BEKNOPT HANDBOEKJE DER vaderland sc he GESCHIEDENISSEN. Aanvang neemende met de komst van Kar el de Vde tot de Graafelijke Waardigheid over deeze Landen, tot den teg'.nwoordigen tijd. Uit de beste Autheuren, en andere echte stukken, ten dienfle van n e ê r l a n d s c h Jongelingschap, bij een gezameld , en in orde gefield % door CORNELÏS van der Aa. vierde deel, met tla aten en pourtraitten, te amsterdam, ijij JOH ANNE S AL L ART. M D c c c i r.   VOORBERICHT VAN DEN SCHRIJVE R. X e recht gaven de Schrijveren der Nederlandfche Bibliotheek, bij hunne aanprijzende beoordeeling' van het Tweede Deel dezes Handhoeks, hunne vrees te kennen, dat ik mijne, belofte, om mijn plan in Fier Deeleh. te zullen af-handelen , bezwaarlijk zou kunnen volbrengen : dit Fier de Deel ftrekt 'er ten bewijze van, daar het de Hiftorie niet verder brengt, dan tot de Invoering der 'Erfftadhouderlljke Waardigheid , ten jaaie [747. Ik heb indedaad te veel verplichting * <* ■3  vi VOORBERICHT aan vóelen mijner Landgenooten, (die zonder aanzien van perfonen , verdienfien vvaardeeren, waar, en bij wien zij die ontdekken; die den Man van verdienden niet flechts vereeren in hem, die met eene lijst van het LidmaatIchivp eeniger Geleerde Maatfchappijen achter zijnen naam fchittert, mkv ook erkennen in den weinig ophefsmakenden, vaak miskenden, en Toms mishandelden Burger) voor het gunftig onthaal dat dit werkje bij hen vindt; dan dat ik bij deze gelegenheid geene rede geeve, waarom, ondanks mijne"gemaakte bepaling, nog Ta'ee Deden volgen zullen. Die rede is niet te zoeken, in eene opzettelijke . verzwijging van de vooronderlklde uitgebreidheid des werks: m  VAN DEN SCHRIJVER, vu ik maak geene zwarigheid om te bekennen dat de raad van deskundigen , mij bewogen heeft, om mij niet angstvallig te verbinden, aan het bepaalde viertal Deelen, en daar door de wezentlijke waardij, die zij aan hetzelve wel wilden toekennen , verminderen. Z\] waren van oordeel, dat ik zulks doende, fpoedig vervallen zou, tot het gewoon gebrek van oppervlakkige onvolledig, held, dat men in veele verkorte famenttellen onzer Vaderlandfche I-Morie aantreft, en waar van zij dit Handboek wilden uitgezonderd hebben. Elk, die geen vreemdeling in onze Gefchiedenis is, zal mij wel willen toeftemmen, dat 'er zich tijdvakken in dezelve opdoen, waarin eene opééntfape* 4 Hng-  vin VOORBERICHT ling van gewichtige Gebcurenïsfen , den Gefchiedboeker doet verlegen Üaan, en hem de keuze, in het vermelden van het belangrijke, met affnijding van het min gewichtige, ten imerïten moeilijk maakt, vooral, wanneer hij bedoelt, om eene zekere volledigheid , in een beknopt geheel, op den duur in acht te neeraen. Even dit was mijn geval: wilde ik aan mijn hoofddoelwit beantwoorden; wilde ik den fchakel der Gebeurenisfen voor mijne Lezeren klaar en duidlijk masken, dan moest ik de mij vastgefteldé paaien overfchrijden. De groote vraag waar op het nu aankomt, is: of dat doel door mij waarlijk bereikt is? Dat den Lezer voor mij gmwoorde. Zagen wij in de uitge- . * gec-  VAN DEN SCHRIJVER, IX geevene Doelen, den bloedigen Kampftrijd onzer Voorvaderen, tegen helfche Tyrannij en -Gewetens-dwang; zagen wij hen, naa het voeren van eenen 80 jarigen Oorlog, dit Land opvoeren tot eenen verbazenden trap van rijkdom en vermogen, en tot een zetel van de wenfchelijkfte vrijheid in Godsdienst en Burgerhaat hervormen; zagen wij hunne Heldendaden zoo ter Zee, ais te Lande, om die dierbaare panden te befchermen , tegen de heersch-zuchtige aanvallen van jalourfche Nabuuren: — Wij zullen in het tijdvak, dat ons, in de twee volgende deelen, nog te befchouwen overig blijft, een reeks van niec min belangrijke Gebeurenisfea aantreffen, die men in de voorgaanden te ver* 5 geefsch  x VOORBERICHT geefsch zoeken zal! Gebeurenisfen , die door eene toevallige famenloop.van oraftandigheden , in nabuurige Landen begonnen, en door veelen te lichtzinnig nagevolgt, onder ons oog voorvielen, ons Staatsgebouw gefchudt, gefchokt, eh van één gereten hebben ! Gebeurenisfen die in het einde, de grenspalen van ons Vaderland aanmerkelijk verzetten deeden ten onzen nadeele, en de ongemeeeen fchatten en rijkdommen, door vorigen bloei verkregen , in vreemde handen deeden overgaan! Gebeurenisfen .eindelijk, die dikwerf den waaren vriend des Vaderlands, eene kille fchrik aanjoeg, en vreezen deedt, dat Nederland welhaast van de lijst der Vrije Volken uitgewischt, en tot een Wingewest van mach- ü-  VAN DEN SCHRIJVER Xï tige Nabuuren zou vernederd worden! Zoo lang de kennis van 's Lands lotgevallen, van aanbelang voor eene Natie zal geoordeeld worden, zoo lang kunnen ook de pogingen daar toe dienilig, niet geheel nutteloos gerekend worden. Hoe zeer zou ik mijnen arbeid niet beloond achten , wanneer dezelve iets mogt bijdragen, tot dat edel doel. Wanneer het opkomend Ge^ flachr, bij het vernoemen van 's Lands zegen en onheilen, in vroegere en latere dagen , zich leerde toeleggen op het uitoeffenen van zulke nationaaiè deugden, als waar door onze Voorvaderen zich zoo beroemd, als gevreest maakten bij vrienden-en vijanden, doch , waar van wij, hunne nakomelingen, zoo  xii VOORBERICHT enz. zoo bijster verre zijn verwijderdt geworden! Daar het bloedig Oorlogszwaard titans in de fchede rust; de woedende ftormen van volksrumoeren, en opgeruidde hartstochten, allengs bedaaren; de Godsdienst met haaren weldadigen invloed op de bevoordering van Volksgeluk , bij de Natiën niet meer miskent , maar in haare eerwaardij e en rechten herfteid wordt; daar fireelt zich elk welgeplaatst hart, met de ftille hoop, op gelukkiger tijden , op het vol genot van de oude zegeningen! V/ie is 'er, die niet hartlijk wenscht, dat zij fpoedig vervult worde? Utrecht 21 Junij 1802. IN-  INHOUD VAN DIT VIERDE DEEL. ZEVENTIENDE AFDEEL1NG Historie, van dén tweeden Engelfchen Oorlog in 1663 , tot de Fr ede te Breda gefloten , in l667' • Bladz. 1, ACHTTIENDE AFDEEUNG. Vervolg der. Historie, fmts de Bre- dafche Vrede, tot het einde van den derden Engelfchen Oorlog, of de Fr ede van Nijmegen in *#8. ... • .■• 73* NE-  xiv I N H O U D. NEGENTIENDE AFDEELING. Vervolg der Historie , fints den Nijmeegfchen Vrede , tot de komst van Willem de III. tot den Engelfchen Throon in 1&80. . \Zo. TWINTIGSTE AFDEELING. Vervolg der Historie, fints 1689, tot het fluiten van het Tradia at van Barrierre/jn beducht voor de Ruiter. —— Ver geeffcbe hulp gevraagt aan Vrankrijk , ook aan Deenmarken en Zweden. De Staaten ruften een Vloot onder bevel van den Heer van Wasfenaar Opdam uit. Karel de Ilde verklaart dot Oorlog aan de Staaterlt De Engelfchen en Staatfche Vlooien raaken in gevecht. Ongelukkige uit- flag vau hetzelve. Wasfenaar vliegt met zijn Schip in de lucht. Kortenaar word dooifchooten. Veelen ontwijken het gevecht. Straffen deswegens uitge- cejfcnd. Verflagenheid over het geleden verlies. Ongenoegen over het voeren van den Oorlog. Sommige Staatsleden wil-  DER VADEIIL. GESCHIEDENISSEN. 5 willen den Prins van Oranje bevoorderen. —» De 'Witt verhinderd zulks. Zijne vrees voor een opjïancl. -— De Ruiter komt gelukkig met zijne Vloot op de Eems. Ben Admiraal Tromp werd' tot algemeene Vlootvoogd benoemd. De Witt is hem niet genegen. De Staaten benoemen drie Gemachtigden op de Vloot. —— Tromp's ongenoegen hier over. De Ruiter word in Tromp's plaatfe aangefleld. Tver van de Witt om de Vloot andermaal in Zee ta brengen. liet gelukt hem door het Spanjaards Gat. Bedrijf van de Vkot, en gering' fucces door ftilte, tegenwinden, en ftorm, —— Vier Oorlogfchepcn en eenige O. I. C. Schepen door den Vijand genomen, Be Vloot valt binnen. Ongenoegen tegen het bef uur, en haat tegen dê Win. De Staaten zoeken te vergeef eb de hulp van Vrankrijk. . Sommigs Gewesten ijveren voor de bevoordering des Prinfen van Oranje De Witt belet'het', en zet den Oorlog door. Hij tracht heimelijk eenen op- ftand in Engeland te bewerken. Het mislukt. Niemve onlusten met de Bis- A 3 fchop.  6 BEKNOPT HISTOR.1SCH HANDBOEKJE fchop van Munfter, op aanhitfng der Engelfchen, • De Staaten neemen vreemde trcupen in dienst. —— De Munjierfchen vallen in het Graaffchap Zurphen en andere Gewesten. Jan Mauritz, aan V hoofd der Staatfche bendsn, fluit hunne voortgangen, — De Franfchen leveren eer.ige ttoupen, doch z'j komen te laat. — Lochem herovert. — Vafchillen over het benoemen van een Legerhoofd. De Prins van Oranje word voorbijgegaan. ——— De Staaten van Holland neemen hem aan als een Kind van Staat. ———■ Zijne befhcuding verandert. Inzichten hier mede. Verdrag met den Munfler- fchen Bisfchop gefloten. Vrank rijk flact het oog op de Spaanfche Nederlanden. Nieuwe onlusten met de Engelfchen. —— De Staaten doen aanzoek bij Vrar.krijk cm htfjf, Lode tvijk verklaart den Oorlog aan Karei. —- De Staaten zenden eene Vloot in Zee. Vierdaagfche Zeeflrijd en deszelf uitflag, Verdere Krijgsbedrijven ter Zee, en derzelver gevolgen. De Franfche hulp blijft achter. —— Algemeens begeerte naar Vrede, zo» hier als in Engeland,  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. f land. Vredehandel te Breda begonnen, doch voord fleependè gehouden. De Staaten brengen eene Vloot in Zee. De Engelfchen blijven werkeloos. De Staatfche Vloot zeilt de Rivier van Chattam op. ——. Heerlijke Zegepraal aldaar verkregen door de Hollanders. De Vrede wordt 'er, door be- voordert, en eindelijk gefloten. Inhoud. van het Vredesverdrag, Aanmerkingenop hetzelve , en op het bijzonder gedrag door den Raadpenfionaris de Wilt bij die gelegenheid gehouden. > Ti J-,c zaaden van -ongenoegen die Czoo als wij in het Hot der voorgaande Afdeeling gezegt hebben) in de ziel van Karei de Ildt ontdaan waren, over Ker fluiteniaeiVr'ankrljk, vonden een nieuw voedfel, in den algemeenen onwil der voornaamfte Leden van: het bewind, om zijnen Neeve, den Prins van Oranje te bevoorderen 'tot die waardigheden, welken zijnen Vader weleer bekleedde. De Raadpenfionaris de Witt, de ontwerper en doordrijver van de zoo veel on■l 4 ziens  8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ziens gebaard hebbende A&e van Uitfluiting r ftond bij den Koning met eene zwarte koole getekend; en daar een groot aantal Leden der Regeering hunne bevoordering aan dien Staatsdienaar, of aan zijnen invloed bij anderen te danken hadden, befchouwde Karel den ' Raadpenlionaris als des Prinfen grootften tegenftrever, en noarade de Leden die de Witts zijde hielden : Be aanhang van de Witt. Hij trachtte door de bevoordering van den jongen Prins, zich van de bijzondere vriendfehap van den Nederlandfchea Staat te verzekeren, en had voor zijn vertrek uit deeze Landen, de Algemecne Snaaien , en bijzonderlijk die van Holland, zijne begeerte de&.wegens op de duidelijkfte wijze te kennen gegeven: men vond zich uit dien hoofde alhier in geene geringe verlegenheid: ongezind,aan de eene zijde, om de Stadhouderlijke waardigheid weder in te voeren, fchroomde men, aan den anderen kant, het ongenoegen van Karei te vermeerderen , en gevaar te loopen, om andermaal in eenen openbaaren oorlog met Groot-Brittannien ingewikkeld te worden.. De fchrandere de Witt  DER VADERL. GES CHIE DE IN IS SE N, 9 Witt dit alles bevroedende, was al kort naa de voorgevallene verandering van zaaken in dat Rijk, bedacht, om de Staaten van Holland te bewegen, om aan den wensen van 's Prinfen Moeder, en die van zijne Grootmoeder eenigermaate te voldoen; daar zij de belangen van den jongen Prins zich dadelijk aantrokken, en eenige Leden van hunne Vergadering benoemden,om de zorg voor iVm opvoeding op zich te neemen; ook werd de Atle van Uitfluiting, ten believe van Kromzvel gepasfeerd, op dien tijd vernietigd. Gaarne had de Witt de origineele Acte uit Engeland in zijne hand terug gezien: Hij fenreef om 't ftuk, doch men wendde aldaar voor, dat die Acte, 't zoek geraakt, en niet te vinden was, en toen de Witt, ter zijner ontfchuldiging, van den Koning eene Verklaaring begeerde, dat die Acte , door de Staaten niet eerst aangeboden, tnaar ep begeerte van Kromzvel verleend zvas, kreeg; hij een weigerend antwoord, dewijl de Koning, geene volledige kennis hebbende, hoer zien de zaak van die befaamde Acte feid toegedragen , deswegens niets verklartn \vM&,  i fO BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE 's Prinfen Moeder, die weinig genoegen nam in de benoemde Perfoonen, belast met het werk der Opvoeding, vertrok naar Engeland , alwaar zij eetlange overleed. Bij haaren uiterften wil had zij haaren Zoon en zijne belangen aan de bijzondere gunst en befchermïng van den Koning haaren broeder aanbevolen: deeze liet zich dien last, zoo zeer ftrokende met zijne bijzondere bedoelingen en inzichten, niet alleen welgevallen, maar verbond zich ook met den Keurvorst van Brandenburg, en de Prinje;fe li'eduive, om den onmondigcn Vorst, jn hunne beicherming te neemen. Te vergeefsch verzochten zij aan de Staaten, dat men het werk der Opvoeding met meerder belangneeming behartigen wilde, want de Leden met du n taak belast, werden buiten bewind gefield, en men bleef beiluiteloos omtrent de geheele zaak. Deeze handelwijze deed Kareis misnoegen op de IFitt en zijnen aanhang, ten toppunt ftijgen: Hij beklaagde zich opentlijk, dat de Staaten van Holland, door het aandrijven van de Witt, en den Heer van JVoortivijk, Hem enden Keurvorst, de Voogdij*  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. ff ê'-je zochten afhandig te maaken, en den Prins van Oranje te bederven. De Koning verweet hun, dat 'er nog niets goeds voor dien Perst verricht was, en dat men hem zelfs het genoegen benomen had, om in eenen zijner vertrekken een verhemelte te plaatfen. Het gevolg van dit alles was, dat de Staaten vanHolland zich geheel onttrokken aan het werk der Opvoeding, en niets bijdroegen tot de kosten die daartoe vereischt werden: al hec welke niet weinig medewerkte, om de verwijdering tüsfchen dezen Staat en het Britfche Rijk te vermeerderen, tot geene geringe bekommernis van allen die het waar belang des Vaderlands ter harte namen, daar zij deeze verfchillen befehouwden, als de droevigfle voorboden van eenen nieuwen Oorlog. Wij oordeelden ons over de handelwijze van de meerderheid der Staatsleden , ten» aanziene van het Oranjehuis, eenigfints uitvoerig te moeten uitlaten, om dat wij de* zelve altoos, zoo niet voor de éénige, tent': minften voor ééne der voorn aam fte- redenen: hielden, waarom de Ondèrliandeilngeri M 6 cteir  12 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE der Staatfche Gezanten, aan hot Erigelfche Hof weinig nu;s deeden voorzien. Het hoofdoogmerk van dat Gezant fchap, was, om de belemmeringen die de Visfeherij, de Scheepvaart, en Koophandel, door het gedrag der Engelfchen ondervondt, uit den weg te ruimen: doch, daar men aan onze zijd* onverzettelijk bleef, en de voornaamfte bedoeling van Karei dwarsboomde, bleef de handeling flepende, te meer daar de Engelfchen telkens oude verfchillen ter baane brachten. Van tijd tot tijd omfingen de Staatfche Gemachtigden eenen ruimeren last, die dan ook van dat gevolg waren , dat op den 14 September een traéiaat tusfchen de beide Natiën gefloten en getekend werdt. Eene korte overzicht van den voornaamften inhoud dezes Tra&aats, zal ons overtuigend doen zien, dat de meefte en voornaamfte punten van verfchil cf op de laüge baan gefchoven, of ter vernedering van de Nederlandfche Natie bepaald werden. Immers de geweldenaarijen der Engelfchen, aan deeze zijde van de Kaap de Goede Hoop, en in de Indien i de verfchillen over genomene fiche?  DER VA DE RL GESCHIEDENISSEN, 13 Schepen, werden aan de nadere nitfpraak en beflisfing van zekere Perfoiien bij hetzelve verbleven: het Eiland Peuleron werd aan de Engelfchen afgedaan; en of dit alles nog. niet genoeg ware, zoo werd de Opper* beet[cbappij over de Vrije Zee, op de vernederendfte wijze, aan de Engelfchen toegekent, door de bepaling, dat alle bevelhebberen over de Staatfche Schepen, het zij dan Oorlogs of andere Vaartuigen, wanneer zij een Engelse h Oorlogfchip in Zee ontmoeteden , verplicht zouden zijn , de Vlag van den Staat van hunne Mast te ftrijkcn, en hun Marszijl te laaten vallen. Wie gevoelt niet met ons een gloed van veroncwaaidiging in het aangezicht opüijgen, bij het leezeu van dit Traéiaat,. waar door een blijk van de laagfie ondenv.rping aan eenen trotfchen Nabuur werdt toegedaan, ten koste van den heldenmoed onzer dappere Zeehelden, die door de frhitterendfte overwinningen , aan de Britten getoond hadden , dat de Zee ook hun Element was, en deeze gewaande Meesters, of in hunne havens oploot, of uit hun aangematigd gebied verjoeA 2 geaS.  14 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gen? Doorzichtigen , zoo in Engeland als hier te Lande, bevroedden al ras , dat het Vaderland geen duurzaam heil van dezen Vrede verwachten kon , en he: vervolg der gefchiedenis zal ons leeren, dat 'er Hechts korten tijd verliep, toen het vnur des oorlogs op nieuw ontbrandde. Wij flappen, de onderhandelingen , met Zweden en Deenmarken, te dezen tijde gehouden, en gefloten, over West-Indifche aangelegenheden , voorbij, en melden flechts in het voorbijgaan, dat door de komst van de Ruiter met eene Vloot in de Middelandfche Zee, de roofzucht van die van Tunis en Algiers beteugeld werdt, om eenigfints uitvoeriger verflag te doen, van een G<*fchil, dat te dezen tijde in den boezem der Hervormde Kerke dezer Landen ontflond, en in dat Genootfchap de oorzaak opleverde van het ontdaan van twee Partijen in hetzelve, die elk, (gelijk het gewoonlijk gaat) met alien mooglijkcn ijver hunne bijzondere gevoelens trachten door te drijven. Behoeven, wij hier te zeggen,, dat wij hier mede bedoelen, de veffehillende begrippen van.  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 15 van twee Hoogleeraaren in de Godgeleerdheid hier te Lande, met naame JobannesCocccjus, en Cishertus Voetius ? van waar de Coccejaanen en Voetiaanen hunnen oorfpror.g genomen hebben. Dezelfde aanmerking, die wij ons bij het ontdaan der hevige Ketkverfehillen tusfchen de Remonftranren en Contra-Remonftranten veroorloofden, geldt ook ten aanziene van die verfchillen, welken ons thans te vermelden fban , dat namelijk , verfchil in Godsdknfnge begrippen, fchoon altoos van eenen neteligen aart, van een erger natuur worden, wanneer zij hunnen oorfprong omlee-ren van Staatkundige begrippen. Om dit duidelijk te maaken voor onze Lezers, achten wij het niet onvoeglijk, om de waare oorzaaken van dit Kerkrumoer , tusfchen Leden van een en netzelfde Kerkgenootfchap in een helder licht te zetten. Naa het gunt wij ten aanziene van het affehaffen der Stadhouderlijke waardigheden, en het uitfluiten v?n den Prinfe van Oranje, van dezelve, te boek gefield hebben, zal het onnodig ïgn-, te zeggen-, dat dit niet het  16* BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het bedrijf der geheele Natie was , maar flechts dat van de bovenliggende Partij, de aanhang van de Witt genoemd. Niets was natuurlijker, dan dat zij, die de belangen van het Oranjehuis toegedaan waren , de handelingen van het meerderdeel der Regeering, mee een min gunftig oog befchouwden dan zij, die de oogmerken des Beftuurs bcgunftigden. Onder de Predikanten der Hervormde Kerk bevonden zich ook zulken, die over de algemeene belangen zeer verfchiilend dachten. Het ontbrak nier aan zulken, die zich op den Leerftoel niet onthielden , om de Regenten (die de zijde van de Witt hielden, in het weeren van den Jongen Prins,) vinnig door te ftriiken, en zich te bemöeijen met zaaken die niet rechcftreeks tot hunne Heilige bediening behoorden. Twee Predikanten binnen Utrecht hadden ten jaare löóo. zich opgeworpen, als beflisfers van een gefehil, over de beheering der Kerkelijke goederen in dat Gewest, oordeelende dat zulks niet aan het eerfle Lid van Staat, of aan de Stad., maar aan de K^r't behoorde, Zij warden uithoof-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. \J hoofde van hun driftig uitvaren over dat gefehil, op last der Regeering, niet alleen van hunnen elienst verlaten, maar daar en boven uit bet Sticht gebannen. Mathias Netbcnus Hoogleeraar in de H. Godgeleerdheid te Utrechs, die hetzelve gevoelen omtrent de Kerkelijke goederen koesterde , werd ook van zijn Ampt ontzet: waar uit men duidelijk zien kon, dat de R.egeering hun recht omtrent Kerkelijke Perfoonen en Zaaken, niet in twijffël wilde getrokken hebben. De fchriften van Renatus des Cartett over eenige Wijsgeerige Onderwerpen, te dien tijde in 't licht gegeeven, diende mede niet weinig om het reeds fmeulend twistvuur in lichter laaije vlammen te doen ontbranden. De fchriften van dien Wijsgeer werden zeer verfchillend beoordeeld; fommigen bewonderden dezelve, en juichtten ze alomme toe, terwijl anderen die afkeurden en veroordeelden. Gijsbertus Voetius, die een aantal jaaren het Hoogleeraarampt in de Godgeleerdheid te Utrecht be± kleedt, en een groot aantal Predikanten, die aijne Leerwijze volgden, aan de Kerk op-  18 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE geleverd hadt , behoorde tot de laatstgenoemden, terwijl Johannes Coccejus, die dezelfde waardigheid aan de Leijdfcbe Hooge Schoole bekleedde, zich onder de eerstgenoemden deed uitmunten. Behalven de verfchillende manier van Leerwijze die deeze twee Geleerde Mannen aan hunne Leerlingen voordroegen, en door deeze gevolgt werdt ; ontdekte men ook een merkbaar verfchil onder de beide Ciasfen, omtrent de Staatkundige belangen des Vaderlands. Zij, die het onderwijs van Voetius genoten hadden, lagen hunne zucht voor het Oranjehuis, niet zelden aan den dag, en lieten geene gelegenheden voorbijgaan om de handelingen der Regeering deswegens, in een ongunftig daglicht te ftellen, en het Kerkelijk gezag aan de Politieke Macht te onttrekken. Coccejus d jar en teg n, die veel jonger in jaaren was dan Voetius, en eerst in het jaar 1650. van Breemen beroepen was, tot Hoogleeraar te Leijden, was de belangen der voornaamfte Staatsleden veel meer toegedaan, en fcherpte zijne Discipelen , bij «He voegzaame gelegenheden , de hoogde achr  DER VADEÏIL. GESCHIEDENISSEN. IX? achting en eerbied voor de Politieke Macht in, en van daar was het, dat de Staaten van Holland, al fpoedig deedcn blijken, dat zij de navolgers van Coccejus meer gunftig waren dan die van Voetius, het welk niet weinig bijdroeg aan de verwijdering tusfchen Leeraars van een en hetzelfde Kerkgenootfchap, die elkander onderfcheiden door do benuaming van Coccejaanen en Voetiaanen : benaamingen die fints dien tijd, tot op den huidïgen dag aanwezig zijn gebleven, en een rijke bron van haatelijke Broedertwisten hebben opgelevert. De Staaten den uit- geflagen brand willende beteugelen , vermaanden de twistende partijen tot gematigdheid, en beveelden dat zij zich op den Leerftoel, niet alleen onthielden vau het behandelen der Wijsgeerige Leerftellingen van Cartefius, en de verfchillen de begrippen over het vieren van den Sabbath, die ook te dien tijde met veel drifts gevoerd werden; maar ook'verzuimden zij bij die gelegenheid niet , om de Kerkelijken ernftig te waarfchouwen, zich in de uitoeffeaing van hunnen dienst, in geenen deele te  20 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te bemoeijen met eemge zaaken van Regeering. De Voetiaanen namen deeze vvaarfchouwing doorgaands minder in acht dan de Caccejaanen, het welk duidelijker bleek bij gelegenheid dat de Staaten van Holland goed; vonden, eene aanmerkelijke verandering te maaken in het Gebed bij den openbaaren Godsdienst voor de Hooge en mindere Regeering des Lands, dat wij kortelijk vermelden zullen. Sints den tijd van de afzweering des Spaanfchen dwangjuks, hield men zich aan geenen algemeenen Regel bij de openbaare voorbiddingen: men richtte zich doorgaands naar de gelegenheid van tijd en plaats, en de bijzond', re denkbeeld-en die men zich vormde , bij wion de hoogde Macht of Souverainiteit berustte. De Algemeene Staaten hadden bij veelen den voorrang; dan volgden de Staaten van het Gewest, de Stadhouder van hetzelve, en eindelijk de plaatfelijke Regeertngen in hunne onderfeheidene betrekkingen. iNiets was natuurlij¬ ker; dan dat men in Holland, alwaar naa de dood van Willem dü Ilde de Stadhouder-  PER VA DER L. GESCHIE» ENISSEN. 2f Eerlijke Waardigheid vernietigd was, ook het openbaar bidden voor denzelven naliete; doch veele Predikanten, en bijzonder de f'oetiaanen, hielden zich aan het oud gebruik. Het kon niet wel anders, of dit bedrijf moest in het oog vallen, van den Raadpenfionaris de Witt, en zulke Leden der Hollandfehe Regeering, die zoo zeer ijverden om de zucht voor het huis van Oranje, uit de harten der Ingezetenen (zoo 't hun mogelijk ware) uit te rooijen." Ook ftootte hun geweldig tegen de borst, dat men in Holland, de Algemeene Staaten, als de Hoogfte en Souveraine Overheid, bij de voorbiddingen, aanmerkte, daar de Hoogfte Macht, volgens hun gevoelen , bij de bijzondere Staaten der Gewesten , en uit dien hoofde, voor zoo verre Holland betreft, alleen aan hun behoorde toegekend te worden. Reeds in het jaar 1655. hadden de Staaten van Holland eene Commisfie uit hun vmidden benoemt, om, die misbruiken te weeren, en hun van advis te dienen, doch het werk had geen gevolg, dan nu, naa een tijdverloop van zeven jaaren. De Commisfie  22 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fie deedt als nu eerst verflag van haare bevinding, doch onthielde zich opzettelijk van eenig ad vis : waarop in de lente van het jaar 1663, op voordel van de Witt, de Kedienaaren van den Godsdienst, uit den naam van Hun Ed Gr. Mogenden, gelast werdt, bij vervolg, in de eerde plaats te bidden: Voor Hunne Edele Groot Mogendheden , de Ridderfchap Edelen en Steden van Holland en Westfriesland, als zijnde den ontwijffll'baren Sottverain, en naast God, de eenigfle Hooge Overheid dezer Provincie; daarnad voor de Staaten der andere Gewesten; voor derzelver Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering en in den Raad van Staate ,• voorts alleen in den Haage voor de Gecommitteerde Raaden, de Hotge Gerechtshoven, en de Rekenkamer, en eindelijk voor de Wethouderfchap der Stad of Plaatfe. Dit bevel baarde veel opziens onder de Kerkdijken: de Coecejaanen voldeeden over het algemeen, aan den gegeven last gereeder dan de Voetiaanen, echter werdt het Voorfchrifc niet eerder eenpaarig en algemeen aangenomen en gevolgd, dan naa het neemen  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 23 men van dwangmiddelen, zoo als blijkt uit eene Refolutie bij de Staaten ten jaare 1666 genomen, waarbij bepaald werdt, dat alle de Leeraaren , die zich niet fliptelijk aan bet Voorfchrift hielden , zouden geflraft worden, met intrekking van hunne Traktementen. Men ziet uit deeze maatregulen, dat het de Staaten van Holland ernst was, de plaatshebbende Regeeringsform zonder Stadhouder, niet alleen te behouden, maar ook bijzonder, de Souverainneit of Hoogfte Macht, van hunne Gewestelijke Vergadering, te handhaven tegen allen die dezelve aan hun betwisten. Onder deeze, waren de Staaten van Vriesland de eerften, die zich aankantten tegen deeze nieuwigheid. Zij oordeelden, dat de Hooge Overheid bij de Algemeene Staaten huisvestte , en dat men het oud gebruik volgen moest. Het punt van den Stadhouder, roerden zij niet aan, dewijl dit in hun Gewest teene verandering behoefde, als hebbende zij een Stadhouder aan hun hoofd: het duurde ook niet lang, of de Staaten van Gelderland^ Zeeland, Overijsfel, en Stad en Lande voegden zich bij die van Vriesland, en  24 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE en keurden het gedrag van Holland af. Dit maakte het werk langs hoe moeilijker, en ' alhoewel de Zeeuwen eenen middenweg voorfloegcn , door bet' invoeren van het navolgend Formulier : Wij bidden U voor de genen die gij over ons in Hoogheid en. '$ Lands Regeering gefield hebt: Wij bidden U voor de lleeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, en voor de Staaten van dit Gewest, zijnde onze wettige Hooge Overheid: zoo vondt dit echter geen bijval bij die van Holland, waarom zij hun gegeven Voorfchrift alomme deeden volgen, tegen den zin der overige Bondgetooten. Wanneer men de opgenoemde gebeurenisfen , geduurcnde eenige jaaren , ter Staatsvergadering van Holland voorgevallen, in overweging neemt, zal het, zelfs bij eene oppervlakkige kennis van het menfchelijk hart, niet moeilijk vallen, om overreed te worden, dat bij het delibereeren over onderwerpen van zulk eenen delicaaten aart, al dikwijs eene ongehoorde taal in die Vergadering gehoord werdt. Hoe vast de nieuwe wijze van beftuur, ook fchijnen mogt, het  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. t5 het ontbrak echter niet aan zulken die 't eenigen tijde , eene verandering als zeer mooglijk befchouwden, en in dat geval bekroop hun de vrees, dat zij over het vrij en onbelemmerd voordragen van hunne advijzen, in ongelegenheden zouden kunnen ingewikkeld worden. Van hier, dat men oordeelde zich in tijds te moeten dekken, door het inflellcn van eene AcJe van Indemniteit , waarbij alle de Leden der Vergadering, die nu beftonden, of in vervolg van tijd aangefteld werden, elkander beloofden fchadeloos' te ftellen, wanneer bij verandering der. tijden, hun eenig nadeel wedervoer in Lijf, of Eer, of Goed, met toezegging om dezulken, of hunne erven, vergoeding te bezorgen uit 's Lands kasfe. Dit ftuk, dat de gefteldheid van dien tijd niet onduidiijkkennen doet, is zijne geboorte verfchuldigd aan den Raadpenfionaris de Witt, die het niet moeilijk viel, te voorzien, dat ingevalle het tegenwoordig befluur, door een Staats en Stadhouderlijk bewind vervangen werd, niet alleen Hij, maar ook een aantal zijner beste Vrienden, in ongelegenheIV. Deel. B dea  5.6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den geraken kon jen over hunne voormaalige handelingen ; achter dit fchild oordeelde hij, in zulk een geval veilig te zullen zijn, maar het vervolg heeft doen zien, dat die Staatsman zich deerlijk bedroog. Wij willen de moeite ons getroosten, om die Acte aan onze Lezeren zakelijk mede te deelen. Zij is vervat in de Refolutie van den 19 Julij 1*563. waarbij werdt vastgefteld: dat ,, Indien het gebeurde dat de Ridderfchap of ie„ mand van de Edelen, de Steden , of iemand „ van de Regeerders derzelver , of van de „ Heeren hunne Gedeputeerden , de Hooggemel9, de Veigadering frequenteerende , de Heeren 5, Gecommitteerde Raaden , en de Ministers ,,, van Hun Edele Groot Mogenden daar onder begrepen, ter oorzaake van Propofitien, ,, Rtmonftrantien , Advifen , of Refolutien , ,, bij eenige manieren buiten of binnenlands, „ bij voege van fatten of rechten, ter eeniger „ tijde voerden gemolefteerd, geinqui'èteerd of j,, hefchadigd in Lijf of Goederen , Eere, Staat 9i of Officien, dat het zelve zal worden ge9, houden en geconfidereerd of zulks tegen den j, Staat ta let gebeele Land, en alle de In- 55 '$»-  DE\ VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2? }, gezeetenen van dien gefchiedde , en dien „ volgende ten Gemeene Lande van Heiland „ in Wcstfriesland zal voorden afgeweerd, ge„ repareerd, en vergoed, zoo ten opzichte vetn „ die geenen, welken zouden mogen worden „ gemolefleerd of hefchadigd, als ten behoeve n van derzelvvr Weduwen, Kinderen, en an,, dere Erfgenaamen^ Bij alle de opgenoemde oneenigheden bleef het niet: de binncnlandfche beroertens tusfchen de Stad Groningen, en de Omlanden over het recht van ftemmen op de Landdagen, liep Zoo hoog, dat Willem van Nasfaa, Stadhouder van dat Gewest, genoodzaakt was, de Gefchillen ten einde te brengen, door*3*» Militaire Macht. De kuiperijen en omkoopingen, om aan Ampten en Bedieningen te geraken , veroorzaakten in Friesland, mede geene geringe bewegingen : in Zeeland, viel 'er ook veel te doen over de Magïflraatsbeftelling der Steden Veere en Vlisfingen, alwaar men zich verzette tegen het Reglement dat de Princesfe Weduwe, aldaar wilde gevolgt hebben. Alle welke oneenigheden van binnen, nog vermeerderd werden B a door  28 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE door de donkere wolken die van verfcheiden kanten bij een trokken, en aan den doorzichtigen beminnaar van het Vaderland, eene gegronde vrees voor eenen geduchten Oorlog van buiten, moest inboezemen. De eerfte daadlijkheden werden door den Bisfchop van Munfter begonnen: deeze Kerkvoogd kreeg al kort naa de aanvaarding zijner Waardigheid , verfchil met de Magiftraat van de hoofdftad, over het leggen van bezetting in dezelve , het geeven van het Wachtwoord, en andere punten. De Bisfchop begreep dat hem dit recht toe kwam; die van de Stad oordeelde daar en tegen, dat zij, even als de Duitfche Hanze-Sceden, daar over befchikken moeiten. De Stad zond eene bezending aan de Algemeene Staaten, met oogmerk om hunne bemiddeling te verwerven, met dat gevolg, dat de Staaten dezelve dadelijk aanboden, doch zij werd door den Bisfchop van de hand gewezen, dewijl hij het verfchil als eene huisfelijke zaak befchouwde. Ondanks die weigering des Bisfchops, verdiepten de Staaten zich echter in dit werk, en zonden niet alleen eeni-    RSR VADERL, GESCHIEDENISSEN. 2p eenfge Gemachtigden uit hun midden aan de twistende Partijen, maar zonden ten zelfden tijde een partij. Volk naar de Grenzen aan Munfterland gelegen. De Kerkvoogd bleef niet alleen de bemiddeling der Staaten, aan de Gezanten weigeren, maar belette dezen, bunnen last aan die van de Stad open te leggen, het welk aan deze zijde zoo euvel werd opgenoomcn, dat de Staaten van Holland, (echter tegen den zin van Dordrecht, Amfterdam, Schiedam en BfièWe') het befluic namen, om de Regering der Stad Munfler met de wapenen te onderffeunen tegen de vorderingen van den Bisfchop. De Algetneene Staaten voegden zich naar het befiuit van Holland, en het bevel over de troepen werdt opgedragen aan Fredrik ■Mctgnus bevelhebber binnen Maafiricht, die al fpoêdig den tocht ondernam, met oogmerk om onverhoeds het beleg voor Munfter te flaan: doch de zaak, hoe heimelijk en fpoedig ook overlegt en ondernomen, was voor de looze Bisfchop niet geheim 'gebleven, dewijl eenen der Klerken van der Staaten Griffie, eerloos genoeg was, om zijB 3 rieti  Oo BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE nen eed te feherden, en alles wat 'er omging en befloten was , aan den Bisfchop overbriefde. Deeze, zich thans in het naauw gebracht ziende, koos elen gemakkelijkfiren weg. Hij floot eln minnelijk verdrag met de Stad, en verijdelde daar door de oogmerken der Stagen, op wien hij eene hein;e!i;ke haat bleef koet-'.eren , die in dit jaar tot openbaare vijandfchap overfloeg, zich , meester maakenie van de Eilerfcbans, en terug vorderende, de Heerlijkheid Bark ulo, die aan zijne Prsede.ee/sfeuren, zijns oordeels onwettig ontnomen wss, en het liep aan tot in het volgend jaar, eer de Eilerfcbans niet zorder Militaire Macht, bij veidrag ontruimd werdt aan de Staatfchen. Nauulijks fcheen dit onweer van dien kant aftedrijven, toen zich van andere oorden de zorgelijkfle uitzichten begonden te vertooncn. Lodewijk de XIV, Koning van Fr juk! ijk, met wien de Staaten nog korts geUden een Verbond gefloten hadden regen den zin van Karei de II Koning van Engeland, ging te dezen tijde Zwanger met het ftout omwerp, om de Spasnfche Nederlanden  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 31 den aan zijne Kroon te hechten: Lodezvijk in Huwelijk getreden zijnde met de Dochter van Philips de IVde Koning van Spanje, had deeze Vorstin , alvorens wel afftand gedaan van alle recht en aanfpraak op de bezittingen van haaren Vader, doch dit belette niet, dat Lodezvijk op den buit vlamde, zoo draa zijn Schoonvader overleedr. He Staaten, bevreest voor zulk eenen gevaarlijken-Nabuur, konden hieromtrent niet -onverfchillig blijven, te meer, daar hij van de Engelfchen de Stad en Haven van Duin.herken , voor eene aanzienelijke fom gekocht h"-d- Men 'maakte aan deeze zijde groote zwarigheid, om Lodezvijk in het b-?zit dier Stad en Haven te handhaven, en werdc daar m niet weinig verfterkt door het Spaanfche Hof, dat die .koop gaarne vernlerigd zRgt .Ongaarne moest men 'er echter in toeftemmen: want fchoon men het gevaar gevoelde dat 'er voor den Staat in die zaak gelegen was, zoo durfde men hem, uit vrees voor erger gevolcen, niet ten onvriend manke*). Lodezsijk, had nanwli ks zich van det Staaten toeftemmirg omtrent Duinkerken ver& 4 ze-  32 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE "zekerd, of hij gaf hun nieuwe Hof tot moeilijkheden , hun vergende de ontmanteling van Rhijuberk, en de afftand van hetzelve aan den Keurvorst van Keulen, ook wilde hij dat Lentb en Ravcfijn aan den Hertog van Nieuwburg ; 'Borkvh aan den Bisfchop van Munfter; en de goederen van de MaltheCer Orde hier te Lande, aan die Ridders terug gegeven werden: en of dit alles nog niet genoeg ware, ftookte hij Karei, de Ilde tegen de Staaten op, ten einde door het eea en ander zijne Staatkundige inzichten te bevorderen. De Witt dit alles bemerkende, trachtte het dreigend onheil wel te weeren, door den weg van onderhandelingen. voorflaande om de Spaanfche Nederlanden, bij den dood van Philips de IFde tusfchen Frankrijk en de Staaten te verdeelen, doch dewijl die onderhandelingen zeer ingewikkeld van aart waren, en daarenboven eenen geruimen tijd flepende gehouden werden, gaf dit aan Karei de II. gelegenheid, om deezen Staat vijaudelijk aantevallen, zoo als wij nu zoo kort en duidelijk als ons mooglijk is, verhaalea zullen.  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. $3 Karei de I/de, bezield met eenen heimelijken wrok tegen de voornaamlïe hoofden des bewinJs, die hem niet aan de hand gaan wilden in de bevoordering van zijnen Neeve, den Prinfe van Orenje, en t'onvrede over de meerdere eerbied die men hier te Lande aan de Franfchen betoonde, oordeelde dit alles aan het Vaderland te moeten betaalt zetten, door vijandelijke handelingen tegen de West-'Indifche bezittingen, en Koopvaarders. Hij ZOndt in het jaar 1663 zijnen Broeder,'ée HmSg\ vmTork, met eene aanzienlijke macht naar die Gewesten, alwaar men wpnP ^„i..„ vjjnuiiiciiap ver- moedde. Een aantal Nederlandfche Scheden vielen niet alleen de Engelfchen in handen , maar zij vermeesterden al fpoedig eene voornaame fterkte. op het Eiland Goederende; voorts de fterkte Tokarari en Kabo Kots, Hier mede nog niet te vreden, bemachtigde Tork de Stad Nieuw ■ Amfterdam, (fints genoemd New-rork-) het xvelk het verlies van geheel Nieuw-Nederland ten gevolge had. Tahago en St. Euftaüus troffen hetzelve lot. Toen deeze geweldenarijen hier te Lande B 5 be-  34. BEKNOPT HISTORISCH HANDBOfcKJE bekend werden, beklaagde men zich deswegens aan den Koning, doch hij wendde voor, van niets te weeten, de fthuld van dit alles listiglijk fchuivende op zijnen Broeder , en de Koninglijke Maatfchappij, en dat hij onderzoek op alles doen zoude. De Staaten, kennis krijgende van de buitengewoons toerustingen in Engeland, zaten intusfchen ook niet flil , maar befloten de Westermaatfchappij met 12 Oorlogschepen ter hulp te komen, doch dewijl 'er te veel tijds verlopen zou, eer dezelve gereed waren , werd bij die van Holland goedgevonden , aan den Admiraal de Ruiter heimeajken last te zenden, om met 12 Schepen onder zijn bevel, in aller ijl naar Kobo Ver de te ftevenen, en de genomene Sterktens te herneemen. Deeze last, moest naar de gewoone order van Regeering, door de Algemeene Staaten gegeven worden , doch de Witt vreezende, dan men bij de overige Gewesten, zwarigheid maaken zou, om dien last aan de Ruiter aftevaardigen, wist het werk derwijze te betteken, dat de Refoiutie ter Generaliteit genomen en afgevaardigd werd, ïoa-  DEK VA DE RL, GESCHIEDENISSEN. 35" zonder dat de Prudent der Vergadering zulks bemerkte (*). De Ruiter ontfing op de (*) Een onzer geachtfte Historiefchrijvcrs verhaalt: „ dat de Witt Weinige „ Leden, op het oogemblik dat het werk der „ uitrusting ter tafel kwam , een aantal Ler> den, die men bet geheim niet toebetrouw„ de , bij de vengflerraamen aan de praat „ hield, of onder het een of ander voorzveud„ fel buiten de Vergaderzaal lokte. Het bc„ fluit om de Kuiter naar Kabo Verde te „ zenden, wetdt als een bijvoegfl, zoo fchie„ lijk door den Secretaris gelezen , dat „ den Foorzittenden Heer zelfs geen kennis „ droeg van het geen 'er befloten werd. Twee „ dagen daar naa, toen men een anderen Prx„ fldent had , werd bet befluit, zonder Re„ fumrie getekend, in het Secreet Register „ overgebragt, en aan' (ie Rcii'er afgezonden:1 Een f reekend bewijs, tot welk eene hoogte het gezneh van de Witt en zijns vertrouwd* vrienden , in dien tijd geflegen w ïs I R,n hij in zulk eene talrijke FergaJering, als die der AJgemeene Staaten gewoonlijk was, de zaal-en  3<5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de hoogte van Mallaga het genomen befluit.: hij ftelde zijnen cours naar de West, ontnam de Engelfchen het Eiland Goedereede, de Forten Oranje en Nasfau, en eenige Schepen , en vertrok toen naar de Kust van Gulnea, met oogmerk om dat Land insgelijks aan de Engelfchen te ontweldigen. Hoe geheim de zaaken ook belegt waren gewotden, het bedrijf van de Ruiur kwam -den Engelfchen al fpoedig ter ooren: het gevolg was, dat in korte dagen een ongelooflijk aantal Koopvaardijfchepen , door hun genomen en opgebragt werdt, ook igerden alle de NederlandCche Schepen in de Engelfcne Havens liggende, in bcflag genomen. Eene rijkgeladan Smyrnafcbe Vloot, die onder geleide van deerns 3 Oorlogfchepen, couis naar 't Vaderland zettede, werdt door zoo zeer naar zijnen zin doen uitvallen, boe veel gereder moet bet hem niet gevallen zijn in de Vergadering van Holland? Behoef; men, r.aa dit bewijs, te vraagen: voien in dien tijd 4e klem der Regeering in handen bad?- Wiens maatregelen gevolgd werden?  lHi.ll VADERL. GESCHIEDENISSEN. 37 door 7 vijandelijke Schepen op de hoogte van Kadix aangevallen, doch de dappere bevelhebber Pieter van Brakel betwiste den vijand dien rijken buit, ten kosten van zijn leven ; Hechts twee Koopvaarders werden genomen , en twee anderen verdedigden zich zoo dapper, dat naar lang vechten, de beiden Schepen een prooi der Golven wierden. De opgenoemde vijandelijkheden werden intusfehen gepieegt, zonder dat'er eene Oorlogsverklaring gefchied was, aan de Staaten. De ftiile hoope die zij voedden , op eenen gelukkigen uitilag van den tocht des dapperen de Ruiters, en de hulp van Frankrijk , bedongen bij het jongfte Vrcdestraétaar, ook den bijftat.d van de Deentn en Zweedcn, dit wa.ren de eenige gronden van vertrouwen, dat het omweêr zou afdrijven. De Heer van Beuningen vertrok in aller ijl naar het eerstgenoemde Rijk;, vertoonde aan Lodezvijk den trouwloofen handel der Engelfchen , en zijne verplichting om de Staaten te hulp te komen: doch hier klopte van Beuningen aan eens doofmans de ure, Lode wijk vlammende op het beB 7 zit  38 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zit der Spaanfche Nederlanden, begreep, zeer ligt, dat hen geen grooter hinderpaal in den weg ftond, om dien buit te bemachtigen , d*n den Nederlandfehen Staat, en werd deeze met Engeland in eenen Oorlog ingewikkeld, het zou hem aan dien kant de handen ruim geeven. Met was 'er dus in Vrank' rijk verre af, om het verzoek der Staaten in te willigen: men paaide de Gezant met algemeene, en niets ter za*ake dienende bewoordingen. Dat trouwloofe Hof onttrok zig op eene listige wijze, aan deszelfs verplichting, waar toe het zich zoo plechtig verbonden had, niet alleen, maar leende zelfs het oor aan de pogingen van Karei, om Lodeixijk te bewegen den Staaten alle hulp te weigeren. De onderhandelingen aan de Hoven van Deenmarken en Zweden om hulp en bijftand, haduen niet vee! gunfliger gevolg; men vreesde aldaar de macht der En* gelfcben, en begreep dat men ongehouden was, den Staat bij te fpringen. In deezen bèdenkelijken toeftand, en naar eene vruch'eloofe poging om Koning Karefs gunst te winnen, was men genoodzaakt zich te  DER VA DE R L. GESCHIEDENISSEN. 39 te wapenen : met allen mooglijken fpoed werd 'er gearbeid aan het uitrusten eener Vloote , waar van het Opperbevel werdt opgedragen , aan den Lieutenant Admiraal Jacob Heere van Wasfenaar Opdam. Zij werd in drie Fsquaders verdeeld, over welken de Lieutenants Admiraalen, Egbert Meetnvs-' zoon Konenaar, Micbiel Adriaan de Ruiter en Jan Comeliszoon Bhppel, het bevel voeren moesten. Nu duurde het ook niet lang, of Karei verklaarde den Oorlog aan de Staaten , die intusfchen niet verzuimden, om aan alle Hoven, op eene uitvoerige wijze., zich over den trouwjoozen handel der Engelfchen te beklagen, en hun gehouden ge» drag te reehtvaerdigen. m daar, het Vaderland op nieuws in eenen verderffelijken Oorlog ingewikkeld, alleen door de ftijfzinnigheid van hen, die KarePs begeerte ten behoeve van z'ijnen. Neeve, dwarsboomden, en zich gn,oegfaam beveiligt rekenden door de vrjiendfehalp van Lodezvijk! Hoe bitter moest dit der Zeevaardije ; en Koophandel, niet bezuuren ! Naauwlijlis was de maand Meij des jnars lóós  40 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE iöó5 verfcheenen, of de Noordzee, werd bedekt, met twee ontzachiijke Vlooten. De Hertog van Tork die over de Engelfchen, en Wasfenaar die over de Staatfche Vloot, het bevel voerden; die elk meer dan 100 Schepen van Oorlog onder hunne vlag telden, ontmoeteden elkander op den 13 Julij , en •raakten fpoedig in gevecht. Wasfenaar, hadt het voordeel van den wind op den Vijand te winnen , veronachtzaamd , toen twee dagen te voren zulks in zijne macht was. Dit gaf den Vijanden veel voordeels, ook was het laf gedrag van verfcheiden Capiteinen, die den ftrijd ontweken, onverantwcordlijk. Reeds in het begin des gevechts, werdt de dappere Kortenaar doorfchoten, en op den middag, .vloog, door een onbekend toeval, één der kostbaaifre Kielen van den Staat, het Schip de Eendracht, dat 84 Hukken metaal gefehut voerde , met den Heer van Wasfenaar , en alles wat 'er zich op bevenid., in d- lucht. Dit onheil bracht de geheele Nederlardfche Vioot derwijze in verwarring', è,a men van alle kanten naar een goed heen komen zoeken moest; het grootfte deel der Vlcc-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 4I Vloote, kwam in Texel, het Vlie, de Wielingen, en Goederede, zeer gehavend binnen, eenigen waren den Vijand in banden geval-len, en drie door hen verbrand, waartegen de Engelfchen maar één Schip verloren. - Veele kloeke helden,~ lieten op dezen noodlottigen dag het dierbaare leven , zonder eenige vrucht! De nederlaag der Staatfchen kon niet ontkent worden; de Vijand bleef in Zee; terwijl drie laffeCapiteinen,aan den wal tot eenen fchandelijken dood verwezen, eenige anderen als eerloozen uit den dienst gejaagd; en de ontredderde Schepen met den meesten fpoed, tot hervatting van den ftrijd, gereed gemaakt werden. Het ongelukkig einde van dit eerfte treffen , veroorzaakte eene algemeene verflagenheid onder alle Standen. De hoofden van het gemeen, geraakten in veele plaatfen op den hol; men wilde niet dulden, dat men de Matroofen aanwierf in den naam der S-aaren: dit moest, hunnes oordeels, op den naam des Prinfen van Oranje gefchieden. Die zelfde geest van onwil befpeurde men ook aan boord der Schepen, daar men het an-  ^2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE anker niet wilde opwinden, dan in naam van dien Vorst. De afgevaardigden van fommige Steden deden ter Vergadering van Holland den voorflag, om zich met de Engelfchen te verdragen, en den Prins van Oranje in de Stadhouderlijke Waardigheid te Rellen, dog het vondt geen ingang. De Witt en die het met hem hielden, vleidde zich met de Franfche hulp; hij nam, niet tegeiiftaande zijne beklemmende vreeze voor het lot van de Ruiter, op de Kust van Guinea; voor de rijke Smyrnafche en Oost Indifche Vloote, waar van men nog geen berichten had ; als mede, voor eenen a'gerneenen opHand te Lat:de, de ftoutmoedigïïe maatregulen. Met alle kracht van redenen, bewoog, hij de Ssaaten, om zonder uitftel de Vloot in order te doen brengen: Hij zelfs verliet de Raadzaal, en begaf zich naar de Vloot, om alles te befpoedigen, (leeds hoopende dat een glorierijker Zeegevecht zijn wankelend gezach weder zou herftellen. In deezen benarden ftand der dingen, ontfing men eindelijk gunftige berichten van de Ruiter, Deeze wakkere Held, herwon op den    dei vaderl geschiedenissen. 