BEKNOPT HANDBOEKJE DER VADERLANDSCHE GESCHIEDENISSEN.   BEKNOPT HANDBOEKJE DER vaderlandsche GESCHIEDENISSEN. danvang neemende met de komst van Karei. l>e Vde tot de Graaffelijke Waardigheid over deeze Landen, tot den tegemvoordigen tijd. Uit de beste Autheuren, en andere echte stukken, ten dien- fte van NEênLANDscn Jongelingschap, hij een gezamew, en in orde 'gefield, door CORNELIS van der Aa. ' v ij f d e deel. met tlaaten en pourtraitten. te amsterdam, r,ij JÖ HANNES AL L ART, m d c c c x i U   INHOUD van dit VIJFDE DEEL. TWEE EN TWINTIGSTE AFDEELING. Historie fints de invoering der Erfftadhouaeriijke Waardigheid , in 1747, tot de dood van Prins Wjllem dêjn Vierden , in het 'jaar 175l' • . '. Bladz. 1. DRIE EN TWINTIGSTE AFDEELING. Vervolg der Historie, fints de dood van Wielem den Vierden, in 1751, tot de kom ft e van Prins Willem den Vijfden aan het Bewind hij zijne meerderjaarightid in het jaar 1766. . pr. * S VIER  vi INHOUD. VIER EN TWINTIGSTE AFDEELING. Vervolg der Historie , fints de komst van Willem den Vijfden aan het Bewind, in j?66., tot de Oorlogsverklaarirg der Engelfchen tegen dezen Staat, in December 1780. . Bladz, 202. } " • VIJF EN TWINTIGSTE AFDEELING. Vervolg der Hiflorie, fints het begin des Oor logs met de En gelfchen in December \y%o,'tot op het tekenen der Praliminairen van den Vrede op den 20 Ja~ uuarij 1783. . • 324 BS-  BERICHT VOOR DEN BINDER. De Vredehandel te Aken. . Bladz. 20 Vuurwerk in 's Hage, over de Vrede te Aken. ... 4 a De Militie komt te Leijden binnen. 66 De Militie vat post op de grooce Markt te Haarlem. ... 63 Beroering onder den Godsdienst te Nykerk. . . . .76 Adriaan Valkenier, Gouverneur Generaal van Neêrlandsch Indië. . 82 Het Hollandsch Schip van PieterVIak, in gevecht met twee Aigierfche Kapers. ... 112 Het Plunderen van het huis van Burgemeester Geenfema, te Groningen. 128 Inkomst van de. Prins en Prinfesfe in den Haage, naa hun voltrokken Huwelijk. . ..220 Mr.  BERICHT voor dept BINDER. Mr. Pieter Steijn, Raadpenfionaris en Grootzegelbewaarder der Staaten van Holland. . . . 246 De Dichter Joost van Vondel. . 248 Vergadering ter verbetering der Pfalmberijming in den Hage. . 252 Eeuwfeest te Leijden gevierd. . 258 Egbert de Vrij Temminck, Piurgemeefter der Stad Amfterdara. . . 286 Ontmoeting van Byland en Fielding. 306 Koning Georg den lilde. . . 318 Johan Arnold Zoutman, Vice Admiraal van Holland. . . 370 Commisfie op het Huis in 't Bosch. 410  I' E K N O P T HISTORISCH IIAN DBOEKJE der VA DE RLAND SC HE GESCHIEDENISSEN. TWEE- EN- TWINTIGSTE AFDEELING. I N H O U D. Veranderingen in het Staatkundig Syfhema der Republiek, naa de invoering der Erfftadhouderlifke Waardigheid in alle de Gewesten. — Menhejluit om den Oorlog krachtdadig door te zetten. Het Franfcbe Hof traeht alles te verhinderen. i Handelingen met Engeland en Rusland, tot het verkenen van bijfland aan de Staaten en derzeher Bond*eV. Deel. a " 1100'  2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE nooten. —— Algemeen misnoegen hier te Lande, tegen het Bcfiuur. De Liberaale Gifte gevorderd, en met algemeen genoegen cpgebragt. Verklaring van het Franfche Hof, en Tegenverklaring der Staaten.—— Het eerstgemelde Hof neigt tot Vrede. Waartoe de onderhandelingen te Aken- geopend ivor den. Willem de Vde gebo.. ren. Ongemeene vreugde daar over, in ■alle de Gewesten. Bewegingen der Le- gerSt Maaftricht belegert. Word bij verdrag overgegeeven. ——— Opgaave van de oorzaaken der oneenigbeden hier te Lande. Algemeen ongenoegen tegen de Pachters van des Gemeen el ands Middelen. —— Uitbarsting tot dadelijkheden in Vriesland.— In Stad en Lande. Men wil den Stadhouder aldaar meerder gezach bezorgen. ——— Plunderingen aan de Huizen der Pachters te Haarlem. —— De Staaten keuren het gedrag der Wethouderfchap aldaar opent lijk tf. Onlusten in den Haage te Leij- deri —— ook te Amfterdam. Eenige .Belhamels aldaar gevat, en te recht gefield. — Woelingen der Doelist-en te Amfterdam. Staat  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 3 Staat van de Vreedehandel te Aken. i . Algemeene geneigdheid der Mogendheden tot Vrede , befpoedigd dat werk. Be Vrede aldaar gefloten. Korte Inhoud van het Verdrag , en aanmerkingen op het zelve. . Nieuwe onlusten, tegen het Bef uur, . men wil de Pacht er ij en voor eeuwig afgeJvb#ft hebben. De Staaten willen dezelve handhaven. De Stadhouder H 'er tegen. "Slaat een Hoofdgeld voor. - A'gemeene zvensch, om de Regeeringen in de Steden veranderd te krijgen. Beroerten desivegens te Amfterdam. , De Pachten •worckn voor eeuwig afgefchaft. ■ Provi- fioneel middel tot vergoeding voor de afie- fchafte Pachten. Verdeeling derzelve over Holland. Zzvarigheden tegen de voorgeflagen Schatting door de Ingezeetenen. — De Invordering bij Colledte voorgeflagen. — Gedachten van den Stadhouder deswegens. — De .Collecte vastgefeld, en ingevoert. . Schade door de Plunderingen der Pachters veroorzaakt, door den Lande vergoed. • . Nietnve Pogingen om de Regeeringen in de Steden veranderd te krijgen, - Onlus- A 2 u  4 BEKNOPT KISTOPvISCH HANDBOEKJE ten deswegens te Amfterdam. Woelingen van Raap en anderen aldaar. Be Prins komt te Amfteidam —— veranderd til daar de Regeer in g en Krijgsraad. ——— Word gemachtigd tot het veranderen der Regeering in de overige Steden en Gewesten. — Uiteinde van Raap, en verachting die de hoofden der oproerigen allerwegen ondervonden. Nieuwe onlusten te Haarlem over het invoeren, der Collecte r ook te Amfterdam, ««Rotterdam. Wijze waarop dezelve geftild worden. Vermindering van het Krijgsvolk bepaald en uitgevoerd. — Nieuw verdtag met Vrankrijk ge/loten. —— Onlusten met Engeland over de Vaart in de O. ladiëfl dezelve geftilt. Vereffe¬ ning der gefchillen zvegens Embden. —— Verdragen van vriendfehap , gefloten tufchen de Staaten , en verfcheidene Hoven. > Kerkheroeringen te Nykerk. Maatre- gulen daar tegen genomen. Verfchillen ever de Vaart op Esfequebo. Handelingen deswegens tusfehen de Kamer van Tienen , en de Deelhebberen in Zeeland. Nieuwe O. I. Maatfchappij te Embden opgericht. — Maat-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 5 Maatfchappij van Visfcherij in Engeland gevestigd, Maatregtilen hier te Lande daar tegen genomen. Pogingen tot her- . fel van den Koophandel en Fabrilqum, door den Stadhouder ondernomen. Verfchil- lende inzichten der Gewesten over dat onderwerp. Plan ter verbetering door den Stadhouder overgelevcrt am de Staaten. ■ He Prins word onpasflijk. Vertrekt naar Aken , om de Baden te gebruiken. - Komt te rug TFord ziek , en fterft. Algemsene droefheid ever dat afflerven hier te Lande. —— Zijne begraafns. Zijn Cbaracler en Lof. W"ij hebben in de voorgaande Afdeeling den Lezer doen opmerken, op welk eene .dubbelhartige wijze het Franfch.» Hof hand:!de, toen het, te midden van de onderhandelingen die-te Breda aangevangen waren, eene vijandelijke Oorlogsverklaring' tegen den Staat in d= wereld zond, en ten zelfden tijde, eenen inval in Staats Vlaanderen bewerkftelligde. Wij zagen de flerke Vesrfng A 3 Ber-  6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Bergen op den Zoom, en andere gewichuge S.erktens aan d^i Schelde, voor de overmacht . der Franfche Legerbenden bukken : hoe eene algemeene geest van misnoegen en gemor tegen mt Beftuur , het geheele Land, en veeier hanen vervulde; wij zagen eene vijf» en-veertig jaarige Staatsregeering zonder Stadhouder, door veelen gewraakt, door fommigen ijverig begeert, bij de fpoedige verheffing van Willem de IV de, verwisfelen met een Staats- en Stadhouderlijk. Beftnur, en die Waardigheid, door de Staaten van allê*de Geweiten ErfTelijk verklaren, in de Mannelijke en Vrouwelijke Linie van dien Vórst. Lnatcn •wij nu onzen weg vervolgen , en bezien welke gewichtige veranderingen door dit alles veroorzaakt werden , niet alleen ten aanzien van den ontvlamden oorlog , maar ook op den inwendigen Staat en Regeëringsvorm van het lieve Vaderland. Hoe begerig men weinige maanden geleden nog was, om een Onzijdig Verdrag met Lodeivijk de XV, aamegaan, zoo waren door de jongfte gebeurenisfen , de inzichten hier omtrent, zoo zeer veranderd, dat men zich ner-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 7 nergens meerder op bevlijtigde , dan , om het Franfche Hof, door alle mooglijke middelen in deszelfs oogmerken te dwarsbomen. Het aangaan van verdedigende Verbonden, en het aanwerven van Krijgsvolk, dit waren de middelen , die nu , bij de Susten der onderfcheidene Gewesten, en volgens advis van den Stadhouder, moesten in het werk gefteld worden; dan, in het uitvoeren van het een en ander, deden zich aanmerkelijke zwarigheden op. Het Franfche Hof, fints eenigen tijd getracht hebbende, de Duitfche Hoven, tot het in acht neemen van Onzijdiglieid aan te fpooren, w^s daarin tot geene geringe belemmering der Staaten, maar al te gelukkig gedaagd. Het Hof van Petersburg, hoe zeer genegen om eene aanzieneiijke hulp tegen Frankrijk te verleenen, was beducht voor de onderneemingen des Konings van Pruispn, en vond zich in geene geringe verlegenheid om zich in dien Hand van zaaken, te zeer van Krijgsvolk te ontbloten , ten dienfte van de Koninginne van Hongarijen en Bohemen. Hoe lang en veelvuldig men ook gehandeld had, over het aandeel in de kosA 4. ten,,  8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ten, die de Staaten, voor de te leveren bi>•ftand betalen moesten, bet werk bleef flee.pende en onafgedaan. Na lang delibereeren, kwam het eindelijk tusfehen de Keizerinne van Rusland, en den Koning van Engeland tot een dadelijk verdrag, waarbij de eerstgenoemde beloofde, cm ten dienfle van den laatstgemelden, en zijne Bondgenooten , (waar door men bijzonderlijk. d.e Staaten dezer Landen verftond) 3°;ooo Man, en 40 0/50 Gallijen gereed te houden. De Koning van Engeland beloofde voor die gunstbetoning, der 'Keizerinne te zullen betalen 100 000 Ponden Sterling voor het lopende jaar, onder helding, om in geval van langer dienst , zich .daaromtrent in tijds te verklaren: doch dewijl die beloofde Hulptroepen, in Lijfland moesten bijeen verzameld, en niet eerder in beweging konden gefield worden, voor en al eer, alles tot dien tocht ï» gereedheid was, en de benodigde Geldmiddelen voorhanden waren, zoo val; het niet moeilijk te bevatten, dat de uitzichten op eene onveiwijlde hr.lpe, arn veele zwarigheden hier te Lande onderhevig bleef. De.  ÖER VADERL. GESCHIEDENISSEN. p De geest van tegenftand en morrend misnoegen tegen het lieftuur hier te Lande*, was inmiddels tot 'eene ontzettende hoogte' geftegen: allerwegen fchreeuwde men over verraid, en omkoping onder de Regenten: 's Lands Kas, gedrukt door de Lasten van voorheen gevoerde oorlogen, was niet toe-' •reikend, tot goedmaaking der uitgaven, die .den mm °.oriQg noodzaaklijk maakten, en 'er was geen de minfte^oop op het wel gelukken van j nieuwe Negoriatiën. Dit a41es gaf ftof tot. veele; en langwijlige raadplegingen , tusfchen de Staaten van Holland, en den Erffiadhouder, tot het vinden van buitengemeene onderfteuningen in.den aJgemeenen nood des Vaderlands-. ;De Prkis oordeelde, ,dac;bet .afvorderen van eene Liberaale Gifte] boven alles leverkiezen was, temeer, dewijl 'er gejioqgfaame redenen voorhanden waren, waar uit men befluhen kon, tot de bereidwilligheid- der meefte Ingezeetenen tot het opbrengen derzelve, door welke maatmm niet alleen m 's L?nds behoeften dadelijk voorzien, maar. ook de zorg voor de voldoening der Interenen, geheel weggeA 5 nurad '  10 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ruimd werdt. Naa alles gewikt en gewagen te hebben, werd het afvorderen van eene Milde Gifte, ingevolge des Prinfen voorfl;-g, als het verkieslijkfte middel vastgefte'd, bij openbaare Piacaate, ter kennisfe van de Wgezeetenen gebragt, en daarbij bepaalt, dat allen die meer dan ƒ2000-:-: gegoed waren twee pCt.; zij, die niet meer dan ƒ 1000-: -: één pCt. betalen moesten, terwijl het aan elk werd vrijgelaten, om zijne gifte te vermeerderen, mar goedvinden, en iets bij te dragen ter vervulling van den aigemeenen nood. En daar men aan de eene zijde, zich verzekeren wilde, dat elk Ingezeten zich in dezen van zijnen pücht omtrent het Vaderland naar blhoren kweet, en men aan de andere zijde, niemand verplichten wilde, om den fhat zijner bezittingen aan anderen bekend te maaken, zoo werd elk onder de verplichting gebracht , om' door het doen van eenen Eed, en ten aanzien der ivlennoniten , met waare woorden, voor de daar toe benoemde Comtnisfiën te verklaren, in de feegrooting vsn hun vermogen , naar .hun beste weeten, en ter goeder trouwe gehandeld  DER VA DE RL» GESCHIEDEMISSEPf. II deld te hebben. Dit voorbeeld van Holland, werd eerlang niet alleen gevolgd in de. andere Gewesten, maar zelfs de Ingezetenen in de Oost- en West-Indifche Bezittingen dezer Landen, werden tot het bijdragen in deeze Milde Gifte aangefpoord. De verbazend groote fchat , die op deze wijze, bij één gebragt werd, zonder eenig bezwaar van 's Lands Kasfe, vonden wij ergens begroot op 120 Millioenen Schats, een bewijs, dat de Natie zich in deze bereidwillig en genegen toonde , om in den algemeenen nood des Vaderlands , gereedde hulpe te betoonen. Het Franfche Hof dit alles ontwarende, liet intu&fchen niets onbeproeft, om den ijver hier te Lande , tot het bieden van eenen krachtdadigen tegenftand, te beletten. Het deed , door deszelfs Gezantfchaps Secretaris, eenen brief aan de Aigemeene Staaten overleveren , waarin de Koning verklaarde , als nog dezelfde vrecdzaame gezinningen omtrent den Nederlandfchen Staat te koesteren, niettegenflaande de aanmerkelijke veranderingen' in den vorm der Regeering, Het fiilzzvijgew A é dat  12 BEKNOPT HISTORISCH ÜAfvD BOEKJE dyt de Suiaten in acht namen, op zijne verhit* rit.g bevstcus ove> ge levert, .deed- hem vermoede., dat zij vijani.j'chap leven vriendfebap, de vei weesting v.m hun Land, hoven den -welvaart der Ingr zeetenen, verkozen hadden. Na eene bedreiging, dat hij de vijaudlijkbeden voortzetten, en het onderhoud zijner Troupen van 's Lands Ingezetenen vorderen zou , betuigde hij echter, niet dan ongaarne , tot dien ft af te zullen komen : d.at hij getroffen, over de algemeene rampen , geen oogmerk had op de uitbreiding zijner Heerfchappij &c. &c. Het gevolg was, dat men nu niet langer ftilzwceg, maar een rustig antwoord aan den Koning deedt toekomen, waarbij min het onbillijk gedrag van. het F/Emfche Hof in helkn dag •zette, De veorige aanbiedingen den Staaten gedaan, waren vergezeld met eenen onverheedfebeu inzed in Staats Vlaanderen , e:i zulk ècn vijandelijk bedrijf, noodzaakte hen , geen antwoord te gceven, dan door hel gebruiken van alle die middelen., die hun door Goddelijke en metifcbelijke. vaeiten , aan de hand gegeven wer.den. ■ Zij zegen duidelijk, dat de.Koning, onder Cchijn van vriendfehap, en zucht voor het wel-  T>L1\ VADERL. GESCHIEDENISSEN. 13 welzijn van het Land, onder betuiging van zijnen wem eb naar vrede, inderdaad niets anders bedoelde % dan zich meester te maaken van den. gebeelen Staat, waarvan hij bereids een gedeelte overmeesterd badt. jN'aa eene uitvoerige voordracht, waarom zij op het behoud (kr Barrierre plaatfen zoo zeer aandrorgen , toonden zij, de ongenoegfaambsid van 's Ko~ uings voorgewendde redenen, waarbij bij dien vijandelijken inval op der Staaten Grondgebied trachtte te verdedigen. De onderftand aan het Huis van Oostenrijk gegeven , was een daad waartoe men, uit hoofde van de aangegaane verbonden , verplicht was; en wat de beloofde befcherming des Konings betrof, en de toezegging dat hij de ftrengfte krijgstucht , . en hei bewaren van de vrije Godsdienstcejfening en cndere voorrechten, in bet oog houden, en dezelve veel eerder befchermen zou, zi.o oordeelden zij, uit den vijandelijkcn inval te moeten Icfiuiten, dat alle die gewaande gunstbetoningen op niets uitliepen , en juist het tegendeel buiten alle bedenking ftelde. De Ingezetenen.van dezen Staat behoefden geene hefcbermincr, dan die van hunne Hooge Overheid; en welke  14 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE befcberming kon men met grond verwachten van een Volk, dat reeds in Staats Vlaanderen de ongehoordfte knevelarijen aan de Ingezetenen gevoelen deed? De Staaten maakten die antwoord aan geheel de wereld bekend; ook fchreven zij den Raad van Staaten , de Collegiën ter Admiraliteit, en de Bewindhebberen der Oost- en West-Indilche Maatfchappijen aan, elk in den haaren, alle middelen in het werk te ftellen , om den nu verklaarden vijand, alle mooglijke hinder en afbreuk toe te brengen. Hier bleef het niet bij , want al fpoedig werd het vervoeren van Wapentuig , Paarden en Scheepsbouw-^ ftoffen, naar Vrankrijk , ook het invoeren van alle Franfche Produclen hier te Lande, mitsgaders het geeven van Asfurantie op Franfche Schepen, bij Placaate verboden, de Kaapvaart aangemoedigd, en door het ligten van den derden man, vcvn alle uitvarende Schepen, tegen betaling van eene aanzienelijke premie , het bemannen van 's Lands Oorlogfchepen befpoedigd. Het Franfche Hof, ziende, dat men hier te Lande zich met zoo veel ijvers toelag, om  PEll VADERL. GESCHIEDENISSEN. 15 om desfelfs oogmerken te verijdelen; niet onbewust blijvende, dat de Keizerrinne van Rusland, en Corps van 37,000 Man, ten diende der Bondgenooten in beweging Helde, en boven al gevoel hebbende van de fchade, die het verbod van invoer van Franfche goederen hier te Lande , natuurlijk veroorzaakt n moest; begon al fpoedig van -maatregelen te veranderen , en werd met ernst bedagt, tot het aangaan van Vredesonderhandelingen. Het Krijgsgeluk had in Itaiiën , gedurende den zomer des jaars 1747, den Bondgenosen ook gunftig geweest, en door het aangaan van Verbonden, tusfehen de Staaten van deeze Gewesten, en de Hoven van Weenen , Londen, Turin, en andere Staaten, we/den de uitzichten hier te Lande, niet weinig opgehelderd, toen in het begin der Lente van het jaar 1748., de onderhandelingen tot eenen aïgemeeoen Vrede , binnen de vrije Rijksftad Aken, eenen aanvang namen. De Koningen van Vrankrijk , Engeland, Sardiniè'n; de Keizerinne Koninginne; de Hertog van Modena $ de Republiek Genua en ook de Algemeens Staa-  l6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Staaten, zonden een aantal Gevolmachtigden derwaarts, voorzien met eenen .uitgebreiden last, om liet werk van den Vrede tot ftand te brengen, en naauwlijks hadden z\) eenige bijeenkomlten gehouden , of doorzingen belpeurden, dat het de algemeene wenseh der Mogendheden was , om een einde aan den Oorlog re .maaken: dan , eer wij den uitflag derzelve te* boek flaan,, eischt de order der Gefcbiedenis, dat wij de gebeurenisfen, die inmiddels plaats hadden, aan onze Lezeren te kent,en ge-even. De Stadhouderlijke . Waardigheid, nu erflijk verklaart zijnde, in de Mannelijke en Vrouwelijke Litiie vin zijne Koogheid, kon het . niet anders dan hoogst aangenaam zijn, aan alle voodiaxlers van het Oranjehuis , dat de Prins, aan de Staaten der onderfcheidene G westen , plech ige kennis gaf van de zwangerheid zijner Koningiijke Gemaaiinne , dat in de maand Oétober des jaars 1747 geschiedde. De Staaten van Holland vernamen dit bericht met eene zic'utbaaie vergenoeging, en verzuimden niet ora een bevel uit te vaardigen, waaibij bevolen,'  DER VADERL. GESCHIEDE NISS&N. 1/ ten werdt, dat in alle de Kerken onder hun gebied, -plegtftatig gebeden werd, om de gelukkige voortgang van Haare Koningiijke Hoogheid, in hoogst deszelis gezegenden ftaat, en ten beftemder tijde, om eene gelukkige en voorfpoedige verlosGng, ten -beste van Land en Kerke , en van het Doorluchtig Huis van Oranje, en toen de ïfte Maart des jaars 1748, aanwezig was, . beviel haare Hoogheid van eene Mannelijke Spruite, die fints onder den naam van Willfm de Vde , in onze Vaderlandfche Historie is bekend geworden. Ongemeen groot was de biijdfchap en het genoegen die deze zoo gewenschte bevalling, in alle de Gewesten, veroorzaakte. De Godsdienftige Vergaderplaatfeu van onderfcheidene gezintheden, zelfs de Joodfche Synagogen, werden vervult met openbare Lof en Dankzeggingen, over de geboorte van eenen Mannelijke Erfopvolger, in de Stadhouderlijke Waardigheden, terwijl de aanzienlijke vereeringen , zoo van de Aïgemeene Staaten, die der bijzondere Gewesten, en een aantal Steden, tot kennelijke blijken ftrekten, dat  l8 BEK KOPT HISTORISCH HAND30EKJS ëat men die henchlijke geboorte , eene openbaare dankerkentenisfe waardig keurde. Te midden van alle deeze vreugdebetooningrn, en den gewenschten voortgang van het Akenfche Vredeswerk, werden echter de Krijgstoerustingen, zo aan de zijde van Frankrijk, als aan die der Staaten en derzelver Bondgenooten, niet uit het oog verloren. Het Staatfche Leger, dat den vrijen toevoer van mondbehoeften naar Bergen op den Zoom, voor de Franfchen niet weiBig belemmerde , derwijze , dat 'er zich een groot gebrek aan noodwendigheden in die Vesting openbaarde, trok te dezen tijde te Vtlde, en hield in de nabijheid van Bieda ftand, ten einde die gewigtige Vesting, en de grenzen van Holland, aan dien kant te dekken. De Franfche Legermacht, almede in beweging gefield, onder bevel van den Maarfchnlk van Saxen, kwam van den kant van Henegouzven en Brabant opdagen, en bragt de Bondgenooten in twijffel , waar op men het eigenlijk gemunt hadde. Die onzekerheid duurde echter niet 'lang, want een deel desfelvcn, onder bevel van den Maar-  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. lp Maarftbalk van Löwenthal, floeg den weg naar de Maaskant op, omringde de Stad Maastrigt, en belegerde dezelve, ten zelfden tijde, darde Maarftbalk van Saxen met het gros des Legers door Luikerland, aan eene andere zijde van Maastrigt opdaagde. Op den 15 April, werden de Loopgraven reedï geopend, en fchoon de belegerden, door manmoedige uitvallen, e~n ook het ongunflig jaargetijde, den Vijand veele hindernisfen veroorzaakten, het-kon echter niet beletten, dat de Vesting aan alle kanten ingefloten en benaauwd werdr. De Baron van Ailua, die binnen dezelve het bevel voerde, fpande wel alle zijne vermogens in, om de hem toevertrouwde post te verdedigen, en het liet zich aanzien, dat hij de Stad nog eenigen tijd zou verdedigd hebben , dan, hij wierd daar in belet, door eene order van den Hertog van Cumberland, die over het Leger der Bondgenooten het bevel voerde, niet minder behelzende, dan, de Stad aan den Vijand over te geven, onder beding van de gewoonlijke Krijgseer voor de dappere bezetting. Het vervolg deed  20 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE deed zien, dat deeze order tot overgave, een gevolg was van de handelingen te Aken, alwaar men reeds op het puilt ftond, om de Preliminairen te teekenen , doch waartoe de Franichen niet befluken wilden , ten zij zij de Stad ■ Maastricht in handen hadden. Het was dan ingevolge die begeerte, en de gemaakte affpraalt te Aken, dat op den 7 Mei), de Stad bij'verdrag aan de Franfchen werd. ingeruimd, waaropeen algemeene fhlftand van Wapenen , die zich zelfs tot in Italie'n uitftrckce, volgde, ten •zelfden tijde, dat de voorlopige punten tot .den Vrede , werkelijk getekend werden. Hindernisfen van.onderfeheidenen aart, vertraagden dit heilzaam werk eenen geruimen tijd ; die alle te vermelden, zou ftrijdig zijn met ons gemaakt ontwerp, waarom wij dezelve-voorbijgaande, ons bepalen zullen tot liet fcketfen van alle die ram;zali,;e. Twisten , Verdeeldheden , Plunderingen , Oproeren , en andere fchandelijke Buitenfporigheden, die binnen den omtrek der ver,éénigde Gewesten , in die dagen plaats hadden. S-chand-daden , die desfelfs be- wer-  M "VEEBIEHAKDEIL TE AAKEX   DE& VADERL. ÜKSCH[EDE?.!j5SEN. 2 1 v/erkers en uitvoerders met eene zwarte koole in 's L>nds gefchiedenis getekend dabben; die eiken waaien vrierd iUs Vaderlands, en van het Dooi luchtig Oranjehuis, tót een bittere fmert verftrekkcn , en tui treurig bewüs opleveren, dat het ook in die dagen niet ma; ge'de aan zulk^n, die door eene fchandebjke baatzucht geleid, onder het masqué van liefde tot het Vaderland, niet anders bedoelden, dan eigen grootheid, en het verkriigen van fchatttn en Eerepoften, ten kosten en nadeele van hunnen evenmemch. De voorgaande • gefchiedenisfen hebben den opmerkzaamen Lezer doen zien , dat zoo dikwils de Staatsregeeriug zor.dtr S adhouder, vervangen werd door een Staatsen Stadhouderlijk Befluur , zulks gewoonlijk vergezeld ging, met buitengewoone Bewegingen, Oproeren, Plunderingen ets andere ongeregeldheden. Billijk vraagt een aandachtig Lezer , wat gaf voorheen tot zulk een fchandelijk gedrag aanleiding? Hoe was de Natie zoo dwaas en buitenfporig, om ook nu, in een tijdftip, dat den Vijand in  22 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE in het bezit van 's Lands voornaamfte Grensvestingen , aan den kant van Staats Vlaanderen was, en daar men dag op dag het fluiten van den gevvenschten Vrede te gemoeue zag, die akelige toneelen van vroeger dagen, wederom op nieuw te vertoonen, en aan de tegenftanders van het Oranjehuis, gelegenheid te geeven, om al dien moetwil, toetekennen aan de verheffing van Willem de IVde, die van het eerfte oogenblik dat hij aan het roer van Staat geroepen werd, onophoudelijk werkzaam was, tot bevordering van het algemeen welzijn des Vaderlands, en een aantal- blijken gaf, dat hij het gebeurde van vroeger dagen, op eene edelmoedige wijze uit den zin ftelde^ die opentlijk verklaarde , zich nergens meerder op toe te leggen, dan op bet verdie} tien , behouden, en aankweeken van de genegenheid en het vertrouwen tvaarmede hij door Vrije Nederlanderen vereerd geworden w.is? die 'er opentlijk voor uitkwam, het zich tot de grootjie eer te rekenen, geboren en opgevoed te zijn, en m°.t genoegen te woonen mder een Vrij Volk? dat hij geen onwaardeer-  DER VADF.RL, GESCHIEDENISSEN. 23 Weerbaarder voorrecht, nog iets dat de eerzucht van een Jlerveling meerder ftreelen kon, kende, dan zich te mogen houden, voor een voorwerp van de liefde van zulk een volk, V wilk in ge enen anderen , dan in eenen Vrijen ftaat, gelijk die der Nederlanden was, vallen kon, en daarom ook bereid was, om op het voetfpoor zijner Voorvaderen al zvat hij in de wereld had, op te zetten, voor de behoudenis en befchei ming van desfelfs Burgerlijke en Godsdienftige Vrijheden ? Vraagen die (*) Dit zijn de eigen woorden van Willem DE IV, die hij in eene openbaar gedrukte brief, aan de Natie te leszen gaf, ten eindt zijn ongenoegen te doen blijken. over eene Aatlfpraak , die de eene of andere Duisterling , in dien tijd in de wereld fiootte , even als of dit werkelijk door den Erffladbovder gedaan was. Eene Aanfpraak , die in de daad geene andere bedoeling bad, dan de Natie in den waan te brengen , dat- dien Vorst zich als Souverein van den Lande wilde geëerbiedigd hebben, dewijl dien Schrijver de dzvaasheid, of kwaadaar tigheid bad, om de Ingezetenen dezer Landen , ah  24 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE die hier bijzonder wel te pasfe komen, daar de beantwoording dcrzelve, ons eene voegzame gelegenheid aanbied, om de oorzaaken van alle die onftuimige Bewegingen, en fch indelijke Volksrumoeren, aan onze Lezeren kort en zakelijk op te geeven. Even als ten tijde van Willem de lilde ten jaare 1672., toen de vrienden van den Raadpenfionaris de TVitt , alomme in het bewind waren, en deeze de verheffing van dien Vorst verhinderden, dog door den inval als des Prinfen Onierdaanen; bet Leger der Staaten, als zijn Leg-r. ïh die Aanfraak te doen vo-oirkomeé. Het is nimmer bekent geworden wie dat Libél famenfielde , en dus blijft bet raadflachtig\ of het uit de pen van een doldriftiger! ijveraar, of van eenen gezworen tegenflander van dien Vorst, is ' voortgevloeit. Vast gaat het, dat het 'jt.uk zijne Hoogheid mishaagde , en h,cm gel genheid verfchafte, om de waare gevoelens van zijn hart der Natie kenbaar te maaken, ten blijke dat men hem ten onrechte van Heerschzucht trachtte te verdenken. ' sStk. .;<(.^>4 :-,V»4  m va de rl, mmhimm S5 val der Franlchen, uit het bewind geraakten, door eene buitengewoone verandering der Regeeringen, in de Steden; even zoo gmg het ook nu toe. Wij hebben, bij het vermelden der gebeurenisfen van het jaar itf72. doen zien , tot welk eene ontzettende hoogte het morrend ongenoegen tegen de Regenten allerwegen genegen was; hoe de moordlust der Haagfche Burgerij zich ten toon fpreidde, in het deerlijk omhals brengen en martelen van de gebroeders de P&ft\ dewijl, naar hunne gedachten, aan cleeze, èn aan hen die zij alomme op het Kusfen 'geholpen hadden , 's Lands onheilen toetefcbnjven waren. Wanneer men de menigvuldige Paskwillen en Schotfchriften, die w het tijdvak, dat wij thans behandelen! alomme geftrooit of aangeplakt werden, met opmerking gadeflaat, dan blijkt het duidelijk, dat er ook nu ontaarte Ingezetenen waren die, met een zeker genoegen, die fchandehjke moordtoneelen, gaarne zonden hebben vernieuwd gezien. Ook nu werden s Lands onheilen, het verlies van de flerktens aan den kant van Stcau Vlaanderen, V, Deel B en  20 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de fchaarschheid van Penningen in 's Lands Cas, aan het verraad en dieverij van een aantal Pvegenten toegefchreven. De zwaare Lasten die men hier te Lande van tijd tot-tijd invoeren moest, en zonder welken het Vaderland, uit hoofde van desfelfs ligging, niet boven water kan gehouden worden , weigerde men op den gewoonen voet op te brengen. Veelen waanden, dat wanneer men een Stadhouder aan het Bewind had, zij van het dragen der Lasten bijna zouden ontheven zijn, en van daar de eerfte bron , waar uit zoo veele zwartte fchend-daden ontfproten. Te dien tijde werden des Gemeene Lands Middelen, door de Staaten der Gewesten, aan meestbiedenden, tot eene zekere fomme, voor bepaalde Diftriclen, Verpacht, en zij die de meeste prijs boden , werden Pachters genaamt. Gewoonlijk moest hij, die een of ander Middel in Pacht verkreeg , het Gemeene Land zekerheid verfchaffen, voor de voldoening der uitgeloofde Pachtpenningen, door het (lellen van genoegfaame Borgen, of het in voorraad fournceren der Gelden: alle  OER VA DER L. GESCHlEDtKJsSElV. «ft alle kosten op de invordering vallende, kwamen voor rekening van den Pachter] die het vrijftond, om zich omtrent het een of ander middel met de Ingezetenen te ver. draSen 5 ^w-J'1 een aantal toezienders door hen in dienst genomen werden, om op de Sluikerijen acht te geven. De prachtige leefwijze die veele Pachters hielden; de fchatten die zij in weinig jaren bij een bragten; en ook de Knevelarijen die fommigen zich veroorloofden, omtrent hunne Medeburgeren, had hen fints eenige jaaren in eene kwaade reuk bij veelen gebragt, en nu . voeren fommigon tegen hen, op eene hevige wijze uit, in vinnige Schimpfchriften, hen befchuldigende, dat zij zich vet mesten met het bloed en zweet der armen Geen wonder des, dat door zulke midde- * len, de gemoederen van het gemeen in beweging geraakten, te meer, daar men in den waan verkeerde, dat de Stadhouder de Pachten affchaffen, en een aanmerkelijk minder drukkend middel, of wel een geheele bevrijding van Lasten bewerken zou. Dit gemor had reeds in den voorgaanden Zomer B 2 plaats,  28 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE plaats, en de bedienden der Pachters, moesten dikwijls den grooiften moetwil van fommigen ondervinden , waarom de Staaten, met goedvinden van Zijne Hoogheid, een fcherp Placaat tegen zulke buitenfporigheden in 't licht gaven, het welk als toen het vuur van misnoegen wel fcheen te dempen, maar echter nier beletten kon, dat het te dezen tijde, in lichter laaije vlamme ontbrandde. Vriesland leverde de eerfte toneelen van geweld, toen men de verblijfplaatfen der Opzichtereu op de Gemeene Middelen , aldaar met eene vreesfelijkc woede, om verre haalde en vernielde. De Molens van de Grutters ia de Steden, die 's nachts aan eene ketting genoten werden, ten einde het maaien op ongelegene tijden, en daar door het verkorten van der Pachters Inkomften te beletten , werden nu van dien dwang ontheven, en den Grutters, door het gemeen, eigener authoriteit, de vrijheid gegeven, om zoo lang, en zo veel te Maaien als zij goedvonden, met uitgedrukten last, om voortaan geene Pachtcedullen het zij voor Grutters of Bakkers te haaien. Te Har-  DER VAD2RL. GESCIJIEDEISISSEN, £0 Harliügen, verkoos men eenige Gecommitteerden uit de Burgerij, die iu last kregen, om zich bij de Staaten te Leeuzvaarden vergaderende, te vervoegen, en eenige punten v?n beklag aan dezelve voortedragen. Met openbaare vreugdeblijken, door eene groote menigte in de Hoodffiad verwelkoomd zijnde , zetten dezen den gang naar de Staatsvergadering , en eischten op eenen hoogen en gebiedenden toon, dat men binnen een half uur, hunne verzoeken zou toeftaan, riet minder onder anderen behelzende, dan het finaal affchafFen der Pachten. Het vergaderde Gemeen, den uitflag der Raadsplegingen afwachtende, voerde de dreigendfte gefprekken, wanneer men hen geen volkomen genoegen g3f, en die deed de Vergadering befluiten , om dadelijk alle Pachten bij Piacaate afteföaaffen,. Billijker wijze zou men nu verwacht hebben , dac het gemeen zich wel te vreden naar desfeifs woningen, zou begeven , en allen verdéren moetwil nagelaten hebben , dan , dit was 'er zoo verre van af, dat men uit het wel gelukken van den ftap der HarUngers, dat voorB 3 beeld  30 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE beeld alomme volgde, en met eene helfche woede , een aantal huizen , toebehorende aan Grietmannen en andere Beampten, uitplunderde en verwoeste. Het benoemen van Gecommitteerden uit de Burgerij, zoo in de Steden als ten Platten Lande , werd r,u algemeen, en waren deze ijverig in de weere, om een aantal punten te ontwerpen, die zij wilden vernietigd, of ïngevoert hebben , en die veel al tot de huishoudelijke zaaken van hunne bijzondere woonplaatfen behoorden. Elk wilde op zijne wijze het Land beftuuren, en zulke Gewestelijke en Stedelijks Lasten afgefchaft hebben , als waar bij hij wel het meefte belang had. Behoeven wij hier te. zeggen, dat fommige der opgeworpene bezwaren , van zulk eenen weinig beduidenden aart waren, dat zij als belachlijk door alle verftandigen aangemerkt werden , en aan dezen geen twijffeJ overlieten, of men bedoelde met dat alles, eene geheele verandering in de Regeering, én verdere deelen des Beftuurs? Zulk een algemeene geestdrift verfpreidde zich welhaast naar andere Gewesten, en het óv.uv-  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 31 de Hechts weinige dagen, of het aan Friesland grenzend Stad en Lande, was met even dien zelfden tuimelgeest vervuld. Het huis van eenen der Burgemeefteren van Groningen, werd op eene fchandelijke wijze uitgeplunderd, en zijne Echtgenoote op de onbefchoftlte wijze in Perfoon beledigd: drie der voornaamfte Belhamels bij den kop gevat. en tot eene openbaare Lijfftraffe verwezen .zijnde, trachtte de ontzinde menigte, der Junkie te ontweldigen; men wilde den Scherprechter te lijve, en liet zich niet dan door den Militairen srm der bezetting beteugelen. Toen drong men op eene onbefuisde wijze, dat de Staaten zonder eenig verwij! , de Stadhouderlijke Waardigheid erflijk verklaarde in de Mannelijke en Vrouwelijke Linie van den Stadhouder, en dat zij dezen meerder gezachs gaven, dan hem bij zijne Inftructie was toegefiaan. in^Grp* niHgen gaven zich eenigen veel moeite, om een asntal ondertekenaars te krijgen, op een verzoekfehrift, waar in men Zijne Hoogheid a!s Voorzitter in alle Collrgien, Sis de befcbikker over alle Krijgs-Atnpten, en B 4 zelfs  32 BEKNOPT HISTORISCH HANOBOLKjS zelfs als Opzichter over *s Lands Sluizen of Zijlen, wilde aangefteld hebben. Alle eerbied en ontzach, voor Wet en Overheid, werd uit het oog verloren, terwijl de Plonderzucht, aan een aantal gebouwen, haaren euvelmoed koelde, en werd de fchijnbaare rust niet eerder herboren, dan, naa dat de Regeeriag alle de gedaane eisfchen, ook die van het affchaffen der Pachten, ingewilligd had. Even als een lopend vuur, verspreidde zich de Muitzucht in alle de Gewesten, doch nergens met zoo veel drifts en woede, dan in Holland, waar van wij flechts eenige weinige voorbeelden , hier eene plaats inruimen zulle». Nauwlijks was de maare van het effchaffen der Pachten in Friesland , in Holland bekend geworden , of het fmeulend ongenoegen floeg in lichte laaije vlamtne, binnen Haarlem, ten dake uit. In weerwil eener Waarfchouwing, door Gecommitteerde Raaden, in het licht gegeven, waarbij het wil- ' lekeurig en gewelddadig bedrijf tegen de Pachters, wel fcherpelijk verboden werd, niet toezegging, dat men de ingefloopene mis-  DER VADEitL. GESCHIEDENISSEN, 3*3 misbruiken, eerlange uit den weg ruimen, en alle redenen van klachten wegneemen zoude, (doch welke Waarfchonwing als nog niet verzonden was,) brak de woede van het onzinnig Haarlemsch gepeupel los, cn werden in Weinig uuren tijds , bijnaa alle de Woonhuizen der Pachters, met- eene hetfche woede aangevallen, cn uitgeplunderd. De kostbaarfte Meubilén en Huiscieradiën", Goud, Zilver, Juwelen, Geld, kortom, ailes wat het Canailje Ui harden kwam, werd vertrapt, verbrijzeld, of in het water gefmeten. Men vloekte, fchold en raasde als bezetenen, terwijl men de Wijn en Sterken Drank, als water naar binnen floeg. Niettegenftaande 'er binnen Haarlem eene Schutterij, uit niet minder dan acht Vaandelen Burgers beftond, en deeze ingevolge hunnen duurgezwooren Eed , verplicht waren , om alle Oproer, Tumult, Moetwil en Geweld , aan Gebouwen of Perfooncn, kragtdadig tegen te gaan,, en te beletten, zoo toonde dezen over het algemeen, dar 3u!k een fchendig bedrijf aan der Pachter-en Wooningen en Bezittingen, hui', zoo B 5 is iet  34 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE niet welkoom , ten minften onverfchillig ware. De Wethouderfchap de Trom door de geheele Stad doende roeren, ten einde, de Burgerij in de Wapenen te roepen, tot ftuitir.g van liet woedend graauw, had zulks ten gevolge, dat Hechts een deel derzelve opkwam, en eerder zich als bloote aanfchouwers , dan werkdadige Befchermers,. van hunne Medefladgenoten gedroegen, en het Plunderen, Rooven, en Steelen, hield den geheelen nacht aan. Intusfchen had de Regeering de Waarfchouwing van Gecommitteerden Raaden, ''waar van wij hier boven melding maakten) ontfangen , met last om dezelve op de gewoone wijze aTiekondigen, en ftekle zulks op den volgenden morgen in 't werk , dan , die was olij in de vlam geworpen , het gepeupel, baldadig Wet en Gezach mot voeten tredende , fchuimbekte van woede , om dat men dien moetwil fruiten wüde, en swoer, als nu, de nog overgeblevene Pachtershuizen, het zelfde lot, als de overigen te doen ondergaan. Het duurde flechts weinig auren, of pok deze werden op nog woe-  DER V.\DERL. GESCHIEDENISSEN, %Z woedender wijze aangevallen en vernield, en had men zelfs de fnoodheid, om op de binnenplaats van éénen dier Huizen, een vuur te ftooken, waar in men alles verbrandde, tot geene geringe verlegenheid, van de bewooneren der naastbijgelegene huizen. De Schutterij hunnen Eed en plicht verzakende, en de Wethouderfchap' geen middel ziende , om een einde aan zulk een fnood bedrijf te manken , was deze in den raadeloosten toeftand, en nam zij het kleinhartig beQuit, om de zoo even afgekondigde Waarfchouwing, in te trekken, en voor zoo veel de Stad Haarlem betrof, alle Pachten dadelijk te doen ftflftaan. Hoe zeer men door dit middel de rust fpoedig meende herboren te zien, het plunderen bleef aanhouden, en veelen onveriaten verrijkten zich met het rooven en fteelen van een gedeelte der vernielde kostbaarheden , ook keurde de Staaten van Holland , dit kleenhartig gedrag der Haarlemfche Wethouderfchap af, verklarende, dat zij hetzelve aanmerkten als onecht, of door geweld afgedwongen, en uit dien-hoofde, , B 6 .var*  36 Bi KNOPT HISTOIUiCll HANDBOEK JS van nul en geener waarde, met verzekering, dat zij nimmer dulden zouden , dat het in werking gefield werde, en zoo wanneer die van Haarlem, met verachting van der Staaten bevelen, en ten nadeele van den Lande, eenige voordeden, uit krachte van die affchaffing getrokken hadden, of in het vervolg trekken mogten , zij hetzelve aan het Gemeene L:m4 zonden moeten vergoeden. Terwijl dit alles gebeurde, was het gemeen wel wonder ingenomen met het verrichtte : de voo.heen rijke Pachters op wien men zoo gebeten was, zag men nu van alles beroofd , en daar men geen zwarigheid maakte, om alle noodwendigheden zich aantefchaffen, zonder betaling van 's Lands gerechtigheden, befchouwde men het verrichtte als eene prijswaardige Heldendaad, te meer, daar niémand der Oproermakeren en Pluuderaaren op eene gerechtelijke wijze over hunne fchenddaden aangefproken werd. Kon het wel anders, of zulk een gedrag, moest navolging virden in andere Steden, alwaar het morrend ongenoegen niet minder dan  f;£R VADJiRL» GESCHIEDENISSEN. ^7 dan te Haarlem, onder de asfche fmculde? Dezelfde baldadigheden en geweldenarijen, vonden ook plaats te Leijden, en zelfs in den Haage, de Refi.lentie van den Souverain en die des Erfftadhouders, maar bovenal in het groot en mzchüg^Amflerdam, alwaar de plunderzacht de ijsfrlijkfte verwoestingen aanrichtte. De Stadsregering het onweêr ziende opkomen, ondertastte de Hoofdmannen of Capiteinen der BurgercompagRiën, of men zich op de trouw en hulp hunner onderhoorige manfchappen-, in g; val van geweld, verlaten kon? maar het antwoord dat zij kreeg, was: dat het meerderdeel der Schutters oordeelde , onverplicht te zijn, om de Pachtershuizen te befchermen. Schandelijk gedrag voorzeker, lijnrecht ftrijdende met den duurgezworen Eed , die zij zoo plechtig hadden afgelegt. .Een ijslijk oproer dat op de Botermarkt aanvang nam, omdat eenige Dienaars der Juftkie, de bedienden van de Boterpacht, tegen den moetwil van eenigen befchermen wilde, vervulde de geheele Stad met fchrik en vrees. Eenen der Burger Colonelkn , de Heer Willem van. B 7 Leen,  38 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Loon, ftelde zich a*n het hoofd van eenige Schutters om het oproer te keer te gaan, maar de ontzinde menigte verkoos naar geenen goede ^oorden , en weimenenden raad te luisteren. Hij was dus (zijnes ondanks) genoodzaakt, om geweld met geweld te keeren, bevelende ten dien einde, met fcherp op den muitenden hoop los te branden, dat aan drie het leven, en aan verfcheidene anderen eenige wonden kostte. Spoedig was het gepeupel uit één, dat al vast zirh wel zeer beklaagde over het gedrag des Collonels , die aan Burgers geiast had, om op Burgers te fchieten, en nu holde het van den omtrek der Botermarkt ^ naar andeie gedeekens der Stad, en viel met eene hrlfche woede op de huizen der gehaatte Pachters aan. Met minder dan twre dagen en nachten , bleef men werkzaam in dat fchandelijk bedrijf, geduurend welke, meer dan twintig kosrbaare Gebouwen, opgevuld met kostbaarheden en fchatten , bijna tot puinhopen geiïeld werden. De Burgerij zag het met onverfchillige oogen aan, zij was trouwloos genoeg, om hunnen Eed en Pücht te  MR VADERL. GESCHIEDENISSEN. 39 te verzaaken, en haalde zich de fchande opden hals, dat zij zoo veel ramps en onheils niet belette, daar het in hun macht ftond.. Immers dit bleek ten duidelijkften, toen het Plunderrot, geen Pachtershuizen meer wetende te verwoesten, het voornemen openbaarde , om even dien zelfden moetwil aan een aantal andere Gebouwen te plegen, waar van men zelfs lijsten ontworpen had. Nu ftond het gefchapen, dat een ontzettend aantal Huizen, ten prooije van het gepeupel gtfteld worden zouden, en nu eerst begon de Burgerij te begrijpen, dat men niet minder dan den ondergang der Stad beoogde, waarom een aantal het geweer in handen,, en het befluit namen, om het graauw krachtdadig te keer te gaan. Dit gaf der Wethouderfchap geen gering genoegen, die nu, gerugfteund door den gswapenden arm der Burgerij, twee der voornaamfte Belhamels, in het oproer bij de kop gevat, zonder eenige vorm van Proces, uit eender vensteren van de Waage, aan eenen uitgefteken Balk deden ophangen, bij welke gelegenheid, onder de menigte van Aanfchouwers tot zulk  40 BEKNOPT aiSTÖKfcSCH HANüBOEKJE zulk eene ongewoone ftrafoefTcning faatugavloeit, op eene toevallige wijze, eenen verfchriklijken oploop , vergezeld met eenen geweldigen aandrang, veroorzaakt werd, die een aantal het leven , cn de meesten het verlies van een gedeelte hunner kleding te ftaan kwam. De Burgerij bleef eenige dagen in de wapenen, was werkzaam in het bewaren der rust, en dus wierd de Stad voor verdere onheilen bevrijd , zoo als ook het geval was v.m die Steden , alwaar men gedachtig aan zijnen plicht, het muitziek graauw, in de uitvoering van deszelfs fchandciijke oogmerken, in tijds vei hinderde. Laatcn wij -naa het vermelden van zoo veel ramps en -leeds, het gordijn vallen iaaten voor alle die akelige Toneelen van verwoesting en roof, en ons naar 'Aken fpoedeu, om te bezien hoe zeer men aldav het werk des vredes, gedurende alle die binnenlandfche twisten, bevoorderd hid. Wij hebben hier boven, bij het vermelden van het aanvangen der Vredesonderhandelingen, met een kort woord vermeld , dat door* zichtigen wel ras bemerkten , dat het der oor-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 41 oorlogvoerende Mogendheden waarlijk ernst ware, om een einde aan de rampzaligheden van den oorlog te maaken, dit gaf aan elk menfchonvriend gegronde hoope, dat men den kostbaren tijd, niet verfpillen zou met plichtplegingen en hairkloverijen, terwijl al vast het lijdend menschdom zich in bloed en traanen baadde ; en deeze hoop werd ook al fpoedig vervuld, mettegenftaande de verfchillende inzichten en bedoelingen der Contracterende Partijen. Reeds in het begin van Zomermaand, waren de Placaaten , opzichtelijk het verbod van allen Handel op Frankrijk, hier te Lande opgeRhört; en eer die masiid ten einde was, hadden de meeste Gezanten, de voorafgaande Punten getekend j de in dienst genomen Rmfen; weikeüjk in aantocht, naar deze Landen zijnde, werden ook nu onnodig gekcurt, en ingevolge den wensch van het Franfche Hof, order gegeven, tot het niet voortzetten van hunnen tocht. Nu duurde het niet langer dan tot den iR Odoher, toen (vo'gens het zeggen der Gemachtigden zeiven,) de Hemel febe Foorzienigbeid', aan de oer legende M$. geni-  42 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gendbeden, den is eg ontdekt haat, langs -welken zij zich met elkander verzoenen, en eenen algemeenen en beftendigen Vrede fluiten konden. Het Verdrag, beftaande in 24 Artijkelen, te uitvoerig zijnde , om bier geheel geplaatst te worden, was in verfcheiden opzichten voor ons Vaderland niet onvoordeelig. Men vondt zich niet alleen ontheven van den drukkenden last eenes verwoestenden oorlogs, die fints 8 jaaren, zoo veel bloeds en fchatten gekost hadt, maar men werd ook wederom bij hetzelve in het bezit gefield van alle de Sterktens, die Vrankrijk bemachtigd hadt. 't Is waar, dat de fpoed, Waar mede men tot het fluiten bij de voornaamfte Partijen gezint was, de oorzaak opleverde, dat veele zaaken onafgedaan bleven , ook onder anderen de wederinvoering van het Traclaat v-atl Koophandel met Vrankrijk, ten jaare i70o aangegaan; doch dit belette echter niet \ dat de Vreede , met alle rnooglijke bewijzen-van blijdfebap , door alle de Ingezetenen dezer Landen vernomen werdt, waar vamde openbaare vreu.ïdebetooningen , 300 door het affleeken van kostbaare Vuur- wer-    DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 43 werken , het Ulurrrineeren der Gebouwen» het branden van Piktonnen ckc. ten kennelijker! bewijze ftrekte. De Erfftadhouder, die van het eerfte oogenblik zijner verheffing zoo zichtbaar blijken deedt, dat hij een man des vredes was, en de wenfchelijke Vrede, als het hoogfte heil des Vaderlands aanmerkte , was over het gebeurde te Aken bijzonder wel te vreden, daar het harftel der rust van buiten, hem een deur van hoope opende , om ook het herftel der rust, der orde en des welvaarts, van binnen, met verdubbelden ijver ter hand te neernen, tot welks vermelding wij nu overgaan. Het zou een bewijs van onopmerkzaamheid in onze Lezeren vooronderftellen , wanneer wij hen met veel otnflag van woorden beduiden wilden , dat het willekeurig of gedwongen affchaffen der Pachterijen, eene totaale verwarring in den Staat der Finantiën veroorzaaken moest, wanneer het gemis van dezelve, niet fpoedig op de eene of andere wijze , vergoed werdt. Hoe zeer de Staaten , bijzonder die van Holland, duidelijke blijken gaven, dat het in ftsnd houden der Pach-  4| BSOK)PT HISTORISCH HAK[JBOfiKJE Pachterijen hen recht ernst ware, zoo bleek het echter, dat de Prins dezelve wilde verwisfelt hebben, met eene andere wijze van invordering , waar door aan de eene zijde 's Lands inkomften richtig geheven, en aan de andere zijde, alle willekeurige knevelarijen , waar over men zoo algemeen klaagde, verhinderd werden. De fchorfing van 's Lands Inkomften, door het affchaffen der Pa,hen, vercischte eene dadelijke voorziening. De groote zwarigheid alleen, was, op welk eene wijze men het verlies vergoeden moest? De Pachterijen tegen den zin der Ingezetenen weder intevoeren, en dezelve krachtdadig te mainaneeren, kwam d^ Prins niet verkieslijk voor: zijne gedachten liepen daar heen?n , om de Pachterijen , Stapsgewijze aftcfchiffen, en hij proviGe een ander middel in werking te brengen, tot dat men op alles eenen vasten -voet beraamd had. De Staaten van Heiland, alles hehalven z'.dk een voorftel van den Erfftadhouder verwacht hebbende , waren niet weinig verworderd op het hoore:i vsn des Vorsr n uitgebreid Je voordracht, waar in hij'duidelijk  DER VADEUL. GESCHIEDENISSEN. 