■   NIEUWE NEDERLANDSÈHE JAERBOEKEN, of VERVOLG der MERKWAERDIGSTE GESCHIEDENISSEN, "die voorgevallen zyn in de VEREENIGDE PROVINCIËN, d k GENERALITEITS LANDEN, en de VOLKPLANTINGEN van den STAET. ZESTIENDE DEELS DERDE STUK. MDCCLXXXI. Te AMSTELDAM, By de Erven van F. HOUTTUYN. Te L E T D E N, By P. van der EYK en D. VYGII.   NIEUWE NEDERLANDS CHJE JAERBOEKEN, J u l ¥ MDCCLXXXI. GELDERLAND. Arnhem. Wy hebben in ons naeftvoorgaend ftukje voor May van het verzoek gefproken van de O. I. Maetfchappy dezer Landen om convoy te hebben , als mede het rapport, daer omtrend uitgebragt, medegedeeld. Laten wy thans eens zien 3 welk befluit de Staeten van Gelderland op hunnen Landdag, in deze hooimaend buiten gewoon in deze Stad gehouden, op dit punt hebben genomen. Het zelve is van den 20 July 1781. en aldus luidende. Veneris den 20 July 1781. Ts gehoon het Rapport van cie Gecommitteerdens ■*■ deefer Provintie ter Vernedering van Haar Hoog Mogende, houdende, dat, ter voorfchreve Vergaederinge ingebragt fynde een Refolutia van de Heeren Staaten van Zeeland, waar by Hoogftdefelve zig conformeren met het Generaliteyts Raport, den 19 May, jongftleeden^ uitgebragt op Tttt een Arnhem.  1326 NIEUWE NEDERLANDSCHE Arnhem. Befluit der Stat van Gelder/, wegens de O. I. Moetfchappy. 1 een rniffive van de Gecommitteerde Bewindhebber ren uit de refpedtive Kameren van de Generaeie Nederlandfche Geodtroyeerde Ooft-Indifche Compagnie ter Vergaederinge van Zeeventhienen, daar by verloekende,datdenaer de Indien gereed leggende, Scheepen, door een convenabel getal Oologfchepen, mogten worden geconvoyecrt, ook ter felver tyd het voorfchreve raport, voorbehoudens egter de vrye deliberatie van de Heeren Staaten der reipeétive Provinciën, de Provintie van Holland daar in geconfenteert hebbende, omtrent bec vinden van fondfen , waar uit de koften zouden kunnen worden goedgemaakt, was gebragt ter conclufie, gelyk fulx naader was gedetailleert in de bylagen, daartoe fpedlerende. Waar op gedelibereert fynde, hebben Haar Ede. Ie Mogende, het gecne door de voorfchreve Gecommitieerdens in defen is verrigt, fig laten wel. gevallen, defelve, dien onverrnindert, authorife. rende, om , omtrent de fondfen, waar uit de kos. ten zouden konnen worden gevonden, met concurrentie der andere Provintien, fodaane fchikkinge te maken, als fy het convenabellte zullen oordeelen. en vermeenen te behooren. fin fdl Extracl deefes aan meergemelde Gecor^ mïtteerdens worden toegezonden, om te ftrekb™ tot haar narigt. * u Hoogftgemelde Heeren Staten hebben op 3en zelfden 20 July nopens de verhooginï der foldyen het navolgend befluit genomen. Veneris den 20 July 1781. rjntfangen een miffive van Haar Hoog Mogende di gefuhuueVn 'sHagedeQ 'o deefer maand, toe Bylnge hebbende copie van etn miffive van den Raad van Staaten van daags te vooren, houdende :en voorflag, om de gemodereerde verhooging der raftementen, en foldyen voor het meerended der. Trou'  JAERBOEKEN , July, 1781. 133* Troupes van den Staat, by Haar Hoog Mogende Refolutie van den 10 May, laaüleeden, alleen tot het uyteynde van dit jaar vaftgefteld, verder te doen continueren, en op den Staat van Oorlog, voor den jaare 1782, te doen brengen, tot vooriominge van aUe confufie en nadeel, welke by ontftentenifie van dien voor de militie van den Staat te wagten foude fyn, alles breeder daar by gedetailleertverfoekende Haar Hoog Mogende, dat daar in door deefe Provintie meede mogte worden geconfenteert, en wel foo tydig, dat den Raad van Staate in ftaat foude mogen fyn, de daartoe nodige veranderinge op den Staat van Orr'og voor 1782 te konnen formeeren. Waarop gedelibereert lynde, hebben Haar Edele Mogende zig met die gedaane voorflag geconfnimeert, en daarin geconfenteert, gelyk daarin coi.f-jnteeren by deefen. Zullende hier van Extract gezonden worden aan de Gecommitteerdens deefer Provintie ter Vergaedering van Haar Hoog Mogende, om daar van de nodige opening te doen. Hoeveel belemmering de geftremde vaert op onze bezittingen veroorzaekt, en hoe veel nadeel daeruit ontftaet, is niet noodig te gewagen. De Staten dezer Provincie namen den 2.0 July 1781. een befluit nopens de petitie van 1200000 gl. om ter beveiliging van die vaert te dienen, zynde van dezen inhoud: Veneris den 20 July l78r. /"Vitfangen een mifllve van Haar Hoog Mogen^ de, gefchreven in den Haag den 20 des laaft afgelopene maands Juny, tot Bylage hebbende ee« ne Petitie van den Raad van Staate van denfelven datum, ter fomme van 1200000 guldens, om te , Tttt * ftrek- Arit- HEM. Befl. van Geld. omtrend de verhoging van Solayen.  ïS28 NIEUWE NEDERLANDSCHE HEM. Bejl. van Gelderl, nopens de Ï20000C ter beveiligingder vaert -enz. [trekken tot een Fonds, ter beveiliging van de Navigatie op de Colonien van deefen Staat, fynde de billyke, en dringende redenen, en motiven, die daar toe fouden kunnen, en moeten dienen , by het raport, en advys, weegens de voorfchreve faak omtrent 't verfoek van veele GeintrelTeerdens in de Commercie op defelve ColoDien daartoe gedaan , ter Generaliteit den 14 des voorfchreve maands uitgebragt, in het breede gedetaitleert en opengelegt ; verfoekende Haar Hoog Mogende zeer vriendelyk en teffens op het ernfligfte,in aanmerkinge van de importance deefer faak, en de fpoed, die defelve was vereyfchende, dat in die petitie door de Bondgenoten, hoe eerder foo liever, mogte worden geconfenteert, en derfelver Confenten met rtëele furniffementen aanftonds bekragtigt. Waar op gedelibereert fynde, hebben Haar Edele Mogende, figh met het vooraangetogene uitgebragte raport, en advys in alle fyne leeden, en dtelen conformeerende, ten gevolge van dien, in die gedaene petitie van iïocooo Guldens geconfenteert , gelyk daar in confenteren kragt deefes, met authorifatie op het Gecombineerde Collegie deefer Provintie, om, foo drae defelve Petitie ter conclufie fal fyn gebragt, ten aanfien van de quota deefer Provintie, fulx aanitonds met reëele furnisTementen te bekragtigen. En fal hier van Extract aan de Gecommitteerdens deefer Provintie, ter Vergrederinge van Haar Hoog Mogende, worden toegefonden, om daar van de nodige opening te doen. -'Ter gelegenheid der klagten van den Hertog van Brunswyk tegens den ftap der Stad Amfteldam, van welken wy onder uit's Hage breeder moeten fpreken, hebben de Staten dezer Provincie den 30 July het navolgend Placaet beraemd en doen afkondigen: Wy  JAERBOEKEN, >/y, 17^5 1329 W7y Erv-Stadhouder en Raaden in naame van W de Ed. Mogende Heeren Stagen des Furftendombs Gelre ende Graavfchaps Zutphen, doen te weeten; Alzoo Haar Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal deezer Verëenigde Nederlanden by Haare Brieven van den 2 July laatftleeden aan de Heeren Staaten van de reipective Provintien, om reedenen d«ar by vermeld, hebben verzogt en in bedenking gegeeven, of niet zouden kun. ren goedvinden om elk in den Haare, ingevolge de Placaaten van den Lande, de noodige voorzieninge te doen, ter beteugeling van de Auteurs. Drukkers en DefTeminateurs van alle fameufe Li. bellen en quaadaartige Lafterfchrifeen, waar b} den Heer Hertog van Rrunswyk, Veldmaarfchall. van deczen Staat', in ?vn Eer en goede Naamzoc fenfibel word aangetaft en gcfletrifleert; en dai Haar Edele Mogende de Heeren Stanten deeze: Furftendombs ende Graavfchaps by Haare Refo lutie van den 20 July daar aan volgende zig me; dien voorflas; ccnformeerende hebben goedge vonden, om Ons te authoriferen om op dit fubjef een Placaat te concipiëren, en zoo als gebruike ivk te doen publiceren ; Zoo is 't, dat Wy in naame als boven, inge vol°-e cn ter voldoeninge aan voorf. Refolutiè merfinhïefie van voorige Placaaten, welke op dee ze materie mogten geëmaneert worden gevonden in zoo verre daar uit in 't generaal komt te blykei de averfie van de Wetgeevende Magt tegens zoo daanige ongeoorloofde handelingen, op nieuw- o] 't kragtigfte en ernftigfle verbieden, gelyk W; doen by deezen, het maaken, drukken , verkoo ren en verfpreiden van eenige Pasquillen , fameü fe en eerroerige Libellen, Gedigten , Gefchriftei of Printen, onder wat naam of piastext zulx 00. zoude mogen weezen, het zy met of zonder naan van den Maaker of Drukker, ook zoodaamgeGe fchriften en Libellen elders gemaakt of gedruk zvnde in deeze Provintie in te brengen of te di y Tttt 3 vul Arnhem. Verbod van pas' hvHlm tegens den Hertog van Brunswykenz.  133° NIEUWE NEDERLANDSCHE Arnhem. Verbod van pas kwilkn tegens den Her tog van Brunswykp»z, . f C, G, HULTMAN, vulgeren, direct- of indireftelyk en onder war praetext het zelve ook zoude mogen zyn, en hei zy kwamen te ftrekken tot nadeel en veragtin-™» of klemagtinge van de Hooge Overigheid, of van. -byzondere Perfoonen van de Regeering, of andere hooge of laage Standsperfoonen in Dienft van deezen Staat, en in 't byzonder van opgemelte •Veldmaarfchalk den Heere Hertog van Brunswyk. op poene van confiscatie van aile de gedrukte of eefchreeven Exemplaaren, die daar van binnen deeze Provintie mogten gevonden worden, voorts op eene boete van een duizend Guldens, zoo wel by den Auteur, als Drukker, Uitgeever, Inbrenger, Diftributeur of Verkooper t' eiker reis te verbeuren, en daar en boven van arbitraire correctie na exigentie van zaaken, de voorf. boete t' appliceren een derde part voor den Officier, die de calange komt te doen, een derde voor den Aanbrenger, wiens naam des begeerende zal worden gefecreteert, en het laatfte derde part voor de Diaconye van de Plaats, alwaar de calange zal zyn gedaan Lattende Wy alle Amptluyden, Droflaarden, Magiftraaten, Richteren, Schouten ende een iegelyk dit refpeftivelyk aangaande, om dit Ons Placaat prascifelyk en na behooren te executeren, en te doen executeren zonder eenige de minfte diffimulatie of conniventie. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretenderen, zal dit Placaat ter gewoone plaatze worden gepubliceert en gcaffigeert na behooren, Dies ten oirconde is des opgemelten Furftendombs ende Graavfchaps fecreet Zegul op 't fpatium deezes gedrukt, enz.  JAERBOEKEN, >/y, i^p. 133* HOLLAND. Men heeft zedert eenigen tyd meer dan ooit de Vorften zien reizen, en vreemde landen en Volken bezigtigen, en zulks onder de gedaente van byzondere perfoonen, met aflegging van alle luifter, om zo alle pligtsplegingen aen hunnen rang anders wel vei'fchuldigd , zo wel voor hen zeiven als voor anderen ten uiterften laftig, te vermeiden. ÏNfa Kzaer Pieter I, Alleenheerfcher over alle Ruflen, is dit zeldzaem geweeftj dog de fchrandere Guftaef III, en Jofeph II, hebben met !"£gt geoordeeld, dat, die Volkeren wel zullen bellieren' , Volkeren moeten leeren kennen , en, daer 'er geene burgermaetfehappyen zyn , die niet eenige nuttige inftellingen hebben, dat het dus van het grootibe belang is, dat goede,dat nuttige, datwyze van alle volkeren op te fpooren, en zich ter navolging voor te Hellen ; eindelyk, dat befpiegelende kennis en berigten hier te kort fchieten, maer dat een Vorft, die de dadelyke regeerkunde tragt te verkrygen, de wyze inftellingen van andere Volkeren ter plaetfe zelf moet navorffchen en leeren kennen. In 't voorleden jaer heeft de Koning van Zweeden, onder den naam van den Graef van Wasa reizende, ook deze geweften, althands deze Provincie bezogt. De Keizer, die voor twee jaeren de Keizerin van Rusland een bezoek heeft gegeven, die ook Frankryk heeft bezogt, en door gemeenzaemheid en weetgierigen yver zich veel roem heeft yerTtu 4 wof-  133* NIEUWE NEDERLANDSCHE Holland. worven, befloot na de dood van zyne door* lugtige Vrouwe moeder een reife naer zyne bezittingen in de Nederlanden te doen, en by die gelegenheid het nabuerig Holland te bëzigtigen. De tydsomftandigheden maekten deze reis van dubbeld belang. Het oorlog van Engeland met Frankryk en Spanje hadt de Scheepvaert en Koophandel der Hollanderen zeer doen toenemen, egter zo dat Oliënde daer ook eenigzints in deelde: dog na dat eindelyk te onbeperkte nayver en heerfchluft der Engelfchen ook de vereenigde Nederlanden in het oorlog hadt gelleept, zogt de Koophandel, wars van twift en oorlog, eene fchuilplaets in de onzydige Keizerlyke Nederlanden. Oliënde bloeide in fcheepvaert en handel zo zeer, als men nimmer beleefd hadt; men verheugde zich aldaer niet alleen over den tegenwoordigen voorfpoed, maer vleiddezich al, van den Koophandel, die voor twee eeuwen, door burgerlyke beroertens, onverdraegzaemheid en vervolging in zaken van den Godsdienft, voor al door de zagte regeeringwyze dezer Republiek, en ongekreukte Vryheid der burgers, naer de vereenigde Geweften van Nederland gevlugt was , tot zich te zien wederkeeren, en voor altyd by zich te velligen. Om deze hoop te verzekeren , dagt en fprak men al van de Schelde te openen j men fmeedde daer toeverzoekfchriften, in welken men de ryke voordeden van dien flap breed uitmeette, en dorll eindelyk den grootmoedigen Jofeph, in zyne Nederlanden aengekomen zynde, dusdanige verdoeken j van welker uitvoering eene trouwloze ver^  JAERBÓEKEN, >/y, 1781. 1333 verbreking van dugtige en in vollen-kragt zynde verbonden onaffcheidelyk is, voorft'ellen, dog welken van dien uitmuntende Vorft met die veragting zyn van de hand gewezen, die zyne gevoelens van regt en geregtigheid Hem inboezemden. Maer zo zeer als de verkleefdheid van dien Vorft aen de deugd en trouw, hem alle ongeoorloofde handelingen deedt wraaken; zo zeer fpoorde dc liefde en genegenheid jegens zyne Onderdaenen hem ten fterkften aen, om op alle wettige wyze derzelver voorfpoed te behartigen en te bevorderen, en zelfs van de omftandigheden ter tyden gebruik te maeken. Waeromtrend voornamenlyk twee middelen , welke de wysheid van dien Vorft hem aen de hand gaf , in aenmerking komen; namenlyk de vryheid voor de Proteftantenomopenlyk hunnen Godftdienft te oeffencn, en het maken van Oftende tot eenen Porto Franco, of vrye haven, waer alle Koopwaren zonder de belaftingen va*h inkomende en uitgaende regten kunnen in- en uitgevoerd worden. Buiten twyffel zyn deze middelen ten uiterften gefchikt tot den bloei van den Koophandel en Scheep vaert. En het is niet onmogelyk, dat deeze wyze fchikkingen in het nabuerig Nederland ook nieuwe maetregelen by ons noodzakelyk zullen maeken, willen wy den ' Koophandel, in onze Republiek zo gelukkig geveftigd, maer nu door het oorlog zo bekneld en benauwd, behouden cn bewaeren. Reeds voorheen by de wederoprigting det Stadhouderlyke regeering voor ruim dertig Jaeren is men bedagt geweeft op het midde vat Hol- land.  1334 NIEUWE NEDERLANDSCHE Holland. van een Porto Franco; maer het is 'er nimmer toegekomen, hoe zeer zulks egter was te wenfehen geweeft, en hoe langs hoe meer, door de nayver van andere volken in het Huk van den Koophandel, noodzakelyk is geworden. De billykheid pleit 'er ook ten eenenmale voor: want welke reden is 'er dog, dat de Kooplieden, die met het draegen van alle lallen nevens hunne andere medeburgers, tot onderhoud en befcherming van den Staet aen de landzyde, het hunne toebrengen; dat die niet ,wederkeerig mogen ondervinden, dat deze zelfde Staet van de Zee kant, en hunne vrye en onbelemmerde Scheep vaert, uit die gemcene 'sLands lallen befchermd en verdeedigd worden; maer dat zy byzonderlyk moeten bezwaerd en belaft worden, en alléén die gelden opbrengen, waer uit de koften tot een Zeemagt, voor deze Republiek zo onvermeidelyk , moeten gevonden worden ? Voor het opbrengen van welke kosaen zy egter, in eenige jaren, voor dat de Republiek in dit oorlog was ingefleept geworden , weinig Zeemagt gezien, en weinige befcherming genoten hebben. Maer om tot ons aengevangen verhael weder te keeren; de Keizer, het Opperhoofd van 't Duitfche Ryk onder den aengenomen naem van Graef van Falkenftein, zonder den minden luifter reizende, en in deze omftandigheden zyne Nederlandfche bezittingen bezoekende, vondt goed by deze gelegenheidhet zo zeer vermaerd Holland eens te bezigtigen, vooral om derzelve inftellingen tot bevordering van Koophandel en Scheepvaert, zo-  JAERBOEKEN, July, 1781. I335 20 van byzondere perfoonen, als van de Ooften Weft-Indifche Maetfchappyen, van naby te leeren kennen. Zodra zich eenige hoop opdeedt,van dien Vorft binnen onze Landpalen te zien, befloten de Algemeene Staten op voorftel van het voorzittend Lid, den 12 Juny, om aen den Keizer te Brufl'el door den Gezant Hop, van wegens Hun H. Mog. eene Gezantfchap van vier leden uit Hoogftderzelvcr vergadering aen te bieden, om den Vorft van wegens deze Republiek in derzelver nabuerfchap te komen begroeten. Dog de Keizer floeg zulks beleefdelyk af, en betuigde, dat het Hem aengenaem zoude zyn de gevoelens der Staten door den Heer Hop te mogen vernemen. Den 5 July kwam de Keizer over het Pouteyeer van Bergen op den Zoom, alwaer de Vorft de veftingwerken naeukeurig bezigtigd hadt, in een klein {loepje des namiddags te Rotterdam aen onder den naem van den Grave van Falkenstein , zynde alleen verzeld van den Graef De Tercy, een. bejaerd heer. Zyne Majefteit aen land geflapt wandelde door eene groote menigte nieuwsgierige aenfchouwers naer de Herberg 't Zwyns hoofd. Den volgende dag zynde Zondag, eerft den Godsdienft in de lloomfche Kerk in de Leeuwenftraet hebbende bygewoond, en daerna in een klein floepje geflapt zynde om naer Helvoet te gaen, wierdt net weder zo ftormig, dat het meer geraeden was te rug te keeren, zo als geicbiedde. De Keizer bragc dan die voordenmiddag door met de Stad en de Admiraliteits werf en magazynen te bt- zig- LAND»  I33<5 NIEUWE NEDERLANDSCHE Hol- l/umd. zigtigen, nam vervolgends de droogmakeryen rondsom de Had op, en een ontbyt by zyne Agent Ofy, Heer van Palenftein enZeg\i|aert, op laetftgenoemde Heerlykheid ; begaf zich vervolgends naer Delft , bezag met veel oplettendheid en genoegen de graftombens van twee grootemannen,Prins Willem den Eersten en Huxg de Groot, en keerde, des avonds wederom naer Rotterdam, in die te rug reize nog de buitenplaets ILofenhof van Gem..Heere Ofy bezigtigende, reidende vervolgends door de zogenaemde Boompjes, alwaer het fchoon 'gezigt over de Maeze den Vorft verrukte. Den 9 july begaf de Keizer zig met den Graef De Tercy, en den Heere Ofy op een Jacht om naer Hellevoet te zeilen, maer een opkomend onweder belettede wederom dit plan te voltrekken, weshalven men te Schiedam inliep, en vervolgens naer Rotterdam te rug keerde , van welke plaets Z. M. na de beurs en nog eenige merkwaerdighedcn bezigtigd te hebben, de reis naer 's Hage voortzettede, en in de Hofplaetfe des namiddags tuflchen drie en vier ueren met een gedeelte van zyn gevolg aenkwam, nemende deszelfs intrek in de Herberg het Parlement van Éngeland genaemd. Terftond ontmoette de Keizer een loper van den Veldmaerfchalk, Hertog van Brunswyk-Wolfenbuttel, liet zich door denzelven naer het huis van dien Hertog geleiden, en leide daer een bezoek af van een groot half uer, keerende vervolgends te voet naer de herberg, alwaer de Hertog/een ogenblik daer na, een tegen bezoek deedt. Het  JAERBOEKEN, July, 1781. 133: Het middagmael, naer gewoonte, zeer kort. beknopt en matig gehouden hebbende, (de ze fchrandere vorft, om zulks in 't voorb; gaen aen te roeren, oordeelt deszelfs tyd t koftelyk om met gaftmaelen door te brengen begaf zich by zynen Gezant, den Baron va, Reifchach, zynde door deszelfs zoon den Ge nerael Reifchach verzeld: van dezen ging d Vorft ten 7 uere by den Franfchen Gezar den Hertog Be la Vauguyon, en na een klei uertje toevens naer het Huis in 't Bofch, 01 den Stadhouder en zyne Gemalinne te be groeten; hieldt daer het avondmael met de Prins en Prinfes en derzelver Kinderen wierdt met een kort maer aengenaem mulie vermaekt, en vertrok omtrend den midde: nagt, veel later, als Hoogftdezelven gewoon i zig ter ruftete begeeven, naer Hoogftdeszeli herberg in 's Hage te rug. Den 10 July,na den Godsdienft in deK; pel van zynen gezant bygewoond te hebber deedt de Keizer eene wandeling naer Schev ningen, verrukt door de aengenaemheid va den weg, welke daer henen leidt; begaf zie by de te rug komft op de vergader plaetsva het krygsvolk, het welk tweemael talryker wa dan gewoonlyk; en welke door de menigi nieuwsgierigen by na niet te genaken wa De Prinfe Erf-Stadhouder en de Veldmae fchalk naderden om den Keizer te ontvangei Van hier bezag de doorlugtige reiziger de ve zameling van natuerlyke zeldzaamheden vê den Stadhouder, zich met derzelver beftie der, den Heere Vosmaer,veel onderhoude de, die ook van den Keizer met eene go d Hol- land, f P i t % K 1 I s s t- * n h n :e s. b> 1. rnr- 1- 1 > ?n  Holland. 3338 NIEUWE NEDERLANDSCHË den fnuifdoos, met diamanten omzet, befchcmken is, hebbende de bedienden aen de deur 50 ducaten ontvangen. • Verders begaf zich deze hooge Perfomed je naer het huis in *t Bofch, hieJdt het middagmael by de vorftelyke perfonen, met' den Hertog van Brunswyk, en veele Staetsdie* naers, welk middagmael meer de houding; hadt van een Vriendenmael dan van een feeft voor den eerften Vorft van Europa aengerigt. De Raedpenfionaris daer ook verzogt zynde hadt eeniger reden van verfchoonino- ten antwoord gegeven. Van hier keerde d&e Keizer na het middagmael, naer 'sliage, beza^ het Weeshuis, bragt een gedeelte van& den avond by den Franfchen Gezant door. en begaf zig hierop naer zynen herber°- en ter rufte. Dit zyn de hoofdzakelyke verrrgtingen in het kort verblyf,van dezen doorliifft&en Vorft in 'sHage, alwaer hy overal de^dóordrmgendfte bewyzen van zyn verftand weetgierigheid en onderzoekend vernuft,menfehhevendheid en edelmoedigheid heeft nagelaten. Men heeft veel over het oogmerk van deze reize gefproken; en, gelyk het doorgaens gaet, den luft tot gillingen in zaken van welke men onkundig is, niet weinig den teugel gevierd. Indien de Keizer, zich over de aengelegenheden van Europa met voorname perfonaedjen in gefprek heeft ingelaten , ■zo is, gelyk men ligt kan nagaen, daer van juift niet veel uitgelekt. Dit is zeker, dat Z. M. geen de minfte teken heeft gegeven van min gunftig voor deze Republiek te denken , veel minder van party met onze Vyan- derj  JAËRBOEKËN, >fy, 1781; 1339 *Sen te willen trekken. Want wat men ook van den overtogt en 't gefprek van den Hertog van Glozefter met den Keizer te Brugge moge denken; het is zeker , dat dit bezoek niet veel omtrend de politike zaeken heeft uitgerig-t, althands dit gevolg niet heeft gehad, dat Jofeph II. gezind is geworden deel in hei oorlog, veel minder deel voor de Engelfchen tegen de andere Oorlogende Mogendheden te nemen. Zo het iets heeft uitgewerkt, is het niet anders dan de poogingen van den Keizer, om de Vrede te bevorderen; fchoon eene Vrede, het zy algemeene tuffchen alle ■de thans oorlogende Magten, het zy byzondere tuffchen Engeland en deze Republiek, ganfch niet naby fc-hynt te zyn, en de Staetkundigen onverkomelyke zwarigheden zien, van welken,watde algemeene Vrede aengaet, de onafhangelykheid der Noord-Amerikaener geen der geringlle is, als welke de Engelfchen niet dan tot het uiterfte gebragt zynde zullen willen erkennen, en van welke onafhangelykheid nog de Noord-Amerikanen,nog derzelver Vrienden de Franfchen en Spanjaerden, nimmer zullen afgaen. En wat de byzondere Vrede van deze Republiek -mei Engeland betreft, het verbond van 1674. volgends welke wy de vrye Scheepvaert, en vervoer van houtwaren willen en moeten handhaven, en welk regt de Engelfchen ons nia willen overlaten, is een ftuk, het welk niei dan door de wapenen kan bellisd worden,en is dus geene minder onoverkomelyke zwarigheid. 