43 den Vijand, de ftetkte Takcrari, het Kasteel Kormantijn ,*en een aantal vijandelijke Schepen. Het opontbod, om naar het Vaderland terug te keeren, belette hem in die Gewesten zijne vooréeelen te vervolgen: hij wendde h.t roer, en, verwittigd geworden van de openlijke Vredebreuk, kwam hij, door 's Hemels zichtbaate bewaring geleid, tusfehen Hitland en Noorwegen ter redding van het Vaderland, met zijne Vloot opdagen, ent flipte door een zwaare mist, het waakzaam oog van 2W*, en kwam op de Eemt behouden aan. Het (heuvelen van den Lieuteriant Admiraal Generaal van Wasfenaar, maakte het aanftellen van een. algemeen Opperhoofd over 's Lands Vloot noodzaaklijk. Komelis Tromp ("de dappere Zoon, van een beroemden Vader, de onvertzaagde Marien Harpertzoon Tromp} die den rang van Lieutenant Admiraal bekleedde, en in de liefde van het Scheepsvolk deelde, kwam bij veelen in aanmerking: dan , dien Zeeheld bekend (taande als een vriend van het Oranjehuis, vondt de Witt geene geringe zwarigheid om hem tot  44 BEKNOPT HITTORÏSCH HANDBOEKJE tot dien post te bevoorderen. Tromp voorbij te gaan, vond hij ook ongeraden, en dus werd befloten, hem wel te benoemen tot algemeene Vlootvoogd , dog zijn gezach werdt merkelijk befnoeit, door het benoemen van drie Cemachtigden uit de Algemeene Staaten, naa wiens bevelen hij zich fchikken moest. Joan de Witt , een van de drie, liet zich mede dien last welgevallen, hoe zeer fommigen van oordeel waren, dat hij zijnen post in de Staatsvergaderingen niet had behoren te vcrlaaten, te meer daar het benoemen van Gemachtigden, den dapperen Tromp tegen de borst ftiet. Terwijl hier over veel te doen viel, wendde men het over eenen anderen boeg: want de Ruiter werd nu tot dien eerepost, in plaatfe van Tromp, bevoorderd, die hier over zeer t'onvrede werd, en weigerde om onder de Ruiter in Zee te gaan. Terwijl dit alles te Lande gebeurde, geraakte de Vloot in order, wachttende men Hechts naar eenen goeden wind, om uit te loopen, en den Vijand onder de oogen te zien. Dan, de wind was en bleef ongun-  DER VA DE RL, GESCHIEDENISSEN. 45 {tig: de Witt gefiingert door de grootfte vrees voor de t'huis komende Vlooten, uit Smyma en de Oost Indiën, brandde van verlangen om met de Vloot in Zee te gaan. Tot hier toe, waren de ervarendfte Lootzen in het begrip, dat flechts met 10 ftreeken van het Compas, een zwaar Schip, buiten Texel geraken kon, en het was om die rede, dat men het uitlopen als ondoenlijk achtte. De Witt dit wachten moede, toonde proefondervindelijk, dat men niet flechts met 10, maar met 28 ftreeken van het Compas uitlopen kon. Hij zelfs, nam het dieploot in de hand, en bragt de Vloot, onder het waaijen van Zuiden en Zuidwesten winden, door het zoogenaamde Spanjaards gat, behouden in de ruimte. Dit bedrijf, dat dien onderneemenden Staatsman, eene groote eere aandeed, werd fints vereeuwigd, door dien men den naam van Spanjaards gat, veranderde in dien van Heer Jan de Wiifs gat, zoo als wij op verfcheidene Kaarten vermeld vinden; dan, dit geluk baatte luttel: de Vloot werd door ftilte en tegenwinden belet, iets van belang uit te voeren. De  46 BEKNOPT HISTOBÏSCH HANDBOEKJE De Graaf van Sandwich, die, in plaats van Tork het bevel over de vijandlijke Vloot voerde, loerde op de repatrieerende Vlooten, doch deeze ontweken het gevaar, en liepen in de Haven van Bergen in Noorwegen binnen. Te vergeefsch trachtte Sandwïcb dien buit te bemachtigen: hij wierdt van voor de Haven van Bergen, met verlies terug geflagen, door den Deenfchen gezaghebber, geholpen door de Koopvaarders, waar na"a de Ruiter, de beide Vlooten order zijn geleide en befctierming nam, en den cours naar het Vaderland zette, doch eenen geduchten ftorm, verftrooide de Vloot, en teisterde haar derwijze, dat de Ruiter flechts met ruim 30 Schepen onder zijne vlagge, genoodzaakt werd, lusfehen Texel en het Vlie, te gaan leggen, ten einde de ver* firooide Sctepen aldaar in te wachten, het welk eerlan% gelukte , niettegenftaande het verlies van eenige Oost- Indifche en vier Oorlogfchepen, die den Vij uid in handen vielen. Dus ong.'lukkig liep o'k deeze tweedfi onderneeminj af, en maakte een einde aan de  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN» 47 de Krijgsbedrijven van dit jaar. Was het wonder, dat naa zoo vee! fchade en onfpoed, de geest van misnoegen alomme zich openbaarde ? Hoe fel deeze rampen de Witt ook treffen moesten, daar dezelve zijne oogmerken zoo zeer in duigen wierpen, zoo kon bij den laster van veelen niet ontduiken. Het mangelde niet aan zulken, die 's Lands onheilen toefchreven aan een misverftand tusfcben de Ruiter en dien Staatsdienaar. Anderen gingen verder, en befchuidigden den laatften van Landverraad: het was dus niet te verwonderen, dat de Witt niets onbeproeft liet, om zich dien Oorlog van den hals te fchuiven, het zij dan door den weg van bemiddeling, of door het vinden van bijftand aan vreemde Hoven. Het Franfche Hof fcheen tot het eerfte middel niet ongenegen , toen het eenen voorflag deed, om de beide Natiën met elkander te bevredigen: doch daar dien voorflag geen bijval vond, nog in Engeland, nog bij de Staaten, floeg men dezelve van de hand, terwijl de Staaten op nieuw door hunnen Gezant van Beuningen aandrongen op het  48 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het verléenen van den toegezegden bijftand van Frankrijk, het zij dan met Schepen, of met geld: doch het was 'er zoo verre van af, dat dit verzoek ingang vond, dat men veel eer duidelijk bemerkte, dat het Lodetvijk aangenaam was, dat de twistende Partijen, door den Oorlog elkander bedorven. Intusfchen fcheenen de Engelfchen niet ongezind , om een einde van den twist te maaken, door de tusfchenkomst van het Spaanfche Hof. S.'hoon zij in het openbaar ontveinsden, dit de waare rede van den Oorlog, niet gelegen was, in het weeren van den Prinfe van Oranje uit alle Waardigheden, zoo was het echter niet minder bekend, dat wanneer men hier te Lande daar aan toegaf, de Vrede ligt zcu te treffen zijn. Op dit punt bleef men in Holland echter onverzettelijk, zoo als duidelijk bleek,' toen de Staaten van Gelderland, Zeeland, Friesland , Overijsfel en Groningen, in de maand Oélober , hun gevoelen te kennen gaven, van oordeel zijnde, dat de Engelfchen welligt tot den Vrede zouden te bewegen zijn, wanneeer men zijne Hoogheid tot  D£?v VADERL. GESCHIEDENISSEN» 49 tot Kapitein Generaal benoemde; doch het was zonder vrucht: ook poogde men daarnaa te vergeefsch, om den jongen Vorst, aan het hoofd van een nieuw Gezant» fchap naar Engeland te ftellcn. De Franfche Gezant d'Eftrades beroemt zich, in eenen zijner brieven, dat hij door middel van ge» fchenken, aan fommigc voornaame Leden, die voor/lagen had ivecten te verijdelen. Een fpree» kend bewijs welk eenen invloed de Franfchen, ook te dien tijde, op de harten van flechts eenige weinigen, doch echter voornaamfte hoofden des Beftuurs hadden , en het is buiten alle bedenking, dat de JVitt als het hoofdrad van het gehecle werktuig moest befchouwd worden. Zijn gezach was wellicht te dezen tijde ten hoogflen top geftegen, daar hij alles naar zijne bijzondere gedachten leiden, en ter uitvoer brengen kon: het is ook onzes inziens daar aan toetefchrijven, dat hij niet alleen opentlijk ijverde tot het doorzetten van den Oorlog tegen Engeland, maar dat hij zelfs zich bevoegd oordeelde, tot zulke onbehoorlijke middelen, die, bij alle eerlijke StaatsmanIV. Deel. C nen  50 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tien met verachting en afgrijzen befchouwd worden, te weeten: om door het verwekken van eenen opftand, in naburige Landen eene verandering in derzelver Regeeringsvorm te bewerken, en daar door zijne bijzondere oogmerken door te drijven. Dat de Witi eenen heimelijkcn toeleg te dezen tijde had, om met de aanhangers van den fnooden Kromzvel, die nog hier en in Grootbrittanniën zich onthielden, de Koninglijke Waardigheid aldaar om verre te werpen, en het oude Syfthema weder in te voeren, is duidelijk gebleken, uit de opentlijk uitgegeven e Memorien van Edmund Ludlow, een der veroordeelaars van Karei de I. Het was aan dezen, dat men het heimelijk ontworpen plan mededeelde, in verwachting dat hij 'er de hand toe leenen zou, maar Ladlozv mistrouwde het werk, vrcezende dat hem hetzelfde lot zou treffen , als dat zijner gewezene mededeelgenooten aan den Koningsmoord, die hier te Lande gevat, en naar Engeland overgevoerd werden. Het werk b'eef echter iiaa veel handelen fteeken, om de moeilijkheden die zich in de uit-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 51 uitvoering opdeeden, waarom wij er niet meer van zeggen zuilen, maar liever overgaan tot een kort verflag van den Oorlog, die de Bisfchop van Munster, op aanhitfing van Karei de II, te dien tijde den Staat aandeed. ■ De zoo even genoemde Kerkvoogd, had eenen heimelijken wrok op de Staaten gezet, dewijl zij zich, ten zijnen nadeele, gemengt hadden in den twist die hij met de Muufterfche Regeering had. Zijns ondanks, had hij zich met de Staaten verdragen, doch wachtte flechts naar gelegenheid, om hen op nieuw te kwellen. -— Dit gaf gelegenheid aan Karei, om\em, door het bezorgen van geld, in ftaat te ftellen tot het op de heenbrengen van een talrijk Leger, 's Lands Legermagt was tegenwoordig in eenen zwakken toeftand, niet alleen door het misfen van de Engelfche en Schotfche Regementen, maar voornaamelijk door de onnoemlijke fchatten die den Oorlog ter Zee kostten. Zoo dra men hier te Lande, de oogmerken des Bisfchops bevroedde, flooten de Staaten een Verbond met eenige c » Duit-  52 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Duitfche Vorften, die hun met 12,000 man zouden bijfpringen. Prins J9an Maurits, werd, onder bet opzicht van eenige Gedeputeerden te Velde, het bevel over de Landmacht opgedragen, doch eer men met het een en ander gereed was, verklaarde de Bisfchop den Oorlog, en viel, met een Leger van i8,coo man, in het Graaffchap Zutpben. In korte tijd bemachtigde hij aldaar een aantal plaatfen, deed een ftroop in Overijsfel, bedreigde Groningen, en rukte voort in Drenthe, alwaar hij door het Staatfche Leger gefluit werdt. Ongemeen groot was de fchrik en verwarring over dezen nieuwen ramp: de geest van misnoegen openbaarde zich allerwegen, en men wijtte 's Lands onheilen, aan de ftijfdnnighcid van de Witt, in het wecren van den Prins van Oranje. Daar aan , en aan hem alleen, fchreef men de beide Oorlogen, zoo ter Zee als te Land, toe, waar door het geZach van de Witt niet weinig leed. LodewJjk de XW., vreezende dat de voortgangen des Bisfchops, den val van de Witt, en diens vrienden, en de verheffing van den Prins  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 53 Prins kon veroorzaaken, oordeelde als nu de Staaten ter hulpe te moeten komen, en zondt hen ten dien einde 6,000 man. Vergeefsch trachtte men deeze troupen door de Spaanfche Nederlanden, op der Staaten bodem te brengen, dus moesten zij eenen grooten omweg neemen, en kwamen zij niet voor in de Maand November, te Nijrnwegen aan, onvoorzien van de meefte noodwendigheden. Het winterfaifoen belette als toen eenige ondernemingen van belang: het Steedje Lochem ging bij verdrag aan de Staatfchen over, en hier mede nam den Veldtocht een einde. Geduurende den Winter was men hier te Lande bedacht, om door het fluiten van verdragen, met naburige Vorften, het gevaar aftewenden: veel was 'er ook te twisten over de benoeming van een Veldoverfte, tegen het voorjaar: de Prins van Turenne, een dei Maarfcbalken van Frankrijk kwam biifommigen, ook bij de Witt, in aanmerking; anderen wilden den Prinfe van Oranje tot Generaal van het Paardenvolk bevoorderd hebben, doch het een en anC 3 der  54 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE der gelukte niet: Joan Mauritz kreeg het opperbevel voor den aanftaanden Veldtocht: en, nier voorbijgang van den genoemden Vorst, werden de hooge Krijgsampten aan andere perfoonen , en daar onder zelfs vreemdelingen , weggefchonken. Dit bedrijf der Staaten van Hc'land, vond veel tegenaan ds bij die van Zeeland; doch het kon den onmondigen Prins luttel baaten. Hij, een geboren Nederlander, moest werkeloos blijven , in een tijd waar in men vreemdelingen bevoorderde ! Met recht, vraagt men hier: waarom dit? Wij antwoorden, een opgezet voorneemen, om hem, wat 'er ook gebeurde, buiten alle bewind te houden; doch zoo men de redenen van de Witt, en zijne medelanders wil geloven, dan gefchiedde zulks, uit hoofde van "s Prinfen jonge jaaren, zijne onbedrevenheid in zaaken, en eindelijk uit vrceze dat hij de geheimen van den Staat, aan de vijanden van het Vaderland zou openbaaren. Wij ontneuden ons opzettelijk, de duchtigheid dier redenen te onderzoeken, en fpoedden ons om te vermelden, dat men een ver-  DER VABERL. GESCHIEDE KISSEN. 55 verzachtende pleister kg op de toegebrachte wonde , door dien Vorst ais een Kind van Staat aan te nemen, cn zijne opvoeding aan vijf Leden van Holland, waar onder de IFitt ook gefield werd, toe te betrouwen. Zij namen dien last op zich, en nu werden alle Perfoonen, die tot zijne hof. houding behoorden', van hunne posten ontzet, en anderen, ondanks's Vorfien begeerte, aatigefteld. Smertelijk viel het hem , zich door alle deeze fchikkingen ontzet te zien van zijne beste vrienden, en hoe gaarne hij de Heeren van Zuilenfteijn en Boreel, zijnen Gouverneur en Hofmeefter, behouden had, het mocht niet zijn : ook weigerden men aan de S aaten van Zeeland om eenig deel te hebben in het werk der Opvoeding, hoe zeer deeze daar op aandrongen. Terwijl dit alles voorviel, was het voorjaar des jaars 1666. en tegelijk het tijdrtip van de opening van den Veldtocht verfchenen. Gebrek aan geld, door de wanbetaaling der Engelfchen, benarde den Bisfchop van Munster, en deed hem neigen tot een C 4 min-  56 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE minnelijk verdrag. Lodezvijk de XIV. dit bemerkende, raadde hem insgelijks, om een einde aan den twist te maaken, zwanger gaande met de vermeestering der Spaanfehe Nederlanden, waar toe hem de dood van van zijnen Schoonvader Pkiiippu, de IV, nu onlangs voorgevallen , eenen gereedden weg fcheen te baanen. Reeds in de maand April werd het verdrag te Cleef getroffen, waar bij de Staaten wederom in het bezit der ovcrheerde plaatfen gefield werden. Hoe gelukkig zou het niet zijn, wanneer de Gefehiedenis ons het bericht had nagelaaten, dat ook den heillozen Zeeoorlog te dien tijde een einde genomen had! De order der zaaken gebied ons dezelve van nabij te befchouwen. Donker waren de uitzichten deswegens , en eene beklemmende vreeze, had zig gevestigd in de harten van 's Lands Staaten. Met vernieuwden ernst drong men bij Vrankrijk aan, om den beloofden bijftand. Lodezvijk, bevroedende hoe veel belangs hij had bij de inftandhouding der tegenwoordige Regeering in den Nederlandfchen Staat, liet  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. $/ ilet zich eindelijk bewegen, om ten haaren gevalle, den Oorlog aan Karei te verklaaren, en zijne gezanten uit Engeland te rug teroepen. Kort naar den aanvang des jaars kwam de Oorlogsverklaring ten voorfchijn, het welk den neergedrukten moed der Staaten deed herleeven. Men hoopte nu, veréénigd met de Franfcfce Zeemacht , den Brit tot rede te brengen. Maar die hoop was ijdel. Het vervolg zal ons ras doen zien, dat men in Frankrijk de Nederlanders fchandelijk misleidde, en voor alles liet opdraaijen. Het liep tot in den Herfst aan , eer de Franfche hulpfchepen in Zee ftaken, en nimmer namen zij deel in den ftrijd. Naauwlijks was de maand Meij verfehenen, of 's Lands Vloot, 85 Schepen van Oorlög , behalven een groot aantal Advijsjachten en Branders fterk, was gereed. Den eerften Junij raakte zij onder bevel van de Ruiter in Zee, en kreeg, na verloop van 10 dagen, de vijandelijke Vloot,van gelijke fterkte, onder het opperbevel van Prins Robert , (een Zoon van den KeurC 5 vorst ■  5Ö9 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE vorst" van de Palts,) in het gezicht. Al fpoedig raakte men flaags, en vier dagen agter een, werd met een onvoorbeeldelijke woede, aan beide zijden gevochten -y dan eens, fcheen de Zege aan de eene, dan eens aan de andere zijde over te hellen. De dappere de Ruiter, en een groot aantal fiere Zeehelden, gaven in deezen feilen ftrijd de heerlijkfte blijken van trouwe en couragie, en hadden de trouwiooze Franfchen hun woord gehouden, het ware met de Engelfche Zeemacht gedaan geweest. Door het fchandelijk fchenden van haar gegeven woord, in het terug houden van den beloofden bijftand, moest men, naa zoo veel bloedvergietens, zich vergenoegen met de eer, dat men den vijand tot wijken gedwongen, en uit de Zee gejaagd hadt. In de grootfte wanorde, vluchten de Engelfchen naar hunne kust, terwijl de Nederlandfche Vloot in de Wielingen binnen liep, om zich van de gelegene fchade te herftellen. Hoe zeer de Engelfchen hunne fchande #ok wüde bedekken, door het verfprijden sener  DER VA DERL. GESCHIEDENISSEN. 59 eener valfche maare, dat zij overwinnend te rug keerden; hoe zeer zij deswegens den Godsdienst ontheiligdeu, door het plechtig vieren van eenen openbaren dankdag over de bevochten Zege, het bleek al ras dat dien roem louter bedrog was, en het ontbrak in Engeland niet aan zulken, die dit laatfle bedrijf, een fpotten met God, en een bedriegen van de wereld noemden. Men kon niet ontkennen, dat men 23 Schepen, en bijna 9,000 dooden en gekwetften, en daar onder s Admiraalen verlooren hadt. Zes Schepen werden door de Hollanders in triumph binnen de havens gevoerd, zij hadden flechts vier Schepen door den brand verloren , en telden niet meer dan omtrent c,ooo dooden en- gekwesten. Verlies , dat zeker niet geëvenredigd ftond aan dat der vijanden, maar dat echter betreurenswaardig was, uit hoofde van het verlies van zoo veel heldenbloed. De Admiraalen Kortielis Evertfen , en Abraham \ van der Hulst, en eenige andere Officieren van rang, lieten hier hun dierbaar leven, en verwierven zich eenen onflerffelijken roem. 's Lands C 6 Staa-  6o BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Staaten fchreven om die rede, ook hier te Lande, eenen algemeenen Dankdag uit over de bevochten Zege, en in den tijd van negentien dagen, was niet alleen de ontredderde Vloot tn order, en van alles voorzien , maar liep ook andermaal in Zee, met het grootsch ontwerp om eene J anding. in 's vijands gebied te beproeven, dan , dit mislukte; 's Lands vloot werd door tegenwinden belet, om. den vijand in zijne havenen te overrompelen, waar door zij tijd hadden zich te wapenen, en reeds op den 4 Augustus, raakte men met elkander flaags. Het zou ons te uitvoerig doen worden,, wanneer wij de bijzonderheden van deezen Zeeflag vermelden wilden: genoeg is het, te zeggen, dat er aan wedt-zijden met eene ongelooflijke woede geflrdden werdt. De Ruiter, vocht met zijn Schip als een wanhopende, tegen eenige Vijandelijke Schepen, zonder dat 'er iemand hem ter hulpe fnelde. De moed en ftandvastigheid begon hem derwijze te begeven, dat hij uitriep: Mijn God! boe hen ik zoo ongelukkig! Is 'er nu, ender zoo veele kogels. die rondom mij  DF.U VADERL. GESCHIEDENISSEN, 6l wij vliegen , niet één die mij wegneemt! Maar neen! hoe veelen 'er ook in dien bangen i ' ftrijd het leven verloren , God fpaarde hem , en gebruikte hem als het middel, om door | eenen weloverlegden aftocht, de geheele vernieling der Staatfche Vloot te beletten. Deeze aftocht verfchafte zelfs aan de buitenlanders zoo veel roems, dat zij opentlijk erkenden , dat deeze aan de Ruiter meerder eere aandeed, dan of bij de flag gewonnen bad. Lodewijk de XW verhief hem tot de Ridderorde van St. Micbiei, doch dit J] alles belette niet , dat de Ruiter zich- be- i klaagde over het plichtverzuim van Tromp en veelen der Scheepsbevelhebberen, waarom de Staaten het bevel aan Tromp ontna- I* men, en Willem Jozeph van Gendt in zijne plaats benoemden. Wij flappen de gefïrenge maatregelen, te dezen tijde door die van Holland genomen, tegen eenige vrienden van den Prinfe van Oranje, en die den Ritmeefler Buat het leven kostte, voorbij: ook melden wij ter loops, dat de Franfchen als nog op eene bedrieglijke wijze, 's Lands Staaten om den tuin C 7 lei-  6l BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE leidden, en hoopen deden op het uitzenden eener Vloote. De Ruiter, in het begin van September in Zee geftoken zijnde, zeilde naar Roebelle, om zich met de Franfche Vloot te verëenigen, doch deeze verzeilde naar Rrest. Tegenwinden en andere beletfelen, verhinderden dat de Ruiter iets van gewicht ondernam: hij zeilde naar Duinherken om dichter bij de hand te zijn, en 's Lands Kusten te dekken: dit moest bij de listige Franfchen, tot een voorwendfel van beklag dienen, even of men daar door hunne Vloot in gevaar gefield had. Een hevige ftorm noodzaakte de Ruiter, om de havens dezer Landen optezoeken, dat hem gelukte , en dus namen de Krijgsbedrijven ter Zee, ook dit jaar een einde. Uit alles wat wij tot hier toe tc boek geflagen hebben, valt het niet moeilijk te befluiten, dat de beide Natiën, geene redenen hadden, om zich op groote voordeelen te beroemen. Verbazende fchatten, en duizenden dierbaare menfchenlevens, waren vruchteloos verfpild. Het was dus geen wonder, dat men aan de eene, zoo wel als  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 6% als aan de andere zijde, naar den Vrede haakte; de groote zwarigheid was en bleef, oratrend de wijze waar op men het werk beginnen zou. 't Gelust ons niet om onze Lezers door een doolhof van de gefleependöe ftaatkundige inzichten en bedriegerijen te geleiden, als mede met de bijzondere redenen, die men waande te hebben, in het bepaalen eener handelplaats, zoo wel aan de zijde van Engeland en de Staaten, als aan den kant van hun, die zich als bemiddelaars tusfchen die beiden, opdeden: genoeg is het te vermelden, dat naa veel en lang morren, de Stad Breda tot de bijligging der verfchillen verkoren en bepaald werdt, en dat vijf afgevaardigden uit de algemeene Staaten benoemt werden om derwaarts heen te fpoeden. Reeds in de maand Meij 1667. namen de onderhandelingen een begin, en 'er verliepen omtrent drie maanden met hairkloven, zonder dat men vorderde. Het werk ftond zoo verward, dat 'er gegronde vrees ontftond voor het afbreken der onderhandelingen, toen «ene toevallige, doch gelukkig uitgevoerde on-  #4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE onderneeming, aan het werk een geh?el andere gedaante, en aan de twee ftnjdende Natiën den gewenschten Vrede gaf, met welks vermelding wij dit Hoofdftuk zullen befluiten. ; Had Lodezvijk de XIV in het voorgaande jaar, de Staaten zoo deerlijk te leur gefield in hunne hoop op beloofden bijftand, zulks belette echter niet, dat men als nog, doch vruchtloos , op zijne hulp bleef vertrouwen. (Onbegrijpelijke dwaasheid moeten wij zeggen, voor een Man van zulk een uitfteekend vernuft, als waar voor de Witt met volle recht kan begroet worden) 's Lands Vloot, werd , niettegenftaande de begonnen ondeihandelitigen, al vroeg in het voorjaar in gereedheid gebragt: een buitengewoon gezant naar het Hof van Deenmarken, moest de uitrusting van de 40 Schepen aldaar tragten te befpoedigen: de Ruiter kreeg het bevel over de Vloot, doch het liep aan tot in het beain van Junij, eer dezelve, ruim 60 Schepen van Oorlog, en een aantal Branders en andere Vaartuigen fterk, in Zee liep, —— Om aan het werk dat te doen ftond  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 6*5 I ftond, geen vertraging toe te brengen, von| den de Algemeene Staaten goed, om uit hun midden drie Leden als Gevolmachtigden op de Vloot te zenden. Cornelis de Witt, Rmvaard van Putten, Burgemeefter der Stad Dordrecht, en een Broeder van den Raadpenfionaris de Witt, werd ter Vergadering van Holland , met dien gewichtigen last vereerd, fchoon veelen van oordeel waren, ,j dat hem de nodige kundigheden ontbraken. Ter Generaliteit bleef het aanflellen van twee andere Heeren achterwege, en dus nam de Ruwaart, den geheelen last op \ zich. De Engelfchen, in den waan zijnde, dat 'er te Breda, althans niet minder dan eenen ftilftand van Wapenen zou bewerkt worden, waren in de grootfte zorgeloosheid, op het fïuk der uitrusting gebleven, terwijl hunne voornaam'fte Zeemacht in hunne Havens onttakeld lag. De Staatfche Vloot, flak zonder hinder over naar de Vijandelijke Kust, en kwam voor het Koningsdiep ten anker. Aldaar beflooten de Opperbevelhebberen , tot de ftoutfte onderneming die men immer hoorde, die wanneer, deze 1-  66 BéKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zelve gehikte, den Vijand met angst en fchrik vervullen, en de Vrede bevoorderen , doch wanneer zij mislukte van de zorgelijkfle gevolgen wezen moest, en uit dien hoofde, bij veelen als onvoorzichtig en roekeloos befchouwd werdt. — Men was in het zekere onderricht, dat een aantal; Oostindifche en andere Koopvaardijfchepen op de Theems lagen, en dus vond men geraden , den Lieutenant Admiraal van Gendt, met een fmaldeel der Vloote derwaarts te zenden , ten einde dien rijken buit aan de» Vijand te ontnemen. De Witt, die gehouden werd voor de eerfte ontwerper van het gehetle werk, begaf zich in perfooa aan boord van het Admiraalfchip, en op zijn bevel, werden duizend Landfoldaaten , op de Schepen verdeeld. Den 19 Jumj ligtte men het anker, en reeds den volgenden dag moest de fterkte Sheemefs, liggende op den hoek van de Rivier Chattam voor den moed der Nederlanderen bukken. De Ruiter, inmiddels door de Witt bij het Esquader ontboden zijnde, werdt toen eenparig befloten,her begonnen werkte vervolgen , en    DER VADER L. GESCHIEDENISSEN. 6*7 I en zich tot zijn voordeel te bedienen van J de algemeene fchrik en verwarring , die ' den Vijand, op de eerfte maare aangreep, | en de gantfche Kust in rep en roer ftelde. i Te vergeefsch had den Brit de doorvaart 1 trachten te beletten, zoo door het doen ti zinken van eenige Schepen, als door het I fpannen van een zwaaren ijzeren ketting I aan den ingang der Riviere; want, in weerI wil van een hevig vuur uit Batterijen en | Schepen , ftreefden de Nederlandfche Heiden de Rivier van Cbattam op. De onvertzaagde Scheepskapitain Jan van Brakel vliegt voor uit, en bereikt het eerst van allen, \ de noodlottige keten; hier verovert hij een Vijandelijk Fregat, terwijl de dappere Jan Daniehzson van Rijn, met zijn Brander, de ketting door midden zeilt, en ten, zelfden tijde een Vijandlijk Oorlogfchip in brand fteekt. Nu was de weg gebaant tot meerder roem; in weinig uuren ftonden \ niet minder dan zeven van de zwaarfie I Konings-Schepen in lichter laaije vlamme. Karei zat te beeven op zijn throon, terwijl het geheele Rijk door den fchrik be- van-  63 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE vangen werdt. Na het volvoeren van dit Heldenftuk, wendde men het roer: de Zegevierende Nederlanders dreven de Rivier weder af, en plaatften zich, met het gros der Vloote, voor den ingang der Theems, waar door men de Vijandelijke Kust in geduurige onrust, en de Vloot binnen de havens hieidt. Dit ftoutmoedig gedrag deedt imusfchen den moed van 's Lands Ingezeetenen herleven, terwijl de Staaten zich erkentelijk betoonden aan hun , die de onderneming ten uitvoer gebracht hadden. Den Ruwaard de Witt, de Ruiter, en van Gendtr werden elk met een gouden beker, waarop het geval afgebeeldt was, van 's Lands wege befchonken, ook ontfing de Witt, nog daar en boven, van de Staaten van Heiland een Rentebrief van 30.000 Guldens: ook werden van Brakel, Vlug , en anderen, tot eenen hoogeren rang bevoordert. 's Lands Vloot bleef tot in Oclober in Zee, en keerde als toen Zegepraalende naar het Vaderland terug. Al fpoedig gaf dit geval eene andere wending aan den loop der Onderhandelingen - te  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. C$ te Breda: de Engelfchen hunne Zeemacht zoo zeer geknakt ziende, door het verlies kunner beste en zwaarfte Schepen, veranderden van toon, en werden handelbaarer. Zij namen de bemiddeling der Zweeden gewillig aan, en het duurde niet langer dan tot den 31 van Hooimaand, dat de Vrede te Breda werkelijk getekend werdt. Elk der Partijen bleef volgens hetzelve in 't bezit, van alles wat zij vóór het begin des Oorlogs, tot den 20 Maij dezes jaars bezeten, of veroverd hadden: de nog openfiaande eisfchen van het verdrag des jaars ió'ja. werden vernietigd, en men beloofde elkander te zullen bijitaan , ingeval de een of ander gelusten mogt de rust der beide Natiën te flooren. Maar ten aanzien van het ftuk der Vlagge, waar doof*de Heerfchappij over de Zee, aan de Engelfchen, als 't ware, was toegekent in 1662, als ook in de Acte van den fnooden Kromwel, ter onk derdrukking van den Nederlandfchen Koophandel, kwam geene verandering: al het welke tot geene geringe fmerce van veele wel-  fO BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tncenenden in den Lande ftrt-kte, die van oordeel waren, dat men den Vijand, zoo zeer in de engte gejaagd hebbende, tot het inwilligen van meerdere voordeden had kunnen en behooren te dwingen. Van daar, dat zij van harten geen deel konden neemen , in de uitbundige vreugdebedrijven, die over de geflotene Vrede, alomme bedreven werden, bijzonder door hun, die het roer van Zaaken in handen hadden, De Raadpenöonaris de Witt was over dien Vrede zoo uitbundig verheugd, dat hij, zijne hem anders zoo gewoone deftigheid, geheel aan een zijde ftelde, en bij gelegenheid van eene groote maaltijd, die hij aan zijne Vrienden gaf, ten deure uittrad, en zich in zoo verre met het vreugdebedrijvend gemeen vereenigde , dat hij met hetzelve, tot laat in den nacht, op de ftraat danste, en onder het leegen van den beker , de gezondheid des Franfchen Konings, en eenige andete conditiën inftelde. De Franfche Gezant d'Eftrades, vond dit in de Witt zoo vreemd, dat hij het der moeite waar-  YREEBE TE BXED1 t§6f.   DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. J\ i waardig keurde, in eene brief aan zijne I Natie bekend te maaken. Zeker had dien i Staatsdienaar, meer dan iemand, rede om i verblijd te zijn, over den Vrede, dewijl I zij hem onthefte van een aantal zorgen, I die hem zulk eenen kostbaaren en verderf- 3 felijken Oorlog veroorzaakte; maar of hij, I die zoo gevat was, om de geheimen der 1 Hoven uittevorsfchen, van goederharte, de 1 heffe des volks, kon voorgaan, in het drin- I ken op de gezondheid van den trouwloo- I zen Lodezvijk, die, zoo als wij gezien heb- I ben, zijne beloofde hulp terug gehouden I hadt, komt ons niet waarfchijnlijk voor, I maar geeft ons rede om te denken, dat hij I zich alleen op deeze wijze met het volk I gelijk ftelde, om desfelfs gunst te winnen £ en in den waan te brengen, dat het Fran- : fche Hof wel bijster veel had medegewerkt I tot 's Landsheil. Dit vleijend bedrijf word t voor elk nog afzichtelijker, wanneer men I daarbij in aanmerking neemt, dat de Witt I op dat tijdftip reeds, niet onkundig was I van het gunt Lodezvijk in den fchild voerde, met  J1 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE met den inval in de Spaanfche Nederlanden , waar door den Staat in eene nieuwe bekommering gebracht, en een donker toneel geopend werd, het welk wij in het volgende Hoofdftuk nader zien zullen. ACHT»  Bi.ll VADERL. GESCHJEDEiNiSSEN, ^3 ACHTTIENDE. HOOFDDEEL» I667 1678. INHOUD. Lodewijk de XIV. valt in de Spaanfche Nederlanden, Spanje zoekt hulp hij de Staaten, Zij fluiten een Verdrag met Zweeden, en zende-i Gezanten naar Engeland en Duitschland. TripJe Alliantie, tusfcben Engeland, de Staaten en Zvveeden. — Toerustingen ter Zee en te Land. — Beraadflagingen over een Legerhoofd. ——— De Staaten van 'Holland houden den Prins van Oranje huiten alle bewind. ■ Eeuwig Edict ingevoert. De Witt word met aanzienlijke giften befchonken. ——— Ongenoegen in Vrankrijk en Spanje over de Triple Alliantie. Lodewijk de XIV. valt in het Franfciie Comté. De Staa¬ ten dringen Spanje tot bet aangaan van Vrede met Vrankrijk. Dezelve wordt gefloten te Aken. Haat van Lodewijk op de Staaten deswegens, ——■ De Prins IV. Deel. D word  74 BEKNOPT H1TTORISCH F ANDBOE KJ ï word eerfte Edele van Zeeland. — Bin- r.enlandfche Onlusten. Verfchillen over de vermindering der Landmacht. Gedrag der Staaten van Holland bier in gehouden. De West-Indifthe Maatfchappij ontbonden. — Vrankrijk werkt om de Trivle Alliantie ie vernietigen. ■ Vijandelijke oogmerken der Franfchen ontdekt. — En-, geland en Vrankrijk verbinden zich om den Staat aan te vallen. Oogmerken hier mede bedoelt. • Gezantfchappen naar ver- fcheiden Hoven. Krijgstoerustingen ter Zee. Begin d. r Vijandelijkheden door Vrankrijk. —- Daar naa door Engeland. —■ Toegevenheid der Staaten. Hunne aanbiedingen worden afgewezen. De Smyr- nafche Vloot aangevallen. Zeeflag voor Soulsbaai. De Franfchen bemachtigen een aantal Frontierfteden. Vallen in ' Dren'he, Twenthe, Overijsfel en Zutphen. — Algemeene fchrik in Holland. — Gelderland word door h^t Staatfche Leger verlaten. Ook het Sticht. De beide Gewesten overweldigd. Aanmerkingen hier over. — Radeloosheid der Staaten  DER V.\DERL. GESCHIEDENISSEN. 75 ten van Holland. ——- Binnenlandfhe Onlust en. Haat tegen de gebroeders Öe Witt. ——— Bewegingen om den Prins van Oranje te bevoorderen. Eeuwig Edicl: vernietigd. Willem ds lilde .word Stadhouder. Holland verfierkt. Onderhandelingen met Vrankrijk. Ook met Engeland. Vrankrijks eisfchen af- gejlagen. De handeling met Engeland voortgezet. Wederom afgebroken. Landing der Engelfchen, door een buitengewoone Ebbe belet, ——— Vijandelijkheden der Munfterfchen en Keulfchen. — Duitfche Hulptroepen. De Franfchen trekken naar den Rhijn. Ongenoegen over het puhliecq Befluur, De Ruwaard de Witt raakt in hechtenis. Hij werd gevonnist, en benevens' zijnen Broeder den- * Raadpenponaris deerlijk vermoord. —— Aanmerkingen over dit Gruweljluk. De Regeering in Holland door den Prins veranderd. ——— Hij trekt met een deel vanhet Staatfche Leger naar Charleroi, ——Bodegrave, door Koningsmark verlaten. — Inval der Franfchen in Holland. -— ZwaraD s mer-  '6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE merdam cn Budegrave verbrand. De Vijand het verder doordringen belet, door een flerken dooi. De Nieuwer brugge verlaten. Keulfche Vredehandel. Maafiricht verloren. Nieuwe verbonden aangegaan. Voordeden in Dui'SCh- iand behaald door de Bondgenooten. ——■ De drie overheerde Gewesten, door de Vijanden ontruimt. Krijgsverrichtingen ter Zee. Zeejlag voor Kijkduin en de Helder. Vrede met Engeland gefloten. — Ook met de Munfterfchen en Keulfchen. — Het Stadhouderfchap Erf ijk verklaart. ——— Ongemeene gunften den Prins bewezen ■ Handelingen over het al of niet aanneemen der voorheen overheerde Gewesten in de Unie. Gedrag der Staaten van Holland deswegens. WILLEM DE lilde veranderd de Regeering van 't Sticht. De Geldcrfchen benoemen hem tot Hertog en Graaf. Handelwijze door den Prins daaromtrent gehouden. ——— Hij wijst het aanbod van de hand. Veranderd de Regeering in Gelderland en Overijsfel, — Krijgsbedrijven te Lande. • ■ Voordeelen door  DER VA OER L, GESCHIEDENISSEN. 7/ de Franfchen cp de Spanjaarden behaald m Siciliën en elders. —— De Staaten zenden de Ruiter met 18 Schepen derwaarts. Zee/lagen in die fireeken voorgevallen. ——— De Ruiter word gekwetst. — Hij fier ft. —■ Zijn Lof. Vreede te Nijmegen gefloten. Voordeden door de Staaten daar bij verkregen. w. VV ij hebben in de voorgaande Afdeeling met een enkel woord vermeld, dat de heerschzuchtige Lodewijk, reeds' bij het leven van zijnen Schoonvader jeukerig was, om tegen zijn gedaane belofte, bij het aangaan van zijn huwelijk, de Spaanfche Nederlanden, aan zijne Kroon te hechten: wij zagen al verder, dat de dood des Spaanfchen Monarchs, bij hem als een gefchikt middel werdt aangemerkt, om dat ontwerp uittevoeren: de orde der gefchiedenis, en het belang dat den Staat hadt, om zulk eenen gevaarlijken Nabuur van zijne grenzen verwijderd te houden, vereischt, dat wij eenigftnts uitvoerig fchetfen, op welk eene D 3 wij-  78 BEKNOPT HÏSTORÜ-CH HANDBOEKJE wijze het Franfche hof, zich in het bezit dier rijke Landen ftelde. Wij achten dit des te noodzaaklijker, dewijl het uitvoeren van dit plan, ons de fleutel in de hand geeft, om het waare geheim te ontdekken, waarom 'Lodezvijk zoo trouwloos handelde, in het terug houden van de zoo plechtig toegezegden bijftand, in den jongstgeëindig» den Oorlog tegen de Engelfchen. Het Franfche Hof, begreep maar al te duidelijk, dat zoo lang de Engelfchen en de Nederlanderen elkander beoorloogden, het overmeesteren dier 'Landen , min bezwaarlijk vallen zou, vooral wegens de Staaten, die 'er zich natuurlijk tegen verzetten moesten. Groot was de vrees hier te Lande, over de mogelijkheid der uitvoering van dat heilloos plan: en daar de ftaatzucht van Lodezvijk geene paaien kende, ontbrak het niet aan doorztehtigen, die terug beefden , op het denkbeeld , dat zoo hij meester van de Spaanfche Nederlanden werd, hij 't eenigen tijde ook het Gemeenebest des Nederlandfchen Staats, door zijne Legermacht zou overftroomenj en het vervolg der Gefchle- r -de-  DER VAÜSRL. GESCHIEDENISSEN, ff denis zal ons doen zien, dat. die vrees niet ongegrond was. Hoe moeilijk valt het niet, om te geloven, dat ook de doorflepene de Witt 'er vrij van bleef' En dit zoo zijnde, hoe zeer had hem het een en ander niet bchooren aan te drijven, om znlk een veruitziend ontwerp in duigen te doen fpatten, ten minften zich te onthouden, van zulke uitbundige tekenen van achting en toegeeflijkheid, ten aanzien van een Vorst, die openlijk den fpot dreef met de plechtigfte verbintenisfen, en , onder fehijn van vriendfehap, niets minder bedoelde, dan het bederf en ondergang van den geheelen Staat. Te midden van de Vredesonderhandelingen te Breda, en onder herhaalde verzekeringen dat Lodewijk niets vijandelijks in den zin had, ontmaskerde hij zich, tot geene geringe verbazing van geheel de wereld, bijzonder van de Staaten, die hij door eenen brief van zijn voornemen kennis gaf. Ten zelfden tijde, ftelde hij zich, in eigen perfoon, aan het hoofd van een talrijk Leger, en bemachtigde in weinig weeken een aantal flexke Steden en Vestingen in de SpaanD 4 fche  0*0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fdie Nederlanden. In Spanje verwekte dit de groetfte verbazing, en dewijl men aldaar geen middelen voor handen had, om de overwinnende Legerbenden van Lodewijk te keeren, lloeg men aldaar den weg van onderhandeling in, en wendde zich tot de Staaten, om in dezen benarden toeftand, door hunne bemiddeling, het geheele verlies dier rijke Landen voor te komen. Het belang dat de Staaten bij het werk hadden, deed hun ook befluiren , om het verzoek van Spanje intewilligen , doch de eisfehc-n die Vrankrijk deed, waren zoo buitenfporig en onaanneemUjk, dat men alhier op ernftiger middelen begon bedacht -te worden , door het zoeken naar buitenlandfche hulp. Al fpoedig verzekerde men zich van de vriendfehap der Zwecden, door het fluiten van een verdrag, ook zonden de Staaten eenen buitengewoonen Gezant naar Engeland*, om Karei te bewegen, de Vrede tusVrankrijk en Spanje te herftelkn, ook wendde men zich tot den Keijzcr en eenige Duitfehe Vorften, met hetzelfde oogmerk. Welk eene bekommering die alles Verwekte, vak lich-  DER VA DER Éi. GESCHIEDENISSEN. 8 ( liciteJjjk te begrijpen ,. en nog werd die vermeerderd, toen Spanje aanzoek deed-»j om onderftand in volk en geld, met aanbod zelfs, om 'er de inkomften der Tullen op de Schelde , en de Maaze, de Stad Brugge, en eenige andere Sterktens voor te verpanden. De Staaten van Holland vonden genoegen in dien voorflag, en dit veroorzaakte een ruim veld voor gewichtige handelingen, tusfchen de partijen. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij onze'Lezeren in het doolhof van zoo veel ingewikkelde handelingen, van de doorflependfte Staatsdienaars wilden inleiden. De veinzerij, en het listig bedekken van wezentlijke oogmerken en bedoelingen, was de hoofdzaak, waar op elk zich bevlijtigde. Het wantrouwen (teeg bij allen tot eene verbazende hoogte, en onder fchijn van den een te befchermen, en des anders vriendfchap te zoeken, of te willen behouden, was 'er " elk op uit, om zijne oogmerken te herijken. Karei de Ilde, bevreest, dat de Staaten zich tot zijn nadeel te zeer verdiepen zouden , in het werk der bemiddeling tus den zij geen verrekijker nodig, om te voorzien, dat Lodezvijk, de trek die men hem gefpeeld had, zou betaald zetten, op eene wijze, geëvenredigd aan de belediging die hij vermeende te zijn aangedaan. Deeze verwijdering gaf intnsfchen gelegenheid, tot nieuwe onlusten: de voorftanders van den Prins van Oranje r (die tegen den  DPR VAD": RL. GEFCfJfEDENISSEN. 89 I den zin der Staaten van Holland, tot eerfte Edele, door de Staaten van Zeeland aangei Held werd,) fchepten nieuwen moed op 's Vorften verheffing, doch dit belette niet, dat men hem in Holland , de zitting in den Raad van Staaten betwistte, het welk niet 1 zonder tegenfpraak van de meeste Gewesten werd doorgedreeven. Hier kwam nog bij, dat zich da geest van misnoegen in I Zeeland, Friesland, Overijsfel en Groningen, H alomme vertoonde, wegens de kuiperijen I die in zwang waren, over het fluk cier Reij geering, en die geenen anderen grond vonI den, dan in de verfchillende begrippen, ij die men zich vormde, omtrent het bevoor! deren, of weeren van den Prins, tot de I Waardigheden zijner Voorouderen. Wij ftapI pen de minder beduidende verfchillen tusI fehen het H >f van Holland en Zeeland voorI bij, om meer belangrijke zaaken te verI melden. _ De buitengewoone kosten, die het uitI rusten van zulke geduchte Vlooten belieI pen, gingen de inkomften van den 'Staas I verre te boven, 's Lands Staaten, ontheven  00 BEKNOPT HISTORISCH- ÏIANDBOEKja ven van den last des Oorlogs, waren, die reden, al fpoedig, naar het fluiten van den Akenfchen Vrede, bedacht, om hunne Landmacht aanmerkelijk te verminderen. De Raad van Staaten oordeelde, dat men het getal tot 34,700, de Staaten van Holland daartegen, dat men het tot 32,040 veranderen moest. Dit verfchil van,denkbeelden , gaf aanleiding, tot hatelijke twisten, want toen de Staaten der meeste Gewesten van oordeel waren, dat rnen de vermindering volgens het gevoelen van den Raad van Staaten moest bepaalen, beftonden de Staaten von Holland 84 Vaendelen Voetvolk, ter hunner betaling ftaande, aftedanke». Dit bedrijf, zoo zeer gefchikt om eene algemeene verwarring in het beftuur van zaaken te veroorzaaken, en den band der Unie te ontbinden, werd euvel opgenoomen bij den Raad van Staaten, die aan de Bevelhebberen der bezettingen , ter betaaling van Holland ftaande, gelastten, zich te onthouden om eenige manfehappen aftedanken. De Staaten van Holland, hier van kennis gekregen h.boende, verfchenen ia volle gerale ter  DER VADER L. GESCHIEDENISSEN, Oï ter Algemeene Staatsvergadering, en eischten dat men het bevel des Raads buiten werking hield, waar in men eerlang, uit vrees voor onheilen, hun te wille was. Van meer belang zal het zijn, dat wij den toeftand der West - Indilche Maatfchappij, te dezen tijde van nabij befchouwen. Deze rijke Mandelmaatfchappij, die weleer zulk eene rijke bron van welvaart voor het Vaderland opleverde, was door eene noodlottige famenloop van omftandigheden, in groot verval geraakt. Niet alleen had zij een geweldig verlies geleden, toen haar het rijke Brazil ontnomen werd, maar de roverijen der Engelfchen, in de jongst ver'loopene jaaren, hadden haaren welvaart derwijze geknakt, dat zij buiten flaat was, de toegezegde Renten, aan de houders der Schuldbrieven te betaalen. In deezen toeftand, wendden zich de Bewindhebberen, tot de Algemeene Staaten , verzoekende, dat deze der Maatfchappij te hulpe kwamen, en het effet deede genieten van het verd/ag, wegens den Zouthandel met Portugal , ten jaare i66ï- gefloten! Pe Staaten, bui-  92 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE buiten ftaat zijnde, om der Maatfchappij uit haaren toeftand te redden, liepen de zaaken allengs ten achter, hetwelk van dat gevolg was, dat zij eerlange geheel ontbonden en vernietigd, en een nieuwe Maatfchappij opgericht werd , zoo als wij in de Eerfte Afdeeling van dit Handboek vermeld hebben. Terwijl dit alles voorviel, zat men aan het Franfche Hof niet ftil, om het drievoudig Verbond te ontbinden. Hier te Lande, was men 'er op uit, om dit Verbond hoe langer hoe meer te fterken, terwijl men in Frankrijk , zich alle moeite gaf, om het in duigen te werpen. Lodewijk kon den fpijt niet verkroppen, die men hem door dat Verbond verwekt had, daar hij door hetzelve , van de geheele overmeestering der Spaanfche Nederlanden had moeten afzien. Alle listen werden hier toe door hem bij der hand genomen, en wel eerst bij de Staaten, aan wien hij het aangaan, van een afzonderlijk Verbord, door zijnen Gezant Pompone liet voorftellen ; dcch dit gelukte tiet. De Witt beloofde zich van de Trijile Al-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 93 Alliantie, zulke gewichtige voordeden, dat de Staaten geen gehoor aan den voorflag van Pompone verleenden. Toen trok dien Gezant naar Zzveeden, en ten zelfden tijde, de beruchte Colbert naar Engeland, beide met geen ander oogmerk, dan om in die beide Rijken te bewerken, her geen men bier volfiandig bleef weigeren. De fijnfte ftreeken eener bedorvene Staatkunde ontdtkken zich in de handelingen van deeze twee doorflepene Afgezanten, aan de beide hoven, en het geen zij door kracht van redenen niet bewerken konden, gelukte hun, door het verfpillen van groote geldfommen , aan zulken , die zij ter herijking hunner oogmerken oordeelden nodig te hebben. Hier bleef het niet bij: het Franfche Hof fpandde ook alles in, om de Duitfebe Vorsten, die de zijde der Staaten hielden, of met hun verbonden waren, in zijne belangens te krijgen , waar in het ook bij fommigen gelukte, doch anderen leenden 'er geene ooren naa. Op deeze wijze trokken de donkerite wolken van alle kanten famen, terwijl men hier te Lande 'er wei-  t)A BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE weinig achterdocht op fcheen te hebben, en den tijd flcet, met het handelen over eenige oude opengaande zaaken, tusfchen dezen Staat en Engeland. De Keurvorst van Brandenburg, de vijandelijke oogmerken der Franfchen, tegen den Scaat ontdekt hebbende, was eerlijk genoeg, om de Staaten 'er van te verwittigen, en aan te raaden, om zich in tijds met Lodewijk te verdragen, want dat zij niet veel Haat moesten maaken, op de hulp van hunne Geallieerden: maar het werd in den wind geüagen. De Witt, die anders zoo uitgeleert was, in het uitvorsfchen van de diepfte geheimen der Hoven, vermoedde zelfs niets ergs, en de Staaten oordeelden dat de toerustingen in Vrankrijk, niet tegen den Staat, maar te. gen de overige Spaanfche Nederlanden in gereedheid gebracht werden. Hadden zich de de vijandelijke desfeinen van de trotfche Lodewijk, flechts tot zijn eigen macht bepaalt, wettigt dat men hem het hoofd zou hebben kunnen bieden; doch zij gingen verder. Het was hem niet genoeg, het drievoudig Verbond, voor den Staat  DER VADSRL GESCHIEDENISSEN. ■ 95 Staat nutteloos gemaakt te hebben, en de Staaten daar door van die beloofde hulp te ontzetten, maar nu vond hij een middel om Engeland , geheel omtezetten , en met Karei, eéne , gemeenfchappelijke zaak te ma«ken, om den Nederlandfchen Staat, van de lijst der Mogendheden uit te wisfdien. Schandelijk bedrijf voorzeker, dat de verraderije der Franfchen, en de trouwloosheid der Engelfchen, ten toppunte ftijgen doet, en eene geduchte les geeft, aan alle Beftuurders van kleine Republieken en Staaten , hoe gevaarlijk het is, zich te onbezonnen over te geeven, aan, of te verlaaten op de hulp van machtige Nabuuren. Wij zullen dit gewichtig gedeelte van 's Lands Hiftorie, zoo kort en duidelijk, als mogelijk is, te boek ftellen. Niettegenflaande Karei de Ilde, voor, en bij zijne komst tot den Engelfchen Throon, volgens de Wetten van dat Rijk, openbaare belijdenis van den Proteftantfchen Godsdienst deedt, en gezworen had, dezelve te zullen handhaven, zoo was het geen geheim meer, dat hij de Leerftellingen der Room-  9<5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Roomfehe kerk toegedaan was, en dezelve begunftigde; niets was natuurlijker, dan dat hij zich door dien handel een groot aantal vijanden in zijne'Rijken op den hals haalde, het welk hem aanzette om tot een onbepaalder Heerfchappij te geraken, Lodezvijk, die bij zoo veele ondeugden, als wij reeds in hem hebben doen opmerken, ,nog deeze voegde, dat hij een bitter vervolger der Hervormde Leere was; en fchoon hij de voorfchriften van het Christendom, met voeten trad, zoo wilde hij echter als een groot voorftander der Kerke, bij de wereld te boek ftaan. De godsdienftige denkwijze van Karei, hem niet onbekent, oordeelde hij een gefchikt middel te zijn, om deeze van der Staaten zijde aftetrekken, en in zijne maatregelen te doen deelen. Niet flechts bood hij aanzienlijke geldfommen aan Karei, maar hij gaf de Ilertoginne van Grleans (Kareis Zuster) verlof, naar Engeland over te fteeken, en haaren Broeder te bezoeken. De Hertoginne, gelast om Loèt&ijkh oogmerken aan Karei te ontvouwen , en fmaakiijk te maaken , voerde dien taak  DER VA DB RL. GESCHIEDENISSEN. 