BIBLIOTHEEK \ < LU > -| BOEKERIJ z < -n q va.n z m — O. VAN DER BURG I w > r CL O GEPLAATST IN DE DNIVEBSITEITSBIBL10THBEK AMSTERDAM Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3251 6501  V ERZ AMELING VAN , PLACAATEN? PROCLAMATIEN, NOTIFI. CATIEN, enï. Door de WETGEVENDE MAGT; — het UITVOEREND BEWIND des Bataaffchen Volks, en het ADMINISTR ATIF BESTUUR van het voormaalig Gewest Friesland; beginnende den 22 Januarij 1798, en eindigende den 28 Maart 1799. Derde Deel* Te FRANEKER en LEEUWARDEN, Bij D. ROMAR en D. v. d. SLUIS, Boekverkopers. 1799-   REGISTER VAN PLACAATEN. Derde Deel. Proclamatie betrekkelijk het gebeurde op _ den aa Jan. 1. Uien Publicatie wLJS?ProviS>n'ecl een Uitvoerend Bewind word daar- wfa? bij gedecreteerd word , dat alle thans in werking Sjnde Geldheffingen en Executie* ftiptehjk zullen moeten naagekomcn worden , 30 Jan. - I* Proclamatie betrekkelijk het in Civile verzekering nemen van cenu W0C „e ^eweezen Reprefentanten m den Haag, 3 Febr, 16 Publicatie S HaffingvandePnlaatStenTennijninde+o Mnhoenen ! beUtelijk'de^erwijdering ,an alle Franfche Emi- atiSfil a?geF,feene zakJn van het Sdg'èno'odrchap ce Lande word ontbonden, en een a^pnt van Oorlog aangefteld, i<5 bebi. - zj bonden, en een Agent tot dezelve aangerteld ,19 Y ebi. 25 , waai bi een Agent van algemene Po!lt,e en Bmeriand- fche Correspondentie word aangefteld, ai Vebr. ^o Notificatie waar b&um &. A. H. van Knijff, vrijheid word vergund, in Friesland onverhinderd te rug te keren, M. *7 betrekkelijk het vernietigen en fluiten van alle Urange- . gSS^ffe if* „ He| Inkomen, 24 Febr. - Ppnro Publicatie over de verpligcing van het betaalen in de 8 per Lento voor de Militaire Ofhcieren , 26 Febi. - 34 Notificatie en Reglement op Decretaale.verkopn ge^* Mg£ Publicatie waar bij een Agent van F.nant.e word ^H'^f^ hetrekkeliik de ootb nding en weder aanlteümg van een ÏSermedS- Adminiftratif Beuuur, voor het voormals •Gewest Friesland, 8 Maarc. • p^ *  REGISTER. Publicatie waar bij een Agent van Nationaale Opvoeding word aangefteld, 9 Maart. - . - 51 —_ waar bij een Agent van Justitie word aaogeft. 12 Maart. 52 •———— waar bij een Agent van Buitenlandfcrre bc?trekkiogen word aangefteld, iz Maart. - 'sg ■ ■■■■■■■—. betrekkelijk het vast aanftellen van het Uitvoerend Be¬ wind, 10 Maart. - - 54 ■ — over de Uitgeweken Bataaffche Officieren , wegens de Perfioenen, 20 Maart, - 57 ——— betrekkelijk de nalatigen in het eerfte Termijn van de 8 per Cento, 20 Maart. - 59 * ■— over de verniesiging van de Publicatie van den sdjan.1.1. wegens de korting der jofte Penning, 20 Maart. 61 • ' — betrekkelijk het Beduur "over de Colonien en Bezittingen op de Kust van Guinea en America, ai Maart. 62 Bekendmaking van het Organiferen der Gerechten in dit voormalig Gewest. - - 64 Publicatie wegens de Invoer van Uitlanclfehe Kousfen , 29 Maart.66 - — wegens het verkenen van Paspoorten aan de gewezen Regenten en Ministers, 31 Maart. - 67 —— betrekkelijk de Obligatien, op naam van den Vorst van Nasfau, 31 Maart. - - 7° waar bij gedecreteerd word, dat Burgers die geweigerd hebbende Wapens te dragen, niet zullen mogen Stemmen , s April. - - 72 Proclamatie betrekkelijk het neemen van maatregelen , tegen de niet weldenkende Amptenaaren, 3 April. - 73 Publicatie wegens de Penfioenen der Zwitferf. Officieren, 4 April 75 —-—— over de Peniioenen van alle Officieren binnen deze Republiek, 7 April. - - ,79 ■ — wegens het omlopen met Schoenmakers werk, 10 April 84 1 — betrekkelijk die Burgers die zich van de Nationaale Vergadering onttrokken hebben, 12 April. 85 ■'■— wegens de gepreste Schippers, 20 April. 87 $ over het zenden van Adresfen, enz. aan die Agenten waar toe dezelve behooren, 20 April. - 89 betrekkelijk de Amptenaren welke niet als Stemgerechtigden zijn aangenomen, 11 April. *t 91 ——— over de Certificaten van Schepen, 25 April. 93 : '— betreffende de Franfche Emigranten, 1 Maij. 95 Ont-  van PLACAATEN. Ontwerp van Staatsregeling voor het Bataaffche Volk. 97 I. Algemeene Beginfelen. - - - 98 II. Acte van Staatsregeling. - - . « Titul. I. Van de verdeeling der Republiek. - 112 , 11. Van de uiroeffening van het Stemvermogen der Bur* gereo, in Grond- en Oiftricts-Vergaderingen. 114 III. Van de Vertegenwoordigende hoogfte Magt. 119 • IV. Van het Uitvoerend Bewind. - - 119 . , , V. Van de Departemencaale en gemeente Beftuuren, 13S 1 . VI. Van de Financien. - - - i.46 « VII. Van de Buitenlandfche Bezittingen en Colomen der Republiek, en van dcizelver Beftuur hier te Lande. - - - . Ij6 ! VIII. Van de Re?terlijke Magt. - - 161 IX. Van den Staatkundigen Invloed :des Volk-s op cle Staatsregeling. - - - J68 UI. Reglementen, behoorende tot de Acte van Staatsregeling. Reglement, Letter A. behoorende tot Titul. II. 160 Reglement Letter B. behoorende tot Titul. III. 174 Reglement Letter 'C. behoorende tot Xuul. IV. 1% Reglement Letter D. behoorende tot Titul. VI. 185 Reglement Letter E. behoorende tot litul. IX. iM IV. Additioneele Artikelen tot de Atte van Staatsregeling. Van het betaalen der Traktementen van de Predikanten der voormaals Heerfchende Kerk, — de Penfioenen .tan .derzeiver Emeriti en Weduwen, — de Nationaal-verklaaring der Geestelijke Goederen, de verdeeiing -van Kerkgebouwen en Pastorij-Huizen, — de Vrndduuring der 'vpenbaare Inrigtingen van Onderwijs, — de verbeuring van woeste Gronden, en van zommige tlumds onbruikbaars Rivieren, ter bevordering van Landbouw tn Koophandel„ ~ en dê Ftordduuringder Adminijiralive Bejluur-en. -1.94 'Publicatie betreffende de Gewapende ^Burgermagt, 3 .Maij. 198 Proclamatie waarbij het refultaat der Stemming-over de Staatsregeling, werd bekend gemaakt, 6 Maij. - 203 Publicatie betreffende de uitoeffening van hec Stemvermogen der Burgeren, den 10 Maij 1798. - > - 205 — wegens de voortduuring der Adminiurative Beftuuren, Gerechtshoven, enz. 10 Maij. . «7 ito 2  R E G I S T " E. R, Proclamatie betrekkelijk het vertrek van den Generaal Daendels, 18 Maij.- . - - *O0 . - over de Vrijheid der.Drukpeis, 2.2 Maij. 213 Publicatie over de Titulature van het Vertegenwoordigend Lighaam, 23 Maij. - - *J7 Proclamatie over het houden der Grond-vergaderingen in deze Republiek, 24 Maij. - - 2.82 Publicatie over het affchaffen der Gilden, 25 Maij. 219 —— wegens het nemen van Certificaten, door Schepen, uit de Oostzee de Zond pasfeerende, en na deze Republiek gedeftineerd,25 Maij. - 221 ., . over het Uitvoeren van Meubilaire Goederen, naar eenige Steden oi Landen, ten Noorden van deze Republiek, 31 Maij. - - 223 ■ over het affchaffen der Ticndens, enz. 7 Juni]. 225 , „ ,, betrekkelijk het Stemrecht van Boeien-knegts, of Bedienden der Landlieden, 7 Junij. - 231 Proclamatie betrekkelijk het .gebeurde op den 12 Junij 1798, ia Junij. - - - 2 53 Publicatie over het aanftellen van een Intermediair Wetgevend Lighaam dezer Republiek, 13 Jmiij. - 2>? . betrekkelijk het Organifeeren van het Intermediair Administratif Befluur van het voormalig Gewest Holland, 13 Junij. - - . a+3 . ... wegens het Coaftitueeren van het Intermediair Uitvoerei d Bewind dezer Republiek» 14 Junij. - 24* ovt;r het uitoefenen van het Stemrecht.der Burgeren, 14, Junij» ». •• — 24^5 tegen de Remotien van verfcheide Ambtenaren door hec voorige lnconftitut, Uitvoerend Bewind, 16 Junij. 252 Misfive over het Stemrecht der Burgeren, 17 Junij. _ 254 ^_ wegens het aanhouden en arrefteeren van eenige Le¬ den, van hec vernietigd Uitvoerend Bewind cn andere. Publicatie waarbij 'de Publicatie van het affchaffen der Tiendens enz. word vernietigd en ingetrokken, 19 junij. «50 Notificatie betrekkelijk de Organifatie van h« Intermedjair Adminiftratif Befluur van het voormalig Gewest Friesland, 11 Junij. - . - |u_  van PLAC AATEN. Publicatie over de aanftaande verkiezing van het Conftitutioneel Vertegenwoordigend Lighaam, 35 Junij.. 261 «p* - betrekkelijk de Prolongatie van het Termijn voor de Gepenfioneerde Nationaale en Zwitzerlche Officieren, 26 Junij. - - - 170 - tegen het invoeren van Engelfche Goederen en Manufacturen binnen deze Republiek, 26 junij. 271 ... waar bij het Decreet der Conftitueer. Vergadering van den 3c Maart omtrent de Regenten en Ambtenaren van het voorig Beftuur, wordingetrokken, 26 Junij, 273 Notificatie wegens het laten infchrijven in het Stemregister, 29 juni]. £75 . waar bij gewaarfchouwd word, om geen geloof te geven aan Volksverleiders, 2 Julij. - »?8 Publicatie waar bij de Publicatie van den 12 April, betrekkelijk die Burgers, die zich van de Nationaale Vergadering onttrokken hebben, weder word vernietigd, 3 Julij. 280 —. waarbij geordonneerd word aan alle Schippers, enz. dat zij de Orders van de Gemeente-Beftuuren en 's Lands Officieren moeten gehoorzamen, 4 Julij. 281 MisGve over de uitgewekene Voorftandets van het gewezen Stadhouderlijk Beftuur, 5 Julij. - 084 Notificatie wegens de Stemming in de Grond- en Dittntts- Vergaderingen, 6 Julij. - - - 2.86 . en Extract. , dat 'er ook Plaatsvervangers van de te verkiezene Vertegenwoordigers in de Grondvergaderingen moeten worden benoemd, 7 Julij. - »88 betreffende de aanftelling der Commisfie van Organi- fatie, 9 julij 1798. - - 289 wegens de Oimisfie van a Raaden en den Procureur Generaal, 9 Julij. - =9° Publicatie behelzenele een Generaal Pardon voor de Delerteurs uit 's Lands Zeedienst, 11 Julij. - 291 over de fchikking der Kerkelijke Goederen , 11 julij. - - *99 Notificatie over Certificaten van Scheepen, 13 Julij. 208 Publicatie berreffende de nalatigen in de Heffing van 8 ten hondert, 17 Julij. . - - &° tegen Oproerige gefprekken, enz. 19 Julij. ^?3 0 3  R E G I S T E R. Publicatie waar bij kennis gegeeven word, dat het Vertegenwoordigend Lichaam zich in twee Kamers heeft verdeeld, x Aug. - . 308 Notificatie ter vernietiging der Publicatie van den r Februarij 179Ó, 7 Aug. - 3c9 ____— wegens de vrije Vaart op de Rhijn, Maas, enz. 8 Aug. - . - 310 publicatie betrekkelijk de Franfche Commisfie- VaardeTs, 12 Aug. ... 313 —— over de aanftelling van het Uitvoerend Bewind, 17 Aug. ... 322 ■ ■1 ■—— over het verlengen der Heffing van 8 ten hondert, 21 Sept. - - 325 -i— over de Heffing van 5 ten hondert, 21 Sept. 325 < over de Pecunieele Schadevergoeding, 28 Sept. sjy — betrekkelijk de fn-en Doorvoert van Goederen uit het eene Gewest in het andere, 1 Odt. - 337 wegens de vernietiging der Publicatie van den 25 Maij 1798 als mede de Gilden en alle de gevolgen van dien, 5 Odt. - . 339 -—1 over de Boedel van den Vorst van Nasfauw, 6 Odt. 342 Proclamatie wegens 't gebeurde op de 12Junij (79U, 10 Odt. 343 Publicatie over de Kerkgebouwen, 11 Odt. - 3jo over de betaaling der Hoog Leeraaren en Leeraaren der voormaals Heerfchende Kerk, 11 Odt. 353 " 1 -— waar bij de weigerende Reprefentanten vervallen worden verklaard van hun Stemrecht, ia Odt. 355 Notificatie over de Kerkgebouwen, 12 Odt. 356 Publicatie wegens de Impofitie van Cicoreij, 15 Odt. 358 Notificatie over hst verkopen van Kerkelijke Goederen, '18 Odt. 359 ■ ■-— over h?t betaalen der Kiezers* 19 Odt. - 362, Publicatie tegen het Invoeren van Eagelfche Manifadtuuren, 33 Odt. - - 363 ■ ' ■■■ tegens de Vijanden der Republikeinfche Beginzelen, 1 Nov. - - - 368 Notificatie over't Cumuleeren der Recipisfen, 3 Nov. 369 Publicatie tot intrekking der Brieven van Refpijt aan Frieiche Uitgewekenen verleent, 7 Nov. 1798. - 377 Notificatie betrekkelijk de Floreenender vsrgraavene Landen, 8 Nov. - - - W  van PLACAATEN. Publicatie ter voortduuring van het Provifioneele Committé van de groote Visfcherij der Bataaffche Republiek , 20 Nov. - 381 Notificatie over de Cumulatie der Recipisfen, 23 Nov. 3^5Proclamatie over hec in arrest neemen van fommige Peifoonen, 23 Nov, .... 383. Notificatie over het weder open leggen der Stemregisters , aó Nov. • ... 393 — betrekkelijk de buitengewone Belasting op de Vastigheden , 26 Nov. - - - 395 mi 1111 ■ over de Logement-houders en HeTbergiers, 29 Nov. 397 Publicatie tot de bepaling waar op de üepartementaale Beftuuren zullen worden geinftalleerd , enz. 29 Nov. 399 . — wegens de Heffing op het vermoogen en Inkomften der Ingezetenen, 30 Nov. . . 4°3 . — wegens de disfolveering van de Commisfie tct de Burgerwapening, 14 Dec. . . 4*6 i ■ en Proclamatie eenergeneraale Amnestie, 15 Dec. 428 . — betreffende de vernietiging der Gilden, 24 Dec. 44° . over Impost fubjette Goederen, 28 Dec. 444 Notificatie over de Prolongatie der Fournisiementen voor het ïfte Termijn der Heffing van 4 ten 100, 1 Jan. 1799. 449 Publicatie rakende het onderzoek tot de Opbrengst der 8 pey Cent, 4 Jan. - - - 45° « ter provifioneele voortduuring van het tegenwoordige Finantieel Stelzel, 18 Jan. - - 45^ Notificatie houdende dat de Kerkhoven behoren bij de Kerkgebouwen, 30 Jan. - • - 460 Publicatie over de Ventjagers en Vreemdelingen, 31 Jan. 461 . — over Temporaire Belastingen en Ontlast. 1 Feb. 464 ■■— houdende verbod van generhande Goederen of Producten inzonderheid gezouten Vleesch, tot den Vijand over te brengen 7 Febr. - - 446 ExtraÉt uit het Register der Befluiten van het Vertegenwoordigend Lichaam, over de Baten en Lasten der Kerkgebouwen, 12 Feb. 1799. - - 471 Notificatie over de Posterijen, 16 dito - - 475 Misfive over de Letterkundige Inftituten, 16 dito 47» Publicatie over de Nationaale Beleenbank, 10 dito - 479 No»  REGISTER. Notificatie over de Bankbilletten, 28 dito - - 404 Publicatie wegens de Doorvoer van Goederen over het Grondgebied van den Staat, 1 Maart - - 495 t » ■' over het Arresteeren der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, 5 dito - . 505 —-— over de Echt-ordening op de Huwelijken , dato 9 Oüob. 1660, 5 dito - - - 508 Notificatie over de vervoering van Vee, 7 dito - 510 —over valfche Brabandfche Recipisfen, 7 dito- 512 Publicatie betrekkelijk een Algemeen ColleCt. voor Noodlijdende in de Gverftroomde Landen , 12 dito 515 Notificatie tot aanftelling der Commisfie tot de Adminiftratie der Financien in het voorm. Gewest Friesland , 25 dito - - 519 Publicatie over de vernietigde Güdens, 28 dito $21  PRO CLAMATIE -i JDe Conflitu&erende Vergadering, als reprefcn~ teerende het Bataaffche Volk. Aan Bet bataaffche Folk. Medeburgers! J)e dag is eindelijk aangebroken a op welke uwe Vrijheid andermaal moest worden verdedigd; ,op welke de onafhangelijkheid van dit Gemeenebest moest worden befchermd tegens de gewelddadige aanflagen van On^ verlaten; op welke de uitberfting van een zo listig, als verderflijk ontwerp door eene krachtdadige onderneming van uwe getrouwe Vertegenwoordigers moest worden voorgekomen: eene onderneming, zonder welke Gijlieden binnen weinige ogenblikken met zwaarer ketenen zoudt zijn beladen geweest, dan gij immer hebt gero/scht: eene onderneming, welke dus door eene gebiedende noodzakelijkheid wierd gevorderd; eene onderneming, welke, zoude het Bataaffche Volk een vrij en onaf hangelijk Volk blijven, zich van het ogenblik af van de zamenkoming uwer algemene vertegenwoordigende Vergadering voorbereidde, en tot welke wij door het onverantwoordelijk gedrag van hen, die, hoe zeer vijanden van de grondbeginzelen onzer jonglie Staatsomwenteling, zich echter listiglijk in het Beftuur hebben weten in te dringen, wilden wij ons ten minften als getrouwe Vertegenwoordigers gedragen, in dit ogenblik zijn gedrongen geworden. Het wierd tijd, dat de klove gedempt werd, welke men gevestigd had tusfehen een geregelde orde van zaken en het A wan-  C » ) Mtatiftaltig Beftuur van eene op zich' zelf oppermachtige en in fchijn zaam verbonden Volken: een Beftuur, waar van ons Vaderland zo veelmalen de rampzalige gevolgen heeft ondervonden , het welk U fteeds belet heeft uwe eige krachten te kennen , en aan Engeland immer de gelegendheid heeft gegeven, om U inwendig te verdeelen, en daar door Uwen anders ontcmbaaren moed, en zo dikwijls betoonde Vaderlandsliefde, aan banden te leggen en uit te doven: een Beftuur eindelijk, welks fchadelijkheid ons op elke bladzijde van de gedenkrollen onzes Vaderlands, overtuigend word bewezen; het welk ons van lieverleede zoude doen te rug keeren tot het gevloekt Stadhouderfchap, en ons dus met een angftig verlangen doen te rug zien naar die ketenen, welken wij met behulp van onzen getrouwen Bondgenoot, en ten kosten van zo veele opofferingen, afgefchud hebben. Wet was tijd, dat men alle hinderpalen uit den wegruimde, alle omftandigheden zo inrichttede, en alle ons omringende zaken zo wijzigde, dat wij eens eindelijk komen konden tot e-ene gevestigde orde van zaken, en doen ophouden dien ftaat van verwarring en onzekerheid, welke nu. drie jaren lang de zenuwen van onzen welvaart heeft verlamd, en ons gebragt op den rand van een jammerpoel, welke wij tot nog toe alléén ontkomen zijn door de geduldige goedwilligheid van het Franfche Volk, welk's genegenheid t' onswaerds in niets is veranderd , niet tegenftaande alle helfche pogingen zijn aangewend, om Hetzelve van ons te verwijderen. Het was meer dan tijd, datmen alle deze aanflagen tegen uwe Vrijheid, welke hoe langs zo meenigvuldiger wierden, verijdelde. Het was tijd, dat men de plannen vruchteloos maakte van hen, die, om hunner eigen grootheids wille, het Bondoen ootfchappelijk Beftuur trachtteden te behouden, en deze.  ( 3 } ze in hare beginzelen zo heilrijke Staatsomwenteling niet Hechts voor U vruchteloos, maar zelfs in haare gevolgen fehadelijk te maken. Het was meer dan tijd, dat de eed, van het Vaderland te zullen redden, door veelen met een valsch hart dikwijls gedaan, en nu zo onlangs nog op de heilige plaats uwer vertegenwoordiging ,ten uwen aanhooren herhaald, door uwe waarachtige vrinden door daden vervuld wierd. Er bleef voor hen, die geene andere bedoelingen hebben , dan het algemeen geluk, en om aan ons zo fel geteisterd Vaderland den weg te banen, om, door eene wijze en voorzichtige Staatsregeling, zich uit het ftof te verheffen, geene andere keuze overig, dan alleen die fchadelijke wezens de macht te ontnemen, om U meerder te benadeelen. Het ontwerp, om op de puinhopen van het Stadhouderlijk Bewind de Thronen te vestigen van eenige Geflachten 5 om,--onder den fchijn van liefde tot orde, alle rechtgetierte beminnaaren des Vaderlands te onderdrukken, en denzelven den moed en krachten te benemen zich tegens de Dwingelanden te verzetten; omU, onder den naam van Volksregeering bij vertegenwoordiging, te brengen onder het ondraagbaar juk een er verkieslijke Adftocratie, en U dus in het fchaduw beeld der Vrijheid de verachtelijke Slavernij te doen omhelzen « dit boosaartig ontwerp, het welk in het door u verworpen Plan van Conftitutie zo duidelijk ftaat uitgedrukt, was geenzins uit het oog verloren 3 maar integendeel aan alle zijne deelhebberen hoe langs zo dierbaarder geworden; en deszelfs uitvoering zoude van de voor-1 heen daar toe aangewende pogingen alleen daar in hebben verfchild, dat men thans eene verdubbelde mate van list en geweld daar in zoude gebezigd hebben. Het was voor de Franfche Republiek bewaard, U, door de onderfteuning aan uwe waaraéhtige vrinden verleend | A 2 an*  % 4 ) andermaal te verlosfen.ente redden uit den maalftroom, waar in men ugeftort.had, om u dies te gemakkelijker te kunnen overheerfchen. — Er bleef voor ons niets anders overig, dan of ons nog eene Staatkundige ftuiptrekking te getroosten, of de Vrijheid voor altijd in ketenen .gekneld.te zien. En welk recht geaart Vaderlander zoude één ogenblik omtrent zulk eene keuze in twijffel kunnen ftaan ? Ja Bataven! wij zijn eindelijk in de harde noodzaakelijkheid gebracht,.om fommige Leden van uwe Vertegenwoordigende Vergadering in verzekering te nemen, en om anderen uit het Beftuur van zaken te verwijderen, geenzins om dezelyen op eenigerhande wijze te benadeelen, dan voor zo verre.zij zich, volgens 's.Lands wetten aan eenig misdrijf mogten hebben fchuldig gemaakt; geenzins om dezelven te vervolgen uit hooide van hun gehouden gedrag, want wij zijn te wel overtuigd van de rampzalige gevolgen van het Schrikbewind, doch alleen om dezelven te. beletten., Jan,, ger de grondflagen der jongfte Staatsomwenteling te ondermijnen, en , door het vernietigen van allen tegenftand daartegen, u fpoedig te leiden tot een geregelde orde van zaken, waar bij de heerschzugt word aan banden gelegd, en de.regeeringloosheid alle toegangen gefloten; waar door het Staatkundig geluk der Bataaffche Republiek zal gevestigd, en zij waarlijk nuttig gemaakt worden voor .haaren Bondger noot, en ontzaggelijk voor hare vijanden.. Schetzen wij een valsch Tafereel van den ftaat der zaken? Bedienen wij ons van den laster, om brave Mannen in uwe oogen hatelijk te maken? of is de waarheid aan onze zijde ? - Of zijn niet de aanflagen tegen uwe Burgerlijke. Vrijheid openbaar ? , Of is niet,befcherming en bevooiv deling der Aanhangeren van Oranje in het vorig Beftuur aL omjoe bekend ? Was het niet genoeg een beproefd Vaderlander te.zijn, om te worden verguisd en verftoten? .Heeft men  < ï 5 men wel" een middel onbeproefd gelaten, om den Volksgeest uit te doven ? Is de 1'chandelijke bewerktuiging der Land-magt niet zedert lange een bron van ■ billijke klagten 2 Heeft men het Bondgenootfchappelijk Beftuur niet in uwe Vertegenwoordigende Vergadering durven verdedigen ? Hebben niet veclen uwer Beftuureren de-Eénheid der Republiek, het enig middel, om ons inwendig gelukkig en naar buiten iterk te maken, door de fchandelijkfte middelen beftreden? Is niet de Burgerwapening, dat ftevig bolwerk der Vrijheid, zo fchrikkelijk voor alle Despoten als heilzaam voor het Volks geluk, op alle mogelijke wijzen vertraagd ? Word niet den Handel met onzen natuurlijken Vijand oogluikend toegelaten — wat zeggen wij — word dezelve niet in weerwil van de Wetten befchermd ? Heeft men zich niet veroorloofd de ftem der Burgeren in zommige Plaatfen door Militair geweld te fmoren, en de baldadige heerschzucht niet met kracht onderfteund? Heeft men door de Schatten van den Staat, uit uw zweet en bloed zamen geperst', niet alles trachten om te kopen, om Ulieden met de Bajonnetten op te dringen eene Staatsregeling, welke Gijlieden zo rechtmatig met verachting hebt verworpen? Heeft men de ftraffeloosheid niet, als het ware, toegezworen aan het vuige eigenbelang ? Heeft men niet toegelaten, dat zich enige weinigen verrijkte met de vruchten uw's arbeids, welken men U deed ftorten in een grondeloze Schatkist? Hebben deeze zich niet met het bloed der Weezen en de traanender Weduwen gevoed? Heeft men de Zee macht van den Staat, het gering overfchot van onze vorige grootheid, die met zo veel arbeids was bij een gebragt, niet rukeloos, zonder noodzake, en zelfs in weerwil van het Fransch Gouvernement, aan eene geheele vernieling gewaagd? — Heeft men nu nog in de laatfte dagen niet opgemerkt de verfoeijelijke pogingen, om ons alle middelen tot herftel der Zee-macht uit de hand te wringen; en zoude men, zonder dat 'er eene verandering, in het Beftuur was voorgevalA 3 len,  d 6 ) len, niet volledig in dit boosaartig opzet geflaagd zijn? Is niet het algemeen Crediet door ten deele dwaze, ten deeie Schelmagtige maatregulen vernield? Zijn niet de bijzondere Gewesten in openbaren opftand tegen de Nationale Vertegenwoordiging; en is niet deze door twisten en partijfchappen van een gefcheurd? Heeft zij zich niet door gebrek aan veerkracht verachtelijk gemaakt, en door halve maatregulen den band van het Beftuur verbroken? En zoude danfl daar dit alles onder onze oogen .gefchied is, daar de ondergang van dit Gemeenebest, door eene langere voortduuring vm alle deze gruwelen onvermijdelijk was, de Nationale Geest niet ontwaken? Zoudt gij U niet aangorden , om als één éénig Man tegen de Vijanden van uw geluk ten ftrijdc te trekken , en hen, zo zij hardnekkig in hun opzet blijven volharden, te verpletteren? Zouden de Nakomelingen van die groote Mannen, die ontbloot:van alle andere middelen, alleen door moed en Vaderlandsliefde de almacht van Spanje hebben kunnen-vernielen —"zouden deze zich kunnen laten vervaard maken door de ijdele bedreigingen van een hoop 1deene dwingelanden en. eigenbelangzoekers ? zich lafhartig verfcholen houden, terwijl men gereed ftaat, der Vrijheid den hartader afteftekenf zouden wij, uwe Vertegenwoordigers, alle deze Godloze ondernemingen ziende, ons bij Ubij onze Kinderen immer kunnen verantwoorden, wanneer wij daar bij hadden ftil 'gezeten? zouden wij dan niet verdienen gelijk te worden gefteld met die verachtelijke wezens zelve, die in uwen ondergang hunne eigen grootheid beöogen, en welken wij daarom dooreen manmoedig bdluit hebben verwijderd? Zoude onze nagedagtenis in dc gefchxdbladeren der Waereld niet gefchandvlekt zijn? Neen Bataven! neen! 'zweeren wij op het Altaar (Sar Vrijheid, waarop de Nederlander reeds zijne gaven bragt, toen nog alle andere Volken Slaven waren! zweeren wij bij het algemeen belang, bij den welvaart onzer Kinderen, bij het geluk  c 7 :) geluk van óns Nagedacht, dat wij geene ovcihecrfching, zo min als eene al-vernielende Regeeringloosheid dulden zullen! •zwecren wij alle zamen, het Vaderland uit zijn benepen toeftand te zullen redden*, en daar toe niets te dierbaar te zullen achten! tonen wij door daden, dat de Burgerlijke Vrijheid voor ons zo beminnelijk, als de losbandigheid voor ons afgrijsfelijk is! Schaart Gijlieden U om het Algemeen Beduur, om het zelve te onderdeunen in alle maatregelen , welke ter bereiking van onze groote oogmerken noodzakelijk zullen worden geoordeeld. Zo zullen wij fpoedig geraken tot eene goede Staatsregeling, gegrondvest op die eeuwige beginlelen der Natuur, welke aan geene verandering onderhevig zijn, op welken alléén ons Staatkundig geluk kan berusten - Zo zullen wij den laster den mond doppen, en onze tegendreevers befchamen. Zo zullen wij aan het grootde en moedigde Volk van den Aardbodem overtuigend doen zien., dat het ons niet té véiv geefsch heeft bijgedaan in het affchudden van het juk, waar onder wij gekromd gingen — dat de Nederlander eene Broederlijke vereeniging met zulk een Volk waardig is ! Zo zal het verwonderd Europa ons eerlang erkennen moeten voor echte Zoonen van die Batavieren, die de Vrijheid verdedigden, toen de geheele Waereld voor de macht van het alles dwingend Romen nederknielde: Het zal dan wel haast in het tegenwoordig gedagt herboren zien dat zelfde Volk, dat den Throon van Philips weleer deed waggelen; dat zijne Bezittingen in de andere Waerelddeelen door moed en dapperheid zo verre uitbreide, dat de Zon over den Nederlander nimmer ondergaat; een Velk dat de twee machtigde Mogendheden van den Aardbodem konde bedrijden — den Handel der geheele Waereld dwong zich op zijn grondgebied te vereenigen—de Staatkundige balans in handen hieldt -— en over den Oceaan den Schepter zwaaide. Tot  C ? ; Tot zulk eene grootheid, Bataven! moeten wij door eene goede en voorzigtige Staatsregeling herbragt. worden: doch daartoe zouden wij nooit geraken, bijaldien die orie ,van zaken, ofliever die iijstematifche wanorde, waardoor wij nu bijna twee jaaren zijn geilingerd geworden,bleef ftandhouden: HetBondgenootlchappelijkMonfter, nietongelijkaan de Hijdra der Ouden, kan niet worden verdelgd, dan door een manmoedige flag, welke, allen deszelfs koppen in e.ns doet vallen. Die lang gewenschte flag is heden gegeeven: — Het gedrocht legt reeds te zieltogen, doch de ftuiptrekkingen des doods zouden nog gevaarlijk kunnen zijn — en ook dit moet worden voorgekomen. • Geene Maatfchappij kan zonder orde beftaan, en vooral is het in een Intermediair Gouvernement noodzakelijk, dat dezelve in niets geftoord worde. — Dat een.iegelijk dan, zonder tegenfpraak, zich onderwerpe aan de beveclen, welke door dit Tnsfchen Bewind zullen worden gegeven: dat men begrijpe, dat de tijdelijke opoffering van eenig-e grotere gedeeltens van onze Burgerlijke Vrijheid nergens anders toe ftrekt, dan om eene goede Staatsregeling te verkrijgen, en door dezelve een veel ^grooter genot dier vrijheid ons verzekerd te zien. Alle Geconftituecrde Machten zullen in hunne tegenwoordige werkzaamheden blijven volharden, tot daarin op eene geregelde, en met hec algemeen belang overeenkomende wijze verandering' zal zijn gemaakt. De zogenaamde Provinciale Beftuuren of Hoogst geconftitueerde Machten in de bijzondere Gewesten, en de Gemcentens Beftuuren in de bijzondere Steden, Dstrideu en Dorpen, als mede in de direclien over Dnkadien, Polders, Waterwerken en Sluizen zullen alzo tot zo lang, als blotelijk Admi- • niftrative lichaamen, blijven voortduuren en aan hetUitvoi-. rend Beftuur. onderworpen en verantwoordelijk zijn. Het Jus-  C 9 ) Justitiewezen zal bij provifie op den tegenwoördigen voet blijven voortgaan, en daar in geene verandering noch ftremming mogen worden gemaakt. Alle Officieren, Maires, Procureurs van de Gemeente, en andere publieke aanklagers zullen bij provifie in huane posten continueeren, en met verdubbelde vlijt en werkzaamheid tegen'- verftoreren der rust en orde-, onder welk masker deze zich ook verfchuilen mogten, waken. Niemand zal in perfoon of eigendommen mogen worden beledigd, en de wetten daar tegen exteerende zullen in volle kracht blijven, en met alle geftrengheid worden uitgevoerd. De Koophandel-zal worden befchermd; en een iegelijk zal die veiligheid genieten, welke de grond is van alle Maatfchappelijke'vereeniging. Geene Inwooneren van de nog exfteerende Landfchappen, geene Gemeenten van Steden of Plaatfen, geene Sociëteiten of foortgelijke Corporatien zullen bij deze Vergadering ; noch bij het Uitvoerend Beftuur als Lighamen, eenige aanvragen of petitiën mogen doen, maar het zal élk Bataafsch Burger ten allen tijde vrijftaan , zijne belangen voor te dragen. Zo zal de tegenwoordige nieuwe orde van 'zaken zonder fchokken pf verwarringen gevestigd worden, en het oogmerk, waarom dezelve noodzakelijk was, volledig worden bereikt. Alzo zal de vuurige wensch van alle weldenkende Nederlanders binnen korten tijd vervuld worden, en eene goede en wijze Couftitutie zal ons voor ons zeiven gelukkig, voor onze Bondgenoten belangrijk, en voor onze vijanden ontzaggelijk, doen worden. Hét is ter bereiking van alle deze heilzame oogmerken, Bataven! dat.de Vergadering van uwe Vertegenswoordigers zich op heden heeft "geconftitueerd als het Reprefenteerend Lichaam van het Bataaffche Volk onder het Prsefidium van den Burger H Midckrich, en tot haare Provifioneele Secretarisfen benoemd de Burgers Reprefentanten B Adr.  Adr. Ploos van Amftel, L. C. Vonk, W. T. van Bemeko'm en den Secretaris der gewezene Nationaale Vergadering de Burger % van Haeften. Wordende een ieder gelast, de ondertekening van den tijdelijken Preiident, mitsgaders van eertvan derzelver Secretarisfen en derzelver Succesfeuren in det tijd , te refpefteeren, en alle ordres en bevelen alzo ondertekend,, als door ons geëmaneerd, op te volgen en te gehoorzamen; zullende alle de Adresfen, hetzij bij Misfives, het zij bij Requestcn, moeten houden, aan de Conftitueerende Vergadering, als reprefenteerende het Bataaffche Volk: en alle Vonnisfen van zodanige Collegien, aan welke de Adminiftratie der Justitie in de uitgeftrektheid der Bataaffche Republiek is gedemandeerd, van nu voortaan zullen geweeZen worden in naam van het Bataaffche Volk. En zal deze alomme worden gepubliceerd en geafïïgeerd, waar men gewoon is Publicatien en affixien te doen, ontbiedende en gelastende wij, de Hoogst Geconftitueerde Magten in de Bataaffche Republiek voor zo verre dezelve nog in fun&ie zijn, de nodige ordres te ftellen, dat aan deze onze intentie behoorlijk voldaan worde. Aldus gedaan en gearrefteerd ter b(* fengemelde Vergadering in den Hage den 3.2, Januarij 179%, Met vierde- Jaar der Bataaffche Prijteid. ( Geparapheerd) H. MIDDERICH, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Dezelve P (Geteekend) W. T. van BENNEK OM. P Ü.  PUBLICATIE De Conftitneerende Vergadering als Reprefenteerende het Bataaffche Volk, Aan Het Bataaffche Volk. Bij ons Decreet van den iz. dezer Maand Januarij ontbonden en vernietigd zijnde geworden, de :voormalige Commisfie der Nationale Vergadering tot de Buitenlandfche Zaaien, hebben wij in deze gewigtige oogenblikken, tot behoud en redding van het lieve Vaderland, onverwijld noodzakelijk geacht, orn provifioneel, en tot aan de invoering der Conftitutie toe, daar te ftellen een Uitvoerend Bewind, beftaande uit vijf Perfoonen, afgetfeheiden van, •doch tevens verantwoordelijk aan onze Vergadering, en belast met de zorg voor de binnen-en buitenlandfche rust der Bataaffche Republiek, de onderhouding yan derzelver Diplomatique betrekkingen met andere Mogendheden, het concerteeren van krachtdadige maatregelen met het Franfche Gouvernement, ter beteugeling en fnuiking van den Gemeenen Vijand, de daar toe nodige befchikkingen over 's Lands Zee-en Landmacht, en ampele authorifatie, omme de Comniiltes tot de algemcene Zaaken van het Bondgenootfckap te Lande, en tot de Zaaken van de Marine, als mede de Intermediaire Adminiftrative Beftuuren , zoo Landfchappelijke als Pkmfelijke, zo lang dezelve nog beftaan op den tegenwoordigen voet, derzelver ordres te doen obediëeren, en voorts dezelven ten fpoedigfte te ontbinden en zoo veel nodig te reö'rganifeeren , het recht van patenten (uitgezonderd met betrekking tot hetGuarnifocn dezer Refidentie) bij uitfluiting te «effenen, en voorts alles te doen, wat de nood en het behoud B 2 der  ( 12 t * der Republiek in deze dringende oogenbhkkettzoude kunnen vorderen. En wijders tot Leden van het voorfz. Uitvoerend Bewind door ons zijnde benoemd en aangefteld de. Burgers P. Vretde, IVijbo Fijnje*, Stcp/ianus Jacibus van Langen a Joan Piet er Fokker, en BarendWildfick. Waar van dan ook de. vier eerften , na op onze provifionele hun gegeevene Inftructie, op den 25 dezer maand door ons te zijn geinftalleeid, terftond daar op in fünctie,getreden zijn. Zo hebben wij nodig geoordeeld hiervan aan het geheele Bataaffche Volk ten fpoedigfte te moeten kennisfe geven, gelijk gefchiedt bij dezen, teneinde een iegelijk zich.daar naa in zijne betrekking ftiptelijk.zoude reguleeren. Gelastende en beveelende wij bij dezen, allen en een iegelijk, en wel inzonderheid alle Adminiftrative, Gewestelijke en Plaatzelijke. Beftuuren en Committés (daar onder begrepen de Generaliteirs- Rekenkamer) alle Hoven van Justitie, alle Officieren en Jufticieren; mitsgaders alle Arnbteuaaren bmnen deze Republiek, voor zoo veel hen aangaat om het voorfz. Uitvoerend Bewind der, Bataaffche Republiek als zodanig te erkennen, en deszelfs ordres te gehoorzamen; en zulks op. den eed of belofte bij het aanvaarden hunner refpeftive Bedieningen gedaan, en op hunne bijzondere verantwoordelijkheid; met verderen last aan alle dezelven> om aan de ftipte en richtige uitvoering der. ordres van het gemeld Uitvoerend Bewind', zo veel hen aangaat, de behulpzame hand te bieden , en daaiuaan op geenerlei wijze eenige entraves te leggen,, op poene van anderzints als fchuldig aan aanflag tegen- de: Vrijheid en veiligheid van den Staat te zullen aangemerkt, en naar rigueur der-Wetten geftraft te worden; terwijl wij al verder en ten overvloede verklaaren, den eed of belofte, door elk der bovengemelde Perfcnen ia hunne refpe&ive. betrekking, bij den aanvang hunner  ner bedieningen gedaan, in dit geval-te willen hebben vgehouden van dezelfde verbindende klacht, als of dezelve aan ons, en dus aan de geheele Natie gedaan ware. En op. dat niemand hier van eem'ge onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deze alomme worden gepubliceerd en ' geaffigcerd, waar men gewoon is publicatie en affixtie te doen, ontbiedende en gelastende wij de Intermediaire Adminiftrative Beftuuren in de Bataaffche Republiek de nodig? ordres te ftellen, dat aan deze onze intentie behoorlijk voldaan worde. Aldus gearrefteerd in de Conflitu eer ende Vergadering, als reprefenteerende het Bataaffche Volk, ia den Hage, den 29 Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) . u HMIDDERIGH, Vt... (Onderfiond) Ter Ordonnantie van dezelve, (was getekend) A. PLOOS, van AMSTEL. B 8  C M ï PUBLICATIE T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche ■* Republiek Doet te weten: de Conftitueerende Verga- aferrfg des Bataaffchcn Volks, overwogen hebbende, dat 'er m zomnuge Gewesten of delen dezer Republiek eene misvatting uecxtplaats gegrepen; daar in beftaande, als of de door oe nu ingevoerde order van zaken eenigermaate zouden zijn vei vallen, ofwel verfchoven zodanige geforceerde Geldheftingen als voor dien tijd door de Hoogst geconftitucerde Machten m dc refpedive deelen der Republiek waren gearresteerd en of geheel of ten deele nog ter Executie gelteld moete» worden, en overwegende dat* fchoon de Provinciaale Beltuurers thans geen authoriteit of macht hebben, om belastingen voor het vervolg uit te fchrijven, het nogthans onbillijk zijn zoude en verwarring en ongelijkheid veroorzaken, wanneer reeds gedecreteerde heffingen wierden gefta;ikc - Decreteerd, dat niettegenftaande het veranderen der Gewestelijke Beftuuren, in adminiftrative liehaamen; door het daarftellen ee.ner déuc en ondeelbaare Republiek, nogthans alle thans m werking zijnde of reeds gearresteerde buitengewoone GcidhefiiHgen en Ejcccutien ftiptelijk zullen moeten voortgaan en naargekomen worden, zo en in diervoegen, als dezelve bij de .Wettig Geconftituecrde Machten in der ti d zijn gearresteerd en aan de refpective Ingezetenen bekend gemaakt, zonder dat zij wil gerekend worden eenige de minste belemmering aan gedagte Heffingen en Executien te hebben toegelaaten, veel mm toegebragt. Last en beveeld alle voornoemde Beftuuren, onder welke benaaming ook, deze haarë ernftige wil, omtrent het pundueel naarkomen, dervoorgem. beflurcen, getrouwelijk en met alle moogelijke ijver en oplettenheid te helpen handhaven en uitvoeren. Dien-  ( 15 > Dienvolgende gelast het voornoemde Bewind, in naam des Bataaffche Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt , alomme waar zulks behoord. ïn den Hage den 30 Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparaphetrd) PIETER VREEDE, Vfc. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) W B U IJ S# Stcreteri;. a.b  PROCLAMATIE pjet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan zijne Medeburgers, Hell en Broeder- fchap! Heeft de grote dag van den 11 Januarij laatsteden, de Vrijheid van den oever des verderfs, waar op zij door eenige weinige kwalijkgezinden gebragt was, gered; het is een pligt geworden voor hun, die het Beftuur in handen kregen, zich die. zege ten nutte te maken, en de Vrijheid zelve voor nieuwe aanvallen te beveiligen, — 't is een pligt geworden hun, die listig vpörgave-n haare vrienden te zijn, maar zich bevlijtigde door het voorftaan van -Ariftocratie en Fcederalisme,-haar den moorddolk in 't hart te ftoten; 't is, zeggen wij, een pligt geworden, de boosaartige bedoelingen der zodanige te beteugelen, en hun het volvoeren derzelve onmoogelijk te maken, immers tot zo lange dat eene vastgèfte'lde orde van 'zaken m ons Vaderland het zelve in eenen ftaat zal hebben gefield, in welken het van der fnoden woelingen niets meer zal te vreezen hebben. Zints de Conftitueerende Vergadering heeft nodig gevonden, tegen eenigen haarer Leden middelen van voorzieïiinge te moeten in het werk ftcllen zints dien tijd heb¬ ben zij geene de minfte blijken gegeeven, dat zij in denkwijze veranderd, of der Vrijheid minder gevaarlijk zouden zijn, — in tegendeel, eene houding, die niets minder dan eene pligtfchuldige onderwerping aankondigde, aanhoudende woelingen, bedenkelijke zamenkomften en verbintenisfen moeten een ieder overtuigen, dat de veiligheid van den Staat vo/dert, middelen in 't werk te ftellen, welke het onmoogelijk maken eene zamenfpanning te doen gebote*1 woeden, of veelligt reeds noodzaakelijk zijn geworden, 'om-deit draad derzelve op eenmaal af te .fnijden. En  ( ?7 ; En zouden zodanige voorzorgen, door eene wijze Staat» kunde noodzaaklijk, niet tot handhaving der Regtvaardigheid onontbeerlijk kunnen worden, of hebben wij, om één enkel geval te noemen, niet maar een onderzoek te doen naar de oorzaken van het doen uitlopen van 's Lands Vloot? En zou dit onderzoek, dat zich van dag tot dag meer opklaart , geen reden kunnen opleveren, tot een nauwer en meer uitgebreid toevoorzigt ? De Conftitueerende Vergadering, bij fpeciaal Decreet van den 31 Januarij 1798, heeft ons gelast, ten aanzien van die der gewezen Reprel'entanten des Volks van Nederland, die zij op den dag onzer groote Omwenteling in verzekering deed ftellen, en omtrent alle tegenftanders en Vijanden van den tegenwoordigen gelukkigen ftand der zaken, zodanige middelen van voorziening te werk te ftellen, als de veiligheid van den Staat zoude vereisfehen; — dien ten gevolge is het dan, dat wij, na hun van hunne refpeétive Ambten of. Bedieningen vervallen verklaard te hebben, de Burgers gewezen Reprelentai.ten: C. L. van Beijmi, Van Gastrop, Hamelsveld, Kantelaar, Fan Marle, Mist, #a'st$u? $ SJieitana 3 De Sitter , Van Hof, Van Maanen, Van der Spijk, Brouwer, Stoffenberg, Van Eek, Bijleveld., Vitringa, De kos \an Steenwijk, Hultman, C.van der Hoop , Van Klejfens, en Cambier: met en benevens de Burgers: Bicker, Hahn, Queijjen3 De Bever en, Jordens, en H Gevers. Gewezen Leden van de Commisfie van Buitenlandfche zaken, hebben doen in civile verzekering nemen, in veilige bewaarplaatzen overbrengen, en buiten acces ftellen, tot dat de orde in ons Vaderland gevestigd, de Vreue of eene gelukkige Conftitutie, eene algemeene gerustheid en verzekering tegen alle omkeer van zakea zal gegeVen hebben , met voorbehouding echter, dat, des onverminderd, het recht zijnen vrijen loop C zal  ( i« ) •zal gelaten worden, tegen alle zodanigën der civil gearresteerde , als de voortgang van het door ons begonnen onderzoek zal doen blijken, aan Staats-misdaaden zich te hebben fchuldig gemaakt, 't welk als dan aan de uitfpraak van den gewoonen en wettigen Rechter zal overgegeven en gelaten worden. Dit was het Medeburgers! 't geen wij verpligt waren ter uwer kennisfe te brengen. — Vordert de veiligheid van den Staat, als een onfchendbare pligt van ons, dat wij tot zodanige middelen van voorzorg onzen toevlugt moeten nemen, — wij verzekeren geli ktijdig, dat wij even onkreukbaar eenen anderen pligt zullen uitoeftenen, den pligt namentlijk van Menschlievendheid. Wij zullen, beiden onaffcheidbaar veréénigen, en, terwijl de Staatkunde ons tot middelen van beveiliging noodzaakt, zal de hand der Menschlievendheid de banden, zoveel mogelijk, verzagten, welke het belang des Vaderlands in deze ogenblikken onvermijdelijk maakt. Dienvolgende gelast het voornoemd Bewind, in naam des Bataaffche Volks, dat dez • zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. ■ ïn den Hage den 3 Februarij 1798. Hel vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) PIETER VREEDE, Vt, (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve „ (was getekend) Wr B UIT S, Secretaris. P U-  < 19 ) PUBLICATIE T\e Conftitueerende Vergadering} repre- ^ fenteerende het Bataaffche Volk, allen den genen die deze zullen zien ofte hoeren leezcn, Heil en Broederfchap! Doet te weten: Dat bijna alle de voormalige Gewesten in gebreke zijn geHeven, om rigtig binnen den bepaalden tijd te voldoen hunne aandeelen in de 40 Mdlioenen, voor de behoeftens en dienst over dep voorleden jaare 1797 gepetitioneerd, en dat verre de meesten derzelve geheel achterlijk zijn gebleven ten aanzien van den derden en laatften Termijn, omtrent de voldoening van opgemelde petitie gearresteerd: waar door niet alleen 's Lands Crediet grootelijks benadeelt word, maar de grootfte ongelegentheid moet ontftaan, dewelke wij verpligt zijn voortekomen. ZOO IS 'T, dat wij bij deze aan de gezamenthjke Ingezetenen van de voormalige Gewesten, Gelderland, Holland Zeeland, Utrecht, Friesland, Overijsfel, Stad en Lande en Drenthe, aankondigen, dat wij befloten hebben ter bekoming van het achterwezen op de voorgemelde petitie van 40 Miltioenen,-voor den dienst van het gepasfeerde jaar 1707 gedestineerd, cn inzonderheid op den derden of laatften termijn derzelve, een buitengewone heffing te doen, welke bedragen zal, van de bezittingen der Ingezetenen van het voormalig Gewest Gelderland, als volgt-: van die van 't gewezen Quartier van Nijmegen, den 25 Penning, en van die van Zutphenen Vcluwe, een honderdjie Penning; van de bezittingen der gczamentlijke Ingezetenen van 't voormalig Holland, een honderdjie en twee honderdjie Penning, of een en een half per Ont; van de bezittingen der Ingezetenen van de gewezene Provinciën Zeeland, Ütrecht en Stad en Lande, den vijftigC 2 ften  $tn Penning; van de bezittingen der Ingezetenen van het Voormalig Friesland, een kmderdfie Penning; en van de bezittingen der Ingezetenen van de gewezen Gewesten, Overijsfel en Drenthe, den tackigfien Penning; ten ware door betalingen, voor den 15 der nt'stvolgende maand Maart te doen , den achterftand geheel aangezuiverd, of zodanig verminderd mochte zijn, dat de heffing van de voorgemelde refpe&ive quoteele Penningen of geheel konde vervallen, óf konde verminderd worden, zo als nader op denzelven 15 Maart naastkomende, zal-worden bepaald en bekend gemaakt. En worden.de Ingezetenen ter-voorkoming van misvetftand, bij deze gelegenheid gewaarfchouwd', dat deze provi^fioneel bij óns gedecreteerde heffingen, ingevalle van' eindelijke vastftelling geenzints bij termijnen, maar in eens znlleri moeten worden opgebragt en gefourneerd, even gelijk als zulks in de Publicatien -omtrent de achterftal en op den eersten en tweeden Termijn i3 bepaald geweest- En op dat deze tot een ieders kennis moge komen, ontbieden en gelasten wij de Adminiftrative Beftuuren der voormalige Gewesten, Gelderland, Holland, Zeeland, Friesland, Utrecht, Overijsfel, Stad en Lande en Drenthe, om deze Publicatie ten fpoedigften ter- gewoone Plaatzen te doen Publiceren en Affigeren. Aldus gedaan en gearrefleerd ter- bovengemelde Vergadering in den Hage lden 14 Fèbruarij 1798: Het vitrde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (geparadeerd) L C. V O N. K, Vt. (Onderjiond) Ter Ordonnantie van dezelve, (getekend) A. PLOOS van AMSTEL. PU-  P U B L I C A. T I E Het Uitvoerend Bewind der Batasffche Republiek, aan zijne Mèdeburgers, Hi.il en Brucderfchap! Doet te weten: De Conftitucerende Vergadering Reprefenteeren de het BATAAFSCHE VOLK, bij'refumtie gedelibereerd hebbende op het Voorftel van de Commisfie van Binnenlaudiche Correspondentie, relatif de verwijdering van-alle zodinige FranJche Emigranten, die zich nog op het Territoir van dezen: Staat bevinden, den 7 dezer ter haarer Vergadering gedaan, en breeder in de Notulen van dien dag vermeld, eis daar nevens geleezen zijnde eene Misfive van het Uitvoerend Bewindvan dt' Bataaffche Republiek, gefchreeven alhier in den Haag, op dato 10 dezer; houdende, dat zij twee 'onderfcheideh'è Nota's van den gevolmagtigden Minister der Franfche Republiek den Burger de la Croix, ontvangen hadden, waarin hij ten fterkften infteerde, op de flipte naarkóminge van het 22 Art. van het Alliantie Traétaat, omtrent het niet toelaten van Franfche Emigranten op het Grondgebied dezer Republiek, en'in het bijzonder aandrongr dat, ov_eree'iakomftig het zelve ook aan de gedeporteerde Priesters, vooral die uit het voormalige België, alle verblijf dadelijk ontzegd\worde. Decreteert, HET UITVOEREND BEWIND DER BATAAFSCHE REPUBLIEK , bij dezen aan te fchrijven, en te gelasten,, om. hoe eer hoe beter de nodige beveelen uittevaardigen, dat binnen den kortst mogelijk te bepaalen tijd, het Grondgebied.van dezen Staat gezuiverd worde,, van alle zodanige Franfche Emigranten, die zich nog op het zelve bevinden; dat de te doene voorziening zich zal moeten 'uitftrekken over de zodanigen, welken door weigeC 3 ring  ring vati'Eed*, als ailüerzmts., uit de Franfch* Republiek zijn gedeporteerd, of als zodanig zullen1 gedeporteerd worden: zo nogtans, dat daar onder niet kunnen begreepen worden, allé zodanige Inboorlingen' dezer! Republiek, welken ter bevordering hunner Studiën, bekoming van Promotien, het aanvaarden van afzonderlijke Standen of Profesiien, rnet voorneemen, om naar hun Vaderland te rug te keeren, zich voorheen hebben bevonden, of nu nog in de Franfche Republiek, of in die Landen, welke thans daar bij. zijn geïncorporeerd, werkelijk bevinden; naardien.het nimmer de meening van dit Gouvernement is, Kinderen van hunne-Ouders of Naastbeftaanden van hunne Bloedverwanten, eri dus ook niet uit den Staat dezer Republiek te verwijderen, onder deze bepaling nogthans, dat alle dezulken als Inboorlingen der Bacaaffche Republiek aan derzelver exifteereh.de en nog te maakene Wetten, zich zullen hebben te gedragen. Dienvolgende gelast het voornoemde Bevind, in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Magten, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, ente zorgen, dat aan den inhoud dezer worde voldaan. In den Haag, den 15 van Februarij 179^ Het vierde Jaar der 'Bataaffche Vrijheid. (was Geparapheerd) PIETER VREEDE, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Dezelve, (was Getekend) w. b u y s. p u-  PUBLIC AT IE .:. ... tMiis tisjïw tiflif cij» usbww fcs FIet Uitvoerend Bewind der Bataaffche f Republiek, aan £ijae M^urgcrs,- ihil. at Broederfchapl 'Doei ic weet en: Dat het zelve, om te voldoen aan den inhoud van het Decreet van de Conrtitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, in dato 29. Januari] 1. 1. waar bij onder anderen , dit'Bewind word gelast het Committe tot de algemene zaaken van het Bundgenocdfchap te Lande tenjpoedilfte te ontbinden, en zo veel nodig te reorganiJeeren,hex&fe aan de intentie dier welgemelde Vergadering op heden voldaan, een'Departement van Oorlof opgerigt, en dienvolgende het genoemde Committé met deszelfs Leden, Ministers, Ambtenaaren en Bedienden, behoudens derzelver verantwoordelijkheid:, ontbonden/beeft; zoo nogthans, dat het Departement van Finantie, tot voorkoming van ade verwarring, provifioneel en tot nadere dispofitie, in wezen zal blijven , en wijders aangefteld heeft tot Agent van Oorlog der Bataaffche Republiek, den Burger Gerrijt Jan Pijman, en tot Secretaris den Burger Hendrik van Juchem, gelastende aan elk en eenieder, wien zulks zoude mogen aangaan, dat hunne Requesten, Adresfen enz. van een Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, doch verzonden moeten worden aan het Departement van Oorlog der Bataaffche Republiek; _ gelastende al verder aan de Bataaffche Armée, alle M'siïves, Rapporten en Stukken, relatif Militaire, en Militaire Adminiftrative Zaken, in te zenden aan den Agent van Oorlog der Bataaffche Republiek bovengenoemd. • Dien- '  X m ) ' Dienvolgende gelast het voornoemde Bewind, in naam des Bataafichen Volks, dat'deze afgekondigd en aangeplakt zal worden alomme waar zulks behoort In den Haag, den 16 Februari" 1798. H«t vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerS) j;«f 7Vif?if->.l .1 s : , ij . ■ '// 4kM&tiïÊ 'tfd ■' P. V RE E D E, Vt. • "... ,X- i i \i\V*«\»\^& jy* m *»ï«»< - ' - . (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) W. B U IJ S. PU-  'PUB LI C A TI E J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan zijne Medeburgers, Heil en Broederfchap! Doet te weeten : ■Dat het zelve, om te voldoen, aan den inhoud van het Decreet van de Conjlitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, in dato 29 Januari" 1. 1. het Committé, tot de zaken 'der Marine, met deszelfs Leden, Ministers, Ambtenaaren en Bedienden /behoudens derzelver verantwoordelijkheid, ontbonden, en in deszelfs plaats een Departement der Marine heeft aangefteld, zo nogthans dat ' tot voorkoming van alle verwarring, provifionecl en tot nadere dispoütie, in de behandeling der Financie geen verandering zal worden gemaakt, als mede dat het Bureau der Convoijen en Licenten voor als nog zal gelaaten worden op den ouden voet, doch in deszelfs werkzaamheden afge~fcheiden zijn van het Departement der Marine. \ Dat hetzelve wijders heeft aangefteld tot Agent der Marine van de Bataaffche Republiek, den Burger Jaccb Spoors, en.tot Secretaris, den Burger Cornclis Nozsman; gelastende aan elk en een ieder, wien zulks zoude mogen aangaan dat hunne Requesten, Adresfen enz. van een Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der "Bataaffche Republiek, doch -verzonden moeten worden in een Omilag, geadresfeerd aan den Agent der- Marine. Gelastende het voornoemde Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat deze afgekondigd en aangeplakt zal worden alomme, waar zulks behoort. In den Haag, den -19 Februarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) PIETER VREEDE, Vt (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. (was geteekend) \y B U IT S  ( a6 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aftn zijne Medeburgers, Heil en Broederfchap! Doet te weeten: . ,j Dat het zelve, aanhoudend voortgaande om, n^voldoe ning aan de intentie der Conflimeaende V«p^ng, repre fenteerende het Bataaffche Volk de onderfcheide=deterva. het Beftuur te organifeeren, heeft daar gefteld een Dpar tementvan Algemeene Politie en Bmnenlandfche <^W»?*. He, en tot Agent bij het zelve aangefteld den ham Jacquesla Pierre, en totSecretans vari het Agcntfchap, den Burger Pieter Philip Juriaan Qjimt Ondaaje Wordende aan elk en een reder wien joude nroge aangaan gelast; dat hunne Requesten, Adresfen enz dit Departement betreffende, vaneen Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend ?ewmd der Bataaffche Bewind, in Volks, datdeeze afgekondigd en aangeplakt zal worden, al omme waar zulks behoort. .. Q In den Haag den 21 Februarij 1798. Het nerdtjaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) PIETER VREEDE, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. (was getekend) w. b u u s.NQ_  NOTIFICATIE Tiet Intermediair Adminiftratif Beftuur in S tornen ; f WV* fK'SS.' ^ Sg^SdS ,t™ gi&7,9t^ £ vreedzaam BuriTr oX'ïrfchetming der Wet te leven en z.jne erge zaaken te kunnen Admhuftreeren. Wii Conndereerei.de, hoe de Supplt-in de Publicatie der bij deezen Arresteeren. r>^ l^r «n 77 /7 va» iTwjör* op zijn verzoek vergund^or^eder vrij en onverhinderd in dit Gewest re  C 28. rug te keeren^ en de Policicque dispofiticn, tegens ham bevorens genomen, wórden-ingetrokkenen vernietigd, alles op dezelfde voorwaarden en onder gelijke bepalinl, zo als zulks .ten aanzien van eenige gewezene,Leden vani de Vergadering der Reprefentanten dezer Provincie is' gefchied en breder iri de Publicatie van den 23 Junij 1796 vermeld. Ontheffende denzelven mits dezen van alle Tustitieele of Oerechtehjke vervolgingen ter voorfch. zaake En op dat deZe in dit Gewest zoude bekend worden, zal hier van Publicatie en Affixie worden gedaan, waar zuil» behoort en gewoonehjk gefchied. Aldus gegeeven op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 22 Februarij 1798. Het vierde J.aar.der Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Befluur in Friesland. J. G E R M A N S, Vt Ter Ordonnantie van Hetzelve, B. A. SNOEK. Abfeme Secretarie. N O-  C 29 ). NOTIFIC A TI E JJcé Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland, aan hare Medeburgeren, Heil en Broederfchap! Was de dag van den 22 Januarij laatst!., waar op de Aristocratie en het Fcederalisme ter neder geveld, en de klippen, tegens welke het Vaderland had moeten te gronde gaan, verbrijzeld wei-den; een dag van algemeene vreugde voor elk beminnaar van zijn Vaderland, .en waar aan hij met dan met eerbied zal te rug denken, beichouwende de-' zelve als het tijdftip, waar op de kluiftere der dwingelandij' verbroken zijn. Zo was het dan ook hoogst noodzakelijk met alle oplettenheid gade te liaan de woelingen der zulken, die met te-' genftrijdige denkbeelden bezield, alles zullen 'aanwenden,' om die zo zeer gewenschte Revolutie van den 22fte der vorige Maand te dwarsbomen, en, ware het mogelijk, weder onderfte boven keeren. En dit was dan gewis de reden, welke de Conftitueerende Vergadering reprefenteerende het Bataaffche Volk deed beüuiten, bij haar Decreet van den 8 Febr. 1. 1., het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek te gelasten, de nodige maatregelen te neemen, omtrent de Orange- en zo^ genaamde Gemeenebest gezinde Sociëteiten. En dien ten gevolge heeft het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek kunnen goedvinden, ons aan te fchrijyen en des noods te gelasten : om op de meest afdoende wijze aan de heilzame intentie der Confiitueerende Vergadering' te voldoen , in alle Gemeenten onder het voormalig Gewest Friesland behorende, zonder verwijl te vernietigen en te doen (luiten alle Orange-gezinde Sociëteiten , waar deze hier of D 3 daar  C 30 ) daar onder het yorig Bewind nog een oogluikend of bcgunftigd beftaan mogten gevonden hebben, — alle zogenaamde Gemeenebest-gezinde Sociëteiten of Bijeenkotnften, om het even, of zij alleen tot tijdverdrijf, of tot behandeling van Politicqut zaken zijn opgericht, waar van ui:n, zo uit de daar gehouden gefprekken, of voordragten moet verwagten , dat zij'ft,rekkende zijn om de gelukkige ommekeer, die den 22 Jan. I. I. ons heeft aangebragt, tegen te werken, en dus de Vrijheid weder aan nieuwe fchokken bloot te ftellen, door de Aristocratie en het Fosderalisme, of het Stadhouderfchap heimelijk te begunftigen, ofwel, door eene desörganifatie te< bevorderen , die ten laatften op Regeeringloosheid zoude uitkopen, bij welke zij, tot het voldoen hunner heerzucht een open baan zouden gevonden hebben. ZO IS HET, dat Wij ter voldaade aan de Aanfchrijving door het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek aan Ons gedaan, hebben goedgevonden en verftaan: de refpective Gerechten en Committe's van Waakzaamheid in dit voormalig Gewest Friesland, exifteerende, te gelasten, zo als Wij doen bij dezen : om in haaren Bedrijve alle zodanige Sociëteiten, beilooten Gezelfchappen , of onder welken naam dezelve ook mogen plaats hebben, alwaar in het ftiile Aanhangeren van het Stadhouderfchap bijeenkomen, of zodanige zamenkomften, bekend onder den naam van Gemeenebest-gezinde Sociëteiten; en eindelijk alle de zulke, welke of alleen uit tijdverdrijf of tot het behandelen van politieke zaken zijn opgerigt; waar van men, zo uit de daar gehoudene gefprekken als vcordragten, moet verwachten, dat z.j ftrekkende zijn, om de gelukkige ommekeer van zaken, welke den sa Januarij 1. 1. Ons heeft aangebragt, tegen te werken; - van Honden aan te vernietigen en te doen fluiten, zonderde minfte oogluiking, - Hellende Wij de Gerechten en Committe's van Waakzaamheid, onder het res- fort  C 91 ) fort van het voormalig Gewest Friesland behoorende, verantwoordelijk voor de ftipfte naarkoming dezes. En op dat niemand hier van eenige onkunde zal kunnen voorwenden, zal deze alomme worden afgekondigd en aangeplakt , waar zulks gewoonlijk gefchied. Aldus Gedaan op het Landfchaps-Huis binnen Leeuwarden, den 22 Februarij 179*8. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland. J. GERMANS, Vft Ter Ordonnantie van Hetzelve» B. A. S N O E Kt: Abfente Secretario. N O-  C 32 ) NOT I F I C ATI E XJet Intermediair Adminiftratif Beftuur va n het voormalig Gewest Friesland, aan alle haare Medeburgereir, Heil en BroedcrJ'ckap'! De Conftitueerende Vergadering reprefenterende het Ba* taaffche Volk, aan Ons bevolen hebbende toe te zien, dat de incasfeering der 8 pro Cento van een-ieders Inkomen, bij Publicatie van den 5 December 1797 gearresteerd, exact, en ten meesten menage, gefchiedej zo'hebben Wij dienttig geoordeeld, daaromtrent, de volgende bepalingen temakenl Dat elk, die niet verkiest zijn Fournisfement directelijk bij den Ontvanger der Marine in den Haag te. doen, zulks zal moeten doen bij het Gereciit van dat District, ofte die Stad, waar onder woonagtig is. Dat overzulks aan de refpecKve Gerechten word gedemandeerd, de Ontvangst der Penningen, welke door elk Ingezetenen in derzelver Diftrict of Stad woonachtig, zal moeten gefourneerd worden , in de Helling van agt pro Cento van deszelfs Inkomen. Dat dien ten gevolge, door ieder Gerecht, daar toe zoodanige fchikkingen zullen worden beraamd, als meest convenabel zullen oordeelen, zoo omtrent de. tijd dervaceering, als ook wie uit hun midden , met de Ontvangst zullen belasten. Dat binnen den tijd van. 8 dagen, na het aflopen van elk Termijn, de ontyangene Gelden naar .Leeuwarden zullen transporteeren , en wel door de Gerechten in Oostergoo aan het Comptoir der Domainen en Comfumptien , — door die in Westergoo, aan dat der Floreen Renthe; door die in Zevenwouden aan dat der.Los-Renthe; en door die in de Se»-  C 33 ) Steden, aan het Comptoir der Lijf-Renthen; met overgave tevens van een i'pecifique ftaat van gemelde Ontvangst. Dat elk Gerecht yoor deze Ontvangst en transporteering der Penningen, daar uit proflueerende, verantwoordelijk word gelleld. Dat het Salaris deswegens, nader bepaald, en aan elk Gerecht zal worden ter hand gefield, zoo nogtans, dat dit gerekend worden zal even als of de werkzaamheden door één Periöon waren verrigt. Zullende voorts de Gerechten, nauwkeurig zorgdragen, dat voor het overige de Publicatie van de Nationaale Vergadering den 5 December voorfchr. opzigtens dè Heffing van 8 per Cento van een ieders inkomen, gearrefteerd , met alle nauwkeurigheid worde agtervolgd en naargekomen, zoo ten aanziene van zich zeiven, als ten opzichte van elk individueel Ingezeten. Alles ten einde daar door, aan de heilrijke oogmerken van de Beftuurders der Bataaffche Republiek, wordende beantwoord, door langs dezen weg, heil aan het geheele Vaderland toe te brengen. En op dat des.' ter kennisfe van den Volke kome, zal dezelve overal worden afgelezen en aangeplakt, daar zulks te doen gebruikelijk is. Aldus gedaan op het Landfchaps Huis binnen Leeuwarden, den 24 Februarij 1798. Het vierde , aar aer Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland. J. G E R M A N S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, B- A. SNOEK. Abfente Secretario. E PU.  C 34 ) PUBLICATIE T)e Conftitueerende Vergadering, repre- ^ fenteerende het Bataaffche Volk, allen den genen die deze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfihap l Doet te weten: Dat zij in overweeging genomen hebbende, dat in de algemeene Geldheffing van acht ten honderd van het jaarlijks inkomen van elk der Ingezetenen van deze Republiek, bij Publicatie der Nationaale Vergadering van dato 5 December 1707 gearrefteerd, wel alle diegeenen, welke tot de Armee van den Staat behooren, even als alle andere Ingezetenen, gehouden en verplicht zijn te betalen van derzelver Traérementen , zonder daar van iets anders te mogen aftrekken, dan de bijzondere kosten, dewelke, om dat Tracfement of inkomen te kunnen genieten, hefteed moeten worden: dan dat ten dien aanzien, en over den zin en meening van het daar omtrent bepaalde bij het 10de Articul van voorgemelde Publicatie, bij en omtrent de Militaire Perfoonen ontftaan en gerezen"zijn verfcheide bedenkingen en bezwaren, dewelke zij gemeend beeft te moeten uit den weg ruimen; terwijl zij tevens heeft vermeend, omtrent de voldoening aan gemelde Geldheffing door Militaire perfoonen van derzelver ondcrfcheiden Militaire Traétementen, te moeten maken zodanige nadere bepaalingen, als het nut van den Lande en het gemak der Contribuanten mede brengt: ZO IS HET, dat wij, met betrekking tot hun, welke m Militairen dienst vandezé Republiek z.:ch bevinden, b'ij ampliatie en alteratie van opgemelde Publicatie van den 5 December 1797 , hebben goedgevonden te bepaalen en vastte ftêttW g<^k wij doen bij dezen: ArU i. Dat van de gemelde Geldheffing zullen verftaan wor-  < 35 ) worden, uitgezonderd te zijn deTradementen en Daggelden van de Subalterne Officieren, Adjudanten en Aide. Chirurgijns , to£ welke wapenrusting dezelve behooren. i. Dé de voornoemde Geldheffing van acht ten honderd nogthans zal plaats hebben ten aanzien der Tractementen der Luitenant-Generaals, Generaals-Majors, Colonels, Lientenants-Colonels, Capiteinen, Ritmeesters en Officieren, tot de generaale en groote Staven der Bataaffche Armee behoorende , als mede der Quartier-meesters en Chirurgijn Majors der geönbrigadeerde Bataaffche Troupes. 3. Dat, tot faciliteering der Furnisfementen, ten deze te doen, de betaalingen wegens voorfchreeven Traktementen zullen verdeeld worden in twee termijnen, ieder van drie maanden, loopende de eerfte termijn van en met den 1 April tot en met den 30 Junij, en de tweede Termijn van en met den 1 Julij tot en met den 30 September, alle dezes Jaars 1798. 4. Dat, ten gevolge van dien en totmeer gemak der te doene Furnisfementen, ten aanzien der Traktementen van de Lieutenants-Generaals, Generaal-Majors en Officieren, tot de groote Staven behorende, het Bureau van betaaling der Bataaffche Armee, voor zo veel hetzelve met de betaaling dezer Tractementen gechargeerd is, gelast en geauthorifeerd wordt bij deze, om maandelijks, geduurende de maanden April, Maij, Junijr Julij, Augustus en September dezes jaars zodanigen penning op voornoemde Traktementen in te houden en te collecteeren, als welke bedragen zull:n de acht ten honderd van dezelve Tractementen tot het beloop van een geheel jaar berekend. 5. Dat, ten aanzien der Tractementen der Colonels, Lieutenants-Colonels, Capiteinen, Ritmeesters, als mede der Quartier-meesters en Chirurgijns-Majors der geönbrigadeerde Bataaffche Troupes, de Mineurs, Sappeurs en Pontonniers E a !er  C g O eronder begreepen, de refpedive Raden van Adminiftratie, een ieder bij deszelfs Corps, gelast, en geautherife rd.wor• den bij deze, om maandelijks, geduurende de maanden bij het voorig Articul vermeld, mede zodanigeo'penning op voornoemde Tractementen in te houden en te collecteeren, als welke bedragen zullende acht ten honderd van dezelve Tradementen, tot het beloop van een geheel jaar'berekend. 6. Dat, ten aanzien der Duitfche in CapitulatieftaandeTroupes en van het Corps der Genie, door bijzondere Solliciteurs bediend wordende, dezelve Solliciteurs refpedivelijk, eenieder zo veel hun aangaat, gelast en geauthorifeerd worden bij deze, om geduurende den loop der in Art. 4. gemelde zes maanden dezes Jaars,. zodanigen penning bij iedere betaaling op de Tradementen der' Hoofd officieren en Capiteiuen in te houden en te colledeeren, als welke bedragen zullen de acht ten honderd van dezelve Tradementen tot het beloop van een geheel Jaar berekend: zullende hier onder niet gerekend worden de Quartiermeesters,, Chirurgijns en Veldpredikers, tot de voorgemelde in Capitulatie ftaande Troupes behorende, maar gehouden worden, ten aanzien hunner Trade? inenten, van die Posten, aan deze Geldheffing niet onderwerpen, te zijn.. 7. Dat van de invoegen voorfchreven ingehouden en gecolled^erde penningen, .telkens na de expiratie van de dei de Maand van ieder Termijn, het geheel Furnisfement dier Termijn door het Bureau van betaaling der Bataaffche Armée, en door de refpedive Solliciteurs, bij het voorig Arcicul om-, fchieven . zd moeten worden overgebracht en toegeteld aan, en geftort in de Kaste van den tijdelijken Ontvanger Generaal der Marine, refldeerende in den Haag, en zulks met overgifte eener nauwkeurige Lijst met deszelfs dubbeld,. contineerende de naamen der furneerende Officieren en het beloop der penningen, voor ieder derzelven gefurneerd, ten  C 3Z ) ilj einde daar tegens te ontvangen zo veele onderfcheiden Gbligatien, met Coupons, op naam of in blanco,-na-de keuze der furnecreude Officieren, ten laste der Bataaffche Republiek lopende, tegens den Intrest van drie ten honderd in het Jaar, ingaande met den i April en i Julij 1798 reipeétdvelijk; welke Gbligatien en Coupons door het Bureau van betaaling en de gedefigneerde Solliciteurs, terftond aan de belanghebbende Officieren zullen worden ter hand gelteld, en, op dat van de gedaane Furnisfementen, zoo door het Bureau van betaaling der Bataaffche Armée, als door de relpective Solliciteurs gedaan, ten allen tijde genoegzaam blijke, zal den Ontvanger Generaal der Marine v.^rpncht zijn, om het dubbeld der ten d;;ze overgeleeverde Lijste te quitteeren, en beneffens de öpgemelde Gbligatien met Coupons te extradeeren. . 8. Dat, ten aanzien van de maandelijks, volgens Art. 5. ingehouden en gecollecteerde Penningen , de Raden van Adminiftratie, mede na expiratie van de derde Maand van ieder Termijn verplicht zullen zijn, het geheel Furniïfement dier Termijn over te brengen en toetetellen aan, en te Horten in de Casfe van zodanige Ontvangers of anderzins gequalificeerde Perfoonen, als daar toe door de Intermediaire Adminiftrative Beftuuren der Gewesten , met voorkennis der.Conftitueerende Vergadering, zullen zijn aangeweezen, in ieder Gewest, in het welk dezelve Raden van Adminiftratie zich ten tijde van het te doen Furnisfemtnt bevinden, en zulks met overgifte eener nauwkeurige Lijst met deszelfs dubbeld, contineerende de Naamen der furncerende Officieren , en het beloop der Penningen, voor ieder derzelven gelurneerd, teneinde dartegen te ontvangen zo veele ondeifcheidene Obligatien, met Coupons, op naam of in blanco, naar de keuze der furneerende Officieren, ten laste der Bataaffche Republiek, loopende tegens den Intrest van drie ten honderd in het Jaar, ingaande met den 1 April en 1 Julij 1798 E 3 re*  ( 33 ) refpeétivelijk; welke Obligatien en Coupons door de Rkden van Adinmiftratie terftond aan de belanghebbende Officie» ren zullen worden ter handgefteld tegens Quitantie; zullende de Ontvangers of andere gequaliriceerde Perfoonen verpligtzijn, beneffens de Obligatien met Coupons, aan de Raden van Adminiftratie te extradeeren behoorlijke Quitantie v gefteld op het dubbeld der öpgemelde Lijst, zo en in dier voegen en tot het einde, als bij het voorig Articul breder omfchreeven is. 9. Dat voor het overige alle Bataaffche en in Capitulatie ftaande Militaire Officieren, van wat Rang of Wapenrusting dezelve mogen zijn, dewelke door het bezitten van andere Taarlijkfche lnkomften of Revenu ës boven en behalven derzelver Militaire Tractementen, in de termen vallen der Publicatie van den 5 December 1797, wegens de Geldheffing van agt ten honderd gearrefteerd, als Burgers verphgt zijn, zich, wegens zodanige lnkomften en Revenuës,' te gedragen , overeenkomftig den inhoud der gemelde Publicatie; wordende bijzonder die Officieren, dewelke zich in voornoemd geval bevinden en geen bepaald Domicilie binnen deze Republiek hebben, gelast, derzelver ten dezen te doeTie Furnisfementen te ftorten in de Plaatzelijke Kasfcn , in welke de Ingezetenen van het Diftria, alwaar dezelve zich ten tijde der bij voorgemelde Publicatie bepaalde Termijnen van betaaling , in Guarnifoen of Cantonnement bevinden, verplicht zijn derzelver Contingenten te furneeren; wordende wijders de refpeftive Infpecteurs der Magazijnen en Kusten, de Plaats-Majors, gepenfioneerde Officieren en alleandere Perfoonen, dewelke Militaire Traélementen, Emolumenten of Penfioenen genieten, voor zo veel bij deze van dezelve geen mentie gemaakt word, gelast, omtrent voornoemde Tractementen, Emolumenten en Penfioenen, 'zich ftiptelük te gedragen naar den inhoud der öpgemelde Pubh- r J catie  ( 39 ) catie wegens de Heffing van achtten honderd, ten'behoeve der Zeeniagt gearresteerd. 10. Dat aan elk Militair Officier, aan wien hetFurnisfement van acht ten honderd op deszelfs Jaarlijksch Traktement, op den voet, bij vorige Articulen omfchreven, word ingehouden en aan den Lande, .ten behoeve der Zeemagt, verrekend, gepermitteerd word 50 Gulden voor ieder ten zijnen koste gevoed wordend Kind op deszelfs Militair Tractement buiten betaaling van acht ten honderd te ftellen, mids hij deze kortinge niet reeds bereekend hebbe wegens zodanige lnkomften of Revenuè's, als hij boven en behalven deszelfs Militair Traktement mogte bezitten; in welk geval zodanige korting, als ten tweeden male voor dezelve Perfoon niet admisfibel, expresfelijk bij dezen verboden word. 11. Dat wijders aan de refpective Hoofd- Officieren, Ritrmeesters en Officieren der generaale en groote Staven, dewelke, volgens de ordre van den Lande, verplicht zijn één of.meer Paarden aan te houden, welke zij uit hunne Tractementen moeten bekostigen en onderhouden, gepermitteerd word ƒ aoo. voor ieder Paard, het welk te houden zij verplicht zijn, op derzelver Militair Traktement buiten bctaaling van acht ten honderd te \tellen. t 12. Dat de berekening der Miliitaire Traktementen, dewelke met kortingen, uit hoofde van gecontracteerde fchulden, bezwaard zijn, moet gedaan worden na rato van het geheel beloop van het volle Jaarlijkfche Traktement, zonder dat de yoorfchreven kortingen in aanmerkinge mogen komen \ kunnende de ekortingenalleenlijk als aflosfing van fchuid, en geenzints als vermindering van inkomen befchouwd worden. 13. Eindelik, dat wij met deze,onze nadere bepaling, met betrekking tot zommige Miliitaire Traktementen, geenzints willen verftaan hebben , dat wij de fubalterne Officieren en andere aanhoorigen van de Ariuée, dewelke aan deze  C 40 ) -ze Geldheffing, naar den inhoud dezes, niet fubject zijn-, geen mindere bereidwilligheid of verplichting veronderfteld wordt, om tot behoud van het lieve Vaderland en ter bevordering eener gewenschte Vreede , zo veel in hun vermogen is toe te brengen; en dat mitsdien van derzelver Vaderlands-liefde vertrouwd word, dat zij door vrijwillige giften, waar van de begrooting aan hunne volkomen vrije keuze en de infpraak van hun hart word overgelaaten, om na vermogen met hunne Medeburgers 's Lands Schatkist te helpen {lijven. En op dat niemand, dien zulks aangaat, hier van eenige ignorantie zoude kunnen voorwenden, worden de Intermediaire Adminiilrative Beftuuren der voormalige Gewesten en Quartieren ontboden en gelast, deze Publicatie -ten fpoedigften in het openbaar aftekondigen en te doen aanplakken, ter plaatze alwaar zulks te . gefchieden. gebruikelijk is. Aldus gedaan en gearrefteerd, in den Haag, den 26 Februarij 1798. Met vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. 1 (was geparapheerd) L C. V O N K , Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van dezelve, (was getekend) A. PLOOS van AMSTEL. N O-  ( 4' O NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Befluur van het voormalig Gewest Friesland, Allen den geenen, die dezen zmien zien of horen lezen, Htü-en Broederfchap! Ter Vergadering in overweging genomen zijnde onze verpligting, om de genomene Decreten bij het voormalig Provinciaal Beftuur van Friesland gearresteerd, en niet aanlopende tegens de gelukkige ommekeer van zaaken op den 22 -januari]'' ï. 1. voorgevallen, effect té doen forteeren, en.onzen aandagt bijzonder gevallen zijnde op de Decreecen van den 15 December 1797.. en van den 26 Januarij h 1., raakende het verkopen van Vastigheden, toebehoorende aan Minder jaarigen of Perzoonen, die-om andere redenen onder curateele gefield zin, welke tot nog toe niet "ter kennisfe van onze Ingezetenen:gebragt zijn, Is goedgevonden en verftaan den Ingezetenen bij wege van Notificatie te verwittigen, dat bij het voormalig Beftuur van Friesland is gedecreteerd en gearresteerd het navolgend Reglement: ■ • ••• REGLEMENT op de Decretaale Verkopingen en Vcipuudingen yan vaste Goederen, aan Perzoonen, wegens Minderjarigheid, of om andere reeden onder Curateele -.gefield, toebehoort' riisg ris -rende..'. :>.,',' ■'-.- ■ yla, ss — ??i • til*j'! ■'■ « ' ART. fi ' - f^eehe onroerlijke Goederen van Weeskinderen, Minder^* tógen of andere onder voogdij e ftaande Perzoonen, zullen mogen worden verkogt of op eenige andere wijze verjubileert, ook niet verpand of belast, zonder Decreet of Confent van den Hove. F 2. Om  •O ) L Om dat Decreet te.3ekomen zullen de Voogden of Adminiftratoren van die Perzoonen, Request aan den Hove moeten pradenteeren ,, en daar bij moeten open leggen de reedeftefl, waarom zij de verzogte Verkoping, Verpanding of Belasting noodzaakelijk oordeelden. 3. Dat het Hoff na zulks wegens de reedenen van noodzakelijkheid nauwkeurig onderzoek zal moeten doen, en na genomen Informatien het. verzogte Decreet accordeeren of afflaan naar bevinding. 4. Voor een reeden van noodzakelijkheid zal worden gehouden — indien een Boedel met fchulden bezwaard is,— en de Crediteuren dringen op betaling — indien 'er in dat geval geen Geld of losfe Goederen zijn, waar uit de Schulden betaald zullen, konnen worden — indien eenige Goederen bevonden worden tot weezentlijk nadeel van Pupillen of Corpora te ftrekken, of anderzins op voldoende gronden kan aangetoond worden, dat de Verkoping der Goederen töt merkelijk voordeel van Pupillen of Corpora kan dienen. 5. Het Hoff zal echter zo veel mogelijk zorge moeten dragen, dat 'er in dat geval of onder dat voorwendzel niet. aanmerkelijk meer verkogt werde ,; dan weezentlijk nodig zal zijn. 6. En zullen wijders geen reeden voor noodzakelijk worden gehouden dan alleen de zulke, die daar voor in Rechten beftaanbaar zijn. 7. Indien het Decreet tot eene verzogte Verkoping ver-, leend is, — zal vervolgens dc Verkoping kunnen gefchie-: den, dog niet anders dan bij publieke Veiling, na alvooreus de Verkoop-befoignes aan den Hove ter approbatie ge-: prasfenteertte hebben , zonder onkosten voorde Verkoopers. 8. Die publieke Veiling zal echter moeten gefchieden op de thans gebruikelijke wijze , bij. Strijk- en Verhoog-geld, dog bij Car. Guldens, zo evenwel dat de Advertentien daar "van , .  C 4* > van, bij aangeplakte Bületten, m--Wipfts» W^ien dage* vooraf zullen moeten gefchleden s en daar na .met meer uau drie Zitdaagen zullen mogen worden gehouden. 9. De Voogden en Adminiftratoreu zuiden. $n 4fM\gevallen', aan de Actuarien .niet meer mogen béfoven of betaalen dan de Vacatiën, zo als die 'bij 's tan* ^Ordonnantie bepaald zijn, en wijders alle onnutte proosten, moeten vermijden, op poene van daar vour zelve aanfprakelijk te zullen zijn. 10. De Verkopingen invoegen voorfchreven gefchied zijn» de, zullen door de Voogden en Adminiftratören in hunne qualiteit, als daar toe confent bij Decreet van den Hove bekomen hebbende , Koopbrieven aan de Koopers worden gepasfeert. 11. De Koopbrieven zullen vervolgens ter Secretarie aangegeeven, en de Koopen aldaar te boode moeten worden gefteld, ten einde dezelve even als andere koopen geproclameert en daar op Gerechts Adjudicatie verleent worde. ia. De Gerechten zullen echter op dezelve geen Adjudicatie mogen verkenen, dan na dat hun zal zijn gebleeken, dat het Decreet van den Hove in forma verleend en bij de Verkoping aan dit Reglement is voldaan. 13. Eindelijk zullen de Koopbrieven binnen drie Maanden na de Adjudicatie behoorlijk in de Griffie van den Hove moeten worden geregistreerd op Kosten van de Verkopers , en zullen de Actuarien verpligt zijn binnen de gefielde tijdt van drie Maanden de Koopbrieven ter Registratie te piefenteeren, op poene van 2$ Car. Guldens onvermindert de actie van de belang hebbende. En op dat dit ter kennis van een ieder kome, en alzo hier -omtrent geene onwetenheid zal kunnen worden voorgeF a wend,  f 44 ) wend, zal het zelve alomme worden afgeleezen en aangeplakt, daar zulks te doen gebruikelijk is. Aldus Gerefolveert op het Landfchaps- Huis binnen Leeuwarden, den 2 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland. . J. . Ü E R M A N S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, B. A. S N O E K. ■ Abfente Secretario. P U-  C 45 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alle Burgers en Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Broecierfchap ! Doet te weten: Dat hetzelve, aanhoudend voortgaande, om, in voldoening aan de intentie der Conftitueerence Vergadering, reprefenteerende'het Bataaffche Volk, de onderfcheide deelen van het Beftuur te organifeeren, heeft daar gefteld, een Departement van Finantie, en tot Agent bij hetzelve aangefteld den Burger Izaac Jan Alexander Go gel, en tot Secretaris van het Agentfchap, den BurgerTobias Conjlantijn de Bit des. Wordende aan elk en een ieder wien zulks zoude mogen aangaan gelast, dat hunne Requesten, Adresfen enz. dit Departement betreffende, van een Nationaal Zegel voorzien9 moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der Bataafiche Republiek, doch verzonden worden in een omflag, geadresfeerd aan den Agent van Finantie. Gelastende het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat deeze afgekondigd en aangeplakt zal wordenj al©mme waar zulks behoort. In den Haag den 6 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) W IJ B O F IJ N J E, Vt. (Onderflond),. Ter Ordonnantie van Hetzelve. (was getekend) W. H. DROGHOORN. F 3 P U-  PUBLICATIE Oet LTitvoerena Bewind der Bataaffche Republiek , aan hunne Medeburgeren, Heil en Broederfchapi Doet ie w te ten: Dat het zelve overwogen hebbende de noodzaakelijkheid, dat aan de heilzame intentie der Conftituterende Vergadering* .reprefenteerende het Bataaffche Folk, volgens haare Publiea'tiein dato 29 Januari) L I '.worde voldaan, met naamlijk de Intermediaire Adminiftrative Beftuuren, Z', Landfchappeiijke als Plaatztlijke, zo lang dezelve nog beftaanop den iegenwoordigen voet, ten fpoedigftcn te ombinden, en zo veel nodig is teörganifeere/i, — en daar aan ten fpoedigften willende voldoen, heeft het befloten, door hunne Agenten N. Ws, Croni Junior en D. van Dijk, als daar toe fpeciaal gelast, om het Intermediair Adminiftratif'Beftuur van het voormalig Gewest van'Friesland, mitsgaders deszelfs Ministers en Bedienden tte ontbinden, gelijk het ontbind bij dezen, en in derzelver plaats te organifeeren een nieuw Intermediair Adminiftratif Befluur voor het voormalig Gewest van Friesland, (1) ten (1) MiSSIVE aan de op nieuw benoemde LEDEN in het voormalig Gewest van FRIESLAND. De AGENTEN van het UITVOEREND BEWIND der Bataaffche Republiek, in het voormalig Gewest van Aan den Burger , "MEDE-BURGER! Door het Uitvoerend Bewind gelast en geauthorifeerd zijnde, om in dit voormalig-Gewest 'te Organifeeren een«leuw In¬ termediair Adminiftratif Beftuur, en daar toe aan te ftellen bet gevoegelijk, geta! bekwaaine en gefebikte Burgers., echte Patriotten de tegenwoor• qige Orde van zaken toe gedaan; hebben Wij uit kragt van en ter voldoening  C 47) ■ten: welken einde het aanileld bij dezen, tot Leden van dat: Beftuur, de Burgers :: A. Cup tras, G. R. van Dijk, J.Germans, C. J, Hobbema,.J. G. Kramer, C. Oneides, H. Romkes, W. Rammens , R. van Skoten, P. Stroband, J. J. Tin ga, en M. ■ A. van der Wal., en dat op zodanige Inftruétie, (a) als wel- _ kening aan gemeiden last, U onder anderen geëligeerd, als Lid van het nieuw Intermediair Adminiftratif Befluur van Dien ten gevolge is het, dat Wij U, naamens het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, requireeren, om den gemeiden dienst aan het Vaderland te bewijzen; en ten dien einde U op aanftaande! den om ' uuren, alhier in Logement te filte¬ ren, om als dan nadere opening te ontvangen, en 's anderen daags te worden geïnftalleerd. ■ b Het belang van het Vaderland vorderd, met allen aandrang, dat elk braaf Burger zich zijnen dienst op dit tijdftip niet onttrekke,- geene conlideratien kunnen U dus te rug houden, om aan dit opontbod te voldoen. Wij verzoeken dat gij, aan niemand anders hier van eenige oopeningen geeft, dan aan die geene Uwer, dewelke om huisfelijke belangens m dezen niet zonder nadeel of hinder kunnen worden gepasfeerd. In afwagting dat door U aan den inhoud dezer zai worde* bentfwoord, verblijven Wij U we Heilwem scheitIbi ■ MEDE-BURGERS! DE AGENTEN VOORNOEMD.' (2)'INSTRUCTIE voor de Leden van het INTERMEDIAIR ' ad MNISTRATIF BESTUUR van het voormalig Gewest van FrLianA Werkzaamheid vaa het Adminiftratif Beftuur. Art. 1. Het Adminiftratif Beftuur is verpligt, uit te voeren en te doen uitvoeren, alle Decreeten en Befluiten van de Conftitueerende Vergadering , en het Uitvoerend Bewind der Eataaffchs Republiek; mitsgaders van alle Wetten en Befluiten der voorheen geêxisteenl hebbende Hoogst Geconftitueerde Magten, voor zoverre die door de zeiven niet buiten werking gefteld vernietigd,'of daar aan ftrrjdig en hinderlijk mogtenzijn. 