't Is waer, de Engelfchen hebben zich zo Vwv 2eei Holland.  Holland. I 1340 NIEUWE NEDERLANDSCHE zeer gevleid, als de Hollanders gevreesd hebben, dat mogelyk de Keizer, natuerlyk aenegen om zyne ingezetenen gelukkig en bloeijende te doen zyn, deze gelegenheid zoude aengrypen, om den ouden Koophandel,eertyds door omftandigheden van tyden uit Zyne Nederlanden herwaerts gevlugt, daer wederom te herftellen; tot dat einde voordeelige verbmtenilTen met onzen Vyand aengaen en de Schelde, by het Verbond van Munfter tot voordeel van deze Republiek gefloten wederom openen en dus wederom zyne iNederlanden tot het middelpunt van den Koophandel maken. En vvaerlyk een ander Vorft, min regtvaerdig dan Jofeph en niet fchroomagtig om met de heilige verbonden, op zyn Engelfch, naer de regels niet van t regt maer van belang, en dat wel nog van een kortftondig en fchynbelang om te ïpnngen, zoude mogelyk ligtelyk tot zodanig een aenllag zyn overgeheld. Maer het doorlugtig hoord van hetDuitfche Ryk denkt te edelmoedig, en ziet al te wel met zyn doordringend oog, dat geen geluk van een ecmg volk beftendig kan zyn, ten zy op de gronden van regtmatigheid, billyklieid en ?oede trouw geveftigd. Hy verlangt wel het welzyn en den bloei van zyne onderdacnen maer tragt die door regtmatige middelen te bevorderen. Het is derhalven niet te verdonderen dat de Keizer in deze haggelyke >mftandigheden,die Oftendc denhandefplaets ielfs van de Hollanders maekte, het vair be;ang oordeelde, om zyne Nederlanden zelve n perloon te gaen bezoeken: en op de plaets ze]-  JAERBOEKEN, 178L 1341 zelve navorfchte , wat tot bevordering van: het geluk dier Landen van Hem afhing. Hy heeft ook in gevolgen van die nafporingen getoond een waer vader van zyn volk te zyn, de Kooplieden met veele voorregten, en Oftende byzondcrlyk met dat van eene vrye en onbelafte haven (Porto Franco) begunftigd; ook bevel tot aenbouwing van huizen, en vergrooting dier kleene Zeefiad gegeven, en nog een byzonder voorregt, een voorregt, op welke ieder menfeh volkomen regt heeft, maer welk recht door barbaerfcheid van zeden, door onkunde en derzelver onaffcheidelyke gezellinne , bygelovigheid , lang met voeten getrapt, nu eerft hier en daer het hoofd begint op te Heken, ik meen dat van vrye Godsdienft, vergund. Welke middelen alle men niet kan ontkennen, dat gepaft, rechtmatig, van eens ieders vrye willekeur afhangende, en eenen Vorft, die zyn volk bemint overwaerdig zyn; maer zodra de Antwerpenaers, die gewifl'elyk by het openen van de Schelde veel zouden winnen,by den Vorfl daer toe in een fmeekfehrift dorften aenzoek doen, heeft Hoogftdezelve hen grootmoedig geantwoord, dan hy veel deel in hunnen voorfpoed nam, denzelven op allerlye behoorlyke wyze verlangde te bevorderen j maer, wat het openen der Schelde acnging. dat 'er geen geringe hinderpael was, die hy niet in ftaet was weg te nemen, namenlyk dt heilige trouw van nog ftandgrypende Verbonden. Voorwaer een antwoord, het welk en de eerbiedige verwonderen der volkeren, en Vvvv a< jle 3ol- ,an0.  Hol- LAND. !34* NIEUWE NEDERLANDSCHS de navolging van alle Vorften dubbel waerdig is. De doorlugtige reiziger vertrok den n July van 's Hage naer Leyden en bezag in het voorbygaen de Kruidtuin van den Hoogleeraer Schiuenke; de L-uftplaets van den Prinfe van'Oranje, genaemd het kleine Loo, wegens de menigte van vreemde gediertensberoemd; en de Heerlykheid Zuydwyk, zynde deLuftplaets van den Grave van Wajfenaer. Te Leyden aengekomen zynde, en zyn intrek in de Gouden Leeuw hebbende genomen, begaf zich de Vorft, van de twee Hoogleeraers Pes* tel en Allemand verzeld, naer de Kruidtuin van de Hooge School, zag de verzameling van jSchilderyen van den Kunftkoper Delfos, de mathematifche werktuigen van den Heer Profelfor Allemand', vervolgends 's Lands fcoekerye, en de aldaer geplaetfte Kunftige Sfhaera, omtrend welken de Hoogleeraer van de Wynpersfe de noodige uitleggingen deedt, Van hier bezag de Vorft de Kamer der ontleedkunde, wordende het merkwaerdige en vooral de zeldzaemheden door den grooten Albinus nagelaten, hier door den Hoogleeraer in die wetenfchap Sandifort, aengewezen. De Hoogleeraer Allemand en de Leeraer Le Franc van Berkhey vertoonde aen Z. M. de verzameling van natuerlyke zeldzaemheden, en eenige oudheden, aen deze Hooge School door wylen den Heere Papenbroek gemaekt;voornaemelyk eene zeergroote fteen,voor eenigen eeuwen te Roomburg, by Leyden, gevonden, zynde een merkwaerdig gedenkftuk van de Vryheid der oude Ba-  JAERBOEKEN, July, 1781. 1343 tavieren. Deszelfs Opfchrift, van't welk de Letters nog wel zyn overgebleven, is van dezen inhoud. Gens Batavorum Amici et Fratres..',. Imp. Rom De Hoogleeraer Allemand maekte hier eene vernuftige toepaffing, wenfchende, dat het vrye Volk der Batavieren de vriend mogt blyven van den allerwaerdigften opvolger van Casfar, Joseph II, en broeders van zyne volkeren, hunne nabueren. De Keizer bezag ook nog eene verzameling van fchilderyen by Mevrouwe de Weduwe Tak; en ging vervolgends, fteeds te voet, van voornoemde Hoogleeraers verzeld, naer -  Holjlanjx i j < ] ] < i d * 1 NIEUWE NEDERLANDSCHEwooningen te vergeeffeh. aen. Men verhaeir dat de man van nog een ander huis oler zvn Hlrt^/e/\PyPje ?°kte> wanneer £ Heer Reifchach hem vryheid vroeg 0m zvn huis te gen zo voor hem, als no^'o^twee Sn£r4ferDe'D " ^ eenv£grooS- zei daer°p: ^ *J W e' ai, of xvaer is hy. De Heer Rei fchach antwoordde dat het een groS te W -lVel dan is het de Keyzer zelfs - wei\ Snam Ten 7?' * °P * ^ nernara den ander, Wf ^ a W? ™ gymy zeggen ofzvy uw huis eem J ; de Keizer zelf, dun moet ik het noe eer li aen myn zvyf vraegen. Heen gegaen ™ de kwam hy wederom met de boodfclac'dar Z Uur vn1 WÜd£ to^"eftPflodoa Se V n 1 °r dC n,eUS den Heër JïJgfcw* toe. Van hier vertrok Z. M. naer Zaendam voornamenlyk in houtwaren, wegensScheens- eTlS 'Z Intelbar£ ^'™ een van allerlye zoort, die voornamen!vk rtattf XI verwonderen, dat zodanige feerfchr n i ™ ^ yver en ^erkzaemheid eerfcht ryke mwooners heeft: en zo in dit n1 'blvtn1 ™ d^Noo^ollandfche plaetty-2 Y' d£ rvkdo^en beftendig, aen-ezien er nog geen pragt hoe genaemd is oorgedrongen, die het g'ewonnelgoed ver! tment le Zaendam egter was men c-een. mszolomp onbeleefd,^ te Broek S Zaeo-?  JAERBOEKEN, July, 1781.' 134/ Zaendammer Vrouw fprak den Keizer aen en verzogt hem zeer in haer huis eens te komen, het welk de minzame Vorft deedt, en van daer naer het huis wandelde, in hetwelk Pieter de Groote hadt gewoond, en waer. nog het timmer gereedfchap van datRuffiefch opperhoofd, van 't welk hy zig in zyne leer* lingfchap bediend hadt, tot eene gedagtenis bewaerd word. Van Zaendam vertrok de Keizer met de gewoone veerfchuit naer Amfteldam, alwaer hoogftdezelven tegen den avond aenkwam; zynde van den Generael De Tercy, en den Baron Reifchach verzeld. Aen den nieuwe Stads Herberg aen land geflapt zynde, ging de Keizer met de twee genoemde heeren wandelen om zyn herberg, bet wapen van Amfteldam genaemd, te vinden. Op het Cingel by de nieuwe Luterfche Kerk, voor welk een Sleeper met eene Koetsflee zyn volk ftondt op te wagten, kreeg de Keizer luft om de proef van zo een fleedje te nemen , en vroeg den fleeper om hem naer 't wapen van Amfteldam te brengen, 't welk deze weigerde 9 zeggende zyn Volk te moeten opwagten; en niet tegenttaende men hem al hooger loon, zelfs tot vier ducaten toe aenboodt, bleef weigeren. Hierop ontmoette men eenen kruyer, eenig goed kruyende,en vroeg hem om mede te gaen naer de genoemde herberg en den weg te wyzen; het welk ook deze, niettegenftaende hoog aengeboden geld, affloeg. Waerop de Vorft zeide: Ik zie wel, de lieden zyn hier te ftandvaftig; laet ons maer vraegende en zoekende voortgaen. Aen yvw 5 ïfe Hot-  1348 NIEUWE NEDERLANDSCHE LAND, de herberg gekomen, hadt men moeite om door de vergaderde menigte volks door te dringen; maer de Keizer, naer gewoonte zeer effen , en eenvouwig met een-n gryzen rok gekleed zynde, hebbende laerzen aen, en eene groote ftok met een yvore knop in de hand, was onkenbaer. Hy tradt in 't voorhuis en vroeg aen de huismeeftereffe , Juffrouw Tibaut, waerom zo veele menfchen voor het huis vergaderd waren. Dat is myn HeerJxeimm zy,om dat men den Keizer hier verwagt: ■ Welaen antwoordde dé Vorft, dan wil ik hem aen het volk voor het vengfter vertoonen; het welk hy ook terltond deedt, en hierop een kort bezoek van den Heer Berg , fchoonzoon van den Keizerlyken Agent den Heere Goll, ontvong, en vervolgends zich ter rufte begaf, terwyl eene onbegrypelyk groote menigte van nieuwsgierigen tot laet in de nagt voor de Herberg" vergaderd bleven. Den volgende dag, den 14, verzuimde Z. M. geen ogenblik om zyn kort verblyf ten nutte en ter voldoening van zyn oogmerk te befteeden. De Burgemeefteren, oplettend om alle dienft aen den doorlustigen reiziger toetebrengen, plaetften eenige dienders voor de trappen van de herberg, om de doorgans vry te houden , en alle ongeregeldheid onder het gemeen voortekomen. Ten 7 uere reedt Z. M. met de Heeren De Tercy en Reifchach naer de Admiraliteits werf, alwaer de menigte timmerlieden, tot over de 2000, wakker bezig waren of aen oude oorlogfchepen te vertimmeren of nieuwen te bouwen; en bezag de  JAERBOEK EN, July, 1781. 1349 de magazynen , tamelyk voorzien van alle die onbegrypelyke groote menigte van allerlye zoort van zaeken, tot het uitruilen van oorlogfchepen noodig. Van hier begaf zig Z. M. naer het O. I. buitenhuis , de werf en pakhuizen; vervolgends naer 't Gaflhuis het Rasphuis, het Spinhuis, het Aelmoezeniershuis, Oudemannen- en Vrouwen huis, het O. I. Binnenhuis, en bezigtede nog de verzameling van Chinees lakwerk van den Heef Ryk, en keerde hier op te rug naer zyne herberg om hor middag mael te houden. Na den middag deedt Z. M.' een togtje in eene huerkoets door de Plantage naer Zee'burg, eene vermakelyke herberg op den oever van het Ye, een half uer buiten Amfteïdam gelegen,en een verrukkelyk uitzigtovet het Y op de Noorhollandfche Dorpen Buikfloot, Schellingwoude, Durkerdam het Pampus en de Zuiderzee hebbende. Na dit togtje bezogt Z. M. nog de Synagoge der Portugeefche Joden, de zoogenaemdejB/oezm; Jan. alwaer verfcheidene vreemde Gediertens worden gehouden, en kwam eindelyk te rug in zyne herberg', wordende aldaer door eeneonbefchryllyke menigte van die begeerig waren den Vorft te zien ,"zo binnen als buiten 's huis opgewagt, en welken allen door denzelven in 't voorby gaen op het minzaemfte gegroed wierden. De vriendelyke gemeenzaemheic van den Vorft, gelyk zy de meeften met eene eerbiedige aendoening trof, zo verftoutte z\ zommig'en , die daerdoor waenden aengemoe digd te mogen worden, om wegens niet; be Hol- cash.-  XAtfD. 1 'i < 3 j *3S° NIEUWE NEDERLANDSCHE beduidende zaken den doorlugtigen perfoon lastig te vallen, en gehoor te verzoeken Ook hadt zich een Makelaer in fondfen verftout den Keizer te naderen, en een pakje met Obhgatten of Schuldbrieven op Silefie over te geven,van welker inhoud hy betaeling verzogt. Namenlyk Keizer Karei VI deedthier te Lande twee millioenen gl. opnemen, op de jnkomften van Silefie ; welk landfchap daerna by de Vrede van Breflau aen den Koning van Pruiffe is afgeftaen, op voorwaerde, dat deze Vorft die fchuld teffens zoude overneemen. Dog de Koning oordeelde daerna die fchulde met te kunnen betaelen, ten zy de Algemeene Staten dezer Landen het veilig bezit van dit verkregen Land, het welk als het onderpand van die fchuld was, Hem wilde vrywaeren en verzekeren , welk voorftel de Staten om veele redenen niet konden aennemen. Weshalven dan ook deze fchuldbrieven m verval en vergetenheid raekten tot den tyd toe van den laetften oorlog, wanneer het Huis van Ooftenryk een goed gedeelte van zyne bezittingen in Silefie te rug bekwam Toen kwamen die Obligatien wederom voor aen dag,en ftegen tot 50 ten honderd. Maer net de verandering van zaken, en Silefie op neuws aen -Pruiffe zynde afgeftaen, daelden ivederom die Schuldbrieven tot geen waerde, en lagen in vergetenheid tot dat gemelde nakelaer zich het voorftaen derzelver waer3e met zyn ftoutheid te kunnen herftellen naer wierdt van den Keizer met veel gevoeïgheid afgewezen, zeggende, dat die fchuld )p Sdcfie zynde geveltigd, van den bezitter  JAERBOEKEN, jtfi: ztff van dat Landfchap, en niet van Hem konde gevorderd worden. Ook is deze flap, over welke de Keizer niet minder dan vergenoegd was, niet alleen zonder voorkennis der Stads Regeering gefchied ,maer aen denzelven ook geenzints aengenaem geweeft. Wy moeiten nog melding maken van een lang mondgefprek, welk de Keizer met der» Burgemeefter Rendorp , Vryheer van Markette, heeft gehouden. Z. M. was begeerig van dezen heer in 't byzonder te fpreken, en de Heer Rendorp was hier van vooraf met brieven verwittigd. Zodra dezelven by den Keizer ontvangen was, begaf zich de Vorft in een gefprek, en geleidde den Burgemeefter in eene andere kamer, de deur agter zich toefluitende, welk mondgefprek omtrent anderhalf uer geduerd heeft. Het is niet te verwonderen, dat veele gillingen hier omtrend gemaekt zyn, maer het is te gelyk waer, dat het niet anders dan giffingen zyn, en dat het onderwerp van diergelyke gefprekken niet ligtelyk, althands niet fpoedig,uitlekt. Dit is zeker, dat de Keizer en in 'c gemeen eene uitftekende agting voor de Regeerders dezer Stad, en een byzonder behaegen in het onderhoud met den Burgemeefter Rendorp getoond heeft; hebbende by heü bezigtigen van het Stadhuis, openlyk ten aenzien van de onbefchryvelyke menigte Volks op den Dam, voor een open vengfter, gemeenzaem, met eene genoegelyke houding en langen tyd, met den Heere van Markette in gefprek geweeft, en by het affcheid nemen denzelven n^zaem ombqUcht. Hoe zeer dit ooi; Holland.'  335* NIEUWE NEDERLANDSCHE Hol- ook het nydig hart van die geenen, welken den y ver en moedigheid van de vryheid minnende Burgervaderen ondraeglyk fchyat, heeft ontdoken, die zulks wel anders wilden of zulks wel anders zouden willen doen geloven, het is niet te min openlyk bekend, dat de Keizer geen teekenen hoe genaemd heeft gegeven, dat hy of den Engelfchen, of, het geen nog erger luidt, den Engelfchgezinden Nederlanders, toegedaen was, of het plan en ftaetkunde van deze Stad afkeurde maer wel in tegendeel, dat hy zeer gunilig van het zeiven dagt, waervan hy des Zondags een doorllaend blyk heeft getoond. Den 15 July des Zondags woonde de Vorft den Godsdienft by in de Roomfche Kerk in de Spinhuis Steeg; alwaer men opzettelyk eene plaets hadt vervaerdigd, maer van welk Z. M. niet goedvondt zich te bedienen, meidende in alles zo veel mogelyk alle uitstekendheid, uitgezonderd die van uitmuntende deugden en vorftelyke hoedanigheden. Van de Kerk begaf Z. M. zig naer het huis van zynen Agent en Bankier Goll, welke door toenemende jaeren , en veel vergen van het gezigt blind geworden zynde, aen den Vorft verklaerde, nooit meer het gemis van dit edel zintuig gevoeld te hebben , dan op het tegenwoordig ogenblik, op het welk het hem van de aenfchouwing van de allerdoorlugtigfte perfonaedje beroofde. Hier de keurige verzameling van koftbarë tekeningen, welke niet veel haer wedergae heeft, voor een gedeelte bezigtigd hebben, bezogt Hoogftdezelven het fraei. en koftbaer geftof*. feercï  JAERBOEKEN, July, x^x. ^tf feerd huis van den Heer IV. van Brienên ,het huis van den Heeren Hope, en deszelfsfchoone verzameling van Schilderyen, reedt langs de Heeren en Keizersgragten en Buitenkant tot aen de Haerlemmer poort, en van daer langs de cingel tot aen het Stadhuis. De Hoofdofficier Dedel en Burgemeefteren Hoofdt, Rendorp en Elias wagtten den Vorflelyken reiziger aldaer op, terwyl 'er eene groote menigte der aenzienlykfte luiden vergaderd waren, om de doorlugtige perfoon van na by te zien; die met veel opmerkzaemheid al het fchoon befchouwde, het welk dit trots gebouw zo van buiten, als van binnen, zo van beeldhouwerk, als fchilder kunft oplevert, wordende overal van de Burgemeefters verzeld. Op het zien van de oude harnaffen onzer voorvaderen, die hier nog als gedentekens bewaerd worden, maekte Z. M. deze aenmerking, dat men die naer de andeder e Steden moe ft zenden: want, wat deze Stad betrof, dat die genoeg zucht voor hei Vaderland hadt. Diergelyke aenmerking maekte Hy ook op de Schilderftukken, welken onze burgerofficieren en fchutteryen vertoonen. Eindelyk, na alles met veel oplettendheid befchouwd, en als een eerfte kenner en geoefTend onderzoeker beoordeeld te hebben, wendde de Vorft zich tot de Burgemeefteren, bedankte denzelven beleefdelyk voor humie oplettendheid en onthael, en voegden 'er nog deze aenmerkelyke woorden by : Mejfieurs fai vu votre grande ville avec beaucoup de plaifir. Je faijis avec beaucoup drnprefftment cette qccoJïou 4& vous 4ire, que EÏOLCAND,  NIEDWE NEDERLANDSCHE Hol- r and. I je vous regarde comme de vrais patriottes. Je parle comme je penfe : c'eft-a-dire en cosmopolite. Mejfieurs perfifiez dans vos fentimens, & vos citoyens feront heureux. Dit heeft de Vorft gezegd ten aenhooren niet alleen van deze Burgemeefteren, maer ook van den Secretaris , van de eerfte en andere Klerke van eene groote menigte, welke meelt overal volgde , en met eene greetige oplettendheid de woorden van den Vorft als opvongen. Wat dierhalven ook anderen wederom mogen zeggen, welken deze gevoelens van dien uitmuntende Vorft, en eerfte perfonaedje van Europa, moeite doen; de waerheid is 'er opentlyk van bekend, en kan door geen nayver of jalouzy vernietigd worden. Te rug naer de Herberg gekeerd, hadt de Vorft nog een mondgefprek met den Burgemeefter Rendorp, hieldt een fober en kort middagmael en vertrok naer Utrecht, latende de levendigfte gevoelens na en indrukken van verwondering over de fchranderheid, zucht van onderzoek, oplettendheid, vernuft en uitgebreide kennis, alle welke hoedanigheden nog tran eene ongedwonge eenvoudigheid en minzame gemeenzaemheid, verzeld wierden. Des avonds laet kwam de Keizer te Utrecht aen, ruftte in de Herberg Het Kafteel van Antwerpen uit, en vertrok den volgende dag zeer vroeg over 's Hertogenbofch naer Maeftricht. In de eerftgem. plaets een weinig in het rytuig voor de Herberg de Gouden Leeuw vertoevende om van paerden te vermderen, verzamelde zich in een ogenblik ?ene onbefchryvelyke menigte nieuwsgierigen*  JAERBOEKEN, July, vflr. i5yj gen, zodat de Bevelhebber van de Krygsbe:zetting niet konde doordringen, om Z. M. 'te begroeten. De Heeren Gedeputeerden uit hunne Hoog Mogende tot de jaerlykfche Commiffie, waren juift met het Jagt in 's Bofch , en niet kunnende wegens den drang van menfchen, van welken het rytuig van den Keizer omringd was, naderen , zonden Hoogft'dezelven kaertjes aen den Vorft, denzelven tot het nemen van het middagmael in hun Jagt noodigende, waer voor de Keizer heuïchelyk bedankte, en zodra de paerden gereed waren, de reis naer Maeftricht voortzette de. H A E R L E M. Het Godgeleerd Genootfchap van wylea den Heere Piet er Tyler van der Huift», heeft nog het navolgende bekend gemaekt. „ Na het laetft afgegeven berigt van de Heeren Directeuren der Nalaetenfchap, benevens de Leden van het Godgeleerd Genootfchap van wylen den Heer Pieter Teylet van der Huift, nopens de Heeren Schryvers -der ingeleverde Verhandelingen, over het Vraegftuk, raekende' de Godlyke Voorzienigheid, welken ter Drukperfe gefchikt zya., hebben zig nog twee Heeren gelieven bekend ie maeken. De Verhandeling, onder de Zinfpreuk : Homo proponit, Deus disposiit, is opgefteld door den Hooggeleerden, Heer Jofephus Pap de Fagaras, Pb. Dr. c3? ejusd. Faculs ac Math. in illuftri* Reformator Xxxx rum Fhffi- LANB».  