaamheden aan deszelfs Post verknogt, ten fpoedigflen door het Gemeentebeftuur met overeenkomst der Gevolmagtigden uit de Stembevoegde Burgeren geregeld, en daarby in acht genomen, of dezelve van Transporten, Hypothecatien enz., veele of weinige Emolumenten te verwagten heeft. 36. Het Gemeentebeftuur maakt zoo fpoedig mooglyk een tarif van 'de Jura en Schryfloonen, welke ter Secretarie voor onderfcheide Actens Extracten uit de Befluiten, Appoinctementen, Vacatiën enz., zullen moeten worden betaald, en zend dezelve ter approbatie aan het Derjartementaal Beftuur. ^ Het Departementaal Beftuur houd hieromtrent in het ooff de eelyke behandeling door het geheele Departement. ö 37. De benodigde te emploijeeren Perfoonen ter Secretarie, en de Bodens, voorziet het Gemeentebeftuur van de nodige Inftructien. De  ( $o7 ) De Jaarwedden van deeze worden even eens vastgefteld als vooï de Secretaris is bepaald. De Geëmploijeerdcn ter Secretarie zullen dezelfde Eed van Secretesfe moeten afleggen, als by Art. 31 voor den Secretaris is bepaald. 38. In Gemeentens uit meer dan eene Plaats zaamgevoegd, zal de Bode, of een der Bodens moeten woonen in de Refidenticplaats van het Gemeentebeftuur. Van de 'werkzaamheden der Gcmeentebefluurea. 39. De Gemeentebeftuuren zyn adminïstrative Lichaamen, ondergefchikt en verantwoordlyk aan het Uitvoerend Bewind, en het Departementaal Beftuur. In geval van pligtverzuim, kunnen derzeiver Leden door het Uitvoerend Bewind van hunne Posten ontzet worden, mids in acht nemende het bepaalde by Titul 4, Art. 107 der Staatsregeling, gelyk zy in het geval by Art. 182 der Staatsregeling bepaald, door het Departementaal Beftuur in hunnen Post kunnen worden gefchorst. 40. Zy zyn gehouden, alle de Wetten en Bevelen van het Uitvoerend Bewind, en het Departementaal Beftuur hun toegezonden, zonder verwyl te doen afkondigen en ftiptelyk na te komen, of te doen nakomen. 41. Zy vermogen, in geen géval, de uitvoering dier Wetten en Bevelen, zoo min als der Decreten van Gerechtshoven in hun Departement, te vertraagen of te fchorsfen, noch ook aan hunne Ingezetenen iets, met dezelven ftrydig, te gebieden. 4a. Zy kunnen echter, aan het Departementaal Beftuur, het Uitvoerend Bewind, en door hetzelve aan het Vertegenwoordigend Lichaam, Vertoogen inzenden, het zy tot voordragt van bezwaar, of tot voorftel van nuttige inrigtingen, elk voor zyn byzondere Gemeente. 43. Zy mogen met eikanderen in onderhandeling zyn over zaaken, die aan hun opzicht zyn toevertrouwd; maar nimmer over de algemeene belangen der Republiek. 44. Elk derzelven doet de gehouden Registers van deszelfs handelingen , welke niet fecreet behooren gehouden te worden , iedere zet maanden, veertien dagen lang, op eene vertrouwde plaats, openlyk, ter leezing der Ingezetenen voorleggen. 45. Geen Lid van een Gemeentebeftuur woont deszelfs raadpleeging by over zaaken, hem zeiven of iemand zyner Nabeftaanden, tot in den derden graad, betreffende.! 46. Hy mag geen belang hebben in eenige Pagt, of Collecte van *s Rrr a Lands  ( jog ) Lands of Plaatslyke Belastingen, of in Leverantien, of in Aannemingen, 1 ten behoeve der Gemeente. Hy mag niet kopen eenige Ordonnantiën, Actiën of Credieten, ten haaren laste. 47. De Gemeentebeftuuren hebben het toezicht over de bewaaring der goede orde en Politie binnen den kring van derzeiver Gemeente, als mede het beftuur over de Eigendommen en Casfen van hunne Gemeente. 48. De Gemeentebeftuuren hebben insgelyks het toezicht over alle Plaatfelyke Gebouwen, Gragten, Bruggen, Sluizen, Straaten, Wegen, Voetpaden, en het geen verder daar toe behoord, mitsgaders over het geen bevorens verder door de Municipaiiteiten of andere CoIIegien, is beftuurd geworden, voor zo verre daarin door de Staatsregeling of andere Wetten geene verandering is of wordt gemaakt, en zorgen dat dezelve behoorlyk worden onderhouden, en gefchouwd. 49. Alle Werken, welke uit de Cas der Ingelanden, Land-eigenaars of Geërfdens, betreklyk de Polders, Waterfchappen en Dyk-Collegien, gemaakt en onderhouden worden, gelyk mede alle de Eigendommen en Fondfen der voorfz. Land-eigenaars, niet ftaande direectlyk onder de beheering van het Gemeentebeftuur, maar zullen geadministreerd worden door eenige Perfoonen, door de gezamentlyke Geërfden daar toe verkoren. 