DE ABT DE L'EPEE, GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL.  PERSONAADJEN. DE abt de l'ePEÊ. julius, Grave d'Harancour, bekend onder den naam van Theodorus \ doof en ftom. dariemont, oom van moeders zyde, en voogd van Julius. St. al me, éém'ge zoon van Dariemont. fr/nval, Advocaat. Mevromve franval, moeder I \van Franval, clementia, ZUStef \ Düpré, gewezen Kamerdienaar. dubois, Kamerdienaar van Dariemont. dominicus , oude huisbediende van het huls van Franval. mar [Anne, weduwe van een gevezen Portier in 't hótel d'Harancour (*)• Het fluk /peelt te Touloufe. (*) Men was eertyds in Frankryk gewoon de buizen der Groten niet den geflachtsr.aam van derzelver eigenaren aanteduiden. Deze gewoonte is nog beden ten dage, in weêrwil derpogingen van den omwentclingsgeest daartegen , hier en daar in zwjng. de vertaler.  DE ABT DE L'EPEE, GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL, Gevolgd naar het Fransch van » J. N. B O U I L L Y, Lid der Maatfckappy van Kansten en Wetenfchappen. Zedelyk Schouwtooneel, yde Deel, 2de Stuk. Te AMSTERDAM, i *y de wed. j. D O L L, in de Kalverftraat. 1800.  „ Notus in fratres animi paterni. hor. L. I. „ Ik heb my fteeds betoond vervuld te zyn met eena „ vaderlyke liefde jegens royne broeders."  VOORBERICHT. El ene Voorreden voor dit Tooneelftuk te fchryven — waartoe zoude dit nodig zyn ? Het is in Frankryk met de grootfte loftuitingen ontvangen, en kier is bereids eetfs ieders mond vol van deszelfs treffende fchoonbeld. Genoeg zal het zyn aan het Bataafsch Publiek kortlyk medetedelen, hetgeen de fchryvers van de Esprit des Journaux Vr van gezegd hebben. Deze beoordeling komt op het volgende neder: „ Dit Stuk, kortllngs op dit tooneel [Théatre Francais „ de la Republique] gegeven, is met den besten ultjlag „ bekroond geworden ; men kan zelfs zeggen, dat, in zeer „ langen tyd,geen Schryver een1 diergelykenheeftmogen „ erlangen. Wy voegen ''er by, dat dit fiuk Intusfchen „ vooroordelen, die hetzelve konden benadelen, heeft te „ overwinnen gehad. Byna alle de aanfchouwers konden „ bezwaarlyk geloven, dat de deelneming zoude kunnen l worden gaandegehouden,gedurendevyïBedryven, met „ iemand, die eene hoofdperfonaadje zyn moest,en ech* „ ter  VOORBERICHT „ ter noch [preken, noch hetgeen gefproken word, vet' „ fiaan kon. Deze perfonaadje is niettemin dlkwlls op „ het tooneel, en byna altyd met eene kracht en leven„ digheiidie bezwaarlyk te voorzien is. Het is altyddoor „ hem en door de onderric htlngen, die hy geeft, dat de ,, bewyzen zyner geboorte zich ontwikkelen en tot volle„ dlgheld gebragt worden. Alle de tusfchenlnvallende „ gebeurenlsfcn zyn zo natuurlyk, dat de aanfehouwer, ,, zyn's ondanks, 'er het levendlgst deel In moet nemen. „ Het hart en het verftand worden onophoudenlyk bezig ,, gehouden: het hart bovenal is 'er dermate in aange„ daan, dat het zich geene Verlichting kan verfchajfen dan door menigvuldige tranen, die de ogen der aan„ fchouwers vervullen. Elke rol heeft het karakter, dat ,, haar eigen Is en alles komt daarmede overeen tot aan „ het einde. En offcheon 'er, op weinige ultzonderln„ gen na, éénheid van wil omtrent het hoofd-onderwerp ,, In heerfche, zegt echter de één nimmer Iets, dat niet „ met zyne rol overeenkomt of het geen beter geplaatst rt zoude zyn in den mond een's anderen. Het is door dit ,, middel alleen, dat de fchryv er eene ééntoonlgheid heeft „ weten te vermyden, die onvermydelyk fcheen, zo als „ hy ook , door de eenvoudigheid en het natuurlyke der „ tusfehenkomende voorvallen, het belang heeft weten ,, gaande te houden, welk altyd vermeerdert, zonder „ dat de minfle fchyn van fabelachtlgheid het zelve af „ breekt of de verbeeldingskracht des aanfehouwers 1% „ beweging brengt. Dit  VOORBERICHT. „ Dit Blyfpel, aan welk f echts eenlge weinlgbcdulden„ de verbeteringen ontbreken, mag als eene der besten „ gerekend worden, die var. deze mrt aan hetl'ransch „ Tooueel aanwezig zyn. Maar het zal altyd ep het „ toonecl zelf in zyn vaan licht fchitteren? Esprit des Jouraaux voor de Maand Nivofc. pag.aao enz. De grote fpoed, welke met het afdrukken dtxer vertaling heeft moeten getaaakt worde», ten einde dezelve, nog gedurende het tegcriwt*rdig fpett-faifoen, opdtnifederdultfchen Schouwburg te Amfierdam tttnk kunnen worden vertoond, heeft my bulten de mogelykhetdgefield de proeven met de verelschtenaauwkeurtgheidnatezien; het welk dan ook veroorzaakt heeft, dat 'er eenlge 011naauwkcurlgheden en drukfeilen zyn ingefopen, welker verbeteringen op de volgende bladzyde zullen kunnen gevonden werden. S. J. Z. WISELIUS. DRUK-  D R U K-F E I L E N. Peg. Reg. flaat: moet zyn: g, 9. nasr bed. na bed. 5. 14. naar Parys na Parys. 6. 25. haar ademhaling hare ademhaling. 7. 2. bevreesd bevreezd. 9. 3. ennuwyflapennog en nu (lapen wy nog. 11. 5. begonden begonnen. 17. in't curcyf, wiens handen hy kust, wiens handen hy kuscht. 25. 13. vreesde vreezde. 31. in't curcyf, fry kust hy kuscht. 32. in't curcyf,//y leest Hy leezt. 33. in't curcyf, tfy wyst Hy wyzt. 35. in't curcyf, Zy last Zy leezt. 36. 1. gene geene. 38. 3. verbaasdheid vcrbaazdheid. 47. in't curcyf,;/«ar hem na hem 48. 13. ik vreesde ik vreezde. 49. 12. naar myn voedfterliwg, na myn voedfterling. 53. in't curcyf, loost loozt. 57. 7, ongeveinsdheid ongeveinzdheid. 59. 1. leest leezt. 61. in Noot C*) gene geene 63. iuid. ons vaderland gene ons vaderland geene. 64. ibid- verbaasd verbaazd. 77. 5. naar Franval na Franval. : 79. 10 gene tekenen geene tekenen.; 10G. in 't curcyf, Fruval Franval. D E  Ja.jii, zie daag dat Ieedt£keii,mutrfttm £k myn leven •verfchulditfd ben;   DE ABT DE L'EPEE, GESCHIEDKUNDIG BL TSPEL. EERSTE BEDRYF. Het tooneel verbeeldt een openbaar plein van de flad Touloufe; ter zyde, aan de linkerhand des aanfchouwers,ziet men de voorgevel en den ingang van't gewezen hotel d'Harancour; aan de andere zyde en recht daar tegen over, is het huis van V ge/lacht van franval. St. al me komt in een morgengewaad, eerst alleen uit het hotel; hy blyft onbeweeglyk in 't midden destooneels flaan , en vestigt zyn gezicht op een der kruisramen van het huis van Franval. dub 01 s, een ogenblik daarna uit het hotel komende, Wie had immer kunnen denken, Mynheer, dat gy alreeds waart uitgegaan ?.... Hy hoort my niet; hy is geheel en al.... Wanneer men bemint, heeft men geene A her* EERSTE TOONEEL. St. alme, dub0is. hy is in livrei.  2 DÉ ABT DE L'ËPÉÊj hersfenen; men ziet alles en men ziet niets: men hoort alles, en men hoort niets. St. al me uit zyne mymering ontwakende en Dubois ontwaar wordende. Ha, zyt gy 't, Dubois? dubois. Ik kon u fchoon in uwe kamer lopen zoeken. St. al me. Wat wilt gy van my? dub 01 s. Ik kwam Mynheer bericht geven van 't onderhoud , *t welk hy my had aanbevolen met Dupré te hebben. St. alme; Hebt gy hem doen uitkomen omtrent de voornemens van myn' vader? Hy alleen is de eenige vertrouwling van alle deszelfs geheimen; d u150is; Het is waar, men zag nimmer meer ëen'kamerdienaars die zulk eene naauwe gemeenfchap met zyn'meester had. St. alme. Welnu? dubois. Welnu, mynheer, ik heb uwe bevelen ten uitvoer gebragt; en ik heb alles vernomen. St. alme, levendig. Myn vader, zonder twyfel.... dubois. Hy is ongemakkelyk uittehooren, die lieve roynheerDupré,, St< al-  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. % St. alme onverduldig. Wat gaat my dat aan ? Zeg my alleenlyk.... dubois. Hy is daarby Zo droefgeestig, zo mymerend!... Men zou zeggen, dat Hy de knaging wegens eene kwadèdaad in zyn gemoed omdraagt. St. alme. ,. : Hy?... Hy is de eerlykfte mensch! Zeden zo langeri tyd dat hy in den dienst van myn vader is.... Maar ter aaak; ik gebied het u. dcbois; Gy moet dan weten, dat gister avond, wanneer eeri ieder naar bed was gegaan, ik in de kamer van Dupré ging, onder voorwendzel van licht te krygen; ik bragt toen behendiglyk het gefprek op de oogmerken, dia men heeft aangaande uw volgend leven; ik vernam, dat uwe gisfingen maar al te wel gegrönd waren; en dat mynheer uw Vader bereids bevelen gegeven had voor üw huwlyk met de dochter van den prefidentd'Argental. St. alme. Hemel! Ben ik ongelukkig genoeg! dubois. De juffer is niet mooi; neen, zy is niet mooi.... maar zy is de eenige dochter van den eerften magiftraats-" perfoon van Touloufe en deerfgenaamevan eenonnoemlyk vermogen. St. alme. Wat raakt my de rang van haaf vader en wat geve A 2  4 DEABTDEL'EPEE, ik om hare fchatten? Dat alles kan niet opwegen tegen een' enkelen aanblik van Clementïa. DUBOIS. Het is waar, dat die jonge dame bekoorlyk is... maar, zo gy my geloven wilt, mynheer, moet gy het ontwerp, dat gy hadt gevormd, om haar te trouwen, varen laten. St. ALME. Ik de hoop opgeven van haar te bezitten! DUBOIS. Mynheer uw Vader zal nimmer zyne toeftemming geven dat gy haar trouwt. St. ALME. Wel waarom'?.... Is zy „iet de dochter van een' magiuraat perfoon, wiens nagedachtenis by een iegelyk in eere is? De zuster van den vermaardften Advocaat van Touloufe, wiens vriend ik het geluk heb te zyn? Zyne moeder, het is waar, zedert langen tyd weduwe en zonder vermogen, krygt haar onderhoud van haren zoon en kan geene huwlyks gift aan Clementia geven; maar heeft zy die nodig, daar haar de natuur met hare' zeldzaamfte fchatten befchonken heeft? DUBOIS. Die fchatten zyn goed voor u , mynheer; maar voor den Heer Dariemont, gy weet hoe zeer hy op't geld gezet is. St. ALME. ö Wat haat ik dien dodelyken rykdom, die een' af- fiand  GESCHIEDKUNDIG B LTS PEL. 5 ftand heeft te weeg gebragt tusfchen Clementia enmyL.. Myn vader eertyds eenvoudig een koopman en een middelmatig vermogen bezittende zoude het als eene grote eer gerekend hebben my te verbinden aan de dochter van den Drosfaard Franval; maar zeden hy in 't bezit is der goederen van den jongen d'Harancour, wiens