91 1178 5523 UB AMSTERDAM   D E PATRIOT INDE EENZAAMHEID. EERSTE STUK»   D E PATRIOT IN DE EENZAAMHEID. of PROEVE vak BESPIEGELINGEN, ter opwekkinge en van den vryen Burger die geheiligde rechten te ontvreemden , welko niet ulleeu van God en de Natuur aan het ganschs menscbdom zyn geschonken , maar ook door da dapperheid onzer braave Voorvaderen, als ten wettig, onvervreemdbaar en altoos dunrend erfdeel , op derzeher nakomelingen nedergedaald, zyn. De Vryheid in een burger «maat schappy eens. ten troon verheven , kon nimmer van dezelve worden afgerukt , indien een lang (tanhoudend vreedzaam genot haarer alles overtreffende zegeningen, niet gemeenlyk ee» me rampzalige en altoos doodlyke zorgeloosheid deed ontftaan, welke ras gevolgd word van de diepste onkunde , met opzicht tot de plichten, welke 'alle haare leden-, van zvat rang of hoedanigheid die zyn mogen ,- als  VOORBERICHT. ttls Burgeren van een vry Gemeenebest, zonder groot gevaar nimmer uit bet oog verliezen mogen. — Deze zorgeloosheid en onkunde, waren niet zeer lang'geleeden in ons Vaderland tot den hoogst en top geklommen; en hoewel veele zyner beste en minst ontüdrte zoenen , al zeden eenen geruimen tyd haare ftemmen zeer nadrukkelyk verheffen* ten einde de zoo lang gesluimerd hebbende Vaderlands en Vryheids-liefde by het gros der natie weder op te wekken, en zy nog heden met eenen gestadig toenemen' den yver, in hunne edele poogingen daartoe volharden, op dat de meer en meer gedreigde ondergang der burgerlyke Vryheid aldus verhoed worde — blyven nogthans veele onzer Medeburgeren , by het toeneemend gevaar waarin zy geduurig zweeft, omtrent baar behoud geheel onverschillig, terivyl anderen met eene doemens waardige lust bezield fchynen , om zich. zelve , nevens bun * 4 ««'  VOORBERICHT, geheel nakroost, in de rampzaligste en fchanï delykste Jlaverny teftorten. Men kan derhalven in een Republiek gelyk deze , waarin twee van elkander zeer onderscheiden partyen , aan de edele . Vryheid gestadig den doodsteek trachten toe te 4 brengen, en dit voortreffelyk onderpand #an qt menfchen geluk, niet dan door de waakzaamheid van oprechte Patriotten kan behouden blyven , het aantal van zulke fchriftsn niet te veel vermenigvuldigen , welker oogmerk is, om de Ingezetenen «ver het algemeen, tot eene aanhoudende betrachting van derzelver plichten, benevens de handhaving hunner wezendlykste rechten als een vrt Volk nadrukkelyk aan te fpoeren. — Al wat daartoe medewerken kan, onder welke gedaante het ook te voorschy n trede, verdient. gunstig aangenoomtn en beoordeeld te worden; want ook de zwakste poogingen, gelyk waar lyk de onze zyn, die wy met verre de  VOORBERICHT.' de meeste der thans uitkomende voortrefelyke. Vaderlandsche fchriftsn, ingeene de minfie vergelyking willen /lellen, kunnen «tfg-, thans mede haare nuttigheid hebben. — Een iegelyk derhalven die jlegts eenige bekwaam, heden daartoe bezit, behoorde op de eene of andere wyze tot het algemeen 'heil mede tewerken. De onaangenaame veorflelling van de weinige indruk , die zyne les/en en vermaaningen op geheel bedorven en daardoor verstokte zielen maaken zullen, moet niemand van dien arbeid afschrikken. Want. Jchoon het zeker is, dat zyne fiem, ter verbetering van ziker zoort van flaafschgcz'mde Burgeren, die alreeds in hunne dwaalingen en dwaasheid zoo verbazend verre gevordert zyn, dat zy met de woorden Vides.i*ands en Vryheids-liefde opentlykkuntkti fpotten, en de denkbeelden welke braave le-, dender maatschappy daaraan hegten, als bloot & hersenschimmen beschouwen , zeer weinig indruk  V O O R B E R 1 C H TV grtik maaien zal; kan nogthans zyne yoer eenigermaaten medewerken, om zwakke en alleen uit onkunde onverschillig geworden Burgeren uit derzeher zorgeloosheid op te wekken, door aan deze een gepast denkbeeld van hunne waardigheid als vrye menschen, geftadig dieper in ie prenten. Met zodanig oogmerk worden deze be^ Spiegelingen, waarin de zuivere taal van. een vryheidlievend hart gesprooken word, en die zoo wy vertrouwen, ook van de eem voudigfle onzer Medeburgeren kan hegreepen worden, den Lezer aangebooden. — Indien ónze arbeid, die de vrugt van eenige een. taame uur en is, de goedkeuring van flegts weinige oprechte vaderlanders moge wegdraagen, zullen wy dezelve rykelyk ge* naeg beloond achten, en daardoor worden aangemoedigd, om zo ras mooglyk, op deze proeve nog meer ftukjes in dsnzjihen jmaah te laaten volgen.  p E PATRIOT INDE EENZAAMHEID. EERSTE WANDELING. Lof der etnzaamheil. —> De menscb een gezellig wezen. Voordeelen en plichten zyner maat' Jcbappyelyke vereeniging. ^fe^g^g-^yt gegroet lieflyke bosfchen , en | Z j |- zagtvlietende ftroom! — Zyt harte^«ïp^ ^ gegroec betoverende velden s en vrugtbaar.e.nde akkers , die > door de natuur en werkende hand der nyverheid. geholpen , uwe milde gaaven , uit de fchoot der aarde , aan den mensen in ruime overvloed laat toevloeijen ! — Verscheiden treurige wintermaanden zyn 5 cp de fnelle vleugelen des tyds , voorby gevlooden , zedert dat ik laatst, in de fchaduw van dit digt geboomt, voor de ftraaien eenrr brandende middagzon' fchuüde, of de aan" A val*  vallige tooneelen der eenvoudige natuur , rnet een ftil genoegen , in deze eenzaamheid bewonderde. — By u wil ik nogmaals, het gewoel en de verachtelyke bezigheden der waereld ontweeken , een tydlang rusten van de onaangenaame zorgen , die ons broos en wisfelvallig leven , in de zamenleving , onvermydelyk verzeilen. Hoe vreedig heerscht hier eene heilige ftilte ! Overal om my heenen ziet myn oog fchoonheden en wonderen der fchepping , als zo veele uitmuntende voorwerpen, die cnzer aandacht en opmerking overwaardig zyn. — Hier groent een aangenaam boschje, waarin een rei van bontgevederde choorZangers hun verrukkend lied doen hooxen — daar rolt de ftroomende rivier langzaam en fhatelyk voorby , gelyk een vloei* baare fpiegel : zy fchynt met genoegen haare loop te vertraagen , ten einde de naby haar zynde voorwerpen , met eene onbefchryflyke zagtheid 5 van haare gladde oppervlakte bevallig af te kaatzen. — Het veelkleurig tapyt der velden pronkt met duizenden van lentebloemen , die , door haare fierhke verscheidenheid, hetzelve fraai doen tfsteeken, by het effen groen , van het half opgecchoten golvend zaad der vrugtbaare koorn-  ioornakkers —• ginds zyn de klaverryke weiden bezaaid met kudden , welker vet en voedzaam zuivel een waare bron van over» Vloed geworden is, voor den arbeidzaamen Landman, wiens vreedzaame hutten myne COgen in 't verschiet ontdekken. Hoe veel fchooner dan de prachtigste ftc den is deze eenzaamheid, dit flil toneel eener alles overtreffende natuur ! —- Geen ruuw geschal van wapenen; geen raazeni gedruis van oproerig geweld , kwetst hier het oor. — Dit is voorzeker de woonplaats Van rust en vrede , die de blyde gezellinnen Zyn der lieve eendracht! — De ongemeene zagtheid der lucht — het helder azuur des hemels — het lieflyk gezang der door bosfchen en over de velden zwierende vogdt» jes — het geloei van runderen , en het ge* kabbel van den zilveren Aroom , wekken ai te zamen zuivere vreugde in myn gemoed, — Hoe bekwaam zyn deze voorwerpen, om zagte aandoeningen voort te brengen, en de onrustige driften te temmen , die on» je zielen vaak bestormen ! Maar, nog oneindig fchooner dan ooit, Zyn thans de bekoorlykheden des velds in snyne oogen , nu de eendracht uit de fledea § gebannen t en de meer bewoonde (tree* A z V£  4 ken mynes vaderlands, met de onzalige klanken van burgerlyke tweespalt , en de kreet van helsch oproer . weergalmen. — Hier word het heilloos gedruis derzelven niet gehoord ; want in alles wat wy in dit oogenblik omringt , heerscht ftil genoegen , en een ongestoorde rust. . Ontfang my dan , gy vreedzaame beemden , als uwen gast, en noem my welkom!-, dewyl myn oogmerk is , hier de lieve eenzaamheid te zoeken ; en in deze, van alle fieraaden der kunst ontblootte landsdouwen , de akelige tooneelen te ontvlieden , die myn vaderland zo jammerlyk ontrusten.^ Hier wil ik, in de koele fchaduw der haare .kruinen trotsch om hoog heffende boomen , my daaglyksch nederzetten , or* een vrye loop-te geeven aan myne overdenkingen. — Hier wil ik, met de aankomft ' des dageraads , of wanneer de verkwikkeiyke avond-uur en de hitte van den dag gematigd hebben , in eenzaame wandelingen , heilzaame bespiegelingen aanstellen. — Ik» wil de plichten overweegen , die my. aan-, de maatschappy verbinden , waarvan ik, door myn geboorterecht , een. onafhanglyk me-, delid geworden ben. — Ik wil over de rampen peinzen , waarmede myn vaderland be-.  zogt word , en treuren, om de bittere tweespalt en verdeeldheden , die deze eer-tyds zeer gezegende gewesten thans beroeren , en derzelver ondergang dreigen. Verrukkelyke eenzaamheid ! — gy wel* Just der wyzen , die van alle tydcn de waereld met de vrugten van hun vernuft , welke zy in en door u byè'en zamelden, hebben voorgelicht , niets overtreft u in de gelegenheden die gy aanbiedt , om de Ziel tot verheven denkbeelden op te wekken ! — Gy geeft den weetgierigen aanlei» ding tot nieuwe ontdekkingen , en het ver. krygen van hem te vooren onbekende kundigheden. — Gy ontsluit den boezem des godvruchtigen , en maakt hem vatbaar voor de tederste aandoeningen van dankbaarheid, jegens zynen goedertieren Schepper 5 gy. overtuigd hem , dat de bronnen van wa^r* achtig genoegen , voor den vryen raensch , nergens gesloten zyn , maar de natuur hem overa} haare geschenken, in,een ruime oyer*» vloed , aanbiedt, — Gy zyt een heilzaame tpeylugt voor troostzoekende gemoederen s de beste fchool van wyshejd „ de veiligste fchuilplaatj? voor de vervolgde deugd, -~ Gy fchenkt de zoetste verkwikking san alle tprechte hmm — doch zy^ een naam Jier» A 5 ker  ker voör den wellusteling , die evèn zorg-» Vuldig de eenzaamheid ontvliedt, als de wysgeer het geraas van weelderige ftervelingen. — Nogthans ftrekt gy verre de rneafte menschen tot een zwaare last, nademaaJ 2y haare woelende en ongetemde hartstoch» ten , in de eenzaamheid , niet bevredigen kunnen. Laat dan heerschzugtige Vorsten met hunne flaaffche Hovelingen — laat alle die dè bevordering van hun tydelyk voordeel, van hun gewaand geluk , dat zy vergeefs in ydele grootheid zoeken , of de gelegenheid tot fchuldige vermaaken dezes levens, in de zamenleving maar alleen beöogen , uwé ftille gerustheid ontvlieden — ik , vinde in U myn leyendigst genoegen , myne aangenaamste uitspanning. — Wilden myne omHandigheden flegts gedoogen , dat ik u, ongestoord , altoos mogt genieten ! Maar — is een volstrekte eenzaamheid , in welke de mensch geheel afgezondert is van alle samenleving met zyne natuurgenooten , niet in alle deelen ftxydig met zynen aart, die hem tot de gezelligheid aandryfc ? Voorzeker — want de mensch is van God geschapen to,t een gezellig wezen, De banden die hem aan de maatschappy verbinden»  f ftrekken inzonderheid , op dat hy in de menleving hulp , bystand , troost, verkwikking en onderlinge bescherming zoeke , tot afweering van de menigerlei rampen , waaraan hy , om de zwakheid zyner vermogens, hier op aarde onvermydelyk is blootgesteld. Hy was derhalven van het Opperwezen niet bestemd , om, met eene meer dan barbaarsche wildheid, duistere bosfchen en naare fpelonken eenzaam te bewoonen, of zich te fpyzen met de vrugten , die het aardryk flegts hier en daar van zelve voortbrengt. — In zodanigen ftaat kon hy niet dan eeö enkel dierlyk, doch ten uittersten ramp fpoedig en onvolmaakt leven geleid hebben. — Hoe elendig ware hy geweest, in» dien hy , van alle voordeden eener maatfchappyelyke vereeniging beroofd, even alt het onvernuftig en verscheurend gedierte , voor welker woedende aanvallen hy gesta-» dig ware bloot gesteld gebleven , over de Woeste Velden en dopr onmeetelyke bosfchen verspreid, eenzaam had moeten omdwaa* jen » ieder had dan willekeurig naar zyn eigen verkeerd welbehaagen geleefd en ge» jjandeld: de flerkgespierder had. den ?wakkeren mensch , by elke ontmoeting * ver* drukt en nwhwleld i & ongetemd kart* A 4 ^  tochten. zouden door de rede nimmer aafl dèn band zyn gelegd geworden , maar hunne woede , by alle voorvallen, ongestraft hebben ukgeoeffend. — Nergens zou dan rust, vrede noch vryheid geheerscht , maar overal onrust , vrees , en wreede vervolgingen plaats gehad hebben. „ Zonder de vereeniging" — zegt een diepdenkend Wysgeer *) — „van zyne waarnee„ mingen met de waarneemingen van andere v menschen , zou hy zich nauwlyks oeit \ „ tot het zwakste gevoel van de fchoon?, heid der natuur verheffen. — Zonder den „ omgang met anderen''zou het hem on„ mooglyk zyn , zich zelvên flechts een ge- ring aantal' van denkbeelden te verzama„ len. — Zonder het voordeel , om zyne gewaarwordingen en zyne gedafgSêh aan* „ anderen mede te deelen , en zonder van 3, hun dergelyke weldaaden té genieten ; „ zonder den machtigen invloed van de eene jS verbeeldingskragt op de andere, zoude de m mgnschelyke' geest in de grootste werke„ loosheid 'Hyven. Hy zoude van de aanJei'„ ding tot weldaadigheid en deugd beroofd , m voor eene waare grootheid 'png'esphikt bly„ yen s verre het grootste gedeelte zyner )t vermogen: onthoeren moeten , ' en het '-2 *'»)CJ3«S£2'3 i!t ! ti i.- i/Jtililili li') iïxmlJ over. £»>i*Ki.i;t Getchiedoaiv m dat geluk deelachtig te worden; nadien hy zyne behoeften , door wederzydsche hulp betel voldoen, en zyne aangebooren rechten , doof  do.or onderlinge bescherming, mee veel meer gerustigheid kon genieten. Dus maakte de band van gezelligheid heC menschdom flerk , aangezien de vereenigde kragten van het ganstfhe lighaam der maatfchappy , het in ftaat fielden , om alle vreemd geweld en onderdrukkig af te weeren: maar de heiizaame bescherming die elk byzonder lid hierdoor genoot , moest aan zyne ziel het eerste denkbeeld van die groote verplichting inboezemen, om, ten allen tyde, een gedeelte van zyn eigen geluic, aan het algemeen welzyn op te offeren. Het voornaamste doelwit van alle maat» fchappyen is de veil'gheid van derzelver leden , geene uitgezondert; door namentlyk het vry en ongestoord genot hunner rechten , goederen , en de vri'gten van hunne oyverheid, aan elkander te verzekeren1!: geenzins , op dat hunne rechten, door zulke die machtiger en vermogender zyn , gefchonden, en de zwakke leden der maatfchappy, aan de eigendunkelyke wil van fterker dwingelanden zouden blootgesteld worden. ~ De volmaakste gelykheid was derEelver voornaamste en frerkste grondsteun; ook is deze alleen ov reenkomstig met het Waarachtig oorsnrongl)k ontwerp van den Va-  I* Vader der natuur, wiens kinderen alle menfchen zyn, die hen allen uit gelyke ftof geschapen — allen met gelyke vermogens begaafd , en met gelyke zwakheden voorzien heeft: wien men beleedigt , wanneer 'een menfch, wie hy ook zy, of welke uitmuntende betrekking hy boven anderen tot de maatschappy hcbbe, zich zoo verre boven zyne natuurgenooten verheft , dat hy deze op eene onredelyke wyze onderdrukt, en vernedert. De instelling van geregelde maatschappyen is derhalven de waare bron van alle menschlyke volmaaktheden, en van deszelfs geheel geluk hier qp aarde. — Maar geene maatfchappyen konden ooit bestaan; zy moesten fpoedig in eene volslagen wanorde geraaken, ten zy, met onderlinge goedkeuring, wetr ten, en een zoort van burgerlyke regeeiing wierd vastgesteld, zonder welke, onder haare leden wel dra de grootste ongeregeldheden zouden plaats genomen hebben. De plichten van gezelligheid," door de wetten bepaald, boezemden allengs het ge^ voel in van die eeuwige en onveranderlyke. grondregel , welke het in een iegelyk een, onverschoonlyke misdaad maakt, ten behoeve van ziv"h fcsive, bet geluk d^r overige.  leden van de maatschappy te ftooren. — Deze moeten zich aanmerken-, als al te zaflien in één lighaam vereenigd, van hetwelk geen byzonder lid iets verrichten kan tot nadeel van het gansche lighaam, zonder daar door een gedeelte van zich zelve te benadeelen. Uit deze overtuiging, dat namentJyk het onrecht, aan één of meer le»' den der algemeene maatschappy toegebragt, zich altoos, ten minsten door de gevolgen tot alle de overigen uitbreid, werd een heilzame drift en genegenheid , ter bevordering van het algemeen welzyn, gebooren. Deeze drift bragt Helden en deugdzaame mannen voort, die niets, ook hun leven niet te dierbaar achteden, om de rechten, het eigendom, de rust en toeko-f mende welvaard der geheele maatschappy, voor alle booze 'aanslagen te beveiligen. — Die deugd deeld, aan elk daar mede begaafd mensch een hooger waarde mede, na-, demaal zy hem aanspoord, om de gelukki-. ge uitvloeizelen zyner weldaadigheid, over eene groote menigte zyner natuurgenooten uit te breiden. Zonder eene gemeenschappelyke zamenleving, zouden de vermogens van het verftand, nimmer, tot een hoogen graad ont- wik-  »4 wikkeld zyn geworden. Doch deze zyn daardoor tot een verbaazende trap vermeer» dert — de verbeeldingskragt is verhoogd — de fmaak verfynd en tot fierlykheid beschaafd — de uitzichten in het toekomende Zyn veel verder uitgebreid — en het ver» mogen der rede is oneindig werkzaamer geworden. Door haar zyn de fteden opge» bouwd — de kunsten en weetenschappen, zyn daar uit gebooren, en de koophandeJ Voortgekomen, die aanleiding gaf tor de ontdekking van afgelegen gewesten, en van onderlinge gemeenschap met dezelve. — Het één Volk ontleende hier door hulp van het ander — de nyverheid ontwaakte, deze bragc overvloed te weeg, en de zegeningen die uit dezelve voortvloeiden, deeden de vermogens van den geest gestadig verder uit* breiden. Dus werd,door dezamenleving, de grond gelegd tot groote verbeteringen, die het tegenwoordig geslacht verryken, maar nog meer het nakomelingschap bevocrdeelea zullen. Alle zegeningen die het menschdom hief op aarde gelukkig maaken, neemen dienvol^ gens haare oorsprong uit eene welgeregelde maatschappy, in welke ieder lid even veel belang heeft by het algemeen welzyn, en by  by gevolg even veel recht, om daarvoor te helpen zorgen. — Dit recht kan den mensch nooit ontnomen worden, want het fleunt in alle deelen op deszelfs natuurstaat, die een Haat van volmaakte gelykheid is. Zo lang deze ongeschonden blyft, is de eer* ile en vereerenswaardigste hoedanigheid van elk lid eener geregelde maatschappy , een oprecht en deugzaam mensch te zyn , die zich door lief noch leed, door verleiding noch bedreiging, nooit laat aftrekken van het plichtschuldig en liefdenryk doelwit, om aan zynen medemensen zo veel geluk, genoegen en vermaak te bezorgen, als in zyn vermogen is. Deze gelykheid is de eenigste grondsteun van alle redelyke vryheid. Zy alleen behoud den mensch by zyne aangebooren waardigheid , en boezemt hem een bestendige liefde in tot goede orde en rechtvaardigheid. —Maar zo haast de geest van gelykheid en vryheid, door willekeurige wetten, als de heillooze gevolgen van heerfchzugt en dwingelandy, uit de maatschappy verbannen word; zo haast één gedeelte van dezelver leden alles begeerd te zyn , en haare overige medeleden als niets , of minder dan niets te achten, dan is derzelver oorfpronglyke zuiver-  i6 verheid niet flégts verbafterd, maar de ban» den van gezelligheid zyn daardoor geweidaadig vanëengerukt, de Vryheid is gefchortden, onderwerping en flaverny zyn ingevoerd, en verre de meeste leden achten zich alsdan niet langer verbonden, om haare eerste en voornaamste plicht , de bevordering vart' het algemeen welzyn te betrachten. ■ A!d::s was de zamenleving, in het begin van aüe maatschappyen, overeenkomstig "met de groote grondwet der natuur, de GELYKHEID en VRYHEID van alle menschen. — Waar men de meeste' overblyfzelen van dezelve vindt, daaï is den mensch gelukkigst; aangezien het zeker is, dat die ftaat noodwendig de gelukkigste moet zyn, die het naast aan de natuurstaat grenst. — Maar helaas! wat is het menschdom overal oneindig verre van dezelve afgeweken! — Ieder Volk kan wel zich zelve, nog heden, in ze-' kere opzichten als één lighaam, of een eenig huisgezin aanmerken: doch alle deszelfs _ instellingen, door welke het in ééne maat-' fchappy vereenigd is, draagen overal duidelyke kenmerken van de grootste onvolmaaktheid. — Haast nergens zal men by het menschdom eenige fpooren, van de voor zyn geluk zo zeer noodzaaklyke gelykheid , en  •cft' ilegts hief en daar zéér gerïrige overblyfzelen Zyner aangebooren vryheid, kunnen aantreffen. De heillooze voorstanders van het wille' keurig gezag leeren ons, dat zö dra de bur« gerlyke maatschappyen, in het aantal hüarer leden overtollig waren toegenomen , dezë Vereeniging van een byna ónttoemlyk aantal menschen in een zelfde Volk of maat* schappy, het noodzaaklyk maakte* dat één of meer leden uit dezelve, onder de naam Van Koning of Regenten boven haare natuurgenooten verre weg verheven wierdétï $ op dat deze meer begunstigde leden, ovef allé de overige eene volstrekte heerschappy zouden voeren; aangezien de teugels van het ftaatsbéfktu? , in de handen def menigte niet konden worden aanvertrouwd * zoftdef daaruit de grootste wanorde, regeeringloos* beid, en alle mooglyke onheilen, die de rampzaligste gevolgen voor de maatschappy hebben moesten, te zien gebooren worden. Dit zy zo! — want ieder ïedelyk mensch zal gaarne toestemmen s dat fchoon de volmaakste gelykheid en vryheid, by een klein genootschap mehschen Zeer ligt in ftand kan gehouden worden, echter by een groot en B tal-  II talryk volk , eenige onderscheiding van .aanzien en rang noodzaakelyk is geworden. — Maar is dan ook eene te ver getrokkene onderscheiding , voor het gansche lighaam der maatschappy niet ten hoogsten fchadelyk» en de waare oorsprong van alle onderdrukking en dwingelandy, die de zamenkving met zulk een ruime maat van onheilen overftroomd hebben? Word 's menschen waardigheid in alle deelen niet geschonden, wanneer Koningen en Regenten zich het recht aanmatigen, om alles te overheerschen, en Wetten uit te vaardigen, zonder daarby de minste acht te liaan op de behoeften, het wezentlyk geluk, en de welvaart der gezamentlyke maatschappy? of wanneer haare gezamentlyke leden, by het uitvaardigen van zodanige wetten, nimmermeer geraadpleegd worden , veel minder haare goedkeuring daartoe geeven ? — Kan men wel het grootfte gedeelte des menschdoms, gelyk het onvernuftig vee aanmerken, dat geen bezef heeft van zyn waar geluk, en uit dien hoofde door anderen, die haar zelve alleen wys en verstandig oordeelen , naar goeddunken geleid en bestuurd moet worden? — En behoorden niet alle wetten en voorfchriften, als welke het geluk der algemee- ne  Ij jie maatfchappy alleen bedoelen mogen, op de flrengste regelen van rechtvaardigheid, bilJykheid en van onderlinge gelykheid gegrond te zyn ? Zo ja: hoe kunnen zy dan flegts een gedeelte der leden van de maatfchappy verbinden, terwyl het ander gedeelte dezelve ongestraft overtreedt? — Maar, is dit niet byna in alle landen , j de gewoone loop der zaaken? Het zyn enkel overheersehing en geweld, die de oorspronglyke Gelykheid en Vryheid van dezen aardbodem verbannen hebben; want het willekeurig gezag van weinige Beheerschers, is overal gevolgd op de heilzaame instellingen der eerste {lichters van alie geregelde maatschappyen. — Laat ons echter de daaruit vocrtgesprootene gebreken geenzins wyten aan de maatschappyelyke vereeniging zelve, maar meest aan der menfchen onvolkomenheid, als welke uit de natuur voor geene volmaaktheid vatbaar zyn. Er is ook niets op deze waereld , hoe goed en voortreflyk in zich zelve , waar van geen misbruik kan gemaakt worden: dus hebben ook de zamenleeving, en daardoor {leeds toeneemende beschaafdheid, veele onheilen aan het menschdom te weeg gebragt, waaraan de onbeschaafde en ongeB 2 zefc  zellige mensch, in geenen deele had kunnen blootgesteld worden. Daarom is nogthans de zamenleving niet verwerpelyk;want de voordeelen die zy aan het menschdom toebrengt, overtrefFen haare nadeelen oneindig verre. Het is ook niet on' mooglyk , dat deze laatste meerendeels konden uitgeroeid en voorgekomen worden , indien flegts aan den mensch overal een regt bezef word ingeboezemd, van zyne aangebooren waardigheid , als een volmaakt vry en onafhanglyk wezen. — Dit zou de hemelsche deugden, die nu van dezen aardbodem verbannen fchynen, op dezelve doen herleven; de goede orde zou daardoor in alle maatschappyen hersteld worden ; in dezelve zou alsdan een iegelyk medelid, van de aanzienlykste af tot de geringste toe, zyn plicht betrachten , 's menschen geluk zou dan op de onwankelbaarste gronden gevestigd , en de thans verbasterde zeden , overal, in haare eerste zuiverheid, hersteld kunnen worden. Hoe gelukkig kon dan het menschdom 2yn! — Doch helaas'! dit gelulc is niet te hoopen , zo lang de Regeerders geen volkomen afstand doen, van het door haar aangematigd willekeurig gezag, hetwelk de waa-  waare oorsprong is van alle rampen die de zamenleving drukken; of zo lang de mensch niet overal hersteld worde, in zyne aangebooren en ontegenspreekelyke rechten. Gy Vorsten en Regenten dezer aarde! begeert gy dat uwe ftaaten met goede Onderdaanen — met deugdzaame Burgeren bevolkt zullen zyn , geef dan, zelve aan uw Volk een voorbeeld, dat navolgenswaardig is; want de voorbeelden van Vorsten gegeeven, zyn nooit onvrugtbaare lesfen voor den Onderdaan geweest. — De deugden en gebreken van hem, die den fcepter zwaait, dringen ongevoelig in de zielen zyner Hovelingen; deze deelen dezelve mede aan de voornaamste Amptenaaren, van waar zy ook huisvesting zullen zoeken in de wooningen der Burgeren, en eindelyk tot in de ftulp des eenvoudigen Landmans afdaalen. — Eveneens zullen de voorbeelden, door de hoogste en aanzienlykste leden eener vrye maatschappy gegeeven, van alle die in aanzien minder zyn, allengs nagevolgd worden. Acht u zelve niets meer, dan menschen, en als voornaame leden der algemeene maatfchappy, voor welker heil en v/elvaart gy niet flegts verbonden Zyt te zorgen, maar waaïvpor gy zelfs verplieht zyt, een geB 3 deeV»  si VsÖÊ-JP deelte van uw eigen geluk op té offeren» t)e aanzienlyke rang die gy bekleed, kan u van deze verplichting niet ontslaan; maar dezelve wo'rd fteeds grooter, naar maate van den hoogeren trap van aanzien , waarin gy by de maatschappy geplaatst zys. — Verban derhal ven alle gedagten van eigen grootheid, alle eigenbaat en hoogmoed uit'uwe zielen; want uwe nederigheid zal u in het oog der Volkeren niet verkleinen , maar oneindig meer verheérlyken, dan alle pracht en geborgde luister, die uwen troon — die uwe eerestoelen omringt. — De overtuiging dat gy, nevens de geringste uwer onderdaanen, nevens de minste uwer medeburgeren van een zelfde ftof -geschapen zyt, en steeds de Vaderen van uw Volk, maar geene dwingelanden over hetzelve zyn moogt , zal ü rechtvaardige wetten inboezemen, die op de aangebooren gelykheid en vryheid van alle uwe natuurgenooten rusten. Dan zullen dedeugden en goede zeden , die van haar gewecken zyn, fpoedig herboqren worden , en gen vry Volk versieren, — Maar hoe is het rnooglyk, dat deze aanmoediging ontfangen kunnen, zo lang uwe onderdaanen, zo lang de Burgeren ondervinden , dat de iiuiUte ondeugden en lafhartigste fnoodhe» den,  ij den , veeltyds den weg baan en tot de aan« zienlykste eereampten — daar in tegedeel de deugd en waarachtige verdienst van u gehaat, vertreden , vervolgd en onderdrukt worden ? Stop ook nimmer uwe ooren voor dé klaagstem der verdrukte onschuld. — Laat ieder lid der maatschappy volkomen vryheid hebben , tot voor de troon der Vorsten en de eerestoelen van Regenten te naderen , om zyne gegronde en wettige bezwaaren , eerbiedig aan dezelven voor te leggen. Onzalige voorstanders van een despotiek gezag ! hetwelk den mensch moedwillig berooft van zyne aangebooren rechten , als medelid eener vrye maatschappy , van welke alle banden eensklaps verbroken zyn , zo haast gy de twee voornaamste grondzuilen van alle menschelyk g.-luk hier op aarde, de Gelykheid en Vut heid Weggerukt hebt — bedenk dat geen Burger, onder welke zoort van regeeringivorm hy ieeve , deugdzaam zyn , noch de plichten der zamenleving vervullen kan, wanneer hy nalaatig is voor het welzyn van Z]n vaderland , dat is der algemeene maatschappy, te yveren. Weet , dat ieder Burger , van God en de natuur zelve het recht ontleend, tan alk inbreuken op de onbetwistbare xechB 4 te»  ten zyner medeburgeren, naar zyn best vef» mogen, te helpen afweeren. — Weet ook , dat alle die zich door hunne daaden , als willekeurige dwingelanden aanstellen , waardig zyn , dat zy van onder het menschdom verdelgd worden * aangezien zy niet alleen den mensch , maar ook de Godheid zelve jjélee* digen , die de onveranderlyke wet van, Gelykheid en Vryheid, voor het gansche menschdom , ingesteld heeft. Wilden de Regenten dezer aarde hunnen plicht betrachten , dat is, alle pnbetaamlyke heerschzugt, geweld , eigenbaat , en voor. uitzichten op gewaande grootheid geheel uit hef opg fleUen , om alleen voor het heil des Volks, of der algemeene maatschappy te zorgen , dan zou de zamenleving allengs toe haare oorspronglyke zuiverheid wederkeeren, Maar zo lang de machtigen der aar* de , aan dq fnoode inboezemingen hunner bedorven hartstochten t als de verderflykfte van alle raadslieden , alleen gehoor geeven. , gullen ook de gezellige ■ deugden , en met deze 's menschen gelukstaat in de za* meaieying , nimmermeer herbporen worden, I^ogthans is de beveiliging en vermeer? dering van, dezen gelukstaat het eenigste doelWÏC | waartoe de Regeerders , als VA" bs'  *5 jperen des Volks en voorstanders van het algemeen welzyn , in alle geregelde maatschappyen aangesteld zyn. — In deze mag ook niet één lid onwerkzaam blyven ; maar alle moeten , in den kring waarin zy van de Voorzienigheid geplaatst zyn, onder hun vaderlyk toezigt , eendrachtelyk zamer.werkcn , om haar tot meerder volmaaktheid te brengen ; gelyk ieder mensch afzonderlyk naar de volmaaktheid zoude ftreeven , indien hy alleen voor zich zelve leefde. — Elk Regent , elk Burger , ja elk byzonder lid der maatschappy , is derhalven onvermydelyk verbonden, de belangen , van het geheel voor te (laan, en alle zyne vermogens van lighaam en ziel aan te wenden , om'alle onheilen uit de maatschappy te helpen weeren. Laat dan de verstoorder van rust en goede orde in dezelve , naar verdienst , ftrengelyk gestraft worden — dit is billyk: maar eert den deugdzaamen Burger , die voor de rechten , de vryheid en het daaruit voortfpruitend geluk der maatschappy yverd , als een mensch, die flegts zyne aangebooren plicht voldoet, Niemand is van dezen plicht uitgezonderd — Niemand kan zich zelve daarvan ontslaan 4 veel minder door eejpig mensch B 5 op  ■8 op aarde daarvan oncslagen worden ; want God zelve heeft hem deze plicht opgelegd > en zy is in allen deele overeenkomstig met de aart en bestemming van den mensch, die hem aandringt , om fteeds naar hooger geluk en volmaaktheid te ftreeven. — Wanneer dan een gering, ja zelfs het minst geachte lid der maatschappy , iets tot welzyn Van het geheel kan toebrengen , heeft hy, als een vrygeschapen wezen, het onbetwistbaarste recht , zyne denkbeelden deswe* gm openbaar te maaken. Ontfangen deze de goedkeuring van het talrykste en beste gedeelte zyner medeleden : zal het dan niet eene volstrekte dwingelandy in het minder gedeelte zyn , indien het zyne , door de goedkeuring der meerderheid bekragtigde voorslagen , zonder genoegzaame en billyke redenen daarvoor aan te wyzen , verwerpe, en aan deze volks-stem , tot vermeerdering van het algemeen geluk , gehoor weigerd "? Doch wanneer zyne redelyke , en met hét heil der algemeene maatschappy overeenkomstige voorslagen , door de minderheid niet flegts met afgryzen verworpen , maaf ook de yverige en welraeenende Burger nog daarenboven , om zyne edelmoedige poógin. gen voor het welzyn der gansche maat- fchap*  fchappy , vervolgd , verdrukt , of gestraft word ; zal men dan niet veilig daaruit bejfluiten mogen, dat 'er, tusfchen zeker aantal leden van dezelve, een heillooze zamenZweeriög is gemaakt , om het haar aanvertrouwd gezag te misbruiken, ten einde hunne overige medeleden te overheerschen, en, met een hardnekkig en woest geweld, alles naar hunnen wil te buigen ? Dan , hoewel van deze overheersching en geweldige inbreuk op 's menschen rechten, in meest alle maatschappyen de overtuigendfte blyken en voorbeelden voorhanden zyn, mag nogthans geen lid derzelven, wiens toogmerken redelyk, en met de grondwetten van derzelver constitutie volmaakt overeenkomstig zyn , zich daardoor laaten affchrikken , om, naar zyn best vermogen , zyn aandeel ter bevordering van het algemeen g< luk toe te brengen, — Want al wie de last van dezen arbeid fchuuwt ; of, als een kleinmoedige , de vervolging Van dwingelanden en g-vaaren vreest, in welke h t betrachten van zynen plicht , hem misfchien zcu kunnen dompelen , die is ook onwaardig dat hy deele in de zegeningen , welke uit de maatschappy elyke zamenleving voonvloeijen. Laat  a3 Laat ons derhalven , die ais leden eener tot nog toe vrye maatschappy , genegen zyn aan onze bestemming te voldoen , de eenzaamheid alleen genieten als een aangenaame doch voorbygaande uitspanning , ten einde onze geheele leeftyd aan de plichten der zamenleying , dat is ten dienste van het Vaderland toe te wenen. — Dat de Kluizenaar , door zyn godvruchtig bygeloof aangevuurd , in deszelfs volkomen afzondering van de waereld een verdienst ftelle , waar door hy waant zich aangenaam te maaken by het goedertieren Opperwezen, hetwelk de mensch nogthans , naar zyne wyze oogmerken , geenzins bestemd heeft , om in gestadige eenzaamheid te kwynen. — Een zo dwaalend begrip zal nimmer in my opkomen : daarom wil ik , van tyd tot tyd, in de zamenleving wederkeeren , ten einde mynèn onvermydelyken plicht in dezelve , naar myn best vermogen , uit te oeffenen. Want volgens deze is aan my, en aan een iegelyk mensch opgelegd, om ten allen tyde tot heil der maatschappy mede te werken j geen zorg , moeite noch gevaaren te ontzien , ten einde het algemeen geluk te bevorderen , en daarvoor alles wat my dierbaar is, des noods, op te offeren, Ont-»  Onttrek ik my , om lief of leed aan dezen plicht , dan ben ik een onwaardig medelid der maatschappy ; een onwaardig Burger van myn vaderland. — Maar,, die mensch moet zeker wel een lhood fchepzelzyn, die zynes vaderlands onwaardig is ! Laat ik daarom de bevordering van al het geen myn gemoed my overtuigd , dat tot deszelfs voorspoed ftrekken kan , als de voornaamste en gewichtigste van alle burgerlyke deugden beschouwen , ten einde my met hart en ziel daaraan toe te weijen ; op dat ik der bescherming waardig worde , die ik, als medelid eener vrye burgerlyke maatfchappy , onder de fchaduwe der wetten „ als myn aangebooren recht , billyk eisfchen kan. Het is immers niet genoeg, dat de mensch zyne plichten kent ; hy behoort dezelve ook gestadig uit te oeffenen. Welaan dan: — by deze eenzaamheid , die my in dit oogenblik omringt ! — by deze heilige fiilte die hier heerscht ! — by deze velden , die ik nimmer hoorde weergalmen van de helsche kreet • des oproers ! — by deze bosfchen , waarin geene verraders hunne moord-dolken gewet hebben , om daarmede den deugdzaa»en Vaderlander , die , met een oplettend oog,  5o oog , de lieflyke tempel der Vryheid bewaakt , bet hart te doorbooren , en dan mede aan de Vryheid zelve den doodsteek toe te brengen ! — by deze groene heuvel, het geweide altaar der eeuwige Godheid , van welker overheerlyke wonderen , myn oog een groote verscheidenheid aanschouwd , en die , met haare tegenwoordigheid , alles vervuld ! — by al wat goed en dierbaar is s zweer ik hiermede aan myn vaderland — aan dë maatschappy, van welke ik. door myn geboorterecht een onafscheidelyk mede'id geworden ben , de onkreukbaarste trouw ! Ik zweer gehoorzaamheid aan de billyke wetten , op welke het gebouw eener vrye constitutie , en het welzyn der algemeene maatschappy , eenig en alleen berusten ! Ik zweer getrouwheid aan die V aperen des Vaderlands , en om derr zeiver heilzaame bevelen , ware het ook ten kosten van myn laatste druppel bloeds , te eerbiedigen , die , vry van fnoode eigenbaat , laffe vleijery en doemwaardige heerschzugt', hun gezag, dat zy in de Naam pEs Volks — dat is der gansche maat, fchappy , oeffenen, niet tot onderdrukking, maar alleen tot welzyn van het algemeen aanwenden: die, als regtgeaarte Regenten, nin>  %0&$ 3* pimmer , met een fiaauwmoedig of onver» fchillig hart toelaaten , dat der Burgeren rechten , ten gevalle van één , of van weinige dwingelanden , geschonden en vertrapt worden. Dat hemel en aarde tegen my getuigen , indien ik dezen myrien eed moedwillig verbreek ! — indien ik my , door menschelyke driften laat vervoeren , aan het fireenen-gezang van listige, doch verachtelyke aanbiedingen gehoor te geven ! — indien ik my, door verraders , of heerschzugt'ge verdervers van myn vaderland laat omkoópen, om hunne valsche oogmerken , tot nadeel der algerneene maatschappy , te begunstigen! Gy omliggende heuvelen , velden en bosfchen , zyt getuige van myne zuivere en oprechte gelofte , dat ik myn leven gaarne en gewillig ten besten geeve , ten einde de heilige Tempel der Vu t heid, ,met welke het geluk en de onafhanglykheid van myn vaderland (taan of vallen moet, tegen de fchandelyke aanvallen van dwingelandy te helpen verdeedigen ! — dat ik my liever onder derzelver puinhoopen laat verpletten , dan haare val te overleven! En nu, myne Medeburgeren, die, door &.z gezellige banden der zamenieving, en door  3* door gelyke plichten zoo nauw aan elkander verknógt zyt , dat uwe algemeene en dierbaarste belangen volmaakt onafscheide- , lyk zyn ! gy braave Vryheidzoonen , dié geene flaavcn van doemwaardige heersenzugt en der onverzadclyke eigenbaat geWorden zyt -- doe, nevens my, dezelve gelofte, en verbind u al te zaman, als met éene ftem, tot de onschendbaarste nakoming uwer plichten! - Laat uwe woorden, al. verschriklyke donderslagen, in de ooren klinken van de orttmenschte verdelgers uwer dierbaarste en aangebooren rechten ! - Laat ook de blinkende wapenen , die gy ter verdeediging van uw Vaderland en der Vryheid manmoedig hebt aangegord , derzelver öpenbaare ên heimeiyke beïaagers , als fhelle blikzemstraalèn in de óógdn fchitteren, op dat die verraders, door kleinmoedige vrees benard, van haare doemwaardige oogmerken onwillig afzien, en, zo zy hier op aa^ de de hand der wreekende gerechtigheid en uwer billyke gramfchap ontvlieden ,in huil eigen knaagend' gewisfen, het loonhaarer euveldaaden ondervinden mogen. Aanbiddelyke Waarheid! welker luisterfyk gelaat, voor zulke doemwaardigen, die met de vuile hartstochten van heerschzugt, dwingt  S3 gelandy en eigenbaat besmet zyn , en aan deze hunne verfoejelyke driften den vryen teugel vieren \ zoo onvefdraaglyk geworden is, dat zy daarom uwe flraalen fchuuwen j gelyk de nagtuil het helder zonnelicht — ik bid O , verlicht myn ziel met uwen zuiveren glans! —• Ontdek u aan myn oog, door de nevelen hcenen , waarmede de laffe vleizugt van fnoode huurlingen , u getracht heeft te omringen ! Leer gy zelve aail my •de plichten kennen , die my aan dc burgerlyke maatschappy van myn vaderland verbinden : op dat ik 5 door derzelver getrouwe nakoming , tot het einde mynes levens, ook in dien opzichte , aan myne bestem-, rfiing voldoen moge ! Laat ik, van u onderweczjn s de omstandigheden der tegenwoordige en Voorleden tyden beschouwen , gelyk die \vaarlyk zyn , niet , gelyk het bedrog dezelve wil doen voorkomen, en daaruit de werkende dryfveeren leeren kennen, die de rechten der maatschappy in myn vader'and zoo heilloos geschonden , en daar door oneindig veele rampen berokkend — of liever, het op den oever van deszelfs geheelen ondergang gebragt hebben. Dan zal ook deze myne eene eenzaamheid niet- geheel nutteloos voor de burgerlyke zaC men-  34 menleving zyn. — Myne vermogens zyn helaas! te gering , om aan de kwaaien die myn vaderland drukken , daadlyke hulp toe te brengen — daarom wil ik de denkbeelden , die, by het bewandelen dezer ftille velden , myne opmerking treffen , op het papier flellen , om dezelve te eeniger tyd myne landgenooten aan te bieden. — Misfchien zal hier of daar één woord , ééne enkele aanmerking myne pen ontglippen, welke eenen van het regte fpoor afgedwaalden Burger tot nadenken brengende, in zyn z;e] _ wanneer dezelve nog niet geheel ontaart en bedorven is — de fluimerende liefde voor het vaderland zal kunnen opwekken ; hem aanmoedigen, om voortaan •Waakzaam en yverig te worden voor de waare belangen van zyn vaderland ; en bereidwillig , om mede te werken ter bevordering van die middelen , welke van de edelmoedigste en deugdzaamste leden der algemeene maatschappy worden aangewend, tot herstel haarer dierbaarste, maar te fchandelyk verwaarloosde rechten. Mogten doch alle flaauwmoedige en nog wankelende gemoederen in myn vaderland, door eene aanhoudende beschouwing en overweeging van deszelfs ondergaane rampen ,  $5- pen, eens eindelyk overtuigd worden , dat het.".zedert lang verwaarloosd, en van alle kanten aangevallen gebouw dezer eertyds zeer geaegende maatschappy van vrygeboo» ren menschen , zonder daadly&e en fpoedige verbetering , ras in puinhoopen zal moeten Horten ! en dat de daaraan toegebragte fchade , niet , dan door de vereenigde en aanhoudende medewerking van het beste gedeelte haarer leden , eenigzïns vergoed «, en zy in haare vroegere gelukstaat kan her~ field worden ! — Hoe gelukkig zoude ik my zelve achten, indien myne zwakke doch welgemeende poogingen , eenig aandeel tot haar wezendlyk heil en toekomende welvaart 9 konden toebrengen ! C * T WE*  3* TWEEDE WANDELING. De nagt —— Verraders van hm vaderland. Dt zon, die heden getuige was van den plechtigen eed , met welke ik my aan myn geliefd vaderland , en ter nakoming van de geheiligde plichten der maatschappyelyke zamenleving heb verbonden , — heeft dit prachtig tooneel der natuur thans verlaaten, om ook andere gedeelten van dezen aardbol , met haare koesterende ftraalen te verlichten. — De blinkende gloed der bloozende avondkimmen , met fierlyk purper en levendig roozerood bevallig geschakeerd , verfiert nog een gedeelte van den gezigteinder , en fchynt aan te kondigen , dat dit groot hemellicht , na weinige uuren, aan myn oog te zyn onttrokken , met hernieuwde luister zal te voorschyn treden, om alles wat my hier omringt, na eene verkwikkelyk'e rust , nogmaals te bezielen. De zilveren maan , die middelerwyl met een geborgde glans haare plaats bekleed , ver- fpreid  t=^i? 37 fpreid nu een zagt en beevend licht over dit halfrond der aarde , helder genoeg , om de' voorwerpen , tot in het verste verschiet kenbaar te maaken, zonder nogthans myn gezicht te doen fchemeren. — Aan het azuur gewelf des hemels verschynen meer en meer de flikkerende Herren , welker aantal oogenfchynelyk vermeerdert , zonder dat één enkel wolkje aan dit praalgewelf opkomt, om die voor myne oogen te bedekken. Alles is op aarden ftil ! — voor zo verre myn gehoor kan reiken , verneem ik niets dan de lieflyke en welluidende ftem des eenzaamen nagtegaals , het zagt geruis der bladeren , het geloei van runderen , en het ^ekabbel van den voorby vlietenden ftroom. — Hoe heerlyk is dit tooneel der rustende .natuur ! — Hoe bekwaam tot diepe en zwaarmoedige overdenkingen ! — Wiens gemoed zou niet getroffen worden door deze heilige en ontzagwekkende ftilte , die zo vrugtbaar is om nieuwe denkbeelden en aandoeningen , in 's menschen ziel, voort te brengen ? Wie zal de woelige vermaaken der fteden, voor deze bekoorlyke eenzaamheid , nie. gaarne verlaaten ? of, om haar in verrukkende aandacht te genieten , het weelderig C 3 hof»  hofleven , met deszelfs bezigheden en byna onafgebroken ftaatszorgen , aan het genot dezer geruste ftil te , een tydlang willen opofferen ? — Zouden ergens redelyke wezens gevonden worden , die haar fchuuwen als een pynelyke kwaal — als een ondraaglyke last ? O ja ! — 'er zyn , onder myne natuurgenooten , veele, voor welken zy een ondraaglyke last, een onlydelyke kwaal geworden ■is, — Dan deze zyn meerêndeels rampzaligen-, welker knaagend geweeten, om dat zy de wezendjykste plichten der maatschappy moedwillig geschonden hebben , hen geduurige folteringen doet ondergaan , die te wrceder worden in de ftille eenzaamheid , om dat zy daar , met verdubbelde woede , op die elendigen aanvallen. — Niets kan in hun geplaagd gemoed, die vuurige flangenbeeten ook maar weinige oogenblikken verdooven , dan de. zorgeloosheid , welke de afwisfelende vermaaken der groote wae» reld haar gestadig aanbieden, — Insgelyks de ontevredenheid over eenige kleine rampen , dis in de zamenleving den mensch jpnvermyddyk treffen , kan een kleinmoedige van geest «aar de bosfchen lokken s ïnaar ook daar," zal hy het gezogte. verge-  3? genoegen nimmer aantreffen. De bekoorlykheden der natuur zullen haare aangenaamheden , in zyne oogen , fpoedig verliezen : hy ziet alsdan niets dan zich zelve , en in zich zelve een ongeduldig en misnoegd wezen. Met rasfe fchreeden keert hy haastig te rug , tot het gewoel der fteden , welke hy , alleen uit kleinmoedigheid , had verlaaten. Daar zoekt hy nogmaals te vergeefs die troost , welke hem zonder ophouden ontvliedt , en die zyne te onvreden ziel nergens vinden kan. De flaaf zyner driften — de heerschzugtige — de naar goud of ydele grootheid dorstende verraader zynes vaderlands, die van alle boosdoenders de gevaarlykste, de misdaadigste en ftrafwaardigste in de oogen van deugdzaame Burgeren is , mag ook zomwylen de flille eenzaamheid opzoeken Wat zeg ik ? de verrader van zyn vaderland ! — welke verschrikkelyke naam! — Is het mooglyk , dat onder myne natuurgenooten fchrikdieren gevonden worden , die haar niet ontzien, hunne bloedgierige klaauwen te flaan in de ingewanden eener liefdenryke moeder, en ze wreedelyk te verscheuren , die zulke wanschepzels uit C 4 haa-  4ö haaren fehoot voortgebragt, met een tedere zorg gekoesterd —* groot gemaakt' — en met weldaaden overlaaden heeft ? — Verraders