45 lijk te kennen gaf, zich veel goeds te beloven van de bekende bereidwilligheid der Ingezeetenen, tot het opbrengen der noodzaaklijke Lasten. Men nam aan, om 'er in 's Vorsten afzijn over te raadplegen, en het duurde niet langer dan tot den volgenden dag, dat de Staaten het befluit namen , om de door het graauw nu buiten werking gefielde Pachterijen, Staatswijze, voor eeuwig, aftefchaffen. Veruitziend en gewichtig befluit voorzeker! dat niet alleen eene wijze van heffing, fints meer dan twee Eeuwen plaats gehad hebbende, den bodem in floeg, maar. ook bij ontftemenis van een ander middel, 's Lands Kas, aan het gemis van 10 millioe- nen Schats jaarlijks blootftelde. Nu opende zich een nieuw veld van raadplegingen , tot het vinden van een middel, waar door het verlies der Pachten zou vet • goed worden. Men zag duidelijk , dat dit werk aan veele en langdurige deliberaüèn sfhing, en inmiddels kon 's Lands Kas geen uitftel lijitn. Zijne Hoogheid proponeerde derhalven , dat de Regeeringen der Steden tnten platten Lande, behoorden aangeflagen te  45 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te worden , tot het dadelijk fourneeren v.m zulk eene Somme, als men na de beste berekening bevond, dat eik District, ten tijde van de Pachterijen, had opgebragt : zóó, dat de 10 millioenen, door eikanderen gefourneert werden, en dat elke Stad of District., met den aanvang van Hooimaand, een twaalfde deel der gefixeerde Somme zou betalen , ten welken einde , elk Ingezeeten werd vrijgelaaten om zich zeiven, naar maate van zijne Consumptie te fchatten, welke Sommen als dan in voorraad zouden moeten opgebragt worden. De wijze van invordering werd aan de Regeeringen verbleven, doch deze waren excutabel , in geval zij nalatig bleven , om de bepaalde Sommen dadelijk optebrengen. Dit alles ter deliberatie van de Vroedfchappen der Steden gebragt zijnde, vond het bij fommigen, vooral bij die van Amfterdam, eenige aanmerkelijke zwarigheden. Zij merkten aan , dat voorheen veele Lasren, ook door Vreemdelingen betaald werden, en dat het eene hardigheid in zich hadde, wanneer men de Ingezeetenen, nu neodzaakte, om de door Vreemde ge-  DE», VADERL. GESCHIEDENISSEN. 47 gedragen zijnde belastingen , alleen op da fchouderen der Tngezeetenen, te doen nederkomen. Zij oordeelden derhalven, dat men 's Lands Gemeene Middelen op de Waag, Ronde Maat en anderen, bij wijze van Collecte, zou moeten doen betaald worden, en dit had ten gevolge, dat reeds met het begin van Oogstmaand, de zoo evengenoemde Middelen, als mede den Impost op de inkomende Graanen, de Tabak, de grove Waaren, en den ^cften Penning van de verkochte Schepen in Amfterdam, bij Collecte ingevorderd werden, terwijl overeenkomftig 's Prinfen voorflag, beflotcn werd, dat proviüoneel, elke Stad of District, zoo veel zou opbrengen, dat het een en ander famengenomen , de gewoone Inkomften van 10 millioenen jaarlijksch, zoude uitmaaken. Het was ingevolge dit befluit, dat de Stemhebbende Steden van Holland, met derzelver onderhoorige Dorpen , deeze navolgende Sommen jaarlijks zouden fourneeren. Dor-  48 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Dordrecht . . ƒ 511, 960 • : Haarlem ... 3oi, 200 - : Delft .... l:492. 860 - : Leijden . . . 783, 130 - : Amfterdam . . 3,802, 790 - : Gouda . . . 459, 500 - : Rotterdam . . 997, 950 - : Gornichem . . 141, 760 - : Brielle . . . 232, 290 - : Alkmaar . . 267, ico - : Hoorn . . . 15.3, 240 - : Enkhuijzen . . . 105, cöo - : Edam ... 33, 320 - : Munnikendam . 68, 420 - : Medenblik . . 45, 460 - : Purmerende . . 61, 260 - : De Eilanden . . 42, 700 - : ƒ 10,00000 - : Nu werden 's Lands Ingezetenen aangemaand, om tot ftijving van 's Lands Cas, één, of meerder maanden, op goede rekening optebrengen, berekend op den voer, van het gunt elk voorheen, ten tijde van de beftaan hebbende Pachten, hnd opgebragt , en eerlange werd elk op de best mo-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 49 mooglijke wijze getauxeerd. Niets moeilijker zijnde, dan iemands vermogen, of verteering , naar het uitwendig aanzien te begrooten, zoo ondervond men ook toen, een menigte van zwarigheden, in het tauxeeren, waarin bij geene moogelijkheid de gelijkheid in acht te neemen was. Men ondervond dat de Last op de gegoedden alleen drukte; dat geringeren, flechts een gering aandeel; en vreemdelingen, bij zulk eenen maatregel, geheel vrijgefteld waren, al het welke nieuw gemor en ongenoegen verwekte. De ongelijkheid die bij deeze beraamde fchatting plaats had, liep ten aanziene van veelen zichtbaar in het oog, en had, boven dien dit gebrek, dat vermogende Lieden, gebruik maakende , van de geringe fom waar op zij gefteld waren, hunne Turfzolders en Wijnkelders voor eenige jaaren voorzagen, als wel bevroedende, dat zulk een manier van heffing, van geen langen duur zijn kon, zoo als de ondervinding ook ten vollen bevestigde, dewijl na verloop van ifj maanden, de invordering bij Collecte, alomme tot ftand kwam. V. Da el. c 0ll-  50 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Ongemeen veel werks had het in, alvorens men tot dit middel, zoo geheel vreemd, als ongehoord, befloot. De Stadhouder was en bleef bij het gevoelen, dat de invoering van een Hoofd- of Familiegeld, boven alles te verkiezen was. Een menigte van Plannenmakers , fcherpten hunne pennen en vernuft, om een behoorlijk middel uit te vinden, waartoe zij ook van tijd tot tijd genodigd werden , en verre de meesten liepen daar heenen, om ineevolge des Prinfen gevoelen , een Hoofdgeld te introduceeren. Het een en ander Plan, bij de Staaten in ©verweging genomen zijnde, bevonden deze weldraa, dat men in de berekening van der meeste Ingezetenen vermogen, den bal misfloeg, en de berekening veel te hoog gefteld hadt. Terwijl dit alles veel werks en overlegs veroorzaakte, leverde Zijne Hoogheid, een gedetailleerd ontwerp , van het door hem voorgeflagen Hoofd- of Familiegeld over, liet welk verdeeld was in drie Clasfen, als: I, dat elk Perfoon zou moeten opbrengen ft Huivers per week of /5-io-: in 't jaar, ten ade dat elk daarenboven, naar mate van zij-  DER VABERL, GESCHIEDENISSEN. 51 zijne verteering, op een hooger fornme moest gefchat worden , gerekend naar het beloop der Huishuuren, en ten 3de, dat alle Neringdoenden en Trafiquanten daarenboven nog eene bijzondere fchatting moesten opbrengen , gerekend of gefchikt naar de Werktuigen of Waaren, die zij gebruikten of afleverden, of naar de Huuren der Gebouwen daar toe nodig , of naar de hoegrootheid der Verponding die daar van betaalt moest worden. Men behoeft flechts deeze korte opgave van 's Prinfen ontwerp te leezen, om overreed te worden, dat de uitvoering aan onoverkomelijke hinderpaalen onderhevig was, en van daar, dat hijten zelfden tijde, een tweede Plan, waarbij het invorderen bij Collecte voorgeflagen %verd, aan de Staaten voorftelde, met verklaring, dat hem in allen gevalle de keuze der Staaten aangenaam zijn zoude, wanneer dezelve maar ftrekte tot welzijn der Ingezetenen , en tot fterking van 's Lands verachterterde Finantiën. In alle gevallen oordeelde Zijne Hoogheid , dat een fpoedig befluit noodzaaklijk ware , en zoo men tot het C 2 jn.  5$ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE. inzamelen bij Collecte befloot, oordeelde, hij, dat men ter verlichting, en ten voordeele van dc geringe Clasfe der Ingezeetenen, eene vermindering op de Aard appelen, het Roggemeel, en de Turf, bij befloten water , behoorde vast te ftellen. Het duurde nu niet langer dan ^ maanden, dat de Staaten het befluit namen, om in plaats van de afgefchafte Pachten, 's Lands middelen, in het vervolg bij Collecte te doen heffen, ten welken einde een aantal kundige Lieden, onophoudelijk werkzaam waren tot het ontwerpen en beraamen van alle die Ordonnantiën, Placaaten en Inftrucliën, waar na in het vervolg alles zou ingevorderd worden, en was men met dat omflachtig werk, zoo fpoedig gereed , dat met den aanvang des jaars 1750, de Collecte werkelijk aanvang nam , waar bij men ook tot nu toe , zich wel bevonden heeft , gemerkt , de Lasten door deeze maniere van heffing, niet alleen in evenredigheid van elks vermogen gedragen word, maar, het ook boven dien bewezen is, dat de heffing bij Collecte, verscheidene millioenen ichats jaarlijks meerder heeft  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 53 heeft opgebragt, darr immer ten tijde der Pachters, aan den Lande zijn opgebragt geworden. Wij hebben ons in het verhaal van den oorfprong en het gevolg der fchandelijke oproeren , over het ftuk der Pachterijen, eene uitvoerigheid veroorloofd, die fommigen welligt wraaken en als niet ftrookende met ons plan , beoordeelen zullen; om zulken onzer Lezeren , niet onkundig te laaten van de waare redenen, waarom wij ons die uitvoerigheid veroorloofden, zal het genoeg zijn , hier bij te voegen , dat men uit den loop dezer gebeurenisfen duidelijk bemerken kan, dat ook te dien tijde, het gemor over de ondrapglijkheid der L-isten, en het flreelend uitzicht, op eene aanmerkelijke vermindering derzelve , van alle gronden' ontbloot was , en flechts tot een voorwendfel diende, om andere oogmerken te bevoorderen. Dat even die zelfde Lieden, die zoo hevige klachten ophieven over de drukkende Lasten , die zij ten tijde der Pachters opbrengen moesten , met de grootje bereidwilligheid zich vleidden , onder den veel zwaarderen Last, die bij de Colle&e C 3 werdt  54 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE werdt ingevoerd. (*) En hoe zeer ftrekte het de ontzinde Plunderbende , die zoo ftraf- (*) Dat de introductie der Collecte van 's Lands Gemeene Middelen, in plaatfe van de afgefcbafte Pachten, ten veel booger fomme dan 10 milüoenen jaarlijks , ia de Provinciaals Kas van Holland moet afgeworpen hebben, en uit dien hoofde, alles behalven tot wezentlijh voordeel van de masfa der Ingezeetenen geflrekt leeft, is onzes oordeels duidelijk op te maaken, uit de berekening die zelfs bij het Land ge* maakt word, dat namelijk elk Ingezeten van Holland, Vijftien Guldens jaarlijks opbrengt, alleen voor de noodwendig ff e behoeften van bet leven, namelijk Brood, Zout, Zeep en Zuur , en waar van de geringften zelfs niet uitgefloten zijn. Wanneer men bier nu bijvoegt , alle de overige belastingen , op een aantal andere noodwendigheden , als daar zijn, die op de Turf, het Vleesch, de Bieren , &c. en men vergelijkt dit alles met bet bekende getal der Ingezetenen van Holland, dat meer dan f;oo,ooo Zielen bedraagd; wie moet dan niet v.tt ons overreed zijn, dat ook in dit op- zichf  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 55 ftraffeloos, deszelfs toomelooze woede, aaa de bezittingen der Pachters betoonde, niet tot eene eeuwige fchande; hoe zeer moet het elk waar beminnaar van het Vaderland niet tot droefheid geftrekt hebben, toen het in volgenden tijd openbaar werd, dat, de zoo gehaatte Pachters, niet minder dan Driemaal Honderd Duizend Guldens van 's Lands wege zijn goedgedaan , ter gedeeltelijke | fchaadeloosftelling voor het verlies , aan hunne bezittingen , alleen in Holland geleden? Hoe groot die Somme ook in den eerften opflag fchijnen moge , zij was echter niet ] geëvenredigd aan de toegebragte fchade, daar dezelve naar fommiger gedachten, flechts een vierde gedeelte van het vernielde of geroofde bedroeg. Hoe zeer wenschten wij niet, na het verhaal van zoo veel onheilen geweld , als waar onder het Vaderland te dien tijde gebukt ging , een aangenamer Tafereel voor het oog van onze Lezeren te kunnen ophangen! Hoe fmert het ons, te moe- zicht bet zeggen bewaarheid t't. alle verande.ring is geen verbetering. C 4:  56 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE moeten zeggen , dat fchoon de Vredezo» over het Vaderland was opgegaan , en de onheilen van eenen bloedigen en kostbaren oorlog een einde genomen hadden , de geest van oproer en binnenlandfchen tweefpalt, alomme bleef woelen. Onlusten en verwarringen, die uit het denkbeeld van eene verkoning in zijne rechten, door een aantal Regenten , en eene fchandelijke verfpilling van 's Lands Inkomften, door dezelve, geboren werd, en een aantal woelzieke gelukzoekers , opentlijk eisfehen deed, dat d*A nieuw aangeftelden Erfftadhouder, in navolging van zijne Voorzaten, ook nu de ColIcgiën van Regeering, en de Burgerkrijgsraden in de Steden, buitengewoon veranderde, een aantal derzelver (die men als Landverraders en Dieven aanmerkte") van het Bewind verwijderde, en derzelver piaatfen door anderen vervulde, die men a's waare vrienden van h.-t Vaderland , en van zijne Hoogheid begroette. Schoon het ongenoegen dat fints eenen geruimen tijd allerwegen plaats had, zich in den beginne tot de Pachters bepaalde , es de..  DER VA DE RL, GESCHIEDENISSEN. 5^ de dadelijke affchaffiog der Pachrerijen, der klagende en morrende gemeente , als nn moest bevredigd hebben, zoo hadden doorzichtigen reeds over lange ontdekt, dat mén vérdere uitzichten had , niet minder bedoelende, dan eene buitengewoone verandering in de Regeering der ftemhebbende Steden, en andere Collegiën. In Amfterdam had men (zoo als wij in de voorgaande AfJeeÜng, gezien hebben) reeds kort naa de verheffing van Willem de IVde, begeerd, dat de Inkomflen der Posterijen, aan den Stadhouder afgedaan werden, doch dat de Regeering die voor de Scad behouden wilde; dit werk als nog onafgedaan hangende, gaf Hof rot ongenoegen bij veelen, die nog meer t'onvrede wierden, toen zij vernamen dit de Wethouderfchap befloten hadt, de Posterijen ten eeuwigen dage, voor de Stad te zullen behouden. Met alleen dat, men fprak ook over het berftel van veeic misbruiken , zoo ten aanzien van de begeevmg eeniger Stedelijke Ampten, ah me* betrekkir g. op het algemeen Beftuur. Een- saival G*iehrif:en g'mg-.m Vafl hand tot-hand,- vvt-ar~*'.«r in  •5$ HO KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE in herftelling van Gildekeuren en Voorrechten, een vrije Burger-Krijgsraad, en overgave van de Doele, benevens andere Punten begeerd werd : terwijl andere werkzaam waren, om fommige Leden der Regeering als verzakers van Eed en Plicht, in een haatelijk daglicht te plaat feu. In nachtelijke bijeenkomften, maakte de een den ander het hoofd warm , door de ongerijmdfte voorftellen , waar door men niet zelden zag, dat de hevigfte twisten ontftonden tusfehen hen, die aldaar het hoogde woord voerden, en waarin men eindelijk befloot , om in navolging van het gebeurde in Vriesland, eenige Gecommitteerden uit de Burgerij te benoemen , ter herfteiling van wezentlijke of ingebeelde bezwaren. Het duurde niet lang naa deeze voorafgaande gebeurenisfen, dat in openbaren druk verfcheen , een zeker Gefchrift , bevattende drie punten van bezwaar, voorkomende als ingericht aan Burgemeefteren en Raden, niet minder behelzende dan een verzoek: i. om de Posterijen aan den Prins optedragen. 2° Wegneming van alle bezwaren, wegens let begeven der Amp- ienr  DER VADERL-» GESCHIEDENISSEN. 59 ten, en 30 btrftel der Voorrechten en Gilden, benevens bet aanflellen van Collonellen en Capiteinen der Schutterij, buiten de Leden der Regeering. Naauwlijks was dit Gefchrift in de wereld, of het zette veele gemoederen in beweging, en eenige weinige roervinken beftonden zich op de onverwachtfte wijze, meester te maaken van da Cluveniers Doelen, onder voorwendfel, dat dat Gebouwder Burgerij in eigendom toebehoorde. AI fpoedig kregen dezen een aantal perfoonen aan hun fnoer , die nu de Doelen tot eene Vergaderplaats verordenden , en van daar onder den naam van Doelisten zijn berucht geworden. Wij zouden een geheel Boekdeel vullen kunnen, wanneer wij hier alles verhaalen wilden , wat door deeze Doelisten, in een aantal onfruimige Vergaderingen , begeerd, gewraakt, en eindelijk naa veel harrewarren» befloten werdt. lien Porceleinverkoper Daniël Raap , een Haarlemfche Patroonteekenaar Hendrik van Gimmenig, voerden doorgaans den boventoon, en fchoon zü in den beginne hun oogmerk , om de Wediouderfdiap veranderd te krijgen, zorgC 6 vul-  Oö BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ruldig bedekten , zoo bleek het echter tik fpoedig, dat dit het wasre doel van al hun ■woelen en morren was. De Wethouderfchap dit alles bemerkende , vond geraden , de voornaamfïe Leden van den Krijgsraad, en eeuigen uit de Burgerij te ondertasten, of men ook iets tegen hun Beftuur in -den zin had, en keurden het eigendunkelijk in bezit neemen van den Doelen,. opentlijk af, doch dit belette niet, dat men aan de zijde der Doelisten daar over gebelgd was, en op eene epentlijke fatisfaCtie voor de gefchondene eer der voornaamfte Höof- weinig dagen daar naa, werden de .drie ontworpen Punten, aan Burgemeeftvren overgegeven, en deze, na een en andermaal, het befluit daar op gevallen , veranderd te hebben, werden eindelijk gedwongen, om in de gedaane verzoeken, te bewilligen»Zulk eenen dwang lliette der Wethouderfchap tegen de borst, maakte hun wars van het Beftuur , en deed hen het befluk nee- mtu , U1U uy ut.ll xoilt auguaiuj ,. uuuuv Sbstsn vrijwillig, afieftaan , en dezelve te;. aeJie-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. él tfïellen ter befcheidenheid van den Prins-, De Doelisten dit befluit nauwlijk vernomen hebbende, wilden zich nu bij de Staaten van Holland vervoegen, met allen aandrang begeerende, dat deze Zijne Hoogheid machtigden , om de nodige verandering in de Regeering te maaken; dan het verzoekfchrifc, ten dien einde ter teekering liggende, vond geen algemeenen bijval,, en dus bleef het inleveren fteeken, te meer, daar weinig dagen daar naa, de Staaten het befluit genomen hadden , om den Stadhouder te qualificeeren, tot het herftel der rust binnen Amfterdam, al ware het zelfs door verandering te maaken—in de Eiegeering, Zijne Hoogheid, alvorens van die macht gebruik te maaken, vond goed, om den Graave va» Bentinck, naar de ftad te zenden, met last om de bezwaren der klageren te hooren, en hem van alles rapport te doen, doch dit ging zoo woest en verward in zijn werk , dat de Prins befloot, om in eigen Perfoon te Amfterdam te komen, cn van alles nader kennis te neemen. Naauwlijks was . dtt TG-omemeK-*des Prinfen bekend geworden-, «F éi  62 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE of de Dos'isten waren ijverig in de weer, tot het doen benoemen van eenige Gecommitteerden uit elk der 60 Wijken waarin de Schutterij verdeeld was , doch met al hun ijver waren zij op verre naa nog niet gereed , toen de Prins-op den 2 September reeds in de ftad kwam, en in het Nieuwezijds Heeren Logement, op kosten van de ftad geherbergd werd, Raap , en eenige anderen der voornaamfte Roervinken, waren den Vorst buiten de ftad te gemoette gegaan , en werd deeze door een aantal Gecommitteerden , ruim 3000 Scheepstimmerlieden, en een menigte andere menfchen ter ftad binnengeleid , terwijl eene Commhfie uit de Regeering hem in het Logement vcrwelkoomde. Nu leed het niet lang, of eene CommisGe van zes Perfoonen, gekoren uit het lichaam der Gecommitteerden om onmiddelijk met den Stadhouder te handelen , eischten nu ©pemJijk, om de Regeering te veranderen» en fchoou de Prins betuigde, dat het hem wee deed, dat hst volk zoo zeer misnoegd was »p de Regenten , zoo werd eth'.er naa verloop  DER VADERL.-GESCHIEDENISSEN. 6$ loop van weinig dagen in zoo verre aan dien eisch voldaan, dat op den 7 September, alle de Raaden en Vroedfchappen , uit hunnen dienst oniflagen werden. Negentien van ben, werden dadelijk herfteld, waarbij Zijne Hoogheid zeventien Nieuwe benoemden , ook ' werd het Collegie van Burgemeefteren geheel , en dat van den Oudraad, voor hei grootMe gedeelte veranderd , naa dat Zijne Hoogheid hier toe, fpeciaal gelast was door de Staaten. Nu bleef het veranderen des Krijgsraads nog overig, waar in men niet dan Burgers, in geenen deele vermaagfchapt aan de Regeering, geplaatst hebben wilde. Ook daarin was de Prins den eisfcheren te wille, en ging het met het verkiezen der Leden, in de Wijken zoo ruwelijk toe, dat het nu en dan tot dadelijkheden uitbarstte. Op den 15 was men met het werk gereed, en werden als toen de nieuwaangeftelde Leden door den Prins in hunne Posten bevestigd, waarnaa dien Vorst de terugreize naar den Haage aannam, en, door een Staatsbefluir, gemachtigd , mees dan vier maanden onledig  64 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dig bleefj om in al!p de ftemhebbende Sted'ri van Holland, de Regeering- naar zijti goedvinden te veranderen. Ons beftek gedoogd niet, om de wijze waarop dat hatelijk en omflachtig werk in alle Steden zijn beflag kreeg, te vermelden, waarom wij flechts met weinig woorden hier bij voegen, dat in fommige-Steden-, de meeste oude Leden in functie bleven, dat in fommigen het getal der Vroedfchappen vermeerderd werd, en de rust en kalmte van lieverlede , aJemme herboren werdt. Opmerkelijk is het ondertusfchen, dat de heethoofdigfle en- doldriftigfte drijvers van alle die overdrevene cisfchen, zij, die door het doen van overdrevene aanfpraken, de onkundige menigte zoo zeer aan hun fnoer wisten te krijgen , en zich zoo veele eer aanmatigden , al fpoedig in minachting en in den haat hunner medeburgeren geraakten , en bij veelen met eene zwarte koole getekend waren. De beruchte Raap, die in alles de boventoon aannam, en in den waan •verkeerde, dat hij zich-bijzonder verdienütdijk. bij tot Vadtrland en den Stadhouder  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 6$ gemaakt had, deelde zoo zeer op het einde van zijn woelziek leven , in den haat van het algemeen, dat men, naa zijnen dood, die in het begin des jaars 1754 voorviel, aan zijn Lijk eene eerlijke begraaffenis onwaar* dig keurde. Op het uur, bepaalt tot de begraaffenis, fchoolde een ontzettend aan* tal van het gemeen, in de nabijheid van het fterfhuis, en fchold en vloekte, op.hem-, die zij weleer als een . Vorst vereerd hadden; De Lijkbaar, aang-bragt om het Lijk kerkwaard te dragen, werd geheel vernbid, en zeker zou het Lijk 'er niet beter afgekomen hebben, zoo niet de Regeering, hetzelve door gepaste maatregulen verhinderd had. Niet voor middernacht, oordeelde men het Lijk grafwaard te kunnen brengen, toen het op eene gewoone Vra'.htflede gezet, en naar de Kerk gefleept werdt. Een menigte van Spotprinten en vinnige Schimpfchriften, die in dien tijd, op dien Roervink en zijne Medeftanders in elks handen waren, (trekken ten kennelijken blrjke, hoe zeer men hun vorig gedrag verfoeide. De Hsarlemfche, de Leijdfche3 en. meer andere Gecommitteer-  66 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den, die zich na het Stadhouderlijk Verblijf in den Haagt begaven, om de belangen hunner Committenten te bevoorderen, ondervonden ras de gevolgen van hun onbehoorlijk ijveren, daar fommigen van hunne bedden geligt , in verzekerde bewaring genomen , en vervolgens , tot onderfcheidene ftraffen verwezen werden. Veelen der doldriftigfte Plunderaars, die zich door het rooven en fteelen van der Pachteren bezittingen verrijkt hadden, ondervonden de waarheid van het zeggen eenes wijzen Konings, dat het geene met onreeht is verkregen , met moeite bezeten, en ontfangen word in eenen doorge» boorden buidel. Veelen die zich op eene fchandelijke wijze met anderer goederen verrijkt hadden , en fints een groote figuur in de wereld begonden te maaken, vervielen weldraa tot eenen behoeftigen (laat, zoo zelf , dat wij 'er verfcheiden van hen, het brood langs de huizen zagen bedelen , beroofd van alles, en bloot gefield voor da geduurige verwijtingen wegens hunne bedreven fchamldaden, die als toen nog versch in veeier geheugen geprent waren. Dus  BE MILITIE KOMT TE LEY15EK BINIfEïT.   DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 6/ Dus werden alle die gewichtige veranderingen in Holland, ten uitvoer gebragc! In de meefte Gewesten volgde men hetzelfde fpoor, doch met een ongelijken gang. In Zeeland was de verandering veel minder dan in de overigen, doch daar en tegen onderging het beffuur van zaaken in Vriesland,, eene veel grotere, alwaar een aantal misbruiken afgefchaft, en het kiezen van Volmachten , ingevolge het Stemrecht der Eigenerfden herfteld werdt. In Groningen en de Ommelanden was het niet minder in de war, alwaar de twist zoo hoog liep, dat niet alleen den Militairen arm, maar ook de perfoneele overkomst , door den Stadhouder noodzaaklijk gekeurt werd. Waarnaa eene algemeene vergiffenis en kwijtfchelding van alle voorige misdrijven en oneenigheden niet alleen aldaar, maar ook in de meefte Gewesten afgekondigd werdt, roet dat gevolg , dat de ftorm van Volksrumoer en Burgertwist, allengs bedaarde. Geduurende alle die opgenoemde binnenlandfche Twisten en Verdeeldheden , liep het jaar 1749 ten einde j en daar het om- Öach*  68 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE flachtig werk, tot de introductie der Colle&e in plaatfe van de afgefchafce Pachterijen in order gebragt was, zoo werd dezelve met den ingang des jaars 1750 dadelijk ingevoerd. Over het algemeen gelukte dit zonder tegenftand van belang, maar in Haarlem en Leijden waren de gemoederen hier ot»er zoo zeer in beweging , dat het Krijgsvolk van den Staat , met geweld zich van de Poort der eerstgemelde Stad moest meester maaken. De drift van fommigen ging zoo verre, dat zij op de Militie vuurde, en deze tiaar door genoodzaakt werd, om nen mee dezelfde munt te betalen, dat aan drie der ivoornaamfte Belhamels het leven kostte. In Amfterdam en Rotterdam, ontftonien bij die gelegenheid ook nieuwe onlusten , alwaar een aantal Wijnkoperen, den Impost op de Wijnen, van de nieuw ingevoerde Collecte wilden uitgefloten, en op den ouden voet bij Ad nodhitie betaalt hebben; in de eerstgenoemde ftad werd het fpoedig beflischt, maar in de laastgenoemde gaf dien twist gelegenheid dat de fuoode Plunderzucht op nieuw ha hjofd opftak , daar zij de .t-.f:" * Pak-  BE MILITIE VAV POST OT BE MAliKT TE HAARLEM.   JXSR VADERL. GESCHIEDENISSEN. 69 Pakhuizen van eenen Wijnkoper , ruineerde, doch zijn Woonhuis, waarop men het ook geladen had, werd door de tijdige hulp der Schutterij beveiligd. Vermoeit van het vermelden van zoo veele en langduurig£ ongeregeldheden , flappen wij nog een aantal andere Toneelen van verwarring, die bieren daar, bijzonder binnen Steemvijk, ten toon gefteld werden , voorbij , om melding te doen van een aantal fcbikkingen die te dezen tijde, door 's Lands Staaten, en den Stadhouder beraamd werden , en voornaamlijk ingericht tot het bezuinigen van de algemeene uitgaven; het-reguleeren van eenige nog onafgedaane Punten van het Akenfche Vredewerk , en eindelijk het herftel van den Koophandel dezer Landen ; onderwerpen die met volle recht van het hoogfte aanbelang kunnen en moeten gerekend worden. Naauwlijks had het werk van den Vrede binnen Aken deszelfs volle beflag bekomen j of 's Lands Staaten waren met ernst bedacht, op de geheele afdanking van, alle de aangenoomene en in dienst geftelde Waardgelders, die reeds tot op ruim vierduizend Man  yo BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Man verfmolcen waren. Dan, de vermindering oordeelde men ook te moeten uitftrekken, tot de Reguliere Troupen, zoo Voet als Paardenvolk. Wij hebben bij het eindigen van den 80 jarigen Oorlog gezien, hoe veele onlusten het afdanken van Krijgsvolk verwekte, tusfchen Prins Willem de Ilde, en de Staaten van Holland, en veelen waren heimelijk beducht, dat ook nu de afdanking-een bron van nieuwe onlusten zou openen, dan, het gevolg deed zien; dat der zodanigen vreeze ongegrond was, want de Stadhouder oordeelde niet minder dan de Staaten , dat zulk een fpaarzaame maatregel, hoe eer hoe beter, behoorde ingevoert te worden, en het was ingevolge die fchikking, dat het Leger der Staaten, «loor eene fpoedige afdanking, omtrent de 13.000 Man verminderd werdt. Toen trachtte men het verdrag van Koophandel, dat in het jaar 1759 tusfchen dezen Staat en Frankrijk gefloten, doch door den jongstgevoerden Oorlog verbroken, en te Aken niet vernieuwd was, wederom in werking te brengen, gemerkt den Koophandel  DER VADERT-. GESCHIEDENISSEN. 71 del daar een groot belang bij had. Dan, de Koning van Frankrijk, had 'er geene ooren naa, en de Staaten moesten zich alleen vergenoegen met 's Konings befluit, waarbij de Koopvaardijfchepen dezer Landen , voor zes maanden , ontheven werden , van de betaling der 50 ftuivers Vatgeld, en de belasting op den invoer van gezouten Visch, gemodereerd op 12 ftuivers de Ton. Had men uit dezen hoofde te klagen over het gedrag der Franfchen ten opzichte van deze Landen ; de Engelfchen vermeenden niet mindere rede tot klachten te hebben, over het belemmeren van hunne Vaart in de Oost-Indien, ftrijdig met de plaats hebbende verdragen. De Staaten ftelden den Britfchen Gezant te vrede, door de belofte, dat zij de zaak onderzoeken zouden, en verklaarden tevens, dat het hunne gezindheid niet was om eenige nieuwigheden in eenig opzicht intevoeren. Tenzelfden tijde, werd de Koning van Pruisfert , door tusfchenkomst der Staaten, bewogen, om zich te verbinden tot de betaling der gelden die hier'te Lande, ten behoeve van Embden en^ Oestvriesland ge-  72 BEKNOPT HISTOPvISCH HANOBORKJS genegotiëerd geworden waren, en waar toe de Koning bevorens niet te bewegen was, en daar de banden van vriendfchap, tusfchen de Staaten en Koning George de If, fints de verheffing van Willem de IV. veel naauwer toegehaald waren dan voorheen, zoo gelukte het de eerstgemelden, om met en benevens Groot Brittanniën, Verdragen van onderftand aan te gaan met de Hoven, van Munchen, Dresden , de Keurvorst van Beijeren , de Koning van Poolen, Keurvorst van Saxen, voorts werd de Heer Lestevenon van Berkenrode naar Parijs gezonden, ten einde de nu herftelde vriendfchap tusfchen Frankrijk en de Staaten, meer en meer te bevestigen. (_*) Door (*) Dit was de laatfle Ambasfadeur, die wegens de Staaten , met een Credentiaal, aan den Koning houdende , van hier naar Vrankrijk vertrok. De lieer Lestevenon bekleedde dien luistervollen post 42 jaaren , en werd in de verdere waarneeming derzelve verhinderd, door de moord aan Lodewijk de XVI in 1793- toen hij eensklaps Parijs verliet, en zich vervolgens binnen Brusfel entkieldt.  Ï)ER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 73 Door alle welke fchikkingen de zaaken naaf buiten een gunftig uitzicht opleverden , en de vrees verdwijnen deed, die bij veelen plaats genomen had, door het denkbeeld, dat het vuur des Oorlogs, wel fpoedig op nieuw ontbranden zou. Dat het een der aanmerkelijkfte voorrechten van een Land kan gerekend worden, wanneer de Politieke Overheid, de handhaving van den Openbaaren Godsdienst ter harte neemt, en haare macht gebruikt, ter weering van alles wat de uicoeffening derzelve kan ilooren of verhinderen, is eene waarheid, die bij alle verftandigen als bewezen werd aangemerkt, en door de ondervinding ten vollen is bevestigd geworden : wij hebben zulks in den loop onzes Gefchiedverhaals, meer dan eens doen zien, bij het vermelden van de hooggaande twisten ten tijde der Remonflranten; bij de verfchillen tusfchen de Voetiaanen en Coccejaanen; en ook die tusfchen de Jefuitgezinden en Jamfenisten, in de Roomfche Kerk plaats hadden. Het was dus geen wonder, dat de opfchuddingen , en geweldige bewegin- v. Deel. d gen,  74 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gen, die te dezen tijde, de Hervormde Kerk in rep en roer ftelden, ook de zorg der Hooge Overheid niet omflipte. Behoeven wij hier te zeggen, dat wij bedoelen de dweepachtige handelingen van eenige eenvoudige, en minkundige Ledematen der Hervormde Gemeente van het aanzienlijk Geldersch Dorp Nijherk op de Feluwe? Bewegingen en Opfchuddingen, die de zorgelijkfte uirzichren baarden, waar ooor de Eerwaardije van den Redelijken Eerdienst niet weinig gevaar liep, om in eene algemeene kleinachting te geraken, niet alleen bij zulken, die omtrent dezelven gewoon waren ongunfilg te denken , maar ook bij verre het groocfte aantal der belijderen, die van de redelijkheid des Christendoms ten vollen overreed zijnde, dezelve niet zoeken, in bovennatuurlijke ingevingen, of wonderbaare plotfelijke veranderingen in uitwendig gedrag , vergezeld met een onzinnig misbaar, en ftuiptrekkende bewegingen des Lichaams , waar door de ftilte en eerbied, zoo noodzaaklijk in eene vergadering , ouder het voorftel der Waarheden,  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 75 den , verwisfeld werd,' in een toneel van verwarring. Schoon het geen onbekend verfchijnfel kan genoemd worden , dat foms de eene of andere Hartstochtelijke Toehoorder, bijzonder Vrouwen of jonge Dochters, getroffen door het ernftig voordel van een Welbefpraakt Leeraar , zich van traanen niet onthouden kan, of dat hem, zijnes ondanks wel eens eene hoorbaare zucht den beklemden boezem ontflipt, zoo kan men het niet anders dan als hoogst ongerijmd en vreemd aanmerken, wanneer dit niet alleen het bedrijf is van een groot aantal der Hoorderen, maar nog daar en boven vergezeld gaat, met een algemeen gefchrei, een geroep om Jezus ; een afzweeren van den Duivel; gepaard met handenwringen, flaan en tieren, derwijze dat het duiptrekkingen veroorzaakt, en men genoodzaakt is, zulke Lijders buiten de vergadering te brengen. Dit was intusfchen het geval te Nijherk, zoo dikwils, de Predikant der Hervormde Gemeente , Gerardus Kuipers, genaamt, den openbaaren Leerdoel betrad. D * Hij,  ?6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Hij, in de kracht van zijne jeugd, welbefpraakt, en voorzien van niet algemeene Predikgaven , was gewoon, zodanige Bijbeltexten ter verklaring uit te kiezen, welken hem gelegenheid aan de hand gaven, om opzettelijk aan te dringen op eene geheele verandering van gedrag en wandel, door Geloof en Bekeering : waar bij hij dan de ernftigfte beftratungen , op de in zwang zijnde buitenfporigheden voegde. Het een en ander, gaf aanleiding, dat fommigen zichtbare blijken gaven, dat zij getroffen werden, door des Leeraars voorftel, en dit werd al fpoedig nagevolgd , door zulken, van wien men zoo iets niet verwachtte, ook door kinderen, in zoo verre, dat men den Leeraar , naauwlijks hooren kon. Het kon niet wel anders, of zulk een buitengewoon verfchijnfel , moest alomme met verbazing gehoord worden, te meer, daar alles wat te Nijkerk gebeurde, aan eene wonderdadige werking van den Goddelijken Geest , door veelen toegefchreven werdt. Een menigte van gefchriften, die van tijd tot tijd, door den druk gemeen gemaakt wer-  (GODSDIENST TJE KïETJWlWeHï!:.   DER VA')ERL. GBSCHIE DENISS EN. werden, deden duidelijk zien, dat men het ook gaarne als zulk een gewrocht wilde begroet hebben, fchoon het ook niet ontbrak san doorzichrigen en verftand'.gen, die in de medegedeelde brieven en berichten verfcheidene bewijzen vonden, dat het geheeie werk een famen weef fel van Dweperij , en fchijnheilig Bedrog was. Dom.' Kuypers, in den beginne bijfter ingenooniert zijnde, met de fchijnbaare vrucht van zijn openbaar onderwijs op den Predikftoel, beijverde zich bijzonder , om het werk voort te zetten, in huisfelijke Oerfenir.gen, en zoo men de berichten , die deswejens bekend gemaakt werden , geloven wilde, dan werd zelden eene zodanige oeffening geëindigd , of fommigen der Oeffenaaren waren eensklaps Wonderdadig bekeert van hunnen zonden weg, en wisten juist te bepaalen het tijdfiip, en (te plaats waar zij die gewaande verandering des gemoed* ordervonden hadden. Dan was die in des Leeraars zijdkamer, deeze in de gang, wederomeen andere op de trap, en nog andere, op verfchiilende plaatfen van het huis, beroerd D 3 ge-  ;8 BLKNOFT HISTORISCH HANDBOEKJE getvorden, want onder deze benaming bedoelde men die zedelijke verbetering van bart en wandel, die volgens het onfeilbaar Bijbelwoord, de waarachtige bekeering des menfchen, van de ondeugd tot de deugd te weege brengt , en zich bemerken laat in eene Godsdiendige en ingetogene leefwijze. Geen gevoelen zoo dwaas, of het vind zijne navolgers en verdedigers; zoo ging het ook met dat Berceringswerk. Het gerucht dat van alle die wonderdadige bekecringen uitging, veroorzaakte, dat men in een aantal andere plaatfen, de beginfelen van even dien zelfden Tuimelgeest befpeurde, en het ontbrak niet aan zulken, die 'er bijfter veel ophefs van maakten, en aan alles gereedelijk geloof gaven, zoo min, als aan zulken, die het met mond en pen bedreden. En daar deeze verregaande dweperijen, door fommigen met veel drifts verdedigd , of verworpen werden , opende dit alles de zorgelijkde uitzichten voor Kerk en Vaderland. Het was in dezen ftand der dingen, dat de Politieke Macht tusfchen beiden tradt, en  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 79 en door een aantal wijze verordeningen, de rustverfïorende bewegingen , in veele Gemeenten van bet Vaderland herftelde. De Regeeringen van zulke piaatfen , alwaar zich die beroeringen in meerder of minder maate vertoonden' , vonden fpoedig middel , om het te fluiten, en voor veelen was de verfchijning van een Onderfehout, of een Gerichtsbediende in de Kerk , een heilzaam middel, om hen de lust tot huilen, zingen , roepen , kloppen en handenwringen te benemen, waar door de betaamlijke ftilte en eerbied , bij de waarneeming van den openbaaren Godsdienst eindelijk is herfteld geworden. Wij hebben ons wellicht naar fommiger oordeel , te lang opgehouden bij het verhaal van deeze onzinnige bedrijven , die oppervlakkig • befchouwd, niets met de Staatkundige gefchiedenisfen van het Vaderland gemeens' hadden: laaten wij den afgebroken draad onzes gefchiedverhaals nu weder opvatten. Netelig waren de twisten , die te dezen tijde oncftonden, tusfchen de Kamer van Tienen der West-Indifche Maatfchappij en de D 4 Hoofd-  $ö BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Hoofdparticipanten van Zeeland, betreffende den Handel en Vaart op Esfequebo, die tot nu toe, bij uitfluiting, alleen door de laatstgenoemden was gedreven geworden , gemerkt de Zeeuwen de eerfte waren, die in de i6:ie Eeuwe die kusten bevaren, en, verfcheidene Volkplantingen in die Gewesten gefticht hadden. Gebrek aan een genoeg faam getal febepen , om de menigvuldige ProducY.n van daar naar het Vaderland over te voeren , veroorzaakte dat die voortbrengfek-n daar liggen bleven , tot geene geringe belemmering van den Handel. Vsn hier, dat de Kamer van Tienen, het befluit nam , om alle de Kameren van de Maan fchappij te verzoeken, dat deze op alle mooglijke wijzen de Rheeders en Handelaars aanmoedigen wilden , om fchepen derwaarts te zenden: dan, naauwlijks had men in Zeeland dat befluit vernomen, of de Hoofdparticipanten aldaar, vermeenden door hetzelve van hun wettig recht ontzet te worden, en trachtte hetzelve te ftaaven in eene uitvoerige Memorie , die zij aan de Kamer van Tienen overleverden, met verzoek  DER VADSRL. GESCHIEDENISSEN, gf zoek om het genomen befluit intetrekken. De Staaten van Zeeland voegden hier hunne pogingen bij , en gaven^an hunne Afgevaardigden ter Algemeene Staatsvergadering eenen last., om het bij H. H. Mog. daar heenen te dirigeeren, dat aan den wensch der Zeeuwen voldaan werde. Al fpoedig waren de Bewindhebberen der Kamer Amfterdam gereed , om het Vertoog van de Zeeuwen te wederleggen , en voegden 'er eenen voorflag bij , dat zij hun recht op Esfequebo, wel aan de Zeeuwen wilden afftaan, mits, dat deezen, der Maatfchappije fchaadeloos ftelde, voor alle de onkosten, die op het onderhoud der Volkplanting reeds gevallen waren , en nog in het vervolg vallen zouden. Naa veel over en weder fchrijvens en handelens, vorderde men weinig, en bleef het gefchil onafgedaan aan den fpiiker hangen, waartoe het kort daarop volgend affterven van den Stadhouder niet weinig bijdroeg. Ondervond de zoo evengenoemde Westerraaatfchappij belemmeringen in haaren handel, die van het Oosten was ook te deD 5 zen  8i B KNÓPT HISTORISCH HANDBOEKJE zen tijde beducht eenen Mededinger te zullen vinden in Frederik de II, Koning van P'ruisfeu , die een Oost-Indifche en Africaanfche Maatfehappij, te Embden oprichtte, en aan de Staaten verzocht, dat zij, de fchepen onder zijne vlag varende, de vrijheid verlenen wilden, om in hunne havenen , zoo in Europa als aan de Kaap, en in de Indien, binnen te loopen, en zich van het nodige water te voorzien. De Staaten, beducht dat de O. en West - Intfifche Maacfchappijen dezer Landen, uit deze inrichting eenige nadeelen te wagcen ftond, wanneer het eenige Ingezeetenen van dezen Staat in dienst der Maatfchappijen hier te Lande geweest zijnde, gelasten mogt, om met 's Kor.ings fchepen de reize derwaards annteneemen , en daar door de bepalingen van het verleend Oclroij nutteloos te maaken, fchroomden niet, om aan den Koning te verklaren, dat zij voornemens waren alle inbreuken op het uitfluitend Oéïroij verleent, krachtdadig te zullen tegengaan , doch niettemin zodanige orders geeven zouden, waardoor, het volk vaa Zijne Majefteits febe-    DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. || fchepen, al die vriendfchap en hulp ondervinden zouden, die zij gewoon waren omtrenr. alle andere Volken in acht te neemen. Het gevolg heeft doen zien, dat deeze nieuw opgerichte Maatfehappij te Embden van korten duur was , en met derzelver vernietiging, ook de- vrees hier te Lande verdween, die men uit derzelver oprichting zich had voorgefteld. Bij de zoo evengenoemde redenen van vreeze , voor geduchte nadeelen aan den Euitenlandfchen Handel dezer Landen , werd te dezen tijde nog ééne gevoegd, voor eene andere bron van Nationaalen welvaart, te wceten de Ilaringvisfcherij en Walvisvangst. De Engelfchen, niet onverfchillig aanziende welke importante voordeden dien tak van Handel , aan de Nederlanders verfchafte, bragten eenige hunner , eene fomma van niet minder dan 500,000 Ponden Sterling bij een, om in navolging der Nederlanderen die beide handeltakken door te zetten. Het koste hen weinig moeite, om hunne Maatfehappij , die zij den naam van Maatfehappij der Vrije Britfche Visfcherij gaven , door D 6 een  84 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE een ai jarig Octrooi j begunftigd te krijgen, dat door den Koning niet alleen bekrachtigd werd, maar waarbij hij ook bepaalde, dat geriuurende de eerde 40 jaaren , uit zijne Inkomden , eene Ptaemie van 30 Schellingen, voor eiken Ton Haring, aan de Rheders zou betaald worden. Door zulke uitfteekei de gunden aangemoedigd, fpande de nieuwe Maatfchappij alle zeilen bij, om de bedoelde voordeden te verkrijgen , en weetende, dat de Hollandfche Haring, geheel de wereld door beroemd was , de voorkeur boven die van alle andere Natiën had, en dat zulks alleen aan het Kaaken en Zouten van dien visch afhing , delden zij alle middelen, zelfs ook onbehoorlijke, in het werk, om een aantal Hollandfche Visfchers nar,r Engeland, en tot den dienst der Maatfchappij te lokken. De Staaten , uit dit alles eene onbereekenbaare fchade, voor de Visfcherijen dezer Landen, te gemoette ziende , verzuimden niet, om een fcherp Piacaat te d >en uitgaan, waarbij de Ingezeetcn n verboden werd, zich in den dienst van vreemde Natiën, hetzij ter Koopvaar- dijé,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. £5 di-je, of ter VLsfcberij te begeven, en werden zaj , die dit reeds werkelijk gedaan hadden gelast, om op verbeurte van lijf en goed , en eeuwige baliingfehap , binnen twee maanden dien dienst te verlaaten, en naar het Vaderland terug te keeren , met' bedreiging , dat hunne agtergelatene vrouwen en kinderen, geen onderftand uit de gewoone Armeokasfen zouden verkrijgen. Voorts zou hij, die iemand bewoog tot den dienst van vreemden, eene boete van drie honderd Guldens verbeuren voor elk man , die hij daar toe bewogen hadde. De Uitvoer van Touwen, Duigen, Hoepen, Wand Pekel, werd op nieuw verboden, en ter meerder aanmoediging van de Vüfcherij, alle uitgaande rechten, voor driejaren tijds opgeheven, waarbij de Staaten \'an Holland nog ee-ne andere gunst voegden, niet' minder bevattende dan vrijdom van Impost, op alle middelen van verteering , die op de fchepen ter Haring en Walvisvangst varende, gebruikt werden. Men kan uit zulke gewichtige en ernftige maatregulen, te dessen tijde door 's Lands Hooge. Machten in J> 7 het  86 BEKNOPT HISTORISCH HANDBÖEïjfE het werk g; field , geredelijk befluiten, dat het befchermen en aanmoedigen van deze Bron van Welvaart, voor veele duizenden der Ingezetenen hen rechc ernst ware, en dat aan dezelve, naast den zegen der IIemelfche Voorzienigheid te danken was, dat dien gewichtigen Handeltak niet naar elders verlegt werd. Het is deeze aanmerking die ons als van zelve leid, tot het opgeeven van het grootmoedig en edel doel dat ook te dezen tijde 's Lands Erfftadhouder, en de Leden der Hooge Regeering aan den dag lagen , ter opbeuring der binnenlandfche Weeverijen en Fabriecquen; pogingen, die niet- dan met eene algemeene toejuiching der Natie vernomen werden , van welks inftandbrenging men zich de grootde voordeden in volgenden tijd beloofde, doch, die door een fjmenloop van omftandigheden , eerst merkelijk vertraagd , en door den onverwagren en droevigen dood van Prins Willem den IVden, die te midden van de onderhandelingen over dat gewichtig onderwerp voorviel, geheel verijdeld werden. Niet  DER VADEÜ.L. G: 'CBiEDEMiSSEN. 87 Niet zonder een fraertelijk gevoel, hadden alle waare Liefhebbers van den bloei en welvaart d.'S Vaderlands fints een aantal jaaren, het toenemend verval, in een aantal voorheen bloeijende Fabriecquen vernomen, het welk gedeeltelijk veroorzaakt was geworden, door de naarijver, en meerdere werkzaamheden van andere Natiën, die in vroeger tijden zich daar niet veel aan lieten gelegen liggen, en anderdeels, door den verbazenden invoer van Zijde en Wollen Stoffen uit andere Landen, gepaarr met eene algemeene zucht , van veele Ingezeetenen dezer Landen , om zi, h mee die vreemde voortbrengfelen te kleeden, 's Lands Erfftadhouder , die fints het ocienblik zi ner verheffing met zoo veel zorgü bezield was, om de belangen van Volk en Vaderland te bevoorderen , kon zulks niet ontflippen, en gaf een fpreekend bewijs , van zijne zucht om de twijnend-' Fabriecquen hes hangend hoofd te doen opbeuren, toen hij het befluit nam, om zich zeiven, en allen die tot zijne Hofhouding beh >orden, voortaan met VaderTandfche Stoffea te kleeden. Hij  £8 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Hij gaf 'er den Staaten kennisfe van, en fpoorden hen aan, om in dezen zijn edel voorbeeld te volgen. Hoe gaarme men ook den invoer van vreemde Stoffen verboden had, zoo vondt men zulks om redenen van Staat, en ook om het belang des Koophandels ongeraden, dan, daar het aanwenden van middelen van herftel, hier te Lande, aan niemand eenige gegrondd; redenen van misnoegen geeven kon, befloot de Stadhouder zich te bedienen van den goeden raad der kundigfte Kooplieden , ten einde de best mogelijke middelen, door medewerking der Staaten daar te Rellen. Het was in den zomer des jaars 1751» dat ter bereiking van dat heilzaam oogmerk , eene Uitvoerige Verhandeling over den Koophandel dezer Gewesten , door eene bekwaame penne vervaardigd, aan de Stadhouder overhandigd werd, w arin men de oorzaaken van vorigen Bloei, en die van het allengs toegenomen Verval, op eene uitvoerige wijze behandeld zag. Ons beftek gedoogd niet, om dit alles hier optegeeven, ook kunnen wij ous te eerder van dien arbeid ontfiagen re-  ErES VADER L, GESCfHEHENJSSEN. 