50. Overal waar de Polderzaaken bevorens mede door de Municipaliteit zyn geadministreerd, heeft het Gemeentebeftuur het vermogen toe te zien, dat de Straaten, Bruggen en Wateringen, binnen den kring hunner Gemeente behoorlyk onderhouden worden: vermaand by nalaatigheid van dien, de door Ingelanden, Land-eigenaars of Geërfden verkozen Perfoonen op eene vriendelyke wyze tot herftei, en geeft by verdere nalaatigheid, daar van kennis aan'het DykCollegie° waar onder hunne Gemeente behoord. ei. Op plaatzen alwaar de directie deezer onderfcheide onderwerpen teffens aan de Municipaliteit is opgedragen geweest, zal de tegenwoordige Municipaliteit tydig alle de Land-eigenaars van hunne plaats oproepen, ten einde tot het beheeren der zaaken, welke byde organifatie der Gemeentebeftuuren aan dezelve niet overgaan, uit hun midden te benoemen eenige Perfoonen, volgens het Reglement Bylage B. 52. Deeze alzo door Ingelanden verkozen Beftuurders, zullen, het zy met de tegenwoordige Municipaliteit, het zy met het nieuwe Gemeentebeftuur be. aamen de wyze, op welke zoo wel de Papieren als de Casfen der Ingezetenen en Land-eigenaaren, daar dezelve gecombineerd zyn, zullen worden afgefcheiden, en welke Werken voortaan door de Ingezetenen, welke daartegen door Ingelanden zullen worden onderhou1 den»  ( 5c9 ) den, en hetzelve plan ter approbatie aan het Departementaal Beftuur voordragen. 53. In gevalle van verfchil draagt het Departementaal Beftuur de zaak met de wederzydfche fustenuen voor aan het Uitvoerend Bewind, het welk hetzelve examineerd, en nevens deszelfs confideratien en advis aan het .Vertegenwoordigend Lichaam ter beflisfing toezend. 54. De Gemeentebeftuuren hebben het vermogen tot het benoemen van Commisfien uit hun midden, welke meer bepaald, het toezicht zullen oeffenen over de Politie, Finantie, Fabricage en andere onderwerpen, aan hunne zorg toevertrouwd. 55. Deeze Commisfien neemen echter geene befluiten, in zaaken van eenig aanbelang, welke de geheele Gemeente betreffen , maar dragen zulke zaken, waarop een befluit moet vallen, aan het geheele Beftuur voor. In kleifte zaaken, tusfehen particuliere Ingezetenen, kunnen deeze Commisfarislen beflisfen, en geeven daar van kennis aan het Gemeentebeftuur. In volkryke Plaatzen zal omtrent het geftatueerde by dit en het voorig Art. eenige verfchikking kunnen plaats hebben, onder opvolgende approbatie van het Departementaal Beftuur. 56. Het Gemeentebeftuur ontvangt alle zoodanige individueele Adresfen, als de Ingezetenen, door middel van hetzelve, aan hetDepartemen> taal Beftuur, aan het Uitvoerend Bewind of aan het Vertegenwoordigend Lichaam mogten willen inzenden. Het verzend dezelve ten fpoedigflen aan het Departementaal Beftuur, ter verdere verzending, of om daar op te befluiten, en ontvangt die van daar terug, met het daarop gevallen befluit, waar na het dezelve, op aanvraage der Tekenaars, kosteloos, dat is, zonder betaaling van eenige jura of leges op derzeiver Secretarie, doet uitleveren. 57. Het dient van bericht, confideratien en advis, op-alle zoodanige Stukken, als door hoogere authoriteiten aan hetzelve, to^eenige deezer eindens, gezonden worden. 58. Voor de Gemeentebeftuuren kunnen worden gepasfeerd Testamenten en andere Actens van uiterfte Wil, Procuratien, en in het generaal alle zoodanige Actens, welke niet fpeciaal voor de Burgerlyke Rechtbanken gepasfeerd mogten worden. 59. De Transporten. Hypothecatien, Custingbrieven, en alle verbanden op vaste Goederen onder welke benaaming ook begrepen moeten worden gepasfeerd voor het Gemeentebeftuur, onder welkers onikiw de Goederen gelegen zyn. De Gemeentebeftuuren moeten zorgen dat geene Goederen * ©p Rrr 3 wei-  C 5io 3 welke eenig Fideicommis of ander verband is gelegd, worden getransporteerd , dan uit kragte van een Octrooy van ontflag of converfie, en dat in het laatfte geval, daar van en, van de fomme ia hetzelve transport uitgedrukt, ten eerften by Misfive worde kennis gegeven aan den Griffier van het Gerechtshof door wien, de uit het provenu aantekopen Effecten, het voorfz. verband, naar inhoud van het Octrooy, moet worden aangetekend. 60. Een Ingezeten, zoodanige Acte of Actens, Transporten enz. willende pasfeeren, geeft daar van kennis aan den Secretaris, welke die, des begeerd wordende, opfteld, entevens zorgt, dat de twee Commisfarisfen van het Gemeentebeftuur, die aan de beurt zyn, daar van by tyds worden verwittigd. 61. Ten einde echter in Gemeentens, welke uit meer dan ééne plaats zyn zamengevoegd, aan de Ingezetenen van de bygevoegde plaatzen, nog meerder gerief toe te brengen, zal elk Gemeentebeftuur, éénmaal in de vier weeken, op een te bepalen dag en plaats, twee Commisfarisfen, benevens den Secretaris, zenden, op elke plaats, onder een Gemeentebeftuur zamengevoegd, ten einde aldaar ten hunnen overftaan, te pasfeeren de Actens, welke de Ingezetenen, die daar van gebruik zouden willen maken, twee dagen te vooren ter Secretarie zullen hebben opgegeven. Zoodanige opgaaf niet gefchied zynde, verfchynen Commisfarisfen, voor die reis, niet op de beftemde plaats. 