van hun vaderland! -n- welke afschuwJyke wangedrogten, onwaardig den grond die zy betreden! Doch ja; zy zyn 'er helaas 1 die dezen gehaatten naam verdienen — die zich niet fchaamen , dien gevloekten naam opentlyk te draagen. —- Deze doemwaardige flaaven •en werktuigen der heerschzugt,' zoeken zomwyleu ook de eenzaamheid : maar wat jaagt dezelven derwaards ? Willen zy zich ■ daar verlustigen , met het beschouwen van de fchoonheden der natuur ? of kunnen zy met verwondering getroffen worden, door de orde en regelmaatigheid, die in alle haare werken heerscht ? Willen zy met de eenvoudige landbewooneren, misfGhien, in derzelver fchuldelooze vermaaken dee* kil ? of i trachten zy eenige andere aanleiding tot zuivere vreugde , by het bewandelen dezer ftille velden , te genieten ? £feen , dat zy verre ! -— Zy denken ia de eenzaamheid alleen op nieuwe misdaaden, door welke zy hoopen hunne gevloekte aanslagen te doen gelukken. — Aanslagen , die nists minder bedoejen, dan de orde. der  Al natuur by het menschdom om te keeren, de rust der burgerlyke zamenleving te ver.ftooren , het tegenwoordig en toekomend geluk der maatschappy te ondermynen, en de geheele ondergang te berokkenen van het vaderland, waar aan zy door de nauwfte banden zyn verknogt geweest , doch welke banden, met een woest geweld , door haar vaneen gescheurd zyn. — Daar fmeeden deze verdervers van het geluk des menschdoms, de ilaafsche ketenen, die zy om hunner medeburgeren vrye handen willen liaan; ten einde , wanneer deze met de boeijen eener vernederende afhanglykheid gekluisterd zyn , alle recht en billykheid ouder hunne fchaamtelooze voeten te vertrappen , op dat zy haare heerschlust voldoen mogen , en haar de wierook der blinde onderwerping , van vrygebooren maar verdrukte ftervelingen , mag toegezwaaid worden. Ongelukkig zyn de ligtgeloovige „ en in de diep doorgedagte kunstgrepen eener bedorven waereld onbedreeven landbewooneren 9 die zy daar ontmoeten! Deze worden , indien zy aan het iireenen-gezang van zulke doemwaardige ■ verleiders geen gehoor weigeren, de eerste flagtoffers hunner fnooC 5 de  4* de aanslagen. — Daar het deze wreedaarts onverschillig is , welk eindeloos aantal van onnoozele leden der maatschappy , ter bevordering hunner vuile . oogmerken ,• in de akelige poel der bitterste eiende gestort worden; zo worden ook de onschuldigsten in haare handen , al mede de werktuigen van hun fchandelyk verraad. Zy weeten derzelver Iigtgeloovige zielen, door valsche drogredenen met een fchynbaare vriendelykheid gepaard , tot oproer en weêrspannigheid tegen het wettig gezag , en de heilzaame bevelen eener liefdenryke Overheid, de waardige Bestuurderen der algemeene maatschappy aan te hitzen ; ten einde, ware het mooglyk , het vuur van burgerkryg te ontsteeken, in welke, met een dolle en uitgelaaten woede,de zoon zynen vader, de broeder zynen broeder het hart doorboort — in welke de deugdzaamste Burgeren, op de wreedste wyze, door het fpooreloos graauw verscheurd, en hunne gemangelde lyken, aan den afgod der heerschzugt, opgeofferd worden. Dikwerf heeft dit gefolterd vaderland , de rampzalige uitwerkingen van zulke verraaderlyke poogingen ondervonden. Dikwerf is hetzelve daardoor , tot op den oever  Ver van deszelfs ondergang gebragt geweest. — En, zagen wy dezelve, in deze dagen niet meer dan ééns hernieuwen , ten einde aan de reeds zieltogende burger lyke vryheid , thans den laatsten doodsteek t toe te brengen ? — Deze fnoode aanslagen zyn — gedankt zy daarvoor de Voorzienigheid, en de waakzaamheid der Vaderen des Volks i -tot hier toe mislukt ; en de verdervende hand , die de troon van een willekeurig gezag in het vrye Nederland poogt op te rechten , heeft haare gevloekte oogmerken tot nog toe telkens zien verydelen. Het gesmeed verraad, even in tyds ontdekt, is daardoor in zyne uitvoering wel gestuit: maar , hebben deszelfs aanvoerderen ooit loon naar werk ontfangen? — Zyn de akelige gevolgen hunner verregaande misdryvenj niet geheel en alleen neêrgedaald op, de hoofden van onkundige , en daardoor ligt misleide landbewooneren , die , in de waare toedragt der zaaken onbedreeven , door eerlooze bedriegers en flaaven der heerschzugt , in een valsche waan gebragt waren ? Ziet men niet zulke fnoodaarts , die, als de eenige aanleidende oorzaaken, verre weg het meeste fchuldig zyn , ftraffeloos omwandelen , met onverzettelyke hals*  halstarrigheid in hunne boosheden volhar den , en , terwyl zy daaglyks nieuwe aanflagen des verderfs fmeeden, zelfs, met een wreed genoegen , over het ongeluk der van hun rampzalig bedrogenen juichen ? En dit allés moet de oprechte Vaderlander aanschouwen , zonder zich aan deze fchrikdieren , die zyn wettig erfdeel ongeftraft vernielen , te kunnen of te mogen wreeken! — Doch , hoe veele gruwelyk misleidde huisvaders , zyn daartegen reeds de flagtoffers geworden , van de fnoode listen der landverdervende verraders ! — Hoe veele nog onlangs gelukkige huisgezinnen , die , maar weinige dagen geleeden, met vreugde hun vaderlyk erf beploegden , en bereids , met gulle blydschap , de winften bereekenden , die een gezegende oogst eerlang aan haar zou opleveren , betreuren thans de fchandelyke doch wel verdiende kastyding , die hunne vaderen te beurt gevallen is , om dat deze , te ligtgeloovig , aan dê ftem der verleidinge gehoor gegeven hebben. Een ondraagiyke ballingschap, byna erger dan' de dood , moet die ongelukkigen voor eeuwig van het erf verwyderen , van welker vrugten zy voorheenen in betaamelyke welstand leefden. Schande en. traa-  4Jf traanen zullen voortaan hunne dagelyksche fpyze zyn ; armoede en gebrek zal haar te beurt vallen , in de vreemde wooningen , die zy , na geëindigde ftraf , tot hun toekomend verblyf zullen opzoeken. Dit is flegts een begin, — een zeer gering gedeelte van de menigerlei onheilen # aan welke een toomelooze heerschzugt, veele ligtgeloovige en daardoor ligt te misleidene inwooneren, van myn weleer gezegend vaderland, heeft blootgesteld. — Gaarne zou dit monsterdier alles verdelgen ; gaarne zou het alle vryheidlievende leden der maatfchappy, die zich niet gewillig aan zyne geliefde hartstocht onderwerpen , van den aardbodem uitroeijen. — En hiervan zyt gy ^e begunstigers en medeplichtigen, gy laffe zielen , fnoode vleijers , doemwaardige verdelgers van de rechten uwer medeburgeren i _ Gaa dan heencn , gy , die zó lafhartig uwe vryheid verzaakt ! gaa heenen , verneder u , en kruip eerbiedig voor den troon der dwingelandy — lik het ftof af van haare voeten , en bloos niet , wanneer gy haare onbillyke, haare vryheid verdelgende , haare der welvaart uwer medeburgeren ondermynende bevelen , blindcling gehoorzaamt. Het loon, uwer laagheden en euvel-  4é cuveldaaden zal doch heerlyk zyn ! Gy zult, wanneer dezelve naar uwen wensch. en die der heerschzugt uitvallen , evoor een ahoosknaagend en pynigend geweeten , misleiden een ampt, bediening , inkomen , of ten minsten eenige bevordering deelachtig woréen , maar welke nooit in fèaat zal zyn , uwe hoogmoed en gouddorst te verzadigen. ■— Uwe troost zal zyn , dat gy met nieuwe laagheden te begaan , fteeds nieuwe bevorderingen koopen kunt. — Gy zult nu en dan een gunstige oogwenk , van den willekeurigen overweldiger der rechten zyner medeburgeren , genieten ; maar hy zal u , wanneer hy flegts een weinig deugdzaam is, als verraders in zyn hart verfoeijen. En wanneer gy de heerschzugt eens ten troonverheven hebt , waartoe gy haar den weg bereidt, zult gy u , met de voor u zeer aangenaame hoop mogen kittelen , dat gy , nevens uwe kinderen en naastbestaanden , misfehien de eerste flaaven in rang , van willekeurige dwingelanden kunt worden. Maar gy , die uit onkunde , armoede j verleiding , of andere menschelyke zwakheden hoe genaamd , behulpzaam zyt geweeffc tot het bevorderen der verderflyke maatregelen dezer fnoode landpesten , die aan den af- \  ♦2 afgod der heerschzugt offeren , en voor den troon der dwingelandy gewillig kruipen — zo gy nog eenig gevoel van deugd en plicht in uwe ziel bespeurd : O! zo begeef u flegts eenige uuren in de ffcille eenzaamheid. Overdenk aldaar wat door u bedreeven is , en weike de gevolgen uwer gepleegde verraderyen zullen wezen, voor de gansche maatfchappy, waarvan gy het geluk gehad hebt, een vrygebooren medelid te zyn. — Denk dan by u zelve: „ Hier ftaat een over„ kunstig en prachtig gebouw , dat eertyds „ de roem, verwondering en wellust van „ alle natiën is geweest. Onze voorvaderen „ hebben dit heerlyk gebouw opgerecht, „ en het bloed van deugdzaame Burgeren „ was het fement, waarmede deszelfs bouw„ ftoffen aaneengehegt zyn.^ — Van zyne „ duurzaamheid en ffcerkte hangt al het ge„ luk en de welvaart af, van myn vader„ land , dat, door middel van hetzelve , „ uit niet is opgekomen , en met deszelfs „ ondergang , ook voor altoos zal moeten „ ondergaan. — Nogthans hebben heilig„ fchendende handen , het, van tyd tot \ „ tyd , deerlyk verminkt ; deze ondermy•„ nen nog daaglyksch deszelfs grondzuilen; „ zy hebben hst beroofd van alle zyne fie- ' „ raa-  48 „ raadén ; groóte brokken zyn , döor haare „ verwoede aanvallen , van hetzelve afge* ,., fcheurd ; en het is bereids zodanig on„ kenbaar geworden , dat, verre van gelyk „ weleer , de fchrik zyner vyanden, en de „ wellust van vreemde volken te zyn , het thans van een ieder word versmaad en ver„ acht: ja , flaafsche natiën , die de heer„ lykheid van dat gebouw nooit naar waar„ de kenden , durven het , in zynen ver» „ vallen en betreurenswaardigen ftaat, onge* „ ftraft bespotten. — Eenige van Bato's ]] echte afstammelingen, door waare groot]] moedigheid , die de oprechte liefde voor , het vaderland in hunne harten ontvonkte, aangevuurd , en met deszelfs jammerlyke „ ftaat bewoogen , fpaarden geene zorg , „ geene moeiten , geene gevaaren , om des, zelfs geschonden kragten , door alle geoorloofde middelen , die de tederste zugt. voor het- welzyn van de algemeene maat, fchappy kan inboezemen , te herstellen, ' en zyne verboren- of ontroofde fieraaden " aan hetzelve weder te fchenken. — Deze , regtgeaarte vryheidzoonen zyn in hunne zielen overtuigd , dat het, zonder zoda^ nige verbetering , onvermydelyk zal moeten instorten , en, met die gevreesde ge- beurt  49 beurtenis, hun vaderland , ook voor al„ toos, zyn fteun en fterkte zal verliezen „ — dat zyne nog overgebleeven luistet „ geheel zal moeten uitdooven. —Maar—« „ is hun vaderland niet ook het myne ? „ Ben ik mede in myn gemoed niet over„ tuigd, dat met zyn val de dwingelandy 9, zal worden ingevoerd, in gewesten, waar„ uit dat bloedgierig monster , in vroeger „ tyd en , zoo moedig was verbannen? —„ Is de burgerlyke V r y h & i ö , die „ met het beste bloed onzer deugdzaame „ voorvaderen , zoo duur gekogt wierd , „ niet de eenige fteun des koophandels , „ der zeevaart, en der nooit genoeg vol„, preezen nyverheid ? — Immers ja ! deze „ herschiepen de Hinkende moerasfen , wel„ ke dezen bodem eertyds bedekten , in „ een aardsch paradys , vervuld met alle ze„ geningen , welke het menschdom hier op „ aarde gelukkig maaken. — Zullen alle de„ ze zegeningen , die uit den tempel der „ Vryheid , als een milde bron van voorfpoed , zoo rykelyk voortvloeijen , niet „ te gelyk met de Vryheid zelve , uit Ba„ to's erf gebannen worden , hetwelk dan „ een rampzalige prooi zal zyn der heersch„ zugt, flaverny , en der bitterste armoeD de?  5o ?> de ? — Zodanige ramp zou met weinig 3, moeite af te wenden zyn, wanneer flegts „ ieder Burger , naar zyn best vermogen , „ de handen daartoe leende , en zyne aan„ gebooren plicht , als deelgenoot eener „ vrye maatschappy , met yver en ftandvas„ tigheid wilde nakomen. — Maar helaas ! „ een groot aantal myner landgenooten ,' „ zyn aanbidders en vuige flaaven der dwin„ gelandy geworden , die , op de puinhoopen des vaderlands en der vryheid , haa„ re troon , en een willekeurig gezag hoopt „ te vestigen. Dit beweegt hen , om alle „ goede maatregelen , tot herstel van vertrap„ te en geschonden rechten, met eene alles „ te bovengaande boosaartigheid , te dwars„ boomen; en ik — ik elendige ! bevind s, my mede onder dit aantal van zamenge„ zwoorene, onwaardige flaaven der heerfch„ zugt ; onwaardig , dat hunne voeten ooit „ een' vryen grond betreden ! — Ik heb „ geholpen — ik heb myn best gedaan — ,„ ik heb door myne verraderyen mede de „ hand geleend , aan de verdelging van al. „ les , wat in myn vaderland goed en wet„ tig is. — En welk is de belobning myner „ fchandelyke misdryven ? Een handvol „ goud — een ydele eeretytel — of wel , ,, een  een niets beduidend ampt ! — Zyn deze „ dan de geëvenredigde belooningen voor „ euveldaaden , waardoor ik milioenen my3, ner onschuldige natuurgenooten , in de }, onvermydelykste ramp en elende zal hel„ pen ffcorten ? waardoor ik my zelve tot „ eeuwige flaverny doeme ? en , met een „ roekelooze hand t- de ketenen help fmee„ den , die myn geheel nakomelingschap, „ tot in het verste nageslacht, zullen kluifleren ? — Zal niet de dwingelandy t », wanneer zy den troon beklommen heeft , „ waartoe ik haar den weg bereide , my , „ als een fhood en verachtelyk werktuig beschouwen ? e& het geschenk 5 dat ik „ van haare hand ontfangen heb , my we„ der afneemen, om daarmede nog verach., telykar flaaven te begunstigen, dan ik ,, zelve ben ? — o Ja ! een verrader heeft „ geen beter loon te wagten: want fchoon „ het verraad aangenaam kan zyn, wanneer s, het ter uitbreiding van de macht een's 3, dwingelands gesmeed word, verfoeit nogthans de gansche waereld den verrader. — „ De dwingeland zelve , die daardoor zyne „ doemwaardige oogmerken heeft bereikt, „ zal hem met reden altoos wantrouwen , ,» en hem ook werkelyk fchuüwen, zo haast D 2 „ hy  „ hy zynen fchandelyken dienst niet langer „ noodig heeft. „ Laat ik dan in tyds , eer het te laat 3, zy, tot mynen plicht wederkeeren! — „ Laat ik het gebeurde , met een waarlyk „ berouwhebbend hart , herroepen ; laat ik „ my , door een getrouwe nakoming van „ mynen plicht, met de maatschappy ver„ zoenen , en de fchandvlek poogen uit te „ wisfchen , waarmede ik myn eer en goe„ de naam zó jammerlyk bezoedeld heb. — „ Welaan ! ik wil in de fchoot der deugd '„ wederkeeren! — Ontfang my, o dierbaar „ vaderland ! als één uwer wedergevonden '„ zoonen , die zyne misdaaden hartelyk be„ rouwd. Ik wil myn goed , bloed en leven, aan uw behoud, roem en welvaard* alleen toeweijen ! — Ik wil voortaan gereed zyn , om alles , wat my in de wae„ reld dierbaarst is , met een blyd en dank'', baar gemoed , voor de Vryheid op te offeren." Aldus kan de eenzaamheid , ook aan verleidde zielen , uit welke, alle deugd nog niet geweeken is , uitneemend nuttig zyn. Zie, hier is myn geringe hut, in welke ik , door een verkwikkelyke flaap , myne kragtén zal vernieuwen , ten einde met de op-  53 opkomende dageraad , nieuwe wellust in deze eenzaamheid te fmaaken. — Hoe verfchillend is deze nederige flulp , van de ruime en prachtige paleizen der Vorsten! maar ook, welk een ftille rust woont hier, en tot welke onrust zyn de Grooten der aarde hun levenlang gedoemt ! ■—. Wie zou niet wenschen , nevens my , een vergeeten Burger eener vrye maatschappy te zyn , f die , door geene heerschzugt aangevogten , en wel te vreden met het lot dat hem ten deel gevallen is, geen ilaafsche onderwerping kent, en door zyne ftrenge plichtbetrachting , nimmer blootgesteld kan worden aan de veelerlei onrust en gevaaren , die de machtigen der aarde, nevens hunne flaaffche afhangelingen en baatzuchtige vleijerss ffceeds omringen ! ©3 D ER-  S4 DERDE WANDELING. De liefde tot bet vaderland is ten aangebooreit neiging , die inzonderheid door bet genot eener redelyke vryheid werkzaam word. Plichten welke daaruit voortkomen. Zo dikwyls myne voeten dezen grond betreden , herdenk ik telkens met een nieuw genoegen , aan de zuivere vreugde die ik eens genoot , toen, na veele jaaren afwezenheid , ik deze vaderlyke velden , voor de eerstemaal , wederom bewandelde. Dè zon fcheen op dien blyden dag meE zulk een heldere glans , als ware zy verheugd geweest, in de aanschouwing van dit fchoon tooneel der natuur, hetwelk door haare koesterende invloed bezield, met ah ïe bevalligheden en fieraaden der vroege en fiog ongeschonden lentetyd pronkte. — De lieflyke'adem eener verkwikkende zuidewind, die tusfchen de bladerryke boomen dartelde , en de balsem-geuren van duizenden pas  onlooken bloempjes, uit de naby gelegen velden naar my toewaeide, gepaard met het ftreelend gezang der vrolyke boschbewooneren , fcheenen my van alle oorden te verwelkomen. — Eenzaam had ik over de omliggende akkers en klaverryke weiden gewandeld, en ook mynen geliefden heuvel bezogt, toen ik my eindelyk aan de voet van dezen zelfden boom nederzette * en, met een dankbaar gemoed, over myne gelukkige wederkomst in het vaderland juichte. Wat noopte my tot deze oprechte dankbaarheid ? — Wat dreef my aan tot die innerlyke vreugde, die my een traan van hartelyke blydschap afperste ? — Kon dit wel iets anders zyn, dan de tedere neiging voor dat oord , in welke de mensch het lieve daglicht de eerstemaal aanschouwde? en is de liefde voor het zelve niet een edele drift , die alle redelyke fchepzelen ingeschapen is? Welaan ! — Laat' ik de oogenblikken die ik hier vertoeven zal, aanwenden , om de oorsprong van. dien drift te overweegen, en meteen de plichten nadenken, welke daaruit voortvloeijen. De liefde voor het vaderland moet waarD 4 l>*  56 lyk één der fchoonste deugden zyn, die ooit een fterveling versieren kunnen; want zy was in alle tyden, en- by alle volken heilig. — Zy is gewis ook de fterkste band der burgerlyke zamenléeving, en de eenige grondflag van alle waare heldendeugden; want zonder haar ontaarten dapperheid, wysheid en ftandvastigheid in ondeugden, die voor de maatschappy , aan welke zy tot een bevallig fieraad konden ftrekken, zelfs gevaar]yk worden ; nadien de mensch, die van de natuur met heldenmoed begaafd geworden is, zonder waare liefde voor zyn vaderland , dezelve meer tot onderdrukking , dan tot welzyn zyner medeburgeren zal aanwenden. De natuur zelve heeft deze edele neiging, in alle rechtschapen harten, diep ingedrukt. Geen oprecht gemoed kan dezelve ooit verzaaken; maar al wie haar, uit enkel zorgeloosheid of boosaartigheid uit zyne ziel verband , is een onnatuurlyk wangedrogt , onwaardig dat hy dezen aardbodem betrede. — Zy bezielde met die heilige drift, ook de wildste natiën, die in onze oogen , de elendigste van alle ftervelingen fchynen. Laat een inboorling van Lapland, Groenland , of het noordelyk Siberiën , uit zyne guure , onvriendelyke en fteeds bevroozen woes-  woesteïnen , naar gematigder luchtstreeken verplaatst worden. — Zou men niet vermoeden , dat zodanig mensch , wiens onbefchaafde ziel geheel ruuw , zonder byzondere neigingen of hartstochten , en ook vry van zulke vooröordeelen is , die een beschaafder mensch , hoewel van alle ander gevoel ontbloot, op zekere wyze aan zyn vaderland gehegt kunnen houden, weinig wederftand zal bieden aan de nieuwe en ongewoone indrukken, die zy in beschaafder landen moet ontfangen? Dat ook derhalven deze Wilde , wiens geest, door de aangenaame voorstellingen van het ftreelend onthaal dat hem daar aangeboden word, en die het gemis rykelyk kunnen opweegen , van de zeer geringe maat van vreugde, welke hy te vooren kon genieten , zonder moeite zal overgehaald worden, om, in gelukkiger gewesten , zyn vaderland voor altoos te vergeeten? Dan, herhaalde proefneefningen hebben byna altoos het tegendeel bevestigd. — De ondervinding heeft geleerd, dat.de aldus verplantte Wilde, een onweêrstaanbare trek gevoeld , om zyn vaderland, weder te aanschouwen. Hoe meer zorg men aanwende , om hem fmaak te doen krygen in D°'5 de  §8 de bekoorlykheden eener beschaafde leef» wyze; hoe meer men hem in zynen nieu« wen ftaat met weldaaden overhoopt; hoe meer men hem tracht te overtuigen , dat hy, door de verplaatzing uit het land zyner voorvaderen, een veel gelukkiger lot, veel ruimer maat van zegeningen deelachtig is geworden , dan hy daar met mooglykheid kon genieten , des te kragtiger werkt op zyne ziel de ingeschapen drift voor hetzelve. — De plichten en gezellige deugden eener geregelde zamenleving; de gemaklyker wooningen en zagter zeden van verligter natiën , blyven voor zyne ruuwe ziel laf en walglyk , en hy kan de vreugde s die hem in de gelukkigste, maar van zyn vaderland verre afgelegen landstreeken, aangeboden word , met geen de minste fmaak genieten , of daarin één greintje van genoegen vinden. Zyn hartelyk verlangen blyft fteeds gevestigd naar die woeste ys-en fneeuw-bergen , tusfchen welke hy is groot gemaakt, om daar geene andere ©effening te volgen , dan de jagt, en byna alle geneugten des gezelligen levens te verzaaken. — Dit verlangen werkt zó hevig op zyn ontrust gemoed, dat alle middelen, die men door eene gestadige opvolging van hem aaft» ge*  geboden nieuwe vermaaken, aanwend , om hetzelve uit te dooven , niets baaten, maar flegts dienen om het vuur zyner dringende begeerte meer en meer aan te blaazen, tot het ten laatsten in volle woede uitberst. Het verandert alsdan in een kwynend hartzeer : en wanneer aan zyne drift, om in het vaderland weder te keeren, niet ten fpoedigsten voldaan worde, zal zyn pyriigende kwaal geduurig verergeren , tot dat eindelyk een verhaaste dood , hem , van wanhoop overkropt , uit zyne gewaande elend verlosfe. Waarom is zyn hart, in dezen toestand zoo bekneld? — Van waar deze uitneemende trap van droefheid en wanhoop ? — Zou het misfchien alleen de ongewoonte zyn , die hem de afwezenheid van zyn vaderland zoo ondraaglyk maakt? j^een i —; de gewoonte oeffent wel een groot vermogen over alle «bezielde wezens , maar heeft nogthans haare paaien, die zy niet kan overschryden. Haar gezag kan derhalven zoo uitgebreid niet zyn, dat ah ken de zugt , om een leefwyze , waaraan hy lang gewoon is geweest, te hervatten, aan dezen onbeschaafden mensch zulk een fenaagend verdriet, zulk een overmaat van hart-  hartzeer , veel minder den dood zelve zal veroorzaaken. — Het is zeker, dat verre de meeste voorwerpen die men langen tyd voor . oogen heeft gehad , eindelyk onverfchillig worden; dat derzelver grootste bekoorlykneden , na een lang genot, verdwynen, en men dan angstvallig nieuwe voorwerpen opzoekt, ten einde de fteeds naar verandering haakende geest te bevredigen. Maar men begeert van hem niets anders , dan dat hy, in een vreemd land , beter en gemaklyker leve; en eene verbetering van dien aart, heeft altoos voor den mensch iets aantrekkelyks. — Er moet derhalven een oneindig fcherper prikkel zyn , dan de gewoonte, die de zugt naar zyn vaderland gestadig aanwakkerd. Hy genoot , in de van hem verlaaten guure en onvriendelyke gewesten, één, met de onbeschaafde denkbeelden zyner ruuwe ziel overeenkomstige zedelyke Vryheid , die hem in zynen nieuwen ftaat geweigerd word : daar leefde hy bevryd van zekere dwang, die in befchaafder landen noodzaaklyk is geworden — daarom fchynen hem , zyne met eeuwig ys en fneeuw bedekte woesteinen, hoewel ontbloot van alle bekoorlykhedejijj kunstversierselen en gerief-  er rieflykheden, oneindig behaaglyker , dan de lieflyke velden der zuiderlyker landsdouwen, over welke de gunstige natuur haare milde gaaven, in veel ruimer overvloed uitgestort heeft; om dat hy , door die onmeetelyke wildernisfen, zyn geliefd jagdvermaak vry en onbezorgd genieten, en aan geene lastige plegtigheden , by beschaafder volkeren ingevoerd , gebonden was. — Het gevoel van den dwang, waar aan hy by dezelven onderworpen is, geeft hem een walg van alle vermaaken , welke in dezen ftaat van afhamglykheid hem worden aangeboden. Zyn vrye ziel versmaadt dezelve, om dat hy die als eene zoort van flaverny aanmerkt; en deze afkeer, gevoegd by zyne ingeschapen drift voor het vaderland, doet hem de dood waardiger fchatten dan een leven zonder vryheid, nademaal, wanneer zyn hoop en verwagting te leur gesteld word, om het land , naar hetwelk zyn zul zo hartelyk rykhalsd, weder te zien, de dood alleen, hem, van dien ondraaglyken dwang kan ontheffen. Heeft de wilde, de onbeschaafde mensch, van wien men zeggen moge hy is gelukkig in zyne armoede, want hy kent de vreugden, maar ook de zorgen der weelde niet, zodaaige zugt voor vryheid en het vaderland,  6z land , die hem, boven alles in deze waé<= reld dierbaar zyn; hoe veel te meer verwagt men dan, dat de Burger van een vry gemeenebest, die, onder een oneindig zagter lugtstreek gebooren, de vermaaken der zamenleving en der burgerlyke vryheid kent 5 die j in zyn geboorteland, onder de bescherming van billyke wetten , alleen ingefteld om wanorde en ongeregeldheden uit de maatschappy te weeren — om het genot zyner fdierbaare vryheid kragtdaadig te verzekeren — en om het heil en welzyn der algemeene maatfchappy te bevorderen, door de fterkste banden aan zyn Vaderland gebonden is , ook met oneindig fterker liefde voor vryheid en het vaderland, moest bezield worden. Dan men ziet veelal het tegendeel gebeuren ! —- Laat ons niet eens het oog vestigen op openbaare verraders en fchenders van de rechten hunner medeburgeren; want deze zyn wanschepzels , die de eernaam van Mensch onwaardig zyn, om dat zy als hardnekkige wederspannigen tegen de zagte indrukken van de algemene en verhe'ven plichten, welke de zorgvuldige natuur aan het gansche menschdom opgelegd heeft, hun vaderland — het welk zy in der daad nergens  gens hebben — niet flegts versmaaden, maar in welks ongeluk zy zelfs , met een wreed genoegen juichen kunnen. — Laat ons ook niet denken aan lafhartige zielen, die wegens deszelfs heil en welvaart volmaakt zorgeloos, niet het minste gevoel fchynen te hebben van de rampen, die hun vaderland dreigen , of hetzelve daadelyk treffen : de» ze zyn weinig beter dan de eersten, want zy verzaaken eveneens alle burgerlyke plichten, en worden zelden onwillig bevonden, wanneer haar de gelegenheid daartoe gunstig is, om het geluk en de welvaart van hun vaderland , voor een armhartig Judasloon, aan de eigenbaat of heerschzugt op te offeren. — Maar laat ons alleen een zoort van burgeren beschouwen, die minder misdaadig zyn ; de zulke namentlyk, in welker harten de liefde voor het vaderland niet geheel is uitgeblust, maar die het echter , met een onverschillig hart , verlaaten kunnen, om elders hun geluk te beproeven , of met oogmerk, om in andere landen, fchoon met verlies van een groot gedeelte haarer aangebooren vryheid , een ruimer maat van weelde , en van wezendlyke of ingebeelde vermaaken te genieten. Wy willen geenzins uw geluk benyden v gy  <54 gy onverschillige waereldburgeren, die voorgeeft , dat overal waar het u eenigzins welgaat , gy uw vaderland kunt vinden. — Maar antwoord ons , indien gy eenige oprechtheid bezit, onbewimpeld en naar waarheid , op deze vraagen : — Wanneer gy , verre van het land uwer geboorte , in het geurig Afiën , in alle pracht en weelde van verwyfde Oosterlingen leeft ; of , in de vrugtbaare eilanden en volkplantingen deinieuwe waereld , ruime overvloed van wellust geniet; wanneer gy naar de gematigder en liefiyker gewesten van Italien en het zuidelyk Frankryk geweeken zyt, om aldaar de natuur in grooter volmaaktheid te aanfchouwen , of een fyner lucht, dan in het zogenaamd mistig Nederland, in te ademen; en gy, die het weelderig Parys of het trotsche London , tot uwe verblyfplaatzen uitverkoren hebt: — met één woord , gy alle die uw vaderland , met welk oogmerk het ook xy , voor altoos, of flegts voor eenigen tyd hebt verlaaten, bespeurd gy niet in uwe zielen fteeds een heimelyke trek , om het land uwer vaderen weder te aanschouwen? — fpringt niet uw hart op van biydschap, zo dikwyls gy deszelfs lof hoord vermelden ? en gevoeld gy geene regtmaatige gram-  *3 gramschap in u opkomen, wanneer men het ten onrechte , fmaadt en lasterd ? —Geeft ieder brief, die gy van uwe vrienden en naastbestaanden ontfangt, u niet telkens nieuwe , ja byha onuitspreeklyke blydfchap ? bespeurd gy niet een ftreelend ge* noegen, en voelt gy , in fpyt uwer gewaande onverschilligheid , geene traanen van vreugde over uwe wangen biggelen , wanneer gy daaruit leest, dat het uw vaderland wel gaat ? — Indien ■ geene dezer kentékenen eener heimelyke zucht voor hetzelve , in uwe harten opkomen , dan is gewis het myne van een andere ftof geschapen , dan het uwe. Ik was. mede een zogenaamd waereldburger. Ik meende overal myn vaderland te vinden , en zworf jaaren agterëen- in gewesten, die my uitterlyk veel vermaaklyker toescheenen , dan het land myner vaderen. — Maar een lange afwezenheid, al de zorgeloosheid myner jeugd, de drift om fheeds nieuwe en ongewoone voorwerpen op te zoeken , konden myne liefde voor hetzelve geenzins uitdooven. Een dringende en zomtyds afmattende ongerustheid , deed geduurig het hartelykst verlangen naar hetzelve, in mynen boezem gebooren worden. —» Honderdmaalen is myn hart van vreugde E op-  é6 "•%&3&& opgesprongen , wanneer ik , in afgelegene gewesten , daar ik geene myner landgenooten meende te vinden , flegts één derzelven onvoorziens ontmoette, of my , onverwagt, goede tydmgen uit myn vaderland bericht wierden. Menigmaalen vierde ik daar , in de eenzaamheid verdiept , aan deze en zoortgelyke denkbeelden den vryen teugel. — „Zeer „ bekoorlyk is dit oord, hetwelk myne voe- ten thans bewandelen ! Hier ontmoet ik „ byna alles wat genoegen baaren , en het „ menschelyk leven aangenaam kan maaken. „ Ik geniet de onschatbaare voordeden der „ jeugd, en eener bestendige gezondheid. s) . Ik zwem in een zee van fteeds af- wisfelende vermaaken ; want alles fpant ., zamen om myne wenschen te bevredi„ gen , en 'er ontbreekt haast niets , aan „ myn tegenwoordig geluk. — Ik mag „ myne neiging voldoen, om vreemde lans, den te bezien , en myne weetlust of „ nieuwsgierigheid verzadigen. — De' ge„ duurige opvolging van nieuwe fchouw- tooneelen der natuur , zoo onderscheiden „ van die ik in myn Vaderland aanschouw1 de; de zeer verschillende dragten en klee- dingen van menschen ; nieuwe zeden „ e»  67 en gewoonten , dit alles brengt ver» „ andering te weeg, die my oneindig kan bckooren. — Maar — ik vind doch nerj gcns myn vaderland ! wanneer ik daaraan „ denk , dan verdwynt eensklaps al myn genoegen , in deze Heflyke landstreeken. — Nimmer kende ik de regte waardy —- nimmer had ik een gepast denk3, beeld , van de onbetaalbaare zegeningen w eener vrye gemeenebest-regeering , dan „ zedert de beklaaglyke toestand van af„ hanglyker volkeren , die , onder den yze- ren fceptcr van het willekeurig gezag 3, bukken , aan my, uit de ondervinding „ en beschouwing haarer elende , geblee» ken is. — Wat baat aan deze rampza„ ligen de vrugtbaarheid des aardryks, 'de „ gematigde invloed eener zagte en voor„ treflyke luchtgesteldheid , de bekoorlyk„ heden van een uitmuntend fraai gewest? „ — Wat baat het , dat haar de natuur 3, fteeds vriendelyk toelonkt , en uit derzel3, ver milde fchoot, ruime overvloed van „ fchoonheden , en van geurige vrugten voortbrengt ; wanneer zy deze haare ze„ geningen , in'. gestadige en onafgebroken zorg en bekommernis, in eene flaaffche ,) afhangïykheid en drukkende onderwerE 2 4, pings  „ ping , aan de willekeurige bevelen eener byna tallooze menigte van dwingelanden , flegts by toelaating genieten mogen ? „ wanneer zy nooit naar waarheid kunnen „ zeggen: deze is myn grond — dit is myn „ eigendom — deze vrugten myner nyver„ heid , deze voortbrengzelen der goedertieren natuur , zullen myne afstammehn„ gen, tot in het laatste nageslacht , gerust , veilig , en in een ftaat van redclyke vryheid genieten ! — Maar neen ! het ',' enkel welbehagen van den Vorst , van '„ zyne Hovelingen en Ondergezaghebbers, „ berooft haar , in één gémelyk oogenblik , „ al hun geluk , hunne geheele welvaart, al 'it hun genoegen , en flort haar eensklaps , ja op het alleronverwagtst , in de uitter„ fte ramp , elende en armoede. - „ Dit heeft de vrye Republikein — dit heeft de Burger van myn vaderland , indien " hy flegts met lust en yver voor bet behoud "„ zyner .duurgekogte vryheid waakt, nooit „ te duchten. — Gezegend Nederland! waar '„ in ik eerst het blyde levenslicht aan" fchouwde — ovaderlyke velden! in welke ik de eerste voetstappen myner jeugd ge" drukt, en die ik in de eenzaamheid, of van myne jeugdige fpeelmakkers verzeld, zo ,, me-  6§ ' menigmaalen , met vermaak doorwandelde „ — tot u wil ik wederkeeren ! — ja , ,, zo fpoedig mooglyk wederkeeren j want „ ik zal in u voorzeker dat zuiver genoe„ gen vinden , hetwelk ik , verre van u , vergeefsch zoeke. — Uwe lieflyke too„ neelen , van de glans der vryheid, welke „ in myn vaderland word aangebeden , zoo „ överheerlyk opgeheldert , waren altoos „ betoverend in myne oogen , maar zul„ len my voortaan veel bekoorlyker dan „ ooit toeschynen , nu ik eerst by deze „ flaafsche volken , door het tegengesteld ,, voorbeeld , de waardy der edele vryheid „ regt, en naar waarde , leerde kennen. — „ — Eer zal derhalven de zon haare glans „ verliezen , eer zal myn vrye ziel deze „ ftervelyke mond ontglippen , om de ge» lukzalige woonplaatzen der eeuwigheid op „ te zoeken , eer ik u , myn vaderland „ vergeet , of geen hartelyk verlangen in „ my gevoel , om uwe roem , heil en wel„ vaart te bevorderen ! — Geene velden '„ zullen my voortaan zoo groen , en met „ bloemen zoo bevallig geschakeerd ; geene „ beekjes zoo zagtruisfehend ; geene akkers zoo fraai bebouwd of vrugtbaar voorko- men , dan de weelderige weiden , de E 3 fcheep*  „ fchcepryke rivieren , en de vrugtbaara ,, koornakkcrs , die ik . in myn vaderland „ zal aanschouwen. — Nimmer zal myn „ oog vermoeid worden met die te zien , „ wanneer ik overdenk , dat die al te zav men het gewrocht der vryheid zyn! — „ Ook zullen de hutten uwer eenvoudige „ landbewooneren , my oneindig fraaijer en „ bevalliger toeschynen , dan de trotsche „ paleizen der machtigste Monarchen: want, daar heerscht vrede, vryheid en onschuld ; 3f hier — onrust, flaverny , en het bedrog „ van listige en geveinsde Hovelingen. — Gelukkig vaderland! een pynigend, doch „ tevens aangenaam verlangen , doet my „ reikhalzen , om uwe vrye lucht nogmaals in te ademen , en de geliefde grond , in • welke het koud gebeente myner /Vooroun deren rust, zo fpoedig mooglyk , te bej, treden". Waaruit ontstaat deze hartelyke zucht? dit onmaatig verlangen ? — Is het' de gewoonte ? - of zyt gy het heilige en ingeschapen liefde voor het vaderland, welke, door de vryheid aangewakkerd, my aandringthetzelve boven alles te beminnen ? o ja! het is voorzeker die bekoorlykq neiging van edeje en gevoelige harten «rel»  •welke den mensch , die door ondeugden niet geheel ontaart en verbasterd is , in alle waereldstreeken waar hy zich bevindt, onaffcheidelyk verzeld. — Zy is geen oogenblikkeiyke , geen ras voorbygaande drift , maar een aanhoudende neiging , die dett deugdzaamen Burger, by alle lotgevallen die hem overkomen , ftandvastig aankleeft. — De natuur heeft daartoe de eerste zaaden in onze zielen uitgestrooid: deze worden langzamerhand ontwikkeld , door de heuglyke herinnering, dat wy in ons vaderland het lieve daglicht eerst aanschouwden —- daar het eerste genot hadden van de weldaaden , die de natuur zo ryklyk aan het menschdom fchenkt — daar , by onze intrede in de waereld , hartelyk verwelkomd wierden , door de tedere glimlachjes en blyde welkomkusjes eener liefdenryke moeder , en hef eerste voedzel uit haare koesterende borjften gezoogen hebben — daar de zuiverfte vreugde , het onschuldig vermaak onzer kindsche jaaren , genoten — daar onze $aauwe denkbeelden en verstandelyke ver» mogens, by derzelver vroegste ontluiking ^ naar evenredigheid der zeer bepaalde kinderlyke begrippen , eerst aangekweekt en •pgeheldert wierden , door een zorgvuldig £ 4 va"  7s yader , die ons , al fpelende , de grondbeginzelen van die kundigheden inboezemde , die ons , naderhand , tot de verhevenste deugden zoudèn opleiden, die , al vroeg, de plichten jegens het vaderland in onze tedere zielen drukte, om het gevoel dezer plichten meer en meer aan te wakkeren , onze lispelende tong de naamen van de edelmoedige Helden leerde ftamelen , die hunne rust , goed, bloed en leven, gewillig voor de vryheid en welvaart van hetzelve hebben opgeofferd ; ons de roemwaardige daaden onzer dappere voorouderen zoo dikwyls voor oogen hield , ten einde onze aandoenlyke harten , door zulke edele voorbeelden 9 tot eene plïchtschuldige navolging te ontvlammen , ons de voordeden en onbeschryflyke zegeningen der dierbaare Vryheid, met de levendigste kleuren , afschilderde , en ons een bÜlyke afkeer van alle onredelyke dwang en llaverny inboezemde ; ons , eindelyk, ook de vaderlyke zorg leerde kennen, eener achtbaare en eerwaardige'Overheid, welker plicht het is , als de vertegenwoordiger van een vry en onafhanglyk Volk , alles aan te wenden , om het algemeen welzyn , benevens het geluk van ieder lid der borgerlyke maatschappy m het by-  byzonder , te bevorderen , en , door haare wyze voorzorg , alle onheilen van dezelven af te wenden. Deze , en meer andere zoortgelylce indrukken , blyven in 's mensehen geheugen onveranderlyk gevestigd. Zy verzwakken niet, maar worden fterker met de' jaaren j en het is als dan onmooglyk , ooit dat oord te vergeeten, waarinde vrygebooren mensch de eerstemaal het zonnelicht aanschouwde. — Deze voelt zich door de fterkste banden aan zyn geboorteland verknogt. Wat daarin wezendlyk gebrekkig is , word van hem mits het niet tot deszelfs ondergang ftrekke , zelden als een groot gebrek aangemerkt ; doch zelfs de fraaiste voorwerpen vair andere landen , kunnen hem geene aan-' houdende bekoorlykheden opleveren. Hoe groot ,. hoe uitneemend de vermaaken zyn „ die- hy daar ontmoet', zy worden hem doch eindelyk tot een last, en niets kan in zyne oogen het geluk opweegen , dat hy in zyn vaderlandsche grond genoot. — Het boosaartigst gemoed is zelden zoo verhard , om zich , ten allen tyde, tegen die ftreelende aandoeningen te verzetten , welke de natuur en opvoeding hetzelve hebben ingeprent: en wanneer deze aandoeningen , in de af- E $ Wér-  ?4- %*®3&$ wezenheid , by hem ontwaaken ,' zal hy zyne neiging om het vaderland weder, te zien , in fpyt van alle hinderpaalen trachten te voldoen. — Maar is de mensch deugdzaam j dan voelt hy de banden die hem daar aan verbinden , nog oneindig fterker , en de overtuiging van zyn plicht, om het weite doen en voor deszelfs heil te zorgen , werkt alsdan in hem met een onweerstaanbaar kragt: niets zal zyn edelmoedige ziei dan weêrhouden kunnen , met al zyn vermogen , naar dit groot en gewichtig doeleinde te flreeven. De beoeffening van dezen aangenaamen plicht , is voor alle vrygebooren menschen van het grootste aanbelang. Zy is , in allehaare omstandigheden , opgesloten , in deze weinige woorden : Sterf voor uw Va- perland! Ja — Sterf voor uw Vaderland.1 — Deze was eertyds de les eenes Wysgeers, eenes uitmuntenden en deugdzaamen. Burgers. — Maar , hoe nadrukkelyk,. van hoe veel betekénis zyn deze woorden! Hy wil daarmede niet alleen te kennen geeven„ dat men, met een onverschrokken moed , zyn leven voor het vaderland waagen, en des noods voor deszelfs behoud opofferen zal. — o Neent  -— o Neen! 'er ligt veel meer, dan deze eene plicht, in opgesloten, . Verre de moeste, ftervelingen beschouwen het leven als hun hoogste goed: de dood daarentegen als het grootste kwaad, da£ ■haar met mooglykheid kan overkomen. — Zy erkennen het derhalven als een uitmunde weldaad des hemels3 wanneer haar vergund word , eenen gryzen ouderdom te bereiken. — Niet de vrolyke en zorgelooze jeugd alleen, voelt deze zucht tot een aanhoudend bestaan in haar gemoed, dat zó vatbaar en gevoelig is voor alle vreugden dezes levens; maar ook dan , wanneer drukkende rampen , pynlyke kwaaien en onlydelyke ongemakken;, 's menschen dagen {leeds verzeilen ; of, wanneer hy bykans afgeleefd, onder den zwaaren last des ouderdoms gebukt j zich van zyne lighaamskragten zien' verhaten, poogt hy nogthans het gevreest flerfuur zoo ,lang mooglyk uit te flellen, en ziet zich niet, dan met groote weerzin en een ontrust gemoed, tot op den oever van het akelig graf genadert. — Deze fterke en aanhoudende'begeerte, om een wisfelyallig en dikwyls hoogst rampspoedig leven te verlengen, fchynt niet alleen den mensch, maar ook alle levende fchepze- len  76 Jen van de natuur ingeschapen. Want alles vliedt den. dood, voor wien alle geschapen wezens, ook het elendigst wurmpje dat op aarde kruipt, een onverwinnelyke afkeer heeft. Indien dan het leven als het hoogste goed, ten aanzien van ons floffelyk deel , mag aangemerkt worden, dan zeggen deze woorden: Sterf voor uw Vaderland hetzelfde, als of de Wysgeer ons had toegeroepen : „ offer, o Burgeren! alles „ met vreugde op, wat u dierbaar is, voor het welzyn van uw vaderland! — Wil „ hetzelve uwe geheele zorg en aandacht „ toeweijen! — Zie toe, dat zyne roem „ en luifter niet bevlekke — dat zyne „ bloei en welvaart , door geen fterveling, „ wie hy zy , ongewrooken benadeelt wor„ de! — Wend naar uw best vermogen al- les af, wat tot deszelfs fchande of nadeel „ ftrekt — en waakt zorgvuldig voor fhet „ behoud van die middelen, waardoor uw „ vaderland is groot gemaakt; welke zynen „ roem en voorspoed alleen kunnen ftaande „ houden en bevorderen! — Laat, om de„ ze plicht te vervullen, voor u niets te kostelyk zyn. — Uwe onvermydelyke „ plicht, o Burgeren! eiseht, dat gy daar- » toe  „ toe uwe vermaaken, uwe rust, uw ty„ delyk geluk en vermogen, uwe byzonde„ re welvaart, ja — uw leven zelve, ge„ willig opofferd! * Het is derhalven niet genoeg , dat men in de afwezenheid zyn boezem , met een ongemeen verlangen naar het vaderland voelt gloeijen, of ten allen tyde hartelyk deel neemt, in deszelfs heil, voorspoed en geluk. _ Neen ! de liefde voor hetzelve moet zich ook in tegenspoed, en dan wel inzonderheid openbaaren, en voornamentlyk werkzaam toonen. Zy gaat by den regtfchapen Burger verzeld , van eene dringende begeerte, om alle zyne kragten aan te wenden, ten einde het vaderland tegen onderdrukking te beveiligen , en het door zyne medewerking, voor alle in en uitwendige overlast te helpen beschermen. — Zyne droefheid wegens de onheilen die het treffen, is lofwaardig; maar zy mag geene vrugtelooze droefheid zyn: want zugten en traanen baaten niets — deze kunnen de rampen die het drukken niet verzagten, noch het vertrapt en uitgeplundert vaderland , in zyne geschonden waardigheid herstellen. De liefde voor hetzelve moet veeleer zyn heldenziel ontvonken —■ zy moet zyn' hart doe»  «go lot te ondergaan , hetwelk zoo-veele eertyds .vrye ftaaten ,. in alle tyden reeds getroffen heeft! — Gy waart gezegend met vryheid; en deze was de ryke bron van- al uw heil , van al uw voorspoed. — Byna was dezelve Voor altoos toegedempt geworden , indien niet de Voorzienigheid zelve , door even die middelen , welke men tot uwe volkomen verdelging meende aan te wenden , u, by uwe gezegende onafhanglykheid behou-. den hadt. — Dc toeneemende aanslagen, uwer openbaare en heimelyke vyanden , openden eindelyk de oogen van een Volk , hetwelk in zyne zorgeloosheid te diep verzonken , met eene geruste bedaardheid de ketenen, zag fmeeden , waarmede men het zelve voor altoos boeijen wilde. Welk regt geaart Burger voelde niet de uitterste verontwaardiging in deszelfs vrye ziel opkomen , toen hy , na menigvuldige tergingen , zag , en ondervinden moest, dat zyn geliefd vaderland , door buitenlandsch geweld onrechtvaardig aangerand, ftraffeloos beroofd en uitgeplundert, en in deszelfs onafhanglykheid benadeelt wierd ? — Toen " hy zag, dat een vyand, altoos tuk op roof,, Zyne bloedgierige klaauwen in het hart floeg van den vryen Nederlander, om hem dat. bloed,  bloed , hetwelk zyne levensgeesten in beweeging houd , geweldig af te tappen. — Toen de zeekasteelen, die te zyner bescher. ming moesten dienen , en van het zweet en bloed der nyvere ingezetenen waren opgebouwd, één voor één in 's vyands hand ge» Jeverd , of moedwillig aan de woeste baaTen opgeofferd wierden? of wanneer dezelve onder veelerlei fchoonschynende doch valsche voorwendzels , in de havens opgesloten , de zugtende koophandel deeden kwynen * om dat die geene bescherming had , terwyl men een tallooze menigte zeer rykgelaaden kielen , door barbaarsche zeeschuimers naar derzelver roofnesten zag fleepert , om daar tot buit van den onverzadelyken vyand te verstrekken? — Hoe moest zyne verontwaardiging vermeerderen, toen hy zag, dat zulke, welker plicht eischte dat zy hun vaderland verdeedigden, en die daarvoor zeer rykelyk beloond worden, niet flegts een wreeden vyand,'die nimmer dan met verdriet en fpyt de bloei van Nederland aanschouwde , voorspraken en begunstigden , maar, wat alle boosheid verre overtreft, hem behulpzaam waren , en door heimelyke listen zyne openbaare aanslagen fteeds bevorderden? Nogthans zag men dit gebeuren — en de £ oogen m  Sa « oogen van veele zorgelooze vaderlanders wierden daardoor eindelyk geopend , toen het verbondbreekend Engeland , in deszelfs aanhoudende poogingen , om de grondzuiien der vaderlandsche welvaart te ondermyr. nen, begunstigd werd van eene menigte ontaarte zielen , die hun vaderland tot fchande ftrekken. Toen men te„ren de vreedzaame Burgeren van dezen ftaat , de onmenschelykste geweldenaaryen pleegde , welke men met de naam van Oorlog bestempelde. — Maar hoe kon men zulks een oorlog noemen ? — Zo onrechtvaardig als dezelve van den éénen kant was aangevangen , zo verraderlyk , flaauwmoedig en fchandelyk werd die van den anderen kant gevoerd. — Het was geen oorlog. Neen !. De één roofde flegts : maar de ander werd , ten gevalle des vyands , gelyk een fchaap ter flagcbank geleid, en zyne bezittingen overal , ftraffeloos, aan eenen woedenden dwingeland ten prooi gegeeven. Gedenk dit landgenooten !