Bibliotheek Universiteit van Amsterdam 01 3255 0229  ALMANACH TEN DIENSTE DER ZEELIEDEN VOOR HET JAAR I?88i "Waar by gevoegd zyn Eene Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee, door de Afftanden van de Maan tot de Zon of vaste Sterren; e n EENE VERZAMELING VAN TAFELEN: Op Last van het Edel Mogend Collegie ter Admiraliteit , binnen Am/ter dam refideerende, opgefteld en uitgegeeven DOOR. De Commisfarisfcn tot de Zaaken het bepaalen der Lengte op Zee,, en de verbeetering der Zeekaarten betreffende. Te AMSTERDAM, By GÈRARD HULST van KEULEN, Boek- en Zeekaartverkooper, Compas- , Sextant-, Odtant, Graadboog- en Mathematifche Inftrumentmaaker, aan de Oostzyde van dc Nieuwe Brug. MDCCLXXXVIII, Met Privilegie.  Provifioneele INHOUD van dit Werk. Voorreeden. . Bladz. in Uitlegging der Teeltenen, en Eclipfen Bladz. x v 111 Almanach voor 1788. . . . Bladz 1 tot 108 Ver klaring van den Almanach. Bladz. I tot 88 Drukfeilen. . . . Bladz. 88 Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee, door de Af/tanden van de Maan tot de Zon of vaste Sterren. . . Bladz. I Virzameling van Tafelen ten dienfte der Zeelieden. . . Bladz, I tot 32 Verklaring der Tafelen. . . Bladz. 1  DRU KFEILEN Voor den ALMANACH yan 1788. Eenige kundige Lieden , den Almanach en de Verklaaring met veel oplettendheid geleezen. en wy beide die «ukken reeds zeer veel ter onderwyzing gebruikt hebbende: zyn en hun, en ons eenige uru«fïiien voorgekomen, die wy ech'er alle, zo dra zy korte dagen na den uitgaaf ons' bekend geworden zyn, met de pen in alle de toen no„ niet Hitgegecven Exemplaaren verbeeterd hebben. Voor 'overige z»™ 'er nieuwe en veelvuldiger voorzorgen genomen om de Druktenen in de volgende Almanakken voor te komen: welke in ■ ie van J7»a aileen ingedoopen zyn , uit hoofde der overhaasting met welke men heeft moeten werken, en der benaauwde tydsomftandigheden waar ra men zich toen bevond. Zie hier alle de Drukfeilen, met die, welke reeds achter de Verklaaring aangetekend waren, te famen. In den Almanach. Ja», p. i. Kol. Tyisvtreffin. in 't hoofd: Aftrekken, leesByvoegen. bl.v- laatlte Kolom, re g. 5 van onderen: 108. 7. 35 i°8- ? 3» bl. vu op één na de laatlte Kolom, 5 reg. 33- 36. S« 33- -O. 3* Maart pag. m. Kolom 3. 10 Maart 16. 3ó lees 15-36. April. pag. 1 Kolom Zms Declinalit: Zuidelyk , lees Noordlyk. p. 11 laatlte Kol., in 't hoofd: Middern. lees Middag. m , . 10 April: 22. fo lees 12. 51 laattte Kolom, in'e hoofd; Midd. lees Middern. - _ 10 Apr. 21. 56 lees 22. S7 pag. iv. 3de Kolom, 4 reg 5f>. 39- 30 lees 5<5 39- 38 Mai. Kolom Zons Dec'inatie: Zuidlyk, lies NófirdlyK. - 7ydsverefening \ liyvoegen lees Afirekkcn. pag. V!I Kolom 2: 5 reg. 45. 20- »7 >— 45' 50. 27 SïPinMBER. bl. iv. 3de Kolom, 6 reg 51- 29- 2' S»« bl. lv. 5de Kolom, 12 reg. 8i. 17. 6 lees 82. 17. 6 bl. v lastlte Kolom, 9 reg. 66. 26. 26 lees 66. 36. 26 In het Veorixerh. bl. ix reg. 6 van onderen: Zon lees Maan. In de yierklaaring van den Almanach. Deeze feilen beftaan, op 5 of 6 na , hier met een * aangewezen, enkel in de voorbeelden , en loopen in 't oog zonder invloed op de bereekening zelve te hebben, zyn dus van geen belang, en worden door ieder, welke de zelfde Voorbeelden bereekent, allen gevonden. Zie hier echter alle dezelven. bL 6. reg. 8 : 57.8" , l—s 27,8" reg. 12: 15", lees 0,9" bl. 9. noot, laa:fte reg. 55* lees 45" , *pag. 11 reg. 7 van onderen: St. Eujlatius. Men heeft hier by verwinning iW Lengte dier plaats op 84». 16'. 15" gcileld, daar zy maar 46"  46". 42* bedraagt! «toch daar die plaats hïer flechts toe vor>rb?eUl ftrekt, leeze men in (ree van Se. Ettjlatins, den Golf van Guanajo by Honduras in America, die byna op die Lengte ligt. NB. Dezelfde feil komt ook voor bl. 17. N°. III. bl. 38 reg. 1 bl 62, In het Voorbeeld. p. 17 N°. II. laatfte reg. 4 U. lees 14 V. 14'. 15» p. 24 Voorbeeld, 4 reg. 11 U. 36' lees 11 U. 56' p.25 tu>fchen rtg. 16 en 17 is een regel vergeeten: deeze regels moeten dus (laan : Die ik aftrek om den verhopen gemiddelden tyd tot den verloopen waaren tyd te brengen, en dus is 5 19'. 41,5» maar de gemiddelde tyd gaat voor o. 14. 9,9 . Dus is de waare tvd van de waarneeming 5] s. 32,5" p. 64 der Verklaaring reg. 89: 25°. 55' 31* lus 25». 35 . 31" *p, 28 reg. 2 't eerfte, lees het tweede 3 tweede — eerfte 4 eerde — twtede 5 tweede — ccifte 7 afftanden — afltanden omgekeerd p. 31. 4 reK- '• U 58'. 6". lees 1. U 28 C' reg. 8 van onderen : of minder, lees of wel zelfs iets min. der, of ook meerder p. 43 reg. 10. 9e Tafel, hes XIII Tafel. P 44 'eg 14 voegt men en Uur en Lengte beide te famen , ^ lees trekt men de Lengte van het Uur af p. 50! reg. 6 56'. lees 59' p. 50: reg 13. Men heeft by verzinning het verfchil van 2». 4*/ in plaats van 20. 36' genomen, dit neemende krygt mens 13'. o. 13" Tweede verfchil van 5/ (Taf. XIV.) — 11" en de verandering wordt 13'. 2" dus de Declinatie 6°. 12 in plaats van 6" il'.i en de Breedte 5%* 33' in plaats van 53". 34' V. 53 reg 5 van onderen in den text: kleinst, Iets grootst. *p 57 noot 1 ieg. ic-f-7 , lees 10—7 of 3, en de grootfte 10+7 reg. 6 Mars I4" lees 18" p. 64 reg 19: 250. 55'. 3'*• hts 25»* ?5'. 3'" p. C6 reg 7 van onderen; 92' lees o. 92" p. 68 reg. II vin onderen: en 571 lees ca 5" *p. 76 reg. 18: dus vonr iederen dag 13' ic" en voor ieder uur omtrent 32J", lees dus voor iederen dag i6\",ea voor ieder uur 413 11 NB. Dit heeft invloed op da volgende rekening, die dus zyn moet. Den 1 is zy . . 27K. 46' z verfch. voor 6 d. i°. 39/ dus voor 1 d. K§', voor 4 d I. 6' dus den 5 op den middag . 20. 40 verfch. voor 1 d: 16^' dus voor 3 uuren. . . . ' . ,a. 4» gevoUyk . . . 20. 17. rb»~ of omtrent 20°. 38'  DRUKFEILEN INDE VERHANDELING over het bepaalen der Lengte op ZEE. Daar eenige kundige lieden de moeite genomen hebben de Verhandeling over het bepaalen der Lengte 'vp Zee met veel aandacht door te leezen, en wy zeiven ze ter onderwyzing reeds dikwerf gebruikt hebben, zyn 'er en hun en ons eenige Drukfeilen voorgekomen , die voor een oplettend Lezer in 't oog lopen, en door 't geen onmiddelyk voorgaat of volgt, van zelfs verbeeterd worden. Deeze Drukfeilen zyn, met die welke wy reeds achter den Tytel geplaatst hebben, de volgende: bl 29 r. 16 en bl. 30 r. 24. 16 voeten lees 15 voeten, bl. 31 S. 3*. reg. 4: 13". Deeze J3" moeten een regel iaager ftaan naast de vermeerdering in hoogte, reg. 13: Zon, lees Maan. bl. 34 noot reg. 7: MI. lees MT. reg, 14: i Sin. L. T. lees Sin. i L T. reg. 2 van onder. Sin. MZ. Sin. TZ. hes Sin. MT.Sin. TZ bl. 41 §. 40. reg. 3: 43°. f, 20". lees 430. 9'. j8". bl. 42. §. 41. reg. 2: §. 32. lees §. 33. reg. 6: n U. 13'. lees 11 U. 38'. 45*. bl. 45 noot (b) reg. 8: ZP. lees S P. bl. 5a §. 48. lees §. 49. bl. 53 reg. 8 (§. 45.) hes (§. 49.) bl. 56 reg. 7: 12. ai'. 50". lees 12. 20'. 10". NB. Men trekt 0 regte opkl. van die der Ster af, na dat men, (lilzwygend, by deeze 24 U- gevoegd heeft, volgens den regel p. 54 noot (a) reg. 9: 7. ai. 31. hes 7. 19. 51. reg f iin 22'voorS*"**>7'lees'm 20'voor 3'-a,5 reg. 18: 7. 28. 38 lees 7. 18. 38 zo als in §. 52. P. 57  P- 57 St 54 reg» a: 43». ft 40* te 43°. 9'. 5g* reg. 12 vanïonderen : 90. 3(5'. te 9". so' Waar door ook de fom wordt 990. 36". 30'' en het beftek 53"' 2°"te westelyk wordt, 'c geen ook dus op de eerfte uitflaande Tafel verbeeterd moet worden. p. 65 fom 12 U lees fom 16 17 P-95 reg. 5 van onderen: ingevulde, lees oningevulde. p. 127 reg. 4: — Cof MT. Cof TZ. te -f Cof. MT. TZ. reg-7:a[sin.^]^ Si»'{^} reg. 3 van onderen: 1 — Cof. T= 1 - te 1+ Cof. T- i -freg. 2 van onderen: TZ MT+Co/: MT Co/: TZ kes}Sw. TZ 5/». MT — Cof. MT. Co/: TZ Onderfte regel; Cof. (TZ-MT) lees: Cof. (TZ+MT) -pag. 133reg. 6 en 7 van onderen: in den roemer, moet in beide de regels Cof. WQ Cof. IVa uitgefchrapt worden. Tafel III- IN3. rreg- 3 na lees voor t O bovenfte rand lees q onderfte rand. Verzameling van Tafelen. Buiten de drie Drukfeilen, reeds achter den Tytel geplaatst, heeft men 'er nog eene van zeer weinig be. lang gevonden in de XII. Tafel. Zie ze hier alle vier: bl. 19 XL Tafel, eerfte Kolom, aan 't hoofd' ftaai Min. lees Sec. ' bl. 22 XII Tafel, op zyde, ftaat 24 U. lees 12 U. bl. 28 reg. 4 van onder: * Visfchen, lees * Zuidelylce Vfech. In de Verklaring. bl. 47 reg, 7. \" lees Tl"  P R I V E L E G I E. De STAATEN van HOLLAND en WESTVRIESLAND, doen te weeten : Alzo ons te kennen is gegeevcn by Gerard Hulst ■van Keulen, Boek- en Zeekaartverkooper, Compas, Octant, GraadBoog en Mathematifche Inftrumentmaaker te Amftcrdam. Dat de Suppliant ten zynen kosten hebbende doen gereedmaaken „ ALM ANACH Voor het Jaar 1788. en volgende Jaaren, ten dienfte der Zeelieden, voornamelyk tot het bepaalen der Lengte op Zee, met de nodige Tafelen en verhandelingen over het bepaalen der Lengte op Zee, door de afftandcn .der Maan van de Zon ea Sterren. Alsmeede eene verzameling van Tafelen ten dienfte der Zeelieden. Door de Commisfie tot zaaken de bepaalinge der Lengte op Zee en de verbetering der Zeekaarten., betreffende, gaarne daar tan onder Benefitie van O&roy van .ons de uitgave zoude doen. , Weshalven zo keerde de Suppliant zich tot Ons, ootmoediglyfc verzoekende Ons Oilroy om voor den tyd van vyftien eeratvolgeav de Jaaren de voorfchreeve ■ * ALMANACH Voor het Jaar 1788. en volgende Jaaren, ten diende dei Zeelieden, voornaamelyk tot het bepalen der Lengte op Zee , met de nodige Tafelen, en verhandelingen over het bepaale» der Lengte op Zee, door de afüanden der Maan van de Zon en Sterren. Alsmeede eene verzameling vaa Tafelen, ten dienfte der Zeelieden. Door de Commisfie tot zaaken , de bepaalingen der Lengte op Zee, en de verbetering der Zeekaarten betreffende, mef uitfluiting van alle anderen, te mogen Drukken, doen Drukken, Uitgeeven en Verkoopen, in ordinaria forma. ZOO IS 'T dat Wy de zaake ende bet voorfz: verzoek over» gemerkt hebbende, ende genegen wezende ter bede van den Suppliant, uit onze regte wetenfchap, Souveraine magt ende authoriteit denzelven Suppliant geconfenteerd-, geaccordeerd en geofhoijeerd hebben , confenteeren , accordeeren en odhoijeeren hem by deezen, dat hy, geduurende den tyd van vyftien eerst agtereea volgende Jaaren de voorfchreeve ALMANACH Voor het Jaar i?88. en volgende Jaaren , ten dienfte der Zeelieden, voornaamelyk tot het bepaalen der Lengte op Zee* met de nodige Tafelen en verhandelingen, over het bepaalen der Lengte Zee , door de afftanden der Maan van de Zon en Sterren. Alsmeede eenc verzameling van Tafelen, ten dienfte der Zeelieden. Door de Commisfie tot zaaken, de bepaalinge der Lengte op Zee, en de verbeetering der Zeekaarten , betreffende indiervoegen, als zulks by den Suppliant is verzogt en hier voren uitgedrukt ftaat, binnen den voorfz. Onzen Lande alleen zal moogen drukken, doen drukken, uitgeetcn ende verkoopen: verbieden-  dende daaromme allen ende een iegelyken denzelre Almanach m t geheel ofte ten deelen te drukken, naar te drukken, te doen mardrukken, te verhandelen, of te verkoopen, ofte elders naargedrukt bmnen denzelven onzen Lande te brengen, uit te geeven ofte te verhandelen en verkoopen, op verbeurte van alle de naanredrukte, mgebragte, verhandelde ofte verkogte Exemplaaren, ende een boete van dne duizend Guldens, daar en boven te verbeuren, te appheeeren een derde part voor den Officier die de calange doen za , een derde part voor den Armen der plaatfe daar het Cafus voorvallen zal, ende het resteerende derde part voor den Suppliant, ende di telkens zo meenigmaal als dezelven zullen werden agterhaald: oï™,\nen ver?,ande- dat,wy de° Suppliant met delen onzen ?rh£Jea ken,wille"de gratificeeren , tot verhoeding van zyne ithaade, door het nadrukken van de voorfz: Alm a n ach, daar door ln geenigen deel verftaan den innehouden van dien, te authoVrZfl-j3fte.te,ad.v°u^ren, ende veel min dezelve, onder onze protectie ende befchermmge, eenige meerder credit, aanzien, ofte b?h«^Ve5eSV'-nn maar ^n Suppliant in cas daar inne iets on~ behoo.lyks zoude mflueeren, alle het zelve tot zynen laste zal gctiouden weezen te verantwoorden: tot dien einde wel expresfe- t^L ACerende' dat by,ald? hy deezen onz™ OtSroye voor deItrÈ mAnach zal willen Hellen, daar van gee/e geabrevleercfe bfte gecontraheerde mentie zal mogen maaken, ne maar gehouden wezen het zelve Octroy in 't geheel, en zonder eenjge om.sfie daar voor te drukken, of te doen drukken, ende dat hy gehouden za zyn een Exemplaar van de voorfz: Almanach od SmLIT™' £eb°nden ^ .welrgeCOnditioneerd te hengen i^ dl abhotheecq van onze Univerfiteit te Leyden, binnen den tyd Zllh2es, weeken' .na d«t hy Suppliant dezelve Almanach zal hebben beginnen uit te geeven, op een boete van zes honderd Guldens, na expuat.e der voorn: zes weeken, by den Suppliant te verïwaar1 den ^ ^ de Nederd»»*ne Armen, 7an de plaa s lZal\ SuPPllant yoont, en voorts op pcene van met 'er daad verfleeken te zyn van het effect van deezen Oaroye, dat ook-den Suppliant, fchqpn by het ingaan van dit Odtroy een Exemplaar gekevert hebbende, aan de voo.fz: onze Bibliotheecq, by zo vef re hy geduurer.de den tyd van dit Octroy dezelve Almanach zoute I1n -D,Prea'nHrUkken' ma «-S^bfervatien, noten , vermeerderd gen, veranderingen, corredben of anders hoegenaamt, of ook in van dndCf fTat' Keh°Uden Zalzyn wederom ef« anderExempl, r yan dezelve A lm a n ach, geconditioneerd als vooren.te brengen in de voorn: Bibliotheecq, binnen denzelven tyd en op de boefen en poenaliteitals voorfchreeve: Ende ten einde de Suppliant deze" Las e"n wf XnendCH 0dr°ye genieten als naar beh°S -7v rlfn Q 7 i- Cnd? eenen ieRelyken dien het aangaan mag , dat v, Tl13"' T5n,d,en inh0üden Van dezeB doen.lMtenen^oofesfte Syal.'PTde yk 6nde volkomentlyk genieten en gebruiken. «sieerende alle belet ter contrarie: gegeven in den Haage onder pnzen grooten Zegele hier aan doen hangen, op den negen en twint^ften N b r in 't Jaar onze., Hecren ende Zaligmaker* duizend zeven honderd zeven en tachti°-. ' fi ' * Aandensiip^r^,^, " WASSENAERvt. at Oftroy, ter hand gelreJd, by ixtraa Tutheniicq.HunEd.GroQt •Mo?. Relolurie van den 2üfte TunT T. n t +• , „ J7V en ,c.April ,7,8, ££gï Tg ^f°"%% %V™ * om z,ch daarna te leg^esien. v\ ^LÜXl ERÜÜOKE.  AAN ZYNE DOORLUGTIGE HOOGHEID, WILLEM, PiMNS VAN ©M.ANGE EN NASSAU, ERFSTADHOUDER, CAPITEIN GENERAAL, EN ADMIRAAL &G. &C. &C. MITSGADERS, AAN  AAN HET EDEL MOGEND COLLEGIE ter ADMIjRALITEIT, binnen AMSTERDAM resideerendej Wvdt dit rWerk eerbiedig opgedragen door Zyner Doorlugtige Hoogheids en Hunner Edelen Mogenden Onderdaanige Dienaaren, De Commisfarisfen tot de Zaaken , het bepaalen der Lengte op Zee, en het vérPeeteren der Zeekaarten be* . treffende, jan hendrik van swinden. pieter nieuvvland. gerard hulst van keulen»  VOORRE EDEN. xiu Om aan denzelven te voldoen, geeven wy thans dit wcik in 't licht. Het beftaat uit drie ftukken Vooreerft uit den Almanach voor het Jaar 1788} met de noodige Verklaring, die wy zo duidelyk gemaakt hebben als ons monglyk was. ~ Men herinnere zich dat deeze Almanach voornamelyk voor den Zeeman , en met voor den Sterrekundigen, gefchikt is: en dit is de reden -waarom men 'er eenige Stukken, zo als de Lengte en de Breedte van Zon en Maan, niet in vindt, welke men in alle de Stu-rekundige Almanakken aantreft. Immers zyn deeze Stukken voor den Zeeman van geen gebruik — Wy hebben getracht 'er in te brengen al wat van een weezenlyk nut voor de Zeevaart is: dan daar 'er niets is, dat niet door den tyd veibeeterd kan worden, zo zullen wy ook in 't vervolg trachten dit werk tot meerdere volkomenheid te brengen, en ons daar toe van allen raad bedienen, die ons door kundige Zeelieden zal kunnen gegeeven worden. Wy hebben de bereekeningen met alle mogelyke zorge gemaakt:en de proeven zelfs met veel naauwkeurigheid nagezien : daarenboven heert een kundig Man, die in dit foort van zaaken zeer ervaren is, en verfcheide Tafelen ten nutte der Zeelieden heeft uitgegeeven , ons  *Iy VOORREEDEN. ons vee] hulp toegebragt, met alle proeven ook nog eens en andermaal na te gaan, van eenige fouten, die ons ontglipt v/aaren, te zuiveren en al wat tot nut van het werk dienen kon te bezorgen. Volgens onze lnfiruMe hebben wy alle de berekeningen °P den Pi< »*» Teneriffa geftelt: het was dus voor ons van zeer veel belang, de «gte ligging dier plaats te kennen: wy hebben de naauwkeurigfte waarneemingen van deHeeren Flhurieuj de verdunj debqrda5 ^ met d,e van anderen vergeleken, en, na ryp beraad, de eerfigemelden gevolgd. Wy hebben dan de Lengte van gemelden Berg op 19° Qraaden Westelyk van Parys bepaald : of op iö". 4o' Westelykvan&W^, eene Plaats in Engeiand na by London geleegen, op welke de bereekemngen van den Nauttcal Almanach, t2ZY' ^ 0nZeinftruö^ volgen moeten gefield zyn. Deeze i6* 4a lengte komen ^ een met 1 uur 6 minuten en 40 feconden tyds Wy zullen by eene andere geleegenheid de redenen, die ons daar toe gebragt hebben ontvouwen. ' ; Er is, tot ons leedweezen, een ding, waar m het onmooglyk geweeft is, VOor drtmaal onze lnftrutl* letterlyk te volgen: den Almanach nam: een  VOORREEDEN. x v eenen geruimen tyd voor het Jaar daar hy toe dienen moet in 't licht te laaten koomen. — Tan, men befchouwe het tydftip onzer aanftelling: — den aart en de uitgeftrektheid van het v/eik: — de gebeurtenisfen die in dien tusfchentyd in ons land en in deeze fiad zyn voorgevallen , en dikwerf den Drukker genoodzaakt hebben het werk te ftaaken — en wy zullen by alle onpartydige Leezers verfchooning vinden. De Almanach van 1789 is reeds op de pers, en wy hoopen denzelven, en dien voor 1790, zeer fpoedig, en dan dien voor 1791 ook nog in 't aanltaande Jaar uit te geeven. HetTweede Stuk is de Verhandeling over de Lengte. Wy zullen hier niets over dezelve byvoegen, maar den Leezer lot de voorreeden dier Verhandeling wyzen. Het Derde Stuk behelft eene Verzameling van Tafelen, die by het gebruiken van den Almanach en van de Verhandeling over de Lengte volftrekt noodzaakelyk zyn: Wy hebben 'er eene duidelyke en fomtyds vry breede Verklaring van iedere Tafel by gevoegd. — Thans hebben wy ons, cm de uitgaaf niet te vertraagen, met de meeft noodige Tafelen, of met die, welke men elders niet of weinig vindt, vergenoegd; doch ons oogmeik is, deeze verzaameling allengskens ty  xvi VOORREEDEN. by Stukken te vermeerderen, en dezelve de volledigfte. te doen worden , die ons bekend zal zyn. Wat het tweede en het derde gedeelte onzer Jnftruclie betreft, kunnen wy den Leezer berichten, reeds een groot aantal goede Waarneemingen omtrent de ligging van veele Plaatzen verzaamelt te hebben, en aan het verbeeteren van Kaarten beezïg te zyn; doch men begrypt gemakkelyk dat dit veel tyds vereifcht, en niet dan met eenen langduurigen arbeid en taay geduld tot eenige volmaaktheid kan gebragt worden, vooral wanneer men met nauwkeurigheid te werk wil gaan. , Wy hebben ook reeds eenige Rapporten van van 't geen 's Lands Officieren, op verfcheiden Reizen, tot verbeetering der Navigatie en der Zeekaarten , aangeteekend hebben , ontvangen, zo wel van het Ed: Afoog: Collegie ter. Admiraliteit alhier, als van dat op de Maaze. — Wy zullen niet alleen dezelve in het verbeeteren van die Kaarten, tot welke zy betrekking hebben, gebruiken: maar wy hebben voorgenoomen, boovendien, de me:ft belangryke Stukken van die Rapporten Jaarlyks in onzen Almanach, die het Handboek van allen Zeelieden behoort te worden, in te lasfcheu: op dat zy des te vroeger tot  VOORREEDEN. xvii tot de kennis der Zeelieden zouden koomen: want het valt ligt te* begrypen, dat wy, noch alle, noch zelfs een groot aantal Kaarten te gelyk kunnen verbeeteren, en dat zulks, maar allengskens kan gefchieden: en dat dienvolgens veele .waarneemingen van onze kundige Officieren nog lang onbekend zouden blyverï, zo wy ze niet eerder dan met de eene of andere verbeeterde Kaart uitgaven. Wy meenen dan met deeze fchikking, die met den Almanach voor 1789 een aanvang neemen zal, het algemeen nut te bevorderen. — Dit te bevorderen, is ons eenig oogmerk: tot bereiking van het zelve zullen wy alle krachten infpannen , en wy kunnen ook daarom op den Goddelyken Zeegen hoopen. De Commisfarisfen tot de Zaaken, het bepaalen der Lengte op Zee en de verbeetering der Zeekaarten betreffende, JAN HENDRIK VANS WINDEN. PI ET ER NIEUWLAND. GERARD HULST VAN KEULEN. Amfterdam den icy™ December 1787. UIT-  UITLEGGING der TEEKENEN. © De Zon d Conjunctie , of famenvoe- G De Maaan ging; wanneer de lengte de 5 Mercurius zelfde is. $ Venus <$ Mars cP Oppofitie, of tegenftelling • % Jupiter wanneer het verfchil in leng- h Saturnus te i8o° bedraagt. □ ghiadratiiur, of Quartier ; wanneer het verfchil in lengte 900 bedraagt. Ü , Uur. M. of (') Minuut. G, of (°) Graad. S. of (") Seconde. , Snyding tusfchen een getal en tiende deelen : dus 1, 8 beteekent 1 en 8 tiende deelen: o, 4 beteekent nul en 4 tiende deelen, of vier tiende deelen. Teekens van den Zodiak of Dierenriem. o Teeken V5 Aries of Kam — o gr. 1 & Taurus — Stier — 30 2 TL Gemini — Tweelingen 60 3 Sa Cancer — Kreeft — 90 4 d2 Leo — Leeuw — 120 5 rtp Virgo — Maagd — 150 6 =0= Libra — Weegfchaal 180 7 Tti Scorpio — Schorpioen 210 8 >B Sagittarius — Boogfchutter240 9 Capricornus— Steenbok 270 10 Aquarius — Waterman 300 H X Fisces — Visfchen 330 EPO-  EPOCHEN. In dit Jaar 1788 is, naar den Nieuwen- G. M. S. I January 23 27 59,4 1 April 23 27 58,5 I July 23 27 57,6 I October 23 27 56,7 31 December 23 27 55,8 OVER Septuagefïma den . . 20 January Aschciag . . 6 February Paaslchen 23 Maart Hemelvaart . . 1 Mey Pinxteren . . n Mey H Drievuldigheid . . 18 Mey Heilig Sacrament * . 22 Mev Het ifte Advent . . 30 November Het Jaar is het Jaar 6501 van de Juliaanfche periode. VERANDERLYKE FEESTDAGEN. ltyl, het Guldengetal . . * Epaóta . . . xx^ Zonne Cirkel • - • 5 Roomfche Indictie . . g De Zondag-letters . • . F en E HELLING der ECLIPTICA. De Hoek welken de Ecliptica met den Equator maakt, bedraagt den  UITLEGGING der TEEKENEN. © De Zon 6 Conjunfïie , of famenvoe- Sagittarius — Boogfchutter240 o Capricornus— Steenbok 270 10 «& Aquarius — Waterman 300 U x fisces — Visfchen 330  EPOCHEN. In dit Jaar 1788 is, naar den Nieuwen- G. M. S. I January 23 27 59,4 1 April 23 27 58,5 I July 23 27 57,6 I (Dóbber 23 27 56,7 31 December 23 27 55,8 OVER HELLING der ECLIPTICA. De Hoek welken de Ecliptica met den Equator maakt, bedraagt den Septuagefima den . . 20 January Aschdag . . 6 February Paasfchen ... 23 Maart Hemelvaart . . 1 Mey Pinxteren . . 11 Mey H Drievuldigheid . . 18 Mey Heilig Sacrament . . 22 Mev Het ifle Advent . . 30 November Het Jaar is het Jaar 6501 van de Juliaanfche periode. VERANDERLYKE FEESTDAGEN. ftyl, het Guldengetal . . 3 Epada ... XXII Zonne Cirkel ... 5 Roomfche Indictie . . 6 De Zondag-letters . - . F en E  Over de. E C LIPSEN. De- waarneemingen van de EcVipfen of Verdmftéringen der Zon en der Maan, kunnen den Zeeman dienftig zyn om de Lengte te bepaalen: doch 'er is, ook ten dien opzichte, een groot verfchil tufichen deeze twee foorten van Eclipfen. Wy zuilen dit een weinig nader ontvouwen, om reeden te geeven van de wyze, op welke wy hier de Eclipfen aankondigen. f. ■ Over de Maan-Ecïipfem , \ Eene Maan-Eclips wordt veroorzaakt door de Aarde, die zich als dan tuslchen de Zon en de Maan bevindt, gevolglyk de Zonnet/braaien: belet tot het lichaam der Maan te komen: waar i door de Maan, of gedeeltelyk, of geheel, van | het licht, dat zy ons anderszins toezendt, beroofd, en dus gedeeltelyk, of geheel, oazichtbaar wordt. — Zo dra dan de Zon verduifierd is, wordt het' verduifterd gedeelte op het zelfde oogenblik des tyds onzichtbaar in alle plaatfen daar ; de Maan boven de kim zynde, anderszins zicht- i baar zoude zyn: want de verduiftering is hier een. waar gemis van licht. — Die verduiftering I H"Ji li  E ;C L I P S ;E ;N. "nu «blyft maar een oogenblik het zelfde; groeit van het oogenblik dat zy begint allengskens aarj, tot dat zy op het grootft is: neemt dan weder af, en eindigt. — Zie daar dan een verfchynlel, dat maar één oogenblik het zelfde blyft, en door twee of meer waameemers te gelyk kan waargenomen worden, die ieder den waaren tyd, op welken zy het waarneemen, kunnen aanteekenen, en dus wecten hoe veel vroeger of laater het op "*e eene plaats dan op de andere is, en gevolgelyk daar door de lengte dier plaatfen kennen. * — Laat iemand het begin eener MaanEclips te Amfterdam ten 8 U. waarneemen: een gnder op eene tweede plaats ten 9 U.: zo -is het op die plaats , op het oogenblik dat 'er het zelfde verfchynfe! waargenomen wordt, I uur laater: en dus ligt die plaats 1 uur of 15 graaden Qo^telyker dan Amfterdam.. Wy hebben derhal ven naauwke^rig aangetee-kend, op wat uur en minuut de Maan-Eclipfen •beginnen, op het midden zyn, en eindigen op den Fic van Teneriffa: namelyk volgens den waaren tyd. Wanneer men dan den waaren tyd van het begin, midden, of einde van eene Maan Eclips waar- * Zie Verhandeling over het bepaalen der Lengte ■Zee, $. 13 en volg. # & r,  xxn ECLIPSEN. waargenomen heeft, en die tyden, van de ty-* den dier zelfde verfchynfels, elders waargenomen , of voor den Pic van Tenen ffa bereekend, aftrekt, of deze van de eerftgemelden, zal men weeten hoe veel vroeger of laater het op de eene plaats is dan op de andere, of op den Pic, en dus hoe veel Westelyker of Oostelyker zy geleegen zyn, — Dit is dan zeer eenvoudig. Hier zullen wy nog flechts byvoegen, dat men altoos de vergelyking van eene waarneeming teegen eene waarneeming, boven die van eene waarneeming teegen de bereekening , moet verkiezen: te meer, daar men niet alleen de tyden van het begin en het einde der Eclips kan waarneemen, maar ook die, op welke ieder vlak der Maan begint en eindigt verduifterd te worden: waar door het getal van vergelykingen veel vermeerderd wordt, en men gevolglyk tot eene grooter nauwkeurigheid kan geraaken. I l Over de Zon - Eclipfen. Het is geheel anders met de Zon-Eclipfen dan met de Maan-Eclipfen geleegcn: wanneer 'er eene Maan-Eclips gebeurt, heeft dezelve plaats, en begint of eindigt op het zelfde oogenblik  ECLIPSEN. xxm blik voor alle de plaatfen der waereld, daar de Maan als dan boven de kim is: doch, al gebeurt 'er eene Zon-Eclips, is dezelve niet Zichtbaar voor alle de plaatfen der waereld, daar de Zon boven de kim is, en begint of eindigt niet in die plaatfen daar zy te zien is op het zelfde oogenblik. De reeden daar van is deeze: Eene Zon-Eclips gefchiedt, wanneer de Maan, zich tuffchen de Zon en de Aarde bevindende, en byna in den Knoop zynde, dat is inde fnyding van haar loopbaan met de Ecliptica of Zonneweg, ons belet de Zon, gedeeltelyk of geheel , te zien. Maar daar de Zon een lichaam is dat zyn licht niet, zo als de Maan, van elders ontvangt, maar uit zich zelve heeft, heeft 'er in eene Zon-Eclips, in tegendeel van 't geen in eene Maan Eclips gebeurt, geen ïveezenlyk gemis van licht plaats- De Zon fchynt ons verduifterd, alleen om dat 'er zich tuffchen haar en ons oog een vreemd lichaam bevindt. Hier. uit volgt, voor eerft, dat naar maate zich dat oog, of de waarneemer geplaatft vindt, het vreemd lichaam, de Maan namelyk, dat tuffchen de Zon en de Aarde is, of juift tuffchen eenig gedeelte der Zon en den waarneemer zyn zal, * # 4 m  XXIV ECLIPSEN. en dan eene Eclips voor deezen veroorzaaken; of niet, en dus de Zon voor dien waarneemer cok niet verduifteren. Er kan dan, naar maate van de plaatfing der vvaarneemers, met betrekking tot Zon en Maan , voor fommigen derzelven eene Zon-Eclips gebeuren, en voor anderen niet. Hier uit volgt ten tweeden, dat, daar dat vreemd lichaam, of de Maan, geduurig ten opzichte der Zon voortgaat, het zich niet op het zelfde oogenblik tusfchen de Zon en het oog van alle de waarneemers kan bevinden; maar, eerft voor fommigen hunner, en dan voor anderen, naar matte de plaatfen op den Aardbodem geleegen zyn. Wanneer men dan eene Zon-Eclips bereekent, vallen 'er twee vragen te beantwoorden: vooreerst, indien 'er eene Zon Eclips voor kan vajlen, op welk uur dezelve, voor die plaats der Aarde daar zy het eerst zichtbaar is, (welke die plaats ook zyn moge,) begint, en op welk uur zy op die plaats der Aaide, daar zy het laatst zichtbaar is, eindigt. Dit noemt men de generaale of algemeem Zon-Eclips, om dat men als dan dezelve befchouwd als voor het Aardryk in 't algemeen te gebeuren, zonder na te gaan of zy op deeze of geene byzondere plaats der Aar-  ECLIPSEN. XXV Aarde voorvalt dan niet: en zo ja, hoe laat zy aldaar begint en eindigt, en welke aldaar haare verichynfelen zyn zullen. Na dat men de algemeene Eclips bereekend heeft, moet men ten tweeden bereekenen, of zy op deeze of gecne plaats zal voorvallen, op welk uur, en met welke verfchynfelen zy aldaar gepaard zal zyn. Doch het fpreekt van zelfs dat daar toe zo veele bereekeningen zullen moeten gedaan worden, als 'er byzondere plaatfen zyn voor welke men de Zon-Eclips begeert te bepaalen. Waar uit volgt, dat de bepaaling van de Zon-Eclips, op eene of andere bekende plaats, voor den Zeeman van geen' dienst is, vermits men niet weeten kan op welke plaats zich deeze of geene Zeeman bevinden zal, die in ftaat zoude zyn, of begeeren zoude, de Zon Eclips waar te neemen. Het is om die reeden, dat wy ons vergenoegd hebben, met den tyd van de algemeene Eclips in onzen Almanach te plaatfen, en er Hechts eenige algemeene aanmerkingen, en ook fomtyds de bepaaling voor deeze of geene byzondere plaats by te voegen, wy hebben dit met te meerder recht aldus gefchikt, om dat, al zoude een Zeeman eene Zon-Eclips naauwkeurig waarneemen, by voorb. •* * 5 te  sxvi ECLIPSEN. te Paramaribo, en de naauwkeurigfte bereekening, of zelfs waarneeming, van die zelfde Eclips,' te London, of Amfterdam, of Teneriffa, voor oogen hebben; hy als dan, in tegendeel van 't geen voor de Maan - Eclipfen plaats heeft, de Lengte van Paramaribo, ten opzichte van Amfterdam by voorbeeld, daar uit niet, door eene enkele aftrekking van de tyden, zoude kunnen befluiten, maar alleen door eene vry lastige en kngwylige bereekening, die verre boven dc kundigheeden van de meefte Zeelieden verheeven, en alleen voor Sterrekundigen , of bekwaame liefhebbers der Sterrekunde, gefchikt is: deeze zullen in SterrekundigeBoeken, vooral m de Sterrekunde van den Heer de la Lande' en in die van den Heer Steen/tra, het noodionderwys tot bereekening van die Eclipfen vinden" wy vergenoegen ons met dat geen op te geeven dat tot het bereekenen van iedere bepaalde Eclips vere.fcht wordt: op dat ieder, die 'er belang in ftelt, voor die plaats die hy begeert, het nodige 'er iwafleide: dat met genoegzame naauwkeurigheid om zich tot de waarneeming te bereiden, zeer gemakkelyk, zonder bereekening, door behulp van een Globe, of van eene Afteekening gefchieden kan. - Men moet daar uit niet be- fiui-  ECLIPSEN. xxvn fluiten dat wy de waarneeming der Zon - Eclipfen aan Zeelieden afraaden: geenszins: wanneer zy zich op eene reede, waar van de Lengte niet genoegfaam bekend is, bevinden, zullen zy zeer wel doen, de Zon - Eclipfen, wanneer zy 'er geleegenheid toe hebben, waar te neemen: en hunne waarneemingen, by hunne terugkomft, aan den Sterrekundigen ter hand te nellen: die alsdan, de waarneemingbereekenende, de Lengte van gemelde reede zullen kunnen bepaalen; en dus, met behulp van den Zeeman, de Kaar- m ten uit die waarneemingen verbeeteren. Wy hebben geoordeeld deeze aanmerkingen vooraf te moeten laaten gaan: thans zullen wy, 't geen voor de Eclipfen van dit Jaar plaats heeft, opgeeven. I I I. Eclipfen voor het Jaar 1788, In dit Jaar vallen er geen Maan-Eclipfen, doch twee Zon-Ecïipfen voor. 7. Eclips. Zon-Eclips. De eerfte valt voor den 4?