6a. Het gellatueerde by het voorige Art. fluit niet uit, dat in geval van ziekte, een Testament of andere Acte, ten huize van den Testateur, door den Secretaris, ten byweezen van Commisfarisfen, zal kunnen worden gepasfeerd, waartoe Commisfarisfen, en de Secretaris des gerequireerd, onder genot van dubbele leges, verpligt zullen zyn. 63. Alle Transporten, Actens enz., worden geregistreerd in!het Register, tot deeze afzonderlyke Objecten aangelegd, zonder dat voor elke voormalige Gemeente een afzonderlyk Register wordt gehouden. 64. De Gemeentebeftuuren bepaalen by een Reglement de tourbeurten van Commisfarisfen, tot deeze en zoortgelyke zaaken, daarby het gemak der Leden zoo veel mogelyk, in het oog houdende. 65. Inquartieringen en de bezorging van allerlei noodwendigheden daartoe, kunnen gefchieden door die Leden van het Gemeentebeftuur, welke op de onderfcheidene plaatzen woonen, of geen Lid aldaar woonachtig zynde, door zoodanig perzoon of perzoonen, als door. het Gemeentebeftuur, met de uitvoering der daaromtrent vooraf beraamde fchikkingen, zal of zullen zyn belast, zonder dat het nodig is, daartoe het .geheel Gemeentebeftuur te doen vergaderen. 66.  ( 5** ) 66. Op dat echter hier in eenige orde plaats hebbe, zal de Prefident, op het ontvangen der aanfchryving tot Inquartiering enz., daarvan aan de Leden, op de onderfcheidene plaatzen woonende, zoo fpoedig mooglyk kennis doen geven, daarby. uitdrukkende het getal Manfchappen, Paarden enz., op dat dezelve gelegenheid zouden hebben het benodigde voor af te regelen. 67. Het gemeentebeftuur verricht alles, wat bevoorens aan de plaatslyke Weeskamers is gedemandeerd geweest, uitgezonderd de aanftelling van Voogden over Minderjaarigen, met al het geen daartoe behoord, het welk aan de Burgerlyke Rechtbank is opgelegd. 68. Hetzelve verleend Huwlyksgeboden en folemnifeerd de Huwelyken, volgens voorfchrift der Wetten. 6*9. Het Gemeentebeftuur heeft het recht tot het herzien en vastftellen van Keuren en andere plaatslyke Reglementen, onder approbatie van het Departementaal Beftuur, en heeft ook het toezicht over den Yk van Ellen, Maaten, Gewigten enz., tot dat daar in nader zal zyn voorzien ; de Schout Crimineel vervolgt de Overtreders volgens de Wet. 70. Ieder Gemeentebeftuur heeft de voordragt van drie Perzoonen, aan het Departementaal Beftuur, om daar uit de benoeming van den Schout Crimineel, ingevolge Art. 278 der Staatsregeling, te kunnen doen. In geval het Departementaal Beftuur op deeze Nominatie geene Burgers geplaatst vind, aan dewelke het vermeend deezen Post te kunnen toevertrouwen , geeft het daar van ten fpoedigften kennis aan het Gemeentebeftuur, het welk als dan binnen 14 dagen eene andere Nominatie overzend; en zoo al mede deeze geene Burgers bevat, welke volgens het oordeel van het Departementaal Beftuur tot deeze Post gefchikt zyn, doet hetzelve de keus buiten de overgezondene Nominatien, daar van tevens aan het Gemeentebeftuur kennis gevende. 71. Alle questien, betreklyk de Wetten van Politie, in de onderfcheidene Gemeentens, omtrent het uitoeffenen van Ambachten of Neeringen enz. beftaande, worden gebragt voor het Gemeentebeftuur, het welk dien aangaande handeld overeenkomftig de Wet. 7a. De Gemeentebeftuuren zullen beftendig werkzaam zyn tegens alle pogingen en daaden, welke tegen de vryheid en binnenlandfche rust zouden mogen worden ondernomen. 73. By aldien zy eenigen toeleg, tot verftooring der openbaare rust ontdekken, zullen zy daarvan terftond aan het Departementaal Beftuur en aan den Agent van Politie kennis geven, en onverwyld maatregelen tot vcrydeling daar van in het werk ftellen. 74. Zoo dezelve daartoe het gebruik van de Gewapende Magt be¬ hoeven»  C 5** ) hoeven, zullen zy het vermogen hebben dezelve van den Commandant te requireeren," en by aldien binnen hunne Gemeente zoodanig aantal Militairen of gewapende Burgers niet gevonden mogt worden, als zy nodig hebben, vermogen zy de hulp van de naastgelegene Gemeente, alwaar eene gewapende Magt gevonden word, te vorderen, gevende in beide gevallen daarvan onverwyld kennis aan het.Departementaal Beftuur. 7*. Zy hebben de magt alle Perzoonen, welke na ingewonne informatienhun gebleken zyn fufpect te weezen, proviüoneel civihter te arresteeren en ondervraagen, daar by echter in acht nemende, het geen by het 31 Art. der Grondregelen, voor de Staatsregeling geplaatst, is geftatueerd. 76. Zy kunnen ook de Papieren van dergelyke fufpecte Perzoonen doen verzegelen; wanneer hun van de onfchuld blykt, geven zy dezelve terug, en anders geven zy die, met dePerzoon, aan den bevoegden Rechter over, zonder dat het hun echter zal vry ftaan dezelve, zonder aanfchryving van den Agent van Politie of Departementaal Beftuur, te ontzegelen of te examineeren. 