■ — en fcherpt uwe kinderen in , wie deze wangedrochten' waren, die, om hunne fchandelyke oogmer* ken te bevorderen , het goed , bloed en leven uwer medeburgeren , moedwillig , aan. uwen fnoodsten vyand overleverdenen de roem-  ïpcmryke zon van Neêrlands welvaart, voor altoos , met I een akelige wolk van dikke duisternis bedekken wilden — op dat hunne naamen, met eeuwigduurende fchande gebrandmerkt , en zy , tot by het laatste nageslacht een gruwel blyven, in de oogen van alle waare Nederlanders. Uw vaderland , fchoon toen gehoond , vertrapt en uitgeplundert , moet daarom even dierbaar zyn aan uwe zielen, als in de dagen zyner grootste voorspoed! — Maar zo het dc Vryheib is , die u aan het zelve boven alles verbind , en met welker ondergang die heilige liefdeband voor altood verbroken word , zie dan toe , dat dezelve nimmermeer verlooren gaa ! -— Binnenlandfche heerschzugt, die oneindig noodlottige? is voor de welvaart van uw vaderland, dan' de vereenigde woede van veele roofzugtige uitheemfiche vyanden , belaagt zonder ophouden dat edel en onwaardeerbaar pand. — Alles wat gy zedert langen tyd ziet en hoord , moet u overtuigen , dat in het va* derland fnoodaarts zyn, die eene toomelooze dwingelandy trachten in te voeren, ten einde elk Burger van zyn kostelykst goed,'zy2ie aangebooren Vryheid , te berooven. M.aar — wie van u zal ooit, zonder de F % v hart-  §6 aan alle redelyke wezens diep ingeprent heeft - maar zy is ook , in vrygebooren menschen , een .onvermydelykè plicht , die haare oorsprong neemt uit de voordeden der maatschappyelyke vereniging , zo lang hunne natuurlyke vryheid in dezelve , door geene willekeurig ingevoerde , flaverny en ondèrdrukking , word geschonden. Deze neiging en plicht te zamen vereenigd, moeten elk deugdzaam Burger een hartelyke trek , een heerschende begeerte inboezemen , om alle zyne kragten en vermogens in te fpannen , ten einde de voorfpoed van het vaderland ten hoogsten top te beffen'; — Maar, hoe kan ooit dit heilzaam doeleinde bevordert worden, dan door hetzelve te helpen beveiligen , tegen alle onderdrukking V dan door zyne in en uitwendige vryheid, tegen alle aanvallen der heerschzugt te verdeedigen ? waar deze afbreuk of vermindering geleeden hebben , haar in derzelver oorspronglyke zuiverheid te herftellen, en hiertoe alles wat den mensch dierbaar is, gewillig in de waagschaal te (tellen ? Alleen ontaarte en geheel bedorven - ziekp . kunnen deze neiging, ep het gevoel  van dezen heilken plicht , in hun gemoed volmaakt uitdooven. De deugdzaame Bemint zyn vaderland boven alles : — maar hoe aangenaam is het , groote en goede daaden te verrichten . voor dat geen , het welk men boven ai bemiat l F 4 VIER-  n VIEB.DE WANDELING. Gelykheid en Vryheid is de natuurstaat van den mensch Kenmerken en hoedanighe¬ den eener warlyk vrye maatschappy. "f nicht vrye boschbewooneren , en zing I blymcedig in dit eenzaam woud! — Laat de omliggende velden weergalmen, van uw bekoorlyk gezang, hetwelk, door natuur en vryheid ingeboezemd, zoo lieflyk myne ooyen ftreelt! — Dat myn by zyn uw geluk niet ftoore ! want 'hier is geen vogelaar , die uwe vryheid beloert Hier is niemand, die u berooven wil van de onschuldige vermaaken, welke de gevolgen zyn uwer onafhanglykheid. Gy fchuuwt den mensch en dntvliedt denzelven, om de ftille eenzaamheid op te zoeken, die u alleen bekooren kan; — nogthans kent gy, in uwe onschuld, de listen niet, die hy gestadig aanwendt, om u den kostelyksten ichat te ontneemen, die van de goedertieren natuur aan al wat leven , heeft  te heeft geschonken is — welker bezitting ü zoo vrolyk en blymoedig maakt, ten einde u te onderwerpen aan zyn alles overheerfchend gezag, en u tot flaaven te doemen van de dwaaze grilligheden der jeugd, of der eigenzinnigheid van kleene dwingelanden. Maar beschouw in my een vriend, een aanbidder der edele Vryheid, een die alle druk en flaverny verfoeit , waaraan men vrygeschapen wezens kluisterd. — Zulke zyn in myne oogen waarlyk dwingelanden, die aan u de vryheid benyden, en u daarom van dezelve trachten te berooven! — Gy zyt nogthans de eenigste fchepzelen niet, die aan zoortgelyke wreede vervolgingen zyt blootgesteld: want teugellooze heerschzugt en fnoode eigenbaat — deze wrange vrugten van der menschen verdorvenheid ! — hebben, aan alle oorden der waereld , de orde der natuur , met een woeste en vernielende hand , omgekeerd. Overal berooven zy den mensch, even als het vee, van zyne aangebooren rechten, en doen hem zugten onder de ondraaglyke last, Van het willekeurig geweld. — Deze geesfels en vyanden van het geluk, dat bezielde wezens in heuren vryen Haat genieten, F | oef-  óeffenen fteeds hunne woede, op alïe vooiV werpen die haar omringen. Gelyk de grooter dwingeland millioenen zyner natuurgenooten overheerscht , en deze , om zyne driften te believen, dikwerf in een grondelooze poel van rampzalige onheilen nederflort; zo tracht ook de minder vermogende dwingeland , door een geringer aantal zyner mede.burgerèn te onderdrukken, insgelyks aan zyne heerschlust te voldoen. — Ja, 'er is byna geen llerveling, hoe laag in rang , vermogen en bekwaamheden, of 'hy heerscht ten minsten over eenig redelyk of redeloos fchepzel. — En gy , onschuldige bewooneren dezer fchaduwryke bosfchen, behoort inzonderheid onder de lydende voor-' werpen, waarop de geringste zoort van dwingelanden haare woede oeffenen : ook gy moet dikwyls uwe vrye halzen krommen, onder het juk eener allerwreedste dienstbaarheid. Weest derhalven fteeds op uwe hoede, en waak zorgvuldig tegen de Iaagen, met welke men zal trachten u te verflrikken ! — Hoe lieflyker de vogelaar fluit, des te gevaarlyker ut hy, want hy laat zyne verleidende ft'em alleen hooren, 'om u daarmede in zyn' net te lokken,' —- Eveneens bandek ook'de heerschzugt3 ten' aan»  aanzien van den vryen mensch: wanneer zy, met geweld, haare kluisters aan denzelven niet kan opdringen, dan fpant zy haare netten daartoe uit. Geveinsdheid en bedrog, geschenken, maar inzonderheid beloften van gewaande toekomende weldaaden, zyn het gezang , waarmede zy den ligtgelovigen flerveling aanlokt , om zich het zwaare juk van onderdaanigheid te laaten opleggen. Neemt hy haare aanbiedingen gewillig aan, dan gaat zyne Vryheid onvermydelyk .voor altoos verboren; want deze eens van hem ontvreemd zynde, is gelyk een edel kleinood in den wyden oceaan geworpen, hetwelk hy vergeefs tracht weder te vinden. Maar een vryheidminnend gemoed , verwerpt, met edelmoedige verontwaardiging, al het goud , geschenken , waardigheden, en zogenaamde eere, doch in de daad fchande-be!ooningen , die hem van de hand der heerschzugt worden aangeboden , op dat hy derzelver oogmerken begunstige, door zyne en zyner medeburgeren vryheid, aan haare ingebeelde grootheid op te offeren. —- Het brood der armoede in de onafhanglykheid, Kitteld zyne fmaak oneindig meer, dan de kostbaarste fpyzen aan de weelderige en overvloedige tafel des geweldenaars: hy  9% hy fchat zyne nederige ftulp in vryheid verre boven de prachtige wooning eenes vergulden flaafs. Verwerp ook gy, lieve gezellen myner eenzaamheid, die even vry geschapen zyt als de lucht die gy inademt — de verleidende geschenken, welke van 's menschen handen voor uwe oogen neergelegd worden; want zy bedoelen daarmede niets minder, dan uw waarachtig en wezenlyk geluk! — De vryheid, die gy in deze eenzaame bosfchen , uwe natuurlyke woonplaats geniet, is immers de waare oorsprong van alle zegeningen, die gy met mooglykheid kunt deelachtig worden. Maar, zyt verzekerd , dat zo haast uwe ligtgelovigheid of al te goed vertrouwen, u in de netten des vogelaars doet vallen, gy dan, in een nauwe kerker opgefloten en van uwe egaa afgezondert , niet langer door de vrye lucht zult wapperen; nooit vrolyk en vergenoegd uwe tedere wiekjes klappende, aan die ingeschapen drift , ter voortplanting van uw geflacht voldoen moogt, met welke de natuur zoo veele wellust heeft verbonden. — Alles wat gy dan verrichten zult, mag flegts by toelaating van uwen dwingeland geschieden, — Thans kiest gy uw verblyf, waar u zulks,  55 zulks behaagd. Gy doorklieft de lugt, en vliegt over het bloemryk veld-tapyt, om zodanig voedzel daar te zoeken, als met uwe behoeften overeenkomstig, door de milde hand der natuur, overal , rykelyk is uitgestrooid: Doch zo haast is uwe vryheid niet verlooren, of gy zult het genadenbrood van flaverny en elende, uit de hand van uwen eigenzinnigen gebieder moeten aanneemen. Het zal dan enkel van zyn welbehaagen afhangen , u daarmede rykelyk te fpyzen, of van honger en gebrek te laaten omkomen: — ja,;hy zal u, wanneer hem zulks behaagd, het bloedig flagtoffer maaken zyner gulzigheid , gelyk de van vryheid beroofde mensch, het rampzalig flagtoffer word, van de eigenbaat en heerschzugt zynes dwingelands. Al uw geluk, al uw heil, vloeit dus alleen uit uwe Vryheid voort, en gaat met dezelve onvermydelyk verlooren. — Eveneens is de Vryheid voor den mensch de grootste aller zegeningen , zyn hoogste roem, en de eenigste veilige waarborg van zyn geluk. — Word deze grondzuil zyner volmaaktheid om verre gestooten, en zyne onafhanglykheid geschonden , dan verliest hy zyne geaeele waardy —■ hy houdt op ' in  jn zekere opzichten een mensch te zyn, en is, in fpyt van zyn verstand en zielsvermogens, tot den dierenstaat, tot den ftaat van het onredelyk vee vernedert. — Hy is alsdan niets meer, dan een vuige flaaf der. fchandelykste driften, van zynen gebiedenden-evenmensen. -Geene edelmoedige en verheven aandoeningen zullen langer opkomen , in zyn hart,, dat voor de voeten van eenen dwingeland neêrgebukt , onder deszelfs juk gestadig- ziddert. — Lafhartigheid en vrees, worden dan de eenigste dryfyeeren, zyner -flaafsche ziel ;• en deze doen hem alles, ook de fnoodste laagheden in het werk ftellen, om den heerschzugtigen fterveling te behaagen, aan wiens willekeurige ketenen hy gekluisterd is. Hoed u dan, gy vrye vogeltjes, zorgvuldig voor 'den mensch , en waak vlytig voor het behoud uwer kostelyke onafhanglykheid! — Uw vrolyk gejuich vermeerdert het genoegen , dat ik in deze eenzaamheid geniet. De Hemel beloone u die kleene dienst, en geeve, dat geene uwer ooit in de ftrikken valle , die van onmeêdogende belaagers uwervryheid , tot uw bederf gespannen worden! — Juicht , en zingt vergenoegd,^ tot lof van uwen Schepper , die een. vriend der vry-  vryheid , maar een wreeker van geweld en onrecht is , en van alle dwingelandy een gruwel heeft. — Uw vryheid-ademend ge. zang zal my aanspooren , onder de fchaduw van dit digt geboomt , de zegeningen eq kenmerkende hoedanigheden der burgsrlyke vryheid te overdenken. De natuur — deze goede en zorgvuldige moeder , die fteeds in alle haare werkingen een geregelde orde volgt , ten einde al wat leven heeft , zo veei mooglyk , gelukkig te maaken — fchiep alle menschen gelyk , en van een zelfde rang. Zy wilde niet, dat de één over den ander heerschen , maar nog veel minder, dat den eenen mensch over den ander een willekeurig gezag oeffenen zoude. -*t Daarom vormde zy hen alle uit gelyke ffcof, alle even zwak en behoeftig. — Maar zyn de menschen uit denatuur alle gelyk, dan moeten alle %o* gelyke rechten en gelyke vryheid deelachtig, zyn. De naamen van meester en van flaaf > van fouverein en onderdaan, zyn by gevolg geheel onbekend in den natuurlyken ftaat, want deze is een ftaat van volmaakte gelykheid — van volkomen vu yheid. • Deze vryheid , op de rechten der natuur . gegrond, fchenkt aan my en aan alle redeJyke we-  96 wezens het onbetwistbaar vermogen , om datgeen te doen wat my genoegen baart, of myn gèhuc bevordert ; en my in tegendeel kragtdaadig te verzetten, tegen al het geen droefheid verwekt , waarvoor myn ziel een bihyke afkeer heeft , of my , naar myn begrip , ongelukkig maakt. - Zie daar myne aangebooreh vryheid ! dan deze word gematigd docr de reede , met welke de natuur alle menschen insgelyks begaafde: deze overtuigd my , dat ik nooit een daad verrichten3 mag , waardoor ik myne natuurgenooten moedwillig bedroeve , of hun geluk verfloore. Een iegelyk mensch derhalven , die het licht der reede volgt • heeft het volkomen' en onbetwistbaar recht , ?an zyne goederen , kragten, en verstandelyke vermogens Zfida'nig gebruik te maaken , als hy tot welzyn» van zich zelve, van zyn huisgezin, en van de maatschappy welker medelid hy is, nuttig en dienstig oordeelt; mits hy daardoor zyne mede-menschen , op eene onverdiende en onrechtvaardige wyze , met benadeele. - Hy mag , uit kragt van dit zelfde recht , zich , en alle die hem dierbaar zyn , of welker geluk en welvaart hy ter harten neemt, voor gevaaren, overlast e»  97 en dwang beveiligen , en alle onrechtvaardig geweld van hem en de zynen afkeeren. Dan nadien de reede, op veele menschen, uit hoofde van derzelver bedorven aart, die haar gestadig tot de opvolging hunner ongeregelde driften en hartstochten aandryft, een te zwak vermogen oeffent, zo was het noodig , ten einde alle wanorde en ongeregeldheid uit de zamenleving te weeren, dat hunne aangebooren vryheid , in eenige opzichten , naauwer bepaald en ingeperkt moest worden. — Ieder lid eener burgerlyke maatschappy moest dienvolgens onderrecht zyn , hoedanig hy, in alle voorvallen , zyn gedrag behoorde te regelen , op dat de bevordering van zyn byzonder geluk , de welvaart zyner medemenschen en der algemeene maatschappy niet benadeelde.— Hierom werden , met goedkeuring van alle leden , of ten minsten eener groote meerderheid derzelven, algemeene wetten vastgefteld , aan welker nakoming zich een iegelyk vrywillig onderwierp; maar al wie weigerde zich daaraan te onderwerpen , kon ook geen deel. hebben aan de voordeele^ eener geregelde maatschappy , of der burgerlyke zamenleving, van welke hy, al* G een  9» dezelve te verbinden. Dus zyn ook de zodanige , die flegts een klein gedeelte der leden voordeel aanbrengen , doch verre het meerder gedeelte tot wezendlyk nadeel {trekken , uit haaren aart even onbevoegd , onredelyk en onbillyk , als wanneer de overtreding van eenige wet, alleen ten aanzien van zommige, en niet van alle leden ftrafbaar word gerekend. Hierom mogen dergelyke wetten , als ftrydig met 's menschen algemeen geluk , en geheel onbestaanbaar met de eerste en voornaamste grondregel van alle maatschappyen, de onderlinge volmaakte gelykheid , ten allen tyde door de meerderheid der leden , nadien zy al te zamen gelyk recht hebben, om voor de handhaving hunner onafhanglykheid en welvaart te waaken , als onnatuurlyk herroepen worden ; aangezien de maatschappy , zonder dit zeer wezendlyk en natuurlyk voorrecht te bezitten, geen vrye maatschappy kan genaamd worden , maar zeker gedeelte haarer leden , van het overig gedeelte volstrekt afhanglyk geworden is. Daar nogthans de mensch, als een zwak en onvolmaakt wezen , geduurig aangevogten word van een heimelyke .en verkeerde drift, die hem aandringt, om zyn byzonG 2 der  se© der geluk , boven de welvaart van het al* gemeen te fchatten , en hy dienvolgens aan de fnoode inboezemingen zyner bedorven hartstochten , in fpyt van reede en der wet» ten , dikwyls den vryen teugel viert; waaruit veele ongeregeldheden en nadeelige afwykingen van de bepaalde voorschriften , ja de grootste onheilen ontstaan moesten , indien deze driften niet kragtdaadig beteugeld wierden ; zo eischte ook het welzyn van de ganfche maatschappy , dat uit haar midden zeker aantal bestuurderen of opzienders, onder de naam van Regenten of Overheden wierden verkooren , die inzonderheid voor de handhaaving van het algemeen welzyn waakten, en zorgvuldig toezagen , dat de vastgestelde wetten, zo lang dezelve voor het algemeen nuttig waren , door alle leden zonder onderscheid , heilig en ongeschonden wierden nagekomen. Niets was natuurlyker, niets overeenkomftiger met de reede en het gezond verstand, dan dat tot dit heilzaam oogmerk, van deoudste , verstandigste , deugdzaamste , en onafhanglykste leden der maatschappy geno. men wierden. Geene wulpsche en onervaren jongelingen , maar mannen , in welker gryze hoofden , de ondervinding een ryke* fchat van kundigheden had neergelegd — gee° i  geene dwaazen of flegthoofden, die al hun zorg en vlyt alleen aanwenden op beuzelingen , en om dezelve wezendlyke zaaken uit het oog verliezen — geene verkwisters of behoeftigen , welker armoede hen tot flaaven maakt van den wil des ryken dwingeknds , die , om daardoor voedzel aan hunne weelde te geeven , door middel van gefchenken , of ftreelende beloften van toekomende weldaaden , deze ligt in zyne heerschzugtige belangen overhaaldt; maar deugdzaame en verdienstelyke Burgeren , welker maatige leefwyze , ftrenge zeden en onafhanglyke bezittingen , haar verre weg • verheffen , boven het aanvaarden van gevaarlyke en fchandelyke gunstbewyzen. —Eveneens was niets natuurlyker, dan dat elk lid der maatschappy , wiens jaaren en verftand zulks toelieten , by de verkiezing dezer Bestuurderen zyn vrye ftem mogt uitbrengen ; nadien , zonder zodanige algemeenheid van ftemrecht, de gelykheid, deze eerste grondwet der natuur , al vroeg Ware geschonden geweest. Verre van dien , dat aan de aldus verkooren Regenten , een willekeurig gezag werd opgedragen 5 of het gezamentlyke Volk aan deszelfs Bestuurderen de macht G 3 ves-  102 verleende , om het met eenen yzer fcepter naar goeddunken te beheerschen ; waren deze , ten aanzien hunner amptsverrichtingen 9 alleen de plaatsbekleders van de gansche maatschappy , van welker algemeene wil en welbehagen zy , in alle opzichten , afhanglyk bleeven , en ook even ftreng als hunne geringste medeleden , aan de volmaakste nakoming der vastgestelde wetten gebondenWant in de algemeene gehoorzaamheid aan dezelve , zonder dat één of meer leden der maatschappy van die gehoorzaamheid worden uitgezonden , maar de wetten wel uit■ druklyk alle even fterk verbinden , bestaat eigentlyk de waare burgerlyke Vryheid. — Waar deze eenpaarige verplichting , om welke reden het ook zy , uit het oog verlooren word , daar is geen burgerlyke vryheid meer. Maar zo lang die verbindende kragt in eeren werd gehouden, en niet ongestraft mag overtreden worden , kan ook geene overheersching plaats grypen , aangezien dan even zeer het gezag der Regenten , als de vryheid welke ieder byzonder lid der maatschappy geniet, geheel ondergeschikt blyft aan de wetten > en aan eene geregelde orde, die het geluk  *o3 Juk des gezamentlyken volks , op de duurzaamste grondslagen vestigd. Dus bestaat de echte vryheid in den burgerstaat daarin , dat de mensch van niets anders afhanglyk zy , dan alleen van de wetten. — Zulllen deze billyk zyn , dan moeten zy het geluk der maatschappy over het algemeen , en niet flegts van eenige leden uit dezelve , zo veel mooglyk zy bevorderen. Want billyke wetten kunnen op geene andere grondregel fteunen , dan dat de natuur alle menschen volkomen gelyk , alle even vry geschapen heeft. Op deze twee dierbaarste rechten van gelykheid en vryheid by den mensch , berust al zyn tydelyk geluk. Zy benadeelen de ondergeschiktheid niet, welke in alle groote en geregelde maatschappyen een noodzaaklyk kwaad geworden is: zelfs brengen zy daaraan geen de minste hinder toe ; want fchoon alle menschen , van de natuur dezelfde rechten ontfangen hebben ; fchoon zy gelykerwys aan de wetten gebonden , en uit dien hoofde volmaakt gelyk te achten zyn , zyn zy echter daarom geene gelyke leden van de maatschappy — maar de één is achtingswaardiger dan de ander , ws. hoofde van zyn beroep, van de nattigheid Q 4 die  Ï04 die hy aan het geheele lighaam der maat» ichappy toebrengt, of van zyne meerdere betrekking tot dezelve. Hieruit vloeit van zelve eene redelyke ondergeschiktheid voort: want de Regent , aan wien de handhaving der algemeene volksbelangen is toevertrouwd ; die , naar inhoud der wetten , uitfpraak doet over alle onderlinge geschillen, en aan wien de zorg opgedragen is , om boosdoenders en rustverstoorders uit de maatschappy te weeren , of voor hunne bedreeven euveldaaden , opentlyk te doen ftraffen , zal ook, uit hoofde van zyn beroep , achtingswaardiger zyn 'dan de Ambagtsman, of ^amptelooze Burger. — En al wie onder de Regenten deugdzaam is , zynen plicht betracht , en met een waakzaam toeverzigt voor het algemeene welzyn zorgt, verkrygt, uit aanmerking zyner bekende oprechtheid , een verbaazende invloed op de harten zyner Medeburgeren , die alsdan nimmer ongenegen zullen zyn , aan zyne verdiensten en het gewichtig ampt dat hy bekleedt , de verschuldigde eerbied te bewyzen, hem eene betamelyke meerderheid toe te kennen , zyne billyke voorslagen gereedtlyk toe te ftemmen , en aan hem zo veele macht op te dragen, als zy , ter be» yor*  IOC* kruipen. — In zodanige maatschappy duldt men geene geweetensdwang ; want daar mag ieder Burger vry denken , vry fpreeken , en vrymoedig, nopens zyne rechten en belangen , zyne oprechte gevoelens aan den dag leggen. — Daar is het tegenwoordig geslacht aan het nakomelingschap ; daar zyn de vaderen aan hunne zoonen , rekenschap en verantwoording fchuldig , aangaande het gebruik , dat zy van hunne aangebooren en constitutioneele rechten en vryheden gemaakt hebben: want gelyk deze , van derzelver voorvaderen , aan haar zuiver over. geleverd zyn, moeten zy ook , van het tegenwoordig geslacht , even zuiver aan het nakomelingschap overgebracht wordens Daarom kan en mag de Burger eener vrye maatfchappy geenzins dulden , dat eenig gedeelte zyner rechten hoegenaamd, door wien hy zy , heimelyk of openbaar geschonden worde : en wanneer hy ooit , na ryp onderzoek bevindt , dat de rechten der algemeene maatschappy, op eene onwettige wyze verkort of benadeelt zyn , is hy verplicht , met eenen lofwaardigen yver, alles wat in zyn vermogen is te helpen aanwenden , om deze in haare oorspronglyke zuiverheid te herstellen. — Hieruit vloeit van zei-  IQ? gelve voort , dat ieder lid eener burgerlyke maatschappy, aangaande de wezendlyke aart zyner rechten, met eene gepaste vrymoedigheid mag onderrecht worden; want de vrye Burger, die van geene willekeurige bevelen afhangt, moet de plichten zeer nauwkeurig kennen, die aan ieder medelid zyner maatfchappy, ter bevordering van het algemeen welzyn opgelegd zyn. Hy moet eveneens de wetten kennen, die flegts eenvoudig zyn en geene willekeurige uitlegging dulden : hy moet vooral helpen toezien en kragtdaadig medewerken, dat deze, van niet één zyner Medeburgeren, hoe hoog in rang en aanzien ook verheven, ongestraft overtreden worden. Maar, is dit oorspronglyk, dit natuurlyk recht des menschdoms, niet een fbaat van ongebondenheid, die door een ieders onbepaalde aanwending zyner kragten en vermogens, alle geregelde orde en ondergeschiktheid uit de* maatschappy verbant, en dus de banden van vereeniging verbreekt, door welke 's menschen heil in de zamenleving word bevorderd ? Geenzins! want een redelyke vryheid, door welke aan ieder lid eener burgerlyke maatschappy het vermogen toegekend word, voor  ïo8 voor deszelfs byzondere belangen waakzaam te zyn, en tevens ter bevordering van het algemeen welzyn mede te werken , ftrydt jn geenen deele met de ondergeschiktheid aan, en de eerbied voor eene wettige Overheid ; nadien de wetten en de reede zelve, die alle handelingen van den mensch bestuuxen moeten , > wel uitdrukkelyk gebieden , dat hy zyne Overheid eerbiedige, en aan geene zyrfer natuurgenooten eenigerhande kwaad toebrenge j dat 'hy deze in tegendeel naar zyn best vermogen nuttig zy, hen steeds gelukkig maake , en bevoordele., Het merkwaardigst kenmerk eener maatfchappy van vrye menschen , zonder het welk geene burgerlyke vryheid plaats kan hebben , bestaat dienvolgens daarin , dat een iegelyk haarer leden evenveel recht hebbe , voor het algemeen welzyn te helpen zorgen. — Dan vermits de daadlyke uitoeffening van dat recht , in grcote maatfchappyen , niet dan verwarring en eea rampzalige regeeringloosheid zoude naar zich fleepen ; zo eischt de goede orde en het welzyn der geheele maatschappy , dat die zorg inzonderheid worde opgedragen aan derzelver vrywillig verkooren Bestuurderen , die men ondersteld de gevolmachtigden te zyn  ke dien gewichtigen post uit overtuiging en waare menschlievenheid aanvaarden willen, zodanige fchikkingen , als voor het geluk „ het heil , en de welvaart van het algemeen noodig zyn. Zo deze geene oorspronglyke rechten des menschdoms zyn , dan heeft hetzelve geene aangebooren rechten ; maar de Natuur beftemde het meerder gedeelte haarer redelykfte fchepzelen , om van derzelver geboorte-uur af aan , flaaven en afhangelingen te zyn van het minder gedeelte. — Dan zulks te onderstellen van de goedertieren en zorgvuldige natuur , zou waarlyk de ongerymd-. heid zelve zyn ! „ Gy menschen zyt, even als het pluitn„ gediert dat deze bosfchen bewoont, al te " zamen gelyk , alle even vry gescha" pen i» _ Dit roept de Waarheid zelve ons toe , maar wy weigeren haare fcern té hooren. — Overal heerscht moedwillige onkunde , die het gevoel van vryheid in den mensch heeft uitgedooft. Deze is , in de handen 'der heerschzugt , een allerverderflykst werktuig geworden , om het dwaalend gevoelen voort te planten , als of verre het grootste gedeelte des menschdoms , alleen ten dienste van het minder gedeelte  geschapen zy. De mensch mag dienvolgens , in de meeste maatschappyen niet handelen , fpreeken noch denken , dan gelyk deze weinige geweldenaaren hem veroorloven , fchoon hy, helaas! maar al te dikwyls ondervindt , dat zy hem , om haare byzondere oogmerken, in een akelige poel van ramp en elende dompelen» Hoe doch is het mooglyk , dat onder bet menschdom zulke laage fchfepzelen ooit ge* vonden wierden j die hunne aangeboörett waardigheid geheel uit het öóg Hellende t haare haizen gewillig kromden onder' dé ön« draaglyke last , welke door de dwirigelandy, of het willekeurig gezag- Van eenige hunner natuurgenooten , aan haar Word opgelegd ? —• De zulke i die haar Zelvê Vrywillig daaraan onderwerper! , Zyn dé naam van Mensch onwaardig. Doch , laaten zy voor altoos gedoerat blyveft t in het ftof te» kruipen met het oriredelyk gedierte s totwelker gelykheid zy haar vernederd hebben f Even min als ooit een flaaf kan gelukkig zyn , die zo vaak hy zyne ketenen.- hoort rammelen, aan zynen rampzaligen ftaat, aan «yne elendige dienstbaarheid gestadig word herinnert — even min kan ook de Vryge» fcooren mensch, zo hy flegts het licht:der  reede volgt, ooit een zuiver en bestendig geluk genieten , wanneer allés wat hem omringt , de droevige merktekenen draagt, van zyne flaafsche onderwerping aan eea willekeurig gezag ! — De lange gewoonte Van zodanig juk te torsfen , zal hem dien zwaaren last misfchien een weinig draaglyk maaken ; nogthans keert hy niet zo ra» in zich zelve, om zynen tegenwoordigen ftaat te vergelyken, met de ftaat , waartoe hy van de goedertieren natuur bestemd geweest is , of hy ziet, met billyk afgryzen , zyne dierbaarste , zyne geheiligdste en voortreflykste rechten geschonden , en 2yne aangebooren waardigheid diep vernedert. — Alles overtuigd hem dan , dat hy een afhangling , een flaaf is geworden , der driften en hartstochten van machtige en veel vermogende geweldenaaren , die de eeuwige grondwet der natuur — de ftaat van Gelykheid en Vryheid onder het menschdom, met eene heiligschendende hand omgekeert, en zich tot Goden dezer aarde opgeworpen hebben. Hy roept dan met verbaasdheid uit: ,j Waar zyt gy gebleeven , edele Vry» „ heid? — Helaas ! zy is verdweenen „ ss dat dierbaar geschenk des Hemels , dat kos*  *ï3 „ kostelyk kleinood, hetwelk zelden ge» „ noeg gekent , nooit naar waarde kan „ geschat worden. — Het is meest overal „ den mensch moedwillig ontrooft, of word „ van hem fchandelyk verwaarloosd. Nog„ thans is zy de eenigste vaste grondzuil „ van zyn geluk hier op aarde , en zonder „ haar kan hy geen duurzaam genoegen op „ dezelve vinden. — God zelve plante de 3, zugt , en een heilig verlangen naar die 3J onwaardeerbaar goed , in de harten Van 33 alie geschapen wezens ; ook van het on* 3J vernuftig vee , dat daarvan verstooken s, zynde kwynt , en fteeds naar zyne vry* s> heid haakt. De mensch alleen , fehyne s, deszelfs waardy niet meer te kennen 9 of „ ten minsten niet te achten ; want hy ver- fmaadt haare zegeningen , en draagt het „ juk geduldig, dat hem daarvan zoo fchan3t delyk berooft. — Keer doch eens tot het menschdom weder , o edele Vryheid I „ want gy zyt een waare hoorn des over3, vloeds : waar gy uwe zetel gevestigd „ hebt , daar worden barre woesteinen , „ door de hand der aangemoedigde nyvef„ heid , in bloeijende gewesten en heerlyka „ lusthoven herschapen ! waar gy geheel „ verbannen zyt, daar fpant de natuur ver". H 2, ,» gseff  fi6 „ geefs aï haare kragtén in , om het gelul: „ des menschdoms té bevorderen!" Beschouwen wy de waereld gelyk zy waarlyk is , en zedert veele eeuwen is geweest t- zien wy dan niet overal , waar wy onze oogen heenen wenden , de heiligste rechten der natuur , by het menschdom geheel uitgedelgt? — Overal heeft heerschzugt en geweld , boven de natuurwetten , de' overhand genomen, en de mensch torst , byna aan alle oorden , het juk eener fchandelyke dienstbaarheid. — Hier onderwerpt hy zich lydzaam' en geduldig aan den zwaaren last die hem is opgelegd , gelyk een ezel , die met ftokslagen voortgedreeven word , werwaards zyn bestuurder hem wil leiden. — Daar knabbelt hy op' den breidel van het willekeurig gezag zyner Regenten, en verhovaardigt zich zomwylen op den teugel die hem /in de mond gewrongen is , gelyk een moedig paard , dat trots is op den Ruiter die het naar zyn welbehaagen bestuurt, en , met fcherpe fpöoren , tot het maaken van vreemde en onnatuurlyke luchtsprongen aanprikkélt. — Waar men een overblyfzel van vryheid meent te vinden , daar is het i flegts een' bloote fchaduw, een ydelefchyn, di©  ii7 die men uic onkunde of verwaandheid, voor het wezen der vryheid zelve houdt. Waar doch vindt men , op den ganschcn aardbodem , de echte kenmerken van die volmaakte Gelïkheid , welke de eenigfte grondzuil der waare V n y h e i d is ? — Mogt het menschdom op dezelve roem dragen , dan waren alle leden hunner maatfchappyen , geene uitgezonderd , gelykerwys gebonden aan de daadlyke naarkoming en gehoorzaamheid der vastgestelde wetten, en geen mensch zou ergens in rang en aanzien hpgg genoeg verheven zyn , dat hy dezelve ongestraft durfde fchenden. — Dan zou aan niet één byzonder lid eener maatschappy , zodanige maeht opgedragen zyn , die met haar algemeen welzyn ftrydig is , en ©ok oneindige maaien tot derzelver nadeel en bederf word aangewend. — De arme s voor alle geweld en overlast beveiligt, gepoot dan dezelfde rechten als de ryke, en mogt door niemand , die aanzienlyker en verrnogender is dan hy , onderdrukt of be? nadeelt worden, Een volmaakte yereeniging en gemeenschap van belangen ■—> een onbepaald vertrouwen van het Volk op ne Overheid , zqu dan overal die flaafsehe v?êes en kruipende; laagheid verbannen, wd»  fis re oorspronglyke waardigheid ongeschonden behouden hebben'? — By welke de tot heil der maatschappy aangestelde Overheid, aan haare eigentlyke en waare bestemming voldoende, het eigenbelang , de gewaande grootheid, en de verkryging van een onwettig gezag , minder dan het algemeen welzyn bedoelt ? — Waar de grondwettige constitutie, op welke de veiligheid van alle leden in 'ieder afzonderlyke maatschappy berusten moet , geen fchipbreuk heeft geleeden , tegen de gevaarlyke en altoos verderflyke klippen van heerschzugt en geweld, die, zedert veele eeuwen, de Vryheid van alle gemeenebesten te gronde deeden gaan , ten einde uit derzelver rampzalige puinhoopen éénhoofdige Monarchiè'n, of dat veelhoofdig wangedrocht , hetwelk met de naam van willekeurige Aristocratie gebrandmerkt ftaat, te doen verryzen? Neen ! — zy is niet geheel verdreeven Van den aardbodem; want zy huisvest nog by eenige zogenaamde Wilden, die nooit barbaarsch genoeg geweest zyn, van derzelver eenvoudige natuurstaat verre af te wyken. £y woont fteeds by eenige kleine pat jen , welker zeden door de weelde Sliet bedorven zyn —• die nog nooit besmet zyn  124 zyn geworden, door de fchadelyke voorbeelden van wellustige maar flaafsche volken — welker ingeschapen zucht naar de onafhanglykheid , niet is uitgedooft, door eene lange gewoonte aan het juk der overheerfching — daar men oneindig liever met de» wapenen in de vuist , als vrye lieden en kloeke Helden fneeft, dan voor vermogender nabuuren bukt, of zich aan het gezag van onwettig opgeworpen willekeurige Beheerschers onderwerpt. Zy heeft nu onlangs, in volle glans, haare lieflyke wooning gevestigd , by een dapper en edelmoedig Volk, dat, wars van alle flaafsche afhanglykheid en daaruit voorj,fpruitende dwingelandy , het juk zyner bloeddorstige tyrannen gewapenderhand afgeworpen , en over een zeer ruime oppervlakte der nieuwe waereld, een Gemeenebest gesticht heeft , hetwelk door zyne wyslyk ingerichte wetten , die alleen op de rechten der natuur , de Gelykheid en Vryheid van alle .leden zyner burgerlyke maatschappy fteunen , waarschynlyk de wi$felvalligheden des tyd§, en de afloop van eeuwen zal verduuren. Zqo bezielde zy eertyds ook de onbezweeken moed onzer yooryadererj.. tn> Zy boe, |en#  temde derzelver harten een onverwinnelyke afkeer in tegen flaverny , en de onder» werping aan het willekeurig gezag van trot« fche dwingelanden. Want door de Vryheid aangemoedigt, kon geen ander goed haar bekooren , dan de roem en welvaart van het vaderland — om , ter verdeediging van de rechten deï menschdoms in hetzelve , te overwinnen , of — te fterven. Daarom wierden , in die roemwaardige tyden, de rechten der Burgeren in dit Gemeenebest, boven alle voordeden van geboorte en rykdommen gewaardeert. Daarom bloeide hetzelve-, en de maatschappy van Neêrlands Volk genoot toen een ryke oogst der fchoonste en heilzaamste zegeningen. Voorspoed en geluk bekroonden alle haare onderneemingen : overal. was zy de fchrik haarer vyanden , en de machtigste' Vorsten der aarde juichten om haare welvaart. — Uit haaren boezem kwamen Helden voort , die hun leven gaarne en gewillig in de waagschaal. fielden , en hetzelve , voor de . rueui cii wcjvdcui. va.il uci vauviwuu , a..»».*. moedig durfden opofferen. Helden, die niet minder om hunne burgerlyke deugden, dan . om hunne .uitsteekende dapperheid , van de, gansche- waereld;, mee verrukking en ftille^ eer-  eerbied aanschouwd wierden. — Vaderen-, des Vaderlands , die geene kruipende flaaVen der heerschzugt wilden zyn , maar in de daad edelmoedige verdedigers van de rechten eenes vryen Volks v/aren , hielden toen het roer van Staat , en Huurden de hulk van dit Gemeenebest , veilig, midden i door de ftaats-orkaanen heenen , die het van alle kanten zynen ondergang dreigden. — Alles liep toen te. zamen , om Neêrlands roem en welvaart ten hoogsten top te heffen : want nadien geene omstandigheden fterker invloed hebben , op de zeden en het karakter van een Volk , dan de natuur volgens welke het geregeerd of bestuurd word , zo zag men ook , zo lang de Vry heid -in deze gewesten geëerd en aangebeden wierd , Neêrlands Burgeren meerendeels deugdzaam , edelmoedig , dapper en mensch* lievend. Doch een heilloos zedenbederf, benevens de verraderlyke invloed eener verdervende hand der heerschzugt, die van de eerste opkomst dezer republiek af aan, de natuurwetten in dezelve poogde te vertrappen , ten einde de helsche zetel van een willekeurig gezag , op de puinhoopen van het geluk der gansche maatschappy te vestigen, verdreef haar  tÊf haar hdaas! van dezen eertyds vryen grond. Zy wierd daar, langen tyd aanëen, als een rampzalige geschopt, vertreden en mis* handelt, zelfs van de aanzienlyksten , die 9 volgens de verheven ftaat waarin zy van de maatschappy geplaatst waren , de Vryheid moesten beschermen en verdeedigen, en haar,] tegen alle fnoode aanslagen, voor haare on» dergang beveiligen. — Zy bezweek einde» lyk onder de herhaalde , en meer en meer verwoede aanvallen dezer heimelyke vyan» den. — Met een bebloed aangezicht , ver» fbrooide haairen en gescheurde kleederen, de fchandelyke merktekenen van der dwingelanden ontmenschte woede , vloodt zy heenen , na zugtende te hebben uitgeroe» pen : „ Gedenk, o Nederlanders! aan de „ veelerlei en onbetaalbaare zegeningen, die » gy van myne hand zoo mildelyk ontfan. „ gen hebt, en die ik u voor altoos wilde „ doen genieten , indien gy my — uwe 3, weldoenster — waart getrouw gebleeven; w indien gy , met vereenigde poogingen , my , uit de wreede klaauwen der dwiny> gelandy , hadt willen redden ! — Cy 3, waart onder myn bestuur gelukkig en 9> voorspoedig; maar voortaan zult gy on. 59 derdrukt en verraden worden — uw ge- » luk  12s luk cn Welvaart zal van •■ u- wyken *, zo % lang gy aanbidders der verfoeijelyke , heerschzugt , of vuige flaaven eener wil» lekeurige macht zyn wilt. — Uw naam,' * tot heden toe by alle volken geëerbie" digt , zal van nu af aan ten fpot veri ftrekken , van dé lafhartigste en fnoodste " natiën. — Gy zult, onder elke andere in» *' vloed dan de myne , Van vrienden en vyanden veracht, bespot , en ftraffeloos geplundert wórden: tot dat gy eindelyk l uwe oogen over uwen eigen deerniswaar* " digen ftaat geopend hebbende , al te za- -' [, mén manmoedig de wapenen zult aangor' ■ den , om der overheersching perk en paal " te ftellen , de dwingelandy uit uw midden te verbannen, en dat gy my, die u " nooit geheel verlaaten zal maar u altoos, een gedeelte myner zegeningen wil doen genieten , met eene heilige yver eensge*j zind terug roept , in die gewésten , uit" welke ik nu zo fchandelyk verdfeeveu " worde — die ik fteeds boven alle anderen beminde — in welke ik , Van alle -tyden " nefwaards , met meer of minder luister, 'j mynen zetel had , en die , alleen door - my , uit niets zyn voortgebragt en groor gemaakt.'1, " 6 Met  Met die woorden verliet zy dezen eertyda vryen grond. — Zy zal, in haare volmaakte; glans, niet eerder tot dezelve wederkeeren, dan na dat der voorouderen deugden , in het vryheidlievend nakroost herleevett zullen — wanneer al het lafhartig eh kruipend gebroed , hetwelk aan de heersen* zugt en de eigenbaat gestadige öfférhartden brengt , uit ons midden wordé weggé* vaagd, op dat daar mede, tot de herstelling der edele Vryheid , nogmaals den Wég gebaand wordé. — Maar dit kan nimmer* meer gebeuren , zo lang flaafsche Vre*s en onderwerping aan een onbetamelyk gezag , de zielen der Regenten boeijeiï — zo lang het Volk niet overtuigd eh Verzekerd is , dat alle leden dezer maatschappy , geene uitgezondert , op gelyke wyze aan de wetten onderworpen zyn, en dezé hiets dan het algemeen welzyn alleen bedoelen zo lang' iemand in den ftaat gevonden word, die zich boven de wétten oordeelende , de zelve ongestraft durft overtreden — einde* lyk , zo lang het Volk geen volmaakt vertrouwen field , en geen Oprechte Üefda heeft, voor eene van hem zelve aangéstel* .de of goedgekeurde Överheidj  130 Alles fchikt zich thans, om dit verheven doeleinde te bereiken! — De wapenen zyn bereids manmoedig aangegord. — Het best gedeelte van Neêrlands Burgeren , met een heilige yver bezielt , roept de Vryheid met een'hartelyk en vuurig verlangen terug, om haare wooning nogmaals in haare geliefde grond te komen vestigen. — De fchandelyke en niet minder fchadelyke invloed eener verdervende hand, die de grondwetten van het maatschappyelyk lighaam zo jammerlyk had geschonden , verliest allengs haare kragt , en de liefde voor het Vaderland herleeft in veeier harten. — Heuglyk vooruitzicht! indien de aangevangen yver niet verflaauwt, mogen Neêrlands Burgeren gegronde hoop koesteren, dat de edele Vryheid, op den van haar verlaaten troon eerlang zal hersteld worden. Maar zy woont, zedert byna vyf eeuwen, in ongestoorde rustby een deugdzaam, dapper en verstandig Volk, dat aan de verleidende ftem der alles vernielende weelde, uit welke overheerfching en geweld worden voortgeteeld, tot heden toe nooit gehoor geeven wilde. — Wie genegen is het fchoonste voorbeeld te zien eener zuivere Volks-regeering, of liever van de inftandhouding der menschelyke recl>  rechten by eene beschaafde en vredelieven. de helden-natie, die begeeve zich naar het weleer wreed onderdrukt, doch zedert lang vrygevogten Zwitzerland, en leere daar de mooglykheid kennen, dat een Volk waarlyfc kan gelukkig zyn , fchoon het de wetten der natuur volmaakt in eeren houde, — Het tafereel van zodanige Volks-regeering , op de volmaaktste Gelykheid en Vryheid van alle leden dezer gelukkige maat* fehappy gegrond, is overwaardig, door alle oprechte Nederlanders met opmerkzaamheid beschouwd te worden. De menschlyke natuur is, helaas! overal te veel verbasterd; zy is in alle waereld-deelen te veel afgeweeke.n van haare oorspronglyke zuiverheid , dan- dat de rechten van Gelykheid en Vryheid, die twee groote plegtankers van 's menschen geluk , door geheel Zwitzerland waren ongeschonden gebleevem — Zeven der rykste en meest bevolkte Cantons van dat beroemd Bondgenootschap , zugten , zedert eeuwen „ onder een aristocratisch juk , hetwelk tegen deszelfs aart vry gematigd is, om dat de zeden by dat Vólk nog niet geheel verbasterd zyn. Het zyn alleen de zes kleinste en armoedigste van dertien zaamverbonden onafI z i&ng»  f32 Jjb&&!$ - •hanglyke "Statten , in «BlkeVhet oorsprong* lyk recht des menschdoms , in zyne volle zuiverheid te vinden is. — Drie derzelven, Um , Schweitz en Unterwhd, die ook de eerste grondleggers der Zwitzersche onafhanglykheid geweest zyn, zullen ons hec fchoonste voorbeeld daarvan opleveren. De regeeringswyze — zegt een oordeelkundig Auteur (*) , wiens woorden wy in dezen Volgen zullen — is aldaar volmaakt overeenkomstig met de waardigheid van eenen vryen Staat ? want men duldt 'er geene ongelykheid onder de Burgeren, en de genoemde drie kleine Staaten kennen geenen anderen Souverein , dan het gezamentltke Voxk. — Alle Staats-diehaaren worden daar , door het Volk zelve , by meer. derheid van flemmen aangesteld. Ieder Burger heeft, van zyn zestiende jaar af aan • het recht, in deszelfs vergaderingen te verfchynen, en by alle raadplegingen zyn vrye ftem te geeven. — Geboorte, rang , rykdommen , ja zelfs bekwaamheden, geeven daar geen recht tot het bekleeden van eereampten en ftaatsbedieningen , alzo deze uit- * ' ter» (*) Dp Graaf d'Albon , in zyn» Verhandelingen wet de geschiedenis, regetrmgswyze, zeden enz. Vilt eenige natiën van Euroi*. II. Desk  x$6 t^OT^JÉ? vastig , moedig , en volgens' de ftrengste regelen van billykheid , zyne lastige bediening waar te heemen. Hy gaat te dien einde , verscheiden maaien, 's weeks , te voet , met flegts een wandelstok in zyne hand , tot op een afstand van drie of vier uuren gaans van zyne boersche wooning , om als Voorzitter in den Raad. der natie te verschynen, en na aldaar recht en gerechtigheid bedient , de goede orde gehandhaaft , zaaken van de uiterste aangelegenbeid beslist, en de belangen van den Staat geregeld te hebben , keert hy naar zyne eenvoudige ftulp terug , om daar de zorg over zyn huisgezin weder op te vatten, en, met dezelfde yver , de arbeid zyner. boer*fche huishouding waar te neemen, als hy yVerlg en bekwaam geweest is, in het waarneemén' van de voornaamste plichten der ftaatkundige huishouding. De natie ver-* kie§t zomwylen haare Gedeputeerden , die zy naai" de machtigste Monarchen van Eu-, röpa afzendt , insgelyks uit den boerenn ftand. Wanneer dit gebeurd , ftaat men in vreemde landen als van verbaasdheid opgetogen, op het zien van eenen eerlyken doch «senvoudigen Landman, die met den Beheer-, feher van groote fconingrykea- gemeenzaam.  13? •mgaat , zyn hoofd in deszelfs tegenwoordigheid bedekt , hem vrymoedig en openhartig aanspreekt , van de geheimste ftaatsbesluiten kennis neemt , de belangen van zyn Vaderland ffcandvastig verdeedigt , alliantien fluit of weigert te fluiten , en aan-r biedingen, die hem van den Monarch gedaan worden , aanneemt of verwerpt , naar maate hy dezelve nuttig of fchadelyk , gunflig of ongunstig voor zyn Vaderland oor-, deelt. — Deze verstandige man laat zich d§ oogen niet verblinden door een ydele glans, want hy is niet gewoon , de waare grootheid naar de uitterlyke praal van blinken-, de vertooningen af te meeten ; dus acht hy geene andere menschen beter dan zyne medeburgeren , en hy weet dat deze niets meer dan zyn's gelyken zyn.. Na dat die verheven zielen , het zy in onderhandelingen buiten 's lands , of in de nauwkeurigste waarneeming van het magistraats-ampt en openbaar bestuur , het Vaderland wel gedient hebben, begeeren zy daarvoor geene andere vergelding , dan. alleen de aangenaame herinnering hunner goede daaden , de algemeene goedkeuring der natie , de hoog. achting van alle deugdzaame Burgeren , en boven aJ de. roem. , dat zy de voetstappen I s hun-  J3& VSö-S'tf hunner braave voorouderën getrouwelyk na* gewandelt hebben ; dat door haar de keten of aaneenschakeling van edele en verheven voorbeelden verlengd geworden is; en eindelyk, dat zy in haare opvolgers een edele naaryver hebben opgewekt, door aan dezelven zulke voorbeelden te geeven , welken het altoos roemwaardig is na te volgen. Hiermede keeren zy , voldaan met deze aangenaame verzekering, gewillig tot de rang van gemeene Burgeren terug , zonder de minste fpyt of verdriet in hunne edelmoedige zielen te laaten opkomen, dat zy met haare overige landgenooten , voortaan weder op een' gelyken voet gesteld zullen worden. De wetten , in deze Cantons vastgesteld, dulden niet flegts geene ongelykheid tusfchen Burgeren , nademaal zy te regt mag aangemerkt worden , als de eeuwigduurende bron van twist en tweedracht onder dezelven , — maar waaken ook zorgvuldig voor de openbaare rust , nadien zy , op eene verwonderenswaardige en volkomen wyze, in de handhaving der goede orde voorzien.. — Het is in de menschelyke zamenleving niet wel mooglyk , alle tweedracht en gefchillea volmaakt voor te komen a daarom gee-  geeven 'er de burgerlyke wetten het nadrukkelykst middel aan de hand, om dezelve, reeds in haare opkomst , ten fpoedigsten te fluiten. — Wanneer, by voorbeeld, twee of meer ingezetenen krakeelen , en hunne gemoederen daardoor een weinig verhit worden, of men reden heeft te vreezen , dat het van woorden tot daadlykheden komen zal , vêrkrygt ieder Burger daarby tegenwoordig zynde , al ware hy de armste en onbekendste Boer dezer drie Cantons, het recht, om het ampt van Magistraatspersoon op zich te neemen, haar het ftilzwygen te bevelen , en zich ook daadlyk te doen gehoorzaamen. Op het hooren zyner gebiedende ftem alleen , bedaart reeds de gramschap der twistende partyen ; het vuur van tweedracht is terstond uitgeblust , en zy fpoeden zich , om zonder morren of tegenspraak heenen te gaan ; want zyn bevel word eveneens g.