F I 7. 4    VERZAMELING VAN PLACAATEN, REGLEMENTEN en andere STUKKEN door de ED. MOG. HEEREN STAATEN VAN FRIESLAND Zeden den 7 Maart ij66 tot den 6* December ijji Geëmaneerd en uitgegeven. BERDE DEEL. Te LEEUWARDEN, M D. v. d. SLUIS, LandfchapS en Academiè Drukker 170 6.   REGISTER DER STUKKEN Aanvang nemende den 6 Maart ij66. en eindigende den 6 December 1771. Piraat tot vastflellinge der Middelen. 7 Maarr 1766 'p Extraft Refolutie, nopens de ftri&e invordering!'en overbrenginge der 'sLands Middelen &c. 12 Maart 1766. . , Publicatie, tegens het omlopen van'Dolle Honden3 en pnecautien daar ontrent. 13 Maart 1766. 6 Misfive aan de Militaire Hooft- en Subalterne Officiec!"A 0I5 y£e DoorIugtl'gste Hoogheid als Erf. Stadhouder, Capitain en Admiraal Generaal te refoeteren en erkennen. 18 Maart i766. 8 Publicatie, betreffende de vergravinge van laage Veenof Klynlanden. . 16 April 1766. . IO Publicatie, tot affchaffinge van den Excys van'Wvn, tter en Lakenen, en over eenige gemaakte vert ande-  REGISTER anderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. 22 May 1766. . . . -13 Extraét. Refolutie, behelzende, dat de Generale of Particuliere Ontvangers en Colleéteurs, 's Lands Impofitie- Penningen des noods, onder aér.e van Guarande mogen ontvangen. 9 December 1765. 22 Misfive aan de Gerechten, om geen afrekeninge van eenige 's Lands Middelen , ten overftaan van den Commis, te permitteren, als na dat alvorens de Quitantien zyn vertoond, n December 1766. 24 Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 7 January 1767 25 Extraét. Refolutie, nopens het Ytigen der Koornmaten. 8 January. 1767. .... 30 Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 2 Fe- bruary 1767. . . . . 32 Publicatie, nopens de Vergravinge van Laage Veenlanden. 2 Maart 1767. . . . 38 Notificatie, nopens de uitfluitinge der graaden van Affiniteit of Zwagerfchap, tot interpretatie en arapliatie van het 3411e Articul van het Reglement Reformatoir van Zyn Hoogheid van den 21 December 1748. 3 Maart 1767. ... 41 Placaat ter vastflellinge der Middelen, n Maart 1767 44 Extraét Refolutie, nopens de Verkopinge van Infolvente Landen. 12 Maart 1767. . . 46 Misfive aan de Gerechten, betrekkelyk tot voorenftaande Refolutie. 21 Maart 1767. . . 48 Pla-  der STUKKEN. Placaat, dienende tot Renovatie van vorige geëmaneerde PJacaten tegens de Vagebonden , Beedelaars, Huisbrekers, &c. 21 Maart 1767. . 49 Misfive aan de Gerechten, om de betalingen van 's Lands Middelen , na voorgaande Refolutien in te rigten. 21 Maart 1767. . . -54 Placaat, tegens het rooven en fleelen van allerley zoort van Boomen. 8 May 1767. . . 56 Publicatie, der veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. 8 May 1767. » . 60 Publicatie, nopens de vergoedinge van Rest-cedullen van posten, by het Groot Rapport van den 6 Maart 1764 Infolvent verklaart. 9 May 1767. . 68 Publicatie, tot de vrye Uytvoer van Hooy en Stroo uit deeze Provincie. 15 May 1767. . . 71 Extract Refolutie, betreffende het Reglement op het recht van Collaterale Succesflen. 24 Juny 1767. 73 Placaat en Reglement, waar na het recht van Collaterale Succesfie zal worden geheven. 24 Juny 1767. 78 Placaat, tegens den Invoert van Buitenlands Rundvee. 30 Juny 1767 98 Publicatie, ontrent de Maaten der Turf- en Appel- of Fruit-korven. 2 September 1767. . . 101 Nevensgaande Misfive , tot bovenflaande Publicatie. 2 September 1767. . . * 104 Misfive aan de Gerechten, nopens de Vreugde bedryven, bepaald op den dag van het Hooge Huwelyk van Hunne Doorlugtige en Koninglyke Hoogheden. 12 September 1767 106 f 2 Noti-  REGISTER Notificatie en Waarfchouwinge, behelzende een ordre ontrent de Illuminatien enz., op den dag der folemnele intrede van Hunne Hoog Vorstelyke Perfonen in'sHage. 6 October 1767. . . 108 Misfive aan de Grietenyen, nopens het luiden der Klokken ten platten Lande. 6 Oétober 1767. 111 Misfive, nopens het luiden der Klokken in de Steden. 6 Oclober 1767. . . . Misfive aan de Prsedicanten, waar by verzogt en gelast worden, om voortaan in de publycque Gebeden , mede op het ernstigste te bidden voor Mevrouwe de Princesfe, Gemalinne van ZyneDoorlugtigste Hoogheid. 6 Ottober 1767. . . u5 Nadere aanfchryving, nopens de Vreugde bedryven, ontrent het voorgemelde Hooge Huwelyk. 5 November 1767. .• . . e IIÖ Misfive aan de Gerechten, waar in andermaal verzoet word, een flaat der Infolvente Landen op te geeven. 4 December 1767. . . . ■ 118 Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 11 January 1768. .... I20 Publicatie, waar by gearrefleerd word, dat de Ytigmeesters voor het ytigen van yder Korf, 't zy Turf-, gehele of halve Vierendeels Korven , betaald zal worden een halve ftuiver. 11 January I7(58, 126 Misfive aan de Gerechten , nopens het overzenden van een flaat wegens de kosten van het Bier, by het luiden der Klokken gevallen. 11 January 1768. 128 Uitfchry-  der STUKKEN. Uitfchryving van den jaarlykfchen Beedëdag. 8 February 1768. . . . . 129 Publicatie , tot Interpretatie en Ampliatie van het 29fte Articul van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748. 18 February 1768. ..... 135 Publicatie, tot het vernieuwen der Stem- en FloreenRegisters. 3 Maart 1768. . . .141 Misfive aan de Gerechten , nopens het vernieuwen der Cohieren van Stemmen en Registers der Floreenen. 3 Maart 1768 144 Placaat tot vastftelling der 's Lands Middelen. 8 Maart 1768. ..... 147 Placaat en Reglement op de Botervaten. 9 Maart 1768. . . . .150 Misfive aan de Gerechten, dat de onkosten, wegens het gegevene Bier, by het luiden der Klokken gevallen, kunnen afgehaald worden van het Comptoir der Confumptie. 19 April 1768. . . 158 Notificatie der veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. 22 April 1768. . . 160 Placaat, tegens den Invoert van Buitenlands Rundvee. 26 April 1768 163 Publicatie, tot Perfiftement by het Reglement op de Botervaten, en Ampliatie van het zelve. 26 April 1768. ... . .165 Misfive, tot convocatie van de Volmagten der Vyf deelen Buitendyks. 2 May 1768. . . 167 Publicatie, rakende het 12de Articul van hetReglet 3 • ment  REGISTER ment Reformatoir van den 21 December 1748. 26 May 1768. . . . .168 Publicatie, rakende het 3ofte Articul van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748. 26 May 1768. . . . .172 Publicatie, nopens de befmette Polacre de Elifabeth. 8 July 1768. .... 176 Publicatie, tot Verbod van Invoert van Rundvee van buiten in deeze Provincie, ir July 1768. . 179 Publicatie, rakende de Botervaten. 12 Augusty. 1768. . ... . .181 Notificatie, nopens de Stem- en Floreen - Registers , vernieuwd in den jaare 1768. 7 Oétober 1768 184 Placaat, tot nader en ftriéler Verbod van den Invoert van Rundvee, gelyk ook van drooge en natte Huiden , enz. Voorts eenige prsecautien tegens de befmettelyke Ziekte onder het Rundvee. 26 November 1768. . . . .187 Misfive, betrekkelyk de Gezegende Staat van Haare Koninglyke Hoogheid. 14 December 17Ö8. 194 Publicatie ontrent Drenkelingen. 10 January 1769. 196 Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag. 11 January 1769. • . . 205 Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 23 January 1769. . . . . . 210 Publicatie, ontrent het Ytigen van Vaten , Ellens, Maaten ende Gewigten. 14 February 1769. 216 Misfive aan de Gerechten, nopens het bevallen van Haare  d e r S T U K K E N. Haare Koninglyke Hoogheid, van een dood geboren Prins. 28 Maart 1769. . . .219 Publicatie, omtrent de Lands Ordonnantie, 2de Boek, 9de Titel, 3 en 4de Artikelen; en 4de Boek, 11 de Titel, 15 en 16de Artikelen. 9 Maart 1769. 221 Publicatie, tot Verbod van den Uitvoert en het Slagten van Koekalveren. 13 Maart 1769. . 225 Placaat ter vastflellinge der Middelen. 14 Maart 1769 228 Extract Refolutie , nopens het draagen van Teekens op de Kleederen der Armen. 16 Maart 1769. 230 Publicatie, rakende het Ytigen van Azyn en Biervaten, enz. 21 Maart 1769. . . .232 Publicatie, wegens eene Praemie ontrent Drenkelingen. 21 Maart 1769. . . . 234 Extraét Refolutie, nopens het 2 de Articul van het Reglement op de Botervaten. 22 Maart 1769. 236 Misfive aan de Gerechten, betreffende het voldoen van de Floreens Omflagen, en het zuiveren der Restanten op de Speciën, enz. 22 Maart 1769. 238 Notificatie der veranderingen in de Ordonnantie op de Impofitien. 6 April 1769. . . . 241 Publicatie, tot Verbod van Runderen te brengen op publycque Markten. 22 May 1769. . . 244 Misfive aan de Gerechten, rakende de Sterfte van het Rundvee. 22 May 1769. . . . 246 Misfive aan de Gerechten, nopens het draagen van Teekenen op de Klederen der Armen. 7 July 1769. ..... , . , . 247 Publi-  REGISTER Publicatie, rakende het Onderhoud der Militaire Armen. 4 July 1769. . . . 248 Publicatie, tegens het Uitgeven, Drukken en Verkopen van eenige Boekjes. 6 July 1769. . 251 Exrraót Refolutie, behelzende een ordre omtrent de Penfioenen van Appoinéleerden. 11 July 1769. 255 . Placaat, op den Cours der Kopere Munt of Duyten. 12 July 1769. . . . . 257 Misfive aan de Gerechten, nopens het vastleggen der Honden. 17 July 1769. . . 260 Publicatie, tot permisfie van Invoert van Runderen, die van de befmettelyke Ziekte zyn gebeterd, uit andere Provinciën in deeze Provincie. 17 July 1769. ..... 262 Bekentmakinge, tot Beftedinge van het Binnen-Voogdyfchap en directie in het Provinciale Tugt- en Werkhuis. 1769. . . • . 266 flacaat, nopens het verleenen van Noodreden. 28 September 1769. .... 267 Placaat, rakende de Prsefcriptie van Land-Dienstbaarheden. 28 September. 1769. . . 271 Misfive aan de Gerechten, tot nadere aanfchryvinge wegens het draagen van Teekenen op de Klederen der Armen. 30 September 1769. . . 274 Notificatie, nopens de vrye Uit- en Invoert van allerley zoort van Rundvee. 4 October 1769. . 276 Placaat, behelzende eenige Ordre in de thans grasfeerende Sterfte onder het Rundvee. 4 Öctober 1769. - . * . * . • . . * . 278 Misfive  der S T U K K E N. Misfive aan de Gerechten, om de vastgelegde Honden wederom los te Iaaten. 4 Oétober 1769. 28 r Misfive aan de Gerechten, waar by de Inëntinge der befmettelyke Ziekte aan Rundvee word gepermitteerd. 4 Oftober 1769. . . . 282 Misfive aan de Gerechten, waar by de Uitvoert van allerley Rundvee word verboden. 27 Oétober 17691 • 287 Publicatie, Verbod van Uitvoer van Rundvee. 27 Oc tober 1769. . . . , 2g Publicatie, nopens den Invoert van Huiden &c. 27 Oétober 1769 Misfive aan de Gerechten, tot uitfchryvinge van een Lxtraordmaris Beededag. 28 Oétober 1769. 290 Publicatie, waar by verboden word het verkopen of brengen van Rundvee op eenig Jaar- of Weekmerkt. 5 December 1769 „91 Misfive aan de Gerechten, betrekkelyk de gevaarlyke Kinderziekte van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe &c. 18 December i76> . . z96 Misfive aan de Gerechten, nopens de herftellinge van Haare Koninglyke Hoogheid uit de gevaarlyke Kinderziekte. 2 January 1770 2gS Uitfchryving van den jaarlykfchen grooten Landsdag, 10 January. 1770 * Uitfchryving van den jaarlykfchen Beededag. 1 c February 1770 . 506 Extraét Refplutie, waar by. het recht,' tot af- en aantf Hellen  REGISTER ftellen van Procureur-Fiscaals, aan de Grietslieden en Magiflraten word overgelaten. 28 February l77°- ... 3I2 Publicatie, tot Interpretatie van de 3 en 6de Articulen van het Reglement Reformatoir. 28 February l77o 3l9 Publicatie, tot ophef van 't Verbod van Runderen te brengen op publicque Merkten , en Reglement, omtrent de Noed en betalingen in cas van Koop en Verkoop. 13 Maart 1770. . . .322 Publicatie, om de Boelgoeden by Ellen te verbieden. 15 Maart 1770. .... 326 Publicatie , nopens de kortinge van het Hoorngeld. 16 Maart 1770. .... 329 Placaat tot vastflellinge der Middelen. 17 Maart i77o 332 Extraét Refolutie, rakende de équivalenten van Militairen, die eenige Charges bekomen. 17 Maart I77°* ' ' • -335 Placaat, nopens de invorderinge der Floreenen. 17 Maart 1770. . . 333 Extraét Refolutie, tot redres der abuifen in de Ad- miniftratie der Colleéten van 's Lands Middelen. 25 April 1770. . . . . .343 Notificatie, der veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. 25 April 1770. . .346 Extraét Refolutie, waar by het invoeren van Beeren en Eezels in deeze Provincie word verboden. 2 TuJ770. s 348 Placaat,  der STUKKEN. Placaat, tot Verbod van Invoert van Rundvee. 2 Tu- !y 1770 35 r Misfive aan de Gerechten, inhoudende een ordre nopens de aangevinge van het Hoorngeld van Osfen, buiten deeze Provincie aangekweekt. 2 Tu- ]y '770 ' Misfive aan de Gerechten, betrekkelyk de Gezegende Stand van Haare Kon. Hoogheid. 12 July 1770 3 allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S ALU T; Doen te weeten: Dat in overweginge genomen hebbende, dat niet alleen tot het ordinaris onderhoud van de Militie, in dienst en tot befcherminge van de Republycq noodzakelyk moetende worden aangehouden, en ter betalinge der Intresfen van voormaals opgenomene Capitalen, maar ook tot defenfie van de Commercie en Scheepvaart in de Middelandfche Zee reede gedaan en nog gedaan moetende worden, noodzakelyk genoegzame Penningen worden vereischt, waar van eene nauwkeurige Balance enoverflag is gemaakt, na zulks hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat alle 's Lands Middelen van Contributie en Confumtie, die tegenwoordig in train zyn, en geheven worden, in het naastvolgende jaar, lopende van den i May 1766 tot den laatsten April 1767 ingefloten, op denzelven voet zullen worden gecontinueert, ende overgebragt aan dezelve 's Lands Comptoiren als nu gefchied. Dat vervolgens de Cohieren van de Reële en Perfonelé Goedfchattinge als te vooren zullen worden opgemaakt, en de Liquidatie van 't geene op 't Reële zal zyn betaald, teegens het Perfonele mogen gefchieden. A Dat  C a ) Dat die vermeend te hoog in de Perfonele Goedfchattinge te zyn aangeflagen tot Doleancie zal worden toegelaten, en zig moeten addresferen, aan de Heeren Gecommitteerden in 't Mindergetal, zo op of boven de 4000 gulds. Capitaal is aangetekend, op den 4 of 5 Augusty eerstkomende op het Landfchaps-huis, en zo met minder fomma Haat aangefchreven by het Geregte, op welkers Cohier gevonden word, op de daagen welke yder Geregte daar toe zal bepalen, om als dan zyne Goederen onder folemnelen Eede te begroten, op het Formulier daar van zynde, en meermalen gepubliceert. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude hebben, ofte kunnen voorwenden, zo zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. Aldus gedaan > gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 7 Maart 17 66. W. BERGSMA,Vt TerOrdonnantievanHunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL. EXTRACT  C 3 > EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. TEr Vergaderinge in nadere overvveginge zynde genomen ende geëxamineert, de volgens Refolutie van den 25 February jongstleden gerequireerde Staaten van betalingen van den Rentemeester der Domeinen en Provinciale Ontvangers, is goedgevonden en verftaan, het Collegie der Heeren Gedeputeerden by herhalinge te authoriferen ende te gelasten, aan de prompte invorderinge en overbrenginge der 's Lands Middelen de hand te houden , en de Provinciale Ontvangers in deezen hun pligt te doen betragten &c. Wyders word het Collegie gelast, de Geregten in de Landen en de Steden aan te fchryven, dat die, de Generale Ontvangers van hunne Diftriclen ordonneren , de Floreens Omflag voor de maanden Maart en April 1765 en alle de daar te vooren verfchenen Omflagen, voor den 15 April 1766, en deOraflagen van May en Juny 1765, voor den 15 Juny 1766 moeten voldoen ten Comptoire van de Provincie, zonder nogA 2 thans,  C 4 ) thans, dat hier door gealtereerd zoude worden vorige geëmaneerde Placaten, by poene van verhoginge van een tiende, van al wat niet gefourneerd is. En nopens de Grietenyen, Steden en Dorpen, die volgens het 15 Articul van het Floreen - Placaat van den 31 May 1759» een halfjaar laater mogen betalen, dat dezelve den Omflag van September en Oétober 1764, en van de vorige maanden by dezelve poenaliteit ten Comptoire overleveren voor den genoemden 15 April 1766, en die van de maanden November en December 1764 voor den 15 Juny 1766; met verdere last, om zig in de betalinge der Florenen ftiptelyk na 't voorfz. Placaat te gedragen, en met ordre aan den Provincialen Ontvanger Generaal, om teegens de nalatige met parate Executie te ageeren , en datze de Ontvangers der Grietenyen en Steden gelasten, alle hunne Reftanten op de Speciën voor, en op May 1765 verfchenen, meede voor den 15 April eerstkomende zuiveren, by gelyke poene en verhoginge van de tiende Penning. Dat de Heeren Gedeputeerden ook de Colleéteurs van het Gemaal verpligten, op dezelve tyd en onder dezelve breuken alle de Penningen van het geen van den 1 May tot den laatsten December 1765 te Boek hebben, ten Comptoire te brengen, als meede dat uitterlyk voor den 15 May 1766 aan den Provincialen Ontvanger Generaal ter hand {tellen, het volle rendement van het geene op 't Beestiaal en op de Turf en Brandhout tusfchen den 1 May en laatsten December 1765  C 5 1 1765 is aangegeeven, onder eene gelyke boete van een tiende verhoginge. Met verdere last aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden, om van derzei ver gedane devoiren en het effect daar van, op den eersten Landdag die na het midden van Juny zoude mogen volgen, aan Hun Ed. Mog. rapport te doen. En zal Extraét. deezes worden gezonden aan 's Lands Rekenkamer, met last om hier op meede te letten, en zo veel hun aangaat de Executie deezes te helpen beverderen , gelyk meede aan den Ontvanger Generaal Hub^r, en aan het Comptoir der Losfe Renthen. Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis den 12 Maart 17 66. Accordeert met voorfz. Boek, voor zo verre geëxtraheert, In kennisfe van my J. B. VITRINGA. A 3 PUB LI-  PUBLICATIE Teegens het omlopen van Dolle Honden, en prsecautien daar ontrent. DE Staaten van Vriesland, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Ons is gebleken, dat in diverfe Diftriéten van deeze Provincie verfcheidene ongelukken gebeuren , door het omlopen van Dolle Honden, waar door reeds veele Schapen gebeeten zyn, en ook eenige Varkens, en het te vreezen is, dat door deeze razernye, de droevige gevolgen daar van meer en meer zullen worden uitgebreid; Zo is't, dat Wy hier inne willende voorzien, en zo veel mogelyk eenige pra;cautien te neemen , goedgevonden hebben en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen, om alle en een ygelyk Ingezeten in deeze Provincie te ordonneren ende te gelasten, om hunne Honden, niet alleen niet te laaten loslopen op publycque Weegen of Straaten, maar ook dezelve te moeten opfluiten, en alzo opgefloten houden tot de maand May aanftaande, by poene dat zullen worden doodgeflagen , en daar en boven zal de Eygenaar verbeuren een Daalder voor yder Hond. Verders  c 7 s Verders om aan alle en een ygelyk, welke eenige alimentatie ofte onderftand, van een Arme Staat, hoe genaamd geniet, te interdiceren en te verbieden, gelyk gefchied door kragte deezes , om een of meer Honden te hebben of te onderhouden, en dezelve te gebieden, om zig defaéto te ontdoen van die Honden, welke mogten hebben, zullende anderzints van de aan hun bewezen wordende bedeelinge worden verftoken; met ferieufe last, en bevel aan alle Arm verzorgers en Voogden, om hier aan de hand te houden en het elfeét. van deeze Onze welmeininge zo veel mogelyk te helpen bevorderen. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude hebben, of kunnen pretenderen, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. ö Aldus gedaan, gerefbl veert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 13 Maart 1 y66. W. BERGSMA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL, Edele,  C 8 ) Edele, Veste, Manhafte, Lieve, Getrouwe! HEt heugelyke tydftip vervuld zynde dat Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince vanOrange enNasfau heeft geadimpleerd den Ouderdom van 18 jaaren, en de exercitie van de hooge Digniteiten en Charges op Hoogst denzelven geconfereerd, en op de Commisfie van Erf-Capitein en Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden den behoorlyken Eed heeft afgelegd; Zo hebben Wy, ingevolge de welmeeninge van de Ed. Mog. Heeren Staaten Onze Principalen , goedgevonden ende verftaan U E. aan te fchryven en te ordonneren, om Hoogst denzelven als Erf - ftadhouder Capitein en Admiraal Generaal van Vriesland in dezelve Digniteiten te refpeéteeren, mitsgaders de Patenten en Ordres die Denzelven in tyden en wylen zal koomen te geeven, na te koomen en te pareeren, zonder daar inne te blyven in gebreke. ' En op dat niemand van de Officieren van UE. Corps hier af eenige ignorantie zoude mogen hebben, zo ordonneren Wy UE. wyders om hier af kennisfe te geeven aan de refpe&ive Lieutenant Collonels, Sergeant Majors,  . C s 3 Majors, Ritmeesters, Capiteins, en Subalterne Officieren van UE. Regiment, ten einde dezelve hun daar na mogen reguleren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 18 Maart 1766. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantie van Hun Ed.Moo;. B P Ü B L I-  C 10 ) PUBLICATIE Betreffende de vergravinge van laage Veen- of Klynlanden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Alzo aan Ons zeederd eenigen tyd herhaalde Remonftrantien zyn gedaan, dat de vergravingen der Veenen van laage Landen fterk worden voortgezet, en daar door de landen in waterpoelen verandert, en dat daar uit veele zwarigheden zouden ontftaan, zo 'er geene voorzienigheid omtrent gebruikt werd; Zo hebben Wy in den voorleden jaare eene Commisfie benoemt, om informatien te neemen omtrent de prsecautien, die deezen aangaande in Holland en andere Plaatzen genomen worden. Vervolgens is Ons voorgekomen een omftandig en geraifoneert Vertoog nopens de Veengraveryen, waar in de aart daar van, de gevolgen van dien, en  C ii ) en de pracautien genomen of nog te neemen in het breede worden gededuceert; Als meede een Request van eenige gequalificeerde en by de Veengraveryen zeer geinteresfeerde Ingezetenen, fuftinerende, by het arrefleren van de aan de hand gegeevene pracautien merkelyk te zyn bezwaart, met verzoek, dat de daar omtrent aangeftelde Commisfie geen verder voortgang moge hebben, voor dat zy Supplianten hunne belangens zullen hebben ingebragt; Gelyk ook een voorlopig Rapport van de Heeren, tot het onderzoek deezer zaake by Refolutie van den 15 Maart 1765 gecommitteert. Welk alles by Ons zynde gezien, zo hebben Wy aan den eenen kant in het ooge gehouden devoorzorge, die gedragen moet worden voor hetgemeene Lands welwezen, en aan de andere kant de vryheid, die een yder competeert, om met het zyne te doen, zo als hem voordeligst is, en vervolgens goedgevonden , in een zaak van zo veel belang met alle oplettentheid te werk te gaan, en by deezen aan een yge]yk bekend te maaken , dat Wy voorgenomen hebben , Onze deliberatien daar over voort te zetten, begerende, dat die geene, welke op dit ftuk eenige confideratien hebben, die aan Onze Gecommitteerden in het Mindergetal opgeeven zo ras doenlyk, en wel uitterlyk binnen den tyd van vier maanden, a dato deezen te rekenen, na welken tyd de befoignes over dit onderwerp zullen worden voortgenomen. Op dat nu niemand, zig hier by geinteresfeert vindende, daar af onwetende blyve, en geene onkunde B 2 moge  C H ) moge voorwenden, zal deeze alomme op de gewone wyze en plaatzen worden afgelezen en aangeplakt. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op *t Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 April 1766'. W. BERGSMA/*Ter Ordonnantie van Hun EcLMog. Je. v. SM INI A. PUBLI.  C 13 ) PUBLICATIE Tot affchaffinge van den Excys van Wyn, Bier en Lakenen, en over eenige gemaakte veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zuilen zien of hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat: aan Ons door Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Trinet Erf-fladhouder in bedenkïnge is gegeeven, of niet tot menage van het Land, tot meerder beneficeringe der Provinciale Middelen, en tot geryf van de Ingezetenen , de Excys van Wyn, Bier en Lakenen geheel zoude konnen worden afgefchaft; en Wy Ons met Hoogst deszelfs opgegevene confidentie hebbende geconformeert, goedgevonden hebben en verftaan, dat de heffinge van den Excys van Wyn, Bier en Lakenen van den eersten deezes voortaan zal cesferen, en niet meer gevorderd worden; Dog dat daar en teegens het Verlies, daar door aan de Provinciale Finantien toegebragt, weder zal worden gevonden en vergoed by verhoginge van den ordinaris grooten Impost op de Wyn, B 3 Biei  C 14 | Bier en Lakenen, vervolgens de Impofitle op de Zoete Wynen eerst verhoogt met een Gulden per Oxhooft, en na zulks vergroot met den Excys tot een Gulden en tien ftuyvers, en alzo gebragt op dertig Guldens het Oxhooft, meer of min naar advenant; voorts de groote Impofitie op de Graanen, tot Brouwen gebruikt, verzwaart met het montant van den Excys van agtStuyvers per Zak; en de groote Impofitie op de Lakenen, die te vooren met onderfcheid van zoorten is geheven, voortaan gevorderd en betaalt teegens den zesden Penning in het gemeen, en zonder eenige onderfcheid van zoorten. En dat Wy, zo om het geen voorfchreven is, werkftellig te maaken, als om te voldoen aan eenige verdere Remarques op de Ordonnantiën op de Impofitien gemaakt, en met overleg van Zyne Doorlugtigste Hoogheid gearrefteert, de navolgende veranderingen in dezelve Ordonnantiën hebben vastgefteld. GENERALE ORDONNANTIE. Pag. 21 is agter Art. 34 dit nieuw Articul ingelast: De Heeren Gedeputeerde Staaten, Raaden in den Hove Provinciaal, ogt oudste Advocaten, en die verders van wds her exetntie van den Excys op de Zoete Wynen hebben genoten, zyn by dat voorregt gelaten, zo dat op den Impost van 30 Guldens op de Wynen by de betalinge mogen korten een Gulden tien ftuy vers. Pag.  ( 15 ) Pag. 21 is agter voorfchreven nieuw Articul nog geplaatst dit nieuwe Articul: En terwyk de Burgers en Ingezetenen van deftad Franeker en jurisdictie van dien, volgens een overoud Privilegie, tot nog toe genoten hebben exemtte van de helfte van den Excys op de Wynen, uitbeemfche Bieren en Lakenen, die in dezelve Stad en jurisdjclievan dien worden geconfumeert en gebruikt, zo worden dezelve by dat voorregt als nog gelaten; des evenwel dat alle Wynen, mtheemfche Bieren en Lakenen, van hutten in de Provincie naar Franeker wordende ingevoert, zowel ten ColleBe geheel werden aangegeeven, als die naar andere Steden of Dorpen zyn gedeflineert: Voorbeboudens de Burgers en Ingezetenen dier Stad het regt, om by de betahnge van den Impost de belfte van bet beloop van den tot nog toe gevorderde dog nu afgefcbafte Excys te korten van die Wyn, uitheemscb Bier en Lakenen, die zy binnen Franeker en deszelfs Regtsgebied confumeren en zebruiken. Pag. 42 is aan het 8o Art. aangevoegt: En zullen de Lolletleurs op de Havens verder verpligt zyn, de verzendingeder Dubbelden door Recipis te bewyzen; wordende alle Lollecleurs gelast, by bet ontvangen der Dubbelden zodanig Recipis te pas/eren. LAKENEN en KRAMERYEN, Pag. 75 zyn Articulen i, 2 en 3 geroyeert, en in aerzelver plaats gezet, dit eene Articul: Fan alle Gou- dem  ècne, Zilver em en Wollen uitheemfcbe Lakenen, gemaakte Kleederen , Fluweelen en andere Stoffen , Linnens, JBommezynen, Dimitten, Kepertjes, Streepjes, Marfeiljes, Greynen, Saayen, Trypen, Tapeeten, Deekens, Ledikanten, Tasfementen, Kanten, Franjes, Knoopen, Kniebanden, en ander Knoopmakers werk, Langetten -en Dweilgoed {uitgezonderd Canefas en Zeyldoek*) zal betaald worden de zesde Penning van de waardye. Van yder Hoed zonder onderfcheid een Gulden en zes Jluyvers. Blyvende de beklede Stoelen, Pulpitums en Rydtuigen, met de daar toe behorende Kusfens en Dekkleden, voor zo verre door particulieren tot eigen gebruik worden ingevoert, vry. HAVENSPECIE N. Pag. 83 ïs op de derde regel het enkel woord be* werkte veranderd in geheel of ten deele bewerkte. ZOETE WAAREN. Pag. 88 is het derde Articul in deezer voegen ingerigt: De Zuykerr afineer der s zullen van de ruwe en onbewerkte Zuyker, die zy invoeren, betalen twee Guldens m tien Jluyvers, van yder honderd ponden, en van de wit-  C 17 ) te Poeyer-Zuyker drie Guldens en vyftien ftuyvers per honderd ponden: dog de Zuykerbakkers van hunne ruwe Zuyker drie Guldens per honderd ponden, des daar van niets aan andere mogen verkopen. ZOETE WYNEN. Pag. 98 Art. 1 is op de vyfde regel in plaatze van zeeven-en-twintig Guldens en tien ftuyvers gezet dartig Guldens. Pag. 102 zyn de 15, 15 en 17 Articulen een weynig veranderd en op volgende wyze ingeftelt: Art. XV. Twaalf Guldens agt'ftuyvers van een Vat Jopenbier, groot 140 Vriefche Kannen: boven de drie Guldens, die de Steden daar op mogen feilen. Art. XVI. Van een Ton Bier buiten V gebied van den Staat gebrouwen zes Guldens twee ftuyvers, te voldoen door Bierftekers en Herbergiers , boven de dertig Stuyvers, die de Steden daar op mogen ft ellen. Art. XVIL Van een Ton Bkr binnen de Republicq gebrouwen vier Guldens zestien ftuyvers. T H E E en K O F F Y. Pag. 105 zyn aan het eerste Articul gevoegt de woorden: Dog gebrand zynde zes Stuyvers. C BEES.  C 18 ) BEESTIAAL. Pag. 116 is Art. i op de derde regel, agter het ' woord Runderbeest en voor het woord Schaap ingezet Kalf boven de tien daagen oud. Én pag. 117 zyn in het vierde Art. geroyeert deeze perioden: Van een Kalf tien daagen oud zal geen''s Lands regt worden betaalt: Dog ouder zynde zal daar van betaalt worden een Gulden en twee ftuyvers. Pag. 119 is aan het tiende Art. aangevoegt: En op de Markt overgeven. GEMAAL. Pag. 125 is eenige veranderinge gemaakt in de be. lastinge op de Graanen, die verbrouwen worden, welke weegens de vernietinge der Excys met 8 Stuyvers per Zak zyn verhoogt; zo dat het tweede Art. nu dus moet zyn: De belastinge op het Gemaal binnen de Provincie zal geheven worden en betaalt als volgt; Van yder Loopen Weyt of Masteleyn, dat tot bakken gebroken word - - - -200 Dog tot brouwen gebroken ---280 Tder Loopen Rogge - - - - 120 Yder Loopen Garst of Boonen om gebakt te worden - -- -- -- 068 Yder  C 19 ) Tder Zak of anderhalf Loopen Mout gemalen tot brouwen - - _ . _ 2180 Tder Zak Rogge of Garst gemalen tot brouwen , en Grof meel of Grand tot brouwen ge- bruykt - - 2 12 o Tder Zak Boekweyt tot brouwen - - 1 18 o Tder Zak Haver tot brouwen - - . 1 16 o Tder Zak Spelte tot bromven - - 230 : Tder Loopen Garst eens gemalen tot Beest e voeder -------- o 6 q Tder Loopen Garst twee of driemaal gemalen tot Menfchen eet en - . _ _ 0120 Moetende by de aangevinge aanfonds verklaart worden of eens dan meermalen zal gemalen worden, zo te boek gebragt, en op de blancbe aangetekent. Van yder Loopen fchoon Garsten Gort om tot Meel gemalen te worden ■- - 100 Tder Loopen bard Koorn, als Wikken, Boohen en Haver tot Beeste voeder - -068 ■ Tder Zak hard Koorn tot brouwen - - 2 4 o Tder Loopen Haver tot G-ort gemaakt -048 Tder Loopen Garst tot Gort gemalen of gepelt - - - - - - - - o 6 S Tder Loopén Mankzaad èeits gemalen -070 Dog twee o f meermaal gemalen - - -0180 • i Tder Loopen Mankzaad voor Bakkérs eens gemalen - o 14 o C 2 Be-  C 20 ) Beftaande het Mankzaad uit drie deelen Rogge, en een deel Haver, mits by de Moolen in tegenwoordigheid van de Opzigters werde gemengt. BRANDE WYNEN. Pag. 160 zyn Art. 7 op de vyfde regel geroyeert deeze twee woorden: Agt penningen. TURF en BRANDHOUT Pag. 180 is agter deeze Ordonnantie een vyftiende Articul geplaatst, aldus: En die Turf, buiten de Provincie gekogt koomt in te voeren, en op te jlaan, zal den Impost betalen niet alken van de Turf zelve, maar ook van de daar aan verdiende Vragtlonen; en zonder dezelve op benaderinge te mogen aangeven; en verders onder de bepalingen, die in de Provincie plaats hebben, en Art. 6 ft aan uitgedrukt. E X C Y S. Pag. 254, 255, 256, 257, 258 en 259 is de gehele Ordonnantie op de Excyfen van Wyn, Bier en Lakenen geroyeert en weggenomen. En  ( M ) En op dat niemand hier van onkundig zy, of onwetenheid moge voorwenden, zal deeze alomme op de gewone wyze en plaatzen werden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 22 May 1766. P. A. BER.GSMA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MI NIA. C 3 EXTRACT  ( w ) EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van V riesïand. Dingsdag den 9 December 17ÓÓ. voor Noen. OP het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan. Is na deliberatie en gedane omvrage goedgevonden en verftaan, dat by Refolutie van dit Collegie van den 27 Augusty 1755 de refpective Colleéteurs wel zyn geauthorifeert en gelast, om wanneer Stookers of andere Perfonen Impofitien aan den Lande fchuldig zynde, door verval , verfterf of anderzins in de betalinge van dien kwaamen te manqueeren, en de Collecteurs met andere Crediteuren over preferentie moetende difputeren , in zulke of diergelyke gevallen 's Lands Impofitien onder Aéte van Guarand te ontvangen, en alzo den Lande zo veel mogelyk fchadeloos te houden, deeze Refolutie te amplieeren, en den Raad en Rentemeester der Domei- nen,  C 23 > nen, de Generale Ontvangers van de Provincie, mitsgaders de Generale Ontvangers en Colleéleurs Generaal van de Grietenyen en Steden , fampt 's Lands Deurwaarders te authoriferen en te gelasten, gelyk gefchied door deezen, om wanneer Generale of particule Ontvangers of Colleéleurs, als meede particuliere Perfonen in de overbrenginge en betalinge der by hun ontvangene of aan den Lande fchuldig zynde Penningen , kwaamen te manqueeren, en met andere Crediteuren over preferentie zouden moeten difputeren; om in zulken of diergelyke gevallen 's Lands Penningen onder Aéte van Guarande te mogen ontvangen, en dus den Lande zo veel mogelyk fchadeloos te houden. En zal Extraét. deezes aan 's Lands Rekenkamer % aan den Raad en Rentemeester der Domeinen , de Provinciale Ontvangers en daar dezelve verders benodigt zyn, worden ter handen gefteld. Accordeert met voorfz. Boek» ïn kennisfe van my J. B. VITRINGA. Veste ?  C 24 ) Veste3 Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden U aan te fchryven en door deezen te gelasten, om geene afrekeninge voor U Diftriér. of Stad van eenige 's Lands Middelen, ten overftaan van de Commis te permitteren ende te approberen, als na dat alvorens de Quitantien zyn vertoond, en daar door geverifieert, dat de Penningen aan den Lande zyn betaalt , en ten Comptoire Generaal van de Provincie overgebragt. Waar meede Wy ons verlaten; Zyt Gode in genaden bevolen. Leeuwarden den n December 1765. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Veste,  ( 25 ) Veste, Lieve, Bezondere! GEIyk al het geene onder de Zon is, eene geduurige verandering, wisfelvalligheid, en afloop is onderworpen, zo meenen Wy met regt daar onder ook te moeten begrypen en tellen het voorby gaan, en fnel heenen vlieden van den Tyd. De herinnering, en het aandenken hier aan, brengt Ons niet alleen te gelyk onzen pligt te binnen, maar zal ook om daar aan behoorlyk te voldoen vereisfchen, de uitfchryvinge en afzendinge van deezen. Het is Ons tot een innige blydfchap, en ftoffe van verheuginge, gelyk Wy meede het als een groot voorregt erkennen, in het uitvoeren van deeze Onze opgelegde Last, dezelve te mogen verrigten in eeneti tyd, waar inne den Staat, onder het geheugen van Gods goede Voorzienigheid, mag blyven bevryd van zwaare Oordelen en Rampen, en genieten groote en menigvuldige Zegeningen. En alzo blyven jouisferen van de allerdierbaarste Panden, van eene aangename en ongefloorde Vreede, gulden Vryheid, en zuivere Godsdienst; zaaken waarlyk zeer hoog te fchatten en te waarderen. D Daar  C s<5 3 Daar en boven mag het den Republycq gebeuren, aan het hooft van hunne Regeeringe te zien geplaatst, een Vorst en Prins, die billyk niet alleen de attentie van gansch Nederland meriteert, maar ook het oog en hart, van yder regtgeaard Ingezeten van het zelve na zig trekt, en op zig doet vestigen. En die benevens de Overheden en Regenten van den Lande, alles wel zal willen contribueren, het geene tot wezentlyk nut en voorfpoed van den Staat in het gemeen 5 en tot meeste welzyn, groey en bloey, van yder Provincie in 't byzonder, zoude kunnen dienen, en daar toe bevorderlyk zyn. Het zal dan in deeze conjunéture van Tyd, het voornaamste en grootste doelwit en oogmerk moeten zyn, om met infpanninge van alle kragt en eensgezintheid, het daar op zoeken toe te leggen, om den Staat niet alleen onder Gods Zeegen, by het dierbare, en wenfchelyke zoeken te mainclineren , corroboreren, en te bevestigen. Maar ook teffens het gebrekkige te fuppleren, het vervallene te redresferen, ende het uitgeftelde, dadelyk werkflellig te maaken. Zaaken, die zekerlyk beeter in eene Tyd als deeze kunnen en behoren gepraclifeert te worden , als by eene ongelukkige Rupture , het ondervinden van Oordeelen, of iets diergelyks. En gelyk dit een algemene waarheid is, zo zal in yder particuliere huishoudinge der Provinciën, hier op ook  ( *7 ) ook voornamentlyk behoren agt gegeeven te worden om aan het bovengemelde te kunnen voldoen. Wat is 'er derhalven nodiger en hier toe dienstiger, als door eene ftriéte invorderinge van 's Lands Middelen , de Provinciale Comptoiren in ftaat te ftellen, om de nodige Lasten op zyn tyd te kunnen hoeden en dragen. Verders op alles en in allen zo veel mogelyk eene exacte en ongeintresfeerde Mesnage zoeken te betragten en behartigen, op dat vorige opgelegde fchulden mogen worden betaalt en afgelost, en daar door het Credit geaugmenteert. Voor al bedagt te zyn op dat geene , het welke zoude kunnen dienen om 's Lands Finantien niet alleen te vermeerderen, maar dezelve ook op alle mogelyke wyze zoeken te favoriferen. Dit zal de eenige fource zyn, waar uit een bekwaam en genoegzaam aantal van Militie zo te Paard als te Voet kan op de been gehouden en betaalt worden; eene zaak ten uittersten noodig voor de wellland van een Gemeene best, en buiten welks het zelve niet kan beftaan. Waar door de Navale Magt, zo nuttig en dienstig voor de Commercie kan gefouteneert en in flaat gehouden worden- En waar door Fortificatiën, Magazynen, en welke middelen van feeuriteit en defenfie meer mogten zyn behoorlyk onderhouden , en van 't nodige verzorgt kunnen worden. D 2 Wy  C 28 ) Wy zouden hier meer kunnen byvoegen, maar zullen Ons thans met dit weinige vergenoegen, om redites te vermyden, en dat geene niet te repeteren, het geene voormaals by eene gelegentheid als deeze door ons is aangehaald en ter neder gefteld. Hoewel Wy moeten bekennen niet in ftaat te zyn, om telkens 's jaarlyks nieuwe zaaken voor te brengen, zullende het Ons alleen tot een groot contentement zyn eenigzins aan het voorgeftelde einde te hebben voldaan, en zien voldoen. Het is dan dat Wy hebben goedgevonden , den Ordinaris Landsdag wederom voor deezen lopenden jaare 1767 uit te fchryven teegens Maandag die weezen zal den tweeden van de maand February eerstkomende. Verzoekende en ordonnerende UE. Amptshalven, hier af vroegtydig de vereischte kennisfe te laaten toekomen, aan de refpeélive Volmagten van Uwen Bedry ve , ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad, en ter Vergaderinge op het Landfchaps-huis mogen laaten prafent vinden, om na aanhoringe der Propofitie, op de voor te ftellene Poin&en, Petitiën, en andere Stukken , benevens de andere 's Lands Volmagten zodanig meede te helpen delibereren, adviferen, en concluderen, als ten besten van den Staat in 't gemeen, en ten meesten nutte, voorfpoed, en welzyn van deeze Provincie in 't byzonder, in afhanginge van Gods zeegen en byftand verftaan zullen te behoren. Waai  C 29 ) Waar toe Ons verlatende, bevelen WyUE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 7 January 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, E. S. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL. D 3 EXTRACT  C 30 ) EXTRACT uit het Refolutie-Boek der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Vriesland. Donderdag den 8 January 1767. OP het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan, is na deliberatie goedgevonden en verftaan, dat vermits van tyd tot tyd verfcheidene klagten aan Onzen Collegie zyn ingekomen, wegens de inegaliteit der Koornmaten in deeze Provincie, en ten algemeenen nutte derhalven zeer nodig is, dat hier ontrent zo veel mogelyk redres in worde gemaakt, te arrefteeren ende vast te ftellen, gelyk gefchied door deezen, dat alle de Koornmaten over de geheele Provincie , by de gezworene Koornmeters wordende gebruikt, alle jaaren, of uitterlyk om de twee jaaren* ,door de Ytigmeesters yan de Grietenyen en Steden be-  C 31 ) behoorlyk zullen worden geytigd; wordende de refpeélive Geregten van Grietenyen en Steden gelast, hier ontrent de nodige ordres te ftellen; verders den 's Landfchaps Ytigmeester te authorifeeren ende te gelasten , gelyk gefchied door kragte deezes, om behoorlyk toezigt te neemen, en zig te informeeren, of de Koornmaten wel en op de gefixeerde tyd geytigd zyn; wordende dezelve 's Landfchaps Ytigmeester wyders gequalificeerd ende geregtigd, om zo in deezen eenige diiputen mogten ontftaan, als dan eene nameetinge te doen. En zal Extraér, deezes per Misfive aan de Geregten van Grietenyen en Steden werden afgezonden, gelyk meede aan 's Landfchaps Ytigmeester, om te dienen tot Last en Inftruclie. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my J. B. VITRINGA. Edele*  C 32 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! INdien den yver voor de Godsdienst en de liefde van het Vaderland de Inwoonderen van deezen Staat ten allen tyde roepen, om gezamentlyk de Almagtige Hand van den opperften Regeerder van alles, door welke Wy beflaan en bewaard worden, plegtelyk te vieren; zo moeten de omftandigheden , waar in Wy Ons thans bevinden, Ons tot die billyke pligt op een byzondere en dringende wyze aanzetten. Het afgelopen jaar, merkwaardig voor zo veel Volkeren, door de bezoekingen van den Hemel, waar meede die gedrukt of gedreigd zyn, zal altoos voor Ons opmerkelyk zyn, van wegens de zonderlinge en ongemene zegeningen des Allerhoogften. De Vreede, tot hier toe beftendig gebleven , de overvloed met een milde hand over Ons uitgeftort, de zuivere Godsdienst by Ons bewaard, de burgerlyke Vryheid in het midden van Ons bloeyend gehouden, de hoopgevende en luisterryke Voorftander van Onze diergekogte Vryheid, door de Voorzienigheid gefield in de zitplaats van die onfterffelyke Opperhoofden, die de voornaamste Grondleggers zyn geweest van deeze Republyk, Ons goede Land voor rampen en ongelukken bevryd, en Onze Velden verlost van die verderffelyke plaag en befmetting, die een reeks van jaaren den Landman heeft doen zuchten i  ( 33 ) ten; deeze zyn de zegeningen, waar meede het God behaagd heeft zyne goedheid en barmhertigheid aan Ons te betonen, en die een beweldadigd Volk verpligten, om de befchermende en weldoende Hand, van welke die afdalen, te erkennen en aan te bidden. Indien ietwes het genoegen kan verminderen, dat Wy als Leden van een zuivere Kerk, en Inwoonders van een vry Land, beide door de befcherming des Allerhoogsten bedekt, moeten gevoelen, is het zekerlyk de overweging van de menigvuldige zonden en overtredingen , die een ongelukkige ftrydigheid maaken met alle de weldaden aan Ons bewezen; en Wy kunnen niet als beklagen deeze aanwas van die Ongodsdienstigheid, en Losbandigheid, die in haar natuur gefchikt zyn om de gronden van den Burgerftaat te ondermynen, en 's Hemels ongenoegen over een zondig Land te verwekken. Het is derhal ven onder een diepen indruk van de goedertierenheden van den Hemel aan de eene, en Onze onwaardigheid aan de andere kant, dat Wy dienstig hebben geoordeeld wederom uit te fchryven een algemene Dank-, Vast-, en Beede-dag, over alle de geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, teegens Woensdag, die weezen zal den 18 February eerstkomende, om ten zeiven daage in alle de Kerken deezer Landen, den hoogen God aan te bidden en groot te maaken, zyn opperste Gebied en alles regerende Voorzienigheid te erkennen j Ons en Ons Land aan deszelfs E Almag-  ( 34 ) Almagtige befcherming op te draagen, met dankbare herten te loven en te roemen zyne onverdiende goedheid in de bewaringe van de Vreede, Godsdienst en Vryheid, en met belydenis van Onze zonden en ongeregtigheden, te fmeeken om vergevinge van dezelve , en om den byftand van zyne genade tot verbetering en bekering van een zondig Land. En terwyl Wy de Goddelyke goedheid verheffen voor alle de voordelen en zegeningen die Wy genieten, en ootmoediglyk bidden om derzelver aanhoudentheid voor deeze Republycq, zyn Wy ter zeiver tyd verpligt, Onze Gebeden aan den Allerhoogsten op te zenden voor de Hooge Overigheid deezes Lands, dat Hy derzelver Regering wil zegenen en voorfpoedig maaken, dat Hy een zeegen over haare Perfonen en Raadflagen wil uitftorten, en een goede uitkomst verlenen aan alle haare pogingen, tot onderhouding van goede Order, aanmoediging van Deugd, bevordering van de gemene Rust, vermeerdering van de Commercie, en voortzetting van nuttige Konsten en Wetenfchappen ; ten einde de goede Ingezetenen, onder den fchaduw van een billyke Regering , de aangename vrugten van Vryheid en Vreede ongeftoord mogen genieten. De Doorlugtige en beminde Prins, die Onze verwagtinge nu heeft beginnen te vervullen, in het waarnemen van de Hooge Waardigheden van het Erfftadhouderfchap , vordert ook billyk een byzondere plaats in Onze Gebeden ter deezer gelegentheid. Onze ver-  C 35 ) vereenigde fmekingen behoren aan den Allerhoogsten te worden opgedragen , dat 't Zyne Voorzienigheid genadiglyk behagen moge Hem met zyne befcherminge te bedekken, dat de Wysheid van boven alle zyne Raadflagen moge bellieren; dat de liefde van de gantfche Natie, de Kroon moge weezen van zyne loffelyke pogingen, en deszelfs voorfpoed, de vrugt en beloning van zyn edelmoedigen Arbeid, dat Land en Kerk, Godsdienst en Vryheid, onder zyne beftiering mogen bloeyen, dat Hy den hoogsten trap van dit fterflyk leeven moge beklimmen, overladen met zegeningen en toejuichingen van een dankbaar Volk, en geëerd als de waare Vader van zyn Vaderland, ea dat Hy den luister en het aanzien van den Onfterffelyken Naam dien Hy draagd , moge overleveren aan het laatste Nageflagt. Verders moeten Wy in den Gebede gedagtig zyn, en eenen zeegen afbidden over Mevrouwe de Princesfe van Nasfau Weylburg, dat dezelve nog lange worde bewaard in de Goddelyke gunste, en overftort met eene ruime maate van Gods Zegeningen en Weldaden , die in flaat zyn Hoogst dezelve in tyd en eeuwigheid gelukkig te kunnen maaken. Eindelyk zal het Onze pligt zyn, te bidden om den Goddelyken Zeegen over alle de Proteflantfche Kerken door de geheele Waereld, en byzonder over die geen, die in deeze Vereenigde Provinciën zig bevinden , ten einde den arbeid van derzelver Leeraren bevorderlyk moge weezen tot bevestiging van E 2 het  ( 36 ) het Christelyk Geloof, en tot vermeerdering van Godvrugt en Regtvaardigheid, Liefde en eenigheid, en alle die Deugden, die gefchikt zyn, om den Zeegen des Allerhoogsten over deeze Republycq te verwerven van Geflagte tot Geflagte. Alles tot grootmakinge van des Heeren Allerheiligsten Naam , voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. En nademaal Hun Hoog Mog. Ons verzoeken om deezen plegtigen algemeenen uitgefchreven Dank-, Vast- en Beede-dag teegens Woensdag den agtienden February aanftaande alomme tydelyk te willen doen publiceren; Zo ordonneren Wy UE. Amptshalven, denzelven aanftonds te doen bekend maaken ter plaatzen alwaar zulks gebruiklyk is, met last, om ftriél©lyk te verbieden, en ook met 'er daad te doen ophouden allerleye Handwerken en Neringen, mitsgaders het Tappen, Kaatzen, Balflaan, en diergelyke ydele en ergerlyke Exercitiën , op dat dit goed en heilzaam voornemen door geene onbehoorlykheden geturbeert ende verhinderd, en den plegtigen Godsdienst geftoord mag worden, en welke gefchikt zyn, om in plaatze van een gewenschten zeegen, den toorne Gods regtveerdig over een Land en Volk te verwekken. Doende hier af meede ten fpoedigsten advertentie aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. DiftricT; gevonden wordende, ten einde dezelve met  ( 37 ) met allen yver en getrouwigheid, hunne Predicatien, Dankzeggingen ende Gebeden, na den inhoud deezer zo veel mogelyk mogen fchikken en inrigten. Wy verlaten Ons verders op UEds. Vigilantie, en bevelen U Edele, Veste, Lieve, Bezondere m de proteaie van den Almagtigen God. Leeuwarden den 2 February 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. v. SLOTERDYK,Vt TerOrdonnantievanHunE&Mog. H. H. v. WYCKEL. £ 3 P U B L I-  < 38 ) PUBLICATIE Nopens de Vergravinge van Laage Veenlanden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooien leezen, S AL UT; Doen te weeten: Dat aan Ons, door de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal, die by Refolutien van den 15 Maart 1765 en 16 April 1766 gecommitteert zyn geworden, om onderzoek te doen nopens den toeftand der Graveryen in de laage Veenlanden in deeze Provincie, en om middelen te ontwerpen tot voorkominge der Onheylen , die daar door zouden konnen worden veroorzaakt, ter Onzer Vergaderinge gerapporteert hebben, dat zig zo veel mogelyk hadden geinformeert, wat zeederd eenige jaaren omtrent de Vergravinge der laage Veenen aanmerkenswaardig is voorgevallen, en onderzogt, of de ópgegeevene zwarigheden, die daar uit gevreest worden, van dat gewigte zyn, dat daar tee- gens  ( 39 ) gens noodzakelyk ordre dient te worden gefield, en aan "die Vergravingen paal en perk gezet, vervolgens de goede Ingezetenen in derzelver natuurlyke vryheid, om van hunne Veenlanden ten meesten voordele gebruik te maaken, in zo verre verhinderd, dat die niet ten zigtbaren nadele van den Lande verftrekke; en ten dien einde hadden geëxamineert alle de Hukken, zo voor als na Onze Publicatie van den 16 April 17 66 aan Hun Ed. voorgekomen, en in veronderftellinge, dat misfchien deeze of geene Poinélen daar omtrent van dienst zouden konnen worden geoordeeld te zyn, eenige Confideratien kwaamen op te geeven, en alles te vervatten in een omftandiger Rapport, het welk aan Ons fchiïftelyk hebben overgelevert. Welk alles by Ons ferieuslyk overwogen zynde; Zo is V, dat Wy hebben goedgevonden en verftaan , vinden goed en verftaan by deezen, dat, voorbygaande de confideratien en middelen tot belemmeringe in de Vergravinge der laage Veenlanden aan de hand gegeeven, die Graveryen, gelyk als te vooren, zullen zyn en blyven opengelaten, en dat nopens de Confignatien tot verzekeringe van de Florenen op zulke Landen leggende, zal worden geperfifteert, zo als geperfifteert word door deezen, by de ordres, daar op by fuccesfive Placaten en Publicatien gefield. En op dat dit alles moge koomen ter kennisfe der goede Ingezetenen , en niemand daar van onkundig blyve, zo verzoeken en ordonneren Wy allen Geregten in Grietenyen en Steden, deezen alomme te doen publi-  C 40 ) publiceren en affigeren ter plaatzen, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 2 Maart 1767. H. W. v. ALTENA/1 TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Je. v. S M I NIA. N O T I-  C 4i ) NOTIFICATIE DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, 5 AL UT; Doen te weeten: Alzo Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau Erf-Jladhouder &c. &c. &>c. aan Ons by Misfive van den 27 January laastleden heeft gelieven kennisfe te geeven, dat, nadien Hoogst denzelven is voorgekomen, dat, tot eviteringe van inconvenienten, welke in de Collegien der Nederregters binnen Onze Provincie, uit hoofde van de uitlluytinge der graaden van Affiniteit of Zvvagerfchap, by het Reglement Reformatoir op de Regeringe, door wylen Zyne Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader, Hoogstzal. ged., op den 21 December 1748 geftatueert, welligt zouden konnen refulteren, dienstig en noodig zoude zyn, dat zekere benigne interpretatie, op dit refpecl doorgaans gerecipieert, en reeds ten aanzien der Steden LeeuwarF den  ( 42 ) den en Dockum, door Hoogstged. Zyne Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader , en door Zyne Doorlugtigste Hoogheid zelve refpeétive ingevoert, ook verder en alomme, in de Steden en plaatzen van Vriesland geintroduceert en aangenomen mogte worden, Zyn Doorlugtigste Hoogheid goedgevonden heeft, by interpretatie en Ampliatie van het 34fte Art. van het voorfz. Reglement Reformatoir, aldus luidende: In de Nedergeregten zullen geen Vader en Zoon of Schoonzoon, nog twee Broeders of Zwagers te gelyk mogen worden geadmitteert, als nu te verftaan en te verklaren, zo deede door deezen, dat in het flot van het gemelde Art. voor geinfereert zullen moeten worden gehouden de woorden : zo lange de band des Huwelyks, waar door de Affiniteit tusfchen Schoonvader en Schoonzoon, of tusfchen twee Zwagers word gecontr aft eert, is fubfijï erende. Met verzoek, datWy de nodige voorzieninge wilden doen, ten einde het gunt voorfchreven is, by Notificatie aan een ygelyk, daar en zo des behoord, bekend werde gemaakt; Zo is dat Wy om te voldoen aan de falutaire intentie van Hoogstgedagte Zyne Doorlugtigste Hoogheid, hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen, dat, op dat niemand onkundig blyve of ignorantie zoude konnen voorwenden van de interpretatie en ampliatie, door Hoogst denzelven aan het 34fte Art. van het Reglement Reformatoir van Regeringe den 21 December 1748 gearrefteert, gegeeven, zulks alomme op de gewone wyze zal worden  C 43 ) den gepubliceert ende geaffigeert ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 3 Maart 1767. H. W. v. ALTENA,VtTerOrdonnantievanHunEdMog. Je. v. S MI N I A. F 2 PLACAAT  ( 44 ) PLACAAT Ter vastftelling der Middelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat terwyle geen Gemeene-best kan beftaan zonder heffinge van Geldmiddelen, bekwaam om op te leveren de kosten, die vereyscht worden, zo tot beftieringe als tot befcherminge van Land en Volk, Wy naar examinatie van de Balance van Middelen en Lasten, door deHeeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal opgemaakt, en ter onzer deliberatie gebragt, hebben goedgevonden en verftaan , vinden goed en verftaan bv deezen, dat alle de Middelen van Contributie en Confumtie, die in het lopende jaar geheven worden, wederom voor het volgende jaar, lopende van den i May 1767 tot den laatsten April 1768 ingefloten, op den zei ven voet zullen worden gecontinueert, en overgebragt aan dezelve 's Lands Comptoiren, waar op voor tegenwoordig zyn geasfigneert. Dat vervolgens de Cohieren van de Reële en Perfonele Goedfchattinge als te vooren zullen worden opgemaakt, en de Liquidatie van het geen op 't Reële zal zyn betaald, teegens het Perfonele mogen gefchie- Dat,  C 45 ) Dat, zo wie zig bezwaard vind by de fomme, met welke op de Cohieren der Perfonele Goedfchattinge is aangeflagen, en zig onder corporelen Eede wil doen verminderen, tot Doleantie zal worden toegelaten op het Formulier daar toe voor lange vastgefteld, en hen daar toe moeten aanmelden aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, zo op of boven de 4000 Guldens (taan, op den 3 of 4 Augusty eerstkomende op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, dog zo hun aanflag minder is, aan het Geregte van dat Diftrift, op welker Cohier gevonden worden, op de daagen in yder Grietenye of Stad daar toe te bepalen. En op dat niemand hier van onwetende blyve of onkunde moge voorwenden, zal van deezen ter gewoner plaatzen op de gebruikelyke wyze publicatie en affixie worden gedaan. Aldus gedaan, gerefol veert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 11 Maart 1767. H. W. v. ALTENA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S M IN IA. F 3 EXTRACT  E X T R ACT uit het Refolutie -boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. ZYnde ter Vergaderinge geproponeert, dat uit het groot en gedetailleeri Rapport, den 6 Maart 1764 gedaan, door de Heeren by Hun Ed. Mog. Refolutien van den 31 May 1759 en 5 Maart 17Ó1 tot het onderzoek van den toeftand der 's Lands Fiorenen gecommitteert, geblykt, dat in verfcheidene Grietenyen en Jurisdiclien der Steden, Landen gelegen zyn, die voormaals geabandonneert, aan de Provincie weegens de groot bezwaardheid van Floreen opgedraagen, en by dezelve voor Infolvent aangenomen , en tot nog toe niet weeder verkogt zyn, en dus ten laste van den Lande gebleven; en in Consideratie gegeeven, of het niet nuttig ja ten hoogsten noodzakelyk zoude zyn, dat tot verkopinge van zulke Landen ordre worde gefteld; en verders informatien genomen omtrent zulke Landen, als boven de vorige nog geabandonneert en opgedragen, maar voor als nog niet Infolvent verklaart zyn geworden, op dat na bevind van zaaken, ook daar omtrent moge worden gedifponeert. Hebben Hun Ed. Mog. zig met het gedane voorftel geconformeert, en de Verkopinge der gedagte Vastigheden gearrefteert, en is voorts goedgevonden en verftaan , dat, om in deezen met alle omzigtigheid te werk  C 47 ) werk te gaan, en voor te koomen, dat niet» als by vorige Verkopingen veele Florenen ten laste van den Lande blyven, het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten zal worden gelast, zo als gelast word by deezen , in te eifchen van de refpective Geregten van Grier tenyen en Steden, naukeurige opftellen van alle zodanige Landen in hunne Diftri&en gevonden wordende» met aanwyzinge des Naastlegers en andere kenmerken, met byvoeginge van de Floreen-lasten daar op leggende , en betaald moetende worden, zo in de Grietenye, Stad of Dorp fchieten: en met opgave van hunne Confideratien daar omtrent, en wel particulierlyk te adviferen, of by deeze Verkopinge niet eenige Florenen, die by vorige Verkopingen geheel ten laste van den Lande zyn gebleven, als ligte lasten konnen geaffecleert worden, op de nieuw te verkopene Landen. En word welged. Collegie verzogt, na zulks van derzelver bevindinge aan Hun Ed. Mog. rapport te doen, ten einde tot deeze Verkopinge de finale ordres mogen worden gegeeven. Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis den 12 Maart 1767. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my F. v. ALEMA. Veste,  C 48 ) Veste, Lieve, Bezondere! DE Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie by Hoogst derfelver Refolutie van den 11 Maart jongstleden , de Verkopinge der Landen en Vastigheden , aan de Provincie opgedragen, en voor Infolvent aangenomen, gearrefteert hebbende, waar van Wy UE. hier neevens een Extraft toezenden; Zo is 'r: Dat Wy U E. door deezen verzoeken en Amptshalven ordonneren, om een naukeurig opftel aan Onzen Collegie over te zenden van alle zodanige Landen in UE. Diftriór. of Stad gevonden wordende, met byvoeginge van de Requifiten in de Staats - Refolutie zelve vervat, omme zulks ingekomen zynde, van Onze bevindinge te kunnen Rapport doen, ten einde tot deeze Verkopinge de finale ordres mogen worden gegeeven. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van Godt Almagtig. Leeuwarden den 21 Maart 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. PLACAAT  C 49 } PLACAAT Dienende tot Renovatie van vorige geëmaneerde Placaten teegens de Vagebonden, Bedelaars, Huisbrekers, &c. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , Graaf van Catzenellebogen , Vianden, Dietz, Spiegelberg, Buur en, Leerdam en Kuilenburg; Marquis van Veere en Vlisfingen; Heer en Baron van Breda, Beilfein, der Stad Gr ave en Lande van Kuik, Liesveld, Diest, Herstal, Cranendonk, Warneton, Arlay, Noferoy, St. Vith, Daasburg, Polanen, Willemftad, Niervaart, Tsfelflein , Bredevoort, Steenbergen, St. Maartensdyk, Geertruidenberg, Turnhout, Zevenbergen, de Hooge en Laage Zwaluwe, en Naaldwyk; onafhaMyk Heer der Vrye en Souveraine Heerlykheid Ameland; Erf-Burggraaf van Antwerpen en Befancon; ErfMarfchalk van Holland; Erf-Stadhouder, Erf-Gou- • verneur, Erf-Capitein Generaal en Admiraal van de zeeven Vereenigde Nederlanden; als meede Erf-Capitein Generaal en Admiraal van de Unie; mitsgaders Ridder van de Kousfeband, &C. fi?c. £?c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: G Dat  C 50 ) Dat Wy op fpeciale last en authorifatie van de Ed» Mog. Heeren Staaten deezer Provincie, aan wien van weegens de Heeren Raaden in den Hove Provinciaal in Confideratie was gegeeven, om het Placaat van de Vagebonden, Bedelaars en Huisbrekers op nieuw door de Provincie te laaten publiceren en affigeren, vermits de ftraffen, bezonder op de laatste gefield, zwaar zyn, en het nu en dan wel voorkoomt, dat de Ingezetenen van dat Placaat en die Wet geene genoegzame kennisfe draagen; Zo is V, dat Wy om aan de welmeininge der Heeren Staaten te voldoen, hebben goedgevonden te renoveren, gelyk Wy doen door deezen, het Placaat door Hun Ed. Mog. gearrefteert op den 11 Oétober 1713 j waar by te kennen geeven geinformeert te zyn, dat by continuatie veele Perfonen nagts en daags door het Land loopen te bedelen, en niet alleen groote en baldadige ftoutigheden pleegen, maar ook op publycque plaatzen, Straaten en Heere weegen, de pasferende man , en andere zig op dezelve bevindende , aantasten, infulteren, beroven en mishandelen; dat ook eenige zig niet ontzien, om of met geweld in de Huizen in te breeken, of op een bedekte en behendige wyze in de Huizen in te fluipen, zig daar te verbergen, met oogmerk om te fteelen, of andere kwaade voornemens uit te voeren, waar door de goede Ingezetenen niet alleen gevaar loopen, om van haare goederen te worden berooft, maar ook de veyligheid die een yder zo op publycque weegen en Straaten 9 als particulierlyk in zyne Huizen behoord  C 5i ) hóord te genieten, word geturbeert, verbroken en weggenomen; Derhalven Hun Ed. Mog. noodig hebben geoordeelt daar teegens te voorzien, en niet alleen te infifteren den inhoud van Hoogst derzelver Placaten in datis den 22 February 1698, den 19 July 1704, en den 3 Augusty 1710 teegens de Huisbraken, en het vageren van Bedelaars geëmaneert, deZelve daar by houdende vernieuwt, als ofze van woorde tot woorde waaren geinfereert, maar ook daar te boven op nieuws te ordonneren en ftatueren. Dat alle de geene die zig verftouten, om op publycque plaatzen, Straaten, of Heere weegen ymand te infulteren, aan te tallen, te beroven, of anderzins te mishandelen, daar over zonder eenige conniventie op het aller rigoureuste aan Lyf of Leeven , na omftandigheid van haare misdaden zullen worden geftraft. Dat meede de geene die zig ter fluyp, en op eene bedekte wyze in de Huizen begeven , en zig aldaar verbergen om te fteelen, of andere kwaade desfeinen uit te voeren, dog daar binnen zynde by daage ontdekt worden, of anderzins nog by daage zig zeiven aangeven en openbaren, daar over aan Lyf of Leeven, na exigentie en omftandigheid van zaaken geftraft zullen worden. Maar dat de zulke, die zig in de Huizen verborgen houden tot na Zonnen ondergang, om by G 2 nagt  C 5* ) nagt haar flag waar te neemen, haar perfonagie te fpeelen, en mogelyk het een of het ander funest en moordadig fchelmftuk aan te rigten, zo wel als de Huisbrekers, zonder eenige conniventie, met de Dood zullen worden geftraft. Gelyk meede de goede Ingezetenen de vryheid word gegeeven, om zig teegens zodanige Perfonen, die na Zonnen ondergang in haare Huizen gevonden zullen worden, even gelyk als teegens Huisbrekers, het zy dezelve gewapent of ongewapent zyn , onbekommert te opponeren, en dezelve af te weeren, zonder voor den uicflag aanfprakelyk te weezen, fchoon ook zodanige Perfonen na Zonnen ondergang in Huis gevonden zynde , gewond of zelfs gedood mogten worden. Ordonnerende aan alle Grietslieden en Magiftraten, niet alleen om deezen Placate alomme te laaten publiceren en affigeren, maar ook wel bezonderlyk om den inhoud deszelfs, mitsgaders die van Hun Ed. Mog. Placaten van den 22 February 1698, den 19 July 1704, en den 3 Augusty 1710 punólueelyk te executeren , en te doen executeren, zonder daar van eenigzins te blyven in gebreke; wordende dit Hun Ed. Mog. Placaat alleen gerenoveert en wederom gepubliceert en geaffigeert ten dienste van den Lande, tot gerustftellinge der goede Ingezetenen, en was't mogelyk  C 53 ) gelyk tot affchrik der kwaadwillige, weegens de zwaarte der ftraffe. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden den 21 Maart 1767. G F B. T. SCHWARTZENBERQ en HOHENLANSBERG, Vt- TerOrdonnantievanHunEd.Mog. H. H. v. W Y C K E L, G 3 Vestea  C S4 ) Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden ingevolge de Refolutie eri welmeininge der Heeren Staaten Onze Principalen, U E. aan te fchryven, en daar door te gelasten, om de Generale Ontvangers in U E. Diftrict wederom te ordonneren de betalingen van 's Lands Middelen in te rigten, na de Refolutien cler Ed. Mog Heeren Staaten van den 12 Maart van de jaaren 1765 en 1766, waar van aan UE. als toen Extract is toegezonden, en de Penningen ingevolge dien, aan de Refpective Comptoiren van de Provincie over te brengen, by poenen daar inne vermeld; als ook de Collecteurs van het Gemaal, Beestiaal, Turf en Brandhout; verders word UE. nog verzogt ende gelast, om de particuliere Collecteurs van UE. Diftricl of Stad voor zig te roepen, en dezelve als dan te ordonneren, eene zuivere ftaat van hun Ontvang alle twee of drie maanden refpeclive aan de Generale Collecteurs te overhandigen, gelyk zy ingevolge vorige genomene Refolutien aan den Commis verpligt zyn te doen; wordende eindelyk de Generale Collecteurs geauthorifeert, om binnen den tyd van veertien daagen, de ontvangene Penningen van de gebrekkige Collecteurs met executie te innen. Waar  ( 55 ) Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 21 Maart 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. PLACAAT  C 56 ) PLACAAT DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te weeten: Dat in Onze Vergaderinge is geproponeert, dat op zommige plaatzen in deeze Provincie dagelyks groote Excesfen worden begaan in het rooven en fteelen van Birken, Elfen, en andere Boomen, ten grooten nadeele van derzelver Eigenaren , en dat dit kwaad van dag tot dag meer en meer toeneemt, en derhalven noodig zoude zyn, daar teegen te waaken, en na maate van het vermenigvuldigen deezer misdaden de posnaliteiten, daar teegens gefteld ook meede te vermeerderen, en tot affchrik van het pleegen van diergelyke feyten te verzwaren, tot confervatie van de Bosfchen, Wallen en andere Plantagien in deeze Provincie; En dat Wy daarom, na het innemen van de Confideratien van de Heeren Raaden in den Hove Provinciaal, en het hooren van de nadere gedagten der Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, en dus na ferieufe deliberatie hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, te arrefteren de navolgende Articulen. . . t Dat  C 57 > I. Dat niemand, zelf geen Meyerluiden, zonder fchriftelyk verlof of permisfie van den Eygenaar, zal vermogen, Bezemrys of zogenaamde Knypers te fnyden, nog tot eenig ander gebruik de Boomen in Bosfchen, Wallen, op publycque Weegen of elders ftaande, van haar Rys, Takken of Stammen te beroven, om des voordeels wille, by poene van by den Hove Provinciaal, na bevindinge van zaaken, arbitralyk geftraft te worden. II. Dat het voorfchreven fchriftelyk verlof of permisfie niet langer van kragt zal zyn , dan de tyd van het lopende jaar , waar in de Permisfie-cedulle verleend en vertekend is; uitgezonderd dat de permisfie aan de Meyerluiden zal duuren tot herroepinge van de Eygenaars der Landen. III. Die eenig jong Plantzoen, 't zy Eyk, Birk, Esk, Els, Beuk, of van wat zoort van Boomen ook mag zyn, van zelvs uit afgevallen zaad opgekomen, uit eens anders Bosch, Land, Wal of Grond fteelt, zal met een of twee jaaren Bannisfement in het Tuchthuis, na exigentie van zaaken, geftraft worden. H IV. En  C 58 ) IV. En indien ymand zig zo verre te buiten ging, dat gezaaide of geplante Boomen , zonder onderfcheid van zoorte of grootte, buiten toeftemminge van den Eygenaar wegnam, zal met Geesfelinge en Bannisfement in het Tuchthuis worden geftraft, ten waare het Hof, wegens de geringheid van het geftolene of om andere redenen, bewogen wierde, den Delingquant met Bannisfement in het Tuchthuis, zonder voorgaande Geesfelinge, te ftraffen. V. Dat niemand zonder fcbriftelyk verlof of permisfie van den Eygenaar of Meyerluiden der Landen en Ondergronden de Rusfchen, daar op ftaande zal vermogen te fnyden, of van daar weg te neemen, by pcene van bevonden wordende, zulks gedaan te hebben, daar over ter arbitrage van den Hove, naar exigentie van zaaken, zelf met Bannisfement geftraft te worden. En op dat een ygeïyk hier van moge worden gewaarfchouwt, en niet onkundig blyve, nog eenige onkunde voorwenden, zal dit Ons Placaat allomme worden gepubliceert ende geaffigeert ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen, want Wy  ( 59 ) Wy zulks ten nutte der goede Ingezetenen alzo verftaan te behoren. Aldus* gerefolveert ende gearre- fleert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 8 May 1767. H. W. v. ALTENA,Vt TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Je. v. S M I N IA. H 2 PUBLI,  C ÖQ ) PUBLICATIE Der Veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat op het Rapport der Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal, hebbende met Commisfarien van Onzen Collegie der Heeren Gedeputeerden de revifie gedaan van de Ordonnantiën op de Impofitien, en na ingekomen advis en hooge Confideratien van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-ftadhouder, hebben goedgevonden en verftaan in dezelve Ordonnantiën deeze Veranderingen te maaken. LAKENEN en KRAMERYEN. Pag. 79. Vermits het verfchil van den Impost op Lakenen en Krameryen is weggenomen , zo is het 6de Articul dus geftelt: Zo de Hooft-Commis, Commifen of Cherchers geen genoegen neemen in de aangeving der Lakenen en Kramer yen, zullenze het regt hebben, van  ( 6-1 ) van die na zig te neemen voor de aangegeeven prys, mits dien verhogende met den negenden penning, zonder weegens Vragten en Omgelden iets meer te voldoen. HAVEN SPECIËN. Pag. 87 is agter deeze Ordonnantie gezet een 16de Articul: Van Plat Lood en Looden Pypen van de honderd ponden vyf Stuyvers. ZOETE WAAREN. Pag. 94 is het aifle Articul in deeze woorden begrepen: De Tarra der Vaten en Kisten, waar meede de Zoete- Waar en, en de Tonnen, waar meede de Asfchen worden ingevoert, zal nooit hooger mogen worden gerekend als op tien ten bondert. Pag. 98 is agter aan het 32fte Articul aangevoegd: Mits daar omtrent met malkanderm confererende, en den een niet boven den anderen bezwarende. ZOETE WYNEN. Pag. 105 was in het 17de Articul een abuis ingeflopen, en is daarom dit Articul dus gefield: Van een ton Bier, binnen de Republycq gebrouwen vyf Gulden vier Jluyvers, . > H 3 TABAK,  C 62 ) TABAK. Pag. 112 is op de vyfde regel van het 2de Articul het woord Tarra weggenomen. Pag. 117 is agter het 19de Articul dit volgende gevoegd: Op de Requeste van Stephanus en Anne Stephani in Comp. te Harlingen , is aan de Supplianten geaccor deert, om in hun vry Pakhuis van Brandewyn ook Tabak te mogen op/laan, zonder die ten Colletfe aan te geeven, dog onder dezelve Conditiën en Precautien, als die vryheid by Refolutie van den 14 Maart 1763 aan den Koopman Rienk Visfcher is verleend geworden, mits by den op/lag en uitzettinge werde gëèmployeert een Stads Bode in plaats van een Staate Bode. BEESTIAAL. Pag. 125 zyn de woorden mits de pakkinge Be. al wat op die pagina ftaat geroyeert, en is op de voorftellinge van eenige Koopluiden het volgende Reglement in plaats gezet: A. Die Rundvleesch in tonnen wil pakken, met oogmerk om, na de bewezen uitvoert, eene pramie te genieten, zal daar toe geen Vleefch van Bullen, grove Osfen, zieke, magere of gortige Beesten mogen gebruiken, maar dat van andere vette Beesten, die ten minsten op het vierde  C 63 ) de gras hebben gegaan, en van zulken waarde zyn, dat de gewoone Lands Impost van yder Beest niet minder dan vyf Car, Gulds. bedraagt. Zullende de Slaagers f elkens in een boete van 20 Car. Gulds. vervallen, indien zy een Beest gortig bevindende, daar van geene kennisfe aan dei) Eygenaar hébben gegeeven. B. De Eygenaars van zulke vette Beesten zullen dezelve ten ColleSte moeten aangeven en den Impost daar van betalen, alles even eens gelyk zulks in 's Lands Lyste op bet Beestiaal, aangaande bet geflagte Rundvee is bepaalt , en boven dien gehouden te verklaren, dat zy voornemens zyn, om het Vleesch van 't aangegeeven Beest of Beesten ten bovengemelden einde, in tonnen te willen pakken , en daar na te moeten melden den naam des Perfoons in wiens buis de flagting zal gefchieden. C. De inpakkinge zal werden gedaan in gehele, halve of quart tonnen, zodanig, dat de gehele tonnen bevatten 220 ponden Vleesch, de halve en quart en naar evenredigheid. Zullende de weginge, alleen met betalinge der helfte van 's Lands Waagregt, door de Pakkers in het buis, alwaar de jlagtinge is gefchied, worden gedaan. D. Tot de inpakkinge van dit Vleesch zullen geen Haring- , Olye-, nog andere jlegte vaten of tonnen mogen worden gebruikt, maar zullen dezelve van goed Eiken bout moeten worden gemaakt, welkers duygen ten minsten drie vierde duym dikte hebben; voorts zal yder bodem niet  C 04 ) niet meer dan uit drie Jlukken mogen zyn te zaamen geJteld, daar en boven zullen zy beneden vol, en van bo ven met vier en vier boepen moeten zyn voorzien. E. De inpakkinge zal moeten gefcbieden door twee bekwame Pakkers, die door de Officieren en Magiftraten zullen worden aangefteld, en onder folemnelen Eede gebragt, datze dit Reglement, zo veel ben betreft, nauwkeurig zullen nakomen, by poene, om in cas van overtredmge als Meinedige te worden geftraft, met authorifatie op voorfz. Geregten in Grietenyen en Steden, om yder in bun Diftritl zo veel Pakkers by voorraad aan te (lellen en te beëdigen als noodig agten. F. Deeze Pakkers zullen nog bet Jaar, nog de Halspukken, nog de einden der Beenderen Qzo als men hier gewoon is, de Beesten aan de balk te hangen} ter lengte van twee bandbreedtens meede in de tonnen mogen zetten en verpligt zyn, alle moeyten aan te wenden, om te maaken, dat m yder ton evenveel best en minst Vleesch van bet overige der zyden word gepakt, zonder toe te laaten, dat daar omtrent eenige de minste uitzonderinge van beste Jlukken word gedaan. G. Dezelve zullen bet zetten in tonnen, benefens bet zouten van dit Rundvleesch tot genoegen van de Evenaars moeten doen, maar tot yder gehele ton niet minder dan elf maaten goed Zout mogen gebruiken, en tot de halve en quart tonnen na evenredigheid. II. Het  ( 6S ) H. Het Vleesch getont zynde, zullen de ton of tonnen ten minsten drie daagen daar na in tegenwoordigheid der Pakkers worden toegekuypt, ten waare deeze bemerkten, datter in de gedane inpakkinge verandering waare gemaakt, in welk geval zy verpligt zullen zyn, van het voorgevallene kennisje te geeven aan den Commis van het Dijlrict, of aan de Cherchers ter plaatze. I. De tonnen toegekuypt zynde, zullen niet weder mogen zvorden geopent, dan alleen in gevalle eenig bederf aan het Vleesch of Peekei word befpeurt, wanneer de openinge zal mogen gefchieden in tegenwoordigheid van de Pakkers, of, by hun afwezen ter prcefentie van den Dorpregter of Cherchers. K. Die anderzins de tonnen opent, daar uit een of meer beste Jlukken neemt, en dezelve in het geheel niet of met minder zoort van Vleesch weeder aanvult, ofte in 't gemeen in eenig ander Articul van dit Reglement bedrog pleegt, zal vervallen in de boete van 150 Guldens op yder misdaad, en op yder ton, het zy gehele, het zy halve of quart ton, boven de vergoedinge der fchaade, die daar door mogte zyn veroorzaakt, van welke boete de Ontdekker en Aanbrenger, hy zy Ingezeten, hy zy Bui• tengezeten deezer Provincie zonder onderfcheid, de helfte zal genieten, en de zuederhelfte by den Officier die de Calange doet, en de Armen ter plaatze zvorden gedeelt. I L. De  C 66 ) L. Z>e Eygenaars van het getonde Vleesch zullen aan de F akkers weegens hunnen gedanen arbeid, voor yder gehele ton zes Stuyvers, voor een halve ton vier Stuyvers, en voor een quart ton drie Stuyvers betalen. M. Dog, op dat door onverhoopte laage pryfen van de Runderbeesten, den Laudfcbappe geen fchaade werde toegébragt, zal niemand grooter fomme aan pramie worden toegeflaan, als de fomme van den betaalden Impost van zulk Rundvee word bevonden te bedragen. N. En word op gelyken wyze meede aan die geen die verscó ge/lagen dog ingezouten zyden Spek koomen uit te voeren, geaccor deert, dezelve pramie van vyf tig Stuyvers op de 220 ponden, grotere en kleyndere quantiteiten naar advenant; waar omtrent by vervolg van tyd, naar ïevmdwge van zaaken ook een Reglement zal zvorden geformeert. GEMAAL. Pag. 127. In de Publicatie van den 22 May iy66 was m het 2de Articul abufive gezegt, dat van yder zak Boekweyt tot brouwen betaald word 1 - 18 - o en moet zyn 2 - 7 - o , gelyk in de herdrukte Ordonnantie flaat. En op dat niemand hier van onkundig zy, of onwetenheid moge voorwenden, zal deeze alomme op  C 67 ) op de gewone wyze en plaatzen werden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 8 May 1767. H. W. v. ALTENA,Vt' Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je, v. SMINIA. Ia PÜBLI-  C 68 ) PUBLICATIE Nopens de vergoedinge van Rest- cedullen van posten, by het Groot Rapport van den 6 Maart 1764 Infolvent verklaart. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat Wv na gehoord en geëxamineert te hebben het Rapport'van de Heeren Onze Gecommitteerden in het Minder getal, volgens Refolutie Commisforiaal van den 14 Maart jongstleden, in overweginge hebbende genot men het voorftel, op den laatst gehouden Ordinaris Landdag gedaan, of namelyk niet dienstig zoude weezen, dat de Gecommitteerden tot het zuiveren der lnlolvente Floreen-resten Brouwer en Nauta wierden gequalificeert, èn by Staats-RefoJutie geauthorifeert, om  C 69 ) om de Floreen-resten te zuiveren van zodanige Floreenen, als by het Groot Rapport van* den 6 Maart 1764 door de Commisüe als Infolvent zyn opgegeeyen, en door Ons by Refolutie van den 13 Maart daar aan volgende voor Infolvent aangenomen, geconüdereert hebben, dat dit voorftel noodzakelyk in alle zyne omHandigheden en gewigtige gevolgen dient te^ worden overwogen, en zo algemeen, en zonder eenige bepalinge, niet kan worden werkftellig gemaakt, vervogens goedgevonden en verftaan, dat by Publicatie alle de houders van zodanige Rest-cedullen zullen worden geordonneert, zo als geordonneert worden by deezen , zig te addresferen aan de voornoemde Gecommitteerden Brouwer en Nattta, aan dezelve hunne pretenfien op te geeven, en te bewyzen, of en welke devoiren tot invorderinge van die Resten ter behoorlyker tyd zyn aangewend, en dat dezelve Gecommitteerden by deezen zullen worden gelast, om van de hun opgegeevene Floreen-resten, op den voet als voor deezen meermalen is gepraftifeert, ordenteIvke befognes te maaken, en die met hunne mformatien en confideratien aan Ons by bekwame gelegentheid over te leveren, om nader geëxamineert, en daar omtrent gerefolveert te worden tot vergoedmge ot arwyzinge na bevindinge van zaaken; Ten welken eynde aan dezelve Gecommitteerden een exemplaar van deezen zal worden ter hand gefteld. En op dat de inhoud daar van aan een yder werde bekend, en het voorgeven van ignorantie werde beX 3 nomen,  ( 7o ) nomen, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 May 17f57. H. W. v. ALTENA/1TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Je. v. S MI NI A. P ü B L I-  C 7i ) PUBLICATIE Tot de Vrye Uitvoer van Hooy en Stroo uit deeze Provincie» WILLEM de Vde , by der gratie Gods Trinet van Orange en Nasfau , &c. fipc. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie, by Hoogst derzelver Refolutie van den 12 May jongstleden hebben gerefolveert, dat het Verbod van den Uitvoer van Hooy en Stroo uit deeze Provincie na elders zal worden ingetrokken, en het zelve van die tyd af hebben gepermitteert, en Onzen Collegie geauthorifeert ende gelast hier van publicatie te doen» Zo is % dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mogwelmeininge en last te voldoen, aan alle en een ygelyk kennisfe geeven, dat van nu af aan een yder word gepermitteert, en de vryheid gelaten om Hooy en Stroo buiten deeze Provincie na elders te vervoeren, zon-  C 72 ) zonder eenige reftriótie of bepalinge, tot kennelvk wederzeggen van de Heeren Staaten onze Principalen , of van Ons daar toe gelast zynde. En op dat niemand hier van ignorantie zoude hebben, die meent by deeze gegeevene vryheid geintresleert te zyn, zal deeze op de gewoone wyze en plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden den 15 May 1767. H. W. v. PLETTENBERG,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Moo- O* H. H. v. W Y C K E L. EXTRACT  ( 75 ) EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. 1T\E Heeren Gecommitteerden \_J in het Mindergetal hebben ter Vergaderinge der Heeren Staaten van Vriesland gerapporteert, dat, volgens herhaalde Refolutien van Hun Ed. Mog., en bezonderlyk die van den 10 Maart jongstleden, met Commisfarien van 's Lands Rekenkamer hadden gebefoigneert tot onderzoek van het Reglement op het regt van Collaterale fuccesfien, den 22 Maart 1722 gearrefteert, en nagezien de nadere uitleggingen en byvoegzelen van tyd tot tyd by fpeciale Reiolutien daar by gedaan, vervolgens ontworpen een vernieuwt Placaat, behelzende een Reglement, waar na dit middel in het vervolg aangegeeven, betaald en ingevorderd zoude worden, het zelve ter examinatie en goedkeuringe van Hun Ed. Mog. brengende. En dat by die gelegentheid ook in ernstige overweginge hadden genomen eene refcriptie van de Heeren Staaten van de Provincie van Holland en Westvriesland, in dato den 26 Juny 1750 op eene Misfive van Hun Ed. Mog. van den 15 May daar te vooren, waar by Hooggedagte Heeren Staaten verklaren, dat van K alle  C 74 ) alle Hollandfche effecten van wat natuur dezelve zyn door Buitengezetenen nagelaten, en wederom by Buitengezetenen by verderf in Collaterali Jinea wordende geerft, het regt van Collaterale fuccesfie moet worden voldaan aan derzelver Provincie, ingevolge de Ordonnantie, op dit middel den n Maart 1723 aldaar geëmaneert, en wel van het tweede Articul van dien, alwaar byna in fine gezegt word: En zal deezen Impost moeten betaald worden van alle goederen, die m deeze Provincie gelegen, of f huis behorende zyn, alJchoon dezelve toekomen aan'Buitengezetenen; als meede volgens het negende Articul, dicterende: dat zo een Jlerfhms gevallen is buiten de Provincie van Hollanden IVestvnesland, het aangeven dier goederen moet worden gedaan ter Secretarie van de plaats daar de Regtverkrygende woont, en NB. zo die ook een Buitengezeten is, daar het goed gelegen is, of het inkomen van dien betaald word; En dat derhalven van de obligatien, ten laste van de Provincie van Holland lopende, en gevonden in een Boedel in Vriesland vervallen, en op Vriefche Ingezetenen gedevolveert, egter het regt van Collaterale fuccesfie in Holland en Westvriesland moet worden voldaan; te meer om dat deeze Impofitie is een Reële last, waar meede de goederen in cas van verfterf zyn bezwaard. Dat zy Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerden in het Mindergetal en Rekenkamer, na ferieufe befchouwinge van het geavanceerde door de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, bevonden, dat zulks alles  C 75 ) alles op folide gronden {leunde, en geenzins van onredelykheid mogte worden geaccufeert, dog dat die eelegde gronden eeven van het zelve gewigt zyn, ten aanzien van de Provincie van Vriesland, en vervolgens aanleidinge en billyke redenen uitleveren, om dat voorbeeld na te volgen, en insgelyks te Hameren, dat het regt van Collaterale fuccesfie meede aan deeze Provincie zal moeten betaald worden van alle de goederen, in Vriesland gelegen, of aldaar te huis behorende, alfchoon dezelve toebehoren aan Buitengezetenen, en van Buitengezetenen op Buitengezetenen bv erffelyke Collaterale fuccesfie devolveren, en dat Hun Edln. , met dat vooruitzigt, het voorgemelde Concept nieuw Reglement daar na hadden gefchikt. Waar op gedelibereertsynde, hebben Hun Ed. Mog. de Heeren derzelver Gecommitteerden in het Mindergetal en Rekenkamer voor hunne genomene moeite en gedane rapport bedankt, en zig met de gedane voorflag geconformeert; en is vervolgens, na ingenomen hoog advis van Zyn Dood. Hoogheid, goedgevonden en verllaan, te refolveren en te ftatueren, zo als gerefolveert en geftatueert word mits deezen, dat van nu voortaan van alle Vastigheden, Obligatien ten laste van deeze Provincie leggende, en alle andere Vriefche effeden, of aldaar te huis behorende, van wat natuur dezelve ook mogen zyn, door Buitengezetenen nagelaten, en wederom aan In-of Buitengezetenen in Collaterali linea by verflerf devolverende, het regt van Collaterale fuccesfie zal moeten worden 6 K 2 vol-  C 76 ) voldaan aan de Provincie van Vriesland, met den twintigsten penning van alle de Vastigheden van Hui zen en Landen daar binnen (taande of gelegen en met den veertigsten penning van de Landfchaps Obligatien en andere Vriefche effeften, en dat dèErfeenamen, Legatarifen, en andere Regtverkrveers het Sterf huis is gevallen buiten de Provincie van Vries SVJr aan2evinp d* geacquireerde goederen, en it 'rn^ ^ defZCnJmV°st> binne» ee* jaar na het afflerven van den Erflater, zullen moeten doen er plaatze, daar de Regtverkrygende woont, zo een Ingezetenen van de Provincie is f of het inkomen van dien word betaald of gerekent word betaald te warden, fchoon gemaksnalven elders betaald worden, zo dat de aangevinge en betalinge wegens Obligatien ten laste van Vriesland moet geichieden te Leeuwarden" fchoon de Intresfen tot gemak der Crediteuren gemeen lyk elders worden voldaan, zo ook een Buitengenten mogte weezen, by poene van twee honderd Guldens van yder contraventie, ten voordele van den Aanbren ger te verbeuren, en verftoken te zyn van die Ren' then Huuren of Vrugten, zeederd het overlyden den Erflater verfchenen. Wordende het ConcepLT caat en vernieuwt Reglement op de Collaterale Lees' fie door welged. Heeren Gecommitteerden inhet Mindergetal en Rekenkamer ontworpen, mits deezen geapprobeert en gearrefteert, om alomme in deeze Provincie te worden gepubliceert ende geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen En  C 77 ) En zal dit Hun Ed. Mog. Placaat ook in Oaavo worden gedrukt, en een goed aantal Exemplaren daar van gefield in handen van den Provincialen Ontvanger Generaal der Losfe Renthen, met last, om by het betalen der Intresfen aan Buitengezetenen, dezelve van den inhoud dies te verwittigen, en aan de zulks bebegerende een Exemplaar over tegeeven, en voorts te verzorgen, dat het zelve tot meerder bekentwording in de Jaarboeken werde geinfereert. Ook zal het zelve Placaat by de eerste herdrukkinge van de Ordonnantiën op de Impofitien, in die Ordonnantiën worden gevoegt, ten einde de memorie daar van werde geconferveert, en een ygelyk ten allen tyde moge weeten, waar na zig in deezen zal hebben te reguleren. En zal Extrad van deeze Refolutie gezonden worden aan den voorfz. Ontvanger Generaal Haersma, om zig daar na te gedragen. Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis den 24 Juny 1767. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my Je. v. SMINIA. K 3 PLACAAT  C 78 ) PLACAAT E N REGLEMENT, waar na het Regt van Collaterale Succesfie zal worden geheven. "P\E Staaten van Vriesland allen «SteS1 TJlïur dnZen ZUlIen zieD ofe hooicii teezen, £; Boen te weet et?- do0r dit «J4ï?» ed^x?yr deert, en niet na behoren ingevorderd wff? ueceren, en na de gemaakte veranderingen Pn hidJ. *vcfeicmenc, waar na de aangevmge en be- tah'nge  ( 79 ) talinge van het Provinciale Middel en belastinge op de Collaterale fuccesfien zal moeten worden gedaan, als volgt: Art. I. Van alle roerlyke en onroerlyke goederen, obligatien, adien en crediten, zo buiten als binnen Lands, koopmanfchappen, contant en gangbaar geld, gewerkt e^oCewerktgoud en zilver, juwelen, en andere ef, feta, van wat natuur die mogen weezen (mets uitgezonderd, als alleen meubelen en huisgeraden, die „iet verkogt of te gelde gemaakt worden) die ymant van zyne bloedvrienden in de Collaterale of zydlime, of ook van vreemde luiden en perfonen, hem met m den bloede beftaande, in deeze Provincie woonagtig, door fuccesfie ab intestato, door testament, codicil, legaat, of andere uitterste wille, mitsgaders door huwelyke voorwaarden, gifte zo ten refpeae des; doods, als vrywillig uit de hand, de fomme van vyf honderd guldens bedragende of exederende, te verftaan van het lehele beloop des boedels, koomt te erven ofte verkrvgen zal betaald worden by de Ingezetenen deezer Provincie de dertigste of veertigste penning refpechve, invoegen nader zal worden gereguleert; dog bj de Buitengezeten de twintigste penning van alle huizen en landen binnen deeze Provincie taande en gelegen , en de veertigste penning van alle de Landfchaps obiigatien, en andere Vriefche ef&aen.  C 80 ) 11. Desgelyks zal van alle vastigheden in deeze Provincie ftaande en gelegen, fampt Landfchaps oblieatien en andere Vriefche effecten, of alhier t'huis horende, die een Ingezeten van een perfoon, buiten de Pro- oetaaid de veertigste penning. I I I. Als meede van alle vastigheden in deeze Provincie ltaande en gelegen, obligatien ten laste van deeze Provincie, en alle Vriefche effenen van wat natuur dezelve zyn, door Buitengezetenen nagelaten, en wederom aan Buitengezetenen by verfterf komende in Collaterali Iinea de veertigste penning. I V. Dit regt zal meede worden betaald by aldien ouders of voorouders hunne kinderen of defcendenten tot erfgenamen mfhtuerende, of aan dezelve legaterende die met onderling fideicommis bezwaren, zo dikwyls als het goed , volgens het geconftitueerde fideicommis m de zydlime overgaat en vererft; dog niet wanneer in hnea reéta devolveert van vader of moeder, op kinderen of verdere defcendenten, of vice verfa in linea adfcendenti. V. Dog  C 81 ) V. Dog zal deeze Impost niet worden voldaan van zodanige goederen, dewelke uit kragt van fideicommis, geconftitueert door een Collateralen bloedverwant of ymand anders niet in den bloede belTaande van vader en grootvader devolveren op hunne defcendenten, en verder zo lange als de devolutie zal duuren in den regt neergaanden of opgaanden graad. Maar telken reyze, als dezelve iideicommisfaire goederen uit den opof neergaanden graad overgaan in de zydlinie, zo dikwyls zal ook dit regt daar van worden betaald door den geenen, tot wiens profite zodanig een geconftitueert fideicommis overgaat. V L Wanneer van twee Echteluiden een koomt te verfterven , nalatende kinderen, kindskinderen of verdere defcendenten, en van die kinderen, kindskinderen of defcendenten een of meer mogten overlyden, zal in zulken gevalle, zo lang een van die ouderen of voorouderen in levende lyve zal weezen, dit middel geen plaatze hebben, nog behoeven betaald te worden. Van gelyken zullen man en wyf, kind of kinderen en verdere defcendenten in linea reéta hebbende, malkanderen by lyftogte of andere dispofitie van L hunne  C 82 ) hunne goederen voordeel mogen maaken, zonder aan deeze belastinge gehouden te zyn. V I I. Zo wanneer aan ymand de lyftogte, of het vru**r gebruik te lyfflonde van eenige" goe^Jen mogt7zfn gemaakt, met belastinge om den eigendom daar van aan een ander, den overledenen van ter zyden be Itaande of vreemd wezende, na zyn dood over te" 522? • Zi rm ZUlk/n gevaI die Seene> die z«Ike goederen in lyftogt of tot vrugtgebruik ontvangt, deeze belastinge moeten betalen; dog zullen deszdfs erfge! namen na deszelfs overlyden, alvorens of neevëns de overlevennge der goederen aan den eigenaar of fn Lerven' van deze^e mogen eyfchen reftitutie en voldoemnge van dit betaalde middel. VIII. Zo ymand eene ervenis in Collaterale linea te beurt valt, dog die met eenen bezwaard is met uitkeringe van legaten, zal die erfgenaam, zo ftaat en Inventf ris levert, en daar na het Collateraal wil betalen del met te min gehouden weezen, deezen Impost voor den gehelen boedel te voldoen, des kortende aan de legatarifen naar proportie van de fomme, die hy aan hun betaald. y Dog zo hy verkiest, het Collateraal te voldoen na het  C 85 ) het capitaal, waar meede de erflater op het Cohier der perfonele Goedfchattinge Haat aangetekent, zal deeze erfgenaam de betalinge moeten doen van het eehele capitaal teegens den dertigsten penning, zonder aan de legaten yets deswegens af te trekken: en de legatarifen daar te boven verpligt zyn, elk het tollateraal van zyn legaat aan te geeven, en te voldoen met den veertigsten penning. En zal de erfgenaam gehouden zyn, aan het Ueregte kennisfe te geeven, welk van beide wyzen van betalinge hy verkiest. I X. Van deeze belastinge zal niemand vry zyn , als Godshuizen, Weeshuizen , Kerken en Armeftaten. En in gevalle deeze Corpora, tot erfgenamen gemltitueert zynde, bezwaard mogten weezen met uitkeeringe van legaten, moeten die legatanfen hun-Collateraal zelve aangeven en de veertigste penning betalen van het volle beloop der legaten. '>< "i ^ v En op dat dit middel eenparig moge geheven worden, zullen de hgtzetenen, die eenige goederen erven of verkrygen, gehouden zyn, het zelve aan te geeven aan het Geregte van die plaats daar de ervenis vervalt, binnen den tyd van drie maanden, ïngevaUe L. 2  C 84 ) de erfgenaam zig binnen de Provincie bevind buiten de Provincie zynde of refidSl ' mar maanden, na dat de erffenis zS^^we^ poene, dat in cas van verzuim of nalatïl7;T ;.by zal verbeuren de fomme van vyfti^oKwT dien converteren ten profite van den öM^'T^' te W^' y,der VOOr een derde p?' AnDen' Cü Wordende de Geregten van Grietenven en 9tM by deezen ernstelvk ^™ ,~ucl-er|yen en Steden dre te ftellen hIv / l m betere en Pompte orbetaald,^^J^r8 7yde in~rt en 'sSnds °P?sLTfprakeJyk Zyn V00r die boeten X I. Dog indien aan Buitengezetenen eenig erffenis of r, gaat m deeze Provincie mogte te beurt vaHPn £/~ eenige vastigheden, obligaten terbJ*' °Idat .Provincie of andere Vrieffifi^^J? de6Ze te huis behorende, van wat natuur £de Provinci& door Buitengezetenen nagelaten en w^! m0gen Zyn» ingezetenen by verfteilt^ rah, zullen dezelve daar van . ea ColIate- doen binnen den tyd van een tfT?8* m°eten aan het Geregte derclI L 1J lnt eerste geval en in het tweede gevaltatcl ^ vervak> daar het goed gefege„ T óf V3n de plaats> s « geiegen is, of het inkomen daarvan betaald  C 85 ) hetaald word, of gerekent word, betaald te worden, Kn gemak'shalven elders betaald worden , zo dat de aangevinge en betalinge weegens obligatien ten laste vang Vriesland moet gefcbieden te Leeuwarden , fchoon de Intresfen tot gemak der crediteuren geSeenlyks elders worden voldaan; by pene van twee hondeïd guldens voor yder contraventie ten voordele van den Aanbrenger te verbeuren, en verteken te Z van alle renthen, huuren en vrugten, zeederd het overlyden van den erflater verfchenen. X I I. Zo wanneer een Ingezeten eenige goederen , de betaling van dit middel fubjeft, van een JSmtengezeten erft of verkrygt, zal hy de aangevinge daar van nioeten doen ter plaatze zyner wooninge m deeze Provincie en vervolgens deezen last betalen. Met dien vincie, en ver & b m1 worden , dat van IfX ^ hte " emelde effeden, buiten de Provincie behorende, aldaar het regt van Collaterale fuccesTe effeftive is betaald, die efFeften dan m Vriesland daar van vry zullen zyn. XIII. De Geregten zullen van zodanige aangevinge houden pertinente aantekeningen, en van yder aantekent door den aangever aan den Secretaris worden Li A  C 86 ) Geregten is ged" a, 2%™?*'™de "P* by verzuim door de GereoZ, Z l JO Soud-g'sboete zal worden i«e™S dn^ vfrb™™' welie Rekenkamer, n,et pS exeeut" Heeren « de de Reto^M^hTlK' « gelast, omdSf breuken "f/ere«>'™andeert en een DeurwaarderVe' parateevï„?•InTOrdere» door Heeren GedeputeeX meede X 0^^^ de fens geen verbod of verhindSeTe doen en -1 "f Deurwaarders geordonneert nm „„ „1 ' n sLands tenkamer deezge boeten1\™0°i£tVan de Re' X I V. gemeld. bevestigen, by poene Articul 10 Dog  ( 87 g Dog by aldien hy een Ingezeten zynde en van een Ingezeten ervende, zwarigheid mogte maaken , om zulk een beëdigt Inventaris over te leveren, zal hy daar toe niet worden verpligt, maar konnen volftaan met te betalen den dertigsten penning van het capitaal waar meede de erflater in het Cohier der perfonele Goedfchattinge ftaat aangeflagen; maar indien hv goed vind, Inventaris over te leveren, zal hy met gehouden weezen, meerder te betalen, als de veertigste penning van het beloop der nagelaten erTeden. X V. Insevalle Inventaris word geleverd , zal de erfgenaam of regtverkryger, neevens het register der goederen moeten voegen eene estimatie van derzelver waardye, waar na deeze belastinge zal hebben te beTalen, eer in de posfesfie engenot van de aangeërfde of ontledigde goederen zal mogen treden, by poene als vooren. , . , , Welke estimatie, ten opzigte der vastigheden, genomen zal worden na de opkomsten , te weeten de huuren van de huizen, en landen met huizmge bezwaard, teegens den zesdehalven penning, dog van losfelanden, en die met afkopen zyn bezwaard, mitsgaders andere effeóten teegens den vierden penning; en de eigen gebruikte huizen en landen by tauxatie, zo als ten Cohiere van de reële Goedfchattinge ftaan. De obligatien ten laste van het gemene Land, niet na ö prys  C 38 ) prys courant, maar na de volle hoofdfomme uitgetrokken. En de lyfrenthen in den boedel gevonden gerekent op den voet, in de Lyste van de veertigste penning uitgedrukt, namelyk yder honderd guldens jaarlykfche lyfrenthen , mindere na proportie onder de ouderdom Van 20 jaaren - - . 1600 gulds. Van 20 tot 30 op - - 1500 Van 30 tot 40 op - - 1400 Van 40 tot 50 op - - 1200 Van 50 tot 55 op - - noo Van 55 tot 60 op - - 1000 Van 60 tot 65 op - - 850 Van 65 tot 70 op - . 700 Van 70 tot 75 op - - 55o Van 75 tot 80 op - - 400 Van 80 tot 85 op - - 200 Van 85 tot 90 en daar boven 100 Mogende , wanneer het Collateraal na de Goed fdiattinge word betaald, de lyfrenthen, waar meede een erflater weg fierft, van zyn perfoneel niet worden afgetrokken. Het ongemunt goud en zilver, en juwelen na de pryferinge daar van te maaken, en de meubelen en huisgeraden, die te gelde gemaakt zyn, naar hetgeen die zuiver hebben opgebragt. XVI. Waar  ( 89 ) XVI. Waar ra dit regt zal worden betaald in gelde ten Comptoire Generaal der Losfe Renthen van de Provincie , binnen zes maanden na het overlyden van den erflater, zo wanneer de erfgenamen of regtverkry^ers Ingezetenen in deeze Provincie woonen, en binnen0 agt maanden zo dezelve Ingezetenen buiten de Provincie ref deren, alles by poene van 50 goud-guldens, te converteren als boven. Dog wanneer de erfgenamen Buitengezetenen zyn, en koomen te erven van Vriefche Ingezetenen of wel van Buitengezetenen erven eenige vastigheden in deeze Provincie ftaande en gelegen, obligatien ten laste van Vriesland , of andere effecten in Vriesland te huis behorende, van wat natuur die mogen zyn, word aan dezelve gegunt de tyd van een jaar, te rekenen van den dag des overlydens van den erflater; zullende, zo die tyd verlopen zynde, in gebreke zyn gebleven, om dit regt te voldoen, vervallen in de boete, hier vooren by het elfde Articul uitgedrukt. XVII. De Ontvanger Generaal der Losfe Renthen zal gehouden zyn, om alle drie maanden in te leveren een nette flaat van het betaalde en onbetaalde Collateraal aan 's Lands Rekenkamer, die gelast word, de verM beurde  C 90 ) beurde boeten van de gebrekige met parate executie in te vorderen. XVIII. By aldien de langstlevende van twee Echteluiden, of ymand anders, blyvende bezitten den boedel der verftorvene, van den erfgenaam in tyds aangemaant zynde, om Inventaris over te leveren, daar van in gebreke mogte blyven , zo dat de erfgenamen daar door verhinderd worden, dezelve in tyds aan het Geregte te exhiberen, zal in zulken geval de boete, in de 10 en 11 de Articulen vermeld, koomen ten laste van die geene, dewelke het flerf huis goederen in bewind heeft; zonder dat nogtans daarom de erfgenamen van de betalinge van het regt van Collaterale fuccesfie gelibereert zullen weezen. X I X. Wanneer niemand in het bewind van de goederen des fterf huizes bevonden word, en verfcheidene erfgenamen over de erffenis contro ver teren, zullen de gezamentlyke erfgenamen, by de meergemelde boete, het Inventaris in tyds moeten maaken en overgeven, of, ingevalle daar over niet konnen eens worden' word het Geregte ter plaatze geauthorifeerd, om zulks ten kosten der erfgenamen te doen. XX. De  C 91 ) X X. De erfgenamen bevonden wordende, yets willens uit den Inventaris gelaten te hebben, zo zal het verzwegeSe zonder eenige disfimulatie of conniventie, worden geconfisqueert. XXI. Ymand, ter voldoeninge van het regt van Collaterale fuccesfie een Inventaris overleverende, zal konnen volftaan met een beëdigde verklannge, dat N. J*. zo vL volgens obligatie fchuldig is, zonder den naam of loenaam van den debiteur des boedels uit te drukken gelyk hy meede ongehouden zal weezen, by het opgeven der fchulden, waar meede de boedel is; bezwaaïd, juist te melden de naamen der crediteuren van dien. XXII. ïngevalle ymand verfterft, nalatende erfgenaam of erfgenamen, hem in de zydlime of gantsch niet in Soede beflaande, en de voorfz. erfgenaam of erfgenamen zw igheid mogten maken, den boede anders als onder beneficie van Inventaris aan te vaarden, zo zal of zullen dezelve evenwel gouden weezen den voorfz. boedel aan te geeven aan het Geregte der M 2. piaaiicj  C 9* O plaatze, op den tyd by deezen voorgefchreven; do? den Inventaris zelve aan 't voornoemde Geregte overleveren immediaat, na dat de rekeninge van de Adminiftratie zal weezen gedaan, by poene in het meergemelde iode Articul uitgedrukt. XXIII. En wat aangaat het tweede geval, wanneer de erfgenamen mogten goedvinden, de betalinge te doen, volgens het 14de Articul deezes, naar de fomme, waar op de overledene in de perfonele Goedfchattinge ftaat aangeflagen, zal dezelve moeten obferveren de termynen hier vooren bepaald, mitsgaders de maruer en term van betaling voorgefchreven, onder verbeurte van de boeten , daar op in cas van verzuim geftelt. XXIV. Wanneer twee Echteluiden te zaamen in eene fomme in de Cohieren de perfonele Goedfchattinge ftaan aangefchreven, en by verderf van een van beiden de langstlevende, of ymand anders, niet rakende aan den overledenen in den op- of neergaanden graad van bloedverwandfchap, tot erfgenaam word geinftitueert, zal die erfgenaam konnen volftaan met het betalen van den dertigflen penning naar proportie van de helf- te  ( 93 ) te der fomme, waar op beide Echteluiden te zaamen in de Goedfchattinge ftaan aangeflagen. Ofte zo de erfgenaam daar in geen genoegen heeft, zal hy gehouden zyn ftaat en Inventaris te leveren , volgens den inhoud van dit Reglement. XXV. By aldien door den testateur een of meer legaten zyn gemaakt aan Armeftaten, of tot andere Godvrugtige gebruiken, en de erfgenaam genegen is, het Collateraal te betalen naar het capitaal, waar op de overledene in de perfonele Goedfchattinge heeft geftaan, zal hy als dan niet moogen deduceren zodanige legaten , als hier vooren zyn gemeld, maar de betalinge moeten doen naar de volle fomme , waar op de testateur Itonde; dog ftaat en Inventaris leverende, zal hy zulke legaten ad pias caufas mogen aftrekken. XXVI. Wanneer de overledene op een of twee Huivers ter weeke, of beneden de vyf honderd guldens, ofwel geheel en al niet in de perfonele Goedfchattinge is aangeflagen , zal de Collaterale erfgenaam, volgens Articul i van deeze Impofitie vry zyn, en niet verpligt weezen , beëdigde Inventaris van den boedel over te leveren, en na dezelve het Collaterale regt M 3 te  C 94 ) te voldoen; ten waare het Geregte van de plaats, alwaar de boedel vervalt, gegronde reden hadde, om vast te ftellen, dat de erflater meer als vyf honderd guldens heeft bezeten, in welk geval voorfz. Geregte ftaat en Inventaris en betalinge van deeze belastinge zal mogen en moeten eyfchen. XXVII. De Geregten zullen van de gedane aangevingen, en overgeleverde Inventarifen houden pertinente Register , behelzende , onder anderen , uitdrukkinge des tyds van het verfterf van den erflater, den naam en woonplaats van de erfgenamen, en de fomme waar op de erflater in de perfonele Goedfchattinge ftaat aangeflagen ; en daar uit op den i February en den i Augustus refpeétivelyk aan de Heeren van de Rekenkamer overgeven een Geregtelyk geauthentifeerde copie, waar van het copiegeld door den erfgenaam of erfgenamen zal worden betaald naar den voet van 's Lands Ordonnantie, dog naar het getal der bladen van den overgeleverden Inventaris van de erfgenaam; welke Rekenkamer daar van vervolgens meede copie zal geeven aan den Ontvanger Generaal der Losfe Renthen, die gelast word, de penningen op dit middel ontvangen, in zyne halfjarige rekeninge in een apart capittel te verantwoorden. XXVIII. De  C 95 > XXVIII. De Meyers en Huurders van landen en huizen in deeze Provincie, welker Eygenaars buiten de Provincie woonen, zullen aan de refpeótive Geregten, alwaar de voorfz. landen en huizen gelegen zyn ofte ftaan, moeten bekend maaken» wanneer zy van eygenaars of ontvangers der huuren veranderen. Ook zullen de Dorpregters ten platten Lande en de Doodgravers in de Steden daar toe door de Geregten van Grietenyen en Steden gehouden worden, om alle eerste Donderdagen in yder maand op te geeven de naamen van de verftorvene perfonen in die verlopen maand , met byvoeginge en expresfe uitdrukkinge van de zulke, die zy weeten, zonder kinderen of verdere defcendenten te zyn overleden. En zullen tot het aantekenen van zulks," door ordre van de Heeren Gedeputeerde Staaten , aan de Dorpregters en Doodgravers kleine aantekenboekjes worden omgedeeld. XXIX. Tot prompter executie van dit middel worden niet alleen alle Officiers en Magiflraten, Fiscaals, Secretalifen en hunne gezworen Clercquen, midsgaders alle beëdig- ■  ( 96 ) beëdigde dienaars van de Juftitie in het gemeen gelast, om aan de uitvoeringe van deeze Onze ordres de hand te houden en voor 's Lands belang te waaken, by pcene van arbitrale correctie teegens de nalatige: Maar word ook wel in t' bezonder geordonneert aan' den Landfchaps Fiscaal Generaal by preventie , en aan de Procureurs Fiscaal van de Grietenyen en Steden , zig ten nauwkeurigften te informeren , of en welke erffenisfen, daar het regt van Collaterale fuccesfie van hadde behoren betaald te zyn, gedurende de drie laatst verlopen jaaren mogte zyn verzwegen, en frauduleuslyk geheel 'niet, of niet ten vollen, in cas van overgeleverde flaat en Inventaris aangegeeven geworden, en aan de fraudateurs daar over aétie te maaken , volgens den inhoud van dit Reglement. XXX. De boeten en confiscatien in deezen gedagt, zullen niet weezen geprasfcribeert, dan na verloop van drie jaaren, van den dag der contraventie af te rekenen. En op dat niemand hier van onwetende blyve, nog eenige onkunde zoude mogen voorwenden, zo ordonneeren Wy, dat dit Ons Placaat en Reglement tot een ygelyks waarfchouwinge en onderrigtinge al- omme  C 97 } omme zal worden gepubliceert ende geaffigeert, ter plaatzen, daar men gewoon is, publicatie en affixie te doen. Want Wy zulks ten dienste van den Lande alzo verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 24 Juny 1767. H W. v. ALTENA,VtTerOrdonnantievanHunEAMog. Je. v. S M I N I A. N PLACAAT  C 98 ) PLACAAT Teegens den invoert van Buitenlands Rundvee. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te weeten: Dat hunne gedagten nader hebbende laaten gaan over het Placaat, door Hun Hoog Mog. den 29 December 176Ö geëmaneert tot voorkominge , dat de befmettelyke ziekte onder het Rundvee , die zeederd veele jaaren , tot groot nadeel van de goede Ingezetenen, hier te Lande gegrasfeert heeft, en nu, zo als van alle kanten word berigt, door de Goddelyke goedheid, cesfeert, door den invoert van befmet Rundvee van buiten uit Landen, alwaar die ziekte nog aanhoud, of op nieuws is ontdoken, in deeze Landen op nieuw werde overgebragt, en houdende verbod van den invoert van allerleye zoort van Rundvee, en zulks by provifie tot een bepaalden tyd : als meede over het Placaat van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland van dato den 11 Maart 1767, waar by tot aan den 1 April 1768 open Hellende den invoert in die Provincie van alle mager of flagtbaar Rundvee uit de Vereenigde Provinciën en het Landfchap Drenthe, van die permisfie  C 99 > misfie uitfluiten niet alleen alle Buitenlandsch Rundvee, maar ook expresfelyk al het Rundvee van het Gemraliteits Diftricl, en ten aanzien van dat Buitenlandsch en Generaliteit* Vee in volle kragt houden derzelver Placaten teegens den invoert van den 7 uecember 1751, en 16 Maart 1764. Wy in navolgmge van voorfchreven Placaten zo van Hun Hoog Mog. als van hooggedagte Heeren Staaten, hebben goedgevonden en verftaan, te ordonneren en te ftatueren, 70 als Wv ordonneren en ftatueren by deezen, dat van nu voortaan tot den 1 April 1768 binnen deeze Onze Provincie niet zal mogen worden ingevoert eenig Buitenlandsch Rundvee, uit wat oort bet zelve van buiten het gebied van den Staat zoude konnen en mogen worden, ingebragt, mitsgaders al het Rundvee van het Generaliteits Diftricf, zonder onderfcheid , ot Iet zelve van het platte Land of door de befloten Steden van het gemelde Diftrift, zouden mogen worden meevoert; alles op verbeurte van de Runderbeesten, die setragt worden in te voeren, of dadelyk ingevoert ZYn, en daar te boven op een boete van honderd guldens op yder Beest, te appliceren een derde voor den Officier die de Calange zal doen, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Armen der plaatze alwaar de Contraventie gefchied , zodanig, dat die geenen, die willens en wetende pecceren en de geltatueerde boete niet konnen betalen, daar over publicq zullen worden Gegeesfelt, en uit deeze Provincie gebannen, -p.  C ioo ) En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme op de gebruikelyke wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert; met last aan alle Regteren en Officieren deezer Provincie, om deezen met alle promptitude te executeren. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 30 Juny 1767. H. W. v. ALTENA,VtTer Ordonnantie van Hun EdMog. Je. v. SMINIA. P U B L I-  PUBLICATIE Ontrent de Maaten der Turf- en Appel- of Fruit-korven. WILLEM de Vde, by der gatie Gods Prime■van Orange en Nasfau , &c. &c. &>c. Mitsgaders T^E Gedeputeerde Staaten van I J Vriesland allen den geenen, die deezen zullen ^fte toren leezen, SALUT; Doen te weeten : aLo aan Ons van tyd tot ^f^^^Z awaande de inegaliteit der Turf- en Appel- or muiciTorven en Wy by Staats Refolutie zyn gelast, om ÏZ irme het noodig redres te maaken; Zois t, dzt Wv om aan deezen te voldoen, en de megaliteit m c^MaaTdaTr van zo veel mogelyk weg te neemen en te remedieeren aan de kwaade praftycquen die daar eD ™ mdeei der goede Ingezetenén, die zodaSKwi^noodweSdig moeten gebruiken, mogen waar op derhalven met veel e dS onze attentie moet zyn gevestigt, IgedgevoBden hebben te arrefteren , gelyk Wy^doen by deezen, dat van den eersten January 1768 geene Korven N 3  C IÖ2 ) tot het meeten vah Turf of verkopen van Appels of andere Oeft en Fruit, zullen mogen worden gebruikt, als dewelke gemaakt zyn na de Maat, door Ons aan de refpeétive Geregten van Grietenyen en Steden daar van afgezonden, en welke door de Ytigmeesters zullen moeten geytigt zyn op een houten band, in het midden van de Korf ingewerkt, aan de buiten zyde. Dat verders de Ytigmeesters op bekwaame tyden, door de refpeétive Geregten zelve te bepalen, bovengemelde Korven behoorlyk zullen vifiteren. Dat de Meeters van de Turf gehouden zullen zyn te houden Korven, die geheel ongekwetst en ongebonden zyn, en waar van de randen fterk en ongebroken zyn. .Dat de Meeters de Korven driemaal zullen moeten fchudden als dezelve ongeveer gevuld zyn tot wat beneden de rand, en als dan dezelve opvullen tot op de hoogte van de rand, waar na boven op de Korf en op de randen in het ronde opgeloegd zullen moeten worden zes Turven of Laagen, in de hoogte fpits eindigende. Dat tot voorkominge van ongelukken van brand als anderzins aan alle Turfmeters, Draagers, Loegers, benevens Schuitevoerders, by poene van op Water en Brood te worden gezet, word verboden het rooken van Tabak, by het uitleveren, meeten, draagen en loegen der Turf. En zullen de modellen der Maaten van de Appelof Fruit-korven, beftaande in geheele en halve Vieren-  C IQ3 ) rendeels-korven, meede aan de Geregten worden ver* zonden , wordende een yder gelast in de verkopinge die Maat te gebruiken by poene van zes Caroh Guldens, te converteren volgens 's Lands Ordonnantie En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude mogen hebben ofte kunnen pretenderen, zal deezen Ene werden gepubliceert en geaffigeert ter plaatze daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gearrefteert op 't Collegie binnen Leeuwarden den 2 September 1767. L. S. LYCKLAMA a NYEHOLT, vt. Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. H. v. W Y C K E L. Veste,  C 104 ) Veste 5 Lieve, Bezondere! NAdemaal Wy om zo veel mogelyk de illegaliteiten in de Maat der Turf- en Appel of Fruit-korven weg te neemen, en te remedieeren aan de kwaade praéticquen die daar omtrent tot nadeel der goede Ingezetenen zyn ingeflopen, hebben goedgevonden te arrefteeren deeze nevensgaande Publicatie; Verzoekende en ordonnerende UEd. Amptshalven, omme denzelven ter gewoner plaatzen te publiceren en affigeren. Zendende wyders aan U Ed eene door Ons gearrefteerde Provinciale Maat van de' Turf- en Appel- of Fruit-korven, of heele en halve Vierendeels-korven, na welke yzeren Modél met het Provinciale Wapen geliempeld zynde , voortaan gemaakt ende geytigt zullen worden alle gemelde Korven , waar van Wy insgelyks een Modél aan U Ed toezenden, zo dat dezelve Maat in 't vierkant gezet zynde, op vier plaatzen fluiten, binnen in de korven tot op den bodem, en dan een ftok gelegt op de rand van de korf, zo behoord de fpil van de beugels onder de ftok te kunnen ftaan, met last, om aan deeze Onze.welmeininge promptelyk te voldoen, en in UEd. Diftnci  C ioS ) Diftrift of Stad tot de executie deezes de nodige ordre te Hellen. . Waar toe Ons 'verlatende, bevelen Wy U Ed. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 2 September 1767- UEd. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van HunEdMog. o Veste,  Veste, Lieve, Bezonderet NAdemaal de Heeren Staaten Onze Principalen by Refolutie hebben goedgevonden , dat publycque Vreugde zo ten platten Lande als in de Steden deezer Provincie zal worden bedreven, op den dag bepaald ter voltrekkinge van het Hooge Huwelyk van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Willem de Vyf de, Prince van Orange en Nasfau, Erffladhouder, Capitain en Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden &c. &c. &c. met Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe Fredrica Sophia Wilhelmina van Pruisfen, en Ons gelast daar ontrent de nodige aanfchryvinge te doen. Zo is 't, dat Wy, om daar aan te voldoen, UE. verzoeken en Amptshalven ordonneren, om ten zeiven daage, van welke, zo Wy in 't zekere zyn geïnformeerd, UE. nader zullen onderrigten, de nodige ordre te ftellen, ten einde in UE. Stad alle de Klokken worden geluid van 's morgens te agt uuren tot 's avonds te agt uuren, wordende UE. wyders geauthorifeerd om gehele Tonnen twaalf guldens Bier ten laste van de Provincie in te koopen, en te diftribueren onder de Inwoonderen na bevindinge van zaaken:  C 107 ) zaaken: wordende verders nog gelast, om deeze nevenssaande Notificatie en Waarfchouwmge, aangaanTe de overige Vreugde bedryven ter gewoner plaatzen t-p Hnen oubliceren en affigeren. . , Waar Sè Ons verlatend», bevelen Wy UE. m de betónge van God Almachtig. Leeuwarden den 12 September 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie vanHunEd.Mog, O 2 NOTI-  C *o8 ) NOTIFICATIE % N WAARSCHOUWINGE. T\E Gedeputeerde Staaten van JL>^ Vriesland allen den geenen, die deezen zullen Alfnl F,TnJeeZen' SALUT; Doen te weeten: Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Pro vincie by Refolutie van den eersten Oétober jongstleden hebben goedgevonden en verftaan, dat over hec gefloten zeer gehoopte Hmvelyk tusfchen Zyne Doorïugtigste Hoogheid den Heere WILLEM de Vde Prince van O range en Nasfau, Erf-ftadhouder, CapL tarnen Admiraal Generaal van de Republycq der vL cenigdtl Nederlanden fifc &c. &e, enHairVLiZlyke Hoogheid Mevr ouwe de Primes re FR FDP tpa SOPHIA ^ILHELMlWl^fL^ blycque Vreugde, zo ten platten Lande als in de Steden van Vriesland zal worden bedreven, op den ev gentlyken dag van de folemnele intrede van HoogT gemelde Hoog Vorstelyke Perfonen in 's Hagelen Ons gelast hebben tot het geeven van de nodige or dres en het doen van de vefeifchte waarfchou Jnget Zo  C I09 ) Zo is 'f., dat Wy om aan deeze Hun Ed.' Mog. welmeininge te voldoen, elk en een ygelyk niet alleen by deezen hier van adverteeren, maar teffens alle de Volmagten ten Landsdage, en Leden van de Hooge Collegien, en derzelver Ministers, by deezen verzoeken, omme ten zeiven daage, het Front hunner gebruikte Huizen en Woningen, binnen de Had Leeuwarden alleen te Illumineren , op een egalen voet, met twee regte reegels Kaarsfen, waar van de eene zal geplaatst worden beneden , en de andere in het midden van yder Kamervenster Coufyn, alle te heginnen 's avonds te zeeven uur, en ftand te houden tot elf uuren. . Wordende van deeze bepalingen egter geëximeerd de Raadhuizen der Steden, en word de wyze van het Illumineren van dezelve aan het welgevallen der Magiftraten overgelaten ; gelyk meede het Gefchut te doen losfen, Vlaggen en Wimpels van de Toorens. te laaten waayen enz. Edog, word aan eik en een ygelyk in Landen en Steden verders by deezen verboden, op dien dag, en de daar op volgende nagt, Pektonnen te branden , Kanontjes , Snaphanen , Piftolen af te fchieten , of Zwerwers, Vuurballen, Knappers en diergelyke Vuurwerken te werpen, en onder het Volk te ftrooyen, by pcene van vyf en twintig Goud-guldens, promtelyk op de gewone wyze geheel ten profyte der Armen ter plaatze in te vorderen. O 3 En  En op dat niemand hier ontrent eenige onkunde zoude hebben ofte'kunnen voorwenden, zal deezen ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. 