97 taak getrouvvlijk uit. Hij, zwanger gaande, met het fnood ontwerp, om door middel van wapen,n, zijn eigen Volk te beftoken, werd door zijne Zuster tot andere gedachten gebragt, die hem raadde, zich met Lodewijk te vereenigen, en de Staaten den Oorlog aantedoen. In weinig dagen Haagde zij naar wensch, en de beide Koningen, befloten in een geheim verdrag , om den Nederlandfchen Staat, niet alleen te beoorlogen, maar te vernietigen, en onder zich te verdeden. Terwijl Lodewijk , te Lande , de Staateu overrompelde , moest Karei met zijne Vloot, hun ter Zee beftoken. Zeeland, zou aan Engeland ; Gelderland , Utrecht , Friesland, Overijsfel en Groningen, benevens de Generaliteits Landen, zouden aan Vrankrijk ten buite vallen , doch Holland , fchikte men voor den Prins van Oranje, wanneer hij deel in het werk nam. Onbegrijplijk is het ondertusfchen, dat dit goddeloos verraad, hier te Lande onbekend bleef; doch hoe dit ook zijn moge, men was en bleef onbezorgt: zelfs eenen geruimen tijd, naa dat het verdrag gefloten was, waar toe de geIV. Deel. E veins-  98 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE veinsde vriendfehapsbetooningen, der beide Hoven, niet weinig hebben bijgedragen. Het leed echter niet lang, of men kreeg zoo veel kennis, van het geen 'er omging ^ dat men middelen bij der hand nam, om het nakend onheil afcewenden: Pieier de Groot, de Zoon van Hugo de Groot, die wij voorheen hebben leeren kennen, werd naar Frankrijk; Burgemeefter van Beuningen, naar Engeland; en van Beverningk, naar Spanje gezonden, om zulks, door onderhandelingen te bewerken. Beverningk moest trachten , een verbond met Spanje te bewerken; van Beuningen, had in last, om der. Koning tot het fterken van de Tripte Alliantie, en het gemeenfchaplijk beoorlogen der ïurkfche Roofnesten van Algiers, Tripoli, en Tunis, over te haaien; maar ten aanzien van Frankrijk, oordeelde men, de vleijendfte eerbetooningen te naoetén in acht neemen, om daar door aan de zending van de Groot, bevoorderlijk te zijn, en den Koning van maatregelen te doen veranderen. Het was in den Zomer, des jaars 1670, dat deeze zich in zijne nieuw aangewonnen Landen, in  'DER VA DE RL, GESCHIEDENISSEN. £9 in de Spaanfcha Nederlanden bevond, en dus nam men die gelegenheid waar , om den Heer van Wasfenaar, derwaarts te zenden , die Lodezvijk moest geluk wenfchen , met de uitbreiding zijner Staaten, en tevens verzekeren van de hooge achting, die men voor den Koning had, en den hoogcn prijs, die men op zijne vriendfchap ftelde. Wie, die een Hollandsch hart in den boezem draagt, gevoelt het niet Merker kloppen, wanneer hij zulk eene kruipende vleijerij, aan eenen troüweloozen Dwingeland, ziet bewijzen, door Mannen, die als echte voorftanders van 's Lands Vrijheid en OnaThangelijkheid wilden begroet worden, en die toen reeds, van het gefmeed verraad, bewust waren? Lodezvijk, gaf aan Wasfenaar, als naar gewoonte, mooije woorden, doch dit was het al: want het bleek al ras, toen de Groot ten Hove kwam, wat men aldaar in den zin had. De Groot, reeds in Augustus, ter plaatfe zijner beftemming aangekomen zijnde, moest bijna drie maanden wachten, eer hij ten gehoor bij den Koning, werd toegelaaten; E 2 zij-  100 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zijnen last, om de voortduuring der Oude Vriendfchap (*) te verzoeken, geopend hebbende, kreeg hij een norsch antwoord; en uit zijne gefprtkken, met de Staatsministers, kon hij duidelijk bemerken, dat den Oorlog onvermijdelijk was. Ook kreeg men uit Engeland, door van Beuningen , de zekere berichten, dat Karei en Lodewijk, eenen Oorlog, tegen den Staat befloten hadden. De waarheid van dit bericht, bleek ook fpoedig, dewijl Karei zijnen Gezant Temple, uit den Ilage terug ontbood, alwaar mc-n nu eindelijk op ernftïger middelen , dan kruipende bezendingen, begon te denken. De Prins van Oranje, die nu den ouderdom (*) Die Oude Vriendfchap , kan den Lezer nader leeren kennen, uit bet gedrag der Franfchen in ï666 en 1667., door ons hier voren opgegeven. Wij hebben dezelve altoos gelijk gefield, met de vriendfchap van Judas, die zich het vriendlijkst tegen zijnen Heer en Weldoener betoonde, op het tijdfiip dat hij deeze, door een fchandelijk verraad, zijne vijanden in handen leverde.  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 101 dom van ai jaaren bereikte, werdt nu om deezen tijd, tot Lid van den Raad van Staaten bevoorderd, met welke eerfte ftap, ten zijnen voordeele, de hoop op zijne verdere verheffing, niet weinig opwakkerde: dit zag men duidelijk, bij gelegenheid van de deliberatien op het aanftellen van een Legerhoofd, bij de Armee van den Staat, die te dezen tijde aangevangen werden , en waaromtrent de Staaten der onderfcheidene Cewesten, zeer verfchillende inzichten hadden. De meefien begrepen , dat men dc; Prins van Oranje, tot Kapitain Generaal, over de Legermacht van den Staat, behoorde • aanteftellen, doch dit veroorzaakte een veld , van onderlinge twisten met de Staaten van Holland, die 'er niet toe befluiten wilden. Het gelust ons niet, vermelding te doen, van alle de kibbelingen die hier over gevoert wierden , genoeg is het te vermelden, dat naar verloop van eenige maanden, immers in de maand Januarij 1672. het befluit genomen werdt, om zijne Hoogheid, flechts voor den aanfiaanden Veldtocht, de waardigheid van Kapitain Generaal, op E 3 te  102 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te draagen, hec welk echter niet gefchiedde, dan tegen den zin van de Algemeene Staaten, die hunne gevoeligheid deswegens, aan die van Holland, in eenen wijdlopigen brief, aan den dag bgen. Tc wijl dit alles gebeurde, was men hier te Lande bedacht, om zich ter Zee, in eenen gedachtes Haat van tegenweer te Hellen: in Wintermaand des jaars 1670. beflooten de Staaten, om ele Vloot met $6 Schepen van Linie, en een aantal Branders en Galjooten te verfterken, waar van de kosten alleen op 30 tonnen fchats begroot werden, en het duurde niet langer, dan tot het begin van Zomermaand des jaars 1671, dat cis Ruben, met de Vloot in Zee liep, met last om Hechts te krutsfen, en alle vijandlijkheden zorgvuldig te vermijden. Hec duurde niet lang, of het Franfche Hof, beu;on den Nederhndfchen Koophandel, niet weinig te belemmeren, en tc belastendoor de drukkendste belastingen: en toen de Staaten, dezelfde maatreaden namen, ter belemmering van des invoer der Franfche Producten hier te Lande, moest dit u n voor-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 103 voorwendfel van de hevigfle klachten dienen. Op even zulk eenen voorgewen dden grond, begonden de Engelfchen hunne vijandelijke oogmerken te ontwikkelen. De Ruiter, met 's Lands Vloot in Zee zijnde, hadt zij door eenen geduchten ftorm, niet weinig geleden. Op de Zeeuwfche Kust geankert zijnde, om de geledene fchade te herlïellen, en de verftrooide Schepen bij een te brengen, komt een Engelsch Koningsjacht, te midden door de Staatfche Vloot zeilen. De Engelfchen begroetten de Staatfche Vlag, met eenige eerlVhoten, doch, dewijl het Admiraalfchip, waarop de Rui te* z:ch bevond, over zijde lag, om gekrengt te worden., beantwoordde den Meer vak Gert, in de Ruiters plaatfe, het fa!ut dor Engelfchen, met zeven fchoren. De Engelfchen ziende, dat fan Gent de Vlag riet ftreek, nog het topzeil vallen liet, fchooten onmiddelij't met fcherp, derwijze, dat. de kogels rondom de Nedcrlandfche Schepelingen gonsden. Vun Gent, vernecmende naar de oorzaak van dit vijandelijk E 4 be-  BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE bedrijf, kreeg ten antwoord, dat men geftoord was, om dat hij de Vlag niet geftre"kcn had; en hoezeer van Gent beweerde, dat hij, op der S aaten kust leggende, daar toe ongehouden was, het mogt niet baaten, en de Engelfchen vonden hier in, eene genoegfaame grond, om aan hunne vijandelijke oogmerken en handelingen, den febijn van rechtvaardigheid te geeven. Tot dat oogmerk zond Karei, den Ridder Downlng,) naar den Haag* , ter vervulling van den post, die Temple bekleed hadt, met last, om fatisfactie voor de gewaande belediging te vorderen. Hij eischte: dat niet flechts in de Brittannifche Zeen, maar ook in alle deelen der wereld, de opperheerfchappij der Engelfchen, ter Zee, zou erkent worden, door de Nederlanders, met het ftrijken der Vlagge, derwijze, dat zelfs, een geheeie Vloot der Staaten., verplicht zoude zijn, om voor ééri eukeld KoriingUjk Vaartuig, dat bewijs van onderwerping te geeven. Veel viel hier over te handelen, doch zonder vrucht. De Staaten konden tot zulk eene verregaande vernedering, niet lich-  DER VAOERL. GESCHIEDEKIFSEN. 10$ lichtelijk befluiten. Maar de Witt, oordeelde dat men den Koning] ook daar in zou te wille zijn; en toen men 'er toe befloot, was de Engelfche Gezant trofsch genoeg, om het aanbod van de hand te wijzon, onder voor wen dfel, dat het te laat was, en hij last ontfangen had, om den Haage te verlaaten. Onaangezien, dat Karei zulke vijandelijke handelingen aan den dag lag, trachtte *fieh evenwel als nog, zijne gunst en vriendfchap te behouden, door minnelijke onderhandelingen , en hem over te haaien, tot het handhaven der Triple Alliantie, Dit deed Karei's woede ten top klimmen, en nieuwe Hof tot klagen vinden, over een Schilderij dat men op het Raadhuis der Stad Dordrecht, ter eere van den Ruwaard de Witt, wegens de overwinning te Chattam, ten toon gehangen had: de Staaten waren overbodig genegen, om hem in allen opzichte aan de hand te gaan, en genoegen te geeven, doch het mogt niet baaten. Het leed flechts korten tijd, of hec Oorlogsvuur begon j van alle kanten te ontbranden , en E s hei  10(5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het Vaderland werd in eene engte en gevaar gebracht, waar van men te vergetfsch een voorbeeld ia 's Lands gefchicdenisfeu, zoeken zal. Karei was de eerfte, die het Masqué a£ligtte, en de vijandelijkheden begon, door order te geeven aan Robert Holmes, om de Smyrnaafche Vloot, die cours naar het Vaderland zette, vijandelijk aan te vallen. Tot driemaalen toe, viel Holmes de Koopvaardijvloot aan, dog hij werdt zoo dapperJijk ontfangen, dat hij in zijn oogmerk niet flaagde: Hechts één Oorlogfchip, en vier Koopvaardijfcheepeu, vielen den Engelfchen in handen, de overigen kwamen behouden in de havenen dezer Landen. Korte dagen naa dit verraderlijk geval, kwam op één en denzelfden dag, de Oorlogsverklaringen der beide Koningen in 't licht. Zij behelsden de tastbaarfte onwaarden, waarom de Staaten dezelve geen beaptwoording waardig keurden, maar het belluit deed neemen, om zich op alle mooglijke wijze, in ftaac van tegenweer te (lellen. Niet alleen Moten zij, door bemiddeling van den Prins van  DER VADERL GESCHIEDENISSEN. 10/ van Oranje, een verbond met den Keurvorst van Brandenburg; niet alJeen waren zij be'dacht, om de grenzen van Holland, in ftaat van tegenweer te {tellen ; maar zij rustten ook in aller ijl, eene Vloot van 90 Schepen van Oorlog, en een aantal mindere Schepen uit, die reeds voer het einde van April, onder bevel van de Ruiter, in Zee liep. De Pvuwaard de Witt, bevond zich nevens eenige anderen, als Gevolmachtigden der Staaten, op de Vloot, en hec liep aan , tot in het begin van Jünij , toen 's Lands Vloot, &e reeds veréénigde Fmifche, en Engelfche Vlooten, ruim 130 Schepen van Oorlog fterk, in 't gezicht kregen, geankerd leggende in Souls Baai. Al fpoedig geraakte het tot een hevig gevecht, het welk van 's morgens ten 7 uuren, tot laat in den avond duurde ; de nacht maakte "er ten einde van , en aan wederzijden werd veel volk verloren , ook eenige Schepen verbrand , of in den grond geboorr. " De Lieutenanc Admiraal van Gent, werd naar een half unr ftrijdens, door eene vijandelijke kog?l doorfehoten: De Engelfche A en Vaderlandsliefde? Was zij ftrookends met de Unie, waarbij de Gewesten bezworen hadden, elkander te zullen bij/laan tegen alle geweld , met alle de middelen die God aan hun verleende ?  112 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Bas, zijnen post verlaten hadt, den ftroom doorwaadden, al fpoedig aan de overzijde geraakten, en nu eenen gebaanden weg vonden, otii tot in het hart des Lands te dringen. Ijlings brak het Leger der Staaten óp, en floeg zich in de nabijheid der Stad Utrecht, langs den Daalfchen Dijk neder , tot geene geringe bekommering der Staaten van Utrecht, die gaarne zouden gezien hebben, dat het Leger zich boven de Stad had neergeilagen. Het vluchten werd al fpoedig algemeen, en zij die overbleven, zagen veelal met een zeker verlangen, de Franfchen te gemoete. . Mu overmeesterden de Vijanden geheel Gelderland, en (treefden in weinig dagen tot in de nabuurfchap der • Stad Utrecht. De Staaten gaven daarop bevel aan den Prins, om met het Leger oogenbliklijk optebreeken , het geheele Sticht te ontruimen, en de toegangen van Holland te bezetten. Wat moeite de Staaten van Utrecht ook aanwendden, om ten minften een fterk guarnizoen in die Stad te mogen behoud.n, het wr.s vergeefsch: het geheele Sticht, werd ten prooi eles Vijands gelaten ^ die  DER VA DE RL". GESCHIEDENISSEN. 113 die ook op den 23 Junij meester van de Stad werd, naa du zij te vergeefsch om vrije hoede verzocht hadt, begeerende de Koning, dat men zich op discretie overgaf. In zulk eenen benaauwden toeftand, was goede raad duur. Met Vaderland was' in het grootst gevaar, om volgens het beraamde plan der beidé Koningen, ten prooi te worden, en 'er was geen genoegzaame macht voor handen , om hetzelve aftewenden. In Holland was men radeloos!' de ■mned ontzonk zelfs de ftoutmoedigften! In dezen ftand der dingen befloot men, aan Karel en Lodezvijk, bezendingen te doen, met de ruimfte uitbiedingen: men befloot naa veel handelens, den Gezanten in last te geeven, om alles toe te geeven, zoo men maar bewaard werd, bij het behoud van Godsdienst, Vrijheid, en Regeering, waar uit genoegfaam is aftemeeten, hoe wanhoopig het 'er thans uitzag. Bij alle deeze on¬ heilen bleef het niet. Het vuur van misnoegen , dat bij veele Ingczeetenen, zoo lang onder de asfche gefmeult had, begon nu aan alle kanten te ontbranden, 's Lands on-  ? 114 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ondergang werd toegefcbreven aan orckooping, en verraderij dor Levclhebberen, in de Greusfteden; uit het oog verlieeende, dat hun de nodige mach; ontbroken hadt: voorts aan hun, die het roer van Regering in handen hadden, als waren zij zorgeloos, onachtzaam, en ontrouw door laagö baatzucht. Zij, die de belangen van het Oranjehuis toegedaan waren, oordeelden , dat wanneer men den Prins, als Stadhouder aan het roer van Staat gefield had, 's Lands ondergang, zou zijn verhoed geworden. De pion» der nicht begon ook hier en daar, haare verfoeilijke rol te fpeelen, en fommige bedienaars van het zachtmoedig Euangeiic, misbruikten den Leerdoel, om het reeds hollend gemeen, te fhjven en te Herken, in plaa'fe van het tot flilheid, en vertrouwen op de Goddelijke hulpe , en uitredding aan te fpooren. Wanneer wij n*g«*fi, hoe veel aandeel den Raa 'pe-ii >naris de Witt, in het beleid van zaaken , fints eenige jaaren had, valt het niet moeilijk te begrijpen , dat men hem boven r.r.deren, als de oorzaak van alle on- hei-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN.. I 15 heilen aanmerkte. Zijne gehechtheid aan, en vriendfchap voor de Franfchen; zijnen afkeer en ingekankerdsn haat tegen d;n Prins van Oranje; en zijne zucht voor het bevoorderen van zijne vrienden en vertrouwden , tot de voornaamfte posten , in jlle plaatfen, waren de gronden, waar op veeien , hem befchuldigden van Landverraad, -Sti.f hoofdigheid , en Heersch-zucht. De wraakzucht fteeg bij fommigen tot die affchuwelijke hoogte . dat men hem des nachts, op de ftraat feitelijk aanviel, en van het leven wilde beroven : hij werd tegen den grond gefmeten, en gewond, door vier perfoonen , waarvm 'er één gevat, en acht dagen daar naa , bij vonnisfe van het Hof, opendijk onthalst werd. Men veihaalde, dat * Witt, een houw in den hals, een wond tusfchen de fchouders , en nog een andere, tusfchen de ribben zou ontfangen hebben \ als ook, dat hem het hoofd gekneust was: doch de wonden, waren zeker niet doodlijk, dewijl hij in korten tijd, herftclde. In dien haat, deelden ook zijnen Broeder, den Rtavaard de Witt, die uit  116* BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE uit hoofde van ongefteldheid, zijn ontflag als Gevolmachtigde , op 's Lands Vloot verzocht, en bekomen hebbende, bij zijne aankomst te Dordrecht, de gemoederen ten hoogften tegen hem verbitterd vond. De Hozanna's, die ter zijner eere, nu 5 jaaren geleden, de lucht vervulden, toen der Engelfchen Zeemacht te Chattam vernield was, en waar bij men hem als den redder des Vaderlands bijuaa vergoodde , werden nu afgewisfeld, door de bitterfle vervloekingen, en hij door de woedende menigte uiigefcholden, voor een verrader. In dolle drift haaitle men het Schilderij, waarop die gebeurenis afgemaald, en den Ruwaard levensgrootte afgebeeld was, van het Stadhuis, alwaar het openlijk ten toon gehangen was, en fcheurde het aan flarden. Na dat men de afbeelding ven het hoofd des Ruwaards, uit het fluk gefneeLv, hadt, hechtte men dat gedeelte aan de Galg, ten bewijze welk eene ftraf men het Origineel waardig keurdp. De voorftanders en vrienden van den Prinfe van Oranje, begonden ook nu van alle kanten, hunne zoo lung gefmoorde Hemmen  DER VADERL. GESCHIED r NISSEN. 117 men te verheflèn, en eischten, foms op de onbefcheidebfte wijze, dat de Regeering dien Vorst, tot de hooge waardigheden zijner Voorouders verhieve. Zulken onder de Regenten, die deeze verheffing ten alJen tijde, en ook- ral noch, als naadelig befchouwden, hoorden het met afkeer; anderen , die 'er gunftiger over dachten, fpoorden onder de hand de gemoederen aan, om het werk door te zetten; doch allen vonden zich de handen gebonden, door het Eeuwig Edict, dat zij bezworen hadden, en waar bij elk op het plechtigst beloofd had, niet alleen den voorflag daar toe nooit te zullen doen, maar niet te gedogen, dat het immer gefehiedde, door eenen der Leden. Met de fnelheid van den Blixem, floeg het geroep om een Stadhouder, van Stad tot Stad, en veroorzaakte de zorgcÜjkfte bewegingen. Te Dordrecht, liep het zoo hoog, dat men den Prins drong, om felfs het Leger te verlaten, en in perfoon de Magazijnen te bezichtigen. De Prins, hier op de Stad weder verlatende, zonder dat hem eenigen voorflag, betreklijk hec Stad-  I 18 BEKNOPT HISTORISCH HANDCHEKJE. Stadhouderfchap gedaan was, werd de gemeente bijnaa woedende, en noodzaakte de Regeering, om daadelijk het Eeuwig EdicJ, Stadsgewijze te vernietigen, en den Prins aan te (lellen tot Stadhouder. Alle de Leden, tekende de voorgelegde Acte, behalven den Ruwaard de Witt, die het weigerde, niettegenftaande de menigte zijn huis bedreigde. Zijne Echtgenoote en Kinderen , vielen voor het Bed waar op hij lag, ter neder, en fmeekten hem, om de Acte te teekenen, waar toe hij eindelijk befloot, met bijvoeging van de Letters, V. C. betekenende Vi^Coaclus, (dat is,) door geweld gedwongen. Het volk, door iemand der Latijnfche taaie machtig, de betekenis dier Letters verftaan hebbende, rustte niet, voor en aleer die Letters doorgehaald waren, waar mede men als toen genoegen nam. Dergelijke toneelen in de meeste Steden, konden niet nalaaten, de Regeeringsleden te doen befluiten, om het volk te wille te zijn, doch de grootfte zwarigheid was, om de verheffing van den Prins, in de Vergadering van Heiland te tafel te brengen. De Penfiona- ris  DER VADERL. GESCHIEDLNI'-ShN. 1 I F s het  130 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE bet Engelfche betoonei had, werden 's Lands onheilen toegekent. Dat de Prins, in de Waardigheden zijner Voorouderen herfteld was, oordeelde men meer door den nood gedrongen, dan uit overtuiging van het nuttige en noodzaaklijke gefchied te zijn; en. van hier, dat in alle plaatfcn, eenen haat en afkeer tegen het meerderdeel der Regenten, plaats had. Allen die hunne bevoordeling aan de Wkf te danken hadden , uit dien hoofde zijne- maatregulen volgden, en tien Loevefic'jnfibea aanhang genoemd vverdt, keurde men geen vertrouwen of onderwerping waardig, en wat was natuurlijker , dan dat den Raadpenfionaris, en zijnen Broeder den Ruwaart, meer dan iemand anders, in den algemeenen haat deel» den ? • De moorddadige aan (lagen op beider leven, hadden het doel niet getroffen, en ui moest de eerfte bloot ft aan, voor een hagelbui van de vinniglle fchimpfchriften, waar in hij voor een Landsdief, en een Verrader uitgefchold m werdt ; terwijl de tweede, opentlijk befchuldigd werdt , van eenen moorddadigen aanllag op des Prinfen  DSR VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. ï'3I en leven. De Raaipenfionaris verdeedigde zich, en zijn gedrag, in openbaaren gefchrïfte, maar de Ruwaard, werd door den Fiscaal van het Hof gevangen genomen, en eerst in de Kastelenije, en daarna op de Voorpoorte van den Hove, in verzekerde bewaring gezet. De oorzaak van" dit vatten, was gelegen, in de befchuldiging van zekeren Willem Tichelaar, een Barbier te Piers* til, die voorgaf, dut de Ruwaard, hem, onder belofte van 30,000 Guldens, en een voordeelig Ampt, had aangez-gt, om den Prins van Oranje van kant te helpen. De Ruwaard hier over ge vraagt zijnde, beken-' de, dat hij wel met Tichelaar in gefprek had geweest, doch dat deeze, met veel omft'ags van redenen, flechts den wensen had te kennen gegeven, oni aan den Ruwaard, iets van belang, onder Secretesfe te kennen te geven, doch, toen de Ruwaard hem gezegt had, dat zoo het iets goeds was, hij zulks vrij uit zeggen, of, zoo het iets kzvaads was, liever zrvijgen moest, zoo was hij verftoord ten huize uitgegaan. De Witt, Bad! intusfelien van dit voorval, aan den Se'creF 6 m  132 BEKNOPT HISTORISCH HANDAOEKJE taris van het Gerecht kennis gegeven, ten einde men op dien Tichelaar een wakend oog houden mogt, te meer, dewijl hij, ter kwader naam en faam bekend was, bij het Gerecht van zijne woonplaats niet alleen, maar ook bij de Vierfchaar van Putten. Uk deeze eenvoudige opgave van den (iaat des gefchils, valt het niet moeilijk te vatten, dat Tichelaar een ftoute leugenaar was, en daar en boven in rechten geen geloof verdiende; het was dus te verwonderen, dat men den Ruwaard gevangen hielde, terwijl Tichelaar in vrijheid bleef. Niets is ge- woonlyker, dan dat iemand in hechtenis zittende, het onkundig gemeen , hem op de onbarmhartigfte wijze bezwaart , met een aantal logens, waar om hij nimmer dacht, en die zelfs den fchijn van waarheid misfen. Ev> n dit ondervond de Witt. Het gerucht gaf hem naa, dat hij de oorzaak was van den minguriftigen ui tlag, van het gevecht voor Squlsbaai7 want dat hij de Ruiter zou belet hebben, om tegen de Fran» fchen te fiaan , waar door hij zelfs in een tweegevecht met de Vlootvoogd geraakt, en ia  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 133, in den arm gekwetst was. Be Ruwaard bumn. flaat zijnde, om die logens te wederleggen, vond de Raadpenfionaris geraden, dien taak op zich te neemen, en zijns ongelukkigen Broeders gedrag op de Vioot, te rechtvaardigen, en ziende, hoe zeer de haat dag aan dag toenan, befloot hij, bij de Staaten van Holland\ om zijn ontflag te verzoeken , mits men hem zitting verleende, in elen Hoogen Raad, zoo als hem bevorens vyas toegezegt. — Het ontflag volgde gereedlijk, maar de verdediging, zijns Broeders baatte luttel, want diens gevangenis in de Casfelenije, werd nu veranderd , in die van de Voorpoorte van den Hove,. en op den 19 van Oogstmaand, werdt hij in de gewoone Pijnkamer, door den Beul Jan Cbristiaans'z,, bijnaa vier uuren lang, op eene ontmenschte wijze getormenteerd. De Scheenfehroef; het Katrol; Gewichten van 50 pond aan elk der teenen; zelfs de uitrekking op de, gevloekte Pijnbank, werden niet gefpaard, om hem tot bekentenis te dwingen, doch. het was vergeefsch: de gevangene bleef het hem te lastgclegde misdrijf ontkennen, en was fier genoeg, om de Raadsheeren over F 7 hiua  134 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE godloos bedrijf, te daagen voor de Vierfchaar, en het Oordeel Gods , te midden van de hevigfre fmercen. —— En wat was het gevolg? Ontfloeg men hem onder handtasting? Neen! men befloot tot het vellen van een vonnis , dat de onrechtvaardigheid der Proceduure , buiten alle bedenking fielt, dat als toen nog zonder voorbeeld was, en hetwelk wij hartelijk wenfchen dat nimmer nagevolgt was geworden*; want reeds den volgenden dag, zijnde den 20 Augustus, werd de gevangene niet op de Rolle van den Hove , maar in een der vertrekken van de Voorpoorte, bij vonnisfe van den Raad , vervallen verklaart, •van alle zijne Ampten ; gebannen ten eeuwigen dage, uit Holland en Westvriesland; en gecondemneert in de kosten van het Proces» Zonder dat 'er hem eenige de minfte misdaad , in werd te laste gelegt. De beflnflng van het lot des 'Ruwaards, hoe grievend en fmerteiijk dit ook zijn mogtwas echter in het oog van zijnen eerlozen befchuldiger te zacht: het vonnis n-suuwlljks uit.-;efproken zijnde , fnelt hij naar  der vaderl. geschiedenissen. 135 naar buiten, en hitst de faamgefchoolde menigte op, om de Witt VKii kant te helpen; waar toe de gemoederen alvorens waren opgewonden, door het ftrooijen en aanplakken van de vuilaartigfte Schotfchriften, hec gewoon middel van Oproermaakers. —— Dit deed het bedoeld effect: eene tallelooze menigte, ftreeft naar den omtrek der Voorpoorte, en vloekt en raa't ais van den boozen bezeten. Door eene leugenachtige boodfehap, lokt men den gewezenen Raadftnfionaris, bij zijnen veroordeelden Broeder, voorgeevende, dat dese hem begeerde te fpreeken, en naauwlijks was hij aldaar aangekomen, of het plegen van allerleij geweld, op de deur des Kerkers, neemt een aanvang. De Staaten van Heiland, dit fchandelijk bed/ijf ziende, oordeelde tot ftuiting van hetzelve, een aantal Ruiters;, als mede de Haagfche Schutterij, in de Wapenen te doen komen, om de rust te bewaren. De eerstgenoemden,. gefch kt en genegen, om aan dien last te voldoen, ftond het baldadig graauw niet weinig in den weg, doch van de Burgerij verwachtte het minder tegen»  I36 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE genftand1, van daar, dat men een algemeene noodkreet door den Haage deed opgaan, als of een aantal Boeren uit het omgelegen W&st land, in optocht was, om den Haage te plunderen, en dit gaf gelegenheid dat de Ruiterij aftrok. en de Burgerij de handen ruim kreeg. De Militie afgetrokken zijnde, begon het Schieten en rammeijen op de deur der Gevangenpoorte zo geweldig, dat dezelve al fpoedig op den vloer lag, en nu (treeft een aantal Burgers, gewapend, om de rust te bewaren, naar boven, en vallen als helfche furiën, op het Broederpaar aan. De Gefchiedenis heeft ons de namen en kwaliteiten van de voornaamlte belhamels en uitvoerders dezes moorddadigen bedrijfs nagelaaten, doch wij keuren ^die hun eer niet waardig, ons Hechtsbepaalende tot het melden hunner euveldaaden. De Ruwaard hadt zich een weinig ter ruste gelegc naa het middagmaal, terwijl zijnen Broeder in den Bijbel ftondc te leezeu; toen een van de bende met de kolf van zijn geweer, hem meende, op het hoofd te liaan, doch dit mislukte, door  DER VADER L. GESCHIEDENISSEN. 137' door dien hij eenen der ftijlen van het Ledikant trof, waar door 'er de fpaanders afviogen. Een ander doeg insgelijks met zijn geweer naar Heer Joan, en trof deze zoo geweJdig^aan het hoofd, dat hem het bloed langs het lichaam droop. Nu leedt het niet lang, of de beide Broeders werden onder een vreesfeiijk getier, langs de trap naar beneden gefleurt, en geraakten onder een gedurig flooten en fchoppen, tot buiten de Gevangenpoort. Men had het fnood opzet, -om op de gewoone ftrafplaats van het Hof, het Groene Zoodje genaamt , de Moordlust bot te vieren, doch nu gunde men zich zoo veel tijds riet, want flechts weinige treden van de Poort, werd de Ruzvaard door een aantal flagen, met de kolven der geweeren , dood geflagen, voorts in het hoofd gehouwen , en met degens doorftoken: zijn Broeder, werdt eenige treeden verder, meteen Piftool in den nek gefchoten, waar door Ivj ter aarde zeeg, en vervolgens op de gruwelijkfle wijze vermoord. Thans werden de Lijken bij elkander gefleept; toen formeerden men eenen halven kring, ten einde  J3o BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de een generaal Salvo, over het heldenflnk te fchieten , waar naa men de Lijken naar het Groene Zoodje fleepte, en door een Matroos aan een wip deed ophangeu, met de hoofden naar beneden. Nu zou men immers venvachten , dat de moordlust verzadigd was? maar dit was 'er zoo verre van af, dat als nu eerst het deerlijkst fchouwfpeJ een aanvang nam: meer dan drie uuren larig, werden befïeed, om de ontzielde Lijken te mishandelen, op eene wijze die alle denkbeelden te boven gaat, en de pen weigert, uitvoerig te befchrijven, Neuzen, Oorcn, Vingers , Teenen , en Schaamte Leden , werden nu met eene helfehe woede afgefrieden, of afgebeeten, en aan de woedende menigte te koop geveild! In den avund lag een der fmodfte roervinken , de laatfle hand , aan het fchendig bedrijf,, klom op het Schavot, opende de lichamen, en rukte de Harten uit de Borst, die hij aan veelen vertoonde, en langen tijd daar naa, in Terebentin-Olie bewaarde! Wiens hairen rijzen niet te berge, over zulk een gruwelftuk ? Te-c welk eene diepte kan de raenfchelijk- heid  DER V>\DERL, GESCHIEDENISSEN. 1%$ heid niet zinken , wfnneeer men 2ich aan hec rumoer der hartstochten overgeeft V Treurig bewijs, (onzes inziens) hoe ijdel het geroep is van1 hun, die zich zoo verheffen op gewaande deugd, en zich beledigd achten , wanneer men de algemeenheid van het zedelijk verderf, als eene waai heid erkent! En di: bewijs, word neg fterker, wanneer men in aanmerking neemt, dat lieden van rang, of bekleed met de eerwaardigfte bediening , zich in zoo verre vergeten konden, dat zij dit moorden en mishandelen, van nabij befchouwden! Laaten wij het gordijn voor dit fchouwtoneel vallen laaten, en kortelijk opgeeven, dat ter middernacht, de mishandelde overblijfzels der Lichamen, van de wip afgenomen, en kort daarnaa, in flilte, in de Nieuwe Kerk begraaven werden; als ook dat de voornaamfte aandrijvers en uitvoerders van het ftuk, reeds hier op deeze aarde, de wraake Gods ondervonden. Immers, een geraakte om veele fchuldige bedrijven, in hechtenis, en werd ten Jaare 1680. veroordeeld, om Onthalst te worden , doch hij ftièïï in den Kerker, ees /  I.40 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE eer het Proces ten einde was: een andere werd om zijne fchelmftukken, flechts 5 jaaren naa dit geval, te Leijden., opentlijk Gegeesfelt, terwijl de meenigte, zoo veel genoegen in zijne fchande betoonde, dat men, terwijl den Scherprechter dat werk verrichtte, zijn gefchreeuw verdoofde, door het fpeejen op Vioolen. De meergenoemde Barbier, die de eerfte oorzaak van het ongeval des Ruwaards was, fleet zijne dagen, in eene geduurige onrust, en erkende, dikwijls, dat hij hem valfehelijk beticht hadtin hoogen ouderdom leed hij nog gebrek,, en moest zijn onderhoud, met bedelen zoeken, terwijl hij de verachting ondervond, van alles wat eerlijk dacht. (*) Dus (*) Een zeer beroemd Man, verhaalt uit, een particuliere aantekening van dien tijd, dat Tichelaar , naa de dood van Prins Willem de lilde voorgaf, dat hij uit V Vorfen Domeijnen, fnts eenige jaaren, een jaargeld genoten had, voor den dienst, die hij in 1672den Lande bewezen badt. 'V Kan zijn, dat hij dit voorwendde} doch wie kan aan het ge- zegr  DER VADERL. GF.SCHIEDI: NISSEN. 141 Dus rampzalig en ver fchrik! ijk was, het lot, van twee Mannen, die, hoe men ook -denken moge, zulk ëen einde niet verdienden. Het zal, bij elk, die der waarheid hulde doet, buiten bedenking zijn, of nien, ze beiden in den reij der Groote Mannen, die ons Vaderland voortbragt, plaatfen kan, ■bijzonder de giïadpérifsonaris, die bij vriend en vijand zelfs, gehouden werdt voor een vernuft van den eerften rang. Veel, onbefchrijfiijk veel , is 'er over zijn Charaeter gefchreven, ze'lfs geduurende onzen leeftijd , en welke fchriften doen zien, hoe verfchillend men over dien Staatsdienaar oordeelde. Wij willen ons niet vermeeten , deeze gefchriften thans te beoordeelen, om dat het met ons tegenwoordig oogmerk niet ftrookt: over het algemeen geloven wij, dat men ook hier in, tot uiterilen vervallen zegde van zulk een Manfier, gereedlijk geloof geeven? Hij, die in ftaat was, em eenen valfchen Eed te doen, kon onk gereedlijk een hogen te baat neemen, em ziele voor armoede ts beveiligen.  142 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE len is, en deeze behooren vooral vermijd te worden, jn het beoordeelen der characters , van ztalken , die zich op de eerfte voorgrond van Staatsomwentelingen plaatfen. Zij, die de Witt , als een echt patroon van waare Vrijheid, en zucht tot Onaf bangelijkheid van den Staat, en als verwijderd van alle eerzucht, eigenbaat, en onverzettelijke ftijfhoofdigheid, befchouwen, en vereeren, (laan (onzes oordeels,) even zoo zeer den bal mis , als zij, die met terzijde (telling van alle zijne goede hoedanigheden, hem in alle opzichten, als een kleine despoot, verachten. Wij hebben in den loop, onzes Gefchiedverhaals, van het voornaamfte, dat geduurende zijnen 19 jarigen dienst in ons Vaderland is voorgevallen , genoegfaaame (taaien gevonden, om zijn charadter op te maaken , en dit was ook de bazis waar naa wij het zelve altoos beoordeeld hebben. Wij hebben ons de moeite gegeeven, bij fommige daadzaaken, te toonen, dat hij niets onbeproeft liet, om zijne bijzondere ,gevoelens, op alle mooglijke wijzen door te drijven, en dat hij door middel van zijne vrien /  DER VADERL. GESCHIEDENIsSeN. 143 vrienden, daar in zelden miste; wij hebben hier en daar, bij eene aanmerking getoond, welke rampzalige gevolgen dit foms veroorzaakte voor het Vaderland: de groote vraag waar op het in deze aankomt, is : of bet dwalingen des vetfïands, dan wel v)an bet hart waren ? Zoo het eerfte zijn geval was, dan kan, en behoort men den Man te beklagen, over de ongelukkige keuze die hij deed, in de middelen, ter herijking van zijn oogmerk: doch heeft het laatfte plaats gehad, dan levert hij een treurig voorbeeld op, dat het reeds in dien tijd niet mangelde, aan zulken, die onder het masqué van Vrijheid en Vaderlandliefde, hunne waare bedoelingen, heimelijk weeten, te bedekken. Dan, in beide gevallen, verdiende hij een beter lot, en zij die zich aan dien Moord hebben fchuldig gemaakt, hebben niet alleen de verachting van alles wat eerlijk denkt, verdiendt, maar ook een vlek op het Nationaal Charaéter geworpen, die door volgende eeuwen, niet ligtelijk zal uitgewischt worde». Laat ons nu voortgaan, en zien welke ge-  144 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gevolgen deeze gebeurenisfen veroorzaakte^ Het ampt van Raadpenfionaris, werd door de Staaten opgedragen, aan den Griffier Gatper Fagel, ook werd op voordel van Gecommitteerden Raaden, zijne Hoogheid geauthorifeerd, tot het buitengewoon veranderen der Regeeringen, in de itemhebbende Steden, en het herftellen der rust in dezelve. Het gelust ons niet, om alle de verwarringen, ongeregeldheden, en zelfs plunderingen, die te dezen djde plaatshadden, te vermeiden, alleen zeggen wij, dat door die veranderingen, de aanhang van de Witt, buiten bewind raakte, en dat eenige weeken daar naa, eene generaale vergiffenis van - al het voorgevallene, in Holland werd afgekondigd, waardoor de gemoederen van lieverlede, tot bedaren geraakten. Hier boven hebben Wij verhaald, dat de Staaten, aan de Ruiter gelast hadden, om zoo veel mooglijk een gevecht te vermijden; ook zagen wij het grootfle deel des Vijandelijken Legers naar Wezel vertrekken, om de voortgangen der Duitfcbe Troupen, te beletten: het zal nu nodi| zijn, dat*wij kor-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. IA| telijk opgeeven, welke Krijsbedrijven, 'er nog plaats hadden, in het overige gedeelte van dit noodlottig jaar. Een rijkgelaa- den O. I. Retourvloot van 14 Schepen, was onder 's Hemels gunftige geleide, tot op de hoogte van de Eems, behouden genaderd, van waar zij door eenige Oorlogfchepen, werd afgehaald, en tot groote biijdfchap der Ingezetenen, de Havenen binnen zeijlde. Ziekte onder bet Scheepsvolk, gebrek aan ■mondkost, en andere behoeften, waren oorzaak , dat 's Lands Staaten, order gaven aan •de Ruiter, om met de Vloot binnen te vallen , waar mede de verrichtingen ter Zee , dit jaar eindigden. De I-'ranfclie bezetting binnen Utrecht , zat intusfchen niet uil: een aantal Dorpen , gelegen in de nabijheid van de Vecht, werden door hun overweldigd : te vergeefsch poogde de Prins, de Steden Naar den en Woerden; ook Ztvartfiuis, te bemachtigen, doch het mislukte, weshalven hij bedacht werd, om het Oorlogstoneel, naar de Franfche Nederlanden overtebrenger. Hij floeg zich neder voor Charleroi, dat v/el belegert, doch kort daar IV. Dcel. G naa  l^Ó BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE naa, om de invallende vorst, weder veriaten werd. Alvorens de Prins naar Charleroi vertrok, bad hij het Commando over de Hoofdpost te Bodegraven, opgedragen aan den Graave van Koningsmark, met last, om niet dan in den uiterfien nood, tot Leijden te.rctireereu. Al fpoedig was dat tijdftip aanwezig, vermits door den feilen vorst, de Vijand een gereedden weg, over het Ys gebaand werdtDe nodige ordre werd wel gefield, om het water door bijten open te houden, doch gebrek aan gereedfchap, en onwil bij de Boeren, veroorzaakte dat het weinig effect deedt. De Hertog van Luxemburg, die het bevel binnen Utrecht hadt, nam deeze gelegenheid te baat, want in allerijl, trok hij uit de bezettingen der Gelderfche en Stichtfche Plaatfen, omtrent 10.000 Man bijéén, en beproefde eenen inval in Holland. De Franfchen, onkundig van de wegen, en toegangen derwaarts, werden door fnoode verraders, onderricht, en trokken tusfchen Oudewater en Schoonhoven , naar Woerden , voorts langs de noordzijde van den Rbijn, naar Zeg-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 147 Zegveld, vermijdende daar door de post aan de Nieuwerbrugge, alwaar eenige Manfchap onder bevel van den Kolonel Mozes Pain en Fin, bezetting hieldeals mede de fixrker bezetting van Bodegrave, onder bevel van Koningsmark. Deeze Iaastgenoem.de de bewegingen des'vijands vernoemende, ontzonk den moed derwijze, dat hij , reeds eenige dagen bevorens, aan de Regecring der Stad Leijden, verzocht had, om metzijn Volk , ruim 3000 Man fterk , binnen gelaaten te worden , doch dit gewijgerd zijnHe, nam hij de wijk, naar de Goud/tbs Sluis, en liet Bodegrave, ten prooie des Vijands. Al fpoedig kwam Luxemburg met zijn Volk, door de Mi je Polder, te Zwammerdam , en lag het van Inwooners ontledigde Dorp, in kooien, voorneemens zijnde, tot in het hart van Holland, over het Ijs, door te dringen. Dan! wat gebeurt er? De God der Natuur, die op de vleugelen van den wind wandeld, deed denzelven uit het Oosten, .naar het Westen keeren, het welk zulk eenen geweldigen dooi, vergezeld met zwaren regen ,' veroorzaakte, dat de Vijand a zijn  ï4S BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE rijn opzet geheel verijdeld zag, en fpoedig befluiten moest, naar Utrecht terug te keeren. Woedende van fpijt , over den mislukten tocht, moest Bedegraave , dat door Koningsmark zoo ontijdig, als fchandelijk verlaten was, den Franfchen moetwil ontgelden. Dit fraaiie Dorp werd aan alle hoeken, in den brand geftoken , en, behalven de Roomfche Kerk geheel in de asfche geiegt, terwid 'er eenige Ingezeetenen deerlijk mishandeld werden. C*) De Kolonel Pain en Vin, de Nieuwerbrugge be- (*) De zoo zeer bekende Franfche Tyrannij, die jaaren lang, als een Schoolboek der Jeugd in handen gegeven is, beeft niet weinig toegebracht , om de Natie , in den waan te brengen, dat de Franfchen, te Bodegraave, en Zwammerdam, een geruimen tijd, de ontnenfchelijkfle wreedheden . zouden gepleegt hebben. Ik zou de waarheid geene hulde doen, wanneer ik mijne Lezers, in dien waan liet, en vinde het niet ongepast, hen te zeggen, dat bet grootfe gedeelte van dat Gcfchiedverhaal, een famenflel van logens bevat. Men zal de tuaarbeid bet naast bijkomen, wanneer men ge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. I49 bezet houdende, zelfs naa dat Koningsmark de wijk genomen hadt, oordeelde nu ook vrijheid te hebben, om met zijn Volk naar ge- gelooft, dat 'er bij den terugtocht der Franfchen, te deze tijde, (zoo als altoos bij retireerende Troupsn plaats heeft,} ongeregeldheden , plaats hadden, en dat fommigen der Dorpelingen , daar van de flachtoffers waren: doch dit verfchilt zeer veel, van het geen men in bet genoemde Schoolboek verhaald heeft. De grond, zvaarom ik over dit geval dus denke, is gelegen in de aanteekeningen , van mijnen Overgrootvader van Moeders zijde, Corneus van dek. Tocht, die te dien tijde te BQdegraaye woonde. Deeze waardige Man verbaalt: „ dat 's morgens ten 8 uuren, ,, een Franfchen OfhVier bij hem ten hui* „ze intrad, en berichtte, dat 'er order „ gegeven was, om. alles te verbranden, „ hem raadende, alles van waarde te bcrgen, en de vlucht te neemen: dat hij „ daarop in aller ijl, zijn beste goederen, en effecten, op wagens laadde, waar in hem den Officier behulpfaam was, die G 3 „ niet  l$0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE €ouda aftetrekken, en de Vijanden niet aftewachten ; deeze daad, die hij naderhand, op begeerte van den Prins, met dffh dood boeten moest, gaf gelegenheid, dat de Franfchen, zonder eenigen tegenfland, de Nieuwerhrngge bereikten, en de verfchansflngen aldaar , vernielden, waar naa zij hunne oude ftandplaatfen betrokken, en de Kriigsbe- drij- ., niet toeliet , dat het huis aangeftokeu „ werd, vóór dat Vrouw en Kinderen en „ Have, den weg naar Alphen getogen wa., ren. Ten half tien uuren was alles ver„ richt, en toen eerst werd het huis, in j, brand gefloken." Vit dit geval, dat alzoo naar' waarheid is aangetekend geworden, kan men veilig hef uiten, dat niet alle Franfchen ,. zich als gevleesde duivels gedroegenOok is het zeker, dat de groote fpeed, die het werk vereischte, uit vrees voor den flerken Dooi, de Franfchen geen tijd overliet, om de uitgizochtfte martelingen, aan zoo veele Ir.gezeetenen te pleegen, zoo als ons den Opfteller dier Franfche Tyrannij, heeft tv.illen doen geloven.  DER VADERL GESCHIEDENISSEN. 151 drijven van dit rampzalig jaar, een einde namen.. Geduurende het overige van den Winter, verzuimden de Staaten niet, om door het fluiten van verdedigende Verbonden, en het handelen over bemiddelingen tot Vrede, 's Lands onheilen aftevvenden : naa veel handelen , over het al, of niet aangaan, van eenen Wapenftilftand, kwam men eindelijk overéén, om binnen de Stad Keulen, een Congres te houden, alwaar de Gezanten ook eerlange bijeenkwamen, doch de handeling wierd het geheele jaar 1673. fleepende gehouden, terwijl den Oorlog, zoo te Land, als ter Zee, en bloed en fchatten kostte, zoo sis, wij nu kortclijk fchetfen zullen. Wij hebben hierboven verhaald, dat het Oorlogstoneel, door de tocht van het Staatfche Leger naar Charleroi, verlegd wasj van daar de oorzaak dat in Bloeimaand, in die ftreeken de Legers in beweging kwamen. Te vergeefsch poogden de Franfchen Sas van Gend, door verraad te bemachtigen, doch zij namen naar een ftreng beleg, en hevig bombardement, de Stad Maastricht in. G 4, Hoe  152 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Hoe zeer het verlies dezer gewichtige Vesting, de vrees voor nieuwe overwinningen, alhier vermeerderde, zoo gaf het desniettemin gelegenheid, tot groote naarijver aan de zijde der Engelfchen, die ongaarne zagen , dat de Franfchen meerder overwinningen aan dien kant maakten. Hier kivam bij, dat de onderhar delingen der Staaten, met de Zzveeden; de Deenen; met den Hertog van Lotharingen; de Keijzer ; en Spanje; eenen gewenschten voortgang hadden, en aan de zaaken eene geheel andere gedaante gaven, door het fluiten van Verbonden met die Hoven, die daar toe te gereder waren , om de oogmerken van het Franfche Hof te dwarsbomen. De Koning van Spanje , op Lodewijk ten hoogden misnoegt, over den verraderlijken inval in zijne Nederlanden , verklaarde hem opentlijk den Oorlog, en veréénigden zijne Macht, met die der Staaten. De vrees van den Keijzer voor zijne bezittingen, deed hem befluiten, een geducht Leger in Duitschlaud op de been te brengen, onder bevel van den Graa"js van Mor.teeuculi, die al fpoedig met hes Fr.au-  DEK VADERL. GESCHIEDENISSEN. Frar.fche Leger, onder Turenne, in actie geraakte, in het Bisdom Wurtzberg ; met dat gevolg, dat de Franfchen, zich in het Paltfifche, en de Keizerlijken, in de omftreeken van Kohhntz verwijderden. De Staatfche en Spaanfche Troupen, hadden zich intusfchen, onder bevel van den Prins van Oranje, in het Keulfche neörgeflaagen, alwaar Montecucuii, naa dat hij Nuis , Andemach, en andere plaatfen bemachtigd hadt, zich bij voegde, en nu duurde het niet lang , of de veréénigde Macht, floeg het beleg voor de Stad Bonn, die naa verloop van weinig dagen, bij verdrag aan de Bondgenooten overging, waar mede de Krijgsbedrijven aan dien kan-, voor dit jaar een einde namen. Hoe groot de voordeelen in Duitschland ook waren, zij evenaarden niet, aan de gewenschte gevolgen, die de geflootene Verbc-nden met de genoemde Mogendheden, hadden , ten aanziene van de Vijandelijke Troupen, die zich in de drie oveiheerde Gewesten bevonden: want, in de maand November, verlieten de Franfchen, de Stad en het geheele Sticht van Utrecht, en een aanG 5 tal  ï 54 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tal Steden in Holland, die om vrije hoede verzocht hadden: zoo ook Gelderland, als mede Crevecour, en andere Sterktens in de nabijheid van 's Hertogenbosch. De Munfterfchen volgden in Overijsfel en Drenthe, hec zelfde voorbeeld, door al het welke, het bitter lot dier Gewesten niet weinig verzacht werdc. Die ontruimen gefchiedde echter niet, dan naa dat de Vijanden aanzienlijke geldfommen van rs Lands Ingezetenen gevorderd hadden, ten einde bevrijd te blijven, van gedreigde plundering of brand. Vijf Tonnen Schats eischten de Bevelhebber Stoupa, van de uitgemergelde Burgerij der Stad Utrecht! Welke vertogen de Regeeilng. hier tegen deedt, het mogt niet baaten: 450,000 Guldens moest men beloven, waar van 250,000 in gereed geld, oogenbliklijk opgebragt, en tegen 6 prCento .ter leen opgenomen werden, terwijl eenigen der voornaamfle Burgeren, als Gijzelaars,, -van hunne Familien verwijderd werden. Den 23 November was het Franfche Guarnifoen gereed tot den uittocht, toen Stoupa de Sleutels-der Stad, aan de Regeering terug gaf-  DER VA O E RL. GESCHIEDENISSEN. 