è'erbie* digt, als men dat van de Overheid zelve zoude eerbiedigen. Indien het echter gebeurde , dat één, der twistende partyen , door zyn drift vervoerd , gehoorzaamheid weigerde, zou hy in de eerste plaats met fchande worden overlaaden , en daarenboven eene biltyke kastyding niet ontgaan kun« nea  14® tien. Hy word, in dat geval, als van weêr» fpannigheid tegen de wetten overtuigd , tot twee zwaare geldboeten veroordeelt j de één , om dat hy aan den Burger die het ampt van Overheid heeft Waargenomen, de verschuldigde achting weigerde ; de an» dere , nadien hy opentlyk eene minachting ▼oor de wetten betoonde , welke dien Burger met de macht bekleed hadden , om dezelve , uit naam der Overheid , dat is der gansche natie — te doen eerbiedigen. Zie daar de oorspronglyke rechten der natuur, in haare voile zuiverheid ! daarom word 'er ook de Majesteit des Volks geëerbiedigt , en men duldt daar geene flaverny of onderdrukking. — Gelukkige Zwitzers ! die de Vryheid en Gelykheid van alle leden uwer burgerlyke maatschappy , veele eeuwen ongeschonden hebt bewaard , en, uit dien hoofde , zoo vast ver» kleefd zy taan de volmaaktste onderwerping der vastgestelde wetten, die alleen het heil., de rust en welvaart uwer maatschappy bedoelen , dat nooit eenig lid dezelve ongeftraft heeft durven fchenden — zyt verzekerd , dat uwe aangebooxen rechten geene geweldige inbreuk ondergaan zulkn- ,. zoo lang gy doei* gaene listen der heerschzugt  X4ï * laat overreden , om afstand te doen van uw oorspronglyk recht — de verkiezing uwer eigen Overheden ! Welke zyn de gevolgen uwer getrouwe aankleeving aan de geheiligdste natuurwetten ? — By u zyn maatigheid , fpaarzaamheid en onbaatzuchtigheid, deugden , die in haare grootste volmaaktheid bloeijen ; nademaal geene weelde, overdaad of eigenbaat , door onmaatige rykdommen , door het verderfiyk voorbeeld eener prachtige hofhouding , of door de verbasterde leefwyze van aanzienlyke Hovelingen , onder u ingevoerd Zyn> — List en geveinsdheid zyn by u onvergeeflyke misdaaden , terwyl oprechtheid» eenvoudigheid van zeden en goed vertrouwen , by alle Burgeren heerschen. Gy leerde uit de lesfen uwer vaderen , èn gy onderwyst .wederom aan uwe huisgezinnen door uw eigen roemwaardig voorbeeld , om geene andere , dan groote eigenschappen en zuivere deugden aan te kweeken. — Misgun aan de oude Lacedemoniè'rs derzelver uitmuntendheid niet, want gy bezit alles, waar door hun Gemeenebest ooit vermaard geworden is! ja gy overtreft dezelven oneindig verre , en zyt nog veel ryker in waare kelden-deugden. Want gy doet, benevens al-  14* alle deugden welke dat beroemd Volk verfierden, veele andere uitblinken , die het nooit gekend heeft. — Gy zyt met geene van die fmetten bezoedelt, die de luister van deszelfs goede naam bevlekten : de on* deugden en gebreken , welke die van Spar* ta vernederden , zyn aan u lieden onbekend* In eene maatschappy, waar de Ingezetenen niets aantreffen, dat hunne begeerlykheid opwekken , de hartstochten die tot ondeugd aan* fpooren , in beweeging brengen , of derzelver behoeften vermeerderen kan ; waar men maatig is , indien al niet uit den aart, ten minsten uit noodzaaklykheid; waar de zeden zuiver, de deugden zeer gemeen , en de ondeugden zeldzaam zyn, worden buiten twyffel weinige misdaaden bedreeven , en het zwaard der gerechtigheid behoeft niet dikwyls ontbloot te worden , ten einde de fchuldigen te treffen. — Elke misdaad , hoe gering die elders fchyne, word in deze vrye Cantons van het grootste aanbelang. — De pynelyke wetten zyn 'er weinig in getal s maar worden ook daarom te nauwkeuriger nagekomen , en alles wat openbaar ergernis of aanstoot geeven kan , ook zulke daaden die de goede zeden benadeelen of onder*  *4S mynen kunnen, blyven 'er nimmer ongeftraft. Men zal elders zeer weinige byzondere huisgezinnen vinden-, die zoo wys en gelukkig , als deze kleine Staat , bestuurd worden. — Zonder dat in dezelve eenige wetten tegen pracht en overdaad vastgesteld zyn , versmaaden de Ingezetenen nogthans de weelde, en ftellen 'er een zoort van loem in, dat zy haar eenvoudig kleeden a grof voedzel gebruiken , en zeer zedig gehuisvest zyn. De jongelingen van dat land hebben geene fmaak in beuzelingen , ook niets in haare houding en manieren dat kinderachtig is, maar beschouwen de wapenen , die zy voor het Vaderland draagen , als hunne fchoonste en beste fieraad. Het geschenk dat haar meest behaagd ,, is de musket of hellebaard , die zy uit de handen hunner vaderen ontfangen , zo haast zy dezelve torsfen en behandelen kunnen ; het grootste voorwerp hunner algemeene naaryver, om in het worstelen, de renbaan, en andere mannelyke lighaamsoeffeningen uit te munten , en de eereprys te behaalen, die daarvoor , aan de overwinnaars , uit naam en op kosten van den Staat, worden uitgedeelt. — Na hunne dagelyksche zwaare ar- heid  Ï44- beid by.:den veld- en akker-bouw verricht te hebben , begeeren de meeste geene andere uitspanning of vermaaklykheden , dan alleen de wapsn-oeffening : deze braave jongelingen bereiken het toppunt van haar genoegen , wanneer zy aangenomen worden onder het vaandel van hun Vaderland , om hetzelve te dienen , zonder daar voor de minste besolding te ontfangen ; alleen , om dat zy waardig geoordeelt zyn., hetzelve , in tyden van gevaar te helpen besehermen. De regeeringsvorm dezer waariyk gelukkige Cantons — die eigentlyk als een maatfchappy van altoos gewapende , en in den wapenhandel zeer bedreeven Burgeren mag aangemerkt worden ■— heeft, van het eerfte oogenblik af aan , dat zy door de afschudding van het Oostenryksche juk , iri haare aangebooren rechten hersteld wierden, geene merkelyke verandering ondergaan. — Dit is het voortreffelyk gevolg van dezen algemeenen yver, om fteeds de wapenen gereed te houden , en altoos bereidvaardig te zyn, ter daadlyke verdeediging van de wezendlyke rechten van een vry Volk. — Men heeft 'er nooit eenige volksberoerten ondervonden, die in alle maatschappyen de be-.  H5 beklaaglyke gevolgen zyn geweest van onderdrukking , of de rampzalige uitwerkzelen van de verfoeijelyke aanslagen der heerschzugt ; welke, door onrustige, en met overmaat van gezag bekleedde Burgeren worden aangestookt , om, langs dien fchandelyken weg$ naar de opperheerschappy te dingen: nog minder is dit Volk ooit bedreigd geweest , met de minste aanranding , of geweldige inbreuk op deszelfs burgerlyke Vryheid. Gelukkige natie , die haar , door zó veele eeuwen heen , ongeschonden hebt bewaard ! — fchoon gy een ruuwe en ongunftige landstreek bewoont , geniet gy nogthans , tusfchen uwe fteile rotzen en met eeuwige fneeuw bedekte bergen , de uitgeleezenste van alle weldaaden der natuur UWE AANGEBOOREN VRYHEID. Gy fmaakt, in ongestoorde rust en vrede, haare heilzaamste vrugten , en zyt in uwe eenvoudigheid en armoede oneindig gelukkiger, dan de rykste en vermogendste volkeren der aarde , met al de weidsche toestel van prachtvertooningen en weelde. — Uwe deugden , uwe ftrenge en altoos onverbasterde zeden , zullen ook , zo lang deze by u hei- K lig k - v  H6 lig gehoudea worden en in eeren blyven , voor altoos uwe vryheid bevestigen! De ligging van uw land laat niet toe , dat gy daar onmaatige rykdommen byëenzameld , die gewis uit deze milde bron des overvloeds zouden voortvloeijen , indien gy de nabyheid des Oceaans , die groote begunstiger en bevorderaar des koophandels bewoonde. — Doch , laat deze fchynbaare tegenspoed u niet bedroeven! want gy zyt gelukkig in uwe armoede , nadien alle aardfche fchatten zonder vryheid , den mensch geen waarachtig heil kunnen aanbrengen ; nadien ook de onafhanglykheid in armoede duizendmaal voortreflyker is , dan rykdom in een ftaat van onderdrukking. — Gy zyt tusfchen hemelhooge bergen ingegoten , in een gewest, dat aan de heerschzugt der Vorsten geene genoegzaame bekoorlykheden aanbiedt , die deze konden aanmoedigen , om u van uwe boven alles kostelyke en onwaardeerbaare Vryheid te berooven : maar indien gy groote rykdommen bezat, zou gewis hunne eigenbaat een talloos heirleger van flaafsche huurlingen , die de uitvoerders hunner bloedige bevelen zyn , op u afzenden , om u van uwe fchatten en vryheid te gelyk te berooven. — Uwe  H7 — Uwe wel bekende dapperheid , door waare liefde voor het Vaderland aangevuurd, zou , wel is waar ', de aanslagen uwer vyandelyke onderdrukkers , telkens verydelen ; maar uwe ,inwendige rust en vrede zou nogfhans gestoord worden , door derzelver dikwyls herhaalde en verwoede aanvallen , om , ' waare het mooglyk , door burgertwist uwe maatschappy te verdelgen , of om u uit hoofde uwer rykdommen, tot flaaven eener alles vernielende heerschzugt te maaken. Beschouw, o Vaderlanders en Medebur» geren ! die wegens uwe Vryheid al te onverschillig denkt, haare heerlyke en onwaardeerbaare vrugten , by eene kleine maar fteeds gelukkige natie ! — Die natie kent zo min de menigerlei nadeelen , als de weinige vermaaken , die de weelde haare gunftelingen aanbiedt : het is alleen de Vryheid , die de harten dezer deugdzaame Burgeren bekoort, en dit Volk met eenen edelmoedigen helden-yver bezielt, om zich in het genot haarer alles overtreffende zegeningen, te handhaaven. — Dit Volk weet , dat de armoede van deszelfs bergachtig en van de natuur onvrugtbaar gewest, aan het zelve niet toelaat, om ooit tot een aanzienlyke rang onder de Mogendheden van K a Eu-  149 door de gewapende arm zyner moedige Helden, die alleen de vervallen roem van ons Vaderland kunnen opbeuren. — Geen uitterlyke praal — geen ydele glans eener prachtige hofhouding van deszelfs eersten Staatsdienaar , zal onze natie ooit by andere volkeren doen eerbiedigen; maar wel de burgerlyke eenvoudigheid , de oprechtheid en zuivere zeden onzer braave voorvaderen. — Deze , en de zugt tot Vryheid alleen, hebben het Vaderland uit niet groot gemaakt — en zonder deze weldoenster des menschdoms , zal hetzelve ook tot niet moeten wederkeeren. Dezelfde oorzaaken brengen overal dezelfde uitwerkzelen voort. Aldus ontstaan , uit de beschouwing van het tafereel van Zwitzerland , een menigte zeer gewichtige bedenkingen , die zich gevoeglyk op ons Vaderland laaten toepasfen, — Een woeste landstreek , die van de natuur bestemd fchynt om altoos wild en onbewoond te blyven , vertoond aan den' opmerkzaamen beschouwer fraaije velden, die door een groot aantal Landbouwers vrugtbaar gemaakt zyn , en hy ftaat nog meer verbaasd over de menigte haarer inwooneren. Het willekeurig gezag heeft 'er derhaJven zynen troon K 3 niet  X5o r.iec opgerecht; of, zo dit ooit geschied ware , deszelfs heerschappy aldaar niet lang Kunnen ftaande. houden. — Want gelyk de ftroomen en watervloeden die 'er zcmtyds , met een vreesfelyk geweld , van de hooge bergen nederstortende , zich over de naby gelegen landeryen verspreiden , aldaar verdwynen , met andere ftroomen of rivieren haar vermengen, en nooit tot derzelver oorspronglyke bron wederkeeren , zou ook daar, zo haast de Vryheid dat land verlaat , een onderdrukt en getergd volk , eensklaps en met een fnelle vaart van deszelfs -hoog gelegen wooningen nederdaalen , om zich gints en herwaards te verspreiden , met andere volkeren te vermengen , en geen begeerte hebben , om ooit in een vaderland weder te keeren, waaruit- het eenigste goed geweeken was , dat, aan dit vólk, lust en liefde voor hetzelve konde inboezemen. — Het land waarin een willekeurig gezag heerscht , hoe vrugtbaar uit de natuur het zyn moge , fchynt tot eeuwige onvrugtbaarheid gedoemd te zyn ; want men ziet, in het gebied van eenen willekeurigen Despoot niets -dan gevloekte velden, die nauw'jyks eenige half verschroeide of dorre hak jpeja voortbrengen, als de waardige, vrug-  ten , zoo voor den verachtelyken flaaf, die dezelve heeft gezaaid , als den heerschzugtigen meester , die de voordeden daarvan zal inoogsten. Zwitzerland is derhalven vry , het geniet reeds zedert lang zyne vryheid , en kan verzekerd zyn , dat het nog langen tyd aaneen , dit kostelyk geschenk ongestoord zal behouden. — Gelyk een algemeene en maar al te droevige ondervinding , genoeg aangetoond en beweezen heeft , dat de dwingclandy en het despotismus geesfels zyn, die ook de van de natuur meest begunftigde Staaten , niet flegts bederven , maar eindelyk geheel vernielen ; zo moet, door eene tegengestelde reden daaruit voortvloeijen, dat de Vryheid , of wel een zagtmoedige, menschlievende en weldaadige regeering , alleen in ftaat zy een arm land in bloei te brengen , hetwelk bedekt is met barre rotzen en hemelhooge bergen, die meerendeels onvrugtbaar zyn. -r Wy kunnen ons derhalven niet bedriegen , wanneer wy hieruit besluiten , dat het inzonderheid de Vryheid is., die den Zwitzerschen Landbouwer by zynen zwaaren arbeid aanmoedigt , en hem geleerd heeft om nieuwe middelen van bestaan uit te vinden. — K 4 Wie  IS* Wie anders dan de Vryheid , heeft den Zwitzer zuike fraaije ontwerpen aan de hand gegeevcn en ten uitvoer doen brengen , als daar zyn het ontginnen van woeüc landen , het vrugtbaar maaken van barre rotzen , en het uitdroogen van laage gronden en moerasfen , die te vooren ongezonde en besmettende dampen uitwaasfemden ? Zy is het , die hem aanspoorde, pm zeer uitgebreide bosfchaadjen in akkerlanden te herscheppen ; die den Landman op fteile rotzen ondersteund , hem leert dezelve te vergruizen , en vrugten daarvan in te oogsten. Zy is het eindelyk , die hem voor zynen moeijelyken en afmattenden arbeid rykelyk beloont; die, met een tedere en moederlyke hand , het zweet van zyn aangezicht afdroogt , het grove voedzel dat hy geniet fmaaklyk maakt , hem onder de fchaduwe der wetten veilig en gerust doet ilaapen , zyn moed aanwakkerdt, en hem , 2a geëindigde daaglyksche arbeid , door een verkwikkelyke rust , tot de arbeid van den volgenden dag voorbereidt. Zie daar de heerlyke vrugten der Zwitzersehe Vryheid! — Daarom worden ook de ingezetenen van die barre en onvrugtbaare Jandstreeken , met eene yereercnswaardige lief-  153 liefde voor hun Vaderland bezielt, die haar, in alle oorden waar zy haar bevinden , onafscheidelyk verzelt. En geen wonder: want zy ademden in hetzelve een vrye lucht, en hebben , onder het liefdenryk bestuur hunner eigen verkooren Overheid , nooit ondervonden , wat naar geweld of onderdrukking zweemt. ZES-  S4 hartgrievendste fpyt, zonder door een edele wraaklust bezield te worden , in het midden van u de ondeugd op den troon geholpen , over de vertrapte deugd zien zegepraalen ? — Wie uwer ziet zonder verfoeijing , om de helsche oogmerken van heerschzugt te bevorderen , de zaaden van oncenigheid , burgerlyke twist en fchandelyk oproer, alom rykelyk uitstrooijen ? — Wie uwer befchouwd zonder verontwaardiging, de waare bronnen van 's lands welvaart , de nyverheid en koophandel , door listige en wel te regt verraderlyke handen toestoppen, "op dat de ingezetenen , door armoede en gebrek moedeloos geworden , aan de heerschzugt geen nadrukkelyke tegenstand bieden , maar zich gewillig aan haare fnoode bedoelingen onderwerpen mogen ? Bedenk doch, wat van u en uw nageslacht zoude worden, indien uwe vryheid , en met deze 's lands welvaart den doodsteek krygt ? Voldoe dan al te zamen vrymoedig aan uwen plicht — een plicht, die u als vrygebooren wezens en leden. eener onafhang• lyke maatschappy , van het Opperwezen zelve is opgelegd, met rondborstig voor uwe rechten te yveren , die gy overtuigd zyt , dat uw wettig eigendom zyn , en blyven moe-  85 moeten. — Laat u daarvan nimmer afhouden , fchoon men den vryen Burger , door onwettige en met zyne rechten ftrydende bevelen , over mishandelingen die hy ondergaan heeft , en nog ondergaat , het klaagen verbieden wilde. — De, liefde voor uw vaderland eischt van u , dat gy de ftem van fmert en bitter hartenleed ,, in uwen beknelden boezem niet versmoord. Want al wie zwygt , wanneer openbaare boosheid en heimelyk verraad de ondergang van het vaderland dreigen , die is niet flegts een nutteloos en fchandelyk lid der burgerlyke maatschappy , maar hy is onwaardig, dat hy ooit een vry gewest bewoone. — Zodanige liefde moet uit een welmeenend hart voortkomen ; zy moet een edelmoedige liefde zyn, die alle gevaaren van wraakzugtige dwingelanden tart. -— Zy alleen kan den Burger aanspooren, dat hy zich om lief noch leed , om gunst noch ongunst van de machtigen der aarde laat afhouden , om alles wat in zyn vermogen is, voor de roem , het heil en de welvaart van het vaderland aan te wenden — ja , indien het zyn moet , zyn leven zelve daarvoor op te offeren, Du§ is de liefde tot het vaderland niet üegts een ingeschapen drift, die de natuur F 3 aan  5>8 een gevolg zyner weigering , zich moest afzonderen. . Deze wetten , die even zeer de bevorde. ring van het algemeen welzyn , als het geluk van alle byzondere leden alleen bedoelen mogen , werden oorspronglyk ingericht, naar de omstandigheden en behoeften, waarin de maatschappy haar , in het tydstip van derzelver instelling , werkelyk bevond. — Zy kunnen , uit dien hoofde , van geene verbindende kragt blyven , dan alleen zo lang zy nuttig , en voor het algemeen welzyn dienstig zyn. Maar wanneer de ondervinding leert, dat het groot oogmerk der wetten , het heil der algemeene maatschappy , door dezelven word benadeeld , mag de meerderheid haarer leden , naar de onveranderlyke voorschriften van recht en billyk» heid , alle fchadelyke herroepen, én andere, die aan het daarmede eigentlyk bedoelde oogmerk beter voldoen , in derzelver plaats vast ftellen. Want zulke wetten of instellingen, die voor het algemeen, of de grootste meerderheid van de leden eener maatschappy fchadelyk bevonden zyn, dragen reeds in haar zelve genoegzaame kenmerken van haare onbevoegdheid , om langer van kragt te blyven.4 of alle 'haare leden tot de onderwerping aan de-  io5 vordering van het algemeen welzyn , zullen noodig oordeelen. In eene burgerlyke maatschappy waarin de Vrtheid heerscht , erkent dus het Volk geenen Alleenheerscher, noch willekeurige Bestuurderen, maar het erkent Go» alleen , als deszelfs eenig Opperheer. — Het erkent de wetten , die met algemeene goedkeuring vastgesteld zyn, als de eenig® rigtsnoer van deszelfs gedrag; en het erkent de Bestuurderen , aan welke de handhaving der wetten , en de zorg voor het algemeen welzyn is aanvertrouwd , als zyne wettige Overheid , welker billyke bevelen het moet eerbiedigen , en waaraan het dienvolgen» achting en gehoorzaamheid verschuldigt is. —■ Maar het kent daartegen geene flaafsche onderwerping aan willekeurige bevelen , die met zyne rechten en der menschen waardigheid ftryden. — Het ziddert nooit voor den yzeren roede eenes dwingelands , maar Verzet zich opentlyk , en met een onweêrftaanbaare heldenmoed , die alle gevaaren tart , tegen alles wat naar dwingelandy ge}ykt. — Het bezit niets minder dan die laagheid van ziel , welke een' elendigen flaaf, voor de voeten van zynen gebiedenden en flrengen meester , in het ftof doet O s krui-  «yn van alle gezamentlyke leden , en als zulks, van derzelver algemeene wil en welbehaagen , de eenige uitvoerderen te zyn. Deze kunnen nooit anders, dan met bewilliging des gezamentlyken Volks hetwelk zy vertegenwoordigen, of ten minsten eener groote meerderheid van hetzelve , wettig worden aangesteld. En vermits de bevelen die zy in de naam des Volks uitvaardigen, alleen het algemeen welzyn bedoelen mogen, zo moeten deze ook geregeld zyn naar de algemeene wil eener gansche natie, of wat het zelfde is, alle leden van de maatschappy aangemerkt worden, als of zy in het ontwerpen en vast ftellen der wetten en bevelen daadlyk hadden medegewerkt — Hoe doch zal ooit een Volk vertrouwen ftellen in Bestuurderen, die aan hetzelve tegen wil en dank worden opgedrongen ? Hoe zal het eerbied en achting betoonen voor wetten , die het afkeuren moet, om dat zy deszelfs heil en welvaart benadeelen? Of wanneer het ondervindt, dat deze flegts een ge deelte der leden van de maatschappy bevoordeelen, terwyl zy het overige maar veel talryker gedeelte klaarblykelyk tot nadeel {trekken ? De ftaat der natuur of van aangebooren vry-  vryheid, blyft derhal ven by het menschdom ongefchonden, zo lang de maatschappy het recht aan zich behoud, haare eigen Regenten aan te ftellen, deze van niemand, dan alleen van God, de wetten, en van het gezamentlyke Volk afhanglyk zyn , en door geene xusfchenkomende macht, in de beoef. fening van haare plicht, de bevordering van het algemeen geluk gedwarsboomd of verhinderd worden. Het past hierom aan eene vrye natie —» ja, het is een noodzaaklyk vereischre van dezelve, dat zy haare eigen Regenten verkiezen, en de zodanige als onbekwaam verwerpen moge , op welke zy, om billyke en gegronde redenen, geen vertrouwen ftellen kan. Dat ook deze Regenten aan de geheele natie , wegens hun bestuur , verantwoordelyk blyven , en dat by dezelven, als de eigentlyke handhavers der wetten, geen aanzien van rang of perzoonen plaats hebba, maar zy, van alle leden der maatfchappy zonder onderfcheid, de gestrengste naakoming der wetten afvorderen. Doch wanneer een droevige ondervinding leert, dat de Regenten de belangen des Volks verkeerd bestuuren, deszelfs heil en welvaart verwaarloozen, zulke overtreders der  III der wetten , die de rust , de goede orde , en hec geluk der maatschappy moedwillig ftooren , ongestraft laaten — wanneer zy de deugd vervolgen , om dat die voor de rechten der menschheid in de bresfe fpringt, of der Burgeren onbetwistbaarste voorrechten , naar waarheid met mond en pen verdeedigt — wanneer de Regenten , om het even onder welke benaaming zy hun aan. vertrouwd gezag oeffenen , zelve behulpzaam zyn in het Volk te onderdrukken j dan treedt het laatste, volgens deszelfs aangebooren en onvervreemdbaar recht, terug in zyne oorspronglyke waardigheid, welker uitoeffening , ter voorkoming van wanorde en veelerlei ongeregeldheden , het aan zyne Overheid , alleen- onder voorwaarde van bet algemeen welzyn kragtdaadig te bevorderen — had afgestaan : niet om die waardigheid , en de daadlyke uitoeffening zyner oppermacht te misbruiken , maar om deze ,x als een onwaardeerbaare fchat, op eene gepaste en menschbetaamende wyze te verdeedigen , en zorgvuldig te handhaven. Het roept dienvolgens alle ongetrouwe Overheden tot verantwoording , en maakt, met overleg van de kundigste en deugdzaamste leden der gezamentlyke maatschappy, welke  .18 ke aan de heerschzugt voedze! geeven , en, in alle maatschappyen , de eerste flappen geweest zyn , tot de volstrekte onderwerping en afhanglykheid , waaraan zy fteeds het menschdom tracht te kluisteren. Het geluk van alle leden dezer maatschappyen , wanneer zy haare rechten flegts flandvastig handhaafden en verdeedigden, zou daartegen op de grondregelen van billykheid en onderlinge gelykheid , in alle opzichten gevestigd en volkomen beveiligd zyn , waaruit 'een ryke oogst der beste zegeningen , van heil en welvaart , voor het gansche menschdom zoude voortvloeijen. Open dan eindelyk uwe oogen , gy menfchen-kinderen ! in welk gedeelte des aard' bodems gy , in geregelde maatschappyen Vereenigd zyt , en leer uwe oorspronglyke rechten kennen ! -1 wat zeg ik ? — tracht dezelve niet alleen te leeren kennen , maar V* pok in het daadlyk genot daarvan te herpellen I Alsdan zullen de oorlogen , die n* de bittere gevolgen van de heerschzugt uwer ppveraadelyke dwingelanden zyn, van zelve ^houden } ru,st , eendracht en vrede zullen RfPfdbodem verforen 9 en haar, in (|ed§ eener jammerpoel van onderdrukking ei) êlende te $yn, in m aardsch parady*  U9 herscheppen, waarin vryheid en deugd heerfchen zullen. — Maar helaas ! een ongelukkige verblindheid en laffe toegevenheid deigrootste menigte, gevoegt by de fteeds toeneemende heerschzugt en eigenbaat van de vermogendste leden uwer onderscheiden maatschappyen , hebben u, van alle eeuwen herwaards , byna overal berooft van dat oorspronglyk en onwaardeerbaar recht, waar'mede de natuur het gansche menschdom be* gunstigde. — Gy zyt overal , van uwen aang-ebooren vryen ftaat zoo diep afgevallen , als gy ontaart zyt van de oorspronglyke deugden , waarvan de Godheid zelve, de zaaden in uwe zielen heeft neergelegd. Ook gy, myne Medeburgeren! zyt van dezelve oneindig verre afgeweeken: daarom nadert gy hoe langer hoe meer den afgrond des verderfs, en ftaat, fchoon gy nog heden de fchyn, een fchaduwe, ja zelfs een klein gedeelte uwer natuurlyke vryheid geniet » op het punt dezelve voor altoos te verbliezen, en u in de naare kuil van flaverny te zien nederplofTen. — Laat daarom dê deugden uwer voorvaderen, die hunne vry* heid en "onafhanglykheid: oneindig dierbaar» de? dan het leven fchatteden, in uwe flui* merende fcfelen worden opgewekt I hond» H 4 daar  S5JO daardoor aangemoedigt , ftandvastig , doch bedaard, en zonder tot geweld uwe toevlugt te neeraen, ,om de herstelling der aangebooren en natuurlyke vryheid des menschdoms by u aan! — Laat u daarvan nimmer afhouden, noch verschalken door de verleidende drogredenen, van de ontaarte verdelgers uwer onbetwisbaarsté rechten! r?» Laat u pok daarvan nimmer afschrikken dpor onwettige gewejdenaaaryen, die hier en daar , aan zommige der deugdzaamste voorstanders uwer onwaardeerbaare vryheid gepleegd worden; maar rust niet eerder in uwe aanhoudende en edelmoedige poogingen , voor en alè'er gy uwe grondwettige constitutie , in haare oorspronglyke zuiverheid , hersteld ziet. Alsdan zal ook uw vaderland nogmaals die trap van hoogheid bereiken kunnen , waarvan hetzelve, door de doemwaardige |isten yan heerschzugt en der eigenbaat, zoo elendjg en fchandelyk is afgedaalt. — Veele ph, u bezitten flaafsche zielen: deze moet gy yeragten, en haar tqt de uitterste fmaaddoemen, op. dat ^y uwe overige Mejjeburgerei? t met het voorbeeld hunner laagbfii?H» nfet besmetten. Want men is men de zjel ¥ai» eenen fl^af. waarlyk. niet ver*  ff É VYF» re af van de flaverny: en deze is voorzeker de ongelukkigste , de .jammerlykste ftaat , waartoe een denkend wezen ooit vervallen kan! ,l2,t  H-eft ó& edele Vryheid, die een doch» ter der natuur , een allerwaardigst gefchenk des Hemete is, dezen aardbodem dan geheel verlaaten ? — Is zy nergens by het menschdom meer te vinden ? — Word hetzelve overal ten prooi gegeeven, aan de heerschzugt van een aantal dwingelanden, die zich vermeeten haar zelve Goden der aarde te noemen , om dat de laffe vleitaal van flaafsche hovelingen en van fnoode pluim* ftrykers, aan die overweldigers van 's menfchen dierbaarste en aangebooren rechten, dien valschen eerenaam onwaardiglyk heeft toegek nt? Bezielt haare heilige, haare zegenryke invloed, nu niet langer eenig Volk? —> Zal men. overal vergeefs zoeken , naar eene maatschappy van xscMfks wegens, die haare VYPDE WANDELING, Een zuivere Polksregeering is geenzins onbestaanbaar met bet geluk vm ten klein Gemeenebest.  •erlyke en toevallige voordeden geene wezendlyke distinctie maaken , tusfchen de onderscheiden leden van het maatschappyelyk lighaam ; maar verdienst, deugd en het algemeen vertrouwen , baanen in die vrye gewesten, alleen den weg tot ampten , bedieningen en waardigheden. Hunne Volksvergaderingen worden in hot open veld , onder de ontrolde Burger-vaandelen , met alle militaire toestel gehouden. De Burgeren maaken daar een uitgehreide kring. De eerste Magistraats-perzoon prefideert in die talryke vergadering, en neemt, van de voornaamste Amptenaaren verzeld » zyn plaats in het midden van den ganschen kring, ttt Men begint met een gebed. tc?t God ; alsdan worden de eenvoudige wetten van dit Gemeenebest voorgéleezen, die weinig in getal , zeer verstaanbaar en met weinig, omslag van woorden,, doch daarom n\e,t minder wys en verstandig ingericht zyn a en van alle leden der maaticbapp§% met. d© üiterste nauwkeurigheid worden nagekomen-. -m Men brengt vervolgens de. onderwerpen: voor , over welke zal geraadpleegt worden,,, Dit laatste-- geschied altoos, met: de yoorbee,^ digste vreedzaamheid\ want fchoon hie$ cfe ïnegt. gelyk ftaat met den, Meester ^ kop?.  wel Jongelingen de plichten van den Burger yeeds vervullen eer zy Mannen zyn, en hun» ne Hemmen van evenveel gewicht, als het gevoelen der eerwaardigste Grysaarts, worden aangemerkt , fchoon hier de Boer ter zyden zit van zynen Heer , en lieden van allerlei rang , ftaat en hoedanigheid , onverfchijlig ondereen gemengd zyn — heerscht 'er pogthans geene de minste oproerigheid of wanorde, • maar het Volk betoont , by het uitbrengen der algemeene raadsbesluiten, eene bezadigdheid , en in zyn geheel gedrag eene wysheid, die ieders verwondering verdiepen, De Burgers treeden ftilzwygende in de vergadering , en verre de meesten verlaaten dezelve , zonder één woord geuit te hebben , nogthans hebben zy — alleen door de opheffing hunner handen — haare toestemming gegeeven tot de herroeping van oude • en het instellen van nieuwe wette» ; ?y hebben traktaaten ep alliantien hel* pep (luiten , nieuwe Magistraatsperzoonen ^erkooren , en de afgaande» rekenschap en yeiaptwoprding va» hup bestuur afgevor* dert. Het is een opgehoorde zaak s dat m deze Volksvergaderingen welke alle jaaren ééns,. êudi, by gewichtige omstandigheden, meer*  maaien byëen geroepen worden , de minste wanorde of ongeregeldheden voorvallen , of dat de menigte van jongelingen die dezelve bywoonen, ooit onbedagtzaame , roekelooze, of overhaaste befluiten heeft doen voortbrengen. — Zy , die de minste kennis van ftaatsiaaken hebben , volgen doorgaans het gevoelen van zodanige , die zy oordeelen meest verlicht te zyn ; terv/yl de jongelingen , welken het aan ondervinding ontbreekt , haare oogen op de vaderen des huisgezins gevestigd houden , en de grysaarts , welke ryper in jaaren en ondervinding, zyn , tot haare wegwyzers neemen. Het gebeurd in deze gelukkige Cantons vry dikwyls , dat een eenvoudig Landman of Boer , die bekend ftaat voor een man van gezond oordeel , kloek verstand en beproefde oprechtheid , met eenpaarigheid van alle ftemmen des Volks, tot deszelfs eerste Magistraatsperfoon verkoren word , en dien» volgens het roer van Staat in zyne handen neemt. — Deszelfs nieuw verkreegen waardigheid , maakt hem geenzins trotsch of ©pgeblaazen: hy beoogt , by alle zyne verrichtingen , niets anders, dan om aan hê* goed vertrouwen , waarmede hy vereerd ge* worden is, te beantwoorden, door ftand* I 4 vaa'  i48 Europa op te klimmen : daarom laat het ook van geene dwaaze hoogmoed zichj verleiden , om door uitterlyke praal en prachtvertooningen , naar de oppervlakkige voordeden van hoogheid en aanzien onder dezelven te fbreeven. — Deszelfs veiligheid berust alleen op de deugden en heldenmoed zyner welgeoeffende maar onbesoldigde Vryheidzoonen; want het weet , dat een groot aantal van gehuurde Krygsbenden , aan alle vrye Gemeenebesten den naasten weg baanen , tot derzelver onvermydelyken ondergang : daarom wil het ook , alleen door zyne deugden en ongemeene liefde tot de Vryheid , aan andere natiën ontzag en eerbied inboezemen. Mogt deszelfs roemwaardig voorbeeld , in ons Vaderland naargevolgd worden : hoe gelukkig zou dan hetzelve kunnen zyn ! — ja , hoe veel gelukkiger , dan dit kleen gedeelte van Zwitzerland , nadien het , in veele opzichten zulke uitmuntende voordeelen boven dat armoedig land geniet. Waarlyk geen trotsche vertooning eener talryke legermacht, kan ooit Nederland voor de Mogendheden die het omringen, geducht maaken; maar het zyn de deugden en waare vryheidsliefde van deszelfs Burgeren, gesterkt door  154 ZESDE WANDELING. Welke is de beste Regeeringsvorm ? —■ Regeeringen beboeren geregeld te zyn naar de «mstandigbeden, waarin ten Maatschappy tf Natie baar bevindt. Vlytige Landbewooneren , die uwen arbeid in deze velden, de bronnen uwer welvaart , met lust en yver dagelyks verricht : benydenswaardig is uw lot, ,boven dat van veele uwer Medeburgeren ! — Want terwyl gy , in deze kommerlyke tyden, onkundig wegens de gevaaren die het Vaderland omringen, geheel onbezorgd uwe akkers beploegd , word de rust van een groot aantal derzelven gestadig ondermynt, van imertelyke gewaarwordingen , die de harten van alle braave Vryheid-zoonen noodwendig bestormen moeten , wanneer deze hun Vaderland op den oever des verderfs gebragt ziende, hunnen geest afslooven, met pynigende- vooruitzichten van heillooze om»  omwentelingen , en van ftaats-orkanen , dié hetzelve dreigen te vernielen. De diepe onweetenheid waarin gy fteeds gedompeld zyt , maakt u blymoedig , by het maatig genot van tegenwoordige zegeningen. — Daarom acht gy u zelve reeds gelukkig, wanneer gy de geringe vrugten uwer nyverheid , in vrede en gezondheid moogt genieten. Een blos van innerlyk genoegen bedekt uwe wangen, wanneer gy de rykbezwangerde koornhalmen , van eene zomerreegen verkwikt, weelderig ziet opschieten, en een' gezegenden oogst aan u voorspellen. Gy bereikt het toppunt vart vreugde , wanneer gy het wintervoeder voor uwe runderen , daarbeneven te regter tyd in overvloed inzamelt , en uwe grazende kudden , in het malsfe groen der klaverryke weiden fmaaklyk vergast, ruime 'maat van vette zuivel opleveren. Zyt fteeds vergenoegd met het lot dat u beschooren is , want daarin bestaat 'uw wezendlykst geluk ! — Hoe veel heuglyker zal ook dan uwe toestand zyn , boven die van veele flaaven hunner driften , welker doemwaardige heerschzugt en fnoode eigenbaat derzelver zielen gestadig pynigen, en zonder ophouden aanprikkelen, om  156 om de zaaden van verwarring en van helsch oproer , onder alle clasfen van Burgeren uit te ftrooijen. Deze elendige verstoorde, ren van de rust der algemeene maatschappy , die hunne grootheid alleen op de puinhoopen des omverre gerukten Tempels der Vryheid willen vestigen, koesteren by na geene andere dan de fchandelyke en altoos zeer onzekere hoop , dat door eene heillooze omwenteling , of liever geheele vernietiging der wettig vastgestelde constitutie van ons gezegend Vaderland , zy het doel haarer verfoeijelyke uitzigten, eens eindelyk bereiken zullen. Gy geniet in uwe armoede , tot nog toe de heilzaame zegeningen , eener boven alles kostbaare burgerlyke Vryheid. Maar gy kent misfchien zo min de bronnen waaruit deze is voortgevloeid , als de middelen waardoor zy alleen ongeschonden kan, behouden worden. — De ontdekking derzelven overtreft de vermogens van uw te wei« nig geoeffend verstand ; daarom word gy zelden beangstigd met de zorg, om dat kos-* telyk geschenk des Hemels te behouden ; ook ziet gy in uwe onschuld de ' listen niet, die van de heerschzugt gestadig worden aangewend , ten einde u nevens uwe Me*  *57 Medeburgeren, van dien onwaardeerbaaren fchat te berooven. — De beklaaglyke ram. pen , die de maatschappy door haare helfche aanslagen dikwyls overkomen , worden van u zelden vooraf gezien ; even min als de fchrikbaarende kenmerken van u bespeurd worden, die haare gedreigde val voorspellen. Gy ziet de algemeene onheilen niet , die uw Vaderland treffen , dan wanneer zy ook uwe vreedzaame hutten, reeds van naby genadert zyn. Aldus leeft gy , ten aanzien uwer dierbaarste , ja verre "weg de gewichtigste uwer tydelyke belangen , in eene aanhoudende zorgeloosheid, die met de nederige rang, welke aan u zeer ten onrechte in de maatfchappy is aangeweezen — waarvan gy in der daad één der nuttigste clasfen van Burgeren zyt — eenigermaaten overeenkomstig ïs. Nogthans is zodanige zorgeloosheid geheel onbetaamlyk, voor redelyke en met verstand begaafde wezens : aangezien het eenigste geluk dat uit dezelve voortvloeijen kan , niet dan een waarlyk kinderachtig , veeltyds kortstondig, en altoos zeer wankelbaar genoegen opleverd. Gy hebt de ongestadigheid van dit genoegen onlangs ondervonden, toen uwe zor-  zorgelooze gerustheid eensklaps afgebroken wierd , door de akelige geruchten eenes nabyzynden verschriklyken oorlogs. — Een machtig en geducht Monarch , een afstammeling van dezelfde dwingelanden, welker, fchandelyk aandenken , tot in het laatste nakomelingschap een billyk afgryzen zal verwekken — van dwingelanden , die eertyds zeer veele uwer onschuldige voorvaderen , op bloedige moordschavotten , • brandftapels , en door het zwaard des oorlogs elendig deeden omkomen: — deze Monarch, de menigvuldige weldaaden vergeetende , die zyn geslacht in laater tyden van dit Gemeenebest genoten had, dreigde in zyne onrechtvaardige gramschap — van landverdervende verraders daartoe aangehitst — u en het Vaderland met eenen alles verwoestenden, kryg. Duizenden van bloed-en roofgierige Barbaaren , het fchuitn en uitfchot des geheelen aardbodems , waren reeds van hem afgezonden, om uwe wooningen aan de vernielende vlam ten prooi te geeven-, uwe akkers te verdelgen , uw vee te rooven , en u , benevens uwe huisgezinnen , grysaarts en tedere wichtjes door vuur en ftaal aan hunne moordlust op te offeren. — Zy hadden uwe grenzen reeds ge»  genadert : en gy , die volkomen weerloos waart — gy , die door de verraderlyke invloed eener verdervende hand , een lange reeks van jaaren agterè'en , de aan een vry Volk betamende , en daarom door de conftitutie van het Vaderland aanbevolen wapenoefening , hadt verwaarloosd , en die u nog in deze hachelyke tyden , om haare fnoode oogmerken van dezelve poogde af te houden — waart , gelyk weerlooze lammeren , gewis ten prooi gevallen der barbaarsche woede , van eenen woesten hoop flegt besoidigde en byna uitgehongerde flaaven , die gewoon zyn de gruwelykste wreed■ heden als geoorloofde tydkortingen te beiehouwen —- die alleen van roof, moordi en plunder leeven. Doch zyt getroost! dit gevaar is thans verdweenen. — Indien gy ooit naar waarheid onderrecht geweest zyt , van de dringende gevaaren , waarmede binnen en buitenlandsche vyanden uw Vaderland bedreigden — indien de bewustheid derzelven uwe zielen met angst en fchrik vervulde , ver* ban dan voortaan zulke akelige denkbeelden, en weest op nieuw vrolyk en wel gemoed! — De fnoode aanslagen van deszelfs heimelyke en openbaare vyanden , zyn , God lof!, ont-  ontdekt, en ten deele reeds verydelt. De zwarte onweêrswolken , die boven den horifon dezer gewesten byëentrokken, beginnen te verdeden, en fchynen langzaam af te zakken. Zy zullen , door de fchrandere maatregelen van getrouwe Vaderen des Volks gelukkig afgekeerd , in ftede van uwe velden te vernielen, flegts een vrugtbaare en heilzaame regen , op den aardbodem van dit Gemeenebest doen nederdaalen. Ja , verheug u over hunne wyze voorzorg l Deze braaven hebben , over de helfche poogingen van fnoode aterlingen eindelyk gezegepraalt. - Gy , en de meeste uwer Medeburgeren zyt thans gewapend , en in ftaat alle wreede aanvallers kragtdadig af te weeren — uw geliefd Vaderland , tegen openbaare en heimelyke verdelgers van deszelfs rechten en vryheid te beveiligen — om uwe huisgezinnen en bezittingen te beschermen , tegen een' woesten hoop van flaafsche huurlingen , die flegts dapper fchynen zo lang zy geene tegenweer ontmoeten , maar lafhartig vlugten , wanneer zy edelmoedige Burgeren tegen-haar zien optrekken , die besloten hebben voor de roem en welvaart van hun Vaderland , als waare Helden in het ftrydperk te treden - die' hun-  102 hunne Vryheid en bezittingen niet alleen durven, maar ook willen en kunnen ver- deedigen. Wilt gy daartoe ten allen tyde in ftaat bevonden zyn ? Laat u dan nooit in flaap wiegen , door het verraderlyk gezang der heerschzugt, die het tegen de Vryheid van uw Vaderland gemunt hebbende , daarom gestadig by u aandringt, om de wapenen van u af te leggen , en u aan eene zorgelooze gerustheid op nieuw over te geeven. — Beschouw de aanhoudende wapenöeffening, dit echte kenmerk van vryheidminnende Burgéren , nimmer als een nuttelooze last, maar veeleer als eene aangenaame en in alle deelen nuttige uitspanning. — Denk niet , dat de besoldigde Krygsman, die maar al te dikwyls het blinde werktuig der heerschzugt is , alleen ter verdeediging van het Vaderland geroepen zy, maar weet, dat de plicht van ieder Burger , die in de onschatbaare voordeden eener vrye constitutie deelt, medebrengt dezelve te verdeedigen , en haar , met gevaar van goed , 'bloed en leven , tegen alle binnen en buitenlandsch geweld te beschermen. Gedenkt fteeds, en weest volkomen overtuigd , dat het geene andere dan flaafsche L en  SÖ2 . en verbasterde zielen , doemwaardige werktuigen eener bedekte dwingelandy, ja, dat het verraders van hun Vaderland, en vyanden uwer aangebooren Vryheid zyn, die u, door hunne verleidende woorden , een ichadelyke afkeerigheid tegen den wapenhandel trachten in te boezemen , om dat zy u aan de heerschzugt ten prooi willen geevcn, die u alsdan oneindig zwaarder juk zoude opleggen,, dan waarvan een groot aantal uwer lang onderdrukte lotgenooten , in zommige gewesten van ons Vaderland , nu onlangs zoo edelmoediglyk verlost zyn , door waare Helden en verdeedigers uwer onbetwistbaarfte rechten. — Zyt ook verzekerd-, dat indien uwe voorvaderen even onverschillig, even wederspannig w^en geweest, als veele uwer zich betoond ' hebben — indien deze even ongewillig de wapenen tegen hunne Spaansche dwingelanden , voor de zaak der edele maar verdrukte Vryheid hadden opgevat , gy dan al te zamen , nog heden , als vuige flaaven die geenen eigendom kennen, aan den wreeden troon eenes willekeurigen Alleenheerschers , aan de eigendunkelyke wil zyner hovelingen en pluimstrykers, waart vastgeklonken. Daarom - zo dikwyls gy uwe akkers beploegt  ploegt — zo dikwyls uwe voeten dezen vreedzaamen grond betreden , denk dan by u zelve : „ Ook deze velden zyn meer dan „ eens het bloedig flagveld geweest, waar„ op het woest geweld der wreede dwinge. Jandy , met de flandvastige zugt tot vry* heid om de overwinning flreeden! —■ „ Ook hier heeft de onbezweeken dapper-» heid onzer voorraderen, eertyds wonde„ ren verricht ! — In die dagen van jamj, mcr cn elende, toen slaverny of vry55 heid de uitslag eenes tachentigjaarigen „ oorlogs misgelden of bekroonen moest , 3, zyn deze akkers menigmaal gemest , is „ deze aarde menigmaal gedrenkt gewor„ den , met het vergooten bloed van ver5, Hagen vyanden , gemengd met dat der „ dappere Heiden , die kloekmoedig voor „ hun vaderland en de vryheid alle „ gevaaren durfden tarten , en haar zelve, „ uit liefde tot de onafhanglykheid , aan 3, eenen byna gewisfen dood gewillig bloot„ fielden." Ja, brave Landlieden! het is alleen door de wapenen zyner eigen Helden-zoonen, dat uw Vaderland vry cn onafhanglyfc is geworden. —- Het is alleen door eene aanhoudende wapenöeffening zyner gezaL 2> ment-  mentlyke Burgeren \ dat het deszelfs Vryheid en Onafhanglykheid, ongeschonden kan behouden. Daar dit een egte , een ontegenspreeklyke waarheid is: tot welke kommerlyke denkbeelden moet de oprechte Vaderlander dan niet worden opgeleid , wanneer hy de menigerlei woelingen en kunstenaaaryen eener verdervende hand aanschouwt, met welke Zy een vrye 'natie van de wapenöefïening poogt af te houden , en alle lust en yver daarvoor uit te dooven — ten einde in de, heldenzielen der eertyds hoog geroemde en dappere Batavieren , derzelver aangebooren moed en ftadvastigheid te doen verflaauwen! Wat waren onze voorvaderen geworden, zonder deze moed; zonder hunne wel bekende ft-rydbaarheid? Wat waaren wy , derzelver afstammelingen ^ geweest f Wat zouden de toekomende geslachten zyn , indien een onedele afkeerigheid voor den wapenhandel by onze vaderen gehuisvest had ? — Al te zamen flaaven eenes dwingelands — flaaven van de heerschzugt en eigenbaat zyner Staatsdienaren - flaaven van willekeurige Regeerders. — Maar zy aarsfelden geen oogenblik , toen het gevaar geen langer uit- fte!  ió"5 ftel duJde , om eensgezind de wapenen op te vatten , en moedig te ftryden , ten einde het zwaare juk van onderdrukking , dat hunne vrye halzen knelde , met onbezweeken helden-yver van zich af te werpen. Een zoo wreede, zoo langduurige'kryg — en van welke gruwelen , van welke onbefchryflyke rampen ging dezelve niet verzeld ! — door eene zwakke, lang verdrukte en armoedige natie , tegen den machtigsten Monarch der bekende waereld gevoerd — dan nog eindelyk te zegepraalen , in fpyt Van buitenlandsch geweld , en van inwendige verdeeldheden , door de heerschzugt in den boezem van het gefolterd vaderland geduurig aangestookt. — Hemel ! welke deug. den , welke ftandvastigheid moet toen een Volk bezield hebben , dat zulke heldendaaden kon verrichten ! Doch waarom ? — tot welk einde flrekten deszelfs verheven poogingen , die boven alle menschelyk vermogen fchynen? — Wilde het , in plaats van eenen willekeurigen Meester, misfchien veele willekeurige öpperheeren kiezen ? — Neen! dat zy verre; want Neêrlands Volk had deszelfs te ondrsaglyk juk, in dat geval, nog oneindig meer verzwaard ; het was daardoor tot veel erger \' L 3 ^ zoors  166 zoort van flaverny vervallen, dan die het na zoo moedig tra.chte te bntwyken. — Streed het dan, om flegts het wreedejuk van eenen ontmenschten dwingeland af te fchudden, ten einde zich voor de voeten eenes nieu-wen dwingelands eerbiedig neder te werpen , en daarmede , tot de verregaandste onderdrukking , nogmaals den gereedsten weg te, baanen ? — Waarlyk , de wanhoop boezemde meer dan' ééns zodanig denkbeeld in , aan eene machtelooze en van alle hulp verftooken natie: maar de Voorzienigheid waakte fteeds voor haar behoud. Deze deed , door onvoorziene middelen , alle daartoe aangewendde poogingen mislukken , ook zulke, die naar de toenmaalige omstandigheden , met goede oogmerken beproefd wierden. — Nederland , aldus door het Opperwezen geholpen, en door de moed zyner Burgeren kragtdaadig ondersteund, werd , by-> na tegen wil en dank, een vry Gemeenebest, waarover de geheele oppermacht aan het gezamentlyke Volk — niet aan eenig gedeelte van hetzelve is toegekend, Daa? nu dit gezamentlyke Volk de eenige H'eek en SouvïUfin dezer vryge* vogteji gewesten is geworden — daar het verder geen Opperheer erkent, dan God rn  alleen, door wiens medewerking het de flaafsche boeijen , waaraan het langen tyd gekluisterd was, zoo roemwaardig verbryzelde, en van zich afgeworpen heeft —■ daar het van geen fterveling op aarden afhanglyk , noch daaraan nederige onderdaanigheid verschuldigt is, en alleen de wetten gehoorzaamt , die men ondersteld de wil des gezamentlyken Volks te^ zyn : waarom heeft nogthans de tegenwoordige gefteldheid van ons Vaderland , zeer weinige overeenkomst met die zuivere Volksregeering, waarvan ik heden, in myne vroege morgenwandeling , het bekoorlyk tafereel met innerlyk genoegen aanschouwde'? — Im•mers ontdekt daarin myn oog zeer weinige van haare echte kenmerken , fchoon zy al" leen bestaanbaar is met het waare oogmerk eener vrye burgerlyke maatschappy , en alleen overeenkomstig met de eer,ste grond» wet der natuur , .de aangebooren gelïK' heid en vryheid van alle menschen, Zou dan , ongeacht de heerlykste overwinningen , door onze dappere vootvadt> ren op de dwingelandy behaald , ook in ons Vaderland flegts de ydele fchyn , niet het wezen der Vryheid zelve huisvesten? —r Is de eerenaam van Vryheidzoone» , op welke L 4 cte  i6Z de aframmelingen der moedige Batavieren haar beroemen , niets dam een bloote hersfenschim , een nietig voortbrengzel der ver' beeldingskragt, hetwelk , voor het oog des onderzoekenden navorschers , eensklaps, gelyk een fchaduwe verdwynt ? — Heeft dan ook in deze, door het kostelyk bloed zyner beste Burgeren vrygevogten gewesten , het eigendunkelyk gezag zynen wreeden troon gevestigd ? — En is de zoo duur gekogte Vryheid daaruit geheel verbannen? • Rampzalig Nederland ! — ja wei rampzalig mogt men het te regt noemen , indien deze- edele, deze onwaardeerbare fchat, met zoo veele gevaaren, met zoo veele ftroomen bloeds , door zulke langduurige en wreede kwaaien verworven , aan hetzelvé was ontrooft geworden ! - Maar neen! zy is hétzelve niet geheel ontrooft! want wy genieten in ons Vaderland veele ; wy genieten daar zeer groote voordeden , boven de" ingezetenen van verre de meeste gewesten des ganschen aardbodems. — De waare oorspronglyke en alleen wettig vastgestelde constitutie dezer maatschappy van vrye Burgeren , verzekert, aan alle derzelver leden , het dierbaar genot van (taalkundige , burgerlyke en godsdienstige vry, he*  t6$ heden , die gewis konden toereiken, om het geluk des gezamentlyken Volks te beveiligen , en op duurzaame grondslagen voor altoos onwrikbaar te vestigen , zo niet een teugellooze en fteeds uitspattende heerschzugt , met haare alles vernielende invloed , de grondwetten dezer constitutie , in veele opzichten , fchandelyk verminkt en vertreden hadt. De fchending dezer constitutie kan voorzeker niets anders zyn , dan het uitwerkzel der fnoodste listen en kunstenaaryen , met welke men het Volk van Nederland, langen tyd aaneen , wegens deszelfs waare en wezendlykste rechten en belangen blinddoekte , en wist in flaap te wiegen — Want , daar het eene algemeen erkende waarheid is dat dezelfde grondbeginzelen van billykheid en rechtvaardigheid , in alle landen en onder alle lugtstreeken onveranderlyk dezelfde zyn: daar ook niemand zal ontkennen , dat de constitutie van een gedeelte van Zwitzerland , op de ftrengste voorschriften van billykheid en rechtvaardigheid berust — zo moet, zal deze grondregel zeker gaan, daaruit noodwendig voortvloeijen , dat de Burger van ons vrygevogten Vaderland , even. ,gelyk aanzien, dezelfde rechten, en gelyke L $ in» ■  17© ^ %^%&$ invloed op het ftaatsbestuur behoorde te hebben , als de Burger eener meest bevoorrechte en volmaaktst vrye Republiek , op den ganschen aardbodem. Dit lydt geen tegenspraak :' dan het is ook zeker , dat alle Regeeringen , als het gevolg van der menschen verdorvenheid , en dus een noodwendig kwaad in haar zelve , niet overal volmaakt gelyk kunnen zyn t maar geregeld moeten worden naar de omHandigheden , waarin een maatschappy zich bevindt , zo met betrekking tot haare eigen leden , als tot vreemde of de haar omringende natiën. — Nu bevindt zich misfchien ons Vaderland in die gesteldheid niet , om onder eene zuivere Volksregeering te beftaan , veel minder deszelfs geluk daarin te vinden ? — Dus zien wy op dit groot waereld-tooneel, waar alles wisfelvallig, onbestendig en vol verandering is , byna zo veele onderscheiden gedaanten van Regeexing, als 'er maatschappyen of natiën gevonden worden. Alle zyn zy in haar zoort vatbaar voor zekere voordeelen ; alle onderhevig aan zekere nadeelen. Want gelyk de zwakke mensch $ om zyne bepaalde vermogens , in niet ééne zaak de volmaaktheid kan bereiken 3 zo zal hy nooit eene regeering kun,-'  17* kunnen uitdenken , die volstrekt aan geene gebreken , noch onvolmaaktheden onderworpen is; De zodanige is zekerlyk de beste, die naast grenst aan i de orde der natuur, dat is , die naar vereisch der omstandigheden van de maaschappy , meest gegrond zal zyn op de natuurïyke gelykheid en vryheid van alle haare leden. Het is echter niet mooglyk , de orde der natuur hierin volmaakt naar te volgen , aangezien de mensch, die zich aan eene Regeering, Van welken aart die zy , onderwerpt , een gedeelte zyner natuurlyke vryheid , aan de Welvaart van het algemeen noodzaaklyk moet opofferen. Dit zo zynde , is alleenlyk de zodanige boven alle anderen te verkiezen , volgens welke aan hem , met het geringste verlies zyner natuurlyke Vryheid, het daadlyk genot van hetgeen hem daarvan overblyft, nadrukkelykst verzekerd word, Veele omstandigheden kunnen zekere Vorm van Regeering , voor eene maatfchappy nuttig en voordeelig maaken , die in andere maatschappyen op denzelfden voet ingericht zynde , deze fpoedig ïn het uitterste verderf zouden ftorten. — Uit de beschouwing dezer omstandigheden zal men best oordeelen , of ons Vaderland kan geluk-  lukkig zyn onder eene zelfde regeering»» vorm , als in dat kleen gedeelte van Zwitzerland vastgesteld is , hetwelk , aan de .gansche waereld , • het volmaaktst voorbeeld eener zuivere Volksregeering oplevert ? Daar zien wy een natie, die geen ander Souverein erkent dan het gezamentlyke Volk, hetwelk dienvolgens op het algemeen beftuur een werkende en daadlyke invloed heeft , alzo daar ieder Burger het ..onschatbaar doch zeer natuurlyk voorrecht bezit, in de Volksvergaderingen te verschynen , en zyne vrye ftem te geeven , wanneer over de algemeene belangen , die ook ontwyffelbaar de zyne zyn , word geraadpleegd. — Een natie , by welke geen geboorte , aanzien , noch rykdommen , meerder recht geeven tot het bekleeden van eejre-ampten en flaatsbedieningen, maar alleen verdienst, deugd en het algemeen vertrouwen , den weg daartoe baanen ; waar ook^ om die reden, aan eenvoudige doch deugd» zaame Landlieden , zomwylen de eerde magistraats-ampten worden opgedragen, > Een natie, by welke de Overheden en Staatsdienaaren, als enkel gevolmachtigde Bestuurderen der maatschappy , door de meerderheid der Hemmen van alle haare te»  *?3 leden worden aangefteld , en wegens hun beftuur , aan hït gezamentlyke Volk reekenschap en verantwoording moeten afleggen. — Een natie eindelyk, by welke de wetten de eenige rigtsnoer zyn van een iegelyks gedrag, en daarom van alle leden dezer maatschappy, zonder uitzondering, even nauwkeurig nagekoomen worden. Deze fchynen dan de voornaamste kenmerken te zyn , eener zuivere Volksregeering. — Hoe gelukkig is het land , wiens inwooneren zulke fchoone voorrechten, onder de onveranderlyke hoedanigheden van deszelfs vastgestelde constitutie , niet flegts optellen , maar zich ook naar waarheid beroemen mogen, dat die voorrechten nooit de minste inbreuk ondergaan hebben! — Een Burger van zodanig land , heeft voor geene onderdrukking , voor geene invoering van flaafsche afhanglykheid te vreezen: want daar mag iedereen , wegens zyne wezendlykste belangen , uit zyne eigen oogen zien , en behoeft zich niet gelyk een blinde, van zyne gevolmachtigde Regenten te laaten omleiden. Daar word hem geenzins tot eene misdaad aangerekend , wanneer hy derzelver misflagen aaa  aan haar onbewimpeld , en met een zuiver oogmerk voor oogen houdt, of de beste middelen aanwyft , om de bloei en welvaart des Vaderlands te bevorderen. Een ieder waakt daar onmiddelbaar voor het -behoud zyner kostelyke Vryheid: daarom geniet dit Volk deszelfs aangebooren rechten , zedert byna vyf eeuwen (*) in ongestoorde ruft en vrede — in een ftaat van volkomen veiligheid en onafhanglykheid. Een zuivere Volksregeering is derhalven , by eene kleine natie, in alle opzichten bestaanbaar met het geluk des menschdoms. — En waarom zou dezelve, met eenige bepaalingen, naar de omstandigheden geregeld waarin de maatschappy haar bevindt , ook by grooter natiën niet -mogen ingevoerd of liever hersteld worden? aangezien het zeker is, dat alle regeeringen uit eene zuivere Volksregeering haare oorfprong noemen , en flegts toevallig, het zy door list of geweld, in monarchale , aristocratische , of gemengde regeeringen ontaart en verbasterd zyn. Doch , welk hemelbreed onderscheid ontdekt het oog, alreeds in den eersten opflag , tusfehen de omstandigheden van ons Va- £*) Zedert het jaar 1307,  1 Vaderland, en die der waarlyk vrye Zwitzerfche Cantons! — Gints zien wy eeh natie, of liever kleine maatschappy van eenvoudige Landbouwers , die genoegzaam alle in den daaglykschen arbeid haarer handen , de middelen van haar bcflaan vinden —■ die alle omtrent gelyke opvoeding en gelyk onderwys genoten hebben — die byna alle even ryk, "of liever even arm, even deugdzaam , en van even overbasterde zeden zyn — een natie,. die als het ware geheel op haar zelve ftaat , en zo min door ftaatkundige belangen, als verbindtenisfen des koophandels , eenigerhande betrekking heeft tot andere Volkeren en Mogendheden — die in haare armoede en het bondgenoodschap met de verdere Cant tons , een veilige fteun en waarborg vindt voor haare onafhanglykheid — die van de kruinen haarer hemelhooge bergen , met bedaarde gerustheid aanschouwen kan , hoe het één Volk het ander verdelgt ; hoe geheele Ryken en Staaten die haar omringen , van machtige geweldenaarcn onderdrukt of vernield worden, zonder dat eens het ftof, hetwelk van derzelver nederftortende puinhoopen opryst, dit gelukkig Volk  I?5 Volk, in zyne geruste wooningen belemmert. |; Hier zien wy daartegen een machtige en zeer bloeijende Republiek , opgepropt van inwooneren , waaronder veele die m vorftelyke pracht en weelde hunne dagen doorbrengen ; een grooter aantal , welke in de bitterste armoede en'daaruit voortspruitende onkunde , niet veel beter dan een dierlyk leven leiden ; doch verre de meesten, die in de beslommering hunner daaglyksche bezigheden verdiept , indien al niet geheel onbekwaam , ten minsten ongenegen zyn , hunnen byna altoos werkzaamen geest, nog meer met diepe ftaatszorgen af te Hoeven. — Een Republiek , welker onderscheiden clasfen van Burgeren zeer verschillende opvoeding en onderwys deelachtig worden; waaronder by gevolg weinige zyn , die zich yverig op de beocffening van zulke ingewikkelde wcetenschappen toeleggen , als tot het bestuur van cencn grooten en vermogrnden Staat vercischt worden - waar een verbazend uitgebreide koophandel en fcheepvaart, aanzieniyke fabryken nevens een aantal der rytetc en aangelegenste bezitting:n en volkplantingen in verre afgelegen waereld-deelen, de bronnen zyn van haare bloei  177 bloei cn welvaart — waar alle weelde der kieschte natiën van Europa , als het onvermydelyk gevolg der rykdommen , een algemeene verbastering in de zeden en deugden dei Volks heeft te weeg gebragt. — Een Republiek eindelyk, welker ftaatkundige belangen haar een zeer merkelyk gewicht en invloed geeven , op de raadsbefluiten en onderneemingen van veele der machtigste Monarchen , en die daarom dikwyls tegen wil en dank gedwongen word, daadelyk aandeel te neemen in de voornaamste omwentelingen en ftaatsgebeurtenisfen , welke op dit groot waereldtooneel , met opzicht tot geheele volkeren en natiën gestadig voorvallen. Zoude men by eene maatschappy van dien aart , ter bevordering van het algemeene heil , niet te vergeefs dezelfde regeeringsvorm trachten JÜn te voeren, als by de kleine Zwitzersche Cantons ? — Zullen niet de fchadelykste wanorden in alle departementen van het openbaar bestuur, de heillooze vrugten daarvan zyn? — En zal niet dit Volk, wanneer daaraan het flaatsroer in eigen handen word vertrouwd , altoos bloots gesteld zyn aan kuiperyen , omkooping en andere ongeregeldheden ,*die, verre van het M ge-  178 eeluk der Ingezetenen te bevorderen, deze nWchien nog veel ongelukkiger zouden maaken , dan de onderdaanen zyn van eenen wilïekeurigen Monarch? Ta: zodanig geschenk moest buiten twyffel /Zeer noodlottig , en van de rampzaligste gevolgen zyn ! - De uitoeffening van het werkdaadig bestuur over eene groote maatfchappy , mogt misfchien de eigenliefde des gezamentlyken Volks ftreelen, en een menigte van Ingezetenen met de aangenaame droom hunner gewaande grootheid , een korten tyd vermaaken : deze zouden m de eerste opgetogenheid over haar gemeend geluk , zich veellicht verbeelden , dat zy nu in ftaat gesteld zyn , derzelver waarachtige belangen op de volmaakste wyze te •bevorderen. Dan verre de grootste menigte zal ras een .walg krygen in de zorgen , die het ftaatsbestuur onvermydelyk verzeilen , en daarvan dienvolgens afstand doen , ten'behoeve van maar één , of van zeer weinige leden hunner maatschappy , door aan deze volmacht te geeven , om de algemeene belangen in de naam des gezamentlyken Volks te bestuuren. Indien dit verstandig besluit niet zeer fpoedig door de meerderheid genomen wierd,  wierd, zou de volkomenste heerscheloosheid het noodwendig uitwerkzel moeten zyn eener fchikking, waardoor ieder Burger zich bevoegd zoude oordeelen , het zy uit eigen belang s onkunde , of byzondere inzichten , de heilzaamste maatregelen voor het algemeen welzyn te dwarsboomen. —• De hegrschzugt , die genoegzaam alle menfchen aangebooren is , hierdoor gestadig voedzel vindende om in volle kragt te ontwikkelen , zou in de harten eener tallooze menigte te gelyk ontvlammen , de liefde • voor het vaderland daaruit doen wyken , en eensklaps den weg baanen tot alle zoorten van ongeregeldheden. De vryheid zou ontaarcen in ongebondenheid , en de kragt der wetten , door de tegenstand die deze overal ontmoeten zouden , geheel ontzenuwd worden. Ieder vermogend Ingezeten voor zich een aanhang trachtende te maaken, ten einde . alles te overheerschen , zal daardoor aan de tweedragt gelegendheid geeven om haare fakkel te ontsteeken , welker helsche vlam tot alle clasfen van Ingezetenen overilaande, de maatschappy wel dra aan alle ysfelykheden van burgerlyke oorlogen zoude overleveren. — Een listig , onrustig en heerschzugtig mensch , door zyne rykdomM 2 men  ï8o men in ftaat gesteld om het behoeftig graauw om te koopen , en door het alvermogen des gouds v een hoop flaafsche huurlingen op zyne zyde te winnen , zou alsdan weinige zwaarigheden ontmoeten, om zyne Medeburgeren in flaaven te veranderen. Want een verdervende hand der heerschzugt, weet by zoortgelyke gelegendheden meesterlyk haare rol te fpelen , ten einde door de medewerking van een hollend maar verblind gemeen, aan de geheele maatschappy een knellend juk op te leggen , in dat geen , waarin zy waande haaren redder te zullen vinden. Men zou derhalven het waarachtig belang van niet ééne burgerlyke maatschappy , maar noch veel minder de welvaart van ons Vaderland bevorderen , indien de daadlyke uitoeffening van het fouverein gezag met opzicht tot het openbaar bestuur , aan het gezamentlyke Volk wierd toegekend. — Wie doch zal " ooit het denkbeeld kunnen opvatten , dat een zeer talryk gemeen de bekwaamheid zoude hebben, om eenen vermogenden Staat te bestuuren, en met de vereischte zorg voor het algemeen welzyn te waaken , zonder dat de maatschappy altoos blootgesteld zy aan gestadige verwar- rin*  i8r ringen, altoos onderhevig aan bloedige twisten en verdeeldheden, en onophoudelyk gevaar loope , door de kunstenaaryen van heerschzugtige Ingezetenen te gronde te gaan ? Wie zal zich in ernst verbeelden kunnen , dat het gezamentlyke Volk van Nederland , by deszelfs tegenwoordige gesteldheid , in alle zaaken , geene uitgezondert behoorde geraadpleegd te worden , en het dienvolgens noodzaaklyk of zelfs betaamlyk zoude zyn, de geheele natie in algemeene vergaderingen , gelyk in Zwitzerland byè'en te roepen , op dat daarby ieder Burger afzonderlyk zyn vrye Item geeve ? — Geen middel was bekwaamer , om de uitterste verwarring , ja eene gansche heerschefoosheid in het Vaderland te verwekken , en hetzelve zeer ras in zyn onherstelbaar verderf te ftorten. Neen! het kan onder ons niet goed zyn, dat het gezamentlyke Volk regeere, want de wysheid woont zelden by. de groote menigte. De zwaare kunst om heilzaame wet? *fen te beraamen,; de bekwaamheid om voor het algemeen welzyn eener groote maatschappy te waaken ; en de moeijelyke taak , om voor de rust en welvaart van het algemeen te zorgen , zonder iemands byzondere reen* ten te benadeeJen , zyn verre boven de M 3 kring  'kring van het vermogen eenes daarin ongeoeffenden Burgers. Het ftaatkundig werktuig van eiken Staat, doch inzonderheid van dit Gemeenebest , is veel te teder, om aanvertrouwd te worden in ongeoeffende handen , zonder dat het fpoedig in de uitterste wanorde geraake : deszelfs flaatsbelangen met opzicht tot buitenlandsche Mogendheden , zyn veel te ingewikkeld , dan dat een onkundig gemeen zich daarmede kan bemoeijen. — Het Volk zelve gevoelt te wel zyn onvermogen , en kent zich daartoe niet bekwaam ; daarom begeert het niets minder , dan de teugels van het flaatsbeftuur in zyne eigen handen te zien, en.wil zich geenzins belasten met de zorgen", die daaraan ónvermydelyk verknogt zyn. De aart eener welgeregelde burgerlyke maatschappy , en de betrekking die de onderscheiden clasfen haarer leden tot elkander hebben , kunnen ook niet toelaaten , dat een Volk ooit onmiddelbaar regeere. Hetzelve heeft nogthans overal zyne onbetwistbaare rechten , waarvan 'het zonder de grootste onrechtvaardigheid niet kan beroofd worden. Volgens deze moet het een geregelde dodi gematigde invloed behouden op het openbaar bestuur; want wanneer het dm  183 daarvan geheel verstoken is , loopt het groot gevaar in eene Republiek nog veel erger mishandelingen te ondergaan , en oneindig meer verdrukt te worden , dan onder eene éénhoofdige of monarchale regeering. Deszelfs werkdaadige invloed op het ftaatsbestuur , moet in elke Staat , Republiek of Maatschappy gemaatigd en bepaald worden , naar de in en uitwendige gesteldheid waar in deze haar bevinden. De groote zwaarigheid bestaat alleen in de regte maat van dien invloed te bestemmen , welke in alle voorkomende gevallen , aan het gezamentlyke Volk kan en behoord toegekend te worden , zonder dat het daardoor gevaar loope van uit te fpatten , en tot volslagen regeeringloosheid te vervallen. — Om hier van een gepast denkbeeld te verkrygen, moeten wy onze toevlugt nogmaals neemen tot de oorsprong en het waare oogmerk van alle burgerlyke maatschappyen. Niemand zal ontkennen , dat overal waar ooit eenig Volk in eene maatschappy ver. eenigde, de opperste macht oorspronglyk is het gezamentlyke Volk gehuisvest heeft, — Deze grondwaarheid, die ook de yverigste voorstanders van :het despotismus niet ontkennen durven, vloeit natuurlyk voort uit Ui- dca  i84 den aart van alle maatschappyelyke verbindtenisfen ; aangezien de menschen zich nooit vr^willig vereenigd hebben , met oogmerk om aan één of weinige leden onder haar , eenig gezag hoegenaamd , veel minder een willekeurig gezag over hunne perzoonen, bezittingen en leven op te dragen , maar enkel en alleen , om door vereeniging hunner gezamentlyke kragten , haar zelve voor de overheersching van zulke geweldenaaren, die haare meerder lighaamskragten tot onderdrukking haarer natuurgenooten misbruikten , • of die toevallig machtiger waren geworden , te beveiligen : voorts en wel voornamentlyk, om in haare behoeften beter te voorzien , en dus een ruimer maat van geluk en welvaart te genieten , dan ieder op zich zelve , afzonderlyk kon deelachtig worden. Het menschdom kon nogthans door middel van de zamenleving nooit beschaafd geworden zyn , dus ook geen hooge trap van zedelyk geluk bereikt hebben , by aldien alle leden -eener maatschappy aan eenen zelfden arbeid , aan dezelfde bezigheden , of aan een zelfde beroep zich hadden overgegeeven. De menigerlei behoeften waaraan het in deszelfs natuurlyken ftaat blootge-  gesteld is, maar welke door de zamenleving tot byna in het oneindige vermeerderen , eischten dat zy onderscheiden beroepen of bezigheden by de hand namen , en zich dienvolgens in zekere clasfen verdeelden , waar van ieder clasfe door haaren arbeid een gedeelte der algemeene behoeften kon vervullen. — Hieruit ontflond , naar maate de een mensch naarstiger en arbeidzaamer was dan de ander , een merkelyke ongelykheid van rykdommen; gelyk ook zekere zoort van ongelykheid plaats greep , doordien de natuur den eenen mensch met meer verstand en doorzicht begaafde , dan den ander , hetwelk de meer begaafde in ftaat ftelde 'Zyne kundigheden , zoo tot vermeerdering van zyn eigen byzonder geluk , als ,van het geluk der geheele maatschappy over het algemeen , met meer nadruk aan te wenden. Hoe talryker , uitgebreider en beschaafder de maatschappyen wierden, zo veel te merkelyker werd oqk dit onderscheid ten aanzien der bezittingen en verstandelyke vermogens , tusfchen derzelver leden. Het was zelfs , tot welzyn van het algemeen in zekere opzichten noodig , dat het grootfte aantal haarer leden weinige of byna geene bezittingen hadden , maar met de daagM 5 lyk-  l%6 lyksche arbeid hunner handen , het onderhoud voor zich zelve en haare huisgezinnen moesten winnen ; ten einde deze talryker clasfe het ruuwste werk, tot nut der maatfchappy mogt verrichten, en tevens de onontbeerlykste behoeften haarer vermogender medeleden kon vervullen ; waarvoor deze laatste , tot vergelding van dien gewichtigen dienst , een gedeelte van derzelver reeds verkreegen rykdommen , aan haare arbeidzaamer Medeburgeren lieten toekomen. Nadat de uitbreiding en bevolking eener maatschappy tot zékere trap van grootheid had toegenomen, kon de daadlyke uitoeffening van het hoogste gezag in dezelve, en het bestuur over de algemeene ftaats-belangen,' niet langer by de gansche menigte blyven huisvesten. Deze had, uit hoofde van derzelver daaglyksche bezigheden, ten einde daardoor in haar- eigen onderhoud te voorzien , noch tyd noch genegenheid, om zich met het algemeen bestuur in te laaten. Verre de meesten voelden zelfs haar onvermogen : want fchoon by eene kleine maatfchappy, van welké genoeg/.aam alle leden naar de ftrengste voorschriften van deugd en in eene gewillige armoede leven ; by wel-  i87 Welke geen merkelyk onderscheid van rykdommen plaats heeft, by welke de wetten geëerbiedigt en van niemand overtreeden worden — doch waar vindt men alle deze deugden 'en vereischte hoedanigheden by eene eenigzins blocijende natie ? — het Volk waardig is , dat het de onbepaaldste oppermacht in eigen handen hebbe , "kan zulks echter geenzins plaats vinden by een groot, ryk en in weelde verzoopen Volk, daar een verbazende ongelykheid van rykdommen , zeer groot verschil in de opvoeding , zeden , leefwyze en verstandelyke vermogens , tusfehen de gezamentlyke Burgeren heeft ingevoerd. — By zodanig Volk moet de uitoeffening van deszelfs oppergezag , zal de maatschappy in wezen blyven , noodwendig meer bepaald worden. Daar kan het werkdaadig bestuur oyer, de algemeene belangen der maatschappy, alleen aan zeker aantal Regenten worden opgedragen, bestaande uit de verstandigste en onafhanglykste haarer leden. Deze moeten in die hoedanigheid bekleed zyn , met een uitmuntender trap van aanzien boven haare overige medeleden: want een natie of maatschappy zonder Regenten, die zy eerbiedigt uit hoofde van derzelver deug-  *88 deugden en waardigheden , welke haar boven het gemeen onderscheiden, en welke uit kragt der volmacht waarmede zy in de naam des gezamentlyken Volks bekleed zyn, in haar zelve het vermogen hebben om de wetten te handhaven, en de uitspatting der menschelyke driften en hartstochten kragtdaadig te> keer te gaan, zou Waarlyk de elendigste en ongelukkigste natie zyn, waarvan wy ons met mogelykheid eene verbeelding kunnen maaken. Daarom is het van 't uitterst aanbelang , dat in ieder geregelde maatschappy een gevolmachtigd lighaam zy , hetwelk de algemeene belangen getrouwelyk waarneemt , en waarin alle laagten en vermogens van het gezamentlyke Volk , als in één bekwaam middenpunt zamenloopen. Dit lighaam nu vertegenwoordigt wel is waar het gansche Volk, doch moet noodwendig even daarom aan hetzelve ondergeschikt blyven: want 'een gevolmachtigde of vertegenwoordig ger is in die hoedanigheid minder , dan de perzoon of maatschappy die hem volmacht geeft ; aangezien de ..eerste , by het aanvaarden van die volmacht, zeer natuuflyk zich verbindt, dat hy de bevelen zyner aanstellers zal eerbiedigen en getrouwelyk '\ na-  i3q nakomen ; gelyk de laatste, wanneer die ondervinden dat door denzelven aan hun oogmerk niet voldaan word , het onbetwisbaar vermogen hebben, om hunne gegeeven volmacht weder in te trekken , of hem dezelve af te neemen, ten einde die aan een ander, in wien zy meer vertrouwen ftellen, op te draagen. Aan dit lighaam worden de algemeene belangen , zal de maatschappy bloeijen , zal zy van buiten en van binnen voorspoedig zyn, onder zekere bepaalingen aanvertrouwd, ten einde het dezelve , ongehinderd van alle byzondere of vreemde invloed , op de beste wyze bevorderen moge. — Dit lighaam nu , bestaande uit de Regenten als Gevolmachtigden , Vertegenwoordigers , of Plaatsbekleders van een vry , onaf hanglyk en , fouverein Volk, heeft het recht , in deszelfs naam de fouvereiniteit voor te ftellen, en het gezag hetwelk daaraan verknogt ïs ook daadlyk uit te oeffenen. — Dan tot dit heilzaam doeleinde, om namentlyk als de handhavers der wetten en van rust en goede orde in de maatschappy , en als Bestuurderen der algemeene belangen , eerbied en ontzag voor haare perzoonen en . amptsver» richtingen in te boezemen, behoeven zy geenzins despotiek of willekeurig te zyn; maar  maar hunne macht mcfet noodwendig in zoo verre bepaald blyven, dat zy in het onvermogen zyn de maatschappy wezendlyke nadeelen toe te brengen, of ooit in de mooglykheid gesteld kunnen worden, om het Volk ongestraft te onderdrukken. — Want alle onderdrukking en geweld, is in eene geregelde maatschappy geheel onwettig , en naar de onveranderlyke voorschriften van recht en billykheid altoos even ftrafbaar , het zy die van de aanzienlykste en vermogendste , of van de armste en geringste haarer leden gepleegd worden. — Maar , zullen zy , als Regenten , daarvoor haar zelve ftraffen ? — Dus moet , om hierin te voorzien , de opperste macht altoos gevestigd blyven in het gezamentlyke Volk , dat dienvolgens het recht behoud , in deszelfs algemeene vergaderingen zyne eigen Overheid of Regenten te verkiezen , derzelver gedrag te beöordeelen, en deze naar bevind van zaaken te ftraffen , of de getrouwe diensten die zy aan. de maatschappy beweezen hebben, met gepaste eerebelooningen te vergelden. Zodanig is nog heden de gesteldheid der vrye Zwitzersche Cantons : voor het overige begeert het Volk aldaar geen aandeel in de uitoeifenende macht, of het bestuur over de  191 de dagelyksch voorkomende zaaken , welke het geheel overlaat aan de zorg zyner Overheden en Staatsdienaaren, als de Reprefentanten of Vertegenwoordigers , en Gevolmachtigden der gezamentlyke natie. — Deze laatste, geeft haare onafhanglyke fouvereiniteit alleen daardoor te kennen , dat zy geene andere wetten aanneemt , dan die door der meerderheid der leden van de maatschappy goedgekeurd en bekragtigd zyn; geene andere Gevolmachtigden of Bestuurderen erkent , dan die zy tot het bekleeder van dien gewichtigen en aanzienlyken post waardig oordeelt; en door aan haar zelve het recht te behouden , met eene betamelyke vrymoedigheid te onderzoeken, of deze al of niet hunnen plicht betrachten , en haar dienvolgens te bekwaamer tyd reekenschap van derzelver openbaar bestuur af te vorderen. Dus vinden wy in de regeeringsvorm van een Gemeenebest , hetwelk altoos als het volmaakst voorbeeld een zuivere Democratie word aangeweezen , nogthans geene volftrekte Volksregeering. — Wy maaken hier een merkelyk onderscheid tusfchen zuivers doch eenigzins gematigde , en volstrekt et Volksregeering, — De laatste zoude zyn % waar  IQ* waar het Volk zelve het geheel bestuur over alle zaaken en aangelegenheden onmiddelbaar in eigén handen heeft: dan zodanige Regeering is niet alleen ongerymd, maar ook geheel onmooglyk. Verbeelden wy ons derhalven niet , als of dezelve in Zwitzerland plaats hebbe; want die Republiek had dan met geene mooglykheid lang bestaan kunnen. De eerste is daartegen volmaakt overeenkomstig met het geluk en de waardigheid van eenen vryen Staat ; want volgens deze. behoud het Volk zoo veel en ook niet meerder gezag in zyne handen , dan het zonder gevaar voor zyne eigen veiligheid , en zonder daardoor tot regeeringloosheid te vervallen , kan en behoort uit te oeffenen. Alsdan heerscht het Volk niet onmiddelbaar , maar door middel zyner eigen verlooren wettige Reprefentanten. — Hierin {leekt niets ongerymds , maar zulks is overeenkomstig met de reede , met 's menschen aangebooren rechten , en met het waarachtig oogmerk van alle geregelde burgerlyke maatschappyen. Wanneer dienvolgens door wyze instellingen of regeerings-reglementen, de grenzen van het gezag der Regenten en des Volks bepaald, en de ge-  m gevallen behoorlyk aangeweezen zyn , in welke beide hunne uitgestrekste macht mogen uitoefFenen , en deze geregeld zyn naar de omstandigheden waarin de maatschappy of natie haar bevindt, dan kan een regeexingsvorm van dien aart , aan veel uitgebreider en vermogender Gemeenebesten even weinige nadeelen toebrengen, als zy zedert vyf eeuwen , aan de kleine Zwitzer* fche Cantons heeft toegebragt. Van dien aart was ook in zeer vroege tyden de regeeringsvorm in ons Vaderland : „ De fouvereine macht huisveste toen „ in de algemeene vergaderingen. Een ie- der had het recht, om daar te verschy„ nen, voorstellingen te doen , te onder„ zoeken , en zyn gevoelen te zeggen. „ Daar verkoos men de openbaare Ampte„ naars, de burgerlyke Rechters, en de „ Krygsbevelhebbers. De gewichtigste zaa„ ken der natie \vierden daar onderzogtw' „ en de gewoone Magistraaten konden flegts „ die van minder belang afdoen. (*) De onlangs vastgestelde constitutie der vereenigde Staaten van Amerika , berust op (*) Zie Grondwettige herstelling van Nederlands Stêats* •wezen. Bladz. 41. van de tweede druk. N  •ÏQ4 op' hetzelfde grondbeginzel, dat namentlyk "de opperste macht in het gezamentlyke Volk alleen gevestigd is, hetwelk dienvolgens ook alleen fiet recht heeft, om zyne eigen Gevolmachtigden en Staatsdienaaren te verkiezen , en deze ten allen tyde tot verantwoordinge mag''oproepen. — Maar is dat nieuw Gemeenebest , uit dertien groote gewesten zaam verbonden , niet oneindig uitgebreider , en ruim zoo volkryk, als het Gemeenebest der Vereenigde Nederlanden? De geschiedenisfen van het Vaderland overtuigen ons, dat van alle volksberoerten die hetzelve , zedert de afschudding van het graaflyk juk , ooit ontrust hebben, niet één ontstaan is , om reden dat het Volk te veele invloed had op' de algemeene zaaken, of om dat het naar de onmiddelbaare uitoeffening van het flaatsbestuur flreefde; maar wel uit hoofde dat het door geduurige inbreuken op deszelfs wettig gezag , te weinig, of liever geheel geene invloed op het bestuur zyner eigen belangen , noch op de verkiezing en het gedrag zyner Reprefentanten had behouden. Twee partyen in hetzelve , beide even onwettig en willekeurig in haare bedoelingen , ftreefden fteeds naar eene volstrekte onafhanglykheid van het Volk, dat be-  bestendig gehoond en verdrukt , ten deele ook uit wanhoop, tot zodanige uittersten gebragt wierd, waarvan de rampzalige gevolgen altoos zullen ondervonden worden. —■ Nu eens werd het Gemeen misleid, door listige en kwaadaartige huurlingen van heerschzugtige maar bedekte dwingelanden, die door medewerking van een bedrogen en verblind graauw, haar zelve tot Alleenheerschers poogden op te werpen — dan wederom werd het onderdrukt van willekeurige Regenten', die aan het Volk den meesten tyd tegen wil en dunk waren opgedrongen , voor welke het dienvolgens " geen oprechte liefde koesterde , aan- welke het nooit de vereischte ach» ting kon betoonen , in welke het geen volmaakt vertrouwen ftellen kon , en door welke het van allen invloed op deszelfs wezendlykste belangen was beroofd geworden. Hierom moet in elk vry Gemeenebest , alwaar de Burger uit overtuigende grondbeginzelen jaloers op zyne vryheid is , het aanzienlyk lighaam van Regenten , waaraan het recht is opgedragen om in de naam des Volks het hoogste gezag uit te oeffenen , door het Volk zelve worden aangefteld. Schoon nu dit lighaam de fouvereiniteit des Volks verbeeld , mag daarom de N » ge'  196 geheele Regeeringe te zamen genomen , zo min als ieder lid derzelve in 't byzonder, zich nogthans als geene willekeurige Heerfchers aanmerken, nadien deze leden zo wel afzonderlyk als gezamentlyk, in alle opzichten onderworpen blyven aan de Wetten, en verantwoordelyk aan de oppermachtige ftem des gezamentlyken Volks , zonder welks goedkeuring zy tot dien gewichtigen en verheven post nimmer wettig opgeroepen , noch daarin gehandhaaft mogen worden tegen deszelfs algemeen gevoelen , wanneer het voor zyne afkeuring goede en gegronde redenen kan aanwyzen. Deze oppermachtige Volks-ftem is geenzins het woest geschreeuw van een ondenkend en toomeloos gepeupel, dat zich dikwyls door eenen valschen fchyn verblinden , of door verkeerden yver vervoeren laat , om voor een kortstondig voordeel , zich en deszelfs geheel nakomelingschap, in de bitterste rampen, elende en flaverny te ftor- ten# Neen ! zy is die eener bedaarde , eener denkende , en van den wezendlyken aart 'haarer vrye constitutie wel onderrichte en achtbaare Burgery; zo dat , hoe zeer deze de uitoeffening der fouvereine macht , aan de Vertegenwoordigers en Plaatsbekleders des  197 des gezamentlyken Volks heeft afgestaan , dezelve nogthans niets verrichten mogen , wat met het gevoelen der meerderheid van het redelykste gedeelte der goede Burgery flrydig is. Dan nadien in eenen zeer volkryken Staat, ook zelfs het verlicht gedeelte der Burgerye, zonder veele verwarring en merkelyke ongelegendheden niet dikwyls kan byëen geroepen worden, ten einde nopens de verkiezing van Regenten en andere groote beJangen van het algemeen, te helpen raadpleegen ; zo is, tot welzyn en veiligheid der maatschappy, nog een tusfchenkomend of toeziend lighaam noodig , hetwelk in de naam der gezamentlyke Burgery , die rechten daadlyk uitoeffene , welke het Volk aan zich behouden heeft , van welke het nooit wettige afstand zou kunnen doen , en die als zulks in alle vrye maatschappyen aan hetzelve onbetwistbaar toekomen. — Waar die plaats heeft , daar is een gematigde Volksregeering , die in alle deelen bestaanbaar blyft met het groot en verheven oogmerk ' van alle burgerlyke maatschappyen ; wmt het Volk behoud dan wel deszelfs hoogst jioodige invloed op het ftaatsbestnur, maar geen onmiddelbaar aandeel in de daadlyke N 3 pit*  I9S 'uiï'péftening van hetzelve. — Het recht , ^ om door middel'varf -zeker-aantal uit zyn midden daartoe vrywillig aangestelde Gecommitteerden , zyne eigen Overheid te hel-' pen kiezen , cn , ingevalie van blykbaar misbruik des daaraan toevertrouwden gezags, deze van'haar ampt te doen ontzetten', orh "deugdzaamer mannen in derzelver plaats aan te ftellen, is alles wat het Volk in eene groote maatschappy noodig heeft , ten einde zyne wezendlykste'en aangebooren rechten, voor geweldige inbreuken van heersehzugtige ingezetenen te beveiligen. Maar , wie zal de leden van dit tusfchenkomend lighaam , tot dien verheven , tot 'dien gewichtigen post verkiezen, waardoor een aantal Burgeren ais voorstanders, verdee'd.igers en bewaarders van de Vryheid eener geheele maatschappy , en van haare dierbaarste rechten;, ' tegen alle onwettige óverheerfching worden aangesteld ? — Deze zaak moet vooral met de uitterste omzichtigheid behandeld , en in de keuze derzelven zeer groote zorg gedragen worden, dat de leden van dit lighaam boven alle bederf en omkooping zyn. — Moet nu de Overheid s of dat gedeelte der maatschappy • aan welke de wetgeeverjde of uitvoe. ren.  ' • 199. rende macht is aanvertrouwd, de benoeming daarvan hebben? Zo jaa: dan zyn de rechten en belangen des Volks, in handen dezer Gecommitteerden geenzins veilig ; want indien de Overheid naar een willekeurig gezag haakte*, • zou deze haare keuze dikvvyls laa$en vallen op zodanige Burgeren , van welke zy vermoeden, kon , of verzekerd was , dat dezelve met de heerschzugtige oogmerken van bedekte Aristocraten zouden inftemmen. — Zal dan aan eenig Staatsdienaar de aanstelling daarvan worden opgedragen V Zodanig denkbeeld is nog veel ongerymder , aangezien de Staatsdienaar meer dan waarschynlyk geene and:re dan flaafsche zielen zal benoemen , die in vergelding van aan haar toegevoegde kleine gunstbewyzen , niet ongenegen . zullen zyn om voor hem den weg ter overheerfchinge te helpen baanen. — Of moet misfehien hef. gezamentlyke Volk, tot het doen dezer ver-.kiezinge worden opgeroepen ? Hieruit zouden dezelfde wanorde en ongeregeldheden, kunnen voortkomen , als of het zyne Hegenten onmiddelbaar yerkoor : want «es ondenkend .... graauw , is • door febynbaare gunstbewyzen van fnoode en met doernwaar* dige oogmerken bezwangerde Jjurgeren, %f fjT 4 om  200 %^%&$ om te koopen ; dit zou derhalven menigmaal deszelfs oog vestigen op onwaardige voorwerpen , die weinig bekwaam of wel geheel ongenegen zyn , om aan het 1 verheven doelwit des hun aanvertrouwden ampts te voldoen. — Dus kan het welzyn van de maatschappy , door de aanstelling van zodanig lighaam alleen bevorderd worden , wanneer de daartoe itemgerechtigden uit geene andere leden der maatschappy beftaan , dan die in dezelve zeker bepaald eigendom bezitten , en dienvolgens by de vryheid en algemeene welvaart van het Vaderland wezendlyk belang hebben ; die daarbenevcn in de naamlyst aangetekend ftaan , van zulke verdienstelyke Burgeren , die zich onderling verbonden hebben , ter verdeedigihg der rechten van hun Vaderland manmoedig in de bresfe te fpringen , en deze des noods, met gevaar van goed, bloed en leven te verdeedigen; Een invloed van dien aart, kan den Staat geenzins bloot ftellen aan de ysfelyke gevolgen eener volstrekte Volksregeering - veelëer zal het Volk" daardoor , met behoud van deszelfs redelyke Vryheid worden aangespoord , om zich gewillig en eerbiedig te onderwerpen aan de gehoorzaamheid der wetten  tot xen , door zyne achtbaare doch altoos verantwoordelyke Regenten uitgevaardigt — want 'er kan, zonder eerbied voor de wetten en de Overheid , geene waare Vryheid zyn. , Slaan' wy voor het laatst 'nog eenmaal ons oog op Zwitzerland, ten einde met verwondering de algemene onderwerping te aanfchouwen van die braave Vryheid-zoonen aan de wetten , als het heuglyk gevolg van des Volks alvermogen , en het daadlyk genot zyner uitgestrekte burgerlyke Vryheid. Deze vervoert hetzelve nimmer tot losbandigheid : maar hoe zouden ongebondenheid of onwilligheid om redelykc wetten te gehoorzaamen, ooit zulke heerlyke vriig- . ten voortgebragt hebben , of met de edele naam van 'Vryheid bestempeld kunnen worden ? — o Neen ! het zyn de onafhanglykheid en volmaakte onderlinge Gelykheid , zo verre deze in eene geregelde burgerlyke maatschappy kunnen plaats vinden , welke die natie der algemeene verwondering en hoogachting van alle natiën verdient hebben. De vrye Zwitzers maaken fteeds een waardig gebruik van derzelver Vryheid, om dat zy onder haar geene heerschzugtige en boven verantwoording N 5 zyn-  4& Zynde Regenten , noch veel te machtige Staatsdienaaren dulden , die met de rechten eenes vryen Volks opentlyk den fpot: durven dryven — om dat zy haare Overheden zelve verkiezen, en deze door geene vreem-; de invloed , in het waarneemen van derzelver ampts-verrichtingen beftuurd worden — om dat zy. deugdzaam, en om haare nederigheid boven-.alle omkooping. zyn — eindelyk , om "dat de alles .....vernielende weelde onder haar nog niet ingekankerd is. Het oppergezag des Volks , heeft uit al het geen . .wy' tot hiertoe gezien hebben, «elft by eene zuivere Volksregeering zyne paaien, die het; niet ongestraft kan overtreeden. ' Waar •..Üt. oppergezag , naar de omHandigheden 'der maatschappy het minst bepaald is , of waar het Volk zyne natuurlyke Vryheid en onderlinge Gelykheid meest behouden heeft, .daar .is .buiten twyffel de beste regeering.' —- 'Deszelfs.oppermacht beftaat geenzins jn het vermogen, om alle gehoorzaamheid, eerbied en-onderwerping te weigeren aan, zyne wettige Regenten , aan welke de zorg . voor de handhaving en befc.h.erming der wetten , cn. het.'algemeen bellaar in deszelfs naam is a&ïvertröuwd * even mm daarin , dat hst Volk «ft on-  2Q5 onbezonnen en dolle drift by zyne. Verte* genwoordigers: aandringe ,- om:'aan.He des» •zelfs eisfehen , het zy die billyk'.'of onbillyk, wettig of onwettig zyn, aanstonds ta voldoen-, zonder" dat' aan deze Vaderen des Voeks genoegzaame tyd vergund ..worde , met ryp beraad te overweegen , cf het inwilligen van zodanige eisfehen ,i met de "verplichting aan hunnen heiligen eed, cn met het groot oogmerk van hun gewichtig arnpt — dat is, de bevordering van het algemeen welzyn bestaanbaar, is. Verre van dien ! — De kenmerken van deszelfs onbetwistbaare oppermacht kunnen geene andere1 zyn , • dan deze : Dat ieder Burger eener vrye Republiek , uit hoofde van zyn aangeboorën recht als medelid eener onafhanglyke maatschappy, in zoo verre deel hebbe aan de fouvereiniteit , dat hy met eene gepaste vrymoedigheid , behoudens de eerbied en achting die hy aan zyne Regenten verschuldigt is , t derzelver gedrag met opzicht tot hunne ampis-verrichtingen , met een -oplettend oog moge nagaan cn beöordeclen : aangezien de Burger., indien hy meent yan - dit recht geen gebruik te mogen maaken, noodwendig onderstellen moet dat zyne Bestuurderen oa-  504 V*JM feilbaar zyn , of uit hoofde van haar ampt gewettigd , om over zyne en zyner Medeburgeren belangen, vryheid , goed en leven, naar eigen willekeur te beschikken, hetwelk nogthans in eenen vryen Staat op geenerhande wyze kan geduld worden. Voorts , dat hy in eigen perzoon waakzaam zy voor het behoud van zyne en zyner Medeburgeren rechten , en dienvolgens alle wezendlyke verkortingen en inbreuken op dezelve, opentlyk.aan den dag moge leggen, ten einde de gansche maatfchappy op te roepen en aan te fpooren, om zulke onwettige inbreuken, door allerlei geoorloofde middelen nadrukkelyk te keer te gaan; want zonder zodanige bevoegdheid, kan hy met geene mooglykheid als Burger en medelid eener vrye maatschappy worden aangemerkt, maar behoort alsdan tot die clasfe van ongelukkige wezens, welke tot eene allerwreedste afhanglykheid van hunne Regeerderen gedoemt zyn. Dat hy alle zulke voorstellen , die naar zyn begrip waarlyk ter bevordering van het algemeen welzyn ftrekken , aan de geheele maatschappy ter beoordeeling ongeftraft moge voorleggen. Eindelyk, dat de gezamentlyke Burgery, zynde dat lighaam van Inge-  205 gezetenen, die wegens hunne goederen en bezittingen , by den bloei en welvaart van de maatfchappy het wezendlykft belang hebben , of door derzelver vlyt en arbeidzaamheid tot haare opbouw en grootmaaking meeft toebrengen , het onveranderlyk voorrecht bezit, om, het zy onmiddelbaar door zich zelve , door de Gilden in welke de Burgery gesmaldeelt is , door haare Geconstitueerden , Gemeenslieden, of op eenige andere wettige wyze , haare eigen Regenten te benoemen , deze rekenschap van haar bestuur af te vorderen , en ingevalle van onbekwaamheid of blykbaare onthouw , dezelve van hunne ampten te ontzetten , alle inbreuken op de constitutie en vryheid des Vaderlands kragtdadig af te weeren , en dus een zeer wezendlyke invloed op het gedrag der Regeeringe te behouden , waarvan de leden , in den ftrengsten zin genomen, niets meer zyn dan de Reprefentanten en Gevolmachtigden des gezamentlyken Volks , welk laatste als de waare, en alleen wettige Souvereim eener vrye Republiek aan te merken is. Waar. deze onbetwistbaare rechten eener onaf hanglyke maatschappy gehandhaaft en in eeren gehouden worden, daar heerscht de Vry-  Vryheid mét haaren.weldaadïgen. iceptcr — dc maatschappy; bloeit onder haar bc ftuur , uit hoofde der uitgebreide en algemeene veiligheid, die alle haare leden, geene uitgezondert , onder de fchaduwe van billyke wetten genieten mogen — het algemeen geluk vermeerdert , en de goede maatregelen door de Regeeringe, als de re pre-' s enï ati v i S"ouvereïn genomen , worden 'van alle weldenkende Ingezetenen , uit de volheid haarer harten toegejuicht. Want wanneer de Regeerders , door de ftem des Volks tot hun aanzienlyk ampt opgeroepen, na gegeeven blyken van ontrouw of onbekwaamheid tot het openbaar bestuur , door dezelfde ftem die haar op het eerengestoelte had geplaatst, 'ook van hetzelve weder afgerukt kunnen worden, dan behoeft het Volk nimmer voor eene aanhoudende verwaarlozing zyner belangen , voor geene verkorting zyner rechten , voor geene verraderyen der heerschzugt te vreezen. — De Staat word dan geducht voor zyne heimelyke en openbaare vyanden , om dat de veel vermogende Eendracht die van binnen heerscht, alle listen en aanslagen van ge- wel-  2D> Weldige ''dwingelanden, met nadruk zal wééten te verydelen. J Daartegen is het zeker , en eene droevige ondervinding van alle eeuwen heeft genoeg bevestigd , dat geen Volk rampzaliger , geen regeeringsbestuur heilloozer is , daar waar flegts de fchaduwe van Vryheid word vertoond , maar de dwingelandy regeert. — Waar de Regenten en Staatsdienaaren , door geene wettige invloed van het Volk aangesteld of goedgekeurd , zich onafhanglyk van hetzelve en tot geene verantwoording van hun bestuur verplicht oordeelende , gestadig meer en meer pnogïngen aanwenden , om den vryen Burger tot de ftaat van elendige flaaven te vernede. ren , en door zich fteeds een nieuwe toevoeging van onwettig gezag aan te maatigen , haare onbetaamlyke heerschlust trachten te bevredigen — waar de hoogste waardigheden , als een erfrecht van zeker aantal vermogende Burgeren befchouwd worden , en deze het bezit derzelven , byna zonder ophouden aan elkander onderling betwisten — waar men , door het aanblaazen van gestadige partyschappen en verdeeldheden , aan de fchadelyke tweedracht vöedzel geeft, die de maatschappy al-  *o8 alle oogenblikken in gevaar brengt,, om zo niet voor buitenlandsche dwingelanden , ten minsten voor de heerschzugt van eenige zyner eigen ingezetenen te moeten bukken — waar eindelyk de gezamentlyke Burgery, verre van de wezendlykste voorrechten eener vrye Gemeenebest - regeering te genieten , door bedekte invloed , gelyk een lafhartige en onderdrukte ilaavenhoop behandeid wordt. Zulks heeft in de meermaalen genoemde Cantons , door de gematigde en redelyke invloed des Volks op het ftaatsbestuur , nooit plaats gehad, noch k «juich hebben. — Dan deze — hoe zeer ons geliefd Vaderland hetzelfde recht daartoe hebbe — is bvna het eenigst voorbeeld eener zuivere en' ongeschonden Volksregeering , in geheel Europa. In dit verlicht en meest beschaafd waerelddeel , blyft het menschdom by aanhoudendheid berooft van zyne wezendlykste rechten. Want overal hebben heerschzugt, geweld en het eigenbelang middel gevonden , om de geheiligde Tempel der Vry. heid , door de Natuur zelve gesticht, om verre te rukken , en op deszelfs met bloed besprengde puinhoopen , een troon voor het eigendunkelyk gezag , en de verfoeijelykste dwingelandy op te rechten. 