77. Desgel vks zullen zy de magt hebben een iegelyk, binnen den kring hunner Gemeente woonende, tegen behoorlyk defroijement, voor zich te ontbieden tot het geven van getuigenis der waarheid, omtrent zaaken, de Maatfchaplyke rust en veiligheid betreffende. In alle gevallen, by Art. 75, 76 en in dit Art. bepaald, geven zv van hunne verrichte kennis aan den Agent van Politie en Departamentaal Beftuur, en verrichten ook het daar by gepaalde, op aanfchryving van dezelve78 In geval van weigering, zullen zy een iegelyk tot het afleggen van 'getuigenis der waarheid, by wege van gyzeling, kunnen noodzaaken ten waare dezelven eenige redenen van ongehoudenheid zouden mosen aanvoeren, welker beoordeeling zal ftaan aan het Gemeentebeftuur het welk die zaak de plano zal afdoen: doch echter tot zoodanige ffvzelina niet eerder mogen over gaan, dan na vooraf den weigerendef by dgrie herhaalde reizen, by eene fchriftelyke Acte, ten gemelden einde, voor zich te hebben doen ontbieden. 70 In oogenblikken van gevaar echter, waarin zy mogten oordeelen, dat alle verwVl voor de Maatfchaplyke rust nadeehg zyn zoude, kunnen zv de weigerende dadelyk, daar toe termen vindende, by wege van avzeling, tot het geven van getuigenis der waarheidfnoodzaak en; mids vooraf daar van aan den Balliuw van het Diftnct, of by deszelfs abfentie aan den Schout Crimineel kennis gevende. 80 Zy zorgen, dat geene Byeenkomften, ftrydig met het 18 Articul  c sn ; der Burgerlyke en Staatkundige Grondregelen, voor de Acte van Staatsregeling geplaatst, gehouden worden. , 81 Zv handhaven ieder Burger by de vryheid om God te dienen naar de övèrmking van zyn hart, doch zorgen tevens dat de openbaare orde. do0rSS Sterlykën eerdienst geftoord worde, dat alle Maatfchaplytl rndXn't- oeffening gefchiede binnen de daartoe bettemde Gebouwen me■ oSo?e7c deuren, en niemand met eenig ordenskleed of teken van heTSlyrGenootfchap buiten Zyn Kerkgebouw verfchyne. Zv zorgen voor de inftandhouding en naarkoming van dat begmzel der StttJeSg, volgens het welk geene burgerlyke voordee en of tfö^S^ljM van eenig Kerkelyk Lcerftelfd gehegt zyn. 8^ Zv zyn voorts verplicht te zorgen, dat al het geen by de Staatsregeling! en by de Wetten tot inftandhouding der rust en goede orde word voorgefchreven, worde nagekomen, o. 7v zor^n, voor zoo ver zulks van eene politieke voorging af84. ^ ^Xn vlrhten der Ingezetenen, zonder zich echter immer, het ™ fechXeks of ï n tei zydeg te bemoeijen met zaaken het Justitie^eez'en £u?4nde, of tot de adminiftratie de Justme behoorende ft- Zv verrichten de Volksoproepingen volgens de Wet, enbepaalenhet ^;,7nS tot het houden der Grondvergaderingen, en gedragen zich U u 3 d eze a s ten opzichte van de infehryving in het Stemregister* naar d, Staatsregeling, Voorfchriften en Wetten daaromtrent gemaakt. qa n,„trpnt de opfchrvving en inrichting der Gewapende Burgermacht, verrichten zfal het geene, het welk by het Reglement op dezelve, aan haar is toevertrouwd. De aanftelling van Onderwyzers in publieke Schooien, en van otwP5s ihied door de Gemeentebeftuuren op zodanige wyze, |Cs bj de^"ïnftructie ïoor den Agent van Nationaale Opvoeding is vsst- ^Pff Het is de pikt der Gemeentebeftuuren alles aan te wenden, het „f vooS^ in- van brand zal kunnen verftrekken: zy zorgen dat geen tot voorkomim, van1 o. Brandfpuiten is toevertrouwd, ü\getn™Cj?t Lmlen vd, beLorlyk daarin oeffenen; dat dezelve, ïb^kd.^1SÖ G^Wn, by ^ hand zyn en behoorlyk onderhouden worden. . Ro In Gemeentens, waar men nog geene Gereedfchappen tot ftuiting varTBrand mo«5e bezltteii, zonderen de Gemeentebeftuuren jaarlyks eeJige penninge^ af, en befteeden dezelve tot aankoop van zoodanige Gcreedfehappen. . . 00. In het generaal hebben de Gemeentebeftuuren zodanig toezicht en S s s  ( SH > directie, aTs tran dezelve by de Staatsregeling of de Wet reeds is, of nog mogt worden- opgedragen. 91- Elk Gemeentebeftuur bepaald ten fpoedigflen doenlyk, en wel binnen zes maanden na deszelfs organifatie , het benodigde getal van Amptenaaren voor zyne Gemeente, (uitgenomen de Secretaris, Geëmployeerden voor de Secretarie en Ëodens, waaromtrent hier voor reeds bepaalingen zyn gemaakt,) met derz-elver bezoldiging, vernietigd alle nuttelooze Ampten en Bedieningen, en draagt zodanig plan ter goedkeuring aan de Gevolmagtigden uit de ftembevoegde Burgeren voor; byaldien deeze dit niet mogten goedkeuren, maakt het Gemeentebeftuur daarin, met overleg van dezelve Gevolmagtigden, de noodige verandering, en wanneer hierover verfchil mogt ontftaan, wordt de beflisfing deswegens aan het Departementaal Beftuur, waar onder de Gemeente behoort, overgelaaten. 