6 Aldus gegeeven op 't.Collegie binnen Leeuwarden den 6 O&ober 17^7. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. W. v. PLETTENBERG,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. W ï C K E L Veste,  ( iii ) Veste 5 Lieve ] Bezondere! N^Ademaal de Heeren Staaten Onze Principalen by Refolutie hebben goedgevonden , den dag tot het bedryven van publycque Vreugde, over het voltrekken van het gewenschte Hooge Huwelyk tusfchen Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere WILLEM de Vde , P/^nce van Orange en Nasfau , Erf - fladhouder , Capitam , en Admiraal Generaal van de Republycq der Vereenigde Nederlanden &c. «Sec. &c. en Haare Koninglyke Hoogheid MevrouwedePrincesfeFREDRICA SOPHIA WILHELMINA vanPruisfen, zo ten platten Lande als in de Steden, te bepalen op den eigentlyken dag van de folemnele intrede van Hooggemelde Hoogvorstelyke Perfonen in 'sHaage, en Ons gelast hebben daar ontrent de nodige aanfehryvinge te doen. Zo is 'U dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mog. welmeininge te voldoen, UE. verzoeken en Amptshalven ordonneren, omme ten zeiven dage, van welke zo ras Wy in het zekere zullen zyn geinformeert, UE. nader zullen adverteren, de nodige ordre te ftellen m UE. Grietenye, dat in alle de Dorpen en Vlekken van dezelve de Klokken worden geluid, te 7, 9, 11, 1, 3 en 5 uuren, telkens een geheel uur, en dus met tusfehenpozing van een uur, te doen door de Ingezetenen en Inwoonders der Dorpen en Vlekken , ö met  c m 1 met requifltie aan UE. om met overroepinge van de Dorpregters te regujeren , 'hoe zulks op de gevoeglykfte wyze tot voorkominge van confufie zal kunnen worden werkflellig gemaakt. Verders word UE. geauthorifeert, om zo veel geheele Tonnen twaalf guldens Bier ten laste van de Provincie in te koopen als 'er Dorpen en Vlekken in UE. Diftriét gevonden worden , en dezelve onder de Ingezetenen van de Grietenye tot eene recreatie na bevindinge van de grotere of kleirHere Dorpen te doen uitdelen , en zo veel doenlyk Ordre te Hellen, dat by de Confumtie dies geene wanordre gefchiede. Wordende UE. eindelyk nog gelast, om deeze nevensgaande Notificatie en Waarfchouwinge, aangaande de overige Vreugdebedryven ter gewoner plaatzen te doen publiceren en affigeren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 Oétober 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Veste,  Veste, Lieve, Bezondere! NAdemaal de Heeren Staaten Onze Principalen by Refolutie hebben goedgevonden , den dag tot het bedryven van publycque Vreugde , over het voltrekken van het gewenschte Hooge Huwelyk tusfchen Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere WILLEM de Vde , Prince van Orange en Nasfau, Erf-ftadhouder, Capitain en Admiraal Generaal van de Republycq der Vereenigde Nederlanden &c. &c. &c. en Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe FREDRICA SOPHIA WILHELMINA van Pruisfen, zo ten platten Lande als in de Steden, te bepalen op den eigentlyken dag van de folemnele intrede van Hooggemelde Hoogvorstelyke Perfonen in 's Haage, en Ons gelast hebben daar ontrent de nodige aanfchryvmge te doen. Zo is 'f, dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mog. welmeininge te voldoen, UE. verzoeken en Amptshalven ordonneren, omrae ten zeiven daage, van welke zo ras Wy in het zekere zullen zyn geinformeert, UE. nader zullen adverteren, de nodige ordre te Hellen, ten einde alle de Klokken worden geluid in UE. Stad, dog wordende de verzorginge van het luiden, en de wvze hoe, en de tyd hoe lang op dien dag te doen 3 p aan  C iH > aan UE. overgelaten; wordende UE. wyders geauthorifeert, om gehele Tonnen twaalf guldens Bier ten laste van de Provincie in te koopen, en te diftribueren, zo als raadzaamst zullen oordelen; wordende UE. eindelyk nog gelast, om deeze nevensgaande Notificatie en Waarfchouwinge, aangaande de overige Vreugdebedryven ter gewoner plaatzen te doen publiceren en affigeren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 Oétober 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, Eerwaarde,  ( H5 ) Eerwaarde, Godzalige, Geleerde, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden ingevolge de aan Ons gedemandeerde last, en welmeininge der Ed. Mog. Heeren Staaten Onze Principalen U Eerw. aan te fchryven, en daar door te gelasten, om voortaan in de publycque Gebeden, die in de Kerken deezer Provincie voor de Hooge sLands Regeringe, en het Hoog Vorstelyk Huis van Orange en Nasfau gefchieden, meede op het ernstigste te bidden voor de dierbare Perfoon van Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Piincesfe, Gemahnne van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince hrr- ftadhouder. . _TT TTT, . , Waar toe Ons verlatende, bevelen WyUE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 6 Oétober 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. p o Veste,  Veste, Lieve, Bezonderel ALzo Wy in het zekere zyn geinformeert, dat de dag tot inhaling en ter celeberatie van 't Hooge en zeer gewenschte Huwelyk van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere WILLEM de Vde, Princevan Orange en Nas/au, ErfJtadhouder, Capitein en Admiraal Generaal van de Vereenigde Nederlanden &>c. firV. met Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe FREDERICA SOPHIA WILHELMINA van Pruisfen, den 4 Oétober jongstleden te Berlyn ingezegent en voltrokken, in 's Haage vastgefteld is op Maandag den 9 deezer. Zo hebben Wy ingevolge Onze aan UE. toegezondene Publicatie en aanfchryvinge van den 6 Oétober laatstleden goedgevonden , tot voldoeninge van de welmeininge der Heeren Staaten Onze Principalen, UE. nader aan te fchryven, en by deezen kennisfe te geeven, te verzoeken en Araptshalven te ordonneren, ten einde de gereguleerde Vreugdebedryven over het Hooggemelde en zeer gewenschte Huwelyk op voorfchreven dag ter uitvoer moge worden gebragt, en daar toe de nodige ordre te ftellen, en aanzegginge in U E. Gnetenye en Stad te laaten doen , op dat de Klokken ten platten Lande en in de Steden worden geluid,  C "7 ) luid en de verdere toebereidzelen ter demonftratie van de publycque Vreugde, zo van Illuminatien als SLrzims in de Steden? tot betoninge van de waare UySp over het Hooggemelde Huwelyk van t Doorlugtige Paar moge worden gevlert. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy U E. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 5 November 1767- UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. p 3 Veste 3  C "8 } Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben UE. by aanfchryvinge van den 21 Maart deezes jaars toegezonden eene Refolutie van de Heeren Staaten Onze Principalen, rakende de Verkopinge der Landen en Vastigheden aan de Provincie opgedragen , en voor Infolvent aangenomen , en daar by gelast, om aan Onzen Collegie over te zenden een naukeurig opftel van alle zodanige Landen en Vastigheden in U E. Diftnót of Stad gevonden wordende, met byvoegmge van de requifiten in de Staats Refolutie zelve vervat. Het koomt Ons zeer verwonderlyk voor, dat Wy tot nog toe daar ontrent geen de minste berigt of antwoord van UE. hebben ontvangen, en dat deeze Onze gegeevene ordres niet zyn gepareerd; weshalven Wy UE. by deezen nader gelasten, omme daar aan ten fpoedigsten te voldoen, en Ons berigt te laaten toekomen , of 'er dusdanige Landen en Vastigheden in UE. Diftricl; of Stad gevonden worden dan niet, op dat Wy in ftaat mogen zyn hier ontrent een volledig Rapport aan de Heeren Staaten te kunnen formeren, en niet genoodzaakt hier inne verders te diiponeren. Waar  Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 4 December 1767. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Veste*  C 120 } Veste, Lieve, Bezondere! DE Republycq in het reeds aangevangen , en voorige afgelopen jaar wederom onder Gods aanhoudende Goedertierentheid en gunstige Voorzienigheid , zynde bewaard gebleven , by de overdierbare Zegeningen, van eene aanhoudende Vreede, aangename Vryheid, en zuivere Godsdienst, met regt te fchatten als de grootste en gewenschte goederen hier op Aarden. Zo zal de overweginge hier van billyk niet alleen eene betamelyke dankerkentenisfe daar ontrent vorderen, maar teffens vereifchen, op middelen bedagt te zyn, die in ftaat kunnen zyn, om dezelve te cultueeren, foveeren, en te protegeeren. Wy mogen Ons daar en boven verblyden, dat het de Voorzienigheid behaagd heeft, te ftellen tot een eminent Hooft in deeze Republycq een Vorst en Prins, wiens roemrugtige, en zeer geprezen Voorvaderen ,  ( 121 ) deren, niet alleen de Grondleggers zyn geweest van deezen Staat, maar ook dezelve met opofferinge van Goed en Bloed, by deeze dierbare Panden, hebben befchermd ende gemainétineert. En van wiens loffelyke hoedanigheden met regt is te verwagten , dat op dit voetfpoor niet alleen zal voortvaren, maar ook alles aanleggen, wat tot wezentlyk nut en voordeel van deeze Republycq zoude kunnen verflxekken. Gelyk meede dat 's Vorsten herte is geneygd geweest, om eene Huwelyks Alliantie aan te gaan, met eene Koninglyke Princes, gefproten uit eene der magtigste en aanzienlykste Hoven van Europa, begaaft met zodanige deugden en bevalligheden, die in ftaat zyn Hoogst dezelve in de ogen des Volks aangenaam, en welgevallig te maaken. En alzo een zoet vooruitzigt te mogen hebben, en hoope genieten , dat uit dit Huwelyk mogen voortfpruiten zodanige Vrugten , die tot nut en heyl van Land en Kerk, en tot cieraad van het Vorstelyke Huis mogen ftrekken , en gezegende middelen en werktuigen in Gods hand bevonden worden, om zulks te helpen bezorgen, en uit te werken. Het zal in deeze conjunéture van Tyd, gelyk Wy reede hebben geavanceerd, noodzakelyk zyn in de eerste plaats om zig te bevlytigen, en uit te leggen, op dat geene, het welk kan dienen ter bevorderinge en bewaringe van het wenfchelyke en aangename, en Q in  C 122 ) in de andere plaatze, in het redresferen en verbeteren van het gebrekkige, en deficieerende. In de Vreede zoeken te conferveren, eene zaak zo nuttig en heylzaam voor eene Republycq, zoekende geen de minste reeden of oorzake van eenige jaJoufy of misnoegen te geeven aan die Mogentheden, met welke de. Staat is geallieerd, en in Verbond getreden , maar in tegendeel derzelver Vriendfchap , en goede Verftandhouding te cultueeren en onderhouden. In de Vryheid te befchermen, en alle inbreuk daar m manmoedig teegen te ftaan, en af te weeren. Gelyk meede in den zuiveren Godsdienst voor alle ondermyningen, en fchadelyke verdeeltheden te bewaren ende te dekken. Omme verders aan het gebrekkige te voldoen, en zo veel mogelyk daar aan te remedieeren, zal niet nodiger zyn, als om zo te fpreeken, met de borst te vallen op eene exaéte en onzydige Mesnage, waar door alle nodeloze depenfes in" de refpeclive huishoudingen der Provinciën, gelyk meede alle excesfive kosten gemodereert, of afgefchaft mogen worden. ° In het onderhouden, of augmenteren van een bekwaam aantal van Militie, zo als met overleg en advis van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder en na tyds gelegentheid raadzaam en convenabel zal geoordeeld worden. Dra-  C i*3 ) Dragende voor al zorge voor de bewaring van de Navale Magt. Gelyk meede de nodige herftellinge der gedevalifeerde Fortificatie-werken, mitsgaders prompte voorzieninge en aanvul linge der Magazynen, met allerleye nieuwe Artillerye en Ammunitie van Oorlog. ; • Voor en boven al zoekende te conferveren het publycq Credit, en zodanige Middelen en Fondfen te introduceren en uit te denken als daar toe nodig bevonden zullen worden. Houdende ten opzigte van deeze Onze Provincie in het oog, het merkelyk verval, en de groote bezwaardheid in de Finantien van dezelve, voor al in de hooge aanflag in de Generaliteits Quota, om niet magteloos, en voor het Bondgenootfchap onnut gemaakt te worden. Dog vermits deeze en meer andere zaaken , zeer naukeurig en omftandig volgens gewoonte zyn gedetailleert door den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden in de Generale Petitie der Confenten voor de refpeélive Staaten van Oorlog zo Ordinaris als Extraordinaris , en door Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , met eene zeer geraifonneerde Misfive gefecondeert aan deeze Onze, gelyk aan alle de andere Provinciën zyn toegezonden, met verzoek van eene fpoedige en ferieufe deliberatie, mitsgaders gave Confenten, en reële furnisfementen van Penningen op dezelve, zonder welks niets kan begonnen of werkftellig worden geQ 2 maakt.  I C 124 ) maakt, als breeder by le&ure, en uit de inhoud van de ftukken zelve zal confteeren. Zo zullen Wy Ons daar toe refereeren, en voor tegenswoordig vergenoegen bovengemelde zaaken als met de vinger te hebben aangeroerd, te meer, alzo Wy Ons by een gelegentheid als deeze daar inne wel breeder hebben uitgelaten. Hebbende voorts om aan de Ons gedemandeerde last, gelyk meede Onzen pligt te voldoen, goedgevonden, den Ordinaris Landsdag voor tegenswoordig wederom na gewoonte uit te fchryven teegens Maandag den eersten February deezes jaars 1768 in de Stad, en s anderen daags op het Landfchaps-huis. Verzoekende en ordonnerende UE. Amptshalven, om hier van vroegtydig kennisfe te geeven aan de refpective Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde Hun op voorfz. dag alhier moogen laaten pnefent vinden , en na aanhoringe der Propofitie, op gemelde Generale Petitie en Staaten van Oorlog, fampt meer andere Generale en Provinciale Poinélen, zodanig meede te helpen delibereeren en concludeeren, als ten besten, meeste veiligheid en welzyn van den Geunieerden Staat in het gemeen, en deeze Onze Provincie, en derzelver goede en getrouwe Ingezetenen m het byzonder, by deeze conftitutie van tyden en zaaken, onder den Goddelyken Zeegen verftaan zal worden te behooren. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de be-  C l25 > befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden deo ii January 1768. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, U. A. RENGERS/" TerOrdonnantievanHunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL PUBLl  PUBLICATIE WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau, &c. &c. firV. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Boen te weeten: Alzo by Onze Publicatie van den 2 September des voorledenen jaars ontrent de Maaten der Turf- en Appel- of Fruitkorven is gearrefleerd , dat dezelve door de Ytigmeesters zullen moeten geytigd zyn op een houten band, in het midden van de Korf ingewerkt aan de buitenzyde; en Ons is voorgekomen, dat ontrent de betalinge hier voor aan de gemelde Ytigmeesters in verfcheidene Diftriclen veele en groote inegaliteiten plaats hebben: Zo is't, dat Wy om aan deezen te remedieeren, goedgevonden hebben te arrefteeren, gelyk Wy doen by deezen, dat aan de Ytigmeesters weegens het ytigen van gemelde Korven, 't zy Turf-, gehele of halve Vierendeelskorven, van yder derzelver zal worden betaald een halve Stuyver. En  C 1*7 ) En zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd, op dat niemand eenige ignorantie hier ontrent zoude hebben of voorwenden. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den n January 1768. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, U. A. RENGERS, Vs TerOrdonnantievanHunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL. Veste*  Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden UE. by deezen aan te fchryven, en daar door te gelasten, omme met den eersten aan Onzen Collegie over te zenden eene ftaat van weegens de kosten van het Bier, by het luiden der Klokken in UE. Diftriér. of Stad volgens Staats Refolutie by de Vreugdebedryven weegens het voltrokken Hooge Huwelyk van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder &c. firY. gPc. onder de Ingezetenen gediftribueerd, op dat dezelve ingekomen en by Ons ontvangen zynde, Wy tot- de betalinge dies de nodige ordre kunnen ftellen. Waar toe Ons verlatende, bevelen Wy UE. in de befcherminge van God Almachtig. Leeuwarden den ii January 1768. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Edele,  ( 129 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! DE Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden hebben Ons, by Hoogstderzelver Misfive van den a8 January jongstleden gecommuniceert, dat m overweginge hadden genomen de zonderlinge tekeZl vaS gunst en goedertierenheid, die de opperste Reeeerder en Beftierder van alles by aanhoudentheid aan deeze Republicq bewyst, en die Hun en alle de Inwoonders des Lands roepen, om als een Volk , beweldadigd door algemene Zegeningen , Gods hooge gebied te erkennen , zyn Goedertierenheid aan te bidden, en op eene plegtige en algemene wyze Ons aan 7vne Almaetiee befcherminge op te draagen. DaTdï Vreedlfde Vryheid en de Overvloed tot hier toe onder de fchaduwe van eene regtmatige Regeeringe genoten, benevens de zuivere Godsdienst, «bouwt op de gronden en het gezag van het Euanlelie der Waarheid, aan alle de Ingezetenen van deele Republicq verfchafFen alle de Zegeningen, die haar dierbaar konnen weezen in haar verfcheidene betrekkingen, als Menfchen, als Borgers en als Christenen. Dat eene gelukkige gebeurtenisfe daar en boven, welke Hun Hoog Mog. vertrouwen, m de Raadlla2en der Voorzienigheid verknogt te zyn met de verlenginge van deeze onwaardeerlyke Zegeningen, eene o o v nieuwe  C 130 ) nieuwe doffe van vergenoegen geeft, door de gewenschte Huwelyks Aliantie van Onzen Doorlugtigften Erf- ftadhouder met een Princes van luisterryke Geboorte en Deugden , gefproten uit Voorouders, welker naamen in de Gefchiedenisfen bekend (laan, en uitblinken als getrouwe Geallieerden van deezen Staat, en wakkere Voorftanders van de gezegende Reformatie en van de Vryheden van Europa. Dat het gelukkig voor Ons zoude weezen, indien het genoegen, dat Wy gevoelen uit een gezigt van deeze aangenaame Voorwerpen, niet verbitterd wierd door eene moeyelyke aandoeninge over de zonden en overtredingen van de Natie, die een ongelukkige ftrydigheid maaken met de gunstbewyzen van den Hemel, en een ondankbare beantwoordinge aan de goedertierendheid van die God, door wiens langmoedige befcherminge Wy beftaan. Dat de overdenking van Gods Barmhertigheid, tot hier toe aan Ons uytgeftrekt, hoewel veelzins misbruikt, van de misbedryven begaan teegen de hand, die Ons gezegent heeft, en van die Geest van Ongodsdienstigheid en ongebondenheid, die dagelyks meer en meer fchynt toe te neemen, van Ons vorderd, om de hertelykste gevoelens van vernedering© en verootmoediging, by de ernstigste uitdrukkingen van Lof en Dankbaarheid te voegen. ; Dat net met dat inzigt is, dat Hun Hoog Mog. noodig hebben geoordeeld, wederom uit te fchryven een algemeene DANK- VAST- en BEEDE-DAG over  C 131 ) «ver alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, teegens Woensdag die weezen zal den 17 February eerstkomende , om ten zeiven daage in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden , en groot te maaken, Ons zeiven en Ons Land op nieuw aan Zyne Voorzienigheid op te draagen, Zyne goedheid, die de eenfge oorfpronk is van alle Onze gemeene Zegeningen f te verheffen, en te bidden om de aanhoudentheid van de onverdiende Barmhertigheid des Altrhoogsten: Om Ons zeiven te vernederen voor den Throon der Genade, onder een levendig gevoel van Onze overtredingen en ongeregtigheden , en om te fmeeken om de vergevinge van Zonde*, te gelyk met de hulp van Gods Geest, tot verwekking van Boedvaardigheid en verbetering van een zondig Land. Zynde het een van de ^zentlykste vereischtens van defze olegtelvke gelegenheid, den Goddelyken Zee^MLBovJ de Perfoonen en de Regering van de Hooge Overigheid des Lands, ten einde derzelver Raadflagen vrugtbaar gemaakt mogen worden, tot bevordering van Godsdienst en Deugd, behoud van Vryheid en Vreede, vermeerdering van de Commercie, aanmoediging van nuttige Kunsten en Wetenfchappen, en bevestiging van 't waare geluk en de grootheid van deeze Republicq. ë Moetende ook by deeze gelegenheid de Goddelyke befcherminge en rykste Zegeningen van de Voorzienigheid afgefmeekt worden ten behoeve van^Zyne  C 132 ) Hoogheid den Heere Prince Erf - ftadhouder en Zyne Koninglyke Gemalinne, ten einde haare daagen lang dung, gelukkig en roemrugtig mogen weezen ; dat een vry en gelukkig Volk deezen veelgeliefden Prins lange voor den waaren Vader van Zyn Vaderland moge aanzien en toejuichen, en dat een luisterryke nakomelingfchap Zynen onflerffelyken naam tot de laatste tyden moge overbrengen, en onder des Hemels zigtbare befcherming altoos blyven de Voorftanders van de Burgerlyke en Godsdienstige vryheden deezer Vereenigde Nederlanden. Zynde Wy eindelyk ook gehouden, Onze gebeden aan den Hemel op te zenden ten behoeve van de Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen, en byzonder van die in deeze Provinciën zyn geftigt, ten einde den arbeyd van derzelver Leeraaren flrekken moge tot bevordering van Godvrugt en waarheid , regtvaardigheid, liefde en eendragt, en alle die deugden, die hoop konnen geeven, de befcherming des Allerhoogften over deeze Republicq te doen duuren tot in het laatste nageflagt. Alles tot grootmaking van des Heeren Allerheiligste naam, voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, confervatie van Onze duurgekogte Vryheid , en Onzer aller Zielen Zaligheid. 5 Op dat nu de door Hun Hoog Mog. uitgefchreven Dank- Vast- en Beede-Dag ook in deeze Onze Provincie van Vriesland behoorlyk mogte worden gecelebe- reertj  • C 133 ) reert, zo hebben dezelve van Ons verzegt, dat Wy denzelven teegens Woensdag den 17 deezes wilden doen publiceren ter plaatzen, daar men gewoon is, zodaX publicatien te doen, en daar benevens ftnc telfk te verbieden en metter daad te doen ophouden allerleye Handwerk en Neering , mitsgaders andere Exerckien, die hinderlyk zouden zyn, op dat di goed en heylzaam voornemen door geene onbehoorlykheden geftoord werde. Welk verzoek by Ons overwogen en allezins ge, billykt zynde, zo is 't dat Wy UEd by deezen aanbevelen , deezen door Hun Hoog Mog. uitgeschreven algemenen Dank- Vast- en Beede-dag fpoedig te doen bekend maaken op de wyze alhier gebruike yk, en ernstig ten zeiven daage te verbieden alle handwerk? neringe en hanteringe, inzonderheid zodanige rxercitien en onbehoorlykheden, die het ernstig vi ren van dien dag zouden hinderen , en de Godvrezende Aanroepers van des Heeren Heyligen naam te ftooren En dat UEd. hier van doet verwittigen de Patente Gemeenten in UEd, Diftriét, met last aan dezelve, om hunne Leerredenen daar na te fchikken, en in hunne Gebeden conform de memnge van Hun Hoog Mog. den Goddelyken byftand en zeegen affmeken over Land en Kerk, In Onderdanen, en inzonderheid over^ynDoorlugtigste Hoogheid den Heere Pnnce Erf - ftadhouder, Hoogst deszelvs Koninglyke Gemalinne, en de verdere Illuftre Perfonen tot het Doorlugtigste Hu* van *^ 3  C 134 } Orange en Nasfau behorende, dat het Jehova God de Almagtige en overvloedige Zegenaar moge behagen den een en anderen te neemen in Zyne Goddelyke hoede en verzekerde bewaringe, alle rampen en onheylen genadelyk af te wenden, en in tegendeel met alle Lichamelyke en Geestelyke weldaden te bekronen. Hier toe Ons verlatende op UEds. gewone Vigilantie, zullen Wy, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, UEd. bevelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 8 February 1768. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, H. W. v. ALTENA,VtTer Ordonnantie van HunEd.Mog. Je. v. SMINI A. P U B L I-  C 135 ) PUBLICATIE DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten : Alzo Zyn Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c. aan Ons by Misfive van den 9 deezes heeft gelieven kennisfe te geeven, dat wanneer in het begin van het afgelopen jaar zeeker different in de Grietenye van iEngwirden, over de flemminge van Volmagten ten Landsdaage, weegens dat Deel, ontftaan zynde, door de Heeren Gedeputeerde Staaten van Hun Ed. Mog. Provincie, by Misfive van den 6 February 1767 ter cognitie en decifie van Hoogst denzelven was gebragt het verfchil, ter dier tyd gemoveert over het verftand van het 2oft.e Articul van het Reglement Reformatoir, door wylen Zyn Doork Hoogheids Heer Vader Hoogzal. ged. den 21 December 1748 geëmaneert, en van de nadere interpretatoire uitfpraak by Hoogst denzelven den 25 September 1750 gearrefteert, en by Hun Ed. Mog. op den 7 Oc- tober  C 136 ) tober daar aan volgende gedaan publiceren, concernerende de daar by geftatueerde bepalinge der Graaden van Verwandfchap, binnen welke de Leeden ten Landsdaage gecommitteert, of in het Collegie van Heeren Gedeputeerden zitting hebbende, mitsgaders de Leeden van de verdere hooge en mindere Collegien over zaaken van hunne nabeftaanden niet mogen voteren, Zyne Doorl. Hoogheid by die gelegentheid in ervaringe was gekomen, dat de zeer ampele extenfie der geprohibeerde Graaden, by de opgemelde interpretatoire uitfpraak van Hoogst ged. Zyne Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader tot in de zesde Graad uirgeftrekt, in de pradicq bevonden word, aan veele en verfcheidene inconvenienten, voor al met opzigt tot het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten , onderhevig te zyn, en niet zelden aanleidinge te geeven tot zodanige misbruiken, welke niet anders dan door middel van de nodige alteratie en verandering in de bovengemelde interpretatoire uitfpraak, geprevenieert en weggenomen konnen worden. Dat Zyn Doorlugtigste Hoogheid vervolgens byrefcriptie van den 10 February des voorleden jaars aan welgemelde Collegie het als toen gemoveert verfchil door Hoogst deszehs decifie terminerende, teffens ook aan Hun Ed. Mog. het voornemen hadde te kennen gegeeven, om in deeze materie zodanige nadere voorzieninge te doen, als tot welzyn van de Juflitie noodig zoude oordelen, en daar benevens het verlangen getoond,  C 137 ) getoond, om met de Confideratien van Hun Ed. Mog. op dit iubjed gemunieert te worden. Dat welgemelde Heeren Gedeputeerde Staaten daar aan by Misfive van den 24ften derzelver maand completelyk hebben voldaan, en het was door de ledure van de folide en welgegronde Confideratien van Hun Ed Mog., in die Misfive vervat, dat Zyn Doorlugtkste Hoogheid zig nog nader geconvinceert vonde van de abfolute noodzakelykheid , dat door eene ïnkortinge en vermindering der voorfz. geprohibeerde Graaden, in het byzonder met relatie tot de Leeden ten Landsdaage gecomraitteert, of in het Collegie der Gedeputeerden zitting hebbende, aan het geftatueerde in den jaare 1750 een Convenabel temperament werde toegebragt. , Dat wyders met opzigt tot eenige verdere onderwerpen der bovengemelde interpretatoire uitfpraak hadde geconfidereert, dat de van ouds vastge telde bepaling der Graaden van exclufie , met betrekking tot den Hove Provinciaal, als gefundeert zynde op de refpedive Inftruélien voor de Raaden van denzelven Hove in datis den 24 July 1588 en 10 May 1597, geene nadere voorzieninge , immers voor als nog , fchynt te requireren, dan dat te gelyk was ontwaar geworden , dat de difpofitie van die uitfpraak , of fchoon dezelve in de klaarste en duidelykste termen is gecoucheert, egter ten aanzien van de woorden Perfoneel of in Officio daar in voorkomende, gelegent-  C 138 ) heid fchynt te hebben verfchaft tot fpeculative bedent0t Varië7nde he&W™> welke ata ?u ho^ltoX6 ^ ^^«eertbeWaaromme na rype deliberatie dienstig hadde geoordeeld, het softe Articul van het Reflement Reformatoir, mitsgaders den inhoud der opgevolgde interpretatoire uitfpraak, hier boven gemeld, refpeóSvelyk te altereren, en te amplieren in deezer voegen. • GeenLeechi ten Landsdaage gecommitteert zynde, of m het Collegie van Gedeputeerden zitting hebbende, zul lm tn de Vergadering of in het Collegie van Gedeputeerden mogen adviferen , of ftemmen over eenige zaaken ZJ-tntperfonf betrefen> °f ™<** ^ quahteiten,^ of uit eenigerley andere hoofden, direcl of wdireiï eenig belang zyn hebbende, nogte over zaaken, waar tn die geenen perfoneel geinteresfeert zyn , of in hunne qualitetten, of uit eenigerley andere hoofden, dt recl oftndireBeentg belang zyn hebbende, welken hun m Confangumiteit of Affiniteit tot in de tweede graad Z clufef bef aan maar zig gedurende de delibeJtienover zodanige zaaken, uit de Vergaderinge of uit het Co lel moeten abfenteren: Dog zal ten aanziet van den Hov& Promnciaal en alle andere Collegien en Regtbanken by de voorheen vastgeflelde uitfluitinge tot in de zesde Graad van Confangumiteit of Affiniteit werden verbleven: En zullen dien volgende de Raaden van den Hove, en de Leeden  ( 139 ) Leeden van alle andere Collegien en Regtbanken met cm adviferen of (temmen over eenige zaaken , die hun Ierfoneel betreffen, of waar in dezelve in voegen als boiel, eenig belang zyn hebbende , nogte over zaaken , waar in Ier foneel of uit eenigerley andere hoofden ah boven die geenen gënteresfeert zyn, welke hun tn ConrZuiniteit of Affiniteit tot in de zesde Graad mcluf ef £ 2 vefpligt zyn, zig van alle Deléeratten over zodanige zaaken te abfineren en te onthouden. En nadien het gunt voorfchreven is, niet alleen voor tegenwoordig, maar ook in het toekomende tot een Rietfnoer moet dienen, als of al het zelve van woorde tot woorde in het softe Articul van het opgeroeide Reglement Reformatoir was geinfereert, vonde %M Doorlugtigste Hoogheid noodig, dat deeze alomZ zal worden gepubliceert, blicatie te doen, waar toe Hun Ed. Mog. de vereiscnte ordres zouden gelieven te ftellen. Zo isdat Wy om te voldoen aan de intentie van Hoogst ged. Zyne Doorlugtigste Hoogheid, hebben goedfevonden en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen, dat, op dat niemand onkundig blyve, of ignorantie zoude konnen voorwenden, van de interpretatie en ampliatie van het softe Articul van het Reglenient Reformatoir van Regeringe den ai December 1748 gearrefteert, gegeeven, zulks alomme op de gewoone wyze zal worden gepubliceert en geaffi-  C Ho ) fffixie tfdoen!26 ^ SeW°°n * publicatie en Aldus gedaan, gerefolveert ende gcarrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 18 February 1768. H. W. v. ALTENA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. SMINIA. P U B L I-  C 141 ) PUBLICATIE Tot het vernieuwen der Sternen Floreen-Registers, DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALVT; Doen te weet en : Alzo tot voorkominge van confufie en donkerheid in de Cohieren van Stemmen en Registers der Florenen , waar meede de Vastigheden in deeze Provincie zyn begeregtigd of bezwaard, voormaals by Staats Refolutien van den 16 July 1698 en van den 10 Maart 1701 is vastgefteld, dat voorfz. Cohieren en Registers telkens na verloop van tien jaaren zullen worden vernieuwt ende geredrelfeert, en nu zeederd de laatste vernieuwinse, in den jaare 1758 gefchied, tien jaaren zyn S 3 voorby  C ) voorby gegaan; Zo is V, dat Wy na ferieufe deliberatie hebben goedgevonden, de Geregten der Grietenyen te gelasten, om yder in haare Diftriólen, voorfchreven Cohieren en Registers op nieuw te formeren, en die der Steden, öm insgelyks haare Floreenregisters te redresferen, conform de Ordres en Reglementen daar af zynde, en byzonder na het Stern-reglement in 's Lands Ordonnantie geinfereert, en het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748, en dat daar by onder anderen nauwkeurig werde zorge gedragen, dat volgens de 's Lands Ordonnantie Articul XI. duidelyk ten Stem - cohiere werde uitgedrukt de qualiteit, in welke yder zyne Stemgeregtigheid bezit, of als zelvs Eigenaar, of weegens zyne Huisvrouwe, Kinderen, Pupillen of anderzins, als meede aangetekent, niet N. N. cumfociis, maar met opgave der naamen van alle de Eigenaren, en voor wat gedeelte yder hoofd voor hoofd in de Stem participeert; gelyk ook, dat ter voldoeninge van het Reglement Reformatoir Articul III. by yder Stem werde geannoteert, de hoe grootheid van 't Goed, en getal van Pondematen, en of met Huizen, den Eigenaren van het Stemdragend Percheel toebehorende, zyn voorzien. En op dat zulks moge komen ter kennisfe van een ygelyk, en een yder in het aangeven zyner Stemgeregtigheid zig hier na gedrage, zal deeze aloinme op de  C 143 ) de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 3 Maart 1768. H. W. v. ALTENA,Vt Ter Ordonnantie vanHunEd.Mog> Je. v. S M IN IA, Edele  c 144 3> Edele, Veste, Lieve, Bezondere! jV/f^n Heefen de Staaten van t^A VriesIand' goedgevonden hebbende, dat volgens de voormaals vastgeltelde Ordre, na verloop va„ ien jaaren weder vernieuwt zullen worden de CohTe- ze Prnv- emTuun Registers der Florenen in deete arXerPn §oedgevonden, ten dien einde lezin?! 'n t ,Publlcatie> die hier ten fine van aflezing en aanplakkmge neevens gaat, en Ons gelast de aanfchryvinge deezen aangaande aan de Geregfen m Grietenyen en Steden te doen: En het is uit S van deezen last, dat Wy UEd. ordonneren om die vernieuwinge in UEd. Bedryve ten e^^Mfc te maaken en op de Cohieren van Stemmen S als voor deezen by yder nummer te doen aantekenen de Eigenaars van den jaare 1640, en die de^ Eigenaars en Meyers van den jaare 1768, alles confbfm het Stem- reglement in 's Lands Ordonnantie ge nfe reert, en het Reglement Reformatoir, en volgens den mhoud der bygevoegde Publicatie , en het Kster der Florenen te formeren na het geobferveerdf ge- den 10 S Parr,ier,yk M de Staats Refolutie vgan den 10 September 1729, meede brengende 1. Dat het Cohier en Register zy voorzien vder Z "Z0Tdenlelynh00M enflot' ^tenminlten Tenekènt. ^ bGneVens den Secretaris 2. Dat  C 145 ) a. Dat de folia of latera met dezelve nummers als in den jaare 1758 werden gemerkt. 3. Dat ook dezelve posten wederom als A0, 1758 op dezelve blandzyden werden gezet, en zo weegens fcheuringe der plaatzen zulks niet wel doenlyk is, dan van eene zyde twee gemaakt, blyvende de tweede pagina als dan ongenummert. 4. Dat yder post werde getekent met zyn nummer op de eerste plycque, en daar onder de grootheid van dezelve. 5. Dat in den text werde gefchreven de naam ot naamen der Eigenaars, Bruikers en Naastlegers, met de grootheid der Zathe en Landen, en bezwaardheid van Floreen, in volle woorden. 6. Dat verders op de laatste vouwe in Cyffer werde uitgetrokken met hoe veel Floreen bezwaard is. 7 Dat wanneer een Zathe is of word gefcheurd, de verdelinge der perchelen, met de naamen der Eigenaars en Bruikers binnens blads werde aangetekent, en een yders aandeel der Florenen uitgedrukt, dog het montant daar van te zaamen op de kant gezet. 8. Dat de Floreen op yder pagina werde geaddeert, en uit de latera eene recapitulatie geformeert, met uitdrukkinge van het geene aan den Lande word betaald, of overfchietende of ligte Florenen zyn. Op dat nu een ygelyk gelegenheid moge hebben, om voor zyn belang te waaken, en de aangevinge zyner Stemmen en Florenen te doen, zal UEd. de dag der vernieuwinge bepalen, en dien over het Geregte,  ( 146 ) Stante Judicio, en over de Kerken doen uitroepen» en agt daagen te vooren by Huiskondinge doen bekend maaken. Welk Cohier en Register deezen conform vervaardigt , U Ed. ordentelyk ingebonden aan het Landfchaps - huis binnen Leeuwarden zult doen overbrengen , uitterlyk voor den 16 September eerstkomende, om door Ons geëxamineert te worden, by poene van vyf en twintig Gouden Vriefche Ryders. Waar meede Edele, Veste, Lieve, Bezondere, Wy U Ed. zullen bevelen in de protectie van God Almagtig. Leeuwarden den 3 Maart 1768. UEds. Goede VRIENDEN, De Gecommitteerde Staaten van Vriesland in het MindergetaL H. W. v. A L T E N A,VtTerOrdonnantievanHunEdMog. Je. v. S M I N IA. PLACAAT  C 147 3 PLACAAT Tot vastftelling der 's Lands Middelen, D E Staaten van Vriesland allen ' , a;0 ^ppy.pn zullen zien ofte hoo- renleezen, SALUT; Doen te weeten: Dat, aangezi nTe onwaardeerbare Rust en Vreede, waar van fe Republicq der Vereenigde Nederlanden door de goedheid van den Almagtigen als nog jomsfeert, veitischt, daar van een goed gebruik te maaken, ende Commercie en Navigatie van de goede Ingezetenen des Lands te befchermen, het welk zonder genoegzame Fondfen niet gefchieden kan; Zo hebben Wy, na gezien te hebben het fchriftelyke Rapport der Heeren, by Refolutie van den 8 February laastleden Gecommitteert, tot het onderzoek ^r Provinciale Financien, en het formeren van eene Balance van MidT a  C 148 ) delen en Lasten, goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat alle de 's Lands Middelen van Contributie en Confumtie, die tegenwoordig in train zyn, en geheven worden, in het naastvolgende Jaar, lopende van den 1 May 1768 tot en met den laatsten April 1769 op denzelven voet zullen worden gecontinueert, en aan dezelve 's Lands Comptoiren overgebragt, zo dat ook de Cohieren van de Reële en Perfonele Goedfehattingen als te vooren zullen worden opgemaakt en vernieuwt, eii de Liquidatie van het geen op 't Reële zal zyn betaald teegens het Perfonele mogen gefchieden. Wanneer ymand vermeend te hoog in de Perfonele Goedfchattinge te zyn aangeflagen, zal dezelve tot Doleancie worden toegelaten, en zig moeten addresfeeren aan de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal, zo op of boven de 4000 Guldens aangeflagen ftaat, op Maandag of Dingsdag den 1 en 2 Augusty èerstkomende; en zo met mindere fomme aangetekend is, by 't Geregte, op welkers Cahier gevonden word, op de daagen, welke yder der Geregten daar toe zullen bepalen, om als dan zyne Goederen, onder folemnelen Eede, te begroten, op het Formulier daar af zynde, en zo meermalen is gepubliceert. En op dat niemand hier van onwetende zy, of onkunde zoude mogen voorwenden, zal deeze alom- me  C H9 ) me op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 8 Maart 1768. H. W. v. ALTEN A,Vt TerOrdonnantievanHunEd.Mog9 Je v. S MIN IA. T 4 PLACAAl.  C ï5o ) PLACAAT EN REGLEMENT op de Botervaten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo door een aanmerkelyk aantal Koopluyden in Boter, zo te Amfterdam als in deeze Provincie wonende, by Requeste is aan Ons voorgehouden, dat de Botervaten in Vriesland, nu al een lengte van jaaren, ten eenemaal ondeugend worden gemaakt, en dit kwaad van tyd tot tyd verergerd, door dien daar toe in plaats Klaphout, zo als by 's Lands Ordonnantie Lik 4. Tit. 14. Art. 8. word gerequireert, gebruikt word Vathout, en daar onder fpintig, en niet genoeg gedroogd ander zoort van Hout, zo dat in de van Vathout gemaakte Vaten de peekei zwart word en bederft, en de van fpintig . hout gemaakte Vaten lek zyn,  £ i5i ) zyn, en geen peekei konnen houden, het welk tot een onaffcheidelyk gevolg heeft dat de Boter moet ichimmelen, fterk worden, en gantfchelyk bederven; waar door de importante tak van de Commercie in de voormaals zo beroemde Vriefche Boter merkelyk verdort, en tot totaalen ondergang van de goede Ingezetenen geheel uitdroogt; Verzoekende zy Supplianten, dat Wy daar teegens geliefden te voorzien, en zorge draagen, dat die Vaten werden vervaardigt van droog Klaphout zonder fpint, en ten dien einde de nodige Ordres beramen, en dadelyk doen uitvoeren. Zois't, datWy, na ferieufe deliberatie, hebben goedgevonden, den loop van dit kwaad, zo veel in Ons is te ftuyten, en daar teegens te ftatueeren de volgende Ordres, Articulen en REGLEMENT: De Botervaten zullen moeten worden gemaakt van droog Klaphout, zonder fpint, en word het gebruik van V&thout, of eenig ander zoort van hout, ten eenemaal verboden , by poene , dat de Maaker op yder Vat, groot of kleyn, zal verbeuren vyf en twintig Goud-guldens, ten profite van den Aanbrenger en Officier die de Calange doet, elks voor de helfte. II. De  C is* ) 11. De Vaten met de bodems en dekzels zullen zwaar moeten zyn: Een vierendeel Ton veertien pond. Een agtendeel, of Kindtje zeeven pond. Een zestiendeel, of half Kindtje drie en een tweede pond. Zullende dat gewigt, en niet meer op de Waage voor het houtwerk worden gefteld. I I I. De Kuipers, zo ten planten Lande als in de Steden, zullen de by hun gemaakte Botervaten, groot en kleyn, met hun eigen merk duidelyk en klaar branden , om altoos te konnen geblyken, wie 'er de maaker van is, by poene als vooren. IV. Dezelve zullen gehouden weezen, die Vaten, eer dat die ter ytinge prajfenteeren, vol water te gieten, en zo te onderzoeken, of wel ter deegen digt zyn, en zo niet volkomen digt zyn, zulks direct te verhelpen , by poene, dat een lek Vat ter ytinge preefenteerende, hy zal verbeuren zes Stuyvers, ten voordele van den Ytiger, die het lek bevonden zal hebben. V. De  C 153 ) V. De bodems van de vierendeel Tonnen zullen niet zwaarder mogert zyn als twee pond , en de dekzels nier zwaarder als een en een vierde pond; de bodems der Kindtjes niet zwaarder dan een en een tweede pond, en de dekzels een pond, by poene van vyf en twintig Goud-guldens als vooren. V j. De Kuypers zullen genieten voor yder Vat, zynde een vierendeel Ton , agtien Stuyvers, voor een Kindtje twaalf Stuyvers , en voor een half Kindtje zeven Stuyvers, zonder die prys in het minste te veranderen , te vermeerderen of verminderen, by vorige poene te verbeuren, zo by den Leverancier, als by die geene, aan wien het geleverd word. v i i. Wie eenige kwalyk gemaakte Botervaten ontdekt, of dat de prys daar voor minder of meer is gegeeven, als boven is gefteld, en zulks aanbrengt, zal boven zyn aandeel in de boeten nog genieten een praemie van 20 Guldens, met immuniteit van ftraffe, zo zelvs medepligtig mogte zyn. V VIII. De  i r 54 } VIII. De Kuypers zullen de by hen gemaakte en goédbevonden Vaten moeten laaten ytigen by den gezworen Ytigmeester op het voorgemelde gewigt, en verdere qualiteiten. I X. De Ytiger zal goede toezigt houden, of door den Kuyper wel is voldaan aan de opgegeeven vereischtens, en fpecialyk of deszelfs merk wel duidelyk en klaar ftaat, en alles wel bevindende, de Vaten, 'tzy groot, 't zy klein, duidelyk branden met het Grietenyes of Stads Wapen, niet alleen op het Vat, maar ook op den bodem en op het Dekzel. X. De Ytiger zal voor het ytigen van yder Botervat, groot of klein, voor zyn falaris genieten vier Doyten. X L De Kuypers en Ytigers, die bevonden zullen worden, van 't geen voorfz. is, in gebreke te blyven, of het zelve niet getrouwelyk te hebben agtervolgd, zullen boven de geftatueerde boeten , ten eeuwigen daage van hun Ambagt en Ampt afgezet, en daar te boven nog arbitralyk worden geftraft. XIL Ed  X I L Ën by aldien eenig gezworen Ytigmeester zig zo verre mogte vergrypen, dat hy de losfe ftaven kwame te ytigen of te merken, voor en aleer daar van het Vat is gemaakt, zal dezelve daar over door den Procureur Generaal Criminaliter worden geaótioneert XIIL De tegenwoordige Ytigmeesters, en die namaals zullen worden aangefteld, als meede de Kuypers zullen door de Geregten worden geëxamineert, ofze dit Placaat wel verftaan , en onderfcheid weeten tusfchen Klaphout en ander hier verboden Hout. X I V. De teekenen van de Grietsluiden en Magiftraten, als meede de merken van de Kuypers en hun naamen en toenamen zullen moeten worden toegezonden aan de Heeren Gedeputeerde Staaten, welke daar van een generale Legger zullen houden. X V. En worden de Heeren Gedeputeerde verzogt ordre te willen Hellen, dat de Yferen hoepen of banden, by het te zaamen voegen der ftaven wordende geV a bruikt,  bruikt, zo die onder de Kuypers berusten, als de Modellen, die in handen van de Geregten mogen zyn, op nieuws werden geëxamineert ende gemerkt, en by die gelegentheid gezorgt, dat de Vaten worden gemaakt met zo weinig buyk als mogelyk is. XVI. Niemand zal Boter, die te koop zal worden geveild, mogen liaan in Vaten, waarin eenmaal Boter geflagen is geweest, by poene van Confiscatie van dezelve , en daar te boven 25 Goud-guldens op yder Vat, te verdeelen als vooren. XVII. Ook zal niemand eenige ledige Botervaten, Vleesch en Spekvaten van buiten in de Provincie mogen invoeren, by gelyke poene van 25 Goud-guldens, op yder Vat te verbeuren. XVIII. Een Ton Boter zal boven het hout weegen 320 pond, en dus een Vierendeel 80 pond, een Kindtje 40 pond, en een half Kindtje 20 pond. Alle welke vorenftaande Poincten en Ordres, in het toekomende in te gaan met den 1 Augusty 1768, met  C 157 ) met alle exactitude zullen worden geobferveert door elk en een ygelyk, dien het aangaan mag. Wordende dê Heeren Gedeputeerde Staaten, mitsgaders de Geregten in Grietenyen en Steden wel ernstig en met aandrang gelast, om alle mogelyke zorge te draagen, dat aan Onze welmeininge in deezen werde voldaan, en de hand te houden aan de executie van dit Placaat, het welk met een byzonder oogmerk, om deeze tak der Vriefche Commercie, ten voordele der goede Ingezetenen weeder als van ouds te doen bloeyen, is gearrefteert. En op dat niemand hier van onwetende blyve, of eenige onkunde zoude konnen voorwenden, hebben Wy geordonneert, dat deeze alomme zal worden gepubliceert ende geaffigeert, ter plaatzen daar men ge» woon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 Maart 1768. H. W. v. ALTENA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MI N I A. V 3 Veste3,  x: 158 > Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben na ontvangst van alle de Staaten van Onkosten, die weegens het gegeevene Bier by het luiden der Klokken ten teeken van publycque Vreugde en Blydfchap over het Hooge Huwelyk van Syne Doorl. Hoogheid den Heere Prime Onzen Erffladdouder Se. Sc Sc. met Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Pruisfen zyn gevallen, en volgens Refolutie der Heeren Staaten Onze Prinnipalen by den Lande betaald moeten worden, goedgevonden en verftaan, UE. aan te fchryven ende te adverteeren, gelyk Wy doen by deezen, dat U E. de betalinge daar van weegens deszelfs DiftricT: kan ontvangen of laaten af haaien onder genoegzame Quitancie, op de ftaat van de Onkosten weegens UE. Grietenye of Stad aan Ons toegezonden, en dewelke hier neevens gaat, van 't Comptoir van den Raad en Rentemeester, benevens Ontvanger Generaal der Confumptie W. H. T. C. Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, omme daar meede verder te handelen na behoren. Waar  ( 159 ) Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. ia de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 19 April UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdormantievanHunEdMog* N O T %  C I6b ) NOTIFICATIE Der Veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALUT; Doen te weeten : Dat, na gehoord te hebben het Rapport der Heeren Onze Gecommitteerden, tot de Revifie van de Ordonnantiën op de Impofitien geëmaneert, Wy goedgevonden hebben in dezelve deeze volgende Veranderingen te maaken, als in de ZOETE WAAREN. Dat pag. 94, het 2ifte Artikel is vervat in deeze woorden: De Tarra der Vaten en Kisten, waar meede de Zoete Waaren, en de Tonnen, waar meede de Isfchen worden ingevoert, zal nooit booger moogen worden gerekend, als op vyf tien ten honderd. THEE en KOFFY. Dat pag. 107, het eerste lid van Artikel 3, is gefteld als volgt: Wanneer een Koopman Thee invoert J. met  C iöi ) met groote 'Kisten of Knasfers in de natuurlyke Fust, moet 'by de Aangevinge doen by het pond, een pond of twee per cent onbegrepen; wanneer voor Tarra of zwaarte der Kisten zal rekenen en genieten, van r i% tot 24 pond - 6\ pond. Een-zestiende Kist van< 25 tot 34. - - 10 C 35 tot 45 - - 101 - T_. e 46 tot 60 - - 15 - Een-agtste Kist van ^ 6l m 6o _ _ l8 _ r 70 tot 79 - - 19 - Een-vierde Kist van ) 80 tot 99 - - 22 - L 100 tot 110 - - 24 - ■r, f 1 t^i S 1 1 1 tOt i 19 - - 25 - Een-derde Kist van \l2ot0tHO - - 28 - y y7. S 141 tOt 199 " • 39 * Een-tweede Kist van ^ 2QO M 22p . - 45 . r 230 tot 299 - - 54 — ., ^ 1 qoo 349 - - 60 - L 400 tot 500 - - 68 - En wanneer een Koopman Koffy in Baaien Sc. VEERTIGSTE PENNING. Dat pag. 185, in het het 2de Artikel op de agtste regel, agter de woorden Jurisdictiën leggen zyn aanX gevoegd  C 162 ) gevoegd de woorden: En de Huisjes op de Kruyn of aan den voet der Zeedyken Jlaande. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze alomme op de gebruikelyke wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearre- fteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 22 April 1768. H. W. v. ALTENA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MI N IA. PLACAAT  C r«3 ) PLACAAT Teegens den Invoert van Buitenlands Rundvee, WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prince van Orange en Nas/au, &c. fifc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te weèten: Dat by Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie van den 20 April jongstleden, geauthorifeerd ende gelast zynde tot renovatie van Hun Ed. Mog. Placaat van den 30 Juny des voorledenen jaars, om aan deezen Last te voldoen, hebben goedgevonden te ftatueeren en vast te ftellen, gelyk Wy doen by deezen, dat van nu voortaan tot den eersten April 1769 binnen deeze Onze Provincie niet zal mogen worden ingebragt, of gevoerd, eenig Buitenlands Rundvee, uit wat oord het zelve van buiten het gebied van den Staat zoude kunnen en mogen gefchie* den; mitsgaders al het Rundvee van het Generaliteits Dijlricl, zonder onderfcheid of het zelve van het platX 2 te  C ) te Land, of door de befloten Steden van het gemelde Diftriél zouden mogen worden ingevoerd; alles op verbeurte van de Runderbeesten, die getragt worden in te voeren, of dadelyk ingevoerd zyn, en daar te boven op een boete van honderd Guldens op yder Beest, te appliceeren een derde voor den Officier die de Calange zal doen, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor den Armen der plaatze alwaar de Contraventie gefchied, zodanig, dat die geene, die willens en wetende pecceeren, en de geftatueerde boete niet kunnen betalen, daar over publycq zullen worden gegeesfeld, en uit deeze Provincie gebannen. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deezen alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert, met last aan alle Regenten en Officieren deezer Provincie, om deezen met alle promptitude te executeeren. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 26 April 1768. H. v. SLOTERDYCK,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, ; H. H. v. WYCKEL. P U B L I-  C 165 ) PUBLICATIE Tot Perfiftement by het Reglement op de Botervaten, en Ampliatie van het zelve. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , &c. &c &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen teweeten: Dat Hun Ed. Mog. by Refolutie van de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie van den 25 April jongstleden zyn gelast, om aan alle en een ygelyk bekend te maaken, gelyk dezelve doen door deezen, dat Hun Ed. Mog. op de remonftrantien der Kuipers in deeze Provincie, tot verzagtinge van Hoogst derzelver Placaat en Reglement van den 9 Maart laastleden ontrent de Botervaten, goedgevonden hebben na ferieufe deliberatie, te perftfteren by voorlz. KeX 3 glement  C 166 % gïement en Placaat op het maaken der Botervaten gearrefteerd, en verders nog te ftatueeren, gelyk gefchied door deezen, dat de Maakers van dezelve, die van binnen zo glad zullen moeten maaken als mogelyk is. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude hebben, of konnen voorwenden, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gegeeven op 't Collegie . binnen Leeuwarden den 26 April 1768. H. v. SLOTERDYCK,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL. Lieve,  C 167 ) Lieve, Bezondere! ALzo Wy weegens het Collegie der Heeren Gedeputeerden gecommitteerd zyn geworden tot convocatie van de refpeftive Volmagten der Vyf Deelen Buitendyks; Zo is 't, dat Wy UE. door deezen aanfcbryven en verzoeken, om op aanftaande Saturdag, die weezen zal den 7 May, de Klokr ke tien uur, te compareeren op den Raadhuize binnen Franequer, omme aan te hooren het geen als dan door Ons zal worden voorgedragen. Hier toe Ons verlatende, zyt Gode bevolen. Leeuwarden den 2 May 1768. UE. Goede VRIENDEN, De Gecommitteerden uit het Collegie der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Vriesland. PUBLK  C 158 ) PUBLICATIE Rakende het iade Articul van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo Zym Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nas/au, Erf-ftadhouder Sc. &c. Sc aan Ons by Misfive van den 21 den van de lopende maand May heeft gelieven te Communiceren, dat naardien Hoogst denzelven, by de oeffeninge der Hooge Regten en Prarogativen aan het Erf-ftadhouderfchap over de Provincie van Vriesland verknogt, niets tot meerder genoegen kan ftrekken , dat wanneer in de handhaving van 's Lands Wetten en Reglementen eene bekwame gelegentheid mag ontmoeten om de llrengheid der letterlyke Dispofitie van de Wet te verzagten, en te gelyk het hooftoogmerk van dezelve te bewaren en gelland te doen, Zyne Doorlugtigste Hoogheid met dat Oog inziehde het 12de Articul van het Reglement Reformatoir, door wylen Zyn Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader Hoogzal. ged. den 21 December 1748 ge- arrefteert,  C 10*9 ) arrefteert, hadde bevonden, dat de zo ftride daar by op nieuws vastgeftelde bepaling van den volkomen geadimpleerden ouderdom van twintig jaaren, om tot het Ampt van Grietman nominabel en eligibel te zyn, in verfcheide gevallen, niet dan ten uittersten praejudiciabel voor het foutien ende welvaart der aanzienlyke Huizen in de Provincie moet voorkomen, terwyl de minderjarige Erfzonen van die Huizen, te zeer ontydig van hun Hoofd gepriveert, de rigoureufe letter van deeze Wet moetende ondergaan, zig niet zelden door het defeér. flegts van weinig jaaren, verftoken vinden van eene gunftige gelegentheid, om tot het bezit der Vaderlyke Digniteit te konnen geraken. Dat Zyn Doorlugtigste Haogheid mitsdien gemeent heeft, bedagt te moeten zyn op een gepast temperament , waar door, behoudens het groot oogmerk van de Wet, tot weringe der misbruiken, op dit Huk bevorens gefubfiteert hebbende, de hardigheid, die in de voorfchreven zo ftricte bepaling refideert, op een gevoeglyke wyze gemitigeert en weggenomen zoude konnen worden; en ten dien einde dienstig en noodig geoordeeld, by ampliatie en alteratie van 't gemelde 12de Articul nader te verftaan en te verklaren. Dat de minderjarige Zoonen en Defcendenten van Grietsluiden, of fchoon op 't overlyden van hunne Vaders of Grootvaders, of ook wel daar na, by verdere vacatures van dezelve Grietmans plaatzen, nog niet bereikt hebbende den ouderdom van twintig jaaren, egt er Y tot  C 170 ) tot het Ampt van Grietman, by hunne Vaders of Grootvaders, voor heen bekleed, nominabel en eligibel zullen zyn, des dat dezelve daar toe alvorens door den Heer Erf-ftadhouder in der tyd admisfibel zullen moeten weezen verklaart; en voorts met dien verftande, dat dezelve minderjarigen alzo geeligeerde Grietsluiden niet eerder, als op den geadimpleerden ouderdom van twintig jaaren in Funclie zullen mogen treeden, en tot den Eed toegelaten zullen mogen w.orden; zullende immiddels en gedurende derzelver minderjarigheid het Ampt door een ander bekwaam en gequalificeerd Perfoon, als Subftituit Grietman, daar toe by den Fleer Erf-ftadhouder uit de nabeftaande Bloedverwanten en Vrienden of uit de naast bygelegene Grietenyen, te verkiezen, provifionelyk bekleed en waargenomen moeten worden: Blyvende voor het overige de verdere inhoud van het gemelde Articul mits deezen onveranderd, en volkomen in zyn geheel. En alzo Hoogst ged. Zyne Doorlugtigste Hoogheid niet had willen afzyn, het geen voorfchreven is ter Onzer kennisfe te brengen, ten einde Wy op de publicatie en affixie van dien de nodige Ordres geliefden te Hellen; Zo is V, dat Wy, om te voldoen aan de intentie van Zyn Doorlugtigste Hoogheid hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat, op dat niemand onkundig blyve of onwetentheid zoude konnen voorwenden van Hoogst êeszelfs explicatie en ampliatie van het 12de Articul van het Reglement Reformatoir van Regeringe, den ai De-  c m ) 21 December 1748 gearrefteert, gegeeven» zulks alomme op de gewone wyze en plaatzen zal worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 26 May 1768. H. W. v. A L T E N A,VtTer Ordonnantie van HunEd.Mog. Je. v. S M IN I A. y 5 p u B L I-  C ) PUBLICATIE Rakende het 3ofte Articul van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erf-ftadhouder Sc. Sc Sc aan Ons by Misfive van den 3often April laatstleden, heeft gelieven kennisfe te geeven, dat, nadien in ervaringe was gekomen, dat door de Magiftraten in Steden en Diftrióten, by voorkomende gevallen, relatyf tot het 3ofte Articul van het Reglement Reformatoir, by wylen Zyn Doorlugtigste Hoogheids Heer Vader Hoogstzal. ged. den 21 December 1748 op de Provinciale Regeringe gearrefteerd, niet altoos op zodanigen voet en wyze word geverfeerd, als meest dienstig en oirbaar kan Zyn, om dezelve Magiftraten het volledig erfeér. van de zo ernftige en nadrukkelyke dispofitie van het voorfz. Articul, op het prompste en efficacieuste te doen genieten, Zyn Doorlugtigste Hoogheid hadde noodig geoordeeld, het geftatueerde by het zelve Articul te renoveeren, en, ten overvloede, te amplieeren, met byvoeginge van het geen in de waare zin  C 173 ) zin en meininge van het zelve vervat is, en daar in opgefloten legt, en zulks op nieuws by renovatie en explicatie van gedagte Articul te verklaren. Dat door het Hof van Juftitie de volle zo Criminele ah Civile Juftitie, als van ouds gehad hebben, zal werden geëxerceerd, zo nogtans, dat de Refolutie van den jaare 1663 in volle kragt herfteld en geobferveerd werde, en op dat alle oneenigheden tusfchen de Hooge Collegien van de Provincie, en de Magif raten van de Steden en Landen, weggenomen en afgefneden worden, zo zullen die van den Hove zig onthouden en niet vermogen aan te neemen, veel min eenige provifie van Juftitie verlenen op de provocatien, die aan het Hof zouden mogen worden gebragt van Politicque Ordonnantiën en beveelen van de Magif raten, rakende de particuliere Huishoudinge van haare Steden of Difirieten, als by voorbeeld het reguleren van de Uuren van 't afvaren, fampt Fr agt en, Laad-, Los- en Legplaatzen van Wagenen en Scheepen , Jaar- en Weekmarkten, en plaatzen van dien, het maaken en onderhouden van Straaten, en generalyk van alles, het'geen zy tot ■onderhouditige van goede Politie, geryf en gemak hunner Ingezetenen en derzelver Negotie en Neering bevinden zullen dienstig te zyn: en by aldien over dit alles, of eenige andere zaaken, geene uitgezonderd, eenig difpuit of quastie tusfchen gemelde Hof van Jufitie, en de Magif raten der Steden en DiftricJen mogten koomen te ontfaan, zal zulks verbleven moeten worden aan de Heeren Lrf-ftadhouderen in der tyd. Y 3 3,Ec  C 174 ) „En zullen dien volgende de Magiftraten in de „Steden en Diftri&en, wanneer eenige Appellen by „ den Hove worden geintenteert, en gebragt van de „ Ordonnantiën of Difpofitien van dezelve Magiftra„ten omtrent zodanige zaaken, welke by hun lieden „mogten werden gefuftineert, te weezen Politicq of „ Domefticq, en overzulks aan geenerhande provoca•„ tie onderhevig te zyn , niet flegts bevoegd , maar „zelvs verpligt te weezen aan den Appellant de by „ hem verzogte prsefentatie en Apostelen te weigeren „ en af te liaan, des zullen dezelve Magiftraten in „die gevallen gehouden zyn, by Remonftrantie aan „den Hove, in alle behoorlyke reverentie, voor te „draagen de reedenen en gronden, waar op de by „hun gedane weigeringe berust, en waar op zy ver„meenen, dat de zaak, in conformiteit van het hier „vooren geftatueerde, by den Hove niet vermag te „worden aangenomen: en in cas by den Hove aan „die Remonftrantie niet mogte worden gedefereert, „ en des niet tegenftaande, by het zelve Hof een Ap„ poinétetnent Compulfoir, of eenige andere provifie „ van Juftitie aan den Appellant verleend mogte wor„ den , zo zullen de Magiftraten in dat geval, tot „intrekkinge van dusdanige verleende provifie van „ Juftitie, zig terftond en ten fpoedigsten aan den „Heer Erf-ftadhouder mogen en moeten addresfee„ren, ten einde daar op door Hoogst Denzelven „naar ingenomen berigt van den Hove, gedifponeert „en geordonneert te worden, zo als tot obfervantie „en  C 175 ) „ en maintien van het gunt voorfchreven is, zal oor„deelen en vinden te behoren. En alzo Hoogst ged. Zyne Doorlugtigste Hoogheid van Ons heeft verzogt, dat Wy de nodige ordres wilden ftellen tot de publicatie en affixie van den inhoud van Hoogst Deszelvs voorgemelde Misfive; Zo is 't, dat Wy, om te voldoen aan het verzoek van Hoogst ged. Zyne Doorlugtigste Hoogheid hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat, op dat niemand onkundig blyve of ignorantie zoude konnen voorwenden van Hoogst Deszelvs uitlegginge en Ampliatie van het 3ofte Articul van het Reglement Reformatoir van Regeeringe, den 21 December 1748 gearrefteert, gegeeven, zulks alomme op de gewone wyze en plaatzen zal worden gepubliceert ende geaffigeert. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 26 May 1768. H. W. v. ALTENA,Vt TerOrdonnantievanHimEd.Mog, J, v. SMINIA. P U B L I-  C 176 ) PUBLICATIE Nopens de beffnette Polacre De Elisabeth. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooTen leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden aan Ons hebben gelieven kennisfe te geeven, van de ordres Generaliteits weegen gefield , en door de Collegien ter Admiraliteit werkftellig gemaakt, ten aanzien van de Franfche Polacre de Elifabeth Capitein Francois Xavere Breen, waar op zig als Pasfagier bevind de Heer Mahomet Bey, gedefigneerde Ambasfadeur van den Bacha van Tripoli aan' deezen  C 177 ) deezen Staat, op welk Schip, volgens de tydingen van Livorno, zig de befmettelyke Ziekte heeft geopenbaard, met verzoek, dat Wy hier omtrent in den Onzen meede zodanige voorzieninge wilden doen, dat de Lootzen en hunne Medehelpers in de Zeegaten kenmsfe mogen hebben van de befmettinge, die op de voorfchreven Polacre gevonden word, en dezelve gelast, om daar op niet over te gaan, of het zelve Vaartuig in eenige Havenen deezer Landen in te lootzen, en voorts zodanige precautien, ten aanzien van dit geval te neemen, als.Wy, na omftandigheden van zaaken, zouden oordeelen te behooren; Zo is 't, dat Wy, om zo veel in Ons is voor te koomen, dat onder Gods zeegen de droevige en allerverfchrikkelykste plaage van Pestelentie onder de Menfchen in deeze Republycq werde overgebragt, hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, aan Onze onderhorige Lootzen en derzelver Medehelpers, en verdere Perfonen op het ferieuste te verbieden, van zig te verftouten, om het voorfz. Schip op eenige wyze binnen te lootzen, of op het zelve over te gaan, of daar omtrent communicatie te houden, by poene dat de Contraventeurs zullen vervallen yder in eene Boete van Duizend Guldens, tusfchen den Aanbrenger en Officier die de Calange zal doen, te verdeelen, en dat de onvermogende tot het betalen der Boete zullen worden geftraft met publycque Geesfelinge, Brandmerk en Bannisfement. Z En  C 178 ) En op dat elk en een ygelyk hier af moge worden verwittigt, en geene ignorantie voorwenden, zal deeze alomme worden gepubliceerd ende geaffigeerd. Aldus gerefolveert op 't Land- fchaps-huis binnen Leeuwarden den 8 July 1768. H. W. v. ALTEN A,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, Je. v. S M I N I A. PUBL I-  ( 179 3 PUBLICATIE Tot Verbod van Invoert van Rundvee van buiten in deeze Provincie. WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prince van Orange en Nasfau, 6fV. ÊrV. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo de Heeren Staaten Onze Principalen by Refolutie van den 7 July jongstleden hebben goedgevonden en verftaan, den Invoert van buiten in deeze Provintie van allerley Rundvee by provifie en tot nader ordre geheel te verbieden; Zo is 't, dat Wy alle en een ygelyk by deezen interdiceeren en verbieden, om geenerley Rundvee hoe genaamt, van nu af aan, en tot nadere ordre in deeze Provintie van buiten in te voeren, by poene van honderd Ducaaten op yder fluks Rundvee dat ingevoerd zoude mogen worden, en dat de Contraventeurs van deeZ 2 ze  ( x8o ) ze Onze ernftige welmeninge, die onvermogende mogten zyn om de boete te betalen, zullen worden geftraft na exigentie van zaaken. En op dat niemand hier omtrent eenige onkunde zoude mogen hebben, ofte kunnen voorwenden, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden den n July 1768. U. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL. PUBLI-  C 181 ) PUBLICATIE Rakende de Botervaten» WILLEM de Vde, by der gratie Gods Trim van Orange en Nasfau , Sc. Sc- Sc* Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen , die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Deen te weeten: Dat Wy om redenen vervat in Onze Refolutie op. heeden genomen, hebben goedgevonden en verftaan om by provifie, en ter tyd toe, hier inne nader zal weezen gedifponeert by Haar Ed. Mog. de Heeren Staaten Onze Principalen, de Officieren en Geregten > in welkers Diftrföen Boter-Markten gehouden worden, als meede de Magiftraten in de Steden te Authoriferen, gelyk geauthorifeert worden door deezen ? om ingevalle onverhoopt, en het geene allenthalven niet en zal gefchieden, dan onder Onze refentiment en indignatie, het mogte voorvallen, dat eenig Botervat of mindere Deelen van dien, alfchoon in eeni% 3  ( i8a J ge andere Grietenye ofte Stad gemaakt zynde, op de Markt bevonden wierde te weezen Lek ofte Spintachtig, en dus zigtbaarlyk ftrydig teegens 's Lands Placaat, op het'maaken van de Botervaten geëmaneert, niet alleen dezelve ter Waage niet te admitteeren, maar zelfs des noodig oordelende eene Boete van 6 Caroli-guldens' te ftellën teegèhs die geene, welke bevonden zal worden zodanige als voornoemde Vat ofte Vaten ofte wel mindere Deelen van dien ter Markt te hebben gebragt, ofte aldaar gekogt en aldus ter Waage geprefenteert, ter tyd toe hier omtrent zullen hebben ontvangen nadere beveelen van Hoogst ged. Heeren Staaten. Verltaande Wy inmiddelen tyde, dat de Houders van voorfz. vitieufe Vaten, in beide gevallen, hun Regt van aanfprake tot fchaade verhoedinge zullen behouden, teegens den Ytigmeester ofte Kuiper, die in deezen in fraude zal bevonden worden, onverminderd de Actie teegens denzelve gefchapen, en het aandeel in de Boete, als meede boven dien, de Prsemie den Aanbrenger competerende. En op dat niemand hier van ignorantie moge pretendeeren, en een yder zig zorgvuldig wagte, Vaten waar aan voorfchrevene zigtbare fauten nog teegens alle vermoedens zullen bevonden worden, te koopen ofte ter Markt te brengen; voorts ten einde een ygelyk dien zulks mag aangaan, en aan wien in deeze eenige executie en toeverzigt is gedemandeert, zig zonder eenige Intermisfie conform 's Lands Placaat en Onze  C 183 ) Onze Jerieufewelmeingeblyve gedragen, zal deezen alomme worden gepubliceert en geaffigeert, ter plaatzen alwaar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gearrefteert op 't Collegie binnen Leeuwarden den 12 Augusty 1768. G. F. B. T. SCHWART-ZENBERG en HOHENLANSBÈRG, vc Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. W Y C K E L. PLACAAT  C 184 ) NOTIFICATIE Nopens de Stern- en Floreen- Registers, vernieuwd in den Jaare 1768. DE Gecommitteerde Staaten van Vriesland in het Mindergetal, allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo de Heeren Staaten van Vriesland Onze Principalen, volgens het gerefolveerde in de jaaren 169S en 1701, by Refolutie van den 3 Maart deezes jaars hebben geordonneert, dat de Cohieren van Stemmen en Registers der Floreenen, geaffe&eert aan de Vastigheden in deeze Provincie geleegen, in deezen jaare wederom zouden worden vernieuwd en opgemaakt, en aan deeze Hun Ed. Mog. ordres door de Geregten der Grietenyen en Steden reede is voldaan; Zo is het, dat Wy, uit last van Hoogstgedagte Heeren Staaten, deeze Cohieren en Registers revideerende hebben gezien, dat zo de aangeevinge der Stemmen als der Froreenen met een menigte van Protesten zyn tegengefproken en bezwaart, en alzo veele verfchillen zyn aan den dag gekomen, welke geëxamineert, gedecideert, en uit den weg geruimt dienen te  c m ) te worden, en daarom hebben goedgevonden, publykelyk te Notificeeren, dat de voorfz. Cohieren en Registers, van den iffcen December tot het einde ven het lopende jaar, ten dienste van elk en een ygelyk der Ingezetenen op het Landfchaps-huis onder den Kamerbewaarder Keyert, zullen te vinden zyn, om ingezien te konnen worden, en na te gaan, hoe elks Stcmgeregtigheden en Floreen-lasten daar op zyn gebragt; en dat alle, die mogen vermeenen by dezelve benadeeld te weezen, zig deswegens aan Ons konnen addresfeeren, om hunne bezwaarnisfen by Gefchrifte, in Perfoon of by Procuratie voor te draagen , en hunne Suftenuen met valable redenen en Documenten te adftrueeren en bewyzen op Dingsdag den 3 January 1769, welke dag by Ons bepaald is, om een begin te maaken met het onderzoek en decifie der Differenten, en daar in van dag tot dag voort te vaaren, en Onze Befognes na zulks te fluiten. En worden in het bezonder by deezen gewaarfchouwd en Peremptoir geciteert alle de geene, welke by de vernieuwinge deezer Cohieren en Registers op dezelve eenige Protesten en aantekeningen hebben laaten doen, om op den geftelden tyd hunne gefuftineerdens voor Ons te vervolgen en waar te maaken, als meede teegens welkers aangevingen Protesten of Aantekeningen zyn gedaan, hunne aangevingen voor Ons te fouteneeren en te defendeeren, zonder van zulks te blyven in gebreke, alzo Wy op dien tyd Ba bevindinge van zaaken zullen difponeeren, en de niet gedefenA a deerde  C iw } deerde Stellingen of Protesten ten Cohiere en Registers royeeren, en de niet Compareerende Geinteresfeerden, houden, voor hunne Suffcenuen te hebben geabandonneert, en hunne zaak defert verklaren. Aldus gedaan ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 7 Oclober 1768. C. G. Grave van WASSENAER,Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S M I N I A. PLACAAT  C 187 ) PLACAAT Tot nader en ftricter Verbod van den Invoert van Rundvee, gelyk ook van drooge en natte Huiden, enz. Voorts eenige praxautien teegens de befmettelyke Ziekte onder het Rundvee. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo de Heeren Gedeputeerde Staaten deezer Provincie aan Ons hebben voorgefteld, om, tot voorkominge van alle befmetting onder het Rundvee, waar af deeze Provincie door Gods' goede Voorzienigheid tot dus verre is bevryd, niet tegenftaande deeze zo zwaar drukkende plaage in de naastgelegene Provinciën wederom iterk grasfeert, eenige nadere prsecautien in het werk te ftellen, en den Invoert van natte Huiden, van verltorven of geflagt Vee van buiten Ingevoert kunnende worden, te verbieden; en Wy daar te boven geinformeert zyn, iat aan de Publicatie van welgedagte Aa a Heeren  < i83 ) Heeren Gedeputeerde Staaten van den 11 July deezes Jaars, ingevolge Onze Refolutie van den 7 July daar te vooren gedaan emaneeren, houdende Verbod van Invoert van alle Rundvee, niet volkomen word voldaan, hebben Wy na rype Deliberatie goedgevonden en verftaan te ftatueeren, gelyk geftatueert word by • I. DatWy, inhasrerende Onze Refolutie van den 7 JuJy jongstleden, en daar op gevolgde Publicatie der Heeren Gedeputeerde Staaten van den 11 July daar aan volgende, als nog op het ferieuste interdiceeren en verbieden, om eenigerley Rundvee, hoe genaamd, van nu af aan en tot nadere ordre in deeze Provincie van buiten in te voeren, by pcene van één honderd Ducaten op yder ftuk- Rundvee, het welk Ingevoert zoude mogen worden, boven verbeurte van het Vee, en van de Scheepen, Waagens, Karren, en andere Inftrumenten, waar meede deeze Invoert zoude mogen gefchieden; en dat de Contraventeurs van deeze Onze ernstige welmeninge, die onvermogende mogten zyn om de Boete te voldoen, zullen worden geftraft aan den Lyve na exigentie van zaa- I I Dat Wy insgelyks geheel verbieden het verwevden van eenig hoe genaamt Rundvee op de Confinen err  C 189 ) en Grensfcheidinge van deeze Provincie, in of op den bodem van andere Provinciën; en van 's gelyken uic de naburige Provinciën in of op den bodem van Onze Provincie, en zulks op poene, als in het vorige Articul is gemeld: des zullen de Dorpregters gehouden zyn, in zodanige Dorpen, als op de Grensfcheidingen van deeze Provincie gelegen zyn, van dit Ons Placaat duidelyke kennisfe te geeven aan alle zodanige Ingezetenen dier Dorpen, welke Landen over de Grenzen van deeze Provincie in eene der naastleggende Provinciën gelegen hebben. III. Dat Wy van nu aan ftrengelyk verbieden den Invoert van alle drooge en natte Huiden van eenig hoe genaamt Rundvee, als ook van Koppen, Hoorens, Staarten, Voeten, en afval van het haair van de Huiden, als meede van alle geflagt Rundvleesch en Vet; op dezelve Boeten en verbeurte op yder party, die Ingevoert word, als Articul 1. is uitgedrukt. I V. Dat Wy van dit Verbod alleen eximeeren en uitzonderen zodanige Huiden, als reeds tot Leeder zyn bereid, en dadelyk door de Schoenmakers en Zadelmakers gebruikt worden. Aa 3 V. Da£  C 190 ) v. Dat Wy insgelyks van dit Verbod eximeeren en uitzonderen de drooge West-lndifche Huiden, na de Loyeryen in deeze Provincie gaande; des dat dezelve alleen door den Haven van Harlingen zullen mogen worden Ingevoerd, en niet gelost als in prsefentie van twee Opzigters. V I. Dat de zodanige, die zig zouden mogen verftouten, om andere Huiden voor West-lndifche Huiden in deeze Provincie in te voeren, zullen vervallen in eene dubbelde Boete van tweemaal honderd Ducaten van yder party dusdanig Ingevoerde Huiden; boven Arbitrale Correétie en verbeurte van Scheepen, Wagens , of Karren, waar meede die Invoert gefchied zal zyn. V I I. DatWy by deezen ernstelyk verbieden allen Vreemde Koopluiden, of eenige andere Perfonen, van geïnfecteerde Plaatzen komende , in eenige Stallen te gaan; en ordonneren alle Onze Huislieden en Veehouders, dezelve in hunne Stallen niet in te laaten, maar de Beesten, die zy genegen zyn te verkopen, buiten Huis in de opene lugt te brengen, en aan de Koopers te vertonen, by poene van telken reyze te ver-  C 191 ) verbeuren vyftig Goud-guldens; voor welke Boeten alle Vreemdelingen arreftabel zullen zyn, en zondekbetaling of borgtogte niet worden ontflagen. VIII. Dat Wy insgelyks op dezelve poene, als in 't vorige Articul gemeld ftaat, verbieden aan alle Onze Ingezetenen, voornamentlyk dezulke, die op de Grenzen van deeze Provincie woonagtig zyn, in eenige Stallen op den bodem der naastgelegene Provinciën $ daar de befmettinge is, te gaan. I X. Dat Wy insgelyks gelasten de Grietslieden van alle zodanige Grietenyen, als langs de Grenzen van deeze Provincie leggen, alle mogelyke zorgê te doen draagen, dat alle de Honden op de diftantie van een half uur gaans van de .Grenzen werden vastgelegt, en de van buiten inlopende Honden terftond dood gedaan werden; en dat ook alle de Bullen, zo lang als in de Weide gaan, zullen altoos moeten gekeppelt zyn > op gelyke diftantie van de Grenzen als boven. X. Dat Wy verders ftatueeren tot voorkominge van befmetting, door Klederen kunnende werden aange- bragt,  C 192 > bragt, dat geen vreemde Bedelaars eh Vagebonden in deeze Provincie zullen mogen koomen; verbiedende niet alleen het Herbergen van dezelve, maar teffens ordonneerende, dat, zo wanneer in eenig Diftrict werden gevonden, dezelve zullen werden geapprehendeert, en met de nodige informatien naar het gedemolieerde Blokhuis overgezonden, om by den Hove geftraft te worden; zullende het Hooy en Stroo, waar op dezelve gelegen of geflapen mogen hebben, van ftonden aan werden verbrand. X ï. En zullen alle bovengemelde verbeurtenisfen en Boeten geappliceert worden, de ééne helfte ten voordele van 'den Aanbrenger, en de wederhelfte ten voordele van den Officier der plaatze, daar de Calange gefchied. Ordonneerende elk en een yder, zig na den inhoud deezes te gedragen; met last aan de Grietslieden en Magiftraten, om voor de flipte navolginge daar van alle mogelyke zorge te draagen. Beveelende Wy verders aan alle de Opzigters op de Havens en Grenzen van de Provincie , om zig na den inhoud deezes te reguleeren, en Ons falutair oogmerk, zo veel in hun is, te helpen bevorderen, by poene van Casfatie. En op dat een ygelyk van deeze gefielde Ordres mag kennisfe hebben, en geen onkunde voorwenden, zal  C 193 ) zal dit Ons Placaat alomme op de gewone plaatzen werden afgekondigt en aangeplakt, want Wy het zelve alzo ten dienste en besten van den Lande verftaan te behoren. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 26 November 1768. C. G. Grave van WASSENAER, vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S M I N I A. Bb Veste,  C 194 ) Veste, Lieve, Bezondereï ZYne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erfftadhouder, Capitain en Admiraal Generaal, zo van de Nederlandfche Republycq in 't gemeen, als van deeze Onze Provincie in het bezonder, aan Ons by Misfive kennisfe hebbende gegeeven, dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, Hoogst Deszelfs teedergeliefde Gemalinne, zig door de Goddelyke Voorzienigheid in eene Gezeegende toeftand bevind, zig flatteerende, dat Wy wel deel zouden willen neemen, in de Vreugde, welke over dit gewenschte Evenement in zig bevind; zo hebben Wy, om hier omtrent den Zeegen van God Almagtig te verkrygen, gerefolveert, UE. door deezen te gelasten, om in UE. Stad zodanige ordres te Hellen, dat in de Gebeden, die aan den OpperhemelHeer zullen worden gedaan door de Bedienaren des Goddelyken Woords in de publycque Kerken, meede zal worden gebeden, dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, in Zyne Goddelyke Voorzienigheid moge werden bewaard, en gelukkig in de Gezeegende Staat voortgaan, en ter beftemder uure voorfpoedig werde Verlost; en dat  C 195 ) dat zulks moge (trekken tot eere Gods, ten nutte van Land en Kerk, en beste van het Doorlugtigste Huys van Zyne Hoogheid. Het is vervolgens Onze Welmeeninge , dat UE. deeze Onze Refolutie en Ordre zonder uitflel van de Predikftoelen zult doen afleezen en publiceeren, op dat aan Onzen last promptelyk moge worden voldaan. Waar meede, Veste, Lieve, Bezondere, WyUE. beveelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 14 December 1768. UE. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, H. W. v. ALTEN A,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MI N IA. Bb 2 P U B L I-  C *96 ) PUBLICATIE Ontrent Drenkelingen. WILLEM de Vde , by der gratie Góds Prime van Orange en Nasfau , £?c. £fc. &c. Mitsgaders FSE Gedeputeerde Staaten van jL^JP Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Ons meermalen is voorgekomen, dat veele der Ingezetenen in deeze Provincie, in een vooroordeel zyn, dat wanneer een Drenkeling, die uit het Water gehaald word, geen teekenen van Leeven geeft, het niemand geoorloft is, denzelven in zyn Huis te neemen, ja zelfs niet aan te raaken, danalleenlyk, omhun aan de Wal, met het Hooft buiten het Water te helpen, en dus te laaten leggen tot daar van aan 't Geregte van de Grietenye of Stad, waar inne zulk een ongeval is gebeurt, kennisfe is gegeeven. Dat zulk een vooroordeel niet onwaarfchynlyk aanleiding heeft gegeeven, dat uit nalatigheid en verzuim van toegebragte hulpe, Menfchen voor Dood zyn gerekent, welkers Leeven mogelyk had kunnen werden behouden. • En  C 197 ) En verders ter Onzer kennisfe gekomen zynde, dat door eene Maatfchappy te Amfterdam opgeregt, tot redding der Drenkelingen, verfcheidene hulpmiddelen aan de hand zyn gegeeven, die reeds meermalen eene goede uitflag fchynen gehad te hebben ontrent Perfoonen die voor Dood uit het Water waaren gered; Zo is 't, dat Wy om zo veel mogelyk de welftand en ■ behoudenisfe van Onze goede Ingezetenen te behartigen, allezins.dienstig hebben geoordeeld, de menschlievende en pryzenswaardige Bekentmakinge van gemelde Maatfchappy, deezen te infereeren, luidende van woorde tot woorde als volgt: De Bestierders der Maatschappy ter behoudenis van Drenkelingen,' onlangs in Amfterdam opgeregt, hunne menschlievende oogmerken aan alle Ingezetenen der Zeeven Provintien, gaarne zo algemeen als mogelyk is willende bekent maaken, hebben goedgevonden , door deeze eene korte dog zakelyke fchets derzelven te geeven, terwyl zulks reeds wydlopiger gefchied is in N°- 86, N°- 88 en N°- 94, van het weeklyks Blad genaamt de Philofooph, in de maanden Augusty, September en Oétober 1767 te Amfterdam uitgegeeven* # L Den yder, die met goede bewyzen kan aantonen, een Mensch of Kind, 't welk zonder eenige beweging of teeken van Leeven uit het Water is gehaald, door een goeBb 3 de  ( 193 ) de behandeling weder tot zig zeiven gébragt te hebben, zal eene Prsemie genieten, beflaande in zes Gouden Ducaten, of {indien hy zulks liever heeft') in een Gouden Gedenkpenning, op welken de Naam des geenen, die door zyne wel aangelegde hulp een ongelukkigen gered heeft, gefield zal worden. I I. Maar dewyl het meermalen gebeuren zal, dat 'er meer dan een in de behoudenis eens Drenkelings hebben meede gewerkt, zo zal als dan de Gedenkpenning of de zes Ducaten aan hun allen gegeeven worden, om daar omtrent eene billyke fchikking onder malkanderen te maaken. 1 I I. Om tot het ontvangen deezer Prasmie geregiigt te zyn, word alleenlyk eene fchriftelyke Verklaring vereischt van twee braave Menfchen, van onbefproken Naamen Faam, die geen belang hebben in het trekken van de Praemie, en, als ooggetuigen, bevestigen dat dezelve aan zodanig een' Perfoon of Perfoonen behoord uitgedeeld te worden. I V. Deeze Verklaring moet gébragt of gezonden worden ten Huize van den Boekverkoper Pieter Meyer, op den Dam te Amferdam; dezelve onderzogt en egt bevonden zynde,  ( m ) zynde, zal de uitdeling der Premie een maand na het mtvangen der Verklaring gefchieden* V. By aldien 'er eenige onkosten in een Herberg of ander Huis gemaakt hebben moeten worden , zullen dezelven, mits niet boven de vier Ducaten belopende, boven de Pramie voldaan worden, dat zelfs plaats zal hebben V zy de Verdronkene al of niet gered is, indien men jlegts behoorlyk kan bewyzen, dat die onkosten wezentlyk alleen ten nutte van den Drenkeling gemaakt zyn. VI. Een Genees- of Heelmeester zyn tyd en zorgen tot het herf ellen van een Drenkeling aangewend hebbende, en daar voor niet beloond zynde, kan verzekerd weezen dat zulks op eene onbekrompene wyze zal gefchieden, 7 zy dat de Perfoon, omtrent welken hy zyne moeite heeft aangewend, in '£ Leeven behouden is of niet, indien zyne rekening , met behoorlyke bewyzen voorzien, insgelyks aan den Boekverkoper Pieter Meyer, word ter hand gefield. „ Voorts mogen wy een yder verzekeren, dat men hier „door geenzins teegen de Wetten der Overigheid zal „handelen; dewyl die Wetten, het algemeene Best ten „ doelwit hebbende, toelaten, niet alken Drenkelingen uit „het Water te haaien, maar ook aan dezelven, fchoon  Q 200 ) '»zy reeds van het Leeven beroo fd fcbynen, alle behoor„ lyke middelen tot herftelling te beproeven , zullende, „ -wanneer de aangewende middelen vrugteloos zyn uitge„vallen, aan de Ordonnantiën voldaan worden, door „het voorgevallene den Geregte bekend te maaken. De beste Middelen die men tot het herftellen van een Drenkeling kan en behoord in V werk te flellen, gelyk zulks ons reeds, zeederd de opregting deezer Maatfchappy, door verfcheidene voorbeelden, waar voor de Praemie is gegeeven, gebleken is, zyn: Eerstelyk, het blaazen in het Fondament (den Aarsdarm,) door middel van een Tabaks- of andere Pyp, of een fcheede van een Mes, waar van de punt is afgefneden, of van een Blaasbalg zelve, en hoe fpoediger, fter\er en aanhoudender dit blaazen gefchied, hoe beeter het ook altoos zyn zal. Indien men een brandende Tabakspyp of een zogenaamde Tabaks-klisteer pyp (by Monfieur Steits in de Runftraat te Amfterdam te bekomen') heeft, en dat men dus in plaats van enkele Lucht of Wind den warmen en prikkelenden rook der brandende Tabak in het Ligchaam op kan blaazen, verdiend zulks fteeds den voorrang: Dit blaazen egter in V algemeen, op de eene of andere der gemelde wyzen, behoord fteeds het allereerste werk te zyn,'en kan ook altoos zonder eenig tydverzuim overal verrigt worden, V zy op een Schuit, op het Land aan den kant van 't Water, in Steden en Dorpen, op dm Steenen Wal der Straaten, of waar ook elders een Dren-  C 201 ) Drenkeling het eerst word nedergelegt, terwyl men hu middels w de Tweede plaats , 2.0 dra mogelyk, tragten moet het door en door nat, ja dikwyls reeds yskoud en verkleumd Ligchaam, voorzigtelyk droog en warm te maaken; ten welken einde wederom verfcheidene gemakkelyke middelen meesttyds te vinden of te bekomen zyn; zo als by voorbeeld het warme Hembd en de Onderklederen van een der Omf anders, een of meer wolle Deekens voor V vuur gewarmd, warme Asch van Bakkers, Brouwers i Zoutof Ziepzieders of van andere Fabfycquen, warme Beestevellen, vooral Schapenvallen, ja eindelyk de warmte van een maatig Vuur, of de koesterende natuurlyke warmte van tzvee gezonde warme Menfchen, zig met den Drenkeling te Bed begevende; Terwyl men met het blaazen en verwarmen van den Drenkeling onvermoeid en tejfens voorzigtig beezig is, kan het ook van zeer veel nut zyn, dat het Ligchaam overal, maar voornamelyk langs den gehelen Ruggengraat van het Hoofd af tot aan het Onder lyf toe, fterk gewreven word met warme wollen of andere Doeken in Brandewyn nat gemaakt, of met veel droog Zout befrooid. Men mag ook gerustelyk een Doek met Brandewyn nat gemaakt, of eenig fterk vlug Zout, gelyk als de geest van Amoniak-zout is, onder de Neus houden, en de zyden des Hoofds daar meede wry- ven; Met de veer van een Pen in de Keel en Neus te prikkelen , is insgelyks zeer raadzaam; dog Wyn, Brandewyn of eenige andere fterke Drank , met wat C c Zout  ( 202 ") Zout of yets anders dat prikkelen kan vermengt, in de Keel te gieten, behoord nooit eerder te gefchieden, dan als men eenig teeken van Leeven befpeurd heeft; maar inzonderheid kan het ook van zeer veel nut zyn, dat een der Omf anders zyn en Mond teegen dien des ongelukkigen Drenkelings zettende, en met zyn eene Hand de Neusgaten toehoudende, terwyl hy met de andere Hand op de linker Borst des Drenkelings fleunt, deszelfs Longen onmiddelyk tragt op te blaazen, ja wy oordelen zulks van het eerste ogenblik af aan zo nodig te zyn als het blaazen in den Aardsdarm zelve. Men behoort ook, zo het mogelyk zy, zonder uit fél, alle Drenkelingen te doen Aderlaten , en best tapt men als dan het Bloed uit een groote Ader op den Arm, of uit de Strotader zelve af. Deeze de beste en beproefde Middelen tot herféllïng des Leevens van Drenkelingen zynde, hoopen en wenfchen wy, dat voortaan geene deezer Ongelukkigen, gelyk voorheen , door hen op een Ton te rollen, of door hen met een touw onder de Armen door, of by de Beenen op te hangen, enz. mishandeld zullen worden, en dewyl door onërvaarnen geene andere Drenkelingen dan alleen die, welker Ligchaamen reeds duidelyke tekenen van bederf geeven , met zekerheid gezegt kunnen worden in der daad geftorven te zyn, vleyen wy ons insgelyks, dat men aan alle anderen voortaan geene der gemelde Middelen onbeproe fd zal laaten; maar ook dat een yder aan zvien eenig ander beproefd Middel tot redding der Verdronkenen mogt bekent zyn, zulks edelmoedig  C 203 ) moedig aan ons zal opgeven; ja, zo ymand, die het geluk gehad heeft van een Drenkeling te redden, goed mog't vinden ons de Praemie niet te willen afeifchen, verzoeken wy egter van al het voorgevallene tot de redding betrekkelyk onderrigt te worden, om daar van een goed gebruik te kunnen maaken , wanneer wy zullen goedvinden een Verhaal van de door ons beloonde reddingen of andere verrigtingen der Maatfchappy in 't ligt te-geeven. Eindelyk wenfchen wy dat het Gode zal behagen, door deeze onze pogingen , en de medewerking van anderen, niet alleen het tydelyk maar ook het eeuwig welzyn van veelen onzer Landgenoten en Medemenfchen te bevorderen! Amfterdam den 16 December 1767. Voorts willen Wy door deezen alle en een ygelyk Ingezetenen in deeze Provincie op 't vriendelykfte en ferieuste aangemaant, verzogt ja gelast hebben, omme zig by voorkomende gelegentheden, na den inhoud van de Bekentmakinge hier boven gemeld, zo veel mogelyk en doenlyk te fchikken en te gedragen, en aan zulke Ongelukkige de benodigde hulpe toe te brengen, door het inbrengen in naastgelegen Huizen, en het appliceeren der voorgefchreven Middelen; alles onverkort de fchouwinge en vifitatie der Geregten in cas van overlyden, als voorheen gebruikelyk is geweest. Cc 2 En  ( 204 ) En op dat niemand hier omtrent eenige onkunde zoude hebben, of kunnen voorwenden, zal deezen niet alleen ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert, maar worden de Geregten van Grietenyen en Steden meede door deezen gelast, om een Exemplaar van deeze Onze Publicatie uit te geeven aan de Logementen en Herbergiers, om ten allen tyde te kunnen ftrekken na behoren. Aldus gegeeven en gearrefteert op 't Collegie binnen Leeuwarden den io January 1769. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland y U. A. RENGER S, Vt Ter Ordonnantie van Hun EdMog. H. H. v. WYCKEL. Veste  C 205 ) Veste, Lieve, Bezondere! WAs den toeftand van den Staat in het gemeen, en van deeze Onze Provincie in 't byzonder, in vorige jaaren deezer Eeuwe, zo ten opzige van Gods Zegeningen en Weldaden, als Bezoekingen en Plaagen, zeer aanmerkensvvaardig, en hebben Wy zulks by eene gelegentheid als deeze meer-' malen geremarqueerd. Wy meenen met regt, dat de tegenswoordige gelegentheid van Tyd, ook wederom Onze opmerkinge verdient. Immers, de Republycq is bewaard gebleven, by een beftendig en aangenaam genot van Vreede, een voorregt zeer te waardeeren,. en op hoogen prys te Hellen.. Een voorregt, hetgeen dierbaarder word, zo men zig inlaat in eene befchouwinge van andere Landen, alwaar het Toneel des Oorlogs ftaat geopent te worden , en dac Vuur jaramerlyk fchynt te zullen ontbrandden , waar toe alle toebereidzelen en uitrustingen fteeds gefchieden. Zo Wy verders eens aandagtig overwegen, de allerbeklaaglykste en gruwelyke wreedheden, die in andere Landfchappen en Koningryken worden gepleegt, zo m vervolgingen en mishandelingen weegens den Cc 3 Gods-  C 200 3 Godsdienst, als in het ondergaan van 's Hemels gedugte Oordeelen en Plaagen. Wie zal niet met ons convenieeren dat Wy groote voorregten genieten. Wil men daar en boven eens gaade liaan, hoe dat de Pestilentiale Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, die in voorige jaaren in deeze Vereenigde Provinciën, zo allervreeslykst heeft geheerst ende gewoed, dog nu zeederd eenigen tyd was opgehouden en niet befpeurd, zig op nieuws wederom in de nabuurige Provinciën koomt te verheffen. Dog waar van deeze Onze Provincie tot nog toe door Gods goede Voorzienigheid is verfchoond gebleven , zal zulks geen betamelyke dankerkentenisfe aan den Allerhoogften in yder regt geaard Inwoonder moeten verwekken, en om een aanhoudende bewaringe vieriglyk doen fmeeken en wenfchen. Ten einde de goede Ingezetenen des Lands, die thans door de Zegeningen worden in ftaat gefield, om de opgelegde Lasten en Schattingen, blymoedig en volveerdig te kunnen opbrengen , wederom niet op nieuws mogen worden verarmt, en daar toe onmagtig bevonden, en buiten ftaat gefield. Mogten Wy Ons in voorigen jaare verblyden, dat het de Voorzienigheid behaagt had, niet alleen tot een Eminent Hooft in deeze Republycq te flellen, Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau &c. &c. &c., maar ook dat Zyne Hoogheids genegentheid zig had uitgeftrekt, tot het aangaan van ü ° een  ( 207 ) een Huwelyks Verbintenis van een Koninglyke Princes, geiproten uit een der aanzienlykfte Hoven van Europa, en alzo hoope te kunnen fcheppen tot uitbreiding en bevestiging van dit Doorlugtig Huis, waar aan den Staat naast God de alderdierfle verpligtinge heeft, zo in deszelfs Opkomst, Aanwas en Vermeer» dering, als beveiliging teegen haare Vyanden. Wy kunnen by deeze gelegentheid niet voorby van aan te merken, dat deeze Onze hoope thans meer en meer is vermeerderd, door de Gezegende toeftand, waar inne Haare Koninglyke Hoogheid zig mag bevinden. Wenfchende dat Hoogst Dezelve daar inne niet alleen gelukkig mag voortgaan, maar ook voor alles bewaard, wat nadelig zoude kunnen zyn, en ter beftemder tyd zodanigen Spruite voortbrengen, die tot wezentlyk Nut en Heil van Land en Kerk, en tot Luister en Cieraad van dat Doorlugtig Huis kan ftrekken. Wanneer Wy deeze Onze hoop volkomen vervult zullen zien. Dit vorengemelde zo omtrent den tegenswoordigen Staat van den Republycq in 't gemeen, en van deeze Onze Provincie in 't byzonder aangemerkt hebbende,, zullen Wy moeten overgaan tot de overweginge van de particuliere Huishoudinge in dezelve. En daar in alleen thans kortelyk, en als met weinige aanmerken , dat de Staatkundige Wysheid en Voorzigtigheid, benevens het beleid van zaaken zal vorderen, om alles niet alleen aan te wenden, 't geen kan  ( 208 > Ican dienen tot Confervatie van de Vreede en moreële veyligheid van den Staat. Maar ook, dat in 't middelyke kan ftrekken tot afwending van gedugte en zig op nieuws verheffende Oordelen ei Plaagen. Als ook, dat geene te verrigten het welke tot redding uit groote Schulden en Beneficieering der Financien indifpenfabel werd vereischt, een Stuk van veel gewigt, dog ten uittersten noodzakelyk en dienstig voor de Welftand en Bloey van eene Provincie. De Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, jaarlyks de loffelyke en conftante gewoonte hebbende, om de middelen van Securiteit en Defenfie van den Staat, met veel Wysheid, Getrouwigheid en Voorzigtigheid te detailleeren, en aan elk een der Bontgenoten hunne Defecten in deezen, by de Generale Petitie der Confenten voor de reipeétive Staaten van Oorlog voor te ftellen. Zo zullen Wy om niet te lange te zyn, Ons niet verder uitbreiden, maar daar toe refereeren en verpligt gevonden , den Ordinaris Landsdag in deezen jaare 1769 wederom uit te fchryven, teegens Maandag die zyn zal den zesden van de maand February aanftaande. Verzoekende en Ordonneerende UE. Amptshalven, om hier af vroegtydig kennisfe te doen geeven, aan de refpeétive Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde dezelve Hun op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergaderinge op 't Landfchaps-huis, mogen laaten prelent vinden,  C 2°9 ) vinden, om na aanhoringe der Propofitie op gemelde Staaten van Oorlog, zo Ordinaris als Extraordinaris, mitsgaders andere Generale en Provinciale Poinclen en Petitiën, benevens de andere 's Lands Volmagten zodanig meede te helpen delibereeren, advifeeren en concludeeren, als ten meesten Nutte, Welftand, Aanwas en Bloey van den Republycq in 't gemeen, en van deeze Onze Provincie in 't bezonder, in de tegenswoordige tyds omftandigheid , in afwagting van den Goddelyken Zeegen vermenen zullen te behoren. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den ii Jannuary 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, U. A. RENGERS,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, H. H. v. WYCKEL. Dd Veste,  C 2IO ) Veste, Lieve, Bezondereï DE aanhoudende teekenen van Goedertierenheid en Befcherming, die de Opperste Regeerder der Waereld, aan deeze Republyk bewyst, roepen Ons wederom, om met alle de lnwoonderen des Lands, als een beweldadigd Volk voor den Throon des Allerhoogflen te verfchynen. lerwvl Burgerlyke Oneenigheden en vervolgingen , gerugten en toebereidzelen van Oorlog in zommige gedeeltens van Europa, Verwoestingen en fchrik verfpreiden, en de droevige gevolgen van fchaarsheiden gebrek zig in andere hebben doen gevoelen, is Onze toeftand zonderling gelukkig, en heeft de Goddelyke Voorzienigheid deeze Vereenigde Nederlanden gezegend met Burgerlyke Eendragt, innerlyke en uitterlyke Vreede, Vryheid en Overvloed onder de befcherming van goede Wetten, en met het genot van een zuiveren Godsdienst; Voorregten die het waare geluk van een Land en Volk uitmaken. Des niet te min moeten Overheden en Onderdanen erkennen dat een Volks geluk nooit regt gevestigd kan zyn, dan wanneer het fteunt op gronden van Godsdienst en Deugd; dat de kragt van de beste Wetten afhangt  ( 211 ) afhangt van de Heerfchingen der goede Zeeden, ea dat het grootste fteunzel van de goede Zeeden beftaat in den invloed van Godsdienstige grondbeginzels. Met opzigt tot deeze gewigtige Waarheden kunnen Wy niet anders dan beklaagen den Geest van Ligtvaardigheid, Ongodsdienstigheid en Losbandigheid, welke dagelyks meer en meer toeneemen, benevens de Zonden en Overtredingen die een ondankbare beantwoording zyn aan de Goddelyke goedheid s een kleinagting van zyne Regtvaardigheid, en door haare nadeligen invloed allezints gefchikt zyn Onzen Voorfpoed te verderven, en Ons te beroven van de Zegeningen , die zo zigtbaar misbruikt worden» Het is derhalven uit een ernstige overweging van de Goddelyke Goedheid aan de eene, en Onze Onwaardigheid aan de andere kant, dat Wy goedgevonden hebben uit te fchryven een Algemeenen D ANKVAST- en BEDE-DAG over alle de Geünieerde Provinciën, Geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, teegens Woensdag, die weezen zal den 15 February eerstkomende, om ten zeiven daage in alle de Kerken deezer Landen God Almagtig aan te bidden en groot te maaken; Ons zeiven, Onze Huisgezinnen en Ons Vaderland op nieuw aan zyne Almagtige befcherming op te draagen; met dankbare Harten zyne onverdiende Goedheid, in het bewaren van Onze gemene Zegeningen, te looven en te pryzen, om de aanhoudentheid daar van te fmeeken, te gelyk met de bevryding van alle onheilen en zwarig*. Dd 2 heden,  C 2Ï2 ) heden, die Onze Vreede in gevaar zouden konnen ftellen, of Onzen overvloed verminderen, en om met belydenis van Zonden, en waare Boetvaardigheid te bidden om vergeevinge van dezelve, en om den byftand van de Goddelyke Genade, tot verbetering en bekeering van een Zondig Land. Het is een van de wezentlykfle Pligten van deeze plegtige Dag den Goddelyken Zeegen af te bidden over de Perfonen en Regering van de Hooge Overigheid deezer Landen, dat Haare ondernemingen en Raadflagen vrugtbaar gemaakt mogen worden tot bevordering van Godvrugt en Deugd, behoud van Onze Vreede, aanmoediging van nuttige Konsten en Wetenfchappen, uitbreiding van de Commercie en bevestiging van den Bloey en Welftand van deeze Republyk. De Doorlugtige Erf-ftadhouder en zyne Koninglyke Gemalinne behoren ook een byzondere plaats te hebben in de Gebeden, die Wy ter deezer gelegentheid aan den Hemel opzenden, en moeten Wy bidden, dat de Goddelyke Befcherming haar allezints mogen bedekken, dat de rykste Zegeningen over Haar mogen worden uitgeftort, dat Land en Kerk onder de Beftiering van deeze luisterryke Prins moge Bloeyen, dat een vry en gelukkig, Volk hem lang moge noemen de Vader van zyn Vaderland, dat zyn genoegen en het verlangen van de gantfche Natie eerlang vervuld moge worden door de gelukkige Verlosfing en de bewaring van de dierbaare daagen van die uitmuntende Princes, welker luisterryke Deugden haar met zo veel  C 213 ) veel regt, de lust en liefde van de Natie maaken, en dat zyne Stam, zo wel als zyne onfterffelyke Naam, tot de laatste Nakomelingfchap moge afdalen en altyd overblyven, als een veilige Toeverlaat, tot befcherming van de Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid deezer Vereenigde Nederlanden. Gelyk Wy ook in den Gebede moeten gedenken aan Haare Doorl. Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Nasfau Weylburg, en voor Hoogst Dezelve en deszelfs Huis eenen Zeegen afbidden, ten einde in Gods gunste nog lange bewaard te mogen blyven by de dierbaarste Zegeningen, en allezints te mogen dienen tot een Luister, Cieraad, en Steunzel van Land en Kerk, en van het Allerdoorlugtigst Huis. Eindelyk zyn Wy ook verpligt Onze Gebeden aan den Hemel op te offeren ten behoeve van de Protellantfche Kerken in alle Plaatzen, en byzonder voor die in deeze Landen zig bevinden, ten einde den arbeid van derzelver Leeraaren ftrekken moge tot bevordering van Godvrugt en Waarheid, Regtvaardigheid, Liefde en Eendragt, en alle die Deugden, die Ons hoop kunnen geeven, de Zegeningen des Allerhoogften over deeze Republyk te genieten, tot in het laatste Nageflagt. Alles tot Grootmakinge van des Heeren Allerheiligften Naam, Voortplanting en Aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie, Confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. Dd 3 Haar  t 214 J Haar Hoög Mog. de Heeren Staaten Generaal def Vereenigde Nederlanden Ons by Misfive hebbende verzoet, om deezen algemeenen plegtigen ui^efchrevenen Dank- Vast- en Beede-Dag teegens Woensdag den vyftienden van de maand February aanftaande te willen publiceeren. Zo verzoeken en Ordonneeren Wy UE. by deezen Amptshalven , denzelven aanftonds te doen bekend maaken alwaar zulks gebruikelyk is; Met wydere last, om op dien Dag ftri&elyk te verbieden, ja ook met 'er daad te doen ophouden, allerleye Handwerken en Neeringe niet alleen, maar ook alle ergerlyke, ydele, onbetamelyke, en met de plegtigheid van deezen Dag in geenen deele overeenkomende exercitiën, als van Tappen, Kaatzen, Balflaan en zoortgelyke, waar door dit nuttig en allerbetamelykst voornemen door deeze onbehoorlykheden zoude werden geturbeerd, en den Godsdienst niet alleen geftoord, maar waar door onder afbidding van Gods Zeegen, men zig eenen regtveerdigen Vloek en Oordeel zoude verwekken en weerdig maaken. - Verzoekende hier van meede ten fpoedigsten advertentie te doen aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diftricï of Stad gevonden wordende; ten einde dezelve met allen yver en getrouwigheid, zie en hunne Gemeentens mogen opwekken en prapareeren, om deezen Dag den Heere te vieren , en waar te neemen, en in hunne Predikatiën, Dankzeggingen en Gebeden, zig zo veel mogelyk is na den  C H$ ) inhoud deezes zoeken te fchikken en te reguleejen. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de genadige befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 23 January 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, U. A. RENGERS/1 Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL. P U B L B  PUBLICATIE Ontrent het Ytigen van Vaten, Ellens, Maaten ende Gewigten. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. . Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Wy tot wegneming van de klagten van kleine Winkeliers en Slyters van heete Wateren, Wynen, &c., de ritzinge by Notificatie van den 18 May 1741 gearrefteerd, hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat dezelve m het toekomende geen plaats meer zal hebben, maar worden de Ytigmeesters door deezen gelast, om alle Vaten, die zy niet rigtig bevinden, onbruikbaar te maaken, zullende de Vaten der heete Wateren, en Wynen, niet meer van de juiste Maat mogen af zyn als een vierde-deel van een Mengelen , onder of over Maat, grotere en kleindere Vaten na advenant, en  C 2i7 ) de Biervaten over de geheele Ton niet meer als een halve Kan, de grotere en kleindere Vaten insgelyks na advenant; wordende aan de Zeepzieders by deezen meede verboden, eenige oude Zeepvaten te mogen gebruiken , maar zullen dezelve gehouden zyn hun Zeep te moeten doen in nieuwe en in het zelve jaar geykte Vaten, en zullende de Ytigmeesters voor Salaris van yder Last tot twaalf Tonnen gerekend, genieten twaalf Stuivers. Dat voorts alle Winkeliers hunne Ellens, Maaten en Gewigten, de Azyn- en Bierbrouwers, mitsgaders de Verkopers van Wyn en Brandewyn, fampt Jeneverflokers, hunne Vaten zullen moeten laaten Ytigen ten minsten alle twee jaaren, en daar en boven telkens zo dikwyls de Vaten met nieuwe Staven ofte Bodemen verknipt worden, waar onder egter niet begrepen worden de Vaten, waar in Azyn of Bier buiten de Provincie word verzonden. Dat alle die geene dewelke eene van de vorenflaande Articulen koomen te overtreden, zullen vervallen in een boete van vyfentwintig Goud-guldens, te Converteeren een derde voor den Officier, een derde voor den Aanbrenger, en de resteerende derde voor de Armen ter Plaatze, zonder dat daar ontrent eenige Compofitie plaatze zal hebben ; wordende de refpeétive Geregten van Grietenyen en Steden, en een yder by deezen wel expresfelyk geinterdiceert, over dusdanige boeten eenig Accoord of Compofitie te maaken, by poene van zelve daar inne te vervallen. Ee En  C 2IS ) En op dat niemand van deeze Onze welmeininge eenige onkunde zoude hebben, ofte kunnen voorwenden, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert, want Wy zulks ten nutte en dienste van den Lande alzo verftaan hebben te behoren. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 14 February 1769, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. W. v. PLETTENBERG,Vt- Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. W Y C K E L. Veste,  C sip ) Veste 5 Lieve, Bezondere! DE Ed. Mog. Heeren Staaten Onze Principalen , hebben UE. by Misfive van den 14 December des voorledenen jaars aangefchreven, om aan de Bedienaren 's Goddelyken Woords in UE. Diffcriét. te gelasten, dat voor de gelukkige Verlosfinge van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, dierbare Gemalinne van Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prik ce Erf-ftadhouder zouden bidden, gelyk ook alomme gedaan is. Dog het heeft de Goddelyke Voorzienigheid behaagd , Haare Koninglyke Hoogheid den 23 deezer 's avonds tusfchen elf en twaalf uuren te doen in het Kraambedde bevallen van een dood geboren Prins, van welk zo aandoenlyk Evenement Wy UE. kennis geeven, evenwel tot merkelyke vertroostinge ftrekt, dat Hoogst Dezelve zig naar tyds omftandigheden door Gods goedheid redelyk wel bevind. Zo hebben Wy nodig geoordeeld, UE. van dit ongelukkig Voorval te moeten verwittigen, en te gelyk Amptshalven te verzoeken en te ordonneeren , om de Bedienaren 's Goddelyken Woords van UE. Diftrid ten fpoedigsten hier af de vereischte kennisfe te geeven, en dezelve te gelasten, om in hunne Gebeden en Dankzeggingen daar aan gedagtig te zyn, Ee 2 dan-  ( £20 ) dankende den Allerhoogsten dat Haare Koninglyke Hoogheid na een langdurige zwaare Arbeid Verlost zynde, ende te fmeeken, dat het Gode moge behagen een voorfpoedige herftelling uit 't Kraambedde te geeven, (en in hunne Gebeden te continueeren tot dat de publycque tydingen Hoogst derzelver herHelling bevestigen) en Hoogst Derzelver dierbaar leeven in volkomen kragt en gezontheid herftelle, en dat dit Evenement op zynen tyd vervuld mag werden met gezegenden uitkomst, tot welftand van het Doorlugtig en Koninglyke Huis, en het lieve Vaderland, en de Proteftantfche Kerken. Waar toe Ons verlatende , beveelen Wy U E. in de befcherming van God Almagtig. Leeuwarden den 28 Maart 1769» UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. P U B L I-  C 221 ) PUBLICATIE Omtrent de Lands Ordonnantie, 2de Boek, 9de Titel, 3 en 4de Artikelen ; en 4de Boek, 11 de Titel, 15 en 16de Artikelen. 1P\E Staaten van Vriesland allen 'M-jJ den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te meeten: Alzo de gezamentlyke Goud- en Silverfmeden deezer Provincie aan Ons hebben te kennen gegeeven, dat zig zeer bezwaard vonden by de Lands Ordonnantie Lik 2. Tit. 9. Artlen. 3 en 4, waar by onder anderen aan hun word opgelegd, dat hun ingekogte Goud en Silver vier daagen lang op hun Venster publycq moeten laaten leggen, of ten toon ftellen ; voorts dat wanneer eenig geftolen Goud of Silver van hun gereclameerd word, zy dan by de overgave dier goederen hunne daar voor verlegde en verfcho ten e penningen niet weder konnen bekomen ; met wydere klagte over de non obfervantie van 's Lands Ordonnantie Lik 4. Tit. 11. Artlen. 15 en ió% voor zo verre aldaar ook, behalven de Silver- en Goudfmeden , allerleye andere Luyden, die Goud en Silver verkopen, item Juweliers, Uytdragers en Jooden verEe 3 pligi-  fj 222 ) plïgt worden, op het Goud en Silver, dat.van buiten de Provincie inkoomt, en verkopen, de Keur en het Provinciale Wapen te moeten hebben; Verzoekende overzulks niet alleen ftricter obfervantie daar van, maar ook dar, ter betere Executie, en om aan het oogmerk van die Wet te konnen worden voldaan, alle zulke Handelaars in Goud en Silver zo wel als zy Supplianten aan de Vifitatie van de Keurmeester van de Provincie onderworpen mogen worden; En geevende eenige Poinéten aan de hand, om in de 'sLands Ordonnantie te worden geïnfereert &c.; Zo is 'i, dat Wy alles ferieusfelyk hebbende overwogen, en daar op ingenomen de Confideratien en het Advis van de Heeren Raaden in Onzen Hove Provinciaal, hebben goedgevonden, zo veel het Ons toefcheen redelyker wyze te konnen gefchieden, aan der Supplianten klagten te remedieeren, en te ftatueeren, zo Wy ftatueeren by deezen, dat voortaan de voorfz. 15 en 16de Artikelen van de 1 ide Titel van 't 4de Boek der Lands Ordonnantie ftriótelyk zullen moeten worden geëxecuteert, en terwyle de letter van die Wet en Artikelen duidelyk fprekende, daar by weegens dit hun bezwaar en klagte genoegzaam gezorgd is, te laaten aan de Silverfmeden of hunnen Overften en Landfchaps Keurmeester de Executie ter betere obfervantie van die Artikelen, zo door Vifitatie als anderzins in cas van Oppofitie, te bevorderen op zodanigen wyze, en by zulke adresfen, als en waar zy zullen verftaan te behoren. En  C ) En is voorts goedgevonden en verftaan , dat ter verminderinge van der Supplianten bezwaar over de 3 en 4de Artikelen van de 9de Titel van het sde Boek van 's Lands Ordonnantie , dezelve Artikelen zullen worden verandert, en in navolgende bewoordingen vervat: Art. III. De Goud- en Silverfbteden, zo wel ten platten Lande, als in de Steden, als meede de Juweliersr Uitdragers, Jooden of'andere hun werk makende, eenig gemaakt of gewerkt Goud of Silver onder de hand te hopen, zullen daar voor moeten betalen de intrinfique valeur, en het _ gekogte Silver of Goud veertien daagen lang in bewaringe houden tot navraginge, ten einde gefolene goederen van dien aart ontdekt konnen worden, by poene van arbitrale ftraffe; en wanneer de Silverfmeden, en de andere voorfz. Handelaars in Goud en Silver daar omtrent in gebreke mogten zyn, en naderhand wier de bevonden, dat 't gekogte Silver en Goud geftolen was, zullen die Silverfmeden, en alle gemelde Handelaars, daar en boven de ftraffe in deeze Titel omtrent de Receptateurs gefield, zyn onderworpen. Art. IV. En zullen de Silver- en Goudfmeden , mits- gaden alle meergemelde Handelaars in Goud en Silver ten dien einde moeten houden nette aantekeninge van de dag en datum, wanneer eenig Silver of Goud gekogt hebben, welke aantekeninge meede zal moeten inhouden de naam van deperfoon ofperfoonen van wie, zyne of hunne woonplaatzen y  C 224 3 plaatzen, de qualiteit of benaminge van't gekogte, met het gewigt van dien, en de prys welke zy voor dat gekogte betaald hebben. En op dat het by deezen geftatueerde tot een ygelyks kennisfe moge koomen, en niet daar van ignorantie moge voorwenden , zal deeze op de gewone wyze en plaatzen allomme worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert, ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 Maart 1769. H. W. v. ALTEN A,v<- Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S M I N IA. P U B L I-  C 225 ) PUBLICATIE Tot Verbod van den Uitvoert en het Slagten van Koekalveren. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten : Dat ter Vergaderinge zynde voorgedragen en geproponeert, dat ter oorzake van de Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, in de Nabuurige Landen grasferende, by Placaat van den 26 November 1768 verfcheidene precautien zyn genomen, die geoordeelt worden, onder den Zeegen van God Almagtig, te konnen ftrekken, om te verhinderen, dat die zo ruïneufe befmettelyke Ziekte meede niet in deeze Provincie werde overgebragt, en in confideratie gegeeven, om, tot meerdere aankwekinge van het Rundvee, het Slagten Ff en  ( 226 ) en Uitvoeren van Koekalveren te verbieden, en teegens de Contraventeurs eene poenaliteit te ftatueeren, en ftriételyk te doen executeeren; Zo is 'ï, dat Wy na deliberatie hebben goedgevonden en verftaan, dat, conform het geproponeerde, het Slagten en Uitvoeren van koekalveren zal worden verboden, zo als verboden word by deezen, by poene van telken reyze, dat eenig Koekalf Geflagt of Uitgevoerd word, te verbeuren de fomma van tien Goud-guldens, te appliceeren de eene helfte ten voordeele van den Aanbrenger, en de wederhelfte ten profyte van den Officier of Magiftraat der plaatze, daar de Calange gefchied, zullende dé Contraventeurs, die bevonden worden, de Geldboete niet te konnen betaalen, met het zetten te Water en Brood voor veertien daagen worden geftraft. Met last aan dezelve Officieren en Magiftraten, om voor de ftriéte obfervantie deezes alle mogelyke zorge te draagen , en met alle rigeur teegens de Contraventeurs te ageeren, en van dezelve de bepaalde Boete ten vollen af te vorderen, zonder dat eenige Compofitie plaatze gegeeven werde; en wyders met ordre aan alle 's Lands Opzigters , zo binnen Landsch als op de Havens en Grenzen geposteerd , om tot Executie deezes allezins te vigileeren. En op dat niemand hier van onwetende zy, of onkunde zoude mogen voorwenden zal deeze op de gewone  C 227 ) gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 13 Maart 1769. H. W. v. ALTENA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. SMINIA. Ff 2 PLACAAT  C 228 ) PLACAAT Ter vastftelling der Middelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat, na gehoort te hebben het Rapport van de Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerden in het Mindergetal, volgens Refolutie van den 14 February laatstleden onderzoek hebbende gedaan na den ftaat der Generale Comptoiren van deeze Provincie, en gemaakt een overflag der Penningen, tot betalinge der Lasten vereischt, goedgevonden hebben en verftaan , vinden goed en verftaan mits deezen, dat alle de Middelen van Contributie en Confumptie, thans in train zynde, voor den jaare aanvangende met den eersten May 1769, en eindigende met den laatsten April 1770,- zullen continueren geheven te worden op denzelven voet als nu geheven zyn, en volgens zodanige beneficeeringen, als Hun Ed. Mog. nog naader zullen koomen te introduceeren; Dat, vermits onder dezelve de Perfoneele en Reële Goedfchattingen meede begrepen zyn, de Cohieren daar van wederom, volgens voorig gebruik, zullen worden geformeert, en de Liquidatie van het Reële teegens het Perfoneele gefchieden. En  C 229 ) En Dat de geene, welke by hunnen aanflag ten Cohiere van de hondertfte en duyzenfte Perfoneele Penning zig vinden bezwaard, daar omtrent onder Eede konnen doleeren voor de Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerden in het Mindergetal, zo met 4000 Guldens of daar boven zyn aangeflagen, op den 7 of 8 Augusty eerstkomende, en zo op mindere fommen ftaan , voor de Geregten, op welkers Cohieren gevonden worden, op zulke tyden, als die daar toe in hunne Bedryven zullen doen bekend maaken. Op dat nu elk en een ygelyk hier van moge worden verwittigt, zal deeze op de gewoone wyze en plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 14 Maart 1769. H. W. v. ALTENA/1 Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MIN I A. Ff 3 Geëxtraheert  ( 230 ) Geéxtraheert uit het Refolutie- Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. AAn Hun Ed. Mog. zynde geproponeert en voorgedragen, dat 't getal der geener, welke onderhoud van de Arme Staaten genieten , over de geheele Provincie van tyd tot tyd zigtbaar aangroit, en bewust zynde, dat de opkomsten veeier dier Corpora nauwlyks toereykende zyn, om den zwaaren last, daar op leggende, te draagen; ja dat 'er menfchen gevonden worden, die niet ontzien, om zig, buiten dringende nood, alleen uit.Luyheid, en om een gemaklyk leeven te leiden, zig daaraan overgeven , daar ze dikwils kragt en fterkte genoeg hebben, om met eigen handen hun brood te verdienen, en dus de Arme Staaten niet behoeven te laste te komen; En dat ook de Armbezorgers door toegeventheid dikwils geen behoorlyk onderfcheid maaken tusfchen de waare en wezentlyke Armoede, en die geene, welke uit weelde aanzoek tot onderftand doen, en dus de Liefdegaven der goede Ingezetenen, uit een opregt beginzel, en tot een heilzaam oogmerk wordende gegeeven, verkeerdelyk belteden. Is na deliberatie, alleen tot weeringe van de bygebragte abuifen , en bepaaldelyk tot verminderinge van dat uitgeftrekte aantal der geener, die bereids onder de Ar, me  C 231 ) me Staaten zyn, of nog ftaan te komen, tot befcherminge en maintien dier Corpora zelve, en tot nut en voordeel der liefdadige Ingezetenen, goedgevonden en verftaan, vast te ftellen, zo als vastgefteld word by deezen, dat alle de geene, welke eenig onderhoud, van wat natuur die ook zyn, en den ouderdom van zestig jaaren niet bereikende, genieten, verpligt zullen weezen, met den eersten May aanftaande in te gaan, een Teeken op de Linker Arm hunner kledinge, by de Geregten of Armbezorgers onderling te bepalen , voortaan te draagen; met uitdrukkelyke last en bevel, om de zulke, die in deezen weigeragtig zyn, en zig daar teegens verzetten, geen onderftand te geeven , tot der tyd toe, dat zig daar aan gewillig en geheel onderwerpen. En zal ten dien einde Extraét, van deezen aan de refpeéüve Geregten van Grietenyen en Steden worden toegezonden. Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1769. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my Je. v. s m 1 n 1a. P U B L I-  C 23a ) PUBLICATIE WILLEM de Vde, by dergratieGods Prime van Orange en Nasfau , &c &c. üff. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien oftehoorenleezen, SAL UT; Doen te weeten: Atoo ons is voorgekomen, dat 'er by zommige Ingezetenen deezer Provincie eenige twyffehnge is ont£ hoe, en op wat wyze Onze Publicatie van den if Febm ry deezes Jaars, waar by geordonneert wtrd onder anderen, dat de Azyn- en Bierbrouwers Se twee jaaren hunne Vaten zullen moeten laaten Ytfcen, moet worden verftaan, doordien het dikwijs koorn te gebeuren, dat hunne uitgezette Vaten in Teeli twee drie, ja meer jaaren weeder te huis kryfen zTis'l dit Wy tot elucidatie van gemelde Publicade , gelyk meede ter remedie van deeze geSSS^arltedeii en twyffehnge, hebben goedgevond n te llatueeren, gelyk Wy doen door deezen, dat het niemand geoorlofd zal zyn, met eenige Vaten, ^Ike in twee jaaren niet Geytigd zyn eenige Azyn Bier, &c. uit te zetten, maar dat alle Vawn by^de uitzettinge, ingevolge meergemelde Onze Pubbcatie  C 233 ) zullen moeten zyn en worden Geytigd; alles by poenen daar inne vervat. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deezen ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gearrefteert op 't Collegie binnen Leeuwarden den 21 Maart 17039. U. v. BURMANIA,Vt Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL Gg PUBLI.  C s34 ) PUBLICATIE Weegens eene Prsemie ontrent Drenkelingen. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prince van Orange en Nasfau, &c. Sc- Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie by Refolutie van den 27 February jongstleden, niet alleen, zig hebben laaten welgevallen ende geapprobeerd Onze Publicatie ontrent Drenkelingen van den 10 January daar te vooren, maar ook conform Onze opgegeevene Confideratien, daar ontrent eene Praemie hebben bepaald en vastgefteld. Zo is V, dat Wy elk en een ygelyk Ingezeten in deeze Provincie door deezen bekend maaken, dat, die met Geregtelyke Atteftatien kunnen aantonen ymand voor Dood uit het Water te hebben gered, en door hunne aangewende zorgen by het Leeven behouden, zal worden toegelegd eene Prsemie van tien Silveren Duca- tons?  C 235 ) tons, hebbende Ons wyders geauthorifeert, om gemelde fomma aan dusdanige Perfonen, op vertoninge van de vereischte Geregtelyke Verklaringe uit te deelen, boven de kosten die in deezen hebben geëxpendeert. En op dat niemand hier ontrent eenige onkunde zoude kunnen voorwenden , en dit Hun Ed. Mog. en Ons heilzaam oogmerk, meer en meer betragt en daar aan voldaan werde, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 21 Maart 1769. U. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie vanHunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL Gg 2 EXTRACT  C 23ö ) EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Vriesland. Woensdag den 22 Maart 1769. TEr Vergaderinge gerapporteert zynde, hoe uit de ingekomene berigten van verfcheidene Geregten en Magiftraten is gebleken, dat wel op veele plaatzen, dog niet overal, en aan alle de Waagen binnen de Provincie genoegzaam word voldaan aan het 2de Articul van het Reglement op het maaken van de Botervaten geëmaneert, wordende hier en daar nog eenig Overwigt contrarie gemelde Articul op de Waagfchale gefteld; Vervolgens dat wel alle voorfchrevene Geregten en Magiftraten convenieeren van de Confufie en disorders uit dusdanige inegale obfervantie ontftaande, dog egter om geallegeerde redenen zwarigheid maaken , om van zeeker oud gebruik, aan derzelver Waagen zeederd lange fubfifteerende, feparatelyk af te gaan , verlangende niet te min, dat in deeze door Ons zodanige Generale beveelen worden uitgegeeven , als ter bevorde- ringe  C 237 ) ringe van goede order bevonden zal worden te behoren. Waar op gedelibereert zynde, en in aanmerkinge genomen den klaaren en duidelyken inhoud van voorfk 2de Articul, is na gedane omvrage goedgevonden en verftaan, aan alle de Geregten en Magiftraten, in welkers Diftriclen en Steden Boterwagen gevonden worden , by Circulaire Misfiven aan te fchryven en te gelasten, yder in den haaren alwaar zulks niet reede is gefchied , ten allerfpoedigften de vereischte ordre te ftellen , dat aan meergemelde 2de Articul punctueelyk werde voldaan, en alle gebruiken daar teegen ftrydig, van nu af aan afgefchaft. Voorts aan gedagte Geregten en Magiftraten, in cas van eenige Oppofitie , des vereischt wordende , de fterke hand te bieden, met last en bevel om uitterlyk binnen den tyd van drie weeken aan Ons Collegie by Refcriptie te laaten toekomen geblyk, dat aan deeze Onze welmeininge is voldaan. En zal Extraót deezes aan voorfchreven Geregten en Magiftraten by geflotene Misfive worden uitgegeeven, om te ftrekken tot derzelver narigtinge. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my J. B. VITRINGA. Gg 3 Veste.,  C 238 ) Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden ingevolge de Refolutie en welmeininge der Heeren Staaten Onze Principalen, UE. aan te fchryven, en daar door te gelasten, om de Generale Ontvangers in UE. Diftrict wederom te ordonneeren gelyk in vorige jaaren, de Floreens Omflag voor de maanden Maart en April 1768, en alle daar te vooren verfchenen Omflagen voor den 15 April 1769; en de Omflagen May en Juny 1768 voor den 15 Juny 1769 te voldoen ten Comptoire Generaal deezer Provincie, by poene van verhoginge van een tiende van al wat niet gefourneerd is; zullende de Generale Ontvangens der Grietenyen, Steden en Dorpen, die volgens het 15 Articul van 't Floreen Placaat van den 13 May 17 59 een half jaar laater mogen betalen , zig gedragen na de Staats-Refolutie van den 12 Maart 1766, waar van aan UE. als toen Extraót is toegezonden, en de penningen ingevolge gemelde Refolutie aan de Provinciale Comptoiren overbrengen, anderzins by poene als boven. Gelyk  rC 239 ) Gelyk meede UE. de Ontvangers zult gelasten, alle hunne Reltanten op de Speciën voor en op May 1768 verfchenen, meede voor den 15 April eerstkomende te zuiveren, by gelyken poene en verhoging van de tiende Penning. Als ook de Collecteurs van Gemaal, Beestiaal, Turf en Brandhout, om de betalinge ftiptelyk daar na in te rigten, van hunne Collect-penningen aan den Generalen Collecteur, en die wederom ten Comptoire van de Provincie, ingevolge vorige genomene Refolutien , anderzins by poene daar inne vermeld. Wordende verders gelast, om de Particuliere Collecteurs voor UE. te roepen, en dezelve als dan te ordonneeren eene zuivere ftaat van hun Ontvang alle twee of drie maanden aan de Generale Collecteurs te overhandigen , gelyk zy ingevolge vorige genomene Refolutien aan den Commis verpligt zyn te doen. En wordende de Generale Collecteurs geauthorifeerd, om binnen den tyd van veertien daagen de ontvangene Penningen van de gebrekkige Colle&eurs met Executie te innen. Wordende UE. eindelyk nog gelast, om geene Afrekenmge van eenige 's Lands Middelen ten overftaan van de Commis, te permitteeren voor UE. Geregte of Stad, als na vertoonde Quitantie van betalinge, ingevolge Onze vorige ordres, Waar  C 24o ) Waar meede Ons.verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 22 Maart 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. N O T I-  C 241 ) NOTIFICATIE Der Veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooien leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat, na gehoort te hebben het Rapport der Heeren Onze Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantiën, op de Impofitien geëmaneert, Wy goedgevonden hebben, in dezelve de volgende veranderingen te maaken, als in de GENERALE ORDONNANTIE. Dat Pag. 62, agter aan Articul 125 is aangevoegt: Wel verft aande, dat Scheepen, buiten Duyns inkomende tut nood, en havenende, vry zullen zyn van haare goederen ten Collecle aan te geeven: Gelyk ook die Scheepen, welke te Harlingen binnen vallen, om haare expeditien by t Collegie ter Admiraliteit aldaar te bekomen, wanneer de Uitlegger niet meer op den Abt geposteert legt; Hh dog  C 24* ) dog zullen de Provinciale Chergers niet te min toezigt moeten neemen, dat geen goederen aan Land worden gébragt , ten einde de Provinciale Middelen niet worden verkort; des zig van de Recherche onthoudende. HAVEN SPECIËN. Dat Pag. 87, agter het nieuwe zestiende Articul, luidende, Van Plat-lood en looden Pypen van de honderd ponden vyf Stuivers; zal worden aangévoegt: Van yder pond Terpentyn-olye zes Penningen, en van yder pond Hars twee Penningen. ZOETE WAAREN. Dat Pag. 98, het 32fte Articul, is gefield als volgt: Die bet Kaarfemakers of Smelters Ambagt wil exerceeren, moet ten minsten 3000 ponden jaarlyks ten Collecle aangeven. En word aan de Commifen de vryheid gelaten, om te accordeeren met die geene, welke zy oordelen, meerder te moeten aangeven; mits daar omtrent met malkander confereer ende, en den één niet boven den anderen bezwarende. Wordende aan de Kaarfemakers, die zig by den Taux bezwaard vinden, toegelaten, een Commisfark van het Collegie der Heeren Gedeputeerden te verzoeken, ten einde hun different, met den Commis of Agent fubfiJlerende, by uitfpraak te termineeren. BEES-  C 243 ) BEESTIAAL. Dat Pag. 118, de woorden Kalf boven de tien daagen oud, in het eerste Articul voorkomende, zyn geroyeerd; en in het vierde Articul op Pag. 119, tusfchen de zesde en zevende regulen, de volgende periode is ingevoegd : Van een Kalf, tien daagen oud, zal geen Landsregt zvorden betaald; dog ouder zynde, maar beneden de dertien zveeken, zal daar van betaald worden één Gulden twee Stuivers; en ouder zynde dan dartien weeken, zal als andere Runderen worden aangegeeven. En op dat niemand hier van onwetende blyve, of onkunde moge voorwenden, zal deeze alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 April 1769. H. W. v. ALTENA/1, Ter Ordonnantie van HunEdMog. Je. v. S MIN IA. Hh a P U B L I-  C 244 ) PUBLICATIE Tot verbod van Runderen te brengen op publycque Markten. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prince van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie by Refolutie van den 20 May jongstleden, in Confideratie genomen hebbende dat de befmettelyke Ziekte ligtelyk word verfpreid door 't byeen brengen van veel Rundvee op de publycque Jaar- en Weekmarkten, en uit oorzaake dies, hebben goedgevonden en verftaan, dat het brengen van Rundvee op de Jaar- en Weekmarkten by provifie en tot nader ordre zal werden verboden; Zo is % dat Wy om de daar by gedane authorifatie op 't Collegie, en om aan Hun Ed. Mog. welmeininge te voldoen, hebben goedgevonden aan elk en een ygelyk Ingezeten in deeze Provincie  C «45 ) te verbieden, gelyk Wy doen by deezen, het brengen van eenig Rundvee op eenige Jaar- of Weekmarkt , en zulks by provifie en tot nader ordre. En op dat niemand hier van eenige ignorantie mogte hebben of praetendeeren, zal deeze alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 22 May 1769.. U. A. RENGERS/' Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, H. H. v. WYCKEL Hh 3 Veste,  £ 246 ") Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden UE. aan te fchryven, en daar door te ordonneeren en te gelasten, om zo wanneer eenige Sterfte onder het Rundvee in UE. Diftri6t befpeurt wierde, daar omtrent in 't begin van yder maand aan Onzen Collegie over te zenden een Lyst, zo van t getal der gebeterde als geftorvene Runderen. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 22 May 1769- UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Veste,  C H7 ) Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben goedgevonden by deezen UE. aan te fchryven en daar door te gelasten, omme met den eersten en wel uitterlyk binnen den tyd van vier weeken aan Onzen Collegie te laaten toekomen berigt, hoe en op wat wyze in UE. Diftrict of Stad is voldaan aan de Staats-Refolutie, contineerende eene ordre tot het draagen van een Teeken door zodanige Perfonen, die door ArmeStaaten worden gealimenteert en onderhouden, en niet in gebreke te blyven om aan deeze Onze requifitie te voldoen, by pcene van vyf-en-twintig Goudguldens. Waar toe Ons verlatende , beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 7 July 1769- UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie Yin Hun EdMoe:* P U B L ï-  ( 248 5 PUBLICATIE Rakende het Onderhoud der Militaire Armen. WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , &c. &c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Dom te weeten: Alzo zeederd eenige tyd verfchil is ontdaan tusfchen de Magiftraat der ftad Leeuwarden ter eenre, en de Armbezorgers van de Lutherfche Gemeente in voorfz. Stad ter andere zyde, aangaande het onderhoud der Militaire Armen, en Hun Ed. Mog. de Heeren Staaten Onze Principalen by Refolutie van den 17 May jongstleden het fubfidie in quasstie, tot nog toe ten behoeve van de Militaire Armen binnen Leeuwarden geaccordeert, geconfidereert hebben, zulks gefchied te zyn in 't generaal en zonder bepalinge van Gezindheden , en het Collegie by gemelde Refolutie geau- thori-  C H9 ) thorifeert zynde om ten dien einde eene nadere Publicatie te formeeren , en te doen publiceeren; Zo u.Ji dat Wy om aan deeze fpeciaale last en aan Hun Ed. Mog. welmeininge te voldoen, ook ingevolge en conform het hoog Advys van Zyne Dood. Hoogh. den Hure Prmce van Orange en Nasfau, Erfftadhouder &c.. &c. &c. goedgevonden hebben te verklaren en te ftatueeren, gelyk Wy doen door deezen, dat zoo lange de Stad Leeuwarden het fubfidie uit 's Lands Casfa, tot onderhoud der Militaire Armen zal blyven genieten, de Lutherfche Armbezorgers, ten aanzien van het toekomende, zullen zyn gelibereert van het onderhoud der Militaire Armen van hunne Gezindheid, en de Stad van Leeuwarden daar meede belast: Wordende hier door Hun Ed. Mog. Publicatie van den 28 November 1755, Difteerende onder anderen : Dat op het voorbeeld van de bezorging der Arme Ledematen van de Gereformeerde Kérk, alle andere gepermitteerde en getolereerde Gezindheden in deeze Provincie gehouden en verpligt zyn tot het onderhoud haarer Arme Ledematen , en de daar op gevolgde Hun Ed. Mog nadere Publicatie van den 15 Maart 1757, dienende tot klaardere uitleg en verandering van die van den 28 November 1755 over het onderhoud der Armen, voor zo veel dezelve op het voorfz. geval en ontftane verfchil toepasfelyk zyn, in zo verre gehouden voor gealtereert, ende gereftringeert. En op dat niemand hier van onwetende zy of onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deezen alom'-■ li me  C fi5o ) me op de gewone plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gearrefteert op 't Collegie binnen Leeuwarden den 4 July 1769. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. v. SLOTERDYCK,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v: WYCKEL. PUBLI-  C 251 ) PUBLICATIE Teegens het Uitgeven, Drukken en Verkopen van eenige Boekjes. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Princs van Orange en Nasfau, Sc Sc Sc Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy tot Ons leedwezen zyn ontwaar geworden, niet tegenftaande vorige genomene heilzame Refolutien en Placaten teegens het licentieus Boekdrukken in 't algemeen niet alleen, maar ook teegens zodanige Boeken, welke ftrydig zyn met den zuiveren Godsdienst, en dienende tot verfmadinge van dezelve, dat alhier tot Leeuwarden zyn gedrukt en te bekomen navolgende Boekjes en Stukken: Als I. Een Boekje, tot Titul voerende: Verhandelinge over de Tolerantie of Verdraagzaamheid in het ft uk van den Godsdienst, door een Liefhebber der waare Regtzinnigheid, in groot 8vo. en gedrukt te Leeuwarden by H. A. de Chalmot. Ii 2 II. AnU  11. Antwoord tot wederlegging aan en teegens de Liefhebber der waare Regtzinnigheid, weegens zyne Vtrhandeling over de Tolerantie of Verdraagzaamheid in 'f ftuk van den Godsdienst; In twee Stukjes. Het eerste inhoudende een Brief aangaande de fchadelykheid van zyn uïtgegeeven Werk; en ten tweeden eene Zamenfpraak over 't zelve tusfchen Tolerantius en Philalethes, door Philalethes, ,in 8vo. en gedrukt tot Leeuwarden by G. Tresling. ÏII. Brief van den Schryver der Verhandeling over de Tolerantie aan Philaletues, Schryver van 't Antwoord, tot wederlegging van die Verhandeling, in groot 8vo. en gedrukt by bovengemelde Chalmot. IV. Schuitepraatje tusfchen een Burger en een Boer, weegens de verhandeling over de Tolerantie of Vwdraagzaamheid in 't fluk van den Godsdienst, in groot 8vo. en gedrukt te Leeuwarden by A. Ferwerda en G. Tresling. V. En eindelyk, Verdediging van alle waare Gereformeerde Vriefen, teegen den Laster, dat ymand hunner de Autheur van de muitzugtige Verhandelinge over de Tolerantie of Verdraagzaamhied in het fluk van den Godsdienst zoude zyn, door eenen Vriefchen Tolerant, en onder anderen alhier tot Leeuwarden te bekomen by P. Koumans. En  C 253 ) En door Ons geoordeelt is, deeze Boekjes en Stuk. ken vooren gemeld , in zig te vervatten zaaken en ftdhngen allezms gefchikt zynde tot ondermyning der R'TSV?" dfn Waaren> Zuiveren, en met en op Gods H. Woord overeenkomende en gegronden Gods. dienst, en aankweeking van fchadelyke nieuwigheden en verdeeltheden , zo in de Politique als Kerkelyke Maatfchappy, gelyk ook tot een Manifest bewys van de licentie der Drukpers, waar in veele Schriften zonder Naam , of eenige Kerkelyke goedkeuring daeelyks het ligt zien, ftrydig met de goede ordre in den Lande. Zo is V; Dat Wy hier inne zo veel mogelyk willende voorzien, hebben goedgevonden, de Exemplaren van gem. Boekjes in deeze Stad en op andere Plaatzen van de Boekdrukkers en Verkopers niet alleen te laaten ophalen, maar Wy interdiceren en verbieden ook aan alle en een ygelyk, gelyk wel expresfelyk gefchied by en door kragte deezes, het drukken ofte doen drukken , ofte elders buiten de Provincie gedrukt, distribueeren en disfemineeren van gemelde Boekjes, by pcene van 50 Gouden Vriefche Rvders teegens de Heerlykheid deezer Landfchappe te verbeuren: Wordende de Boekdrukkers en Verkopers in deeze Provincie gelast, zig op 't zorgvuldigste te wanten, van het drukken en verkopen van allerley zoort van Naamloze, en zonder met en volgens Kerken ordre mtgegeeven voorziene Boeken, by poene van te u 3 zul-  C 254 ) zullen worden geftraft conform de Wetten van den Lande, teegens de Overtreders daar van geftatueert. Wordende alle Grietslieden en Magiftraten lerieuslyk verzogt, en Amptshalven gelast, de hand te houden ende te weeren dat voorfz. Boekjes niet meer worden verkogt ofte gemeen gemaakt, want Wy zulks tot welzyn van Gods Kerke , en tot handhaving en befcherming van goede ordre in dezelve alzo verftaan hebben te behoren. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude hebben of kunnen voorwenden, zal deezen alomme worden gepubliceert ende geaffigueert, ter plaatzen alwaar men zulks gewoon is. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 6 July 1769. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. v. SLOTERDYCK,VtTerOrdonnantievanHunEdMog.H. H. v. WYCKEL. EXTRACT  EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Vriesland. Dingsdag den n July 1769. OP het geproponeerde ter Vergaderinge gedaan. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, te arrefteeren en vast te ftellen, zelyk gefchied door deezen, dat van nu af aan, en in het toekomende geene Pennoenen van Appoincleerde meer zullen worderk geaccordeerd aan eenige ExecuIThVa ^^^^n van Grieienyen of Steden, of van de Academie te Franeker, als alleen de zodanibe^TL^I Ge»e Certificatien kunnen wewfn ; t l tyd vanvvyftien Jaaren hunne posten Izelve in fiehSen £Gihebben waar^"°nien, ?en zy dezelve m fundie zodanig zyn geblesfeert nf H«nr ongemakken bezogt, dat' buiten ftaat zyn geraak? hun dienst behoorlyk waar te neemen; lar'toe afe dar*  C 256 ) dan meede een genoegzaam Certificaat word vereischt En zal van dit gerefolveerde de vereischte kennisfe worden gegeeven aan de refpeclive Geregten van Grietenyen en Steden. Accordeert met voorfz. Boek, In £ennisfe van my J. B. VITRINGA. PLACAAT  C 257 ) PLACAAT Op den Cours der Kopere Munt of Duyten. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy zo door voornaame Koopluiden, als van andere Perionen en Ingezetenen van deeze Onze Provincie worden geinformeert, en by ondervindinge zvn gewaar geworden , dat zommige baatzugtige Menfchen hun werk maaken, om elders van de Munten de Duyten met groot voordeel in te koopen, en van tyd tot tyd by onbegrypelyke menigten, in deeze Provincie in te' voeren, en de goede Ingezetenen in betalinge opdringen, het welk ftrekt tot groote confufie in den dageykfchen Handel en Commercie, en tot grooten overlast van de Opgezetenen, zo te Lande als in de Ste den, en te dugten ftaat, dat deeze Provincie, om reeden dat de Heeren Staaten van Holland en van Utrecht den cours van alle Duyten , die op hunne Provinciale Munten niet getogen zyn, hebben verboden , onze Provincie meer en meer belast en overladen zal worden met allerhande zo vreemde als andere Duyten. Zo is V, dat Wy, ter voorkominge Kk van  C 258 ) van de fchaade, die daar uit te vvagten ftaat, hebben goedgevonden te ftatueeren, zo als Wy ftatueeren by deezen, dat met den dag der publicatie van dit Ons Placaat, en vervolgens binnen Onze Provincie van Vriesland, geen andere Duyten gangbaar zullen weezen , of uitgegeeven mogen worden, dan alleen die op de Munten van de Provinciën van Holland en WestVriesland en van Vriesland geflagen en gemunt zyn cn geene andere, al waaren die zo goed, als die op de Munten der gemelde twee Provinciën zyn gefabriceert; Zullende zo wel die geene, die één of meer Duyten, die niet op de Munten van Holland of van Vriesland zyn geflagen, alhier ontvangt, als die dezelve uitgeeft, voor yder van dezelve verbeuren eene boete van drie Guldens, te appliceeren de ééne helfte voor den Aanbrenger, en de wederhelfte voor den Officier, die de Calange doet. En dat in de betalinge van groote fommen, te weeten van tien, twintig Guldens en daar boven nooit meer als één hondertfte gedeelte, en dus maar Een Gulden in het beloop van yder honderd Guldens , meerdere en mindere fommen na proportie, in betalinge zullen mogen worden aangeboden of ontvangen; by dezelve poenaliteit van drie Guldens, op de uitgave en ontvangst van yder Duyt te verbeuren, en te verdelen als vooren; met dien verftande, dat, wanneer een van beiden, het zy Uitbieder of Ontvanger, in de een of ander van voorfz. gevallen de Overtredinge zelfs aanbrengt, zo dat de transgresfie van de medepligtige werde bewezen,  C 259 ) wezen , dezelve niet alleen vry zal weezen tfan de boete, maar ook daar te boven genieten het aandeel der poene, by deezen aan den Aanbrenger toegelegt. En zulks alles by provifie, en tot dat door de gezamentlyke Bondgenoten op het liaan van Duyten, en het gewigt derzelver , een egaalen voet zal weezen vastgefteld. En op dat aan Onze welmeninge moge worden voldaan, en niemand van het geftatueerde onkundig blyve, zal dit Placaat alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert ende geaffigeert, want Wy het zelve ten dienste van den Lande alzo verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 12 July 1769. H. W. v. ALTENA/1TerOrdonnantievanHunEd.Mog,Je. v. SMINIA. Kk 2. Veste,  ( 160 ) Veste, Lieve, Bezondere! D E Ed. Mog. Heeren Staaten 1 , n./M...u™5^M, Ti Tniv ionpstleden heb- £nde goedgevonden, uit oorzake dat m verfcheidene Difciéten deezer Provincie Dolle Honden worden ge¬ vonden , dat de fionden in aee/ie n«»rworden vastgelegt; zo hebben Wy goedgevonden UE. by deezen daar van de nodige Advertentie te doen, ende daar by teffens te gelasten, omme de nodige ordre te (lellen in UE. Diftrift of Stad en in de re fpedive Jurisdiótien van dien, dat aanllonds na tontfangen deezes, de Honden worden vastgelegt, ende tot onze nadere ordre worden vastgehouden, by poene en verbeurte van drie Caroli guldens telkens voor yder loslopende of bevonden wordende Hond , zuUende dezelve daar en boven moeten worden dood gefcnoten of geflagen. Waar  C 261 3 Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 17 July 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland» Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Kk 3 PUBLI-  PUBLICATIE Tot permisfie van Invoert van Runderen die van de befmettelyke Ziekte zyn gebeterd uit andere Provinciën in deeze Provincie. WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , &c. &c. Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten; Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie , op voorftel van het Collegie, waar by het zelve aan Hun Ed. Mog. in bedenking heeft gegeeven, of ook uit oorzake van de fteeds aanhoudende, en zig meer en meer verheffende en verfpreidende Pestilentiale Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, zouden kunnen goedvinden, den Invoert van Ziek- ge-  C 263 ) geweeste en Gebeeterde Runderbeesten uit andere Provinciën in deeze Provincie te permitteeren, hebben goedgevonden, zig dit gedaane voorftel te laaten welgevallen, en vervolgens by Refolutie van den 12 July jongstleden eenige Praecautien deezen aangaande hebben gearrefteert, en het Collegie gelast, dien conform eene Publicatie met byvoeging eener poenaliteit op het misbruiken deezer permisfie en bepalinge van onkosten te emaneeren. Zo is '4, Dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mog. fpeciale Last te voldoen, aan elk en een ygelyk door deezen bekend maaken, dat den Invoert van Runderen, die van de befmettelyke Ziekte zyn gebeterd, uit andere Provinciën in deeze Provincie, van nu af aan en in 't toekomende, en tot nadere ordre daar ontrent zal worden gepermitteert ende toegelaten, zo als gepermitteert ende toegelaten word door deezen , egter onder deeze expresfe limitatien en vereischten. Dat de voorfz. Runderen gemunieert zullen moeten zyn met eene Geregtelyke Verklaringe van de Plaatze alwaar de Ziekte hebben doorgebragt, en daar van gebeterd zyn, met wydere uitdrukkinge van het hayr, teekenen, en ouderdom der Runderen. Dat verders gemelde Verklaringe en Atteftatie zal moeten werden vertoond aan het eerste Geregte in deeze  ( 264 ) deeze Provincie, onder welkers Jurisdictie de voorengemelde Beesien worden ingebragt. Dat na zulks zodanige Beesten op eene der Hoo- rens gebrand en getekent zullen moeten worden met het merk van de Grietenye of Stad, waar in 't eerst zyn ingekomen, voor welke branding op de Hoornen van yder Beest betaald zal worden twee Stuivers. Zullende een ygelyk die deeze gegeevene permisfie mogte misbruiken, of niet voldoen aan de Repuifiten in deezen vervat, voor yder Beest vei vallen in eene boete van 100 Silveren Ducatons, te verbeuren aan de Heerlykheid deezer Landfchappe, en te converteeren ingevolge ordre van den Lande ; zullende de Overtreders in cas van onvermogen, anderen ten exempel, arbitralyk worden geftraft. Wordende de refpeftive Grietslieden en Magiftraten door deezen op het ernstigfte de Executie en ftrióte navolginge deezes in den Haaren gerecommandeert ende gelast, en om zo veel mogelyk teegens het misbruiken deezer permisfie te waaken. En eindelyk worden 's Lands Bedienden, zo op de Havens als Frontieren deezer Provincie op 't ernstigfte gelast, om zo veel mogelyk hier omtrent te waaken; zullende, wanneer bevonden mogten worden hier omtrent eenige Conniventie of oogluikinge te  C 265 ) te hebben gebruikt, defacto van hun Post en Bediemnge worden gecasfeert. En op dat niemand hier omtrent eenige onkunde zoude kunnen hebben of voorwenden, zal deezen alomrae worden gepubliceert en geaffigueert ter plaatze alwaar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 17 July 1769. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, U. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL LI BEKENT-  ( 266 ) BEKENTM AKINGE 1^|E Gedeputeerde Staaten van Vriesland gt denken door de Heeren derze'ver Gecommitteerden publycq aan de Minstaannemende, aan te Befteden en in Admodiatie te geeven de waarneminge van het Hinnm - Vnogdyfchap en Direótie in het Provinciale Tugt- en Werkbuis binnen Leeuwarden , waar meede een aanvang zal worden genomen op den iften September 1769, en eindigen op den iften May 1780, en dus voor tien jaaren agt maanden , op de \ oorwaarden, Lasten en Voordeelen daar toe {taande, welke alle begrepen zyn in eene ample Ii.ftruct.ie, op deeze waarneminge gearrefteert; welke onderrusfchen te zien en te leezen is by de 's Lands Bouwmeester H. Semler. En zullen tot deezen worden geadmitteert niet alleen Ingezetenen van Vriesland die de vereischte Bekwaamheden hebben, maar ook alle andere lnwoonderen der Republycq, van de Gereformeerde Godsdienst zynde; mits nehoorlyk van hun goed Leeven en Gedrag, en nodige Vere.schtens doen geblyken. Wie hier aan gndinge heeft, zal zig op Vrydag den 18 Augusty 1769, des nademiddags te 2 uur moeten vervoegen op de Stads Doele binnen Leeuwarden. PLACAAT  C *6> ) PLACAAT Nopens het verleenen van Noodreden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te zueeten: Alzo in Onze Vergaderinge is voorgedraagen , of het niet dienstig zoude zyn , dat, na het voorbeeld van de nabuurige Provinciën , by een uitdrukkelyke Wet wierde geftatueert, dat de eene Buurman verpligt zal zyn, over zyne Landen of Gronden eene Noodweg toe te Haan , ingevalle de Reed, Drift of Gang by toeval verlooren of verwilderd is; Zo is 't, dat Wy, na ingenomen te hebben het Advis en de Confideratien van de Raaden in Onzen Hove Provinciaal, en verftaan de Hoogwyze gedagten van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prime Erf-ftadhouder, en alzo na rype deliberatie hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy ftatueeren by deezen, dat een yder Ingezeten verpligt zal zyn in het toekomende, ten zynen minste fchaade en ongemak, op tauxatie van onpartydige Perfonen, hun des verftaande, over zyne Landen of Gronden een Noodreed toe te ftaan LI 2 aan  C 268 ) aan zynen Buurman, wiens Land geen toegang heeft tot een gemeene Weg of Vaart, en wiens Reed , Drift of Gang by toeval verboren of verwilderd is. En vermits over de noodzakelykheid van het vergunl nen van zulk een Reed, en de wyze, op welke die moet verleend worden, gelyk meede over den prys der Landen die daar toe zullen gebruikt worden, en het nadeel en ongeryf dat de Nabuur door het toeftaan van dezelve zal lyden, ligtelyk difpuiten kunnen ontftaan tusfchen den eenen Naastleger en den anderen ; zo is het dat Wy, ter voorkominge van alle train van Procedeeren, in deezen meede hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen , dat ingevalle 'er eenig verfchil ontftaat tusfchen Onze Ingezetenen over het vergunnen van een Noodreed, of de wyze, mitsgaders het gebruik van dien, een of beide Partyen zig zullen addresfeeren aan het Geregte van het District, in welke de Landen, over welke de Noodreed gevraagd word, zyn geleegen, en indien het zelve deezen twist door tusfchenfpraak niet goediglyk kan fcheiden , zal de Verzoeker van de Noodreed zig moeten wenden tot het Hof Provinciaal , en aan het zelve openleggen de omftandigheden der zaake, met verzoek, dat aan hem mag worden vergund Commisfaris, die zig op alles informeere, zyne Informatien ftelle by Gefchrifte, en aan den Hove daar van rapport doe, ten einde na zulks gedifponeert werde na behoren , op welk Request het Hof, na Parthy by Refcriptie te hebben gehoord, zal  C 26p ) zal verleenen Commisfie op een Heer uit den Raade, voor wien Parthyen zullen kunnen overleggen Informatoire Articulen, en hun bewys binc inde inbrengen binnen zekeren tyd, door het Hof by het geeven van een Commisfaris te bepalen; Na welks de Commisfaris zal rapport doen, en zyne genomene Informatien brengen ter kennisfe van den Hove, het welk daar op ten fpoedigsten uitfprake over dit gefchil zal doen; Dog zal 't Hof egter alvorens eenig nader onderzoek ex Officio mogen laaten voor afgaan, ter bekominge van meerder klaarheid en zekerheid, als uit de reeds genomene Informatien zig opdoen, en zal van deeze uitfprake geene Revifie ofte eenig ander redres mogen verzogt en verleend worden , maar de zaak door dezelve worden gehouden voor afgedaan: En is het dat Parthyen het niet eens zyn over den prys der Landen, tot den Noodreed nodig, of over de begroting van de fchaade en het ongeryf dat de Eigenaar der Landen hier door zal lyden, zo zullen zy beide of een van beiden hun toevlugt neemen tot het Geregte, onder welks Jurisdictie de Landen, over welke de Reed zoude moeten gelegt worden, behoren, ten einde hun door minnelyke tusfchenfpraak te verenigen , dog zo dit niet wil gelukken, of de Verzoeker van de Noodreed verkiest, zig direct aan het Hof te addresferen, zal hy Commisfaris van het Hof verzoeken , die door drie onpartydige en kundige Perfonen, door hem te benoemen, de tauxatie onder Eede zal laaten doen, en na zulks door het Hof conform dien LI 3 uit.  C *7o ) uitfprake gedaan worden, waar van meede geene verdere Provocatie zal plaats hebben. En op dat niemand van den inhoud deezes onwetentheid voorwende, zal deeze alomme werden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 28 September 17f59. H. W. v. ALTENA/1 TerOrdonnantievanHunEdMog. Je. v. S MI N IA. PLACAAT  ( 371 } PLACAAT Rakende de Prafcriptie van Land- Dienstbaarheden. |^\E Staaten van Vriesland allen JL^ den gecnen, die deezen zullen zien ofte hooren leizen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Kanden :n Onzen Hove Provinciaal aan Ons ter overweoinge hebben voorgedragen , hoe het in Regreri zeeker ts , dat een Servituit over een anders Land door P. aïfcnp'ie van tien jaaren word verkregen, en dat men binnen dezelve tyd tidn ufu dit Regt wederom kan vcni^zen; en dat het g volg van deeze Regtsgeleertheid is, dat de Landheeren, die hunne Zathen net zdfs gebruiken, door de nalarigheid der Mevers zonder hun wee'en, bezwaard en benadeeld worden' en dat, inzonderheid in het laatste geval, de dofheid van een Bruiker, die, door andere Landen meede in pZ-k i1Cbbe?' de Reed' Gan*' of ^t de Pkau, behorende, met noodig heelt, maar op een ge- makke-  rnakkelyker wyze aan de publycque Weg of Vaart kan koomen, gelegentheid kan geeven tot-het verliezen van een Servituit, dewelke egter de Zathe, die hy in huur heeft, zoo ras de omftandigheden veranderen , niet kan ontbeeren, en dat de Eigenaar hier door in de noodzakelykheid gébragt word, een Noodreed te verzoeken: Gevende Welgemelde Raaden in Confidcratie, of men, om dusdanige Verzoeken niet te menigvuldig te doen zyn, van het Roomfche Regt in zo verre niet zoude konnen afgaan, dat de Servituten , die men Servitutes Tradiorum Rustkorum, Land-Dienstbaarheden noemt, niet als door Prasfcriptie van dertig jaaren zullen verkregen of verloren worden, ten waare de Eigenaars der Zathen zelfs Bruikers waaren, en dat dit Regt door een fpeciale Wet vastgefheld wierde; Zo is V, dat Wy na ferieufe deliberatie en overweginge der zaake, Ons het voorftel van den Hove hebben laaten welgevallen , en Ons daar meede geconformeert, vervolgens goedgevonden en verftaan, te ftatueeren, zo als Wy vastftellen en arresteeren by deezen, dat van het Roomfche Regt in zo verre zal worden afgegaan, dat de Servituten, die men Servitutes Pradiorum Rustkorum, Land-Dienstbaarheden noemt, niet als door Prasfcriptie van dertig jaaren zullen verkregen of verloren worden, ten waare de Eigenaars der Zathen of Landen zelfs Bruikers zyn. Op dat nu elk en een ygelyk hier van moge kennisfe hebben, en geen onkunde moge voorwenden, zal  C 273 ) zal deeze op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert, want Wy zulks ten nutte van de goede Ingezetenen aldus verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 28 September 1769. H. W. v. ALTENA,VtTer Ordonnantie van HunEd.Mog. Je. v. SMINIA. Mm • Veste,  C a74 ) Veste, Lieve, Bezondereï WY hebben by aanfchryvinge van Onzen Collegie de dato den 8 July deezes iaars goedgevonden, UE. te gelasten, om aan Ons te laaten toekomen berigt, hoe en op wat wyze in UE. DiftricT: of Stad is voldaan aan de Staats Refolutie, contineerende eene Ordre tot het draagen van een Teeken, door zodanige Perfonen, dewelke door Arme-Staaten worden gealimenteert en onderhouden. Deeze berigten volgens Onze Requifitie zynde ingekomen en by Ons geëxaraineert geworden, zo hebben Wy zommige van dezelve voldoende gevonden aan vorengemelde Hun Ed. Mog. genomene Refolutie, dog andere daar meede niet ten vollen overeenko- ^Weshalven Wy hebben goedgevonden nogmaals gelyk Wy thans by deezen aan UE. doen, eene generale aanfchryvinge aan de refpe&ive Geregten van Grietenyen en Steden te arrefteeren, en dezelve daar bv te gelasten, omme zig niet alleen ftiptelyk te gedragen na de Staats Refolutie boven vermeld, maar ook de nodige ordre in UE. Diflrift of Stad teftellen, dat de Teekens gedragen worden, door Armen zonder onderfcheid van eenige Gezindheden ofte zoort van Adminiitratien; gelyk meede van alle die geene,  C 275 ) geene, die eenig onderhoud genieten, van wat natuur en uit welke oorzaak het ook zoude mogen zyn; zullende aan Onzen Collegie hebben te berigten , hoe, en in hoe verre aan deeze Hun Ed. Mog. en Onze welmeininge hebben voldaan , uitterlyk voor den 1 November deezes jaars, by poene zo in de executie hier van gebrekkig of nalatig mogte bevonden worden, in eene verbeurte van 25 Gouden Vriefche Ryders aan de Heerlykheid deezer Landfchappe. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 30 September 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van HunEdMog. Mm & NOT!-  NOTIFICATIE WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime var» Orange en Nasfau, Sc. &c. &c* Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie by Refolutie van den 3 Oétober jongstleden hebben gearrefteert en vastgefteld, dat den Invoert van buiten in deeze Provincie, en den Uitvoert na buiten deeze Provincie, van allerley Rundvee zal worden vry en open gefield» en de Commercie van Runderen onverhinderd gelaten. Zo is 't, dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mog. welmeininge, en aan de Ons gedemandeerde Last te voldoen, aan elk en een ygelyk Ingezeten deezer Provincie, en wien het verders zoude moogen aangaan, notificeeren, dat den Invoert van buiten, gelyk ook den Uitvoert na buiten deeze Provincie van allerley zoort van Rundvee, van  ' C 277 ) van nu af aan, aan een yder is gepermitteert, en vry en onverhinderd word open gelaten. En op dat een ygelyk hier van ten vollen verwittigd zy, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert en geaffigueert. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 4 Oclober 1769. U. A. RENGER S.,VtTer Ordonnantie van Hun Ed,Mog, H. R v. WYCKEL Mm 3 PLACAAT  C 278 ) PLACAAT Behelzende eenige Ordre in de thans grasfeerende Sterfte onder het Rundvee. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau, &c. £?c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo ter Onzer kennisfe is gekomen , dat zommige Huislieden en Perfonen, die in het ongelukkig geval geraken, van hunne Beesten aan de thans in deeze Provincie grasfeerende Ziekte en Sterfte onder het Rundvee te verliezen , dezelve onbegraven of met behoorlyk met Aarde bedekt laaten leggen, dienende tot meerdere infeclie, en een overgrote ftank veroorzakende; Zo is 't, dat Wy hier in willende voorzien, goedgevonden hebben, ingevolge vorige geemaneer-  C 279 ) de Placaten, hier ontrent te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen, dat de geftorvene Beesten aanftonts en binnen 24 uuren worden gevild, als dan de Krengen drie of vier voeten onder de Aarde begraven, en zodanig verzorgd , dat van geen Honden kunnen worden opgegraven of gegeeten, dog niet meer als twee of drie in een gat r Als meede dat de afgeftroopte Huiden ten zeiven daage aan de Leerloyers worden gébragt en in de Kuipen gezet, of zo zulks niet doenlyk is, dat terftont in diep Water werden gelegd , en daar in gelaten , om zo ras doenlyk aan de Leerloyers befteld te worden; alles by poene van 25 Goud-guldens op elk Beest ofte Huid te verbeuren. Op dat wyders elk en een ygelyk zig zal kunnen hoeden voor die Stallen, waar in de Befmettinge is,. zo gelasten Wy de Bewoonders en Gebruikers derzelver, hunne Homeyen, Hekken, en de Stals-buitendeuren te teekenen met een klaare en zigtbare zwarte Streep, by poene van twee pond Groot; zullende de boeten in deezen geftatueert koomen een derdendeel ten prorite van den Aanbrenger, een derdendeel voor den Officier die de Calange doet, en de resteerende derdepart ten voordeele van de Armen der plaatze, Gelastende de Grietslieden en Magiftraten om voor de ftipte nakominge hier van alle mogelyke zorge te draagen. En op dat een ygelyk hier van kennisfe mag hebben, en geen onkunde zal kunnen voorwenden, zal deezem  ( 28o ) deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 4 Oclober 1769. U. A. RENGERS,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL Veste,  C 281 J Veste, Lieve, Bezondere! T\E Edele Mog. Heeren Staaten M^S deezer Provincie by Refolutie van den 13 Tuly laatstleden hebbende vastgefteld, dat de Honden alomme m deeze Provincie zouden worden vastgelegd, en tot nadere ordre vastgehouden, waar van Wy UE als toen kennisfe hebben laaten toekomen. En Hun Ed. Mog. by Refolutie van den 30 September ionesteden gemelde Refolutie wederom hebbende ingetrokken, en gerefolveert dezelve buiten effect te ftellen zo laaten Wy UE. hier van de vereischte kennisfe toekomen, om de nodige ordre te Hellen, ten einde de Honden m UE. Diftrift of Stad wederom worden losgelaten. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 4 Uctober 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievan.HunEd.Mog. Nn Veste,  C 282 ) Veste, Lieve, Bezondere! INgevolge de Refolutie der Heeren Staaten Onze Principalen , waar by de Inëntinge der befmettelyke Ziekte geconfidereert zynde, in eene onzekerheid of dezelve voor- of nadelig is; Zo hebben Wy goedgevonden UE. aan te fchryven, en daar door te gelasten, om by provifie de Inëntinge der grasferende Ziekte aan jarige Runderen, Hoklingen en Kalveren in UE. Diltricl; na bevindinge van zaaken te permitteeren. > Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 4 Oétober 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland , Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Veste,  C 283 ) Veste, Lieve, Bezondere! DE Edele Mog. Heeren Staaten deezer Provincie, by Refolutie hebbende vastgefteld, dat den Uitvoert van allerley Runderen uit deeze Provincie zal worden verboden, by poene van 100 Guldens op yder Beest, en Confiscatie van de uit te voerene, als meede van de Scheepen daar toe gebruikt , en by wanbetaling aan den Lyve geftraft zullen worden; Zo hebben Wy goedgevonden U E. hier van ten fpoedigsten te verwittigen, met last om alle Uitvoert van Runderen uit deeze Provincie in UE. Diftriót. of uit U E. Stad van ftonden aan te verhinderen en te beletten, zullende de gearrefteerde Publicatie deezen aangaande UE. nader worden toegezonden, naar welkers Publicatie de geftatueerde boeten zullen moeten worden ingevorderd. Nn 2 Waar  C 284 ) Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 27 Oétober 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, P U B L I-  C 285 ) PUBLICATIE Verbod van Uitvoer van Rundvee. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen , S AL UT; Doen te weeten : Alzo de Heeren Onze Gedeputeerde Staaten, aan Ons op den tegenwoordigen Extraordinaris Landdag ter ferieufe overweginge hebben voorgedragen, dat, zeederd derzelver Notificatie, volgens Onze Authorifatie en Refolutie van den 3 deezer lopende Maand gedaan, waar by aan een ygelyk de In- en Uitvoer van Runderbeesten in en uit deeze Provincie is opengefleld, en de Commercie daar omtrent vry en onverhinderd gelaaten, met alleen eene ongemeene groote menigte van Rnnderen uit deeze Provincie zyn gevoerd, maar ook de grasfeerende Ziekte en Sterfte meer en meer heeft toegenomen, waar door 't ligtelyk zoude kunnen gebeuren, dat Vriesland niet alleen van't benodigde Vee werde ontbloot, en de Landen daar door met behoorlyk gecultiveerd, maar ook de goede Ingezetenen, die in 't ongelukkig geval van hunne Beesten te verhezen geraken, in de onmogelykheid worN" 3 den  ( 286 1 den gébragt, om voor een matige prys weder andere te kunnen inkopen. En alzo zulks niet Zoude overeenkomen met Onze Refolutien, tot heil en nutte van den Lande van tyd tot tyd genomen, aan Ons in bedenking hebben gegeeven , of Wy niet zouden kunnen goedvinden, hier omtrent eenige nadere Ordres te Hellen, of Limitatien te maaken; Zo isdat Wy, (blyvende de vryheid om Runderen van buiten in Onze Provincie onder de bepaalde prsecautie in te brengen, fubfifteeren) wel ernstig verbieden aan elk en een ygelyk, wie het ook zy, eenig Rundvee, jong of oud, vet of mager buiten de Provincie van Vriesland te vervoeren, direclelyk of indireótelyk op eenigerhande manier, onder verbeurte van 't Rundvee, en Scheepen daar toe gebruikt, en van eene boete van 100 Guldens voor yder Beest, dat uit te voeren word ondernomen en agterhaald zal zyn. Zullende deeze boete ook gevordert worden van de zulke, die overtuigd worden, na deeze Publicatie Rundvee te hebben uitgevoerd of laaten uitvoeren, fchoon op den Uitvoert niet mogten zyn agterhaald, en de Contraventeurs in cas van onvermogen tot betalinge der boete aan den Lyve worden geftraft, na exigentie van zaaken. En zullen deeze boeten en verbeurtenisfen worden verdeeld de eene helfte voor den Aanbrenger, en de andere helfte voor den Officier die de Calange zal doen. ■ _ En  ( 287 )} En op dat deeze Onze ernstigfte meininge ter kennisfe van een ygelyk koome, zal deeze ten allerfpoedigften alomme worden gepubliceert ende geaffigeert, alwaar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 27 Oclober 1769. H. W. v. ALTENA3Vt TerOrdonnantievanHunEdJVTog. Je. v. SMINIA* P U B L L  C 288 p PUBLICATIE Nopens den Invoert van Huiden &c. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo verfcheidene Leerloyers en Lymzieders in deeze Provincie by Requeste zig aan Ons hebben bezwaart over den inhoud van Ons Placaat van den 26 November 1768, waar by, om doenmaals gewigtige redenen, by het derde Articul ftrengelyk is verboden de Invoert van alle drooge en natte Huiden van eenig hoe genaamd Rundvee, als ook van Koppen, Hoornen, Staarten , Voeten , en het afval van 't hair van de Huiden, en by het vyfde Articul de Invoert van drooge West-lndifche Huiden alleen is bepaald door de Haven van Harlingen; en opgegeeven de groote nadelen , daar door aan der Supplianten Leerloyeryen en Lymziederyen wordende toegebragt, met verzoek, dat voorfz. Placaat, zo verre de Articulen 3 en 5 belangt, moge worden opgeheven , en aan de Supplianten eene vrye en onbelemmerde Commercie en Invoert van buiten toegeftaan; Zo is, dat Wy deeze zaake in nadere overweginge genomen, en de doema- ■ hge  C 289 ) lige omftandigheden van tyden by de tegenwoordige vergeleken hebbende, hebben goedgevonden, de Supplianten hun gedane verzoek te accordeeren, en vervolgens de derde en vyfde Articulen van Ons Placaat van den 26 November 1768 in te trekken, en buiten effect te Hellen, zo als Wy dezelve intrekken en buiten effect Hellen door deezen. En op dat een ygelyk hier van moge worden verwittigd, zal deeze op de gewone wyze worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 27 Oclober 1769. H. W. v. ALTENA,Vt TerOrdonnantievanHunEdMog. Je. v. SMINIA. Oo Veste,  C 20O ) Veste, Lieve, Bezondere! DE Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie by Refolutie van den 27 October jongstleden, geconfidereert hebbende, dat het God Almagtig behaagd heeft, Synen flaanden hand over de naburige Landen, en Vereenigde Provinciën, en wel inzonderheid over deeze Onze Veeryke Provincie van Vriesland, op eene ontzachelyke wyze te doen gevoelen, en door de zo zeer treffende Ziekte en Sterfte onder het kostelyk Rundvee, de Ingezetenen van hun beftaan, en rykdom te beroven, en daar door te betonen Syn misnoegen over het zondig gedrag van Vrieslands Volk, dat door genoten Weldaden in plaats van tot nedrige dankbaarheid, tot hoogmoed en ondankbaarheid is overgeflagen , Hun Ed. Mog. vervolgens nodig en dienstig geagt hebben, Ons te authorifeeren ende te gelasten, omme teegens Woensdag den vyftienden November eerstkomende, uit te fchryven eenen Vast- en Bededag, op welke de Inwoonderen deezer Provincie zig dan ootmoedig voor den Heere ftellen en vernederen , en Denzelven yverig bidden , dat het Syne Goddelyke Majefteit goedertierentlyk behage, dit zo ontzachlyk kwaad van Ons weg te neemen, en Ons met Syne Zegeningen als in vorige dagen te bekronen. Zo is Dat Wy om aan deezen allerbetamelykste en regtmatige aan Ons gedemandeerde Last te vo^oen>  C 291 ) hebben goedgevonden uit te fchryven, gelyk Wy doen by deezen, eenen Vast- en Bededag teegens Woensdag die weezen zal den vyftienden November eerstkomende , om Ons met alle de Ingezetenen deezer Provincie voor den Genaden Throon Gods neder te leggen, met belydenisfe van Onze en in deeze Pro-: vincie in zwang gaande, hooggaande, en Gods Geregtigheid tergende Zonden en Ongeregtigheden, Onzen Rigter om genade fmeeken, Syne dierbare Gunste affmeken, en dat een ontailyke menigte Zegeningen en Weldaden van Ons niet wil afwendennen inregtveerdige Toorne veranderen , maar over Onze boosheden en afwykingen uit louter genade verfchoning oeffenen, dat deeze Plaage, die thans op deeze Provincie rust, zo het met Gods Raad kan beftaan, van dezelve genadiglyk mag worden weg genomen , zo niet, ten minsten verzagt, en de middelen die tot ftuitinge of teegens de voortplantinge van dezelve zyn in t werk gefield, gezegend mogen worden. Wy verzoeken en ordonneeren UE. uit dien hoofde Amptshalven, óm hier. af zo ras mogelyk advertentie te doen aan de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diflnci of Stad, dewelke by deeze gelegent heid worden verzogt, omme hunne Gemeentens op 't kragtigste gemoedelyke indrukzelen zoeken te geeven van deeze zwaare Bezoekinge , en flaande hand des Allerhoogsten, of 'er door gefchonkene waare Boetveerdigheid en Bekeeringe, afwendinge van dezelve mogte gefchieden. Oo 2 En  C ) En op dat zulk een heylzaam voornemen, door geen uitwendige Zonden en onbetamelykheden geturbeerd, en onder affmeking van Zeegen en Genade, den Vloek en het Verderf zig regtveerdig door 't onbehoorlyk doorbrengen van zulk eenen Heyligen en door 's Lands Regering Gode toegewyden Dag zoude mogen overkomen, zo ordonneeren Wy UE. verders op 't ernstigfte, om het Tappen, Neeringe en Hanteeringe, fampt alle ydele, onnodige en zondige Gezelfchappen en Byeenkomsten zo veel mogelyk te beletten en ftriclelyk te verbieden, gelyk meede met 'er daad te ftraffen alle die geene , die zig moetwillig fchuldig maaken aan dat geene dat ftrydig is met de plegtigheid van deezen Dag, en het falutair oogmerk van de Hooge Overigheid. Waar toe Ons verlatende , beveelen Wy UE. in de genadige befcherming van God Almagtig. Leeuwarden den 28 Oétober 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, N. ARNOLDI/1 Ter Ordonnantie van HunEdMog. H. H. v. WYCKEL. P U B L I-  ( 293 } PUBLICATIE WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , fipc. fijpc. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy tot Ons leedwezen zyn ontwaar geworden, dat niet tegenftaande Onze vorige Publicatie, op fpeciaale authorifatie van de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie gedaan, van den 22 May deezes jaars, waar by aan elk en een ygelyk Ingezeten in deeze Provincie word verboden , het brengen van eenig Rundvee , op eenige Jaar- of Weekmerkt by provifie en tot nadere ordre, egter zommige Perfonen zig niet ontzien aan deeze gefielde ordres niet te obediëeren, door Runderbeesten op publycque Plaatzen en Merkten te brengen en aldaar te koop te veylen, maar daar inne ook door de Geregten of Magiftraten niet worden verhindert, maar in toegelaten, en wel voornamentlyk binnen deeze Stad van Leeuwarden, alwaar 'sweeklyks een menigte Beesten ter Merkt worden gébragt, ende te koop geveild; Zo is Yy dat Wy om zo veel mogelyk hier inne te voorzien, en de geOo 3 ftatu-  C 294 ) ftatueerde heilzame ordres en Refolutien door de Ed. Mos Heeren Staaten deezer Provincie promptelyk te executeeren, aan elk en een ygelyk Ingezeten m deeze Provincie door deezen nogmaals verbieden, het brensen van Runderbeesten op eenige Jaar- of Weekmerkt en aldaar te koop te prsfenteren, of zulks op andere oublycque plaatzen te moogen doen, (wordendehier van egter uitgezondert, zodanige Beesten die reede gekost en alleen geleverd, of dewelke in Sterf huizen of anderzins by Boelgoed worden verkogt) by poene van voor yder Runderbeest dat op de Merkt brengt te verbeuren de fomma van zes Car. guldens, te converteeren volgens ordre van den Lande, boven verbeurte van het Beest of Beesten. rA-* . Wordende de refpeftive Geregten en Magiftraten door deezen op het ernstigfte gelast, hier aan zorgvuldig; de hand te houden, en niet toe te laaten, dat 'er eenige Runderbeesten in hun Diftrift of Stad ter Merkt worden gébragt, of op andere publycque plaatzen te koop geveyld, als alleen in vorenftaande gevallen, by poene wanneer hier inne nalatig mogten bevonden worden, van 25 Gouden Vriefche Ryders te verbeuren aan de Heerlykheid deezer Landfchappe; en verders op 't ferieuste gerecommandeert, om zo veel mogelyk in den haaren ordre te ftellen, tot dat geene het welk in deeze calamiteufe tyd van Pestilentiale Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, niet alleen kan dienen tot onderhoudinge van goede ordre onder hunne Ingezetenen, maar ook tot weering van dat,  C 295 ) geene het welk zoude kunnen ftrekken tot meerdere propagatie van dit Oordeel, overeenkomllig vorige geëmaneerde Wetten en Placaten. En op dat elk en een ygelyk hier van kennisfe hebbe en geen onkunde zoude kunnen voorwenden, zal deezen alomme worden gepubliceerd ende geaffigeerd op die plaatzen, alwaar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 5 December 1769. P. A. BERGSMA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mogo H. H. v. WYCKEL Veste i  C 296 ) Veste, Lieve, Bezondere! HEt Collegie met veel aandoeninge geinformeerd zynde, dat Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau zeedert eenige daagen door de Kinderziekte is aangetast geworden , heeft uit dien hoofde goedgevonden, aan UE. gelyk aan alle Geregten van Grietenyen en Steden aan te fchryven en daar door te gelasten, om de nodige ordre te ftellen, dat in alle de Kerken van UE. Diltriét of Stad, zo dikwyls aldaar, gedurende de Indispofitie van Hoogst dezelve zal worden gepredikt, in de Gebeden voor de Predicatien particulierlyk zal worden gebeden, dat het God Almagtig genadiglyk moge behagen, deeze hachelyke en gevaarlyke Ziekte ten besten te fchikken, en Haare Koninglyke Hoogheid by 't leeven te bewaren, met vorige gezontheid te zegenen, en nog lange in zyne Goddelyke gunste, ten nutte van Land en Kerk, tot blydfchap van Hoogst deszelfs Doorlugtigfte Gemaal, en van't gantfche Doorlugtigfte Huis, gelyk meede van gantsch Nederland in den Lande der Levendigen te fpaaren en te conferveeren. Waar  C 297 ) Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den lis December 1769. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. pp Veste,  C 298 ) Veste, Lieve, Bezondere! TErwyl Wy Ons door de ingekomene berigcen, zo van Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, als van de Heeren deezer Provincie, Gecommitteerden ter Hooggem. Vergaderinge, in de heuchelyke en zeer gewenschte omftandigheid mogen bevinden, dat het met de hachelyke en zeer gevaarlyke Ziekte, met welke Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau &c.&c.&c. is bezogt geweest, in zo verre door Gods Genade is geavanceert, dat Hoogst dezelve buiten gevaar daar van word gerekend. Zo hebben Wy goedgevonden UE. aan te ichryven, omme de Bedienaren des Goddelyken Woords inUE. Diftrift of Stad te gelasten, hunne publicque Gebeden ter herftellinge van Haare Koninglyke Hoogheid tot God Almagtig gedaan, te veranderen in openbare Dankzegginge, en den allesbeftierenden God van Leeven en van Dood, plegtiglyk en opentlyk te looven en te danken, voor 't goede en weldadige aan den Staat in 't gemeen, en ook aan deeze Provincie in 't byzonder in deezen bewezen, met ernstige Beede, dat't Hem verders moge behagen Haare Konmglvke Hoogheid tot volkomene gezondheid te herftellen, en Hoogst deszelfs genezinge fnellyk te doen ' 0 voort-  C m ) voortkomen, gelyk meede om den Perfoon van Hoogst dezelve nog lange te bewaren by het dierbaar Leeven, voor verdere gevaren, toevallen, onheilen en ziektens genadiglyk te behoeden, Hellende Hoogst dezelve tot een Cieraad en Steunzel van Land en Kerk, en dat nog lange mag bevonden worden, de lust, troost en blydfchap van deszelfs Doorl. Gemaal van het aller Doorl. Huis, en van yder Inwoónder van Nederland, die eenig deel neemt in de welvaart en behoudenisfe van 't Hoog Vorstelyke Huis. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherming van God Almagtig. Leeuwarden 'den 2 January 1770. UK Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Pp 2 Veste,  ( 3oo ) Veste, Lieve, Bezondere! GElyk Wy Ons allezins mogen verblyden , dat de allesbeftierende Voorzienigheid Gods, nog ten goede over den Staat in 't gemeen , en over deeze Provincie ook in 't byzonder by aanhoudentheid waakzaam en werkzaam blyft. In dezelve te bewaren by eene lieffelyke en aangename Vreede niet alleen , maar ook door de Ruste die in de Christenheid, en de pacificque gedagten, waar meede de meeste Mogentheden in dezelve bezield zyn, een zoete hoope en verwagtinge te voorfpellen , tot continuatie en geduurzaamheid van dezelve. Genietende hier by nog die twee onwaardeerbare panden van Vryheid en zuivere Godsdienst, niet genoeg na waardy te fchatten , en op hooge prys te (lellen. Daar-  C 301 ) Daarenboven gaat zulks gepaard met groote en memgvuldige Zegeningen , welkers genot en bezittinge andere Landen en Koningryken, of in 't geheel of ten deele moeten derven en misfen. Zo door het gevoel van de rampen en elenden des Oorlogs, als andere Oordeelen van Aardbevingen Stormen en Tempeesten, en wat dies meer is, welke laatste hier in deeze Provincie wel zyn gevoeld, maar door de bewarende hand Gods niet tot overftrominge, gelyk in naburige Provinciën, van Dyken en Dammen hebben gedient. Wy meenen het meede onder de voorregten , die den Staat geniet te moeten tellen, dat het de eeuwige Goedheid behaagd heeft, Haare Koninglyke Hoog. ff ^T* d&Jrincesfe ™n Orange en Nasfau &>c. &c. &c. uit Hoogst deszelfs hachelyke en zeer gevaarlyke Ziekte wederom te herftellen, en alzo alle de Ingezetenen van den Staat, die eenig deel neemen m de confervatie van de Perfoon van Haare Konimrh/ke Hoogheid, en de welvaart van het Doorlugtt Huis, ftoffe tot blyde dankerkentenisfe te geeven Niet tegenftaande dit aangenaam en verkwikkelyk genot, blyft'er egter nog overig, en ondervind den Staat, en ook deeze Provincie in 't byzonder, de flaande hand des Allerhoogsten, en wel op een zeer fmertelyke en gevoelige wyze. In de verfchrikkelyke en gedugte Pestilentiale Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, waar door duizenden PP 3 van  ( 302 JM van Beesten reede in deeze Veeryke Provincie zyn geftorven, en van dag tot dag nog meer en meer worden weggerukt. En waar door te vreezen is, dat de goede Ingezetenen, wiens voornaamste inkpmsten in de Producten hier van beftaan, daar van beroofd, verarmd, en dus buiten ftaat gefteld zullen worden, om 's Lands Lasten en Schattingen zo volveerdig en promptelyk op de geftelde tyden te voldoen, als tot nog toe door het genot der Zegeningen hebben kunnen dóen. Wenfchelyk uit dien hoofde, dat het God moge behagen, deeze zwaare Bezoekinge en Plaage genadislyk weg te neemen, en de Inwoonderen des Lands met Zyne Zegeningen te agtervolgen als in vorige daagen, en verdere Gerigten, Oordelen en Plaagen van dezelve af te wenden. De tegenswoordige tyds omftandigheid , waar in Wy verfeeren, zal Onzes eragtens niet minder vorderen, dan op dat geene bedagt te zyn, het geene onder Gods Zeegen kan ftrekken tot welftand, bloey en behoudenisfe van 't Lieve Vaderland , en tot afwending van het geene daar aan fchadelyk of nadelig zoude kunnen zyn. De Vreede op allerleye wyze zoeken te cultueeren, en het geene daar ontrent eenige inbreuk zoude kunnen maaken, zorgvuldig te eviteeren. [ Verders in dat geene te praftifeeren, het welke zig in eene dusdanigen tyd gemakkelykst laat fchikken.  