I3J<5 NIEUWE NEDERLANDSCHE Haer- 's Gra~ rum Athenceo M. Vafarbelyienfi in Tranfyl~ vania Profeffbr. Zyn Ed. ftaet goedgunttig toe, dat zyne Verhandeling, welke als een eerft Accellit met een Zilveren Medaille is vereerd geworden,op de voorheen bepaelde wyze,ter Drukperfe gegeven worde Eene andere Verhandeling, die ten opfchrifte heeft, Laborantem adjuvat Deus, is gefchreven door den Erw. Heer Jacob Kuiper, Leeraer der Doopsgezinden te Deventer. —— Men heeft voorts verlangd nog te mogen weeten, wie de Autheur zy der Verhandelinge, onder de Spreuk Jelj XLIV. vers 24: Alfoo feyt de Heere uw Ferlojfer enz. Doch nadien deze Schryver niet goedgevonden heeft zig te openbaeren, is men gehouden geweeft zyn verzegeld Briefje ongeopend, en hem dus onbekend te laeten. En hierop is het-, zelve, naer het openen der Briefjes van de twee bovengemelde Heeren, die zig hebben gelieven te openbaeren, nevens de andere verzegelde Briefjes, tot de overige ingeleverde Verhandelingen behoorende , ongeopend in 't vuur geworpen en verbrand. Deze Stad heeft ook een mannelyk befluit genomen omtrend de zaek der Stad Amfteldam met den Hertog van Brunswyk. Maer het aeneengefchakcld verhael dezer gebeurtenis, vordert van ons, dat wy het zelven hier onder uit 's Gravenhage plaetfeiu  jAERBOEKEN, Jatyi 1781; 1357 'sG R A V E N H A G E. Wy hebben ih ons voorgaend flukje gezien, hoe de Regeerders der Staet Amfleldam zich aen den Prinfe Erflladhouder vervoegd en voorgedragen hebben, dat zy meenden, dat het in de tegenwoordige tydsomftandigheden niet qorbaer was, dat de Hertog van Brlinswyk Wolfenbunel invloed op het bellier van 'sLands zaken hadt, en den Stadhouder met zynen raed diende; en hoe zodanig voorllel en aendrangden welgem; Hertog ontlloken hebbende, dezelve zich by eenen brief van klagten tot de Algemeene Staten vervoegden. Hun Hoog Mogende vonden goed zeer geredelyk en promtelyk tot genoegen van den Heer Hertog op den a' July het navolgend befluit te nemen, „ Is gehoord het rapport van de Heeren 'van Lynden van Hemmen en andere H. H. Mog. Gedeputeerden tot.de zaeken van dö zee, ingevolge en ter voldoeninge van II, IL Mog. Refolutie commiflbriael van den 21 der voorfz. maend geëxamineerd hebbende dë millive van den Heere Hertog van Brunswyk gefchreeven in 's Hage ten zeiven dagen, en houdende een ernftig beklag over de demarche, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam by zyne Hoogheid gedaen , na dat velerhande lafteringen en verregaendé accufatien tot deszelfs lafte in het publicq waren verfpreid. Waerop gedelibe¬ reerd zynde, is goedgevonden en verflaen, onverminderd de vrye deliberatien van de Heeren Staeten der refpecüve Provinden, Xxxx 2, met  1358 NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra- venhaCE met relatie tot de klagten over de demarches van de Heeren Gedeputeerden van de Stad Amfterdam; nademael H. H. Mog. niet onverfchillig konnen zyn, dat de Heer Hertog van Brunswyk, als Veldmarfchalk in dienil van dezen Staet, op eene zoo verregaende wyze opentlyk werde geblameerd, van nu af aen zal werden verklaerd, zoo als verkiaerd word mits dezen: «. „ Dat H. H. Moo-. geene reedenen zyn voorgekomen, welke „ eenigen grond zouden geeven tot zoodani„ ge accufatien en infimulatien van kwaede „ trouwe en corruptie, als den Heere Her„ tog in eenige naemloofe gefchriften, fa„ meufe libellen en onteerende gerugtenwor„ den te lafte gelegd en in het publicq ver5, fpreid: dat H. H. M. integendeel dezelve houden voor onwaeragtig en injurieufe las5, tertael, geëxcogiteerd om de eer en repu„ tatie van gemelden Heer Hertog tebezwal„ ken en te traduceeren; terwyl H. H. Mog. „ gemelden Heer Hertog van den blaem ' „ dcnzelven by de voorfz. lafterfchriften en „ gerugten fchandelyk aengewreeven, vol„ koomen vry kennen en zuiver houden:" — Dat ten gevolge van dien de Heeren Staeten van de refp. Provintien by miffive zullen worden verzogt en in bedenking gegeeven, of Hoogftdezelve niet zouden kunnen goedvinden, om elk in den haeren, ingevolge de Placaeten van den Lande, de nodige voorzieninge te doen ter beteugeling van de Autheurs, Drukkers en Difleminateurs van alle diergelyke fameufe libellen en kwaedaerdige afterfchriften, waerdoor meergm. Heer Hertog  JAERBOEKEN, July, Vfrl. 1359 tog in zyne eer en goede naem, zoo fenfi" be!, aldaer word aengetaft en gefletrifleert." Men kan niet ontkennen, dat H. H. Mog. zeer prompt en vaerdig zyn geweeft om den Hertog genoegen te geven; en de tyd zal leeren , hoe verre zulks aen de Staten der byzondere Provinciën, welken nog daerop moeten raedplegen, zal behaegen. Ondertuffchen was het 'er verre af, dat de Hertog hier mede genoegen nam. Integendeel Hy vervoegde zig terftond by den Heere voorzitter van H. H. Mogende, en deedt zodanig voorftel, waer uit blyken kon, dat de Hertog het befluit der Algemeene Staten, ten zynen voordeele genomen, als zonder onderzoek gefchied en onberaeden aenzag, en deswegens meende eenig verwyt te moeten doen, gelyk uit het daeropgevolgd befluit van den 4 July is af te nemen, zynde van dezen inhoud: „ De Heer Lynden van Blitterswyk, ter vergaderinge prslideerende, heeft aan H. H. Mog. voorgedragen en bekend gemaekt, dat de Heer Hertog van Brunswyk deze morgen by hem was geweeft, en hem te kennen had gegeeven, dat hy vernomen had de Refolutie, welke den 2 July by H. H. Mog. genoomen was op de milfive, die hy de eer had gehad den 21 Juny aen H. H. Mog. overtegeeven; dat hy ten uiterften fenfibel was aen de blyken van vertrouwen en genegentheid, welke Hoogftdezelve by die occafie aen Hem wel hadden willen bewyzen, en zulks in eene zaek, waerover hy zyne klagten niet direct, aen II. H. Mog, gebragt had: Xxxx 3 dat 's GrA- VENHA» ÜE.  'sGra, venha- \ I - 's ? ï3ffQ NIEUWE NEDERLANDSCHE meid, dat H. Ii. Mog. geen intentie konden hebben om daerby de zaek.provifioneSi te keten heruiten, veel min dat daer meedevo? daen zoude zyn aen het eerbiedig verzoek en de reqmfitie in zyn voorgemelde^ mi five VeTvat als waerby hy een naeuwkeurigÏÏ&S zoodanig h/dde ^orderd,en ten dien eind! verzogt, als by de voorzeide miffive breeder was ter neder gefteld 5 en dat hy als daneerft hadae gerequireerd zodanige fatisfadoire Refolutie en Satisfactie, als by die miffive ver* der was verzogt geworden: dat hy daer op te meer moeft mfteeren, dewyl door deze proviuonedeRefolutie, als zynde genoomen zonder voorafgaend onderzoek, hy geenzins van den blaem en hoon hem aengedaen, waartoe hy de Refolutie van degezainentlyke hooge Bondgenooten zelve vermevnd had te mogen en te moeten imploreeren; en thans nog mftantelyk bleef imploreeren; verzoet Kende Hem Heer van Lynden, ter verjadeS* va\, H- Mog. pra.fideer^dlfwS van aen Hoogftdezelve kennifTe te willen ge- ven, Waerop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaen mits dezen te verzoeken de Heeren Gedeputeerden van de refp. Provintien om van het gunt voorzeid kennis e willen geeven aen de Heeren Staeten,hun- 5 jmiïPfren> ten einde by de dehberatien p de Miffive van den Heere Hertog van grunuvyk van den 21 Juny laerftleeden daer  JAERBOEKEN, July, 1781. 1301 op zodanige reflectie mogte worden gemaakt, ais Hoogftdezelve zullen oordeelen te behooren." 1 Ook hebben de Staten der Provincie van Utrecht in hunnen yver uitgemunt, met ter* ftond den 4 July een Placaet te beraemen tegen het maken, drukken, verkoopen, verfpreiden en onder den man brengen van eenigerhanden paskwillen, gedigten of printen tot nadeel of kleinagting der Hooge Overheid of ook van den Heere Hertog van Brunswyk enz. welk placaet wy hier na uit Utrecht zeiven zullen mededeelen. Maer de Staten van Gelderland waren de eerften, die omtrend de zaek van den Hertog zeiven, en zyne ingebragte klagten, op den Landdag in deze maend te Arnhem buiten gewoon gehouden, een befluit namen van dezen inhoud: Sabbatti den 21 Julius 1782. Is ter Vergaederinee voorgebragt, en geleefen, eerftelyk een miflive van Zyne Hoogheid, den Heere Hertog van Brunswyk, Veldmarfchalk van deefen Staat, gefchreven aan Haar Hoog Mogende den 2t. des afgdoopene maand Junius , en ten felven dage door de Gecommitteerdens deefer Provintie ter Generaliteit, ingevolge de confideracien van Zyne Hoogheid, den HeereErfftadhouder, Copielyk overgenomen, en dien onvermindert CommilToriaal genaakt , houdende een ernftig beklag over demarche der Heeren Gedeputeerden der Stad Amflerdam, by Zyne Hoogheid gedaan, naedat veelerhande laftenngen, en verregaande accufatien, tot desfelvs lallen, in het Xxxx 4 pu- 's Gra* /enha-  venha6.e., . . Befl. der Stat. van GelderU wegens de klagten van den Her' tog van Brunswyk. 1352 NIEUWE NEDERLANDSCHE publicq waren verfpreyt, met byvoeginge, dat hy Heer Hertog met twyffelde, off Haar HoÓb h??A voorz^ Perzoon, en eer, die hem dierbaarder was dan zyn leven, eene refolutie nemen , waar door hy van de blaam, hem opeclcn vo komen mpgt worden gefuyvert, en aaVhem fodaemgefaüsfaöïe bezorgt, als Haar Hoog Mo- tf behooSn ^ h°°Se Wysheid' f0Uden™£ Ten anderen verleefen het raport. den 2 d»efes maends, omtrent die miffive uiteebran mitsgaders Haar Hoog Mogende Refolutfe.^ten S ve dage daarop gevolge, behelfende , onvermin. dert nogtans de deliberatien van de Heeren Staa7™ h rerPec«ve Provintien, een verklaeringe, dat aan Haar Hoog Mogende geen redenen waren ^fo^n^ eemgen frond zouden gevS tot fodaemgq accufatien, en infimulatien van kwa£^1W-' en c.orruPtie> al« den gemelde Heere rf^Lia eenLge naamloofe gefchriften, fameule libellen, en by onteërende gerugren, worden ten laften gelegt „ en in het publicq Wpreyt hnnf n 3ai' H°°g UoS^de in tegendeel defelve houden voor onwaaragtig, en injurieufe laftertaal, geexcogiteert om de eer en reputatie van Gemelde Heer Hertog te bcfwalken, en te tradu- Terwyl Haar Hoog Mogende meergemelden Heere Hertog van dien blaa^m, denfelven byde voorfchreve lafterfchriften en serngten fchanddvk aan^ewreeven, volkomen vrY\JnenT™lr En laaflelyk meede gefien en geleefen bet naefJJu ueëenrJ en de inft™tien, door Hooggemelde Heere Hertog, aan Haar Hoog Mogend!, Mitrent de vooraangetoogene Refolutie, den 4 Ju y daar aan volgende, gedaan, inhoudende! dat den uiterften fenfibel wis aan de blyken van eertrouwen en geneegentheid, welke Hoogftde. - fel-  JAERBOEKEN, 3*"5y» Wtoi f^3 felve by die occafie aan hem wel hadden willen bewvfen, en fulx in een faak, waar overhy fyne Wasten niet direft aan Haar Hoog Mogende gebrast'had, dat hy fig egter niet te mm.geperfuadeert hield, dat Haar Hoog Mogende geen mten tie konden hebben , om daar by de zaak provifio. neel te laaten beruften, veel mm, dat daar meede voldaan, zoude fyn aan het eerbiedig verfoek, en de requifide, in fyne voorgemelde miffive vervat, als waar by hy een naukeurig cnftreng onderzoek hadde gevordert, en ten dien einde fo'daeniee demarches van Haar Hoog Mogende hadden verfogt, als by de voorfchreeve miffive breeder was ter needer gefield; en d3t hy alsdan eerfl hadde gerequircert fodaenige juftifieatoire Reft> .lude en fatisfactie, als by die miffive verder was verzogt geworden. Dat hy daarop te meer moeit infteren, dewy door deefe provifioneele Refolutie, als fynde genoomen zonder voorafgaande onderzoek, hy geenfints konde worden gerekent, te zyn gefuyvert van den Blaam en Hoon, hem aangedaan waartoe hy de Refolutie van de gefamentlyki hooge Bondgenooten felve vermeynt had te raoo gen° en te moeten imploreeren. Van welk een en ander de Heeren Gedeputeer den van de refpeclive Provintien verzogt warei kennis te willen geven aan de Heeren Staaten hunne Princinaaien, ten eynde by de deliberatiei op de meergemelte miffive van den Heere Hertog van Brunswyk, daar op fodaane reflexien mogtei worden gemaakt, als Hoogftdefelve zouden oor deelen te behoren, gelyk dit alles uit de refpecti ve ftukken in het breede zoude konnen blyken. Waar op gedelibereert fynde , hebben Haa Edele Mogende goedgevonden de Gecommitteer dens, van weegens deefe Provintie ter Generali teit, teauthoriferen, gelyk defelve geauthorifeer worden by deefen , om ter Vergaedering vai Haar Hoog Mog. voor te draagen.. . Xxxx 5 Da 's Gra- venhage. Befl. der Stat. van Gelderh wegens de klago ten van den Hertog van Brunswyk. t I i r t 1 t  *s Gra- VENHACE. Be/?, det •Slat. van Gelderh wegens de klagtin van den Hertog van Brunswyk. i • I 1 .1 i F c X h d n a; ft fe d( ff rn ei la; ï3*4 NIEUWE NEDERLANDSCHE Dat Haare Edele Mogende van den beginne' dat het vuur des Oorlog* in Europa is uitgeborlten, mee nagelaaten hebben haare meede Bondgenooten, door iterative en ernftige repra?/èntatien op te wecken, om tot handhaavinge van het aangenomen Syftema van Neutraliteit de Republicq m eenen behoorlyken Staat vandefenfie zo te Land als ter Zee te ftellen. . Dac or wel eens foude kunnen worden ontruft, alo hier uit by fommige Lieden oorfaake genooen word van m het openbaar fig in feer licentiile en ganfeh onbetamelyke discourfen uit te tten, foo teegens hooge als laage Standsperfoo- nen,  JAEREOEKEN, July, 1781. 1365 pen, hunne eer en goede naam aan te randen, en fonder genocgfaeme kennis opentlyk te blame^ ren de publicque directie van faaken, even als1 of daar aan thans te wyten was eene gepretendeerde traagheyd, óf flapheyd in het by de handj vatten van alfulke middelen, welke deefen Staat' teegens de geweldige aanvallen van den Koning vaii" Groot-Brittannien foude kunnen beveyligen en in feekerheyd Hellen, of van dat Ryk eene be-' hoorlyke vergoeding en reparatie bekoomen, 't geen felvs hier en daar by meer verligte viy wat ingang fchynt te hebben gevonden. Daar nogtans de ongewapende Staat, waar in Republicq, om de meergemelte reedenen, tyde van de ruptuur fig bevond, in teegen overftelling van een volkoomen gearmeerdereStaat, waar in de Vyand was, en die hy fig op alle wyfen teegen de Republicq, door eenen onverhoedfchen aanval heeft te nutte gemaakt, als de eenige en waare oorfaak moet worden geconfidereert van alle de ongelukken, de Republicq feedert dien tyd overgekoomen. Dat Haar Edele Mogende egter vertrouwen, dat die geene, aan dewelke de Executie, en het emploi der gelden, tot ftuur des oorlogs ter Zee aireede geconfenteert, off alsnog fullende geconfenteert worden, is gedemandeert, mets fullen verzuimen, om met den meeft mogelyken fpoed de Republicq tot het voeren, foo wel van een offenfiven, als defenfiven Oorlog in ftaat te Hellen , en van de voorfchreve fubfidien fodanig gebruyk te maakcn, dat daar meede de meert mogelyke force en geweld tot refiftentie, en attacque van den Vyand moge worde gedaan. Dat Haar Edele Mogen de verwagt hadden, dal de toeneeming van het gevaar van buyten (intusfchen dat men den Staat tot een wakkeren teegenftand foekt te bereyden) onder alle de Regenten, en Ingefeetenen van het Land foude hebben doen herleeven en algemeen en verftctert vertrouwen, sGra- 'ENHA1E. 3ejl. def stat va1t jelderl. vegens h Mag'en van len Hertog van Brunswyk»  1366 NIEUWE NEDERLANDSCHE *s Gra- VENHACE. Befl. der Stat. van Gelderl. wegens de /dagten van den Hertog van BrunsVv-yk. i 1 i i \ < c c i X t l Ö ti VI C( in een waare Eendragt, Liefde en Vriendfchap, als de ieekerfie^ middelen om onder den Zeegen van God Almagtig, met Vereenigde kragten het drvgend gevaar, en den voortgang van het onregtveerdig geweld, de Republicq door een ouden üondgenoot aangedaan, af te wceren en te fluiten. Maar dat Haar Edele Mogende met de gevoeligfte aendoeninge en een innig leedweefen moeten ondervinden, dat die foo wenfchelvke, en in deefe hachelyke fituatie van faaken foo 'hoognodige harmonie, .hoe langer hoe meer fchynt ver[toort te worden, door de toeneemerde ar«-eivaan, welke tcegens fommige,die in 'sLands regecnng deel hebben , of geagt worden te hebben s opgevat. Waar van een feer notabel voorbeeld fig ver:nd in de buytengewoone demarche, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfleldam by yne Hoogheyd gedaan, ten opfigte van den Hee;e Hertog van Brunswyk, foo weegens deiTelvs ^orftelyke geboorte , als aenfienlyk Caracter en mijnent perionagie in deefen Staat, en welkers jedrag en gehoudene conduites tot dus verre te neermaalen een object van opentlvke goedkeurin;e van den fouverain hebben uitgemaakt, fonder lat door de voorfchrceve Heeren Gedeputeerden enig genoegfaam bewys tot juftificatie van foaamgen uitflap is voorsebragt, immers niet tot ennifie yan Haar Edele Mogende is gekoomen. I erwyl Haar Edele Mogende in tegendeel fig erfeekert houden van de onwaarheyd van alfulke efchuldigingen , en infimulatien weike infoovee: fameufe libellen, en by onteerende «erugren en gemelden Heer Hertog van Brunswyckwcrden : latte gelegd. Dat Haar Edele Mogende over deefe materie ;rfcheyde reflexien fouden kunnen maaken , manr, >nfidererende de facheufe omfrandigheden, waar de Republicq fig bevind, thans oirbaarder oor- dee-  JAERB'OEKEN, Juty, 17ST; 1367 deelen, het gordvn voor defelve te laaten vallen, en fe in haaren boéfem befloo'ten te houden , daar de faaken aan Haar Edele Mogende voorkomen focmanig gefchaapen te Haan, dat, by verderen voortgang van dit groot wantrouwen, niet anders te wagten is, als de verfwaaring van de Goddelyke oordeelen, en dat een fodaanig Wroeten in de eygen ingewanden ten natuurlycftengevolgen hebben moet, dat den Staat van het Land daar door buyten poiluur van alle nodige en weefendlykedefenfie geraake, waar van de uytkomft geen andei fyn kan , als een gemeen verderft- en de onverwerping van Godsdienft envryheyd, banden welke, door het goed, en bloed van braave Voorouderer verkreegen, ock door het goed, en bloed var hunne nakoomelingen moeten worden bewaard, er ongefchonden, aan' het laate Nageflagt woider overgegeeven. Dat Hasr Edele Mogende geenfints twyffelen maar ten vollen vertrouwen, dat haare Meede Bondgenooten, den teegenwoordigen Staat val faaken, met gelyke ernft en aandagt infiende, e) apprehenderende, wel fullen willen medewerken om dit vuur van tweedragt, en mefiance,in fyn geboorte te helpen fmooren, en het vertrouwe tuffchen de Regenten, en Ingefeetenen te helpei herftellen, opdat 's Lands gemeene welfyn, ei belangen met eenpaarige fchouderen gefchraagd en de faaken tot een goede uytkomfte moogenge bragt worden. • Dat Haar Edele Mogende in de eerfte plaats (ge lyk fy hier toe in den'haare de nodige ordre heb ben gefteld) noodfaakelyck oordeelen , dat d Plakaaten teegen de Auteurs, Druckers en Semi neteurs van alle fchandelyke, ecrrovende en fa meufe libellen, als foo veel ' harffenfchjrrimen va ongeruftekwaadwillige en nviftgierige geeften,ge lyk meede teegen de buytepfpoorige licentie de Courantiers, foo by Haar Hoog Mogende als i alle de Provintien fouden behooren te worde li 's Gra« ven hage, Bcjl. der Stat. van Geldel." wegens de klaglen van den Her' tog van Brunswyk. 1 > 1 » 1 l 1 > 1 r 1 11 i*  i3ö8 NIEUWE NEDERLANDSCHË 'sGra- venha" ge. - $e/I. dei Stat. van Gelder!, wegens 'de klagten van 'den Hertog Van Brunswyk> i i i t l ï ï v h r< ti tj v al d< h vernieuwt en ter executie gelegd, voorts alle de Ingefeetenen vermaand, fig te onthouden van aU le licentieufe en aanftootelyké discourfen^ tendeercnde om de eer en reputatie van hooge en lage 'Standsperibonen te bezwalken, ofte traducerenj off fchaadelyke en kvvaade impreflien aan de Gemeente te geeven, eu in het generaal fig te wagten van alles het geen in deele ibrgelykö tyden* tot ftooring van de gemeene ruft , loude kunnen verftrecken, met overlaating aan diegeene, welke mogten vermeenen, gegronde reedjcen van bezwaar weegans wangedrag, kwaade.trouw,Corruptien, en wat dies meer is teegen 'ymand, hy fy dan, wie hy fy, te hebben, om defelve te brengen ter kenniffe van die geenc, die by wettig »efag gefteld en gehouden iyn, alle mefufen te iveeren, op dat fy felve by ontftentenis van beivys niet[moogen worden aangefien, als Calumni-' tteurs en perturbatéurs van de gemeene ruft, m als fodanige worden gecorrigeert en geftrafc Auctoriferende en laftende al verder cle Gecom. er Generaliteit, om het fy affonderlyk ., 'c fy de Doneert met de Heeren Gedeputeeerden van de ndere Provinciën, aan de Heeren Gedeputeerden 'an de Provincie van Holland-, off waar fy het an vrugt fouden moogen oordeelen, te kennen s geeven, hoe feer Haar Edele Mogende appre-" enderen de nadeelige gevolgen van demefiance, télke door de Heeren Burgemeefteren, of wel de .egeering van de Stad Amftcldam, teegens den leere Hertog van Brunswyk, fchynt te fyn opgeat, en dat het aan Haar Edele Mogende ten aogften aangenaam foude fyn, dat by de Hee:n Staaten van Holland, op het beklag van den eere Hertog van Brunswyk, behoorlyke reguard ierd genoomen met ernftig verfoek, dat de xirfchreeve Heeren Gedeputeerden van Holland le meeft kragtige devoiren gelieven aan te Wen:n om te effectueren,dat by de Heeren Staaten* mne Principaalen, fodaanige rnefures moogétï wor-  JA ER BOE KEN, July, 1781. I#$rj worden genomen, als de bekwaemfte ibuden mogen worden geoordeelt, om den meergemelterj Heere Hertog ran Brunswyk, weegens het be" fwaar over de demarche van de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfteldam, genoegen te geeven, en al foo te fuy veren van den blaam, welke hem is opgelegt. En fal hier van Extract gefonden worden aan Welgemelte Gecommitteerdens,om fig daar naai te reguleren. Dog niet alle de kwartieren dezer Provincie hebben hier in toegeftemd. Het Graeffchap Zutphen was omtrend deze zaek van advys: „ Dat de Gecommitteerden dezer Provin „ cie ter Generaliteit behoorden te wordei „ gelalt, ter Vergaderinge van Haer Hoo<; „ Mogende te infteren, dat de Heeren Stas, ten van Holland en Weftvriesland werdcr verzocht om te effectueren, dat de Bur „ meefteren en Regeerders der Stad Amlïer w dam kwamen te fuppediteren de poinéler , van bezwaer, dewelke Hun aenleidingt \\ hebben gegeven, van zig aen Zyne Hoog „ heid den Heere Ervftadhouder te addreffe „ ren, en dat die ingekomen zynde door ds „ Heeren Hunner Hoog Mogende Gcdepu „ teerden, in eene befoigne zouden dienei geëxamineert, en vervolgens het rappor daer van zoude behoren overgenomen t< " worden, ten einde als dan in itaet te we " zen, om aen de intentie, en het verlan " gen van den Heere Hertog van Brunswyf " tc kunnen voldoen, en alzoo nae een vol 11 ledig onderzoek? Hoogftdenzelven voo: s, he 's Graven hace. i [ l c  i37o NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Graven ha- fcE. ( 1 i } \ ( t 1 C ] I I \ i „ het oog van het publiek te kunnen juflifl* „ ceren, Maer niet alleen verfchilde dus het kwartier van 't Graeffchap Zutphen van den inhoud van het voorgem, Staets befluit, maer ook keurden verfcheidene Leden van de Ridderfchap, op den Landdag van de Staten van Gelderland, zulks ten eenen male af. De Heer Burggraef van Lynden tot Hemme hadt eene aenfpraek gedaen om de noodzaeke[ykheid aen te toonen, dat de geftrengfte ftraffen gefield wierden tegen de fchryvers en drukkers van paskwillen en andere lafterlyke Gefchriften, als mede dat de Stad Amftel* dam moeft verpligt worden, om den inhoud van haer gefchrift, aen den Prinfe Erffladrouder eerll voorgelezen, en daerna toegezonden te regtvaerdigen. , Wat het eerfte punt belangt, wy willen geendnts de verdeediging van eigenlyke paskwillen )f lafterfchriften op ons nemen, maer het is al:yd eene moeilyke vraeg, of het nuttig is de fryheid van den drukperfe te beteugelen, en ïoe verre zulks gevoeglyk kan gefchieden ? Te meer malen hebben de wetgevers, zo :lders,als hierin dit vryGemeenebeft,daer iver geraedpleegd; te meermalen hebben wy laervan gefproken,. en aengemerkt, dat de n-aeg niet is, of het niet te wenfehen ware,lat men het misbruik van zo voortreffelyke uitvinding konde voorkomen en verhoeden 3 ïaer of zulks kan gefchieden, zonder grotee nadeelen te veroorzaeken. Maer deze raeg fchynt ons, en fchynt aen alle flaetundigc mannen, by de vertoogen van eenige  JAÉRBOËKËN, July, 17S1, 13^ ge Leidfche en Amfteldain/che Boekverko-' pers, door eenen allerkundigften Regtsge-' leerden opgelield, volkomen afgcdaen te zyn.» Zie Nieuw. Nederl. Jaerb, 1770. bl. 783—806 (*). Wat het ander punt van de aenfpraek van den Hooggeboren Bruggrave betreft, de Baron Van Lyndeu tot Nederhemert, en veele anderen ftemdeii daer in wel toe, maer de Baron van Tengnagel tot Bronckhorfl op zyn beurt het woord opvattende, gaf te kennen, dat Hem de raedplegingen en dit befluit wegens den flap van Amtteldam en de klagten van den Hertog overhaeft voorkwamen ; dat men eerft diende af te wagten , wat de Staten van Holland, die het belt van de zaek konden onderligt zyn , en by welken ze eigenlyk t'huis hoorde , zouden inbrengen voor hun advys,om daer na met meer kennis van zaken hierop te kunnen raedplcgen en befluiten. Dit advys wierdt onderfteund door de Jonkheeren van Nyvenheim tot Eek en Wiel, en van Dort. Doch het voorflel van den Burg-Graef ging met meerderheid van ftemmen door, en het befluit wierdt genomen, (*) Da Schryver van het voortreflyk Werk L'An deux mille quatre cent quarante bl. 52 zegt nadrukkelylt : Ore Va tant de fois prouvé : la liberté de la prejje eji la vraie me/ure de la liberté civile, On ne peut donner atteinte a l'une fans detuire l'untre. La penfés doit avoir fon plein effet T mettre tin f'rein, vouloir Vétouffer dans fon fan&uaire, t'eft un crime de leje-hu•manité Et qui m'appartiendra donc, fi mapenfee n'efi fas a moil Zie ook een klein maer grondig beredeneerd werkje: Effai fur la liberté de produirefes fentimms, 1 ■ Xyyy s G&a- rENHA.