™ ]uny voormiddag, volgens de gewoone telling, of den 3den tusfehen 17 en  «x-yin ECLIPSEN. en 23 Uuren volgens de telling in deezen Almanach gebruikelyk. Zy is in Europa zichtbaar. Indien men de algemeene Eclips volgens den waaren tyd op den Fic van Teneriffa bereekent, zal men vinden: Het begin der Eclips op de Aarde, den gd« Juny, ten 17 TJ. 16' —■ "—• — totaale Eclips — 18 U. I3f Het midden der geheele Eclips — 19 TJ. 55' Het einde der totaale Eclips 21 TJ. 36' . Het einde der Eclips — .— 22 TJ. 35» Deeze Eclips zal totaal en centraal zyn by het opkomen der Zon, naby de Eilanden van Cabo Ver de \ en totaal en centraal eindigen by het ondergaan der Zon naby Manilla op Luzon, een der Philippynfche Eilanden. In Europa en het Noorden van Azia, zal men het zuidelyk gedeelte der Zon, en in het Zuiden van Azia, en een groot gedeelte van Africa, het Noordelyk gedeelte der Zon verduisterd zien. Te Greeinpich naby Londen zal de Eclips beginnen ten 19 TJ. •245 : bet midden zal plaats hebben ten 20TJ. LI': het eind ten 21 U. Er zullen 3 Duimen 59, verduisterd zyn. De nieuwe Maan, of de Conjundie van Zon en  ECLIPSEN. XXIX en Maan heeft plaats ten 19 U. 5T'. waare tyd op Teneriffa: en als dan is de waare lengte der G 14°. 16'. 48" in JL Noorder breedte der G . 15'. o Uurbeweeging der G in lengte 37. 1 Uurbeweeging der o • • 2. 23 Uurbeweeging der G in breedte, (afneemende) . . • 3- "5 Zons halve middellyn . 15 • 4^ Maans halve middellyn . 16. 30 Maans horizontaal verfchilzicht 60. 34" Zons horizontaal verfchilzicht 8,6" Zons declinatie, noordelyk 220. 32. 23" Hoek van de Ecliptica met den Meridiaan, oostelyk . 83. 17. 20 11. Eclips. Zon Eclips. De tweede Zon-Eclips zal den 27ften November plaats hebben, en is in Europa onzichtbaar. Indien men de algemeene Eclips bereekent3 zal men vinden, op waaren tyd te Teneriffa. Het begin der Eclips op de Aarde ten 2 U. 11' Het begin der Ringvormige centrale Eclips • • . • 3 U i& Einde der Ringvormige Eclips . 7 U. i» Einde der geheele Eclips . - 8 U. 6, Da  xxx ECLIPSEN. De Zon komt verduisterd op in de ftille of Zuidzee : en aldaar zal ook de centraale en ringvormige verduistering gezien worden , v/elke by het ondergaan der Zon naby de kust van Brafilië in de E.hiopifche Zee eindigt. De Conjunclie of nieuwe Maan heeft plaats ten 5 U 3' waaren tyd op Teneriffa: en als dan is De lengte der d . # 6°. 15'. 55"+^ Zunelyke breedte der (j . . 8.45 Uurbeweeging der a in lengte . 32. 3 Uurbeweeging der O . 2. 32 Uurbeweeging der 44. 0 5-25;0 27,0 ,9 l6 lg 3 5 19' 5- 3,9 t2.37.24 5-J»,2 7' 25 16.17,6 26*6 — 6 Zo. 19. 9.27,3 sa.30.21 6.18,ï Tydvandoor- 7 Ma. 19.13.40,1 i2.22.51 6.45,0 20"'* gang der halve 8 Di. 19.18.12,4 12.14.55 7.10,7 25.7 Zonnefchyf 9 Wo. 19.22.34,3 22- 6.33 7-35,9 *5'2 l°°r•Jden 10 Do. 19.26.55,5 21.57^45 8. 0,5 24,6 Meridiaan. M. S. 24,1 ■ 11 Vr. 19.31.16,1 21.48.31 8.24,6 1 1.10,9 12 Za. 19.35.36,2 21.38.52 8.48,0 23,4 ? i.i0j(j 13 Zo. 19.39.55,6 21.28.46 9.10,7 22,7 13 ,.I0)I 14 Ma. 19.44.14,3 21.18.17 9-32,9 21'2 «9 I. 9,5 15 Dl 19.48.32,5 ai. 7.24 9.54,3 21,4 25 ,( 8 o I '■ 20,7 — __ I 16 W'o. 19.52.49,7 20.56. 7 10.15,0 17 DO. io.57. 6,2 20.44.24 I0.34,g r^'' rr 18 Vr. 20. i.22 1 20.32.20 io.iZl '|.3 ,z°™ Uur- 19 Za. 20. 5.37,2 20.19.50 Il.ïalö '8'* beweging. 20 Zo. 20. 9-5>,5 20. 6.59 11.30,4 '7' — . , m. s. — 16,9 . 21 Ma. 20.14.5,0 19.53.46 11.47,3 162 1 2.32,9 22 Di. 20.18.17,8 I9.40.10 12- 3,5 ' 7 2.32,9 23 Wo. 20.22.29,8 I9.26.12 12.18,9 13 2.32,8 24 Do. 20.26.40,0 19. li.52 12-33,4 „'o '9 2.32,6 25 Vr. 20.30-50,4 18.57.12 12-47,2 25 2.32,4 r3)T 26 Za. 20.35. 1,0 18.42.11 13. o,3 27 Zo. 20-39. 9,8 18.20.49 13.12,5 12,2 28 Ma. 20.43.17,8 18.11. 9 13.23,9 29 Dj. 20.47.25,0 17.55. 7 13.34,6 IO>£ 30 Wo. 20.51.31,4 17.38.46 13-44,4 9' 9,0 31 I Do. 20.55.37,0 17-22- 7 13-53,4 a  [a] JANÜARY 1788. II T O (JsOverg. ([s regte op- (J s regte op- (J» Dech- ([> Decli- " S M c «? over den klimming (klimming natie natie <;» R- Meridiaan «"n g-« Middag. I Middern. Middag. Middern. o.3 ?! u_ M, g7m. I g.~m7~ g. mT~ g.m I Di. 24 lg.13 201. 9 207.16 I3-55Z- »5'54z' o Wo. 25 20. o 213-26 219-39 17-41 *9-l(> ó Do. 26 20.48 22.5-57 332-I7 20.38 21.46 4 Vr. 27 21-36 238-42 245- 9 22.37 23-ï4 5 Za. 28. 22.25 251-37 258- 5 23-35 23.41 6 Zo. 29 23-14 264-33 270.59 23-29 23. 2 - Ma. 1 A 277-20 283.38 22-19 21-22 8 Di. 2 n „ 289.50 295-58 20.11 18-47 9 Wo. 3 °' , 3°i-59 307-55 17-11 J5-24 ,0 Do. 4 °.t7t 313-45 319-32 13-28 n-22 II Vr. 5 2.14 325-15 330.53 9-II 6-52 I2 Za. 6 2.56 336.33 34Ï-12 4.29Z. 2- 22» I. Zo. 7 3.38 347-54 353-38 0.27N. 2.57N. 14 Ma. 8 4.21 359-28 5-24 5-26 7-55 15 Di. 9 5. 7 IL28 I7.44 10.19 12.39 16 Wo. 10 5.56 24-11 30-52 14.51 irt-54 17 Do. 11 6.49 37-47 44-57 18-46 ïo.21 18 Vr. 12 7.46 52-23 60. 2 21.42 22-43 IQ Za. 13 8.47 67.54 75-55 23-22 23.36 20 Zo. 14 9.51 84. 2 92.10 23,28 22.53 21 Ma. 15 10.54 i°°-ï7 108.18 21.52 20.29 ^2 Di. 16 11.54 116. 9 123.50 18.43 ï6-39 23 Wo. 17 12.51 131-19 I38-35 14-18 11-46 24 Do. 18 13.44 145-33 152-30 9- 4„, 6a5M 25 Vr. 19 M-35 I59-i2 165.45 3>24N- °*33N' 26 Za. 20 15.24 I72.13 178-34 2.16Z. 5- oZ. 27 Zo. 21 16.11 184-52 191. 8 7.37 10. 7 28 Ma. 22 16.59 197-23 203.38 12.26 14-35 29 Di. 23 17.46 209.55 216.13 16.32 18-17 30 Wo. 24 18.35 ï22,33 228.57 19-48 21. 3 31 Do- 25 19.24 235-22 241-49 22. 4 22.50  I III JANUARY 1788. [33 A 3 L o. (J'h lv- (Js halve (J* horizon-([» horizon- 3 (3 2 y Middellyn Aiiddcl.yn taal Vet | taal Ver- Phafet Sera ^og | jfchilzicht fchilzicht van de ^BlSS Middsg. Middern. Middig Middern. Maan. ^ ■■ m. 1. mT s. m. s. m. 's. 1 Di. 15. 16 15. II 56. o 55' 4° Nieuwe 2 Wo. 15. 6 15. 1 55. 22 55- 5 Maan. 3 Do. I4. 57 14. 54 54. 52 54' 39 4 Vr. 14. 51 14. 49 54'. 29 54. 21 D. U. M. 5 Za. 14. 47 14- 46 54- 14 54- 10 7- 22-47 6 Zo. 14. 45 14. 44 54. 7 54. 5 Eerfte 7 Ma. 14. 44 14. 44 54- 4 54- 5 Quamcr. 8 Di. 14. 45 14. 46 54. 7 54. 10 9 Wo. 14. 47 14. 49 54. 15 54. 22 D. U. M. 10 Do. 14. 51 14. 53 54. 29 54. 37 15. 20. 50 11 Vr. 14. 55 14. 58 54. 46 54. 58 12 Za. 15. 2 15. 6 55. 11 55-25 Volle Maan. 13 Zo. 15. 10 15- 15 55' 41 56- o 14 Ma. 15. 20 15. 20 56. 19 56. 40 D. ü. M. 15 Di. 15. 33 15. 3y 57- 2 57. 26 22. 12. 5* 16 Wo. 15. 46 15. 53 57. 50 58. 15 Laatfte 17 Do. 16. o 16. 7 58. 41 59. 6 Quartier. 18 Vr. 16. 14 16. 21 59- 32 59- 57 19 Za. 16. 27 16. 31 (o. 20 60. 40 D. U. M. 20 Zo. 16. 36 16. 40 60. 57 61. 10 29. 12. 8 21 Ma. 16. 42 16. 44 61. 20 61. 24 22 Di. 16. 44 16. 43 61. 24 61. 20 23 Wo, 16. 40 16. 36 61. 10 60. 56 24 Do. 16. 32 16. 25 60. 37 60. 16 25 Vr. 16. 18 16. II 59. 51 59- 23 26 Za. 16. 3 15. 55 58- 55 58. 25 27 Zo. 15. 47 15. 39 57. 57 57- 28 28 Ma. 15. 32 15. 25 57. o 56. 35 29 Di. 15. 18 15. 12 56. 10 55. 47 30 Wo. 15. 6 15. 2 55- 26 55. & „_ 31 Do. 14. 58 14. 54 54- 54 | SA' 41 I  [4] JANUARY 1788 IV kuil w nm m m\ foCi«ii|i£« 11111:1 iü Uil umm\ \m \m a: mi ïêis; ü mïïn mm 1 iiiëé Dagen. co = 3 jg-gyygTj-grg ï§5-  V january 1788. [5] .6 w wó, l^rt^èl I ïè^*? Iö ^» ts.e><*■ J tr> ^ ó O I co O ^- t I I « O « I O NO tn«0 O . * tN ,J rócó I \Q Cï fN. t- I CWO rö 1 O CO \ó có C* PtS U«i-t J N, ITl tH I 1 |22 C>sCO . ó cö I I ^ I ^- I i ^ I *-lï.w© ió C/S -I . | .Wc* ! *«T j 1 CO rvj ej in ■dcó ^ll1^ 1 I « eï f> 1 | eó>Ó v5 I I ts. ts. S\ Ó\ « I 1 co có ö» 1 I hm 1 ó» |s.no *n 4- m O I I ~ li uo I 1 VO cO | ° '>CO . Q c/5 I ci I I l^. rs. 1 I ó moÓ I I *^ ■* "ï *ó * V • • I ? »? «2 ' I * . ? I J • - * 3 S 5* CO g IO I I MOtl | Wiftw I l 50 !f? l£ £ £ w O Ie* II SO co l I VO I I -1 ^>to t^NO co § ^ 1 ■* I «*°° itj I t ^ l^KiinroC? 3 è 3 1 £ i^^^i 1 éi**4? 3 J? cs I « I " ïï K | >o 5i ™ I - g » . ó 'J> I ó l é 4-cö 0 "iNnö I « m J? " « 1 ti 1 io«-*> 7.7." ^ è ié | ö\ iA ó. w ei 1 2 ~ i3 2* m" ^ 6 ,1 I lr, I M- ~s w © «O N. , 4 rl O OsCO 3 « CS l« |\o «na >o«5*m I " o a too • O A [ 4- I CO rö « I C\iri 4" I^Ö^-'iS? ia . 1 > »n« ~ « 1 » » . " *! "t 7 •4 «O g I W |ö\ó\w4- I N 1 w C> w Cl OS < m fi ' tl • <« .«■ 3- 1 + « I ■**?.? *? n lts. I 10«\o | 4- ~ ö\ i^^SJ0,^ Jl« IVDiocOW I io*rt l !- O O00 tN. ^ 0 '^12 ^ & fe«^ 1 - sJ £ I' é é s i * t"A-« rh I I ó\ 4" ó 1 CO T 1." 1 i «o 4- A « Daeen. I S 2 I 2 «■*in\o I ts.a> ev Ivr rs.» o\o ^ O |«« !«KI(ICI I d Cl M H | « C< « Cl r-J  I [63 JANUARY 1788. VI ^ ó ii\ ti A ÓcÖcAm £ i "* ° °= ° £• ! I-ó-* i\ 4? III &§ |I I «14" *M V ^' I' ?31 " S K |S 1 2"tt | Sï1" | AA.ó jA j . | có A 5 3? 3 £ ,2 |cóö« I t'i iiiKÓ- ^ 1 liévó £ *^ 1^1 *c °j I «ir.io j -a- it-.no ixco o-l I «vo S k5 2 I •» S£ I ó>=2 " cö«4cöióts.^| I Ai . j | . ? . . " • I «««int!*»1 '«« 11. 3 S [S j SS | I S'ScTÏI I Z i? £ Ir* ^ *ó ivócéó I ~ ct .3- in ts. ó i icö« u ■ " , |° I 10 ^ I '•»» I «s5 Km O ~ I I t «5 ti H - « ' 2* I SÉ2"* ïf ij"^ I I ïï- 5 j j IS I O A 1 « rA.o5 | A ir.vó O^A | | » * « D m "■ I ..ÏT- A 1 5!i!5 I ö - « «v5 cö — 1 ,\óó\ C ^ " ^ C l\ ICO^-ITÏ I T icvo ts.M O « l 1 Tf LO c ,-' '. , . 1 ; . | ci [ ^-S H ^ ^ O O ^C(53^ ^ | | Aca iTïriAlgl Is. « I «» A oó » ö c' iri it) ö 1 1 ó,n 4 t-^Ö II t*ï »fi I | c<: if, Is. » Ö.« « itKO 1 1 4-có c II' I " c ^ o !•« c^A 11 «►< im | k ~ 0 có ts. A | Vcó .r A !■? I w l(tïc5\o ïvsócó-itJAo 1 4- A iï^ï ri . 1 11 «5 ■: - |tJT-?c;?cc sc A I A tj. B, « Cl f "* . ^ . . T' ^" ^ , 7 ï" T*" "*> ^ A 5; 1-0 icioset i M A ós A có ts. o i Oi ~s -o *5 ^ « 1 T T ' . " . tf I ■<* ■* ,1 6 a 1 O ö %t 1 Aeé cK ~ -5-»o C% , rijt? P ^ sv \^(s. I «1TD I *r.*C CO 0>0 - | tt" lO C»-C« • n m iCN-ttj 1 A\c có ó " Aeö . o A ^ P CS wit-. Iti^-io I* mvc ce c> o « | «« C ...m... < c <■ 2 ''a-a's, § Sa 5-ë S bi) .y O S rt „ „ bfl  VII JANÜARY 1788. [7] ;i »mm\ li! m\ m ü ■ ;i;« i Mi 1" «Hillliill iHlilIIiiil jiïliillïïT |-1 ;?l ;a HIT 5* 3 jas il^i 165 i-a-a, W'I'M I" 1 lilt  [83 J A N U A R Y 1788. VIII Venus. ^^rs8-u Jupiter. Saturnus. t> .■ f ?aat *Z Siat gaat f gaat n, Decli- dooi Decli- door Decli- door Decli- door . natie. den natie. den natie. den natie. den Merid. Merid. MericL iMerid. 1 g. M. U.m. g. m. u. M. |g. M. U. M. g. M. uTmT ra1.46.Z- 1. 19. 25.52.N. 12. S8.L2.35.N. 10.24- 14.18.Z. 3. 6. 720.7. 1.24- 26.11. 12. I.122.33- 9-54-I4. 5. 2.42. 13,18.7. 1.38.26.42. 11. 25. 22.31. 9.26.13.52. 2.19. 1915.48. ' 1.33.26.57. 10.50. 23.29. 8.58.13.38. 1.56. 25 I3-I5- 1-36. 27. 4. 10. 17.;22.28. 8.31. 13.24. 1.33. 1 ; Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet. Uitgangen. | Uitgangen. Dagen. u. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. *2 ia. 1. 1. *4 o. ,6. 45. a i6.a7.4»-Intr. *4 6. 28. 51. 7 2«. 34. 16. a 19- 8.57-Ung- o 0.56.44. *li 11. 51. 51. 9 20.24->7' *• 7 19.24.38. 15 1. 9.37. 9 «• 6.43'U. *9 13.52-34. *i8 14.37.33. 17 0.21.36.1. *U 8. 20. 32. 22 3. 45. 36. *7 3- 5-12. U. 13 2. 48. 35. 25 17. 3. 52. *a4 4- 19.36". ƒ• 14 *i. 16. 38. *»o 6. a». 15. *24 7- 4- *4- U. 16 15. 44- 46. *3i 8.18. 19. I. *i8 10. 12. 56. *3I 11. 4.21. U- *20 4. 41. 7. SI 13. 9. ai. *25s \Ï.3Ï.AZ Vierde Satelliet. •27 6. 34. »6. 29 i. 2. 53. 3° '9-S«-ao- I2 o. 10.11. I. 12 o.53. li- U- 28 18. 2.49. I. 38 19. li. 18. U. I  I F E R R U \ R Y i 7 8 8. rjf] 2 t 3 ö Zons regte I Zons jTydver- Ver- 0 ?ons halve g« opklimming Declinatie, effening, fchil. ^ Middellyn. £» Jn in tyd. Zuidlyk. hy voegen. g p-_ r u. m. s. s. m. s. : M. T sT~ ' m. S. i Vr. 20.59.41,8 17. 5.10 | 14. 1,6 | 1 16.16,6 f Za. 21. 3.45,7 16.47.5g | 14. 9,0 ~A 7 16.15,6 3 f°- 21.7.48,9 16.30.20 14.15,7 13 16.14,4 4 Ma. ai.II.51,4 16.12.30 14.21,4 5,7 19 16.13,1 5 Di. 21.15.52,8 15.54.22 14.26,4 5' | 25 16.11,8 . I 1 4)2 _ 6 «'o. 21.19.53,6 15.35.59 14.70,6 , . Tydvandoer- 7 Do. 21.23.53 6 ,5.17.2? ,4. 4 0 l'i B»ngd«halve 8 v, 2i.3r.5,,7 14.58.24 .t'^ # ardeny 9 Za, 21.31.51,0 14.39.13 14.-8,4 0£ MeAdiaan. 10 Zo. 21.35.48,5 14.19.48 , 14.39,3 'J m"ldlaan' M. S. 1 0,2 11 Ma. 2T.y>-45>3 14. o. 9 ' 14-30,5 1 1. 8,1 12 Di. 21.43.41,2 13-40-17 : 14-38,8 °>J 7 1. 7,4 13 *o- 21-47-36,3 1;.20.11 1 14-37=4 „'* ! 13 1. 6,8 14 Do. 41.51.30,7 12.59.52 14-35.2 *'„ ! 19 I. 6,1 15 vr. 21.55.24,3 I2-39-2I 14-32,2 3'° 25 1. 5,6 — , 3,7— 16 Za. 21.59.17,1 m.,8.38 i 14.88,5 8 Ma. 22. 7-0,6 „.36.37 14-18,9 » g b in&. 19 Dl. 22.10.51,2 II.I5.20' 14-13,1 (. r b 20 W o. 22.14.41,2 10.53.53 14- 6,6 0 7,3 —3 -S- 21 Do. 22.18.30,6 10.31.14 l-3.59,3 -n 1 2.72,2 22 Vr. 22.24.19,2 ,0.10-28 13.51,4 7A 7 2.718 23 Za. 22.26. 7,3 9.48.3* 13-42,9 8,5 13 l \\ k 24 Zo. 22.29-54.8 9^6-«7 "3-3.3,9 9'° \l 2! 1,0 25 Ma. 22.33-41.6 9. 4.14 13.24,2 -1'7 25 2.30,5 26 Di. 22.37.27,8 8.41.51 13.14,0 I0 g 27 Wo. 22.41.13,6 3.19.21 17. 3,2 u', 28 Do. 22.44.58,9 7.56-45 12.51,9 29 Vr. 22.48.43,6 7.34. 1 12.40,1 ' li  [10] FEBRUARY 1788. II e. o. .O |ds Overg. (Xsregteop-dsregteop-dsDecli- di Decli-i " h 2 m ,a.>'!ov<:t den klimming klimming natie natie g s a 2 ff Meridiaan S» ,o g Middag. Middern. Middag. 1 Middern. P" ^ |? U. M. G. M. | G. M. G. M. | G. M. 1 Vr. 26 20.13 248.17 254.45 23.20Z. 23-33Z. 2 Za. 27 21. 2 261.12 267.38 23.31 23-13 3 Zo. 18 21.50 274. o 280.20 22.39 21-51 4 Ma. 29 22.37 286.39 292.45 20.48 19-31 5 Di. 30 23-22 298.51 304-51 l8- 2 16.21 6 Wo. 1 Ó 310.47 316,37 14-30 12-29 7 Do. 2 o. 6 $22-25 328.10 10.11 8- 5 t Vr. 3 0.49 333-54 339-36 5-44 S,l8.T 9 Za. 4 1.32 345-19 351- 4 0.50Z. 1.40 N. 10 Zo. 5 ï.16 356.52 2.46 4.10N. 6.38 N. 11 Ma. 6' 3- I 8.46 14.53 9- 3 It-24 12 Di. 7 3-48 2I-II 37.39 13-38 15-44 13 Wo. S 4.39 34-20 41.12 17-38 19-21 14 Do. 9 5.34 43.17 55-34 20.47 21-58 15 Vr. 10 6.32 63. 2 70.40 22.49 23.18 16 Za. 11 7.33 78.24 86.13 23.27 23.12 17 Zo. i2 8.34 94- 3 101.52 22.33 21.30 18 Ma. 13 9.33 109.37 117-14 £0. 7 18-23 19 Di. 14 10.31 124.42 132. 2 16.21 14- 3 20 Wo. 15 11. js6 139-12 -146.12 11-31 8.52 21 Do. 16 12.19 I5Ï- 5 159-49 6' * 3-l4N- 22 Vr. 17 13-10 I6S.S7 173. o 0.22N. 2.28 Z. 23 Za. i3 13.59 179-30 185.57 5-!3Z' 7.52 24 Zo. 19 14-49 192-23 198.48 10.23 12-44 25 Ma. 20 15-38 205.14 211.41 14.52 16.49 26 Di. 21 l6.?8 j »t8. 9 I 224.39 l8-32 '19.59 27 Wo. 22 17.18 231.10 «37-43 21.12 22. 8 28 Do. 23 iS- 8 • 244.15 I 250.47 22.49 23.13 29 Vr. 24 18.58 ! 257.18 j 263.46 33-20 23.13  III FEBRUARY 1788. [11] o. Ie | d* halve I d* halve d'horizon-d'horizon- 2 q y Middc'iyn Middellyn taal Ver- taal Vet- Phafes gtfe *~H I fchilzicht fchilzicht van de B S S'3 | Middag. Middern. Middag. Middern. Maan. r I m. "ü mT's. m. s. m. s. 1 Vr. 14. 51 14. 49 54. 29 54. 21 Nieuwe 2 Za- 14. 47 14. 46 54. 15 54. 11 Maan. 3 Zo. 14. 45 14. 45 54. 9 54. 9 4 Ma. 14. 46 14. 47 54. 11 54. 14 D. TJ. M. 5 Di- 14. 48 14. 50 54. 19 54- 25 6' 17.46 6 Wo. 14. 52 14. 54 54- 3S 54- 41 E«fte 7 Do. 14. 56 14. 59 54. 51 55. 1 Quamci. 8 Vr. 15. 2 15. 5 55. 12 55. 24 9 Za. 15. 9 15. 13 55. 37 55. 50 D. U. M. 10 Zo. 15. 17 15. 21 56. 5 56. 20 14- 7' 49 11 Ma. 15. 25 15- 3° 5*5- 37 56. 54 12 Di. 15. 34 15. 39 57. 11 57. 29 Volle Maan. 13 w°- 15- 45 15- 51 57- 48 58- 8 14 Do. 15. 56 16. I 58. 28 58. 47 D. U. M. 15 Vr. 16. 6 16. II 59. 6 59. 24 20.23. 42 16 Za. 16. 16 16. 20 59. 42 59. 58 taatfte 17 Zo. 16. 24 16. 27 60. 12 60. 24 Quaitier. 18 Ma. 16. 30 16. 3a 60. 34 60. 39 19 Di. 16. 33 16. 32 60. 43 60. 42 D. TJ. M. 20 Wo. 16. 31 16. 29 60. 36 60. 27 28. 7. 9 21 Do. 16. 24 16. 20 6c. 15 5C. 58 32 Vr. 16. 15 16. 9 59. 39 59. 17 23 Za. 16. 2 15. 55 58. 53 58. 27 24 Zo. 15. 48 15. 41 58. I 57. 35 25 Ma. 15. 34 15. 27 57. 8 56. 42 26 Di. 15- 20 15. 14 56. 18 55. 55 27 Wo. 15. 9 15- 4 55- 35 55- 16 28 Do. 15- o 14. 56 54- 59 54. 45 29 Vr. 14. 53 14. 51 54- 34 54• 25 1 ï  fiat] FEBRUARY 1788. IV Pj'fi i è? |?é ^41 %4 ' ii^i Mmnmmm ilpg |i| §>| Usi éis- lèi* ?Wê * è£i !*'*•! «sa i^s» ï] ït? fli 1^1 hHé |a* * a-i U«i «$* i:r «ar? »| w$ l~È| I I — : g<*<5 * 1^44 gas i c?a I-s»? «ié 1 gpg o Éi ssa tè^i i~is lp 5II :1 nu lil lili MM M :ïi 'ül! Uil ö -g, ,^ ié; i^gdfe i bï rü i i i a s| 3 s |  V FEBRUARY 1788. [13] 0 m\ 111111 i$s ia-i ;bi ;s; nm ?| £ llti lil! llfll P° ci l.fcsi* iRis sg^g£ itt lil' II IS Ijlt sts ill iü Üï ïm \«° * ii*ó'è 1 és» léés p~ 6 i&sis i£&é \éêii lïïTPiTl Til i jj || II 1 1 1 P g Dagen. | g g * g | g>g &» g,  [I4D FEBRUARY 1788. VI . ó U ö I cöó- I Ó flV5\ö h « I «vól co « ' « 1 I cj 1 «^-Jfco"1 tl «jj có 5< Ól i óttK I Ó^ó eó \ö cócö i « N I •£'>-> « Irii ö 1 Ivöcóó I cö ö « incó m 1 c -* I j ci ' *^ j ^ I Wcol^| "^"^ o ^ l co I I"5 è> I co^S I SpjnS*! *jl i|ps> [o ai [ I £a.t"if i lel T~i 1 • i TT", i I . . '?e^°, ^ I Cs, « -3- I CO NO CO O I i . . I . • I « * « I *? . T . 1 *i T t . J ï " IS I 5? | I »CXÖ> I cóvó tócó Ö Ó ü oö V5 I ^•.^ . I « I ? to •* . T •*> . *; ' s £3 Irn I J> I I có in rs, | <Ö (s. Ön « rs, >« rs, >i , e i-* io ^ l I « co | T mvo 00 O O « cl 1 ïï I — ——, . !• • O w | I » ö I Is.-* ts-oö in « in, ts. 6 I K ^ « I | « 1 I « « I «h in ir, in ~ t~ 1 Sgcölgl ■«■ i |vÖ«5 I JjVÓ £ có rs. Nh I £i . ^ I I . I . . I 1 . 1 *? 1 1 y "ï* ^ _ r-, CO I • I NO f I W -■ 1 ' 1 ' ' . n .1.1 .. I ... ... " . O »i co— I *-wo\ o\o « «rj rs,co lx. cl co o C <" « . co« . . *2 f " *? ^ f *? ? O Ji rt .H -f uo^- | o\co»-t l^\o O O rs,«OSO sO se co NS n * co cl j '"■«•co -er ïo -3- co co •* .f'? v ^; ó r-n I "^"^ I o « « 4-vó ós - r*" »s- ■D P n I s3 j irivo I « co tj- mso ts. O O i-i « co in c I I ! , ^ .Ö vj CÓ cÓ I Ils-O -si-w« ÖWO có I CNO. a co cl -f «n I ? ■* TM f» f'J ."ï ^«n " I " ^ i-sts. Lhl có 4- I i - có McólOls.ó«vo I Ó ■n lil 3-Ó cö I I *C -j- co" Is-cö « m 4- I I Cf VÓ "o có Is! rs.cs. | , vc co «co rs. cóo co rs. | i co c\ -T3Sun|iij«^N I I *n ■?CT-C?,?C2"C} I '11 •p * 'j uós? I I ^ S ïl>o Rco Öï I * ■ ö I« SSi lio-T I ■* ^ a^ è ei I ' - ^ lil s ™% i^* if^séis 1 e j • o-< li°°ó 1 ö n •J-vö o\« 1 «>ó Cy k3 lï^VO I « ^" l wïsq ts.CO q\m 1 | « + "O " g ' 1 ' |0-^0_4 w S CS S k s « g ^ ^ >ai  VII FEBRUARY 17 8 8. [15] IE a crt ^-m có ó\ I « ö\ cö tncö in 4 ~ £ rVÖ jj '» « I *3 ■* N e?int". .? . i*4 rrt l1^ I \c 4*- I MVO 0 w ts.rs,cO\rS co « "*no i* S r «m«» 1 . ~ « *? «Scö | ^ ° 8 £ 3i s Pil I 1II 1 i-as?? • tf** ^rjg j[ sa as l iis i traas, i m o co-*co>-. 1 > « I vv • ■ I . • • • • JJ co có r-.~ * 1 i «co , I on2*0 * I |vg,J2ï>'3- 3P^ 0 gaas I 1 as I 1 aras. I' «^a" . 6 U vnchincó I 1*^1 | Ó>ócó* | 2-^"2 • *j có 5! mONMco I I I ï? ° ï>« « « « ;« m ^ «« t j 1 10 ^ I • • * - ' d ssai I 1 s?a I 1 gs^g iss&g *| asès' ' £a 1 sss1: hi§?1 ss s i^s iMct 1 as~-s h ?#&s [ui "I 1 1 sa |vs>ia£ h SSS * I ÉS" I «co 'iï?05.? '^-«S ■ • ^ • . « no « , 4-có I m on cono I 3- £• c\3p K 6 1 m^-no 1 co * I « co invc 1 « co -*no I Ji • 1ci«-có InÖÓ 1 ©n 4 **nÖ 1 f> fvl If? ririg » 1 «5« 1 - . "PT"? S^ES g i^as 1 sa iMa«co 1 tb* 6 i asa i«* icta^No icco^-o 4*1 •? 1 Ji 'ifji ! iiit sas,* 1353 i?? 'ïtll .T^ - i 1 "T c^, ._, I' Daecn.| ^ ^ g «j g g S | Scjc?cTc? j g^g  Venus. Mars. Jupiter. Saturnus. ö, gaat gaat j PU . I Decli- dooi Decli- aoor Decli- door Decli- door ? natie. den natie. den natie. den natie. | den Metid. Merid.' Merid. Merid. G. M. U.M. 3. M. :U. M. G. M. |U. M. G. M. U. M- i'io. o.Z. 1.40. 27. 5.N. 9. 4J22.2S.N. 8. J13. 7.Z.! I. 8. 7 7. 3. 1.44. 27. 1. 9. 13.'22.29. 7.37.112.52. 0.46. 133.59. 1.47.26.54. 8. 4". 22.30. 7. 13.12.37. | o. 25.. 191 0.52.Z. 1. 51. 26.44. 8.26.22.31. 6. 51.12.21. I o. 5. 25I 2.17.N. 1.54.26.32. 8. 5.(22.34- |6.29.|I2.6. j23.42. Eclipfen der Satellieten van Jupiter^ Eerfte Satelliet. I Tweede Satelliet. Derde Satelliet. , Uitgangen. Uitgangen. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. DaSen- u" M- s- *i 13. 59. 54. I 19.40.47. *7 \2-17-57Qvtl *3 8. 28. 28. *5 8. 59- 34- 7 5- 5- 9-U'tg- 5 2. 57- 6- 8 22- 18- 25- ï+ l6-l8-'„ 6 21.25.46. »ia 11.37.28. '4 8 15.54.29. 16 0.56.38. » *io 10.23.15. 19 14.15.55. 21 23- „ " V 12 4-52. 3- 23 3- 35- 20. 29 °-2°-2?/ £ 13 23- 20. 55- aó 16. 54- 49- 2' 3- «• «• 15 17. 49- 48. *I7 12. 18. 45> *I9 6. 47. 4". ^—— 21 1. 16. 45- 22 19. 45. 50. Vierde Satelliet. 24 14. 14- 52. *26 8. 44. 1. 28 3. 13. 8' 29 ai. 42. *9. *i4 12. 2.41. i. 14 13.29.51' v' [163 FEBRUARY 1788. VIII  MAART 1788. Ci7] eg- ,0. "ö'S Zons reote Zons ITydver- Vei- „ Zons halve is Sora, opklimming Declinatie.'effening. fchil. I» Middellyn. , g 3 3 ° in tyd. Zuidlyk. Byvoegen. \ n ' U. M. S. G. M.S. j M. S. | S. I ' M. S. II ï, Za. 22.52.27,8 7-ii- 9 12-27,8 I2 8 1 16.19,6 li. * Zo. n.56.11,5 6.48.13 12.15,0 x 7 16.9,0 1 3 Ma. 22.59.54,8 6.25.11 12. 1,8 ' 6 13 16. 7,4 4, Öi. 23- 3-37>7 6- 2- 3 11148,2 19 16. 5,8 5 Wo. 23. 7.20.11 5-38.49 11-34,1 25 16. 4,1 14,6 6 Do. 23.11. .,1 5-i5-3t n.19,5 14,9 Tydvandoor. 7 Vr. 23-14-43,7 4-52-io 11. 4^6 15,2 „aVderZon- 8 Za. 33.18.24,0 4.28.45 io.49,4 ,5,6 gShy"d0^ 9 Zo. 23.22. 5,9 4- 5- 7 0.33,8 i5j9 denMeriduam I 10 Ma. 23.25.46,5 3-41-44 10.17,9 __ 1 . 16,4 M' S' l, 11 Di. 23.29.26,8 3.18. 9 10. 1,5 l6 6 1 t. 5,3 3 12 Wo. 23.33. 6,7 2.54-32 9-44,9 16,9 7 ï- 4,9 I 13 Do. 23.36.46,2 2.30.54 9.28,0 j_.2 13 r. 4,6 ; 14 Vr. 23.40.25,5 2. 7.15 9.10,8 , , 19 ü 4,4 ; 15 Za. 23.44. 4,6 1-43-35 8-53,4 25 1. 4,3 I 17,7 : II 16 Zo. 23.47.43,4 i.I9-53 8-35,7 17,9 1 17 Ma. 23.51.22,0 0.56.11 8^7,8 l8j0 Zons Uur- 118 Di. 23.55.0,5 0.32.30 7.59,8 ,g52 beweeging. 1 ig Wo. 23.58.38,8 o. 8.49 7*41,6 18,4 2o Do. o. 2.16,9 Noordlyk 7.23,2 0.14.51 l8 g M. S. |j 31 Vr. o. 5.54,9 0.38.31 ?• 4,6 18,6 i é.30,1 a 32 Za. o. 9.32,8 1. 2. 9 6.4'\o lg>7 7 2.29,7 }: 23 Zo. 0.13.10,6 1.25.44 6.27,3 jg _ 13 2.29,2 2 24 Ma. 0.16.48,4 1.49.18 6. 8,6 l8;7 19 2.28,8 j 25 Di. 0.20.27,2 3.12.50 5.49>9 25 2.28,3 18,7 — = ■ ij 26 Wo. 0.24. 4,0 2.36.19 5-31'2 18,8 i< 27 Do. 0.27.41,8 2.59-45 5- 2,4 18,7 li 28 Vr. 0.31.19,6 3.23. 7 4-53,7 18,5 ; d 29 Za. 0.34.57,5 3.46.26 4-35,2 18,5 : 30 Zo. 0.38.35-5 4- 9.40 4-ï6,7 ,j 18,4 < 31 Ma. 0.42.13,6 4.32.5° 3.58,3 18,3 ï  Ei8] M AART 1788. II —TT (jiOTetg.jCC' regte op-Wi regte op- d» Decli- ([1 Decli- o 8* e ^, over den klimming klimming natie natie ;»".2 §■» Meridiaan '»CS nn Middag. Middern. Middag. Middern. i.° ra ?" tj. m. | g7m g7mT~ g. m7~gTm . Za. n 19.47 270.11 276,2S 22.48Z. 22.10 Z. , Zo. 26 20.34 282.50 289. 3 fli.15 20. 8 , Ma. 27 21.20 295-10 30>.i2 18.48 17-16 1 Di. 28 22. 5 307-H 313- 6 15.32 13-38 5 Wo. 29 22.49 324.45 ii-35 9-*5 6 Do. 30 23-32 33C33 336.i8 7- 7 4-45 j2- 2 Vr. *i d 342. 5 347-53 c'l\ JJ8 Za. 2 0.17 353-46 359-4* 2.44N. 5-15 «. o Zo. 3 ï, 2 5-45 «-54 7-43 10. 6 10 Ma. 4 I.50 »8.ia 24.40 12.24 I4-35 Ir Di 5 2.41 31.18 38. 6 16.35 18-22 i2 Wo. 6 3-35 45- 6 52.16 19-56 21.13 3 Do. 7 4-32 59-36 67.4 22.12 22.52 14 Vr. 8 5-31 74-38 82.15 23. 8 23. 7 ,5 Za. 9 6.30 89.53 97-29 22.43 21.54 16 Zo. 10 7.28 105. 2 112.28 20-46 19-18 17 Ma. 11 8.26 H9-47 !26-59 17-31 15-29 11 Di. 12 9-21 134- 2 140.57 13-13 10.46 19 Wo. 13 10-13 147-44 154-26 8. 9 5-»7 II Do. 14 li- 4 l6i- 2 167-34 2-4IN. o. 6 Z. ai Vr. 15 11-54 174- 4 180.32 2.52Z. 5.34 22 Za. 16 ia.44 l86-59 193-27 8.10 10.38 23 Zo. 17 I3-Ï4 I99-56 206.27 12.57 15- 4 ai Ma- 18 14-25 213. o 219.36 16.59 18.38 15 Di. 19 15-16 226.13 232.51 2°. 3 21.13 a6 Wo. 20 16. 7 239-30 246. 8 22. 5 22.41 27 Do. ai 16.57 252.45 259.19 23- I 33. 4 28 Vr. 22 17.46 265.50 272.16 22.50 22.2a 29 Za. 23 18.35 278.38 284.54 21-38 30.40 30 Zo. 24 19.2a 391. 4 297. 8 19-28 18. 5 31 Ma. 25 20, 6 303. 8 • 309. 4 16.30 14-44  MAART 1788. [ip] | c 1 f n. n. 1 CC' halve S' halve (Js horizon- (J' horizon- S O S o 'Middellyn Middellyn taal Ver- taal Ver- Phafc» I ScfS ^oï fchilzicht fchilzicht van de " £ n '3 Middag. Middern. Middag. Middern. Maan. : P- r | m. ~s. m7~s7~ m. s. m. s. 1 Za. 14. 49 14. 48 54. at 54- '8 Nieuwe ' 2 Zo. 14. 48 14. 48 54. 17 54- 18 Maan. 3 Ma. 14. 49 14. 50 54. «a 54- 28 4 £». ,4. 52 14. 55 54. 35 54- 44 D- U. M. 5 Wo- 14. 58 15- 1 54- 55 55- 6 7. 10.26 6 Do. 15. 4 15. 8 55. 19 55. 3.3 Eerfte 7 Vr. ,5. ia 15. 16 55. 47 56. 1 Quamer. 8 Za. 15. 10 15. 24 5<5. 16 56- 31 9 Zo. 15. 28 15- 32 56. 46 57- 1 D- U- M. 10 Ma. 16. 36 15. 40 57- 16 57« 31 M- 16. ia 11 Di. I5. 44 15. 48 57- 45 57. 59 „ „ 1 12 Wo. 15.51 15-55 58.1a 58.25 Volle Maan. 1 13 Do. i5. 5g 16. a 58. 38 58. 50 14 Vr. I6\ 5 16. 7 59. 1 59- 11 D. TJ. M. fa I5 Za. I(5. IO 16. 12 59. 21 59. 29 21. 10. 53 ■ , f 1 16 Zo. 16. 14 16. 16 59. 37 59- 42 Laatfte 1 17 Ma. 16. 17 16. 18 59. 46 59- 48 Qiiartier. ij 18 Di. 16. 18 16. 17 59. 48 59- 46 1 19 Wo. 16. 16 16. 14 59- 4° 59- 33 D. TJ. M. : 20 Do. 16. 11 16. 8 59. 24 59- 12 29. 3. 18 2 21 Vr. 16. 4 15- 59 58. 56 58. 39 2 22 Za. 15. 54 15- 48 58. 20 58. o 2 23 Zo. 15. 42 15- 36 57- 39 57- 17 2 24 Ma. 15. 30 15- 24 56. 55 56. 33 2 25 Di. 15. 19 15. 14 56- 12 55- 52 26 Wo. 15. 9 15. 4 55- 33 55- '7 :r 27 Do. 15. o 14- 57 55- 2 ' 54. 5° 28 Vr. 14. 54 14. 52 54. 39 54. 31 29 Za. 14. 50 14- 49 54- 26 54. 23 ,! 30 Zo. 14. 49 14. 50 54. 23 54. 25 3 31 Ma- 14. 51 14- 53 54- 31 54- 37  [no] ma art 1788. iv | cö S 1^ ir; »n Ó\Ó ir.cö ö » Ó -*>ó I iV3 -^VD m H-(Mcn m m *3- rf tS ifiro co ^ O M l -tf- O ïös 0 «saa grêag' voia clasai |gas- | * III I i Icfl I ! 45 |Ulil|li?S j èi.i I ïisg I 1 &fe 11 asii . U^S *|' ^SS I ié"55 I i SS, |! 2^ fel ImScS - til tf| £ai I 1 a^ct \ 1 ai | i-ssai |g.ag iE co g -■»! [ 1 ""42 j l 22 I ' s8 " lp S " gpf: ój vïa? I 1 aiy j isi 11 -sisi{gas " & 0 L 5^ & 'i" * ' K>,s '' cV^ è'è AÊ,2 sal u és* 1 iiA,s 1 iss it^&a&sï tgps 1^I 5§as I 1 sïü- I 1 as- 11 ^a^g £££ es. * V. 'incfM '^s |"TN. . ¥ |ss s »2s 1 i<°~s 1 i«a |l SSTS» 1 ^D^|ci £ai I 1 ai^ I 1 as |»ga?;^ . -rj . 1 i | ' e rA n J> cócó cö I ö « có I 'n» ' "5. 2 ^ È 1 ^ ~ 3 g . -cos ü-j-s "ft"|"fc!c!c/| ,v. m j g. có\ó | « cV « 1 -ci-vo^ | | o> ö\ ci j | o o\ 5 i ,i c*có rt, ivöcóö 1 I fl X. 2. ï> . I X' 9. ïg P C3 j vo «i? I ifltn 1 u-> | I vc ■* s I vo m jts| g.a? 15* [ iga , < lal 8' i I I .3 I q j 3 I_k! — —1 ■ 1 v,—1—-o q-s- — ci | --o -er »r7so r r^co o\ Dagen. I ^ "^y- «Si, I - S « m - I - M ♦< J1 —. . M  C 5 v maart 1788. [21] as p ■ai ^"2:1 as 1 piés sss°§* pci jcjj si I a?°i «51 飣fsiJIU «s °? | ii j Scj'gi Ifeii I Asc8{$s£»ó -ó- ö 1- cï rt. • • I T I .Tv' \°! l" °? («««co^-rr P-ti «I £ïï I w * I I Ovco b m*nnB ö w I " ' | w<-"l ( r^vo 1 | j^\o io| « o cvco l^vo *i *?| §1 aas 1 |s"i *jv?* cosHaii S f£ Sl 21 I ei co in 1 |»>Ó I ÓelvóÓvöcÏMcóC?. P« til 2* t « f*. 4- I pó if) 1 Óc5vc*vöin.ècöcöe< w I «I *C co 1 r^\0 I MV3 "oho OnCO ( .vo có S ™ ^-1 °* " Ó I 1 1 ^ «« Ö ■* cv (öj . . ln' ."TT I ¥ "ï" 01 M « co m lo uo ss s 2"i Tai ~ 3 T?*?"^™ t) co ,c w 1 el ovir) 1 Icovö 1 « A © co vo vö in rö " ™ ^ co I » «01 I r~.vo I co too ~ O osco t<.vo j^o* có ^ s s- a "iir.hacj^s ^^<5\»^svö S S S ö " Ó vö 4 « co i et m ° i«cT S ♦ " p2 o èsv' vj-aaci- êsébits èi"kisi có s i a^ 1 ^s i i««& g j s ^bj 1 <»-i t i s« 1 è'ia^^ Ü^-U ï 2 IjïSi? [ .2^ [ CO (Ö 1 Óvcó li. tivó VJ COC* llOCOCI 1 VO I I O OCO f-^VO Ö có cö ö I^COCOC? I « « M 9 ? I fe - ^ cO°° S| S Si? 12 is I 'ó ïï{ i w 1 vicó tAtó p* dj foei 1 sis- 1 ££j i éi 1=80?^ UI »~ i i «ïSM^t!' ss N 'sss 1 sa 1 sa! 1 cócóiiè p" a is t ais- LR.511I 23§\èg s il^-a^-d I s Ij-s U I e Dagen. £ " M, »J+ |t '-n^o |vr r-.co Io tv>co cvo m I 0 I « « | clMctci |nclcl|c)clM|CTe ca i tt-co't ^ co I triifjcimtjTi- I , , ^ n N vó ■"#■<» I có c\oó ró t^, ^> Ó | «cö cócó T3 >"4 « Ir» inVD có Ó có f M irtKO tó"o O I «yj 6 T g » « rJ co xn t^co I m-o co o O tl I « « toso .■I. ¥ lo w »fiio I cofl "^s i< nès^ê^s KSfeÓ ^5 tZ> 3*" ", eó irs tv, cs - m có\ó c> m if.có | m -4-có cÓ g | co irjvc CO no\ o ^ I « « c/5 2 •*« o >oo m\£ c\ c\oó -4- tri c> w c\ 6 >.eJ(. • * j j! • ^ co c) co 10 CS M »-.« •* ë f2 is o i> & 4 m 6\w k« «t^w^. fc* . * I ^ ^- (*p tO COCTC.lCpl'^- CO MC» £ S °" Ir£ «cóinN.0 ó>« 4ko tósó Ó\ có tv, w 9 [ w co >flVD co co wc tv. Os c £ h co ^-vo W CÓ S 1 M ^ ^ ^ ^ «M IS. A Jj g « Ijg « c» o ó\ es ■4-vniófs. ^ ró • o « ^-\Ó cö 1 f5 có v:oó 5 iïï i\m wóv e t-» m j C; ro Tt mvo tv. i voso tvco o m >- co m f . —= , . , . u * O I * tv.sc CO O* I N OVD ^ irl | »tï tï* ^ £ ^ ^ ^- Po ?> Ü J Ö I; <_> >- « -t v.so is. i -<*-so r-.»o O -* h d Thirj • 6 uó ci *- »rt ONS© j TC t> cÓsö tv, I só ■< O |aéN is.s's^ isj.as'S.é lis* ■ë 1 ~ §.^0 (/, Cj ós Ö, Ö> I I ^ « ï? é 5 3> lel ïn*i IgéN -T&i? li^sas* 1 3 h * \c có ó- .-' có , ineó ó covó ó 1 \ó (5 * 2£ P j O cl co <-so tv. I I ^- m r--co o« I « ^ 10 « -Ö £ ° ° Si I 12" ïn^ Si ï I j^j SJS'W Rrjl^S I "2 if I Sfg c «-s -i L: 4-sccö Ófl 1 4só Óv« *n« 1 **=f ^ t* es co ^-so tv. I ^sc 00 es o 1 ct n ! p w O I nt I >nvo I « ca m\o | I ii ^- mvc. • ó" ca I có r*. I 'n cv os 6 1 in ó>« ó I « cV in « < «a cf 1 vt + 1 e.° co f1 . I ^«m^. cl _ cl cl i u lil Jj 1 c\* 1 Ö N« O i cóÖÓtn | ci. « vó y X, \n ImmI h ^1 f I ■*«•*■* > w* j 1 ri vó ; 1 •»■« 1 inco m vp . 