80 kenen , daar wij in het Eerfle Deel van dit werkje onze gedachten, over dit onderwerp, gezegd hebben, bij gelegenheid dat wij den Staat van den Koophandel, de Visfcherijen, Fabriecquen en Trafiquen onzes Vaderlands , aan onze Lezeren kenbaar maakten, en die over het geheel genomen, veel overeenkomst hebben met het ftuk dat te dezen tijde aan den Stadhouder overhandreikt werdt. Verfchillende waren de gedachten van veelen , over de bijgebragte redenen van de oorzaaken des vervals, en ook even zoo was het gefteld met de voorgeflag n mid ielen van herftel: die allen te vermelden, zou ons te ver van het fpoor verwijderen , waarom wij alleen zeggen, dat ook hier in, het onderfcheiden bijzonder belang der Gewesten, veel goeds voor het algemeen belette. Dat het ééne afkeurde, het geene het andere als heilzaam, aanmerkte , en dat Zijne Hoogheid alle moogüjke middelen aanwendde, om de Staaten tot een eenparig, en voor den Lande heilzaam befluit, over te haaien ; waar door de bepaaiing op het een en ander fleepende, en zonr der  QO BEKNOPT IIISTOFsISCKHANnBOEKJÊ der gevolg bleef, waar toe de 'fpoedige en onverwachtte dood van den Doorluchtigen Erfftadhouder niet weinig heeft bijgedragen. Die voor den Lande zoo fmartelijk affïerven, benevens het fchetfen van zijn alfints groot en edel charac'ter, zal ons eene voegfaame gelegenheid aanbieden , om deeze Afdoeling te befluiten. Wanneer men het kort doch belangrijk 'tijdvak, fints de verheffing van Willem db IV tot de hoogde Eerampten en Waardigheden 'in alle de Gewesten , met opmerking gadeflaat, dan zal niemand ontkennen kunnen , dat die Vorst de waarheid van het gezegde eenes wijzen Konings overneemen mogt, toen deze zeide: Het tiitneemendfïe van alles is moeite en verdriet. Van zijne vroegfte j;ugd af, had hij het verdriet, dat men hem de bezitting van zijn Voorvaderlijk Erfgoed betwistte niet alleen, maar ook alles infpande, om zijne verheffing te verhinderen , terwijl men vreemdelingen bevoorderde. Toen reeds de Birrierre van den Siaat door Frankrijk overweldigd , en veele gemoederen tegen het toenmalig Bewind in  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. QI in eene hevige gisting, geraakt waren, werd hij zoo fpoedig als onverwacht tot de bekleding der hoogde waardigheden geroepen, en uit den loop cnzes gefchiedverhaals is ten overvloede gebleken , welke toneelen van verwarring elkander opvolgden : en daat het heil des Vaderlands dien Vorst onophoudelijk ter harte ging, verfchafte hem dit alles eene overmaat van bezigheden, waar door hij ziel en lichaam afmatte. In zijne jeugd een val van zijn paard gedaan hebbende , had deze hem derwijze aan de ruggegraad befchadigd, dat hij Gnts aan koreademigheid onderhevig bleef, en voor bet overige van een zwak lichaatnsgeftel. Het kon niet wel anders , of zijne opgehoopte bezigheden, werden hem wel fpoedig tot een last, en veroorzaakten hem kort naa zijne verheffing eene zwaare krankte , waar van hij nimmer geheel herdelde. In de . nazomer des jaars 1751, naa dat hij het Plan ter verbetering van den Koophandel aan de Staaten ter overweging ingeleverd had, vertrok hij naar Aken, om aldaar ter herftelling zijner verzwakte gezondheid , de Wateren te  02 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE te gebruiken , doch zonder vrucht. Naa een verblijf van vier weeken, nam hij de terug reize naar de Oranjezaal aan , alwaar zijnen toefland niet verbeterd-: dit duurde tot den 22 Oct-obcr , als wanneer dien Vorst , de eeuwigheid intrapte, in den ouderdom van ruim 40 jaaren , nalaatende , zijne bedroefde Echutenuote, en twee onmondige kinderen, te weeren Prinfesfe Carolina , en zijne Hoogheid Willem ds Vde , die nog den ouderdom van vier jaaren niet bereikt had. Onbefchrijffeïijk groot was de algemeene rouw en dro fhe d die de maare van dit fterfgeval , door geheel de uirgeftrekthcid van deeze Republiek veroorzaakte, dewijl de blijde hoop die m?n had opgevat , uit hoofde van 's Prinfen zucht tot verbetering in veele zaaken , eensklaps, in rook verdween. Reeds een jaar bevorens, was op zijn voorftel, den Regeerenden Hertog van Brunstvijk Wolffenbuttel, Generaal in Keijzerlijken dienst, tot Veldmaarfchalk van den Staat, en tot A.lmïniftreerenden Voogd over den jongen Prins, naa 's Vorflen overlijden aangefteld, terwijl de Koninglijke Prinfesfe on-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 93 onder den naam van Gouvernante , het bewind van zaaken onder hec opperbeftuur der Staaten in handen gefield , cn daar in 'ioor het afleggen van eenen plecht igen Eed bevestigd werd. Den 4 Februarij des volgenden jaars, werd het ftoflijk overfchot op kosten van den Lande, met eene Koninglijke Statie, naa Delft vervoerd, en aldaar in het prachtig eeregraf, bij 's Vorsten Voorouderen bijgezet-, terwijl zijne nagedachtenis, in algemeene zegening bleef, bij allen die het welzijn des Vaderlands niet onverfcbillig was. En waarlijk , dit eerbetoon verdiende Willem de IVde zoo zeer als een van zijne Doorluchtige Voorvaderen , daar hij uitmuntte in een aantal deugden en bekwaamheden , die hem de achting van alle verftandigen en onzijdigen waardig maakten. Reeds van zijne vroegfte jeugd, had hij zich met ijver toegelegd , op het aanleeren van de meest in gebruik zijnde Taaien , en fprak die zoo vaardiglijk , dat veelt n zn h daar over verwonderden. Voorzien van een uitmuntend fterk geheugen, Helde hem dit op eene  94 BEKNOPT mSTOPvISCTI HANDBOEKJE eene gemaklijze wijze in ftaat, om met het grootfte nut de oude en latere gefchiedenisfen zich eigen te maaken, de edele daaden van uitmuntende mannen, zich ter navolging, en de ondeugden van anderen, ter vermijding voor te ftellen. Bezielt met eene fterke zucht tot weetenfchappen, was hij een groot voorftander van dezelve, terwijl hij den man van letteren, met zijne achting en vriendfchap vereerde. Van eene zedige en ingetogene leefwijze, en een vijand van de ontucht, zoo algemeen in zwang bij Vorsten, koesterde hij eene ongemeene achting voor den Godsdienst in den boezem , en betoonde de kracht van dezelve te kennen, door de uitoeffening van eene verftandige verdraagzaamheid, omtrent anders denkenden. De milddadigheid , die beminnelijke Christenplicht, oeffende hij allerwegen uit, en ten einde daar toe ruime gelegenheden te verkrijgen, hield hij eene Koninglijke Hofhouding, waar door fommigen zijner vijanden, hem als fpilziek hebben willen doen voorkomen. Van een levendig en openhartig charactcr, was hij in fommige gevallen drif-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 95 driftig en oplopend, doch wrok of wraakzucht kende hij niet, en was edelmoedig genoeg, om zulken die ten onrechte zijne drift ondervonden hadden , door Nnieuwe gunstbewijzen aan zich te verplichten. Zulk een Vorst, kon niet wel anders, dan een vijand van den oorlog zijn: dit toonde hij ook door de overtuigendfte proeven, toen hij aan het bewind gekomen zijnde, niets onbeproeft liet, om het werk des vredes tot ftand te brengen. De vijanden van het Oranjehuis, hebben ook hem van Heerschen Staatzucht befchuldigd, echter heeft het niet ontbroken aan onpartijdigen, die deeze aantijging gelogenftraft hebben , door het alles afdoenend bewijs, dat zij in het midden brogten, dat Willem de IV de paaien van zijn gezach niet wilde uitzetten, zelfs toen, wanneer het Hechts aan hem ftond, om zulks te berijken. De algemeene rouw, die zijnen ontijdigen dood in het Vaderland verwekte, en een ontzettend aantal Lof en Lijkredenen , die de Kerkgebouwen van allerleije Gezindheden, ook de Gehoorzalen van de Hooge en Lagere Scholen, op dien Vorst  QfS BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Vorst vervulden, hebben het zegel der waarheid gedrukt , op het getuigenis van alle onpartijdige Waarheidsvrienden, dat namelijk dien Vorst, geduurend zijn kortftonriig bewind, veel goeds gefticht heeft; dat zijnen vroegen dood de oorzaak was, dat zijne uitgeftrekte ontwerpen, ter uitbreiding van het algemeene welzijn des Vaderlands, die gewetischte gevolgen niet gehad hebben , die men van dezelve, met zoo veel rechts verwachten kon, en bovenal, een orhorftelbaar verlies voor zijnen onmondigen Zoon en Opvolger Willem de Vde opleverde, dewijl het deeze ontzette van de wijze lesfen en het edel voorbeeld, van eenen grooten Vader, die hij zoo zeer behoefde, zoo als wij nu in de volgende AfdeelingeR nader zien zullen. DRIE-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 97 DRIE- EN- TWINTIGSTE AFDEELING. I75I-I766. INHOUD. Vreedzame gcfteldheid van zaaken hier te Lande , naa de dood van Willem de IVde. —> De Gouvernante neemt zitting in de Hoo- ge Staats Collegiën. Doet verfcheidene voorfleüen ter vermindering van de Landmacht , ter regeling van het ftnk der Ampten en ten voordeele van de Militairen, alles ter verligting van de bezwaarde Finantiën. De Staaten verbieden het vertrek van Rivierkundige Ingezeetenen en Kunstenaars, naar andere Landen. — De beide Rekenkamers van Holland tot één Collegie vereenigt. Nutte inrichtingen in veele gevallen. Liefdadigheden te¬ gen vervolgden om den Godsdienst in Vrank- rijk, hier te Lande uitgeoefend. Ook aan een aantal tot flavernij gedoemden, onder de Maroccaanen. Vrede met dat Roofnest gefloten. Zichtbatire zucht tot V. Deel. E aan-  £R VADERL. GESCHIEDENISSEN. 12/ Koninglijke Hoogheid vier Staatsleden , om de zaak nader te onderzoeken, ook nam zij kennis van de gedachten der Raaden van dén Hove, waar naa zij deeze uitfpraak deedt, dat het zoo wel aan de Burgerlijke, sis Militaire Rechtbank zou vrijmaan, om te waaken op alle overtreders , en deze ontdekkende, te doen oplichten, en in verzekerde bewaring te neemen, het zij dan of dezelve al of niet, tot hunne Vierfchaar behoorden; met last, dat naar bevind van zaaken, alle Militairen aan den Krijgsraad, en alle Burgerlijke Perfoonen, aan den Hove zouden moeten overgegeeven worden. Terwijl ook tenze'fden tijde bepaald werdr, • dat hst aan het Hof zou vrijftaah om Militairen , en aan dtn Krijgsraad, om Burgers op te roepen, tot het geeven van getuigenis der waarheid, met bevel aan allen, om zich in geen geval daar aan te onttrekken. Naauwlijks had de Vrouwe Gouvernante. de zoo even genoemde twisten, tusfchen die Collegiën opgeruimd, of zij gaf ook blijken van gezindheid, om de eer van bijzondere Perfoonen te handhaven, tegen voorF 4.. heen:  *SB BF.KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE heen ondergaane beledigingen. Wij zagen hier voren bij het vermelden van de beroertens ten jaare 1748, hoe zeer de Groningfche Burgemeefter Geeftfema , in den hiat van h.'t doldriftig gemeen deelde, derwijze dat zijne wooning der Plonderzucht niet ontging, en zelfs zijn perfoon in groot gevaar geraakte. Een aantal orgegrondde befchuidigingen ten zijnen laste, was den uiifisg van het onderzoek, dat op dringend verzoek van dien Regtnt, door het Hof Provinciaal van Stad cn Lande, aangaande ?ijn gedrag, was aangevangen, ftaande het leven van den. Peins, geduurende welken tijd, hij onder de verdenking van plichtverzuim bleef: dan , de uitfpraak van het Hbf, ten zijner Juftificatie, in de maand Meij dezes jnrs openbaar wordende, en door Haare Hoogheid goedgekeurt zijnde, deed zulks tien laster verdommen, en herftelde de ten onreclre befchuldigden Regent in zijne zoo zeer beledigde eer. Even dat zelfde genoegen, zoo vereerend voor elk weldenkend, dog, door het lot der tij 4?n, vaak ten onrechte befchuldigd eerlijk Msn ,  HET PLUNBEllKJ? VAN HET 1IXTIS VAN JDEN BVBCrXXSX&XZX. GXERTSÏKA XE GUONINGKN.   DEE VADERL, GESCHIEDENISSEN. I2p Man , genoot ook de gewezene Gouverneur Generaal van Sm inaamen , de door zijne godvruchtige fchriften. zoo zeer beroemde Heer Jan Jacob Mauricius, voorheen-PenIlonaris der Stad Purmerende, daarna Minister van de Algemeene Staaten bij den Nederfaxifcben Kreits, en eindelijk, tot Opperhoofd van gezegde Colome bevoorderd. Dezelfde tuimelgeest , die hier te Lsndé zoo algemeen heerschte, in het tijdvak dat de verheffing van Willem den IVden onmiddelijk voorafging en vergezelde, was ook werkzaam in die zoo ver verwijderde Volkplanting, en berokkende tle braave. Mauricius , een aantal onaangenaamheden, door zulken, die zich als Repubiicainen wilden aangemerkt hebben, 's Mans besre en belangelooste pogingen, ten beste van de Colonie bij der hand genomen , werden door zijne tegenftrevers miskent , en gedwarsboomt, eisfchende niet minder dan zijne Remotie. Béwust van de eerlijkheid zijner bedoelingen en handelingen , verzocht hij de vrijheid, om een keer naar het Vaderland te doen, ten einde zijn gedrag, op F- 5 het  BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het- naauwkeurigte te onderzoeken, en van alles aan zijne Meesters verflag te doen, met dat voor zijne belaagde onfchuld, zoo gewenscht gevolg, dat ingevolge liet advis van den Hoogen Raad van Holland en Zeeland, het verzoek van du Plesfis, en zijne medelanders, de afzetting des Gouverneurs vorderende, niet alleen van de hand gewezen werdt, maar zij daar en boven verwezen in de kosten, die het een en ander veroorzaakt had, de beledigde te gelijk het recht toekennende , om zijne gefchondene eer, door zijne vijanden vergoed te krijgen, naa welke openlijke blijk van goed^ keuring en rechtvaardiging, hij zijnen post nederlag, en het overige van zijn nuttig leven , ter bevoordtring van waarheid en deugd befïeedde, waar van zijne uitgegeevene ftichrelijke werken, ten bewijze ftrekten. De onheilen die de rampzalige twisten in Surinamsn , hadden doen geboren worden, maakten als nu eene buitengewoone verandering in het Beftuur aldaar , en eene generaale vergiffenis , en uitwisfing vsn al iet gebeurde noodzaaklijk, waarin . 's Lands  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. Ijl' 's Lands Staaten, en de Vrouwe Gouvernante gereediijk bcfluitende , nfct weinig toebragten tot het hefftel en den bloei van deeze belangrijke Volkplanting. Men denke ondertusfehen niet , dat 's Lands Hoogs Machten , bij het genot van den Vrede, hunne zorg alleen bepaalden, tot het dempen van deeze opgenoemde en andere haatelijke twisten: aanmerkelijke verbeteringen, ten nutte van Koophandel, Zeevaart, en andere onderwerpen , doen overtuigend zien,, dat men met ernst bedacht was , op het uitbreiden en bevestigen van den Vrede, met andere Voiken, en het herftel van het vervaüene binnenslands. Wiet alleen dat het Franfche Hof, een fpreekend bewijs van deszelfs goede genegenheid jegens den Staat, ten toon fpreidde, in de plechtige afzending van den Marquis de Bonac, als gewoon Ambasfadeur, die met een ongemeene pracht, zijne geloofsbrieven overhandigde, maar het handelverdrag, tenzelfden tijde, tusfchen de Staaten en den Koning der beide Sicilien , tot ftand gebragtf, en waar bij de Ingezetenen van den Staat, alle wenF 6 fche-  /jC BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fchelijke vrijheden en voorrechten in Koophandel ea Zeevaard, ook vrijheid van ge? weten, in het ftuk van,den Godsdienst, gewaarborgd en verzekerd werdt, nellen het eerfïe buiten alle tegenfpraak, terwijl de gewichtige verbeteringen aan het Dok van Vlisfingen, en de Haven van Middelburg; de oprichting van een Militair Kweekfchool, in de Hofplaats; ook de aankoop van een aantal heerlijke goederen, alkomftig uit de nalatenfchap van Willem den lilden, en tot heden door den Koning van Pruisfen , in bezit gehouden , alle waare liefhebbers van het Vaderland, en deszelfs onaf hangelijkheid, tct wezemlijke blijdfehap verftrekte. <_*) Wan- (*) Wij hebben bevorens, ten tijde van de minderjaarigheid van WiLLEM den IVden , onze Lezeren het onaangenaam verfebil tusfchen dien Vorst, en de Algemeene Staaten, over Kening Willems nalatenfcbap, opgegeven, en het gevolg leerde, dat de Koning van Fruisfen zich in het binnenfte dezes Lands, een aantal heerlijke goederen toeeigende , en in ttz-t nam, Zoo. iets was natuurlijker wijze,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN-, I33 Wanneer wij het tot hier toe gemelde, in overweging neemen, wie moet dan niet met ons overtuigd worden, dat het ons Vaderland, in die dagen wél ging, en de Natie eene rede van bezwaar, voor elk die 'f Lands onafbanglijkheid ter harte ging , en allen vreemden invloed wilde gewsert hebben. De lrouwe Gouvernante , was daarom bedacht, om dit ftruikelblok uit den weg te ruimen, dsior bet befluit dat zij 'nam, om de Heerlijkbeden Honsholredijk, Naaldwijk, Hoenderland, Oranjepolder, Wateringen, 's Gravezande en Zand Ambagt, alle gelegjen in Delfland , of het zoogenaamde Westland, ten behoeve van baaren mlnderjaarigen Zoon, vanden Koning van P/uisfen te koopen, waarin zij naa veele onderhandelingen derwijze flaagde , dat naa bet toetellen van- 700,000 Guldens voor gezegde Heerlijkheden , en 5,000 Guldens voor de Meubilen, die zich op het Lusthuis Honsholredijk bevonden , de jonge Vorst, in het bezit van zijne Voorvaderlijke goederen gefleldt, en door de Opgezetenen, als hunnen wettigen Heer, ingehuldigd werdt, E 7.  134 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tie van lieverlede tot ruimer adem kwam? Men zou een ingekankerd vooroordeel tegen het Beflfuur van dien tijd verraden, wanneer men, naa het leezen van alle die Verbeteringen die wij geboekt hebben, nog beweeren wilde, dat de Natie gebukt ging, onder het juk van Engelands Kr'oonprincesfe, zoo als men in onzen leeftijd, tot walgens toe heeft zien beweeren. Zoo het eene waarheid is , dat de meerdere of mindere deugdzaamheid van een Befluur , het zij Monarchaal , Repubiicainsch , of wat het wezen moge, best en zekerst kan opgemerkt worden, 'uit de inrichtingen die het zelve verordent, en de gevolgen die daar uit voor een volk geboren worden , dan zeker, heeft men rede van zich te bedroeven , dat een reeks van famenlopende gebeurenisf en, in volgende jaaren , dien voorfpotd van het Vaderland, zoo kort van duur maakten. Men hebbe flechts den toenmaaligen ftand van de voornaamfte Handeltakken in ons Vaderland in te zien , om overreed te worden, dat 's Lands welvaart in weinige jaaren , tot eene aanzienlijke hoog-  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. 135* hoogte geftegen was. De Oostermaatfchappij, aan welks hoofd de Gouverneur Generaal Mos/el, thands geplaatst was, bevond zich in zulk eenen bloeijenden toeftand, dat de Aéïien, door voorige onheilen, zoo zeer beneden de cours gedaald, als nu wederom tot voorige hoogte (lijgerden. Dertig kostbaare Kielen , flevenden dit jaar uit de Vaderlandfche Havenen, naar die Gewesten, van waar omtrent een zelfde getal, beladen met eenen ongemeen rijken fchat, behouden in het Vaderland aankwam : niet minder dan 276 Haringbuizen of Jagers, en 22a Kielen ter Kabbeljauw, en Walvisvangst, geven een duidelijk denkbeeld, van de waarheid onzer zoo eeven opgegeevene Helling, en het lijd geen bedenking, of een aantal onzer Vaderlandfche Frbriecquen , zouden eenen nieuwen luister en bloei verkregen hebben, wanneer de Natie over het algemeen, het edel voorbeeld van de Vrouwe Gouvernante gevolgd had, die haare verwondering aan de Staaten van Holland blijken deedt, dat het voorftel van wijlen haaren doorluchtigen Gemaal, ter herftelling van 's Lands  Ï;3Ö' BF KNOPT HISTORISCH HANDSCEKjfE 's Lands Fabriecquen , zoo zeer in den wind geflagen werdt, en het meerderdeel der Ingezeetenen aan vreemde goederen den voorrang gaf. Wat haar betrof, overtuigd van het nut en de noodzaaküjkheid der aanmoediging van eigene voortbrengfden , wilde zij daar van een bewijs geven , in het neemen van een vernieuwd befluit, om zich zeiven ,. en allen die tor haare hofhouding behoorden, in Vaderlandfche Stoffen te kleden, en drong 'er op aan, dat de Ridderderfchap, en de verdere Leden der Staatsvergadering , haar voetfpoor in dezen drukken wilden: maar h t baatte luttel: de fmaak voor het uitheemfche, deedt veelen de voorrang geeven aan vreemde Stoffen ; hier kwam het eigenbelang van voornaame Handeicomptoiren, en de ftaat kundige inzichten van en omtrent vreemde Mogendheden bij , en dus bleef het voorftel en edel voorbeeld der Vrouwe Gouvernante , zonder eenig gevolg voor onze kwijnende Fabriecquen, die fims dien tijd tot een diepte van verbal gezonken zijn, waar over elke welgeplaatfle Vaderland-  DER VA-DERL« GESCHlEDfiNKSEW. Ï3/. I kndfche ziel, zich met weêdom voelt aan- I gedaan. Men denke intusfchen niet, dat onder het genot van de opgenoemde zegeningen , het Vaderland geheel bevrijd bleef van drukkende onheilen. De Veepest, die fints 1744 jaar op jaar, dan hier, dan elders, de ijsfelijkfte verwoestingen aanrechtte, bleef ondanks de beste maatregulen , tteeds aar.hou- ] den: geduchte Watervloeden die Gelderland en Oven'fsfel bijnaa in eene baare Zee hervormden, en eene ontzettende fchade aan het Land en de Ingezeetenen berokkenden,. I vervulden dit jaar veeier harten met een kille fchrik, die naauwlijks bedaard zijr.de ,. op nieuw wierdt opgewekt, door het gevoel eener ongeraeene waterberoering in alle de Rivieren en Stroomen van ons Vaderland, op den noodlottigen.Eerjïen November 1755, toen Portugal's Hoofdftad , het rijke Lisfabsn, door eene uitbarsting van het onderaardfche Vuur in een puinhoop veranderd werdt. En fiasn wij met een opmerkzaam oog de gebeurenisfen van die, en de dturop volgende jtaren gade, dan ontdekt mea.  138 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE men maar al te duidelijk, dat de vonken van tweedragt hier en daar zich op nieuws begonden te vertoonen. Zonder ons in het vermelden derzelver, eenige uitvoerigheid te veroorloven , of angstvallig de tijd waar in dat plaats had, in acht te neemen, zij het genoeg te zeggen , dat zulks bleek, toen binnen Amfterdam, een aantal orrustverwekkende gefchriften, ingericht om den vastgeftelden Regeeringsform te belagen, onder het publiek verfpreid en gelezen werden. Twee derzelven waren zoo vinnig, en oproerig ingefteüt, dat de Wethouderfchap goedvondt, om dezelve door Beulshanden', op een fchavot te doen verbranden , en eene Publicatie aftekondigen , wasrbij eene prsemie van 3000 Guldens uitgeloofd werd, aan den geenen, die 'er de Auteur of Druk. ker van kon aanwijzen. Wanneer men het Vonnis, tegen deeze Paskwillen geflagen, leest, dan blijkt het, dat de zich fchuilhoudende famenftellers tot dat foort van wezens behoorden , die de Regeerwijze van dit Land , en het Stadhouderlijk Bewind, een kwaad hart toedroegen, de Inge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. I 39 gezetenen tot oproer, en eene geheele ora*keering van zaaken aanhitzende, door hoon en fmaadredenen uit te ftooten, niet alleen tegen de Regeering der Stad Amfterdam, maar ook tegen de nagedachtenis van den overleden Erfftadhouder , en de Vrouwe Gouvernante. Indedaad, niets was meer gefehikter om de oude veete in veeier harten weder op nieuw aan te vuuren, dan even dit zoo fchandelijk bedrijf: en zouden wij den bal wel geheel misdaan, wanneer wij aan het verfprijden van dergelijke fchandelijke libellen, de netelige twisten toekennen , die zich kort daar naa in de Provincie van Overijsftel openbaarden , tusfchen de Leden der Regeering van de Steden Zwolle, Deventer en Kampen, ter eener, en de gezworen Gemeenslieden derzelve, ter andere zijde , bij gelegenheid , dat de, Staaten van dat Gewest, in navolging van die der andere Gewesten , eenige fchikkingen beraamden, omtrent de uitoeffening der Stadhouderlijke Waardigheid, opzicbtlijk de Msgifiratuure , ingevalie de Vrouwe Gouvernante kwam te overlijden, ftaande de rnia-  1^0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE minderjaarigfteid van haaren onmondige» Zoon ? De bange vrees voor eene verkorting in de oude Stadsrechten, van het Onafbangelijk Zwol, en den wensch, dat de Gouvernante de Stad bij haare aloude en weibewaarde Onaf bangelijke Keuren zou befchermen , gaf aan doorzichtigen genoeg te kennen, dat het in die Steden niet ontbrak aan lieden, welkers zielen met argwaan vervuld waren , als of de onaf bangelijkheid , en de zoo hoog gefchatte Keuren , in het grootst gevaar gebragt waren, bij het voorHel aangaande de Magiftraatsbcitelling, (taande des Prinfcn minderjarigheid, naa overlijden z;jner Vrouwe Moeder. En wart* neer wij de kort daar op volgende onéënigheden, tusfchen de Vroedschapsleden der Stad Haarlem , en de Vrouwe Gouvernante , i-n aanmerking neemen, dan worden wij gedrongen, die netelige twist, als een uitvloeifel van die zelfde onzuivere bron aan te merken. Dan! daar het fchetfen van de voornaamfte bijzonderheden en den afloop dier zaake, ons thans te ver van den weg zou afleiden die wij bewandelen , zullen v\ij  ©er vaderl'. geschiedenissen. 141, Y/ij dien taak als nog berusten laaten, om verflag te doen van de donkere wolken, die zich te dien tijde, reeds aan den Staatkundigen Horifont, in een afgeleegen wereld deel begonden te vertoonen, en veeIer harten hier te Lande met geene geringe vreeze vervulde, dat 's Lands Staaten, even als voorheen, in den twist zouden ingewikkeld wórden : wij bedoelen de onlusten die te dezen tijde, tusfchen Engeland en Frankrijk, zich begonden te vertoonen, over het recht verftand van het Tractaat, in 174S te Aken gefloten, waarin, opzichtelijk de Americaanfcbe Volkplantingen , bepaalt was: Dat alle dingen aldaar zouden gebrast worden, op dien voet, op welken zij waren , of beboerden te wezen , voor den tegenwoordigen Oorlcg. De bloote opgaave van dit Artijkel, aangegaan en vastgefteld door twee Natiën , die van oude tijden her, een verregaande jalouzij. zoo niet eene ingewortelde haat tegen elkander in den boezem koesterden, en op de uitbreiding van de paaien hunnes geïaeh*, in dat werelddeel voornaamelijk bedacht waren, doet genoeg  I42 BEKNOPT H1STG1USCH HANDBOEKJE noeg zien, dat het te eenigen tijde, aanleiding tot eenen nieuwen en feilen Oorlog geeven moest. Niets valt natuurlijker dan de vraag: op welken voet waren de dingen vóór den Oorlog"} Hoe behoorden zij nu naa het eindigen van dezelve te wezen ? En wat was duidelijker te voorzien, dan dat elk der beide Natiën, aan den zin dier onbepaalde uitdrukkingen, eene uitlegging in laater tijd geeven zou, als meest ftrookte met deszelfs bijzondere belangen en inzichten? En daar dit het geval was; daar de Etigelfchen door kracht van wapenen, de dingen in America brengen wilden op dien voet, zoo als zij oordeelden te moeten wezen; en daar de Franfchen, uit hoofde van eene uitgeputte Schatkist, en eene vervallene Zeemacht, dit niet verhinderen konden, daar gaf zulks aanleiding tot de luidruchtigfte klachten bij de beide Volken. De Franfchen duiden het zenden eener Engelfche Vloot naar America, met oogmerk om hunnen Koophandel in die Gewesten te bevoorderen, euvel, en beweerden, dat niet de befcherming hunner bezittingen, maar  DER VADERL, GESCHIEDEMISSIN. 143 maar veel eer, de overmeestering van de Franfche Volkplantingen te bewerkftelligen , het doel was. Aan dit vermoeden fehreef men te Parijs wel fpoedig een graad van zekerheid toe, eensdeels door de bewustheid die men aldaar had , van het gemis eener behoorlijke Zeemacht, eenigermaate opweegende tegen die van Engeland; en anderdeels, toen men in het zekere onderricht werdt, dat het Hof van Londen, zich alle moeite gaf, om de Koning van Spanje, in deszelfs belangen overtehaalen, hem aanradende tot het in acht neemen, van de ftipfte onzijdigheid , als waar door den Spaanfchen Koophandel, de grootfte voordeelen zou te beurte vallen. Hoorde men daarentegen de befchuldigingen der Engelfeben , dan had het zenden eener Vloote, naar dat werelddeel geen ander oogmerk, dan de Franfchen te beletten, de paaien hunnes gezachs verder uittebreiden , ten nadeele der Engelfeben, welken zij flechts den handel langs de Kusten, en geenzints dien met de binnendeelen des Lands wildeD toeflüsan , en om welken te beletten, zij een. aan-  144 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE aantal fterktens op Engelfchen grotid aangebouwd hadden, die zich van de Rivier de Misjisjfjipi, tot aan Canada uitftrekten. Wanneer wij de Gefchiedcnisfen onzes Vaderlands, van vroegere dagen, (door ons in de voorgaand? Afdeelingen van dit Werkje te boek geflagen) voor den geest brengen , dan weeten wij, dat de twisten en verdeeldheden , die herhaalde keeren tusfchen Engeland en Frankrijk , tot de bloedigfte Oorlogen aanleiding gaven, voor ons Vaderland hoogst noodlottig waren , niet flechts, om dat wij met dien Ihoom veeltijds werden medegefleept, maar ook om de partijfchappen die zich als dan onder 's Lands Ingezetenen begonden té vertoonen , door dien het eene deel der Natie de belangen van Frankrijk, en wederom het andere deel, die van Engeland, als meest overeenkomende met het welzijn van den Staat befchouwde. Oprechte en waare liefhebbers van het Vaderland, lieden , die de voordeden van den Vrede, hier boven opgegeven, uaar derzelver waardije wisten te fchatten, en 's Lands bloei en  per vaderl. geschiedenissen. 145 en herftel, alleen aan de voortduuring van denzelven verbonden rekenden, vernamen de nu op nieuws oncftaane twisten tusfchen de twee Volken, met eene angstvallige bekommering, vreezende, dat de vleijende aanzoeken des eenen, of de bedreigingen des anderen , ten einde de Republiek in haare belangen over te haaien, den Staat op nieuw in eene zee van onheilen voeren zouden , en de oude binnenlandfche twisten het hoofd opfteeken doen. Die vrees moest natuurlijker wijze bij alle doordenkenden, te dezen tijde vermeerderen, wanneer zij in aanmerking namen, dat, zoo de twistende Natiën, wederom als voorheen, elkander de loef afwinnen wilden, om de Republiek in derzelver belangen over te haaien , het Franfche Hof, zich van onzen kant niet vleijen kon , met eenen gunftigen uitflag, maar dat de balans moest overhellen, naar de fchaal van Engeland, gemerkt , wij met het laastgemelde Rijk in eene dubbele verbindtenis , die van Com-, mercie, en die van Defenfie Honden, terwijl fints de herroeping van het met Frankrijk, V. Deel. g in  I46 BEKNOPT HiSTORISCHHANDBOEKJE in 1739 aangegaane Commerdetraétaat, (dat in het jaar 1745 , door de Koning van Frankrijk, bij decreet vernietigd was!) niets van dien aart, tusfchen dezen Staat en het Franfche Rijk heftondt, en hetzelve als nu onbevoegd maakte, om op den bijftand der Staaten eenige aanfpraak te maaken. Voegen wij hier nu nog bij, dat de herftelling der Stadhouderlijke Waardigheid , in den Perfoon van Willem den IVden, gehuwd aan de Engclfche Kroonprincesfe , (taande de vernietiging van dat Commercietractaat, ftand greep, en dat die Vorftinne door den dood haares Gemaals , thans als Gouvernante, aan het roer van Staat geplaatst was; dan valt het ligtelijk te befeifen, dat de Franfchen alle zeilen bijfpanden, om de oogmerken der Engelfchen, hier te Lande te dwarsbomen. Donker vooruitzicht zeker, voor een volk, dat fints de Vrede van Men, zoo veele en belangrijke voorderingen, in hunnen vervallen toeftand gemaakt hadt, en welks voornaamfte zorg zich alleen behoorde te bepaalen, om bij den Vrede bewaard te blijven, en het Oorlog over te laaten» aan  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. aan hen die zulks gelustte! En wanneer men de zaak aan de zijde der Gouvernante befchouwde, dan opende de netelige verfcbillen tusfchen de beide volken, voor die Vorftinne, een aaklig uitzicht voor de toekomst, daar het gefchapen ftond, dat eenen zwaaren last van Staatsbelangen, de Vrouwelijke fchouderen , met een verdubbeld gewicht drukken zouden , en haar ontzetten van die rust en dat genoegen, dat zij fmaakte, fints haare komst aan het bewind, over een Volk, dat zich bij veele gelegenheden beijverde, om haar en hare kinderen, de uitbundigfte bewijzen van liefde en achting toe te brengen. Hoe dit ook wezen mogt, naauwlijks had het jaar i7sö eenen aanvang genomen, of het reeds lang gefmeult hebbend vuur des Oorlogs floeg in lichterlaaije vlamme ten dake uit,- De buitengewoone toerustingen in de Haven van Duinkerken, en het aanvoeren van Troupen en Ammunitie van Oorlog, uit alle de deelen van Frankrijk , lieten den Engelfchen geen twijnel over, of de Franfchen bedoelden eenen vijandelijken inval Ga in  ia8 beknopt historisch handboekje in Groot Brittannien. Nu oordeeldï het Cabinet van St. James, uit krachte van het Subfisteerend Tra&aat, de 6,000 Man Hulptroupen van de Staaten te moeten eisfchen, ten zelfden tijde , dat zich eenige Schepen voor Hellevoet/luis ankerden, om dezelve aan boord te neemen , en naar Engeland over te voeren. Had de Franfche Gezant d'Affry, eenige weinige dagen bevorens, aan de Algemeene Staaten gevraagd, welke partij zij thans verkiezen zouden! nu deed hij een flap nader, en ontraadde de Staaten, om aan Engeland de gevraagde hulp te verkenen , ten (lotte eene bedreiging daarbij voeger de, dat de Koning zijn Meester, zulke Mogendheden, niet meer onder zijne vrienden zou kunnen rekenen , die ééne lijn trokken viel zijnen vijand, en dezen onderjiand bewijzen zouden. Dit alles opende een ruim veld voor de moeilijkfte raadplegingen , aan de zijde der Staaten, die, hoe gaarne zij zich buiten den twist houden wilden , door de vrees geprangt werden , dit zij ook nu, even als in vroeger tijden, met den droom konden medegedeept worden. Slech-.s weinige  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 149 I ge dagen verliepen 'er, toen men in den Ha*I ge met een gepast antwoord op de MemoI rie des Franfchen Gezanis in gereedheid was, waar in de Staaten verklaard.n, dat zij tot hier toe geen het minfle aandeel in de onlusten tusfchen de heide Natiën, gerezen, I genomen hebbende, ook vastelijk gezint tsaren , zich daar mede in bet vervolg direct nog indirect te bemoeien, nog met de gevolgen die 'er uit zouden kunnen ontftaan, maar iuteI gendeel voornemens zijn, eene flipte Neutraliteit in acht te neemen, alles echter onbenadeeld de Alliantien , -welken zij hadden , en 1 die zij op geenerhande wijzen meenden te breeI ken. Zij floten met te verklaren, dat zij, ook als nu , van Zijne Allerchristelijke Ma» I jefleit eene /lollige verzekering verwachtten $ dat het gebied van H. ff. Mog., en van bet huis van Oostenrijk, die dezen Staat tot eene Barrierre dienden, van alle gevaren des Oorlops 4 of Vijandelijke aanvallen, in het vervolg zouI den bevrijd blijven, en dat Zijne Majéfleit bet I toneel des Oorlogs, niet naar het Rijk van Engeland zou overbrengen , alzoo dit eene omftandig» I beid opleveren zou , die de Republiek in veele opG 3 ziih-  150 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zichten betrof. Dit wijs, voorzichtig, en beraden antwoord, dat het Beftuur van dien tijd, zoo veel eere aandeedt, was van zulk een gelukkig gevolg, dat het Engelfche Hof daar in niet alleen volkomen genoegen nam, maar eenige dagen later door deszelfs Gezant berichten liet, dat men van den gedanen eisch om de 6,oco Man afzag, en de daar toe aangekomene Schepen van voor Eellevoetflu's terug ontboodt. Wenfchelijk ware het, waaneer wij naa het vermelden van deze gebeurenisfen, hier berichten konden , dat de donkere wolken hier mede van boven het Vaderland verdreven wa»en! W nneer men het flot van het gegeven antwoord aan den Franfchen Gezant, met opmerking befchouwd en nagaat, dan ziet men, dat H. H. Mog., wel de ftipfte neutraliteit beloofden , maar niet , dan onder deze bepaling: alles onverminderd de Alliantien die zij hadden, en die zij op geenerhanbande wijzen meenden te breeken. Mooglijk vraagt hier een nadenkend Lezer! naa de rede dezer uitzondering ? En dan zijn wij verplicht, hem hier te herinneren, het geene  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 151 rie wij bevorens met een enkel woord gezegd hebben, dat 'er eene aanmerkelijk onderfcheid te dien tijde was, in de ftaatkundige betrekkingen tusfchen de Staaten , en het Engelsch Minifterie ter eener, en tusfchen het Hof van Frankrijk, ter anderer zijde: aan het eerstgemelde waren de Staaten verbonden door de beide Traclaaten des jaars 1674, en daarenboven door de naauwe betrekking, die men hier te Lande, op des Konings Dochter gekregen had; terwijl men ten aanziene van Frankrijk, zich van alle vriendfchappelijke verbindtenisfen ontbloot zag , en men aldaar als een onbevoorrechte Natie, fints het willekeurig vernietigen van het Commercietraéïaat, van 1739 behandeld werdr. Niets was dus natuurlijker, dan dat de balans, ten voordeele van de Engelfchen, bij de Staaten hier te Lande overhelde, en het is onzes inziens, daar aan voornamelijk toe te fchrijven, dat de Engeifchen vertrouwden, dat daarom het handeldrijvend gedeelte der Natie, niet zoozeer uit een grond van verplichting, als wel, uit hoofde, van eene voederkeerige vriendfchap , G 4 tui-  152 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tusfchen twee geallieerde Naburen, en Bondgenooten , zich voor eenigen tijd zou onthouden, van den toevoer, van zulke Producten naar de Franfche Volkplantingen, als gefchikt en dienftig waren , tot voorezetting van den Oorlog. Dien handel was een doorn in den voet der Engelfchen , en fchoon zij, ten onrechte, dezelve als verboden en ongepermitteerd , wilden aangemerkt hebben, uit krachie van het Tractaat des jaars 1674, zoo wilden de Kooplieden hier te Lande, hen daar in niet te wille zijn, dewijl men daar fchatten mede won, en eene goede rekening maakte. Dit weigeren in het bewilligen van der Engelfchen begeerte , was dus een daad, waar toe men hier te Lande volkomen gerechtigd was, en het was willekeurig, aan de zijde der Engelfchen , dat zij het vervoeren van iets , dat bij het Traétaat vrij verklaard was, als Contrabande wilden aangemerkt hebben: dan, hier rijst de vraag, of het algemeen belang van den Koophandel en des Vaderlands , te dien tijde wel gehengde, om in dit geval, zoo fterk op zijn  DER VAOERL. GESCHIEDENISSEN. 153 zijn recht te blijven ftaan? behoorde men niet in aanmerking genomen te hebben , dat zoo men de Engelfchen in dezen niet aan de hand gaan wilde, zij het recht van den fterkften, wel fpoedig uitoeffenen zouden, en het gewaande onrecht hen aangedaan* op de weerlooze Koopvaarders verhaalen ? wel wetende, dat 's Lands vervallen Zeemacht , de Staaten buiten de mogelijkheid ftelde, om de nodige Protectie aan de Zeevaardije te verleenen , en : den Engelfchen het berooven onzer Kielen, krachtdadig te beletten? Vervallen Zeemacht! hier dunkt ons, dat wij een opmerkend Lezer hooren vragen, was 's Lands Marine, te dien tijde in zulk eenen toeftand, dat men met rede beducht zijn moest, dat men den Engelfchen, het berooven onzer fchatten niet kon beletten., door de nodige Convoijen aan de Koopvaarders te verleenen ? Hoe fmert het ons, door de beantwoording dezer vraag, ons ia de onaangenaame noodzaaklijkheid gebragt te zien , om een akelig tafereel voor het ©og van onze Lezeren.te moeten ophan> G 5 gen,  154- BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gen, door hen te zeggen, dat *t Lands Zeemacht te dezen tijde , bijnaa tet niets gefmolten was'. Wij kunnen ons hier niet verdiepen, in eene uitvoerige opgave, van alles wat wij daaromtrent uit de origineele Staatsftukken van vroeger dagen, zouden kunnen opgeven, het zal daarom tot ons oogmerk genoegzaam zijn, te zeggen, dat fints den ïaatften Zee-Oorlog, die met de Vrede van Nijmegen, ten jaare 1678, een einde nam, en waar in, benevens in twee voorgaande Oorlogen, onze Zeehelden, den trots der Engelfcben, zoo zeer vernederden, en hun de heerfchappij over Gods vrije Zee, zoo krachtdadig wisten te beletten, geene lommen tot aanbouw voor de Zeemacht, door de Bondgenooten waren opgebragt. In het jaar 1725 , (en dus 47 jaaren naa den laatften Zeeftrijd,) was het grootfte deel der Schepen, van onze weleer ontzachlijke Vlooten, derwijze verrot, genoopt, of tot den dienst zoo onbekwaam geworden, daty 'er Admiraliteits Collegiën waren, die toen niet één Schip konden in Zee brengen. In 1738 , moesten de Bondgenooten van den Raad  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. Ï55 Raad van Staaten het verwijt hooren, dat 'er in 30 jaaren niets gepetitioneerd, veelmin gecontribueerd was geworden , en dat zij de Admiraliteiten listen gebukt gaan , onder den ondraaglijken last van een aantal krijtende fchnidcn. En in 1757, toen den Oorlog tusfchen Engeland en Frankrijk, reeds uitgeborsten was , fmeekte den Raad, dat ttch de Bondgenooten wilden Confenteeren, in de door baar ten jaare 1741 overgeleverde Petitie , tot aanbouzv van Schepen. Wie, die een Vaderlandfche ziel in den boezem draagt, en deeze onwederfpreekbaare bewijzen, van eene fchandelijke en onverantwoordelijke verwaarloozing van 's Lands voornaamfte belangen in de eerfte helft der 18e Eeuwe leest, voelt zich niet in de ziel bewogen, over den deerniswaardigen toeftand onzer Zeemacht, in dat netelig tijdsgewricht? Washet wonder, dat Frankrijk en Engeland, elk op zijne wijze, te dien tijde van onze onmacht, voordeel meende te bejagen? da* de eerfte ons door gunstbetoningen vleidde, en de andere, op eene fchandelijke wijze onze fchatten roofde? Zoo het een waarG 6,  I56 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE beid is (en wie k;n cf zal dit in twijfïel trekken?) Zoo het eene waarheid is, dat eene formidabele Zee- en Landmacht, voor alle Natiën , en bijzonder voor de Nederlandfche, het eenige middel is, om zich geëerd en gevreesd te maaken, en hunne onaf hangelijkheid te bewaren ; en dat in zulk een geval, het hoopen op gunstbewijzen, of de vrees voor roverijen wegvalt: zoo is het niet minder waar, dat een Volk, bij ontftentenis van vermogen, om zijn wettig recht te handhaven, in tijds zeil moet minderen, en zich zorgvuldig wagten , om alles in de waagfchaal te Hellen, alleen om een gedeelte te behouden. Het is deeze zoo wij vertrouwen, gegrondde aanmerking, die ons naa het ophangen van het bovenftaand Tafereel, als van zelve geleid tot het vermelden , van de felle neepen , die de Koopvaardij gevoelde, om het gebruik maaken van een recht, dat haar toekwam, maar dat men buiten ftaat was te handhaven. < Niettegenftaande de onbewimpelde verklaring der Algemeene Staaten, wegens het in acht neemen eener flipte onzijdigheid, de En-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. J57 Er-gelfcben zoo zeer naar den "zin was, dai zij de gevraagde Hulptroupen niet begeerden, zoo bleek het echter al fpoedig, dat het zenden van Scbeepsbehoeften , naar de Franfche Volkplantingen, hen bijfter tegenftond, en zij, tegen alle recht en billijkheid aan, dien handel als ftrijdig mc-t het Tractaat van 1674 aanmerkten. Naauwlijks hadden de Engelfchen den Oorlog tegen de Franfchen verklaard, of zij gaven den Staaten kennis, dat zij alle Schepen voor goeden prijs verklaren zouden, die Contrabande Waaren, naar Frankrijk voerden; dat men alles, wat tot Scbeepsmateriaalen behoorde, daar onder betrekkende, dezelve ook neemen zou , mits de waarde daar van te zuilen betaalen. Zulk eene willekeurige uitlegging en verdraijing van den zin en meening des Traftaats, zette de gemoederen van veelen, die in dien Handeltak belang hadden in beweging , temeer , daar het Franfche Hof, door de affchaffing van de 50ftuivers Fatgeld, ook van de Tollen op de Fisch, en daar naa door den vrijen invoer van den Haring, der Koopvaardij geene geringe gimG 7 ftea  I58 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ften bewees, en zich daar door veele vrienden hier te Lande bezorgde: het gevolg was, dat de toevoer van Scheepsbehoeften, nu fterker dan voorheen, bij veelen ondernomen werdt, tot ongenoegen van Engeland, welks Kapers de bedreigde wegneeming , van een ontzettend aantal weerloofe Koopvaardijschepen , met eene ongemeene fpoed en hitte, dadelijk bewerkstelligden. Nu ging een algemeene klaagtoon over de geweldenaarijen der Engelfchen, in den Lande op, en de Kooplieden vorderden eene krachtdadige befcherming van de Staaten , door het verleenen van genoegfaame Convoijen. Dan, daar zulks niet in der Staaten macht was, uit hoofde, van den ellendigen ftaat hunner Zeemacht, zoo klopten zij aan een doofmans deure, en het ontbrak ten zelfden tijde niet aan zulken, die het niet dadelijk geeven van Convoij , niet zoo zeer toefehreven aan de volftrekte onmooglijkheid om het te verleenen, maar wel aan den invloed van de Vrouwe Gouvernante, die men eerst heimelijk, en daar naa opentlijk, befchuldigde, haare Landgenooten in de  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. I59 de hand te werken, ten koste van de Nederlandfche Natie, en dat het aan haaren invloed te wijten ware, dat 's Lands navigatie zonder befcherming bleef. Had ooit eene befchuldiging groote fcbijtt van waarheid, het was deeze: maar wie, die in aanmerking neemt, het door ons opgehangen Tafereel, van 's Lands verwaarloosde Zeemacht, gevoelt dan niet met ons, dat die befchuldiging valsch, en oswaarachtig was ? Om nu niet te zeggen , dat de gouvernante, zoo min als de voorige Stadhouders , (en naderhand Prins Willem oen Vden), niettegenftaande hunne uitgebreidde macht, volgens de Regeerwijze van dien tijd, de macht niet hadden, om naar goeddunken over het al of niet vermeerderen van 's Lands Marine te befchikken ; zoo willen wij aan elk onpartijdig, en waarheidlievend Lezer, wel in bedenking geeven, of het billijk was, om aan het opbrengen onzer Koopvaardijfchepen, zulk eenen haatelijken draai te geeven, waar door de vrees voor het herleven van den ouden wrok, tegen het Staats- en Stadhouderlijk Be- winds  l6o BEKNOPT HfSTORISCH HANDBOEKJE win.1, bij alle verftandigm moest geboren worden? Die vrees verwandelde wel ras in eene volle verzekering, toen een aanzienlijk aantal van de voornaarnfte en vermogendfte Kooplieden, zich raar den Hage begaven , en ter audiëntie bij de Vrouwe Gouvernante ingeleid zijnde, bij mnnde van den Heer van de Poll, niet onduid-'iijk te kennen gaven , dat het niet beletten van dè roverijen der Engelfchen, aan haar te wijten ware. Men hoorde den Heer van de Poll, dier Vorftinne op eenen veel beduidenden toon toevoegen, Oorlogfchepen Mevrouw l Oorlogfchepen zijn 'er nodig l Wie was van de noodzaaklijkheid derzelver meer dan Zij overtuigd? Maar wie wist niet te gelijk, dat het boven het vermogen dier Vorftinne was, om aan dien eïsch te voldoen ? en toen zij de Commhfie ongetroost moest vertrekken Iaaten, en buiten ftaat was, om het verlies der geroofde Schepen , dat men op 12 Millioenen Schats begrootte, vergoed te krijgen, fchreef men zulks aan een Schandelijk verzuim van haare plichten jegens de Nederlandfche Natie toe, het welk niet wei«  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. l6l weinig bijdroeg, tot het op nieuw aanwakkeren der oude twisten en verdeeldheden , die eenige jaaren daar naa, de eilendigfte gevolgen voor het Vaderland veroorzaak» hebben, zoo als wij in het vervolg nader' zullen blijken doen. 1 Wij zouden de paaien onzes befteks te veel overfchrijden , wanneer wij alle de klachten die in dien Oorlog over en weder gewisfeld werden, eene plaats inruimden: wij Happen naa het vermelden van de voornaarnfte bijzonderheden, bij het aanvangen deszelven, plaats gehad hebbende, dit alles voorbij, flechts hier nog bijvoegende, dat den toevoer van Krijgsbehoeften* , die buiten alle bedenking tot de Contrabande Goederen behoorden, en voor Nederlandfche rekening, uit de Oost Zee, langs het Staatfche Grondgebied, naar Duinkerken ondernomen werdt, ten gevolge had , dat de Algemeene Staaten, gehoor gevende aan de klachten der Engelfchen over dat bedrijf, allen uitvoer van Oorlogs Ammunitie, buiten haare fpeciaale toeftemming , bij openbaaren Placaate verboden, en een buitengewoon Gezant- fchap  tÓ2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fchap naar Londen afvaardigden, met dat gunftig gevolg, dat de roverijen allengs een einde namen, en de Handeldrijvende Ingezeetenen, door het in acht neemen van de beloofde onzijdigheid aan de Staatfche zijde , eenen voordeeligen handel naar alle oorden der Wereld drijven konden, ten zelfden tijde, dat de beide Volken, elkander door den Oorlog bedierven: waardoor het verlies bij het ontvlammen des Oorlogs geleden, niet alleen fpoedig vergoed werdt, maar, het welk ook den rijkdom en welvaart der Natie, buitengewoon vermeerderen deedt. Dit waren de gelukkige gevolgen van eene ter goeder uure, verkozene onzijdigheid! Ook daar aan was toe te kennen, dat ons Vaderland bij het genot van de Vrede bewaard bleef, op hetzelfde tijdftip , toen eenen feilen Oorlog , in Duitscbland ontbrandde, toen Fredrik de Hde, Koning van Pruisfen , de lucht kreeg, dat Frankrijk, Oostenrijk , Zweden , Saxen en Rusland, het plan gefmeed hadden, om hem het vruchtbaar Silezien te ontroven. HachJijk uitzicht voor  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. voor dien Vorst, die behalven GrootbrittanKien, op geene vreemde hulp zich beroemen kon, en wien geene andere keuze overbleef , dan den Oorlog te onderneemen, tegen een veréénigde macht, die de zijne oneindig verre overtrof, of lijdelijk aftewachten, dat men hem van zijne Landen en Waardigheden beroofde. Even gelijk een fiere Leeuw, bewust van eigen moed en krachten, in woede opftuift, wanneer hij het net, gefchikt om hem te vangen, ontwaar wordt, even zoo vloog Frtdrik op, en begon den zoo vermaarden Zeevenjaarigen Oorlog, door eenen verhaasten inval in Saxen, dat hij in korten tijd geheel bemachtigde, de Keurvorftelijke macht gevangen nemende. Het Opperhoofd des Duitfchen Rijks, verbaasd over dien inval, ftak nu alom de aliarmtrompet, als had de Konirg het Recht der Volken, gefchonden, en de Wetten van het Rijk overtreden, waarom de Rijksftenden, bij een plechtig befluit, zijne Landen, en Waardigheid als Keurvorst verbeurd verklaarden. In Saxen alles aan zich onderworpen hebbende, drong Fredrik voort  IC>4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE voort naar Bobemen, en zou welhaast zich van geheel Duitschland meester gemaakt hebben , zoo niet 40,000 Oostenrijkers, aangcvoert door Daun, hem gedwongen hadden, tot het leveren van eenen (lag , in cie na*bijheid van Ccllin, die hem eene geduchre nederlaag toebragten, waardoor hij Bohemen wel fpoedig ruimen moest. Dien ramp namen de Rusfen onder Apraxin te baat, die met eene and-re troup Oostenrijkers order Haddik, het Koningrijk Pruisfen over droomde , alles verwoestende, en zelfs de Sfad Berlin, onder Brandfchatting ftelde. De Zweden , die Pommeren dachten te overmeesteren, werden daar in belet, door gebrek aan Geld en Oorlogsbehoeftens, dus raakte hij dezen fpoedig van het lijf, ten zelfden tijde dat de Franfchen en de Rijkstroupen , onder Soubife , het ontweip fmeedden, om Fredrik op te ligten , en als een gevangene naar Parijs te voeren. Bij Rosbach, meende Soubife dat plan te volvoeren, maar de Koning had zijne maatregelen zoo gezwind en zeker genomen, dat het geheele plan in duigen fpatte. Een ijslijk vuur, dat de aarda  DER VADER L. GESCHIEDENISSEN. 