3w£  D E PATRIOT INDE EENZAAMHEID.; TWEEDE STUK.   D E PATRIOT INDE EENZAAMHEID. qf PROEVE tan BESPIEGELINGEN, ter opwekkinge van F4DERLANDS en VRYHEID SU EFDE Salus Populi fuprema lex. tweede stuk. ti AMSTERDAM, BY | OHANNES WEPPELMAN,   211 •> ZEVENDE WANDELING. ^ Luisterrykt ftaat van Nederlands Gemeenebest, in de dageraad van deszelfs opkomst. S}p8J£${oe bekoorlyk is de dageraad! — lHi Hoe lie%k de morgenstond by haare eerste verschyning ; in die verrukkelyke oogenblikken , terwyl haare aannadering de nagt , en de nevelen der duisternisfe doet verdwynen 1 — De zilveren tot nog toe flaauwe glans der oostelyke kimmen , wykt nu allengs voor eenen gouden gloed , doormengt met purperen en roozenkleurde wolkjes, die bykans onbemerkt aan den horizon uitbreidende, een fchitterend tafereel aldaar ten toon ftellen, ■ dat alle aardsche pracht van ftervelyk kustvermogen oneindig overtreft. — Deze fierly* ke voorloopers van eenen helderen dag, verfchynen nauwlyks aan het gewelf des Hemels, of de met morgendauw bedekte velden ademen van alle kanten de welriekenste geuren , en de ftille bosfchen weergalmen O 3 eens-  eensklaps van het zoet gekweel der pas ontwaakte gepluimde choorzangers. — Al het gevogelte , ook het gevleugeld wormtje dat byna onzigtbaar over kruiden en bloemen kruipt, klapwiekt nu van blydschap, om dat het nieuwe wellust gaat genieten in de menigerlei zegeningen, die de natuur aan alle geschapen wezens met eene milde hand gulhartig toereikt. — De blyde opkomst van het groot hemel-licht bezielt al wat leeft en ademt met zyn' weldaadigen invloed: ook de mensch voelt zich, nagenoten rust, aangenaam verkwikt, want elke dag belooft hem nieuwe vreugden, welker heuglyke verwagting zyn geheele ziel met aandoeningen van levendige dankbaarheid vervul.1:. Hy beschouwt alsdan 'in de morgenflond het beeld der fchepping , het fierlyk evenbeeld der fcheppende natuur, en in alle haare werken niets zoo prachtig, zoo verheven, dan de opryzende zon in derzelver vroe» ge luister. — Welaan ! laat ik my naar gindfen heuvel fpoeden , ten einde het gezigt van dat overheerlyk fchouwtooneel, van deszelfs top in grooter volmaaktheid te genieten, en aldaar in de Mille eenzaamheid, een vrye loop te gunnen aan myne befpiegelingen. Daar  Daar vcrryst de zon in haar vroege glans! — Hoe prachtig — met welk eene majesteit ftaat zy daar, voor het oog van elk verwonderd aanschouwer! Zoo heerlyk blonk eens myn Vaderland met eene onbeschryflyke luister, toen de dageraad zyner pas herstelde Vryheid , de treurige nagt eener dwingelandsche alleenhcersching had verdrceven. — De heldere lichtstraalen zyner heilryke Vryheid-zon waren geene brandende noch verteerende vlammen, want myn 'Vaderland darstede naar geene onregtvaardige veroveringen — maar derzelver invloed was zagt, koesterende en lieflyk , gelyk de levenwekkende invloed dezer vriendelyk gloejende morgenzon ! — De gelukkige bewooneren van deze Gewesten, juichten by haare opkomst met gulle en verblydde harten; nademaal de herstelde Vryheid ,. die alles wat in deze vaderlandsche lucht ademde, met een nieuw leven bezielde, ook de milde oorsprong was geworden van ontelbaare zegeningen , door de koesterende- bescherming die zy aan den koophandel, de zeevaart en nyverheid verleende , als de eenigste middelen van be» ftaan, voor van de natuur niet zeer begunftigde gewesten ~- als de vrugtbaarste bron- O 3 nen  214 nen van derzelver voorleden , tegenwoordige, en toekomende welvaart. Dierbaar Vaderland! gy hadt onder de wreedste en jammerlykste dwingelandy uwer tirannische Graaven en Heeren langen tyd gezugt , en een akelige nagt beleeft van onvermaardheid , armoede en verdrukkingen i — Doch eensklaps brak de fchoone dageraad uwer voorspoed aan , toen alle uwe Burgeren eensgezind de wapenen opgevat , en hunne ontmenschte beulen uit een gewest verdreeven hadden, dat van de Voorzienigheid beftemd was, tot eene veilige woonplaats der edele Vryheid. 'Deze groote omwenteling , de afschudding van een allerondraaglykst juk van overheerschinge, kon gewis niet anders uitgewerkt worden, dan door vcreeniging van alle heldendeugden — beleid, moed, ftandvastigheid, onwrikbaare trouw, en oprechtheid , gesterkt door de alles vermogende Eendrapht , en het onderling vertrouwen tusfehen alle leden uwer burgerlyke maatfchappy! — En waarlyk, de eensgezindheid had toen de harten uwer Burgeren met eene onverbreeklyke band aanëengesnoerd: de geest van dapperheid bezielde een deugdzaam en geduldig Volk, dat zich door zyne  ne daaden waardig toonde , uit . het bloed der vryheidrainnende, en daarom altoos onverwinnelyke Batavieren af te Mammen. Dit Volk kon na veele ondraaglyke tergingen niet langer dulden , dat zyne nog overgebleeven Vryheid meer en meer gekluisterd, zyne rechten en die der menscheid één voor één geschonden, zyn geweeten onder de fchyn van godsdienst-yver aan Mrenge ketenen geboeid, en het van zeer bepaalde doch tirannische Souvereinen met een allerwillekeurigst gezag beheerscht wierd. Dat deze , om hunne fchandelyke eigenbaat en onbegrensde heerschlust te bevredigen , de fnoodste euveldaaden pleegden , de deugdzaamste Burgeren met eene meer dan barbaarfche woede overal vervolgden, een geheele natie .uitplunderden en verdrukten , en duizenden van ingezetenen aan hunne ongetemde moordlust opofferden. — Daarom moest het eindelyk het eenigst hulpmiddel aangrypen, dat tot zyne redding was overig gebleeven — een hulpmiddel van den Hemel goedgekeurd, en van de Natuur zelve aan alle* bezielde fchepzelen, tegen onredelyke dwang aangeweezenj name» lyk zyne zelfsverdeediging! Een wreede en zeer langduurige oorlog O 4 k-sê  216 •net de verdelgers van deszelfs rechten en Vryheid, van beide kanten even hardnekkig gevoerd, had den woedenden dwingeland tot zyne innerlyke zielensmert eindelyk geleerd , wat het zy met een moedig maar ■vertrapt, getergd en gehoond Volk tq ftryden. — De opvolgers van den ontmenschten Philips, die de bittere kelk van wree-" de verdrukking , zoo rykelyk over de van iiem jammerlyk geplaagde maar nu zegepraaiende Nederlanden had uitgegooten, zagen het beste gedeelte hunner ryke bezittingen, de wezendlykste bronnen van deidwingelanden vermogen, een voor één ten prooi vallen van Helden , welker ftandvastigheid zoo doodlyk was geworden voor derzelver vyanden. Bekommerd wegens de veiligheid hunner nog overgebleeven wingewesten , en bevreesd dat die een zelfde lot ondergaan mogten, wenschten zy even ernstig naar het einde van zulk een' wreden kryg, als het Vaderland na zoo veel zorg, arbeid en gevaaren, naar eene zpete rust haakte. De gansche waereld zag toen met verbaasdheid , hoe de braave Inwooneren van een klein plekje lands, dat op de uitgestrektheid dezes aardbodems nauwlyks een gering flipje js, met geene andere middelen van verdee-  diging dan hunne dapperheid, met geene andere wapenen dan die der wanhoop, en met geene andere bondgenooten dan de arm hunner eigen gewapende Burgeren , haare rechten niet alleen manmoedig verdeedigd en herwonnen hadden , maar ook te zeiver tyd in macht , aanzien , rykdom en bevolking op eene verbaazende wyze waren toegenoomen. Dat zy een zeemacht hadden opgerecht, die in alle waereldrdeelen fchrik en verwoefting over haare vyanden verspreidde, en door de verovering van afgelegen gewesten de grondslag had gelegd tot dat vermogen , waartoe de maatschappy van Neêrlands Volk eindelyk geraakte. — Deszelfs koophandel en zeevaart bloeiden verre boven die van andere natiën , terwyl de kunsten en weetenschappen met de meefte zorg aangekweekt wierden van een menschlievend Volk, dat geene pracht, weelde, noch overdaad kende. — Een ieder verstomde over 'tie wysheid en fchrandere Maatkunde zyner Regenten,, waardoor deze gewesten in aanzien gelyk fbonden met de eerste Mogendheden van Europa. —; liet Vaderland was toen waarlyk groot — het werd alom gevreesd en geëerbiedigd — de machtigste Vorsten beyverden zich om, flryd, O 5 met  met dit klein doch zeer vermaard Gemeenebest verbonden te fluiten, tot onderlinge befcherming hunner Staaten. In die roemwaardige tyden, waren verre de meeste Regenten geene heerschzugtige 'gebieders, maar in de daad Vaderen dés Volks, die hunne zorg, vlyt en aandacht geheel en alleen aanwendeden , ten einde .deszelfs waarachtig geluk, heil -en, welvaart te bevorderen. Men duldde onder haar geene kruipende lafhartige flaaven , die het algemeen belang aan derzelver gouddorst en gewaande grootheid opofferende , om hunne fnoode eigenbaat te bevredigen, aanslagen hielpen fmeeden, ten einde de dwingelandy, die door byna bovenmenschelyke poogingen en de "onverzettelykste heldenmoed van alle gezamentlyke Burgeren was van den troon geschopt geworden, op dezelve te herftellen. — Hoewel 'de heerschzugt van zommige Staatsdienaaren, aan welke uit overdaad van dankbaarheid veel te groot gezag was aanvertrouwd, ook in die roemryke dagen wel eens een donkere gordyn voor de roem van Nederland geschooven heeft , en deszelfs luister met bloedige euveldaaden bevlekte — hoewel Yeel te ver.  rnogende Burgeren , door fnoode wanbedryven zomwylen hunne eigen grootheid op de puinhoopen der pas ontlooken Vryheid poogden te vestigen; waren nogthans deze vlekken , hoe zwart cn akelig aan her fneeuw-wit lighaam der nieuwe Republiek; zy haar vertoonden, flegts voorbygaandes nevelen, die derzelver glans geenzins verdooven konden, i Want de maatschappy verfoeide dergelyke fnoodheden.; en door haare verontwaardiging daarover opentlyk aan den dag te leggen, deed.zy al.de fchandef die daar uit moest voortkomen , alleen op derzelver onwaardige bewerkers afstuiten. — 'Ook verdweenen die zeer fpoedig ji nademaal de Voorzienigheid zelve met ëene byzondere voorzorg waakte, om dit Gemeenebest, wanneer deszelfs nood ten hoogsten top gereezen was, van zulke fchrikdieren te bevryden. — Weinige gevallen van dien aart uitgezonderd, voldeed toen een iegelyk aan het groot oogmerk zyner bestemming als lid- der. algemeene maatschappy,, door eenpaarige en ftandvastige medewet, king in alles, wat haare roem en g-rootmaaking kon bevorderen. Het Volk genoot een ruime maat van bur- gerlyke en menschbetaamende Vry heden. E»e  De overdaad was onder alle Handen van hetzelve onbekend , want niemand kende de hedendaagsche verderflyke weelde, door toeneemende rykdommen en het fchadelyk voorbeeld eener prachtige hofhouding naderhand ingevoerd. — Deze is de rampzalige , misfehien de eenige waare oorzaak, van het jammejyk verderf, waaronder .hetVaderland tegenwoordig zugt ! — De Burger was .naarstig en vlytig in zyn beroep; de Krygsman i-dapper en getrouw aan zyne wettige 'Overheid, wiens bevelen-, hy gehoorzaamde , zonder met niets beduidende uitvlugten zynè: onwilligheid-of lafhartigheid te verbloemen. De Regenten handelden meerendeels overeenkomstig hunnen eed en plicht ; , de byzondere belangen moeiten by haar wyken voor het algemeen, welzyn , fchoon ook eenige, hoewel maar zeer weinige flaaven' der heerschzugt onder haar gevonden wierden, die niet bloosden, wanneer zy hunne . knieën boogen voor den afgod eener willekeurige macht. 4- Zulk fnood gebroed zal , zo. lang de waereld ftaat, on** vermydelyk gevonden worden by alle , ook de eerwaardigste natiën , ten ware de hemelsche deugden eenmaal oneindig Merker indruk maakten.op de menschelyke zielen, en  en die door haare vermogende en heilzaams invloed , van alle driften en zwakheden volkomen gezuiverd hadden. Een Volk , over het algemeen zó moedig en deugdzaam, moest noodwendig het hoogfte toppunt van voorspoed bereiken! — Ook zegende de Hemel deszelfs edele poogingen, en uit de puinhoopen der omgeworpen troon van dwingelandy verrees een vrye Staat , op welke alle Volken des aardbodems , met verrukking en ftilzwygende verwondering ftaröogden. — Het oorlogsvuur , hetwelk in zyne woede de machtigste Ryken verteert, de fterkst bemuurde fteden verplet en tot gruis vermorzelt , de meest bewoonde landen ontvolkt , de bloeijendste Staaten in de bitterste armoede dompelt , en alom een overvloedige maar verschriklyke oogst van bloedige lyken , ter verdelging des menschdoms inzamelt , diende om dit ons. Vaderland uit het ftof op te beuren, en van niets groot te maaken. Want in fpyt dezer alles vernielende geesfel, vermeerderden de macht, het aanzien, de bevolking en rykdommen dezer gezegende gewesten; nadien de wel uitgeruste oorlogskielen van den Staat, door geene verraderlyke invloed in de havens opgesloten , altoos gereed waren op de eerste wenk  423 venk in zee te fteeken , en de grootste overmacht van vyanden kloekmoedig te be~ vegten: zy keerden ook nooit te rug, dan bekroond met zegepalmen, en belaaden met de ryke buit die zy veroverd hadden. Voor één gesneuveld Burger , die het oorlogsvuur deed omkomen , vloeiden honderd vreemdelingen herwaards , om de onbetaalbaare zegeningen eener wel bestuurde en gelukkige maatschappy deelachtig te worden , in welke deze vrywillige ballingen alle burgerlyke en godsdienstige vryhedcn ongestoord genieten konden, die in hun eigen vaderland, op eene onmeedogende wyze aan haar geweigerd waren. Nederland was nu allengs de ftapelplaats geworden van eenen uitgebreiden en zeer voordeeligen koophandel , waardoor de vrugten en voortbrengzelen des landbouws en der nyverheid , uit alle vier waerelddeelen naar hetzelve, als in één bekwaam middenpunt zamenvloeiden. Zyne fcheepvaart maakte het tot een algemeen rhagazyn ,„ waaruit alle Volken hunne benoodigdheden haalden, en ten allen tyde in genoegzaame voorraad bekomen konden. — Deszelfs fabryken, manufactuuren en visfeheryen bloeiden 'meer enmeer, door de fchrandere voorzorg en aan- moe-  moedigingen eener wyze , onafhanglyke en voorzienige Overheid , en verhieven deze gewesten tot eene trap van grootheid , die derzelver vroegere tirannen deed zidderen, uit welker handen het de rykste bezittingen in Allen, Afrika en Amerika, met het zwaard gewrongen had. Gelukkig Vaderland ! dat in alle, maar inzonderheid in die roemwaardige tyden, zo veele Helden en Staatsmannen voortgebragt hebt, die uwe luister , gelyk de zon op den helderen dag , met eenen fchitterenden glans deeden fchynen ! Geheel Europa juichte , toen een gewenschte vrede , die uwe Vryheid en Onafhanglykheid voor altoos beves, tigde , uwe flandvastige en nimmer genoeg volpreezen poogingen bekroonde. Alle haare Vorsten wenschten een dapper, rechtvaardig en zedig Volk geluk, dat het de ketenen der flaverny afgeworpen , zyne Vryheid hersteld , en in zyn midden *.de troon van overheerschinge om verre geworpen en geheel verbryzeld had. — De faam verkondigde alom , ja tot. in de verst afgelegen waerelddeelen uwen lof, en gy genoot, in eene verkwikkelyke rust, een tydlang de zoete en zeer heilzaame vrugten uwer heerïyke overwinningen 1 — Met zeer veel recht kon  22* %Z83&# kon toen een vrygevogten Natie met verrukking uitroepen : ,, Zie hier de grond, die van onze voorvaderen bewoonbaar is gemaakt ! — De natuur behandelde deze ge, westen gelyk een wreede ftiefmóeder, en weigerde aan dezelven byna alles, wat 's menfchen nooddruft kan bevredigen-, of hun wisselvallig leven hier op aarde aangenaam kan maaken. Zy gaf ter inwooninge aan onze vaderen een dor en onvrugtbaar aardryk ,' bedekt met uitgebreide moerasfen , welker' besmettende uitwaasfemingen doodlyke krankheden en verwoestinge over hetzelve verfpreideden. — De zee , die het byna van alle zyden omringt, Hortte jaar op jaar haare vernielende gramschap uit, tegen dit armoe* dig land , waarvan zy dikwyls groote brokken , met inwooneren en al jammerlyk ver- flond. Maar onze voorvaderen waren vkï in hunne armoede: en, welke wonderen kan niet een Volk verrichten, dat van eene edeJe zucht tot Vryheid en waare liefde voor het Vaderland word aangedreeven ! Ieder andere natie dan de afstammelingen der dapperé en ftandvastige Batavieren, had dit onvrugtbaar, dit onbehaaglyk oord gewis Verhaten , ten einde in bekoorlyker landsdouwen veiliger woonplaatzen op te zoeken. — Dan  tig — Dan dit Heldenvolk wilde de beenderen en asfche zyner voorzaaten niet vergeeten. Het floeg derhalven de handen aan het werk, en beteugelde de woeste Oceaan met dyken, die niet flegts de gansche waereld doen verbaazen, maar welken ook de bulderende zee , in haare woede vergeefsch tracht neer te vellen of te overschryden. Hiermede niet vergenoegd , ontrukte het aan deze wreede vyandin een gedeelte haarer eigen heerfchappye , en gebood haar : tot hier toe en niet verder , zult gy onze wooningen naderen ! — De Oceaan gehoorzaamde dit vreemd bevel eener natie, die van alle Volken des aardbodems alleen bekwaam geweest is zyne woede te beteugelen : die ook daarom, met oneindig meer recht, de eerenaam van Beheerscheresfe der zee verdient , dan de bewooneren van het trotsche Albion, die zich dezelve, zonder de minste reden of oorzaak willen toeëigenen." „ Veele Hinkende en fchadelyke moerasfen , werden door de arbeidzaame handen onzer voorvaderen niet alleen droog gemaakt, en de lucht van derzelver verderiiyke uitdampingen gezuiverd; maar hunne vlyt herfchiep die ook in vrugtbaare koornakkers en klaverryke weiden. Op een zee zonder P diep-  diepte, op een land zonder vastigheid, openden zy de fchoonfte fchuilplaatzen voor den koophandel , en vervaardigden tot deszelfs gemak zeer veilige havens, waar de natuur tegen zulke gewichtige en trotsche onderneemingen haar nadrukkelyk fcheen aan te kanten. — Zy bouwden op de aangevulde modderpoelen prachtige fteden, welke, door de fteeds toeneemende koophandel bevolkt en groot gemaakt , de zetel der heilige Vryheid , het kweekfchool van kunsten en weetenschappen , de veilige toevlugt van verdrukte vreemdelingen , en de wellust van alle Volken des aardsbodems geworden zyn. — Dit vlakke land, eertyds wild en onbewoonbaar , is door hunne aanhoudende zorg in een aardsch paradys herschapen, doorsneeden met een menigte van overheerlyke kanaalen , die de afloop van het overtollig water begunstigende , meteen tot Ceraad en een onwaardeerbaar gemak voor onderlinge verkeering en koophandel ftrekken." „ Dus hebben onze voorvaderen , uit flegts een handvol Volks bestaande, hier meer wonderen verricht, dan de machtiglle en volkrykste monarchiè'n kunnen opwyzen! — Geene flaaven van eigendun» kelyke Alleenheerschers , of van, aristocra-  aa? tische dwingelanden , hadden zulks verrichten kunnen : doch zy genoten van alle tyden af , boven andere Volkeren, groote vryheden en voorrechten, nadien zy nimmer door list noch geweld tot die laagheid j gebragt konden worden, dat zy ootmoedig [ kroopen voor de voeten van willekeurige ; Heerschers, of zich het flaafsche juk eener • vernederende dienstbaarheid gewillig lieten - opleggen." „ Ook zelfs in die barbaarsche eeuweh , toen alle natiën , geene uitgezonderd , onder , de geesfcl van meer of min vermogende ti! rannen zugtedcn , waren onze voorvaderen 1 vryër dan eenig ander Volk , zodanig, dat ; de eerste oorsprong der ftedelyke voorrech; ten in deze gewesten , uit de duisternis van ; die verwarde tyden nauwlyks na te fpooj ren zyn." „ De listige aanslagen en geweldige inkruipingen van hunne zeer bepaalde Opperi hoofden , die een volstrekt en eigendunkelyk I gezag wilden oeffenen , hadden op de voor: rechten en Vryheid der algemeene maatschappy zeer veele inbreuken gemaakt, die eindel lyk gevolgd wierden van een allerondraaglykst j juk van overheersching , waardoor alle ingezetenen genoegzaam tegen wil en dank gep a dwon»  £28 dwongen wierden, om tot herstel hunner rechten en de verdere afweering van onwettige dwingelandy , eensgezind de wapenen op te vatten. — Zy hebben ook als kloeke Helden voor hun Vaderland gestreeden, en de heerchzugt, dat fnoode monsterdier, beteugeld! — Onze Vryheid is daardoor voor altoos bevestigd , en de vrye rcpublikeinsche Constitutie , die onze Vaderen by hunne afzweering van den onmeêdogenden Philips hadden aangenomen , is thans in alle deelen bekragtigd. — De Spaansche Monarch , die om deszelfs recht van erfopvolging, eenige aanfpraak op de bepaalde fouvereiniteit over deze landen konde hebben , heeft daarvan ten plechtigsten voor eeuwig afstand gedaan; en hy erkent het gezamentlyke Volk van Nederland, voor den alleen wettigen en volkomen onafhanglyken Heer en Meester over deze vrygevogten landen , lieden en bezittingen. — Thans mogen wy in rust , vrede en Vryheid, de aangenaams vrugten inöogsten, van onzer vaderen moed en van onze eigen dapperheid."' „ Hoe veele redenen hebben wy dan niet om God te danken, dat Hy ons een Vaderland vergund heeft, het welk, fchoon . uit de natuur onvrugtbaar, door zyne goe- ■ der-  220 dertieren medewerking en de redelyke Vryheid die deszelfs Inwooneren genieten, het gezegendste gewest op den ganschen aardbodem is geworden! — Hier mag een iegelyk in ftille aandacht, met eene menschbetamende Vryheid het oneindig Opperwezen aanbidden, gelyk de inneriyke overtuiging van zyn geweetcn hem de plichten daartoe inboezemen! — Hier word thans geen fterveling door bygeloof of blinde godsdienstyvcr tot het bywoonen van plegtigheden gedwongen , die met zyne aangenomen begrippen ftryden! — Wy leven hier gerust en veilig onder de fchaduwe der wetten, want deze zyn, naast God, de eenige Beheerscher van Neêrlands Volk: al wie dezelve fchendt, hy zy groot of klein, voornaam of gering, moet volgens de ftrengste voorfchriften van rechtvaardigheid zyne misdaad boeten! — Hier heeft geen willekeurig gezag zynen wreeden troon gevestigd ! Geen dwingeland rukt hier de aankomende jongelingen uit 4e armen hunner liefdenryke ouderen , om hen op het bloedig flagveld aan zyne heerschzugt op te offeren ! — Hier zal geen Monarch aan ons, nog aan ons kroost gebieden, voor dén die onze natuurgenoot,en nevens ons dezelfde zwakheden deelachP 3 tlg  »3o VS3£-£ tig is; die even als wy en alle andere menfchen van vleesch en bloed zynde, ook gelyk alle anderen tot ftof en asfche zal moeten wederkeeren, flaafsch kruipen, en deszelfs eigendunkelyke bevelen, hoe onrechtvaardig, hoe onbillyk die zyn mogen, blindeling te gehoorzaamen! — Een jeugdig dwingeland , die door de flerkste banden, ook van dankbaarheid , aan zyn Vaderland , dat hem en zyn geslacht groot gemaakt en zeer veele weldaaden beweezen had , moeffc verknogt geweest zyn, wilde het, door hardnekkige hoogmoed .en heerschlust daartoe aangedreeven , op eene fchandelyke wyze van zyne pas herstelde Vryheid, en met deze van de menigerlei zegeningen berooven, welke daaruit als een milde bron van voorspoed en geluk zoo rykelyk voortvloeijen. — Maar het goedertieren Opperwezen verydelde eensklaps zyne fnoode aanslagen, toen het fcheen dat zyne geweldige en doemwaardige oogmerken voorzeker moesten gelukken, en hy ons nogmaals het wreede juk van dienstbaarheid opleggen zoude. Gods hand hield hem tegen in het midden van zynen woesten loop, en rukte hem weg van deze aarde, die zyne fnqodheden verfoeide — op dat wy onze d^urgekogte Vryheid behouden mogten! * „ Thans  „ Thans is de eerste en vermogendste Ingezeten van' dezen vryen Staat, niets meer dan ons gelyke, aan wien wy geen ander ontzag of gehoorzaamheid verschuldigd zyn, dan niet de redelykste wetten en de eerbied beftaanbaar is, welke aan eene van ons zelve verkooren wettige en getrouwe Overheid toekomt, en derzelver roemwaardige plichtbetrachting van ons afvordert. — Onze Regenten zyn niets meer dan de Vertegenwoordigers des gezamentlyken vryen Volks, die in deszelfs naam de wetten handhaaven, mitsgaders .het recht en de gerechtigheid doen uitoeffenen ,• doch wannneer zy zelve onver* hoopt de wetten of het recht fchenden mog* ten, even als de geringste Burger, tot ftren-/ ge verantwoording en rechtmaatige ftraf mogen opgeroepen worden. Dus hebben wy van haar geene verdrukking noch onrecht te vreezen: want in .de minste en onaanzienlykste van ons, zou het gansche Volk van Nederland gehoond en beleedigd zyn; het zou tot zyne bescherming en verdeediging eenpaarig opkomen, en den dwingeland, die de'rechten van een vry Volk vertrappen durfde, met eene fterke vuist te nedervellen. — Ons Vaderland is nu een veilige Schuilplaats geworden voor de vervolgde? P 4 deugds  % dea  den onder de vrye en onafhanglyke Gemeenebesten van dit waerelddeel? Dit gevaar is op verre- naa niet geheel voorby , maar de gedreigde val des Vaderlands nadert fteeds met rasfe fchreeden. Deszelfs edele Vryheid zal gewis bezwyken, en verpletterd worden onder de felle Hagen eener toomelooze heerschzugt , indien niet de vereenigde en aanhoudende zorg van deugdzaame en vryheidlievende Regenten > gepaard met de ftandvastige yver en waakzaamheid zyner braafste Burgeren , over alle fnoode aanilagen van tirannische onderdrukkers , nu en in toekomende tyden zegepraa. len _ indien niet de dwingelandy voor altoos nadrukkelyk perk en paal gesteld worde , welke zy" nimmer ongestraft kan oyer° fchryden — indien niet de Voorzienigheid zelve medewerkt, door de edele poogingen te zegenen , waarmede men de woede van inwendige verraders en vyanden van hun Vaderland zal trachten te beteugelen. Doch gelyk de zon , die thans zoo heerlyk aan den hemel fchynt , naa weinige uuren gewis zal ondergaan, om zich kore daarna met hernieuwde glans en luister aan dit halfrond der waereld te vertoonen ; zo zal ook de zon van Neêrlands roem en voor« Q 4 fpoed,  fpoed ,. die nu helaas ! onder de kimmen van bittere tegenspoed "en onvesmaardheid,is gedooken, van waar zy" over het Vaderland 'flegts een' flaauw en bykans onmerkbaar lacht verspreid , met hernieuwde glans te voor'fchyn treden, ten einde over de donkere wolken van verraad, en dwingelandy.die haar omringen , roemwaardig te zegepraalen, zo haast de onbezweeken moed van het beste gedeelte zyner Burgeren die rechten zai hersteld hebben ,. welke, met een willeken*rig gezag, van haar ontvreemd geworden zyn, * Maar indien de heerschzugt en het. verderf. — wie yst niet wanneer hy daaraan denkt! — over Deugd en Vryheid zegepraalen , dan zien wy , o Nederlanders! al wat onder u goed , deugdzaam ar? waarlyk yryheidlievend is , een grond verlaaten , die van de heilryke Vryheid-zqh nooit weder; zal bescheenen worden ! — De waardigste, leden uwer eertyds bloeijende , maar daar*, door in het niet verzonken maatschappy,, zullen alsdan haare taevlugt zoeken tot gezegender gewesten: veelligt tot een ander; waereld^deei , daar zy thans in de fchoone, dageraad haarer glorie, met volle luister praalt. Gy zult nógthans, als braave kinderen des, Vaderlands, tpt dit wanhoppepd be- üuit  -Hf .fluit nimmer uwe toevlugt neemen, dan wan» neer gy! te vergeefs alle wettige middelen zult beproefd hebben , om de 'geschonden -Rechten, om de verdrukte Vryheid, in deze •eertyds onafhanglyke , ' maar nu om haare -Vryheid worstelende maatschappy, te herstellen i — Worden de daartoe aangewendde middelen vrugteloos bevonden, zodanig, dat gy te eeniger tyd voor de helsche pylen van dwingelandy bezwyken moet — beef dan voor de felle flagen van tegenspoed , die u al te tarnen, doch inzonderheid alle edelmoedige voorstanders der Vryheid , onvermydelyk treffen zullen ! Bedenk dan wel , of dat uw Vaderland zyn kan , waar men onder het juk van willekeurige dwang .gebukt , het brood van fflaverny , zorgi en kommer , in het zweet zyn's aanschyns eeten moet ? Denk niet, zulks is een ongegronde vrees, een ydele waan , een bloote hersfenschim: deze akelige vooruitzichten zyn enkele vrugten van een vreesachtig gemoed , dat op de minste fchyn eenes op handen zynde ongevals terstond de moed laat zinken, en zich aan de wanhoop overgeeft. — o Neen! wy alle weeten , dat van het eerste begin der Republiek af aan , een verdervende hand pimmer opgehouden heeft, met eene doemen 5 waar-  "Waardige yver de ketenen te fmèeden, waaraan de ■ heerschzugt het Vaderland, boeijen wilde. Deszelfs Ingezetenen , door de weelde zorgeloos gemaakt , hoorden aan alle zyden het helsch geklatter van die werktuigen , waarmede deze ketenen gesmeed wierden : ja, wat meer is J zy zagen de handen, die voor haare vrye armen- flaafsche boeijen vervaardigden. — Zy hoorden en zagen alle deze toebereidzelen niet flegts met onverschillige oogen aan, maar waren op zekere tyden zelfs behulpzaam om deze banden te helpen fmeeden , in plaats van met vereenigde kragten dien fchandelyken arbeid te verstooren. Is het dan onmooglyk , dat men in het Vaderland zulke zorgelooze tyden nogmaals beleeve ? — En fchoon het der heerschzugt thans mislukte haare fnoode oogmerken te bereiken , zal zy daarom , na weinige jaaren rust, niet nogmaals middelen kunnen uitvinden , om op nieuw een Volk te blinddoeken en in flaap te wiegen , dat hoewel het geenen meester, vooral geen willekeurig meester dulden kan, nogthans zyne Vryheid by aanhoudéndheid niet weet op prys te ftellen , maar uit zorgelooze onverschilligheid dat edel kleinood- veel fpoediger verwaarloosd, dan hetzelve eens verlooren zynde,  45* de , kan herwonnen worden? Waarlyk', dê dwingelandy eenes willekeurigen alleenhed^ fehers, brengt een' vermogenden Staat niet nader op den oever des verderfs , dan de onverschilligheid voor de welvaart van het Vaderland, een vrye Republiek haare ondert gang doet naderen ! " Gedenk , om van deze waarheid overtuigd te zyn , flegts aan de menigerlei gruwelen en verdrukkingen , waarvan geheel Nederland , veele jaaren agterëen , alleen uit zorgeloosheid, een byna onverschillig , een onoplettend ooggetuige is geweest. — Had het toen geene kragten , of had geen moeds genoeg , om dezelve tegen te gaan, en zich met nadruk tegen zyn verderf aan te kanten ? — Zouden onze braave voorvaderen alle die fnoodheden geduld hebben, zonder het bloedig wraakzwaard tegen de verdelgers van hun Vaderland op te heffen? — Doch helaas! waar zyn thans die deugden, welke onze edelmoedige voorouderen verfierden , en die haar boven alle andere Volken des aardbodems zoo heerlyk deeden uitblinken ! — Waar vindt men thans de blvken dier zuivere zeden , van grootmoedigheid en goede trouw , die dit Gemeenebest 3 in de oogen van vreemde natiën zoo- ach-  z5* achtingswaardig ^maakten ! — Pc zugt voor bet algemeen, ■ welzyn , was zedert lang in alle harten uitgedooft: veele Groeten gaven fegt fchandeiyk voorbeeld, en dit werd door den Burger fpoedig nagevolgd , om het al-, gemeen welzyn aan het byzonder belang op te offeren. — De weelde had de Nederlander te veel doen ontaarten van de moed en deugden zyner voorvaderen; daarom is het eigenbelang de afgod geworden, aan denwelken men byna algemeen de wierook van aanbiddinge toe.zwaai,t, en waaraan veele laaghartige , üaafschgezinde en trouwlooze Ingezetenen^, van allerlei rangen .ftaat, zich ook |n onze dagen niet fchaamen, hunne eigen en hunner. Medeburgeren vryheid, ja de geheele welvaart des Vaderlands, met al wat in hetzelve goed en dierbaar is , op te offeren. .-Bedenkingen van dezen aart, maaken op een vryheidminnend gemoed te. treurige indrukken , dan dat het zich langen tyd aaneen, zonder van de fmertelykste aandoeningen beftormd te worden , aan dezelve zou kunnen overgeeven.- Ik voel het myne overkropt van verontwaardiging t~gen zulke . onwaardige pesten van het Vaderland , die hetzelve zoo openbaar als ftraffeloos in het bederf  ftorten.' — Daarom wil ik my gaan ver* pbozeh, in "een minzaam gesprek met die vlytige Landlieden , die ik in gindsche velden , onkundig wegens,de rampen .die haar zelve en het Vaderland dreigen , met lust en vreugde hunne dagelyksche veldbouw zie "verrichten. — In derzelver jj van geene weel. de verbasterde zeden , zal ik waarschynlyk die oorspronglyke deugden wedervinden , welke men aan vorstelyke hoven en in de lieden te vergeefsch zoude zoeken. AGT-  H4 aötste wandeling. Toeneemende. weide, onbegrensde heerschzugt m gestadige partyschappen, zyn de waare bronnen van Neêrlands tegenspoeden. Wanneer wy de Natuur in haare werkingen beschouwen , ontdekken wy aan den éénen kant overal de uitneemendste zorg , tot behoud en de vermenigvuldiging van haare fchepzelen : alles is dan zó liefdenryk, zó koesterend — alle hoofdstoffen zyn vervuld met leven — alles brengt van zelve voedzel voort , tot onderhoud eener ontelbaare menigte geschapen wezens. Maar aan den anderen kant: welke fchyn^ baare wanorde! welke oneindige verscheidenheid van rampen , waaraan al het geschapene is blootgesteld ! welk eene korte duurzaamheid voor het bestaan van het meerder gedeelte haarer fchepzelen ! welk eene haatelyke neiging van derzelver verschillende ge» "nachten , om elkander te verdrukken , om elkaadèr te verflinden 1 — In de lotgevallen  ©55 len van allé bezielde wezens is het kwaada met het goede onvermydelyk gemengd , en gëene' derzelven zyn van rampen en elende uitgezonderd. Al wat van de Natuur leven en bestaan ontfangen heeft , besluit van deszelfs geboorte af aan , reeds de zaaden van dood en bederf, in de eigentlyke bronnen van zyn leven en bestaan. — Dus brengt ook het aardryk uit haare fchoot zo wel vergifte en fchadelyke , als voedzaame planten en gewasfen voort: zelfs geen akker is zoo vrugtbaar , of het onkruid dreigt het deugdzaam koorn op denzelven te verdringen. — Even als dit in het natuurlyke plaats heeft, zo is het mede in de zedelyke en fbaatkundige waereld — alles is daarin wisfe'vallig ; alles onvolmaakt ! Dan zo dra wy deze fchynbaare flrydigheden in de werkingen der Natuur met oplettendheid gade flaan , zuilen wy bevinden, dat zy tot de volmaaking van het geheel volstrekt noodzaaklyk zyn. — Het groot oogmerk waarna haar gansche ontwerp is ingericht , bestaat in eene aaneengeschakelde onderhouding van het dierlyk zamenstel : geen plantje , geen kruidje is derhalven zó gering , of ftrekt tot bekwaam voedzel en huisvesting voor een gedeelte haarer fchep. ze-  zelen; geen ftofje- zó kléirt "of heeft zyne; wezendlyke nuttigheid. Ook de ■ zwaarste toevallen en geweldigste fchokken die de natuurlyke waereld dikwyls overkomen, en van het kortziende menschdom den meesten tyd als groote onvolmaaktheden" worden aange-, merkt , dienen enkel tot behoud en de volmaaking van het geheel haarer werken. Het is zoo niet , met hetgeen ; uit der, menschen handen komt. Dit draagt, by een nauwkeurig onderzoek , altoos eenige treffende kenmerken van hunne zeer bepaalde inzichten en vermogens , inzonderheid ten aanzien van zulke instellingen , waarvan der menschen tydelyk geluk en welyaart meerendeels afhangen; te weeten haare wetgeeving , of de inrichting van het bestuur hunner' burgerlyke maatschappyen. — Deze inftellingen , hoe fchrander ook ter bevordering van het algemeen welzyn uitgedagt , blyven over het geheel genomen altoos onvolmaakt , en kunnen daarom het algemeen geluk zelden duurzaam maaken t gemerkt eenige der wezendlykste en vrugtbaarste ,zaa« den van verderf, waardoor de gelukstaat eener maatschappy te èeniger tyd zal oiri verre gestooten worden , ook dikwyls in de best beraamde ontwerpen verborgen liggen s waar  25? waarmede men haare bloei en welvaart voor 'altoos meende te bevestigen.. — Want gelyk een zuiver en bestendig geluk het lot nimmer zyn kan van den ftervelyken mensch, zo is het mede aan geenen Staat of burgerlyke maatschappy vergund , een bestendig of lang ongestoord geluk en welvaart te genieten. Hoe fchitterend zomwylen derzelver toestand zy , worden zy nogthans gemeenlyk van het een of ander inkankerend kwaad beroerd , hetwelk uit de onvolmaaktheid .van derzelver wetgeeving zyne oorfprong neemende , haar te eeniger tyd blootfteld aan geweldige omwentelingen , die eene toekomende ondergang voorspellen. — Zelfs zodanige omstandigheden , die eene maatschappy in de oogen des menschdoms gelukkig en bcnydenjwaardig doen fchynen, kunnen dikwyls uit haare eigen onvolkomenheid, of door vee.le bykomende toevallen , de onuitputtelyke bronnen worden van aannaderende rampen en elende. . Tot deze bedenkingen gaf my de beezighëid dier nyvere Landlieden aanleiding, die hunne akkers van het onkruid zuiverden. •* „ Deze fchadelyke planten" — zeide de eerwaarde Grysaart ,1 de vader van dat vlytig huisgezin — „ die gy met het goede R „ koorn  £53 „ koorn rykelyk gemengd ziet , groeijen „ ongêlyk weeliger , en komen veel fpoedi* „ ger tot'haare wasdom, dan de vrugtbaa„ re halmen , die daarvan ras verdrukt zou„ den worden , indien wy de eerste niet „ vroegtydig en zorgvuldig uitwiededen." Ja , goede Grysaart ! het onkruid zou uwe veelbeloovende koornhalmen gewis verdrukken $ uwe velden zouden daarmede bedekt worden ; het zou alle heilzaamê voedingzappen uit het aardryk tot zich trekken, en gy zoudt zonder deze voorzorg te vergeefsch hoopen op eenen gezegenden oogst , die de last van uwen. arbeid alleen kan verzoeten. Want uwe akkers, indien gy daarin nalaatig blecft, zouden in plaatze van deugdzaamc tarw , niet dan nutteJooze en fchadelyke distelen voortbrengen ! Gelyk het onkruid op de velden weeliger groeit , en veel fpoediger tot zyne wasdom komt , dan de goede planten , die met zeer veel zorg en moeite aangekweekt worden , zo maaken in de burgerlyke maatschappyen cok de ondeugden ongelyk fneller voortgang dan de deugden , op welke nogthans haare bloei en welvaart geheel en alleen berusten. - Waren onze Vaderen ten allen tyde waak* zaam cn zorgvuldig geweest , om de fnelle was-  250 wasdom vaft die ondeugden nadrukkelyk tè keer te gaan, welke zeer woelig opschietende , de rykbeloovende akker van'dit Gemeenebest dreigden te verdrukken; dan zouden ook de goede zaaden , aanvanglyk daarop uitgestrooid, een overvloedige en altoos aanhoudende ryke oogst van zegeningen , heil en voorspoed voortgebragt hebben. De wetten Zyn in alle maatschappyen wel is waar bestemd , om de ondeugden uit te roeijen , of ten minsten derzelver groei nadrukkelyk te beletten : maar wanneer deze wetten verwaarloosd , en tegen alle overtreders , zonder aanzien van perzoonen , niet ten 'ftrengsten gehandhaafd worden ; of wat hetzelfde is, wanneer fnoodheden en misdaaden van de aanzienlykste Burgeren of leden der maatschappy bedreeven , ongestraft door de vingeren gezien worden , om dat die van ryke en veel vermogende Ingezetenen gepleegd zyn , dan dienen zy enkel om de kleinste ondeugden uit te wieden, om de kleinste misdaaden te beteugelen ; terwyl zodanige onopgemerkt blyven, van welke één alleen en op zich zelve genomen , aan de maatschappy oneindig grooter nadeelen toebrengt, dan alle kleine ondeugden en rooveryen te zamen genomen , waarvoor een R 2 aa**  z6o aantal ongelukkigen , die in geene hooge waardigheden of aanzierilyke .familiebetrekkingen , kra'gtdaadige bescherming tegen de 'ftrengheid der wetten cn het wreekend zwaard der Gerechtigheid vinden , ten affchrik van andere kleine roovers dagelyksch gestraft worden. — Onder deze grooter misdryven zyn eenige van de gewichtigste en die verre weg het meeste fchadelyk zyn, tegen welke de wetten zeer zelden genoegzaame voorziening maaken; gelyk onder anderen de heimelyke verraaderyen benevens een fchandelyk misbruik van het gezag der aanzienlykste Grooten ; als mede de buitenspoo* rige heerschlust, plunderingen en geweldenaaryen van Regenten en der voornaamste Amptenaaren. • Deze veroorzaaken, met en benevens de invoering en gestadige vorderingen eener teu* ,gellooze weelde , gewis de zwaarste toevallen, welker rampzalige uitwerkzelen, wanneer.zy tot zékere hoogte zyn opgeklommen, de maatschappy zeer fpoedig tot aan den oever des verderfs brengen. Zy ondermynen zeer zeker de waare en eenige grondzuilen, waarop het gebouw der grootheid en van het geluk eener natié geheel en alleen berust: doch om ter beteugeling der weelde en van het daaruit voort»  ü6l voortspruitend kwaad , met nadruk genoegzaame voorziening te. doen , fchynt in alle tyden boven het vermogen der fchranderste Wetgeveren geweest re • zyn. Nogthans , wanneer dit kwaad niet in tyds word tekeer gegaan ; fchiet het eerlang veel te diepe wortelen , en kan alsdan byna met geene mooglykheid gestuit worden. — Zyn daarbeneven ook aanmerkelykft gebreken in de Constitutie zelve, die de eenige regel en het rigtsnoer behoord te zyn , naar welke in de burgerlyke zamenleving ieder clasfe van Ingezetenen, ter bevordering van het algemeen welzyn , zich gedragen moet , dan maakt het bereids ingeworteld kwaad zulke fnelle vorderingen, dat ook de kragtigste doch te laat aangewendde tegenmiddelen, nauwlyks toereiken om deszelfs gedreigde uitwerking, de geheele ondergang der ganfche maatschappy te verhoeden. Hoe weinig de vaderlandsche wetten eene fteeds toeneemende weelde, en de fnelle vorderingen eener nog verderflyker en fchadely* ker heerschzugt beteugeld hebben, blykt helaas! te veel uit eene droevige ondervinding, — Beschouwd men daarbeneven ook de Con« ftitutie van onze vaderlandsche maatschappy , hoe zeer in haar zelve de verzekering R 3 vaa  van de onafhanglykheid en welvaart van het 'algemeen , benevens de Vryheid en het gelak van ieder Ingezeten in het byzonder alleen bedoelende , dan vindt men dezelve in veele opzichten niets minder dan volmaakt. Onze ' Vaderen ontwierpen haar in zeer onrustige tyden met het zwaard> in de vuist; zy'zweemt derhalven naar de onrust, welke de gemoederen in dien kommerlyken1tyd beheerschte ; wanc overal ■ vindt men , daarin gaapingen . en een gebrekkige aan. wyzrng , of liever geheel geene duidelyke bepaaling van de macht, welke aan ieder afzonderlyk Regeerings- collegie behoort toegekend te worden , ten einde aan elkander behoorlyk ondergeschikt te blyven-, en das gezamentlyk tot hun groot oogmerk' , de bevordering van het welzyn des geheels, op de best mooglyke wyze te kunnen medewerken. — Een nauwkeuriger bepaaling der zeer onderscheiden machten en van derzelver noodwendige ondergeschiktheid aan elkander , kon een oneindig aantal van onheilen s die in deze gesteldheid de zeer natuurlyke gevolgen der heerschzugt, en van genadige inbreuken op elkanders gezag en voorrechten zyn , meer ■ dan waarschynlyk yerhoed hebben, — Poch , wat zal men hiér*  hiervan zeggen ! de Constitutie van ons Vaderland' was haare geboorte meer aan het blind geval , dan aan ryp beraad en een wel doorkneed overleg verschuldigd: en wie zaj ohtkennen, dat blootë toevallen zelden meesterstukken voortbrengen ? Toen de onafhanglykheid dezer maatschappy, door de vrede, die het einde van eenen langduurigen en bloedigen oorlog met haare vroegere onderdrukkers maakte , op eenen vasten grond gevestigd, en het zoo lang gefolterd Vaderland eindelyk tot rust gekomen was , verzuimden haare Bestuurderen. een algemeen wetboek vast te ftellen , ten einde daardoor het gebrekkelyke in de Conftitutie weg te neemen , en om aan de re* geeringsvorm, op eene alleen wettige wyze$ door namentlyk de algemeene Vol.ks-> stem daartoe op te roepen , een grooter trap van volmaaktheid' te bezorgen, In tegendeel , hebben de van tyd tot tyd toeneemende inbreuken op de constitutio-* neele voorrechten des Volks zelve , haare wezendlykste grondslagen gestadig meer en meer ondermynt , en. dreigden daarom het Staatsgebouw van ditGemeenebest, langpa ty4 aaneen met deszelfs byna onvermydcdykcn valt ~~ Ja J heeft mes niet by. eene, feed.s^dQ K 4 8Ó3  2 64 beschouwing van alle deze omstandigheden, de grootste reden om zich billyk te verwonderen , hoe het mooglyk zy geweest , dat deze menigvuldige en fteeds verergerende inbreuken op de wezendlykste en fundamepteele rechten van een vry Volk , niet al voorlang de edele burgerlyke Vryheid uit deze vereenigde Gewesten geheel verbannen hebben ? fchoon men ook tevens bekennen