oom en voogd hy is, is zyne ziel geheel en al der eerzucht overgegeven en kent den weg niet, die tot het waarachtig geluk leidt. dubois. Ik heb de oude bedienden van het hotel dikwils van den jongen Graaf d'Harancour horen fpreken.... Was hy niet doof en Hom geboren ? St. alme Juist zo; myn vader bragt hem, voor omtrent acht jaren, naar Parys, om de lieden van de kunst over zyn gebrek te raadplegen; maar of men hem geneesmiddelen boven zyne krachten gegeven hebbe, of dat de natuur te menigvuldige pogingen hebbe moeten aanwenden , hy ftierf althans daar in de armen van Dupré, die alleen myn' vader vergezeld had. dubois. Nu verwondert het my niet meer, dat ik Dupré zo dikwils zie (laan vóór de fchildery van dat kind, welke in de voor-zaal onder de andere fchilderyen van de familie hangt. St. alme, gevoelig. Dat is zeer natuurlyk; de jonge Graaf was de eenige telg van een aauzienlyk geflacht, by welke Dupré A 3 lan-  f DE ABT DE L' E P E E, langen tyd trouw gediend had... Myn arme kleine Julius! wat hielden wy veel van elkander! Ik was hem myn leven verfchuldigd. Met welk een' moed fteldehyzich voor my in de bresfe !.... nooit, neen , nooit gaat hy uit myn hart. Hy was ten naasten by tien jaren, en ik omtrent de twaalf, toen men ons fchcidde. Het is als of hy nog op dezen ogenblik vertrekt.... hykondeniet (preken, die ongelukkige; maar zyn voorkomen was zo veel betekenend!.... Alle zyne bewegingen waren, zo verftaanbaar! hy drukte my zo tederlyk in zyne armen! .... men zoude gezegd hebben, dat hy een voorgevoel had van my voor de laatfte reize te omhelzen... Ach dat hy niet nog leeft! Ik zoude een' vriend te meer hebben: en myn vader zoude als dan minder vermogend zynde my heden niet beletten, de echtgenoot van dementia te zyn. DUBOIS. Mynheer is ongetwyfeld wel zeker, dat de jongedame zyne liefde beantwoordt. St. ALME. Gy weet wel, dat ik alle ochtenden by haren broeder in zyn kabinet ga, om my in de rechten verder te oeifenen; dementia verzuimt nooit daar by ons te komen en daartoe gebruikt zy duizend vernuftige voor? wendzelcn, welke de liefde alleen kan ingeven.... wanneer hare ogen de myne ontmoeten, begint zy te blozen, haar ademhaling word trapsgewyze moeilyker Wanneer zy tegen my fpreekt, aanftonds verandert hare Item,  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 7 {rem, hare lippen beginnen te beven; men zoude zeggen, dat zy bevreesd is zich een geheim te laten ontglippen... By aldien dit alles geene liefde is, aan wql■ ke fterkere bewyzen, aan welke zekerere tekenen zal men haar dan immer onderkennen kunnen? DUBOIS. Ik moet niet te min de vryheid gebruiken hierop aantemerken, dat mynheer, alvorens iets te ondernemen, eene uitdrukkelyke toeftemming hebben moet van haar, die hy bemint en bovenal de toeftemming harer familie, St. ALME. Van die haar's broeders ben ik wel vooraf verzekerd. Franval is al te fcherp ziende, om niet bemerkt te hebben , dat ik Clementia aanbid; en by aldien hy myne neiging voor zyne zuster niet goed keurde, zoude hy dan zo veel voor my over hebben? Zoude hy my met zo veel vriendfehap behandelen? Al wat ik vreze is het karakter van hare moeder, DUBOIS, De lieve vrouw is een weinig oplopend en eigenzinnig. St. ALME. Mevrouw Franval, uit een beroemd gedacht gefproten, bezit eene fierheid, welke die myn's vaders nog verre te boven gaat; maar haar zoon heeft zo veel invloed op haar, dat hy 'er ligtelyk in zal flagen,"om alle de zwarigheden uit den weg te ruimen en om haar myne liefde te doen goedkeuren. (De deur van V huis van Franval word geopend: Dominions komt te voorfchyn.~) A 4 D U-.  * DE ABT tE L'EPEE, dubois, onderwyl dat Dominicus de deur fluit. Ik zie daar hun' ouden huisbediende; laat ons hein doen babbelen: dat zal niet moeilyk zyn. Trachten wy ook nog ons te verzekeren omtrent de gevoelens der jonge Clementia. TWEEDE TOONEEL. de vorige, dominicus. dominicus, vrolyk en fnappende. H o! ho! ik verwachte niet u hier zo vroegtydig te vinden. (Tegen Dubois, hem de hand drukkende?) Goedendag , buurtje! (Tegen St. Alme?) Het is waar, dat de ochtendlucht het bloed verfrischt, de denkbeelden bedaart en op uwe jaren.... (Grlnnikkende.) En zo als het fpreekwoord zegt, liefde en rust kunnen moeilyk zamen huizen. ^ dubois. Hoe wat wilt gy daarmede zeggen Dominicus ? dominicus, altyd grinnikkende. 7At hem daar eens met zyn fchynheilig gezicht... Ho! ik heb goede ogen; en niet tegenftaande myne zestig jaaren, gevoel ik my fterk genoeg, om het de-n doorfiepenften minnaar te zetten, my het fpoor byfter te maken. (Tegen St. ■ Alme, die onophoudenlyk zyne ogen gevestigd houdt op de vengflers van het huis van Franval?) Gy wacht, dat men zich voor het kruis-raam vertone?.... Wy zullen ons daar zo ras niet zien laten.... Wy zyn tot  GESCHIEDKUNDIG B LTS PEL. p tot twee uren in den ochtendftond opgebleven, om de mooije versjes die gyop de herftelling onzer gezondheid gemaakt hebt, op de guittnr te fpelen; en nu wy flapen nog zeer denkelyk dromende van derzelver maker. Ha ! ha! ha! ha! < St. alm e. Uwe vrolykheid ontwapent my, myn goede Dominicus , en doet my het veinzen geheel en al ftaken: Ja, ik aanbid uwe fchone meesteres. dubois. En het is juist van die liefde, dat ik mynheer genezen wilde. dominicus. Genezen! En dat waarom ? dubois. Gy, Dominicus, die zo veel ondervinding hebt, moet, zo wel als ik opgemerkt hebben, dat mejuffer, Franval verre is van voor mynheer dia zelfde gevoelens te koesteren, welke zy hem inboezemt. dominicus, fpotachtig. Ei! gy hebt dat opgemerkt ? dubois. Zeer duidelyk; het valt terftond in 't oog. dominicus, op den zelfden toon. Welnu, gy zyt fcherp ziende. Goede Hemel welk een aardige fnaak om de menfchen door en dpor te zien! St. alme. Zoudt gy menen het tegendeel opgemerkt te hebb,en? A do-  *Q DE ABT DE L' E P É E, dominicus. Dat myne jonge meesteres, u hemint Wat zeg ik u beminnen?.... Dat is nog niets, mynheer, zy denkt niet meer, zy doet niets meer, zy leeft niet meer, dan alleen voor u. St. alme, zeer levendig. Hoe! het zou mogelyk zyn! dubois, fiil en kern terug houdende. Bezit u zeiven, zo gy alles wilt weten... (Overluid.) Maar zeg eens, Dominicus, welke bewyzen hebt gy van hare liefde ? dominicus. Welke bewyzen? Ik heb er duizend Al ware 'er niets meerder dan de ziekte welke ons voor eenige maanden dreigde, ons haar te zullen ontrukken;... Wienriep, zy elk' ogenblik in hare ylhoofdigheid ?.... Mynheer St. Alme. St. alme, met een trapsgewyxe toenemend gevoel; Zy riep my! 1 dominicus. Wnnneer zy de lyst nazag van de perfonen, die naar den ftaat harer gezondheid kwamen vernemen, by welken naam hield zy, roodwordende, op?.... By dien van mynheer St. Alme. St. ALME. Zy wierd rood!.....  GESCHIEDKUNDIG B LTS PEL. 11 dominicus, den zwakken toon nabootzende van een jong meisje, dat van eejie zwaarc ziekte begint te hgrfielkp, „ Hy is dan gekomen ?" Zeide zy ray mei die engelachtige Hem, welke gy weet, dat zy heeft? „ Ja me- „ juffer Dikwils?... Alle uren!.... En hy heeft „ getoond? ó! De leyendigfte deelneming, dete- „ derde bezorgdheid"... Terdond begonden hare verZwakte leden te trillen, tranen van gevoel bevochtigden hr.re fchone ogen, en haar lieve mond, waar het aanbiddelykde glimlagchje weder op te voorfchyn kwam, Uet zich deze woorden ontvallen;,, Ik bevind my beter... „ veel beter.... Ik gevoel dat myne gezondheid weder. ?, komt " (GrinnikkendeS) Ha! ha ! ha! St. alme, zyne ontroering met moeite ver-, bergende. Het is gewis, dat alle deze omdnndigheden dubois, haastiglyk. Volgens myne gedachten niet voldoende zyn, om, mynheer te verzekeren.... dominicus. Eü het is niet voldoende?.... En dat gefchil, welk ik eens op een' dag met haar had (Uit al zyn vermogen lagekende.') Ha! ha! ha! ha!.... Ik moet 'er nog om lagcheu. St. alme. Wat dan? do-  12 DE ABT DE L'EPËE, dominicus. Ik kom, volgens myne gewoonte, binnen, om hare kamer op te redderen, zy was bezig om een portret in miniatuur te voleindigen en werkte met zo veel belangneming, dat zy geen mêer acht op my floeg, dan of ik honderd uren van daar geweest ware. Ik nader zachtjes. ... Niets is zo vermakelyk, dan verliefden te befpieden. St. alme. Wel nu? dominicus. Ik werp de ogen op betfchilderftukje, en ik herken u. St. alme, in vervoering. Ik was het! dominicus. Gy zelf.... „ he!" riep ik met eene onwillige beweging uit, „ wat is dat weigelykende"... „ Vindt gy dat" zeide zy, verfchrikt en in eens met werken ophoudende — „ Men moest blind zyn, mejuffer, omniet „ te zien, dat het — Wel wie?... Wel! mynheer St. „ Alme" — „ Mynheer St. Alme" hernam zy, verlegen en op een fpytigen toon, „ hy is het niet; het is „ fnyn broeder, dien ik, uit het hoofd, heb willen „ uittekenen." — „dat kan wel, mejuffer; maar dan „ hebt gy zonder twyffel den een' voor den ander' ge„ nomen, want ik verzeker u, dat het mynheer St. AI„ me is, op en top."