155 gaf, met deeze veelzeggende vermaaning: Mijne Heeren! thans gaan wij heen: bidt God dat tvij nooit wederkomen! Straks naar hun vertrek, werd het Oranje Vaandel van den Doms Tooren uitgeftoken, en in die zelve Kerk, alwaar des morgens de Roomfche Misfe gecelebreerd was, zag men dienzelfden namiddag een Leeraar der Hervormden, ten Kans fel treden, de Hemel dankende», voor de gelukkige verlosfing. De Algemeene Staaten, fielden korte dagen hier naa , eene order op- het Be ft uur der Stad, tot dat op alles nader zou voorzien worden. Dit alles te verhaalen, zou ons van het fpoor te verre afleiden. Laaten wij zien, hoe het zich met den Oorlog ter Zee, in dit jaar toedroeg. In de maand Meij, was 's Lands Vloot, onder bevel van de Ruiter, fterk ruim ioo> Zijlen, in Zee geftoken, en geraakte op den 7 Junij, met de vereenigde Engelfche en Franfche Vloot, ruim 150 Zijlen fterk, in een bloedig gevegt, dat echter niets befliste, maar de Vijanden hunne voorgenoomene Landing belette.. Slechts vijf dagen hier naa,. G 6 viel  Ï5Ó BF.KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE vLl 'er een tweede treffen voor, het welk minder lievig, dan het eerfte was, waar naa de Vijandelijke Vlooten, de wijk naar Engeland namen. Het duurde niet langer, cbn tot in het begin van Julij, toen de Ruiter, met 's Lands Vloot, voor de derde maale de ruimte koos, naar de Engelfche Kust zeilde, en de Vijanden ten ftrijde daagde , dan, zij bleven binnen, waarom de Staatfche Vloot, het roer naar de Vadei?laadfcbe Kust wendde. Niet lang daar naa , liep de Vijandelijke Macht in Zee, met oogmerk , om wederom eene Landing te beproeven, waarom zij de cours naar Texel zette, doch dit mislukte, en op de hoogte van Kijkduin en de Helder, geraakten de Vlooten wederom aan elkander, en zoo nabij aan de Kust, dat men het van de duinen befchouwen kon. Naauwltjks was het gevecht begonnen, of de Kerken werden alomme geopend, en onder het uitftorten van de vuurigfte Gebeden, door de menigte, 's Hemels zegen afgefmeekt. Veel heldenbloed werd op deezen dag geftort, en de beiden Vlooten deerlijk gehavend, waarom de  BKR VADERL, GESCHIEDENISSEN. t  DER VADSRL, GESCHIEDENISSEN. FÖ5 hebben , om een deel van het Sticht aan bun Gewest te trekken, om daar door de fluikerijen te beletten, en meester te zijn van de 13ovcnrivieren: doch de Staaten van Zeeland , verzetteden zich tegen dit werk, te kennen geevende, zoo men zulks doordreef, zij als dan, den Briel, en het Land van Voertte , van Holland wilde gefeheiden, en aan hunne Provincie toegevoegd hebben. Friesland, en Groningen, maakten bij die gelegenheid, ook aanfpraak op den Voorrang, en begeerden, dat voortaan het Sticht, benevens de twee andere Overheerde Gewesten, in Rang zouden volgen, op de vier overigen. Naa lang en veel handelen, nam men het befluit, om 's Prinfen gevoelen, op het een en ander, in te neemen: dit gefchiedde, en Willem oordeelde, dat men het Sticht, niet alleen weder tot de Unie behoorde toe te laaten , maar dat het onrechtvaardig zijn zou , wanneer men een gedeelte gronds, van hetzelve afnam. Dus waren de twee eerfte poinclen beantwoordt, maar het derde, was bij hem zoo delicaat, dat hij, alvorens zijn gevoelen te zeggen, de  ï66 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de gedachten der Leden eerst hooren wilde. Toen elk zijn gevoelen geuit had, bleek het , dat de Leden , zich met het ad vis van zijne Hoogheid veréénigden , en dat de Provincie Utrecht , op den ouden voet en onverdeeld, tot het Bondgenootfchap, zou toegelaten worden ; met deeze bepaaling echter, dat de Opperfle Macht, over de Sterktens, op Stichtfen Bodem, door Holland aangelegt, aan hetzelve moest blijven, doch de grond, werd aan het Sticht gelaten. Al fpoedig werd dit befluit, ter Algemeene Staatsvergadering overgelegt, en aldaar befloten, conform het gevoelen van Holland: met bijvoeging, dat men niet alleen Utrecht, maar ook Gelderland en Overijsfel, weder aanneemen zou , terwijl de twist, over den Rang, tusfchen Vriesland en Utrecht, aan Willem de Uïde, en Hendrik Cafimir, Stadhouder van Friesland, ter beflhfing werd overgelaaten, welken aan Utrecht, den ouden Rang toekenden. Ook werd op voorftel van Holland, zijne Hoogheid geauthoriT. erd, om de Regeringen in de drie meergenoemde Gewesten, buiten bewind te (lellen »  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. \6j Jen, en anderen, naar zijn goedvinden aan te ftellen De maand April was nog nie&> geëindigd , toen Willem zich ter uitvoernig van dien last, naar Utrecht begaf, voorzien met een geheel nieuw ontworpen Regeerings Reglement, zoo voor het Gewestelijk, als Stedelijk Beftuur, en het welk met den meesten fpoed, werdt ingevoert. Wij zouden de paaien van ons beftek overfchrijden, wanneer wij het hemelbreed verfchil, van dat Reglement, met de voorgaande Ordre van Zaaken , wilden vergelijken , waarom wij ons flechts vergenoegen moeten , om te melden, dat bij het zelve aan den Stadhouder werd verbleeven , de benoeming der eerfte Staatsleden, of Geéligeerden ; de vermeerdering van bet tweede Lid, zijnde de Edelen; de aanftelling der Stedelijke Regeeringen, met macht, om dezelve telken jaare, al of niet te continueeren ; ook de benoeming van Hoofdofficieren in de Steden, de Maarfchalken ten Platten Lande, en den Secretaris der Staaten. Wijders, de macht, om de verkoorene Afgevaardigden ter Generaliteit, aangenaam, of en-  ï68 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE onaangenaam te verklaren, zender in bet laasfie geval, eenige redenen te moeten geeven. Voorts , de verkiezing van de voornaamfte Leden en Ministers van bet Hof Provinciaali de begeving der bel/te van alle Proostdijen, en Kanoniftjën ; de bejielling over de inkomften der Vicarijën; en eindelijk de bejlisfng van ALLE GESCHILLEN, die onder de Staatsleden, mogten plaats hebben. Men kan uit deeze korte opgaave der voornaamfte punten zien, tot welk eene hoogte het gezach van den Stadhouder in het Sticht klom; dit baande ook eenen gereedden weg, tot het aanbieden der Hertoglijke Waardigheid over Gelder, en die als Graaf van Zutphen, het welk in het volgend jaar 1Ó7S gebeurde. De Prins kreeg van dit befluit der Gelderfchen kennis, op het tijdftip, dat hij zich te Zuilenftein, met de Jacht vermaakte: het was hem aangenaam, en onder de Hovelingen, die hem hier vergezelden, ontbrak het niet, aan laage vleijers , die op de gezondheid van den Hertog van Gelder, jaa zelfs, van den Graave van Holland, den beker ledigden: dus behoeft men zich niet te ver-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. I6"p verwonderen, dat de jonge Vorst, niet weinig aangeprikkeld werd, om tot de h-Oógfte Macht te geraken. Dit echter ontveinsde hij, en oordeelde zich over de aanbieding der Gelderfchen niet te moeten verklaren, dan, naa alvorens de Staaten der andere Gewesten, daar over geraadpleegt te hebben. Niets was natuurlijker, dan dat die van Utrecht , hem zulks aanprezen, doch bij Holland, gaf het aanleiding, tot gewichtige deliberatien, zonder dat men iets befluiten durfde: maar de rondborflige Zeeuwen, -fchroomden niet, om het gedaane aanbod, aan den Prins te ontraden, en hem te wijzen, op het voorbeeld van Gideon, een der Rechteren over het oude Israël, die de Oppermacht afwees, naa dat hij ban bevrijdt fcadt, van het juk der Mediaal ten. Willem de lilde, dit «dvis van Zeeland\ en de ongeneigdheid, van het meerderdeel der Staaten van Holland bemerkende, oordeelde nu ongeraden, om het aanbod der Gelderfchen, aanteneemen : Hij floeg het daarom beleefdelijk af, en veranderde bij diegelegenheid, de Regeering van het geheele IV. Deel. H ne.  I70 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Gewest, als mede van Overijsfel, waar bij hij de beftelling over de voornaamfte zaaken, aan zich trok: voorts bedankte hij die van Utrecht, voor hunnen gegeven raad, doch toonde niet minder in eenen brief, zijne gevoeligheid, aan de Zeeuzvin , die bij gelegenheid der deliberatien, over die zaak, hunne vrees hadden doen blijken, als of hij zich op de verkrijging der Souverainiteit, van den Staat, hadc toegelegt. Intusfchen fchijnt men dit aan den Prins, ook in Holland, te last gelegt te hebben, want de Staaten vonden goed, om bij' openbaar Placaat, op ftraffe des doods zelve, te verbieden , dat men in hun Gewest, bij monde of gefchrifte, te verftaan gaf, dat zijne Hoogheid, naar meerder gezach haakte. Op deeze wijze, werden de drie Gewesten, wederom in het Verbond der Unie, aangeno- [ men. Laaten wij nu zoo kort mooglijk nagaan, hoe, geduurende dit alles in het Vaderland voorviel, de zaaken in andere Gewesten, zich toedroegen. 'De tro.fch'3 Lodezvijk, zag zich, door het fluiten van den Vrede, tusfchen Engeland,  DER VADSRL. GESCHIEDENISSEN. I/l en de Staaten., niet alleen ontzet, van zijnen Bondgenoot, maar befpeurde al ras, de , uitwerking der Verbintenisfen, die de Staaten, met een aantal Mogendheden aangegaan hadden, die zich nu, van alomme wapenden, en eene aanzienlijke Macht op de been brachten. Dit gaf gelegenheid , tot bloedige gevechten, gedunrende den Zomer des jaars 1674., zoo in Braband, Duttscbland , als in Katalonihi, doch met eenen üitjlag, dat men zich, nog bij de eene, nog bij de andere partij, wegens de overwinning beroemen kon. Dij; gaf gelegenheid, dat Lodewijk, met ernst op Vrede met de Staaten, begon te denken, doch dit vond geen bijval bij de Prins, die van oordeel was, dat eenen Algemeenen Vrede, voordceliger was. Van langzamerhand begonden de Bondgenooten daar toe te neigen, en het was met algemeene bewilliging, dat de Stad Nijmegen, tot de Handelplaats, verkoren werdt: doch verfchillende inzichten en bedoelingen, veroorzaakten, dat de Gemachtigden tot de handeling, niet dan naa een aanmerkelijk tijdverloop, de eene "naa den anH 2 de-  172 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE deren, aldaar aankwamen, in -welken tusfchentijd, geduurende het jaar 1675, den Oorlog bleef voortduuren. De Franfchen, maakten zich meester van Limburg, de Prins daar en tegen, veroverde Binch. In Dnitscbiand, belette Turenne, aan de Keizerlijken de overroeht over den Rbijn : hier vondt Turenne het einde aan zijn leven, en werddoor Condé opgevolgt: in Rousfillon en CiciUeh'i behaalden de Franfclfen ook geene geringe voordeden op de Spanjaarden. Intusfchen vielen de Zweeden in de Landen Van den Keurvorst van Brandenburg, waardoor de Staaten zich verplicht rekenden, aan hen den Oorlog te verklaaren; dit zelfde deeden ook de Deenen, door al het welke de Keurvorst van Brandenburg, van het bedreigd gevaar ontheven werd. Dus liep dit jaar, even als het voorgaande, onder het plengen van veel menfchenbloed ten einde, ter wijl het Engelfche Hof, vast alle moeite aanwendde, om het Vredeswerk te befpoedigen, doch de belangen der partijen, liepen derwijze uit ëejn , dat het werk des Vjredes fteeken bleef, en bij den aanvang der  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. I73 der Lente, van het jaar 1676 , werd het toneel des Oorlogs, met vernieuwde woede geopend. Hier boven hebben wij met een woord gewag gemaakt, van de nadeelen , die de Spanjaarden in Siciliën leden, door de Franfchen: om eene afwending te maaken, befloten de Staaten, den Admiraal de Ruiter met agtien Oorlogfchepen, naar de Middelandfche Zee te zenden , ten einde, aldaar met de Spaanfche Zeemacht vereenigd, dat oogmerk te bereiken. De Ruiter, vondt geen geringe zwarigheid, in dien last', oordeelend:, dat men hem- een grooter aantal Schepen, behoorde toe te ftaan; doch hoe baatte niets: men befchouwde het als- eens vreesachtigheid in den Ouden Zeeheld, en gaf zulks niet onduidlijk te kennen. Smcrtelijk viel deeze verdenking aan de Ruiter, die, dezen hoon niet kunnende vprHnnn-n ondanks zijnen wil, het Commando over het Esquader aanvaarde, zeggende: dat daar, waar de Staaten hunne Vlag Etffï;<}> als een roof meende te deelen , en op den lijst der Volken dacht uittewisfchen; bleef bij de oude voorrechten bewaard. Wie eerbiedigd in dit alles niet met ons, de zichtbaare hulp des Hemels, in de redding van het Vaderland? Wie, die liefde voor het Land zijner geboorte in de ziel heefc, wcnscht niet hartelijk met ons , dat nog eenmaal de oude welvaart, tot ons wederkeere? II 6 NE-  luO BEKNOPT HISTORISCH HANDAOHKJfc NEGENTIENDE HOOFDDEEL. I679 -1689. INHOUD. Algemeene gefteldheid van zaaken hier te Lande , naa het fluiten van den Kijmeegfchen Vrede. — Inzkbten van Lodewijk de XIV, om zijnen verlorenen invloed hier te Lande wederom te herflellen. Hij fluit een nader Verbond met de Staaten. Handelingen met Spanje en den Keurvorst van Brandenburg. Staat van Zadktn in Engeland. Samenzweering tegen Karei, onder beleid van den Hertog van York. — Inzichten van den Peins van Oranje. Lodewijk zend d'Avaux, om zich nader met de Staaten te verbinden. Karei zend Sidney ten zeiven einde. Ver- /(.billende bedoelingen der beide Koningen. —■ De Staaten der onderfleheidene Gewesten denhen zeer verflchillend over de Zaaken. - Door het manmoedig gedrag van Holland, werden de oogmerken der heide Hoven verijdelt  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. I iï'V ijdelt, Lodewijk en Karei verbinden zich ten nadeele van den Staat < De eerstgemelde tracht het everfihot der Spaan- fcbe Nederlanden te overmeesteren. De Franfchen vallen in het Luxemburgfcrie. —Handelingen deszvegens. — Lodewijk tracht den Prins in zijn belang overtehaalen, door het aanbieden van. de Graajfelijkc Waardigheid , en andere voordeden. — De Prins wijst het van de hand. Haat van den Koning, deswegens tegen den Prins opgevat. Hij verklaart het Prinsdom Oranje verbeurt. Sluit Verbonden met Deen- marken en anderen, ten nadeele van den Staat. —— 'j Lands Zeemacht verferkt. —— De Franfchen vallen- in Vlaanderen. ——» Oorlog tusfchen Vrankrijk en Spanje. De Spanjaarden vragen de beloofde ondcr_ flanel. Verfchillen deswegen bij de Staa- tiu. De Prins /laat eene nieuwe Werving van 16 oco Man voor. Het vind tegenftand. Woelingen van d'Avaux. — Gedrag van de Stad Amfterdain daar bij ge' houden. Klacht van den Prins over dit- bedrijf. De Regcerlng van Amfterdam tl 7 tracht-  182 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tracht hun gedrag te rechtvaardigen. —— Perklaring van den Prins, en de Edelen deswegens. Amlteidam blijft de Werving afkeuren. Vriesland en Groningen zijn 'er ook tegen. Hoog gaande twisten hier over. —— Gewichtig febrijven van d'Avaux naar zijn Hof, onderfchept. — Raadplegingen hier over bij Holland. —— Twee Amfterdamfche Gedeputeerden, de Vergadering ontzegt. De Papieren der Stad verzegelt. Luxemburg door de Franfchen ingenomen. — Beftand tusfchen Vrankrijk en Spanje geüottn.. Onlusten te Dordrecht en te Leijden. Karei de Ilde flerft. 7Jjn Broeder Re Hertog van York, volgt hem op , onder den naam van Jacob de 11de. Hij tracht den Godsdienst in Engeland te veranderen^ Pogingen van Argyle en Monmouth om Jacob van den Throon te bonzen. Hun beider let. ——— Gezantfchap der Staaten naar Engeland. Dijkveld voorzien met geheimen Last. —— Klachten van Koning Jacob» Verfchillen in de O. Indien. — Bantam door de Nedcrlandfcbe Maatfchap- pif  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 183 pij verovert. Jacob tracht den Profes- tantfchen God: dienst uit te rooi jen. —_ Hij wil de Test- Afte -vernietigen. Vervolgingen tegen de Pro tenanten in Vrankrijk. Het Fdidt van Nantes door Lodewijk vernietigd. Gevolgen van dit bedrijf. Vervolgingen tegen de Waldennen. Vervolgingen in Engeland. Willekeurig gedrag van Jacob. De Protefianten vestigen bet oog op den Prins van Oranje. Handeling des Prinfen met Bnrr et. — Toeleg op Willems leeven. — Jacob tragt de Prins in zijne maatrtgulen te doen treden, doch te vergeef cb. Dijkveld gaat andermaal naar Engeland. — Zijne verrigtingen aldaar. Verdrag met de Deenen gefloten. De Kaperijen der AVjinen beteugelt. Jezuiten en an- der^reemde monniken het Land ontzegt. De Scbotfvhe Regementen door Jacob te rug geëischt. Het ivord afgewezen. - Jacob begint zich te Wapenen. De Staaten doen insgelijks. 1 De Test-A cle- en andere Wetten door Jacob afgefchaft. Geboorte van dm gewaande» Prins van Walles 3.  IÖ4 BEKNOPT HITTORISCTl HANDBOEKjS les, of Pretendent. Be Protefi'anten roepen den Prins van Oranje ter hunner hul- pe. Plandelingen hier over. ——> Ge- heime toerusting tot dat einde hier te Lande. —— Be Vloot fieekt over, en Land in T.orbay. Koning Jacob vlugt naar Vrankrijk. De Prins en Prinfesfe van Oranje, tot Koning en Koninginne uitgeroepen en gekroond. ——• Vijandelijkheden der Franfchen. Lodewijk verklaart den Oorlog aan de Staaten. Tegenverklaring der Staaten. —— Kening Willem verklaart den Oorlog aan Lodewijk. — Verhond tusfchen de Staaten, den Keijzèr, en andere Vorften, ter beteugeling van Vrankrijks heersch zucht. A Ifchoon door het fluiten van Ntjmeegfchen Vrede, de rampen en onheilen van den Oorlog, een einde namen, zoo leerd ons echter de Gefchiedenis, dat de mecsten der als nu bevredigd fchijnende Mogendheden, meer dncr nooddwang, dan uit zacht, ter beyoordering van het hei! des uiemch-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. !$$■ m?nschdoms, tot dien Vréde toegetreden Waren. Doorzichtigen, die de inwendige gefteldheid der naburige Rijken en Staaten, en bovenal de onbegrensde Heerschzugt van Lodewijk de XIV. niet ontflippen kon, bevroedden zeer gemakkelijk, dat fommigen, en bovenal Lodewijk, niet dan ongaarne, dien'Vrede getekend hadden, en wanhoopten dus, aan derzelver duurzaamheid. Het zal, onzes inziens, niet geheel onnut kunnen gerekend worden, dat wij', alvorens ons gefchiedverhaal te vervolgen, de gefteldheid van zaaken hier te Lande, een weinig nader van nabij 'befchouwen. Het is buiten alle bedenking, dat op" het zelfde tijdftip, toen de Witt viel, en zijnen aanhang, dien hij zig in de Regeering had weeten te bezorgen, van alle bewind verwijderd werd, de invloed van het Franfche Hof, hier te Lande, in die zelfde evenredigheid verminderde, als die van Engeland vermeerderde. De Prins van Oranje, door bloedverwandfchap, zoo naauw verbonden aan Karei de II., was fints zijne verheffing tot cle Stadhouderlijke Waardigheid , nog imau-  IS6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE naauwer verbonden aan Engeland, door dien hij, na eenige jaaren geleden, zich in Huwelijk begeven had, met de Dochter van den Hertog van Tork, de vermoedelijke Erfgenaam der Koninglijke Waardigheid, bij het Kinderloos overlijden van Karei de Hde, Intusfchen was Lodewijk niet onverfchillig omtrent dit alles, hij liet niets onbeproeft, om dien invloed weder te herwinnen, bij dat gedeelte van 's Lands Ingezeetenen, die niet dan ongaarne de aanwasfende grootheid van Willem de lilde befchouwden, en in alle zijne daden en bedrijven, vernieuwde pogingen ter uitbreiding van zijn gezach, meenden te ontdekken, Lodezvijk had door het ontruimen van der Staaten Grondgebied, duidelijk getoont, dat hij het ftout ontwerp, om deze Landen te overmeesteren, had moeten uit den zin Hellen, dus trachtte hij , zich nu van derzelver vriendfchap te verzekeren, en floot in het begin des jaars 1679, een nader verbond met de Staaten, waar bij nog eenige onafgedaane verfchillen, vereffend werden. Veel tegenftands ontdekte men aan het *, Spaan-  DER VAD5RL, GESCHIEDENISSEN. 187 Spaanfche Hof, het welk ongaarne zag, dat de Staaten bij den Vrede, in het bezit der fterke Vesting' Maafiricbt herfteld waren. De Spanjaarden oordeelden, dat die fterkte aan hun behoorde overgelevert te worden, doch toen de Staaten hun recht daarop in het brede vertoond hadden, bleven zij wel in h:t bezit der Stad, doch konden nieJ beletten, dat de Koning van Spanje nalatig bleef, in de voldoening der fommen, die bij aan hun, en den Prinfe van Oranje , erkent had , fchuldig te zijn. Naauwlijk$ was deze zwarigheid uit den weg geruimt, of 'er deed zich een' andere op, met den Keurvorst v:fi Brandenburg Deeze Vorst, had zich in den Oorlog geftoken, ter hulpe van de Staaten, en, daar hij bij de Vrede , geene voordeelige voorwaarden ten zijnen behoeve had kunnen bedingen, begeerde hij, als nu, eene geëvenredigde Schaêvergoeding van de Staaten: dan, deeze hier toe ongeneigd, fcheen hij nieuwe Vijandelijkheden in den zin te hebben, en ondertaste het Franfche Hof, of hetzelve genegen was, hem daar in de hand te bieden j dan  188 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE- dan, men had 'er in Vrankrijk geene oorerr naa, en dus dreef dat gevreesde onweêr, gelukkig af. Van nieerder uitzicht waren de gebeurenisfen, die thans het naburig Engeland ópleverde. Karei de Hde, die, zoo als wij bevorens reeds aangemerkt hebben, de gevoelens der Roomfche Kerk, heimelijk toegedaan was, had zich, en zijne Regeeriug niet weinig gehaat gemaakt, bij het grootfle gedeelte zijner onderdaanen, zoo door de willekeurigfte handelingen, in veele zaaken de Regeering betreffende, als ook door veele zichibaare pogingen, om den vastgeflelden Proteftantfchen Godsdienst , dien hij verplicht was te belijden en te befchermen, uit te rooijen , en den Roomfchen Eerdienst in desfclfs plaatfe in te voeren. 'Er was in veeier gemoederen, eene groote gisting ontflaan , door een gerucht dat de Roomschgezinden, eenen heimelijken toeleg op KareVs leven, in den zin hadden, en dat zij bij het wel gelukken van dien moord, zich den weg zouden baanen, tot de gefmeedde omkeering in d~u Godsdienst, door de verhef-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 1 8

0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Niets was natuurlijker, dan dat de Prins van Oranje, geen onverfchillig aanfchouwer was, van het geen in Engeland omging. Zij, die Tork, gaarne van het recht van opvolging verfloken zagen, hadden heimelijk het oog op dien Vorst gewend; en het zenden van een buitengewoon Gezant , van hier naar Londen, onder voorwendfel, om de hoog gaande verfchillen tusfchen Karei, en het Parlement re vereffenen, gaf aan fommige hier te Lande gelegenheid, om te denken , dat zijne Hoogheid, in dat werk, zijne bijzondere oogmerken bedoelde. Het vervolg der Gefchiedenis, zal ons doen zien , dat zij in dezen, ook den bal niet geheel misnoegen. Laaten wij nu kortelijk nagaan, wat 'er binnen 's Lands voorviel. Lodezvijk de XIV, die zoo veel belangs ftelde, om den verloren invloed hier te Lande, weder te herwinnen, had al kort naa het fluiten van den Vrede, den Graave d'Avaux . als zijnen" Afgezant, in den Haage gezonden. Een van de doorflependfte en fchranderfte Staatkundigen van zijnen tijd zijndej was hij ongemeen ijverig, om aan het    DER VADERL. GESCH.EDENISSEN. 101 het oogmerk zijner zending te beantwoorden, en flocg de bedrijven des Prinfen van Oranje van nabij gade. Het kon niet misfen of d'Avaux bemerkte ras, dat de Prins , de Staatkundige desfeinen van Lodezvijk dwarsboomde, en 'er (leeds op uit was, om dit Gemecnebest, al nader en nader met Engeland te verbinden. Van hier, dat d'Avaux het voordel deed, om een naauwe verbintenis met de Staaten aan te gaan, op dien zelfden tijd, toen Karei'de 11de, door zijnen Gezant Sidney, even het zelve begeerde. Vuur en water zijn tegen elkander niet meerder ftrijdende, dan de vertogen die van wegen de beide magtigfte Vorften van Europa, aan 's Lands Staaten te dezen tijde ingelevert werden; elk der Gezanten was 'er op uit, om het belang van zijn Hof, als het beste en verkieslijkfte voor te dragen , waar door de Staaten in geene geringe bekommering geraakten. De Franfche Gezant , het voorbeeld van vroeger dagen volgende, vond al fpoedig eenigen onder de Staatsleden, die zijne oogmerken begunftigden, waar van men de gevolgen klaar ontdek-  ■102 BEKNOPT UfSTöRISCH HANDBO ËKJE -dekte, bij de Raadplegingen hier over aangevangen. Friesland en Stad en Lande, beloofden zich onberekenbaare voordeden, wanneer men aan den wensch van Frankrijk voldeed, anderen oordeelden, dit in het nader verbinden met Engeland te vinden, doch de Staaten van Holland, keurde het een zoo wel als het ander ongeraden: zijne Hoogheid Mond met hun ook in in zelfde gevoelen, en het leed niet lang, dat die van. Holland ter algemeene Staatsvergadering, bij monde van den Raadpenfionaris Fagel, te kennen gaven, „ dat „ men namens de Vergadering, aan de beide ,, Hoven behoorde te verklaren, dat men voor., mens was, zich heiliglijk te houden, aan de g.flotene verdragen, en alles zou trachten „ aantewenden, om met de beide Kroonen, in ,, goede vriendfchap te blijven" Aan Lodezvijk oordeelde men te moeten zeggen: dat H. H. Blog. nog buiten de mooglijkhtid waren, om op den voorgeflagen voet te fluiten : en aan Karei moest men verzekeren: .dat het der Staaten vaste refolutie was, geene verhintenisfen ' met iemand aan te gaan, die  der vaderl. geschiedenissen. i93 die ftrijdig zvaren met de vriendfchap, die zij zoo gaarne zviide onderhouden. Naa een wijle tijds, over dit belangrijk onderwerp geraadpleegc te hebben, viel het befluit conform den voorflag van Holland, en het fluiten van nadere verbintenisfen, bleef buiten werking. Lodewijk zijne oogmerken misfende, en echter nog zwanger gaande, van de ftoucfle onderneemingen, ter bevrediging van zijne onverzadelijke heersch-zuchc, wendde hec toen over eenen anderen boeg, en trachtte Karei de Hde, in zijne belangen over te haaien , ten nadeele van den Nederlandfchen Staat. Deeze zoo wispeltuurige Vorst, al fpoedig het oor aan Lodewijks voorflagen leenende, vond deeze zich ontheven van de zorg , dat Karei zijne uitzichten ,. op de geheele overmeestering der Spaanfche Nederlanden verijdelen zou: niet alleen dwong hij de Spanjaarden, om hem Charlemsnt afteftaan, maar begeerde ook, dat hem den tijtel van Hertog van Bourgondien , geve ven werd. In korten tijd maakte hij zich meester van een aantal Plaatfen, en hoeIV. Deel. ï  ip4 EÏ'.KNOPT HISTORISCH HftPJD'BOBil'JE zeer de Staaten, op aandrang van den Spaanfchen Minister, hun best deden, om de Franfchen aan dien kant, paal en.perk te Hellen, ten einde van eenen geduchten voormuur voorzien te blijven, het was vruchtloos, en deed hun omzien naar gefc'nkte middelen, om den aanwas der Franfche macht te verhinderen. Het Hof van Spanje, werd imusfehen ; van: dien kant, alleen niet bedreigt. De -Kburvarst van Brandenburg, drong te dezen tijde,.ook op de. voldoening der agterftal-len , die hij van hetzelve te vorderen had., en daar deze agterbleef, ruftte hij cer.ige Schepen in Pommeren uit, ten einde den ïSparijaarcten op Zee te beftoken: gelukkig, idat bu, door de bemiddeling -der Staaten,, imet -verlies van flechts één Schip, 'er afkwr.men, doch dit belette niet, dat.véele ;doorziditi?en, uit dit alles, eenen kort Aanmaanden Oorlog, tusfchen. de Franfchen en Spanjaarden , als zeer zeker voorfpelden, ook leed het niet langer, dan tot.het begin des jaars i6St., toen Lodewijk., een aanWb 'Krijgsvolk in het Land van Luxemburg zond,  DLR' VALEHL. • GESCHIEDENISSEN. IpJ zond , en aan zich onderwierp. Lode«•//*, maakte ook aanlpraak op een aantul Piaatfen in Haandu-en, blokkeerde de fter.ke Veiling Luxemburg, door al hetweike de Staaten, genoodzaakt wierden, tot het aanvangen van Onderhandelingen, aan verscheidene Hoven, om aan zijne inzichten, paal en perk te Hellen, welke allen te ver^?W&> or's tc uUvperjg zou doen worden, waarom- wij dezelve , pasfeerepde , in het voorbijga^,-.aschts.-aanmerken, dat, door du alles, .de,:Vijandfch*p. tussen Lodezvijk en den Prins van Oranje, dag aan dag toe| nam. Te vergeefceh poogde de eerstgenoemde, om dien Vorst door.de blhkendfte ^biedingen van de Graaflijke Waardig Üeid m Uollwd; het Opperbevel over de Franfche Legermagt; en eenige Millioenen Gelds m zijne belagen te krijgen j te vergeefsch poogde men des Prinfen vertrouwehjken Vriend, den Pvaadpenflonaris Fagel, door ,het aanbod van twee a-pioenen Schats te bewegen, om Willem ,cUar toe aantefp'ooren: bet: een zoo wel,als hei, ander, werd met yeraclning van de hand gewezen, waar 1 2 door  I96 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE door de woede van den trouwlozen Lodewijk , ten toppunte fteeg , in zoo verre zelfs, dat hij het Prinsdom Oranje, het wettig eigendom des Stadhouders, ten behoeve van den Hertog van Longueville , verbeurt verklaarde. De Vijandelijke gezinnigen van Lodewijk, bepaalden zich inmiddels niet alleen tegen den Prins van Oranje : het was hem niet genoeg, het Engelfche Hof, in zijne belangen overgehaald, en van de Staaten verwijderd te hebben, maar het gelukte hem ook, om den Koning van Deenmarken , de Keurvorst van Brandenburg, en den Bisfchop van Mun-fier, in zijne maatregulen te doen deel neemen, door het fluiten van een verdedigend Verbond'; zoo dat het te duchten ftond, dat de vlam des Oorlogs, wel fpoedig uit■barften zou, en de Staaten befluiten deed, om de Zeemacht van den Staat, met een j aantal van 36 nieuwe Oorlogfchepen te ver- , •fterken , waar aan ook met den meeften fpoed voldaan werd. Geduurende dit alles, liep het jaar 1682. ten einde, als wannéér de Staatfche Gezan-f ten, 1  DEK VADERL. GESCHIEDENISSEN. i£7 ten, aan hec Engelfche Hof, zich alle moeite gaven, om de openbaare Vredebreuke, tusfchen Spanje en Vrankrijk te vei hinderen door de tusfchenkomst van Karei: doch te vergcefch, want in den Herlst des jaars 1683. viel Lodezvijk ' met eene geduchte macht in Vlaanderen, en (telde het platte Land, onder Branclfchatting. Ongemeen groot, was de ontftehenis die dit geval in den Haage veroorzaakte, en het Spaanfche Hof, verzuimde niet, om op grond van het voorheen gefloteue verdrag, een onderftand van 8aoo Man, van de Staaten te vorderen. Men draalde in den Haage niet, om aan dit verzoek voldoen, en zijne Hoogheid werd gemagtigd, om de verzogte Manfchap in beweging te nellen, fchoou de Steden .Delft, Leiden en Amfierdam , deswegens zwarigheid maakten. Inmiddels verzuimden de Staaten niet, otn aan het Engelfche Ilöf, eene vernieuwde poging te doen, ten! einde hetzelve te bewegen, zich bij hen te voegen, en de Spanjaarden ter hulp te komen, tegen de Vijandelijke handelingen der Franfchen; zij toon, 1 2 den  10$ BC.KNOTT iHSTORiïat ÜANtföoëitJft 'êrih d - wstttjheïd'' vati hun Refhonrcn- he* fluit aan, cn tegelijk 'hoe afkerig' 'Ai vfié den Oorlog waren, doch die alles kon niet baren , Karei bleef onverzettelijk , en het vuur des Oorlogs ontbrandde' in licluerlanije De Prins van Orarje , het toneel eenes Moedigen Krijgs,''- in 'de naMjrkivi d.s Var derlands geopend ziende, draalde nu ook niet, om aan het hoofd van den Raad van Staaten, op eene vermeerdering van 's Lands Armee, ten getale van itfoco Man, aart te cirin;:erï, ter vcrvuHitïg van de btslptrcupen; die asn Spanje : gegeven werdén, ten getale van 14 coo Man. Dèeze voorgel!:igt ne vermeerdering, kostte omtrent de twee Millioer.en Guldens, waar in de Staaten der onlerfeheidene Gewesten, elk voor hun aandeel , het behoorlijk aandeel dragen moesten. Dit voorval, deed ai fpoedig zien, dat de geest van eendracht, onder de verbondene Gewesten zeer verwijderd was, het welk veelen töéfchreven' aan de geheime h:ndtl]>gcn van den Franfchen Gezant ^Avaax. Die geest vcrtocr.de zich ook bij ' £ 1 de  de Staats» van. Holland, want fehoon de Edelen, eri de meefte Stedcm , in^svulgc de begeerte van den Prins, in de werving van iö,coo Man .bewilligden, zoo vonden de afgevaardigden dor Stad Amfterdam zulks ongcradtf», oordeelende , : dat 's Lands. Gold* iniddtlen; niet gedoogden, dat men zich in eenen nieuwen .Ooiriog inwikkelde. Wat moeite mea ook aanwendde, om de Vroedfchap dier Stad, met da óverige Leden, tot de augmentatie overtehmlen, het was .vergeefse». : de Vroedfchap bleef weigerig., waar in zij niet weinig gerugfteund werd , door een uitvoerig vertoog, hec welk .d'Avaux 1 te dien tijde inleverde,. In deezen ftund der dingen , befloten de Staaien van Holland, op den voorila? dar Edelen, eene piecmi, ge bezending naar Amfterdam 3 fee vaardigen, aan welks hoofd zich zijne Hoogheid, vin* den liet, en welk Gezantfcbap op den i.5 November, op eene plechtige wijze, in do Vroedfchap , ter gehx>r ue.d toegvkucen. He Raadpenöonaris-Hagel, vertoonde m eene wijdlimigc redevoering, de noodzaakelijkheid die 'er was, dat de S;ul, hec v >or' 1 4 beeld  200 DE KNOPT HITTCR1SCH 11AND30É' KJ£ beeld der overige Leden van Holland volgde, doch, ook die was vergeefsch: de Regeering was en bleef onverzettelijk , waar door het ongenoegen van zijne Hoogheid, ten toppunte fteeg , die 'er opentlijk voor uitkwam, dat zulks alleen veroorzaakt was» door de geheime oproeijingen van het Franfche Hof, welks oogmerken men te Amfterdam begunfdgde. Zonder affcheid te neemen , vertrok de Commisfie naar den Haage , dééd verflag van haar wedervaren, en bragt voor hun gevoelen uit, dan men met de Werving behoorde voort te gaan , welk advis, door de Leden werd overgenomen, om 'er hunne principaalen van te berichte.'?. Terwijl men hier over in de Vroedfehappen der Stemhebbende Steden raadpleegde, maakte zich de doorfieepene d'Avaux, dien tijd ten nutte, om de Gedeputeerden der Stad Amfterdam , in hunne weigering te verfterken , en het ongenoegen tusfchen den Prins, en die Stad te doen vermeerderen.' Niet zonder uitdrukkelijke toeftemming hunner Principaalen , begaven zich de Heeren Hooft en Hop, in een vertrouwelijk ge-  DER VADflRL. GESCHIEDENISSEN. 2CI gefprek met den Franfchen Afgezant, waar vun hij den voorman-Uren inhoud, hun kort daar naa , in gefchrifie overhandigde , en welk geene andere (trekking had, dan om de Staaten, van SpanrYs zi.de aftetrekken-, en daar door, de oogmerken van Frankrijk te bevoorderen. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij alle de kunstgreepeu van dien tijd, te boek (tellen wilden, waarem wij dezelve in 't midden laaten, en ons liever bepaalen, om te zien welke gevolgen dien handel, hier te Lande, veroorzaakte. Grievend was het voor den Prins , en zulke Leden der Regeering, die zijne zijde hielden, te moeten zien, hoe ijverig het listig Franfche Hof, bezig was, om het zaad van tweedracht tusfchen Hem, 's Lands Edelen, en de overige Steden, en de magtigfle Stad des.geheelen Vaderlands te (Irooijen, en dag op dag te hooren, hoe zeer men zijne zucht, ter behoudenis van 's Lands Ouafhangeliikheid , op de fchandelijkfte wijze miskende, en fa» een haatlijk dnglicht plaatfte. fej de Vergadering van B>U land- verfcheeneu zijnde , beklaagde zi;ne * 5 HO0g".;  202 BES KOPT' HISTORISCH HANDDOEK]* Hoo'It id zich hier over, op de ge voel i^fte wijze, en verklaarde,. fte!lrg, dat Hm heimelijk met Vrankrijk beulde, en dat Rijk zocht te behagen, Ijk dit was hem onverdraaglijk. Thans fcheen het gefchapen, dat men zich door Amfterdam, aan Vrankrijk, zou onderwerpen , en dit zou bij beletten , zoo lang hij kon, Men had de mond vol van Vrij¬ heid , en dwong ondertusfehen, dat men werkeloos en ongevjapend bleef, terwijl cle Franfchen alles deeden, wat zij goedvonden. Zijne Hoogheid vreesde, dut dus doende, de zaaken wel fpoedig wederom in denzelfden -ftant als in 1Ó72 geraken zouden, doch dan zou het blijken, welke Regenten al of niet, bunnen eed en plicht betracht hadden. De Vroedfchrtp van Amfterdim , was de Echo van alles wat d'Avaux , hun voorflelde, en Hem , die men in 1672. geroepen had, om het Vaderland te helpen ledden, belasterde men, even als of bij *f Lands bederf zocht: doch hij was ferm genoeg, om te betuigen': dat hij zich rooit aan Vrankrijk zou onderwerpen , maar deii tegenwoerdigen Regeeringsform , met zijn bloed handhaven.. De Edelen fchroomden nier om v 'te.-  DER VA DE RL, GESCHIEDENISSEN. 2 03 ie verklaren; dat zij het verfptijden vin geruchten , als of de Prins naar den Oorlog haakte, voar eene fnoode lastering hielden, daar Zij te wel bewust waren , boe zeer bij tiaar den Vrede haakte. Zij markten duidelijk, dat Amfterdam, over alles heerfben wilde, en-de welvaart van den geheel en Staat, alleen om bijzonder belang , in gevaar fielde : zij bedrei&den , de naamen van hun, die 'er de voornaamfte doordrijvers van weven , hekend te maaken, en te gelijk aan den dag te brengen, de verftandbouding die zij met Vrankrijk hielden, zoo door het zenden van Postboden, als langs andere wegen. Zij beklaagden zich , dat men den Prins, in de Steden liet fchenden en lasteren, zonder zulks te beletten, enz. Her 11 oc van alles was, om hec confetic der Stad, ia d> voorgeslagene Werving te bef>oed:gcn, cl>ch alles was vruchteloos, en die van Amfterdam, waren van oordeel, dat hec hun vrijftond , om met vreemde GeZanten , in hec bijzonder te handelen: en fchoon de RaadpeMlpnaris- Pugel, de Refblutien tegen zulke handelingen genomen, ia het midden bracht-, men oordeelde dat d,e1 6- zvl" ■■  20.| BEKNOPT HISTORISCH HAÏNüBÓEtfJE zelve op het geval voorhanden niet toepasfelijk waren,.en de bijeenkoraften, werden lan£s hoe menigvuldiger. Wie, die dit alles in overweging neemt, moet met ons niet verbaast ftaan, overliet gedrag der Amfterdamfche Regeeiing'-' Hoe zeer werkte zij daar door de geheime oogmerken van het Franfche Hof niet in de hand '? Desfelfs Heerschzucht, en geheime inzichten, om met behulp van Koning Karei, en zijne Medeftanders, den Proteflantfchen Godsdienst, de hartader afcefteeken, waren hun immers niet onbekent? En dit zoo zijnde, wat waarde kon men dan Hel* len, in het breed opgeeven van hunne zucht tot behoud van 's Lands Welvaart, en Onaf bangelijkheid'? Men hebbe de brieven van den meergenoemden Franfchen On lerhandelaar, over den ftaat zijner werkzaamheden, met zijne Amfterdamfche Vrienden, maar te lee^en, en men zal duidelijk zien, dat het oogmerk van Lodewijk niet anders was, dan re verdoelen, en te heerfchen, en eenen onbeperkten invloed, op de inwendige huishouding des Algemeenen Staats , aan zich te  DER VADEUL GESCHIEDENISSEN. 10$ te verzekeren. Het gedrag van Amfterdam , gaf intusfehen gelegenheid , tot navolging, in andere Gewesten: daar door, en door de kunstgrepen vzw d'Avaux, verzetten zich ook Friesland en Groningen, tegen het ftuk der Werving, hetwelk onafgedaan hangen bleef, tot in het begin des jaars 1684, toen de Staaten van Holland, in weerwil van een uitvoerig vertoog van de Amfterdamfche Gedeputeerden , en de weigering van die van Schiedam, bij meerderheid van ftemmen tot dezelve befloten. Spoedig hoorde men nu, in eene feherpe aanteekening, de luidfte noodkreet opheffen, over het fchenden van de Grondwetten van den Staat; volgens de order op de Vergadering beraamt, mogt 'ér geene overflemming plaa-ts hebben, hier door kon men alles doordrijven , en het was om die reden, dat zij het befluit niet alleen voor nul en van-onwaarde hielden,, maar tegelijk declareerden, dat de Stad nimmer éenig aandeel, in de kosten tot de Werving, betaalen zou. Deeze weigering was juist gefchikt, om '5 triolen oogmerk niet alleen, maar Zelfs' * 7: her  206 BEKNOPT HISTORISCH II INDBOBKJE het genomen Staatsbefluic in duigsu te werpen , het was dus niet te verwonderen , dat zijne Hoogheid, en. vecie Leden der Regeering , die .iiec met frankrijk ééne lijn trokken , over dit alles ten hoogHen misnoegt werden, en het vuur van tweedracht ouder de asfche fmeulen deedr, tot geene geringe (merte van allen die »s Lands welzijn ter harte namen. Het duurde echter niet lang, of de. vlam floeg ten dake uit, en Willem du lilde vond zich in de noodzaakiijkhcul, het gedrag der Amfterdamfche Regeering aan de Vergadering bekend te inaaken, waar uit haaren ongeoorloofden handel met Frankrijk duidelijk bleek. Dit gedeelte onzer Gefchiedenis, is onzes inziens te gewichtig , dan dat wij het of geheel pasfeeren, of flechts als tCf loops vermelden zouden, te meer, d.ar wij in onzen leeftijd bijnaa hetzelfde hebben zien gebeuren , met even die. zelfde &a& (*j Het zal daarom der moeite waaraf i*.,v-*C. v >'^jm^amum-'u.^'' (_*) Wfj hedoeien dc handeling van eenige Lt-dea der Atn{i*ri(U>if;hs Regeerizg , ea anderen ,-•  DER VADSBL. GESCHIEDENISSEN. S07 tfg zijn, ciic merkwaardig geval, eenigfinst uitvoerig te boek te ftc-IIen. Van alle de geheime woelingen des Franfchen Ambasfadeurs , en zijnen aanhang, bier te Lande, lekte van tijd tot tijd veel uit, en (zoo ais wij reeds verhaald hebben) zij bleven voor den navorfchenden Stadhouder niet verborgen. d'Avaux, die onophoudelijk werkzaam was, om de oogmerken van zijnen meester te bevoordelen, en die van den Prinfe te dwarsbomen, " verzuimde niet, om van tijd tot tijd, in vertrouwelijke brieven, en zelfs in geheim Cijirer, de toedrajjt van zaak en hier te Lande, naar zijn Hof overtefchrijven. Niets was 'er derhalven , dat moeijlijker te ontdekken viel, dan zulke brieven, en met dat al , was 'er niets belangrijker, om de ■waare .raheimen. in het duidelijkst dasligt te zetten. Onder her groot aantal brieven, die d'Avaux naar Frankrijk afzond, was 'er étfne ren, tnet de E^elfebe Noord-Amerikaanfchz Volkplanting^, en de onderfebepte papieren 9 gevonden bij den Ueer Laurens, ten iaar*. 1779.  2o8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ééne, die om desfelfs beiangri k.n inhoudt, niet in gewoon fchrifc, maar in een geheimzinnig Cijfler opgefteld, en in het begin dezes jaars verzonden was, en welks onderfeheppirg, door of v?n wegen den Prins, niet weii ig opziens baarde. D'Avaux had niet alleen in dien brief, een uitvoerig verflsg gegeven., van bet geen door hem en zijne Amfterdamfche vrienden, ter Ver„ gad-ering van Holland, was in-het werk gefield, om den onderftand aan Spanje te verhinderen, ma-ar ook, langs welke we„ gen en middelen , het hem gelukt was-, „ om aan Friesland en Stad en Lande, dat „ plan fmaaklijk te maaken, en daar door „ ook ter Generaliteit , de zaak door te „ drijven." Men vond ook in dien brief, een aantal pasfages, die geen twijffel overlieten, dat het Franfche Hof, niets on beproeft liet, om zich eenen geduchten invloed op het beleid van de Regeering de Eer Landen, te bezorgen, en tweedragt tusfchen de Bondgenooten te bewerken; en dat "er in de Vergaderingen niets omging, dat men aan hem Ambasfadeur niet bekend, maakte. 5,. S-cbooa  DE* VADER L, ÜKSCIIIEDK NISSEN. 200 „ Schoen het bekend was (fchreef hij,) dat' „ Vagêli door zijnen invloed, bij de Leden, ,, de bejluUen naar zijn zin wist te doen uit' vallen, zoo was bij echter zeker, dat de „ Prins geen nut trekken zou , van de Refo,\ lutie wegens de Werving, deivijl niemand „ tot dat einde , eenig geld aan de Solllciteurs, „ fcbietcn zou. Voorts berichtte hij: dat de 5, Welgezixden wederom moed grepen. — Dat K elk zich met Amjlerdam verêénigde, —— „ En dat, wanneer de Prins, iets ge- „ welcldadigs ondernam, bij meer tegen/land„ zou vinden dan hij dacht.'''' De Postbode die deze brief naar Frankrijk zou overbrengen , was door den Spaanfchen Markgraaf van Qrana, aangehouden, en naa dat deeze de brief onicijffl-rd had, zond hij die aan den Prins van Oranje , die dezelvein eigen perfuon ter Vergadering van Holland overbrugt , naa alvorens de verwijdering van de Heeren Hooft en Hop, begeert te hebben. Het valt veel gemaklijker te befelren, dan te befchrijven, welke aandoeningen zich op het leezen van dien brief, bij de Leden vertoonden, ook waren dead-  2!0 REK NOPT HiSTOIUSC.'i UAINOö üH Kj'S adviizen deswegens, zscv verfchilleud , en naa veel raadplegend,. viel hec be.'luic, dat. men een affl'.-rift vin den brief, aan de Steden overzenden, en alle de Papieren die zicb in het Logement der Amfterdamfche Afgevaardigden bevonden , verzegelen zou , hec welk dan ook op dien zelfden dag verricht werd, door twee Lsdcn der Vergadering, en den &ecretiris der Staaten, De Afgevaardigden der Stad Amfterdam, vertotfden t;u niet lange in den Haage, maar .trokken in aller ijl, nog dien zelfden nagc naa* huis, alwtnr het verhaal van bet gebeurde , niet «weinig oinltelcenis basrde. Dfc Vrotd.fch.ap vond zich hier door zoo zeer beiedigd, dat zij het befluit nam, gee« ne Gedeputeerden ter Dagvaart meer te zend n, zich beklagende over het geleden onreeiu , en beweeren.ie , dat daar door , Stads Vrijheden verkort waren. JJAiaux, zu intüsfchen ooit riet ftil, maar gaf zieh alle moeite, om het gedrag van Amfterdam 5n het guufrigst licht te plaatfen, door al het wélke, de verwuderinj tusfchen de\i Prins, en de Sïad, 'fiLc weinig vermeerderde, cn een ■  DER VADSR.ll. GESCHIEDENISSEN. 211 en aantal Scblmpfehriftéh ten voorfebijn konten dééd. Id deièri ÉanlJ der dinpen, trad de Keurvorst van Brandenburg ais bemiddelaar te voorfchijn , de Staaten raad.nde, zich met Vrankrijk -op de bestmogeli.ike wijze te verdragen, en een einde aan den twist te maarkeh, maar ttit vond geen fêrgMmj bij- z'jne Hoogheid, en het meerderdeel der Stasten. De Raadpensionaris Fageï, gaf aan den Brsndenborgfchen ■ Gezant, in rorde woorden te kcnn.n, dat bet verkiesfclijkrr -ware te ft erven , in bet handhaven eetrsr goed» zaake, dan ht hef 'volgen van booze daaden: dat het beter ft-ai -e , 'de Franfchen te Antwerpen, dan te Dordrecht te gemoet te trekken. De onheilen dis zij in deze Landen berokkend belftdeit . waren r:cg in verfche gehetigenis. Liever verkoos n:en duizend dooden te fter vcn, ahn zich overtegeeven, aan de ont~ir.cv.iclte ïirccdbeden der Franfchen, en r.iefs bleef hun. over, dan te vertrouwen oj> de hul' fe .Gods. In'iiM'chen dat dit alles ter Vergadering van Holland voorviel, kwam het (luk, bij de Algemeene Staaten in overweging. Sommi-  212 BEKNOPT! HISTORISCH HANDBOEKJE ir.ige Gewesten, voegden zich naar het geVoelen van den Prinfe, en de meerderheid van Holland , doch anderen , waren er tegen : dit opende een ruim \ eld van de haa* telijkfte twisten, zonder dat men tot een befluit kwam, terwijl de Franfchen al vast hunne overmeesteringen in de Spaanfche Nederlanden voorzetteden. De (lerke Vesting Luxemburg door hun belegert, moest in de maand Mei, voor de overmacht der Franfche Wapenen bukken, ook bleek het duidelijk, dat Koning Karei, met Lodewijk ééne lijn trok, waar door de Staaten, naa veel handelens, inftciaden in het (luiten van een 20 jaarig bcftand, tusfchen Vrankrijk en Spanje, als mede tusfchen het eerstgemelde Kijk , en den Keizer , door welke fchikkingen ,-het dreigend onheil, voor dien tijd, werd afgewend. liet leed ook nu niet lang, of de Staaten van Holland ontfloegen de Papieren der Stad Amflcrdam uit het verband, waar onder zij zoo veel tijds gelegen hadden, de Regeering verzoende zich met den Prinfe, en onthaalde Hem en zijne Gemaalinne} binnen huune Stad, op eene Voe*  DER VA DEEL. GESCHIEDENISSEN. 2(3 Vorfielijke wijze, waar door dien haatclijken twist, zoo het opentlijk fcheen, ten einde liep. Geduurende dat deeze haatelijke .twisten, 's Lands Staaten de handen vol werks gaven, ontdekte men te Dordrecht en te Leiden , geen minder geest van ongenoegen, tusfchen zijne Hoogheid, en de R.egeeringen, over het ftuk der Magiftraat-beftelliug. Het zou ons te uitvoerig doen worden, wanneer wij den toedragt derzelve, een plaats vergunden, genoeg is het, als in het voorbijgaan, aantemerken, dat men bij eene onpartijdige befchouwing van dezelve, ten duidelijkften ontwaard, dat zij hunnen voornaatnften oorfprong hadden , uit de verdeeldheden , die door de woelingen des Franfchen Afgezants, in veeier harten ontflaan waren, en die de zaden van wantrouwen tusfchen de Regeering dier Steden, en zijne Hoogheid, tot eene aanmerkelijke hoogte hadden doen opfchieten. Ook willen wij flechts kortelijk aanftippen, dat 'er te dezen tijde geene geringe verfchillen, tusfchen de onderfcheidene Gewesten plaats hadden, over  214 LLIaNOl'T HISTORISCH HANDBOEKJE over de in dienst houding Jer_voorgeflagene L^nd- en Zee.nat hu, van den Verëeiiigdcn Staat. Die Gewesten, welken het meeite belang bij de Zeevaarr,.hadt}eu, begeerden, eene aanmerkelijke vermindering der Landmacht., oordeelende, dat het nutter ware, zich ter Zee, in eenen geduchten (laat te houden. De L?ndpcovincu n diar tn tegen, (lenden in het d.nkbecld, dat de Armee,, niet te zeer behoorde verzwakt te woeden;,, door alle welke verfchiHende begrippen, het een zoo wel als het ander,, met eene aanmerkelijke ftremming bedreigd werd, doch eer^ lange werden de gcre .ene gefchillen op0eruimt, en de on.iei fcheidene Gewesten lieten zich den voprgeiegden (Lat van Oorlog welgevallen. Wij ftapp n het aanzoek des Keizers, om den onderftand der Staaten, regen het Turkfche Rijk, ook de handelingen met de Keurvorst van Brandenburg, de Deenen,/ew de Spanjaarden■■■, over de voldoening der agterftallen, en andere zaakcu voorbij , om eenigünts uitvoeriger verflag te geeven, van de gewichtige gebeurenisfen, die ten jaare 1ÓC5, in  DER ViXamh. GESCHIEDENISSEN. 