C 303 ) en in tyds zig te voorzien van het geene men altoos niet kan obtineeren. En wel door het redresfeeren van het vervallene en mtroduceeren van dat geene, het welke tot verbetering kan iïrekken. Zo in de Forces van den Staat in 't gemeen , zo wel te Water als te Lande, als ook in de huishoudmge van yder Provincie in 't byzonder. Zekerlyk eene wyze en voorzigtige Maxime, dog des met te mm bezwaarlyk en fumptueus in de uitvoennge. - r P?g, de^eIke door een inhoudend genofvan eene lieffelyke Rust en Vreede, en eene beftendige confervatie van de dierbaarste panden van Vryheid en Godsdienst overvloedig gecompenfeerd, en dubbeld vergoedet zouden kunnen worden. Om eene groote extenfie van deezen, en eene repetitie van 't geene meermalen van Ons by eene gelegentheid als deeze is bygebragt, te vermyden; zo zullen Wy Ons thans met dit weinige verse! noegen. 0 & Te meer, dewyl dit vorengemelde en meer andere zaaken, zeer nauwkeurig word betoogd en aangedroniCnr' S 66 o6 Generale Petitie der Confenten voor de Refpeéhve Staaten van Oorlog, zo Ordinaris als Extraordinans. Door den Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden, met veel wysheid, volgens Haare gewone yver  C 304 ) yver en loffelyke zorgvuldigheid voor 's Lands behoudenis en welzyn geformeerd. En door Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, met eene geraifonneerde Misfive wordende gefecondeerd , en aan deeze gelyk aan alle de andere Provinciën toegezonden , met verzoek van fpoedig daar op te willen delibereeren, een gaaf Confent te draagen, en na zulks met Reële fournisfementen te bekragtigen. Wy hebben Ons uit dien hoofde, en uit oorzake van de aan Ons gedemandeerde Last, verpligt geagt, den Ordinaris Landsdag voor tegenswoordig wederom uit te fchryven teegens Maandag den vyfden February deezes jaars 1770. Verzoekende en ordonneerende UE. Amptshalven, de Refpeétive Volmagten van Uwen Bedryve , hier van vroegtydig kennisfe te laaten toekomen, ten einde zig op voorfz. tyd alhier mogen laaten prsefent vinden, om na aanhoringe der Propofitie, op gemelde Generale Petitie en Staaten van Oorlog, gelyk meede andere Generale en Provinciale Poinéten, zodanig meede te helpen delibereeren en concludeeren, als ten besten , meeste veiligheid, bloey en aanwas van den Geünieerden Staat in 't gemeen, en van deeze Onze Provincie goede en getrouwe Ingezetenen in 't byzonder, in deeze conftitutie van tyden en zaaken , onder den Zeegen van God Almagtig, verftaan zal worden te behoren. Waar  C 305 ) Waar toe Ons verlatende , beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 10 January 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, G. F. B. T. SCHWARTZENBERG en HOHENLANSBERG, vc Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. W Y C K E L. Qq Edele,  C 306 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! DE Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden hebben Ons, by Hoogst derzelver Misfive van den 18 January jongstleden gecommuniceert, dat in overweginge hadden genomen, dat de Opperste Regeerder en Bellierder van alles , wiens weegen met deeze Republycq gehouden, lang hebben uitgeleverd zigtbare tekenen van zonderlinge genade en goedertierentheid, Ons in den loop van het voorleden jaar getoond heeft, dat Hy den overvloed zeer fchielyk kan doen veranderen in gebrek , en den ftaat van voorfpoed in een ftaat van tegenfpoed. Zo God Alraagtig in Zyne onverdiende goedheid Onze Vreede verlengd, en Onze Burgerlyke en Godsdienstige Voorregten onder Zyne befcherming beveiligd heeft, zo heeft Hy niet te min deeze Zegeningen vermengd met zeer zwaare en drukkende Bezoekingen. De Sterfte, die in vroeger tyden Onze Velden van haar Vee berooft heeft, en die zo lang door Gods goedheid opgefchort is geweest, heeft zyn verwoestingen in deeze Provinciën vernieuwd, het beftaan van magtige Familien verteerd, een menigte tot het uitterste gebrek gébragt, en blyft nog aanhouden zyn • verderffelyken invloed onder Ons te verfpreiden. De  C 307 ) De Wateren, die onder het Goddelyke bellier de bronaders zyn van Overvloed, of wel de werktuigen van Verderf, hebben haare Paaien overtreden , en door een fchrikkelyke overflroming een uitgeltrekt gedeelte van het Land in angst en benauwtheid gebragt, zonder dat als nog een einde daar van kan worden gezien: In zo een gefleldheid van treffende omHandigheden, in welke de tegenwoordige ongelukken, en een kommerlyk vooruitgezigt, de Zegeningen die Wy genoten en misbruikt hebben, verbitteren; worden Wy byzonderlyk geroepen, om met Dankbaarheid, Vreeze en Ootmoedigheid te verfchynen voor den Throon des Allerhoogsten , wiens Wysheid en Regtvaardigheid zo zigtbaar zyn in den tyd van Bezoeking , als Zyn goedheid en barmhertigheid in den dag van Voorfpoed. De Geest van Ongodsdienstigheid , Ydelheid en Weelde, de Losbandigheid zo in Grondbeginzelen, als in Zeeden, de Zonden en Overtredingen, die dagelyks meer en meer onder Ons toenemen, en byzonder aanflotelyk zyn, in een Land, gezegend met het zuiver ligt van het Euangelie, en dadelyk onder de hand van een bedroevende en kastydende Voorzienigheid, geeven genoegzame redenen aan de hand, om Ons zelve als een zondige Natie voor den Throon des Allerhoogsten te verootmoedigen. Het is tot dat einde, en met dat oogmerk, dat Hun Hoog Mogende goedgevonden hebben, uit te fchryven een Dag van algemene Dankzegging, Vasten en Gebeden, Qq 2 om  C 308 ) om waargenomen te worden op Woensdag, die weezen zal den 14 Maart eerstkomende, in alle de Geünieerde Provinciën, GeasfocieerdeLandfchappen, Steden en Leden van dien, ten einde Wy op dien plegtigen Dag, God Almagtig zouden aanbidden en grootmaken, Ons en Ons Land op nieuw aan Zyne Almagtige Befcherminge opdragen, met dankbare Herten Zyne onverdiende goedheid erkennen, en de aanhoudentheid van de algemene Zegeningen, die Wy nog genieten, afbidden, en in het byzonder, dat Wy met een Hert, en eene Stem , Hem zouden fmeeken, om een oog van barmhertigheid te Haan op de rampen en zwarigheden , onder welke Wy zugten; om een paal te zetten aan de Sterfte , die nog onder het Rundvee regeerd, om Ons te bewaren voor verdere Overftromingen, en allerley zoorten van gevaren, en teegen alle voorvallen, die Onze Vreede zouden kunnen in gevaar ftellen, of Onze welvaart verminderen; en dat Wy, met een waaragtig berouw en leedwezen belydenis doende van Onze Zonden en Overtredingen, derzelver vergeving zouden affmeken, te gelyk met de Goddelyke byftand , tot verbetering en bekering van een zondig Land. Een van de wezentlyke pligten van deezen plegtigen Vasten-Dag zal zyn, den Goddelyken Zeegen af te bidden over de Perfonen en Regering van de Overheden des Lands, dat Haare Raadflagen vrugtbaar gemaakt mogen worden, tot bevordering van nationale 'Deugd en Godvrugt, behoudenis van Onze Vreede, welzyn  C 309 ) welzyn van de Commercie, aanmoediging van nuttige Kunsten en Wetenfchappen, en voortzetting van het waare geluk en den voorfpoed van deeze Republicq. De Doorlugtigste Erf - ftadhouder en Zyne Koninglyke Gemalinne, vorderen een byzondere plaats in de Gebeden, die Wy aan den Hemel by deeze gelegentheid zullen opzenden, en moeten Wy bidden dat alle Lighamelyke en Geestelyke Zegeningen in een ruime maate over Haar mogen worden uitgeftort; dat Haare daagen lang, gelukkig , en roemrugtig mogen weezen; dat een vry en gelukkig Volk deezen welbeminden Prins, lange mogen noemen de Vader van zyn Vaderland, en dat een Luisterryken Nakomelingfchap Zyn onfterffelyken Naam moge overbrengen tot het laatste der tyden, en altoos, onder de zigtbare befcherming van den Hemel, uitleveren Voorftanders van de Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid deezer Vereenigde Nederlanden. Eindelyk zyn Wy ook verpligt by deeze gelegent-' heid , Onze Gebeden aan den Hemel op te offeren voor de Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen , en byzonder voor die zig in deeze Provinciën bevinden: Dat den arbeid van haare Leeraaren moge ftrekken tot bevordering van Godvrugt en Waarheid , Regtvaardigheid, Liefde, Eenigheid, en alle die Deugden, die gefchikt zyn, om de befcherming des Allerhoogften over deeze Republicq te verwerven, en te doen duuren tot in het laatste Nageflagt. Qq 3 AUes  C 310 ) Alles tot grootmaking van des Heeren Allerheiligsten Naam, Voortplanting en Aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie , confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. '■ , Hun Hoog Mogende hebben derhalven verzogt, dat Wy deezen Dank-Vast- en Bededag teegens Woensdag den veertienden Maart eerstkomende , tydelyk willen doen publiceeren, ter plaatze daar men gewoon is zodanige publicatien te doen , en daar benevens ftriclelyk te verbieden, ook met 'er daad te doen ophouden allerley Handwerk en Neering, mitsgaders het Tappen, Kaatzen, BaMaan en diergelyke Exercitiën, op dat dit goed en heilzaan voornemen , door geen onbehoorlykheden geturbeert moge worden. Welk verzoek by Ons overwogen en allezints gegebillykt zynde; Zo is V, dat Wy UEd. by deezen aanbeveelen, deezen door Hun Hoog Mogende uitgeschreven Dank- Vast- en Bededag fpoedig te doen bekend maaken op de wyze alhier gebruikelyk , en ernstig ten zeiven daage te verbieden alle Handwerk, Neeringe en Hanteringe, inzonderheid zodanige Exercitiën en onbehoorlykheden , die het ernstig vieren van dien Dag zouden hinderen, en de Godvrezende Aanroepers van des Heeren Heiligen Naam te ftooren. En dat UEd. hier van doet verwittigen de Predikanten der Gemeenten in UEd. diftriét, met last aan dezelve, om hunne Leerredenen daar na tefchikken, en in hunne Gebeden conform de meninge van Hun Hoog  C 3" ) Hoog Mogende den Goddelyken byftand en Zeegen aflmeken over Land en Kerk, over Overheden en Onderdanen, en inzonderheid over Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prince Erf-ftadhouder, Hoogst Deszelfs Koninglyke Gemalinne, en de verdere Uluftre Perfonen tot het Doorlugtigste Huis van Orange en Nasfau behorende, dat het Jehova God de Almagtige en overvloedige Zegenaar moge behagen , den een en anderen te neemen in Zyne Goddelyke hoede en verzekerde bewaringe, alle Rampen en Onheilen genadelyk af te wenden , en in tegendeel met alle Lighamelyke en Geestelyke weldaden te bekronen. Hier toe Ons verlatende op UEds. gewone vigilantie, zullen Wy Edele, Veste, Lieve, Bezondere, UEd. beveelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 15 February 1770. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, U. v. BURMANIA,Vt> Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. SMINIA. Geëxtraheert  C 312 ) Geêxtraheert uit het Refolutie- Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. ONtvangen ééne Misfive van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prime Erf ftadhouder, gefchreven in 's Hage den 3 February jongstleden, houdende Hoogst deszelfs begrip en welmeninge omtrent het recht der refpective Grietsluiden en Magiftraten, tot het aanftellen en weder removeeren hunner Procureur Fiscaals, volgende voorz. Misfive hier na geinfereert: EDELE MOGENDE HEEREN, BYZONDERE GOEDE VRIENDEN! De Grietman en Meedeleden van het Gerechte van Achtcarfpelen hebben, eenigen tyd geleden, aan Ons geaddresfeert zekere Remonftrantie, houdende kiagcen over en ter zaake, dat de Perfoon van Philippus Snoek, zig qualificeerende Procureur Fiscaal van de voornoemde Grietenye uit die Functie geremoveert, en s een ééne Misfive van  C 313 ï een ander in deszelfs plaats aangefïeld zynde gewor-" den , zig daar teegens door een recours tot de Ordinans Jute had getragt te verzetten, met dat gevolg, dat het Hof Provintiaal aan den zelve , by Appointement van den 2g November 1768 goedgevonden had te verlenen provifie van Citatie , difponeerende teegens den Grietman en Meedeleden voornoemt, en welk Appointement van den Hove Provinciaal zy vermei n den gantsch ilrydig te zyn teegens de bekende Staats Refolutie van den 20 November i „ Dienaar In sGravenhage den 3 February , v _ 1770. (get.) W. Pr. v. ORANGE, Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid (gecontrafign.) T. J. de LARREY. Waai  ( 3i7 > Waar op gedelibereert zynde, hebben Hun Ed. Mog. zig met het begryp en welmeninge van Zyn Doorlugtige Hoogheid geconformeert, en is vervolgens goedgevonden en verftaan , dat zal worden verklaart, zo als verklaart word by deezen , dat aan de Grietsluiden en Magiftraten in de Provintie van Vriesland volkomentlyk competeert en toekomt het recht en de bevoegtheid, om hunne Procureur Fiscaals, die als zodanige geene radicaale qualiteit bezitten, en alleen als Lasthebbers uit naam en van weegens de Grietenyen of Steden in Judicio fungeeren, by bloote opzegginge en intrekkinge van hunne Last af te zetten, en wederom anderen in derzelver plaatze aan te ftellen, zonder dat een alzo gelicentieerde Procureur Fiscaal bevoegt zy, om zig teegens dusdanige Domefticque en Politicque Dispofitie van den Grietman of Magiftraat door een recours tot de Ordinaris Juftitie te verzetten, ofte zig van eenige posfesfoire Remedien , of andere middelen van Rechten te bedienen , om in zyne Functie gemaintineert te worden. En dat diensvolgens het Plof Provinciaal onbevoegt is, om zig de voorfz. zaak aan te trekken, ofte daar inne eenige Cognitie of Judicatuure te exerceeren. En zal Extract van deezen worden afgegeeven zo aan den Hove Provintiaal, om zig daar na te gedragen, als aan de refpe&ive Grietsluiden en Rr 3 Magi-  C 318 ) Magiftraten, om te ftrekken tot derzelver* narigtinge. Aldus gerefblveert op 't Landfchaps-huis den 28 February 1770. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my Je. v. S M IN IA. P U B L I-  C 319 ) PUBLICATIE Interpretatie van de 3 en 6 Arti- culen van het Reglement Reformatoir. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Wy by Misfive van den 3 Oclober 1769 Zyne Doorlugtigfte Hoogheid, den Heere Prince Erf-ftadhouder hebben verzogt, buiten Conteftatie en zeeker te willen Hellen het Regt der Ingezetenen, om te mogen Stemmen in alle voorkomende zaaken, waar in Stemminge plaats heeft, weegens zodanige Stemgeregtigde Zathen en Hornlegers, waar van de Meyers de daar op ftaande Huizingen gebruiken op Tauxatie, en Zyn Doorlugtigfte Hoogheid heeft goedgedagt, aan Ons by Misfive van den 11 November daar aan volgende te refcribeeren, dat, allezins genegen zynde, aan Ons gemanifesteert verlangen te defereeren, vermeende, van deeze Zyne Doorlugtigfte Hoogheids genegentheid geen gepaster preuve te konnen geeven , als door middel van zodanige eene favorabele Verklaringe en Interpretatie van 't Reglement Reformatoir, en van de nadele?  C 3*o ) re decifoire Acte, by wylen Hoogst deszelfs Heer]Vader Hoogstzal. gedagtenis, in datis den 2 i December 1748 en 9 December 1749 refpeótivelyk geëmaneert, waar door aan Ons oogmerk, en aan den wensch van veelen van 's Lands Ingezetenen voldaan zal mogen worden: En dat dienvolgende nu hadde goedgevonden , by explicatie en Interpretatie van het 3de en 6de 'Articul van 't voorzeide Reglement Reformatoir, te verftaan en te verklaren; "Dat van nu voortaan „ de Stemdragende Zathen, voorzien met de vereisch„ ie quantiteit van Pondematen , de volle a&iviteit van ,,'r- Stemregt zullen mogen genieten, of fchoon de daar „ op ftaande Pluizingen door de Mcyers op Tauxatie ge„bruikt zvorden, en door de Eigenaars op Huisregt en „ by Afkoop zyn uit gegeeven: Blyvende voor bet ove„ rige het geftatueerde by voorfz. Articulen van 't Re„glement Reformatoir, mitsgaders de nadere decifoire „ Acle van dato den 9 December 1749 onverminderd en „in zyn geheel." En Zyn Doorl. Hoogheid goedgevonden hadde, van Hoogst deszelfs Interpretatie aan Ons kennisfe te geeven, met verzoek, dat door Ons op de Publicatie van dien de nodige ordres mogen worden gefield ; Zo is V, dat Wy, om te voldoen aan de intentie van Ploogst ged. Zyne Doorl. Ploogheid hebben goedgevonden en verftaan door deezen, dat, op dat niemand onkundig blyve of ignorantie zal konnen voorwenden van de Interpretatie van de derde en zesde Articulen van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748 gearrefteert, gegeeven, zulks alomme  ( 321 ) alomme op de gewone wyze zal worden gepubliceert en geaffigeert, ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 28 February 1770. U. v. BURMANIA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, Je. v. SMINIA. Ss P U B L I-  X 3« ) PUBLICATIE Tot ophef van 't Verbod van Runderen te brengen op publicque Merkten, en REGLEMENT, omtrent de Noed en betalingen in cas van Koop en Verkoop. T^lE Staaten van Vriesland allen J Jr den geenen, die deezen zullen zien ofte hooien leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Heeren Onze Gedeputeerden op Onze fpeciale Last en Authorifatie, by derzelver Publicatie van den 22 May jongstleden hebben verboden, het brengen van eenig Rundvee op eenige Jaar- of Weekraerkt, om daar door zo mogelyk den verderen voortgang der befinettelyke Ziekte te ftuiten, en de ondervindinge Ons geleerd" heeft, dat dit Verbod aan dat heilzaam oogmerk niet heeft konnen voldoen , en dat door het zelve eroote ftremminge in de Negotie is veroorzaakt, tot  < 323 > tot merkelyk ongeryf en nadeel der goede Ingezets, nen; Zo is 'pt dat Wy op de propofitie ter Vergade. ringe gedaan, na rype deliberatie hebben goedgevonden en verftaan, te ftatueeren en te arrefteeren, gegelyk geftatueert en gearrefteert word door deezen. I. Dat van nu voortaan alle Jaar- en Weekmerkten van Rundervee wederom vry en open werden gefteld, en dus de Publicatie der Heeren Onze Gedeputeerden , de dato 22 May weder werd ingetrokken en buiten effecl; gefteld. I I. Dat om voor te koomen, dat 'er eenig Beest dat Ziek is, of waar aan men twyffelt dat het de grasfeerende Ziekte onder de Leeden heeft, ter Merkte of in eenig Boelgoed werde gébragt, veel min aldaar Verkogt; Wy voorders goedgevonden hebben te ftatueeren, dat, van alle Verkogt Rundvee het zy op publicque Merkten, Boelgoeden, of onder de hand, de Verkoper gehouden zal zyn gedurende den tyd van zesmaal*vier-en-twintig uuren na den getroffen Koop, het Verkogte aan den Kooper te Noeden, met dien verftande, dat by aldien het Verkogte Rundvee binnen voorfz. tyd van. de befmettelyke Ziekte mogten worden aangetast, de Koop als dan zal gehouden worSs 2 den,  C 324 ) den, voor nul en van geener waarde, en het Verkogte Zieke Vee aan den Verkoper verblyven. I I L Dat wat aangaat de betalinge der Verkogte RunderbeestenT de Kooper zal kunnen volftaan met dezelve te doen op den zelfden tyd , als de Noed, die de Verkoper voor het Verkogte moet hoeden, komt te expireeren, en dat by aldien de Verkoper eerder betalinee verlangt, en de Kooper daar in bewilligt, de vÏÏS^gJhliiten zal zyn, Borge tot genoegen van den Kooper te ftellen, dat hy de betaalde Koopfchat aan den Kooper kost en fchadeloos zal reftitueeren, by aldien het Verkogte binnen zesmaal vier-en-twintig uuren, van de befmettelykke Ziekte werd aangetast, Zi waare de Kooper met den Verkoper te vreeden mogt zyn. I V. Dat egter tot meerder geryf van Kooper en Verkoper, het aan den Kooper vry ftaat te renuntieeren aan het voorregt, aan hem Art. 2 geaccordeert, des dat L KTperSdie de Noed voor zyn rekening wil neemen, gehouden zal zyn zulks aan den Verkoper, m praefentie van twee Getuigen te Verklaren, door weL Verklaringe de Verkoper van het geftatueerde Art. 2 werd gehouden voor ontflagen. ^  C 325 ) En op dat niemand hier van eenige ignorantie mogte hebben of prsetendeeren, zal deeze alomme werden gepubliceert en geaffigeert ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 13 Maart 1770. U. v. BURMANIA/1, Ter Ordonnantie van HunEd.Mog0 Jes v. S M I N IA* Ss 3 P U B L I-  C 326 3 PUBLICATIE Om de Boelgoeden by Ellen te verbieden» DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Boen te weeten; Alzo het voornaamste aantal der Koopluiden binnen Leeuwarden voor haar zelfs en weegens veele Koopluiden binnen deeze Provincie, Negotieerende in Koopmanfchap onder het Middel van Lakenen en Krameryen behorende, zig aan Ons by Requeste hebben geaddresfeert, klagende over Neeringloosheid, en 't weinig debiet haarer Winkelwaren, veroorzaakt door het continueele Boelgoedhouden meer dan in vorige tyden9 en teegen de ufantie van publicque Verkopinge in  C 327 ) in andere Provinciën gebruikelyk, aanlopende , en aan Ons hebben verzogt, hier omtrent zodanige Mefures te willen neemen, als Wy ten meesten voordeele van den Lande en nutte der Ingezetenen zouden verftaan te behoren. Zo is, dat Wy ten verzoeke van Onze Neeringdoende goede Ingezetenen , hier in willende voorzien , hebben goedgevonden en verftaan, gelyk goedvinden en verftaan by deezen, te ftatueeren , dat van nu voortaan, zo ten platten Lande als in de Steden „ geene Boelgoeden van Koopmanfchap onder het Middel van Lakenen en Krameryen behorende, in deeze Provincie van Vreemdelingen of Inwoonderen by Ellen gehouden zullen mogen worden, maar alleen by volle Stukken, of by Parthyen niet minder dan 25 Gulden waardig, by poene van 25 Gouden Vriefche Ryders op de geheele Parthy te verbeuren, voor den Aanbrenger, Officier die de Calange doet, en Armen der plaats , waar onder egter niet begrepen zullen zyn , 't houden van Boelgoeden van Sterfhuizen,, geabandonneerde Boedels, en komende van een Koopman , die zig van de Negotie koomt te ontdoen. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude hebben ofte kunnen voorwenden, zal deezen alomme worden gepubliceert ende geaffigeert, ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen, want  C 3^8 ) Wy zulks ten nutte en dienst van den Lande en derzelver Ingezetenen alzo verftaan hebben te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 15 Maart 1770. U. v. BURMANIA/1, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je„ v. SMINIA, P U B L I-  C 329 ) PUBLICATIE Nopens de kortinge van het Hoorngeld. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Boen te weeten: In overweging genomen hebbende de thans weder grasfeerende Plaage en Sterfte onder de Runderen, en de droevige gevolgen van dien, en genegen zynde de daar door zeer gedrukte en veele deezer Provincie verarmde Inwoonders, zo veel mogelyk te gemoet te koomen en te verligten; Zo is 7, dat Wy hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, aan de Ingezetenen weegens hunne verftorvene Runderen , vry te laaten de kortinge van het Hoorngeld, en wel in deezer voegen. Namentlyk weegens die geftorven zyn van May tot November 1769, voor een geheel jaar, en die van T t Novem-  C 330 ) November voornoemd tot May 1770 zullen geftorven zyn, voor een half jaar. Zullende deeze kortinge moeten gefchieden binnen de drie weeken na de Publicatie deezes, of binnen drie weeken na dat de Beesten verdorven zullen zyn, ten overftaan van den Dorpregter ten platten Landen, en van de Executeur in de Steden, ofte die, welke ten meesten kundig aangaande de grootheid van een yders beflag Beesten, daar toe door de Officieren en Magiftraten zullen worden geordonneert. Dan in zo verre ymand deeze Onze Gratie mogte koomen te misbruiken, en uit baatzugt meerder Runderen , dan ejfe&ivelyk verloren zal hebben, als dusdanig ter aftekeninge aan te geeven, zal dezelve belialven het verftek van dit voorregt voor 't toekomende, daar te boven vervallen in de boete van vyf-entwintig Goud-guldens, te verdelen tusfchen den Aanbrenger, den Officier die de Calange doet, en den Armen ter plaatze. Met ordre aan de Collecteurs by welke de aftekeninge zal gefchieden , als daar toe uit kragte deezes werdende gelast, na vermogen meede hier op agt te geeven, en ook geene affchryvinge te doen, nog kortinge te gedogen, als van zodanige Runderen, welke ter gewoner tyd aangegeeven en opgefchreven zyn geweest. En op dat niemand hier van eenige ignorantie mogte hebben of prastendeeren, zal deezen alomme werden gepubliceert en geaffigeert, ter plaatzen daar men gewoon  C 331 ) gewoon is publicatie en affixie te doen , want Wy zulks ten nutte en dienst van den Lande alzo verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1770. U v. BURMANIA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. SMINIA. Tt 2 PLAGAAT  C 332 ) PLACAAT Tot vastflellinge der Middelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat, aangezien geen Republicq kan beftaan zonder de heffinge van Geldmiddelen, bekwaam te vervangen de kosten vereischt zo tot beftieringe als tot befcherminge van de Vryheid van Land en Volk, Wy na examinatie der Balance van Middelen en Lasten , door de Heeren Onze Gecommitteerden in het Mindergetal in Onze Vergaderinge voorgedragen, hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat alle Middelen van Contributie en Confumtie, die in het loopend jaar geheven worden, wederom voor het volgend jaar, lopende van den eersten May 1770 tot den laatsten April 1771 ingefloten , op den zeiven voet zullen worden gecontinueert, en overgebragt aan dezelve 's Lands Comptoiren, waar op voor tegenwoordig zyn geasfigneert: En dat vervolgens de Cohieren van de Reële en Perfonele Goedfchattinge als te vooren zullen worden opgemaakt, en de Liquidatie van het geen op 't Reële zal zyn betaalt, teegen het Perfonele mogen gefchieden. Dat  C 333 ) Dat een Eygenaar van een Plaats of Los Land, waar van hy zelfs gebruiker is, zal mogen worden aangeflagen in de Cohieren van het Reële, ter relatie van de tegenwoordige Veefterfte, na de Huur, die zodanige Plaatzen of Losfe Landen by publicque Verhuuringe hebben konnen doen; mits zulke publicque Verhuuringen te vooren behoorlyk werden bekend gemaakt , en dat voorts twee weekelykfche agter een volgende Zitdagen daar over worden gehouden, dog ■ provifioneel voor één jaar Petri en May 1770 ingaande , over welk jaar buiten dat geen Tauxatie van Huur van eigen gebruikte Piaatzen of Landen vermag te gefchieden. Dat zo wie zig bezwaard vind by de fomme, met welke in de Cohieren der Perfonele Goedfchattinge is aangeflagen, eh zig onder corporelen Eede wil doen verminderen, tot doliantie zal worden toegelaten op het Formulier , daar toe voor lange vastgefteld, en zig daar toe moeten aanmelden aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, zo op of boven 4000 Gulden Haan, op Maandag of Dingsdag den 6 of 7 Augustus eerstkomende op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden, dog zo hun aanflag minder is, aan 't Geregte van dat Diftriét, op welker Cohier gevonden worden, op de daagen in yder Grietenye of Stad daar toe te bepalen. En op dat niemand hier van eenige ignorantie mogte hebben of pretenderen, zal deezen alomme werden gepubliceert en geaffigeert, ter plaatzen daar men Tt 3 gewoon  C 334 ") gewoon is publicatie en affixie te doen , want Wy zulks ten nutte en dienst van den Lande alzo verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearre^ fleert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 17 Maart 1770. U. v. BURMANIA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Moe. Je. v. S MINIA. EXTRACT  C 335 ) EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. g^\Ntvangen eene Misfive van Zyne Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prin* ce Erf-ftadhouder, gefchreven in 's Hage den 8 deezer lopende Maand, waar by aan Hun Edele Mog. koomt te communiceeren, Hoogst deszelfs Confideratien en Gedagten, omtrent de voet en wyze, op welke zoude behoren gehandeld te worden nopens de invorderinge van de iEquivalenten, komende tot laste van Militairen, die eenige Charges bekomen. Waar op gedelibereert zynde, hebben Hun Edele Mog. zig met de Hoogwyze Gedagten, Confideratien en Advis van Zyne Doorlugtigste Hoogheid geconformeerd, en is diensvolgens goedgevonden en verftaan, om by Interprastatie en Ampliatie van Hun Ed. Mog. Refolutie van den 30 Juny 1767, vast te ftellen. I. Dat alle de Titulaire Officieren, zo van de Cavalïejye als Infanterye, van Cornets en Vaandrigs af tot Collonels incluis, zo lang als zy geene Tradementen genie-  C 336" ) genieten, ongehouden zyn eenig ^Equivalent van hunne Titulaire Charges aan den Lande te voldoen, maar dat zy dezelve, volgens den Taux, daar op by de Lysce van den 27 February 1760 gearrefteert, eerst zullen moeten voldoen, na dat zy in de Traktementen zullen zyn ingevallen, en zulks als dan in den tyd van vier jaaren, t'eiken jaare een vierde, even gelyk de andere effective Officieren, wel verftaande, dat, by aldien zy reeds op eene andere Provincie die kortinge of voor 't geheel, of voor een gedeelte zouden mogen ondergaan hebben, en daar van behoorlyk doen blyken , zy in zulken gevalle in de Provincie van Vriesland alleen zo veel kortinge zullen behoeven te ondergaan, als zy in andere Provinciën niet geleden hebben. I I. Dat by Refignatie of Verfterf van een effe&iven Officier, voor de expiratie der vier jaaren, hy of zyne Erven ongehouden zullen zyn, de refteerende Termynen van 't ^Equivalent te voldoen. I I I. Dat by Avancement van een Officier tot hooger effective Charge, voor de.expiratie van de vier jaaren, dezelve daar door wel zal ontheft worden van de betalinge der refteerende Termynen, maar egter gehouden zyn, dadelyk in vier jaaren, te rekenen van den tyd,  C 337 ) tyd, dat hy de Gages daar van geniet, t' eiken jaare een vierde part, te voldoen het ^Equivalent daar toe Itaande, ten waare hy ook teffens bleef behouden de Gages van de Charge die hy reeds bekleed, als wanneer hy ook gehouden blyft, zo wel het ^Équivalent van zyne nieuwe Charge, als de refteerende Termynen van het ^Equivalent tot den Post, die hy reeds bekleed Itaande completelyk te voldoen. En worden de Heeren Gedeputeerden geauthorifeert en gelast, de ^Equivalenten ten laste van Militaire Officieren van de Repartitie van deeze Provincie komende, op den voorfz. voet te behandelen. Ten welken einde ook aan 't Collegie zal worden overgegeeveri Copie van de feparate Memorie by Zyn Doorlugtigste Hoogheids Misfive gevoegd, om daar na de invorderinge der ./Equivalenten , aldaar gemeld , te reguleeren. Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 17 Maart 1770. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my J. B. VITRINGA. Vv PLACAAT  C 338 ) PLACAAT Nopens de invorderinge der Floreenen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooyen leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo Ons is voorgekomen, dat in zommige Diftricten in deeze Provincie de onbetamelyke, voor den Lande nadelige , en met de Ordres en Reglementen itrydige gewoonte voor veele jaaren is ingeflopen, en van tyd tot tyd meer en meer doorgedrongen, dat de Menfchen, hunne Vastigheden Verkopende, weg fchenkende, of anders veraliëneerende, daar de Floreen afnemen of Verminderen, en die dus geheel of ten deele tot hunnen laste houden, of ook wel de Vastigheden teegens eikanderen Verwandelen en Verwisfelen, onder Conditie,  C 339 ) ditie, dat elk zyn vorige Floreen zal blyven betalen, en dus indireclelyk, teegens de Wet, van 't een ftuk Lands op het ander verleggen; Ja die Verkopingen, Donatien en Verwisfelingen Clandeltin doen, zonder die te laaten Proclameeren, of Aétis Publicis infereeren, ten minsten die in het ftuk der Floreenen verdonkeren en verzwygen; waar door veroorzaakt word, dat zo draa dusdanige Verkopers, Schenkers of Verwandelaars overleden zyn, derzelver Erven, wordende aangefproken om betalinge van Floreen, op dit of dat Land volgens de Floreen-Registers leggende, en nog op den Naam van den Erflater ten Cohiere Itaande, zeggen, en ook dadelyk aantonen, dat Land niet te bezitten, en vervolgens die Floreen niet fchuldig zyn, zonder dat het dikwyls voor de Ontvangers mogelyk is, na te gaan, wie daar van de effe&ive Eygenaars zyn, en zo die dan al ontdekken, tot antwoord bekomen, van dat Land nooyt die Floreen te hebben betaald, en die ook zo niet geacquireert, en daarom niet fchuldig nog genegen zyn, die te betalen, even als of de voldoeninge van de Floreen, niet na de Cohieren, maar na willekeurige begrippen van de particuliere Handelaars gefchieden moet; Zo is V, dat Wy hebben gemeent, teegens diergelyke moedwillige Contraventeurs van 's Lands nuttige Reglementen te moeten ageeren, en geftatueert, zo als Wy ftatueeren by deezen: Vv 2 I. Dat  C 340 ) I. Dat de Geregten van Grietenyen en Steden ten nauwsten zullen hebben onderzoek te doen, op zodanige en diergelyke misdryven , en de Overtreders der 's Lands Wetten te ftraffen, en van dezelve de geftelde boeten ftrictelyk in te vorderen. En I I. Dat de Floreenpligtige Ingezetenen verpligt zullen zyn, alle hunne Donatien, Verkopingen, Verdelingen, Erf-en andere Scheidingen of eenigerhande Tranfporten van Landen en andere Vastigheden, te doen met het effeótive bezwaar der Floreenen, daar op ten Cohiere geaffecf eert, of by verdelinge, na proportie van de grootheid en wezentlyke waardye der Landen daar op gelegt, en zulks alles aan de refpeétive Ontvangers binnen een jaar a dato van de mondelinge of fchriftelyke Contracten fpecifice aan te geeven, en zig verders in deezen te gedragen na 's Lands Reglementen, op de Proclamatien en Regiftratien, fampt het werk der Floreenen gemaakt en gepubliceert, by de poenen en boeten daar by op de Contraventien gefteld. I.IL Dat de Secretarifen, Notarifen en andere Perfonen, die zig laaten employeeren tot het fchryven van In- ftrumen-  ( 34i ) ftrumenten van Koopbrieven, zo by Verkopinge van eeheele Plaatzen, of by Stukken, als Losfe Landen, fampt Donatie- en Wandelbrieven, en het maaken van Scheidingen en Inventarifen enz. gehouden zullen zyn , om alle hen voorkomende Vastigheden nauwkeurig te befchryven met de Floreen-Lasten daar op leggende, met opgave van de Nummers, met welke ten Floreen-Register aangeflagen zyn. I V, En worden de refpeétive Geregten gelast, die effective ordre te ftellen, dat de Floreenen dadelyk door de Ontvangers worden ingevorderd na de publicque Floreen-Registers, met affchaffinge en verwerpmge van alle andere opftellen of zogenaamde Schattingboekjes, en wel van de Perfonen die de bezwaarde Landen toebehoren of derzelver Meyers, zonder het minste regard te neemen op eenige onwettige Conventien, door particulieren, nopens de betalinge der Floreenen aangegaan, als leggende de Floreen niet op de Perfonen , maar op de Landen en andere Vastigheden , blyvende niet te min de Handelaars falvs regt teegen eikanderen tot fchadeloosftellinge. En op dat deeze Onze ernstige welmeininge aan een ygelyk, die het mag aangaan, bekend zy, en niemand daar van ignorantie voorwende, zal deeze alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliV v 2 ceert.  C 342 ) ceert ende geaffigeert, want Wy zulks ten dienste vaa den Lande verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 17 Maart 1770. U. v. BUKMANIA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je- v. S MIN IA. EXTRACT  C 343 ) EXTRACT EXTRACT uit het Refolutie-boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. DE Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, met Heeren Commisfarien van het Collegie hebbende gedaan de revifie van de Ordonnantiën op de Impofitien, hebben ter Vergaderinge gerapporteert dat Hun Eden- in de gehoudene befognes was voorgekomen eene Memorie van den Hoofd-Commis Pi'érius Binkes, houdende berigt aan het Collegie van eenige defecten, omtrent de Adminiftratie der Collecten van 's Lands Middelen plaats hebbende, en daar onder : I. Dat de Collecten in verfcheidene Dorpen worden bedient door Vrouwsperfonen, als te Bofum*.  C 344 ) Bofum, door de Weduwe Kkyterp. Collumerzwaag, door Antje Romkes. Oostermeer, door Mayke Andrks. Duurswold, door Grietje Sygers, en Oudeberkoop, door de Weduwe Roelof Vonk. II. Dat te Lippenhuifen des Gortmakers Zoon, by de Vader in Huis wonende, Collecteur is. - III. Dat te Sloten een Bakkers Zoon, by de Vader in Huis wonende, Colleóteur is. IV. Dat de Molenaar, Bakker en Collecteur te Schoot, dezelfde Perfoon is. V. Dat Jan Meyers, Haven-Collecteur op Munnike-Zyl, Negotie of Winkelneringe doet in Zoete Waaren, Coffy en Thee. En VI. Dat op Taco-Zyl, de Man is Haven-Collecteur, en deszelfs Vrouw Herberg, houd. Waar op gedelibereert zynde is goedgevonden en verftaan, dat het Collegie der Heeren Gedeputeerden zal worden gelast, zo als gelast word by deezen, om de Abuifen die direct teegen de Wet ftryden te doen remediëren, dog eenige moderatie omtrent zulke Vrouwen,  C 345 ) wen, die de Collecten na behoren en tot genoegen waarnemen , voornamentlyk in de geringe Dorpen daar weinig verfchiet is. ' Aldus gerefolveert op 't Landfchaps-huis den 25- April 1770. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my F. v. ALEMA. Xx N O T I-  C 346 ) NOTIFICATIE Der Veranderingen in de Ordonnantiën op de Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te weeten r Dat na gehoord te hebben het Rapport van de Heeren Onze Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantiën op de Impofitien geëmaneert, en na ingenomen Advis Van Zyn Doorlugtigste Hoogheid, Wy goedgevonden hebben in dezelve deeze Veranderingen te maaken; als in de Ordonnantie op het GEMAAL. Dat het 92de Articul is vervat in deeze woorden: Deeze Opzigters de Peyl doende by een Molenaar ofby een Bakker, zullen zo veel geloof verdienen, als of die Peyl gefchiede met een Dorpregter of Geregtsdienaar. GENERALE ORDONNANTIE. Dat het 52fte Articul dus is gefield : Gelyk meede vry is oud Hout, dat gejkten word, Aard- Veen- en Wortel-  C 347 ) Wortelhout, Kortelingen van Kaphout, Snoeyzel van Boomen, en Boomen op Homlegers, Cingels, Hoven, Verhuurt of Onverhuurt, uitgeroeyt of gekapt door de Ekenaars of derzelver Huisgezinnen op de Homlegers of elders buiten dezelve, endoor de Meyers alleen op, maar niet buiten de by hen bewoont wordende Homlegers verbrand wordende, &c. En op dat niemand hier van onwetende zy , zal deeze op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 25 April 1770. U. v. BUKMANIA/1 TerOrdonnantievanHunEdMog. Je. v. SMINIA, , ... ... u ;Ui ^ fUi Xx * EXTRACT  C 348 •) EXTRACT uit het Refolutie-Boek der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Vriesland. Maandag den 2 July 1770. HEt Collegie tot deszelfs leedwezen zynde ontwaar geworden, dat door het inbrengen van Beeren en Eezels in deeze Provincie, dienende zo tot vermaak, ais om daar meede Koopmanfchappen van Glaazen of andere Waaren meede te voeren, verfcheidene ongelukken zyn veroorzaakt, en nog dagelyks kunnen gefchieden, nadelige gevolgen na zig flepende, en dezelve zo veel mogelyk zoekende te pravenieeren en daar inne te voorzien. Is na deliberatie goedgevonden en verftaan, van nu af aan en in het toekomende het inbrengen van Beeren en Eezels in deeze Provincie geheel te verbieden, gelyk verboden word door deezen, blyvende alleen hier van geëximeerd de Eezelinnen, dewelke tot een Medicinaal gebruik verftrekken; zullende de Perfoonen die dusdanige Beesten alhier mogten invoeren, en  C 349 ) en van deeze gefielde ordre onkundig zynde, zo dra daar van door de refpeótive Geregten van Grietenyen en Steden of anderzins verwittigd zyn , gehouden zyn, dezelve de faóto, en zo ras mogelyk, en uitterlyk binnen den tyd van 24 uuren wederom buiten de Provincie te brengen, by poene dat anderzins de Beeren zullen worden doodgefchoten, en de Eezels op de gevoeglykste wyze geamoveerd, benevens de goederen die dezelve draagen geconfisqueerd, en daar en boven de Perfoonen die dezelve voeren als Overtreders geftraft. Wordende de refpeélive Geregten van Grietenyen en Steden door deezen op het ernstigste gelast, tot de ftricle navolginge van dit gerefolveerde alle mogelyke vlyt aan te wenden, en in den haaren daar toe de nodige ordre te flellen, vermits het Collegie tot onderhouding van goede ordre in de Provincie , en ten nutte en welzyn der goede Ingezetenen, tot voorkominge van ongelukken, zulks alzo nodig en dienstig heeft geoordeelt. Wordende de Geregten voorfz. meede door deezen op het ferieuste gerecommandeert ende herinnert, de ftriéle Executie in den haaren van het Placaat van Onzen Collegie, gearrefteerd op den 21 Augusty 1765, tot weeringe in deeze Provincie van omzwervende Landlopers, Vagebonden, &c. Wordende eindelyk 's Lands Bedienden zo op de Frontieren als Havens van deeze Provincie geordonneert ende gelast door deezen, om niet toe te laaten dat vorengemelde Beesten in deeze Provincie worden Xx 3 gébragt,  C 350 ) gébragt, maar den invoert daar van te weeren ende te beletten , zullende anderzins tot hun nadeel worden gedifponeerd ; met last aan den Hooft-Commis en Commifen, om op de Frontieren en Havens van deeze Provincie hier toe de nodige ordre te ftellen, en hier aan meede tot uitvoeringe van deeze Onze welmeininge zo veel mogelyk de hand te houden. En zal Extract van deezen worden gedrukt, en aan de refpeclive Geregten van Grietenyen en Steden, ten fine van zig daar na te reguleeren, worden afgezonden; gelyk ook Extracl: deezes aan den Hooft-Commis en Commifen tot narigt zal worden ter handen gefteld. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van my J. B. VITRINGA. PLACAAT  C 351 ) PLACAAT Tot Verbod van Invoert van Rundvee. WILLEM de Vde , by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , &c. gpc. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Provincie by Refolutie van den 27 Juny jongstleden, uit Confideratie , dat de Ziekte en Sterfte onder het Rundvee, die eenige tyd fcheen, zo niet te cesfeeren ,. althans zigtbaar te verminderen» in andere Pi ovincien en ook alhier zig wederom op zommige plaatzen op nieuws openbaard, waar toe een onbepaalde Invoert van buiten een merkelyke oorzaak zoude kunnen geeven j,  C S5* ) ven , en hier in zo veel mogelyk hebbende willen voorzien, hebben goedgevonden den Invoert van alle en allerleye zoort van Rundvee van buiten in deeze Provincie by provifie, in te gaan met den 16 July eerstkomende, te verbieden tot nader Difpoficie van HunEd. Mog., en het Collegie gelast, om hier toe de nodige Publicatie, met infertie van een behoorlyke pcenaliteit teegens de Contraventeurs te doen. Zo is dat Wy, om aan deeze Hun Ed. Mog. last en authorifatie te voldoen, aan alle en een ygelyk by deezen interdiceeren en verbieden, om geenerley Rundvee, van welke zoort zulks ook zoude mogen zyn, van buiten in deeze Provincie te voeren, by provifie in te gaan met den 16 July eerstkomende, en zulks tot nadere Difpofitie, by poene van 100 Ducaten op yder fluks Rundvee dat ingevoerd zoude mogen worden, boven Confiscatie van gemelde Vee en Scheepen , Wagens, &c. waar meede dezelve gevoerd zouden mogen worden, te verdelen een derde voor den Aanbrenger, een derde voor de Armen der plaatze alwaar den Invoert is gefchied, en de resteerende derde voor den Officier die de Calange doet; zullende de Contraventeurs die onvermogende mogten zyn om de gefielde boete te betalen , andere ten exempel, worden geftraft na exigentie van zaaken. En op dat niemand hier ontrent eenige onkunde zoude mogen hebben, of kunnen voorwenden, zal « . deezen  C 353 ) deezen allomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd en geaffigeerd. Aldus gedaan op 't Collegie binnen Leeuwarden den 2 July 1770. H. v. SLOTERDYCK,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. WYCKEL Yy Veste,  C 354 ) Veste3 Lieve, Bezondere! ALzo Wy in het zekere waaren geinformeerd, dat ontrent de aangevinge in de Vyf Speciën, en wel van het Hoorngeld van Osfen buiten deeze Provincie aangekweekt, en alhier wordende ingevoerd en geweydet, een inegalen voet wierde gehouden, zo hebben Wy daar ontrent gevraagd de welmeininge der Heeren Staaten Onze Principalen, dewelke hebben geperfifteerd by het 7de Articul van de Ordonnantie op 't Hoorngeld, en dusdanige Osfen verklaard dit Middel onderworpen te zyn, en dat dezelve ten dien einde in de Vyf Speciën moeten worden aangegeeven; Zo hebben Wy goedgevonden U E. ingevolge de aan Ons gedemandeerde last hier van kennisfe te geeven, om wanneer hier ontrent gebrekige in UE. Diftriér. of Stad mogten gevonden worden , als dan zulks te redresfeeren, en tot de aangevinge de nodige ordre te ftellen , of zo reede hier aan mogten voldaan hebben , als dan daar inne te kunnen berusten.' Waar  C 355 ) Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den & July 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Yy 2 Edele,  C 356 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! ZYn Doorlugtigste Hoogheid de Heere Prince van Orange en Nasfau, Erfftadhouder, Capitein en Admiraal Generaal, zo van de Nederlandfche Republicq in 't gemeen , als van deeze Onze Provincie in het bezonder, aan Ons by Misfive kennisfe hebbende gegeeven, dat Haare Koningl. Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, Hoogst Deszelfs tedergeliefde Gemalinne, zig door de Goddelyke Voorzienigheid in eene Gezegende toeftand bevind, zig flatteerende, dat Wy wel deel zouden willen neemen in de Vreugde , welke over dit gewenschte Evenement in zig bevind , zo hebben Wy, om hier omtrent den Zeegen van God Almagtig te verkrygen, gerefolveert, UEds. door deezen te gelasten , om in UEds. Diflricf zodanige ordres te Hellen, dat in de Gebeden, die aan den Opperhemel-Heer zullen worden gedaan door de Bedienaaren des Goddelyken Woords in de publicque Kerken, meede zal worden Gebeden, dat Haare Koninglyke Hoogheid, Mevrouwe de Princesfe van Orange, in Zyne Goddelyke Voorzienigheid moge werden bewaart, en gelukkig in den Gezegenden ftaat voortgaan, en ter beftemder uure voorfpoedig werde verlost. En  C 357 ) En dat zulks moge ftrekken tot eere Gods , ten nutte van Land en Kerk, en beste van het Doorlugtigste Huis van Zyn Hoogheid. Het is vervolgens Onze welmeninge, dat UEds. deeze Onze refolutie en ordre zonder uitftel van de Predikftoelen zult doen aflezen en publiceeren, op dat aan Onzen last promptelyk moge worden voldaan. Waar meede, Edele, Veste, Lieve, Bezondere, Wy UEds. beveelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 12 July 1770. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, H. H. v. HAERSMA/1' TerOrdonnantievanHunEd.Mog, Je. v. S MI N I A. Yy 3 Vestea  ( 358 ) Veste, Lieve, Bezondere! UE. volgens Onze vorige Ordres gewoon zynde, 's jaarlyks aan Onzen Collegie over te zenden een Staat van de Boeten of Breuken, 's Lands weegen voor UE. Grietenye of Stad gevallen , of zo 'er geene gevallen zyn, daar van notificatie te geeven; Zo hebben Wy goedgevonden UE. by deezen aan te fchryven, en daar en boven te gelasten, om in gemelde Misfive en refpe&ive Staat, meede te melden den opbreng der geconfisqueerde Goederen, en de Imposten by de Commifen en Agent ontvangen. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 16 Augusty 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. Veste,  ( 359 ) Veste, Lieve, Bezondere! TTUn Hoog Mog. by derzelver Jt. JL Misfive van den 21 September jongstleden , Ons wel hebbende willen informeeren, dat ontvan» gen hadden berigt van Burgemeesteren en Scheepenen der ftad Sluys , rakende zekere Perfoonen fufpecl:, geattaqueert te zyn van de befmettelyke Ziekte op de Vlaamlche Kusten, geland met een Boot die weder in Zee geftoken was, om nog ander Volk af te haaien van een Schip 't welke zig daar omtrent bevond, en de ordres door haar daar op gefteld, dat Hun Hoog Mog. hadden goedgevonden, hier omtrent de nodige ordres te zenden aan de refpeótive Collegien ter Admiraliteit , om op 't voorfz. Schip attentie, en alle bedenkelyke prsecautien zo met Uitleggers, Lootzen als anderzins te gebruiken, tot voorkominge dat het zelve niet binnen de Havens van deeze Landen mag invallen, of eenig Volk daar van aan Land koomen, en de fterke hand om zulks te beletten, nodig zynde, zig daar over te adresfeeren aan de Commandanten van de naastgelegene Plaatzen in welke Guarnizoen is, en derzelver adfiftentie te verzoeken; hebbende den Rentemr. van d' Epargnes meede aangefchreven, de nodige voorzieninge in zyn Diftriét te doen, en daar over te fpreeken met die geen, die het zouden mogen aangaan. En  C 3óo ) En Zyn Hoogheid verzogt ordre te zenden aan de Commandeerende Officiers, van de Plaatzen langs de Zee gelegen, alwaar Guarnizoen is, als ook aan de Gouverneur van Sluys, of by abfentie aan den Officier aldaar Commandeerende , om ten voorfz. einde de Collegien ter Admiraliteit of wel den voorfz. Rentemr. de nodige adfiftentie te verlenen, wanneer die door haar gerequireert zal worden. Kunnende Hun Hoog Mog. niet nalaten dit voorfz. aan Ons, gelyk aan de Heeren Staaten van de andere Provinciën te communiceeren, met verzoek om zodanige voorzieninge te doen, dat geen Goederen of Perfoonen uit het voorfz. Schip aan de Stranden van deeze Provinciën aan Land gébragt, en by aldien het voorfz. Schip het zy door Storm, moedwilligheid of anderzins op de Stranden mogt worden gezet., of eenige Goederen daar uit mogten koomen aandryven, zo het voorfz. Schip, als de Goederen aanftonds te doen verbranden en exturgueeren, en te beletten, dat geen Perfoonen daar van aan Land worden gelaten, op poene van de Dood. Wy hebben van Onzen pligt geagt, aan dit Hun Hoog Mog. allerbillykst en regtmatigst verzoek ten allerfp'oedigsten te moeten voldoen, en UE. daar van kennisfe te geeven , met last, omme alle mogelyke zorge te draagen, ten einde op 't prompste en efficacieuste aan deeze Hun Hoog Mog. ordres worde voldaan , en daar toe in U E. Diftricfen of Steden zodanige voorzieninge te doen, die vermenen zullen, daar toe  C 3<51 ) toe 't meeste gefchikt te zyn, en om te beletten , dat deeze gedugte en verderffelyke Plaage onder Gods Zeegen, door 't neemen van de nodige maatregulen, zo veel mogelyk mag werden afgekeert. Wordende UE. wyders gelast, om wanneer onverhoopt in UE. Diftriclb of Stad, iets deezen aangaande mogte zyn voorgevallen, als dan ten allerfpoedigsten kennisfe te geeven aan Onzen Collegie, wat daar omtrent by UE. gedaan is. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwardeu den 27 September 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. Zz Veste,  C 3*2 ) Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben gister avond per Expresfe ontvangen een Misfive van Hun Hoog Mog. van den 27 deezer, Ons kennis gevende, dat by nadere brieven van de Regeering 's Lands van den Vrye, en van de ftad Sluis, hadden bekomen de aangename tydinge, dat derzelver berigt van de onverwagte landinge van Perfoonen, fufpecï van de befmettelyke Ziekte, gemeld in Hun Hoog Mog. vorige Misfive van den 21 deezer, en Onze daar op gevolgde Aanfchryvinge van den 27 dito, niets anders is geweest dan een voorbarig gerugt en een vals alarm ; verzoekende egter Hun Hoog Mog., dat, dewyl het te bevrezen is, daar de Pest zig aan verfcheide kanten heeft geopenbaard, en zelf berigten zyn ingelopen, dat andere fufpeóte Scheepen in Zee zyn, en derhalven meer gevallen zouden kunnen voorkomen, waar in gelyke voorzieninge zoude behoren te worden gedaan, Wy by continuatie daar op willen laaten vigileeren, en ordre Hellen, dat de pracautien ten aanzien van het voorheen gemelde Vaartuig gebruikt, ook teegens alle andere fufpecle Scheepen en Vaartuigen, die op de Kusten deezer Landen onvervvagt zouden mogen aankomen , werkftellig gemaakt mogen worden. Wy hebben derhalven niet kunnen afzyn, om UE. hier van ten fpoedigften kennis te geeven, en UE. nader  C 363 ) der te gelasten, om aan deeze geïtereerde en zo regtmatige begeerte van Hun Hoog Mog., als meede aan Derzelver Placaat van den 28 Augusty deezes jaars, alhier gepubliceerd en aan UE. toegezonden, allezins te obtemporeeren , en alzo zorge te draagen dat in UE. Diftriét of Stad alle mogelyke voorzieninge worde gedaan, en alle middelen in 't werk gefteld, tot weeringe, onder Godes zwegen, van deeze zogedugte en vreefelyke Plaage. Inhsereerende Wy ook als nog Onze vorige Ordre, in Onze Aanfchryvinge van den 27 deezer vervat, om, ingevalle onverhoopt UE. iets deezen aangaande mogte voorkomen, als dan daar van, en wat by UE. daar omtrent is gedaan, aan Ons ten fpoedigsten kennis te geeven. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 30 September 1770. U E. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Zz a PUB LI-  C 364 ) PUBLICATIE Tot explicatie van 't 4de Articul van het Reglement Reformatoir van den 21 December 1748. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Zyn Doorlugtigste Hoogheid den Heere Prtiice Erf ftadhouder, aan Ons by Misfive van den 10 September laastleden heeft kennisfe gegeeven, dat het vierde Articul van het Reglement Reformatoir, door wylen Hoogst deszelvs Heer Vader Hoogstzaliger ged. den 21 December 1748 geëmaneert, in deezer voegen heeft geinterpreteert en verklaart: Dat tot de vergrotinge der Homlegers, waar toe het voorzeide Articul is relatief, niet noodig is nogte vereischt word, dat de by gevoegde Landen dadelyk onder en te gelyk met het Homleger by een en dezelve Perfoonen worden gebruikt, des nogthans, dat de by gevoegde Landen in een en dezelve Grietenye gelegen zullen moeten zyn; met verzoek van publicatie en affixie. Wy hebben goedgevonden en verftaan, om ter  C 365 ) ter voldoeninge van de requifitie van Hoogst gedagte Zyne Hoogheid, deezen te arrefteeren, en alorame te doen publiceeren en affigeeren, ter plaatzen daar men gewoon is publicatie en affixie te doen, tot een yders narigtinge, en om zig daar na te reguleeren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 13 Oclober 1770. U. v. BURMANIA,VtTerOrdonnantievanHunEd.Mog. Je. v. S M I N I A. Zz 3 LYST  LYST Van GOEDEREN, die gehouden worden geen Befmetting onderworpen te zyn. .A^Arde. Aardewerk van allerhande zoorten. Aluyn. Amandelen zonder Doppen.Anchovis. Azyn. Brandewyn en Gedistilleerde Wateren. Cacao. Cappers. Caftannien. Cidere. Coffyboonen. Corinten in Vaten. Conchenille. Drogues tot Medecinen van alle zoorten, ook buiten die hier onder gemeld. Galnooten. Geelbefien. Gember. Glas, zonder Stroo of Hooy gepakt. Gomme van alle zoorten. Goud en Silver, Gemunt en Ongemunt. Graanen van alle zoorten. Harpuys. Harst. Honig. Hout, als Noteboomenhout, Werkhout, Verfhout , en voorts alle zoorten van Hout. Indigo. Koper.  ( 3«7 ) Koper. Marmerfteen, Vuurfteen, en alle zoorten van Steen. Oly in Vaten, Potten en Vlesfen. Olyven. Orlean of Rokoe. Pustel. Pik. Pruymen. Rabarber. Ryst. Rofynen in Vaten. Saad, Kennipfaad, Koolfaad, Lynfaad, Anysfaad, Cumynfaad, en allerhande zoorten van Saad. Saffraan. Salpeter. Senebladen. Spaansgroen. Soethout, en Drop van Soethout. Suiker. Syroop. Swavel. Tabak. Tin. Terpentyn. Teer. Verjus. Vygen. Vrugten van allerley zoorten, zoo Groen als Gedroogd en Geconfyt. Was in Vaten. Wyn. Wynfteen. Yzer. Zeep. Zout. LYST  C 3<58 ) L Y S T Van GOEDEREN, die gehouden worden Befmetting onderworpen te zyn. Wollen. Schaape-Vagten. Schaap- en allerhande Vellen. Allerhande Huyden. Canafas. Poolfche Rollen of Linnen , en allerhande Linnen. Gaaren van Wolle, van Vlas, en van Hennip. Vlas. . Werk. Hennip. Hede. Veeren, Schaften of Pennen. Vodden of Lompen. Huysraad. Beddegoed. Klederen van Lin of Wol, of eenige Bagage. Wolle Kousfen. Wantten. Lakens en allerhande wolle Waaren en Stoffen. Karpetten en Krippen daar onder begrepen. Swynsborftels. Bokken-, Paard- en allerhande Hair. Haafe-vellen, en allerhande Bont en Pelterye. Leedige Zakken. Graanen of Zaad in Zakken. Edele],  C 369 ) Edele, Veste, Lieve, Bezondere! DE Pestilentiale Ziekte in Polen agtervolgens de berigten fterk grasfeerende, heeft met reeden de Naburige Staaten voor hunne veiligheid bedugt gemaakt, en alle mogelyke middelen van praecautie doen ftellen, tot afwendinge van die verderffelyke en vreezelyke Plaage; En het is uit geen andere reeden, dat Hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden , by fuccesfive Placaten de nodige ordres hebben gefteld teegens de ovèrbrenginge van deeze gedugte Befmettinge : Want of wel deeze Vereenigde Nederlanden verre gelegen zyn van die Plaatzen, daar het kwaad is woedende, zo is egter de ovèrbrenginge naar herwaards niet buiten vreeze, aangezien de ondervindinge van vroegere tyden bewezen heeft, dat zo wel door Goederen als Perfoonen deeze Plaage kan worden voortgeplant. Aaa De  ( 370 ) De Situatie van deeze Onze Provincie , die met haare grootste uitgeftrektheid aan Zee is gelegen, heeft Ons reeden van bekommeringe gegeeven ten deezen opzigte; En 't is daarom dat Wy hebben goedgevonden , boven de prtecautien vervat in Hun Hoog Mog. Placaten, ook eenige particuliere fchikkingen en voorzorgen ten aanzien van deeze Onze Provincie te ordonneeren. Dan overtuigt dat alle deeze aangewende en nog aan te wendene Middelen, hoe nuttig en noodig ook op zig zelve, zonder den Zeegen des Allerhoogsten niets kunnen uitwerken, zo hebben Wy goedgevonden UEd. aan te fchryven en te gelasten, gelyk Wy doen by deezen, om aan de refpeélive Dienaaren des Goddelyken Woords in Uwen Bedryve behoorlyke kennisfe te geeven, hoe het Onze ernstige welmeeninge is, dat Zy-lieden in hunne Gebeden met de Gemeentens den Almagtigen zullen aanlopen, en vieriglyk fmeeken , dat het Hem genadiglyk behagen moge, de Middelen tot voorzorge aangewend, voorfpoedig te maaken, met een gewenschte uitflag te Zegenen , en Ons Land te behoeden voor dat allerontzaggelykst Oordeel, ja dat het zelve geheelyk moge worden opgeheven, en de Aarde door de Goddelyke gunste daar van verlost. Belastende verders dat deeze Onze aanfchryvinge van de Predikftoelen zal worden afgelezen. Waar  ( 37i j) En hier meede , Edele , Veste , Lieve , Bezondere,. zullen Wy UEd. beveelen in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 23 October 1770. UEds. Goede VRIENDEN, De Staaten van Vriesland, U. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. SMINIA. Aaa 2 PLACAAT  C 372 ) PLACAAT Houdende Verbod van het inkomen van vreemde Jooden, fampt tot weeringe van Bedelaars, Vagebonden en Landlopers. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooien leezen, SAL UT; Doen te weeten : I t m ervannge gekomen zyn, dat in zommige Landen naby des grasfeerende PestilentialeBefmettinJe gelegen" de Jooden zyn uitgebannen ; en het ovefzulks nie buiten vreeze is, dat zommige derzelver wel het waards de wyk mogten neemen, en op eenige manier binnen deeze Provincie geraken, en misfchien oorzaken zyn van het overbrengen dier gedugte Plaaee • «eden ^ ^ S°Vond- « te verbieden, gelyk Wy verbieden by deezen, aan alle Schippers en Voerluiden, fampt Chergers a n de Frontieren, om eenige Jooden van beiderley Sexe! die  ( 373 D die niet woonagrig zyn binnen eene der Zeeven Vereenigde Provinciën, en zeederd den iften May 1770 woonagcig zyn geweest, in te neemen en naar herwaards over te brengen, of op de Frontieren te laaten pasfeeren, by poene van verbeurte van Scheepen en Rydtuigen, met betrekking tot de Schippers en Voerluiden, te appliceeren een derde voor den Officier die de Calange doet, een derde voor den Aanbrenger, en de resteerende derdepart voor de Armen der Plaatze van de inbreng, en met opzigte tot de Chergers by poene van Casfatie. En op dat geblyken moge, dat de inkomende Jooden met 'er daad zyn Ingezetenen van eene der Zeeven Provinciën, en zeederd den iften May 1770 zyn geweest, zo zullen dezelve altoos voorzien moeten zyn van eene Geregtelyke Atteftatie van de Plaatze hunner woninge, die zy gehouden zullen zyn aan de Schippers en Voerluiden te vertonen, en by weigeringe dies niet mogen worden ingenomen, en voorts ter plaatze van hun aankomst op de Frontieren aan de Chergers te praefenteeren, die dezelve zullen examineeren, en wel bevindende, daar op in dorfo Hellen deeze woorden: gevifiteert en wel bevonden, met uitdrukkinge van Dag en Plaats, en na zulks dezelve wederom overgeven, zullende als dan, en anders niet, meergemelde Jooden vryelyk in deeze Provincie mogen trekken, dog gehouden zyn, dit geblyk, over al waar het gevordert word, te exhibeeren. En wanneer zy naderhand uittrekken, en weder willen inAaa 3 komen,  ( 374 ) komen, zal dat aan hun op die zelve Atteftatie niet worden toegelaten, maar zy gehouden zyn, by eiken inkomfte een nieuwe te produceeren. En voor zo verre by het inkomen in deeze Provincie, eenig gebrek in de gerequireerde Atteftatie wierde bevonden, zullen de Houders derzelver aanftonds op dezelve Frontieren wederom worden uitgewezen , zonder verdere prene, maar zo wanneer een.dadelyk valfche Atteftatie wierde vertoond, zo zullen dezelve Vertoners daar over Criminaiiter, na exigentie van zaaken en befchreven Regten door den Hove worden geftraft. Dog aangezien het zoude konnen gebeuren , dat zommige Jooden naar herwaards willende reizen, van dit Verbod onkundig waaren, en daarom van geene Atteftatie waaren voorzien , zo zal het zelve gerekend worden in te gaan met den 12 November eerstkomende. Verders hebben Wy goedgevonden te verbieden, gelyk Wy verbieden by deezen, het inkomen binnen deeze Provincie van alle Bedelaars, die binnen de Provincie geen vaste woninge hebben, en daar van behoorlyk bewys konnen doen , fampt Vagebonden en Landlopers, met last aan de Officieren der Grietenyen en Steden aan de Frontieren, fampt Provinciale Chergers, de zodanige het inkomen zo veel mogelyk met 'er daad te beletten. En op dat niemand hier van onwetendheid voorwende , zal deeze alomme worden gepubliceert en ge-  C 375 ) geaffigeert, ter plaatze daar men gewoon is publicatie en affixie te doen, want Wy het zelve ten dienste van den Lande alzo verftaan te behoren. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 23 Oclober 1770. U. v. BURMANIA,VtTer Ordonnantie vanHunEdMog. Je. v. S MI N I A. PÜBL S  C 37<5 ) PUBLICATIE Om te dienen tot een Reglement op het meeten der Steenkolen, zo Luikfche, Schotfche als Engelfche &c., welke in deeze Provincie aan Smeeden of andere Fabricqueurs zonder onderfcheid worden uitgezet. WILLEM de Vde, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , Sc. Sc Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie, by Refolutie van den 7 Maart deezes jaars, op verzoek van eenige Kooplieden, onder anderen Negotie doende in Engelfche Smidskolen, ten einde Hun Ed. Mog. geliefden een egalen geytigden Maat van de Ton of Hoed Engelfche Smidskool over de geheele Provincie te fixeeren, en Hun Ed. Mog. hebbende goedgevonden , niet alleen dit verzoek te accordeeren, maar  C 377 ) maar teffens Ons geauthorifeerd ende gelast, om daar toe de nodige ordre te Hellen. Zo is'?, dat Wy om aan deezen Last te voldoen, goedgevonden hebben te ftatueeren, gelyk Wy doen door deezen: Dat de Gezworen Meeters van de Smidskool, zig ftriételyk zullen hebben te reguleeren, en te agtervolgen alle de zaaken in deezen vervat ende bepaald, en verpligt zyn Onze ordres, mitsgaders die van de Geregten, waar onder dezelve ook mogen behoren, alle gehoorzaamheid, eere en refpect te bewyzen, als meede alle Burgers en Ingezetenen, het zy Inwoonders of Vreemde , Kopers of Verkopers , wel zullen hebben te bejegenen, en een yder van die Perfoonen gelyk en regt doen, by gebreke dies, dat na exigentie van zaaken zullen worden geftraft. Dat deeze Gezworen Meeters in hun dienstwerk zullen moeten gebruiken, den Maat door Ons geapprobeerd, en door 's Lands Ytigmeester geytigd, by faute dies, dat telkens zullen verbeuren eene fomma van honderd Caroli-guldens, te appliceeren een derde voor den Officier die de Calange doet, een derde voor den Aanbrenger, en de refteerende derdepart voor de Armen ter plaatze daar zulks gefchied, zullende dezelve daar en boven defadto van hun Post worden gecasfeerd. Dat voorfz. Meeters voor het meeten van de Smidskool zonder onderfcheid , weegens yder Hoed , op welke.32 Maaten zullen gaan, (dien zy eerst egaal met de bovenkanten van de Maat zullen moeten fchudB bb den,  ( 378 } den, en daar na opvullen, zo hoog als dezelve met een fpitze Kop daar op kunnen blyven leggen, ten minsten ter hoogte van vyf en een halve Duim) zullen genieten, zo voor het meeten als Horten binnen hunne refpective Steden of Plaatzen, zonder onderfcheid wordende uitgezet, agt Stuivers, van een halve Hoed zes Stuivers, van een quart Hoed drie Stuivers , en van een agtfte Hoed of vier Maaten een Stuiver en agt Penningen , en zullen -dezelve voor het draagen apart genieten, vier Stuivers per Hoed, na rato, zullende de Kooplieden in Steenkool in deeze Provincie, niet minder als een agtfte gedeelte van een Hoed of vier Maaten, telkens mogen uitzetten. Dat wyders geen Verkopers of Grosfant in Smidskool binnen deeze Provincie, eenige Kool, van wat zoort of hoe genaamd, zal mogen uitzetten, verbruiken of verkopen, ten zy voor af met de Provinciale geytigde Maat, door de beëdigde Meeters zal zyn gemeten , by pcene van verbeurte der Kool, en daar en boven vervallen in een boete van drie honderd Caroli-guldens, te appliceeren en verdeelen als boven is gemeld. Dat deeze Onze gefielde ordres zullen ingaan met den eerften January 1771 , kunnende de Kooplieden die dusdanige Koolmaaten benodigd zyn, zig addresfeeren ten dien einde, aan 's Lands Bouwmeester H. Semler, zvoonagtig alhier tot Leeuwarden op de Nieuwe -Buuren, voor den eerften December deezes jaars. Wor-  C 379 ) Wordende eindelyk de refpeclive Grietslieden en Magiftraten door deezen op het ernstigfte geordonneerd ende gelast, om indien dusdanige beëdigde Meeters, Storters of Draagers, in den haaren mogten ontbreken , als dan dezelve ten fpoedigsten aan te ftellen. En op dat niemand hier van onkundig zy, nog zulks voorwende , zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceerd ende geaffigueerd. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 2 November 1770. De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, H. W. v. PLETTENBERG, vt. Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. H. v. WYCKEL Bbb 2 Veste,  C 380 ) Veste, Lieve, Bezondere! DE Heeren Staaten Onze Principalen , by Misfive van den 23 Oétober jongstleden, de Officieren en Magiftraten der Grietenyen en Steden aan Zee gelegen, gelast en geauthorifeert hebbende, om ieder in den hunnen, tot laste van den Lande eenige Manfchappen aan te neemen, om zo by dag als by nagt, de Wagt te houden langs de Zeedycken en Stranden deezer Provincie, onder genot van 14 Stuivers per Man by dag, en een Gulden by nagt; Zo hebben Wy goedgevonden UE. kennisfe te geeven, dat Wy hebben gearrefteert, dat deeze betalinge zal worden gedaan door de Generale Collecleurs van ieder Grietenye of Stad, en den Hoofd-Commis, Commifen, en Agent gelast, om van deeze Onze gegeevene ordres de Generale Collecteurs te informeeren. Waar  C 381 j Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 7 November 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunEd.Mog* Bbb 3 Veste,  ( 38*. > Veste, Lieve, Bezondere! DE Heeren deezerProvincie Gecommitteerden ter Generaliteit, Ons by Misfive van den 2.8 November jongstleden kennisfe hebberlde gegeeven, dat Haare Koning]. Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, dien zeiven morgen zeer voorfpoedig Verlost is van een welgefchapen Princes, als meede dat Hoogst Dezelve benevens de jong geboorne Princesfe, na tyds omftandigheid zig zeer wel bevinden. Zo hebben Wy noodig geoordeeld UE. van deeze heuchelyke Gebeurtenisfe aanftonds kennisfe te geeven ; te gelyk verzoekende en Amptshalven ordonneerende, om de Bedienaaren des Goddelyken Woords van UE. Diftricf of Stad, ten fpoedigsten hier af meede te adverteeren, en dezelve te gelasten om in hunne Gebeden en Dankzeggingen daar aan gedagtig te zyn, dankende den Allerhoogsten voor deezen grooten Zeegen, in de voorfpoedige Verlosfinge van Haare Koninglyke Hoogheid van deeze welgefchapen Vrugt bewezen, ende te fmeeken, dat het Denzelven moge behagen een voorfpoedige herftellinge uit het Kraambedde te fchenken, en het dierbaar Leeven van Haare Koninglyke Hoogheid genadiglyk te verlengen, voor alle  ( 383 ) alle toevallen te bewaren, en tot volkomen kragt en gezondheid te herftellen, de jong geboren Princesfe te laaten leeven tot Godes Eere, en tot Cieraad van 't Allerdoorlugtigste Huis; en dit Hooge Huwelyk verders te Zegenen en voorfpoedig te maaken ten beste van Land en Kerk, en van 't geheele Proteftantfche weezen. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 30 November 1770. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. P U B L I-  c m ) PUBLICATIE Tot Verbod van den Uitvoer van Aardappelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Deen te weeten: Alzo Wy in ervaringe gekomen zyn dat de prys der Eetwaren binnen deeze Onze Provincie althans zeer hoog is gefteigert, zodanig, dat de Gemeene Man zig daar van zeer bezwaarlyk tot nooddruft kan voorzien; en dat in 't byzonder de Aardappelen, een groot Soulaas voor de Gemeente, zeer fterk naar buitenlands worden uitgevoerd , waar door de prys derzelver verre boven den ordinaris Cours is gerezen; Ze is het, dat Wy op voorftel van Zyne Doorlugtige Hoogh. den Heere Prince Erf-Jladbouder &c. &c. &c. by Misfive aan Ons gedaan, zo veel mogelyk willende te gemoete koomen aan de Arme Gemeente in het gemeen, en aan de Gemeene Militairen , binnen deeze Provincie Guarnifoen houdende in het byzonder, hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen , dat de Uitvoer van Aardappelen uit deeze Onze Provincie zal zyn verboden tot aan den eerften Maart &771 > by poene dat de Aardappelen die na de Publicatie  C 3*5 ) catie deezes, tot aan den tyd bovengemeld, teegens deeze Onze uitdrukkelyke welmeening uitgevoerd worden, zullen worden verbeurd verklaard, gelyk meede de Scheepen , Wagens en Karren , waar meede deeze Uitvoer gefchied, en word ondernomen , te verdeelen tusfchen den Officier die de Calange doen zal, voor een derde, de Aanbrenger voor een derde, en de Armen der Plaatze voor een gelyke derdepart. En op dat deeze Onze ernftige welmeeninge aan een yegely'k bekend zy, en niemand daar van ignorantie voorwende, zal deezen alomme op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert, want Wy zulks ten dienste van den Lande verftaan te behoren. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 December 1770. U. v. BURMANIA/' Ter Ordonnantie van HunEdJVIog. Je. v. S MIN I A. Ccc P U B L I-  ( 386 ) PUBLICATIE DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat door de Heeren Onze Gecommitteerden ter Generaliteit is genotificeert, dat Zyn Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erf-ftadhouder, aan Hun Ed. kennisfe hadde gegeeven, dat, op Hoogst Deszelvs voorftel, in de Provincie van Holland en West-Vriesland, by Publicatie was vastgefteld, dat op den das van de Doop van Haare Hoogheid do Jonggeboren Princesfe, geene Illuminatien of andere publicque Vreugdebedryven zullen gefchieden, vermits de tegenwoordige omftandigheden des Tyds, en de excesfive duurte der Levensmiddelen, voor de Gemeente zo zeer drukkende, diergelyke Festiviteiten thans fcheenen af te raaden. Maar dat in tegendeel de Ingezetenen waaren aangemoedigt, in gemelde Publicatie, om de Penningen, die hier toe zouden zyn befteed, meteen mildadige hand uit te deelen aan de Armen en Noodlydende; Dat zy Heeren Hun Ed. Mog. Gecommitteerde.! verders  ( 387 ) ders op verzoek van Zyne Doorlugtigste Hoogheid hier van kennis gaaven, en dat Hun Ed. Mog. in agtinge genomen hebbende, dat deeze fchikkingen in alle opzigten de goedkeuringe van een yder moeten wegdragen , gelyk ook om te toonen, hoe zeer gevoelig zyn over deeze wyze Attentie en voorzorge van Zyn Doorlugtigste Hoogheid, inzonderheid ten voordeele van de kleine en thans bezwaarde Gemeenten in Landen en Steden moetende dienen. Zo is 't, dat Wy na deliberatie hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, niet alleen de goede Ingezetenen te verwittigen, dat 'er geene ïlluminatien zuilen plaats hebben op den dag van den Doop der Jonge Princesfe, en geene publicque Vreugdebedryven gefchieden, maar teffens gerefolveert, zo om te toonen de dankbaarheid, die Wy oordeelen, dat de Ingezetenen aan den Allerhoogsten voor de gelukkige Verlosfinge van Haare Koninglyke Hoogheid, Haare voorfpoedige herftellinge , en de aanhoudende welftand van de Jonge Primes, dat dierbaar Gefchenk des Hemels, als om de begoedigde Ingezetenen de gelegentheid te beter te verfchaffen, om door het meededeelen van Liefdegaven, (waar van de helft, in zo verre die by de Diaconen en voor de Weeshuizen werden gecollecteerd , alleen voor deezen dag aan de Buiten-Armvoogden zal worden geëxtradeert) aan hunnen behoeftigen Meedemensch hunne erkentenis door daaden te betonen, uit te fchryven een Dank-, Vast- en Beede-dag, die geviert zal Ccc 2 wor-  ( 388 ) worden, zo ras men van de volkomene herftellinge van Haare Koninglyke Hoogheid zeeker berigt zal hebben ontvangen, ten einde God Almagtig opentlyk in alle de Kerken deezer Landen te danken voor deeze en alle andere gunstbewyzen , de aanhoudinge daar van, en de afweeringe van alle kwaaden. En op dat een yegelyk hier van kennisfe moge hebben , zal deeze worden gepubliceert en geaffigeert daar zulks gebruikelyk is. Aldus gerefblveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen - Leeuwarden den n December 1770. U. v. BURMANIA,Vt TerOrdonnantievanHunEd.Mog. Je. v. SMINI A. Veste,  ( 389 > Veste, Lieve, Bezondere! DE Heeren Staaten Onze Principalen , by Refolutie hebbende vastgefleld , dat de Penningen die by Vreugdebedryven, zo door het luiden der Klokken als anderzins Lands weegen worden uitgegeeven, (en dewelke thans weegens de gelukkige en voorfpoedige Verlosfinge van Haare Koninglvke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau van een Princesfe, en Hoogst derzelver herftellinge, in deeze Provincie niet zullen gelcnieden^ zullen gefield worden in handen van de Geregten der refpe&ive Diftriéten, ten einde aan de Armen in de Dorpen en Steden uitgedeeld te worden ; Zo hebben Wy goedgevonden UE. hier van niet alleen kennisfe te geeven, maarteffens te informeeren, gelvk Wv doen by deezen, dat UE. de betalinge daar van weegens deszelfs Diftrift of Stad, kan ontvangen of laaten afhalen onder het pasfeeren van genoegzame Ouitantie,. van 't Comptoir van den Raad en Renten meester benevens Ontvanger Generaal der Confumptie W. H. v. C. B. T. Schwartzenberg en Hohenlansberg, met last, om verders daar meede te handelen ingevolge Hun Ed. Mog. welmeenmge, en wel om in de distributie hier van zodanigen Ccc 3 ordre  C 390 > ordre te houden, als UE. gewoon zyt in de uitdeehnge der Arme Oortjes gelden te houden, wordende UE. eindelyk gelast, omme by de jaarlykfche ov-rzendinge van den Staat van 't Employ van dezelve meede te voegen, een Staat, hoedanig deeze Geldel ren onder de Armen van UE. Grietenye of Stad zvn verdeeld. 3 Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 8 January 1771. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Veste,  ( 39i D Veste, Lieve, Bezondere! ~p^E lofrelyke forme der Regee- j jr ringe deezer Provincie , wederom van Ons vorderende de uitfchryvinge van den jaarlykfchen Ordinaris Landsdag. Zo zal het by deeze gelegentheid niet ongefchikt, maar allezins gepast zyn, zig te erinneren, den toeftand van de Republycq in 't gemeen, gelyk ook die van deeze Onze Provincie in 't byzonder.. Een yder zal met Ons moeten toeftemmen, dat zig in de befchouwinge hier van niet alleen opdoen groote en duidelyke blyken van Gods aanhoudende goedertierentheid en gunste, maar teffens ook billyke en gegronde redenen van vreeze en bekommeringe, wegens nog drukkende en ook dreigende Oordeelen ende: Gerigten. Immers den Staat geniet by aanhoudentheid eene: zoete en aangename Vreede, en tusfchen zommige Mogentheden in Europa word gevonden een goede har-  C 39* ) harmonie en eensgezintheid, dewelke in Ons een ftille hoope verwekt van de continuatie van dit groote voorregt. Mogten maar de zwarigheden en verfchillende gevoelens die tusfchen andere Derzelver plaats hebben, door minnelyke Vergelykingen en Verdragen uit de weg geruimd worden, en tot geene Rupture of Vreedebreuk overflaan, en de groote toebereidzelen en Armatures die 'er gefchieden, geen elendigen en beklagensweerdigen Oorlog dit Weereltdeel voorfpellen. Wordende het vuur des Oorlogs eens geheel uitgebluscht, daar het nog brandt, en dat 'er geen meer Menfchen bloed vergoten worde, nog Verwoestingen aangeregt, door den nog aanhoudenden Oorlog tusfchen de Rusfen en Turken. Voegen Wy by de Vreede, de genietinge van Vryheid en zuivere Godsdienst, door de Voorvaderen onder Gods zeegen , ten kosten van zo veel goed en bloed verkregen, dezelve is niet genoegzaam na waarde te fchatten. Hier by koomt de bewaringe en verfchoninge van Gerigten en Oordeelen, die andere Landen, ja zelfs Onze Nabuuren en Bondgenoten drukken, van zwaare Stormen, Aardbevingen, Overftromingen van Wateren door inbreuk van Dycken en Dammen, duurte der Levensmiddelen, en zoortgelyke, waar door derzelver Ingezetenen buiten ftaat gefteld worden , dat geene op te brengen, het welk ter behoudenisfe en welvaart van den Lande vereischt word. Het  ( 393 ) Het Doorlugtige Huis van Orange Nasfau, en de Helden daar uit gefprooten zeedert ruim twee Eeuwen , de voornaamste Werktuigen in Gods hand zynde geweest tot opregting en bevestiging van deezen Staat; en Zyne Doorlugtige Hoogh. den Heere Prince Erf-ftadhouder. &c. &c. &c. uit het zelve gefproten, thans aan het hoofd der Regeeringe zynde geplaatst; Zal yder welmenend Inwoonder van Nederland dan niet onder de Zegeningen des Allerhoogsten moeten tellen, de gelukkige en voorfpoedige Verlosfinge en voortgaande herftellinge van Haare Koninglyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe van Orange en Nasfau, en de geboorte van een Jonge Princesfe, en alzo deelen in de blydfchap en uitbreiding van dat Doorlugtig Huis. Hoewel Wy Ons in dit voorengemelde aangename mogen verblyden, zo blyft 'er egter nog overig een naar aandenken , aan die Landen en Koningryken , waar in de Pestilentiale Ziekte onder de Menfchen grasfeerd, en dewelke in den voorleden jaare duizenden van Zielen in de groeve der verteeringe heeft gébragt , en voor verfpreiding doet dugten. Gelyk ook de Befmettelyke Ziekte onder het Rundvee, dewelke door Gods goedheid niet alleen zeer was gematigd, maar byna geheel niet befpeurd wierde in deeze Provincie, dog dewelke zig op zommige plaatzen op nieuws koomt te openbaren. Hoe wenfchelyk derhalven , dat de middelen die worden aangewend ter afwendinge van dat allerontDdd zache-  C 394 ) zachelykst Oordeel van den Republycq, mogen gezegend ende voorfpoedig gemaakt worden, en dat het God mogte behagen, die gedugte Plaage eens geheel en al van de Aarde weg te neemen. . En dat ook de goede Ingezetenen deezer Provincie, niet op nieuws mogten worden bezogt, en verarmd door verlies van dat geene, het welk een van de voornaamste Producten deezes Lands is, en waar door buiten ftaat zouden werden gébragt, hoe geredelyk anderzins, Schattingen en Lasten te hoeden en draagen. In deeze conjuncture des tyds zal de wysheid en voorzigtigheid vereifchen, het noodig gebruik te maaken van de tegenswoordige Rust en Vreede, in aan te wenden niet alleen het geene meest dienstig tot confervatie van dezelve is. Gelyk ook tot fecuriteit en moreele veiligheid van den Staat. Maar ook 't geen tot afwending en niet verdere verfpreiding van Gods Gerigten, het meeste gefchikt is. Voorts in het geene 't welk tot reddinge uit groote Schulden, en beneficieeringe der Financien noodzakelyk gerequireerd word , werkftellig te maaken , en zulks door de betragting van Mesnage, en het maaken van zodanige fchikkingen, die tot betalinge der Renthen en Intresfen, en inpalminge van groote agterftallen noodig zullen bevonden worden. Verders ten algemeenen nutte en dienste een bekwaam aantal van Militie op de been te houden, de For-  C 395 ) Fortificatie Werken te verbeteren en te verfterken , de Magazynen van noodwendige Krygsbehoeftens te voorzien en aan te vullen, de Zeemagt ter dekking der Zeekusten, en beveiliging der Navigatie m een goeden flaat te onderhouden, en alzo de Commercie op allerleye wyze zoeken te protegeeren ende te favorifeeren. Zaaken alle esfentieel, noodig te betragten voor het welzyn van de Republycq, en in de Provinciale Huishouding wel meermalen door Ons breeder uitgebreid , dog thans maar met de vinger aangeroerd. Vermits de Raad van Staate der Vereenigde Nederlanden 's jaarlyks gewoon is , om met alle wysheid, voorzigtigheid en getrouwigheid, dezelve breeder te detailleeren, en de defecten hier inne voor te flellen in de Generale Petitie der Confenten voor de Staaten van Oorlog. Zo zullen Wy Ons met het vooren geavanceerde thans vergenoegen, en hebben goedgevonden den Ordinaris Landsdag voor deezen Jaare 1771 wederom uit te fchryven tegens Maandag den vierden February eerstkomende. Verzoekende en ordonneerende UE. Amptshalven, vroegtydig hier van de nodige kennisfe te geeven aan de refpective Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde zig op voorfz. tyd in de Stad en ter Vergadering op 't Landfchaps-huis laaten praefent vinden, om na aanhoringe der Propofitie, op de voor te flellene Pomcten en Petitiën, benevens de andere 's Lands VolmagDdd 2 ten,  C 396 ) ten, zodanig meede te helpen delibereeren en advifeeren, als ten meesten nutte en welzyn van den Staat en van deeze Provincie, onder den Goddelyken zeegen en byftand , na tyds gelegentheid noodig en dienstig zal bevonden worden. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de t^ry%™ G°d Alma^ Le— *» UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, W. B. thoe SCHWARTZENBERG fn HOHENLANSBERG, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. H. v. IV Y C K E L. Veste.  C 397 ) Veste, Lieve, Bezondere! HUn Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by Misfive van den 24 December des afgelopen jaars te kennen geevende, en in zig vervattende: Dat gelyk het alleen zyn de Goedertierentheden des Allerhoogsten , aan welke deeze Republycq haar Opkomst en Behoudenis verfchuldigd is; zo roept alles Ons op nieuw, om zulks met gevoelens van de levendigste en ootmoedigste Dankbaarheid te erkennen: De Vreede, de Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid, en de dierbare Voorregten, die Wy by aanhoudendheid genieten ; de Hoop, die Wy onlangs verkregen hebben door de geboorte van een Jonge Princes, van een Huis, dat zo lief en zo noodig is voor den Staat en voor de Kerk, te zien bloeyen en vermeerderen: Onze tegenwoordige toeftand zelve vergeleken met die van zo veele andere Volkeren, die onder de verderffelyke Plaagen van Pest, van Oorlog en van Hongersnood moeten zugten, zyn zo veele Stemmen, die Ons toeroepen, dat zelfs in een tyd, dat Gods Oordeelen op Aarde zyn , Hy aan Ons des ontfermens nog gedagtig is. Ondertusfchen is het niet te ontkennen, dat Wy reeds in verfcheide opzigten Gods flaande hand hebben gevoeld en nog gevoelen: De Wateren die Onze Ddd 3 Dyken  C 398 3 Dyken op nieuw zyn doorgebroken en een groot ge deelte van Ons Land hebben bedekt, brengen een meemgte van deszelfs ongelukkige Ingezetenen in de uitterste nood en elende, in een Saifoen, het welk reeden geeft te vreezen, dat deszelfs Verwoestingen zig verder zullen uitbreiden: De befmettelyke Ziekte onder het Rundvee , die by aanhoudendheid Onze Velden ontledigd , zonder dat eenige hulpmiddelen tot hier toe m flaat zyn geweest, om dezelve te fluiten, vermindert een aanzienlyke tak van Ons Beflaan, Onzen Koophandel, en zo wel 's Lands gemeene als elks byzondere Inkomsten : De ongemeene duurte van de meest nodige Levensmiddelen, daar uit voortfnruitende, vermeerdert door de rampen van meer afgelegene Volkeren, en door de middelen, die de meest ISabuunge in 't werk moeten ftellen om zig daar tegen te voorzien, bragt zelfs de gegoedlle Ingezetenen in het nauw. Van buiten vertonen zig veele duistere Wolken; en doen de groote Toebereidzelen en Wapeningen ten Oorlog van de voornaamste Mogentheden, met grond vreezen voor een Vreedebreuk, die gantsch Europa in een elendigen Oorlog zoude kunnen inwikkelen. 5 • By deeze droevige omflandigheden voegd zig een niet mm droevige overweeging van de vermeerderende Zonden en Ongeregtigheden van de inwoonderen des Lands. die Ons de gunst en befcherming van een Ood, die Goedertieren, maar ook Regtvaardig is zo •onwaardig maaken. De Weelde en Overdaad, die dage-  C 399 ) dagelyks onder allerley zoorten van raenfchen meer en meer toeneemt, en die nog door verminderinge van Inkomsten, nog door vrees van het gevaar dat Wy loopen, nog zelfs door het gevoel van de treffende Ongelukken , in toom kan worden gehouden. Een algemeene Geest van Ydelheid en Ligtvaardigheid, de fchadelyke voortgang van de Ongodsdienstigheid, en de ondermyning van alle grondbeginzelen van Geloof en Zeeden , geeven Ons een regtmatige bekommering , en meer dan te veel reedenen, om alle de Inwoonderen des Lands wederom by een te roepen, om zig op een plegtige wyze voor den hoogen God te vernederen en te verootmoedigen. Het is tot dat einde, en met dat oogmerk, dat Hun Hoog Mog. goedgevonden hebben uit te fchryven een algemeene DANK-, VAST- en BEEDE-DAG over alle de Geünieerde Provinciën, geasfocieerde Landfchappen, Steden en Leden van dien, tegens Woensdag die weezen zal den zesden February eerstkomende , om ten zeiven daage in alle de Kerken deezer Landen, God Almagtig aan te bidden en groot te maaken, Ons op nieuw aan zyne Almagtige Befcherminge op te draagen, met dankbare herten zyn onverdiende Goedheid te erkennen, en de aanhoudentheid van de Zeegeningen, die Wy nog genieten af te bidden en teffens te fmeeken, dat hy Ons wil bevryden, voor de onheilen en zwarigheden, waar meede Wy gedreigd worden, en een paal zetten aan de Sterfte, die nog onder het Rundvee regeerd, en Ons verder  C 400 ) der bewaren voor meerder Overflromingen, en allerley voorvallen, die Onze Vreede zouden kunnen in gevaar Hellen of Onze Welvaart verminderen, en om voorts met een waaragtig berouw en leedweezen, belydenis en afftand doen van Onze Zonden en Overtredingen , derzelver vergevinge af te fmeeken, te gelyk met den Goddelyke byftand tot verbeteringe en bekeering van een zondig Land. Een van de wezentlykfte pligten van deeze Beede-Dag zal zyn, dat Wy den Goddelyken Zeegen afbidden , over de Perfoonen en Regeering van de Hooge Overigheid deezer Landen, ten einde haare Ondernemingen en Raadflagen mogen ftrekken tot bevordering van Deugd en Godvrugt, behoud van Onze Vreede, welzyn van de Commercie, aanmoediging van nuttige Konsten en Wetenfchappen, en bevestiging van het waare geluk, en den voorfpoed van deeze Republycq. De Doorlugtige Erf-ftadhouder en Zyne Koninglyke Gemaalin, behoren ook een byzondere plaats te hebben in de Gebeden die Wy ten Hemel opzenden, en moeten Wy God bidden, dat Hy allerley Zeegeningen in een ruime maate over Haar en over de Jonggebore Princes wil uitftorten, dat Haar daagen lang, roemrugtig en gelukkig mogen weezen, dat een vry en gelukkig Volk, deezen welbeminden Prins lange moge noemen den Vader van zyn Vaderland, en dat een luisterryke Nakomelingfchap zyn onfterffelyke Naam moge overbrengen tot het laatste der tyden, en  C 401 ) en altoos uitleveren getrouwe Voorftanders van de Burgerlyke en Godsdienstige Vryheid deezer Vereenigde Nederlanden. Wy kunnen ook niet nalaten by deeze gelegentheid te gedenken aan de ongelukkige toeftand van die Landen, die door het Zwaard van den Oorlog, en andere Onheilen, daar uit volgende, zyn getroffen, en behoren God Almagtig te fmeeken, dat het Hem behage moge dezelve eens uit haar Elende te verlosfen, en de herten van Koningen en Princen te bewegen tot Vreede, op dat de Verwoestingen van zo veele Landen en Volkeren, zig niet verder mogen uitltrekken, maar eindelyk eens ophouden. Laatstelyk zal het Ons ook pasfen Onze Gebeden aan den Hemel op te offeren voor de Proteftantfche Kerken in alle Plaatzen, en byzonder die zig hier te Land bevinden, dat den arbeid van derzelver Leeraaren vrugtbaar moge weezen , tot bevordering van Godvrugt en Waarheid, Regtveerdigheid, Liefde en Eendragt, en alle die Deugden, die Ons hoop kunnen geeven de Zeegeningen des Allerhoogften over deeze Republycq te genieten, tot in het laatste Nagefiagt. Alles tot grootmakinge van des Heeren Allerheiligste Naam , voortplanting en aanwas van de Waare Christelyke Gereformeerde Religie , confervatie van Onze duurgekogte Vryheid, en Onzer aller Zielen Zaligheid. Hun Hoog Mog. hebben derhalven verzogt, dat deezen Dank-, Vast- en Beede-Dag tegens WoensE e e dag  C 402 ) dag den zesden February eerstkomende, tydelyk mogte worden gepubliceerd, ter plaatzen daar men gewoon is zodanige publicatien te doen, en daar benevens ftrictelyk verboden en met 'er daad doende ophouden allerley Handwerk en Neeringe , mitsgaders het Tappen, Kaatzen en Balflaan, en diergelyke Exercitiën , op dat dit goede en heilzaam voorneemen door geene onbehoorlykheden geturbeerd moge worden. Om aan dit zeer betamelyk en regtmatig verzoek te voldoen, zo is 't, dat Wy UE. by deezen gelasten, deezen door Hun Hoog Mog. uitgefchrevene Dank-, Vast- en Beede-Dag niet alleen fpoedig bekend te maaken op de gebruikelyke wyze, maar ook ernstig ten zeiven daage te verbieden, en met 'er daad te doen ophouden alle Handwerken, Neeringe en Hanteeringe, voornamentlyk zodanige ergerlyke exercitiën en onbetamelyke gedragingen, waar door onder affmeeken van den Goddelyken Zeegen, den regtveerdigen Vloek en Toorne des Almagtigen over Ons verwekt zoude worden. Gelyk UE. meede hier af vroegtydig zult adverteeren de Bedienaren des Goddelyken Woords in UE. Diftricl of Stad, met last aan dezelve , om hunne Predicatien, Dankzeggingen en Gebeden zo veel mogelyk na de inhoud deezes te fchikken en in te rigten, en conform Hun Hoog Mog. en Onze welmeininge daar inne te gedenken, en te fmeeken om den welffcand en zeegen over Land en Kerk, van Overheden en Onderdanen, over Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-ftadhouder, Hoogst deszelfs  ( 403 ) zelfs Koninglyke Gemalinne, de Jonggeborene Princes, gelyk meede over de Hoogaanzienlyke Perfoonen tot het Doorlugtig Huis van Orange en Nasfau behorende, en voorts over alles wat in den Lande dierbaar is. Waar toe Ons verlatende, Veste, Lieve, Bezondere, beveelen Wy UE. in de genadige befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den n January 1771. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, W. B. thoe SCHWARTZENBERG en HOHENLANSBERG, vt. Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. H. v. W Y C K E L. Eee 2 P U B L I-  C 404 ) PUBLICATIE Tot Ampliatie van 't aafte Articul van het Reglement Reformatoir. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau, Erf-ftadhouder Sc Sc. Sc aan Ons by Misfive de dato den 11 February deezes jaars heeft te kennen gegeeven, dat Hoogst dezelve gemerkt hadde, dat zeedert eenigen tyd verfchillende begrippen plaats hebben, over het verftand van het Slot van het 22fte Art. van het Reglement Reformatoir van Zyne Hoogheids Heer Vader glor. ged.; en dat Zyne Hoogheid ter wegneminge van alle dubieteit nodig hadde geagt het zelve Slot te Amplieeren op de volgende wyze, dat namentlyk, agter de Periode: En zullen op de Extraordinaris Landsdagen geen andere Zaaken in deliberatie worden gébragt, als die door de Gedeputeerde Staaten zyn opgegeeven, of ftaande de Vergadering zullen opgegeeven worden, zonder dat daar onder van buiten inkomende Brieven werden verftaan begrepen te zyn , gevoegt worden de volgende Periode: Gelyk ook Propo- fitien,  ( 405 ) Jitien, die door een der Quartieren, door het Mhtdergetal, of door de Secretarisfen van Staat, aan de refpe&ive Kamers worden gedaan. Verzoekende Zyne Hoogheid verders, dat Wy de nodige ordres geliefden te Hellen, dat van deeze Explicatoire Ampliatie van het vorengemelde 22fte Articul van het Reglement Reformatoir , alomme. publicatie en affixie gedaan werde, ter plaatze waar zulks gebruikelyk is,- om aan welk verzoek van Zyne Doorlugtige Hoogheid te voldoen; Zo is het, dat Wy hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen, dat, ten einde niemand onkunde voorwende van deeze Explicatoire Ampliatie, door Hoogst denzelven aan het Slot van het 22fte Art. van het Reglement Reformatoir van Regeeringe de dato den 21 December 1748 gegeeven, zulks alomme op de gewone wyze zal worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 22 February 1771» U. v. B U R M A N I A, vt Ter Ord onnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTEN BERG. Eee 3 JP U B h h  ( 4oö ) PUBLICATIE Tot Belastinge op den Uitvoert van Aardappelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren ieezen, S AL UT; Doen te weeten: Alzo ter Onzer Vergaderinge in overweeginge genomen is, de ongemeene duurte der Aardappelen, die zeedert het Verbod van Uitvoert by Onze Publicatie van den 10 December 1770 gedaan, niet alleen blyft aanhouden, maar zelvs vermeerderd is, en daar by gelet op de benautheid, waar in de gemeene en behoeftige Ingezetenen, zo hier door, als door den hoogen prys der verdere meest nodige Eetwaren gébragt zyn; dog aan de andere kant in het Oog houdende, hoe veele min vermogende Menfchen ten platten Lande, uit het Bouwen der Aardappelen hun beftaan hebben, en daar meede de fobere Kost winnen, en die door het beletten van den Uitvoer van dit Voedzel by aanhouding, merkelyk nadeel zouden lyden; Zo is bet, dat Wy, •om zo veel mogelyk eene behoorlyke gelykheid tusfchen de bovengemelde Ingezetenen te obferveeren, hebben goedgevonden de Aardappelen by den Uitvoer alleen te belasten en daar door den al te grooten < , aftrek  C 407 ) aftrek na buiten te verhinderen , ordonneerende en flatueerende diensvolgens by deezen , dat tot den iften September deezes Jaars, van de Ton Aardappelen by den Uitvoer zal worden betaald twaalf Stuivers per Ton, by posne van confiscatie van de Aardappelen , en van de Scheepen of Wagens, waar meede de Uitvoer zonder betalinge der bovengemelde belastinge is gefchied, of word ondernomen, te converteeren een derde ten profyte van den Aanbrenger , een derde voor den Officier der plaatze daar de Uitvoer word getenteerd , en de refteerende derde ten voordeele van den Armen dier plaatze. En op dat niemand hier van onkunde voorwende , zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 27 February 1771. U. v. B U R M A N I A, vt. TerOrdonnantievanHunEdMog. H. W, v. PLETTENBERG. PLACAAT  ( 408 ) PLACAAT Tot vastflellinge der Middelen > en kortinge van een half jaar Hoorngeld. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat Wy in ernstige overweginge hebben genomen de Staat Onzer Provinciale Finantien, der Middelen die thans geheven worden, en der Lasten die daar uit moeten worden betaald, zo tot ftuur der binnenlandfche zaaien , als tot onderfteuninge van het gemeene Bondgenootfchap , beveiliginge van het Vaderland , en befcherminge van den Koophandel van deezen Staat; dat Wy om alle deeze nodige Uitgaven te kunnen hoeden , hebben goedgevonden en'-verftaan, vinden goed en verftaan by deezen, dat alle Middelen van Contributie en Confumtie, die in dit lopende Jaar gehe»  ( 4O0 ) geheven worden, voor het volgende Jaar, beginnende met den ifte May 1771, en eindigende met den laatften April 1772 , zullen continueeren opgebragt en betaald te worden, en wel aan dezelfde Lands Comptoiren waar op voor tegenswoordig zyn geasfigneert, en nadien onder dezelve de Reële en Perfoneele Goedfchatting meede zyn bepreepen , zo zullen de Cohieren derzelver na voorig gebruik moeten worden opgemaakt, en zal het geen op het Reë! betaald is, in het Perfoneel mogen worden gekort: Dat die geene die zig by den Aanflag in de Perfoneele Goedfchattinge bezwaard vind, daar over onder Eede zal mogen doleeren voor de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal , zo met 4000 Guldens of daar boven op het Cohier ftaan, en wel op den 6 en 7de Augusty eerstkomende, en zo met mindere fumma's zyn Aangeflagen, voor de Geregten op welkers Cohieren gevonden worden en op zodanige tyden, als die daar toe in hunnen Bedryve zullen doen bekend maaken. Verders hebben Wy nog gerefolveert, aan de Ingezetenen te accordeeren de korting van het Hoorngeld voor een half jaar, van November 1770 tot May 1771 lopende, van de Runderbeesten, die in dien tusfchentyd reeds aan de Befmettelyke Ziekte zyn verflorven, of nog zullen verfterven, onder Conditie, dat de reeds Verftorvene zullen moeten worden afgefchreven binnen drie weeken na Publicatie deezes, en de andere binnen drie weeken na het Verfterf. Fff En  C 410 ) En op dat een yeder hier van mag worden verwittigt, zal deeze op de gewoone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1771. U. v. BURMANIA, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Moo;. H. W. v. PLETTENBERG. PLACAAT  C 411 ) PLACAAT Tegens het omlopen met Lot- briefjes en die te Veylen, zo ten platten Lande als in de Steden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat de Heeren Onze Gedeputeerden aan Ons hebben voorgedragen, dat niet alleen ten platten Lande, maar ook in de Steden Onzer Provincie, Jooden en andere Perfoonen omlopen, en Lotbriefjes aan de Ingezetenen prefenteeren te Verkopen, waar door groote abuifen veroorzaakt, en na vermoeden, onder dit voorwendzei merkelyke bedriegeryen gepleegd worden, ter voorkominge van welke , gemelde Heeren Gedeputeerden aan Ons in overweginge hebben gegeeven, of Wy niet zouden kunnen goedvinden eenige ordre te Hellen, en voorzieninge te doen; en vermits Wy nu deezen voorflag van het Collegie allezints nuttig en dienstig oordeelen , ter verhinderinge van het misbruik , dat van de goede trouwe van Onze Ingezetenen kan gemaakt worden; Zo is het, dat Wy hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen, dat geene Jooden of andere Perfoonen ten platten Fff 2 Lande  C 412 ) Lande of in de Steden deezer Provincie met Lotbriefjes zullen mogen omlopen, en die by de Huizen te Koop of te Huur veylen, en aanbieden, by poene dat de Contraventeurs, die op de daad zullen worden betrapt, of anders wettig van het faift overtuigt, door de refpeétive Geregten en Magiftraten in welkers Diftriéten deeze Delinquanten het faiét hebben begaan, zullen worden overgezonden met de genomene Informatien, in 's Landfchaps Tugt- en Werkhuis, om aldaar te werken tot nadere dispofitie. En op dat niemand van Onze welmeninge en orders onkundig blyve, zal deezen alomme werden gepubliceerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefblveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1771. U. v. BÜRMANIA, Vt, Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. W. v. PLET TE NB ERG. PLACAAT  C 413 ) PLACAAT Houdende Straffen tegens de Chergers en Opzichters, die oogluikende het Rundvee in en uit de Provincie laaten koomen en pasfeeren. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen , SALUT; Doen te weeten : Dat ter Onzer kennisfe gekomen zyn, de Overtredingen die tegens de Placaten van den 27 Oótober 1769 en 2 July 1770, waar by de Uitvoer van Rundvee buiten de Provincie, gelyk meede de Invoer in dezelve is verboden, gepleegt worden, en dat vermoedelyk de Opzichters en Chergers op de Grenzen geplaatst, door eene misdadige Conniventie daar toe gelegentFff 3 heid  C 414 ) heid geeven, en helpen Contribueeren, daar zy volgens hunnen pligt gehouden waaren , teegens dit kwaad te waaken; Zo is het, dat Wy om hier in na behoren te voorzien, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen, dat een Opzichter of Cherger die by oogluikinge willens en weetens zal hebben toegelaten dat eenig Rundvee, uit of in Onze Provincie gevoert is, of daar toe op de eene of de andere wyze zal hebben geholpen, daar over anderen ten exempel en affchrik zal worden geftraft met Geesfelinge, Brandtekeninge, en een Bannisfement van tien Jaaren in 'sLandfchaps Tuchthuis; en op dat zulk een verregaand plichtverzuim der Opzichters of Chergers te beter ontdekt werd, hebben Wy gerefolveert en vastgefteld, doende zulks door kragt deezes, dat die geene, welke eenig Opzichter of Cherger in Regte zal kunnen overtuigen, by oogluikinge tegens bovengemelde Placaten te hebben toegelaten, den In- en Uit voer van Rundvee uit of in Vriesland , of daar toe met de daad te hebben meedegeholpen, zal genieten een praemie van hondert Gouden Ducaten, op ordonnantie van het Collegie der Heeren Gedeputeerde Maaten, te betaalen door den Rentemeester van het Comptoir Onzer Domeynen ; en zal daar te boven, indien dit begeerd word, des Aanbrengers naam werden verzweegem En op dat niemand van Onze welmeninge en ordres onkundig blyve, zal deezen alomme werden gepubliceerd,  C 415 ) ceerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 16 Maart 1771. U. v. B U R M A N I A, vt. TerOrdomiantievanHunEd.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PLACAAT  ( 416- ) PLACAAT Tegens alle Collufien ter fraude- ringe van het Confentgeld dienende. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Boen te weeten: Dat aan Ons voorgekomen zyn eenige klagten over Collufien, die tusfchen een Proclamant en Niaarnemer van verkogte Vastigheden, of wel Niaarnemer en Niaarnemer, mitsgaders een Proclamant en eenen Oppofant, zomtyds zouden plaats hebben of kunnen gepraébfeerd worden, met oogmerk, om de betalinge der Confentgelden aan de refpeótive Grietslieden en Magiftraten verfchuldigt, of in het geheel of voor een tyd te ontgaan, door het lang ophouden en traineeren der Proceduren die tusfchen gemelde Perfoonen over het Regt van Niaaren in fchyn gevoerd worden, terwyl ondertofchen de Kooper en Proclamant de aangehandelde Goe-  C 417 ) Goederen gerust blyft bezitten; en vermits het nu nodig is, dat diergelykeKonftenaryen, die ter bekortinge van het wettig Regt van de Officieren en Magiftraten in Landen en Steden kunnen worden in het werk gefteld, te keer werden gegaan; Zo is het, dat Wy na ingenomen te hebben het Advis van de Raaden in Onzen Hove Provinciaal, en overeenkomftig met de hoogwyze Confideratien van Zyne Doorlugtigfte Hoogheidden Heere Prime Erf-ftadhouder, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen: dat wanneer Proceduren tusfchen den Proclamant en Niaarnemer, Proclamant en Oppofant, Niaarnemer tegens Niaarnemer , en diergelyke, binnen 's jaars, na de derde Proclamatie, niet in ftaat van Wyzen zullen zvn gébragt, de Geregten, zo ten platten Lande a s in de Steden, bevoegt worden verklaart, zo dikwils dezelve gegronde fufpicie mogten hebben, eenigNiaar verzoek of Oppofitie tegens de Proclamatien te gefchieden, alleen met dat oogmerk, om daar door de betaling van het Confentgeld op te houden, den Kooper zo wel als den Niaarnemer, of iemand die zig tegens de gedaane Proclamatien opponeert, of eenige fpiering doet, den Eed af te neemen, dat het Niaar verzoek of Oppofitie niet gefchied met oogmerk, om de betalinge van den sóften penning te vertragen, en dat dieswegens geene Collufie plaats heeft, zo dat die geene die weigert, den gevorderden Eed af te leggen, gehouden zal zyn aanftonds het Confentgeld te voldoen. „ f*± Ggg En  C 418 ) En op dat niemand van deeze Onze Orders eenige onkunde voorwende, zal deeze alomme worden ge pubhceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is putticatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 18 April 1771. U. v. B U R M A N I A, vt, TerOrdonnantievanHunEd.Moga H. W. v. PLETTEN BERG. PLACAAT  ( 4*9 ) PLACAAT Van Waarfchouwinge, dienende om de Ingezetenen te verwittigen, dat de Uit- en Invoert van Runderbeesten verboden blyft. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat Hun. ne Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by Placaat van den 2 April de Regten op het Rundvee, het welk van buiten in de Geünieerde Provinciën, en Landen van de Generaliteit word Ingevoert, hebbende verminderd, tot aan den laatften Junius deezes Jaars, van twintig tot op vyf Guldens het Stuk, en Ons teffens verzogt, om dit Placaat in Onze Provincie te doen publiceeren en affigeeren, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen; zo hebben Wy dit verzoek wel geredelyk ingewilligt en daar toe de nodige ordres gefteld; dog te selvk overwegende, hoe zommige Onzer goede Ingezetenen, hier door zouden kunnen gébragt worden in het verkeerd begrip, dat namentlyk de Invoert van Runderbeesten, in de Provincie van Vriesland, onder de belasting van vyf Guldens op yeder Beest we° Ggg 2 derom  C 420 ) derom was toegelaten; Zo is 't, dat Wy ter voorkominge van alle misvattinge en daar op volgende overtredinge van de ordres en Placaten van den 27 Oétober 1769 en 2 Julius 1770 vervat, hebben goedgevonden by deezen aan een yeder bekend te maaken, dat deeze Placaaten, waar by de Uitvoert en Invoert van Rundvee uit en in deeze Provincie, by provifie en tot nader dispofitie onder zekere poenaliteiten is verboden , in volle kragt en vigueur blyven, ter tyd en zo lange dezelve door Ons, of de Heeren Gedeputeerde Staaten, uit Orzm naame zul'en zyn herroepen. En op dat niemand van deeze Onze welmeninge onkundig zy, of onwetenheid kan voorwenden, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gcrefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 18 April 1771. U. v. BURMANIA,Vt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. Je. v. S MI NI A. 8. E G L E-  ( 4" ) REGLEMENT Van ZYNE DOORLUGTIGSTE HOOGHEID den Heere Pnnce van Orange en Nasfau &c. &c. &a raakende de Houtvesterye in de Provintie van Vriesland. |7^^|y willem, by der gra- 1 \\/ % Gods Prkce vm 0ranêe en Nasfau » en die in het Veld gaan, moeten weezen gekoppeld of gebongeld, met een Kruis van hout of yzerfvan hout zynde, twee duim dik, in de diameter twaalf duim lang, en agt duim het dwarshout; van yzer, een duim dik in de diameter, twaalf duim lang, en het Kruis van ïGt ^ru^ 3f dHe duim' om dus geen W ld te kunnen befchadigen, en zulks van den f January tot den  C 429 ) den i Oótober, by poene van een Daalder voor de eerste reis, en voor de tweede maal dubbeld, zullende daar en boven niet alleen de gewoone Toezienders op de Jacht hier omtrent een waakend oog moeten houden, maar ook de Executeurs, Dorpregters, Adfiftenten en Biesjagers der Grietenyen en Steden, welke van de Contraventeurs t' elkens zullen genieten een Caroli-gulden tien Huivers. XIII. Dog zullen de geadmitteerden tot de Jacht Art. 1 vermeld, de vryheid hebben, om van den 1 Maart tot aan den 20 May, jonge ftaande Honden te laaten aanbrengen , het zy door eenen gebroden Dienaar, het zy door eenen ander Perfoon, des dat in dien gevalle deszelfs naam daar toe fpecialyk ter Secretarye van de Houtvesterye alvorens worde'bekend gemaakt ; en word aan die geene, Articul 40 vermeld , insgelyks de vryheid gegeeven van den 1 Maart tot den 20 May, jonge ftaande Honden te mogen aanbrengen , dog niet anders dan door hunne gebrode Dienaren. XIV. En alzo de ervaring leerd, dat de Water- en diergelyk zoort van Honden, veele fchade aan Haas en ander Wild dagelyks toebrengen, en dezelve vernieHhh 3 len*  ( 430 ) ïen, zo worden alle ongequalificeerde tot de Jacht het zy Huisluiden, derzelver Bedienden of andere' hy zy, wie hy zy, wel expresfelyk verboden ooit of ooit diergelyk zoort van Honden met zig in het Veld te neemen , het zy onder het Ploegen , Zaayen Maayen, of by andere weege, (ten zy gebonden aan een touw) maar zullen alle Eigenaars en houders van diergelyke Honden, het zy groot of klein, verpligt zyn, dezelve op hunne Homlegers, ofte in hunne Huizen en buiten het Veld te houden, by poene van drie Caroli-guldens, en daar en boven een boete van tien Caroli-guldens voor elke Haas, of ander ftuk Wild , 't welk bovengenoemde zoort van Honden mogten gevangen of befchadigt hebben, boven ver beurte van de Hond, die defacto zal worden dood gefchoten; en word het houden van Bastaard of halfflagte Windhonden volftrekt verboden, by twintig Goud-guldens boete, te bekeeren als vooren. XV. Niemand zal zig vervorderen eenige Haazen, Patryzen of ander Wild te jaagen of te vangen tusfchen den i January en i Oétober , by poene van vyftig Goud-guldens voor ieder contraventie te verbeuren, boven het gevangen Wild, Netten, Vogels en Honden, en van het regt van te mogen jaagen, voor den tyd van twee jaaren verftoken blyven. XVI. Word  C 431 ) XVI. Word meede op Zondagen, Beede-en andere Feestdagen alle Jacht verboden, zelfs met Geweer op Roofvogels uit te gaan in Hoven en Plantagien, by pcene van twaalf Caroli-guldens. XVII. Van gelyken zal niemand zig verftouten op de Sneeuw eenig Haas, Patrys of andere Wild in eeniger manieren te jaagen, na te fpeuren of te vangen, ook niet met Honden, nog met Snaphaan door het Veld te gaan, zelfs niet die geene, die tot de Jacht geregtigt zyn, by pcene van vyftig Goud-guldens voor ieder contraventie, boven verbeurte van het gevangen Wild, Snaphaan, Netten, Vogels en Honden, en van het privilegie van te mogen jaagen voor den tyd van twee jaaren verftoken zyn, zullende alle de opgemelde boetens bekeeren, zo als hier vooren reeds is geftatueert. XVIII. En zal alle drie jaaren een vry jaar zyn, om als dan geheellyk geen Wild op de Kleylanden te mogen jaagen en vangen, welk vry jaar thans invalt met den jaare 1772 , en zo fuccesfivelyk om het derde jaar onderhouden worden. XIX. Dat  C 432 ) XIX. Dat tot voorkoming van alle difpuiten en inconvenienten over de fcheidinge van Kley- en Woudlanden de verdeeling derzelver Landen gereguleert word, zo als die in het Placaat op het ftuk van Impofitien en Excyfen in deeze Provintie geëmaneert, onder de titul van Hoornbeesten en bezaayde Landen Articul 1, nopens de hooge en laage Quartieren van deeze Provintie is opgegeeven, en welke Limietfcheidinge aldus gefteld word: Dat van Schalkedam langs de Lauwers of Suurhuisterdyker weg, tot aan Gerksklooster na Dykhuizen aan de Nyefloot uit, tot aan het klein Uitland ten Oosten, Noorden en Noord-oosten voor hoog Quartier , en ten Zuid-oosten , West en Zuid-west voor laag Quartier gehouden word. Van 't klein Uitland Noordwaards aan de hooge Venne, en van daar naBuitenposter tille, langs de ordinaris diepte of Vaart na Collum, en voorts by de Heereweg af na Collumerlaan aan de Oost, Noord en Noord-oosterzyde hoog Quartier, en de West, Zuid en Zuid-westerzyde laag Quartier; van Collumerlaan de Zuidwyker dyk om, na Oldwolder zyl, voorts na Swemmerftek, de Marsfloot tot aan Dockum, van daar de Woudvaart tot Rinsmageest, de Murk tot aan Miedumer diept, al wat aan het Zuid of Zuid-oosten is laag Quartier, en aan het Noord-oost of Noord-west hoog Quartier; wel verftaande dat de Landen by Rinsmageester buuren, en die onder Buitenwiel behoren, leggende in, om  ( 433 ) om en by de Sandbraken, zullen gerekend worden voor laag Quartier; van Miedumer diept na Hiddema kooy, Schildkampen by Leeuwarden, ten Oosten van Warrega, tot aan de Eerzumer zyl, en voorts tot de Schouw Oostwaards laag Quartier , en Westwaards hoog Quartier; van de Schouw over Sneeker meer door de Koevoort tot Slooter meer, en zo na Heeg, Heeger meer, door de Sluifen tot aan Stavoren, Oost, Zuid en Zuid-west laag Quartier, en Noord, Noordwest en West hoog Quartier; met dien verftande, dat door de hooge Quartieren de Kley, en door de laage de Woudlanden worden begrepen. XX. Niemand zal zig vervorderen in het Woud of Wallen , als meede in het Land op de Haver , en wel fpeciaal in Enteryen met Roeren te gaan, om eenig Wild te betrappen, of Strikken, Vallen of Slangen te zetten, en flellen in het Veld of Wallen, Dammen, Reeden, ofte elders, om Haas of eenig ander Wild te vangen en te befchadigen, by poene van t' elken reize te verbeuren vyftig Goud-guldens, te verdeelen als voorwaards is gefteld, en om zulks beeter te ontdekken , zullen de Bruikers of Eigenaars van het Land of Plaatzen, waar dezelve worden gevonden, of die daar omtrent woont, of wel waar op een fterke en gegronde fufpitie valt, gehouden zyn onder Eede te verklaren, dat zy al zulke ongeoorloofde Iii Jacht-  C 434 ) Jachtpleeginge niet hebben gedaan, of laaten doen, en niet weeten door wie is gefchied, by gebreke dies, zullen de boete onderhevig en fchuldig zyn; waar in ook zullen vervallen, in wiens Huis zodanige verboden Inftrumenten gevonden worden , ten zy aantonen, datze niet haar, maar een ander toebehoren, en zulks bewyzen. XXI. Niemand zal vermogen eenige Eyeren van Veldhoenderen, Moerhoenderen, Fefancen en diergelyk Edel Gevogelte te rooven, op te raapen, te verkopen , of uit den Lande te vervoeren, nog ook eenige jonge Haazen in het Sigten als anderzints , op het Land gevonden wordende, op te neemen en te vereeren , by pcene van vyftig Goud-guldens, te verdeelen als Articul 20 vermeld ftaat. XXII. Niemand zal op een dag meer dan vyf Haazen mogen vangen, en alleen drie daagen ter week jaagen, by pcene van vyf-en-twintig Goud-guldens, en zullen de gecombineerde Jachten hier niet van zyn geëximeert. XXIII. Voor gecombineerde Jachten zullen worden gehouden en verftaan, wanneer twee of meer gequalificeer- de  C 435 ) de tot de Jacht, met malkanderen jaagende, of mair kanderen in het Veld ontmoetende zig niet van den anderen fcheiden, maar te zaamen blyven; ook die welke eerst met malkanderen vyf Haazen vangen, en na zulks weder met verfche Honden, die by deeze of geene Huisman of naast geleege Plaatzen inmiddels zyn gébragt, de novo op vyf Haazen weder uitgaan; Ook welke eerst met hunne eigene Honden vyf Haazen , en na zulks met Honden van een ander of hunner Familie een gelyk vyftal vangen, welk alles volftrekt als ftrydig met dit Articul , onder de boeten Articul 22 gefteld, word verboden, alzo de ferieufe intentie is, dat iemand tot de Jacht gequalificeert op een dag onder wat voorwendzel zulks ook mag zyn, niet meer dan vyf Haazen zal mogen vangen , ook niet meer dan driemaal in de week jaagen; en om alle contraventie in deezen te beter tegen te gaan, en te beletten, zal in een Familie, ten waare afzonderlyk Huishoudende niet meer dan eene Jacht mogen zyn, by poene als vooren. XXIV. Niemand zal eenig Wild, hoe genaamt, uit deeze Landen mogen vervoeren, om te verkopen of te verruilen, diredelyk of indireéfcelyk, gelyk ook met binnen de Provintie, en niemand zal zulk Wild mogen koopen, by poene van vyftig Goud-guldens, zullende daar en. boven, het feit ontdekt en bewezen worden. Iii 2 de,  C 43<5 ) de, zo tot de Jacht gequalificeert is, daar en boven voor altoos verftoken zyn, om in het toekomende te mogen jaagen. XXV. En om de frauden in het vooren ftaande Articul, te beter voor te koomen, en te ontdekken, zullen geene Haazen, Patryzen of eenig ander Wild mogen worden verzonden tot een prefent, zo wel binnen als buiten de Provintie, nog geen Schippers of Voerluiden , vermogen eenig Wild meede te neemen, of te vervoeren, zonder een eigenhandig ondertekend adres van den Verzender, of deszelfs Cachet, in plaatze van eigenhandige vertekenis opgedrukt, zullende niet te min daarom moeten opftaan, van wien het afkomt, by poene van tien Goud-guldens, en verbeurte van het Wild; nog zal iemand eenig Wild hoe genaamt in befloten Kisten of Korven mogen verzenden, by gelyke boete. XXVI. Niemand zal voortaan op Commisfie van een ander mogen jaagen, nog op Commisfie laaten jaagen, vermits alle Commisfie Jaagers worden afgefteld, uitgenomen die met de Fuik op Patryzen uitgaan: Maar zal zelfs, of door een gebroden Dienaar moeten laaten jaagen; en voor een wettigen gebroden Dienaar wor-  C 437 ) worden gehouden , den geenen, waar voor, gedurende de loop van een jaar, Hoofdgeld word betaald, en onder zyn Dak woont, waar van, by vereisch, verklaring onder Eede zal moeten geeven. XXVII. En zullen jaarlyks folemneelyk geen Vosfen, zonder kennis van een Lid van het Jachtgerigte gejaagt mogen worden, nog zal op andere tyden iemand Vosfen mogen met Snaphaan jaagen, als die geene, die tot de Jacht geregtigd zyn. XXVIII. Niemand zal op de Wolve Jacht met eenige Windhonden mogen koomen, ofte als dan eenige Haazen vangen, flaan of fchieten, op dubbelde boete. XXIX. Niemand zal vermogen op de lange Jacht een Snaphaan meede te neemen, of te gebruiken, by poene van vyf-en-twintig Guldens, en word het fchieten van Haas geheel verboden, by poene van hondert Goudguldens voor eiken Haas, waar van een derde zal koomen ten voordeele van den Fiscaal van het Jachtgerigte, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Armen der plaatzen, alwaar de overtreding Iii 3 gefchieda  C 438 ) gefchied: zullende de bekeering der boeten, fchoon in vorige Articulen niet uitgedrukt, evengelyk, ais in deezen Articul gehouden worden voor geftatueerd en vastgefteld. XXX. Dat geene Soldaten met Snaphaan in het Veld zullen mogen gaan, ten waare dezelve met hunne Snaphanen gecommandeert, of tot des Heeren dienst gezonden waaren, by pcene van door de Spitsroeden of Cordons te loopen, en worden de Offieiers gelast hier aan ftrikt de hand te houden. WILDSCHIETEN. XXXT. Dat iemand, na inhoud van het eerste Articul gequalificeert tot de Jacht, zal weezen gepermitteert allerley zoort van Wild te fchieten, uitgenomen Haas, by pcene in het 29 Articul vermeld. XXXII, Een geregtigde tot de Jacht, Articul 1 vermeld, zal niet meerder dan vier maaien in de week op Patrys mogen of laaten jaagen, en behalven een of twee Spier Domeftjcquen of gebrode Dienaars, niet meer dan  C 439 ) dan een of twee Perfoonen tot zyn plaifier, en zonder eenig loon te trekken, met zig in het Veld mogen neemen, en eiken dag gezamentlyk niet meer dan zestien Patryzen mogen fchieten. XXXIII. Zal ook dagelyks maar een Perfoon met Fuik en Schild in het Veld mogen zenden, om Patrys te vangen , het zy een gebroden Dienaar, het zy eenen Commisfie Jaager, des zyn naam ter Secretarye van het Jachtgerigt aangeevende. XXXIV. Nog zal, wanneer zelfs niet meede ter Jacht gaat, niet meer dan twee of drie, waar onder een zyner gebrode Dienaren in het Veld zenden, om Patrys te fchieten, die te zaamen niet meer dan zestien Patryzen zullen mogen fchieten, by pcene van vyf-en-twintig Goud-guldens. XXXV. Ook zullen die geenen , welke met Snaphaan jaagen , ten minsten vyftig Roeden moeten af blyven van die geene, welke met lange Honden jaagen; en zullen vervolgens die geene, welke malkanderen