1 6$ de beven deedt, en bet zonlicht aan denHemel verdonkerde , vaagde het flagveld van Franfchen, derwijze, dat hen de lust en macht tevens voor den geheelen Oorlog beno men werdt. Tot hiertoe had Fredrik de last des Oorlogs alleen gedragen, maar de overwinning bij Rosbach , gaf nu aan Engeland gelegenheid, om hem, door een Leger Hanoveraanen , Hes/en en Brunszvijkers , ter hulp te fnellen, waar over de Hertog van Brunswijk het bevel in handen kreeg. Nu ging het eerfte op een ftrijden aan, dat langen tijd met wisfelend geluk voor Fredrik vergezeld ging, hem nu en dan op den oever van zijnen ondergang brengende , waar van de nederlagen bij Hochkirch en Kunnersdorf, ten bewijze ftrekten , doch de roemrijke overwinningen bij Leutben, Zorndorff én Torgaa, verzachtten dat leed, terwijl het vindingrijk vernufc des benarden Monarchs, hem te ftade kwam, in het uitvinden en daarftellen van de ongehoordfte middelen, waar door hij zich ftaande hield , tot dat de dood van Keizerinne Elifabetb, eene wending ten zijnen voordeele maakte, toen F eter de III. die  ÏÓ6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE die haar opvolgde, een verbond met hem aanging: Zweden volgde dat voorbeeld, en dit deed de Franfchen. zoo wel als de overigen van 's Konings vijanden tot den Vrede neigen, die eindelijk te Hubertsburg gefloten werdt. Dus eindigde eenen Oorlog, waar in, naar eene gemiddelde berekening meer dan 8oo3ooo dierbaare menfchenlevens , aan de eerzucht der Vorften werden opgeofferd , en aan welks einde men zeggen kon, dat alles op denzelfden voet bleef, als het zich bij den aanvang bevondt. Oostenrijk , Frankrijk en Spanje , werden 'er door uitgeput, Engeland, bezwaarde 'er zijne finantiën op eene verbazende wijze mede, doch Fredrik alleen behield 'er zijne bezittingen door, verwervende eenen onfterffelijken roem bij vrienden en vijanden. Doch ons Vaderland, dat door het in acht neemen eener oprechte onzijdigheid, buiten den twist bleef, trok 'er alleen de gewichtigfte voordeden van , zoo als bij veelen onzer tijdgenooten nog in verfche geheugenisfe is. Wij hebben den afloop van deze gewich- ti-  D2R VADERL. GESCHIEDENISSEN. lollige gebeurenisfen , fchoon dezelve niet rechtftreeks tot de gefchiedenis van ons Vaderland behoren, hier kortelijk gefchetst, om onze Lezeren te doen gevoelen , hoe hacblijk, het te dien tijde gefehapen ftond, om deeze Republiek , in alle de onheilen van eenen feilen Oorlog, zoo ter Zee, als te Land, te doen deelen, indien niet een wijs en welberaden Syfthema van Neutraliteit, 's Lands Hooge Machten bezield hadde. Was het wonder dat het grootfte deel der Natie, haare dankbaare hulde, des wegens opentlijk aan den dag lag, in het ftichten van eene Eerzuil, (*; die kort naa het treffen van den Vrede, te voorfchijn kwam, en waar in een aantal Dichteren van den eer- C J Wij bedoelen de Bundel van Lofvaer2en, ten jaare 1763. te Amfterdam uitgegeven, onder den Tijtel: Eerzuil voor 's Lands Hooge Machten, wegens de gehoudene Onzijdigheid. Een werk dat in later tijden wel verdiend bad gelezen te worden, daar het de voordeden van de in acht genomene Onzijdighad, aan de Natie kennen doet.  163 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE eerften rang, hunne Dichterlijke kundigheden blijken lieten ? Laaten wij , daar wij ons öm der kort en klaarheids wille, eenen uitflap veroorlooofden , eenige treden rugwaarts doen , om te verneemen de aanmerkehjkfte gebeurenisfen, die onder het Krijgsrumoer tusfchen Engeland en Frankrijk, ook tusfchen de voornaamfle Landmogendheden van Europa, in de nabijheid dezer Gewesten , in ons Vaderland plaats hadden. Zoo dikwils wij den loop van zaaken, hier te Lande, naa het ontflaan dier Oorlogen, over het geheel befchouwden , dan vonden wij ons gedrongen om te befluiten, dat, fchoon de Natie ruime floffe van dankbaarheid had , over de onfchatbaare voordeden, die haar het onzijdig gedrag der Hooge Regeering bezorgde, hetwelk deeze Republiek tot een voorraadfchuur voor de Oorlogende Mogendheden maakte, en den Handel zoo zeer bloeijen deedt, dat (zeggen wij) de Gefchiedenis ons duidelijke blijken opleverdt, dat de geest van ontevredenheid, en onzalige twist, in veeier zielen huisveste, en zich naar buiten begon te ver-  TfZn VADEHL. GESCHlEDENliSSN'. Io"$» vertonen. Het oud verfchii en gekibbel over de Defenfie der Republiek, kwam ras ter baane, teen het vuur des Oor logs a!orr> me uitbrak, zoo ter zee, als te Land, en vast van alle zijden blaakte. Wat was natuurlijker, wat was noodzaaklijker, dan dat den Raad van St-aaten, bij de Bondgetfooten aandrong, om zich zoo ter Zee, als te Lande, in Staat van defenfie te ftellen , tegen alle onverhoedfche voorvallen? En kon men de Vrouwe Gouvernante, die zich in haare qualiteit aan het hoofd diens Raads bevondt , met eenig^n fchijn van billijkheid euvel duiden , dat zij , overtuigd van de noodzaaklijkheid van het een en ander, dat voorftel onderfteunde? Immers neen! Niettegenftaande dit, opende deze aanvrage om vermeerdering van Macht, eene wijde deure voor verfchillende bedoelingen en handelingen. Die Gewesten, die het meefte belang bij den Zeehandel hadden, waren wel gereed om in eene vermeerdering van Zeemacht toe te ftemmen, maar Troupen in dienst te ftellen , daar van wilden zij niet hooren. De Staaten der zoogenaamde V. Deel h Land-  ï~0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBO. KJE Landprovinciën, die het Oorlogsvuur zoo nabij hunne grenfen hadden, waren intusfchen vol angst en vrees, en wenschten niets vuriger, dan dat eene vermeerdering van Landmacht hen van die vrees bevrijdde. — In plaatfe dat alle de Bondgenooten, met terzijde fteliing van bijzondere belangen en inzichten , het heil des algemeenen Vaderlands , als de hoogfte wet eerbiedigende, gereedlijk toertemming gaven, aan het voorftel des Raads van Staaten, en het Vaderland, zoo ter Zee, als te Lands, in ftaat van defenfie ftelden, zoo fleet men den kosrelijken tijd met twisten , en het een zoo wel als het ander bleef fteeken , terwijl dag op dag de Jobsboden inkwamen, over de roverijen der Engelfchen, die zich al dat harrenwarren meesterlijk ten nutte maakten. Dit was intusfchen het eenige onheil niet, dat dit onzalig twisten te weege bragt, de oude haat tegen de Stadhouderlijke Waardigheid, werd 'er te gelijk door opgewekt, en 's Lands aanhoudenden weerlozen toeftand ter Zee, voornaamelijk aan den Schandelijken invloed van de Vrouwe Gouvernante  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 171 te toegekent, om dat zij van oordeel was, dat niet Hechts verfïerking, ter Zee, of vermeerdering van macht te Lande, maar beiden tevens moest bewerkftelligd worden. Dit gevoelen zoo zeer ftrookende, met het algemeen belang der Natie, en gefchikt, om 's Lands onafhangelijkheid tegen allen aanval te beveiligen, was echter de oorzaak dat fommigen, zich alle moeite gaven, om het gedrag der Gouvernante in het haatelijkst licht te plaatfen, als was zij de belangen haarer Landgenooten zoo zeer toegedaan, dat zij de fchadens door de Engelfibe Kapers, den Kooplieden toegebragt wordende , niet verhinderen wilde , door alleen voor eene vermeerdering van Zeemacht te ijveren. Het was dit denkbeeld , dat de achterdocht in veeier gemoederen gaande maakte, en aan alle de bedrijven der Gouvernante, eenen hatelijken zwaai toekende, die haar den last der Regeering moeilijk en onaangenaam maakte. De aangenaamheden en eerbewijzen, die zij, met haare Onmondige Lievelingen , fints eenige jaaren, ©p phüfier reizen door de meeste Gewes11 2 te»  IJ2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ten ondervonden had, werden verwisfeld met eene ftugheid , die zichtbaar blijken deedt, dat de liefde en achting voor die Vorftinne en haar huis geweken was, en het moest alle waare liefhebbers van het heil des Vaderlands weê doen, te booren, dat in de Vroedfchapsvergaderingen van onderfcheidene Steden, afzonderingen, tusfchen Leden en Leden plaats hadden, die den grond tot de haatelijkfte twisten lagen, waar van de Stad Haarlem ten fpreekenden bewijze ftrekte, bij gelegenheid van het ongenoegen dat aldaar tuifchen de Leden der Regeering, over het inleveren der INomininatie tot Burgemeesteren uitbarstte , en waar in de Gouvernante niet weinig deel neemen moest. Wtj zouden een geheel Boekdeel vullen kunnen, wanneer wij ons de moeite geeven wilden, om de oorfprong en voortgang van deezen twist, uit zoo veele (tukken, als wij daar van onder ons oog kregen, op te geven, waar uit overvloedig blijkt , dat meerder een bejaaging van eigen belangen, dan wel eene hartelijke zucht vooi het behoud van ftedeiijke Pri-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 1^3 Privilegiën en voorrechten , de hoofdrol fpeelde, zoo bij de eene, als bij de andere partij, die niets onbeproefc lieten, om elkander de kans aftezien, in het bevoorderen van hunne vrienden tot de voordeeligfte Posten. Dan, daar wij onze Lezeren, en ons zelven, met dat alles niet verwarren, of vermoeijen willen, zullen wij ons alleen bepaalen tot eene opgave van het voornaamfte , dat tegelijk toerijkend zijn zal, om te doen zien, dat onze zoo even. opgegevene Helling , in alle opzichten gegrond is. Vooraf achten wij niet ondienftig*; tot een duidelijker begrip van de waare oorzaak dezer twisten, te doen opmerken, dat, (taande het tijdvak dat verliep tusfchen de dood van Willem den Tilden, en de verheffing van Willem den IVden , toen hier te Lande , eene zoogenaamde Vrije Staatsregering plaats had , bij de Vroedfchappen van veele Ste den in Holland, zekere Roosters waren, naar welken de bekleeding van de meeste Posten gefehtkt werden: dit bedrijf, dat ten e.enemaale flrreedt tegen de oude HandresII 3 ten  IJ4 Br.KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ten en Privilegiën, op het fiuk der Maglftraacsbeftelling , veroorzaakte natuurlijkerwijze een meerdere of mindere par.ij, onder Leden, die als Vroedfchappen befchouwd, echter niet meer dan één geheel moesten uitmaaken. Van hier de gewoonte, dat, als een nieuw Vroedfchapslid zitting nam , hem aanwijzing gedaan werd, tot welke partij hij behoorde. Dit noemde men huisfilijke fchikkingen, om bet b.eleiden van veele Regeeringszaaken gemaklijker te maaken , en te befpoedigen, fchoon men in vroeger dagen, zoo iets roet den naam van Cabaalen te maaken, zoa beftemneld hebben. In fteden derhaïven, daar zulke huishoudelijke inrichtingen plaats hadden, viel het de oudfte Leden niet moeilijk, om eenen meerderen invloed te verkrijgen, op h?t verkiezen van Perfonen tot de belangrijkfte CommiiSi;f], en dsar de graaden van bloedverwandfeh^p, of andere betrekkingen, dikwüs eenige fchikkingen noodzaaklijk maakten, dat de een plaats maaken moest voor d n ander, zoo werd als dan den rang, die de Rooster aan de hand gaf, en niet den,.  BEU VADE&L, GESCHIEDENISSEN, IT$ den letter der Priviïigien, de bazis, waar na-sr men te werke ging. Alles werd bi) elke partij vooraf, aan het huis van één der Leden , onder een pijpje gerangeerd : men gaf dé andere partij kennis van het verhandelde,, doch, om aan den lener der oude Handvesten en Privilegiën te voldoen, zoo werden de Leden op den bepaalden dag, ophet Stadhuis bijeengeroepen, om te helpen delibereeren en te refolveeren, op het bepaalde onderwerp , het zij dan djat het eenige Regeeringszaak in het algemeen, of het formeeren eener Nominatie in het bijzonder betrof. Men kwam ais dan bij een ; men opende de Vergadering met het plechtig gebed; men ging aan het werk; en alles kreeg uiterlijk het aanzien, dat men d; kostelijke Privilegiën wel in acht nam, dal elk een vrije ftem uitbragt; fchoon men intusfchen niets anders deedc, dan dat de eene partij infiemde, in het geene de andere bevorens had vastgefteid. Op deze of dergelijke wijze, in de eene ftad meerder, in de andere minder, werd.n de zsaken van Regeering behandeld, ten tijde, dat men H 4, geen  l?6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE geen Stadhouder had: en wat was nodige? en nuttiger, dan dat zulke willekeurige handelingen afgefchaft werden, toen bij de verhtffiog van Willem uev IVden, de Stadhouderlijke Waardigheid niet alleen herfteld, maar dezelve kort daar naa erffllijk verklaard werdt ? Hoe zeer te dien tijde, eene aanmerkelijke verandering in de flxdelijke Reg.eringen plaats had, zoo kan men echter befluhen , dat die oude onwettige gewoonte, lijnrecht ftrijdig tegen de Redelijke Odtrooijen, in fommige (leden, bedektelijk (land hielden , en dat dit te Haarlem ook plaats had, werd openbaar bij het uitbersten van den twist, die zulks veroorzaakte, en ons nu te melden (laat. Het was in de maand September des jaars1757, dat ingevolge het gebruik, de Vroedfwhap eene nominatie var, agt Perfoonen overzond, aan de Vrouwe Gouvernante, als exer tverende de Voogdije over haaren onmondige n Zoon den ErfUadhouder, aan wien de Electie door de Staaten was opgedragen , 1 ten einde daar uit vier Perfoonen tot de fceklseding der Burgemcefterlijke Waardigheid,  DER VADKRL. GESCHIEDENISSLN, 177 tretd , te cligeeren. De genomineerden waren wel door meerderheid van Hemmen op de nominatie gefield, masr dit vond tegenfpraak bij drie Vroedfchappen, die beweerden dat 'er Informaliteiten bij dit werk had? den plaats gehad, waarom zij de nominatie als onwettig befchouwden, en 'er op aandrongen, dat zij door eene tegenverklaring, de Princesfe van alles bericht gaven. De meerderheid der Leden was hier tegen, doch agt anderen waren van begrip, dat men dit die drie Leden niet weigeren kon. Tegen dit begrip der meerderheid aan, ging echter een verflag van de minderheid, aan de Gouvernante af, behelzende klachten , dat 'er Leden van de nominatie geweerd waren, die 'er recht toe hadden, waar door zij in hunne eer en goeden naam benadeeld werden, aantoonende dat het ftreedt tegen de Privilegiën , en alleen voorfproot uit een verdrag of contract door de meerderheid in het geheim aangegaan. Het verfebil bepaalde zich dus, als toen, niet tusfchen de Vroedfchap en de Gouvernante, maar tusfchen de Leden der Vroedfchap zelve, tusH 5 feben  173' BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fchen meerderheid en mindert! id: tusfchen zulken d'e een verdrag gemaakt, en tusfchn zulken, die buiten dat verdrag gehouden waren. Niets was derhalven meer overeenkomftig met het recht der Gouvernante, en de billijkheid, dan dat zij, alvorens de Electie te doen, naar de zaak onderzoek doen wilde: dit droeg zij op, aan twee Heeren, te weeten de Heer van Wasfenaar, uit de Ridderfchap, en de Heer van der Dusfen, Vroedfchap te Delft. Het bleek al ras, dat de oorzaak van al dien twist, aan het geheim verdrag der meerderheid was toe te kennen, en dat 'er kuiperijen bij het formeeren der nominatie hadden plaats gehad, dus werd de Gouvernante huiverig om de Eleclie te doen. Nu oordeelde de meerderheid, dat de zaak aan de Staaten van Holland, ter beflisfing moest opgedragen worden, en vorderden , dat Gecommitteerde Raden, de Leden van Holland, tot dat einde buitengewoon bijéénriepen. Dit werd afeeflagen, te meer, daar de Ordinaris Vergadering aangaande was, en toen die bijeenkwam , le'/erde die weigering van Gecommitteerde Raa-  DFR VAM RL. GESCHIEDENISSEN. I 7Q óen, een hevige klacht bij de meerderheid op, even als cf men de S:ad ia haare voorrechten, als een Lid der Vergadering, gefchonden had. Hier bleef bet niet bij, maar de Gedeputeerden beklaagden zich ook, over de vertraging in de Eledie, uit de door de meerderheid geformeerde nominatie. De Staaten beflooten daarop de (tukken in handen van de Prinfesfe te ftellen, die verbaasd opzag, over den ftap van de meerderheid, die de uitfpraak van de Staaten vorderde , over een zaak die alleerf aan haar, als Moeder en Voogdesfe van den Stadhouder, toekwam, zich zei ven en haaren Zoon, daar door, wel grootlijks verongelijkt rekenende. De Gouvernante toonde aan, dit door het gedrag der meerderheid, de zaak nu van natuur veranderd was: dat het verfchil nu haar en de meerderheid aanging, die haar ontzette van het j-echr, zonder welk zij een ander, haar wettig toegekent recht, niet uitoerfenen kon. Zij moest de wettigheid der nominatie in twijffel trekken, dewijl Elf Vroedfchappen die als zodanig befchouwden; daar naa onderzoek te H 6- doen r  Ï-Oö- BEKNOPT HISTORISCH HANDBOi KJ 2- doen, alvorens zij de Electie deed, was haar plicht, en een recht dat den Starihouderen competeerde, &c. De meerderheid begrijpende, dat zij het recht aan haare zijde had, dac de formeering der Nosninatien aan de Steden, cn ftechts de Electie aan de Stadhouders toekwam, leverde deswegens eene uitvoerige memorie ter juftificatie van haar gedrag aan de Staaten over, waar omtrent de gedachten der Leden zeer uit elkander liepen, en genoeg deden zien, dat het Haarlem alleen niet was, daar zulke geheime verdragen plaats hadden. Naa lang en veel twistens, kwam het eindelijk tot een befluit, waar bij aan de eene ?ijde de Stad Haarlem het recht werd toe* gekeft, om de Vergadering buitengewoon ie laaten befchrijvenmaar de meerderheid der Staatsleden oordeelde , dat het rechtvan informatie te neemen, ontegenzeggelijk aan de Gouvernante toekwam, wefhalven zij. tedankt werd, voor haar voorzichtig gedrag ia dezen. Vier Steden, dit befluit niet kunrende tegenhouden , vonden daarop goed, kuune aantekening te doen , die in veeia op»  DER VAÜERL. GESCHIEDENISSEN, l8l opzichten bits en fcherp was, en de breuke nog grooter maakte, dus bleef de zaak fleepende tot in de maand April 1758, toert één der Genomineerden benoemd werd, tot Lid van den Raad van Staaten, de nomi' natie werd toen met een ander Lid aangevuld, waar uit de Gouvernante, de Electie deedt. Waar mede het vuur van oneenigheid wel gedempt , maar niet uitgeblust werdt , zoo als fpoedig in de volgende maand September bleek. Ook toen werd naar gewoonte, de nominatie van een dubbel getal, ter Electie aan de Gouvernante toegezonden, doch dewijl de Oud Schepen van Echten, (*) (die. van oordeel was, dat hij (*) Be Oud Schepen van Echten , was eenvan de drie Leden, die in bet vootgaande jaar , der Gouvernante kiacbtig vielen, over de informaliteiten , die hij bet formeer en der nominatie plaats hadden, en bij wien zich nog agt Leden voegden. Be handelingen van demeerderheid daar door publiek geworden zijnde , was het wel te verwachten, dut bij ookvu voorbijgegaan was. Hier ever beklaagdéH 7 bij  I$2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE hij op dezelve had moeten geplaatst worden,) zich daar over aan de Princesfe beklaagde , zoo blaakte het vuur van twist weder op, met een vernieuwd geweld, toen de Gouvernante, dit voorwerp van den haat der meerderheid, tot de Burgemeesterlijke Waardigheid verhief, al fchoon hij niet op de nominatie geplaatst was. De Electie aan den Hoofdfchout Camerling, toegezonden zijnde, met last om de vier benoemde Heeren te beëdigen, kwamen dezen ter beftemder uure, op het Stadhuis, doch twee derzelver, (die tot de meerderheid behoorden) weigerden om met van Echten te dienen , terwijl de reeds dienende Burgemeester Witte, zich daar toe, even als van Echten gewillig toonden. De twee eersrgenoemden te vergeefsch op uitPel van beëdiging bij den Hoofdfchout aandringende, klopten hier aan een doofmans deure, die intusfchen de twee andere beëdigde, en de onwilligen vrijheid laaten moest, tegen dat alles fchrifreiijk te protefteeren. Hier bij zich nu, dewijl hij, volgens zijnen rang, op de nominatie had moetin gefield worden.  BER V2\DERL. GESCHIEDENISSEN. I 83 Hier bleef het niet bij: immers naa dat de protefteerende Heeren, met vee! moei» te, eene Vroedfchaps Vergadering bijééngeroepen kregen, herhaalden zij aldaar hunne klacht, met dat gevolg, dat tien Leden het befluit namen , eene plechtige bezending, naar den- Haage aan de Gouvernante aftevaardigen, met last, om zien over het gedrag der Gouvernante wel ernftig te beklagen, hetzelve befchouwende als onwettig, en dat zij zulks, als voorftanders en handhavers van Stads voorrechten, niet konden toelaaten. Kort en fcherp was het antwoord dat zij kregen van Haare Hoogheid, die verklaarde , alles gedaan te hebben naa rijpe deliberatie, en volgens de Privilegiën, en zoo de Heeren bet anders verftonden, zij voaren in een vrij Land, daar Jujiitie uitgeoefend werdt. Men kon uit dit antwoord genoeg befluiten , dat de Gouvernante niet gezint was, om in haare gedaane aanftelling, eenige ver* andering te maaken, en dit bleek nog duidelijker, toen zij eenige dagen daar naa, eene Waarfchouwing aan den Hoofdfchout Camtrling toezondt, met last, om dezelve op*  ï8'4 BEKNOPT HISTORISCH lIANüBOLffJE op die gewoone wijze van de puije van het Raadhuis te doen afkondigen. Een Huk waarin het gedrag der meerderheid, tegen de aanftelting van van Echten, befchouwd word, als een tegenkanting tegen haar Perzoon en Gezach, elk vermanende, zich daarvan te onthouden. De Hoofdfchout Camerling, (die ten jaare 1748 door gunst van den overleden Stadhouder, tot Vroedfchap bevoorderd was,) zich genegen en bereid toonende, om aan den last der Gouvernante-* te voldoen, ontwaarde wel ras tegenftand, niet alleen bij den Secretaris die het ft uk moest leezen, maar ook bij één der Schepenen die 'er bij adfifteeren zouden : die nam hij zeer euvel, en voerde hen in drift toe, dat hij bet hun beval, uit zijn naam, en dien van Mevrouiv de Gouvernante. Verklarende wijders, dat: zoo zich iemand oppofeerde, bij gequalificesrd %vas , om tegen de zulken te ageeren, en bij ben des noods zou doen Gijzelen. Hierdoor een einde aan alle tegenfpraak gemaakt hebbende, werd de Waarfchouwing afgekondigd aan de Burgerij, en den Hoofdfchout deed een exemplaar derzei-  DER VA DE RL. -l'iezen , die men eens en vooral bad uitgefloten. Naauwlijks was dit fchnjven der Prlncesfe bekent geworden, of de Hoofufchout, ook agt Leden van de minderheid, lieten zich niet minder hooren; en de Jaatfteh eischten zelfs, dat alles wat over die zaak gehandeld was, voor nul en onwettig verklaard werdt. De meerderheid daar en tegen , verzocht dat  I 88 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dat de Staaten haar de nodige tijd verleenen wilde, om hun gedrag te rechtvaardigen , en gaf in zoo verre toe, dat zij den Heer van Echten niet verhinderen wilden, in zijne verkregene waardigheid: dit werd haar toegedaan, doch daar het aanliep tot in de maand Februarij des volgenden jaars, eer zij met die verantwoording gereed waren, zoo bleef de zaak llepende , terwijl het zaad van tweedracht, tmfchen de Haarlemfche Vroedfchapsleden, en de Vrouwe Gouvernante geftrooit, niet werd uitgerooit, door dien, (taande dien twist, de Princesfe, dezer wereld overleedt. Naa haaren dood kwam de beloofde verantwoording in de Vergadering van Holland, waar op de Staaten, dit netelig verfchii ten einde bragten, door te verklaren, dat de dijferenten over de aanftelling van den Heer van Echren, z.i! worden gelaten ongedecideerd , in verwachting , dat zijne Hoogheid, de minderjarige Erfftadhouder, dit of foortgelijk geval. zich in het vervolg tot geen mode! van navolging zal voorfeilen. Dus liep deeze zoo veel geruchtsm*kende zaak ten ci;:de. Gelukkig zou het vo.or..  DER VADE.RL GESCHIEDENISSEN. I So nroor het Vaderland geweest zijn, wanneer men over het algemeen bij de Natie, het voorbeeld der Staaten van Holland, in het bovengemeld befluit vooikomende, gevolgd, en alle die onzalige twisten in den afgrond van vergetelheid bedolven had ! Het vervolg zal doen zien, dat die zaaden wel op dien tijd het opfchieten benomen werdt, maar dat zij jaaren daar naa, des te weliger ten voorfthijn kwamen , zoo dat het onkruid van wrok en haat, dat d^ar door alomme zich vertoonde, veel goeds verflikte. Het kon niet anders , of zulke en diergelijke onaangenaame omftandigheden , gepaart met het gewicht van een groot aantal andere Staatszorgen, moesten van eenen nadeeligen invloed zijn , op de lichaamsgefteldheid der Koninglijke Princesfe, welken fints eenen geruimen tijd, in een kwijnende verzwakking, gepaard met de Waterzucht, die haar aan groote benauwdheden op de Borst onderhevig maakte, haare daagen fleet, en de hoop op herftelling geheel verdwijnen deedt. Het was den 1-2 Januari; 1759, dat de dood een einde maak-  ICO BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE maakte aan haar leven, en haare twee onmondige Kinderen, van eene tederhartige Moeder beroofde, die zich zoo veel zorgs voor haare opvoeding gaf, fints het droevig affterven van hunnen Waardigen Vader, en welk fterfgeval die Vorftinne aan het hoofd des algemeenen Staatsbefiruurs plaatfte. Het valt voor elk opmerkzaam Lezer, uic alles wat wij in deeze Afdeeling te boek geflagen hebben niet moeilijk, om te befluiten, dat de Gouvernante , hoe zeer aanzienlijk door Geboorte, en bekleed met de verhevendfte Waardigheden , echter onderworpen was, aan de rampfpoeden en onaangenaamheden van dit wisfelvallig leven. Niettegenftaande zij eene Vorflinne was, die bij een bevallige Lichaamsfchoonheid, blijken gaf van eene uitmuntende ziel, door haare zucht voor de belangen van den Godsdienst, de kennis der Taaien, en de bevoorderïng van veele nutte Kunften en Weetenfchappen , die haar bijzonder te ftade kwam, en gefchikt maakte , tot het beftnur over een Vrij Volk, zoo ondervond zij echter, bijzonder in de vier laatfte jaaren van haar werk-  J SER VAOERL. GESCHIEDENISSEN. werkzaam en zorgvol leeven, dat niemand, hoe hoog-in eer en aanzien verheven, zich beroemen kan beveiligd te zijn voor de pijlen van den laster. De aargebooren zucht voor het Land haarer Geboorte , iets dat zij met alle ftervelingen gemeen had, en het welk men (behoudens de billijkheid,) ook aan die Vorftinne niet euvel duiden kon, zoo lang zulks niet gepaard ging, met eene opzettelijke verwaarloozing van haare plichten, die zij aan het door haar aangenoomen tweede Vaderland verfchuldigd was : dit was de pijl die zoo vinnig op haar afgefchoten werd, die haar de ziel doorwondde, toen haare Landgenooten een fchandelijk misbruik maakten van der Nederlanderen onmacht, veroorzaakt door eene onvergeeftelijke zorgeloosheid omtrent, en verwaarloozing van 's Lands Zeemacht, in vroeger dagen, toen het fcherpst gewapend ftaatkundig oog , gewoon de mooglijkheid van gebeurenisfen, in de toekoomst te befpieden, niet voorzien kon, dat zij, geboren Kroonprincesfe van Groot Brittannien \ «enigen tijde, als Gouvernante dezer Landen,  ?*n BÊK.VOPT HISTORISCH 'ffANDBOEKJS. den, ten Stadhouderlijken Zetel ftijgen zott. De felle neepen aan de weerloos gelatene Koopvaardij, door de willekeur der Engelfchen toegebragt, werdt zonder eenig duchtig bewijs, bij fomnngen op haare rekening gefteldt, en haare pogingen om Land- en Zeemacht beiden verflerkt te krijgen, door hair» kloven verijdeld, en aan de flechtfte oogmerken toegefchreven. Dit alles maakte haar het leven bitter, en den last der Regeering ondraaglijk. Het deedt den worm geboren worden, die haar aan de hartader knaagde, en zich vertoonde in den geest van tegenftand, die zich tegen haar verhief: een geest, die bij alle kenners van het menfchelijk hart, als de eenige oorzaak befchouwd word, dat zij, in eenige weinige gevallen, te veel gehoors gaf aan den toon , die de in bewegirg gebragte hartstochten, in haare ziel hooren deden, waar door zij tot flappen vervoerdt werdt, die zij in eene effenbaare zielsgefteldheid, en een behoorlijk gebruik van haare uitmuntende talenten zelve zou afgekeurt hebben. Zoo veel is zeker, wat ook de nijd en de laster, aangaande het  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. IC3 liet Charaéter dezer Vorftinne, zoo in haar leven, als naa haar verfcheiden, heeft goedgevonden uit te ftooten, zij deelde, tot het einde haares levens, in de bewonderende hoog achting van alle braaven, ook van den grootften held zijner eeuwe , Fredrik de Croste, die, hoe zeer ongewoon, om zich over te geeven aan de tedere aandoeningen der vriendfchap, zich echter niet fchaamde te erkennen, dat haar affterven, zijne hartstogten in beweging gefield hadt. De eerfte tijding van bet fier/geval van Mevrouw de Princes Gouvernante, (dus fchreef dien Vorftelijken Wijsgeer aan zijnen Gezant bij H. H. Mog.), heeft mij gefmert en ontroert! Bezwaarlijk kan ik daarvan bedaren. Ik heb in haar eene Vriendin verloren, die door haare Grootmoedigheid, fVijsbeid, en eene baare Sexe te bovengaande kracht van Vernuft, al mijne achting verdiende. Ik zal haar altoos gedenken. Met zulk een vereerend getuigenis verliet de Dochter des Engelfchen Troonbekleders deeze Aarde, terwijl haar ftoflijk overfchot, eenige weeken daarnaa, op kos- v. Deel. j  J94 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ten van den Staat, met eene pracht en ftaatfie, geëvenredigd aan haaren hoogen rang, ten grave gebragt werdt naaf Delft, en aldaar bijgezet in het Vorftelijk graf: naalaatende eene zestienjaarige Dochter Prinfesfe Carouna , en Zijne Hoogheid Willem den Vden, die nog geen elf jaaren bereikte, welke beide Vorftelijke Weezen, volgens Acte van de Overledene, voor zoo veel het gewichtig werk hunner Opvoeding betrof, gefield werden onder het opzicht van agt Staatsleden, gekozen uit elk der Gewesten één, behalven uit Holland, dat \ 'er twee Perfonen toe benoemd zag. Hun last was , te zorgen , dat de Kinderen in de Leerbegrippen der Hervormde Kerke, in deze Landen aangenomen en geleerd, zouden onderwezen, en voorts bekwaam gemaakt en onderricht worden, in alles wat nodig was , om hen te doen ftrekken tot welzijn van den Lande. Voorts had zij bij uiterfle wille tot derzelver toeziende Voogden benoemd , zijne Majefteit Koning Georg den Hden, en haare Hoog- > heïd Prinfesfe Maria Loiza, weduwe van; wij-  DER VA DER L, GESCHIEDENISSEN. 195 wijlen Jan Willem Friso , en als werkelijk beftuurenden Voogd , zijne Hoogheid Lois Ernst, Hertog van Brunsvoijk Wolffenbuttel, Generaal in dienst der S:aaten , die dezen , weinige uuren naa het fterfgeval, het gezach over het Krijgsvolk van den Staat in handen fielden, en den Eed afnamen. Wanneer men de befluisen der Staaten van de ondc-rfcheidene Gewesten , te dien tijde genomen, hier bij in aanmerking neemd, dan blijkt, dat ftaande het leven van Willem den IVden, en zijne nu overledene Weduwe, op alles , wat uit kracbte van de Erffelijk ver klaring der Stadhouderlijke Waardigheid, in het tegenwoordig geval van minderjaarigheid der Kinderen, moest in acht genomen worden, met bijzondere zorgvuldigheid voorzien was, en 'er nu niets te doen viel, dan het bevorens bepaalde, in werking te brengen, dat ook zonder eenige verfchillen van belang te veroorzaaken, in alle de Gewesten tot ftand kwam. Wordende het werk der MagiftraatsbeftellKgen, in alle plaatfen. alwaar men het aan den Stadhouder verbleI 2 ven  ip5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ven had, aan de Staaten, als Voogden van den onraondigen Erfftadhouder, overgelaaten, mee vastftelling dat Hij den ouderdom van 15 jaaren bereikt hebbende, tot de Vergaderingen der Algemeene Staaten en des Raads van Staaten zou worden toegeiaaten, om zich in alle zaaken van Regeering te bekwamen, en dat Hij tot den ouderdom van 18 jaaren geklommen zijnde, als meerderjaarig geoordeeld, en aan het roer van Staat gefield zou worden. Het leed ook niet lang naa het overlijden der Vrouwe Gouvernante, of men ondervondt hoe wijs en welberaden de voorzieningen waren, omtrent het fluk der Erfopvolging, zoo wel in de Mannelijke als Vrouwelijke Linie, van wijlen Zijne Hoogheid Willem den IVden, toen eene Echtverbindtenisfe van Prinfesfe Carolina, met Care! Cbristiaan, Prïnfe van Nasfau WeiU burg, op het tapijt kwam. Dien Vorst de leer der Lutherfche Kerke volgende, en de toeflemming der Gouvernante , even voor haaren dood deswegens verworven hebbende, mits dat de Kinderen uit dat Huwelijk zul-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, IQ/ zullende geboren worden, in de Leer d r Hervormde Kerk zouden opgevoed worden, zoo behoefden de Gelieven , nu althans de toeftemming der Staaten, uit krachte der bepaaling op de overerving des Erfftadhouderfchaps, op Vrouwelijke nakomelingen. In dat geval, moge de Prinfesfe niet huwen, dan met toeflemming der Staaten , en met een Vorst, belijdenis doende van de Hervormde Leer, zoo als die in de Openbaare Kerken dezer Landen geleerd werdt , en niet bekleed met de Koninglijke of Keurvorftelijke Waardigheid. Daar nu de Staaten van vijf Gewesten, in het voorftel van wijlen de Gouvernante, gaaf confenteerden, en eenige Leden van Holland en Utrecht deswegens bedenkingen in het midden bragten, zoo veroorzaakte dit een aantal raadplegingen , niet alleen in de Staatsvergaderingen der defficulteerende Gewesten, maar ook in die der Algemeene Staaten, met dat gevolg, dac de verbindtenis voortging, met gaaf confent van Vijf Gewesten, terwijl Holland en Utrecht , zulks aanzagen. Naauwlijks had de Lentemaand des jaars i?óo, aanvang genomen , of het Huwelijk werd naet ongeI 3 mee-  iq8 beknopt historisch handboekje meene luister in den Haage voltrokken, en den Prinfe van Weilburg, tot Generaal van de Infanterij bevoorderd. Het is waar, dien Vorst had zich de bepaling laaten welgevallen , dat alle zijne afftammelingen uit dit Huwelijk zullende fpruiten, in de Leer der Hervormde Kerk zouden onderwezen en opgevoed worden, waar van den Doop aan zijnen eerstgebooren Zoon, in het volgend jaar ten bewijze ftrekte; maar met dat alles, heeft hij zicli nimmer kunnen beroemen, gedeeld te hebben in de liefde en toegenegenheid der Natie. Slechts weinige jaaren naa zijn Huwelijk, vertrok hij en zijn gezin, naar zijne Duitfche Staaten, en geraakte wel haast bijna geheel uit de geheagenis. Wij zouden te uitvoerig worden, wanneer wij in navolging van anderen, ons de moeite gaven, om hier melding te maaken van een aantal zaaken, die wij als min belangrijk tot onze Vaderlandfche Gefchicdenis aanmerken : Huislijke twisten, zoo in eenige Regeerings - collegiën , Kerkgenootfchappen, en Familien, die zich nu en dan ver-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. Ipp vertoonden, maar wel ras geëindigd werden, door de tusfchenkomst van 's Lands of Stads Beftuur, zouden eea aantal bladen vullen kunnen. (*) Dan, dit alles voorbij- gaan- (*) De minbelangrijke gevallen door ons in den Tcxt bedoelt, zijn , de oneenigbeeden, te Campen, over bet Reglement vau Tutele, tusfchen de Magiftraat en Gemeensmannen: die tusfchen de Staaten van Stad en Lande en de Staaten van Holland , over de Lijfrenten. —« De verfcbillen^in het Kerkelijke ; die, tusfchen Profr. van den Honert, van der Os , Holtius, en anderen, ook die in Vriesland, tusfchen de Kerkenraad van Leeuwaarden, en de Predicanten Blom en de Cock. Onder de Familiegevallen, beboordt den twist in de Familie van Jonkheer Onno Zwier van Haren , die zoo veel opfpraaks verwekte. Het fcbandelijk bedrijf van een aantal Muitelingen, die bet O. I. Camp, Schip Nijenburg afliepen, en zich met den buit verrijkten, doch hunne welverdiende flrajfen, niet ontgingen , zouden wij dan vermelden moeten. Dan, dit alles niet I 4 tot  200 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gaande, haasten wij ons, om deeze Afdeeling ten einde te brengen, naa kortelijk aangeftipt te hebben , dat den onmondigen Erftiadhouder , den ouderdom van vijftien jaaren bereikt hebbende, tot de bijwooning der Hooge Raadsvergaderingen werdt toegelaaten; dat hij de gevaaren der jeugd, ook die van de Kinderziekte gelukkig te boven kwam ; en dat de Oorlogende Mogendheden, door het fluiten van eenen gewenschten Vrede, zoo ter Zee, als te Land, de vrees voor alle onheilen aan den Oorlog verbonden, hier de Lande geheel verdwi'nen deeden , waar door den weg gebaant werdt, dat Willem den Vden, ten jaare 1766, een voorrecht genoot, dat niemand zijner voorouderen te beurte viel, te weeten , dat het Vaderland een ftaat van rust en vrede van alle zijden ondervondt , en de Ingezeetenen met genoegen mcg- tot ons oogmerk beboerende, en elders uitvoerig te boek gefield zijnde, achten wij ons van dien taak ontheven.  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 20I mogten nederzien , op de fchatten die ben ten deele gevallen waren, toen andere volken door het zwaard des Oorlogs geteisterd werden. I S" VIER-  202 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE VIER- EN- TWINTIGSTE AFDEELING. I766 1780. INHOUD. Prins Willem den Vijfden neemt de beklee, ding der bent aangeboorene Waardigheden op zich. Gunftige befluiten wegens dien Vorst genomen , bij de Staaten van Holland, Ook ten aanzien van den Hertog van Wolffenbuttel. De Prins doet uitfpraak ever gewezene verfcbillen te Franeker. Ook te Harlingen. en te Sneek. —— Oneenigheden tusfchen vier Gewesten, over de verbetering der Rivieren. De Koning van Pruislen klaagt deswegens. Ds Stadhouder wordt als Scheidsman verzocht. Zijne uitfpraak, en het gevolg dat dezelve badt. — De Staaten van Holland neemen een gunflig befluit ter beteugeling van de Haarlemmer Meer. De Maatfchappij der Drenkelingen te Amfterdam opgericht. Verfcbillen over bet oprichten eener Hooge Schoo-  DER VADER L. GESCHIEDENISSEN, 203 Schoolt te Zierikzee. . Ook tusfchen Dordrecht en Gornicbem, over het Stapelrecht. Willem den Vden treedt in het Huwelijk, met eene Prinfesfe van Pruislen. —— Verfcblllende gedachten hier over onder de Natie. Vreugdebedrijven des- wegens. — Onlusten te Monnikendam. ' Ook t'n den Haage tusfchen de Regeerings- leden. Twisten te Middelburg, over het ampt van Eerfle Edele. Oneenig- heden met de Kamer van Tienen , en Participanten der W. Indifche Maatfchappij, ever het ^Traclement van den Heer van Collen, als Reprafentant van Zijne Hoogheid Op welk eene wijze door dien. Vorst bef.ischt. Geboorte van eene Ert'- prinfesfe van Oranje. De Prins be¬ dankt voor alle vreugdebetooningen bij die gelegenheid. Twisten over de vrije Vaart op Esfequebo en Demerarij. —— De Prins doet uiifpraak in dezelve. • Onlusten over het werk der Quota's. > Bezending deswegens naar Zeeland. . De Prins als fcheidsman ingeroepen. - . - Hoe zulks gefcbiedde. Edelmoedige ban- I 6 foU  2C4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE delwijze des Erfftadhouders, ten behoeve van Zeeland. Gefcbilien en Twisten over de vermeerdering van 's Lands Zee en Landmacht. Aanfpoorihge van Z. H. en dett Raad van Sraaten, om beiden te ver/ierken. Het werk blijft fteeken. — Tweede Eeuwgetijde der Nederlandfche Vrijheid geviert. Geboorte des Erfprinsen Van Oranje. Verdeel'ing van Poolen. Twisten over de nuttigheid of ftbadelijkbeid eener Stadhouderlijke Regeerwijze. Verfcbillen over de Militaire Jurisdictie in Holland. Mr. Pieter Stein Raadpenfionaris van Holland. flerft. — Zijnen uiterften wille , ten voordeele van Jongelingen, en Weduwen. —— Dleijswijk volgt hem op —- Nutte uitvindingen be■ loont en aangemoedigd. —— Vorderingen in - Taal en Dichtkunde. ——— Eerteken voor Vondel opgericht. Het afbranden des Amflerdamfchen Schouwburgs. Opftand in. Sarinaamen , Esfequebo en Demerarij. — Orcaan op St. Euftatius. Zwaare Bank¬ breuken te Amfterdam. — De nieuwe - Pfalmberijming ingevoerd. —— Verfcbillen «ver  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. 205 over de Belifarius, —— Ook met Profr. van der Marck, — Prins Willem George Fredrik van Oranje geboren. . Juhilé te Leijden. Oorfprong der Noordarae- ricaanfche Onlusten. —■ Vrankrijk neemt 'er deel in, ten nadeele der E> gelfchen. Deeze verzoeken de Staaten , 'geen uitvoer van Oorlogsbehoeften derwaarts toe te laa- ten. Zij voldoen aan dat verzoek, en verklaren onzijdig te zullen blijven. — . Plan ter vermeerdering van Land- en Zeemacht. Holland keurt het af. , Klachten van de Staaten van Holland over de werkeloosheid. Raadplegingen hier ever. Plan des Raads van Staaten, tot bevrediging. Holland keurt bet af. Voortgang der gefchillen in Noord- America. Vrankrijk en Spanje onder fteunen de Colonisten. Engeland zend 'er veel macbts naar toe. Praagd de Schotfche Brigade te rug. Het verwekt gemor. Advis van Capellen tot de Pol deswegens. Gevolgen van dien ftap. Eliendigen toefland van zaaken in Sarinaamen. Oorzaaken hier wn 1 7 op-  206 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE tpgegecven. —— Droevige Watervloeden in 1774 en 1775. — Sterken handel op St, Euftatius. De Noord-Americaanen verklaren zich Vrij en Onaf bangelijk van Engeland. Vrankrijk erkent ben als zodanig. Sterke zucht bier te Lande, tm Vrankrijk's voorbeeld te volgen. ——— Inzichten die men daar mede bedoelde, overwogen. Engeland klaagt over den Handel op Sr. Euftatius. De Gouverneur de Graaf te rug ontboden. De gemoe¬ deren opgeruid door eene menigte Schotfcbrif- ten, tegen de Stadhouder. Voorflellen van Capellen tot den Pol, over de Commisfien , en de Drostendienfren. Aanmerkingen hier ever. Woelingen en inzichten van de Franfche en Engelfche Gezanten. Engeland begeert dat geene Houtwaren naar Vrankrijk verzonden worden. Wil deswegens eene fcbikking heramen. • Het wordt verworpen. —— Klachten der Kooplieden. De Houtfchs- pen van het Convoij uitgefloten. —— Amfterdam verklaart 'er zich tegen. Ver- fcbillende gedachten hier over. —-— Vrankrijk  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 20^ rijk begint xicb opentlijk in den tzvist te mengen. Antivoord der Staaten op de Memorie des Franfchen Gezants. Hij weigert bet aan te neeinen. —— Ook den Gezant der Staaten Lestevenon. Gedachten bier over. Reglement van Zeevaart , ten nadeele der Hollanders in Vrankrijk ingevoert. Haarlem en Amfterdam daar bij vrij verklaart. Klachten bier over opgeheven. Eiscb om onbepaald Convooi. Conciliatoir door de Admiraliteiten voorgejlagen. Be Alge¬ meene rStaaten blijven bij bun bejluit van bepaald Convooij. Be meerderheid van Holland bef uit tot het tegendeel. — Nieuwe voor/lag tot verftcrking van Zee- en Landmacht. Amfterdam oordeeld het min neodzaaklijk, en flemt flechts voor tweeëndertig Schepen. Oorlogsverklaring van Vrankrijk en Spanje, tegen Engeland. —■ Yorke vraagt om Hulptroepen. Raadplegingen hier over. Het geval met Paul Jones, en zijn verblijf hier te Lande. ■ Het Convooij onder bevel van Bijland loopt in Zee, Het Convooij aan- g"  SOB BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gevallen, en in Engeland opgebracht. —— De Staaten verleenen onbepaald Convooij. Engeland begint te dreigen. Vrankrijk betoont Gunsten. — Petitie voor tweeënvijftig Ovrlogfcbepen ingewilligd. —— Negotiatie van twee en een half Millioenen. Plan van gewapende Neutraliteit tri Rusland, ontworpen. De Staaten worden ""er toe genodigd. De geheime handel met de Americaanen, en eenige Leden der Amfterftamfche Regeering, wordt ontdekt. ——— Hevige klachten der Engelfchen hier over. De zaak we-rd feepende gehouden. Nadere aandrang van Engeland om fatisfactie. Het blijft zonder goed gevolg. —— Onverwachte Oorlogsverklaring van Engeland tegen den Staat. —— Verfcbillende gevoelens bier oner onder bet gros der Natie. ïn zulk eene gunftige omflandigheid , als wij op het einde der voorgaande Afdeeling gemeld hebben, was ons lieve Vaderland , toen het jaar 1766 eenen aanvang nam,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 209 nam, toen elk, die 's Lands heil in Eendracht zocht, met den wensch des Raadt van Staaten volkomen inftemde, dat (namelijk ,) bet tijd/lip van de meerderjaarigheid des Erf (la dh ouders , bet tijdftip worden mogt, van voae-r men, in later tijden, den aanvang van 's Lands berfielde macht en luister telde! Hier toe ivas de medewerking van allen nodig ! Hart en handen moesten vereenigd worden! De Fadlienaamen Prins en Staatsgezind, moest dezelfde betekenis verkrijgen, of geheetverbannen worden. Een Tijdftip , waar in (naar de taal der Algemeene Staaten,) de Spruit van een geflacht, dat niet dan fpaarzaam aan de wereld gegeven is, en beivaard door de Goddelijke Voorzienigheid, met alle gezvenscbte talenten begaafd, zitplaats neemen moest , van den Zetel dier onfterfelijke Helden , die fints meer dan twee eeuwen, de werktuigen waren tot de oprichting en bevestigingvan dezen Vrijen Staat, wier naamen geheiligd zijn in de harten van een vrij en gelukkig volk. Was het wonder, dat toen de langgewenschte 8e dag van Blaart aanlichte, '5 Lands Ingezetenen op den voorgang van der-  2IO BEKNOPT HISTOPvISCH HANDBOEKJE derzelver Beftuurderen, Prins Willem den Vden, met alle mooglijke eerbetooning als 's Lands Erfftadhouder begroetten en vereerden ? Het was op den morgen van dien dag, dat de Vorst in handen van de Gemachtigden der onderfcheidene Gewesten den Eed aflag, op de hem voorgelegde Commisfien, alles ingericht, naar de wijze waar op zijnen doorluchtigen Vader, zijne Waardigheden in eik Gewest had aanvaardt. De Staaten van Holland, waren bijzonder ijverig , om hem in de oitoeffeniug van het recht der PateEten , ook in dat van de begeeving van alle hooge Krijgsampten, zoo te Lande als te Warer, en in het Opper Houtvester en Groot-Jagermeesterfchap te ftellen ; terwijl de Bewindhebberen der Ooster en Wester Maatfchappijen, Hem als hun Opperbewindhebber Gouverneur Generaal, de eerbiedigde hulde bewezen. En om te toonen, hoe zeer zij hunne achting aan zijnen Voogd den Hertog van Brunswijk waardig kenrden, zoo waren zij de eerften, die den voorflag deeden, om aan dezen eene vereering van 200,000 guldens te offereeren , het welk  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 211 den jongen Erfftadhouder, en de overige Gewesten , ten fpoorflag ftrekte , om 'er 411,000 guldens bij te voegen. (*) En wilden wij de menigvuldige en bijna Afgodifehe Eerbewijzingen in de meefte Steden, Dorpen en Gehuchten, onzes Vaderlands, dien jongen Vorst aangedaan, verhalen, waar zouden wij dan beginnen? waar zouden wij het einde vinden ? Dan , om den fchijn van vleijerij, en de befchuldiging van on- rmt- (*) Het is opmerkelijk , dat de beëdiging en nakoming van deze voorgelegde Commisfien, eenige jaaren daar naa, aan dien Vorst, als een misbruik van macbt werdt euvel geduid en betzvist. Is bet niet zonderling , dat de Staaten van Holland , de eerfte waren, die Willem den Vden bet recbt der Patenten niet alleen, maar ook bet Commando van bet Haagfehe Guarnizoen ontnamen ? Dat zij de lieden waren, die de verxvijdering des Hertogs bewerkten ? Meet de bedaarde overweger van dit alles, niet injlemmen in bet zeggen van den wijsten aller Koningen: iSietS is beften» dig onder de Zonne?  212 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE nutte langwijligheid te ontgaan, zullen wij al die vreugdebetooningen, die toch bij veelen niet uit een gevoel van achting, maar veel meer uit andere inzichten plaats hadden, met ftilzwijgen pasfeeren, en ons liever verledigen tot het te boek Haan van meer belangrijke gebeurenisfen. Naauwlijks hadden het Feestgebaar, en de uitbundigfte Vreugdebetooningen een einde genomen, of de Stadhouder vond hier en daar, het vuur van onéénigheid, bij verfchillende Collegiën, onder de asfche fmeulen. Dit was bijzonder het geval in Friesland , en wel te Franeker, alwaar die van het Hof Provinriaal, met den Academifchen Senaat, fints het jaar 1761, over hoop lagen, wegens de Judicaiuure over drie Studenten, die zich aan eenige ongeregeldheden hadden fchuldig gemaakt. De Prins , als Curator Magnificentisjimus van de Academie, werdt nu het gefchil ter befli7. ruiNSKS IN DKN HAAG KA Htn* VöT/TROElïXN irir.VEI.lJII.   DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 2 27 der Pruisfifche Monarchij. Het was deeze keuze, die bij fommigen veel opziens baarde, van oordeel zijnde, dat de Prins, zich aan éénen der Nederlandfche Geflachten, moest verbinden. Doch, daar men te Berlijn, en bij de Staaten der onderfcheidene Gewesten, die keuze op eene vereerende wijze biliikte , en als een zegen voor da Natie befchouwde , zoo werd het Hooge Huwelijk op den -uierden OBober met Koninglijke pracht voltrokken en ingezegend, door 's Konings eerde Hofprediker, de Geleerde Sack. De Jonggehuuwden, flechts weinige dagen zich aan het Pruitfisch Hof, aan de vreugde overgegeven^hebbende, namen wel ras de reize naar Holland aan, en kwamen, naa het. ontfangen van de grootIte eerbetooningen, in alle plaatfen waar door zij hunnen tocht namen, op den dertigften dier maar.d, op het Huis de Oranjezaal aan, en werden op den tienden November op de luisterrijkfte wijze in de Hofplaats ingeleid. Wij zouden een aanzienlijk boekdeel vullen kunnen, wanneer wij de alles te boven gaande vreugdebetooninK 6 hen-,  £28 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE hen, bij die gelegenheid, ook op eene reize naar een groot aantal Steden onzes Vaderlands, plaats gehad hebbende, vermelden wilden , en waar in de wereldberoemde KoopR&d-AmJi'erdam , bijzondere bewijzen van der Ingezetenen Rijkdom ten toone fpreidde: dan, dit alles, als nog in verfcbe geheugenis bij veelen onzer tijdgenooten aanmerkende, flappen wij hier van af, om te doen zien, dat alle die veelvuldige genoegens wel ras getemperd cn vervvisfeld werden, door verdrietelijke twisten en oneenigheden. Dit bleek al ras te Monnikendam, alwaar de Leden der Regeering geweldig over hoop lagen, wegens de verkiezing van eenen Ontfanger van 's Lands Gemeene Middelen. Ook duar had men, even als wij in het voorgaande gedeelte onzer Gefchiedenis, te Haarlem aantroffen, eenige fchikkingen op het waarneeraen van de meest voordeelige Ampten en Commisfien vasrgeïïeld , waar over men nu verfchillend dacht. Zij, die zich daar door benadeeld rekenden , oordeelden, dac het beter ware, om de begeevi* g van al-  DER VABERL. GESCHIEDENISSEN. 229 alle Arapten, aan den Stadhouder optedragen, dan aftellingen aan de gunst van hunne Medeleden. In plaats van gehoor te geeven aan den raad der Staaten van Holland, om toch de eensgezindheid te bewaren, fteeg den twist nog hooger , toen in 1767, de keuze tot nieuwe Burgemeesteren, door Boonlieden moest gefchieden: vuur en water kunnen tegen elkander geen tegenftrij.diger uitwerkfelen vertonen, dan deze twisten, tusfchen Regenten en Regenten veroorzaakten. Elk der partijen fcherpte zich-, om zijnen tegenftanderen de grootfte hatelijkheden aan te tijgen , en allen wilden als voorftanders van Stads Privilegiën begroet worden. Toen de Staaten uitfpraak deeden; de gediane benoeming afkeurden; eene andere beveeïden; en het wisfelen van meerder Twistfchriften verboden, beg^n men weder op nieuw te klagen, dog met geen ander gevolg, dan dat de Staaten onwrikbaar bij hun befluit bleven. Dit alles gebeurde binnen Monnikendam, zonder dat de Stadnouder daar in betrokken werdt, doch dit was het geval niet in K 7 den  230 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den Haage , alwaar het vuur van onëenig* heid, tusfchen de Vroedfchap, en de Collegiën van Burgemeesteren en Schepenen, fints eenige jaaren, onder de asfche fmeu!de, cn welken twist als nu aan de uitfpraak des S adhouders verbleven werdt. De Prins wees partijen naar het Oclrooij van 1525, door Keizer Karei verleent, en beval hen, zich daar naa ftiptelijk te gedragen, waarmede die zaak een einde nam. Meer onaangenaamheids werdt dien Vorst berokkend , door de Regeering der Stad Middelburg, toen hij de Raadpenfionaris van Zeeland, de Heer Adriaan Steengracht aanftelde als reprefenteerende zijnen Perfoon, als Eerfte Edele van dat Gewest. Die van Middelburg oordeelden, dat Steengracht, als Raadpenfionaris, de Poit van Eeifle Edele niet kon bekleden: de Prins daar en tegen, dat het hem vrijüond, om 'er de Raadpeniïonaris toe te emploieeren: het gefchil liep hoog en hevig, en de Prins was 'er zeer gevoelig over. In het einde gaf hij toe , en benoemde de Heer van de Perre tot zijnen Vertegenwoordiger, doch verzocht te ge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2 3 I 1 gelijk aan de Staaten, om'door een befluit I vast ie Hellen, dat het Hem, en zijne öp| volgers, als Eerfte Edels, vrij zouden ftaan^ den tijdelijken Rnadpenfionaris , 200 wel in het Collegie ter Admiraliteit, als in ds Staatsvergaderingen , tot het uitbrengen van zijne Stem te 'emploijeeren , alles tot handhaving van zijne voorrechten. Dij deeze onaangenaamheid, kwam fpoe1 dig eene andere , toen Haare Koninglijks \ Hoogheid, in de maand Maart des jaars 1769, van eene doode Vrucht verloste: eene omftandigheid, die voor vrienden van het OranI jehuis dies te fmertelijker viel, dewijl hst ] eene Mannelijke Spruit was, om welke men door alle de Gewesten de Hemel plechtftatig gebeden hadt. Van eenen minder onaangenaamen aart, waren de gewichtige bedenkingen die de Deelhebberen der West-Indifche Compagnie maakten, op de ruime beloning; die de Kamer van Tienen had goedgevonden toe re leggen , aan den Heer van Collen , Reprsgfentant van zijne Hoogheid . als Opperber windhebber van die Handelmaatfchappij. JSie-t  232 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Niet minder dan 3000 Guldens hadden Beftuurderen geëvenredigd geoordeeld, aan de moeite die dezen pose vereischte, waar tegen de Deelhebberen zich niet weinig verzetten, gemerkt den alfints achterlijken tocftand der Maatfchappij. Ook was het, hunnes inziens vreemd , dat men den Vertegenwoordiger van zijne Hoogheid , door zulk een ruime bezolding, jaarlijks 2,000 Guldens meerder inkomen toelag, dan de Vorst zelve genoot. De Prins, aan de ééne zijde, der Maatfchappij geen nieuwen last opleggen; en aan de andere zijde, de Heer van Collen geen minder voordeel bezorgen willende, beflischte het pleit, op eene belangeloofe wijze, door te verklaren , dat hij ten behoeven van dien Heer, tot kennelijk wederzeggen , afftand deedt van het gunt hem als Opperbevvindhebber, bij de opdracht was aangeboden, waar mede de zaak werd afgedaan. Moest zulk eene vrijwillige afftand van eigen voordeel, ter bevoordering van anderer belangen en bevoordering van eendracht, de goedkeuring van verftandigen wegdragen , de  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 233 de kort daar op volgende bevalling van haare Koninglijke Hoogheid, van eene Prinsssse, gaf gelegenheid om het charaéler des Erfftadhouders, in een bevallig licht te befchouwen. De voorfpoedige geboorte van dat kind, dat met een ongemeene groote pracht door den H. Doop, der Hervormde Kerke werdt ingelijft, verfchafte eene ongemeene vreugde door het geheele Land, en toonde men zich allerwegen gezind, om dezelve door Illuminatien en andere openbaare Vreugdeblijken aan den dag te leggen. Zoo draa de Stadhouder dit vernam, gaf hij de Staaten te kennen , dat het zijns oordeels veel beter ftrooken zou , met de bezwaarende omftandigheden , die veroor* zaakt waren , door de geduchte Watersnood , en die eene duurte van veele levensmiddelen ten gevolge had, dat alle Illuminatien achter wege gelaten, en de kosten, anders daar toe nodig, tot liefdegaven aan Armen en Behoeftigen hefteed werden. Wenks genoeg, om door eene Publicatie , de Natie van 's Prinfen gezinmgen kennis te geeven, en elk in de gelegenheid te ftellen r  234 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE len, om aan de armen weldadigheid te bewijzen; zij verfcheen fpoedig in het licht, en dus bleef alle onnutte uirgave achter. Ongemeen omflachtig waren de twisten, die te dezen tijde gedreven werden, over het al of niet invoeren van eene vrije Vaart op Esfequcbo , een Volkplanting gelegen in de I-Vest-Indiën, tusfchen Bewindhebberen der W. I Maatfchappij te Amfterdam, en Hoofdparticipanten in Zeeland. Het verfehil was: of de Zeeuwen een uitfluitend recht tot de Vaart op die Volkplanting hebben zouden? Een aanbod van Bewindhebberen, om die Colonie met haare onderhorige Pvivieren, op zekere voorwaarden over te neemen, bragt een twede punt ter baane, te weeten: of de Rivier Demerarij. onder die overgave al of niet zou begrepen voorden? en laasrelijk , of Bewindhebberen , bij de overgave , zouden verplicht zijn ,< tot vergoeding van die gelden, die naa 1750, uit de algemeene Kas der Maatfchappij, ten behoeve van de Colonie waren befteedt? De bloote opgave van deeze punten doet genoeg zien, dat, de beantwoording derzelve, een veld van verfchil- leri-  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 235 lende gevoelens opende. De Amfterdamfcbe Kooplieden begrepen dat hen de Vaart behoorde vrijgegeeven te worden: de Zeeuwen daar en tegen , dat hen die alleen behoorde, terwijl elke partij door de Staaten van hun Gewest gerugtteund werdt. De twist liep zoo hoog, dat dezelve ter Vergadering van H. H. Mog. een onderwerp van deliberatie werd, alwaar de gedachten der Vijf overige Gevvesteu , al mede verbazend uit elkander liepen: het gevolg was, een voorflag , of men de Stadhouder als Scheidsman zoude inroepen? of,, de bjeflisffing aan een onzijdig Gerichtshof toevertrouwen? Na veele en verdrietige raadplegingen, beHoo: men tot het eerUs, cn nam zijne Hoogheid , op verzoek der Algemeene Staaten, de taak op zich , waar aan hij met veel fpoeds voldeedt, verklarende, dat aan alle Ingezetenen dezer Gewesten het recht eener, vrije Vaart en Handel op Esfequebo en DtytS* rarij toebehoorde: dan, het oog vestigende, op de billijkheid, dat aan de Zeeuwen een voeglijk aandeel in die Vaart en Handel werde verzekerd, zoo oordeelde hij, dat ' bet  236 BEKNOPT HISTORISCH HAND30EKJR bet in werking ftellen moest opgefchort blij' ven, tot dat tijdftip, dat de middelen van verzekering beraamd waren , &c. Dit maakte nu het inftellen van een Reglement op de Vaart en Handel noodzaakiijk , dat ook in December in gereedheid was , om met den ingang van *t jaar 1771 te kunnen ingevoert worden, doch het behaagde niet aan alle Hollandfche handelaars, die, hoe zeer het hoofddoel, de Vrije Vaart, bereikt geworden was, van oordeel waren, dat zij nog te veel belemmerd werden, door eenige bepalingen in dat R.egelemenr, voorkomende, dit maakte dus Wederom eenig verwijl, eer alles gefchikt was, waar door het nog ruim een jaar aanliep, eer de i?.ak ten einde kwam. Het is ten allen tijden door veelen, en ook bevorens door ons , opgemerkt, dat eene der wezentlijkite gebreken, in de toen plaatshebbende Conftitutie, deeze was: dat de Conftitutie zelve , geene middelen aan de hand gaf, om de verfchillende gevoelens der Gewesten, over hun aandeel in de algemeene lasten, fpoedig en zeker ten einde te  DER VADERL GESCHIEDENISSEN. 237 te brengen. IVlen twistte over de eene of andere post, die men van zijn aandeel wilde affchuiven, en een ander op rekening zetten, en ondertusfchen bleef men achterlijk met de voldoening van het geheel. — Onze Gefchiedenis is, helaas! te veel gevuld met dergelijke onzalige twisten, die de grootfte verwarringen en vertragingen omtrent 's Lands dierbaarfte belangen naa zich fleep- ' ten, en te dezen tijde, werden die toneelen vernieuwd , in den dringenden eisih der 'Zeeuwen, om haare Quota verminderd te krijgen. De Algemeene Staaten fparden alles in, om die van Zeeland te7bewegen , dat zij de Stadhouder verzochten , om te bepalen, op welk eene wijze dat Gewest bij proviile, behoorde te gemoette gekomen worden, en in ttaat gefield, om in het draagen der lasten van de Unie te voldoen ? Om dien Vorst tot Scheidsman te neemen, daar in bewilligden zij gaarne: maar men was het niet eens, omtrent het voorwerp dat de Stadhouder ter beflisfing zou worden aangeboden? Zij wilden hem verzocht hebben te bepaalen: welke vermindering van Quota, •f  23S BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ef ander temporeel Soulaas, bij provifie, aan Zeeland in deszefs tegenwoordige ftuatic, 20» behoren te worden geaccordeerd? De zes overige Gewesten oordeelden, dat dit onaanneemlijk was, en het doen eener plechtige bezending, werd als nu nuttig geoordeeld en vasrgefteld. Vier Leden uit de Algemeene Staaten en den Raad van Staaten, benevens de Tbefaurier van de Unie, vertrokken naar Middelburg, en hielden 'er veele en langwij'ige bijeenkomflen met de Staaten drie maanden lang, maar het was zonder vrucht: men kon tot geen befluit komen, en dus werdt nu de Stadhouder door zes Gewesten , de beflisfing opgedragen , die hij ook nu wederom op zich nam , verklaarende het gevoeglijkst te zijn: dat de Zeeuwen , provijioneel, in de eerfte zeeven f.'aren zouden ontheven worden, van een post van 300,000 Guldens, op de fiaat van Oorlog ten bunven lasten gepetitioneert voor de Fortificatiën, buiten de Provinciën: maar, dan moesten ook de Staaten van Zeeland alles aanwenden, tot verbetering van hunne Finantiën, en naa verloop van zeeven jaaren, den  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 239 den toeftand derzei ven aan Gedeputeerden van H, H. Mog. cn den Raad van Staaten openleggen: en als men dan dit alles naar genoegen bevond, dan zouden zij nog zeeven jaaren die gunst genieten. Vernederende voorwaarden zeker, waar aan de Zeeuwen zich genoodzaakt vonden te onderwerpen ! Wie gevoelt niet, dat eenen benarden toeftand, hen drong, dezelve als eene weldaad van hunne Mecicbondgenooten aanteneemen ? De Eifftadhouder, bewogen door dat alles , en overreed van de nood* zaaklijkheid, om de Zeeuwen irt hunne i verlegenheid te helpen, door eene dadelijke onderftand van Contanten , verftrekte hen eene lom van ioo,oco Guldens uit zijne eigene bezittingen, zonder eenige intrest te begeeren, en onder voorwaarde die fom te reftitueeren , wanneer het de Provinciaale Kas zou toelasten. Naauwlijks was dit netelig verfehil, op de gezegde wijze teneinde gebragt, of een ander, niet min gewichtig en belangrijk, kg weder voor de deure. Wij hebben in de voorgaande Afdeeiing, bij het ophangen des Ta-  BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Tafereels van den ellendig verwaarloosden toeftand van 's Lands Zeemacht, ten tijde van 's Prinfen Minderjaarigheid , doen opmerken , dat de oude twisten tusfchen de Land en Zee-Provincien, de oorzaaken opleverden, waarom 's Lands Defenfie toen achter wege bleef. Toen de Gouvernante overleden, en Willem den Vden meerderjaarig geworden was , voedden veelen in den Lande de ftille hoope, dat nu dat heilzaam werk met éénpaarigheid zou ondernomen worden, te meer, daar de iioodzaaklijkheid van hetzelve, telken jaare door den Raad van Staaten, en 's Lands Erfftadhouder, aan de Bondgenooten herinnert werdt, bij de overgifte van de Petitiën van Oorlog: dan die hoop was ijdel. Men vorderde niets. De een wilde wel de Zeemacht vermeerderen , maar Landmacht was onnodig: de ander wilde in geen kosten voor de Zeemacht bewilligen, ten zij men het ook voor de Landmacht deedc, en alles bleef ongedaan, in een tijd dat 'er Vrede van rondsomme was; 's Lands rijkdom en vermogen, tot eene verbazende hoogte geftcgen was; en  'DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 24I cn jaar op jaar, millioenen fchats door vreemde Mogendheden, tegen hooge Reibten uit het Vaderland getrokken werden. (*3 Hoe dit zij, de Stbaten van Holland, die zoo veel belangs fielden in een herftel van het Zeewezen , verzuimden te dezen tijde niet, om bij gelegenheid dat zij bewilligden in de gevraagde Petitiën voor 1771, hunne klachten te doen hooren, over de nalaatigheid der meeste Gewesten, ten aanzienè van het fourneeren der ingewilligde fora- men, (*) Onnoemelijk zijn de fcbattén, die w dat tijdvak door een aantal Mogendheden hier te Lande genegotieerd werden , waar toe de Capitaalisten bijnaa genooddrongen werden^ dewijl zij geen weg met hunne fcbattén wisten. Hier te Lande vroeg men 'er niet om • en de Natie getroostte zich, om Obligatien •niet hooger dan twee en een half pCt. Rentende, tot negen pCt. boven het Capitaal u koopen. Achl hoe is thans, ook in dat opzicht, de kroon van der Nederlanderen hoofden gevallen l ! " V. -Deel. . %  242 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE men. Ongemeen ernftig herinnerden zij, d'm aandrang en nadruk , waar mede de Raad van Staaten en zijne Hoogheid, nog het jaar bevorens hadden aangetoond, hoe nodig het ware, om Schepen te bouwen, wilde men den naam van Zeemogendheid behouden, en de vlag van den Staat geëerbiedigd hebben. Zij klaagden, dat men ondanks dat alles , 'er geen acht op geflagen had, niettegenftaande de zaaken van Europa zich zodanig voordeden, dat den Staat zou kunnen gedrongen worden, de Handel en Zeevaart der Onderdaanen te moeten befchermen. Zij betuigden, dat zoo men dus bleef voortgaan, men te laat zou ondervinden , dat de middelen ter verzekering van 's Lands bronnen van welvaart, niet verzuimd konden worden , zonder het Vaderland zelve, aan een onvermijdelijk bederf bloot te ftellen. Wat was het gevolg ? 'Er kwam, jaa! een Plan bij //. //. Mog. in, tot den aanbouw van vierentwintig Linieicheepen, waar van de kosten ruim vier miiliocnen Guldens beliepen, maar de Bondgenoten namen het over. Niet, dan met aandrang,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 043 drang, om vermeerdering van Landmacht, Hemde Gelderland in de geprojecteerde aanbouw toe, doch des Raads en zijne Hoog. beid's klachten , waren en bleven zonder vrucht. In dien ftand der dingen liep het jaar 1771 ten einde: het volgende gaf ftoffe aan de hand, om droevige denkbeelden te verdrijven , door de vreugde die in veele ftreeken aangerecht werdt, op de herdenking dat het nu twee eeuwen geleden was, dat 's Lands Vrijheid en Onafhangelijkheid gevestigd werdt, door het afzweeren van het Spaanfche Dwangjuk, waar in de Zeeuwen zich bijzonder deden uitmunten. De geboorte eenes Erfprinsen van Oranje die juist ter wereld kwam, op den 24 Augustus dezes jaars, maakte die vreugde nog grooter, daar men zich herinnerde, dat tweehonderd jaaren bevoorens, dien dag door bloed gekenmerkt werdt, in de Jaarboeken der Menschheid, toen de Moorddadige Parijsfche Bloedbruiloft, geheel Vrankrijk ineen moordtoneel herfchiep. • De willekeurige affcheuring en overmeestering van een voorL 2 naar»  £4} BEKNOPT HISTORISCH HAKDBOEHJ6 naam gedeelte des Koningrijks Poolen, doo? Pruisfen , Rusland en Oostenrijk , dat ook in dit jaar voorviel, gaf aan elk opmerkend Ingezeeten, eene ruime ftof tot nadenken, over de onfchatbaare voorrechten van dit goede Land, dat in tegenoverftelling van Poolen, bij het genot zijner Vrijheid en Onaf hangelijkheid bewaard bleef. Hoe zeer had dit elk moeten aanfpooren, om alle twist en tweedracht uit de ziel te bannen, en harten en handen in een te flaan , om 's Lands heil allerwegen te bevoorderenl Dan, in plaatfe van dat, ontwaarde men telkens bewijzen van het tegendeel. De dankbaare herdenking van het tweede Jubilé der Nederlandfche Vrijheid, fchcen bij veelen het tijdftip te zijn, waar in men allerwegen blijken van achterdocht gaf, dat die Vrijheid belaagd, en op nieuw in ketens zou gefloten worden. Van daar al die twisten over oude Handvesten en Privilegiën; over recht van Territoir en Rechtsoeftening; en ook de vrees, dat te eenigen tijde, de Stadhouderlijke Stoel in eenen Graaffelijken Zetel zou herfchapen worden. De nu onnut-  DER VADSRL GESCHIEDENISSEN. 245 mate twisten, (*) over de nuttigheid of Schadelijkheid eener Erfftadhouderlijke ReRegeering, kwamen op nieuw te voorfehijn» cn veeier pennen werden ftomp gefehreven , om die twisten aan te vauren. De betaamlijke vrijheid der Drukpers , begon derwijze miskent en onteerd te worden, dat (*) Het was in 1772. een onnutte twistvraag opwerpen : Is een S.adhouderlijke Regeering Nuttig of Schadelijk? Waarom! Omdat door de Erffelijkverklaring deszelven, die Regeering niet anders dan door eene. geduchte Buitenlandfcbe Macht zou kunnen vernietigd worden, dewijl alle uitzicht op eene geheele mtflerving van het Oranjehuis, bij alle verftandigen onder de hersfenfcbimmen gerangfchikt werdt. Pieter Paulus, begreep het daarom beter, en trachtte de Natie het Nut dier Regeering fmaaklijk te maaken. Jammer was het maar, dat de zvijze waarop hij dat deedt, de Natie moest bejluiten doen , dat hij veel eer van de Schadelijkheid, dan van de Nuttigheid overreed was, en met zijn gefcbrijf^ weinig nuts flichtte. L 3  %u6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dat 's Lands Staaten, het uitgeeven van Libellen en Paskwillen, op nieuw beteugelen moesten , door ftraf bedrijgende Placaaten. Hier kwam het oud en hatelijk verfehil, over de Militaire Jurisdictie bij, toen die van het Hof van Holland aan de Staaten, hunne vrees te kennen gaven, aan den eenen kant, dat door de uitbreiding dier Militaire Macht, de Burgerlijke Vrijheid kon benadeeld; en aan de andere kant, dat zij zouden kunnen ve;dacht gehouden worden, werkzaam te zijn , ter befnoeijing van de Prserogitiven van den Stadhouder. De Staaten ftelden de ftukken in diens handen, die niet in gebreke bleef, aan te toonen, dat de Millitairé jurisdictie gegrond was op het in gebruik zijnde Roomfche R.echc, en reeds door Keijzer Karei den Vden tot een Landrecht gemaakt, ook op de Crimineele Ordonnantie van 1570, die beller.dig als een Landswet befehouwd was. Hij had zijne Waardigheden op denzelfden voet als zijne Voorvaderen aanvaardt, en vertrouwde dat hij daar in ook zou gehandhaafd we>rden, waar van de uitoeffening eener Univerfecle Mi-    DER VA OER L. GESCHIEDENISSEN. 2él7 Militaire Jurisdictie over de Officieren en bet Folk van oorlog, geen gering aandeel was. Het bleef hier op dien tijd bij, maar wijzullen in het vervolg zien, hoe het vuur van tweefpalt over dat onderwerp, met verdubbelde woede uitbarstte. Met affterven van den Randpenfionaris, Mr, Piet er Steijn, die fints het jaar 1748, dat gewichtig Ampt met roem bekleed had, viel ten dezen tijde in; en wordt alleen door ons aangeilipt, om eene gelegenheid te hehben, tot het vermelden, dat deze Staatsman dien alles beflisfenden flop met' deedt, dan naa alvorens met zijne Echtgehoote, voor de belangen van den Godsdienst, en. de uitoefening van een van derzeiver aar> genaamde en verhevenriih; plichten , (die der Weldadigheid aan ongelukkige Weduwen, J) gezorgd te hebben, door een aanzienlijke fomme gelds , uit hunne miarenfchap, aan de beheering van de Beiïuurderen der Weefkamer te Haarlem , bij uiterfte wille te befpreeken , ten einde uit de vruchten van dezelve, aan twintig Jongelingen, die zich op 's Lands Hooge SchooL 4 le  BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE le te Leijden, tot de Wetenfchappen bekwamen, en aan twintig Predicants Weduwen , ieder jaarlijks tweehonderd Guldens, nittekecren, uit welke opgaave men tot de hoegrootheid dier (lichting, gereedlijk befluiten kan. Het was intusfchen. op aanbeveeling van den Stadhouder, dat die verhevene en gewichtige Post werd toevertrouwd aan den Heer Mr. Pieter van Bleijsivijk, te dier tijd Penfionaris der Stad Delft, een Man, die eene groote Staatkunde, bij. het beoeffenen der. Wis- Natuur- en Rechtskunde, gelukkig wist te-paaren, weshalven des Stadhouders aanbeveling, allen lof wegdroeg. Zijn. Minifterie geeft kennelijke blijken , dat de Weetenfchappen in hem eer envoorftarder hadden, daar de kundige Cornelis Redelijkheid, eene vereering van duizend Ducaten , voor het nut zijner ni uitgevonden Schuif/luis , en een uitfluitend Octrooi, tot het maaken van Diepmachines, door de Staaten van Holland werdt toegelegt. Geleerde Maatfchappijen kwamin de een na den ander tot ftand: de riederduitfebe Taal «n Dichtkunde, maakte,    DEK VAOÊRL, CrfeHIÉDENlSgEiV. 249 te ook hier en elders groore voorderingen door h t oprichten van Cenooifchappen ' waar door bet ook toekwam, dat bijna eene eeuwe naa het overlijden van den vermaarden Joost van Vvndal, een proper en zinrijk Gedenkteken, ter zijner eere, in de Nieuw Kerk der Stad Amfterdam werdt opgericht. Was dit openbaar eerbewijs aan de asfche van den grooten Hervormer der Toneeldichtkunde, ftreelend voor hen, die gewoon waren hunnen afgefloofdep geest inden prachrigen Schouwburg te'herflellen hoe werden hunne genoegens niet eensklaps m verdriet veranderd, toen dat heerlijk gebouw, een prooi der vlammen werdt' Het was op den twaalfden Meij, dat de SchouwPlaats-, zoo als gewoonlijk, was opgevuld met een groot aantal menfchen van onderfcheiden rang en ftand , dat het Toneelkunstmatig verdonkerd moetende worden een der gedempte lichten , ongelukkig her vuur mededeelde aan een der Toneelfchermen , dat zich wel haast wijd en zijd verbreidende, in weinig minuten tijds, het geL-5 fcee..  250 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE heele gebouw in lichte laaije vlamme zette. Onnodig is het te vermelden, dat dit eene onbefchrijffelijke fchrik en verwarring veroorzaakte, elk op lijfsberging deed bedacht zijn, en dat veelen op eene ellendige wijze , uit deezen tempel des vermaaks , in de fombere gewesten des doods , werden overgevoerdt. 'Er is, veel papiers beklad, om het getal dier ongelukkigen te bepalen, fommigen vergrootteden het zonder noodzaak, en anderen, maakten het zoo gering, dat het niet meer dan zestien beiiep. Wij willen hier niets beflisfen, vast gaat het, dat deze droeve ramp, de groote HandeJfiad met eene zichtbaare angst en fchrik vervulde, en het Koopgewoel, bijnaa Rillen deedt, daar veelen om het verlies, of de finercen van hunne vrienden of vriendinnen, geivoone bezigheden, voor eenigè dagen Haakten. Naauwlijks van deeze fchrik bedaard , verfpreidde zich de maare , der onderfcheidene rampen, die de geest van opftand in Suritiaamen, Esfeqvebo en Demerarij, had aangericht, en van een geduchte Orcaan, die Si. Eujiatius, bijna tot eene woes-  DER VADEKL. GESCHIEDENISSEN. 251 woestenij hervormde: groot was de vrees voor het geheel verlies dezer kostbaare Volkplantingen, dan zij weid echter verminderd door de zekere berichten, dat de Cblonien wel behouden, maar een aantal Piantagien, ten buit der roofzucht verftrekc hadden, waar door de meeste fchaade 2ich tot de Ingezeeeenen van het Kooprijk Amfterdam bepaalde. Hier bleef het niet bij: de Bankbreuk van één der grootfle en beroemdfta Handelhuizen, die kort hier op voorviel, en veele anderen tuimelen deedt , veifpreidde de ontzettendlte geruchten, hadeljg voor den Handel, cn ruineus voor het Crediet , naar alle oorden heen. Het wijs en cordaat gedrag der Regeering, en bovenal de overvloed van fchatten, die toen voor handen waren, deed de kort gedreun de Handel fpoedig herleven, en het onheil te boven komen. Merkwaardig was het jaar 1773, voor allen die hun heil in den Godsdienst ftellen, tn van oordeel zijn, dat het een wezentlijk geluk voor eèn volk oplevert, wanneer 's Lands Hooge Machten zich haarer be^ 6 laa-  352 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE langen niet onttrekken, maar dezelve op alle wijzen be.voorderen. INiettegenftaande de Taal- en Dichtkunde, groote voorderingen hier te Lande maakte, zoo als wij hier boven reeds aanmerkten, zoo vonden veele hoogfcbatters van den Openbaaren Eerdienst d:r Hervormde Kerke, eene rede van klacht, dat de ellendige Pfalmberijming, twee eeuwen bevorens, door den woelzieken Petrus Dathenus vervaardigd, in alle de Vaderlandfche Kerkgemeentens in gebruik bleef, offchoon een groot aantal betere Berijmingen van het Boek der Pfalmen voorhanden waren. Hoe zeer het Gnts eenige jaaren niet ontbrak , aan veele Leeraaren en Leden der Kerke, die de ftooteüjke Rijaielaarlj, van die oorfpronkeüjk verhevene Oosterfche Dichtftukken, wenschten buiten gebruik gefield te zien, en zich van betere Berijmingen voorzagen, zoo kon men nim^ iner hoopen, op een algemeen beter Kerk gezang., zoo lang 's Lands Hooge Machten, dat werk niet op zich naamen, en dadelijk Ier uitvoer brsgten. Gehechtheid aan het «aula9,onnutte vrees, dat men ia plaats van Dn.-,  Eï*ï5 i   DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 35$ Davids Pfalmen, de menigte iets anders in de hand «oppen wilde , en daar door de Rechtzinnige Leer der Kerke belagen ; dit waren de voornaame oorzaaken, waarom veelen dat nuttig werk beletten wilden daar zij de Kerk, als in gevaar belhouw-* den. Redenen genoeg , waarom 's Lands Staaten huiverig waren, om het werk niet eerder door te zetten, dan te dezen tijde, door Staatsgewijze vast te ftellen , dat uit drie van de beste Berijmingen, wel eer, door II, Ghijzen, Jobannes Eu/ebius V0et\ en een Kunstgenootfchap, onder de Spreuk;. Lans Deo, Salus Populo, (de cere Gods, het heil des Volks) vervaardigd, een beter Kerkgezang in alle de Gemeentens der Hervormde Kerke zou worden ingevoerdt. Negen Hervormde Leeraaren, voorzien met Dichterlijke bekwaamheden, gekozen uit elk Gewest, en het Landfchap Drenthe een, behalven uit Holland, dat 'er twee lever! de , moesten de keuze doen , met zulke veranderingen, als zij ter vermeerdering van de algemeene ftichting nodig oordeelden. Twee Gemachtigden, een uit de AU  251 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gemeene Staaien, en een rilt de LecUn van den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en Vriesland, (die Twee affchrijvers ter hunner adfiftentie verkiezen konden,) moeiten de Vergaderingen bellieren , die ten koste van het gemeene Land, in den Haage, op het bekende Prins Maurits Huis, zouden gehouden worden. Niet meer dan zes maanden tijds, was 'er nodig, om in honderd eenëntwintig Bijeenkomften , dat groot, omflachtig en belangrijk werk uit te voeren , dat met de goedkeuring van de Staaten, en van alle verflandigen, zoo in als buiten het Hervormd Kerkgenootfchap, aigemeen bekroond werdt, en fints zoo zeer bevoorderlijk was, tot algemeene ftichting, bij de waarneming van den Godsdienst. Is het niet een fpreekend bewijs, van de fchadelijke kracht der vooroordeelen, en van een gebrek aan gezond verftand , onder het groote gros des menschdoms, ('c welk men in deeze dagen, door eene meer wijsgeerige manier van denken , en eene algemeene verlichting, als boven dat alles verheven waant,) hier te moeten zeggen, dat de invoering van dit Konst-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 255 Konstjuweel der gewijde Dichtkunst, aanleiding gaf tot de fchroomlijkfle opfchuddingen? Dat het in eenige plaaifen niet ontbrak aan dweepzieke Roervinken, die niet alleen Gemeente, maar zelfs de geheele plaats hunner woning in rep en roere fielden, derwijze, dat 'er de Politieke Macht mede gemoeit werdt, om de onëenigheden en twisten weg te neemen ? en 'er meer dan twee jaaren verliepen, eer de Nieuwe Berijming alomme was ingevoerd:? Schandelijk gedrag voorzeker, op het einde der agttiende eeuwe, die men als de verlichte in veele opzichten aanmerken moet.' Hoe zeer gaf dat Kerkrumoer aanleiding, om de Vijanden van den Christelijken Godsdienst in het gemeen, en van de Leer der Hervormde Kerk in het bijzonder, op nieuw in het harnas te jaagen; de Godsdienst der Rede als oneintlig voortreffelijker aan te prijzen; en alle voörflanders van de eerstgenoemden in een haateüjk licht te plaatfen? Dwaalen wij, wanneer wij ook onder anderen daar aan toekennen, de verbazend hoog in top gevoerde twisten , over de BUt»  256' BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE nuttigheid of fchadelijkheid der gevoelens , over het lot der deugdzaame Heidenen, in den toekomenden ftant, die de geleerde. Marmentel in zijnen Belifarius, op eene kunftige wijze had ingevlochten ï Een ftrijd, waar bij men ongevoelig, MarmonteTs Roman, (die door de Franfche Geestelijkheid als fchadelijk , afgekeurt was,) geheel uit het oog verloor, en eene volftrekte Onver» fcbilligheid in den Godsdienst ook hier te Lande fmaaklijk maakte, als beflond daar in een behoorlijke Verdraagfaamheid. Bij hen die het vernuTc van den Franfchen Wijsgeer bewonderden, was het betogen van de ongenoegfaamhMd van den Natuurlijken Godsdienst voor Christenen, die buiten deeze eene Goddelijke Openbaring hebben , Onverdraagfaamheid , en Kettermakcrij : en gevolgelijk zij, die voor dat gevoelen waren, Onverdraagfaame Kettermaakers. Wanneer men dit weinige in aanmerking neemt, behoefd men zich dan wel te verwonderen, dit de Curatoren der Groningfche Hooge Schoole, en eenige Leden van de Clasfis, ais zodanigen, in een menigte van gefchrif^ te-n,  DER. VADERLt GESCHIEDENISSEN. 257- ten, ten toon gefield werden , toen zij van oordeel waren , dat de Hoogleeraar van der Marck, gevoelens koesterde en leerde, die onbeftsanbaar waren met de Leere der Hervormde Kerk, die hij, (als Hoogleeraar aangemerkt,) belijden en volgen moest, en welks- vasthouding hem niet minder dan op eene ontzetting van zijne Waardigheid aan de Groningfche Hooge Schoole te ftaan kwam? Wij hebben welligt naar fommiger gevoe-. len, ons. reeds te lang met. de Kerkelijke zaaken opgehouden, laaten wij dit onderwerp vaaren laaten, en bezien wat het belangrijk jaar 1774 opleverde. Belangrijk? Jaa, dat was het in veele opzichten. Niet alleen door de geboorte van eene tweede Mannelijke Oranjefpruit, de door zijne hoedanigheden, naderhand algemeen beminde Willem George Fredrik van Oranje, die op den 15 Februarij dezes jaars bet eerfte daglicht zag; niet alleen door de plechtige Feestviering van het tweede eeuwgetijde der vermaarde Belegering en ontzetting der Stad Leijden, ten jaare 1574-5 maar boven al, door het openbaar w.or-  253 BEKNOPT HISTORI&GH HANDBOEKJE worden van ééne vonk, in het wijdafge» legen Amerika, die, allengs grooter en grooter wordende, het vuur des Oorlogs aldaar ontbranden deedt, van daar naar Europa overlloeg, en ook ons lieve Vaderland derwijze zengde, dat alle bronnen van Na f ion aaien Welvaart fints zijn opgedroogd, of naar elders hunnen loop genomen hebben. Wij bedoelen den oorfyrong dér onëenigheden tusfchen Groot-Brittannien, en deszetfs Noord' Americaanfcbe Volkplantingen, die de ontzettendfte gebeurenistén ook. hier te Lande veroorzaakten. Het was te dezen tij le dn de onlusten tusfchen die beide partijen, o^'cr net recht van RepraeTentatie in het Parlement, en het afvo deren van Lasten, tot die hoogte-gekomen waren , dat men te Londen de Co-' lonisten als Rebellen befehouwende, aanftaiten maakte, om hen als zodanig te behandelen. Zoo lang de twist tusfchen die beide partijen bepaald bleef, en geene anderen zich ten voordeele van de Colonisten daar in mengden, dan ftond de Engelfchen, door hunne meerdere macht, de kans fchoon,    DÉH VACERL, GESCHIEDENISSEN. 259 fchoon, om de verfchfllen naar hunne inzichten ten einde te brengen, en de vonk ware fpoedig uitgedoofd. Dan nu, nu men in Frankrijk dien twist, (uit hoofde van eene nationaale wrok tegen de Engelfchen, en, omgekeert, van dezen tegen de Franfchen,} met genoegen zag, en de Colonisttn aanvuurde, oordeelde Engeland bevoegd te zijn, om van alle Mogendheden te vorderen , dat zij hunne onderdanen den toevoer van Krijgsbehoeften, asn de Americaanen beletten. Niettegenftaande volgens het Subfifteerend Tractaat van vriendfchap, tusfchen den Staat en Engeland , bepaald was , dat beide de Mogendheden, geen toevoer van Oorlogsbehoeften aan derzelvér wederzijdfche Onderdaanen, in de buitenlaridfche bezittingen zou toeflaan, en de een het aan den ander, uic dien hoofde, niet als eene gunst behoefde te verzoeken, zoo vond het Engelfche Hof echter goed, om door deszelfs Gezant, de Ridder Torke, het voorftel te laaten doen, dat de Koning vertrouwde, dat de Algemeene Staaten, wel errflig zouden willen verbieden, de  2.ÓQ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de Cohnisten met Gezveer of Krijgsbehoeften te tnderfteunen, en zij de nodige voorzieningen doen zouden , om het te beletten*. Wanneer men dit laatfte des verzoeks wel overweegt, dan gecfc het aanleiding om te denken y dat dien verboden handel reeds toen ter tijd, hier te Lande plaats greep, en dat de Engelfchen des niet onbewust waren. Hoe dit zij, de Engelfchen hadden, te meerder recht om dit verzoek aan de Staaten te doen, dewijl het gedrag der Franfchen, in het onderfteunen der Colonisten, eenen Oorlog, met Vrankrijk langs hoe waarfchijnlijker maakte. Akelig uitzicht voor ons Vaderland! daar de voorbeelden van vroeger dagen geleerd hadden, hoe moeilijk het was, om ingeval van ruptuure tusfchen de beide Volken, buiten den twist te blijven. Onzijdig, te blijven, en, volgens den Letter der Traclaaten te handelen, dit was het beste en eenigfte raiddel; en wel befchouwd, was men ook daar toe nog te meer verplicht, uit hoofde van den vervallen toeftand, waar in 's Lands Marine bij.aanhou^ dendheid gelaten was. Wij  BER "VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 261 Wij hebben hier boven (Eladz. 242 ) gezien, dat de Staaten van Halland in 177-1, ten fterkften aandrongen, om 's Lands Zeemacht met vierentwintig Schepen van Linie te verrterken , doch dat het werk fteeken bleef: thans is het nodig op te geeven, dat men in 1773, zoo ver gevorderd was, dat 'er een Plan aan de Bondgenooten gezonden werdt, om niet alleen de vierentwintig Scheepen aan te bouwen, maar te gelijk om -de Landmacht met 1368 Paarden, en 8927 Koppen te -vermeerderen, beloopende de kosten hiertoe noodig, jaarlijks 13560,654 boven de aanritsgelden van 663.987 Guldens, en dat Vijf Gewesten, Gelderland, Vriesland , Utrecht , Overijsfel, en Stad en Lande, daar in gaaf bewilligden , doch dat Holland en Zeeland daar in achterlijk bleven. Naauwlijks was het verzoek door Engeland gedaan, of die van Holland, leeverden in de maand April dezes jaars, een bij hun genomen beQuit in, het welk een ruim veld, voor nieuwe raadplegingen opende, en het geheele Plan van 1771 in duigen wierp. Het fbk is te uitgebreid, om het hier  2^2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE hier een plaats in te ruimen, maar dewiji het in deszelfs aart gefchikt is, om te kunnen oordeelen over het geroep van inactiviteit, door eene verdervende hand, in laater tijd in Holland zoo fterk opgeheven, zullen wij 'er alleen van zeggen, dat ten zelfden tijde, dat men het onweêr zag famentrekken, en het alleen aan Holland ftondt, om de Zeemacht met vierëntwintig Schepen vermeerderd te krijgen, de zaak eene geheel andere wending kreeg, door het aandringen op een bij Holland ontworpen Plan, dat met de daadelijke aanbouw van vierentwintig Scheepen niets gemeens had, te weeten: het vastftellen van een bevorens ontworpen plan, om jaarlijks eene zekere fomme gelds aftezonderen tot een Fonds, waar uit de jaarlijkfcbe uitrustingen zouden gevonden worden. Zij vorderden, dat hunne Afgevaardigden voor alle dingen, en als een voorwaarde, waarop zij in den aanbouw van de vierëntwintig Schepen, en de vermeerdering der Landmacht bewilligden, zeuden aandringen, op de beftemming van een jaarlijks Fonds van 780,000 voor den Zee-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 263 Zeedienst, en om zeker te zijn, dat men die opbrengen zou, wilden zij bepaalt hebben, dat de Gewesten hunne aandeelen in tijds bezorgen zouden, aan het Comptoir Generaal van de Unie, om het aan de Admiraliteiten uit te deelen. De Raad van Staaten , moest alle jaaren met den eerften Oiïober een nette ftaat van alles aan H. H. Mog. zenden: in dat geval, verbonden die van Heiland zich, om het niet betaalde aan te zuiveren, zoo nogthans, dat bij het opmaaken van den ftaat van Oorlog voor her volgend jaar, zoo veel meer Krijgsvolk op den ftaat der gebrekige Gewesten moest gebracht, en Hollandsen ftaat ontlast worden. Daar die Plan nu ter baane kwam, veranderde het de zaak geheel; men fprak 'er met de Stadhouder over, die nu een ConCiliatoir voorfloeg, om het Plan van 1771 in zoo verre te veranderen, dat de kosten voor de Landmacht bepaald werd, op 900,000 Guldens, en 600,000 jaarlijks te doen ftrekken tot uitrusting van Schepen , bij den Raad van Staaten te ver deelen. Gelderland, Vriesland, Overijsftl en Stad en Lande, keurden dit Concilia- toir  Z6ür BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE toir goed , Zeeland en Utrecht, namen het over, doch Holland had 'er geen fmaak in, en dus bleef het Plan , het Conciliatoir, en de geheele Zaak fteeken, waar door 'er zeven jaaren verliepen, eer 'er op de Petitie tot aanbouw van vierëntwintig Oorlogfchepen in 1771 gedaan, een befluit viel, Het geheele verfehil beftond dus in twee tonnen gouds meer of minder, voor het geheele Bondgenootfchap, waarin Holland alleen, vijf negende deelen betaalen moest, en dus bleef de Zeemacht in den weerloosten toeftand, in een tijdftip, dat zwanger ging van de zorgelijkfte gebeurenisfen, waar door het Vaderland in het algemeen , en de Koopvaardij in het bijzonder , eenige jaaren laater, de bitterfte rampen ondervondt, en alle verzuim aan een verdervend* hand (de Stadhouder) toegefchreven werdt. Terwijl men dus met plannen maaken, delibereeren, overneenen, afkeuren, en twisten den kostelijken tijd Heet, en niets tot de groote zaak bijdroeg , namen de oneenigheden in America, dag aan dag toe. De Colonisten , aangevuurt door Vrankrijk en Span-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. ü6$ Spanje werden langs hoe onhandelbaarer: Engeland om het een en ander woedend; gezint om 'er alles aan te waagen. Naar maate At Franfchen de Americaanen met Tronpen onderfteunden, naar die maate zonden de Engelfchen eene geduchte macht derwaarts , beftaande ook onder anderen in Krijgsvolk, dat zij van eenige Duitfche Vorsten in Soldij namen , die om dit bedrijf, welhaast, de naam van PleesèbBouwers'ver* kregen. Hier te Lande, liet zich alles aanzien, dat men, even als in den voorigen Oorlog, onzijdig blijven wilde, waar van het verbod van allen uitvoer van Krijgsbehoeften , ingevolge het verzoek van T.rke ten bewijze ftrekte: Engeland dien flap ziende gelukken, oordeelde eene tweede te moeten doen, en de in Staatfche foldij (taande Schotfe Regimenten (gewoonlijk de Scbotfi Brigade genoemd) door Torke te doen te mg vraagen, om die macht tegen de Colonisten te gebruiken. Naauwlijks was dit ruchtbaar, of het verwekte eene algemeene fenratie: van alle kanten ging de kreet op, dat zoo men de Schenen trekken liet V. Deel. m , ' iU het  266 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het Vaderland in gevaar was, om in het ongenoegen der Franfchen te deelen; dat men dus dotnde, de onzijdigheid vaaren 1 liet. en de Bricfche dwinglandij, (zoo zichtbaar, in het gedrag tegen de Colonisten,) 1 ten koste van de Vrijheid in de hand werkte. Niemand liet zich daar over zoo fterk hooren, dan de Overijsfelfche Ridder Jonkheer Joban Derk van der Capellen tot den Tol , die van oordeel was, dat het beter j ware , om Janitfaren tot demping van de onlusten in Noord America te gebruiken, don ie Troupen van eenen Vrijen Staat. Behalven dit, bekroop hem de vrceze, dat zoo wanneer de Schotfe Brigade aan Engeland werd overgegeeven , men daar door aanzoek zou krijgen, om in eene vermeerdering van Soldaten toe te ftaan, waar van hij dag op dag afkeeriger werd, naar maaien de gedrochtelijke Militaire Jurisdictie, de handhaving van het Recht ftremde, en die zijns oordeels, in dit Land niet behoorde genoemd te worden. De Vroedfchap van Amfterdam, en anderen, onderfteunden zijn gevoelen, het werd met driftvervoering  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. SÓy ring toegejuicht door veelen, Capellen tot den Pol, als den grooten Patroon dér waare ft'. Vrijheid geëerbiedigd , en het verzoek van Torke bleef zonder gevolg. Terwijl dit alles gebeurde , en de uitzichten aan dien kant naar buiten hoe donkerder werden , verfpreidde zich de maare van den kommervollen toeftand veeier Surinaamfche Planteren. De millioenen Schats , in vroeger jaaren, tegen 5 en 6 prCco genegotieerd, om daar mede de uitgeftrekte Wildernisfen, en noqit betreden Bosfchen, in Plantagien te herfcheppen, had den Planteren behooren aantefpooren tot eene zuinige leefwijze , ten einde aan hunne verplichtingen te kunnen biij ven voldoen: dan in plaatfe van dat, nam eene prachtige en overdadige leefwijze in dat Land, hand over hand toe, en baarde reeds bij veelen de grootfte belemmeringen in het doorzetten hunner onderneemingen. Het is bekent, dat |' het voldoen der beloofde hooge Renten, voornaamlijk berustte , op de berekende [ prijzen die men in volgende jaaren, voor I de Producten maaken zou: niets was dus M a ze-  Se6B BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zekerder te voorzien dan dit : dat naar maate die Producten in prijs daalden, de_ larten der Planteren, in diezelfde evenredigheid vermeerderden: daar nu de verbaazende toevoer van Producten, niet alleen van onze Colonien, maar ook van andere Mogendheden , (die voor der Hollanderen fchatten hunne Colonien bebouwden,) de prijzen der Producten aanmerkelijk vallen deeden; verhaastte dit den val van veele Planters, die de ééne voor, de andere naa, bahkbreukij werden , waar van de Geldfchieters hier te Landi de grootfte fehadc ondervonden, niet alleen door het gemis van de hooge Intresfen, maar veel meer door de daaling in den cours der Schuldbrieven , die over het geheel geflagen, geen 2o pCt waarde behielden. De bedriegerijen en kwaade praftijken, die fommigen zich veroorloofd hadden, in de ontrouwe opgave van de waarde der Piantagien, te gelijker tijde nu openbaar wordende, maakte het kwaad nog erger over het geheel, en benam het hoognodig Cred , dat eerlijk gehandeld hebbende Planters, nu meer dan  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2c5p dan ooit behoefden, om aan den gang te blijven. Droevig uitzicht voor veelen hier te Lande, die zoo gewillig hunne fchatten, bekoort door de hooge Interesfen, ten gebruike gaven, en, in den waan verkeerende, dat hen die niet ontgaan konden, hunne leefwijze daar naa ingericht hadden! Hoe veele Familien zagen zich daar door niet in de grootfte ongelegenheden gedompeld, waar van de mindere (randen des volks, de gevolgen ondervonden ? Hier bleef het intusfchen niet bij: het Vaderland, en duizenden van deszelfs Ingezeetenen, gevoelden in dit ongelukkig jaar, en in het volgende, de fherpendfte (lagen, hen toegebragt, niet door eene onmatige zucht naar fchatten, of een te ligt geloof (laan aan bedriegers, maar door de Almachtige hand van dien God , op wiens wenken, de Winden en Zeeën zich verheffen of bedaaren. Woedende ftormen, die zich met bijnaa nooit waargenoomene krachten verhieven , voerden het Zeewater tot eene vrecsfelijke hoogte voor de Vaderlandfche Kusten, en bedreigde het lieve Vaderland, M 3 mee  iyo BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE met eeue geduchten ondergang. Wanneer men de Geschiedenis van deeze Watervloed d.3n, door den kundigen Hering opgefteld, en in het licht gegeven, leest, en de afbeeldingen van eenigen der daar door veroorzaakte dijkbreuken en overftrooiningen beziet, wiens hart krimpt als dan niet weg van weedom, over zoo veele oordeelen en bezoekingen, die duineliik blijken deeden, hoe weinig tijds 'er nodig was, om dit gezegend Land, in eene baare Zee te veranderen, of deszelfs Ingezeetenen van hunne opééngehoopte fchatten, te beroven V Oi;der dit alles gingen de Vijandelijkheden in America den ouden gang: de Coloristen , aangevoerd en beftuurd door den grooten en verdienftelijken Washington; gerugfteund door den openlijken bijftand der Franfchen en Spanjaarden, en den meer bedekten toevoer van noodwendigheden, van bier naar St. Euflatius en Cnracao, van waar het afgezondene, wel fpoedig tot hen kwam, deeden 'reufenftappen, en verklaarden zich, ten fpijt vrsn Engeland, en toe onuitdrukkelijke blijdfehap van allen, die hunne be- lan-  DER VADER L. GESCHIEDENISSEN. 2? I langen toegedaan waren, voor het oog der wereld Vrij en Onafbangelijk var het Moederland. De bewooneren van Dertien, op zich zei ven ftaande Staaten, floegen nu de handen in één, en verbonden zich op het naauwst, door eene Unie of verbindtenis , die hen tot den rang van éénen Vrijen Staat, op de lijst der Volken verhief, (*) en (*) Wanneer men de Unie , den vierden October 1776, te Philadelphia gefloten en geteekend, vergelijkt met de Unie, die onze Foorvaderen in 1579 te Utrecht floten, dan ziet men duidelijk, dat de Colonistcn dat Meesterftuk van dien tijd, en zvaar bij dit Land zicb zoo wel bevondt. grootdeels met eenige Modificatien gevolgd' hebben. Hoe de Colonistcn zicb naa verloop van zesentwintig jaaren daar bij bevonden hebben , leert de endervinding van den dag. Is bet niet een fpreekend bezvljs, dat het vloeken en raazen op de Unie , als zvare bet een nnslelijk zevenhoofdig Wangedrocht in de Staatkunde, een fcbennis is, aan de nagedachtenis van onze braave Voorouderen? en dat men dus doende, de Vrijhei dM 4 min-  2/2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE en Frankrijk was de eerfte der Europeefehe Mogendheden, die hen als zodanig erkende. Het kon niet mh>fen , of deeze daadzaaken, moesten gewichtige gevolgen te weege brengen. De eer/Ie was eenen openbaaren Oorlog tusfchen Engeland en Frankrijk, en de tweede, dat veelen hier te Lande, niets vuuriger begeerden, dan Frankrijks voorbeeld dadelijk gevolgd te zien. Het was (onzes inziens) min de zucht tot bevoordering van de zaak der Vrijheid, en meer het toelachend voordeel 't welk men zich beloofde, dat het Vrijverklaren der Colonisten , aL hoogst nuttig en wenfchelijk, in een aantal ge- fchrif- minnende Americaancn, en bijzonder den grooten Washir gcon , Adams , en andere grondleggers van dien Frijen Staat, ingewikkeld aantijgd, dat zij een misfelijk dertienhoofdig Wangedrocht in de wereld /lootten, ten zelfden tijde, dat men hen om hunne kunde , belanglooze zucht tot Frijheid, en waare FaderJandsllefde bewonderd ? Tat welke uiterflen •word de menscb niet vervoerd, wanneer de lartstochien alleen het gebied voeren!  