4- ó\ - 1 có ö m ra li P m (3 | ca I cl co invo l ö m ■*vo I cj tj- invo , r„" ° =Ó lóvól VDcóoÓvl V>«vócÓ I 00 NO Ó _ . . "3" . ■? *P *?rt I ?ttT |i S" £rï S l'cóïol c)*«"fn-l cc in | có in cövó O Icoil c?aèvo"l cjl^vg lÜPnvo Ès' » iïsss iai^ licj5^ O i Ó 2có « jn cj « in ~ -jvö có I in r'-có o ik *-» 1-, w I co m cl co ^-vo c , ci co in 1 « co -vi-vo • O có ï Ó | *t m Cvvó I in« m I eóó 4- A >1 _ " "f . . 1 t "!"* . 1 - t fl v sS'f^S I w ° Mï l»s*k!n l'ïo'*'!0 I^j £- frvt-^cv. ,i iOcovo 1 toNO w I ciinN f cö in rt. óv ïP J I « «ui I co vj-vo ts. 1 01*10 1 a en?S J..Ó CÓ |-Óv« I os r! Ó - I « M» I Ó ü> ü 4- mt» ci . 1 co ^ co ' * m _ w» l«cj« ' 'n •» m •« 4) iH có ^ , CvVO có |vi-tC-*0 l-*c)4- IcoÓ K.CÓ »>»3ln", I .*"*! 1 . T' T '«-in-a- [»i <■ iti~in icjinövc) l^fS1" Icj^-iórt. -,- :: :;: :::: * w A IS t có - có 1 « in có i ej o\ ra lincjóvöv >-; « 1 inövcó 1 Ó4-K.O , OV--+ i ó cl «-vó P IO lseom I tcvrirtcv l cl vtm I « covtio LJ . ! M 1 ! 1 iïl^ïl 1 | D Dagen, j =2 ? ?, | § S S « 3 | cT « S" | « « S, co j  [243 MAART 1708. VIII I Venus. Mars. | aJ6Tg|u. | Saturnus-_ ö glaT' gaat i gaat <8 Decli- door Decli- door Decli- | doot Decli- door ? natie. den natie. den , natie, i de*n natie. den Merid. Merid. Merid. Merid. "gTmT U7k. gTmT"'iüTm^g. m._ u-_Mj_g. m. u- i 1 I I 4.w.N. 1.58. ïö.h.N. 7. 49- *a.3«.N. 6. II. h.54.Z. 83.047j 7.S7. 2. 2.26.6. 7.32.22.40. 5-51.11.38. «3.0. 1310.55. 2.6.25.49- 7-J7. 22.44. 5-3I' n.a3. '22.47Ï9Ï344. 2.12.25.30. 7. 2.22.48. 5-12. 11. 9. 122.27. 2516.21. 2-18.25.8. 6.50- 22.52. ^4.54-10.55. jaa. 8. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet. Uitgangen. Uitgangen. Dagen. U. m. s. Dagen. Ü. m. S. Dagen. u. m. S. a 16. 11. gi. «• 14- 26. 7 4-m. 26.It?»; »4 10. 40. 46. 4 19- 34- 5- *7 7-14- iS-Ujtg- 6 5. 10. a- *8 8. 53. 46. *H 8. «4-44- I- 7 ats9-i9- 11 «2-IÏ-30. *H n.17-4»- U. 9 ?8. 8. 37- J5 II. 38- '5- 21 J II i». 37- 57- *9 °" 53- o- aï '|-«•l6> V- •ïï 7. 7. 18- 22 14.12. 44. 28 l6.29.50. I. 15 i. 36. 40. 26 s- 32. 24. 28 19.24. 55- ü. 16 20. 6. 3- 40 16. 52- i. 18 14- 35- *5- #ao 9. 4. 49- - — aa 3- 34- 13- 23 22. 3. 87. Vierde Satelliet. «5 i6- 33- l- J7 11. a. 26. . aV 5- 31- 49- 3i o. I. 14- *a 6. 7- 23. I. *2 7.50.25. U- 19 o. 15. 3. t 19 2.11.^4. U. tl '  ï APRIL 1788. iE0"»? Zons regte Zoni |Tydver- | Vet- 0 Zons halve f»S ^ opklimming Declinatie.effening, j fchil. § Middellyn-. 1 SJ c g.3 in tyd. Zuidlyk. By voegen. g j'0" ' U. M. S. G. M. S. | M. S. S. ' M. S. ! Di. 0.45.51,8 4-55-5'5 3-40,o lg j 1 16. 2,2 2 Wó. 0.49.30,2 5-IB-5Ö 3-21>9 I7'0 7 iö. 0,5 , 3 Do. 0.53. 8,8 5-41-50 3- 4,° ,,8 «3 15-58,9 Ij 4 Vr. 0.56.47,5 6. 4.39 2.46,2 19 15-57,4 j 5 Za. 1. o.a6,4 6.27.22 2.28,6 '5 25 15.55,8 17,4 „ Tydvandoor- 1 6 Zo. 1. 4. 5,5 6.49-58 2.11,2 i7,s d£r i 7 Ma. ï. 7.44,9 7.12-28 1.54,0 17.0 % ?. ... .ï i 8 Di. ï.ii.24,5 7-34-SO L37,o ,{5 7 Z°™e'c'/ 9 Wo. t.i5. 4,3 7.57. 3 1.20,3 l6)3 f™*» :,Io Do. 1.18.44,4 8.19. 9 1. 4,o Meridiaan. . n 16,1 ^_ M- S- 11 Vr. 1.22.24,7 8.41.7 0.47,9 ,»Q 1 1.4,4 fta Za. ï.26. 5,3 9. 2.55 0.32,0 ' g 7 ,. 4j5 -,I3 Zo. 1.29.46,2 9-34-35 0.16,4 a 13 t. 4;8 414 Ma. 1.33.37,4 9.46. 5 °- M J5,0 10 I. 5,t 15 Dl' I-37- 9,1 10. 7-26 Jubttr. 13,9 s 25 I. 5,5 1 M,5 > (l6 WO. 1.40.51,0 IO.28.36 0.28,4 , . 2 '17o l°-49-37 0.42,6 ' ZonJ Urr. 118 Vr. ,.48.15,9 «i. 10.86 o.5«,5 ,3,5 bcweeging. 19 Za. I.5l-59»o H-3I- 5 1.10,0 ' 2 b & cso Zo. i.55.42,5 II-5I.3I 1.23,0 " • - c M. S. — 12,9 121 Ma. 1.59.26,5 I2.t 1.47 1-35,6 I2,2 1 2.27,6 '22 Dl. 2. 3.10,9 12.31.50 1.47,8 II)6- 7 2.27,1 323 WO. 2. 6.55,7 I2.5'.4! 1-59,4 i,j2 13 2.26,5 ;424 Do. 2.to.4I,o 13.II.19 2.10,6 JQ _ 19 2.26,1 525 Vr. 2.14.26,9 13-30.44 2.21,3 25 2.25,6 10,2 8 26 Za. 2.18.13,2 I3-49-57 3-31,5 06 - 27 Zo. 2.22. 0,1 14. 8.56 2-41,1 » 28 Ma. 2.25.47,5 I4-27-4I 2.50,2 i 29 Dl. 2.29.35,5 I4-46-I3 2.58,8 _ 1 30 Wo.1 2.33.24,0 15. 4-30 *• o,7 ' j  &6] APRIL 1788. II -jTTTcT' Overg "(t' regte op- d' regte op- Q> Deelt- d« Deen-: R 3 |J over den klimming klimming natie natie ^ Ü |ë M"idiaan Middag. Middern. Middern. Middag. { |3 P-3 I " U. M. G. M~ G. M. I G.M. 1 G. M.1 T^ ^; gas Stü ^rz 3 5 DO tl Uil 338. 4 343.51 3-53 Z- LIS* l Vr g 33- 4 49-43 355-39 M » £ Za. 3. 33-53 1-43 7-53 6- 4 8.3a „ 7n , ft I4-IJ 30.41 10.54 I3-" I 6 Ma" o OW 37-31 34.13 I5-l8 l?.15i I m' \ ?. 4i.i« 48.39 18.58 30.24 8 Wo 1 3 34 55-53 63.34 31-33 33.23 10 Do°' 5 3-33 71. 2 78.42 32.50 22-56| II Vr. 6 4-33 86.23 94- o 23.41 33.4 11 7, „ r.™ 101.34 109. 1 21. 5 19.40a 12 Zo l 6.29 «6-17 133.25 18.10 16.17? ü Ma'. 9 7-33 X30-34 137-15 I4-1' "-«i H Di. 10 8.15 ^S-57 150.31 9-2Ö 6'53| < Wo it 1 9. 5 «57- * ïfi3-25 4-13 N. 1.32^ 14 tv, 11 o ca 169.47 176- 8 i- 9 Z- 3-49 ll vr , lojï 182.38 188.49 0-25 8.55 18 li' ï! 1131 «95-13 301-39 n.17 13-30 ll Zo\ \\ 12.22 208.8 2.4.41 15.32 17^ o, WO 16 I3.I3 221.17 227.5f 18.56 20.l6j at wo. 10 a 3 .-,4.36 241.18 21.19 33. 8 Vr°" 5 t.55 247.59 254-39 22.38 23.52i Ma 0 15-45 261.16 267.48 22.50 22.31 ^ D?.' 20 Ï6-34 274-X5 280.36 21.56 21. 8f «« Za. 21 I7-2I 286.50 392.59 30' 6 18.50c % Zo. 2 18.7 299.0 304.57 J5-45: 28 Ma. 23 18.51 310-49 3i6-37 13-57 »*• | «o Di. 24 19-34 322-22 338- 4 9-56 7-45 30 Wo. 25 20.16 333-46 339-29 5-28 3- 6É  j III APRIL 1788. [273 0 2 ■Tj~ ^ g' halve I (!■ halve |d» horizon- (p horizon- ~ |ü tj 5 y Middellyn Middellyn taal Ver- taal Ver- Phafe» SStw fchilzicht fchilzicht van de ,f C 3 S" 3 Middag. Middern. Middag. Middern. Muq. l) 9- ^ | M. ~S. M. S. M. S. mT"sT~ f j 1 Di- 14- 55 14- 59 54- 47 54- 59 Nieuwe ; 2 Wo. 15' 3 »5- 7 55- 13 55- 28 Maan. , 3 Do- 15- 11 15- 16 55- 45 5<5- 3 li 4 Vr- 15- 21 15. 26 56. 21 56. 40 D. U. M. I 5 Za- 15- 31 15- 34 Do. 14. 58 14- 55 ' 54- 53 54- 43 '| i>5 Vr- 14- 52 14- 50 54- 34 54- 28 .. 16 Za. 1 14. 49 14. 49 54. 24 54. 12 l 27 Zo. 14. 49 14. 50 54- 23 54- 27 ", 18 Ma. 14. 52 14. 54 54- 33 54- 41 , 19 Di. 14. 57 15. o 54- 52 55- 5 \ JO Wo. 15. 4 15. 9 55. 21 55. 38  [.8]' APRIL 178, IV « 1 1 j ;—' - •fUó-U ™ I ^«4 I 1 èèsè I letaal|e?Ê li ligK ^ I *ss I 's^i I U^.i|a? | tal p| ^a I é£s ij-aia | ig&5i|£S j., «« a - rJ ir. •* t-, ic ■* ' 'r- " e' ' ^- ^ 1 1^ C I "° — ' 1 ï r- i ~ i jp£ ö| si 1 is* 1 ila^ ! '^sagl'ft tfel s IJ I 1 i*5 1 cVcïïè I lè:0S,:i° Sb* o ii li? I tj&ga I 'sss-s- 1 s] is ■—n—1—1 i—~ n r . ; ■ 1 ' J, < ! 1 ,ó 1 I cöci tón i i'ó ö- o | " ! ? P - |-j j I 13-0 I | KgSS, | [ g.'&S'g 1° ! -t C I lJ B °rt«t3 « ' * bïï n =j Ei j:§ S c 81 g , ? ; a I 1^ I £ I jkx>* I ^  . n L nj lC.sc I ! m ^- ó» l *-sö ós có tv. ó -*-cc ó có ó\ ** M | "J m n- I m<* c) (.««. .".co '-;-* , .-lei \.i in i cósc , I « « <5 N. vö 4có « « ö -j\oè ti.ö i P O co | tv.o I I co rv.vo j tv.\o cj ^ O co cv.so m i ei § l** ! ' ' I i~tï .p?|d| fei t I sii | i^sih sgi^gfe Ijö jen j £ | I *j •* I j £ *2 2" 11 ,§l*,M' «è^SiSïil ' S " |^ I °°. I ' Si I ' -5 -5^ I I ^ ' jï* c? CO ^; ° °^ 'e . oJ. "éVi có có icö jCvó , * co ci m <3 c\ ! P - O I n I | cos5 I | co coo | I « u- ■*! I o>0° *" ui ° M ^ i s351 s*é> i a"^! i" °*S> ib: 8 ii o? éi 11 R%é| i "fsss.'S « cö' - li1^ I «Ó\ I I 2 e? "ó | j • < in tn-t I mT I in i 1 co cj 1 w cl co -er « ► 1 có ó 1 m « 1 nn I «n ó j M rv.*o m -r co , P J co I IN.VO I Cv.sO 1 tx.se- U". 1 " O Osco IN.SO Lö « ó ~ 1 =2 ^ I^Sj I §.% « I ï n "2 3> . ^5 có ^ lÓÖ I cVvO 1 W Cl {.«co"" | ~* 6 VÓ \Ó « ■ 5; in * ton I « , ' "J *? 't?.?'T3"^...1? ïtjP * Ó !? co I Ko" I roo I I rt>o I 2" O'osM^.so ^ ^ 6 có rCcó | tv. ^ | >ó rv. | rv.oö có [ có ^ cócó^ ^ S, sl i 1 ^ 1 si i^f* ivo/2s'§^ h Jh • ivócó 1 O cs 1 Vl4rc I - Ó cVcÓ rs.sÓ ► p J V co I tv-SO I CO \o 1 tv.so ir. I 2 -1 ova> Cv.so a a\ m' I u T3 I-1- - If^cöl C B 8 " I S I co I S i I ^« I N 1 *\ s. I t< \^ \sr 1 s V APRI.L1788. [29^1 D ï  IC3Q] APRIL 1788. VI S "* a ffi »» é I "Si «5 *" « I ««w S °* !t5'>-v et [,.: có ^ eó , I tv. ö có\ö ó cóv5 , I I\h in 5; tv.-> e iP o O rv. c\ o- I I co u-.v> tv. o> O « | rfvo tv. co ■*« ï> I . ó ió ciinól I I c3 ,ó tv- d ó\vo ï I vó ó I I M CN u> 10 « rt^M1 I 1 nd>cl * « 1 ( 1 M I 10 ■N?i* 1 1 i*r»??^1 '4? 1 $f S >i ó\ lr_ tv.óVci. I | atï lócó « 4 1 I 1 ó\có I 1 >n<5 3 E3 _ O js.oc o | I I vtso tvco O " 1 I I ir> tv. I I •* m _: 1 " 1 " " ■ dialis ê^ii isf&ïjsa1 i j| i \z% jj h « ju r .00 o [ I -«rso i^co O l | »n ts. I | 10 eL s U "gréJ 1 éi~ v?4-1 '1? S I 1' !? fn 10°° mo I | \Ó in I | g"* *",_. có ■ ó, 1 1 v>có h '"tö m 1 1 ö Ó I I 5j.,0 C P « [O iv-co o\ I l *imsM o\m | 1 mtv. I 1 -vfio " . ö Itó •* -r 4-« | "*có öcó ó >n I | I c° ■ëps 0 tóès 1 ?&°££8M I SS I SS c I ■ ccógh èèi" lièa^sèc? 1 ~ i 1 's a Is^'a £«r.>i 1 asidê1^ l ^ • !T I • « tÓlt-0Ö , A lÓcÓ H 4-CÓ M , «VÓ I jtS j; P ^ |C3 tv.00 S O I -f invs co o o « I m>o I co m SsësN 'i'as* 1 ssT^s-a 1 «a 1 ?« ■_►;•«■ rü o\-*tv. , o« 1 min - . n i có I có in ~ 1 cóvc có cö vó 4" ~ ■ 2 !Ï <ó 8 I I SS "; 1 1 ^ ^ i ^ • ~ï —» .ó l«c« I vd 4-cö có 1 , *ö l^ 4- có « cv et [som 1 co O ► SS * « ci v»- cc 1 I " " Tï •• • • _ • • j . I oiócico I ló-ci mco « * tv. 1 O» I £ g> SP |0 ScSonO I có un-o t-, Ov O - I 1 C ' ' ^ j ——. 5 - ë I v3 o c3 _5 E u _ f3 I I vJ 7^ g *| 4 ! Q |5 ^  \v\ § êo^ èo 3 -*■ SS éi « I 3 ?2 S^n" ! t tó vÖ eÓv5 I ILss Hj ie? | letaal saié^as, r?l^l I és I i i éss2~°'d| r __l o> Iri f | inc\ o in 1 i -ivo t> i wni>m «ion w | U I |m rfvo r>. f | «o -4- ld I c-j co r>-co o\ 3 ^ e' » ^ -r ^ io "3 I » -tinin l^r-Mrt' »- m ^- co rj- m ]t »-C «o ,J I iN. O có | Cl in K i 4-\_> is. Oi có »ó • »-'»-. O I co -*.no iro-*-uol tt i^co o, . ó tA I có m t 4- cóoó I j<. cÓ A\_j co Ó*nq « «fl fl • « I rO M « ^-m M ^ if! L eó § I ló O cö I S> 8 8 I e? S ^ m S ^ K có 5< 1 «m öti i 6 lóo có vö tCeó -5-vö có A Lt-i Ó i ö *NC (ó\(n -cr-vó I w eó4-sóe» ó cl -P wO I co ? in t?. I W •«■ envo O co |Ó J cósó cócó « ~ tas s a 124°"° i Keien" ^8 ó i i Sri éi1 i «éévei-ês. Lx o U i ö>ó^c> ia~24 1^:^22 si »ESj « 1 éo S 8 c? I - ^én « co li* Cï^ó'co Ir o i cHs£ isl^m* i a^ê^fci? i i eS Ö ló I r'. 6 eó có I Ó ÓncÖ ö | eóo A j, ó cn as a" laaien i ?cT?" 1 t""0!^? -i h • iióö,e5i?i 1 i ^Ki\a ,coöc5ó-söco 1 3 O 1 5 co èn>o I I M co I « -r m-o wco ' TA I Q „ CJ • i *5 Dj>agen. | 'sjr-sg ) g»a«-? | ctff'gs-'ggra j VII APRIL 1788. [31]  APRIL 1788. Venus. Mars. j jUpiter_ Saturnus. J? gajt gaat . gaat j . gaat n Dech- doot Decli- door Decli- j door 1 Decli- doot . 1 natie. den natie. den natie. | den natie. den Merid. Merid. Merid.1 Merid. G- M. U..c 3. m7~;U. M. G. M. U. M. G. M. U. M. | I i j 119. (5.N. a. 25. 24.39.N. 6- 35. 22.58.N.' 4.33. 10.39.Z. 21.46. 721.9. 9.32.24.11. 6.23.23. 2. 4.15. 10.26. 21.26. 1322.54. 2.39.23.39. 6.12.23.6. 3.57.10.14. !«*• °"- 1924.17. 2.46 23- 3. 6. i. 23.10. 3-39-10. 2. 20.46. 2525.18. 2.53.22.24. 5. 51. 23.14. ^3-22. 9-51. 20.26. Ecliplen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet. Uitgangen. Uitgangen. Dagen. TJ. M. S. j Dagen. u. M. S. Dagen. U. M. S. 1 18. 30. 57. a 6. 11. 30. 4 20.32.15. Intr. 3 13- o. o. 5 lg. 30. 55. 4 23.28.20.Uitg. *5 7- 29- 22. *9 8. 50. 14. 12 0.34.29. Ik 7 I. 58. 43. 12 22. 9. 26. 12 3.31.46. U. 8 20. 28. 3. i<5 11. 28. 31. 19 4.36.27. I. 10 14.57.23. 20 1.47.26. *I9 7.34.46. U. *I2 9- 26. 42- 23 14. 6. 14. *2Ö 8.37.59. I. '4 3- 55- 59- 27 3.24.52. 26 11.37. 18. U. 15 22. 25. 16. 30 16. 43. 21. 17 16. 54. 31. 19 ii. 23- 45- 2J 5- 52- 57- 24 18.51'. i7'. Vierde Satelliet. 26 13. 20. 26. *i8 7. 49. 32. 30 2. 18. 36. ■ I 4 18.23.45- I4 20.32. 4- U. Ï2I 12- 31. 28. I. • 21 14. 50. 53. U. ! VIII  M A I 17S8. [33] 1B5 3 Zoris regte Zons Tydver- Vei- f_ Zons halve IScë 3« opklimming Dedinatie.leffening. ifchil. £ Middellyn. | _ S = in tyc__ Zuid!y> |Byvoegen.| p 1- F UTm. s. G. M. s. I M. S. [, s. f M. S. * Do. 2.37-13,2 15-22-30 3-i4,i 6,9 * *5'54*4 * vr. 2.4Ü 2,8 15-40-19 3-«i,° 6,3 7 I5'a3,t , Za. 2-44-53,1 15-57-5° S-27,3 tj '3 J Zd. 2.48.43,9 i«.*5- 5 3*33,o 2 _ 19 15-50,8 * Ma. 2.52.35,2 16-32. 4 3-38,2 5' 25 15-49,7 . 4,6 ~ ^~ ; Tydvandoor- 6 Di. 2.56.2-,! 16.48-48 342,8 4,0 gangdcr halve - Wo. 3. 0*19,7 I7; 5-14 3.46,8 s,3 Zonnefchyf « Do. 3. 4.12,7 17-21.24 3.50,3 3,0 doot den o Vr. 3. 8; 6,3 17.37.I5 3-53,3 254 Mertdiaam iö 2a. j.12. 0,6 t7-52.49 3-55,7 ! ; i,b __ m- s- I i, Zo. 3.15-55,3 i8- 8- 6 3-57,5 , . I I. 6,a , i2 Ma. 3.19.50,6 I8.i3. 4 3-58,6 y 7 li 6,5 13 Di. 3.23-46,5 18-37-43 3-59,3 _ _ 13 I. 7i I tl Wo. 3-47-42,9 18-S2- 4 3-59,5 _ 4 19 »» 7,4 ik Do. 3.31-39,9 19. 6' 5 3-59,1 " 25 u 7,8 = t,o 16 Vr. 3.35.37,4 I9-I9-47 3-58,1 17 Za. 3-39.35,5 19-33- 9 3-56,6 _ „ Zofls Uüt- 18 Zo. 3-43-3-1,1 19.46.12 g.54,6 _ i bcweegtng: | 19 Ma. 3-47-33,2 19*58-54 3-52,1 »_ 20 Di. 3-51-32-.8 20.11.26 3.48,9 —i 21 Wo. 3-55,33,0 20.23-17 3,45,3 4 . 1 2.25,2 22 r8 27 Di. 4.i9.45,7 21.28. o 3.12,0 j 28 Wo. 4.23-49,5 21.37*31 3- 4,7 29 Do. 4.47.53,9 2i-4r'-40 2.57,0 i,2 30 Vr. 4.31.58,7 21.55-26 2.48, 7 73-59 22.30 22.48 8 Do. 4 £.28 81.53 89.44 22.46 22.20 9 Vr. 5 3.29 97-31 105.11 21.31 20.20 10 Za. 6 4.28 112.41 119-59 13.50 17. 3 11 Zo. 7 5.24 127. 9 134- 6 15. 2 12.48 12 Ma. 8 6.16 140.52 I47-30 10.25 7.54 13 Di. 9 7. 6 154. o 160.22 5,1'g 2.40 N. . 14 Wo. 10 7.54 166.41 I72-57 o. IN. 2.36 Z. 15 Do. 11 8.41 i/9-h 185.26 5.11Z 7.42 ' ' _ 16 Vr. 12 9.29 191.41 I97-58 io- 4 la.20 17 Za. 13 10,18 204.19 210.45 1425 ' 16.19 18 Zo. 14 ii. 7 217.13 223-46 18. i 19-27 19 Ma. 15 11.58 230.22 237. i 20.40 21.37 so Di. 16 12.49 243-40 250.20 22-18 22.42 21 Wo. 17 '3-40 256.59 263.35 22-49 22.40 22 Do. 18 14.29 270. 6 276.32 22.16 21.36 sj Vr. 19 I5«i7 282.52 289. 5 20.41 19.33 24 Za. 20 16. 2 29=;.12 301.11 18 13 16.42 .5 Zo. ai 16.46 307. 5 312.53 15. o 13.10 26 Ma. 22 17.29 318.37 324.16 li.12 9. 6 27 Di. 23 i3.ii 329-55 335-33 6-55 4-37 za8 Wo. 24 18.54 341*1 o 346.52 2.17Z. o. 6 N. 29 Do. 25 19-38 352-37 358-28 2.31N. 4.56 50 Vr. 26 20.25 4.27 10.36 7.21 9.43 31 Za. 27 21.15 16.56 23.28 12. o 14-11  IlII M A I ,788. C35_f Hl i _ o. , Cl'halve (Ji halve (J« horizon-(phorizon- 5 b " ü ; Middellyn Middellyn taal Ver j taal Vet- Prille* Stw | fchilzicht fchilzicht van de g S 3 3 I Middag. _Middern. Middag. Middern. Maan, ?■ _ | M. S. M. S. M. S. M. S. i Do. iS. ,5 ,5, 2i --. s8 -6- 2Q Nieuwe s Vr. 15. 27 15. 34 , 56. 42 5-. 5 Maan. 3 za- 15. 40 15. 47 57- -8 57. 52 " 4 m 53 '5- 58 5»- 15 58. 37 D. TJ. M. 5 16. 3 16. 8 58. 57 59- 15 5- ii- 7 6 Di. j6. ,3 ii5. 16 50. 3I 59'. +4 _trfts 7 ««>• 16. 19 16. ai 59. 55 60. 1 Quanier. 8 Do. 16. 22 !«• 23 60. 5 60. 7 9 Vr- 16. .3 16. 22 60. 6 60. 1 D. TJ. M. 10 Za. jö. 20 16. 13 59. 55 59. 47 ia. 4, 11 Zo. l6. 15. ,2 59. 37 59. _6 , 12 Ma. ïö. o ,6. 5 5y. ,3 _ Vo1I,Mm__ 13 D». 16. 1 15- 57 58- 4<5 58. 32 14 »°- 15. 53 15. 49 5Ï- 17 58. 2 ». ü. M. 15 D°- 15. 45 '5- 4i 57- 46 57. SI 19. ia. , 16 Vr. 15. 37 15. 32 57. 16 5- , Laatlte 17 Za. is. 28 15. 24 56. 46 5<5. 30 Quartier. 18 Zo. i5. o0 I5. ,r\ 56. 15 5<5. °a 19 Ma. 15. 12 15. 8 55- 4Ó 55. 3, D. TJ. M. 20 Dl. 15. 5 ij. 2 55. 20 55. 8 27. i5. atS ' j " 1 21 Wo. 14. 58 14. 55 54. 56 54. 4- 22 Do. 14. 53 14. 5, 54. 36 54. 29 23 \r. 14. 49 14. 48 54. 24 54. ,9 24 Za. 14. 47 14. 47 54. tö 54. ,6 25 Zo. 14. 48 14. 4e> 54. 18 54. 23 26 Ma. ,4. 5, j4. 53 54. _0 54_ - ll 5!' '4- 56 ,S* 0 54> 4S> 55- 4 28 Wo. i5. 4 ,5. I0 55. 21 55. 40 29 Do. ,5. 16 i5. 22 56. o 56. 23 i° Vr- 15. 29 15. 3Ö , 5<5. 47 57. 13 SI Za. 15. 4j j5. go 57. 4 5a. ?  [36] M A 1-1788 IV n ï tl m mmÊm f ja ;l I is—5 '1 aai '*„ |iïp ïi uïïl \m\m\ts' [|p2 jó »i ist-ss 1 sis 1 gj m«: p ilpfi ïf a 1 ♦* I 'ifSs -'ai** \Hi i£j gp* ^1 I 1 1 j*u 'is*. ■ sfil|ïi P lllll IHfé 'lil !|ï Wil i lla'ili  ss N èés£ . a^ar aïï i s;iia«2i4t« 11' I 1 aaj^s^i a s a lij^è i2"a" 1 % 1 |o*« 10^=5' sS*|o'| i i^si i lél | i lfIJHI «ög k lisi i:S$s$ 1 i» I 1 &-j«»£s$ as a l^-a^ if^T l^i? i~«s~2ïï« 1 c?I isé? | lit-3 .1-1 IO I SO (N.X3 lOKl* I KNO I I « O OCO KVO •» « ,i ~ <^ r g i ^ Dagen. I I «J?*^» I i?*0,'^ I Ktoao - M A I 1788. [37] v E 3  c„8D M A I 178?. VI • 6 <ó óvcVin I *fï i« cóeó I I «óiï. «J. \ó ~ ó\ cóoó «5? có sj vi I in in n.c» oö có i I -cV ö O có c* A 4- -r . •*> m «« co ♦ i »a »«in+ I i mm io-<«ci« •gas ü vSRi ivlèsssi ais §si£è | — ! : ! ui» S |iA2 »eóó«»»| I v5 c% | | «l | l*ró | I |e . | . 7~7~. = —; the,5 ra *s i's, ^"^3.5^1 i*a'I 'i^S-* sjoss hl -?*'8 £*ï«s.s*' tas? j 1 iésr*i 21S " ! S ' « "fs ócÏKnNr>| i it. 4- I I 4- Is. A >ï. S|*« r ¥"ï « ine; •<■ _ _ cn 1 «> 1 1 ■ 9 ijï _i>4cC3j'i \Ö oa Ö M inM cl inN i f c> « 1 f Óc ei ln=Ó Sj*-1 " |ö m^ooo *io«co o\0 I I mm I et £ . 1 .1 ... I . I ! . . - O 1^1 mi^-r*» e*i r--.50 0\el O K i Os O li-cöt-tK, « ei « | I w irtM wtn « m « en 'ciin " . *2 *{* 5 _4 M I I 'J'^O e»óï^4-ö__.cÓ Isi^1 I £ è £ £. 1 < >o I ^ j «o ^ co N rj ei f "* ^ ^* .*£ +1 6 .£ I . -«f itno co os O — I e* m'o c I I 22 ► i j _ . . ... . " . . ..... cc CT I I -ï- 1 rt m h 1 *+ " - «J» « u m A I _g ! -+ n *ó 1 ÓaVS ib ix. ->. 1 »ó co | vr d k 4 t*-, L: -4- 'ö tx 1 - loco * A- in©ö. I 3v« « 1"°' .11 " , \mï , ' j j—: : i—.. ï , : ~ ifBt.o Icol oeiCN i >t^o c- cn »fjoo 1 I co o I o* ^< ^-no — l1" *J . « ..' cn _ I i __ , T t .T • « m có I SM •* iravi rKSv^vj^-üi I |>óc5 |\o« övco ^ * iri < iri lo cc> I - -«cn j ("Jen 1 t. Wrtrt _ ^ r: tScólÓ I Ö ó l\ Ó r^i ii) I |4"k l *t f> O A Jf} hJ j ~J | i/)\o ts. I l/ïvc KftO h | lco-3- l«CCJ |cö| l>*cóÓNc5-ifi4- I IviA I _"*_if lei*; ei I cn ■«■ W . I T.T'Ï ei Ij -nó» .vó iöv5 I I »H I SL M ** i . Tij 'T^f1?1! i *« , , f-_«l-| mcï4- i cö c\ löcó I | « _ | « «32 J3 4i i ^ «o« k I *>o kco o- I n« I cl n*o IS . 1 1 , llJ C I c c I 1/5 ^ b ■ ^ "2 o « 5 s u. * c nj I 3 I S-sül „ Ml» z a[ ^ p 1 ^ 1 (g 'Dagen. | "«» j «^2 = 2?* | | ^r^fr  I VII . M A I 1788. [39] . A \J ócN.-*"-1 covivo •Srm&.tn o o\ |"5 5 |* ~ •? "f "2 . T "? ? ? +ï .TV • rt c> ~ ^.yr CO co in KCO o«^t \o v© co e> m I . Ö IJ, I có Ö in'ó I I in jssÓM 1 "ó " ï *o c* 'rtin-cl I * * "? *? "ï . . V T 'j m j I có 4 có m I I sKmia* I J °;*o u-i < in IS I 1 m -i , 1 CO « m _ w I CO Cp « « ^ A I ■ I 1 ó A A>A. I 1 có «ó k. ö\ - có i >n*c co o £3 f O I I co* cn\o j I cfjci- inco co o 1 >ns- in. o {5 2 0 I "h « I co* ïnso ko- I co« ts.=o 1.6 [a \A-.A&A. id'g.óoövccj | «i'Si «o el f 'cococoi- f001?".. ' ~ • A S " 'É I VC"'coS2 [ ^öxko» | « 0,onc. is? la 1 ïVlli 1 aisigta 1 èvèècé- La' «I rir&é I ig&é&*S i i s>s?t «g a 1 1 ssóiii i sss? &2 » ls&&£ 1 è-ièiti | U i M . (ï. - cr.có 1 m mh dn o I "2 'r' cï SK c5 IKcoin" | ? co « ~ ~ ««m X1 * IS^S IS?t$4? I-414 p* d iScoèa ir«aJKï i s^sRcS sj s i$98i 1 éïSc)2f 1 ss&s S" h | Sm £ m I « có -*vo kco I co I .h UA CÓ O n-é , ' >^ > yt) cl t\ I r, 00 Ö\ O Hl | ^ Cl CO ^ CnVO K I km 0 0 — D en. I „•„ Z«m mnciocimm | «««coco  I XooSe Mars, I Jupiter. j Saturnus. J elongatie }o° . .' ; - I . : || ' ~Z7^~ gaat 1 g-iat j gaat 3 Decli- door Decli- door | Decli- d°oor | Deelt- door ' natie. den natie. den ', natte. den natte. den Merid. MeridJ MetidJ Merid, "gTmT "ïïï gTmT~ üTm^g. ia. _ u_«v g. u. m._ . xa5.57.N- 3. Ö.21.41.N. 5- 40.'«.i7-N-| S- 4- 9-4*-Z-U- 5- 72.«. 3. 6.20.53. 5-29.23.20. U-f-19-33- 9-43- 1326. 3. 3. li- 20. 3. 5- 18-23-22. 2-28-, 9-25- i9-2i- 1025.32'. 3.I5.I9.7- 5- 7.23-S4- 2.10.9.19- \ll'89.:- 2524:42. i 17. 18. > 4- 56-1 23-24- i i-51-19-14- (18.36., Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 1 Eerfte Satelliet. I Tweede Satelliet. Derde Satelliet. | "Uitgangen, j Uitgangen. | Dagen. U. M. S. Dagen. ü. M. S. Dagen. ü. M. S. ; 1 20. 47- 38. 4 6. 1. 37- 3 £t£i£uS t s 15-16.37- 7 19-19.44. s !§■ s q. ie. 35. *lt 8. 37. 42. i° l°- 39- 39- | lïLH 14 21. 55. 28. 10 i9iMrY'' I 8 12.43.26. 18 11. 13. 5- '7 20,39-^,n' -icr i7- 12. 19- 22 0.30.36. 17 23.41-42. U- i* h. 41.10. 25 13. 47. 54. 25 0.39- 4- 14 6. 9. 58. 29 s- 5- 4- « 3-43. 10. u. ïö o. 38. 46- 17 19" 7- 3°- 19 13- 36. 14- 1 *it 8. 4- 5S' . I « 2- 33- 34- Vierde Satelliet. : J4 si. 2. lise 15- 30- 49- , *8 9- 59- 2«- 30 , 4- 27. 55- 8 6.36.52- l: 8 9. 6. 30. U. 25 0-39-32. I- 25 3. 18.47. U. I I • 1 C40D M A I 1788. VIII  J U N Y 1788. E40 |" 2 O Zons regte Zons | Tydver- Ver- O Zons halve 2 s? S=tn opklimming Xoordlyke effening, fchil. Middellyn. 3*8 n' 3 j in tyd. afVyking. Aftrekken 3 |i3 F UTm. s. g. m. s. i~m- s. ~ s. " m. s. , j Zo. 4.40.9,7 a2.ll.49' 2.31.0 gg I 15.48,8 . 2 Ma. 4.44.15.7 22.19.26 2.21,4 Q o 7 15.48,1 ; , Di. 4.48.22,2 22.26.39 2.11,5 10 3 '3 15.47,5 j ? Wo. 4-52.29.0 22-33-29 2. 1,3 Ic g '9 15.47,1 1 g Do. 4.56.36,2 22.59.56 l.50'7 23 15.46.9 77 Vr. 5. o,43,8 22.45.58 1.39 8 ^ ^"rfX'e- . Za. 5- 4.51.5 22.51.37 -2»'7 „,5 |orrnefchy£ Ma. 5.13- 7-8 23. I.4I 1- 5,5 , Meridiaan. . Dl. 5.17.16,2 23. 6. 7 0.50,0 _ 110 0 • M. S. Wo. 5.11.24,9 23-ïo- 9 0-41,5 iflj2 1 1.8.3 ,, Do. 5.25.33,7 2S-I3-47 °,29,3 12j4 7 1. 8,6 :„ Vr. 5.29-42,7 23-17-0 0.16,9 , 13 1.3,8 lA. Za. 5.33-51,8 23-19-48 o. 4,4 12 6 19 ,. 8,8 *** Zo. 5.38.1,0 23.22.11 By voegen 25 ,,8,8 lo 0 o. 8,2 I , ' ■ 12,7 — I tliö Ma- 5-42.I0 3 23.24-9 0-20,9 I2f8 I jj- Di. 5.46-19,7 23.25.42 12.8 Zons Uur- i 1 18 v^°' 5-50-29,1 23-26.52 0.46,5 I2^g beweeging. , in Do. 5.54,38,5 23.2-.37 0.59,3 j . {■g Vr. 5.58.48,0 23.27-56 i->2'2 " _-— i2 g M. S. 22i Za. 6. 2-57,4 23-27.51 12,9 1 2.23,6 iS22 z°- 6.7-6,8 23-27.21 1-37,9 I2,8 7 2.23,3 2 23 Ma. 6.11-16,2 2S-26.26 i-5°>7 i2j7 13 2.23.» 224 Di. 6.15-25,5 23.25- 7 2. 3,4 I2j6 19 2-23,0 2 2J WO. 6-19-34,7 23.23.22 2.10 O 25 a.23,0 ij 26 Do. 6.23-43,8 23.21.13 2.28,5 ,M ij a7 Vr. 6.27.52,8 23.18.40 2.40,9 i2,2 28 Za. 6.32- 1,6 23.15.42 2.53,1 i2,ï j if'29 ZO. 6.36.10,3 23-12.19 3- 5,2 jj^y 3| 30 Ma. 6-40-18,7 23. 0.31 Z-l7-1 I l I  | :4a] JÜNY 1788. 111 o. la. IO ([s Overg.tf'regte op- ([s regte op-(£> Decli- 1 (J'Decli- S ö 3 a o. Jover den klimming klimming natie. natie. ^eS S.».Meridiaan I 3 g 3 | g Middag. Middern. Middag. Middern. ^ ^ u. mT~ g. m g. m. g. m. g. m. 1 Zo. 28 22.10 30.14 37.16 16.12N. 18. 3 N. 2 Ma. 29 23- 9 44-32 52. 2 19.38 20.56 3 Di. 1 o 59-4Ö 67.40 21.57 22.35 4 Wo. 2 o. 11 75-42 83.46 22.48 22-40 5 Do. 3 I.14 91-3° 99-48 22. 7 21.10 6 Vr. 4 2.16" 107.40 115.2I; 19-50 18.11 7 Za. 5 3.14 122.50 J30. 6 16.15 14- 3 8 Zo. 6 4. 8 137.10 144. 3 II.41 9.10 9 Ma. 7 5. ó 150.45 157.18 6-33 3-53 N. lo Di. 8 5.49 163.43 170. 4 1.I2N. t.28 z. II Wo. 9 6.3S 176.21 182-36 4- 4Z. 6.37 12 Do. 10 7.24 188.50 195. 5 9-3 II-22 13 Vr. II 8.12 201.22 207.41 13-30 15.28 14 Za. 12 9. o 214. 5 220-31 17-14 18-47 15 Zo. 13 9.50 227. I 233-35 20. 7 ai.II 16 j Ma. 14 10.40 240.10 246.46 22. o 22.32 37 ] Di. 15 11.30 253.22 259.57 22.49 22.47 18 ! Wo. IÖ 12-20 2Ör)-29 272.57 22.32 22. O 19 I Do. 17 13- 8 279-19 285.37 21.14 20.14 20 | Vr. 18 13.54 291-47 297.50 19. 1 17.36 21 I Za. 19 14-38 303.47 309.38 16. o 14-14 22 j Zo. 20 15.21 315-24 321. 4 12-20 10.18 23 I Ma. 21 16. 3 326.42 332.16 8.H 5.59 24 ! Di. 22 Trt.44 337-51 343-20 3.42Z. 1.22 Z.., 25 j W o. 23 17.27 349- 3 354-44 I. oN. 3.12 N. 26 ' Do. 24 18.II 0.30 6.23 5.44 8. 4 27 Vr. 25 18.58 12.26 18.40 10.22 12-34 28 Za. 26 19.50 25- 6 31-46 I4-.19 16.35 2.9 Zo. 2? 20.45 38-40 45-50 18.20 19.51 30 Ma. 28 21.45 53.I5 60-53 21.6 22.'2  Bïï J U N Y 1788. C43D I f a H T ((s halvehalve (JJ horizon- (p hor izon- "riliri Middellyn Middellyn taalver tail Vet- Phifef p% fchilzicht fchilzicht van de Sb S'S Miitdag- Middern. Midd.ig Middern. Maan. fP- r |~~m Ü MT ~s~ ~m".~sT~| m. ~ l r Zo. ,5. 58 1*5. 5 58. 34 59- o Nieuwe . 2 3- 16. 12 16. 18 59. 25 59- 48 Maan. . , Di. 16. 23 16. 28 (o. 8 60. 25 i i V\o. ,6.31 16. 14 60-39 60. 48 D. TJ- m. ï 5 Do. 16. 35 16. 35 60. 53 <5o. 55 5- '9- 51 l 6 Vr. 16. '35 16. 34 60 51 60. 45 E«fte . - Za. 16. 31 16. 17 (o. 35 6°. 22 Quaruer. j g Zo. 16. 23 16. 18 fo. 6 59- 48 1 q Ma. 16. 13 i<5. 8 59. 29 59- 9 d- u- m. ,10 Di. 16. 2 15- 55 58- 48 58. 27 10. 10. 31 , n Wo. ,5. 49 15- 44 58- 5 57- 44 L ij, Do. 15.28 15- 33 57- t3 57- 4 Vo.le Maan. 13 Vr. i5. 28 15- 23 56- 45 5Ó- 27 ,J , Za. 15. r9 '5- U 56- n 55- 55 D- U- **• ,15 Zo. I5. 10 15- 7 55- 4° 55- 26 18. 2. 19 ,(16 Ma. 15. 3 15- o 55- 13 55- 1 Laa,ftc 1 n Di. 14. 57 14- 54 54- 50 54- 41 Quaruer. 1:18 Wo. 14.52 I4- 50 54- 32 54.15 „19 Do. i4. 48 »<■ 47 54- 20 54. 14 D- U. m. s;20 Vr. 14. 46 14- 45 54- 10 54- 9 26. 5. 33 sïi Za. 14.45 i4-46 54- 9 54-n (-i2 Zo. 14- 47 «4- 48 54- '4 54- '9 j 23 Ma. 14- 50 14- 52 54- *6 54- 36 E 24 Di. 14- 55 14-59 54- 47 55- i s 25 Wo. 15- 4 is- 9 55- lb 55- 36 L26 Do. 15- 15 15-21 55-56 56.18 i-17 Vr. 15.28 15- 35 5r'-42 57. 9 B a'8 Za. 15. 42 15- 50 57- 37 5»- 5 tv 19 Zo. 15. -.8 15. 5 58- 34 59- 2 [0 jo Ma. 16. "13 «6. 20 59. 29 59. 55  Ï44J | U N Y 178b. IV lil II ll IIIII ïm\ ut'. m\ :m|iïïi!Pi !«i I iitt I mi mm ICS a 1^1  |i§ 1 il il 11 fï. ii il m i :tt |jaj * i-aaa iffsa u"f. 1^ 8Li|-| U-a | >i*t 1:?^ \]H tjp-" M isfef irfi i£f ■ fWll ili .Liiid  V | U N Y 1788. [45] i ■Bi I ïi lil üiiBii 1! li Ml: üüai 1: Bi Mil 4ö * 1***1 s'èi J?i *******1 "^8 - is ij ff «k» êsèi^**'1 uit li ilfiiif: iisi 5 i2pi ;ö n \mm jsi 3 :iiü ü« :r* ;$ttu IH1IS II1 lil illl 5 H| II ia | is | ! « 2—„—"1 D Dagen. jïr»^o5 | - g JJ3 j ggyg ffig  £461 J U N Y 1788. VI ■ I si * di sr' fel- Ei IEH1H illl! Hl Iïï'j 51 iïfüS 1 iii ii la* .- ii ]■ tiiiiii i 1 süé ia* pit iiiiii iif M i ! Ir  VIT sis-it mm\ ui;mi n* :i iiitlii! ifüfiii 77" i"l i r^géi isIiliSii* :!* ;i iiiiiü iiiiaii ================ ,fli ü iMM mm *° - 1 * i 1 *S '2*ff j i è i r,,^^?s itssr i ïl / i» i ^üï^ïi i *5 i =2 s° iï* \i \mmï mm n; ii mm mm p.- ö IS |SS¥S:S=ga l S^Eï us^ Wlilif j lp j:| Da en. j £ Jj. | ts.» » g - « gj ;r | cT «vg J . §.» ? O J U N Y 1788. C47l  | Venus. Mars. | ^if+fu. | Saturnus- ö r 3, Decli- dooi Decli- doot ! Deelt- | door Decli- door • natie. den natie. den I natte. den | natte. den Metid. MeridJ Mertd._ Merid. |"gTm7 ~v7a~. g. m. u. m. ,g. m. ü.m. g.m. u. ml — I | h3.18.N. 3. 18. i<.5S-N. 4-4*-«3-S4-N-, 1.29- 9- 9-Z'«8- 9- »]m.S8. 3.16. 15-45- 4- 31-23-24- i-io-l9-7- I7-44- 13*013. j. ia-14.34. 4- 19-23-f- 0.51.9.6. 17.20. 19,827. 3- 5- 13-20. 4- 7- 23-iS. o. 32. 9-6. ji6.5S- 25 6.35. 2.56. 12. 2. 3- 55- 23-15- \ 0-13-1 9- 8. 16.30. J TJ N Y 1788. VIII Tupiter is in deze Maand zo naby de Zon, dat zyne Satellieten onzichtbaar zyn.  I J U L Y 1788. [40] ^ i &. 1 "gSO zons regte Zons I Tydver- Ver- ö Zons halve S<£ opklimming Declinatie effening, fclul. « Middellyn. g2 Ja in tyd. Noordiyk. Byvoegen. g °- ^ TTm. s. G. M. S. ! M. S. s. '_ M. S. ! Di. 6.44.26,9 23. 4.21 3-28,6 „ 4 I I5.46,9 2 Wo. 6.48.34,9 22.59-46 3-40,0 „, 7 J5-47.0 , Do. 6.52.42,6 22-54-46 3-51,1 8 3 15-47,2 ï Vr. 6.56.49,9 22.49-22 4- i,9 10,4 ll J5-47.7 5 Za. 7- 0.56,9 22.43-35 4-12,3 " 25 15-48,3 10,1 1 Tydvandoor- 6 Zo. 7- 5- 3*5 22.37-24 4-22,4 6 gang der halve 7 Ma. 7- 9- 9,8 22.30.49 4-32,0 « Zonnekhyr 8 Di. 7.i3.i5,7 22.23.51 4-41,3 $5 dMoor.,den O Wo. 7-17-21,2 22.16.30 4-50,2 »9 Meridiaan. i_ Do. 7-21-36,1 22. 8.46 4-58,7 M s - ' 7,9 —'■ II Vr. ! 7.25.30,7 22. 0.38 5- 6>6 1 1. 8,6 ll I Za. 7.29.34,8 21.52. 8 5-14,1 7,5 7 ,. 8,3 \l Zo 7 ^.38,2 21-43-16 5-21,1 /,° 13 F. 8,0 \\ Ma. £&Sï -34-2 HM g X9 1.7, 15 j Di. | 7-41-43,9 ' 21.24.25 5-33,ö a5 1. 7,1 16 Wo. 7-45-45,9 21-14-27 5-38,9 17 I Do. 7-49-47,3 «• 4- 8 5-43,8 4 9 Zons Uur. »8 . Vr. 7-53-48,3 20.53-27 5-4», - beweeging. 19 I Za. 7-57-48,8 20-42-24 5-52,1 3* 20 Zo. 8. 1.48,7 2°-3'. 2 5-55,4 3,3 ______ 21 Mi 8. 5.47,9 20.19.18 5.58,3 ' 1 2.23,0 tl Di.' - 8. Q.iö 7 20. 7-H «• 0,4 7 2.23,0 % Wo. 8.13.45 o I9-54-49 6.2,0 I3 2.23,, S Do. 8.17.42,7 19-42. 4 6. 3,0 £ 6 19 2.23,2 25 Vr. 8.21.39,7 I9.28.59 6' 3/J e' 25 2.23,4 — 0,0 ■ 26 Zt. 8.25.36,2 I9-I5-3Ö 6.3,6 0,7 07 Zo. 8.29.32,1 19- '-53 o. 2,9 i,2 ' a§ Ma. 8.33-27,5 18.47-50 6. 1,7 ,,7 29 Di. 8.37.22,2 18.33-29 6. 0,0 2j3 30 Wo. 8.4iaö,4 i3.i3.5i 5-57,7 31 Do. 8.45.10,1 18. 3-54 5-54,7 4,1 G  hssr j u l y 1788. 11 - ~~ \~0 '(j'tOverg (('regte op-(J« regte op (['Decli- ffs Decli- .n S 1 c ^ over dei klimming klimming na-.ie, natie ö 1 g-^Meddiam I ik » 'o Middag. | Middern. Middag. I Middern. '!~ s-3 #'—ü7m g~mT~ g."m7~ g. m g-m~^ , Di 20 22-48 68-44 76-43 22.37N. 22-48 » I Wo. 30 23-51 84-48 92.55 22-37 22. I | 2 Do. 1 d 101. O 108.58 si. o u>35 •J Vr. 2 0.53 116.47 ,24 2rt !7-52 15-49 * Za. 3 1.52 131-53 139- 8 .'3.32 11- 3 6 Zo. 4 2.46 146.11 «#|- 4 , 8.25 5-42 7 Ma. 5 3-37 159-47 l6'-22 2.57N. 0.11N. • 5 Di 6 4-26 172.52 179-17 2-33.Z- 5-12 ■ g Wo. 7 5-15 185-39 I9a- 0 7-46 jo. 9 ,0 Do. 8 6. 4 198.21 204.43 12.25 14-29 iii vr. o fi-52 2it. 8 217-34 16.23 18.3 ,2 Za. 10 7-43 224- 2 230.3a 19.28 20.40 ï? Zo. it 8.32 237- 5 243-39 ai.36 «. 5 £ «a. 12 9-23 250.13 256-4Ö 22.40 22.48 15 Di. 13 If.jl 263.18 269.46 22.4I 22.17 16 Wo. 14 o 276. 9 282 28 21.39 20.45 17 D,. 15 '1-47 288.40 294.47 19-39 18-20 18 Vr 16 12.32 300.48 3^6-43 16.50 15-11 9 Za. 17 13-16 312.31 318.15 ; 13-21 11-24 so 23b. 18 13-58 323-54 329-31 9-2o 7-" 21 Ma. 19 14-39 335- 6 340-39 4-56 2.39 Z. 22 D(. 20 15-21 346.13 351-49 -o.soZ. 2. I N. 23 Wo. 21 i«4' 357*9 3-13 4-21*. 6.41 24 Do. 2. 16.50 9- 5 15- 4 9-57 »■ 9 as Vr 23 1738 21.14 27.35 13-15 i5-'5 : 26 Za. 24 '8.31 34- 8 40-54 17- 4 18.4*. 27 1 Zo. 2S 19-27 47-56 55-io 20. 6 ai. 16 28 I Ma. 26 20.26 63 37 70-IÓ 22. 6 22.35 20 Di. 2- 2 ;*8 78 5 85.59 22.44 22.29 30 Wo 28 22.30 93.56 IOI.53 21.50 20.48 31 D> 19 23.32 10948 117-36 19-24 17-39  :|ÏU J U L Y 1788. C50 1 ï_ n. halve (Js halve (Js horizon-(Js horizon- !?S b 2 O Middillyn Auddellyn taal Vet taal Ver- Phifes I %ai £0" fchilzicht fchilzicht van de S 2 » 2 1 Middag. Middetn. Midd.ig Middern. Maan. f P" ^ ~M~~S. mT ~sT~ m. s. m. *JT .4 - I Di. 16. 26 ifl. 31 60. 19 60. 40 Nieuwe 1 i Wo. 16.36 16.40 60.57 6i- 11 Maan. ■ 3 Do- 16. 43 16. 44 61. 20 61. 24 • i 4 Vr. ,6. 4+ 16. 43 61. 24 61. 18 D. U. M. 5 Za. 16. 40 16. 36 61. 9 6o- 54 3- 3- 8 1 6 Zo. 16. 31 16. 25 60 37 6o- 16 Eclllt 7 Ma. 16. 19 16. 12 59- 54 59- 30 Quamer. ; 8 Di. l6. 5 15. 58 59- 4 58. 38 9 Wo. 15. 51 15. 44 58- ll 57- 45 D. U. M. 110 Do. i5.37 15.30 57- 2° 56.56 9.18.26 1 II Vr. I5. 24 15- 19 56. 33 56. 12 112 Za. 15. !* 15. 9 55- 52 55- 35 Vo'.le Maan. ;i3 Zo. ,5. 5 15- 1 55- '9 55- 5 _ 414 Ma. ,4. 52 14. 5+ 54- 52 54- 41 »• ü- M. ;i5 Di. ^ • f $ 14-49 54-31 54.23 '7-17-27 tn6 Woi • ï4. 48 , 14. 46 54- 18 54- 13 ^-aatfte W? O"- \ttl '4-45 54- 9 54- 6 Qu-tter, f8 Vr. I4. 45 14. 45 54- 6 54. 6 rf bio Za. 14. 4c 14. 46 54- » 54- ' l u' u- M' Uo Zo. !4. 47 14. 49 54- 17 54- 23 25. 17. 3 ,21 Ma: 14.51 14- 54 54- 31 54.40 1:22 Di. 14. 57 15. o 54- 51 55- 3 C23 Wo. 15. 4 15. 