-  'sGra- venetace. ( I i ( i 1372 NIEUWE NEDERLANDSCHE men, zo als wy het zeiven hier voren heb-" ben medegedeeld, en zo als het kwartier van Nymegen reeds op deszelfs kwartiers Landdag hadt befloten. Men heeft zich ter dezer gelegenheid verwonderd over de orde en netheid van de minuct3 welke de Secretaris van de Betbuzve m een ogenblik daer van maekte, even als of het reeds vooraf in gereedheid was gebragt, het welk veele leden van de Staetsvergadering vermoed hebben. Dit opftel dan ter vergaderinge gebragt zynde, verlchilde het kwartier van Zutphen, zo als wy boven gezien hebben, en na veele racdplegmgen en woorden wilTeling geduerende twee dagen bepaelde de meerderheid zich tot het gevoelen van het kwartier van Nymegen en beraemde het voorgern. befluit, terwyl'behalven het Graeffchap Zutphen en andereleden nog de Jonkheeren van Haerjblten van Trft, Lynden van Olden-Allert, de Gebroeders Zuylen van Nyveldt, zich hier teo-en verklaerden,en Jonkheer van Spaen tot Oye, van het zelfde gevoelen zynde, als het kwartier van Westergo in Friesland, aendrong, dat zyn advys aengetekend wierdt , het welk niet dan na veel moeite en twiftwoorden verkregen wierdt. Het moeit ons, dat wy het idvys van Jonheer van Spaen tot Oye niet hebben kunnen magtig worden. Wy zyn geukkiger omtrend het advys van Jonkheer f. H. Zuylen van Nyveldt een Jong GelIers Edelman, uit een oud Adelyk geflagt refproten, en die aen zyne hooge geboorte , loor veele bekwaemheden en letteroefteninJen grooten luifter byzet. Zyn rondborflig- heid  JAERBOEKEN, faiy, I7«r. 1373 held en moed om voor de vuift voor de waerheid uit te komen en zig tegen de meerderheid te verklaeren, met gevaer zelfs van vordering en van hoop op winft aenbrengende pollen te verliezen, is zo veel te loffelyker, ais Hy met geene ruimte van tydelyke goederen is bedeeld. Hy uitte zich op den gem. Landdag nopens de zaek van den Hertog van Brunswyk in deze bedaerde, maer kragtige, bewoordingen. EDEL MOGENDE HEEREN! "Waanneer ik de Unie van Utrecht met eenige * » daar in voorkomende Artikelen in overwee» ging neeme, dan komt het my niet anders voor, dan daar uit te moeten befluiten, dat geene del Provintien in eenige deelen kin fullineeren, bevoegd te zyn, om te erkennen in eene zaak,welke den Ordinaris Regter van eene der Provintien onderheevig fchynt te zyn: wanneer derhalven ymand perfoneel vermeent beleedigt te weezen door een Lid van eene der Provintien, in zoo Verre> dat de beleedigde fuliineert, zyne klagten uil grond van tegen zyne Eer aanloopende handelwyze te kunnen afleiden, en daar over fatisfaólie te moeten vraagen, moet zeeker eene zoodanige gelïedeerde zig adreffeeren aan de competente Regters , waar onder het gemelde Lid is behoorende, kunnende eene zoodanige zaak of erkentenis nimmer aan de Bondgenooten worden gedemandeert. ten waare het gemelde Lid in zeekere gevallen door eene uitfpraak van de zyne zig bezwaard oordeelende, uitdien hoofde de uitfpraak en examinatie der Bondgenooten imploreerde: — En ft dit zoo, dan beken ik niet te weeten, hoe eene handelwyze van Hun Hoog Mogenden overtebrengen zy met deze Privilegiën, welke elke Provintie onbetwiilbaar toebehoort; vooral waüneel Yyyy 2 dt 's Gra» vekka» ge.  '8 GRA- VENHA' GE. Advys van Jr Zuylen van Ny veldt wegens de zaek Van der, Hertog van Brunswyk, I j 4 1 i t ( t «3 C h 1374 NIEUWE NEDERLANDSCHE de genooroene refolutie ziet op de vermeende befchuldigmg der Stad Amfterdam, en de daar Gt> eedaane klagten: wanneer dit het oogmerkwas, dart is het moeyelyk overeenkomftig de fundamenteel Conftitutie ert Privilegiën, Welke deze en él,ke Provintie toebehoort, genoegen te kunnen neemen met het uitgebragte Advis, 't geen onze • Gecommitteerdens ter Generaliteit uit naam van deze Provintie hebben uitgebragt: ik zoude derhalven vermeenen, om in 't vetvolg diereelvke vooruit loopende Advifen voor te koomen, dat onze Gecommitteerdens uitdrukkelyk gelaft wierden, zig in geenen deele zoodanige meer te onderneemen , en wel inzonderheid omtrent dit poinct zig niet verder in te laaten, zonder expres- ie Urders der Staaten van deze Provintie- . dan om met een woord myne gedasten uittebrengen op de miffive van den Heere Hertog, inhoudende klagten over de zoo veel gerugts maakende Memorie, door de Stad Amfterdam aan de S! deratien van Zyne Hoogheid, als Erfftadhouder van deze Republiek, voorgehouden, verzoekende by Heere Hertog by gemelde miffive aan Hun Hoog Mogenden fatisfaftie, zoo als dezelve zul en oordeelen met de beleedigingen, daar in voortomende, te behooren: Ik zoude van Advis weesen, en wel uit hoofde van booven aangehaalde eedenen, dat, gemelde Heere Hertog zig verceerdelyk komt te adreffeeren aan H Hoog Mog • lewyl de vermeende injurie hem niet inözyn ca' acler als Veld-Marfchalk, maar perfoonee!, i(ebvnt angedaan geworden te zyn: dat hy derhalven uit loofde van dezelve, en uit aanmerking der funamenteele Conftitutie van deze Republiek dien iegerenvooyeerd te worden, om deszelfs klagten : mftitueeren, en te adrelleeren aan die gefne relke alleen competent moeten geoordeeld woren, daar omtrent uitfpraak te kunnen doen,zoner ons op eenige wyze te kunnen uitlaaten, in oe verre gemelde Memorie aanleiding zoude kunnen  JAERBOEKEN, >/y, 1781. 1375 ncn geeven, om de geallegueerde injurien daai Uit ar te leiden; en daar over iatisfactie te verzoeken: dóg Edele Mogende Heeren, fchoon ik vermeen, dat wy in het erkennen van dczï zaak geheel onbevoegt moeten geoordeeld wor den te zyn; zoo is de aart der zaake' tog van die natuur,dat het ons niet onverfchillig weezen kan . of de gemelde befchuldiging gegrond, dan onge grond zy: het belang 'van dit Gemeenebefl:, 'l geen ons alle even zeer ter harte diende te gaan, dringt ons om deze zaak zoo veel mogelyk, nauwkeurig , dog voor al, onpartydig te onderzoeken, terwyl ik aan de wyze conlideratien van U Ed. Mogende brenge, om te reflecteeren, hoeverre overtuigende bewyzen van eene algemeene Natio male haat de facheufte gevolgen zouden kunnen na zig fleepen (te meer daar men in vroegere tyd n (moogelyk) bewyzen zoude kunnen alleguè'e' ren, dat een diergelyxe voorzorg verflandige Staatsmannen van dien tyd als hoog en zeer noodzaakelyk hebben aangemerkt, ) op dat wy meede door zodanige reflexien in ftaat mogen zyn , door gepafte en voorzigtige middelen, dit Land, deze Regcering en Onderdaanen voorgrootere onheilen te fauveeren; welke als deze haat genoegzaam mogte zyn beweezen, noodzaakelyk hier uitmoeten voortvloeijen: — een ygelyJc, welken, het belang van dit Gemeenebefl: ter harte neemt, zal niet ontveinzen, dat men mogelyk nu meer dan ooit niets anders dan verregaande partyfehappen te wagten heeft, waar uit eene vermeerdering van oneenigheden en confufien moeten voortfpruiten, en welke eindclyk den totaalen ondergang van dit ftaatelyk gebouw eens zullen' na zich fleepen: —— Het is derhalven te wénfehen, dat men by tyds voorzieninge doe, en middelen mag aangiypenter voorkooming van diergelyke en facheuie gevolgen. %} 1 vopral behoort hier gemeld te worYyyy 3 , de» 's Gra- venhage. ■Advys van Jr. Zuylen van Nyveldt ' wegens de zaek van den Hertog van Brunswyk.  13I6 NIEUWE NEDERLANDSCHB *i Gra- venhage. Befluit der Stad Haerkm 'wegens de zaek des Het- Vrogdfchap, gehouden, op Dingsdag den i7>/yi78i. >7\n in'delibereratie gelegd de Miffive van den ^ Heer Hertog van Bnmswyk, op den 21 Juny aan Hun Hoog Mog. geaddrefleerd met klagten in 't byzonder over de demarche van de Heeren Gcdep. van Amfterdam, en met verzoek om van den blaam, die hem zou zyn opgelegd, te worden gezuiverd , mitsgaders deswegens Satisfactie te bekooraen; en voorts de Mifl", van H. H. Mog. aan de Heeren Staateo deezer Provintie om niet alleen verflag te doen van hun provjfioneel gerefolveerde wegens de voorf. Miffive van den Herrog op den 2 July laatftleeden, maar teffens in bedenking te geeven het doen eener Publicatie tot beteugeling van libellen en lafterfchriften tegen denzelven Hertog, als mede zekere Communicatie door den Heer van Lynden van Blitterswyk, als tpr vergadering van H. II. Mog. prafideerende, aldaar gedaan, wegens eene gehouden Converfatie met gem. Herrog over H. H. Mog, gezegde Ref. van den 2 July; en eindelvk de Memorie door de Heeren Gedepte, van Amfterdam op den 8 Juny aan den Hee-- Prince Erf-Stadhouder voor gedraagen, en naderhand aan Hoogftdenzelven toegezonden : van welke ftukken de drie eerfte op den 5 July Iaatftlesden door de Heeren deezer Stads Gedept, ter dagvaard waren overgenomen om daar op de intentie van Hun Ed. Achtb. teverftaan: terwyl de laatftgem. Memorie door de Heeren Gedept, van Amfterdam, op den 6 deezer, ingevolge het expres verzoek van de Leden der Vergadering ter tafel van Hun Ed. Gr. Mog. was geëxhibeerd,om by het onderzoek deezer Materie te beter gele- gen- den het Vroedfchaps befluit van den Stad Haerlem den 17 dezer Maend 1781. gehouden j aldus luidende.  JAERBOEKEN, Jut}, 1781. 1377 genheid te geeven om van den geheelen inhoud der Memorie, waervan de Heer Hertog alleen een gedeelte by zyne gem. Miffive heeft voorgedraagen, te kunnen oordeelen: en hebben hun Ed. Achtb. by examinatie van alle de voorfchr. ftukken eensdeels bevonden de abfolute relatie en connectie, die 'er tuffchen dezelven gevonden worde, zo dat ze niet gevoeglyk van eikanderen kunnen worden gefepareerd, en anderdeels met betrekking tot de gantfche materie, daar in vervat, fpeciaal de navolgende confideratie geformeerd : Dat wanneer men de voorf. Memorie door dc Heeren Gedept, van Amft. aan zyn Hoogheid op den 8 Juny laatftleeden voorgehouden, en nadere band van wegens dezelven aan zyn Hoogh. toegezonden, wel nagaat, het dan ten klaarrte blykt. dat die Heeren, zonder zelve eenige befchuldi ging tegen den Perfoon van den Hertog van Bruns ■mk te formeeren, zich alleenlyk daartoe hebber bepaald, om aan zyn Hoogheid onder het oog u brengen, den haat en misnoegen van 't algemeer omtrend welgem. Heer Hertog, het mistrouwer dat hier door by veelen ontftaan is, en de discre panfe tuffchen denzelven Heer en den eerften Mi niftcï van deeze Provintie, en om dan verder b] wege van befluit hier uit af te leiden de nood zaaklykheid, die 'er naar hunne gedagten exteer de, dat tot herftel van de zoo hoog nodige confi dentie en eensgezindheid, welke decritieke toe ftand van zaaken thans meer dan ooit vordert, d aanleidende oorzaak van deeze publieke raefianc weg genoomen, en de Heer Hertog overzulk van den Perfoon en 't Hof van zyn Hoogheid ge ëloigneerd zoude worden. Dat, met welk oog deeze demarche van de Am fterdamfche Heeren Burgemeefteren worde in ge zien, en hoedanig men ook over de wettigheii of onwettigheid van derzelver befluit, ontleen' uit een publiek gerugt en daardoor ontftaan mis Yvyy 4 vei 'sGra- venhage. Befluit der Stad Haerlem wegens de zaek des Hertogs. i 1 l r i 1 1  'sGra- VENHACE. Be/luit der Stad Haerlem wegens de zaek des. Hertogs. j i < j ( ^ g C \ V n d ï v; i ï37? NIEUWE NEDERLANDSCHE vertrouwen, van welk gerugt, en mistrouwend. Hr. Hertog met duifter de exiftentie erkent, zoude mogen oordeelen, dit in allen gevalle valt behoort te ftaan, dat de vryheid den Leden van de Weramue.t notoirlyk competeerende om met ^ iLeden ^ Regeering over zaaken, den mtunfiequen ftaat van den Lande betreffende te fpreeken ; welke de Amfterdamfche Burgemeefteren by hunne voorf. Memorie wel expreffelvk hebben ingeroepen, hen onbetwiftbaar bevoegd maakte, om aan zyn Hoogheid als mede Lid van .? CiieüVerB':iderinS en tcffeils Stadhouder van alle de Provintien, het bewufte voorftel maien zy m Confcientie zich daar toe als Regenten verpligt rekenden , op die wyze te doen, geyk zy het zelve gedaan hebben, en dat hun uit .oofde alleen dat het mede Lid van Regeering, Jan t welk zy by wege van ccnfTderatie en raadgeving hun vcorffe! gedaan hebben, het zelve uilt met heeft gegouteeid, deswegens althans jeene de minfte moeyelykheid kan of behoort te vorden aangedaan. Hun Hoog Mogende de Algemeene Staten lezer Landen hebben by befluit van den 6 uly goedgevonden het bevel op te heffen [oor Hoogftdezelven, by den aenvano- der redebreuk met het Ryk van Groot-Brittanje egevcn aen alle Schippers van Schepen der mderdanen van den Staet, ter Koopvaerdy arende, om te blyven liggen ter plaetfe, raer zy zich bevonden en van daer, zonder ader bevel van Hun Hoog Mog., niet naer eze Landen te verzeilen, en wyders aen de .eeders, Eigenaers en Schippers vry te lani om de Schepen te gebruiken en te laten teren, zoo als zy zeiven meeft oorbaer en enihg zullen achten, mits niet ten dienfte. vaq  JAERBOEKEN, July, 1781. 1379 van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, of' deszelfs Onderdanen. Ook hebben nog de Algemeene Staten op' het verzoek van convoy, door de Bewindhebberen der Nederlandlche O.I. Maetfchappy gedaen,(zie hier voren bl. io37envolgg.) den 10 July het navolgend befluit genomen: Marris den 10 July 1781. By refumtie gedelibreerd zynde op 't gerapporteerde vnn de Heeren van Lynden van Hemmen,' en andere H. H. M. gedeputeerden tot de Zaken, van de Zee hebbende ingevolgen en ter voldoening, van derzelver Refolutie Commifs, van den 27 April( laatsleeden geexameerd een miffive vandeGecom-1 mitteerde Bewindhebberen uit de refpective Kame-, ren van de Generaale Nederlandfche Geocboyeerde, O. I. Comp. ter vergaadering van Zevntienen gef. te Amfterdam den 23 van dezelve maand repreienteeiende 't vooruitzigt van de Groote ongelegcntheid, waar in zig de Indien door de vertraging in de uitzending van s' Comp. Scheepen zoude bevinden, zo zyniet fpoedigevan'tnoüge,tenminflcn even als'in een gewoonen tydwierd voorfien, als meede de mogelykheid eener Vyandelyke aanval op die geweiten, en de verantwoording, waar aan Bewindhebbcren zig anderfints zouden bloot flellen,leggende 'er Zeven Scheepen by de kameren gereed, om uit te loopen, en verhopenden, dat binnen weinig tyd dat getal nog zouden aangroeijen, verzoekende derhalven een convenabel getal Oorlog Scheepen om s'Comp. Scheepen vylig te convoycren,terwyl Bewindhebbere van hunnen kant niet onbezogt zoude laaten , om hunnen Scheepen eenige vyligheid te bezorgen, zullende eenige Scheepen op eene meer dan gewoone wyze doen wapenen, omzïg zeiven, en de overige in d^ Indifche Zeen eenigfints te verdedigen. Dat egter indien H. H. M. daartoe nietzouden Yyyy 5 refol 5 Gra-' 'enhase. \ejl. der \tat. ~ïener. vegeus onvoy 'oor d& X 7-  1380' NIEUWE NEDERLANDSCHE "sGra- VEN HACE. Bejl. de, Stat. Gener. wegens convoy voor de O. I. Comp. refolveeren, zy Bewind hebberen hoopten, dat zy* niet zouden weezen aanfpraakelyk voor de gevolgen , die daar uit zouden mogen voortvloeyen, en dat de gezamentlyke Participanten en vooral -dat H. H. Mog. erkennen zouden, dat zy in dezen alles hadden gedaan, 't geen men konde verlangen van lieden, aan wien 't bellier over 't goed van zoo veele Weduwen en Weezen was toevertrouwt, van lieden, die de eer hadden van onder het onmiddelyk opperbefluur van H. H. M. 't bewind te voeren over eene Colonie, welkers welvaard met dien van 't Vaderland ten allernauwfte verknogt is. ; En daarop ingenomen hebbende de confideratien, en het advies van de alhier aanweezende gecommitteerdens uit de refpeclive Collegie ter Admiraliteit dezer landen. En in achtinge genomen Zynde, hoezeer 't te wenfchen was, dat een genoegzaam getal Scheepen van Oorlog konden werden geëmployeerd tot befeherming niet alleen van de Scheepén, maar ook van de bezittingen der O. I. Comp. dezer landen, zulks egter voor als nog volftrekt onmogelyk is, uit hoofde van de gefleldheid der marine van dezen Staat, dewelke meer dan al te bekend is, en aan niemand vreemd konde voorkomen, die niet onkundig is van de nadrukkelven zoo dikwerf herhaalde reprefentatiën van de Collegien ter Admiraliteit deswegens van tyd toe tyd gedaan, vooral, wanneer in 't oog wierd gehouden, dat een marine, welke tot die laagte is gevallen, niet zoo fchielyk op nieuws konde worden geformeerd, en op een refpeclablen voet gebragt. Dat deeze zwakken marine bovendien als nu nog kragtelofer, is geworden door 't furpreneeren , en vermeelleren van verfcheiden Scheepen van Oorlog, door de Cafueele defaftres van eenige anderen, en uit hoofde, dat de overige zodanig zvn verfpreid,dat van de Equipagie, die voor dit Jaar was geprojecleerd, geer veele geheel  JAERBOEKEN, July, 17S1, 1381 heel trjegerufte, en bemande Scheepen en Fre-' gatten wierden gemift, waarvan ten minften tot1 dat oogmerk geen dienft konden worden verwagt. < Dat verder de gereede Scheepen, die actueel zig bevinden in de Havenen dezer landen cerft en vooral moeten dienen ter beveiliging der Kult en Zeegaten, mitsgaders tot protectie van de vaart1 yan en na 't Noorden en dOoftzee. En dat in-: zonderheid uit hoofde van 't onvoorbeeldige gebrek aan Bootsvolk, voornamentlyk al meede i geoccafioneerd door 't neemen van zulk eene importanten meenigte nederlandfche KoopvaardyScheepen , dewel'ken met 't beften nationaal Zeevolk waren voorzien, genoegfaam geen tyd is te bepaalen, waarop de overige in Equipagie zynde Oorlog Schcepen in gereedheid zullen kunnen zyn. Dat egter de O. I. Comp. van al te veel importantie is voor dezen landen, dan dat dezelver •verzoek geheel van de hand zoude kunnen worden geweezen, en zulks te minder, om dat derzelver Bewindhebberen niet blootelyk vroegen, om alleen ten koften van den lande te worden geprotegeerd , maar in teegendeel met der daad toonden, tot hunnen eigen defenfie teffens de uiterfte efforts te willen "doen, en alleen de nodige onderftand van 'slands weegen verzogtentot adfiftentie van die forces, welken zy zeiven in gereedheid zouden brengen. Dat een weigering van dusdanig verzoek op dit tydftip tot gevolg zoude kunnen hebben, dat alle hoop op protectie van 'slands weegen wordende opgegeven, teffens ook zoude worden afgezien van die pogingen, dewelken anderzints miflehien niet zonder hoop van fucces zouden worden aangewend tot eigen behoud, en dat de Nederlandfche EtablilTementen ook in dat Waereld-deel genoegfaam zonder tegenweer in de handen van der Vyand zouden vallen, en deeze Republicq by het eindigen van dezen oorlog zig.van refources zoude vinden gedeftitueerd. Dat sGra- 'ENHA- iE. i Befl. der Stat. Jetier. vegens :onvoy voor de D. I. Comp.  ss Gravenha- ge. Bef!, der 'Staf? Getier, wegens convoy ever de o. I Comp, i 1 ] i 1382 NIEUWE NEDERLANDSCHE Dat 't voorgevoel hier van feheen te moeten uitwerken, dat alle de kragten vereenigd en ingefpannen wierden, om ook ten deezen aar, 't verlangen van welgemelde Bewindhebberen zoo veel mogelyk te konnen voldoen, en dat ten dien einde ook daar toe niets onbeproefd te laaten, onder afwagting van 's hemels zegen, en van den fpoedigen en kragtdadigen byftand der Bondgenooten, by gebrek van gewoone, zonder 't minde tyd verzuim, tot de promtfte buitengewoonen hulpmiddelen toevlugt moefte worden genoomen. Is goegevonden en verftaan , dat Z. Doorl. Hoogheid als Stadhouder en Admiraal Generaal dezer Landen zal worden verzogt en gequalificeerd, gelyk hoogftdezelven verzogt, en gequalificeerd wordt mits deezen, om zoo door het overneemen van Scheepen van Oorlog,is 't doenlyk met derzelver Equipagien, als door het koopen, afhuuren van andere bequame Scheepen, dewelke daartoe zouden kunnen worden geapproprieerd, hier of buiten'sLands, en op alle andere gevoegelyke wyzen de Zeemagt van den Staat ten koften van den landen zo fpoedig, en zoo veel mogelyk te verfterken, en om vervolgens de concert met welgem. Bewindhebberen der O. I. Comp. te reguleeren den tyd, de wyze, en de lerkfte van de Protectie, dewelken aan de voorfz. Comp. zoude kunnen worden verzorgd, alles zoo ïri in diervoegen, als hoogftgem. Z. Hoogheid, behoudens de meening van H. H, Mogende Refoutie van den 26 Maart laatft'. ten meefte nutten •an den lande, en van de voorfz. Comp. zal oorieelen te behooren. En dat laatftelyk* ook de refpeö. Collegie ter \dmiraliteit dezer Landen zullen worden aangechreven en gelaft, gelyk gelaft worden, mits deen, om na hun uiterfte vermogen met Z. D. ioogheid mede te werken, niet alleen in 't geneael, om 's Lands Scheepen zoo promt doenlyk in ►choorlyke ftaat te brengen, en te houden, maar ook  JAERBOEKEN, >/y, 1781. 13^ Ook in *t byzonder omtrent al 't geene tot dezelver fpoediger bemanning, en tot meerder fucces der wervingen zoude kunnen dienen,met beloften, dat de Extraordinaire fpendatien, welken daartoe mogten worden vereifcht. en met voor overleg van hoogftgem. Z. Hoogheid gedaan,aan dezelve zullen worden gereftitueerd, en goedgedaan, alles voor behoudens, de vrye deliberatieri van de Heeren Staaten der refpcflive Provinciën , de Prov. van Holland en Weftfriesland daarin confenteerende: over 't vinden van de Fond feri, waaruit de onkoften, tot 't bovengaande gerequireerd, gevonden zullen kunnen worden.; En zal Éxtract van deeze H. H. M Reibl. gezonden worden aan Gecommitteerde Bewindheb' beren van de generale geoctroyeerde Ooft-Ind. Comp. ter Kamer van Zeventienen om te ftrekken tot derzelver narigtingen. Verders verneemt men, dat de Heeren Staeten van Holland in hunne laetfte zitting geracdpleegd hebben over den inhond der brieven, welken de .jongftaengekomen Courier of poftboden van Petersburg aengebragt heeft, en daerover een Prae-Advys beraemd, behelzende, dat zy de mediatie of bemiddeling van haare Majefteit, de Keizerin van Rusland, om eene algemeene bevrediging te bewerken, aennemen; voorts, dat zy ' het gemelde Pree - Advys onlangs ter Vergadering van de Heeren Staeten Generael hebben ingebragt, met verzoek, dat Hun Hoog Mog. hetzelve ten eerfte aen de overige Bondgenooten ter hand wilden doen komen, om hunne gevoelens desaengaende te verneemen, die, gelyk men vertrouwt, met de hunne zullen overeenltemmen. Ook 's Gra- venhage. Beft. der Stat. Getier, wegens convoy voor de O. I. Comp.  