92. Deeze bepaaling daargefteld zynde, formeert het Gemeentebeftuur voor de vastgeftelde Beampten de noodige Inftructiën, en houdt hun tot derzeiver pligt: by misdryf of pligtverzuim fchorst het dezelve in hunne Bedieningen, en ontzet hun zelfs naar gelang der omftandigheden van hunHe Ampten en Bedieningen. De Gemeentebeltuuren wordt aanbevolen te zorgen, dat niemand,, de vereischten, by de Staatsifcgeling en nadere Decreeten van het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald, niet bezittende, tot eenig Ampt of Bediening worde aangefteld, of daarin gecontinueerd. 93. tiet Vertegenwoordigend Lichaam referveert aan zich een nader Reglement vast te ftellen nopens de wyze, waarop de Gemeentebeftuuren deAmpten zullen begeven. 94. Indien door de gemaakte verdeeling der Gemeentens mogt blyken^ dat de territoiren of'omtrek van een of ander Gemeente, niet behoorlyk uit elkander konden gehouden worden, of dat in de eene of andere Gemeente, uit hoofde van vroegere bepaalingen, daaruit verwarringen en twisten zouden kunnen ontftaan, zal het aan het Gemeentebeftuur van die Gemeente, welken zich in zodanig geval zoude mogen bevinden, vryftaan, zich ter verkryging van een juister bepaald territoir of omtrek, aanhet Departementaal Beftuur, waaronder het behoortr te adresfeeren, en daaromtrent eene voordragt te doen, waarop het Departementaal Beftuur zal verpligt zyn de belanghebbende te hooren, en voorts tragten hieromtrent eene minnelyke fchikking te bewerken; doch zulks vrugteloos afloopende,. zal het Departementaal Beftuur daarin beflisfen; in welke beide gevallen door hetzelve Departementaal Beftuur daarvan aan het Uitvoerend Bewind, en door het laatstgemelde aan het Vertegenwoordigend Lichaam sa!' kennis gegeven worden; blyvende het echter aan die geenen, die in bun, recht zouden vexmeenea verkort te zyn, onverlet om zich aan het Uit-  ( J'5 ) Uitvoerend Bewind daar over te beklagen, het welk na gedaan onderzoek, deswegens eene voordragt aan het Vertegenwoordigend Lichaam zal inzenden, dat daarin eindelyke uitfpraak zal doen. 95. De Leden van een Gemeentebeftuur kunnen nimmer voor het Departementaal Beftuur perfoonlyk ter verantwoording geroepen, noch van hunne posten ontzet worden. 06. Zy worden, ingeval van eenig door hun begaan misdryf, terecht gefteld voor het Crimineel Departementaal Gerechtshof, waartoe derzeiver Gemeente behoort. Van de Finantien. 07. Geen Gemeentebeftuur mag eenige nieuwe Plaatslyke belasting vastzeilen, dan na alvorens daaromtrent te hebben gehandeld en te zyn overeengekomen met Gevolmagtigden uit de ftembevoegde Burgeren bjmieo deszelfs Gemeente, en onder opvolgende goedkeuring van het Vertegenwoordigend Lichaam. 08 Het getal deezer Gevolmagtigden, zal gelyk zyn aan het volle getal der Leden, welke het Gemeentebettuur moeten uitmaaken; dezelve monen zyn ftembevoegde Burgeren en dezelfde vereischten bezitten, welke voor de Leden van de Gemeentebeftuuren worden gerequireert; zy worden op gelyke wyze en ter zelfder tyd, als de Leden voor de Gemeentebeftuuren verkooren, en treden ook te gelyker tyd niet dezelve af. 00. Dezelve zullen even als de Leden der Gemeentebeftuuren by hun aftreden wederom verkiesbaar zyn, doch voor de derdemaal niet, dan na een tydverloop van drie jaaren. 100. Deeze Gevolmagtigden zullen nimmer by elkander li omen, of zich met eenige zaaken direct of indirect mogen bembeijen, dan waaitoe zy uit kragte van de Staatsregeling en van deeze Inftructie door het Gemeentebeftuur expresfelyk geroepen worden. 101. Zy zien echter in het eerfte jaar toe, dat de Gemeentebeftuuren voldoen aan de by deeze Inftructie gemaakte bepaalingen, voor zo veel derzeiver Amptenaars betreft. 10a Door de vereeniging van verfcheide Plaatfen tot een Gemeentebeftuur,'worden echter daardoor de Eigendommen, Fondfen en Schulden der onderfcheide Plaatfen niet van zelve geamalgameerd of incengeimolten. \ox Daar nogthans ook de éénheid in het Finantiëele in elke Gemeente eene wenfchelyke zaak is, zullen in Gemeentens welke uit meer dan eene Plaats zvn zaamgevoegd, de Grondvergaderingen, by gelegenheid der verkiezing van nieuwe Leden in het Gemeentebeftuur in het jaar 1801, tevens worden opgeroepen, ten einde zich by meerderheid van ftemmen der op-  ( 5'6 ) gekornehe Burgers tc verklaaren, of zy verkiezen in'het Finantiëele afgszondert te blyven, dan gecombineerd te worden. 104. Het Gemeentebeftuur vervaardigt ten dien einde een naauwkeurigen ftaat van de Eigendommen, en Schulden van elke plaats afzondei;lyk: als mede zo na mogelyk van de lasten van onderhoud der Werken, fractementen enz., en doet dien ftaat ten minften een Maand voor gemelde oproeping op eene gefchikte plaats voorleggen. 