8 55- ?9 55- 3" ;2j24 Do. 15. 14 15' 20 55- 54 56. 15 '1525 Vr. 15. 26 ig- 33 56- 37 57- 1 :«26 Za. 15. 40 15- 47 57- 26 57- 53 '.-27 Zo. 15. 54 16. 2 58- 20 58. 48 .828 Ma. 16. 9 16. 16 59- 14 59- 40 .929 Di. 16. 23 16. 28 60. 5 60. 28 |t$0 W o. 16. ï3 16. 38 60. 48 Cl. 4 L31 Do. 16. 42 16. 44 61. 17 61. 25|  J U L Y 1788. IV jii lililllii Hf; ai «il fasfiifi 10 :p: mm\ :]óè -i| r!>g~ ina ifrg, „pi ^* 1 f Ir s "! 'a-« irai £3- Él 5 lili iilf \U\ IVM |Ls » ||»s |«|° IS|J i|j |j| Él l 1111 Uil [il1, II! IIi ïjffe II |1 jl II Hit lil! Uit :«!!! I |?S ,1 titi |fcs _•«§ « i.èfs 1 sa* 1 s£s ,té ' éi Üsj \£l \m m ;fi;ll 1 n Iii! p y p II  HJ i llllllili pi»: ïlï. I' Ülfl !lïf lififfi! ! —— Si 6 jj .sin 1■ ^ ilï iliïM il ittll ii sllil ;i HÉ s« gl a ,*==Ha lééi 'saraas w!H|- ll ¥ ! ï 2 ! s : — e i V I ü L Y 1788. [53]  J U L Y 1788. sj | * i _^tHè^ c?. I «4-1 I »o cl có -i- i **> c* 6! 1* *? | | . . . ? ? . « ci I , tj«II ei ^ Irn I i có « in r^cK- 1 ei | | eóiöct. i -i-ó Kt-1- \J\ I txrt C\>- | -rl-*0 I I cl co ^ ir. \ ~i m 2 ' * ' c I l~ ' " • O co VO | có ~ \c co có cl | Ö d\ rt. r°_eó Cl có 4 . _c£ iS ^ ^ S ^ | CO C\ ~ ft. Öv »- i ' CO fÓ (5 ÓvVD "Ó có ! Ó cÓ ü h Ö ' £2 1 NO có^O cö 6 I rt. Ó có c>« -et- có I 4- 13 t-* ^ -4- I tJ-no t^co o» — I ^-\o -< co -3- mvo I cl ccj cl . - > . . . ~ I ! '. i '. - ^ O m m I in oos co«o \o [ co in | ~ rt-co J | gsè *" a l8êKct?ïi, 1 :s l i| ti i i^^i^^g 1 êè 1 aièvfc is t3 ^ 3 .0 6rt w |cócócóvócltN.CN |rö*-elK. \ S\ Ssé * i i^É'S'j'Sïs iéf is^-clc? 3 ^ * r» cn |cÓrl.Ócc)ir! t^-CÖ , A. Ö ■ m « cÓ A I j< i— U I Tj-m r-co oo h l mN Icl^-io^o I n • 6 tï. | ö ö-J.» ü cVcè I ó ó I có ' o I in 0<«« ^. I ciciinin^m «in 1 m m« m '~ s*è s issid^è^^ ' «4 1 s^xj is ? S h • ft. , £ m có in ct. i incö i lï. t> « có i ö . S G » Ö.^ I ai Dagen, j = j «^« »o - « j»o- J ï - J VI  j VIT ƒ U L Y 17R8. rj55J ,. cc ei eo^ I r^wó vc irj I ei \ó -V f t*.cóoo\o ■O _i| có ir. Ö M Ó J I Cs -4- I I ifi« I I ó tl\K -r t W «1 1 * i-< -+ c) . I J co I 1-* h ^t- *2 sfi m tósó cscó | 1 f". 4 ci l JtNcól | «cövöts. ^ »r. i vs co co . I— a 1 'co-1 I ir. -et-1-< K ^ ^ 1 6 « 1 VD C> | I córttCcï *J - J I vs t--.co 0\ I I (v-CO I -f ir. I 1 n it m is, • Ö co có ós tó, v; <5 I 1 co sc «f 1 có in. I I \Ó \d Ós cö M rt m d _ I . T ^ ' cl « I nnH W Jg< cÓ ^ ÖKtS O\03 I j m VC^ 1 Ó 'ó | I Ó mVÖ lÓ L_<*£* Óvn ói* is. 1 . có C* O i inK 1 I K« inó |P — w tI-VO t^co CN I 1 ir.^cco ! t+ vs I j « TriOK Ö ó co *-ó tó. *+ Ó\ I lévf^in I ct vó I I co ós -3- co m 5! (jccm 6 l\ I i LÓ C> Ó i W Ó\ I I C5> vsso CO pq in ^ h in^ftn 1 | tr.« I c-i vs ' j « — co cï -ó ,n có _> »h có vs I 1 tóoó ó\ 1 có v-, ( I ió ós cóeo M >-* w rj- ir-, tv.co o | I i«\o ïn. I | I a co vs\o . . O Ó I CC ca t^V£D I CwÓ od linuóÓV SC -<5- Cl CO V) Cl I H Cl CJ M ,lO 1 ^ Cl ^" "ï* *f "f ^ ¥ t Jij ^ ' fi O cn" l\ | r»J^w | !rs «?^ct 5* co ^* co tJ. ö .; \ó ©o ó cl 4 Ivö^'có iw^-t^ có|x,w\o i-J - _ I r--co o I ir.^o (n. i •<* vs\o ei co vs^O • o -ö r o 4 a m Iinineó I (5 O O IwvnO (n ^lO^ 1 CO Cl co 1 rtf/;H 1 cn t^- ^ « n Ó CJ 03 i ÖmÓÓ I tx.CC) IS. i VSCO C\ *5 ir. * * m vi ■«*■ co I T)«Tt 1 el 't't I t-j- in co »4 có vs rócc 6 cl 1 4- >-ó\ó | 6 cl vi 1 vs C\ r vó ós ^ co cj | k-- m [sócsÓ l^ctc? :J n ^ vscÓ m eïoa I « 4vó r c5 cócó 1 m ó có ^T' Tl- CO Cl ' W M l^^. 1 i 1 't ; róinr^ósw icó4»n ic^ llv? 1 ï^vS f-> 3 rt v.\o tN. o I v.so (n. 1 co iCO 1 co "T^O : - O A tVcO ^ .0 Cs |M ififl |Ós4Ós I i> ó £\ ^«| ip« t3c?" tH LO j H ï i IflSm I c? co cl 1 w cj o • hh i.j cn -i- in có ós I icicicó I ttA.c\ci icisóó P iróso ts.co I I v;so is. I co ^-so I co *3-\o s H s 1 e ^1 g5 g a* 5 I >^ «|> >^ , I o 4 Ma. 9. 0.38,5 17. 1.10 5-37'° "9 15-52,2 5 Di. 9. 4.29,1 16.44-47 5-3i,i w 25 15.53,4 _ . 6,5 -J Tyd van door- 6 Wo. 9. 8.19,1 16.28. 9 5.24,6 7>i gang der halve 7 Do. 9.12. 8,5 16.11.13 5-17,3 7,7 Zonneichyf 8 Vr. 9.15-57,2 15-54- 2 5. 9,6 8>3 doot den 9 Za. 9.19.45,4 15.36.37 5- >»3 8,9 Meridiaan. 10 Zo. y.23-33,0 15-18-56 4-52,4 11 Ma. j 9.27.19,9 15. I. o 4.42,8 , , , j. rT,5 12 Di. ! 9.31.6,3 14.42.51 4-32,7 I0 8 7 1. 5,9 13 Wo-| 9-34-52»! M-24-27 4-21,9 „ , 13 1. 5,5 14 Do. | 9.38.37,4 14- 5-49 4-1°,6 19 1. 5,0 15 Vr. 9.42.22,2 IJ-46-59 3-58,7 25 1. 4,7 16 Za. J 9.46. 6,3 13-27.55 3-46,4 I2 8 17 Zo. j 9.49.50,0 13- 8.37 3-33,6 ' Zons Tjui- 18 Ma. ! 9-53-33,* 12-49- 8 3-20,3 , 8 beweeging. 19 Di. i 9-57-'5,9 12.29-26 3- 6,5 * 10 Wo.: 10. 0.58,2 12. 9.33 2.52,3 , M. S. — ■ ' 1 14,6 21 Do. 10. 4.40,0 11.49.27 2-37-7 , 1 2.23,7 22 Vr. 10. 8.21,5 II-29.II 2-22,6 3' 7 2.21,0 23 Za. 10. [2. 2,5 II- 8.43 2. 7,1 §'■> ,3 2.24,3 24 Zo. 10.15.43*1 10-48. 5 l-5i,i .g' 19 2.24,6 25 Ma. 10.19.23,2 10.27.15 1-34-7 '* 25 2.25,0 16,7 _ —- 16 Di. 10.23. 3,° 10- 6-10 1,18,0 I7 I 27 Wo. 10.26.42,4 9-45- 8 1. 0,9 j -4 28 Do. 10.30.21,5 9.23-50 0,43,5 17,7 29 Vr. 10.34. 0,3 9- 2.22 0.25,8 lgj0 * 30 Za.' 10.37.38,8 8.40.46 o. 7,8 lAfnekker %i Zo. 10.41.17,0 8.19. 1 | 0.10,5 jj^- H  C58] AüGU ST TJ S 1788. II |[| o. la. |O«!<^,Ovetg•ï,Iegte0P-(^'rf5te0P•(^'Dfcl,■ d'Decli- , 2 3 ö ' g." over den klimming klimming natie natie' S >? * » 2 > Metidiaan g^ g-gj Middag. Middern. Middag. Middern. 1 H-3 r P 3 u. m. g7m gTm! g. m. ~g7m. x Vr. 1 d 125.15 132-45 «5-37» I3-I8N.) 2 Za. 2 ' 0-29 140. 5 147-17 10-46 8. 5 3 Zo. 3 1.23 154.19 161.12 5.18N. 2.28NJ 4 Ma. 4 2.16 167.58 174-39 0.21Z. 3. 5 Di. 5 3. 7 181.17 187.50 > 5.50 8.24 ' 6 Wo. 6 3-57 194.22 200.54 TO.50 13. 5 7 Do. 7 4.47 207.27 213-59 15. 7 16.57 8 Vr. 8 5-37 220.33 227.9 •8-32 19-53 9 Za. o 6.27 233-45 240.21 20.57 21.47 10 Zo. 10 7-18 246.57 253-31 22.20 22.37 11 Ma. 11 8. 9 260. 3 266.32 22.37 22.23 12 Di. ij 8.58 272.58 279.18 21.53 21. 8 13 wo. 13 9.46 285.'.3 291.4* 20.10 18.59 14 Do. i4 10.32 297.46 303-43 17.36 16. 2' 15 Vr. ,5 ii.16 309.35 3*jS'*3 «4-18 12.25 16 Za. 16 H-59 321. 6 326.45 1026 8-20 17 Zo. 17 12.41 332.23 337-59 6. 8 3-52^1 18 Ma. 18 13-24 343-35 349-11 1-34Z. o.46N,J 19 Di. 19 14- 7 354-51 3' 6N. 5.25 ' 20 Wo. 20 14-52 6.21 '2.26 7.43 9.56 21 Do. 21 15.39 18-18 24.29 12. 3 14- 4 22 Vr. 22 16.29 30.51 37-23 15-57 17-39 23 Za. 23 17-23 44- 7 51. 3 19- 9 20.24 24 Zo. 24 18.19 58.IO 65.28 21.24 S2. 5 25 Ma. 25 19-18 72.56 80.29 22.27 22.28 26 Di. 26 20.18 88. 9 95-5' 22.10 21.28 27 Wo. 27 21.18 103.33 lii-n 20.24 19- o 28 Do. 28 22.17 118.46 126.15 17.15 15.14 29 Vr. 29 23.14 I33-38 140.52 12.58 10.29 30 Za. 1 A_ 148- o 155. 2 7.50 5. 3N. 31 Zo. 2 o. 8 161.58 168.49 2.14N. 0.36Z. .  jlfr AUGUSTUS 1788. • [59] — (7j halve ds halve (J« horizon- ([> hotizon- n J8"M Middellyn Middellyn taal Ver- j tad Ver- Ph-ifes 5,S^B fchilzicht fchilzicht van de SS jl Middag. Middern. Middag Middern. Maan. p. f i M ü m7~sT~ m. s. mT"s7~ ; 1 Vr. 16. 45 iS- 44 u- 5 Di. 16. 10 16. a 59- >9 58. 5* u 9- 59 6 Wo. 15. 54 15- 4<5 58. 23 57- 54 „Ee^e 7 Do. ii 39 15- 31 57- 26 57- o Quattier. 8 Vr. 15. 24 15- 18 56. 34 56- *° _ ^ o Za. 15. 12 15- 8 55. 49 55- 29 »■ u- M' 10 Zo. 15. 3 14- 59 55- '3 54- 57 8. 5. 29 11 Ma. 14. 55 14- 52 54- 44 54- 32 ,, 12 Di. 14. 49 14- 47 54- 23 54' 17 yo\le Maan. 13 Wo. 14. 46 14- 45 54- 12 54- 9 14 Do. I4. 45 '4- 45 54- 8 54. 7 »• O- M. 15 Vf. 14. 45 m- 46 54- 9 54- " 16. 8. 50 , 16 Za. 14. 47 H- 49 54- 17 54- 22 Laatfte 17 Zo. 14. 51 14- 53 54- 29 54- 37 Quattier. 18 Ma. 14. 56 14- 58 54- 46 54- 56 10 Di. 15. 1 15- 5 55- 8 55. 21 D. U. M. 20 Wo. ig, o 15- 13 55- 35 55- 51 24. 2- 3» 21 Do. 15. 17 t$. «3 56- « 56- 25 22 Vr. 15. 28 15- 33 5«- 44 57- 3 Maan- 23 Za. 15- 89 15- 45 57- 24 57- 4ó ■ - . 4 Zo. 15. 51 15- 57 5g. 8 58. 31 »• U- M 25 Ma. ïö. 3 16- i° 58- 54 59- »7 3°- «7- 27 26 Di. 16. 16 16. 21 59- 39 60. o 27 Wo. 16. 25 16. 30 60. 17 00. 34 28 Do. 16. 34 i6. 37 6o- 47 6o. 58 29 Vr. 16. 38 16. 39 61. 3 61. 5 30 Za. 16. 38 16. 36 61. 2 60. 55 31 Zo. 16. 33 16. 29 60. 43 60. 29 H 2  [60] AUGUSTUS 178 8. IV | 0 § ui l 00 24 S§ I ^S^'S^j"5 -^2 i I lï ÏÏ-Ï I .É> è'fi. I CO K I « cl m oó t^. in -4- J " O 4- co m I NO 4- cl I |^\o 1 CO (s.vo 4- c ' , ' ' [ g >> § |"i j 'sS) j '*4?' I ' l^s i - 'c?^ " * g I I c? ° I I £ I I i? £ I | ° ™ i? I I §" ^ * e^8h| ' S1? | I i" I | Si' *eTi||!8ï5 s *êi*j i £,v4 | i £• £ i I ixê i ïéffiiScot- £ i ! , l«§ ': 1 iHl 'ïïs1 j.m<°|i iris! * 11 i "H' f~?i«&4 k ü ^" (J I I m -4- | co K f M l^vo | tn 4- e _ I _ • I • ' t X ó I i có in có có m ö . «• fi« ™ D 2 |,; | co e» | «40 co t-^vo co ts.ic I i-^vo in § . J, ,A l N4 I I m tivó ' I Ö» lili I () > 'n § I ' ? *S i n« I 4d n c • | ,r.« ,e>4- ö I (i i'.ös i=^cog ' t . | I"??5? | c< cl | in_ I b*cj ï 3^ O I *« I | ™ ? «s | ït*o ! I roo "j **>j S «5 j |!^ïcO 'f^j''?1"?'? 5^4- * cöcó | ó -Ö co ir 4- Ó Ö-1 ! 'ó 4- « i§ D O | 4- « i«»m | roo i co *c ( t-oo m S — 77-; ; f. — S ■ ó có I 22 |^m"Pj | S>" ' " !? I ' ""^ °* e^co s |csè i ês-s, is^ »«^ys S . '? . I Ö I , m có 4- t^.V3 . m ö | f in 4- a« .J ItTCO I |V04*CO I |v,NO 1 co t^j * tv-vo m « , , , . JJ S O .*3 „, . tö o . OJ . I ^J ?3 I u Dagen. ^_c0 ^ ^" ^'Q w j ^^p^ o\ o o ^ j - °* ^  I V AUGUSTUS 17 88. [ÓQ X j j . 6 IM) V> ^ O 'Ó | 00 « 4 cö «o m « 4 cï « Ó m 3c j*i co I I e5 ■4- ei só f ^2«S có -t- C!\ VD ló in t*t cö i i ? y t ^ 10 *h m '>«! et I,; lo ^ w O I *"* ^ c ■*■ "O no So ^ m C\v5 cl Ós cJ 1^ loo t--^ v> l in rj- « ir^vo m «•< o Cs *^\c »o có • ^ O ^ I 3j $ t f ih ^ f I ^ I ^ ' J.ó ö C.VO có 5 I | n v5 1 I löd'oci I I «co I I ^AsJ? i è I SS ■£* 2 oc só 4 ~ ró 4 . - O L I > co00 i.ó I ó -i- - có | \ó 4- I cö 4có ci có ci sö ito d *P . c- ^ " ^ T . . . . c? t *? ^ *? 1 g có I ^ I | cc có^ 4so_ I có r-, lÓ1^ ' j *-* -f I Ococó^v;e\ö .10 * - ó =c vó 4- K ió ró Ó 1 6 K eWcó-öci )P 5 I O M co -o 'o -r I r.^o m | I rs. lo I «m qsco rs, uo . . Ó I vi | cc CC J^- Ón I VivÓ vi I ^ có I 1 có Cs £sso Acó SIN 1 1 i§4 14?^ r L-! N,|rn I^ÓQOVS |VÓ4« 1 có I 1 h ÓiK^m ^ C_> | co 1^ lo -ri- 1 IsffiiorJ- j1n.LO I I1- Os CO t^SQ U i^?f I 1 '4^ J 1 f Slé S I V5 ^ 1 . * ? ï ^- 1 i !t ïci ro^ LC .i i -V 'Ó Ó\ I l Ó ïn.V) I 4-h I 1 Ó pp K5 I co t^so _ I in. 10 x-r | (..JO I ^ n o> tv.so 10 Ut h I Is I ! I j g g ^ I %u_ g 1 g I Dagen. I * «?«2 »f« I « S S 8 ï? .1 5 § « rT S « &  Li sj s's|è'tfs t^fi j t -\ £\? r?c? % 8 Cl -«- K. . vÓls.ÓV-cóïi C j—1 Cl ^ tSO ONOCj 1 CTT^; | j Cl M TT>0 N.CO S-Li S 1^1 £. SI ^ £ °° i I 2 « "l l CC eó |n.CO - 0> _, . jl T ? T -. . T ? I , T 7 T , ■?.?«««! |&g _| d-géi&ig [ i chHérli' 2 L? § j ^ * d. ï 5 j | "tim ck có pp* _ ib&èit? i^,4*1 ci 1^1° > ; I I cjc/5 8 i ^%S« cf^cT I l^g^fe «öjNÖjr„ * ^éè^cj iè2c?ct slïlcll c! i gh S ■? l^^iH 1SÏ2S o ds^écig:? i cj-cod.v_? i IdsÜ gö* d S 2 I Sis. I cTiëit g^g s i "Sh-ïS: ' &„èé i ^«nw p. P M r«i i •* ccvo co & m , eó\o oóo l ko.m n * Sf U i "« N- Ck- I ci S 4-vo | « S S>5 * c 1 ■ ____________________ 1 Ü-SSi „ 3^«> 2 * «I q 1 £g§i i 4 . C6_T AUGUSTUS 1788. VI  «ï$ |« H' 1 cl - I „H | 1 jjg^l S$ isi ? i af i h&Mh ^ « I "3 2 £ ' cl 2" Mcn^él tii. ó t itéi. | i dji- zij 11 dili vi 2* S Ij" |y5»i I h ó,^ . .. • V "? . I 1 ■* m I v. -r m I «4-^.1 s? ^ 4 1 ??? isii sas is:?° i p" p * i ^g. I i ad.i sii i cïièi l_i 9 I ^ °° I I MS Ó C\ I 3. 4 có cocö uó I lt 1*. cj A h *3 • *: « * « '« «> m ImcicJc? ras p 2 ijKï," i „«p; |*s£c\S & s Ju & i siê i ééit? 3 34. ^ gj » » I l»Aj , ^ | g>g-jj »** j -? i Ié ilïéï A d cö I «ó l Nf? ej 4 I _r*ó g I £> |ó oó ms A SSS _ I 9 i |«4cr> iciö , tCcó N. <5 D * ri I S? I dd ? I I Ó | ó> có , 4-cö có-> W o I co | U-.vo f, I co TfVO I ri f | O CO UY*0 j tö 2 "H °° I I 2 °* 2 I'S.?" I I ï _ 12 ■» ón» ;« I ^ j'cl^cï ■ m el mi I rj- -H IcScowco S « g 2 11 w>,2m I _«» ' I «™ Ó icÖÖMÖN. »-C r b I nq i Ö Ó « I -4-MS có ! i có n . M NHN3 <-> O co I unvo f> I m « io I lel* | cl co uvo 11 H gJ ia I iti |-8| § >fa U3 _i| I, ■< I a m | Dagen. | £• \^^o j g ^ 3 ff g * ff | ^ ^« ïf VII AUGUSTUS 1788. [63]  Venus. Mars. Jupiter. Saturnus. ö i "8 I g'lat g1" I gaat i ! giat a Decli- doot Decli- aoor ! Decli- doot Decli- door natie. den natie. den i nafte. den i n.tie. I den Merid. Merid. Merid.' Merid. G. M. U.M. G. M. i_f. M. G. M. >U- M. G. M. U. M. i; 8.42.N. 0.32. 3. 7.N. 2. 49r22.35-N. 22. 17.! 9.46.ZJ13. 56. 718.51. 23.49. l-33- a. 39-.22.26. ai. 59.I 9.56. :13.3a. J3 23.it. o. i.N. a. 30.;22.17. 21.42.10. 5. I13. 8. 19jro.il. 22.38. 1.36.Z. 2.22.22.7. 21.25.10.15. ,12.44. 2511. I. 22.10- 3.H. 2. I4.j-I.j8. 21. 8.!lO.20. I2.20. [64] AUGUSTUS 17 s 8. VIII Eclipl'en der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet.' Derde Satelliet. Intreden. Intreden. Dagen. U. M. S. JDagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. I 19. 19. 13. 4 11. S6. 35. 4 16.25.15. Intr. 3 13- 47- 59- 8 1. 53- 57- 4 19- 37' 32-Uitg. 5 8. 16.45. H 15- II. 23. 11 20.25.20. I. 7 2.45.3». 15 4.28.56. 11 23.38.18. U. 8 21. 14. 21. 18 17. 46. 36. 19 0.25.46. I. 10 15.43- 9- 23 7. 4.21. 19 3-39-4!-U. 12 10. 12. a. 25 ao. 2g. 12. 26 4.26.18. I. 14 4- 40- 54- 29 9. 40. 7. 26 7.41. 14- U. 15 23. 9. 48. 17 17. jS. 44- 19 12. 7. 40. ___ 21 6. 36. 37. ■4 il'. 34.35" Vierde Satelliet. 26 14. 3. 36. 28 8. 32. 38. 30 3. 1. 40. 31 21. 30. 42. l6. 18.40.50- I; 10 22. O.53. U-  I SEP'CEMB-ER 1788. [65] x £ tl ■ " ö Zons regte Zons | Tydver- Vei- ö Zons halve pcj«! 15 Laatlte 12 Vr. 14. 48 14. 50 54- 20 54. 26 Quartier. 13 Za. 14. 52 14. 54 54- 33 54- 41 14 Zo. 14. 57 15. o 54. 51 55- 2 D. TJ. M. 15 ma- 15- 3 15- 6 55- 13 55- 25 22. 10. 31 16 Di. 15. p 15. 13 55. 38 55. 52 Nieuwe 17 Wo. 15. 17 15- 21 5<5- 6 56. 21 Maan. 18 Do. 15. 25 15- 29 56- 3°" 5Cu 51 19 Vr. 15. 34 15. 38 57- 7 57- 23 D. U. M. 20 Za. 15. 42 16. 47 57- 39 57- 5°" 29. 2. 38 21 Zo. 15. 51 15. 56 58. 12 58. 28 22 Ma. 16. o 16. 4 58. 44 59. o 23 Di. 16. 9 16. 13 59- 16 59. 30 24 Wo. 16. 16 16. 19 59. 43 59. 54 25 Do. 16. 22 16. 24 60. 4 60. 12 26 Vr. 16. 26 t6. 26 60. 17 60. t9 27 Za. 16. 26 16. 25 60 18 60. 13 28 Zo. irt. 23 16. 20 60. 6 59. 55 29 Ma. 16. ifi 16. 10 59. 40 51). 23 30 Di. 16. 5 15. 59 59^ 3 58- 42  Ijf * IS ïlï \ ¥é\ lilt jf|l!!!i lil 1 lil 1 'lil \lïh lm\ irplTil ilpl m m m\ mm J*$ r£S i^as Kiêd liij ï*i * i"i .-di liréi '.^ pgj lil !H ;MI f . ó _A eo~m | 5> | «ó min | * as vè | 6 c5 o" j mi in 'il 'Ik i^! »^: |„ö « £~d i=>ï? i > 'ïlï ■ tt* i *** 'i^ 'sa* f w; i ii n pijl [68] SEPTEM.BER 1788. 1\I  V SEPTEMBER 1788. [69] m mt tm\ mam ' lal 1 iiii JS1 - 1***6 1^*1 i^IëS? nis s 1 1 1 *«:5**S 1 lei ff o 1 j-asia- i&gai igggft&j ni* 3 Illf ~ llill Ifflüfli bis s Ja^ ié*** i | w! li | I I * f] ; *1 < I g I g J Dagen. | *«f*g f2 j ™ g ^ « | 2~ « S 3 « * « «  Pllllil |IMI SlEliil: il: lil 11 IsiLi ®m\ !i; mum isïbl mm iii iïiïiït 5£1 - il^d? i °s EFd i dj. nss s ^^"éèï i dd èdd-sé i °d j; . jlliiai: ;li mum %è *| i ïé**és~ l'*s' i '-s| 3*? * i ddsd^è i i i s- gd§ - ii4êl>8 3 idi i ddddi i ** j fa? * i^dèsi?» is* i**ö** (*£ I3" o I.S^SS'&Sjï | fel» l'édsdi' | dèl ^ S §111 1 gli Dagen. ^ t^=° c> vo {-.k j» o o - « co jr; SEPTEMBER 1788. VI  VII SEPTEMBER 17 88. [71] M 4*' ^ ??s d~d^i dds ï&s 4s£ sié ££*êi dis L?, - ^ l»§' dïT" las * -1 i ód idd*i sd? J&2- di ié* 1 di 1 diè ii La HU' I 1 ij | 1 aa-i Ss 1*1*1 I èi" 1 sè- 1 ddil a»d ^ |a|KI- 1 | S^ | idddl £dd fel et; til ;r* lil L* - 5 ïTï 1 &l 15ü êig, ssê * is «si 1 Ai 1 °d-é éis £2 o r.2 %%4 1 és 1 s&ss dss «s^; isi idd isééi i «"* o di iis iti isi&i ids wé. * dï 1 d.d üd i^ïi i S **s * iid is° idids i~s èp* 0 ?d 1 dd IS* 1 s'dis ,is ll ïïilï H li is ï I Dagen. ^ £■» 2* ,283 | 5Sï??'c? | S"S ï?  [72] SEPTEMBER 1788. VIII" J Vemis. Mars. I Jupiter. j Saturnus. ö , ' 1 ere gaat gaat | i gaat 1 gaat 8 Decli- dooi Decli- door Decli- door | Decli- ' door 'natie. den natie. den | natie. den | nitie. I den Metid. Merid. i 'Merid.' Merid. G. M. U.M. G. M. |U. M. G. M~ U. M. G. M~~~TJ. M. | | | j I 11.51.N. 21.46- 5- 3-z- 2- 5-2I-46-N. 20. 48. 10.39.Z. 11. 53. 7 12.22. 21.32. 6.38. I. 58.21.36. '20. 3I. IO.49. jH-30- 1312.35. 21.21. 8.12. I. 51. 21.26. '20. 14. IO.59. °". 1912.31. 21.-14. 9.44. I. 45. 21.17. 19.56.11. 8. iio.43. 25,12.10. 21. IO. [1.16. I. 38. 21- 8. ^19.38.11.17. IO.20. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet.! Derde Satelliet. Intreden. Intreden. Dagen. TJ. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen. u. M. S. 2 15. 59. 47. I 22. 58. 7. 2 8.27.22. Intr. 4 10. 28. 52. 5 12. 16. 11. 2 11.42.58.Uiig. 6 4.57.56. 9 1.34.20. *9 12.28.27. I. 7 23- 27. o. *ia 14. 52. 27. *9 15-44-50- ü. 9 17- 56. 5. 16 4. 10. 37. ió 16.29.32. I. *n 12. 25. 10. 19 17. 28. 49. 16 19.46.39. U. 13 6.54. 15. 23 6.47. 2. 23 20.30.29. I- 15 1. 23. 19. 26 20. 5. 12. 23 23.48.20. U. 16 19. 52. 25. 30 9. 33. 20. *i8 14. 21. 28. 20 8. 50. 31. 22 s- 19- 34- 25 \l\t7'.i'. Vierde Satelliet. 27 10. 46. 37. 29 5- 15- 37- 30 23. 44. 34. *2 I2.45.44. ! 2 16. 12. 34. TJ. 19 6. 51. 17. I: 19 10. 24. 32. TJ.  OCTOBER 1788. n ■O. I " j— ; *||*| o^S^jDSSti. ^5 fchU- & MiSdehUvne |= »S '" 'yd z°'dlyl,. Aftrekken $ Mtddtilyn. t. r u- m- s g. m.s. m. s. ~17~ ? ~m, s. 4 Za. 12.43.56,9 4.43.4,5 „.3I 6 J7,8 'o- 9,fl 5 Zo. 12.47.36,0 5.6.54 11.49,1 17'5 25 itf!^ 17,1 — 6 Ma. 12.51.15,5 5-29.59 12. 6 1 Tydvandoor- 7 Di. 12.54.55,4 5-52.59 12.22,8 l6'6 gang d«halvè 8 Wo. 12.58.35,6 6.15.53 12.300 l6>2 Zonnefchyf 9 Do. 13. 2.16,3 6.38.43 12.54,8 *5'8 door den io Vr. f3. 5.57,4 7. 1.27 13.10,2 '5,4 Meridiaan. M. s. 14,9 lï Za. 13.9.39,1 7.24.6 13.25,1 I 1.,, 12 Zo. 13.13.21,1 7.46.38 13.39,5 l4'+ 7 1 Ti 13 Ma. tg.,7. 3,7 i49.34 4».|*5 !3,9 4 «* 14 Di. I3.2o.46,8 g.3I.23 14.6,8 3,4 19 5-1 15 Wo. 13.24.30,6 8.53.34 14-19,6 '2'8 25 l $ 16 Do. ' 13.28.14,9 9.15.39 14.31,8 17 vr. 13.31.59,8 9.37.36 14.43,5 11,7 18 Za. | 13.35.45,4 9.^0.23 Ï4.5Ï 2 n,o Zons Uur!9 Zo- ; 13-39-31,5 10.21. 3 15. 4,7 10>2 beweeging. 20 Ma. ; 13.43.18,3 10.42.33 15.14,4 9,7 1 „„ M. S. : j — _ 9,0 21 Di. ! 13.47. 5,8 II. 3.54 15.45,4 „ I a.27,9 : 22 | n O. 13.50.54,1 11.25.4 iS.3I,8 °'* 7 2-28,4 : 23 j Do. 13.54.43,1 ü.46. g 15.30,3 60 2-a8,9 : 24 Vr. | 13.58.32,8 ,2. 6.55 15-4 ,2 2'? 19 2.29,3 ! 25 ^a. i4. 2.23,2 12.27.34 15.51,3 ' 25 a.29,8 ! 26 Zo. I4. 6.I4i3 I2,48- j 6 1 27 Ma. i4.j0. 6,2 13. 8.16 16. 2,3 4'7 1 28 Dl. 14.13.58,9 4.28.EO 16. 6,i S,g : 29 Wo. 14.17.58,3 ,3.48.Ia l6. 0 2 3,i i 3o Do. 14,21.46,7 14. 7.49 ió.i,,5 2'3 ' i,5 : 31 Vr. 14.25.41,7 14.27.12 16.13,0 o B [73]  C?4j OCTOBER 1788. II - _ o«!«'Ov«g (T>regteop-|<7ïregteop-([«Decli- <£« Dech- 2 2a g." | ovet den klimming klimming nitte natie gi? s« 5 >.Metidiaan • g o n ™ g"» Middag. | Middern. Middag. Middern. j 5.a" z*~xrrM. gT^^|~~gTm7" g. m. _g1ml_ j' 1 Wo. 3 1.31 210.25 «17- '7 15-35 Z- I7-2°Z- J! 2 Do. 4 2.25 224- 8 aji- 1 18.51 20. 5 3 Vr. 5 3.18 237-54 244-45 «• i SI'4« 4 Za. 6 4-1° 251-33 258.16 22. 4 22>'° I 5. Zo. 7 5. I 264.55 271.27 22. o 21.33 < 6 Ma. 8 5.51 277.54 284.13 20.5a l9'56 7 Di. 9 6.39 290.24 296.30 18.49 '7-30 8 Wo. 10 7.24 302.28 308.20 16. o 14-20 9 Do. II 8- 8 314. 9 319-53 12-32 x°'3° 10 Vr. ia 8.51 3*5-33 33'l-i2 8.32 °-25 jl 11 Za. 13 9-34 33Ö-51 342-3°' 4-I2Z. I,55*' I 12 Zo. 14 10.17 348.I2 353-50 Ö.23N. a-43". . 13 Ma. 15 11. 2 359.46 5.41 5. 2 7-2o 14 Di. 16 n-49 H'44 17-55 9-34 15 Wo. 17 12.38 24.10 • 30.46 13.45 15.3» 16 Do. 18 13.31 37-»8 44.18 17.20 18-49 17 Vr. 19 14.26 51.19 58.30 2°. 4 at- 1 18 Za. 20 15.23 65.48 7t.11 21-41 22, a 19 Zo. 21 16.21 80.39 88. 7 22. 2 21.42 20 Ma. 22 17-19 95-34 102.58 21. 2 20. 3 21 Di. 33 18.14 110.17 117-30 18.44 9 22 Wo. 24 19. 8 124.36 131.36 15.18 "jj.14 23 Do. 25 10. o 138-29 145-16 IO-59 « 24 Vr. 26 20.51 i5'-58 158-36 6. 3 3-25™' 25 Za. 27 «1.42 165.12 171.46 0.46N. I.54*"! 26 Zo. 28 22.33 178.21 184-57 4-32Z. 7' 5 97 Ma. 29 23.25 I9L34 198-15 9.32 11'5° a8 Di. 30 A 205. o 311.47 13-58 '5-54 29 Wo. 1 Y17 2'8-38 225.32 17.36 19. 1 30 Do. 2 232.27 239.22 20.12 2I' 5 31 Vr. g 2, 3 246.17 253.10 21.41 21.59  lil OCTOBEK. 1788. [75] Ji o. |c idd l «•* 1 d.:ci g^S a "«'-i 'da ,d-d issé 1 ^ - jLg u ^jTi«5 i-dd id^ irïïF Md s |6i isdd ,aaé d ifti |**? i^s 1 ÏI7~*s d^i i iï 1 s>dd i75d "ÏS «4 s 2*2 i°« 1 dis «2i- 'ji!1 H ü üiii  | V OCTOBER 1788. [77] I U- g « a asdi d°-a asis^fti as? as s s «ési »*'£» il; i' ut: pii liiiii; ;ïi S 2 ?.S£- X^^Sl !$3 U* j s g^i^ dg°kisi igg 's« s * isii ss?a **-è*&i ix* [51 a ft aHasH i%1 US .: ii «ja ilè ss s f> 1 t* 6 è is si 18^8.63 isVi I . ó * cV I [ -r^cV | o 'j « I cvo 4vi * ó I vg 5 L~ -i * |isÈi iiai i=iiass 1 si Wjli! 1 ! I | f lil ■ Dagen.! ï? I ^ !;-« l^gS I 21 g a S « S S? KJ  C78l OCTOBER 1788. VI • 6 Is/5 lx. c> IS. W <5 | I co vó c\ 4- ó t A« o ■ó k-A ei 1.1 00 o m cott i 1 I « tÏ-vó» 01 « có C 3 0 IU "to *n.oo o o - I | mvo ts.O\ i mvo ts.00 Ï5.Ö ^ lt. 6\ ca 06 ^- co t-"-, I I ó ir. in 10 ó> I I incó cc lÓ M"w « * «tM m in ^ ci ^ ( [ «o m <* w co icï -co I I wvo «N-co 5 .6 (o h (i «0*0 ^ •—' rA. 1 I 1^. ^ fÓcO ! cÓtN-Ó\«ó ► ^ « w ei co I ,^è % ^ Ó |^ Cn Ó ^ j I it. ^ in ci j « ^ 'O .1 ió *^ c> Ó ~ r< « 1 Ó»h ninisi ó Ó « (ó « eó »-Ö 1 Cv CA Ó C k-J -< O icvd *>-CO O - 1 1 tO -*»0 in. 00 I tO in.co c i 111 1 ■ "* . . _ ~ 0 I . o có ^ tóoo t^cóJÏ-4-in I \c«c5 cnco ci *■#■ « w» e'«» « . M(? tt . T..^ 5 »H ë 00 o u-.cc o vo | ci m 00 \qok «^00 k «'j rj * ci ï>.cc ó\ O Ó I VD có ó ci 4-v© IN.0Ö Ós O •a P »-i J ^j- m^ff ix.co o\c* I co t\o is.oo c\ -a- 00 C ' *"* " ' .... Wi vÓ (> m 6 « k ~ co I « 0\vÓ tN. fj. I ^VC^ S *d i^ö lt.m cóv^ 1 es ö\c£ c^ lo j ^o g t-D O m \o ^00 00- I * m r^co o I mvo r-- 3«Ó -Ti I |4-i^c\4-eó loors-irj Cm V» CN _ MClHMtOCjrOin I I m w «O "ÏJ »^ CO ^ 4-C*Ó\£,-^ ^^"^ I | 4"^ C\ci ^ | ^ rH 4- .1 e>« có 4-vóvó »^có I 1 inKÓ*h n 1 ir.vi tt, *^ *J w co «".^o tN.co o o ^ I I t in^o co o I m^o (s- "trtS ^ | có vi vs e> »c jnvó | eósó ó ^ I ^ ^1 ju ^ O I r.cc o\o « | *r t^o I >nvo ^ c " i ■ • 1 :— ~ 1 g 5 B ^ 1 rt C 3 g a Q 1 ^ ^ Dagen* ^ a ëo^wï^ *s.co c\ | \o o>o« « cj co^-  VII OCTOBER 1788. [79] 1 M Cl I co ej> M co ~ | "«TTl ««W h . m :SS a K"A ««"""l 3d«* Sc?2" S1^» I • 6 tó I ft-^ó I I C\ I in 4- có I I có « 1 iraó 1 w ci *7 . I ¥ • •*?.! U1? ' . 10 s j fJl $ lOUIl I CO h I tv. CO ►* \£ | I « o I <Ó\q ► t-j h w 1 ^rso I I co I ci co ir.o I I ■* 10 I co '6 tj} 1 cóe» I I VO Os I | ó\c>««| |m« i^fcS i(«ci t «. I . T I *ï . w I I *o ui I . . T I • ? ' I ?..^| ' v f I coc*» |» w O I ^I I co 1 I cl co igtsc, I | (o«n I ci üiiai ils I idii j sdgdi 1 d^ 1 dl •&5 |di lia I I aig,i| 1 dd 1 &4 .Ójc/i I »ö ö f IÖmco 4- tr;cÓ 6 I 1" I 1 Kcó l- W cl I I I 1 f n-Cimrf "f. I * . *f k c° S I c> iri I I «vc ^ có*- incó 1 Ift C\ I I *"« t>.2' 0 lid 1^is 5ii5 is? i^d L-§ UI 1 52 1 | is« 1 ds H s N 1 1 s I -«~ j 1 ddé I is 1 1 ds LP CDj | ^ Lm có m ' i co I I >i 4- CN i tvó i^ I có £ i A-m 52; irji^j I ^ ^ I l^-incl | -t CO C3 I I I ci*"! l«* |cl«o Lb) ° Ml i ü i«'s,d 'é?d i^d i i°° **in|*j I « ^- j I . - f ' me! 1 *? t ' . w to"5 U | ISS^ I I S3 1 « cS « S| CS I Ir! g , X § Dagen.) gg'S | ^S^S- | S§5g| gg?ct | ctc7-§  [8o] OCTOBER 1788. VIII Vernis. Mars. Jupiter. saturnus o' 1 ggi-d. iilU.' tSl „ ,• f 8J" sMt I g*" I 1 l^T 3 Decli- dooi Decli- dooi Decli- door I Decli- ' door natie. den natie. den | natie. den ! natie, i den _ Merid. Merid.' Merid.1 Merid. — g" m- u-ai- g- m- u. M. g. M. u. M. g7~M~ ÜTmT [ i """l I I hi.16.N.21. 8. 12.44.Z. i. 32.20.59.N. 19.20J11.25.Z.1 0.57. 710.24. 21. 7.14.10. i. 26.20.51. 19. i. n.32. I0.34. 13 9.5. 21- T 15-33- i.20.20.44. 18.42.ii.37. I o 11. 19 7-30. 21.816.52. 1. 14. 20.38. I8.2a.11.41. 8.48. 25, 5-39- 21. 9. [8. 6. 1. 8. 20.33. 18. i.ln.44. ' 8.25. Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. ; Tweede Satelliet.' Derde Satelliet. Intreden. | Intreden. Dagen. U. M. S. IjDagen.J TJ. M. S. Dagen. u. M. S. *2 ll' I3" 32' ' »3 22-4i- 28. i c31.r4.Intr. *4 12.42.26. *? 11.59.30. 1 3.4g.5o.U,tg. 6 7. 11. h. ii ,. ,7. 31. 8 4-31-44- I 8 i. 40. 15. *i4 14-35-27. 8 7-50-58. U. 9 20. 9. 6. 18 3. 53. ,8. ,5 8.31.45. l. 14- S7-57- 21 17.,,. 3. *,5 It.5I.ll.Xf. ij 9- 6.43. 25 6.28.42. *22 12.31.11 r 16 £55aH' 28 '5' 46. 14. *22 15.51.45-'U*. *i8 16. 32! \a. 29 l6-30, °- u 22 5. 30. 10. ,— 23 23- 58- 45- 25 18. 27. 18. Vierde Satelliet. 27 12. 55. 47. 29 7. 24. 16. 31 i- 52. 41. 6 o. 56.16. I. 6 4-35-47- u82 l8.59.23. £ 22 22.44.22. U.  NOVEMBER 1788. [80 fr lo. ~~ " j I t g\" £> Zo,nf reête Zons Tydvcr- Ver- ., Zons halve g'OTi^w opklimming Declinatie effening fchil. k? Middellyn. g s 3 3 in tyd. Zuidlyk. Aftrekken « °* F U. M. S G. M~sT M. S. ~ ? M. S. 1 Za. 14.29.37,6 14.46.22 16.13,8 nn 1 16.11 z 2 Z°- i4-33-34,! 15- S-I7 16.13,8 °'° 7 ltf.12'7 3 M». 14.37.31,6 15.23.57 16.12,8 J>° 13 l6.i4^ 4 Di. 14.41.29,9 15.42.22 16.11,1 1*7 i9 l6.,. 5 ^o- 14-45-2.8,9 16. 0.3i 16. 8,7 2>4 25 i6.i6,i • . 3,3 .— _^ , 6 Do. 14,49.28,7 16.18.24 16. 5,4 l-ydvan door- 7 Vr. 14.53.29,5 16.36. o 16. ï 3 4,1 gang der halve 8 za- 14-57-31,0 16.55.20 15.56,3 5,0 Zonnechyf 9 Zo. I5. t.33,4 17.10.22 15.50,6 5,7 °?°r-i 10 Ma. j5. 5.36,5 17.27. 7 15.44,0 6,6 Mend.aan. _ M. S. 7,5 11 S.L I5- 0,4°'4 '7-43-S3 li'-3.6,5 „ ï i. 6,9 12 Wo. 15.13.45,3 17-59-41 15-28,2 s'3 7 1.7,6 13 Do. 15.17.51,0 18.15.29 15-19,0 °'2 13 j. 8,4 14 vr- 15-21.57,5 18.31. o 15. y,t 9?9 19 |. 9;i 15 Za. 15.26. 5,0 18.46.10 14.58,3 i0'b 25 1. 9,7 ■ 11,7 — 16 zo. I 15.30.13,2 tg. 1. o 14.46,6 17 Ma. 1 15.^4.22,4 19.15.30 14-34,1 .Vl Zon, TTnr. 18 Dl. ! i5.33.32,3 19-29-39 14-20,8 \f ■ *°™e?™ 19 Wo- 15-42-43,1 19-43-26 14. 6,5 Ifl bc»eeging. 20 Do. I 15.46.54,8 19.56.52 13.51,5 , . I M. S. ( 15,9 Vr' I IS-5». 7,2 20. 9.57 13-35,6 i0-<; 1 2-30,4 32 Za. 1 15.55.20,5 20.22.40 13.19,0 7 2.30,8 23 z„°- i^-59-34,6 20.35. o 13. 1,5 13 2.31,3 24 Ma. jö. 3.49,4 20.46.57 12-13,2 m'0 '9 2.31,7 25 Dt. ( !6. 8. 5,1 20.58.31 12.24,2 25 2.32,1 ^ 19,7 . 26 Wo. 16.12.21,5 21. 9.41 11. 4,5 , 27 Do. j6.i6.38,6 21.20.26 11.43,9 * ' 28 Vr. (16.20-56,5 21.3048 11.22,7 2)'o 29 Za. - 16.25.14,9 21.40.45 11. 0,9 ' 30 Zo. j 16.29-34,0 21.50.17 10.38,2 '7 : 23,3 I  a. o. O (J>Overg. ((>regteop-(Jsregre op- (p Decli- (J« Decli- " a " ö o. ovet t'en klimming klimming natie natie S ? ^ » S g Meridiaan raU °"»| Middag. | Middern. Middag. Middern» !• ? S tj. m. g7m. i gTm. g. m. ~gTm 1 Za. 5 2.56 259.58 266.40 21.59Z. 21.44Z. 2 Zo. 6 3.47 273.15 279-44 21.12 20.26 3 Ma. 7 4.35 286. 4 292.17 19.27 18.15 4 Di. 8 5.21 298.21 304.19 16.52 15-19 5 Wo. 9 6. 6 310.10 315-56 13-36 11.46 6 Do. 10 6.49 321.36 327-14 9-49 7-45 7 Vr. ii 7.31 332-51 338-27 5-37 3-25 z« 8 Za. ia 8.13 344. 4 349-44 i- 9Z- l 8N, 9 Zo. 13 8.56 355-28 1.18 3.26N. 5.44 10 Ma. 14 9-41 7-14 I3-I9 8. o 10.12 11 Di. 15 10.29 I9.35 26. 1 12.19 14-19 12 Wo. 16 11.21 32.39 39-29 16. 9 17.48 13 Do. 17 12.16 46-32 53-4Ö 19-13 20.23 14 Vr. 18 13.14 61. 8 68.40 21.15 21.47 15 Za. 19 14.13 76.17 83.57 21.58 21.50 16 Zo. 20 15.12 9x-35 99.13 21-20 20.29 17 Ma. 21 16. 9 106.42 114, 6 19-19 I7-49 18 Di. 22 17. 3 121.21 128.26 16. 4 14. 4 19 Wo. 23 17.56 135-23 142-13 U-53 9-33 20 Do. 24 18.46 149-54 155-29 7. 5 4-33N, 21 Vr. 25 19.35 162- 1 168.29 1.56N. 0.40Z, 22 Za. 26 20.24 I74-56 181-22 3-l5z- 5.47 23 Zo. 27 21-14 187.49 194-19 8.14 10.34 24 Ma. 28 22- 4 200.53 207.29 12.45 14-45 25 Di. 29 22.56 214.10 220-56 16.32 18. 7 a6 Wo. 30 23.48 227.44 234-35 19.26 20.36 27 Do. 1 J 241.27 248.20 21.17 21.46 28 Vr. 2 t S55.io 261.57 21.59 21.55 29 Za. 3 r 268.39 275-H 21.33 20.58 '3° Zo- 4 2 22 281.43 288.3 20.8 19-4 [8a] NOVEMBER. 1788. II I  III NOVEMBER 1788. [8g] o. < o. (J.s halve (J.» Halve 37 4 Di. 14. 51 I4. 5o 54. 30 54. 25 D. U. M. 5 14- 49 14- 49 54- 22 54. 22 5. 10. 4fi 6 Do. 14. 50 14. 51 54. 25 54. 31 7 Vr. 14. 5J 14. 56 54. 39 54. 50 Volie Maaa> 8 Za. 14. 59 15. 3 55. 2 55. 17 9 Zo. 15. 8 15. 13 55. 34 5S. 5a u. u. M. 10 Ma. 15. 19 15. 25 56. 12 56. 33 13. 4, 33 11 »}' *5' 31 '5' 3<5 56- 54 57- 15 I-aatfte 12 wo. i5. 42 15. 48 57. 36 57. 57 Quarticr. 13 Do- ï5- 52 15- 57 58- 16 58- 32 14 Vr. 16. 1 15. 5 58. 48 59. 3 D. U. M. 15 Za. 16. 8 16. u 59. 15 59. 25 20. o. 4a 16 Z.°' l6' 13 l6m 14 59- 31 59- $6 Nieuwe 17 Ma. 16. 15 16. 16 59. 39 59. 40- Maan. 18 D>. 16. i5 ï6. i4 59. 39 5g< 36 19 wo. 16. I3 „5. I2 59. 3I 59. 25 D. u. M. 20 Do. 16, 10 16. 8 59. X8 59. 10 27. 5. 3 21 Vr. 16. 5 16. 3 59. 1 58. 52 22 Za. 16. o 15. 57 58. 42 58. 31 23 Zo. 15. 54 15. 50 58. 20 58. 7 24 Ma, 15. 47 I5. 43 57. 54 57. 40 25 Dl- 15- 39 15. 35 57- 26 57. 11 26 Wo. 15. 31 I5. 27 56. 56 56. 41 27 Do. 15. 23 15. 18 56. 25 56. 9 28 Vr. i5. I4 I5. IO 55. 54 55. 30 29 Za. 15. 6 15. 2 55. 24 55- 10 30 Zo. H. 59 ,4. 56 54. 57 54. 46 L 2  Dn] NOVEMBER 1788. tv si 3 m m m m1 ö èisa? 5 ést iUa siss« i*è&3 ü*Jï rjirf Ika -I i'a*'6& £Uë s ö«^4 (ia^ ]ü~^6 f*-' ö| i^i itéai igias iaü gis - £Hè '■ i'èéSa nè-i j ïfedd' sèè* illsi i*4é* i sa.i . * —— «•s* ^ r-*Hs réi* !L * iaia i*iè*« ' éi=s 1 aai- * i-2^ |B£ d |è£è t£éè$ isèifr i^iè fa-S * i gte* cj i*&4* * ?S£i ïS^ï '^1 S B ê. gis I | 1 f  ]v NOVEMBER 1788. [85] ] 11 i 1 1 111 m lil * Uii i*# h***** i*1 ■iHii li ij» ;s> Ëg; Ui Ui Uum ,** §1 !S 11 l'ifiiljl 1 mTÏ ! ïiit i ~TT Dagen. | ' S"£ ÏT J BNiS ? [ ÏT'S 5 8 5 3 g |  I [86] NOVEMBER 1788. VI I JHlilÜil 18'lij fifüfj1 lil üif 'li! !^7H~liS5ïIi *ü »i£s? lis» Nsp s™£s£ti *ié isés? lts» !-l 2 ifimi; iii jlü ïitj ggg 5 ^Hiiil ui Uig lal ■si; «ttiË! ü :pi lüi' * ifeséis^i séi i^i liës ipH IHHIi; Üi i& \'& jÜH III 18.11 il 1*6 * 1 dé 1 -ss 1 £££ I w 1 I ll H  |VII. NOVEMBER 1788. [87] SS S g>'»n°i I 2 g« «. g» | j 4cö £.cö | I [£ h « r>i cVmit. öia i I os có« o\ i I ri Pm U m ■* m I m " m^o « co u~. I | cm «i-uSvo I | SJ- i&g |a fris I I^SvcT I | fri&ë I f j t v£ £ï cT ?S ^ I 1 ^ ^ ^ l^j^J J »3 >0 I I óv ip^l |a| ^lè 11 aii laèi I ^léli | è .«§ 05 £2fe 1 R?a I 53 È £ I ct sas s sès, i é"? g^asi cV o ctï^d 1 a£i 11 Sèl cT'S.ü 1 % " § ^ c3 ' &* 1 Ï59 £ iSi-SS I icóö IR* I ■* 5 3- • c'"2 K ' 5 & è 1 jas s i ga 1 f ia 1 -s sa 1 1 • Pm- O [co* I cn-m I ei -a- uo I co * in I cl S | " & | 1 I "2 ss Ü 1 ÏP« U [co* I n co >rj I m-m I i^Wk I ' * j 5 1 T j | '. i : 5 5 MJP X1J S 5 lO I « I ^ I ^ Pd IQ Dagen. | ^Jï? | ïï"g £^-"2 |" 2" ° ^ S « « ?« | °, j  [88] NOVEMBER 1788. VIII Vernis. Mars. jupiter. i Saturnus. ö' I □;-d.i;T5U, "o Slat g1" j- . g'^' g.at' a Decli- dooi Decli- aoor Decli- doot Decli- doot | natie. den natie. den ' natie. den \ n^tie. den • Merid. Merid. Merid.I , Merid. ! G. M. U. G. M. U. M. G. M~ U. M. G. M~ TJ.'m. •I j I 3.15.N. 21. 