ï3§4 NIEÜWE NEDERLANDSCHE 'sGra- venhace. Ook heeft Zyne Hoogheid de Heer Prins Erfftadhouder als Kaptein Admirael de volgende bevelen uitgevaerdigd: als voor eerft, „ Zyne Hoogheid laft en ordonneert hier „ mede, ingevolge de Refolutie door Hun» ne Hoog Mog. de Heeren Staten Generael „ der Vereenigde Nederlanden, den 14 May „ laetftleden genomen, op eene Memorie, „ door den Heer St. Saphorin, Extraordina* „ ris Envoyé van Zyne Majefteit den Ko„ ning van Denemarken, aen Hoogftdezel„ ven geprefenteert, alle commandeerende Officieren van 'sLands Schepen, het zy van Oorlog of Commiffievaerders,om gee„ ne hoftiliteitjhoe genaemd, in de Baltifche Zee te plegen." Het ander bevel was dusdanig: 9, Zyne Hoogheid , door Hunne Hoog 3, Mog. de Heeren Staten Generael der Ver„ eenigde Nederlanden, verzogt zynde de „ noodige orders te willen geven, ten einde j, de Pruiffifche Vlag, ingevolge van het „ adres door Zyne Majefteit den Koning van s, Pruilfen, daer toe by Hunne Hoog Mog. „ gedaen, door 'sLands Schepen naer be„ hooren te doen refpeéleren, en zulks in „ conformiteit van de Ordonnantie en üecla„ ratie van Zyne Majefteit, betreklyk tot l} de Commercie en Navigatie van Hoogft.,, deszelfs onderdanen, gedurende den tegen39 woordigen Oorlog, van dato den 30 April „ laetftleden, laft en ordonneert hier mede alle commanderende Officieren van'sLands „ Schepen, het zy van Oorlog of Commiffi- „ vaer-  JAERBOEKEN, >/y, ri7«i. ' 13^5 , vaerders, om alle Pruiffifche Schepen, ge, laden met Koopmanfchappen, die volgens \ het recht der Volkeren als geoorloofde en ' geen Contrabanden gehouden worden, on[, geftoort te laten pafieren, en aen dezelve geene fchade of hindcrniffc toe te brengen, ' veel min dezelve, zonder noodzaeklyk„ heid of recht, in eenige vreemde Haven , op te brengen, maer in allen deelen de ,„ Pruiffifche Vlag naer behooren te refpec- teren." " OndertulTchen heeft het neemen van een EngelfchKoopvaerdyfchip,voor reekening van Pruiffifche Kooplieden gelaeden, door een FriefchWagtfchip,en het opbrengen van hetzelventeDelfzyL,de navolgende klagten van den Koning van Pruiffen veroorzaekt, door deszelfs Gezant den Baron van Thulemeyer deswegens in eene Memorie den 30 July aldus voorgedragen: HOOG MOGENDE HEEREN! De Koning myn Meefter heeft met even zo groote verwondering, als misnoegen vernomen de herhaalde geweldenaryen, die door een Friefch Wagtfchip, gecommandeerd door den Ka- Êitein Teeke Rotnkes, bedreven zyn. Een ngelfch Koopvaardyfchip, genaamd the Change, geladen voor rekening van Pruiffifche Kooplie^ den, is genomen, en den 6 July te Delfzyl opge- bragt: - Zyne Pruiffifche Majefteit kan met geene onverfchilligheid zien dusdanig eene handelwyze, welke de territoriaale regten verbreekt, en welkers gevolgen met ter tyd ftrekken zouden tot vernietiging van den Koophandel der Stac Embden, en zelfs van die van het Prinsdom Ooft- Fries 's Gr.a~ venhaGE.  1386 NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- VËISH.AGE. Klagten van Pruijfen wegens een En- gelfch genomen Schip. Friesland: ——- eene enkele herftelling van het Schip in queflie is geenzins dusdanig eene fatisfaclie, als Zyne Majefteit vafl de biilykheid van U Hoog Mogenden, en van hunne begeerte, om eene volmaakte harmonie te handhaven, kan yérwagten: ——- Zyne Majefteit beveelt my,Hoog Mogende Heeren, om van uwen kant eene behoorlyke fchadelooshouding , ten gunfte zyner onderdanen, te reclameren, en vleidzig, dat U Hoog Mogenden hun misnoegen aan den Kapitein Teeke Romkes zullen doen gevoelen: — indien de byzondere orders, onder gezag van U Hoog Mogenden aan de refpeftive Admiraliteiten, en derzelver onderhoorigen gegeven, alleen eene onafgebrokene rufte van de navigatie en commercie op de Eems kunnen handhaven; twyfelt Zvne Majefteit niet, of U Hoog Mogenden zullen "zig haaften, om de bekwaamfte maatregelen, tot dat onderwerp betrekkelyk, te adopteren, en dies te meer, om dat het intreft der onderdanen van de Republiek 'er in 't byzonder aan verknozt fchynt te zyn: de ondergefchreven hoon? dat hy, zonder vertoef, eene voldoende refohj tie van den kant van D Hoog Mogenden voor den Koning zyn Meefter kan oprnlegsren en hy zal zig met yver van dien pligt quyten.' (was getekend) 'sHage den 30 July 1781. D. THULEMEYER,  JAERBOEKEN, July, 2781 1387 De Heer Baron van Lynden, Gezant van het Hof van Zweeden, was, gelyk wy in ons fluitje van de rnaend May gezien hebben, van1 daer te rug geroepen, en met dien zelfden gewigtigen poll aen het Hof van Weenen vereerd. Deze aeugenomen hebbende vernam men egter, dat gem. Baron van Lynden daerna veranderd was, en verzogt hadt van het aenvaerden dezer poll verfchoond te zyn. Veel is over de redenen van deze verandering geredenkaveld, en die het meeft van de Staetsgeheimen meenen onderrigt te zyn, geven voor, dat de voornaemlle,zo niet de eenige reden is ? dat de Hertog van Brunsivyk zich omtrend den Baron van Lynden aen den Keizer, by Hooglldeszelfs reize in deze Landen , ongunllig hadt uitgelaten; waerop men zegt, dat de Keizer in 'sHage zynde, zoude hebben laten- blyken, dat de perfoon van Jonkheer van Lynden Hooglldezelven min aengenaem zoude zyn. Wat hier van zy, de Heer van Lynden fchreef den 2.6 July 1781. eenen brief aen de Algemeene Staten van degen inhoud. Miffive van de Heer D. W. van Lynden, Gedeputeerde wegens de Provincie van Zeeland, ter Vergadering van Haar Hoog Mogende, en voormaals Hoogflderzelver M,xtraordinaris Envoyé aan '? Hof van Zweeden. 'sHage den 26 July 1781. HOOG MOGENDE HEEREN! De eere hebbende zedert den Jaare 1761. wegens de Provincie van Zeeland by permanente ComZzzz mis- s Gra- 'ENHA3E.  13B8 NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- VEjSHAge. Brief van Jr. v. Lynden aen de Stat. Gen. wegens weigeringvan t Gezantfch. te Weenen. miffic in Uw Hoog Mog. Vergadering gedeputeerd! te zyn, mcene Ik (zonder eeniifints aan htt ver* fchuldigt refpect te kort te doen) niet by Requeste maar by Miffiveaan Uw Hoog Mog. temogen addresfeeren myn oprechte dankzegging voor de zoo gunftig genoomene reflectie op myn verzoek aan Uw Hoog Mog. gedaan, om van de op my gedo cerneerde Commifiie naar Weenen om zeekere om-ft?.Ddigheeden te moogen worden gedimitteert en untflagen. — Hoe zeer ik ook met alle genoegen en erkentenis herdenke de byzondere blyken van' Uw Hoog Mog. vertrouwen en goedkeuring over myne geringe, dog welmeenende poogingen tem beften van den Staat, geduurende myne refidentie in Zwecden aangewend, en my daar door aangezet vond , om de aan my gedefereerden Poft van Uw Hoog Mog. Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Weenen te accepteeren, te meer daar ik, nog te Stokholm zynde, van wegens den Heere Prince van Kaanits Ritberg authentique verzeekering; bekoomen had, dat myne benoeming aan dat Hof niet onaangenaam zoude zyn, gelyk zulks ook door het getuigenis van de Heer Baron Reischaeh is geconfirmeerd geworden; zoo ben ik egter dcor een bedaard onderzoek van my zeive en van de byzondere omflandighreden, waarin de Republicq verfeert, met opzigt tot deszelfs interieur Politiek beftier, overtuigd geworden van de onmogelykheid, om thans overeenkomftig myne welmeenende yver voor het Vaderland, aan het zelve buiten 's Lands van dienft te konnen zyn, met dat effect, 't geen myne Patriottique gevoelens en de aangeleegenheid der Zaaken , die mogelyk aan het Hof van Zyne Keizcrlyke Majefteit te tracteeren zullen zyn, wel zouden vcreifchen; en het derhalven voor my te prefereeren was, van deze Commiffie te werden gedispenfeert. De beweegredenen, die my daartoe voornaamlyk moeften aanzetten, heb ik de eer gehad aan Zyne Doorl. Hoogheid den. Heere Prince van Orange, als hec eminente Hoofd dezer Republicq, ampel meede te dce-  JAERBOEKEN, July, 1781. 1389 deelen, en ik fchroome niet insgelyks voor Uw Hoog Mog. openteleggen myn, zoo ik meene, gefutTdeeït Bezwaar, liet geen hoofdzakelyk hier op beruft: —— Dat ik zoo uit hoofde myner geboorte, als van myne bediening, Mede-Regent van deze vrye Staat zynde, verpligt ben deszelfs fundamenteele ltegceringsform, te weeten het verbond van zeven fouveraine Geweften, hebbende aan het hoofd een Vorft uit het Doorlugtig Huis van Orange en Naffau, te helpen maintineeren, en ^lle influentie van Vreemden, hoe hoog ook van Geboorte, of magtig in gezag, te recufeeren en tegen te gaan, om de eer en independcntie van den Staat te handhaven. In hoe verre nu deze gevoelens van Pligt en Vaderlandsliefde overeenttemmen met de ingreffie, die ik vermeene, dat de Heer Hertog Lodewyk van Brunswyk in de StaatsDehberatien heeft, zal ik gaarne aan hen verligt en équitabel oordeel van Uw Hoog Mog. en van het geheele Bondgenootfchap overlanten; als meede of, en hoe verre door Hoog gem. Heer Hertog by de meerderjarigheid van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, ten jaare 1766 pogingen zvn aangewend, om zig als Confulent, of eenig Córifiliarius van het Eminente Hoofd dezer Republicq te doen aanftellen en erkennen , 0111 daar door Zyne Doorl. Hoogheid te disperifeeren van uit de b; kwaamfte en getrouwfte Regenten en Minifters van den Staat te formeeren een Raad,waarin zoo de birncn- als bu'tenlandfché Aangeleegenheeden van de Repubhcq naar behooren gepondcreert, overlegt en geprepareert zouden worden, om vervolgens ten befte van deszelfs goede Ingezectenen door de fouveraine en executive Magt ter uitvoer gebragt te worden:, een ïnrigting, die in Monarcbique 3 zélfs Despotique , Regeeringen voor goed eehouden en in gebruik zynde!, te meer van applicatie fchynt op dit Gemeer ebeft , aangezien deszelfs eecompliqueerde Regeringsform niet flleen, maar < ok door dien het voorbeeld van voorige Heeren Stadhouderen de JZzzz 2 nood. 's Giu» VENHAGE. Brief van Jr. v. Lynden aen de Stat. Gen. we~ gem weigeringvan 't Gezant~ fch. te Weenen*  i39o NIEUWE NEBERLANDSCHE *»Gra- \enhage. Brief van Jr. v. Lynden aen de Stat. Gen. wegens weigeringvan t Gezantfch. te Weenen- noodzak elykbeid en nuttigheid daarvan genoegzaam beveft'gt. — Deze myne confideratien aan het oordeel der wettige overheid fubmitteerende, betuige ik ondertuffchen , gaarne, en altoos dankelyk, te erkennen de byzondere dienden door Hoog gem. Heer Henog in qualiteit als Voogd van'Zyne Doorl. Hoogheid , geduurende Hoogft Deszeifg minderjarigheid beweezen ;. hebbende ik ook in dien tyd alles toegebragt, het geen overeenkomftig myn pligt in myn vermogen was, om den laft op Hoogft Denzelven ge'egt, te helpen verzagten, en tot zyn perfoneel genoegen te contribueeren ; uit dien hoofde ook gaarne toeftemmende in Uw Hoog Moog. Refolutie van den 8 Maart 1766 , ter geleegenheid der meerderjarigheid van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder genoomen, waarby de continuatie in den dien ft van dezen Staat voor Hoog gem. Heere Hertog van Brunswyk van Haare Keyzerlyke Majefteit door Uw Hoog Mog. werd verzogt en verkreegen , fchoon volgens myn gering ligt in het Politique Syltema der Hoven van Europa, en uit andere om. ftandigbeeden 'er zig geen waarfchynlykheid op deed, dat de prxfentie en dienft van meergemelde Heer Hertog donr het Hof van Weenen zoude worden gerequireert. Gelyk ik al meede ver- klaare voor de Militaire Rang en Talenten van den Heer Hertog van Brunswyk, als voor Hoogftdeszelfs illuftre Geboorte die Hoogagting te hebhen welke ik meene aan Prince in dienft van den Staat en uit de oudfte en meeft aanzienlyke Vorftelyke Huizen vao Duitfchland, als van Heffen, en andere verfchuldigt te zyn, van welke de Republicq meer maaien de getrouwfte dienften ondervonden heeft en zoo ik vertrouwe by voorkomende geleegenhee* den altoos ondervinden zal. • Dog voor het overige aan Hoog Gemelde Heer Hertog geene Qualiteit of Titul konnende erkennen, om in zaaken, het Politicq beftier dezer Republicq concerDeerende, eenige, zelfs indirecte influentie te hebben, en my verbeelende, dat dezelve nogthans plaats  JAERBOEKEN, >/y, 1781* 1391 plaats heeft, zoo vinde ik my genoodzaakt Uw' Hoog Mog. by deeze te moeten verzoeken, my voor het tegenwoordige van alle buitenlandfche be-i zendingen, hoe ook genaamt, te willen dispenfeeren; terwyl ik nogthans by meer gunftige omftandigheeden gaarne en met alle vlyt, myne geringe vermoogens zal impendeeren en in het werk ftellen tot zoodanige Commiflie of Emplooy, waartoe Uw Hoog Mog my zullen bekwaam oordeelen ten meelten nutten van den Staat en van het Doorlugtig Erfftadhouderlyke Huis , welke beide belangen, ónaffcheidelyk zyn,en voor welke gezamentlyk ik, myn geftadig opregt en getrouw aankleeven en yver betuige; zullende ik nooit nalaaten, blyken te geeven van myne Liefde voor het Vaderland, en van de eerbied, waar meede (leeds verblyve, enz. D. W. van LYNDEN* Wy hebben te voren reeds verflag gedaen van het nemen van St. Euftatius door de Engelfchen, van het vervolgen van het Hollandfch Convoy, en hoe de brave Schout by nacht Krul daerby het leven heeft moeten verliezen. De omftandigheden van dit laetfte geval kunnen nader gekend worden uit een verflag, door den Kaptein A. J. van Halm den 25 J"ly uit Rotterdam aen zyne D. Hoogheid, den Kaptein Admirael,gefchfeven, en door dezen Vorft den 26 July tef vergaderinge der Algemeene Staten gebragt, zo als blykt uit dit befluit: ExtraB uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, den 16 July. De Griffier Fagel heeft aan H. H. M. uit Naam . van zyne Hoogheid gecommuniceert een Brief Zzzz 3 van s GRA' 'enhaje. Brief >an Jr* Lynlen aen ie Sfati jen. we* *ens wei* nering an 't Gezantfch. te lVeenen,o  's Gra- venhage. Ref. et raport wegens den Schout by nacht Krul. i i 1 i < i t 3 C d e e o 11 d 1392 NIEUWE NEDERLANDSCHE van den Kapt. ^. # van Halm, gefchreeven t«> Rotterdam den 9J deezer, geadreffee t "vne feuds\h-°Utnde raPP°rt van het neemen Sn sLands Schip Mars, door de Eneelfche Oorlof Schepen de Monarch, de Panther J SÏbfle , 3 de Schout-by Nacht Willem Krul in het gevest ttir^SS?™' V°lgeDde de VOorn' MiffivehSa Doorluchtige Vorst en Heer! Na dat de Eer gehad heb Uwe Doorl. Hoogheid ' veï ^^"^February laatftleeden kennis tegeeven, van het neemen van 'sLands Schip Mars door de Engeftche Oorlog-Schepen de MoLT, ds üZtD^oVltK ik gedegenheid gehad Uwe Doorl. Hoogheid een omftandig Verhaal t* kunnen doen toekomen, waarom than^s deTvrvhed •e g^even^ ^ H°°gheid het VolSeode rxr°5dMg^den 4 February iySi, 's morgens A» Wind N . O ten O. gereefde Mars'koelTeTmet den lag deeden Sein en wendden om de Noórdl S ?Eet°7gaog TgGB drie ZcÜen achter het Konvo j i> °* ten Z- van ons» deeden daarop Sein roor de Koopvaarders, om in het KielwaMte ko. nen. Ten io uuren hielden af na de leewaardfte ierzelve, en deeden andermaal Sein voor hunTl om * ons Kielwater te komen. Ten 8 uuren preVen e buitenfte Klippen van Anguila O. Z. O na iffing twee en drie quart Myl van ons: omftrèeks 0 uuren heefen Vlag, Geus en Wimpel, Sop v?™!0.01^ ^hepen haar Engelfche VI ggen er! Vimpels heefen, en ons met kragt van Zalen n™ erden, zagen toen dezelve Schepen van Linie en fi^fn^ma,akre-n a,,arm' S^den de Fok op, 1 wagten dezelve in, waren van gedagten,datzv is wilden praayeu en na Amerika moeiten. Omreeks elf uuren waren dezelve by ons wanneer Monarch, v,„ ?8 Stukken en 6co Man, Kapt. impldfj afhield, en ons zeer kort agterom JiepI en  JAERBOEKEN, >/y, i7Sr. 1393 en onder de Jeybil op een kleine Piftool fchoot bydmaide, terwyl de Panther, een Schip van 60 Stukken en 450 Man, te loefwaard op een Kanon fchoot van ons afbleef leggen, en het Fregat de Sibille van 28 Stukken en aoo Man, tekefwaard van de Koopvaarders liep. Toen vvierd uit het eerftgemelde Schip geroepen: Strykje Vlag en draay by, waarop den Heer Schout-by-Nacht Krul antwoordde, zulks niet te kunnen doen, en de reeden daarvan niet te weeten. Te dier tyd rny by ?.yn Hoog Ed. Geftr. op de Campagne bevindendende, wicrd my door dezelve geordonneert bv de Batteryen over te gaan, wyl dezelve te loefwaards klaar ftonden. Kreegen toen de laag van de Monarch, welke wy op het oogenblik beantwoordden en in een Engagement raakten. De be. wulte Batteryen aan de gang zynde, ging vervolgens by de onderfte om met dezelve te agcerena doch tot ons groot leedweezen was die onbruikbaar, wyl de leyftukken met de Trompen in het Water haalden, en hetzelve by continuatie tot aan de bovenkant inkwam, waardoor wy in een korten tyd 70 veel inkreegen, dat de Borften en Rampaarden in hetzelve ftonden, en wy tot 36 duim by de Pompen kreegen, het dus onmogelyk zynde met de onderfte Batteryen te ageeren, ordonneerde ik den Luitenant van Dam dezelve in te haaien, en de Poorten toe de doen, vervolgens ging ik na boven , om den Schout-by-Nacht hiervan rapport te doen, wanneer in de Kuil komende, my door den Luitenant de Jong wierd gerapporteerd, dat den Schout-by Nacht doodelyk gekwetft was; en terwyl zyn Hoog E^. Geftr., van het Halfdek na het verband pebragt wordende, den Kommandeur der Soldaaten ordonneerde my te zeggen de Vlag te ftryken, ging ik na het Plalfdek, om was het nio elvk , de Actie nog te continueeren» doch zulks voor ons ondotnlvk zynde, wyl wy niet dan ia tw?alfponders, 4 zetponders en eén drieponder konden gebruiken, daarin tegendeel de Monarch mee 14 twee-en-dertigponders, 14 aguietiponders, Zzzz.4 9 nee* 's Gra- venhagl. Ref. en raport wegens den Schout by nacht Krul.  's Gra- venhage. Ref. en raport wegens den Schout iy nacht Krul. i j 1 j i i ( t J li d 15 *394 NIEUWE NEDERLANDSCHË 9 neegenponders en i agttienponders Kanonraades by continuatie op ons vuurde, en de tiezaans-Maft, nevens deszelfs Raa en op een derde na alle zyn Hoofdtouwen, nevens 6 dito aan weerzyden der groote Maft, 't groot Mars-Val en het naait loopende louwwerk afgefchooten zynde, een Kogel door de groote Mars en verfcheide door de Romp van het Schip gekreegen hebbende, en boven dien noch de Panther van 6o Stukken te loefzy van ons ïebbende leggen; Zo bleef 'er geen hoop ter waereld over, om door langer te vegten eenig Voordeel of Eer voor 'sLands Vlag te behaalen, aetgeen my tot myn innerlyk leedweezen in de onlangenaame noodzaakelykheid bragte van dezelve é moeten ftryken, en 's Lands Schip over te gee'en, waarvan ik aan Boord van de Monarch ben ;egaan, en aan den Kapt. Reinolds verzogt heb)ende, zo lang aan boord van ons geweezen Schip e blyven, als het Lyk van den gefneuvelden >chout-by-Nacht daar zoude blyven, wierd my :ulks door hem geaccordeert, waarna wy door de anther op Sleep Touw wierden genomen, en den ; tebruary, nevens „ Hollandfch Sehip onder faveur van eenv vreemde Vlagge herwaerds zoude vertrek-, ken, welke difficulteiten by andere Com„ miffariffen of Confuls mede te verwagten , waren, bet geen niet dan tot nadeel van l 'sLands particuliere Wervingen kondeuitJ' loopen: verzoekende de Supplianten der" hal ven,' dat Haer Hoog Mogende aen de " Commilfariffen en Confuls van dezen Staet " in Vrankryk, Portugal, Spanjen en Italien " rciideerende, gelieven aen te fchryven, dat aen de Equipagien van de Hollandfche ^ verkogte Schepen gelaeten werde de faeulteit om met dezelve verkogte of andere. Neutraelen, en geen Engelfche, of nacr Engeland gedeftineerde Schepen, herwaerds • te mogen komen, en zelfs op zodaenige " Neutraele Schepen voor eene Reis dienft, te mogen neemen, mits zig alhier te Lan■ de fifteerende binnen dien tyd by de voo" rige Refolutien bepaeld, alles op de pce" nalitéiten daerby vermeld;" '* Na deliberatie goedgevonden en verftaen, Dat,aengeziennimmer aen de Equipagien 'van Schepen,met permiflie van HaerHoos " Mogende buiten'sLands verkogt,is voor■ " gefchreven, hoe zy herwaerds moeten ref " zen,noch verboden is met Neutraele Sche" pen als Paffagiers over te komen, geen nieuwe " difpolitic daer toe vereifcht word; en ge" conüdereerd, dat zig niet dagelyks gelee" genheid opdoed voor zodaenige Equipa" gien om anders, als tot haere groote kofter " als Paffagiers te reizen, aen dezelve za: wor- s GrA- enuae-  *sGra- venha ■ ge. 3 i t i è V 1396 NIEUWE NEDERLANDSCHE „ worden gepermitteerd> gelyk gefchied mits „ dezen, om zig by Neutraelen, het zy on de verkogte het zy op andere Schepen » van Neutraele Mogendheden, in Scheeps5, dienlt tot de reis te mogen begeeven, mits dat zy zig niet anders engageeren als voor 9} eene reis direél na deze'Landen, of daer „ door zy deze Landen naderen, en zig een „ gemakkelyker reis herwaerds bezorgen „ des dat zy aen den Miniiter, Conful of „ Commiffans van den Staet, die haer de „ naefte is, doen blyken, dat zy zig waar„ lyk met anders als tot de reis, en niet tot „ voorduurende Scheepsdienft, hebben wIS » ;evonden dat die Bekeuring wel en fe rechtTo? n"aienda age°enk P**? 4 ^ mg ai dat geen, t welk daar toe naar rechten /ordt vereifcht, is in acht genomen; aan denGe xecu eerde met meerder tyds, dan nog éénmaal lerentwmtig uuren, na dat hem door één der Ho ens met de Roeden daar van aanzegging zal ™„ edaan, zal worden toegeftaan, om^ie gevorder lètoen^Hoofdli'f daar t0e *edane^ £n' leken en Hoofdlieden voornoemd te voldoen En dat, wanneer door den Geëxecuteerden bv s exfpiratie van dien laatfeemeldenr.;„,,„' y d, de gevorderde BoetSWS koEVaï op  JAERBOEKEN, July, 1781. 1309 ©p gevallen , niet mogten weczen goedgedaan;denl Geëxecuteerden alsdan, gedurende den tyd van zes weeken, op 'sGravenfteins zal worden gem-, carcereerd, om aldaar met zyner handen arbeid de koft te winnen. ., Alles nochtans behoudens, dat den Geëxecuteerden, naar den inhoud van het voorlz. XV1 Articol, zyne zake voor die van den Gerechten vermag te trekken ; mits zulks doende voor dato, dat aan hem Geëxecuteerden de laatfte termyn van vier en twintig uuren door de Bode roet de Koede worde aangezegd, enz. Ttfn derden is de Ordonnantie van hei Collegium Pharmaceuticum en het Gilde var de Apothecariffen binnen deze Stad, op dei 16 July 1781. aldus vermeerderd: Die van de Gerechte der Stad Leyden, door dei Prcefes, Affefforen, Deken en Hoofdmannei van het Collegium Pharmaceuticum binnen dez Stad, geinformeerd zynde, dat vele Lieden ja] zo genaamde Bakers. Minnemoeders, ook Dienitbc den ; ja zelfs ouders de jonge Kinderen, door het or voorzigtig toediece van Slaapmiddelen, veeltyds 1 gevallen, die fpoedig door andere middelen konne uit de weg worden geruimd; niet alleen veel ni deels toebrengen; maar ook zelfs de gemelde Mn delen fomtyds in ene zodanige quantiteit gever dat, zo dezelve jonge Kinderen daar by het leve niet verliezen, ('t geen echter riet zelden gebeur ten minften der zeiven vermogens daar door zoü danig worden gekrenkt; dat zy naderhand, ged rende al hun leven , worden en blyven onnutte L den der Maatfchappy; hebben op het prasadvis v het gemelde Collegium Pharmaceuticum , goedg vonden , om tot voorkoming van zodanige allerg vaarlykflen praftyken, de Ordonnantie voor b Collegium Pharmaceuticum en Apothecars-Gilde, I die van den Gerechte voornoemd op den 30 AF jEIDEN'» dmpliat: >an XPT Art. van de Gil. denhr. van 26 Ociober 17581 l l 1 1 S ï Q L1i n P Iueineeet i  LEIDEr Ampl van iïe Grdonn, van V Gilde der Apothekers. i . 