— „En ik houde (taande, dat het „ »yn broeder is; dat bet niemand anders dan myn broe- 5» der  GESCHIEDKUNDIG B LTS P E L. 13 „ der zyn knn"... En daarop verborg zy het portret in hare borst en ging, voor de eerftemaal van haar leven op my verftoord, de kamer uit.... Ha! ha! ha! ha! ha! St. alme. Wat zyn my alle die kleine omftandigheden dierbaar! dominicus. Maar al pratende met u vergeet ik.... St. alme, hem tegen houdende. Nog een ogenblik, myne lieve Dominicus, nog een ogenblik!.... Gy gelooft niet welk een genoegen gy my verfchaft. dominicus. Waarlyk, ik gelove het wel; maar gy gelooft ook niet met welk eene menigte boodfchappen ik overlnden ben. Het is Mevrouw hier, Mynheer de Advocaat daar.... en boven dat alles, Mejuifer wachtuvoor- al, mynheer, haar te doen vermoeden, dat wy zamen gepraat hebben; want zy zoude een leven tegen my maken! het is, ziet gy, dat de jonge meisjes eene zekere manier van bemianen hebben, eene achterhoudendheid (Tegen Dubois hem de hand drukkende.) Tot wederziens, behendige verfpieder, mynheer, de fcherpziende dienstvaardige! zult gy nog volhouden dat uw meester niet bemind is ? Wat hebt gy het duidelyk opgemerkt; wat loopt dat in 'toog?.... Ha! ha! ha! ha! ha! (Ily vertrekt langs den achtergrond dei Tooneels.') DER*  H DE ABT DE L'É P E Ëj DERDE T O O N E E L: St. ALMEj dubois; St. alme; W^elnu Dubois ? dubo is. Welnu mynheer; men beantwoordt uwe liefde metdë tederlte weder - min; niets is duidèlyker. St. alme; Én men zoude my aan eene andere, dan aan Clemen- tia verbinden willen!.... Nooit, neen nooit i dubois-. In dat geval moet men ras op middelen bedacht zyn; om mynheer' uw' vader in zyne ontwerpen te fluiten; Hy is heerschzuchtig en oplopende : De ogenblik van bcflisfing zal hevig zyn, ik voorzeg het u. St. alme. Gy zyt hét , die' my in deze gewichtige onderneming moet helpen. dubois; Hoor hiér dan myn raad.... Vooreerst moet gy op 't gewone uur by mynheer- den Advocaat Franval gaan; hem kennis geven van uwe liefde voor zyne zuster en' van het befluit dat gy genomen hebt, om haar te trouwen} vervolgens uwe gevoelens aan het meisje, in tegen-  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 15 genwoordigheid haar's broeders, verklaren; beider toeftemming trachten te verkrygen ; en terftond daarop moet gy by den Prefident d'Argental gaan, aan wiens dochter men u wil huwen; hem, met dien toon, welke u zo eigen is, deel doen nemen in uwe omftandigheden; en langs dien weg de voornemens van mynheer uw vader in derzelver bron tegengaan. St. ALME; Gy hebt gelyk... Ja, ik keur uw ontwerp goed.... Zodanig eene onderneming is by uitftek netelig; maar ik zal zo veel eerbied betonen zo veel rondborstigheid !.... De eerfte Prefident is billyk en gevoelig; hy zal in myn verdriet deelen, hy zal myne liefde ter harte nemen: ó! ja hy zal ze ter harte nemen zyri hótel is twee (tappen van hier; ga naar het uur vernemen , dat hy my een byzonder onderhoud kan verlenen; vervolgens moet gy my een welvoeglyker kleed helpen aantrekken. » DUBOIS. Ik kom in een' ogenblik wederom. (St. Alme gaat weder in het hótel; Dubois vertrekt langs eene der zyden van den achtergrond des tooneels: terftond daarop ziet men de f Epée en Theodorus van de andere zyde te voorfbhyn komen.') VIER-  ifS DE- ABT DE L'E PEE, VIERDE T O O NE E L. de l'êPÉE, theodorus. Z'y komen van den achtergrond des tooneels op, naar alle zyden rond ziende. Theodorus gaat de l'Epée vooruit en treedt voort in de hevigfte gemoeds beweging. Hunne fchoeizels zyn met ftof bedekt en hunne houding die van Heden, die van eene langdurige reize komen : de oude man heeft een' knobbellgen fok in de hand. theodorus. Tekenen, die te kennen geven, dat hy de plaats, waarop zy zich bevinden, herkent. d e i'üp é E. Aan die fchierlyke gemoeds beweging, aan die ontroering, welke zich in alle zyne trekken zien laat, kan ik niet twyfelen of hy herkent dezen oort. theodorus, naar alle zyden rond ziende. Tekenen , die nog duldelyker het voorgaande te kennen geven. de l'iPÉF. Zonde ik ten laatften den eindpaal myner lange en moeilyke nafporingen bereikt hebben? theodorus. Hy befchouwt het hótel d'Harancour , treedt eenlge flappen voorwaards na de deur, geeft«eri fchreeuw en komt verflikt door aandoening ia de armen van de l'Epée terug ylen. de l'ji p é e. Welk een doordringende fchreeuw!... Hy haalt ter na au-  GESCHIEDKUNDIG B LTSPE L, 17 naauwernood adem... nog nimmer zag ik hem in zulk eene gemoedsbeweging. theodorus. Snelle tekenen , aanduidende dat hy het huis zyrfs geflachts herkent Q*). de l'epée op het hótelwyzende. Ja,het is voorzeker ddar, dat hy het leven heeft ontvangen.... Plaats, die ons zaagt geboren worden; lieve plekjes, waar wy onze kindsheid doorbragten, nimmer verliest gy uwe rechten; geen mensen is 'er op aarde, wien, u wederziende, het hart niet van vreugde klopt. theodorus. Tekenen, die zyne erkentenis voor de FEpée uitdrukken, wiens handen hy kust, d e l'e p é e. Tekenen, die te kennen geven, dat hy het niet is, wien hy moet bedanken; maar God alléén, die zyne pogingen heeft befiuurd. Theodorus knielt terftond op eene knie op den grond en drukt door zyn gebaardenfpel uit, dat hy den hemel bidt, de beste zegeningen over zynen weldoener uitteftortcn. De FEpée voorover gebogen en blootshoofds , zendt de navolgende ultboezemlng ten hemel, O Gy, die de ontwerpen der fterflingen naar uw welbehagen beftuurt, Gy, door wien ik wierd aangevuurd tot deze gewichtige onderneming, Almachtig God , ontvang (*) De eene hand op de andere leggen, en dtzelve zamenvoegen, met de vingers uitgejlrekt in den vorm van een dak, vervolgens met ie rechterhand de ligchaamsgeflaltc aanduMen van ein kind van «mme en hy de twee voeten hoog. B  ti .DE ABT DE L'E PEE, vang hier de dankzeggingen eens grysaards, dien gy onophoudelyk befchermdet, en van dezen weez', wiens tweden vader gy my gemaakt hebt!.... Wanneer ik myne verplichtingen naar behoren heb vervuld, als myne onderwerping aan uwen wil, en myn arbeid eenige aanfpraak op uwe goedertierenheid verkregenhebben; verwaardig u dan om al de beloning 'er van te doen nederkomen op dien ongelukkigèn; laat ik in zyn geluk myne vergelding vinden mogen! (Zy richten zich op en vallen in elkanders armen.') Vernemen wy intusfchen aan wien dat hótel toebehore... (Tekenen, tegen Theodorus,dle het hótel wil lntreden,doch dien hy tegenhoudt.(*) FT F D E T 0 0 NEE L. de vorige, dubois opkomende langs die zyde van den achtergrond des tooneels, langs welke hy vertrokken was. de l'ëp ée ter zyde. Zie daar iemand, die misfchien ons zal kunnen onderrichten... (Tegen Dubois, naTheodoorus door een teken geboden te hebben zich in acht te nemen.) Kunt gy my ook zeggen, hoe dit plein genoemd word? duCO Aanduiden door een gebaardenfpel een' jongman, die zich aanmeldt en welken men wegjaagt zonder hem te willen te woord paan. Theodorus doet op zyne beurt zien, dat hy ie TËpte begrepen heeft en zich aan zynen raad onderwerpt.  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. ip dubois, hen opnemende. De Heeren zyn vreemdelingen , naar 't my toefchynt?... Gy zyt op 't plein van Saint-Georges. de l'e p é k. Ik ben u verplicht... (Dubois, die ziek wil vernederen, tegenhoudende.') Nog één Woordje, bid ik u kent gy dat grote hótel?... dubois, hem met meerdere oplettendheid befchouwende. Of ik het ken ? Ik woon 'er zedert vyf jaren. de l'epÉE. Ik konde my niet wel beter dan aan u vervoegen.... Men noemt het...? dubois. Het is het oude hótel d'Harancour. de l'epÉ e, op een veel betekenenden toon. Het hotel d'Harancour! dubois. Thans toebehorende aan mynheer Dariemont, in wiens dienst ik ben. Theodorus. Gedurende deze zamenfpraah, gaat hy op nieuw het hótel befchouwen en leundt tegen de deur, 'met zichtbaare tekenen van vreugde en vertedering. d e l'e pép. En wie is die mynheer Dariemont ? dubois, terzyde. Wel wat al gevraag.... (Overluid.') Wathyis?.... b - de  «o DE ABT DE L'E PEE, de l'e p é e. Ja, zyn rang, zyn beroep ? DUBOIS. Zyn beroep ?.... Ik weet niet, dat hy 'er een heeft, of het moest dat wezen van een der rykfte inwoners van Touloufe te zyn; maar ik word gewacht; en gy zult aiet kwalyk nemen de l'epée. Het zoude my leed doen u een' ogenblik vanuwebezigheden aftehouden. dubois, heengaande terzyde. Zy zyn wel nieuwsgierig die vreemdelingen. (Hy treedt in het hótel.) de l'ipee, hem met de ogen volgende. Hy is verre van de dryfveder te kunnen raden, die my verplicht hem alle deze vragen te doen... Verliezen wy geen' ogenblik; en zoeken wy terftond eene goede herberg op... Dat hótel, welks naam gewis die is van een oud gedacht dezer grote ftad, die Dariemont, die 'er thans bezitter van is, dat alles moet in Touloufe bekend zyn; laatenwyons van alles wel doen onderrichten: (Hy drukt Theodorus die met zekere nieuwsgierigheid by hem terug komt, in zyne armen.') Wanneer Theodorus gevoelige ouders heeft, befchreiën zy gewis nog heden zyn verlies: wat zoude het my een genoegen zyn hem in hunne armen temg te brengen!... Is hy het dachtoffer geweest van ondeugende menfchen, geef dan, ö Voorzienigheid, dat ik hen moge ontmaskeren en hen doen  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 21 doen verdommen, ten einde den menfchen te doen zien, dat 'er geene misdaad is, welke gy niet vroeg of laat doet aan den dag komen, en dat niets uwer eeuwige gerechtigheid ontfnappen kan. (Hy vertrekt langs den achtergrond des tooneels en neemt Theodorus met zich, ■wien hy eenige tekenen geeft en die, onder het heen gaan , herhaalde reizen, naar het hótel omziet. De gordynvalt.~) Einde des eerften Bedryfs. B 3 TWEE*  22 DE ABT DE L'E PEE, T W E E D E BEDRYF. Het tooneel verbeeldt het binnenfte des kabinets van Franval; aan de eene zyde ter s'linkerhand van den aanfchouwer ziet men eene fchryftafel, op welke een glas ■met bkemen ftaat; hier en daar liggen boeken, bordpaplere kaarten en bundels met geding/lukken, welke laatjle ter halverblad gevouwen en met rood band samengebonden zyn. EERSTE TOONEEL. FRANVAL. Hy is in een' nacht-rok en heeft pantoffels aan; hy is vóór zyne fchryftafel gezeten en heeft verfchelden paplere» in de hand, D eze zaak, welker éénige beflisfer men my gemaakt heeft, is my geen ogenblik uit de gedachten.... 