2. Het is verpligt , des gerequireerd, aan de Conftitueerende Vergadering ot het Uitvoerend Bewind, Rapport te doen, en dienen van Adviit omtrent zaaken de rust en Geldmiddelen, het Gewest fpeéteerende . 3- Hst is verpligt, alle Ambtenaaren en Bedienden van dat Gewest, ■e- houden b.j de prpmpte waarneeming hunner Posten. 4. H*  .( 48 >) ke bereids aan bun gegeven is geworden; gelastende eik en iegelijk wien zulks zoude mogen aangaan , hen aangeftelden als zodanigen te erkennen, en in alles, tot bevordering van 4 'Het,- draa»t ■ï.urg,-dat geene veia-nderingen door oe Piaatzclijke Be&men ;n werï ng u-orden gebragt, ftrijdig met de Dccneten of Befluiten der Conftitueerende Vergadering of het Uitvoerend Bewind; cnfteld "dezelve, voor Zo verre die mogten exteeren, buiten werking. 5. Het zorgt tegen alle onrustige en oproerige beweegingen binnen dat 'Gewest. J' A . - - - . 6 Het heeft onder deszelfs toevoorzigt, 's Lands Domainen; de Munt, de Invordering van alle 's Lands Middelen én lnkomften, gewoone en Witengewoone; gelijk mede alle Ontvangers, Rentmeesters en Gaarders van dezelve Middelen en lnkomften. . , 7 Ook zal hetzelve provifionee! en tot nadere dispofitie , bei-ast zijn, m't ie zorg voor de Posterijen. Rivieren, Dijkwerken, Sluizen, Magazijnen, Fortificatiën, Geestelijke en geanoteerde Goederen, Koophandel 'Zeevaart en Fabiieken. 8 Het is geauthonfeerd, tot het doen betaalen van Ordonnansen, selhaPto voor de 22 Januarij dezes Jaars; mitsgaders tot het betaalen lan T?aftem.-nten van de Leden , Ministers en Bedienden van het Beftuur. 9. Het zal provifioneel fupercedeeren met het betaalen van Penlioenen, tot dar.d.rarin nader ziï zijn voorzien. . 10 Het is verpligt, binnen veertien dagen na de refeptie dezer Kefolutie, aan het Uitvoerend Bewind op te geeven, een fpecifique ftaat van alle zodanige (ommen, als welke het zoude veimeenen dat onverwijld behooren betaald te worden, ten.einde daar omtrent werde gedisponeerd, en inmiddels met betaalen te fupercedeeren. 11. Het Adminiftratif Beftuur heeft het regt, ten allen tijde te e.sfchen de mondelinge en fchriftelijke Informatien, van de Ontvangers Generaal van het voormalig Gewest, en van alle Plaatfelijke Regeeringen, Dir»ctien, Comptabelen, Ambtenanren en .Bedienden. . 12. Het A Ji.,iniflratif Beftuur vermag niet - aan te leggen eenige -nieuwe FóftifiMieri en werken, of importante-reparatien en verbeen-neen te doen, buiten'Aathor;fat:e van het Uitvoerend Bewind; nog verma's nieuwe Traftemerten of Gages te arresteeren, en zal tot nadere dispofitie van het Uitvoerend Bewinl, alle begonnen werken ftaaken. U Het Adminiftratif Beftuur.is bevoegd, voordragt 'te doen tot het vottooijen van reeds begonnen werken, ten einde het goedvinden ■van het Uitvoerend Bewind te verftaan. , 14. Het Adminiftratif Beftuur heeft, tot nadere Dispofitie, de Ju-  c 49 r van orde, bloei en welvaren van deze Republiek, de behulpzame hand te bieden, en hunne Reiolutieu lliptciijk te agtervolgen. G Dien dicature over zaaken van gemeene middelen , alles oo den nog plaats hebbende voet. ' - 15. Niemand der Leden zal mogen zitten over eenige zaken, hem in t bijzonder, of iemand zijner vrienden tot in den vierden graad van bloedverwantfchapof zwagerfchap, middelijk of onmidJelijk betrekkende. 16. Geene der Leden za! eenig belang mogen hebben in Pachten, of Cölleéien van 's Lands Impofitien , nog ook In eenipe Fabrieken, Trafieken, Neeringen of Compagniefchappen, welke eenige Leverantie aan den Lande doen; gelijk mede niet mogen koopen eenige Ordonnantiën, Actiën of Credieten, ten lasten van dat Gewest. 17- Het Adminiftratif Beftuur zal zich (hptelijk onthouden van alle Wetgeevende Macht, en zich bepaalen tot deze of nadere te arresteerene Inftruétie; en is verphch!, in dubieufe gevallen, dezelve onverwijld ter kennis en deciefie van het Uitvoerend Bewind te brengen, ten ein e zijne intentie te verftaan. 18. Het Adminiftratif Beftuur is, wegens zijne Adminiftratie, verantwoordelijk aan het Uitvoerend Bewind. 19. De Leden en Ministers zijn gehouden, bij het aanvaarden van hunne Posten, te doen en te ondertekenen de volgende Verklaaring; ook zijn zij gehouden dezelve te doen afvorderen en tekenen, door alle Ambtenaaren en Bedienden: Ik verklaare, te hebben een onverandtrlijken afkeer, tegen het'Stadhouderfchap, de Ariftncr&tie, de Regeeringloosheid, en het Foederalisme. 20. Aan ieder der Leden word, uit de Nationale Kas, toegelegd een Somma vanzex Guldens daags comptanten, zonder Emolumenten, of declaratie van dag — of Commisfie geiden, or ie s meer, dan bloot verfchot, in Rekening te kunnen brengen, 21. Den Secretaris zal genieten ƒ 3000. 's Jaars. 22. Het Adminiftratif Beftuur heeft de Magt v in aanfttlling zijner Ministers mies onder de approbatie van het Uitvoerend Bewind. 23- Het Adminiftratif Beftuur is ten duurften verplicht, binnen de kortst mogelijke tijd, alle bij hun nog fungeerende nutteloze, of onwaardige Ambtenaaren en Bediendens, mitsgaders de onwaardige en nuttelooze Leden, Ministers en Bediendens in de Steden en Plaatzen-, te ontzetten van hunnen Post, dj nodige Posten met waardige en kundige VaderJanders te voorzien, die in h.nden van het Adminiftratif Beftuur af zullen leggen, de belofte van trouwe waarneeming van hunnen Post. t*. Het  C . 5 ) £)ien volgende gelast het voornoemde Bewind, in naamdes Butaaffchen Volks , dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme;waar zulks behoord, en men in dit voonïalig Gewest Publicatien en Affixien doet. Te Leeuwarden den 8 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. In naam van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek. . N. Ws. CRONÉ, Junior. D. van D IJ K, Adjuncl Agent. PU- .4. In onvoorziene gevailen, vermag het Adminiftratif Beftuur emoloij te maken van den gewapenden Burger of Militair ,, mits onverwijld vennis gevende, en onder haare fpeciale verantwoordeliikheid. 25. De Leden en Ministers van het Adminiftratif Beftuur zijn, we» reus Civile Schulden niet arrestabel. e6 De Leden en Ministers zijn verpligt, bij het aanvaarden van hunne Bedieningen, in handen van het Uitvoerend Bewind af te leggen, de "■navolgende Belofte: Ik belave *p mijn Burgertrouw, dat ik mj met alle vernwgens aait den inhoud dezer HJlruEliejliptelijk zal gedragen." Od huiden den 8 Maart 1798; Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, fe door Ons Ondergetekenden, als Agenten van het-Uitvoerena Bewind, forenfta-nde Inftructie ter hand gefteld, aan het nieuw Georgamfeerd InttiSm Adminiftratif Beftuur van Friesland; en hebben oe Leden van S' » WlofSl in Art. 26. vermeld, (na die in het 15de Art. voorkomendeV^presteerd te hebben,) in onze handen afgelegd. Aftum Leeuwarden den. N, Ws. CRONé, 9wfo S 8 Maart 17M. D' v™ DYK> fW%^Mf UH Yierét Jaar êer Btfaaffehs Vrijheid.  C 51 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alle Burgers en Ingezetenen van dezelve. Republiek, Heil en BroedetfchapJ Doet te weeten: Dat hetzelve, aanhoudend voortgaande, om, in voldoening aan de intentie der Conftitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, de onderfcheide deelen van het Beftuur te organifeeren, heeft daar gefteld, een Departement van Nationaale Opvoeding, en tot Agent bij hetzelve aangefteld den Burger Theodorus van Kootcn, en tot Secretaris van het Ageutfchap, den Burger Jan van Heekeren. Wordende aan elk en een ieder wien zulks zoude mogen aangaan gelast, dat hunne Requesten, Adresfen enz._ dit Departement betreffende£ van een Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, doch verzonden worden ineen omflag, geadresfeerd aan den Agent van Nationale Opvoeding. Gelastende het voornoemde Bewind, m naam des Bataaffchen Volks, dat deze afgekondigd en aangeplakt zal wön den, alommewaar zulks behoort. In den Haag , den 9 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) WYBO FYNJE, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) W. H. DROGHOORN. G ft W  C, 52 ) P UB LIC A TI E JLJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alle Burgers en Ingezetenen.van dezelve Republiek, Heil en. Broederfchup! Doet te. weeten: ■ Dat hetzelve, aanhoudend voortgaande, om, in voldoening aan de intentie der Conftitueerende. Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, de onderfcheide deelen van het Beftuur te organifeeren, heeft daar.gefteld het Departement van Juftitie, en tot Agent bij hetzelve- aangefteld den. Burger. Reinier Willem Tadema, en tot Secretaris van het Agentfchap, den Burger Wennemar Hendrik Droghoorn. Wordende aan elk: en een ieder wien zulks zoude mogen aangaan gelast, dat hunne Requesten, Adresfen enz. dit Departement betreffende, van een Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, doch verzonden worden in eenomflag, geadresfeerd aan den Agent van Juftitie. Gelastende het voorn. Bewind, in naam des Bataaffche» volks, dat deze afgekondigd en aangeplakt zal worden, alornme waar zulks behoort. In den Haag, den 12 Maart 1798. Het, vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) ~ W IJ B O , F IJ N J E, Vt> v (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve s (was geieekend) W. H. DROGHOORN. PU-  C 53 ) EUBLICATIE XJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alle Burgers en Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Broederfchap! Doet te wcetm: Dat hetzelve, aanhoudend voortgaande, om, in voldoening aan de intentie der Conftitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, .de onderfcheide deelen van het Beftuur te organifeeren, heeft daar gefteld het Departement van Buitenlandfche Betrekkingen 3 en tot Agent bij het zelve aangefteld den Burger Willem Buifs, en tot Secretaris van het Agentfchap,_ den Burger Piérre Fredric Daniël Chandon.- Wordende aan elk en een ieder Wien zulks zoude mogen aangaan gelast, dat hunne Rcquesten, Adresfen enz. dit Département betreffende, van een Nationaal Zegel voorzien, moeten houden aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek,- doch verzonden worden in een omflag, geadre*. feerd aan den Agent van Buitenlandfche Betrekkingen. Gelastende het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat deze afgekondigd en aangeplakt zal worden i »Joname waar zulks behoort. In den Haag den 12 Maart 1798. Ht» vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparaphèerd) W IJ B O F IJ N J E, Vfc (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. (was getekend) W. H. DROGHOORN. G3 p u-  c S4 ; PUBLICATIE . De Conftitueerende Vergadering, reprefent eer end» het Bataaffche Volk. Aan , Het Bataaffche Volk. "TVong Ons de redding en het behoud des Vaderlands, om bij Decreetyan den 29 Jan. laatstleden., een Uitvoerend Bewind daar te ftellen,. belast met de zorg voor de Binnen- en Buitenlandfche rust der Republiek,- en bijzonderlijk met de onderhouding van de Diplomatieke betrekkingen dezer Republiek met andere Mogendheden; het concerteeren der krachtdadige maatregelen.jnet het Franfche Gouvernement, ter beteugeling en fnuiking . van den gemeenen Vijand; thans dringt ons niet minder dezelfde Staatkundige reden tot nadere bekragtiging der reeds ten dien tijde genomen maatregelen. Was het immer van belang, Medeburgers 1 dat de werkzaamheden van het Bataaffche Gouvernement door geene de allerminfte vertraging in haren loop geïiindert worden: het is voorzeker nu, daar de gewigtigfte toebereidfelen op handen zijn voor eene volgende Campagne, die niet minder, zo wij vertrouwen, dan over de vrijheid der Zeeën beflisfen zal; toebereidfelen,. waar bij de naauwe Alliantie met onze magtige Bondgenoten niet ilegts de bijzonderfte onderhandelingen, maar ook tot dezelven alT het vertrouwen vordert op een zelfde Gouvernement, dat geenzins bloot ftaat voor eene al geheele verwisfeling van deszelfs Le, den: toebereidfelen, waar omtrent zelfs de geringfte verandering van opmiën, bij .zodanige. verwisfeling niet dan de UQ0uk)tügftï: gevolgen naar zich .zou kunnen fleepen. .Het  ( 55- ) Hét is, Medeburgers! dit bezef, dat het heil van den Lande in de tegenwoordige tijdsomftandigheden, alle veihoeding eischt dier mogelijk gevreesde onheilen; het is de overtuiging wegens de plig'.matigheid, om aan het Franfche Gouvernement alle de verzekering te geeven, die het zelve tot de vertrouwehjkfte onderhandelingen van onze zijd verre aa'ri ï;u..ue verpl gting iu den Eerften Termijn geenszints voldaan, en daar echter deze lopende maand, bij Art. \6 van meergemelde lublicatie, tot de vooifchrevene'voldoening is bepaald, en de 3ifte derzelve maand derhalven als den laatften dag tflbét worden bei'chouwd, op welken de geheele Eerften Termijn behoort te zijn aangezuiverd, en wij deze tardive fourneering niet ongemerkt kunnen laten voorbij gaan. ZO IS HET, dat wij, bij deze, alle onze MedeburgeH 2 ren»  ren, die aan hunne verpligting in gemelde Eerften- Termijn^ tot-dus verre, zijn in gebreke gebleven-, nogmaals ten errv ftigften aanmaanen, om het dour hun aan den Lande, uk hoofde van gemelde Heffing, verfchuldigde , ten fpoedigften^ en wel uiterlijk voor den eersten April aanftarnde, te voldoen, onder bezef van het pligtverzuïm, waaraan zij zich, bij-gebrek van dien, aan het Va Ierland fchuldig zuuden maken, en het gevaar, waaraan dë kwaadwilligen zich zelvcn blootftellen, als zullende het onderzoek ten opzichte van dezelven, of van hen , die niet genoegzaam hebben gefourneerd, niet alleen ten rigoureusten worden te werk geftcld, en den inhoud van het 4Qfte Articul der voorn. Publicatie ? en de daarbij vastgeftelde pcenaliteit op hen van applicatie gesmaakt ; maar zij ook daarenboven als Vijanden des Vaderlands worden aangemerkt en als zodanig geftraft. Vermanende wij daarenboven de zodanigen, welken in ftaat mogten zijn, bij anticipatie, voor den twedeu termijn te fourneren, om, ter liefde en behoud van ha Vaderland, ook deze verpligting geftand te doen, in het bezèf, dat van de Aanbouwing en Equipeering ener refpectable Vloot veelligt de politicque exiftentie dezer Republiek, in den löop van dit Jaar, ten enenniaaïe afhangt. En op dat niemand hiervan enige ignorantie zoude kunnen voorwenden, zo gelasten wij de Adminiftrative Beftuuren der voormaalige Gewesten, deze Publicatie alomme te doen Public eeren en Affigeeren, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. In den Haag, den 20 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was gefarapheerd) W IJ B Ö F IJ N J E,. Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) VvY H. DROGHOORN. Loco Secretarii. P U-  PUBLICATIE T-Tèt Adminiftratif Beftuur van het voorma- lig Gewest Friesland , aan deszelfs Medeburgeren, Heil en.Broedeij'chap! D -et te wuten : Dat bij ons ontvangen zijnde eene Aanfchrijving van het UITVOEREND BEWIND der Bataaffche Republiek, waar Brf verklaard word, dat de door 't yoorrnalig Provinciaal Beftuur van Friesland, den 2.6 Januarij 1798 geëmaneerde Publicatie, op 't.ftuk der Geldmiddelen, (in weikc eene korting of verreking was belooft van vrijwillig vevi'chotene Penningen, en van.Fournisfementen tot den 5oiten Penning,) ts ftrijdig met de tegenswoordigs orde van zaaken„ en.dietnvolgéns niet in werking kan blijven: Wij vermeend hebben hier van aan de Ingezetenen te moeten kennis geeven, zo als bii dezen gefchied, en tevens te verklaaren: datnpgemddePublicatievanden2.6Januarij 1798., hier mede word gehouden voor ingetrokken en buiten alle e'jpft gefteld. En op dat een iegelijk dien het aangaat, hier van de nodige k-nnis bekome, zal dezelve ter gewoner Plaatzen worden afgekondigd en aangeplakt. . Aldus Gedaan en Gearrefteerd binnen Leeuwarden, den ao Maart 1798. Het.vier de Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Adminiftratif Beftuur Voornoemd. M.. A. v. d. WAL,' Vt» Ter Ordonnantie van Hetzelve, C. ONEIDES, , Lqco Secrttarii. H 3 WJ-  PUBLICATIE J)e Cpnftitueeren ie Vergadering reprefèn- teerende héf Bataaffche Volk; allen den genet:, die deeze zullen zien of horen lezen, iidl en Broederjchapl Doet te weten: Dat wij op den 20 Febr. laatstleden wel vernietigd hebben het Comrhitté tot de zaken yan de Cofo lign en Bezittingen op de Kust van Guinea en in Amerika, en in deszelfs plaats provifioneel daargefteld een Intermediair B.èftflur over gem.. Colonien, beftaande uitzeven perzonen, het welk te Amfterdam zal rèfideeren, en deszelfs eerfte Zitting den 1 April aanftaandc houden; ;doch dat wij', na dat het ingekomen Ontwerp van Staatsregeling bij ons was goedgekeurd, geineend hebben., daar ia eenige verandering te moeten maken, en het nieuw Inrevoeren Beftuur over gemelde Colonien niet eer inwerking te doen brengen, dan, na dat het gemelde Ontwerp van Staatsregeling bij het Bataaffche Volk zal aangenomen en in werking gebragt zijn; zullende als dan het voorfehreven Committé worden georganifeerd, overeenkomftig het gene daar ömtrend bij het zelve Ontwerp van Staatsregeling is voorgefchreven. -Terwijl wij de Leden van het thands nog fuhfifteerend Committé tot de zaken van voorfehreven Colonien ,» mitsgaders derzelver Ministers en -verdere Bediendens geïnjungeerd hebben, om in derzelver_ posten, op derzelver verantwoordelijkheid-, - tot dien tijd inmiddels te blijven continueeren; wordende allen' eo, een iegelijk, die dit eenigzins zoude mogen aangaan, hier van gewaarfchouwd, en des noods gelast, om zich aan ' het voorfehreven Committé , tot nadere orders, te blijtén adresfeeren, in zaken, die de werkzaamheid van het voorfehreven Comm.'tté uitmaaken. v: . 1 ' En  ( *3 3 En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen of mogen pratende eren, ontbieden en gelasten wij de refpeétive Adminiftrative Beftuuren der voormalige Gewesten , en alle Jufticieren, deze onze Publicatie van ftonderï aan alomme te doen publiceeren en affigeeren, in alle Plaatzen, daar zulks nodig wezen zal, en men gewoon is zodanige Publicatien en Affixien te doen. Aldus gedaan in den Haag den 21 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) H. QUESNEL, Vt. (Onderpond) , Ter Ordonnantie van Dezelve, (was getekend) y > f ,,p> ».*r.. fiji » r»3T.rffid nsssoffi öJ ind^sTOS f-b '' 't A. PLOOS van AMSTEL.  C «4 ) BEKENDMAKING J)e Coramisfaris van het Adminiftratif Beftuur van liet voormalig Gewest Friesland, belast met het werk der Reorganifatie van het Gerecht van . aan zijne Medeburgers, Heil en 'Broederfchap ! D ,et te weien: -Nademaal hetUITVOEREND BEWIND der Bataaffche Republiek heeft.goedgevonden, het Adminiftratif Beftuur van dit voormalig Gewest te authorifeeren, tot het onverwijld ontbinden,, of doen. ontbinden,-van alle-de- Muuicipaliteiten binnen dit Gewest, en om in derzelver'Plaatzen wederom aan te ftellen, of te doen aanfhl'en, een zodanig getal van bekwame en de jegenswoordige orde van zaken volkomen toegedane Perfooneu , als hetzelve oyereenkomftig de aangenomenc principes zou oordeelen te behoren: en nadien het Adminiftratif Beftuur voorn, mij van de nodige Qualificatie voorzien heeft, om zulks,-'onder anderen, in dezen Bedrijve in deszelfs naam te eficct-ueeren. ZO IS 'T, dat ik, agtende aan mijnen last, voorzover, re te hebben voldaan, nodig heb geoordeeld, ter kennisfe van de Burgerij te moeten brengen : dat alle de Leden, welke tot hiertoe het Gerechte van hebben uitgemaakt, door mij op heden refpectivelijk uit hunne Posten zijn ontflagen; terwijl ik voorts heb aangefteld, de Burgers: En zulks om de publieke zaaken als Raad der Gemeente I te admmistreeren, tot zo lange daarin, 't zij door het Uitvoerend Bewind, 't zij door eene in te voerene Conftitutie of op eenige andere wettige wijze nader zal zijn voorzien : ten  ( 65 ) ten welken einde zij bereids in mijne handen de vereischte Verklaaring en Belofte hebben afgelegd, en daar na van de door het Administratif Beftuur voorn, geairefteerde Inftru&ie zijn voorzien, geworden. Derhalven,. gelast ik, in naam van het meergemelde Beftuur , de aangeftelde Perfoonen in hunne voorfz. Qualiteiten te erkennen en te refpeéteeren: — terwijl geen oogenblik twijtfele, of alle welgezinden binnen dezen Bedrijve, zullen, zo wel als hunne overige Vrijheidlievende Medeburgers van andere Steden en Districten, deze maatregel toejuichen, wanneer ik hun met de meeste oprechtheid verzekere, dat dezelve met geen ander oogmerk is genomen, dan om hun allen het volle genot van een zuiver Repubükeinsch Beftuur des te fpoediger te doen fmaaken. .En zal dezen worden gepubliceerd en geaffigeerd, jet plaatzen alwaar zulks te gefchieden gebruikelijk is. A&um den I798- . Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. De COMMISSARIS voornoemd- I p u-  Cf* ) PUBLICATIE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan. de Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Broederfchap! Daer W weeten: Dat de Conftitueerende Vergadering, reprefenteerend« bet Bataaffche Volk, bij haar Decreet van den 27 dezer lo i pende Maand , bij interpretatie der Publicatie van den 26. Maij 1797, met relatie tot de Belasting der 6 per Centv i de Fmnlche Troupes in ■ en jaare 1794, en 1795 eenigen Post a!s Regent of Minister binnen deze Republiek bekleed heeft, zonder onderfcheid van wat aart, rang of Collegie zulks zoude mogen zijn, en al had hij te voren eene behoorlijke Dimisiie gevraagd en bekomen, alles met de uitzondering 111 Art 1. vermeid. 3. Dat ook proviiioneel wordt opgefchort het effect: van alle Transporten en andere Aélens bovengemeld,, welke door, of. op last van iemand der voorfchr. Regenten of Ministers , na den 22 Januarij 1798 gepasfeerd zouden mogen zijn, als mede van alle publieke en onderh^ndfche verkoopingen en cesfien, waar van de Koopers het daaderijk. effect tegen uitbetaaling der Kooppenningen, of door bezitneeming van het hun afgeftaane, nog niet bekomen hebben.. Zullende het egter, zoo aan die gewezene Regenten en Ministers, als aan die geenen, welken bij de voorfz, door hen gepasfeerde Actens of gecontracteerde Engagementen, ge'intertsfeerd zouden mogen zijn, vrijftaan zich te dier zake aan deze Vergadering, of wel aan het Vertegenwoordigend Lichaam te adresfeeren, met zodanig verzoek als zij geraden zullen vinden, ten einde na. ingenomen bericht der refpective Municipuliteiten, daarop naar bevind van zaken te disponeeren, zo als ten dienste van den Lande en zonder nadeel aan onfchuldige Particulieren, bevonden zal worden te behooren. En dat van dit gedecreteerde zal worden kennis gegeeven aan het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, ten einde daar aan de fpoedigfte en kragtdadigfte executie te geeven, en daar van bij Publicatie kennisfe te geeven aan den ¥olke„ [ . Ge*  ( ) Gelastende diensvolgens het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconfirmeerde Macluen, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, en te zorgen.dat aan den inhoud dezes worue voldaan. . In den Haag, den 31 Maart 1798. Hei vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) . W IJ B O F IJ N J E, Vt, (OnderflonS) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL, (prov. Secr.) PU-  C 7° ) PUBLICATIE XJet Uitvoerend Bewind1 der Bataafiche Republiek, aan alle, de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Broederfchap! Doet teweeten: Dat de 'Oonftltueerende'.; Vergadering , reprefenteerende het Bataaffche Volk, op den 28 dezer loopende Maand heeft gedecreteerd: 1. D it alle.Ontfangers op de Gemeene Lands Comptoiren, door de geheele Batuaiïche Republiek en de Commisfie van-Financie, in het voormalig Gewest .Gelderland, Nijmegen daar onder begrepen, binnen den tijd van een Maand, na dato van dit Decreet, aan het Collegie van Adminiftratie, over de door de Franfche geabandonneerde Goederen van den Vorst van.Nasf.iu, zullen moeten opgeeven, of ten hunnen Comptoire, bekend zijn Effecten, het zij Obligatien, Losrente-Brieven, of andere, van welken aart die ook zouden mogen zijn, ftaande ten name van den Forst van Nasfau, zijne Gemalin .of van een zijner beide Zoonen Willem Frederik en Willem George Frederik, als mede zodanige Obligatien of Effecten, ftaande in Blanco, en van welke de prefumtive eigendom, aan een derzelve behoort, mitsgaders het getal en het bedragen dier Effecten, met den Intrest daarop verloopen. 2. Dat, indien zodanige Obligatien, Rente Brieven, of andere Effeéten, bij een der Ontfangers of Commisfie van Financie, mogten bekend zijn, daar op, na dato der Publicatie van het gemelde eerfte Lid, geen Intresfen zullen worden betaald, maar dezelve Effecten worden opgehouden, met last aan gemelde Ontfangers en Commisfie van Financie, om de Coupons of Quitantien, welke hun terontfang van Intresfen, op de voorfz. Effecten zullen worden vertoond, aan .te  ( 71 ) te monden, en daar van, dadelijk aan het gemelde Collegie van Adminiftratie kennisfe te geven. 3..Dat alle Ingezetenen der Bataaffche Republiek, welke eenige Goederen, hetzij in Kisten gepakt, het zij-Effecten, Losfe Meubilaire Goederen, of Comptante Gelden, tot den Boedel van den Vorst van Nasfau behoorende, of van deizelfs. Huis af komftig onder hunne bewaaring mogten hebben, verpligt zullen zijn, binnen drie dagen na de Publicatie hier van opgaaf te doen aan de Municipaliteit hunner Woon,pkuits, welke, daar van ten fpoedigften aan het voorfcbreveii Collegie van Adminiftratie, zal moeten keunis geeven met aanwijzing dier Kisten, Meubüen, Effecten of Gelden,, en verpligting om die aangewezene te laten volgea 4. Dat alle die geene, welke binnen voorlz. Termijn aau den inhoud van dit Decreet niet voldoen, en naderhand overtuigd worden, het zij Obligatien, Rentebrieven, Kisten, Meubilaire Goederen, Comptante Gelden, ol'andere:Effedten te hebben verzwegen of agtergehouden, zullen worden aangemerkt, als Vijanden en Verraders des Vaderlands, en . dien conform naar rigeur der Wetten en exigentie van zaken, zelfs met de dood zullen worden geftraft.' I Gelastende diensvolgens, het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Magteri, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort , en te zorgen, dat aan den inhoud dezes worde voldaan. In den Haag den 31 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) WYBO FYNJE, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASEVAEL. (proy. Secr.) PU-  C 7* 5 PUB L I C A TI E T-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alte Ingezetenen dezer Republiek, Heil en-Broederfchap! Doet te weten: Dat de Conftitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, . den 29 dezer loopende Maand heeft gedecreteerd: ,, Dat Burgers, die zich tot het draageh der Wapenen on„ willig hebben verklaard, en niet vallen in de termen van „ het Reglement, volgens 't welk zij van de driedubbelde ,, Contributie zijn gelibereerd, niet in de Grondvergade,, ringen mogen worden toegelaten." Gelastende diens volgens het voornoemde Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Magten, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, en te zorgen, dat aan den inhoud dezes worde voldaan. In den Haag den 2 April 179/8. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) S. J. van LANGEN, Vt. (Qnderjlmd) Ter'Ordonnantie van hetzelve, (was getekend) S. D A S S E V A E L, , Proy. Secr. PRO-  c 73 y PROCLAMATIE JJet Uitvoerend Bewind der Eataaffclie Republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Broeder]chap ! _ Vorderde de groote omwending van zaaken op den 22 januarij 1. 1. het nemen van maatregel :n tegen zodanige 's Lands en Stedelijke Ambtenaaren, die onder den fchoonen fchijn van ijver voor de zaak der Vrfheid, onder de leus van Gemenebestgezinden , niets minder bedoelden, dan om den Nationalen wil aan boeien van het eigenbelangzoekend Foederaiisme, waare het mogelijk,' voor eeuwig vast te kluisteren : was het onze bedoeling geenzins de waare vrienden der Vrijheid - de' flagtoffers van heerschzugt en geweld — te misleiden en door den fehandelijken invloed van listige 'intriguanten weggeileepte Patriotten te doen deelen, in de rampen, welke alleen de fchuldige hoofden der Cameleons moeten treffen, t ' I .. 'Ui - t Is de bezorgdheid of niet wel deze of geene onzer Medeburgeren' regtmarige reden mogte hebben, van zich te moeten beklagen over eenige overhaaste flappen, of te vergedreven ijver der Agenten tot het reörgamfeeren der refpective Beftuuren, of der Beftuuren in het fchiften hunner Ambtenaaren - 't is, herhaalen wij, onze tedere zorg voor de belangens onzer Medeburgeren — 't is onzen te meermalen gemamfesteerden afkeer van den zweem zelfs van fchrikbewind, die ons bepaald heeft tot het uitnoodigen van die gene onder onze Medeburgeren., welke vermeenen mogten zich met reden te moeten beklaagen over eenigen grief, hun door remotien of anderszints, tegen onze bedoelingaangeK daan,  C 74 ) daan, ten einde wi' in (laat cedeld worden aan hun dat recht te doefe wc,/ervaren, 't w.uk rkirranu uiizer Medëburgers immer vrug^teioos zal inroepen. Dienvolgende gelast het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks , dat deze zal worden afgekondigd en. aangeplakt, alomme waar zulks behoort. Gearrsfteerd ter Vergadering van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek. in den Haag den 3 April 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (•was geparaphzerd) S. J. van LANGEN, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL, Prov. Secr. afc tem gjüiS M3 '<■ ■■■ fr\; \ Vff PU-  C 75 ) PUBLICATIE J-Jet Uitloerend Bewind der Bataaficlie Republiek, aan alle Ingezetenen derzelver Republiek , Heil en 'Broedirfchap! Doei Pe weeten: Dat de Conftitueerende Vergadering reprefenteerende het Bataaffche Volk, op den 30 Maait laatstleden heeft gedecreteerd: 1. Dat de Officieren der Zwitferfche Troupes, welke reeds te vooren, of zedert den jaare 1795 uit den dienst dezer Republiek zijn gelicentiëerd, of nog werkelijk in dienst van dezelve zijnde, en daar uit mogten worden gelicentiëerd, en geduurende vijf-en -twintig of meer Jaaren, deze Republiek werkelijk gediend hebben, een Jaarlijks Penlioen geduurende hun leven lang zullen genieten, overeenkomftig derzelver tegenwoordige rang, en volgens de orders omtrent de Pennoenen der Nationale Officieren geftatuëerd. a. Dat de Officieren die minder dan vijf-en-twintig, doch langer dan agttien Jaaren deze Republiek werkelijk gediend hebbende, twee derden van zodanige Penfioenen Jaarlijks zullen genieten; mits alle gemelde Officieren zich zodanige welda.-d, door daaden niet hebben onwaardig gemaakt; waar omtrent het Gouvernement de beöordeeling aan zich ten eenemaal referveerd. 3. Alle de hierboven gemelde Gepeniioneerde Zwitferfche Officieren zullen verpligt zijn, indien zij het aan hun toegelegde Penfioen langer willen blijven genieten, of aan de Commisfie tot het werk der Penfioenen, oï regtftreeks aan de Wetgevende Vergadering zelve, ingevolge het genomen K 2 De-  C 76 ) Decreet l innen een daar toe te bepaalen tijd intezenden een Adres : A. Waar bij de Naam, Toenaam, en Ouderdom van hem Gepenfioneerde moet worden opgegeeven. B. Hoelang, zedert wanneer, in welke qualiteiten, en in welk Regiment, Batailion of Compagnie hij den Lande heeft gediend. C. Waarbij gevoegd behoorde te zijn een Certificaat van zijn eerlijk en goed gedrag, en van zijn trouw in het pra;fteeren van zijne dienst, te geven door zijnen gewoonen Chef, of andere Officieren, die, of bevoorens in actuëelen dienst der Republiek zijn geweest, of thans nog zijn. Jngevalle zoodanige Certificaaten door Officieren, het zij door het-overlijden, of door afwezigheid van dezelve, niét mogten te bekomen zijn, zal een Certificaat, voor zoo veel het eerlijk en goed gedrag van den Adresfant aangaat, door de Municipaliteit,.of door het Beftuur dierplaatze, alwaar hij woonsgtig is, afgegeeven, voor voldoende worden gehouden. D. Dat hij niet behoort heeft onder die Officieren die zich aan vervolging, fmaad, of belediging van Patriotten, voor, in, en na de Jaaren 1786 en 1787 hebben fchuldig gemaakt; dat hij direct nog indirect geen plundering of mishandelingen aan Huizen of Perfoonen heeft toegelaaten, maar dat hij zelfs, gelijk het aan Officieren van eer betaamt , daar tegen heeft gevigileerd; moetende hier van eene Verklaring inleveren van zifh. Chef, of andere Officieren., zoo als hier boven is uitgedrukt, of van die Plaatfelijke Beftuuren, alwaar hij in gemelde jaaren in Guarnifoengelegen,, of. zijne Woonplaats gehad heeft. * ■ Al-  C 77 ) Allés , ten einde het Gouvernement zoude kunnen beoordeelen, of dergelijke gepenfioneerde Officieren/-. daad der Natie ook wei-ligt door Wandaaden hebben briwaardig gemaakt. * 4. En eindelijk: dat, ingevolge het Decreet der Nationaale Vergadering,' de dato 15 September 1796, aan de Zwitferfche Officieren, boven de zestig jaaren oud, aan welke bij Licentiatie der Zwitferfche Corpfen, Penfioenen geaccordeerd zijn, en aan de bovengemelde vereischtett zullen hebben voldaan, zal worden gepermitteerd, oik hunne Penfioenen, des verkiezende, in hun Vaderland te 1 verteeren; mits zich de kortingen , bij het voorgemelde Decreet bepaald, laatende welgevallen; met uitzondering echter van.de Secretarisfen,.als zijnde dezelve alleen voor vier jaaren gepenlioneerd. Deze bovenftaande bepaalingen zijn niet toepasfelijk op de gepenfioneerde Officieren van het geiicentiëerde Regiment van den geweezen Colonel Budé, welke hunne Penfioenen uitkragt der Capitulatie in dato 6 Januarij 1748, te Zurich geilooten, en bij Secreete Refolutie van Hun Hoog Mog. den 16 Januarij'1748 geratificeerd, genieten: Zuiiende dezelve, nogthans gehouden zijn, zulks binnen, den bepaalden tijd" te verifiëéren. Ook zijn van de bovenftaande bepaalingen geëxipieerd alle de zodanigen, die zedert jaaren buiten het Grondgebied dezer Republiek , en wel voor den jaare 1786 abfent zijn geweest: Als mede dezulken, gelijk die van 't Regiment Stockar de Neufom, welke reeds, ter bekoming van hun Penfioen, K s ™*  C 7? ) san het Committé te Lande, gelegalizeerr'e Verklaaringen van hun gehouden gedrag in 1787 en 1788 hebben mo^en inbrengen, en daar aan niet dan met groote kosten en moeite hebben voldaan, 't welk door het Committé voornoemd is goedgekeurd, zijnde deze alle nogthans gehouden, zich als zoodanigen, ieder in zijne betrekking, binnen den geitelden Termijn aantegeven, en hetzelve te verihëeren. Gelastende diensvolgens het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Machten, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, en te zorgen, dat aan den inhoud dezes worde voldaan. In den Haag den 4 April 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) S. J. van LANGEN, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) , S. DASSE VAEL. (prov. Secr.) PU-  ( 71 ) P U B L I C A T IE T-Jct Uitvoerend Bewind der Batasfkhe Republiek, aan alle Ingezetenen derzelve Republiek, Heil cn broeder)'chap 1 Doet te weten : Dat de Conftitueerende Vergadering, reprefent- erende het Bataaffche Volk, op den 11 Februarij 1.1. hebbende gedecreteerd: Dat Penfioenen beneficiën zijn, welke van wegens den Staat verleend worden, om te (trekken tot liibfiftentie van de zodanige, welke in deszelfs dienst, door hoogen ouderdom, quetfuren, of andere ongelukken in 's Lands dienst bekomen, buiten ftaac zijn geraakt den Lande te kunnen dienen, en geene middelen van beftaan bezitten, onverminderd nogthans zodanige Penfioenen, als bij Capitulatie, Contract: of anderzints zijn bedongen of gegeeven worden. Dat met ultimo Maart 1797, alle Penfioenen en Jaarlijkfche Gratificatiën, van Officieren geene uitgezonderd, welke uit de Nationale Kas betaald worden, provilioneel zullen ophouden; — dat daar door echter geenzhits alle aanfpraak veel minder alle uitzicht op het geeven van Penfioenen zal benomen worden, maar dat niemand, uit hoofde van vorige verkregen Acte, daar op recht of volle aanfpraak zal worden toegekend; — dat een iegelijk, welke na primo April 1798, van eenig Penfioen of Gratificatie zal willen jouïsfeeren, zich daar toe bij Requeste, geduurende de zes eerste Maanden van dat Jaar, zal moeten adresfeeren aan het Wetgeevend Lichaam der Republiek. Dat 'er eene nieuwe Penlioen-lijst voor de Militaire Officieren zal worden geformeerd, en dezelve verdeeld in drie Clasfen. A. In Penfioenen te verleenen aan Officieren der Nationaale Armee. B. Aan  C 80 ) B. Aan Zwitzerfche Officieren. XL En aan teruggekeerde Bataven, zoo lang dezelve niet weder in activen dienst geplaatst zijn, waar toe alle middelen-zullen worden in het werk gefield. Dat de Officieren der Nationale Armée, bij hunne Re«fuesten om Pehfioeheh zullen möetéh voegen: 1. hen eigenhandige ondertekening en verklaaring van den mam , toenaam en een authenticq bewijs van hunnen ouderdom. 2. Hoe lange, zedct wanneer, en in welke qualiteiten, Regiment of Corps zij den Lande gediend hebben. 3. Van hun eerlijk en goed gedrag, en van hunne trouw in het presteeren van hunnen dienst, te geeven door hunne gewezen Chefs en andere Officieren, bevorens of nu nog in actueelen dienst der Republiek; en indien z.uke Certificaaten van .Officieren door derzelver overlijden of afweezigheid niet te bekomen zün, dan voor zo veel hun eerlijk gedrag aangaat, van de Municipaliteit of Plaatzelijk Beftuur daar zij woonachtig zijn. 4. Dat zij niet behoord hebben onder die Officieren, welke in 1786, en 1787, het Patriottisch Leger hebjen verlaten, of tot dat van den toenmaligen Stadhouder, en die het met hem eens waren, overgelopen zijn, deze verklaaring te geeven, zoo als bij het voorgaande Articul ftaat uitgedrukt. 5. Dat zij zich direct of indirect niet hebben fchuldig gemaakt aan Plunderingen, Oproer, Vervolging en Geweldenarijen, die in den Jare 1786, en 1787, en vavolgens hebben Plaats gehad, maar dat zij als Officieren van eer betaamd, zo veel in hun vermogen was, daar tegen hebben gevigileerd, welke verklaring moet gegeeven worden dooide Municipaliteiten der Plaatzen, in welke zij die Jaren in Guarnifoen gelegen of gewoond hebben, doch welke Mu- nici-  ( 8i ) nicipiHteften deze verkharing niet zullen geeven, dan na alvorens de naam van den geeuefl die een diergelijk Certificaat verzoekt, aan dj Ingezetenen dier plaats te hebben bekend gemaakt, en uitgenodigd om, zo zij eenige aaiikligte tegen den zodamgen mogen heboen, dezelve behoorlijk op te geeven. 6. Üok eene Verklaaring, dat zij dat gevraagde Pennoen volftrekt benud%d nebben tot onderhoud van hun of hun Huisgezin, en buiten hetzelve geen beftaan hebben, of zij Getrouwd, Weduwenaar of Ongetrouwd zijn, zonder of met Kinderen, en in het laatfle geval, met hoe veele tot hunnen laste zijn bezwaard. 7 Dat zij zullen moeten beloven getrouw te zijn aan diegrondbeginzelen door de Bataaffche Natie erkend, waar op deze Republiek aanvangelijk gevestigd is, en afleggen en ondertekenen de verklaaring, bij Decreet van 22 Januarij laatstleden gearrefleerd. Dat zij boven dien zullen moeten beloven als Militairen, zo veel hunne bekwaamheid en Lighaams vermogen toelaten, deze Republiek ten dienfte te zullen flaan, wanneer en werwaards den dienst van het dierbaar Vaderland zulks van hun zoude mogen vorderen. 8. Dat alle voorfz. Requesten behoorlijk gemuniëerd met de nodige bewijzen binnen den bepaalden tijd zullen moeten worden ingezonden, en door de Vergadering worden gefield in handen van eene daar toe in het Committé Generaal te benoem me geheime Comansiie van deze Vergadering. 9 Dat alle de Requestranten, welke verkiezen of verplicht zijn zich ten voorfehreven einde te adresfeeren, zullen kunnen voiflaan, hunne Stukken, Misfives, Adresfen als anderszins ongezegeld intezenden ; en wat de Certificaten of Atceitatien van Administrative Beftuuren of Municipaliteiten betreft, dat deze daar ter plaatie door de Requestraa. L ten^  ten* kei begerende, gWs zullen krnnen borden verzogr, en zonder het betaald van eénige junt of legaö, in dat geval worden gegeeven, tn alzo bij de Conumsiie voor valabtl worden gehouden. 2 10: Dat deze Commisfie alle Stukken, Adresfvn en Requerfen nauwkeurig zal txamineeren, en deswegens het Horig onderzoek doen, en ten dien einde fpeciaai worden geauthorifeerd om met de Chefs en Officieren der Arméo, Cummittés van Adminiftratie en Discipline, welke daar toe fpeciaai bij dezen worden gelast: - met het Uitvoerend Bewin.i: - met de refpeclive Adminiftrative Beftuuren der voormalige Gewesten: de Municipaliteiten van Steden en ten platte Lande te conf ereeren en te corrjspondeeren; zullende in alle gevallen ae bij deze Commisfie ingekomen© informatici!, denunciatien, accufitien of iets dergelijks, des nodig, met alle Secretesle behandeld worden ; - de bezorging van alle zulke Stukken, zullen aan een daar toe te benoemen Minister, onder p^statie van de belofte van Secretesfe bijzonder worden toevertrouwd. ii. Dat hier van bij Publicatie aan den Volke W worden kenm's gegeven, en de rcfpe&ive Adminiftrative Beftuuren worden" aangeichreven om de Commisfie alle elucidatie en adfiftentie te geven. Op den 4 dezer loopende maand, heelt bepaala: Dat door dezelve Conftitueerde Vergadering in overweerins genomen zijnde, dat door hun, die bij Requeste ver* zoeken om continuatie van het aan hun toegelegd Pennoen, in alle d'eele niet wordt voldaan aan de requmtien van het oog-., elds Decreet van den 12 Februari] H 1. en van dëtfüf Maar daar aan volgende (welklaatfte betrekken k is, tot oe uitgeweken en terug gekeerde Bataaffche Officieren;- ade 2 )° anige Rcques rarten die bij het inzenden h-inner Requesten, aan de vereischten bij voorn. Decreetcn benard  niet hebben voldaan; daar aan als nog zullen moeten voldoen; dat nogthans om de werkzaamheden -er Conftitueerende Vergadering niet noodeloos te vermeerderen en om het den Requestranten zelve gemakkelijk te maken , zij Requestranten de Stukken, bij voorfz. Decreeten gerequireerd wordende, niet regtftreeks zullen inzenden aan de gemelde Vergadering , maar dezelve Stukken aan de Amanuenfis der Commisfie tot het werk der Pennoenen den Burger H. Boonacker , zullen doen toekomen. Gelastende diensvolgens het voornoemde Bewind , in naam des Bataaffchen Volks, aan alle GecontHtueerde Machten, deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, en te zorgen, dat aan den inhoud 4ezes worde voldaan. In den Haag den 7 April 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) .5. J. van LANGEN, Vt. (Onderjlend) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend") S. DASSEVAEL. (prov. Secr.) L.a PU-  C 84 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffehe Republiek, aan de Ingezetenen- van derzelve Republiek, Heil en Broederfchap ! Doet-te weten: „ Dat de Conftitueerende Vergadering reprtfentterende het „ Bataaffche Volk^ op den 27 Februarij laatstleeden heeft „ gedecreteerd, dat de Publicatie der gewezen Staaten van „ Holland,, van den 23 Januarij 1777, betrekkelijk het.ver„ bod van het venten en omloopen met eenig Schoemna„ kers Werk,, ten platten Lande, zal worden vernietigd en „ buiten effect gefteld; en dat het dienvolgens aan allen en „ iegelijk, zal wezen gepermitteerd, om aller wege, ten „.platten Lande, met hunne gemaakte Schoenen en Mui„ len te Negotieeren, . Gelastende'diensvolgens het voorn. Bewind , in naam des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Machten, deïe te doen afkondigen en aanplakken, alöhime waar zulks behoort, en. te zorgen, dat aan den inhoud dezes worde ^olJaan. In den Haag, den 10 April 1798. Het vitrde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) S. J. van LANGEN, Vfc (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL (prov. Secr.) P U-  C »5 ) PUBLICATIE Tiet Uitvoerend Bewind der lVaafïche Republiek, aan de Ingezetenen derzelve R.publiek Heil en Broederfchap! Doet te weten-: Dat hetzelve, bij Decreet der Conftitueerende Vergadering, reprefenteerende het Bataaffche Volk, in dato 8 Februari] laatstleden , zijnde gequalificeerd, om ten aanzien van zoodanige Burgers, welke zijn geweest Leden der gewezene Nationaale Vergadering, en bij onderfcheidene Misfives hebben verklaard, zich van de verdere bijwooning der delberatien van de gemelde Vergadering te onttrekken, — zulke Mesfures te nemen als dit Bewind ter bewaring van de Publieke veiligheid en vastgeftelde orde van zaken, omtrent deze Burgers zoude oordeelen te behooren — heeft beilooten: Voor eerst ^ dat alle. voorn. Burgers, welke zijn geweest Leden van de gewezene Nationaale Vergadering , en bij onderfcheidene Misfives hebben verklanrd, zich van de verdere bijwooning der deliberatien van -de gemelde Vergadering te ontrekken, met namen yz, Lr evers, G. A. Visfcher, W. de Lille, J. Lublink de Jonge, C. van Lennep, C. J. Branger, A. Pompe van ll/i eerdervoort P. C. z. H. van Roijen, (J. J. Huber, W. G. Loef, J. ,J. Haver.mans,. C, Floon», N. van Foreest, B. Storm, F. Blondel} J. van Buul, ff. Hoogcwal, H. J. Colmfchate, D. van Horbag, F. van derBorght, P. de 'la Court, P. Vrhoijfen, G.'j. G. Bacot, W. B. Tip, J. yarrEfen, D. Bodde, Ti Aninck, P. L. van de Kasteele en B. ten Poll, zullen worden vtiklaard, vervallen van alle zodan:ge Ambten en Bedieningen, als weike zij thans bezitten, zoo als dezelye daar van vervallen veikiaard worden bij dezen. - L $5 Te»  C 86 ) Ten tweeden, dat dezelve Burgers niet zullen mogen worden toegelaten m de Grondvergaderingen; en dat diensvolgens hunne namen van de Stemlijsten zullen worden geroij- ^Ten derden, dat alle de zodanige van de gemelde Burgers, als welke zich nog in deze Refidentie mogten bevinden , auHen worden gelast, zoo als geschiedt bij dezen , om dezelve Refidentie te verlaaten, en zich, zoo fpoedig doenlijk naar hunne onderfcheidene Woonplaatzen te begeeyen; en Tm vierden, dat de onderfcheidene Adminiftrative Beftuuren zullen worden gelast, zoo als gefchied bi] dezen, om zodanige maatregulen te neemen, endoor de relpective Mumcipaliteiten te doen neemen, dat het gedrag, door.de voorfz. Burgers te houden, worde gefurveilleerd. Gelastende het voorn. Bewind , in naam des Bataafichen Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks gebruikelijk is, en te .zorgen, dat aan den inhoud dezer worde voldaan. In den Haag den 12 April 1798. Bet vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) S. J. van LANGEN, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) 8. DASSEVAEL, Prov. Sesr. P U-  C 87 ) PUBLICATIE tiet Uitloerend Bewind der Bataafiche Republiek, in ervaaring gekomen zijnde: 1 Dat zich van de onlangs gepieste Schippers, m plaats vanVich met hunne onderhebbende Schepen en Vaartuigen haarde Stad Vlisfingen, in het voormalig Gewest zeeland, werwaarts hunne destinatie was luidende, te begecven, vei> fcheidene hebben veroorlooft om zich naar elders te vervoegen, en dus doende, met tegenitreeving aan 's Lands belangens, zich op een geheel misdadige wijze lchuidig te maaken aan het ontduiken, en, naar het fchijnt, zo mogelijk, geheel onttrekken aan de gegeevene orders.- a. Dat van de reeds te Vlisfingen gearriveerde Schepen, fommige Schippers, zo wel als derzelver Knegts, heb oen kunnen goedvinden, om op eene onbehoorlrke en alkszi, ê ftrafbaaie wiiZe, hunne onderhebbende Bodems te verlaaten, en daar van malitiueslijk te deferteeien:- ZOO IS HET: Dat het Uitvoerend Bewind bij deze aan alle Schippers oier gepreste Schepen en Vaartuigen, ferieufelik oelast,. om zich, voor zo verre zij aldaar nog niet gearriveerd mogen zijn, ten allerfpo'edigften en zorder eenig verwijl; naar Vlisfingen te begeeven, en aidaar aangekomen zi nde, benevens de z'ch reeds daar bevindende Schippers van gepreste Schepen en Vaartuigen, hunne ondtrhebbende Bodems te foigrieeren, en daarop te doen, alles wat in dezen van een braaf en getrouw Schipper kan verwagt en gevergd worden; zonder zich, onder welk voorwendzel zulks zoude agogen zijn, daar aan op een gerleije wijze te onttrekken, veel min hunne ondeihebbende Bodems, zonder fpeciaal daar toe te bekomene wettige permisfie, te verlaten, of dezelvcn a Tabunchn te geevtn, — Voorts dat geen dier ge-  ( 88 ) gepreste Sappers zal vemogen oatflag am een zi]n:rKnegts te geeveu, of een Knegt om zijnen Sjhipperce verhei, ten zij atvjre is aan den Co n.msi'aris van het Agentichap der Marine ia Viisiinge.i zü gebioken zijn., dat de Schipper in de plaats der t. ontfln.i^ K legt, reeds eenen anderen gehuurd, en werkelijk bij zicli aan boord hebbe. A'les op poene van verbeurd-verklaaring der onderhebbende Schepen en Vaartuigen van de aan dezen ter contrarie handelende Schippers; en .verder dat tegen gemelde Schippers, als onw'lhgen, en veriaaters van 's Lands dienst zal wjrden geprocedeerd, en zij, d;en ten gevolge, naar bevind van zaken met bannisfement, of zelfs ten ftrengllen aan den Lijve zullen worden geftraft; zullende ook gelijke ftraffe aan de Contravenieerende Knegt* in dezen worden geïnftigeerd. Gelastende het voorn. Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waarzuks gebruikelijk is, en te zorgen, dat aan den inhoud dezer worde voldaan. In den Haag den 20 April Het vierde Jaar .der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) S. J. van LANGEN, Vt (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve 9 (was getekend) S. DASSEVAEL. Prov. Secr.  C 89 3 PUBLICATIE J-Jct Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek , Heil en Broederfchap ! Doet te weten: Dat, mettegenfhanrie 'er bij onderfcheidene Publicatien, waar bij aan den Voike, van de daarilelling der relpective Agentilhappen, is kennis gegeven, is bepaald, dat alle Hukken zullen moeten zijn geadresfeerd aan het Uitwerend Bewind der Batanjjcie Republiek, doch gezonden worden aan die Agenten, tot welkers vak dezelve zouden mogen behooren; zeer veele Ingezetenen echter, het bepaalde bij de gemelde Publicatien, uitliet oog verliezende, zich met alle hunne Stukken en Adresfen dadelijk aan dit Bewind vervoegen, het geerimetden aart van het tegenwoordig Gouvernement llrijdende, bovendien dit Bewind, met eene menigte bezigheden obruëert, die hetzelve in de uïto. ffening van deszelfs menigvuldige en gewichtige plichten hinderlijk zijn. Dat, om hier tegen te voorzien, dit Bewind heeft befloten: i- Dat, met inhsfie der bepalingen bij de onderfcheidene Publicatien gemaakt, waar bij van de daarftelling der Agentichappen aan den Volke is kennis gegeven, aan alle de Ingezetenen der Bataaffche Republiek zal worden genotificeerd, dat zij verplicht zullen zijn , om alle hunne beiangens, voor zo verre zij die ter kennis van dit Bewind vermeeuen te moeten brengen, a?n hetzelve zullen moeten Adresfeeren; doch de Requesten en Adresfen als anders, zullen moeten verzorgen, of doen verzorgen aan de onderfeheidene Agenten, tot welkers vak den inhoud van die R(questen en Adresfen zoude mogen behooren. 2. »>at, behalven de werkzaamheden tot het Agentfchap van Oorlog behoorende, daar onder, tevens zal behooren het M Op-  ( 9° ï Oppertoevcrziclit over de Burger wapening, onder de Superintendentie van dit Bewind. 3. Dat behalven de werkzaamheden van het Agentfchap van Politie, daar onder tevens zal behooren het OpperToevoorzicht over het werk der Posterijen, en over de Dijken, Wegen en Wateren; wordende derhal ven het 7de Art. der Inftru&ie voor de Adminiftrative Beftuuren, in zoo verre gealtereerd, dat zij zich, in plaats van bij dit Bewind, bij gemelden Agent met betrekking der gemelde Posterijen, Dijken, Wegen en Wateren, zullen moeten vervoegen; zullende dit Bewind, omtrend alle gewichtige zaken, hier toe jpecierende, den Agent met den nodigen last voorzien. 4. Dat alle klachten van Burgers over hunne Plaatzelijke Beftuuren, niet dadelijk aan dit Bewind, maar aan de Adminiftrative Beftuuren zullen moeten worden ingeleverd; en dat, ingevaile zij bij dezelve geen gehoor mogten krijgen, zij deze klachten zullen moeten Adresfceren aan dit B.wind, invoegen, als bij Art. 1 is vermeld. Gelastende het voorn. Bewind, in naam -des Bataaflehen Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks gebruikelijk is, en te zorgen, dat aaiden inhoud dezer worde voldaan. In den Haag den 20 April 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheat) S. j. van LANGEN, Vt (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. Proy. Sier. P U-  C 91 ) PUBLICATIE T-Tet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek Heil en Broederfchap! Doet te weten : Dat, aan hetzelve, zeer veele klachten zijn geadresfeerd over het gedrag van de Agenten van hetzelve Bewind, ter zuivering van de Grond-vergaderingen, van Perfoonen, wel ke meenen, ten onrechte, te zijn gepriveerd van de gelegenheid, om, op den dezer loopende maand, over het Plan van Staatsregeling hunne Stem uïttebrengen Dat dit Bewind aan de eene zijde niets vuunger begceit, dan, ingevolge den uitgedrukten wil der Conftitueerende Vergadering, repijefenteerende het Bataaffche Volk, bij Decreet van den 10 Maart 1. L, te handhaven die grondbe* ginfelen, waar op dc Revolutie van den 11 Januarij L 1. is gebafe.rd, en dus ook vastelijk gezind is, om die gene onder hunne Agenten, welke zich ftiptelijk naar hunne Inftruftien hebben gedragen, te maintineeren; doch, ter andere zijde de rechtvaardigheid en orde willende handhaven en bevorderen, ook even ftellig is gedetermineerd, om de bij hetzelve ingekomene klachten over het afneemen van het Stemrecht, ten ftrengften te doen onderzoeken, en die gene onder deszelft Agenten, welke opzettelijk willekeurig in dezen mogten hebben gehandeld, loon naar werken te doen vredervaaren. Dar hetzelve ten einde deze rechtvaardigheid te kunnen uitoeffenen, voorgenomen heeft de klagten over het beroven van het Stemrecht, met volkomene kennis van zaken te beoordeelen en hier niet bij overhaasting te beflisfen, en om tevens alle wanorde in de Adminiftratie der zaken binnen deze Republiek te voorkomen; heeft bciloten. M ft Dat  C 9* ) Dat alle Perfoonen, in eenige Post of Bediening geplaatst , en welken om dat zij niet Stembevoegd zijn-verklaard, dezelve zouden moeten verlaaten, zullen worden geinjungeerd, en voor zo veel des noods in retiuifitie gefteld, om, nietcegenftaande zij niet over de aanneeming of verwerping van het Plan van Staatsregeling, op den 23 dezer, hunne Stem mogten hebben uitgebragt, in deze hunne Posten of Bedieningen te blijven continueeren, tot dat dit Bewind over de Rapporten van deszelfs Agenten ter eenre, en de klachten der door dezelve tot het Stemrecht onbevoegd' verklaarde Perfoonen, ter andere zijde, na rijpen jade zal hebben beilist. Gelastende diensvolgens het Uitvoerend Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te gefchieden gebruikelijk is, mitsgaders dat aan den inhoud dezes ten nauwkeurigften worde voldaan.. In den Haag, den 21 April 1798: Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparaphserd) S. J. van LANGEN, Vti (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve ^ (was getekend) S. DASSEVAE ,L.. (proy. Secr.)' P u-  ( 93 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan alle Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Br nederfc hap ! Doet te veten: Dat de Conftitueerende Vergadering reprefenteerende het Bataaffche Volk , op den 19 dezer: loopende Maand heeft gedecreteerd: Dat onverminderd, en met inhanle van het Decreet der Nationaale Vergadering, van den 12 December 1796 - bij het welke uitdrukkelijk was geftatueerd, dat alle Schepen in de Havenen dezer Republiek binnen vallende, zullen moeten voorzien zijn van een Certificaat van den Minister, Commisfaris of Conful van den Staat, ter plaatfe alwaar de inlaaduigis gefchied, reildeerende^dat de Goederen in dezelve geladen, niet vallen in de termen der Proclamatie der Nationaale Vergadering, van 16 Septemb. 1796, - alle Sche* pen uit cle Oostzee de Sond Passerende, en beladen net Goederen, naar hetwaards gedestineerd, het zij dezelve te Elfeneur laden of niet, in de Havens dezer Republiek binnen vallende, nog mede zullen moeten voorzien zijn vaneen Certificaat van den aldaar refideerende Commisfaris der Bataaffche Republiek, houdende, dat aan den Commisfaris aldaar uit hun Oostfeefche Paspoorten is gebleeken, dat de ingeladv.ne Goederen (welkers merken en nummers op het Certificaat zijn uitgedrukt) beftaan uit Rusfifche, Zweedfche of Deeufche Producten, welke alzo niet vallen in de termen der Proclamatie van de Nationaale Vergadering in dato 16 September 1796. M 3. Ge-  .( 94 ) Gelastende dtcnsvolgens het voorn. Bewind, in naam des Batadffchen Volks, aan alle Geconititueerde Machten j deze te doen afkondigen en aanplakken, alomme waar zulks behoort, en te zorgen, dat aan de u inhoud dezes vvorde voldaa n, worden de wijders den Agent van de Financien gelast om door het intermediair Bureau der Convoijen en Licenten, deze Publicatie mede te agtervolgen en te doen agtervolgen. In den Haag den 25 April 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) S. J. van LANGEN, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL (prov. Secr.) PU-  C 95 > PUB L I C A T l E FIet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan zijne Medeburgers, Beu en BrfffiferJihajj! Duet te weeten: Dat hetzelve, in ervaring gekomen zijnde, dat, r.icttegenftaande onderfcheidene Wetten, ter naarkoming van het 22 Articul van het Alliantie-Traftaat tusfehen de Franfchè en deze Republiek gefloten - bij herhaaling geëxamineerd, ten einde alle Franfchè Emigranten en Gedeporteerde Priesters, mitsgaders mede die uit het voormalig Belg'è'n, van het Territoir dezer Republiek zouden worden verwijderd, en, niettegenftaande door verfcheidene Beftuuren aan een aantal der opgemelde Perfonenhet verblijf binnen hunne Jurisdictie is outzegd, dezelve echter als nog hun verblijf binnen deze Republiek blijven behouden, en, om de Wetten dezer Landen des te meer illufoir te maken, zich van tijd tot tijd van de eene Plaats naar de andere begeven, en zich aldaar, zo lang doenlijk, verfchooleu houden; en daarin, op Voorftel van den Ag^nt van Politie, willende voorzien, gelast bij deze aan alle, zo Gewestelijke, Stedelijke, als andere Gemeente Beftuuren, welke eenigéjur:sdidtie uitöerïenen, op hunne verantwoordelijkheid, om van Honden aan, na het afkondigen dezes, de ftipfte recherces te doen naar de Emigranten, weike zich binnen hun Grondgebied bevinden, en alle zodanige onverwijld te doen arresteeren, en in Civile bewaaring te houden, en, binnen veertien dagen v an hunne verrigtingen en dezen kennis te geven aan den Agent van Politie dezer Republiek, welke als dan de r.odige zorg, zal dragen, dat dezelve gezamentlijk naar buiten het Territoir dezer Republiek zullen aebragt worden, — blijvende wijders de refpee^ive Beftuuren  ren verantwoordelijkheid voor alle Franfch: Emigranten, of gedeporteerde Priesters, welke na dien,tijd onder hunne Junsdi&e zullen gevonden worden, en door hun niet zullen zijn gearreftcerd. Gelastende diensvolgens het voornoemde Bewind, in naam des Bataaflchen Volks, aan alle Geconftitueerde Machten, deze te doen afgekondigen en aangeplakken, alomme waar zulks behoord, en te zorgen, dat aan den inhoud dezes worde voldaan- In den Haag den i Maij i798- Het tierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) B. WILD RICK, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEyAEL, Prov. Seer.  C 97 ) ONTWERP VAN STAATSREGELING (3) VOOR HET BATAAFSCHE VOLK. JJet Bataaffche Volk, zich vormende tot eenen ondeelbaaren Staat, en bezeffende , dat het voornaame bederf van alle Regeeringen gelegen is in de miskenning der natuurlijke en geheiligde Rechten van den Mensch in de Maatfchappij, verklaart de navolgende Stellingen als den wettigen grondflag, waarop het zijne StaatsN re- Cs) PROCLAMATIE voor de STAATSREGELING. De Conjlitueerenrfi Vergadering, reprtfenteertnde het Bataaffche Volk, aan hetzelve Volk. BATAVEN! Deze naam, wjike u uwen oorfprong herinnert uit dat aloud Vo!k van helden, hetgeen, reeds in Europa's kindsheid, wist vrij ie zijn, en aijna vrijheid tegen de tirannen te verdedigen; deze naam, welke het verlichte menschdom met vermaak doet denken aan eere Natie, die, door alle eeuwen heen, haare vrijti^id-zucht, haare dappeiheid, en haars deugd deed uitblinken: deze naam alleen is genoeg, om uw gevoel van eigen waarde tot die edele hoogte optevoeren , waarop een Volk moeë gepiaatft zijn, wanneer het zijne oppermagtige regten ten vollen gaat uitoeffenen. Eeuwen van barbaarschheid en geweldenarij hadden u verdrongen uit het  C 98 ) xtÉË&s vestigd, en als zo veele regels, waarnaar'het zijr.e Burgerlijke en Staatkundige betrekkingen wil hebben gewijzigd. Algemeene Beginzelen.. Art 1. Het oogmerk der Maatfchappelijke vereeniging is. beveiliging van Perfoon, Leven, Eer en Goederen,, en befchaaving van verftand en zeden.. a Het Maatfchappelijk Verdrag wijzigt, noch beperkt, de Natuurlijke Rechten van den Mensch , dan m zo verre zulks, ter bereiking van dat oogmeik, noodzaakhjk is. 3. Al- het dierbaar bezit uwer vrijheid, uwer onafhsngl.jke opptr^cht, en. van den u verfchuldigden rang onder de Souveraine Volken der waereld Dit flaavenjuk eindelijk moede, zwoeit gij Philips van Span]en al, en wildèt eene republikeinse Conftitntie. Men gaf er u d^««r en de Graaflijke Keetenen, met een weinig ^^f^^^^^l legd, gingen over in de handen van listige S«dhoude.s en regee.zuchüge. Genachten, die u dezelven beurtelings ^^Zl^^cn Des- Na een verloop van twee eeuwen, liep dit rijk van Aristocratie cn ues. potismus ten einde: - aanzien en luistoe ,K ' feB? Srooterpm;iats bezorgen , dan dezelve tothier be S Se"T ^ «"«StantsregelinK, geduwd op die groote „ i^tiu KWdken £ljL zeIven na deB 2S Januarij in zo groten getale 1ïl ïni 'n aMtekIeeven, en met goed è5 bloed « willen v rdediget ra, ïi',, PPfermagt'ge' vrije Bataven ! thands treedt gij volkomen tfr Sc«fuffi„1terül: cnvervre™^aare en onverdeelbaare regten. o.uaat uUpraak doen over uw eigen en uwer Kinder^ toekomftlg lot. Gij  C ioo ) < X)- Wet is de wil van het geheele Maatfchappriijk Lichaam", uitgedrukt door de meerderheid, of der Burgeren, of van dcrzelver Vertegenwoordigers. Zij is, het xq n, fchermende, of ftraftende, g*//;* voor allen. Zij ftrekt zich alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Alles, wat overeenkomt met de onvervreemdbare Rechten van den Mensch in Maatfchappij, kan door geene Wet verbodem worden. Zij beveelt, noch laat toe, het geen daar mede Alle de pligten van den Mensch in Maatfchappij hebben hunnen grondflag in deze heilige Wet : Doe eenen ander niet, hetgeen gij niet wenscht dar aan u gejehteae. - p Doe aan anderen, ten allen tijde, zo veel goeds, als gij, tn gelijke omjïandigheden, van hun zoud vtenfehen te otttv*n&^ Gij gaat aan uwe Bondgenoten, aan het geheel op U ftaarend Europa, % teo3SS»M de"jslljkbecfcn eene, bloedUcune, noch me. deon^Jwlf?.h=kf aan de wet in uwe handelingen, en bezield met het voile ^oen zien, da. gij waardig «■ > d J » beflisfcnde ftem gelukken uitteoe enen om uw Vader misdaadi hoop dier ellendiklg J no" Vtiid'met eTneinftortingvan hec tegenwoordig Staats. gS&flBfiË^ SdSïoonen der aêloude brave Batavt.  C 101 ) 7. Niemand is een goed Burger, dan die de huislijke pl'gten, in den onderfcheiden ftand, waarin hij moge geüeld zijn, zorgvuldiglijk uitoeffent, en voorts in alle opzigtei:, aan zijne Maatfchappelijke betrekkingen voldoet. 8. De eerbiedige erkendtenis van een Albeftuurencl Opperwezen verlteikt de banden der Maatfchappij, en blijft iederen Burger ten duurften aanbevolen. N 3 Bur- rén vólkernen waardig zijn ! —— Laat de dag van 23 April het heil van den 22 Januari] laatsteden voltooijen, uwen roem bij de Volken ver■eeuwigen, en uw toekomftig geluk, nevens dat uwer Kinderen, verzekeren, Schaart U, als een éénig Man, hand aan hand, ïondom het Altaar des Vaderlands, en zweert op het Wetboek der Conftitutie, aan hetzelve eeuwige verkleefdheid , onveranderlijke trouw.' — En Gij, braave Krijgslieden, zoo ter Zee, als te Lmde.' achtbaar gedeelte der Bataaf fche Burgeren, die getoond hebt, door uw gedrsg op en na den 22 Januari], laatstleden, dat gij de dierbaare Vrijheid, voor welker verdediging gij de Wapenen draagt, in uwe eigen harten voed en bemind: gij, die tot hier toe, niet alomme, in de gelegenheid gefield waait, om' mede te werken, zo men'gmaal de Bataaffche Burgerfchaar de volheid zijner Volksrechten uitoeffende, tieed gij ook terug in den kring, waaruit gij te lang verdrongen zijt geweest; verbroedert U met uwe Medeburgeren, voegt uwe ftemmen bij de hunnen, cn betoont, dat gij, als egte Vrijheidzoonen, de getrouwe aankleevers, zo wel als de heldhaftige Verdedigers, der Republiek zijt, en blijven zult! Ter bereiking van deze heilzaame en voor het Vaderland zo-belangrijke oogmeiken, hebben wij, Bataaffche Medeburgers.' nodig geoordeeld, voorlopig vasneftelltn, en aan UI. bij dezen bekend te maaken , dat heC door ons aangenomen Ontwerp van Staatsregeling, in genoegzaamen aantal van Exemplaaren, gelijktijdig, door de gehcele Republiek verfpieid, alomme voor iedereen verkrijgbaar gemaakt, en op den vijftienden dag na desze.fs distributie, zullende, zijn Maandag den 23 April eerstkomende, door het gehecle Bataaffche Volk in de Grond-vergaderingen zal worden beftemd, en met Ja of Neen goed- of afgekeurd', hebbende wij, al verder, ten einde aan onze welmeenende bedoeling ih dezen met zekerheid alomme worde voldaan, goedgevonden, ten aanzien der ftembevoegdbeid der flemuiing zelve, cn van den uitflag deizelve,. vasueftdien en te de- CX6'  C 102 ; Burgerlijke en Staatkundige Grondregels. 9. Het Opper-gezag is het Recht der gantfchc Maatfchappij over eik naarer Leien, over het grondgebied , dat zij beflaan, en over alle voorwerpen, waarin hunne belangen betrokken zijn. Hetzelve is één, ondeelbaar, onvervreemdbaar. Geen Lid, geen gedeelte d.r Maatfchappij, kan zich het Oppergezag aanumtigm, Hetzelve is de bron van alle openbaare Magten. 10. Het Bataaffche Volk, zijne belangen in per poon niet kunnende waarnemen, verkiest daartoe , bij onderlinge overeenkomst, eene geregelde Staats form, en wel eene Volksregeering bij Vertegenwoordiging. 11. Het verkiest, ten dien einde, zijne Vertegenwoordigers, die, in deszelfs naam, voor de gemeenfchaplijke hclangen waaken, en ten allen tijde, aan hetzdve verantwoor* dehjk zijn. 12. Aan deze Vertegenwoordigende M;igt zi'n alle bewindvoerende Lichaamen ondergefchikt en verantw^ordlijk. 13. Buiten de wettig aangeftdde Magten, kan geen Burger, nog ook eenig gedeelte des Volks, eenig openbaar gezag uitoeffenen. Het ïs alben in de Grondvergaderingen, dat alle Staatkundige Rechten door de Burgeren worden geoeff'end. 14. Alle magt of gezag, door het Volk aan zijne Vertegenwoordigers verleend, is Ibchts bij volmagt. De uitoef-. creteeren de Reglementaire fchikkin^cn, die reeds aan UI. bij openbaare ifkondiging,zijn bekend geworden. Aldus gedaan en geiirelteerd ter bovengemeld; Verg 1 dering, in den Hazt dan 23 Maart 175! Hit vierde Jaar der Bataafjch: Vrijheid. rf (was ge parkeert) H. Q u E S NT E L. Vt, (Oilirjfoml) Ter Ordon.nntie vin Dezelve, Ojj gettkeai) Ad. I'LOOj vis AMSTEL.  C i°3 ) oeffening van dat gezag vord gewijzigd door de Staatsre. geling. 15. Ambten en Bedieningen zijn lastgevingen der Maatfchappij voor eenen bepaalden tijd. Zij zijn noch erllijk, noch vervreemdbaar, noch bijzondere voorregtcn van hun, dieze waarnemen. De keus van den eenen Burger, boven den ander, is alleenlijk gegrond op meerdere deugd en bekwaamheden. 16. Ieder Burger mag zijne gevoelens uiten en verfpreiden, op zodanige wijze, als hij goedvind, des niet ftrijdig met het oogmerk der Maatfchappij. De vrijheid der Drukpers is heilig, mids de Gefchriften met den naam van Uitgever, Drukker of Schrijver, voorzien zijn. Dezen allen zijn, ten allen tijde, aanfpraakelijk voor alle zoodanige bedrijven door. middel der Drukpers, ten aanzien van afzonderlijke Perfoonen, of der gantfche Maatfchappij, begaan t die door de Wet als misdaadig erkend zijn. 17. Elk Ingezeten kan zig, bij Requeste, Adres of met anderen Voordragt, vervoegen bij zodanige Magten, waar hij zal geraaden oordeelen. Alle voordragten zullen per^ foonlijk, en niet gezamenlijk gefchieden; ten zij door Lichaamen, wettig zaamgeftcld, en als zodanigen erkend, en wel alsdan over onderwerpen, die tot derzclver erkende werkzaamheden behooren. 18. Ieder Burger heeft regt, om met zijne Medeburgers te vergaderen, ter onderlinge vóórlichting, ter opwekking van vaderlands-liefde, en ter nauwer verbintenis aan de Staatsregeling, zonder dat nogthands, de Coujlitutioneeh Gezclfchap-pen, als zodanigen, met eikanderen over Staatszaken briefwisseling houden, gefchreven aanklagten ontvan* gen,., bij ftemming bcfluiten, of, bij wijze van Corporatie, eenige openbaare daad zullen verrigten.. 19. Elk Burger heeft vrijheid, om God te dienen naar de  ( io4 ) overtuiging van zijn hart. De Maatfchappij verleent, ten dezen opzigte, aan allen gelijke zekerheid en befcherming; mits de openbaarc orde, door de Wet gevestigd, door hunnen uiterlijken eerdienst nimmer geftoord worde. 20. Geene Burgerlijke voordeden, ofnodeelen, zijn aan de belijdenis van eenig Kerklik Leerttdzel gehegt. 21. Elk Kerkgenootschap zorgt voor het onderhoud van zijnen Eerdienst, deszeïfs Bedienaaren e:i Gettigten. 22. De gemeenfchiplijke Godsdienst-oeiFening word verrigt binnen de daartoe boftemde Gebouwen , en wel met on.dloten deurjeii. 23. Niemand zal met eenig Orde's kleed, of Teeken, van een Kerklijk Genootfchap,buitenzijn Kerkgebouw verfchijnen. 24. Alle eigenlijk gezegde Heerlijke Regcen en Tituls, waar door aan een bijzonder Perzion of Lichaam zou worden toegekend eenig gezag omtrend het Beftuur van zaken in eenige Stad. Dorp, of Plaats, of de aanftelling van deze of geene Atnbtenaaren binnen dezelve, worden, voor zo verr' die niet reeds met de d iad zijn afgefchaft, bij de aanneming der Staatsregeling, zonder enige fchaèvergoediag, voor altijd vernietigd. 25. Alle Tiend-, Chijas-, ol'Thijns, Nakoops-, Afftervings-, en Nautiugs-Regten; van welken aard, mitsgaders alle andere Reg:e 1 of VerpJigtin|en, hoe ook genoemd, uit het UenfteUel of Leeiregt af komftig, en die hunnen oorfprong niet hebben uit cea wederzijdseh vrijwillig en wettig verdrag, worden, met alle de gevolgen van dien, als ft tijdig met der Burgeren gelijkheid en vrijheid, voor altijd vervallen verklaard. liet Vertegenwoordigend Lichwm zal, binnen agttien maanden, na deszeïfs eerfis zitting, b.pden dan voec en de wijze van afkoop van alle zodmlge'regeert en rencen, welke als vruchten vsn wezsnlijken eigendom kunnen beicinawd worden. Gene aanfpraak op pecanieele vergoeding, uit de vernLtighg van gemelda Rekten voordvloeijende, zal gelden, dn welke, binnen zei maanden na de aanneming der Staatsregeling, zal zijn ingeleverd. 20. lna-  26. Insgelijks word vernietigd het zogenoemd Regt van Exuë, met opzigt tot verhuifing, of verval van Erfenisfen, binnen de Republiek. 27. Alle Burgers hebben, ten allen tijde, het regt, om, met uitfluiting van anderen, op hunnen eigen, of gebruikten, grond te Jagen , te Vogelen en te Visfchen. Het Vertegenwoordigend Lichaam maakt, binnen zes Maanden na deszeïfs terflt Zitting, bij Reglement, de nodige bepaalingen, om, ten dezen opzigte, de openbaare Veiligheid en Eigendommen der Ingezetenen te verzekeren, en zorgt, dat nog de Viifcherijen bedorven, nog de Landgebruiker, bij eenige Wet of Beding, belet worde, allen Wild op zijnen gebruikten grond te vangen, nog ook, dat een ander daarop zal mogerj Jagen of Vijfchen, zonder zijne bewilliging. 28. 'Er zal een Wetboek gemaakt worden, zr> wel van Burgerlijke, als van Lijfftraifelijke Wetten, tegelijk met de wijze van Rechtsvordering, op gronden, door de Staatsregeling verzekerd, en algemeen voor de gantfche Republiek. Ueszelfs invoering zal zijD, uiterlijk binnen twte Jaaren, na de invoering der Staatsregeling. 29. Niemand mag befchuldigd of in verzekering geno. men worden, dan uit kragt der Wet, in de gevallen, en volgends de wijze, door haar voorgefchreven. Niemand kan gevonnisd worden, dan na alvoorens wettig te zijn geroepen, en alle de middelen van verdediging te hebben kunnen bezigen, die bij de Wet bepaald zijn. Elk Burger, alzo opgeroepen, of in verzekering wordende genomen, is yerpligt te gehoorzaamen. 30. Alle geftrengheid omtrent Gevangenen, buiten het geen de Wet bepaalt, gelijk mede alle willekeurig verwijl van derzelver teregtftelling, en van de uitvoering hunner ftraf, is misdadig. Si. Zij die, buiten den Rechter, in geval van noodzaakfijkheid, gevat worden, zullen uiterlijk binnen vier-entwintig uuren daarna, aan hunnen bevoegden Rechter worden overgebragt. O 32. Al-  C 106 ) 3a. Allen, die in verzekering genomen worden,,zullen, uiterlijk binnen één dag daarna, kennis ontvangen van de redenen hunner gevangenneming. 33. In alle gevallen , waarin de Wet geene Lijfftraffen vordert, zal de Gevangene, onder voldoenende Borgtogt, ontllagen worden. 34. Niemand kan, tegen zijnen wil, worden afgetrokken van den Rechter, dien de Staatsregeling, of de Wet, hem toekent. 35. Nimmer zal 'er eene verbeurdverklaaring der Goederen van eenig Ingezeten der Bataaffche Republiek plaats hebben, dan alleen in het geval, hier onder uitdrukkelijk, bepaald: Het Bataaffche Volk verklaart, voor altijd, van het Grondgebied der Republiek gebannen te zijn, alle de openbaare Voorftauders van het gewezen Stadhouderlijk Beftuur, binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daaruit geweken zedert den 1 Januari] 1795. Het verklaart, tevens, alle derzelver Goederen en Bezittingen , welke zullen blijken, op den 1 Januari] 1798,. hun Perfoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan de Natie; zullende dezelven van liaaren wege onder behoorlijke Sequestratie gebragt, en ten behoeve der Republiek verkogt worden. . Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de uitvoering dezer laatfte Wet, met betrekking tot agtergelaten ongelukkige Kinderen en Huisgezinnen, de onfchuld niet met én om den fchuldigen trelFe. 36. De Pijnbank word afgefchaft door de gantfche Republiek. 37. Alle Sententiën en Vonnisfen moeten in het openbaar worden uitgefproketr, 38. 'Er zal, door de gantfche Republiek, alleen regt worden gefproken in naam en yan wege het Bataaffche Folk. 39. Ie-  C 107 ) , 39. Ieder Burger is onfchendbaar in zijne wooning. Zijns ondanks, mag men nimmer in dezelve treden, ten zij uit kracht van een order, bevél, of decreet van gijzeling eeuer daartoe bevoegde Magt. 40. Niemand kan van het. geringst gedeelte van zijn Eigendom buiten zijne toeftemming, beroofd worden, dan alleen, wanneer de openbaare noodzaakelijkheid, door de Vertegenwoordigende Magt erkend, zulks vordert, en alleenlijk op voorwaarde eener billijke fchaêvergoeding. 41. De Wet zal geene andere ltralïen opleggen, dan die, welke volftrekt noodzaakelijk zijn voor de algemeene ze-, kerheid. 42. Ieder Burger heeft het onvervreemdbaar regt, om eene fchriftelijke en eigenhandig onderteekende aanklagt tedoen tegen zoodanigen zijner Medeburgers, hetzij Ambtelozen of Ambtenaars, Geconftitueerde Magten, of bijzondere Leden van dien, door welken hij oordeelt, dat de Wetten, her zij ten zijne bijzonderen nadeele, of ten nar deele der Maatfchappij, gefchondcn zijn, mids bij zoodanige Magt, als in dezen bevoegd zal zijn, en overeenkomftig de wijze, door de Burgerlijke Wet voorgefchreeven. In geval van laster, zal hij onderworpen zijn aan de ftraffen, door de Wet ten dezen opzigte bepaald. 43. Het Bataaffche Volk wil eene Gewapende Burgermagt, (De Nationaale Troupen daar onder begreepen) ter verdediging zijner Vrijheid en Onaf hanglijkheid, zoo naar binnen als naar buiten. De regeling dezer Magt zal gefchieden door de Wet: 44. Ieder Bataafsch Burger is verpligt, tot dat einde, de Waapenen te dragen, en zig op de rol van Waapenvoerende Burgeren te doen infchrijvcn. 45. De Gewapende Magt is ten allen tijde een ondergefchikt Lichaam, Zij kan, als zoodanig nimmer raadpleegen. O 2 46. Geen  ( io8 ) 46. Geen gedeelte cierzelve kan immer in werking komen, dan op fchriftelijken last eener Wettige Magt, op zodanige wijze, als bij de wet is uitgedrukt. 47. De Maatfchappij, bedoelende in alles de welvaart van alle haare Leden, verfchaft arbeid aan den Nijveren, onderftand aan den Onvermogenden. Moedwillige lediggangers hebben daarop geene aanfpraak. De Maatfchappij vordert de volftrekte weering van alle Bedelarij. 48. Het Vertegenwoordigend Lichaam regelt, binnen zes. maanden na deszeïfs eer ft e zitting, bij eene uitdruklijke Wet, het Armen beftuur over de geheele Republiek. Deze Wet bepaalt de algemeene vooifchrifcen en plaatsüjke befchikkingen, hiertoe vereisen*. 49. 'Er zal gezorgd worden voor de opvoeding van verworpen Kindexs. 50. De Maatfchappij ontvangt alle Vreemdelingen, die de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenfehen te genieten, in haar midden, verleenende denzelven alle zekerheid en befcherming. 51. Zij moedigt alle Konftenaars en Handwerkslieden aan, en wil de fpoedigfte en krachtdadigfte inrichtingen,, waar door de bloeij van alle Inlandfche Fabrieken en Trafieken, Koophandel, Zeevaart, en Visfcherijen, en daar door van Ambagten, Neeringeu en Handteeringen, bijzonderlijk de Handel met de buitenlandfche Bezittingen en Colonien van den Staat, zal worden bevorderd.. 52. Van de aanneeming der Conftitutie af, zal 'er aan den doorvoer, koop en verkoop, van alle voordbrengfelen van den vaderlandfchen grond, gelijk mede van alle goederen, binnen deze Republiek bewerkt of vervaardigd, door en in alle Departementen en Plaatfen, geenerlei belemmering, hoe ook genoemd, worden toegebragt. 53. Bij de aanneeming der Staatsregeling, worden verval-* len  C i°9 > len verklaard alle Gilden, Corporatien of Broederfchappen van Neeringen , Ambagten, of Fabrieken. Ook heeft ieder Burger, in welke Plaats woonachtig, het recht, om zoodanige Fabriek of Trafiek opterigten, of zoodanig eerlijk bedrijf aantevangen, als hij verkiezen zal. Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de goede orde, het gemak en gerief der Ingezetenen, ten dezen opzigte , worden verzekerd. 54. De Maatfchappij beveelt, insgelijks, de meeste bevordering van den Landbouw, en deszeïfs bloeij, bijzonderlijk ten aanzien der nog ledige en woeste gronden, door de gantfche Republiek. 55. Alle openbaare Inrigtingen ter bevordering of ftaaving van het openbaar crediet, inzonderheid alle Wisfelbanken, worden aangemerkt als afzonderlijke bemoeijingen der daar bij onmiddelijk belang hebbende Burgers. De openbaare Magt oeffent daaromtrent geene andere, dan toeziende, befchikking. De gantfche Natie waarborgt allen binnen en buitenlandfche eigendom, in die Wisfelbanken geplaatst. 56. Alle zoogenoemde Provinciaale Beleenbanken worden Nationaal verklaard. Het Vertegenwoordigend Lichaam doet dezelven ten fpoedigften brengen onder eene Nationaale Beheering. Ook dit laatste word, binnen den kortst mooglijken tijd, toegepast op de gewoone plaatslijke Beleenbanken. 57. De Maatfchappij verbied, in alle gevallen, dat eenig j uitfluitend Voorregt verleend worde. Zij beloont de verdienften door bewijzen van eer, of door Pramiien. Alle vergeldingen worden, in geval van voortduuring, jaarlijks vernieuwd, en, op geenerlei wijze, erflijk gemaakt tot Kinderen of Nakoomlingen. 58. De Maatfchappij verleent nimmer eenig Penfioen,. dan yoor zo verr', na het geftrengst onderzoek, gebleken O 3 zik  C "O > zij, zo van de getrouwe dieniTen, aan de Republiek bewezen door hun, die daaiop aanfpraak maaken, als van derzelver vulürekt onvermogen, om, bet zij door ouderdom, of door eenig lichaamlrk gebrek, dén Lande langer van dienst te zijn, en van hunne eigen middelen te beitaan. 59. Alle Maaten en Gewigten worden, door de gantfche Republiek, zo ipoedig doenlijk, naar eene zekere onveranderlijke grootheid, tiendedig gelijk gemaakt. Ook zal re»S ten aanzien van alle Muntfpeciën, een gelijke Muntflag, door de gantfche Republiek, worden ingevoerd. 60. De Maatfchappij wil, dat de verlichting en befchaaving onder haare Leden zo veel mooglijk bevorderd worde. 61. De Vertegenwoordigende Magt maakt zodanige inrigtingen, waar door het Nationaal Charakter ten goede gewijzigd , en de goede zeden bevorderd worden. 62. Zij ftrekt, insgelijks, door heilzaame wetten, haare zorg uit tot alles, wat in het algemeen de gezondheid der Ingezetenen kan bevorderen, met wegruiming, zo veel mogelijk, van alle belemmeringen. 63. 'Er zullen Nationaale Feesten worden vastgefteld, om de Bataaffche Omwending, en andere merkwaardige gebeurtenisfen, jaarlijks te herinneren $ voorts, om de Broeder^ fchap onder de Burgers aantekweken, en Iren aan de Staatsregeling, aan de Wetten} aan het Vaderland en de Vrijheid, te verbinden. 64. De onderftand tot de noodwendige behoeften van den Staat, is een geheiligde fchuld van ieder Burger, ter vergoeding der bifcherminge, welke hij geniet. Deze toelage, met de meest mogelijke bezuiniging ingezameld, word door alle Burgers, naar evenredigheid hunner vermogens, gedragen. Hij, die dezelve opzettelijk ontduikt, of verkort, is eerloos. 65. Het  65. Het Beftuur is verpligt tot eene verlïandige bezüini&d in alle opzigten. Het fchait onnodige Ambten en Uitgaven af, en evenredigt de beloonig van Ambtenaaren en -Bedienden naar het gewigt van derzelver werkzaamheden. " Alle Adminiftrative Lichaamen zullen, jaarlijksch, voorfla- gen doen van die huishoudelijkheid, welke onder hun bereik valt. 66. Het gebruik der Penningen, door de Natie opgebragt, word, op gezette tijden, door den druk bekend gemaakt. 67. Het Bataaffche Volk vat nimmer de Wapenen op, dan ter handhavinge zijner Vrijheid, ter bewaaringc van zijn grondgebied, en ter verdediging zijner Bondgenooten. Het beveelt, tot dat einde, eene zorgvuldige inrigting zijner Krijgsmagt, bovenal ter Zee, als het Bolwerk van den Nationaalen voorfpoed. Het gelast de ftiptfte onzijdigheid van het Beftuur ten aanzien der Mogendheden. Het bewaart, zo veel mooglijk ; den Vrede met aUe Volken, en koomt zijne verbindtenisfen met dezelven heiliglijk na. Het eerbiedigt derzelver Reehten, en wil, dat in tijd van Oorlog, de rampen der menschheid , bij wederzijdsch verdrag, zo veel doenlijk, verzagt worden. 63. Het Bataaffche Volk, overtuigd, dat de belangen der vereenigde Franfchè en Bataaffche Republieken, door derzelver* onderlinge zamenftemming , .altijd , het gelukkigst • zullen bevorderd worden, wil van zijne zijde, nimmer eenir ge afzonderlijke verbindtenis met die Volken, wier ftaatkundig belang in tweeftrijdismet den voorfpoed der beide Natiën. 