3 ] ei b v; rc df d< e J4oo NIEUWE NEDERLANDSCHE tfifPV0^aan ,niema«d. het zy Apotheker,DrofénV^nrU,de,nVerk0per' of wie h«óok zoude mogen zyn, zal vermogen enige Slaapmiddelen te ver. te5 rifcnaain5* de «genaamde S^optSi Slaapbollen; of slaapbollen zelfs; zuivere Oninrn of enig ander Slaapmiddel; hoe ook geLW- a ' ?nrS-d32 ilrr^vk °P 'c ^o^fchrift fan een Doctor m de Medicynen- en dat alle die geenen de welke tegens die verbod komen w pefSen -«N en verbeuren vo0r de eerflërriaa vyfti' gulden SS„VSif% .ZUllen ft^kL°tef vooroeei van cie Htószittél Armen de/er Stad m Hf» Se^ïSSSS *ulen worden lerkf ™ïu We? UeC ?en°epzame bewyzen geterkt, zulks aan het voorgemelde Collegium Phnv (was getekend) YSBRAND van DAM. Leiderdorp. rVen 15 July 1781. des namiddags is in ƒ de hervormde Kerk alhier, voor de irfte mael 111 den openbaren Godsdienft ge* •uik gemaekt van een zeer fraei Orgel, verterdigd door den Orgelmaker Joh. Mittexther te Leiden, en aan de voorzeide Leirdqrpie Kerke ten gefchenke gegeven door 7 nu reeds Overleedenen, Heer en Mr irnehs van Tol, in leeven Raed en regee' rend  JAERBÖEKEN, Jtdy, Uoi r'end Scheepen der Stad Leyden, en zyne ■Echtgenoote, Vrouwe Catharina van Leeuwen. By welke gelegenheid, de wel Ecrwaerde Heer Samuel Hubert, veel geacht en geïïefü Leeraer in deze bloeyende Gemeente, met eene zeer gepafte Leerreede, over de woorden van Pfalm XXXIII. vs. i, 2 en 3. Gy rechtvaerdigen zingt vrolyk in den HE ERE, lofbetaemt den oprechten ; looft den HEERE met de harpe; Pfalm zingt hem met de luite , (ende) het tienfnaerig inftrument, zingt hem een nieuw lied; fpeelt wel met vrolyk gefchal. — der Chriftelyke Gemeente de pligt van Godverheerlykende en onderling iüchtende gebruikmaking, beide van Zang- en Spel, heeft voorgehouden en een ieder de dankbaere nagedachtenis van de edelmoedige weldoeners, aenbevolen. A m s t e l d A m. Men heeft tyding van Lisbon, dat, het Hollands Schip van oorlog Amsteldam , onder bevel van den Schout by nacht Graef van By'landt,klaer was met kielen,en wederom ballaft innam, zullende wel haeft wederom in ftaet zyn om Zee te kiezen. Het Fregat Dieren onder bevel van Kaptein Coermans was ook wat herlteld en gekalefaet,terwyl de bevelen van Hun Hoog Mog. om aldaer een ander Fegat van' 36" ft. in deszelfs-plaets tekoopen, te laet waren aengekomen, nadat dat Fregat reeds verkogt was. Aaaaa Wy Lei- ')ER.  i402 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- stel' dam. Wy hebben te voren gemeld, dat de Bewindhebbers der O. I. Maetfchappy maetregelen hadden genomen, om, zo mogelyk, de te rugkomende O. I. Schepen van den oorlog te verwittigen en de eerfte haven in Spanje of Frankryk te doen inlopen. Onder anderen was een Stuerman van de O. I. Maetfchappy op een gehuerd Zweedfch Scheepje uit Texel gezonden: hy diende op het zeiven in fchyn als Matroos, maer hadt de papieren en bevelen van de Maetfchappy heimelyk by zich. Dog kruiffende op de hoogte van de Azorifche Eilanden wierden zy door verfcheidene Engelfche Kapers aengedaen en zeer mishandeld, en eindelyk door een Kaper genomen, die wel merkende, dat een Zweedfch Scheepje met ballaft niet zonder gewigtige redenen op die hoogte heen en weder kruifte, het zeiven naeukeurig onderzogt, de papieren van de O. I. Maetfchappy eindelyk vondt, het volk overnam, en het Scheepje in den brand ftak. De meenigte van Kapers, welken op die hoogte kruilten, baerden hier te Lande veel ongeruftheid voor onze O. I. Schepen. Dus was het eene aengename tyding, dat fes van onze O. I. Schepen door eenen Engelfchen Kaper ontmoet zynde, vyf van dezelven veilig in Cadix waren ingelopen, en drie anderen, door een Portugeefch Schip van Oorlog zynde verwittigd , het befluit namen om de Noord te zeilen , om zo de Engelfchen te ontkomen. Omtrend deze drie Schepen ontvong men den 17 dezer maend de aengename tyding, dat zy, met na-  JAERBÖEKEN, july, 1781. 1403 narnetl Ds Triton, Oud-Haerlem en 'tLoo, behouden in Oxholm waren binnen gelopen. Wy hebben te voren gezien, hoe eenige Kooplieden, in eenige Smirnafche Schepen groot belang hebbende, zig aen H. H. Mog. beklaegdcn, dat die Schepen door de Engelfchen genomen zynde, de Schout by nacht Jan Binkes,voerende 'sLands öorlogfchip De Princes Louifa,ennog twee Fregatten by zig hebbende, omrrend het hernemen van die Schepen zyn pligt niet hadt betragt, gelyk hy hadt kunnen en moeten doen. Zie hier voren bh 841. Waerop H. H. Mog. aen den Schout by nacht Binkes deeden aenfchryven , van zó fpoedig mogelyk Hoogftdenzelven op gem. klagten van beiïgt te dienen. Dit berigt kwam in deze maend ook in^en is vervat in eenen Brief van welgem. Schout by nacht,gedagtekend van 'sLands Schip van Oorlog De Princes Louifa, liggende geankerd te Toulon den 20 Juny 1781. van dezen inhoud : HOOG MOOGENDE HEEREN! "VTabcvorens Uw Hoog Mog. zeer onderdaanig bedankt te hebben, voor het toezenden van het Copie Requefr. en de bylagen van verfcheide Medereders en geintrefleerdens in 't Schip Su George Capitein Jan Pieter Janzen, en deszelfs lading; aan Uw H. Mog. den 12de April geprefenteerd , en by my den 18de Juny ontfangen, heeft den ondergetekende geen moment wdlen verzuimen, om Uw H. Mog. te berigten, en te informeeren, dat de zaken en bezwaringen, in daC Requeft gemeld, niet in die omftandigheden zyn Aaaaaa ge* Amstel,dam.  Amstel- dam. Verdeedigingvan J. Binkes, wegens de genomeneSmirnafcheSchepen, 1404 NIEUWE NEDERLANDSCHE geweeft, zo als zy daar in worden opgegeven, als. zeggende: „ Dat 'er volgens ordre van U H. Mog drie ,, Oorlogfchepen in de Middelandfche zee zouden kruifen om de Scheepen van de Republicq te „ waarfchouwen, dezelve in veylige Haaven „ brengen, en de Smirnafche Scheepen te ge,, moed zouden Zylen, en in vyligheid brengen, „ dog dat die drie Oorlogfchepen, des niet te„ genftaande,werkeloos te Livorno waaren bly„ ven legeen". Om nu hier op behoorlyk te antwoorden, meent de ondergetekende niet tekonnen voorby gaan, Uw H. Mog, een kort relaas van zyn geheele Reis te moeten doen. Na dan op den 29fte November met een Schiponder zyn Convoy na Barcelona gedeftineerd, in Zee te zyn gegaan, heb ik tot aan Caap St. Vincent een voorfpoedige Reis gehad, doch aldaar flegt weêr krygende, floeg 'er een groot gedeelte van 't galjoen weg, en op den 3 January voor Barcelona gekomen en aldaar met een ftorm uit een N. N. W. geen wal kunnende krygen, heb ik met die Storm de Golf van Narbonne moeten paiïeeren, wanneer de reft van het galjoen en een fedeelte van de dubbelhuid wierd weggeflagen. )usdanig gefield kwam ik den 23fte January te Livorno met det Capitein Melvill, die ik wat beooften de Hyerefche Eylanden had ontmoet, beide byna zonder water , alwaar ik van de Vredebreuk tuffchen Engeland en de Republiecq geinformeerd wierd, en teffens order ontfing om de Engelfche als Vyanden te handelen, en de Scheepen onzer Republicq te laten waarfchouwen : waarom men met alle magt Water haalden, en Cap. Melvill den eerfte Febr. ten dien einde in Zee is gegaan, wanneer ik begonnen ben een nieuw galjoen te laten maken en myn Schip in ftaat te brengen om mede in Zee te kunnen gaan, waar uit Uw Hoog Mog. klaarlyk kunnen zien, dat  JAERBOEKENj July, 1781. i4°5 dat de tyd niet werkeloos is door gebragt; maar ter Contrarie alles met alle mogelyke fpoed is ge-, fchied, dus de befchuldiging ^.q daar werkeloos te zyn geweeft, valfch en verdicht is. Ik zond aan den Capt. Oor/tó, Commandeerende het Fregat den Briel, welke te C uua was om zyn Victualie te verwagten,ordre om van daar in Zee te gaan; om de Koopvaarders te waarfchouwen. Den 24de February 's Avond kwamen de Fregatten de Cafior en den Br iel, gecommandeert door Capt. Melvill en Oorthuis, van hunne Kruistogt te rug: wanneer den Capt. Melvill my kennis gaf. Dat het roer van zyn Schip ftukkend, verrot, en buiten (laat was om verder te kunnen dienen, hebbende boven dien nog verfcheide defecten die verholpen moeften worden. Den 27fte ontfing ik met de ordinaire poft een order in dato 12 February, my gelaftende de Fregatten de Ca/lor en den Briel, ten fpoedigfte te detacheren na een bepaalde Kruistocht in de Spaanfche Zee , ten dienfte van de Ooft-Ind. Comp. deezer landen, en benevens dien een tweede order in dato 13 February met de Inftructien van Bewindhebbers', waar aan gemelde Officieren zijr exaótelyk zoude hebben te reguleeren. Dewyl nu deeze Scheepen na een plaats moeften gaan, daar zy vry veel door hooge Zeën en zware ftormen hadden uitteftaan, moeften zy wel en behoorlyk worden voorzien. Zy kwamen pas van Kruistocht, mankeerende Water, hun Victualie ftrekteniet verder als tot Mey of Juny, zy moesten zig tot November vidtualieren, op een plaats, daar door de veelheid der Scheepen en het geftadig equipeeren, en voorzien der Engelfche Kapers , weinig te krygen is; zo dat Uw Hoog Mog. ïigtelyk kunnen zien, dat 'er veel werk te doen was, en dat men zyn tyd niet in Luiheid heeft doorgebragt. ——- Den 14de kwam -ik in gereedheid, wanneer ik myn Timmerlieden aan de Ca/Ier moeft laten medewerken, om dat "er aan Aaaaa 3 Land iTEI> )AM. Verdeeiigingvan J. Binkes, wegens ie genomeneSmirna • fche Schepen.  Uoé NIEUWE NEDERLANDSCHE AMSTERDAM, Ver desdigingvan J. Binkes, wegens de genq' mene Smirtta-' fche Schepen. Land geen genoeg te krygen v/aaren om op de bezemde tyd gereed te kunnen zvn. Den 19de zyn .vy klaar geraakt, en den 2ofte ha Zee gezeild, de twee Fregatten om hunne aangeweezene poften te beryken, en ik om myn Kruistocht en Conyoyen te doen. Wat nu Hoog Mog. Heeren het neemen der twee in het requeft gemelde Smirnfche Scheepen Delangd, is buiten myn of iemand anders fchuld ?eweeft; dog dat zy genoomenen ergens opgebragt zynde, altoos kunnen hernomen worden, laar van meen ik voor al in myn omftandigheeden iet contrarie te kunnen aantoonen. Den 7de Maart, ?sMorgens ontfing ik een Briefje van den Conful Kerfbyl te Livorno, my neldende, dat het Schip de St. George Capt. Jan Pieter Janzen op den 14de February in 't Canaal i/an Alaltha genomen was en te Civita Vechia opjebragt, doch aldaar wegens Patente bonto niet sntfangen, en dien zeiven avond nog een, waarin hy zegt, dat 'er verfcheide brieven in Livorno waren, waarin gezegt word, dat het Schip reeds wederom vertrokken, en men in die gedachten was, dat het zelve deeze nacht of morgen hier zoude komen; dat ieder wenfehte, dat ik een, der Fregatten deeze nacht in Zee zond, en dat Schip liet hernemen, waartoe hy fchreef verzogt te zyn^ my dit in Confidcratie te geven. H. Hoog Mog. zullen wel geremarqueert hebben, dat ik order had, waartoe die Fregatten gedepecheert moeften'worden, dat ik met myn Schip in het Timmeren lag, en dus niet gereed was. Ik fchreef den volgende Morgen aan zyn Ed. dat myn Schip niet afgetimmert en dus niet gereed was om in Zee te kunnen gaan, dat de twee Fregatten in dezelve omftandigheden verfeerden, en dat al waren die Fregatten in gereedheid, ik hun daar toe niet in Zee konde zenden, om dat ik dezelve tot een ander einde gebruiken moeft, 4at ik niet konde begrypen,waarom de Livornee. fche  JAERBOEKEN, >/y, 1781. 1407 fche Kooplieden zich hier mede inlieten, ten zy alleen om te wille weten, hoe het met myn Schepen gefield was, of ik die in Zee konde laten gaan of niet, om daar van aan de Engelfche Kapers kennis te geeven , en 'er zich na te kunnen reguleeren: en ik ben in dat vermoeden gefterkt geworden, dewyl dat Schip eerft 4 a 5 dagen lateiis gekomen als men gezegt had, en zy dus tyd gehad hebben dezelve daar van te informeeren. Hoog Moog. Heeren! de Livorneefche zyn vrienden en voorftanders der Engelfchen, om dat zy hunne pryzen daar opbrengen, verkopen en ze rvk maken; het zyn Italianen en Kooplieden: zelfs zegt men , dat 'er eenige zyn, die Portie in de Kapers hebben, en die hun van alles kennis geven Zeker is het dat zy hunne Fadtoors en Correspondenten zyn, en zy doen hun alle faveur die mogelyk is: waar van een preuve is, dat de laatfte Smirnaasvaarder hierbinnen gebragt, en door ftilte niet konnende voortkomen, door drie groote Roei-barken van Livorno is ingeboegieerd, welke hem van de Wal gezonden wierden, en mogelyk fchryven deeze dan nog aan hunne Correspondenten in Holland, op een wyze hun ïnneemende, om daar door met den Inkoop van eenige Goederen begunftigd en hunne Correspondenten te worden. , • "'u Schoon nu Hoog Moog Heeren, uit het voorgem genoegzaam blykt, dat de ondergefch. met fri ftaat is geweeft het opbrengen van die Scheepen te Livorno te beletten, zo zal den ondergefch echter de vryheid nemen aantetonen, dat het met één Schip byna onmogelyk is, een Schip van Civita Vechia na Livorno willende, te beletten daar binnen te komen. De eene brief-Schryver Beeft wel op, dat 'er niets anders te doen was, dan een Schip in 't Canaal van Piombino te laten kruinen, en dat genoeg zoude zyn om zulk tebeletten, dog deeze man Hoog Moog. Heerentoont in deezen, dat hy tot het geflagt der Langoorige Aaaaa 4 Die* Amsterdam. Vcrdee' diging van J. Binkes , wegens de genomeneSmirna.' fche Schepen,  Amstel. Verdeedigingvan J. Binkes wegens de genoineneSmirnafcheSchepen. ( j i x I j 1 140S NIEUWE NEDERLANDSCHE Dieren behoort,en niet weet, dat 'er tuffchen Corüca en Elba een paffagie is,om van CivitaVechia, of van die geheele Kuft, na Livorno te komen; dat net byna tweemaal zo wyt is als het Canaal van Piombino, en dat een Schip in dat Canaal Krullende, den andere in 't andere niet zien kan, ais paileerende dan meer dan tien mylen van el.Kanderen, en dus vér beweftcn Cabrera omlopende, gaat hy na Livorno, en laat den anderen in het Canaal van Piombino kruiffen, zonder dat het langs de geheele Kuften, wyl 'er zeer vee-1 paffagie is, kan geweeten worden, en waaromtrent de Kapers altoos goede informatienbekomen. Dus zouden 'er dan, zal hy mogelyk zeggen twee Scheepen nodig zyn; maar ongelukkig is 'er nog een derde paffagie, namentlyk de Straat van St. Bomfacius, door weike zy fpoedig na Port-Mahon kunnen koomcn: ook zyn 'er langs die geheele Kuft veele Havens, daar zy gejaagt wordende, kunnen binnen lopen. De ondergefchr. hoopt nu Hun Hoog Moog. door dit bericht voldaan , en zich van de hem aangeteigden blaam gezuiverd en verontfchuldiVt te hebben, en dewyl zulke befchuldigingen den onJergefchr. zeer hard en ten uiterften verdrietig mallen, hoopt en folliciteerd hy Uw Hoog Moog. fit Publiecq geleden affrond publiecq tè willen lerftellen, en hem zodanige Satisfactie te geven, ils Uw Hoog Mog. meenen met de befchuldiging jvereen te komen , en de zaak te verdienen, Waarmede H. M. Heeren, enz, (was getekent) JAN BINKES. Wanneer tvy van de vredebreuk der Engelfchen met onzen Staet fpraken, en van iet overgroot getal Schepen door deze overvallende Oorlog, in 'svyands, handen geval-, * len,  JAERBOEKEN, i7«r. H09 len merkten wy teffens aen, dat die fchaden eengzints verzagt wierden, door dien veele van de genomene Schepen in Engeland zelve waren verzekerd, raids maer de verzekeraers aldaer tot het nakomen van hunne verbintenis wierden gehouden Inderdaed de Eneelfche Affuradeurs weigerden aen de verzekeringen te voldoen, welken zy ^jMenden November en begin van December i/bo, en dus voor de vredebreuk, op onzytuge Schepen gedaen hadden ,beweerende, dat de verzekerde Kooplieden verpligt waren zorg te draden, dat de verzekerde Schepen en Goederen onzydig bleven, geduerende den gehce k reis Waeromtrcnt dan regtsgedingen zynde aengevangen,onze Kooplieden in deze maend dit bcrigt uit Londen ontvongen: „ Wy hebben het genoegen u te bengten, dal de finale uitfpraek van alle uwe zaken tc. " een de Affuradeurs heden ten uwen voorl deele gedaen is, door alle de Rechters vaii 'sKomngs Bank, Lord Mamfield aen hel " hoofd zynde, tot groot genoegen van eei ' aenmerkelyk aental toehoorders,die in he Hof tegenwoordig waren. Deeze mtfprael< " zal een groot getal zaken van gelykeii aer ' belliffen en wy durven verzekeren, dat de ze compleete'Viétory over de Affuradcur; " menige duizenden Ponden Sterlmgs waer " dig is voor de beledigde onderdanen vai „ Holland." . Men heeft ook nog tyding uit Londen vat den i dezer maend, dat aldaer waren vryge o-even de Schepen de Vrouw Anna, Kapt F Jrnes; de Jufrouw Maria Cathartna, Aaaaa 5 L.api Im- iTiL- I l Ir  i4!o NIEUWE NEDERLANDSCHE A*f- DAM. Aatt Kapt. Koeman; de Fryheid, Kapt. 7\ Hanfen; de Gidion en Maria, Kapt, W. D, Muller; de Rebekka en Anna, Kapt. H, lianjfen; de Jujfroinv Anna, Kapt. H. Mulder; de Margaretha Catharina, Kapt. A. Watfbn; de zes eerfte van Grenada en de Iaatfte van Cuxacao, ook heeft die aen Boord de Laedmg van het Holiandfch Schip St, Euftachius, Kapt. Leliendael. By de Admiraliteit te Londen waren de volgende Schepen gevonnift: als van H. J. $joerds op de Reis van Rouen na St. Malo in October 1779 te Jerfey opgebragt, is het Schip vry gegeven, de onkoften en legdagen zyn vergoed. Van TJ. Rinkes, op de reis van Marfeilli? naer Havre de Grace genomen, is Schip en laeding te rug gegeven, doch geen vergoeding van onkoften,- maendgelden, noch verzuimden tyd gedaen. Jan Pieters , op de Reis van Ahkanten naer Ferrpl genomen en in Maert 1780 te Lisbon opgebragt, is vrygegeeven; de onkoften en iegdagen gereferveerd. Van Kapt. Jan Math. Vrugtniet, van MarFeille naer St. Valory, is Schip en Laeding verbeurd verklaerd. Ook hebben verfcheidene Kooplieden en Reeders van Schepen, door de Engelfchen genumen, zich in deze maend tot H. H. Mog, rcrvoegd by het volgend verzoekfehrift:  JAERBOEKEN, July, 1781. ^ de Hoog Mogende Heeren Staten Gene- j neraal der fcreenigde Nederlanden. s Geeven met alle ootmoedigheid te kennen de G'ondergeteekende Kooplieden en Reeder ; van Schepen, door de Engelfchen genoomcn en in. ' ab??zy°luppffiïen , tot hunne a|ergrïe^dfte\ 7ie!sfmerte?dW de tvdingen uit Engeland van ««Pn ' on die Schepen genoomen en u tic ue ?£,,i?e aldaar g« dagdyks en by conn- derhoud zpo liegt word ^enbf/e^^m veel krygen om te Sterven en te weinig om ^Dat^et wel waar is, dat Zyne Majefteit de Kon ng van Engeland, voor ieder van dezelve to hun Onderhoudg doet betaalcn een Sex Pence, hvna zes duivers Hollands daags, die egtei zei ^"neer deeze Manfchappen op vrye voeten wa. ren, en dus ten minften pryze voor■ huv Spys e Drank in Perfoon konden zorgen , geenzints zo den toereiken om daar van te kunnen ^bfifteere Dan, dat het het weinige, t welk ^y *»■ voor nog zouden kunnen gemeten, door de b handelinie van die geene, dewelke haa^ van h nodige Voedzel moeten voorzien , nog zee ' wor vermindert, en aan het Volk belet om »n ha Srhirmers daar over te kunnen lchryven. wa !CoorPaan Haaf de mogelykheid1 benoemen wor om daar in redres te krygen, of va1 devoorga haare Schippers of andere, eenig foulaas m nu ne ongelukkige Omftandighedeu te kunnen o, vaBgen. j iM- TFL) AM. leq. van Kooplielen we • yens de Holl. Krygsgevange*nen. \ t f 's h Pt h 1. ir it It ;e ar dc n. lilt- »at  Amsteldam. Req. vat Kooplieden we gens de IJoll Krygsgevangenen. t 3 ■\ ) 2 t V z a h d ir $ H ei 1412 NIEUWE NEDERLANDSCHE : Dat daarenboven de weinige Kleederen en Piunjes, aan deeze elendigen te mg gegeeven den eene minder den anderen meerder, na dat de' Gemoederen van hunne neemers meer of minder -menfchelyk waren, dagelyks verflytende; de Vnpr!tlMannhiPP?n ber°0fc van het n°°dige Voedsel en Dekzel; overgegeeven aan de kom- n Pi I Sevo,S?» van de allergrootfte Armoede en Eiende, verzeld van ziektens en ongemakken, die Haar hoe zeer zy naderhand mogen worden uitgeweid, egter hun overig ongelukkig Leeven (wanneer zy het zelve al mogten behou&3Jn ?ne,° kwXnea^n fta3t> ^er mogeTif d Vfn, ae koft te kunnen ^'nnen, op eene allerklaaglykfte wyze, tot aan Hun einde zuilendoen voortfleepen, waar door aan deeze Ongeukkigen geen andere keuze blyft overgelaaten , Jan, of onder dien zwaaren Laft hunner Ramppoeden te bezwyken, of dezelve te doen ophouJen1 door zig m dienft van Engeland te begeeven :n hun eigen Vaderland met de Wapenen als Vvinden te helpen bevegten : tot welk laatfte aan laar dagelyks de fterkfte aanzoeken en voorflaajen worden gedaan, waar tegen zy zich, tot dus rerre op eene moedige en alzints loffelyke wv:en hebben verzet en die met veragting van de -land geweezen. Dan, alzoo het niet alleen te dugteu is, maar y .Supplianten, door de beide van daar ontvlugt; Schippers, die Deelgenooten en Ooggetuigen an hun ongelukkig Lot zyn geweeft; en indien ultoaan U Hoog Mogende behagen mogt, dit les in Perfoon zouden kunnen confirmeeren • in et zekere zyn berigt, dat door een allerhoog, nngenlte en dagelyks vermeerderende nood dien zy met van honger en eiende willen vertan, de voorgem. Gevangenen, tot deeze by aar gehaatte Stap, wel zullen moeten koomen , 1 daar toe ook wezentlyk zyn gerefolveert, wan:er uiterlyk binnen één Maand tyds, aan haare on-  JAËRBOEKEN, >/y, i?Sr. 1413 ongelukkige omftand'gheden, in zoo verre niet , word gcremediëcrt, dat zy ten mmften door het. bezorgen van het genoegzame voedzel en dek;! zei in ftaat zyn om hun Leeyen te kunnen behaalen, en hunne GevangenilTe, tot haare zoo zeer gèwenfchte uitwiffelinge toe, te kunnen ver-. dUZeekerlyk Hoog Mogende Heeren! hebben eenige regtgeaarde en weldenkende Ingezeetenen Ser banden, getroffen door het ongelukkig r ot van deeze hunne beklagenswaardige Landgenooten, die zonder mogelykheid van zig te redden of te verweeren, en zonder van eenige Vyandelykheeden te weeten, op eene, tegens alle Goddelyke en Menfchelyke Wetten en Regtei ftrvdi-e wyze, benevens de Supplianten van hunne regtmatige Eygendom op het onverwagtft, zvn ontzet en berooft, en boven dien in Perfooi marde Gevangeniffen geileept, aan deeze onge lukkigen wel zoo veel foulaas als mogelyk wa "Dan^oor derzelver groot getal, en door d rampen, die veele der gegoedfte kooplieden e Onderdaanen van deezen Staar, zoo ongelukk hebben getroffen, is dit Gefourneerde Capitaal hoewel vry aanzienlyk, voor deeze elendige maar een kortftondif! foulaas geweeft', op ven na niet toereikende, om aan derzelver aanhol dend gebrek te kunnen remediësren. De Supplianten twyffelen niet, of dit akelig T fereel van de naaren toettand deezer ongeluk* Len; zal ook de Harten van U Hoog Mogende c het allergevoeliglte treffen, en derzelyer Vade Lvk medelyden opwekken , om, zoo als door . Konineryken van Vrankryk en Spanje, aan derz< ver Onderdaanen die in Engeland gevangen z: ten, gefchied; ook ter verdere onderfteunin van deeze Gevangenen, en tot voorkominge r zv onder hunne rampen met bezwyken ,of zy do haare ondraagelyke elenden niet gedwongen wc '[ ELDA M. Req van KoopKe-. ién wegens ds Holt. Krygsgevangenen. l 1 y , rj e 1- 1- i- 'P rle:1t- ïe at 3V rsn  "Am? STELi»AM. Req. var Kooplieden wegens de Holl. Krygsgevangenen. < I { i ( e a /; c a v 1414 NIEUWE NÉDERLANDSCHË den om daar van een einde te maaken, door, aas1 de verleydende aanbiedingen die hun gedaan worden gehoor te geeven, en teegens bun wil en hart Vyanden van hun Vaderland te moeten worden: ten fpoedigften zöodaanige Middelen Van onderfteuninge te beraamen en in het werk te ftelleh, als U Hoog Mogende in deeze zoo hoognodige en allen fpoecl vereifchende Zaake, na derzelver hoo-' ge wysheid, de befte en efficacieufte zullen oordeelen. . 