'Er kan geene gewichtigere zyn voor de maatfchappy, geene roemrykere voor myn beroep: het komt 'er op aan om twee echtgenoten, die met elkander in oneenigheid zyn, te hereenigen.... Men ziet 'er te veelen, helaas!.... ó myn leeftyd! ó myn Vaderland! Ik zal myne (tem verheffen tegen dat alvernielende misbruik, dat u onteert en u ten gronde richt; ik zal tot den bodem de,s afgronds toe doorzoeken, ten einde 'er de diepte van aan  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 2$ aan te toonen; en wanneer het eigenbelang en de valfche wysbegeerte zich tegen my verzetten, wil ik dezen befrryden met de zedenlykheid in rouwgewaad en de beledigde natuur aan myne zyde; ik zal tot myne hulp hebben het hartfcheurend fchouwfpel van duizend en duizend verlaten kinderen en den aartsvaderlyken kreet van alle hoofden van geflachten. TWEEDE TOONEEL. franval, clementia: zy is eenvoudig, maar viet [maak gekleed-, en heeft een teene mandje met bloemen in de hand. clementia. Goeden morgen, broeder! franval. Goeden morgen, Clementia. (Zy omhelzen elkander.") clementia. Ik kom u nieuwe bloemen op uwe fchryftafel brengen. (Zy neemt de bloemen, die in het glas ftaan, weg en zet de verfche, welke zy in haar mandje heeft medegebragt, in der zeiver plaats. franval. Hoe? Zoude ik anderszins niet wel tot werken gefiemd zyn? Eiken morgen nieuwe bloemen en een' kus van myne beminlyke zuster.... (Glimlagchende.) Ik ken een' jongen rechtsgeleerden, wien deze artzeny ten sninüen zo heilzaam als my zyn zoude. £4< cle-  JH DE ABT DE L'EPËE, clementia, verlegen. Wien dan, lieve broeder? franval. Wien?... wordt maar zo rood niet. (Hy flaatop, neemt haar by de hand en geleidt haar op den voorgrond des tooneels, haar fterk aanziende.') Clementia ? clementia, hare ogen nederflaande. Lieve broeder! franval. Die bloemen zyn my wel dierbaar... uwe kusfen my wel aangenaam Maar dat alles zoude geen aantrek- lykheid meer voor my hebben, by aldien gy'er niet nog by voegt Clementia. Wat toch ? franval. Uw vertrouwen kom, uwe ziel is te zuiver, dan dat men niet gemakkelyk indezelve zoude kunnen lezen..., clementia. Voleindig niet. franval. En waarom zoudt gy zulk eene geoorloofde neiging ontveinzen? Vereenigt St. Alme niet in zich al wat beminnenswaardig mag genoemd worden ? clementia, met eene trapsgewyze klimmende openhartigheid. Dat is 't geen ik gemeend heb in hem te befpeuren. franval. Ik wil niet van zyn voorkomen fpreken.... Cl»  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 25 CLEMENTIA. Wat is Tiet zelve veelbetekenende! franval. Van zyne houding..... CLEMENTIA. Wat is die edel en deftig! franval. Ik fpreek alieenlyk van zyne hoedanigheden.... kan men wel ronder, wel beminlyker van'karakter zyn, dan hy is? Welk fterfling bezat immer meer van die gaven, welke voor eene echtgenote de onbedrieglyklte voortekenen zyn des huwlyks geluks ? CLEMENTIA. Dat is het geen Ik dikwils tegen my zelve gezegd heb. franval. In één woord, hy bemint u CLEMENTIA. Gelooft gy ?... • franval, fpotachtig En gy zelf zyt dit, niet eens ontwaar geworden ? CLEMENTIA. Ik vreesde my te bedriegen. franval. Gy bakent dus, dat hy 11 dierbaar is ? CLEMENTIA. Ach broeder! lieve broeder 1 gy hebt my myn geheim ontrukt. (Zy werpt zich in zyne armen.') B 5 DER-  2fJ DE ABT DE L'E P É E, DERDE TO O N E E L. de vorige, St. alme, kostbaar gekleed. St. alme, tegen Franval, wiens hand hy drukt. Goeden dag myn vriend!.... (Tegen Clementia met zichtbare gemoedsbeweging.') Mejuffer ik heb de eer uw dienaar te zyn! franval, op een' vrolyken toon. Wat is hy al vroeg in den ochtend uitgedoscht! Deze opfchik geeft grote ontwerpen te kennen. St. alme, met ontroering. Gewichtigere zyn'er voor my zeker nooit geweest. franval, ernflig. Wat is er dan gaands? clementia. Gy fchynt ontfteld ? St. alme. Wie zoude het in myne plaats niet zyn ? Ik ben wanhopende. clementia. ó Hemel! St. alme, tegen Franval. Nimmer, myn vriend, had ik uwe hulp zo zeer van noden, als thans. franval. Verklaar u St. Alme. clementia. Ik hinder u, misfchien... (Zy wil vertrekken^) St.  GESCHIEDKUNDIG B LTSPEL. 27 St. ALME. Neen, neen blyf; ik bid 11, blyf..... Ik heb daar eene ontmoeting met myn' vader gehad! FRANVAL. Hoe dat zo? St. ALME. Nog weergalmen in het binnenfte myner ziel, de verfchrikkelyke bedreigingen, waarmede hy my heeft overladen. En dat waarom? Om dat ik zyner eerzucht niet kan voldoen.... Wierd daartoe niets anders dan myn bloed, dan myn leven gevorderd, gewillig zoude ik het 'er voor opofferen; maar voor altyd afftand te doen van het geen men bemint, zyne eerfte liefde te verzaken!.... (Gemoedsbeweging van Clementia, die de ogen nederflaat.) Wrede ouders, die onze neigingen aan uwe grilligheden wilt onderwerpen, hebt gy dat recht van de natuur ontvangen; en zyn wy uwe kinderen flechts om uwe ftachtoffers te worden ? FRANVAL. Bedaar, myn vriend, bedaar; en onderricht my verder. St. ALME. Het is betreklyk dat huwlyk, waarvoor ik zo beducht was en waarvan ik u meer dan eens gefpr-oken heb.... Myn vader geeft my te kennen , dat hy wilde, dat binnen drie dagen alles afgedaan ware „ Binnen drie „ dagen antwoordde ik:" nooit, neen nooit!... Op deze woorden, die my myn' 's ondanks ontvallen zyn, }s myn vader zo driftig geworden, dat noch myne ver-  23 DE ABT DE L'E PEE, ontfchuldigingen, noch myne gebeden hem weder toe bedaren hebben kunnen brengen..., Eindelyk indenoodzakelykheid gebragt my te verklaren en in de hoop dat de naam van haar , die ik bemin, zyne gramfchap ontwapenen zoude; heb ik hem bekend, dat myn hart eene keuze gedaan had en ik heb Clementia genoemd clementia. Wie, my? St. alme, voor haar op de knieën vallende. Het is my niet langer mogelyk het u te verzwygen; gy zyt het... ja gy alleen, die ik bemin; die ik al myn leven zal beminnen; en by aldien gy u wilt verwaardigen goed te keuren.... clementia, piet de grootfte tntfieltenis, en St. Alme opheffende. Wat heeft mynheer uw vader op deze bekentenis geantwoord? St. alme. „ Zy is fchoon," zeide hy op een'onthutlten en verlegen toon; „ ja, zy is uwer keuze waardig... Maar ik heb over u befchikt, gy moet haar vergeten." — Het is my onmogelyk: — en ik drukte zyne handen tegen myn hart. — „ Onmogelyk!" hernam hy met eene vrezelyke Item; en als toen zyner oplopendheid den vollen teugel vierende, heeft hy my de zielgrievendfte verwytingen gedaan, my met zynen vloek bedreigd; hy heeft my geboden zyn byzyn voor altyd te ontvlieden. .. Op dat verfchrikkelyk gebod begon myn bloed te  GESCHIEDKUNDIG B LTSPEL. te koken; myn verftand wierd verbysterd: ik begon te vrezen 'er niet langer meester van te zyn; en om het denkbeeld van uit het hart eens vaders verbannen te zyn , eeniger mate te kunnen dragen, ben ik myne toevlucht in dat myn's vriends komen zoeken. franval,hem in de armen drukkende. Ja, uw vriend, die 'er zich een' plicht van zal maken u met zynen raad by te ftaan... De eerfte, welken ik u geve, St. Alme, is die van die gevoeligheid, welke u van het fpoor doet dwalen, te matigen; en van niet te vergeten, dat men eenen vader moet eerbiedigen.... tot in deszelfs dwalingen toe. St. alme. Hy meende my met zyne bedreigingen te overbluffen; maar deze hebben niets anders uitgewerkt,dan my nog meer gehecht te maken aan de neiging, die my bezielt. Nimmer heb ik meêr liefde gevoeld; nimmer is Clementia my fchoner te voren gekomen; en zo gy beiden uwe toeftemming geeft.... franval. Het ware my zonder twyfel zeer aangenaam geweest u den echtgenoot myner zuster te zien, de namen van broeder en van vriend te kunnen zamenfmelten.... Clementia zelve.... CLEMENTIA. Broeder!... franval. En waarom hem eene bekentenis te weigeren, die al-  30 DE ABT DE L'E PE E, alleen in ftaat is zyn verdriet te verzachten ?... Ja, St. Alme, welke uwe gevoelens voor Clementia ook zyn mogen, gy geeft ze Hechts in ruiling voor die, welke gy haar hebt ingeboezemd. St. alme. Het is dan waar!... ik word bemind! (Tegen Clementia.') Ach! om aan zo groot een geluk te kunnen geloof flaan, is het volftrekt noodzakelyk, dat Clementia zelve 'er hare verzekering byvoege. clementia. Vermits myn broeder alles bekend heeft is het my niet langer mogelyk het te verzwygen; ja gy zyt my dierbaar! ó Zeer dierbaar!... Maar waaromumyn hartsgeheim te ontdekken, daar toch Mynheer uw vader 'er zich tegen fielt.... St. alme, ak in de drankenfchap der innerlyke vreugde. Ik zal hem wel weten tot bedaren te brengen, zyn onbuigzaamheid, zyn's ondanks, te beteugelen; niets is onmogelyk voor hem, die tot zich zeiven zeggen kan: „ Clementia bemint my"... Ach ! zo ik zo even, voor dat ik die bekentenis gehoord had, de gramfchap een's vaders durfde wederftreven; met welk eene kracht zoude ik het dan thans niet doen?..,. Op alle zyne aanmerkingen, op alle zyne oplopenheden zoude ik niets anders antwoorden, dan: „ Clementia bemint my, myn ,. vader; Clementia bemint my!".... Maar ik vergeet, dat ik by den Prefident d'Argental gaan moet Hy kan, meer dan iemand, my in myne ontwerpen behulpzaam  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 31 zaam zyn.... ik zal hem vertederen.... ik zal tot in zyn hart indringen... en! wie zou kunnen weigeren belang te nemen in hem, die, zo als ik, zeggen kan: Clementia bemint my !.... (Hy kust haar de handen verfcheidene reizen en vertrekt met overhaasting.') VIERDE T 0 0 NE E L. .franval, clementia. franval. w " at gaat hy by den eerden Prefident uitvoeren en Welk kan zyn voornemen daarmede zyn? clementia. Ik ben zeer beducht,dat zyne overgrote levendigheid hem de eene of andere onvoorzichtigheid zal doen begaan. VT F D E T 0 0 N E E L. "de vorige, dominicus, hebbende vele grote boeken onder den arm. d o-minicus. jVïevrouw, uwe moeder laat vragen, of men heden in uw kabinet zal ontbyten ? franval. Gaarne. clementia. Gy hebt haar dezen ochtendnognietgezien, broeder; gy weet hoe zeer zy op alle die oplettendheden gefield Is. frak-  32 DE ABT DE L'E PEE, FRANVAL. Ik heb zo vele bezigheden gehad!.... Kom ik ga haar van hare kamer halen en haar mynen arm aanbieden , om beneden te komen. CLEMENTIA. En ik ga fchielyk het ontbyt gereed maken. (Zy ver* ■ trekken beiden.) ZESDE T O O NE È L. DOMINICUS, na de boeken op de fchryftafel gelegd te hebben. Foei!.... Als