10 19.25.Z. 1. 2. 20.30.N. 17. 35. 11.45.Z. 7.57. •7 1. o.N. 21. 11 20.27. o. 55.20.28. 17. 12. 11.45. ; 7- 3313. H22.Z. 21. ia. 21.23. 0.49.20.28. irt. 48. 11.44. I 7. 9. 19 3.48. ai-li 23.12. 0.43.20.29. 16.23.III.41. 6.44. 25 6.J8. 21.13 22.54. o. 37/20.32. .15.57-t' 1.36- ! 6.20. I ! I ) I Eclipfen der Satellieten van Jupiter. i Eerfte Satelliet. , Tweede Satelliet. Derde Satelliet. . Intreden. I Intreden. Dagen. TJ. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. 1. 20. al. 4- I 9- 3. 37. 5 2C. 28. 6. Intr. *S' 14- 49- 23. 4 22. 20. 55. 5 23-50. o.Uitg. 5 9- 17- 40. *8 11. 38. 9. 13 0.25.32. I. 7 3- 45- 55' !2 0.55. 14. 13 3.48. 4. U. 8 22. 14. 8. *I5 14. 12. II, 20 4.22.19. I. *io 16. 42. 17. 19 3. 28. 59. 20 7.45.29. U. *I2 ii. 10. 25. *22 16. 45. 38. *27 8. 18. 16. I. 14 5- 38. 29. 26 6. 2. 11. *27 11.42. o. U. 16 o. 6. 31. 29 19. 18. 40. 17 18.-34. 31. *I9 13- 2. 27. 21 7. 30. 21. 24 zl'. 26'. Vierde Satelliet. *26 14. 53. 47. *28 9. 21. 30. 30 314v- "* *8 12.58.52. t *8 16.49.23. U. 25 6.54.4°. t f25 10.50.31. U.  II DECEMBER 1788. [89] 1 M I* In I Z 0\H ö Zons regte | Zons Tydver- Ver- a Zons halve r^g ^cra opklimmingjDéclinatie effening, fchü. & Middellyn. 5 = J.S in tyd. ZuidlyU. Aftrekker, p ' U. M. S. G. M. S. M. S. S~ M~~S. I —'—1 ■ ■— _ , 1 Ma. 16.53.53,0 21.59.24 10.14,9 o l 16.17,2 2 Di. 16.38.14,4 22- 8. 6 9.51,1 ll'0 7 16.18,0 ; 3 w o. 16.42.35,4 22.16.21 9-26,6 13 ïé.iS,5 I 4 Do. 16.46.56,9 22.24-11 9- I»7 4'i 19 'fi-i9,b 5 Vr. 16.51.18,9 22.31.35 8.36,3 -s'4 25^ 16.19,2 , _ ' , * „ „ TydTandoor- 6 Za. 16.55-41,5 22.38.32 8.10,4 2g gang der halve : 7 Zo. i7. o. 4,5 22.45- 2 7-44,1 2rt g Zonnefclfyf < 8 Ma- T7- 4-2g,9 22.51- 5 7-17.3 *j door den 9 Di. 17. 8.51,7 22.56.41 6.50,1 i'6 (Meridiaan. 110 Wo. 17.13.15,9 23, 1.50 6.22,5 " . I I M. S. Iill Do. 17.17.40,6 23. 6.31 5-54,5 of! , I 1-10,3 I:I2 Vr. 17.22. 5,6 23.10.46 5-26,2 2g'g 7 1-10,7 113 Za. 17.26.30,9 23.14.33 4.57»<5 29% !3 1.11,0 ,144 Zo. 17.30.56,5 2j.17.52 4-28,5 '2 ig 1.11,1 15 Ma. 17.35.22,3 23.20.42 3-59,3 ' 25 1.11,1 29,4 16 Di. 17.39-48,3 23.23. 4 3.29,9 2„ fi 17 Wo. 17.44-14,5 23.24.58 3- 0,3 20)a Zons Uur- 18 Do. 17.48.40,9 23.26.23 2.30,5 beweeging. ' 119 Vr. 17.53. 7,5 23.27.21 2. 0,5 : ;30 Za. i7.57.34,3 23.27.51 1-30,5 ■ ^ j M. S. \ ii zo. 18. 2. i,i 23-27.52 | u 0,4 ,0 , 1 2.32,3 ...2 Ma. 18.6.27,8 23.27.26 i 0-30,3 *J. 7 ï.32,5 •|3 Di. 18.10.54,5 23-26.31 1 o. 0,2 -1 ' 13) 2.32,7 14 Wo. 18-15-21,2 23-25. 6 Byv.29,8 » tÓ 2.32,8 •5 Do. | 18.19-47,8 23,23.14 0.59,8 3 ' 25^ 2.32,9 66 Vr. 18.24-14,3 23.20.54 1 1.29,7 . -7 Za. 18.28.40,7 23.18. 6 i I.59.4 2q,6 5 8 Zo. 18.33. 6,9 23-14-49 ! 2.29,0 » » ,9 Ma. 18.37.32,9 23.11. 5 2.58,3 » J. ,oo Di. 18.41.58,6 23. 6.53 | 3.27,4 I j 28,8 ill WO.| 18.46.24,0 j 23. 2-12 1 3.56>2 j 2(!>T  [90] DECEMBER 1788. II p. o. 9 IdsOverg. (Js regte op-Wsreate op-(Js Decli- ([s Decli- 5 ö 5 M o- S over den klimming, klimming. natie. natie, gcra S«ü §.£ Meridiaan g 3 n d |jS| Ëi93| i S&jRa^i aj| °S *s j 1 f«j 1 lijfII] *| 1 11 ï lil! i'fölll! !!! II 7T7 « = 1 1 £°é°i«i 8 ai "ÏT" i 1391 éêsii iê^a?a*-i è'91 ss pi d laüi 1 sèi & 5f j ! 11? ! iflllll SI 11 li* |* p£ d riïi i^is issaèSéi iis i« o * IftJTS l^j» I ™-~-2 7** TT" si s iè*s lis-ia lassiiii i js is d 1 feéi isxiz iiAsè-iss 1 èi is Ló - 1 *si^ 1 ï^èéis 1 £° 7°T g" i | Ó -f cö | - -N.ÓÓV3N |«i | M jé2 -i 1I9I ilsll 1 iflilii 1 li is I Dagen. I «ff-*» ^<2 ?| &~ 2 g 5 3 S?| "§ S £ S=«  [94] DECEMBER 1788. 71 Ji ï til lil il iii i iiittii ziV ti! "fi p 3 iiiiiii tn: at m k 5 i» iii ui — ïUó - i °s Ut* ó ièièciss iê°i lis iii = ü j *s*tó*J ts*ë 1;» j iii I lil I ll |ï ïl f * * a y_!iif_L:f_. j Dagen. mV5 r-. u-.^ t^co | co o O o - «  VII DECEMBER 1788. [95] có Ó Cs ^ vc có cöovSI eo o \ó Ó I 4- éi \ó \c n :ss s fesëa 1^41 lij 1 iJ cl U m« ^-no « I d m\o 1 cl co ir> 3- w l •»;£> cö | « cö co | vö^ó | £>« ó | Ó m n. 4.^ ISS?'5' ' a"" 5 1 ^ I co ö |^ cï | Ö w Ó |d h o I aivg ' I Sil ctiaiM cTfel ll i cö ° « I S ci | I «vóócój mó a * ci 'is * i&ff s|S:|i IP fes -'»-^ ^ r* I ^ ^ï00 I cl i cösö ó « I ci incó w co m \ö . « t "m^t-co llO I w co t*- I Cl Vo CO r^m K S | ós1" | «?i | g1^ £j j- j VD ó> « 2" ° £2\ d I ïVife I ?o3 I Ssi g$ I ** m" l^tov è ïti «' S « ~ i ;-J ü O I ci «j- w I o »m Mn -a-vo t~. >- co n it li ó cö I vo « | è\*ö cö I A ci 4- I '~. In ^a . • *T » m co »n 1 w co co lei lin is« 2 I S?S Is^è I 4-^5 I- iBö ..JcVdS lis li. 58 g •*> I «S^- I . I 3 §2 i\ I ° ó, | ~* is« s '«a? i icf-2 li >5* u i «ia i ïri?ié i^i pi i5*-|ö riéi i cHa liissg i|i j i « \ ~ n « . có "o «-> „, ■ • cSÏ oc. 3 -= ^52-at,r q 5-o S ^ S W ? i « £ „ S' N - 4 l.tg^t}_* * |W IDagen. 2 ^ 2" J £-<2 co ^> g^j «j c]7* jp-^  [90] DECEMBER 1788. VIII Venus. Mars. I jupiter. Saturnus. o rfa7d.i5i§u-l CK gaat gaat gaat i gaat P Decli- door Decli- door Decli- door Decli- door natie, den natie, den natie, den natie. | den Merid. Merid. Merid. jMe id. G. M. U.M. li. M. U.M. G. .VK U.M. G. M. | U.M. 1 8.46- Z. 21.14. 23.27.Z. 0.30. 20-36.N. 15.30- ii-30.Z. 5. 54. 711.10. 21.15.23.52. 0.23-20.42- 15- 2-11.23. 5.29. 1313.28. 21.1(1.24.7. 0.16.20.48. 14.34- 11.15. 5. 4. *9 15.37. 21.18. 24.14. 0.10.20.56. 14- 5-li- 6. I 4* 392517.33. 21.ji. 24.11. I o. 3.21. 5. 13-36-10.56. 4- M- Eclipfen der Satellieten van Jupiter. Eerfte Satelliet. Tweede Satelliet. Derde Satelliet, Intreden. Intreden. I Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. Dagen. U. M. S. I 22. 16.56. *3 8.35. 8. *4 12.13.40. Intr. I *3 l6- 44- 31- 6 21. 51. 25. *4 15.37-56-Uitg. *5 11. 12. 9. *i0 11. 7. 43. *n 16- 8.44. I. 7 5. 39. 47. 14 0.24. 3- ii I9.33.36. U. 9 o. 7. 20, *i7 13. 40. 22. 18 20. 3.37. I. 10 18. 34. 55- 21 2. 56. 42. 18 23-29- 4- U. *I2 13. 2. 29. *24 16. 13. 4- 25 23.58-29. I. *I4 7. 30. 2. *i8 5. 29. 30. 26 3.24.28. U. 16 i. 57- 36. 31 18."46. o. 17 20- 25. 8. *I9 14. 52. 40- [ *2i 9. 20. ii. 11 3- 47- 4S- vierde Satelliet. 24 j 22. 15. 14. *26 16. 42. 47. *28 ii. 10. 22- *3° 5.37.54. 12 0.47.28.I. 12 4.47.56. U. 28 18.39. 8. I. 28 22.44.16. li-  J A N ü A R Y 1788. t9?-j Stelling der Satellieten van Jupiter, 7' voor 8 Uuren des avonds. " 1 _4 ~- 'r~® 1 .. ' _± "0. ,. l __5l '» 0 •' * 6'3-Q ,. © •' 'j* 71 , 0 * *_ _ _l ï ^ 3; 4- __9' -^®_i± 4, - jol ,. 'T0 ^ n j. ©_± ! ' _121 '3 '24. 0 1" ij_3-Q 4. 0 v _24'^ 0 Ma. J t '_15 4. •' 0 . ^_ t ' 16 •» 0 ,. : ra * i_ 181 é 't I 19' '3 '4~~© ' 1" 20; ,. •3 0;»i" I" 2ii 0 •■ „. 1 M » 0 3. f 231 * © ^ L?4 £_® * ♦. 1 tt5i. 3. 0_i_i. ± 1 aó i. o '3 © Ï~a7 ^ O \ 0 4. |_o8 4© 0 "V? IJ9 4. .... 0 " '3  [98] FEBRUARY 1788. Stellinn der Satellieten van Jupiter, 7' voor 8 Uuren des avonds. 1.I4 3 " 0~~ 1 '* -i v •' Q ; _5 O© £•_© l 6 0 id4 8. ^ Qt. 1 _8| 0 ,v 1_ 91 | ». * 10 3 " 0, 4_ Ui 0" 3 " _J . 12.a> i ■3 l 0 J i; _M 4_ _©_£_ J5 ^ 0 16 4. 3. _Ü4. 2 18 4 ©__2 iQ 191 ' ,. © »■ _3 20 __ '4 __® I L. ai| ^ 0 •' _22 i jg ± © 'z. ^_ 23 L ' © ^_ ^ 24 8 1 © , ;+_ _25^_o .•*© » a6 C * _?7 ^ __0J_ 3. 2p j7_ © L 4. 3^_ © •'«. 4  MAART 1788. [99 j M 1 Stelling; der Satellieten van Jupiter 7' voor 7 Uuren des avonds. ' _J_ 8^ \ 0 4- ' Ll '7 "4. 0 .. __3_ 4, .ci» 0 _4 4,__ _5 4, ,. ■ 0 •' 3. _6 ..-0 _ ' _I ^ 3. 0 " • I 81» \ t. © __9 "3 ?ci4 © .. Tïo _jd© 11 " © ,.'3 ■« [ ia 1 O 0 '3 ~ t_ü r •,. © 3. ^ Lh 3» © •• ^ rils 2» i. ,. © 4. _ p6 © ;* 4. QÏ J '3'' 0 4- rn ©4... 19 2^4 q [ 2o 1© 4. 1__0 ^ Fai~ £ ©^ ^ pï 4. L_ CLi iï23 4 '3 ,. 0__! F24 "4 " ■'< _©__^ p5 "0 ;3.,. iïao" _ 0 __j i _ pg? * ©j^'4 __3j F28 © '/" •• * p9 ,.,© ». ;4 O? j. ^ © L j - H3i a.q Ij. ©  [ico] APRIL 1788. Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 7è Duren des avonds. _i 0 's, , ± _a ±_j© -3 4. __3| 0 .. 4- 3. 4,1-Q 4® 0 - t. ' _5ii€> 4± © 7. _A 4. 3. © [ 1 ,. '*© «4 © \ 30 9 4 © 2 -2*9 jo 4 ©__^ _n li . 12" ■© ,. 4 © * Jl 0' 4 14 '3 .. 3 © _£5 * 0 '4_ * ©.____! _? 17 * 0 _±_ 3. 4. JH JI © 3 3. 4. J9;3_@ Q .. 2. 4. 20|l.Q 3. © 4- 211 * '1^40 aai I 3 © 13 23 4. .. ©.- 3 h ± _! ©__l ! ^5 _4 0 '* »• _2é 3. © » » . _27 _uO '4 3. » © , _28_.j@_ 3 4 J © "29] "_L_!®_!_! jo| ,. © , 34 I  MAY 1788. [ioi] Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 8 üuren des avond. 1 t. ' 0 -,~ y~ I 2 2.Q ~' 0. r* _3 ©?..». * _4 t iJ_© 4_ _5 '3 2 0 4, _6 . '» © 1 4. __i .__© a. __8 ». 4. © ^ _9 4. ' 'Q 10 4 © 3... »■ jjl Q 2@ ia,4 3. J3I '* ©? '* J4] 1 Q 3 J5 i!4 © 8 _16 4Q _ r_2&_ 3 £7j . 0 *ói%ó* J18 2®_ t> ■ © * 19} t. 0 .. _2o'i-Q 0 1 * gi i»3-Q © _j 4_ ^2 ©" ' '3 i2g L*_© 3^4 £4 04y ^5 '3ci4 ©,. ^6 3c^4 '* © .. ;a_7 *_ 3 ' Q 1 128 t 3 © b_ j@ 129 _^ Q •' ;«o __♦ Q __* !3J '4 0 '* ï * 5  Dol] JUNY 1788. Tupiter is deeze Maand zo na by de Zon, dat zyne Satellieten onzichtbaar zyn.  JULY 1788. [1033 Jupiter is deeze Maand zo na by de Zon, dat zyne Satellieten onzichtbaar zyn.  [104] AUGUSTUS 1788. Stelling der Satellieten van Jupiter., 7' voor i| Uuren des morgens. _i| '* '4 0 «. _2 £ 4, ,. 0 ,,3 _3 ♦. 21® _2 _4j_4_ 0 : • __5!j^ 0 V ^ 61 4 ,. _© , _7| \ 0 •••• _8 j - a 04 .. 0_ _> 9 4Q © ;o i'' © _4 '3 11 Q ,. ~~2 , r~ 12 1 Q Q ,,3. V_ '3 ,.© 2 ji ± _©2_; 4_ '5 '3 , © , 4__ J6 jo Q •' 4 I? 0 4 3 _L» 4. ~~Q ,. - , jJ9 4-__ ^ "'O ' 20 t ©_ £• L ©_J 20 22 * s ,0 "23 4 x»® ^4 2_ Q ^_ J5 4 0 ,. 1 3 I 4O 0 ,, _27 i_® ± Q '4 _?8 ]_0 3. _J0 J4 ±9 ; ,__® » 1 30 2® 5 © ■ ■ I UI *^~~0 * " _  SEPTEMBER 1788. O5} Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 3 üuren des morgens. Li © • • •» « _1 ■' © . ,4 _i ,.0 IJ4 _4 'O ,. 4. •* Q _5 4. -' n © 6 i9 4. •» Q * 7 i _.. © ' _J_J © 1 t__9 2 .0 «■ t- 10 ** 4. ©__r 3f _LL . » *' 'Q 12 i© © "13" 2» '» © " ^ J4 ~~«" ~ 0 15 0 » ' 2. 1 J6 - Q t, ' 4. 17 0 lói Jl ' 1 © m _t 19 !• . f. © \. so J ©£ 21 2^4 ,. © ■« . "»a 2.Q 4 Q , ? 23 i. © « , 24 4. . . «. 0 .,. ; . t •■ © - 20H '« j. .0 4. 27 1 O •*3 © 28 ^ „ •*«.-»0 V. 29 '*© 1 * _» , ^ lö' ,, 0 ~,rZE~ 1  [iocTJ O C T O B E R 1788. Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 4 Uuren des morgens. 1 ,.0 ,. ,. 4 _a V__® J _3 L 0j_l' 3 5 * I 6 "3® _7 HE O 8,it 0 -1 _9 l IV © JO 4. © x' j _u 4. •» 1© j : 12 __* •» .0 ij» 13 •« © ,j J5,^# '4® •' i: JÖ3_» % © 2 J7_i t ©_^ 1 i8t __3 ;«__© S 19 i» |. 0 ^ 20 i.Q l_ © 'l 4^ 21 __l__!—± . 22 Q». •' s_4. ~23~ . ©,. 4. 24 2.Q Y\ ' «■ ©_L _25 •' © \ 26 4, 3 Q ,. _27 t_ 1 "© •' i>8 ..© 29 '4 Q •', 3. jo ,.i0 3. jM s* Ü© L_ —  NOVEMBER 17 8 8. [107'J Stelling der Satellieten van Jupiter 7' voor 5 üuren des morgens. 14O _,, "O _T 0 '4 3 " 0 2 Lil ^ 19 © 1_ _l ©A * ï. 6 a. ,. Q 3. _7 3. '30 •' * __8 0 __9 'V .»©*.. . 10 3» O » •' 0 4. 0 " - 12 0 i_0 _ü 4. ». 1. © *• _Ü _J ,. Q J5 3. .. © _l6 2» Q ; 17 ~ 4-' ;3Q 18 © «.2(^4 1 ! 14 i.Q © t. 1, _20 T. ©_ t j _*I j! © •' 1 _22 3. 0 _JL_ _g3 2» 8 0 '* 4- 34 © i .25 ©•*». 4.' _2Ó 4# •'© * ^ Ë ~ 4- «■ Q L P 4. 13_©J _?9 _4. .. 0 :! jo t ©  [ic8] DECEMBER 1788. Stelling der Satellieten van Jupiter, 7' voor 10 Uurén des avonds. ■ i * 4 © . " j 2 «■ © \ _3 '4 ® »• ï __4 " © ,'4 * _5 0 .:* > , .6 i.q , 0 ^ 7 3«. «. ©.._; i 8 1 G * *_ _9 . «. © IQ I ©»■ «■ |. 4-, . nl „ •' 0 !__± . ia 4» ,. 0 'V '31 l ï© 1 H !• '* » ©__ ; <5> » j © j 164, i. ©__J1_J J7 0 x." i. 18' . •+ x, '■ 0 19 2.q 4 0 ,. ^_ . 20 }. id4©_ I 71 _2I_I© ^ «• © '* ,22j 2 1®_2 '* . as;" " Ll 3 1.24] 0 L !j _25 ^ © r J 3. ^0 i t = _a7 " © '*» . . . 28 ^ ! »•© ,. ♦. . 29 i.q . _30 4_ © /'•* J 31 ©__..»■ * -  VERKLARING VAN DEN ALMANACH. Algemeene Verklaringen. »A.IIe de bereekeningen, welke in deezen Almanach voorkomen, zyn gefield op den Meridiaan van P/<: , Teneriffa, den berg, die op het Eiland Teneriffa, een der Canarifche Eilanden, na by de kust van Afri* ca, geleegen is: van welken berg of Pic de Hollandfche ! Zeelieden gewoon zyn de lengte van alle de plaatfen i te reekenen, DeTyd, die hier in de reekeningen in acht genomen iis, is de waare tyd, welke op iedere plaats gekend \ word door den doorgang der Zon door den Meridiaan wan die plaats, of door eenige andere waarneemingen» tby v: door de hoogte der Zon, wanneer zy op een* tbepaalden afftand van den Meridiaan is: in één woord, ddoor welke waarneemingen het ook moge zyn; doch bhier altoos tot den Meridiaan van Teneriffa herleid» FDees Tyd verfchilt meer of min met den tyd dien on« zze Horologien, of Slinger.Uurwerken, aanwyzen:een werfchil waar over wy in het vyfde Artikel, als wy de TTydsverefening verklaaren zullen, breeder zullen handJelen. A De  a Verklaring van den Aimannch De wyze van de dagen te tellen is ook gedeeltelyk van die, welke in de famenleeving gebruiklyk is, onderfcheiden. In de famenleeving en burgerlyke maatfchappy begint men den dag op middernacht: men telt vervolgens tot 12 uuren of middag: en dan 1,2,, 3 &c. uuren na den middag, tot iü U of middernacht toe: wanneer men door 1,2,3 &c. eene nieuwe telling, of den volgenden dag,'begint. Hier in teegendeel, daar een dag 24 uuren bevat, telt men van 1 af, zonder ophouden, tot 24 toe, om dan weeder eene nieuwe telling, of nieuwen dag te beginnen De telling, of nul uuren, begint op den middag, van den dag, naast welken de getalen in den Almanach ftaan, en gaat voort tot 24 uuren, of den volgenden middag; zo dat bier in deezen Almanach ^ het begin van den eerflen January overeenkoomt met 12 U. des middags, of met den middag van den 1 January in de gewoone manier van reekening: 6 U. mee 6 uuren des avonds: 12 U. met middernacht, of het begin van den 2 January in de famenleeving: 18 U. van den 1 January in den Almanach, met 6 U. 's morgens van den 2 in de famenleeving, en 24 U. van den I J'anuary in den Almanach, met 12 ü. of den middag van den 2 January in. de gewoone Reekening. In 't algemeen de uuren o, 1, 2,, 3, 4, 5) 6, 7, 8, 9, 10, ii) *2 van eenen dag in den Almanach, komen overeen mét den middag, l, a, 3, 4, 5, G, 7, 8, Qi 10» 11» 12 U. na den middag van den zelfden, daa in de gewone manier van reekenen: en de uuren 13^ 14, 15, 16, 17» l8> J9> 20> 2I> 225 23» 24» met de uuren l, 2, 3.» 4.5 5» 6» 7, 8, 9, 10, 11, voor middags, en met den middag van den volgenden 'dag  Algemeene Verklaringen; * 5 ;dag in de famenleeving. . Zo dat al wat hier dp 4 U. by v: van den 4 January ftaati volgens de telling, in de burgerlyke Maatfchappy gebruikelyk, tot den 4 January ten 4 U. namiddags behoort, en al wat b, v. ilaat op den 4 January te 15 U., behoort tot 3 U. 's morgens van den 5 January in de gewoone telling. Ieder Maand des Almanachs beftaat uit 8 paginaas of bladzyden, waarvan wy nu de Verklaaring laaten Volgen'. A ï ll.  f Verklaring van den Almanach. EERSTE BLADZYDE VAN IEDER MAAND. EERSTE EN TWEEDE KOLOM. Deeze behoeven geen uitlegging. III. DERDE KOLOM: VAN DE EERSTE BLADZYDE. Zons regte opklimming in tyd. I, Verklaring van de regte opklimming. Het is bekend dat-(ie Sterrekundigen alle de beweegingen van Zon en Sterren beginnen te tellen van hec  Eerfte Bladzyde: III Kolom. Zons regte Opkl. 5 het begin des teekens Artes of den Ram (V) (*) waar de Ecliptica (A E B) den Eevenaar (A M B) in de Lentefnede (A of T) fnydt, en de Zon zich als dan, te weten omtrent den aoften Maart, bevindt. Men weet ook dat de boog (S H). die door de Zon of eene Ster (S) loodregt op den Eevenaar of Aequator (A M B) neergelaten word,en dus door den pool (P) der Waereld gaat, dat flip des Aequators aanduid, over het welk de Zon of Ster als dan loodregt ftaat; de afftand nu (A H) die 'er is tusfchen hetbeginCAofy) van het teeken artes of den ram, en dat flip (B), volgens de orde der teekens, op den Evenaar of Aequator (A B} geteld, is de regte opklimming van de Zon, of van de Ster (S) daar men van fpreekt. Deeze Regte opklimming (Afcenfio recta) word dan in graaden, minuuten en feconden uitgedrukt; welke men tot tyd brengt, voor ieder uur 15 graaden reekenende, om dat, terwyl door de dagelykfche omwenteling van de aarde,de 360 graden van den Aequator in den tyd vaa 24 uuren door den Meridiaan gaan, een boog van 13 graden zekerlyk 1 uur moet hefteden om door den Meridiaan te gaan. Men doet deze overbrenging nog korter, door de Tafel, hier agter onder N". IX van de Verzameling van Tafelen te vinden. Het is die Regte opklimming, in Tyd uitgedrukt, welke men hier in deze derde Kolom op iederen dag op het ogen- blik van den middag vind. Indien men verkoos die regte opklimming, voor 't een of anderogenblik, in graaden uitgedrukt te hebben, had men dezelve maar door 15 te multipliceeren: of de X Tafel vandeVerzï* me« (*) Zie de Figuur op de voorgaande bladzyde geptaars'. A 3  6 Verklaring van de lil Kolom der I. Bladzyde. meling van Tafelen die men hierachter vind,te gebruiken: dan by v: daar de regte Opklimming den i Maart is 2t U. 52*. 27,8" (*): zal de zeiven in graden zyn voor 22 U. volgens Tafel x . 330 52' .... i 13 27" ... 06 4j" o,8 o ia" Dus 22 U. 52'. 57X • • 343"- 6'- 5?! En voor den 20 Maart vind men insgelyks 2' . . 30' < 16' , . 4 15" • • - 13" Dus • . 34- 13"- Deeze regte opklimming in tyd drukt dan uit hoe veel de Zon laater aan den Meridiaan komt, dan het eerfte punt of het begin van Aries, of van den Ram, waarvan men alle tellingen begint te reekenen» En O Het is bekend dat éen Graad of Uur 60 minuten bevat: ééne minuut 60 feconden .-eene feconde 60 Utreen: eene tiercé 60 quartcn: eene quart 60 juinten, &c. Dat men in de bereekeningen doorgaands niet verder gaat dan feconden en tiende deelen van feconden: Doch dat men in Tafels zomtyds wel Tierein, Quarten, enz. gebruikt om dat de optelling van veele tienen eene , of meerder feconden maakt. Het is eindelyk bekend dat men de Tiercen, tot tiende deelen van feconden brengt met ze door 6 te divideeren en omgekeerd: dus zyn 36 tiercen 6 tieri. de deelen van 1 feconde: Eindelyk weet men dat I, II, III, IV &c. fcenmerken van ainuuten, feconden, tiercen, quarten zyn: dus S7". 48"'. beteekent 52 mimmten, 27 feconden, 48 tiercen: 't geen men ook dus kan fchryven 52'. ï7s8": om dat 48 tiercen, 8 tiende gedeelten van eene feconde maaken.  Zons regte Opklimming. 7 • En men heeft verkoozen de regte opklimming, in tyd, en niet in graden, uittedrukken, om dat die wyze van uitdrukken nuttiger is in het veelvuldig gebruik dat men van de regte opklimming in de Sterrekundige reekeningen maakt: zo als in 't vervolg genoegzaam blyken zal. 1. De regte opklimming voor een ander Uur dan den middag te vinden. Het is dikwerf noodzakelyk de regte opklimming der Zon voor eenig ogenblik van den dag buiten den middag te kennen; en daar zy hier alleen voor het ogenblik van den middag gelteld is moet men daar toe eene iigte bereekening doen. . De Zons regte opklimming verandert iedereri.dag 1 en word groter; om dat de Zon zich iederen dag van het begin van Aries verwydert: en men kan (lellen dat die beweeging gelykvormig is: en dus heeft men fiechts eenen reegel van drien te maken: zeggende , 24 Uftaan tot de verandering van regte opklimt f ming in 24 U, zo als de gegeeven tyd, tot de nodige ; verandering. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voo? iden 30 Maart ten 11 U. De verandering tusfchen den 30 en 31 in 24 U. is 33' 38» 1*, dus zeg ik 224.: 3' 38, x" ~ 11: 1/40* die ik by de regte opIklimming van den 30 voeg: en ik verkrygo ü. 40'. ij,6" . voo?  8 Verklaring van ie III Kolom der I. Bladzyde. voor de regte opklimming den 30 Maart, ten 11 U, gereekend op de Pic van Teneriffa. Doch dit kan gemakkclyker gefchieden zonder ree» kening door behulp van de XI Tafel, in neevensgaam de verzameling van Tafelen: Ik vind nam. onder 11 uuren voor 3' . . • 1'. 22.5" 38 fee. ... i7,5 de fom is . ■ x'. 40,0: 3. De regte opklimming der Zsn voor eene andere plaats op den middag te vinden. De bereekening is volmaakt dezelfde, indien men vraagt, welke de regte opklimming der Zon is op eene andere plaats dan op den Pic van leneriffa, waar op de Tafels bereekend zyn: Men behoort nam. het verfchil der plaatfen in Lengte te kennen: 't zy men het in de Tafels ra» Lengteen Breedte der plaatfen op den Aardkloot opzocke: 't zy men het van eldersweetc. «—. Men brengt het verfchil van lengte tct tyd (door delX. Tafel 0 en men zoekt de regte opklimming voor dien tyd:, %o de plaats oo&telyüer ligt zal het ogenblik van den middag aldaar vroeger voorvallen dan het ogenblik van den middag op den Pic: en zo veel vroeger als hec verfchil in lengte te kennen geeft: en dus is ook de regte opklimming, die altoos wast, op dat ogenbiik kleiner dan op den Pic, in den middag: men trekt dan. de gevonden verandering van de regte opklimming in den middag op den Pic, af: en heeft de regte opklimming voor  Zms regte opklimming. y voor den middag op de gegeevenplaats. Indiende plaats westelyker ligt, valt het ogenblik van den middag aldaar later voor dan het ogenblik van den middag op den Pjc, en dus voegt men de gevonden verandering by degegeeve regte opklimming: om dat deeze dan voor een later tyd bereekend word en dus grooter is: men ziet dat in beide de gevallen het om 't eeven uitkomt als of men de regte opklimming voor den Pic zei ven, doch voor een bepaalden tyd,vóór of na den middag, zogt. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming der Zon te Batavia den 30 Maart. Het verfchil van lengte tusfchen Batavia en den Pic is 123 gr. 33'. 46": 't geen in tyd 8 U. 14'. 15*. uitmaakt: Dan zeg ik 24 U. tot 3'. 38",o (of het verfchil in 24 U. (*.^gclyk 8 ü. 14' 15*tot het gezogte getal, of het verfchil in dien tyd: —— of wel ik gebruik de XI Tafel aldus: , Onder 8 U. ftaat voor 3' • • • i' 30" . . o, IS,7* Onder io' flaat voor 3' . . . l,a 38? . . • 0,3 1 Onder 4 Haat voor 3' . . o.v 3*>" • j ^ De 15* worden niet getelt. fom . 1', 14. 8* fom (*) Ik neem hier het verfchil tusfchen den »o en 30: om dat, de plaats oostelyker liggende, het op die plaats middag is voor den middag op den Pic:en dus de bereekende regte opklimming die zal zyn , welke > op den Mc den 19 plaats zal hebben, en wel den 19ten 15U. 45' 45")! I of, voigens de Burgerlyke reekening den Sc,8 U. 14'- ij" voormiddag, dat is 's morgens ten 3 U. 4$'. 55". B  lo Verklaring van de III. Kolom der I, Bladzyde, fom . i' I4>8';: trek af van de regte opklimming den 30 . • 38' 35»* Blyft . • • 37'- 20,8" voor de regte opklimming van de Zon te Batavia den 33 Maart, op den middag. 4. De regte opklimming der Zon voor eene andere plaats op een bepaald ogenblik te vinden. Indien men de regte opklimming van de Zon voor ' eene andere plaats dan den Pic, en voor een ander Uur dan den tmddag hebben wil, (leunt wederom de bereekening op de zelfde gronden. Het koomt 'er maar op aan om te weeten of het gegeeven ogenblik op die plaats vroeger of later voorvalt dan de middag op den Pic En gevolgelyk, iNDitN os plaats oo'twaards van den pic LioT, neemt men het verfchil van de lengte in tyd, en van het gegeeven Uur: men bereekend de verandering van regte opklimming voor dat verfchil Zo het gegeeven Uur grooter is dan de lengte; voegt men de gevonden verandering by de gegeeven regte opklimming, want din >s het laater: zo het kleiner is, trekt men af; want dan is het vroeger. I. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voor Batavia den 30 Maart: ten 4 Uuren. U. M. S. Lengte van Batavia . . 8 14'. ij* gegeeven tyd . . 4 4 **• »5* Ik  Zons regte opklimming. II U. M. S. Ik zoek de verandering voor 4 14. 15* en vind . 38, 4": trek af van . o. 38'. 35, f), blyft o. 37' 57» 2/ voor de gevraagde regte opklimming. II. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming, voor 10 U, te Batavia. U. M. S. gegeeven tyd . . 10 Lengte van Batavia . 8 14. i$* verfchil . . . ï 45- 45ï ik zoek de verandering voor dien tyd, en vind 16,0": die ik by de gegeeven regte opklimming 38'- 35»ö" voeg, en vind 38'. voor het gevraagde. Indien ds plaats Westelyker ligt dan "en Pic: moet men de fom van de lengte en van den gegeeven tyd neemen: de verandering zoeken voor die fom: en die by de gegeeven regte opklimming voegen: want dan is heC altoos later dan op den Pic. Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming voor 4 U. den 30 Maart, te Sint Euftatius. St. Euftatius ligt van den Pic 84*. 16'. 15" West :'t geen in tyd 5 U. 37' 5". maakt: hier by gevoegd 4 ü: maakt 9 U. 2/. 5". De verandering in dien tyd is 1'. 27,3" voeg by de regte opklimming . o. 38. 35,6" komt . . • • o. 40. 2,9* voor de gevraagde regte opklimming. B 2 IV. -  12 Verklaring van de IV. Kolom der I. Bladzyde. IV. IV. Kolom van de eerste Bladzyde. Zons Declinatie: i. Algemeene verklaring van de Declinatie. De Zons fchynbaare jaarlykfche beweeging gefchied niet in de richting van den Aequator of Eevenaar {A M B), maar in eene baan (A E B), die met den Aeqi/a/or(A Mjecu hoek van omtrent van 23°. 28'maakt. De baan (a E BJ noemt men de Ecliptica , die gevolglyk fchuins ligt op den Aequator (A M,, onder een hoek van 230, 28' naby. Die twee cirkels (A E B en A M B) fnyden eikander in twee tegenovergeftelde (lippen :(A en B) in het begin nam, van het teeken ("y*) Aries of den ram: en het begin van (&,)£ƒbra of de weegfchaal. De boog (S H), die uit de plaats daar eene Ster S, of de Zon zich bevind regthoekig op den Aequator (A B^ getogen word, toont aan hoe veel die Ster of de Zon boven, of beneeden, den Aequator is: en dat is 't geen men Declinatie oï Afvyking noemt: wanneer de Zon of Ster (S) in die helfc van ie Ecliptica is, die met betrekk ng tot de geenen, welke aan deeze zyde van den Aequator wocen, boven denzelven is, zegt men dat de Declinatie JSloordelyk is; en wanneer zy (in s) onder de Ecliptica ;s, word de Declinatie Zuidelyke Declinatie genoemd. Het is de grootte van dien boog (S Hof s H), van die Declinatie, welke men hier voor de Zon in deeze IV Kolom voor iederen dag op den midiag gercekend vindt. «*—— Het fpreekt van zelf, dat de fpoui&GDeclinatie ('c zy ISfoordelyke,'tzy Zuidelyke) van  Zons Declinatie. ' van de Zon, die zich nimmer buiten de Ecliptica be: geeft en dus nooit boven E of Z is, gelyk is aan de 1 helling van de Ecliptica, ("of aan den boog E M):dat iis aan 23 0 28' omtrent: doch deeze helling is niet beI ftendig X maar neemt jaarlyks iets af: waarom men ook iin 't begin van dit boek die telling aangeteekend vind ivoor 5 verfchillende tydftippen in dit jaar. De kennis van de Zons Declinatie is ten hoogden rnoodzakelyk voor den Zeeman en voor den Sterrekunidigen. Zy dient om uit de waargenomen middagshoogtte van de Zon de breedte der plaats daar men zich betvind, te bereekenen. Zy is insgelyks nodig 3om de breedte te befluiten uit twee waargenomen moogten en den tyd die tusfchen dezelve verloopenis: izy dient ter bereekening van de Zons Azimuth, wanneer ide hoogte en de breedte der Zon bekend zyn, om 'er dde miswyzing van het Compas uit te kennen, enz. Het is om alle die reedenen, dat men de Declinatie ider Zon, niet alleen voor den tyd van den middag, im als zy hier is aangeteekend, kennen moet: maar jook voor een' gegeeven tyd vóór of na den middag: hof voor een bepaald uur of eene bepaalde piaats. De Algemeene wyze van reekenen is volflrekt de zelfde Éls voor de regte opklimming van de Zon: dat is: dat jimen het verfchil der lengte tusfchen de gegeeven plaats :i:n den Pic van Teneriffa in tyd overbrengt, en als dan laandelt, als of men de Declinatie zogt voor den Pic van Teneriffa zei ven, doch voor zo veel tyds na of vóór itlen middag, als het gegeeven ogenblik later of vroe;-er voorvalt dan het ogenblik van den middag op den PrVc. Hier op fteunen de volgende Reegels. B 3 2. Dt  14. Verklaring vvn de IV, Kolom der I. Bladzyde. 2. De Zons Declinatie voor een ander uur dan den middag te vinden. Ou de Declinatie voor eemgander uur dan den middag op den Pic te bereekenen, neemt men het verfchil van Declinatie tusfchen den gegeeven middag en dennaast-volgenden. Men zoekt de verandering van Declinatie voor dien tusfchentyd, zeggende: 24 U, (laan tot dat verfchil, zo als het gegeeven verfchil van tyd, tot de gezogte verandering. — Of wel men zoekt de verandering door de XI Tafel, eeven als men voor de Zons regte opklimming gedaan heeft: De gevonden verandering voegt men by de gegeeven Declinatie, zo de Declinatie van den eenen dag tot den volgenden grooter word: en trekt ze in 't teegendeel af, zo de Declinatie kleiner word: de reeden is duidelyk: want, de Declinatie voor een laater tydflip dan den middag bereekend wordende, is zy op dat tydftip grooter of kleiner,naar maate zy aangroeit of afneemt. 3. De Zons Declinatie voor eene andere plaats op den middag te vinden. Ird:en men de Declinatie voor eene andere plaats dan den Pic, op den middag hebben wil; neemt men, eeven als voor de regte opklimming, de lengte in tyd: en bereekent de verandering van Declinatie voor dien tyd (*)•' Indien de Declinatie van den eenen dag op den C') Zo de plaats sosttlyker ligt,neemt men in die reekening het wc Jcbil tusfchen den gegeeven dag en den vorigtn: zo viesttlyker,het ver» fchil tusfchen den gegeeven dag en den vslgtndtn,  Zons Declinatiei 15 <&« anderen aangroeit, trekt men de verandering af, zo de plaats oostelyker ligt dan de Pic: en voegt ze by, zo de plaats westelyker ligt: —— en indien de Declinatie van den eenen dag op den anderen vermin* derd, voegt men de verandering by, zo de plaats oos« te'.yker, 'en trekt ze af zo de plaats westelyker ligt. De TeeJe is dat men dan de Declinatie voor een vroeger of een larer tydft'p bereekmd, en dus eene kleiner of grooter Declinatie verkrygen moet, naar'mate de Declinatie toe of afneemt. 