69. Alle overeenkomst of verdrag, met andere Volken, of Mogendheden, gefclïied alleenlijk in naam des Bataaffchen Volks. 70. Geeue verandering, noch vermeerdering, dezer Grondregelen, noch ook der Staatsregeling, \al plaats grijpen, dan geftaafd door den wil des Volks, en .naar-derzelver voorfchrift. 7l> Geen  -71. Geen Genootfchap, of verzameling van afzonderlijke 'Perfoonen., van welken aard ook, heeft of maakt Reglementen, ftrijdig met deze Grondbeginzelen, of met de Aéte van Staatsregeling. 72. Alle belluiten der Vertegenwoordigende Magt, met deze Grondregelen, en met de daarop gebouwde Staatsregeling overeenkomftig, hebben ten allen tijde, de kragt van Wet. Het Bataaffche Volk geeft dit heiligst Pand zijner aangenomen Grondftellingan van het Maatfchappelijk verdrag , ter bewaarmee over aan de getrouwheid der Vertegenwoordigende Hoogte Magt, van het Uitvoerend Bewind, van de Rechters, en van alle Bewindslieden; voorts aan de waakzaamheid der Huisvaders en Moeders, aan de verlichting der jonge Burgers, aan de deugd der Burgeresfen, en aan den moed van alle Bataaffche Ingezetenen: willende denzelven beftendiglijk hebben herinnerd, dat van de echte waardeering hunner vrijheid, en van de verftandige en eerlijke beoeffening hunner afzonderlijke en algemeene Rechten en Plichten, voornaamlijk, de duurzaamheid, het behoud en geluk, af hangt van het Vaderland, dat zij behooren ce beminnen. ACTE VAN STAATSREGELING. T I T U L L VAN DE VERDEELING DER REPUBLIEK. Art- I- De Bataaffche Republiek is Eén en Ondeelbaar, a. De Oppermagt berust in de gezamentlijke Leden der Maatfchappij, Burgers genoemd. 3. Het  3. Het tegenwoordig Grondgebied der Bataaffche Repu. bhcK is verdeeld in Departementen, met naame: Bet Eerfte Departement uvan üe Eems. Twééde Departement: van den Cuclen Tsfel. Derde Departement: van den Rliijn. \ ïer'de Departement: van den Amftel. Vijfde Departement: van Texel. Zesde Departement: van de Delf. Zevende Departement: van de Dommel. Agtftê Departement: van de Scheid» en Maas. 4. Da Departementaale Administratiën vergaderen in de volgende Hoofoplaati'en : Vie van het hcifte Departement, te Leeuwarden. van het 'J wtede, te Zwolle. van het Deïde, te'Arnhem. van ha Vierde, te Jmjletautn. van het Vijfde, te Alkmaar van het Zesde, te Beft. vtn het Zevende, in den Bosch. van het Agtlte, te Middelburg. .§. Ieder Departement word ten fpoedigften verdeeld in zevert, zo na mooglijk, gelijk bevolkte Ringen, en in elke Ring in verfchillende Gemeenten. 6. Behalven deze onderfcheiding in Departementen, Ringen cn Gemeenten, tut daarftelling der Departementale en Gemeente Beftuuren iugerigt, word de gcheele Republiek nog verdeeld in Grondvergaderingen en Diffriclen, gelchikt tot algeneene verkiezingen cn werkzaamheden des Volks. 7. Het Vertegenwoordigend Lichaam regelt, ten fpoedigften, de bijzondere bepaalingen der verichillende Departementaale Omtrekken, Ringen cn Gemeenten, in ieder Dep arte .11 ent, en der Hoofdplaat-zen in de onderfcheiden Kingen. Het doet daar van eene algemeene Kaart vervaardigen, cn door den Druk gemeen maken. H. Deeze verdeelingtn en bepaalingen kunnen niet verP anderd  C "4 ) anderd worden, dan na verloop van vijf jaaren, en dan nog alleenlijk tot vereffening van aanmerklijke ongelijkheid dar bevolking, of uit hoofde van eenig bijkomend Grondgebied- T I T U L II. VAN DE UITOEFFENING VAN HET STEMVERMOGEN DER BURGEREN, IN GROND-EN DISTR1CTS-VERGAUERINGËN. EERSTE AFDEELINC. Van de Stem-Bevsegdheid der turgtren. Art. 9. Ieder Ingezeten der Bataaffche Republiek heeft, overeenkomftig het oogmerk, waartoe de Maatfchappij gevormd is, aanfpraak op de befcherming van Perfbon en goederen. 10. Niemand echter kan, als Bataafsch Burger, eenen daadlijken invloed op hetBeftuur der Maatfchappij oeftenen, ten zij hij in het openbaar Stemregister der Gemeente, waar toe hij behoort, zig hebbe doen infchrijven. Deze infchrijving word bepaaldlijk vereischt: c.) Om zijne Stem in de Grcnd-vergaderingen te kunnen aubrcnscn» l ) Om eenigen Post van Beftuur, eenig Ampt of Bediening, in ' de Maatfchappij te kunnen waarnemen. c ) Om eenig Ampt, Bediening of PenfioVn, te bh]ven behouden. 11. Zij, die zich mogen doen infchrijven m zodanig Stemregister, moeten hebben de navolgende vereischten: , o^c zij den vollen ouderdom van twintig jaaren hebben bereikt, 'inde Lasten der Maatfchappij hun aandeel dragen , en, Inboorlingen zijnde, ten mindengeduurendede laatlle r^ee jaaren, doch. Vreemdelingen zijnde, ten minden, geduuiende de laatfte tien jaaren, in deze Republiek hunne vaste woonplaats gehouden'hebben, en in ftaat zijn de Nederduitfcae laai te lezen en te fchrijven. ^  C »5 ) D't laatfte vereischte zal, onmiddelijk ra de aafinesmin? det Staatsregeling, gelden ten aanzien V2n allen , die door het Volk tot eenige openbaare daad, post, of ampt, geroepen worden ; doch , voor het overige, éin jaar na de invoering dezer Staats-rrgeling, ten aanzien van alle Stembevoegden, die alsdaninhec Stemregister worden ingefchreven. Ook kunnen Vreemdelingen, die de Republiek te Water of te Lande gediend hebben, volftaan met eene inwooning vafl zeven jaaren. i. Dat zij, in handen van den Voorzitter van het Plaatslijk Beftuur, hebben afgelegd, en getekend de navolgende Verklaaring: „ Ik houde het Bataaffche Volk voor een vrij en onaf hang„ lijk Volk, en beloof aan hetzelve trouw. Ik verklaar mijnen „ onveranderlïjken afkeer van het Stadhouderlijk Bejluur , het „ Fmoeralismus, de Aristocratie en Regeeringluosheid. Ik be„ loef, dat ik, in alle mijne verrigtingen, het zij als Stemoef- fenend Burger, het zij als Kiezer, alle de voorfchriften der ,, Staatsregeling getroüwlijk zal opvolgen , en nimmer mijne „ Stem geven aan iemand, wien ik houde te zijn een Voorftan„ der van het Stadhouderlijk of Fazderatif Bejluur, van de Aris„ tocratie of Regeeringlooshtid.'''' „ Dit verklaar ik op mijne Burgertrouw!" 12. Aan ieder zodanig Burger zal, door het Plaatslijk Beftuur, een uitdruklijke Azte van Burgerfchap, door den Voorzitter en Secretaris ondertekend, om niet> worden afgegeven. 13. Van de Stemming zijn uitgefloten: s. Allen, die zich, zonder uitdrukiijken last of toeflemming van het Gouvernement , buiten 's Lands mit de woon hebbende begeven, na hunne terugKeering, nog geene twee volle Jaaren, in deze R°p:ib>liek, hunne vaste woonplaats weder perfoonlijk gehad hebben. b. Allen, die in Eed of Bediening zijn van e-inige vreemde Mo« gendheid, of daarvan eenig Penfioen genieten. c. Aile Leden van eenige BuitenlandfcheCorpor«tiën, tot welker Lidmaatichap, het zij onderfcheiding van geboorte, het zij de aflegging van eenige godsdienflige gelofte, vereischt word. P 2 b. Alle  C ) d. Alle Lijf-en Huisbedienden, die tot Perfocnlijken dienst behooren, en inwoor.en bij hen , welken ti] dienen. e. Allendiein Wees , Diaconie-, Arme-Huizen, of andere Gefligten, als behoefteen onderhouden worden. ƒ. Allen, diein het"laatstaf f?eloopen half jaar, tot den das der oproeping te rékenen, uit de Armen Kasfen zijn bedeeld ge' worden. , g, Die om verkwisting, wangedrag, of gebrek aan verhand^- lijke vermogens, onder CuraUele liaan. . . y ft. Bankbreukigen, midsgadeis die genen, wier boedel injolvent verklaard is, die hunnen Crediteren derzelver a^terwezen mee ten genoegen zullen hebben voldaan, riettegenftaande zij net Eerificie van Cesfie mogtt-n hebben verkregen, i. Die door een RegtelUjk Decreet in ftaat van brfcnuldigmg gefield zijn, midsgaders die, welken in Regten voor eerloos worden gehouden. , k. Allen, die overtuigd werden, voor geld of ?.elcs-waarde , een of meer (Temmen bekomen, of ve kogt te hebben. 14. Zij, die in het Stemregister zijn ingefchreven, en, geduurende drie agtereenvolgende Jaaren, de Gronl-Vergade'ingen, waartoe zij behooren, niet hebben bijgewoond, zonder voldoende redenen, {taande ter beoordeeling van gezegde Grond:Vergaderingen, worden, voor de duarop volgende drie Jaaren, ontzet van hunne Stembevoegdheid, en van alle publieke Ambten, Bedieningen en Penliosnen < Dezelfde uitfluiting, voor den tijd van vijf Jaaren, heeft plaats ten opzigte van allen, die e enigen hun opgedragen Post van Beftuur, zonder wettige redenen, te beoordeelen door het Lichaam, waartoe zij geroepen waren,. weigeren aantenemen. De laatlle bepaaling zal niet langer kracht hebben, dan tot I Januari] 1803, tenzij de Wet dezelve als dan vernieuwd. 15. Geduurende den tiid van ten minftén Hen volgende Jaaren, na de aanneming der Conftitutie, worden tot de infehrijving in het Stemregister niet toegelaten de openbaare aanhangers van het Stadhouderlijk en Fvederattf Beituur, ö noch  o tip y noch ook alle bekende wederftreevers van de groote begin- felen der Omwending van 1795. - 16. Iemand, vtrmeenende, dat de infchnjving m het Stemregister hem, uit hoofde van Jrt. 15., ten onregte geweigerd is, kan zig daar over vervoegen bij het Vertegenwoordigend Lichaam. 17. Over alle gefchillen, in eene Grond-Vergadering ontllaande, nopens de bevoegdheid van eenig Burger, om zijne Stem irttebrengen , doet de Grond-Vergadenng zelve uitlpraak, waaraan de beklaagde zig voor dien t jd moet onderwerpen:, doch hij kan zig, daarna, ter dier zake, tot het.Vertegenwoordigen.1 Lichaam wenden.. TWEEDE A F D E E L 1 N C. Van de Grond, en Bistri'èis-Vergadéringcn. Art. 18. Tot het geregeld - uitbrengen van de Stem der Burgeren, is de geheele Republiek verdeeld in Grond-ferga, deringen, uit de naajt bij elkander gelegen Huizen,.Buurten ofWfken, zaamgefteld, waarinde Stemmende burgers uit iedere vijfhonderd Zielen, en, in Bistri&s Vergaccrin^ gen, waarin de Kiezers uit veertig Grondvergaderingen bijeenkomen, v •••!, . . 19. Indien'er, na de afdeeHng der Grond-vergaderingen, rrer of daar, een overfchot is van minder dan 500 Zielen, word dat getal, zo het beneden de 250 is, gevoegd bij de naastgelegen Grondvergaderingen, cn , indien het daar boven is, aangemerkt als eene Grondvergadering cp zig Zelve. Van die een en ander doet het Vertegemvooidigend Llghaam ten fpoedif'ftcn.ern Roester vervaardigen, ft'o. Ieder Stembevoegd Burger, na vertoon ^an het be-; wijs zijner Stembevoegdheid, brengt zijne ftem mt m eigen Pcrfoon, en alleen in de Grondvergadering, tot welke hij behoort. P 3 ai' Be'  O "3 ) zij, het zij door de Staatsregeling, het zij door eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Lichaam, zijn opgeroepen en zaamge- k°a9.nZo dra deze werkzaamheid is afgcloopen gaan dczelven onverwijld uit één. T I T U L III. De drie voorname Magten in een welgeregelde Republiek 1. De" Vertegenwoordigende Hoogste Magt- 2. De Uitvoerende Magt. Z De Regterlijke Magt. VAN DE VERTEGENWOORDIGENDE HOOGSTE MAGT. EERSTE AFDEEL ING. Van het Vertegenwoordigend Lichaam in het algemeen. ' Art. 30. Het Vertegenwoordigend Lichaam is dat gene } het welk het geheele Volk Vertegenwoordigt, en, in deszelfs naam Wetten geeft, overeenkomftig het vcorl'chnlt der Staatsregeling. -j 31. Geen  C 120 <) 31. Geei L'd van dit Lichaam vertegenwoordigt immer •eenig afzonderlijk gedeelte da Volki, noch ontva.igteeaen bijzon 1 ere 1 Lf-sKbriefc .32. Tot Lpden van dit Lichaam z'jn verkiesbaar allen, die in zig veree aigen de involgende vereischte 1: ,i) Dat zij zijn ttembévosgdj Burgers, è) Djc zij deno jJerJoin van dertig jaaren ten voilen bereikt babi? ?n. e) Dn zij blman ds« Repubüec, zin als die v.>or dïn jaare I79f betond, of'na ü&sft beilain zal, gebo'en zijn, en aldaar, n;edjurenie dj l.iatde i^njnren, of, zo eld rs geboren, geduurende de laatfte 'Irifftieh-faxén hunne vaste wo)npI.n:s gehi l hebben. Dit laat le 11 jit\jeenzins u't die Burgers, die /'n_en na d njaaré 178;, o.n politieke vi-rvotgingen, uit hun Vaderland geweien zijn je, voor dan Jaare 1790' dairia zijn wed Tgekeerd. 33. Tot Leden van die Lichaam zijn niet verkiesbaar: a) Leden van h:t Uitvoerend Bewind t dan drie j raren iu hun¬ ne aftreding uit hetzelve. b) Allen, die zig aan eehigeij Kerküjken Eerdienst verbonlen of aan eenig openbaar Onderwijs toegewijd hebben; ten zij dezelven , alvoorens, vrijwiHrg afftand doen van deze hunncj bedieningen. 34. Zij, die Ambten of Bedieningen van 's Lands wege bekleeden , worden daar van ontlDgen, zoodra zij a's Leden van dit Lichaam zitting nemen. Geduarende den tijd hunner zittinge, word een ander in hu me plaats aangefteid door die genen, aan welken de begeving ftiat dier Ambten of Bedieningen. 35. Aan geen' der Leden van dit Lichaam word geduurende den tijd zijner zitting, eenig Anbt of Bediening opgedragen. ■36. Niemand kan, als Lil van het Vertegenwoordigend Lichaam, zitting nemen, d.m na, alvooreiii, ia handen' van  ( xai 3 vandenVoórzitterderalgemeene Vergadering, ofdezereeds uitééngegaan zijnde, in handen van den Voorzitter dier Kamer, van welke hij als Lid door de algemeene Vergadering verkozen is, te hebben afgelegd de volgende verklaaring: „ lk beloof op mijne Burgertrouw, dat ik, als Lid van hec „ Vertegenwoordigend Lichaam de» Bataaffchen Volks, de Staatsregeling met all' mijn vermogen zal handhaven, en „ nimmer, op eenigerlei wijze, medewerken, of zal helpen „ befluiten tot eenig ontwerp, {trekkende tot wederinvoering van he t Stadhouderlijk of ioederatief Beftuur, of ter begun„ ftiging van Arifiocratie en Regeeringloosheid, maar, meC alle mijne magt, dit alles zal tegenwerken. 37. Jaarlijks treed een derde gedeelte (of het geen daar bij het naaste komt) van het volle getal der Leden, van het Vertegenwoordigend Lichaam af, en word vervangen door een gelijk getal nieuwe Leden, gekozen op den, bij het tweede Reglement bepaalden, tijd en wijze, door die Districten , voor welken de in dat jaar aftredenden opgekomen waren. 38. Ter bepaalinge van de orde, volgends welke deze aftreding zal plaats hebben, word in de eerfte algemeene Vergadering bij loting bcflist, welke Leden het eerfte, tweede en derde jaar zullen afreden. En zal deze, tloor het Lot daargeftelde, orde de tourbeurten der Diftricfen, tot verkiezing van Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam voor de volgende jaaren bepaalen. 39. De aftredende Leden zijn andermaal weder verkiesbaar, doch voor de derdemaal niet, dan na een tijdverloop van drie jaaren. 40. Eene plaats in het Vertegenwoordigend Lichaam tusfchentijds openvallende, word de Plaatsvervanger des Uitgevallenen, onverwijld, door het Uitvoerend Bewind opgeroepen , om den nog overigen tijd van dezen laatften , in de Kamer., waarin dezelve zitting had, te vervullen. Q De-  'Deze Oproeping heefc ge'ene plaats, indien de te vervulksn tijd niet langer is , .dan van zes Maanden; blijvende in dit geval de Vacature onvervuld tot de eerstvolgende Verkiezing. 41. De Leden van dit Lichaam .genieten ieder vier duizend Guldens in het Jaar, onder korting van tien Guldens voor -.eiken dag, dien zij, zonder verlof van den Voorzitter der Kamer, waartoe zij behooren, afwezig zijn. 4a. Bij hunne eerfte aankomst, en eindlijke aftreding, ontvangen zij voor Reiskosten en Transport drie Guldens- voor ieder uur afftand?.. 43. Nimmer word uit het Vertegenwoordigend Lichaam eene Commisfie benoemd, om het gezag, aan het geheele Lichaam toevertrouwd , uitteoeffenen, noch ook, om hetzelve in of buiten de Refidentie-plaats te vertegenwoordigen. 44. Hetzelve woont nimmer, hetzij geheel, het zij door eene Commisfie uit deszeïfs midden, eenige openbaare Fees ten of Plegtigheden bij. 45. Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft, in de,plaats zijner Refidentie, eene vaste, en alleen ten zijnen bijzonderen dienfte {taande, Lijf-Wagt van ten minften zeven-honderd ' Man, zoo voet als Paarden-Volk, welke bij Reglement, door het zelve Lichaam te maaken , onmiddelijk, en bij uitfluiting , onder de. bemtelingfche orders der tijdelijke Voorzitters van de beide Kamers ftaan. Hetzelve bepaalt het Costuum voor zijne Leden. , 46. Het houd zijne gewoone refidentie in den Haage. 47. Het verplaatst zig des noods, naar elders, op een beredeneerd befluit der Eerfie Kamer, bekrachtigd door de Tweede Kamer. Dit Decreet is onherroepelijk, en, na eene onverwijlde kennisgeving van hetzelve aan het Uitvoerend Bewind, gaan beide de Kamers uit één. Zie de verdere bepalingen bij het Reglement, Lctt, B., tweede Jideeling. \ lc  C 123 ) 48. In alle andere gevallen, gaat het zelve nimmer uit één. Alleenlijk kan de eene of andere Kamer, voor zekeren korten tijd, haare zittingen verfchuiven. 49. Wanneer dit voor langer, dan drie dagen, mogt zijn, word vooraf eene onderlinge overeenkomst der Voorzitters van beide de Kamers verëischt. 50. Aan dit Lichaam behoort uitfluitende wijze, d) Ue Magt van Wetgeving, benevens het verklaaren, verbeteren, opfchorten en affchaffen der Wetten, alles naar en behoudends het voorfchrift der Staatsregeling. b) Het befluiten tot Oorlog. c) Het ratificeeren en bekrachtigen van alle Traclaaten en Alliantien met vreemde Mogendheden. d) Het bepaalen der fterkte, aanwerving, afdanking en bezol digingder Armeen te Lande, van den aanbouw, het equipeerender Schepen, en het afdanken der Equipagien, als mede het in dienstnemen en licentieeren van vreemde Troupen. e) Het toeftaan van verblijf of doortogt aan vreemde Troupen op of over het grondgebied der Republiek, benevens de toelating van vreemde Zeemagt of gewaapende Scheepen in derzelver Havens, beiden op voordraf van het Uitvoerend Bewind. ƒ) Het kennis nemen van den ftaat van 's Lands Fortificatiën, Magazijnen, Arfcnaajen, Werven enz, jaarlijks in te zenden door het Uitvoerend Bewind, g) Het kennis nemen van den flaat van. 's Lands Financiën, van zes tot zes maanden, mede door het Uitvoerend Bewind inte- leveren. /;) Het beoordeelen en vastftellen der jaarlijkfche begrootingen van Staats-uitgaven, zo ge.woor,e als bu.tcngtwoone, en het aan zig doen verandwoorden van zodanige fcmmen, als het Uitvoerend Bewind, geduurende het afgelopen jaar, uit 's Lands Kas ontvangen en uitgegeven heeft. ij Het arresteeren der nodige Reglementen, betreklijk de Algemeene Gewapende Burgermagt. k) Het bepaalen der Trarélementen, üefroijementen, en andere toelagen vn alle Ambtenaren, zoo Burgerlijke als Militaire, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, voor zoo veel dezciven bij de Staatsregeling niet bepaald zijn, Q2 f) De  C 124 ) t) De aanfteUing der Leden van het Uitvoerend Bewind. m) Het, des nodig, maken van nieuwe Ambten, zoo Burgerlijke als Militaire, met bepaaling van derzelver Tra&amenten en Voordeelen, op voordragt van het Uitvoerend Bewindt «) Het maken van de nodige wetten en bepaalingen omrend den Muntflag en het generaale Muntwazen. 0) Het vastftellen vanalgemeene, zoo gewooneals buitengewoone, belastingen , naar het voorfchtift der Staatsregeling, en het maken van Financiëele Inrigtingen. p) Het vastftellen van eenen algemeenen voet cp het wer* der Posterijen door de geheele Republiek, en het bepaalen van algemeene voorzieningen dien aangaande. q) Het verleenen van gratie, na ingenomen confideratiën, en op gunihg berigt van den Regter, aan wien de zaak behoort. r) Het toeftaau van remisjié van gratie aan Schuldenaaren van den Staat. , „ c f) Het toeleggen van belooningen, en verleenen van Fenfaoenen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, mids volgende hec voorfchrift Art. 57 en 58 der Burgerlijke en Staackundige Grondregelen. . O Eindelijk, het bepaalen en regelen van alles, waarin dooi de Staatsregeling, en de voorhanden zijnde Wetten,, nietmogt voorzien zijn. T.W EEDE AF DEELING. Van de vorming des Vertegeriwoordigenden Lichaams. in twee Kamers. Art. 51. Het geheel Vertegenwoordigend Lichaam bèftaat uit zoo veele Leden, als 'er twintig duifend tallen Zielen in de Bataaffche Republiek gevonden worden. 52. Dit Lichaam verdeelt zich in twee Kamers, genaamd de Eer ft e Kamer en Tweede Kamer. 53. Ter daarftellinge dezer verdeeling in twee Kamers, lxmden alle de Leden van dit Lichaam, jaarlijks, op den laatften Dingsdag der Maand Julij, eene algemeene Verga- ue  C 125 > dering, en kiezen als dan, uit het volle getal van alle de < verkozenen tot het Vertegenwoordigend Lichaam j dertig Leden, welken de Tweede Kamer uitmaaken, vormende de overige Leden te zamen de £ er/ie Kamer. 54. Zo dra deze fchifting volbragt is, conftituëeren zich de beide Kamers gelijktijdig, en geven daarvan , onverwijld, kennis aan elkandereu, en aan het Uitvoerend Bewind. De zich dus geconftitueerd hebbende Kamers Vergaderen nimmer in dezelfde Vergaderzaal.. 55. Elke Kamer Helt haaie eigen Ministers cn Bedienden aan. 56. Elke Kamer heeft, buiten zich, eenen vasten Secre-taris, en eenen Boodfchapper van Staat. 57. De Voorzitters, en de Secretarisfen cler beide Ka? mers, zijn altijd in de Refidentie Plaats tegenwoordig. 58. Elke Kamer heeft het recht van politie in de plaats haar er zittinge, ., 59..-Elke der. beide Kamers ontwerpt voor zich zelve een Reglement van Orde, het geen, na door dezelve goedge. keurd, en door de andere Kamer bekrachtigd te zijn, het :a . van Wet heeft, en niet, dan op dezelfde wijze, kan yesinderd. worden. . DERDE AFDEELI NC.. Van de Raadpleeging des Verlegenwcordigenden Lichaams* iSTOonsof crr.: ■ •'•• iöw ' ■:.-i--no'J> JsnénoO iim JoT 60. Het ontwerpen en voorftellen van alle Wetten cn Be* fluiten behoort alleen, en bij uitfluiting, aan de Eerfle Kamer, en het al of niet bekragtigen van dezelven, aan de Tweede Kamer. 61. Geene der beide Kamers kan wettiglijk raadpleegen, ten zij de volftrekte meerderheid van alle derzelver Leden in de Vergadering tegenwoordig zij. Q 3 Al-  ( 1*6 ) Alleen in geval van verplaat-zing van het Vertegenwoordigend Lichaam naar eene andere Refidentieplaats, kan Her> zelve, geduurende vier Weeken, na den bepaalden dag der zamenkomst, raadpleegen, fchoon de meerderheid van alle de Leden, in de beide Kamers, of in één derzelven, met tegenwoordig zij. 62. Ook word in elke derzelven, tot het opmaaken van een beüuit, ten minften de volftrekte meerderheid van alle de tegenwoordig zijnde Leden vereischt. 63. Geene der beide Kamers benoemt immer, uit derzelver midden, eenige aanblijvende Commisfie. Elke Kamer kan, tot een voorlopig onderzoek van zekere zaken, perfoneel'e Commisfien, uit haare Leden benoemen; doch deze 'CommiSfien zijn ontbonden, zo dra op derzelver. Rapport een belluit gevallen is. . 64. Beide de Kamers houden haare Zittingen m het openbaar, en doen derzelver Notulen in druk uitgeven. 65. De ïoehoorers mengen zig, op geenerlei wijze, in de raadpleegingen en geven nimmer eenig teeken van goedkeuring of afkeuring; gelijk ook de Leden der Vergadering zig in geen geval op hen mogen beroepen. 66. De Voorzitter van elke der beide Kamers kan de open ^Vergadering in een Generaal Gommittè veranderen, en is •verpligt dit te doen, zo dra een vierde der tegenwoordig zijnde Leden zulks begeert. Tot een Generaal Committé worden geene Toehoorers toegelaten. , , , 67 In een Generaal Committé word wel geraadpleegd^, maar geen belluit, kracht van wet hebbende, vastgefteld. •68 Alle Befluiten van het Vertegenwoordigend Lichaam moeten, om kracht'van Wet te hebben, in de forra, bij liet Reglement Lett, B. Are. :i8~32 voorgefchreven, door  ( mm. ) dé Eerfie Kamer voorgefteld , en door-de,ÏW0 Lichaam zijn geratificeerd. . I4.< De wijze van Vrijwaaring en Rechtspleegmg, omtrent de Leden van het Uitvoerend Bewind, is dezelfde, als die, welke, bij Tit. III. Afp. IV., omtrent de.Leden. van het Vertegenwoordigend Lichaam, is bepaald. . 146 Een afgetreden Lid van het Uitvoerend Bewind, bliift 'geduurende twee jaaren, na deszeïfs aftreding, verantwoordelijk wegens zijne handelingen, in die betrekking v«rerrigt; en mag, geduurende dien ti;d, het Grondgebied Ier Republiek niet verlaten, dan op last, of met bewilliging,, •van-het Vertegenwoordigend Lichaam. T I T U L V. VAN DE DEPARTEMENTAALS EN. ' GEMEENTE-BES i'UUREN. ■b. v s IA$- Het Uitvoerend Bewind benoemt bij ieder Departementaal Beftuur tenen Commisfaris, en ten hoogften iri», voor de gezamenlijke Gemeente Beftuuren,. in elk Departement, om toetezien en te zorgen,, dat de Wetten behoeft lijk worden uitgevoerd. TWEED E AFDEELT N G» Vim de Departementaale Eeftuuren. iRf. Ieder Departement- heeft zijn eigen Beftuur,, ftaande uit zeven Leden.. Dezen moeten qm S^S£fö Burgers, ten vollen vijf en twmtig jaaren oud, en zederct ae. laatfte zes Jaaren Inwoonen van het Departement waarin «] ge^nS*dït Beftuur-, echter, worden niet gekozen Bur, eer* die aan eenigen Kerklijken Eerdienst verbonden,, ot fS lXopenbaar onderwijs zijn toegewijd; ten zij dezelven alvoorenlvrij^ 158. Uit elk del-zeven Ringen, waarin, volgends TiTU£ V., een Departement verdeeld is, word een, Lidtot dat Beftuur gekozen Voor de eerfte maal.kiezen de zeven Rineen allen te gelijk, ieder een Lid- „ "50! Van de leven Leden, treden telkens, de twee eerfte Taaren twee, en, tetterde Jaar, de drie, overigen af. Voor de eerfte maal heflist het lot, een Maand na derzelver eerfte Zitting welke Leden het eerfte, tweede en derde ,aar zullen af, ffi'SrSgeBds, gefchied dit naar ouderdom van dienst, 160. HerafledendLidis andermaal verkiesbaar, dog voor de derde maal niet,, dan na een tusfehentijd van ^jaaren 161 Ieder jaar, worden de nieuwe Leden gekozen door die Jti£«, afnwien zulks, naar de orde van aftreding, toekomt iL Tot dat einde, komen de Grondvergaderingen m J^W&Wéi, op den laatften Dingsdag »£gr van ieder jaar.  C 141 > 163. Elke Grondvergadering benoemt, alsdan, éénPè»foon tot Lid van het Departementaal Beftuur, benevens' «enen Kiezer en deszeïfs Plaatsvervanger. De wijze is dezelfde, ais Trr. II., Règlemevt Letter Ai, bepaald is omtrent de Leden vaa het vertegenwoordigend' Lichaam.. 164. Op den tweeden dag daarna, vergaderen alle de Kier-zers ter Ringsvergadering, in de daartoe beftemde Hoofdplaats, tot het verkiezen van één Lid tot het Departementaal Beftuur voor hunnen Ring. De wijze is dezelfde, als bij Tit. II. Reglement Letter A., . bepaald word. Na de gedaane keus word, mede op de wijze, aldaar bepaald, een Geloofsbrief aan den gekozenen, en van Bet gebeurde aan het Uitvoerend Bewind en Departementaal. Beftuur berigt gezonden. 165. De Gekozene zend, binnen ctgt dagen,, zijnen Geloofs Brief aan het Departementaal Beftuur ter bekragtiging., 167. Zo Hetzelve dien afkeurt, of den Gekozenen, om aangevoerde redenen, zijn ontflag verleent, geeft het daarvan ten fpoedigften kennis aan het Uitvoerend Bewind; het geen als dan een ander Lid , de. vereischten yan Art. 156V hebbende, in zjne plaats doet benoemen.. 168. De Geloofsbrief bekrachtigd zijnde , word het gekozen Lid door het Departementaal Beftuur opgeroepen, en neemt, binnen veertien dagen daarna zitting, met aflegt ging der gewoone Verklaaring. 169. Alle tusfehentijds openvallende Plaatfen worden, volgends de vooraf bepaalde wijze, vervuld.- 170. DeDepartementaale Beftuuren zorgen, dat alle Wetten en Bevelen, hun door het Uitvoerend Bewind toegezonr den, fpoedig bekend gemaakt, aangeplakt, en, ter verdere afkondiging en aanplakking, alomme, waar zulks behoort^ verzonden worden. S 3, 171* ?ï  C 14a ) 171. Zij ontvangen van de Ingezetenen, als mede door de verfchillende Gemeente-Beftuuren , z idanige Individueele Adresfen, als dezelven hun ter verdere bezorging toezenden , en verzenden die ten fpoedigften aan het Uitvoerend Bewind, om daarop te disponeeren, of, zo die aan het Vertegenwoordigend Lichaam gerigt zijn, dezelven aan de eerfte Kamer te doen toekomen. 172. Op gelijke wijze, ontvangen zij van het Uitvoerend Bewind de gemelde Adresfen met het daarop gevallen befluit te rug, en verzenden die zonder uitftel aan het Gemeente-Beftuur, welk hun die had toegezonden, of doen dezelven, kosteloos, uitleveren aan hun, die als Onderteekenaars, dezelven terug vorderen. . 173. Zij zien toe, dat de goede orde en pohcie in hun Departement alomme bewaard blijven. 174. Zij befchikken, des nodig, op hunne verandwoordelijkheid, en met daadelijke kennisgeeving aan het Uitvoerend Bewind, over de naastbij gelegen Garnifoenen of Troepen van den Staat, tot bewaaring of herftelling der openbaare veiligheid. . 175. De Huislijke Departementaale Kosten, voor ieder Departement, worden jaarlijks, door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald. 176. Ten dien einde zend elk Departementaal Beftuur, jaarlijks met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene fpecifieke begrooting der - kosten voor het volgend jaar. 'L^è\ .177 Bij deze begrooting voegt Hetzelve eene fpecineke verandwoording der fommen, in het afgeloopen jaar aan het Departement toegeftaan, en door hen befteed. Het baatig Slot ftrekt in mindering der nieuwe begrooting. 178. In onvoorziene gevallen, kan een Departementaal Beftuur eene buitengewoone begrooting inzenden. Het  C 143 ) Uitvoerend Bewind doet dezelve alsdan, zonder uitftel, aan het Vertegenwoordigend Lichaam ter beoordeeling toekomen. 179. De Departementaale Beftuuren zien toe, ieder in zijn Departement, dat de invordering der Nationaale Belastingen , rigtig en zonder knevelarij gefchiede , en dat de overmaking der ontvangen gelden niet vertraagd' worde. Van allen misbruik of verzuim in. dezen geven zij aan het Uitvoerend Bewind kennis. . ■iSo. Zij ontvangen van de Gemeente-Beftuuren, .in hun Departement, Merr.orien van derzelver Ontvang en Uitgave, voor reekening der Republiek, en verzenden die, met hunne bedenkingen, des nodig, aan het Uitvoerend Bewind. 181. Zij vernietigen, na ingenomen berigt der GemeenteBeftuuren , of andere ondergefchikte Collegicn, in hun Departement , alle zoodanige befluiten van dezelven, als ftrijdig met de Staatsregeling of met de Wetten genomen zijn, met onverwijlde kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind. 182. ! Zij Ichorsien de Leden van een Gemeemc-lLiluur in de waarneming van hunnen post, wanneer dezelven, daarin volharduiide, de openbaare veiligheid in gevaar Zouden* brengen, en geven van zoodanige fchorsfing-aan het Uitvoerend Bewind onverwijld kennis. 183. Zij nonen kennis van zoodanige -gefchillen , als tusfehen onderfcheiden Gemeente-Beftuuren, of andere ondergefchikte Collegiën, in hun Departement mogten ontftaan, en vereffenen dezelven, na.verhoor van beklaagden, onverminderd ieders regt, om zijne grieven en bezwaaren te brengen bij het Vertegenwoordigend Lichaam, bij het Uitvoerend Bewind, of voor het Geregtshof, daaronifrend bevoegd, naar gelang der zake., 184. Het Uitvoerend Bewind roept, in geenerlei geval, 8e Leden van eenig Departementaal Beftuur, ter verandTf-oording, perfoonlijk,.vóór zig. 185. De  ( H4 3 De Leden worden, in geval van misdrijf, door het Uitvoerend Bewind., b|j uitfpraak van het Vertegenwoordigend Lichaam , te regt gefteld voor een Hoog Nationaal Gerechtshof. . , 186. Zij genieten een Dag-geld van zeven Guldens ieder, zonder boven dien iet meer, dan zuiver verfchot, in rekening te mogen brengen. Ieder Lid, in Commisfie zijnde, kan zijne Reiskosten en Verteeringen als verfchot berekenen, mits niet hopger, dan tot zeven Guldens daags. _ 187. Bij het aanvaarden hunner Posten, leggen zij, gelijk mede hunne Secretarisfen en verdere Bedienden, de gevorderde Verklaaring af, en ondertekenen dezelve. 188. De Kiezers-Vergadering van iederen Ring benoemt, jaarlijks, op eenen dag, door de Wet bepaald, eenen Opnemer der Rekeningen van het Departementaal Beftuur. ue zeven alzo benoemde Opnemers vergaderen, mede op eenen tüd, bij de Wet vastgefteld, in de Departementaale Stad, om te hooren en te fluiten de Rekeningen van het afgelopen Jaar, of hunne bedenkingen daarop voortedragen. ƒ13 doen het verflag van dit hun verrigte drukken, en zenden hetzelve, nevens de Rekeningen, aan het Uitvoerend Bewind, het geen beflisfende uitfpraak doet. Zij blijven, jaarlijks, niet langer, dan veertien dagen, tot het opnemen der Rekeningen, vergaderd. i8y. De Departementaale Beftuuren worden georgamfeerd door den Cijdlijken Voorzitter. DERDE AFDEEI1ING1 Van de Gemeente-Beftuuren. 190. Over elke Gemeente is een Gemeente-Beftuur. 191. Het getal en de Jaarwedde der Leden, de tijd em wijze hunner Verkiezing door de Stembevoegde BurgeK,  X Ho ) •löt iedere Gemeente behoorende, en de tijd der Zitting-neming, zo van allen voor de eerfte maal, als ten aanzien der nieuwe Leden jaarlijks, word door het Vertegenwoordigend Lichaam, bij een Reglement, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, bepaald. 192. Jaarlijks treed een derde gedeelte af van ieder Gemeente-Beftuur, of een getal van Leden, dat het naast daarbij komt. De orde van aftreding word voor de eerfte maal door het lot bepaald, en.gefchied verder naar ouderdom van dienst. Een aftredend Lid is weder verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tijdsverloop van drie Jaaren. 193. De Leden van een Gemeente-Beftuur moeten zijn ftembevoegd, ten vollen vijf-en-twintig jaaren oud, en, ten minften zederd de laatfte vijf Jaaren, gewoond hebbende in die Gemeente, tot welker Beftuur zij geroepen zijn. 194. Geen Gemeente-Beftuur mag eenige nieuwe Plaatslijke Belasting vastftellen, dan na alvoorens daaromtrent te hebben gehandeld, en te zijn overeengekomen met gevolmagtigden uit de Stembevoegde Burgeren binnen deszeïfs Gemeente, tot dat einde op de wijze, bij het Reglement voorgefchreven, door dezelven benoemd, en onder opvolgende goedkeuring vah het Vertegenwoordigend Lichaam. 195. Ieder Gemeente-Beftuur maakt deszeïfs jaarlijkfche reekeningen va 1 den.plaatslijken Omvang en Uitgave open. baar, op de wijze, bij het Reglement bepaald. 196. Het zend, jaarlijks, met den aanvang der Maand Augustus, aan dat Departenentaal Beftuur, waaronder deszelfs Gemeente behoort, fpeciheke Memorien van Ontvang en Uitgave voor Nationaale reekening. 197. Het ontvangt alle zodanige individueele Adresfen, als aeszelfs.Ingezetenen, door hun Gemeente-Beftuur, aan .het Departementaal Beftuur, aan het Uitvoerend Bewind, T of  C i4<5 ) of het Vertegenwoordigend Lichaam mogten willen inzenden. Het verzend dezelven ten fpoedigften aan het Departementaal Beftuur, ter verdere verzending, of om daarop te befluiten, en ontvangt die van daar terug, met het daarop gevallen befluit, waarna het dezelven, op aanvrage der Teekenaars, kosteloos, doet uitleveren. 198. De Leden van eenig Gemeente-Beftuur kunnen nim- , mervoor een Departementaal Beftuur, perfoonlijk, terverandwoording geroepen, noch van hunne Posten ontzet worden. 199. Zij worden, in geval van eenig door hun begaan mijsdrijf, te regt gefteld voor het Crimineel Departementaal. Geregtshof, waartoe derzelver Gemeente behoort. T I T U L VI. VAN DE F'INANTIEN. EERSTE AFDEELING. Algemeene Bepaalingen, omtrent het Fina/ncie weezen . der Republiek. Art. 200. Alle Geldmiddelen van de Republiek, hetzij, dezelven beftaan in belastingen, het zij in bezittingen, höe ook genoemd, waar van de Inkomften, vóór de invoering der Staatsregeling gekomen zijn ten voordcele van de Kas der Generaliteit, midsgaders van de Kasfen der onderfcheiden Provinciën van de drie Kwartieren van Gelderland, van he« Landfchap Drenthe, en van Bataafsch Braband, worden verklaard, en van nu voordaan gehouden, voor Nationaale Inkomften cn bezittingen van het geheele Bataaffche Volk. 201. De Schulden en Verbindtenisfen, voor de invoering, der Staatsregeling gemaakt, en aangegaan niet alleen door of van wege der Generaliteit, maar ook van wege der ondeifcheiden Provinciën, de drie Kwartieren van Gelderland, het  het Landfchap Drenthe en Bataafsch Braband, worden verklaard en gehouden voor nationaale fchulden en verbindtenisfen van het geheele Bataaffche Volk. 202. Alle daar van afgegeven Renten-Blieven, Obligatien, Recipisfen, of andere Acïen van verbindtenis, zullen tegen nationaale Schuldbrieven verwisfeld, en op eenen eenparigen voet gebragt worden. Het Vertegenwoordigend Lichaam bepaalt, ten fpoedigften, den tijden de wijze dezer verwisfcling; zoodanig_echter, dat dezelve binnen drie Maanden na de eerfte zitting van het Vertegenwoordigend Lichaam, zal aangevangen, en voleindigd moeten zijn voor het einde van het derde Jaar, rra de aanneeming der Staatsregeling. 203. 'Er zal geene vermindering plaats hebben, noch van de Hoofdfom der Schuldbrieven zelven, noch der Interesfen en jaarlijkfche Renten. Dezelven zullen, nimmer, met eenige belastingen worden bezwaard, dan alleen met zoodanigen, welke, bij de invoering der Staatsregeling, daadlijk plaats zullen hebben. 204. Bij de Obligatien zullen worden afgegeven jaarlijkfche Coupons, die in alle betaalingen aan den Lande aangenomen, of, ter keuze der houders, bij de Nationaale Treforie worden voldaan. 205. De. Renten en Interesfen van de voorgemelde Nationaale Schuld, jaarlijks te betaalen, worden gevonden uit zodanige algemeene belastingen, als, overeenkomftig zekere hierna te melden bepaalinge , door het Vertegenwoordigend Lichaam , jaarlijks, zullen worden vastgefteld. 206.. Insgelijks , wordeir door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald zekere afzonderlijke Fondfen, tot het formeeren eener Kas van vermindering of aflosfing der Nationaale Schuld, welke Fondfen alleen tot het voorfz. eindezullen worden geaffecteerd. T 2 Bij  c h& y. Bij dezelve worden, t'elken jaare, .ten zelfden einde,, gevoegd de Penningen, voordkomen.de uit de vermindering der Interesfen, zo door vernietiging van Effeften, als yerfterving van Lijfrenthen, afloop der .Dertigjaarige en andere tijdlijkeRenthen, waarvan, jaarlijks, bij'gedrukte Keeke, ning, aan de Natie zal moeten blijken ; terwijl de vernietigde Effecten openlijk zullen verbrand worden.. 207. Deze alzoo ter. betaaling der Intmfen en Afloslimcen bcftemde, Fondfen. zullen worden gebragt onder een afzonderlijk Beftuur, afgefeheiden van alle andere betaalingen. Dit Beftuur is. voor de. getrouwe waarneming dezer wet verandwoordelijk. t . eo2. Het Vertegenwoordigend Lichaam befllst,jaarlijks, na ontvang der vereischte openingen van het Uitvoerend Bewind, en van de Cpmmisfarisfen der Nationaale Reekenïng, bij het vastftellen der algemeene begrooting van Staatsuitgaven , of-.de algemeene belastingen op tknzelfcen voet behooren te blijven, dan wel vermeerderd of verminderd; te worden. Het voorftel hier toe word in dé.eerfte Kamer in overweging gebragt, uiterlijk eene Maand, na dat die besrooting zal bekrachtigd zijn. ^ Geene Wet, waarbij eene nieuwe belasting .word ingevoerd, heeft langer kracht, dan ten Jaar, mdien zij niet uitdruklijk, vernieuwd word.. . . aoo. Indiende omftandigheden.der Republiek eenige bmf tengewoone uitgaven noodzaakhjk maaken, vmd het \ ert«genwoordigend Lichaam die, bij voorkeur, zoo veelmoog-t lijk, uit eene buitengewoone heffing, en wel nis don gratuit, bij wüze van Quotifatie over de. relatiye Inkomften en ver. teeringen van alle de Ingezetenen der Bataaffche Republiek., Dan, wanneer Hetzelve oordeelt,. te moeten overgaan tot het zoeken van Penningen, bij wijze van vrijwillige i\egotiatie, bepaalt-Het den kortst moogl^ken termijn van at-  c 149 y lósfing, en eene behoorlijke geëvenreedigde belasting, voldoende tothet bekomen der noodige iondien, zoo tot betaaling dér jaarlijkfche aflosfingen, als Interesfen. Deze belasting zal niet verder mogen geheven worden, dan toereikende tot de jaarlijkfche aflosfingen en interesfen, noch worden verlengd, na dat dezelve Negotiatie zal zijn afgelost; alles onder de bepaalingen , bij 'Art. 205. vermeld. 210. Het.Uitvoerend Bewind levert, binnen een ja rna' de eerfte Zitting van het Vertegenwoordigend Lichaam , aan hetzelve een nieuw ftelzel van algemeene belastingen, zoo 1 ter goedmaakinge der Staatsbehoeften, als in 't bijzonder tot het betaalen der jaarlijkfche interesfen en aflosfingenvoor de geheele Republiek. Hetzelve word zodanig ingerigt, dat alle de belastingen, en ieder derzelven, zo veel moqghjk,, geëvenredigd zijn. aan hetbetreklijk'vermogen der Ingezetenen, en opgemaakt uit de vergelijking van derzelver Bezittingen, Inkomften,. en bekende Verteeringen, met inachtneming der vo'gende grondbèginzelen: a. De Belastingen op de Onroerende Goederen, in-de geheele Republiek, op.eenen evenredigen voet, naar. derzelver betreklijkewaarde gebragt, met vernieuwing en■ aanvulling,der cudi; Quoïrieret^ blijven bèftaan: b. Omtrer.d alle Belastingen, 70 gewcone als hüitengewoonej het zij die gelegd worden op Bezittingen, of op Inkomften en bekende Verteeringen, word zooveel mooglijk gezorgd, aan den eenen kant, dat ieder zich, opregt en ter goeder trouwe, van. zijnen pligt kwijte, en, aan de andere zijde, dat noodelofe openbaarmakingen van iemands Bezittingen en Inkcmften warden vcorge Komen. n Dat alle Belastingen cp het Confnmptive, tkdttif eh zo verr'èïè plaats zullen hebben, alzo worden ingerigt, dat dezelve geheven worden van daggedeelte .van elksVerteering, hetgeen hij, na genot van het volftrèkt noodige, uit zijne fokornfieD'veikigst te bekostigen. . '£r kan geenerlei Belasting gelegd worden op Levensmiddelen van de eerfte noodzaaklijkheid. T 3 Het  " liet Vertegenwoordigend Lichaam ontheft zodanige middelen die daar mede bezwaard zijn, van dien last, zo dra Hetzelve bevind, dat de opbreng van andere Belastingen zulks toelaat, ü. 'Er kan geen Hoofdgeld, ieder Ingezeten, zonder onderfcheid ' van vermogen, drukkende, worden ingevoerd. Met het einde van het eerfte jaar, na de aanneming der Staatsregeling, zal hetzelve ophouden, overal, waar zulks nog op die wijze geheven word. ; ƒ. 'Er zal, over de geheele Republiek, worden ingevoerd, eem. algemeene en billijk geregelde belasting van het Collateraal op deSaldo's der Boedels, als mede op het Nationaal Klein Zegel. Voor beide de belastingen, maakt "het Vertegenwoordigend Lichaam, ten fpoedigften, een nieuwe Ordonnantie. ■ 2. De afzonderlijke Adminiftratie over de Middcien te Water, of inkomende en uitgaande Regten, zal daadlijk ophouden, en begrepen worden onder het algemeen zamenftel van Financie. 211. Naar maite het Nieuw Stelzel van algemeene Belastingen, volgends Art. 2»., inwerking gebragt en genoegzaam word bevonden, fchaft het Vertegenwoordigend Lig. haam de voorige Belastingen af. Het Nieuwe Stelzel zal, uiterlijk binnen twee jaaren na .de aanneming der Staatsregeling, alomme ingevoerd en in werking moeten zijn, als wanneer het Vertegenwoordigend Lichaam alle voorige Belastingen, tot hier toe geheven, zo verre dezelven, in gevolge der hier voor gemaakte bapaalmgen, niet gecontinueerd zijn, zal doen ophouden. aia. De Uitgaven zullen, in tijd van Vrede, zo veel mooglijk verminderd, en zodanig worden geregeld, dat zij de bekende en vastgeltelde Inkomlten niet moeten overtreffen. In gewoone tijden, zal het overfchot, of wel eene jaarlijkfche Som, door het Vertegenwoordigend Lichaam te bepaalen, worden overgebragt in eene afzonderlijke Kas van Referte, ten einde te kunnen voorzien in de behoeften van den Staat, bij opkomende Oorlogen, of andere Nationaale .rampfpoeden. ^ Het  ( *SÏ ) ! si3- Hét Vertegenwoordigend Lichaam maakt, ten fpoedigften, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, ccn Reglement , waar door aan den eenen kant, de rigtige betaaling van alle Gemeene Middelen, hoe ook genoemd^ bewaakt, en aan de andere zijde, gezorgd word, dat op ditfttikaan" eenen ieder, zonder knevelarij, kort en onvertogen rcs,t gefchiede. . TWEEDE A PDEELÏNG. Van de Lcgrootingen der Staats-Uitgciven. Art. 214. Ih den aanvang der Maand Oclober van ieder jaar, zend het Uitvoerend Bewind aan het Vertegenwoordigend Lichaam, eene algemeene hegreoting van alle zodanige Sommen, als hetzelve oordeelt, dat, voor het volgend jaar, ten dienfte der Republiek zullen vereischt worden, met bijvoeging der bijzondere bcgrootingen van dc Departementaale Beftuuren, daartoe betrekhjk, en van zijne confideratien, zo nodig, op dezelven. 215. :. Deze algemeene jaarlijkfche begrooting houd in de afzonderlijke Soms-bepaaling van eiken bijzonderen post, is gemotiveerd, en geeft tevens bedenkingen op, aangaande de gefchikfte middelen, om het benodigde voor een volgend jaar, door geweofle of buitengewoorie Belastingen, te vinden. 216. 'Er zal op die begrooting een bijzondere Post gefteld worden voor onvoorziene Uitgaven , of ongelpecificeerde zaken. 217. Op dezelve word, echter, niet gebragt zodanige Som, als het Vertegenwoordigend Lichaam, jaarlijks, tot geheime Uitgaven aan het Uitvoerend Bewind" zal toeftaan noch ook zodanige Som, als het Vertegenwoordigend Lichaam zal befluiten, te doen overbrengen in de Kas van Referve, bij Art. 212. bepaald. 218. Het Vertegenwoordigend Lichaam, raadpleegt, en be-  Jjefluit, over de jaarlijkfche ailgemeene begrootingen ~vzn jStaats Uitgaven. De w.jze word bij het Reglement, Letter D., eerste afdeeling, bepaald, 219. Het Uitvoerend Bewind verantwoord jaarlijks, vóór het einde vmjulij, aan het Vertegenwoordigend Lichaam , de Sommen , door hetzelve, geduurende het voorig jaar, uit de Nationaale Kas ontvangen en uitgegeven. Alle de Leden van voorn. Bewind verklaren bij deze gelegenheid, vplegtig, op hunne gedaane belofte bij het aanvaarden van hunnen Post, dat zij van de Penningen, tot geheime Uitgaven hun toegeftaan, geen ander gebruik hebben gemaakt, dan ten dienfte der Republiek. Deze lchriftlijke, door alle de Leden getekende, Verklaaring word aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam gezonden. Deze Rekening word jaarlijks gedrükt en publiek gemaakt. ■In tijd van Oorlog, met eenige Europeefche Mogenheid„ word deze openbaarmaking uitgefteld tot zes Maanden na den Vrede. derde afdeeling. 'Van de Commisfarisfen der Nationaale Treforie. Art. 220. Het Beftuur over den Ontvang der Nationaale Jnkomfteu, en de beheering der hctaalingen, word toevertrouwd aan vijf Commisfarisfen der Nationaale Treforie, al-len aan en af te ftellen door het Uitvoerend Bewind. 221. Derzelver Jaarwedden zijn, voor ieder hunner, vier duizend Guldens. 222. Deze Commisfarisfen ontvangen, 'bij hunne aanftelling, elk eene Inftructle, inhoudende eene duidlijke aanwijzing van derzelver ouderfcheiden werkzaamheden , voorgedragen door het Uitvoerend Bewind, en goedgekeurd door het Vertegenwoordigend Lichaam. Dit  C 153 3 Dit Lichaam bepaalt den Borgtogt, door elk hunner bij de aanvaarding van zijnen Post'te fteilen, en jaarlijks te vernieuwen. 223. Hunne werkzaamheden zijn: a. Di algemeene ontvang der Nationale Geldmiddelen. b. Het doen overftorten van Penningen uit de bijzondere Kasfen der Ontvangers, het zij uit de eene in de andere, of in de algemeene Kas. c. Het betaalen der Ordonnantiën, op hen afgegeven door het Uitvoerend Bewind en de Departementaale Adminiftratien. d. Het houden van de nod;ge Correspondentien met de Ontvangers en andere Comptabelen. e. Het houden der Nationaale Registers van alle Inkomften en uitgaven, en der Contraboeken over de ontvangften en uitgaven der Ontvangers. ƒ. Het doen toekomen, van drie tot drie Maanden, aan de Commisfarisfen der Nationaale Reckening, de Algemeene Reekening van Ontvang en Uitgave der Nationaale Kas, gefterkt met de daartoe behoorencie bijzondere Reekeningen en bewijsftukken, ten fine van bekrachtiging; alsmede van alle Ordonnantiën van betalingen, door het Uitvoe.end Bewind of Departementaale "Beftuuren op hen afgegeven. g. Commisfarisfen Ontvangen en beheeren mcede de Inkomften, bij Art. 206. afzonderlijk beftemd, tot de betaaliog üer Interesfen en Aflosfingen der Nationaale fchuld. Zij houden daarvan afzonderlijke Boeken, en zorgen, dat, de Fondfen bij den eenen Nationaalen Ontvanger niet toereikende zijnde voor de in betaaling ontvangen Coupons, dezelven uit die der endere Ontvangers worden overgelloi't, zoodanig, dat de zei ven op geenerlei wijze met de andere Ontvangften en Uitgaven vermengd worden. Zij fteilen, in handen der Reekenksmer, de ingetrokken en geroijeerde Coupons, al m;de,de ingetrokken fcnuldbrieven, teneinde, ingevolge Art. 205., te worden veibrand. -224. Zij nemen ftipteiijk, en op hunne verandwoordlijk- heid, zoo gezamentiijk, als ieder in het bijzonder, in acht de volgende bepaalingen: a. Dat zij aiinmer betaaien zoodanige Ordonnantiën, als door eeV mg  ( i54 ) mg Departement van Beftuur op hen magten worden afgegeven, te boven gaande zoodanige Sommen , als door het Vertegenwoordigend Lichaam op de begrooting der Staats-Uitgaven, cf bij eene bijzondere Wet, daarvoor ujtdrukïijk zijn ingewilligd. h Dat zij nimnur voldoen aan eenige Ordonnantiën, waarbij niet het volgende ;n acht is genomen: a. Eene fpecifieke opgave aan wien, benevens de post, tot welken, de Uitgave behoort, of het einde, waartoe zij beftemd is, benevens de Dagrekening der Wet, die de^e uicaive wettig-t. I, De tekening van het Uitvoerend Bewind, van den Agent of. van het Departementaal Beftuur, dat de te döene betaalingvordert. c De Contrafignature van Commisfarisfen der Nationaale Rekening, ten blijke, dat de betaaling gefchied volgends de Wet, en bij dezelven accoord is bevonden. 225. Zij geven aan het Vertegenwoordigend Lichaam, opening van den ftaat der Nationaale Kas. Elke Kamer zend, zulks nodig oordeelende, drie haarer Leden bij de Commisfarisfen der Financie, om zich de Na-, tionaale Rekenboeken te doen voorleggen, ten einde aan de Kamer daar van verflag te geven. Deze zending kan, echter, niet langer zijn, dan voor drie dagen, en, geduurende dat jaar, aan dezelfde Leden niet andermaal worden opgedragen. Zodanige Afgevaardigden uit het Vertegenwoordigend Lichaam geven geenerlei bevelen aan de Commisfarisfen. van Financie,. noch oefenen eenige daden van gezag omtrent hen uit. Zij geven, ten allen tijde, zodanige berigten en elucidatien, als door het Vertegenwoordigend Lichaam en Uitvoerend Bewind van hun worden gevraagd, en doen mede, Maandelijks, aan het Uitvoerend Bewind toekomen, den. ftaat van Ontvang en Uitgave der Nationaale Kas. VIER-  C 155 ) VIERDE A F D E É E t N G. Van de Commisfarisfen der Nationaale Rekening, Art. 226. Het getal dezer Cominisfa-risfen word bepaald op zeven, en eenen Secretaris, aanteftellen en aftezetten door het Vertegenwoordigend Lichaam, en aan geene Uitvoerende Magt verbonden, noch verandwoordlijk. 227. Zij ontvangen, bij hunne aanftelling, van het Vertegenwoordigend Lichaam, eene luftruclic, inhoudende eene aanwijzing van derzelver onderfcheiden werkzaamheden, onder de behoorlijke verandwoordlijkheid aan Hetzelve. 228. Tot derzelver werkzaamheden behooren: a. Het houden van algemeene boeken, zoo van alle 's Lands Inkomften, uit de Maandftacten en Boeken der Cntvangcrs cn andere Comptabelen, als van alle de Uitgaven, waarvan de Ordormant:ën door hen moeten worden geregiftreerd, en geapprobeerd. I. Het nagaan en fluiten van alle de reekeningen, zoo der Nationaale Treforie, als der Nationaale Ontvangers en Financiëele Amptenaaren en Comptabelen, en het onderzoeken van alle befcheiden , daartoe betrekkelijk. e, Het onderzoeken en liquideeren van alle Declaratien, welke ten laste der Republiek worden ingezonden. d. De zorg, dat, omtrend dezelven, de vastgeflelde orders en wetten ltiptelijk worden nagekomen, en, door geen Departement van Uitvoerend Beftuur, meerdere Ordonnantiën worden afgegeven, dan de lommen bedrogen, aan elk derzelven, bij de Wet en bij goedgekeuide Begrootingen, tcegeftaan, als mede, dat de form, bij Art. 223. bepaald, behoorlijk worde in acht genomen. Het een of ander vereischte aan eenige Ordonnantie ontbrekende, zenden Commisfarisfen tot de Nationaale Reekening dezelve, onverwijld aan het Departement, van waar dezelve komt, te rug. Zij die niet berusten in de loquaturs of. roijemmten dezer Commisfarisfen, vervoegen zig bij het Vertegenwoordigend Lichaam, V 2 e. Het  C nfi ) e. Het kennis geven aan her Vertegenwoordigrnd Lichaam van alle misilagen, wangedragingen, en andere verantwoording vorderende om Handigheden, welke ter humer kcn'nisfe komen. ƒ. Het voordragen van nuttige Firrrciëele verbef«ingen of bezuinigingen ran het Vertegenwoordigend Lichaam., en fiefc-geven, op deszeïfs vordering, var, nooJige bn-jitcn, of ccniideratien. ten aanzien van alle ondeivv-.-."oen, tot hunnen post betrek1: ik. 229. Zij kunnen, echter, ten aanzien van Art. 2,27. Lett. b en c, zoodanige -uitzondering maaken, als zij, uit hoofde der kleene aangelegenheid van de Reekenmgen der Comptabelen, of uit hoofde van het gering beloop der Declaratien, zullen noodig oordeelen. 230. De aard en fommen der door hen gellooten Reekeningen, en geliquideerde Declaratien, worden jaarlijks,, door den druk gemeen gemaakt, benevens zoodanige aanmerkingen, aanklagten en voorftellen, als, zonder nadeel der Nationaale Belangen, kunnen worden bekend gemaakt, ï I T U L VIL . VAN DE BUITENLANDRCHE BEZITTINGEN EN COLONIEN DER REPUBLIEK, EN VAN 1 jERZELVER BESTUUR HIER TE LANDE. Art. 231- De Betrekkingen der Buitenlandfche Bezittingen en Colonien van de Bataaffche Republiek, inde beide Indien, tot het Moederland, zullen op den thands nog plaats hebbende voet blijven, tot dat de Vertegenwoordigende Vergadering, op voorftel van het Uitvoerend Bewind, daar omtrend zoodanige fchikkingen zal hebben gemaakt, als zij ter bevordering van het algemeen belang oordeelen zal te behooren. 232. Het Beftuur over de Bezittingen in A/la, midsgaders over de Colonien in Amerika, en de Bezittingen op de Kust van  C 157') van Guinee, zal worden opgedragen aan twee onderfcheideh Raaden, welken, ieder geheel afzonderlijk, zullen werken. Het eene zal worden genoemd de Raad der Afiatijche Bezittingen en Ettibhsjementen; het andere de Raad der Amerikaanfeke Colonien en Bezittingen. 233 De Raad'der Afiatifche Bezittingen cn Etablisfementen zal uit negen, en die der Amerikaanfche -Colonien en Bezittingen u*t vijf Leden beftaan. 234. Beide Raaden zuilen verandwoordelijk en ondergefchikt zijn aan het Uitvoerend Bewind, De aanftelling en afftelling der Leden zal door uetzelve gefehieden. 235. Ieder Lid van dén der beide Raaden geniet eene Jaarwe. de van vier duizend Guldens.' 236. De Vertegenwoordigende Vergadering zal, op voorftel van het Uitvoerend Bewind, voor de beide Raaden vastftellen eene uitgebreide Inftructie , naar welke zij moeten handelen, en de Jaarwedden der Secretarisien, Ontvangers en Fiscaals bepaalen. 237. Ieder der Raaden zal aanftellen eenen Secretaris, Ontvanger en Fiskaal, en wel onder eene bepaalde Inftrnctie, vóór' derzelver benoeming aan het Uitvoerend Bewind ter goedkeuringe voor te dragen. 238. _ De Leden, Secretarisfen, Ontvanger en Fiscaal, van beide Raaden, mogen aan clkanderen niet-beftaan tot in den derden graad van bloedverwandtfchap of zwagerfchap; 239. De Leden, Secretarieën, Ontvangers en Fi>kaals, mogen, noch rechtftrceks, noch van ter zi^ie,-op ecr.igerhande wijze, in eenigen Koophandel betrokken, geene eigenaars van Plantagien of Gronden in de Colonien zijn -, noch ook eenige andere Ambten of Bedieningen, hoe ook genoemd, waarnemen. 240. ^ Het Uitvoerend Bewind zal, op voorftel van ieder der-beide Raaden, in de verdediging der Colonien voorzien, V 3 dcor  ' c 153 ) door de nodige Oorlogfchepen en anders noodwendigheden derwaards te zenden, en een benoodigd getal Troupen aldaar te onderhouden. Het zorgt, insgelijks, voor de rustin de Bezittingen en Colonien, en voor de verbetering van derzelver Koophandel en Landbouw. 2.41. Het Uitvoerend Bewind zal, ieder Jaar, na de fpecifieke opgave., die aan hetzelve door ieder der Raaden zal moeten gedaan worden, van de Vertegenwoordigende Vergadering de noodige gelden vragen, zoo wel voor het onderhoud der gezegde Bezittingen en Colonien., als om in de Soldijen, Renten, Penfioenen en andere noodwendigheden, te voorzien. 242. Het Uitvoerend Bewind zal, alle Jaaren, na van ieder der Raaden reckening en verantwoording, met overlegging van alle ftukken en befcheiden, daartoe behoorende, ontvangen te hebben, aan de Vertegenwoordigende Vergadering verilag doen van zoodanige lommen, als tot waarneming van de belangen der Buitenlandfche Bezittingen en Colonien, geduunuide het afgeloopen jaar, ontvangen en uitgegeven zijn, als mede van den Haat der zaken aldaar. Bijaldien 'er een zuiver overfchot, na aftrek van het geen voor het volgend jaar noodig zal zijn , plaats heeft , zal het zelve in de Nationaale Kas geftort worden. De Rapporten, Reekeningen en Begrootingen, in dit en het voorig Artikel gemeld, zullen door den druk worden bekend gemaakr. 243. Het Uitvoerend Bewind zal, op voordragt van ieder der Raaden, de aanftelling hebben der hooger Ambtenaars in de Buitenlandfche Bezittingen en Colonien, tot derzelver Bewind behoorende. 244. Ieder der Raaden zal zorgen, dat de Troepen, die zig in de Colonien bevinden, wel behandeld, betaald, en gekleed worden, en voltallig blijven. 245. Ie-  C l$9- ) 243;. Ieder der Raaden, en efe bijzondere Leden van dien, zullen,.in geval van misdrijf, in derzelver Bediening begaan, voor een Hoog Nationaal Geregtshof te regt geileld worden. 246. De wijze, waarop de Republikeinfcbe beginzelen, in de Bezittingen en Colonien der Republiek, geregeld zullen worden ingevoerd, word door de Wet bepaald. Over de JJiatifche Bezittingen cn Etc.blisfevunUn. 247. De Bataaffche Republiek neemt tot zich alle de Bezittingen en Eigendommen der gewezen Ooit-Indi/che Con;pagnie, benevens alle derzelver Schulden. De Octroijen, voormaals aan die Compagnie verleend, worden vernietigd. 248. De Geïnteresfeerden bij en Houders van Actiën, in de gewezen Oost-Indifche Compagnie,, worden door de Natie, bij wijze van afkoop, fchadeloos gefteld. 249. De Bataaffche Republiek behoud",, voor als nog, aan zich, het vervoeren van allerlei Goederen naar de OostIndien , die niet aan de. handeldrijvende Ingezetenen zijn afgeftaan,. als mede den aanbreng der voortbrengzelen van den grond aldaar herwaards, het aanvoeren van Thée, uit het Rijk yati China, daar onder begrepen. De Raad, zulks uitvoerende, zal, bij voorraad, handelen volgends den inhoud van hetlaatfte Ocfrooij, aan het Committé tot de zaken van den Oost-Indifchen Handel en Bezittingen verleend, met zodanige verdere bepaalingen,, als bij deze Acte van Staatsregeling zijn uitgedrukt,, tot zolang, dat, door het Uitvoerend Bewind, op voorltel van den Raad der Afiatifche Bezittingen , aan het Vertegenwoordigend Lichaam, een nieuw Charter aangeboden, .en door het laatfte zal zijn bekrachtigd. De Wet zal dit Artikel kunnen veranderen of vernietigen,, naar  naar maate het belang der Bataaffche Republiek zulks zèl vorderen. 2.50. De Wet zal de inwendige Staatsïnrigting, en de wijze van bediening der Policie en Justitie, in elk dezer Bezittingen en Etablisfementen, regelen. Over de West-Indifche Bezittingen en Colonien in America, en op de Kust van Guinéa, . Art. 251. Aan ieder der Colonien zal een nieuw Conftitutioneel Charter gegeven worden. Dit Charter zal de tegen* woordige Belastingen doen ophouden, en eene nieuwe wijze van vergoeding aan de Republiek, voor derzelver verleende befcherming, vastftellen. 252. Het ontwerpen van dit nieuwe Charter, zal door het Uitvoerend Bewind, op voorftel van den Raad der Amerikaanfche Colonien, aan de Vertegenwoordigende Vergadering ter bekrachtiging aangeboden worden. 253. De kosten , v.ior het Huishoudenlijk Beftuur der Colonien, zullen door de Inwooners zeiven geregeld en betaald worden. 254. De Wet zal bepaalen het getal en de magt der Commisfarisfen, welken het Uitvoerend Bewind in iedere Colonie of Bezitting zal kunnen zenden. .255. Alle onderfcheiden Kamers en Departementen van den VVest-Indilchen Handel, of hoe ook genoemd, zijn vernietigd. Alle afzonderlijke Colonien worden, terftond, onder één algemeen Beftuur gebragt, en zij, die zullen bewijzen door deze vereeniging benadeeld te zijn, afgekogt. T I-  C 161 ) t i t u l vin van de rechterlijke magt. EE-RSTE AFDEELINC. Algemeene Bepaalingen» Art. 256. Geene Rechterlijke Bediening word waargenomen, dan door Bataaffche Burgers, die den vollen ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben. Buiten deze voorwaarde, kan de Wet nog andere bepaalingen in de keuze maaken. 257. In geene Rechtbank hebben Leden, of openbaare Aanklaagers, te gelijk zitting, die aan eikanderen beltaan-in de opklimmende of nederdaalende linie , nog ook als Broe- dffr' °f $ °°m en Neef' het ziJ door Bloedverwantfchap of Huwelijk. r 258. De Leden van alle Rechtbanken zijn, bij hunne aftreding volgends de Wet, wederom ten zelfden tijde verkiesbaar 259. Geen Lid word afgezet, dan om misdrijf, in zijnen Post begaan, nog ook gefchorst, noggevonnisd, dan na een voorafgegaan Decreet van befchuldiging. 260. Geen Lid mengt zich in de uitoeffening van Wet?e vende of Uitvoerende Magt, of van Policie. Het verhinderd nimmer de uitvoering van eenige Wet, nog roept eenig ander Lid van Bewind voor zich ter verandwoordino- Het gezag der Rechtbanken word door de Wet bepaald. In. geval van gefchil tusfchin Bcwindvoerend of Rechter lijk Gezag, tot welk van beiden de eene of andere zaak ter beilisfing behoore, gefchied de uitfpraak door het Verteren ■ woordigend Lichaam. ® pi In Civile zaken is het recht van partijen, om haare gefchillen door bemiddeling van door haar zeiven gekozen ■Scheidsmannen aftedoen, onfchendbaar, dn derzelveruitW ipraak  fpraak zonder hooger beroep, ten Zij partijen zig zulks uit-: druklijk voorbehouden. 262. In Crinuneele Vonnisfen, ten nadeele van den befchuldigden gewezen, word de misdaad nauwkeuriglijk. uitgedrukt, op poene van nuditeit. 263. Geen Regter of Regtbank bereekent, onder eenig voorwendzel, of benaaming, eenige kosten, ten behoeve van zig zeiven, aan de gefchilvoerende Partijen. TWEEDE AFDEELINC. Van de. Vrêederegters, en derzeb'er Bijzitters, — van de Burgerlijke Regtbanken, — van de Departementaale Geregtshoven^ —• van de Vkrfchaar over de misdrijven der Res-ters, — van het Hoog Nationaal Gere^tshof, — en van . dt Ragtspltyging over het. Volk. van Oorlog* 264. In elke Gemeente is ofzijn één of meer Vrederegfers, Derzelver getal is evenredig aan de bevolking. . 265. Elke Grondvergadering benoemt , . ten dien einde, één Perfoon buiten zich j bij meerderheid van ftemmen, en geeft berigt van haare keus, bij billet, door den Voorzitter en Secretaris getekend en verzegeld, aan den Raad der Gemeente. 266. De Raad der Gemeente doet eene Lijst der benoemde Perfoonen drukken, verminderd die,, bij herhaalde ftemming, tot een Drie-tal, en volbrengt daaruit, agt dagen daar na de gevorderde keus., 267. Wanneer eenig benoemd Perfoon de volftrckte meerderheid van ftemmen der Grondvergaderingen heeft, word deze keus door den Raad bekragtigd. . 268. Aan ieder Vrederechter worden, op vordering van wederzijclfche Partijen, twee Bijzitters toegevoegd. 269. De Bijzitters worden benoemd door de Grond-vergaderingen , en wel door ieder Eén. D e Lijst derzelven word door  C 163 ) door den Raad -der Gemeente-, ten fpoedigften, openlijk • bekend gemaakt. -270. Vrederechters en Bijzitters worden voor den tijd van twee jaaren gekozen; doch zijn wederom verkiesbaar. 271. Uit de algemeene Lijst der Bijzitters zijn Partijen bevoegd, ieder, één, naar hun welgevallen, te kiezen. 272. De Wet bepaalt de voorwerpen, waarover de Vrederechters, het zij met of zonder hunne Bijzitters, ook met of zonder hooger beroep, uitfpraak doen. 273. Het ftaat niemand vrij, eenig twistgeding aan te vangen, zonder zich, alvoorens, tot den Vrederechter te hebben vervoegd. Zo de Vrederechter hen niet kan bevredigen, verwijst hij hen, bij fchriftlijke Acte, naar de Burgerlijke Rechtbank, met overlegging der daar toe behoorende Stukken, door beide Partijen ondertekend. 274. Geene Pracf ifijns , nog derzelver inftru&oire Schriftuuren, voor zo verr' zij geene bewijs-ftukken behelzen, werden door den Vrederechter, met of zonder Bijzitters gezeten zijnde, toegelaten. 275. De Wet bepaalt de Ambtsverrigtingen en de jaarwedden der Vrederechters, als mede, op welke wijze zij de zaken, voor hen gebragt, hebben te inltrueeren. 276. In elk Departement beltaan Burgerlijke Rechtbanken. 277. Derzelver aantal en werkzaamheden, zodanig, als ■ het geriefder Ingezetenen, ter bekominge van goed I-echt, •vordert, gelijk mede het aantii van Leden, en de wijze van keus door de Grond-vergaderingen , word door de Wet bepaald. 278. Ieder Departementaal Beftuur benoemt, op Inrtruétie van het Uitvoerend Bewind, in de verfchillende Gemeenten van deszeïfs Departement, het benodigd aantal van Schouten Lnmm&el, met derzelver Dienaars. W 2 279. Voor  279. Voor elk Departement beftaat een Departementaal Gerechtshof, ter behandeling zo wel van Crimineele, als van Civile zaken, volgends Liftructie, door het Vertegenwoordigend Lichaam vervaardigd. 280. Hetzelve is zaamgefteld uit tien Leden, waarvan vijf tot de crimineele, en v^tot de. civiele „zaken, bijzonderlijk werkzaam zijn. 281. Het Uitvoerend Bewind ftelt, bij elk dier Geregtshoven, eenen Commisfaris, gelast, om te waaken voor de uitvoering der Wetten, en , derzelver formgelijk mede , eenen openbaaren Aanklager in. crimineele gevallen. 282. Bij deze Geregtshoven dienen, de Civiele zaken, alleen in- geval van hoger beroep. 283. Ieder dezer Geregtshoven vonnist,; bij'uitfluiting, over alle misdaaden, in derzelver Departement begaan, over welken de Wet, het zij infamie of lijfftraf bepaalt, waar onder bijzonderlijk behooren alle fraudes en contraveutien, door. Ingezetenen van het Departement ten nadeele van 's Lands Middelen gepleegd... 284. Dezelven doen al mede uitfpraak over alle'misdrijven, door alle Leden van eenig Administratief Beftuur, of ook door de ondergefchikte Financiëele Ambtenaars in de Departementaale Gemeenten , in derzelver.posten begaan. 285 In geval eener gevorderde Revifie van een Vonnis, door zoodanig Geregtshof gewezen, word dezelve opgedrao-en aan Jldjuniïen. Reyifeurs, uit de naastbij gelegen Departementaale Geregtshoven te benoemen. Derzelver getal zal ..evenredig zijn aamdat van hun, die het Vonnis hebben uitgebragt. 286. De Wet bepaalt de wijze van benoeming, den tijd van aftreding, de werkzaamheden, met derzelva* fplitfing, en de jaarwedden van .alle Leden tot de Departementaale Geregtshoven behoorende... 287. De  287. De Wet bepaalt , in?gelijks, de aanftelling der noödige Ministers bij ieder dezer Hoven, onder bepaalde Inftruéfcien. • 288. In geval van verzuim, of misdrijf, dooreen Regter of Regtbankin de uitvoering der Wetten , of derzelver form begaan, geeft de Commisfaris bij r3at Departementaal Gtregtshof, waar onder die Regter of RePtbank behoort, daar yan terftond kennis aan den Agent van Juftitie. 289. In het eerfte geval, poogt de /.gent van Juftitie denzelven Regter, of Regtbank/door nadrukkelijke inftantien, tot derzelver pligt te overreeden. 290. - In geval van misdrijf, fchorst den voorn. Agent het Vonnis , en draagt zi ne aanklagt voor aan het Vertegenwoordigend Lichaam', met eisch van regtsvervolging. 291. Het Vtrtegi nwoordigenc Lichaam volmagtigt alsdan den gemëlden Agent, om, ten dien einde, bijééiiteroepcn de Vierfthaar over de misdrijven der Regters-, m hunnen post begaan. 292. Deze Vierfchaan'szaamgefteld uit den Vöcrn; Agent, als Aank'.aager, en vijf Leden uit de vijf Departementaale ©eregtshoven, daartoe, bij tourbeurt dier Hoven, en bij loting van derzelver Leden te verkiezen. Bij de daarfteïling der Departementaale Geregtshoven, zal daartoe een Rooster gemaakt worden. 293. De gedaane aanklagt tegen den Regter, of Regtbar.k, door dezelve Vieifchaar wordende bekrachtigd, vernietigt zij als dan het- Vor.ris , tegen de Wet of derzelver form geveld, en verwijst den Regter tot de ftraf, bij de Wet bepaald, 294. Het Hoog Nationaal Gerechtshof beftaat 'alleenlijk ingevallen, bij de Wet bepaald, bijzonderlijk, om uitfpraak teidoen over misdrijven,- door de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, of van het Uitvoerend Bewind, des- W 3 aeifi  ( 166* ) zelfs Agenten, Commisfarisfen der Nationaale Rekening, .door de°Ministers dezer Republiek en derzelver Secretarisfen bij Buitenlandfche Mogendheden, of door de Secretarisfen van Ambasfade, in de waarneming hunner Posten begaan. Deszeïfs zamenroepirig gefchied door het Uitvoerend Bewind, op last van het Vertegenwoordigend Lichaam. 295. Hetzelve is zaamgefleld uit Leden der Departementaale Gerigtshoven. . Uit ieder dezer Hoven worden, bij loting, drie Leden gekozen, om als Rechters te handelen. Uit deze, aldus gekozen, vier-en-twintig Rechters, kan zo wel de Befchuldigde, als Befchuldiger, agt derzelven .weigeren, zonder redengeving. De redenen van weigering, tegen de overige Rechters aangevoerd, worden beoordeeld door zodanig Departementaal Gerechtshof, als Befchuldigde of Befchuldiger zal benoemen. Aan deszeïfs uitfpraak zullen zij zich onderwerpen. De redenen gegrond wordende geoordeeld, worden de Plaatfen dier geweigerde Leden, bij loting, vervuld, zonderde ■ weigering te herhaalen. Onder de zestien Rechters, die alzoo zijn toegelaten, gefchied eene uitloting van vier Leden. De overige twaalf Rechters vormen alzo het Hoog Nationaal Gerechtshof. Uit dit getal word, bij loting, Een derzelven tot openbaaren Aanklager benoemd. De overige elf Rechters verkiezen uit hun midden eenen Voorzitter. De Wet bepaalt de Belofte, en andere voorbereidzelen, tot deze.Zitting behoorende. v.96. Dit Gerechtshof vergadert niet, dan na dat het Vertegenwoordigend Lichaam een Decreet van beichuldiging genomen heeft. ^ ^  C 167 ) . ' 297; Het Vertegenwoordigend Lichaam Bepaalt al mede de Plaats, alwaar dit Gerechtshof zijne zitting zal honden. Deze Plaats meet, ten mirften, tówuoren van het verblijf des Veitegenwoordigenden-Lichnams verwijderd zijn. ■ 298; ffctFolk van Oorlog blijft, zonder onderfe helding, van rang, in alle Civile zaken, en voords in commune delicten, alleenlijk onderworpen aan den Burgerlijken Rechter. 299, Zodanige feiten, echter,, die in den Dienst, en dooiden Krijgiman alleen, kunnen worden bedreven, worden aan Guarnifoens-Krijgsraaden verwezen, die, op confes/te, vonnis wijzen, zonder hooger beroep. De Wet zal nader bepaalen de gevallen, op welken deze regel toepaslijk zij. . Het Reglement van Krijgs-Tugt (Art. 11.9.) bepaalt derzelver zamenflelling, vooral ten aanzien der Auditeur en Militair, en Fiscaals, 300.. In tijd van Vrede, kan, in crimineele gevallen, eene herziening der Vonnisfen van gen. Garnifoens-Krijgsraaden gevorderd worden, om te beoordeelen, ofdeftraf, bij de Wet bepaald, naar behooren is toegepast.' In dat geval, dienen de vijf oudfte Hoofd- Officieren van de Brigade , en de naast bij zijnde Auditeur Militair, mids niet in dezelfde zaak bij den Krijgsraad gediend hebbende. 301. In Militaire Vonnisfen, door Guarnifoens Krijgsraaden zonder confasfte geflagen, zal een hooger beroep zijn op eene Hooge Vierfchaar. Dezelve zal beftaan . uit vijf Hoofd Officieren , en een Fiscaal. . De Wet bepaalt, in dit geval, de werkzaamheden van; den Agent van Oorlog, en de betrekkingen van den Fiskaal en de Auditeurs- Militair, gelijk mede de wijze van zamenflelling dezer Vierfchaar. 302. Eene gelijkzoortige vorming en werking van Krijgsraaden heeft plaats, ten aanzien der Mariniers, zoo dra zij zig aan boord van 's Lands Schepen bevinden. De - -  X iS3 o De Wet maakt ook, ten dezen .opzigte, zoortgelijke ' bepaalingen, als in Art. 300. tot 302. zijn uitgedrukt. : De. nieuwe vorming der, in dezen Tïtul omfchreven, . Regterlijke Magt zal Iiaareu aanvang nemen, binnen eene Maand, na de eerfie zitting van hei Vertegenwoordigend Lichaam. Het mtbisk van Burgerlijke en Lijfjlrajüjke Wetten (Art. {.. 128. Blaiz. 8) zal echter, in de form dezer inrigtingen zoodanige veranderingen mogen maken, als, tot veiligheid van den Staat, en gerief der Ingezetenen, in dsn tijd, zal noojig ge« . oordeeld worden. T I T U JL IX. OVER DEN STAATKUNDIGEN INVLOED DES VOLKS OP DE STAATSREGELING. Art. 304. Tot op het einde van het jaar 1303 dergemeene ' Tijdreekening, kan 'er geenerlei verandering in de Staatsre. geling gemaakt worden. 305. Met den aanvang van het'jaar 'j.304, zal 'er eene herziening van dezelve plaats hebben. 306. Tot dat einde, ?al werkzaam zijn eene Commisfie van Herziening, beflaande uit zo veele Leden, als 'er tag~ tig Duizendtallen Zielen in de Bitaiflche Republiek gevonden worden, en gekozen door de Grond- en Diluricts Vergaderingen, op den tijd en de wijze, bepaald bij het Regle- . ment, Letter E. -307. Vervolge nds, kan'er, van vijf tot vijf jaaren, eene nieuwe Herziening der Staatsregeling plaats nebben, op de wijze, bij hetzelfde Reglement vastgefteld. 308. Behalven op deze, bij de Staatsregeling vastgeftelde, tijdftbpen en wijzï, en zonder den uitgedrukten wd des .Volks, kan dezelve, nimmarj we^'^ik worden Meranderd. REL  C 169 ) REGLEMENTEN, behoorende tot be ACTE van STAATSREGELING. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER A. Behoorende tot Titul II. EERSTE AFDEELING. Cver de wijze van Stemming in de Grond-vergaderingen. Art. 1. In elke Grond-vergadering, is de Oudftein Tsaren provifioneel Voorzitter, en de Jongfte neemt den Post van Secretaris op zich, waar van zij, nogthands, om reoenen, door de Vergadering voldoende geoordeeld verfchoond kunnen worden , en opgevolgd door den Naastvolgenden in Jaaren. 2. In elke Grond vergadering, worden door den Secretaris de Naamcn der Stemhebbende Burgers, daartoe behoorende, volgens eene Lijst, door het Gemeente-Beftuur aan den Voorzitter toegezonden, gelezen, die der agtergeblevenen aangeteekend, en het getal der aanwezenden opgemaakt 3. Bij geheime Stemming, worden vijf Stemöonemers'bil meerderheid benoemd, en uit dezelven één tot Voorzitter en één tot Secretaris verkozen, terwijl één der drie anderen de Contra-Lijst van Stemming zal houden. 4. Dezen benoemd zijnde, word niemand,' onder welk voor wendzel ook, inde Vergadering meer toegelaten, noch kan zich iemand daar uit verwijderen , dan met toeftemroing van den Voorzitter. ö 5. De Voorzitter opent de Vergadering in dezer voegew Hec werk» waartoe wij thands geroepen zijn, vordert X „ de  C 170 ) „ de 'plegtige herinnering van het belang, dat 'er voor ons „ cn voor alle onze Medeburgers, wier zaak wij alhier waar„ neeroen, ligt in de gelukkige keuze van eenen Man, op „wiens Ichcudtrs, benevens anderen, roet hem in. het Beduur te plaatzeh , deszeïfs gewigtige last zal rusten. Dat \ dan- het bezef van dit belang, en van onze duure verplig' ting, ons alles doe ter zijde zetten, wat ons beletten zou, " zodanig eenen te benoemen, toegedaan aan de heilige begin" zelen en vdcrfchnften onzer Staatsregeling, dien elk onzer " in gemoede. als den bmflltn en'Kundigllen totzuik eenen ' aanmerklijken Post, befchouwt, ten einde elk onzer een gerust geweten hibbe voor God en het Vaderland!" „ lk maak dus geene zwaarigheid, om op nieuw de volgende Verklaaring afteleggen:" lk verklaar, eenen ^veranderlijken afteer te hebben van het 3 Stadhouderfchap , Icederalisme, de Arhlocratie, en de Re- • geeringloosheid. lk Mc'of dat ik m alle cte bencemin- ' gen , die ik heden zal doen , niemand jlemmtn zal, dien ik in waarheid gelove een /lanlmnger van het Stadhouderli lijk en Federatief Bejluur , «ƒ Fourjlander van Ariüocra„ tie en Regeeringlooslm'd te %ijn.v „ lOit'verklaar ik op mijne Burgertrouw:' 6. Deze Verklaaring ligt gefchreven op de Tafel, aa» welke de Voorzitter geplaatst is, en ieder der Stembevoegden legt, bij den aanvang der werkzaamheden, Zijne ^nd op dit gefchrift, en zegt, terwijl dezelve daarop rust,, overluid: ' Dit verklaare ik: 7. De Voorzitter, Secretaris, en drie Stemopnemers, brengen het eerst hunne ftem uit, zonder deswege onder eikanderen eenige raadplegingen te hóuden. 8. De Secretaris , na alvorens aan ieder der Stembevoegden een Nummer te hebben doen trekken, teekent hetzelve onder het oog van hem, die het getrokken heeft, op den hoek van een Bricfjen, vouwt dien hoek, en verzegelt denzeiven naar behooren. o. Ieder fchrijft, in tegenwoordigheid der Stemopnemers, den  C m 5 den Perfoon, dien hij ftemt, met uitdrukking van deszeïfs «aam en Toenaam, of met zodanige andere aanduiding, als denzelven kenbaar maakt, op het gezegde Briefjen, fteekt net in eene daar toe beftemde Buste, die behoorlijk gefloten is, en waarvan de fleutel, gedurende de Stemming, bij den Voorzitter bewaard blijft. 10. Hij, die niet kan lezen en fchrijven, meld den Perfoon, dien hij wil ftemmen, met uitdrukking van deszeïfs Naam en Toenaam, of met andere voegzame aanduiding, aan den Secretaris, cn aan hem die de Contralijst houd. De Secretaris fchnjft zulks voor hem op het Stembriefjen vertoont dit aan hem , die de Contralijst houd, en laat het door den Stemmer zelf in de Busfe fteken. 11. Na het inkomen van alle de Brief jens, opent de Voorzitter, in tegenwoordigheid der Stemmers, de Busfe, neemt de Brief jens één voor één daar uit, en ftelt dezelven ter hand aan den derden Stemöpnemer, die tot het oplezen der Naamen benoemd is. 12. Deze is gehouden , den Naam, op ieder Briefjen gefchreven, overluid op te lezen, en aan den Secretaris, en hem, die de Contralijst houd, te vertoonen, welke beden, ieder op zijne Stemlijst, de Naamen aantekenen. 13. In geval bij het oplezen van eenig Briefjen blijkt, dat iemand m de aanduiding van den l\rfoon een misflag had begaan, word het Nummer door den Voorzitter ontzegeld, en de Stemmer opgeroepen, om zich nader te verklaaren. 14. Hij, die de volftrekte meerderheid van Stemmen rdat is, ten mmften ééne meer, dan de helft, van alle de Stemmen) heeft, is de Benoemde. 15. Wanneer niemand de volftrekte meerderheid heeft zulien alle de Geftemden op nieuw worden voorgelezen' ten einde daaruit één benoemd worde. x 2 16, Bij  C 172 ) 16. Bij de tweede Stemming, zulk eene meerderheid geene plaats hebbende , worden de 'drie, die de meeste Stemmen hebben, tot eene derde Stemming voorgedragen.. 17. Bij de derde Stemming, is hij, die de meeste Stemmen heeft, fchoon geene volftrekte meerderheid hebbende benoemd. In geval de Stemmen ft-ken, beflist het Lot. 18. Bij elke herftemming worden, alvoorens, de voorige Stembrief jens in een Omflag verzegeld, en,, na afloop> der Zitting, verbrand. 19. Zo dra de benoeming, van eenen Vertegenwoordiger.^ én, op dezelfde wijze, die van eenen Kiezer der Grond vergadering , en deszeïfs Plaatsvervanger, of ook de Stemming volbragt is over zodanige zaak, waartoe de Grondvergadering, bij de Staatsregelingof door eene bijzondere Wét van het Vertegenwoordigend Lichaam, was opgeroepen, word het verhandelde in gefchrift gefteld, en door den Voorzitter,. Secretaris, en de drie Stemopnemersondertekend, waar na de Vergadering.door den Voorzitter, oogenbliklijk gefcheiden word. 20. De Wét bepaald de wijze van ftemming, bij het. verkiezen van onderfcheiden openbaare Ambtenaaren, voor. zoo veel bij de Staatsregeling daar in niet is voorzien... TWEEDE AF DEELING. Van de Kiezers ter üiJiri£is-Vergadenng^ Art. 2T. De Kiezers bedanken-nimmer voor den hun op-, gelegden last, dan om redenen, welke bij de Grond-vergaderingen, waardoor zij benoemd zijn, worden aangenomen. 22. Zij bevinden zig, op den derden dag na de benoeming, op de plaats hunner beftemming. Ter goedmakinge der reiskosten, word hun, voor ieder uur afftands, toegelegd een Grilden. 23. Zij-  ( i73 y 23. Zij geven hunnen Lastbrief aan eene daar toe benoemde Commisfie van het Plaatslijk Beftuur, alwaar de Diftricts-Vergadering gehouden word, ter naardening over,, en voorts in dè Vergadering aan den Voorzitter. 24. Wanneer de Kiezer verhinderd word tvt-Diftrift-Pergndering te verfchijnen, draagt hij,dien post op.aan zijnen Plaatsvervanger. 25. Ook dezen wordende verhinderd, draagt hij zorg datde door zijne Grond-vergadering benoemde Perfoon aan de Vergadering van Kiezers kenbaar worde, en zend, tot bewijs der egtheid, zijnen Lastbrief. 26. De Vergadering van Kiezers conftitueert zig op denzelfden voet, als de Grond-vergaderingen. (Art. 1. m.) 27. De Voorzitter doet alle de, door de onderfcheiden Grond-vergaderingen van dat Diftricr. benoemde Perfoonen, op eene lijst brengen, en der Vergadering voorleezen. 28. Zo iemand door eene volftrekte meerderheid (dat is , door_ ééne. ftem meer, dan de helft) der.Grond-vergaderingen is benoemd, is de keuze gedaan. 29. Zo niemand door de volftrekte meerderheid is be-< noemd , worden de drie, door de meesten van alle Grondvergaderingen benoemd, op eene Lijst gebragt. 30. Zo 'er geene drie Perfoonen, door meer dan eene Grond-vergadering benoemd zijn , worden uit de andere benoemde Perfoonen, bij befloten Brief jens, een of twee tot het Drietal, bij eene betreklijke.meerderheid van ftemmen, benoemd. 31. Zo* niemand dervoorgedraagenen door meer dan eene Grond-vergadering ware benoemd , word uit alle de benoemde Perfoonen een Drietal op dezelfde wijze daargefteld. 32. Uit het gemaakte Drietal word het Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekoren. 33. De wijze van benoeming gefchied overeenkomftig Art. 7, 8, 9, 11, 12 en 13, voor de ftemming in Grondvergaderingen bepaald. X 3 '34. Op-  ( 174 > $4- Op gelijke wijze, "als bij Art. 9,10,'11,12, i3en 14, van dit Reglement bepaald is, word een Plaatsvervanger van het Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekozen. 35. Zo iemand der Kiezers door zijne Mede-Kiezers op het Drietal geplaatst word, begeeft hij zig, bij de ftemming daarover, buiten de Vergadering. 36. De benoeming gefehied zijnde, doet de Voorzitter een Credentiaal voor den Benoemden door den Secretaris opmaaken, van den navolgenden inhoud: „ De Vergadering van Kiezers uit veertig Grond-vergaderin- „ gen van het Diftridt van der Bataaffche Repa7 ,, bliek, ontbied, in gevolge der Afle van Staatsregeling, den ' ,, Burger .... woonende .... ten einde zig te vervoegen, als Lid, bij het Vertegenwoordigend Lichaam der „ Bataaffche Republiek." Dit Credentiaal word, onverwijld; aan het gekozen Lid, en een zoortgelijk aan deszeïfs Plaatsvervanger toegezonden. 37. Hetzelve word door den Voorzitter getekend, en dooiden Secretaris met twee Leden gecontraügneerd. 38. Van deze benoeming, en van het verhandelde ter Diftricts-Vergadering, word met eenen Brief kennis gegeven aan het Vertegenwoordigend Lichaam, en aan het Uitvoerend Bewind, op gelijke wijze ondertekend, als in het naastvoorgaande Artikel is gemeld. 39. De Voorzitter verklaart alsdan, dat de werkzaamheden der Vergadering geëindigd zijn, en fcheid dezelve. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER B. Behorende tot Titul. III. EERSTE AFDEELING. Van de Vervulling der jaarlijks openvallende Plaatzen in het Vertegenwoordigend Lichaam. Art. 1. Het Uitvoerend Bewind roept, volgends de orde, door  ( ns y door de loting, bij Art. 38. van de Jcïe der Staatsregeling bepaald, jaarlijks, tijdig op alle de Groi.d-vergaderingen van die Diftriéten, wier tourbeurt het als dan is, tegen den laatsten Dingsdag der Maand Mat), met herinnering van tijd -en plaats van zamenkomst der DiJïriSis Vergaderingen, ten einde nieuwe Leden te benoemen voor het Vertegenwoordigend Lichaam. - k£nnis aan den Volke, en zorgt, zonS a r ^/^^ ^ gereedheidzij, om het Vertegenwoor- AneteS111^11 Mèm^^^ P^atfe te on^vangS. . Alletegenftand en vertraaging, aandit Decreet toegebragt \ is .een aanftag, tegen de veiligheid van den Staat. m^Dï^ Jm^mF3^-*?