DER VABERL. GESCHIEDENISSEN. 2/3 fchrifcen werd voorgefteld en aangedrongen. Bergen van goud beloofde men zieh van dien kant: wanneer men maar in tijds, zich in de gunst en vriendfchap der Noord' Americaanen wist intedringen , dan zouden , de voordeelen, die Engeland bevorens van hen trok, den Hollanderen te beurte vallen. Getuige was den ongemeen voordeeligen Handel op St. Euftatius eu Curacao , die nu fterker dan ooit gedreven werdt. Veelen die voorbeen om Zeevaart, of Handel dachten , namen 'er nu deel in, (zegt een zeker Schrijver) een onledigbaare Goudmijn fcheen her, geopend. Te recht, het was febijn, en niet meer, want wie bevroedde niet, dat al dien toevoer van Oorlogstuig, en meer andere noodwendigheden, niet langer nodig was, dan tot dien tijd, dat de Colonisten, van het juk des Oorlogs bevrijdt, in ftaat gefield waren, om zich zeiven van alles wat zij nodig hadden, niet alleen te voorzien, maar ook met het overfchietende eenen voordeeligen handel, zelfs op deeze Gewesten te drijven, waar toe hun de uitgeftrektheid, bevolking, en de natuurlijke lage hunM 5 nes  2^4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE, nes Lands, de fchoonfte gelegenheid arnboodt. De drift om Cargafoenen naar St. Euftatius en Curacao te zenden, was in die dagen zoo groot, dat men aldaar met de goederen als overkropt werdt, en 'er zich al ras een gebrek aan kopers opdcedt, waar door de bevrachters, in plaats van twee of drie Capitaalen te winnen, zich moesten gelukkig rekenen , als zij 'er zonder fchade afkwamen. Wij zouden dit door meer dan eene Rekening Courant, die wij ouder ons oog kregen, nader Haven kunnen. (*) Dit (*) Het denkbeeld, dat de ColonisPen van bet Engelscb juk bevrijd zijnde , zulks aan dit Land een onbegrijplijk voordeel opleveren zou , had in de daad veel fcbijn van waarheid bij onkundigen: maar kon dit geloofd worden, van menfchen, die weeten konden, wat NoordAmerica was ? Een Land dat aan den Zeekant 1500 Engclfche mijlen lang zich uitftrekte; onder eene gematigde luchtftreek gelegen was; daar het aan geen nijvre menfehenbanden ontbrak , om zich alles aan te febajfen; daar men de beerlijkfte Graanen teelde, uitgeftrekte Houtbos-  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 2.^5 Dit buitengewoon afzenden en handeldrijven der Nederlanderen op hunne eigene Volkplantingen, dat in het afgetrokkene befchouwd, door geen macht in de wereld kon of vermogt belet te worden, ttak de Engelfchen geweldig op den krop, wijl zij wisten, dat St. Euftatius voornaamlijk. het Canaal was, waar langs de Colonisten van het ontbrekende of benodigde voorzien werden. Te eisfchen dat de Vaart en Handel derwaarts, door de Staaten geheel belet of belemmerd ^werd, daar toe hadden zij geen den Losfchen had; Wol in overvloed , en wat niet al meer? Moest dat zijn onderhoud uit Holland haaien? Wanneer het eene woestenij was geweest , dan was dit denkbeeld draaglijk, maar nu juist het tegendeel bet geval was , zoo kon men ligtelijk bevroedden, dat_ wanneer de Colonisten het geluk hadden, om hunnen Staat bevestigd te krijgen, zij onze mededingers in dien Handel worden zouden. En nu: wat leerd de ondervinding?? Om bet op bet zachtst uittedrukken: dat men zich deerlijk bedroog. M 6  BEKNOPT HISTORISCHHANDBOEKJE den minften grond. Het verbod van allen toevoer van Oorlogsbehoeften aan de Colonisten , dat de Staaten hadden doen uit- | gaan, was alles wat zij verzoeken, wat zij ij verwachten konden: maar, daar zij met argus oogen toezagen, wat hier te Lande , on- ■ danks het verbod, ondernomen werdt, en Wat 'er op St. Euftatius omging, zoo oordeelden zij zich bevoegd, om over het een en ander hunne klachten aanteheffen, bijzonder over het gedrag van den Gouverneur de Graaf, die hunnes inziens , dien Sluikhandel, zoo niet begunftigde, ten minlten niet krachtdadig belette. Een aantal befchul- | digingen ten laste v?n dien Bevelhebber, 1 ook onder anderen, dat hij de Americaanfche Vlag, een openlijk eerbezvijs zou bebben aangedaan, deedt Torke eisfchen , dat de Staaten aan den Koning eene behoorlijke Satis- 1] fafttie gaven, bijzonder door het opontbod I van den Gouverneur de Graaf. Zoo als | het gewoonlijk in twistgedingen gaat, ging ; het ook hier: de Graaf ontkende de aantij- ■ gingen der Engelfchen, doch het baatte hem ll luttel: het zij dat de Staaten zijne verdedi- • ging i  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 277 ging niet wichtig genoeg keurden, of dat men de Engelfchen alle moogtijk genoegen geeven wilde, vast gaat het, dat de Graaf naar het Vaderland werdt opontboden, en het verlenen van allen bijftand aan de Colonisten, op nieuw ten fterkften verboden Werdt. 't Is waar, de Engelfchen namen 'er wel genoegen in, maar veelen die daar door in hunnen handel meenden belemmerd, te worden, keurden dit gedrag der Staaten af, als ftrijdig met 's Lands onafhangelijkheid, en een fpreekend bewijs van de Engelschgezindheid der meefte Staatsleden, die van den wenk des Stadhouders afhingen in het neemen hunner befluiten, en hem van de hand vlogen. Wanneer wij ons herinneren, het geene wij van het gebeurde, ten tijde va-n 's Prinfen minderjaarigheid, met de Vrouwe Gouvernante hebben te boek gefteld , dan valt het niet moeilijk te bevatten, dat 's Lands zwakke Zeemacht, nu fpoedig in het fpel kwam, en als een duchtig bewijs voor de waarheid en zekerheid vart die befchuldiging ftrekken kon, bij het onkundig gedeelM 7 te  BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE j te der NatSe, dat de gelegenheid niet had, I om op goede gronden te kunnen oordee- j len, aan welke oorzaken het toekwam, | dat 's Lands Marine , in zulk eenen beklaaglijken toeftand was, en bleef, ondanks de zoo dikwils herhaalde aandrangen en i verzoeken , zoo van den Stadhouder, als van den Raad van Staaten, om daar in toch. fpoedig en krachtdadig te voorzien. Dan , een ftroom van Schriften, die dit alles opzettelijk verzwegen, en 's Lands weerlooze toeftand aan den Engelschgezinden aanhang, en deszelfs hoofd, (de Stadhouder) alleen toekenden , bragten de gemoederen van duizenden, anders wel te vrede Ingezetenen, in beweging, en deeden de foms overdrevene gevoelens van eerbied, liefde en achting , voor dien Vorst, bij veelen , in eenen haat verwandelen, die in dezelfde evenredigheid toenam, naar maate de Engelfchen zich het recht van den fterkften aanmatigden, en de Koopvaardij dag op dag belemmerden. Bij zulk eenen opgeruidden toeftand van gemoederen, onder het gros der Natie bleef het  DER VAÜERL. GESCHIEDENISSEN. 279 het niet, was 'er ooit een tijd, waarin de Eendracht onder de Staatsleden noodzaak' lijk was, het was het tegenwoordige, waar in den Staat van alle kanten bedreigt werdt, om met den ftroom van onéénlgheden, zoo ter Zee als te Land, medegevoerd te worden; en met dat alles, week dezelve op eene zichtbaare wijze, uit de Rasdzaalen, der Provinciaale en Stedelijke Regeeringsleden. In plaatfe dat men aldaar de harten en handen in eenfloeg, tot 's Lands heil, en alle gelegenheden tot onzalige twisten , over wezentlijke of gewaande bezwaren, als de pest vermijdde, ontwaarde men dag op dag, dat dan hier, dan daar, de eene twistappel na1 de andere werdt opgeworpen , die het zaad van oneenigheid eenen weligen wasdom bezorgde. Die dunkt dat wij hier te veel zeggen, willen wij bij deze gelegenheid wel gevraagd hebben , of het toen de tijd was, om voorftellen te doen, over de misbruiken of gewoonten, die in zwang geraakt waren , bij' bet verkiezen van Regeeringsleden, tot de waarneeming van Provinciaale of Stedelijke Cemmisfen, tok over dê  fl80 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE de ongeoorloofdheid en vernietiging der Drostendienften in Overijsfel, waar mede de Baron van der Capellen, te voorfchijn kwam? Wij willen hier niets beflisfen, of dien Ridder al of niet recht had, om 'er zijne gevoelens over blootteleggen ? Of die Misbruiken, en Drostendienften, billijk, of onbillijk waren? Maar die mogen wij toch zeggen, dat het in ftand blijven, van dat alles, niets bijdroeg, om de verfterking van de Zeemacht, en de befcherming der Frontieren, te bewerken , of de Engelfchen het berooven onzer Koopvaarders te beletten. liet was geen tijd , om fieenen te werpen , maar om fieenen weg te noemen! Oogenblikken, die door den wijsten al'er Koningen, eiuwen bevorens, zoo duidelijk onderfcheiden waren. Hec was geen tijd, om te kibbelen en te hairkloven, om Landmacht, of Zeemacht , in behoorlijken ftaat te hebben en te houden , en daar door de eer van den Staat, de roem van de Vlag , en de beveiliging der Frontieren te bevoorderen ? dit was de eerfte en voornaam/Ie plicht, die voor FJem , en allen die aan het Beftuur waren, te vervullen bleef. Het  DER VADERL» GESCHIEDENISSEN. a8l Het zou niet edelmoedig omtrent een reeds voor lang afgeflorvenen gehandeld zijn, wanneer wij dien Overijsfel ft hen Ridder te laste leggen wilden, dat hij, ten koste van den Stadhouder, het gemeen op zijne zijde had willen trekken, door zijne Landlieden te beduiden, dat het verrichten der Drostendier.ften, hen gelijk ftelde, met den geringften Slaaf, die van den vroegen morgen tot den fpaden avond, voor de ijsfelijkfte mishandelingen van onbarmhartige Meesters bloorgefteld ftondeu: maar het was even min verftandig, of overeenftemmend met de waarheid, toen hij, te veel bot vierende aan zijne harstochten, zich bediende van uitdrukkingen, die tot zulk een denkbeeld maar al te veel aanleiding gaven, en uit dien hoofde gefchikt, om alles in rep en roer te brengen. Wat gelijkenis hadden die Drostendienfttn , met den Ancricaanfche» Slavendienst? Waar in beftonden die wreede Drostendienften^ hier in: dat hij, die dezelve afgevorderd werdt, twee wagenvrachten ten genoegen van den Edelman , in perfoon vervoeren moest, waar het dezen goedvondt, of  £§2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOFKJB of zoo hij dat niet verkoos , voor vijfentwintig ftuivers zich van dien last, door afkoo > bevrijdde Het is eene waarheid, dai hef afvorderen van ééne penning, zonder daar recht op te hebben eet e willekeurige daad is, en dus is het afvorderen van iets dat vijfëmwinrig ftuivers bedraagd, pnrechtvaaidi. h.'id , maar dit was nog daar enboven her geval niet Capillen zelfs ftemde toe, dar de Drossen dit niet vorderden, zonder recht , toen hij wilde, dat de fchade die de Drosten door de affchaffing lijden zouden..hen uit 's Lands Casfe zouden, vergoed worden. Wanneer men dit een en ander in aa-nmerking neemt , dan dunkt ons, dat alle verftandigen en bedaarden, met ons zullen overreed zijn , dat al dat geroep over misbruiken en flavernij, niet alleen ongepast was, maar ook een veei verder uitzicht in die dagen had. Bij deeze opeenoemde bronnen var, twist en tweedracht, kwamen ténzelfden tijde, nog anderen . wij bedoelen de tegenftrijd:ge belangen en inzichren , die de Engelfche Gezant Yorke, en de Franfche Gezant de la Vaughn, op al-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 283 alle wijzen, en bij alle gelegenheden te bevoorderen trachten, en dat met zoo veel geruchts, dat het publiek zulks wel ras te weeten kwam, en 'er elk op zijne wijze over dachc. Een zeker Gefchiedfchrijver hier over fpreekende, zegt: (opzettelijk de eerde,) dat hij voor zicb een aanhang poogde te verkrijgen , of die hij reeds bad te verkerken: welmeenendheid voor bet Gemeenebest ivas op zijne lippen, doch nijd en afgunst in zijn hart. Tweedracht te zaai jen, kon best zijne oogmerken beantwoorden, en het werd rijkelijk door hem geftrooit, enz. (*) Dit gezegde, zou (onzes inziens), meer ftrookende met de waarheid zijn, wanneer hij het niet flechts van den eers genoemden Ridder, maar ook van den genoemden Hertog gezegd had. Zoo het maaken van eer.en aanhang; hetvieijcn, en gunstbetoonen, bij Torke plaats had, dan zeker verdiende zulks ook niet onopgemerkt te blijven in la Vaugion , die zelfs den taak van onderwijzer op O Vervolger op Wagen aar , I. Deel , Bladz, 124,  284 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE op zich nam, om de Staaten te beduiden , welk eenen weg zij te bewandelen hadden , waar toe de handelwijze der Engelfcben aanleiding gaf, die wij kortelijk op. geven zullen. Onder het groot aantal van Koopwaaren, dat te dezen tijde, zelfs meer dan gewoon, van hier naar Vrankrijk afgezonden werdt, befloegen verfchillende foorten van Scheeps- • timmerhout, ook Masten, Krammers, Knieën, , enz. geen geringe plaats. In Vrankrijk ge- ■ brek aan die noodwendigheden, (tot ver-' ftcrking der Marine tegen Engeland^ zijnde, , had men aldaar belang, dat uit gebrek ver- . vuld wer'ir.. Dien handel, d >or geen Trac- . taat, zelfs niet door dat van 1Ó74, tusfchen 1 den Staat en Engeland gefloten, in het te- ■ genwoordig geval, van hier verboden zijn- • de, Itondt het de Houthandelaars vrij, om 1 hunne goederen derwaarts te zenden. Had i men dien Handel nagelaten, het ware eene ! wellevendheid, eene vrienüfchap opzichte-' lijk de Engelfchen ge'weestj en derbalven,, konden of mochten dezen het nimmer eis- ■ fchen, nog minder, (tegen den duidelijke» 1 let- ■  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 285 letter des Tractaats aan,) de Houthandel als Contrabaude aanmerken. Dit intusfchen deeden zij, en , om dat de Houthandel den gang ging, namen zij de Schepen, daarmede beladen, weg, en handelde dus vierkant {kijdig met den bekenden regel: Vrij Schip, ■Vrij Goed. Dat deswegens een aantal klachten over die willekeurige handelingen, in den Lande opging, behoeven wij niet te Zeggen, en dat dezelve gegrond waren , behoeft geen betoog: dit gevoelden de Engelfchen zelve, toen zij zich bereid verklaarden, om het genomene, benévens de vrachtloonen , en anderen kosten te zullen betaalen. Hierdoor, meenden zij, het zenden jnaar Vrankrijk te zullen belet krijgen, en Torke werd gelast, om op alles eene vriendelijke fchikking te bewerken. De Heer Mr. Joachim Rendorp, hieldt ook tot dat einde een en andermaal, een vertrouwelijk gefprek hier over met Torke, die genoeg te kennen gaf, dat zoo men den Houthandel op Vrankrijk ftaakte, het Hof van Londen ook niet dringen zou, op het fecours dat men recht had van den Staat te eisfehen», wan-  286 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE wanneer Engeland en Frankrijk, elkander den Oorlog aandeden. Rendorp nam aan, om te Amfterdam 'er eenige voornaame lieden over te ondertasten, en fprak 'er met den regeerenden Burgemeefter Eghert de Frij Temmink over , maar men wilde hier niet van hooren, ten minden het bleef zonder gevolg. Het i< natuurlijk, dat zoo men dit gedeelte van den handel, voor een tijd had laaten flippen, het geheel zou zijn bevrijd gebleven , voor de roverijen der Engelfchen , die in korren tijd meer dan honderd Schepen opbragten. Hevig en veelvuldig waren nu de klachten, die van alle kanten door de Kooplieden werden voorgedragen aan de Saaien, vorderende dat 's Lands navaale Macht , die geweldenarijen der Engelfchen krachtdadig beteugelde, door bet verleenen van genoegfaame fterke Convoijen. Hoe billijk en gegrond dien eiser» ook moet gereekend worden , dewijl de Kooplieden voor de zekerheid van eene behoorlijke befcherming, 700 veele Last en Vei gelden betaald hadden, zoo was die aanvraage onnut; dewijl 's Lands Zeemacht zulks niet gehenj de. Het   ■  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 2a/ Het een en ander, bragt de Algemeene Staaten in geene geringe verlegenheid: want, gefield, zij hadden aan dien eisch kunnen voldoen, dan was de Oorlog met Engeland. onvermijdelijk, dat niet wille dulden, dat zwaar Scheepshout naar Vrankrijk oerzonden werdt: liet men dit voortduuren, (waar toe het Tractaat recht gaf,) dan fprak het ook van zelve, dat de Koopvaardf de geduchtfte flagen ondervinden zou. Van hier, dat de Algemeene Staaten, eenen middenweg beraamden, om het een en ander te voorkomen, en die was deeze: dat men de Hout fchepen niet onder het Convooij neemen zou: een maatregel, die aan de eene kant den handel niet dadelijk verbood, maar die aan de andere zijde, de befcberming van bet Land aan dezelve ontrok. Dit befluit bij de meerderheid der Gewesten genomen, werd zelfs in elk Gewest zeer verfchillend beoordeeld: fommigen keurden het *:oed, anderen hoogst onredelijk, en onder dit getal was ook de meerderheid der Regeering der Stad Amfterdam, riie 'er opentlijk tegen protefleerde, o onkelen de, dat mtn ten fpoedig-  «88 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE digflen Convoijen van gertoegfaame flerkte moest in gereedheid brengen • en maatregulen neemen tot aanneeming van een goed getal Zeevolk, dit was beter dan onderhandelingen te beginnen , over eenige veranderingen in bet Tractaat van 167%, of te gedogen, dat 'er rechtft'reeks of van ter zijde, eenig nadeel werd toegebragt aan den vrijen Handel der Ingezeetenen, etc. Heerlijke raad voorzeker! maar zij kwam of te vroeg of te laat: de Schepen waren nu niet van de boomen te plukken, en eer zij in gereedheid waren , was het met de Koopvaardij gedaan, dewijl de Engelfchen van 's Lands weerlooze toeftand al vast gebruik maakten., Ongemeen groot, was de lof, die dit gedrag der Amfierdammeren van alle kanten werd toegezwaait, en hunnen eisch om eene oogenbliklijke en krachtdadige befcherming voor de Zeevaart, werdt als eene recht Patriottifche poging begroet. Was dit het denkbeeld van veelen, het ontbrak intusfchen niet aan anderen, die 'er dit verdienftelijke niet in vondent maar zich beklaagden, dat, toen het de tijd was, om tegen zulke hele.  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. £89 ledigingen zich te wapenen, het nu voorgeflagen raiddel verzuimd en achterwege gebleven was, door het eeuwig kibbelen en hairkloven, waar door nu alles in dit oogenblik vruchteloos was. De Franfche Gezant van, alles bewust, wat 'er omging, begon zich nu openlijk met het werk te bemoetjen, en onderfteunde niet weinig het gedrag van Amfterdam, en van allen die in hetzelve denkbeeld Honden, waar door de haat tegen de Engelfchen, in die zelfde evenredigheid toenam , als de hoogachting voor het edelmoedig vrijheidminnend Vrankrijk, aanwies. Het weigeren van Convoij aan de Houtfchepen, keurde het Franfche Hof niet alleen af, maar befchouwde het als een afwijking van de beloofde Onzijdigheid, en het verzuimde niet, om door eene dringende Memorie het genomen befluit veranderd te krijgen. De Algemeene Staaten draalden niet, een vriendelijk antwoord op de Memorie des Gezants in gereedheid te brengen, waar in zij te kennen gaven, dat zij mn de eene zijde gezind wareo , eene flipte Neutraliteit omtrent de twistende MogendheV. D£EL. N Jem  200 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE den in acht te neew.cn, maar dat aan de andere zijde, hen niet kon betwist worden, zodanige verordeningen te beramen , als gefchikt waren , om alle brouillerien te ontgaan. Het antwoord werdt aan La Vauguion bezorgd, ten1 einde hetzelve naar Vrankrijk te zenden , maar hij, wéetende, dat het bij de meerderheid goedgekeurt, en door Amjierdam verworpen was, zoo weigerde hij het ftuk aanteneemen: toen zonden de Staaten hetzelve aan hunnen Gezant te Parijs, met order om het san de Minister de Vergennes, te overhandigen , maar ook deeze oordeelde zich, tot verbazing van veelen, bevoegd, om aan dien last van zijne Heeren en Meesters niet te voldoen. Een daad die door fommigen als recht cordaat werd toegejuicht , doch die anderen, als onbetaamelijk wraakten, en voor een bewijs hielden, dat de Gezant van eene genoeg/.aame Protectie hier te Larde verzekert was. —— Wij zouden voor ons tegenwoordig oogmerk en bellek te uitvoerig ivorden, wanneer wij alie daadzaaken , te dien tijde plaats geïnd hebbende, wilden opgeeven , daad-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 201 daadzaakén die zoo klaar als den dag bewijzen, dat 's Lands weerlooze toeftand van buiten, en de dag aan dag toeneemende verdeeldheid van binnen, niet alleen aan Engeland, maar ook aan Vrankrijk, gelegenheid gftf, dat eik, naar zijne inzichten en belangen, zich dat alles trachtte ren nutte te maaken, en dat onder al het geroep en gevlei van beiden, om toch de Onafhankelijkheid te handhaven, en zich de wet niet te laaten voorfchrijven, het plan niet anders was, dan zich een Meesterfchap aan te maatigen, die, wel befchouwd, met alle gezonde denkbeelden van Onafhangelijkrmd ten ecnenmaale onbeftaanbaar was. Dan daar wij dit onlangs (*) uitvoerig behan-' ,~ . deld C. ; ln eene door ons uitgegeevene Geschiedenis van den Oorlog, geëindigd met de Vrede te Amiens, ten jaare 1802., in het Eerfte Boek des Eerften Deels, en wel bepaal dehjk van Bladzijde 42, tot 68. Zulken onzer Lezer en die van het gebeurde in dien tijd, een uitvoeriger verjlag begeeren, kunnen aldaar hunnen weetlust voldoen. . N 2  2p2 BEKNOPT HISTORISCH HAND20* KJE deld hebben, zullen wij dit weinige, als genoegzaam aanmerken, om onze Lezeren te doen zien, langs welke wegen , en door welke middelen, ons lieve Vaderland betrokken Werdt', in eenen twist, die hetzelve rechtftreeks niet aanging. Een twist, waar in de Staatkunde der Hoven, en de verfchillende hartstochten van 's Lands Ingezeetenen, de noodlottigfte gevolgen naa zich fleepte, niet alleen voor de Koopvaardij, en de Buitenlandfche Bezittingen van den Staat, maar ook voor het geheele Vaderland. Eene doorloopende fchets, van de voornaamfte gebeurenisfen, die tot dat alles aanleiding gaven, zal dit gezegde nader ftaaven. Het Franfche Hof bevroedende, hoe zeer het befluit der Algemeene Staaten, opzichtelijk het niet protefteeren van den Houthandel, «rekken moest, tot eene verijdeling' van deszelfs Plan, om de Engelfchen te benarren, ftaande de twisten, met de NoordAmericaanen, en ziende dat dat benuiteen gemeen gemor en ongenoegen onder de Kooplieden veroorzaakte , verzuimde nu niet,  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 203 niet, om bet vuur van tweedracht aan e* blaazen, en te doen aanwakkeren door ffrafletooningen tegen het eene , en gunstbewijzen aan het andere deel der Ingezeetenen. Dit bleek toen de Koning het onlangs gefloten Traftaat van 0.6 Julij 1778, (waarbij de Ingezeetenen van den Staat, ontheven waren geworden, van de betaaling van vijg. tig ftuivers Vatgeld, en eenige andere Tollen en Belastingen,) buiten effecT: ftelde, door het ontwerpen van een Reglement van zeevaart, volgens het welke nu alle die voordeden een einde zoude neemen ; doch alleen met uitzondering van de Kooplieden der Steden Haarlem en Amflerdant , die, ter beloning van de gemanifesteerde gevoelens van derzelver Afgevaardigden, bij gelegenheid van de del-iberaiien over het al o? niet verleenen van Gonvoij, van die drukkende belastingen vrijgefteld werden. In de daad, niets was meerd ?r gefchikt om de liinnenlandfche oneenightden te vermeerderen , dan zulk een befluit: het deed de klachten der onbevoorrechte Steden, bovenmaate vermeerderen , door de vrees., N 3 das  204 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dat de bronnen van hunne welvaart naar Amfterdam (*) zouden verlegd worden, terwijl een aantal Schriften van alle kanten te voorfchijn kwam, waar in de noodzaaklijkheid van onbepaalde Convoijen , op alle moogüjke wijzen werd aangedrongen. In zulk eenen verwarden toeftand van zaaken, bij zulke dag op dag toeneemende twisten en verdeeldheden onder alle ftanden, had de Stadhouder als nog geen openJijk bewijs van zijne gezinningen omtrent het gedrag des Franfchen Hofs aan den dag gelegt. Kiettegenftaande, in een aantal prulfchriften, het befluit der Algemeene Staaten, tot bepaald Convoij, alleen aan den invloed des Stadhouders werd toegekent; zoo 1 had (*) Het ongerijmde, van deeze vrijjielling der Haarlemfche en Atnfterdarnfche Koopvaarders ; het belachüjke zelfs, ten aanzien van de eerstgenoemden , gaan wij hier met ftiizwijgen voorbij. Zij, die deswegens iets meerder begeeren, leezen zulks , in onze uitgegeevene Geschiedenis van den Oorlog, /. Deel, ter gènoemder plaatfe.  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 205 had dien Vorst het ftilzwiigen in acht genomen: dan, nu de zaaken derwijze ven gedaante begonden te veranderen, dat eene fcheuring tusfchen de door Vrankrijk bevoorrechte en onbev oor rechte Steeden te vreezen was, vatte hij de pen op, en fchreef eenen uitvoerigen brief aan de Staaten der onderfcheidene Gewesten, waar in hij den waaren ftaat des gefchils onderzoekende, en het onbillijk gedrag van Vrankrijk buiten alle bedenking ftellende, ten flotte 'er bijvoegde, dat het zijns oordeels verkiesfelijker^ware, het genomen befluit buiten effect te ftellen, dan de zaaken neg verder uit hungeheel te brengen. De aanvraag om onbepaald Convooij vermeerderde intusfchen dag °P dag, daar Vrankrijk niet flechts de belastingen bij het Reglement bepaald, invorderde, maar ook nog daar en boven een nieuw IVitarif invoerde , waar bij de meeste Goederen, van hier naar Vrankrijk uitgevoerd wordende , met 15 pCt. belast werden: dit deed de Collegiën ter Admiraliteit (in wiens handen de klachten der Kooplieden gcfteld waren, ten fine van adN 4 vh)  2p5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE vis) befluiten, om eenen middenweg tusfchen de twee uiterflen voor te flaan, hier 1 in beftaande : dat de reeds over lang met Houtwaaren bevrachte Schepen, die naar Cox- I voij zvagter.de , in de Havens te verrotten lagen, I voor DITMAAL, oh der het Convoij zouden geno- I 'men voorden : doch dat de Staaten ter bevrediging van de heide Hoven, den uitvoer van Hout, bij Placaat verbieden zouden, tot tijd en zvij1e, dat haare eigene Zeemacht in behoorlijken Jiaat gefield zvas, zvaar toe men bier te Lande , veel He komen zou, die de voorgaande in vinnigheid en fcherpte, oneindig overtrof. De Koning noemde het bedrijf der Amfterdamfcbe Heeren , eene fchennis van de Bataaffche Staatsgefieldheid, zvaar van hij een Borg was; een V. Deel. O i».  314 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE inbreuk op de openbaar e Trouzv, en een aanflag op de Waardigheid-van zijne Kroon, en wanneer men dit goedkeurde, zou hij het als een aanval, als eene voljirekte Oorlogsverklaring aanzien. Drie dagen naa de overgifte van dit ftuk, drong hij op antwoord, doch dit was naa den aart der Regeerwijze ondoenlijk, daar men zelfs nog geen befluit bij Holland genomen had, hoe men met de Papieren bij Laurens gevonden, handelen zou. Niet voor den eenentwintigden December was men daar mede gereed, door te befluiten, dat alles wat tot die zaak betreklijk was, in handen van Prefident en Raaden van den Hove behoorde gefield te worden , om de Staaten te berichten, of ""er in die flukken ook iets gevonden werd, dat, naar de Wetten dezer Landen, fcojfe opleverde , tot het aanvangen van een LijfftrcffeJijk Rechtsgeding, tegen de Rurgcmeesteren van dien tijd, (177-3.) en hunnen Penfonaris van Berckel, met verklaring, dat zoo hier over eenige Procedures moesten begonnen worden , dezelve nergens anders dan voor de ordinaris Rechtbank van Amfierdam konden onder- no-  DER VADERL» GESCHIEDENISSEN. 315 nomen werden. Dit befluit maakte den inhoud van het antwoord aan Torke -uit, die men 'er wel een affchrift van aanboodt, maar ,dat te gelijk door hem gewijgert werd aan te neemen, weshalven men befloot, om het op de fpoedigfte wijze , met een Visfchers Pink, aan der Staaten Gezant, te Londen toe te zenden. Terwijl dit alles gebeurde, rees de woede tegen de Engelfchen ten hoogflen top: een onnoemlijk aantal gefchriften kwam dag op" dag te voorfchijn, waar in de Engelfchen, en hen die zich ten hunnen opzichte gematigd toonden, op de haateüjkfte wijze ten toon gefteld werden, en de nood■zaaklijkheid en nuttigheid aangedrongen , om het Britfche Rovernest, mee eene geduchte macht op het lijf te vallen, en hunni ftoutheid en roofzucht betaalt te zetten. Volgens het gevoelen van de meesten dezer broodfehrijveren, „ ftond de Republiek in het tegenwoordig'geval, de kans tot dat alles, zoo fchoon als ooit; welhaast zou „ 's Lands Zeemacht, op eenen refpeclabe„ len voet gebragt, de Engelfchen hunne O * „ ro-  3l6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ,, roverijen beletten! Het edelmoedig Vrank* „ rijk zou deszelfs macht bij de onze voe- gen; en eindelijk, verzekerde de toetre., ding tot de Gewapende Neutraliteit, het „ Vaderland van de hulp der Noordfche Mogendheden. Het was dus nu geen tijd om op fchikkingen of onderhandelingen „ te denken. Oorlog was oneindig verkies„ felijker: dan kon men het geroofde, met ,, winst terug haaien, en het trotfche Albion „ d:rwijze vernederen , dat het welhaast om den Vrede (met-ken moest." Met zu'ke en dergelijke raifonnementen, werden de gemoed- ren jeukerig gemaakt naar eene Vredebreuk! Op deeze wijze, meenxle men 's Lands Regeering voor te lichten, om h^ar tot het neemen van cordaate befluiten aan te fpooren, en met den geest der Natie bek'.' d te doen worden! Gaf iemand zijne gegrondde vrees voor het verli- s van zoo veele rijkgeladene Kielen; voor 's Lands wcerlooze bezittingen in Oost en West , bij eene plotfelijke uitbarfling des Oorlogs, te kennen; begreep men, dat 'er nog eenigen lijd nodig was, om de onder- han-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN 31 7 handen zijt de Schepen in Zee te brengen; voegde men daar bij, dat Franfche hulpwel meer beloofd, maar niet altoos gegeven was, en dat de hulp der Gewapende Neutraliteit, nog aan veele omftandigeden zou kunnen afhangen; men was een Zwwhoofd, of een Angloman, die den hals kromde, onder het Enaelfche Dwangjuk, ontaard van de deugden zijner Voorvaderen, die in de dagen van ouds de Zeeën wis en fchoon te vaagen , toen dezen Staat op Trompen , te Ruiters , en andere Zeehelden roerhen kon, en dezen zouden nu fpoedig herleven, zoo men maar met Engeland den. Vrede brak. Dit laatfte, was intusfchen eene taak, die de Engelfchen op zich namen, en wel zoo fpoedig en onverwacht, dat het den ijverigften voorftander eener Vredebreuk zelfs verbaasde, en de eerfte tijding in veeier ooren als een donderdag gehoord werdt. Immers het was in den nacht tusfchen den negentienden en tivintigflen December , dat' het Brkfche Miniftene , des marrens en femmelens, over het geeven der geëischte O 3 fa»  3lB BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE famfaétie moede, het befluit nam, om deze Republiek den Oorlog te verklaren, en dien ten gevolge, den Gezant Torke te gelasten , om oogenbliklijk den Haage te verbaten , aan welk bevel hij reeds op den iïjj'fëniwïntigjfen 'December voldeedt, de reize op Antwerpen neemende. Eene uitvoerige Oorlogsverklaring verfcheen weldraa, waar in Koning George den lilden de voornaamfte gebeurenisfen, fints zijne komst tot den Britfchen Throon, opzichtelijk de Republiek , uitvoerig fchetfte, zich beroemende , „ altoos getoond te hebben, te zijn de ,, oprechte Vriend en trouwe Bondgenoot. ,, Had men ook hier te Lande zoo gehan,, deld, en getrouw gebleven aan de oude „ grondbeginzelen, dan zou de vriendfchap „ duurzaam geweest zijn, maar, door eene Framchgezinde Factie, had eene geheel an- dere Staatkunde de overhand genomen. „ Van daar, dat men de beloofde hulp, volgers het Traffcaat van 1674, te rugge „ hielde, en daarentegen 's Konings Vijand „ alle hulp bewees. Men had gedoogd, dat een Americaanscb Zee-rover, weeken larg  m   DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 3 lp „ lang, in één van 's Lands Havenen ver„ toefde. In de West-Indien, en bijzonder „ op 5;. Euftatius, was alle hulp en be„ iVherming aan de Americaanen bewe- n Zen. En, of dit alles nog te weinig was , de Regeering. van Amjlerdam had „ roet 's Konings weerfpannige Onderdaa,, nen, een verdrag doen onderteekenen „ door hunnen Penfionaris , en had naa dat zulks ontdekt was, de ftoutheid zich „ deswegens te beroemen, en te zeggen: dat zij niets gedaan hadden, dan V geen „ bunnen onvcrmijdelijken plicht vorderde. „ De Koning had hier over geklaagd, fatisfactie en ftraf gevorderd, maar zonder „ benig ander gevolg, dan een bericht: de „ Staaten hebben het overgencomen. Dit al„ les fpoorde de Koning aan, jaa nood„ zaakte hem, zelfs met tegenzin, zich dat recht ie bezorgen, dat hij niet bekomen „kon, door terftond zodanige geftrenge middelen te gebruiken ais hij in handen „ had, en de waardigheid van zijn volk , „ vereischie." &c. Zoo als gewoonlijk, ging het ook nu omO 4 trent  3"Q0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEK]* trent deeze Oorlogsverklaring: waren 'er diede meeste punten van bezwaar, a's niet geheel ongegrond befchouwden, 'er waren 'er niet minder, die dezelve als hoogst onbil'ijk en logenachtig aanmerkten , en in het fluiten van een verdrag met de Americaanen niets misdadigs vonden , dewijl bet alleen werken moest, en werken kon, wanneer de* zen zicb van Engeland hadden vrij gemaakt, Z\] fchreven dus des Konings ongenoegen, alleen toe, aan Heerschzucht, en Wraakneming , ever de toetreding der Staaten tot. het Plan van Gewapende Neutraliteit; dat bedrijf was naar hunne gedachten , een doorn in de voet der Engelfchen, daar het onzen. Staat verzekerde; van eene krachtdadige hulp, om zich los te rukken van den leiband der Engelfchen, en hunne Koopvaardij , van alle dwang ontheven te zien. (*) Wij (*) Het aanzoek der Keizerinne , om de. Staaten tot dit veelbeloovend Plan te doen toetreden, moest natuurlijker wijze de Engelfchen bedacht maaken om het tegen te benden , en dit beproefden zij ook, zoo veel zij ver-  DER VADERL'. GESCHIEDENISSEN. $21 Wij willen hier niets beflisfen: het vervolg zaï ons genoeg doen zien, hoe zeer rneir zich ten aanzien van gelukkige tijcU.ït met een Luchtbel vermaakte. Zij, die gewoon waren het onftuimig rumoer der Hartstochten te ftillen, door gehoor te geeven aam de zachte ftern der Rede, gevoelden maaral te zeer, welke onheilen het veege Vader» land' vermogten , dewijl het geheele Plein voornaathelijk tegen ben werken moest. Niets wasderbalven meer gefehikt, cm de oorzaak derVredebreuk vast Engeland mei den Staat eenglimp te geeven , dan dezelve alleen aan die tvetreding tot de Gewapende Neutraliteit te** te Jchrijven, zoo als men van veelen heeft zienbeweeren. Maar beeft bet vervolg niet geleerd' dat die geheele Gewapende Neutraliteit op* niets neerkwam, niet alleen voor onzen Staat, maar ook voor allen dee ,er deel in genomen hadden ? En dit Zoo zijnde, wie ziet dan* niet, dat niet'de toetreding der Staaten, tot dht Plan, maar de ontdekking van een ander geheim Plan, de Engelfchen woedend maakte , en ons Vaderland den Oorlog berokkende ? ■  I 3 22 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE land te wachten ftonden, in een tijdftip, dat de Vijand de Zeeën met zijne Schepen als bedekten, en 's Lands Zeemacht nog in verre naa niet in ftaat was, om de Britten het hoofd te bieden, of de weerlooze Koopvaardij fchepen , welkers waarde op tachtig millioenen fchats gerekend werdt, voor hunne geweldenaarijen te beveiligen. Het geroep om Oorlog; het gefchreeuw om Wraak; de groote beloften en toezeggingen van Buitenlandfche hulp, kon hunne beklemde zielen geene ruimte geeven, wanneer zij bedachten , hoe zorgelijk het was, eenen Oorlog te beginnen, met een Volk, dat meer dan driehonderd millioenen fchats van de Natie;in handen hadt , waar door het jaarlijks vijfentwintig millioenen aan Interesfen hier te Lande betalen moest. Had men des geene rede om te vreezen, dat zoo al niet de Hoofdfom, ten minften de Interesfen,. bij wijze van Reprefaille zouden te rug gehouden worden, tot ruine van duizenden? Was het derbalven wonder, dat zij, gvsfn deel neemen konden in de vreugde die veeJe. Kooplieden over deeze Vredebreuk gevoel- dsa,  D£R VADERL. GESCHIEDENISSEN, 323- den, die zich, onaangezien de fcbade welke ben bedreigde , niets dan geede gevolgen uit dezen Oorlog /pelden , berekenende de voordselen die d,en Handel eerlange daar uit trekken zou ? zoo als een Gefchiedfchrijver van dezen tijd, tot fchande der Menschheid, tot oneer der Natie, en tot verbazing van het Nageflacht, heeft durven verzekeren? (*_) Trouwens, geen tijdverloop van eeuwen, maar flechts weinige jaaren , hebben die ijdel gezwets van zulken, die nog al gaarne met den eernaam van weldenkend pronken willen , tot onherftelbaar verlies van Volk en Vaderland, ten vollen gelogenflrafc, zoo als wij in de volgende Afdeeling nader zien zuilen. (*) Vervolger op Wagenaar , $de Deel Bladz. 14. 0 6 VIJF-  324 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE VIJF- EN- TWINTIGSTE AFDEELING. . I780 I783. INHOUD. Ongegronde voordeelige denkbeelden van voelen hier te Lande, over den uitgebarfi'eii' Oorlog met Engeland. Veels Koopvaar-. ders opgebragt, —— Twee Oorlogfchepen , en een O. I. Comp. Schip genomen. ■ ■• — Vrees voor de Hoekers, onder de Engelfche- Wal visfcbende. Zij worden van den Oorleg verftendigd , door een VlaardingerStuurman, en onifitdppeh bijna allen betgevaar. ——— Vrees voor de O. I. Retour- fchepen. Bezending naar Vrankrijk om hulp. Hoe, en op zvelk eene wij-Ze daar aan voldaan werdt. De* Retourvloot bergt zich in Noorwegen en te Cadix. Een der Schepen zinkt. Verdeeldheid der gemoederen hier te Lande. — Achterdocht over het plegen van verraad. — Bevreesdheid voor- een Vijandelijk bezoek' Ij er te Lande, —— Voor fel tot vermeerde  DER VADSRL. GESCHIEDENISSEN. q^?, dering van Zee- en Landmacht. Petitie van veertien millioenen. Verfehil lende gedachten ever 's Prïnfen voor. ftcl. - Nadere voo?ftellen. • Concilia- toir ontworpen. Kaapvaart aangemoe- moedigd, Tcgenverldaaring der Staaten op het Manifest der Engelfchen. — Schrik- lijk verval des Handels. De hulp der Noordfebe Hoven ingeroepen , uit krach te van de toetreding tot de Gewapende Neutraliteit. Zij word gewijgerd ———• Klachten over de werkeloosheid. Aanmerkingen over dezelve, De Stadhouder beklaagt zich over de verwijten van Plichtverzuim 'hem te laste geleet. - Verzoekt dat de Algemeene Staaten zijn gedrag onderzoeken. Dj Admiraliteiten gelast op alles rapporten in te zonden. Het Convoij loopt uitr. Valt weder binnen. Gemor hier door veroorzaakt. Achterdocht over het vaaren der Paketbooten. Men wil dit verboden hebben. Redenen die men voor het vaaren dier Schepen bijbragt. St. Euftatius, en andere Colonien door dsx O 7. Ee*  32f5 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Engelfchen weggenomen. —— Groote buit op St. Euftatius gevonden en verovert. Schandelijke Roofzucht van de Engelfchen aldaar. Drieëntwintig Schepen met buit door de Franfchen herovert. Zij eigenen zich dezelve als een wettig goed toe. St. Euftatius en andere Colonien door de Franfchen aan de Engelfchen ontnomen. Surinaamen en Curacao, ver- fterkt en behouden. Ook de Kaap de Goede Hoop. Schepen aldaar door de Engelfchen vermeesterdt. — Negapatnam, Trinconomale, en Oostenburg verloren. — Convooij naar de Oost-Zee, onder geleide van een fterk Esquader, loopt in Zee. ■ Zee/lag tusfchen Zoutman én Parker op de Doggersbank. — Gevolgen van dien Slag — Eerbeloningen door den Stadhouder aan de Doggerbankfche Helden overgegeeven. ——— Verfcheidene kostbeare Schepen verongelukken. Rusland tracht den Oorlog ten einde te brengen tusfchen de Staaten en Engeland. Men is ''er hier te Lande huiverig voor. De Noord-Americaanen willen een Alliantie bewerken met de Staa- ten,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 327 ten. Verfcbillende gedachten deswegens. Pogingen om zich op het naauzvst aan Vrankrijk te verbinden. Vreesfe- li'jke baat tegen den Hertog van Eruns- wijk. Voorftel van Amfterdam aan da Stadhouder, om hem te verwijderen van bet Hof. —— Gedrag van den Stadhouder deswegens. De Hertog beklaagt zicb over den ftap van Amfterdam, aan de Algemeene Staaten. Hij wordt door de Algemeene Staaten vrijgefprooken. Verregaande Licentie der Drukpers hier te Lande. Een vinnig Lasterfchrift door het gantfebe Land verfpreid, tot hoon van den Stadhouder. ——— Plet word verbeden, doch vruchtloos. — Onlusten met de Keijzer. — Hij wil de Barrierre Steden geflecht en. ontruimd hebben. Het gefchied. ■ Hij vorderd de opening van de Schelde. — Kommerlijke toeftand bier te Lande. • De algemeene Wapening der Ingezetenen ingevoerd , ter vermijding van eene verfterking van de Landmacht. De Keijzer door tien millioenen fchats te vrede gefield,, door bemiddeling van Vrankrijk, die de betaling; dier  BEKNOPT HISTORISCH nANDBÖEKJE dier gelden grootdeels op zich neemt. Onlusten over de uitfchrijvingsbrief van den. jaariijkjchen Bededag. Vöorjlel om met Vrankrijk en Spanje , gemeenfchaplijk te Oorlogen. Groot e voordeden dis men zich daar van beloofde. Vrankrijk bewilligt 'er in voor één jaar, Vreugde daar over. Nieuw gemor over werkeloosheid. HartStick loopt in Zee, omziet met de Franfche en Sp?anfche Vloot te vereenigen. —:— Deeze komt niet opdagen, Hij keert uit Zee terug . Vernieuwde klachten wegens de werkeloosheid. Voorftel van Leijden, om naar de oorzaaken onderzoek te doen. ■ De Stadhouder vindt zich daar door hoogst beledigd. Beklaagd zich over demishandelingen hem aangedaan. Beloofd zijn. gehouden gedrag volledig bloot te leggen. —• Intrigues , om de Natie in voorraad daar tegen op te hitzen. — Bezending van eenige Hollandfche Staatsleden, om, ingevolge het voo'ftsl van Leijden , bij den Stadhouder onderzoek te doen wegens de werkeloosheid. ——— Wat daar bij voorviel. De Prins  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. -J2 0- Prins levert eene uitvoerige Memorie aan- H. H. Mog. over. Kar te opgave van deszelfs inhoud. De Algemeene Staaten keuren 'y Prinfen gedrag volkomen goed. — Pogingen om de Natie van den inhoud onkundig te houden. . Nieuwe onlusten tegen den Stadhouder, over het niet nitloopen van tien Schepen naar Brest, door Vrankrijk gevraagd-. Onderhandeling van den Stadhouder met eene Hollandfche Commisjie hier over. Be zaak word onderzocht, en de Prins van alle plichtverzuim vrijgefpreken. Kinsbergen doet een kruistocht in de Noord Zee Ontdekt geen Vijanden. yalt binnen. - —. Het Schip de Unie zinkt. Convoijen uit het Noorden en de Oost Zee komen behouden binnen. Een Paketboot door een Vlisfingfcbe Kaper genomen. Vreugde deswegens, door den waan, dat men nu in de brieven , bet vooronderfteld verraad in dezelve zou vinden. — Pogingen om weder in tijds een Plan van gemeenfchaplijk Oorlogen met Vrankrijk tot Jiand te brengen. Last van Amfterdam deswtgetss. — Ver-  330 BEKNOPT HISTOPvISCH HANDBOEKJE Verfcbillen over het uitbrengen van dezelve, — Het geval van den Vaendrig de Witte, en den Boomkweker Brakel. ——Gevolgen welken dit veroorzaakte , npzichtlijk Zijne tertcbtftelling. Van Berckel ver- febijnt w-der ter D.-gvaart. Capellen tot de Poll geadmiteerd bij de Overijsfel» fene Ridderfchap. Nieuwe aandrang op de verwijdering des Hertogs. —— Vergeejfebe pogingen van Deenmarken en Pruis- fen ten zijnen voordeele. Hij wijlt naar 's Hertogenbosch. Vreugde van fin mi gen daar over. De Staaten vcr- klaaren de Noord-Americaanen voor een Vrij en Onaf bangelijk Volk. Alliantie met hen gefloten. Van Berckel gaat als Ambasfadeur naar America. Nieuwe pogingen van Rusland , om de Staaten met Engeland te bevredigen. Men begeert geenen bijzonderen, maar wel eenen algemeenen Vrede. Onderhandelingen deszvegens te Parijs begonnen. de Staaten zenden de Heer Brantfen derwaard's, om op het Congres, met Lestevenon, de belangen der Republiek te behartigen. Greo-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 331 Groote beloften van Vrankrijk om ooi die te zullen btvoorderen. De Staatfcbe Gezanten morden tot de bijeenkomflen niet toegelaaten. Be Preliminairen van den Vrede getekend, zonder de Republiek. . Bijzonderen handel der Staatfcbe Gezanten , met de Engelfchen. Harde voorwaar- den, waar op men hen tot bet tekenen der Preliminairen wil toelaten. Men vind dezelve alhier onaanneemlijk , en tracht door Vrankrijk betere voorwaarden te erlangen. — Trouwloos gedrag van Vergennes. Be zaak blijft feepende. Nieuwe aandrang van Vrankrijk, om de voorwaarden aan te neemen , gepaart met bedreigingen. «. Vier Gewesten bef ui ten 'er toe. Brie Protesteeren 'er tegen. Be Preliminairen te Parijs getekend. Ook de Defini- tive Vrede. Aanmerkingen over de- Zelve. ^ iets was zekerder te verwachten, dan dat de nu openbaare Vijandelijkheden, tusfchen dezen &aat en Engeland, met den mees-  332 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE meesten fpoed, aan de zijde van het Iaastgenoe>ndc Ri k met eene verduboelde woede zoudtn aangehangen worden. Daar men over het algemeen hier te Lande in het denkbeeld ftondt, dat den feiien Oorlog, tegen Frankrijk, Spanje, en de Noord-Americaanen; ook het ontworpen Plan van Gewapende Onzijdigheid, de Engelfchen zoo iets onmooglijli maakte ; daar een zwerm van Schri;veren, als uit eene monde, de Made verzekerde : de Engelfchen zijn reeds buiten adem gevochten .. zij kunnen, zij durven geen Oorlog met Holland beginnen, zoo had dit niet weinig bijgedragen , dat zelfs weinig dagen naa dat het beiluit tot Oorlog in Engeland genomen , en hier nog niet bekent w-ts, een aan'al Schepen naar verfclr'llende Oorden der wereld, uit de Havenen dezer Landen waren uitgezeilt. Geen wonder des, dat zoo draa de maare van de Oorlogsverklaring zich verfpreidde , en toen het vertrek van Torke zulks buiten alle bedenking. ■ fteide, de vrees veeier harten beklemde, dat deeze pas vertrokkene Bodems wel ras in banden der Vijanden vallen zouden. In i hoe. I  ÖER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 333 hoe verre dezen zich de ongereedheid tot befcherming hier te Lande, en bet geloof geeven. aan het bovengenoemde valfche denkbeeld van onvermogen, ten nutte maakten, kan men alleen daar uk opmaken, wan«eer men het oog flaat op de ontzettend groote lijst van meer dan tw^ honderd Schepen , (welker waarde niet minder dan vijftien, milüoenen belien ^ Hio in ■• tUds, den Engelfiben in handen vielen en <*aar bij voegt uvee Oorlogfchepen, onder bevel van de Heeren Satinek en Volbergen, benevens een O. J. Comp. Schip, gtvoert door Schipper van Prooi/en , die op den Oijfêntwmttgfitn December uit de Maas vertrokken waren, en onbewust van den OorJog, op de hoogte van Cal ais, door de Vijanden genomen werden. De fchrik en verbaasdheid die de. tijding van deeze eerfte onheilen te weege bragt. gaat alle verbeelding te boven, die nog vermeerderde, wan«eer men zich den toeftand onzer weêrlooze Beziningen, in Oost en West, en de Vufcbende Hoekers, 0„der de Engelfche Wal, voor den geest ftelde. Onbezien het  334 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het groot gevaar , dat 'er zich opdeed, om de Visfchers van het gevaar te verwittigen, en hen tot eene fpoedige terugreize aantefporen, zoo gelukte echter zulks, door dien een Vlaardïnger Stuurman, den negen* entwintigflen December in Zee ftak, en naar de Neering zeilde, om hen te waarfchouwen, waar door de geheele Vloot op zeven Schepen naa, gelukkig binnen viel. Om uitrusting naar Groenland en Straat Davids , of ter Haringvangst, was niet te denken, daar zich de meeste zorg bepaalde , tot het lot der verwacht wordende rijkgeladene O. I. Retourvloot. Het was in dien toeftand, dat Bewindhebberen dier Handelmaatfchappij, het ergfte vreezende, het befluit namen, om een hunner Medeleden, de Heer van de Perre, en hunnen oudften Advocaat de Heer Boers, na3r Parijs aftevaerdigen, om aldaar ten koste der Maatfchappij, eenige huJp van Oorlogfchepen te vraagen, die de Bodems van het gevaar verftendigtn, en in eene veilige Haven geleiden zouden, terwijl uit Texel een ervaren Stuurman, met een Zweedsch Scheepje gezonden werdt, om  DER VADSRL. GESCHIEDENISSEN. TO? o O J -om hetzelfde oogmerk te bereiken , doch hij, door de Engelfche Kapers herkent, gevangen genomen, en zijn Scheepje verbrand zijnde, mislukte dit. Het Franfche Hof, het voorftel der Afgevaardigden vernomen hebbende, vond zich niet weinig belemmerd, om aan hetzelve te voldoen, daar het zich in eenen feilen Oorlog met de Engelfchen bevondt, en eigen macht zoo zeer als ooit behoefde. Met dat alles, het gaf een bewijs van zijne goede gezindheid, en vrijheid dat eenige Stuurlieden der Compagnie , zich aan boord der Franfche Oorlogfchepen begaven, om dezen den gewonen cours der Hollanderen aantewijzen , die wel fpoediden voorzeilder ontmoeteden , en in eene Spaanfche Haven bragten. Een Koopvaarder verwittigden drie anderen van den Oorlog, die het daarop om de Noord wendden, en in Noorwegen binnen liepen. Zes anderen van alles onbewust, en zonder geleide, ontmoette eene Vijandelijke Kaper, die de ftou.heid had, om één der Schepen voor zich ten buite te vraagen, dewijl hij geen kans zag om ze allen te overmeelte- ren,  $•$6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE ■*en, doch het werdt hem afgeflagen, waar op het tot een Schutgevecht kwam, waar in een fier Schepen Concordia genaatnt, derwijze befchadigd werdt, dat die kostelijke bodjm naar den afgrond zonk, doch de vijf overigen, door het afdeinzen van den Kaper, gelegenheid kregen, om in Cadix binnen te loopen. De tijdingen van deeze gelukkige ontfnapping uit der Engelfchen handen , deedt hier te Lande den neergeploften moed niet weinig herleeven , en 's Lands Staaten bedacht zijn, om op alles, zoo veel de omftandigheden gehengden , goede order te ftellen. Aan alle kanten was gevaar, overal was voorziening-nodig: daar dit het geval was, wie ziet dan niet, dat eensgezindheid in de bevoordering der algemeene belangen, en het vermijden van alie onnutte twisren, aan wien's Lands benarden toeftand al of niet te wijten ware, toen meer dan ooit, noodzaaklijk was? Hoe zeer zou dit de genomene maatregulen niet in de hand gewerkt hebben 'i Dan, in plaatfe van dat, ontwaarde men alierwege achterdocht, en een luide kreet van verraad ; dat  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN, 337 cht nu meer dan ooit, 's Lands dierbaarfte belangen, op de fchandelijkfte wijze verwaarloosd, en de fchatten der Kooplieden in 's Vijands handen gefpeeld werden, en niemand deeide in dien hsat , die zulks natuurlijk verwekte, meerder, dan den Erfftadhouder, aan wien nu alles werdt toegefchreven. De Vijandelijke Kapers vertoonden zich dag op dag, langs de geheele Kust: één hunrer, had de ftoutheid, om het volkrijk Schevegingen, in rep en roere ftellen, door bet befchieten van het Dorp, derwijze, dat het zelfs fchade aan de gebouwen veroorzaakte: de Regeering der Stad rihfingtn met alle* rede beducht, voor een Vijandelijk bezoek, wenschte niets vuuriger, dan dat hunne Stad en Haven voorzien werde: voor Texel, de Goereê, en Hellevoetjluis was niet minder vrees: was het dus niet te vreezen, dac de Vijand hier of daar eene landing ondernemen kon, op een tijd dat elk in de weer was, om 's Lands Zeemacht in eenen goeden ftaat te brengen ? Was het daarom niet nodig, dat de Verlofgangers opgeroepen, en de fterke Plaatfen langs de Kusten, door V. Desl, P . 