ik dezen morgen geene twee uren door Touloufe heb rondgelopen, mag myn naam geen Dominicus wezen.... laat ons eens zien, of ik alle myne boodfchappenverrichtheb; (Hy haalt een klein memorieboekje uit den zak.) Want Mevrouw zou zonder twyfel wel zeggen: „ Myn Hemel wat is die oude lobbes ,, vervelend! Hy heeft volftrekt geen geheugen meer!".... (Hy leest.) „ Voor eerst te gaan aan 't huis van Me„ vrouw, de echtgenote (*) van den Prefident d' Ar- „ bancas, en by den Prior Yan St. Marcus Dezel- ven (*) In 't oorfpronglybe fhat Prifideitte; maar alzo by ons, ten minsten in de meeste departementen dezer republiek, de vrou- . wen nimmer genoemd worden naar de waardigheden harer mannen , heb ik dit woord niet anders kunnen vertalen. ■ DB VERTALER,  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 33 ven van wegens mevrouw nodigen.... dit alles heb ik verricht.... vandaar aan te gaan by den Boekverkoper van mynheer, om de boeken te halen.... daar zyn Zy, (Hy wyst op de boeken, welken by op de fchryftafel gelegd heeft.') „ Vervolgens by den Deurwaarder Prestolet en hem aan te zeggen, dat hy alle vervolgingen zal hebben te ftaken tegen de lieden in de voorftad, wier huis is afgebrand, en dat dezelve bereid zyn de gevraagde zes honderd livres te betalen.... Ik wil wedden, dat het mynheer de Advocaat is, die in 't geheim deze fora verftrekt, om dat ongelukkige huisgezin te redden.... (Ferder voortlezende.) „ Verders in de St. Laurentiuslh-aat te gaan en twee Louizen van wegens de juffer ter hand te ftellen aan de weduwe van den oude« Portier van 't hotel d'Harancour".... De lieve, arme vrouw, wat heeft zy al zegeningen over onze jonge juffer uitgeboezemd.... het is Waar, zy voorkomt alle hare behoeften en dat met eene befcheidenheid, eene naauwgezethéid!... Maar men komt, haasten Wy dns, (Hy gaat eene kleine ronde tafel halen met een marmer blad, welke tegen het fchutdeek ftaat en brengt dezelve op den voorgrond des tooneels.) C ZE-  34 DE ABT DE L'E PEE, ZEVENDE TO O NEE L. dominicus, franval, Mevrouw franval, clementia. Dominicus gaat een blad halen, op welk enige koppen ft aan, met alles wat tot een ontbyt behoort; hy zet het zelve op de kleine tafel neder. Mevrouw fr anval, op den arm haar's zoons leunende. Ja, myn zoon,'er zyn weinige geflachten binnen Touloufe, die ouder zyn, dan het uwe.... Ik hoop datgy u des altyd waardig gedragen zult, hoe zeer gy flechts Advocaat zyt. franval. Dat beroep, myne moeder, kan niet, dan hem, die het oeffent, vereeren.... hy zy , wie hy zy. (Zy gaan rondom de tafel zitten: Clementia dient het ontbyt voor.) Mevr. franval. Het is my onverdraaglyk, ik kan het u niet ontveinzen, dat gy niet Drosfaard zyt en dat ik u uwen voorouderen niet mag zien opvolgen; maar ongelukken en de onrechtvaardigheid der menfchen hebben my genoodzaakt dien post by den dood uw's vaders te verkopen. franval. ^ En dit heeft my door eenige bekwaamheden eene achting doen verwerven, welke ik anders niet zou zyn verfchuldigd geweest dan aan de vooroordelen en aan 't geval. Mevr.  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL 3S Mevr. franval. Ik weet wel ,dat gy een' der eerfte rangen in de pleitr zaal bekleedt; maar het is toch verminderen, mynzoonj het is toch verminderen. dominicus, een mandje met vruchten en kleine broodjes brengende, welk hy op de tafel neder zet. Tegen Mevr. Franval. Daar is een brief, dien de kamerdienaar van mynheer Dariemont my voor mevrouw heeft ter hand gefield. franval, op eetf veel betekenenden toon. Van mynheer Dariemont! Mevr. franval, den brief openende. Wat wil die man van my ? (Zy zet haren bril op en leest.) „ Vergun my, mevrouw, my te mogen vervoe„ gen tot u zelve, om de heiligfte rechten terug tevor,, deren".... Wat of hy zeggen wil? (Tegen Dominicus.') Laat ons alleen. (Dominicus vertrekt.) - (Zy Uest voort?) „ om de heiligfte rechten terug te vorderen. .. Myn zoon bemint mejuffer uwe dochter en zegt, dat hy weder bemind word" (Aandoening van Clementia, op welke mevr. Franval een vergramd gezicht (laat.) t r a n v a l. Ga voort, lieve moeder, wat ik u bidden mag. Mevr. franval, met lezen voortgaande. „ Welke ook de neiging myn's zoons zy, hoe goed „ de keuze, welke hy aangaande mejuffer Franval gedaan heeft, ook wezen moge, dexjpelver yereeniging Ca „ kan  34 DE ABT DE L'E 1'É É, mensch heeft, om zyne natuurgenoten byteftaan... Myne tytels! zy zyn flechts één éénige God had Julius d'Harancour in myne handen gefield, om hem te beminnen, te onderwyzen en te wreken.... Ik gehoorzaam aan zyne eeuwige raadsbefluiten. darlemont. Julius d'Harancour te wreken! franval. Myne rechten zyn niet minder heilig. Het eerfte is het vertrouwen van dezen, vermaarden man, die my heeft uitgekozen, om zyn werk ten einde te brengen, het fchoonfle dat ooit der mehlfchelykheid eer aan deed. Het tweede is de plicht, dien my myn beroep oplegt, van den zwakken tegen den flerken te verdedigen, van, de hand te reiken aan allen, die onderdrukt zyn. darlemont. Van welke onderdrukking fpreekt gy ? FRANVAL. Wat myne tytels aangaat, derzelver getal is niet groter; ik verlang 'er flechts éénen: dien van de bevrediger te zyn tusfchen u en den jongen Graaf. darlemont. Ik verfla ü niet. FRANVAL. Niets zal u aan zyne vorderingen onttrekken kunnen} fchuldig of niet, kunt gy nog alles herftellen; vertrouw u aanmynenyverom u te dienen, en geloof, dat, behalveii de belangen van den achtenswaardigen weez, wiens ver«  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 95 verdediger ik ben, niets.... neen, niets ter waereld my dierbaarder zyn zal , dan de eer van den vader myn's vriends. darlem ont. Maar nog eens, op welke bewyzen, op welke kentekenen , kunt gy geloven, dat de ftomme en dove , voor wien gy u zo zeer in de bresfe lïelt, de afftammeling is van de graven d'Harancour? franval. Alles loopt zamen, om te bewyzen, dat hy dezelfde is. de l'e pee. De overeenkomst van den tyd, dat hy by my gebragt is, met dien, dat gy hem na Parys gevoerd hebt.... franval. Met dien, dat het gerucht van zynen dood hier is verfpreid geworden — zyn ouderdom, zyne gebrek-1 lykheid.... de l'epée. Eene treffende gelykheid met zynen vader. darlemont. Eene gelykheid! de l'ep é e. Zyne blydfchap, zyne ontroering by het binnen komen in deze iTad , en by het ontwaren van dit hótel.... franval. De ontdekking, die hy bereids gedaan heeft van een' ouden huisbediende zyn's vaders.... de  p6 DE ABT DÉ L'EPEË, de l'ÉpÉE. De verzekering eindelyk van uwen pupil zeiven .... darlemont, getroffen door elke byzonderheid. Zyne verzekering! franval* De onderrichten, die hy geeft met eene overtuiging, met eene naauwkeurigheid.... darlemont. Onderrichten! d e l'É p É E. Dit verwondert u. Gy waart verre van te verwachten, dat een ongelukkige ftomme en dove... franval. Weet dan, dat Julius in den heer de 1'Epée een' anderen fchepper heeft gevonden; dat hy door deszelfs lesfen geleid, door deszelfs deugden opgekweekt, door deszelfs vernuft bezield, thans een voorbeeld oplevert' van de volmaaktfte opvoeding .... onderricht omtrent het voorledene, vol van ondervinding omtrent het tegenwoordige, ontfnapt niets aan zyne fcherpzinnigheid; alles ftelt zich levendig aan zyn geheugen voor... gy zelf... darlemont, haast iglyk en met eene ontroering, die van trap tot trap vermeerdert tot aan het einde van dit tooneel. Neen, neen, nooit zal ik in dien onbekende hem erkennen .... wiens dood niet dan al te zeker was... en ik zal voor het gerecht.... fran-  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 9? franval. Wacht u wel van daar te verfchynen; bedenk, dat'cï nog meer dan één rechter 'eeft, die in dezen weez de trekken zoude vinden van een' regeeringsperfoon»wiens nagedachtenis in Touloufe in eere is; bedenk, dat 'er niet een eenig inwoner dezer ftad is, die zich niet bewogen zou gevoelen, op het gezicht van den jongen graaf, op het verhaal van hetgeen deze vriend der menschheid voor hem heeft gedaan, op het aanfchouvven van dit eerwaardig hoofd, waarvan de gryze hairen, als zo vele getuigen zyn van zyne talryke weldaden.... Wacht u voor het gerecht, zeg ik u; gy zoudt 'er befchaamd gemaakt worden, gy zoudt voor eeuwig onté'erd zyn. darlemont. Ik ben buiten het bereik van alle vrees.... en dan zelfs, wanneer de dood-cedel van Julius d'Harancour voor valsch verklaard wierd zoude de wet nog maat alleen tegen die genen werken kunnen, die dezelve ondertekend hebben. franval. En wanneer die getuigen n nu befchuldlgen van hen verleid te hebben, en u als hunnen medeplichtige noemen .... dan zult gy de wraak der wetten toch niet ontgaan, maar met hen zo wel in de ftraf, als in de eerloosheid delen gy ziddert!.... d e l'ep é e. Uw mond Haat gereed het geheim uw's harte te ont< dekken; ga dit niet tegen. G f R a rf-  o3 DE ABT DE L'E PEE, franval. Geef, geef een vryen loop aan alle de wroegingen, die zo lang, in't verborgen, in uwe ziel gewoed hebben. de L'e pee. Gy weet niet, hoe het gewicht een's misftaps verligt word door de bekentenis, die men 'er van doet. franval, hem by de hand nemende. Geef u aan onze raadgevingen over. de l'e pee, zyne andere hand vattende. Verhoor onze gebeden. darlemont, met kracht en zich ruuwlykuithunne handen losrukkende. Laat my los... laat my los.... de l'epêe, ftil tegen Franval. Zyne ziel is bewogen; laten wy 'er den laatften flag aan toebrengen. QHy hopt met drift na de deur, aan V einde des tooneels, en geeft een teken; terftond komt Theodorus ten voorfckyn, geleid door Marianne, die zich afgezonderd houdt. De TEpée brengt Theodorus fchierlyk tot by Darlemont, en plaatst hem indiervoege, dat hy het eerfte voorwerp zy, welk Darlemont in V oog moet vallen, zodra hy zyn hoofd omkeert. De TEpée en Franval nemen alle zyne bewegingen in acht?) ELF-  