® tevens' dat daar van onverwijld aanfchrijvmg gelchiede aan die Leden van het Verte* gen**-  ( PSf > aenwoordigetid Lichaam, welken afwezig mogten zijn, metfproeping, om, ten beftemden tijde en plaatfe, ter Verga* dering tegenwoordig te zijn. r 16. Indien eenig Lid opdien tijd aldaar met tegenwoordig is en, binnen agt dagen na ontvang der gedaane apichruvin *geene redenen voor zijne afwezigheid heeft ingezonden of indien de gegeven redenen door de kamer, waartoe hij^behoort, niet voldoende gekeurd zijn^wordhij doordie Kamer verklaard, vervallen te zijnvan zijnen Post, en het Uitvoerend Bewind gelast, onverwijld te zorgen voor de oproeping van zijnen Plaatsvervanger,, of voor eene nieuwe V^S^£^ Lid word daar en boven, a^cS ditzTl^on de veiligheid van den Staat, voor dat vlvZnSl ^rechtshof: waartoe hij als Ingezeten.be- ^ZltlMd^d^d sünook fchuldig allen, die zig: in eeniïerlei opzigt tegen het verkiezen van meuwe Leden in het Vertegenwoordigend Lichaam verzetten,, DERDE A F D E E L 1 N G. Van de form. van Raadpleeging, en de Formulieren, daar bij in agt te neynen. Art 18 De Eerfte Kamer- neemt,, in het raadpleegen, Wer eenig voorftelhaarer Leden of Commisilen, de volgende * andere is, telkens, ten minften van dne dagen-. 1 Na Se m-/?; of tweede lezing, kan een voorftel-SfifflPjgfc of deraadpleging daar over uitgeteld worden. Het belluit lun oi-pt eerder, dan na de derde lesing., plaats hebben. Alleen moet voor dezelven eene Heilige verklaaring van die noodzaaklijkheid , door de volftrekte meerderheid van alle de Leden der Eerfte Kamer erkend, voorafgaan, i 20. De Voorftellen, door de Eerfte Kamer aangenomen, en in befluiten veranderd zijnde, worden onverwijld gezonden aan de Tweede Kamer, zijnde aan het hoofd derzelven uitgedrukt, of de dagteekening der drie agtereenvolgende lezingen , of wel de beredeneerde verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkneid. 21. Indien, uit het hoofd van eenig toegezonden Befluit aan de Tweede Kamer, niet blijkt, dat de voorgefchreven form in agt genomen , of de onverwijlde noodzaaklijkheid door de Eerfte Kamer verklaard is, weigert dezelve haare bekrachtiging, zonderden inhoud van het belluit zelve in overweging te nemen , en zend dat aan de Eerfte Kamer te rug. 22. Indien, aan het hoofd van een Befluit, de verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid door de Eerfte Kamer js uitgedrukt, raadpleegt de Tweede Kamer terftond over die verklaaring. a. Zo de 'Tweede Kamer die verklaaring bekragtigd , raadpleegt Dezelve zonder uitftel over het Befluit zelve. b. Zo deze Kamer die Verklaanng verwerpt, neemt dezelve het .daar bij ingezonden befluit niet in overweging , maai- zend hetzelve oogenbliklijk, met haar Decreet van weigering, te rug aan de Eerfte Kamer. Y 2 23, IÖ-  23. Indien een befluit der Eerfte, Kamer, aan de Tweede ;Kamer voorgefteld, wel de vereischten heeft, Art. 18. gevorderd, en, zo de Iweede Kamer wel bekragdgd de ver. klaaring van . onverwijlde noodzaaklijkheid , maar de zaak zelve, of den maatregel, in het befluit voorgedragen, niet bekrachtigd, zend zij hetzelve, met haar Decreet van weigering ,- aan de Eerfte Kamer te rug. 24. Alle voorgeftelde Befluiten der Eerfte Kamer, aan •welker hoofd niet geplaatst is de verklaaring van onverwijlde noodzakelijkheid, moeten, om door de Tweede Kamer te kunnen bekrachtigd of verworpen worden, alvoorens drie lezingen in dezelve ondergaan. Het tijdverloop, tusfchen de ééne lezing en de andere, is ten minften van drie dagen telkens. Zo het Befluit word bekragtigd, worden de drie dagen der onderfcheiden lezingen, in de Tweede .Kamer, aan het hoofd daar van uitgedrukt. 25. In alle gevallen, waar in de Tweede Kamer een Befluit, haar door de Eerfte Kamer voorgefteld, op de wijze, bij Art. 23- bepaald, verwerpt, voegt zij, bij haar Decreet van weigering, de redenen, welke haar daar toe bewogen hebben. 26. De Eerfte Kamer neemt deze redenen, na een tusfchentijd van ten minften twee dagen, in overweging: a. Indien zij in dezelven berust, is het Decreet der Iweeae Kamef onveranderlijk, en het voorgefteld Befluit blijft verworpen. ,h. Zo.de herfte. Kamer niet berust in de aangevoerde redenen van weigering, zend zij haare xegenbedenkingen daarop aan de Tweede Kamer. 27. De Tweede Kamer neemt, in zodanig geval, de nadere bedenkingen der Eerfte Kamer, op den tweeden dag, na die te hebben ontvangen, in overweging. 28. Indien dezelve de bedenkingen der Eerfte Kamer gegrond vind, vernietigt zij haar Decreet van weigering, en bekrachtigt het voorgefteld Belluit van de Eerfte Kamer. 2Q. In-  C &* j sp. Indien zij die 'bedènkingen niet gegrond vind, volhard zij bij'-haar Decreet van weigering. Doch hier toe word, bij hoofdhjke ftemming, eene meerderheid van twee Derden van alle haare tegenwoordig zijnde Leden verëischt. De namen van allen, die in dit geval voor of tegen geftemd hebben, worden in de Notulen aangeteekend. Van dit befluit word onverwijld, aan de Eerfte Kamer kennis gegeven. 30. Een zoodanig afgekeurd Voorftel kan, bij geene der beide Kamers, wederom, in overweging worden gebragt. dan na verloop van een Jaar. 31. De Tweede Kamer bekrachtigd of verwerpt, nimmer, eenig bijzonder Artikel van het voorgefteld befluit. De Eer. fte Kamer kan het een of ander gedeelte van hetzelve, in geyal van verwerping, op nieuw, aan de Tweede Kamer ter bekrachtiging inzenden. t 3r2L Formulieren, waarvan de Tweede Kamer in de onvolgend?" geVaUen' boven uitged™&» bedient, zijn de a. in het geval, bepaald bij Art. ai. De Staatsregeling verbied, éu befluit in overweging te nemen» 1. In het geval, An. 22. Letters. De Tweede Kamer, overwegende, dat bekrachtigt de ■Verklaarmg van^nverwijlde nooazaaklijkheid door de EerfleKa» ■mer, geplaatst aan het hoofd van het volgend Belluit. e. In het geval, Art t2, Letter b. bepaald De lweede Kamer erkent-de nj^zaaUijkheid van een onverwijld oejiuit met, * d. In het geval, art. 23 bepaald. De Tweede Kamer, overwegende, dat bekrachtigt het nevensgaande Befluit niet. 6 e' 7iieVgeV?1 Vr?n bekrachtiging van een voorgefleld Befluit. vJT, t! , Aamer ^krachtige het voorgefteld Befluit. en ver* «ndert hetzelve m een Decreet. *J * Y S B IJ-  B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER O Behorende tot Titul IV. Van de wijze van aftreding en verkiezing der Leden van het Uitvoe¬ rend BeWind, het Voorzitter/chip, de wijze van ï^aaayi^,^ % den pust van Secretaris, en het Formulier wegens de ajkondiging der Wetten, of het terug-zenden eener Wet. Art. ï. Jaarlijks treed één Lid van het Uitvoerend Be^ wind af, de eerfte vier jaaren bij loting, en vervolgends, naar ouderdom van dienst. 2. Tervervullinge der openvallende plaats, fielt de herjte Kamer drie Perfoonen voor. Dezelven moecen zijn batiaffche Burgers, oud veertig jaaren-, geboren binnen-de Republiek, hebbende binnen dezelve, «reduurendé de laatste twintig jaaren, Kunne vaste woonplaats gehad, en gene Leden zijnde van-liet Vertegenwoordigend Lichaam. De voorwaarde van vaste inwooning heeft gene betrekking tot die Bataven, die, in den jaare 1787, genoodzaakt geweest zijn, wegens politieke vervolgingen, hun Vaderland te verlaten, mids daarin voor den jaare 1796 zijnde wedergekeerd. „ Uit de drie voorgeftelde Perfonen, verkiest de Tweede Kamer eên Lid tot het Uitvoerend Bewind, binnen drie dagen na ontvangst der benoeming. .. De voortelling word jaarlijks volbragt op den 1 Juni]._ Voortelling en keus worden gedaan bij geheime-.'temming, - 1 en bij eene volltrekte mfeérdetriiedwan (temmen der tegenwoordig zijnde Leden.innsdere Kimer. 3 Indien eene of twee plaatfen openvallen tusfehen den1 Maart en den 1' Juni], worden dezelve niereerder vervuld, dan op den gewoonen tijd der verkiezing. In dat geval, nemen de overblijvende Leden tot zich een of meer hunner Agenten, als proviüoneele Adjuncten, tot op den tijd der vervulling. ^  C 183 ) Indien de vacature' invalt in eenige andere Maand van liet: jaar, heeft 'er eene buitengewcone en onverwijlde vervulling plaats.. 4. Hij, die tusfchentijds benoemd word tot vervulling eener plaats, welke , naar de gewoone wijze, nog langer, dan een jaar, had moeten bekleed worden, treed wederom af,, -zoo dra deze tijd door hem veivuld is. Doch, ir.dien zijn Voorganger zoude afgetreden zijn bij de eerstvolgende gewoone verkiezing,, vervult hij,, nevens den tijd van zijnen Voorganger, ook de vijf daar aan volgende jaaren, alsof hij ten gewoonen tijde gekozen ware. 5. Niemand zal zich aan de op hem gevallen keus mogen ontrekken, dan om wettige redenen, {taande ter beöordeelinge dev Eerfte Kamer, of eene Commisfie uit dezelve, aan welker uitfpraak de gekozene zich zal moeten onderwerpen.. 6. Een aftredend Lid Is niet weder verkiesbaar, dan naeen tusfchentijd van vijf jaaren. 7; Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind , zal, bij beurte ,, Voorzitter zijn geduurende eene Maand. Bij de eerfte zitting, bepaalt het Lot der toerbeurten der Leden.. 8. Bij het Uitvoerend Bewind worden geene beliuiten genomen, noch eenige orders afgevaardigd, dan in de gewoone , of ook in zoodanige buitengewoone Vergaderingen waar toe het blijkt, dat de Leden geroepen zijn. Alle Notulen % zo van gewoone als buitengewoone Vergaderingen, moeten ten minften door drie Leden ondertekend zijn. 9. Ieder Lid is bevoegd, zijnen beredeneerden voordragt in de Notulen te doen infchrijven j gehik mede te doen aanteekenen, waarom hij tot een genomen belluit niet zal. hebben geftemd. Geene protesten worden aangenomen. 10. Het Uitvoerend Bewind, dés nodig oordeelende,. raadpleegt, in - afwezigheid van den Secretaris ; mids, ini zodanig geval,, de befluiten door dén der Leden, in een af- • ZORi-  £ i?4 ) zonderlijk geheim Register gefchreven,,en- door allen, telken reize ondertekend worden. 11. De bijzondere Leden van het Uitvoerend Bewind zijn verpligt, alle berigten, betreffende den. Staat, ..of deszeïfs betrekkingen ,. welken zij van de Buitenlandfche Ministers , dezer Republiek ontvangen, ter kennisfe te brengen van het geheele Lichaam, om daar op het nodige regard te Haan, zonder immer eene afzonderlijke politieke of ministeriëete Correspondentie te mogen houden... 13. Niemand der Leden begeeft zich buiten de Refidentie» plaats, dan op last, of,met uitdrukkelijke toeftemming van het Bewind zelf.. Dit, echter, word nimmer aan meer, dan één Lid te gelijk,, vergund.. 13. Niemand, Lid geweest zijnde van het Uitvoerend Bewind, kan,. zonder toeftemming van het Vertegenwoordigend Lichaam',. het grondgebied der Republiek, verlaten, . binnen twee jaaren na deszeïfs aftreding.. 14. Tot Secretaris van het Uitvoerend Bewind, gelijk mede tot deszeïfs Agenten,. tot Commisfarisfen, Leden van de Raaden der Oost-, en West-Indifche Bezittingen, of cok tot Buitenlandfche Gezanten, of derzelver Secretarisfen, is niet benoembaar eenig Lid van het Uitvoerend Bewind, dan na verloop van twee jaaren zederd zijne aftreding, noch ook iemand, die aan één van deszeïfs in dienst zijnde Leden, tot in den derden graad ingefloten,. vermaagfchapt is door Bloedverwantfchap of Huwelijk, noch ook iemand, tenzij dertig jaaren oud, en de verdere vereischten^ bij Trrui, II. van de Staatsregeling bepaald,.bezittende, 15.. De aanftelling van den.gemelden Secretaris gefchied door het Uitvoerend Bewind, volgends Inftra&ie, door het Vertegenwoordigend Lichaam- goedgekeurd. 16. Het Uitvoerend Bewind, noch ook deszeïfs Leden, als .zodanigen, verfchijnen immer in de Vergaderingen van het.  C **5 ) het Vertegenwoordigend Lichaam. De mededeling van voor. vaXaaT11 * gCfchied d°0i' £enen ^fchapper 17. Het Formulier, voor de afkondiging van ontvang» ^Tv^fuiten' ^ ^fU5 ?55 w^n.lJnV^rend,Bcvvind del' ^taaffche Republiek doet te " ^ft,en:.>Dttfac^Vertegenwoo'•digend Lichaam, op de wLe ^ Si. btaaCsreSe^g vastgefteld, overwogen 0^01^7 d«' (Hier volgen de gronden, vaar op fi« Bejliiiï berustA „ beiloten en verordend heeft: . J (Hier volgt het Bejluit zelf.} „ Dienvolgends gelast het voorn. Bewind, in naam des Ver„ tegenwoord.genden Lichaams, dat deze zal worden aSekon„ d.gd en aangeplakt alomme, waar zulks behoon 2 18. Het Formulier, waar van zich het Uitvoerend Bewind V X teeruSze»de» va" eene Wet aan de Eerfte Kamer , r^c vat,1 Staatsregeling, Art. 104.) is dit: ' «n ^W1J rm', bij de Staatsregeling voorgefchreven „ aan deze Wet ontbreekt,, vermag het--Ditvoerend Bewind* „ dezelve niet te doen afkondigen." oewma B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER Behoorende tot Titul VL D. EERSTE AFDEELING. Van de begrootingen der Staats-Uit^avm. Art 1. Zoo dra de begroting van Staats-Uitgaven, door do,r ni°ere.nd Bew,nd' Mn dc #< Kamer isingezonden! doet Deze,.door eene daar toe benoemde Commisfie onderzoeken, of dezelve zoodanig zij ingerigt als bü J£ si* en afc is bepaald. Daar fn eenigfefe beviSel; Z geeft  ( m > geeft dezelve Kamer hier van aan het Uitvoerend -'Bewind! kennis, met opgave der verlangde ophelderingen 01 bijvoeg- 2. Het Uiwoerend Bewind voldoet, ten fpoedigften, aan. de begeerte der Eer/te Kamer, _ o De begrooting van Staats-Uitgaven m de behoorlijk» form gebragt zijnde, zend de Eerfte Kamer die, onverwijld, aan de Commisfarisfen der Nationale Rekening, die dezelve nauwkeurig onderzoeken, en daar op, van post tot post,., uiterlijk binnen eene Maand daar na, hunne coniideratien aan dezelfde Kamer doen toekomen. 4 Het Vertegenwoordigend Lichaam raadpleegt en belluit als dan, in de gewoone form, omtrend deze begrootmg, voor het einde van dat jaar. # z Het Uitvoerend Bewind zend, m geval van:noodzaakliikheid , eene buitengewoone begrooting , ingengt als bij Art. ai5. is bepaald, waar omtrend als dan gehandeld word„ volgends Art. i. tot 4. hier vooren. TWEEDE, A,F D E E L I N G. Van de Commisfarisfen der Nationaale Treforie en Nationaale* Rekening. Art 6 Tot Commisfarisfen der Nationaale Treforie en Rekening, zijn allee-, verkiesbaar Stembevoegde Burgers,, Sn vollen^mg jaaren oud, en, geduurende de tien laatfte ïaaren, Inwooners. der Bataaffche Republiek. 3 Tl)e Commislarisfen en Secretaris der Treforie benevens de Commisfarisfen en Secretaris der Nationaale Rekem mogen aan eikanderen onderling, gelijk ook aan dc Leden van het Uitvoerend Bewind, en derze ver Agenten,., nS beftaan tot in den derden graad van Bloedverwantfchap V t vSrdehv|r Commisfarisfen der Treforie , zal jaarlijks  C '««7 > ■«w, en van de zeven der Nationaale Rekening, de eerfte drie jaaren, twee, en, in het vierde jaar, ee« aftreden. Het Uitvoerend Bewind bepaalt, ten aanzien der Eerften, en de Eerfte Kamer ten opzigte van de Laatften, terftond na hunne aanftelling, de orde, waar in deze aftreding zal plaats hebben. 9. Het aftredend Lid is wederom verkiesbaar. 10. Bij vacature van een Lid, zenden Commisfarisfen dér Treforie aan het Uitvoerend Bewind, en die tot de Rekening aan de Eerfte Kamer, een Drie-tal van Perfoonen, waar uit dezelven eene keus doen. tl. De Commisfarisfen der Treforie, en der Nationaale Rekening, benoemen, ieder, hunnen eigen Secretaris en Bedienden, op eene Jaarwedde, door het Vertegenwoordigend Lichaam te bepaalen, en fteilen dezelven af. 12. Geen hunner, noch ook .derzelver Secretarisfen, mogen deelen, het zij regtftreeks of vair ter zijde, in eenige Leverantiën, Aannemingen of Verpagtingen, ten behoeve der Republiek. 13. De Nationaale Ontvangers, en verdere Finantiëele Beambten, (wier getal en jaarwedden het Vertegenwoordigend Lichaam bepaalt) door het Uitvoerend Bewind, op eene bijzondere Inftruftie., aan te fteilen, moeten, de laatfte vijf jaaren, gewoond hebben in het Departement, waar voor zij_ beftemd zijn, en zijn verpligt, eene Cautie te fteilen , bij het aanvaarden hunner Bedieningen, geëvenredigd aan derzelver gewigt, welke om de drie jaaren vernieuwd word, en waar in de Leden van het Uitvoerend Bewind zeiven geenerlei aandeel mogen hebben. Ook mogen zij aan de Leden van het Uitvoerend Bewind niet beftaan in den derden graad van Bloedverwantfchap of Zwagerfchap. 14. Deze Ontvangers, en verdere Financiëele Beambten, Z a ftel-  C 188 ) fteilen derzelver eigen Suppoosten en Bedienden aan, en zijn voor dezelven, in Perfoon, verandwoordlijk. 15. Zij zijn verpligt, van alle huu bekend wordende benadeelingen der Financien, cn van allen bedrog en overtredingen, daar omtrend gepleegd., ten fpoedigften aan het Uitvoerend Bewind kennis te geven. 16. Het Uitvoerend Bewind fchorst dezelve Ontvangers .en Beambten, in geval van pligt- verzuim ,. in hunne Bedieningen, en doet de klagten tegen dezelven. inbrengen door den openbaaren Aanklaager, van en voor dat Departementaal Geregtshof, waaronder de befchuldigden behooren. 17. Geen Nationaal Ontvanger doet immer eenige bgtaaling, dan op Ordonnantie van Commisfarisfen der Treforie, door dezelven behoorlijk geteekend,. en bij die.der Nationaar le Reekening geregistreerd.. B TJ L A G E. REGLEMENT, LETTER E. Behoorende tot Titul IX. Van de wijze van Herziening der Staatsregeling. Art. 1.. Tot het daarftellen der Commisfie van Herziening der Staatsregeling,, zijn werkzaam alle de Grond-vergaderingen in de gehele. Republiek, welke ten dien einde worden opgeroepen,, tegen den gewoonen dag der benoeminge van de Leden des Vertegenwoordigenden Lichaams, in den jaare 1,803.* 12- Elk Viertal van naast aan elkander liggende Districten kiest een Lid, en eenen Plaatsvervanger, tot deze Commisfie. Zo 'er een overfchot mogt zijn van meer dan een District., word  C 189 ) word daar door mede een Lid en Plaatsvervanger benoemddoch flechts een District overfehiecende, word hetzelve gevoegd bij het naastgelegen Viertal.. ö 3. Elke Grond-vergadering benoemt eenen Reviftur en rervolgends eenen Kiezer ter Distriét- vergadering, en deszeïfs Plaatsvervanger; alles op dezelfde wijze, alsf omS de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, in Titul II en Regiemem Lett. A. is bepaald.' 4- De vereischten van eenen Revifeur en deszeïfs Plaatsvervanger zijn, dat hij ftembevoegd Burger, ten vollen der. RmuSOUrfZIiï/ede^,! de katfte^j^ren.Inwoonerder Republiek, of, elders geboren, zederd de laatfte vijftim jaa- bekleedendVe. ^ amtten*och P°*e» van eenigbeftiur 5- Op den tweeden dag, nade gedaane verkiezing, komen de gezamenlijke Kiezers der Grond-vergaderingen in de daar toe vastgeftelde Hoofdpijen, bijéén, tof he houden eener Distrias-vergadering . ^ouaen aanzien der verkiezing v?r, Leden tohfr v'Jïï m]Z^ ten Lichaarn bij hec jA^S&J l$£ïSR^ 7- Ten dien einde, ontvangen alle deze Gelastigdén tot die vereemgde Vergadering eenen behoorlijken ÏÏK, Z 3 met.  met de Lijst van alle de benoemde 'Leden, volgends Art. 6 Lett A. opgemaakt, beiden ondertekend door den Voorzitter 'en Secretaris van hunne bijzondere Diftrfös-Vergade- nnfeIïen aanzien van de alzoo gekozen wordende Revifeurs en Plaatsvervangers, in alles toepaslijk, wat bij het Reglement Letter A. Tweede Afdeeling, omtrend de gekozenen tot het Vertegenwoordigend Lichaam, is bepaald. o Van de gedaane keus word door den Voorzitter dezer vereenigde Kiezers-Vergadering aan het Uitvoerend Bewind, ten fpoedigften, kennis gegeven. . Alle de berigten ingekomen , en de Geloofsbrieven van alle de gekozen Revifeurs en Plaatsvervangers door het Uitvoerend Bewind gewettigd zijnde, (ten welken einde zij -dezelven aan dat Bewind, binnen wr^* dagen na de gedaane verkiezing, inzenden) geeft Hetzelve van de benoeS der Comllfie van Herziening, bij Publicatie, aan den Volke kennis, en bepaalt daar bij tevens dendag, op welken de Leden derzelve zig zullen moeten bevinden ter beftemde plaatze, om aldaar zitting te nemen. Hier van word aan elk der gekozen Revifeurs, of daar voor optredende Plaatsvervangers, door dat Bewind mede aanfehrijving gedaan. j ., 10. De Commisfie van Herziening vergadert binnen de Stad Utrecht. , , ... ii Uiterlijk zes Weeken, na de gedaane verkiezing, vangt de Commisfie haare werkzaamheden aan, na, in handen van eenen Commisfaris van het Uitvoerend Bewind, de gewoone Verklaaring, hoofd voor hoofd te hebben afgelegd. Zij verkiest den Oudften haarer Leden tot Voorzitter, en eenen Secretaris uit haar midden. ia De Commisfie van Herziening ontvangt, geduurende 4en*ijd haarer zitting, geene orders of bevelen van eenge  C *9* ) Rfaft,. hoegenoernd, bctreklijk het onderwerp of de wijze haarer raadp.eegingen. Derzelver Leden zijn nimmer aanfpraaklijk wegens hunne nitgebragte advieién of befluiten. Zij kunnen op geene andere, w'jze, geduurende den tijd hnnner zitting, in regten beuokken worden, dan de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam. De Commisfie woont nimmer eenige openbaare plegtigheden bij. 13. Ieder ftembevoegd Burger heeft het regt, geduurende de eerfte maand haarer zitting,, aan dezelve intezenden zoodanige individueele, fchriftelijke, beredeneerde, endoor hem eigenhandig onderteekender. voordragten en bedenkingen, tot verbetering der Staatsregeling, als hij oordeelt nodig te zijn.. 14.. De Commisfie flaat behoorlijk acht op alle deze bedenkingen, zo wel als op die, welke haar door de Leden van eenige openbaare Magt of Bewindvoerend Lichaam , binnen denzelfden tijd, worden toegezonden. 15. Zij" ftrekt haar onderzoek en befluit niet verder uit, dan tot zodanig Gedeelte, Artikel, of Artikelen der Staatsregeling, waar omtrend haar eenige bedenkingen of voordragten, volgends Art. 13. en 14., zijn toegezonden. 16. Binnen vier Maanden, na haare eerfte zitting, eindigt de Commisfie derzelver Raadpleegingen, en zend, onverwijld, haar verflag,. fchriftlijk, en door haaren Voorzitter en Secretaris ondertekend,, aan het Uitvoerend Bewind. 17. Terftond , na deze verzending, gaatafe Commisfie van Herziening uit ée'n. 18. Iéder Lid van dezelve geniet, geduurende den tijd zijner zitting, een Dag-geld van tien Guldens, en, bij zijne aankomst en vertrek, drie Guldens voor ieder uur afftands zijna woonplaats van Utrecht, voor reiskosten en transport. Het  C 192 ) 19. Hetverflagder Commisfie, aan het UitvoerendBewind toegezonden, volgends Art. 16., bevat eene duidlijke redactie van het door haar veranderd Gedeelte, Artikel, of "Artikelen, der Staatsregeling, of wel de redenen, waarom zij de voorgeflagen veranderingen niet goedkeurt. 20. Hét Uitvoerend Bewind doet dit verilag door den Druk gemeen maaken, en vervaardigt eene Publicatie, daartoe betreklijk. 2t. Hierna roept Hetzelve alle de Grond-Vergaderingen in de geheele Republiek op, om, op eenen bepaalden dag, ten minften vier Weeken na de afkondiging, Art. 20. gemeld, bij Ja of Neen, de door de Commisfie van Herziening ontworpen veranderingen in de Staatstregeling, Artikel voor Artikel, goedtekeuren of aftekeuren. 22. De uitflag der ftemming, bij meerderheid, nevens het getal der voor en tegen geftemd hebbenden, in elke Grond • Vergadering, word behoorlijk in gefchrifte gefteld, door den Voorzitter en Secretaris ondertekend, en onverwijld toegezonden aan het Uitvoerend Bewind. 23. Alle deze inkomende betigten zend het Uitvoerend Bewind aan het Vertegenwoordigend Lichaam. 24. Het Vertegenwoordigend Lichaam doet, door het Uitvoerend Bewind, ten fpoedigften, bij Proclamatie, aan den Volke bekend te maaken den uitflag der ftemming, bij meerderheid, van alle de Grond-Vergaderingen. 25. De alzoo goedgekeurde Artikelen der Staatsregeling hebbenogenbliklijk, naderzelveraf kondiging, kragtvan Wet. 26. Alle de voorgeftelde veranderingen verworpen zijnde, blijft de Staatsregeling, voor den tijd van vijf jaren bekragtigd. 27. Na verloop van dien tijd, en vervolgends van vijf tot vijf jaaren, kan 'er eene nieuwe Herziening der Staatsregeling plaats hebben, doch alleenlijk in deze twee gevallen: «. L>at het Vertegenwoordigend Lichaam, op een beredeneerd,. voorftel van de Eerfte Kamer, docr de Tweede Kamer goedgekeurd,  C m ) Jceurd, verklaare de noodzaaklijkheid der herziening van IM nf meer Artikelen der Staatsregeling. Ilcr^ening van e/n of De drii lezingen van zodanig voorftel gefchieden in elke Aubade Kamers, van .tien tot tien dagen, teil ens Tnr w maken van een befluit dien aangaan^ / w0 d in iedere Kamer ve eischt de volftrekte meerderheid van ftemmen van alle der xclver Leden, daar toe voor af uitdruklijk opgeroepen Een zodanig voorftel der Eerfte Kamer kan door 3e Tweede Kamer met verworpen worden; dan met eene meerderheid vw twee derden van het volle getal haarer Leden. eraern81d vaa Of wel, dat vy/tórc-^^stembevoegde Burgers binnen «U «rlaatfte Maanden van he* tiende, vy/tiLef oSS tóar ■zich, met Individueele en getekende voordT J » dering van hetzelfde Artikef5 ArtiteleT^SiV^S- tooXVteenV m?rbij ' Y^genwoordigend LkhÏÏ^lgU vooidragten moeten duidlijk aanwijzen het Artikel of de Artikelen, waar m men verandering begeert, en de voorgeflien verandering zelve. Voords, moeten dezèlven bekragtigd giï ^SS^f^^> aangaandldett 28. Eén van beiden, of ook beide deze gevallen olaats hebbende doet het Vertegenwoordigend Lichaam door he Uitvoerend Bewind, daarvan, bij Publicatie, aan den Vol ke kennis geven, en alle de Grond-vergaderingen in de Repubhek, tegen zekeren bepaalden dagf oproeien om van ^bel^1 t£ ***** °f MMS»$ W 29. De uitflag der Stemming word, wederom, door den bSV"1 Gro«d-rgaderhlg aan heTuSo renS Bewind toegezonden , en uit alle de ingekomen bersten door hetzelve opgemaakt de beflfcfende uitLaak des VofS Vnïk T p11, T Vertegenwoordigend Lichaam, en aan Ï5 Volk, bu Publicatie ten fpoedigften word kennis gegeven 3p. Zo de meerderheid der Grond-vergaderingen verklaart dat er geene Herziening zal plaats hebben, bilft £. regeling voor vijf volgende jaaren vastgefteld. Aa 31. Zo  C '94 ) Zo die meerderheid eene Herziening begeert wprién, %Sïïn«, welken, volgends Ar,. *», Mj Publicatie, aan den Volke zijn voorgedragen.. AD Dl TI O NEE LE ARTIKEL E N tot de E van STAAT S R Ë'G E LI N G, derzelver I^eraarenen Hoo^a^-g^ n ^ 19 belbldiging. dezelve Gemeenten het a. Ook tot zoo lang, word aan oezervc wezen. zogenoemde Kindergeld voor derzelver Leeraren toeg ^ ^  C 195 ) 3. Alle Leeraars, Hoogleeraars en derzelver Weduwen, ■op 1 Januarij 1798, gepenfioneerd zijnde, blijvende hun toegelegde Penfioenen , geduurende hun leven, genieten, mids zij aan het Bewind ter Plaatfe, alwaar zijwoonen, doen blijken, geene zes-honderd Guldens jaarlijks inkomen te hebben 'buiten het gemelde Penfioen, en bewijzen toon en van hum ne verknogtheid aan de tegenwoordige orde van zaken. 4. Alle Geestlijke Goederen en Fondfen, waar uit te vooren de Tradamenten of PenfiOenen van Leeraaren of Hoogleeraaren, der voormaals Heerfchende Kerk betaald werden, worden Nationaal verklaard, om daaruit, eerftelijk, de nog blijvende Tracfamenten en Penfioenen te voldoen, en, daar naa, tot een vast Fonds te worden aangelegd voor de Nationaale Opvoeding, en ter bezorginge der Behoeftigen; blijvende nogthands onverlet de aanipraak, welke eenig Lichaam of Gemeente daar op mogt maaken, en, met de noodige bewijzen voorzien, aan het Vertegenwoordigend Lichaam ter beflisfinge zal moeten inleveren. 5. Alle andere Kerklijke Goederen, door vrijwillige-gift, erfmaaking, inzameling of aankoop, bij eenig Kerkgenootschap verkregen, worden als het wettig eigendom der Bezitteren erkend, en als zoodanigen aan hun verzekerd. 6. Alle Kerkgebouwen en Pastorij-Huifen der voormaals 'Heerfchende Kerk, voor Zoo ven"' zij, door aanbouw uit de afzonderlijke Kas der Gemeente, geene bijzondere en wettige eigendommen zijn, worden overgelaten aan de befchikking van ieder Plaatslijk Bewind, om deswege tusfchen alle Kerkgenootschappen eenig vergelijk te treffen, en wel binnen de eerstkomende zes Maanden na de aanneeming der Staatsregeling. De Grondllag van dit vergelijk is, in iedere Phars het grootst aantal van Leden der onderfcheiden Kerklfke Genootfchappen, het geen alzoo de relative meerderheid van Zielen zal uitmaaken. Aa 2 liet-  C 196 } Hetzelve zal de voorkeus hebben omtrend de naasting eener Plaatslijke Kerk en Pastorij, onder bepaaling echter, na gedaane begrooting van de waarde dier Gebouwen, van .eenemaatige uitkeering, het zij in eens, of bij termijn en, :aan de andere Kerk-Gemeenten, naar evenredigheid van derzelver Leden, welke allen, door deze bepa^ worden gehouden, voor altijd afftand gedaan te hebben, van de gemeene aanfpraak, _ De alzo genaaste Kerken en Pastorijen blijventen allen tijde, onder de bezitting, beheering, en het fpeciaal onderhoud dier Kerk-Gemeenten, aan welken dezelven, voigenas het hier voorgaand onderling Contrad, zijn toegewezen. De gefchillen, over dit een en ander ontftaande, warden. ten fpoedigften beflist door het Vertegenwoordigend L^m. De Torens, aan de Kerkgebouwen gehecht,, benevens de Klokken, met derzelver Huizingen, worden verklaard, eitndommen te zijn-en te blijven der Burgerhjke. Gemeenten, Cdeten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud . 7 Alle openbaare Inftituuten , ter bevordering der we terifchappen , in deze Republiek bij de aanneming dezer Staatsregeling aanwezig, blijven op denzelfden voet voordduuren f tot dat daaromtrend, door het Uitvoerend Bewind, Sg voorftel van verandering aan het Vertegenwoordigend Lichaam gedaan,, en door Hetzelve zal worden goedgekeurd. 8 Ter bevordering van den Landbouw en Koophandel, zorgt het Vertegenwoordigend Lichaam, dat zodanige RivfeSn, Vaarten en Doorfnijdingen, gemaakt worden , ab ïSlen dienen, om de woeste Gronden ten voordeele derRepubliek te bereiden. .. . ,jori Bijzonderlijk zal zulks plaats grijpen, ten opzigte van de Rivieren de Dommel en de Aa-; zullende die bevatbaar gemaakt worden, opwaardsde^eerfte van den f'* ™*™, hoven en de laatfie van den Bosch tot Helmond, als .mede ^ Ru/i of de Lij tot Oosterwjk.  ! Tef volvoering van dit ontwerp, zaL nït 's Lands KW jaarlijks, hefteed worden eene Som van ten minften Wer^t derd-dutzend Guldens,, tot zo lang de gemelde Rivieren bevaarbaar zullen wezen. 9- De Aminiftrative Beftuuren der voormaals aanwezige Gewesten blnven voordduuren, tot dat zij vervangend den door de Departementaale Adminiftratien, en zijn mS delsverphgt, malles te handelen, overeenkomftig de Staatsregeling, zo als daar in omtrend de Departementale Beftuu. ren is vastgefteld... -"cuuu-, a&l\lT^f Ff beV€ek de- Zetromve laving der Acte van Staatsregeling, ^^Reglementen, en Additioneele Artikelen tot dezelve Acte behoorende, L« ^ Vertegenwoordigend Lrchaam het Uitvoerend Bewind, aan ^ Rechterlijke Magt, en aan de verdere Adminiftrative Lig! naamen, en verklaart, dat alle inbreuk op dezelven is een aan/lag op de veiligheid van den Staat. Aldus door het Bataafsche Volk, in Deszeïfs Grond. Vergaderingen, goedgekeurd en bekragtigd, op den ^JL van April en als zodanig geproclaJerd in J Sxa rdenHaaIERrETGj Fdk ^efeZ'Zl teïfee Vrulhfd!11 ^ ^ Het Vi£rde 3™ (Was geparapheerd) H. L. van ALTENA, Vl. (Onder ftond) Accordeert met deszeïfs Orgineel. (Was getekend), Abs. PLOOS van AMSTEU. Aa 3  C 9 PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche ■ Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Broederfchap l Doet te weeten: Dat, daar het Bataaffche Volk zich den voor haar zo belangrijken dag van den 23 April, jongstleden, zo heilrijk heeft weeten ten nutte te maken, dat door haare oppermachtige uitfpraak, het, aan haar, door de Conlïituee.rende Vergadering aangeboden Ontwerp van Staatsregeling, . tot een grondwet dezer Republiek gewórden is. ■Dat deze Grondwet, nu daargefteld, alle vertwijfeling omtrent den wezenlijken en algemeenen wil des Bataaffchen Volks doende ophouden, ons, de Uitvoerders van dien wil, den regel voorfchrijft waar naar Wij ons te rigten hebben, terwijl zij tevens de tot* dien dag gefchokte Vrijheid eenen vasteren zetel aanbiedt. Overwegende dan,, dat bij het 43. Art. van de Algemeene Beginzelen van voorfz. Staatsregeling met zoo veele woorden gezegd wordt: Het Bataaffche Volk wil eene Gewapende Burgermagt, „ ter verdediging zijner Vrijheid en Onafhanghjkheid, zoo !, naar binnen als naar buiten." Overwegende, dat bij het 108 Artikel van den 4 Titul, de Organii'atie van dezelve Gewapende Burgermagt, onder de daar bij omfchreeven bepalingen, aan ons wordt opgedragen/ ) öössab né'nwh'xmh "■ ' ■ • , Overwegende eindelijk, dat bij de voorfz. Artikelen door het: Bataaffche Volk, als het ware, .bekrachtigd wordt, het, door hunne Vertegenwoordigers, genonen Decreet van den 20 Maarc 1.1., waar bij zij hunne Commishe van ■ Opperbeftuur over de Bataaffche Gewapende Burgermagt  c m ) op-hunne ten dien einde gedaan voorftel. heeft gequaHtt ceerd omme haare werkzaamheden dienaangaande, bërio v; ns alle de Papieren en verdere Stukken daar toe betrekkelijk,, en onder haar berustende, aan ons overtedragen Zoo. hebben alle deze gewigtige drangredenen-, gevoegd bn de overtuiging dat de Vrijheid van een Land, zonder Gewapende Burgermagt ,. niet kan beftaan, ens te zeer overreed van onze indispenfabele verplichting, dan dat wij met van ftonden aan, alles zouden aanwenden, wat ftrekken kan om dit heilzaam Bolwerk onzer Nationaale Vrijheid en politieke Onafhanghjkheid, tot die trap van volkomenheid te brengen, waar voor hetzelve bij de Bataaffche. Natie vatbaar is, en tevens te zorgen, dat aan dit ons welmeenend oogmerk, met het minfte bezwaar onzer Medeburgeren, en, met het meest mogelijk menagement van 's Lands penningen f.worde voldaan. n^lrT *eer wel overtuigd , dat het Reglement voor de Bataaffche Gewapende Burgermagt, door de Nationaale Vergadering op den 13 September i796 gearrefteerd, met volkomen zeekerheid aanmerkelijke veranderingen zal moeten onaergaan, uit hoofde dat deszeïfs Federatief zaamenftel geene de minfte overeenkomst heeft met de bij de Staatsregeling vastgeftelde één en ondeelbaarheid dezer Republiek tlVfJ™ Penetreere\wii '« g^aar van verwarringen en veitiaaging, waar aan het zoo belangrijk werk dér-ürganifatie zoude worden blootgefteld, bij aldien men alle die ver- r* "ï h°°fde der aa"§e™™n Staatsregeling uit voorfz. Reglement zullen moeten geboren worden, alleen op dit ogenblik, en voor de invoering van een, met de gronden dier Stapregeling en daar uit voortvloei! éénhdd'™^ftig Reglement, Om dan, ingevolge het heilzaam doel der Conftitueerende j  zoo 5 & Vergadering, en onze voorfz. welraeenende oogmerken* de wijze van inrichting en beftuur over de Organifitie der Gewaapende Burgermagt, zonder eenige verwarring daar heen te leiden, dat zij eerlang, op die, bij de-Staatsregeling op vastgefteldegrondenvan éénheid gevestigd worde, hebben wij nodig geoordeeldte bepaalen., gelijk wij bepaalen bij deze: Dat het, bij de voorfz. Nationaale Vergadering gearrefteerde Reglement voor de Bataaffche gewapende Burgermagt, in zoo verre het zelve met de gronden der Staatsregeling niet ftrijdig is, zal in werking blijven tot Ultimo December 1798 ten zij, voor dien tijd, door het Wetgevend Lichaam, een op de gronden dier Staatsregeling gebazeerd Reglement mogt worden gearrefteerd, terwijl tot goedmaking der nodige onkosten die bij den aanvang het zwaarfte zijn, de Contributien der .ongewapende^ volgens de des wegens gearrefteerde., en door de voormaalige Commisfie van Üpperbeftuur geapprobeerde, plans, naar de omftandigheeden der voormaalige Gewesten ingericht, tot Ultimo December 1708 zullen worden geheven , als wanneer deswegens eene generaale inrichting voor de geheele Republiek zal kunnen wórden geïntroduceerd. En om al aanftonds die menagementen voor 's Lands Kasfe te introduceeren, welken op dit moment mogelijk zijn, gelasten wij onzen Agent van Oorlog, omme de nog existeerende Gewestelijke Commisüen tot de Burgerwapening, ieder uit 7.Leden beftaande, te ontbinden, en in derzelver plaats, in ieder voormaalig Gewest of Departement, eene Commisfie van 3 Leden aan te fteilen, welken onder deszelfs oppertoevoorzigt en onder onze fupcrintendentie, mitsgaders op aan dezelven, onder onze approbatie, te geevene Inftruftien, met het werk der Organifatie zullen worden belast, en welken aan onzen voorn. Agent, als aan wien wij het qppertoevoorzicht over dat geheele werk hebben  ( 201 ) opgedraagen > in de eerfte plaats verantwoordelijk zullen zijn. Voorts de Adminiftrative Beftuuren gelastende tot dit heilzaam doel mede te werken, en ten dien einde aan de aanicbrijvingen vart onzen Agent, in de verbeken der voorfz. aantefteUene Commislien zodanig te obtemporeeren, dat het heil des Bataaffcheu Volks daar door bevorderd, en het daarltellenvan t gedugte Bolwerk der Nationaale Vrijheid, en de waarborg haarer in te voeren Staatsregeling daar door belpoedigd worde. r P^\\rül dit 00Smcik volkomen bereikt, zal het Bataaffche Volk gerust gefteld worden, dat zij, die de befcherming haarer Vrijheid word aanbetrouwd, dezelve .o-een vijandig hart toedraagen, hebben wij nodig geoordeeld dezelve, beliaiven de Verklaaring, bij meetgemeld Reglement voorgeichreeven, ook die Verklaaring te doen afleggen, welke bij de Conftituëerende Vergadering op den 22 Januari] 1.1. is gearrefteerd, waarom wij dezelve gecombineerd hebbende, onzen Agent van Oorlog gelasten, de nodige orders te ttelien, dat door de gewapende en te wapene Burgers door de geheele Republiek, worde afgelegd de navolgende VERKLAAR ING: Ik verklaar-e te erkennen de Oppermagt des Bataaffcheu Volks; ik beloove deszeïfs Vrijheid cn Onafhanglijkheid te zullen bejchermen; de Wetten te zullen eerbiedigen en handhaven ■ eenen onveranderlijken afkeer te hebben van het Stadhouderlijk beftuur, de Aristocratie, het Ftederalismus en de Regeeringloosheid- de Adminiftrative Beftuuren te zullen gehoorzaamen ; de beveelen van allen die indenWapendienst loven mij gefteld'zijn te zullen naarkomen , en mij naar de Reglementen op de Burgerwapening gegeven, ftiptelijk te zullen gedragen. Dit beloove ik op mijn Burgertrouw. Bb Ge-  ( 2Q3 ) Gelastende.diensvolgens het voorn. Bewind, „in naam des Batlaff hen Volks, dal deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te gefchieden gebrutkelyk is. In den Haag den 3 Maij I798- Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (geparapheert) ; B. WILDRICK, Vt>. . » Ter Ordonnantie van Hetzelve, . (was getekend) S. DASSEVAEL. prov. Secr. PRO-  c •>.! D PROCLAMATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek, Jdeil en Broederfchap! Doet te weeten: Dat uit het refultaat van de Stemming der Bataaffche Burgers, in de refpeclive Grondvergaderingen, op den 23 April I.d.. verfchenen , om zich te verklaren over de goedkeuring of afkeuring van het aan., hun aangeboden Ontwerp van .Staatsregeling, .bij het opmaken van derzelver aantal, is gebleken, dat hetzelve Ontwerp, uit een aantal van 165,510 Stemgerechtigde Burgers, die in de refpedive Grondvergaderingen waren opgekomen, door 153,0x3 Stemmen goedgekeurd, en door 11,597 Stemmen verworpen is, en dat dus hetzelve Ontwerp, door eene meerderheid van 142,316 Stemmen, is aangenomen - zodanig zelfs., dat, het zij men de Stemming Gewestelijk berekene, het zij bij Grondvergaderingen, het zij eindelijk, bij de individueele Stemmig der Burgers in masfa, altijd hetzelfde refultaat gevonden" word, de aanneming naamlijk van het PJan van Staatsregeling. Gelijk dan ook de Conftitueerende Vergadering, bii Decreet van den 2 dezer loopende Maand, dezelve Staatsregeling, als door het Bataaffche Volk aangenomen, erkend en verklaard heeft als de Burgerlijke en Staatkundige Grondwet dezer Republiek. b Dat wijders de Conftitueerende Vergadering, deze aangenomen Grondwet, als den algemeenen wil des Bataaffchen Volks, zullende eerbiedigen, op den 4 dezer, heeft befloten, zich zelve, als zodanig, te ontbinden, en te vormen tot oatVertegenwoordigendLichaam, het welk bij .de voornoemde Staatsregeling is daargefteld, zodanig, dat uit de Leden, die ai zich bevonden de radicale vereiichten, om in  ( 204 ) in het Vertegenwoordigend Lichaam Zitting te nemen, zijn ZnZlldd óeEerfieen 2V««fc.Kamer.vati hetzelve LigcEf ngevolge het voorfchrift der meergemelde Smtsre£S met bijgevoegde bepaling,; dat het nog ontbrekend K gedeelte van Ledén voor het Vertegenwoordigend Ligt{mm & » Plaatsvervanger daar ^fe^' door het Bataaffche Volk zal worden benoemd en daaigeiteict, fo dra dfnieuwe verdeeling der Diftrias-Grondvergadenn- fiaieflSd^, vertrouwende dat ieder Bade volfte goedkeuring zal hechten aan dezen ffiBfe doorde,°voor ditGemeenebest, onontbee Skf ttde iTdaargefteld, en dat ^^^vMènl der der Leden hare beminnaars en ^Sj^Sllzë «n* Bewindslieden en Amptenaren ontbiedt, om aan aeze dat het Bataaffche Volk een duurzaam génot fea^ks,«g die Omwending, welke ter verkrijging-der Burgerlijke Staatkundige Vrijheid is daargefteld. En op dat niemand hier van onkundig m^jg* he uit ■ voerendBewind, in naam des Bataafkhen Volks dat deze alomme zal worden afgekondigd en aangeplakt, waai zulk. te gefchieden gebruikelijk is. In den Haag den 6 May i798- Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, ryasgeparapheert) B. WILDIUCK, Vt. (Onderfiend) Ter Ordonnantie van Hetzelve, cy as getekend) . S. DASSEVAEL. Prov. Alg. Secr.  C ^5 ) PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataafjfche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, en zich conformeerende met den inhoud derMisfive van dit Bewind rouleerende over de noodzaaklijkheid van het fpoedig in wer! kmg brengen van den Tweden Titui der Acte van Staatsregeinig j — Befloten en verordend heeft : „ Om het Uitvoerend Be„ wind , hangende haare deliberatien over de menigvuldige * klagten en bezwaaren der genen, welke bij de Stemming „ over de Staatsregeling zijn uitgefloten geweest te gelasten, „ om de Admimltrative Beltnuren der voormaalige refpedive » Gewesten aan tefchrijven, om ieder in den zijnen, de no„ dige orders te fteilen, dat de Tweede Titul der Acte van „ Staatsregeling, betreffende de uitoeffening van het Stem „ vermogen der Burgeren onverwijld in werking wor» de gebragt en ten dien eindedoor de refpedive Gemeente „ Beitutiren alle zodanige Burgers ten fpoedigften worden uit„ genodigd, welke vermenen mogten, de vereischtens „ van een Stembevoegd Burger, bij de Staatsregeling bepaald. » te bez;tten, om zich in het openbaar Stemregister der Ge„ meente, waartoe zij behoren te laten infchrijven, endatten „ dien einde de Gemeente Beftuuren dezelve Stemregisters on„ verwijld zullen moeten doen aanleggen." Dienvolgends gelast het voornoemde Bewind, in naam desVertegenwoordigendenLichaams, dat deze zal worden Cc af-  ( ao6 ) afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoord,, mftsgaders dat de Administrative Beftuuren der refpe&ve voormaalige Gewesten, zich ftiptelijk naar den inhoud van. het bovengemelde befluit gedragen. In den Haag den 10 Maij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) B. WILDRIK, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. Prov. Alg. Secr> - 1 ., ■ ■• ■ ■. a\ü Azviw i'h oLn'.'L.H'd rs-m • • : - P U-  ( 207 ) PUBLICATIE JJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weet en : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat door misverftand van Zaaken, bij de invoering der Conftitutie, ftagnatie, zo in de Adtwiniftratie der Policie, Justitie, als invordering der algemeene belastingen, in de onderfcheidene deelen dezer Republiek zoude kunnen gebooren worden, en zig verpligt vindende daar in te voorzien, tot dat de thans nog plaatshebbende Orde van Zaaken, zal vervangen worden, zo als bij de Conftitutie is bepaald en vastgefteld; befloten en verordend heeft: „ Dat alle, het zij Gewestelijke of Plaatfelijke Beftuuren, „ Adminiftrative Beftuuren, Gerechtshoven, en Collegien „ van Justitie, zullen blijven continueeren en voortduwen, „ tot dat dezelve volgens het voorfchrift der Conftitutie „ zullen zijn vervangen, en dat diensvolgeus alle de Leden „ en Ministers tot dezelve behoorende, worden gerequi„ reerd, op huunepeWbneele verantwoordelijkheid aan hun,, ne refpective posten te blijven, en de Adminiftratie en ap,, plicatie der Wetten en Decreeten bij de voorige Nationaale ,, en Conftitueerende Vergaderingen, als mede de beveelen „ van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, „ voor zo verre dezelve bij de Conftitutie niet daadlijk zijn „ afgefchaft, rigtig te blijven waarnemen en uitvoeren; ge- lijk mede dat de heffing der Geldmiddelen, bij de onder„ fcheiden Gewesten en Plaatfen, voor zo verre dezelve al „ mede bij de Conftitutie niet zijn vernietigd, zullen blijCc 2 „ ven  ( 208. > n ven voortduuren ter tijd toe, dat de algemeene veiande„ ring bij de Conftitutie bepaald zal zijn ingevoerd en daar5, gelleld , en dat het Uitvoerend Bewind zal worden gelast „ voor de naaukeurige naarkoming van dat een en ander de ftiptfte zorg te dragen." Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort. In den Haag den 10 Maij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheide (was Geparapheerd) B. WILDRIKj Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve,. (was Geteekend) S. DASSEVAEL. Prov. Alg. Secr.  PROCLAMATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Bei, XZ/cZiP IngeZeK"en ™ d£ZdVe RVmki> BATAVEN! Is de groote Dag van den 22 Januari], een Dag, die in zegening zijn zal bij al wat de Vrijheid lief heeft, en orde nemind, _ Is hij een Dag, waar van men moest verwasten dat hij rust en te vredenheid in het Vaderland zoude terug brengen en bevestigen; het » niet dan met verbazing en verontwaardiging,, dat wij ontwaar worden, de aanhoudende Vnt if 3 ,e" teS.enI -«"gen der zodanige, die Vrijheid en Vaderland-befde m den mond hebben,, maar wier harten van de inoodlle bedoelingen zwanger gaan, en, die in de daad geene andere bedoeling hebben, dan om hun heerschzugt en zelfsbelang te voldoen, en den vrijen Batavier aan vergulden ketenen vast te klinken. Geen wonder! dat de zodanige, in het eerst door den majestuëufen ilag, die hun op hoofd hangen heten; doch allengs van den fchrik bekomende, hunne van eengeftrooide kragten verzamelen, en op een nieuw weder begirnen zich te vereenigen. Geen woïder' dat zij die aan Heerlenen gewoon zijn, en zich daar voor gel lchapen rekenen, niet kunnen verdragen het Niet waar in zij verzonken liggen, noch dulden, dat zij onder het zagt en gematigd Beiluur van andere hunner Medeburgeren.moeten leven, die zij vermeenden, dat nooit anders dan om te £ rfn^enrg?-°°ren waren' '£ Is hkt aantoe te drijven, üsten. en Aristocraten, al de woelingen, die zeden eenigen Cc 3 tijd;  ( aio ) ctitd d» rust der Bataaffche Natie verftooren. Hier van daan alle de geheime uitftrooifels, al dien laster en logens, die onder de hand verfpreid worden. Hier van daan, dat verregaand misbruik, dat zints kort, en daaglijks meer en meer van de vrijheid der Drukpers gemaakt word, waar door men in plaats van de daaden van al die in het Bewind zijn, voegzaam, zo als het een vrij Volk past, te beoordeelen, integendeel zich veroorloofd de haatelijkfte onwaarheden voor te brengen, en zich van verdraijingen, en laffe befpottmren te bedienen, die tot niets anders kunnen ttrekken, dan om de Hoge Vergaderingen van het Beftuur in verachting te brengen, en dus een ommekeer van z.iaken te begunftigen. Hier van daan, dat men zich niet vergenoegd, met Binnenlands alleen te wroeten, maar ook pogingen aanwend , om ook Buitenlands door bedrog en onwaarheden een fteun te vinden, in hoope van aan hunne magteloze woelingen kracht bij te zetten. Maar dank, eeuwige dank, Bataven ' aan het Decreet van de Conftitueerende Vergadering van den 4 Maij, waar op zij zich in twee Kamers, uitniaakende het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataarfche Natie, veranderd heeft, en daar door alle die vijanden van ons Geluk en Vrijheid heeft te leur gefteld, die reeds zich gefpitst hadden, en met de hoop gekitteld, door allerlei intrigues meester te worden van de Volks keuie, en alzo om in de Plaatfen van die Mannen, die thands aan het Beftuur zijn, inliet Bewind op te ftappen, om de oude verdrukking en heerschzugt weder in te roepen, en uit te oeffenen. Dank! eeuwige Dank 1 aan dien grooten Dag, zonder welke de groote gebeurnis van den 22 Januarrj, met de daad vernietigd was, cn het roer der Regeeiiug, naar verloop van Hechts weinige dagen, weder zoude te rug zijn gekomen, in handen van hun, wien het tot behoud des Vaderlands, zo gelukkig was ontwrongen geworden. Dank.  .( III » eeuwige Dank, voor dat groot en gewigtig befluit, door den dringenden nood, tot behoud van Vrijheid en Vader, land volkomen gerechtvaardigd Het moge te leur gefielde Anftocraten; het moge. hunne ihoode aanhangelingen doen vloeken,, de wel onderrichte vriend des Vaderlands za het aanzien als. eene tweede redding van de in gevaar gekomen Volks-zaak; en zoo hij hier aan tot nog toe heeft kunnen twijifelen, zal hij zich thans hier van ten vollen moeten overtuigd houden; dat dan de Natie zich gerustBelle , en als één éénig man zich om de Conftitutie vereemge, en Burger en Befiuurder hand aan hand blijven gaan, om over alle vijanden te zegepralen Het■ Vertegenwoordigend Lichaam, het Uitvoerend Bewmd zullen met aarzelen, om aan alle fnoodaarts het hoofd te bieden; zij zullen niet nalaten het heilig pand der Conititutie, dat hun is aanvertrouwd, met kracht te handhaven. Integendeel zij zullen voortgaan met vriend noch Jjand te ontzien maar elk die tegen het Vaderland mis-doed, hij zij wie hij zij, tot zijn pligt te rug te brengen of de verdiende ftraf te doen toekomen. Dat een SSl Daendels, naar zoveel blijken te hebben gegeven vai dapperheid en trouwe aan zijn Vaderland, emdelijk door een te d t hlt JT??T dvCn in de h0°6fte vSfiting brenge, dat hij mede tot die clique behoort, die de vastgeftelde orde pogen om te keeren. Dat hij door zijne defbrt e het vermoeden beverige, dat in de daad de ftraffchu d e uit drukkingen door den Burger Ch. De laCroix, töÏÏS&rf potentiaris van de Franfchè bij de Bataaffche Republ ek met" ven Hf?"8 ^T"' W Ilet Uitvoerend Bewind aar'geoe!nD'ffie e.r daad ™ zijn hart zijn voortgekomen ; hl zal den ftraf met ontlopen, die hem regtvaardig toekom? en daar hij de gematigde behandeling van het Uitvoerend Bewird ! heeft c  C m ) heeft miskent, zal hij, en zullen het alle ondervinden, die het verdienen, dat Wij zo genegen zijn tot gematigdheid, als geftreng in het handhaven der Wetten, wanneer de pligt des Vaderlands en de geheiligde zaak des Volks vorderen , dat Wij de magt gebrudten, die tot behoud van beiden, ons is toevertrouwd. Nog eens dan, Bataven! dat wij ons allen als één éénig Man, om het Altaar des Vaderlands, en het geheiligd Wetboek der Conftitutie, dat daarop, op uwe vrije keuze geplaatst is, te zamen verëenigen. Geen magt zal ons verpletten, daar wij het regt voor ons hebben, en eensgezind zijn, om ons te verzetten tegen alle vijanden van ons gemeen belang. De Vrijheid zal zo doende zegevieren het knarsfetanden der fnoodaarts, die hunne dolken tegen haar hebben durven opheffen, zal haare zegepraal bevestigen. — Gelastende diensvjlgenshet voorn. Bewind, in naam des JBataaffchen Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt ., alomme waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. In den Haag, den 18 Maij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Geparapheert) B. WILDRIK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Getekmt) S. DASSEVAEL Alg. Prov, Secr. PRO-  PROCLAMATIE JJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Broederfchap! * MEDE-BURGERS! De Vrijheid der Drukpers is het Bolwerk der Burgerlijke Vrijheid. - Niet alleen dient zij om het verftand te verlichten, en het hart te veredelen; waar door Republikeinfche deugden geboren worden, en eene vrij geworde Natie na de fchokken der omwenteling verduurd te hebben, voor de Vrijheid word gefchikt gemaakt, en in ftaat gefteld om eene rijke voldoening in haare zegeningen te vinden, voor de tallooze rampen die zij ondergaan heeft; maar waar is de Heerschzugtige, die met loosheid of geweld de Vrijheid durft belagen, en de flagen, die de Vrijheid der Drukpers hem toebrengt, niet ziddrend te gemoet ziet? waar de Ti ran, die de eerfte van zijne euveldaden niet heeft gekenmerkt door de Vrijheid der Drukpers aan te randen f waar de Dwingeland, hoe trots, hoe magng ook, die in haar niet een onverwinhjke tegenftand heeft aangetroffen ? Zij is het die zijne geheime Raadüagen openbaar maakt, en daar door verijdelt: - Zijishet, die zijneeerfte gangen voorde menigte met haare waare couleuren aftekend, en datedel gemor votfrt brengt, dat als het gebrul van den aangevallen Leeuw ziinen . Beiprmger van Ichnk doet verbleeken. - Zij is het, d'e als de nood daar is, de Alarmklok aan alle zijden trekt, en het gantfche Volk om het Altaar der Vrijheid fchaart. Dat men onsindeHis tone der Waereld den T.ran noeme, die voor dezen ontzachliiken Ringmuur met zijne fchande of zijn dood gevonden heeft' Welk een jammer derhalven, wanneer een vrij Volk zulk eenen onberekenbaaren zegen voorbedagtelijk verwaarloost Dd en  ( «4 ) en misbruikt! wanneer men de Vrijheid der Drukpers, dat het middel zijn moest om de Vrijheid te bewaaren, aoor eenige onwaardige Burgers ziet miskennen en aangrijpen, om diezelfde Vrijheid naar het Hart te fteeken? - Of zoude 'er bij mogelijkheid Vrijheid kunnen beftaan zonder orde [ Zou het Vrijheid zijn, wanneer de eer der Burgeren veil was voor de naamlooze Lasterzugt van eenige weinige onverlaten? Zou het Vrijheid zijn, wanneer men naar welgevallen ongeftraft mogt fchenden, en wien men wil, beledigen? wanneer men alle ondergefchiktheid zoude mogen den bor deminflaan, en zijn lust boeten, aan al wat in Bewind gefteld is? Zou het'Vrijheid zijn, alle Beftuunngen als veréenigmgen van zo veele heerschzugtigen en Deugenieten rond te dragen; hun ondeugden toe te fchrijven die zij met ; bezitten: hun wandaaden toe te kennen, die zij met bedreven hebben; om ze te ichimpen, te befpotten, ^ verguizen, om ze veracht en gehaat te maaken? - Neen, Bataven zo dit Vrijheid ware, dan zoude de Vrijheid geen zegen maar een vloek zijn; en zo de vrijheid der Drukpers ter bevordering hier van zoude moeten dienen, dan ware het beter geweest, dat het Menfchelijk vernuft van den mildadigen Schepper der natuur nooit het vermogen had gekregen,. om immer deze verbazende uitvinding tekonnen doen; dan ware het beter geweest, dat 'er nooit Letteren waren uitgevonden, en dat het Menschdom in dezen nimmer het redenloos gedierte had konnen overtreffen. Zullen wij dan, om dat de middelen, die tot behoud der Vrijheid moesten dienen , misbruikt worden en tegen de Vr hcid zelve worden aangevoerd, die middelen ongeftoord en onverbeterd laatcn voortgaan? - Zullen wij gedogen Szittende gedogen, dat de Vrijheid voor onze oogen, met haare ei-en fchooufte Wapenen worde te onder gebragt?r Ne S Bataven! die ons tot zodanig eene lafhartigheid m ftaat acht, die kent ons niet. Wij hebben eenmaal gezwo-  C 215 ) ren, dat wij de Vrijheid tegen alle aanvallen zouden befctomen; gij kunt U verzekeren, dat wij dien Eed zullen geitand doen. - Wij hebben geene uitzonderingen bedongen: zijt dus gerust, dat alle haare Vijanden, tot een toe, ook onze Vijanden zijn, die wij zullen pogen te verpletten. Zints lange zagen wij het kwaad opkomen. Onze tedre zorg, om de Vrijheid der Drukpers tog voor alle belemmering te behoeden, vertraagde onze maatregels, en de Vijanden der Vrijheid bouwden hunne fteeds aanwakkerende ftoutneidop onze fchunbaare werkeloosheid, die zij ten onregte voor ilapheid aanzagen. ö Het publiek word overladen met Schotfchriften, waar van de eene al misdadiger dan de andere gefchreven word, en, even als het onkruid op de Velden, wiesch hun aantal bij den dag aan, en klom ten lesten tot die hoogte, dat'er nu nog maar een fchijnt te ontbreeken, om alles te voltoijen, die aanraad de Ponjaart op te vatten, om het Hart te door! ons op de ondervinding van elk, die bekend is met de uitFP°n P /!>'• fedenda3Ss de misbruikte Drukpers oplevert. Etn Poht que Bhxem, een Conftitutioneek Vlieg, een Revolutionatre Vraag.al, en veele andere zullen hier v n ten £fe^fku; ?nr-?e^VeituiSin^ d^ men hier Sn ken di^ V blJelkrede¥Mensch, de maatregulen biffiiken die wij voornemens zijn daar te fteilen m?rZeo.lr;UregUlr ZUlle,n "iet 2iJ'n- ~ Zij zullen niet meer, gelijk voorheen, dienen om een onwettig Gouvernement en een even onwettige Regeeringsvorm ftaande tehounen' ZfZvt °nvo doende> °P halve hulpmiddelen uitloow^h^^2^f^ ^de,,1' door het gevoel, dat wij hebben, dat een zo verregaande misbruik der Drukpers kent 35? d Z6i1V*I Cn d?C onze Waakende Vrijheidsliefde, kent, zal voorzeker bezeilen, wat wij gevoelen en konnen  ( ai6 ) onderneemen, wanneer wij deze in gevaar befchouwen. — Mogt intusichen deze onze openlijke aankondiging dienen, om het aangekondigd kwaad te doen ophouden; en onze reeds beraamde maatregelen voorkomen, door die weinige tot hun pligt te rug te brengen, die ons,, ondanks ons zeiven, tot Leen zouden noodzaken, die wij, hoe welverdiend, echter zo ongaarne toebrengen. Mogten de genoemde Tijdfchriften, mogten alle andre voortbrengsels der vrije Drukpers, haarer waardig worden, en ftrekken, om op eene voegzaame wijze de daaden van hun te beoordeelen, wien de uitoelïening van eenige magt is toevertrouwd. Mogten deze en alle Schrijvers, mogt elk. en een ieder, wen het aangaat, dan deze onze poging inhetwaare daglicht beichouwen, en aanzien, zo als zij waarachtig is, als eene uiterfte proeve, om is het mogelijk door overreeding te bewerken, wat wij anders door gezag zeker zullen bereiken; wanneer onze maatregels op niets anders zullen uitloopen, dan om hen als Vijanden der Vrijheid en van het Vaderland te behandelen, die of dadelijk werkzaam, of behulpzaam zijn in het voortbrengen of verfpreiden van zodanige ftrafwaardige Gelchrilten; als onverbeterlijke en hardnekkige Vijanden der Vrijheid en van het Vaderland, wier ondergang door het publiek belang bevolen word; omtrenthet welk de nodige voorttellen voor de Wetgevende Vergadering bfj ons reeds in gereedheid liggen. Gelastende diensvolgens het voorn. Bewind, in naam des Bataaffcheu Volks, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. In den Haag den 22 May i798- Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. fyeas geparapheert) B. WILDRICK Vt. C Onder ftend) Ter Ordonnantie van Hetzelve, Cwas getekend} S. DASSE VAEL. ^ 6 ' Prov. Secr^ PU-  C 217 y PUBLICATIE jf-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwoogen hebbende, dat eene nog langer voordduurend misbruik in de titulature van het Vertegenwoordigend Lichaam bij de inkomende Misfives en Petitiën, fchadelijkeindrukken op den-heerfchenden Volksgeest moet maaken; befloten en verordend heeft: Dat het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek zal worden gelast, om aan het Bataaffche Volk bij Publicatie ten fpoedigfte kennis te geven, dat van nu af aan geene inkomende Misfives, Petitiën, Adresfen enz., bij het Vertegenwoordigend Lichaam zullen worden in deliberatie gebragt, dan aan welker hoofd, mitsgaders op het opfchrift derEnveloppes, waar in dezelve verzonden worden, gevonden word deze Titulature: Aan de Eerfte (of Tweede) Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffcheu Volks. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Ver> tegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haag den 23 Maij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) B. W I L D R I K, vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) S. DASSEVAE L* Prov. Alg. Secr. Dd.3 PRO-  ( ai8 ) PROCLAMATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: .. Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de.wijze , b de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbraa^t bi. Decreet van hetzelve Lichaam van den 7 dczelJ^^n£ Maand, de oproeping der Grond-vergadermgen op ten 29 dezer was bepaald, en dit Bewind gelast onverwijlde executie te geven, en het ondertusfchenby A t. 6 der Staatsregeling is bepaald, dat, alvorens de gemelde Omoepingkan gefdiieder., de geheele Republiek moet worden verfedd in Grond vergaderingen en Diftnften het geen voor den 29 dezer niet zal kunnen worden geëffectueerd, befloten en verordend heeft: > Dat het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek zal worden gelast, om op het onverwijlds^ bij Proclamatie, de Srond-vergaderingen, tegen den laatften Dmgsdag 1,1 de maand Tunlj aanftaande op te roepen, (zoo als hetzelve Bewind doet bij deze) tot het benoemen van de ontbreekende Leden en Plaatsvervangers voorhet Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks; met last aan alle de Adminiftrative Beftuuren en Municipaliteiten, om te zorgen, dat negenden opgemelden 29 Junij, alles in behoorlijke orde zij, ten einde het houden derzelve Grond-Vergaderingen, en de te doene verkiezing, naar het voorfchnft der Staatsregeling kunne gefchieden. . . , Dieufvolgens gelast het voorn. Bewind in naam des VeiS tegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haag den 24 Man 1798' Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheert) B. WILD R I K, vt, ^ mnderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. twas gttekeJdj S. D ASSEVAE L,  C 219 ) PUBLICATIE Met Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weet en: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: Dat hetzelve hulde doende aan de Burgerlijke en Staatkundigen Grondregel Art. 53. in de Conftitutie, waarbij gezegd wordt: Dat, bij de aanneming der Staatsregeling, alle Gilden, Corporatien of Broederfchappen van Necringeu, Arabagten of Fabrieken, vervallen zijn verklaard, dus alle Gildewetten, die een uitfluitend voorregt aan den eenen Burger boven den anderen geven, om zeker Ambagt, Neering of Koopmanfciiap te doen, afgefchaft zijn en afgefchaft zullen blijven; dog tevens in aanmerking neemende, dat het bij dat zelfde Articul verplicht wordt te zorgen, dat de goede order, het gemak en gerief der Ingezetenen ten dezen opzigte verzekerd worde; verklarende dan ook dat deze gewigtige zaak een fpoedig object, zijner deliberatien zal uitmaken (gelijk de Eerfte Kamer hetzelve reeds ten dien einde in handen eener Commisfie uit deszeïfs midden gefteld heeft, om daarop te rapporteeren) waarom het dan ook alle verwarringen, die uit eene verkeerde toepasfing dezer grondwet zouden kunnen gebooren worden, willende verhoeden, beflooten en verordend heeft: Dat, hangende deszeïfs deliheratien over deze materie, alle Placaaten en Ordonnantiën (voor zo verre zij niet tegens de Staatsregeling ftrijdig zijn) op Impofitien en op alle Keuren geëmaneerd, provifioneel, en tot dat bij eene fpeciale wet van het Vertegenwoordigend Lichaam zal worden voorzien, blijven in volle kragt en vigeur, vooral met opzigt tot het  ( 220 ) het geven van de behoorlijke zwaarte en deugdzaamheid van het Brood, tot het toetzen van Goud en Zilver, tot het verkoopen van alle eetbaare Waaren, vooral van bedorven Vleesch en Visch. Dat niemand eenige Kunften of Wetenfchappen, die eene onmiddelijke betrekking tot de gezondheid der ingezetenen hebben, zal mogen uitoeffenen, dan na alvooreiis een behoorlijk examen te hebben afgelegd. Wordende iedere M» nicipaliteit gelast, zo dra dezelve eenige wanordre ot verwarring uit het affchaffen van Gildens mogt zien ontltaan, dezelve onverwijld ter kennisfe van het Wetgevend Lichaam te brengen, met opgave tevens der middelen, welke zij het meest gefchikt oordeelt, om de verwarringen te voorkomen of te doen ophouden. . , Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort, In den Haag den 25 Maij 1798, Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheert) B. WILDRICK, Vt. (Onderftond) , . Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. Prov. Alg. Secr. P U-  lpraak hebben. Dat het nogthans mogelijk is, dat door een verkeerd begrip , of door kwalijkgezinde uitleggingen van het hier bovengenoemde 25 Articul, verwarringen zouden kunnen ontftaan, waar door (onverhoopt) de grootfte oneenigheden zouden kunnen gebooren worden, en het van de uiterfte noodzaakelijkheid is, dat hier in worde voorzien; befloten en verordend heeft: 1. Dat na het aanneemen der Staatsregeling, aan ieder Bruiker der Tiendverfchuldigde Landen volkomen vrij ftaat, om de Tienden der Vruchten van het Land bij hem in gebruik, met alle de andere Vruchten van dat zelfde Land, ■voor hem enten zijnen voordeele intezamelen, of te doen inzamelen, en daarvan ten zijnen voordeele dat gebruikte maaken, als met al ander Vrijgoed, wordende alzo voor vernietigd gehouden alle reeds gedaane verpagtingen van Tienden, welke op de inzameling van den Oogst op dit jaar, reeds zijn gedaan, of ter welkers verpagting de bekendmakingen reeds zijn verzonden en geaffigeerd. 2. Dat de Gebruikers van Landen, Tienden fchuldig, zullen verpligt zijn, om voor het inzamelen van de geheele vrugt dier Landen, een gefchikt accoord, het zij tot vermieerdering der beloofde Pagtpenningen, of andere fchadeloosftelling, met de Verpagters of Eigenaars dier Landen .aantegaan. 3- Dat  C 227 ) * ricdpn^ii^ deaEiêeMar d]'er Landen of zijnen Gcvolmag, > jfgdeti, zal vrijftaan , om ter treffing van zöWé overeen SS^SBS* f z%feh^vergoÈdin|, ^déW^Sn% aan den Pagter-der Tienden verfchuldigde Landen te doen fclr^en^ ichen den Verpagter of Eigenaar van dat l%03 en den Pater kan worden gevonden, ieder van hun zal n oe en benot men twee Scheidsmannen, welke Scheidsmannen d zS; tusfehen den Eigenaar of Verpagter zullen moeten oi deizoe ken, en mdien mogelijk afdoen en btflisfen ollcIeizoe- JSS^^1' WeIkcte" deze aanleg- Dat dit Gemeente Beftuur of Municipaliicit van dezen u» K SÏ? èn ^fW00" ^rister b«arer dehberatienial. raaten doen , en dat daar van door de Secretaris dier MhSi cipahteitza worden opgemaakt, en aan toS^<& ter van het Land door den Bode van hét PfeartS Sa g" bmnen 24 uur,n daarna , ter-  ( 223 ) te zijn, om met de Scheidsmannen door den Verpagter .benoemd te beflisfen; en nog inhoudende, dat Pagter en Geciteerde verpligt zal zijn, om van zijne benoeming gelijke kennis aan de Municipahteit onder welke hij gedomicilieerd is te geven, welke aangifte al mede in het Register zal worden opgetekend. 6. Dat, zo voor het Regiftreeren, Copieeren, als Lxpedieeren van dit een en ander aan den Plaatzehjke Secretaris en Bode zal worden betaald de fomma van agtien Huivers eens, waar van het twee derde zal zijn voor den Secretaris, en het andere een derde voorde Bode, welke de. Acte overbrengt, en dat deze betaaling zal gefchieden door beide de Parthi en, ieder voor de geregte helft of negen ftuivers. 7 Dat indien deze Scheidsmannen door het ftaaken ot gelijk ftaan van ftemmen, daar over geen beflisfende uitlpraak konden doen, datgefchilterftondzal worden gebragt terkennisfe van de ordinaire Juftitie, onder welke de Pagter van zodanig Land is gedomicilieerd om aldaar, alleen op examinat.e der Verbaalen, welke ten deze door de Scheidsmannen ofte Arbiters zullen moeten worden gehouden, definitief en de plano, .zonder form van proces te worden beflist en mtgefprooken, en de kosten van dien ieder voor de helit moeten woruen gedragen. "c 8 Dat deze geheele uitfpraak zo der Scheidsmannen of Arbiters als de ordinaire Justitie (indien deze daar bij mogt te pas koomen) zal moeten zijn gebafeerd op het onzuivere rendement der Tienden, te bereekenen naar den opbrengst ove, de laatfte 21 Jaaren. . •- 0 Dat in alle de Schrifmuren tot deze uitfpraak, het zij door Arbiters, het zij door de ordinaire Justitie zal worden gebruikt ongezegeld papier. f 'ë 10. Dat indien de zaak, het zij door Scheidsmannen, ofte •wel door de ordinaire Justitie zal zijn beflist., de Pagter^  C 22.9 ) welke betaakng dezelve zonder form van prSeSviSlS kunnen worden gelijk den Eigenaar erf Ve^Sr den ftl ter zijne roerende en onroerende goederen £lf 9 i 7 g" nen neempn in a goeaeren daar voor zal kun- worden geweezen en geëxecuteerdI van Pr0"szaI tijd volgens de A«P e*, van ai koop, welke in der nige Rechten en Re,t etiJ a,d?eï dusdawordentezijn-wergeSten^ êehoude" koop, welke in der tijd vo0f tzelve ^''"T?tderaf" als op het voorgemelde ^gl^ThLfv.f^ bepa3ld' afkoops lom hier vooren toeg^weezen Vü°r de Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam deS Ff Ver-  C 230 ) b den Haag, den 7 Junij 179»- ü.> mrd. Jaar J,r Uiaaffcte Vrijhdi. (was Geparapheert) j. P. FOKKER, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Getekent) S. DASSEVAEL Prov. Alg- Secr, PU-  PUBLICATIE {•Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: Dat'er bn, ondeilcheideue Adminiftrative Gemeente-Beftuuren in de bataancre Republiek, bedenking ontftaat, of de Boerenknegts, of Bedienden der Landlieden, welke inwoonen bij die geenen in wier dienst zij zijn, mede moeten gerekend worden te behoren onder zodanige Lijf-en Huis-bedienden, ais welke, volgens Tic al 2. Art. 13. § tandig. en eeij Hen uit hunne Posten; en de op nieuw Ambtenaren daar van te ^^^^ %l uitgeaangeftelde Beftuuren op de aUcrwülekeurig j a voerd. Zodanige, Bataven! Plaatfen m weinige Regeerings oosieid V^>J*£*£^ der uw midden lamenfchoolden, en, zo we "c Leden van de Conftitueerende Vergader^ ^ üe rend Bewind der Bataaffche ^I^^S^urzamën ven, en waren öMwaaagen^,^^h daar tegen fteun daar van te beloven, ofte zwaK, 0 ^ ^ ^ door klem van maatregelen tevei*g*V& Nationaale Verniet bij, velen van ^^J^^rf ■ de begin- . gadering waren geweest, die fe ts isdald liec was, dat leien toegedaan te zijn, en Foei,ratief Rezij ^^^^f^sM^^^nkt clement, voor de Nationaale Vergadering g vernietigen wilden, W^^tój, maatftaf de dringende m^^^f^ zondejp onling de krachtdadige verniet ging; vaeen c gedeffcheid hadt behoren te ^iJÏÏË Jerlbnen en Zaken deelte tegen verkeerde en^^^„iijdigheid en willegericht, en derzelver üegte keuze, eerlij g Éxr maakte de geheele P^X^^g^ ging alafkerig. De vrijheid van ggf ^i^g de openlijke Sfiffi??^ "e bronnen-Wacht,  v 237 ) •-Zeir,behoud E da de ondervinding-en uitkomst de geheele Natie met l e zouïe hS,ten- CU ^"^aarheid.de'rRepublicq verenigd -zoude hebben; met dat die genen vanU, aie te voren over de middelen ter redding der gemeene zaken andere gevoel^ aangekleefd hadden, door eene wijze en voorzicht!- ont net heilzame, t welk ciaann voor de belangen van den Lande gelegen was, te erkennen ; niet, dat de afcemeencSedkeS zuL^f V1'ede"heid d" Pntfchen VolTSn^S zuilen daar van geworden zouden zijn: maar gij zaagtLte gendeel aan de Een- en Ondeelbaarheid eene'nreSng gt S2*2l?T! ^ri VOlilagCne dwi"SlMdii misvormcle; gij zaagt haar, dit heerlijk gewroet van den 22 Tamara dn »r ar Keer en belpottmg bloot gefield. fe U eéïoS ' BataVenj deCo»ft^uecrende Vergadering bood 4J een Ontwerp van Staatsregeling aan: en het is «zonder heid van dezen tijd, dat de openlijke verguizing der gevet ggde beginzelen n begonnen, dat de geest van hft ïusfchenBeftHur ZIch ontmaskerd heeft, en uwe billijke klagtentegen hetzelve ten toppunt gerezen z jn. Trouwens, Bataven fte ÖSS^^W ^ indiafhet"iéuw Uitvoerend Bewind , dat bij de invoering van den Staatsrn gel het tegenwoordige moest vervangen, o| den voet als daar' bij was bepaald, verkoren wierd: En zoude verfer dè iïfrTnT mitjderaa"genomen.zijn geworden , ind n me, de Grond-vergaderingen, zo het heette, niet had doen zu S he r?7h6S i°dig °m hier t0C to alle Oorden^n h t" Land heen Zendelingen, meestal van een gelijken Bemoei als de hier voren gemelden, te benoemen? Mog me faan STi^fataSe derZ£lVer t0e^'d-> del^e £• ujke magt in handen geven, om veelen , die prijs op hun °g Stem-  ( 238 ) Stemrecht Belden, willekeurig daar van te beroven? Of integendeel was dit eene fchennisvan de Oppermagt des Volks, te niisdadiger, naarmate 'er geene redenen van tastbare noodzaaklijkheid voor gevonden wierden, gelijk de uitkomst uit ten duidelijkften bevestigd heeft? . 'En, of dit alles nog niet genoeg ware, ce misdaad van g^kwetfte Oppermagt des Volks is op den 4 Maijl.1. nog ho^er ^klommen. Toen, na de eerfte mare van de aanneming der Conftitutie, na dat de wille des Volks nauwhjks kenbaar was geworden, hoe het zijne Vertegenwoordigers in het Wetgevend Lichaam wilde verkiezen, heeft de meerderheid der Leden van de Conftitueerende Vergadering m een Committé Generaal eigener gezach van zich kunnen verkrijgen, . om zich kort daar op in eeneopene Vergadering te verklaren voor het Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks, en alleen de aanvulling van hetzelve Lichaam met de nog ontbrekende Leden aan de vrije keuze des Volks over te laten. Hm van dit ogenblik dierhalven af aan is 'er eene openlijke inbreuk op de Conftitutie, eene openlijke inbreuk op het 011vervreembaar recht des Volks gemaakt. Geene Volks-onteerende voorwendzelen geene fchaamtelooze verdraijingen der woorden van den Staatsregel, zullen deze wandaad immer bij eenig Volk van Europa, of het rechtvaardig nageftacht, kunnen billijken 1 Deze dingen, Bataven! hebt gij allen gezien; zij hebben aan het oog van niemand uwer kunnen ontglippen. Doch wij die in de verfchillende posten, waar in wij geplaatst zijn, het Tusfchen-Beftuur geduurig omringden, wij hebben insgelijks het geheel zamenweefzel en de fpring-veren van alle dezelven kunnen ontdekken, en de gevolgen gadeftaan, die hier uit voor den Lande gebooren zijüi geworden; kiagten op klagten der Ingezetenen, die 'er zonder de voormelde Hechte bewerktuiging der Omwending van den 22 Januanj  C 239 ) .nimmer zouden zijn geweest, hebben den aandacht van het Tusfchen-Bcftuur onophoudelijk van de grootere belangen van den Lande afgetrokken, en aan loutere kleinigheden gekluisterd. Het groote overzicht van het gantfche ftelfel is oeheel en al achterwege gebleven: wanftaitigheden, erger dan de voorgaanden, zijn van Oord tot Oord, van Gemeente tot Gemeente, in hetzelve ingeilopen: en, zo niet wij, en met ons eenige braven, het werktuig aan den gang gehouden hadden, eene Algemeene ftremmmg en ftilftand zoude reeds overlang ons noodlot zijn geworden. Algemeen misnoegen, ontevredenheid, en getergde wrevel hebben de harten van allen bevangen. Enzoudetgij dan, Bataven! het onrecnt en leed, U aangedaan, langer blijven aanzien en zwijgen? Of gevoelt gij nog als uwe Voorvaderen, de waarde der Burgerlijke Vrijheid'9 Weet gij nog de waarheid van den fchijn, het wezen van het mom, te onderfcheiden? Verlangdet , verwachtedet gij niet reeds lang, dat wij, die aan het Vaderland boven •alles trouwe gezworen hebben,. die door onzen ftand 111 de mooglijkheid waren U te redden, ons aan uwe redding niet zouden onttrekken. De opftand des Volks is heilig tegens de onderdrukking: en ieder Bataafsch Burger, die zijne waarde kent, gevoelt zich op dit oogenbhk 111 eenen anderen Brutus herfchapen. Ziet daar dan, Bataven! wij hebben het openbaar gezag aan uwe Dwingelanden ontwrongen. Zij hadden het uwe fchandehjk geroofd: onder het mom van uwe Vrienden te zijn, het aan U ontftolen. Denkt echter niet, Bataven! dat wij dit Uw onvervreemdbaareigendom niet ten Uwen behoeve zouden bewaren: denkt niet, dat wij het UI. langer, dan de nood zulks Vordert, zullen onthouden: denkt niet, dat wij het, indien tusfchentijd, in onwaardige handen zullen vertrouwen. Wij fteilen ons hier voor verantwoordlijk aan een ieder van U lieden, aan ons eigen vrij geweeten, aan de almagtige oorzaak van alle dingen. Gg 2 De  ( 24q y De uitkomst zal bewijzen, of wij Ulieden gered, dan óf wij ons insgelijks als Ufurpateurs van Uwlieder gezag gedragen hebben. Dat het eerstkomend Conftitutioneel^Wetgevend Lichaam hier over eene billijke uitfpraak doe! En' gemerkt dat het meerder gedeelte van die geer.en van Uwlieder bevoorens wettig verkooren Vertcg.-nwoordigers,. die zich, op den 22 Januarij, in eene Conftitueerende Vergadering hebben hervormd, thands, door zich te conftitueeren tot een zogenaamd Conltitutioneel Wetgevend Lichaam, zich aan openlijke fchennis van Uwlieder oppermagt fchuidig hebben gemaakt, en dat Uwlieder overige Vertegenwoordigers zich of als Hoofden van het vernietigd ree lei arte F of Aristocratisch Beftuur gedragen, ofgcwetcnshalven, na voormelden 22 Januarij, zwarigheid hebben gemaakt, om na he-t vernietigen van hunnen Lastbrief, als Uwlieder Vertegenwoordigers, in de Conftitueerende Vergadering zitting te nemen. Zoo hebben wij als daartoe door den dwang der omftandigheden gedrongen., en, uit aanmerking.van hetgeen bij het 3de Articul van het Reglement, Lett. C, tot de Staatsregeling behorende, ingevalle vacature in het Uitvoerend Bewind, is vastgefteld, gedecreteerd, gelijk wij decreteereii mits dezen: Voor eerst: Dat al zodanig Wetgevend gezach des Bataaflchen Volks, welks uitoffening de daagïïjkfehe cn noodzaakhjke waarneming van deszeïfs belangen verei^cht, door ons, binnen den kortsmogelijkea tijd, zal worden opgediaaan zodanige Burgers, welkers braafheid, eeilijkheid en ccrdiafheid boven bedenking is. Ten tweeden: Dat het voorfz* Tusfchen-Bewind der Bataaffche Republiek, op deszeïfs verantwoordelijkheid, verphgt, en voornaaralijk ftrekkende, zal zijn,, om de Conftitutie van het Brtaaffche Volk, op eene fpoedige, richtige en geregelde wijze, inwerking te brengen, tot'de daarftelling en inhuldiging van het Conftitutioneel Wetgevend Lichaam Wgefloteu. Ten  C 24* >' Ten derden: Dat alle gëzach van Wetgeving, of in het gemeen van fouveralhiteit, invoegen voormeld, aan het voorfz. Tusfchen-Bewind opgedragen,, terftond na de voorn, inhuldiging van het zelve, op het Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks zal overgaan: cn dat., na de Conftitutio»reele verkiezing, door dit laatfte, vaneen wettig Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, en inhuldiging van het zelve, ook alle gezach van uitvoering, het geen wij genooddrongen zijn geweest lot redding van 't Vaderland oiis aan te mangen, aan hetzelve overgedragen zal worden. Ten vierden: Dat wij voor de richtige en getrouwe waarnecming van ons gezach, en daadhjken aflhuid ten tijde als is voormeld , verandwoordlijk zullen zijn aan het te verkie-' zen Wetgevend Lichaam, ofwel, bij delegatie van het zelve,^ aan het mede te verkiezen Hoog Nationaal GerichtshofEn, aangezien wij ons van de goedkeuring van het meerdelen weldenkend gedeelte des Bataaffchen Volks in dezen volkömenlijk overtuigd houden; zo gelasten wij in deszeïfs naam alle Geconititueerde Magten, Gewestelijke en Gemeente-Beftuuren, alle Officieren en Jutliciereu, mitsgaders alle Bcwindvoerers.over het Volk van Oorlog van dezen Staat, en ehidelijk e Zo dat het Intermediair Adrniniftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Holland als nu zal beftaan uit de navolgende Burgers, als: K.Hovens, B. Cool, A. van der Dus/en, D. Hoitsmay P.B.Pieterfe, J.Ockhuizen, J. Keizer, C. Nolet., W. Ris, J. Romswinkel, J. Couperus, Franek van der Goes, Teijler van Hall, A. E. Branger, Klaarenbeek, Lud.Timon de Kempenaer, van der Kun, W. L. Kerkman, Hayart, A. Loosjes, Pz. en Reinier van Spaan, als Secretaris. Gelastende dienvolgens het Intermediair Beftuur der Bataaffche Republiek, dat deze zal worden afgekondigt en -aangeplakt, alomme waar zulks behoorr. In den Haage, den 13 Junij 1798. Het tierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was Geparapheert) J. S P O O R S, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Getekent) S. DASSEVAEL. P U-  C 245 ) PUBLICATIE JJet Intermediair Beftuur der Bataaffche ; Republiek, aan alle de Ingezetenen van dezelve Republiek, Doet te weeten: Dat wij, ingevolge onze Publicatie van gisteren, het Intermediair Wetgeevend Lighaam dezer Republiek hehbendegeorganifeerd, daar bij aan ons hebben gereferveerd de bei'chikking ever alles wat de Uitvoerende Magt dezer Republiek betreft, zo wel als de bepaalingen daar omtrend te maaken. ; Dat wij dienvolgens hebben goedgevonden onze Vergadering te Conftitueeren, als het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek; En tot Eerften Prefident van het zelve hebben benoemd, den Burger Jacob Spoors, als mede tot Secretaris van hetzelve djn Burger S. Dasfevael. ■ Gelastende dienvolgens het voornoemde Beftuur, dat'deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoord. In den Haage den 14 Junij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. , (\\ws geparapheert) J. SPOORS, Vt. ; (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) ■ S. DASSEVAEL Hh PU-  PUBLICATIE Het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezeb veRemibliek Heil en Broederfchap l Telden wdj het bij onze Proclamatie van den » dezer onder de vOornaamfte grieven tegens hun, aan dewclken w] dfteuXan hetBettuur der Gemcene zaken hebben ontSS, dit vele Ingezetenen,, die prijs op.hun S^mrecht ftcïden op eene w lekeurige wijze daar van beiooid waren, P«mncht des Volks, eene misdaebge «SS&elS^ Sd/ftiTgendeel zodanige maatregelen dagefteM Sëö worden, als het meest gelchiUt bij dè omtóemmerde uitöeffemng van dat lecM vool aiup de ah-enmne gronden dei htaaUrcgewig, w*y* ïoat-fte &3* hebben wij vermeend, ter voldoening aan het laatfte  ( S47 ) gedeelte van voorfz. last, eensdeels aan Ulieden de eenvoudige gronden te moeten openleggen, waaruit zo wel een iegelijk zijne ftembevoegdheid beoordelen, als de refpecfive Gemeente-Beftuuren van dit Gemeenebest het rigtihoer van hun gedrag zouden kunnen bepalen, en anderdeels insgelijks te moeten zorge dragen , dat de zodanigen, die tot nog tqe en alzo ook na de opfchrijving in het openbaar Stemregister hunner Gemeente, ten onrechte van het Stemrecht uitgefloten mochten zijn, nog voor de aanftaande verkiezing van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, (waar toe wij ten fpoedigften den dag bij het Intermediair Wetgevend Lichaam nog heden te bepalen, aan den Volke bekend zullen maken,) in de uitoeffening daar van konden worden herfteld. En, aangezien het ons is gebleken, dat de willekeurige handelwijze, die hier omtrent heeft plaats gehad, haren oorfprong verfchuldigd is daar aan, dat zo wel zommige hogere GeconftiareerdeMachten, als Gemeente-Beftuuren zich niet ontzien hebben, om bepalingen omtrent de Stembevoegdheid in te voeren of te gedogen, die bij de Staatsregeling geheel en al zijn onbekend, ofte ook zodanige uitleggingen aan een en ander Artikel van dezelve te geven, die ,met den doorgaatiden geest daar van tastbaar ftrijdig zijn; al het welke voor eene openlijke verkrachting van de Oppermacht des Bataaffchen Volks gehouden mo;t worden; ZO IS HET, dat wij als Uitvoerders van deszeïfs wil goedgevonden hebben te gelasten, gelijk wij gelasten mits dezen: Voor eerst: Dat elk en een iegelijk Burger, die niet bewezen word bij den letter zelve van de Staatsregeling' uitgefloten te zijn, voor ftembevoegd Burger gehouden zal worden, en on \x geenerlei voorwendzel hoe ook genaamd van de ïnfchrijvlr.g in het Stemregister zal mogen worden geweerd f en dat voords alle eigendunkelijke bepalingen, of Hh 2 op-  C 248 ) opfchortingen der'infchrijviug, ftrijdig met voorfz; Letter,-, van rat af aan voor vervallen, afgedaan, en van geener waarde gercekend ziilien worden. . Ten weeden: Dat, om het onbepaalde van het woord^ff• hamers, voorkomende bij het 15 Artikul van de-Staatsregeling, niet op eene ftrijdige-wijze tegen de duidelijke bedoeling daar van te misbruiken, de relpective Gemeente Beftuuren verpligt zullen zijt), om de uitlegging en toenasfing daar van uit de Staatsregeling zelve te zoeken-, zonder aan eenige vernederende driften of bijzondere gevoelens, die de Natie zouden onteeren, gehoor te gevent en dat-alzo-bij Art < der algemeene beginzelen, door het Intermediair Wetgevend Lichaam in den hier voren gemeldenlasttmderanderen bedoeld, bepaald zijnde, de IVet zich alleenlijk uitjirekt tot daden, en nimmer tot gevoelens., mitsgaders op grond, dat erbij den voorfz 15 Art. uitdrukkelijk openbaare Aanhangers gefproken word, zij geene andere Burgers bij het zelve Art. voor uitgefloten houden zullen, dan alleen de zodanigen , die zich in en door hunne burgerlijke gedragingen, nog op dit ogenblik, en alzo na de Omwending van den Jaare 1795 openbare Aanhangers-van het Stadhouderlijk en Foederatief Beftuur, ofte ook in het gemeen bekende Wederftrevers van de grote beginzelen van voorfz. Omwending, betoond heb. ^Te'nfkrden: Dat, ingevalle aan de Gemeente-Beftuuren voornoemd, door eenige Burgers een of andere geinoedszwarigheid geopperd mocht warden-tegen het onoepaalde van den letterlijken zin van zommige woorden, voorkomende bij d it gedeelte der gelofte, "waar bij een ieder ftembevoegd Burger verplicht word, zijnen onver anderlijken afkeer van hef Stadhouderlijk Bewind, het)Fcederalismus, ae Aristocratie en Regeringloosheid, te verklaaren, dezelven gehouden zullen zijn, zodanige Burgers insgelijks te verwijzen naar  hèt hier vcoren gemelde zoo duidelijk 5den Art. der alge. meene beginzelen, en hun alzo voor oogen te houden, dat ja wel de geheele Staatsregeling ten zichtbaaren bewijze verflrekt, dat dezelve op den ai keer des Bataaffchen Volks van het Stadhouderlijk Bewind, het Fcederalismus de Aristocratie en Regeeringloosheid, gevest'gd is, doch dat ten opzichte van elk Burger, die uit den aart der zake verplicht is zich daar aan te onderwerpen, de woorden onveranderlifken afkeer in gecnen anderen zin genomen moettn worden, dan van zodanigen afkeer, in en door uitwendige daden en burgerlijke gedragingen te betonen, welke ingevolge de Staatsregeling het richtfnoer van ieder rechtfehapen Burger behoord te zijn. Ten vierden: Dat ieder Burger, tegen wien eenige aanklachte die hem van de ftembevoegdheid zoude uitfluiten, geopperd mocht worden, in gevalle hij dezelve ongegrond oordeeld te zijn, het recht zal hebben om binnen 24 uuren eerstkomende, de fchrifteiijke en getekende opgave daar van te verzoeken, ten einde zich te kunnen verantwoorden naar behooren, en dat in allen gevalle de redenen van uitfluiting aan de refpectve Gemeente-Beftuuren voldoende bewezen zullen moeten worden. • En, ten einde de hier voorengemeldc klachten van veele Ingezetenen , voor zo verre dezelven aan de voorfz. regelen getoetst,- op go.de gronden berusten, ingevolge ons hier vooren gemeld oogmerk en de wille van het Intermediair Wetgevend Lighaam nog voorde aanftaande verkiezingen, te doen ophouden; ze hebben wij bereids aan de Adminiftrative Beftuuren der voormaals aanwezige Gewesten aangefchreven en gelast, en gelasten mits dezen dezelven nog nader, om een iegelijk in den hunnen, de Stem-registers met den meesten fpoed weder te doen openleggen. Gelijk wij al mede ter voldoening aan het overig gedeelte van den hier boven verHh 3 mei-  C 250 ; melcHi last van het Intermediair Wetgevend Lighaam voornoemd, alle Ingezetenen, die bij de nadere aanfchrijving teeen onze billijke verwachting nog ten onrechte uitgefloten blijven mochten, bij dezen uitgenodigd willen hebben, om hunne klachten ten fpoedigften aan ons 111 je zenden, ten einde ook daarin nog, zo mooglijk, voor de verkiezingen te voorzien; (lellende wij niet te min alle Gemeente-Beftuuren oo het ftrengfte verantwoordelijk voor de nchtige en onzijdige uitvoering van alles, wat hier vooren door ons aan hun is gelast, op ftraffe van in cas van opzettelijke willekeur als ontrouwe Handhavers in gevolge de Wet van de Oppermagt des Volks aangezien en gehandeld te worden. Laatstelijk, terwijl aan ons voorgekomen is, dat op verfcheidene plaatzen bedeelden uit de Arme Kasfen, Bankbreukben, en andere uitgeflotenen in de Stem-registers op. gefchreven zouden zijn; zo ontbieden eri gelasten wij nog llle Gemeente-Beftuuren, om ten fpoedigften hier naar het geftrengfte onderzoek te doen, cn de zodanigen, die vollens dl Staatsregeling en dien conform hier vooren gelegde algemeene gronden hadden behoren uitgefloten te worden, in de voorfz. Registers door te fchrappen, en hunne Acte van Burgerfchap van dezelven te rug te vorderen. En wat U nog betreft, Bataven! indien cemgen uwer ter zaken van de algemeene vertrapping van 's Volks Rechten die gij allentwege zaagt, tot het uiterfte gekomen mogten zijn, om zich aan hun Burgerfchap niet te bekreunen, doch indien gij echter thands weder prijs ftelt op uwe her. kregene Burgerlijke Vrijheid, indien het U m+Wtf» Mgkan noch behoort te zijn, in wier handen de belclukking over de belangen-van den Lande wel rasch zal overgaan; zo bezweerenwij U, bij uwe Burgertrouw, maakt als nog van de nadere opening der openbare Stem-registers gebruik, en laat U m dezelven infchrijven, of anders vei-  ( *5i ) antwoord U, zo gij knnt, voor het Lot uwes Vaderlands hij uwe Vrouwen, uwe Kinderen, en bij het late uageflacht! Gelastende dienvolgens het voorn. Beftuur, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haag den 14 Juni] 1798, Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) J. SPOORS, Vt. (Onderficnd) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. PU-  P UBLICATI E TlTet Intermediar Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Intermediaire Admini- < ftrative Beftuuren der voormaalige Gewesten, mitsgaders -de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil; Doet te yveeten: Dat wij, overtuigd zijnde van de menigvuldige onbillijke remotiën van verfcheide Ambtenaaren, welke uit kragte van . de bevelen van het voorige Inconftitutioneel Uitvoerend Bewind, door de Intermediaire Adminiftrative Beftuuren en Mmiicipaliteiten, of derzelver Agenten, zijn gedaan, enpenetreerende de onverwijlde noodzakelijkheid, om daar aan paal en perk te fteilen, mitsdien hebben goedgevonden, intetrekken en buiten eilèct-te fteilen, zo als wij intrekken en buiten effed fteilen bij dezen, alle zodanige Proclamatien, , Refolutien, Aanfchrijvmgenof Ordres, welke tot het doen van Remotiën van Amptenaaren, door het voorfchreve voorig Inconftitutioneel Uitvoerend Bewind, zijn gedaan of geëmaneerd: interdiceerende wij uitdrukkelijk aan alle Intermediaire Adminiftrative Beftuuren en Municipaliteiten, en derzelver Agenten, mitsgaders aan eenieder, welke zulks ïnogte aangaan, uit kragte van die: voorige Refolutien of Ordres, eenige remotie van Ambtenaaren meer te doen, en integendeel ernftig gelastende met het doen van zodanige remotien te furpercedeeren, en zich daar van te onthouden. Dienvolgens gelast het voorfz. Intermediair Uitvoerend .Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord; ordonneerende wijders aan.de Inter nediaire Admiuiftrativa Beftuuren van de onderfcheidene. Gewesten, zorge te dragen dat door de Muincipaliceiten  C 253 ) 'onder derzelver resfórt, of door haare Agenten, aan den m ftrijdig, ondernomen of yerrigt worde. Gearrefteerd ter Vergadering van het -Intermediair Uitvoerend Béwind der Bataaffche Republiek. In den Haag, den 16 Junij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) J. S P O O R S, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DAS SE VA EL. li MIS-  ( 454 ) M I S S I V E Aan de Raaden der Gemeentens. Tngevojge van een Befluit van het In- A termediair Uitvoerend Bewind, van den 14 Juni] jongstleden werd Gijl. aangefchreven, om U m het formeeren der Stemregisters ftiptelijk na het Plan van Staatsregeling te bedragen. Dan Wij rekenen Ons tevens ten duurften verSliet, op grond eener Aanfchrijying van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, van den 8 dezer, en uit krast van de Staatsregeling zelve, die door de fNatie zo megus is aangenomen, UI. te doen opmerken, dat, zo-wel adTaan de eene zijde het Stemrecht der Burgeren als e n hunner heilrijkfte Rechten moet worden befchouwd, wji. oSs Lclhavers der Staatsregeling in W|«en zijt, om voor de ftriktfte naarkoming van het 15 Arakei te waaken. Wij vermanen UI- diensvolgens met allen aandrang, om meer gedagten 15 Artikel, even als den 11 yan den aden Titul van de Conftitutie, zonder oogluiking m de toelating van Stembevoegde Burgers te obferveeren; ten einde voor te komen (gelijk het Bataaffche Volk zulks aldus heeft gewild) dat de te verkiezene Reprefentanten en Plaatsver vangers, als benoemd door Perzonen, volgens de Conftitutie daar toe ongequaMgeerd, niet behooren te woraen onbe voegd verklaard en afgekeurd, en om te vermijden dat de aanftaande Vertegenwoordigende Vergadering met Eigengrootheid-becogers opgevuld, ontaarte in eens s Volks Vrijheid en Souverainiteit vertrappend Beftuur het geen des aangenomen Conftitutie, tot de Burgeren Heil voor altijd ut deze Republiek behoorde te hebben geweerd. tiier  C 253 ) Hier door .word dés van zelve, MèdeburgerS, ingetrote leen de opfchorting, welke Wij bijMfefive van-den 23 Maij. 1.1. nopens de infehrijving in het Stemregister hadden gelast. HEIL en BROEDERSCHAP I Het Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland. C. C. POST, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve,. CORN. GODSCHALK. Leeuwarden den 17 Junij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Frifhid. li & MJ&.  M I S S I V E Aan de Raaden. der Gemeentens. \Y7 ij ssenden UI. hier nevens eenige Pro- ' clamatien en Püblieatren, gedagtekend in den Haag den ia en 13 Junij 1798 , en geëmaneerd-van de Agenten der Marine, van Oorlog, .van Finantien, van Justitie, en van Inwendige Policie, beiden betrekking hebbende tot het : op dien. dag in den Haag gebeurde* — Gijl. zult daar mit zien* dat-de genoemde Agenten , ra de vernietiging der twee Kamers van het Vertegenwoordigend < Lichaam en van het Uitvoerend Bewind , de Uitvoerende Magt van dit Gemeenebest hebben in handen genomen en een Intermediair Wetgeevend Lichaam aangefteld; ^zo dat Wij, als Vijanden van Regeeringloosheid, Ons hebben genood-drongen gevonden, de verzending dier Publicatien, welke boven dien met het Nationaal Zegel zijn gemunieerd, . als uaar gewoonte te doen. . Verders zijn Wij door den Agent bij hèt Departement van Inwendige Policie enz.' aangeschreven en op onze verantivoordelijkheid gelast, omme de Burgers fitterVreede en Wijbo Fijnje, gewezen Leden van het vernietigd Uitvoerend 1 Bewind, als mede de Perfoonen van Eberftein, J. Eijkett-broek en Ducange, zo dra dezelve, of één van hun. zich binnen dit vooimalig Gewest mogt bevinden, onverwijld te doen arrefteeien, en aan hem Agent kennisfe te geven; met • verderen last, om daar toe ten lpoedigften aan de refpettrve Municipaliteiten bir.nen ons Resfort de nodige Aanfchrijving te doen; - gelijk Wij Ons dan ook van dien last door dezer^ acquiteeren. I Waar-.  ( 257 } Waarmede verblijven Uwe Mede-burgers* Het Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Frieslandi C. C. P O S T, Vt,- Ter Ordonnantie van Hetzelve, OOR-N. GODSCHALK. Leeuwarden den 17 Junij 1798. Het., vierde ..Jaar der. Bataaffche Vrijheid. ïi S PU-  ( SS» ) PUBLICATIE •Ï-Tet Intermediair Beftuur der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Broederfchap t Doet te 'méten: Dat het Intermediair Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks, bij Decreet van den 15 dezer lopende maand, in overweging genomen hebbende , dat het zich genoemd hebbende Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, op den 5 Junij 1.1. heeft kunnen goedvinden, ten zelvenxlage, te decreteeren, en doorliet vernietigd Inconftitutioneel Uitvoerend Bewind, op den 7 daar aan volgende, te doen arrefteeren en afkondigen eene Publicatie, waar bij eenige provifumeele fchikkingen, omtrend de Tienden worden vastgefteld, waar toe, volgens het 25 Art. der Staatsregeling, het Vertegenwoordigend. Lichaam , volgens het ■ voorfchrift der Staatsregeling, gekozen en daargefteld, alleen bevoegd is, — heeft befloten.: Dat de voornoemde provifloneele fchikkingen, omtrent de Tiendens, in het gemelde Decreet van den 5 laatstleden, en de Publicatie van den 7 daar aan volgende, - vervat, zullen worden gefurcheerd en buiten werking gefteld, tot dat door het Vertegenwoordigend Lichaam, het welk, ingevolge de Staatsregeling, zal worden daargefteld, dienaangaande nader zal worden gedisponeerd; als oordeelende het gemelde Wetgevend Lichaam zich zelve al mede onbevoegd, om inmiddels in dezen eenige nadere bepalingen te maken ; maar zich integendeel verplicht vindende ingevolge het 25 en 36 Artikelen der Staatsregeling, zulks te moeten overlaten aan het hier voorengemelde Vertegenwoordigend Lichaam, blijvende mitsdien alle Verpachtingen en Heffingen van Tiendens in hun geheel, tot dat omtrent het ftuk der Tiendens door  C 259 ) door het aanftaande wettig vefkoozen Vertegenwoordige-iiKl Lichaam des Bataaffchen Volks, de noodige fchikkingen en bepalingen zullen zijn vastgefteld. En zal deze alomme worden gepubliceerd au geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den FJage3 den 19 Junij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was Geparapheert") J. S P O O R S, Vt. (Onderfiotid) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (wa*-Getekcnt) S. D A S S E V A E L P U-  N O TI FIC ATIE De Commisfie door het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek gelast, om aan het belluit van welgemeld Bewind, nopens de Organiiatie van het Intermediair Adminiflratif Bejluur van het voormalig Gewest Friesland, onverwijld de nodige Executie te geven; aan hunne Medeburgeren, in het voormalig Gewest Friesland, Heil en Broederfchap! BURGERS! Wij geven Ubij deze kennis, dat, uitkrachte en ten gevolge van een befluit van het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, in dato 16 Junij 1.1., waar bij de Leden van het AdminifhatifBejluur van het voormalig Gewest Friesland, met en benevens den Secretaris van het gemeld Beftuur, behoudens derzelver Verantwoordelijkheid, refpeétivelijlc uit hunne Posten zijn ontflagen, op heden door ons dit befluit is ter Executie gelegd, en ingevolge van dien van hunne Posten zijn- verklaard vervallen de Burgers: A, Cuperus, G. R. van Dijk, J. Germans, C. J. Hobbema, J.G. Kramer, C.Oneides, H.Romkes, W. Rr.mmerts,, R. van Slooien, P- Stroband, J.J. Tinga, en M.A. van der Wal. Met en benevens den Secretaris C. Godfchalk. Dat wijders mede door welgem. Intermediair Uitvoerend bewind in derzelver plaatzen zijn aangefteld en gereqivireerd, jm uittemaken het Intermediair Adminiftratif Bef uur van ',et voormalig Gewest Friesland de navolgende Burgers: J. van der Bank, E. M. van Beijma , O. G. Gorter, H. Ha■lekuik, H. Borgrink, Rinfe de Fries, Jelle Heijes, M.Siierius, Thijs Feenflra, Jan de Hoop, J. Cup. Als mede kot Secretaris .van gemeld Beftuur Daam Fokkema.  ( 2ÓI ) Gelijk Wij dan ingevolge den last door liet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek aan Ons gegeven, de genoemde Burgers, in naam van voornoemd Bewind m hunne refpechve Posten hebben gemftalleerd Gelastende en bevelende Wij bij dezen, uit naam van het Intermediair Uitvarend Bewind der Bataaffche Republiek allen en een iegelijk, omme dit, door hetzelve alzo aangefteld Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest friesland, als zodanig te erkennen en te eerbiedigen Gelastende Wij wijders, namens het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar men in dit voorraadden eStV£m esIand gewoon is Publicatie en Affictie te Gegeven te Leeuwarden den 21 Tu- nij 1798. J Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. SLOET VAN OLDRUITENBORGH. D. H. BEUCKER ANDRE^E. Ter Ordonnantie van dezelven, J. F. van der MEERSCH. Secretaris. Kk PU-  ( z6z ) PUBLICATIE Het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en Breederfchap! BATA.VE NI - De dag nadert dan,, waar op gij. ten ^M^M permacht, ten blijke, dat alle wettig gezach uit den boezem des Volks ontleend moet zijn, de Leden van ^Wgg woordigend Lichaam zult verkiezen: de dag ^d5rt' ™ op gij dit voor het eerst, zedert het aanzijn van dit Gemee nebest, naar zodanige Staatsregeling-zult verrichten, ak het BaSche Volk zelle aan ieder Itembevoegd Burger voor- ^SSSt Wetgevend Lichaam heeft ons bij deszelfs Decreet van den 19 dezer gelast, om met vernietiS van het belluit van het gelieerd hebbende Wetgevend Lichaam , waar bij de Grond-vergaderingen tegen den S dezer zouden opgeroepen worden , Pg^^gg^ doen plaats hebben op den 10 Juli] , de018"1^^^^ SSen op den 13 daar aan volgende, en de eerfte Vergadevan het Conftitutioneel Wetgevend Lichaam op den 31 dir maand, ten einde, conform de Staatsregeling te werk te gaan. Én het- is dierhalven om te voldoen aan dezen ast dat wij Ulieden hier van plechtige kennis gever, en alle Geconftitueerde Machten, dien dit aangaat, ontbieden en gelasten, om zorge te dragen, dat dit Decreet op den 10 S 13 Juhj in den hunnnen&behoorlijk achtervolgd en naai- ge^LtIvene! wij zouden ontrouw.handelen omtrent uwe  C £63 ) derfte belangen, wij zouden het grote einddoel der jongftc gebeurenisfen, die de verkrachters van uwe Oppermacht, en vertreders van uwe Rechten, van hunnen waggelende^ Zetel rukten, lafhartig verraden, wij zouden den 22 Januranj en 12 Junij ontceren, indien wij U niet ter dezer gele* genhcid den loop uwer gehele omwending kortelijk affchetsten, en hieruit, als welmenende Raadslieden, de hoofdtrekken afleiden, die ten uwen eigenen nutte uwe keuzen moeten bepalen. De vernietiging van het Stadhouderlijk Bewind in het begin van den Jare 1795, de verwijdering uit het Beftuur van alle Regenten, die openlijk zijne zijde gekozen hadden, de verbreking der banden , die U aan het heerschzugtig en roofziek Engeland boeiden, bleken al rasch niet genoegzaam te zijn, om U dien ftaat van meerderen veerkracht, aanzien en voorfpoed te verzekeren, welken gij billijk geoordeeld had, van de nieuwe orde van zaken te mogen verwagten. Een aantal Patriciërs en bekrompene verftanclen, en onder de eerfte velen, wier geflachten in Stadhouderloze tijden in meerder aanzien waren geweest, hadden zich onder uwe Banieren gefchaard, en met hun, die, kkt om vermeende beledigingen, of andere vernederende driften, maar om de grote belangen van den Linde, tegen het Stadhonderichap waren geweest, dezelfde leere gepredikt. Zelve met genoegen het Stadhouderlijk Bewind afgefchaft ziende, hadden zij echter te veel belang bij de oude inrichtingen van de Kerk en Staat, of waren te zeer aan de oude vooroordelen gekluisterd, om de grote waarheden, die uwe Staatsomwenteling tot eene Volks-zaak maken konden, hulde te doen: cn hier door wierd de loop derzelve vertraagd, hier door wierd gij drie jaren lang van de grote voordeden, die zijU op den duur moest aanbrengen, verftoken. Daar en tegen voegden zich onder uwe zuivere RepublïKk 2 cai-  ( 2^4 ) cainen, onder hun, die de Volks-zaak belangeloos toegedaan waren, die de Een- en Ondeelbaarheid van dit Gemeenebest en de andere, grote beginzelen der Omwending met beleid en voorzichtigheid vestigen wilden, een menigte wezens, die of' hunne verwaarloosde zaken, ten koste van anderen hunner Medeburgers, of zelfs van den Lande, poogden te herftellen, of aan lage en verachtelijke driften den vrijen teugel vierden, of eindelijk door kortzigtigheid en overdrijving wel rasch alle de belangen van den Staat Honden te bederven. En , daar dezen de leuze der waarheid voor de hunne aannamen, zich onder het mom van ijverige Voorftanders der Volks-zaak verborgen, door hunne minderheid in de Vergaderingen hunne fnode bedoelingen konden ber dekken; was het U moeilijk, hun fpoedig genoeg van uwe oprechte vrienden te onderfcheiden: cn er was niets minder nodig, dan een tijdvak, waarin zij tomeloos den boven-toon konden zingen, om ook aan den min opmerkzamen Menfchenkenner, aan den lichtgelovigen en vertrouwenden Burger, kort om aan een ieder van U, die door den fchonen fchijn zich had laten verblinden, deoogen te openen, en dit zoort van wezens in alle derzelver affchuwelijkheid te vertonen. Beide deze Faftien echter, Bataven! hebt gij thans verpletterd. Beiden waren zij even gevaarlijk, even doodlijk voor uwe belangen en toekomend geluk. De eerfte had allen veerkracht aan uw beftaan ontnomen, en zoude den ftiat van Omwending onder U vereeuwigd, of U tot den ouden doolhof van allerlei Gewestelijke, en andere kleine belangen te rug gevoerd hebben. De onkunde, overdrijving, en het. fchaaniteloos zelfs belang van de laatfte, bragten in weinige maanden eene algemeene verwarring te weeg, veroorloofden zich, orn al wat orde en regel was, te verftrooijen, alle ban. den der Maatfchappij los te rukken: en om het moeilijkst werk vau uwe geheele omwending, de geregelde invoeringvan  C 265 ) van de Staats-wet, te verrichten,-meende deze Factie zich, met uitfluiting van bijna al wat kundig en eerlijk was iü den Lande, van delaagfle en veiagtelijkfle hefbomen te kunnen bedienen. En zoudt gij dan riet, Bataven! na alles, wat uwe 00gen hebben gezien, na de grote gebeurenisfeu inzonderheid van den 12 junij, welke die van den 22 Januarij bevestigd hebbenomzichtig cn angstvallig in uwe keuzen zijn? of zoudt gij het willen wagen, ern tot de vorige uiterften weder te keren , en uwen eigenen welvaart, en dien van het gehele Land andermaal in de waagfchaal te fteilen?. Gedenkt flechts, zo gij anders deze drangredenen behoeft* dat een ieder van U, zich bij de door hem afgelegde ver. klaring, onder anderen plegtig verbonden heeft, om, het zij als Stemöeffenend Burger, het zij als Kieztr,. nimmer zijnen ftem te geven aan iemand, wien hij houd te zijn een Vcorflander van het Stadhouderlijk of Fcederatif Beftuur. Gedenkt, dat de Kiezers en Plaatsvervangers, ingevolge Art/ 26. van de Staatsregeling, in hunne Grond-vergaderingen, moeten beloven, dat zij nimmer hunne ftem zullen geven, dan aan bekwame cn deugdzame Mannen, die de bepaalde vereischten bezitten, en dat zij als Kiezers niemand zullen benoemen, die zij houden te zijn een Aanhanger van het Stadhouderlijk en Fcederatif Beftuur , of een Vcorflander van Aristocratie en Regeeriuglcosheid. F11 gedenkt eindelijk, dat ter voorkoming, dat niet eem'g Diftridt tegen den zo duidelijk verklaarden wille des gamfchen Volks zoude kun* nen handelen, de Staatsregeling lij Art. 5.^ 6. en 10. van het Reglement, Litt. B; eerfte Afdeling, aan de Commisfie uit het Wetgevend Lichaam tot het nazien der Geloofsbrief ven, ofte wel, op derzelver voordragt, aan het Wetgevend Lichaam zelve, het vermogen gegeven heeft, om de gedane keuze te kunnen vernietigen, en alzo den wilië Kk 3 van  I s66 ) van het gehele Volk boven dien eenig gedeelte geftand to d°Doch waar toe zullen wij U de behoedmiddelen van de Wet voor oogen houden, daar de infpraak uwer harten, uwe eigene ondervinding, ons genoegzaam ten waarborge verftrekt, dat gij dezelve niet zult overtreden? Ontkomen aan het Stadhouderlijk Bewind, ontkomen vervolgens aan het Fcederatif en Aristocratisch Beftuur, en nu onlangs eindelijk ontkomen aan de gevaarhjkfte van allen, de Regeeringloosheid en het Schrik-bewind, hebt gij te zeer alle de tijdperken uwer Staats-omwending doorlopen, om geene Perfoonen van Perfoonen te kunnen onderlcheiden, om niet de hoofden van alle de zo even genoemde tchadelijke Faftien te onderkennen. Wij fpreken hier niet van die vaste en waardige Republicainen, die op en na den 22 Januari] de fchuldeloze flachtoffers der heerschzugt zijn geworden. Doch 'er is niemand van hun, die uw vertrouwen onwaardig zijn, of hij draagt den tijtel zijner uitfluiting op zijn voorhoofd. De deugd heeft zich van de ondeugd, het welwikkend oordeel van de drieste onkunde en verwatenheid, liet kanglcos Republicanisme van de Vólks-verleiding genoegzaam onderfcheiden. En wilt gij hier omtrent nog meerdere zefcern^d? vestigt dan in alle ftanden uw oog op het Burgerlijk leven yan hun, die gij zoudet willen verkiezen. Laat niemand, laat vooral geen geheim Zendeling van het Engelschgczind Sijs* tema, van het Fcederalismc, van de Aristocratie, of Regeringloosheid, uwe keuze bepalen: doch ziet zelve rondsomme, en raadpleegt alleenlijk met uw geweten De zedige, verlichte, deugdzame man, de man, die belang heelt bij den welvaart van zijn Vaderland, en de handhaving van den Staatsregel, is alleen uwer keuze waardig, «ij, zal zien aan dezelve niet opdringen, geenen eerzucht betonen, or  eenen aanhang maken, om door U benoemd te worden. Doch gij zult hem aan zijne ingetogenheid, aan zijnen eerbied voor de Wet, aan de achting zijner Medeburgeren, aan het huislijk geluk, dat hij onder de zijnen verfpreid, aan zijne nijverheid, en naauwgezethcid in het gemeere leven onderkennen. Is hij reeds ih aanzienlijke Posten geweest, hij zal uw vertrouwen door het zorgvuldig vermijden van alle gevaarlijke uiterüen gerechtvaardigd hebben: en, zaagt gij hem tot nog toe niet op den voorgrond geplaatst, de roem, die hij ook in mindere Posten verworven heeft, zal U niet onopgemerkt gebleven zijn. Met één woord, Bataven! de tijd der misleiding is voorbijgegaan. . Noch listige tcgenflrevérs der groote waarheden van uwe omwending, noch lhcde en eigenbaat zoekende Volks-verleiders zullen uwe keuzen verkloeken : maar den man , die alle de uiterften ftandvastig heeft doorgeitaan, die zaken van Perfoonen heeft afgefcheiden, die zonder te rugge te deinfen om het affchuuwlijk mom , waar mede men de Vrijheid misvormde, haare zaak met beleid aangekleefd,, en voorgeftaan heeft, dezen zult gij bij voorrang met uwe keuze vereeren. En, of dit alles niet genoeg ware, het is op dittijdfHp, het is door het thans te verkiezen Vertegenwoordigend Lichaam, dat uwe Staatsregeling op eene geregelde wijze ingevoerd moet worden. De grote hoofdlijnen van uw Beftuur zijn daar bij alleenlijk afgebakend: doch veel, ja zeer veel is 'er ter bepaling van het eerstvolgend Vertegenwoorchgend1 Lichaam overgelaten. Het zal hier van afhangen, om eene juiste en voorzichtige lïrekking aan alle de beginfelen te geven, en het zo nodig cvenwigt tusfehen dezelven niet te verliezen: hiervan, om het groot bolwerk uwer Burgerlijke Vrijheid, de handhaving van het Heilig Recht, ongekrenkt te bewaren; hier varr, om uwe Financiën, dien groten zenuw  nuw van den Staat, met wijsheid en Spaarzaamheid te onderfchragen. En wie uwer gevoelt dan niet, dat tot dit alles meer dan gewone kunde, beleid, en omzichtigheid van noden zijn? Ondertusfchen, Bataven! gij zult thans zelve over uw aanStaand lot beflisfen: gij zult uwen voorfpoed, of ondergang zelve bewerkftellingen. Uwe keuzen zullen, of de eensgezindheid, tevredenheid , veiligheid , aanzien, en bronnen van welvaart aan uw Vaderland wedergeven; of verdeeldheden, misnoegdheid, misdaden, verachting en uitteering zullen hetzelve achtervolgen! En aangezien het Intermediair Wetgevend Lichaam, den dag der zaraenkomst van het te verkiezen Vertegenwoordigend Lichaam om allerdringende redenen niet later, dan op den 3t Julij vermeend heeft, te moeten bepalen; Zo gelasten wij de Kiezers van de refpeclive DiftricïsVergaderingen, om, behalven aan het door hun verkoren Lid en deszeïfs Plaatsvervanger, insgelijks aan het Intermediair Wetgevend Lichaam, en aan ons, onverwijld, daar vankennisfe te geven, wordende de als dan verkorene Leden ontbonden en verzogt, om uiterlijk binnen 8 dagen na de gedane keuze, en dus op den 11 Julij aanftaande, hu 1ne Geloofsbrieven, of wel de redenen waarom zij verm2enen mogten zich te moeten verfchonen aan de, daar toe doorliet Intermediair Wetgevend Lichaam, te benoemene Commisfie, in te zenden, ofwel uiterlijk op den 2.6 Julij aanftaande hunne gemelde Geloofsbrieven in perfoon aan deze Commisfie te komen overbrengen; zullende ook voor den 37 der meergemelde maand, alle zodanige Schriftelijke bezwaarenbij dezelve Cj.nmisfie moeten worden ingezonden, als geoordeeld mogten worden tegen de wettigheid .der verkiezing, of de bevoegdheid der gekozenen, ingevolge dt Staatsregeling, te kunnen worden ingebragr, en zulks ten ein-  C 269 ) einde wij het Bataaffche Volk ten fpoedigften van de gedane keuzen kennisfe zouden kunnen geven, en ingevolge den Staatsregel, iederen Burger in de gelegenheid fteilen, om uiterlijk voor den 21 Julij, aan de Commisfie tot het nazien der Geloofsbrieven te benoemen, zodanige fchriftelijke bezwaaren voor te dragen, als zij tegens de wettigheid der verkiezing, of de bevoegdheid des gekozenen, mochten oordeele'n te hebben: gelastende wij ook alle de gekozene Leden, doch niet de Plaatsvervangers, om zich uiterlijk op den 126 Julij, alhier in den Hage te filbeeren. Laatftelijk vermanen wij op het ernftigfte elk en een iegelijk Burger van Nederland, om zich in de Grondvergaderingen, gelijk het aan Burgers, die hun Stemrecht uitoeffenen, betaamd, ftil en vreedzaam te gedragen, nochte :andere Burgers, die aldaar mede zullen opkomen, in de yrije en onbelemmerde uitoeffening van hun recht, op eenige wijze hoe ook genaamd, te verhinderen, op poene, dat zij, ter contrarie doende, ingevolge de Wet, als Aanranders van de veiligheid van den Staat aangezien en behandeld zullen worden. Gelastende dienvolgens het yoorn. Beftuur, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haag, den 25 Junij* 1798. Het vierde jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) G J. P IJ M A N, Vt. (Onderflcnd) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL LI PU-  1 C *7° ) PUBLICATIE Het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan allen die zulks mogte aangaan, Doet te weet en : Dat het Intermediair Wetgeevend Lichaam, bij deszelis Decreet van den i% dezer, heeft befloten: om den termijn, bij Decreet der voormalige Conftitueerende Vergadering, yan den ia Februarij laatstleden,, tot den laatften dezer maand bepaald, zo wel voor de Gepenfioneerde Nationale Officieren en zogenaamde Bataven , als mede voor de Gepenfioneerde Zwitzerfche Officieren, mits dezen nog te., prolongeeren tot ultimo September aanftaande. Gevende wij, op last van het Intermediair Wetgevend Lichaam, bij dezen hier van kennis aan alle daar bij belanghebbende Gepenfioneerde Officieren, tot derzelver na- rlCGeïastende dienvolgens, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. ïn den Haag den 26 Jünij 1798. Eet vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) Q. J. PIJMAN, Vt. (Onderftotid) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) - S. DASSEV A-E L_  PUBLICATIE JJet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezelve Republiek Heil en Broederfckap! Doet te weten: Dat het Intermediair Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks overwogen hebbende, dat hoezeer het Decreet der voormalige Nationaale Vergadering, van den 5 December 1796, permitteerende den invoer -van Engelfche Goederen en Manufactuuren binnen deze Republiek, voor zoverre die voor den £6 September te voren mogten zijn ingekogt, en onder de bepalingen, bij het gem. Decreet van 5 December 1796, breder omfchreven, —- met de heilzaamfte intentie genomen, door de winzieke machinatien van onderfcheidene Kooplieden, naderhand is geworden een bron van onbetaamlijke handelwijzen, een oorzaak van elufoire exceptien van de Generaale Landwet, en waar door de deur als het ware geheel is opgezet voor den invoer van Britfche 'Goederen, waarvan de voorraad, welke zich al dien tijd hier te Lande heeft bevonden, ennogdaaglijks word aangebragt, de overtuigenfte bewijzen oplevert, bij Decreet van den 25 dezer lopende maand, heeft befloten in te trekken en buiten effect te fteilen het gemelde Decreet der voormaalige Nationaale Vergadering van den 5 December 179Ö, waar bij, bij interpretatie van derzelver voorgaande Proclamatie van den 16 September 1796, was gedecreteerd: „ Dat het aan alle „ Kooplieden vrij ftond, tegens de betaling van 's Lands ,, Rechten, in te voeren alle zodanige Goederen en Koop.„ manfchappen} zijnde Britfche Producten of Eigendom, ,, als zij direct, uit Engeland, door een Omweg van daar-, „ of van elders bekomen, en die zij, ten genoegen van het „ Committé der Marine zouden bewijzen, dat voor dato LI 2 „ der  ( 272 > „ der voorfz. Proclamatie, het zij in Engeland, het zij elders, buiten dat Rijk, door hun waren mgekogt, olte geordonneerd, mitsgaders dat de waarde daar van betaald , -immers daar voor Credit was aangewezen vóór den ' 16 September 1796, uitgezonderd die Goederen, ^ welke. in tijd van Vreede als Contrabande zijn verboden; Zul-, 'ènde diensvolgens, na den 15 Julij aanftaande, geene Bntche Produften ofte Manufacturen, fchoon, vóór den i6r iepteniber 1796, geordonneerd, hier te Lande mogen weren ingevoerd, met uitzondering echter.van zodanige, waar imtrent zulks bij fpeeiaale Decreeten anders is bepaald. Gelastende dienvolgens het voorn. Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord, en met verderen last aan den Agent van Finantien, im te zorgen, dat aan de nakoming hier van, ftipteluk de tand worde gehouden. Gedaan in den Haage den 26 Jünij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert') G. J. PYMAN, Vft (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend). S. DASSEVAEL PU  c m y PUBLICATIE JJet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen van dezeb ve Republiek: Heil en Broederfchap ! Doet te weten : Dat het Intermediair Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks , bij Decreet van den 25 dezer lopende maand, overwogen hebbende, dat de Mefure, vastgefteld bij Decreet deivoormalige Conftitueerende Vergadering van den 30 Maart ' laatstleden, omtrent de Regenten en Ambtenaaren van het' voorig Beftuur, en derzelver Ministers, met alle de Orders en Poincten daar in vervat, en die daar uit verder mogten zijn voortgevloeid, niet alleen op;zich zelve ónbe- ftaanbaar is met de régels van billijk- èn rechtvaardigheid, maar ook met de gronden der aangenomen- 'Staatsregeling voor het Bataaffche Volk geenzins overeenkomt, — heeft befloten: in te trekken en buiten effect; te fteilen het gemelde . Decreet der Conftitueerende Vergadering van den voorn. 30 Maart laatstleden, omtrent de.Regenten en Ambtenaaren van het voorig Beftuur en derzelver Ministers, met11e de Orders en Poinéten daar in vervat, en die daar uit -erder mogten zijn voortgevloeid f alles echter onder die todificatie en met dien verftande, dat zodanige van de voorn. :wezen Regenten, Ambtenaren en Ministers, als door. ;rzelver bijzondere daaden of verrichtingen in hunne onderheidene betrekkingen of Posten, zich aan eenige misdam of wanbedrijven mochten hebben fchuldig gemaakt,, det verftaan zullen worden door die intrekking of het bui ;en effect, fteilen van het voorfchreven Decreet van den 30 Maart laatstleden, ontfiagen te zijn van derzelver veran&i X)rdeliikheid deswegens, noch ook van de verplichting tot. T-l 3 fcha-  fchadeloosftelling of andere ftraffe, wegens door htm gepleegde onrechtvaardige en onbehoorlijke vervolgingen of Plunderingen, of opftokingen daar toe; als blijvende daar omattent °en in. zo verre den weg van Justitie vrij en onverlet, aan eiken publieken Aanklaager in zijn Resfort, als mede aan elk bijzonder perfoon, welke uit voorfz. hoofde, tegen zodanig gewezen Régent, zoude vermeenen eenige accufatie of actie te hebben, en dezelve zoude willen inftitueeren, behoudens echter daar tegen aan de wederpartij deszeïfs verdediging. ' Gelastende dienvolgens het voorn. Bewind, dat deze zai \Worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haage den 26 Junij 1798. Met vierde Jaar der Bataaffche Republiek, (was Geparapheert) G. J. P Y M A N, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Getektnt) :S. D A S S E V A E L,  0*75 O NOTIFICATIE JJet Intermediair Adminiftratif Befluur van het voormaalig Gewest Friesland , aan de Iv^tenL van dit voormaalig Gewest, Halen i^^/S^ Alzo van tijd tot tijd ter onzer kennisfe koomt, dat veele " i t 3n ffloet woi'den toegefchreven dat zeer veele Ingezetenen in het denkbeeld veïkeeren dat 'er eene Mirt,' wel ziin aaneefchreven ,n ™"Bci,e RePu- • formeeren der Stemregister* të«tïiiïi yewe"c-1 m het aan-.  C 276 .) aangenomen, aan Ons bij deliberatie gebleeken is, niet zo zeer te. moeten ftrekken, om gedurende den zeer korten tijd van het Intermediair Adminiftratif Beftuur, buiten dringende redenen van noodzaaklijkheid een geheel nieuwe Reorganifatie der Gemeente-Beftuuren te doen.plaats hebben — maar voornamentlijk ten hoofd-oogmerk heeft om zorg te dragen, (gelijk Wij ook beflooten hebben om daarop bijzonder te doen agt geven, en werkelijk bezig zijn, om dien aangaande informafien te doen neemen,) dat door de bijzondere denkwijze van Beftuuren, of een of meerdere Leden van -dezelve het Stemrecht niet worde onthouden aan Burgers welke daar toe uit kragt der Staatsregeling de bevoegdheid hebben, en alzo teffens gehandeld, direct, ftrijdig met de -Publicatie van het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek van den 14 Junij 1. L omtrent welker beetere of mindere opvolging, bij en door de refpeftive Gemeente-Beftuuren, Wij insgelijks order hebben gefteld dat onze Commisfie van Correspondentie zoude worden geïnformeerd, ten einde in alle gegronde klagten en beweezen overtredingen dadelijk zo veel Ons betreft, werde voorzien. . Wordende alle Ingezetenen zonder onderfcheid, ook zulte , die voor de aanneeming der Staatsregeling reeds Aften van Burgerfchap gekregen hebben, zo wel als zodanige die zich op dien tijd niet geadresfeerd hebben, of welken het zelverechtis geweigerd geworden, bij dezen gewaarfchouwd, dat zij zich allen om van het Stemrecht gebruik te maken, zullen moeten infchrijven , en Aften van Burgerfchap vragen, willende Wij bij dezen als nog een ieder Ingezeten hebben uitgenodigd, om wanneer hij zich door weigering of eene of andere behandeling bij de Raad der Gemeente mogt bezwaard rekenen, .zich met zijne klagten op het fpoedigfte fchrifcelijk bij voormelde Onze Commisfie te vervoegen, die  C 277 ) -dezelve onkostbaar zal moeten bezorgen ter plaatze, waar -zulks behoort. ' w En hebben Wij, ten einde aan de heilzaame bedoeling van het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, op de meest gepaste wijze te voldoen, goedgevonden en verftaan, hiervan bij Notificatie aan de Ingezetenen in dit voormaalig Gewest kennis te geeven, gelijk Wij doen bii dezen; en op dat gene onwetenheid zal kunnen worden voorgewend , zal dezelve alomme worden afgelezen en aange-plakt, daar zulks te doen gebruikelijk is. Aldus beflooten binnen Leeuwarden den 29 Junij 1798. 3 ■Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. H. BORGRINK, Vt, Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. Secretaris. Mm NO-  NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Alzo van tijd tot tijd ter onzer kennisfe komen allerhande gerugten, welke verfpreid worden door kwaadwillige Perfoonen, die het ftelzel van Anarchie gaarne zouden willen verbreiden; en welke geruchten alleenlijk kunnen {trekken, om den min doorzienden , maar tevens braaven Ingezeten af te fchrikken van de Infchrijving in het Stemregisterf als "bij voorbeeld:- dafe zij die zich laten infchrijven, meerdere belastingen zullen moeten dragen, enz. Taa zelfs dat zommige Raaden der Gemeenten? (welverre van ingevolge pligt en herhaalde aanfchrijvinge uit te nodigen,) den zich teY infchrijving aanbiedenden Burger door; onderfcheidene, geheel niet te pas komende vragen als of hij voor de Fr,mfchen is ? — of hij voor de Omwenteling van WS? endoor onaangenaam e behandelingen affchrikr ken, en wijders door veele fchikkingen de infchrijving ten hoogften bezwaarlijk maaken.. _ ZO IS HET, dat Wij, die verplicht zijn te waken tegende listigeMachinatien, welke zouden kunnen dienen om het Stemrecht alleen aan eene factie over te laaten, en in de handen van weinige te doen verblijven; en ter voldoening aan het grote doel van de Omwending van zaaken van den 12 Juni) 1.1., ieder Ingezeten van het hem natuurlijk eigen Stemrecht gaarne willende verzekeren - bij dezen de Ingezetenen van dit voormaalig Gewest waarfchouwen, om hoegenaamd geen geloof te geeven aan de Volks verleiders,, welke een valsch geruchte verfpreiden, als of de gelukkige wending van zaa|H op den ia. Jumj 1.1., mf duurzaam zoude zijn, en de  C 279 5 za.t °nf??de Sl Ï2 DePa"ement van Huishoudelijke ïugiten agt te geeven, op dat de Justitie teeen zodanig fs aanranders van 's Volks Rechtenen^ferftew™^i Ui^^J^6 Publk^ van het g^S ^«I^Jni^f d? 14 JTUllij 1 L' behooren SfeïcSte w£ CU Z° flgC Imn'g»a»ten overeenkomoen geftraft bmnd van zaken k™ ^or- neï^^if^i^ dezen n°gmaaI* ^ IngezeteStoSfe dTX?^ GceWeSt t£n ftei'kften uit> om over™^Jl£^™ StaatsregelinS zich te doen infchrijven, zonder zich door eemge listige uitleningen ftriidi met de meergemelde Publieftie van den u u§ i 'l 1 ^ ktennuslerden; inden naam des Vaderlani^ hangende dat alle bezwaaren over voorfchreeven zaak ten fpoeSn gdchieden gebruikelijk L aanê^akt, waar zulks te Aldus befloten binnen Leeuwarden, den 2 Julij I7o8 t« n j • H. BORGRINK, Vt f W Adminiflratif^ D. F O C K E M A. Secretaris. Mm o pu_  PUBLICATIE: TT„ intermediair Uitvoerend Bewind der Volks overwogen hebbende: dat£^L' es Jaan, en eerende Vergadering van den 1 etaMg j diensvolgens de Publicatie^Va^g W weede Nateder Burgers, J^%f ^SiTnad^^ JahW 1 tionaale Vergadering, en, ^^f^n de verdere bijwobij Misüve hebben van ootrek, ning der Dehberatien^dier eïïg^^ifiwatf^ ken, - niet met regelen van bdUjkti^ het D t beftaanbaar zijn geweest, ^ïSSra vanden 13 Junijl.L ^öe^^ge:^|^ge^ bevoegd zijn, die anders volgens d^J^geW| fl tQ ^ reeds moeten gereekend wo den b te» ^ dat het voorheeft gedecreteerd efl:f^SS^e»ga^^ vaQ zegde Decreet van de• ^"Xsvolget^de Publicatie den 3 Februari] dezes Jaa s en die ^ ^ ^ Pjtrgeïed Ücffos'gemaakt en buiten effect ge? fteld zijn. , Bewind dat- deze zal . (wjj getekend) °' ^  PUBLICATIE T Iet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Broederfchap! Doet te weeten: Dat het Intermediair Wetgevend Lichaam; in overweging genomen hebbende, de menigvuldige klagten welke fuccesfivelijk zijn ingekomen, omtrent de verregaande onwilligheid van verfcheidene Schippers, Visfchcrs en Lootslieden, en derzelver Knegts-, welke ten dienfte van het dierbaar Vaderland met hunne Schepen zijn gerequireerd, niettegenftaande de herhaalde en ferieufe vermaningen, aan hunne verpligting, om den Lande ten dienfte te ftaan, nogtansop de wcerbarftigfte wijze zich hier aan zoeken te onttrekken, — bi] Decreetvan den 2 Julij 1. 1. heeft goedgevonden en gedecreteerd: Dat alle Schippers, Visfchers en Lootslieden, als mede derzelver Knegts refpcaivelijk, op de Kusten of Eilanden dezer Republiek, mitsgaders aan de Stroomen en de Rivie.ren woonende, of zich aldaar bevindende, en zijnde Ingezetenen van dit Gemeenebest, op het ernftigfte niet alleen zijn vermaand, maar tevens gelast, om, zo dikwijls als bij voorkomende gelegenheden, door de Gemeente-Beftuuren of Municipaliteiten, of wel door 's Lands Officieren, op zodanige Plaatzen het bevelvoerende, ten dienfte van den Lande, eer ne Requifitie zal gefchieden van de Schepen of Vaartuigen, door hun gevoerd wordende, of waar toe zij behooren, daar aan terftond te voldoen, voorbehoudens echter zodanige fchadeloosftellingen, als bij de Wet of het Reglement, daacomtrent geëmaneerdy is bepaald.. Zullende voorts alle die geenen, welke zich aan den dienst van den Lande direcf of indirect zouden mogen onttrekken, cf het gebruik van derzelver Schepen of Vaartuigen, mitsgaM m 3 ders  C 28a ) ders van hunne Perfoonen, om tot beftuur van dezelve te dienen, zouden mogen weigeren, naar bevind van zaken en omftandigheden, op het aller-rigoureust worden geftratr. Dat wijders alle zodanige Perfoonen, welke zouden mogen beklaagd'worden, van zich aan overtreeding van het hier vooren vastgeftelde, fchuldig gemaakt te hebben of wel op de daad zullen worden bevonden, zo wel door or op last. der Militaire Officieren, op de Plaatzen, alwaar de befchuldigden woonachtig zijn of gevonden worden, het bevel voerende, als mede door of op last derrefpeftive Gemeente-Beftuuren en Collegien van Justitie van dezelve Plaatzen or Diftricten, (als welken allen daar toe bij preventie competent en op derzelver verantwoordlijkheid verpligt worden verklaard) dired zullen worden geapprehendeerd, eii1 vervolgens onder fecure bewaaring overgebragt naar de reiidentie van het Hof van Justitie, waar onder de woonplaatzen van de Beklaagden zijn behoorende, om aan hetzelve overgelecverd en aldaar te recht gefteld te worden; doch voor zo veel het voormaalig Gewest Overijsfel betreft, (zo lange er geen Departementaal Gerechtshof mede over dat gewezen Gewest zal georganifeerd zijn) aan den hoogften Crmnneelen Rechter van het Diftria of de Plaats waar onder de Beklaagden behooren; zullende dien onverminderd de benepen en Vaartuigen der Onwilligen, dadelijk en defecto, ten dienfte van den Lande worden gebruikt. , Dat al verders de Hoven van Justitie over de rcipcctive voormaalige Gewesten, en de Crimineele Rechters, m het gewezen Gewest Overijsfel, welke in dezen rerpeaivelnk competent zijn verklaard, allen bij dezen zijn gelast, om daadlijk en zonder eenig verwijl, zelfs met postpofitie van alle andere zaken en bezigheden, het misdrijf, waar van de Perfoonen, welke uit den hier voorengemelden hoofde zullen geapprehendeerd en aan dezelve overgeleverd zijn, worden  c m ) befchuldigd, te doen onderzoeken, mitsgaders dat onderzoek op de kortfte wijze, die, behoudens eene goede Justitie, mogelijk is, te voltrekken en de Schuldigen, tot de door hun verdiende ftraffen, te condcmneercn; zullende de Publieke Aanklagers, welke bij de voorfz. refpedtive Hoven en Rechters in functie zijn, mede in dezen het recht van het Bataaffche Volk moeten waarnemen en handhaven. En eindelijk dat zo dra de Sententiën of Vonnisfen, ten laste van de fchuldige zijn gewezen, dezelve, ingevalle zij tot eenige openbaare Lijflbaffen zouden mogen gecondemneerd zijn, onder fecure bewaring zullen worden terug ge. zonden naar derzelver refpeftive woonplaatzen, ten einde de gedecerneerde ftraffen aldaar aan hun ter executie te brengen waar voor de Rechters, in deze gefungeerd hebbende, zorge zullen moeten dragen. Gelastende dienvolgens het voorn. Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord, en met verderen last aan den Agent van Justitie, om te zorgen, dat aan de nakooming hier van, ifiptelijk dehand worde gehouden. lil; den Haag den 4 Julij 1798. Bet vierde Jaar der Bataaffche -Vrijheid, (was geparapheert) R. W. TADAMA, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. MIS-  ( 2«4 ) M I S S I V E Aan de Raaden der Gemeentens. Ingevolge Decreet van het Intermediair 1 Wetgevtnd Lichaam der Bataaffche -Republiek de dato ^der voriige Miand, en daar bij zijnde befluit van net ■ Intermediair Uitvoerend Bewind de dato .8 daar aan volgende, het Intermediair Adminiftratif Beftuur van dit voornaa Sg Gewest, gelast zijnde, aan de refpeftive Raaden dei Gemeentens aan te fchrijven, om opgaave te doen: i Van de Naamen van zoodanige Perloonen, als elKe Raad der Gemeente, onder derzelver Jurisdictie weet ot ,venneend te zijn, openbaare V^n^v^ej* zen Stadhouderlijk Beftuur, en binnen haaiè Stad ot Plaats gewoond hebbende, buiten deze Repubhekte len zedert den i Januari] m$, en "«Jien *J termen van het 35fte Art. der algemeene beginzelen oe. StTS! redftfen waarom de Raad der Gemeente van oordeel Is, dat de opgegeevene Perfoonen in de termen van het 3fÊD^AmS^ fooien hebben bekleed, mitsgaders zodanige andere omftanSSheden zo wel nopens de gehuwden als ongehuwden slat al'mede de agtergelatene Kinderen en Huisgezinnen vaideSve Perfonen, als anderzints, het welk de Raad der GeSnte zoude kunne* **g^J"£$£gk bij de uitvoering van het meergemelde 35^ Art. m aanmer Viiia- tp kunnen en te moeten komen, hui a§ Al he ge'n nopens de hier te Lande agtergelatene Göederen, val zodanige uitgeweekene Perfoonen, welke qp  den i Januarij 1798, derzelver perfoonlijk Eigendom zijn geweest, aan de Raaden der Gemeente bekend is, met opgave cok van de Schulden, waar mede die Goederen mogten zijn bezwaard. Daar nu het Intermediair Adminiftratif Beftuur heeft kunnen goedvinden, üns met de Executie dezer Aanfchrijvingen te belaften; zo is bet, dat Wij bij dezen daar aan voldoende , UI. gelasten, om binnen drie weeken na ontvangst dezes, Ons ten nauwkeurigften op bovengemelde Poincten te berigten, ten einde na zulks daar van het vereischte gebruik te kunnen maken. Waar op ons verlatende ; HEIL en BROEDERSCHAP! I1IJLKE HAANEKUIK, Vé Ter Ordonnantie van Hetzelve, C. N. va-n der LET. Leeuwarden den 5 Julij 1798» N n NO?  NOTIFICATIE T-Jet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dat voormalig Gewest, Heil en Broederfchap! Alzo in het 16de Articul van de- eerfte Afdeeling, als mede in het aofte Articul van de tweede Afdeeling van het Reglement A. tot de Acte van Staatsregeling behoorende., bepaald is,. dat ingevalle eene volftrekte meerderheid bij. de eerfte en tweede Stemming tot Kiezers in de Grondvergaderingen , of van Leden bij het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks niet plaats heeft, eene derde Stemming zal moeten gefchieden; en dat bij die derde Stemming de,drie,, die de meeste Stemmen hebben,, zullen worden voorgedragen, —— en in dat geval zoude kunnen plaats hebben, dat- de derde met. een vierde of meer even veel Stemmen heeft, waar omtrent bij de Staatsregeling niet is vastgefteld de wijze-, op welke zal worden beflist, wie hunner, op de Nominatie zal worden geplaatst; ZO IS HET;; dat Wij op Aanfchrijving van het INTERMEDIAIR UITVOEREND BEWIND der Bataaffche Republiek,, bij dezen brengen ter kennisfe van de Ingezetenen van dit voormalig Gewest , dat in beide gevallen. zulks, door het lot zal worden beflist. Het welk in de refpeétive Grond- en Diftricts-Vergaderingcn zal worden in acht genomen.. En op dat de agt Diftriéts-Vergaderingen in dit voormalig Gewest geregeld worden gehouden, zullen de Kiezers moe»  C 287 ; moeten; bijeenkomen op Vrijdag den 13 Julij 1798, om 9 uur voor noen precijs. Ten einde niemand hier van onkundig zij, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus beflooten binnen Leeuwarden, den 6 Julij 1798. Het: vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E. M. v.- BE YM A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. Secrttaris*. HO*  NOTIFICATIE ïLJet Intermediair Adminiftrarif Beftuur van het voórmaa'lig Gewest Friesland, allen den genen die dez=n zullen zien en horen lezen: Heil en Broederfchap! Doet te weten: ■ Dat bij het zelve cp heden ontvangen is het volgend Extract: Bxtraët vit het 'Register -der Befluiten van het Intermediair Uitvoerend Bewind der Batcaffchj Republiek. Woensdag den vierden Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. In aanmerking genomen zijnde, dat 'er verfcliihende intexpretatïen zouden kunnen plaats hebben omtrent 't verkiezen • van Plaatsvervangers van de te kiezeue Vertegenwoordigers des Bataaffchen Volks. Is na deliberatié'befloten, dat tnthet 34fte Art. van het Reglement (A)behorende tot de Staatsregeling blijkt, dat de Plaatsvervangers van de te kiezene Vertegenwoordigers op dezelfde wijze moeten worden benoemd, als de Vertegenwoordigers. En zal Extrad dezes aan alle Intermediaire Adminiftrative Beftuuren der voormaalige Gewesten worden gezonden tot informatie en narigt. (was get.) R. W. TADEMA, Vt. Accordeert met voorfz. Register, (get. S. DASSEVAEL. Enop dat dan de keuze der Plaatsvervangers van de Vertegenwoordigers in de Grond-vergaderingen gefchiede, ter voldoening aan gemeld Belluit, zo is goedgevonden en verftaan, hetzelve ten fpoedigften ter kennisfe der Ingezetenen te brengen , met last aan alle Gemeente-Beftuuren, om een Exemplaar van deze Notificatie in ieder Grond-vergadering te doen bezorgen.. Aldus befloten binnen Leeuwarden den 7 Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. -v A E. M. van B E Y MA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A, Secretaris.  NOTIFICATIE f-Jet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap' ingevolge aanfchrijvinge van den Agent van Oorlog 'der Bataaf che Republiek, brengen Wij tot Wieder kenSsfe, «at welgemelde Agent, uitkrachte eener Publicatie van het Uitvoerend Bewind de dato den 3 Maij laatst!, aangefteld neeit , de Burgers Jan de Hoop, Pieter Breugeman en Lourens Sontag, om uit te maaken de Commisfie tot de Burgerwapening ni dit voormaalig Gewest. Wij gelasten de Raaden der Gemeer.tens in dit voormaalig gewest, om na ontvangst der noodige Registratie-Lijsten, van de voornoemde Commisfie, dadelijk de Ingezetenen te doen oproepen; ten einde dezelve onder de Gewapende, of Uontnbuabelen worden ingefchreven. Wordende verders de Raaden der Gemeentens, Raaden Tiri n-lnf-rat1^ en Disci'Pline> Commisfien van Huishoudelijke Oirectie, Commandeerende Officieren en Iudividueele Burgers, gelast, zich omtrent alle zaaken, de algemeene Burgerwapeuing betreffende, ter eerfter inftantie aan voornoemde Commisfie te adresfeeren. En op dat niemand hier van onkundig zij, zal deze worden Aldus beflooten binnen Leeuwarden, den 9 Tulij 1708 Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid ' E M. v. B E Y M A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A, Secretaris. Oo ■ N0-  NO 'T I F 1' C A T1Ë Ket'ïntertiib'drai'r AüminittratTt* Beftuur van bet voonnuuiig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Ingevolge aanfehriivmge van den Agent van Justitie der Bataaffche Republiek, brengen Wij.tot Ulieder kennisfe , dat door het Intermediair Uitvoerend -Bewind van deze Republiek de Burgers Abraham Staal en Jan Carel Kutsch, van hunne Posten als Raden van het Hof van Justitie m dit voormaalig" Gewest zijn gedenïitteerd en bntflagen j en in derzelver plaats tot-Raden in liet voorzegde. Hof zijn aangefteld de Burgers Mr.. Petrus Gosliga en Mr, Sicco Gerlsma; als fnee'de dat door gemelde Intermediair Uitvoerend Bewind de êurgèr Nicolaas Scheltema van zijn Post als Procureur Generaal van dit voormaalig Gewest is ontzet, en in zijn plaats aangefteld den Burger Abraham van der Burg. En op dat dit ter kennisfe van een ieder koome, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd op de Plaatzen, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten'binnen Leeuwarden, den 9 Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E, M. v.. BEYMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, . D. F O C K E M A. Secretaris. * PU-  C 291 ) PUBLICATIE XJet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek-; Doei1 te weeten: Dat het Intermediair Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks, overwogen hebbende, dat d'efedert eenigen tijd plaats gehad hebbende defertie op 's Lands Vloot , het gebrek aan bevaaren Zeevolk niet weinig had doen toeneem en; dat echter grootendeels de vooifz. defertie. veeleer aan onbezonnen losheid en verleiding, dan wel aan opzettelijke kwaadwilligheid behoort te worden toegefchreeven, en dat uit dien hoofde, meer danwaaifchijnlijk, zodanige Perfoonen, als onbedagtzaam 's Lands Zeedienst hebben verlaaten, en daar door derzelver Eed en pligt aan 'het Vaderland op eene roekelofe wijze hebben vergeten, met dat-gevoel van dankbaarheid en erkentenis; welke aan ieder redelijk weezen eigen behoorde te zijn, zouden te rug keeren, bij aldien de gevolgen hum ner. ftraf waardige daden, itoor de Wet bepaald, hen daar van niet wederhielden; befloten en verordent heeft: Dat een Generaal Pardon zal worden verleend, zo als gefchied bij deeze, voor alle zodanige Deferteurs uit 's Lands Zeedienst , welke zich binnen den tijd van twee maanden , te rekenen van de dagtekening dezer, zullen aangeeven, om derzelver nog onvervulden tijd van dienst aan den Lande te prefteren; daar onder begreepen dezulken, welke zich uit hoofde van defertie in hegtenisfe bevinden. — blijvende voor hen, welke van deeze menschlievende dispofitie geen gebruik zullen maaken, de Publicatie van de Nationaale Vergadering, in dato 29 April 1797, waar bij de ftraf des ckoJs op de defertie is gefteld, in volle kragt. ^ O 0 2 Diens  .( 202 9 Diensvolgends gelast het.voorn. Bewind; ih) naam van het Intermediair Wetgevend Lichaam des Bataaffchen Volks, dat deeze zal worden afgekondigt en aangeplakt alömme ■.waar zulks behoort, en met verderen last aan den Agent van Justitie,;om te zorgen, dat aan de naarkoming hier van , ftiptelijk de hand worde gehouden. In den Haag den 12 Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheert) Ai J. LA PIERRE, Vt.. (Onderftond) , : 3. Dat ieder Plaatslijk Bewind, na hét bekomen van de voor-lz. opgaven en taxatie, zal formeeren een Plan van Schikking, zo als de Municipalitcit -zal oordcelen, d;.f wegens de voorfz. Kerk gebouwen en Pa.'toiij-huizen tuslchen de onderfcheidene Kerk-genootfchappen-, in dezelve plaats gevonden wordende, naar billijkheid aangegaan zouden kunnen worden. 4. Dat hetzelve Plan zal moeten worden gemaakt, op den voet van de Staatsregeling; en inhouden. a. Eene opgaaf zoo van de waarde, waar op ieder Kerkgebouw en Pastorij-huis is getaxeerd, als van het montant dei-kosten van de gewoone reparatien van hetzelve, vo'gens de'daarvan gedaane taxatie of berekening; item, of en hoedanigefiaaten, Schulden cn Lasten dezelve Gebouwen en Huizen hebben. b. Een voorftel van hetgeen bij de naasting van zodanige Kerk-gebouwen en Postorij-huizen daar voor, het zij in eens, 't zij bij termijnen, door het naastende Kcrk-ger.ootfchap aan de andere Kerk-gemeenten, naar evenredigheid van het getal der individueele Leden van dezelven zoude behooren te worden -uitgekeerd. c. Een voorftel hoe ten opzichte van Stoelen, Banken, en het geen verder in de voorfz.-Kerken en Pastorij-huizen word gevonden, voor zo verre dezelve geen bijzondere Eigendommen van den een of anderen zijn, zoude beboeren te worden gehandeld. ■d. En fpeciaal ook een Project-plan, hoe in 't vervolg te handelen ten opzichte van de Begraafplaatzen in dezelve gevonden wordende, zo die aan particuliere Perfoonen, als aan de Kerken behooren, en het gebruik derzelve voor het vervolg. e. En eindelijk, in 't generaal eene opgaaf en voorftel, van al het geen dienen kan tot een regt verftand -der zaken, en  '( *96 ) •en om de toeftemming van alle Kerk genootfchappen eener ■Plaats, in zodanig Plan, ende daar naar te doene keuze, om-. 'trent de naasting van eenig Kerk-gebouw en Pastorij-huis, en de Conditiën van dien gemakkelijk te maken, en voor te komen, dat in het vervolg van tijd, geen verfchillen over zodanige Kerkgebouwen en Pastorij-huizen ontftaan. _ 5 Dat voorfchreve Plan, nopens alle de gem. pomcten geformeerd zijnde, daar van door of van wegen de Mumcipalitek der Plaatfe, een Copie zal worden ter hand gelteia, aan ieder Kerk-genootfchap onder hun resfort, ten emae hetzelve te examineeren, en zich ten fpoedigften, immers, binnen drie weeken na het ontvangen , aan de Mumcipahteit teexpliceeren, of zij hetzelve goedkeuren, en daar mede genoegen neemen; mitsgaders in dat geval de keuze omtrent üe masting van ieder Kerk-gebouw en Pastorij-huis te laten doen, en daarvan een behoorlijke Contrad tusfchen alle de Kerkgenootfchappen van ééne Plaats te doen pasfeeren, ot wel ingevalle bij het een of ander der Kerk-genootfchappen eenige bedenking over het bekomen Plan mogte ontftaan ^dezelve aan de Municipaliteit der Plaatze, en aan de andere Kerk-genootfchappen aldaar op te geven, welke Mumcipahteit als dan zal tragten, die bedenkingen in der minne uit den weg te ruimen, en de disfentieerende te verëenigen. 6 Dat bij ontftentenis van dien, en ingevalle de relp^ctive Kerk-genootfchappen niet kunnen worden bewoogen tot onderlinge minnelijke fchikkingen, en het aangaan van een Contract, de geheele zaak zal moeten worden gelaten ïnltatu tot de bijeenkomst van het Vertegenwoordigend Wetgeeveiid Lighaam, en de poinften van gefchil door de Municipaliteiten ten fpoedigften aan het Uitvoerend Bewind zullen worden toegezonden, om vervolgens ter kennis van het Vertegenwoordigend Lichaam gebragt, en door hetzelve beliegt te worden,  C *97 ) Verbiedende het voornoemde Bewind elk sen een iegelijk, om van de voorfz. Gebouwen en Huizen eenig ander gebruik te maaken, als tot hier toe heeft plaats gehad, uitgezonderd voor zoo verre daar over eenige fchikkinge tusfchen de resfpeéfrve Kerk-genootfchappen eener Plaatze mogten worden gemaakt, en daar van het nodig contracbzal zijn aangegaan en gepasfeerd, en beveelende, om zoo lange dit een en ander niet is gefchied, zich in het bijzonder te wagten van ten opzichte der Graven in de voorfz. Gebouwen zijnde, en de daar in liggende Lijken en Beenderen, ietwes te onderneemen, of het gebruik, hetwelk tot hiertoe van dezelve Graven is gemaakt, op eenigerleij wijze te verhinderen, op poene, dat die geen, welke in eenigen opzicht contrarie dezes mogte handelen, als Overtreeders der Staatsregeling en Verftoorders der gemeene rust, anderen ten voorbedde naar exigentie van zaken, zullen worden geftraft. Gelastende dienvolgens het voornoemde Bewind, in naam -des Bataaffchen Volks, aan alle Geconftitueerde Machten, deze te doen afkondigen en aanplakken, aiömmé waar zulks behoord., mitsgaders aan alle en een iegelijk die het zoude mogen aangaan, zich naar den inhoud deezeste reguleeren, en aan alle Jufticieren.en Officieren te zorgen., dat daartegen niet worde gehandeld, procedeerende of doen procedeeren, tegen de Overtreeders derzelve, zoo als bevonden zal worden in goede Justitie te behooren. Aldus gedaan en gearrefteerd bij het bovengemelde Bewind in den Haage, den 12 Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) A. J. la PIER RE, Vt. (Onderfondj Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was Qctektnt) S. DASSEVAEL. P p NO-  NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezet», nen van dit voormaalig Gewest, Heil en BroederJchap! Alzo ingevolge Publicatie van het Inconftitutioneel Uitvoerend Bewind" der Bataaffche Republiek van den 25 April 1798, en Interpretatie van dezelve bij Publicatie van den 25 Maij 1798, de Scheepen uit de Oostzee de Sond pasfeerende, en belaaden met Goederen naa herwaarts gedestineerd, in de Havens dezer Republiek vallende, zuilen moeten voorzien zijn van een Certificaat van den aldaar refideerenden Commisfaris der Bataafiche Republiek, houdende dat aan den Commisfaris aldaar uit hunne Oostzeefche Paspoorten is gebleeken, dat de ™§ela?ene Goederen (welkers Merken en Nummers op de/f0™0* ten zijn uitgedrukt,) beftaan uit Rusfifche, Sweedjche., JJee*. fche, Pruisfifche, Lubekfehe of CourlandfcAe Producten» welke alzo niet vallen in de termen der Publicatie van de Nationaale Vergadering in dato 16 September 1796, - en dit ten opzigte der Rusfifche Producten aan eenige zwarigheid onderhevig is. ZO IS HET, dat Wij ingevolge Aanfchrijvinge van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek, bij dezen ter kennisfe van Ulieden brengen, dat, ingevolge beichiükingevan gemelden Agent, geene Certificaaten wegens dadingen, beftaande uit Rusfifche Goederen, door den Commisfaris te Elzeneurwn de Schippers voortaan zullen worden ter hand gefteld, maar aan de Confignatansfen hier te Lande worden afgezonden; en dat de Leges, voor die Ger-  ( m ) tïficaaten gevorderd wordende, en een bezwaar voor de Commercie uitmaakende, of geheel agterwege zullen worden gelaaten, of ten minften zo modicq bereekend, dat zulks geene gegronde bezwaaren voor den Handelaar kan opleveren. Op dat dit ter kennisfe van den belanghebbenden kome, zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden > den 13 Jnfij i798- m Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E. M. v. BEYMA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEMA. Secretaris. Pp * PU-  £ 390 \ PU B LIG A TIE TLTet Intermediair, Uitvoerend Bewind dèv, Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen, derzelve Republiek, Heil en Broederfchap! Doet te weten: Dat het Intermediair- Wetgeevend Lichaam des-Bataaffchen Volks-zeer gegronde vermoedens-opgevat hebbende j . dat veelen onzer Landgenooten zijn nalatig gebleeven in het voldoen van hun verfchuldigd aandeel in de heffingen vaH'-agt vam't> honderd, over .de Inkomften bij Publicatie van 5 December des voorigen Jaars gearrefteerd, en aan de zodanigen als nog gelegenheid willende geeven, aan hunne verplichtinge te voldoen ; is het dan. niet uit bezef van het geen zij aan het Vaderland verfchuldigd zijn, hetzij tot vermijdinge der ftraffe welke gewisfelijk hun zal treffen, die ten dezen aanzien nalatig zullen worden bevonden, zonder . echter dezen volkomen gelijk te willen fteilen met anderen ,, die, de geftelde termijnen dezer heffinge behoorlijk hebben in acht genomen, bij Decreet van den 6 en 13 Julij laatstleden, heeft goedgevonden en geftatueerd. Dat alle Ingezetenen welke nalaatig zijn gebleeven, hunne fournisfementen, in de. heffing van agt pro Cent op een ieders Inkomften den 5 December 1797. gearrefteerd, binnen den bepaalden tijd, bij de refpective Ontvangers in te brengen, als nog gelast worden, om, voor den laatften Augustus aanftaande, hun. verfchuldigde voor den vollen opbrengst aan te zuiveren, .en alzoo, aan het gevorderde bij voorfchreve Publicatie naar behooren te voldoen; onder deze expresfe bepaling, dat geene Fournisfementen zullen worden aangenomen anders, dan met eene boete van één fluiver van iedere gulden welke nog word opgebragt, waar van op de Quitantie-en Duplicaat aantekening gefteld zal wor;  C 301 ) werdén;-.met dien verftande verder, dat deze boete teil profrjte van den Lande zal blijven verbeurd, zonder dat daar voor eenige rentegevende Reeipisfen zullen worden afge* geeven: voorts dat het Intermediair Wetgeevend Lichaam dit Bewind.bij voorfchreeve Decreet van den 6 dezer tevens heeft geauthorifeerd, om op grond van het 9 Artikel der Publicatie van. 5 December 1797- zodanige ophelderingen te geven, als vereischt worden om de verkeerde en nadeelige opvattingen derzelve, daar, waar dezelve plaats mogten hebben weg .te neemen; dat het Intermediair Uitvoerend Bewind voornoemd diensvolgends, elk en een iegelijk welke ten dezen eenige verkeerde begrippen mogt hebben gehad, willen hebben gewaarfchouwd, vooreerst: dat onder de benaming van Inkomften zo. als dezelve bij-het 8 Artikel van> de dikwijls, gemelde Publicatie breeder worden ©mfchree' ven, moet worden vervat al-het geen als-zodanig direct of indirect,, onzuiver word genooten, en geenzins (hoedanig egter de zaak bij verfcheidene Ingezetenen vooral ten plat' ten Lande fchijnt te worden opgevat) het geen bij1 hunne aftrek van hun vertier zuiver mogt wezen overgehouden f en dus zonder dat, op grond van het 10 Articul derzelve Publicatie,, iets meerder: ©f anders van voorfz.- onzuivere Inkomften moge worden afgetrokken, dan het geen aldaar uitdrukkelijk is gemeld; en ten tweeden: dat de aftrekking van vijftig guldens van de Inkomften voor ieder Kind Art. 11 toegelaten, niet moet worden opgevat, als of die geen, welke valt onder dezulken die een jaarlijksch Inkomen hebben van drie honderd guldens, en daar boven, en dus tot de betaling van agt ten honderd van zijne Inkomften , ver. pligtis, van deze betaling geheel zoude zijn vrijgefteld, uit hoefde van de korting, welke hij, als hebbende één of meer Kinderen, bevoegd is te doen, en waar door het geheele bédragen dier Inkomften, voor welke hij de betaling P p .3 fchul-  ( 302 ) fchuldig zoude blijven, tot beneden de drie honderd guldens word gebragt, terwijl zulk een, daar en tegen, verpligt en gehouden is tot de voldoening van de uitgefchreeven agt per Cent van dat geen, het welk.zijne Inkomften na de veroorloofde korting voor zijn Kind of Kinderen nog blijven bedragen, Willende het Intermediair Uitvoerend Bewind een iegelijk, in naam des Vaderlands , en van zijne duure verplichting aan het zelve, hebben aangemaand, om als nog gebruik te maken van de vergunning bij deze Publicatie gemeld , en om binnen den tijd daar bij bepaald, dat geene te voldoen, het welk hij, om welke oorzaak dan ook, mogt zijn fchuldig gebleeven; alles op pcene, dat de ftrengheid der Wet in het bijzonder op die geenen zal worden toepasfelijk gemaakt, welke, niet tegenftaande deze nadere uitnodiging en verklaring , onverhoopt mogten worden bevon den in de vervulling van hunnen pligt te kort gefchoten te zijn. Gelastende het voornoemd Bewind, dat deze zal worden ; afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haag, den 17 Julij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) A. J. la PIERRE, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, Q*as getekend) S. DASSEVAEL. PU-  PUBLICATIE T_Jet Intermediair Uivoerend Bewind der Bataaffche Republiek aan alle de Ingezetenen van dezelve Republiek, Heil en. Broederfchap! Doet te weten: Dat hetzelve, met even zo veel verbazing als verontwaardiging heeft vernomen, hoe of eenige weinige Ingezetenen, in zommige Plaatzen van deeze Republiek , en inznoderheid binnen dé Stad Amfterdam, zich niet ontzien, om op eene hoogst misdadige wijze tot vernietiging en ommekeer van de tegenswoordige orde van zaken werkzaam te zijn; hoe zij daartoe de goede oogmerken van het Beftuur niet alleen miskennen, maar ook die daaden welke rechtvaardigheid gebied, en Staatkunde billijkt, in een hatelijk daglicht trachten te plaatzen, daer toe misbruik makende van grondbeginzelen, welke zij zeggen te eerbiedigen, maar eeniglijk willen dienstbaar doen zijn, tot het weder invoeren van dat fijsteraa van Regeeringloosheid, het. welk onlangs zo gelukkig is-onderdrukt; het tegenwerken dar bijeenkomst van het wettig verkooren Vertegenwoordigend Lichaam , en het geregeld invoeren der Acte van Staatsregeling bij het Bataaffche Volk aangenomen; hoe zij zich verder niet ontzien, ten dien einde allarmeerende tijdingen, en onrustwekkende geruchten te verfpreiden, die listiglijk en kwaadaartig uitgedagt, of ten minften geen verder aan weezen hebbende dan in hunne verhitte verbeeldings kracht, niet te min op de gemoederen van andere ligtgeloovige, min dcorzigtige en zwakke, .onder hunne Medeburgeren een maar al te diepen indruk maken, en zo dezelve niet bij het minfte nadenken moesten vervallen, en openlijk konden worden tegengefproken van de vooruitziendfte gevolgen voor het welzijn van dit Gemeenebest, en alle weidenkenden in het zei-  C 304 ) zelve worden zouden; hoe zij eindelijk daar' toe in het bijzonder misbruik maken van hunnen invloed in zommige bijeenkomften of zogenaamde Sociëteiten, welke onderling over Staatszaken Briefwisfeling houdende, gefchreeven aanklagten ontvangende, bij ftemming befluitende, of bij wijze van Corporatie eenigeopenbaare daad verrigtende, vlak aanlopende tegen het 18de Articul der Burgerlijke en Staatkundige Grondregels, welke de Acte van Staatsregeling vooraf gaan, en waar bij aan de eene zijde op het nauwkeurigfte is gezorgd, dat de vrijheid der Ingezetenen, om ter onderlinge verlichting bij een te komen niet zoude worden beperkt, en' hunne zamenkomsten aan de'andere zijde gehouden binnen die Grenfen, welke in een behoorlijk ingerichten Staats zonder ondermijning van het algemeen welzijn niet kunnen worden overfchreeden; en hoe dit alles het ongunstigst verfchiet zoude opleveren, zo niet de ernftigfte maatregelen wierden genomen, ten einde ■ zodanige Rustverftoorders, welke niet ophouden hunne hardnekkige en heillooze oogmerken aan den dag te leggen, naar verdienfte worden geftraft, en het gezach der Wetten en Geconftitueerde Machten, volgens de tegenwoordige orde van zaaken, behoorlijk worden beveiligd en gehandhaafd. ZO IS HET, dat het Intermediair Uitvoerend Bewind voornoemd, als daar toe bij Decreet van het Intermediair Wetgeevend Lichaam van heden behoorlijk geauthorifeerd, heeft beflooten en vastgefteld, zoo als het zelve befluit en vastfteld bij deezen: Foor eerst: Dat alle, die openbaare géfprèkken voeren, of eenig deelhebben aan het maaken, drukken, uitgeeven, of verfpreiden van gefehriften, ingericht, om de tegenwoordige orde van zaken en beftuur, eeniglijk gegrond op de waare erkentenis van 's Volks onvervreemdbaarc oppermagt, en.de weering van alle indrang op; en overweldiging  C 305 3 ging van dezelve, in-een haatelijk daglicht te fteilen, en te belaagen, of omverwerpen, en die gefchikt zijn, om ■andere tegen dezelve op te hitlen, of, om het zij door 't opzettelijk verzinnen en veripreiden van valfche tijdingen gerugten te doen ontftaan, of hoop te doen voeden van eene aanftaande Omwenteling, en het herleeven van het onderdrukt Sijftema van Geweld en Regeeringloosheid, aan den lijve met een ftrenge Geesfeling en daar op volgende gevangenis van vijf jaaren en bannisfement uit dit geheele Gemeenebest, zullen warden gecorrigeerd. Ten tweeden: Dat alle, die zich bezig houden met openbaare of geheime bijeenkomften, om diergelijke oogmerken te bereiken, en daar toe Ichikkingen en middelen te beraamen, en allen die, hoewel niet tot die bijeenkomften onmiddehjk behoorende, met deze in verband ftaan, en hebben aangenomen de uitoeffening der oogmerken en maatregulen in dezelve beraamd, te ceniger tijd te bevorderen, ftrengelijkaan-den lijve met Geesfeling, Brandmerk, Confinement en Bannisfement zullen worden geftraft. 'Ten derden: Dat die gcenen, welke zich aan eenige daaden van Oproer en Geweld mogten fchuldig maaken, tot ommekeer ftrekkende van de thans gevestigde orde van zaaken, op gelijke wijze, als Artikel 2. is bepaald, en zelfs naar exigentie van zaaken met de dood zullen worden geftraft. Ten vierden: Dat alle-Intcrmediaire Adminiftrative Beftuuren en Municipaliteiten van Steden en Plaatzen in dit Gemeenebcst-jiallemoogelijke voorzorgen en maatregelen zullen beraamen, en nauwkeurig toezien, dat geeuerlei te zatnenïottingen worden tojgelaaten, cn dat in 't bijzonder onmiddelijk na den ontvangst dezes, worden gefloten, alle zogenaamde Sociëteiten of Bijeenkomften, welke, volgens het Art. 18. der Burgerlijke en Staatkundige Grondbeginzelen, Q °t voor  C 306 ) voor de Acre van Staatsregeling geplaatst, bij dezelve worden verboden, onverminderd de Vrijheid van te zamenkomften aan die Ingezetenen, bij voorftrrréeve Staatsreegeling gelaatem, alles op poene, dat die geene welke zodanige Sociteiten of Bijeenkomften langer toelaaten of blijven frequenteeren, als Verftoorders van de publieke rust, en na exigentie v%k zaken zullen worden geftraft, invoegen als hier voren Art. 1, 2 en 3 is bepaald. Ten 'vijfden: Dat ten opzichte van die geenen, welke door de Suppoosten der Justitie, en andere daartoe behoorlijke aangeftelde en gequalificeerdeMachten, in het bedrijven van eenige van de hier vooren gemelde zaaken, op heeterdaad worden betrapt, de Vonnisfen of Sententiën zullen kunnen worden geweezen, zo dra de Rechter naar behooren, en met genoegzame bewijsftukken van de misdaad zal zijn gebleeken, zonder dat de Confesfié van de Gedetineerde nodig zal zijn, of de gewoone form en trein van procedeeren zal behoeven te worden in acht geftomen, als mede, dat dezelve Vonnisfen of Sententien tegen den Gedetineerden zullen worden geëxecuteerd, zonder dat eenige appellatie, reformatie, of provocatie, daar tegen zal worden toegelaaten. Gelastende alle Fiscaals, Bailluwen, en die geenen, wel» ker post en pligt het is, het recht van het Bataaffche Volk waar te neemen, mitsgaders alle Hoven van Justitie, en alle verdere Rechters ten ernftigften vermaanende, aan de uitvoering van deze Publicatie, met alle ernst en zonder conniventie of verfcïiconmg de hand te houden, en zoodanige proceduures als ter zaake voorfchreve, reeds zouden mogen zijn of nog mogten worden ondernomen, zonder verwijl, en 20 fpoedig als een goede Regtsöeffening immer toelaat voort zetten cn ten einde te brengen. En op dat niemand hier van eenige Ignorantie pretendere, zal..  ( 507 ) zal 'deze alomme worden gepubliceerd en geaflSgeerd, alwaar zulks te gefchieden gebruiklijk is, Gedaan in den Hage P den 19 July 1798 Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Qq 3 PU- (was geparapheert) J. S P O O R S, Vt (Onderpond Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) S. DASSEVAEL.  ( 303 ) PUB LICATIE T~Tet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, aan de Ingezetenen dezer Republiek, Heil en Broederfchap!- Doet te wceten : Dat het .Conftitutioneel 'Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, op den 31 Julij 1.1. bij den anderen zijnde gekomen, zich in twee Kamers, ingevolge de Staatsregeling," heeft verdeeld": hebbende de Eerfte Kamer tot haaren eerften Prazfident verkooren den Burger P. L. van de Kafteele. En tot Secretaris, gerequireerd den Burger J. PI. Floh. Terwijl de tweede Kamer> tot eerften Praïlident heeft verkooren, den Burger D. C. de Leeuw. En tot proviüoneele Secretarisfen benoemd-, de Burgers Ban/lier en Ondorp. Dat wijders het zelve Vèrtegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld , overwogen hebbende, dat het volftrekt noodzaakelijk zij, ten einde geene ftagnatie in de Adminiftratie van 's Lands zaken worde veroorzaakt , dat voor de exercitie der Uitvoerende Macht, hoe eerder zo beter,.en onverwijld worde gezorgd, bij Decreet van den gemelden 31 Julij, befloten en verordend heeft: dat de Burgers J. Spoors, G. J. Pijman, J. J: A. Gogel, R. W. Tadema en A. J. la Pierre. Agenten van van Marine, Oorlog, Financien, Justitie, en Inwendige Politie refpedivelijk , thans uitmaakende het- Intermediair Uitvoerend Bewind, zullen worden verzogt en gequalificeerd, om provifioneel, en tot dat-een Uitvoerend Bewind op den voet der Staatsregeling, zal weezen geinftalleerd, bij continuatie de fun&ien van dat Bewind naar het voorfchrift der Staatsregeling, waar te neemen en te exerceereu. Dat de hier bovengemelde Leden zich aan de hier voren  C 309 V gemanifesteerde intentie van het Vertegenwoordigend LigRaam, niet willende onttrekken, aan de voornoemde qualilicatie hebben gedefereerd, en hiervan bij deze aan den Volke kennis geeven, en tevens, dat zij tot hunnen Prsefideut hebben benoemd, den Burger J. J. d. Gogcl, En als hunnen Secretaris hebben gecontinueerd den Burger S. Dasfevael. Diensvolgens gelast hét voornoemd Bewind, in naam des. Vertegenwoordigenden Lichaams, dat] deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haag den 2 Augustus 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheide (was geparapheerdy J. J.. A. G O G E L, Vt. (Onderftond)' ■ Ter. Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S., DASSEVAE L>; Qq 3 NO?  C 310 ) NOTIFICATIE TLTet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dit voormalig Gewest, Heil en Broederfchap ! Doet . te weeten: Dat het Intermediair W/etgeevend Lichaam des Bataaffcheu Volks , bij Decreet van den 30 Julij 1,1. heeft befloten te vernietigen en buiten effect te fteilen, de Publicatie der voormalige Reprefentanten van het Volk van Friesland van den 1 Februarij 1796, waar bij tegen de Regenten en Ministers van het Beftuur voor de Revolutie van den Jaare . 1795, en tegen een gedeelte der in Junij 1795 door het Volk van Friesland gekoozene Reprefentanten perfoneele voorzieningen, zijn vastgefteld; als mede aan dezelve het recht benomen , om hunne Goederen op eenige wijze te mogen aliëneeren. Op dat niemand hier van onkundig zij, gelast het Intermediair Administratif Beftuur voornoemd, uit kragt van eene authorifatie door het Intermediair Wetgeevend Lichaam des Bataaffchen Volks op hetzelve verleend, dat deze in dit voormalig Gewest zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden, den 7 Augustus 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. HYLKE HAANEKTJIK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEMA, Secretaris. N O-  < SU ) NOTIFICATIE J-Jet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Notificeert hier mede, aaneen ieder die zulks zoude mogen aangaan, cn ten einde voortekomen alle oorzaaken van misverftand, tusfchen Burgers en .Gcëmploijeerdeus van deze Republiek, en deszeïfs Bondgenote de Franfchè Republiek, dat bij het 18 Articul van het Tractatit van Vrede en Vriendfchap, gefloten inden Haag den 16 Maij 1795 is bepaald: pj Vaart op den Rhiju, de Maas , de Schelde, de Ilondt, en alle derzelver takken tot aan de Zcc, zal vrij zijn voor de beide Natiën, zo Franfchè als Bataaffche ; de Franfchè en Bataaffche Schepen, zullen daarop, en onder dezelve conditiën , mogen Varen. Dat ingevolge van dien alle. Kaperfchepen* en hunne Prijzen, het zij Bataaffche, het zij Franfchè, binnen vallende in de Havenen dezer Republiek, onderworpen zijn aan de navolgende bepalingen, vastgefteld bij de Wetten van den Lande, en in werking bij deze Republiek , te weeten: Dat volgens Articul 3 der Publicatie van de Nationaale Vergadering in dato 3 Maij 1796. Aan alle Prijsmeesters op Prijfen door Nederiaudfche Scheepen of Commislievaarders veroverd, en in een der Havenen dezer Landen binnen gevallen , door den Commisfaris ter munftering-, of die anderzints daar toe zouden mogen zijn gequalificeerd, zal worden afgenomen eene fummiere Verklaaring, wegens de omflandigheden der Prijsnecming,. en de beweegredenen voor het inloopen, dat ook de Lading door denzelven Ccmnusfaris zal worden verzegeld, of vcor zo verre dezelve niet zouden kunnen verzegeld worden, geinventarifeeid, . en dat hij, daar van een behoorlijk Acte zal opmaaken. Met .  