21-5 in Engeland voorvielen, en waar ita tien •Wedt-rlandfchen Staat, niet weinig belang Hellen moesr. Wij hebben hier boven reeds .doen zien, hoe willekeurig de wwnclruutige K.rel, zijne Rijken beltuurde; dat hij, tegen zijne verplichting aan , den Roon-iVnen ■ Godsdienst, op alle wijzen, traelrie te begunfcigen; zelve die gevoelens, wes toegedaan, • en daar in niet weinig gefterki werd, door zijnen Broeder den Hertog van Tori, zijnen vermoedelijken opvolger die deezen, Godsdienst opentjijk beleedt: wij *ag&3 al verder, dat Karei de heerschztichtLe oogmerken van Lodezvijk de KH\ beguivftigde. en dat. door dit alles, den -in wendigen toeitand des Rijks, van. alle zijden zeer verward, ;en bedenkelijk, jgefchapen-flend. Reeds in het jaar 1679> had men in Engeland, .eene -famenzweering ontdekt, die geene mindere ftrekkim; had, dan om den vasrgeftelden ;Godsdicnst en Regeeringsform, het onderst boven te koeren; het was dus niette verwondden,. dut 'er zich in Engeland zinken op-  Sl6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE opdeden, die op middelen belacht waren, om, wanneer Karei overleed, den gchaatten Tork , de aanvaarding des bewinds op alle mooglijke wijzen te betwióten. Dit tijdftip was nu aanwezig; Karei, ontdekkende, dat hij verkeerde maatregulen had genomen, had in den zin , het een en ander te herftellen, en Tork voor altoos van zijn Hof te verwijderen , doch hij werd door den dood, in dit voornemen gefluit: door middel van vergif, wierd zijn leven verkort, en lork, werd ocgenbliklijk onder den naam van Jacob de Ilde, tot zijnen opvolger ukgeroepen , welke gebeurenis de harten van allen, die den Proteflantfchen Godsdienst beleden, met eene bange vreeze vervulde< Het kon niet anders, of men moest hier te Lande, zoo wel bij de Staaten, als bij den Prins van Oranje, als mede bij de overige Proteftantfche Vorflcn van Europa, op deeze gewichtige verandering, het oog gevestigd houden, ook duurde het niet lang, of de Keurvorst van Brandenburg , deed aanzoek in den Haage-, om gemeenschappelijk met  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 217 met cle Staaten en den Prinfe van Oranje, de belangen van den Proteftamfchen Godsdienst, ter hand te neemen. Het was intusfchen van dezen kant alleen niet, dat de handelingen des nieuwen Konings befpied werden, 'er deeden zich al fpoedig naa zijne verheffing tot den throon, twee gevaarlijke mededingers tegen hem op, die zich reeds bij Kareis leven, met dat oogmerk hier te Lande, eenigen tijd opgehouden hadden. De eene was den Graave van Argyle, de andere den Hertog van Monmouth, en beiden hadden, geduurend hun verblijf in den Haage, verfclieidene gefprekken met den Prins van Oranje gehouden, op wiens verheffing tot den Engelfchen Throon, veeier oogen in Engeland gevestigd waren. De Prins vreezende, dat Jacob deeze beide Heeren wel fpoedig 0peisfehen zou, raadde hun ten uerkften aan, om deeze Landen te ruimen, en het leed niet lang, of Argyle vertrok met een groot aantal Geweeren, en andere Oorlogsbehoeften , ook eenige Duitfche en Hollandfchc Manfchappen, aan boord van drie Schepen  218 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE uit Holland , en zette in het Noorden van Schotland voet aan wal, met oogmerk om zich aan het hoofd te ftellen, van zulken, die zijn oogmerk begunftigden. Monmouth volgde hem al fpoedig, en landde in het Westerdeel van Engeland, alwaar hij zich door eenen kleinen aanhang , tot Koning deed uitroepen. Beiden moesten hunne roekeloosheid , met eenen geweldigen dood boeten. Want Argyle, werd fpoedig naa zijne aankomst in Schotland, gevangen genomen , en openlijk omhalst, en fchoon Monmouth, zich nog aan het hoofd van een aantal Krijgsvolk ftelde, om zijne aangematigde waardigheid te handhaven, zoo viel den ftrijd, ten zijnen nadeele uit, zijn Leger werd verflagen, bij zelfs gevangen genomen , en korte dagen daar naa, op een Schavot te Londen onthoofd. Midlerwijl hadden de Staaten , welvoegliikheidshalven een Gezantfchap benoemd, om Jacoi met zijne komst tot der» Throon geluk te wcnfchen, en de oude Verbonden van Vriendfchap te vernieuwen. De Heer van Dijkveld , die zich onder het Gezantfchap  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2Ip fchap bevende, en in de gunst des Prinfen m Oranje, een bijzonder deel had, was In 't geheim gelast, om 's Prinfen belangen in Engeland te bevoorderen, en de gemoederen te ondertasten, zoo van veele voornaame Rijksgrooten , als van de aanzienHjkfte Proteftantfche Geestelijken. Naauwlijks was het Gezantfchap bij den Koning ter gehoor toegelaten, of hij voerde hevige klachten tegen de Staaten, over het dulden van Argyle en Monmouth, en hunne uitrusting hier te Lande: de Staaten fchreven 'er over, aan de Admiraliteit, en Regeering der Stad Amfterdam, die hun gedrag verdedigden, waar mede de zaak afgedaan werd, en Jacob bevestigde eerlang de voorheen geflotene Verbonden. Van meer gevolg was het verfchij tus fchen de Nederlandfche en Engelfche OostIndifche Maatfchappijën, hetwelk tot openbaare Vijandelijkheden, in die afgelegen Bezittingen aanleiding gegeven had, I)e En gelfchen lieten niets onbeproeft , om den Koophandel der Nederlanderen op alle wijzen te benadeeien, vooral door het ophitfen der K * in-  220 BEKNOPT HISTORISCH HAiSDBOEKJS inlandfche Vorften, het welk ten gevolge had, dat de eerstgemclden, door middel van Wapenen , het Eiland Bantam ruimen , en aan de onzen laaten moesten. Hevige klagten over dit bedtijf, waren de gevolgen, en fciioon de Staaten eene buitengewoons bezending naar Engeland afvaardigden, om de gerezene gefchillen uit den weg te ruimen , en het gedrag der Maatfchappij te verdeedigen , het deed weinig nut, de Afgevaardigden kwamen onverrichter zaake terug, en de kwellingen der L'ngelfchen, in de Oost Indien, bleven op den duur aanhouden. In deezen toeftand, trokken de donkerfte wolken, van eenen anderen kant, boven het inwendig verdeeld Engeland fatnen. Het was den nieuwen Koning niet genoeg, dat hij, met verzaking van de vastgeftelde Grondwetten zijnes Rijks, voor zich zelve , de leerftellingen der Roomfche Kerk, opentlijk omhelsde, maar op aanhitfing van eenige Geestelijken, ging hij van het ftout ontwerp zwanger, om den vastgeftelden Proteftantfehen Godsdienst in zijn Rijk uit te rooi-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 221 rooijen, en die der Roomfche Kerk, in derzelver plaats in te voeren. Op de willekeurigfte wijze verbrak hij alle banden, waar door hij zich belemmerd vond , in de -uitvoering van dit roekeloos plan; bevoorderde niet dan Roomschgezinden, en wilde de Test-A&e, (die alle openbaare Amptenaars onderfchrijven moesten, alvorens zij in eenigen post traden,) afgefchaft hebben. Het zal niet ondienflig kunnen gerekend worden, dat wij de inhoud en bedoeling van die ABe, hier kortelijk opgeven, zij was de voornaame flagboom , voor welke de hollende Koning in zijnen loop gefluit werd. Volgens de Grondwetten des Rijks, kou niemand tot eenig opentlijk Ampt of bediening bevoorderd worden, ten zij hij eene verklaring onderteekende , waar bij hij erkende, dat hij de Roomfche Kerk niet aanmerkte als de algemeene ; aan den Paus geen gezag toefchreef, nog over zijn Perfeon * nog over de Kerk ; dat hij de Tranfubftantiatie , verwierp, en niet geloofde, dat de Roomfche Kerk alleen bevoegd was, om de //. Schriften uitteleggen. Deeze verklaring noemde men K 3 Test-  222 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Test AcJe, dat is Atle van Beproeving. Men kan uit dit weinige genoegfaam opmaken, dat zij den Koning, in zijne oogmerken zeer belemmerde , en dat hij deszelfs affchafiing gaarne zou gezien hebben. Het lijd geen bedenking, dat de ongehoord? Happen van Koning Jacob, ter uitrooijing van den Proteftantfchen Godsdienst in Engeland, in verband ftonden , met de vervolgingen, die de fnoode Lodewijk de XIV in Frankrijk fints eenige jaaren tegen zijne Proteftantschgezinde Onderdaanen begonnen had, en als r;u met eene iK-lfehc woede , den ruimen teugel vierde. Wanneer wij in aanmerking neemen de naauwe verbintenis fen , die tot dat heilloos oogmerk, in vroeger jaaren reeds plaats hadden, tusfchn Lodewijk en Karei de II, en daar bij voegen , het nog aanftotelijker gedrag van Koning Jacob, die het Roomsch geloof opemli'k beleed, en alomme bevoorderde , met onderdrukking van den vastgeftelden Godsdienst des Rijks, dan klimt die gedachte tot een hoogen graad van zekerheid, en dit zal nader blijken, uit het verhaal  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 223 haal van het geene 'er te dezen tijde in Frankrijk omging. Gebeurtnisfen , die voor ons Vaderland , van het grootfle aanbelang en gewicht moeten gerekend worden , waarom wij dezelve eenigfints omflandig zullen te boek Haan. Het is uit de Kerkgefchiedenis bekent, dat, fints de Reformatie in de Leer en Zeden der Roomfche Kerk , zich door geheel Europa verfpreidde, een ontzettend aantal Ingezeetenen, in het volkrijk Frankrijk, die verbeetering in Leer en Zeden nodig keurde , en zich van het groote gros der Roomfche Kerke afzonderde. Wij hebben in den loop onzes Gefchiedverhaals, meer dan eens gelegenheid gevonden, de fnoode vervolgingen , die ter zaake van den Godsdienst, in dat Rijk aangericht werden, voor te Hellen, men denke Hechts, om de bloedige Parijsfche Bruilofc, en de moorderijen, aan de ongelukkige Hugenooten, door de geheele uitgeftrektheid des Rijks gepleegt. Henrik de IF, te recht de Groote gebijnaamt, Helde eindelijk paal en perk aan al dat bloedvergieten, en voerde de vri.heid des geweld 4 «öt>  3 24- BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tens, voor zoo veelen duizenden zijner Onderdanen in, toen hij ten jaare 1591. te Nantes een EdiSt of Gebod tekende, waar bij de Htigenooten of Hervormden, onder zeekere wijze bepaalingen, de vrije en ongehinderde uitoeffening van hunnen gezuivèYden Godsdienst, door het geheele Rijk, werd toegeltaan en verzekert, en het welk in de Jaarboeken der Christenheid, federt beroemt geworden is , or.der den naam van het Edict van Nantes. Ontzettend groot was het aantal der Hervormden, die zich fints dien tijd in Frankrijk bevonden, die over het algemeen, onder de ijverigfte en r.nttigfte Leden der Maatfchappij gerekend moesten woiden, en op de uitbreiding van een aantal Handwerken en Fabriecquen, zich bijzonder toeleiden. De vrijheden, hun firits 1591 toegeftasn, waren van tijd tot tijd door Lodewijk befnoeit, want niet alleen had hij hun in 1680, van het bekleeden van fdmmige kleine Ampten uitgefloten, maar op zwaare ftraffe aan de Roomfchen verboden, tot de gemeenfchap der Hervormden overtegsan. Gebeurde het, dat hier of daar  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 225 daar iemand tot de Hervormden overging, zoo moesr dit geboet worden, met het fluiten der Kerke, en dus flrafte hij honderden , voor het onderflelde misdrijf van ëdnen. Kinderen van zeven jaaren, die mitsdien nog geen de minfle keuze in het fluk van - Godsdiénst uitoeffenen konden , verklaarde hij bevoegt, om de Leerftellingen der Roomfche Kerk te omhelzen, waardoor de Ouderlijke mr.cht over kinderen geheel en al den bodem werd ingeflagen. Geen wonder des, dat van tijd tot tijd, een aantal der Hervormden, dat Land verliet, en zich naar elders begaf: het gevolg van dit alles was, dat op veele plaatfen de Protefhmfcbe Kerken gefloten of afgebroken werden, en, om het vluchten naar elders te beletten , werd zulks op de ftrengfce wijze verboden. Zij die het ondernamen, en betrapt werden, bande men op de Galeien, wanneer het Mannen; of floot men op in Kloosters , wanneer het Vrouwen waren. In deezen reeds drukkenden toeftand, vond: LcMvijk goed , orn op de wilirfceuriglre Wi^.e, het Edifl van Nantes te üerroeperr» . K s ia  22fJ BEKNOPT IuSTGIUSCR lïANDAOEKJE en honderd duizenden zijner vreedzame On* derdinen, van hunne voorrechten en vrijheden in het ftuk van den Godsdienst te beroven, onder voorwendfel, dat hij maar éénen Godsdienst in zijn Rijk begeerde. Van aï!e kanten ging de kreet van vervolging op, en het vangen , en ftraffen, had paal nog perk, In het Prinsdom Oranje, dat aan zijne Hoogheid toebehoorde , en alwaar zich veele Protcftanten bevonden, ging men even barbaarsch te werk , en ofzijne Hoogheid zich hier over beklaagde, het baatte niets, de bloeddorst ging den gewonen gang, en Lodezvijk, die hier te Lande, nog zoo veele aanhangelingen had, was fnood genoeg, om Willem, de. lilde op de onrechtvaerdigfee wijze, van zijn eigendom te beroven. Hij verklaarde het Prinsdom Oranje verbeurd, en vereenigde het met Provence. Zulk eenen gewetensdwang, was onverdraaglijk: het vluchten werd algemeen: Frankrijk verloor in weinig maanden , eer. aantal duizenden van braave, en nijvere Ingezeetenen, die zich inde omgelegen Landen , en bijzonder hier te  DER VADERL. ÖESCinEDENlSS"èW; 22/ te Lande, nederzecteden, alwaar zij met opene armen ontfangen werden, en nieuwe bronnen van welvaart met zich bragten, zoo als wij in de IV. Af deeling van dit Werkje, reeds hebben opgemerkt. Die geest van vervolging, bepaalde zich intusfcheu niet alleen tot hec ongelukkig Frankrijk, èe voorbeelden d,ie dat Rijk en Engeland, in deeze dagen opleverden, deed ook aan eenen anderen kant, het vuur; van vervolging ontbranden. Sints eeuwen her, werden de Valleijen van Piemont en Savoyen bewoont , door een groot getal eenvoudige braave Meufchen, die, als ge^ heel afgefcheidtri van het groote gros des Menschdoms , de zuivere begrippen des Christendoms, volgens de voorfchriften van Jezus en zijne Apostelen, hadden blijven aankleven, te midden zelfs van de grootfle verbaste, ingen, in de zogenaamde Middeneeuwen. Paltsgraaf Karei Lodezv'jh', zonder Kinderen naa te laaten , overleden zijnde, verviel de Keurvorfteltjke Waardigheid, op den- Her leg van Nietenburg, die als een groet ijvcraar-voer bet Roomfche Ceioof,  2:8 B2KR0PT HISTORISCH HANDBOEKJE bekend Hond. Naauwlijks was deeze aan het bewind gekomen, of de Hertog van Savoyen, herriep, op aahhitzittg van Lodezvijk, aüe de voorrechten, die de zogenaamde VFaldenftn in het ftuk van den Godsdienst toegedaan waren, en volgens een bevel des Hertogs, werden deeze vroome Christenen, die van geene verandering in den Godsdienst hooren wilden, verplicht, binnen agt dagen het Land te verlasten, en hunne goederen onder het befïuur van eenige gemachtigden te laaten, die dezelve dan tot geld maaken zouden. De Waldenfen, vertrouwende op de natuurlijke fterkte van hun Vaderland, als wonende in een bergachtig Land, omgeven van hemelhooge Bergen, die niet dan op zeer weinig plaatfen den toegang aan vreemden toelieten, befloten zich te verKerken, in hunne bijna ontoegangelijke Valleijen, en dus doende, de vrijheid van hun geweten te handhaven, doch dit berokkende hen nog droever rampen. Lodezvijk deed een Leger Franfchen veréënigen , met de Troupen des Hertogs , waar door de pogingen der Dallieden, in rook verdweenen. De  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 220 De Savoyfche Troupen, de toegangen oyer de Gebergtens kennende, ftrekte tot Gidfen aan het Franfche Leger, en dus werden de vreedzaame Dalbewoners, door die gewapende benden, van alle kanten overftroomt en omcingelt. Onervaren in de kunst des Oorlogs, en onvoorzien, van alle de helfche werktuigen, daarbij in gebruik, werden de weêrlooze Eergbewooneren, al fpoedig genoodzaakt, zich op genade of ongenade, aan den Vijand te onderwerpen, waar op een ijslijk Moordtoneel in deeze anders vreedzaame ftreeken , >an alle kanten geopend werd,, dat aan duizenden het leven kostte. Terwijl dit alles in Frankrijk, Piemont, en Savoyen voorviel, zat de onrustige Ja* cob , in Engeland ook niet ftil, om den Hervormden Godsdienst den doodfteek te geeven. Onder voorwendfel, dat hij de aanhangeïingen van Argyle en Monmouth, trachte optefpooren, en uit te rocijen, moesten veele Proteframen zijne woede, om de zaait des Geloofs ondervinden. Veelen hun Vaderland ontweken , vonden ook hier een K 7 IchuÜ-  £33 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fchnilplaats , doch Jacob hun dit benijdende , deed aanzoek bij de Staaten, om zulken bij de kop te vatten, en aan hem over te leveren, doch de Staaren niet gezint, om in dien handel deel te neemen, bekreunden zich des weinig, en fchoon zij opentlijk last gaven, om de begeerde Perfpnen optezoeken, zoo gefchiedde zulks zoo flappelijk, dit 'cr niemand door in ongelegenheid geraakte. Intusfchen ging Jacob, in Engeland genadig voort, om zijn ontwerp ter uitvoer te brengen, niet alleen Helde hij overal de Roomschgezinden in de voornaamfte Posten, maar deed vier Gisfchoppen in zijne Kapel inwijden, onder den naam van Apot" tolifcbe Stedehouders, hij richtte een Kerkelijk Gerichtshof op , bcftaandé uit Roomfche ii, en zond den Graaf van Cbastelmaine, naar Romen, om aan Paus Innocentius de XI. het aanbod te doen, om de drie Rijken, waar over hij als Koning het gebied voerde wederom aan den Roomfchen Stoel te verbinden. De vrees voor Lodewijk, deed den gemijeerden' Kerkvoogd'y dat aanbod van dé:  DER VADERL, GKSCEIIEDK NISSEN, 23 I de hand wijzen, doch het baarde veel op. zien bij de metste Hoven, ook bier te Lande, bij de Algemeene Staaten, die daar en boven niet onverfchillig waren, omtrent de buitengewoone toerustingen ter Zee, die in de Engelfche Havens plaats hadden, en die, volgens de algemeene geruchten der Roomfchen, tegen dezen Staat zouden gericht zijn. De Prins van Oranje, alle deeze woelingen van zijnen Schoonvader bemerkende, zag dezelve met de grootfte bekommernis, die nog vergroot werd door de vrees, dat het Franfche Hof, in desfelfs oogmerken flaagen zou , om met Koning. Jacob, dezen Staat den Oorlog aan te doen, cn meerder onmin tusfchen hem, en den Prins, en de Prinfesfe zijne Dochter te verwekken. Het groote plan , om den Hervormden Godsdienst in Engeland uit te rooijen, kon nooit gelukken, zoo lang de Prins en Prinfesfe van Oranje , als de vermoedelijke Throonsopvolgers van Jacob moestenaangemerkt worden, en dit was te waarfcbijhlijker , dewijl Koning Jacob geen Mannelijke opvolger had,, en.naar den loop der men»-  232 BS'KUÖPT HISTORISCH HANDBOEKJE menfcheliike zaaken, ook niet wel kon verwachten. Het was dus niet te verwondederen , dat de oogen, van de voornaamfle Rijksgrooten , en alle die belang in de ftarirr4having van 's Lands Godsdienst en Regeeringjform fielden, op den Prins van Oranje, en zijne Gemalinne gevestigd waren , ook bleek het duidelijk, dat die Vorflelijke Perfonen , niet on verfchil lig omtrent dit alles verkeerd'.-n. Uit de gefprekken die de Prins met eenige voornaame Lieden, hun Vaderland ontweken , hield , fchepten zij hoope , op het behoud hunner voorrechten, en kreeg de Prins de volledigfle berichten, van alles wat 'er in Engeland gebeurde. Docfor Gil. bert Barnet, was hier in bijzonder nuttig, want in deeze Landen gekomen zijnde, kreeg hij al fpoedig gelegenheid , om in een vertrouwelijk gefprek, met den Prins toegelaten te worden, waar in hij zijne Hoogheid kennis gaf, van het fnood ont* werp, dat 'er beraamd was, om zich van zijnen Perfoon te verzekeren , en naar Frankrijk over te voeren, Volgens Bumet, was ces Savoyaard omgekocht , om met een So os..  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. C33 Boot, voor Scheveningen, een eind weegs in Zee te gaan leggen, en wanneer de Prins, naar gewoonte, zonder eenig gevolg, in een Koets, zich aan het ftrand kwam verlugten, zou deeze met eenige anderen, die zich in de Boot onthielden, aan Land komen , en 4cn Vorst aan Hof en Vaderland ontrooven. De Prins iloeg weinig acht op het gevaar dat hem dreigde, zich volkomen verlaatende, op de befcherming der Hemelfche Voorzienigheid, doch de Prinfes vond 'er meerder zwarigheid hj, en door dien weg ,. geraakte Bumet hoe langer hoe meer, in vertrouwelijke gefprekken ingewikkeld. Die allen hier te melden, zou ons te uitvoerig doen worden, waarom wij alleen hier nog bijvoegen, dat in weinig dagen, de Doctor, volkomen verzekering van de Prinfesfe verkreeg, dat wanneer zij, te eenige tijde tot den Tbroon geroepen werd, in de plaats van baar en Vader, zij zig als dan, alleen vergenoegen zoude met den Tijtel, maar de Regeering overlaaten, aan den Prins, haaren Gemaal, dit zij volgends de les des Bij-  fl.H BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Bijbels, als Man gehoorzamen wilde , Zoo hij hajr als Vrouw beminde. De Prins, die nimmer had durven waagen , om me; de Prinfesfe , over dit gewichtig en teder punt in gefprek te treden, was bijzonder in zijn fchik, over de openhartige verklaring, die zij , aan Bumet gedaan had, en van dat oogenblik af aan, begon zijne Hoogheid, met meerder ernst, en minder achterhoudendheid, zich de belangens der Engelfche Proteflanten aan te trekken : het baande hem de weg tot den Throon! en daar hij de Proteftantfche Godsdienst in dat Rijk herftelde, verijdelde hij alle de fnoode listen en aanflagen, die zoo door Koning Jacob, als door Lodewijk, in het werk gefield werden, en die wij nu kortelijk melden zullen. Zoo draa had Jacob, niet vernomen, dat de Prins met Bumet, zoo gemeenzaam verkeerde, of hij verkoos zich te bedienen van eenen Kwaker , de bekende William Penn; wien hij naar den Haage zond, om écn Prins in het begrip te brengen , dat hij geen  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 235 geen oogmerk had, om den Proteftantfchen Godsdienst uit het Rijk te verbannen, maar dat hij eene algemeene verdraagfaamheid wilde invoeren. Moe listig het zenden van zulk een man als Penn, ook uitgedacht was, het kon Jacob luttel baaten. De Prins verklaarde aan Penn, dat hij van begrip was, dat men de Roomfehen wel dulden kon, doch dat dulden moest niet beftaan in het vernietigen der Test-Acte, waar bij den Koning, niet anders bedoelde, dan de uitrooijing van den Proteftantfchen Godsdienst, &c. Het gevolg was, dat Penn, naa eenige vergeeffche aanbiedingen gedaan te hebben , zouder vrucht, naar Engeland keerde, en door eenen anderen Afgezant, den Markgraaf van Albyville, vervangen werd. Al fpoedig opende deeze zijnen last aan de Staaten, en trachte hen te verzekeren, dat de Koning zijnen Meester, niets vijandelijks in den zin had met zijne uitrusting ter Zee, en gezind was, om de Tractaten heiliglijk naa te komen. Voorts klaagde hij over het onthaal dat Bumet hier te Lande h?.d, en die, fchoon hij door den Koning \ iu-  236 BEKNOPT HfTTORISCH HANDBOEKJE ingedaagd was, nog geprotecteerd werd, maar het een, zo min als het ander, vond eenigen ingang. Het zenden van Albyville, gaf intusfchen eene fctioone gelegenheid aan de S'aaten, tot het zenden van eenen buitengewoonen Gezant aan het Engelfche Hof, waar toe zij verkozen den Heer van Dijkveld, eenen bijzonderen vertrouweling van den Prins van Oranje. Deeze was voorzien met eenen geheimen last, om ingevolge het plan, door Bumet beraamd, den weg te baanen, tot de groote verandering van zaaken, die nu dag aan dag, waaifchijnlijker werd Dijkveld, kweet zich ongemeen behendig in zijnen last, en kreeg al fpoedig eenen vertrouwelijken omgang, met eenige vooi naame Grooten, die de belangen van den Prinfe volkomen toegedaan waren, en correspondentie hielden, met hun, die tot dat zelfde eit de, zich in den Haage bevonden. Het lijd ^cen twijffel, dat reeds toen het plan daar heenen liep, om de Kroon van Engeland, aan Jacob afhandig te maalt en , en op het hoofd van den Prinfe over te brengen; doch dit werd zorgvuldig ver- zwe-  DER VADERL. GESCHIEDENIS?EN. 23/ zwegen, en het algemeen , werd in den waan gelaaten, dat men niets anders bedoelde, dan hec volk te herfïeïien, in desfelfs gefchondene voorrechter. Slegts drie of vier Perfoonen waren in het geheim, en hielden het zoo lang bedekt, tot het onweêr eensklaps boven hec fthaldig hoofd, van den trouwlozen Karei uitbarstte: zoo als wij in het vervolg zien zullen. Laaten wij nu met een vluchtig oog bezien, de belangrijkfte zaaken , die geduurende dien tijd, hier te Lande voorvielen. Hiertoe komt allereerst in aanmerking, het treffen van een minnelijk verdrag tusfchen de Staaten, en den Koning van Deen. marken, waar bij de oude verfchillen over de voldoening der agterflallige onderftandgelden en andere onderwerpen, geregeld werden. Schoon het verdrag flechts voor •twee jaaren bepaald werd, dat mede al veroorzaakt werd, door de geheime woelingen van Lodewijk, zoo werd het handeldrijvend deel der Natie, door hetzelve van verfcheidene belemmeringen ontheven. Te rdezeu tijde, werden de Staatea ook genoodzaakt ,  23$ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zaakt, om den moetwil der Algerijnen, krachtdadig tegen te gaan. Deeze hadden de ftoutheid, om tot op de Vaderlandfche Kusten , hunne roverijen bot te vieren, waarom de Staaten den Vice-Admiraal van Almonde, met eenige Üorlogfchepen op hun afzondt, die hun dan ook fpoedig tot rede bragr. Meerder opzien en verwondering , baarde het verbod der Algemeene Staaten, te dezen tijde, omtrent het verblijf der Jezniten , Franciscaner, en Dominikaner Monniken, alhier te Lande. Het leed geen twijffel, dat eene algemeene verdraagfaamheid, in het ftuk van den Godsdienst, aan alle gezindheden in deeze Landen verzekert was bij de Unie , en dit leverde een grond bij veelen , zoo hier te Lande, als elders op, om over de hardheid van deeze uitdrijving klachten aan te heffen. Het ontbrak niet aan zulken, die in dit gedrag der Staaten, eene zekere wraakneeming meenden te ontdekken, over de vervolgingen, die de Hervormden in Vrankrijk ondervonden, fints de herroeping van het Edicl van Nantes , en keurde het uit dien hoofde af.  DER VADERL GESCHIEDENISSEN. 039 af. Dan, de Starren verdedigden htm gedrag, op eene duchtige wijze, door te betogen, dat onder deeze vreemde Monniken, zich zulken bevonden, die het zaad van tweedracht, in veeier harten ftrooiden , geduurig groote fommen Gelds, die zij van eenvoudige en lichtgeloovige Meiifïhen afbedelden, onder toezegging van daar door vergiffenis hunner zonden te verkrijgen, uit het Land voerden, en du 'er een genoegfaam getal ingeboren Priesters, tot het bedienen der Gemeenten voorhanden waren, waar door zij die vreemde Lediulopers, overtollig rekenden. Waar mede die zaak vereffend werd, en het verbod in volle werking bleef. Naauwlijks had het jaar 1688. eenen sanvang genomen, of 'er ontdekte zich eene nieuwe list van Koning Jncob en zijnen aanhang, om was het mogelijk, zijne fchandelijke oogmerken te bereiken, en het hem nakend onheil aftewenden. Wij bedoelen bet logenachtig verdichtfel, van de gewaande Zwangerheid der Koninginne, waar aan in volgende tijd, het beftaan van den zoge-  54© BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE genaamden Pretendent op de Engelfche Kroon is toetefchrijven. Alvorens wij de verfierde bevalling der Koninginne vermelden, vereischt de order der zaaken, dat wij de gewelddadige handelingen des Konings kennen doen. Hij toch, bevroedende, dat hij niet dan met geweld, zijn plan volvoeren kon, begon met den aanvang des jaars , zijne Landen Zeemacht aanmerkelijk te vermeerderen. Drie Schotfche Regimenten, die fints veele jaaren in Soldij der Staaten Honden, werden nu door hem terug geëischt, doch het werd hem gevvijgert, het Volk bleef in dienst, doch ruim 30 voornaame Roomfche Officieren, die voor ijverige Koningsgezinden bekent ftonden, liet men vrijheid den dienst der Staaten te verlaten , en naar Engeland te keeren, waar mede de Prins bijzonder in zijnen fchik was, en nu wel middelen had, om zich van die Regimenten, tot zijn oogmerk te bedienen. Jacob was intusfchen over die weigering der Staaten, als woedende, en liet een bevel uitgaan, waarbij elk onder zwaare bedreigingen gelast werd, den dienst der Staaten te verlaten, doch het  t>ER vaderl. geschiedenissen, 241 het deed geen vrucht: dag op dag, leverde nieuwe bewijzen op, van de willekeurigfte daaden des Konings, want buiten bewilliging des Parlements, fchafte hij een aantal Wetten, en ook de Test-ABeaf, waardoor de zaaken hoe langer hoe meer, uit hun geheel geraakten. De Staaten oordeelden, in deezen ftand der dingen, de handen niet flap te moeten laaten hangen , maar befloten, een aanzienlijke Vloot van 25 Oorlogfchepen, in Zee te brengen. Het opperbevel over dezelve , werd opgedragen aan den Lieutenant Admiraal Evertfen, die met deeze macht op Schoneveld ging leggen, ten einde op alles een wakend oog te houden, en 's Lands Kusten te beveiligen. Geduurende alle deeze gebeurenisfen, was de eerfte helfte des jaars ió&8. ten einde gelopen, toen zich in Londen, de maare verfpreid.le, dat de Koninginne vaneenen Prins bevallen was. Verfchillende waren de uitwerkfelen , die deeze tijding op de harten der Natie veroorzaakten. Zij, die de inftandfeouding van den Proteftantfch.n Godsdienst ter harte namen, befchouwden deeze ge- IV. Deel. L boor.  242 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE boorte als een louter ftaatkundig bedrog, uitgedacht ter omverwerping van alle Burgerlijke en Godsdienftige voorrechten, en het vervulde hunne harten met fchrik, Een ander deel der Natie, die de invoering van den Iloomfchen Eerdienst, in hun Vaderland wenscluen, en van de hand des Konings afvlogen, waren uitgelaten van blijdfchap, noemden deeze geboorte , een bijzonder gunstbewijs des Hemels, en befchouwden dezelve, als een wonderdadig uitwerkfel van plechtige geloften, gedaan aan de H. Moedermaagd, en aan de lieve Vrouwe van Loretto. Het Hof trachtte wel op alle mooglijke wijzen, de echtheid dier geboorte , aan de Natie te doen geloven, doch het ontbrak niet te min, aan een aantal omflandigfaeden, die het gepleegd bedrog kenmerk, ten. De verklaaringen zelfs, door eenige der Hovelingen, (die ten tijde der gewaande verlosfing, in de nabijheid der Koninginne zich bevonden hadden,) afgelegt, waren 200 ingewikkeld, en weinig beduidend, dat 2ij veel eer gefchikt waren, om de valschfeeid van de zaak, dan desfelfs echtheid te be- ves-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 243 Vestigen. In eene Bedpan, onder voorwtndfel van het Bedde der Koninginne te verwarmen, werd een pas-gebooren Kind, bij haar in de Kraamkamer gebracht, en nu was de Koninginne van eenen Prins verlost. Het bedrog was zoo groot, dat men uit verfcheidene berichten , veilig kon befluiten, dat korten tijd daar naa, tot twee herhaalde reizen toe, een ondergedoken Kind, ten Hove bezorgd werd, om de plaats van den gewaanden Prins van Walles,• (die al fpoedig overleed,) te vervullen. Wij flappen van deeze verborgenheid der ongerechtigheid (die in volgende tijden, aan Europa zoo veel onheils berokkende) af, om te tien , welke gevolgen dit alles veroorzaakte. Hoe wel overdacht deéze gewaande geboorte , van eenen Mannelijken Erfgenaam der Koninglijke waardigheid, ook fcheen, om de oogmerken van Jacob en zijnen aanhang, te bevoorderen, zij deedt echter eene tegenovergezelde uitwerking, en verhaastte de val van deezen trouweloozen Vorst. Het meerderdeel der Natie, dat fints lanL s ge,  244 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fe, eene heimelijke hoop, op de hulpe des Prinfen van Oranje, en diens Gemaalinne, ge-' vestigd had, fchroomde, naa het ontdekken des bedrogs niet, om meer opentlijk, dien wensen te kennen te geeven , en eenige v/oornaame Grooten , verzochten dit am hunne Hoogheden, op de ernftigfte wijze. Naa veel handelens en overiegs , befloot de Prins, dat verzoek intewiiligen, en zich aan het hoofd van eene geduchte Macht te nellen , waarmede hij naar Engeland overfteken , en de verdrukte Natie, ter hulpe fnellen zou. De grootfte zwarigheden die zich hier hi opdeeden, beftonden voornaamelijk, om zonder argwaan aan Jacob, of aan Lodezvijk inteboezemen, het benodigd getal Manfchappen en Schepen, bij een te krijgen. 'Er kon geene volledige opening van het flnk, in de Vergadering der Staaten gedaan worden , of men maakte de zaak te zeer ruchtbaar: en zonder de toeftemming der Staaten , kon het een, nog ander, niet gefchieden. De dood van den Keurvorst van Keulen, die te dezen tijde voorviel, verfchafte echter eene gelegenheid, tot het bijeenbrengen  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 24.5 gen van alles, wat tot den overtocht nodig was, en het welk, buiten een groot aantal Oorlogs- en Transportfchepen , begroot werd, op 9000 Man Infanterij, en 4000 Man te Paard. Dit volk, werd ver van. Zee, namelijk op de Mokerheide, bij een gebracht, onder het voorwendfel, ora een Wakend oog te houden, welk eenen keer de zaaken, wegens de vetkiezing van eenen nieuwen Bisfchop van Keulen, nemen zou, en waaromtrent Vrankrijk geen gering belang Heide. 50 Oorlogfehepen werden in de Maazc, en in Zeeland, in gereedheid gehouden, terwijl 'er meer dan 500 Vaartuigen of Transportfchepen, van vertrouwde Kooplieden , in dienst genomen werden, .ter overvoering van alle noodwendigheden. De Haven van Goedereede, was de algemeen-a zamelplaats, en van tijd tot tijd, zag men van alle kanten de Macht bijéénkomen. Doch, hoe Ril en behendig ook alles verricht werd, het kon echter de opicttei dheiel van Koning Jacob niet ontflippen, die door zijnen Afgezant Albjville, de rede van deeze uitrusting, begeerde te weetcn. L 3 De  24<5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ' De Staaten hielden Albyville , door langfaam, en uitrtellend antwoord te geeven, in het onzeekere, terwijl het werk der uitrusting zijnen gang ging: dit duurde tot in de maand September, toen Jacob vol fchrik en ontfteltenis begon te geloven, dat het op hem gemunt was. Lodewijk de XIV., bood hem in dien benarden toeftand, een aanzienlijk onderftand, zoo ter Zee, als te Land aan, maar Jacob had te veel vrees, om zoo veel vreemd Krijksvolk in zijn Rijk te brengen, dus befloot hij het onheil dat hem dreigde, nog aftewenden, door het uitgeven van een fcherp Placaat tegen den Prins van Oranje, en, eene verdediging van de wettigheid der geboorte, van eenen Prinfe van Walles, doch deeze zwakke wapenen, waren niet in ftaat, om zijnen val te verhoeden , zoo als eindelijk bleek, want eer de maand O6tober ten einde liep, was de Vloot, beftaande tusfchen de 5 en 600 Schepen in gereedheid, om de overtocht te doen. De Prins zond eene verklaring van zijne oogmerken in grooten getale, naar Engeland, waar in hij betuigde geen ander  DER VA DE Ti Li GESCHIEDENISSEN. E47 der doel te hebben , dan de herfteiling van den Proteftantfehen Godsdienst, en de bevoordering van het heil der ünderdaanen# Affcheid van de Algemeene Staaten, en van die van Holland genomen hebbende, verrok hij naar den Briel, flapte aldaar aan boord van een der Staatfche Fregatten, en voegde zig direct bij bet gros der Vloote, De Staaten hadden inmiddels goedgevonden, eenen Algemeenen Vast- en Bededag, door alle de Gewesten te doen houden, waarop bijzonder gebeden werd, om den Goddelijken Zegen, op het wel gelukken van des Prinfen onderneeming , en eer de maand Oèhber ten eude was, liep de geheele Vloot bijnaa 600 Zijlen fterk, in Zee, onder bevel van den Admiraal Herbert, die de voorhoede, den Admiraal Evertfen, die de agterhoede, en den Prinfo zelve, die den middentocht geleide. Door tegenwinden, was zij echter genoodzaakt terug te keert n en liep den it November andermaal in Zee, met dat gevolg, dat zij flechts vier dagen daar naa, in Torbai aanlandde, alwaar de Manfchap ontfcheept , voet aan Land zetL 4 te  248 BCKNOPT HISTORISCtt fI*A\D»QlJ§&- te. De Oostenwind , die de VJoot étt Staaten tot in de Vijandelijke Havenen gevoert had, was ondertusfchen oorzaak, dat de Landing ongeftoord verricht werd, want 's Konings Vloot, door dien wind, in de Haven van Gunfleei opgehouden wordende, bleef hem niets over, dan zijne Legerbenden in beweging te «ellen, en bet Legrr des Prinfen tegen te trekken, maar zijn Volk liep in zulken ontzettenden getale, tot het Leger des Prinfen over, dat hij raadzaam vond te wijken , en eene poging te doen, om met den Prins in onderhandelisg te komen. Jacob vond des Prinfen voorKeilen zoo gematigd , dat hij aarfelde, am in dezelve toe te Hemmen, doch gehoor gevenele aan den verderffelijken raad zijner Hovelingen , en aan die der Koninginne , nam hij het befluit om. naar Vrankrijk te vluchten: in het overvaaren over de Theems, wierp hij het Zegel des Rijks, in den ftroom, en baande dus aan den Prins, de weg tot den Throon, die hij zoo onwaardig bezeten had. De Koninginne volgde hem, benevens den gewaanden Prins van Walles, aL  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 24,9 ar fpoedig derwaarts, en weinig tijds daar naa, werd de Prins, benevens zijne Gemaalinne, onder de naamen van Willem en Maria, tot Koning en Koninginne van Engeland en Schotland uitgeroepen , en in de maand April , des jaars 1689. plechtiglijk gekroond. Ongemeen groot was de blijdfchap hier te Lande, over het gelukkig flagen van des Prinfen onderneeming , tot herftel van Godsdienst en Vrijheid , in het naburig Engeland: eene onderneeming van dat gewicht, en in zulk een vergevorderd jaargetijde ondernomen, volvoert te zien, zonder verlies van eenig aanbelang, merkten veelen aan, als eene bijzondere zorg van de Goddelijke Voorzienigheid, voor de inftandhouding van den Hervormden Godsdienst: doch in Frankrijk fteeg de woede hier over ten hoogden top. Lodezvijk zag door het welgelukken van die grootfche ouderneeming, het door hem gefmeed ontwerp, in duigen fpatten, en haastte zich nu, om dit aan den verenigden Staac betaalt te zetten. Niet alleen nam hij alle de Nederlandfche ScheL s pen  250 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE pen in beflag; .niet Alleen deed hij al het Bootsvolk in banden en gevangenisfen fluiten; maar zond ook een aantal Kapers in Zee, om den Koophandel te belemmeren. Tien Dorpen in de Majorije van den Bosch gelegen, liet hij door een hoop volks in den brand fteeken, en verklaarde daar naa, den Oorlog aan de Staaten. Zorgvuldig verzweeg hij in die verklaring, de waare rede van dit zijn Vijandelijk bedrijf, dezelve alleen ftellende, in de keuze die de Staaten gedaan hadden, ten aanzien van eenen nieuwen Bisfchop van Keulen, en waar in zij de zijde der Duitfche Vorften gehouden hadden , ter wering van den Kardinaal van Furftemburg De Staaten bleven niet in gebreke, om in eene wederverklaring, het trouwloos gedrag des Konings in een helder daglicht te plaatfen , en lieten niets onbeproeft, om door het aangaan van verbonden , zijne oogmerken te verijdelen. Koning Willem , nu op den Engelfchen Throon gezeten, verklaarde aan Lodewijk den Oorlog, de Keijzer verbond zich, om ten behoeve van deze Landen, zich ten Oorloge toe  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 251 toe te rusten, en de Staaten verbonden zich daar en boven, op aandrijving van Willem in een geheim punt, om den Keijzer te helpen in zijne regten op den Spaanfchen Throon, ingevalle de Koning van Spanje, zonder Erfgenaamen kwam te fierven. Ter bereiking van dit oogmerk, traden eerlange nog andere Mogendheden, tot die verbintenis toe, waarom het fints bekend geworden is onder den naam van het Groot Verbond; een naam, juist gefchikc, om het waare doel uit te drukken, dat niet anders was, dan aan de onbeperkte Heerschzucht des Franfchen Konings, paal en perk te nellen, doch dit oogmerk, kon niet bereikt worden, dan door Europa op nieuw in vuur en vlam te zetten, honderd-duizenden dierbaare Menfchenlevens op te oiferen, en een aantal bloeiende landen in woeste-nijen te herfcheppen, zoo als wij in de volgende Afdeeling fchetfen zullen. L * TW1N-  252 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE TWINTIGSTE AFDEELING, I689 1715. INHOUD. Vrankrijk verklaart den Oorlog aan Spanje- Allen handel op Vrankrijk, door de Staaten verboden, Zij doen Luik bezetten. Veldflag bij Walcourc. — Cezantfchap naar Engeland. Ondankbaar gedrag der Engelfchen tegen den Staat. Onlusten met Amfterdam, over het zenden der Nominatie van Schepenen naar Engeland. Twisten over de admisfe des Graavsn van Portland in bet Lid der Edelen van Holland. Bijeenkomst van Afgevaardigden in den Haage. Veldflag bij Fleury. — Zeeflag bij Bevefier. — Jacob de Hde voord door Lodewijk onder- fteunt. Komt in Ierland. Koning Willem trekt hem tegen. Veldflag aan de Rivier de Boyne. Plunderingen te Rotterdam. Veldtocht des jaars iócjo — Voordeelen in Italiën. —— Vijandelijke teermting van Jacob de 11de. —— Zeeflag bij Kaap  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 25$ Kaap Barfleur. Veldflag bij Steenker- ken. Onlusten te Goes, over de Ma- giftratuure. —— De Franfchen haaken naar Vrede. ——* Dezelve voord te Rijswijk ge* floten. —— Voornaamfle inhoud van bet gefloten TracJaat'. Verblijf en werkzaamheden van Czaar Peter in Holland. —— Vrankriik beeft bet oog, niet alleen op de Spaanfcbe Nederlanden, maar ook op de Monarchy. Verdrag over de Spaanfcbe nalat en fel ap , tusfchen de Siaaten, Engeland, en Vrankrijk. De Koning van Spanje maakt eenen Uiterflen Wil, ten behoeve van het Huis van Oostenrijk. —— Daar naa ten behoeve van den Hertog van Anjou. — Schandelijk gedrag van den Paus. ——— Bedrieglijken handel van Lodewijk. — Karel de JIde flerft. Anjou voor Ko ning uitgeroepen. De Franfchen vallen in Milaan. De Staaten ontbieden hun¬ ne Troupen uit de Spaanfcbe Nederlanden, — Verhonden met Engeland, de Keijzer, de Deenen en de Zweeden. Pruisfen tot een Koningrijk verheven. Jacob de I!de flerft. —. Vrankrijk erkent den Pretenh 7 dent,  254- BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dent, ah zijnen opvolger. Begin der Vijandelijkheden. Koning Willem fierft. Zijn CharaSter. Holland, en vier andere Gewesten , bejluiten geen Stadhouder aanteflellen. Verfchillen over de nalatenfcbap vau Koning Willem. ■ Onlusten in verfcheide Gewesten. Verandering in de Regeering aldaar. —— Nieuwe onlusten over de Spaanfcbe Nalatenfchap. Algemeens febets van de bijzondere inzichten der Mogendheden, bij bet aanvangen van den Oorlog. Slag bij Friedlingen. Porto St. Maria uitgeplunderd. De Zilvervloot in de Haven van Vigos vernield of vermeesterd. Veldflag bij HocMer. Gibralter ingenomen. Zeeflag voor Mallaga. . Overwinning bij Ramillies. Brabant en Vlaanderen, vallen de Bondgenoten toe. ■ Karei de lilde als Koning van Spanje uitgeroepen. Turin ingenomen door Eu- genius. Veldflag bij Oudenaarden. . Rijsfel ingenomen. Het Dauphin é bemachtigd. ; Cagliari, en het Eiland Mi- aorka gewonnen. ——. Opening tot een Vrede- i  1>SR VA DER L. GESCHIEDENISSEN, 255 dehandel. ——— Doornik ingenomen. -—— Bergen in Henegouwen belegerd, en gewonnen. Bloedige Datalje, bij Malpla- quet. Nieuwe handelingen over den Vrede, te Geertruidenberg. Vrede te Utrecht gefloten. —-~ Korte inhoud van het verhandelde aldaar. Korte opgave van eenige gebeurenisfen, geduurende den Oorlog voorgevallen. In Gelderland. Jan Willem Frifo, word het zitten in den Raad van Staaten belet, Onlusten in Groningen. De Prins treedt in Huwelijk met de Prinfes Maria Loifa van Hesfenkasfel. Hij verdrinkt aan den Moerdijk. Willem Carel Hendrik Frifo, naa zijns Vaders dood geboren. Onlusten in Engeland. ' Koninginne Anna flerft. George de I volgt haar op. — Onderhandelingen over het fluiten van een TracJaat van Barrierre, te Antwerpen. — Lodewijk de XIV. flerft, Veranderingen daar door veroorzaakt. Het Barrière Tractaat gefloten. Voordeelm door hetzelve, voer bet Vaderland verworwifc 1 I iih ^hétlisyütft ob.'idov' üytil;ri Naauw*  2$6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE N ,-, JL ^1 aauwlijks waren cle wederzijdfche Oorlogsverklaringen, tusfchen Frankrijk, Engeland, en dezen Staat, bekend gemaakt, of het eerstgemelde Rijk, verklaarde ook den Oorlog aan Spanje, dat niet in gebreke bleef, zulk eene handelwijze met eene dergelijke verklaring te beantwoorden. De Staaten verzuimden niet, om niet alleen allen handel op Vrankrijk te verbieden, maar gaven ook last aan de Bevelhebberen van 's Lands Oorlogfchepen, om alie Vaartuigen met Oorlogsbehoeften geladen, en naar Vrankrijk beftemd, als Contrabande goederen weg te neemen, en voor goede prijs te verklaren. De Graaf van Flodorf, bevelhebber binnen Maaftricht, kreeg ook bevel, om Staatfche Troupen binnen Luik te brengen, die aldaar eenen aanmetkelijken voorraad bemachtigden , en den Bisfchop drong, om de zijde der Staaten te kiezen. Het Kasteel, dat bevoorens in de Lucht gefprongen was, werd herbouwd, en bracht niet weinig toe, om het platte Land te bevrijden voor de ftroperijen der Franfchen.  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 257 Terwijl dit alles voorviel, was het Staatfche Leger, onder bevel van den Prinfe van. Waldek, in Brabant omtrent Geldenaken bij een getrokken. Het Franfche Leger onder den Maarfbalk d'Humieres, had zich ook daaromftreeks neergeflagen, en al fpoedig geraakte het op den 25 Augustus, bij Walcourt tot een gevecht, het welk wel niet van veel gewiekts was, maar echter ten voordeeie der Staatfchen uitviel. Slechts -weinige dagen daar naa, werden de Franfche Liniën bij Gent vermeestert, waar mede aan dien kant, de Krijgsbedrijven des jaars 1Ó89. een einde namen. Gelukkig, en van meer belang waren de pogingen der Brandenburgers, Munfierfcheu, en Staatfchen in Duitschland, want in korten tijd vermeesterden zij Rbi/nberk, Mentz, Bonn j en een aantal andere plaatfen, waar van wij de bijzonderheden voorbijgaan, om ons meer uitvoerig te bepaalen, tot het geen 'er thans tusfchen onzen Staat, en het Engelfche Rijk voorviel. Willem de lilde, die niet tegenftaande hij de Koninklijke Waardigheid op zich ge- 110-  A58 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE nomen had, de Stadhouderlijke Waardigheid over vijf Gewesten bleef bekleeden , had aan de Algemeene Staaten, niet alleen de beloofde hulp volgens de Traclaaten, tegen Frankrijk, op nieuws toegezegt, maar daar en boven, in de dankbaarfte bewoordingen belooft, om in zijne Rijken, te bewerken, dat de Nederlandfehe Natie, alle wenfehelijke voordeelen zoude genieten : ook oordeelde hij het plichcmatig, dat de kosten, gevallen op de uitrusting der Vloote, waarmede hij den overtocht deed, en zich de weg tot den Throon baande, aan de Staaten zouden goedgedaan worden. Ai fpoedig vertrokken de Heeren Witfen, Dijkveld, en Odijk, naar Engeland, om op de vervulling dier beloften aantedringen. Aan het eerfte werd ras voldaan , door het afzenden van 5000 Man Troupen, onder bevel van den Graave van Marlbourgb, maar met het betaalen der gedaane uitfehotten, ging het zoo vlot niet. Volgens eene juiste bereekening, van de kosten, tot het uitrusten der Vloote, en het geene daar toe behoorde, beliepen dezelven ruim 73 tonnen  \ DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 259 «en flhats. Eene groote fomme gelds voorzeker ! maar wanneer men het groot aantal van zeshonderd Schepen, en al het Voet en 'Paardenvolk, dat 'er toe gebruikt was, in oogenfchouw neemt, was zij inderdaad, zeer matig: en daar de onderneeming, aan het Rijk, zulke importante voordeden bezorgt had, zou men immers verwachten, dat het Parlement, die fomme gaaf, en zonder eenig uitflel, aan de Staaten zou terug gegeven hebben ? dan, dit was 'er wel verre van af: de ondankbaarheid der Engelfchen was zoo groot, dat zij niet alleen ruim 7 tonnen Gouds afknibbelden, maar drie jaaren tijds verlopen lieten, eer het verfchuldigde terug gegeven was. F.ij dit bewijs van zwarte Ondankbaarheid bleef het niet, het werd verzeld met de fchandelijkfte blijken van Trotschheid, en Eigenbaat. Volgends de gemaakte Verbonden, moesten de beide Natiën, een zeker aantal Oorlogfchepen , tegen den algemeenen Vijand in Zee brengen, die met elkander verëénigd, zijne oogmerken moesten trachten te verijdelen. —— Naa lang fammelen, be*.  20O BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE befloot men, dat de Engelfche 50, en de Staatfchen 30 Schepen zouden leveren, maar toen rees 'er twist, over den Rang, die 'er behoorde plaats te hebben, in het bijeenroepen, en zitten der Krijgsraden. Niettegenftaande de Engelfchen in vroeger jaaren, de Nederlandfche Heldenmoed, tot hunne fchade en fchande ondervonden, en de behoudenis hunner Burgerlijke en Godsdienflige vrijheden aan de Nederlanderen te danken hadden , zoo ging hunne troisch zoo ver, dat zij eisfchen durfden, dat in het ftuk van Hemmen , de jongfte in rang zijnde Engelfche Capitein, nog den voorrang moest hebben, boven den Nederlandfchen Admiraal: en Koning Willem, die aan de Hóllandfche Heldenmoed zijn Kroon en Throon te danken had, was onbillijk genoeg, om hier in zijne Landgenooten, aftevallen , en in den onrechtvaardigen eisch der Engelfchen in te flemmen. Toen de Staatfche Afgezan* ten, hec verfchil hier over, ter zijner beflisfing voordroegen, noemde hij het vodderijen., waarmede hij zich niet bemoeijen wilde, en had den Ambasfadeur Witftn, op het ftuk  HSR VADERL, GESCHIEDENISSEN. 