105. Indien de meerderheid in alle de Grondvergaderingen der Plaatfen, welke de zaamgevoegde Gemeente zullen uitmaaken, in de ineenfmelting der Finantien toeftenit, is dezelve befloten. Wanneer de Grondvergaderingen van eene thans afgezonderde en by de nieuwe verdeeling zaamgevoegd wordende Plaats hieromtrent mogteaverfchillen, beflist de meerderheid van dezelve, gelykftaande, is de beüisiing voor de ineenfmelting. indien de meerderheid der Grondvergaderingen van eene der zaamgevoegde Plaatfen, of zo dezelve maar uit eene Grondvergadering beftaat, de meerderheid der opgekomen Leden zich tegen de ineenfmelting verklaard, wordt dezelve als dan niet tot ftand gebragt. Het Gemeentebeftuur geeft van den uitdag öier Oproeping kennis aan het Departementaal Beftuur, en by aldien tot de ineenfmelting niet heeft kunnen worden befloten, tragt het Departementaal Beftuur zulks door minnel'yke feftikkingen met de Gevolmagtigden uit de ftembevoegde Burgeren, onder approbatie van de Grondvergaderingen te bewerken; doch ook dit vrugteloos bevonden wordende, zal het Gemeentebeftuur na verloop van twee jaaren, de Grondvergaderingen op gelyke wyze hier over andermaal oproepen. 106. In' alle Gemeentens waar op deeze wyze geen éénheid in het Finantiëele heeft kunnen worden ingevoerd, zal van den Ontfang en Uitgaave van elke Plaats,- afzonderlyke rekening en verantwoording moeten gefchieden, en zulks wel ter dier Plaatfe, tot welk de te doene rekening behoord. 107. Elk der zodanige Plaatfen zal ten haare laste en voordeele houden , al dat geene, het welk tot nog toe door dezelve betaald en onderhouden of genoten is geweest. Gevolmagtigden word aanbevolen nauwkeurig toe te zien, dat aan deeze Art. ftiptelyk worde voldaan. ic8. De tractementen van Secretaris, Geëmployeerden ter Secretarie, Bodens sn andere Geëmployeerden van het Beftuur, als mede alle plaatslyke belastingen, welke voortaan ingevolge Art. 194.-der Staatsregeling mogten worden vastgefteld, zullen, wanneer dezelve uit geene fondfen gevonden kunnen worden, door het Gemeentebeftuur met overleg der .Gevolmagtigden uit de Burgery, worden omgeflagen over alle de Ingezetenen van de Gemeente, na alvorens, over de wyze van Omflag, dé bekragtiging van»ftet Departementaal Beftuur bekomen te hebben.. 109..  C 5«7 5 ioo. Het Gemeentebeftuur zorgt, dat de Plaatslyke Inkomften behoorlyk en op deszelfs verantwoording worden ontfangcn, bepaald de borglot tot dezelve, en zorgt dat die om de drie jaaren worden vermeuwt. iia Zo lange 'er ten opzichte der Verpondingen en andere Lasten , voor welkers goede invordering de Municipaiiteiten m - onderfcheideder voormaalige Gewesten thans verantwoordlyk zyn, geene nieuwe keg eKen zullen zyn gemaakt, blyft het Gemeentebeftuur even als de tegenwoordige Municipaiiteiten daar voor aanfpraaklyk. ^ Gemeentebeftuuren zorgen,- dat de Gaarder der Verpondmeen en van andere lasten behoorlyk gejuftihceerde borgtogt voor hunnen Outfang ftellen, en dezelve jaarlyks vernieuwen, in. Taarlyks word in de maand Mey op eenen daartoe door elk Departemen aal Beftuur nader te bepaalen dag in elke Gemeente, of zo oezelve S^ftSfel is zaamgeftelcf, welker ^^.^^S^^S^ Pikc Plaats afzonderlyk, ten overftaan van de Ges olmagtigden uit ae Burge^y, Sning en verantwoording van den plaatslyken Ontvang en UBfdefZeaSening moet tevens gevoegd zyn, een korte Staat vanfehul- dai' «SïSSSgd, eenig bezwaar op-de Rekeningen moeten hebben, het welk'in^der minne met konde verenend worden ftWt het dezelve vry, zich by het overzenden der Rekeningen mede deswegens aan let Departementaal Beftuur te adresfeeren, het welk daar over finaal beflist. tio Elke Gemeentebeftuuren zenden een Affchrift of gedrukt Exemplaai van de Rekening en Staat, binnen 14 dagen na het opnemenderzelve, aan het Departementaal Beftuur. . tt- Deeze Rekeningen, Verantwoordingen en korten Staat worden m vnï&keGemeeS en daar van op onderfcheide publieke plaat- tt, In Gemeentens welke uit minder dan tien Grondvergaderingen befegd, en mede tegen betaaling verkrygbaar gemaakt. tie «^enntoSTveriieWn ofte vermindereu, zo en m dies voegen als hetzelve zal vermeenen te behooren-  C: s*8 ) En heeft, hatftelijk, het Vertegenwoordigend Lichaam, (blihende het, fub Bijlaage A., ontworpen Reglement op de verkiezing van de Leden der Gemeente-Beftuuren, en van de Gevolmagtigden uit de Burgerij, als nog bij de Tweede Kamer ongefancfioneerd,) ten deezen vastgefteld het insgelijks hier na volgend Bylage B. REGLEMENT op de verkiezing van Beftuur ders, ter waarneming der zaaken van de Ingelanden; Land-eigenaars of Geërfden, Art i- Het Uitvoerend Bewind zorgt dat alle de Ingelanden, Landeigenaars of Geërfden van Plaatfen, alwaar