X 8" "Met welk-hier bevengemeld Articul overeenftemt het gee»ne bij het Reglement van Hun Hoog Mogende de voormaalige Staaten Generaal in dato 12 October 1781 Art. 2 ten aanzien der Franfchè Commisfie-vaarders is bepaald en aldus luidende: .. In geval van enkel binnenvallen, zullen de Prijsmeesters Behouden zijn, voor den Commisfaris ter monftenngra plaatfe alwaar zij zullen zijn ingeloopen, bij eene fummiere Verklaaring opgeeven, de omftandigheden van de Prijsneeming, en de beweegredenen van inloopen, en de gemelde 'Commisfaris verzoeken, zich aan Boord van de PrySgemaakte Vaartuigen te begeeven, ter Verzeegehng, ot ter Inventarifatie van dat geene het .welk niet verzeegeld zal 'kUDnarwiIdLe,n'volgens -Articul 4 der op gemelde Publicatie der Nationaale Vergadering van den 3 Maij 1796 zal moeten worden en blijven in agt genomen. Dat ingevalle zodanige Prijsmeester zoude mogen willen opzeileniiaar eene Plaats, alwaar een Departement der Marine is gevestigd, de Commisfaris (ter monftermg) of die anders daartoe gequalificeerd zoude mogen wezen, op zodanSe Prijsfchepen zal doen fteilen een bekwaam Perioon, ten einde toe te zien dat deze reize fpoed.g worde vervorderd, en intusfehen geen der ïngelaaden Goederen van Boord SeDafvob-ens Art. 7 dezelve Publicatie van 3 Maij 1796 . zo kort mogelijk naliet afloopen der Procedures en zelfs ook voor dien tijd, zo dikwijls uit hoofde van bederflijkS der Goederen, of om andere redenen eene vroegere Verkoop mogt worden toegelaaten, de voorfenreve Goederen in conforniité van het voorfchrift van den Jaare,-Ig5 zullen worden verkogt, onder conditie dat aan alle de mge iaaden KoopmanfchaPPen niet alleen de Provinciaale Lasten  ( 313 ) ■bijaldien 'er eenige verfchuldigd mogten zijn, maar ook 's Lands inkomende regten zo van Convoij als Premie door de Kopers zullen moeten worden voldaan, volgens Plac-aaten en Orders op den ophef van de middelen te water geëmaneerd of nog te emaneeren en dat, voor zo verre de ingebragte Goederen bij voorfchrevene orders niet bekend of verboden mogten zijn, het'Convoijgeld daar van tegens drie Guldens van't honderd, volgens de verkooplijst te rekenen zd worden betaald. En volgens Art. 8 der opgemelde Publicatie : Dat, gelijk dit plaats zal moeten hebben indistinételijk of de te verkoopen Goederen door Nederlandfche of Franfchè Schepen , of Commisfievaarders, zouden mogen zijn ingebragt, op dezelve wijze mede zonder eenig onderfcheid dien aangaande te maaken, voortaan op den voet van het 87 Artikel der Inftrudtie van den Jaare 1507, boven de Kooppenningen zullen worden befproken tot randfoen, twaalf grooten van elk pond Vlaams, of vijf per Cent, en verdeeld zo als bij deze word bepaald, te weeten: zeeven groten daar van ten behoeve van het Fonds van den ouden armen Zeeman, te ontfangen door den Directeur van het zelve Fonds, in het Departement alwaar de verkooping zal zijn gefchied, een en een halve grooten, ter verkwikking van alle zulke Zeelieden, welke op 's Lands Vloot gekwetst, zien in een der Hospitalen van de Marine als dan zullen bevinden, te ontfangen bij de Directeuren van de Hospitalen refpeétivelijk, twee grooten voor de Vendumeester voor zijne verkooping, mits dat hij zal moeten inftaan voor de penningen, de Contrarolleur eene groot, zo voor het formeeren van den Inventaris, het houden van Contraboek, en onder toezicht., voorfchreven Buitgoederen fpecteerende, terwijl de resterende halve groot zal genooten worden bij den Subliitut-Secrctaris van het Departement alwaar de verkoping zal gefchieRr den,  C 314 ) den, waarvoor hij gehouden is, naartekomen al hetgeen hem'bij de Inftruétie gelast word, . Dat wijders even zo als zulks ten aanzien der prijzen door Bataaffche Commisfievaarders genomen en opgebragt, conftantelijk plaats heeft, en zo als mede bij den 3. Articul van het Reglement der voormaalige Staaten Generaal, in dato ia October 1781 is bepaald: de Goederen uit pnjlen, door Franfchè Commisfievaarders genomen en opgebragt, dewelKe aan bederf onderhevig zijn, en zelfs ook andere Goederen,, indien zulks vereischt zal worden, tot behoefte van het bchip , geduurende den tijd van deszeïfs verblijf hier te Lande , zullen kunnen worden verkogt, op de permisfie van het Gojlegie ter Admiraliteit, Qcm, in de Adminiftratie van. s Lands Middelen te Water, vervangen zijnde door den Agent der F'inantiïnS aan de Prijsmeester daartoe verleend; nuts de voorfchreven verkooping gefchiede-door de s Lands Vendumeester, en door den Prijsmeester overgebragt worden de affchriften, zo van gedaane verzoeken en appointementen, als van de Lijsten der verkooping.. Dat voorts, zo als bij Art. 6. van opgenoemd Reglement is bepaald omtrent de ïosfing, inventarifatie, op verkoop en transport van de voorfz. Pnjfen en Koopmanfchappen zullen worden geobferveerd zodanige formaliteiten, als hier te Lande gebruiklijk zijn , en de Koopmanfchappen, komende uit P-riffen door Franfchè Commisfievaarders gemaakt en m de Havenen dezer Landen opgebragt, fubjeft zullen wezen aan alzulke reeten en formaliteiten, als de Koopmanichappen, komende uit Prijzen door Bataaffche Commisfievaarders gegemaakt, hier te Lande onderhevig zijn of bij vervolg zouden mogen worden gemaakt; dat alverder ^ conformiteit van het zelve Reglement, Articul 7. al!e de Gevangenen, die bevonden zullen worden aan boord der Franfchè Commisfievaarders welke in de Havenen van deze Staat zullen  < 315 ) inloopen . of aan boord van de Prijfen aldaar optebretigen zonder uitftel aan de Admiraliteit (nu Departement der Marine,) van het resfort zullen worden overgeleverd, om van wegens de Franfchè Republiek, en ten koste van dezelve onderhouden te worden. . Dat eindelijk in conformiteit van den 9 Articul der meergemelde Publicatie van 3 Mnj i796> na het mcasfeeren der gelden en het opneemen en approbeeren van des vendumeesters rekening of liquidatie, van het zuiver provenu van de voorfchreven Prijzen, door Franfchè beliepen ot Commisfievaarders gemaakt; zonder eenig aftrek zal worden geëxtradeert aan de geenen die daar toe in Frankrijk gerecntigd zouden mogen worden verklaard, onverminderd dit alles, nogthans alle de lasten, bepaalingen en formaliteiten zo op het randfoeneeren van prijzen als anderzints welke ten aanzien der Bataaffche Commisfievaarders en hunne prijzen ot goederen bij onderfcheiden orders, Placaten en Refolutien van den Lande zijn bepaald, en waar aan nog de Franiche, nog andere Buitenlandfche Commisfievaarders, als tot een vreemde-Mogendheid behoorende, uit den aart der zaake niet kunnen onderworpen zijn, doch aan welke de Ingezetenen dezer Republiek gehouden worden beftendig te blijven •verbonden. Dat voorts bij het invallen van het zij Bataaf)'cie, tranfche of ander Koopvaardij of Prijsfcheepen, den wil hebbende binnen door te vaaren naar eenige plaats buiten het territoir dezer Republiek, derzelver Ladingen alvporens zullen moeten worden geplumbeerd of verzeegeld, mitsgaders de tranfitoire regten van dezelve voldaan en wel van de geprohiveerde of verbodene goederen drie per Cento van de waarde, en van gepermitteerde of vrije goederen, eenmaal het èoogfte regt, zo als zulks bij Art. 12 en 20 van het tranhto Placaat van den 5 Januarij 1797 is bepaald. Rr 2  e 316 > En eindelijk dat gelijk bij het 105 Articul van 't generaaf Plaeaat van den 31 Julij 1725 uitdrukkelijk is bepaald. Dat.'s Lands Recht op het inkomen zal moeten worden betaald ter plaatze van de ondading, zonder onderfcheid of de goederen direételijk in de Zeefchepen of Ligters^ of andere Schepen naar de plaatzen hunner destinatie worden gebragt, mitsdien alle het. zij Franfchè Bataaffche of andere Koopvaardij of Prijsfchepen, in een der Havens dezer Republiek binnen vallendenen den wil hebbende of gedestïneerd zijnde naar Vlisfingen of eenige andere plaats, het Grondgebied van dezen Staat uitmakende, aldaar, (als zijnde de plaats der. ontlaading) 's Lands Regten zullen moeten voldoen, daar toe ter eerfte Comptoire bij het binnen vallen fufficientie cautie Hellende, als mede. voor zo veel de Prijsfchepen aangaat, dat;hunne ladingen, ter gedestineerdè plaatze. door den 's Lands Vendumeester zullen worden verkogt agtervolgens de vigeerende Wetten en Conftumen, van den Lande.. Wordende alle civile Officieren, mitsgaders Militaire zo der Zee als Landmagt, als mede fpeciaal de Officieren« der Convoijen en Licenten ernftig gelast, aan den inhoud en naarkoming dezer Wetten de hand te houden, en tot derzelver voldoening de nodige magt te verleenen. En zaPdeze worden gepubliceerd~engeaffigeerd, alomme ter plaatze waar zulks gebruikelijk is, als mede Copie van dezelve in de Franfchè en Holiandfche Taal gedrukt worden afgegeeven, aan alle's Lands Commanderende Officieren op de Rheden en inde Havens dezer Republiek, ten einde dezelve te doen afgeeven aan alle Commandanten en Officieren van gewapende Vaartuigen enKaperfchepen in de Havens dezer Republiek binnen vallende, het zij Bataaffche Franfchè of «env  C 317 ) eenige-anderen, hoe ook genaamd, tfin einde zich daarïia fiiptehjk te gedraagen. Gearrefteerd in den Haag^ den 8 Aug- 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheert) J. J. G O G E i, Vt (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve ^ (was geteekend) 1 DASSEVAEL,  c 3i« y PUBLICATIE Het Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, dij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: i. Hoe ZOmmige Franfchè Commisfie-vaarders, enandeie .Gewapende Vaartuigen zich niet ontzien, onder de viag dier Republiek, Bataaffche en andere Schepen toekomende aan Ingezetenen van Mogendheden, met dit Gemeenebest in goede verftandhouding leevende, onder Neutraale Viag vaarende , en welke zich op hun eigen Grondgebied , ot op dat van een Neutraal en vrij Land, en op gr ond(dei: fub.fifteerende Traétaaten, veilig rekenen, op de Stroomen, en tot in de Havens van dit Gemeenebest, met eene ongehoorde ftoutheidte vervolgen, te belemmeren, te neemen en op te brengen, en zich tevens bij meer dan eene gelegenheid, het Jleegen van verdere en verzwarene excesfen -te veroorloven, daar toe misbruik maakende van eene gedwongen uitlegging der Wetten in de Franfchè Republiek, omtrent de Kaapredcrijen geëmaneerd. a Dat deeze'menigvuldige vexes het geringe van onzen-Koophandel, niet alleen, meteen geheel bederf bedreigen, maar met ons. Politiek aanweezen zelve, geheel oSanbaarzijn, en de verachting der Volken op ons laa'dende, de geruchten aankweeken, welke kwaadwilligheid zo Lrne, wegens de flaaflche afhangelijkheid verfpre^d, 'tot welke zij veronderfteld, dat wij gebragt z^en q Overtuigd van de goede gezindheid en rechtvaardigheid van het Fransch Gouvernement, ten o«fen opzichte, mitsgaders dat de ftraffeloosheid, van zo veele f^enmsien ■|ii let Bataafsch Grondg*bte£ 4oor Franfchè Kapers en  C 319 ) andere Vaartuigen, ftout op de Franfchè Vlag die zij voe-> ren, eeniglijk aan den aandrang der omftandigheden, en geenzins aan de wil van het Gouvernement, moet worden geweten, en eindelijk overtuigd, dat verdere langmoedigheid, in kleinmoedigheid, zoude ontaarten, even beledigend voor het Fransch Gouvernement, als vernielend voor onzen Handel, en vernederend voor onze. Onafhangelijkheid ; beflooten en verordend heeft. Voor eerst: dat het aan geen Kaper, of zoogenaamde Kaper, noch aan eenig Vaartuig hoe ook genaamd, en tot welke Mogendheid dezelve ook zoude mogen behooren, geoorloofd zal zijn, om op de Stroomen en de Wateren of op het Grondgebied der Bataaffche Republiek,. te hinderen of neemen eenig Schip of Vaartuig vaarende onder Neutraale Vlag en toebehoorende aan de Ingezetenen eener Neutraale of, met dit Gemeenebest, in goede ver flandhouding levende Mogendheid, en veel minder noch eenig Schip of Vaartuig aan Ingezetenen van hetzelve behoorende,. en vaarende onder Bataaffche Vlag: op pcene van te zullen worden verwezen, in eene boete van Drieduizend Guldens, te appliceeren voor twee derde gedeeltens, ten behoeve van het Fonds der oude en arme Zeelieden, en voor het resteerende een derde gedeelte, ten behoeve van die geenen, welke de Kaper of ander Vaartuig, die zich zulk een onrechtmatige daad, veroorloofd, zal hebben aangehouden, zullende voorts de Commandant van het Vaartuig zelve voor de betaaling van voorfchreeve boete zijn aanfpraakelijk en executabel, en zo lang blijven gearrefteerd, tot dat aan het te vallen Vonnis, zal weezen voldaan, onder vrijgeeving van het genomen Schip of Vaartuig; en dit alles flegts in gewoone en ordinaire gevallen; zullende die geenen, welke, of van eene behoorlijke qualificatie zijn onvoorzien, of die zich in het belemmeren en neemen der Schepenen andere Vaartuigen,. aan -  C ) turn verdere excesfen, mishandelingen of andere misdaaden en aggraveerde Omftandigheden, fchuldig maken, naar exigentie van zaken, en overeenkomftig de fubfifteerende Wetten, zwaarder aan den lijve als anderzints worden geftraft. Ten Tweeden \ dat geen Schip uitgerust of bevragt -binnen de Bataaffche Republiek, door Ingezetenen derzelve, of van zoodanige Mogendheden, als met haar in goede verftandhouding leeven, en, met in achtneeming der gewoone formen, uit Bataaffche Havenen lopende, en gedestineerd na eene andere Haven van dezelve Republiek, of na die van eene andere neutraale, en, met dit Gemenehest, in goede verftandhouding, ftaande Mogendheid, in een der Havens van deeze Republiek, als prijs zal worden opgebragt , op eene boete van zes honderd Guldens in te vorderen en te verdeden, even als hier vooren, Art. i is gefpecificeerd, en zulks mede onverminderd de vrijgeeving van het genomen Schip en Laading. Ten derden: .fat onder de bepaalingen., Art. i en 2 vermeld, geenzins is begreepen, zodanige Civiele Adie als aan den Rheeder of Eigenaar, van het belemmerd, genomen of opgebragt Schip of Vaartuig, ter zaake van de hem onregtmaatige aangedaane 'belemmeringen en het neemen of op-brengen van zijn Schip of Vaartuig zoude mogen competee■ren, als welke Actie, in allen deele, wordgdaaten onverlet. Ten vierden: dat de Judicature, over alle zaaken, hier vooren gefpecifkeerd, eeniglijk .en bij uitfluiting zal competeeren , aan het Bureau ter Judicature der Convoijen en Licenten, als ten deezen opzichte, vervangende het bevoorens gefubfisteerd hebbende Committé tot de zaken van de Marine, zo als dan ook zal worden geprocedeerd even als bij voorfz. Committé gebruikelijk was; wordende voorts een ieder vermaand, en-alle Geconftitueerde Machten, ge> lijk  C 321 ) lijk mede alle Officieren en Justicieren, zo wel als alle Bevelhebbers der Troupes van den Staat, zo; te Water als te Lande, en meer bijzonderlijk alle Commandanten van Oorlogfchepen en andere Gewapende Vaartuigen, in dienst deezer Republiek'gelast, om, op het naauwkeurigffce op de naarkoming PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, i>étf te weeten:. Dat, na dat de Leden van hetzelve, de Burgers Joannes Willem van Hasfelt, AlbertWillem Hoeth, Anthonv Fredrik Robbert Evert van FLaerfolte en Francais Ermerins, zijnde het vijfde Lid noch niet in de Refidenticplaats gearriveerd, in de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, hadden afgelegd de Verklaaring en Belofte bij het 88 Art. der Acte van Staatsregeling voorgefchreeven, zich, in het zogenaamde Oude Hof, alhier, in den Haage, hebben geconftitueerd, als uitmaakende het Uit' voerend Bewind der Bataaffche Republiek, en dat het na, ingevolge het 7 Art. van het Reglement Letter C. der Bijlagen . dér Acte van Staatsregeling, de tourbeurten van het Voorzitterfchap, bij het Lot, te hebben laaten bepaalen; gebleken is, dat, als Eerften Voorzitter van hetzelve, zal fungee- ren den Burger Albert Willem Hoeth. Hebbende wijders hetzelve Uitvoerend Bewind provifioneel tot de waarneming van deszeïfs Secretariaat, en fpeciaal tot de Signature Loco Secretarii; gequalificeerd, den Burger Steven Dasfevael. En zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd, ter plaatze waar zulks gewoon is te gefchieden. Aldus gedaan en Gearrefteerd in den Haage, den 17 Augustus 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) A. W. HOETH, Vt. (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. Loco Secretariu P U-  C 323 ) PUBLI C A T IE TlJet Intermediair Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weéten: Dat bet Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat, ten einde aan den eenen kant, aan.de mefure, waar toe hetzelve heeft befloten, het bewèrkftelligen naamelijk van een geftreng onderzoek naar de richtige opbrengst, in de Heffing van agt ten honderd over de Inkomften der Ingezetenen van deze Republiek, des te beter effect te geeven, de Termijn tot den opbrengst derzelve nog eenige wceken behoorde te worden verlengd; doch dat aan den anderen kant de nodige voorzorg behoorde genomen te worden , tot voorkoming der nadeelige gevolgen, welken uit zoodanige prolongatie zouden kunnen yoortvloeijen; —— beflooten en verordend heeft: „ Den Termijn, ter voldoening aan de opbrengst der 8 „ per Cent van de Inkomften, bij Publicatie vart den 5 De- cember des voörigeii Jaars gedecreteerd, als nog te ver„ lengen tot den 16 Oétober eerstkomende; nogthans 011- der deeze expresfe bepaalingen, dat geene Fournisfemen„ ten zullen worden aangenomen, anders dan met eene „ boete van twee Stuivers van ieder Gulden, welke noch word opgebragt, waar van op de Quitantie en Dupli„ caat aantekening gefteld zal worden, met dien verftan„ de, dat dezelve boete ten profijte van den Lande zal blij- ven verbeurd, en dat mitsdien geene l7if.-5 ff.ollr/iiV ÏOOV fiv* ■ I J. W. van HASSELT, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve 9 (was getekend) S. DASSEVAEL, Loco Secretarii,  X 34* ) PUBLICATIE Het Uitvoerend, Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: ■ Dat hetzelve op fpéciaale authorifatie van het Vertegenwoordigend Lichaam, heeft beüoten: om nogntóals alle Houders van Obligatien, en verdere Crediteuren, van den Boedel van den Vorst van Nasi'au, welke hunne pretenfien nog niet hebben opgegeeven, op te roepen, zo als dezelve opgeroepen worden bij deeze, om tot ultimo December dezes Taars, hunne pretenlien ter Thefaurie van A, C. Moltere, in den Haage, op daartoe te bepaalen tijden, te komen opgeven, en zulks op poene, dat na expiratie van dien tijd, geene pretenfien, hoe ook genaamd, meer zullen worden aangenomen, maar dat dezelven als dan zullen worden gehouden voor vervallen; ten dien effefte, dat de Crediteuren zullen zijn verdoken, van eenig verder recht of aanfpraak op den Boedel van meergemelden Vorst, ten waare iemand mogt kunnen bijwijzen in de volftrekte onmooghjkheid geweest te zijn, p binnen den gefixeerden tijd de voorfchre•ve opgaave te doen. ; , . Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden af. ^ekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haage, den 6 Oaober 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche ^njietd. C^arapheerd) J- W- va- H ASS EL T . V*. Ter Ordonnantie van Hetzelve,  C 3ft > PROCLAMATIE: T-Tct Uitvoerend Bewind der Bataaffche c* Republiek,. aan het Bataaffche Vclk. BATAAVEN! Het tijdperk dat wij bekeven, rijk in verhevene gebeurehisfen , leverde U in den 12. Junij het voorbeeld•'•eener omwenteling , zoo belangrijk in gevolgen, als het ontwerp ftoutmoedig was uitgedacht. Reeds lang had de wijsgeerige waarneemer van den loop der lotgevallen, eene nieuwe Staatkundige fchok -vocrlpcld^ die het nöódzaaklijk gewrocht.zijn moest, van eène-orde van zaaken, berustende op gewelddadige verkragting, van èene ter nauwemood aangenomene Conftitutie, en verzelct met de roekeiooste verv/aaripofing der tederfte belangen van den Staat. Her 1: . &i geduld van den vuurigen Bemind .naar der Vrijheid, haakte naar het oogenblik zijner verlosfing, fchoon zijn hart bloedde over de gebiedende noodzaaklijkheid, om hét Vaderland aan nieuwe beroeringen bloot te fteilen. Eindelijk verfcheen de zoo belangrijke dag, die, toege^ juicht door al wat braaf er. eerlijk dacht, Hechts door déondeugd en het eigenbelang of door misleide onkunde veroordeeld wierd. De naanwgezetheid echter van fommigen r vond in gebeurenisfen, waarmede alle omwentelingen gepaard gaan, doch welker onregelmaatigheid alleen door den nood der. omftardigheden kon gewettigd worden, redenen, om hunne toeftemming, zonder nader onderzoek, niet gereedlijk te verleenen; ja, het rnisbiuik dat vedligt. eenmaal, vaneen eens gegecven voorbeeld kon worden gr^ïaakt; en de vrees van Burgergefchillen, cp vcoiwei:dzel vga  c m*f van dit?vdö$*eld^ door den gewap enden arm te zien bellisfen, -maakte dit onderzoek pligtmaatig.. Ook zij,, die van deze maatreguien zich hadden bediend, verzochten en verkregen deze geregelde beflisfing bij eene Vergadering, aan welker uitfpraak zij zich volgaarn onderwierpen. Eindelijk, Bataaven! is dit belangrijk pleit voldongen. Uwe Vertegenwoordigers, zij aan wien Gijlieden vrijwillig uwe belangen hebt opgedraagen, toetsten het gebeurde aan de regelen der rechtvaardigheid, en hunne uitfpraak behelst de volledigfte bekragtiging, de onbeperkfte goedkeuring van het gebeurde op dien altijd gedenkwaardigen dag. Gelast om Ulieden deze uitfpraak te doen kenbaar worden, haasten wij ons de gronden te ontwikkelen, waar op zij berust. Indien, Gijl. Bataaven! uwen aandacht vestigt op het doel van welmeenende Voorftanders der omwenteling van den 22 Januarij, om, naamenlijk de fpoedige daarftelling eener onfchendbaare Staatsregeling te bewerken, zult Gijl. gereedelijk erkennen, dat het zelve zoo geheel misbruikt is, dat integendeel eene daadelijke verkragting van 's Vólks Oppermagt daarvan het gevolg is geworden. Hoe veelen uwer gevoelen zich niet in eene edele drift ontvlammen, wanneer zij zich herinneren, de willekeurige berooving, van het onvervreemdbaar recht, aan vrije Burgers toekomende, om hunnen Stem in de Grondvergaderingen tekunnen uitbrengen, waar van zij mede deelgenooten waren; eene gewelddaadigheid, die hun verhinderde hunne toeftemming te verleenen, tot het invoeren van een Maatfchappelijk verdrag, dat pok hen verbinden moest, en even daar door, op het diepte vernederde. ^ .. , Was het Befluit der Conftitueerende Vergadering, wel immer met het denkbeeld van 's Volks Oppermagt over een .te brengen, waarbij zij, op den 17 Maart, kon goedvinden het Uitvoerend Gezag, bij voorraad., aan vijf Leden opgedraag  C 345 ) -draagen, te bekragtigen, even als vvaare die aanftelling uit kragte der vervolgends intevoeren Staatsregeling zelve gefchied? of hadt niet veeleer dit Befluit eene ftrekking, om uwen oppermagtigen wil, bij het aanneemen of verwerpen der Staatsregeling uittebrengen, in een belachlijk daglicht te fteilen, daar Gijlieden, verre van het Ontwerp te hebben aangenomen, zelfs nog geen de minfte kennis daarvan droegt, ja, alware die Staatsregeling reeds ingevoerd geweest, beroofd waart, van het vermogen, om, door de keufe uwer Conftitutioneele Vertegenwoordigers, uwen rechtmaatigen invloed op de bedoelde aanfteliing te doen gelden ? Dan, waartoe ons verder tot dit voor Ulieden zoo honend befluit bepaald. ■— Is de Majefteit des Volks, wel immer door uwe voormaalige erflijke Beheerfchers zodanig gefchonden, als door uwe Vertegenwoordigers op den 4 Maij. De eerften immers, konden zich, hoe zeer ten onrechte, beroepen op eene orde van zaaken , op de langduurigheid van tijden, op de gewoonte, op zogenaamde Handvesten en Privilegiën berustende , het leerftelzel van 's Volks Oppermagt was hun vreemd, — hun vermeend recht tot heerfchenj wierd van dat der geboorte of voorkeur afgeleid. Maar zij die, op den 4 Maij, uwe rechten fchonden, kenden die rechten; deeden zich voor, als derzelver ieverigfte Voorftanders, doch oeffenden, met 's Volks Oppermagt inden mond, in hunne daaden de leere der dwingelandij. En was, inzonderheid dan door deze daad, de Staatsregeling in zijnen eerften grondflag niet gefchonden ? was de ftaat der Revolutie , (een rampzalige toeftand, welken hetj, zonder pligtverzaaking, niet geoorloofd kan zijn, ee:i ogenblik te verlengen,) niet weder op nieuw daargefteld, en de zaaken, door dezen inbreuk op 's Volks rechten en daar uit voordgevloerde onderdrukkingen, niet tot zulk een uiterfte gebragt, dat, of het Vaderland verlopren, of dat 'er eeWw ne  C 3-46 ) «e kragtdaadige pooging moest worden aangewend, waar* door hetzelve gered, en Gijl. in uwe Rechten herfteld wierd?. Beflist dit zeiven, Bataaven! Gij die weleer, in tijden dat U de gezuiverde leere der Vrijheid en Gelijkheid geheel onbekend was, een tachtigjaarigen ftrijd tot verkrijging der, Vrijheid verduurde, zonder echter Uwe Rechten te herneemen! Zoudet Gij nu, daar Gij die Rechten kent,.niet hebben moeten bloozen, van tot zulkeene ftaat van vernedering te zijn gebragt, dat het eenige nietswaardige weezens had kunnen gelukken, niet alleen,, de trouw van hunne meerder deugdzame Ambtgenooten te verfchalken, maar 00K U hunne geweldenarijen op te dringen en geduldig te doen Dankt dan die edele. Mannen, die zich tot de grootheid der Voorvaderen wisten te verheffen; en UI. aan de fchande onttoogen, waarmede het eene onbefchaamde ftoutheid gelukt was, UI. voor eenen korten tijd te bedekken 1 Dat die zelve grootheid UI. voordaan beziele, en de Republiek zich vestige op de onfchendbaare trouw haarer Burgeren l Offert uwe verdeeldheden, uwe twisten aan het Vaderland op' Dat de Conftitutie,. door UI. aangenomen, het middelpunt der vereeniging zij die zij voordaan de regel van uwgedrag, de rigtfnoer uwer pligten! Dat de Onverlaat, die lijne fchendige handen op nieuw aan dit heilig pand zoude •willen liaan, of de fchenddaaden verdeedigen, van hun die. 't Vaderland aan hunne heerschzucht wilden opofferen, geen oogenblik zijne ftraf ontvliede! Hoe! in hetzelve tijdftip, dat 's Volks wettige Vertegenwoordigers met eene onaigebrokene werkzaamheid voordgaan, door heilzaame wetten - de Staatsregeling in te voeren, en 't Gemeenebest zich midden uit de Staats orcanen, met kragt verheft, tot die inftellingen, welken de Vrijheid op onwankelbaare gronden moeten vestigen; in dat tijdftip, zouden verachtelijke drit- ten  % 347 ) ten en laage Kutistenarijen zich tegen deszeïfs grootheid verzetten ; misdaad en domheid zouden het in deszeïfs (tijgerenden vlugt verhinderen, en het Republikeinsch Beftuur zoude met meerder moeite tot ftand gebragt worden, dan het herftel der willekeurige overheerfching! Verbannen wij, Bataaven! zulk een droevig denkbeeld 1 Indien het moogelijk waare, dat, te midden der rampen, waar mede wij nog worftelen, en die wij niet, dan door eene grenfenloofe liefde voor het Vaderland , kunnen te boven komen, —> de Volksverleiden.de Anarchist, die geesfel van alle Gemeenebesten, zijne zinnelooze voorneemens, door den laster voorbereid, doch ons geenzins onbekend, al waare het dan ook «opde puinhoopen van den Staat, en deXijken zijner orde-lie- vende Medeburgers, zoude willen volvoeren, indien zijne vergiftige tong op de misleide meënigte zijne kragt nog niet vcrlooreu heeft, zal de geftrengheid der wetten zijne euvelmoed beteugelen, en zijn eigenbelang ten minsten hem dwingen^ tot rust, als de eenige waarborg voor zijne veiligheid. Het Vertegenwoordigend Lichaam, en het Uitvoerend Bewind, rustig "voordgaande op den moeijelijken loopbaan hun •voorgefebreeven, - zal het Gemeenebest, door de eensgezinde poogingen der beide Hoogfte Magten van den £taat gefterkt, voorleedene beleedigingen vergeeten, maar door een allerftrengst gelaat de heillooze poogingen der misdaad in den toekomst beteugelen, en onze nabuurige Vijanden hunne eenige hoop beneemen, om door wanorde en losbandigheid , een Volk het kostbaar gefchenk der Vrijheid te benee-men, waarvoor het ten allen tijde de grootfte opofferingen heeft veil gehad. Het zijn, deze gronden, Bataaven! welken het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwoogen hebbende, dienvolgende, bij Decreet van den 5 October 1.1. heeft verklaard: Wfra «Dat  C 348 ) „ Dat dq ontbinding van het zich zelf op den 4 Maij. 9S laatstleden onwettig daargefteld hebbende Vertegenwoor„ digend Lichaam, gelijk mede van het op den 17 Maart „ daar te vooren onwettig aangefteld Uitvoerend Bewind , „ op den 12 Junij dezes Jaars voorgevallen, tot behoud der „ Vrijheid, tot herftel der gefchóndene Oppermagt des „ Volks, midsgaders tot handhaaving der Staatsregeling is „ noodzaaklijk geweest, en pligtmaatig voor eiken Burger, „ die prijs] ftelt op de getrouwe handhaaving der Staatsrege„ ling, en dat dus de Burgers Spoors, Pijman, Gogel, Ta,, dama en La Pierre, wel verre van deswegens culpabel te B, zijn, als handhavers der Staatsregeling en belanglooze „ Voorft anders van de Rechten des Volks, zich bij het Vader„ land verdienstelijk hebben gemaakt" En wijders befloten: „ 1. Dat van deze Verklaaring, bij Extract uit het Regis„ ter der Befluiten van het Vertegenwoordigend Lichaam, zoude worden kennis gegeeven aan voormBurgers Spoors3 „ Pijman, Go gel, Tadema en La Pierre, om te ftrekken 5, tot hunne decharge. a. Dat voorn. Burgers Spoors, Pyman, Gogel, Tada, ^ ma en LaPierre, gelijk ook de Luitenant-Generaal Daen- dels, midsgaders alle zodanige Burgers, die tot het boven„ gemelde, ter behouding van Vrijheid en Vaderland, mede „ gewerkt hebben, zich verdienstelijk gemaakt hebbende x „ midsdien de verzoeken bij Adresfen tegen de hier boven „ fpeciaal genoemde Perfoonen, als fteunende op verkeerde „ gronden, worden geweezen van de hand. „ 3. Dat dit Bewind zoude worden gelast naauwkeurig te „ letten, en, bij fpeciaale aanfchrijving aan alle Gerichts„ hoven en laage Gerechtsbanken, te doen letten op alle „ zodanige woelingen en onderneemingen, welken dire#,, lijkof mdireaiijkzouden ftrekken, om de inbreuken, op „ 's Volks.  C 349 ) w. 's Volks Oppermagt, den 17 Maart en 4 Maij gepleegd, „ te wettigen, en als verbindende te doen voorkoonien, en „ alzoo de door het Bataaffche Volk aangenomene Staats. „ regeling te ondermijnen, op dat dezulken, als Rustver„ Hoorders, naar behooren kunnen worden geftraft." Dienvolgends gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd' en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haage den 10 Oótober 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ww 3 PU: (was geparapheert), J. W. van HASSELT, Vt. (Onderfond) Ter Ordonnantie van Hetzelve,(was getekend) S. D A S S E V A E L. Loco Secretarie  C 350 ) PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende : Dat de Plaatshjke of Gemeente Beftuuren, binnen deze Republiek, door veele oorzaaken, buiten derzelver fchuld kunnen worden verhinderd, om een Vergelijk nopens de Kerkgebouwen en Pastorie-huizen, volgens het 6. der Additioneele Articulen tot de Staatsregeling, tusfchen de Kerkgenootfchappen te,treffen; als mede, dat het onbillijk en Snrechtvaardig zoude zijn, zulks te doen ftrekken tot prejudicie van de daarbij belang hebbende Kerkgemeenten, en dat dus de bepaalde zes maanden tijd, in het gemelde Articul, niet als peremptoir kan worden verftaan. Dat echter de gemelde tijdsbepaling niet te vergeefsch in net 6. Articul is gefteld; en dat tegen alle onnoodige dilaijen, «rekkende tot het buiten effect houden van meergeme'ldenó. Articul, behoort te worden voorzien. Dat eindelijk door onderfcheidene Plaatslijke Beftuuren interpretatie is gevraagd r welke Perfoonen inde telling der Leden van de onderfcheidene Kerkgenootfchappen moeten •worden begreepen, en dat tot voorkoming van verkeerde opvattingen, wel eene explicatie van het 6. Additioneele Articul, ten deezen opzigte behoorde te worden gegeeven, en bekend gemaakt; onder inhiefie van de Publicatie van het Intermediair Uitvoerend Bewind van den 12 Julij laatstleden; befloten en verordend heeft: Dat, offchoon de befchikking omtrent de Kerkgebouwen en Pastorie-huizen, niet binnen den tijd van zes Maanden, aa de aanneeming der Staatsregeling, ingevolge van het 6. der  ( 351 ) der Additioneele Articulen mogt zijn daargefteld, of getermineerd, gene der Kerkgenootfchappen, daarbij belang hebbende, daar mede zullen zijn geprsjudiciëerd, of in derzelver recht verkort. Dat echter voor den eerften November dezes jaars, dé befchikkiug omtrent de Kerkgebouwen en Pastorie-huizen, door het Plaatslijk Beftuur behoord te worden geëntameerd., of door de belanghebbende Kerkgenootfchappen deswegens bij het Plaatsfelijk Beftuur aanfpraak te zijn gedaan, bij gebreke dies, dat het daar voor is te houden, dat de Plaatslijke Kerkgebouwen en Postorie-huizen, bij de tegenwoordige Bezitters ongeftoord behooren te verblijven, en dat de daarbij belanghebbende Kerkgemeenten van haare aanfpraak afftand hebben gedaan. Dat wijders tot voorkooming van alle onnoodige dilaijën, ftrekkende tot het buiten effeft houden van gedachte 6. Articul,* de Municipaliteiten, of Plaatslijke Beftuuren zullen gehouden zijn , om wanneer zij zich niet in ftaat mogten bevinden, om het vergelijk tusichen de Kerkgenootfchappen te treffen, hunne voorftellen aan de Kerkgenootfchappen gedaan, met de bedenkingen daar tegen gemaakt, ten fpoedigften, uiterlijk binnen den tijd van vier weeken, na dat de belanghebbenden zich tot het voorgeftelde vergelijk ongenegen hebben verklaard, intezenden aan het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks , ten einde door hetzelve de verfchillen,, ingevolge de Staatsregeling worden beilist. Dat voorts het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek is gelast en gequalificeerd, om op klagten van de belanghebbende Kerkgemeenten, tegen alle onnodige dilaijën, zo van de Municipaliteiten, of Plaatslijke Beftuuren, als van de Kerkgemeenten zelve, omtrent het effect van het 6 der Additioneele Articulen tot de Staatsregeling, zodanig* te voorzien, als hetzelve naar den aart der omftandieheden zal vermeenen te behooren. ö Fn  C 35» ) En dat eindelijk, tot explicatie van de Woorden: Leden der onderfcheidene Kerkgenootfchappen, in het 6. der meergemelde Additioneele Articulen voorkomende, moet worden verftaan, alle Perfoonen, zonder onderfcheid van jaaren 3 eene Godsdienfiige Gezindte toegedaan, of bij eenig Kcrkgenootfchap erkend wordende als tot hetzelve te behooren , zonder dat Doop, Belijdenis of eenige andere formaliteiten worden vereischt, om mede in de berekening van de relative meerderheid der Zielen te worden toegelaaten. Diensvolgends gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme, waar zulks behoort. In den Haage den n O&ober 1798., Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. PU- (was geparapheerd) J. W. van HASSELT, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSVAEL. Loco Sccretarii,  C 353 > PUBLICATIE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat het eerjte der Additioneele Articulen tot de Aéte van Staatsregeling voor zo veel de daar bij bepaalde betaalingen uit 's -i.ands Kas aangaat, niet eerder kan in werking worden gebragt, dan na van de Geestelijke Goederen enFondfen, in net vierde derzelve Additioneele Articulen omfchreven, overdragt gedaan en dezelve onder Nationaale Adininiftratie zullen gebragt zijn. Voords, dat aan de Hoogieeraren en Leeraren der voormaals heerfchende Kerk \ ingevolge het eèrftê der evengemelde Articulen, mtusfchen niet mag onthouden worden, het genotvan derzelver gewoone Tractementen en Penlioenen; en Eindelijk, dat voorzegde Tractementen en Pennoenen, provilioneel voor als nog, en tot daaromtrent nadere fchikkingen zijn beraamd, gevoeglijkst betaald kunnen worden uit zodanige Kasle en Fondfen, als waaruit dezelve voor het aannemen der Staatsregeling zijn betaald geworden.' ~ beüoten en verordend heeft: Dat de Adminiftrative Beftuuren der voormaalige Gewesten, mitsgaaders alle Gemeente Beftuuren, generaale en füoalterne Ontvangers, Rentmeesters, Adminiftrateurs van bondien, en, over het algemeen, alle Corporatien en Perzonen binnen deze Republiek, de Adminiftratïe hebbende over zulke Goederen of Fondfen, uit welker inkomsten de lraétementen, Pennoenen en Kindergelden der Hoog-Leeraren en Leeraren van de voormaals Heerfchende Kerk, of derzelver. Weduwen, tot aanneming der Staatsregeling toe, Kx het  ( 354 ) het zij geheel of gedeeltelijk zijn betaald geworden, ~ zullen worden gelast en geaufhorifeerd, gelijk dezelve gelast en geauthorifeerd worden bij dezen, om provifioneel met de betaaling daar van te continue eren op den vorigen voet, tot desvvegens, na gedane overdragt van de Goederen en Fondfen,-in het vierde der Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsregeling omfchreven, eene nadere fchikking zal zijn gemaakt met dien verftande nochthans, dat de betaaling van gemelde Tractementen, Penfioenen enz., voortaan zal moetengefchieden telkens om de drie maanden, en niet eerder dan op den verfehijn-dag van het driemaandelijkschTraétement; zullende intusfchen de nu reeds verfchenen nog onbetaalde Traktementen en Penfioenen ten allerfpoedigften en zonder verwijl moeten worden aangezuiverd; en, wat de Penfioenen betreft, gehandeld worden conform het derde der Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsregeling. En zullen de aldus gedaane betaalingen, voor zo verre dezelve niet voorkomen uit de Geestelijke Goederen en Fondfen in het vierde der Additioneele Artikelen omfchreven, worden aangemerkt als aan den Lande voorgefchotene Penningen, welke zullen gerestitueerd worden uit evengemeldc Nationaal verklaarde Goederen en Fondfen , zo dra behoorlijke overdragt van dezelve zal gefchied, en daar over Nationaale Administrateurs zullen aangefteld zijn. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigende-n Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort. In den Haage den u O&ober 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (■was geparapheert) J. W. van HASSELT, Vt. . (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) S. DASSEVAEL. Loco Secretarii. ■ . 1 ■ PU-  C 35* ) PUB LICATIÈ f Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche ' Republiek, Doet te weeten : . Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij dé staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat bij Ait. 14 Tit. 2. van de Acte van Staatsregeling, wel word gefprooken van Posten van Beftuur, maar geenzins van Posten van Wetgeeving of van Bewind, omtrent welke bij Art. 8 van het Reglement Letter B. en Art. 5 van het Reglement velr^d ^ bepalingen zijn geftatueerd: befloten en ,, Dat, overeenkomftig met de Acte van Staatsregeling, „ zodanig verkoren Reprefentanten, of opgeroepen Plaats„ vervangers, wier redenen van verfchooning niet voldoen„ de zijn gekeurd, en echter weigeren zitting te neemen „ opentlijk verklaard zullen worden Vervallen te ziin van „ hunne Stembevoegdheid, met alle de gevolgen daar aan „ bij de Acte van Staatsregeling, Art. 10 verbonden. Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal wofden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort ln den Haage , den 12 O&ober 1708. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) J. W. van HASSELT, Vt, (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) S. D AS SEVAEL Loco Secretarii. Xxs j\t0.  ( 35« > N O TIF I G AT IE TLTet Intermediair Adrainiflratif Beftuur van het voovmaalig Gewest Friesland, allen die dezen zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap! Alzo van tijd tot tijd zo wel bij het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, als bij het Uitvoerend Ber wind dezer Republiek, klagten inkomen,. over de geduurige. Oppoftien en Pratexten door de onderfcheidene Kerken-Raaden of Commisficn uit dezelve ten aanzien der van hun door de Gemeente Beftuuren gevorderde op óf over-gave der benodigde Documenten en Papieren, waar door die Beftuuren moeten worden in ftaat gefteld om de aan hun gedemandeerde befchikking over de Kerkgebouwen conform het 6de der Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsregeling, en de Publicatie van het Intermediair Uitvoerend Bewind van den 12 'Julij £ 1. tot ftand te brengen; en dit niet anders dan als eene tegenftreving tegen de uitvoering der geëmaneerde Wetten moet worden befchouwd;. ZO IS HET, dat Wij ingevolge aanfchrijvinge van den. Agent bij het Departement van Inwendige Politie, gevolgd op een befluit van het Uitvoerend Bewind van den 29 September 1.1. de refpeétive Kerken-Raaden der onderfcheidene Kerkelijke Genootfchappen binnen dit voormaalig Gewest, ofGommisfien uit dezelve wel ernftig gelasten, om van nu voortaan op de eerfte aanmaaninge, uit kragte van het voorschreven 6de Art., en de gemelde Publicatie van den 12 JuKj 1.1, gedaan, aan de Raaden der Gemeentens de door dezelve gevorderde opgave onverwijld te doen, en aan dezelve zonder eenig tegenzeggen, het zij in originali het zij bij  C 357 } bij Copia authenticq af te geeven alle zodanige Document*** en bewijs-ftukken, als de Raaden der Geineentens zullen, nodig hebben, ten einde het onder hunne beichikking te treffen vergelijk, over de PJaatzelijke Kerkgebouwen conform het meergemelde 6de der Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsregeling behoorlijk effect forteere; voorts de Raaden der Gemeentens in hunne billijke Requifitien in dezen, behoorlijk te refpecteeren, en zich wijders geene zodanige Oppofitien te veroorloven, welke alleen kunnen ftrekken om de zaak onder verfcheidene voorwendzels nodeloos te vertraagen.. Op dat deze koome ter kennisfe van een ieder, die zulks aangaat, zal deze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden, den 12 Oftober 1798. Het Vierde Jaar der Bataaffehe Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur voornoemd, J. CUP, Vt. Ter Ordonnantie van Dezelve,, Th F O C K E M A „ P ü-  PUBLICATIE 1LJet Uitvoerend Bewind der BataafYche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, het nut van4en Lande, en dat van een aanmerklijk gedeelte van deszeïfs Ingezetenen,, ontftaande uit den Teelt en Fabricage van de Inlandfche Cichorie; befloten en verordend heeft: Dat voortaan geene Cichorie van buiten, in deze Republiek zal worden ingevoerd, zonder alvoorens te hebben betaald 50 ftuivers van ieder 100 pond gewigt, of een halve ftuiver per pond. Dienvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Haage, den 15 O&ober 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Loco Secretarii. NO- (was geparapheerd) J. W. van HASSELT, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL  C 359 ) NOTIFICATIE JJct Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, alle de geenen die dezen zullen zien of hopten leezen , Heil en Broederfchap ! Alzo door de aanneeming der Staatsregeling voor het Bataaffche Volk, ingevolge het 4de der Additioneele Artikelen, tot de Acte van Staatsregeling behorende, Nationaal zijn verklaart alle Geestelijke Goederen, voor zo verre daar omtrent in dat Articul geene uitzondering is gemaakt, dus die Goederen zonder toeftemming van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks, niet zouden mogen worden veralineerd; en nogthans zodanige Perfoonen, welke aan de Kerk-voogdijen Penningen hebben verfchooten, of eenige Praatenfien ten laste van dezelve maken, eene rechtmaatige aanfpraak hebben, om uit die Goederen betaalinge te vorderen, waar door de verkoop van Vastigheden voor het geheel of ten deele volftrekt noodzakelijk word. Wijders dat Hoog-gedagt Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, heeft Gedecreteerd het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormalig Gewest Friesland te authorifeeren, om „voortaan aan alle Kerk„ voogden in dit voormalig Gewest confentte verleenen, om „ met toeftemming der Ingezetenen, welke zonder onderfcheid „ van Kerk-genootfchappen, hier toe zuilen worden opge„ roepen, te verkopen Zo veele Vastigheden, als nodig zal „ bevonden worden, tot betaalinge der Schulden van elke „ Kerk-voogdij." ZOO IS HET,, dat Wij, uit kragt van opgemeld Decreet, en ten einde het zelve behoorlijk effect forteere, hebben beflooten, dat voortaan de Kerkvoogden, welke om betaalinge van Schulden der Kerk-voogdij de vei kcop van Vas-  tigheden aan dezelve toebehorende, noodzakelijk oordelen, verpligt zullen zijn de Raad der Gemeente van hun Stad -of Diftrict hier van te verwittigen, en met dezelver voorkennis .door een Stads Bode in de Steden, en Dorpr echter in de Dorpen, waar de Kerk-voogdijen behooren, tegen zekeren tijd, ten minften twee dagen na de aanzegginge, te coirvoceeren en op te roepen (zonder onderfcheid van Kerk-genooti fchappen) alle Ingezetenen van die Stad of dat Dorp, welke de ouderdom van twintig Jaaren hebben bereikt, en in geval van bezwaar hoe gering ook, deel hebben in de opbrengsten ten behoeve der Kerk-voogdijen. Dat de Kerkvoogden aan de Ingezetenen, welke gecompareerd zijn, zullen doen eene opgaave van de gefteldheii hunner Administratie, waar door de opgekomene behoorlijk zijn in ftaat gefteld, om bij meerderheid van Stemmen te bellisfen, of, en in hoe verre de verkoop van Goederen noodzaakelijk is. Dat m geval van noodzaakelijkheid van verkoop een Verbaal zal moeten worden opgemaakt, en vertekend door de gecompareerde Ingezetenen, het welk zal moeten behelzen eene begroting van het agterweezen der Kerk-voogdijen, waar om de verkoop moet gefchieden, met en benevens eene opgave der Vastigheeden, welke diensweegens zoude behooren verkogt te worden. Dat de Kerkvoogden:zich vervolgens bij Requeste zullen moeten adresfeeren aan het Intermediair Administratif Beftuur van dit voormalig Gewest, en met overlegging van het voorfz. Verbaal in een korte ftaat der Administratie verzoeken,' het confent tot verkoop der in het Verbaal gemelde Vastigheden. ' Dat de Kerkvoogden na bekomen confent verpligt zullen zijn, de aanftaande verkoop der Vastigheeden, op drie agtereenvolgende Zondagen over de Stad of van het Dorp, waar  c m ) waar de Vastigheden gelegen zijn, te doen Proclameren en geduurende drie weeken voorde eerfte Zitdag in deCou* ramen te Adverteeren, met melding van tijd, plaats en uur" der Verkoop, om na zulks dezelve te doen bij Strijk- en Verhoog-geld des obferveerende, de Ordonnantie en Publica. tien over de publique Verkoopingen vastgefteld en geëmaneerd, met betaahiig van Vacatie-gelden aan den Aftuarius, volgens Lands Ordonnantie. ' Dat eindelijk de Koopbrieven, door de Kerkvoogden gCpasfeerd, met het befluit van het Beftuur, waar bij content tot Verkoop is verleend, als mede de Atien Proclamatoir en Koopbeloignes, zullen worden ingeleverd bij den Hove van dit voormaalig Gewest, ten einde naexaminatie van dezelve, of aan de bepaamgen, in dezen gemeld, is voldaan, door den Hove Approbatie werde verleend, waar na de Koopers zullen worden gerekend, den .eigendom en posfès/ie van het gekógte te hebben verkregen, in zo verre .dit door Reversbneven niet is gelimiteerd. . Wordende hier door de Publicatie van de voormaalige Reprefentanten van het Volk van Friesland van den 17 Maart 1796 gehouden, als geabrogeerd. i En op dat niemand hier van onkundig zij zaldeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, ter plaatze waar zulks te geIchieden gebruikelijk is. ë Aldus befloten binnen Leeuwarden, den i3 Oclober 1798. Met Vierde Jaar der Bataaffche Vrijheids J- CUP, Vt. - Ter Ordonnantie van Dezelve, D. F O C K E M A. Yv N O-  KOTIFIC ATI E Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Alzo in het 11 Articul van hef Reglement, Letter A.behorende tot de 2 Titul, der Acte van Staatsregeling, voor het Bataaffche Volk, aan de Kiezers ter goeamakinge der Reiskosten na de Diftrifts Vergaderingen voor ieder Uur afftand wordt toegelegd één Gulden; zo heeft het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks de wijze van betaalinge nader vastftellende, befloten te verklaaren: „dat voorfcbreven Onkosten bij wijze van Voorfchot - uit de Fa^tfelijke Kasfen zullen worden goedgedaan, on" der toezeggimoe aan de Plaatzeiijke Beftuuren, dat der* gelijke TOorfchcttenuitde Nationaale Kas zullen gerefti- tueerd, ofmetdezelye verreekend woraen. * Zullend- deze, ten einde niemand hier van onkundig zij, worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar men gewoon is dit te doen. — Aldus beflooten binnen Leeuwarden, den 19 October 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. J. CUP, Vt- Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. PU-  f 3«3 J PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld , overwogen hebbende: dat de onderfcheidene Wetten en Publicatien, voormaals tegen den invoer van Britfche Goederen geëmaneerd, niet hebben die duidelijkheid en kracht, welke genoegzaam is om het vijandig Engeland, zodanig eenen afbreuk in zijnen welvaart en handel te doen, als hetzelve, wegens zijn alles overheerfchend gedrag van alle tijden tegen deze Republiek gehouden , in allen opzichte verdiend. Overwogen hebbende dat het dus, ten uiterften nodig is, dat, ter beteugeling van den baatzuchtigen Brit, en aanmoediging der Fabrieken, binnen de Bataaffche Republiek, meer bepaalde en ernftige voorziening, tegen den invoer van Engclfche Goederen, worde gedaan; zodanig, dat, noch aan de Ingezetenen, eenige gelegenheid tot elufoire uitvluchten worde overgelaaten, noch, bij 's Lands bedienden , eenig misverftand kunne ontftaan, wat men, onder de benaming van Engelfche Goederen, al of niet hebbe te begrijper. Overwogen hebbende de nadelige en gevaarlijke gevolgen der neuteraale Vaan, direételijk uit het vijandig Engeland, op ce Havens dezer Republiek; Eindelijk overwogen hebbende, dat het belang der Commercie zelve vordert, dat dezelve bepaaldelijk weete, waaraan zich te kunnen houden; — beüoten en verordend heeft: Dat, met den 31 Oktober dezes jaars, worden vernietigd en buiten effedgefteld, zo als gefchied bij dezen, alYy 2 le  le Wetten Publicatien, Ordonnantiën en Decreeten, bij de voormaalige Staatcn Generaal, de Nationaale Vergadering, 'de Conftitueerende Vergadering, en het te voren beftaan hebbend Inconftitutioneel Vertegenwoordigend Lichaam, tegens den invoer van Britfche Koopwaaren, Manufaétuuren en voortbrengfclen, vasfgefteld en genomen. En dat voorts zal worden geftatueerd, zo als geftatueerd •wordt bij dezen: Datgene Britfche Manufkctuuren, Koopwaaren en voortbrengfelen, hoe ook genaamd, in de Bataaffche Republiek, het zij te Water, het zij te Lande, het zij. regtftreeks uit Groot-Britannien, ^? zij dooreenen omweg, na den 31 October aanftaande zullen mogen worden ingevoerd, op ftraffe, dat alle zulke Britfche Manufaétuuren, Koopwaaren en Voortbrengfelen, agterhaald wordende, ten behoeve van den Lande, zullen worden verbeurd verklaard. Dat zodanige Perfoonen, welke direct of indirect mogten hebben deel gehad aan zodanigen invoer, of welke denzelve mogten hebben begunftigd, of aan wier Confignatie, met derzelver voorkennis, zoodanige Goederen zijn afgelaaden en vervoerd, boven en behalven de confiscatie van de Goederen , niet alleen zullen zijn verantwoordelijk, maar dat dezelve, wanneer het blijkt, dat zij, na de Proclamatie dezesï daar van kennis gehad, en zulks niet binnen den tijd van vier- en twintig uuren aan het Comptoir der Con^ voijen en Lijcenten, of aan het Plaatslijk Beftuur, zullen hebben opgegeeven, als met den Vijand tot bederf van 't Vaderland .geheuld hebbende, zullen worden befchouwd, en mitsdien voor altijd van den Bataaffchen Grond worden ver bannen. • Dat, on dat niet 't eeniger tijd, zo bij *s Lands' Ingezetenen, als bij's Lands Bedienden, ten opzigte van zommige Koopwaaren, eenigen twijffel zoude ontftaan, of dezelve al  ( 3<$5 j al dan niet onder Britfche Manufactuuren en Voortbrengfelen moeten begreepen worden, van nu af en voortaan, onverminderd het generaal verbod, hier vooren gedaan, voor Britfche Manufactuuren, Koopwaaren en Voortbrengfelcn zullen gehouden worden (om 't eeven welke hunne ooriprong zij, of waar dezelve ook zouden mogen zijn vervaardigd, of gelaaden) alle Articulen, zo als dezelve hier na volgende zijn uitgedrukt: i. Alle foorten van zogenaamde Manchesters. ■2. Alle Lakcneum Stoffen gefabrii'eerd van Wol of Catoen of Wolle Catoen, of Linnen Gaarens. 3. Alle Gemengde Stof en, uit de eeven te vooren gegenoemde Articulen te zamen gefteld. 4. Alle geheel of gedeecltelijk gedrukte, of gejchilderde Catoenen, Lijwaaien, Neteldoeken, Piquces, Dimictten en Nankinettcn. . ■ 5. Alle gebreide Wolle, Catoene of Saijctte Vesten, Broeken en Pantalons, ofwel deze fi of aan fl ukken. 6. Alle Engelfcke, Schotfche en Ierfche Kousfen. 7. Alle Mu femakers Waar en, hetzij van Catoen, Wulle en Leder, effen, gemengd of gecouleurd. 8. Alle zoorten van Knoopen. 9. Allerleij gcplatineerde Waaren , bekend onder den naam van Platcd. 10. Allerleij fijn Tzcr en Staalwerk, Blik, Koper en Tinwerk, het zij Blank Verlakt of Gejchildert. 11. Alle fijn Mcsfemakers-werk. li. Fijn Schrijnwerk. 13. Horologicn, Goude en Zilver e Gespen, Horoiogieketungen, Ringen, Waaijers, en al het geen onder den naam van Engelsch Quincaillerie-bekend is. 14. Allerleij Leder, getaand,. getouwd of op eenige wijze bereid, zogenaamde Laarfen-fehaften, Mans- en Vrouwen Yy 3 Scfoen*.  C 3& ) SchoenHaden, of ander Leder, geheel of gedeeltelijk bewerkt. 15. Allerleij Rijd tuigen, geheel of gedeeltelijk afgewerkt, -nieuwe of reeds gebruikte Zadels, en allerleij Zadelmakers; werk. 16. Allerleij Zijde Gilets, als mede Linten, het zrj gtfheel of gedeeltelijk van Z*y der trouwe aan haaren grooten Bondgenoot; hij de Staatsregeling is de naauwkeurigfte naarkoming van den inhoud der beftaande Verbonden te ernftig aanbevoolen; de letter der Wetten, op die Verbonden gegrond, fpreekt te duidelijk-, eindelijk de ongelukkige Oorden, waar in die misdadige bedrijven gepleegd zijn, of noch worden gepleegd, grenfen te digfaan het grondgebied van dezen Staat, dan dat het Vertegenwoordigend Lichaam en het Uitvoerend Bewind , dat alles zoude kunnen aanzien en tevens, niet de verplichting gevoelen, om, onverwijld, zodanige maatregelen te neemen , als de verzekering van den ^yelyaart en de rust der beide Republieken, in deze omftandigheden, vorderen En het nemen van die maatregelen, wordt met des te ftrenger aandrang gevorderd, naar mate het zekerder is , da ook, fa om Gemenebest, de woelingen noch met hebben opgehouden van hun, die, onder andere gedaantens, en andere voorwendzels, met voorfchreven rustverftoorders, daarin overeenkomen, dat zij alleen zich zelve, en niet het Vaderland bedoelende, eene orde van zaaken, die hunne misdadige oogmerken tegenftaat, haaten, en, zo het in hun vermogen was, zouden trachten omtekeeren Het is den flaaf der heerzucht en gouddorst onverfchilhg, . welke gedaante hij aanneemt, onder welke Standaard hi, 5ch fchaart, welke naam zijn aanhang heeft welk vooiwendzelhii aangrijpt, om zijne fnoode bedoelingen te bereiken Het zou de eerfte reize niet zijn, dat zij, cue, van üefde voor Vrijheid en Vaderland/chreuwen, terwijl zwegen beiden den dolk wetten, en in regeringloosheid en onrust hun voordeel zoeken, zich vereenigen met hen, die opentlijk den oproerkreet, voor het willekeurig gezag, aanheSe; even daar door, dezelfde baatzuchtige oogmerken poogen te bereiken. ,.m Het is daarom, dat het Vertegenwoordigend Lichaaam, op  ( m ) op de wijze, bij de Staatsregeling bepaald, overwoogeft hebbende: De volftrekte noodzakelijkheid, om van het Grondgebied dezer Republiek niet alleen verwijderd te houden alle zodanige Perfoonen die de Republikeinfche orde van zaaken geen goed hart toedraagende, ingevolge de Staatsregeling het Tractaat van Alliantie met de Franfchè Republiek, en de Wetten van dit Gemeenebcst van dezelve, voor ' altijd moeten geweerd blijven, maar dat ook inzonderheid, in deze ogenblikken, de ernftigfte maatregelen moeten worden bij de hand genomen tegen alle zodanige Perfoonen, die een misdadig deel hebben genomen in de thands plaats hebbende onlusten in de vereenigde Departementen der Franfchè Republiek, of die onlusten met 'er daad hebben onderfteund; en binnen de Grenzen dezer Republiek de ftrafte hunner muitzucht reeds zouden zijn ontvlugt, of zouden pogen te ontvlugten. Overwegende dat onderfcheidene Partijfchappen en Factiën, die zedert zulk een geruimen tijd van verfchillende maskers voorzien, getoond hebben alleen zich zeiven en niet het Vaderland te bedoelen, in deze onlusten zo nabij de Grenzen dezer Republiek voorvallende, een nieuwen grond zouden tragten te vinden, om hare misdadige oogmerken te bereiken, de heilloze pogingen van het Bntsch Gouvernement te onderfteunen, en de Republikeinfche Conftitutioneele orde van zaken, ten gevalle van zich zeiven, en ten verderve des lieven Vaderlands, ware het mogelijk, om te keeren. En eindelijk overwegende, dat het een der eerfte plichten der Wetgeevende Macht zijn moet, om door gepaste verordeningen, en het voorfchrijven van gefchikte maatregelen alles te voorkomen , het geen op de herleving van veriiietigide Facties van welken aart ook, de ftoormg der rust, Zzs ichen-  C 37a 3 fchending van veiligheid van Perfoonen en Eigendommen , zo niet tot vernietiging of omverwerping eener Staatsregeling, die 's Volks heil moet verzeekeren, zoude kunnen uitloopen. Befloten en verordend heeft: Foor eerst, om dit Bewind te authorifeeren,. om, behalven zodanige maatregelen als hetzelve, zo uit krachte van de Staatsregeling, en ingevolge het Tractaat van Alliantie des Franfchè met de Bataaffche Republiek, als uit hoofde van de Wetten van dat Gemeenebcst verpligt is te neemen tegen de Voorftanders van het gewezen Stadhouderlijk en Ariftocratisch Beftuur, alle Franfchè Emigranten en gedeporteerde Priesters, mitsgaders tegens alleTegenftanders van het Republikeinsch Beftuur en Conftitutioneele orde van zaaken; inzonderheid en toetezien, dat geene Perfoonen, welke in de onlusten, die in de vereenigde Departementen der Franfchè Republiek hebben plaats gehad, een misdaadig deel hebben genomen, of die onlusten met 'er daad hebben onderfteund, op eenigerlei wijze een fchuilplaats worden verleend binnen de Grenzen der Bataaffche Republiek; maar de naauwkeurigfte zorge te dragen, dat dezelven van den Bataaffchen grond verwijderd blijven, met fpeciaale Authorifatie, om alle zodanige Perfoonen, wanneer zij zich op het Grondgebied dezer Republiek bevinden, daarvan te verwijderen, en des verzocht dadelijk te appréhendeeren , en aan het Gouvernement van het Fransch Gemeenebest uit te leveren. Ten tweden ' dat dit Bewind bij eene behoorlijke Publicatie, alle In- en Opgezetenen dezer Republiek wel expresfelijk zal ïnterdiceeren en verbieden, om aan geene van de bovengemelde Perfoonen eenig verblijf in hunne Huizen of Wooningen hoegenaamd te verleenen, op poene van des contrarie handelende als Verftoorders der Publieke rust, naar bevind van zaaken  C \m ) ken, te worden geftraft, met vermaanmg, ómme op de trouw aan het Vaderland verfchuldigd van het verblijf van zodanige Perfoonen, wanneer hetzelve ter hunner kennisfe zal :zijn gekoomeii, aan de refpective Municipaliteiten of Collegien van Justitie hunner woonplaatzen kennis te geeven. ' Gelijk wij aan het eerfte gedeelte van dit Decreet reeds hebben voldaan, en verder zullen voldoen, met dien ijver en trouwe, waar meede wij ons geheel en al, en met opoffering van onze bijzondere allerdierbaarfte belangens, aan het Vaderland, hebben gewijd, en waarin geene tegenkantingen, hoe ook genaamd, ons immer zullen kunnen doen bezwijken: — gelijk wij, uit dien hoofde, aan iederen Vijand der vastgeftelde Orde van zaaken, onverfchillig onder welken naam of aanhang hij mogt voorwenden te behooren, de reeds, bij eene voorige gelegenheid, gedaane waarfehouwing herhaalen, dat wij vastelijk gezind zijn, om, zonder onderfcheid van Perfoonen, niet alleen, met alle macht, tegen te gaan de pogingen, tot herftel van een Stadhouderlijk of Bondgenootfchappelijk Beftuur, maar ook alle aanflagen , ftrekkende tot begunftiging - van Ariftocratie , Losbandigheid en Anarchie-, alle welke Partijfchappen en Factiën, even zeer der Vrijheid nadeelig, als uit derzelver aart gefchikt zijn, om alle veerkracht in het Beftuur te verlammen, de daarftelling van eene Republikeinfche orde van zaaken te beletten, en de vijandelijke oogmerken van het Engelsch Gouvernement, door het eigenbelang van veele Bataaffche Ingezetenen onderfteund, te begunftigen ; — zo voldoen wij bij dezen, aan het tweede gedeelte, van het zelve Decreet, en verbieden bij dezen wel expresfelijk, aan alle In- en Opgezetenen dezer Republiek, om, aan geene Perfoonen, die een misdadig deel hebben genomen, in de thans plaatshebbende onlusten in de vereenigde Departementen der Franfchè Republiek, of die onlusten, met Zz 3 de  t" 374 O «de daad hebben onderfteund, en binnen de Grenzen dsw zei' Repubhek, de ftraffe hunner muitzucht reeds mogten. i zijn ontvlugt, of noch mogten pogen te ontvlugten, eenig verblijf in hunne Huizen of Woonnigen hoegenaamd te ver leenen, oppceuevan, dezes contrarie handelende, als verHoorders der publieke rust, naar bevind van zaaken, te zullen worden geftraft; terwijl wij tevens een ieder vermanen, om, op de trouw aan het Vaderland verfchuldigd , van het verblijf van zodanige Perfoonen, wanneer hetzelve ter hunner kennisfe zal zijn gekomen, aan de refpe&ive Municipaliteiten of Collegien van Justitie hunner woonplaatTen, kennisfe te geeven. Gelastende diensvolgens het Uitvoerend Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort, met verderen last aan alle Administrative Beftuuren, Hoven, Collegien van Justitie, Fiscaals, Bailliuwen, Municipaliteiten, en andere Geconftitueerde Machten, op hunne verantwoordelijkheid, om den inhoud dezes zorgvuldig naar te kooraen, en te doen naarkoomen. In den Haage den i November 1798, Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid (was geparapheerd) F. ERMERINS, Vt (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (ms getekend) $. DASSEVAEL. Loco Secretarii, NO-  C 375 ) NOTIFICATIE J^[et Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, allen die deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en BroederIckap! Alzo Wij geïnformeerd zijn, dat veele Ingezetenen uit onkunde verzuimd hebben, hunne Recipisfen wegens Fournisfementen in de Geldheffingen zo van den 25fte als 83 één derde Penning binnen de bepaalde Termijnen te laaten Cumuleeren; en tevens ontwaaren, dat een aantal derzelve geneegen zijn om als nog gemelde Cumulatie te doen, het welk hun door de reeds lang verloopene Termijnen niet regtftreeks vrij ftaat. ZO IS HET dat Wij, ter begunftiging en gerijf der Ingezetenen en gemak voor den Lande, hebben goed gevonden, aan allen die zulks mogten begeeren, Vrijheid te geeven, zo als Wij doen bij dezen, om hunne Recipisfen, voortkomende uit de Negotiatien van den 25fte of 83 één derde Penning, als nog te mogen Cumuleeren tot aan den 31 December deezes Jaars, op die van 's Lands Comptoiren welke daar toe, bij de Publicatien van bovengemelde Geldheffingen, zijn bepaald; zullende zij, welke van deze Vrijheid gebruik willen maaken, niet gehouden zijn, van nu af de Recipisfen ter verificatie bij de Commisfie van Finantien aan te bieden, voor en aleer de Cumulatie is gefchied. En op dat deze kome ter kennisfe van een ieder, zal de-  C 37°- ) dezelve worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te gelchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden, den - 3 November 1798. Het Vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. THYS FEENSTRA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, K. STELLINGWERF. Commis. \ {  PUBLIC ATI E tJ"et Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: Dat het eene hardigheid zoude zijn, de wettige Crediteuren die ten J.iare 1.787 uitgeweeken geweest zijnde Patriotten in het voormalig Gewest Friesland woonende , welke, uit hoofde der Publicatie van de Reprefentanten des. Volks van Friesland, van den 22 October 1795, en opgevolgde prolongatie van den 21 Oktober 1796,'betrekkelijk de daarbij extraordinario modo, aangeboodene Brieven van Refpijt, reeds meer dan drie Jaaren na de voldoening hunner prastenüen hebben uitgezien, -—.daarna langer, dan volfhekt noodig is, te doen wachten. Overwegende, dat de redenen en motiven, der, bij de opgemelde Publicatie, toegeftaane Brieven'van Refpijt op eene buitengewoone wijze, en zonder gewoone Rechtsmiddelen geobtineerd, meestal zijn gelegen geweest, om provilioneel de Uitgeweekenen, 'voor de vervolging hunner Crediteuren te dekken, immers en ten minften, tot zo lange , de geconfisqueerde Goederen, aan de Friefche Uitgeweekenen, zouden zijn terug gegeeven,-of zij heden, op eene andere wijze, fchaadeloos gefteld, als ook, dat de nadere Publicatie, hier vooren gemeld, waarbij het verleenen van zodanige Brieven van Refpijt wordt geprolongeerd, in tiid en zo lange de in 1787 Uitgeweekene Friefen in ftaat zullen zijn, om hunne Crediteuren, -wegens de Schulden, in of voor 1787 opgelegd, te kunnen betaalen. Overwegende, dat de Uitgeweeken Friefen, na denjaaAaa re  C 3?8 ) rrM, van de aan hun verleende Brieven van Refpijt hebben gebruik gemaakt, en het met het verkreegen_recht der wettige Crediteuren van de Uitgeweekenen, en in gemelde Publicatien bedoelde Friefche Ingezetenen, zoude ftrijden, die verleende Brieven van Refpijt verder te doen. werken; — beflooten en verordend heeft: Dat de meergedagte Publicatien van den 22 October 1795, en van den 21 October 1796, betrekkelijk het verleenen van Brieven van Refpijt, aan Friefche m den Jaare 17^7, Uitgeweekenen, zullen worden ingetrokken, gelijk dezelve ingetrokken en buiten effect gefteld worden bij dezen; zullende echter deBrieven van Refpijt aan Friefche Ingezetenen , volgens meergemelde Publicatien, verleend, blijven ettett forteeren, tot drie Maanden na dato dezes , na welken tijd, dezelve zullen worden gehouden voor vervallen. Gelastende dienvolgende het voorn. Bewind, m naam des. Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden atgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haage den 7 November i798' Eet vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapneen j F. ERMERINS, Vt.. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve , (was getekend) C. G. HUL T M A N. NO-  ( 379 2 NOTIFICATIE XJet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, allen den geenen die deeze zullen zien of hoeren leezen, Heil en Broederfchap! Doet te weeten: Dat ter Onzer kennisfe is gekomen, hoe zommige Ingezetenen van dit voormaalig Gewest, ligtelijk uit onkunde, ftrijdig de Publicatie' in dato den iojunij 1790. en voorige Refolutien, op die materie genomen , eenige Klijn of Los/e Kleijlanden met Floreen bezwaard vergraaven, zonder zich alvoorens bij Requeste geaddresfeerd te hebben aan de Geregten van de Dif rieten, waar onder het te vergraavcn Land geleegen is , met verzoek van Confent, ter vergraavinge van zodanig Land, met bijvoeginge van een nauwkeurige befchrijyinge van 't zelve en een nette opgaave der hoeveelheid van Floreen daar op leggende, mitsgaders van de nummer, waar op dat Land ten Register word gevonden: welke handelingen vlak aanloopen, tegens de thans noch exfteerende Wetten, zo waarfchouwen Wij ieder een, welken zulks moge aangaan, om in zoo verre zij uit onkunde in deezen mogen hebben gedwaald', zulks dadelijk te remedieeren en uiterlijk binnen zes weeken haare jchuldige Confignatien te bevorderen, en punctuëlijk aan voorfchreevene Publicatie en Refolutien te voldoen, dewijl bij f;ebreeke dies tegen hun als onwilligen na ftrengheid van Wetten zal moeten werden geprocedeerd. Op dat niemand dien aangaande eenige verdere onkunde aal kunnen of mogen voorwenden, zal deze alomme werden Aaa a Ge-  C 380 ): Gepubliceert en Geaffigeerd ter plaatzen, daar men gewoon is Publicatie en Ailixie te doen. *; Aldus Gerefolveerd binnen Leeuwarden, den 8 November 1798.. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. XHYS FEENSTRA, Vf Ter Ordonnantie van Hetzelve, K. STELLINGWERF. r1 Gommis. PUi  C 38" ) PUBLICATIE J Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgelteld, overwogen hebbende: dat bet alleen aan het flipt manuien dei Wetten, op de Groote Vïsfcherij geëmaneerd, te danken is, dat de Haringvaart in deze Republiek, altoos'die van alle andere Natiën heeft overtroffen, en het dus nodig is, dat het tegenswoordig Committé tot de zaaken van de Groote Visfcherij, provifioneel blijven voortduuren, tot dat deswegens andere fchikkingen zullen zijn gemaakt, befloten en verordend heeft: Dat het voorfz. Committé zal worden verklaard, zo als verklaard word bij deezen te zijn : - Het Provifioneele Committé van de Groote Visjcherij der Bataaffche Republiek , en mitsdien het zelve Committé te authorifeeren, om provifioneel met derzelver gewoone werkzaamheden voortegaan, volgens het Reglement door de provilioneele Reprefentanten van het voormaalig Gewest Holland geftatueerd, totdat een ander Reglement door't Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks, zal zijn daargefteld, en dat elk en een iegelijk, die het werk van de Haringvaart deczer Republiek exerceeren, of daar toe eenige relatie mogten hebben, het zelve Committé zullen hebben te erkennen, en zich ftiptelijk zullen moeten gedragen naar alle de Placaatén, Keuren en Ordonnantiën, op 't fluk van de Haringvaart en Negotie, reeds geëmaneerd, of nog te émaneeren. Aaa 3 Dien^  C 382 ) Dienvolgends gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegen woordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haage den 20 November 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. *RO- (was geparapheert) A. F. E. van HAERSOLTE, Vt (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G. H U E T M A N. Secretarii.  ( 383 ) NOTIFICATIE J-Jet Intermediair Adminiftratif Ceftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dit voormaalig Gewest, Heil en Broeder Lhup! Jüaet te weten: r Dat Wij bij Notificatie van den 3 November 1798 de Vrijheid hebben gegeeven , om de Recipisfen van de Fournislementen m de Geldheffingen der 2511e en 83 één derde Penningen, als nog te kunnen Cumuleeren * en de Vrijheid van Cumulatie zo verre zulks zonder nadeel van den Lande kan gefchieden, ten gerijve van de Ingezetenen, willende uitftrekken, hebben goedgevonden te-Arresteeren, gelijk geichicd bij dezen, dat ook Gecumuleerde Recipisfen van de zelfde Geldheffingen, behoorende tot het zelfde Comptoir weder kunnen worden Gecumuleerd met Gecumuleerde en Ongecumuleerde Recipisfen, evengelijk de eerfte Recipislen, bij het doen der Fournisfementen afgegeeven, en zulks tot den 31 December 1798.* Zullende deze, ten einde ieder hier van. kennisfe bekome, worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te geiclueden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden., den '23 November 1798. Het vierde. Jaar der Bataaffche Vrijheid ■ E. EISING A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. PRO-  C 384 ) PROCLAMATIE "Uet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek 1 aan de Ingezetenen van dezelve Republiek; Heil en Broederfchap! BATAVEN! Wanneer G*ijl. over de Gefchiedenis van ons Vaderland, geduurende een vierjaarige tijdperk van Revolutie, een vlugtig oog flaat, kan uwe herinnering niets anders dan een reeks van tegenftrijdige aandoeningen opleveren, kunnen uwe gewaarwordingen niets anders, dan eene mengeling van vreugde en droefheid zijn: Gij moet U natuurlijk uwe aandoeningen vertegenwoordigen, op het zien doorbreeken, ook op den Bataaffchen grond, van een Sijsthema van Staatkundige en Burgerlijke Vrijheid, op beginzelen gebouwd, welke, 111 het afgetrokkene, als onloochenbaare waarheden, den toets der reeden konden doorltaan; en gij moet u daar bij de aangenaame vooruitzichten herinneren, welke, al aanftonds, in uwe verbeelding aanweezig, het heerlijkst verfchiet en de aangenaamfte toekomst opleverden; maar ook even fpoedig moet het bekoorlijke-van deze beelden van Nationaal geluk en algemeenen Welvaart, ontluisterd, en het genoeglijke uwer verbeelding vergald worden bij de fmartelijke herinnering, dat de zuiverde beginzelen onteerd, de heiligde rechten gefchonden zijn, en de uitkomst, aan de verwachting, zo weinig heeft beantwoord. Of is het nodig, Bataven! dat Wij de waarheid van dit een en ander, met daadzaaken bevestigen? Is het nodig dat wij UI. op de zodanigen wijzen, die zich uitgevende voor  ( 385 ) voor Vrienden der Vrijheid, voor Beminnaars des Vaderlands, door hunne daaden getoond hebben, dat eigenbelang en heerschzugt hunne eenige bedoelingen waren? Op de zodanigen, die om geene andere redenen, aan de aanhangers van het Stadhouderlijk Beftuur den Scepter ontwrongen, dan om dezelve, met de fchoonfte omkleedzels omhangen, in hunne handen verplaatst te zien, en over der Burgeren belang willekeurig te befchikken? Op de zoodanigen , die, uit verdriet over hunnen behoeftigen en ran.pzaligen toeftand, waar in zij door luiheid weelde en verkwisting zich zeiyen hadden gedompeld, de gelegenheid gretig aangrepen, om onderden dekmantel, van mede het algemeen belang te willen, verwarring en onrust poogden te verwekken, — tot bereiking van hunne oogmerken", den braven benijdden, en den flegten hielpen verheffen, en, in hun fchandelijk gedrag noch toom noch breidel vonden, daar zelfs den ongelukkigften uitflag hunnen toeftand niet kon verergeren? Op de zodanigen, wier hoofden en handen werkeloos wierden, wanneer tot redding van het Vaderland, hunne wijze van zien niet wierd gevolgd, die in plaats van z ch miskennig te getroosten, en zich aan het oordeel der menigte niet te bekreunen, — de Hulk van Staat, aan onbevaren Zeelieden overlieten, en zich zo weinig over het gevaar van ftranden bekommerden, als of zij mede geen Scheepelingen waren ? Of op de zodanigen eindelijk, die fchoon voor het geen waar en het geen recht was, openlijk uitkomende, in denzelfden adem, de onuitvoerlijkheid daar van even openlijk predikten, die in plaats van waarheid en recht, met vastheid door te zetten, en zich met de overtuiging te wapenen, dat het beter is in handhaving van eene goede zaak te bezwijken, dan voor een kwaade zaak lafhartig onder te doen, — kleinmoedig genoeg zijn geweest, om zich door eene fchim te laaten verschrikken, en het algemeen belang aan verwarring, en de onreinfte bedoelingen, ten prooije te geven. B bb Dochs  C 386 ) TWh neenl wij zijn overtuigd, dat de herinnering aan hefvoorledene voor U zo imartelijk is, dat wij fchroomen ^Dfn^ka™ ï dT herdenking aan dit een en ander zo gefchlkt om den geest van i^^^^^g velen- is de herdenking aan zo veele rampzalige uitwerkzeis vande kwalijkbeftuurle hartstochten ^^f^nS S en treurig aan de ééne zi de, echter aan de andere zlde n ftaa om aan den weidenkenden Vaderlander, voor e u baaSe dienen, *^*&JSSgg£ ker achten, dan dat alleen, met opoft zondere begrippen en belangens, zich om de S^|^g zouden verëenigen, die een einde aan alle gemaakt; dat een ieder zich zou bevlijtigen, doodejvetüg fangeftelde. Machten te eerbiedigen, in zqnen kinig aan ■aïine beftemming, te beantwoorden, en aan het geiuK en ï^ei van het gemeene »nndt mi nimmer kunnen verwachten, dat ei op den uat.ui ?chen 2IZ menichen zouden kunnen gevonden worden, Lod g§enoeg om , in den "genWO^I^^ ppne allezints verderffelijke zamenzweeiing, tegen oe veuj heid v tX Staat, te fmeeden, en dwaas genoeg om z de bereiking hunner oogmerken, als mogelijk, te veibeel d£ï-W i« nndeitusfchen niet dan al te waarachtig, dat 'er, onde een a^r misnoegde en kwalijkgezinde Ingezetetien STêtt& eeneSaanval tegen de veiligheid wj.den S£ fwn, befloten welke niet minder ten doel heeft gehad, Sm^ Conftituonele Orde van Zaaken, de verbrijzelde Zetels va1 het Schrikbewind weder op te richten en h^at fche Volk te rug brengen-tot dien «g^SSdV warring en overhWcfaing* waar van net, oP den altijd g  'C 387 > denkwaardigen ctag, van den ia Junij dezes jaars, zo gelukkig is verlost; en dat eenige Perfonen, verdagt van aan deeze zamenfweering deel te heboen gehad, op onzen last zijn in verzekering genomen. Uwe Vertegenwoordigers, met de zorg voor Uwe tederfte. Belangen belast, begreepente recht dat, aan den opmerkenden geest der Bataaven, de woelingen niet konden ontlhappen, van hun, die pas van den flag bekomen, die hun en hunnen aanhang zo geducht als beflisi'end getroffen heeft, — hunne verftrooide benden wederom trachten te verzamelen, om bij den eerften kans, andermaal en met het ftaal in de vuist, tegen het Vaderland te velde trekken: — Uwe Vertegenwoordigers! met uw vertrouwen vereerd, wisten te wel, dat het Bataaffche Volk, door zo veel geleeden leed, afgemat op het denkbeeld moest beeven , dat de misdadige oogmerken van deeze onverlaten, zouden kunnen worden ter uitvoer gebragt, dan dat dezelve zich niet zouden gehaast hebben, om Ui. uit den ftaat van onzekerheid en billijke bekommering te doen brengen, waarin Gijl. U, door het gerucht van de woelingen dezer kwalijkgezinden, 't zedert eenige weeken, gebragt hebt gezien; en het is dan ook, op last van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat wij UI. van het gedreigde, en tevens van het ontdekte gevaar, bij dezen kennis geven. Denkt echter niet, Bataven! dat wij U het akelig tafreel zullen fchetfen van de rampen en onheilen, waarvan Gijl. den Bataaffchen grond het toneel zoudt hebben gezien, wanneer het de boosheid gelukt was het gefmeedde plan te volvoeren; wij gevoelen te levendig, welke fombre gewaarwordingen, wij in uwe ziel zouden verwekken, wanneer wij U de wolken befchreeven, welke, met fchrik en verwoesting bezwangerd, boven uwe hoofden, hebben Bbb 3 - ge-  C 333 ) gehangen; Of zoudt Gijl. zonder afgrijzing kunnen vernemen, dat niet, voldaan van de verbrijzelde zetels, van het Schrikbewind, op de puinhoopen, en mogelijk-op de Lijken der Leden van het Conftitutioneel Gouvernement, opgericht, en dus, daar door, Uwe Oppermacht, in de Nationaale Vertegenwoordiging, opentlijk gefchonden te hebben — 'er eene geduchte wraak, over hun was befloten, die op den 12 Junij, geweld en onderdrukking hebben durven verpletten? Zoudt Gijl. zonder ontzetting kunnen verneemen, dat de verwarringen elende, wederom als voorheen , op den Vaderlandfchen grond geheerscht, en met verdubbelde woede, hunnen ijzeren Scepter zouden hebden gezwaaid. Wij zouden Ü beledigen, Bataven! wanneer wij ons wilden bezig houden, om U, tegen deze ontaarten, verachting in te boezemen; wij zouden U beleedigen wanneer wij U in ftaat rekenden, om opzettelijk , tot de bereiking dezer heillooze oogmerken, de hand te leenen; dan, daar de bedervers van hun Vaderland listig genoeg zijn, om zich, achter het mom van Vaderlands- en Vrijheidsliefde, kunftig te verfchuilen, vordert uw belang, dat Gijl. in deze tij- . den, U niet, door den fchijn misleiden laat, en aan Menfchen Uw vertrouwen fchenkt, die U, inde ftrafwaardigfte handelingen , ongevoelig , zouden inwikkelen , die , Uwen onberedeneerden ijver misbruikende, U den dolk zouden trachten in handen te geven, om de Vrijheid den doodfteek toetebrengen, en U, na de bereiking hunner fnoode bedoelingen, als uitgediende werktuigen, zouden verbreeken; wij zouden U beledigen, met te veronderftellen, dat Gijl. nog eene herinnering aan het voorleedene noodig hadt, om U, voor Uwe gewaande Vrienden te wachten j de dagen zijn immers nog niet uit Uw geheugen uit-  C 38Ö uitgewischt, waarin Heerschzucht en Gouddorst, de eenige Grond wenen waren, waar in, overliet beftaan van zo veele Huisvaders, over het onvervreembaar recht, over de gevoelens, ja, over het geweten der Burgeren, zo roekeloos als oppermachtig wierd uitfpraak gedaan , waar in aan den laster, den vrijen teugel gevierd, en de waare Vrijheid der Drukpers, zo fchandelijk wierdt belaagd , en waar in, met één woord, geweld en onderdrukking, van allerhanden aarr, toenam, naar maate de tegenftand groot was. Het is van de Bataven immers niet te verwachten, dat zij den triumph eener factie, dat zij de herftelling van het Rijk van Verwarring, boven eene Conftitutioneele Orde van Zaaken, zouden kunnen begeeren; het is bijna onmooglijk, dat de ondervinding hun niet zouden kunnen doen befluiten, dat het Vaderland, na zodanig een Zegepraal, dubbeld rampzalig zou zijn; of zullen zo veele verftopte bronnen van beftaan weder geopend, den wegkwünenden Handel weder opgebeurd worden ; zal de Bataafiche Republiek in ftaat gefteld zijn, om, met deszeïfs Grooten Bondgenoot vereenigd, den overmoed der Britten te beteugelen; zal de werkelooze hand Arbeid vinden, en gelegenheid om aan het hongerend Gezin Brood te bezorgen, wanneer de twisten en verdeeldheden niet ophouden onder Menfchen, die allen gezind, om het Vaderland te redden, door het verfchil over de Middelen, hetzelveonherftelbaar bederven? Verelscht het betoog dat een Staat, aan een Kranken gelijk, wel eenige fchokken kan doorftaan, doch ten laatften onder dezelve Wiskunftig bezwijkt? En zoudt gij gelooven, dat eene voortduurïng der jammeren aan een Staat van Revolutie verbonden , het gefchikfte Wapen in de handen van het Despotismus geeft, om de leere der Vrijheid, als fchadelijk, voor de meruchclijke Maatfchappij, uit te krijten? en dat deneindeBbb 3 lijken  C 390 •} lijken uitflag óp een totaal bederf vaaalles, of op eene tetugkeering tot het geen, waar van wij uitgegaan zijn, uitloo* pen moet. Het is op den Heiligen last van het Vertegenwoordigend Lichaam, dat wij UI. deeze Vaderlijke, deeze welraeenende vermaning geven. Het zal de plicht van ieder Vaderlander zijn, om, wel verre van aan de bewerkers eener zamenzweering, hulp aan te brengen, of aan die geenen, welken daar in mogten hebben deel genomen, op eenigerhande wijze , het zij door het geven of voorfchieten van Geld, als auderzints, te begunftigen, of, in hunne verderffelijke oogmerken te onder fteunen, - integendeel al dat geene, het welk hun daar van mogt bekend, ter liefde voor de Vrijheid, en, tot inftandhoüding der tegenwoordige Conftitutioneele orde van zaaken, onverwijld, ter kennis van het Gouvernement, te Drenv gen; en het is deeze uitnoodiging, welke wij met des te meer zelfsvoldoening aan UI. kunnen doen, daar het Vertegenwoordigend Lichaam, in plaats van het maaken van flagtoft'ers te bedoelen , in plaats van het ongeluk van zommigen te willen, integendeel eene ftrafloosheid, aan de zulken, heeft toegedacht, die, fchoon werkelijk aan de zamenzweering deel hebbende gehad, van deze hunne misdaad, tot behoud van zich zelve, en tot bewaring van hunne dierbaarfte panden, zouden willen te rug keeren. Maar wat moeten wij tot de zodanige zeggen, bij wien reden en overtuiging geene huisvesting vinden, bij wien Vaderland, zelfsbehoud, en dat van hunne Vrouwen en Kinderen geene drangreedenen zijn; tot de zodanigen, die, in weerwil van onze vermaningen, met verachting van onze uitnodiging, in hunne fnoode bedoelingen, blijven volharden? Het is aan de zuiken, wier benevelde oogen, voor het fchoon van de deugd verblind, wier verftokte harten, voor alle  C 39» ) alle zagte aaiidoeniijge, ongenaakbaar, cn die, door niet» anders, dan door de vrees voor de ftraf te beteugelen zijn* dat wij den uitgedrukten wil van het' Vertegenwoordigend Lichaam moeten aankondigen, dat, wanneer zij, van hunne boosheid niet terug, - en tot het Befluit kunnen worden gebragt, om, aan het Committé van Juftitie hunner Woon* plaatzen, dat geen te openbaaren, hetwelk, hun van deze zamenzweering, bekend mogte zijn en het naderhand mogt worden ontdfckt, dat zij deelgenoten van dezelve waren geweest, — zij, zonder eenige oogluiking, als bcgunftigers en aanhangers van meergemelde zamenzweering, anderen ten voorbedde, zullen worden geftraft: het is aan de zulken, dat wij den ftelligen wil van het Vertegenwoordigend Lichaam moeten bekend maaken, dat, wanneer zij de bereiking hunner misdadige oogmerken niet voor altijd laten vaaren; wanneer het zal blijken, dat zij niet alleen rede en overtuiging, maar ook de bedreigde ftraf in den wind flaan, zij, zonder eenige Conniventie, ten ftrengften, aan den lijve, en, naar bevmd van ïaaken, zelfs met den dood, zullen worden geftraft: - hetisaan.de zodanigen eindelijk, dat wij niet willen verzwijgen, dat wij ons, door het Vertewoordigend Lichaam, met eene genoegzaame macht zien gewapend, om, in deeze oogenblikken, alle zodaanige buitengewoone maatregelen te neemen, als wij, tot ontdekking en beteugeling der Hoofden van - en deelneem ers aan de meergemelde zamenzweering, tot behoud en redding van denStaat, zullen oordeelen noodzakelijk te zijn: - dat zij dan, die zich aan deeze gefmeeden aahflag fchuldig kennen, zich wachten van langer den Staat te beroeren, dat zij zich overtuigen, dat wij hun, met al die macht, zullen treffen, welke het Volk ons heeft aanbetrouwd, en dat wij hun , in weerwil van hun zelve, tot die rust en ondergefchjktheid zul-  C 392 > ' zullen dwingen, zonder welke het Vaderland gewisfelijk te gronde gaat. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam desVertegenwoordigenden Lichaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort. In den Haage den 23 November 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheert) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was geteekend) C. G, HULTMAN. Secretarie N O-  C 393 )! NOTIFICATIE "LJet Intermediair Adminiftratif Beftuur van [het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezeetenen van dit voormaalig Gewest, Heil en Broeder j'chap! Alzo Wij geïnformeerd zijn , dat "er bij Raaden der Gemeentens eenige onzekerheid plaats heeft, of de Stemregisters door hun aan ieder, die zulks begeert, en de vereischten heeft-, moeten worden gepraefenteerd, ten einde de zodanige zijn haam in het Stemregister infchnjve; en deeze twijffel, en een misfchien daar uit reeds voortgefprooten misverftand veelen van de infchrijving zouden [te rug kunnen houden, en dus in de daad berooven van een der grootfte Rechten in eene Volks - Maatfchappij, om meede te werken {zoo veel ieder bijzonder Lid, behoudens de goede orde en een welgereegelde ftaat van zaaken, vermag) tot bevordering van het heil van het Vaderland , door op de bepaalde tijden te helpen benoemen Kiezers, welke door .hunne braafheid en gefcliiktheid geene iedele hoope geeven, dat door hun Mannen zullen' worden gekoozen, welke de belangens van heti algemeen naar behooren zullen betrachten. ZO IS HET, dat Wij tot voorkoming van alle verdere gevolgen, welke uit zodanige abufive Hellingen zoudgn kunnen voortkomen, hebben beflooten de Raaden der Gemeenten^ in dit voormaalig Gewest te gelasten, gelijk gefchiedt bij deezen, indien door hun de Stemregisters mogten zijn geflooten, dezelve na de Publicatie deezes terftond te openen , wordende de gerechtigde Ingezeetenen nitgenoCcc digd,  C 394 ; dted zich in de Registers te doen infchrijven om te toonen van niet onverfchillig te zijn in de handhaving der groote Rechten van een vrij Burger in eene Volks-Maatfchappij. Op dat dit ter kennisfe van een ieder kome, zal deeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar men gewoon, is zulks te doen. Aldus befloten binnen Leeuwarden; den qjS November 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid E. EISINGA, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve» D. F O C K E M A. N 0>  C 395 ) NOTIFICATIE XTet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dit voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Doet te weten: Dat wij door het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks van den 26 October 1798, en daar op gevolgde aanfchrijvinge van den Agent van Finantien der Bataaffche Republiek van den 8 November daar aan volgende — Ons onvermijdelijk verpligt vinden om weeder uit te fchrijven, gelijk Wij dan op grond van voorfchreven Decreet uitfchrijven bij dezen, de Heffinge van eene buitengew -ne belasting op den opbreng der Vastigheden ia dit voormaalig Gewest, in dier voegen en op dien voet, als van iile Maij 1797 tot ifte Maij 1798 ingevolge Publicatie van het Provintiaal Beftuur van dit voormaalig Gewest van den 14 Julij 1797 heeft plaats gehad. Dat echter uit hoofde der laate aanfchrijvinge en last, aan •Ons gedaan en gegeeven, eenige kleine veranderingen noodzakelijk zijn geworden, alvvaarom Wij hebben goedgevonden te arrefteeren, dat in voorfchreevene buken-gewoone Heffinge zullen moeten geobferveerd worden de Articulen der Publicatie, door het Provintiaal Beftuur den 14 Julij 1797 over die zaak gearrefteerd, in zo verre dezelve om bovengedagte redenen niet zal worden gealtereerd, — En welke veranderingen hier in beftaan. Dat de refpective Raaden der Gemeentens gehouden zullen zijn de Cohieren deezer Heffinge uiterlijk voor ifte Februari] 1799 over te zenden aan de Commisfie van Finantien , ten einde van examinatie. Dit de Secretarisfen der Steden en Diftricten de Cohieren zullen moeten uitgeeven voor den ifte April 1799 aan Cc c 2 .de  C 396 / de Colleaeurs, onder behoorlijke borgftelling , ten pericuïe van de Raad der Gemeente door dezelve aan te fteilen. • Dat de betalinge zal moeten gefchieden voor den twaalfden Maij 1799, door de Huurders, ingevalle dezelve als nog - niet hebben voldaan, hunne huurpenningen, en, zo zulks reeds mogte zijn gefchied, door de Verhuurders; zullende in cas van niet voldoening in het eerfte geval tegen den Huurder, en in het laatfte geval tegen den Verbuurder worden gehandeld;, zo als te voren gebruikelijk is geweest. Dat indien de Huurder deeze belasting betaalt, bi] verpligt zal zijn binnen zes weeken na den 12 Maij 1799 de quitantie over te leeveren aan den Eigenaar. Dat de particuliere Collecteurs verpligt zullen zijn een vierde van het geheele beloop der Heffing te betalen voor den eerften Junij 1799, een vierde voorden eerften Julij daar aan volgende, en de resteerende helfte (waar onder de resten begrepen zijn) voor den 12 September van het zelfde Jaar tebetalen en verantwoorden, aan de refpective Generale Collecteurs mede door de Raden der Gemeentens onder borgftelhng, op hunne verantwoordelijkheid te verkiezen. Dat de Generale Colleaeurs op den 3 Junijen SJulij 1799 telkens een vierde, en de Comptanten, in het laatfte Termijn van de particuliere Colleaeurs ontvangen , voor den 22 September daar aanvolgende aan 's Lands Comptoir moeten overbrengen, en de finale afrekening doen voor den 1 November 3799 bij pee ie van 25 Goud-Guldens. Moetende in plaats van het woord aanvang voorkomende 111 het 28 Art. der Publicatie van den 14 Julij 1797 gelezen worden aangave. . ; En op dat niemand hier van onkundig zij, zal deze alomme worden Gepubliceerd enGeaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus beüoten binnen Leeuwarden den 126 November 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E. E I & I N G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEMA.  C 397 ) NO TIFICAT IE XJet Intermediair Adminiftratif Beftuur van ' het voormaalig Gewest Friesland, aan alle de Ingezetenen van dit voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Doet te weet en : Dat Wij ter verzeekering van goede orde, en voorkoming van alle rustverftoorende machinatien, hebben vermeend te moeten Arresteeren, gelijk gefchiedtbij deezen: ART. n Dat de Logementhouders en a/le Herbergiers verpligt zullen zijn van ieder, weike voornemens is zith een nagt of langer bij hun op te houden, te vragen de invulling van een Billet met de Naam, Woonplaats, Affaires, oorzaak der Reis, tijd van het verblijf in de Plaats, en werwanrds hij voormemens is te Reizen. 2. Dat andere Ingezeetenen, bij welken een nagt of langer verblijven zodanige Perfoonen, die in dit voormaalig Gewest niet woonachtig zijn, meede gehouden zijn te vragen van de bij hun Logeerenden de invulling van een Billet, gelijk boven is omfchreeven. g. Dat de Logementhouders, Herbergiers en andere Ingezeetenen deeze ingevulde Billenen zullen moeten bezorgen , in de Steden aan den Prcefident van de Raad der Gemeente, —■ en in de Distri&en aan een Lid uit de Raad der Gemeente;, indien er zodanige in hetzelfde Dorp woonachtig is, anders aan den Dorprechter, 's avonds voor tien uur en, bij poene van drie Caroli Guldens, ten pro fijt e van de algemeene Armen. 4. Dat ten dien einde door ieder onaangevulde Billet ten zullen te bekomen zijn ten huize van hun,'waar dezelve weeder moeten worden te rug gebragt, of elders anders in dezelfde Plaats, waar de Raad der Gemeente zal bepalen. Ccc 3 5. Dat  ( 398 ) «; Dat de Perfoïnen, welke volgens het derde Articul de ingevulde TMUetten ontvangen, bij dtezen geauthorifèerd worden, om, indien zij dit dien/lig oordeelen , van Vreemdelingen de Pasfen af te vorderen en te examineeren. 6 Dat de Logementhouders, Herbergiers, en andere lnmzeetenen gelast worden, om van de Vreemdelingen af te vrazen de Pasfen, indien zij zich voor den eerften nagt m dit voormaalig Gewest ophouden, ten einde dezelve btj het bezorgen der Billenen ter vi[te te prafenteeren, bij pozne van drie Car. Guldens te converteer en als vooren. Wii gelasten de Raaden der Gemeentens, en Fiscaals der Steeden en Districten, om op de goede naarkoming van deeze Notificatie nauwkeurig acht te geeven; zul lende eclrter de Raaden der Gemeentens gerechtigd zijn de boeten, hier vooren geftatueerd, te verminderen of te remitteeren naar bevind van zaken. En op dat niemand hier' omtrent eenige onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks behoort. Aldus befloten binnen Leeuwarden, den s omtrend welles bezuiniging, nog geene finale fchikkingen hebben kunnen worden ingevoerd, als de voortduring van een drukkenden Oorlog, op een verbazende hoogte.blijven, geenzins mogelijk is de laatfte uit de gewcone middelen te vinden, welke onder dit alles, tot nu toe, voor niet veelmeer dan de gewoone huishoudelijke uitgaven toereikende zijn , en dat het dus noodzakelijk is op buitengewoone middelen bedagt te zijn, zonder welke de zaken niet kunnen worden gaande gehouden ; overwegende dat, wie het einde wil, ook tevens de middelen wil om^tot dat zelfde einde te geraken, en 'dat dus deszeïfs brave en welgezinde Medeburren, hoe zeer door kort op een gevolgde Heffingen gedrukt,, en naar verademing verlangende, tevens vereisfehen, dat het Vertegenwoordigend Lichaam de,nodige buitengewoone Heffingen decretere, om in de behoeftens van de Jaren 1798: en 1799 , te voorzien; en dat wel op eene wijze, overeenkomftig de bepalingen van de Staatsregeling, en mids tevens worde gezorgd, dat een ieder in dezen last drage, volgens den gelijken voet, welke hem zal worden voorgefchreven , zonder zich aan zijnen plicht op e enigerlei wijze te ontrekken; befloten en verordend heeft: Dat voor de behoeftens van de Jaren 1798 en 1799 zal worden geheven eene buitengewoone Heffing van de Inkomften der Ingezetenen, waarvan een gedeelte onmiddelijk zal worden gefurneerd, en een ander gedeelte bij eene fuccesfive jaarlijkfche belasting zal worden gevonden, alles als Don gratuit; terwijl voor het apparent bedrage van dit laatfte zal worden geheven een bepaald aandeel van een ieders Goederen en Bezittingen, echter niet anders dan bij voorbetaling, en om, met een redelijken Interest, uit de gearresteerde jaarlijkfche belasting op de Inkomften te worden teruggegeven; en zulks alles op den voet, als bij de volgend Articulen nader zal worden bepaald» Vat?  tl ( 405 ) Van de Heffing op de Inkomflen. Art. %. Voor eerst, alle Ingezetenen van dit Gemenebest, van drie tot zes honderd Guldens jaarlijks inkomen hebbende, zullen gehouden zijn te betalen vijf ten honderd, en alle Ingezetenen , zes honderd en daar boven inkomen hebbende, tien ten honderd, van zodanig inkomen , als zij zullen weten over den jare 1798 te hebben gehad, zullende hierop in mindering {trekken de vijf ten honderd, ingevolge Publicatie van den 22 September dezes jaars, bereids gefourneerd, en deze betaling verder gefchieden op den voet, nader te bepalen. Jen tweedengedurende den tijd van 25 jaren, en dus van den jare 1800 tot 1824, zullen worden geheven drie ten honderd van de Inkomften, welke in de voorgaande jaren zullen zijn gepercipieerd, zodanig dat in den jare 1800 zal worden betaald drie ten honderd van de Inkomften over den jare 1799, en aldus vervolgens van jaar tot jaar; zullende over den voeten wijze van deze betaling gedurende den jare 1799,, nadere bepalingen door het Vertegenwoordigend Lichaam worden gemaakt. 2. In deze gecombineerde Heffing zal worden betaald door of van wegens elk Ingezetenen der Republiek, vallende in de termen hier vooren gemeld, hetzij hij tot een Huisgezin behoort, bij anderen, of op zich zeiven woont, herzij hij zijne Goederen en Bezittingen zelf beheert, of onder Voogdij of Curateele van anderen ftaat, of de administratie zijner Goederen aan anderen is opgedragen, gelijk hetzelve dan ook zal gefchieden door de Weeskamers, van de Inkomften van Goederen van Wezen, Ingezetenen van deze Republiek zijnde, of alhier thuis behoorende, en bij Weesmeesteren geadministreerd wordende, m opzigt van ieder Wees afzonderlijk, hetzij bii Weesmeesteren of twee Gecommitteerden derzelve, of ook wel bn een of meerder van derzelver Suppoosten, of de door üun aangeftelde Admiftrateurs; ook van de Inkomften, aankomende Ingezetenen van deze Republiek, welke zints ee. Ddd 3 n]ge  C 406* ) nige farefi vermist zijn, en welkers leven of dood dus onbekend zijn, en zulks door die genen, welke, onder wat benaminge ook, deze Inkomften voor de voorfchreeve Perfoonen ontvangen ; gelijk mede door de Adminiftrateurs van Goederen, toebehoorende aan gewezert Gildens, Confrerien, of andere Corporatien, ook van Inkomften van zodanige Goederen, welke aan Arme of Weeskinderen , in Godshuizen gealimenteerd wordende, opgekomen zijn; des egter dat van deze Heffing vrij en geëxamineerd zullen zijn alle Revenuen van Fondfen en Geftigten ad pios afus; zo als mede de Officieren in dienst van de Bataaffche Republiek, welke geen zes honderd Guldens Traétement hebben, van cje Heffing op de Inkomften, voor zo verre dat Traétement betreft, zullen gelibereerd zijn. 3. Deze Heffing zal gefchieden van het beloop van alle Inkomften, welke door een ieder der Ingezetenen van dit Gemenebest jaarlijks genoten worden; en mitsdien van alle Renten,Revenuen, Traktementen,Daggelden, Emolumenten, Vacatiën, Dag-en Huurpenningen. Penfioenen, Lijfrenten, Tontinen, Prebenden, Winften, Baten en Voordelen , zo van de vaste Goederen of Panden, door hem zeiven gebruikt wordende, of aan een ander in hure afgeftaan, als mede van de Intresfen van alle Capiialen of Effecten, welke hij refpectivelijk in eigendom bezit, of waarvan hem het vrugtgebruik toekomt, het zij binnen of buiten de Republiek gelegen, (daaronder ook begrepen de Dividenten der Engelfche Fondfen) als van de Ambten, Bedieningen, s Commisfien, hen, het zij onmiddelijk van wegens het Bataaffche Volk, hetzij van eenige Geconftitueerde Macht, of iemand anders opgedragen, of van Benificien, waar mede hij begunftigd is,- mitsgaders van de onderfcheiden Profesfien, Koophandel, Neringen, Handteringen, Fabrieken of Trafieken, door hem geëxerceerd of gedreven wordende; van  C 4or > van alle «Salaris, Makelaardij-enDagloonen, Maand-ofWeek. gelden; hetzij op zich zeiven of in dienst van anderen, binnen s'huis wonende,- en generalijkuit welken anderen hoofde, en onder welken anderen titiü zijne kostwinning of beroep ook zouden mogen zijn , niets, hoegenaamd, uitgezonderd, zullende dezulke, welke eenig vast Goed of Land in eigendom bezitten, en hetzelve in Perfoon bewoonen of gebruiken, verpligt zijn in evenredigheid van andere foortgelijke Goederen , te begroeten hetmontant der Huur of Pagtwelke zij van dit hun eigendom' zouden kunnen genieten, indien hetzelve aan anderen wierd verhuurd of veipagd en het montant van deze berekening als het inkomen van zodanig een door hem zelfs bewoond of gebruikt eigendom inde begroting zijner Inkomften mede moeten rekenen. 4. Van de voorfchreve Inkomften zal niet anders mogen worden afgetrokken, dan het geen een ieder dadelijk, ter verkrijging daar van heeft moeten hefteden, en alzo geen* zints eenige Huishuren, Verteeringen, vrijwillige Giften, of ook eene belasting of vermindering der waarde van Goederen of Effecten of iets diergelijks; des echter dat zullen mogen worden afgetrokken, voor eerst: de jaarlijkfche Lasten, welke op de Goederen zelve geaffecteerd zijn, en bepaaldelijk ook alle zodanige Renten en Uitkeeringen, waar mede eenige Goederen door een generaal offpeciaal verband' bezwaard mogten zijn, mitsgaders de Intresfen van genegotieerde Capitalen ; Ten tweeden: de huur der Landerijen welke alleen tot bekoming van Inkomften in huur worden o-ebriukt, doggeenzints van eenige Tuinen of Buitenplaatzen, voor vermaak of eigen gebruik gefchikt. Ten darden: de buur van Gebouwen, enkelen alleen voor Fabrieken of Trafieken gefchikt, de Bóeren-Schuren, tot het bedrijf van den Landman, daar mede onder begrepen; dog alleen met relatie tot hem, welke de Landen zelfs gebruikt, en niet van  ^ati zodanige Ëlg-naars, welke dezelve als rentegevende Goederen verhuren; des echter, dat zo eenig gedeelte tot woohing word gebruikt, de huur van dat gedeelte door den Gebruiker in geraoede zal worden getauxeerd, en deze huur tot zijne gewoone Inkomften worden gerekend. Ten vierden: het Loon, en ingevalle van inwooning, billijk Kostgeld van Comptoir Bediendens , Boere-Knegts, Werklieden in Fabrieken en Trafieken, Voerlieden, Slepers, Schippers-Knegts, en verdere Bedienden en Daglooners voor hunnen arbeid toegelegd, het onderhoud van Paarden Wagens, Bouw-en Fabriek-Gereedfchappen, alles en zo ver als alleen dienende tot verkrijging van Inkomften het Zaad om tezaaijen, de Mest op de Landen en diergelijken. Ten vijfden: de fchade door Kooplieden op mercantile operatien geleden, des dat deze hunne contributie zullen moeten opmaken naar de balance der drie laatfte jaaren, of van dien tijd dat zij minder dan drie jaren mogten zijn gezeten geweest, zonder aftrek hunner verteeringen te mogen doen. Ten zesden: elk Ingezetenen de begroting zijner Inkomften aldus hebbende gemaakt, zal het aan ieder hoofd eens Huisgezins, hetzij Man of Vrouw, wier Inkomften bevonden worden minder dan duizend guldens te bedragen, en die Kind of Kinderen mogte hebben, vrijftaan daarvan aftetrekken vijftig Guldens voor ieder Kind, waarvan de onderhouding tot zijn of haar laste als nog mogte zijn; en zulks alles ten dien effeéte, dat de Heffing van vijf of tien per cent, Hechts zal moeten worden voldaan van het geen van voorfchreve Inkomften overig blijft, voor zo verre een ieder-, na dezen aftrek, valt'in de termen van dit Decreet, en voorts in alles op den voet bij hetzelve bepaald. 5. Om hetzelve inkomen te vinden, ten aanzien van zodanige Ingezetenen, bij welke die onzeeker zijn , zullen dezelve verplicht wezen die Inkomften over de drie laatfte jaren  C 409 ) ren omteflaan en een derde gedeelte van dat montant te houden voor hun jaarlijks inkomen, zo echter, dat zij in de begrooting van dien, daarvan al mede niet zu en mogen aftrekken eenige verteeringen, vrijwillige giften , belas hig vermindering der waarde van GoederenötÉséenWSi diergelijks; en dat, ten aanzien van die genen; die ikS geen drie jaaren achter den anderen een inkomen, gehad heb? ben, hetzelve over den tijd zullen omflaan, dat lij een inkomen hebben genoten, en in evenredigheid daarvan hun jaarlijks inkomen begrooten. /' ,TenT^lziün der Renten en Interesfen der Obligatien of andere Effecten als mede huren of pachten der Hu zen of Landerijen , zullen dezelve berekend worden naar he ss^&^n bevonden- - * ^M. 7. Echte L-eden, hetzij in, hetzij buiten gemeerffchan van Goederen getrouwd zijnde, zullen alle bruine Inkom? ften m eene fom opmaken, en zal alzo door hun LcXneerd, m deze Heffing gedragen worden, zu leïde ook eene gelijke combinatie moeten plnats hebben ten aanzien de Inkomften van ieder Pupil, of andere onder roezig? gefielde Perfoonen, wiens Goederen onder veifchillende ad mimstratie berusten. fVl^rvalt eer dat zij de bovengemelde Fournisfementen geheel of ten deele hebben gedaan, op de wijze Art. 34 - 40 hierna te melden, hebben verantwoord, derzelver Erfgenamen, Executeurs of Boedelredders, gehouden zullen zijn alles, het geen de Overledene had moeten opleggen, te voldoen, en vervolgends de geheele betaling te verandwoorden. 24. Dat alle Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemeenebest geweest zijnde , en zich nu buiten hetzelve bevindende , het zij met der woon of door eene ablentie voor zekeren tijd, zullen gehouden zijn in deze Heffing en voorbetaling , op den voet van dit Decreet te contnbueeren, en hunne contributie te verantwoorden, tenware dezelve reeds een Jaar en zes Weken voor het emaneeren dezes , vyaren abfent geweest. „ , En zullen de gene, die, voor dat zij ten vollen aan hunne verpligting omtrent deze Heffing en voorbetahng hebben voldaan, zouden begeren met'er woon buiten de Republiek te vertrekken, bij arrest tot het voldoen aan hunne verplichting worden gehouden, tot dat zij ten vollen voldaan, of cautie gefteld zullen hebben. 25. Dat de genen die uit andere Landen, na het nemen van dit Decreet, zich binnen deze Republiek nederzetten, niet gehouden zullen zijn te furneren in de voorf. voorbetaling en Heffing van vijf en tien pro Cent van een ieders Inkomften. , ' .. 26 DatPerfonen, Ingezetenen van dit Gemeenebest zijnde , doch geen vast domicilie in hetzelve houdende, maar nu in deze, dan in gene Plaats, voor een tijd hun verblijf  C 4X7 ) houdende, het zij zich generen met ter Zee te varen,'of in andere omzwervende Levenswijs, gehouden zullen zijn aan den inhoud van dit Decreet te voldoen, ter plaatfe daar zij zich bevinden, ten ware zij deden blijken elders in dit Gemeenebest aan 'hunne verpligting voldaan te hebben, en dat zij bij nalatigheid of onwilligheid voor hun vertrek, daar toe bij arrest zuilen worden gehouden. 27. Dat de Fournisiementen in de voorfz. Heffingen, zo op de Inkomften, als bij voorbetaling in evenredigheid van ieders Eidendommen en Bezittingen zullen gefchieden. Voor eerst: In Quitantien uit de Helling van vijf pro Cent voorbetaling van een ieders Inkomften, gepubliceerd den 22 September 1798 dezes jaars., mitsgaders geplitfte Quitantien, Art. 29. gemeld. Ten tweeden: In contante Goude en Zilvere Speciën, zullende de Zeeuwfche Rijksdaalders alomme waar hetzelve anderzins niet worden aangenomen, tot 52 ftuivers kunnen worden gefourneerd, met uitzondering van Ingezetenen van het voormalig Gewest Zeeland, ten aanzien van Fournisfementen in dat voormalig Gewest gedaan, als van welke de Zeeuwfche Muntfpeeien zullen worden aangenomen tegens den Cours tot nu toe in het voormalig Gewest Zeeland gebruikelijk. Ten derden: In de volgende vreemde Muntfpeeien, als Franfchè Kroonen, welke tot 56 ftuivers, Brabantfche Kroonen, welke tot 54ftuivers, en Franfchè Louis d'Ors, welke tot 11 guldens 8 ftuivers het ftuk kunnen worden gcfurneerd. Ten vierden: In Bataaffche Refcriptien en Intrest-Coupons van dezelve vervallen , verfchenen den 22 September 1798. Ten vijfden: in Nationaal Beleenbank geld., op den voet welke deswegens nader zal worden bepaald. 28. Dat de zo evengemelde Speciën in de onderfcheidene Fff Ter-  Termijnen dezer Heffingen voorbetaling, zullen worden gefurneerd op den volgenden voet. In de Heffing van den lopro Cent op de Inkomften, de Quitantien uit.de Heffing van vijf pro Cent, den 22 September T7oP> gearrefteerd, voorts de Speciën i. 2. 3.en 4. van het voorgaande Articul gemeld, zullende eindelijk voor de eene helft Nationaal Beleenbank-geld worden aangenomen.. In het eerfte Termijn van de Heffing bij voorbetaling, de Speciën Art. 2 3 en 4. zo even gemeld, zullende daarin mede Nationaal Beleenbank-geld voor de •eene helft worden aangenomen. In het tweede, derde en vierde Termijn van evengemelde voorbetaling, zullen, behalven het zo evengemelde, nog worden aangenomen gefplitfte Quitantien voor het geen fommige Ingezetenen boven de 5 pro Cent van hunne Inkomften in de Heffing van den 22 September mogten hebben betaald. Dat voorfz. Fournisfementen zullen gefchieden bij alle zodanige Perfonen en op zodanige Plaatfen als door het Uitvoerend Bewind nader en overeenkomftig het grootftë gerief der Ingezetenen, zullen worden bepaald. 29. Dat ten einde diegenen, welke op de uitnodiging, bij Publicatie van den- 22 September gedaan, meerder aan den Lande hebben opgebragt dan vijf ten honderd van hunne Inkomften, of aparente Inkomften over dezen loopenden Jaare, in de gelegenheid te fteilen, dat meerdere, in de tweede, derde en vierde termijn van de voorbetaling, naar evenredigheid van Bezittingen te kunnen gebruiken, de Quitantien uit de voorfz. Heffing van 5 pro Cent op de refpeéhve Plaatfen, waar de betaling gefchied, naar een ieders goedvinden zullen worden gciplits, en de daar voor afgegeeven Quitantien, zo van de'Heffing op de Inkomften, als van de voorbetaling op de Eigendommenen Bezittingen, welke laatfte in de drie laatfte Termijnen van evengemelde voorbetaling, in be». taling zuHen worden aangenomen als contant. Wor-  C 419.O Wordende een ieder gewaarfchouwd, dat het geven van deze Quitantien, in de-Heffing bij voorbetaling, niet verder kan gefchieden, als voor zo veel het meerdere beloop van een ieders gefourneerde boven de vijf ten honderd op zijn Inkomften betreft. 30. Dat het aan een ieder zal vrij ftaan om zijne Fournisfementen te doen, of door andere te laten doen, zonder gehouden te zijn te declareeren, dat de Fournisfementen voor zijn rekening gedaan worden; zullende de Quitantien ter keuze van den Fourneerder ook kunnen worden genomen op naam, op letter, of in blanco: echter met dien verftande, dat een ieder, zo veel mogelijk, zal moeten fourneeren, of doen fourneeren, onder dat District., onder het welk hij, in cas van Gemeene Middelen, reslbrteerd, en met bijvoeging van de Plaats, van waar het Fournislement wordt gedaan, zo als de Quitantien al mede zullen worden afgegeeven tot zodanig een gruote, als een ieder verkiest- 31. Dat het aan elk Ingezeten zal vrij ftaan, om zich zelve, zo wel ten aanzien van de Heffing op de Inkomften, als van de voorbetaaling, in evenredigheid van de Eigendommen en Bezittingen te quotifeeren, nuts daaromtrent ter goeder trouw, als mede met de meeste accuratesfe te werk gaande, en in de daartoe rond te zenden Billietten, invullende de juiste fom, welke door hen, zo in de Heffing op de Inkomften, als in de voorbetaling, naar evenredigheid van de Bezittingen , moet worden gefourneerd. 32. Dat ten einde te zorgen, dat zich een ieder in dezen, naar behooren van deszeïfs pligt kwijte; het Gemeente Beftuur, van elke Stad of Plaats, binnen veertien dagen na de afkondiging dezes, aan elk Ingezeeten zaldoen rondzenden een gedrukt Biïliet, waar in dezelve verpligt zal zijn intevullen, wat door hem moet worden betaald, op den voet in'het even.voorgaande Articul gemeld, gelijk ook, of hij eenige tFff 2 Goe-  C 420 > Goederen voor andere administreert, onder welke titul ook5 voor welke hij verpligt zoude zijn, ingevolge de bovenftaande Articulen te betalen , en wat voor dezelve moet worden voldaan, als mede, of hij eenige Perfoonen bij zich inwoonende heeft, en welk Billiet hij gehouden zal zijn, met zijn voor- en toenaam te onderteekenen; terwijl die geene, welke beueeden de 300 aan Inkomften hebben gehad, en minder dan 500 aan Eigendom bezitten, en welke uit dezen hoofde niet verpligt zijn of in de Heffing op de Inkom ften of in de voorbetaling, naar evenredigheid der Eigendommen en Bezittingen, of in een van beide iets te betalen, zulks op het evengemelde Declaratoir zullen moeten te kennen geven, en dat mede met derzelver voor- en toenaam zullen moeten onderteekenen, of wel, zoo veel aangaat, zodaanige Ingezeetenen, die hunne naamteekening niet kunnen fchrijven, dat dezelve verpligt zullen zijn hun gewoon merk daar onder, te fteilen, in pralende van een getuigen,, die zulks 'meede-zal moeten onderteekenen; alles echter in her vaste vertrouwen, dat ook dezulke, welke uit voorfz. hoofde niet verpligt mogten zijn in deze Heffing en voorbetaling te fourneeren, meerder hunne Vaderlandsliefde dan hunne ftricfe verpligting gehoor zullen geven. Zich beijveren, om het hunne, eenieder naar zijn vermogen, tot. redding van het Vaderland, bijtedragen. 33, Dat al verder op den omflag van evengemelde Quotïfatie-Bilhetten door een ieder zal moeten worden gefteld en ondertekend, en ten aanzien van die genen^ welke niet kunnen fchrijveii, met hun gewoon merk bevestigd, in prafentie van een getuigen, die zulks mede zal moeten onderteekenen, het volgende Declaratoir:, „ Declarere ik Ondergetekende, (of fourneeren Je in een s> betrekking van Voogd, Administrateur, of diergelijke , 93 met uitdxukJung- van den Perfoon of Goederen waar voor ,} hij  C 4" ) * bij f?f neert> na eene gemaakte overflag van miïne tA n komften, imrsgaders van mijne Eigendommen en Pe-Ï * tongen, mn gebragt en geclicificefrdThAben tofS » hooren/ "daarom oók geVne" wSeiS ïï» «wel met waare woorden, in plaatfe van Eede Tel™ " 3£°-É 250 ^ikn°g0p deze,fde Ple^Se'^kS wc&'^datófSf BÜ]let1fn' binnen de" ^ van zes ten bu^T e/ Is^n al^ worden afgehaald, in beverzegeld ^Ï^J^^^^ *! dat dfe gene w§£ £jS° Worden' °ppcene<, aan niet ^h^uVl'T^ ^ worde" daa' zich aan dez^K^t cn \-r2 K ™rde» p^fidereerd onttrekken, ^^.S^'^ wflkn hun Boedel dadehik zal worden S nnH^Ï tfï-nS 35. Dat, daar eale ongelukkige ondervinding Heeft geEff 3 leeji  ïeerd, dat, hoe zeer de meeste Ingezetefteti van het Bataafsch Gemeenebest, de hun opgelegde lasten gewillig, en Set alle getrouwigheid hebben opgebragt, fommige andere echter, ten dien opzichte zich deels aan .eene onverfehoonlijk achteloosheid, deels aan een ftrafwaardig phgtverzuim hebben fchuldig gemaakt, en daar door den .ast op delchouderen hunner Medeburgeren niet weinig gedrukt, en dus noodzakelijk gemaakt de voorzorg tegen flechten mactijk te verdubbelen, en de braven de verzekering van eenen gelijkmatigen opbrengst te .geven, door ot uit naam van het Uitvoerend Bewind, in iedere Ring zal .worden be. noemd een of meer Commisfien, tot de ftipfte geheimhouding verpligt, bellaande uit een genoegzaam getal, ter goeder naam en faam ftaande Burgeren, door welke de Bulietten Art. W en 34. omfchreven, zullen worden geopend, Ïen'einde U zien, of een ieder zich in dezen naar behooren zo ten aanzien van de Heffing op de Inkomften, als van de voorbetaling oP de Bezittingen heeft gedragen ; en dat, bijaldien na de voldoening van den eerken, tweeden of derden termijn mogt geblijken, dat de opbrengst beSeden de gegronde verwachting, en het bepaald Vermogen £ Inkomften der Ingezetenen bedroeg, en alzo tegen alle vermaningen en bedreigingen aan , de kwaadwilligheid zich ten koste van den eerlijken Vaderlander mogt ontrekken. Het Uitvoerend Bewind nu voor als dan weid gelast, zodanige nadere en meer verbindende beoalingen aan het Vertegenwoordigend Lichaam- voortedra|en, als genoegzaam zullen zijn, om ahe verdere fraudes voor te komen. -' , n 06 Dat vervolgens aan deze Commisfie door het Lreoeente Beftuur van ieder plaats in zulk een Ring ge egen , zullen worden overhandigd, alle de opgehaalde ver;.ege de BUlietten, Art. 34 en 35 gemeld, dat deze door evenge-  C 423. ) welde Commhüe alle zullen worden geopend, cn nnargegaan , m hoe verre ieder Ingezeten zich van zijn plicht heeft gekweten; zullende dien geen, omtrent welker richtige opgave, dcor cic Commirfie mogt werden gctwidkld^ door haar worden voor zich omboden, en onder de' verp'igtimr zijn, om aüe gevorderde ciucidaticn te gecven, en desnoods eene volledige opening van den ftaat hunner Boedels en Inkomften te geeven, waartoe zij, bij wijze van gijzeling, zullen worden geconftringeerd. Zullende de lefpcctïve Commishen tot onderzoek benoemd, dadeli,k na den ontfangst van den tweeden termijn, tot het ontfaiigen en openen der BiJhetten moeten overgaan. 37. Dat voorts deze Commisfie die gene, welke biihaar worden veronderfteld, zich niet naar beioren van Lu pl gt 11 ebbcnSekwetenl5 zal vermeerderen met zoodanig een fom, als dezelve zal oordeelen te bedragen, het dubbeld • van het geen zich dezulken, zoo teii aanzien van de Heffing op de Inkomften, als van de voorbetaaling op de Eigendommen te weinig mogten hebben aangegeven en en dit alles, als boeten , zonder dat daar voor-STurfS dan Quitantien en geenzins Rente-gevende Recipisfen zullen worden afgegeven , waarvan vervolgens aan den bekeurden zal worden kennis gegeven : Zullende de Commisfie dien onverminderd verpligt zijn, dezulke, welke zij onverhoopt bevinden mogten, zich kwaadaardiglijk, en 'tegen hun beter weten aan, te laag hebben aangegeven na het afloopen der geheele Heffing en voorbetaaling? aan het Uitvoerend Bewind bekend te maken, die vervolgens aan dc Natie zullen doen kennelijk worden, door publique bekendmakingen de Naamen der zulken, welke zich aan hun Burgerphgt hebben ontrokken. 38. Dat het echter een ieder, welke zich bij de beffisfiflg van voorfchreve, Commisfarisfen mogt bezwaard vut .Ubiow /•--:.'.;• ij. I .... .^lejfti  C 4*4 ) den zal vrijfttan, binnen den tijd van veertien dagen, na dar hem hunne decifie zal zijn ter kennis gekomen, zich deswegens te beklagen aan het Uitvoerend Bewind, aan de OmimisfieofCommisfien, welke, ten dien einde, door het zelve zal of zullen worden benoemd; met dien yèrftande , dat een ieder, welke bekeurd, is, op den voet: bij tVwrKaande Art. gemeld, verpligt zal zijn, onverminderd zijn beklag, de fora , voor welke hij is beboet, opteleggen, op de refeve Termijnen van deze Heffing, naarmate dat dezelve invallen, na de gedane uitfpraak van de Commisfie, voorbehoudens de prompte teruggave, van het geen hij bij een gefluit moet worden geoordeeld te hoog bekeurd te zijn. ^9 Dat vervolgens een ieder in de maand November, van het volgend Jaar, verplicht zal zijn, aan de Commisfarisfenovertebrengen de Quitantien van het geen hij, ingevolge zijn aanüacr, en daarop des noods, gevolgde tauxatie zoude hebben moeten fourneren , op poene van onmiddehjk na't expireren van voorfz. maand, bij parate Executie té worden geconftringeerd tot het opbrengen van dat geen, waartoe hi, verpligt is gereekend; zullende daarentegen aan een ieder , 3e bevlden wordt zich in dezen naar behooren van z jn 'Ltte hebben gekweten, worden afgegeven eene generale Quitantie, ten blijke dat door hem aan de uitgefchreven Heffing en voorbetaling is voldaan. . . r lo Dat het Uitvoerend Bewind aan zodanige Commislarisfen zal geven de vereischte Inftructie, en daar bij fpeciaal zorg dragen, dat geenerhande aantekeningen omtrent den ftaat des Boedels of der Inkomften van de refpeftive Ingezetenen in wezen blijven, noch in handen van Suppoosten komen; maar integendeel, dat alle gehoudene aantekeningen, na het afloop van het onderzode verbrand worden, en dat hier van, door de voorzegde Commisfarisfen, het Uitvoerend Bewind bij behoorlijke Verklaring, onder Eede volkomen zekerheid gegeven worde. 41. .uat  < 425 ) 4i. Dat het Uitvoerend Bewind verder zal worden /reïist niet het maken van alle zodanige fchikkingen, als tot hetW hoorhjk executeren van dit Decreet noodzaaklijk ziin en in het bijzonder al hetgeen betrekkelijk is, tot het doen vervaardigen en uitgeven van een' Prijs-Courant, het bepaalen van de plaatzen ter Recepte, het benoemen van Ontfaneers of Commisfarisfen ter Recepte; mitsgaders van Commksfausfen tot het onderzoek Art. 34-40 gemeld, het formeren en arresteren der nodige Inftruclien, het arresteren van For muhereu van Quitantien, Recipisfen, Obligatien en BillietbehooTt AailgÜte' met,t^een verders tot het executeren Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Ver tegenwoordigenden Lichaams dat deze zal worden afeekon digd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort. In den Haag den 30 November 1798. Het vierde Ja,ir der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) A. F. R, E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. Gëë ' PU-  C 4*6 ) PUBLICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland,, aan alle cie Ingezetenen van dit voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Alzo ingevolge Befluit van het Uitvoerend Bewind der Bataafïche Republiek, de werkzaamheden van de Commisfie tot de Burger wapening in dit voormaalig Gewest, welke tot hiertoe op eenen fcederativen voet heeft gefubiiileerd, met het einde van de maand December 1798 zullen eindigen, en de Introdudie van een, ingevolge het bepaalde bij de Staatsregeling te arresteeren, nieuw Reglement voor de Bataatfche Gewapende Burgermacht kort voor handen is. ZO IS HET, dat Wij op aanfchrijvinge van den Agent van Oorlog, gevolgd op een Befluit van het Uitvoerend Bewind, uit Ons midden hebben benoemd de Burgers Thijs Feenlra, Jan van der Bank en Jan Georg Semler , ten einde met de refpeétive Gewapende Burger Corpfen te Correspondeeren , ter tijd en wijle door het Bewind voornoemd hier in nader zal zijn voorzien. En gelasten voorts de Raaden van Administratie en Discipline , Commisfien van Huishoudelijke DirecTae, Commandeerende Officieren, en individuëele Leeden der Gewapende Burger Corpfen (het zij dat dezelve op Nationale, voormaalig Provinciale of Plaatzeïijke Reglementen werkzaam zmO op haare verantwoordelijkheid in derzelver Posten te blijven coutinueeren tot de Introductie van het nieuwe Reglement, en bijaldien dezelve zich in de onvermijdelijke noodlelijkheid mogten bevinden, om zich weegens eenige.  C 427 ) aanvrage en qu«stieufe gevallen te moeten adresfeeren, zulks na primo Januarij 1799 ter eerfter inftantie aan Onze Gecommitteerden voornoemd te doen. Wij gelasten eindelijk de Contribuabelen, om hunne nog onbetaalde Termijnen van Contributie tot den laatften December 1798 aan te zuiveren , en daar van aan de Raaden van Administratie en Discipline, en Commisfien van Huishoudelijke Directie hunner woonplaatzen of arrondisfementen de verfchuldigde betaalingen te doen, op pcene van parate executie, bij het nog werkend Reglement bepaald, — alles ingevolge de bovengemelde aanfchrijvinge. Op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, daar men gewoon is zulks te doen. Aldus befloten binnen Leeuwarden 9 den 14 December 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. HYLKE HAANEKUTK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKSMA. bouwd, en geich kt om het welzijn van het algemeen zo te bevorderen, dat tevens, voor dat der deelcn, door een wijs en voorzigtig Beftuur kon worden gezorgd. Na een bijna vierjaarig tusfehenbeftuur, na veelerleië woelingen', naamt Gij een U aangebeden ontwerp van Staatsregeling aan, hetwelk U toefcheen deeze oogmerken het meest bevorderlijk te zijn; en van Ons, als Uwe Conftitutioneele Vertegenwoordigers, zijt Gij bevoegd te eisfehen, dat Wij dezelve, fuccesiivelijk op zulk eene wijze zullen in werking brengen, welke het meest dienftig tot Uw oogmerk, dat is de verëeniging van het algemeen en bijzonder geluk, zal worden bevonden. I Dan de gefteldheid van ons Vaderland, de oneindige wijziging in de denkwijze, zelfs der ijverigfte Vrijheidsvrienden , omtrent de middelen ter bevordering van deszeïfs geluk en voorfpoed, bragten mede dat noch de Vrijheid ^gevestigd-, Ggg 3 noch  ( 43° ) noch eene vaste orde 'van zaaken kon worden daargefteld, zonder dat de misdaadige bedoelingen van weinigen, de min beredeneerde drift van anderen, de dwaaling van veelen, 20 wel het een als het ander belemmerden, en de eerfte Jaaren der Revolutie door misdaaden ontcierden, welke, bij alle Vrienden van orde eeuwig zullen worden verfoeid. Fcederalisten, aan de bij hun ingezogen denkbeelden van volksgeluk gehegt, of gewoon het belang der gedeeltens, bij uitfluiting, voor oogen te houden, rekenden zich bevoegd cn verplicht, om hun geliefkoosd ftelzel onder alle de veranderingen van tijden en omftandigheden voorteftaan; fommige kleefden hetzelfde toen nog aan, wanneer het te berekenen was, dat het Vaderland, zonder de opoffering van eigen denkbeelden aan het algemeen belang, niet kon worden ;gered, en terwijl zij anders denkenden nutteloos verbitterden, bragten hunne gevoelens het Schip van Staat in het grootfte gevaar. Vrienden van den Stadhouder en het Stadhouderlijk Beftuur, betreurden het gemis van hem die hun alles was; fchreeven opofferingen, door den nood der omftandigheden geboden, aan de willekeur van hun toe, welke de teugels van een verward Beftuur , op 's Volks last en tot 's Volks heil hadden in handen genomen; en misleid door fchandelijk verfpreide geruchten, was de ongegronde hoop eener tegenomwenteling te dikwils de oorzaak van woelingen, welke de waakzame zorg van het Gouvernement alléén beteugelde. Ariftocraten, door zelfsliefde alleen geleid, en gewoon alle grondbeginfelen aan dat hun hoofdoogmerk dienstbaar te doen zijn, maakten van het onverdiend Volks vertrouwen misbruik, om datzelfde Volk, onder het masker van Vaderlandliefde te beheerfchen; verdienden daar door den rechtmatigenbaat, en wekte de onrechtmatige wraakzucht, deonre- gel-  ( 43-i ) gelmatige vervolging van hun, die zij zoo onverdiend hadden misleid. Anarchisten, in wanorde en in wanorde alléén, het middel ziende, om een vrijen en ongeltraften loop aan hunne baatzugtige bedoelingen te geven, zaaiden twist, wekten argwaan, bezwalkten de braaven, trotfeerden de geconftitueerde Machten, drongen zich in derzelver plaats, vierden hunne inzigten bot, en bragten het Vaderland op den rand des bederfs; terwijl zij in de blinde toejuiching hunner afhangelingen , en van eenige weinige goede verblinde Ingezetenen , de vergoeding zogten voor de algemeene verachting der braaven, welke zij, hoe vooringenomen cok, zich zelve niet konde verbergen. Midden onder zoo veele, zo verfchillende gevoelens, zag men de waare Vrienden van hun Vaderland, zij allen, die,, welke gevoelen zij in het Staatkundige ook mogten aankleven, het algemeen welzijn alléén beoogden, hunne eigen Begrippen, te meermalen, aan de begrippen van andeTen onderwerpen ; zag men hun (doordrongen van de groote waarheid, dat het goede en beste althands in het Staatkundige betrekkelijk.: is-, en grootendeels door tijden en omftandigheden wordt gewijzigd) tot bevordering van de goede zaak op eene wijze medewerken, niet zoo zeer berekend naar dat geen , het welk hun, in het afgetrokkene, het verkieslijkfte lcheen , als door dat geen, het welk in de gegeven omftandigheden mogelijk bleef, zag men hun de ftijfhoofdigheid, den Win* den -en fchuldigen ijver, de hoogmoed en de eigenbaat der onderfcheidene Partijen betreuren, beklagen, verachten en verfoeijen ; daar deeze alle , hoe zeer darr verfchillende drijfveeren werkzaam, het kwaade, als om ftrijd, aanvuurden, het goede verlamden. Van daar die tegenkantirg der beste, der heilzaamfte maatregelen; dat geweld, die oproeren, in welke, of een. verbanuen naam wierdt ingeroepen, of de heijigfte benaa- min-  C 432 ) mihgen, tot omverwerping van al wat wettig is, wierden misbruikt; die vereeniging ter daarfteliing van grondbeginfelen, welke door hunne overdrevenheid zelve moesten vervallen; van daar vervolgens die politieke bewaaring, welke Jaaren gerekt, alleen door den nood der omftandigheeden, tot op de daarfteliing eener vaste orde van zaaken kan worden gewettigd; die verdere maatregulen, welke onbeweezene misdaden en algemeene befchuldigingen tot een voorWendf el deeden ftrekken van voorzieningen, maar al te dienstbaar aan bijzondere inzigten, driften en haat ; van daar eindelijk de openbaare krenking van 's Volks recht,' de-fchenuis der Staatsregeling, op het zelfde oogenblik dat deeze moest w orden in werking gebragt. Op het laatfte echtera hebben alle deeze woelingen, alle deeze ondernemingen een einde genomen; een Conftitutioneele orde van zaaken heeft de plaats vervangen van een altijd onzeker tusfchen-beftuur; zints den 31 Julij deezes Taars zijn wij als Uwe wettig verkozen Vertegenwoordigers opgetreden, om U alle de vruchten van de Staatsregeling te doen genieten; om Uw geluk zoo veel te bevorderen,, als en Uw inwendige toeftand, en de uitwendige omftandigheden van het Gemeenebest Ons mogelijk maken. Dan, inmiddels had al het voorige veele en groote misdadigers gemaakt, fommige hebben reeds het loon hunner misdrijven ontvangen, tegen andere zijn Procedures aanhangig, omtrent de meeste is nog niets beflist, en terwijl zij, ieder oogenblik, in rechten zouden kunnen worden betrokken, zijt gij in het onzekere, hoedanig ten hunnen opzigten zal worden gehandeld. • Onder deeze misdaadigen kennen wij Lieden, welker bedorven hart het kwaad om des kwaads wille bemint, en die, rusteloos in huiins poogingen tot bederf des Vaderlands , zonder de waakzaams zorg van het Beftuur, de vrugten van  C 433 ) alle onze opofferingen, in weinige ogenblikken zouden doen verloren gaan ,• dan veelen onder hun wilden het goede, en zoo zij van het rechte fpoor afgedwaald, flegte middelen ter bereiking hunner goede oogmerken gebruikten, wierden zij daartoe, en door hunnen blinden ijver, en door den drang der omftandigheden, en door misleiding voortgefleept, terwijl zij van hunne dwaaling teruggekeerd, of zich bereids eenftemmig met alle braaven rondsom de Staatsregeling hebben gefchaard, of flegts het oogenblik verwachten, dat het Vaderland, als eene goede moeder, welke het geluk van alle haaren kinderen beoogd, over hun lot zal hebben uitfpraak gedaan, om hunne voorige dwaaling, door eenen dubbelden ijver ten dienfte der Vrijheid, uittewisfehen. Zoo dus immer eene belofte van ftraffeloosheid, belofte, anderszins even verderfelijk voor de rust der Maatfchappij, als voor de zekerheid haarer Leden kan te pas komen, het is dan, en danalléén, wanneer de vermenigvuldigde misdrijven en excesfen, aan veelerleie oorzaaken toetewijten, in zulke tijden bedreven zijn, in welke het gevoel hoog opgewonden, de fnaar bij ieder als overfpannen is. Omftandigheden, welke den Wijsgeer deugd doet vinden, daar, waar het'gros der Menfchen misdaad ziet, en daarentegen misdaadige oogmerken in daaden ontdekken, welke men algemeen de Burgerkroon waardig keurt; Het is eerst dan, wanneer de Rechter, verplicht zich tot het uitwendige der daad te bepaalen, zonder door de dikwijls onzekere oogmerken des daaders op eene fecuure Wijze te worden beftuurd, telkens tusfehen het recht en zijn geweeten twijffelt, dat het de plicht van den Wetgever wordt, het geheel met een menschkundig oog te overzien, en de rechterlijke vervolging, dan , wanneer nieuwe fchokken bijna onmogelijk geworden zijn, voor bepaalde misdrij ven te doen ftilftaan, om juist daar door haaren loop in andere zaaken meerder te verzekeren. Hhh Zou-  C 434 ) Zouden wij dus thands geen gebruik maaken van demacht, welke gij ons hebt aanbetrouwt, om ons billijk en grootmoedfeomfrenthetvoorledene, rechtvaardig omtrent het tegenwoordige, voorzigtig omtrent toekomftige te betoonen? om Ildus de daarftellfnl eener Conftitutionee e orde van zaaken, door eene voorzichtige verëemginglvan geftrengheid en zagtmoedigheid, bij ieder beminnaar van zijn Vaderland te doen in zegening zijn. Neen Bataven f of gij zijt van uwe voorouderlijke deugden ontaard, of gij geeft ons uwe goedkeuring, wanneer wlf vSenfs el vel-getelheid belovende, zulks zodaanig doen, dat alle nieuwe woelingen, welke zich weinige onverlaaten mogten willen veroorloven, des te zekerder worden voorgekomen, of des te nadrukkelijker geftraft. G seeft ons uwe goedkeuring, te meer, wanneer wij U le?gen dat onze§ Magtige Bondgenoot, door eigen onder- S geleerd, en lettende op al dat geen het welk tot tovin? tokken kan van de thands gevestigde orde van.zaken ons dezelfs dringend verlangen met eene vnendna, door zulk eene daad van grootmoedigheid, den las er zelve moien doen verftommenf en in de naauwer verëemging van uw'al en het zekerfte fteunpunt van het Beftuur, tevens m^t t waarbof van het geluk onzes Vaderlands mogten zoeken, en onder de medewerking van het Franfchè Gemeenebest mogten bereiken. . De overweeging van dit een en ander was beflisfend, en maakte het onl tot een plicht, onder de noodige voorzorgen en bepaal ngen, een volkomen Amnestie te 'verleenen foor SiSrijven'en excesfen, welke hunnen oorfprong aan verfchillende gevoelens over Staatkundige oriderwe^en alléén verfchuldigd zijn, mitsgaders dezulke, ^zonder dat verfcuü niet louden zijn, noch hebben kunnen worden  C 435 > bedreven, en zulks voor zoo ver dezelve zijn begaan voor den 31 Julij dezes Jaars, of* de eerfte zitting van het Conftitutioneel Vertegenwoordigend Lichaam , mitsgaders om eenige andere befchikkingen van rechtvaardigheid en voorzigdgheid, ter deezer gelegenheid te maken, en diensvolgends te befluiten. Foor eerst: Allen, welke wegens hunne gevoelens en gedragingen in het Staatkundige , na de Staatsom went ding van den Jaare 1795. gehad en gehouden, bij eenige Proclamatiën, Publicatien, Decreeten, of andere Politieke Befluiten, in hunne eer en goede naam mogten zijn aangevallen, het zij onder algemeene aantijgingen, het zij onder de meer bepaalde befchuldiging van misdaaden, welke zijn onbeweezen gebleven, en voor zo ver het een en ander van geen Rechterlijk Vonnis of Procedures is gevolgd geworden, voor zoo veel des noods, te ontheffen van allen Blaam, welke mogt worden gerekend uit voorfchreeven hoofde, op dezelve te hebben berust, of te zijn blijven berusten; willende dat alle de geenen, welke zich in de termen van deezen Articul zullen bevinden, worden befchouwd, even als of nimmer eenige politieke dispofitie of verklaaring, ten hunnen nadeel ware gevallen of gedaan. Ten tweeden : Allen welke zich tot op den 31 Julij deezes Jaars, uit hoofde van verfchillende gevoelens omtrent het Staatkundige aan eenige misdrijven of excesfen mogten hebben fchuldig gemaakt, zodanig, dat deeze misdrijven of excesfen in voorfchreeven verfchil alléén hunnen oorfpronghebben gehad, of ten minften zonder hetzelve niet zouden zijn, of niet hebben kunnen worden bedreeven, te verleenen volkomen kwijdfchelting en vergiffenis van het geen zij, ter zaa-^ ke voorfchreeven mogten hebben misdreven, en zulks voor zo ver de Grimineele vervolging aangaat, al hetzelve voor zo ver vergeevende, en befchouwendeals niet gebeurd; zöHhh a danig  C 436 > danig, dat alle nog hangende Procedures over misdaaden, vallende m de termen van dezen Articul worden buiten werking gebragt, alle Rechters verboden, om eenige verdere kennis van dezelve te nemen, en zij, daarentegen gelast, om alle zulke Perfoonen, welke zich uit voorfchreven hoofde in Crimineele gevangenis mogten bevinden, binnen den tijd van driemaal vierëntwintig uuren, na dat deze ter hunner kennis zal gekomen zijn, uit evengemelde gevangenis te ontflaan. Ten derden: Door de bepaalingen van evengemelde tweede Articul, wordt geenzins gederogeerd aan het Bijvoegiël op het 35. Articul der Grondregelen voor de Staatsregeling geplaatst, houdende: „ Het Bataaffche Volk verklaart, voor altijd, van het „ grondgebied der Republiek gebannen te zijn, alle de openbaare Voorftanders van het gewezen Stadhouderlijk Be„ ftuur, binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daar uitgeweken zederdt den 1 Januarij 1795. Plet verklaart, tevens, alle derzelver goederen en bezittingen, welke zullen blijken, op den 1 Januarij 1798. hun perfoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan de , Natie; zullende dezelven van haarent wege onder be" hoorEjke fequestratie gebragt, en ten behoeve der Repu„ bliek verkogt worden. „ Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de uitvoe„ ring deezer laatfte Wet, met betrekking tot agtergelaaten „ ongelukkige Kinderen en Huijsgezinnen, de onfchuld niet „ met en om den fchuldigen treftë;" wordende door de voorgemelde bepaalingen ook geenzins gederogeerd aan geftatueerde bij Articul XV. der Staatsregeling. Ook zijn onder deeze Amnestie niet begreepen dezulke welken bereids mogten zijn gevonnist, voorbehoudens, de bevoegdheid voor dezulken, om zich te vervoegen aan het . ; yer-  C 4S7 ) Vertegenwoordigend Lichaam, ten einde door hetzelve zou> de kunnen worden geoordeeld, in hoe ver'er, uit hoofde van de tegenwoordige dispolitie, grond mogt zijn, om de verdere executie van het geflagen Vonnis te fluiten , of zoodanige andere befchikkingen van gratie te maken, als hetzelve, naar de omftandigheden der zaak, zal vermeenen te behooren; Ten vierden: Allen welke onder deze Amnestie zijn begree-. pen, wel expresiélijk te vermaanen, om deze daad van grootmoedigheid in geenen deele te miskennen, veel minder nog zich ten dien opzichte, aan eenige nieuwe excesfen en beroeringen, met woorden, daaden of in gefchrifte, fchuldig te maaken, op poene dat dezulken, van de aan hun in dcezen bewezen gunst, geheel zullen worden verftoken, en daar tegen als perturbateurs van de . publieke rust, naar exigentie van zaaken zullen worden geftraft. Ten vijfden: alle zodanige Ingezeetenen, welke uit hoofvan hunne Politieke gevoelens en gedragingen, en om redenen van Staatkunde, na de omwending van zaaken ten jaare 1795, in verzekerde bewaaring genomen en tot nu toe gehouden mogten zijn, te ontdaan en wederom op vrije voeten te fteilen, met last aan die geenen, welke de zorg voor hunne bewaring is aanbetrouwd, om aan deezen Articul der Proclamatie al mede binnen den tijd van driemaal vier-en- twintig uuren , na dat dezelve ter hunner kennis zal zijn > gekomen, de noodige executie te geeven: alles ongeprejudiciëerd de Crimineele Actie, welke, onverminderd deeze. Amnestie, en wegens daaden, buiten de dispolitie derzelven vallende, tevens voorfchreeve Perzoonen mogt kunnen worden geëntameerd. Ten- zesden: Dat wij aan de eene zijde vergevende het geen ftrafwaardig is, en altijd bereid om dwaaling van boos opzet te ondeifcheiden, en dus daar toe geadieerd, zoodanige befluiten van gratie te nemen, welke aan de eene Bhh 3 zij?  C 438 ) lijde met de Grondbeginfelen dezer Proclamatie overëenftemmende, aan de andere zijde het belang en de veiligheid van den Staat in het oog houden, d:e, zonder de onderdrukking en de geftrenge ftraf van alle eigentlijk gezegde te zatnenzweerders, en hunne nog meer fchuldige hoofden, zoude verloren gaan, vastelijk vertrouwen, dat deze daad, uit des • zelfs waar oogpunt, dat is het bevorderen der verëeniging van alle onze Mede-burgeren rondsom de Staatsregeling, zal worden befchouwd, en dat wij dus tevens vastelijk gezind zijn, kragtdaadig te werken tot handhaaving van de Conftitutioneele orde van zaaken, en van alle Wetten tegen woelingen en aanllagen, op de veiligheid van den Staat, geëmaneerd, en inzonderheid de Publicatien van het Intermediair Uitvoerend Bewind, van den 19 Julij, en van het Conftitutioneel Uitvoerend Bewind, van den 1 November, mitsgaders deszeïfs Proclamatien van 15 October en 23 November dezes jaars, zijnde het onze expresfe wil en begeerte, dat alle welke zich, onder welke voorwendzels ook, na den 31 Julij, den dag welke althands het einde van alle Faétien had behooren te zijn, aan eenige misdrijven of excesfen mogten hebben fchuldig gemaakt, overeenkomftig de bepaaling der Wetten, zullen worden behandeld. Eindelijk ten zevenden: ten einde efficaciueslijk te zorgen, "dat de tegenwoordige orde van zaaken niet kunne worden ondermijnd, en om aan verderflijke Volksverleiders de gelegenheid te ontneem en, om ons Vaderland in nieuwe rampen te Horten, door ons op alle moogelijke wijze zal worden gewaakt, dat door het arresteeren deezer Amnestie, geenzins worde gederogeerd, aan de bepaling bij de Staatsregeling, mitsgaders bij het Reglement Letter B. agter dezelve gevoegd, omtrent de vereischtens der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, en het niet admitteeren van alle openbaare Aanhangers van het Stadhouderlijk en Fcedera- tief  C 439 ) nef Beftuur, mitsgaders van alle begunfh'gers van Aristocj». tie en Regeeringsloosheid gemaakt; zo als voor ons'al mede zal worden gewaakt, dat, ingevolge de Staatsregeling, in andere gedeeltens van Beftuur, voor de weering derzelve» worde gezorgd. Gelastende mitsdien het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam, alle Intermediaire Adminiftrative Beftuuren in de voormaalige Gewesten, alle Hoven van Justitie, Officieren, Justiciertn, en alle andere Geconftituëerde Machten, ieder voor zo veel hun aangaat te zorgen, dat aan den inhoud van voorfz. Proclamatie* ftiptelijk en in allen deele zal worden voldaan; en gelastemde wijders dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, daar, waar zulks behoord. In den Haag den 15 December 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. xiisr dffiV/isa'jqfêï riöijs na %tn~Atm bmasd- hhih^imr, ■ms'i (was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, Vt. (Onderfond") od j ••••oh r ft°tinoii QtJovt^ j r;v3 sirüsnsbn #,bieèüiiiffes Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN, -oV psia.3bos tfbio ^bhlkom^ ups enraafiW nioüduqto m-i jP IV •*svG .  I PU BLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld óverwogen hebbende : Dat alle Ingezetenen die eenige Neering, Ambagt of Kostwinning, waaromtrent Placaten, Ordonnantiën of Keuren tot de goede Politie betrekking hebbende, voorhanden zijn, van nu voortaan , het zij voor hunne eigene rekening of profijt, het zij als Knechts of Werkgasten zouden willen exerceer en, daarom niet behoren te worden verhinderd, mits de vereischte zorge worde gedragen, dat zij zich tot dat einde bevorens bij het Plaatslijk Beftuur, als mede bij de provifioneele Commisfarisfen,. ingevolge de voorfchreven Publicatie aangefteld bekend maken, en zich reipectivelnk aan de gemelde als nog fubfifteerende Wetten onderwerpen. Overwegende, dat de ontbinding der-gewezene Gildens, Broederfcïiappen en Corporatien, mitsgaders de provifioneele maatregelen' dien aangaande bij de evendagte Publicatie geftatueerd^, geenzints ten gevolge konnen, nog behooren te hebben, dat daar door eenige prejudicie zoude mogen worden toegebragt, aan al zulke Perzoonen, welke tot onderhouding van de goede order, mitsgaders tot gerief der Ingezetenen door de-Plaatzelijke Beftuuren daartoe bevoegd, als vaste 'Schippers Of'Voerlieden, voor gereguleerde Veeren of publieke Wagens zijn aangefteld, of die zodanige Veren of Wagenbuurten in pacht, of anderzints titulo oneroja verkregen hebben: Over;  C 441 ) > Overwegende, dat de provifioneele maatregelen in de meergedachte Publicatie vervat, geenzins kunnen noch be hooren uitgeftrekt te worden tot zulke van de gewezen Gil densof Corporatien, omtrent welken geene Ilacaten Or donnantien of Keuren, tot de goede Policie betrekking' hebbende , voorhanden zijn. 6 En eindelijk, dat het belang van alle de genen, diebiide maatregelen m de meergemelde Publicatie van den e Odfco ber dezes Jaars beraamd en vastgefteld, eenigzints geconcerneerd zijn ongetwijfeld vordert, dat zij ten vollen onderricht worden van de waare meening of intentie van het Vertegenwoordigend Lichaam, en daaromtrent geene bedenkingen of twijflehngen hoegenaamd overig blijven; - be floten en verordent heeft: Om zo veel zulks nodig zoude" mogen zijn, bij de interpretatie en ampliatie der evengemelde Publicatie van den 5 Oef ober dezes Jaars te verklaaren: Dat het aan alle Ingezetenen van deze Republiek zonder onderfcheid, of dezelve al of niet geweest zijn Leden van eenige vernietigde Gilden,, vrij ftaat, en dien volgende moet worden toegelaten om alle Neeringen, Ambachten of Kostwinningen, welke zij voor hunne eigene rekeninoen profijt, of als Knechts of Werkgasten zouden willen bf de hand nemen, dadelijk te exerceeren, gelijk mede om op Vracht te varen of te rijden, uitgezonderd op Veeren voor welken vaste Schippers of Voerlieden zouden mogen aangefteld zijn, onder dezen mids en bepaling, dat voor zo ver re omtrent deze Neeringen, Ambachten of Kostwinningen" eenige Placaatén, Ordonnantiën of Keuren, tot de goede Policie betrekking hebbende, voorhanden zijn, alle de eenre de Perfoonen, alvorens dezelve te beginnen, gehouden zullen zijn zich aan te melden bij het Gemeente-Beftuur en lii bij  C 442 ) bii de provifioneele Commisfarisfen, uit kragte der meergemelde Publicatie van den 5 Ocfober dezes Jaars aangefteld en zich fchriftelijk te verbinden , om de voorfz. Wetten tfiptelijk na te komen en te obferveeren, tot zo lange bij het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks deswegens nader zal zijn voorzien; mitsgaders bij gebreke van dien zullen vervallen in de Poenaliteiten , daar bij tegen ' de Overtreeders geftatueerd; zullende wijders de provihoneele Commislarisfen door de refpeaive Gemeente-Beftuuren, in manieren voorfchreeven aangefteld, een behoorlijk Register moeten houden van allen den geenen , die zich tot het exerceeren van zulke Ambachten bij hun hebben aangegeeven, en de hier voren gerequireerde Verklaringen door dezelven doen pasfeeren en tekenen.. Dat voorts aan alle Ingezetenen, die eenige Neeringen^ Ambachten of Kostwinningen , van nu voortaan, zouden willen bij de hand nemen, welke bevorens wel bij uitftuiting zijn geëxerceerd geworden door de geenen die geweest zijn , Leden van een der vernietigde Gdden, doch waaromtrent geene Placaatén, Ordonnantiën of Keuren tot de goede Politie betrekking hebbende, exteeren, zulks behooren te worden toegelaten, zonder dat daar van eenige^prealabele kennisgeeving aan het Gemeente-Beftuur, of wel aan de voornoemde provifioneele Commisfinsfen zal behoef ven te «-efchieden; zullende mitsdien de voornoemde provifioneele Commisfarisfen, uit krachte der meergemelde Publicatie van den 5 Ocfober dezes Jaars, aangefteld, voor zo verre derzelver directie zich tot iets verder of anders zoude mogen hebben uitgeftrekt, als tot beheering der Fondzen van zodanige vernietigde Güdens, worden gehouden voor te hebben gedefungeerd. Blij:  C 443 ) Blijvende wijders de provifioneele irmnvn-a?n« u« j gedagte Publicatie bepïald m vïtSld^h J'd6'W1? kracht en werking, tot tijd en w^Sr' dl'TetVIrÏ genwoordigend Lichaam nader zal zijn voorzien; Diensvolgens gelast het voorn. Bewind', immuun des Ver tegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden aSekon digd en aangeplakt, alomme waar zulks behoort g In den Haag, den 24 December 1798. Met vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van H O O F F, Vt. (Onderjiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H ü L T M A N. ïii PU-'  I 444 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek! Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling bepaald, %7t«"ln^ Bataaffche Volk, en de handhaaving van de Financiën vorderen, _ dat gepote, maatregelen wofden genomen, ten einde de vrije en onbelemmerde doorvoer van Impost fubjefte Goederen, welke met den i. Janurii 1700 alomme b nnen deze Republiek zal plaats hebben, n e wo9rde gebruikt tot een voorwendzel ter begunftigmg van Shukeriien tot direéfc nadeel der Gas, en mdireft nadeel der haSnivende Ingezetenen of Fabrïqüanten in zodanige ronnaSr Geweiten, en welke Impost fubjefte Goederen, ondefden fchijn van doorvoer mogten ingevoerd zijn, beflo- teX;2^ E^en^en iegelijk, welke verkiest eenige doorvoer van Impost fubjefte Goederen, langs en door eenige da^voormaligeGewesteïi, te ondernemen zal gehouden en vSS3, om van de Pacht.-r der Impofitie van zodanig S3Sto/SwS/lf van die, en Steden m het we?kedegImpoliüe verpacht zijn, of van die genen- welke van ziinent wege hier toe zullen worden gequahficeeid, en ÏÏie voormalil Gewesten, of Gedeeltens van dien en.in Seden waar zich geen Pachters bevinden, ter eerfte Comptoire van 's Lands Gemeene Middelen, alwaar de Goederen zullen aankomen, zich te voorzien van een Permisfie.Confent- ofTasfage-billiet, het welk door den Pachter of Collecteur niet zal mogen worden geweigerd Ten tweden: De vervoerder met dusdanig Permisfie-Confent-uf Pasfage-büliet gemunieerd^ zal zich moeten vervoe-  C 445 ) gen ten Comptoire van 's Lands Gemene Middelen, ter plaatze van waarde afzending gefchied, of ten Comptoire van den Pachter of Collecteur, en bij gebreken van dezen, ten Comptoire van de Convoijen en Licenten, of indien deze alle op zodanige plaats niet voorhanden zijn, als dan ten naastgelegen Comptoir, mits zich wanneer alle errercn, aan het Comptoir der Gemene Middelen, of dat der Pachters, of Collecteurs, vervoegende. Ten derden. Het aldus verkregen Permisfie Confent- of Pasfagie BilHet, zal moeten blijven berusten ten Comptoire van de Plaats der afzending, of van die plaats, welke het naast daar aan gelegen is, alwaar het zal worden geliasfeert en geboekt, en zal tegen overgave van hetzelve, door den Pachter, Collecteur, Ontfanger of Commis-Collecteur worden afgegeven een Billietof Pasport, inhoudende de quantiteit, qualiteit, gewigt nummers en merken der Goederen, de plaats der destinatie, den naam van den verzender, den naam van die genen , aai? welke de Goederen zijn geadresfeerd, en de route langs welke men dezelve zal vervoeren, als mede den tijd, na den afftand der plaars te rekenen binnen welken zodanig Billiet of Pasport, ten Comptoiren waar hetzelve is geligt zal moeten terug gebragt en gezuivert worden, welke tijd niet zal mogen excedeeren den tijd van een maand, ten waren eenig wezentlijk beletzel, verhindering aandepasfage der Goederen mogt hebben toegebragt, in welk geval de Prolongatie zal moeten worden aangetekend op het Billiet of Pasport ter plaatze alwaar zich de verhindering opdoet, en ten Comptoire als Art. i. is gemeld. Ten vierden'. Noch zal de vervoer der bij de verwisfeling van Billiet moeten configneeren het montant van den Impost, belasting of recht, het welk van het vervoerd wordend Ar tieul in het vooimalig Gewest, gedeeltens van dien, of Stad uit het welk de uitvoer gefchied, ofwel in dat of die genen ïü 3 der  ( 44^ > der voormalige Gewesten, door welke de doorvoer gefchied, moet worden betaalt, zodanig, dat in allen gevallen het hoogst geheven wordende recht zal moeten worden geconfigneerd, om daar mede te worden gehandeld,; zo als nader" Art. 7 en 8. zal worden bepaald; Ten vijfden: Van den wezentlijken uitvoer uit dat voormalig Gewest, of die voormalige Gewesten, door welke de goederen pasieren zal, op het Billiet of Pasport behoorlijk blijk moeten worden aangetekend,, door de Pachtets en Collecteurs , of hunne Bediendens * ten Comptoire van "s Lands. Gemeene Middelen, of de Commifen van de Convoijen en Licenten, en in één woord, door allen, welke met den Ontfang van, of recherche, ten aanzien van 's Lands Middelen, zijn belast; welke alle bij deze tot de Vifitatie der Goederen en aftekening der Pasport of Billetten, zonder echter daarvoor iets te genieten, worden geauthorifeerd engelast. Ten zesden: Wanneer de Goederen ter plaatfen hunner destinatie zullen zijn gekomen, zullen dezelve met mogenworden gelost, dan in bijzijn van één der zodaamge Lands Bedienden, of gequalificeerde Perfonen, zo daar eenige gevonden worden, welke gehouden zullen zijn, op het Billiet. of Pasport, na voorgaande flipte en exacte vifitatie van de quantiteit, qualiteit en gewigt der Goederen, van den wczentlijkheid van den aanbreng te moeten attefteeren.;, terwijl, de zodanige, van welke het blijken mogt, dat zij ter kwader trouw geattefteerd, of geen exacte vifitatie der Goederen gedaan hebben, dadelijk van hunne Posten zullen worden ontzet. Ingevalle geen Lands-of Pachtbediendens ter plaats van den. aanbreng worden gevonden, word de Municipaliteit of Gerecht, of wel derzelver Secretaris geauthorifeerd, en des noods gelast, den aan en aftekening te doen, in voege, en onder de pnecautiën, als in dezen Articul vermeld. Ten zevende; Het afgetekende Pasport of Billiet moet ten Comp-  C 447 J Comptoire, waar hetzelve geligt is, worden terug gebragt en'gezuiverd, binnen den tijd ftrt 3. gemeld: wanneer de geconiigneerde Impost, Belasting of Recht aan den Aangever zullen worden gerestitueerd. Tenachsteu: Het Pasport of Billiet binnen den voorfcbreven tijd, in voegen voormeld, ten Comptoire van de aangifte niet te zijn terug gebragt en gezuiverd, zullen de geconfigneerde Rechten dadelijk vervallen ten behoeve der Nationale Cas, en dat mitsdien dezelve onder korting van Collecte-loon, op de plaats der aangeving gebruikelijk, daar in zullen verblijven, bijaldien de geconiigneerde Impost in dat voormalig Gewest of Gewesten, uk welke de aangegeeven Goederen niet zijn uitgevoerd, of in- en niet doorgevoerd , onmiddelljk ten behoeve van de Nationale Cas worden gepercipieerd, daar en tegen in geval van Pacht of Admodiatie van het middel aan de Pachters of Admodiateurs der middelen van dat voormalig Gewest, gedceltens van dien, of Steden iuhetzelven, zullen worden uitgereikt en voldaan. Ten negenden: Voor het uitgeven van het Billiet of Pasport zal aan den Pachter, Collecteur, Ontvanger of Commis Collecteur of derzelver Gcqualificeerdens worden betaald, wanneer de geconfigneerde Rechten, Impofitien of Belastingen minder bedragen dan ƒ 525 twee Huivers, van A25 tot ƒ50 drie ftuivers, van ƒ50 tot ƒ100, vier Huivers, en boven de honderd zes ftuivers, gelijk zulks mede op denzelfden voet zal moeten worden betaald voor de aftekening, welke ter plaatze van de destinatie of losfing der Goederen zal moeten gefchieden. En eindelijk. Ten tienden: ingeval van ontdekte fluikerijen, zullen de boeten en ftraffen tot hiertoe gebruikelijk , en uit kragt der vigerende Wetten geappliceerd wordende, blijven ftand hou-  C 448 ) houden en voortduwen, gelijk ook mede in dezen zullen blijven ftand grijpen, de Pravaiiën en Portlën door den Aangever in cas van aanhaling genoten. Gelastende diensvolgens het voorn. Bewind, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort, en met verderen last aan den Agent van Financien, om te zorgen, dat aan de nakoming hiervan ftiptelijk de hand worde gehouden. In den Haag, den 28 December 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vt. (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. NO-  C 449 J NOTIFICATIE XJet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de In* gezeetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Alzo Wij ingevolge eene aanfchrijvinge van den Agent van Financien der Bataaffche Republicq, gefchreeven den af December 1798, aan de Ontfangers in dit voormaalig Gewest, gequalificeerd tot den ontfangst der Fournisfementen voor den eerften Termijn der Heffing van vier ten hondert van de Eigendommen en Bezittingen, bij wijze van voorbetaaling, volgens Publicatie van het Uitvoerend Bewind van den 30 November 1798, kennis zullen geeven; dat dezelve tot en met den 15 Januarij 1799 gehouden en verpligt zijn, om de Fournisfementen, welke hun zullen worden aangebooden, te ontvangen, en daar voor Quitantien en Recipis* fen af te geeven. ZO IS HET, dat Wij dit ter kennisfe van een ieder brengen , ten einde de zodanigen, welke als nog hunne verfchuldigde aandeelen in voorfchreevene Heffing niet hebben voldaan , van deze verlenging van tijd gebruik zullen kunnen maaken, ter voorkoominge van die onaangenaamheeden, welke een onverhoopt pligtverzuim ten gevolge zoude hebben. ■ En gelasten diensvolgens, dat deze zal worden Gepubli* ceerd en Geafligeerd, waar men gewoon is zulks te doen. Aldus befloten binnen Leeuwarden s den- 1 Januarij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E P E U S C A T S, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. Kkk P U-  ■C 45o ) PUBLIC!TIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten t Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: dat offchoon het Vertegenwoordigend Lichaam reeds in de eerfte Weeken, na dat zich hetzelve geconftitueei'd had, bemerkende , dat 'er nog geene maatregelen genomen waren, om het onderzoek naar de rigtige opbrengst der 8 per Cent op de Inkomften, den 5. December 1797 gedecreteerd, met ernst aantevangen en met kracht doortezetten, in t jaatst der Maand Augustus deezes Jaars, en in den aanvang van September, op voordragt van het Uitvoerend Bewind ernitive maatregelen beraamd en vastgefteld had, om zodaamg een onderzoek dadelijk te doen aanvangen en voortzetten, nogthans verfchillende oorzaaken de volvoering van deeze belangrijke zaak vertraagd hadden. Dat nu onlangs wederom eene nieuwe algemeene werkende Heffing op de Inkomften bepaald zijnde, met eene voorbetaaling van wege de Bezittingen , en des wegens by diverfe Articulen der Publicatie van den 30 November laatstleden, de vereischte maatregelen tot onderzoek bepaald zijnde , zo wel de gelijkmatige en fpoedige behandeling deezer zaak, als de zorg om het bedoelde onderzoek op de minstkostbaare en krachtdadigfte wijs interichten, voi^ert, dat al hetzelve op eene eenparigen voet, endoor dezeliden Commisfien geinftueerd en volvoerd worden. .. Dat volgens den 47, 48, 49 > 5, en 5'- Art der publicatie van den 5 December 1797 gereferveerdzyn.de, net nemen van nadere maatregulen, de ongelukkige ouder-  ( 45i ) vinding heeft geleerd, dat, hoe zeer de meeste Ingezetenen van dit Gemeenebest, de hun opgelegde lasten gewillig, en met alle getrouwigheid hebben opgebragt, zommige anderen nochtans deswegens zoodanig nalatig zijn gebleven, dat daar door den last, de fchouderen der goedwiliigen te zwaarder zoude drukken, en de zoo noodzakelijke gelijkheid in .den opbrengst verwaarloosd zoude worden, indien hiertegen door het inflritueeren van een nauwkeurig onderzoek naar de richtige opbrengst, niet efficacieufeiijk, en ipoeclig wierd voorzien; befloten en verordend heeft: Dat het onderzoek naar de voldoening aan de Heffing van de 8 per Cent op de Inkomften, bij de 47 en volgende Articulen der Publicatie van den 5 December 1797 gereièrveerd, zal voortgang hebben, en wel in dezer voege. Art. 1. Dat voor of uit naam van het Uitvoerend Bewind in iedere Ring deezer Republiek, ten fpocdigfte zal worden benoemd, één of meer Commistien, tot de ftipfte geheim» houding verplicht, beftaande uit een genoegzaam getal ter goeder naam en faam ftaande Burgers. 2. Dat door de Plaatfelijke Beftuuren aan deeze Commislie, op derzelver Requilitie, zullen worden geëxhibeerd en overhandigd de Lijsten van de Buurten hunner plaats, met de daartoe behoorende Duplicaat-Quitantien en Deckiratoiren, wegens de Heffing van 8 per Cent op de Inkomften, bij Publicatie van den 5 December 1797, Art. 43 . breeder omfchreeven; met alle zoodanige informatien , omtrend het geen ten deezen opzichte mogt hebben plaats gehad, als tot de meeste inlichting der Commisfie zal kunnen ftrekken. 3. Dat door de voorfz. Commislie de gemelde DuplicaatQuitantien en Declaratoiren, allen zullen worden geopend, en naargegaan, in hoe verre ieder Ingezeten zich van zijn plicht heeft gek weeten, zullende dien geenen, omtrend welker richtige opgave door de Commisfie mogt worden ge- Kkk 2 twijf-  c 452 ; twiiffeld, voor dezelve Commisfie ontboden worden, en onder de verpligting zijn , om alle gevorderde elucidatien, en des noods eene volledige opening van den ftaat hunnes Boedels en Inkomften te geven, waar toe zn, in cas van onwilligheid en weigering, bij Gijzeling zullen worden geconftringeerd. , a Dat deeze Commisfie tevens naarftig zal onderzoeken, orêr ook gevonden worden, die bij anderen inwoonen , en zich niet opgegeven, of-naar behooren gekweten hebben, gelijk mede of dezelve door die geenen , bij wien zij inwonen, niet opgegeven zijn; en eindelijk na de Admimstratien, welke iemand mochte hebben. ; , L Dat dezelve Commisfie op haare Requifitie, den toegang zal hebben tot alle Quohieren, Registers, Boeken en Cedullen, welke zij zullen noodig oordeelen te examineeren, om daar uit den ftaat van ieders vermogen, inkomften, en verteeringen optemaken, wordende allen welken van^odanige Quohierer,, Registers, Boeken en GgMta» de bewaring hebben, gelast hiertoe aan zoodanige Commisfie behulpzaam te zijn '"'^ ■•„ j:» 6. Dat de meergemelde Commisfie verpligt zal zyn die geenen, welken bij haar worden veronderfteld, zich m t Geheel niet, of niet naar behooren van hun plicht te hebben Sekweetcn, daartoe te Conftnngeeren, door hun te taxeeren Sp zoodanige Som , als de Commisfie zal oordeele te bedragen het driedubbeld van het geene zij verfchuldigd waaren, en in 't geheel niet gefourneerd hebben, ofte, m gevallen zij flegts gedeeltelijk voldaan hebben, het driedub. beid van 't geenen zij te weinig gefourneerd hebben, en zulks alles als boete, zonder dat daarvoor iets anders,óm Quitantien en geenzins Rentgevende Recipisfen zullen. wor. den afgegeeven; zullende van deeze tauxatie aan den üekeurder ten fpoedigften worden kennis gegeeven.  C 453 ) 7. Dat deze Commisfie al verder zal zorge dragen, dat de relpective Ontfangers, welken tot den Ontfangst deezer Penningen door't Uitvoerend Bewind gequalificeerd zullen zijn, en op zodanige wijs, als hetzelve Uitvoerend Bewind zal aanwijzen, in ftaat gefteld worden om de voorfz. boete, waarop de nalatige getaxeerd zullen zijn, te ontfangen, te verantwoorden en daarvoor te quiteeten. 3. Dat het een ieder, welke zich bij de beflisfing van meergemelde Commisfie bezwaard mogt vinden, zal vrij ftaan, binnen den tijd van veertien dagen, na dat hem de voorfz. taxatie en bekeuring zal zijn ter kennisfe gekomen, zich deswegens te beklagen aan het Uitvoerend Bewind, en aan de Commisfie of Commislien, welke ten dien einde door hetzelve zal of zullen worden benoemd; met dien verftande, dat een ieder, welke bekeurd is, op den voet bij het 6. Articul gemeld, verplicht zal zijn, onverminderd zijn beklag, de Som, welke hij is beboet promptelijk te contribuëeren, voorbchoudens de prompte teruggaave van het geene hij bij nader beflu.t mogt worden geoordeeld te hoog bekeurd te zijn. 9. Dat bij aldien iemand onverhooptelijk zich zo verre mogte vergeten, dat hij ten eenemaale weijgerachtig en nalatig blijft, zich aan de uiripraak der Commisfie te onderwerpen, zo dat hij, na verloop van agt dagen, na dat de gedaane tauxatie en bekeming aan hem geïnfinuëerd zal zijn, de Penningen nog niet zal hebben opgebragt dezelve daartoe door middelen van gijzeling of indien de omftandigheden zulks noodzakelijk maken, door Militaire inlegering zal worden geconftringeerd. Zullende de Commisfie onvermindert dit alles verplicht zijn - dezulke, welke zij bevinden mogten, zich kwaadaardiglijk, .en tegen hun beter weeten te laag hebben aangegeeven, en niet of te weinig gefourneerd te hebben, aan het Uitvoerend Bewind bekend te maaken, hetwelk verKkk 3 vol-  C 454 ) volgens aan de Natie, zal doen kennelijk worden door publicque bekentmakingen de naam der zulken, welke zich aan hun Burgerplicht hebben onttrokken. 10. Dat de Commisfie met het voorfz. onderzoek naar de richtige opbrengst van 8 per Cent op de Inkomften, den 5. December gedecreteerd, zo fpoedig zal aanvangen, en hetzelve met zulken asfiduïteit en ijver voortzetten, dat dezelve Commisfie in ftaat zij, om, volgens het 36. Art. der Publicatie van den 30 November laatstleden, dadelijk na den ontfangst van den tweeden Termijn deezer Heffing het onderzoek na den richtigen opbrengst van dezelve aantevangen. 11. Dat het Uitvoerend Bewind van de Leden deezer Commisfie, bij het aanvaarden van dezelve zal afnemen, of doen afnemen eene Eed van trouw en van de ftipfte geheimhouding omtrend den ftaat van elks Boedel en Inkomften, en voorts ook aan alle zodanige Commisfie zal geven de vereischte Inftruclie, en daarbij fpeciaal zorg dragen dat geenerhande aantekening omtrend den ftaat des Boedels of der Inkomften van de refpecfcive Ingezetenen, m wezen bhjve, nog in handen van Suppoosten komen, maar integendeel, dat alle gehoudene aantekeningen, na afloop van het onoerzoek verbrand worden, en dat hiervan door de Commisfie aan 't Uitvoerend Bewind bij behoorlijke verklaring, oncier Eede, volkomen zekerheid gegeven worden. . ï2 Dat voorts ook het Uitvoerend Bewind, alle zodanige Formulieren, als tot het geen voorfchreeven is, vereisen, worden aan de meergemelde Commisfie zal voorfchrijven, en zodanige verdere fchikkingen maken, als ter Executie deezes zullen worden gerequireerd. 13. Eindelijk dat het onderzoek, of de Leden der voorfz. Commisfie zelfs, zich ten aanzien van de opbrengst der bovengemelde Heffingen van hunne plicht gekweeten hebben, door het Uitvoerend Bewind zal worden toevertrouwd aan lepa-  C 455 ) feparate Commisfien, in elk Departement daartoe expresfelijk te benoemen. t Gelastende diersvolgens het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort. In den Haag, den 4 Januarij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was gefarapheerd) J. F. R. van HOOFF, Vb (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. H U L T M A N. P U-  C 458 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: • Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat, mettegenftaande het in trein brengen der nieuwe Departementaale verdeeling, nogthans, volgens het 211. Articul der Staatsregeling, de oude belastingen, tot de introdudie der nieuwe , moeten blijven voortduwen, en dat niet door eene plotielijke affchaffing, maar door eene langzame overgang, het nieuwe Finantiëele ftelzel ter voorkoming van verwarring enitagnatie, behoord in werking te komen; als mede, dat ter bereiking van dit plichtmatig en heilzaam oogmerk, de oude verdeeling der Republiek, ten aanzien van het Finantiëele, met de ftipfte obfervantie der wetten, omtrent de beladingen, mitsgaders de form en manier van derzelver opbrengst In de rechtsvordering deswegens, benevens de Adminiftiatie, het toezicht en de judicature daar over, nog eemgentijd zal moeten ftand grijpen: en eindelijk, dat deeze Admimftra. tie, toezicht en judicature, niet kan worden aanbevolen aan de nieuwe Departementale Beftuuren, welker gezag zich over eene gansch andere verdeeling der Republiek uuftrekt of bepaalt, maar dat hier toe afzonderlijke Commisfien benoemd, In de nodige maatregelen genomen zullen moeten worden. Befloten en verordend heeft, dat, voor zo verre de oude of thands nog beftaande belastingen betreft, de voormalige verdeeling der Republiek, form, en wetten, zullen blijven in haar geheel, en zulks voor eik middel zo lang tot dat hetzelve door een ander werkelijk zal zijn vervangen of vernietigd. Dat in de wijze van heffing, toezicht, en rechtspleging, over elk middel in het bijzonder, zo lang hetzelve zal beftaan, geene verandering zal plaats hebben. ■uat»  C 459 ) Dat, bij de vernietiging der thands beftaande Gewestelijke Beftuuren , m elk der voormalige Gewesten, ter plaatfe waar thans de zetel der Finantiëele Beftuuren is, de geregelde Admmiftratie van 's Lands Finantien, en de zorg voor de ftipfte obfervantie der Wetten, daar toe betrekkelijk, zal worden toevertrouwd aan zodanige Commisfie, als daar toe expresfehjk benoemd en gequalificeerd zal zijn. En eindelijk, dat deze Commisfie in die Gewesten, daar zulks tot hiertoe door de Adminiftrative Beftuuren of een Commisfie uit dezelve, gefchiedt, zal uitöeffenen de judicature over 's Lands middelen, in zo verre dezelve niet zijn gebragt onder eene nieuwe Adminiftratie, alles op zodanige voet en wijze, als zulks thans door de Adminiftrative Beftuuren, Commisfien of Leden derzelve, word uitgeöeffend. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des VertegenwoordigendenLichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort. In den Haag, den 18 Januarij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (w'as geparapheert) A. W. H O E T H, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. (was getekend) C. G. HULTMAN. NO Lil  NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederjchap t Doet te weeten: f .. Dat het Vertegenwoordigend Lichaam des BaKWiioaen Volks bij Decreet van den 12de januarij 1799 heeft beüuoten, 1 Dat de Kerkhoven, moeten worden geacht, als behoorende bij de Kerkgebouwen, en dus meer.e m de taupieeu het vergelijk, in het zesde der Additioneele Articulen, bij de Acte van Staatereegeling voor het Bataaffche Volk vermeld, behooren te worden begreepen, ten zij dezelve Kerkhoven , geheel afgefcheiden van de Keiken, daar toe geene betrekking hebben; onverkort echter eens ieders recht van Eigendom op bijzondere begiaafplaatzen en van zodanig Suik vanden grond ofwel yan Reed, Drift en Gang, tlsmen ten behoorlijken gerieve totheeden heeft gehad. o Dat de Kerken op zodanige Plaatzen, waarde bewooners één cn dezelfde Gezindte zijn toegedaan, met vallen m de termen van tauxatie en vergelijk, bi] eevengemeLe Articul bepaald, maar dat in die plaatzen de Kerken aan de Ingezeetenen aldaar zonder eenige uitkeeringe behooren te verbhj- V£ Gelastende het Beftuur, op aanfchrijvinge van den Agent bii het Departement van Inwendige Politie deezer Republiek, dat deze zal worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar men «rewoon is zulks te doen. .. "Aldus befloten binnen Leeuwarden, den 30 Januarij 1799Het vijfde Jaar der Bataaffche l/rijtieid. JAN GEORG. SEMLER, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEMA.  