26l ftuk niet fterk ftaan blijven, de Nederlanders hadden dat bewijs van vernedering moeten dulden. Nu werd het in zoo verre veranderd, dat het Praefidium altoos door den Engelfchen Opperbevelhebber waargenomen, en deeze en zijne Landgenooten ket hooger einde der tafel bekleden zouden, doch in het ftuk van ftemmen, zouden de rangen der beide Natiën elkander volgen. De baatzucht der Engelfchen , ten nadeele der Nederlanderen , kan men duidelijk opmaaken uit deeze volgende ftaalen. Men was overeengekomen, dat de uitfpraak over de genomene Vijandelijke prijzen, gefchieden zou, door dat Admiraliteits Collegie, waaronder de Veroveraars behoorden, en dat die aan hun zouden toegewezen worden : doch het was 'er zoo verre van af, dat aan dat verdrag voldaan werd , dat de Engelfchen een aantal Franfche Schepen , in de Engelfche Havens door de Hollanders opgebracht , ten hunne profijte verbeurt verklaarden. Hier bleef het niet bij: de Staatfche Afgévaardigden hadden ook in last, om bij deez» ge-  QÓ2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gelegenheid op de vernietiging der drukkende AcJe van Cromwel, ter vernieling van den Nederlandfchen Koophandel, bij den Koning aantedringen. In den beginne oordeelde zijne Majefleit, dat het nog te vroeg was, om 'er van te fpreeken, doch naderhand fpotte hij 'er mede, wanneer men die zaak ter baane bragt. De vrije invoer in Engeland, van het zoogenaamd Delffcbe Por~ celein of Aardewerk, werd te dezen tijde verzocht, maar men wees het van de hand, en men dorst opentlijk verklaren, dat men den Nederlanderen geene de minfte voordeden in den Koophandel kon toeftaan. Wiens bloed Hijgt niet met een verhaaste drift naar boven, wanneer hij zulk eenen handel verneemt, aan een Volk waar aan geheel de Engelfche Natie zoo veel verplichting had ? Hoe zeer beklaagt zich een echt voorftander van de waare Vrijheid en Onafhangelijkheid zijnes Vaderlands niet , over de dwaasheid, wanneer een kleine RepubHecq, zich al te onbezonnen overgeeft, aan een machtig Nabuur, en haares ondanks verplicht word , den weg te bewandelen , die den fterk-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 263 fterkften voorfchrijft ? Dat dit het geval ook in die dagen was, blijkt middagklaar, want, de Engelfchen hunne woede tegen Frank' rijk bot vierende, vielen op het denkbeeld, om niet alleen de Fianfche Koopvaardijfchepen weg te neemen, waar zij die mogten ontmoeten, maar ook alle Schepen van onzijdige Mogendheden, op dat Rijk vaarende, werden weggenomen , en prijs verklaart, waardoor de Nederlanders eene ontzettende fchade leden: en welke vertogen de Afgevaardigden hier omtrent voorftelden , bet mogt niet baaten, weshalven zij eerlange de terugreize naar het Vaderland aannamen. Wanneer men de hier boven genoemde handelwijze der Engelfchen, in overweging neemt, valt het niet moeijlijk te vatten, dat men hier te Lande deswegens zeer t' onvrede was, en het bijzonder gedrag des Konings afkeurde. Het ontbrak niet aan zulken, die zijne handelingen, ten aanziene zijner Landgenooten, aan willekeurige Heerschzucht toefehreven, doch de meeften, naaraen het voor een bewijs van de geringe  20*4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ge macht die hij, ondanks de Koninglijke Waardigheid, kon uitoeffenen, ten nutte dezer Landen, waar op hij zoo naauwe betrekking hadt, en bleef behouden. Het was niet vreemd te hooren, dat men Willem, Stadhouder van Engeland, en Koning van Holland noemde, om daar mede zijne bepaalde macht in Engeland, en zijnen uitgebreiden invloed op alle zaaken hier te Lafide, aan te duiden, en waar toe de verfchillen die te dezen tijde plaats hadden, tusfchen den Koning, en de Regeering der Stad Amfterdam, over de aanftelling van Schepenen, aanleiding gaven. Onder het groot aantal van voorrechten , aan Koning Willem, als Stadhouder van Holland, opgedragen, was ook de benoeming van het Collegie van Schepenen der Stad Amfterdam. Bij de jaarlijkfche verandering, moest, ingevolge de Privilegiën der Stad, de nominatie op den 28 Januarij, en de beëdiging der nieuw aangeftelden, op den 3 Februari) gefchieden. De Koning zich in Engeland bevindende, oordeelde de ïtegeering, in het begin des jaars 1689 de no-  'DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 265 nominatie door haar geformeerd, aan het Hof, en niet naar Engeland te moeten zenden , vermits de tijd te kort was, om in zulk een geval, de beëdiging op den bepaalden tijd te doen voortgaan. De Vroedfchap deed dat uit kracht van zeker Privilegie aan de Stad verleent, door Philips de Ilde, ten jaare 1581, en waarbij bepaalt was, dat de verkiezing van Schepenen, bij abfentie van den Stadhouder, gefchieden moest, door Raade in Holland: dan, het Hof maakte hieromtrent zwarigheid, het zond de nominatie naar 'Engeland, en het duurde tot in de maand Maart, eer de Koning de Electie toezond. Om verwarring in zulk een groote Stad voortekomen, bleven de Schepenen dien meerderen tijd, hunne Posten bekleden , en de nieuw aangeftelden, werden gerekend op den gewonen tijd, te zijn aangekomen. Dus liep het dat eerfte jaar af, maar in het jaar 1650, oordeelde de Vroedfchap te moeten zorgen, dat zulks voorgekomen werde, en verzochten aan de Staaten van Holland, dat zij het Hof gelasten de Electie te doen, of Burgemeesteren daar IV. Deel. m 11 toe  2(5(5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE toe authorifeerden. De Staaten nog tot het een, nog tot het ander kunnende befluiten, fchreven hier over naar Engeland, om de welmeening des Konings te verneemen. Het ftond dus gefchapen, dat de beëdiging wederom , zou uitgefteld worden , tegen den letter der Privilegiën, en dit deed de Vroedfchap befluiten, om ter Vergadering van Holland te verklaren , dat de Stad geen aandeel in de gemeene lasten zou dragen, zoo lang zij niet bij haare voorrechten gehandhaafd werd. Dit was een bron van de neteligfte twisten, want de Ridderfchap en eenige andere Leden keurde dit gedrag van de Vroedfchap als hoogst onredelijk af. Het verfchil werd door de Staaten, aan Koning Willem voorgedragen, die van oordeel was, dat niet het Hof, maar alleen Hij, de aanftelling doen moest, en de Staaten oordeelden hetzelfde. Intusfchen was de tijd der ge- woone verandering daar, de Vroedfchap zich naar d.n wil des Konings niet begeerende te fchikken, zond andermaal de nominatie aan het Hof, die dezelve ongeopend terug zond: door welke twisten, de gemoederen hoe  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. hoe langs hoe meer verwijderd werden. Hec liep eenen geruimen tijd aan, toen de zaak naar den zin des Konings, door de Staaten beflist werd, het welk echter eenen geheimen wrok over het fchenden der Privilegiën, in veeier harten naliet. Wij flappen de onlusten, over de benoeming van den Raadsheer Teerefteijn van Halewijn , tot Schepen der Stad Dordrecht, niettegenftaande hij de Raadsheerlijke Waardigheid bleef bekleden, voorbij: ook melden wij flechts als ter loops, de hooggaande verfchillen over de zitting van den Graave van Bentink, in het lid der Edelen van Holland, naa dat hij door den Koning tot Graave van Portland verheven was, en waar tegen die van Amfterdam ten fterften protesteerden , oordeelende, dat Bentink, als nu onbevoegd was, om in de Vergadering te zitten, dewijl 'er een Wet beftond, dat niemand ter Vergadering verfihijnen mogt, die in Eed of Dienst van anderen ftond. De twist hier over liep zoo hoog, dat de Gedeputeerden van Amfterdam, eenigen tijd de Vergadering verlieten, doch ook in dit ftuk M 2 moest  263 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE moest de Vroedfchap aan 's Konings goedvinden , eindelijk toegeeven. Terwijl alle deze onlusten, het zaad van verdeeldheid in veeier gemoederen deed opfchieten, zag men in het begin des jaars 1690, een aantal Lieden van den eerften rang, van alle kanten bijeenkomen, tot het vastftellen van de gefchiktfte middelen, ter beteugeling van der Franfchen euvelmoed, in den aanftaanden Veldtocht. In de Treveskamer, kwamen tot dat einde, de Gevolmachtigden des Keizers, der Keurvorften van Keulen, Mentz, Beijeren, Saxen, de Paltz en Brandenburg: voorts die van Hanover, JVolfenbuttel, Gulik, Berg, en Luik: Spanje, Groot Brittaniën, en de Staaten voegden zich daar bij, Het toneel des Oorlogs werd ingevolge het geen op die bijeenkomst befloten was, dan ook al fpoedig geopend, want naa een weinig beduidend gevecht bij Namen, raakten de Legers bij Fleurij aan elkander, waar in aan wederzijde, met veel hevigheids gevochten werd, doch in het einde waren de Bondgenooten verplicht, om met verlies te wijken, en aan den Vijand het flagveld over-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, '269 overtelaaten. Niet gelukkiger vielen de po* gingen der vereenigde Staatfche en Engelfche Vlooten ter Zee uit, want op de hoogte van Bevejïer, met de Franfche Vloot daags geraakt zijnde, leden zij door het onbehoorlijk gedrag van den Engelfchen Admiraal Torrington, een groot en aanmerkelijk verlies, zoo van Schepen, als Soldaten en IVhv trozen. De fiere en moedige Schout bij N chc Drakei, en andere Officieren van verdienften, vonden hier het eind van hunne loopbaan, en liet overfchot der ontredderde Vloot, bergde zich op de best mooglijke wijze, voor den vervolgenden Vijand. Jacob de Ilde, die wij hier voren in aller ijl, naar Vrankrijk vluchten zagen, had echter de hoop niet opgegeeven, om 't eenigen tijde, zijn verlaten Throon wederom in bezit te krijgen. Schoon Engeland en Schotland, Koning Willem aangenomen hadden , zoo had Ierland de zijde van Jacob blijven aankleven. Deeze was , weinig maanden naa zijne aankomst in Vrankrijk door Lodewijk de XIV. in ftaat gefteld, om met eene aanzienlijke macht naar Lrland ©ver te fteken, alwaar hij met het meerit 3 der-  *?Q BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE derdeel der Inwoonderen, die den Room- fchen Godsdienst toegedaan waren, zich veréénigde, en langs de Rivier de Boyne legerde. Willem niets vuriger wenfchende, dan ook dat Rijk aen zich te onderwerpen, verzamelde als nu een aantal Troupen, en trok aan het hoofd derzeive, zijnen .Schoonvader tegen. Daags naa het ongelukkig Zeegevecht bij Bevejïer, kwam het tot een treffen , waar bij Jacob eene geduchte nederlaag onderging. Zijne geheele macht werd door de zegepraalende Willem verflagen of -v'erftrooit, derwijze, dat het overfchot der Franfchen, zich in aller ijl naar hun Land terug begaf, dat daarop al fpoedig door Jacob gevolgt werdt. Zijne aanhangelingen in Ierland, fchoolden bij hoopen te fatnen, en verwoesten hun Vaderland, door de fchandelijkfle buitenfporigheden , alles te vuur en te zwaard vernielende. Terwijl dit alles buiten het Vaderland gebeurde, ontdekte men den geest van misnoegen, in meer dan ééne der Vaderlandfche Steden, Oproeren , die geenen anderen grond hftdden, dan in het wantrouwen tusfchen den Stadhouder, en de Stedelijke Re- gee-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2/1 geeringen. In Rotterdam ontdekte zich dezelve, over het irtflaan van een half anker wijns, waar van men oordeelde, dat 's Lands Impost niet voldaan was. De pionder- zucht vierde aan het huis der Pachters, den vollen teugel, en dit had ten gevolge, dat de Schout van zijn Ampt verlaten werd. Haarlem leverde ook voorbeelden van dergelijke ongeregeldheden , doch door de waakzaamheid der Schutterij, werden dezelve in tijds belet. Dus liep het jaar 1Ö90. ten einde! en naauwlijks had het volgend jaar zijnen loop begonnen, of de Ilondgenooten maakten zich gereed, om den ftrijd voort te zetten. Koning Willem beflooten hebbende, een overtocht naar Holland te doen, volbracht dezelve niet, dan naa groot gevaar zijnes levens ondervonden te hebben. In den Haage aangekomen, en ter Vergadering van de Staaten, zoo wel als van die der vreemde Gezanten, verfehenen zijnde, gaf hij aan beider werkzaamheden, een nieuw leven, en deed hun befluiten, tot het op de been brengen van eene aanzienlijke magt, in het M 4 aan.  2/2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE aaiiftaande voorjaar. Het oogmerk des Konings was, om in d n aanfhanden Veldtocht de Franfchen tot rede te brengen, door eene geduchte overrmcht, en het was om die rede, dat de Bemdgêrtootcn befioten , cm tua.coo Man, te velde te brengen: dan» eer men hier mede gereed was, overvielen de Fia-.fchen de Stad Bergtn in llenegouzven met een flreng beleg , die zij ook al fpoedig veroverden. Koning Willem , een keer mar Engeland gedaan hebbende ; voegde zich'in het begin van Junij bij het Leger, dat boven Bun fel zich verzamelde, doch de Franfchen ontweken het gevecht, zich vergenoegende, om door een hevig bombardement, de Stad Luik tot de overgave te dwingen , het welk hun echter door de Bondgenooten belet werd. In dezen ftand van zaaken verliep het beste deel van den Zomer, tot dat het eindelijk tot een gevecht kwam bij Leuze, waar bij wel veel volks fneuvelde, dog niets beflist werd. Ter Zee viel ook dit jaar , niets gewichtigs voor, wijl de Franfchen een gevecht vermijdden: zij hadden het oog op de rijke Smyrnafche Vloot, die.    ÖE~R VADËRL. GESCHIEDENISSEN. ^% die hun echter ontfnapte, en in de havenen dezer Landen behouden binnen liep. De uitgelopene Haringbuizen, troffen zulk een gunftig lot niet; de Franfche Kapers beletten de vangst, en noodzaakten het grootftó getal, om in dè Vaderlandfche, en Engelfche Havenen, het gevaar te* ontwijken. Een beruchte Duinkerker Kaper, jan Bart genaamc, overviel hun, en verbrande'er eeni*gen, ook werd het Staats oorlogfchip, dat de Haringbuizen befchermde-, door den Vijand overmeesterd. Van meer gewichts waren de Krijgsbedrijven aan den kant van Jfa/iën; want , de Hertog van Savoijen, Vrankrijks zijde verlatende, en zich bij de Bondgenooten gevoegd hebbende , bfagt Prins Eugenius, die hec Leger aan dien kant gebood, de Franfchen geene geringe verliezen toe. ■ Hij noodzaakte hen Coni te verlaten, en bemachtigde Carmagnola, welk voordeel dies te aanmerkelijfcer was, dewijl het te weege bragt, darde Kardinaal Pignatelli, ■een-Napoluaan van geboorte, tot Paus verheven werd, onder den naam van Innoceni*us- de XII., het ..weik Lodezvijk ongaarne M 5 zag,  274 EEKKOPT HlSTOïUSCH HANDBOEKJE. zag, die een zijner afhangelingen, den Kardinaal d'Eflrees, tot die waardigheid wilde bevoorderd hebben. Het jaar 1692. aanvang genomen hebbende, zag men van alle kanten de ontzettendfte Krijgstoerustingen. Hier en in Engeland, werd met alle vlijt, aan het toerusten eener geduchte Vloot gearbeid , dit deeden ook de Franfchen. Koning Jacob, een nieuwe proef willende neemen, om zijne Rijken te bemachtigen, had het voornemen, om met een aanzienlijke macht naar Engeland over te fteeken, die hem door Lodeivffk werd aangefchait. 30,000 Man, en eene Vloot van omtrent 50 Oorlogfchepen , werden tot dat einde bij een gebragt. Te vergcefsch hoopten de Franfchen dat ontwerp uit te voeren, alvorens de Staatfche en Engelfche Vlooten zich vereenigden, want, even die zelfde wind, die den Franfchen het fpoedig uitlopen belette, bevoorderde de vereeniging der Engelfchen en Nederlanders, die toen de Vijandelijke Vloot opzocht, en opde hoogte van Kaap Barfleur aantrof. Hier geraakte men al fpoedig in een bloedig en \ hard-  DER VADERL. GESCHÏÈDSNISSEN. 275 hardnekkig gevecht, dat drie dagen achter een hervat werdt, met dat gevolg, dat de nederlaag zich volkomen aan de zijde der Franfchen verklaarde. Een aantal van hunne Schepen werd verbrand, vernield, of genomen , en Koning Jacob, die ooggetuige van den flag geweest was, ontzonk daar door den moed derwijze, dat hij zijn ontwerp geheel en al vaaren liet. Koning Wil¬ lem, zich aan het hoofd des Legers gefteid hebbende, trachtte de voordeden ter Zee, ook te land te vervolgen, dan, dit mislukte. De Franfchen werden al fpoedig meester van de Stad en het Kafteel van Namen r en toen op den 3 Augustus, de beide Legers bij Steenkerken in een gevecht kwamen , werd 'er aan beide kanten veel bloeds geftort, zonder dat de een of de ander zich de overwinning kon toefchrijven, Terwijl 'op deeze wijze de vlam des Oorlogs alomme woedde, ontbrandde ook het vuur van oproer en tweedracht , in den boezem- des Vaderlands. De Stad Goes in Zeeland, leverde daar van een treurig bewijs. De eencira^t onder de Leden der ReM 6 ge,  i?6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gering, was daar, gelijk als op veele plaatfen geweken; .'er befronden twee partijen, die elkander in getal evenaarden, waar van de eene op de uitbreiding van het gezag des Stadhouders toelag, en de andere, als voorflanders van der Stede Privilegiën wilden begroet worden. Het aariftellen van twee Rentmeesters gaf aanleiding, dat het reeds lang (meukend vuur ten d.ike uitfloeg. Koritelis Eversdijk, Bdlluw der Stad, was aan het hoofd der eerstgenoemde, Adolf van Watervatjk , Durgemeester, aan dat van de laastgenoemde partij, en deze dreef met de meeste drift zijn gevoelen door. De Per« foonen tot Rentmeesters benoemt, doos Eversdijk en de zijnen , werden met geweld geweerd, door Westenvijk en zijne partij, die met de beëdiging, van zijne vrienden voortging. Eversdijk beklaagde zich biets over aan Koning Willem, die goedvond, om de gewoonlijke jaarlijkfche verandering eenigen tijd uit te dellen, dog hier tegen verzette zig een aantal van de Burgerij, waarop Westerzvijk in weerwil van het bevel des Konings, met de verandering voortf  der vaderl, geschiedenissen. ZfJ' ging. Zoo draa dit bekend was, zond de' Stadhouder een aantal Krijgsvolk naar deStad , doch TFesterzvifk weigerde het zelve binnen te laaten, waar op de toegangen naar de Stad, door de Troupen bezet werden. Dit duurde eenige dagen,en de toevoer werd langs hoe bezwaarlijker , waar op Watenvijk met een aantal Burgers, ter poorte uittrok, en eenen der posten innam , doch deze werd hen? fpoedig ontweldigd, en zij naar binnen gedreven. Slechts weinig dagen verii-pen 'er, of men moest tot de overgave be fluiten, waar van het gevolg was, dat de Regeering, door Gemachiigden van den Koning, veranderd w^rd. PFesterzvijk en- eenige anderen , wierden daarop- in hechtenis genomen, en eerlang te recht gefield: doch dewijl de Koning begeerd had, om overkennhfe van de geflagrn vonnisfem te neemen, werden» de ffukken naar Engeland* gezonden, wa3P door de veroordeelden gelegenheid omringen , om te gelijker tijd, vergiffenis en bevrijding van flraf te verzoeken. IFesterzvijk jfcaen B.oeder, verwierven ook eenige M- 2 -kx«  278 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE verzachting, doch de vier anderen, hadden dat geluk niet. —j- De Koning beval, dat de beide Westervjijken, ter Stad uitgebracht moesten worden, en in 's Hertogenbosch werden zij bewaard. De overigen geleidde-n men naar Bergen op den Zoom, het weik niet zonder groote beweging toeging, terwijl de, veroordeelden zich bitterlijk beklaagden, over het onrecht dat zij vermeenden te moeten ondergaan. Na hun vertrek geraakte de gemoederen tot bedaren, en 'er verliepen flechts weinig jaaren, of de uirgebannenen , keerden niet alleen weder tot haare oude woonplaats terug., maar werden wederom in hunne eere herfleld. Wij zouden de paaien van ons bellek te buiten gaan, wanneer wij alle de Krijgsbedrijven van het jaar 1693, en de drie volgende , verhaten wilden , wij vergenoegen ons, van dezelve flechts over het algemeen te zeggen , dat het Krijgsgeluk-, dan eens aan de eene, dan eens aan de andere zijde overfldeg, en 'er veel bloeds en fehatten verfpild wierden. De Koophandel dezer Lauden, leed geduurende dit alles, bi/Ster  DER VA DER L, GESCHIEDENISSEN. ^9 ter veel, de Kaperijen der Franfchen veroorzaakten meer dan eens de zwaarfte verliezen, en deed den wensen naar eene algemeene bevrediging, in veeier harten geboren worden. Lodezvijk de XIV. zelfs, begon op bevrediging met ernst te denken, waar toe den raad van zijne meestbeminde Maitresfe, de beruchte Madame de Maintenon niet weinig bijdroeg. Het Franfche Rijk was door den feilen en langriuurigen Oorlog, niet alleen, maar ook door de vervolgingen om den Godsdienst, zeer ontvolkt, desfelfs Koophandel ten eenemaale vervallen, de Natie uitgeput, de Schatkist ledig, en 'er ontbraken g-L-noegfaame middelen om het geledene verlies te herftellen. 's Konings gezondheid was ook met de jaaren merkelijk afgenomen, dus werd hij begeërig naar rust, die hij in vroeger jaaren niet begeerde: dit bleek duidelijk, daar hij zelfs tot den ftap kwam, om de eerfte voorftagen tot Vrede te doen. De Staaten wars van eenen Oorlog, waarin zij meer om het belang der Engeljlhen en anderen , dan wel om hunne eigene belangen, zoo. vseS  28o BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKjfc veel aandeel genomen hadden, leenden'at' fpoedig het oor naar dit aanzoek, en dè Koning van Zweden gaf zich alle moeite, om door zijne bemiddeling , dat heilzaam oogmerk te bevoorderen. Veel en verfchillend, waren de inzichten en belangen Van zoo veele Oorlogende Volken, en niets was natuurlijker, dan, dat het veel moeite en tijds vereischte, om dte allen te vereenigen , en tot het begeerde doel te leiden. JNaauwiijks had het jaar 1697. eenen aanvang genomen, of men was reeds zoo verre gevorderd, dat het flechts aankwam, welke plaats men tot de VredehanJel kiezen zou 'l De Keizer lloeg Aken, Mcntz, of Frankfort voor; de Staaten, en de meeste Bondgenooten waren van oordeel dat men 'er Maastricht, Breda, of Nijmegen toe kiezen moest , maar de Franfchen , oordeelden dat den Haage beter gefchikt was. De Keizer hier in zwarigheid maakende, en bevreesd dat de Franfche Gezanu-n, te veel gelegenheid tot kuijperijen g-gev-n werd, wanneer de bijeenkomst in de Hofplaats gtfcbiet.de, weigeide daarin te bewilligen :• eindelijk vond men  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 28l: men goed, dat de Franfche Afgevaardigden£ich te Delft, en die der overige Mogendheden, in den Haage hun verblijf nemen zouden, terwijl het Huis van Nieuwburg, meer bekend bij den naam van het Huis 'te Rijswijk, gelegen tusfchen den Haage, en Delft, met a'gcmeene bewilliging, tor de eigentlijke handelplaats verkoren werdt. Het was één der fraaifte Landgoederen van dien aangenaamen oort, gebouwd door wijlen Prinfe Freclrik Hendrik, en behoorde thans in eigendom aan Koning Willem, die het gereedlijk ten gebruike afftond: Kaauwlijks had Bloeimaand aanvang genomen , of de onderfcheidene Gezanten der belanghebbende Mogendheden, kwamen aldaar bij een, en begonnen onder bemiddeling van den Koning van Zweden, het groote werk des Vredes te behandelen, met dat gelukkig gevolg , dat nog voor het einde van Wijnmaand, dat groot en heilzaam werk tot iïand kwam. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij alles, wat op deeze talrijke bijeenkomften, in het midden gebracht, mee drift  &?>2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE drift begeerd, of verworpen, en eindelijk goedgekeurd en bedoren werd, aan onze Lezeren verhalen wilden. Een korte opnoeming van de voornaamfte punten, zal voor ons oogmerk voldoende zijn. Immers bij eene aandachtige befchouwirg van alles wat op deeze Vredehandel befloten werd, is het buiten alle bedenking zeker, dat de troifche Lodezvijk, in de overmeestering der Spaanfcbe Nederlanden beteugeld werd; en zijne ontwerpen ter ondetdrukking van den Proteftantfchen, en ter uitbreiding van den Roomfchen Godsdienst, te leur gefield werden. De Staaten daar en tegen, zagen door dezen Vrede zig als nog beveiligt door eenen genoegfaarhen voormuur, tegen Vrankrijk , daar zulk een aanmerkelijk deel dier Landen, buiten zijn bezit bleef, en zij werden daar en boven ontheven van den last eenes drukkenden Oorlogs. — Koning Willem vond zich door den Vrede niet alleen weder herfteld in het bezit van zijn Prinsdom Oranje, maar werd ook door Lodezvijk erkent als wettig , Koning van Groothrittanniën, terwijl Jacob de JIde zich van zijne hulp,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 283 hulp, ter herwinning van die Rijken, verftoken zag. Spanje had ook rede, om over het verhandelde te Rijszvijk te vrede te zijn, daar het weder herfteld werd, in een aantal plaatfen, die door de Franfchen veroverd waren. De Keizer en de Duitfche Vorften, hadden daar en tegen zulke voordeelige voorwaarden niet kunnen bedingen, zij waren deswegens t' onvrede, dog moesten eindelijk toetreden. Vergeefsch waren ook de pogingen ten voordeele der verdrukte Protfftanten, die door de herroeping van het EdicJ van Nantes, zoo veel onheils ondervonden hadden, het vervolg deed zien* dat Lodewijk hun, uit kracht van den geflotenen Vrede, nog des te meer verdrukte^ Ook werd het Groot Verbond, waar van men zich zoo veel heils beloofde, bij deezen Vrede, van des fel fs kracht beroofd. Het einde van alles, liet aan doorzichtigen geen twijffel over, of Vrankrijk trad niet dan gedwongen, tot de onderteekening des Verdrags, en de fchijnbaare rust, die door den Vrede fcheen herfteld te zijn, ftrekte flechts, ©m, bij de eerfte voegzaame gelegenheid, het  S84 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het Christenrijk met verdubbelde woede, weder in rep en roer te brengen. Zoo als wij in het vervolg zullen bewaarheid zien. Terwijl dit alles gebeurde, was het RusJtscb Rijk bedolven gebleven, in eene nacht van barbaarfche onlumde. Czaar Peter de I., de teugels v?n het beflunr dezes iiitgettr'ekten Rijks, in handen gekregen h,bbende, lag zich met allen ijver toe, om de Konsten en WeetenfcJjAppen, in zijn Rijk te doen leeven, en daar door den bloei en welvaart zijner onderdaanen uit te-breiden en te bevoorderen. Naa de bemachtiging van Azoph uit de handen der Turken, was deeze Vorst overreed.ge worden , van het nut des Scheepsbouws, doch bevond , dat zijne onderdaanen in deeze nuttige kunst, als nog geheel onbedreven waren, Hij nam derhalven het bcfluic, om dezelve in eigen perfoon, in andere Landen te gaan leeren, en verwisfelde zijnen aanzienlijken Hand, met die van eenen Scheeps Timmerman. Hij had een Gezant fc'nap aan de Algemeene Staaten afgezonden , om een verdrag van Koophandel te fluiten , en volgde hetzelve, kort naa des-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 285 desfelfs vertrek, in eigen perfoon, dog in het ftrengfte incognito. Zaandam .zoo zeer beroemd, door het groot aantal van Scheepstimmerwerven, verkoos hij tot zijne woonplaats, en huurde een gering huis, in een der geringde buurten, het Krimp geheten. Zich zeiven in het gewaad van eenen gewoonen Scheeps Timmerman gekleed hebbende, verhuurde hij zich voor een gering loon, bij eenen der Scheeps Timmerbaazen , even als andere Dagloners , en leerde aldus de kunst van Schepen te bouwen. Met verzwijging van zijnen rang, liet hij zich op de lijst der Werklieden, onder den naam van Peter Micba'êloJF, opfchrijven, en, werd door het overige Werkvolk, met den naam van Peter Baas, gewoonlijk beftempeld. Van Zaandam ftak hij dikwils in een fnelzijlend Vaartuig naar Amfterdam over , en oeffende zich in verfcheidene takken der natuurlijke Wijsbegeerte en Ontleedkunde , door het bijwoonen der lesfen van den vermaarden Burgemeefter Wit Jen, en den Hoogleeraar Ruijscb, Van hier ftak hij over naar Enge* land, en leerde aldaar de Scheepsbouwkunst,  286 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE kunst, volgens meetkundige regulen, en had een gevreesde opftand in zijn Rijk, zijne wederkomst niet verhaast, hij had zich nog veel langer bij dien ftand bezig gehouden. Van dat tijdftip af aan, begonden de Kunsten en Weetenfchappen in het uitgeftrekte en machtige Rusfisch Rijk, het hoofd optebeuren, en is hetzelve, bijzonder in onzen leeftijd, tot dien geduchten trap van macht en grootheid opgeftegen , dat hetzelve de balans van Europa, als in de hand houd, en een fpreekend bewijs opleverd, hoe veel nuts de uitbreiding van nutte Kunsten en Weetenfchappen , aan Landen en Volken verfchaft. Laaten wij, naar deeze uitflap, bezien, welke gevolgen het fluiten van den Rijswijkfchen Vrede, voor Europa had. Schoon Lodewijk de XIV, om redenen door ons hier boven opgegeven, tot de Vrede was toegetreden, bleef hij heimelijk zwanger, om 't eeivgen tijde, de geheele overmeestering der Spaanfche Nederland'n, ter uitvoer te brengen: het was uit dien hoofde, dat de daar bij belanghebbende Mogendheden, zijne oogmerken mistrouwden. En-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 28/ Engeland en dezen Staat , ontdeden zich kort naa het fluiten des Vredes, van het onnodig Krijgsvolk, doch in Vrankrijk, hield men alles op de been. Het duurde niet lang, of men ontdekte, dat zijne heerschzuchtige oogmerken, zich niet flechts tot de Spaanfcbe Nederlanden alleen bepaalden, maar dat hij reeds vlamde, om de geheele Spaanfcbe Monarcby , aan zijn geflacht te verzekeren, waar toe hem de toenmaalige omftandigheden in Spanje, zeer gefchikt toefchenen. Karei de Ilde, Koning van Spanje, was kinderloos, en m eenen zwakken toeftand van gezondheid., en dit fcheen voor Lodewijk eene fchoone gelegenheid, om dien rijken buit, bij het overlijden tfan Karei machtig te worden. Had het zoogenaamd Groot Verbond, in kracht gebleven, waar toe Koning Willem, en de Staaten, zoo veel moeite hadden aangewend, men had zich des minder te bekommeren; dan, bet Verbond was vernietigd, en nu was Koning Willem, op andere middelen bedacht, ten einde het oogmerk van Lodewijk te verijdelen , en eenen nieuwen Oorlog te verhoeden,  258 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den, ingevalle de Koning van Spanje, kwam te overlijden. Naa veel handelens befiooten, de Koningen van Frankrijk, Engeland, en de Staaten, tot bet aangaan van een verdrag, waarbij zij in voorraad bcftellingen maakten, over de verdeeling der Spaanfche Heerfchappij, in geval de Koning, zonder Kinderen kwam te fterven. Het Verdrag werd getekend, doch Lodewijk toonde al fpoedig, dat het onderhouden van hetzelve, hem geen rechte ernst ware: ook duurde het niet lang, of men bevroedde de ongenoegfaamheid van hetzelve, en dit gaf aanleiding, tot het ontwerpen van een nader verdrag van verdeeling ^ waartoe men hier te Lande en in Engeland, te meer ijverde, uit hoofde, dat men voor eenen Oorlog vreesde, en liever zag, dat het Huis van Oostenrijk, dm dat van Bourbon, met de Spaanfche Kroon vereerd werd. —> Naauwlijks had de Agtiende Eeuwe eenen aanvang genomen, of het nieuw verdrag werd gefloten , en te Londen getekend, en men verzuimde niet, om 'er de overige belanghebbende Mogendheden, toe te nodigen. Het Wee-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 280 Wcener Hof, hier toe aangezogc zijnde, was 'er hoogst t' onvreden over, en oordeelde dat het onbillijk was, dat de drie Mogendheden reeds befchikking maakten, over de Rijken en Staaten van eenen Vorst, die nog in levenden lijve, en fchoon zwak van lichaam, echter nog maar 38 jaaren oud vvas. — Inderdaad deze bedenking had veel fchiin van billijkheid , maar het vervolg deed ras zien, dat men te Weenen, onder dit voorwendfel niets anders bedoelde, dan de Spaanfche Monar.ciiy, aan het Huis van Oostenrijk te verzekeren ,• en het was om die rede, dat Keizer Leopold, niet alleen weigerde om in het verdrag deel te neemen , maar alles in het werk (telde, om het Spaanfche Hof, tegen het verdrag op te hitfen. De Koning van Spanje werd in korten tijd, zoo zeer ten voordeele van het Weener Hof overgehaald, dat hij in Zomermaand des jaars 1700, eenen uiterften wille ondertekende, waarbij hij zijne bezittingen, aan den Aartshertog Karei befprak , waar door het beraamd ontwerp van verdeeling, geheel in duigen fpatte. IV. Deel. N Hoe  &00 BE.RN0PT HISTORISClf HANDBOEKJE Hoe bedekt dit alies ook toeging, het bleef echter niet lang verborgen voor het Franfche Hof, en Lodewijk was nu trouweloos genoeg, om. zonder kennis van Koning Willem, en de Staaten, (met wien hij het verdrag van verdeeling aangegaan , en plechtig afftand van alle aanfpraak, op de Spaanfche nalatenfchap gedaan had,) het Hof van Spanje in zijne belangen over te haaien, en het Huis van Oostenrijk, dien rijken buit te ontfutfelen. Door kuiperijen en omkopingen, van eenige Spaanfche Staatsministers, daagde hij in vier maanden tijds, zoo volkomen, dat Koning Karei eenen nieuwen uiterften wille tekende, waarbij hij zijne Rijken en Staaten, zoo onlangs aan Aartshertog Karei befproken, als nu toewees , aan Filips, Hertog van Anjou , een Kleinzoon van Lodewijk, en de tweede Zoon van den Dauphin. Koning Karei, kwam evenwel tot dezen ftap niet , zonder eene bekommernis in zijn gemoed te gevoelen, over de onverantwoordelijkheid, zijnes dubbelhartigen bedrijfs: hoe onbeduidend zijne •yerftandelijke vermogens ook waren, zoo kon  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. £91 kon hij echter wel voorzien, dat zulk eene handelwijze, naa zijnen dood, de droevigfte gevolgen voor het menschdom veroorzaaken zou: om deeze luide infpraak van het Koninglijk geweten te fmooren, had de fnoode Lodewijk, een gereed huismiddel, in den fchandelijken raad van eenen der voornaamfte Spaanfche Hovelingen , den Kardinaal Portocarrero, die zijnen zwakken meester bewoog, om de goedkeuring van Paus Innocentius dkXIL in te roepen, met dat gevolg , dat hët gemijterd Kerkhoofd, in plaats van de zaak aftekeuren, den bijgelovigen Vorst, zelfs aanraadde, om den Hertog van Anjou, tot zijnen opvolger te beftemmen. Wie gruwd niet van zulk eene famenknoping van ongerechtigheid? hoe bijzonder afzichtelijk word niet bij elk , het fnood gedrag van een man als Innocentius, die zich als de Stedehouder van Jezus Christus op de aarde, wilde geëerbiedigd hebben? Hoe fchandelijk werd ook in dezen handel, de weldadigfte van alle Godsdienften misbruikt, om eerlang het menfchenbloed als water te doen ftroomen ? . Lodewijk, nu N2 ze.  292 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zeker zijnde, dat bij den dood van Koning Karei, eenen zijner Kleinzoonen, de throon I van Spanje beklimmen zou, was op niets meer- I der, en met ernftiger middelen bedacht, dan I KareVs uiterfte wil, ten behoeve van Anjou gepasfeert, voor de wereld geheim te houden. Om dat oogmerk te bereiken, en Koning Willem, alle argwaan te ontnemen, liet hij in de maand November, eenen zijner Staatsministers, aan den Engelfchen Gezant kennis geeven , dat de Koning van Spanje zeer gevaarlijk ziek, en in doodsgevaar was, doch teffens verklaarde hij, in de : zekere verwachting te zijn, dat Koning Willem , bet gefloten verdrag van verdeeling, toch zou handhaven , tegen allen die ''er zich tegen flellen zouden, hij het afflerven van Karel , hetzelfde liet hij ook aan de Staaten zeggen, en plechtig beloven, dat hij zijne verbindtenis/i n zou naakomen, wat aanbiedingen hem ook immer mogten gedaan worden. Wie; hoorde ooit een voorbeeld van zulk eenen geveinsden handel? Slechts weinig dageni verliepen 'er, of men kon over de waarde zijner betuigingen oordeelen: want Koning Ka-\  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 203 Karei, door den dood weggenomen zijnde, werd den geheelen handel openbaar. Hec duurde flechts weinig uuren, of Pottocarrero, die zich aan het hoofd van den geheimen raad, in Spanje bevond, zond den jongden Uiterftenwil des overledenen Konings, naar Frankrijk; Lodezvijk keurde dezelve goed: Anjou werd oogenbliklijk, als Koning van Spanje begroet, en iiet zich in die hoedanigheid , onder den naam van Filips de V. binnen Madrid, opentlijk uitroepen. Geen donderflag kon luider klinken, en meer verbazing verwekken, dan de tijding van Anjoa's verheffing veroorzaakte, aan de belanghebbende Hoven. Nu zag men de trouwloosheid van Lodezvijk, ten hoogften top geftegen, en het uitharden van eenen bloedigen Oorlog, werd onvermijdelijk. — Van alle zijden gingen klachten op,, over het gebeurde, maar het kon niets baaten: de onbefchaamdheid van het Franfche Hof, ging zoo ver, dat het nog trachte een glimp van billikheid, aan hetzelve toe te fchrijven, en in den Haage, en in Engeland zich' N 3 alle  2p4 ÖSKNOPT HISTORISCH IIANDQOEKJfi alle moeite te geeven, om dat gedrag, als niet ftrijdende met het gefloten verdrag, te doen befchouwen. De Franfche Legerbenden geraakten alomme in beweging, zij trokken in het Milaneesfche , en bezetten een aantal plaatfen, in de Spaanfche Nederlanden' De Staaten, hunte Troupen uit die gewesten opontbiedende, uit vrees, dat Lodewijk die Krijgsgevangen neemen zoude, konden 's Konings veriof daar toe niet verwerven, ten zij zij de wettigheid der Throonsbeklimming van Anjou, erkent hadden, eti dus werden zij genooddwongen tot eene daad, die zij op de fterkfte wijze verfoeiden. De Lente des jaars 1701., naauwlijks een aanvang genomen hebbende, ftak Koning Willem, naar den Haage over, om met de Staaten, gepaste middelen te beramen: verfchillende waren de gevoelens der Leden, welken weg men bewandelen moest, of die van minnelijke fchikking, of die van geweld. Elk der partijen, had redenen ter ftaving van het voorgedraagene gevoelen, en Lodewijk verzuimde niet, om door zijnen Gezant d'Avaux, de zaaken fleepende, en-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 295 cn de hoop op behouding van den Vrede, levendig te houden. Midlerwijl men du» in den Haage handelde , kwamen 'er verfcheidene verbonden tusfchen Engeland, en den. Verëenigden Staat, met de Deenen , de Zveeden , den Keijzer, en den Keurvorst van Brandenburg, tot (land, die allen eene ftrekking hadden, om Lodewijks oogmerken te dwarsbomen , en hem het bezit der Spaanfcbe Landen te beletten. Om den laatstgenoemden tot het deelneemen in de genomene maatregulen te doen befluiten, beflooten de Bondgenooten, om hst Keurvorftendom Brandenburg, voortaan als een Koningrijk aan temerken, en den Keurvorst voor Koning van Pruisfen , te erkennen. Dus liep het jaar 1701, ten einde, en naauwlijks was het volgende aangevangen, of alles fchikte zich tot eenen bloedigen Krijg. De dood van den gevluchten Jacob de Hde, die in deezen tijd voorviel, gaf aanleiding, dat de verwijdering hoe langs hoe meerder werd, want naauwlijks had Jacob deeze wereld verlaten, of Lodezvijk erkende den Pretendent, of gewaande Prins E» 4 «MM  296 BEKNOPT HITTOR I'SCH HANDBOFKJS van Walles, die nu 13 jaaren bereikte, en den naam van Jacob de Ut. aannam, als Koning veii Engeland. Dit deed hij, niettegenftaande Willem nog in leven was, ei hij bij den Rijswijkfchen Vrede, plechtig beloofd had, zulks nimmer te zullen doen, het welk aan Koning Wïllfm, niet anders dan nieuwe onaangenaamheden berokitcKcle, e-a nu duurde het ook Riet lange, of de Vijandelijkheden namen eenen aanvang. Doch, eer wij hier van verflag doen, noopt ons de order der Gefchiedenis , om den Lezer wegens eene gebeurenis van groot belang in den toenmaligen tijd voorgevallen, bericht te geeven. Wij bedoelen het affterven van Koning Willem, waar bij de Scepter van het Groot Brittannisch Rijk, niet alleen in Vrouwelijke handen kwam , maar dat ook een einde maakte, aan de Stadhouderlijke Waardigheid, over Vijf Gewesten , die Willem bekleedde, en die hij zoo gaarne aan zijnen Erfgenaam en Bloedverwant, den jongen Prins Jan Willem Frifo, Erfftadhouder van Friesland, en Stadhouder van Groningen verzekerd had. Wan-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 29? Wanneer wij met een vluchtig oog de bedrijven van Willem de lilde, in de jongst verlopene 30 jaaren van zijn leven nagaan, kan men veilig befluiten, dat hij in navolging van den wijzen Koning Salomon gedrongen was, om te erkennen, dat het nitnee* mendfle van dat alles , niet anders was, dan moeite en verdriet. Veldtochten, moeilijke Reizen, onafgebrooken Werkzaamheden in het Cabinet, en het heimelijk verdriet dat hij door den tegenftand van veelen, zoo bier te Lande, als bijzonder in Engeland ondervond, waren redenen genoeg, om hem zulks te doen erkennen, en zijne gezondheid te ondermijnen. Een groot beminnaar van de Jacht zijnde , in zijne weinige vrije wihteruuren, had bij het ongeluk, om in Lentemaand des jaars 1702, van Kenjington naar Hamptoncourt, ter Jacht rijdende, door het ftruikelen van zijn paard , ter aarde te vallen, en het fleutelbeen van den rechter fthouder te breeken. Schoon de breuk wel gezet en genezen wierd, zoo belette zulks echter niet, dat hij door aanhoudende koons -wi brakingen, van tijd tot lijd* verzwakte, N * en-  fl()8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE en eindelijk op den 19 Maart, in den ouderdom van 52 jaaren, aan eene ontfteeking van de Long en hec Ribbenvlies, Ceen ongemak, dat uit de Kinderpokjes voornamelijk zijnen oorfprong genomen hadt,) /Overleedt. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij alles, wat ten aanzien van het Charaéter van Willem de lilde, door vrienden en vijanden gezegt is, hier een plaats inruimen wilden. Zoo uitbundig als de eerften geweest zijn, om dezen Vorst, als een halve Godheid te vereeren, zoo onbillijk waren de laatfien daar en tegen, om alle zijne daaden , in een haatlijk daglicht te plaatfen, en van de zwariflre kanten te befchouwen. Daar wij ons voor beiden die uiterllen, zorgvuldig begeeren te wagten 9 en in den loop onzes Gefcbiedverhaals, dien Vorst genoegfaam uit zijne daaden, hebben leeren kennen , kunnen wij ons thans merkelijk bekorten, en zeggen alleen , dat zij, die Willem de lilde, rang en plaats onder de groote en aanzienlijkfte Vorften, weigeren, hem een Despoot, een Dwingeland,  DER VADERL. GESCHiEOE'NTSSElSf. land, een Onderdrukker der Vrijheid noemen, eene onrechtvaardigheid van de erg11e foort aan den dag legden, Van eenen ftillen , lomberen, en doorgaands ftilzwijgenden aart , hield men hem voor bedekt, en agterhoudend, doch zeer ten onrechte, daar dit hem in zijne jeugd noodzaaküjk was geworden, toen men alle zijne daaden zoo opmerkzaam gadefloeg , en zijne vertrouwelijke vrienden van hem verwijderde. Schoon hem het geluk als Veldheer, fchaarsch verzelde, was zulks niet toetefchrijven aan gebrek van kunde, of gemis van moed, want ,hij was in zulke oogenblikken vol vuurs, en gaf op alles acht. Hij had eene ongemeene kennis van de oude eff latere Hiflorien, en doorgrondde de voornaamfte geheimen, der meeste Hoven van Europa. De gaave, om zich in bijnaa alle levendige taaien wel ukted-ukken, ftelde hem in ftaac, om elk der Afgezanten, in hunne taal te beantwoorden, en Legers, uit verfchillende Volken faamgefteld, te gebieden. Niet ligtelijk iemand tot zijnen vertrouweling aanneemende, was hij echter wars, van alle n ren, of aan hen, die men als echte voorftanders der vrijheid begroette. Wij verkiezen dit akelig tafereel niet nader van nabij, aan onze Lezeren ter befchouwing voor te Rellen. Laaten wij het fcherm voor dit alles vallen doen, en ons oog wenden naar het toneel des Oorlogs, waar in ook ons Vaderland betrokken werdt, ten koste van flrooinen bloeds, en onberekenbaare fchat» ten.  OER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 300 ten. Eenen Oorlog, die in algemeenheid en verwoedheid, de jongst voorgaande overtrof, die door de faamverbondene machten over het algemeen, nergends anders om gevoerd werdt, dan om de Heerschzucht van Lodezvijk de, XIV. paal en perk te Hellen; aan hem het bezit van Europa's beste gedeelte te beletten, en ten aanzien van onzen Staat, om dien gevaarlijken nabuur, van de Vaderlandfche Grenzen te verwijdereu, en hem de geheele overmeestering der Spaanfche Nederlanden, te betwisten. Onoverzienbaar is het veld, dat zich thans voor ons oog opdoet ! de onderwerpen die zig, (bij eene oppervlakkige bcfchouwing, van alles wat 'er in dit gewichtig tijdvak , zoo in de Kabinetten, als in de Slagvelden, belangrijk voordoet,) aan onzen geest vertoonen, doen ons verlegen omzien, langs welk een pad, wij onze Lezeren geleiden zullen. De paaien van ons beftek gedogen niet, dat wij alles, wat wij als belangrijk aanmerken, hier verhalen zouden; ook vreezen wij onze jonge Lezeren , (welkers nut wij beftendig uacaien in het oog te houden)  310 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den) te vermoeijen, en te verwarren, wanneer wij de Krijgsbedrijven van zoo veele jaaren, en in zoo veele verfchiliende gedeeltens van Europa, door de grootfte Oorlogshelden , uitgevoerd, te boek Haan wilden. Het groote doel, dat de Bondgenooten zich bij het aanvangen des ftrijds voorftelden, en dat wij zoo even hebben opgegeeven, bleef hun jaar op jaar. beftendig bij, en van daar, dat het verhaalen van dat alles, eene eenzelvigheid, zelfs bij den vloeiendften fchrijfftijl veroorzaakt, die wij niet anders dan onaangenaam heeten kunnen. Het is, om deze, zoo wij vertrouwen , niet geheel en al ongegrondde redenen , dat wij, in het opgeeven der gebeurenisfen , geduurende den twaalf jaarigen Oorlog, die nu te behandelen ftaat, ons de vrijheid veroorloven zullen, de merkwaardigfte bedoelingen, en bedrijven, der Oorlogende Machten, (zonder ons aan de juifle tijdorde, waar in zij gebeurt zijn, te bepaalen,) in een kort bedek op te noemen, en daar naa bezien, in hoe verre dit groote oogmerk bereikt werd , bij het fluiten van  DER VADERLt GESCHIEDENISSEN. 3 I I van den Vrede binnen Utrecht, ten jaare 1713- Tot beter verfrand van bet geene wij hier voren, gezegt hebben, belangende de eigentlijke oorzaak van het opvatten der Wapenen, door zoo veele verbondene Machten , tegen Frankrijk , zal het niet onnut zijn, kortelijk te doen opmerken, dat de belangen des eenen, merkelijk verfchiklen, van die des anderen. '£r waren Mogendheden, die zich niet aangordden, om de paaien van hun gebied uit te zetten, maar om het Evenwicht van Europa te behouden ter beteugeling van die Collosfaale Macht, waar op Frankrijk vlamde , en waar door hunne Staaten merkelijk gevaar liepen, van verpletterd te worden ? Dezen fpeelden de hoofdrollen op dit bloedig toneel. Doch 'er waren ook Mogendheden , die zich in den ftrijd mengden, of ter verkrijging van meerder gebied, of om dat zij uit kracht van voorige verbonden en traclaaten, daar toe verbonden waren, en deezen kan men gevoeglijk als aanvullers van het geheel aanmerken. Van hier, dat 'er zich een verbazend  312 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zend onderfcheid opdoet, in de macht die elke Mogendheid op de been bragt, ter bereiking van het algemeene doel, Naar ons inzien was Lodewijk als naar gewoonte, de oorzaak dat Europa wederom in vuur en vlam gezet werdt: niemand der Mogendheden was 'er op uit, om Vrankrijks oude grenzen te ontrusten, veel minder om die te overmeesteren, maar Lodewijk vlamde op de bezittingen der Spanjaarden, der Engelfchen, en der Nederlanderen, en had 'er nog daarenboven het fchandelijk oogmerk bij, om den Proteftantfchen Godsdienst de hartader af te fteeken. De overmeestering der Spaanfche Nederlanden, verzekerde hem, naar zijn oordeel, genoegfaam van den Nederlandfchen Staat. En daar Karei de II., den Hertog van Anjou, tot zijnen opvolger in de Spaanfche Monarchy benoemt had, was het van het uiterfte gewicht, dat de Staaten die 'er zoo veel belangs bij hadden, zich tegen dat alles Helden, en , ter bewaring van hun ftaatkundig aanwezen , zoo veel aandeels in den Krijg nameu. Koning Willem de geflagen vijand van Lodewijk, had zich in i het :  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 313 het bezit van den Engelfchen Throon gefield , aldaar den Godsdienst herfteld , en Lodewijk had bij den Rijswijkfchen Vrede, de wettigheid van dat bedrijf erkent, dog nu, naa den dood van Koning Willem, trachtte hij den Pretendent in het bezit dier Rijken te ftelJen, en alles van zijne wenken te doen afvliegen. Dan, hier in vond hij een beletfel , ih Koninginne Anna , die niet alleen de opvolgfter van Koning Willem was, maar ook bij haare komst tot den Throon, het opzet nam, om in allen deele de maatregulen van Willem te volgen , Lodewijk in zijnen desfeinen te dwarsboomen, en de vastgeftelde Regeeringsform in Engeland, (waar mede de handhaving van den Proteftantfchen Godsdienst zoo naauw verbonden was,) met alle macht te handhaven. Koninginne Anna, nam dus, even als de Staaten, geen gering aandeel in het werk, door het verleenen van een groot aantal troupen te Land, en Oorlogfchepen ter Zee, om Lodewijk te keer te gaan, wiens verraderlijk gedrag, ten aanziene van de Spaanfche Nalatenfchap, de Staaien zoo IV. Dehl. O wel  314 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE wel, als Koninginne Anna, zulk een gedrag ten hoogden plicht maakte. De twist¬ appel derhalven, waar op het in dit alles aankwam, was de bezitting van de Spaanfcbe Monarchy, en de groote vraag was, wie der Mogendheden dezelve zou bezitten ? Frankrijk ijverde voor zich zeiven, Engeland en de Staaten, daarentegen voor het Huis van Oostenrijk, en alle de pogingen zoo van den Keijzer, als van de overige Rijksvorften, waren alleen ingericht, om dat groote doelwit te bevoorderen. Te vergeefsch trachtte Lodezvijk eene fcheuring tusfchen de verbondene Mogendheden te bewerken, door het fluiten van een bijzonder verdrag met de Staaten; toen wendde hij het over eenen anderen boeg, en zogt de Regeering van Amfterdam, op zijne zijde te trekken, doch dit fprong ook af; de Staaten verzuimden niet, om aan Frankrijk en Spanje den Oorlog te verklaaren, en Keijzer Leopold, en Koninginne Anna , volgden dat voorbeeld. Marlbourg , Eugenius , Ouwerkerk , de Prinfen van Baden, van Nasftau, van Hesfenkasfel, van TFolffenbuttel, en meer andere    DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. 