't Welk de Supplianten op. het allergroötmoedigli imploreeren by deezen dcc. Dat men hier te lande geenzins ongevoelig nochte onerkentelyk is voor waere verdjenften, bleek nog onlangs weder op nieuws :iit de edelmoedige belooning, waermede het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit op de Maeze de dapperheid der manfchap van sLands Fregat den Rriel, in de behaelde ryerwinning op het Engelfch Fregat, the Zrescent, vergolden heeft. Door die zelfde gevoelens bezield, hebben eenige Inwooniers dezer Stad zig insgelyks aengefpoord gevonden, omme ter blyde erkentenis, dat [it het eerfte Engelfch Schip van Oorlog is,t : welk, zedert dat de Rupture aen de Beelhebbers onzer Oorlog - Schepen bekend ras, voor der Staeten Vlag geftreeken heeft, en 6'omme Gelds te verzamelen, welke reeds en den Wel Ed. Geftr. Heer Kaptein Oortais, het voorn. Fregat den commaneerende, toegezonden is, om dezelve naer y goedvinden, volgens 't oogmerk der geeers, onder zyne Manfchap uit te deelen. Een  JAERBOEKEN, july, tytj Een der geevers heeft zyne Gift met het volgende Vers verzcld: Aan 't dapper Scheeps-Vo'$\dat >bet eer ft, den Brit deed ftryken, Wordt, met een Hollandfch lïart dit Holkndich Goud vereerd. Zo mooge aen hun en aen den braeven Oorthuis, blyken, Dat de Amiterdammer Deugd en Heldenmoed waer deert. Is men zwak en ongewapend, men is blood «refteld om van eenen eigenlyk, die het maer goedvindt, onvriendelyke behandelingen te ontvangen. Een Hollands Koopvaerdy Schip . Kaptein Pieter Tjeerds Ackerman , was van Wvbura gekomen, en wagtte in 't begin de zer maend op de reede van. Koppenhage narei Hollandfch Convoy. In J voorleden jaw Auo-uftus was hy naer Wyburg vertrokken, en &aldaer overwinterd hebbende,het maendg4d van 't volk dien geheelen tyd, zondei eenio- werk te doen voortgelopen. Schooi de maendzeel behelfcht, dat het Volk geei maendgelden mag vorderen , heeft men o Koppenhage egter goedgevonden vier mal vani oem. Schip af tehaelen, en het Schip ino-evalle Hollandfch Convoy kwam,biuté: ftaet te Hellen, om van 't zeiven gebruik t maken, zo als blykt uit den volgende brie van gem. P. T. Ackerman van den 7 July Heden is de Sloep van 't Wagtfchip b " my aen Boord gekoomen en heelt vier Ma \\ van myn Scheeps Equipagie vanmynSchi A S'l Odt*, DAM* I I i |" 1 I ï | a  i4ró NIEUWE NEDERLANDSCHE Am* STELVAM. gehaeld, en myn aengezegt van myn dief. ,, te zullen laeten vertrekken, voor dat ik „ haer te goed hebbende gagie zal betaeld „ hebben. Hebbe daer over myn beklag ge5, daen, over deze behandeling, en kreeg „ ten antwoord, dat zulks 't Konings order „ is en niets tegen kunnen doen: ook is hier „ geen uitzigt om ander Volk te krygen , 3, zullen 't verder onderzoeken en aenhóuden „ zoo lang ik nader gedwongen word aen ,, haer te betaelen." Wy hebben in ons Stukje voor Juny berigt, hoe de belanghebbende Kooplieden in onze Volkplantingen en vaert op de Weft-Indien een plan gevormd hadden om verfcheidene van hunne Schepen gedeeltelyk met behoeften» voor de Volkplantingen te laden, en gedeeltelyk te wapenen,om den Vyand eenige wederiland te kunnen bieden , vooral indien zy door eenige Schepen van oorlog mogten geleid worden. Wy hebben gezien, welk verzoekfehrift van wegens de Kooplieden is ingeleverd, en welke befluiten daerop zyn genomen. Ingevolgen van die befluiten zyn ten verzoeke van de Heeren Guilielmus Tisfingh, Joachim Matbys en Coenraed Smit y Adriaen Floris Raep, Jan Willem en Marais van Arp, de la Lande en Fynje, Pieter. Bernard. Lambert Thym en Zoon, Adolpb Baert, de Weduwe David Wendorp en Zoon, Jan en Theodorus van Marcelis, en Laurens Brandligt en Zoon, Kooplieden, alle wonende te Amfteldam, als Reeders en Boekhouders van de nagenoemde Schepen, gevoerd  JA ERBOEEEN, July, 1781. 1417 Voerd wordende by de Kapteins daer by vermeld, en zullende voeren het getal van Manfchap en Stukken Kanon, daer nevens uitgedrukt, voor dezelve Schepen, als willende 'de toegezegde voordeden genieten, om naer de WeH-Indien te ftevenen, door Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Érfftadhouder Lettres de Marqué verleend, als namcnlyk : aen De Harmonie, Kaptein Jan Hartman; de Nieuwe Hoop, Kapt. Pieter Juriaens; de Unie, Kapt. Hermanus Stroijer; de Hugc en Jan, Kapt. Jonas Malmberg, en de Vriendschap, Kapt. Jochem Tiede, ieder 80 Mannen en 24 Hukken Kanon a 8 g?; de Gysberta Petronella, Kapt. Dirk Brolind,6o Mar.; nen en 24 Hukken Kanon a 6 fj,- de Bata vier, Kapt. Paulus Cras• de Phoznix, Kapt Arend van Haer ft; de Willemen Criftiaen, Kapt. Juriaen Kofter; en Zeeluft, Kapt. Christiaen Stratenburg, ieder 60 Mannen en üx. Hukken Kanon a 6 fjg; de Harmonie, Kapt ~Kryn Rutgers; de Liefde, Kapt. Jan Hü ger ;de Vrouwen Sara en Maria, Kapt. Tjefh Henger $ en de Catharina Sophia, Kapt. An thony Wildebocr, ieder 60 Mannen en 1( Hukken Kanon a 6 (f; Reeds in ons flukje van May hebben wj gezien, dat ook de Volkplanting Demerar^ zich aen de wapenen van onzen Vyand had onderworpen. Wy hebben hu nader de voor waerden van die overgaef ontvangen, aldu luidende: „ Alzoo de inwooriers van Demerary, ei die op de Banken van de Rivier IlTequebi Bbbbb ei Amsterdam: > / i i i 1  Am- ST ELDAM. 1418 NIEUWE NEDERLANDSCHE J? en onderhoorigheden, zich op befcheidefl„ heid hebben overgegeeven aen de Wape- nen Zyner Britfche Majefteit, zoo wordt hier mede toegeftaen aen de Inwooners , „ dat zy in het volle bezit van hunne Goe„ deren zullen blyven, en geregeerd worden „ volgens hunne tegenwoordige Wetten, tot „ dat Z. M. welbehaegen bekend zal zyn. * „ Alle Eigendom, Voorraed enz. behoo„ rende aen de Hollandfche Weft-Indifche 5J3 Compagnie, moet overgeleeverd worden „ aen de Officiers van Zyne Britfche Maj." „ De Inwooners zullen Eed moeten doen van verbindtenis aen, en toegelaeten wor„ den onder de Kroon van Groot - Brittan„ nien, en hun zal toegeftaen worden, hun„ ne voortbrengfels uit te voeren naer Groot, Brittannien, of de Britfche Eilanden, Ta5, bago en Barbados, in Britfche Schepen, en behandeld worden in alle opzigten als \, Britfche Onderdaenen, tot dat Zyne Maw jefteits wil bekend is." „ De Commandant en andere Officiers „ hebben vryheid, in een Cartelfchip nae „ Holland tegaen, en alle hunne Goederen, zonder onderfcheid mede te neemen. De „ Troepen hebben dezelfde vryheid." Gegeeven onder onze Handteekening den }, i4Maert 1781. „ G. B. RODNEY. „ J. VAUGHAN." Kaptein Jan de Weede, voerende het Schip de Vfede fchryft nog wegens de omftandig-  JAERBOËKEN, jfuiy, 1781. 14X5 heden dezer overgave van Demerary, van St, Chriftoffel den 29 Maert 1781. den navol genden brief: „ Ik ben den 24 February door den Hol „ landfchen Commandant te Demerary aei „ de Engelfchen overgegeeven, en den 2/ j, Maert "hier opgebragt. Eerft waren voo „ den mond vail de Rivier door de Engel „ fchett de twee Schepen van dc Kapts „ Broers en Tinkes weggenomen, waer doo „ alles onder de Schippers in rep en roe „ kwam; ik lag beneden het Fort, en wa ; de Rivier op geweeft, de Stuurman belai 11 hebbende, om boven het Fort te zeilen „ Deze gaf my, toen ik weer aen boor ,1 kwam i kennis van het gebeurde, waeroj „ ik hem zeide, dat geen Engelfchman m „ zoude levendig uitkappen; ik was gerefoi „ veerd om te flaen, en alhoewel Sweris ge „ loofde, dat wy niet in ftaet waren om t „ flaen, maekte ik evenwel preparatie tot de „ fenfie op myn Schip : onder anderen piaei „ fte ik twee zes Ponders agter op enz. ^ maer om 10 uuren 'snagts wierd ik ae - Wal geroepen, en daer gevraegt, hoe vee „ ik pretendeerde voor myn Schip als ee: „ Wagt Schip te leggen ? doch ik verklaerd „ daer op , dat ik myn Schip niet kon vei „ huuren, ten ware de Commandant voo i hetzelve en voor my wilde inftaen." " „ Daer op zeiden zy, dat ik zoude he Fort pafleeren; en ik ried hun aen, me " de elf daer leggende Schepen een orde t „ maeken, die ik hun aenwees, om in all Bbbbb a „ g« Am- ■ stelDAMf t Ë t t 5 t i r 1 i ï e r t • t 2 e  i420 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amsteltam. „ geval den naderenden Vyand te keer te „ gaen; maer 's morgens kwamen 'er flegts „ drie Engelfche Vaertuigen aen, want de „ andere waren zo klein, dat ze voor geene „ Vaertuigen konden geteld worden. De met M ongeduld verwagte ordre wierd hierop tot „ onze verbaeftheid aen boord gebragt,geen „ fchoot te doen voor en aleer een fchoot ■„ van het Fort was gefchied; maer gantfch • „ onverwagt zag men, zonder een fchoot te j, doen, de Vlag van 't Fort neergaen en ver„ keerd ophaelen; ik wierd geheel ontfteld, }, toen ik zag dat de Vlaggen op de Schepen - „ daer in navolgden. Ik had het Lond in de „ hand, en wilde den digt by my leggenden „ Kaper in de grond booren, maer ziende, dat het my niet zoude helpen, ftreek ik „ vertoornd myn Vlag ook,doch wel 15mi„ nuten na de anderen." 5i UEd. moet dit laeten weeten aen den L Heer H.3 want alles is weggenoomen." Ook verzekert men ons, dat de volgende brief, uit de Volkplanting Rio de Berbicekott na derzelver overgave aen de Engelfchen gefchreven, egt zoude zyn. „ Het is verkeerdelyk, 't geen men van 5, hierfchryft, dat deze Colonie zig aen En- gelfche Kapers zoude hebben overgege>5 venj deze waren wel door den Engelfchen „ Commandant in de Weft-Indiën daer mede „ gechargeerd, maer voerden met zig 300 5, Man gereguleerde Landtroepen , fchoon ^, deze magt niet in ftaet geweeft ware, om , de Colonie, indien dezelve wel verdedigd „ had  JAERBOEKEN, July, 1781. 1421 p, had kunnen worden, te vermeeiteren: de g, Kaptein Jan Hermanus van Kinsbergen, ,9 voorheen in 'sLands dienft,, hadt zig daer „ toe vrywillig aengeboden, en zoude zulks „ met zyne Negers, onder Gods hulpe,heb„ ben volbragt, indien hy door de Zoldae„ ten van de Colonie en de Koopvaerdy,, Schepen op de Rheede behoorlyk was ge„ fouteneerd geworden; maer 't overloopen „ der Militie ten getale van ruim 40 Man gai „ oorzaek, dat de Koopvaerders, hun verlaeten ziende, de Vlaggen ftreeken, er daer door alle verdere weerfland hopeloos „ wierd; hier na retireerde zig de Heer van „ Kinsbergen naer zynePlantagie de Vryheid, en defendeerde dezelve met zyne Negen „ tegen de herhaelde aenvallen der Engel„ fchen, die telkens wierden terug gedreeven, tot hy eindelyk een boodfchap var den kommandeerenden vyandelyken OfEcier ontving, met voorftel van zig over te „ geeven, dewyl hy anderzints volgens krygS' „ gebruik,en om niet onnoodig Volk tefpil*, len, genoodzaekt zyn zoude alles in den brand te fteeken; welke Propofitie dooi ?, den Heer van Kinsbergen van de hand geweezen zynde, gaf zulks aenleiding, dai -, zyne Plantagie door den Vyand in de as.„ fche gelegd wierd." Van Kadix heeft men tyding,dat de Hollandfche Conful W. Nagel den 1 Juny aen den Ruffifchen Conful Jan Fredrik Brandenhurg dén volgende brief heeft gefchreven. ?, Myn Heer! Onderrigt zynde, dat het Bbbbb 3 v Ru* Am-  142 2 NIEUWE NEDERLANDSCHE 5TEL- Pam. Ruffich Esquader, het welk zich tegen- woordig in deze Baei bevind, naer de Oofl^zee moet, vertrouw ik van uw kant, „ daf gy wel zult willen fpreken met den 3, Heer Commandant van den Esquader, ten „ einde hy, indisn het waer was, dat het „ zelve naer de Ooftzee beftemd is, en het „ wezen konde, verfcheide Schepen van my- ne Natie tot op de hoogte van Texel,naer 5, welke haven zy zeilree leggen, onder zyn „ Convoy- wilde nemen; en ingeval dit ge5, lukken konde, dat gy de goedheid zult 5, hebben om my gelyktydig te doen weten, „ tegen welken tyd omtrent de Ruffifche „, Commandant ftaet te vertrekken, ten ein.,, de ik en de Kapteins van myne Natie zich „5 daer na zouden kunnen gedragen. ■ „ En nadien de Commandant vanhetOor„ logfchip myner Natie, de Prinfeffi Maria „ Louifa, de Heer Jci Berghuis, die zich ^ in deze Haven bevind, de reis niet over Land kan doen uit hoofde van zyne zware „ ongeileldheid, en de order gekomen is om dat Schip te verkoopen,van welk deEqui3, pagie in omtrent 300 man belfact, verlang „, ik te weten, of, in geval de Heer Kaptein Berghuis korde befluiten om zyne Equipa„ gie in de fchepen, dezelve door het ge„ melde Ruflifche Esquader tot op de hoogs, te van Texel zoude kunnen getransporteerd 5, worden, enz, Waerop de Heer Nagel den 15 Juny het ■volgend antwoord van den Ruffifchen Conful ontvong. „ Myn Heer\ In gevolge van uwen brief „ van  JAERBOEKEN, >/y, 1781. 1423 „ van den 1 dezer, heb ik de Copy van den„ zeiven terftond gezonden aen Zyne Excell l, den Heer Vice-Admirael Borifoff, die daei „ op my zyn antwoord, in dato den 9 de„ zer, heeft doen toekomen, waer van de „ Copy hier nevens gaet, ten einde gy daei „ omtrent die maetregelen kunt nemen, wel„ ke tot het verlangde oogmerk de gefchik„ fle zyn." Het antwoord van dien Ruffifchen Vice Admirael aen den Conful zyner Natie , wa; van dezen inhoud: Myn Heer\ Uit uwen Brief van den c n dezer, gezien hebbende het verzoek „ welk de Heer Conful van Holland, in naen „ van zyne Natie, gedaen heeft, in deszelf Brief van den 1 dezer, te weten, dat ik „ tot op de hoogte van Texel, onder myi „ Convooi zoude nemen de Hollandfch M Koopvaerdyfchepen, die in de Baei va; „ Kadix liggen: verzoek ik u hem te am „ woorden: dat ik die Schepen niet kan cor. voyeren buiten eene uitdrukkelyke orde * van de Keizerinne onze Souvereine: e s> wat zyn tweede verzoek belangt: om d Hollandfche Equipagie van het Schip a „ Prinfep Maria Louifa, die zich in de2 n Baei bevind, naer Holland te tranfportf „ ren, zulks kan ik volflrekt niet doen, d< 5J wyl ik geen plaets heb en alle myneËqu „ pagien compleet zyn. Zyne Dosrlugtige Hoogheid, de Heer Prii Erfftadhouder Admirael Generaal enz. hee den 8 July den Heere Jan Louis Bofch ,Lie Bbbbb4 t Au- STECr DAM. i l 5 y 1 1 r e e e IS ft .1- •ii  1424 NIEUWE NEDERLANDSCBE Am- STELbam. tenant ter Zee by den Zeeraed te Amfteldam en op het Schip van Oorlog De Batavier onder bevel van den Kaptein Baron Bentinck dienende, tot Kaptein ter Zee aengefteld. Van Dantszik word gefchreven, dat de Vragtloonen, door gebrek aen Schepen,zeer hoog waren. Te Riga betaelde men op onzydige Schepen naer Amfteldam 85 gl. Hollands het lalt. Voor een Vragt eiken planken in een Schip van 300 laft, naer Plymouth óf Portsmouth waren 1375 tö Sterl. betaeld. Dén 3 July was den geheelen dag door de Lucht drukkend en broeijend, en naer den kant van Haerlem, hadt men het reeds, dp den middag, hooren donderen. Omtrent, half 9 uuren, 'savonds,begon het eenigzints te regenen, met ftilte, wanneer, kort daerna, een zwaer Onweêr, boven deze Stad, zamentrok; toen even voor 9 uuren, een. Donderflag gehoord werdt, die vcclen door fchrik trof, maeken de het geluid eener yffelyke inftortinge. De Houtzaeg-Molen De Fortuin, buiten de Raempoort, werd van de voorafgaende Blikfem aengeftoken, door de perfïing van den flag, in volle vlam gefteld, én brandde, niet tegenftaende alle aengewende hulpmiddelen, tot den grond toe af, als mede het gedeelte van eene niet ver van daer ftaende Houtloos, doch de overige Bezittingen dezer ongelukkige Eigenaers zyn, onder G-ods zegen, zo wel als de naby gelegen andere Houtzaeg-Molens , behouden gebleven. Ruim twaelf Jaeren geleden, trof in den Winter , door een gelyk toeval , de X ■ Mo-  JA ER BOE KEN, July , rfifo 1425 Molen aldaer het zelfde ongeluk. Men hoort niet dat 'er Menfchen by zyn ongekomen; pok heeft men" van geene verdere gevolgen gehoord, dan alleen, dat een Rytuig, juift binnen de genoemde Raempoort zynde, toen de flag viel, in de Burgwal raekte, en waei uit een Perfoon verdronken is. Daer is wel eens twyffeling gevallen, wat plaets zal hebben, indien een fchuldeifchei reeds exfecutie of uitvoering van zyn vonni: tegen zynen verwezen fchuldenaer begonner hebbende, de boedel van den fchuldehaei inmiddels aen de Kamer van reddeloofe boe dels vervalt, of dan die fchuldeiflcher voo; de andere fchuldenaers bevoorregt moet zyn of niet? Om welke onzekerheid weg te ne men de Heeren van den Gerechte by Keur hebben vaftgefteld, dat zo de boedel van dei fchu]denaer aen den Kamer van reddeleof boedels vervalt, de exfecutant omtrent goede ren, welken reeds te voren verkogt waren zal voorgaen, maer niet omtrend goederen die in exfecutie nog niet zouden verkop zyn; zo als uit de Keure zelve, den 12 Jul 1781 beraemd en den 13 daeraen volgend afgekondigd kan afgenomen worden: My'ne Heeren van den Gerechte der Stad An fterdam , in confidentie genomen hebbend( dat alhier ter Stede eene vafte bepaeling diende worden gemaakt, omtrent het Recht, het we een Crediteur reeds dadelyk Executie gedirigee hebbende, teaéns iemand, wiens Boedel mmiddel en voor dat de Executant van zyn agterweezi voldaan is, aan de Defolaate Boedels Kamer d volveert, uit krachte van dezelve zyn Executi verftaan moet werden te competeeren; hebb • Bbbbb 5 S°e Am- dam. t » 1 ; > t y ' e 1- :e k rt :n Sür - ?. m  Amstel- DAM. Keure vopem ' regt val den exfe eutant, zo de hoede! aen de Kamer vervalti 94*6 NIEUWE NEDERLANDSCHE goedgevonden te ordonneeren en ftatueeren, »<•. lyk geordonneert en geftatueerd werd by deezen • Dat wanneer eenige Executie van Meubele of Immeubele Goederen, binnen deeze Stad of Jurisdictie van dien geleegen, wordt gedirigeert 'en de Boedel van den geëxecuteerden aan de Ka!mer van Defolaate Boedels devolveert, het zydat daar in eerft Sequefters by Commifi'ariffen van dezelve Kamer worden geteld, of dat daadelyk infolvent wordt verklaart, voor en al eer dezelve Meubele, of Immeubele Goederen by Executie daadelyk zyn verkogt, al ware het ook dat dezelve Goederen , uit kragte van de geobtineerde Schatbrieven, by den Concherge, het zy op aanwyzing van den Debiteur of anderzints waren genoomen of gefield in arreft of bewaarenderhand of ook bereids waren aangeflagen om in Executie te werden verkogt, de Executant in zodanig geval niet zal verftaan worden door zvne Executie eenig regt van legaal onderpand of piWerentie op de gemelde Goederen, het zy Meubelen of Immeubelen, Actiën of Crediten, verkreegen te heb. ben, dan alleen voor het beloop der Executie kosten , welke als dan door de gefielde Sequefters of Curateuren daadelyk zullen worden voldaan, en na welke betaaling de Executie zal blyven gefurcheert, en door de Sequefters of Curateuren van de voorfz. Meubele Goederen aanftonds poffeffie zal kunnen worden genoomen. Edoch dat wanneer de Executie van de voorge¥eubele of In™eubele Goederen, Actiën of Crediten in zo verre zal zyn ge vordert enafgeloopen, dat dezelve refpeótivelyk reeds zyn verJcogt, of fchoon dan ook by den Concherge wegens de geëxecuteerde Meubele Goederen nog ?cts ware ontvangen, of in opzichte van de Immeubele Goederen geene affchryvinge door Secretariflcn ware gedaan; in zodanig geval dezelve Goederen, of wel het provenue zullen verftaan wo?den, hoe zeer buiten prejudicie van andere ea  JAERBOEKEN, July, 1781. 1427 en meer geprefereerde legaale of Conventioneele Verbanden, waar mede dezelve Goederen zouden mogen zyn geafrVöeert geweeft, in zo verre ten behoeve van den Executant van de maffa des Boede s van den gefequeftreerden of infolventen gefepareert te zyn, dat eerft de Execntant, het zy gor beding van den Concherge, of by affchryvinge van Secretariflen, van zyn agterweegen en Executie koften, voor zo verre het geëxecuteerde ftrekken kan, zal moeten zyn voldaan, eer er eenige betaaling of affchryving aan de voorn. Sequefters of Curateuren ten behoeven der Mafiazal kunnen gefchieden, enz. H. HUYGHENS. Rotterdam. Wy hebben in ons voorgaend Stukje vooi Tuny gefproken van het gevegt tus fchen twee Hollandfche Fregatten onder be vel van de Kapteinen Melvill en Oorthmzen cn twee Engelfche Fregatten voorgevallen Wv hebben het verhael des wegens van dei Kaptein Oorthmzen medegedeeld. Maer mei was niet zonder reden verlangende om 00. het eieenlyk wedervaren van den braven Kap tein Melvill, van welken het gerugtliep, dt hv in 't gevegt zoude gefneuveld zyn, t vernemen. Eindelyk kwam den 9 July ee brief van denzelven aen, gedagtekend va het Engelfch Fregat Flora ter reede van Sp head den 27 Juny, aen den HeerejStadho, der en Admirael Generael dezer Repubhe ingerigt, aldus luidende; DOOR- ;tet> ' dam. Keure nopens 't regt van den exfecutant y zo de boedel aen de Kamer vervalt. * 1 1 C t e ti n i1k  Rotterdam, Brief van Kapt. Meivil wegens t neme. van zy Schip. 1428 NIEUWE NEDERLANDSCPIE DOORLUGTIGSTE VORST en HEER. Aflet het grootte leedweezen geeve ikmy de eer T Uwe Doorlugtige Hoogheid teberigten, dat na dat ifc met kaptein Oorthuis op den 16 Mey van Malaga vertrokken , en door contrarie Wind wederom tot kaap de Gaeto te rug gedreven was wy niet voor den 20 derzelve maand het naauw van de Straat gepaneerd zyn , als wanneer wy den * volgenden dag met de Engelfchen in gevegt zvn «geraakt, met dat ongelukkig gevolg, dat ik my genoodzaakt hebbe gevonden, na my circa derdehalf uuren tot het uiterfte gedefendeert te hebben, myn onderhebbende Fregat Caftor, aan hun te moeten overgeeven. Ik heb de eer hier nevens een Relaas van deeze voor ■ my zoo facheufe rencontre in te fluiten , en nceme de vryheid my kortheidshalve eerbiedig!!: daar aan te refereeren. Ik durve my flatteeren, Doorlugtigte Vorft, dat myne gehoude conduites niet zullen worden gevonden oneer aan de Wapenen of de Vlag van den Staat te hebben toegebragt, nog dat ik my wegens myne defenfie zal behoeven te fchaamen. Het is niet zonder fatisfactie, dat ik my verders de eer geeve te melden, dat de Caftor niet in de magt der Engelfchen is gebleeven , maar dat het zelve op den iy deezer eeni?ö mylen ten weden van Hyffantdoor twee Franfche Fregatten hernomen en denkelyk na een Franfche Haven is opgebragt, terwyl het onzeker is, of het andere Engellche Fregat Crescent, het welk door hun mede vervolgt wierd, het ^elve lot ook heeft ondergaan. Den 26 deezer zyn wy alhier binnen gekomen. TA nde op de reize door de Engelfche Capitein en Officieren met veel heusheid behandeld geworden. Ik neeme de vryheid myne Officieren en Equipage, nevens my zelfs, in de hooge gunfte en protectie van Uw Doorlucgtigfte Hoogheid aan te be.  JAERBOEKEN, July, I781. 1429 -hevelen, en verzoeke ootmoedig, wanneer het ons Vergund word op ons woord naar Holland te gaan, zulks te mogen accepteren. Waar meede ik de eer hebbe met het diepte ontzag in alle onderdaanigheidmy te noemen, enz. P. MELVILL. Het verbad of relaes welke de Kaptek Melvill by voorfchr. brief voegde, was var dezen inhoud. Dingsdag den 20 Mey des nagts tegens drie uu ren ontdekten wy Gibraltars Berg m het W Z. W., en bieeven Z. W. heen lhiuren, zulk dat met den dag voor het Naauw waren, en he zelve inteken : zagen ter zeiver tyd twee Lngel fche Fregatten, die ons voor over waren geloopen naar Gibraltars Baay teevenen, en doe zy binne Europa's Punt een wyl met het Marszyl tegen had den geleegen, weeder uit en naar ons toekomen ik meende hun niet te moeten ontlopen, mas vermits zy omtrent van dezelve groote als w fcheenen te zyn, hun te moeten inwagten: haa: den derhalven de Leyzeylen neer, getyden d ■ Fok op en ftreeken de Bramzeyls, te gelyker ty onze Vlag toonende, in alle welke Manoeuvres d Captein Oorthuis ons volgde. Hier op wenden zy noordwaards over, en w dit ziende maakten weder Zeyl, in de fupofit: dat zy zig met ons in geen gevegt wilden mla; ten, maar te Gibraltar binnen loopen, dog ee wyl daar na zy mede voor de Wind heen hnudei de, fneeden wy naar hun toe zoo veel als het r van Tariffa en dat van Trafalgar het ons perrni teerden, en circa binnen fchoots genadert zynde g ven hun eenige Kogels, dog zy toonden gee Vlag maar fcheenen onder de Noordwal door 1 willen loopen; hier op deeden Seyn voor Capte: Oorthuis van meerder Zeylen temaaken, ten en < Rot11 r- I t » 1 r r e 1 e Y e ► n ff 1ne n ile  Rot- terdam. Relaes van V nemen van 't Fregat de Castor door de Engelfchen. 