4. De Declinatie voor eene andere plaats op een bepaald ogenblik te vinden. Eindelyk, indien men de Declinatie voor eene andere plaats dan den Pic, en op een ander uur dan den middag hebben wil; neemt men, indien de Plaats oostelyker ligt dan den Pic, het verfchil tusfchen de lengte in tyd en het gegeeven uur: zo het gegeeven uur kleiner is dan de lengte, is het tydftip vroeger dan de middag op den Pic; en dus neemt men het verfchil tusfchen den gegeeven dag en den vor'gen: beregent de verandering voor den gegeeven tusfchentyd: en trekt het gevondene af, zo de Declinatie van den eenen dag op den volgenden aangroeit: doch voegt het by, zo de Declinatie afneemt. Zo het gegeeven uur grooter is dan de lengte, is het tydftip daar men var. fpreekt laater dan dat van den middag op den Pic, en gevolglyk neemt men het verfchil tusfchen de Decli' natie van den gegeeven dag, en die van de volgenden. Men bereekent de verandering van Declinatie voor den tyd van het verfchil van lengte en het gegeeven uur. Men voegt het gevondene by, zo de Declinatie van den ee-  16 Verklaring van de IV. Kolom der I. Bladzyde. eenen dag op den anderen aangroeit :dochzo zy afneemt, trekt men af. Eindelyk indien de plaats westelyker ligt: valt al< toos het tydftip daar men van fpreekt laater voor dan de middag op den Pic, of dan het uur op den Pic, dat met den middag van die plaats overeenkomt: en gevolgelyk neemt men de fom van lengte in tyd en gegeeven uur: men her eekend de verandering van Declinatie voor dien tyd: en voegt ze by, zo de Declinatie aangroeit: en trekt ze af, zo de Declinatie afneemt. Voorheelden. I. Men vraagt de Declinatie van de Zon voor 3 U. den 30 Maart te Batavia. U. M. S. Lengte van Batavia . . 8 14'. 15". gegeeven tyd ... 3 Verfchil . . . . 5 14'. 15 • Verandering van Declinatie tusfchen den 29 en 30 Maart, 23'. 14". dus 5 ü. (Taf. XI.) geeft voor 23' . 4'. 47,5*. — 14*. . . 2,9. 10'. geeft voor 23. . . 9,6*. ■ — 14". . . 01. 4'» *3; • • 3»8. fom . . 5'. 3,9". of . . . 5'. 4. de Declinatie vermeerderd: dus trek af van . . 40. 9'. 40". N. blyft • • . 40. 4. 36". N. voor de Zons Declinatie den 30 Maart ten 4 U. te Batavia. II. Men  Zons Declinatie. i'f il. Men vraagt de Zons Declinatie voor den 4 Janua. ry te Batavia, ten 14. U. 14.' 15*. . LT. M. S, gegeeven Uur. . . .14» 14.' 15". Lengte van Batavia. . . 8. 14.' 15 Verfchil. .. . . 6. Verandering van Declinatie f •van den 4 op den 5 6'. 36 . Dus 6 U. geeft, voor 6'. . • • 3°,"' voor 36". . • • 9 • trek af, om dat de Zons Decli- 1'. 39". natie vermindert, van . 220. 44. o Z. blyft. . '. 2a0. 42. 21 Z. voor de Zons Declinatie te Batavia, den 4 Janua, ry ten 4 U. 111. En indien men eindelyk voor den vyfden Maart, ten 4. Uur, de Zons Declinatie vraagt te Sint Euftachius: zeg ik. . • • U- M- S. Lengte van St. Euftachius. • J. 37- 28 , gegeeven tyd. .... 4- 9. 37. 28*; Verandering van Declinatie ^ tusfchen den 5 en öden, 23'. 17 . 9 ü. geeft voor 23. . &♦ 37J • 17". ; ös4 30' geeft voor 23. . 28,7 17". ' - °»3 7' geeft voor 23'. . 6,6 voor 17" o. Q-1 fom. . <-'• '0.6" byna 9. 20,0 trek af van . . s°. ^9V 5V. 29'. 29,0" voor de Zons Declinatie van St. Euftachius. C V.  18 V. V en VI kolom: van de eerste bladzyde. Tydvereffening: en Verfchil, I. Wat is Tydvereffeningl Om deeze Kolommen, en derzei ver gebruik, duidelyk te verklaaren, zal het nodig zyn een woord over den tyd , en de wyze op welke men den tyd reekent, te zeggen. De waare tyd is die tyd, welke door de Zon aan» geweezen word: het is altoos 12 Uuren, of ««/Uuren als de Zon in de Middaglyn is, en de tyd die 'er tusfchen twee agtereenvolgende komften der Zon in den Meridiaan verloopt, word altoos in 24 Uuren verdeeld. ■ ■' - Indien de Zon zich in den Aequator bewoog, of fcheen te beweegen, en dat met eene eenparige ge. lykvormige fnelheid , zoude zy alle dagen dezelfde ruimte doorlopen; altoos in 24 U., 360 graden: en dus 15 graden in één Uur. ■ En indien men een Horlogie of Uurwerk had , 't welk dezelfde beweegicg, dezelfde fnelheid had als de Zon, zoude die Horlogie, ééns met de Zon gelyk gefield zynde, altoos met de Zon gelyk blyven :ééns 12 Uuren aanduidende als de Zon in den Meridiaan is, zoude het Horlogie altoos op 12 U. flaan als de Zon in den Meridiaan komt: en bet ware om 't eeven op het Horlogie te zien, of den fiand der Zon na te gaan, om het Uur te weeten. Dan, de Zon beweegt zich niet in den Aequator: maar  Tydvereffening en Verfchil. jo maar in de Ecliptica: de Zon beweegt zich niet met eene eenparige fnelheid , maar .dan eens fchielyker, dan eens langzamer, naar mare zy dichter by de Aarde of verder 'er van af is: gevolgelyk zal het gemelde Horlogie niet met de Zon gelyk kunnen gaan: maar 12 U. aanwyzeri, dan eens als de Zon nog niet in den middag is: dan eens als de Zon 'er al over is. Onze Horlogien echter, en alle beweegingen die wy gebrui. ken om den tyd te meeten, kunnen niet dan gelykvormige of eenparige beweegingen hebben, en gevolglyk niet dan een eenparigen en middelbaren tydaanwyzec. Dit is de reden waarom de Sterrekundigen twee foorten van tyd onderfcheiden : voor eerst den waaren tyd, die door de waare Zon word uitgedrukt: ten tweeden den middelharen of eenpaarigen, oïmiddeltyd\ dien j welke plaats zoude hebben zo 'er eene Zon was, die zich in den Aequator zelve met eene gelykvormige fnelheid bewoog; en welken tyd onze Horlogien aanduiden: waarom zy dan ook de middel, matige beweeging der Zon diegeene noemen, welke de Zon zoude hebben, indien zy, even als nu de ware Zon, de Aarde in den zelfden tyd van 365 d. 5 U. 48' en 4j"rond lopende, altoos met dezelfde fnelheid voortging, en dus iederen dag eeD'geiyken boog, nam. van 59 minuten 9 X doorliep.' Tydvereffening is dan, het verfchil tusfchen den waaren en den gemiddelden tyd: of V geen men hydenwaa» ren tyd moet voegen, of van denzelven aftrekken, om den gemiddelden tyd ie heiomen, dat is dien tyd, die door onze Uurwerken aangewezen word. C 2 2. Oor-  f Q V. en VL Kolom van de i. Bladzyde. 2. Oor zaaien der Tydver effening. Deeze TydverefFening hangt van twéé oorzaken, af: voor eerst van de beweeging der Zon in de Ecliptica, welke fchuins ligt op den Aequator: De Tyd nu word door bogen van den Aequator geteld, om dat de lchynbaare dagelykfche beweeging in de richting van den Aequator plaats heeft. Indien men nu uit den Pool (P) door alle de graden van de Ecliptica, bogen (PCH, PDI, PEM &c.) op den Aequator ijeêrlaat, zullen die bogen geene gelyke deelen op den Aequator affnyden, maar deeze zullen kleiner zyn by de fneeden van den Aequator en de Ecliptica: en dan van de eene fneede tot in 't midden aanwasfen om van daar tot de volgende fneede te verminderen. Zo dat de bogen van de lentefnee af tot de zelfde Declinatie bogen (PCH, PDI, PEM, POF &c0 en op de Ecliptica, en op den Aequator gcreekend, dan gelyk zyn, dan ongeIyk,'dan groter op den Aequator, dan kleiner. Dus zyn de bogen AH, en AI, kleiner dan AC, en AD op de Ecliptica: AM, en AE zyn gelyk, als bedragende ieder 900. AF is groter dan AO: AMB en AEB zyn wederom gelyk, als bedragende ieder 1800. Al zoude nu de Zon, de gelyke deelen AC, CD,"DE, EO, &c. van de Ecliptica in gelyke tyden, doorlopen, zouden echter de bogen AH, H, 15 &c. die zy op den Aequator befpannen, ongelyk zyn: en deeze zyn het, die den tyd uitdrukken4 15 graden voor één Uur, éénen graad voor vier micuuten Hellende. • Al had dus de Zon eene eenparige beweeging op de Ecliptica, zoude die beweeging, tot den Aequator herleid, of in maat van tyd overgebragt, ongelyk fchyncn , om dat de Zon op den  Tydverejfening en Verfchil. 3'« En gevolgelyk is zyn gang in 24 U, 1'. 50,3" fneller dan de gemiddelde beweeging der Zon: en dus in 5 U. gaat het 23" fneller dan het behoort: en gevolglyk maaken die 5 U, volgens de gemiddelde beweeging, in de daad maar U- M. S. 4- 59- 37 • Doch het Horlogie gaat op den gemiddelden tyd na. ... ao'. 6*. Dus is het Uur der waarneeming op den gemiddelden tyd. . 5- -ö' 43* De TydverefFening veranderd in 24 U. 0,7" dus in 5 U. 19'. 43* • T'' ' in 111 n Die ik aftrek om den gemiddelden tyd tot den waren te brengen i en dus is 5- I9'. 4ij5' de waare tyd van de waarneeming. Indien men het Horlogie maar drie, vier, of meerdere dagen na de eerfte (lelling kon nagaan, zoude men de fom van de verfchillen in de TydverefFening voof drie, vier enz. dagen gebruiken. Ook weet men dat men, de breedte ongeveer bekend zynde, den waaren tyd door het neemen van Zons hoogte bepaalen kan. Ik heb dit voorbeeld voor. den Pic zelfs genomem doch indien het op eene andere plaats toegepast moes D w9jr"  26 V en VI. Kolom van de I. Bladzyde. worden , moet men eerst de TydverefFening vooï die plaats op den middag bereekenen. 4. Gebruik van de Tydvereffening in reekeningen, en voor den Zeeman. Omtrent het gebruik van alle de Artikelen in dees Almanach, moeten wy, ten opzigte van den tyd,nog aanmerken: dat het dikwerf gebeurd dat men uit de Sterrekundige Tafels eenige bereekeningen maaken moet: zo als ook alle de Artikels van deezen Almanach uit die Tafels berekend zyn. Doch die Tafels zyn alle op gemiddelden tya, en voor gemiddelde beweegingen gefield, daar men hier in den Almanach altoos waaren tyd gebruikt: en dus indien men, den tyd van dees Almanach gebruikende, iets door middel van Sterrekundige Tafels wil bereekenen, moet men eerst dien waaren tyd, door middel van de Tydvereffening, tot middeltyd brengen: en omgekeerd, de Sterrekundige Tafels, tot het bereekenen van den Almanach gebruikende, zyn alle de Artikels, die op nul Uuren of den middag ftaan, gereekend uit de Sterrekundige Tafels op o U. van dien dag, of op 14 U. van den voorigen dag, vermeerderd of verminderd met de TydverefFening : om dus het geen in de Sterrekundige Tafels op middeltyd was, tot waaren tyd te brengen: —— Ea de Maans plaatfen voor Middernacht zyn bereekend op 12 U. van de Sterrekundige Tafels, vermeerderd of verminderd door de TydverefFening. Hoewel wy het nodig geoordeeld hebben, het gebruik van de TydverefFening in het {tellen van het Horlogie, en het overbrengen van den tydeener waarnee-  Tydvereffening en Verfchil. 27 neeming volgens het Horlogie tot den waaren tyd , naauwkeurig uit te leggen, moeten wy 'er nog by voegen dat de Zeeman niets met dezelve te doen heeft, in het bereekenen der Lengte op Zee, door middel van de afltanden der Maan van Zon en Vaste Sterren, afftanden die hier op de 4, 5, 6 en 7 bladzyde van iedere maand gefield zyn: om datalledebereekeningen daarvan gefchikt zyn naar den waaren tyd , dien de Zeeman kent door de hoogte van de Zon, of van de Sterren. Dan indien men ter bepaaling van de Lengte op Zee, Zee-Ilorlogien mogt gebruiken, zo als op eenige Engelfche Scheepen onder den naam van Timekeepers, en op eenige Franfche Scheepen onder den naam van Garde:Temps, gefchied is, welke woorden beide Tydbewaarders beduiden; moet men den waare tyd, uit de hoogte van de Zon beflooten, door middel van de Tydvereffening tot den middekyd herleiden: en het verfchil, dat 'er tusfchend;en tyd en den tyd door hec Zee-Horlogie aangeteekend, gevonden word , is de Lengte van het Schip; te reekenen van die plaats af daar men het Horlogie gefield had: ten minftcn voor zo verre men op de Zee-Horlogies ftaat kan maaken. VI. Laatste Kolom van de eerste Bladzyde. i. Zons halve Middellyn. Indien de Zon zich altoos op den zelfden afftand van de Aarde bevond, zoude de Zons middellyn altoos onder den zelfden hoek gezien worden, en dus altoos eeven D 2 groot  <2g I aat/le Kolom van de ƒ. Bladzyde. groot fchynen. Doch de Zon is dan verder van de Aarde af, dan digter by de Aarde. In Veerde geval zien wy haar onder een grooter hoek: in het tweede onder een kleiner: dus is in het eerfte geval defchynbaare Diameter groter, in het tweede kleiner:en daar die vermeerdering en vermindering de zelfde reeden volgt als de afftanden, en men dee?ekent, is men ook in ftaat die vermeerdering en vermindering van den fchynbaaren Diameter, te bereekenen. Men moet dus maar de grootte van den Diameter der Zon op één tydftip kennen: eh hier toe heeft men verkooren den ftand van de Zon in haare middel afftanden: voor welk tvdftip Tonias Mayer den halven Diameter van de Zon, door meer dan 130 zeer naauwkeurige waarneemingen op 16'. a,8" bepaald heeft. De verandering van den halven Diameter der Zon, is te gering om dezelve voor iederen dag aanreteeke» nen: waarom men het flechts van 6 tot 6 dagen doet: men kan de overigen gemakkelyk invullen. De kennis van de grootte des hal ven Diameters van de Zon is ten hoogften noodzakelyk : ip. Om de hoogte van het Middelpunt der Zon te kennen: want daar men het middelpunt der Zon niet onmiddclyk kan waarneemen, moet men, inhetneemen van hoog. te, den boven of den beneedenrand vandeZonfchicten. In het eerfte geval moet men den halven Diameter aftrekken, en in het tweede den halven Diameter byvoegen , om de hoogte van het middelpunt der Zon te hebben: en dit is nodig,om dat alle bereekeningen van Zon en Maan in de Tafels op het Middelpunt van Zon en Maan gefield zyn» Dia  Zons halve middel. Tyd van doorgang enz, 29 Die kennis' is ten anderen nodig, om den waargenomen afftand van den rand van de Zon tot den rand van de Maan te herleiden tot den afftand der middelpunten; de eenige die in de Tafels bereekend zyn 9 of kunnen zyn. 2. Tyd van den doorgang der halve Zonne Schyft door den Meridiaan (*). Wanneer men den doorgang van de Zon door den Meridiaan waarneemt, en met de Tafelenvergelykt, moet men het ogenblik, op welk het middelpunt door den Meridiaan gaat,kennen,vermits dit alleen in de Tafelen word aangeftipt: doch daar men dit m'et kan waarneemen, neemt men Hechts den voorbaanden of den volgenden rand van de Zonne Schyf. Indien men dan den tyd weet, welken de halve Zonne Schyf, hefteed om door den Meridiaan tega3n, zal men dien tyd by den waargenomen tyd voegen, indien men den voorgaanden, of 'er van aftrekken, indien men den volgenden rand waargenomen heeft, om het ogenblik van den doortocht van het middelpunt te hebben, By voorbeeld. Laat den 13 February, de voorfte of voorgaande rand van de Zon door den Meridiaan gaan volgens het Horlogie ten ü. M, S. 12. 6'. 14" Voeg by, tyd van % 0 Schyf. . i'. 6,8. Komt. . . . i2. 7'. 20,8. voor C) I" de maand Maart ftaat by verzinning Zonne Schyf, in plaats van £ Zonne Schyfc «  3 IV Kolom van de IL Bladzyde. vallen co & en 13 U.na het begin des eersrgem. dags; en dus zal die Maans maand maar 29 d. hebben, en de Nieuwe Maan zal voorvallen op den 30 dag het 13U. of op het 13 Uur van den iften dag der nieuwe Maans maand. Zo nu de tyd tot den volgende Nieuwe Maan maar 29 d. 10 U. is: zal die Nieuwe Maan 29d.23U. voorvallen na het begin des daags, waarop de vorige voorviel: dat is het zal Nieuwe Maan zyn op het 23 U. van den softe dag, die de eerfte der nieuwe telling word: en dus zullen 'er wederom maar 29 d. in die Maans maand zyn. Zie daar de reede van die uitzonderingen die hier en daar plaats hebben. En van daar is het dat, indien men Astronomifche AU OT/mtf/MewjVoorverfcbillende plaatfen bereekend, met eikanderen vergelykt; men niet altoos denzelfden dag van Maans ouderdom op denzelfden datum zal aantreffen: zo als dit onder anderen, in deezen Almanach, of in den Nautical Almanach met deFranfcheCö«»*/j. fance des Temps vergeleeken, plaats heeft; hoe wel alle de bereekeningen naar dezelfde Tafels gemaakt zyn. VIII. VIERDE KOLOM VAN DE TWEEDE BLADZYDE. Maans doorgang door den Meridiaan. Hoe men den, tyd van dien doorgang bereekend. Verfchil des tyds tusfchen Zon en Maan. De kennis van het Uur op welken de Maan door den Meridiaan gaat, is,in verfcheiden opzichten van groot belang, zo wel voor den Sterrekundigen als voor  Maans doorgang door den Meridiaan. 33 voor den Zeeman ,* om de Maan naukeuriger te kunnen waameemen wanneer dezelve in den Meridiaan is, en om den tyd van het hoog en laag waater te kunnen bereekenen. Het zal niet onnuttig zyn te melden, hoe men dien tyd van den doorgang der Maan over den Meridiaan bereekent, om dat dit ons geleegenheid zal geeven tot eenige aanmerkingen over de Tyreekcning. Indien de Zon en de Maan beiden beflendig op den zelfden ouderlingen afftand bleeven, als zy het op het ogenblik van den doorgang van een derzelven door den Meridiaan zyn: zoude men het Uur van den doorgang der Maan door den Meridiaan zeer gemakkelyk vinden.* nam. met de regte opklimming van de Zon, en die van de Maan, beiden tot tyd te brengen; en 'er het verfchil van te neemen: want de Maan zal juist zo veeIe Uuren laater aan den Meridiaan konten als de boog van den Aequator, welke de Zon en Maan befpannen, Uuren bedraagt. Die boog nu is juist het verfchil tusfchen de regte opklimmingen van de Zon en Maan. By voorbeeld: 1 Maart: Regte opklimming van dr Maan ft7o°. «' op den middag: in Tyd gebragt. U. M. S. geeft . ... 18. o». 44*. regte opklimming van de Zon. • 22.51. 28. Verfchil. - • • • • «>. 8. 16.* Dus (•) Mc» voegt I" tftKkWne M U. by de kik opkliniaiM der w Uturn  34 IF" Kolom van de IL Bladzyde. • Dus zoude de Maan 19 U. 8'. 16".' na de Zon in den Meridiaan verfchynen, indien zy gcduurende dien tyd op denzelfden afftand van de Zon bleef. Maar dit is zo niet: Zon en Maan verwyderen zich beiden van Artes t of neemen in regte opklimming toe, maar met ongelyke fchreeden : De Maan meer dan de Zon: cn de grootte van die verwydering is het verfchil tusfchen den aanwas der regte opklimming van de Maan boven die van de Zon, in den tyd van 19 U. 8'. 16*. Men moet dan dien aanwas zoeken: zeggende: 24 Uuren (laan tot den aanwas der regte opklimming van de Zon in 24 U: (in dit geval 3'. 43>7*' tyds) zo al$ 19 U.8*. 16*, tot den aanwas in dien tyd: men vind, (het zy door den regel van drien, het zy door de Tafel N'. XI.) 2'. 59". tyds. Men moet insgelyks den aanwas voor de regte opklimming der. Maan vinden, zeggende, 24 U. (laan tot den aanwas der regte opklimming van de Maan in dien tyd, nam, van den middag tot den middag (hier 12°. 38' Pf 5P' 32"- tyd*) zo al* 19 U. 8'. 16*. tot den aanwas in dien tyd: men vind 40*. 19'*. Dus Maan, om dat zy kleiner is dan die der Zon: Men zoude anderzints dm kunaen te werk gaan. V. M. S. Hegte opklimming der Zon. . . la> S2> 2gB> * Maan, . . l8. ^ Verfchil. .... 4. 5i. 44. Welke de Maan eerder aan den Meridiaan zal komen dan de Zon: ifltrt de Zpp zal 'er wee-ier komen o?er 44 U. dus de Kaïn, over 3^ V' pin. 4 U. 51 m. 44 f> of «ver 19 U. S nu 16 f.  Verfchil des tyds tusfchen Zon en Maan. 35 Dus voor de Maan. . . 40'. 19*. tv — Zon. . • . 2. 59" 37. 20. te voren gevonden. . . 19. 8. 16". Dus in 't geheel * 19. 4J« 30". Doch dit is nog niet naukeurig: geduurende die 37'. 20". veranderen wederom de regte opklimmingen van Zon en Maan: die van de Zon 6": die van de Maan 53": verfchil 47'': die, gevoegd by 19 U. 45'. 36*. na genoeg 19 U. 46". t^".of bynaar 19U.47'.uitmaken, zo als in den Almanach, waar men de reekening maar tot minuuten gebragt heefr. 'Er zouden nog andere en korter middelen zyn, om het zelve naukeuriger te bereekenen, vooral daar de regte opklimming der Maan (om reedenen nader te melden) van 12 tot ia Uuren in deezen Almanach ftaat; doch dit zy genoeg. Het getal dat wy het eerst gevonden hebben, nam. hier 19 U. 8'. 16'', of het verfchil tusfchen de regte opklimming van Zon en Maan, is het geen men doorgaands noemt Verfchil des Tyds tusfchen Zon en Maan: een verfchil dat men gebruikt om het Uur van hoog water te bereekenen. Men heefc van dit verfchil by> zondere Tafels gemaakt :doch die hier niet nodig zyn, vermits het verfchil des Tyds tusfchen Zon en Maan weder gevonden word, indien wy van het Uur des doorgangs van de Maan door den Meridiaan weder aftrekken,'t geen wy by dat verfchil gevoegd hadden E 2 om  35 • IVKolom van de II. Bladzyde» om het gem. Uur te vinden: Dit was in dit geval bynaar 39' Doorgaans ftelt men a minuuten voor ieder Uur, omdat men aanneemt dat de Maan dagelyks 48' later aan den Meridiaan komt, en dus ieder Uur ft' vertraagt: doch, hoe wel dit in 't algemeen zo zy, is het echter niet geheel naukeurig, vermits die vertraging niet bellendig is, en zomtyds 63'zo als tusfchen den 4 en j Juny van dit jaar, en zomtyds maar 41' bedraagt, zo als tusfchen den 4 en 5 December; zo dat 'er daar door een feil van 15' in de 24 U. of ongeveer per Uur kan ontftaan. Wanneer men nu Tafels heeft, waar in de tyd van den doorgang der Maan door den Meridiaan dag voor dag aangeteekend word, heeft men de Tafelen van het Verfchil van Tyd tusfchen Zon en Maan niet nodig: om dat deeze, eeniglyk dienen, om, met by voeging van 2,' voor ieder Uur, den tyd van dien doorgang, en dus dien van het hoog water te vinden: doch die tyd word, om de aangehaalde reede, hier veel naukeuriger gefteld. 2. Om den tyd des doorgangs van de Maan door dm Meridiaan op eene andere plaats te vinden. Indien de Maan op dezelfde plaats alle dagen op het zelfde Uur in den Meridiaan kwam; zoude zy ook op alle plaatfen der Waereld op het zelfde Uur in den Meridiaan komen: want zo eene plaats 3 U. by v. Oostelyker ligt dan eene andere, den Pic van Teneriffa by v. en de Maan op deezen ten 7 U. in den Meridiaan komt,zal zy op de eerstgem. wel 3U.vroeger in den Meridiaan komen: doch men telt daar 3 Uuren vroc-  Tyd van Maans doorgang door den Merid. 37 vroeger: en dus 3 U. voor 7 U. op den Pict telt men 'er reeds 7 U., dat is, op het ogenblik dat de Maan in de Meridiaan komt, het zelfde Uur. Maar de Maan komt, zo als wy reeds gezegt hebben , alle dagen laater in den Meridiaan: en, indien . zy in 04 U. een bepaald getal minuuten vertraagt, zal zy in een bepaald getal Uuren ook een eevenreedig gedeelte van dit getal vertraagen: zo eene plaats 3 U. Oostelyker ligt, zal de Maan daar zynde, nog 3 Uuren moeten befteeden om op de plaats daar de Tafels voor bereekend zyn te komen: en dus maar gedeelte van de vertraaging die voor 34 Uuren plaats heeft» vertraagd zyn: dus moet men gedeelte van die vertraging minder neemen: in 't tegendeel ;¥ gedeelte meerder, zo de plaats Westelyker ligt. Dit eevenredig gedeelte is 't geen in het Uur van den doorgang der Maan door den Meridiaan veranderd moet worden: afgetrokken nam. zo de plaats Oostelyker ligt: bygevoegd zo Westelyker. By v. Men vraagt hoe laat de Maan den 2 Maart 1788 te Batavia door den Meridiaan zal gaan. Verrchil in Lengte tusfchen den Pic en Batavia 8 U. 14'. 15". Vertraging tusfchen den ifte en ade Maart, (om dat Batavia Oostelyker ligt; is 47'. in 24 U: en dus in8U. . . ij'. 40'. in H'. . 27". U. M. S. Dus in 8. U. 14' . . 16. 7". De Maan gaat door den Meridiaan op Teneriffa den 2, ten . . 20. 34. o. Dus op Batavia ten . 20. 17. 53. of ao U. 18'. nagenoeg. E 3 Den  S8 V en VI Kolom van de II Bladzyde, Den zelfden dag, te St. Euftachius: Lengte van St. Euftachius. 5 U, 37'. 28*. W. Verfchil tusfchen den st en 3 Maart, om dat St. Euftachius Westelyker ligt, 46'. in 24 U. dus in 5 U. . . 9'. 35*. in 30'. . . 57,5* li'. . . HA- ■ U. M. S. In 5 U. 37' 28" . 10. 46,9. of. . 10'. 47". Tyd van den doorgang op Teneriffa 20. ^4' o. dus op St. Euftachius - . 20. 44'. 47'. of :o U. 4j'. na genoeg. IK. VYFOE EN ZESDE KOLOM VAN DE TWERDE BLADZYDE, Maans regte opklimming. I. Aanmerkingen over den Aanwas ran die regte opklimming. De regte opklimming der Maan is, eeven als die deiZon, de boog, welke op den Aequator begreepen is tusfchen het begin vanAries of den Ram , en den boog die door de Maan loodregt op den Evenaar getrokken word, of die door de Pool der Waereld en de Maan gaat. Deeze regte opklimming word hier en voor den middag en voor middernagt gefield, om dat de veranderingen van de zelve groot en onregelmatig zyn: dierhalven kan men niet onderftellen dat zy eenparig in de zelfde reeden als de tyd voortgaan. Byv. tusfchen den ifteen den ade Maart op den middag, en dus in24 TJ. verandert de regte opklimming der Maan 11 gr. 38 min.  Maans regte Opklimming. 39. min. gevolglyk indien de verandering eenpaarig voortgaat, zal zy 6». 19'. bedragen voor ia U. en dus,daar de.regte opklimming op den middag 270 gr. ii'.is: zoude zy voor middernagt 6°. 19'. grooter moeten zyn; dat is 276" gr. 30'. bedragen: daar zy echter volgens eene naukeuriger rekening maar 2760. 23'. bedraagt. Wat nu de tusfchenruimte van tyd kleiner is, wat ook de afwyking van de regelmatigheid geringer is: en dus zal men minder van de waarheid afwyken, indien men de verandering flechts geduurcnde 12 U. regelmatig fielt, dan indien men ze geduurende 24 U. als regelmatig aanneemt: en de afwyking van regelmatigheid is zo gering, zelfs voor 6 U. den grootften tusfchentyd dien men ftellen kan, wanneer men de bercekeningen naukeurig van 12 tot 12 U., zo als hier, gefield heeft, dat men, in verre weg de meeste gevallen, de verandering als regelmatig kan befchouwen, en dus zich enkel met eevenreedige gedeelten van de verandering, of door een regel van drien, of volgens den XII Tafel behelpen kan. Om dit klaarder te doen zien, en teevens aan te wyzen hoe men met de grootlle naukeurigheid te werk moet gaan, zullen wy de volgende vraagflukken oplosfen. «* 2. De regte opklimming der Maan op een ander Uur dan op den middag te vinden. Men vraagt de regte opklimming voor den 2 Maart, ten 6 Uur. De regte opklimming is op den middag. 2820. 49. Op middernagt, of 12 U, . . 289. 2. Dus de aanwas in it U. . . . 6*. i^. Dus  4<3 W V en VI Kolom van de IL Bladzyde. Dus de aanwas in 6 U. . 3°« 6'« 3°"- hier by de regte opklimming op den middag. . .* g8a' 49» , Dus ten 6 ü. . • tt85- 55- 30". in de' ondcrftelling van eene regelmatige aanwas. Doch om nu dit met de behoorlyke naukeurigheid, en zonder die onderftelling te bereekenen, bedient men zich van de tweede verfchillen op deeze wyze. ifle verf. ae.verf. DeniMaart:middern.a76°. 83. ^„g. 2 Maart: middag 28a. 49-^'/^••S'-Jgemid. middern. 289. a. ^ Q. 6'. J — 9ï3Maart:middag 295. 9' Men ziet hier uit, voor eerst, dat de verandering der regte opklimming niet eenparig is, maar van iaü. den eerden tot 24 U. grooter is dan van 24 U. den ie. of nul U. den a tot 12 U. den tweeden; en toen grooter dan van ia U* den 2 tot 24 U. of tot nul Uur den derden , en dat gevolgelyk de verfchillen van dien aanwas al langer hoe kleiner worden: waar uit blykt, dat ook van o U. den 2, tot 6 U. den 2 (net gevraagd tydilip) de verandering groter moet zyn dan tusfchen 6 U. en 12 U. en dus ook grooter dan de helft van het geheel verfchil in die 12 U. Indien ik dan voor den tyd, die 'er tusfchen het naaste tydftip in de Tafels iWer nul Uur of middag) en het gegeeven ogenblik (hier 6 U.) een eevenreedig gedeehe neem van het geheel verfchil in ia U. (hier de helft van 6». 13'. of 3*- <#) neem ik te weinigVrage dan hoe veel te weinig neem ik?wat rooetuc 'er byvoegen ? Ten  Maans regte Opklimming. 4* Ten dien einde neemt men de tweede verfchillen , of het verfchil van de naast by eikanderen geleegen eertle verfchillen. Men onderfteld dat deeze eenparig voortgaan: om dat, al doen zy het niet, de afwyking die daar uit voortkomt, in deeze reekeningen, van geen belang is, hoe wel zy het in andere gevallen zy, waarom men 'er ook als dan op let. Om dan te handelen als of die tweede verfchillen in de daad beftendig waaren, en dus de eerfte eenparig toe of afnamen, al doen zy het niet; neemt men een midden tusfchen de twee naastvolgende; hier tusfchen 13' en 6': dus q£'. De Wiskunftenaars hebben Tafels bereekend voor de uitwerking van die tweede verfchillen: Eene dergelyke Tafel is de Xlllde in de neevensgaande verzameling: U. M. S. ik zoek dus 9' en vind voor 6 U. . 1'. 8". ik zoek 4', en vind . . • 4* Dus . . 1. 12*. Deeze gevoegd by . . 3°- 6« 30* maakt . • • 3°- 7. 42''. en deeze by de regte opklimming 282. 49. o". m maakt .... 285. 56'. 42*. in plaats van ... 235. 55'- 3°''. Het verfchil bedraagt flechts 1' 12" en is het grootse dat men in dit geval hebben kan: om dat 6 U. de groote tusfehentyd tusfchen o en ia U. is: want, indien men de regte opklimming wilde hebben voor 8 U. zoude men neemen 8 U. dat is 4 U. voor middernacht: gevolglyk het verfchil zoeken voor 4 U,, en dat F van  4.a V en VI Kolom van de II Bladzyde. van de bereekende opklimming voor middernagt aftrekken. Men moet altoos de kleioften tasfchentyd neemen die maar mogelyk is. Tweede Voorbeeld. Men vraagt de regte opklimming der Maan, den 3 Mey, ten 3 U. a Mey, middern. 3°. 5*. 6, , middag 90. 18. * + 9« T. — middern. 15. 40. -f- 13. J 4 Mey, middag 22. 15. ' Het verrchil tusfchen den 3 's middags en middernagt, dus in 12 U. is 6°. 2a: gevolgelyk de aanwas in 3 U. indien deeze eenparig was: i°. 35'. 30". Doch zy is niet eenparig: maar word al langer hoe grooter: dus is zy kleiner van nul U. tot 3 U. dan van 3 U. tot 6 U: van 3 U. tot 6 U. dan van 6 U. tot 0 U: en van 6 U. tot 9 U. dan van 9 U. tot ia U: en gevolg, lyk is ook de aanwas van nul Uur. tot 3 U. kleiner dan het 4de gedeelte der aanwas van nul Uur. totiaU. en dus, het 4de gedeelte van dien aanwas neemende, neem ik te veel: dus moet die verminderd worden: hoe veel? dit ziet men uit de tweede verfchillen: een midden neemende tusfchen 9 en 13 krygt men 11: uit de XIII Tafel vind men voor 11' in 3 U. 62*: ik bad dan voor U. M. S. den eenparigen aanwas in 3 Uuren. i0*. 35'. 30*. 'er moet af voor n' volgens Taf. XIII, 1'. 2". blyft .... 1». 34'. 28". De  Maans regte Opklimming, • 43 blyft ... i°. 34.' 28". De opklimming was op den middag. o°. 1;. dus is zy ten 3 U. .. . • io°. 52'. 28''. of,zo men Hechts met minuuten telt, io°. 52'. o". Waar uit blykt dat men t°. zoeken moet de eerfte verfchillen: 20. het eevenreedig gedeelte voor den gegeeven tusfchentyd, uit het ie. verfchil tusfchen het naastvoorgaande en het naast volgend getal, door een reegel van drten, of door de XIlTafel neemen: 30. In de 9e. Tafel, de uitwerking van het gemiddeld tweede verfchil zoeken: en dat by het reeds gevonden eevenreedig deel voegen, zo de eerfte verfchillen afneemen: en 'er van aftrekken zo zy aangroeijen; om de geheele verandering in de gegeeven tusfchentyd te vinden. Deeze reegel gebruikt men als men zeer naukeurig te werk wil gaan: doch in de meeste gevallen is het eenvouwig eevenreedig gedeelte genoegzaam. 