3 15 re Krijgshelden van den eerften rang, werden tot de uitvoering van het groote plan, aan het hoofd van talrijke Legerbenden gefield, terwijl de vereenigde Staatfche en Engelfche Vlooten, zich bezig hielden, om Vrankrijk en Spanje, ter "Zee, alle mooglijke afbreuk te doen. Op deeze wijze, en met zulke verfchillende bedoelingen, werd het Tooneel des Oorlogs, reeds in de Lente des jaars 1702, geopend: het Krijgsgeluk was voor de Bondgenooten zeer gunftig, een aantal plaatfen werd door hun bemachtigd, ook beletten zij, dat de Franfchen, zich met de Beijerfchen vereenigden. Bij Friedlingen kwam liet tot een vinnig gevecht, waar van het gevolg was , dat de Franfchen over den Rhijn moesten te rug trekken. Meerder fchade ondervonden de Spanjaarden, want de vereenigde Staatfche en Engelfche Vloot, ondernam eene Landing in de Bulsbaai. gelegen in de nabijheid van Kadix, alwaar de Inwooners der Stad, hunne beste bezittingen geborgen hadden binnen Porto St. Maria; op de verfcbijning der Vloot, namen de O 2 in.  316 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Inwoonders de vlucht, naar Kadix, en lieten het vlek ten prooie, dat wel dra werd uitgeplonderd. Hier kreeg men bericht , dat de Spaanfche Zilvervloot, onder geleide van eenige Franfche Oorlogfchepen, in de Haven van Vigos aangekomen was, en fpoedig nam men het befluit, om den fteven eerwaards te wenden: reeds op den 22 October, kwam de Vloot voor de Haven ten anker, terwijl een zwaare mist verhinderde, dat zulks door de Vijanden bemerkt werdt. Hen volgenden dag zette men 2000 man aan wal, en 25 Oorlogfchepen, zeilden de haven binnen, het welk zulk eenen fchrik veroorzaakte, dat de Vijanden, den brand Haken, zoo wel in hunne Oorlogfchepen, als in de Gallioeneu, waarin de rijke buit geladen was, die twintig millioenen ftukken van Asten, en twintig Millioenen aan Koopmanfehappen waardig gerekend werdt. Een deel werd nog in de grootfte wanorde geborgen, doch het grootfte aandeel, werdt door de onzen overmeesterd, of zonk ten gronde. Van de geheele Vijandelijke macht, bleef niets overig, dm 10 Oorlogfchepen, sa  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 0>\? en ii Gallioenen, die door de Overwinnaars genomen werden, al het overige werd een prooi der vlammen, of werdt in den grond geboord. De zegevierende Vloot, in het Vaderland aangekomen zijnde , verwekte deeze heerlijke overwinning, eene algemeene blijdfehap, en op eenen plechtftatigen Dankdag, werd de Hemel deswegens de verfchuldigde hulde toegebracht. Geduurende het jaar 1703, bleef het bij kleine gevechten, en het iuneemen van verfcheidene Steden, hetwelk meestal tot voordeel der Bondgenooten uitviel , maar het volgend jaar 1704, werd bijzonder merkwaardig, door de glorierijke overwinning, die door het vereenigd Leger, 01,der Opperbevel van Et/geen en Marlbourg bevochten werd, bij Hocbflet, gelegen aan den Bonen. Op den 13 Augustus, geraakten de onzen met de Franfchen en Beijerfchen, in een hevig gevecht, dat reeds des Morgens begon , en den geheelen dag volgehouden werdt, met eenen weifelenden uitflag, tot eindelijk des avonds ten agt uuren, de overwinning zich voor de Bondgenooten verO 3 klaar-  313 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE klaarde. Duizenden van dierbaare menfchenlevens , werden hier opgeoffert, en veele duizenden raakte Krijgsgevangen: de gantfehe Vijandelijke Legermacht, werdt op> deezen glorievollen dag, ten eenemaale verdelgt, want hun verlies beftond in meer dan 30,000 Man aan dooden, en 10,000 aan gevangenen. 30 Esquadrons Paardevolk werden in den Donau gejaagt, en verdronken. Ruim 100 ftukken Gefchut, is Mortieren, 8 Kasfen met Zilver, en een onberekenbaar aantal van Vaandels, Standaarden, Trommen, en andere bagagje, vielen den over, winnaaren ten buite, en verzachte eenigermaate het verlies, aan de zijde der Bondgenooten , dat op ruim 4000 dooden, en omtrent 8000 gekwetften en gevangenen berekend werdt. Bij deeze overwinning te Lande, bleef het dit jaar niet: want de Staatfche en Engelfche Vloot, onder bevelen van den Lieutenant Admiraal Kallenberg , en den Ridder Rooke, cours gezet hebbende naar de Middelandfche Zee , veroverde zij de fterke Stad en Haven van Cibralter, en ontmoette kort daar,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 3 IQ daar naa, op de hoogte van Mallaga, de Franfche Vloot, onder bevel van den Graaf van Tbouloufe. Juist op dien zelfden dag, dat de Veldflag bij Hocbftei geleverd werdt, raakten de Vlooten in ge».echt, dat tot den nacht duurde, toen de Vijandelijke Vloot» deerlijk geteisterd, de vlucht nam, en in Tuuhn binnen viel. Minder gelukkig was het jaar 1705, voor de Bondgenooten, fchoon zij voor zwaare verliezen bevrijd bleven; doch bet volgende jaar 170Ö, vergoedde dit, want het vereenigd Leger der Bondgenooten onder Marlbourg, geraakten met de Vijanden op den 22 Meij, in een bloedig gevecht, bij het Dorp Ramillies in Brabant, 'met zulk een gewenscht gevolg, dat het verlies de Vijanden wel op Soeo dopden, en omtrent 7000 gevangenen te ftaan kwam. Het overfchot des Vijandelijken Legers, vluchtte naar Brusftl, liet Leuven in den loop, dat door de overwinnaars bezet werd, Mecbelen, Antwerpen, Brufel, Gent, Brugge, en andere Steden, verlieten de zijde van Lodewijk, en vielen den Bondgenooten toe, waar 0 4- van  320 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE van het gevolg was , dat geheel Brabant en Vlaanderen Anjou afviel, en Karei de III, voor Koning van Spanje, en Heer der Nederlanderen uitriep. Hier bleef het niet bij : Oostende , Meenen , Dendermonde en Aath, moesten voor de zegevierende Bondgenooten bukken, en de dappere Eugevius voltooide de zege van dit jaar , bij' Turin , Welke Stad hij den .Vijand ontweldigde, naa dat hij hem totaal verflagen hadt. Zoo veel onfpoeds, en verlies, fnuikte der Franfchen hoogmoed niet weinig, het deed hen op Vrede bedacht worden, doch den weg die zij daar toe infloegen, was de rechte niet. Zij namen den toevlucht tot hun gewoon huismiddel, te weeten, om door het fluiten van een Verbond met de Staaten , -de werkzaamheden der vereenigde Bondgenooten te verlammen. Heimelijk waren zij daar toe werkzaam, doch men had 'er hier te Lande weinig , en in Engeland , geheel jeheel geene ooren naa. Schoon het jaar 1707, minder beroemd werd, door gewichtige Krijgsbedrijven aan onze zijde, en  DER VADERT.. GESCHIEDENISSEN. 321 en de Franfchen dat geheele jaar, ftecds ijverden, om door bijzondere verdragen, hun oogmerk te bereiken, zoo bleven de Bondgenooten niet alleen elkander getrouw, maar waren bij het openen van den Veldtocht des jaars 1708., van oordeel, dat men hen met verdubbelden ijver moest te keer gaan. Marlbonrg, Eugeen, Ouwerkerk , en anderen, verzamelden al vroeg in het voorjaar hunne macht in de Nederlanden, werwaards ook het Vijandelijk Leger, onder bevel van den Hertog van Benrgotidien getogen was: met herhaalde marfchen, om elkander de kans aftezien, Hap een gedeelte van den Zomer ten einde, doch op den 11 van Hooimaand, kwam het bij Oudenaarden, een Stad gelegen in P/aanderen, tot een bloedig treffen, waar bij de Franfchen wederom op nieuw de nederlaag kregen,, en meer dan 15,000 Man, zoo aan dooden als gekwetften , en gevangenen verloren. De Stad en het Kasteel van Rïjsfel, werd daarop door de Bondgenoten belegert, en in weinig trds bemachtigd; de Hertog van dav.yen, viel in het Lktupbinë: de Engelfche O 5 Vloer  322 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Vloot bemachtigde Cagliari , de hoofdïlad ynri Sardinië»., en kort daar naa het Eiiand Minorka, Nu. haakten de Franfchen meer openlijk naar de Vrede, en in den Haage, werden daar toe verfcheidene bijeenkomiten gehouden door eenige weinige gemachtigden van wegens Engeland, de Staaten en de Keizer, fpoedig werden 'er 40 artijkelen, als voorafgaande punten, tot nadere onderhandelingen ontworpen, en aan der Franfchen Gevolmachtigden overgeeven , waarbij onder veele andere zaaken geëischt werdt , dat Lodewijk, de Spaanfcbe Monarchy , aan Karet de lilde moest toekennen, in plaats van aan zijn Kleinzoon, den Hertog van Anjou, Ko~ ninginne Anna, m.oest bij erkennen als wettige Koninginne van Engeland, en teffens de Proteflantfcbe opvolging in dat Rijk. De Pretendent moest Frankrijk ruimen. Veurne, Meenen, Tperen, en eenige andere Plaatfen moest Lodewijk aan de Staaten overgeeven; Rijsfel, Doornik, Condé, Maubeuge enz., moesten dienen tot een Barrierre voor den Staat. enz. enz. Deeze puajen naar Frankrijk gezonden zijnde,  DÉR VADERL. GESCHIEDENISSEN. 323 de , werden aldaar onaanneemlijk geoordeeld, echter wilde men de handeling flepende houden; maar de Bondgenooten openden inmiddels den Veldtocht, met het beleg van Doornik, welke Stad, benevens het Kasteel, eerlang bukken moest. Toen werd bcfloten , om Bergen in Henegouwen te belegeren, en dit gaf aanleiding, tot eenen' nieuwen Veldflag, bij het Dorp Malplaquet, die in onze Gefchiedenis zoo zeer is vermaard geworden, dat des kundigen dezelve als de (cherpfte en gevaarlijkfte, en uit dien hoofde, ook als de beroemdfte van alle de vorigen hebben aangemerkt. Schoon de Bondgenooten meer dan 6000 Man op het flagveld lieten, was bet getal der dooden, gekwesten, en gevangenen, aan 's Vijands zijde nog veel grooter, en na een bloedig gevecht, dat een geheelen dag geduurd hadt, verklaarde zich de overwinning voor de Bondgenooten. Zij bleven meefter van het flagveld, en de overgaave van Bergen, was 'er het gevolg van. Dus liep het jaar 1709 ten einde; de Franfchen laugs hoe meer naar Vrede haakende, O 6 werd  324- BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE werd 'er geduurende het volgende jaar 171Q', binnen Geertrnidenberg over gehandeld, doch zonder vrucht: de Oorlog ging inmiddels voort, en gaf in dit, en kï het volgend jaar ijri.jt,, aan beiden de partijen, geene ftcf tot roem op aanmerkelijke overwinningen. De voorflag van Lodezvijk in 1722 , om eenen algemeenen Vrede te fluiten , vond toen ook algemeenen bijval, en de Stad Utrecht werd bepaald, tot eene algemeene verzamelplaats voor de Gevolmachtigde Ministers , van alle be belanghebbende Mogendheden , en naauwlijks was dat jaar begonnen , of men zag dezelve van nlle oorden in de Stad aankomen. Wij zouden een geheel Boekdeel vullen kunnen, wanneer wij den loop der raadplegingen, verhalen wilden; deeze toch waren veelvuldig, omflachtig, en ingewikkeld, en het valt niet moeilijk té bevatten, dat het veel werks in had, om zoo veele uit een loopende belangen, tot eén punt te brengen. Meer dan eens ftond het werk zeer hachlijk, en dit vervulde veeier harten , meer dan vijftien maanden lang, niet eene beklemmende vrees,  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 325 tot dat eindelijk, dezelve in vreugde en biijdfchap verwandelde, tusfchen den 11 en 12 van Grasmaand, toen het groote werk tot flanel kwam, en de wederzijdfche verdragen ondertekend werden. Vrankrijk verplichtte zich daarbij', tot aanmerkelijke opofferingen , afftaud doende, van alle recht of aanfpraak, op de Spaanfche Nalatenfchap , ten behoeve van het Huis van Oostenrijk'de Staaten wierden hier door gefield , in het vooruitzicht, op eene aanzienlijke Barrière aan dien kantr tegen. Vrankrijk , dat nu zoo veele jaaren lang gehaakt had, naar het bezit der Spaanfche Nederlanden: wederzijdsch werd vastgefield, dat de Kroonen van Vrankrijk en Spanje, nimmer op één hoofd zouden veréénigd worden: Engeland werd gerust gefield voor de woelingen van den Pretendent, daar Vrankrijk beloofde, dat deze nimmer in dat Land zou mogen wederkeeren, of dat men hinderlijk zoude zijn , aan de Proteflantfche opvolging. Het verbroken evenwicht van Europa, dus herfteld, en de Vaderlandfche frenzen voor VrankrijFs overheerfching be- G Z vei-  326 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE veilige zijnde, beflooten de Staaten gereedlijk, om een einde aan de rampen des Oorlogs te maaken, en eenen Vrede te fluiten, die alomme in deeze Gewesten , op de plech-igfte wijze afgekondigd, en door de uitbundigfte vreugdebetooningen , door de Natie werd, goedgekeurt. Laaten wij nu eenige treden rugwaarts doen, en zien , welke gebeurenisfen 'er in ons Vaderland plaats hadden , geduurende het voeren van den nu geëindigden Oorlog. De geest van Tweedracht, die zich al fpoedig naa het afflerven van Koning Willem , in onderfcheidene Gewesten vertoonde, bleef ondanks den Oorlog alomme ftand houden, bijzonder in Gelderland: ook was en bleef bij de Algemeene Staaten, een zichtbaare afkeerigheid, om den Prins Jan Willem Faiso, eenigiints bevoorderliik te zijn, in het handhaven van zijn recht op de nalatenfchap van Koning Willem, tegen de vorderingen van den Koning van Pruisfen. Toen Friso ten jaare i7°4> rot Generaal van de Infanterij benoemd ■werd, gefchiedde zulks niet, dan met veeIe  Diïtl VADERL. GESCHIEDENISSEN. 327 veel tegenkanting; bet welk nog duidelijker bleek, toen Friesland en Stad en Lande, in 1707. oordeelden dat hem het zitten in den Raad van Staaten toekwam, doch het welk door die van Holland, en anderen volftrekt gewijgerd werd. In dat jaar liepen de oneenighéden in Gelderland zoo hoog, dat de Stad Wageningen, door eenige vrijwilligers uit de Arnhemfche Burgerij, vijandelijk aangevallen , en overmeesterd werd, het welke verre uitziende gevoLen had, zoo dat niet eer, dan in het jaar 1717, door een Piacaat van algemeene vergiffenis, de rust herfteld werdt. In 170H, geraakten de gemoederen in Stad en -Lande, in onrust, over de wijze waar op den Prins van Nas/au , zijne Waardigheid als Stadhouder zou aanvaarden: die van de Stad en de Ommelanden lagen geweldig over hoop, over den invloed die men aan den Stadhouder zou toeftaan, in het ftuk derverkiezing van Volmagten ten Landdage: de Staaten van Holland, ftaken zich in dien twist, en brachten niet weinig toe, dat de zaak ten nadeele van den Stadhouder beOist werd, die in het volgend jaar 1709, s in  328 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE huwelijk trad, met Maria Loisa, de Dochter van den Landgraave van Hesfenkasfel, eene Vorftin , die wij in. het vervolg, als eene Vrouw van uitftekende deugd en Godsvrucht, nader zullen kennen leeren. Dit Huwelijk, waar uit veelen zich zoo veel heils voorfpekien, was echter kort van duur. Een droevig onheil, dat deezen Vorst : in den bloei zijner jaaren overkwam, verbrak den pas gelegden band: want in het : voorjaar des jaars 1711. zich.naar het Leger 1 der Bondgenooten begeven hebbende, om in de elorivolle loopbaan, die, hij begonnen had, verdere vorderingen te maaken, , werd hij van daar, door de Algemeene Susten, naar den Ikiage ontboden, op begeerte ; van den Koning van Priilsfen, die zich in 1 perfoon derwaarts begeven hadt, om zijne: eisfchen op- de nalatenfchap van wijlen Koning Willem te doen gelden. Ongaarne verliet zijne Hoogheid het Leger, echter hij gehoorzaamde r en kwam op d'.n 14 Julij aan den Moerdijk, alwaar hij,* zich op het S-.rijtnfche Sas, in een Pont, aaoest doen overzetten. Naauwlijks op cle    DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 329 helft van het Vaarwater genaderd zijnde, ontftond 'er eensklaps eenen fterken wind met regen verzeld, die het Vaartuig om verre floeg, en den jongen Vorst, ellendig in het water verfrnoren deed, nalaatende een Dochtertje, en eene zwangere Gemaalinne, die naauwlijks twee maanden naa dit bitter verlies, eenen Zoon ter wereld bracht, die de naamen van Willem Carel He-nrik Fris'o bekwam, en naderhand tot Erfftadhoueler van alle de Gewesten bevoorderd wierdt. Hoe gaarne men bij het fluiten van den Vrede te Utrecht, de verfchillen tusfchen alle de Mogendheden had opgeruimt gezien, liep het echter aan, tot in het jaar 1714, eer dat werk met de Keizer en Frankrijk-, met Engeland en Spanje, als ook met het laastgemelde Rijk, en het Keizerrijk, tot ftand kwam. Twee geduchte partijen, die -zich in Engeland, onder de voornaamfle Leden der Regering, fints eenigen tijd hadden opgedaan , en door de benoemingen van Whigs, en Torys onderfcheiden werden, gaven nieuwe ftof voor vreeze tot onlusten. De  33° BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE De eerstgenoemden, of de Wbigs, die voor de opvolging van eenen Proteftantfchen Koning ijverden, waren de geflagene partijen van de Torys, die heimelijk de belangen van den Pretendent waren toegedaan. Koninginne Anna , was fints eenigen tijd, zeer onpasfelijk geweest, zoo dat men voor haarJeven begon te duchten, en dit gaf gelegenheid, dat eik der partijen zich beijverde, om zijne oogmerken te herijken. De Wbigs overtroffen de Torys, in aanmerklijken getale, en ziende»de fteeds afneemende gezondheid der Koninginne, flooten zij een verdrag met de Staaten:, en George Lodezvijk, Keurvorst van Hanover , die op de Koningiijke Waardigheid, de. naafte aanfpraak had , en bij welk verdr?g de Siaaten zich verbonden, om den Keurvorst, door het leveren van Schapen en Manfchap te onder" fteunen, in het bezit nemen van den Enfchen Throon*« Het duurde niet lang, of de Koninginne, werd door den dood weggenomen , en de Keurvorst van Hanover, werd onder den naam van George de L, tot Koning uitgeroepen. De Scaat.n waren over  DEK VADERL. GESCHIEDENISSEN. 33 I over dit geval, bijzonder wel te vrede, en korte dagen naa zijne verheffing, kwam George in deeze Gewesten aan, ten einde, van hier naar Engeland over te fteeken, en bezit van zijne Waardigheid te neemen. Een aantal Staatfche Oorlogfchepen, geleidde hem derwaars, en naauwlijks had hij de teugels des bewinds ter hand genomen, of de Torys verloren hunnen invloed, hetwelk eene aanmerkelijke verandering op den ftaat der pubiiecque zaaken van Europa veroorzaakte. Koning George, toonde zich bijzonder ijverig , om ingevolge het Utrechtsch Vreeverdrag, de Staaten behu'pfaam te zijn, in het vcik.1 ijgcu van eene uarrtere, aan den Kant der Spaanfche Nederlanden, die nu onder dat beding aan het Huis van Oostenrijk waren afgeftaan, en waar in Lodewijk bewilligt hadt. Naauwlijks. was de Vrede gefloten, of men zag duidelijk dat Frankrijk, zich hier aan onttrekken wilde, hetwelk aanleiding gaf, tot het houden eener aanzienlijke bijeenkomst van Gemachtigden te Antwerpen , ten einde dat werk tot Mand te brengen. Allerhande kunstgrepen werden ook  332 BEKNOPT HISTORISCH . HANDBOEKJE ook nu op deeze bijeenkomst , door de Franfchen in het werk gefield, om den Ietter der verdragen te ontduiken, en het Hond gefchapen, dat het vuur des Oorlogs weder op nieuw ontbranden zou, toen de dood van Lodezvijk de XIF. voorviel , en eene geheel andere vorm in het beduur van Frankrijk veroorzaakte. Geduurende eene drieenzeventig jaarige Regeéring, die maar zeer weinig Vorften ten deele viel, had Lodezvijk (zoo als wij gezien hebben) de wereld beroerd , zijn Koningrijk uitgeput, en onberekenbaare nadeelen toegebracht, het was derhalven geen woneier, dat hij met eene algemeene verachting ten grave daalde. Rij fijnen uiterften wille, had hij zijnen Agterkleinzoon de Hertog van Anjou, zijnde een Kind van ruim vijf jaaren, tot zijnen opvolger benoemd, die den naam van Lodezvijk de XF aannam, terwijl den Hertog van Orieans, als Regent, het roer van zaaken in handen nam. Deeze Vorst volgde van het eerfte oogenbiik zijner komst tot het bewind, geheel andere grondbeginfcden, dan men fints den dood van Henrik de  'DER VA DER Li GESCHIEDENISSEN. 333 Je %%, in Frankrijk gevolgd had. Hij beijverde zich, om de vriendfchap en het vertrouwen, zoo van Engeland en de Staaten, als van andere Vorften te winnen, door eene plechtige verklaring , dat hij gezint was, om volgens de gemaakte Vredesverdragen, zoo te Nijmegen als te Rijswijk ; en te Utrecht gefloten, te handelen, hetwelk ten gevolge had, dat de onderhandelingen te Antwerpen, over de bepaaling der Barrière aangevangen, eenen -gunftigen keer namen, derwijze, dat het verdrag deswegens, tusfchen de belanghebbende partijen, op den 15 November des jaars 1715, tot ftund kwam, en plechtig onderteekend werdt. Het Verdrag dat uit 39 Artijkelen beftond, is te uitvoerig, dan dat wij het hier een plaats inruimen zouden; wij zeggen 'er alleen van, dat het voor ons Vaderland van het uiterfte belang was, de Grenlen daar door beveiligd te zien, voor de onheilen, die men fints den Munfterfchen Vrede, zoo dikwerf ondervonden hadt. Het bevestigde de Staaten in het bezit, van het gunt zij te Utrecht bedongen hadden, en waarom zoo I veel  334 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE veel bloeds en fchatten verfpild was. Hier door werden hunne Grenfen ten Oosten en ten Westen, in veiligheid gefield, door het verkrijgen van den eigendom, en de opperfte Macht , over een deel van bet overkwartier van Gelderland, en van Vlaanderen. Hoor het leggen van Guarnifoenen j binnen "Namen, Doornik , Meenen , Warneten , Tperen , h'Fort de Knokke, en Venrne , werden zij gedekt tegen alle Vijandelijke overrompelingen van Vrankrijk, en tenens meesters van de Schelde, waar door zij den Koophandel dezer Gewesten, geene geringe voordeden verzekerden. Ongemeen groot was de blijdfchap hier te Lande, over dit alles: de Staaten zagen zich ontheven, van den last eenes bloedigen en kostbaren Oorlogs, en kregen de handen ruim , om die met nadruk te flaan , aan het befchermen en verdedigen van den Noordfchen Handel hunner Landgenooten, die fints eenen geruimen tijd, niet weinig belemmerd werd, door de kwellingen der Deenen, der Zweeden,' der B.usfen, en Turken. De rust van buiten, gaf ook gelegenheid, tot het beraamen van gepaste middelen ,  DER VADERL. GESCHIEDEISMSSEN. 335 len, om veele ingefloopene misbruiken, in veele deelen des beftuiirs te herftellen, zoo als wij in het volgende Hoofddeel zien zullen. EEN-  336 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE EEN EN TWINTIGSTE AFDEELING. 17*5 —1747. INHOUD. Verfchillen over het verminderen van de hand' macht. ——— Nieuwe belasting op de Schuldbrieven gel egt. —— Binnenlandfcbe Onlusten over de Kuiperijen der Regenten en andere misbruiken. ——— Buitengetvoone Vergadering van Staatsleden van de onderfcheidene Gewesten, De Quadruple Alliantie ge¬ floten. —-— Wind of AStie-Handel in Engeland, Vrankrijk, ook bier te Lande. — Een Oost-Indifche Maatfchappij te Oostende opgericht. De Staaten verzetten zich daar tegen. Ook de Hoven van Engeland en Vrankrijk. Lodewijk de XV* word meerderjarig. Veranderingen in bet bef uur daar door veroorzaakt. —— Vervolging tegen de Pi iteftanten aldaar. —Wreedheden tegen de Lutbetfchen in Poolen begaan. De Keijzer en Spanje fluiten bet Weener verdrag, wegens bet recht van Opvolging. -—— Ingeland, en de Staaten ver-  o- heemen. frankrijk brengt twee Legers op de been. Engeland brengt 30,000 : Man in Hanover bij een. De Staaten onderfteunen de Koninginne met geld. —— Zij maakt Vrede met den Koning van Prüisfen. Bohemen herwonnen. — Vrankrijk poogt de Staaten tot onzijdigheid te bewegen. De Staaten wijzen zulks van de band , en vermeerderen hunne Leger* macht Holland ijvert om de Koninginne met 20.OCO Man te onderfteunen. —— Bij meerderheid word ''er toe beftoten. De Veldtogt voord geopend. Slag bij Det- tingen Het bof van Vrankrijk misnoegd op de Staaten. Het verklaart den Oorlog aan Engeland. — De Staaten verkenen hulp aan Engeland, en zenden nog 20,000 Man hij bet Leger. Vrankrijk's misnoegen vermeerdert. Klaagt over bet koopen van Schepen door de Engelfchen genomen. ■ Het Verdrag van Koophandel ingetrokken. Neemt bezit van der Staa¬ ten Barrierre Steden , in de Oostenrijkfhe Ne-  DER VAOLR'L. GESCHIEDENISSEN. 339 Nederlanden. Gezantfcbap naar Parijs gezonden. Handelingen te Breda begonnen. Vrank ri k geeft eene verklaring van zijne oogmerken aan de Staaten ever/ Valt onverhoeds in Staats Vlaanderen. Cadzsnd bemachtigd, en geplundert. Schrik en verwarring hier te Lande. Prins Wjllrm de IVde tot Stadhouder van alle de Gewesten verheven.—He onderhandelingen te Breda afgebroken. — Sas van Gent, en andere Sterktens verloren. Veldflag bij Lsfeld. Bergen op den Zoom belegert. —— Bij verras- fing ingenomen , en geplundert. De Forten aan de Schelde ingenomen. Onlusten van binnen. Waardgelders bij Holland aangenomen. —— Votrftel der Edelen , om het Stadhouderfcbap erfelijk te verklaren. Onlusten over de Posterijen, en de Ampten. De Prms'flaat de hem opgedragen Posterijen , aan den Lande af. — Amfterdam bebeud dezelve. Oproerige bewegingen te Rotterdam. De Print handhaaft de Regeering aldaar. Woelingen der Doelisten in de meeste Plaatp 2 fen.  340 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fen. Het Stadhouderfcbap erffdijk ver¬ klaart in de Mannelijke en Vrouwelijke linie bij Holland, —— Daarna in alle de Gewesten. et voeren van zulke kostbaare en langduurige Oorlogen, als wij hier voren vermeld hebben , hadc intusfchen 's Lands Schatkist tot den bodem'geledigd. De Schatten die jaarlijksch tot het op de been liouden, van een geducht Leger geeischt werden , gingen het. vermogen van de meefte Gewesten verre te boven, die, fchoon zij in de gevraagde fommen bewilligt hadden, agterlijk bleven in de voldoening. Al kort naa het fluiten van den Vrede te Utrecht, was de Landmacht tot op 40,000 Man verminderd; dan, dit getal moest, naar het gevoelen van fommigen, nog merkelijk verminderd worden, terwijl andere Gewesten van begrip waren, dat men het zoo even genoemde getal behoorde te houden. Deeze verfchillende begrippen, veroorzaakten dat vier Gewesten, een aantal troupen, ter hun-  DER VADERL- GESCHIEDENISSEN. Hunner betaaling ftaande, eigener autboriteie afdankten, het welk een nieuwe bron van twist, tusfchen deeze, en de drie overige Gewesten opende, die hevige klachten ophieven , dat zij door die willekeurige afdanking, nu meerder moesten draagen, dan bun aandeel beliep. De verwarringen die hier door veroorzaakt werden , gaan alle begrippen te boven,. en werden tot eene hoogte gedreven, dat het meer dan eens op hec punt ftond, of den band der Unie verbroken zou worden. Welke middelen 'er aangewend werden, om de agterftallige Gewes.ten, tot de zuivering hunner verfchuldigde aandeden, aan te fpooren, het was vergeefsch, de penningen bleven achter: het gevolg was, dat het Comptoir van de Ge. .neraliteit moest gefloten woiden, uit hoofde van het volftrekt gebrek aan Contanten,om de verfchenen interesfen te betalen, waar door het publiecq crediet geen gering nadeel leed;. Hier bleef het niet bij: men was kort daar naa, genoodzaakt, eene belasting, van eenen Honderdfien Penning te leggen, op de Schuldbrieven ten laste van deE 3 Ge-  34-2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Generaliteit, het welk een algemeen gemor, bij de houders derzeive verwekte, die van begrip waren, dat zulk een maatreegul ftreed,itegen de goede trouw, en de verzekering die men hun gegeven had, bij het füurneeren hurner penningen. De geest van misnoegen, die zich uit dezen hoofde, bij het meer gegoedde deel der Natie openbaarde, wies intusfchen nog meerder aan, bij het overig deel, wegens een aantal misbruiken, die alomme in het ftuk der Regeering plaats hadden. De Kuiperijen, Omkoopingen, het aanneemen van Gefehenken , enandere laage baatzuchtige handelingen , tot nadeel van den Lande, of bijzondere Perfoonen, moeten te dezen tijde tot eene aanmerkelijke hoogte geftegen zijn , daar de Algemeene Staaten, een fcherp Placaat verordenden, ten einde die misbruiken te weeren. Her was dus niet te verwonderen , dat, zij, die het welzijn des Vaderlands bedoelden, op middelen bedacht werden, om de hooggaande twisten en verdeeldheden te doen ophouden, en den band der Unie naauwer toe te haaien; hier toe oordeelde men, ia  DEI VADERL. GESCHIEDENISSEN. 343 in navolging van de Groote Vergadering de3 jaars 1651, eene buitengezvoone bijeenkomst van Afgevaardigden, uit de onderfcheidene Gewesten ie moeten bijeenroepen, om op alles goede order te beramen. De Staaten van Overijsfel, deeden daartoe ter Algemeene Staatsvergadering, het eerfte voorftel, en het was niet, dan naa veelvuldige en omflagtige raadplegingen, dat men tot het bijeenroepen der Leden, in den Haage, bij zes Gewesten, befloot, oordeelende die van Groningen , dat zulk eenen omllag niet nodig was. Het liep aan tot in het einde van November des jaars 17ió, eer de Vergadering eenen aanvang nam, waar op wel veel gedeiibereert, dog zeer weinig beiloren werdt. Een voorftel, om de Inkomften der Posterijen, ter ftijving van *s Lands Finantien in de algemeene Schatkist te ftorten, waar door men jaarlijks twee Millioenen zou aanwinnen, vond geen bijval, bij die van Holland, daar men de gewoonte had, het Ampt van Postmeefter , als een der aanzienelijltften en voordeligften, aan voornaame Leden der Regeering optedragen. Toen kwam het ftuk P 4 der  344 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE der vermindering van de Landmacht in overweging, waaromtrent naa veel famelens be~ floten werd, het getal tot 34>ooo te verminderen. Het ontbrak inmiddels te dezen tijde, niet aan een groot aantal Ingezeetenen, die van oordeel waren, dat men bij gelegenheid van het bijeenroepen eener buitengewoone bijeenkomst van Staatsleden» moest gehandeld hebben , over de herftelling van het Stadhouderfchap, in alle de Gewesten: zij waren van gedachten, dat daar door veele misbruiken in het beftuur, waar over thans zoo veele klachten opgeheven wierden, zouden, voorgekomen, en meerder fpoed aan den loop van zaaken gegeven worden , doch hier van werd geen woord gerept, en naa tien maanden zittens, werd beflooten , de Vergadering te doen fcheijden, zonder dat men het over de voornaame punten, had kunnen eens worden. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij flechts eene oppervlakkige fchets geeven wilden, van alle de bijzondere handelingen en verdragen, waar over te dezen tijde in de Cabinetteu gehandeld, en waar • * 1 in  DER VA DE RL. GES CHI êÖ£ KI S §ÏN. 345" in door de Staaten aandeel genomen werdt, zij waren meest allen ingericht, om de Vrede te Utrecht gefloten, meer vastigheid en zekerheid telgeeven, en. eindigden in hec fluiten van een Verbond, tusfchen den Keizer, Vrankrijk, Engeland, en de Staaten, in onze Gefchiedenis beroemd, onder den naam van Qjwdruple Alliantie, of Viervoudig Verbond, waar door de Wapenen' alorame ter nedergelegt, en de Vrede meer gevestigd fcheen te worden. Wenfchelijk ware het, wanneer die rust door geene nieuwe onheilen, te dezen tijde was geftoorc geworden! zoo als- wij nu eenigönts omfiandig verharden moeten. In Engeland waren, door het voeren eener kostbaaren Krijgs, in zoo veele jaaren, de fchulden van den Staat, tot zulk eene ontzettende hoogte geftegen, dat men , om betaalende te kunnen blijven, reeds'in 1694,-, aldaar eene Dank hsd opgerkht, om mee Kankbriefjes, of Banknooten de Staatsfchuld;n te voldoen. Men had ook aldaar, tot dar zelfde einde in 1715, eien Maatfchnppij ■ ptÊ Koopbar, dd gevestigd, bekent onder P 5;- den*  34Ö BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tien naam van cle Zuidzee-Maatfchappij, aan welker deelneerneren Actiën werden afgegeeven, met belofte van eene Intrest van zes perCent, en om de deelhebberen meerder zekerheids te geeven, verbond men aan hun de Inkomften van eenige Landen in Amerika gelegen, waar door derzelver waarde van tijd tot tijd aanwies. Vrankrijk door dezelve oorzaaken , als weleer Engeland, onder den last der Staatsfchulden gebukt gaande, en den Hertog van Orleans, te dien tijde Regent van dat Land, eene fterke begeerte hebbende, om de fchulden des Rijks te verminderen, zoo gaf zulks gelegenheid aan eenen John Law, geboren in Schotland, om aan den Hertog, het oprichten van een diergelijke Bank in Vrankrijk voorteflellen. Reeds in 1716 verwierf hij daar toe vrijheid, mits voor zijne rekening, doch in 1719 , verklaarde men dezelve voor des Konings Bank, en Law werd het geheele bellier der Geldmiddelen toebetrouwd. In navolging van Engeland, werd een ontzettend aantal Actiën, door Law in omloop gebragt, en de voordeden eener Maatfchap» Pij  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 347 pij van Koophandel , de Maatfchappij van MijïRppi, eene Rivier op Loifiana, een gewest in Noord-America, waren voor dezelve verbonden. Met een ongewoone geestdrift, beijverde zich elk, om een aantal Actiën in deeze Maatfchappij te verkrijgen, het welk de prijs derzelver, allengs ftijgen deed. Law betaalde met deeze P.ankbrieven alle de Staatsfchulden in korten tijd, en de fora die dezelve met elkander bedroegen, ging die van alle Banken in Europa te boven. Hier mede nog niet te vrede, fabriceerde hij daar en boven, voor een aantal Millioenen dergelijke Handfchriften, die door het geheele Rijk, als klinkende fpecie moeiten aangenomen worden , waardoor in korten tijd, bijnaa al het contante Geld, buiten omloop, en in de Koninglijke Bank overgebragt werd. De ongemeene toeloop tot het verkrijgen van aandeelen, deed derzelver waarde , tot een bijnaa ongelooflijke hoogte ftijgen, en veelen wonnen in korten tijd , groote fchatten. Dit wekte de hanen der Nederlanderen al fpoedig op, die "m de meefte plaatfen eene fterke begeerte P 6 te  34^ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te kennen gaven, om Maatfchappijen van Koophandel opterichten; doch het vond tegenftand in fommige Piaatfen, bijzonder te Amfterdam , alwaar het verzoek niet alleen van de hand gewezen werd, maar alle Makelaars werden op eene gerechtelijke wijze verboden, zich met dien Windhandel, te bemoeijen. Dit verbod vuurde de begeerte niet weinig aan, bijzonder bij de Jooden, die niets onbeproeft lieten , om dien Handel door te zetten, en veele lieden van middelbaaren ftand, jaa zelfs handwerkslieden, naamen, op hoop van fpoedig riik te worden, gereedlijk deel in dit bedrieglijk fpel. • Het ontbrak intusfehen niet aan doorziehtigcn, die den fpoedigen ondergang van deeze Windnegotie voorzagen, en opentlijk den fpot dreven , met de dwaasheid van zoo veelen hunner Landgenooten , die 'er zich ellendig mede bedrogen zagen. Hoe fpoedig dit werk tot zulk eene verbazende hoogte gebragt was , nog fpoediger viel het in duigen, zoo hier te Lande, als in Engeland, en Vrankrijk , van waar de eerfte en voornaamfte uitvinden, de, beruchte Law, zich eerla o*  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 345 lange verwijderen , en de vlucht neemen moest. Naauwlijks had deeze dolzinnige drift, tot het fpoedig verkrijgen van rijkdommen een aantal Ingezeetenen, desfelfs fchadelijken invloed doen gevoelen, of de jalouzij en naarijver van Keijzer Carel de VI, bedreigde de grootfte Handelmaatfshappij dezer Landen, de Oost-Indifche Compagnie , met geene geringe nadeelen. Reeds had de Keijzer in het jaar 1719,, Oclrooi verleend tot het oprichten eener Oost-lndifche Maatfchappij in zijne Hoofdftad Weenen, doch nu vond hij goed , om ten voordeele van de Ingezeetenen der Oostenrijkfche Neder* landen, die Maatfchappij naar Oostende over te brengen, en door een uitfluitend Octrooi te begunfligen. De hoop die men in die Landen had, om de oude voordeelen van den Indifehen Handel weder te zullen gesmeten, gevoegd bij de voordeeiige ligging der Stad en Haven- van Oostende., vuurdo veeier gemoederen aan, om ia de nieuwe Maatfchappij deel te neemen-, waar doormen in korten tijd' eens lom vam zes MilU* P 7- - oe*-  350 BEKNOPT HISTOKJSCH HANDBOEKJE oenen bij een had, waar voor 6000 Actiën ieder van duizend Guldens werden afgegeven. De Keijzer had bij het Octrooi, deeze Maatfchappij in zijne befcherming genomen , en aan dezelve vrijheid verleent, om in Oost- en West.-Indien, aan deeze en geene zijde van de Kaap de Goede Hoop, onder zijne Vlag te vaaren, en Koophandel te drijven. Dit bedrijf baarde veel opziens , zoo hier te Lande als in Engeland, dewijl men daar door, aanmerkelijke fchade te gemoete zag. De Algemeene Staaten, bevroedende van welk een belang de inftandhouding der Nederlandfche Maatfchappij, voor het geheele Vaderland was, rekenden zich daar door niet alleen benadeeld, maar oordeelden dat het gedrag des Keijzers ftreedc, met het Tractaat van Vrede , in 1648. te Munfter gefloten, waarbij bepaald was, dat de Vaart en Handel op de Indien, zou gehandbaaft worden volgens de O cl rooi jen , daar op reeds gegeven, of nog te geeven, zullende de Spanjaarden blijven, bij hunne Vaarten in de Oost, zonder zich verder te mogen uitbreiden, en de Ingezeetensn der vereenigde Gewesten, zich  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 351 zich ontbonden van de Kasti liaanfche Plaatfen in de Oost. De Staaten oordeelden dus te recht, dat door deeze bepaalingen de Ingezeetenen der Spaanfche Nederlanden, van alle Vaart op de Indien uitgefloten waren, dewijl die Landen aan den Keijzer afgeftaan waren,'op gelijke wijze, en met het zelfde recht, als dezelve , door wijlen Karei de II. bezeten waren, en dus befloten zij, dat hij verplicht was, zich te verbinden aan die zelfde verdragen, als waar toe zijnen Praedecesfeur, zich verbonden hadt. Het kon niet misfen of zulk een geval, deed voor nieuwe moeielijkheden vreezen: want terwijl de Keijzer, de nieuw opgerichtte Maatfchappij, op allerhande wijzen trachtte te bevoorderen, waren de Staaten , en het Engelfche Hof, Reeds bedacht , om dit te verhinderen , hunne Onderdaanen niet alleen verbiedende, om in de Oostendefche Maatfchappij , eenigfints deel te neemen , maar zij brachten ook te weege, dat zulks in Frankrijk door den Hertog Regent, verboden werdt. De Winzucht had ook in die d^gen reeds zoo veele harten bezielt; dat niet-  35^ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE niettegenftaande dat verbod , een aantal Ingezeetenen hier te Lande, hunne beurs openden , en werkelijk deel in deeze nieuw opgerichte Maatfchappij namen, waar door zij in ftaat gefield werd, om aanzienlijke bezendingen naar de Indien uitterusten, ook verliep 'er een aantal jaaren, eer dit geheele werk den bodera ingeflagen werd. Intusfchen veroorzaakten de veranderingen, die 'er kort naa het voorverhaalde, in Vrankrijk en Spanje voorvielen , een geheel nieuw veld voor Staatkundige handelingen, waar in de Staaten deel namen, en die wij nu kortelijk vermelden zullen. Wij hebben hier boven reeds aangemerkt, dat uit hoofde der minderjaarigheid van Lodewijk de XV. de klem der Regering van Vrankrijk, heruitte in handen van den Hertog ven Orleans,. die een geheel ander fyflhema aannam, dan men fints veele jaaren gevolgt had: zoo lang deeze aan het bewind bleef, was men aan dien kans voor nieuwe onheilen vrij zeker. Lodewijk de XV. had intusfchen, meerderjarig geworden- zijnde , de RegeeJiïïg wel aanvaard, doch OHems r was en bleef  DER" VADEUL GESCHIEDENISSEN. 353- bleef als eerfte Staatsminister, het hoofdrad, van het geheele werktuig. Deeze in de maand October des jaars 1724. overleden zijnde , volgde hem den Hertog van Bourbonals Minister op, die gantsch andere maatregulen volgde. In Spanje befloot Philips de F, fchoon nog in den bloei zijns levens, om zijne Kroon afteftaan, ten behoeve van zijnen Zoon , den Prins van Asturien. Schoon hij voorgaf dien afftand te doen, om - zich des te vrijer te kunnen overgeeven aan Godvruchtige overdenkingen, zoo waren 'er verfcheidene redenen, die doorzichtigen deeden geloven , dat hij haakte naar het bezit der Franfche Kroon, verwagtende dat Lodewijk, in zijne jonkheid van een zwakke Lichaamsgefteldheid zijnde, al vroeg zou fterven. Het duurde echter niet lang, of Philips^ was gènoodzaak■-, het roer van Regeering weder in handen te neemen, naardien zijn Zoon flechts weinige maanden naa zijne komst tot den Throon overleed , waar door de zaaken aldaar op den ouden voet bleven» dog in Frankrijk ondervonden de Hervormden de treurige ge* vol»  354 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Volgen der Verandering , fints Orleans overleden , en Lodezvijk de XV. aan de Regee* ring gekomen was, Fleury, weleer des jongen Konings Leermeefter, en ri;ep in zijne gunst ftaande, hitfte deeze op, om op ni< uw de Proteftanten te vervolgen, doof het uitvaardigen van een fchetp Placaat, waarb} dlle Leeraars met den dood, Mannen die bun herbergden, met de Galei, en Vrouwen, met eene eeuwige Gevangenis bedreigd werden. O/j zwaare boeten, en andere firbffeü , zverden de Hervormden gelast , om hunne Kinderen door eenen Roomfche n Priester te doen Doop en, en in de Leerbegrippen dier Kerke op te voeden. Zij, die bet Hervormd Geloof, tot hunnen dood bleven aankleven , verbeurde alle hunne goederen. Alomme werden- de nog overig gebleven Kerken der Hervormden, gedoopt , of gefloten. De Kapel, van der Staaten Amhasfadeur, was de eenige die getolereerd werdt, en toen de toeloop derwaarts allengs vermeerderde, was men zoo - enverdraagfaam , dat men het op eene gewelddadige wijze belette. Dit fchandelijk bedrijf, had nog plaats in de i2de Eeuw! , wie,  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 355 wie, die de vrijheid des' gewetens, op den rechten prijs waardeert! , dankt het Opperweezen niet, voor de opemlijke vrilheid, nu zoo onlangs aan de Proteftanten in frankrijk toegedaan? Intusfchen was die geest van vervol ging niet alleen in frankrijk werkzaam: de Stad Tborn in Poolscb Pruisfcbtn, leverde te dezen tijde, ook toneelen van onverdraagfaamheid en dollen ijver op. Men wilde aldaar de Lutherfchen dwingen, om Godsdienftige eer te bewijzen, aan het Sacrament, wanneer hec door de Roomfchen opentlijk gedragen werdt: de twist liep zoo hoog, dat de geheele Stad in rep en roere geraakte, en 'er veele ongeregejdheden en plonderingen plaats hadden. De Koning van Poolen nam die zoo euvel, dat hij den Lutherfchen , hunne Godsdienftige voorrechten ontnam, en aan veele de zwaarfte ftraffen liet uitoeffenen , zonder acht te Haan, op de ernftigfte vertogen, die de Staaten, en andere Proteftantfche Vorften , deswegens aan hem, ten voordeele der verdrukten, lieten voordellen. Be-  35Ó* BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Be hal ven deeze opgenoemde, gebeurenisfen , die den aandagt der Algemeene Staaten tot zich trok , werden hunne werkzaamheden in deezen tijd, nog niet weinig vermeerderd, door de onderhandelingen tusfchen de Hoven van Weencn en Madrid, die zich thans op het naauwst verbonden, en fchikkingen omtrend bet recht van opvolging beraamden. Dit opende een ruim veld voor raadplegingen , zoo in Vrank* rijk, en Engeland, als hier te Lande. De inhoud van het gefloten verdrag tusfchen de twee eerstgenoemde Hoven, verwekte geene geringe bedenkingen bij de drie laatstgenoemden , want de Koning van Spanje werd 'er door verzekerd, van het bezit zijner Kroone , waar van de Keijzer , nog geene daadelijke afftand had gedaan, ook kreeg hij door het zelve geene geringe hoop, zoo op de wederverkrijging van Gibralter en Pert Mabon, als op de verheffing zijnes oudHen Zoons, tot Groothertog van Toskanen; de Keijzer daarentegen , werd bij dat verdrag niet weinig bevoordeeld , zoo door de belofte , dat Spanje de onlangs gemaakte .fchik?  DER VADKRL. GESCHIEDENISSEN. 357 fehikkingen, omtrent het recht van Opvolging, bekend onder den naam van Pragmatieke SanSiie, zon handhaven, als ook door de goedkeuring, van het verleend Oétrooi aan de Oostendefche Maatfchappij, en hec toeftaan van aanzienelijke voordeden in den Koophandel. Die verdrag gaf ftof tot veelvuldige en ingewikkelde handelingen, die wij hier niet plaatfen kunnen, dewijl het ons te uitvoerig zou doen worden, waarom wij alleen met een kort woord melden, dat het de oorzaak opleverde , waarom Engeland , Vrankrijk, en de Staaten, zich wederkerig verbonden, tot het handhaven der Vtrecbtfchc Vrede , tegen welke zij oordeelden dat het Weener Verdrag, tusfchen de Keijzer en het Hof van Spanje, ten eenenmaale (treed. Wij zullen in het vervolg gelegenheid vinden, om 'er de gevolgen van te doen zien, die niet minder waren, dan het op nieuw ontbranden van het vuur des Oorlogs , waar in ook ons Vaderland betrokken werd. Laaten wij nu korteh'jk nagaan , welke aanmerkelijke gebeurenisfen hier te Lande voorvielen. En  358 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE En dan verdiende in de eerfte plaats onze opmerking, de bewegingen die zich tc dezen tijde , onder de belijderen van den Roomfchen Eerdienst, zoo in verfcheidene naburige Riiken en Staaten, als in deeze Landen ontftonden , over het gedrag van Paus BenediSlus de XIII.., die eenen nieuwen dienst ter eere van zijnen voorzaat Gregorius de Vil. inftelde, waar in de Staaten aanleiding meenden te ontdekken, om hun Souverain Gezag op losfe fchroeven te ftellen. Gregorius, die reeds in de Xlde Eeuw geleefd, en den Roomfchen Stoel bezeten had, die ons uit de Kerkgefchiedenis als een trotsch en heerschzuchtig man bekend geworden is, vierde in dien tijd aan zijnen hoogmoed, zoo verre den teugel, dat hij den toenmaligen Keijzer Henrik de IV., uit hoofde van eenige verfchillen, niet alleen in den ban deedt, en de Regering des Rijks verboden had, maar gebood daar en boven aan alle Christenen, zijne bevelen niet te gehoorzamen, hen teffens ontfiaande van den Eed van trouwe, die zij aan den Keijzer gezworen hadden. Paus Benedieïus, een blijk van  DEK VADERL. GESCHIEDENISSEN. 