GESCHIEDKUNDIG BLrSPEL. $»$> ELFDE TOONEEL. de vorige, theodorus, marianne. darlemont, ter zyde en weder tot zyne zinnen komende , terwyl de TEpée Theodorus gaat halen D ie twee menfchen hebben een vermogen!... eene doordringendheid 1.... Trachten wy hun te wederftaan. (Jly neemt tene ontzagverwekkende houding aan, keert zyn hoofd om, en word Theodorus gewaar.) God !... QHy blyft bewegingloos ftaan en als van den blixem getroffen.) theodorus. Na Darlemont ftyf aangezien te hebben , geeft hy een' fchreeuw van fchrik, en verbergt zich aan de borst van de TEpée, aan wien hy een teken geeft, dat hy zynen voogd herkent, dien hy niet den vinger aanwyzt. (Stilzwygend tafereel.) d e l'e p é '. Wel nu, twyfelt gy nog of Julius d'Harancour in leven zy? darlemont, altyd in de grootfte ontroering. Hy! myn neef J FRANVAL. Hoe ! gy zoudt durven lTaande houden?..,, darlemont. Byaldien hy Julius ware... zoude hy my dan zo ontvlieden? .... zoude hy dan niet veel eer zich in myne armen werpen? Ga 98  103 DE ABT DE L'E PEE, de i'ep é f. Byaldien het Julius niet ware, zoude hy dan, u ziende, dien fchrik betoond hebben, dien eene zuivere ziel fteeds ontwaar word, op 't aanfchouwen van den bewerker harer ongelukken ? Ach, zo ik tot op dezen ogenblik had kunnen twyfelen, of hy uw pupil ware, deze kentrek der natuur zoude alleen genoegzaam zyn, om 'er my van te overtuigen. darlemont, zonder Theodorus of de TEpée aantezien. Ik erken hem niet, zeg ik u; en ik zal hem nimmer erkennen, tot dat door rechterlyke bewyzen.... de l'e pée, Darlemont naderende. Gy erkent hem niet, zegt gy... en van waar komt het dan, dat uw gantfche ligchaam trilt ?.... darlemont, met eene nieuwe ontroering. Wie?... ik!.... de l'e pee. Van waar komt die angftige kreet, die op 't gezicht van den jongen graaf uwen boezem ontflipte ? FRANVAL. Gy hebt het hart niet uwe ogen op dien ongelukkïgen te vestigen. de l'epée. Het is te vergeefs dat gy tegen de natuur worftelt; zy heeft uw vonnis uitgefproken. (De tekenen (*), die Theo- (*) De vingers gebogen op de lengte van elke mouw des klecds en op elke dye brengen; in ién woord uitdrukken een kind, dct men tenoft en vervolgens met oude vodden omhangt.  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. ioi Theodorus op dcez ogenblik met de grootfte levendigheid maakt, uitleggende^) Myn voedfterling zelf verzekert my door zyne tekenen, dr.t hy u herkent; dat gy het zyt, die hem naar Parys hebt gebragt; dat gy.... darlemont, hem haastiglyk invallende. Kom, kom, laat alles rui een einde hebben de moeilykheden, die gy my aandoet, beginnen myeindclyk te vervelen.... gaat alle myn huis uit. franval, met kracht en waardigheid. Uit uw huis! wy zyn ten huize van Julius d'Harancour. darlemont, met drift en met eene zeer luide ftcm. Uit myn huis, zeg ik u .... of vreezt de gevolgen myncr gramfchap. TWAALFDE TOONEEL. de vorige, St. alme. St. alme, door de zydeurfchierlykten voorfchyn komende. Weik een vreemd gedruis!.... Zoude men het hart hebben u te beledigen, myn vader?.... Wat zie ik!... 't is Franval!.... theodorus. Hy heeft, gedurende dit fprcken van St.Alme, hem herkent, vliegt naar hem toe en, een fchreeuw van vreugde geveilde, drukt hy hem in zyne armen, en doet hem allerleye liefkozingen. G 3 St'  IQ2 DE ABT DE L'EPEE, St. ALME. Wie is die jongman, wiens lief kozingen ?.... FRANVAL. Het is Julius d'Harancour, uw neef,.... het is de pupil van uw' vader. St. alme, met tekenen der ultgelatenfte vreugde. Kan het mogelyk zyn? darlemont, met drift en haastiglyk. Men bedriegt u, myn zoon. St. alme, Neen, neen; hoe zeer zyne gelaatstrekken door den tyd veranderd zyn, gevoel ik, dat myn hart..., darlemont, tegen St. Alme met groter nadruk. Men bedriegt u, zeg ik u, het is een ifrik, dien men ons ipreidt, 8t. alme.. Een ftrik! en waartoe ?... darlemont. Ja, myn zoon. St. alme. Het is zeer gemaklyk ons te overtuigen... (Hyftroopt 4e mouw des rechter arms van Theodorus op en doet %yn leedteken zien.~) Hy is 't! darlemont, Hyis \ \ St. alme. Ja, ja, zie daar dat leedteken, waaraan ik myn leven Verfchulejigd ben 5 zie daar myn verlosfer! (Zy omhelzen ft  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 103 elkander vuriglyker dan te voren en blyvcn ah gevoelloos in elkanders armen.') darlemont. St. Alme, verwyder u. St alme, Theodorus gedurig in zyne armen houdende. Ik Julius van myn hart floten! darlemont. Verwyder u; of vreez.... St. alme. Al moest uw vloek ogenbliklyk vervuld worden, al moest de blixem des hemels my voor uwe ogen vernietigen , ik kan my niet onthouden van vreugde te fchreiën op 't gezicht van myn' eerften vriend, van den fpeelmakker myner kindsheid.... Ik kan de Item der natuur niet fmooren. Hy drukt Theodorus op nieuw in zyne armen. Razerfiy en verwarring van Darlemont, die in eenenleuningftoel ter 'ï linker zyde des aanfchouwers zitten gaat en den rug toekeert aan alle de overige perfonen, die op het tooneel zyn. d e l'e pee, na een' ogenblik ftilzwygens tegen Darlemont. En gy kunt by zulk een fchouwfpel onbewogen blyven! gy kunt ongevoelig zyn voor de tranen, die gy in aller ogen ziet blinken, voor die ftrelende gemoedsbewegingen , die onzer aller harten vervullen!.... Ach mynheer, wat beklaag ik u! C4 t r A n-  104 DE ABT DE L'EPEE, • franval, mede tegen Darlemont: Eindelyk zult gy toch voorliet vermogen der bykomende omftandigheden zwichten. Gy kunt ons niet langer wederftaan; en daar uw zoon zelf..... St. alme. Myn vader, in Godsnaam! darlemont, met heftigheid en opflaav.de. Zwyg.... (Tegen Franval en de TEpée.) Neen, r. een; ik herken den graaf niet in dien (lommen en doven: en in weerwil van alles, wat gy zoudt mogen ondernemen; in weerwil der getuigenisfes, die gy zoudt mogen inroepen , zal ik de doodcedel van Julius d'Harancour, in alle hare kracht, weten te handhaven en alle myne rechten te behouden. Bevrydt my dus van uwe tegenwoordigheid en gaat alle myn hótel uit. (Hy gaat op nieuw zitten?) de l'e p é e, Theodorus In v midden van den voorgrond des tooncels geleidende. Kom ongelukkige en belangryke weez; teder rietje, zolang door de (lormen geteisterd (*) Kom, als de wetten u niet wreken, als het bedrogen de inhaligheid u uit uwe haardfleden verjagen; in het hart en onder het vreedzame dak van uwen ouden de 1'Epée behoudt gy toch altyd eene veilige fchuilplaats. St, C*) Theodorus wisent hier met zyn' vinger de tranen af, die hy mt de ogen van de 1'Epée ziet vlieten.  GESCHIEDKUNDIG BLrSPEL. 105 St. alme, met eene beweging van eerbied en verwondering.Pe 1'Epée!.... De FEpée zich verwyderende werpt, even ah Theodorus , tenen blik van verontwaardiging op Darlemont, die altyd onbeweeglyk en met nedergefiagen ogen blyft zitten. Marianne volgt hen en vormt met hen eene groep aan de deur, die aan V einde des tooneels is. franval, tegen Darlemont. Heb ik tot nog toe de achting, die ik den vader van St. Alme (Hy drukt met gevoel St. Alme de hand.) verfchuldigd ben, in 't oog gehouden.... maak ftaat, dat ik van nu voortaan gebruik zal maken van alle de middelen, die myn plicht van my vordert en my geheelenal zal overgeven aan de infpraak der verontwaardiging (Na eene beweging, die een blik van St. Alme in hem teweeg brengt?) In welke duisternis gy ook moogt hopen u te kunnen verbergen, hoe groot uw aanzien en uwe rykdommen zyn mogen, gy zult my niet ontgaan, neen, neen, gy zult my niet ontgaan. (Hy voegt zich by de groep aan V einde des tooneels?) St. alme, hem nalopende. Franval!.... myn vriend!..., Ik ben in een' ogenblik by u. G 5 DER-  Io fchuldiging, eene gemoedsbeweging, die ik met gene mogelykheid kan bedwingen. Mev. franval. Gy moet vooral uw best doen, myn zoon, om toch dien fraaien mynheer Darlemont te fparen — ik raad het u.... de l'epée. Het is zeker, dat men de bedriegery en de ftoutheid niet verder dryven kan.... Ik had nooit gedacht, dat hy het tegen onze aanhoudende verzoeken zoude hebben kunnen uithouden, en vooral het gezicht van dien ongelukkigen. (Hy wyzt op Theodorus, die geheel en al fchynt ingenomen te zyn met hetgeen hy leezt.) Mevr. franval. Hy is een geweldenaar, dien men niet fchierlyk genoeg kan doen ftraffen. franval, nog fchryvende. Ik beken het.... maar zyn zoon! clementia. Wie zoude geen belang in dien jongman nemen? (De TEpée ziet Clementia met opmerking aan en doet zien, dat hy vermoeden heeft ven hare liefde.) fra n- (•) Een woord te veel in gebruik, dan dat het zoude behoeven vertaald te worden. bb vertalkr,.  lio DE ABT DE L'ÉPËÊj f r a n v a l , ophoudende met fchryven. Op zijn' naam alleen voel ik myn hart breken...; ert de pen valt my, myn's ondanks, uit de handen. de l'epée. Ik gevoel uwe opoffering in hare volle grootheid; maar myn hoop is op u alléén gevestigd. franval, met nadruk. Gy zult zegevieren; ja uw Theodorus zal gewroken zyn....; Qmet gevoel) maar verfchoon dezen tol, dien ik der vriendfchap fchuldig ben, deze onwillige droefheid. de l* e p é e. Zoude ik dezen edelen gemoedsftryd wraken!... ó geloof veeleer, dat ik 'er deel in neem. Wanneer wy, met infchiklykheid te gebruiken, flagen konden, zoude ik de eerfle zyn, die u zou aanbevelen dezelve in acht te nemen; maar de eerzuchtige Darlemont zal niet, dan voor den dwang, buigen; hy zal niet, dan aan de verfc'hriklyke ftem der gerechtigheid gehoorzamen. franval. Ja, ja, verfchriklyk!.... deze aanklagte eenmaal ingeleverd zynde,zal niets in ftaat zyn, om Darlemont aan de ontëerende ftraffen, door de wet voorgefchreven, te omtrekken.... wat dan met zyn' ongelukkigen zoor! te beginnen, wiens driftig geftel en overdrevene gevoelig, heid?.... Maar ik vleije my nog, dat hy zyn' vader zal kunnen bewegen, om den rechter van deze zaak geene kennis te doen krygen, waarvan de dodelyke gevolgen Mevr,  GESCHIEDKUNDIG 3LTSPEL, ut Mevr. fr a n v a l , geftadig werkende» En ik voor my ben wel verzekerd, dat hy 'er niet in zal Hagen. clementia. En dat waarom? Wanneer de ftem een's vaders verdoolde kinderen op het rechte fpoor kan terug brengen, moet de ftem van een' zoon.... en van een' zoon, als St.Alme, ook wel eenig vermogen op het vaderlyke hart hebben. de l'e f é e , Clementia gedurig fterk aanziende. Ik ben het met mejuffer eens; ik heb veel verwachting .... zeer veel verwachting van dien jongman. TWEEDE TOONEEL. de vorige, st. alme. Hy komt op met tekenen van moedloozheid, en blyft op den achtergrond des tooneels ftaan, zonder van een' der aauwe~ zenden bemerkt te worden. franval, geftadig fchryvende. H, zal gewis niet vermoeden, dat deze hand, die hy zo dikwils met vuur gedrukt heeft, thans bezig is met eene befchuldiging tegen zynen vader opteftellen. (St. Alme doet zien, dat hem dezewoorden van Franval de ziel doorboren, en hy wederhoudt met moeite de vrezelyke aandoening, die hem dit veroorzaakt.) de i.'epée, St. Alme ontwaar wordende. Daar is hy! f r a n-  112 DÉ ABT DE L'E PEE, franval, ophoudende met fchryVen en haastig opftaande. God.' (Een ogenblik van algemene flilte.