3. De regte opklimming der Maan voor eene an~ dere plaats dan de Pic de Tencrifra, op den middag te vinden. Uit het geen wy over dit Vraagftuk, omtrent de regte opklimming der Zon gezegd hebben, blykt genoeg , dat men de Lengte van die plaats tot Teneriffa in tyd moet brengen:dat zo de plaats Oostelyker ligt, het aldaar vroeger is, zo Westelyker, later: dat men dus door het voorige Vraagftuk de verandering voor dien tusfchentyd neemen moet: en de zelve by de gegeeven regte opklimming voor den middag van den dag voegen, zo de plaats Westelyker, doch 'er van aftrekken, zo de plaats Oostelyker ligt. F'2 4-  ^4 V en VI Kolom van de II Bladzyde] 4. De regte opklimming der Maan voor eene andere plaats dan de Pic, en voor een gegeeven Uur te bepaalen. Zo de plaats Oostelyker ligt; en het Uur kleiner is dan de Lengte in tyd, valt het gegeeven ogenblik vroeger voor dan de middag op Teneriffa. ■ Dus de verandering van regte opklimming voor dien tusfchentyd bereekend hebbende, trekt men dezelve van de regte opklimming op den middag te Teneriffa af: en men heeft het begeerde. Zo de plaats Oostelyker ligt, en het gegeeven Uur grooter is dan de Lengte in tyd: valt het gegeeven ogenblik laater voor dan de middag op Teneriffa: gevolglyk voegt men, en Uur en Lengte beide te faamen: en .men bereekend de verandering voor dien tusfchentyd: deeze voegt men by de regte opklimming op den middag, en men heeft het begeerde. Zo de plaats Westelyker ligt, valt het gegeeven ogenblik altoos later voor dan de middag op Teneriffa: dus voegt men Lengte en Uur te famen: men bereekend de verandering voor dien tusfchentyd, en voegt ze by de gegeeven regte opklimming. Voorbeeld. De regte opklimming der Maan te Batavia te bepaalen , den 24 Mey ten j U. U. M. S. Lengte van Batavia. . • 8. 14'. 15''. gegeeven Uur. ... f. Verfchil. . . . . 3. 14'. ij'/, dus het gegeeven ogenblik vroeger voorvalt te Batavia dan de middag op den Pic: gevolglyk: =3  Maan: regte Opklimming. 45 2i Mey, middag 282°. 52'. 60 . middern. 289. 5- 6o *' — 6. ? ' 24 middag 295. ie, " J\ _ 2. J 7* 24 middern* 301. 11. y' Het verfchil tusfchen 23 middernagt en 24 middag is 6°. 7'. voor 12 U. U. M. S. dus 3 U. voor 6 gr. maakt (Taf. XII.) i°. 30'• voor 7'. . . 1. 45"- 14'. maakt voor 6°. . . 7'- °- 7'. < < . 8". i°. 38- 53".- Tweede verfchil 7'. maakt in 3 U. . 39". in io'. . g". in 4'. . . 1". aftrek, om dat de ifte __. 43". verfch. toeneem, en (*) geeft dan . i°. 3S'. 10". Regte opklimming den 24. middag te Teneriffa, is. . . 2950. 12. o". aftrekken, om dat het vroeger is: geeft 2930. 33'. 50". regte opklimming te Batavia den 24 Mey ten 5 U. en dus voor alle andere gevallen. (*) Nam: Indien men de laatfte voor de eerfte aangiet, & als bier behoort, om dut men niet, \e als gevoen/yk, -jan middernagt tot middag, of 'jan boven naar beneeden, maar, daar men eenig Tydftip voor, e» niet na den middag \iekt, van middag tot middernagt, oj ■vtrt hineeien natr boten telt. F S X-  46 VII en Vïl Kolom van de II Bladzyde^ X. ZEEVENDE EN AGTSTE KOLOM VAN DS TWEEDE BLADZYDE. Maans Declinatie. ï. Over de bereekening van Maans Declinatie. De Declinatie der Maan is* eeven als die der Zon en van alle andere Sterren, de boog, welke, uit het middelpunt der Maan regthoekig op den Aequator of Eevenaar getrokken word. Deeze Declinatie word hier voor middag en voor middernagt, om de zelfde reede gefield, als dé Maans regte opklimming, om dat nam. de veranderingen van die Declinatie in den tusfchentyd van 24 U. te onregelmatig zyn, dan dat men uit eene eenparige eevenreedigheid de waare Declinatie voor eenig ogenblik van dien tusfchentyd met genoegzame nauwkeurigheid zoude kunnen befluiten : en het dus nuttig is, dien tusfchentyd te verminderen , om zelfs door eene enkele eenparige eevenredigheid, uit die 12 U. de Declinatie voor eenig ander ogenblik te kunnen bereekenen met eene nauwkeurigheid, die in de meeste gevallen genoegzaam is: hoe wel ^ wanneer de grootfte nauwkeurigheid vereischt word, men, eeven als voor Maans regte opklimming, de tweede verfchillen gebruikt. Wy zullen één enkel voorbeeld by brengen, om dat 'er iets in gebeurd, dat $ in de bereekening van de regte opklimming ook plaats hebben kan, doch aldaar van minder invloed is. Men  Maans Declinatie. 47 Men vraagt de Maans Declinatie voor den 10 April ten 4 U. 9 April, middern, 22°. 23. , 30 middag 22. jo. 2J' — 21. "7 Q 10 ——middern. 22. 56. * +21. J 11 ■ middag - 22. 41. J De Verandering voor demo April, tusfchen middag en middernagt is 6'. dus 3'. voor 4 U. dit is het eevenreedig gedeelte. Van den 9 op middernagt tot den 10 's middags groeit de Declinatie aan: van middag tot middernagt insgelyks: maar van 10 middernagt tot 11 April middag, neemt de Declinatie af. Gevolglyk is 'er een tydftip, waar de Declinatie op 't hoogst gekomen is: en dus zo, dat kort voor en na, de verandering gering en eenparig is: De tweede verfchillen zyn hier zo, dat het eerst van beiden tusfchen afneemende, en het tweede tusfchen aangroeijende eerfte verfchillen genomen wordt: 't geen aanduit, dat 'er tusfchen beide eene plaats is, daar het eerfte verfchil nul is: en daar de beide tweede verfchillen gelyk zyn, en in teegenftelden zin, dus hunne fom nul is,befluitmen dat 'er hier geen tweede verfchil plaats heeft: dat dus de aanwas tusfchen 10 middag, en 10 middernagt genoegzaam eenparig is: en men vergenoegt zich met het eevenreedig gedeelte, 't welk is . a'. de Declinatie op den middag was 220. 50. Dus is dezelve ten 4 U. . . 32°. 52', Het kan ook gebeuren dat de beide tweede verfchillen van aart verfchillend zyn, de eene aangroeit, of zo als de Wiskunftenaars fpreeken, pojitief of fiellig, de  48 VII en VIII Kolom van de II Bladzyde. de andere afneement , of negatif', ontkennend is, doch dat zy ongelyk zyn, dan neemt men de helft van 't verfchil dier tweede verfchillen voor het gemiddeld tweede verfchil. D't zy genoeg, omtrent de wyze hoe de Declinatie hier bereekent is, en voor alle tyddippen door behulp van deeze Tafelen zeer gemakkelyk bereekent kan worden. De voordellen die men hier opgeeven kan zyn de zelfde als voor de Declinatie der Zon: het is dus overtollig hier iets by te voegen: de bewerking is voltlrekt de zelfde: op dit eenig onderfcheid na,dat, daar men de verandering van de Zons Declinatie door een enkel eevenredig gedeelte bereekent; men hier, in die gevallen, in welke men de grootde naukeurigheid verkiest te gebruiken, die verandering door de tweede verfchillen verbeeterd, op de wyze die wy in dit, en in het voorgaand Artikel in 't breede ontvouwt hebben. 2. Over het nut der kennis van de Declinatie der Maan, om de breedte door de Maans hoogte te vinden. Buiten andere dingen waar toe de kennis van Maans Declinatie zeer diendig is,kan zy van een zeergroot gebruik zyn, om de Breedte te vinden, wanneer de Maan door den Meridiaan gaat: 't geen van het groost nut is, niet alleen, wanneer men door Hecht weder verhinderd is geworden op den middag hoogte te neemen, maar zelfs wanneer men dit heeft kunnen doen: om dat het altoos van veel gewigt is de waarneemingen, die diendig zyn om de plaats, waar  Nut der Maans Dacl. sm de Bree*dte te vinden. 49 waar het Schip zich bevind te kennen, en dus het bellek te verbeeteren, zo veel mogelyk te vermeenigvul* digen, vooral wanneer die waarneemingen zo gemakkelyk zyn als deeze. Een voorbeeld zal de zaak ophelderen. Fb'orheeld. Men bevind zich den 18 April op 170 Gr» gegiste Lengte: men fchiet de Maan, wanneer zy door de middaglyn gaat, of op het hoogst is: en bevind haar middelpunt (.*) op de hoogte van 30 Gr. 13': Men vraagt de Breedte: De 170 Gr. gegiste Lengte maaken n TJ. 20': Den 18 April gaat de Maan door den Meridiaan op U. M. S. Teneriffa, ten . . io* 42. o. Verandering in 24 TJ: 48/. Dus in 11 U: 22'. in 20'. ♦ 40". Som. . * : . 22'. 40/'. Trek af. . 10 U. 19'. 20 18 midd. 6. tS 2' 36 — — 5 — midd. 8. 55 2* 3° 0i Dus komt 'er een tweede verfchil te pas; Dat verfchil van 20. 40'. in 12 U: geeft voor 1 ü. (Tafel XII) . . 13'. 45". Tweede verfchil van j' (Tafel XIII) . — it".* Dus de verandering . . 13/. 47//. De Declinatie is den 18 middag, . 6°. 25/. Verandering. . . . 14'. Dus 1 Ü. I -' voormiddag. ; . 6°. iV. Dit is de Declinatie der Maan, wanneer zy op de plaats daar het Schip is door den Meridiaan gaat, of wanneer zy gefchoten word. Hoogte der Maan. . ; . 300. 15'. 90. o. Dus afftand van den top. . 590, 45/. Declinatie Zuidelyk. . , 6°. ii. Dus aftrekkende is. . , 530. 34. de (*) Zie noot van p. 45.  Maans halve Middellyn. 5ï de af [land van den top tot den Aequator: en ge. volgelyk bevind men zich op53°.34' Noorder Breedte. En men ziet duidelyk, dat al had men zich 5° Graden in de gegiste Lengte verzonnen, 't geen f Uur in den tyd uitmaakt, men echter de breedte op 4/ na hebben zoude. X I. Dêrde en Vierde Kolom van de derde Bladzyde. Maans halve Middellyn. Wanneer men de hoogte der Maan waarneemt, kan men alleen de hoogte van haar' onderden of van haar' bovenden rand waarneemen : doch alle de Tafels van Regte Opklimming en Declinatie der Maan, zyn voor het middelpunt van de Maan bereekent : en derhalven behoort men ook de hoogte van het middelpunt der Maan te kennen, om uit de waargenomen hoogte van den boven of onderrand de hoogte van dit middelpunt te kunnen befluiteu. Dit is de reede waarom men de halve middellyn der Maan voor den middag en den middernagt bereekent: en uit deeze twee Kolommen zal het gemakkelyk zyn de halve middellyn voor ieder ander bepaald ogenblik , *en dus ook voor alle plaatfen der Waereld, door eene enkele ecvenreedigheid, of Tafel XI, af te leiden: daar de grootde verandering maar 7 of 8 feconden in de 12 Uuren bedraagt. De Middellyn der Maan fchynt grooter, naar maate de Maan digter by de Aarde is: en daarom kan men ook uit de fchynbaare grootte van die middellyn, of halve middellyn, over den afdand der Maan van de Aarde oordeelcn: en dus weeten of de Maan in haaren G 8 ge-  $i III en IV Kolom van de III Bladzyde. geringften dan in haaren verften afftand, dat is, in haar naaften dan in haar verften punt is. Den 3 February, by voorbeeld, is de Maans halve middellyn op het kleinst: den 19 op het grootst: dus is de Maan den 3 February in haar' verften: en den 19 in haar naasten punt: 'c geen voor de bepaaliDg van het Watergety van eenig belang is, Maar de Maan, al is zy op denzelfden afftand van het Middelpunt der Aarde, is niet altoos eeven ver van ons oog, of van de oppervlakte der Aarde af. Als zy in het toppunt T is, is haar afftand AT van de oppervlakte der Aarde, gelyk aan het verfchil AT tusfchen haar afftand MT van het Middelpunt, ende halve Middellyn MA der Aarde: of, daar de afftand der Maan van het Middelpunt der Aarde omtrent 60halve Middellynen van de Aarde bedraagt, is die afftand, in dat geval,59 halve Middellynen der Aarde: maar wanneer de Maan in de Kim S is, is haar afftand van ons oog, de zyde AS van een' regthoekigen driehoek ASM waar van de eene zyde A M de halve Middellyn der Aarde (of 1) en de hypothenufa, of fchuinfe zyde, MS de afftand der Maan van het Middelpunt M, (of  Maans halve Middellyn, 53 (of Co) is, waar uit het niet moeijelyk valt te beree. kenen, dat de afftand der Maan van ons oog in dat geval zyn zal 59, 99: of bynaar 60: en dus is het verfchil te gering om door ons bemerkt te kunnen worden. Hier uit volgt i°, dat, wanneer de Maan in de Kim is, haare fchynbaare Middellyn dezelfde is die wy zien zoude, indien wy haar uit het middelpunt der Aarde befchouwden: die Middellyn is dus, voor alle plaatfen , by de zelfde waare afftanden der Maan, de zelfde, en word de horizontaale Middellyn genoemt. Het is dan die halve horizontaale Middellyn, die hierin de Tafels bereekend is, en die alleen, naar gelang der afftanden van de Maan van het Middelpunt der Aarde veranderd, en daarom alle dagen aan veranderingen onderheevig is. Hier uit volgt 20: dat de Maan, (op dezelfde af. ftanden van het middelpunt der Aarde,) het minst van ons oog verwydert is, als zy in den Top T is: en dus dat als dan, al het overige gelyk gefteld zynde, haare Middellyn het kleinst is. Hier uit volgt eindelyk ten 30 dat, naar maate de Maan zich meer van de Kimmen vervvyderd, haare fchynbaare Middellyn ook groter word dan zy het is jn de Kim («): en dat wel in dezelfde reede die de Sinus («) Men zal misfchien zeggen dat dit teegen de ondervinding ftrydt: dat de Maan altoos Teel grooter fchynt, wanneer zy in de kimmen is. — Dit verfchynzel is zo : doch is maar een bedrog van ons gezicht. Men behoeft dechts de Maan door een kyker, of koker te belhouwen om 'er van overtuigd te zyn. G 3  j4 UI en IV Kolom van de III Bladzyde. Sinus van den afftand der Maan (uit het Middelpunt der Aarde gezien) van den top, heeft tot den Sinus van den fchynbaren afftand der Maan tot den top (è). Men kan dus de waare grootte van de fchynbare Middellyn der Maan, wanneer deeze zich op eene bepaalde hoogte bevind niet kennen, dan met die Middellyn, zo als zy dag voor dag in de Tafels gevonden word, in de gezegde reede te vergrooten: doch om de moeite van die reekening eens voor al aan anderen te befpaaren, hebben de Sterrekundigen daar eene Tafel van gefteld, die men hier agter in de verzameling van Tafels onder N°, V. vinden zal. Zie dan hier een voorbeeld van het gebruik deezer Tafelen. Men fchiet de Maans onderften rand den 2a April 1788, ten 9 ü. en men bevind denzelven op 34'. 15; Men vraagt naar de waare hoogte van het Middelpunt der Maan. Om geene verwarring te veroorzaken, veronderftel- len (£) Men weet immers dat in alle driehoeken de Sinus/en der hoeken tot eikanderen Maan, zo als de teegenovergellelde zyden: en dus is in den driehoeK AOM: Sinus ^AMO: Sinus ^ OAM of ^ O AT; gelyk O A: OM. Maar, de fchynbaare halve diameter uit M gezien of in de kim, is tot de fchynbaare halve diameter uit Agezien, gelyk AO tot OM: en dus Sinus ^ AM O tot Sinus ^ OAT~ fchynb. halve diameter uit M gezien, tot de fchynbaare halve diameter uit A gezien. Maar AM O is de fchynbaare afftand der Maan uit het middelpunt M der aarde geaien, tot den top T: en O AT is de afftand der Maan uit A gezien van den top T.  Maans halve Middellyn, len wy die hoogte van 34». 15. gezuiverd van de uitwerking der refra&ie en der parallaxis. Hoogte. . . . 34o, ,5, cv 22 April i C Middel, ij'. 13". Verander, in 12 U. 4'. Dus in 9 U. . 3* Ware Horiz. £ Middel, ij', io''. Vermeerd. voor 34». hoogt. 8''. —— 15' 18*. Dus waare hoogte. . . 34e. 30'. 18". En het is die hoogte, die de waare hoogte van het middelpunt opleevert: en die men in de reekening gebruiken moet. Maar zal men zeggen, waarom doet men ook niet eene dergelyke bewerking omtrent de halve middellyn van de Zon? —- De reede is, dat de afftand der Zon van de Aarde zo groot is, dat de verandering die 'er in de fchynbaare grootte van Zons halve middellyn zoude voorkomen, indien men de Zon uit het middelpunt, in ftee van uit de oppervlakte der Aarde befchouwde, in 't geheel niet merkelyk is, en flechts een zeer klein gedeelte van eene feconde bedragen zoude. XII.  56 V en VI Kolom van de III Èladzyde. XII. Vyfde en zesde Kolom van de derde bladzyde. Horizontaal Verfchilzicht der Maan. I» Wat is Verfchilzicht. Alle de Sterrekundige Tafels zyn in deeze onderftelling bereekent, dat men de hemelfche lichaamen, Zon, Maan, en Sterren, uit het middelpunt der Aarde ziet: maar dit heeft geen plaats: wy zien ze uit de verfchillende deelen der oppervlakte, op welken wy ons bevinden. Het Verfchil dat 'er is tusfchen de plaats daar wy de Sterren zien, en die, daar wy dezelve zouden zien, indien wy in het middelpunt der Aarde waaren, word het verfchilzicht of de; parallaxis genoemt. Wat nu de Sterren verder van ons af zyn, wat dit verfchilzicht geringer word: om dat als dan de afftand van de oppervlakte der Aarde tot haar middelpunt, of de halve diameter der Aarde, kleiner word met betrekking tot den afftand dier Sterren, en gevolglyk minder invloed heeft: dus is het, dat men in de vaste Sterren tot nu toe geen het minst verfchilzicht heeft kunnen waarneemen: dat het verfchilzicht voor de Zon maar 8,6" of 9" feconden bedraagt 00: daar fa) Men kan insgelyks het verfchilzicht voor de Planeeten bepaalen: want het verfchilzicht is altoos in omgekeerde reede van den afftand. Indien de afftand van de aarde tot de Zoin 10 is: is die van Venus tot de Zon 7, van Mars 15, van Jupiter 5*, van Saturnus 92: dus is de klein-  Horizontaal Verfchilzicht der Maan. 57 daar het in tegendeel voor de Maan , die zo veel dichter by de Aarde is,zomtyds op meer dan eenen graad beloopt. Welke is nu de aart van dat verfchilzicht ? welke is haare uitwerking ? welke zyn de oorzaaken daar haare grootte van afhangt? 2, Maat, en uitwerking van het Verfchilzicht. Laaten wy nu onderftellen dat de Maan (en dit ge. zegde dat wy hier op de Maan betrekkelyk maaken, heeft eeven eens plaats voordeZon,en voorallede Planeeten, of Comeeten)laaten wy dan eerst onderltellen dat de Maan door een' waarneemer (A) op de Oppervlakte,en te gelyk door een' ander (M>it het middelpunt M der Aarde befchouwd werde. Laat de eerstgemelde de Ster(S) in zyn Horizont of Kim (AS) zien: zo zal die Ster S, voor den waarneemer M in het Middelpunt, die dus onder de Kim van den eerften ftaat, nog boven zyn Kim (M K) zyn, en onder een bepaalden hoek SMK gezien worden. In- kleinfte afftand wsfchen Venus en de Aarde, (in cmjunttii) 10 ^. 7 of 17: de kleinlte van Mars 5, de giootfte 23: de kleinfte van Jupiter 42, de grootfte ft: de kleinfte van Saturnus 85: de grootfte 105: gevolglyk, indien de parallaxis van de Zon 9" bedraagt, zal de grootfte parallaxis van Venus jo", de kleinfte 5" bedragen: de grootfte van Mars 14", de kleinfte 3^": degroetfte van Jupiter a»,de kleiufte ij": de grootfte van Saturnus 1". Of nu de Planeeten in conjunctie of op. pofitie zyn, kan men omtrent uit het Uur van haar doorgang door den Meridiaan bepaalen: of zy nam. met de Zon, dan 12 U. na de Zon in den middag komen. De parallaxis van Saturnus, Jupiter en Mars,kan men, ten zy voor den laatstgemelden in gevallen daar het zeer naauw op aankoomt, verwaarloozen. H  §1 V en VI Kolom van de III Bladzyde, Indien nu de waarneemer op de oppervlakte de zelfde Ster onder eenigen hoek (OAS) ziet, doch niet in den top T, zal de waarneemer die in het middelpunt M is, die Ster onder een' grooter hoek OMK zien, om dat hy laager ftaat. (a) Wanneer eindelyk de Ster voor den waarneemer A op de oppervlakte, in den Top (T; is, is zy ook in den Top voor den waarneemer M in het Middelpunt: en dus, hoewel hy lager zy dan de eerstgem. en d$ Ster, eeven als in de beide voorgaande ge vallen, hoger ziet: heeft dat egter daar geen invloed op de gr-ootte van den hoek: want die hoek regt zynde , heeft de meerdere hoogte maar invloed op den afftand, die hier perpendiculair vermeerderd word, van TA nam. tot (■«") WÜ men dit naauwkeuriger beweezen hebben,men heeft maar te letten, dat de lynen AS, en MK parallel of evenwydig zyn: dat «ras de hoek ONS gelyk is aan den boe8 OMK; dat de hoek ONS, klaarblykelyk grooter is dan O AS, om dat hy een uiiwendige hoek van den driehoek OAN is: dat dus de hoek OMK, of de hoogte «mier welke de Ster O uit het Middelpunt gezien word, grooter is dan de hoek O A S, onder welken de Eter uit de oppervlakte A wor$ gezien.  fïarizontaal Verfchilzicht der Maan, 50 tot T M; en dus ziet de waarneemer op de Oppervlakte, de Ster op dezelfde fchynbaare plaats T des Hemels als de waarneemer in het Middelpunt geftelt. En hier uit blykt voor eerst, dat de uitwerking van het Verfchilzicht of van te parallaxis dit is, dat wy de Sterren minder boven den kim verheeven zien, dan zy het zyn; Het verfchil tusfchen den hoek O AS, onder welken wy de Ster zien, en den hoek CO M K), onder welken zy uit het middelpunt der Aarde zoudé gezien worden, geeft dan de uitwerking van het Verfchilzicht te kennen; en kan dus voor het Verfchilzicht zelveh genomen worden. Waar om men ook het Verfchilzicht dus kan bepaalen, met te zeggen, dat het beftaat in het verfchil dat 'er is tusfchen den hoek (O AS; onder welken men de Sterren uit de oppervlakte der Aarde en den hoek OMK, onder welken men dezelve uit haar middelpunt zien zoude. (Z>) Het volgt uit het gezegde, ten tweeden, dat, daar wy de Sterren langer zien dan wyze uit het middelpunt der Aarde zien zouden, men by de waargenomen hoogte de grootte der parallaxis of van het Verfchilzicht voegen moet, om de waare hoogte te verkrygen. 3. 0«- (i) D»t verfchil is altoos gelyk aan den hoek O of S van den driehoek AOM, of ASM, naar mate de Ster in O of in S is. Want de hoek ONS by voorbeeld, is gelyk aan de beide inwendige hoeken Ö AS, en AON te faamen. Dus is de hoek A ON het verfchil van de hoeken ONS (of OMK die hem gelyk is) en O AS: dat is het verfchil der hoeken, onder welken de Ster uit het middelpunt of uit de oppervlakte gezien word, dat is de fartllaxis: de hoek A ON óf Ö is dan de maat der farêU*xit als de Ster in 0 is. 1 H 3  <5ó V en VI Kolom van de III Bladzyde. 3. Onderfcheid tusfchen Horizontaal Verfchilzicht eis Verfchilzicht in hoogte. Het volgt ten derden, dat, daar het Verfchilzicht in den Tóp geen plaats heeft en wel in de Kim; het zelve van de Kim af beftendig tot den Top moet afneemen, en dus in de Kim het grootst zyn : en op de verfchillende hoogten allengskens minder groot: doch men is in ftaat aantewyzen, in welke reeden die vermindering gefchied. (a) En het valt voor een Mathematicus niet moeijelyk te bewyzen dat het Verfchilzicht in hoogte altoos ftaat tot het Verfchilzicht in de Kim, gelyk de Cofinus van de hoogte, tot den radius: en dat men dus het Verfchilzicht in hoogte vind, wanneer men het Verfchilzicht in de Kim door den Cofinus van de hoogte multipliceert (b). Het («) Dit moeten wy een weinig nauwkeuriger aanftippen. De hoek ASM (gelylt aan SMK) is het Verfchilzicht, wanneer de Ster in de Kim is: de hoek AOM (verfchil van OMK en OAN) is het Verfchilzicht, wanneer de Ster op de hoogte OS boven de Kim is: Het valt niet moeijelyk te bewyzen, dat de hoek AOM altoos kleiner is dan ASM, of dat het Verfchilzicht in hoogte altoos kleiner is dsn in de Kim. Want: zo ik uit O, met de lyn OM, als radius den boog MD trek op de verlengde lyn O Ai en uit S, met de lyn SM, die gelyk is aan OM,als zynde beiden draaien van den zelfden Cirkel,den boog ML op de verlengde lyn S A : zo is het klaarblykelyk dat de boog LM grooter is dan de boog D M: en dat dus de hoek ASM (waar van de boog LM de maat is) grooter is dan de hoek AOM, die door den boog DM gemeeten word: en dat gevolglyk liet Verfchilzicht in de . Kim grooter is dan het Verfchilzicht op eenige hoogte. (h) Want: in alle de driehoeken zyn de zyden zo als de Sinusfin van de teegenovergeftelde hoeken. Dus in den driehoek ASM: ftaat AM tot MS, gelyk Sin. ASM tot radius; en in den driehoek AOM, AM tot MO (of MS) gelyk Sin. AOM tot Siri. MAO of Sinus O AT. En dus volst uit die twee preportien, Sin.  Horizontaal Verfchilzicht der Maan. 6t Het koomc 'er dan maar op aan, dat men het Verfchilzicht in de Kim kenne. Dit hangt af van den afftand der Ster tot de Aarde: want wanneer de Ster in S is, is de hoek A S M het Verfchilzicht in de Kim: en wanneer de Ster in Z is, is het Verfchilzicht AZM, welke hoek kleiner is : Het Verfchilzicht is dus kleiner in grooter afftanden, doch volgt de omgekeerde reede der afftanden. Men heeft dan maar het Verfchilzicht dat in de Kim plaats heeft, en dat men Horizontaal Verfchilzicht noemt, voor een' bepaalden afftand te kennen:en dan kan men het Verfchilzicht voor alle andere afftanden 'er gemakkelyk uit afleiden. 4. Het Horizontaal Verfchilzicht, voor alle plaatfen en tyden uit den Almanach te bereekenen. De Sterrekundigen hebben middelen gevonden om het Horizontaal Verfchilzicht voor de Zon en voor de Maan, door nauwkeurige waarneemingen te bepaalen: en het is dit Verfchilzicht, het welk men hier voor de Maan, zo wel voor den Middag, als voor Middernacht bereekend vind, in minuuten, en feconden. Het Sin. ASM t»t radius gelyk Sin. A O M tot Sinus O AT: of tot Cafiuus OAZ, want OAZ is het Complement van TAO: of in woorden, Sinus van het Verfchilzicht in de Kim tot Sinus van het Verfchilzicht in hoogte, zo als de radius tot dc CoQnus van de hoogte. Maar het Verfchilzicht is altoos een zeer kleine hoek, zelfs voor de Maan. en de Sinusfen van zeer kleine hoeken zyn in de zelfde reeden als de hoeken zelfs; en gevolgelyk kan men den hoek of het Verfchilzicht, in Mee van den Sinus gebruiken: dit doende, heeft men, Verfchil. zicht in de Kim tot Verfchilzicht in hoogte, zo als de radius tot den Cofinus van de hoogte: of, wat op het zelfde uitkomt, Verfchilzicht in de hoogte, tot Verfchilzisht in de Kim, zo als de Cofinus van de hoogte, tot den radius. H3  C% V en VI Kolom van de III Bladzyde. Het blykt duldelyk dat men door die Tafels het Horizontaal Verfchilzicht der Maan voor een ander Uur dan den middag, en voor eene andere plaats dan den Pic op eenig bepaald ogenblik vinden kan; en dac wel op de zelfde wyze als men de regte opklimming of Declinatie der Zon gevonden heeft: nam. door eene enkele eevenreedigheid, uit de verandering die het Verfchilzicht in 12 U. ondergaat. —— Wanneer het bepaald ogenblik vroeger voorvalt dan den middag op dfcn Pic, en het Verfchilzicht aanwast, moet men het eevenreedig gedefelte aftrekken. Zo het Verfchilzicht afneemt, moet men het eevenreedig gedeelte by tellen; Het teegendeel heeft plaats zo het ogenblik later voorvalt dan den middag op den Pic: men voegt by ro het Verfchilzicht groeit : men trekt af zo het vermin; dert. I. Voorbeeld. Men vraagt het Verfchilzicht te Sn Euftachius, den 25 April 1788 ten 3 UiLengte van St; Euftachius in tyd U. M. S. j. 37- 28. gegeeven Uur l - ♦ 3- fom, (Jater) . 37. 28. Verfchil in 12 U.... 6*. Dus in 8 U. . . ï 4. in 37"te weinig, om geteld te worden. gegeeven Verfchilzicht 54. 34. (afn.) Dus gezocht Verfchilzicht. . 54. 30.  Horizontaal Verfchilzicht der Maan. . 63 II. Foorbeeld. Men vraagt het Verfchilzicht voor Batavia: den ay April ten 3 ü. U. M. S. Lengte van Batavia. . ; 8 14'. 15*. gegeeven Uur. . . .3 Dus Verfchil. . . . 5 14', ij". voor den middag op den Pic. Het verfchil tusfthen 24 middernagt en 25 middag is 9" verminderende: dus voor 5 U. omtrent. . . . 4''. gegeeven Verfchilzicht, , . 54''. 34". By tellende, is , ; . 54, 38", het gevraagde Verfchilzicht. 5. Tafels van het Verfchilzicht in hoogte: en voor de correctie van Verfchilzicht en Dampheffing Pc gelyk. Wanneer men dan het Horizontaal Verfchilzicht voor het bepaald ogenblik bereekent heeft, moet men nog het Verfchilzicht in hoogte kennen: en dit verkrygt men, zo als gezegt is, met het Horizontaal Verfchilzicht door den Cofinus der hoogte te multipliceeren. Men heeft deeze bereekeningen verkort, met de* zelve in Tafels te brengen. In de neevensgaande ver* zameling van Tafels vind men eene dergelyke Tafel voor de Zon in N°. IV, en voor de Maan in N°. VII, zo dat men terftond zien kan, hoe groot de parallaxis of het Verfchilzicht voor alle hoogten zyn moet, als zy een bepaald getal minuuten in de Kim bedraagt. Kor*  -, y en VI Kolom van de III Bladzyde. Voorbeeld. Den 15 April 1788 fchiet men de hoogte van den boven rand der Maan op den middag, en bevind den zeiven op 25 gr, hoogte: men vraagt de waare hoogte van Maans middelpunt: hoogte . • • 25°* °- f£è middellyn . - • l6* 6//- 24°- 43- 54* Horizontaal Verfchilzicht 59'. 5". dus in den VII Tafel voor 59'Verfchilzicht en 2j° hoogte, komen. ♦ • 53'* 3o^A voor 5'' komt . • 5j 53"- 35*. 2jo. 37'. 29*. om nu de waare hoogte te hebben moet men nog acht geeven op de refractie of dampkeffing, die, volgens Tafel III van de Verzameling, hier 1'. 58". bedraagt: dit aftrekkende krygt men 25°. 55'. 31". Hoe gemakkelyk dit ook zy, hebben echter de Sterrekundigen eene andere manier gebruikt, en andere Tafels opgeftelt, die in de practyk veel gemakkelyker zyn: om dat men dan in ééns de twee correctien, die voor de parallaxis, en die voor de refratlie of dampheffing, welke beide noodzakelyk zyn, doet. Men gebruikt nam. de Parallaxis of het Verfchil. 'zicht alleen om de fchynbaare hoogte van eene Ster, hier der Maan, tot de waare te brengen: tot die nam. welke men uit het middelpunt der Aarde zien zoude. Doch men moet altoos de waargenomen, en dus de fchyn-  Verfchilzicht der Maan. 65 fchynbaare hoogte corrigeeren van de refractie af damp* heffing: want de lichtftraalen, zich van de hemelfche lichaamen, door eene bynaar leedige ruimte, naar den dampkring begeevende, en door den dampkring naar ons oog, worden door de lucht gebogen: welke buiging men refractie of dampheffing noemt: en het uitwerkzel van dien dampkring, nam: de vermeerdering van de fchynbaare hoogte der voorwerpen, is, eeven ' als het Verfchilzicht, het grootst in de kim, nul in den Top,en al langer hoe kleiner,naar maate de Sterren hooger boven de kim verheeven zyn. De uitwerking der refraStie is dus aan die van het Verfchilzicht teegenovergeftelt: zy vermeerdert de fchynbaare hoogte, daar het Verfchilzicht .dezelve vermindert: men moet dus het verfchil tusfchen beide de uitwerkingen neemen, om de waare hoogte der Maan te hebben: en het is die waare correctie, waar van men Tafelen gemaakt heeft. Men vind eene dergelyke'Tafel in de volgende Verzameling, en wel onder N°. VIII. Wy zullen het door een voorbeeld ophelderen. • 'Voorbeeld, De waare hoogte van 's M3ans middelpunt te bepaalen , indien men de fchynbaare hoogte van den beneeden rand 230. 30/ fchiet onder den Meridiaan vara Batavia, den 0.2 April 1788 ten 10 U. ' i Ge  66 V en VI Kolom van de III Bladzyde. . U. M. S. Gegeeven Uur. , , 10. o. o. Lengte van Batavia. , , 8. 14. 15. waargenomen hoogte. \ . 23°.3o'. o"*. <£ k Middellyn. . . Ij'. \Zf. Verfchil in 12 U. . . 4". dus in 1 U. 46"* bynaar. o^. . . . o<». 15.12,3''. Vermeerdering in hoegte. (Taf. V) . . 5,8. 23- 45- 'b, . Horizontaal Verfchilzicht 55. 51". verand. in 12 U.— 16''. dus in 1 U. • • ij3» in 45'. . • • . 1. 55.48-7. Cor, voor 55'. Verfchilz. en «3°. hoogte. . . üP' 24 verand. voor iu. Verfch. 92 dus voor 49'". . . 45,1. Cor.voor 1'. noogte. — 0,3. dus voor 45<. . — 13,5. ■ geheele Correctie. .... o. 48. pus waare hoogte van <£ middelpunt. . 2^. 34.13,7. ~ In-  rerfchihicht der Maan. 67 ïndien men, 't geen op Zee genoegzaam is, zich niet met feconden wil inlaaten.is de reekening gemaklyker: nam, hoogte. . 1 • 23°. 3°'* C k middellyn. . . » iV- v 23. 45» Horizont. Verfchilz. bynaar 56' dus Corr. voor 56'Verfchilzicht en 3+°. hoogte. . * • 49'» 24. 