de adminiftrttie van de zaaken det Ingelanden te gelyk met die der Ingezetenen, aan de Municipaliteit is gedemandeerd, zo ipoedig mogelyk worden opgeroepen, tot verkiezing van Beftuurders over die zaaken , welke by de organifatie der Gemeentebeftuuren aan dezelve niet overgaan. a Het Stemrecht is gelegen in den eigendom van Land, en wordt bepaald voor elke morgen Graazen, Buynder, Geniet, Deimt, Hond of onder welke anderen naam de Landmaat daar ter plaatze bekend boete zvn ééne ftem, waar onder ook begreepen worden zodanige Landen, welke! gfchoon^mtgeveend, echter met de .gewoone Polderfasten bezwaard geLanden welke in Erfpagt, Ufufruct of Fideïcommis bezeten worden, geven het Stemrecht aan den geenen welke dezelve in Erfpagt enz bezit en geenzins aan den Eigenaar: zo als ook die Landen, welke verhuurt zyn op conditie dat den Huurder de Verpondingen en Lasten moet betaalen, het Stemrecht zullen geven aan den Huurder, en geenzins aan den Byaldien een Ingelande meerder dan één derde gedeelte van alle de morgentaaien van zodanige plaats bezit, zal hy echter niet meerder ftemuitmaakT611 Ultbrengen' dan een derde gedeelte van alle de morgentaaien j 3. Daar dit Stemrecht gelegen is in den eigendom van Land, zo heeft er geene uitfluiting plaats van Vrouwen, Minderjaarige, Godshuizen Admimftrateurs van afkooppenningen wegens verveende Landen, enz Dezelve kunnen echter deeze ftemming in perfoon nietuitoeffenen, maar geven daartoe procuratie op een perfoon, welke hun Stembiljet, ingevolge daarvan, medeteekent en overbrengt. *r Op den bepaalden dag en uure verfchynen alle Ingelanden, Landei-  C 5'9 5 eigenaaren of Geërfden, of derzeiver by eene onderhandfche Procuratie daartoe Gequalificeerden tot het uitbrengen hunner Stem. Een ieder die zich door een ander zoude laten reprefenteeren geeft daartoe eene afzonderlijke Volmagt, zonder welke geene Stemming, voor een ander mag worden aangenomen. 5. De Stemming gefchied by fchriftelyke Biljetten, waarvan een model hier agter is gevoegd. 6. Voor de eerfte reize zorgt het Uitvoerend Bewind, dat aan elk der Ingelanden, by het Oproepingsbiljet, een zodanig Stembiljet wordt terhand gefteld, terwyl zulks voor het vervolg door deeze Beftuurders zelve zal moeten gefchieden. 7. De aanwezige Ingelanden verkiezen alvorens, op-een Biljet, by meerderheid van Stemmen, drie uit hun midden tot Stemopnemers, welke dc Stembiljetten ophaalen, en ten bywezcn van Ingelanden opleezen en aantekenen. 8. Zy die de meefte ftemmen hebben zyn de verkoozen Beftuurders. 9. Het getal der Beftuurders is evenredig naar de grootheid der Plaats; onder de vyf honderd Morgen groot zynde, worden drie Beftuurders, van 500 tot 1000 Morgens vj/, en boven de 1000 Morgens Land bevattende, zeven Beftuurders "verkoozen. Op Plaatfen alwaar de Landvcrdecling, meteen andere maat of naam word beftempeld, word het volle getal der bekende Landmaaten tot de bepaaling van het getal der te verkiezen Beftuurders terug gebragt tor Morgens, elk van öoo Rhynlandfche Roeden- 10. Deeze Beftuurders hebben een Prefident, in de eerfte byeeenkomst te verkiezen, voor al zulken tyd als zy raadzaam zullen oordeelen; als mede een Secretaris, door hun te benoemen of wel te continueeren, welke alles zal moeten verrichten, het geen de tegenwoordige 'Secretarisfen omtrent de Polderzaaken hebben moeten doen. Deszelfs belooning wordt door Beftuurders geregeld, en ter approbatie aan Ingelanden voorgedraagen. 11. Deeze Beftuurders zullen fungeeren tot dat door het Vertegenwoordigend Lichaam nadere fchikkingen op de beheering der Dykagiën, Polders enz. gemaakt zullen zyn, en zullen zich intusfehen moeten gedraagen naar de Reglementen en Keuren in hunnen Polder reeds aanwezig zynde, of by gebrek van dien, door hun te vervaardigen, en aan Ingelanden, Landeigenaars of Geërfden, ter approbatie voor te draagen. ia. Byaldien echter, na verloop van een jaar, door het Vertegenwoordigend Lichaam, zodanig generaal Reglement nog niet mogte zyn gearresteerd, zal de kleinfte helft deezer Beftuurders, by loting, aftreden, en op de voorfz. wyze eene nieuwe keuze van Beftuurders gefchieden.  C J20 ) 13. Hiertoe roepen de op dien tyd fungeerende Beftuurders, vier weeken voor de ordinaire tyd, tot het doen der Ingelanden rekening, in den jaare 1801, alle de Ingelanden, by Biljetten, op, ten einde op dien dag tot gemelde nieuwe verkiezing over te gaan. 14. Eene Commisfie uit hun midden verricht als dan dat geene, het ivelk hier voor Art. 7. aan Stemopnemers is opgedraagen. 