~) st. alme, Franval, die hem niet durft aanzien, met omzichtigheid en ftatiglyk naderende. Gy hoort my niet klagen.... het geen gy gedaan hebt.... zoude elk ander even eens gedaan hebben.... 'er zyn omftandigheden, by welke het hart moet ftil zwygen en plaats maken voor den plicht. (Clementia laat haar werk vallen en fchynt In de grootfte ontroering te zyn.~) d e l'e p é e. Moet ik, om aan dien plicht, welken de hemel my oplegt, te voldoen, gedwongen zyn eene ziel, als de uwe, van een te fcheuren.... gy gelooft niet, mynheer, hoe veel dit aan myn hart kost. franval, tegen St. Alme. Oordeel over't geen in't myne moet omgaan; het vertrouwen, waarmede men (Hy wyzt op de rEpée*) my vereert, en de gerechtigheid, die een onderdrukte van my vordert, aan de eene zyde, gebieden my voorttegaan; de vriendfehap, die my terug houdt en my buiten myzelven brengt, aan de andere zyde. Ik kan geen' flap doen, zonder my tegen de eene of de andere te vergrypen; ik kan my noch ter linker,noch ter rechter zyde wenden, zonder my aan zelfverwyt bloot te Hellen.... Nimmer gevoelde iemand meer kwellingen te zelf-  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 113 zelfden tyd, nimmerbevondt zich iemand in een' neteliger' toeflnnd. St. alme, beurtlings de handen van Franval en de PEpée drukkende, ó! Ik was wel zeker, dien edelmoedigen tweeftryd, die pynlyke befluitloozheid in u te zullen vinden.... (Tegen de FEpée.) Niet minder was ik die hartroerende taal, die tedere belangneming wrchtende, die den (leun der ongelukkigen en den weldoener der menfchen zo wel kenfchetzen Maar, hebt gy beiden uwen plicht vervuld, gy zult ook my veroorloven, dat ik op myne beurt dien vervulle, welke my door de natuur word voorgefchreven en dat ik de verdediging een's vaders op my neme. franval, levendig. Zoudt gy van mynheer Darlemont verkregen hebben?... St. alme, met tekenen van gevoelige fmert. Hy heeft my niet willen aanhoren hy heeft my van zich afgefloten. Al wat men ten opzichte der eer het flerkst kan zeggen, al wat de tederfte kinderlyke liefde kan uitvinden niets, niets heeft hem kunnen vermurwen ! hy blyft 'er by van, den dood zyn's pupils te Willen bewyzen,en omtrent rl het overige houdt hy het onverzetlykfle (lilzwygen. (Hy leunt op de fchoudersvan Franval?) theodorus. Hy word St. Alme ontwaar en bemerkt deszelfs moedloosheid; hy (laat met drift op, werpt zyn boek neder en drukt zyt? neef in zyne armen. H F RA-  t±4 DE ABT DE L'EPEË, franval. Bedaar St. Alme, bedaar. de l'epée, tegen St. Alme. Zie uw' jongen vriend; men zoude zeggen, dat hy u verftaat en dat hy u zyne vertroostingen poogt aan te bieden. St. a l m e , Theodorus aan zyn hart drukkende. Welk een genoegen is het my hem weder te zien!.... moet na eene zo langdurige fcheiding, deze hereeniging met fmert en vreze vermengd zyn! maar is het wel Zeker?.... Zyt gy beide wel genoegzaam overtuigd, dat myn vader fchuldig is DERDE TOONEEL, de vorige, dupré, blootshoofds en in de groot* fle verbyflerlng. dupré, tegen Franval. ■Ach mynheer! zou het waar zyn, het geen mynheer Darlemont my daar gezegd heeft! De jongen Graaf d'Harancour.t... franval, op de TEpée wyzende. Hier ziet gy den man, die hem heeft behouden. d up r f. God!.... (Hy word Theodorus gewaar, dien hy met aandacht befchoum.~) Ja, hy is het! eindelyk zie ik hem weder! the-  GESCHIEDKUNDIG ÉLTSP£-L. HJ theodorus. Hy vliegt na Dupré toe en ml hem in zyne armen drukken. dupré, terug tredende en de liefkozingen van Theodorus ontwykende. Hy ziet in my flechts den genen, die hem in zyne kindsheid oppaste Hy weet niet, dat ik zynerliefkozingen onwaardig ben.... en dat ik ook aan zyn bederf de hand geleend hebi St. alme. Gy, Dupré! theodorus. Op eenige tekenen van de TEpée houdt hy met zyne liefkozingen op; blyft eeri ogenblik onbeweeglyk ft aan en treedt langzamerhandachteruit+ Dupré met een gevoel van verwondering en droefheid aanziende: du pré. Maar hy moet alle myne wroegingen weten.... Ik moet aan zyne voeten fterven. (Hy valt aan de voeten van Theodorus.') franval, hem opheffende. Herftel u; en ga voort met ons te onderrichten,..; St. alme. Hy was het, die alléén myn' vader verzelde, toenhy den jongen Graaf na Parys bragt. franval, tegen Dupré. Het is ten naaste by acht jaren geleden? dupré. Ta mynheer, „ H i SU  utt 3 E ABT DË L'Ë P E Ë* St. alme. Welnu? dupré. Den zelfden avond nog van onze aankomst, geboodt mynheer Darlemont my hem de klederen van den eenen of anderen bedelaar te bezorgen en dezelven Julius aan te trekken de l'i7.pée. Recht zo, het was onder die oude lappen, dat hy by my is gebragt geworden. dupré. Zo dra hy in diervoege vermomd was, nam zyn oom hem met zich in eene huurkoets en zy verdwenen.... Eenige uren daarna kwam mynheer Darlemont alléén t'huis; ik gaf hem deswegens myne verwondering te kennen, ik deed hem vragen tot in het oneindige; hy gaf my in. vertrouwen te verftaan, dat hy eindelyk een ontwerp had uitgevoerd, het geen hy zedert lange had overlegd en dat hy den jongen Graaf midden in Parys had verlaten. St. alme, als door aandoening verflikt'en in den toon eerfs yl'wofdigen. Wat! myn vader zelf!.... Hy zou de wreedaartigheid gehad hebben!.... dupré Om zich van de goederen van den jongen d'Harahcour te verzekeren, wss het nodig, dat mynheer Darlemont deszelfs dood konde aankondigen en denzelven Voor  GESCHIEDKUNDIG B LTS PEL. 117 voor het gerecht bewyzen. Hy moest twee getuigen hebben: de eerfte was de man, by wien wy onzen intrek te Parys genomen hadden en dien hy door kracht van geld omkocht. St. alme, de hand op den mond van Dupré leggende. Elendige!.... (Van toon veranderende.) Voleindig... franval En de tweede getuige? DUPRÉ. Die was ik (*) In eene kerk gebragt, waar alles te voren was gereedgemaakt, tekende ik daar de dood-cedel vr.n julius d'Harancour; en weinige dagen daarna keerden wy na Toulouze terug, waar uit kracht van die dood-cedel, een' gedenkttuk van de verfoeilykfle trouwloozheid St. alme. op den hartroerendjlen toon. Houd op.... ik mag 'er dan niet langer aan twyfelen.... Ach! wat is het r.ffchuwlyk gewicht van de misdaad een's vaders drukkende !.... (Hy valt in een' leuKingfioel neder, onderfteund door Franval, en fchynt in de fmertlykfte vertwyfeliug te zyn.) du- O De VEpée vtrklaart aan Theodorus, het misSrjf Uttlk Dupré gepleegd heeft, door , enige regels met de vingers der rechterhand op de linker te trekken en vervolgens met gefloten ogen met zyn hoofd op de rechterhand te gaan liggen, het geen den dood betekent; Theodorus ziet daarop Dupré met verontwaardiging aan en vcrwydert zich van hem. H 3  *i8 DE ABT DE L'E PEE, DUPR É. Zedert dien noodlottigen dag, heb. ik geen ogenblik rust gefm.ar.kt. De hemel is rechtvaardig, hy heeft dit eerwaardig flachtoffer gefpaard, en ik verklaar my bereid, pm alles openlyk te bekennen, en my zeiven voor het gerecht aanteklagen: de ftrengheid der ffraffen, die i!{ te wachten heb, is my bewust; ik onderwerp 'er my aan. Ik zal nog gelukkig zyn, wanneer ik de misdaad, waaraan ik medeplichtig ben, boetende, iets kan toebrengen pm de rampen, die zy veroorzaakt heeft, te herfrellen. 5t. alme, niet drift opvliegende, en als iemand,wien, een gelukkig denkbeeld in den zin komt. Ja, ja; gy moet ze herftellen.... Volg my, ongelukkig gryzaart. (Hy fleept Dupré met zich voort.) DUPRÉ. Befchik over my, mynheer. TRanval, St. Alme nalopende en hem tegenhoudende, Waar wilt gy heen, St. Alme? St. ALME. Werwaarts de wanhoop my roept, DE l'ePJÉE. Bedenk, dat Theodorus.... St. ALME. Zyn gezicht vermeerdert myne ziel-fmerten. franval. Wat wilt gy doen ? St. alme. Hem wreken, of fierven.  GESCHIEDKUNDIG B LTS P E L. d e l'e pee, zich by Franval voegende, om hem tegen te houden. Gy zyt thans uw's zelfs geen meester. St. alme. Laat my los! franval. Laat uw vriend.... St. alme, zich uit de handen van de F Epée en Franval los rukkende en geheel verwilderd tot op den voorgrond des tooneeh lopende. 6 Myn vader!.... myn vader!.... (tegen Franva* en de fEpée, die geftadig bezig zyn om hem tegen te houden). Laat my los.... laat my los!.... [_Hy vertrekt wet overhaasting, en neemt Dupré mede.