35^ van hoogachting aan de nagedagtenis van dezen, reeds meer dan over 600 jaaren afgeftorvenen Kerkvoogd willende bewijzen, ftelde te dezen tijde eenen jaarlijkfchen dienst, ter zijner eere in, en gebood dat dezelve in alle de Roomfche Kerken, ook bier te Lande, zoude geviert worden. Men ondernam de Litanie, tot dat einde, door Benediclus voorgefchreven, in de gewoone | Getijdeboeken der Roomfche Kerkleden te plaatfen, waarin bijzonder het gedrag van Gregorius tegen de Keijzer gehouden , als eene loffelijke daad vermeld werdt. Zulk eene handelwijze ontflipte aan de Staaten van Holland niet, die daar in eene ftrekking ter ondermijning van hun wettig gezag, als Souvereinen befchouwd, meenden te ontdekken , waarom zij bij openbaaren Placaate, het drukken, invoeren en gebruiken van 's Paufen voorfchrift, aan alle de Roomfche Geestelijken hier te Lande, wel fchcrpelijk verboden , op eene boete van tooo Guldens, en bedreiging, om de Kerk* n, daar men in weerwil van bet verbod , dien dienst celebreerde, voor zes maanden te  360 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te zullen doen fluiten. Hoe billijk en betamelijk dit gedrag der Staaten , tot bewaring van hun gezag, bij alle weidenkenden moest aangemerkt worden; hoe zeer het geenzints gefchtkt was, om de Roomfche Ingezetenen, van de vrije uitoeffening van hunnen Eerdienst te ontzetten, het ontbrak echter niet aan zulken, die 'er eene hatelijke uitlegging aan gaven, en zich aan dat bevel onttrokken, het welk hier en elders verfcheidene bewegingen veroorzaakten, het welk aanleiding gaf, dat de Staaten bij een nader Placaat , gelasten , dat niemand der I Priesteren , eenig deel van zijnen dienst zou ver- I mogen «itteocffenen , dan naar alveorens fchrif- I telijk confent van de Regeering der Stad of i Plaats daar toe verzocht en bekomen te heb- I hen. Voorts moesten allen, die zich in voer- I kelijken dienst bevonden, of in vervolg daar I toe geadmitteerd werden, op hun Priesterlijk I woord verklaren, eenen afkeer te hebben van de Leerflellingen der zodanigen, die in begrip ponden, d it de P ms, macht had, om de Onder daanen te ontfaan van den Eed, en verfcbnldigde gehoorzaamheid, aan hunne wettige Ovtr- I  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. $6i Overheid. Verordeningen , die (onzes inziens ,) als hoogstnoodzaaklijk, voor de bewaring van het wettig gezag der Staaten, door elk ruscbeminnend Ingezeten moeten befchouwd worden. Dat het eene der voornaamfte zorgen van een welingericht Beltuur zijn moet, om te waaken tegen het plegen vsn alle misdaden die ftrijdig zijn met het geluk en den welvaart der Maatfchappij, is buiten alle bedenking. De Nederlandfche Natie, ontbrak het ook tot hier toe niet, aan een aantal wetten, gefchikt, om aan het bedrijven van allerhande misdaden, door het bepalen van gepaste flrafoeffeningen , paal en perk te Hellen; doch ten aanziene van de onnatuurlijke misdaad van Sodomie, waren geene wetten of ftraffen hier te Lande gemaakt. Te midden van de fteeds meer en meer toeneemende verbastering, onder het menschdom, waar in onze .Voorvaderen van tijd tot tijd aandeel namen , fchijnt echter de zoo evengenoemde zonde, Cdie aireede in de eerfte eeuwen der wereld, zoo veele bedrijvers vond,) hier te Lande onbekent IV. Deel. q pe„  $6*1 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gebleven te zijn, en van daar, dat 'er ook geene (traden ter beteugeling van dezelve Aanwezig waren. Te Utrecht, daar men dit kwaad het eerst ontdekte, en de daaders, heimelijk het leven benam, fchijnt, naar fommiger gevoelen, ook het middenpunt geweest te zijn , van waar h;t zich over de geheele uitgeftrektheid der Republiek verfpreidde, en deze Rellen, dat de Sodomie bier te Lande orbekent was, tot in het jaar 1713, doch, dat ten tijde van het fluiten van den Vrede, binnen Utrecht, in dat jaar, door een aantal bedienden van verfchillende Afgezanten, der Zuidelijke Mogendheden-, Itctliaanen , Napolitaanen , Spanjaarden , en anderen , de Nederlandfche Natie met dezelve "het eerst is befmet geworden. He"»e dk ook zijn moge, genoeg is het, dat eerst ten jaare 1730, door de Staaten der onderscheidene Gewesten, de ftraffë des doods, op het plegen dier misdaad gefield , en 'er bijnaa geen Stad of Plaats in het Vaderland gevonden werdt, daar dezelve niet genleegt is , terwijl een geheel boekdeel •met de naamen dir gecnen die zich aan de .J ge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 363 gefielde ftraffe, door eene tijdige vlucht onttrokken, die gerechtelijk ingedaagd, enten eeuwigen dage verbannen werden, een treurig bewijs oplevert, dat dit kwaad, in alle de Gewesten, en onder alle clasfen en ïranden, de ontzettendfte voortgangen gemaakt hadt, waar door een aantal familien, zich in de grootfte droefheid gedompeld zag. De algemeenheid van het kwaad, en de'veele doodflraffen, die 'er om uirgeoefTend werden , deed een gerucht naar omgelegene Rijken en Staaten uitgaan, dat het kwaad nog -veel algemeener en grooter, dan het in de daad was, voorftelde, waarom 's Lands Straten verplicht waren, die geruchten te keer te gaan. Intusfqhen veroorzaakte, de verbanning van zoo veele voortvluchtigen waaronder ook lieden van rang en bedeeld met aanzienlijke rijkdommen , geteld werden, en wiens achtergelatene goederen, uit krachte van de in gebruik zijnde wetten, ten behoeve van den Lande, moesten vervallen verklaart worden, dat alle verbeurt■ verklaringen van goederen, zoo van geëxcu«crden, als voortvluchtigen, in Holland ext Q a Zee*  364 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Zeeland voor altoos afgefchaft werden , als zijnde eene ftraf, die niet alleen hatelijk in deszelfs aart, maar ook onbegaanbaar metde Vrijheid dezer Landen moest geoordeeld worden. Wenfchelijk ware het, wanneer men zulk eenen geest van billijkheid en zachtmoedigheid, bij alle Hoven gevolgt had! Hoe fmert het niet aan elk die behoorlijke denkbeelden van de vrijheid des gewetens koestert, dit de haatelijke Religiedwang, in Piemsnt, Savoijen, en in het Aartsbisdom van SaltZ' burg, tot fchande der Achtiende Eeuwe, de fnoodfte vervolgingen aanrichtte, in zoo verre zelfs , dat 's Lands Staaten, zich verplicht rekenden, om door hunne tusfchenkomst en voorfpraak , dien helfchen dwang te beletten! Dan! het baatte luttel: de onverdraagzaamheid ging haaren gang, en noodzaakte een groot aantal Ihgezeetenen van die Gewesten , hunne haardfteden te verlaaten, en naar elders, ontzet van goed en have, heen te vluchten. In verfcheidene Landen, werden ten hunnen behoeve, collecten gedaan, dog nergens vertoonde zich de Christelijke milddadigheid in een beminnelijker licht, dan in de  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. 365 de Provincie van Holland; want toen men sldaar op last der Staaten, op den 10 September, eene algemeene collecte-deed, verzamelde men niet minder dan ruim drie tonnen Schats, die onder opzicht der Staaten, onder de noodlijdenden werden verdeeld, ook namen een groot aantal dier ongelukkigen, de wijk naar deeze Gewesten, alwaar zij zich op veele plaatfen, doch bijzonderlijk in het Land van Cadzant. met der woon nederzetten. Het bleek echter naderhand, dat fommigen den Broodgod dienden, en de opentlijke aankleving der Hervormde Leere, hen geeme rechte ernst ware; veelen liepen over tot de Roomschgezinden , anderen verlieten de hun verleende woonplaats, zoo dat flechts een klein aantal van omtrent 300 overbleven, die zich in den omtrek van het Dorp Groede, beftendig onthielden, alwaar de Staaten een Kerk bouwen lieten, die zij met eenen Predikant, op een Jaarwedde van ƒ 600-:-: voorzagen. Wij hebben hier voren melding gemaakt, van de oprichting eener Oosterfche Maatfchappij te Oostende; wij zagen hoe zeer de Q 3 Staa-  366 BEKNOPT HISTORISCH H-ANDE')?' KJE Staaten en andere Mogendheden, zich alle moeite gaven,- om het Hof van Weenen, het welk dien handel zoo zeer begunffigde, van dat oogmerk aftebrengen ; hoe men hier te Lande, uit kracht van het IVluaftersch Vreeverdrag, zelfs, bewees, dat het handelen op die Gewesten, aan de Ingezetenen van 's -Keijzers Nederlanden verboden was, dog dat met dit alles, het werk zijnen gang ging; het liep tot in het jaar 173e. aan, eer die zaak ten genoege van de Staaten vereffend werdt, bij gelegenheid van hunne toetreding tot het bekende Verdrrüï. dat bevorens te Weevan tusfchen de .Keijzer, en Groet- Brittannien gefloten w;-,s , waar bij de Staaten, zich verbonden, tot het handhaven der Pragmatieke Sanctie, door het Huis van Oostenrijk zoo vuurig begeert, ter verzekering van het ftuk der opvolging in de Keizerlijke Erflanden Dit bedrijf had de vermenging der Oostendefcbe Maatfchappij ten gevolge, want bij het toetreden der Staaten, tot het Weener Verdrag, beloofde de Keijzer, alle Vaart en Handel op de Oost-lndiën, uit de Qostenrijkfche NeV der-  DER VAOERL. GESCHIEDENISSEN. 367 de,rlanden, voor altpos te doen ophouden, en alle de aangebragte waaien, te Oostende of elders te doen verkopen. De Nederlandfehe Oost Indifche Maatfchappij , zag ziek hier door ontheven van eenen gevaarlijken, mededinger in haaren handel , doch het gaf aan doorzichtiger te gelijk ftof tot vreeze, dat het handhaven der Pragmatieke Sanctie* Waar toe de Staaten van zes Gewesten zich verbonden hadden, (als hebbende die van Stad en Lande daar in gew i-gerd deel te neemen) afligt gelegenheid verfehaffe n zou, om op nieuw- in eenen verderffeiijken Oorlog ingewikkeld te worden. Het vervolg zal ons doen zien, dat die vrees maar al te v zeer bevestigd is geworden. Van hoe veel nuts eene behoorlijke invloed van de poliueke macht, op de hand^ bavin als in den Staat uitbarflen zouden. Anderen gingen bedaarder te werke, en leverden een fchriftelijk vertoog aan de Staaten over, waarin zij het aanflellen van eenen Vicaris, ais hoogst gevaarlijk afmaalden; doch de Staaten  I>ER VAÜERL. GESCHIEDENISSEN, 371 ten weigerden aan hunne begeerte te voldoen, en . gaven op de duidclijkfte wijze te verftaan, dat zij, den raad der Predikanten niet behoefden; dat zij het belang der Kerke, zonder hunne herinnering; wel zouden behartigen ; en gelasten hen, zich voortaan te onthouden van alles wat ftrekken kon, om de gemoederen nog verder in beweging te Hellen. Intusfchen fcheenen de Jeziiitsgezinden weinig genoegen te neemen in de voorgeflagen bepalingen, en de wijze vnn aanflelling, ook dachten 'er verfcheidene Leden van Holland, zeer verfchillend over, hec welk van dat gevolg was, dat de aanflelling van eenen Vicaris achter bleef, terwijl de Janfenisten, door de Staaten gehand-' haaft werden, in de vrije uitoeffening van hunnen Eerdienst , ingevolge de infpraak hunnes gewetens, die hun, even als alle andere Ingezeetenen, door geene Pausfelijke Bulten of Decreten, ingevolge de gronden, van 's Lands Conftitutie , ■ kon benomen worden. Van zorgelijker aart en uitzicht, op een even fpoedig redres, was de ontdekking van Q 6 het  37'2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE' het gevaar, waarin 's Lands voornaamfte Zeedijken gebracht waren , door de verwoestingen, die een kleine, dog vreeslijk gewapende worm , aan het houten Paalwerk , gefchikt ter afkeering van het geweld der golven, alomme aanrichtte. Een ontzettende menigte , van dit Infect, dat allereerst door middel van een Schip uitde Noordzee , naar deze Landen overgebragt was geworden, ftelde de rijkfte Gewesten , aan eenen gewisfen ondergang bloot, daar zij de zwaare en kostbaare Paaien , van binnen even als een fpons uithooldeti, waar door deeze in grooten getale, door den flag des waters, bij den grond' afbraken. Zorgelijk uitzicht zeker! en des ie zorgelijker, naar maate het onheil algemeen , en alle aangewendde middelen vruchteloos bevonden werden. Een aantal geleerden , fpitsten hun vernuft, om het dreigend onheil te keeren: 's Lands Staaten gelasten aan alle de Bedienaars van den Godsdienst, door vuurige gebeden, de Hemel te bidden, om dit vreeslijk onheil, genadig #tewenden, en het Vaderland van eene be- zoc*  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. zoeking te bevrijden, die men als eene geduchte fbaf aanmerkte, doch het een en ander bleef zonder vrucht, tot dat eindelijk twee minbekende, en min vermaarde, doch echter vindingrijke Vaderlanders, met naame Pieter Straat, en Pieter van der Deure , op het denkbeeld vielen, om door het leggen van zwaare keifleenen in eene glooiende rigting, tegen den voet der Dijken, de kragt des aanftromenden waters te breeken: zij namen 'er de proeven van, op verfcheidene plaatfcn, verbeterden van tijd tot tijd' hun ontwerp, met dat gelukkig gevolg voorhet Vaderland , dat het gevaar niet alleen verwonnen werdt, maar dat 's Lands Schatkist in volgende dagen, veel minder bezwaart werd, dan voorheen, vermits her onderhoud der Paalwerken, min algemeen noodzaaklijk werdt, waar door jaarlijks tonnen Schats bezuinigt werden. Het heeft daarom aan zulken niet ontbroken, die de verwoesting , door de Paalwormen aangericht , veel eer als een Zegen , dan als eene Hemelfche Straffe, voor Land en Volk aangemerkt hebben. Wij willen hier niets 0, ? be-  374 R^KN'üPT HISTORISCH IIANÜBOIKJE beflisfcn, doch achten het niet ongepast aan onze Lezeren te doen opmerken, dat zelfs een, in ons oog, niets beduidend Infec"t, eenen verachtelijken Worm, zelfs door middel van de natuurlijkfte oorzaken, in de hand der Voorzienigheid {trekken kan tot de verdelging van de rijkfte en bloeiendfte Landen. Want het is buiten alle bedenking, dat geen menfchelijk vermogen in (laat was , om zoo veele millioenen van fchadelijke Wormen van onze Kusten te verwijderen: en daar 's Lands Zeedijken, door de kracht des waters dag op dag afnamen, en eindelijk zouden bezweken hebben, ftond het gefehapen , dat eerlang de aangenaamfte en volkrijkfte (treken onzes Vaderlands, door het zeewater overftroomd', en in den afgrond zouden zijn verzwolgen geworden. Laaten wij naa deeze aanmerking nu vooortgaan. . , Als in het voorbijgaan moeten wij doen opmerken, dat onder alle de voorgemelde gebeurenisfen , de Staaten der onderfcheidene Gewesten, die geen Stadhouder aan hun hoofd hadden, bij alle gelegenheden blijken  DSR VADERL. GESCHIEDENISSEN. gaven, dat zij den tegenwoordigen vorm van Regering wilden handhaven. De Prins van Oranje, die tot nog toe van zijn wettig verkregen erffenis van wijlen Koning Willem, verlïoken was gebleven, door de overdrevene eisfchen des Kanings van Pruisfen, en de weinige hulp die de Algemeene Staaten, hem daar in betoonden, had te dezen tijde wel het genoegen, dat 'er een verdrag van vcrdeeling tusfchen hem, en dep Koning getekend werdt, dog het gefchiedde niet, dan met afftand van verfcheidene aanzienlijke goederen , ten behoeve van den Koning. Rij dit verlies bleef het niet , dien Vorst had ook het verdriet, dat hem het Markgraaf fhap van V.ere en Vlisfngen, waar op hij eene wettige aanfpraak meende te hebben, langduurig en hevig betwist werdt, met dat gevolg, dat die waardigheid hem ontzegd, en door de Staaten van Zeeland, als aan hun Gewest vervallen, verklaart werdt, niettegenftaande de Stad Veere zich lapgen tijd hier tegen gefteld hadt. Uit den loop der onderhandelingen, over dit onderwerp, blijkt duidelijk, dat de Staaten van Holland zich  37fj BKK>JOPr HISTORISCH HANDBOEKJE' zich alle moeite gaven, om de eisfchen des Priufen van Oranje, op die waardigheden te dwarsbomen, en het was ook aan hunnen invloed voornamelijk toetefchrijven, dat dien Vorst het zitten in den Raad van Staaten, gewijgerd werdt. Men heeft alle rede om te denken, dat deeze en andere blijken van afkeer, ten aanziene van 's Prinfen bevoordering, bij de Staaten van Hel/and, en die der andere Gewesten, die hunne zijde hielden, veroorzaakt werden, door de duurzaamheid van den Vrede, die nu fints 20 jaaren ftand hield, die men ook voornemens was te blijven bewaaren, door het in acht neemen van alle mooglijke onzijdigheid. Dan, de toetreding tot het Weener Verdrag, en de belofte, van het helpen handhaven der Pragmatieke Sanctie, had echter niet kunnen beletten, dat het Hof van Frankrijk, over der Staaten gedrag in dezen, eenen heimelijken wrok zette , en flechts de gelegenheid afwachtte, om hen dit betaalt te zetten, en het vuur des Oorlogs, van alomme te doen ontbranden. Naauwlijks had het jaar 1735. eenen aanvang genomen, of'er ge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 377 gebeurde iets, dat aan Lodezvijk de XV., een fchoone gelegenheid gaf, om zijne heerschzucht bot te vieren , ten nadeele van het Huis van Oostenrijk , en dit was de dood van Fredrik Augustus de 11de, Koning van Poolen, die te dezen tijde, binnen TVarfcbau overleedt. Daar 'er geene erfopvolging in Fooien plaats had, werdt dit Land telkens bij het openvallen van den Throon, blootgefteld aan geweldige binnenlandfche verdeeldheden, uit hoofde van de verfchillende inzichten der overige Mogendheden. De overleden Koning liet wel eenen Zoon naa, die Keurvorst van Saxen was, en fornmigen hadden het oog op hem geflagen , maar 'er werdt door anderen geijvert, om de Kroon aan StaniJIuus Lcczinsky te bezorgen, wiens Dochter gehuwd was , met Lodezvijk de XV. Nimmer was 'er een fchooner gelegenheid, om de Staatzuchtige oogmerken des Franfchen Hofs, gaande te maaken, dan dit fterfgeval, want Lodezvijk fpande alle zeilen bij, om zijnen Schoonvader tot die waardigheid te doen geraken, terwijl de Keijzer, Rusland, en Pruisfen, ongaarne zagen, dat eene der  35*8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE der beide mededingers , ten zetel fteeg. De Keurvorst van Saxen, wist het echter binnen korten tijd, zoo ver te brengen,, dat hij de gunst der Vorften verwierf, naa dat hij beloofd had, de Keijzer te zullen bijftaan, in het handhaven der Pragmatieke Sanctie, en zie dnar den weg gebaant, tot, het voeren eens bloedigen Üorlogs. Intusfchen verklaarden een groot aantal Poolfche Magnaten, dat zij niet, dan een geboren^ Pool, tot Koning begeerden, waa door de verheffing van Staniflaus als verzekert" werdt , en dit gaf oorzaak, dat de Keijzerliike en Rusfifche troupen, al fpoedig in beweging gefteld worden, om dit te beletten. De Staaten dit onweér ziende famentrekken, en vastelijk gezint zijnde, om zich buiten den twist te houden, fpanden wel al hun vermogen in, om door den weg van bemid leling de zaaken te fchikken , doek het was te vergeefsch ; Staniflaus werdt tot K ning verkoren , en toen de Rusfifche troupen, eharop den marsch naar Warfchou aannamen, verklaarden de Poolen 'dit gedrag voor een openbaare vijandfehap. Lodezvijk liet  DER VAD2RL. GESCHIEDENISSEN. ^79 liet zich fpoedig bewegen, om zijnen Schoonvader in het bezit dierKroone te helpen handhaven: niet alleen dat hij zijne eigen maclis daartoe bijeentrok , maar hij haalde ook Spanje en Sardinien over, om met hem den Keijzer te beoorlogen. Intusfchen waren de Poelen,, inwendig in twee partijen verdeeld, en flechts weinig dagen naa de de verheffing van Staniflaus, werd des overleden Konings Zoon, door een derzeiver, insgelijks tot Koning uitgeroepen, onder den naam van Fredrik Augustus de lilde. Al fpoedig verklaarde Lodewijk den Oorlog , en overviel des Keijzers Staaten met een talrijk Le?;er, waarop deeze bij de Staaten aandrong', op het leveren van den beloofden bijftand, tój het aangaan van het Weener Verdrag bepaalt. Dan hier klopte hij aan een doofmans deure, het verzoek werd afgewezen, en men floot hier te Lande, een verdrag van onzijdigheid met Vrankrijk, waar door den Krijg van de grenzen verwijderd bleef. Drie jaaren lang werd dezelve volgehouden , cn ftrooraen bloeds vergoten, toen eindelijk een Vredesverdrag tot ft and  380 BEKNOPT HiTTORISCH HANDBOEKJE ftand kwam , waar bij Staniflaus afftand deed van de Poolfche Kroon , ten behoeve van Fredrik Augustus, de eerfte zou den tijtel behouden, en kreeg de toezegging van het bezit der Hertogdommen Lotharingen en Bar, mirs dat die Landen naa zijn overlijden aan de Franfche Kroon gehecht werden. Kort naa het fluiten dezes verdrags, huwde de Hertog van Lotharingen met Maria Therefla, des Keijzers oudfte Dochter, naa alvorens beloofd te hebben, nimmer eenige aanfpraak op de Keijzerlijke Erflanden te zullen maaken, waar naa hij afftand van zijne waardigheden deed , ten behoeve van Staniflaus , die den Poolfchen Throon aan Fndrik Augustus inruimde. Het vervolg zal ons doen zien, in hoe verre aan die belofte is beantwoord, waarom wij dit deel der Hïftorie , eenigfints uitvoerig te boek ftellen. Het vilt niet moeilijk te bevatten, dat door de/e Huwelijksverbindtenis, de banden van vriendfchap tusfchen de Hoven van Weenen en Ferflailles, dichter aangehaald werden , fchoon de Staaten maar weinig genoegen namen, dat men alles buiten haare be- mid-  1 ,..„,,„„,. ,»   DEK VADEPxL. GESCHIEDENIS' EM 38 I middeling, bewerkftelligd had. Ook had de Prins van Oranje, geduurende dat het hier voorverhaalde in Poolen gebeurde, zich door een Huwelijk verbonden, met de Kroonprincesfe Anna , dochter des Konings van Engeland, uit welke verbindtenis, de voorftanders van het Oranjehuis, hen 't eenigen tijde, iets goeds beloofden, doch bij de Staaten bleef men ongezind , om hen hier in te wille te zijn: het duurde echter maar weinige jaaren, toen daar toe den weg gebaand werdt, door het affterven van Keijzer Karel de VI, die in Wijnmaand des jaars 1740. overleedt, 't welk gelegenheid gaf, tot het ontftaan van eenen bloedigen Oorlog, waar in ook ons Vaderland, uit hoofde van de toetreding tot de Pragmatieke Sanctie, of bepaling op het recht van opvolging in het Huis van Oostenrijk, betrokken werdt. Eenen Oorlog, die dezen Staat, wederom- bijna onder het Franfche dwangjuk bragt, die gelegenheid gaf , tot eene geheele verandering in den vorm van Regeering dezer Landen, door de wederinvoering der Stadhouderlijke Waardigheid, die zelfs Erffelijk werdt, in de Man-  Su2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Mannelijke en Vrouwelijke Hnie, van den Prinfe van Oranje. Het zal der moeite wel waardig zijn, om de toedragt van zaaken, tot deeze merkwaardige verandering aanleiding gegeven hebbende, kortelijk nategaan. Keijzer Karei had de Pragmatieke Sanctie, waar bij hij zijne natelatene Landen, aan zijne oudfte Dochter, Maria Therefa, gehuwd aan den Groothertog van Toscaanen , wilde verzekeren, met geen ander oognerk, in de wereld gebragt, dan, om alle verfchillen de-swegens voor te komen. Van hier dat hij zich beijverd had, om die gemaakte fchikkingen, door de ineefte Mogendheden te doen goedkeuren. De beide Dochters van wijlen Keizer Jsfepbus, gehuwd met de Kening van Pooien, en de Keurvorst van Bcije~ ren, hadden afftand van hun recht op des Keijzers Landen gedaan; Spanje, Prtiisfchcn, Engeland, de Staaten, Sardiniën, zelfs Pi-ank' rijk , hadden de handhaving plechtig belooft; doch niettegenftrunde dit, bleek het al ras, hoe weinig ftaats 'er op de trouw van veelen te maaken was. Niet alleen vlsm-  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 383 den eenige Duitfche Vorften op dien buit, maar Lodewijk voegde zich bij dezen, en achtte zich ontflagen van zijne aangegaan e verbindtenis. Al fpoedig liet Maria Tbere■fia zich als Koninginne van Hongarijen en Bchemen uitroepen, en gaf 'er plechtig kennis van aan alle Hoven. Engeland en de Staaten, waren de eenigen, die hunne gemaakte verbindtenis toonden te willen geftand doen, doch de overigen fielden 'er zich partijen tegen: de Keurvorst van Beije* ren was de voorvechter, en eischte in het bezit dier Landen gefield te worden , uit krachte van het Testament van Ferdinand de I, waar van hij een uittrekfel overleverde, het welk echter niet overeenftemde met het oorfpronkelijke. Maria Therejia ligtelijk bevroedende , dat haar veele moeilijkheden te wachten flonden, Helde haaren Gemaal, tot Mede • Regent aan, het welk van veelen, als ftrijdig met de wetten werd aangemerkt, ook zocht zij den bijftand van haare Bondgenooten, Rusland, Engeland, en de Staaten, De beiden eerstgenoemden, waren uit hoofde van belemmerende omftandïgheden, hier toe  384 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE toe buiten Maat, en de Staaten zich niet gaarne in eenen oorlog willende inwikkelen , floegen haar den weg van bemiddeling voor Dan, wat gebeurt 'er? Fredrik de II, Koning van Pruis/en, fterft in dat tijdftip, en zijnen Zoon Fredrik de III, volgt hem op, deeze van eenen veel ftouter en onderneemender aart, dan zijnen Vader zijnde, was 'er zoo verre van af, dat hij de beloofde handhaving der Pragmatieke Sanctie, door wijlen zijnen Vader gedaan, wilde handhaven, dat hij integendeel de Koninginne van eenen andereu kant beftookte, en eene oude praetenfie op het Hertogdom Silefïën, ter baane bragt. De Koninginne trachtte dit wel te wederleggen, maar eer zij daar mede gereed was, kwam Fredrik, zonder aan iemand 'er kennis van te geven, met een aanzienlijk Leger op de grenzen van het weerloos Silefiën aan, en nam 'er al fpoedig bezit van, In aller ijl, zond de Koninginne een aantal volks derwaarts, die bij Melwitz, met de Pruisfen in gevecht geraakten, met dat vóór haar ongelukkig gevolg, dat de Oostenrijkers geflagen werden, en Fredrik tot Hertog gehuldigd  DER VADSRL. GESCHIEDENISSEN. 385 digd werdt. Spanje, Sardiniën, en Poolen, maakten gebruik van den benarden toeftand der Koninginne, en deden ook hunne eisfchen gelden , waaronder het trouwelooze Franfche Hof niet weinig roeide, het welk intusfchen twee Legers op de been bragt, één in den Elzas, om de Beijerfchen te onderfteunen, het andere aan de Maaze. om het Britfche Leger, fterk 30,000 Man, dat in Planover bij een trok , in bedwang te houden. De Keurvorst van Beijeren viel ten zelfden tijde in Opperoostenrijk, toen de Koning van Poolen, Bobemen overftroomde, en Praag bij verrasfing overmeesterde, hetwelk de Koninginne zoo zeer. in de engte bragt, dat zij, met aandrang, de hulp harer Bondgenooten inriep, die door Engeland en de Staaten, in het foutneeren van aanzienlijke Geld/ommen , verleend werdt. Dit, en eenige andere bijkomende omftandigheden, gaf een gunftiger wendirg voor de Koninginne, die, zich hares ondanks, van eenen harer geduchtfte tegenftanders , de Koning van Pruisfchen ontfloeg, door het fluiten van den Vrede te Bres/au, waar bij zij hem Silefiën, IV*. Deel. r, en  3 86 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ■ en andere bezittingen afftondt. Prins Karei, die haar Leger gebood, verdreef hier op de Franfche legerbenden uit Bobewen , naa hec herwinnen van Praag, waar op Lodewijk zich alle moeite gaf, om Engeland en de Staaten, tot het aangaan van een verdrag van onzijdigheid te bewegen, ten einde daar door de werkzaamheden der Oostenrijkers te verlammen, doch men had' er nog in den Haag, nog in Londen ooren naa, waar ■door het Franfche Hof, zich niet weinig verftoorde, en de vrees voor nieuwe onlusten, bij veelen hier te Lande, niet weinig vermeerderd werdt. De Staaten vonden intusfehen raadzaam, om hunne Legermacht aanmerkelijk te vermeerderen, waardoor de achterdocht bij het Franfche Hof, dag aan dig veld won , en nu duurde het ook jiiet lang, of men befpeurde eene geneigdheid bij de Staaten van fommige Gewesten , om niet flechts door het verleenen van onderftand in Geld, maar door het leveren van een aantal troupen, het Huis van Oostenrijk ter hulp te fnellen. De Siaaten van Holland ijverden hier wel het meefte voor,  DER VAÖERL. GESCHIEDENISSEN. 387 voor, zoo als duidelijk bleek, ia het afzenden van eenige hunner Leden, aan de Vroedfchappen der Steden Dordrecht en Briellt, die van oordeel waren , dat men zich alleen tot het geeven van. onderftand in Geld bepalen moest: de beide Steden vertoonden in het brede, welk een gevaar men loopen zou, om in eenen verderffelijken Oorlog met Vrankrijk ingewikkeld, en aan het verlies van 's Lands voormuur, de zoogenaamde Generaliteits Landen, blootgefteld te worden , doch bij eene meerderheid van zeventien (temmen, werd Vr tot het zenden van hulptroupen bij Holland befloten. De beide Steden protefteerden 'er wel tegen, dog het baatte luttel, ook duurde het niet lang, of Holland bragt ter algemeene Staatsvergadering, het gevoelen der meerderheid, als de Hem van het Gewest uit, en drongen bij de overige Gewesten aan , om hun voorbeeld te volgen, met dat gevolg, dat men eerlange bij meerderheid van (temmen, aldaar befloot, de Koninginne met 20.000 Man ter hulp te fnellen , waar over het Opperbevel werd opgedragen, aan Grave Mauritx R » wt*  3ö» DE KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE van Nasfau, met voorbijgang van den Prinfe van Oranje, die men bevorens den Pose van Lieutenant Generaal over het Voetvolk , had aangeboden , doch dat door dien Vorst, van de hand gewezen en gewijgert werdt. Naauwlijks had het jaar 1743 eenen aanvang genomen , of het bloedig oorlogstoneel werd in Duitscbland geopend. De Oostenrijkfche en Engelfche troupen , waarover den Hertog van Cumberland, het opperbevel verkreeg, geraakten al fpoedig met de Franfchen, onder beleid van den Maarfibalk de Noialles, bij Dettingen, gelegen aan den Main, in een bloedig gevecht, waar bij de Franfchen de nederlaag bekwamen. Het misnoegen van het Franfche Hof, werd langs hoe grooter, en fchoon der. Staaten Amtiasfadeur, zulks aan zijne Meesters berichtte, en hij zijne vrees voor eene openbaare Vreedebreuk te kennen gaf, zoo floeg men 'er geen acnt op, integendeel men nam het den Gezant kwalijk, en vleidde zich met de hoop, dat men in Vrankrijk niets vijandelijks tegen den Staat zou beginnen. Doch  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. Doch het volgend jaar deed zien, dat dfe hoop ijdel was, want naauwlijks had hetzelve zijnen loop begonnen, toen Frankrijk en Engeland', elkander wederzijdsch den Oorlog verklaarden, ook had het zelve plaats tusfehen Lodezvijk en Koninginne Maria Therèfïa. Dit alles wikkelde de Staaten langs hoe meer in de neteligfte omltandigheden : want, door de Oorlogsverklaring der Franfchen , eischten de Engelfchen de bedongen hulp der Staaten, beltaande in 6000 Marü* en eenige Oorlogfchepen. Die hulp werdt niet alleen dadelijk toegeftaan, maar men bellooc in den Haagt, nog co5ooo Man, bij de reeds geleverde, ten behoeve der Ko- ninginne op de been'te brengen, waardoor den haat van het Franfche Hof, niet weinig vermeerderd werdt. Wij zouden te uicvoerig worden , wanneer wij alle- de gewichtige gebeurenisfen van dien rijd hier verhalen wilden: wanneer wij dit oogmerk hadden, dan moesten wij vermelden welke gevolgen de dood van Keijzer Karei de FIL veroorzaakte; welk een aandeel het Hof van Berlijn en anderen , in den loop van zaaR 3 ken  3QO BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ken namen, en hoe zeer de Staaten in het naanw gebragt werden, door de dringendfte aanzoeken, zoo aan de zijde van Frankrijk, om ten zijne nadeele geen meerder aandeel in den twist te neemen, als aan den kant van Engeland , en Oostenrijk, om dadelijk met Frankrijk den Vrede te breken, en dat Hof den Oorlog te verklaren: 't is daarom» dat wij dit alles voorbijgaande, ons alleen bepaalen , om te vermelden, welke ellendige gevolgen, dit alles ten aanzien van ons Vaderland veroorzaakte. Koning Lodezvijk te vergeefseh getracht hebbende, om de Staaten in zijne belangen overtehaalen, en met hem ééne lijn te trekken, had bij den aanvang des jaars 1746, zijne voormaamfte Legermacht, aan den kant van Brabant en Fiaanderen, doen bijeentrekken ; het misnoegen bij hem ontftaan, over de hulp die de Staaten aan de Koninginne verleende, nam dag aan dag toe, en nu zocht hij maar naa een voorwendfel, om hen dat bedrijf betaalt te zetten. Eerst klaagde hij over het gedrag van den Gouverneur lm bof op Batavia, die had kunnen goed-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 39T goedvinden , om drie Franfche fchepen, die de Engelfchen verovert hadden , met derzeiver Ladingen, van de Fngelfchen in te koopen , en toen hij daar omtrent geene fpoedige voldoening verkreeg, trok hij het verdrag van Koophandel ten jaare 1739. gefloten , in , tot merkelijk nadeel van de Zeevaart dezer Landen. Staande dit alles, bleef het Franfche Leger niet werkeloos, maar veroverde verfeheidene Plaatfen in de Oostenrijkfche Nederlanden, waar door de vrees voor der Staaten bezittingen aan dien kant, dag aan dag grooter wierdt, gemerkt, de Staaten de bezettingen uit de Barrierre Steden hadden doen te velde trekken. In die neteligen toeftand bofloot men te beproeven , om het nakend onheil door den weg van onderhandelingen afcekeeren, en dus vertrok den Graave van Wasfenaar , en den Griffier der Staaten, Jacoh Gillis, naar Parijs. Zij hadden in last, om, was het mooglijk, eene algemeene bevrediging te bewerken , maar de ondervinding deed zien, dat zulks aan het Franfche Hof niet fmaakte, dat langs hoe onhandelbaarer wierd, R 4 naar  392 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE raar maate het Franfche Leger de verbazendfte voortgangen maakte , en de voornaamfte Sterktens en Steden bemachtigde. Het geheele jaar 1746. liep ten einde, zonder dat men iets vorderde, en fchoon men hier te Lande, niet ongencigc fcheen , om aan de begeerte der Franfchen, (die zoo gaarne eene afzonderlijke handeling tot Rand brengen wilden) te voldoen; fchoon men daar toe binnen Breda, veelvuldige bijeenkomften en onderhandelingen begonnen had, zoo bevond men, bij den aanvang des volgende jaars, dat den Oorlog met Vrankrijk onvermijdelijk was. Reeds in het einde vnn Maart , ftroópten een aantal Fransch Krijgsvolk op der Staaten bodem, tot iu de nabijheid van Bergen op den Zoom, terwijl eenige dagen daar naa, door den Abt de la Ville, eene verklaring van wegens den Koning van Vrankrijk, aan de Staaten overhandigd werdt , waar in hij, naa het opheffen van een aantal klachten, hen kennis gaf, van zijn oogmerk, om den Staat Vijandelijk aan te tasten. Op denzelfden dag, dat die verklaring in den Haage overgegeven  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 393 ven wierdt, fielden de Franfchen zich in beweging: ao,cco Man onder bevel van den Gr ave van Löiventbal, gingen van Brugge op marsch , verdeelden zich in verfcheidene partijen, en ovcrftroomden in weinig dagen, het voor hun bloofTdiggend en weerloos gemaakt Staats Vlaanderen. Zonder eenigen tegenftand te ontmoeten, overmeesterden zij het geheele Land van Cadzantdat met eene helfche woede geplonderd, en gëbrandfèhat werdt , ook vielen htm alle Schanfen en Sterktens , in dien oort gelegen, in handen. Met de fnelheid van den Blixem, verfpreidde zich de maare door het geheele Land', en vervulde elks hart met fchrik en angst: de Staaten van Zeeland, als naast gelegen en bcdugt voor eenen Vijandelijken inval, zaten te beven, en beklaagden zich, over de oneenigheid die bevorens onder de Bondgenoten plaats had, en nu de oorzaak was, dat men zich ten prooie van eenen overwinncnden Vijand gefield zag. De Algemeene Staaten fcbreven in aller ijl, de onderfcheidene Gewesten aan , om toch zonder verwijl te raadplegen , over de beR 5, kwaara*-  394 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE kwaamfte middelen, om in dezen algemeenen nood des Vaderlands te voorzien, maar goede raad was duur , daar de Frontieren van den Staat zonder verdediging, de Magazijnen zonder voorraad , >s Lands Schatkist zich geheel van geld ontledigd bevonden, en daar te boven de meefte gemoederen der ingezeetenen met eene zichtbaare t' onvredenheid, over het beftuur van zaaken , fints eenige jaaren , vervuld was. Zij allen, die de oude zucht voor het Huis van Oranje in den boezem gefmoort, en met weedom der ziele gezien hadden, hoe men fints den dood van Willem de lilde, m de meefte Gewesten, en bijzonder in Holland geijvert hadt , om den Prins van Oranje buiten allen invloed te houden; hoe men de voornaamfte Eereposten aan vreemdelingen opgedragen , dien Vorst de zitting m den Raad van Staaten betwist, en zijne belangen geheel niet aangetrokken had , lehreven 's Lands onheilen aan dit alles ioe, en gaven den beklemden boezem lugt door 'er opentlijk voor uit te komen, dat alleen de verheffing van dien Vorst, en eene ge-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 395 geheele verandering in de wijze van Be> ftuur, den totaalen ondergang des lieven Vaderlands zou kunnen voorkomen. De wachthebbende Schutters der Stad Veere, in den nacht van den 24 April 1747, over 's Lands veegen toeftand in gefprek geraakt zijnde, waren de eerften, die in den vroegen morgen, bij de Regeering der Stad, op de verheffing van den Pring aandrongen j met dat gevolg, dat men, voor zoo verre die Stad betrof, zijne Hoogheid Willem Carel Hendrik Friso , verkoor, tot Stadhouder Cafitain, Admiraal Generaal' van Zeeland, met al die macht, gezach, en voorrechten, als toe welzijn des Vaderlands zou geoordeeld worden te behoren. Even als een loopend vuur, ging het gerucht van dit befluit, bij die van Veere genomen, van Stad tot Stad; binnen drie dagen, werd zijne Hoogheid te Middelburg door de Staaten van Zeeland, Staatsgewijze'aangefteld tot Stadhouder van dar ; Gewest, en in Holland ,iUtrecht, en Over-' ijsfel , volgde men dat voorbeeld. De Algemeene Staaten draalden ook nu niet, omdien Vorst tot Capitain en Admiraal van de' R 6- Uuis-  396* BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Unie te verklaren; het Marbgraaffebap vcm Veere en Vijgen, waar over zoo veel ïwists gevoerd was, werd door de Staaten van Zeeland daar bij gevoegd, en zijne Hoogheid, de hem betwiste zitting in den Raad van Staate aangeboden. Al fpoed'g ' nam de Prins bezit van de aan hem opgedragene Waardigheden, hij liet zich onderrichten van den ftaat der Onderhandelingen te Breda, die nu, om den Vijandelijken inval der Franfchen , plotfelijk afgebroken wierden , terwij! 'er op hooge order der Staaten weeklijkfche Bedeftonden wierden ingefteld, om de Hemel piechdtatig te bidden ter verdere afweering van alle onheilen. Terwijl dit alles van binnen voorviel, zat den Vijand niet onledig, maar zette zijne overwinningen met den grootfïen ijver voort. Het fterke Sas van Gent, Filip- pine_, Ilulst , Axel , en ter l\euze, vielen hem bijna zonder flag of ftoot in handen: toen fcbeen hij het oog op Maajlricbt te hebben r waarom het Staatfche Leger zich naar dien kant heenen wendde, en in-de nabijheid van dat der Franfchen nederiloeg. Naa uw-  I JUKT BEIEG VAN JBER&EN OP ZOOSl.  fel  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. Naauwlijks had Hooimaand een begin genomen , of de beide Legers geraakten hij Lafeld, een Dorp in dien oort gelegen, in een hevig gevecht, dat ten nadeele der Staatfchen uitviel, want de Franfchen bleven niet alleen meester van het llagveld, maar het gaf hun gelegenheid om het beleg te flaan voor Bergen op den Zoom, eene Vesting van öngemeene fterkte, en'voorzien van een tal» rijke bezetting , die van tijd tot tijd, door het zenden van lVIanfchappen , zoo in als nabij de Stad, vermeerderd werdt, tot op ruim 36 000 Man. Deskundigen befchouw den dit beleg als een roekeloos beftaan des Vijands, die met al zijn macht niet beletten kon, dat de Vesting op den duur, aan den kant van Zeeland, van alle noodwendigheden voorzien werdt. De Prins gif het Opperbevel over het geheele bel^g, in handen van den Generaal Baron van Cron/lrom, een man , die uit hoofde van zijnen 86 jarigen ouderdom, doofheid, en lichaamszwakheid, bij veelen als niet gefchikt tot zulk eenen belangrijken post geoordeeld werd! De beiden Prinsfen van IJesP.n, en Saxen, dienR 2 den  398 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den onder hem, en voerden het bevel binnen de Stad, in in de Linien, en alles liet zich aanzien, dat men de Stad tot het uiterften verdedigen wilde. Acht weeken lang, werd het beleg met allen mooglijken ijver doorgezet, de Vesting verfcheiden maaien met een groot aantal gloeiende Kogels en Bomben befchoten, waar door bijnaa de geheele Stad als in een puinhoop herfchapen werdt , dat aan veele duizenden het leven kostte. Ongemeen groot was de zorg die men overal bij de Natie befpeurde voor hec behoud dezer Stad : allerwegen was men, onledig., om hen die dezelve verdedig»den , van alle noodwendigheden te voorzien , het welk met zulk eene geestdrift op veele plaatfen gefchiedde, dat zelfs de overvloed zich binnen cle belegerde Vesting vvi alle kanten vertoonde. Het onmatig gebruik van fpijzen en dranken, die in zulk eene menigte aangebracht werden , maakte het volk ongefchikt tot het verrichten van den dienst, en werd bij veelen aangemerkt, als eenen der voornaamfte oorzaaken , waar door den Vijand, deezen neutel van den gehee- . len  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 3 00 len Staat bemachtigde. Hoe dit ook zij, dit is zeker, dat de Vijand in den nacht tusfchen den 15 en 16 September , onder een vreeslijk fchieten, op de Vesting aanviel , en al fpoedig ter Stad indrong, toe geene geringe verbazing der belegerden, die zulks niet vermoed hadden. In aller ijl werd de bezetting op de been gebragt, en geraakten op verfcheiden plaatfen binnen de Stad , met den Vijand handgemeen, doch moest zij eindelijk, door de overmacht, al vechtende de wijk neemen: toen ging het op een algemeen pionderen; de moordlust der Franfchen vierde den vollen teugel, door al wat hen voorkwam, zonder genade van kant te Helpen. De wreedheid ging zoo vérre, dat men zulken, die ftaande het beleg , met wonden overdekt waren geworden, en weêrloos op hunne legerfteden lagen , in koelen bloede met musketten zag doorfchieten. Dit barbaarsch bedrijf duurden den geheelen dag, en den daar op volgenden nacht, waarnaa de Graaf van Loiventhal ter Stad inreed, en eenigermaate de orde herftelde. Oo-  40O BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEI!JE Onbefchrijflijk groot was de verftagenheid, die zich door hec geheele Vaderland, op aller aangezichten vertoonde, toen de droevige raaare van hec verlies dezer gewichtige Vesting in aller ooren klonk: veelen die dezelve onoverwinlijk geoordeeld hadden, fchroomden niet, om dit onheil aan een opzettelijk verraad toetefchrijven, de voornaamfte Staatsleden, befchuldigende, als hadden zij zich heimelijk mee den Vijand verdragen, om hem de voormuur van den Staat in handen leveren. Naauwlijks van den eerften fchrik een weinig herfteld, of men vernam de overgave van de Forten Fredrik Henrik, Lillo, en de Kruisfcbans, waar door den Vijand meester van de Schelde werdt. Bij zoo veel onfpoeds bleef het niet: de geest van misnoegen vertoonde zich van alle-kanten, terwijl de haatelijke pionderzucht, op veele plaatfen, de ijsfelijkfte toneelen aanrichtte, en een opgeruid gemeen zich met den geroofden buit hunner mede Landgenoten verrijkte. Door fcherpe Piacaaten werd dien moetwil beteugelt voor een korte poos, dog werdt naderhand met eene.  BE RVINEN VAN BKR&ES OF KOOK.   DER VADER L. GESCHIEDENISSEN. 40I eene verdubbelde woede hervat. De Staaten van Holland, vonden goed, om alle weerbaare Manfchappen in den Wapenhandel te doen oeffenen, en 10,000 Waardgelders in hunnen bijzonderen dienst aanteneemen , om ter beveiliging van hun Gewest gebruikt te worden, doch zij vonden zich in hunne verwachting bedrogen ; want ia plaats dat die gewapende benden , de oproerige bewegingen te keer gingen, toondea zij zich veel meer genegen , om het vuur van twist en tweedracht aan te'ftooken. Bij gebrek van de zoo hoognodige ondergefchiktheid , en gewilligheid in het volvoeren der gegevene ordres, veroorzaakte dien gewapenden hoop de grootfte verwarring, waar door men genoodzaakt werdt, die onverlaten naar de grenzen te zenden, en eerlange buiten dienst te ftellen. Te midden van alle deeze ontzettende gebeurenisfen , werdt de aandagt van veelen bijzonder gevestigd , op het voorftel dat door het lid der Edelen van Holland, ter Staatsvergadering van dat Gewest gedaan werdc, om namelijk de Stadhouderlijke waardig-  402 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE digheid , zoo onlangs aan zijne Hoogheid opgedragen, erfelijk te verklaren, zoo voel. in de Mannelijke als in de Vrouwelijke linie van zijn buis. Wanneer men nagaat, hoe nog korts geleden, de Staaten van Holland, zich beijverden, om het Huis van Oranje, op alle mooglijke wijzen te dtvarsboomen, valt het niet moeijlijk te bevatten, dat dien voorflag bij de Leden werd overgenomen , om 'er den naderen last van hunner Principalen op in te neemen. Toen deze niet fpoedig daar mede gereed waren,, gaf dit aanleiding tot nieuwe onlusten, want het ontbrak niet aan zulken ,. die zich bijzonder veel werks gaven, om het nut te beweren, dat men den Prinfe meerder gezacns gave. De ijver van fommigen ging zoo verre, dat zij begeerden, dat voortaan alle Ampten , ter befcheidenheid van zijne Hoogheid moesten gefield, en de Posterijen ten zijnen bijzonderen voordcele aan hem afgeftaan worden. Men was niet onbewust, dat de Posterijen aanzienlijke voordeden aan de Steden opleverden, doch het ftak veelen in den krop, dat een groot deel van • die  BSR VA9ERL, GESCHIEDENISSEN. 403 voordeden genoten werden door de Postmeefters, waartoe men doorgaans in de groote Steden Burgemeesters benoemde. In den Haage, befloot men 'er toe, doch de Prins weigerde zulks, en deed 'er afftand van, ten behoeve van den Lande: dit voorbeeld volgden veele andere Steden, maar te Amfterdam kon men 'er niet toe befluiten. Het voordeel dat de Posterijen jaarlijks aldaar opleverde,, beliep twee tonnen Schats, en fchoon Burgemeesteren, die voordeden zonder eenig gemoedelijk bezwaar, zoo veele jaaren genoten hadden, zoo vonden zij zich nu niet weinig bezwaard, om die inkomften ten behoeve van den Lande afteftaan: het befluit viel dus, om voortaan de Inkomften van de Posterijen, in Stads Casfe te ftorten, het welk bij de overige Steden niet weinig gemors verwekte. Dit ongenoegen werd intusfchen nog vermeerderd, door de verfchillende begrippen die men had, aangaande het begeven van Burgerlijke Ampten, die gewoonlijk door de Burgemeesteren in de Steden begeven werden. Algemeen werden dezen befchuldigd, aanmerke- lij-  404 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE lijke giften of gefchenken, of zelfs een zeker aandeel in de voordeden van zulke Arnpten naa zich te neemen; dat zij de besten en voordeeligften aan hunne kinderen of bloedverwanten gaven, ook fomtijds aan vreemdelingen, met voorbijgang van gezeten Burgers: men wilde het dus aan den Prins opdragen. Anderen bege. rden , dat de Ampten bij opveiling aan de meestbiedenden verkocht werden. Te Rotterdam eischte men dit laatfte, met zoo veel drifts en onbefcheidenheid, dat de Regeering 'er haares ondanks, in bewilligde, doch dit gaf gelegenheid , dat de Prins zijn gevoelen deswegens aan den dag lag, want naauwlijks was het dien Vorst bekend geworden, of hij gaf 'er zijn ongenoegen over te kennen, vernietigde de afgeperstte Publicatie, en vermaande elk, om de betaamlijke eerbied voor de Regeering in acht te neemen, en zich voor alle willekeurige daaden, in het vervolg te wachten, door welke verklaring, die onbezonnen ijveranrs, zich niet weinig in hunne verwachting te leur gefield vonden. Wij zouden een geheel Boekdeel vullen  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 405 len kunnen, wanneer wij de dolzinnige bewegingen, die in dien tijd, in de meeste Steden plaats hadden, vermelden zouden, dan, het gelust ons niet, om onze L z rs hier mede te vermoeijen, waarom wij flechts in het generaal aanmerken, dat het in alle plaatfen , ook te dien tijde niet ontbrak, aan eenige eigenbaatige belangzoekers, die aan het lichtgelovig en onkundig gemeen den toon gaven, onder voorwendfel, dat zij het heil des Vaderlands, en de belangen van den Stadhouder ter harte namen. Elk hunner, wilde het Land op zijne wijze regeeren, en achtte zich bevoegd tot het doen van de ongerijmdfte voorflellen. De 'Schutters Doelens , door onze Voorvaderen gefticht, om de Burgerijen in den Wapenhandel te oeflenen, en tot de getrouwe waarneeming van hunnen plicht jegens het lieve Vaderland aan te fporen , werden nu herfchapen in broeinesten van de hatelijkfte twisten, en leverden dag op dag de afzichtelijkfte toneelen van wanorde en ongebondenheid. Hij, die zich eenen aanhang onder het mingegoedde deel, zij-  406 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zijner medeftadgenooten, wist te bezorgen, fotns zelfs door de onbehoorlijkfle middelen , plaatfte zich op eene tafel, of andere verhevene plaats, en zette de gemoederen^in beweging, door de armhartigfte aanfpraken en voorftellen, die geene andere ft-rekking hadden, dan om het zaad van Tweedracht en Burgertwist, dat in veeier harten aan het kiemen was, nog weliger te doen opfchieten. De onkundige menigte gaapten den fchreeuwer aan, en wierd dikwils genoodzaakt, hunne naamen te teekenen op de ontworpen punten, waar van zij niets verftonden, of die dikwils tegen hunne eigene belangen flrijdig waren. Het haateiijkfte van dit bedrijf, werdt (onzes inziens) nog vergroot, door het voorwendfel van zulke roervinken, als hadden zij eene bijzondere zucht en liefde voor den Stadhouder, en zijn doorluchtig Muis. Hoe zeer werkten zij de tegenftanders van dien Vorst, niet in de hand, om op hem den blaam te leggen, als trachtte hij door oproer en geweld, zich eenen weg tot meerder gezag te baanen ? Hoe onbillijk die aantijging ook wezen moge, zij vond  DER VADERL» GESCHIEDENISSEN. 407 vond ook toen, even als in voorige dagen, eenen gereedden ingang bij veelen die" de oude veete tegen het Oranjehuis, in den boezem koesterden, en het ontbrak niet aan doorzichrigen, die duidelijk bemerkten, dat de woelingen der Doelisten, denzulken niet ongevallig waren. Terwijl alle deze Volksberoeringen plaats hadden, hielden zich de Vroedfchappen der .Steden in Holland onledig, over het voordel van de Ridderfcbap, om namelijk" de Stadhouderlijke Waardigheid erffelijk te verklaren in de Mannelijke en Vrouwelijke linie: de meeste Steden befloten 'er al fpoedig toe, doch Amfterdam bleef agterlijk, uit hoofde van de verfchillen over het afftaan der Posterijen: naa veel en langdurig handelen, befloot men 'er echter toe, en dus werdt zijne Hoogheid, voor zoo verre Holland betrof, tot Erfftadhouder aangeftelt. Dit voorbeeld van Holland, fpoorde ook de overige Gewesten aan, om hen daar in te volgen, en eerlang zag Willem de IV. zich en zijne nakomelingen geftek in de erffelijke bezitting zijner hooge waardigheden, bij alle de Gewesten, Ongemeen veel in-  40B BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE invloeds had dit alles op dén loop van zaaken, zoo hier re lande, als aan de Hoven der nabuurige Vorften, en bijzonder op den feilen Oorlog, waar in het Vaderland betrokken was: die allen te vermelden, zou deeze Afdeeling te zeer doen uitdeijen, waarom wij dit tot eene volgende uitftellen, en hier mede dit Vierde Deel van dit ons werk befluhen. Einde des Pierden Deels,