15. De aftreedende Beftuurders kunnen weder verkooren worden. Stembiljet. Ik Ondergetekende, wonende te verklaare binnen den Ring van den Dorpe te bezitten Morgen Lands. Voor welke • Morgens ik .ftemme tot Beftuurders de Bur¬ gers Actum den (Naamtekening) Diensvolgens gelas|shet Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alemme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag^ den 9 Junij 1800, Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ("was geparapheerd) B E S E I R, vt. (onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. NO-  C 521 y NOTIFICATIE JJJet Departementaal Beftuur van de Eems aan alle deszelfs Medeburgers, en Ingezetenen in dit Departement, Heil en Broeder jchapl Alzo in de Publicatie van het Uitvoerend Bewind der BaRepubliek van den 8/len Maij 1.1., houdende een algemeen voorfchrift voor de Grond- Distrift- en Rings-vergaderingen, ten gevolge van het Decreet des Vertegenwoordigenden Lighaams van den 29 April daar bevoorens, geëmaneerd, door een verzuim ter 's Lands Drukkerij, is geömitterd geworden het geheele züfie Articul, rakende de Grondvergaderingen, luidende als volgt: Alt. 10. De Kiezers bedanken nimmer voor den hun op,, gdegdcn last, dan om tedenen , welke bij de Grondyergade» ringen, waar door zij benoemd zijn, worden aangentmen" ZO IS HET, dat Wij op last van het bovengenoemd Bewind, hetzelve bij dezen brengen ter kennis van de Ingezetenen van dit Departement; en zal ten dien einde deeze alomme in dit Departement worden Gepubliceerd, en Geaffigeerd ter plaatzen, alwaar men gewoon is zulks te doen. Aldus gedaan in het Landshuis binnen Leeuwarden den \6den Junij i8co. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. W. M E U R S, Vt. Ter Ordonn, van het Beftuur voorn. M. S A L V E R D A. Ttt Secret. pU-  PUBLICATIE I-Iet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Boa re weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreven, overwogen hebbende: Dat het Decreet, waar uit de Publicatie van den 25 Julij 1799, betreffende de Converfie der oude, daar in gemelde Obhgatien, Rente-Brieven, Recepisfen en andere föortgelijke Acfen, in Nationale Schuld-Brieven, is geproflueerd, in der tijd na voorafgaande verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid is genomen geworden. Dat mitsdien, het voorfz. Decreet, ingevolge het 70. Art. der Acte van Staatsregeling, niet langer dan één Jaar kracht van Wet heeft kunnen behouden, en, om in werking te blijven , op nieuw in de gewoone order door het Vertegenwoordigend Lichaam moest worden overwogen en bekrachtigd. • En dat het, tot den volkomen afloop dezer gewigtige operatie , noodzaaklijk is, dat de bepalingen, bij het gemeld Decreet vastgefteld, als nog blijven ftand houden en effecb forteren. Na voorafgaande drie onderfcheidene lezingen, hejloten en verordend heeft, het meergemeld Decreet te vernieuwen, en aan hetzelve permanente kracht van Wet te geven. Wordende, overzulks, de voorzegde, daar uit geproflueerde Publicatie van den s5 Julij 1799, mede gehouden voor ver-  vernieuwd, even als ware dezelve alhier van woord tot woord herhaald en geïnfereerd, Dienvolgens gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 24 Junij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd} F. ERMERINS, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G HULTMA N.  NOTIFICATIE J)c Commisfie tot de Adminiftratie der Finantien in het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezetenen van dit voormalig Gewest Heil! doet ie weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, bij Decreet van den gofle Maij 1800 heeft beflooten: Dat de Procedures over en ter zaake van de Gemeene Lands Middelen in het voormalig Gewest Friesland finaal en bij eindelijke uitfpraak zullen worden getermineerd door Commisfarisfen ter Adminiftratie der Financien van; dat Gewest bij hetJJitvoerend Bewind aangefteld, of in het vervolg benoemd uit kragt van de refpective Decreeten van het Vertegenwoordigend Lichaam. Dat echter zodanige Iitigeerende Parthijen, welke van eenige Sententien bij Gedeputeerde Staaten gewcezeu, reeds appél mogten hebben doen aanteekenen — het zelve zullen kunnen vervolgen voor het Hof van Justitie van dat voormalig Gewest, gelijk ook aan die geenen, welke ter dier zaake door onvermogen ter betaling van boetens tot een Confinementih een Tugthuis, of andere Crimineele ftraffe mogten worden gecondemneerd, mede appél voor het zelfde Hof zal vrijftaan. Ten einde niemand hier van onkundig zij, gelasten Wij ter voldoening aan dedispofitie van den .Agent van Financiën van den 7 Junij 1800, dat deze zal worden Gepubliceerd en ■ Geaffigeerd, waar men gewoon is zulks te doen. Aldus gerefolveèrd op het Collegie binnen Leeuwarden den 26/le Junij 1800. Uit zesde 'jaar der Bataaffche Vrijheid. J. P HYLCKAMA, Vt. Ter Ordonnantie van de Commisfie voorn. W. D. RUITINGA,