-] VIERDE TOONEEL. de l'epée, Theodorus, die onrustig en beangst, is, door eenige tekenen gerust/lellende, theodorus, franval, Mevrouw franval; clementia, in de grootfte neerftagtigheid, en gedurig met aandacht befchouwd door de FEpée. Mevr. franval. Eindelyk is ons nu toeh de gehele fehakel der verraderyen , door dien Darlemont gefmeed, bekend geworden. Met de zwakheid een's kinds,zonder fteun of toever H4 last»  120 DE ABT DE L'E PEE, laat, zyn voordeel te doen ! In Zo verre de rechten van het bloed en der goede trouw met voeten te treden!... Het is warr, ik moet het bekennen, de getuigenis van dien ouden man was my nodig, om aan zo veel fchelmery te kunnen geloof flaan. DE l'.rÉE. Gy ziet, dat Theodorus zich niet bedrogen had. Mevr. FRANVAL. Zult gy nog langer weifelen, myn zoon, om dien booswicht aan de wraak der wetten overteleveren ? of wilt gy wachten tot dat hy van zyn aanzien en vermogen gebruik maakt, om u in uwe maatregelen voortekomeu. d e l'e p é e. By deze gewichtige aanmerkingen moet ik nog voegen, dat Theodorus niet de éénige is, die aanfpraak op myne zorgen heeft, dat alle myne andere kwekelingen, die ik te Parys heb ?chter gekten, veel by myne afwezigheid lyden,en drt ik hunnenthalve verplicht ben,mynentyd, zo veel mogelyk, te fparen. f ( a w v a r.. Ja.... ja, ik zoude misdadig worden, byaldien ik het vervullen van den plicht, dien uw vertrouwen my oplegt, langer uitftelde. Tekenen wy dierhalven deze aanklagt. [De TEpée en Theodorus ondertekenen het papier, dat op de fchryftafel ligt.'] clementia, ter zyde. Alle hoop is dus afgefueden! 'kVYF-  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. u\ V T F D E TOONEEL. be vorige, dominicus, marianne. Mevr. franval. Nu, Dominicus, kom dr.n voort, kom dan voort.... welnu brengt gy ons niémand mede ? dominicus, van vermoeidheid byna buiten adem. Dat is niet, om dat wy'er niet om gelopen hebben.... dat wy niet overal gezocht hebben.... Eerst zyn wy geweest by Pieter, den ouden Malknecht.... Hy was dezen ochtend al vroeg met zyne vrouw uitgegaan. marianne. Vandaar zyn wy gegaan by de arme Mauritia, de weduwe van den koetfier dominicus. Die kwam ook den gehelen dag niet t'hüis.... Maar wy hebben aan verfcheiden hunner buren wel aanbevolen, van hun, zodra zy t'huis kwamen, te zeggen, dat zy hier moesten komen. franval. Gy hebt wel zorg gedragen om niets te zeggen vau de reden dominicus. Mynheer weet wel, dat, als men my een geheim toe vertrouwt.... franval, de aanklagt « de eene hand houdende en met de ardere zyn' hoed opnemende. Ik twyfel geenzins, of deze aanklagt zal, zo vanweII 5 sen  122 DE ABT DE L'E PEE, gen den aan der daadzaken, die zy bevat, (Tegen de PEpée.j als omdat zy met een' naam, als de uvye, bekrachtigd is, al den yver der rechters opwekken.' Gy beide zult my vergezellen.... (Tegen Mevr. Franval en Clement,a, welker ontroering den hoogflen trap bereikt heeft.) Wanneer St. Alme, gedurende ons af zyn, mogt weder komen.... tracht hem dm te doen bedaren, ik fmeek het u.... gy bovenal, lieve zuster.... verhaal hem nogmaals, hoe veel het my kost.... Maar één ogenblik zr.mmelens konde tot nadee.1 /trekken, van den jongen Graaf en zynen onderdrukker fterke wapenen tegen ons in de hand geven... gaan wy! (Men hoort gerucht achter de fchermen.) clement' a. Ik hoor iemand, dunkt my. dominicus, buiten de deur ziende. liet is mynheer St. Alme.... In welk eene wanorde, grote God, in welk eene ontfteltenis!... ZESDE en LAATSTE TOONEEL. de vorige, St. alme, zonder hoed, zonder degen en in de grootfte wanorde. St. alme, met overhaasting binnen komende. JVJyn vriend! .... myn vriend! Hy valt fpraakloos in de armen van Franval, die hem in een' leuningftoel nederzet; Theodorus vliegt tot zyne hulp en betoont de hartelykfte deelneming:, alle de andere omringen hem. f r a n-  ESCI1IEBKUNDIG BLTSPEL. 123 f r a k v A ! . St. Alme, kom tot u zeiven! St. alme, allen* die hem omringen, ftyf aanziende. Myn vader.... (Hy wil voortgaan, maar de aandoening, die hy gevoelt, beneemt hem de ff raak.) franval. Verklaar u. St. alme, Myn vader de l'ep é e. Vervolg. St. alme, met eene afgebroken ftem en.neteentraps- gewyze klimmend vuur. In de ziel getroffen door het verhaal van den ouden Dupré, (Hy ftaat op.) ben ik nahuis geijld.... ik heb de deur van het kabinet, waarin myn vader zich had opgcfloten, overweldigd... Dupré, die my gevolgd was, zeide hem, dat hy alles aan u ontdekt had.... en dat hy befloten had hem en zich zeiven te gaan aanklagen. ... „ Gy hebt my deelgenoot aan uwe misdaad ge„ maakt", voegde hy 'er by „ Ik zal u in myne ftraf " doen delen!" Getroffen door de bedreiging diens gryz'aarts begon myn vader te ziddercn; ik nam dien ogenblik waar... en de punt van myn' degen op myne borst zettende voegde ik'er van myne zyde by: „ Gy wiltmyont, eeren,myn vader; ikben nog jong,ik zoude te langen tyd 11 te lyden hebben... Ik floot my dus, voor uwe ogen, deu " degen in 'thart,... zo gy niet terftond, op 4eez,' ogen* - * " „blik....  124 DE ABT DE L'E PEE, „blik.... de erkenning van Julius d'Harancour wilt teke-. „nen...." Deze verfchrikkelyke taal der wanhoop, het denkbeeld eener onuitwischbare fchande en boven al de zekerheid tnyn's doods, hebben eindelyk de uitwerking, die ik verwachtte, te weeg gebragt.... De natuur heeft de overhand behouden... myn vader wierd bewogen... en met eene bevende hand.... heeft hy dit gefchrïft * welk ik 11 hier mede breng, ondertekend (Hygeeft aan Franval een papier, welk hy uit zyne bont trekt.) Daar is het! daar is het! franval, hy leezt. „Ik erken, in den voedfterling van mynheer den Abt „ de 1'Epée, Julius d'Harancour, bekend onder den naam „ van Theodorus; en ik ben bereid hem alle zyne rech„ ten terug te geven " darlemont. d e l'e pee, zyn' hoed afnemende. Almachtig God ! eeuwige dank zy u toegebragt! (Hy neemt het gefchrift uit de hand van Franval en geeft het aan Theodorus.) franval, tegen St. Alme. 6 Myn vriend, van welk een'zwaren'last hebt gy my nc ziel ontheven! (Hy verfcheurt de aanklagt, die hy nog in de hand heeft.) theodorus.; Zo dra hy het gefchrift gelezen heeft,' werpt hy zich aan de voeten van de TEpée en omhelzt dezelven; in overmaat van vreugde richt hy zich  GESCHIEDKUNDIG BLrsPEL. 125 zich op en vliegt Franval om den hals; vervolgens "gaat hytot voor St. Alme, ziet hem eenige ogenblikken ftyf aan, ml hem omhelzen, doch blyft eensklaps [til ftaan, als door een invallend denkbeeld getroffen en gaat met drift na de fchryftafel, waar hy eenige regels onder het gefchrift van Darlemont fchryft. franval. Wat doet hy?... Welk is zyn voornemen? DE l'EPÉE. Ik weet het niet. St. alme. Hy fchynt ten hoogden aangedaan. clementia. Het is als of hem de tranen uit de ogen fpringen. theodorus. Hy komt by St. Alme terug, vat hem by eene hand, die hy op zyn hart legt; en geeft hem met de andere het gefchrift te lezen , welk hy heeft opgefleld. St. alme, leezt met de levendig/ie ontroering. Ik' kan niet gelukkig zyn ten koste van den vriend myner jeugd... Ik fchenk hem helft der goederen, " die my zyn terug gegeven.... Hy mag my dit niet afflaan; van onze kindsheid af aan waren wy gewoon " alles als broeders te delen; onze h?rten zich hereeni; " gende moeten hunne vorige gewoonten ook weder " aannemen." God!... (Hy drukt Theodorus in zyne "armen en zy liefkozen elkander als om ftryd.) DE  ïarj DE ABT DE L'EPEË, de l'e pee Theodorus met de levendigfte aandoening aan zyn hart drukkende. Deze trek alléén is genoegzaam, om my te belonen voor alles, wat ik voor hem gedaan heb. marianne. Hy zal weldadig zyn, zo als zyn vader. (Tegen dé TEpée.) Mag ik hopen, mynheer, dat het my zal vergund worden, myne dagen by myn jongen meester te eindigen! de l'ep ée. Ja, goede vrouw, gy en alle de oude bedienden van het hótel, die gy zult kunnen opfporen. franval. Maar het is op voorwaarde, Marianne, dat gy, even als wy alle, een eeuwig flilzwygen zult bewaren, omtrent de oorzaak der ongelukken van den joligen Graaf. St. alme. Waarom kan ik zulk een verfchriklyk aandenken niet voor altyd vernietigen! En hoe zal ik immer de bitterheid 'er van verzachten kunnen? d e l'e p é e , Clementia aanziende, met eerf glimlagch, die weldadigheid kenmerkt. Wanneer mejuffer u daar in hielp.... door haar lot aan het uwe te verbinden ?.... franval, tegen de TEpée. Het is wel te zien, dat niets uwe doordringende op-merkzaamheid kan ontfnappen. Mevr»  GESCHIEDKUNDIG BLTSPEL. 127 Mevr. franval. Maar bedenk, dat een zodanig huwelyk... de l'ePÉE. De verlangens zal vervullen van een paar menfchen * die elkander tederlyk beminnen, en aan wier geluk ik het myne wensch toetebrengcn. Mevr. franval. Het is nodig, dat gy het zyt, die my daartoe overhaalt... Hoe zoude men zich kunnen onthouden vata tot de weldaden, die gy aiomme verfpreidt, mede tö werken. theodorus. Op een teken van de TEpée,(*) vertent hy St. Alme en Clementia en drukt derzelverzaamgevoegde handen aan zyn hart. dominicus, Theodorus aanziende. Die beminlyke jongen!.... daar hy zonder te kunnert fpreken, een ieder zo veel belang in hem doet nemen, wat zoude het dan wel zyn, wanneer hy zich kondoen verdaan! clementia. Hemelfche ogenblik, welken ik verre was van te durven hopen? St. alme. Men kan myn geluk gevoelen... maar het uittedrukken, is onmogelyk.... FRAK" (*~) De vereeniging te kennen geven, door de handen twee malen de eene op de andere te drukken en den vinger aan te wyzen, aa;s welken men gewoon is de trouwring te fiekett.  128 DE ABT DE L'E PEE, franval. Het geen ik gevoel kan alleen by myne bewondering worden afgenomen.... (Tegen de TEpée.) Vergelyk eens hetgeen hy nu is, met hetgeen hy was, toenhyby u gebragt wierd en geniet de hemelfche wellust van het gewrocht van uwen arbeid. de i'ep ée, Theodorus en allen, die rondom hem ftaan, -aanziende. Zie daar hem dan eindelyk tot zyne haartfteden terug gebragt! Zie daar hem verfierd met den geheilig- den naam zyner vaderen en bereids omringd van gelukkigen, die hy zelf gemaakt heeft! ó Voorzienigheid!.... 'Er blyft my niets meer overig om te verlangen op deze aarde; en wanneer ik dit (terflyk kleed eenmaal zal afleggen, zal ik tot my zeiven zeggen mogen: „ Gaan „ wy in vrede ter ruste, ik heb myne loopbaan, naar ,, uwen wil, ten einde gebragt." EINDE.