moet, dat zy aan veele oorden van' ons Vaderland, waarlyk veel meer in. eene ydele fchyn en fchaduwe beftaat, dan in de wezendlyke en waarachtige burgerlyke Vryheid. zelve. In fpyt van dit gebrek — in. fpyt van deze vrugtbaare zaaden des verderfs , die tot heden toe nimmer uitgeroeid wierden, maar met de toeneemende groei en wasdom van dit Gemeenebest, ook te gelyk dieper wortelen fchooten , bloeide nogthans eens het Vaderland , en klom op tot deszelfs toppunt van macht, aanzien en voorspoed. De maatfchappy van Nederland was toen in volle kragt : haare gezamentlyke leden waren werkzaam , dapper , grootmoedig en ftandvastig, en al te zamen by uitneemendheid bezield met eene oprechte en belangelooze liefde voor het Vaderland. — Meest alle burgerlyke maatschappyen , waarvan wy in de  26*5 de geschiedenisfen de voorbeelden aangete1 kend vinden , hebben ééns zodanig tydperk gehad , waarin zy haar vertoonden tot derzelver grootste roem en voordeel ; en dit tydperk is gemeenlyk in de dageraad haarer opkomst. Derzelver Bestuurderen' zyn' dan vol vuur en yver voor het algemeen welzyn: een pryswaardige eerzugt, door geene laage eigenbaat bezoedeld , is dan de waare dryfveer vaii alle hunne daaden en bedoelingen. Het Volk, door dit fchoon en roemwaardig voorbeeld van deugdzaame en oprechte Regenten aangemoedigd, is dan uit waare zugt voor het algemeene heil even waakzaam en y verig , met opzicht tot alles" wat de welvaart des Vaderlands kan bevorderen. Zulke deugden verwekken altoos het onderling vertrouwen , hetwelk de ziel is van een rédeJyk' bestuur: en zie daar, de 'belangeloosheid van Volk en Regenten de eigentlyke oorsprong van die verheven heldendeugden, \velke alsdan een vry Volk verfieren , en deszelfs bloei en welvaart ten hoogsten top doen ryzen. By ongeluk is deze luisterryke ftaat der maatschappyen. zelden van eenen langen duur. Want wanneer inwendige rust, en vrede van buiten, een tyd lang de heuglyke gevolgen r 5 z?n  S66 zyn geweest van dien algemeenen yver, aan welke zy haare voorspoed tè danken hebben, dan maakt die voorspoed zelve eindelyk het Volk geheel zorgeloos. — De edele zugt tot Vryheid , welke zoo veele wonderen had verricht, word daardoor langzamerhand uitgedoofd. De zaaden van bederf , in al het ondermaansche, maar, inzonderheid in alle menschelyke instellingen1 opgesloten , begirb Tien dan met kragt'en nadruk te ontwikkelen ; deze groeijen in tyden van voorspoed te weeliger, aangezien de zorgelooze mensch, in voorspoed zelden om de tegenspoeden denkt , die hem eerlang kunnen overkomen. Zy verstikken meer en meer die algemeene en belangeloo'ze yver : deze wykt voor fnoode eigenbaat; en de heerschzugt neemt de plaats in van vroegere liefde ' voor het Vaderland. Van het opperste bewind,, welker uitoeffening in elke maatschappy , ter bevordering van de algemeene rust en veiligheid» aan weinige haarer leden heeft moeten aanvertrouwd worden , ziet men , zo ras de ftaatzugt nevens het eigenbelang daarin gesloopen zyn , een openbaar misbruik maaken j. en het groot doelwit , naar hetwelk .een aantal dér vefmogendste en aanzienlykste la- den*  20*7 1 den byna alleen en zeer yverig beginnen teftreeveE , word alsdan de voldoening van die zeer noodlottige neiging , om over hunne Medeburgeren eene willekeurige heerfchappy te oeffenen. Behalven deze fchadelyke verbastering, is de te groote voorspoed eener maatschappy, alreeds op haar zelve een zeer wezendlyke ft'ap tot derzelver aannaderend bederf. Want naar maate een maatschappy in grootheid, vermo» gen en rykdommen toeneemt, fiuipen ook met één veele ondeugden daar binnen, die de «TTondzuilen van haar geluk, roem en welvaart meer en meer ond'ermynen. — Deze ondeugden welke de rykdom gefbadïg verzeilen , groeijen gemeenlyk veel ffcerker aan dan de rykdommen zelve. — Aldus doet de geest des koophandels, hoe zeer die eene maatfchappy dikwyls tot de hoogste trap van voorspoed kan opbeuren, ook te zeiver tyd een algemeene drift naar rykdommen ontftaan, welke eerlang tot onbegrensde eigenbaat overflaande, alle gevoel van edelmoe-v digheid en deugd langzaam verzwakt, en eindelyk geheel verdelgt. Want zo haast is hét geld de eenige afgod niet geworden, voor welke aHe knieën buigen, of de geest yan waare vaderlandsliefde vyord daardoor1 zo-  zodanig uitgedoofd, dat de. weinige deugdzaame Burgeren, die daarmede ongeacht de kwaade voorbeelden nog bezield blyven yan het grootste aantal hunner meer bedorven Medeburgeren veracht, mishandeld en vervolgd worden. . Aldus zyn de rykdommen, die wel aangewend een waare bron van heil en welvaart voor de maatschappy konden zyn, dikwyls ,de voornaamste, zo niet de eenige oorsprong geweest van haare grootste rampen. — Het is doch zeker, dat de mensch in eene vreedzaame en wel beftuurde maatschappy ryk geworden, ook genot wil hebben van zyne verkreegen rykdommen. Deze verschaffen aan zommige haarer bezitteren alleen voedzel tot eene bekrompen eh" laatdunkende verwaandheid; andere worden daardoor 'aan eene onverzadelyke gierigheid overgeleverd; terwyl zy aan verre de meeaten alleen tot een prikkel dienen, om inteugellooze weelde, onbetaamlyke wellust, en gestadige verkwistingen uit te fpatten. De weelde kan in zekere opzichten met de welvaart eener bloeijende maatschappy bestaanbaar zyn, wanneer zy namentlyk beteugeld word van de reede, en zich alleen bepaald tot zulke voorwerpen van welvoeg- lyk-  26$ lykheid en gemak, die op eene betaamlyke v/yze 's menschen lot in de zamenleving aangenaamer doen worden: maar zy mag ook dan geene fterker vorderingen maaken, dan naar maate de rykdommen der byzondere leden vermeerderen. By ongeluk ontaart zy den meesten tyd in eene buitenspoorige en onverzadelyke begeerte naar wellust en vermaak ; zy is alsdan de baarmoeder eener eindelooze reeks van fnoode ondeugden, en eener toeneemende bedorvenheid van zeden, die geene paaien kent. Alle buitenspoorige pracht, geeft by voorbeeld aanleiding tot verwyfdheid, en deze verlaagd altoos den mensch in de oogen zyner zediger Medeburgeren. Wanneer zich voornaame ftaatsperzoonen aan dezelve overgeeven , en in hunne leefwyze de zeden ■van flaafsche volkeren willen nabootzen, dan worden zy, ten einde hunne verwaandheid 3 dwaaze hoogmoed, of uitwendige luister ftaande te houden, of om andere ondeugden te voldoen, die aan den rykdom den meesten tyd gehegt fchynen , eenigermaaten genoodzaakt om haare Medeburgeren die minder in aanzien en vermogen zyn te onderdrukken , en zo veel met haare eigen veiligheid maar eenigzins bestaanbaar, is, de maat-  maatschappy uit te plunderen. Hierdoor word by zulke menschen de heerschzugt een zoort van behoefte, waaraan zy niet vol* doen kunnen, zonder hun aanvertrouwd gezag te misbruiken , hetzelve fteeds verder boven de behoorlyke paaien uit te breiden, ■en zo mooglyk in haar geslacht duurzaam te maaken. Zy zullen te dien einde zeker aantal leden der maatschappy in haare belangen trachten om te' koopen; gelyk zy eveneens, .door hunne eigen verbasterde weelde, in de noodzaaklykheid gebragt zyn, om zich van -anderen, ter bevordering van derzelver fchandelyke oogmerken, te laaten omkoopen. Doch zo haast hebben niet eenige der aanzienlykste leden het rappzalig voorbeeld hiervan gegeeven, of dit word fpoedig van anderen nagevolgd; en deze heillooze uitwerking der weelde, is de waarschynlyke oorfprong geweest van alle aristocratische-regeeringen. In eenhoofdige 'Staaten vordert dé weelde altoos veel fpoediger, en fnelt met ongelyk fterker fchreden tot het toppunt van losbandigheid en verwyfdheid , dan in een vry Gemeenebest , alwaar de zeden veel langer by haare eerste zuiverheid bewaard blyven. Maar zo haast heeft zy in het Iaat-  laatste geene diepe wortelen geschooten, of zy baant ook onvermydelyk de weg toe overheersching en dwingelandy: deze kunnen haar gezag nimmer ftaande houden, dan door een geftadige vermindering, en eindelyk geheele vernietiging van de rechten des gezamentlyken Volks; haar uiteinde moet dan noodwendig een geweldige en tirannische aristocratie, (of eene despotieke alleenheersching zyn. Een verregaande weelde is dus voor alle, maar inzonderheid voor vrye maatschappyen oneindig nootlottiger en verderflyker, dan zy oppervlakkig fchynt , of de zorgelooze mensch gemeenlyk denkt. Meest alle eertyds vrye Gemeenebesten, hebben door haare rampzalige invloed hunne dierbaare Vryheid verlooren , of zyn uit dien hoofde geheel te niet gegaan. Het is doch zeker, dat alle fmaak voor beuzelingen, een dringende begeerte naar hetgeen het wezeu aan den fchyn opoffert, 'en de ydele zugt ora door buitenspoorige verkwistingen zyn perzoon luisterryk te maaken, noodwendig de denkbeelden van den mensch verlaagen, en zyne fchadelyke hartstochten meer en meer ontvlammen moeten. Weldaadige menschenliefde, waare zugt voor het algemeen welzyn  zyn, vrymoedige openhartigheid , en geruste onschuld, kunnen nimmer de vrugten eener bedorven weelde zyn: deze doet daartegen de zaaden van fnoode eigenbaat in alle harten zegevieren; zy verwekt een onverwinnelyke afkeer van alle elendige 'voorwerpen, en bygevolg een hartvogtïge liefdeloosheid ten aanzien zyner lydende of onderdrukte natuurgenooten; zy teeldt daar beneven laage geveinsdheid , en eindelyk het fchandelyk vermogen, om met een onverschillig hart de hemeltergendste misdaaden te pleegen, ten einde zyne gewaande grootheid en luister ftaande te houden, of die geftadig te vermeerderen. — Dus verdwynen door haar alle edele driften en gezellige deugden die tot fieraad des menschdoms {trekken, om plaats te maaken voor fchandelyke begeerten en hartstochten , die de bronnen zyn van alle onheilen en verwarring,* welke de Vryheid, en met haar het' geluk des menschdoms in de zamenleving jammerlyk vernielen. Een gestadig genot van zinnelyke vermaaken, doet zo wel de kragten des lighaams, als de vermogens der ziele verzwakken. Daar- dit gevolg zeker is , wat moet dan eindelyk van eene maatschappy worden „ wel-  273 welker meeste, doch. wel inzonderheid de aanzicnlykste en vermogendste haarer leden, door wellust en overdaad bedorven , alle fmaak voor waare eere, heldendeugd en dapperheid verlooren hebben ? waar veele' zo niet uit neiging , ten minsten door onedele vrees van belagchelyk te fchynen , indien zy by de gulle eenvoudigheid en zedeIvke deugden hunner voorouderen volhardeden , gestadig worden aangeprikkeld , om zich met haare reeds ten vollen ontaarte Medeburgeren gelyk te ftellen, en derzelver verregaandste ongeregeldheden of flaafsche laagheden naar te volgen? in welke het moeijeiyk, zo niet byna onmooglyk is geworden door waare deugden uit te fchitteren, dewyl het Volk gemeenlyk zyne eerbied en hoogachting alleen aan de zodanigen fchenkt, die met de meeste uitwendige luister in deszelfs oog verfchynen ? waar de harten door dc weeide verwyfd , zodanig haare oude moed verlooren hebben, dat maar weinige Burgeren , wanneer de nood zulks vereischt, manmoedig te voorschyn durven treden, om het vertrapt en ten hoogsten beleedigd Vaderland te wreeken ? — Waarlyk een maatschappy is nauwlyks tot dit toppunt van verbastering opgeklommen, of zy fpoedt met rasfe S fchre-  fchxeden naar haare geheele ondergang, en kan niet dan door toevallige oorzaaken ftaande blyven. Ontsnapt zy voor een tydlang haar gedreigd noodlot, en dat de alles vernielende uitwerking dezer verregaande verbastering , door bykomende geluks-omstandigheden een korte wyl vertraagd word, dan mag men echter haare aanstaande val, indien tegen de verdere voortgang van dit kwaad geene allerkragtigste middelen worden aangewend , gewis voorspellen. Zodanige maatfchappy word in de oogen van andere Volken even zo verachtelyk , als zy in haar zelve elendig en verbasterd is , Haare Vryheid loopt fteeds oogenschynlyk gevaar : doch wanneer eenmaal een vry, ryk en weelderig Volk zyne Vryheid verliest , dan is deszelfs flaverny altoos de laagste en rampzaligste , die men met mooglykheid bedenken kan. —- Een der heillooste vrugten der weelde en verdorvenheid van zeden is de gestadig toeneemende heerschzugt , waarmede een groot aantal leden der maatschappy r door deze ondeugd op eene allerbuitenspoorigste wyze besmet worden. Van' alle driften en hartstochten die de burgerlyke maatschappyen meest ontrusten, en daarin de yslelyksce verwoestingen aan- ftel-  275 ftellen, is voorzeker de heerschzugt van Re» genten en Staatsdienaaren de verderflykste. — Ieder fterveling word, naar maate der omstandigheden waarin hy zich bevindt, meer of minder van deze drift aangevogten: want fchoon verre de meeste menschen van der jeugd af aan gewoon zyn geregeerd te worden, en zich daarom aan het bestuur van anderen gewillig onderwerpen; fchoon onder het menschdom een oneindig aantal laage en geheel van hunne oorspronglyke waardigheidontaarte zielen te vinden zyn, die hun flaafsch en knellend juk van barbaarsche i overhecrsching, met onverschillige oogen kun* nen aanzien en goedwillig torsfen , nadien eene heillooze verbastering, door de gewoonte gesterkt , haar in alle ysfelykheden van hetzelve heeft verhard gemaakt: biedt zich de zulken nogthans zo haast geerte gunstige gelegendheid aan, om dit jük van ondërdanigheid van zich af te werpen en zelve Heerschers te zyn, of zy zullen die zeer, greetig omhelzen, en alsdan hunner natuurgenoo» ten rechten met dezelfde wreede onverfchilligheid vertrappen, als de haare, geduurende hunne dienstbaarheid, van andere gewei, denaaren zyn vertrapt geweest. Ieder mensch heeft dienvolgens zekere inS % ge-  276 geschapen neiging, om liever Heer dan Knegc te zyn; liever te gebieden, dan gehoorzaamen. —- Hier van daan , dat verre de meesten een onweêrstaanbaare zugt tot heerschappy gevoelen : doch zo haast zyn zulke, die zich aan deze drift geheel overgeeven zonder haar door de reede en menschlievenheid te beteugelen, niet ineen verheven rang by de maatschappy geplaatst, of zy worden van de hevigste begeerte aangevogten , om himne aanvertrouwde macht en aanzien boven de paaien van re. delykheid oneindig verre uit te breiden. Want hoe hooger de mensch in rang en aanzien verheven word , zo veel te fterker ■Word ook zyne neiging , om deze geliefkoosde drift op te volgen. — Nadien nu. de bedorven ftaat des menschdoms eischt, dat' " in alle burgerlyke maatschappyen Regeerderen en Staatsdienaaren moeten zyn, waaraan het openbaar beftuur , nevens de gebiedende en uitvoerende macht is toevertrouwd; en gemerkt deze, uit hoofde van hunne ampten en waardigheden, zeker zoort van aanzien boven het gros haarer Medeburgeren genieten , doch echter uit den aart der maatschappyelyke vereenigingen , altoos onderworpen moeten blyven aan de wetten , en  277 en aan de oppermachtige ftem des gezamentlyken Volks; zo is het meer dan waarschynlyk, dat veele derzelven niet zo haast in het bewind geplaatst zullen zyn , of de gewoonte van regeeren zal haar fpoedig tot eene onnatuurlyke heerschlust aandryven, om welke te voldoen , hunne onta'arte zielen dikwyls geene middelen, hoe fchandelyk ook, onbeproefd zullen laaten, ten einde, zich aan de gehoorzaamheid der wetten en aan de oppermacht des Volks te onttrekken — dat is, om willekeurig te gebieden. Het genot eener redelyke burgerlyke Vryheid , word alsdan in de oogen van zulke heerschzugtige Regenten en Staatsdienaaren het grootste kwaad : niet om dat zy de redelyke Vryheid als een wezendlyk kwaad voor de maatschappy aanmerken , maar om ' dat het genot derzelve met hunne doemwaardige oogmerken volmaakt ftrydig is. Alle edelmoedige poogingen tot handhaving van der Burgeren voorrechten , worden daarom van haar met de naam van wederfpannigheid en oproer bestempeld ; en zv beschouwen die braaven .,, welke de Vryheid met. hunne daaden , of met mond en pen werdeedigen durven , als haare grootste vyanden • welke zy aan hunne gramschap en 9 3 waak*  278 wraakzugt gestadig trachten óp te offeren. — Hierom ziet men dat in alle eertyds vrye Staaten , veele deugdzaame Burgeren , die hunne eed en plicht ten gevalle van héerschzugtige tirannen niet verraaden wilden , en uit dien hoofde de Vryheid en rechten haarer Medeburgeren oneindig hooger fchatteden, dan de gunst of haat van bedekte of openbaare dwingelanden , dikwyls hun onschuldig en voor de maatschappy allerkostbaarst leven op een bloedig moordfchavot, of door de handen van omgekogtë inoordenaaren moesten eindigen. — Dus zagen wy onder onze landgenooten de gryze Vader des Vaderlands , de vroome en vryheidlievende Oldenbarneveld — dus zagen wy die braave en welmeenende Hel" den en Staatsmannen , de doorluchtige gebroeders de Witt, nevens veele andere ftandvastige yveraars voor de Vryheid , de rechten en de algemeene welvaart van het Vaderland , aan de wreede en geene euveldaaden ontziende heèrschlust van veel te vermogende Staatsdienaaren opofferen — dus zagen wy in verscheiden verraderlyk ge* voetde oorlogen s hoe men een aantal braave en verdiehstelyke Burgeren moedwillig ter flagtbank voerde, opdat de heerschzugt over  -2-79 over derzelver bloedige en gemangelde lyken , die nog heden om wraak roepen ! ten, troon eener willekeurige heerschappy moge opklimmen - dus zagen wy hoe men de goederen en bezittingen , de vrugten des koophandels en der nyverheid van een onnoemlyk aantal onzer Medeburgeren , hstag in de handen fpeelde van eenen trouweloozen vyand , en men denzelven., verre van hem de minste wezendlyke afbreuk te willen toebrengen , zo veel mooglyk was be* voordeelde ; nademaal de dwingelandy hoop, te , dat een vertrapt, geplunderd, wanhoopend en armoedig Volk , zich met minder tegenzin aan het zwaare juk van onderdaanigheid en der blinde gehoorzaamheid onderwerpen zoude , dan zo lang het zich met rykdommen en voorspoed gezegend zag. Een mensch die door onmaatige heerschlust word aangevogten , ontziet derhalven , zo dra hy zich in macht, rykdommen en aanzien boven zyne Medeburgeren zoo verre verheven ziet , dat hy flegts een weinig hoop begint te koesteren , om door aanwending van alle zyne vermogens in ftaat ^er fteld te worden , deze heerschende drift te bevreedigen , geene nwsdaaden, geene gruwelen, om dit beoogd maar fchandelyk doel*  . a-8o /» einde te bereiken. Omkooping én verraad, het aanstooken Van binnenlandsche twist en verdeeldheden, het aanblaazen van oproer en geweld v' ja het verwekken van buitenlandfchë • en burgerlyke oorlogen zelve , fchynen dart in zyne oogen kleinigheden. Alles wat hem ter voldoening zyner hevige en blaakende begeerte om willekeurig te gebieden tegenstaat , moet aan zyne : wraakzugt worden opgeofferd. Welmeenende vrienden worden van hem even min gespaard, als openbaare vyanden. De. vader is voor de moorddolk van zynen heerschzugtigen zoon — de zöon voor die van zynen heerschzugtigen vader geenzins veilig ! Deze rustelooze razerny valt in haare woede op alles aan, en verscheurt met even weinig aandoening de ingewanden eener liefdenryke moeder-, als zy de heiligste-'banden der natuur verscheurt met welke de Burger aan de maatschappy zyn's Vaderlands gehecht is. ■— En wee ! die maatschappy , waarin zy eindelyk haar rampzalig doel bereikt > en de troon be~ ftygt iiS tot weike zy door het pleegen van zoo veele fnoodheden en gruwelen getracht heeft op te klimmen ! want zy vernielt alles , en laat in dezelve niet eens de zwak  fte fpooren naa , van der Burgeren vroegere Vryheid en welvaart ! Daar nu de eensgezindheid tusfchen Burgeren en Regenten , als de voornaamste fteun voor de veiligheid eener maatschappy , . en het onverwinnelykst bolwerk haarer Vryheid, aan te merken is ; zo moet deze Vry. heid onvermydelyk verlooren gaan , en de heerschzugt over haar noodwendig zegevieren , zo haast die eensgezindheid verbrooken , en haare beste en fterkste fteun daarmede om verre gerukt word. — Deze kan nogthans alleen ftand houden , door het weder.keerig vertrouwen van het Volk op zyne Overheid , en van deze op de kragtdaadige .medewerking van den gewapenden arm eenes vryhcidlievendcn Volks , ter handhaving en verdeediging der algemeene rechten en onafhanglykheid , tegen de aanslagen van eenen vermogenden en heerschzugtigen Burger , of ■van- geweldenaaren , die door het zaad van verdeeldheid alom rykelyk uit te ftrooijen, de Vryheid poogen op het hart te trappen, en door haare dood den weg tot de troon des willekeurigen gezags te baanen. Deze kan geen vermogend Staatsdienaar, geen heerschzugtig doch bepaald Regent ooit beklimmen , ten zy alvoorens de geest van S 5 ", ' va-  2,82 vaderlandsliefde by de Burgerye over bet algemeen, door verregaande onderdrukkingen uitgedoofd , en het onderling vertrouwen aldus geheel vernietigd worde : hiertoe gebrnikt de heerschzugt haare baatzugtige en "verraderlyke werktuigen , die onder allerlei gedaanten vermomd , overal werkzaam zyn om dit gevloekt oogmerk te bevorderen. — Ploe dikwyls heeft men daarom in alle Gemeenebesten ondervonden , dat zo wel Regenten als Staatsdienaaren , ten einde in het Volk de geest van vaderlandsliefde nadrukkelyt te fmooren , de rechten des menschdoms en der maatschappy op de geweldigfte wyze moedwillig geschonden hebben ! Wanneer nu de wetten , ten opzichte dezer fnoode aterlingen zoo kragteloos zyn , dat dergelyke herhaalde verongeïykingen telkens ongestraft blyven , dan moeten zy den Burger , met opzicht tot zyn Vaderland en de Vryheid allengs onverschillig maaken: hy Zal daartegen door dezelve langzaamerhand gewoon worden , om het juk van flaverny hetwelk men hem poogt op te leggen, eindelyk geduldig aan te neemen. Uit zulke verdrukkingen, wanneer die tot zekere hoogte zyn gesteegen, ontspruit daarbeneveü een gestadige bron van tweedragt  283 tusfchen Regenten en Burgeren, als de der» de oorzaak van het verval eener bloeijende maatschappy, en die gewis te eeniger tyd de weg baant, om de zetel van het willekeurig geweld , op de puinhoopen der vertrapte Vryheid op te rechten. — Gelyk de eendracht , de belangeloosheid en het Onderling vertrouwen de trappen zyn geweest , langs welke de maatschappy tot haare roem en welvaart was opgeklommen , zo worden eveneens .oneenigheid, het wederkeerig wantrouwen en het byzonder belang de trappen, langs welken zy na haare ondergang afdaalt: want zo haast word een maatschappy aan deze gebreken niet ten prooi gegeeven, of zy kwynt in haare wezendlykste deelen, en derzelver val is naby. — Een verdervende hand der heerschzugt fmeedt, geduurende de burgerlyke oneenigheden , de gevaarlykste ontwerpen. Haare boezem die altoos bezwangerd gaat met het doemwaardig verlangen, om deugdzaame Burgeren , die zich tegen haare fnoode aanslagen van geweld en overheersching manmoedig durven aankanten, op moordschavotten te zien omkomen , of in . akelige kerkers te doen zugten ; die altoos vervuld is met eene raazende begeerte , om een hoop elendige en verbasterde zielen, als flaa-  284 flaaven om haaren troon te zien kruipen ; en die verscheurd word door het denkbeeld, dat zy haar veracht en gehaat ziet van een vryheidlievend Volk , hetwelke zy niet volkomen onder het, juk; der overheerschinge heeft kunnen brengen , blaakt altoos met een alleronedclst vuur , om langs een weg ftroomende.. van burgerbloed , de zetel van het willekeurig gezag te bereiken. Hierom ontfleekt zy de pas. ontglimmende fakkel van tweedracht meer en meer, en doet door haare listige huurlingen , als fnoode werktuigen des vcrraads , in aller harten het zaad van een vergiftigend wantrouwen uitstrooijen , waardoor de Regent in den Burger , gelyk deze in den -Regent zynen vyand waant te vinden. Zulke ingezetenen , die zy té bevordering van haare doemwaardige oogmerken niet ongenegen vindt — en deze zyn helaas! uit eigenbelang te veele in alle maatfchappyen — worden van haar aangeprikkeld , om in plaats van derzelver oogen op de waarachtige belangen des Volks te vestigen , alleen bejaagers te worden van eigen grootheid , terwyl zy in den boezem van het Volk te zeiver tyd onderlinge haat en verwarring doet 'gebooren worden , die hetzelye tot allerlei buitenspoorigheden en' oproe-  £85 rïge beweegingen aandryven. De nog niet geheel ontaarte Regent word alsdan bevreesd gemaakt voor een ingebeeld kwaad ,. de betaamlyke burgerlyke Vryheid; ten de Burger die zich nu ook van deze , op welke hy alle zyne nog overgebleeven hoop vestigde , ziet onderdrukken , verliest dienvolgens allé liefde en achting voor zyne wettige Overheid , terwyl de heerschzugt haar zelve van dit alles met eene helsche fchranderheid bedient , om ;eindelyk de troon der dwingelandy, op de puinhoopen der vertrapte Wetten en der vernielde Vryheid , voor altoos te vestigen. De ondervinding heeft geleerd, dat alle vrye Republieken die op den aardbodem eertyds beftaan hebben, maar zedert lang, om plaats te maaken voor willekeurige heerfchappyen, van deszelfs oppervlakte verdweejien zyn,* meer door inwendige verdeeldheden, dan door buitenlandsche vyanden vernield en van haare vryheid zyn beroofd geworden. — Zulke verdeeldheden kunnen veelerlei oorzaaken hebben, doch één der natuurlykften is ongetwyffeld deze: wanneer namentlyk één of meer leden der maatfchappy haar zelve ongeitraft meerder macht, , invloed en gezag aanmaatigen, dan uit hoofde  S8ö de van het ampt dat zy bekleeden aan haaf wettig 'opgedragen, of zelfs, ingevalle van wezendlyke opdragt, met de oorspronglyke en alleen wettige conftitutie van de maatfchappy beftaanbaar is. Want alle byzondere invloed en gezag die met de rechten van een vry Volk flryden, zyn geheel onwettig, inzonderheid wanneer dezelve niet overeenftemmen met de waare conftitutie van zodanig Volk, en geeven daarom zeer natuurlyk aanleiding tot verwarring, en daaruit voortkomende oneenigheden. — Gefteld nu dat aan eenig aanzienlyk Ingezeten eene vergunning van zodanige toegevoegde doch onbehoorlyke macht, door de Regenten als Beftuurderen der maatschappy , zonder de toeftemming des gezamentlyken Volks gedaan word, dan kan deze vergunning nooit als wettig worden aangemerkt, zo haast het gezamentlyke Volk het jammerlyk misbruik dat daarvan gemaakt word, ondervindende, als de waare Souverein eener vrye maatschappy daartegen opkomt, en dit onbehoorlyk gezag begeert vernietigd, of binnen deszelfs eigentlyke paaien wil terug gebragt hebben. Nog veel minder kan een opdragt van dien aart van eene verbindende kragt of wettig zyn, wanneer dezelve door een daartoe opge-  28? geruid, verblind en oproerïg gepeupel, van deszelfs Beftuurderen door dwang is afgeperst geworden. Zodanig is nogtans de gewoone loop der zaak en, 'dat de Burger, die in eene maatfchappy tot een hooge trap van aanzien ert gezag is opgeklommen, zich van dezelve zeer ongaarne ziet terug roepen , ten einde hem op nieuw op die behoorlyke hoogte te plaatsen, welke met de welvaart, het geluk en de veiligheid der maatschappy, en met zyn rang in dezelve alleen beftaanbaar kan geoordeeld worden. Hy zal derhalven niet flegts heimelyke liften, maar indien deze niet toereikend zyn, ook openbaar geweld te baat neemen, ten einde op die verheven hoogte ftaande te blyven, tot welke hy niet dan met veele moeite en het bedryven vart fnoode gruwelen was opgeklommen; hy zal ook altoos flaaven genoeg om zich heenen vinden, die om een gering Judas-loon, hem zeer gaarne de behulpzaame hand zullen bieden, ten einde hem in dien gevaarlyken post, van welke hy de gansche maatschappy overheerschen kan , te verdeedigen. " Deze zullen door allerlei drogredenen onbeschaamd voorwenden, dat zyn fchadelyk gezag en invloed wettig ,zy, nademaal het Volk of des*  288 deszelfs Beftuurderen die aan hem op zeke* ren, tyd hebben opgedraagen : fchoon het geenerhande bewys behoeft, maar uit de waare aart eener burgerlyke maatschappy van zelve voortvloeid, dat alle gezag, die met haare vryheid, onafhanglykheid en oorfpronglyke conftitutie ftrydig is, al is hetzelve in tyden van verwarring of by andere gelegendheden aan eenig lid plechtig opgedragen, even onwettig en fchadelyk moet geoordeeld worden, als ware het enkel met list of openbaar geweld verkreegen. Daar nu de aangebooren heerschzugt en de neiging om willekeurig te gebieden, altoos trapswyze toeneemt, naar maate zich de mensch , het zy op eene wettige of onwettige wyze , in macht en aanzien meer verheven ziet , zo moet de maatschappy, wanneer iets dergelyks by dezelve ingesloopen is , altoos aan hèt oogenschynlykst gevaar blootgesteld blyven , dat zodanig te vermogend Burger , met deszelfs toeneemende macht en aanzien, ook gestadig meer en meer naar de volstrekste alleenheersching dinge. _ Dan dewyl denzelven geenzins on bewust kan zyn, dat hy daartoe by eene vrye natie nimmermeer geraaken kan , ten ware door oneenigheden en partyschappen te  ce verwekken, zo volgd zeer natüurljfk üie deze overtuiging, dat die ' mensch , 'indien hy waarlyk heérschzugtig is, niet nalaatig blyven zal , om door allerlei listen benevens de haatelykste middelen , zulke burgerlyke oneenigheden te veroorzaaken , van welke hy verwagt, dat dezelve zyne belangen en gewaan* de grootheid nadrukkelyk bevorderen Zullen*. Hy zal derhalven zyne alreeds Verkreegen gezag 'en invloed zo véél ïrtooglyk zy aanwenden , ten einde aan het Volk Regenten' op tc dringen, die om hunne ondeugden 4 onkunde, of verfoeijclyke grondbeginzelen, geheel onbevoegd zyn tot het ftaatsbefluur'; hy zal trachten de zodanigen op het eerêngestoel'te te plaatzen , die hy weet, dat uïe hoofde hunner onbegrensde heerschzugt, of om hunne verwaande trotsheid niet ongenegen zullen zyn de maatschappy te' onderdrukken V en door aanwending van gestrenge dwangmid* delen , het Volk van deszelfs aangebooW rechten te berooven; of hy laat zyne keuZe vallen op lafhartige vleijers, die om hunne fnoode eigenbaat te bcvreedigen, met eene flaafsche onderdaanigheïd voor zyne voeten kruipen, en van zyne wenken afvliegen* 'met één woord, alleen zodanigen, met agtemelling van Verstandige, déugdzaame en T op-  oprechte mannen, die hy weet, dat om gewichtige redenen aan het Volk onaangenaam moeten' zyn , en waarin het dienvolgens geen vertrouwen ftellen kan, op dat daardoor alle onderlinge diefde en vertrouwen tusfehen Regenten cn Burgeren uitgedooft, en gestadig meer oncenigheden gebooren. worden. . Zie, daar de drie voornaamste, zo niet de eenigste bronnen van zulke onheilen, waaruit de ondergang van byna alle eertyds vrye Staaten, en ten. deele ook de zeer merkelyke vermindering der welvaart van ons Vaderland zyn voortgevloeid! — Onze voorvaderen kenden geene weelde, toen zy het juk eener wreede dwingelandy van hunne halzen afwierpen: derzelver Bestuurderen waren in die tyden te edelmoedig, om van eene onbctaamelyke heerschzugt besmet te zyn: geene laage eigenbaat kon der Regenten noch der Burgeren yver voor het algemeene welzyn doen verfiaauwen, maar derzelver ftandvastiglxeid , beleid , dapperheid en vryheiusjiefdc , deeden Nederland in alle waerelddeelen zegepralen. Zuiverheid van zeden, deugd , eendracht cn onderlinge trouw , kweekten de algemeene zugt tot de Vry. Iieid^aan, en deze, gepaard met vlyt, arbeid  beidzaamheid en fpaarzaamheid , dceden de rykdoinmen van alle oorden ftroomwyze herwaards vloeijen. Maar hunne nakomelingen wierden weel* derig en zorgeloos. Verwyfde zeden en de geest van verkwisting floopen ongemerkt in de maatschappy, en bekleededen daarin wel dra de plaats van dapperheid en fpaarzaamheid. De weelde gaf voedzel aan de heerschzugt en het fnood eigenbelang, welke beide een verbasterd menschdom gestadig en overal verzeilen. Regenten en Burgeren wierden daardoor met opzicht tot de algemeene belangen onverschillig, wanneer de laatste alleen hunne eigenbaat, en de eerste nevens de eigenbaat ook hunne heerschlust bevreedigen konden. Ieder zorgde flegts voor zyn eigen tydelyk geluk, valsche eere en aanzien, en verwaarloosde daardoor de algemeene belangen: maar tcrwyl zy al te zamen zorgeloos waren, fmeededen bedekte dwingelanden de kluisters , waarmede zy de maatschappy van hun Vaderland boeijen wilden. Welmeenende Staatsmannen, die de natie uit haare rampzalige flaap van zorgeloosheid wilden opwekken, werden ontzield op moordschavotten, van een misleid, omgekogt en dol graauw verscheurd, tot eeuT 2 wig  st>& wigduurende kerkers gedoemd , of uit hun Vaderland gebannen, hetwelk zy boven alles beminden. Zülke zeer dikwyls herhaalde tooneelen van verwarring, moord en oproer , moesten de heilzaamê zaaden van deugd en algemeene yver, door onze voorvaderen in de zielen hunner nakomelingen uitgestrooid, noodwendig meer en meer verstikken. Het heilloos gevolg hiervan kon niet anders zyn, dan dat listige en veel te vermogende Burgeren, door hunne rykdommen in ftaat gesteld, om, nevens veele behoeftige Grooten , ook het ondenkend graauw om te koopen, deszelfs woest geweld daarheenen ftuurden, dat het derzelver alreeds te groot gezag door de onwettigste middelen gestadig toeneemen , en haar de onafhanglykheid van de algemeene maatschappy meer en meer deed overhellen. Maar: „ zo ras in eene Republiek, in een „ vryen Staat, een enkel mensch boven de '' anderen verheven is , en zyn gezag naar " de Onafhanglykheid begint over te hellen, " word zyn belang natuurlyker en noodzaak" lyker wyze met het belang van zyne Medeburgeren ftrydig ; hy zoekt hen aan zyn' „ wil te onderwerpen , zo dat hy geen te\ genkanting ontmoete, dat js , op dat hy  (*) Zie Grondwettige herstelling van Nederlamk Sktës* urnen* Bladz, 95. van de tweede druk, „ hen dienstbaar maake, en op die wyze „ heersche. Dit gevolg is uit den aart der „ zaak, uit de natuur van het menschelyk „ hart afgeleid ; het is noodzaaklyk; het is „ onfeilbaar (*) " Welk regtgeaart Burger zal niet moeten toestemmen, dat alle deze heillooze gevolgen der weelde, van eene toomelooze heerschzugt, en der burgerlyke verdeeldheden, in de maatsfchappy van Nederland te jammerlyk gevoeld zyn, en haar meer dan eens tot op den oever van haaren geheelen ondergang weg lleepten? — Wie kan met eenige fchyn van reden twyffelen, of het daaruit voortfpruitend kwaad zou gestadig dieper wortelen geschooten hebben , zo dat het ten laatsten met geene mooglykheid mee? had kunnen uitgeroeid worden ? — Wie zal in zyne denkbeelden zoo verward , of zoo verbasterd wezen van ziel, om in zyn ge-, moed niet overtuigd te zyn, dat er eene. waarlyk fterke hand en de kragtjgste poogingen vereischt worden , ten einde die verfcheidenheid van noodlottige gebreken en ondeugden uit te wieden, welke zedert lan-, T 3 gei|.  2P4 gen tyd de bloei en welvaart van Nederland verstikten? Het was derhalven meer dan tyd, dat de oogen van veele Vaderlanderen eens eindelyk geopend wierden, op dat zy de gaapende afgrond zien mogten, die hunne duur gekogte Vryheid, hun tydelyk geluk, hunne dierbaarste rechten en bezittingen voor altoos dreigde te verflinden. Welk eene verregaande verbastering beschouwden zy toen met opzicht tot de gansche maatschappy! welke veelerlei gruuwelen ontdekten zy , die alleen gepleegd waren ten einde aan de heerschzugt voedzel te geeven, en dat affchuwelyk wangedrocht over de Vryheid te doen zegevieren! welke tallooze misbruiken zagen zy in veele departementen van het openbaar bestuur! en hoe deerlyk waren de geheiligdfte rechten des Volks, door opentlyk ingevoerde dwingelandy, aan veele oorden niet geschonden! — De oorfpronglyke en alleen wettige constitutie van'het Vaderland , was door eindelooze inbreuken en onwettige veranderingen in dezelve, een chaoss een mengelklomp van verwarringe geworden, hetwelk ook de fchranderste vernuften nauwiyks meer ontwikkelen konden! Weinige Burgeren kenden langer hunner rech-  295 vechten! De meeste Regenten , uit laffe toegeevenheid, kinderachtige vrees, of laage eigenbaat ongevoelig aan hunnen plicht geworden , fcheenen haar zelve meer afhanglyk van eenen Staatsdienaar te achten, dan yan het gezamentlyke Volk, en toonden zich ook daarom meer genegen de gewaande grootheid van den eersten, dan het waarachtig heil, geluk en de welvaart van dit laatste te bevorderen, Pe Krygsman weigerde gehoorzaamheid aan zynen alleen wettigen fouvereinen en hoogsten gebieder, maar vloog af van de wenk en het welbehaagen van één boven hem verheven, doch aan den Souverein ondergeschikt opperhoofd. Veele voornaame Amptenaaren misbruikten hun aanvertrouwd gezag, en dagten haar zelve boven alle verantwoord dinge; terwyl de vetste en voordeeligste bedieningen haast overal het erfdeel wierden van pluimstrykers en hoofsche vleijers. De bezittingen van den Staat vielen één voor één aan roofzugtige en vernielende vyanden ten prooi, nadien alles wat de maatschappy onte zachelyk, en in de oogen haarer wreedc vyanden gevreesd kon maaken, fbhandelyk wiS bedorven, en verwaarloosd, fïet Volk in, dé diepste,onkunde en zorgeloosheid te deerly^ weggezonken. kende naqwlyks zyne waarach* T 4 &  Sp6 tige en wettige Bestuurderen, of had ten minsten weinig' liefde voor en vertrouwen in dezelve; maar beschouwde in de achtbaare Vaderen des Volks enkel ondergeschikte jftmptenaaren van eene hoogere macht, van welke het de fpeelbal was geworden. — Alles dreigde verwarring, verwoesting,, ramp en el.ende» in de ondergang eener .eertyd.s bloeijende en zeer gezegende maatschappy! alles, verkondigde haare aann.aderende ontbinding! Schoon dc verdere voortgang van dit kwaad, aan veele oorden reeds ten. deele is gestuit; fchoon men veele boven alle roem , verheven onbaatzugtige vrienden der Vryheid en des Vaderlands by aanhoydenheid ziet yveren, om de eerste op haare troon, van 'welke zy met Hst en. geweld verdree-» yen. was, het laatste in zyne te lang verwaarloosde welvaart te herstellen.,, is het nog», thans verre daarvan af, dat die braayen do grootste zwaa.righeid zouden overwonnen hebben, -r- o Neen! deze ontmoeten op elke fchrede welke zy in derzelver loffelyke. loopbaan, vorderen , de fbrkstc tegenkanting van hunne ontaarte Medeburgeren , die de ondergang des Vaderlands b'ezwooyen hebbende , niet eerder rusten zullen, dan  dan wanneer zy alle. welmeenende yveraars voor deszelfs rechten, en Vryheid, onder de puinhoopen daarvan verpletterd hebben. Maar de God der Vryheid, die het zo menigmaal rampzalig gefolterd Nederland , ook in hachelyk.er en . wanhoqpender tyden uit de klaauwcn der dwingelandy, dikwyls op het onvcrwagtst gered heeft, zal ook nu gewis het zelve redden, indien de deugdzaam gcbleevene Vaderen Des Volks, door de gewapende arm der Burgeren gesterkt, flegts hart en handen eensgezind in een flaan, ten einde alle aanflagen der boosheid nadrukkelyk te verydelen! — Alsdan zal men Deugd en Vryheid nogmaals zien zegepraalen ! Alsdan zal men de grondwettige constitutie in haare zuiverheid hersteld , en daarmede die verfoeijelyke beletzelen weggruimd zien, welke langen tyd aanéén, tegen de bloei en welvaart van het Vaderland zich hardnekkig hebben aangekant. Hiertoe, en om dit groot oogmerk te bereiken , moeten overdaadige weelde en verwyfde zeden van onder ons verbannen, alle misbruiken verbeterd , de heerschzugt beteugeld, en de burgerlyke oneenigheden voorgekomen worden. Dit laatfte kan alleen geT 5 fchie-  *9* fchieden, door het noodwendig onderling vertrouwen tusfchen het Volk en deszelfs Bestuurderen te doen herleven; hetwelk nogthans op eene zuivere, vaste en duurzaame grond nimmer kan gevestigd blyven, zo niet flaafschgezinde Hovelingen voor altoos uit de raadzaalen gebannen, en het gezamentlyke Volk hersteld worde in deszelfs natuurlyk en oorfpronglyk recht — het recht namentlyk van zyne eigen Overheid of Regenten te verkiezen. NE-  299 NEGENDE WANDELING. Bedenkingen oner iet Geluk. —— Voorheden van de gedreigde ondergang eener vrye en bloei jende maat» fchappy. Het is een algemeen bekende waarheid , dar de gewoonte een groot vermogen over den mensch oeffent , hetwelk zo wel ten goeden aangewend, als ten kwaaden kan misbruikt worden. — Door haare invloed is hy yverig en werkzaam in zyn beroep; maar ook dikwyls werkeloos en traag, en word alsdan een nutteloos lid der burgerlyke zamenleving — zy maakt denzelven gehard in rampen , en lïoutmoedig in gevaaren; maar ook niet zelden verhard in ondeugden, en in den hoogsten graad wreed en ongevoelig — door haar gesterkt , kunnen de bitterste tegenspoeden draaglyk worden , en de flaaf voelt byna het zwaare juk niet meer , dat zyne fchouders drukt; maar zy kan ook de vrygeschapen mensch aan eene langzaam ingevoerde fchandelyke flaverny gewennen, die hem  3W hem van zyne oorspronglyke waardigheid geheel berooft. — Zy doet veele ftervelingen behaagen fcheppen in voorwerpen , die zonder haar walgelyk , en ten uitersten afzichtig zyn — zy verzoent dezelven met kwaaien en gebreken, die, zonder de gewoonte, haar de dood voor het leven zouden doen verkiezen — zy maakt dat rnen aan zulke omftandigheden zich gewillig onderwerpt, die voor de algemeene rust zeer noodlottig , en zo wel met 's menschen byzonder geluk, als met de welvaart der maatschappyen ten hoogsten ftrydig zyn. — Aan den anderen kant maakt ook de gewoonte van eenig goed, dat voor den mensch waarlyk nuttig en in zekere opzichten onwaardeerbaar is , langen tyd aaneen te bezitten, hem wegens deszelfs aanhoudend genot dikwyls geheel zorgeloos ; de fraaiste voorwerpen die hy dagelyksch voor oogen heeft, worden hem ten laatsten onverschillig 3 en zekere zoort van afkeerigheid neemt eindelyk de plaats in van het genoegen, dat hy aan de beschouwing of het daadlyk genot van voorwerpen te danken had, naar welken zyne ziel , niet lang geleeden met ongemeen verlangen reikhalsde. Hy ftreeft alsdan met., gelyke aandrang naar andere voorwerpen en. bezittingen , die hegi vreugden belooven , wei»  3°r welke hy te vooren nimmer kende. Geraakt hy tot het genot derzelven, dan noemt hy, deze vervulling zyner wenschen. en begeerten , hoe ydel en onvoldoende in haar zei* ve, een geluk, gelyk hy zich daartegen ongelukkig acht , wanneer hy tot dat einde vergeefsche moeite en poogingen heeft aangewend. — De voornaamste bronnen zyner tydelyke welvaart blyven hiervan zo weinig uitgezonderd , als hetgeen alleen tot uitspanning dienen moet, om hem in de gewichtiger beezigheden zynes levens te verpoozen. —r De mensch zoekt uit dien hoofde altoos nieuwe en geduurig afwisfelende tooneelen , die zyne zinnen vermaaken , die zyne lusten voldoen , en zyne driften en hartstochten bevreedigen kunnen. Deze begeerte naar veranderingen, en om het daarmede beoogd geluk te eeniger tyd te bereiken, is één der fterkste prikkels om den mensch tot geduurige werkzaamheid aan te fpooren,* maar zy is ook te zeiver tyd één der vrugtbaarste bronnen zyner gewaande elende, als welke uit eene teleurstelling van zyne hoop en verwagtingen gemeenlyk haare oorsprong neemt. — Al wie deszelfs begeerte naar nutte* looze veranderingen , of de dwaaze neiging om eenig ingebeeld geluk naa te jaagen, maa- tigen  302 tigen Ican, zal zekerlyk minder werkzaam zyn , dan degeen die daardoor gestadig aangedrongen word; maar hy zal alsdan ook zelden zich zelve ongelukkig achten, en zyne werkzaamheid den meesten tyd alleen tot zulke voorwerpen bepaalen , die voor hem en de zamenleving waarlyk nuttig zyn. Het zyn deze begeerten van den mensch „ die, wanneer zy op fchadelyke voorwerpen gevestigd worden, het geluk der zamenleving meest bederven. Hoe vermogender en aanzienlyker de zulken zyn , die om dezelve te bereiken, alle hunne kragten en vermogens aanwenden, des te grooter verwoestingen zal ook daardoor in de maatschappyen worden aangeregt. — Daar nu de Heerfchers en vermogenden der aarde do meeste middelen in handen hebben , die haar in ftaat ftellen om hunne dringende hartstochten en begeerten, ten nadeele des algemecnen menschdoms een vrye Joop te gunnen,, zo zien wy uit dien hoofde in de waereld, overal om ons heenen, de droevigste blyken van fhverny en elende; al te dikwyls worden onze ooren daarom getroffen van het gekerm en de zugtingen van jahimerlyk 'verdrukte ftervelingen; daarom zien wy zoo veele derzelven fchréijen om de laft van hun rampzalig0  lig noodlot, nademaal zy dc prooi geworden zyn van machtige doch onmeêdogende geweldenaren, die met al hun doen en laaten niets anders fchynente beöogen, dan om aan hunne fchadelyke driften en begeerten cngestrait oen vryen teugel te mogen vieren, en aldus het zwak gebouw van hun gewaand geluk , op de puinhoopen van hunner natuurgenooten welvaart op te regten! Hiervan ondervind ik niets in deze fhlle eenzaamheid, die, verre van verveelende te zyn, of de minfte afkeerigheid te verwekken, aan myne zinnen en gemoed geduurig nieuwe bekoorlykheden opleverd. — Hier hoor of zie ik niets van die rampzalige uitwerking der driften en begeerten by het menschdom! — Hier fchep ik dag aan dag meer behaagen in de ongedwongen bevalligheid dezer aangenaame ftreeken, door welke het zagtruischend beekje kronkelend voortkruipt; daar de blyde leeuwerik, zingende, tot boven de' wolken zyne fteile dugt verheft ; daar de lieflykste geuren, door duizenden van veldbloemen en het rypend koorn uitgewaasfemd, de zuivere, de onbesmette lugt vervullen ; daar de gulle vrede heerscht; daar geene aanslagen der heerschzugt myne rust of myn geluk ver- floo-  S©4 ftooren ; daar geéne zigtbaare elende of ver-: drukking myner natuurgenooten , zilte traa- ■ nen van medelyden uit de oogen perst! Hier mag het my gebeüren, van het gewoel en de lastige zorgen der waereld afgezonderd, en van weinige begeerten aangevogten, een met' myne neigingen overeenkomstig geluk te genieten. — Hier mag ik my verheugen in het betrachten van de werken der natuur , waarin" de eenvoudige fieraaden van het viiendelykst jaargety zich thans vereenigende, overal zulke tooneelen daarstellen , die voor gevoelige zielen nimmer onver-» fchillig , maar altoos by uitneemendheid aanlokkelyk zyn : want hoe meer deze hun oog aan de beschouwing, en hun gemoed aan eene bedaarde overweeging haarer voortbrengzelen gewennen , des te verbaazender aaneenfchakeiing van eigenschappen , uitwerkzelen en vermogens , vinden zy ook telkens daarin opgeslooten; en zy