in het Veld mogten koomen te ontmoeten, zig reciproce, tot  ( 44o ) tot de bepaalde Roeden, van den anderen hebben te fepareeren. XXXVI. Niemand zal zig vervorderen, buiten behoorlyke tyd, eenig Gevogelte te fchieten, of met Netten en andere Inftrumenten te vangen, nog ook eenige Endvogels , ofte Kievits of andere diergelyke Vogels Eyers op te raapen of te verkopen, van den i May tot den 5 Augustus, nog met Honden, om Eyers te zoeken in het Veld gaan, by verbeurte van tien Caroli-guldens, en zullen de ongequalificeerde tot de Jacht, en fchieten met ordinaris Snaphanen (by aldien een Hond koomen meede te neemen) nog boven de boete, by dit Articul gefteld, vervallen in de boete, by Articul 14 op het meede neemen van Honden in het Veld, ten zy gebonden aan een touw, geftatueert. XXXVII. Aan een ieder, fchoon volgens het 1 Articul geheel niet gequalificeert tot de Jacht, zal vry ftaan, om Ganzen, Enden, Smeenten en ander water Gevogelte te mogen fchieten, met bepaling, dat de loopen der Roeren, daar toe gebruikt wordende, door Menfchen , niet tot de Jacht geadmitteert, zullen moeten zyn ter lengte van zes hout Voeten uit een ftuk, en ten minsten het gewigte van dertig Ponden zwaar  C 441 ) zwaar zyn,, by verbeurte van voorn. Roers, en zes Caroli-guldens boete, ten profyte van den Aanbrenger; en word de zulke wel fpeciaal verboden op eenig ander Wild te fchieten, by zodanige pcene en boete, als by ieder Articul van dit Reglement is geftatueert. XXXVIII. Dat deeze vryheid van fchieten op Ganzen , Enden , Smeenten en zoortgelyk water Gevogelte zal ingaan met den 1 Oétober, en eindigen op den 1 April, en dat niemand, zo min de geadmitteerde tot de Jacht met lange Honden, en tot het fchieten met ordinaris Snaphanen, als andere, aan wien de vryheid tot fchieten in vooren ftaande Articul is gegunt, geenerhande Wild of Gevogelte, hoe genaamd, zal mogen fchieten of met Snaphaan in het Veld gaan, een uur voor, en een uur na Zonnen op- en ondergang, by pcene van vyf-en-twintig Goud-guldens voor elke contraventie te verbeuren. XXXIX. Niemand zal vermogen by eenige geapprobeerde of geoétroyeerde Kooyen of Horden eenig Wild te fchieten, of op eenige manier zyn Roer affchieten, op vier hondert Konings Roeden daar omtrent, of dezelve op eenige maniere ftooren of beroven , by pcene van t' eiken reize te verbeuren twaalf Guldens, K k k boven  C 442 ) boven het byhebbende Roer, welk te verftaan is van Perfoonen, die op Wild fchieten uitgaan, en niet van zodanige, die op hun eigen Hornleger 't Roer losfen, des zal voortaan niemand eenige Kooyen vermogen te maaken, als na verkregen Oólroy, ingevolge Staats Refolutie van den 19 February 1717. XL. Niemand zal eenige gemerkte Enden, Kolganzen, Schienngen, Duiven, Finken, Roep-Hord-of Huisenden, Smeenten, Grysvogels, Slobben, of ander Gevogelte, een ander toebehorende, mogen fchieten of vangen, by verbeurte van een Daalder voor ieder Vogel voor de eerste reize, voor de tweede reize drie Guldens, en voor de derde reize zes Caroli-guldens boven verbeurte van Roer en Netten. XLI. Alle Dieveryen van voorfz. Gevogelte uit eenige Horden, Kooyen of Korven, zal met dubbelde boete geftraft worden, onverkort de Crimineele Aclie, die daar uit mag refulteeren. XLII. Dat geene Perfoonen, beneden de 18 jaaren oud zynde, zullen vermogen op Straaten, Bolwerken, Hovin-  ( 443 ) Hovingen of andere gemeene weegen met Roeren te fchieten, by pcene van zes Caroli-guldens. XLIII. Het zal een iegelyk geoorloofd zyn, allerley tam Gevogelte, waar door eenige fchaaden aan Hovingen of Veldvrugten veroorzaakt word, te mogen fchieten, in derzelver Landen of Hoven; dog zal egter de Eigenaar geoorloofd zyn, om binnen 24 uuren het voorfz. Gevogelte na zig te neemen, des betalende de veroorzaakte fchaade, tot tauxatie van den Dorpregter. XLIV. En ten einde tegens de vermenigvuldiging van het fchadelyke Gedierte, byzonder van Vosfen en Otters, des te beter worde voorzien, zal tot een prasmie, of beloning voor ieder Oude Vos, die gevangen of gedood word, gegeeven worden, voor een Moervos of Teef drie Caroli-guldens, en voor een Reekei twee Caroliguldens en tien Huivers; mitsgaders voor Jonge Vosfen die gevangen en gedood worden, voor een Teef twee Caroli-guldens, en voor een Reekei een Caroligulden tien ftuivers: Zullende voor Oude Vosfen gerekend worden alle die na Allerheiligen dag gevangen zyn, en voor Jonge gehouden worden alle onvolwasfene, voor bovengenoemde dag gevangen: Alle welke praemien en bepalingen meede plaats zullen hebben Kkk 2 omtrent  C 444 ) omtrent de Otters; en zal de betalinge deezer gefielde pramien gedaan worden door de Geregten, conform de Refolutie van de Heeren Staaten van Vriesland, in dato den 15 April 1720. ZWAANE JACHT. XLV. Niemand, het regt van de Zwaane Jacht hebbende, mag de Vlugtige Zwaanen, eenen anderen die het zeL ve regt heeft, toebehorende, ontweldigen of gebonden aan een touw zetten , als met confent van die geene, die de voorfz. Zwaanen in eigendom toebehoren , by pcene van zes Goud-guldens, ten profyte van de Eigenaars te verbeuren. XLVI. Die een ander een jong Zwaan ontmerkt, zal verbeuren zes Goud-guldens. XLVII Die een ander een Zwaanen Ey ontneemt, zal verbeuren vyftig Goude Vriefche Ryders voor ieder Ey; in welke boete meede zullen vervallen die geene, welke by het neemen van Zwaanen Eyeren prefent zyn geweest j  ( 445 ) geweest, of weeten, en bekent is, wie Zwaanen Eyeren heeft genomen, en zulks aan den Fiscaal van het Jachtgerigte of Eigenaren der Zwaanen Jacht niet koomen aangeven, fchoon zy zig zelfs aan het wegnemen van Zwaanen Eyeren niet mogten hebben fchuldig gemaakt, of daar by prefent zyn geweest. XLVIII. In welke boete meede zullen vervallen alle die geene , by welke eenige Zwaanen Eyeren gevonden worden, ten waare konden aantonen haare onnozelheid en wie die Eyeren aan een ander ontvreemd had; zullende die geene, die in voorverhaalde misdaad continueert , nog daar en boven arbitralyk worden gecorrigeert en geftraft. XLIX. En om het neemen en rooven van Zwaanen Eyeren, dat tot groot nadeel, ja tot ruïne der Zwaane Jachten, zeer fterk in zwang gaat, te beter te ontdekken en tegen te gaan , zullen de boeten Art. 47 en 48 gefteld, by overtuiging der Daaders, eeven gelyk alle de voorgaande Articulen koomen een derde ten voordeele van den Fiscaal van het Jachtgerigte, een derdevoor den Armen der plaatzen, en een derde voor den Aanbrenger, fchoon zelfs deeze laatfte meedepligtig, en by het neemen van Zwaanen Eyeren prefent was Kkk 3 geweest;,  C 446 ) geweest; en welke laatfte Perfoonen, in cas van aanbrenging, daar en boven zullen zyn gelibereert van de boeten, waar in by 't 47 en 48 Art. waaren vervallen. l. Die een Ey legt onder een andermans Zwaan, buiten confent van die geenen, die de oude Zwaanen toebehoord , verbeurt drie Goud-gulds., ten profy te van den Eigenaar des Zwaans. li. Die eens andermans Zwaanen de Pennen uitplukt, zal verbeuren drie Goud-guldens als vooren. lil Die de Zwaanen jaagt om Pennen te fchieten, zal verbeuren een Floreen als boven. lui. Niemand mag Pennen zoeken 's morgens voor vier , en s avonds na agt uuren, by pcene van drie Goud-gulds. LIV. Waar de Zwaanen zig onthouden en zitten, om jongen voort te brengen op eens anders Land, zal niemand,  C 447 ) mand, en alzo ook niet de Eigenaar van dat Land, dezelve mogen verjagen, by pcene van zes Goud-guldens, ten profyte van den Eigenaar der Zwaanen, maar die het Land toebehoord, zal mogen van elke paar oude Zwaanen een jong te neemen, of een Ey, anderzints zal de Eigenaar der Zwaanen verpligt zyn, daar voor een Goud-gulden te voldoen. LV. Geen Vogelaars zullen Zwaanen mogen dooden, die bolftaart, en aan de Vleugel gemerkt zyn, by poene van drie Goud-guldens als boven. LVI. Niemand zal wilde Zwaanen nog onbekende Zwaanen mogen merken, en zo dezelve daar na bekend mogten worden, zal dezelve gehouden zyn de voorfz. aan de Eigenaars op de eerste aanmaninge over te geeven, en by aldien hy onwillig is zulks op de eerste aanmaninge te doen, als dan verbeuren zal zes Goudguldens, ten profyte van den Eigenaar. LVII. Een iegelyk, van wat ftaat of conditie hy mag weezen, die jonge of andere Zwaanen fchiet, vangt of dood Haat, of de Zwaanen uit eenen Zwaanen Jacht, eenen  C 448 ) eenen anderen toebehorende, verjaagt, en in de Zwaanen Jacht, hem toebehorende, dryft en opvangt, zal verbeuren vyftig Goude Vriefche Ryders op ieder Zwaan, zullende die geene, die in dit deliét continueert, nog daar en boven arbitralyk worden geftraft, en de boeten hier op gefteld, koomen ten profyte als vooren, en verder in deezen worden gehandeld, als Art. 49 omtrent het neemen van Zwaanen Eyeren, is geftatueert. LVIIL Niemand zal met zyn weeten geroofde Zwaanen ter Merkt brengen, by pcene van drie Goud-guldens, en verbeurte der Zwaanen. LIX. Geene jonge Zwaanen zullen mogen worden gejaagt door Perfoonen, die het regt tot de Zwaanen Jacht hebben, voor den 1 Oétober, by poene, dat die geene, die voor de voorfz. tyd haar mogten verfhouten voorfz. Zwaanen te jaagen of vangen, zullen vervallen in de boete van vyf-en-twintig Goude Vriefche Ryders, te appliceeren een derde voor den Fiscaal, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor den Armen daar het deliét is gefchied. LX. Wanneer iemands gemerkte Zwaanen in eens anderen Jacht gevonden worden, zal het den Eigenaar vry  C 449 } vry ftaan, om dezelve daar uit te haaien, mits daar van voor af kennis geevende aan den geenen , in wiens Jacht ze zyn. VISSCHERYEN. LXI. Niemand zal zig verftouten te visfchen met Hiouwen in eenige gemeene ofte opene Wateren, nog ook in beflotene Wateren hem toekomende, die uitlopen of togten hebben na eenige diepten of zylrieden, nog des Winters heimelyk of by nagt gaaten in het Ys mogen houwen, om uit dezelve de opkomende Visch te vangen, veel min met Seinen of andere Netten onder het Ys te visfchen, by verbeurte van de Netten en andere Inftrumenten, die daar toe mogten worden gebruikt of aangelegt, en daar en boven vervallen in eene boete van tien Caroli-guldens voor de eerste reis, voor de tweede reis dubbeld, en voor de derde reize by arbitrale correétie; dog zal alleen worden toegelaten het visfchen na Bot, of zogenaamde Botrotten, mits dat de Visfchers gehouden zullen zyn de uitgehouwene Ysfchotzen te zetten op de kant van elk uitgehouwen gat, tot voorkoming van ongelukken. LX II Dat niemand op Aal of anderzints zal mogen visfchen in Setten, Wateren en Stroomen, een ander Lil toe-  C 450 ) toebehorende, by pcene in 't vorige Art. vermeld; en word het zogenaamde Aalzeilen , Aalfchoyen en Aalfteken wel expres verboden, het zy zulks gefchied door Zeilen of getrokken door Paarden, by verbeurte van Schip, Paarden, Netten en al dat daar toe en aan dependeert, daar en boven een boete van 25 Goudguldens voor de eerste maal, en voor de tweede reis dubbeld. LXIII. En om de difpuiten voor te koomen, die daar uit kunnen ontftaan, zo zullen de Eigenaars alle haare particuliere geregtigheden van Visfcheryen in Vaarten, Zylen, Tillen, Setten en opene Waters, moeten laaten regiftreeren in de refpeélive Secretaryen, alwaar zy gelegen zyn, als ook ter Secretarye van de Houtvesterye binnen 's jaars, by verzuim van dien, zullen de Eigenaars vervallen zyn van haare geregtigheid. LXIV. Dat aan de Zylvesters van Binnen-zylen het visfchen in hunne Sluizen en Vallaten met uitftromend water word gepermitteert; dog geenzints by inftromend water, by pcene van hondert Goude Vriefche Ryders voor de eerste maal, en vervolgens by arbitrale correclie. LXV. Niemand zal mogen breiden eenige Seinen en Tjoelen dan over vier Schilden, voormaals by de Heeren Staaten  ( 45i ) Staaten geordonneert, ofte de exemplaren van dien, te weeten, de grootfte voor aan de Vleugel na het Schild ifte Vleugel, de kleinfte aan de Steert, naar het Schild , getekent met Zak , en de andere twee tusfchen beiden na de Schilden getekent 2de en 3de Vleugel, en wel zo, da-t ieder zoort een derde part van ieder Vleugel zal moeten uitleveren. LXVI. Dat de grootfte Seinen niet langer als hondert vademen , tien vademen onbegrepen, zullen mogen zyn, en dat aan een Sein van hondert vademen niet meer als zes lynen, ieder lyn niet excedeerende de lengte van vyftig vademen zullen hebben. LXVII. Zullen ook geen Baarsnetten of Schakels gebreid of gemaakt, veel min gebruikt mogen worden, als na de Schilden by de Staaten des Lands daar van gemaakt, te weeten de Baarsnetten na het Schild getekent Baarsnetten, en de Schakels naar het Schild getekent Schakels, by pcene, dat die geene dewelke bevonden word zyne Netten nauwer gebreid te hebben, als over de voorfz. of gelyke Schilden, welke een iegelyk die het belieft, van zyn Grietman of Magiftraat tot zyn kosten zal mogen haaien, by welken zodanige Schilden zyn berustende, zal verbeuren t' eiken reize de zomma van 50 Goud-guldens, boven confiscatie van de Scheepen en Netten; in welke pcene meede zullen vervallen Lil 2 die  ( 452 ) die geenen, welke met Schrob en diergelyk zoort van Stryknetten, hoe ook genaamt, visfchen, alzo met diergelyk zoort van Netten te visfchen, voortaan geheel verboden word. LXVIII. En nademaal Wy geinformeert worden, dat niet tegenftaande de ordres en bepalingen, al van ouds, omtrent de Schilden tot de Baarsnetten en Schakels geftatueert, en by het voorgaande Art. vernieuwd, zeer veele Visfchers meest met ongepermitteert Wand visfchen, ja zelfs geen behoorlyk Wand hebben, of posfedeeren, en Wy genegen zyn hun by fpeciaale gratie, en byzondere indulgentie te gemoet te koomen, zo vergunnen Wy dezelven by deeze, den tyd van een jaar, na de publicatie deezes, om zig inmiddels van hun ongepermitteert Wand te ontdoen, zullende na verloop van den voorfz. tyd van een jaar, het zelve nimmer gebruikt mogen worden: wordende diensvolgens den Fiscaal van het Jachtgerigt mits deeze gelast, om na de expiratie van de voorfz. tyd, op de executie der voorgemelde ordres na behoren te vigileeren, en tegens de Contraventeurs zonder eenige conniventie te procedeeren. LXIX. Niemand zal eenige Vyvers, Wateren of Gragten mogen infecleeren, vergiftigen of andere extraordinaire en  C 453 ) en verboden praóticquen gebruiken, om dezelve Visfchen te vangen en te vernielen, by poene van 20 Caroli-guldens, en daar en boven aan den Lyve geftraft te worden. LXX. Niemand zal zig vervorderen om te visfchen met eenigerhande Vistuig, als Netten, Wand, Hengelroeden of andere Inftrumenten, bekent of onbekent, Aalfuiken alleen uitgezondert, in de Rivieren, Meeren of Binnen-wateren van deeze Provintie, geduurende de maanden Maart, April en May van ieder jaar, by pcene van vyf-en-twintig Caroli-guldens voor de eerfte maal, vyftig gelyke Guldens voor de tweede maal, te bekeeren als vooren, en verbeurte der Vischtuigen, en boven dien by arbitrale correftie. En word het Dobber visfchen met kleine Visch ten eenemaal verboden, by pcene als vooren. LXXI. Dog word het visfchen met Fuiken, zo wel voor, naar, als geduurende de verboden tyd, by deezen geaccordeert, onder deeze bepaling, om niet anders dan Aal en Snoek, tot en met zig te mogen neemen, en alle andere Visch, van wat naam die ook mogen zyn, die in hunne Fuiken waaren gevangen, weder te laaten zwemmen, zonder zig te verftouten, om andere Lil 3 Visch  ( 454 ) Visch als Aal en Snoek meede te neemen, zullende die geene, die bevonden word contrarie deezes gehandeld, en andere Visch dan Aal en Snoek, na zig, en meede genomen te hebben, niet alleen hunne Fuiken verbeuren, maar daar en boven vervallen zyn in eene boete van vyftig Goud-guldens voor de eerste maal, hondert Goud-guldens voor de tweede maal, en boven dien arbitralyk gecorrigeert worden , wordende het Jachtgerigt geordonneerd, dit.Articul ftrikte en zonder eenige conniventie na de letter te executeeren En word elk en een iegelyk, hy zy, wie hy zy, geauthorifeert om die geene, welke mogten bevinden contrarie deezen Articul gehandeld, en andere Visch dan Aal en Snoek meede genomen te hebben, de Fuiken af te neemen, en aan den Fiscaal van het Jacht gerigte over te zenden , die beneffens de boeten in deezen gefteld, in cas de Overtreder kan betalen, aan den Aanbrenger zal worden toegekend. LXXII. Zo word insgelyks elk en een iegelyk vrygelaten, om aan die geene, die in de verboden tyd bevonden word te visfchen, anders als met Aal-fuiken, de Netten , verboden of gepermitteerden, op het Schild of anders, of met kleine Visch aan Dobbers vast, Netten, Dobbers en gereedfchappen daar toe gebruikt, af te nèemen, en aan den Fifcaal van de Houtvesterye worden aangebragt', welke alles aan den Aanbrenger zal worden toegekent. LXXIIL Dat  C 455 ) L XXIII. Dat geduurende de verboden tyd , geen Rivier, Meer of Binnen-waterfche Visch zal worden ter Markt gébragt, verkogt of gekogt, gevent of vereert, of in Huizen , Herbergen of elders geconfumeert, of in Korven, Kaaren, Schuiten, Bonnen of eenige diergelyke Inftrumenten bewaard of gehouden , het zy dezelve alhier in de Provintie gevangen, of van elders mogten zyn ingebragt, by pcene van vyf-entwintig Guldens , boven confiscatie van Kaaren &c. waar in dezelve bewaard word, uitgenomen Aal en Snoek, welke te vangen naar inhoud van Articul 71 word gepermitteert, en dus van dit verbod is en blyft uitgezondert. LXXIV. Iemand eenige van voorenftaande Articulen overtredende , zal verbeuren t' eiken reize een hondert Goud-guldens, exempt daar andere pcenen nominatim zyn uitgedrukt. LXXV. En by aldien men zodanige Perfoonen niet op der daad konde bevinden, zal de Fiscaal van het Jachtgerigte een jaar daar na Aéfcie mogen aanftellen, beter kennisfe bekomen hebbende. LXXVI. Zo  C 456 ) LXXVI. Zo verre eenige onmondige Kinderen of Dienstboden , in de boeten in deezen gemeld, mogen koomen te vallen, zal men dezelve op hunne Ouders, Voormombers en Broodheeren refpeétivelyk mogen verhalen, die daar voor convenibel en executabel zullen zyn. LXXVII. En zullen alle voorfz. en volgende boeten, ten zy by een van deeze Articuls anders verdeelt, koomen een derde part voor den Aanbrenger, een derde voor den Fiscaal van het Jachtgerigte, en de overige derde voor den Armen der plaatze, daar het delict is geperpetreert. LXXVIII. Word ook allen Grietsluiden, en andere Officieren, mitsgaders hunne Bedienden, Hoplieden en Bevelhebberen, 'sAmpts beëdigde Dienaren van de Houtvesterye, wel expresfelyk amptshalven bevolen, om deeze voorgaande Poinélen ftrictelyk in alle manieren te onderhouden, en de Overtreders, zonder eenige oogluikinge te vervolgen, 's noods te confineeren, en alle mefufen in haare Difr.ricr.en voorvallende te brengen ter kennisfe van het Jachtgerigte, en dezelve in alles behoorlyk te adfifteeren, by pcene in het 74 Articul vermeld. LXXIX. Dat  C 457 ) LXXIX. Dat alle voornoemde beëdigde Perfoonen, in haare aanbrengingen zullen worden gelooft, en daar op regt gedaan, ten waare de Gecalangeerde wettige reproches daar tegen had in te brengen, of dat de Rechters door andere middelen of preuven het contrarie kwam te geblyken. LX XX. Indien iemand , het zy Edel of Onedel, doende tegens deeze Ordonnantie, de Dienaars van de Houtvesterye of andere daar toe bevel hebbende, dreigde, kwalyk toefprak of feitelyk bejegende, zal t' eiken reize boven de boeten van het exces, nog verbeuren vyftig Guldens. LXXXI. Ordonneerende den Fiscaal van het Jachtgerigte, alle Overtreders van deeze Ordonnantie, van wat qualiteit of charge die zyn, het zy in de Militie of elders , te calangeeren en te regt te Hellen, alleen voor het Jachtgerigt, en tegens denzelven ter caufa van alle deliéten op de Jacht, en by occafie van dien gepleegt, voor zo verre niets Crimineels involveeren, zodanigen eisch en conclufie te neemen , als de zaak zal vereifchen, waar op het Jachtgerigte fommierlyk de Mmm plano,  C 458 ) plano, en zonder eenige verdere provocatie zal regt doen en difponeeren na luid deezer Ordonnantie, ten waare de omftandigheden mogte vereifchen, dat aan de Beklaagde een convenabele tyd wierd vergunt om zyn onfchuld te doen geblyken, zonder dat de Fiscaal over eenige mefufen zal mogen compofeeren als ten overftaan en approbatie van twee Gecommitteerden uit het Jachtgerigte, by pcene van vyftig Guldens boven het geene door hem by compofitie is bedongen. LXXXII. En by aldien het exces of deliét mogte zyn Crimineel, zal by het Jachtgerigt de bewyzen aan den Procureur Generaal deezer Landfchappe ter hand worden gelteld, die den Delinquant naar de wetten en costumen deezer Landen voor den Hove Provintiaal zal moeten aélioneeren. LXXXIIL Dat het Jachtgerigte zal vermogen nitheemfche Perfoonen , die in deeze Provintie koomen jaagen of fchieten, ook inlandfche lopende Gezellen, die geene Goederen hebben, het Jacht-Reglement overtredende, te doen arrefteeren, en in de Gyzeling (zo voor de boete en kosten geen cautie kunnende Hellen) laaten bewaren , en dezulke fchuldig bevonden wordende, en onvermogend om het gewysde te voldoen, daar over met  C 459 ) met Bannisfement in 't Landfchaps Tugt- en Werkhuis , na exigentie van zaaken voor een of meer jaaren te Bannen- LXXXIV. Zullende voorts alle Overtreders, ter zaake als vooren, door een Staaten Boode ter requifitie van den Fiscaal worden geciteert, die daar voor niet meer als voor andere exploicfen zal genieten, tegens den eerften Maandag in de maand van May, en eerste Maandag in de maand September van ieder jaar, zullende zyn de ordinaire Vergaderingen van het Jachtgerigte, voor tien uuren 's morgens , op de groote Vertrekkamer op het Collegie binnen Leeuwarden , en ten daage dienende de zaak, na verhoor van Parthyen de plano afdoen, ten waare de omftandigheden het anders mogten vereifchen, als Articul 82 word gezegt, zullende die geene die in Perfoon geciteert zyn, en niet compareerende op bekomene eerste accufatie , worden gecondemneert, in zo verre van haare overtredinge geblyke; dog het exploiót niet in Perfoon gefchiedende , zal op nieuw Citatie moeten worden gedaan. LXXXV. Dat insgelyks de Staaten Deurwaarders gecommitteert zynde by het Jachtgerigt tot invorderinge der Mmm 2 boeten,  C 46b ) boeten , fampt executie der Defaillanten als anderzints, gehouden zullen zyn, het zelve te doen, en dien te neffens haar te reguleeren naar haare Inflructie; derogeerende hier meede alle voorige Placaaten op de Jacht en Visfcherye gemaakt, en behouden aan Ons de Ampliatie of Alteratie van dien. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven in 'sGravenhage den 18 April 1771. W. Pr. v. ORANGE, 0Ter Ordonnantie van ZYNE HOOGHEID T. J. de LARREY. P U B L I-  C 4*i ) PUBLICATIE Tot Confervatie van de Fefanten in de Provintie van Vriesland. Wy WILLEM, by der gratie Gods Prime van Orange en Nasfau , Sc Sc. Sc. ALlen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , S ALUT: Alzo Wy in ervaringe gekomen zyn, dat in de Provintie van Vriesland , en bepaaldelyk op het Bild, Fefanten geplant zyn, en het zig laat aanzien, dat by aldien dezelve in de Aankweking, het zy door Vangen of met Schietgeweer daar op uit te gaan, niet geftoort, verjaagt of geheel verdelgt worden, zy zig merkelyk zullen vermenigvuldigen, en by meerdere verfpreiding veel Cieraad aan de Jachtvelden Mmm 3 geeven?  C 46a ) geeven, en den geregtigden tot de Jacht, tot nut en vermaak kunnen ftrekken; Zo is V, dat Wy, niet alleen tot bereiking van dit Ons oogmerk, maar ook tot confervatie van dat Edel Gevogelte in de gemelde Provintie, en tot beneficeering van een ieders geregtigheid tot de Jacht, goedgevonden hebben te ftatueeren en te ordonneeren, gelyk Wy doen door kragte deezer, dat van nu af aan, en gedurende den loop van drie agter een volgende jaaren, niemand, onder wat voorwendzel hoe genaamd, de vryheid zal hebben, om op Fefanten te jaagen, die met Nettuigen of andere Inftrumenten te vangen of te dooden, of met Geweer daar op te fchieten, zullende, in cas van Overtredinge, den Daader, voor ieder ftuk vervallen in een boete van vyfentwintig Goud-guldens, boven de verbeurte der Inftrumenten , die daar toe mogte gebruikt hebben, en deeze boete bekeert worden, een derde aan den Fiscaal van het Jachtgerichte, een derde aan den Aanbrenger, en een derde aan den Armen der plaatze alwaar de Overtredinge is voorgevallen. Beveelende den Toezieneren, op de refpeétive Jachten in deezen zorgvuldig te waaken; op de ftriéte nakoming van deeze Onze Publicatie nauwkeurig acht te geeven; en de Overtrederen, zonder Conniventie, het Jachtgerichte aan te brengen, op dat aan den inhoud Onzer welmeeninge mag worden voldaan. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretendeeren, zal deeze alomme worden gepu-  C 463 ) gepubliceert en geaiïigeert daar men gewoon is zulks te doen. Gegeeven in 'sGravenhage den 18 April 1771. W. Pr. v. ORANGE, 0Ter Ordonnantie van ZYNE HOOGHEID T. J. de LARREY, Pli ACA A^C  PLACAAT Houdende Verandering in de Lyste der Impofitien. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen, SALUT; Boen te weeten : Dat Wy gehoort hebbende het Rapport van de Heeren Onze Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantie op de Impofitien, en na ingenomen Advis van Zyne Boorluchtigfte Hoogheid den Heere Prime Erfftadhouder , hebben goedgevonden, in die Ordonnantie te maaken de volgende Veranderingen; als in de GENERALE ORDONNANTIE. Pag. 66, agter Artikel 134 zyn gevoegt deeze volgende woorden: Het zy Fat, Pak, Kist, Baal, Koffer of diergelyke, zotter eenig onderfcheid of'de geflokene Goederen tot een het zelve of meer andere Middelen behoren, mits de gefraudeerde Goederen per ftuk, geen twaalf Guldens waardig zynde, de Fraudateurs in ft ede van de boete van hondert vyf tig Guldens op yder ftuk, zullen  C 465 ) zullen kunnen volfaan met de boete van het drievoud boven de Confiscatie van het gejlokene, zonder in deezen Injlantien te rekenen. Agter het 45de Artikel is gefteld: En word dezelve vryheid, onder gelyke Conditiën aan Sytze Roelofs Nicoïay vergund. Agter het 135de Artikel: En zal over de Boete en Confiscatie voortaan, niet moogen gecomponeert worden. Agter het i42fte Artikel: En zullen de kosten van Procedures, zonder onderfcheid van verfcheidetie Middelen , ten laste van den Lande, nooit hooger worden gevalideert als in eene Infantie. LAKENEN. En eindelyk is het 3 de Artikel van 's Lands Lyst op de Lakenen geamplieert met de volgende woorden: Dog by geval op eene andere plaats als waar zyn Uitgevoerd, Ingevoerd wordende, zullen dezelve conform de Lyst moeten worden Aangegeeven, op de plaatze van den Opjlag gevifi'teert, door dezelfde Opzichters, die by den Uitvoer de Vifitatie hebben gedaan, en bevonden zynde dezelfde Goederen te zyn die Uitgevoerd zyn, zullen zy zulks in dorfo van het Uitvoer-Cedulle verklaren , en aan den Collecleur der plaatze overbrengen, om als een Infolvent Rest te worden verantwoord. Nnn En  C 4*5 ) En op dat niemand van dit geflatueerde onkundig blyve, zal deeze op de gewone wyze en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 23 April 1771. ü. v. B ü R M A N I A, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, H. W. v. PLETTENJBERG. PUBLI  C 467 ) PUBLICATIE Nopens de Vreemdelingen, die met Lakenen en Krameryen daar toe behorende, omlopen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooï'en leezen, SALUT; Doen te weeten : Dat aan Ons Klagten zyn gedaan , door een merkelyk aantal van Kooplieden in Lakenen, en Krameryen onder dat Middel behorende, in de kleine Steden deezer Provincie woonagtig, over het omlopen van Vreemdelingen en Jooden met Koopmanfchappen, die onder bovengedagte Middel zyn begrepen , en waar door niet alleen deeze Supplianten in hunnen Handel zeer Nnn 2 bena-  ( 468 ) benadeelt worden, maar ook het gemeene Land door het vermenigvuldigen der Sluikeryen fchaade zoude lyden; om nu deeze Klaagers eenigzints te gemoet te koomen, en de kwaade Praétycquen, die door een al te groote vryheid in deezen, ligtelyk zouden vermeerderen, zo veel mogelyk te verhinderen; Zo is V, dat Wy, na gehoord te hebben het Rapport van de Heeren Gecommitteerden tot de Revifie van de Ordonnantie op de Impofitie nopens deeze zaak gedaan, en na ingenomen Advys van Zyne Doorlnchtigjie Hoogheid den Heere Prince Erfjladhouder, hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen door kragt deezes , dat in het toekomende geene Vreemdelingen in deeze Onze Provincie zullen mogen omlopen, en te koop uitveilen of verkopen, eenige Koopmanfchappen of Krameryen, onder het Middel der Lakenen in de Ordonnantie op de Impofitien begrepen , ten waare dezelve in Vriesland eene vaste Woning hebben, en de Lasten van Hoofd- en Schoorfteengeld betalen, by pcene van 25 Gouden Vriefche Ryders in cas van Contraventie voor ieder Overtredinge te verbeuren; en zullen daar te boven de Koopmanfchappen, die verkogt of te koop geprefenteert zyn, worden geconfisqueert, en de Officier die de Calange doet een derde, de Aanbrenger een derde, en de Armen der plaatze , daar de verkopinge of uitveilinge gefchied, de resteerende derde der boeten en confiscatien genieten. En  C 469 } . En op dat niemand van den inhoud deezes eenige onkunde voorwende, zal deeze alomme worden gepuv bliceerd, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 23 April 1771. U. v. BURM ANIA,Vt Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Nnn j PUBUr  C 470 ) PUBLICATIE Van de Approbatie van het Floreen-Register van Hemelumer Oudevaart en Noordwoude. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat by het Groot Rapport over de Floreen-Rente in den jaare 1764 uitgebragt, aan Ons gebleeken zynde de noodzakelykheid, om het Floreen-Register van de Grietenye Hemelumer Oudevaart en Noordwoude te vernieuwen , Wy daarom ten dien einde de nodige aanfchryving aan het Geregte hebben gedaan; en nadien nu ter voldoeninge aan deeze Onze Ordres, aan Ons is geëxhibeert een geheel nieuw Register van de Floreenen des gemelden Deels, het welk Wy door de Heeren Onze Gecommitteerden in 't Mindergetal hebben laaten examineeren; Zo is't, dat Wy, gehoord hebbende het Rapport van gedagte Heeren van 't Mindergetal , hebben goedgevonden, dit geheel nieuw en verbeterd Cohier te approbeeren, en te ftellen tot een regul,  C 471 ) regul, na welke de Floreenen in die Grietenye zullen werden ingevordert en betaald, met last aan een iegelyk, om zig daar na eeniglyk te gedragen: en vermits door de meenigte der veranderingen, in dit nieuwe Cohier voorkomende, het ligt zyn kan, dat deeze en geene zig daar by agt benadeelt te zyn, zo word door deezen aan alle de geene, die hier by eenig belang mogten hebben, de tyd van een jaar gegunt, binnen welke zy zig aan het Geregte van voorfchreven Deele kunnen addresfeeren, ten einde van hun bezwaar redres te verzoeken. En op dat niemand hier van onkunde voorwende, zal deeze op de gewone tyden en plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 25 April 1771. ü. v. BURMANIA, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERG PLACAAT  C 472 ) PLACAAT Nadere Prsecautien tegens den Uitvoer van Rundvee. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooien leezen , SALUT; Dom te weeten : Dat in Onze Vergaderinge voorgedragen en in overweginge is genomen, hoe bezwaarlyk de Opzichters op de Grenzen geplaatst, den Uitvoer van Rundvee, gelyk meede den Invoert inzonderheid aan de Landkant kunnen beletten , zo dat vermoedelyk, volgens ingekomene berigten, niet tegenllaande de ftrenge Placaten daar tegens geëmaneert, dagelyks Beesten uit deeze Provincie na Overysfel en Drenth worden vervoert; vermits nu zulk eene handelwyze niet alleen ftxekt tot openbare veragtinge van Ons hoog en wettig Gezag, maar ook gefchikt is om te verydelen het heilzaam Oogmerk, het welk Wy ter aankweekinge van het Rundvee , en ter afweeringe van eene nieuwe Befmettinge, door het doen ftandhouden Onzer vorige Beveelen, tragten te bereiken; Zo is V, dat Wy na rype deliberatie hebben goedgevonden te ftatueeren, gelyk Wy doen by deezen: Art. L  C 473 ) Art. I. Dat een Verkoper van Rundvee verpligt zal zyn, van den Kooper te neemen eene fchriftelyke Verklaring, door den gemelden Kooper en twee Getuigen geteekend, welke Verklaring op een ongezegeld papier zal mogen worden gefchreven, dog zal moeten inhouden de naam van den Kooper en Verkoper, het hair en de merktekenen van het Beest, mitsgaders de prys die daar voor word betaald, en eindelyk de dag op welke de Aflevering gefchied, by poene van twintig Goud-guldens in cas van Contraventie voor ieder Runderbeest te verbeuren door den geenen, die het zelve , zonder zulk eene Verklaring te ontvangen, zal hebben verkogt en afgelevert; en zal dit geftatueerde plaats hebben in allerley zoort van Alienatien. I I. Dat geen Rundvee aan iemand, die in deeze Provincie geen vaste wooning heeft, zal mogen worden verkogt, verwisfeit, of onder eenigen anderen titel overgedragen , by pcene van vyfentwintig Gouden Vriesfche Ryders voor ieder Beest te verbeuren, met Confiscatie daar te boven van het verkogte en veralieneerde; en zal de Kooper het regt hebben , om de prys indien die reeds betaald is, condictione indéitt te rug te eifchen. Ooo III. Dat  C 474 ) I I I. Dat alle Opzigters, Dorpregters , Executeurs en Geregts-Dienaars de vryheid zullen hebben , om in de Diftriéten, die aan de Zeekusten grenzen, of aan de Landkant naast aan Overysfel, Groningen , en Drenthe zyn gelegen, wanneer hun zulks goeddunkt, zo by de Huislieden, als andere Perfoonen Vifitatie te doen, ten einde na te gaan het getal der Runderbeesten , die in hunne Stallen, Schuuren, of Weiden worden gevonden; en als naderhand eenige dier Beesten vermisfen, zullen de Eigenaars , of die geene, in wiens Weiden die gelopen, of Stallen en Schuuren geftaan hebben, verpligt zyn op requifitie van de Geregten, Commifen, of Opzigters en Dorpregters te verklaren, aan wie de vermiste Beesten verkogt, of waar gebleven zyn, by p Veste, Lieve, Bezondere! WY hebben na examinatie van de Staat der onkosten van de Wakers en Lopers op de Zeekusten in UE. Diftrict of Stad gevallen, en volgens Onze aanfchryvinge van den 7 November des voorledenen jaars door de Generale Collecteurs betaald, goedgevonden UE. door deezen te adverteeren, deeze Penningen wederom te kunnen ontvangen, of laaten af haaien onder het pasfeeren van behoorlyke Quitantie, ten Comptoire Generaal van den Raad en Rentemeester benevens Ontvanger Generaal van de Confumptie deezer Provintie, W. H. v. C. B. T. Schwartzenberg en Hohenlansberg, wordende UE. gelast zulks ten fpoedigsten werkltellig te maaken, en om na het ontvangen van deeze Penningen, dezelve aanftonds te reftitueeren aan de Generale Collecteurs in UE. Diftrift of Stad die dezelve hebben geëxpendeert, om alle confufie in hunne afrekeningen zo veel mogelyk voor te koomen. Ooo 3 Waar  ( 478 ) Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 23 May 1771. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland f TerOrdonnantievanHunEd.Mog. P U B L L  C 479 ) PUBLICATIE Tot Verbod van Uitvoer van Hooy en Stroo. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat by Ons in ernftige overweginge genomen is, de fchaarsheid van Gras, dewelke in veele Diftricfen deezer Provincie volgens ingekomene berigten plaats heeft, zo dat niet zonder reeden gevreest word, dat het Hooy gewas in deezen jaare fchraal en gering, en dus nauwelyks toereikende zyn zal, om de Runderbeesten, die door den zeegen des Allerhoogften wederom beginnen te vermenigvuldigen, en het andere Vee van nodig Voedzel te verzorgen: Om nu hier in zo veel mogelyk te voorzien, en de goede Ingezetenen voor gebrek  C 480 ) gebrek van dit Voeder, het welk door den gedurigen Uitvoert merkelyk moet vermeerdert worden, te behoeden; Zo ts het, dat Wy hebben goedgevonden, overeenkomftig met het voorftel door de Heeren Gedeputeerde Staaten aan Ons gedaan, allen Uitvoer van Hooy en Stroo, buiten Vriesland te verbieden, gelyk verboden word by deezen, tot aan den iften Junius 1772 ; en zal dit Verbod beginnen ftand te grypen op Donderdag den 4den July 1771, des avonds met het ondergaan der Sonne, zo dat na dien tyd geen Schip met Hooy of Stroo geladen, zal moogen uitgaan, of uitgelaten worden, of op eenige andere wyze de Uitvoert gefchieden , by poene dat de Contraventeurs van deeze Onze Ordres en welmeeninge zullen verbeuren een hondert en vyftig Caroli-guldens voor ieder Overtredinge, boven de verbeurte van de Ladinge, Schepen, Wagens, of andere Inftrumenten, waar meede de Uitvoert gefchiedis, of word ondernomen, te converteeren een derde voor den Officier die de Calange doet, een derde voor den Aanbrenger, en een derde voor de Armen der plaatze van de Contraventie: En worden de Zylvesters, Sluiswagters, Commyfen en Opzigters op de Havenen en Toegangen deezer Provincie, op het ernftigfte gelast in deezen allezints oplettende te zyn, en de fraudes met de daad te beletten. En op dat een ieder hier van verwittigt werde, en geen onkunde kan voorwenden, zal deeze alomme worden  C 48i ) worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 3 July 1771. ü. v. B ü R M A N I A, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. WAAR-  C 482 ) WAARSCHOUWINGE Aan de Ingezetenen, dat de Invoer van Rundvee in Vriesland verboden blyfr. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , S AL UT; Doen te weeten: Dat de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, by Misfive van den 24 Junius deezes jaars, Ons hebben verzogt alomme in deeze Provincie te willen laaten publiceeren en affigeeren, de aan Ons toegezondene exemplaren van eene Publicatie , by gemelde Heeren Staaten Generaal gearrefteert, en in welke Publicatie Hoogst dezelve, de vermindering van de Regten op het Rundvee, van buiten de Republycq inkomende, by Placaat van den 2 April jongstleden vastgefteld, continueeren tot aan het einde van dit loopende jaar; en vermits Wy om moveerende redenen dit Verzoek van Hunne Hoog Mogende niet hebben willen weigeren, maar om aan het zelve te voldoen , de nodige orders tot het doen van de verzogte publicatie en affixie hebben geftelt; Zo is het, dat Wy ter voorkominge van misverftand, en affnydinge van alle voorwendzelen der kwaadwillige, hebben goedgevonden Onze Ingezetenen op nieuws te. waar-  C 483 ) waarfchouwen, dat door de afkondiging van deeze Publicatie van de Heeren Staaten Generaal, geenzints eenige inbreuk gefchied, of verandering gemaakt word in het Placaat op den 2 Julius 1770 gearrefteert, maar dat het Verbod van Invoer van Rundvee in Vriesland, daar in vervat, zyn volle kragt behoud , en ftand grypt ter tyd toe, dat het zelve door Ons, of de Heeren Gedeputeerde. Staaten uit Onzen naame zal zyn herroepen. En op dat niemand hier van onkundig blyve, zal deeze op de gewone tyden en plaatzen worden gepubliceert , en voorts geaffigeert daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerelblveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 July 1771. U. v. BURMANIA, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERa Ppp 2 PUBL I-  C 484 ) PUBLICATIE Waar by het Uitgraven en zoeken van Wormen op het Strand agter FERWERT word verboden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat het Dykgeregte van Ferwerderadeels Zeedyks Contributie, aan Ons by Requeste heeft te kennen gegeeven, dat zeedert eenige jaaren , en inzonderheid in het najaar van den jaare 1770, een menigte Menfchen, zomtyds wel ten getale van 30 of 40, hun werk hebben gemaakt aan het Strand, voorby het Westen van het Dorp Ferwerd, tot in het puncl van den Aanwas, Wormen  C 485 ) Wormen te zoeken, en ten dien einde diepe Gaten in de Grond aldaar te graven; welk beftaan ten gevolge heeft, dat de Aarde die uitgedolt is, door het opkomende Water wegfpoeld, daar door het reeds aangegroeide niet alleen vermindert, maar ook de Aanwas verders belet word; zo dat door deeze handelwyze, gemelde Dyksgeregte vreest binnen weinige jaaren genoodzaakt te zullen zyn , om ter voorkominge van ongevallen, hier uit voortfpruitende, Kosten te maaken, die het zelve onmogelyk in ftaat zoude zyn te hoeden: Voorts over den inhoud van dit Request, ingenomen zynde de berigten van de Dyksgeregten van de Contributien van West-en Öost-Dongeradeel; Zo is het, dat Wy na overweginge van de verfefiiliende begrippen, in deezen plaats hebbende, en na rype deliberatie hebben goedgevonden en verftaan , het zoeken en uitgraven van Wormen op het Strand voorby het Westen, van het Dorp Ferwert tot in het puncf van den Aanwas te verbieden , gelyk zulks verboden word by deezen ,, by poene van 25 Goud-guldens, door een ieder die daar ter plaatze Wormen uitgraaft, of uitgegraven zynde opzoekt,, wegens elke Overtreding te verbeuren, een derde ten profyte van den Aanbrenger, een derde voor den Officier die de Calange doet, en de overige derde ten voordeele van de Armen der plaatze , in welke de Contraventie word gepleegt. , Ppp 3 En  C 48(5 ) En op dat niemand ten dien opzigte onwetenheid voorwende , zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 9 July 1771. U. v. B U R M A N I A, vt. Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Veste;  C 487 j Veste, Lieve, Bezondere! INgevolge de Refolutie der Heeren Staaten Onze Principalen , op den 9 July jongstleden genomen, hebben Wy goedgevonden UE. aan te fchryven en daar door te gelasten, om de hand te houden aan de ftrióte executie van 't Placaat en Reglement op de Botervaten, op den 9 Maart 1768 door Hun Ed. Mog. geëmaneerd; en verders by deezen te ftatueeren eene posne van 25 Goud-guldens, tegens de Waagmeesters die hier ontrent in gebreke mogten blyven. Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UE. in de befcherminge van God Almagtig. Leeuwarden den 11 July 1771. UE. Goede VRIENDEN, De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, TerOrdonnantievanHunE&Mog. PUBLI.  PUBLICATIE Nopens eene belasting op den Uitvoert van Aardappelen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen, S AL UT; Doen te weeten: Dac Wy in aanmerkinge hebbende genomen, hoe de Aardappelen, niet tegenftaande de belasting van twaalf Stuivers per Ton op dezelve, by Onze Publicatie van den 27 Februarius 1771 gelegt, fteeds op eenen hoogen prys blyven, en dus de minst vermogende van Onze goede Ingezetenen, door deeze duurte , gevoegt by die van andere nodige Levensmiddelen, by continuatie worden gedrukt; Zo is het, dat Wy om aan dezelve eenigzïnts te gemoet te koomen, en egter andere, die uit de aankweekinge van deeze Vrugt des Lands, welke dagelyks vermeerdert, hun beftaan hebben, niet te zeer te bezwaaren, hebben goedgevonden de Aardappelen by den Uitvoert by continuatie alleen te belasten met zes Stuivers per Ton , in te gaan met den eersten September 1771, en eindigende met den eersten Maart 1772 , by poene van Confiscatie der Aardappelen, die zonder betalinge deezer Belas-  C 489 3 Belasting worden uirgevoert, en van de Schepen , Wagens en andere Inftrumenten, waar meede de Uitvoert gefchied of word ondernomen, te converteeren een derde voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier der plaatze in welke de Contraventie word gepleegd , en de resteerende derde ten voordeele van de Armen dier plaatze. En op- dat niemand hier van onkundig zy, zal deeze alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 Augusty 1771. U. v. BURMANIA,Vfc Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Qqq PLACAAT1  C 490 ) PLACAAT Op den Uitvoert van Osfen en Bullen. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Dat Wy m overweginge hebbende genomen , dat het Rundvee m deeze Onze Provincie, door de goedheid des Allerhooglten, en door de by Ons op den In- en Uitvoert gefielde Orders, in zo verre wederom begint te vermenigvuldigen , dat de Landen op verfcheidene plaatzen behoorlyk kunnen worden beflagen; Zo h 't, dat Wy, om eenigzints te gemoet te koomen aan die Ingezetenen, die hun werk maaken van het Aankweeken en Vetweyden van Osfen, hebben goedgevonden den Uitvoert van Osfen en Bullen buiten de Provincie te permitteeren van den eersten September tot den laatften O&ober 1771 , onder de volgende Conditiën: 0 1. Dat de Osfen en Bullen die uitgevoert worden, ten minsten zullen moeten oud zyn twee jaaren. II Dat de Uitvoert niet zal mogen gefchieden als uil de Havens van Harlingen, Workum en de Lemmer. III. Dat  C 49i ) III. Dat de Infcheping zal moeten gefchieden hy ligten. Sage, en in het by wezen van twee Opzigters, dieprcefent zullen moeten zyn by ieder Schip dat geladen word, en dat de Inlading zal moeten gedaan worden niet binnenlands, maar in die drie Plaatzen. En worden de Commifen op gemelde Havens fpeciaal gelast, om op de Infcheping, zo veel doenlyk, te letten, by dezelve praefent te zyn, en de Opzigters tot hun pligt te houden, op dat alle fraudes en illufie van Onze te vooren gegeevene Orders, door onder dit voorwendzel Koeyen uit te voeren, voorgekomen werden. En zal deeze, op dat tot een ieders kennis koome, alomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 10 Augusty 1771. U. v. B ü R M A N I A, vt. TerOrdonnantievanHunEd.Mog, H. W. v. PLETTENBERG. Qqq & PU'BLI.  c 492 y PUBLICATIE Waar by de Uitvoer van Aardappelen word verboden. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hoo^ ren leezen , SALUT; Doen te weeten: Dat ter Onzer kennisfe gekomen is, dat de voorzieninge, by Onze Publicatie van den 10 Augusty jongstleden, ter voorkominge van den al te grooten aftrek der Aardappelen na buiten, gedaan, niet heeft kunnen verhinderen , dat dezelve thans tot eenen merkelyken prys zyn gerezen, en dat daar door, en door de fteeds toenemende duurte der nodigste Levensmiddelen, de min vermogende Ingezetenen deezer Provincie, reeds merkelyk gedrukt worden, en het te vreezen is, dat zonder nadere voorzorg, de fchaarsheid en benauwtheid in den aanftaanden Winter zeer zal vermeerderen; Zo is 'f, dat Wy, allezints genegen zynde om in hunne behoeftens te voorzien, en aan dezelve eenige  C 493 ) ce hulpë toe te brengen, met ter zyden ftellinge vari alle andere redenen , die in deezen in aanmerkinge konden komen, hebben goedgevonden, den Uitvoert van Aardappelen buiten de Provincie van Vriesland ten eenemaal te verbieden, gelyk zulks verboden word by deezen, by poene van vyf honderd Caroli-guldens wegens ieder overtredinge van dit Ons bevel te verbeuren , mitsgaders de confiscatie van de Aardappelen., die of dadelyk worden Uitgevoert, of welkers Uitvoer, word ondernomen, en van de Wagenen, Schepen, of andere Inftrumenten, die hier toe worden gebruikt; alles te converteren een derde voor den Aanbrenger, een derde ten profyte van den Officier die de Calange doet, en de overige derde ten voordeden van de Armen der plaatze, in welke de contraventie gefchied; en zullen de Overtreders by wanbetalinge der boete in deezen gefteld, door het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten , gebannen worden in 's Landfchaps Tugt- en Werkhuis om aldaar te werken de tyd van vyf jaaren; en zal dit Verbod, (het welk een aanvang zal neemen op den sden November aanftaande, met den opgang der Sonne, ) ftand blyven houden, ter tyd en zo lange, het door Ons, of de Heeren Gedeputeerde Staaten , in Onzen name word herroepen; Voorts bevelen Wy alle Officieren en Magiftraten der Diftri&en en Steden op de Grenzen gelegen, mitsgaders de Commifen, Opzigters, Chergers en Zylvesters, die op de Havenen en Toegangen deezer Provincie geplaatst zyn, om op de executie van deeze Qqq 3 Onze  C 494 ) Onze orders te letten, daar aan de hand te houden» en tegen alle fraudes te waken. En op dat de inhoud deezes tot een ieders kennis werde gébragt, zal het zelve worden gepubliceert en geaffigeert op de tyden en plaatzen, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert ende gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 31 Oclober 1771. U. v. BURMANIA, vt. Ter Ordonnantie van HunEd.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. PUBLI.  ( 495 ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Osfen en Bullen word toegelaten tot den laatften December. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S AL UT; Doen te weeten: Dat Wy in Onze Vergaderinge overwogen hebbende, hoe volgens ingekomene berigten, de Uitvoer van Osfen by Onze Publicatie van den 10 Augusty 1771 toegelaten 9 niet van groot belang, en zelvs in de maand van September jongstleden gering geweest is, en dat Wy dus Ons oogmerk, zynde het voordeel van Onze Ingezetenen , daar in handel dryvende, niet ten vollen hebben bereikt; Zo is 7, dat Wy, ter aanmoediginge van de aankweeking deezer Beesten, en ter vermeerderinge van het nut, het welk de Provincie daaruit kan trekken, hebben goedgevonden en verftaan, de vryheid Van Uitvoert van Osfen , (des dat dezelve 2 jaaren of daar boven oud zyn) en Bullen, die met den laatften October geëindigt is, op nieuws te vergunnen»  'C 496 ) gunnen, en den Uitvoert derzelver toe te laten (gelyk gefchied by deezen ) tot aan den laatften December deezes jaars; alles onder de voorwaarden, pracautien en orders, in onze bovengemelde Publicatie van den 10 Augusty jongstleden vermeld , dewelke hiér voor gerepeteert worden gehouden. En op dat de inhoud deezes tot een ieders kennisfe kome, zal hier van op de gewone tyden en plaatzen publicatie en affixie gefchieden. Aldus gedaan, gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den i November 1771- U. v. BURMANIA, Vt, Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. P UBL I-  C 497 ) PUBLICATIE Tot opfchorting van de Zetting op het Roggen Brood. Wy WILLEM, 'by der gratie Gods Prinee van Orange en Nasfau , £?c. £?c. &c. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, S ALUT; Doen te weeten: Alzo de Edele Mogende Heeren Staaten deezer Pro-' vincie, by Hoogst derzelver Refolutie van den eersten deezer Maand, hebben goedgevonden, uit overweginge van de duurte der Levensmiddelen, de Zetting van 't Roggen Brood, (dewelke thans door de Magiftraat der ftede Leeuwarden volgens 's Lands Ordonnantie Lïb. 4, Tit. 13, Art. 8. word gedaan) op te fchorten tot den eersten Maart 1772; Zo is V, dat Wy. by deezen volgens Hun Edel Mog. last, alle en iegelyk Ingezeten hier van kennisfe geeven, wordende teffens de refpective Geregten van Grietenyen en Steden op het ernstigfte gelast, niet alleen om op 't Gewigt en de gualiteit van het Roggen Brood ten nauwRrr keurig-  ( 4$8 3 keurigften agt te geeven, maar ook om alle kwaade» praótycquen en handelingen die hier ontrent mogten gefchieden, zo veel mogelyk in den haaren te weeren ende te beletten. En op dat niemand hier van onkundig zy, zal deezen alomme ter gewoner plaatzen worden gepubliceert ende geaffigueert. Aldus gegeeven op 't Collegie binnen Leeuwarden den 4 November 1771. H. v. SLOTERDYCK,Vt Ter Ordonnantie van Hun EcLMoo;. H. H. v. WYCKEL. PLACAAJ  ( 499 ) PLACAAT Tot Verbod van Uitvoert van Rogge, Boekweit &c. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SALUT; Doen te weeten: Dat in Onze Vergaderinge voorgedragen is, hoe dat alle Granen , en inzonderheid de Rogge en Boekweit fteeds in prys toenemen , zo dat daar door eene nog grotere fchaarsheid, als thans plaats heeft, tot merkelyke bezwaringe van de gemeene Ingezetenen deezer Provincie te vreezen is; en vermits Wy op alle mogelyke wyze aan dezelve, en voornamentlyk de min vermogende, die door de duurte der Eetwaren het meeste worden gedrukt, eenige verligting zoeken toe te brengen , en hun, zo veel de omftandigheden des tyds toelaten, te hulpe te komen; Zo is dat Wy, na ernstige deliberatie, hebben goedgevonden den Uitvoert van Rogge, Boekweit, Garst, Erweten en Boonen buiten Vriesland, gelyk meede het gebruiken van Rogge, tot het Stoken van Sterke Dranken te verbieden, gelyk zulks verboden word by deezen, ter tyd Rrr 2 en  C 500 .) en zo lange dit Verbod het zy door Ons, of door de Heeren Gedeputeerden op Onze fpeciale last opgeheven, en wederom ingetrokken word, by pcene, dat de Overtreders van deeze Onze orders niet alleen zullen verbeuren deeze Veldvrugten en Granen, die dadelyk worden Uitgevoert, of van welke de Uitvoer is ondernomen, gelyk meede die tegens dit Verbod, tot het Stoken van Sterke Dranken worden gebezigt, en daar te boven by ieder Overtredinge van deeze Onze nodige voorzieninge vervallen, in eene boete van vyf hondert Caroli-guldens, met confiscatie van de Schepen, Wagens, Karren of andere Inftrumenten, die tot den Uitvoert of het ondernemen van dezelve worden gebruikt; welke boeten en confiscatien alleen zullen gevordert worden voor het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten, en geconverteert een derde ten voordeele van den Lande, een derde ten profyte van den Aanbrenger, en de refteerende derde voor de Armen der plaatze, in welke deeze Overtredingen worden gepleegt of ondernomen; en zo iemand onwillig of onvermogend was om deeze geftatueerde boete te voldoen, zal hy deswegen by wanbetalinge worden geftraft door gemelde Heeren Gedeputeerden, met een Bannisfement in het Landfchaps Tugt- en Werkhuis voor den tyd van vyf Jaaren; Voorts belasten Wy alle Officieren en Magiftraten der Diftriéten en Steden op de Grenzen gelegen, mitsgaders de Commifen, Opzigters, Chergers en Zylwagters die aldaar geplaatst zyn, aan de nauwkeurige nakominge van deeze  C 501 ) deeze Onze beveelen de hand te houden, en zo veel in hun is tegens alle contraventien te waaken. En op dat niemand van den inhoud deezes onkunde zal kunnen voorwenden, zal hier van op de gewone plaatzen publicatie en affixie gefchieden. Aldus gedaan 3 gerefolveert ende gearrefteert op het Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 14 November 1771. U. v. B U R M A N I A, vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog. H. W. v. PLETTENBERG. Rrr 3 PUBL %  C 502 ) PUBLICATIE W y WILLEM, by der gratie Gods Prince van Orange en Nasfau , Sc Sc. Sc. Mitsgaders DE Gedeputeerde Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien ofte hooren leezen, SAL UT; Doen te weeten: Alzo 'er twyffeling is ontftaan, ter gelegentheid van 't jongde Placaat door de Heeren Staaten deezer Provincie op den iflen deezer geëmaneert, tot affchaffing van de Zetting op 't Roggen Brood, of namentlyk het zelve buiten de Steden gebakken, nu, behoudens het Privilegie van het Bakkers Gilde , op Week- ofte Marktdagen in de Steden zoude mogen worden ingebragt en verkogt; Zo is 't, dat Wy (na dat alvorens het Quartier der Steden zig aan Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince Erffadhouder Sc. Sc Sc deezen aangaande hadde geadresfeert, gelyk meede de Magiftraat en Vroedfchap dar Stede Leeuwarden, en * Hoog  ( 503 ) Hoog gemelde Zyne Hoogheid by Misfive van den ao November jongftleden hadde goedgevonden, aan Ons Hoogst deszelfs Confideratien omtrent deeze materie te communiceeren) met Zyne Doorlugtige Hoogheid van gedagten zyn, dat by aldien dit Verbod in de tegenswoordige omftandigheden van tyden inftandblyft, het zelve ten eenemaal onvrugtbaar zoude maaken de goede oogmerken, die de Heeren Staaten Onze Principalen gehad hebben, met de affchaffing of discontinuatie van de Zetting van 't Roggen Brood, derhalven hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan door deezen, om buiten effect te ftellen, gelyk gefteld word door deezen, het voorfz. Verbod van Invoert in alle de refpeótive Steden deezer Provincie, zo lange als de vorengemelde discontinuatie van de Zetting duuren zal, ongepraejudicieert nogthans het Klein Gemaal in die Steden alwaar 't zelve geheven word, en onder referve van Zyne Hoogheids nadeTe Interpretatie over den inhoud van \%6 Articul van de Bakkers Gilde-Rolle te Leeuwarden , vergeleken met het 53 Articul van 't Reglement Reformatoir, en zonder derhalven, voor als nog finaal te bepaalen, of 't Verbod van den Invoert van Brood binnen de Stad Leeuwarden conform 't eerstgemelde Articul aldaar ftand kan houden of niet. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude kunnen voorwenden, maar zig in het debiteeren en verkopen binnen de Steden, gelyk ook ter Markt brengen van 't Roggen Brood volkomen zal hebben te reguleeren »  C 504 ) guleeren, zal deezen alomme ter gewoner plaatze worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gedaan op 't Collegie bin-, nen Leeuwarden deezen 2 6 November 1771. N. A R N O L D I,Tt Ter Ordonnantie van Hun Ed.Mog, H. H. v, WYCKEL. PÜBLI.  C 505. ) PUBLICATIE Waar by de Uitvoert van Meel, van Rogge &c. gemalen, word Verboden, gelyk mede van Mout en Gort. DE Staaten van Vriesland allen den geenen, die deezen zullen zien of hooren leezen , 5 AL UT; Doen te weeten: Dat door het Collegie der Heeren Onfe Gedeputeerde Staaten, ter Onfe kennisfe is gébragt, dat, volgens het Rapport van den Hooft-Commis, by de Lands Bedienden, aan wien het Opzigt over het invorderen der Middelen is vertrouwt, twyffeling ontftaan was, of het Uitvoeren van Mout, Gort, en Meel van Rogge, Boekweit en Garst gemalen, moeste geagt worden by Onze Publicatie van den 14 November 1771 verboden te zyn, dan of het verzenden der Eetwaren buiten de Provincie tot hier toe aan een ieder vryftonde: En vermits Wy zonder eenige bedenking van oordeel zyn , dat de Uitvoert derzelve allezints onder het gedaan Verbod begrepen is, en de toelating van dien, tegens Sss het  ( 506 ) het heilzaam oogmerk, door ons in deezen beoost zoude ftryden; Zo is het, dat wy ter voorkoming van misverftand, en affnydinge van alle voorwendzelen, hebben goedgevonden, den Uitvoert van Mout Gort, en Meel van Rogge, Boekweit of Garst gema-' len, mitsgaders Roggen Brood buiten Vriesland te verbieden, gelyk zulks verboden word by deezen ter tyd toe, dat deeze Onze orders, door Ons of de Heeren Gedeputeerden op Onze fpeciale last zullen zyn herroepen, alles onder de ftraffen en verbeurte in Onze Publicatie van den 14 der laatst gepasfeerde Maand vermeld, en vastgefteld, dewelke in zo ver! 'ïltl IZ g,eh°Uden V°°r herhaaId' met »«t aan sLands Bedienden, om zig na den inhoud deezes te gedragen, en tegens alle fraudes te waaken: do* od dat de Inkoop der Provifien voor de Scheepen, die hier worden uitgerust, of overwinteren, en zis te gens het Voorjaar alhier Provianderen, of aan Ei>e~ naars in deeze Provincie wonende toebehoren, door deeze Onze voorzieninge niet belemmert werde, verklaren en willen Wy, dat dezelve vryelyk zullen mogen worden Uitgevoert, des dat de Schippers of Reders zullen verpligt zyn, een Lyst van den voorraad, die zy opfiaan, over te leveren aan de Commis van het Diftri&, in welke de inlading gefchieden de begroting van welke voorraad, zal moeten gefchikt zyn, na de groote der Scheepen, en diensvolgens de fterkte van het Scheepsvolk, mitsgaders de afgelegentheid der Plaatzen, na welke de Scheepen gedeftineert zyn,  C 507 ) zyn, en de langdurigheid der reyzen , op dat door deeze pracautien alle misbruik van deeze vergunde vryheid werde voorgekomen. En op dat niemand hier van onkunde zal kunnen voorwenden, zal deeze op de gewone plaatzen worden gepubliceert en geaffigeert. Aldus gerefolveert en gearrefteert op 't Landfchaps-huis binnen Leeuwarden den 6 December 1771. U. v. B U R M A N I A, vt. TerOrdonnantievanHunEd.Mog. H. W. v. PLETTENBERG.