1 het  33" BEKNOPT IIISTORISCHHANDBOERJR het opwerpen van Batterijen, en het toezenden van Kogels, Kruit, en Lood, voor allen aanval beveiligd werden? Was het dus zoo bijster vreemd, en een bewijs van fnoode Engelscbgezindheid, toen de Stadhouder, twee dagen naa het openbaar worden der Oorlogsverklaring , aan de Algemeene Staaten, het voorftel deedt, om 's Lands Zeemacht tot vijftig of zestig Schepen , en daar onder twintig of dertig van Linie, te brengen , en te gelijk de Landmacht tot vijftig of zestigduizend ivlan: als ook het verfterken der Grensplaatfen, en het voorzien der Magazijnen '? Toen hij zijn genoegen betuigde, dat de Zeemacht, op eenen beteren voet gebragt was, fmrs zijn voorftel in 1779. enz. ? Wij zouden hier meerder vragen kunnen doen, dan, dit achterlaatende, zullen wij kortelijk zien wat uïtwerkfel dit recht tijdig en gepast voorftel deedt- Het was, ingevolge 's Prinfen voorftel nodig, dat de Raad van Staaten een Petitie inleeverde, om in ftaat gefield te worden, het benodigde aantefchaffen, dit deed zij, en vorderde tot dat einde eene Geldlee- ning  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. £3p mag van veertien Millioenen, voor de kosten van vierennegentig Scheepen, en vijftigduizend Man, met opgaave tot welke einde die dienen zouden. Namelijk, voor Schepen en Fregatten. ; . 7.M2)Ss6 ... Voor Gefchut en Oorlogsbehoeften. . . 1,500,000-:-: Voor 3 in de buitengewoone Uitrustingen." . 5,763,135-:: Hoe zeer de Rente voor dit Capitaal maar op twee en een half prCt. geftelt was, en d;t veelen vreezen deedt, dat het de fpoedige deelneemiug ftremmen zou, zoo ondervond men echter met verbazing, dat die fora in weinig dagen gefourneert was, en de Stad Amfterdam alleen, niet minder dan een aandeel van vierëntwintig tonnen ' Gouds, in deeze Negotiatie nam. Het mangelde dus niet aan geld, maar wel aan de beflniteloosheid der Gewesten, daar de Hol- pndfche Leden, weder het oude verfehil ter baane bragten. Terwijl men hier over P a raad-  3 {O BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE raadpleegde en twistte, leverde de Raai van Staaten een nader Plan in, ontworpen door de Stadhouder, voor een aantal Krijgsvolk , in drie Legerbenden verdeeld , ten einde daar mede de Kusten, van Vlaanderen af, tot aan Oostvriesland toe, voor alle Vijandelijke aanvallen te dekken, en begrootte de kosten daar toe nodig, op een millioen Guldens. Dit veroorzaakte nieuwe deliberatien: Amfterdam begeerde dat het nieuw aan te werven Volk, op de Schepen zou dienen: Dordrecht weigerde alles, ten zij men een vast jaarlijksch fonds tot uitrusting van Schepen bepardde, en op de ftaat van Oorlog bragt. Vriesland wilde van geen Landmacht hooren, zoo lang men ter Zee riet behoorlijk gewapend was. In Gelderland verhefte de Baron van der Capllen tot de Karsch zijne ftcm zoo zeer, tegen deze vermeerden'-g van Landmacht, dat de meer. derheid zich met hetzelve veréénigde, en dus bleef alles onafgedaan. De Raad van Staaten dit alles ziende, beraamde toen eene andere fchikking, eisfcher.de dat men het gevraagd getal op twintigduizend Man be- paa-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 34.T paaien zou: dan dit fmaakte ook niet, en veroorzaakte, dat men nogmaals een Conci* iitoir Plan voordroeg, dog met geen beter fucees dan de voorgaanden. Toen vondt de Raad van Staaten en zijne Hoogheid goed, nogmaals eene poging te doen, voorftellende het oprichten van een Corps Mariniers, ten getale van zesduizend Man, mits- niet verbonden aan de Admiraliteiten, maar alleen voor die Schepen, die dezelve nodig hadden. Alle de Geweiten ftemden daar in toe, beha i ven Vries/and, daar het de meerderheid flechts goedkeurde, doch vrij wat tegenfpraak van fommigen ontmoette, die vreesden , dat men onder het voorwendfel van Mariniers aan te werven, in de daad geen ander oogmerk bedoelde, dan de Landmacht te vermeerderen, bet welk zij niet anders dan fchadelijk voor den Dienst, en gevaarlijk voor de Vrijheid aanmerkten. Behoeven wij hier te zeggen, dat met al dat voorflellen, delibereeren, afkeuren, en toeöemmen, het grootfte gedeelte des jaars verlieten werdt, en de verdeeldheid onder 's Lands Ingezetenen tot eene ontzettende hoogte lieeg? P 3 Wi|  343 nwmn historisch hanbboekjr j Wij hebben door het vermelden van deese onzalige twisten en verdeeldheden over het gewichtigst onderwerp, dat in 1 aanmerking komen kon , cn dat niet te fpoedig met eenparigheid, door alle de | Gewesten had beboorcn bewerkfielligd te 1 worden, de order des tijd», van bet I voorgevallene , eenigfims uit het oog ver- | lortn , treden wij dus te rug, om te l e- H zien welke fchikkingen 'er gemaakt wcr- | dtn, om als nog het zuchtend Vaderland ij te hulp te komen. Schoon Torke den Haage, en der Staa- 1 ten Territoir, bij het uitbarsten des Oor- | logs, dadelijk verliet, zoo nam hij de rei- I ze niet naar Engeland aan, maar koos de S:td Antwerpen tot zijn verblijf, waar uit I Veelen een befluit vormden, dat zulks met ï geen ander oogmerk gefchiedde, dan om I bij de hand te blijven , wanneer de weg \ tot onderhandelingen roogt ingefiagen wor- 1 den , die in allen gevalle voor de beide I Natiën ais de beste werdt aangemerkt, bij I «tien, die niet door driften vervoerd, het I wau- belang des Vaderlands op het harte I c.ce- I  DER VADERL* GESCHIEDENISSEN. 343 droegen. (*) Die hoop werd verfterkt, daar de tegenverklaring der Staaten aan Engeland, achterwege bleef, want, fchoon 'er wel een Iiaeaac tegen de hostiliteiten der Vijandelijke Kspers; ook een Lastbrief voor het Zeevolk in het licht kwam; en daarenboven, de Kaapvaart door het uitloven van beloningen aangemoedigd werdt, (f) zoo liep > het (*) Dien iveg wilden de Staaten van Zeeland bewandeld bel/hen, zoo als blijkt uit bun voorftel aan H. H. Mog. , docb bet was zonder vrucht, en bet ontbrak niet aan zulken , die dezen [lap, aan de Zeeuwen zeer euvel duidden, (t) Onbegrijplijk was bet, in een tijd, waar in de verbittering tegen de Engelfchen , tot zulk eene boogie geftegen was, over hunne gepleegde roverijen, zoo vóór den Oorlog, als naa dezelve, dat de oude Nederlandfche moed , en de zucht om ter Kaap te Vaaren, als geheel verdwenen fcheen, zoo wel bij de Hollanders, als bij de Zeeuwen, die ruim eene eeuw bevorens, in één jaar tijde, 2863 Sxhepcn op de Franfchen en Engelfchen veroP 4 ver-  34+ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE het aan tot den twaalfden P.Taart des jaars 1781., dat dit ft.uk bekendt werdt, waarin 's Lands verden, bet welk ben een voordeel van 320 'tonnen gouds aanbragt. Sommigen vergeleken dit ftilzitten, met bet gezwets van een aantal Pamflelfcbrijvérs', die hun best deeden , om de Natie te verzekeren, dat de febade baar door de Vijanden toegelrcgt, met dubbele winst zou te rug komer. Toen dit achterbleef, en ,er veelen over te onvrede waren, wendde de Post van den Nederrhijn bet over eenen anderen boeg, cn gaf'er a\eeze rede voor op: wat z?\ 'er voor ons op de Engelfchen tei Kaapen vallen, daar het met haaren Handel gedaan is, en meest alle Europifche Havenen voor hen gefloten zijn? en wat hunne Oost- en West-lndifche Vlooten betreft, deeze worden zoo fterk door Convoijen gedekt, dat 'er een Kaper wel af blijven moét? A's men nu nagaat, dat de Post bet Orakel van dien tijd was , en diens uitfpraken als Godfpraaken geloofd werden, is bet dan wel te verwonderen, dat 'er geene Kaapen uitgerust werden? IVie kon hier met volle recht  DER VADERL. GESCHIEDEMSSÈN. 345 's Lands Staaten op eene uitvoerige wijze-, hun gedrag verdedigden tegen de befchu!aigingen die het Engelsch Ministerie hen te last gelegen hadden, door een uitvoerig betoog, ., dat hen het voorftaan van den vrijen „ Handel hunner Onderdaanen vrij ftond', „ en met rede Liet kon betwist worden; „ dat ook het Plan van Commercie, door r» eenige Amflerdammers met de Ameticaa„ nen gefloten , niets misdadigs in zich bej» vatte, dewijl het Hechts provifioneel', en „ niet eerder van kracht was, dan naa de „ verklaring van der Colonisten Onafhan„ gelijkheid van Engeland. Voorts verzuim„ den zij niet te doen zien, dat dé eenige „ rede van 's Konings befiüic, tot eenen „ openbasren Oorlog, geene andere was, „ dan de toetreding der Republiek, tot het „Plan eener Gewapende Neutraliteit, hen „ zoo edelmoedig als verplichtend aangebo*- «, den, recht de verdervende hand genoemd werden? Naar ons inzien allen, die met dergelijke lompe hgens de Natie misleidden, en de Kaapvaart tegenwerkten. P S  31-6 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE „ den, door haare Ruskeizerlijke Majefteit, en tot welks asnneeming, zij zich bevoegd en verplicht gerekend hadden , „ enz." Met ongemeene goedkeuring werdt dit ftuk door veelen ontfangen, fchoon het niet te min ontbrak aan anderen , die 'er zoo veel ophtfs niet over maakten, diar hen de vrees bekroop, of het Plan van Onzijdigleid die groote voordeden aan het Vaderland wel bezorgen zou, als men 'cr veel al zich van verbeeldde; lieden, die met weedom hunner zielen , het ellendig verval van den nog kort geleden zoo bloeijenden handel zagen, derwijze, dat de blijken daarvan, zich gedurig aan hun oog opdeden. De Stad en Haven van Oostende, was nu, ten koste van onze Koop en Hahdclfteden, de zetel des welvaarts, waar door het toekwam , dat onze Havens niet meer gelijk voorheen, zoo ijverig opgezogt werden : de handel op het Noorden, die rijke bron voor het Vaderland, werd niet anders dan onder vreemde Vlag gedreven, waar van de Zondfcbe lijst, bet eerfte jaar reeds, de akeligfie bevestiging gaf, want daar het ge-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 347 getal der Nederlandfche Schepen die de Zond pasfeerden, gewoonlijk het gecal van tweeduizend te bovenging, zoo leerde dezelve lijst, dat niet meer dan Elf Hollandfche Schepen aldaar gepasfeerd waren, waar tegen dé Pruisüfche Schepen een getal van ruim agthonderd meerder bedroegen, een fpreekend bewijs, dat de Noordfcbe Neutra* litcit, waar mede men zoo bijzonder in den was , het Vaderland weinig nut aanbragt, in een tijd, waar in gereedde hulp zoo noodzaaklijk was, terwijl men met allen ijver in de weere was, tot het herftelïen van 's Lands Zeemacht. Het is deeze aanmerking die ons denken doet, om verflag te geeven hoe het met dat Plan, bewonderd als een uitmuntend ftaal van Rus* fisch Vernuft, Grootmoedigheid, en diepe Staatkunde , ten opzichte van ons Vaderland, op een louter niets uitliep, en dat over het geheel, meer onheilen dan voordeden berokkende. Zoo draa de Vijandelijke gezinnigen des Eritfchen Hofs hier te Lande vernomen werden, en men op middelen van verdediging P 6 met  343 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE met ernst bedacht fcheen te worden, kon men billijker wijze niet anders verwachten., dan dat de Algemeene Staaten, die door het kibbelen en hairkloven, met de Noordfcbe Hoven, (in hoe verre de onderlinge hulp ga:n zou? of zij zich alken tot het Territoir der Staaten, of ook tot de Buitenlani.fche Bezittingen uitftrekken moest v) niet eerder dan den vierëntivintigfien December 1780. het Plan geratificeerd hadden , Els r,u zich derwaards heenen wendden, en de beloofde hulp dadelijk vorderden, uit krachte van dat Tractaat, waar bij bepaald was-, dat zoo ras // //. Mog, tot hetzelve zou„ den toegetreden zijn, en zich als deelge,, noten van hetzelve, aan de Hoven van P&3, tersburg, Stokbolm , en Koppenhagen, bekent „ gemaakt hadden, zij van dien dag af zou„ den gehouden worden , in het Verbond 5, getreden te zijn, en aanfpraak op de daar„ bij bepaalde voordeden hebben." Kon men nu verwachten, dn in zulk eenen kommervoüen toeftand, als wr.ar in het Vaderland zich bevondt, een voorwendfel zou hebben kunaen gevonden worden, om de Staa.-  DHR VADERL« GESCHIEDENISSEN. 349 Staaten van de beloofde hulp te ontzetten 1 Wie kan 'cr aan twijffelen , of men vroeg dit met het hoogde recht? Zeker geen één weldenkend eerlijk man; maar wel deNoordfche Hoven. De Gezant van Lijnden, kreeg te Stokholm tot antwoord , dat men zich vit hoofde van het gewicht der zaaks, rijpelijk bedenken moest : in Koppenhagen liet men het verzoek onbeantwoord', en wat was den uiifiag der herhaalde verzoeken te Pstersburg? dit; dat de Keizerin zich eerst genegen toonde , om als Middelaresfe , den twist tusfchen Engeland en de Staaten uit den weg te ruimen ; dat men het hier te Lande niet alleen op de hulp van anderen moest laaten aankomen, maar zich zelve in ftaat van tegenweer ftellen, maar van het Plan van IKeutraliteit fprak zij niets, Toen deeden de Staaten nog eene nadere ftap, om bijgeftaan te worden, en het liep meer dan vijf maanden aan, eer de groote zaak befiist , en het befluit genomen was , niet minder behelzende, dan dat de Staaten niet hehoorende onder de onzijdige Mogendheden, Zicb alles goeds konden voorf ellen van baa;;e £ 7 m-  350 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Majefleit, zoo draa, zij' als zoodanig bij haar en haare Bondgenooten konden aangemerkt voorden. C) ^us brak de zwakke rietftaf, waar op men zoo zeer geleunt had; en toen zich de zekerheid van het trouwloos gedrag der ISoordfche Mogendheden dadelijk vertoonde, daar Rusland weigerde om de Nederlandfche Koopvaarders uit de baai van Gadix, naar de Oost Zee moetende , onder befcherming te neemen, zoo vond men menfchen, die ook dit bedrijf, aan der Engelschgezinden aan- (*) Om de zvaare zin van deeze geheimvolle uitdrukking voel te vatten, zoo zal het niet onnodig zijn hier te zeggen, dat men te Petersburg de Republiek als eene Eenzijdige Mogendheid befcbouwde, om dat zij niet voor den vierëntwintigften December , het Plan ratificeerde, dus, vier dagen naa de Oorlogsverklaring der Engelfchen. Om zulk eens gewichtige rede onttrok de edelmoedige Catharina haare hulp , aan een Land dat weergalmde van haaren lof, en zvaarin zich zoo veele aanbidders en bewonderaars ten haaren opzichte bevonden l! i  DER VADERL. GESCHIEDENIS?EN. 351 aanhangs woelingen hier te Lande, opent/ijk toekenden, en de klachten niet weinig vermeerderden , over het wachten der Koopvaarders, naar een genoegzaam Convoi, en over de onbegrijpelijke werkeloosheid, in het ontrusten van Schepen. Die klachten liegen in de daad dag op dig van alle kanten tot eene verbazende hoogte, en hadden de eene meer, de andere min, eene ftrekking om de Stadhouder, als de voornaame oorzaak van die werkeloosheid, of traagen voortgang aan de Natie voor te ftellen. Van alle de voorftellen des wegens gedaan wordende, was 'er geen een zoo vinnig, en fcherp, als dat van de Afgevaardigden der Stad Amfterdam, dat zij in de maand Meij dezes jaars, ter Vergadering van Holland deden , waarin zij, naa hunne verontwaardiging aan den dag gelegt te te hebben, over de ongereedheid die 'er was, om de gereedliggende Schepen, naa een tijd* verloop van vier maanden , te doen tiitloopen, door gebrek aan Vi&ualie , of Ammunitie, niet minder vorderden , dan dat 'er een onderzoek gedaan werde, aan wien dit te wijten ware f Voorts-  352 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Voorts oordeelden zij, dat men ter Alge- h mecne Staatvergadering, de zaaken daar boetten moest beleiden , dat bet Franfche Hof', het tvelk bij' aanhoudenbeid, zoo veele doorflaande blijken van goedwilligheid, om ons te- I gen den Pijand te helpen, gegeven had, cn ge- j toond dat het aanbod, niet flechts in woorden beftund, (*) verzocht werd, met II. H. I Mog. in overleg te treden, aangaande de zvij- I ze waarop men dit Zomerfuifoen, met mededeeling van beider Plans, zou behoren te ban- ■ delen. Eindelijk waren zij van oordeel, dat tot befpoediging van alles , eenige weinige Heeren uit de onderfcbeidene Gewesten , behoorden te worden gelast, cm geduurend dezen Oorlog, met zijne Hoogheid, de nodige Befoignes te houden, tot het hepaalen van de no- \ dige middelen, ten einde den fmaad, en de fcbands waarmede de Republiek overladen zvas, ui-t (*) Het ontbrak niet-aan zulken, die bij bet leezen dezer woorden , zich afvroegen r waar in befhan toch die blijken van goedwilligheid ' Zijn die aan Amfterdam, of aaa de Natie bewezenJ  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 353 vit te wisfcben. „ Tijdige, manlijke, „ welberaden, en wijze voorflag, die den „ Engelschgezinden als een fchorre donderflag in de ooren klonk," zegt een der driftigfte en partijdigfte Schrijvers van dien tijd! (*) Wij keeren het blaadje om, en zeg* gen : ontijdig, onberaden , en zorgvol voordel, dat nergens anders toe diende, dan om het vuur van tweedracht, aan te blaazen , en de Stadhouder tot in de ziel te grieven, even als was hij de man, die met verza"jking van Eed, Eer, en Plicht, met den Vijand heulde, en 's Lards ellenden met genoegen zag! Wanneer onze onpartijdige Lezers zich herinneren, wat wij hier boven, en in de voorgaende Afdeeling aangeteekend hebben, aangaande de gebeden en fmekingen , die zoo dikwils , . gèflaakt waren door dien Vorst, en den Raad van Staaten, dan willen wij gerustelijk aan hen verblijd ven laaten, om te beflibfen, aan wien het te danken ware, dat 'er niet eerder zorg voor 's Lsnds Zeemacht gedragen werd, dan op C) Vervolger op Wagenaar, ze Deel BI. ic$i  354 BR KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE op het oogenblik , dat het onweêr boven het rampzalig Vaderland uitbarstte I Dit te ontdekken , was zoo klaar a!s de zon op den middag: de oorzaak daar Van was niet ver te zoeken. Een aantal Heeren uit alle de Gewesten, behoefden daar toe niet benoemd te worden, men kon de oorzaak nabij vinden, en men behoefde geen Microscoop, om te ontdekken, dat het fctheele voorftel geen andere bedoeling had, dan de argwasn, en de haat tegen de Stadhouder, reeds zoo hooggaande ten top gerezen, nog algemeener te doen worden, en hem verdrietig en wars van het beftuur te maaken. Hoe dit zij, de pijl, in het Amfterdamfche voorftel, op de Stadhouder afgefchoten, griefde hem tot in het binnenfte zijner ziele, en, bewust van zijnen plicht fiats meer dan tien jaaren betracht te hebben, door de Bondgenooten tot eene tijdige voorziening omtrent *s Lands vervallen Zeemacht aanrefpooren, drukte hij het voetfpoor van alle braave mannen, die niets vuuriger hegeeren, dan dat hunne bedrijven nauwkeurig onderzocht, en naar waarheid beoordeeld.  DËR VABKEL» GSSCHlEDSKIêS&N. 555 deeld worden. Ter vergadering van Holland verfJhenen zijnde, gaf hij zijn voorneemen te kennen , om bij H. II, Mog. bet voorftel te doen, dat dezen zijn gehouden gedrag onderzochten; dan, dit vond geen bijval, bij hen, die dit liever aan de Vergadering verbleven zagen, uit vrees dat zodanig een onderzoek door H. H. Mog. niet genoegzaam zou wezen, om tot de waars bronnen van 's Lands zwakheid, cn de plaat}hebbende werkeloosheid door te dringen. Het duurde echter niet langer dan tot den agtëntwintigften Junij, toen zijne Hoogheid zijn voornemen dadelijk ten uitvoer bragt, door aan H. H. Mog. te verzoeken , met alle nauwkeurigheid te examineeren, „ of 'er behoorlijke zorg gedragen was, om „ de Marine, fints het ontftaart. der trou„ bles, in dien ftaat te brengen, dat zij „ met effeft tegen een Vijand, zoo fterk als ,, Engeland, kon ageeren ? dan of 'er ver„ zuim had plaats gehad? En zoo jaa, aan „ wien zulks toekwam? En om dien weg * gemaklijk te maaken, oordeelde hij dó ,» Collegiën ter Admiraliteit aan te fchrïj- 55 ven,  355 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE „ ven, dar zij opgaven i° Hoe veele Scbe„ pen zij in 1776 hadden, cn in welken ftaat? ,, 20 Welk gebruik van dezelve gemaakt was, ter protectie van de Commercie en de Defen^ fie, Jints de Americaanfche Onlusten? 30 Of ,, de orders van H. H, Mog. waren uitgevoerd ,T of niet l En zoo neen, wat 'cr de redenen toe waren? Eu eindelijk ten 40 aan te too„ nen , of zij in de mooglijkheid zijn geweest, „ om de gepetitioneerde Schepen te fournee„ ren en te bemannen!'''' Oogenbliklijk werd die voorftel .in een befluit veranderd , cn bleven de Raaden ter Admiraliteiten niet in gebreke , om aan dien last te voldoen , door het inzenden van zeer uitvoerige rapporten , welks 'inhoud van dien aart was., dat eik welgeplaatst Vaderlandsch hart zich o\er dezelve bedroeven moest. Bekrompenleid van middelen, door het agterblijven der ingewilligde, of het weigeren der gevraagd* fommtn; fchaarschheicl en duurte der Boüwma* teriaalen, grootendeels veroorzaakt, door den grooten uitvoer naar Vrankrijk; gebrek aan Werkvolk; en eindelijk ook aan Zeevolk: dit waren de oorzaaken, waarom 'er in 1781» niet  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 357 niet meer Schepen in gereedheid gebragt waren: van daar, dat men niet eerder handen aan het werk doeg, dan toen den Oorlog reeds werkelijk aangevangen was: van daar, dat men in de maand Mei), (dus ruim vier maanden naderhand.) nog niet gereed was, om behoorlijk Convoij te verleenen, aan de in Texel daarop wagtende Koopvaardij fchepen. Om evenwel het unzeilen te befpoedigen, en de klachten over bet wachten naar Convoij te doen ophouden, befioot de Prins in perfoon naar Texel te gaan, en alles in oogenfcho-uw te neemert: het gevolg was, dat nu fpoedig een aantal van dertien Schepen, Fregatten, Kotters, en Adviesjachten , uit Texel onder zeil gingen, die zich met nog drie anderen uit de Maaze vereenigen , en cours naar de Zeeuwfcbe Kust neemen moesten: zij deden een kruistocht voor de Kust, doch geene Vijanden verneemende, en een befluit genomen zijnde , flechts verzveerevder wijze te handelen , zoo keerden zij naa eenige dagen, grootdecls in Texel te rug. Dit invallen van het Esquader , veroorzaakte intusfchen niet weinig ge-  358 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gemor: men moest naar veeier oordeel, de Britten in hun roofnest beftookt hebben, ten minften hunne Convoijen opgeligt hebben , want het ontbrak niet aan geruchten, dat drieduizend man Duitfche Troupen, uit de Wezer zouden vertrekken naar Amerika, als mede dat 'er meer dan honderd Schepen uit Engeland naar de Zond gezeild waren. Dan, het waren geruchten, die geen den minflen grond van zekerheid hadden, en nergens ander toe ftrekten, dan om het wantrouwen en gemor te doen toeneemen. Niettegenftaande het vuur des Ooiiogs, tusfchen dit Land en Engeland, van alle zijden blaakte, bleeven de gewoone Paketbooten tusfchen Hellevoet/luis en Douvres, a's naar gewoonte vaaren. Zij, die in aanmerking namen, dat de plotfelijke iluiü'ng van alle Handelbetrekkingen, niet dan de geduchefte fchadens aan de Natie zoude toebrengen; zij, die wisten dat de Engelfchen meer dan driehonderd Millioenen fchats van de Hollanders op intrest hadden, zagen derhalven dit met genoegen : dan , dit belette niet, dat veelen het aanhoudend vertrekken en  DER V71DERL. GESCHIEDENISSEN, 359 en aankomen dier Vaartuigen, als fchadelijk en fchandelijk aanmerkten , in den waan zijnde, dat de Vijanden alleen door dien zveg9 van alles verftendigd werden, wat 'er hier te Lande omging. De post van den Nederrbijn, althans, fcheen daar aan alles toe te kennen, en twijiTelde niet, dat zoo wanneer die Paketbooten eens onverwacht aangehouden , en de brieven geopend werden , er zaaken zouden ontdelt warden, die de Natie verbazen, en de Engelfche Huurlingen , zou verftommen en zidderen doen, Verftendigen echter oordeelden 'er andtrs over, en het kwam hen vreemd voor, dat men niet begreep, of fcheen te willen begrijpen, dat het onmooglijk was , om de Vijand onkundig te houden , van het gunt 'er, hier te Lande in de Havens omging, daar men over Oostende, de Britfche waaren, hier te Lande op den duur invoerde, alleen, om dat men het buiten dezelve niet ftellen kon. (*) Dit het geCO Die aanhoudende toevoer van Engelfche Mant.faclur/ren, deedt de Afgevaardigden van Rotterdam, ter Vergadering van Holland voor- flel-  3ÖÖ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE geval zijnde, vrie ziet dan niet, dat zulke en dergelijke kreeten van verraad aan te heffen, niet anders dan nadeelig voor het algemeen belang was? en dat, in den weerlozen toeftand van het Vaderland, niet moest gevraagd worden, wat men wel zou willen doen? maar wel: wat kan men doen? en dan leed het geen twijffel, of men moest een minder kwaad gedogen, om dat men het grootere moest trachten te vermijden, te meer daar het opfchorten van alle betrekkingen, niet anders zou gediend hebben, dan om de reeds onnoemelijke fchade, die het Handeldrijvend deel der Natie, bijzonder trof, door het wegoeemen hunner Schepen, ook ov^r te brengen over het meergegoedde deel ftellen, om allen uilvoer naar, en allen invoer van Engeland te verbieden. Uit de ver- fcbillende gedachten der Leden, en bijzonder uit die van de Affifterdammers, beioogde men de fchadelijkbeid van bet voorftel, en het ging niet door. Was dit niet hoogst ftnjdig, ten zelfden tijde, dat men vloekte en tierde over bet vaaren der Paketbooten?  DER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 361 deel der Jngezeetenen, die bij het gemis hunner Inkomften uit Engeland zoo veel belang hadden. Men merkte de voortduuring van dezelve , nog als een geluk in al het ongeluk aan, en zoo was het ook, toen zich de zekere tijding verfpreidde, dat des : Konings Rechtbank te Londen, eene gunftige j uitfpraak deedt, in een aantal Procedures voor dezelve gebragt, over de verplichting om de bedongene Asfurantiegelden, aan de Asfuradeurs bier te Lande te betaalen, op | onzijdige Sch?pen voor d* OorlogsverklaI ring gedaan. „ Deeze uitfpraak (berichtte : „ men uit Engeland aan de Kooplieden,) zal f „ een groot getal zaaken van gelijken aart I „ befiisfen; en wij durven verzekeren, dat I „ deeze volkomene overwinning, menige I „ duizenden Ponden Sterlings, voor de beI „ ledigde Onderdaanen van Holland waardig „ is." Wij hebben ons over de toedragt i van zaaken in dien rampzaligen tijd, eene meer dan gewoone uitvoerigheid veroorloofd, om elk onzijdige te doen zien, langs I welke wegen, en door welke middelen, de treeds gapende wonden, in plaats van geV. Deel. q heeld f  362 Bc KNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE heeld, nog verder van één gereten werden. Laaten wij voortgaan , om bij zoo veel leeds, nog meerder ramps te vermelden. Wanneer men zich herinnert, wat wij voorheen gezegd hebben, wegens den ongemeenen fterken handel van hier op St. Eufiatius, dan zal het niemand vreemd voorkomen , dat zoo ras den Oorlog verklaard was, de Engelfchen niets onbeproefd lieten, , om dien handel gewelddadig te beletten,, waar toe hen de kans, uit hoofde van den weerloozen toeftand der Nederlandfche Bezittingen , niet alleen voor St. Euftatius f\ maar ook voor Surinaamen , Esfeqnebo , Demerarij, en de Berbice, meer dan ooit zoo fchoon ftondr. Van hier, dat zoo draa den ' Oorlog befloten was, een floep uit Engeland naar de Barbados werd afgezonden , aan den Admiraal Rodneij, en den Generaal Vatighan, met last, om zonder verwijl, St. Eufiatius te bemachtigen. Den zevenëntivintigfien Januarij , kwam de Sloep ter plaatfe haarer beftemming, en volvoerden de beidd Bevelhebberen, hunnen last zoo fpoedig eni gezwind5 dat zij reeds den derden Februari/, de  DEU ?At>£KL. GESCHIEDENISSEN. 36.3 de Baai van St, Euftatius, met zestien Oorlogfchepen van Linie, en eenige Fregatten9 en Bombardeergaljooten, beladen met alles wat ter uitvoering nodig was, binnen zeilden. Op alles, behalven op een dadelijk plaats hebbenden Oorlog aldaar bedacht, zeilden de Engelfchen ongehinderd de Baai binnen , het welk gezien wordende door den Graave van Bijland, die aldaar met zijn Schip geankert lag, fints hij eene rijke Vloot aldaar had aangebragt, hem order deed geven om de Engelfchen te verwelkomen. Dan de Sloep kwam niet te rug, dat Bijland kwaad vermoeden ingaf, in welken tusfchen tijd, de gewaande vrienden hunne Schepen tegen de Batterijen richten, en aanftalten tot de Landing maakten, en kort daar naa, het geheele Eiland, met alles wat 'er op was, in naam des Konings opeischten. De Gouverneur de Graaf, had flechts een uur tijds, om zich te beraden: het Schip Mars waar op Byland het bevel voerde, werdt mede opgeëischt. Tegen zulk eene verra?fing en overmacht was niets te doen : fchoon Bijland, het Vijandelijk vuur van Q 2 drie  364 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE drie Engelfche ■Schepen, met de volle laag beantwoordde, hij ftreek echter wel ras de Vlag, en gaf zijn Schip, zoo ook de Graaf, het geheele Eiland, aan den Vijand over; St. Martin en Saba moesten nu wel volgen. Ongelooflijk groot was de buit , die hier de Engelfchen in handen viel : tweehonderd Schepen en een aantal Pakhuizen , opgevuld met allerhande Koopmanfchappen, dit was flechts een gedeelte van dezelve : de boorden der Rivier, waren derwijze met Suiker, Tabaksvaten, en andere Produclen, bij gebrek van Pakhui/en, beflagen, dat zij naar Batterijen geleken: hier kwamen" nog eenige Millioenen Contanten bij, benevens een ontzachlijke partij Oorlogs- en Krijgsbehoeften, bet welk alles den overompelaaren fe beurte viel. De blij 3fcbap die Rodneij over de bemachtiging van dit Eiland gevoelde , kende geene paaien: de eer, dat hij de man was, die de voornaame oorzaak van den Americaanfcben Oorlog. uit den weg ruimde, deedt hem fuifebollen, en vuurde hem aan, tot de fno-nd de, doch het was zonder vrucht: maar wilde de Keizerin van Rusland dien taak op zich nemen, dan fcheen men 'er naar te willen hooren. Het duurde niet lang, cf En~  REU VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 3// Engeland nam de door Rusland aangebodene mediatie aan, en dien ten gevolge, deedt deszelfs Gezant in den Haage, den Prinfe van Gullitfin, aan de Algemeene Staaten een verzoek, om met eenige Heeren tot dat einde in onderhandeling te treden. Met dan met een huiverig gevoel, werd de Heer Brantfen gemachtigd , om over dat onderwerp met Gallitfin te fpreeken, waarin Holland niet bewilligde, dan onder deeze voorwaarde : onverminderd de Eer van den Staat, en dat men de Gewapende Neutraliteit, tjt een bazis nam. Welke gevolgen dit werk had, zullen wij in het vervolg vermelden moeten , dewijl ons zulks nu te verre van het fpoor leiden zou, laaten wij liever bezien wat 'er verder te dien tijde gebeurde. De Noord-Americaanen hadden naauwlijks de openbaare vijandfchap tusfchen den Staat, en Engeland vernomen, of zij fchepten daar uit niet weinig moeds, dat zij wel ras als Bondgenooten hier te Lande zouden erkent en aangenomen worden. Al fpoedig verfcheen de Heer John Adams in den Haage, voorzien met eenen lastbrief van zijne zende-  378 beknopt historisch handboekje deren , om aan de Staaten Generaal een voorftel te doen , tot het fluiten van een Verbond van Vriendfchap en Koophandel tusfchen de wederzijdfche Ingezeetenen , en in welk oogmerk, hij niet weinig onderfteunt werd, door den Hertog de la Faugion. Vooraf gaf hij van dezen zimen last, opening aan den Heer van Lijnden tot Hemmen, wegens Gelderland bij de Algemeene Staaten zitting hebbende, en te dien tijde het Prteödium waarna eaiende. Met kracht en klem van redenen, trachtte de Gezant Adam, de nuttigheid van het gehoor geeven aan zijn verzoek aan te tóonen , en in zijne kwaliteit als Minister der Noord-Americaanfche Folkplautingai , alhier erken: te worden: dan, de Heer van Lijnden , gaf hem ten antwoord , dat een zaak vm dat belang, ter keiinisfe van alle de Gew sten moerende gebracht worden , zulks dan ook natuurlijk eenig uitftel vereisclre , alvorens daar op iets te kunnen zeggen.- Hij moest zich dus daar mede te vrede ftellen, en afwachten hoe men bij da onderfcheidene Provinciën over dit onderwerp dachr. Behoeven wij te zeg- et'in  DER VAUfci* L< GkSCHltüt.MS^EN. gen, dac veeltn hier te Lande, en bijzonder de Kooplieden, het voorftel van de Heer Adams, met een ftreelende blijdfchap verneemende, niets voordeeliger, en noodzaaklijker oordeelden, dan dat 'er dadelijk aan voldaan werde, en men hier te Lande, op voorbeeld van Vrankrijk , de banden van vriendfchap met de Colonisten aanhaalde? Even zoo gewis als het toeftemmen des verzoeks, door de vrienden van Vrankrijk te verwachten was, even zoo zeker vond het vrij wat bedenkelijkheden, onder hunne partij, die zulk eenen beflisfenden ftap, als hoogst bedenkelijk befchouwden. Zie daar een nieuwe bron voor de onzaügfte twisten , in alle de Gewesten! In allen vond het verzoek beftrijdèrs, in fommige driftige voorftanders. Capellen tot de Marscb in Gelderland , en eenigen in Vriesland, lieten 'er zich zoo breedvoerig over uit, dat men uit hunne gezegden duidelijk opmerkte, dat zij in eene naauwe verbintenis met de Colonisten , het behoud des Vaderlands, en deszelfs bloei, buiten alle bedenking zeker fielden: dan hét vond geen algemeene bijval. Het  3^0 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Het werk werd (lepende gehouden, terwijl men echter de Americaanen de vrijheid vergunde, om hier te Lande eenige millioenen Celds te Negotieeren, die wel fpoedig door eene gereedde detlueeming, daadelijk aan hen ten gebruike verfhekt werden. Het zelfde had ook plaats ten opzichte van Rusland . aan wien men ten zelfde tijde, drie millioenen bezorgde, uit erkentenis zeker voor de dienften, bewezen in de uitnodiging tot het deelneemen in de Gewapende Neutraliteit. Het was voor de doorzichtige vrienden van Vrankrijk hier te Lande, wel te bemerken, dat het ingewikkeld gehoor geeven aan de aangebodene Medïaiie van Rusland; ook de argstvallige fchroom, omtrent het opentlijk Vrijverklaren der Colonisten, met geene onverfchillïge oogen te Parijs kon befchouwd worden: van hier, dat zij alle hunne pogingen meenden te moeten in het werk ftellen , om de verbindtenisfen met Vrankrijk, op alle wijzen te bevoorderen, en het ontbrak niet in de meeste Gewesten, aan eenige Staatsleden, die zich daar ov,er  DER VADERL- GESCHIEDENISSEN. 38ï over zeer fterk uitlieten. Werd van der Capellen tot den Poll, in Overijsfel door zijne uitzetting, verhinderd de Staatsvergaderingen bij te woonen, en kon hij zich daar door nu niet als voorheen in de bre?fe ftellen ; zijn bloedverwant , de Heer van de Blarsch, in Gelderland, en andere Staatsleden in Friesland, Holland en Overijsfel, hielden zich echter niet ftfl, om de noodzaaklijkheid van eene nadere verbindtenis met Vrankrijk aan te toonen : en daar de zaak van den Penfionaris van Berchel, als nog voor het Hof van Holland, onafgedaan hangen bleef, zoo deedt deeze geene geringe moeite, om door eene finaale uitfpraak zijn lot beflischt te krijgen. Het Hof van oordeel zijnde, dat de Vijandelijke Oorlogsverklaring des Konings , de ftrafvorderin'g van dien Minister vervallen deedt, vondt zich met de zaak verlegen, en trachtte, dus doende eene wonde te heelt n , die door eene nadere uirpluifing dier zaake, nog grooter zou geworden zijn , in een tijd waar in de argwaan, de zielen van veele duizenden vervulde , waar van de Vroedfchap der Stad Amfterdam, te dezen tijde, de fterkfte be- wij-  3^2 BfKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE wijzen aan den dag lag, in eene krachtdadige poging, om den Hertog van Brumzvijk \ van den Stadhouder te verwijderen, een geval , dat eene verbazende opfpraak in het : geheele Land verwekte, en meer kwaads • dan goeds veroorzaake, waarom wij 'er : de voomaamfte bijzonderheden van vermei den zullen. Het was niet alleen naa het aanvangen i des Oorlogs, maar zelfs lang bevorens, dat : 's Prinfen Vriend, en gewezen Voogd, de 1 zoo even genoemde Hertog, dag op dag in een aantal dag en weekbladen , op een i dolzinnige wijze werd ten toon gefteldt, als de eenige bron, waar uit 's Lands onheilen ontfprooten: waar in men hem te laste lag, het vertrouwen dat de Stadhouder in hem Helde, te misbruiken, en dezen van zijne hand in alles te doen afvliegen. Zoo raazen , vloeken , en fchelden, de plaats van duchtige bewijzen bekleedde, dan zeker had dat fchrijven, en het uitgeeven van de fchandelijkfte Spotprinten, (*) zeer veel af- (*) Het dolzinnig raazen tegen dien Forit, bepaalde zich niet alleen tos een aantal Libellen ,  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 383 afgedaan: maar wie ziet niet, dat zulke handelwijzen nimmer konden werden goedgekeurt bij verftandigen ? Van hier, dat de Hertog zich ook aan het gefchreeuw van de zodanigen niet bekreunde , maar met die ftilzwijgenheid behandelde, die dezelve verdienden. Deeze werdt echter afgebroken, toen naderhand, de Amfterdamfche Burgemeesters, Temminck en Rendorp, zich bij den Stadhouder begaven, en door htmnen Penfionaris Visfber, een verroog uit na?m van den Raad deeden voorleezen, waar in den toon van de zoo even bedoelde Prulfchriften opgevangen, en de Hertog als een pest voor 't Vaderland ten toon gefteld werdt. Hij Jen, maar het Graveerijzer iverd 'er toe misbruikt. Een ellendig Kunstgraveur gaf zicb de moeite, om een Rad, liggende op een Staak in Print afteheelden, tsaar op de afbeelding van ten zeer zwaarlijvig Mentch, met gebrokene Ledematen lag. Men hing bet openlijk bij veelen ten tonn , met eene gedrukte verklaring 'er bij, of het niet duidelijk genoeg kon gezien worden 11  3% BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE Hij was het, die de drijfveer van alles ,, was. De zwakke ftaat van 's Lands Zee,, macht, was aan hem te wijten, daar hij „ de Prins aanzette, om ook op de verj, meerdering der Landmacht aan te drin,, gen. Zij hadden met leedwezen , de klach,, ten van den Raadpenfionaris van Bleisvjijk „ gehoord , over de oneenigheden die 'er „ dikwils tuslchen dien Minister, en den „ Hertog plaars hadden, over den invloed die den laatstgenoemden, op de geest „ van den Stadhouder had, en behieldt. Zij „ baden des zijne Hoogheid, het nadeel van „ dit alles in overweging te neemen, en „ niet larlger gehoor te verleenen aan een Man, die met den haat van grooten en „ kleinen overladen was, en die, een Vreern„ deling zijnde, geene genoegfaame kunde „ van 's Lands Regeeringsvorm had, nog het Land een goed hart toedroeg. Zij ,, drongen aan, dat de Prins, zulk een voor,, werp van het Hof verwijderde, en zich „ bediende van den raad van eenige wei„ nigen, der aanzïen'ijkfte en kondigde In„ boorlingen des Lands, om met deze te  ©ER VADERL. GESC/n* DEIVrSS* N 9R"? p overleggen, wat gedimrerrde dezen Oor5, log tot behoud van h.t Vaderland moest 3, aangewend worden, en die ook te ge„ lijk de macht behoorden te hebben, om „ het nodige uit te voeren." De Prins, dit alles niet zonder gevoel van verontwaardiging aangehoord hebbende ,* weigerde het nuk aan te neemen: „ Hij, oordeelde dat „ het de onredelijkheid zelve was , eeft „ man die meer dan dertig jaaren, fn den „ dienst des Vaderlands gefleten had, als „ een onkundig Vreemdeling in 's Lands „ Regeerwijze af te fchÜderen , en vondt *, het onregtvaardig, dat men zolder eenig „ bewijs aan te voeren, dien Vorst van derh gelijke handelingen befchuldigende , de geI, Iegenheid beneemen wilde, om zich te „ zuiveren van den blaam die men op h*m * wierp. Hij merkte de Hertog als zijn „ tweede Vader aan, en kon of zou nooit „ vergceten, de verplichting die 'er op hem » lag, voor al de zorgen in het gewichti* V werk Z{'W Opvoeding bewezen, en oor" " det,de zich verplicht, de Hertog van al | les onverwijld kennis te geeven." De V. Deel. r Coiij-  386 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE 'Commisfie vertrokken zijnde, gaf bericht van haar wedervaren ten Hove , waar op de Raad befloot, niet alleen, het gedaane voorftel, aan den Raadpenfionaris toe te zenden, met verzoek om het aan Z. H. te overhandigen, maar ook om het geheele ftuk in openbaren druk uit ce geeven, het' welk de woede tegen den Hertog hand over hand deed toenemen. Slechts weinige dagen verliepen 'er, toen Wolffenbuttel zich over den ftap van Amfterdam , met veel gevoeligheid bij de Algemeene Staaten beklaagde, verzoekende dat dezen zijn gedrag, geduurend zijnen dienst, op de ftrengfte wijze deden onderzoeken, en dat die van Amfterdam verplicht werden, de gronden en bewijzen aantevoeren, om hunne aantijgingen ten zijne laste, naar rechten te ftaaven: doch zoo zij dit niet deeden, zij als lasteraars mogten geftraft worden. Nn werd de zaak in handen van eenige Gemachtigden gefteld , ten einde H, II, Mog. te dienen van advis, die kort daarop verklaarden, geene de minfte gronden tot zulk #ene befchuldiging gevonden te hebben, zo* ah  DER VA DE HL. GESCHIEDENISSEN, 387 •* door vcehn Hhelhn, en kwaaie geruchten verfpreid werdt: tegelijk den voorfiag doende, om volgens 's Lands PJacaaten, voorziening doen, ter beteugeling van de Am tbeurs en Drukkers van diergelijke Lasterfchrifien. Een rapport van dien aart, voldeed in geenen rieele aan het verzoek van den befchuldigden , die zich niet zoo zeer gehoond achtte, door een zwerm van Paskwilfchrijveren, maar veel meer, door het voorftel van Amfterdam, dat geene andere uitwerking hebben kon, dan de Natie in den waan te brengen, dat hij Hertog, waarlijk zoo fnood was, als men hem deedc voorkomen. Prij fpreken , zonder onderzoek, was in dit geval niet genoeg: eerst onderzoek doen, en dan uitfpraak te doen, het zij van fchuld of onfhuld, dit was het , dat hij vorderde , dat hij verwachtte , van de Rechtvaerdigheid van H. H. Mog., die hem niet konden weigeren, een voorrecht, waarop den geringften Ingezeten, eene onbetwistbaar aanfpraak had. Nu werd de zaak in de Gewestelijke Vergaderingen gebragt, en opende alorame een ruim veld 2 van  3o3 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE van de hatelykfte twisten, welks vermelding ons verveelen , den Lezer verwarren zou, waarom wij, 'er ten (lotte hier alleen bijvoegen, dat de Hertog onder de verdenking bleef, en dat zonder eenig menagement, omtrent zijn perfoon te gebruiken, Hij, dag op dag , voor de pijlen van den laster der Libelfchrijveren, en de zichtbare uitwerkingen van den ingekankerden Haat, van fommige Staatsleden bloorgefteld bleef: cn dat door het aan den dag brengen van eene ten jaare i"6ó opgefteldc Acte van Confulenfc'oat, het dezen Vorst zoo onaangenaam en bitter hier te Lande gemaakt werdt, dat hij daarnaa, zich van der Staaten dienst onttrok , niet alleen het Hof, maar ook het geheeie Land verliet, en de reize naar zijne Duitfche Staaten aannam, tot ongemeene vreugde voor zijne Vijanden, waar tot grievend leed van den Sradhouder, die zijnen Vriend, en tweden Vader, geer.e befcherming verleenen kon, (*) niet alleen, maar (*) Wij kunnen ons geen meerder uitvoerig' beid over deeze zaak veroorloven; zij die das- we-  ber vaderl. geschiedenissen. 389 maar die terT zelfden tijde met hem in het zelfde lot deelde, t- en Hij, en alle de voorgaande Stadhouders , in een vinnig Sehotfcnrift, aan het Voll van Nederland genoemd, als een vvreede Nero, een Dwingeland, en een zedeloos Monfter, voor geheel de wereld werdt ten toon gefield. Dit ftukje dat allereerst in Amfterdam fnasr veeier gedachten) .gedrukt werdt, en waar van veele duizenden langs de publieke wegen ten platten La*de, en door de ftraa^ea in de S eden geftrooit, ook in getallen door Posten en Schippers, aan veelen toegezonden werdt, was het oproerigst en vutlaartigst Schotfchrift, dat immer te voorfchijn kwam: men kon duidelijk in hetzelve om* wa- wegens meerder licht hegeeren, kunnen hunnen tveetlust bevredigen in een uitvoerig werk', dat in het Uoegduitscb opgefteld, en in onze taal overgezet, in bet licht verfcheen, onder den tijtel Louewijk ¥ku%t Herrog van Brunswijk Woiffenhuttel, zond r dat., kan men over veele gebeurenisfen, geen rechtmatig oordeel, cellen, R 3,  SpO BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE waren, dat de Schrijver van eenen heluhc-n geest bezield was/ toen hij > het fchreef, daar hij de Natie aanhkile, om alle gehoorzaamheid en ondergefchiktheid, aan de Overheid te onttrekken , en elk aanzette, om door vuur en ftaal, zijne oogmerken te doen bereiken. Met de fnelheid van het licht, was dh fchandclijk Libel, door de geheele Republiek vcrfprcid, en in, veeier banden, die het als een meesterfluk van coidaate Vaderlandsliefde bewonderden: geen wonder derhalven, dat men op veele plaatfen bedacht werd, om het verder verfpreiden, of leczen van hetzelve te verbieden. In Holland werd (ecrtter niet dan met aanmerkingen van fornmigen) eene beloning van 14,000 Guldens gefield, op de ontdekking van Autheur en Drukker, en 6.000 boete en verbanning op den Nrdrukker: maar wat kon dit baaten? Even zoo als het gewoonlijk gaat, ging het ook nu, hoe ftcrker het verbod was, hoe ijveriger men werd, om het ftuk te leezen, (*) en het veiv-Ig d.r tijden deedt ge- (*) Die ijver was zoo flerk, dat men veer*  4t DF.R VADER L. GESCIIIÊDLNISStN. s genoeg zien, dat het SchanJfchrift bij vee#len een voorichnft was, waar naa zij hunne daaden inrichtten. Wanneer men het tot hier toe aangetipte , geduurende het rampzalig jaar 1781, ever het geheel nagaat, wie moet dan niet gereeddjk befluiten, dat het 'er met het Vaderland allerdonkerst uitzag. Een Land, waar in de tweedracht zoo hoog geft.g^n was, en waar men langs hoe Minder in fiaat werd, om aacgedaane beledigingen kraclit- da- tig en meerder Guldens uitloofde , om een Exemplaar mag tig te worden. liet iverd nicttcgenflaande het flreng verbod zro clgcmcen gelcezen onder lieden , die zicb nimmer met leezen bemoeiden, dat bet alle vs. beelding te boven gaat. Ten jaare 17 J4 werd bet woordelijk nagedrukt, en uitgegéèven, onder den tijtel van Bijlage tot VV;g naar'- Vaierla'ulfche Hiftorie, en in veele plaatfn, bijzonder te 'Amfterdam, in meenigte verkocht voor vijfentwintig f ui vers. Schandelijle boon de nagedachtenis van den waarlijk gnwen Wa^e* E»3ar, door zulk een bedrijf aangedaan ! R 4 V ƒ  392 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dadig te beletten, was derbalven een gefchikt voorwerp, om de baatzucht van deszelfs at ders vredelievende nabuuren in be-* weging te zetten, hen op het denkbeeld te brengen, dat het in trouhel water goed te visfehen ware, en 's Lands weerlooze toeftand tot hun voordeel te gebruiken. Dien ramp kwam otk nu bij alle de anderen , toen Keizer Jofepbus de Hde naa zijne fhuiskomst van eene reize, door deeze Gewesten , (geduurend welke hij hier te Lande met de grootfte bewijzen van achting en eerbiej behandeld was,) met de onbillijkfte eisfehen op de Barrière Plaatfen van den Staat, aan den kant van Brabant ter baane kwam. Wij hebben onze Lezeren, in de voorgaande deelen dezes weiks doen zien, hoe veele Itroorncn bloeds, en ongemeeten fchatten, de Staaten dezer Landen verfpüd hadden , om het bezit dier Landen aan Frankrijk te betwisten , en aan dien kant eene Barrierre te behouden, tot beveiliging vati de Vaart op de Scbelde. De Keizer, in eigen Perfoon die Landen gezien hebbende , had opgemerkt, dat de Barrière Plaatfen , fchoon  OER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 3^3 fchoon bezet met Staatsch Krijgsvolk, zeer vervallen waren, en Het nu door zijnen Gezant de weete doen, dat hij hefloten, en orders gegeven had-, om dezelve te doen Hechten. De toon waar mede dit alles vergezeld ging, en het bericht, dat 'er geene de minfte verandering in 's Keizers befluit vallen zou , was rede genoeg, om de Staaten te noodzaaken, tot het afvaardigen van de nodige ordres, tot het ontruimen van alle de bezette plaatfen, het welk bij veelen geene geringe bekommering, bij anderen zelfs ftof tot blijdfehap gaf. C) Hier bieef het (*) Bekommering Baarde dit lij allen, die het bezit der Oostenrijkfche Nederlanden, door Vrandrijk, als nadeelig voor den Staat befchouwden; blijdfehap bij anderen, die niets liever zagen, dan met Vrankrijk op het naauwst verbonden te zijn, en dus bet Jlechten der jlerktens, als een weg daar toe aanmerkten. 