ontdekken, in al hetgeen de natuur binnen het bereik onzer zinnen heeft geplaatst, een ryke fchat van wysheid , een onuitputtelyke bron van Zegeningen en geluk. — Doch ook, hoe verbaazend haare werken ,' hoe onnavolgbaar haare fieraaden zyn , is het 'nögthans de arbeid Van' den mensch , die'daaraan een ^rooter maat van  Van nuttigheid , die daaraan de meeste luis-' ter byzet. Want door zyne vlyt doet hy haare kragten , die zonder deze bystand voor het menschdom nutteloos kwynen zou» den , meer en meer ontwikkelen , haare fchoonheden gefladig toeneemen , en haaf gelulcbevorderend vermogen tot byna in het oneindige vermeerderen. Het best mooglyke gebruik van de natuur cn haare voortbrengzelen te maaken, maar inzonderheid de poogingen óm tot een höó,ger trap van volkomenheid, voor zo verre een ftervelyk en zeer bepaald wezen dezelve naderen kan j. zich op te beuren b zyn zeker•lyk de voornaamste bronnen 'van 's menschen wezendlyk Geluk, en dus ook het groote doel , naar hetwelk hy hier op aarde met alle zyne kragten en vermogens ftreeven moet. — Hiertoe is hy, als het waare in het middenpunt der fcheppinge geplaatst, en met eene redelyke ziel begaafd, ten ein. de door zyn verstand en fteeds tocneemende kundigheden , de werkingen der natuur aan den éénen kant te bevorderen, en aan den anderen kant zyne zielsvermogens aan te wenden, o m by aanhoudendheid zyne eigen toestand te verbeteren. Daar hy uit de menigerlei waarneemingen 5'. V en  p6 en ontdekkingen aangaande dé eigenschap» pen en werkingen der natuur, ter bereiking van het eerste doel gestadig meer en meer in ftaat gesteld word ; zo dient ook zyne toeneemende kennis met opzicht tot het zedelyk bestaan van den mensch, als een yrygebooren en onafhanglyk wezen, of van deszelfs rechten en plichten in de rnaatfchappy, om in zedelyke volmaaktheid meer en meer te vorderen. — Hy kan echter, met al zyn ingeschapen vernuft, in geen dezer beide kundigheden groote fchreeden doen 3 zo lang flaafsche vooroordeelen en het blind bygeloof, door de gewoonte gesterkt , de ziel boeijen ; of zo lang heerschzugt en geweld op den aardbodem heerschen, en de vrygeschapen mensch, aan de ketenen van het willekeurig gezag vastgeklonken, door eigenzinnige en baatzugtige Bestuurderen der maatschappyen gedwongen word , om niet anders dan zodanig te handelen en te denken, als het deze machtige geweldenaa" ren goedvinden zal aan denzelven voor te fchryven. Nogthans is de mensch ten behoeve van de Grooten en vermogenden der aarde, of om de zogenaamde gelukftaat van deze clasfe zyner natuurgenooten maar alleen te be- vor-  vorderen^ geenzios geschapen; — Hieronimoet hy trachten* wil hy ain zyne wezendlykste plichten en verheven bestemminge voldoen * dat hy het ohbehoorlyk en fchahdelyk juk van overhëerschkig en dwingelandy overal van zich afwerpe, ten einde door het genot eener redelyke Vryheid in ftaat gesteld te worden, om de vermogens die hem Van God en de Natuur geschonken Zyn , tot zyn eigen heil, en tot nut des menschdoms over het algemeen, met nadruk aan te wenden. Hy moet alle zyne imedemenscheh , die ergens in de flaafsche boeijen van eigertdünkeiyke Heerschers zugten, Wegens derzelver onbestaanbaarheid met hunne waare bestemming en gelukstaat zö Veel mooglyk overtuigen; hy moet haar de rampen voor oogen houden, aan welke zy uit dien hoofde onophoudelyk blootgesteld zyn; hy moet met kragt van redenen op hunne zielen aandringen , dat zy overal de hadrukkelyksté middelen aanwenden j ten einde zich te bcvryden van de fchahdelyke flaverny eener lydelyke gehoorzaamheid , waarin de gewoonte het menschdom aart meest alle oorden heeft verhard gemaakt, doch die voorzeker als dé grootste , zo niet de eenige hinderpaal, tegen de beV 2 vor-  3o8 vordering van deszelfs algemeene gelukstaat' hier op aarde aan te merken is. Al wie geene haat of vervolging van mach. tige dwingelanden ontziende, de vooroordeelen, het bygeloof, en de flaverny roem. waardig bestrydt, *en in zyne poogingen ter overtuiging van den mensch , aangaandedeszelfs waare rechten, plichten en belangen met een goede uitslag volhardt, is zekerlyk een oprecht Menschenvriend, die de eenpaarige toejuiching van alle zyne natuurgenooten overwaardig is. — Zulke dikwyls herhaalde aanvallen' tegen de genoemde groote vyandinnen van het geluk der ftervelingen, moeten derzelver gezag en invloed op het menschdom te eeniger tyd ondermynen, en noodwendig aan het wankelen helpen ! Doch om dit edel doel te bereiken, kan niets heilzaamer zyn, dan hetzelve tot deugd , tot Vaderlands en Vryheidsliefde zo veel mooglyk op te wekken; dan het by alle geleg'ehdheden een getrouwe afschildering der onderscheiden maatschappyen voor oogen te houden , op dat een ieder met volkomen overtuiging daaruit zien moge, dat vooroordeelen , bygeloof, geweetensdwang, flaverny en verdrukking , altoos de waare bronnen zyn geweest van verre de meeste on- deug-  309 deugden en daaruit voortkomende rampen, die het algemeene menschdom treffen ; dan het te overtuigen , dat geen maatschappy ooit een ,wezendlyk Geluk genieten kan, zo lang zy de ketenen der dwingelandy niet van zich afgeworpen heeft , waaraan zo wel de zielen of het verstand, als de Jighaamen haarer gezamentlyke leden , door de gewoonte en de heerschzugt der machtigen geboeid gehouden worden. De verbetering van zyn eigen wezen en van het lot zynet natuurgenooten, nevens een behoorlyke aanwending van de zegeningen der natuur ter vermeerdering van de geluk» ftaat des menschdoms, zyn derhalven onder de voornaamste der zedelyke plichten te tellen1, die aan alle ftervelingen opgelegd zyn ; dus zyn de kennis der natuur en van zyn eigen zelve, voor hem gewis de nuttigste van alle wetenschappen, alzo deze alleen , ter bereiking van die fgroote doeleinden hem in ftaat-kunnen ftellen. Maar wil hy ter verbetering van zich zelve en van het menschdom nadrukkelyk medewerken, dan zal hy in de beschouwing der burgerlyke maatschappyen, en in eene dagelyk* fche. verkeering met zyne natuurgenooten, derzelver waare aart en, gesteldheid, bene- Y 3 . vens  .vens de wezendlyke oorzaak hunner rampen ■ zo veel mooglyk trachten te doorgronden. Hier zal hy in de ftaatsgesteldheid van byna -alle Volken, even als in de beezigheden en vermaaken die den mensch overal onlee-. dig houden, onder 'eenige bevallige trekken vanwysheid, edelmoedigheid en deugd, eene verbastering en onvolkomenheid ontmoeten, die oneindig verre af zynde van den weg te baanen tot die gelukstaat, welke de mensch volgens zyne natuur en bekwaamheden in de zamenleving kon genieten, deszelfs gevoelige ziel maar al te dikwyls zal bedroeven. Want wat is doch de groote waereld met opzicht tot het meerder gedeelte haarer bewooneren , dan een tooneel van flaverny , van jammer en elende ! — het fchouwburg% waarop de heerschzugt en eigenbaat de afgrysiykste rollen van openbaare vyandlykheden en van heimelyke verraderyen fpelen ! — een moordspelonk , waarin de driften en hartstochten geduurige verdeeldheden en de noodlottigste ongeregeldheden verwekken , dié aan alle oorden 's menschen Geluk, welker vermeerdering nogthans het waare oogmerk van alle burgerlyke maatschappyen of der zamenleving is , jammerlyk vernielen! Wat zeg ik? het Geluk! — Hoe wei-  ggl ftlge helaas! zyn 'er onder 't menschdom die hetzelve kennen; hoe weinige die in waarheid zeggen kunnen , dat zy het genieten! — Het Geluk is en blyft ten aanzien van het gros der ftervelingen een loutere hersfensehim , een ydel fchaduwbeeld , dat met hunne poogingen den fpot dryvende , haar gestadig en te {heller ontvliedt , naar maate zy hetzelve greetiger najaagen en vervolgen* Maar, is deze beroaving van een goed , welks genot of verwagting der menschen wisfelvallig leven hier op aarde alleen draaglyk maaken kan , haare oorsprong geheel en alleen verschuldigd aan de aart en eigen» fchappen van den mensch zelve, zodanig dat hy hier beneden voor geen wezendlyk Geluk zoude vatbaar zyn? of hebben zy haar ongeluk meerendeels te wyten aan de verdorvenheid der menschelyke maatschappyen ? Waarlyk een zeer gewichtige vraag , die «ich echter, naar myne denkbeelden , ge«nakkelyk laat oplosfen. — Hoe doch kan het mooglyk zyn , dat het edelst, en van alle aardsche fchepzelen met eene redeiyke giel en doordringend verstand maar alleen begaafd wezen» van' zynen Schepper ge-, doemd zoude zyn , om hier in gestadige, ramp, elende en bittere tegenspoeden, te V 4 kwy*  3i2 %4XSg±P kwynen ? om altoos de nietige fpeelbal te zyn van gestadige teleurstellingen ? om fteeds het één of ander fchaduwbeeld naa te jaagen, hetwelk hy ten onrechte voor zyn waar - Geluk aanziet, maar dat hem ras ontvliedt, of waarvoor hy een ydele dampwolk omhelst , wanneer hy het met veele moeite meent bereikt té hebben? — Is het niet genoeg , dat de mensch, uit hoofde, zyner natuurlyke zwakheden , reeds veroordeeld is om heden blyde en yerheugd, morgen neêrflachtig en ten uittersten bedroefd te zyn? heden gezondheid en fterkte te bezitten , morgen van eene fmertelyke ziekte te worden aangetast ? om zyn kortstondig leven altoos in gevaar , en zyne tydelyke welvaart op eene altoos wankelbaare kloot gevestigd te zien ? — Moest hy daarbeneven ook yeroordeeld zyn , om; in de zamenleving een gestadige prooi te wezen van emdelooze toevallen , kwaaien en onheilen, die hem alleen van willekeurige Heerschers opgedrongen worden ? o Neen ! de. mensch was zekér niet beftemd , om in dit leven niets dan onrust , verdriet en elende te ondergaan, of enkel de fpeelbal te zyn der driften en hartstochten van machtige geweldengaren. — Pe toevallige  3>3 lige veranderingen, die uit de zwakheid zyner lighaamsvermogens voortspruiten , zyn onvermydelyke kwaaien hem door de natuur opgelegd : maar deze zouden zeer draaglyk voor hem worden ; hy kon op dezen aardbodem gewis een oneindig hooger maate van Geluk deelachtig worden , dan hem waarlyk ten deele is gevallen , indien het menschdom overal aan deszelfs verheven bestemming getrouw , hetzelve alleen in zulke middelen zogt , die door de reede en het vernuft ter bereiking daarvan worden aangewezen ; die ook alleen het vermogen hebben , om deszelfs Geluk oprecht, zuiver, en naar maate van de kort bepaalde duurzaamheid zynes levens , eenigzins bestendig te maaken. Want hoe zeer een bestendig en onveranderlyk Geluk, ten aanzien van den ffcervelyken mensch,, als eene bloote hersfenschim te achten zy, bestaat nogthans zyn Geluk en Ongeluk, of zyne tydelyke welvaart en elende , in niets minder dan verbeelding. Beide hangen voor een groot gedeelte af van zyne neigingen of gemoedsgesteldheid , van zyne daaden, benevens veele uitterlyke omHandigheden die het eerste bevorderen , of het laatste veroorzaaken kunnen. Hy bezit reeds in zich zelve een onuitputtelyke bron V | van  van genoegen , wanneer hy aan de edelste zyner eigenschappen voldoende , het werktuig zyn wil ter bevordering van het heil zyner medestervelingen : maar zo dra een rampzalig misbruik der aan hem vergunde vermogens, den mensch zoo diep vernedert, dat hy het fnoode werktuig word der boosheid, ten einde de elende zyner lydende natuurgenooten te vermeerderen, dan blyft zyn ziel voor altoos verstooken van het waarachtig genoegen dat hem alleen gelukkig maaken kan, en een gestadige onvergenoegdheid , het wezendlykste ongeluk voor den mensch , word het rechtvaardig loon zyner misdryven, Zyn ongeluk bestaat inzonderheid in het gevoel van een aantal behoeften of begeerten, die hy niet voldoen kan, en welker gemis'hem daarom alleen troosteloos of ongelukkig maakt; om dat hy zelden weet wat voor hem waarlyk nuttig of fchadelyk zy. — Doch naar maate hy door de reede en het verstand zich wil onderrichten laaten , dat die behoeften llegts geringe beuzelingen zyn, welke zyne opmerking geenzins verdienen ,, in die evenredigheid verminderd ook de maat zyner ongelukken , en de geoefendheid in deze deugd fchenkt hem eindelyk eene verfee.-  fievenheid van ziel , die den mensch boven het gevoel van alle kleine rampen dezes levens verre weg verheffen zal. De overtuiging van de brosfe nietigheid en verganglykheid der aardsche geluksgoederen , is derhalven maar alleen vermogende om hem in ftaat te ftellen, dat hy zyn Geluk in die middelen zoeke , waarin hetzelve wezendlyk te vinden is: te weeten, in de bevordering van waare Deugd en Wysheid. — Maar ftellen niet byna alle ftervelingen hun Geluk alleen in het bezit van onmaatige rykdommen , in de voldoening eener onhegrensde eerzugt, in het bevredigen hunner ongetemde begeerten en hartstochten, in het genot van wellust , en van gestadig afwisfe-lende vermaaklykheden ? — Kunnen dezé fchyngoederen des levens wel ooit het vermogen hebben , om aan den mensch een beftendig en onwankelhaar Geluk toe te brengen ? — Neen! zy mogen hem voor eenige ©ogenblikken een kort ep ten hoogsten zeer wisfelvallig genoegen baaren ; doch alle voordeelen die dezelve opleveren , zullen „ wanneer hy daaraan gewoon geworden is, naar een weinig genot ras verdwynen : zyn ziel zal dan Van eene aanhoudende en drin. gende begeerte bestormd worden , om dit kort-  £16 kortstondig genot duurzaamer te maaken , door de masfa van het valsch genoegen dat hy daarin meent te vinden , gescadig te vermeerderen ; en dewyl deze zyne hartelyke begeerte met geene mooglykheid kan vervuld worden , zo moet zyn misnoegen of gewaand ongeluk uit dien hoofde fteeds verergeren. De algemeenheid dezer fchadelyke neiging veroorzaakt het bederf der zamenleving, nadien alle clasfen van leden der burgerlyke maatschappyen , daarmede meer of min vergiftigd zyn. Hierom ziet men de gerechtigheid , die de banden der gezelligheid aaneen moest houden , van den aardbodem verbannen, en daartegen een algemeene booze neiging heersqhen , om anderen te onderdrukken , en voor zich zelve maar alleen te zorgen. Het vooroordeel fchynt daarom een iegelyk te bezielen , als of hy maar alleen voor zich, en niet mede voor de zamenleving geschapen zy. Ieder mensch wil derhalven maar alleen voor zich zelve werken, en niet dan door de hoogste noodzaaklykheid daartoe gedrongen , ook zomwylen ten behoeve van het algemeen medearbeiden. Dus fchynt de eenige grondregel naar. welke verre het meerder gedeelte des menschdoms handelt, dc?e te zyn: maak ujde zwakheden, van ?ï uweq  %<38&& 317. „ uwen evenmensch ten nutte , en bedien „ u daarvan zo veel gy kunt tot uw byzon„ der Geluk en voordeel; voldoe op die wyze aan uwe behoeften , hartstochten en „ begeerten, al ware het ook ten kosten van „ de rust en welvaart uwer Medeburgeren . „ al ware het ten kosten van al wat heilig, „ goed en billyk is , indien gy aan dezel„ ven , zonder gevaar voor uwe eigen vei„ ligheid, flegts voldoen kunt/' Zie daar de waare bron van 'si menschen meeste rampen en elende in deze waereld ! — Zie daar de reden, waarom het Geluk hem fteeds ontvliedt 1 ~ Zie daar de oorsprong Van alle geweld en verdrukking in de aamenleving ; van al het gewoel van vermogende, trotsche en hoogmoedige ftervelingen ! Aldus worden de middelen ter bevordering van het geluk des menschdoms, in meest allé maatschappyen geheel en al uit het pog verlooren: want alle haare leden trachten , naar maate van de rang en het vermogen waarin zy zich geplaatst, vinden , enkel en alleen om hunne heerschende driften te bevredigen , niet om hun eigen waarachtig heil , nevens dat van hunne medestervelingen te bevorderen. De mensch is uit den aart tot het kwaade, niet  aiet geneigd; want zulks te onderstellen, zo» zyn de Natuur en de Godheid zelve te belee-. digen. Maar het Zyn deszelfs begeerten en hartstochten , die de fterkste prikkels zynde om hem tot werkzaamheid aan te dryven * ook meteen de voornaamste bronnen zyn van alle ondeugden en daaruit voortspruitende onheilen en verwarring, die hem in de zamenleving treffen. Hy waant in de voldoening de^sf driften en begeerten zyn Geluk te zullen vinden : waht wat doch zou henl aanspooren om zyne medemenschen te benadeelert , om dezelve te verdrukken 5 indien hy niet in het dwaalend denkbeeld was ge* vallen j dat hy met dezelven kWaad te doen, zyn eigen Geluk Vermeerderen zoude? — Eeri heerschzugtig geweldenaar, die Zyn Vader* land , benevens een onnoemlyk aantal zyner onschuldige natuurgenoten , moedwillig opofferd j heeft geenzins een ingeschapen neiging om deze flagtoffers zyner heerschzugt in het ongeluk te ftortert \ of om zyn Vaderland fchandelyk te verraaden; maar zyné hartstochten en begeerten , die hy door de reede en het vernuft niet beteugelen wil , dringen hem geduurig aan , om naar onbetaamlyke macht en aanzien te flreeven , als welke hem, volgens zyne verkeerde begrippen  pen , maar alleen gelukkig kunnen maaken : dus ontziet hy geene gruwelen hoegenaamd , om dat doelende te bereiken , waartoe hy langs geenen anderen weg, dan door allerlei fnoodheden kan geraaken. Het zyn aldus de begrippen aangaande het Geluk, die den mensch goed of kwaad maaken. Zyn deze zuiver , en is hy overtuigd dat hetzelve in de bevreediging zyner hartstochten niet gezogt moet worden , dan zal hy deugdzaam dat is gelukkig zyn; maar hy word fnood en boos, dat is ongelukkig, wanneer hy zich aan zyne driften overgeeft, en in de voldoening derzelven zyne hoogste welvaart fieldt. — Niets kan zyne neiging tot het pleegen van misdaaden en ongerechtigheden alsdan in toom houden; want geene zagte vermaaningen, geene ftren. ge dwangmiddelen , geene vooruitzichten op eere of fchande, geene lighaamlyke ftraffen noch de gedreigde dood zelve zyn in ftaat, om zyne ongetemde hartstochten, door eene valsche begeerte naar hetgeen hy als zyn Geluk beschouwd, aangeprikkeld, volkomen te bedwingen. De mensch die zich door de ingeschapen reede en het vernuft laat beftuuren, zal '•daartegen altoos bedagt zyn om zyne fchade- lyke  S20 %3JS£# lyke drif:en te beteugelen, ten einde de verhevtn Hoedanigheden welke hem van de Natuur geschonken zyn , door niéts dat zy^ ner onwaardig is, te ontëeren. — Dit kan alleen geschieden door de beoeffening der deugd. Zo dra deze haare heerschappy in der menschen ziel gevestigd heeft , verband zy daaruit alle fnoode eigenbaat ; zy over-' tuigd hem , dat hy zekerlyk geschapen is om te eeniger tyd gelukkig te zyn ; dat hy hier op aarden, om zich dat Geluk waardig te maaken , by aanhoudendheid naar eenen hoogerentrap van zedelyke volmaaktheid {treeven moet 5 en dat hem van het Opperwezen als één zyner wezendlykste plichten opgelegd is , om ten allen tyde zyn eigen waarachtig heil, nevens dat van zyne medestervelingen zo veel mooglyk zy te vermeerderen. Het zyne zoekt hy niet in eenige öogenblikken van vermaak; niet in eene gewaande grootheid , die hy zonder zyne natuurgenooten te verdrukken * niet kan genieten, en ook daarbeneven , om de korte duurzaamheid en wisfelvalligheid zynes levens, Üegts weinige dagen of jaaren duuren kan ; hy zoekt hetv zelve in geene vlugtige of verganglyke goederen ; niet in uitterlyke voorwerpen die hem omringen , die zyne zinnen ltreelen , die  die zyne dwaaze hartstochten bevredigen kunnen — maar hy zoekt zyn Geluk in de gezondheid en fterkte van ziel, in de verbetering van zyn verstand en hart , in gestadige toeneeming van de kennisfe der waarheid , in het betrachten van de deugd. Wanneer wy deze korte beschouwing van der menschen gelukstaat , op die der burgerlyke maatschappyen toepasfen , dan vinden wy dat deze , even als de byzondere mensch , ter bereiking van het Geluk , den meesten tyd een hersfenschimmig denkbeeld najaagen. De dwaalingen waarin zy met opzicht tot hetzelve gemeenlyk vervallen, zyn inzonderheid te wyten aan haare Bestuurde* ren, als welke over het algemeen genomen in niets anders hun geluk en genoegen zoeken , dan in eene gewaande grootheid , ten einde over hunne medestervelingen een onbegrensde heerschappy te oeffenen ; en voorts in zulke middelen , die wel ingezien , alleen dienen om de heerschzugt Van Regenten en vermogende Staatsdienaaren te flreelen, of aan derzelver eigenbaat voedzel te geeven ; geenzins om den Staat tot de hoogste trap van welvaart op te beuren» door de Burgeren vry, deugdzaam en verX licht,  licht, en daardoor wezendlyk gelukkig te •maaken. Het is doch zeker , dat een maatschappy -door oprechte liefde voor het Vaderland , •waare heldendeugden , en de nyverheid van derzelver leden groot geworden , en dus een ■jtekere hoogte van Geluk bereikt hebbende, haare geheele fterkte ontfangt van de deug-den en belangeloosheid haarer Regenten, en derzelver onafhanglykheid van alle andere in» vloed i dan alleen van die des gezamentlyken -Volks. Hierdoor kan zy , afgescheiden van tiitterlyke omstandigheden', in haar zelve een waarlyk gelukkig lot genieten , en zy geniet •hetzelve in de daad, zo lang haare Bestuur•deren , met verzaaking van alle eigenbaat of vooruitzichten op gewaande grootheid, de algemeene voorspoed alleen in die middelen zoeken, waarin dezelve wezendlyk te vinden zyn; namentlyk , in de gezamentlyke leden, door hun eigen edelmoedig voorbeeld , tot waare deugd, oprechtheid , zuivere zeden , en eene belarigelooze Vaderlandsliefde aan te moedigen. — Zy daalt in tegendeel van haare vroegere hoogte van voorspoed af, zo dra haare Bestuurderen dit wezendlyke doel 'uit hét oog verliezende , meer aan hunne byzondere driften begeerten trachten te vol-  3^2 voldoen , dan om door weldoen i uit te munten , en alle eigenbelang voor derzelver verheven plichten te doen wyken. Een bloeijende maatschappy kan ook inwendig uit haar zelve , niet eensklaps ongelukkig worden ; maar men ziet allengs den weg bereiden tot haare rampen, en eindelyk tot de geheele vernietiging van haar Geluk, door eene langzaame afwyking van de deugden die dezelve hadden groot gemaakt, en de verwaarloozing van zulke eigenschappen, welke de wezendlykste kenmerken zyn, die een vry Volk van flaafsche onderdaanen onderscheiden. — Want gelyk de byzondere mensch ongelukkig word , zo dra zyne daaden door eenig ander gezag, dan door de heilzaamê invloed der deugd bestuurd v/orden ; zo word ook een maatschappy ongelukkig , zo dra haare Bestuurderen van eenig ander gezag en invloed afhanglyk geworden zyn, dan alleen van die des gezamentlyken Volks, Hieraan moeten deze hunne verheffing tot de aanzienlyke Waardigheid die zy bekleeden , eenig en alleen te danken hebben , op dat zy uit de volheid haarer harten ook alleen zorgen mogen , om deszelfs Vryheid en rechten te handhaven, en om de voorspoed, het Geluk, én de welvaart van het algemeen naar hun X * bert  $4 best vermogen te vermeerderen. Maar z» haast heeft deze invloed en verplichting niet op eenigerhande wyze opgehouden , zodanig , dat de Regent niet langer in het Volk zyne wettige en eenige aanstellers erkent , maar de grootmaaking van hem en zyn geflacht aan een ander vermogen , afgescheiden van dat der algemeene maatschappy te 'danken heeft , of hy word uit laffe toegeevenheid , misfehien uit eene te verre getrokken dankbaarheid zeer ligt in de noodlottige verzoeking gebragt , om , met verwaarlozing van eed en plicht , zyne oplettendheid geheel daaraan toe te weijen , dat hy dien weldoener behaage , en deszelfs gewaande gelukstaat alleen vermeerdere , door hem in ftaat te helpen ftellen , om zyne heerschende driften te bevredigen. Hy arbeid dan alleen ter bevordering van zyn eigen zogenaamd Geluk , en ter grootmaaking van den mensch , die hem naar zyne meening ter bereiking van hetzelve in ftaat gefield heeft , en van wiens handen hy in het toekomende nog meer gunstbewyzen voor zich en de zynen hoopen kan. Hierom kan een vrye maatschappy nooit te waakzaam zyn , om zorgvuldig toe te zien, dat haare Bestuurderen van alle ander  3*5 der gezag volmaakt onafhanglyk blyven , dan alleen van de oppermacht des gezamentlyken Volks. Want zo lang de Regent door geene vreemde invloed tot het verwaarlopzen van zynen plicht word aangedrongen , zullen de deugden op welke haar Geluk berust , by de maatschappy altoos in eeren blyven, aangezien deze de weg tot eereampten en waardigheden alsdan alleen baanen kunnen, maar die geenzins door laage gedienstigheden , of andere fnoode en flaaffche middelen te verkrygen zyn. Wanneer dienvolgens de Regenten hunnen plicht betrachten , zullen ook alle verdere leden elkander getrouwe hulp en bystand bieden , ten einde de voorspoed van het algemeen , even als het Geluk van ider lid in het byzonder , op de grondslagen van betamelyke Vryheid, goede orde , billyke wetten , deugd, en ftrenge zeden te ondersteunen. Deze zyn de waare pilaaren van het vermogen en de gelukstaat eener onafhangjyke maatschappy , die onder dezen heilzaamen invloed nimmermeer verzwakken kunnen, maar gestadig meer vastigheid verkrygen, en haar verder ten top van Geluk en voorfpoed verheffen: gemerkt een belangelooze zugE voor het Vaderland alsdan de meeste X 3 haat  haarer leden bezielt , en dezelve by aanhoudendheid aanspoort , om het schoone pad van waare heldendeugden te betreden. Doch nauwlyks is by zodanige maatschappy een héillooze zorgeloosheid , met opzicht tot de wezentlykste middelen ter bevordering van haar Geluk, ingesloopen , of men ziet de heerschzugt , die altoos met omkooping , list , geweld en verraad verzeld en omringd is , haar verwaand hoofd opfteeken , ten einde het Volk van dien invloed te berooven , welke het op de aanHelling en het gedrag zyner Regenten noodwendig hebben moet , wil het zyne Vryheid behouden , en met deze deszelfs algemeen Geluk duurzaam maaken. De weelde verschaft het meeste voedzel aan de heerschzugt ,. en ondermynt aldus langzaam maar zeer zeker de grondzuilen , waarop het ge • bouw van de grootheid en der gelukstaat eener maatschappy eenig en alleen berust. Zy neemt haare oorsprong uit zeer kleine en byna onmerkbaare beginzelen j maar eens ingevoerd , en haare fchadelyke invloed d.oor de gewoonte gesterkt zynde , maakt zy daartegen zeer fnelle vorderingen , en word wel dra de vrugtbaare baarmoeder van toet zedenbederf , die, de voldoening van fcha-  •32? fchaddyke driften en begeerten boven de bevordering van het algemeene heil achtende , de gewisfe weg baant tot de ondergang der Vryheid. Want zo haast zyn niet de deugden die de maatschappy gelukkig en groot gemaakt hadden , van haar geweeken, of zy word zeer fpoedig aangetast van een inkankerend bederf , hetwelk de heerschzugt veelerlei middelen aanbiedt, om de wetten ftoutmoedig en ongestraft te vertreden, en die in trappen te hervormen , langs welke zy tot de troon eenes onbepaalden ge? zags poogt op te klimmen. Zo dra derhalven een vrye maatschappy of natie tot die hoogte van verbastering en zorgeloosheid gekomen is , dat de Burger , uit onvergeeflyke onkunde aangaande zyno regten , plichten en belangen , wegens de Vryheid, de Onafhanglykheid en het Qeluk zynes Vaderlands onverschillig denkt —- z$ dra de meeste haarer leden in derzelver Beftuurderen willekeurige Heerschers , en in de voornaamste Amptenaaren onafhanglyke ftaatsleden beschouwen , die aan de maat» fchappy geene rekenschap noeh verantwoording van hun bewind behoeven af te leggen •w zq dra het Volk zich beroofd ziet van (ibf£$9 onbetwistbaar e» seer natuuriy.k X 4 recht*  328 recht, orh zyne eigen Overheden te verkiezen , en daardoor de hoogst noodzaaklyke invloed verliest , die het op derzelver gedrag en bedoelingen bezitten moet — zo dra , als een heilloos gevolg daarvan , de aanzienlykste ampten en waardigheden in den Staat niet langer naar verdienst begeeven wordende , byna als een erfrecht van weinige vermogende geslachten worden aangemerkt , die daarover ten behoeve hunner kinderen , nabestaanden en vrienden, naar eigen willekeur beschikken — zo dra de Bestuurderen der maatschappy een ergerlyk en onnatuurlyk misbruik maakende van het hun aanvertrouwd gezag , den Burger door fcherpe bloedplakaaten verbiedt , met eerbiedige vrymoedigheid zyne wezendlyke bezwaaren aan dezelven voor te leggen , en nadrukkelyk om herstel zyner verduisterde of geschonden voorrechten aan te dringen Ü zo dra men hem beletten wil, zyne Vertegenwoordigers zodanige voorstellen en vertoogen aan te bieden, als naar zyn begrip waarlyk tot heil des Vaderlands ftrekken , of ilegts de inlevering daarvan bezwaarlyk mzafct 'zo dra de Bestuurderen der maatfchappy , die nogthans in deze hoedanigheid hunne eigen belangen , minder dan het geluk m  en de belangen van het algemeen voorstaan en bevorderen moeten, onder zich eene zamenzweering maaken , om den Burger volftrekt onkundig te houden van het geen door haar in de raadzaalen voorgesteld en overwogen word. — zo dra het gros der natie vry algemeen gehoor verleent, aan de omgekogte en fchandelyke predikers eener lydelyke gehoorzaamheid , die , om het Volk in eene doodelyke zorgeloosheid te dompelen , het in den waan zoeken te brengen als waare het ongeoorloofd , ja zelfs misdaadig het gedrag zyner Overheid te beöordeelen , en haare misfiagen of gebreken met opzicht tot het ftaatsbestuur ,' aan de natie voor te leggen — zo dra deze verderflyke leere zulke diepe wortelen fchiet, dat men een deugdzaam Burger, die de woorden Vryheid en Majesteit des Volks in de ooren zyner verbasterde Medeburgeren doet klinken , als een onzinnige beschouwd, op het hooren uitgalmen van liefde tot het Vaderland een fmadelyke glimlach op de wezens trekt, en alle die wegens herstel van geschonden Volksrechten durven fpreeken , met de fchandnaamen van Rebellen en Oproermaakers bestempeld — zo dra onderwerpen van koophandel , landbouw , fabryX 5 ken,  35o ken , en meer andere takken van de nyverheid en voorspoed der Burgeren , met drukkende belastingen bezwaard worden , terwyl voorwerpen die aan de pracht , weelde en overdaad der Grooten alleen voedzel geeven , daarvan verschoond blyven — wanneer de algemeene lasten meer opgelegd worden volgens eene eigenzinnige grilligheid, dan overeenkomstig of geëvenreedigd met de waare behoeften van den Staat — wanneer over de geldmiddelen, het waarachtig eigendom des Volks, willekeurig word beschikt, en de verantwoording aangaande het gebruik derzelven een ondoorgrondelyk geheim blyft, het welk het daglicht nimmer z'ien. mag — zo dra men de vryheid der drukpers, dit groot plegtanker der burgerlyke Vryheid befnoeit, ten einde het Volk met opzicht tot deszelfs rechten en belangen zo veel mooglyk blind te houden, onder het elendig voorwendzel dat daarvan een misbruik kan gemaakt worden, en ook zomwylen werkelyk gemaakt is — zo dra de mindere ampten en bedieningen, die alleen het loon van deugden, of der diensten aan het -Vaderland beweezen, zyn mogen, meerendeels opgedragen worden aan laage pluimstrykers en zoortgelyke onwaardige voorwerpen, of aan 09°  331 onbekende vreemdelingen, die daarop geen' anderen eisch hebben , dan dat zy met een flaafsche ziel eenige jaaren in flaafsche dienstbaarheid hebben doorgebragt — 'zo dra de Regent voor eene gewapende Burgery ziddert, en de burgerlyke wapenoefening door veele in den weg gcworpene beletzelen dwarsboomt en allengs doet verwaarloozen, de braave beoeffenaars derzelve bespottelyk maakt of vervolgd, en die eindelyk geheel te niet doet gaan — zo dra de gewapende arm van besoldigde huurlingen, die met het nyvere zweet der Burgeren gevoed wordende , ten einde de Onafhanglykheid, Vryheid en Rechten der maatschappy voor alle openbaar geweld en verdrukking te beveiligen, door een gedeelte haarer leden ftraffeloos word opgeroepen, om daarmede de vrye ftem een's getergden en verdrukten Volks te fmoo* ren, of veeleer, om tot vertrapping van al hetgeen in den Burgerstaat heilig, goed en wettig is, de behulpzaame hand te bieden — wanneer men met bedaarde oogen aanziet, dat flaafsche krygslieden aan willekeurige dwingelanden ten dienste ftaart, ten einde den vryen Burger, die op eene redelyke en betaamlyke wyze flegts de wettige herstelling zyner gefehonden rechten vordert t meer en meer te  33* te onderdrukken, of, door de maat vaa deszelfs jammer vol te meeten, hem tot yertwyffeling te brengen: dan is de Gelukstaat van die maatschappy zekerlyk verdweenen , haare zogenaamde Vryheid is flegts een bloote fchaduw , en zy vervalt eerlang in de ongelukkigste en rampzaligste toestand, te weeten, onder het knellend juk van een fchandelyk en allerwreedst aristocratendom. Maar wanneer te zeiver tyd eenig lid der maatschappy in gezag en aanzien boven zy, ne Medeburgeren zoo hoog verheven is, dat hy zyne vrienden en gunstelingen, door veelerlei middelen en wegen, tot Beftuurderen van dezelve kan verheffen — wanneer deze vermogende Ingezeten over veele burgerlyke en militaire ampten, mitsgaders over eenige der hoogste waardigheden in den Staat naar eigen welgevallen beschikt, en dienvolgens een menigte van gunstbewyzen uitdeelen kan, waardoor hy de zodanige, by welken het eigenbelang zwaarder weegt dan de welvaart van hun Vaderland, tot eene blinde gehoorzaamheid aan zynen wil kan onderwerpen — wanneer hy door zyne rykdommen in ftaat gesteld is , om veele Burgeren van zyne gunst afhanglyk te maaken, maar inzonderheid het wuft, onbezonnen en redenloos graauw  m 333. graauw om te koopen — wanneer deszelfs waardigheden, hoe gruwelyk zyne wanbedryven zyn, hem voor eene fchandelyke ftraf beveiligen; of dat alle de aanslagen zyner fnoode raadslieden , ten einde de burgerlyke Vryheid, en met haar de welvaart en het Geluk des Vaderlands overhoop te werpen, met eene laffe toegeevendheid door de vingeren gezien worden — wanneer de uitvoerders der bevelen van den Souverein, met eene allerftrafwaardigfte ongehoorzaamheid deszelfs heilzaamê maatregelen en bevelen ftraffeloos durven tegenftreeven — zo dra de eerbied .welke de Burgeren van eenen vryen Staat aan hunne wettige Overheid verfchuldigd zyn, daardoor uit het oog gefield word, om dat men deze Bestuurderen der maatfchappy als bloote afhangelingen van eenen daaraan ondergeschikten Dienaar begint aan te merken — wanneer het Volk de aanhoudende verdrukking van willekeurige Regenten moede, fchier tot wanhoop geraakt, doch op deszelfs eigen kragten niet vertrouwende, naar vreemde hulp omziet, ten einde zich van derzelver dwingelandy te verlosfen — v/anneer de van de maatschappy tot haare vei ligheid besoldigde krygsbenden , onder de byna eigendunkelyke beschikking flaan van maar  33+ maat één byzonder lid derzelve, zonder dat de' gezamentlyke - Volksvertegenwoordigers aan zich de macht behouden hebben, of geneegen zyn met eene nooit afgebrooken waakzaamheid toe te zien, dat het krygsvolk niet tot onderdrukking, maar enkel en alleen tot befcherming van het Vaderland word aangewend — of wanneer het opperbevel over hetzelve , langen tyd aaneen in een zelfde perzoon of geflacht gehuisvest blyft, en tegen het misbruik dat daarvan gemaakt zou kunnen worden, geene zeer nadrukkelyke voorzorg is genomen: dan loopt zodanige maatschappy het oogenschynelykst gevaar, om fpoedig onder een eenhoofdige heerschappy te geraaken, die, gemerkt de reeds hand over hand toegenomen hebbende ongeregeldheden en verdrukkingen , meer dan waarschynlyk despotiek ftaat te worden, en dus het ongeluk des gezamentlyken Volks ten hoogsten top zoude voeren. 'Ér zyn nog veele andere kenmerken, die de gewisTe ondergang der Vryheid in eene maatschappy, en met haar de geheele vernietiging van derzelver vroegere gelukstaat voorspellen, by aldien zich niet het deugdzaamste gedeelte haarer leden, tegen den algémeenen ftroom des verderfs met eensgezin-  fcinde harten kragtdaadig aankant. Het zy genoeg de opgenoemde flegts ter loops aangestipt te hebben , op dat men die vergelyke met de voorleden en tegenwoordige gefteldheid des Vaderlands, en met oplettendheid ftagaa, hoedanige dezer droevige voorboden Van de naby zynde val en ondergang der burgerlyke Vryheid, daarin gevonden worden. — De meeste vrye Gemeenebesten dié 'eertyds bestaan gehad hebben , zyn door zoortgelyke langzaam toeneemende misbruiken en byna ongevoelige inkruipingen op de reehten des gezamentlyken Volks, van haare voormaalige hoogte van voorspoed en Geluk elendig afgedaald, en by aldien zy geene wingewesten haarer vermogender nabuuren zyn geworden, in aristocratische, doch meerendeels in monarchaale Staaten vernedert. Beide deze uiteinden zyn even zeer te Verachten van een eertyds vry, gelukkig en edelmoedig Volk , hetwelk oneindig liever / met de wapenen in de vuist, als Helden, voor zyne duurgekogte Vryheid behoort te fneeven, dan zich door onwettige dwang, i tut wanhoop , of lafhartigheid te onderweripen aan éénen, of aan veele willekeurige lHeerschers, en aldus niet alleen zich zelve, invaar ook zyn geheel nakomelingschap een eeu-  33* eeuwige en allerschandelykste flaverny het zwaarste ongeluk voor den vrygebooren mensch ! — op den hals te laaden. Men ziet maar al te dikwyls Burgeren, die uit enkel zorgeloosheid of onkunde, de ongemeene waardy eener redelyke burgerlyke Vryheid niet genoeg bezeffen, en daarom by haare ondergang, óp zekere wyze, onverschillig blyven. Wannneer deze de menigerlei verdrukkingen beschouwen, waaraan de maatschappy een geruime tyd is blootgesteld geweest; wanneer zy getuige zyn van de aanhoudende poogingen, welke tot de geheele vernietiging haarer ftaatkundige en burgerlyke Vryheid worden aangewend; en wanneer zy de onzekere uitslag der heerschende onlusten overdenken, die het Vaderland zo jammerlyk verdeelen, vallen zy niet zelden op het fchadelyk en wanhoopend denkbeeld, dat voor de maatschappy — wil zy niet in haare eigen ingewanden wroeten, en door eene bloedige burgerkryg aan haar zelve den doodsteek toebrengen — geene andere keuze overblyft , dan zich te onderwerpen aan het eigendunkelyk gezag van een aantal heerschzugtige Aristocraat^, of voor eenen Alleenheerscher nederig het hoofd te buigen. Zy verklaar*» dan  èarï op ftaande voet, dat zy veel liever aait ëénen dwingeland gehoorzaamen willen, dan aan veele dwingelanden. ' Doch, is zulks niet de taal van wezendlyke kleinmoedigheid ? — Is dit niet enkel de ihboezeming van wanhobp, die, zo dra het gevaar flegts een weinig dringend fchynt,' terstond met kindsche vrees bevangen word,;1 die aan geene mannen past, eh in de harten van vrygebooren Burgeren nimmer behoorde op te komen ? — Waarlyk, een vrye fiatie behoeft de kluisters van éénen dwin* geland, noch van veele dwingelanden nooit aan te neemen! «4- Zy vindt het hulpmiddel tegen de flaverny, en om derzelver fchartdelyke ketenen voor altoos van zich af te weeren, in haare eigen boezem: Want een Volk kan tot die laagheid nooit vervallen, zo lang het zyne plichten en rechten kent, en de laatste naar waarde weet te fchatten; zo lang het deugdzaam en moedig genoeg Zy, deze, des noods in haare geheele uit* gestrektheid te doen gelden; zo lang het zyne braave en welmeenende Regenten, die, in fpyt van het byna algemeen zedenbederf, nog altoos boven dé groote menigte van öntaarte dwingelanden , en van flaafsche huurlingen der heerschzugt, om hunne deug» Y den $37  %*m±$. den en vaderlandsliefde, gelyk de fterrei* aan het uitspanzei des hemels heerlyk blyven uitschitteren , kloekmoedig en nadrukkeJyk. ondersteund en verdeedigt; zo lang het zich zo min van fchandelyke zorgeloosheid als van verwyfde vrees laat verrasfen , eh daardoor zyne.dierbaare Vryheid, het zy met list of met geweld, zich laat ontwringen! God en Natuur fchonken aan den mensch dit onwaardeerbaar onderpand van zyn Geluk, als een eeuwig erfdeel tot in het laatje nakomelingschap, hetwelk een maatschappy indien zy daarvan beroofd word, even goed a^ een byzonder mensch, aan wien men zyne Vryheid, zyne waardste panden, of zyne wettige eigendom ontnomen heeft, door alle middelen, ook zelfs kan het niet anders zyn, met geweld mag trachten te herwinnen — hetwelk een Volk nimmer mag verwaarloozen, veel minder daarvan vry willig afstand doen, zonder tegen God, tegen de Natuur, -en- tegen zyn geheel nakomelingfchap te zondigen. — Maar,welk tiran, welk aantal dwingelanden zal eene lang getergde en kloekmoedige natie tegenstaan, wanneer Zy eensgezind, de van haar ontroofde rechten cn Vryheid, als haaren onbetwistbaarer* eigendom, nadrukkelyk te rug vordert! Doch  339 Doch is de verbastering by haar zo hoog gereezen, dat zy daartoe onwillig of onbekwaam bevonden word, en dat het talrykste doch ook het ohtaartste gedeelte haarer leden', liever elendige en ongelukkige flaaven zyn wil, dan moedig de. gevaaren tarten , welke de beveiliging haarer Vryheid en aangabooren rechten, tegen de wreede aanslagen der dwingelandy in de eerste oogenblikken natuuflyk verzeilen moeten, dan is het ook byna om 't even, of zy zich aan éénen of aan eene menigte tirannen onderwerpt. — De flaaf is en blyft doch altoos een flaaf, het zy dat hy één of veele meesters gehoor-, zaame! Het mag misfchien in den eersten opflag! vry aanncemlyk klinken, wanneer de ftem der verleidinge zich onder ons aldus laat hoe** ren : „ Alle uwe poogingen , o Volk van „ Nederland .' die gy tot hiertoe zo edel„ moedig aangewend hebt, om u zelve en „ uw nakroost tegen de invoering eener 3, fchandelyke flaverny der alleenheerschirt„ ge te beveiligen , hebben — dit' onder» „ vindt gy nu ! geene andere uitwerking „ gehad , dan eene nog verfoeijelyker aris- tocratie op den troon te helpen. — Gy 3, waande uwe Vertegenwoordigers van ee» Y 2 juk  340 >, juk te bevryden , waardoor deze, tot uwe " ramp, haare vroegere onafhanglykheid van " alle andere invloed dan de uwe, geheel „ verlooren hadden, nadien veele derzelven, „ door hunne verbasterde weelde, indedroe, vige noodzaaklykheid gebragt waren, om „ de enkele wil en het welbehagen eenes „ veel te vermogenden Medeburgers blinde, ' ling te gehoorzaamen , en de overige , " door dien verderflyken ftroom medege, ' fleept, aan haare eed en plicht niet meer l voldoen konden, - Uwe onbezweeken )* yver heeft dat fchandelyk juk van onbe, V hoorlyke onderdaanigheid aan veele oor'\ den wel is waar verbryzeld, en deze flaaf-. " fche afhanglykheid vernietigd : doch, zie " daar | welk is thans het loon uwer ge« " trouwheid ? welk het loon uwer oprechte. Z vaderlandsliefde ? — Gy zult in plaats van „ éénen , duizend dwingelanden geh'oorzaa][ men! Gy meende Cbarybdis te ontwyken, * en zyt in Scylla vervallen, in welker l draaikolk gy onvermydelyk moet verslon,, den worden, indien gy weigerd uwe toe-. ' vlugt té neemen tot het eenige lid uwer '* maatichappy, en u aan deszelfs machtige arm niet onderwerpt, die aUeen in ftaat. Si U het, gedrukt eri gefolterd Vaderland te  rn redden, uic de klaauwen eener talloozc ,, menigte van onmeédogende tirannen. Helaas Medeburgeren ! geef geen gehoor aan verraaders , die u dezen verdoemelyken raad durven geeven ; want dit is de stem der verleidende heerschzugt , die u door derzelver listige tong volkomen ongelukkig maaken , en in het net haarer flaafsche dienstbaarheid lokken wil. — Maar zeg ons , gy fchynheilige huurlingen eener verdervende hand , die haare gewaande grootheid alleen op de ondergang onzer burgerlyke Vryheid , en op de puinhoopen van het Geluk dezer eertyds hloeijende en gezegende maatfchappy hoopt te vestigen : is men onder *enen willckeurigen, Alleenheerscher ook niet onderworpen aan duizend , ja aan tien. duizend tirannen ? Zyn niet alle zyne pluimffrykers en hovelingen — zyn niet alle zy^ ne amptenaaren — zyn niet alle die in zyne gunst , of flegts in de gunst zyner laagste hofbedienden deelen. — zyn niet alle zyne Krygsbevelhebbers — zyn niet, met één woord, alle zyne besoldigde afhangelingen Zoo veele burgerplaagers , wezendlyke tirannen t dje datzelfde zyn in het kleene i wat hun eigendunkelyk opperhoofd in het groote ge.Ue.ft te weezen ? Immers heeft men on-. Y 3 der-  54* der eene aristocratische regeering , noe c* rannisch en drukkende die zy, nog ten minsten deze troost, dat men aan een buraerlyk bestuur onderworpen blyft , by het welk de wetten altoos meer geëerbiedigd worden , dan onder het oppergezag van eenen volstrekten Alleenheerscher, alwaar de vreedzaame Burger bukken moet voor een militair gezag , dat boven alle anderen verre weg het willekeurigst , het fmaadelykst , het flaafachtigst, het allerknellendst en on- draaglykst is. Beschouwd waarde landgenooten ! eer gy ooit" zulke wanhoopende denkbeeldeu in u laat opkomen , die u voor altoos van uwe ed-!e Vryheid berooven konden, met een aandachtig oog de diepe elende, waarin gy u zelve en üw geheel nakomehngfchap tot in de verfte tyden zult nederftorten, indien sv gedoogt dat willekeurige Ariftocraaten u beheerfchen: maar befchouwt dan ook de no* veel dieper elende en vernedering, waaraan gy fteeds blootgesteld zyt, indien gy eenen monarchalen gebieder de zetel van het oppergezag onder u laat oprechten. Gy zult dan beide even zeer verfoeijen, gy zult dan geen oogenblik aarzelen, om, met bedaarde heldenmoed, alles wat in uw vermogen » aan  %=W\£ 343 san te. grypen, ten einde u zelve en uw Vaderland voor alle onwettige dwang en overheersching te beveiligen. Gy zult u als» dan gaarne getroosten, als vrye lieden, als waardige afstammelingen der dappere Batavieren, veel liever met het zwaard in de vuist, voor uwe aangebooren en constitutioneele Vryheid manmoedig te fneuvelen, dan aan de onbegrensde heerschzugt van éénen, of van veeie uwer Medeburgeren ten prooi te ffcrekken, en daarmede de maat uwer tydelyke Ongelukken te zien vol meeten. Vereenig daartoe uwe poogingen 1 — Laat de alles vermogende Eendracht onder de waare voorstanders en vrienden der Vryheid en des Vaderlands heerschen! — Blyft kloekmoedig, maar weest te zeiver tyd bedaard! — Ontbloot nimmer uwe zwaarden om de eerste aanvallers te zyn, noch om u voor geleeden verongelykingen te wreeken ; doch indien gy, ter verdelging uwer rechten, met geweld aangevallen word, betoon dan door uwe kloekmoedigheid , dat gy waardig zyt een vry Volk genaamd te . worden, en de God van Nederland zal uwe heldendeugd bekroonen I — Gy zult over uwe vyan-  vyanden en verdrukkers zegevieren! 6* uwe maatschappy zal eerlang op nieuw bloeijen en gelukkig zyn, gelyk in de dager* haarer grootste voorspoed !