C 4«i ) PUBLIC AT IE J-Jet Uitvoerend Bewind der Bataaffche ' Republiek , Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende : dat van tijd tot tijd, en voornamelijk zedert het aannemm der {staatsregeling, veele buitenlandfche Ventjagers en Vreemdelingen door de Steden en Dorpen van dit Gemeenebest met allerhande Winkelwaren en andere Goederen, vrij en onverhinderd rondloopen , om dezelve uit te venten en te verkoopen, dikwerf voorgevende, dat zij volgens" de Staatsregeling, zulks vrij en onverlet mogen doen; — dat wijders de Staatsregeling voornamelijk moet ftrekken tot bevordering van het algemeen welzijn van het Bataaffche Volk, dat eindelijk het met de billijkheid en het algemeen belang geenszins overeenkomftig is, dat de handeldrijvende en neenngdoende Ingezetenen dezer Republiek, welke zware lasten aan het Vaderland moeten opbrengen, in hun beftaan benaueeld worden door Vreemdelingen , meestal komende uit zoodanige Landen, alwaar men de diensten van den Arbeidsman voor veel minder prijs, of voor geringer daggefden , dan hier te Lande, kan bekomen, —, befloten en verordend heeft: Dat, onverminderd alle zoodanige Placaten, Wetten en Ordonnantiën, als in de refpective voormalige Gewesten van deze Republiek, tegens het te koop dragen of uitventen van de aan Impost fubjecte Speciën, zijn geëmaneerd, (als wefke alle bij provifie , en tot tijd en wijlen het nieuw Finanti'm ftelzel, ingevolge de Staatsregeling, zal zijn daarge> fteld, blijven m hunnen vollen kracht en werking,)- het aan geene Pa-urnen, hoegenaamd, zal vrijftaan, om in eenige LM o. Ste- .  ( 462 ) Steden of Plaatfen van deze Republiek, (uitgezonderd op of ten tfde der gewoone Jaarmarkten) Winkelwaren of Goederen, óffchoon dezelve aldaar aan geenerleij Impofitien of Belastingen fubject zijn, uit te venten of te koop te dragen; met uitzondeiing nochtans van de zodanigen, welke binnen deze Republiek woonachtig zijn, en van hunne ïnwoouing een behoorlijk Declaratoir of Getmgfchrift van de Mauicipaliteit der plaats, waar onder zij behooren, verkregen, cn zulks aan dc Municipaliteit der plaatze, alwaar zij hunne Goederen zouden willen te koop dragen, vertoond hebben, op pcene, dat alle de genen, welke zullen bevonden worden, na deswegens gewaarfchuwd te zijn, eemge Winkelwaren of Goederen uitgevent of verkocht te hebben, zonder dat alvorens zodanig Declaratoir of Getmgfchrift, als hiervoren vermeld is, door hun bekomen en vertoond is, — zuUen komen te verbeuren alk de Goederen, met welke zij hebben te koop geloopen, voor zoo verre die voorhanden zün de eene helft ten profijte van den Aanbrenger, en de wederhelft, ten voordeele van de gefunenüjke Armen derzelver plaats, en dat dezelve Perfonen daarenboven zodanige Stad of Plaats, dc fa&o, zullen moeten ontruimen; zullende alle Officieren en Jufticieren verpligt zijn, om , des serequircerd , daartoe de noodige adüftentie te verleenen , en zoodanige Perfonen, met derzelver Goederen, daadehjk te anesteeren. . f En ten einde het heilzaam oogmerk, indezen bedoeld, niet door verkeerde pract jken worde elufoir gemaakt, almede aan Me Ingezetenen dezer Republiek zal worden geinterdiceerd, gelik aan dezelve geinterdiceerd wordt bij. dezen, om te'n behoeve of voor rekening van Vreemdelingen, eenige Winkelwaren of Goederen te koop te dragen of uitteventen; zullende in cas van overtreding, niet alleenlijk de Goederen, waarmede zij gevonden worden, iuvoege en ten U  k 463 ) einde voorfchreven, worden aangehaald, maar ook de Con: traventeurs telken reize zoodanig worden gecorrigeerd als naar bevind van zaken zal worden geoordeeld te behoren. , Dat wijders, ten einde een ieder Ingezeten van deze Republiek, welke eenige Goederen naar elders zoude willen te koop dragen, daartoe door middel van deze voorzienig de gelegenheid niet benomen noch moeijelijk gemaakt wort de, de Municipaliteiten, waaronderzij behoren, zullen verpligt zijn, om aan dezelven, op hun verzoek, een Decla. ratoir, of Getmgfchrift, dat zij hun domicilie daar ter plaatfe en nergens elders, voor zo verre de Municipaiiteit bekend is, zijn houdende, en behoorlijk door een Secretaris geteekend, te doen afgeven, waar door geene andere of meerdere Leges of Jura zullen mogen gevorderd worden dan eene fomma van iwaalf Stuivers. Diensvolgens gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertegenwoordigend Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort; met verderen last aan alle de Intermediaire Administratie Beftuuren der voormalige Gewesten, cm de noodige voorzieningen te doen, dat hiervan een gedrukt Exemplaar in de Herbergen en andere publieke plaatfen, welke door dus* danige Perfonen, als hier boven vermeld zijn, gewoonlijk bezocht worden, ten dienfte van dezelve worde voorgelegd of voor handen zij. ö ' Inden Haage, den 31 Januarij 1700. Het vijfde Jaar der Bataaffck Vrijheid (was geparapheerd) A, W. H O E T H, Vt. (Onderft ond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULTMAN. LH 3 PU-  ( 464 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek! Doet te weeten: ■ Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze, bq de SnatsreSing vastgefteld, overwogen hebbende dat dezelfdeS, welke de geweezen Staaten Generaal zo wel als de NtóSe VergadSing in der tijd, hebben doen befltutu om zekere temporaire Belastingen, en ontlastingen omtrent fommige Artikelen fuccesfivelijk daar te fteilen, en Jaartii'ks te continuëeren, als nog plaats hebben. Dat het belang zo van de Bataaffche Fabrieken en Trafieken als vaTdegCommercieerende Ingezetenen dezer Republiek nis nJg op eene gebiedende wijze vordert, dat de gez gde belastfngen en ontlastingen, op denzelfdeo voet, on- Sfde nodige bepaaling ^J*™***^^^ wike 7ouden mogen vallen in de termen der Publ catie van toUiSSoSd^wind der Bataaffche Republiek, mdatos3 °^Ê^ - S Vertegenwoordigend Lichaam «Sent een ge verandering in de inkomende en uitgaande Sten van de Tabaks-bladeren , en gefabriceerde Rook-, 35 èn Knaauw- Tabak geëntameerd en, hangendj: zijn, en dTover zulks het ten deezen geftatueerde ^ de Pubhcat e van Set geweezen Committé tot de zaaken van fe Marine n J ' t December 1797. niet voor een geheel Jaar, ot een toaalde. m provifioneel en hangende de dehberatien voornoemd voor een onbepaalden tijd, en tot nadere dispo-  C 465 ) 11 en dienen ter bevoordeling van den directe n Handel in dat Artikel binnen deze Republiek. Dat al mede eene moderatie ten opzichte der Inkomende en Uitgaande Rechten op den Rhijnfchcn Wijn, niet alleen uit hoofde der veranderde ti.dsomftandighedcn , en Couimercieele betrekkingen van dit Gemeenebest, in zeer veel opzichten is noodzakelijk geworden, maar ook alleszirs gefchikt, is tot 'vermeerdering en uitbreiding des Handels, in dien tak van Commercie, befloten en verordend heeft. Art. 1. Dat de vrijdom van Rechten op den uitvier van de Inlandfche gerafineerde Suikeren en Sijroop, bij Refolutie der Staaten Generaal van den 21. Februarij 1766 geaccordeert, en zedert fuccesfivelijk, en laatstelijk, op den 21. December 1797 geprolongeerd tot den barsten December 1798, op denzelven voet en onder alle dezelve praïcautiën en declaratoiren, verder zal worden gecontinueerd tot den laatsten December 1799 2. Dat bij continuatie der concesfien, volgens Refolutie der vStaaten Generaal van 23. Februarij 1769, 20. April 177© en anderen verleend, tot den laatsten December 1799, alle zoorten van Wollen (de Catoenen uitgefloten) zullen worden vrijgefteld van de praum'e of het verhoogde Veilgeld, en van het Convoij en Licent, in zo verre, dat van de Wollen, geduurende dien tijd, alleen zal moeten worden betaald vijftien ftuivers per Baal inkomende, en eene gulden uitgaande, zonder one-erfcheid van wigt of waarde, behoudens de keuze van den aangever, om, in cas hij zulks alzo geraden, of voordeliger zoude mogen oordeelen, zijne Wollen met opgave van wigt te waardeeren, en daar van te betalen drie vierde per Cent, of vijftien ftuivers van de waarde van honderd guldens inkomende, en een-en een halt' per Cent of dertig ftuivers van de waarde van honderd guldens uitgaande, alles op den voet en conform aan de orders van het Land, enouderdepcenalitei-  C 4 Mm ra se.  ( 470 ) 'ntzvmn T/kisch, uit eenig gedeelte van deze Republiek,, mar buiten 's Lands, het zij met Zee-Schepen, langs de Rivieren of te Lande na dato deezer, niet anders- zalmogen ^Schièdéri, dan na alvorens verzochte en bekomene permisfie van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek; zullende alle de geenen, welke na voornoemden tijd, eenig «ezouun Vleesch, naar buiten 's Lands willen uitvoeren, gehouden zijn, bij hun deswegens te doen verzoek, najiwkeuriff optegevendequantiteitder teverzendene Partijen, deFiaats van derlelver destinatie, en het eigenlijk oog nerk, waartoe die verzending gefchied; op poene, dat die geenen, weiKe bevonden zullen worden eenig gezouten Vleescft, anders dan na aldus bekomen permisüe, te hebben uitgevoerd , boven en behalven de confiscatie van het alzo uitgevoerd ot Uitte voeren Vleesch, naar exigentie van zaaken, wanneer mogt blijken, dat zulks gefchied met oogmerk, om den Vijand in de hand te werken, zelfs aan den Lijve zullen worden geftraft. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, m naam des Vertegenwoordigend^ Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme, waar zulks behoort. In den Haage, den 7 Februarij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (was geparapheerd) A. W. H O E T II, Vt. (Onderflond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HULT M A £  E X T R ACT Uit het Register der Befluiten van de Eerfte Kamer van het VERTEGENWOORDIGEND LICHAAM des Bataaffchen Volks. Dingsdag den 12de Februarij 1795». Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijhdd. c o p 1 a. jrje eerfte Kamer van net VER- TEGENWOORDIGEND LICHAAM des Bataaffchen Volks gehoord hebbende het Rapport, eener perfoneele Commisfie op de Misfive der Municipaliteiten van Hoogwoud, Ablekerh en Opmeer, te bij zich, beklagende over Kerkmeesteren der voormaals heerfchende Kerk aldaar, welke door allerleij gezogte en bewerkte vertragingen, gemelde Municipaliteiten belettende ter executie te brengen de Publicatie van bet Intermediair Uitvoerend Bewind van den 12 De Tweede Jul V L 1 • om daar bii geallegueerde redenen verKamer overwee- zoejcende m derzelver qualiteiten te mogen worgends datrede. den geinaintineerd en verklaard voor diligent • r£™rt-Sr'-it?gaderevraSende eene duidelijke enfuccinéte' ETSi interpretatie van Art. 2. der evengemelde Publizijn, bekragtigd catie van 12 Julij opzigtens de Baten en Z^tf/z de verklaring van daar bij voorkomende. SSg^S& ^Overwegende dat het belang der Bataaffche dat0mtrenthetgeyiaag- het vijfde Jaar de maintien cn verklaaring voor diligent bi] on4 UuU LC meiwan. (geteekend) ° Zodanige ^/«», waar van dft J.D PASTEUR I„ ™et zeker bepaald is, alvorens tegens * den penning 25 m Capitaal bereekend en gebragt zullen worden. 6 ö Dat van deeze berekening zullen worden uitgezonden die Baten welken beftaan in uitgezetten Capitalcn ,SfenCrl t^^T^ det Ke;kgebouwen enPos^ij-HuSLg^ Dat voorts zodanige Inkomften, als daar zijn, Taarliikfcho ££aTmï^^;^^OTberek^ worden tegens-den adfiftentie van den Kïi^ feheidene Kerk|nr band gefteld, met last aan dezelven, om zieh binnen tezel de tijd, omtrent de goed of sJFÏfesa^J der TauS £n £ geval1, alleenlijk vnjftaan aan het afftand doende ^rt&wlfJ*!9 °0rdeel£nde de Tauxatie vane'en Perceel of van allen gedaan — te zijn beneden de waarde mo^n na Zich »^STof benaderen mits de Tauxatie daar van bij contante betaalinff Voor h^t doen getoupeerd, zullend! tt^SMïItgllta,,ne' en ^eevering der Extracten authenticq door het naastend Kerkgenoodfchap wor- Nnn 2 den  < m ) A*n betaald "o Stuivers voor ieder Perceel van anderen afge^ffieglSid?; half voor dien van den Gerechte, en half fcheiden leggen , pjnnmgen , die rSprd gehouden zijn te voldoen, terwijl de ontieifcbeidene ^nfafcÏÏS» aan de alzo- tot ftand gebragte Tauxag S S zullen moeten onderwerpen en de geheele zaak daar meede werden gehouden voor afgedaan. DaT^S^» aldus kiekend, met en benevens de waSde waafop het Kerkgebouw of Pastorijhuis iS begroot na daXe Gebouwen of Góederen {taande of daar uit vergolden wSndet na dat d^^^^^gj^ voet en tegen denzelven, Penning 25 in Capitaai oeiekena ïulfenzhn, 1et waare onderwerp der tedoene ^tkeeringdoor zuilenrijn, ^ , df hap behooren uit te maaken, en 5" fd^effit a£ -2iinde reeds bij het Tauxee- dat iin Sn^'S^ï ««1»^ zullen worden gefteld, -rmn^ ^nriS de waarde van dusdanige Gebouwen, invoege datgeenzn ts v k 0f mogen vermin- ten" ^wa^het^uk vïonderhoud, ^^XI^^,^ gegeeven aanhet m^cn!B:\nnd3 tot deszeïfs naricht, en om daar aan de «Sne terfanftieaandeTweedeKamer worden gezonden, mffeKvens het in dezen uitgebragt Rapport en alle de Stukken daar toe betreklcelijk in i¶pheerd) SAMUELvan HOOGSTRAA USW, vt. "UF (Onderftond) Accordeert.met voorfz. Register (geteekend) J- H. F L O H■, ^ (laager flond) Accordeert met deszetfsOngeneel '(gtJtend) C. G. HULMAN Accordeert met deszeïfs Copie Q. ONDAATJE.  C 475 ) NOTIFI C A T II TLJet Intermediair Adminiftratif Beftuur -■- van het voormaalig Gewest Friesland, aan de IngezeetënciTvah dat voormaalig Gewest, Heil en Bróederfchapt Doet te weet en: Dat het Verteegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks bij Decreet van den 15 Januarij 1799, de Posterijen binnen, deze Republiek heeft Nationaal verklaard; dat dezelve diensvolgens moeten wórden geadminiilreerd ten behoeve van de Nationaale Schatkist, en de Penningen daar aan verantwoord, dat echter de direétie en maniantie dier Posterijen proviüoneel zullen blijven op den ouden voet. . , Wordende verders aan allen, welke zouden meenen eenige aanfpraak op vergoeding te kunnen maaken weegens de haadeelen door hun uit hoofde van voornoemd Decreet over de Posterijen geleeden, en nog te lijden, onverlet gelaaten , om zich ten dien einde aan het Verteegenwoordigend Lighaam te adresfeeren, het welk daar op zodanige uitfpraak .zal doen, als overeenkomftig de Staatsregeling bevonden zal worden te behoren. Ten einde dit ter kennisfe van een ieder koome, zal deeze ingevolge aanfchrijvinge van den Agent van Inwendige Politie worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar men. gewoon is zulks te doen. Aldus befloten binnen Leeuwarden 5 den 16 Februarij 1799. Hét vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. E. E I S I N G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. Nnn 3 P V-  MISSIVE Aan de Raad der Gemeente van Tngevolge aanfchrijvinge van den Agent van de Nationaale Opvoeding bijMisilve van den n dezer, gelasten Wij Ulieden, om zo dra mogelijk, en uiterlijk binnen twee Maanden aan voornoemden Agent in te zenden, eene nauwkeurige opgave van de navolgende Poincten: 1. Welke Letterkundige Inftituten 'er in Ulieder bedrijve voor handen zijn. Onder dit Artikel worden derhalven fcegreepen alle Latijnfche, andere Taalkundige en lagere Nederduitfche Schooien, benevens alle zodanige Inftituten, waar in Opvoeding en Onderwijs in Taaien of Wee. tenfchappen gegeeven worden. _ 2. Aan welke Collegien, of individueele Perfoonen het Opzicht en Beftuur over dezelve is toevertrouwd —- Dus welke Gewestelijke , Steedelijke of Plaatfehjke Committésvan publicq Onderwijs, Collegien van Curatoren over Latijnfche Schooien, Commisfarisfen , Schoolbezorgers en Opzieners over andere Taalkundige en lagere Schooien, of onder welken anderen Titul ook, voor handen zijn> — Hoe groot het getal der Leeden van deze Collegien , en welke derzelver namen zijn. 3. Tot hoe ver zich, dat opzicht over die Inftituten uit ftrekt, of zij door hen beftierd worden naar Inftrucbien en Ordonnantiën, en zo ja, welke deezen zijn, met inzending van een Exemplaar van ieder derzelver volgens den tijd, waar op zij achter een volgends zijn geëmaneerd. 4. Hoe veel Onderwijzers of Onderwijzeresfen aan elk dier Inftituten gevonden worden , derzelver Qualiteiten, Namenen Ouderdom. 5* üt  C 477 ) g Of de Opzienders der Wetenfchappelijke Inftituten eeni» ge Jaarwedden of andere voordeelen genieten; — zo ja, hoe groot dezelven zijn, en uit welke Fondfen die worden goedgemaakt. 6. Hoe groot de Jaarlijkfche Bezoldingen, Emolumenten, en andere aan hunnen Post verbonden Voordeelen zijn van de Onderwijzers en Onderwijzeresfen op de refpective Schooien; uit welke Fondzen dezelven betaald worden, en hoe veel de Leerlingen zeiven daar toe bij dragen. 7. Welke Ordonnantiën, School-Reglementen, en Schoolmeesters Gilde Wetten 'er tot dus verre beftaan hebben, waar na de aanftellingen en Examina der Onderwijzers, geregeld worden, met inzending dier Ordonnantiën enz. _ 8. Welke en hoe groote Fondfen en Eigendommen, Kabinetten van Phijfifche of andere Inftrumenten, Bibliotheken enz. de refpective Inftituten bezitten, en of denzelven ook bezwaard zijn. 9. Welke verdere. Geëmployeerden als Opzichters over Bibliotheken, Mufea, aan die Inftituten behoorende, Custodes, Clavigers en Bedienden bij de zelve gebeezigd worden , derzelver namenen bezoldingen, benevens de Fondfen der laatften. 10. Hoe groot in elk derzelver het aantal der Leerlingen zij naar eenen middelbaren overflag over de laatfte vijf Jaaren. 11. Welke Wetenfchappelijke Inftituten 'er zijn; die geheel op zig zelve beftaan, geenen openbaren bijftand genieten, en aan geen openbaar toevoorzicht onderworpen zijn, of zo al het laatfte, tot hoe ver zich dat uitftrekt, en onder wiens toevoorzicht dezelve ftaan. 12. Welke inrichtigen 'er plaats hebben ter faciliteering van het genot van Onderwijs van minvermogende Leerlingen, zo van individueele op de geleerde als lagere Schooien, als van Kinderen uit Gods en Aimehuizen j hier toe behoort  'C 473 ) hoort de opgave van alle beurlen en Stipendia die voor handen zijn. .13. Of de Schoolgebouwen Plaatselijke of Kerkelijke Eigendommen zijn. Heil en Broederschap! Het Intermediair Adminiftratif Beftuur voornoemd. E. E I S I N G A, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C K E M A. Leeuwarden den 16 Februari] 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. PU-  ( 479 ) PUBLICATIE TLTet Uitvoerend Bewind der Bataafïche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende, dat nademaal verfcheidene Ingezetenen deezer Republiek zeer bezwaarlijk de benoodigde Penningen kunnen bekomen, om aan derzelver verpligting in de gedecreteerde Geldheffing te voldoen, het allernoodzaaklijkst is, dat'er een gefchikt middel worde bewerkftelligd, om de Ingezetenen, zo veel mooglijk, te faciliteeren, en dat, ten dien einde, als zeer gefchikt kan en moet worden befchouwd het weder in werking brengen der in het voormalig Gewest Holland geëmployeerde , en te Amfterdam geëtablisfeerde, Beleenbank, edoch onder zoodanige nadere en gemodificeerde bepaalingen, als door het Uitvoerend BewinddoxBataaffche Republiek zijn voorgedragen, en met de daarop door de perfoneele Commisüe gemaakte remarques gealtereerd en geamplieerd, Befloten en verordend heeft: Dat de in den Jaare 1795. en 1796, in het voormalig Gewest i7o//ö«^geëmployeerde, en te Amfterdam geëtablisfeerde, Beleenbank weder in werking zal worden gebragt, ori« der de navolgende bepaalingen. ■ Dat noch in de inrichting derzelve Bank, noch in haare Adminiftratie, eenige verandering zal plaats hebben. Dat in dezelve Bank ten onderpand zullen worden aangenomen : Alle Schuld-brieven, Losrenten-brieven, Dertig-Jaarige of andere temporaire Renten, geaccepteerde Wisfelbrieven', Refcriptien en Recipisfen, vallende in de termen van het coifte en 247fte Articul der Staatsregeling. O 00 Obli-  ( 4So ) Obligatien, ten lasten van den door de Franfchen Geabandonneerden Boedel van den Vorst van Nasfau. Obligatien , ten lasten van Buitenlandfche Mogendheden i, alsmede Aótes van Aandeel in Negotiatien op zoodanige Obligatien, mits ter Beurze te Amfterdam eene geaccrediteerde waarde hebben, als ook dat op dezelven geene Renten achterftallig zijn langer dan één Jaar. Actiën in Maatfchappijen, Compagnien of Sociëteiten van Asfurantien en Beleeningen, binnen de Bataaffche Republiek, op Publieke authoriteit fubfilteerende en een gevestigd Crediet hebbende. Voorts alle onroerende Goederen, binnen deeze Republiek gelegen, als: Landerijen, Huizen, Pakhuizen, Molens, Gebouwen tot Fabrieken of Trafieken dienende: mits zijnde vrij en onbelast, of alleenlijk ten behoeve der Beleenbank met eenig legaal of fpeciaal verband bezwaard. Dat het echter de meening van het Vertegenwoordigend Lichaam niet is, met defpecifique optelling der Effecten en Goederen, hierboven vervat, zodanige andere foorten van Effeéten of Goederen, welken daar in niet zijn benoemd, volftrekt uittelluiten; maar alleen om de Commisfarisfen deiBank, zo min mooglijk, aan verfchillen of dubieteiten bloot te fteilen; terwijl hetzelve een ieder, die andere Effeéten, hierboven niet gementioneerd, zoude willen beleenen , vrij laat zich aan hetzelve bij Requeste te adresfeeren, het welk als dan daarop zal disponeeren naar bevind van zaken ; gelijk hetzelve zich mede referveert, om ten allen tijde zodanige der gementioneerde Effeden onbeleenbaar te verklaaren, als hetzelve zal nodig oordeelen. Dat op geene Effeften, hoe genaamd, meerder zal worden beleend dan de helfte of 50 p. Ct. der tegenwoordige waarde, en zulks volgens de Prijs-Courant, bij Belluit van het Uitvoerend Bewind, denyden December 1708 geapprobeerd en  C 481 > en op last van hetzelve uitgegeven. Des dat van alle Oblï• gatien en Effecten, zo veel dezelven daarin zijn vermeld, en in de Bank aangenomen worden, geene nadere tauxatie zal behoeven te gefchieden, ten waare dat Commisfarisfen, door eenige onverhoopte daaling in dezelven, beneden vier vijfden der prijzen in de Prijs Courant gefteld, of uit hoofde van eenig gebrek, eene nadere tauxatie zouden begeeren, welke als dan door den Beleener, ten zijnen kosten , door twee Beëdigde Makelaars, waar van één ter zijner keuzeen één door Commisfarisfen te benoemen, zal moeten worden bezorgd. Dat een ieder, die eenige Effecten of Goederen in de voorfchrevene Beleenbank wil Verpanden, daartoe zich vooraf en ten zijnen kosten moet voorzien van en volgende Befcheiden: 1. Ten opzichte van Obligatien, op naam ftaande, bij welke Bewijzen van Eigendom behooren, een Declaratoir van een geadmitteerd Notaris, of daartoe bevoegd Gerecht, op den Eed bij den aanvang hunner Bediening gedaan, en met een gecachetteerde draad aan de Bewijzen van fuccesfiven Eigendom gehecht, dat die geannexeerde ftukken door hem of hun zijn geëxamineerd, en zo voldoende bevonden, dat hij of zij den Perfoon van N. N. ter goeder trouw bevoegd oordeelt of oordeelen, om die Effeéten validelijk te kunnen Verkoopen of te Beleenen. 2. Ten opzichte van onroerende Goederen, een Declaratoir van den Secretaris of daartoe bevoegd gerechtelijk Perfoon der Plaats, waar dezelven gelegen zijn, gehecht aan den laatften Transportbrief of ander legaal Bewijs en behelzende , op den Eed bij de aanvaarding van zijne Bediening gedaan, dat de Perfoon, in dien Brief gemeld, nog bekend is als de eenige en wettige Eigenaar van dat Perceel, en dat hetzelve is vrij en onbelast, of alleen ten behoeve der Nationaale Beleenbank bezwaard met een Somma van ƒ Ooo 2 Ee-  C 482 ) Eene Afte van twee of meerdere beëedigde Tauxateurs, behelzende dat zij de daarin omfchrevene Gebouwen en Lan. den hebben bezichtigd, en dezelven, m publieke Veiling wordende opgeveild, waardig keuren eene fomma van ƒ Welke Tauxateurs door de refpeftive Municipaliteiten, ot, waar dezelven niet beitaan, door de Gerechten, zullen worden aangefteld, en verplicht zijn, ten allen tijde, op requilitie van Commisfarisfen der Beleenbank, de goede trouw hunner gedane tauxatien te doen blijken, door aan zodanig Ferzoon of Perzoonen, als Commisfarisfen in loco zullen willen zenden of committeeren, de Perceelen aantewijzen, en de gronden of redenen hunner gedane berekening en tauxatie open te leggen. „ , _ . „ „ De Bewijzen en Quitantien, dat alle 's Lands- of Polderlasten, op zodanige Goederen liggende en verfchijnen, zijn betaald en voldaan. . ja Eene Policie voor Brandfchade , door geaccrediteerde Asfuradeurs, zoo veel de Gebouwen betreft, gerekend tot zodanige fommen, als de Verpander begeert opteneemen, en waarvan hij de Premie en het Zegel zal moeten betaalen. En eindelijk des gerequireerd het noodige Bewijs, dat geene vroegere Verbindnisfen of Preferentie, uit Plaatfehjke Rechten, Coftumen of Ufantien voortfpruitende, de zekerheid van het Onderpand verminderen of wegneemen. Wordende verder alle de voorfz. Declaratoir en en Actes van Tauxatie vrijgefteld van het recht of Impost van het Klein Zegel, en zullen de voorfz. Notarisfen, Secretarisfen, Tauxateurs en Makelaars refpeftive, voor zoodanige Aftes en Declaratoiren , niet meer mogen berekenen dan één Gulden van het duizend, en mindere fommen naar advenant, zonder dat meer dan één Notaris Makelaar of Tauxateur, tot een of ander einde werkzaam zijnde, door bun gezamcntlijk meerder zal worden genoten, '-  ( 483 ) Dat, wanneer Commisfarisfen, op ingenomen advis van de door hun geëmploijeerde Makelaars of Notarisfen, de Declaratoiren of Acres van Tauxatie, door den Verpander overgegeven , niet goedkeuren , Commisfarisfen, des noods , eene herziening of nadere prifeering van een derden Notaris of Makelaar mogen vorderen, die in dat geval door de Municipaliteit benoemd, en beloond, zal worden door den Vtrpander, indien deszeïfs geexhibeerd Declaratoir of Tauxatie afgekeurd, of door de Bank, indien de questieufe Aéte goedgekeurd wordt. Dat de Verpander in Perfoon, of door één bij fpeciaale Procuratie daartoe Gemagtigden, voor een Notaris, of voor den Gerechte, voor zo veel de Effecten betreft, en wegens onroerend Goed voor den Gerechte, waar hetzelve gelegen is, zal moeten pasfeeren eene Acte van Beleening, volgens een daartoe te arrefteeren Formulier, waarvan nooit afgegaan zalmogen worden, tot zodanige Soinme, als hij opdat Onderpand begeert opteneemen, mits niet hooger dan 50 per Cent, of de helfte van de volle onbelaste waarde der beieende Effeéten of Goederen, en ten opzichte van onroerende Goederen, reeds bij de Beleenbank bezwaard zijnde, niet hooger dan tot zodanige Somme, welke met de daarop reeds gevestigde Schuld te famen 50 per Cent uitmaakt, in voege 'er altijd een overfchot van ten minften 50 per Cent vrij en onbelast moet blijven; welke voorfchrevene Aétes van Beleening en fpeciaale Procuratien bij deeze worden vrijgefteld van het middel op hetKlein-Zegel; als mede van den XL Penning, en alle andere Lasten op Hijpothecatien gelegd of nog te leggen. Dat, tegens overgifte der hier boven gemelde Befcheiden en Aéte van Beleening, Commisfarisfen aan den Verpander zullen ter hand fteilen twee ondertekende Documenten , naamlijk: a. Een door het meerdertal van hun ondertekend Renver* Ooo 3 faal.  C 484 ) faal, behelzende een Omfchrijving der doorhem in de Bank verpande Ejfeclen of Goederen, met Jpecificatie der Bewijzen van Eigendom door hem daarbij overgegeven; welk Renverfaal hem alleen zal dienen opi daarop bij de na te melden aflosfing zijne beleende Effecten of Goederen terug te kunnen vorderen, doch op geenerleije wijze geheel of gedeeltelijk verkocht, of aan een ander beleend of geaffecteerd, zal kunnen of mogen worden, direct noch indirecl, terwijl op alle zulke handelingen, welken bij deeze worden verklaard voor nul en van onwaarde, nimmer bij eenig Rechter in judicando zal mogen worden reguard genomen of recht gedaan. b. Een of meer Bank-Billetten, te zamen bedragende de door hem opgenomen fom, mits niet kleiner dan vijftig Guldens, en niet dan met tien Guldens opklimmende, welke BankBilletten door den Verpander, en door niemand anders, of voor geen ander of anderen hoegenaamd, in voldoening of vermindering van deszeïfs verfchuldigde Aandeelen in de drie laatfte Termijnen der Geldkcffing van vier ten honderd van elks Bezittingen, volgens Publicatie van den poften November 1798, zullen worden gefourneerd, doch tot geen ander gebruik hoegenaamd zullen mogen dienen. Des zal een ieder, welke verpligt is in de nog loopendé Termijnen der voorfz. Geldheffing vijftig guldens of daar boven te voldoen, van de Beleenbank kunnen gebruik maaken-, en in dezelve, onder behoorlijke Onderpand, volgens de voorgaande bepaalingen, opneemen zodanig montant van Penningen als voor zijn geheel fournisfement in de voorfchrevene Termijnen benodigd is. — En zal voor zodanige opgenomene fomme aan hem worden ter hand gefteld, wanneer hij voor den afloop der tweede termijn beleening neemt, e'én, twee, of drie Billetten ter zijner keuze; na den tweeden termijn één of twee Billetten, en na den derden termijn één Bankbiljet. - Welke Billetten zullen worden gefteld op naam '•' van t'V^SÏV & QOO  ( 4^5 ) van den Fourneerer, en door hem zullen kunnen worden gefourneerd als ComptantGeld, met dit eenig onderl'cheid, dat de aan hem daartegen afgegeven wordende Quitantien zullen worden gefteld op zijn naam, en in geenen gevalle in blanco. En zullen zodanige Quitantien nimmer even zo min als de Bankbiljetten , door den Opneemer voor of ten behoeve van anderen buiten zijn eigen fournisfement mogen worden gefourneerd, of direct of indirect verkogt, vermangeld of tot andere einden aangewend; en zulks op poene van verbeurdvcrklaaring van het verpande Perceel of E feilen, waar voor zodanige Bankbilletten zijn uitgegeven, wanneer bevonden mogt worden, door iemand des contrarie te zijn gehandeld. Dat de vdorfchrevene Beleeningen zullen mogen gefchieden voor zo langen of korten tijd als de Verpander zal verkiezen ; die ten allen tijde, mits ten minften drie dagen bevoorens kenlijke opzegging aan Commisfarisfen doende, het opgenomen Capitaal, het zij geheel of gedeeltelijk, tegen restitutie, zo zulks doenlijk is, van een gelijk aandeel zijner beleende Effecten of Goederen, zal mogen aflosfen, het zij in Specie, of door affchrijving van Bankgeld ; des echter dat alle de ingevolge deezer Wet gecontracteerde Beleeningen zullen moeten afloopen voor den %\ften December van den jaare Agttien honderd en een, zonder eenige verdere prolongatie. Dat elk Verpander, zo lang zijne beleening duurt, zal moeten betaalen Intrest tegen vijf ten honderd in het jaar, integaan met den dag van het pasfeeren of ovcrgeeven zijner Acte van Beleening , en het daar tegens geëxtraheerde Renverfaal, tot den dag der aflosfing toe, beide ingefloten en welke, bij aldien de Beleening langer dan één jaar duurt ^ binnen een maand na de expiratie van elk jaar, in Comptanu Geld, ten Comptoire der Bank zullen moeten worden voldaan, op poene dat, door elke maand delaij of uitftel na den yer-  < 486 ) verfchijndag, de Verpander daar en boven zal betaalen één InSSeïffide den loop der Beleeniug verfijnende zal *nuesreu . fna de vervaldagen, de Commisia- ^^^^^^^^ verwittige, die als dan ontvang gevallene kleine onkosten, in Specie aan üen ver ^^wSoSsfarisren bevinden dat eenig fcattj» Fteften of Goederen vijfentwintig percent beneden de waarde waarop d?bij de bekening zkjn getaxeerd, gedaald mogten zTin en dus iet verpande Effect niet meer waard moge S dan'één en één halfmaal het beloop der opgefchotene losfen waarvoor echter in dat geval geen gedeelte der be leende Effecten of Goederen zal geresumeerd worden, of wel het Sde furplus in dezelfde of andere fohde Effecten ren ^enoegen van Commisfarisfen te fourneeren. Dat SIe alle de Verpander in gebreke blijft de aldus gevorderd"Kfen te voldoen, of ook de geheele Beleening Tden vaSeldentijdte voldoen en aftelosfen , of ook langer SnTweeSten met de betaling der Intresfen na den verÏSS te^uSen, Commisfarisfen den Verpander door ^ubfiékpSn zullen doen aanzeggen, om binnen veertienCnaanzijneverplichtingte voldoen, ende^Verpand im wbréke bliivende, Commisfarisfen als dan uit krachte rieezes tt^^&chtzSn. de Verpande Effecten publiek te  C 487 ) doen verkopen, zonder dat daartoe eenige nadere authorifatie veelmin eenige Procedures zullen noodigzijn, of eenige Wetten , Costumen, of Keuren, des contrarie, in enige aanmerking kunnen komen, noch eenige oppofuien kunnen worden gebezigd ; blijvende de Verpander verbonden, om, in cas zijne aldus verkochte Effecten of Goederen het opgenomen Capitaal, met de daarop verlopene Intresfen en de gevallene kosten, niet hadden opgebragt, benevens één percent proviüe ten behoeve van den Lande, het te kortkomende aan Commisfarisfen te voldoen, die daar en tegen het meerder provenu aan hem in Comptantgeld of Beleenbankgeld, tegen reftitutie van het hem gegeven Renverfaal en Quitantie, zullen extradeeren; wordende Commisfarisfen al verder geauthorifeerd, om, ingevalle de Verpander in gebreke mogte blijven, het te kortkomende op de verkogte Effecten te voldoen , hetzelve door parate executie zonder form van proces op zijn Perfoon en Goederen te verhalen. Dat voorts Commisfarisfen in elk der voormalige Gewesten, onder approbatie van het Uitvoerend Bewind, één of meer gefchikte Perfoonen zullen qualificeeren, ten einde tot gerief der Ingezetenen aldaar aantenemen zodanige Beleeningen, als ingevolge de Wet zullen worden aangeboden, des dat, voor zoverre de vaste Goederen betreft, daarbij zullen moeten worden overgelegd de vereischte Aéte vanïauxa' tie, Bewijzen van onbezwaarden Eigendom en verdere Befcheiden als vooren vereischt wordende, benevens de behoorlijke Hijpotheekbrief, en voorts ten aanzien van Effeéten, die Effeéten zeiven met de Bewijzen van onbezwaarden Eigendom en Hijpotheekbrief mede in voege als vooren; en zullen die gequalificeerde Perfoonen daar voor ten behoeve der Verpanders pasfeeren provifioneele Quitantien, dezelve Effeéten, Documenten en Papieren, vervolgens, benevens Declaratoir dat zij de Beleening folide oordeelen, aan ComPpp mis-  C C" 488. ) imsfarisfen inzenden, welken, na examinatie met de Belee» ning genoegen neemende, het Renverfaal en de Bankbillefcten aan zodanige Gequalificeerden zullen ter hand fteilen , ten einde dezelven tegens intrekking der provifioneele Quitantie aan de Verpanders uittereiken. - Dat die geenen, welken zich van deeze gequalificeerde Perfoonen, zullen willen bedienen, aan dezelven de op hunne expeditiente vallene extra onkosteri'zullen moeten vergoeden , benevens $ per Gentr der opgenomene fom voor de moeite daarenboven. Dat eindelijk de Erfg'enaamen dér Verpanders zullen bevrijd zijn en bij deeze onthévën worden van 's Lands recht op de Collateraale Succeslie, wegens de nogonaf< geloste fommen op de beleende Effecten . opgenomen j zullende zij alleenlijk verplicht zijn, om van het meerdere, dat die Effe&en, boven de daarop nog verichuldigde fommen , bedragen of waardig zijn , deezen Impost te voldoen. Dat het uit deze Beleeningen profluéerende Bankgeld zal worden befchouwd als profluéerende uit eene continuatie der Beleenbank, en geenszins als uit eene nieuwe Inrichting, blijvende dus de Intrest van drie ten honderd, de wijze van overboeking of affchrijving, de Declaratoiren voor de Posten aan Ontvangers afgefchreven, en de geheele thans beftaande en plaats hebbende inrichting op den voet bij voorige Wetten, Decreeten en Inftruétien bepaald. . Dat verders het Beleenbankgeld in alle ordinaire Lasten voor comptant Geld zal worden aangenomen, op den voet eri de wijze als tot nu toe in het voormaalig Gewest Hol-1 land is gebruiklijk geweest. Dat onverminderd dit alles gereferveerd blijft, óm ten allen tijde zodanige Maatregelen tot beneficeering en inftand-> houding van het Crediet deezer Bank te beraamen en daarteftellen, als de omftandigheden zullen noodzaaklijk maaken. Diens-  < 489 ) Diensvolgende gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort. In den Haag, den'20 Februarij 1700. Het vijfde. Jaar der-Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) J. W, van HASSELT, Vt. • ■ ' • (Onderfiond) Ter Ordonnantie van Hetzelve. C. G. H ü L T M A N. " Secretaris, nsv obixrrw al>' nè&h&na.ö iüoêéd et tmub NOTIFICATIE. De Agent van Financien der Bataaffche Republiek, als doorliet Uitvoerend Bewind fpeciaal gechargeerd met de'Exëcutie der voorenftaande Wet, Notificeert .bij deeze: dat het in werking brengen der Nationaale Beleenbank aanvang zal neemen op Maandag, den nsften Februarij aanftaanden: kunnende alzo een ieder, van dien tijd af,, zich bij de Com* misfarisfeu derzelve Bank, binnen Amfterdam, tot het doen van Beleening, adresfeeren. Dat voords, in ieder der voormaalige Gewesten de naamen der benoemde Gequalificeerden tot het aanneemen van Beleeningen, overeenkomftig de voorfz. Publicatie, bij nadere Advertentie, zuilen worden bekend gemaakt. En eindelijk dat hier achter zijn gei'hfereerd de Formulie. ren, welken ten aanzien derzelve Beleenbank, zullen moeten worden naargekomen en geobferveerd. Gedaan in den Haage, den 2often Februarij. 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ter Ordonnantie van. voorn. Agent, T.;C...d£; BORDES. Ppp 2 FOR-  ( 49° ) FORMULIER van de Afte van Beleening. Huiden . compareerde voor • de Burger . . • woonende te • • ^ )• . * " en verklaarde (in zijn privé, of als fpeciaalen last en volmagt tot het pasfeeren deezer hebbende van .... volgends Acte door denzelven ... op den . . . • voor . . . gepasfeerd, en ten deezen geannexeerd,) van Commisfarisfen der Nationaale Beleenbank, te Amfterdam te hebben ontvangen de waarde van . • • guldens, in . . . Bank-Billet . . dienende om in de Geldheffing op de Bezittingen en Inkomften, gearresteerd op den 3often November 1798, geëmploijeerd, en ten dien einde aan 's Lands Ontvangers overgebragt te worden. Welke fomme van . . . de Comparant beloofd heeft aan de voorfz. Commisfarisfen optebrengen en te voldoen, hetzijinComptanten, of in Bankgeld, ruiterlijk.voor of op den laatften December 1801, en daarvan inmiddels telken Taare te betaalen Intrest tegen vijf per Ct. s Jaars; des dat het hem vrij zal ftaan de aftosfing ten allen tijde geheel of gedeeltelijk te doen, mids daarvan ten minften drie dagen bevoorens ter voorfz. Beleenbank kenlijke opzegging doende, in welk geval de Interesfen per dag zullen worden afgerekend. '~ , r NB. Ten opzien- En verklaarde de Comparant, voorde voorfz. te van onroeren- capitaale Somme en Interesfen, te verbinden de Goederen moe » perf-001l9 en generaalijk alle zijne Goedec'eve'letters ge'- ren, zo toekomende als tegenwoordige, zonder ft'eide woorden uitzondering, die fubmitteerende ten bedwang uitgelaaten en iu en executje van Commisfarisfen, volgens DeS$d%ffi «eet van het Vertegenwoordigend Lichaam  C 491 ) ,, Nog fptda- bovendien als Pand der minne aan meergemelde „ Ujk te affeüee. Commisfarisfen ter hand gefield te hebben de vul- „ ren en verbm- ji?/rrv r ^ 7 „ den zijn Huis cn ge"de Lffeclen of Goederen. „Erve, Buiten- Neemende ten zijnen laste alle pericul van „plaats, Bouw Brand, Diefflal, vermindering, bederf, en " Jerijen%)z!" het §een verder aan de voorfz- Goederen zoude kunnen overkomen, van wat natuur het mogte zijn, zonder dat de voorfchrtvene Commisfirisien deswege ietwes te verandwoorden zullen hebben. En ingevalle de voorfz. Effecten of Goederen mogten daalen beneden de vijf-en-twintig per Cent van de waarde, waar op die bij de Beleening zijn getauxeerd, verklaarde hij zich te verbinden, om, op de eerfte aanmaaning van Commisfarisi'en, binnen veertien dagen, een furplus ter concurrentie der verminderde waarde, in Comptant Geld of in Bankgeld, aftelosfen, (waarvoor echter in dat geval geen gedeelte der beleende Effecten of Goederen zal gerestitueerd worden,) of wel hetzelfde furplus, in dezelfde of andere folide Effecten, ten genoegen van Commisfarisfen, te fourneeren; — zullende de Goederen bij deeze verpand, of door den Comparant bij fuppletie nog te verpanden, zo lang deeze Beleening niet geheel en al zal zijn afgedaan, niet mogen warden getransporteerd. NB. indien de Verklaarende de Comparant al verder de fote'ndGoTdïï" meerSemelde Commisfarisfen te authorifeeren , fchiedt moet hier omme, wanneer hij in gebreke blijft de veragter gevoegd fchenen Intresten te voldoen, de fuppletie, worden: „Noch voor je gedaalde waarde der verpande Goer,dereewSegeaideren5 te prafteeren, of de aflosfing bij het „ lieneerdof ver- afloopen deezer Beleening te doen, in alle die „der belast, dan gevallen, dezelve verpande Goederen, zoniet exprSsfeder eenige na(jere authQrifatje of forme van Ppp 3 pro-  I 49* ) ■ mentie, dat dit proces, publiek te verkoppen, en naar ftijle "fpeciaal ver- aan de Koopers te transporteeren en leveren; ';,banddaaroPtenaanneemende? om ^ zo dra hem de Verkoop "ïetS f/ge-Rekening daar van zal zijn vertoond al het ;;5eerd, At «en, dfnnogaan het doorhem verfchuldig„techt van pre-^e zoude mogen ontbreken, promptehjk aan ''^nLTcrt Commisfarisfen te voldoen, onder verband en - dVeufen van fubmisfie als boven; met dien yerftande, dat ,"den Eigenaar." het geen, na aftrek van alle redelijke kosten, bevonden mogte worden nog over te fchieten, aan hem Comparant, tegens restitutie en Quitantie van het Renverfaal der verpande Effecten of Goederen, incomptanten gelde zal worde geëxtradeerd. Aldus gedaan &c. FORMULIER van het Renverlaal. Commisfarisfen van de Nationaal Beleenbank, te Amfterdam, verklaaren bij deeze, dat in dezelve Bank door . bij behoorlijke Afte van Beleening, zijn verpandde volgende Effecten of Goederen. Welken wij, ten pericule van den Eigenaar, zullen bewaaren, of doen bewaaren, tot de finaale aflosfing der voorfz. Beleening, en dan/» natura aan hem zullen restitueeren, tegens weder oplevering van dit ons Renverfaal, het welK tot niets anders zal kunnen dienen, en op geenerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, verkogt, of aan een ander beleend of ïeaffefteerd, mag worden, direct of indirect; wordende bi deeze een ieder gewaarfchuwd, dat alle handehngen met dit Renverfaal door het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks zijn verklaard nul en van onwaarde, mvoe-  ( 493. ) ge daarop bij geen Rechter in juMcando> zal mogen worden reguard genomen of recht gedaan. Aclum in Amfterdam den ; . FORMULIER van het Bank-Billet. Commisfarisfen van de Nationaale Beleenbank, te Amfter* dam, verklaaren bij deeze, dat ter zelve Bank door . . . is opgenomen eene fomma van en daarvoor aan hem uitgegeven dit Billet, om in de Geldheffing, op de Bezittingen en Inkomften, in dato 30 November 1798 gearresteerd te worden gefourneerd, zonder dat hetzelve tot eenig ander gebruik, hoegenaamd, mag dienen, of van eenige valeur zal zijn; waar van een ieder bij deeze wordt gewaarfchuwd. Aclum in Amfterdam op den . . . •  C 494 ) NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan alle Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap! Boet te weeten: « ' Dat de Ontvangers, heiast met de P^eP^^nj2«n brene der Heffing van vier ten hondert over de Bezittingen bij wijze van voorbetaaling, ingevolge Publieatie van üen 3o November 1798, verpligt zijn overeenkomftig het De creet van het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataatlcne Repubüek van den 12 Februarij 1799 aan te neemen de BanK Bilüetten, welke hun als Fournisfementen door de Ingezeetenen zullen worden aangebooden, voor het volle beloop van dien, doch niet anders dan gequiteerd w dorfo door den verfiander . in het Billiet genoemd. ^Xnede, dat in befaaling van alle Landslasten en Impofitien £t Be eenbank-Geld, dat is het Reprajentauef der Be leTnlgen, even als Comptant kan worden gegeeven nu aan den Ontvanger, bij wien de betaalinge gefchia t, tu hand Hellende een Declaratoir, geteekend door dr e^ Commisfarisfen der Nationale Beleenbank, waar uit bU|k ? dat van de verfchuldigde Som ter Bank behoorlijke affchnjvmg aan hem Ontvanger is gedaan. . , . Op dat dit ter kennisfe van een ieder koome, zal aeeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. . r„ Aldus befloten binnen Leeuwarden, den 38 Februarij 1799. » . Het vijfde Jaar de^ata£f^l^Q^ Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEM A.  ( 495 ) PUBLICATIE TJTet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten : Dat het Vertegenwoordigend Lichaam op de wijze, bij de' Staatsregeling voor gefchre ven, overwogen hebbende, dat het voor het Commercie weezen dezer Republiek, van hetgrootfte aanbelang, en over zulks ten uiterften noodzaaklijk is, dat de doorvoer van Goederen, over het Grondgebied van den Staat tranüeerende, alleszins worde aangemoedigd, bevorderd en gemakkelijk gemaakt. Dat echter, aan den anderen kant, niet te zorgvuldig kan worden tegen gegaan, dat deze doorvoer ten voordeele van den algemeenen Vijand zoude kunnen ftrekken, of aan degewigtiglle belangen van het Bataaffche Volk hinderlijk zijn, ènalzo, in ftede van ten nutte, integendeel tot merkelijk nadeel des dierbaaren Vaderlands zoude uitloopen. Dat, bij de Publicatie der Nationale Vergadering van den 5 Januarij 1797, geene duidelijke bepaaling word gemaakt, omtrent den algemeenen Doorvoer der vrije Goederen, en eene te uitgebreide ftrekking gegeven, immers daar uit is afgeleid, ten opzigte der Contrabande Goederen. Dat, dien ten gevolge, eene grote menigte Britfche Manufadluuren en Koopmanfchappen over deze Republiek naar andere Landen is vervoerd geworden, en alzo aan de Commercie, Fabrieken en Trafieken van den algemeenen Vijand, niet ciic afbreuk is toegebragt, welke nodig én gefchikt is om hem tot eene billijke Vrede te dwingen. _ Dat almede, onder pretext van Doorvoer, eene niet ge. rïnge quantiteit dier Goederen, in weerwil van het uitdruk' kelijkst Verbod, dadelijk is ingevoerd. - - Qqq ■ -'Over-  C 496 ) « hebbende: dat de handel'Jh de Specerijen, zo Slen Handel bijgezet, in allen Miiven een Eigendom der Bataafiche Natie, en over zulks alles! dat dezen Handel eenigzints zoude kunnen beSteden en daar onder ook de Doorvoer van vreemde Spefe^en, behoord te worden geweerd en tegen gegaan. Overwogen hebbende: dat ook gelijke redenen, immers Jluurende het nog exteerende Octrooi] plaats heDbentefenhet permitteren van den doorvoer van vreemde Thee^ Sn Lr het boven dien, ten einde, tegen de als nog, m Oerwil^SuOde Vetttn en Publicatien voor, un. Se fraudes en kwade volllrektelijk wordt vereisctu dat ooi^tornen vervoeren van alle vreemde Thee , ten ïtrenguc herwogen hebbende eindelijk' dat orn^^ oo f .e^geeiTV^ndelijke ^^ffi**^ Waaren en Icoopmanfchappen oveh*^ataafsch Gron gebied, te Water en te Lande door te voeren, o. Van dezen Doorvoer worden uitgezonderd, en z  C 497 > onder dezelfde Pcenaliteiten refpe&ivelijk, als welke tegen' den Invoer zijn geftatueerd: Eerjlclijk: Alle Britfche Goederen, in alle derzelver uitgeftrekheid, zo als die bij de Publicatie van dit Bewind, van den 23 Ocfober des Jaars 1798 , breder worden omfchreven; — fpecialijk ook de zodanige, die, fchoon in andere Landen gemaakt of vervaardigt, voor Britfche gehouden worden, en met naame vervat zijn in de Lijst bij voornoemde Publicatie gevoegd: de laatfte echter alleen in zo verre die uit Zee zouden mogen worden aangebragt, — Langs de Rivieren te Lande ten doorvoer inkomende, zullende dezelve moeten zijn voorzien van een behoorlijk Certificaat der Regeering van de Plaats waar dezelve zijn in of afgeladen , houdende : ,, dat zodanige Goederen niet zijn van Britfchen oor„ fprong of afkomsr, en dat de Af-of Inlader daar van aan „ gemelde Regeering bij folemnelen Eede, of ander legaal „ bewijs, heeft doen blijken." Ten tweeden: alle de vreemde Specerijen , beftaanden Kav neel, Foulie, Muskaatnooten en Kruidnagels. Ten derden: alle vreemde Thee. 3. Opzichtelijk de vreemde Thee word nog boven dien bij deze verftaan, dat van dezelve ook zal verboden zijn alle vervoer binnen 's Lands van of naar eem'g Departement, Stad, Plaats, Huis, Schuur, Wagen, Kar, Schip, Schuit of dergelijke, hoegenaamd, en ten welken einde ook die vervoer zoude mogen gefchieden. 4. Alle die geenen, welke voor het tegenwoordige nog in het bezit mogten zijn van eenige vreemde Thee, zullen gehouden wezen, binnen drie Maanden, na den datum der Publicatie dezer, daarvan, met bijvoeging der quantiteit, opgave te doen aan zodanig Comptoir der Convoijen en Licenten, als tot het meeste gerief en gemak der Kooplieden en JSezitters van vreemde Thee, in de onderfcheiden Steden1 en Qqq a Plaat-  C 498 ) Plaatzen van de Republiek, bij nader te doetie Advertentie door of van wegen het Uitvoerend Bewind zal worden aangewezen, ten einde de Kisten of Kasfen, het zij groote of kleine, geëmbaleerd of niet geëmbaleerd, waar m de gezegde vreemde Thee zich bevind, buiten kosten van den Eige. naar, worden gebrand of gemerkt, met zodanig teken of tekens als daar toe zal of zullen worden gebezigd: zullende echter, opzichtelijk de quantiteit over het geheel, de nodige orders worden gefteld, dat alle discretie, en de ftipfte geheimhouding, door de geenen, welke tot het branden ot merken worden geëmploijeerd, deswegens worden in acht genomen. 5. Des zal het geftatueerde in Art. 3. niet eerder in werking worden gebragt, dan na verloop van drie Maanden, in het voorig Articul gemeld; en van dien tijd af en vervolgens, de invoegen voorfz. niet gemerkte en aldus achterhaalde Kisten of Kasfen Thee voornoemd, voor vreemde gehouden, en tot confiscatie van dezelve worden geprocedeerd; en zal zodanige Thee, mitsgaders het Schip, de Schuit, Wagen, Kar, Paard, Sleede, of waar mede de vervoer ook zij gefchied, ten behoeve van den Lande, en die geenen die verder gerechtigd zijn, wezen verbeurd; gelijk mede bij dezen word verboden allen in-, uit-, door-en binnenlandfchen vervoer van ledige, of anders van met Thee gevulde Kisten of Kasten voornoemd, welke ingevoegen voorfchr. zullen zijn gemerkt of gebrand, mitsgaders van gedeeltens derzelven, op pcene van een honderd Guldens voor elke Kist of Kas, groot of klein, geheel of gedeelte, te verbeuren bij den geenen, welken dezelve aldus zal hebben in , uit, door of binnen Lands vervoerd, of daar toe last of order zal hebben gegeven; behalven de verbeurte van de Kisten of Kasfen, en hetgeen in dezelve anders dan Thee mogt worden gevonden. 6. Geene Goederen zullen als tranftroir worden geadmkp- teerd a  C 499 ) teerd, dan dewelke op het eerfte inkomen, eö aan déuitër- fte Wagt als zodanig zullen zijn aangegeven. 7. Van de voorfchreven aangifte zal op de generaale verklaring, als mede (met gefpecificeerde opgaveder Plaats, van waar dezelve komen, en werwaards dezelve zijn gedestineerd) op de Pasporten, Loscedullen en Renverialen, nauwkeurige aantekening moet gefchieden; ook zullen geene verzoeken tot tauxatien, of eenige tauxatie voor door te voerene Goederen worden geadmitteerd ; maar zal de aangifte zo van de waarde als anderzins, bij Billetten moeten gefchieden. | ' - 8. Generadijk zal omtrent alle tranütoire Goederen moeten-worden in acht genomen het geene bj 's Lands Wetten, enPlacaten, en fpeciaal bij het Generaale Placaat van 1725, ^omtrent de inklaring, losfing, weder inlading als anderzings, bij den In- en Uitvoer, in het algemeen is bepaald en vastgefteld, zo verre zulks door de tegenwoordige inrichting van het Tranfit niet is veranderd. 9. In het bijzonder zal ook opzichtelijk de doorgevoerd wordende Goederen, eene ftipte vifitatie moeren worden geobserveerd, en zullen dezelve, zo Vrije als Contrebande bij of dadelijk na de losfing worden geplumbeerd. _ 10. Geene waaren als tranütoire aangegeven, zullen van dit voorrecht langer genot hebben, dan voor den tijd van zes weeken, ten ware door den Commisfaris der Convoijen en Licenten, of door wien en onder welke ïitul die functie in het vervolg zal mogen worden waargenomen, op gedaan verzoek, prolongatie zal zijn verleend. 11. De Geconiigneerde, binnen den tijd der voorfz. zes Weeken, of prolongatie, genegen zijnde, over de aangegeven Goederen mits Vrije zijnde, anders te disponeeren, zal zulks vermogen te doen ; en bij aldien hij op het aangeven meerder mogt betaald hebben dan het Inkomend Recht, met de verQqq 3 ftmul  C 5°° ) fchuldigde Premie bedraagt, zal het furplus aan hem moeten worden gerestitueerd. ' \ ia De Tranütoire Goederen zullen in geenen delen, directeliilc, nog indirectelijk geduurende de gezegde zes WeeS of prolongatie, mogen worden verkogt, gealieneerd 01 nsporteerd, het zij in het openbaar of onder de hand op pcene van nulliteit en confiscatie der aldus verkogte of ge- ^^0^1^^^^ vzn alle Goederen, zonder onderfcheid, zal bij de aangifte worden betaald, alleen eens het Inkomend of uitgaand Recht, dat van beide het ^og^s, zonder eenige Premie, en op den voet, zo als die bij-üet iarif van 1725 is gereguleerd; met de veranderingen., vermeerderingen en verminderingen, daar in fuccesfivekjk gemaakt of noch te maaken. — Van Paarden, de Veulens daar onder begrepen, te Lande, of langs de Rivieren , ten doorvoer inkomende, zal van ieder Stuk worden betaald twee= Guldens^ m De geaccordeerde vrijdom aan zommige Articulen naar Spanjen tranlieerende, blijft op den ouden voet, onder dezelfde precauüen, als daar bij zijn geftatueerd. iT Voor zo verre, uit hoofde van verbod van In- of Uitvo ; fleS een der beide Rechten in het Tarif vernoemd bekend i£ zal men voor den bij dezen gepermitteerden doo voer zodaniger Goederen, volftaan met de betaling van dat SSSalleen, het welk in gemelde Tarif, het zy voor de ït het zij voor de Uitvoer, is genoteerd; doch van die Goedtren, waar van, uit hoofde van verbod van Invoer, geen inkomend Recht beftaat, en die daar en tegen bij den U*. voeTzlfn vdjgefteld, zal drie ten honderd van de waarde ^Bov^Ü betaling van het hier voren bepaald Tranfito Recht van vrije Goederen, zal moeten worden geconhgneerd l ptmie voor zodanige Articulen, welke daar aan zijn geiubje&eerd.  C 501 ) 17. Deze geconfigneerde Praemie zal terftond worden gerestitueerd, zo dra, bij productie van het afgetekend Pasport, binnen den tijd van zes Weeken, of de verleende Prolongatie zal zijn gebleeken, dat de Goederen in dit en het vorig Art. 16. vermeld, wederom zullen zijn uitgevoerd. 18. Detraufito aangegeven vrije Goederen, zullen onder den Geconfigneerden of Koopman mogen verblijven, onder de bepalingen Art. yai geftipuleerd. 19. üpzichtelijk de Contrabande tranlieërende Goederen, zal, behalven het geen generaKjk hier vooren omtrent de doorvoer is geftatueerd, in alle gevallen een fpeciaal toezicht door 's Lands Bedienden gehouden worden. 20. De alzo geplumbeerde Goederen niet dadelijk wederom uitgevoerd wordende, zullen ten bijwezen van één of meerder Commilen ter Recherche, naar een Lands Magazijn of Pakhuis worden gebragt, en in hetzelve opgeflagen zijnde, gefteld onder de Gustodie van den Vendumeester , of die deszelfs Functie waarneemt; met name de eerfte Officier van de Convoijen en Licenten, welke terftond van zodanige Goederen een behoorlijk Renverfaal aan den Schipper of Voerman zal moeten afgeven ter hunner decharche, en ten einde hetzelve aan den Geconfigneerden, tot diens fecuriteit te overhandigen.- 21. In Plaatzen waar geen vaste Lands Magazijnen of Pakhuis voorhanden is, zal, ten voorfz. einde, door den geenen, onder wiens Custodie de Goederen komen, eenegefchikte Bergplaats worden aangeweezen, welke als dan in allen delen met zodanige Lands-Magazijn of Pakhuis zal gelijk ftaan. 22. Bij het aangeeven van alle zodanige Goederen, zal, door of van wegen den Geconfigneerden, wordengefteld behoorlijke cautie, voor het montant, van driemaal der waarde der door te voeren Goederen, ten waarborge, dat dezelve wederom uit deze Landen zullen worden uitgevoerd, en wel binnen den tijd of prolongatie in Art. iq. te vinden. 23. De  ( 5°* ) aa. Deze Cautie zal moeten worden gepasfeerd ten Comptoke daar de Rechten worden betaald; met dien verftande dat, zo de Geconfigneerde aldaar niet woonachtig is, het voldoende zal zijn, winneet hij ter plaatze van de inklaring en bewijs produceert, behoorlijk gezegeld, koutende d a In , ten Comptoire der Convoi en en Licenten zijner Woonplaats, of het naast daar bij gelegen, zodanige Cautie heeft^gefteld of doen fteilen: En zal dit bewijs ter plaatze van de bUj ring dooi-den Ontvanger of Commis-Colleaeur ipoëten afVefchreven geboekt, op het Pasport daar van melding geSmtaTS'hS bewijs' zelve aan het Posport moeten gean- "TrDrCautie niet gefteld, nog het bewijs in het voorgaand o o Art. gemeld, wordende geproduceerd, zullen oe £r te voeren Goeder'en niet mogen worden geëxpedieerd, maar ter plaatze waar de Rechten moeten worden voldaan Sn zij dadelijk wederom wordende terug en buiten de RepubhekgevotrcL moeten verblijven, tot dat aan een der gezegen'zal wezen vJaan; en inmiddels onder Custndïfw toezicht van den eerften Officier der Convoyen en SSSi^ftddVdie daar voor een gelijke falaris zal genie^er, al afn denVendumeester bij Art. 30. hier na volgende ™t 'De61Sf*. Cautie zal worden geroijeerd, zo dra door eene behoorlijke aftekening op het Pasport, gedaan door s Lands Bedienden ter uiterfte Wagt, langs welke de Goede ^rzulïen zijn gepasfeerd en uitgevoerdi; dat de meergedagte Goederen waarlijk en in de daad zijn un ^£Se^in Benadering van zodanige do=en raderen welke op het Tarif van 1725. met bekend itaan, S^^rwok^bij de waarde worden aangegeven, zu> len sLaTds Beenden, door welke die benadering^ ..g-  c 503 j fehied, een gelijk bewijs van den Uitvoer moeten overbrengen, op poene van te worden gecasfeerd. 27. De Cautie in Art. 22, 23 cn 24 vermeld zal nipt behoeven te beftaan in eene co^ignatil ^7? nning n of Goederen; zullende echter de Officieren van de Convoijen en Licenten gerechtigd zijn, om des noods, te vorderen ZT™V?^nëadCI JbIditeit Van den CautionaJs, door het Plaatslijk Beftuur zijner Woonplaats af te geven 28. Alle Goederen, die tranfito worden vervoerd, zullen zo veel mooghjk, in dier voegen moeten zijn ingepakt of anderzmts befloten, immers in zodanigen ftaat gebrigt. dat dezelve gevoeglijk kunnen worden geplumbeerd . 29. Het Touwwerk en Lood, tot het plumbeeren nodig zal van wegen en ten koste van den Lande worden geleverd' 30. Aan den Vendumeester, en waar geen Vendumees-' ter is, zal aan den eerften Officier van de Convoijen™ Licenten, voorde Custodieen bewaaring der Contrabande Goederen welke 111 's Lands Magazijnen of Pakhuizenworden opgeflagen, worden betaald, een per Mill ?an zodanïe Goederen welke bij de waarde worden aangegeven; en van die voor welke, volgens het Tarif van 17I5 het hoogfte Recht word betaald, de dertigfte Penning van het Sde betaalde Rechten bedragen; hullende een^n ander door den wSavolJaUr k0St6n °f naded ^ ^ ^ —» Kkfe Ai" d£ ^ommiTen of C°mmis ter Recherche zal voor hetplumberen der meergemelde Goederen, en het fpedaaï toezicht, bij derzelver Transport naar 's Lands Mag ^- of Pakhuis, betaald worden van ieder enkelde Baal, Pakk sf Sr' e^v W %f of M>nde> of klein', zesS yers, en voorts drie Stuivers voor ieder der gemelde Stukken, boven het getal van ddn. ë^eiue otuK- 32- De Commis of Commifen, welke het opzicht hebben ^rr over  ( 5°4 ) aan dezelven .word toegelegd. c ifen vaceren, tot 33 Het zij é«n.Vhf "^Snde Articulen gemeld is, het geen m de beide laatf^°^£!.neerde ueftts éénmaal het *1 echter de Koopman of .Gne^?fi^™ één Commis iefpecHvelijk bepaalde voldoen,^tn meer ^ bijPhet opüaau * J^^'v^^ onvermuiderd . lijk het Traniit van den 5 Januanj 179/, *M ~ ^revolterende en altererende ^licaw «n^dM 1- d «rende, worden bij dezen mge"0^.e° buiten effed gefteld * 35- Desgelijks —^£ zoverreW ^^ZT^^^^ftn]dlg zljn' daar door komen te vervalkn. ^ deg v Diensvolgens gelast het voora. wew ^ afgckondigt. tegenwoordigend Lichaam, dat J«e »i. &derenlast ^aangeplakt fSvé in ajd aan de Fiscaals enCo™^ en wijle zouden mogen vei vangen, nu»g der Ofidcren van de Convone*f-fajg§&^$§$ ftiptelijk zoude mogen aangaan, zich ™^ tegedragen proced^ (w<« getekend) v»  C 505 ) PUBLICATIE Hi^~Ltrd der Bataaffche cj?*1 ht\Vertegenw™rdigend Lichaam, op de wijze bij de made Staatsregeling>eene uitdrukkelijke bepaaling is L maakt, in boe verre de Leden van het Vertegenwoordigend ^T,deS Bataaffchen Vo]ks **** arrestabel lijS, en dat het niettemin nou,ig is, dat daaromtrent eene billike cijnofure worde daargefteld. '7: ? . Dlt derStaatsregeïing gezorgd hebbende, dat geen Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam door eene alrehen He, ofmcar^iatie, uithoofde van temeraire brfcffiSgen van Lijffiraffdijke Misdaden zoude worden btS ftSt gefteld, om den Post, hem door het vertrouwenTanN ine Medeburgeren opgedragen, onafgebroken waar te nem ndat verder d:t oogmerk niet ten vollen zoude worden beS' indien m civiele zaaken, de Leden van het v7rL«„JSor* digend Lichaam, door Perlbonlijke Arresten of Gm ZT zonder eenige bepalingen, zouden kunnen wordefbeiS Dat deswegens wel aan de eene zijde, moet worden ^ zorgd dat zodanige Arresten of Gijfelingen nie aTiders £n om allezins wettige en dringende reden , worden toegek ten, coch, dat aan den anderen kant, aan wettL Ciedi teuren, de gelegenheid niet behoorde e wordei^ Gnomen om ten opzichte der Leden van het vSÏÏS Lichaam, van welken zij, uit eehigerhande^Sf8^ &ï? ?ei hebbCn' Zodam'§e middelen tot derzelver ftcuu ftelhng in het werk te fteilen, als naar de Wet envan den Lande zijn vnjgelaaten. i Rrr | VVetCen van  C 5q6 > , vi lil a- Si-aatsregeline aan het Vertegen- verordend heeft : ,™tffefteld, eeliik bepaald en Dat zal worden bepaalden ^^{J^ Van het Vervastgefteld wordt bi] J""n» ^Se^Selver Zitting tegenwoordigend Lichaam ' .f3^e f zullen km> ingde gemelde Verg^enng^hu^eri^^ nen gearrefteerd, of in Gnleimge gepjua f ten hunoftefzaake van eenige vorderingen ofP^?^e zi la. nen lasten gefustmeerd worden *^™£ga Crediteutireerende of voortv ugtig ^^ZvTnog ter Executie lii^^ gedecer neerd. ., i 7nodra het arrest zal zijn Dat in het eerstgemeHe geva1 zooara de gedaan, daar van onverwijld ^1 worden kenn^ gege I^WvanhetV^^ omtrent zoodanig te.kunnen belluiten, als den van zaaken zal worden ^wnuen noo g ^ Dat in het laatstgemelde geva , net arr , ling niet eerder zal mogen g^J^odii^ ^jze de Execuvoor af door den geenen, ^e op zoodam e j ^ tie zoude willen dmgeeren of wel ^ ^ zjjn wiens g^L%^^^l^^^^^ geenen, onder welke dezelve berusten. ^ S Dat de Lerft* Ka^er ^^f^ns zal hooren, 'men, éérst den beklaagden.*n zijne beiangei» ^  C 507 ) en vervolgens, met verklaaring van onverwijlde noodzaakïijkbeid, zal onderzoeken , en bij de meerderheid van twee derde der tegenwoordig zijnde Leden, beflisfen, of 'er gepaste termen zijn, om door middel van perfoneelarrest, of Gijfeling de Executie te dirigeeren. Dat de Eerfte Kamer daar toe geen grond vindende, de zaak zal gehouden worden voor afgedaan. Dat de Eerfte Kamer bevindende, dat 'er gronden zijn voor een perfoneel arrest, of Gijfeling, haar befluit, binnen den tijd van 14 dagen, ter bekrachtiging zal zenden aan de Tweede Kamer. Dat de Tweede Kamer het befluit der Eerfte Kamer weigerende te bekrachtigen, waar over dezelve zich binnen 14 dagen na de receptie van het befluit der Eerfte Kamer zal hebben te expliceeren, de zaak zal worden gerekend voor afgedaan. Dat de Tweede Kamer, het befluit bekrachtigd hebbende , daar van Extract zal worden gegeven aan het Uitvoerend Bewind, ten einde hetzelve te brengen, ter kennisfe van de belanghebbende. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alomme waar zulks behoord. In den Hage, den 5 Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. W. van HASSELT, Vt. (Ondèrftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) G. G, H U L T M A N. Rrr 3 PU-  ( $o8 ) PUBLICATIE Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld overwogen hebbende: dat de Echtördening of Ordonnantie op de Huwelijken var,i den j October des Taars 1660, in het voormalig Gewest Gelderland tot nog toe in obfervantie geweest z^nde, voor zo ver dezelve aan de Ouders het recht geeft, om, zonder eenige redenen te geeven, in het Huwelijk van hunne Kinderen, derzelver Content te weigeren, is hard, onbillijk en ftnjdende met de Vrijheid en het Algemeen belang; en dat liet alzo den pligt is van den Wetgever, om door eene intrekking of alteratie van de Wet zelve, die willekeur en onbillijkheid, zo fpoedig moogli k weg te neemen en voor het vprvolff voor te komen. . . Dat het ook alzo aan den anderen kant phgtmatig is, om in zodanig een geval, met alle omzichtigheid te zorgen, dat uit^efnegvernieguwing of alteratie der Wet, geene kwade SUgen voortfpruiten; en het alzo in dezen noodzaakehjk is dat aan de eene zijde het Ouderink gezag en Kinderlijke eerbied, zo wel als de invloed der Ouderen op de Huwelijken hunner Kinderen, geconferveerd worde, maar ook aan den anderen kant, dat het gezag der Ouderen ter dier zake zodanig bepaald worde, dat hetzelve tot geen willekeur, dwang of onderdrukking kan overllaan. ' Dat het daar toe meest gefchikt middel is, het Ouaerhjk Confent, als een noodzaaklijk vereischte tot het contraéfcce«n vaide Huwelijken der Kinderen, conform de reeds m het voormalig Gewest Gelderland vigeerende Echtördening, ÏS»SSf« behouden, dochteffens te bepaalen, dat in  C 509 ; cas van weigering van het Confent der Ouderen, de redenen dier weigering aan een nauwkeurig en onpartijdig onderzoek zullen worden onderworpen , en ongenoegzaam bevonden zijnde, het Huwelijk der Kinderen als dan zal voortgaan. Befloten en verordend heeft: dat van nu voortaan, en tot zo lange bij een algemeen Wetboek, over de gantfche Bataaffche Republiek, in dezen nader zal zijn voorzien, met alteratie van de Echtördening of Ordonnantie op de Huwelijken van den 9 October des Jaars 1660 in het voormalig Gewest Gelderland, tot nog toe in obfervantie geweest zijnde , alle Huwelijken van minderjaarige Kinderen zonder confent van de Ouders gecontracteerd, zullen zijn nul en van onwaarde, ten waare dat de Ouders het Huwelijk naderhand approbeerden en bewilligden. Doch dar, bijaldien een meerderjarig Perzoon, Ouders, ofte Vader of Moeder hebbende, dezelve zijne Ouders, door minnelijke wegen, tot het geven van Confent, in zijn voorgenomen Huwelijk met mogt kunnen beweegen, dezelve zal gerechtigd zijn, voorfehreven zijne Ouders voor het Hof van Justitie aldaar te dagvaarden, tot het verleenen van Confent, ofte opgave van wettige redenen van-weigering, ter erkentenis en beflisfing van den Hove, het weikin deze de planoen zonder figuur van Proces zal Recht fpreeken. Dieusvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegeuwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort. In den Haag, den 5 Maart 1799. Bet vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) J. W. van HASSELT, Vt. (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) C. G. HÜLÏMA N.  ( 51° ) NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezeetenen van dat voormaalig Gewest, Heil en Broederfchap 1 Doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks bij Decreet van den 13 Februarij 1799. heeft befloten: „ dat (onverminderd het Decreet van het Vertegen„ woordigend Lichaam van den 15 januarij 1.1. betrekkelijk „ het houden van Veemarkten uit het voormaalig Gewest Gelderland, mitsgaders onverminderd de Publicatie der " Nationale Vergadering van den 5 Oftober en 16 December 1706 met betrekking tot de Distnden, tusfchen de " Rivieren de Maas, de Waal en de Leek geleegen) het allen In- en Opgezeetenen deezer Republiek zal zijn vrij I! en onverlet, om — onder zoodanige bepalingen, en 1 voorzien weezende van zodanig Certificaat van gezond' heid van Schout en Gerechte van dat Distnft, van waar het Vee wordt vervoerd, als bij laatsgemelde Publicatie Z van den 16 December 1796 is uitgedrukt en omlchree- ven hun Vee van de eene Juris iiftie naar de ande- " xe zo wel als van het eene voormaalig Gewest naar het " andere te mogen vervoeren: en dat hier mede zullen ko" men te cesfeeren alle bijzondere en hier mede ftrijdende Z Wetten der voormaalige Gewesten, omtrent het vervoeren van Rundvee geëmaneerd." . Verders waarfchouwt het opgedagt Beftuur ter voldoening aan het Befluit van het Uitvoerend Bewind van den 25 bebruarij laatstleeden: „ Dat geene Runderbeesten, hetzij vet of mager, Jong  „ of Oud, zonder voorkennisfe en fpeciaal bekoinene per„ misfle van het Uitvoerend Bewind deezer Republiek, on„ der eenig voorwendzel hoegenaamd, van buiten 's Lands „ binnen deeze Repuoliek zullen mogen worden ingevoerd „ op verbeurte van het zelve Vee, en van de Schepen of „ Schuiten ofte andere Voertuig, waar mede de gemelde „ Invoer zoude mogen gefchieden, voor twee derden ten „ behoeve der algemeene Armen der Plaats, waar de be„ keuring gefchiedt, en een derde voor den Bailluw of „ Schout aldaar; zullende de drijvers of invoerders van zo„ danig Vee, mitsgaders alle die daar toe eenigzints mede„ gewelkt, of de hand geleend hebben, boven dien met „ een Confinement van den tijd van twee Jaaren en naar „ exigentie van zaaken zelfs aan den Lijve worden geftraft." Op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, daar men gewoon is zulks te doen. Aldus befloten binnen Leeuwarden 3 den 7 Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur voornoemd. HYLKE HAANEKUIK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. F O C KEMA. Sss : n Or  NOTIFICATIE Het Intermediair Adminiftratif Beftuur var* het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezetenen van dat voormaalig Gewest, Hellen Broeder> Doet te weeten: Dat op eene hoogst ^S^^J^M^S^ vervalscht en in omloop gebragt Recipisfen UftH^ffi geleedene en voor reekening van het voormalig Gewast Ba taafsch Braband overgenomene Oorlogsrampen, d?or het in termediair Adminiftratif Beftuur van dat voormalig Gewest in den voorledenen Jaare afgegeven. nat de kentekenen, waar door de valfche Recipisfen van. dachten kunnen worden onderfcheiden, hier in beftaan. i Dat de fleste naarmaaking der naamtekeningen van de i. Liat ue ïiegremu* & ^ voorlcrireven drie Commisfarisfen, die dezelve op _ confron- Beftuur hebben onderteekend, bij de allergermgite coniro! tatie dadelijk in het oog loopt. * Dat in de valfchen. het woord extresfelijk in den tweedten re^el gVvonden wordt, in plaats van het woord erfelijk , in de echten gebeezigd. 3i Dat de bloempies, in de hoeken der gecontiafa jen geplaltstV veel grover van fneede zijn, dan zulks op de ech_ ten plaats heeft. 4> Dat in de naargemaakten ^^^^^^ meenmeer zijn afgeüeeten, dan die der echten. ^ ^  ( 513 ) 5. Dat in de valfchen de afftand der Jim'en, uitmaakende den binnen rand der Rec-pisfen, in de breedte merkelijk minder is, dan in de echten. 6. Dat de abbreviatie van het woord Numero in de valfchen niet is doorgedrukt zo als in de echten, — maar alleen, zo wel als het punctum daar op volgende, met de pen bij gemaakt, of ten minften overgehaald is. — 7. Dat ook het punctum, achter het woord Recipis geplaatst, merkelijk in de valfchen met het begin der daar opvolgende letter N. in de hoogte verfchïlt, terwijl zulks in de echte niet wordt gevonden, als zijnde in de zelve het bevorens gemelde punct en het begin der letter N. van gelijke hoogte, en 8. Dat onder het woord Rekening, in den zeevenden regel voorkomende, in den agtften regel ftaat het woord Per. cent, waar van in de valfchen de P. perpendiculair geplaatst is onder de G. van het bovenftaande woord $ daar in de echten de voorengemelde P. onder gemelde G. merkelijk ukspringt. . Verders verbieden Wij een iegelijk, om eenige van dezelve Recipisfen aan of van iemand (onder welk voorwendzei ook) uit te geeven, of te dibiteeren, mitsgaders over te neemen of te ontfangen; en gelasten een ieder, om alle zodanige .valfche Recipisfen, die onder hem zouden mogen berusten , of bij h'ém voorhanden zijn binnen veertien dagen na Publicatie deezes aan Ons te bezorgen, of te doen bezorgen, op dat dezelve terftond weerloos worden gemaakt. Zullende die geenen, welke bevonden mogten worden zodanige valfche Recipisfen voorbedagtelijk of ter kwaader trquwte hebben uitgegeeven, aangenomen, of onder zich Sss 2 ge-  C 514 ) gehouden, desweegens ten ftrengften worden geftraft, zo als in goede Justitie bevonden zal worden te behooren. Eindelijk, op dat deeze misdaad te beeter kan worden ontdekt, wordt eene premie van drie duizend Guldens beloofd aan den geenen, welke de Perfoon of Perfoonen, die z-ch aan het nadrukken, invullen en reekenen der meergemelde Recipisfen hebben fchuldig gemaakt, zal kunnen aantoonen zodanig, dat dezelve in handen der Justitie zal of zullen geraaken, en van het fait worden overtuigd, zullende des aanbrengers naam, des begeerende worden gefecreteerd. Op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze ingevolge authorifatie van het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden a den 7 Maart 1790. Hes vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. HYLKE HAANEKUIK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve, D. FOCKEMA, PU-  PUBLICATIE JJet Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek , Doet te weeten : ^.Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende: Dat, hoe iorwaardig net menschlievend voorbeeld der braave Burgerij van IVeesp ook zijn moge, welke eene aanzienlijke fomme, in zeer korten tijd, binnen haare Gemeente, inzameld, ter oeicnikkmg van het Vertegenwoordigend Lichaam , gefteld ln den dringenden nood, aan de Ongelukkige öiagtofters der aangerigte verwoestingen, te voorzien: en hoe edelmoedig en der Bataaffche Natie waarlijk eer aandoende, het voorftel en aanbod ook zijn moge, zo van BeftuurHaa§fc,he Departement der Maatfchappij tot Nut C\lf£yUen'welkezich §aar"e hebben willen belastenmet hetinzameleneuontvangenvanLiefdegavenvanhunneStadsge. noten, ten einde daar uit, op eene gefchikte en zekere wijze, een ipoedige hulp te verfchaffen, als van andere Burgers on £££^ iPlaatff d£eZer publiek, wSke een gel^ foortig voorftel aan hunne Medeburgers gedaan hebben: L ' L^WeidJ welS» daar door, bij" de Natie, wordt opgewekt, (zo deze bij de Bataaffche opwekking behoeft) zich echter alleen zal bepaalen tot zodanige Plaatfen, alwaar diergelijke Menschhevcnde en belanglooze Vaderlanders gevonden worden, en dat, wanneer de uitdeeling der op ^ K rj?Gv, ^zamedde Penningen, niet door eene alge? meene befchikkmg gefchied, dezelve, niettegenftaande de beste wil en het zuiverfte oogmerk van die geenen, welke zich met de uitdeeling belast hebben, natuurlijk onevenredig en dus tegen het oogmerk van de meesten, zo niet alle Sss 3 öe  de Gevers, die toch geene betrekking op de Ongelukkigen van deze of geene Plaats, veel min bijzonder Huisgezin of Perfoon hebben, maar den algemeenen nood wenfchen te verligten, zal gedaan worden. Overwogen hebbende, dat, wanneer deeze, door alle tijdenheen, zo zeer geroemde en der Bataaffche Natie zo veel eer aandoende liefdadigheid, niet door alle de Oorden van deze Republiek, in dezen waarlijk dringenden nood, waarin een aantal hunner Medeburgeren zo ongelukkig als diepgedompeld zijn, mogt worden uigeöefFend, zulks zeker aan niets anders zoude te wijten zijn, dan gedeeltelijk aan het gemis van gelegenheid, om daartoe op eene gefchikte wijze bij te dragen, en gedeeltelijk aan de onzekerheid, of die bijdragen wel zullen dienen, om, voor zo verre dezelve toereikende zullen zijn, 'op eene evenredige wijze, in den algemeenen nood, te voorzien, en alzo waarlijk aan het oogmerk der Gevers zullen beantwoorden. Overwogen hebbende, dat het, bij uitnemenheid de plicht is van het Vertegenwoordigend Lichaam, de deugd der mededeelzaamheid," zo zeer eigen aan het Bataaffche Volk, vrijwillig haaren weldaadigen invloed te laten uitöeffenen, en allen dwang in dezen te vermijden, maar ook tevens te zorgen, dat die uitöeffening van die zelve Deugd, behoorlijk geleid en beftierd worde, en uitlope tot dat einde, waar toe dezelve, om waare Deugd te zijn, {trekken moet. En eindelijk, overwogen hebbende: dat het Vertegenwoordigend Lichaam, alleen bevoegd, en in ftaat zijnde, om, aan deneenen kant, aan het Bataaffche Volk, ter voldoening van deszeïfs prijslijk verlangen, gelegenheid, tot het oeffenen van deze algemsene liefdadigheid, te geeven; en om, aan den anderen kant, die gevreesde onzekerheid weg te neemen, gehouden is, zodanige middelen te beraamen en daarteftellen, waar door, in den dringenden nood van  C ét? ) vat, een meenigte onzer, door de overftroomingen noodlij. hStgoo°e n? Mft^™> door vrijvv-lLgeliefuaadgkuLrrl f ChlktC e" Boeide wijze, "verder zoude Kun^n worden te gemoet gekomen, vooral daar de aW 25*^^*^ r S «| heelt toegelaten, om, daarin verder, als tot het verzorgen der eerfte.en onontbeerlijke behoeftens te voorzien. g ta^K^iï^méft> dat'er> ^or de geheele BaW:anLff,b iL?' een geiteen ten be- noeve van alk zodanige onzer Medeburgeren, welke, door d^^HgS,plaatSfehad hcbbende ovadhooniingen,'in de SÏÏ: êeueeïens Van ons Vaderland, Noodlijdend, njn geworden; zullende een ieder daar aan vrijwillig kunnen eomribueeren, zoveel als zijne omftandigheden zullen toelaten eni zijne menschlievendheid zal medebrengen tt^;» f dag, en le Bataaffche RepSk w^Tu'9 ^ de Sehee* nen *oi OPfnh;~> f9 aan a]le de Huizen derlngezetevoerei*B&' door danige Perfoonen, als ha Uk LTa ige S™?"d^ «Sft^**1 ^ulleïde van hunne^nïelnkkf, S2?WeTïï^ êr» en ter liefde n" °"geJu>k]g geworden e Landgenoten, verrichten SiïS™ eJke Wonderlijke ftm, die aldus, bThem li inJ f ek<^. zonder iets in rekening te mogen bren- g ï)It aifffr' ln Zal§wordenêverS en uitterbu? f Gemee"ela"^ Ontfangers ten fpoedigften £g ™ £ oSr^11 dageD' "a de g£dane « 1-n doen ,èT Penningen, fpecifique opgave zul- doen, aan den Agent van Finantiën; die het generaal pro  C 5i8 ) provenue onverwijld zal brengen ter kennis van bet Uitvoerend Bewind; welk Bewind zich in ftaat zal fteilen, om nauwkeurig te worden geinformeerd van den ftaat der bijzondere behoeftens der geenen, welke, door de overftooming, noodlijdend zijn geworden, en naar die maate een billijke en evenredige uitreiking der ingezamelde penningen doen gefchieden. Dat, hetzelve Bewind, na den afloop van alles, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, eene fummiere verantwoording zal doen, van de ingezamelde penningen , en het emploij daar van gemaakt. Dat, alle Collectens, langs de Huizen, ten vorengemelden einde ftrekkende, het zij voor bijzondere Diftricten, * Plaatfen of Perzoonen, fpeciaal bij dezen worden verboden, op poene bij de Wetten daar tegen geftatueerd; en voort alle Ingezetenen, op het ernftigfte aangemaand, aan de zodanigen, welke daar toe omloopen, geenerhande handreiking te doen, ten einde alzo het heilzaam oogmerk van het Vertegenwoordigend Lichaam in deezen, door geene verkeerde praétijken, worde te leur gefteld. Dienvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt^ alomme waar zulks behoord. In den Haage, den 22 Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheert) F. ERMERINS, Vt. (Onderft ond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSEVAEL. Abj. Secr. NO-  ( 5'9 ) NOTIFICATIE JJet Intermediair Adminiftratif Beftuur van het voormaalig Gewest Friesland, aan de Ingezetenen van dat voormalig Gewest, Heil en Broederfchap J Doet te vieeten: Dat het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek heeft benoemd de Commisfien, welke de Adminiftrative Beftuuren bij de ontbinding ieder in derzelver voormalig Gewest, in alle zaaken de Adminiftratie der Financien betreffende, zullen vervangen, en mitsdien administreeren s Lands domeinen de invordering van alle 's Lands middelen gewoone en buitengewoone; voorts het toezigt hebben over alle Ontvangers , Rentemeesters en Gaarders van dezelve middelen en inkomften, en hen houden tot hunnen pligt, en de flipte obfervantie der wetten, eindelijk uitoeffenen de judicature over 's Lands middelen, gelijk bij Publicatie van den 18 Januarij is gearrefteerd. Dat wijders het Uitvoerend Bewind bij befluiten van den 22 Februarij en 19 Maart 1799. fuccesfivelijk als Commisfarisfen tot de Administratie der Financien in dit voormalig Gewest heeft benoemd de Burgers Mr. Efeus Cats te > Leeuwarden, Reinder van Kleffens te Dockum, Jan van der Bank te Stavoren, en Johan Petrus van Hijlckama te Leeuwarden , Gelastende Wij in naam van voornoemd Bewind allen, wien zulks aangaat, in het bijzonder alle Ontvangers en Collecteurs benevens andere finantiëele beampten op derzelver verantwoordelijkheid , om dezelve Commisfarisfen naar behooren te refpeéteeren, en hunne beveelen te achtervolgen. Ttt Op  C 520 ) Op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze worden Gepubliceerd en Geaffigeerd, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus befloten binnen Leeuwarden s den 25 Maart 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Intermediair Adminiftratif Beftuur voornoemd- H. BORGRINK, Vt. Ter Ordonnantie van Hetzelve , D. F O C K E M A PU-  p u b l i c'a t i e hCt1 Vertegenwoordigend Lichaam, op de wiize bii da Staatsregeling vastgefteld, overwogen hebbende 1 zommige provifionetle Commisfarisfen van de VeTrn7tiede Gi dens en andere Ingezetenen verferen In het alle35 veï keerd begrip dat als nog van de geenen, die eenige Ne? nng, Ambacht of Bedrijf voor eigene «kering zouden wit ZTTm\Z0Ude kUnnen ^eVOTderd worden hermaken" van zoodanige Proeven of Proefwerken, als bevorensvol SSrn?/eHrnietlide Gilde-We«en, vereischt wierden' «* pleegt teTordTnl ^ffi* f Gilden? nïgdade^o^^^ „ zaak, de Placaten, Ordonnantiën en Sen voof 5™ „ verre Z1J hunne betrekking hebben tot S^mT „ ter vermijdering van alle wannrHp Pn ^. 8 , foutie, „ allefchade, diLndersziTaanï^ „ kunnen worden toe«rebrart WnLrt ^nantien zouden gekomen-orden?toS^ „ genwoordrgend Lichaam in ^dgeSfïJdc Ttt a „zieh:"  C 5*» > • n., zomm;2e Ingezetenen zich verkeerdelijk hebben- " terklaïdrin zoodanige Fabriek of Trafiek Veeren, vöor welke vaste Schippers of Voerlieden aangefteld zijn, van nu voortaan eenige Contributie welke voor of als Gild Geld, pleeg gegeven te worden, onder welke benaming, of onder hoedanig voorwendzel dat ook zoude mogen zijn, aftevorderen, het zij direct of indireft. Diensvolgens gelast het voorn. Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alomme waar zulks behoort. In den Haag, den 28 Maart 1799. Hit vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (was geparapheerd) F. ERMER1NS, Vt, (Onderftond) Ter Ordonnantie van Hetzelve, (was getekend) S. DASSVAEL. Loco Secr.