34. *t geen maar 14 feconden met het voorgaande verfchilt* C. Waarfchuwing wegens de getalen van het Verfchilzicht, in den Almanach. Wy hebben in de bovenftaande Verklaring van heÊ Verfchilzicht vooronderftelt,dac het Horizontaal Verfchilzicht voor alle de deelen van de oppervlakte dei1 Aarde het zelfde is: 't geen hier op fteunt dat dé Aarde een volmaakte kloot is: doch dit is zo niet i de waarneemingen hebben onweederfpreekelyk geleerd dat de Aarde platter is in de Poolen dan in den Aequator: waar uit volgt dat een Inwooner op 45 gr. by voorbeeld, minder ver van het middelpunt der Aarde af is, dan een Inwooner onder den Aequator, of onder eene minder breedte:en dat een Inwooneron* der den Pool nog veel digter by is. Men fchat deezé platheid der Aarde op ongeveer ^- gedeelte, zö dat (Fig- p. 58) de halve middellyn AM der Aarde i kleiner is dan de halve middellvn M C van den.Aequaton l a Hef  6g V en VI Kolom van de III Bladzyde. — Het Horizontaal Verfchilzicht zal dan, uit dien hoofde, kleiner zyn,naar maate men zich van den Aequator verwydert. De getalen echter kunnen in de Tafel maar voor ééne éénige plaats gefield zyn: en wy hebben verkozen die niet tot den Pic van Teneriffa te • herleiden, maar voor Greenwich, eene plaats naarby Londen,' te laaten: de reede is, dat Greenwich omtrent op graden Noorder breedte liggende, bynaar midden tusfchen de grootfte en de kleinfte breedte ligt: en dus de verbeetering die men aan de gefielde parallaxis maken moet, kleiner word. De grootfte Correctie bedraagt nu eene verandering van 9,5 feconden voor den Aequator, en van 6,4 feconden voor den Pool: daar men de parallaxis voor den Aequator bereekenende, voor den Pool 15,9'' zonde moeten veranderen, enz. Om echter ieder een meester te laaten die Correctie, zo men ze nodig oordeelt, te doen, hebben wy,in de zesde Tafel van de neevensgaande Verzameling, eene Tafel gefield,, waar in men zien kan, wat men voor de verfchillende graden breedte, van de horizontale parallaxis, zo als zy hier gefield is, moet aftrekken of'er byvoegenomde waare parallaxis te hebben: dus ziet men dat rnen 7,9/' by moet voegen op de breedte van ia°en 57 ''op de breedte van 30 gr. in 't tegendeel ajl' op die van 63 gr. moet aftrekken enz. Daar de parallaxis der Maan alleen dient om haare fchynbaare en waargenomen hoogte tot de waare te brengen, en men op Zee de nauwkeurigheid tot een zo klein getal feconden niet brengen kan: kan men deeze Correctie meest al vylig verwaarloozen. Dit zy tot opheldering Van het Verfchilzicht, en uitlegging van 't geen men in deezen Almanach vindt gen^eg. XII,  Phafes der Maan, (jj XII. Laatste Kolom van de der d e Dladzyde. •* Phafes &an de Maan. Deeze Kolom behoeft geen uitlegging: alleen zullen wy herinneren, dat men hier den waaren tyd genomen en de telling op den middag begonnen heeft: dat men dus in February Volle Maan op den 20 ten 23 U. 4a'. aantreffende, indachtig zyn moet dat die overeenkomt in de burgerlyke faamenleeving met den ai, ten j 1 u. en 42"$ mcrgens: en dat de Nieuwe Maan , die op den 6 ten 17 0.46' ftaat, overeenkomt met den 6 ten 5 U. 46' van den nacht, dat is met 5 U. 46' van den 7 's morgens. XIII. IV, V, VI, VII Bladzyden van iedere Maand. Afstanden van h&t Middelpunt der Maan tot de Zon, of vaste Sterren. 1. Over die afpanden in ,t a/gemeen. De Afftand van het middelpunt der Maan tot het middelpunt der Zon, of tot eene Ster, is die hoek, welke in het oog van den Waarneemer gevormd word door twee lynen die uit het zelve, de eene naar het middelpunt der Maan, de andere naar het middelpunt der Zon, of naar eene Ster, getrokken worden. Die hoeic kan dus, zo als alle andere hoeken, met een Sextant of Octant gemeeten worden. I 3 Wan. •  70 /r, r, , 77/ Bladzyde. Wanneer men dien hoek, of dien afftand waarneemt» heeft men flechts den fchynbaaren afitand: om dat wy noeh Maan, noch Zon, noch Sterren op haare waare plaatfen zien. De waarneemingen der beide eerstgem. moeten van de Refractie of Dampheffing en van het Ver* fchilzicht;die van de Sterren,-vanderefractieal!eengezuiverd worden: Dan heeft men de waare afftanden: en het zyn die waare afftanden, die hier in de Tafelen gefteld zyn. Deeze afftanden zyn hier ter needer gefteld van drie tot drie Uuren: en het Uur boven ieder Kolom du:d den waaren tyd aan, het waar oogenblik op den Pic van Te* neriffa, op het welk de Maan op dien afftand van Zon of Sterren zyn zal, die in de Kolommen op den heipaalden dag gefteld is, Deeze afftanden heeft men kunnen bereekenen, om dat de loop der Maan met genoegzame nauwkeurigheid bekend is: echter, hoe meer vorderingen men nog ia de kennis van den waaren loop der Maan maaken zal, hoe nauwkeuriger by gevolg de Maans Tafelen worden zullen,hoe nauwkeuriger ook de bereekende afftanden met de waare zullen overeenkomen: en hoe nauwkeuriger het befluit dat men uit die afftanden zal afleiden, de bepaaling nam. van de Lengte op Zee, zyn zal. 4, Die afftanden zyn ditnftig om de Lengte op Zee te bepaalen. Ik zeg dat de bepaaling van de Lengte op Zee uit die afftanden kan afgeleid worden: Wat is immera Lengte? ■■ De Boog van den Aequator die tui* ' . fchen  Afftanden van de Maan tot de Zon, enz. 71 fchen twee plaatfeD is. —— Wanneer men nu dien boog tot tyd brengt, weet men het verfchil van tyd tusfchen de beide plaatfen: en insgelyks:wanneer men het verfchil van tyd tusfchen twee plaatfen kent, weet men ook, met dien tyd tot graaden te brengen, door de X Tafel,hoe veel graaden de eene plaats Oosc of West, naar mate het laater'of vroeger is, van dean« dere af is: dat is men kent haare Lengte. Wat daar toe behoort! Indien men dan den afftand van de Maan tot de Zon; of tot eenige Sterren op een Schip kan waarneemen, en teevens het Uur weeten op welk men dien waarneemt ; en eindelyk indien men uit de Tafels weet hoe laat het is op den Pic van Teneriffa, by v. al» de Maan op dien zelfden afftand van de Zon,of van de Sterren, is: weet men ook hoe veel vroeger of laater het op het Schip dan op den Pic van Teneriffa is: dat is op welke Lengte het Schip zich bevind. Dat men op een Schip, door middel van een Octant of Sextant, den fcliynbaaren afftand van de Zon,tot de Maan of tot eene Ster meeten kan, is klaarblykelyk: dat men uit dien fchynbaaren afftand den waaren afftand kan afleiden, en hoe dit gefchieden moet, zullen wy in de Verhandeling over de Lengte aantoonen. ' Dat men teevens weeten kan hoe Iaat het dan op het Schip is,is wederom duidelyk, vermits men de hoogte van de Zon, of Maan, of van de Ster fchieten kan, en daar uit, zo als alle Zeelieden weeten, afleiden hoe laat het is: of wel het Uur door een 'wel  72 IV, V, VI, VII Bladzyde. wel gereegeld Horologie weeten. Hoe men den gang van een Horologie nagaat, hebben wy hier boven Art. V, S J.bl. 24. gezegd. Het koomt 'er dan maar op aan, of men weeten Jcan hoe laat het op den Pic de Teneriffa is, wanneer de Zon op een bepaalden afftand van de Maan is? Dit gefchied door de afftanden die in iedere Maand voor veele dagen aangeteekend ftaan: en vermits de afftanden voor 10 U. 53' 20'' en voor 22 U. 53'en 20* nauwkeurig en onmiddelyk bereekend zjfn, en de afftanden van 3 tot 3 Uuren daar uit, door middel van de tweede verfchillen, eeven nauwkeurig zyn afgeleid; zal eene enkele eevenredigheid genoeg zyn , om den tyd van een gegeeven afftand nauwkeurig genoeg te weeter. Voorbeeld, Men vraagt hoe laat het den 14 Maart op den Pic van Teneriffa zyn zal, wanneer de afftand van de Maan tot de Zon 83 gr. is: de Zon nam. Westelyk van de Maan ftaande. Ik vind op den 14 April. I U. 53.^0". . • . '820. 14. 46-. 4 U, 53. 20. . . 83. 51. 5o. Verfchil 3 U. . ' i°. 37. 4Verfchil tusfchen 820. 14. 46. en 830. is 45'. 14". Men heeft dan een reegel van drien: iQ.37'.4''ftaan tot 3 U. zo als 45'. 14*. tot het gezogt getal Uuren en minuuten: dit lost zich gemakkelyk op, 't zy door  Afftanden van de Maan tot de Zon, enz. 73 een reegel van drien, 't zy door de Logarkbmen; U. M. S. En men vindt « . 1. 23'. 53''. voeg by . . . 1 51 2°- 4 Dus is het . . . 3. ï?'. 13". als die afftand van 830. tusfchen Zon en Maan plaats heeft* En op de zelfde wyze, wanneer men omtrent de Lengte weet, kan men ook omtrent weeten, welke de afftand der Zon van de Maan of van eene Ster, op een' bepaalden tyd, zyn zal. Voorbeeld, g Men bevindt zich den 16 January op de gegiste Lengte van ico gr. van Teneriffa, men vraagt hoe laat de Zon of eene beoaalde Ster zich op een bepaalden afitand van de Maan bevinden zal? ioc graden Lengte maaken . , 6U. 40' Ik zie dat op Teneriffa de Afftand der Maan van Spica of de Koornair van de Maagd, 6o°. 37'. ï" bedraagt ten \C> U. 53' 20": dus zal die afftand op het Schip 6 U. 40'. vroeger plaats hebben, of ten 10 U» 13/. 2011: dus maakt men zich omftreeks dien tyd tot de waarneeming gereed: men fteit het Inftrument omtrent op den gemeidenafftand, dat is, zo dat het tot het meeten van dien hoek, of dien afftand, gereed zy. Men keert het Gezigt naar het O of W van de Maan, volgens het geen de Tafels aanduiden; en wanneer de Maan op de kleine Spiegel gevonden is, vindt men, het Inftrument wat regts en links bewoogen hebbende, de K Ster,  7+ IV, V, VI en VII Bladzyde. Ster, zo zy boven de Kim, en Het weer helder, is, loodregt op de richting van de Hoorns der Maan, of, wat op 't zelfde uitkomt, in de verlengde richting van den kleinen as der Maan. —— De Ster die men daar toe gebruikt, is altoos een van de helderfte: zodat 'er weinig gevaar is eene verkeerde Ster te neemen, wanneer men op'het gezegde acht geeft: men kan boven dien zich gemakkdyk oeffenen in het vinden van de Sterren die tot dit werk gebruikt worden: en deeze Tafels, gepaard met dat foort van waarneemingen, geeven veelvuldige geleegenheeden die Sterren te lee» ren duidelyk van elkandere te onderfcheiden. Aanmerkingen over de Tafels, en over de Waarneemingen. Om den Zeeman meerder geleegenheid te geeven tot een grooter graad van nauwkeurigheid te geraaken,heeft men de afftanden de* Maan van de Sterren, en van de Zon, aan beide de kanten, zo wel Oost als West, van de Maan bereekent. De afftanden van de Zon zyn bereekend tusfchen 400. en 120 gr. . Wanneer de Maan tusfchen de 20 en 40 gr. van de Zon af is, is haar afftand alleen bereekend van eene Ster, die, met opzicht tot de Maan, aan den anderen kant van de Zon is: Wanneer zy tus- fchen de 40 en 900 van de Zon is, heefc men haar afftand bereekent, zo wel van de Zon, als van eene Ster,aan den anderen kant geplaatst. Wanneer de Maan meer dan 90 gr. van de Zon af is, heeft men haaren afftand niet alleen van de Zon, tot 120 gr. toe, maar ook van twee Sterren, eene aan iederen kant geleegen, bereekent. Zo dat men meenigvuldige gelee> gen-  Afftanden van de Maan tot de Zon, er.z. 7$ genhecden heeft deeze afftanden te meeten, en rnet die, welke op eene bekende plaats, by v. te Tenerif» fa plaats hebben, te vergelykon. Hoewel eene goede waarneeming van den afftand der Maan tot de vaste Sterren genoegzaam zy om de Lengte te bepaalen binnen de onzeekerheid van een' graad, en zelfs meest al veel nauwkeuriger, zal het echter veel tot nauwkeurigheid bybrengen, zo de Waarneemer den afftand der Maan van twee Sterren, of van de Zon, en van eene Ster; of, wanneer de Maan tusfchen 90° en 1200 van de Zon is, van de Zon, en van twee Sterren neemt, indien men het geluk heeft van die waarneemingen alle te kunnen doen. Wanneer men dan de Lengte uit de waarneemingen van iedere Ster in't byzonder bereekent heeft, zal het midden uit alle de befluiten het naast aan de waare Lengte komen. ■ Men moet voor al den afftand der Maan van twee Sterren, eene aan iedere zyde, of van de Zon, en van eene Ster aan den anderen kant geleegen, zo dikwyls mogelyk meeten, om dat deeze waarneemingen de nauwkeurigfte befluiten geeven: voor zo ver nam. als eenige feilen zouden kunnen afhangen van eenige onnauwkeurigheid van het Inftrument, of van de onvermydelyke feilen en misflaagen , die 'er altoos in het waarneemen plaats hebben: deeze immers zullen zich als dan'onderling vernietigen. Dit zy genoeg tot het verftand en het gebruik der afftanden in deeze vier bladzyden gefteld: de manier om den waargenomen en dus fchynbaaren afftand, met verbeetering van ie refractie en van de f ara/taxi's of het Verfchilzicht, tot den waaren te herleiden, zal men in de Verhandeling over het bepaalen der Lengte op Zee vinden. K 2 XIV.  ?6 . VIII Bladzyde. XtV. VIII Bladzyde van iedere Maand, Planeeten. Wy hebben hier enkel Venus, Mars, Jupiter en Sarurnus gefteld,om dat Mercurius te digtbydeZon, en Uranus 'er te ver van af is, dan dat zy den Zeeman van ecnigen dienst zouden kunnen zyn. Het Uur op 't welk die Pianeeten in den Meridiaan komen, kan dienen om zich in tyds gereed te maken der zei ver hoogte als dan waarteneemen: en vermits de Declinatie ook uit deeze Tafels bekend is, konren die waavneemingen, eeven als die van de Zon, de Maan, en de vaste Sterren, tot bepaaling der Breedte dienen. Die Declinatie is voor iederen dag door eene enkele eevenreedigheid te vinden; by v. voor Venus, Cwaar van de veranderingen de grootfte zyn) bedraagt het verfchil tusfchen den i en 7 January i°. 39/. dus voor iederen dag 13'. io/'.en voor ieder Uur omtrent 32^". Zo dat wanneer men niet verder dan minuuten gaan wil, men zonder eenige moeite te regt kan. By voor? beeld de Declinatie van Venus zal den 5 January 2788 dus gevonden worden. Den 1 is zy . , 21°. 46'. Z Verfchi! voor 6 d. i°, 39'. voor id . 13'. io//. voor 4 dagen . . . 40^. Dus den 5 op den middag . 20", 53'. 20^* Wil men nog voor 3 U. na den middag hebben: zegt men: verfchil voor 1 d. is !3'f ïö''. dus voor 3 U, , . , 1 r. 37 'f, gevolglyk ...... 20°. 51/, 43/y. pf omtrent 200. $2/. Men  Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 77 Men heeft ook zomtyds 'er by gevoegt, en met eenig teeken aangeweezen, wanneer de Planeeten in oppofitie of tegenftelling (%) zyn met de Zon, dat is vlak over de Zon ftaan, of 180 gr, 'er van verwyderd zyn; zo' als Mars den 7 January ten 8 U: en wanneer zy ia Ouartier of Qiiadraatuur (□) zyn met de Zon: dac is 90 graden van de Zon verwyderd: hoe wel dit den Zeeman niet te pas kome: maar het was te gering om het over te flaan. Om .die zelfde reede hebben wyook ter behoorlyke plaatfe (zo als in Mey) den dag van de grootfte elongatie van Venus aangeteekent: dat is van den pvootften afftand in graaden op welken zyons fchynt van de Zon af te zyn: of liever, den grootften hoek die in ons oog gemaakt kan worden door twee ftraalen naar het zelve getogen, de een uit dc Zon, de ander uit Venus, Eclipfen der Satellieten van Jupiter, I. Over die Eclipfen in 't algemeen, en haar nut tot volmaaking der Navigatie. Het is bekend dat de Planeet Jupiter door vier kleine Planeetjes, Satellieten of IVagters genoemd, omringd wordt, welke zich om Jupiter, in bepaalde en bekende tyden, beweegen. Wanneer zy agter Jupiter gaan, en in de fchaduw, welke die Planeet agter zich werpt, komen,verliezen zy hun licht, en ondergaan dus eene verduistering, of Eclips, welke zo lang duurt, tot dat de Satelliet,weder uit de fchaduw komende, voor ons zichtbaar wordt. Wanneer de Satelliet in de fchaduw gaat, en voor ons gezicht verdwynt, noemt men dit de Intreede, in de fchaduw K 3 nam-  ?8 VIII Bladzyde. nam. wanneer hy weeder zichtbaar wordt, noemt men dit den Uitgang. Deeze Eclipfen zyn dan een goed middel om de Lengte van verfchillende plaatfen te bepaalen. Want, indien twee Waarneemers den tyd bepaalen op welken zy den zelfden uitgang waarneemen, zal het verfchil van die tyden, het verfchil van Lengte tusfchen die beide plaatfen in tyd te kennen geeven. Dit is de reede waarom de Sterrekundigen zo vlytig in het waarneemen van die Satellieten zyn: doch op Zee kan men die waarneemingen niet doen: om dat men, door de beweeging van het Schip, Jupiter niet beftendig in den Kyker houden kan. Men heeft op veele wyze getracht dit te doen, doch te vergeefsch. Wy hebben echter gemeent deeze Eclipfen alhier te moeten plaatfen, om dat zy een uitmuntend middel opleeveren om de Navigatie te verbeeteren. Veele plaatfen, die men op reis aandoet, zyn nog geenzints door goede waarneemingen bepaald. Het is te wenfchen dat de Zeelieden eindelyk naaryver genoeg zullen hebben, om dit groot gebrek te verhelpen: 't geen zy doen kunnen door de Breedte en Lengte van de plaatfen welke zy aandoen, of ten minften van die, waar zy zich eenigen tyd op houden, te bepaalen. De middelen'om de Breedte te bepaalen zyn bekend: en wy hebben reeds gezegt hoe men de Maan, de Sterren, en de Planeeten, daar toe gebruiken kan» Verfcheide middelen zyn 'er ook om de'Lengte te be-  Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 79 bepaalen. De Eclipfen van de Satellieten van Jupi. ter geeven een gemaklyk middel aan de hand. Wy zullen 'er gevolglyk een woord van zeggen, om aan te toonen wat men van de zelve te wagten heeft, en hoe men 'er meede te werk moet gaan. Om dan eene Eclips van een der Satellieten van Jupiter naar behooren waar te neemen, behoort men i°. zich in ftaat te ftellen die waarneeming te doen: 2°. de zelve goed doen; en 'er eindelyk 30. de gevolgen,die tot het bedoeld einde, de kennis nam. der Lengte, nodig zyn, uit afleiden. Men dient zich voor eerst in ftaat te ftellen de waarneeming goed te doen. Ten dien einde behoort men voor eerst omtrent te weeten op welk Uur de Eclips zal voorvallen, en dus of zy zichtbaar zal zyn dan niet: en ten tweeden goede werktuigen te hebben. Het eerst gemelde is zeer gemakkely k. Men weet omtrent op welke Lengte men is: men neemt die gegiste Lengte: verandert die in tyd: waar door men weet ten raasten by hoe veel vroeger of laater het is dan op den Pic van Teneriffa. En vermits het Uur van de Eclips in den Almanach bepaald is, weet men ook of de Eclips ter plaatfe daar men zich bevindt zichtbaar zal zyn of niet, By voorbeeld den 18 Jan. indien men zich bevindt op 150 gr. Oostelyke Lengte, en dus op 10 ü. Oostwaarts in tyd; zal de Eclips, die op Teneriffa ten s U. 48'. 35". voorvalt, en aldaar niet zichtbaaris, ten ia U. 48'. 35/'. voorvallen, en dus zichtbaar kunnen zyn, indien men zich niet onder den Zuideraspuct-Cirkel bevindt. ■ Men behoort derhalven , voor de gegiste of bekende Breed-  g0 VIII Bladzyde. Breedte op welke men is, in de gewoone Tafelfen) het Uur van Zons ondergang te zien, om te weeten of de Zon op het Uur dat de Eclips moet voorvallen, reeds onder is; en zo ja, bthoort zy ten minften 8 gr. beneden de Kim te zyn, en Jupiter 8 gr* 'er boven: dit laatlte is gemakkelyk te vinden: want daar men uit den Almanach weet, hoe laat Jupiter door den Meridiaan gaat, weet men ook, wanneer de op- en ondergang der Zon bekend is, hoe laat hy opkomt en ondergaat. Het Uur dan op welk de Eclips voorvallen moet omtrent bekend zynde, maakt men zich tot de waarneeming gereed, met nam. zich in tyds, naar Jupiter te wenden, om den Ingang of Uitgang des Satelliets te zien. Men moet zich wat voor den be» paalden tyd daar toe begeeven, om twee reedenen. Voor eerst uit hoofde der onzeekerheid, die 'er nog in de Theorie der Satellieten overblyft, en niet toelaat den juisten tyd, op een weinig na, volmaakt te voorzeggen. Wanneer men zich op eene plaats bevindt, waar van de Lengte wel bekend is, moet men zyn oog naar Jupiter vestigen drie minuuten voor den verwagten en voorfpelden tyd der intreede van den eerften Satelliet: zes of agt minuuten voor die van den tweeden of derden : en omtrent een Kwartier Uurs,of meerder,voor die van den laatften. ■ De tweede reede geldt wanneer de ligging der plaats, daar men zich bevindt, niet nauwkeurig bekend is: dan immers kent men maar ten naasten by het verfchil van Lengte, en dus den tyd met betrekking tot den eerften Meridiaan, voor welken de Eclipfen bereekend zyn: Indien de onzeekerheid  Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 81 heid in d" Lengte drie graadtn, of ia minuuten tyds bedraagt, moet men zic'i nog \i minuuten vroeger dan wy reeds ge?egd hebben klaar maaken, ten einde de verwgtte Rclips niet vrugteloos te laaten voorbygaan.° Doch wanneer men ééns eene Eclips heeft waargenomen,is men niet meer in diezelfde onzeekerheid. Men behoort ten tweeden goede werktuigen te hebben: dee/.e beft.nn alleen in een goede kyker , eri in een goed Horologie. De kykers die tot het waarneemen der Eclipfen vad Jupiters Satellieten dienfHg zyn, zyn gewoone glaaze kykers van ij tot 20 voet: Spiegel Tele^oopen varj 18 è 20 duimen: of acromatifche verrekykers, welke men ook wel kykers van Dollond noemt, van drie tot vyf voeten. — De kragt der Kykers heeft echter iti het oogenblik van de waarneeming vry wat invloed: en het waare te wenfchen, doch het is niet Wel mogelyk, dat men nooii anders dan kykers, die teegen elkanderen getoest geweest zyn, gebruikte. Het voornaame van de Waarneeming is niet alleen . de Intreede of den Uitgang van den Satelliet te zien, maar het juiste oogenblik van die Intreedeof van d en Uitgang te bepaalen. Het best is zeeker daar. toe een H irologie te gebruiken, met een Secondewyzer voorzien, en waar van men den gang wel kent. Hoe men den gang van een Horologie kan nagaan, het zelve op den waaren tyd ftellen, en voor ieder oogenblik uit-hei zelve den waaren tyd kennen, heb' ben wy reeds te voren bl. 24 en 2j gezegd, en daé is van zeer veel gewigt. L Ifi*  8a ' VIII Bladzyde. Indien men geen Horologie heeft, kan men zich wederom behelpen, met de hoogte van de eene of . andere Ster te bepaalen, op het oogenblik van de Intreede of van den Uitgang van den Satelliet: doch dan worden 'er twee Waarneemers vereischt. In alle de Boeken over de Stuurmanskunst vindt men de wyze om uit de waargenomen hoogte van eene Ster, het Uur te bepaalen, wanneer de Breedte omtrent, zelfs . by g'sfing, bekend is. Zie ook Verhandeling over de Lengte, % 42, 43, 47—54. Om nu de waarneeming van de Eclips naar behooren te doen, moet men en de plaats van Jupiter zeiven, en die van den Satelliet dien men wil waarneemen, wel kennen. Wat Jupiter betreft, die Ster valt gemakkelyk te onder fcheiden: en dit wordt nog gemakkelyker, wanneer men het Uur van zyn doorgang door den Meridiaan, dat in den Almanach te vinden is, kent, en dus ook, het Uur van zyn op- en ondergang: doch wil men nog meer gemaks hebben, zal het genoeg zyn te melden dat Jupiter, uit de Aarde'gezien, te vinden is in 1788 den ijanuaryin io° vandenTweel. ijuly in 8" van den Kreeft- iFebrua. 170 lAug. 160 1 Maart 170— iSept. 220 1 April 2o° 1 Oct. 270 ■ : iMey 250 — 1 Nov. 290 ljuny 20 Kreeft. iDec. 290 ——— * Zo (*) Dit noemt men geacentrifche Lengte van eene planeet: dat is haar afftand van Aries op de Ecliptica gereekend. ——■ Men herinnere zich ook dat wy hier het teehen den Tweeling en den Keeft verdaan; en niet de geflernten of conttellatien die deezen naam dragen: want de Ster-  Eclipfen dér Satellieten van Jupiter. 83 Zo dat het daar door gemakkelyk zal vallen Jupiter ten allen tyde te onderkennen. Men moet nog daar en boven den Satelliet, wiens Eclips men waarneemen wil, volmaakt van de overigen kunnen onderfcheiden, Hier toe zyn de Afbeeldimgen van die Satellieten, die na de 12 Maanden des Almanachs, op bl. 97 eD volgende, te vinden zyn, zeer dienftig: doch daar over zullen wy ftraks in de verklaring van die bladzyden handelen. - Om nu de plaats des Satelliets, waar van men de Intreede of den Uitgang wil waarneemen, gemakkelyk te kennen, zal het genoeg zyn op het volgende te letten. i°. Voor de oppofitie van Jupiter, dat is geduurende den tyd dat Jupiter in den Meridiaan komt tusfchen middernacht en middag, of 12 U. en 24 U., is de fchaduw van Jupiter ten Westen van de Planeet, en de Intreede en Uitgangen gefchieden ook aan dien kant. 2°. Na de Oppofitie van Jupiter, dat is geduurende den tyd dat Jupiter voor middernacht, of tusfchen 0 en 12 U. in den Meridiaan komt, zyn altoos de Satellieten die in de fchaduw treeden of uit dezelvegaan aan den Oostkant van de Planeet. 1 Doch men moet indachtig zyn, dat, zo men een kyker gebruikt, die de voorwerpen omkeert, de verfchynzels anders om zullen zyn. 3°. Voor Sterren van het gefternte den Tweeling zyn thans in het teekenden Kreeft; en de Sterren van het gefternte den Kreeft, in-het teeken den Leeuw ; of omgekeerd :het teeken de Tweeling ksmt in het gefternte den Stier en het teeken de Kreeft, in het gefternte den Tweeling. L 2  U VIII Bladzyde. 3°. Voor de Oppoftth kan men flechrs de Intreede van den eerften Satehiet zien, en na de Oppofrie flechrs de Uitgangen, In 'r algemeen heeft het zelfde voo den tweeden Satelliet plaats: doch het gebeurt dat men en de Intreede en den ö rgang zien kan, wanneer Jupiter in Quadratuur , of go gr. van de Zon verwyderd , en de tweede Satelliet in zyne limieten is: voor al wanm e- de helling van zyne baan op hei grootst is. ——- De Intreede en de Uitgang der twee overigen Satellieten'zyn doorgiand1- beiden zichtbaar, ten zy Jupiter te digt by zyne oppofitie op conjunctie met de Zon zy. Wanneer men dan de Eclips waarneemt, teekent men het ooge^b'ik van de Intreede of van den Uitgang fian, 't zy het Uur, de minuut, de feconde, opeen wel geregeld Horologie: tyd dien mei naderhand tot waaren tyd herleit (zie bl 2;J, 't zy dar men Jen waaren tyd bepaalt door het waarneemen der hoogte van eene of andere Ster op het o igenblik zelve der waarneemi 'g van de Kclips: waar uic men dan den waareo tyd gemakkelyk befluiten kan. Wanneer nu de waarneeming gedaan is, moet men dezelve tot het bereiken, van het oogmerk dat men bedoelde, gebruiken: nam tot het bepaalen*derLeng« te. - Dit is gemakkelyk: want het verfchil tusfchen den tyd der waarneeming, en den tyd op de Pic van Teneriffa, geeft het veifehii van Lengte in tyd, Oostehk of Weste yk, naar maate het waargenomen Uur laater of vroeger is dan het Uur in de Tafels bereekend: De Lengte in tyd brengt men dan tot Leng-e in graaden. Voo*'  Eclipfen der Satellieten van Jupiter. 87 Foorbeeld. \ Ik neem den 2 January ten 14 ü. 3'. 5", eene Eclips van den e'erlten Satelliet van Jupiter waar: ik vraag de Len°te. U. M. S, Waargenomen tyd. . . 14. 3', y'/^ Bereekende tyd op den Pic. . 12 r. i. verfchil. . , . 2. 2. 4. a V. maakt ... 30 gr. 2'. •*•■•« • . 0 30'. 4" • t '* 1'. dus ligt de plaats . . 30 gr. 31'. vandea Pic af. Maar welken (laat kan men op deeze bereekeningen niaaken ? Wanneer men de waarneemingen met de voorzeg• ging vergelykt, kan meD geene ge^oegzaame nauwkeurigheid verwa'gten dan van den eerften Satelliet alleen : want men kan de Eclipfen der drie andere nog niet op eenige minuuten na voorzeggen. Wanneer men dus in het geval is, van ten eerflerj de Lengte te moeten weeten, kan men op de vergelyking tusfchen de waarneeming en de bereekening voor den eerften Satelliet betrouwen. Doch zo hec eene waarneeming is, die flechts dienen moet om de Geographie te vol maaken, kan men wagten met hec befluit op te maaken tot dat men zich eene gelyktydige waarneeming, op eene andere en wel bekende . plaats gedaan, heeft kunnen verfchaffen. —— By L 3 voor?  VIII Bladzyde. voorbeeld men hebbe te Parys dié zelfde Eclips waargenomen den 2 January ten . 13 U. 17/. 10". Zo zeg ik: waargenomen tyd op de plaats daar ik was. U. M. S. 14. 3'- ——————te Parys . 13- '7' 10. Verfchil in tyd: (laater) . 0.45. 55, 45/ maakt . . 110. ij'. 55/ — . . 13- 457/- dus Lengte van Parys. . n°. 28,45. OParys van den Pic. . 190. o. o O. dus Lengte. • • 30. 28. 45. O. in plaats van 30°. 31'. verfchil 2'. ij". Indien men gelyktydige waarneemingen bekomen kan, neemt men de waarneemingen die kort te vooren,of kort daar na gedaan zyn: men vergelykt ze met het Uur in den Almanach geteekend, om dus daar uit te zien welk verfchil 'er tusfchen de bereekeningen en de waarneemingen plaats hadt:en door dat verfchil het bereekende Uur der Eclips van den beftemden dag te verbeeteren, en met de waarneeming te vergelyken. Zeelieden zullen de verbeetering van de Kaarten, en dus hunne eigen veiligheid, merkerly ken dienst doen met zo veel mogelyk zich op de waarneemingen van die Eclipfen toe te leggen. Blad»  8? Bladzyden 97 enz. tot 108. Afbeeldingen van Jupiters Satellieten, Deeze afbeeldingen of configuratien geeven den fchynbaaren ftand van de Satellieten, met betrekking tot eikanderen en tot Jupiter te kennen, voor het Uur van den avond of van den nacht dat zy 't best kunnen waargenomen worden, en dienen om de Satellieten van eikanderen te onderfcheiden. Jupiter word door het teeken 0 verbeeld: en de Satellieten door Stippen met de Cyffers i, 2, 3, 4; om den eerften, tweeden, derden, vierden Satelliet aan te duiden. — Wanneer de Satelliet Jupiter nadert, is de Cyffer tusfchen jupiter en het ftip gefteld: en wanneer de Satelliet van Jupitet afgaat is, in teegendeel,de Cyffer aan den anderen kant geplaatst. . De Satellieten zyn in het bovenst gedeelte hunner loopbaanen, of het verst van de Aarde af, als zy geteekend zyn aan de regter hand, of in't Westen vafi Jupiter, hem naderende, of aan de linker hand, of in 't Oosten van Jupiter, van hem afgaande: maar zy zyn in het beneedenfte gedeelte der loopbaanen, of het digst by de Aarde, wanneer zy geteekend zyn aan de regter hand, of in 't Westen van Jupiter, van hem afgaande: of aan de linkerhand, of in 't Oosten van Jupiter, hem naderende. —Wanneer men een nul (o) naast de Cyffer van den Satelliet, naar den rand van het blad ziet, geeft het te kennen dat die Satelliet onzichtbaar is op de fchyf van Jupiter; en een zwart teeken (•) geeft te kennen dat de Satelliet onzichtbaar is,om dat hy verduisterd is in de fchaduw van Jupiter: of zich achter Jupiter, door dat lichaam zelfs verduisterd, bevindt.  DRUKFEILEN. In den Almanach. April: ([ Declinatie. In 'r hoofd der eerfte Kolom ftaaf Middern moet zyn Middag: in de tweede Middag moet zyn' Middernagt. tVIiddag. 22.50. lees 22.51. Midder. 22.56. — 22 57. In de Verklaring van den Almanach, p. 56. noot a laatfte reegel. 92: lees 95. p. 72. reegel 8 van onderen: April lees Maart.