'Er zijn 'er, die beweert hebben, dat Jofephus zijnen eisch deedt, op aanhitjing en opfok i tig van het Franfche Hof-, dat met hem in ouderhandeling was, over het affiaan van die Last- R 5 dtfty  394 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE liet niet bij, wam Keizer JoGphus vond wel fpoedig eene tw ede rede tot ongenoegen, door hef vnorwerdfel, dat men zijn Territoir vioie op welk eensn voet zulks zou kunnen gti-  DER VABERL. GESCHIEDENISJ£W» 40T gefcbieden? dit weetende , zou de Koning \r over raadplegen met den Koning van Spanje, en met deze een gemeenfchaplijk befluit neemen. Die voorwaarde werd fpoedig vervuld, dit had ten gevolge, dat de wederz jdfche Plans uirgewisfeld werden, die echter voor het Publiek een geheim bleven. Niets was natuurlijker te verwachten , dan dat men zich van deeze maatregel, de beste gevolgen beloofde: de Koning van Frankrijk vermeende, dat de buitengewoone werkzaamheden in zijne Havens, de Engelfchen verplichten zou, om hunne macht van voor de Hollandfche Kust te verminderen, waardoor men hier gelegenheid krijgen zou, om de West-Indischvaarders voor alle Vijandelijkheden te verzekeren. De Koning berekende daarenboven, dat zoo draa de groote gecombineerde Vloot, in Zee zou wezen, de. zelve het grootfte deel der Engelfche Zeemacht, tot zich trekken zou, en dezen beletten, zijne Macht in de Noord Zee te vergrooten: en daar de Krijgsbedrijven, in en omtrent het Canaal, met anderen verbonden waren, zoo had de Koning deswegens iti  402 BEKNOPT H1ST0E1SCK HASiPBOLKjB in Spanje op bepaald antwoord aangedrongen, dat hij ook wel fpoedig verwachtte. Ket was in dezen totfeand, dat veelen hier te Lande, zich met de hoope «redde, dat nu eerlange de roemvolle daten van de Ruiter en Tromp hei boren, en de Noord Zee,, zou fchoon gevaagd worden , wanneer de Spaanfcbe en Franfche Zeemacht opdaagde. Die hoop werd levendig gehouden, door de zekere berichten die men meerde te hebben, dat reeds zeevenéntwintig Spaanfcbe, en vijf Franfche Liniefchepcn, aat. Bet Canaal zich vertoond hadden , waarbij zich nog tien andere Franfche Liniefchepen onder den Admiraal La Motte Piquet voegen moesten ; dan hec ontbrak niet aan anderen, die, vernemende dat de Hollandfche Schepen zich met die Vloot veréénigen zouien, d >or de vrees bekropen werden, dat die goede uitzichten, als zeer wisfeivaliig, en onzeker zijnde, op een louter niets konden uitlopen. Reeds was bet in het midden van den Zomer, en nog was 'er met de in gereedheid zijnde Schepen, niets uitgericht. Het achterblijven van de Hulpfchepen maak-  der vaderl. geschiede ni>sf.n. 403 te het aan de e.ene zijde, hachliik, om iets van belang te onderneemen; en aan den anderen kant, veroorzaakte het niet uitloopen , een algemeen gemor over werkeloosloosheid. Dit laatfte deed de Prins befluiten, om aan den Admiraal Hartfinck te gelasten , eenen Krijgsraad te beleggen , en daar in te overwegen, of de gereedliggende Schepen, al of niet behoorden uit te loopen ? Naa alles gewikt en gewogen, de voor, en nadeelen tegen over elkander berekend te hebben , oordeelde de Krijgsraad, dat hst in de tcgemvoordige omflandigheden, ongeraden was, met het Esquader in Zee te loopen, en den Vijand oprezoeken, aantevallen, en de Koopvaarders eenen vrijen doortocht te bezorgen. (*) Dit befluit bij de Admi. (*) Het was bekent dat de Engelfchen wet grooter wacbt inde Noord-Zee zwerven 3 dan die van bet Esquader dat in Texel gereed was: men vondt het daarom hachlijk , zicb te wangen , en gevaar te loopen. om buiten ftaat te geraken , zioh met de Spaanfche en Franfche Viooten te kunnen veréénigen, die volgens beloften, wel draa  404 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEI?! miraliteiten overwogen zijnde , waren deze van het zelfde gevoelen, en dus bleef het Esquader binnen. De tijding inmiddels loopende, dat, een gedeelte der Vijandelijke Macht in een der Engelfche Havens binnengelopen was, deed op nieuw de vraag geboren worden, of men dat tijdftip niet behoorde waar te neemen, ten einde de Schepen uit Texel, met die van het V.ie te vereenigen? Dan men oordeelde het roekeloos, s Lands ontlu kende Zeemacht te waagen , zoo lang de verwacht wordende Canaaivloot, nog achter bleef. Weinige dagen naa dit befluit, vernam men uit de Engelfche Nieuwspapieren , dat de Vijandelijke Macht zich uit de Noord Zee 'grootendeels ver- draa opdagen zouden. Wanneer men de raadplegingen hier ever gehouden, opmerkend en onpartijdig nagaat, dan valt. 'er geene bedenking om ie befluiten, dat geen onwil om in Zee te gaan, maar het verbeiden van de beloofde hulp der Spanjaarden en Franfchen, de voornaame oorzaak was, waarom men het uitlopen niet raadzaam, oordeelde*.  der vaderl. geschiedenissen. ^05 verwijderd hsdt, weshalven de Prins oordeelde , die gelegenheid zich ten nutte te moeren maaken, om de Schepen in Texel, met die uit het Vlie te vereenigen: niettegenftaande 'er niet veel ftaat op de tijdingen te maaken was, en het uitzeilen aan veele zwarigheden onderhevig bleef, zoo befloot men echter om het te beproeven, en het was niet voor den zevenden van Hooimaand, dat het Esquader uit Texel, onder bevel van Hdrtfinck in Zee liep. Ongemeen groot was de blijdfchap en de verwachting die men nu had, dat 'er iets van gewichr, tot afbreuk van den Vijand zou ondernomen worden, zoo door eigen macht, als door die van de Franfchen en Spanjaarden, die volgens ioopende geruchten op de hoogre van Beijzant genaderd waren. Acht gewapende Oost Indifche Schepen , en drie Surinaamsvaarders , bevonden zich bij de .Vloot, die door Hartfinck buiten gevaar geleid zijnde, hunnen Cours vervolgden, maar Engelfche Co> voijen, of de Spaanfibe en ■Franfche Schepen vernam hij niet, en bleef dus in Zee zich ophouden, tot op de helft van  4CÖ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE van Augustus, toen een ftorm hem befluiten deedt, om binnen te loopen. Voor Gaats genaderd met eenige Schepen, kreeg hij order om aldaar te blijven wagten, tot de aankomst van de overigen, toen een nieuw opgeftoken ftorm en onweersbui, hem drong om binnen te vallen, het welk de kreet van Werkeloosheid, Plichtverzuim, en fchande lijk Verraad, niet weinig vermeerderen deedt. Min gewichtig zou dit laatfte geweest zijn, wanneer zich het misnoegen flechts bepaald had, bij eene onkundige menigte, of een zwerm van broodfchrijveren; maar toen de Staaten van Zeeland al mede over de onbegrijpelijke werkeloosheid klaagden, werd het gemor nog grooter. De Vroedfchap der Stad Leijden, (ten minften de meerderheid,) gaf de Gedeputeerden ter Dagvaart , eenen uitdruklijken last, om niet alleen te klaagen over de werkeloosheid, maar ook antwoord op tweeëndertig punten te vorderen , over een aantal gebeurenisfen, die zij breder voordroegen. Met driftvervoering werd dien flap van Leijden door  Dm VA DE RL. qESCHlEDBfïlMEtf. 407 door veele Leden toegejuicht, die bij het uitbrengen van hunne advijfen, eene taal voerden, die nimmer gehoord was, en waar Bij de Stadhouder niet onduidüjk gekenmerkt werdt, als de eenige oorzaak van 's Lands rampen. Zoo iets kon dus voor dezen niet verholen blijven, cn drong hem aan, om op den veertienden Augustus, zich te vervoegen bij de Leden van het Secreet Befoigne zich op de gevoeligfte wijze beklagende, „ Sints eenen geruimen tijd te verneemen „ allerhande Infimulatien, omtrent de kwaa,, de Direclie , Traag- en Werkeloosheid, fints „ het ontdaan des Oorlogs, met oogmerk „ om Hem voor geheel Europa te decriee„ ren, en bij de Natie in 't bijzonder ge„ haat te maaken , even als of hij, door „ een Attachement aan Engeland, dat alles „ niet gedaan had, wat in zijn vermogen „ was, tot afbreuk van den Vijand, en be„ fcherming van den Koophandel. Reeds „ voor lange zoude hij alle die Calumnieuze „ gezegden, of gefchriften , te keer gegaan, „ en den mond gedopt hebben, en van « zijn gehouden Conduite volledige ope- » ning  408 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE „ rring gegeven hebben, zoo niet de ge,, heimhouding van fommige Plans, zulks „ verboden had: doch nu ziende, wat 'er ., omging, en dat dergelijke Requifitien, ,, ook door andere Gewesten konden en 5, zouden gevorderd worden, zoo was hij „ aan zijne Eer en Reputatie verfchuldigd, „ opening van alles te geeven, en met on,, wederfpreekbaare bewijzen te toonen, „ dat het niet aan Hem te wijten was, dat ,, 'er zoo weinig was uitgevoerd." Men had nu ingevolge dit bericht van den Stadhouder, eene Juftificatoire Memorie te verwachten, waar uit men zoo kunnen zien, wat 'er al, wat 'er niet gedaan ware, en die te gelijk dienen zou, om alle onnodigevraagen , en gisfingen een einde te doen neemen, en wat was nu billijker, dan dat men dat ftuk eerst afwachtte, en zich onthieldt om 'er de Natie bevorens eene kwaade indruk van te geeven? Het tegendeel h\d echter plaats : Want toen de Staaten van Holland, te dien tijde eene Vacantie van drie weeken namen, en bepaalden, om aaa dezelve eerst wederom bij een te komen ,  PER VADERL, GESCHIEDENISSEN. 4G9 men, gaf dit ftof tot eene haatlijke ach*erdocht, als of men daar door het onderzoek, door de Gedeputeerden van Leijden gedaan, trachtte te ontwijken. De Post van den Nederrbijn, had de ftoutheid te zeggen: „ 'jgr „ zal viisfcbien binnen kort eene Jujïificatie ,, van den Stadhouder verfcbijnen, die volgens „ de regelen der kunst opgejleld, een opper„ vlakkig en gebrekkig verhaal zal bevatten, „ en misfchien niets bejlisfen, dat een antwoord 5» eP de gedaane vraagen zal kunnen genoemd j, worden, om \r niet alleen de Natie mede, „ te paaijen , maar ook om yer de meeste Ste,, den genoegen mede te doen neemen." Alvorens dit ftuk gereed was, kwamen de Staaten weder bij eén, toen de opgevatte ach-' terdocht, als geheel ongegrond kon aangemerkt worden, dewijl het voorftel van Leijden, wel ras in overweging kwam, niet alleen , maar nog daar en boven met vier vraagpunten vermeerderd werdt, en te gelijk eene Commisfie benoemd, om over dezelve met den S'adhouder in onderhandeling te treden. De Gijzelaar, van Staveren, van Zuilen van Nyevelt, Meerens en Eleis- 1 v*i)EÉr" s  00 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE wijk, waren de Perfonen die dezen hatelijken taak, niet zonder tegenzin van fommigen der Leden, op zich namen, die op den ierieh OBoher, in drie Koetfen, verzeld door twaalf Staaten Bodens, zich naar de Oranjezaal begaven , en hunnen last volvoerden. Zijne Hoogheid, begrijpende, dat hij niet gebonden ware, om aan de Staaten van Holland, (uit wiens naam deeze Commisfie fprak ,) verflag en verantwoording te doen, van iets, dat Hij alleen aan de Algemeene Staaten verfchuldigd was, gaf dit ombewimpeSd te kennen, en achtte het ge-even van verantwoording, des te minder nodig, daar hij eerstdaags gereed zou zijn, om II. II. Mog.-van alles omfiandig bericht te geeven, en dus liep deeze plechtige bezending op niets uit. Het duurde ook flechts vier dagen, toet: de F-'ins eene uitvoerige Memorie, ter Juflificatie van zijn gedrag, fints zijne komst aan het Beduur, ter Vergadering van de Algemeene Staaten inleverde , waar in hij, in een aaneengefchakeld Tafereel van zijne werkzaamheden , de Bondgenooten in het generaal, in fiaat ftelde, om  BiMacnt(HjftBg ziijt3 ROooKxm in't kuis zsfir bokcie.   DER VADERL» GESCHIEDENISSEN. ' 41 r om te kunnen oordeelen, waar aan de ongelukken van den Staat te wijten waren. Zijne Hoogheid fiatteerde zich, (en te recht) dat die Memorie en de daar bij beboerende origineele Stukken en Bijlagen, ten altoos DUurenuen monument^^verf rekken zouden', in de Registers van den Staat, van zijne bedoelingen en Vaderlandsliefde , en te gelijk van de ongegrondheid der kzvaade vermoedens, die men met al te veel fucces aan de Natie bad ingeboezemd, om deze tegen bem op te zetten, even als ware Hij de oorzaak der rampen, van een Vaderland, welks geluk en voorfpocd zoo onaffcheidelijk , aan die van Hem , en zijn Huis verbonden was. Jammer was het, dat dit uitgebreide werk te kostbaar was, om door de Natie algemeen gelezen te worden, daar het eigenaartig gefchikt was, om elk onbevooroordeeld en waarheidlievend gemoed te overtuigen, „ dat de „ Stadhouder niets onbeproefd gelaten had, „ om het Vaderland te brengen in eene ge„ fteldheid, dat het zich op goede gronden „ van deszelfs Vrijheid en Onafhangelijk„ heid kon verzekerd houden, Het bewees, Sa j, dat  412 'BEKKOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dat 'er geen Inactiviteit in zijn Beduur 5, aanwezig was : dat 's Lands Zeemacht 5, reecis vijftig jaar voor zijne geboorte, in het ,, diepst verval geraak;e: dat dezelve duts ,, het'uitharden van den Oorlog, zoo veel j, vermeerderd was, als de omdandigheden „ maar immer toelieten: dat de Prins, ten j, allen tijde , geholpen door den raad van 3, zulken, die door hunne radicaale quali- teiten, of door den aart hunner Ampten , 5, zijne Conflitutioneele Raadslieden zijn , al3, Ien ernst had aangewend, om met de 5, voorhanden zijnde Macht, een voor den Lande nut gebruik te maaken: en dat, 9, nu de uitkomst niet beantwoordde aan de 3, verwachting , de rede moest gezocht wor„ den in omdandigheden die geheel buiten „ Hem waren, en die, naa alle zijne ver„ geeffche en.herhaalde voordellen, boven ,, zijne, en alle menfchelijke krachten ge5, deld wa-en. Als Menscb, begaafd met „ een gevoelig hart, was Hij niet onver- fchillig omtrent beledigingen; als Burger „ en Ingezeeten van dit Vrij Gemeenebest, 5, had ook Hij, aanfpraak op de befcher- ming  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 413 „ ming der VVetren; en als geplaatst ?.an „ bet hoofd des Brftuurs, had Hij aanfpr; alt op het vertrouwen der Natie. Werden „ 'er onder dezelve gevonden, die uit een „ oude wrok ttgen zijn Hms en Beltuur, de Drukpers en de Conniventie der Over,-, heden misbruikten , om Hem op de fch;mj, dciijklle wijze, als een Verrader van zijn Vaderland afiefchilderen, Hij reciameer„ de daar tegen de Wetten en Piacaaten van den Lande, en kon zich niet verbeelden, dat Hij de eenigfte zijn zoude, waar omtrent men gedoogde, dat zijne Eer en goede Naam, aoo onrechtvaardig ,, en ftrfcfieloos werde bezwalkt en gefchon„ den." He Staaten Generaal, namen het Huk met genoegen aan, en deeden 'er alle de Gewesten een affchrifc van toekomen, maar het vervolg deed wel ras zien, dat het weinig nuts (lichtte, Waren er, die het als een meestefftuk , den verdienden lof gaven, zij werden overfchreeuwd door anderen , die het uitkreten voor een famenknoopfél van duisterheden, vermommingen, verzwijgingen, en twijfelachtige ofvalfche beS 3 wij-  4!4 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE zen. Eene uitfpraak, die echter niets afdeed bij verftandigen, en die ook niets afdoen zal , zoo lange alle de aangevoerde bewijzen en daadzaaken, niet op eene volledige wijze worden gelogenftraft. Waren 'er ondertusfchen zulken, die 's Prinfen Memorie zoo zeer tegenwerkten, en het gros der Natie tegen dezelve voor innamen, het ontbrak echter niet aan anderen , die de moeite namen, om den voor■naamen inhoud de Geest van hetzelve, beknoptelijk bij een te brengen , en voor eene geringe prijs van vier ftuivers voor den geringften Burger verkrijgbaar te maaken. Het Stukje werd f te Rotterdam gedrukt, en in groote getallen aan de Boekhandelaars ter verkoop toegezonden: een bedrijf waar in niets misdadigs kan gevonden worden, zoo men het recht, en de waarheid zocht, en beminde. En hoe werd dit befchouwd? De Regeering van Gouda hief wel hevige klachten over dit beftaan, aan: terwiji den Drukker over de uitgave van het Stukje, eene fcherpe Correctie , en bedreiging van ftraffe dulden moest.  DER VA DE RL. GESCHIEDENISSEN. 415 moest. (*) Dit deedt men omtrent een Stukje, dat niet anders dan den zaaklijken inhoud van een belangrijk Staatftuk was, en waar van de Stadhouder als Auiheur moest aangemerkt worden ; en dat in een tijd» waar in de fnoodlle Libellen openlijk, en ftraffeloos verkocht werden! Weik eene ongerijmdheid ! Nu zou men immers verwacht hebben,, dat de Hollandfche Commisfie, die op den derden OStaber , op de Oranjezaal hunnenlast volvoerd hadcie, hunn-n weetlusr in de Memorie zeive zouden bevredigd, en den Stadhouder van eene nadere gehoorgeeving tot zulk een tinde bevrijd hebben? dan, dae (*) Het was intusfchen te Gouda allee» met, dat men het leezen van dit Uittrekfel uit 's- Prinfen Memorie wraakte, en beletten wilde. Wij zelve ondervonden zulks ook te Haarlem , alwaar men zorgvuldig liet onderzoeken , of bet Stukje ook aldaar gezonden wns9 met aanzegging om in dat geval, Vr geene van te mogen verkopen, of op andere wijze» aan den Man te helpen. S- 4  416 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE dat leerd.' de ondervinding geheel anders, toen dezelve op den elfden O ft ober ten tweedemaale zich bij den Stadhouder vinden liet, om te vernoemen wai de oorzaak ware, dat aan h t dringend verzoek van den Koning vin Frankrijk, om Tien Oorlogfchepen van den Staat naar Brest te zenden, niet voldaan was? Alvorens echter van den uitflag dezer bezending vei (lag te geeven, zal het noodzaaklek zijn, de toedragt van deeze zoo veel geruchts gemaakt hebbende za;:i , hier konelijk op te geeven. Kiettegenflaande bij het vas,t ftellen van eene gemetnfch ppetfjke poging met de Franfchen , om de Engelfchen alle afbreuk te doen , bepaald was, dat Spanje en frankrijk eene geduchte Vloot, tot dat einde leveren zouden , en de Termijn van die hulp met den eerften November een einde nam, zoo leerde de ondervinding, dat 'er geduurende den geheelen Zomer niets van dat alles gebeurde. Hoe zeer dit veelen re. ds bevreemdde, zoo nam die verwondering niet weinig toe, toen men ontdekte, dat de Franfche Gezant La Vaugion^ uit naam van zijnen  DER VAOERL. GESCHIEDENISSEN, '&f nen Meester, een verzoek aan H. II. Mog. deed, om met den meesten fpoed, dadelijk tien Schepen van Oorlog naar Breit te zenden, ten einde eene zekere Expeditie te - helpen volvoeren. Het gerucht vermeldde , dat het waare oogmerk dezes verzoeks beftond, in eene voorzorg van het Franfche Hof, om in de O. of PT. Indien, den Vijand met nadruk te beftoken, of met de Franfche fchepen het Westelijk en Zuidelijk gedeelte van Engeland intefluiten, of de Convoijen te onderfcheppen. Hier te Lande, daar men den geheelen Zomer hulp verwachtte, vond men her vreemd, dat nu hulp ge* vraagd werdt: het bragt de S adhouder in geene geringe verlegenheid: want, werd het geweigerd, Hij vreesde het ongenoegen des Konings: en werd het toegeftaan , dan duchte hij , dat het gemis van tien Schepen, de Republiek aan veele gevaren biootihlde, voor al in het volgende voorjaar. Pen raad der lïce Admiraalcn Reijnst en Zoutman, en der Fiscaal en. Bi dom en van der Hoop, ingenomen hebbende, ftdd n dezen insgelijks zwarigheid in het toeftaan des verzoeks. s 5 Dan  41 o 3EKN0PT HISTORISCH HANDBOEKJE Dan II. II. Mog. of liever vier Provinciën, oordeelden dat men die Schepen zenden moest. Al lpoedig werdt den Vice Admiraal van Bylandt gelast, om het bevel over dien tocht op zich te neemen, die daarop de Capiteinen der Schepen tot den tochc beftemd , aan zijn boord feinde, en in een Krijgsraad onderzoek deed, of zij zich in gereedheid bevonden, om met den vereischten fpoed, de reize naar Brest te onderneemen ? met dat gevolg, dat de meeste Schepen door manquement aan Victualij, en andere Noodwendigheden , buiten ftaat waren, in zulk een vergevorderd jaargetijde, en met zulk eenen fpoed, dien tocht te beginnen. Wij zeggen met zulk eenen fpoed ; want zoo de Schepen niet voor den agtften OBober konden uitvaren, dan bleef de geheele Expeditie ongedaan , en het verzoek verviel. Dat dit gebrek aan Victualij, en andere behoeften, een vreesfelijk gemor en ongenoegen verwekte, was niet te verwonderen, daar de geheele Zomer die Schepen in gereedheid geweest waren, en men in allen gevalle, zoo veel voorraads niet behoefde tot zulk een  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. een korte reize: dan, aan wien was dit te wijten? Natuurlijker wijze aan de Admiraliteiten , wiens werk was, alles wat tot de uitrusting van Schepen behoorde, te bezorgen. Doch bij Holland begreep men het anders, en dien ten gevolge, ging de Commisfie, andermaal bij den Stadhouder, om hein daar over te onderhouden, voorzien met eene generaale last, om op alle zaaken onderzoek te doen. De onderhandeling was alles behalven vriendelijk: want zijne Hoogheid verklaarde , niet te kunnen denken , dat haar last eenige zaaken betrof, die nimmer punten van deliberatien bij hunne Lastgevers geweest waren , en, Hij oordeelde deswegens, aan hen geen verflag te geeven, nog verftag fcbuldig te zijn, nog verplicht tot hei geeven van verder antwoord. Gijzelaar , die de post van fpreeker waarnam , verklaarde zijn leedwezen hier over, en eindigde met te zeggen, dat zij Rapport doen zouden, doch niet voilden injlaan voor de gevolgen, die daar uit zouden geboren worden, cn dus vertrok de Commisfie met onverrichte zaaken. Dit alles was intusfchen gefchied, in prefentie S 6 vaa  420 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE van den Raadpenöonaris van Bleiswijk, aan Wien de Pruis naderhand beval, wel te ontbonden wat bij gezegd had, begrijpende, dat ie Commisjïe de paaien van haaren last was te buiten gegaan. Deeze deed dan ook Rapport, hetwelk volkomen goedgekeurt zijnde, dit gevolg had, dat, eerlang eene Commiifre benoemd werd, om deeze zaak naauwkeurig te onderzoeken. Naa drie jaaren lang gezocht, en onderzocht te hebben, (geduurend welke, de Stadhouder als de oorzaak van het niet zenden der Schepen, alomroe gebrandmerkt werd,) kwam 'er eindelijk een vrijfpreekend Rapport, opzichrelijk dien Vorst binnen, waar uit ten overvloede bleek, dat het gebrek aan behoeften, niet aan Hem, maar aan de Admiraliteiten te wijten was (*) Dus (*) Ons Plan gedoogd niet, om over die Zaak ons verdi r in te laaten , zulken onzer Leze ren , die daar van meerder hegeeren te weeten , leezen het Rapport en de lüüagen door die Commisfie ingehragt. Het Werk beftaat in niet minder dan drie Boekdeehn , en verjpreid , even als de Memorie van den Stadhouder, teer  DER VADËRL» GESCHIEDENISSEN. 4*1 Dus morrende en klagende, befchuldigende en ontfchuldigende, liep al vast het jaar 1782 ten einde! Alvorens het echter zijnen kring floot, ftak den Admiraal van Kinsbergên, met vier Schepen in Zee om te kruisfen. Dit kwam het Vaderland duur te Haan, want, een der Schepen, de Unie genaamd, zonk met man en muis in de diepte, terwijl de overigen, door eene» vreesfelijken ftorm, deerlijk geteisterd werden. Kinsbergên geene* Vijanden of Vrienden verneemende , viel in het begin van November, in Texel binnen. Capitein van Gennep had eenige dagen bevorens, de O. i C. Schepen uit Bergen in Noorxvegen, ook aldaar in veilige Haven gebragt, hetzelve deedt ook de Heer van der Beets, met de Vloot uit de Oost Zee, al het welke aan veelen hier te Larde , tot geene geringe vreugde ftrekte, die volkomen infteraden met het gevoelen van den Stadhouder, Zeer veel lichts, over het gebeurde in die dagen Jammer is bet maar. dat zulke plukken zoo weinig gelezen worden , door lieden dit waarheid Zoeken en begeerenl S 7  42 2 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE der, die van oordeel was; dat fchoon de Campagne van dit jaar min fchitterend was, dan de voorige, dezelve echter meerder nut en dienst voor het Vaderland had opgelevert. Wij hebben hier voren reeds opgemerkt, dat het heen en wedervaren der gewcone Paketbooten, tusfchen Ilellevoetfuis en Douvres, ondanks den ontvlamden oorlog, bleef voortduuren; dat veelen hier te Lande, een * kwaad oog op dat bedrijf hadden, en eene luide kreet aanhieven, dat door die Vaartuigen eene verraderlijke Correspondentie van hier, met Engeland onderhouden werdt; het zal daarom niet onnodig kunnen gerekend worden, een bewijs optegeven, dat die ongegronde argwaan, zelfs naa verloop van bijnaa twee jaaren bleef aanhouden; en- niets vuuriger gewenscht en begeerd werdt, dan dat één der Kaperfchepen, die flechts in gering aantal, nu en dan op buit uitgingen, éénen dier Paketbooten neemen mogt, ten einde als dan het vooronderftelde Verraad te ontdekken. Een Zierikzeefche Kaper Capitein Sextrocb genaamd, en in Oesober van uit de Haven dier Stad uitgezeilt, was  DER VA DER L. GESCHIEDENISSEN. 423 was de Man, die dit gewenscht geluk te beurte viel, daar hij een dier Koninglijke Vaartuigen, gevoert bij Capitein Flyn, ontmoette, en overmeesterde. Een ongemeene blijdfehap verwekte de tijding van dit geval, bij zulken, die zich vastelijk verbeeldden , dat men nu het kluwen ontwinden zou; 'terwijl zij, die belang bij de Brieven hadden, zich daar over niet weinig bekommerden. Commisfarisfen van 's Lands Posterijen , verzuimden niet, om aan Gecommitteerden Raaden voorteftellen, welke nadelige gevolgen het hebben moest, wanneer de Brieven niet aan hunne adresfen bezorgd werden, en dus deedt men een verzoek aan die van Zierikxee, om de Maal met Brieven naar Hellevoetjluis te zenden, van waar men dezelve met een onzijdig Schip, naar Engeland wilde vervoeren laaten. Dan, dit vond zwarigheid: de Staaten van Zeeland, van oordeel zijnde, dat nu welligt den onbehoorlijken handel met den Vijand blijken zou, uit een aantal van omtrent de 2000 Brieven , die van hier afgezonden , en nu in hunne handen gevallen waren. Men befloot  424 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE floot dus alle die Brieven dadelijk te doem openen, door den Heer Croifet, Secretaris s van 's Lands Posterijen, die fpoedig naar: Zeeland vertrok, om dien maatregel uit te; voeren. Zij werden allen geopend, enge-, lezen: en wat vond men? Niets, hetwelk' Zweemde naar eene verraderlijke verftandhsu- , ding! Oe Brii ven wer.-en dus weder verzegeld, en vervolgens naar Engeland afgevaardigd, ten fpreekende bewijze, dat 'er hoegenaamd geen (chijn van waarheid was, aan alles , wat men ov.-r her geftadig vaaren der Paketbooten, ond.r de Natie verfpreid hadt. Alhiewel de ondervinding geleerd h d, dat het gemeen (chappelijk voeren des Oorlogs, met de Franfchen, en de wederzijdfche med d eling der beraamde plannen, die voordeelige gevolgen niet opleverde, die men zich daar van gevormd had , zoo bleek het echter, dat de Regeering van Amfterdam, als nng van dLn Kant het groo fte heil verwachtte. Immers reeds lang voor hec beraamde Plan ten einde liep, gaf men de Gedeputeerden ter Dagvaart in last, het voor-  DER VADERL» GESCHIEDENISSEN, 425 voorftel te doen, om namens Holland, ter Algemeene Stafvergadering voor eft llen , dat men in tijds bedacht ware. om het gemeenfchaplijk ftrijdvoeren, voor het volgend jaar, bewerkftelligd te krijgen, en te gedjk bij het Franfche Hof aanzoek te doen,, tot het vernieuwen van het verdrag van Koophandel, ten jaare 1739, tusfchen den Staat en dat Rijk gefloten. De manier, waarop de Penfionaris van Eerckel dien last had ingefteid, euftfe fcherpe uitdrukkingen, in dat ftuk door hem gebezigd, veroorzaakten geene geringe verfchillen tusfchen de Gedeputeerden dier Stad, die vijf in getal waren, en waar van de meerderheid zwarigheid maakte, om, in allen opzichte dien last letterlijk uit te brengen. Niets was natuurlijker, dan dat het grootfte deel der Natie , de waare oorzaak van de huiverigheid der meerderheid niet wist, en dit had ten gevolge, dat veele heethoofdigen, die hande'wijze wraakten, en dat van de minderheid ten hemel verheften. Deskundigen dachreii 'er intusfchen geheel anders over, zij waren van begrip, dat daar het Engelfche.  426 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fche Minijierie zich niet ongenegen toonde, om over het herftel van Vrede te handelen, ook alles moest vermijd worden, wat aanleiding geeven kon, om dat heilzaam werk te ftremmen, en dat het zeer te onpas inkwam, bij het doen van een voorftel om de Concert te ageeren, zoo breedvoerig uitteweiden, aan de eene zijde over de intrigues van het Engelfche Hof, bij het bedoelen van eene afzonderlijke handeling; en aan de andere zijde, bij die gelegenheid zoo hoog in top te vijzelen, de fterkfte verzekeringen , dat men in Frankrijk niet fluiten zou buiten do Republiek. Koe dit Zij, de Propofitie werd gedaan, naar het gevoelen der meerderheid, en behelsde een algemeen voorftel , om de Liaifons die zoogelukkig tus/chen den Staat en Frankrijk ƒ'laats hadden, meer en me#r aan te kweeken, en dat men zich verzekerd hield, dat des Konings intentie ivas , geen Frede met Engeland te zullen aan, tan , buiten deeze Republiek , te meer, daar het zijne Majefteit behaagd bad te declareeren , de belangen van' doezen Staat, te zullen mr.inti-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 42/ neeren .' (*) Die veroorzaakte nieuwe twisten onder de Ingezeetenen , waar over elk op zijne wijze dacht, tot dat eindelijk de Vroedfchap het gedrag der meerderheid goedkeurende, een einde aan het gemor maakte. Maakte dit alles veel geruchts, niet minder deedt ook de opfpraak , die te dezen tijde verwekt werdt, door het baatzuchtig verraderlijk gedrag van eenen eerlozen guit, die, onder den fchijn van liefde tot het Vaderland te toonen; niets minder bedoelde, dan zijn beurs te vullen, door het aanbrengen . (*) De Heer van Berckel, (die zich zooveel heils van Vrankrijk beloofde') kon op dien tijd zeker niet denken, dat dat Rijk met Engeland f uiten, en de Republiek 'er buitenhouden zou. De rede was klaar, want Ver* gennes, had aan den Engelfchen Onderhandelaar Fitzherbert, verzekerd, dat men in alles Communicatief zou te werke gaan* Het vervolg deed echter zien, dat dit geen Euangelie was, en dus was het voorzichtig en- verftandig, dat de meerderheid bij het algemeene bleef.  428 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE gen van een gewaand verraad, dat nimmer belfond, en w^ar door hij niet aileen een loszinnig Jongeling in ongeluk Hortte, maar ook /ich zei en aan den Geesfelpaal bragi B hoeven wij hier te zeggen, dat wij dus fpreekende, meis anders bedoelen dan de zaak van dm Vaandrig J. E.de Witte? Waardoor de kreet van verraad aan de Landzijde, zich te ge:ijker tijd, met die ter Zee hooren liet Min het fcheimfiuk, meer de gevolgen die het had , verplichten ons de voornaamfte omftar digheden hivr op te geeven. Een Boomkweker Pieter van braktl gennamt, en te üioskoop woonende, viel op het fnood ontwerp, om de plaatshebbende achterdocht, wegens eene verfta.idiiouding met den Vijand, zich ten nutte ie maaken, door eerst zich van fchimbaare bewijzen van dadeiijk verraad te voorzien, en ais dan dezelve bekent te maaken, in de hoop en verwachting, dat men hem voor zijne Vaderlandsliefde wel rijkelijk beloonen zou. Tot dat einde begaf hij zich naar Zierikzee, alwaar het Regiment van Tzendoom te dier ti.d in bezetting lag, een gedeelte van het . zei-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 429 zelve was onder Commando van eenen negentien jaarigen Jongeling, den Vaandrig de Witte, naar een der buitenposten afgezonden, om aldaar bezetting te houden. Van Brakel, zich in de Herberg aldaar ophoudende, daar daaglijks de Militairen bij elkan der kwamen , leerde aldaar de Witte het eerst kennen en oordeelde hem juist gefchikt, tot volvoering van zijn fnood ontwerp. Door kleine gunstbetooningen van een glas wijns, of diergelijke, won hij fpoedig de vriendfchap van dien gevoeligen Jongeling, die wel ras aan Brakel blijken liet, dat hij niet ruim van geld voorzien was. Deze betoonde zich edelmoedig en milddadig, en ziende dat de Witte een Hefhu bber.van de Tekenkonst was , begeerde hij voor zijne vriendschap niets anders, dan het een of ander door hem getekend ftukie waar door hij aan den maaker gedenken kon, wanneer hij vertrokken was. Niets was natuurlijker, dan dat de Witte hem zulks niet weigerde, maar wie kan geloven, dat d ze , zich verplichtte tot het behulpfaam zijn in «ene gewaande Landing van 1500 Engelfchen ,  43^ BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE fchen, door zijne Batterijen te doen zwijgen , zoo als van Brakel voorwendde ? en ten bewijze dat hij de waarheid fprak, eenige onvolledige aftekeningen vertoonde, die de Witte, op zijne Kamer achteloos had laaten liggen, en door Brakel op eene oneerlijke wijze medegenomen waren? Hoe dit zij, zoo draa hij deeze Erouillons, in zijne macht had, verlaat hij Zeeland, en fpoed zich naar den Raadpenfionaris van Bleiszvijk, om het gewaande verraad, dat alleen in zijn eerloos brein beftond, aan te geeven, om daar voor de beloofde Prtemie van honderd Gouden Rijders te genieten. Dan, dit ging zoo vlot niet, als hij zich verbeeldde: Bleiswijk gaf kennis van de zaak aan Zijne Hoogheid i die dadelijk twee Officieren afzond, met last om de Witte te arrefteeren, en naar den Haage over te brengen, alwaar hij in de Provoost van de Generaliteit geplaatst werdt. Het bleek al ras, dat 'er aan de zijde van de Witte Lichtzinnigheid, en Plichtverzuim, maar aan de zijde van van Brakel een fchelmsch Bedrog plaats had, en dus werd deze in hechtenis genomen, naar verdien-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 431 dienften opentlijk Gegeesfeld en Gebrandteekend, voorts voor vijfentwintig jaaren Geconfïneerd, en tot eene eeuwige verbanning uit Vier Gewesten verwezen, maar ten aan zien van de Witte, had dit meerder nafleeps. Als Militair werd bij over zijn gedrag voor den Hoogen Krijgsraad verhoord: het geding in ftaat van wijzen gebragt, en het Vonnis over hem geftreken, alle welke Hukken, aan Z. H. ter goedkeuring werden overgegeven. Dan, deze was deswegens huiverig, dewijl de Afgevaardigden van Amfterdam, ter Vergadering van Holland in last kregen , om te declareeren, dat hunne Principaalen, het verrichtte van den Hoogen Krijgsraad, omtrent de Witte, befchouwden als een Attentaat tegen de Hoogheid en Souvereiniteit van Holland, daar de Judicatuure niet aan eenen MUitairën Richter, maar aan het Hof van Holland behoorde. Zij drongen des, dat de Gevangene dadelijk uit de Provoost ontflagen , en aan den Drosfaart van het Hof overgegeven werde. Dit voorftel werd wel ras in een Staatsbefluit veranderd, en vier Leden der Vergadering, benevens den Raad- pen-  432 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE penfionaris, verzocht, om op eene plechtige wijze Zijne Hoogheid van hetzelve bericht te geeven. De Prins, die boodfchap gehoord hebbende, gaf ten antwoord, dat bij de (lukken reeds aan bet Hof gezonden bad, em rede dat 'er anderen, geene Militairen zijnde, in betrokken waren: maar wat de Witte betrof dat volgens zijn oordeel-, deze door zijnen bevoegden Rechter was geoordeeld. Dit opende een nieuwe bron van twisten, want die van Zierikzee waren van gedachten, dat de Witte voor haare üedelijke Rechtbank behoorde; Vlisfi « daar tegen' was het met Holland eens, in welk begrip ook de Staaten van Zeeland {tonden. Dit alles deedt die van den Hoogen Krijgsraad befluiten , om de wettigheid van hun verrichtte , aan de Algemeene Staaten te betogen , waar in zij door den Stadhouder onderfteund werden. Intusfchen was het Advis van het Hof van Holland ge i caagd : en daar de Leden van dat Gerichtshof oordeelden , dat de zaak aan hun Collegie nehoorde, zoo Werd de Witte, naa alvorens verVallen verklaart te zijn, van zijne Militaire Post,  ÖER VADERL. GESCtlIEDEjNISSSN. 433 Post, aan het Hof overgelevert, en uit hcc Provoos'huis naar de Gevangenpoort overgebragt. Wij zouden geeu einde vinden, wanneer wij hier alles verhalen wilden, wat over die zaak ln alle de Gewesten te doen viel: de een oordeelde dit, de andere weder wat anders, en dus verliepen 'er bijna twee jaaren, eer de Witte den uhflag vernam, waarbij hij voor zes jaaren geconfïn;ert, en naa expiratie van dien, voor altoos uit Holland, Zeeland, Vriesland en Utrecht, gebannen werdc, in welken tusfchentijd, de twisten over de Militaire Jurisdictie tot eene hoogte gedreven werden, die alle verbeelding te boven ging, en waar in de Stadhouder niet weinig betrokken werd. (*) Was dit jaar aangenaam voor den Over- ijs- (*) Fredrik Adriaan van der Kemp, te dien tijde , Predicant bij de Doopsgezinden te Leijden , gaf zicb tot verwondering van veelen de moeite , om alles ivat tot de Militaire Jurisdictie betrekking bad, op te delven , en 'er twaalf Boekdoelen over uit te geeven, die greetJS gelezen werden, V. Deel. T  434 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOERJB ijsfelfchen Ridder van der Capellen tot den Pol, en voor den Penfionaris van Berckel, toen de eerfte wederom ter Staatsvergadering vsn Overijsfel toegelaten werdt, en de tweede wederom naar gewoonte in die van Holland verfcheen ; het was onaangenaam voor den Hertog van Brunstvijk, op wiens verwijdering men nu van verfcheidene kanten ten fterkften aandrong, niettegenftaande de Stadhouder, hem/ van alle plichtverzuim vrij kende, en de Koningen van Deenmarken en Pruisfen , zich zijner belangen aantrokken. Het werd hem zoo onaangenaam gemaakt , dat de Stadhouder, ziende hem niet langer te kunnen bevrijden, zelfs aanraadde, den Haage te ruimen, en in het Gouvernement, bknen V Hertogenbo;cb zijn verblijf te neemen, waar aan «hij eindelijk gehoor gevende, zich derwaarts begaf, tot groote blijdfciiap van veelen zijner vijanden , en geen gering hartfeer van den Stadhouder, die dag op dag, de grootfte onaangenaamheden ondervond , door de menigvuldige voorftellcn die 'er gedaan werden, om hem het benoemen der Magiftraatuure in  DER VADËRL» GESCHIEDENISSEN. 435 in de Steden, en het begeeven van Ampten, voorheen aan hem opgedraagen, te ontneemen, met welks vermelding wij nu ons niet vermoeijen willen, maar ons bepaalen tot eene opgaave , van het merkwaardigfte dat verhandeld werd, aangaande het werk des Vredes, waar mede wij deze Afdeeling, en ook dit Vijfde Deel onzer Gefchiedenis befluiten zullen. In Noord-America was het Krijgsgeluk de Engelfchen zoo ongunflig, dat zij' het eene verlies op het andere ondervonden. In Vrankrijk had men de Colonisten als een Vrij Volk reeds voor lange erkent, en fchoon men hier te Lande zulks vermijdde, zoo had den Oorlog die Engeland tegen den Staat begonnen had, en veele andere omHandigheden, de kans ten hunnen voordeele zoo zeer doen veranderen, dat, de Algemeene Staaten, hen ook als een Vrij en Onaf hangelijk Volk befchouwden, den Rotterdarafchen Burgemeester van Berckel (*) als (*) Deze was een Broeder van den Amfterdamfchen Penfonaris, die op een jaarwedde T a van  436 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE als hunnen geuoonen Gezant derwaards zendende. Dit alles noodzaakte h^t E* gelsch IVIinilterie , om willens of onwillens . een einde aan den rwist te maaken, en de Colonisten voor Vrij te erkenden. Men kwam eeh'er niet tot dien iÏ3p, dan onder deeze voorwaarde: dat alles eerst zijn beflag hebben zou, zoo draa de Vrede met Vrankrijk getroffen was. De on krhandelingen werden zoo geheim gehouden, tn met zulk eenen fpoed behandeld, dal 'er de Franfche Staatsministers niets van bemerk ft n, voor en al eer alles was üf^edaan: geen wonder des, dat men te Parijs vreemd opzag, toen dit ruchtbaar we;dt, en men aldaar nu ook met ernst begon bedacht te worden, om zich eenen verderffelijken en kostbaren Oorlog, van den halze te fchuiven door het gehoor geeven aan eene algemeene bevredig van 20.000 Guldens, en 04000 Guldens voor zijne uitrusting. met dien Post ver.erd werdt, en fpoedig de reize naar die Gewesten aannam , alwaar bij met alle eerbetooning zijne Geloef brieven overhandigde.  DER VADEPvL GESCHIEDENISSEN. 437 diging, waar toe d> Keizerin van Rusland, zich als Vliddelaresfe bijzonder genegen roonde. Het is bekend, dat de Engelfchen, alvorens rot dierf beflisfenden trap, omtrent de Noord Americaanen te komen , op alle mooglijke wijzen getracht hadden, eenen afzonderlijken Vrede, met de Staaten te fluiten, en dat Rusland Zulks begunftigde: maar het is ook niet minder bekend, dat men hier te Lande daar toe geene ooren leenen, en niets zonder Frankrijk toefteramen wilde, dat het ttngaas van eene afzonderlijke handeling ongaarne zag, en als nadeelig voor d.-n S aat befehouwde. Dan, nu veranderde de zaak van gedaante, alles beson zich te febikkvn tot eene algemeene bevrediging, en de Stad Parijs, was de plaats, alwaar rnen over dat grour en belangrijk onderwerp handelen zou. Het was op voordracht der Staaten vm Holland, d3t men befloot. dar gewjehn, werk, opziclulijk dezen Staat, niet alleen aan den gewoonen Gezant Lestevenon van Berkenrode op te dragen, maar 'er eenen tweeden bytevoegen , waar toe den Heere Gerard Bran,fin, Burgemeester der Stad Arnhem, en in T 3 li.  43? BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE H. H. Mog. Vergadering zitting hebbende, wel fpoedig benoemd werdt, die de reize naar Parijs dadelijk ondernam. De Minister Vergenves gaf zich alle moeite, om de gunstige gezindheid des Konings, ter bevoordering van den welvaart dezer Landen, ten breedflen uit te meeten, en dit deedt veelen hier te Lande denken, dat niet. flechts de door Frankrijk in bezit genomene Volkplantingen zouden terug gegeven worden, maar dat de Koning ook bewerken zou , dat Engeland vergoedde, al het verlies aan de Koopvaardij toegebragt, het welk men rekende meer dan tachtig Millioenen fchats te belo. en. Het eerde, namelijk terug gaave van de bezette Plaatfen, werd aangenomen, maar omtrent het andere, hadden veelen eene gegrondde vreeze, te meer, daar men al fpoedig vernam, dat onze Gezanten bijnaa niet gekent werden, in de aangevangene onderhandelingen. De Franfche, Engelfche, Spaanfche, en Rusfifche Gezanten, hielden onophoudelijk bijeenkomften, maar Lestevenon en Brantfen , werden tot dezelve niet toegelaten: een gedrag geheel tegenftrij- dig  DEK VA DEEL. GESCHIEDENISSEN. 439 dig met de gedaane beloften, en toen men 'er zich hier over bevreemd toonde, zoo gaf dit oorzaak, dat de Koning zich min of meer gebelgd toonde, over de achterdocht die men opvatte, even als of hij de belangen der Republiek niet genoeg ter harte narn, en verzekerde hij te gelijk op nieuw, dat men zich volkomen op zijne genegenheid kon verlaten. Dit alles ftelde de gemoederen gerust, en deed den lof der edelmoedige Franfchen, op nieuw ten Hemel ftijgen! Dan! hoe ras werd die vreugde getemperd, door de ontzettende tijding, dat op den 20 Januari] 1783, te Parijs, de Prseliminairen tot den Vrede gerekend waren, door de Ministers van Engeland, Vrankrijk env Spanje , en zulks alles buiten kennis van de Staatfcbe Gezanten, aan ivien de gejlotene Artijkelcn voorgelegt werden, ten einde zij, des begcerende , dezelve , zoo als die Jagen, onderteekenen konden. Dan , zij daar toe ongelast , wezen zulks van de hand , terwijl men echter in Frankrijk , als een gunstbewijs bewerkte , dat de Republiek T 4 on-  440 BEKNOPT HISTORISCH HANDBOEKJE order de Wapenftilftan 3 zou begrepen worden. Wie hoorde ooit trouwloofer handel dan even dit bedrijf9 Was het wonder, dat veelen dte zich nimmer zoo iets verbeeld hadden , en alles goeds van Frankrijk hoopten, als van den Dorder getroffen waren? Daar brak de rietft. f waar op men zoo zeer leunde , en 'er kwam van alle die gehoopte voordeden van Frankrijk even zoo min het bedoelde nut, als van de Gewapende Neutraliteit, waar over de Noordfcbe Mogendheden zoo veel oj liefs gemaakt hadden! Nu moest men, even als de Hond tot zijn uitbraakfel wederkeeren , en bijzondere Onderhandelingen beginnen, die men ten genoegen van Frankrijk, nog korts geleden v rwierp, en dat met een Volk, dat men niet ophieldt te vloeken! Het grootfle verfchïlpunt, v/as de Vrije Vaart en Handel door de Mohikkifche Eilanden in de Oost, waarop de Engelfchen nu aanfpraak maakten , daar zij door voorige Tractaaten van uitgefloten waren. De Kamer van XVII , dit horende, was niet weinig bekommerd voor den uit- fiui-  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 44I fluitenden Handel der Maatfchappij, en was van oordeel, dat men ter Engelfchen begeerte moetende inwilligen, den handel eenen doodlijken flag werd toegebragt, en toonde in een uitvoerig vertoog, dat het afftaan van Negapatnam , niet alleen voor dit Land, maar ook voor Vrankrijk hoogst nadelig zijn zoude. Zij vonden her onbillijk en hard, dat de Vrede, zou bevorderd worden, alleen ten koste van de Maatfchappij: zij vreesden, dit zou den val derzelve ten gevolge hebben, en daar aan was den val van veele Steden verbonden, ten flotte verzoekende, dat // H, Mog., toch alles beproeven wilden , om Engeland van dien eisch te doen a'zien. Veel faadplegens veroorzaakte dit bij de Staaten van Holland, alwaar men bij de meerderheid befloot, dat door H. H. Mog, aan Fitzherbert moest toegevoegd worden. i° Dat men aan Engeland geen af/land zon kunnen doen. 2° De Vrije Vaart op den voet van de Gewapende Neutraliteit. 30 Eene behoorlijke Schadevergoeding, Dit alles kwam fpoedig tot een befluit, en werd het oogenbbkiïjk naar Parijs gezonT 5 den:  442 BEKNOPT HISTOR1SCHHANDB0EKJE den: dan, in plaats dat men die voorwaarde aldaar billijkte, zoo fcnroomde Vergen' nes niet, zijne verbaasdheid te doen blijken , over de weinige toegevendheid die men nu gebruikte: „ het fcheen (zei hij) ,, dat men liever den Oorlog, dan de Vre,, de begeerde. Hoe gaarne men ook alle ,, opofferingen wilde ontwijken, men moest „ met de omftandigheden raadplegen: met ,, moeite had hij het re Londen zoo ver ge- bragt, dat de Engelfchen van Trinconomale ,, afzag n, maar Negapatnam dat was hem onmoogiijk geweest: had men iets om 'er tegen te ftellen, het had zich beter „ gefchikt, doch daar dit thans het geval „ niet was, moest men buiten dat, geene bevrediging hoopen. Vrije Vaart op gron„ den van de Gewapende Neutraliteit, hier „ aan twijffelde hij zeer; ook moesten H. „ H. Mog. zelve, het recht der Onzijdige „ Vlag doen respcctees en: en wat de Seha- vergoeding betrof, die befchouwde hij ,, als hopeloos." Kranke troost voorzeker ! Men zag ru duidlijk waar het heen liep: men moest van twee  DER VADERL. GESCHIEDENISSEN. 443 twee kwaden , een kiezen , dat is , men moest met Engeland blijven Oorlogen, zonder eenige hulp te verwachten: of, men moest zich die harde eisfchen laaten welgevallen, en alles toegeeven. De Minister Vtrgennes was onbefchaamd en trots genoeg, om de Gezanten, bij gelegenheid dat zij de zoo dikwils gedaane beloften, (van niet te zullen fluiten buiten de Republiek,) aan hem herinnerden , te zeggen „ dat elke „ Mogendheid zijne Convenienüen moest „ Combineeren : dat de Koning daar toe „ genoodzaakt was, en naa een eind van „ zaaken verlangde : het was alleen aan „ gunst te wijten, dat men het Tractaat „ nog niet finaal gefloten had, hetwelk men „ opzetlijk vertraagd had, door het zen,, den van Couriers aan Rusland en de Kei„ zer, om daar eene Mediatie te vragen „ die onnodig en onnut was," Onverdraaglijke taai voor een Vrijgeboren Nederlander! doch men moest zulks dulden, om dat men het niet weeren kon. Bidden, Smeeken, vond geen ingang, en dus werd het ongelukkig, verdeeld, en gefolterd Vader-  444 b: knopt historisch handboekje derland, aan zich zeiven overgelaaten , gehoond door Vrienden , vertrapt door Vijanden. Meer dan zes tncand'n werden 'er gefleten, met eisfchen en Wedereisfcheir, ook met Mn bieding v.-in eeniK irider gedeelte der O. J. Bezittingen dan Negapatnam, of eene fomme geld-; m iar all?s was vruchtloos, de Engelfchen bleven onverzettelijk, en de Franfchen deden niet anders dan aanhoudend dringen, dat men in alles bewilligde. In dezen befluitelozen toefhnd bleef men in den Haage. tor den agtcntvointigften Augustus, toen een Courier- uit Parijs afgezonden, mer arerdviuchr kwam aanrennen, de tijding brengende, dat de Republiek terstond moest befluiten , of dat anders Vrankrijk en Spanje met Engeland, zonder de Republiek fluiten zouden. De derde dag van Septcmb r, was het tijdftip, dat bepaald was tot de teekening, dus moest men voor dien tijd gereed zijn: geen wonder des, dat men dien zelfden agtentivintigflen Augustus, de Algemeene Staaten zag bijeenkomen, die met Vier Stemmen beflooten, om de voorgelegde Pr