1 i \ e e fi 1430 NIEÜWE NEDERLANDSCHÉ de hun tot een gevegt te dwingen, dog voor daf zyn Ed. naby genoeg gekomen was om te gelyker tyd aan te vallen, waren zy zo verre voor uit geraakt, dat buiten fchoots waren, vermits zv (als zynde met Koper verdubbelt) vee! fnelder als wy zeilden; de Wind was Ooft en inmiddels tot een ftyve gereefde Marszeyls koelte aangenomen,ten zeven uuren Cto Spartel zuiden hebbende, be* gonnen W. ten N. te ftuuren. 'sAgtermiddags de koelte afneemende, lieten gemelde Fregatten zig aan de zuidzyde van ons heen zakken, dog wy bleeven nu onzen cours vervolgen, hebbende de onmogelykheid gezien van hun te agterhaalen,en tegen den avondpraayde ik Kaptein Oorthuis en zeide zyn Ed. dat ifc myne deftmatie voor hun willende cacheeren , met den donkere coers veranderen en een ftreek of drie zuidelyker ftuuren zouden, ingevolge van welke wy s avonds ten negen uuren W. '2. W heen hielden en zeil maakten : de Wind liep kort daar na zuidelyk. f 's Woendag den 30 des nagts was het variabel, mgeftadige koekens, meeft ftil, een dikke en Miyige Lugt met zwaare Reegen , zoo dat de S-oyen voor het grootfte gedeelte moeft laaten afïeemen, dog met het aanbreeken van den daggenelde Fregatten een kleine myl te Loef waard ran1 ons ontdekkende, maakten ons ten eerften vederom ilagvaardig: de Wind was Z. Z. O. met ;en labber koelte: zy vervolgens naar ons afkopende, hield ik ook naar Kaptein Oorthuis af en Iraayde voor hem weeder by, hem teffens toeoepende, dat ons beft moeften doen de grootfte fan hun tuffchen beide te neemen: deeze intuschen op eene halve Kabellangte op de Bakboordyde genadert zynde, ontfingen, voor dat onze 'lag nog op hadden, van hem de Laag fzyndehet oe half 5 uuren) dewelke met onze geheele Laag nia] de Musquetterye liet beantwoorden, intussen wat afhoudende om den Briel occafie te geeven  JAER BOEKEN, July, 17% ven te loefwaard van hem op te foyden, dog dit] door den Vyand gemerkt en verydelt zynde, het ik het Roer leywaards leggen om zelfs te loet waard en den Briel aan ley van hem te doen ko meD, het geene ook zeekerlyk gereuffeert zoude hebben, waren niet met de derde Laag, die ik te aierzelver tyd ontfing, myne groote * e Marszylboelyns afgefchooten, waar dooi het goot Marszevl tegenviel, en ik myn deffem moeft laa. ten vaa'ren, en waar door wy dan afzonderlyk ieder tegen een Fregat in engagement raakten, elkander zoo veel Kogels en Schroot toezendende , als het Gefchut en de Musquetten konden tourneeren: dan het duurde niet lang, of wy bemerkten dat met fuperieure magt te doen hadden, aan de agtienponder Kogels die in ons Schip vonden. vervolgens de Fokkebraffen, Boelyns en 111 he generaal al het lopende Touwwerk afgefchooter werdende raakte ons fchip buiten bedwang , het eeene momentelyk vermeerderde, vermits lt* weidenden, elkander meelt op een PiftooHchoo aan Boord laagen, de Vyand met de avantage .daj het hem gelukten ons driemaal dwars voor de boeÉ te gaan leggen en de Laag van vooffcn te geeven terwyl wy (offchoon onze brallen tweemaa her maakt en weder afgefchooten waren) met alle on ze Zeilen tegen in onmagt laagen, en niets ais o< voorfte Hukken eenige effect konden doen, mm dat ik om niet inactif te blyven, het andere bre gat,met welke den Briel geëngageert was,met d gtuurboordzyde de Laag gaf,, te meer^daar1 het begin der Actie,ook van dat Fregat deLaag en nu en dan by occalie eenige Kanonfchoote ° OndertSffcnen wierden wy ten eenemaale réc deloos, wordende de Groote en Fokkerraa va boven neer gefchooten, gelyk ook de beide Ma. Sas, de drie voorde*Stukken in deBattery gedemonteerd, de vier volgende het Boord m de Ringboüjts en Boxhoorns weggefenoten, zo a lot* IERDAM.. RelttfS van ,t nemen van V Fregat de Castor doofde Eugelfcfap* : > 1 > 1 n e :t it e  Rotterdam. Relaes van 'f nemen van V Fregat de Castor door de Engelfchen. 143* NIEUWE NEDERLANDSCHE de Stukken niet weeder te Boord konden worderi gehaald, de twee agterfte Stukken de Trompert af-, of ingefchooten, zo dat alleenig drie Stukken in de Laag onbefcbadigt bleeven, dan met welke' iomtyds in een geruimen tyd geen fchoot konden doen, zoo min als met het Stuk in de Konftapels Kamer en met die van het Halver Dek, blyvende onze party altoos zo voorlyk leggen, dat dezelve niet op hem gepointeert konden worden,ons continueelyk Laag op Laag fchuins van vooren ingeevende: hier door nog al meer reddeloos wordende» zonder dat ik in ftaat Was hem met gelvke munt te betaalen, na dus twee en een half uuren Boord aan Boord gevogten te hebben (fomtvds zo naby dat ik tweemaal dagt dat elkander aan Boord zouden hebben geraakt) na dat myn Maften zo waren doorfchooten dat buiten Boofd dreigd-n te vallen, na dat 'er niets geheels aan het overige luig of Zeilen meer was, na dat door het ontfangen van verfcheide grondfchooten, het Water bv de I ompen tot vyf en een half voeten was aangegroeit, en de Pompen zelfs ten deelen aan ftuk gefchoten waren, na dat myne beide Officieren gewond, de Lieutenant van de Soldaaten en de eerfte Konftapel gefneuveld en een confiderabcf aantal van Doden en Gekwetfteii had bekoomen en dat ik alles dog vrugteloos had in het werk ge' Iteld om myn Schip voor de Wind om te krygen of we de Stuurboordszyde te prefenteeren, en dat dus alle hoop om eens azem te fcheppen en ons wat te redden ten eenemaale verlooren was, wierd ik bindelyk genoodzaakt door het ftryken der Vlag een einde tefaaken van een gevegt, in het welke ons door reddeloosheid niet langer konden verweeren Weinig minuten daar na de Groote- en Bezaansnaft van het andere Engelfche Fregat afgefchooen wordende, ftreek het zelve voor "Kaptein Jorthuis, dog was den Briel zelfs zoo befchadigt, lat geene Pofleffie van die Prys konden neemèn, Mar om deN. O. afging, denkeiyk naar Kadix, ook  JAERBOEKEN, July, 1781, 1433 cok viel in de agtermiddag zyn groote Maft over Boord. OndertuiTclien kwamen de Engelfchen aen Boord; deeerften Luitenant en daar naar ook den Kaptein Williams, dewelken betuigden niet te hebben gedagt, dat wy het zoo lang tegens hun zouden hebben goedgemaakt, aangezien haar lieder Schip, genaamt Flora, zoo wel in groote en ruimte als in, opzigt tot deszelfs bemanning en zwaarder Artilleryé de Ca/lor zeer verre overtrof, zynde het zelve gemonteerd met twee en veertig Stukken agtïen- en negentien ponders en circa drie honderd Manfchap , wesbalVen eene Laag, drie honderd drie en dertig pond aan Yzer fchoot; terwyl eene Laag van de Caftor maar honderd zes en tagtig pond bedraagende was. Het andere Engelfche Fregat was genaamt DeCrescent, gemonteerd met zes en dertig Stukken negen- en zesponders en circa twee honderd Man, gecommandcert door Kaptein Thomas Pakenham, van het welke Kaptein Williamt zig doe meede in polTeffie ftelden. Vervolgens wierd ik met eenig volk aah Boord van de Flora getranfporteerd, en ben daar na té weeten gekomen, dat op de Kaftor een en twintig Dooden en twee en veertig zwaar Gekwetften waren (volgens bygevoegde Lyften),op de Flora negen Dooden vieren dertig Gekwetften, en op de Crefcent zeven en twintig Dooden vyf en zestig Gekwetften; zynde de Kaftor niet alleen in allen opzigten deerlyk gehavend, maar hebbende onder anderen zeven gevaarlyke grondfchooten voor in de Boeg ontfangen, zo dat in het vervolg (offchoon de lekken doe zo veel mogelyk geftopt waren) met ordinair weêr vier a vyf voeten Water per uur by de Pompen kwam, en fomtyds naauwlyks met de vyf Pompen konden Worden lens gehouden. Hierop volgt eene lyft van gefneuvelden} C c c c c zyn* Rot* TER-i DAM. Relaes •>an '£ 'temen •>an V Fregat de Cas* :or door ie Engelfchen }  Rci- TERDAM. 1434 NIEUWE NEDER-LANDSCHË zynde een derde Lieutenant Bernhard Mei* dall, twee onder officieren, en 8 matroofen, terwyl nog 11 aen hunne wonden waren overleden ; dus het geheel 32 dooden. Onder de gekwetften zyn de eerfte Lieutenant J. A. Bloys, en tweede Lieutenant C. J. Bloys, 5 onder officieren, tweede en derde Timmerman, en veele Matrofen te zaem 42 zwaer gewonden; van welken, zo als gezegd is, nog elf aen hunne wonden overleden zyn. De Kaptein Melvill, eenige officieren, onderofficieren en omtrend 36 matrofen wierden op het Engelfch Fregat De Flora overgenomen, en in Engeland opgebragt. Dog de eerfte Lieutenant J. A' Bloys van Treslong was gelukkiger , zynde het Hollandfch Fregat De Caftor, op welke hy gelaten was, benevens het Engelfch Fregat The Crescent, welke voor Kaptein Oorthuis hadt moeten ftryken, dog by gebrek van eenen Sloep niet hadt kunnen genomen worden, door twee Franfche Fregatten hernomen. Zie hier het verhael van gem. Lieutenarit en eenen brief aen den Admirael Generael gefchreven Uit l'Orient den 27 Juny van dezen inhoud: DoORLCCHTIGSTE VoRST EN HEER, Neeme met diep refpeót. de vryheid Uw Hoogheid het navolgende, behelzende het neemen en herneemen van 'sLands Fregat Caftor, onder Commando geweeft zynde van den Heer Kaptein Melvill, mede te deelen. Wy zyn op den 15 Mai, de Wind aan het Ooft lopende, neevens 'sLands Fregat den Briel, na daags te vooren vernoomen te hebben, dat de vyf Etigelfche Fregatten, die zig nog te Gibraltar bé- vou-  JAERBOEKEN, >/y, ï?Sr. 143? Vonden, om de Welt vertrokken waren, na Zeel gezeyld: na weinig tyds onder zeil geweeft te: fyn, wierd het ftil, en kreegen s nagts een fty-i ve Koelte uit den Weften, waar door tot de Baay van Almerie over ituur dreeyen. . De Wind uit den Weften hield eengeruimentyd aan, wanneer op bovengemelde hoogte, den 21 fes Ilollandfche Koopvaardyfchepen ontmoette, die zeedert den 3 May, beneevens twee Engelfche Oorlogs Fregatten van Port-Mahon vertrokken • gemelde Koopvaarders waren met Vrybrieven'om na Holland te vertrekken voorzien, alzoo zy voorde declaratie des Oorlogs waren genomen, zynde eenig met hunne geheele Lading, en andere een gedeelte derzelver ontnomen, vertrokken. , ,; ■■ _ ii Den 26 kreegen de Wind aan het Ooiten, waai op de cours na het Nauw ftelden, en den 28 's mor eens omtrent agt uuren Malaga weeder paneer den ; ontmoetten daar een Napolitaanfch Koopvaar der, waar van de Schipper ons bengte, dat e drie Engelfche Fregatten en twee Kotters in he Nauw kruyften, het welk door den Kaptein Mei vill naderhand aan de Heer Oorthuyfen gepray wierd, en vragende of meede het niet goed von de cours te blyven voortzetten, het welk geme: de Kaptein met ja, beantwoordden, onder dj voeging- het zullen zeekerlyk maar kleineFregaj ten zyn, waar op wy meer Zeyl maakten en d cours vervolgden. Den 29 des fmorgens om vier uuren , Gibraltei Berg in het Noordweften ten Weften twee im van ons hebbende,zagen twee Fregatten , die va de Moorfche Kuft omtrent een myl voor ons ove: ftaaken en na de Baay van Gibraltar hielden, e daar de Engelfche Vlag toonden, drayende in c Baay gekoomen, met het doen van eenige feyne by, en kwamen een weinig daar na met kragt v; zeyl op ons af, waar op aanftonds gereedheid t( het gevegt maakten, en onze Vlag en Wimpel hee Ccccc 3 le l0T« :er- )am. Brief vegens 't herne* men van 's Lands Fregat De Castor door de Eran-, fchsn* r t 1 e s 'l 1 n Se n n >t !•  I43Ó NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. Brief wegens *t hernemen van 's Lands Fregat De Castor door BeFranfihen. fen, minderende te gelyk zeyl, het welk de» Briel, fchoon nog zeer ver agter uit zynde, ook deed. Meergemelde Fregatten ons tot op een Kanonschoot genadert zynde, wendde het van ons af, en zeylde weder totaanden Mond van de Baay, alwaar zy verfcheide feynen deeden , welke wy naderhand vernomen hebben, dat waren om twee Fregatten en twee Kotters, aldaar ten Anker leggende, te doen uitkoomen. Wy vervolgden langs de Moorfche Kuft onze cours,en haalde den Vlag en Wimpel neer; de Engelfche Fregatten geen hulp van Gibraltar krygende, hielden, kort daar na onder de SpaanfcheKuft met ons mee. Wy namen toen door ftyve aanneemende koelte twee reeven in de Marszyls, en zetten in deffelfs plaats de Fok by, en deeden feyn voor den Briel om zeyl te meerderen, heeffen onze Vlag weeder; ook gaf de Kaptein order om een fchoot met fcherp te doen, op dat gemelde Engelfche Fregatten ons zouden inwagten, dog het Volk zeer driftig tot het gevegt zynde, deed in plaats van een, agt fchooten, het welk den Briel insgelyks op het kleine Fregat deed: intuffchen raakte hetgrootfte Fregat ons verre vooruit, hielden toen na het kleine, dog dat meede beeter, dan wy, bezeild zynde geraakte ook vooruit. Op de middag paffeerden het Nauw, en zetten onze cours toen Weft ten Zuiden lan, wanneer des namiddags om vier uuren meergemelde Schepen zig met ongegeyde zeylen, agter uit lieten zakken, blyvende ons op eene kleine myls diftantie volgen. Des avonds om neegen mren liep de Wind aan het Zuidooft: zetten onze cours toen-om de Weft Zuidweft,en Zuidweft om van hun af te geraaken, verlooren haar des nagts om twaalf uuren uit het gezigt. Den 30 'smorgens omtrent vier uuren, zynde vier mylen ten Zuyden van Kaap Marie, zagen weder beide meergemelde Schepen niet ver te Loefwaards op ons afkomen, waar op wy na den Briel afhielden, en zoo veel de nabyheid dier Sche-  JAERBOEKEN, >/y, 1781. H3T Schepen toeliet, gereedheid tot het gevegt maakten • by oen Briel gekomen zynde, ordonneerde de Kap'ein de Heer Oorthuis zyn Fok op te geyen, en zoo na als mogelyk, by ons te blyven, vragende te gelyk of tot het gevegt klaar was, waar op tot antwoord kreeg, ja zoo aanftonds, dog gemelde Heer bleef zyn Fok byhouden, en liep een fluks weegs aan ley van ons, waar door het kleinfte dier beide Fregatten, wanneer wy ons met de JB iora, voerende vier en veertig ftukken agtien ponders in de Battery en drie honderd tien Man Equipagie, gecommandeert wordende door Kaptein Wilham Peere Williams, engageerden, geleegendheid kreeg ons twee volle lagen te geeven, voor dat de Heet Oorthuis zig met hen in het gevegt wikkelde. Het gevegt duurde van zeer naby , dikwils omtrent boord aan boord, van half vyf tot even na feveti uuren wanneer wy door de menigvuldige grotidfchootèn, by de fes voet water in het Schip hadden, en verfcheide Stukken, ..... het Schip en Tuig zeer on tram poneert zynde, genoodzaak! w- re! te ftrvken, te meer dewyl het Schip met mee' konde dirigeeren om over de anderen zyde teflaai ;wy kreegen in voorgemelde gevegt een er twintig dooden en vier en veertig gekwetften, za gen kort daar na het Engelfch Fregat de Crefceni voor den Briel ftryken, hebbende zyn groote et Bezaansmaft verlooren; den Briel zette hier ot zeyl by en ftuurde by de Wind om de Noorc heen: d Flora zond ons toen een Chaloup me twee Officieren en eenig Volk aan boord, haaien de van tyd tot tyd van ons feeventig Man, dei Kaptein en tweede Lieutenant C. J. Bloys van Tres long, van boord, ftelleode in deffelfs plaats via van haare Offieieren en tagtig Man.. Wy zetteden twee daagendaarna.nadatalledrii ons Tuig en Schip zoo veel mogelyk gerepareer hadden.de cours om de Weft, dewyl zy voornee mens waren ons te Plymouth of Portsmouth op t< brengen: moeften den meeften tyd met vier Pom poü ons Schip lens houden. p Ccccc 3 ROTTERDAM. Brief wegens 't herne* men van 's Lands Fregat De Castor door de Franfchen* L l I ' l : t \  1438 NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. Brief wegens 't hernemen van 's Lands Fregat De Castor door de Franfihen., ■ Den 19 Juny 's morgens om agt uur, zagen twee Schepen, die na eenige feynen *an eikanderen gedaan te hebben de Engelfche Vlag heffen, lut welk by ons , en op de beide Engelfch>- Fregatten ook gedaan wierd, zy ons beginrende te naderen, maakte de twee Engelfche Fregatten allezeylen by en (tuurde by de Wind op, het grootfte der beide Fregatten ons paffeerende, hield het kleinfte na ons af en hees, ons op zy gekomen zynde onder het doen van een loofen Scherpfchoot, de Franfche Vlag, waar op by ons de Engelfche terftond wierd neer gehaald: kreegen direct een Chaloup met een Officier en zeftien Man van het Franfche Fregat aan boord, welke alle de Engelfche Officieren, beneevens eenïg Volk by haar aan boord haalden: vernamen toen op fes en veertig graden drie en vyftig minuten Noorder breete en vier graden vyftkn minuten lengte te zyn, gemelde Fregatten maakten toen weder jagt op de Engelfchen. Zagen den 12 des 's morgens gemelde Fregatten met het Engelfche Fregat de Crescenr aankoomen , neemende nog en paffant een Engelfche Brick van veertien Stukken, waar meede wy zamendyk den 93 op de Reede van POrient arriveerden. Niets verder van belang Uw Hoogheids attentie waardig, weetende .meede te dee'en, zoo hebbe de eer na my m Uwe Hoogheids protectie aanbevoolen te hebben, my met fchuldige eerbied te noemen, Doorlugtigfte Vorft en Heer, Utve Hoogheids ootmoediefte en zeer dienfiwilligeDienaar, Was geteekent, 1 Onent den s? Juny 1781. n * r> L lohml Arnold Bhis van Treslong* . P. S. De beide Franfche Fregatten die ons her. naamen, waren la Fnponne, gecornmandeert door den Heer Kaptein jS'Iaquimara, voerende vier en veertig Stukken en vier honderd Man, en La Cdoire, Kaptein Blachou, voerende fes en dertig otukken en drie honderd Man. Den  JAERBOE;KE[N5 July, I78r. 143* Den 24 zyn de nogrefteerende vyfden Gekwetften na het Hospitaal bezorgt, zynde na het ge ■ vege dertien Man geftorven, en de overige Gekwetften zyn zo goed als herftdd. Den 25 zyn wy voor de Haven gekoomen, wanneer ik my na de Commandant der twee Fregatten begaf om eenige Leevensmiddelen voor de Equipagie te bekoomen, alfoo die meeft op was, waar op dezelve met my en de Intcrprête Prauw, na dé Commandeur des Pons is gegaan, welke beloofde des anderen daags daar voor te zul Jen zorgen, hebbende ik hem het getal der nog res teerende Equipagie, welke fes en neegentig Man uit maakte, opgegeeven: des anderen daags 's middags is de Equipagie od haar inftantelyk verzoeken alle aan de Wal in 's Konings Magazyngebragt, alwaar zv tot nadere ordres op s Konings koften zullen blyven, gecietende wy verder eet extraordinaire goede behandeling. Weinig tyds hier na, de Heer Kaptein Mei vill beuevens deszelfs tweede Luitenant Bloy van Treslong ., in Engeland op hun woor van eer ontHagen zynde, kwamen alhier aen by welke gelegenheid men nog eenige nadei berigten omtrent het voorgevallen gevegt tu fchen het 'sLands Schip De Caftor en h< Engelfche Schip De Flora heeft bekome: Dit Schip is, volgens het Werf-Biljet, da» van in Engeland uitgegeven, een nieuw groc Fregat van 44: Hukken, naemlyk 2,6 agtie Ponders op het Dek en 18 agtien en twae Ponders op het half Dek en op de Bak, zy de het zelve volgens eene nieuwe bouworde voorleden Jaer, te Deptford gemaekt en m Koper behagen. De Caftor daer en teg( was een oud Schip, voerende 36 ftukken,a 2,6 twaelf en 10 zes Ponders , zo dat < Ccccc 4 Fl t'ER3AM. Brief vegens 't hernemen van 's Lands Fregat De Castor door deFranfchen- l é !t 1. ?r it n lf n- > XI Is ïe 1-  ï44° NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotter. PAM, i i 3 ü 5 ? i # .F/ora, al zyn ■ gefchut loflende 720 en de Caftor niet meer dan 372 ft5 Yzers verfchoot, makende dus een yèrfehil van 348 ffi, en riiettegenftaende deze ongèlykheid duerde het gevegt twee en een half uer zonder eenige tuffchenpozing, zynde zulks uit den Brief van den Engelfchen Kaptein insgelyks gebleken : en wanneer de Caftor ftreek, waren 'er van de 12 Hukken in de Battery 9 onbruikbaer en het Schip hadt reeds 7 voeten water in: dus Hond het Scherpgat geheel en de Kruidkamer halt vol water, zoo dat het volk 'er tot over den middel inlrond om het Kruit aen te reiken. Na het gevegt vondt men de Sloepen zoodanig doörfchoten, dat men 'er met veel moeite , en na verloop van eenigen tyd van weerdszyde flegts, één kodde uitzetten, en hierom ivas de Heer Melvill genoodzaekt door zyn ïigen volk het Schip digt te doen maken, ten ;inde daerdoor voor te komen, dat de 'manfchap, die zich zoo manmoedig gedragen W, niet met Schip en al te gronde ging. .De Conful Nagel fchryft ook nog uit CaUx omtrend dit voorval het navolgende: „ Op de ontfangene Berigten van den Heer , Kapt. Oorthuyfen, heb ik te meer eenEx, preffe naer den Generael" der Marine ge, zonden, en geproponeert, den door Zee dry, vende Maftelooze Engelsman hier binnen , te haelen, dog tot antwoort bekoomen, , dat daer toe geen een bekwaem Vaertuig , hier hadt. — Ik ben den eerften Pinxter, dag den geheele morgen beezig geweeft „ met  JAERBOEKEN, M» ^r. iW " met de gebleffeerden van gem. Heer Kapt. te " lollen, en naer 't Hospitael te bezorgen, " eenige met afgezette Beenen en Armen, ' zommige de Kogel aen de eene zydem, en de andere weder uitgefchooten, bedroefd " om te zien; dog teffens kan men verzee. \ keren,dat 'er geen een zuur gezien heeft. maer blyde waeren, alleen, om dat zynae: " Vvand hadden doen ftryken. Deeze Nagti; " 'er een van geftorven, en men vreelt voo: " nog zeeven of agt: de Opperftuurman ei " de Kommandant van de Soldaten zyn di " ffevacrlykfte; de eerfte is zyn linker arn by de Elboog 't been aen Hukken, en i, " dezelve Koogel zyn linkerzyde in, en d> " reeter weder uitgegaen; de andere is zyi " liahaemzoo verbrand, dat zyn weezen me !' is&te kennen, dog nog zoo Courageus,da ' hy niet als naer een tweede Gevegt vei ? langt om zyn moed te koelen; ik heb zei Z in de Ziekekamer geweeft, en laat hen ot paften als of't myn Kinderen waeren, zo " als zulke braeve Luiden wel verdiener " Men heeft in de kwetfuren hukken glas } zelfs ftukken porcelein gevonden, daer 011 5- der geen Chriften Menfch gepermiteert 1 meede te mogen fchieten. ? De Zeeraed op de Maze fchreef aen Hu Hoo s n .t s n n a 1-  1442 NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotte r- „ gefchoten, en dat het geweeft wasdegroo5, te befchadigheid van het Fregat Briel zei* 5, ve en van deszelfs Vaertuigen, die den s, Kaptein Oorthuis hadde belet poffeffie van „ zyn prys te nemen. Dat het gemel- J? de Collegie niet gehfefiteerd had, om, zoo a> dra het een relaes van die Actie., welke j, zekerlyk zeer hevig was geweeft en met a, veel bravoure was gefouteneerd geworden, 5> van den Kaptein Oorthuis ontfangen had, 5, by refcriptie deszelfs genoegen daer over ?) te betuigen en hem te ordonneren, om van „ wegen het gemelde Collegie zyne Equipa5, gie te bedanken voor het loflyk gedrag, # door haer en denzelven algemeen gehou5, den en de zigtbare blyken van beleid en £ bravoure door haer gegeven in deze eerfte ?, Actie, waer in geen furprife plaets had en ^ de magt van weerszyden egael genoeg „ was. - Dat om, zoo veel in hun was, die 5, mondelyke dankzegging met daedlyke bly5, ken van genoegen te accompagneren, daer5, om aen de Luitenants van Capellen en Go* „ bius, die zich byzonder gediftingueerd „ hadden, yder hadden toegelegd een juift „ vacerend Traclement van ordinaris Luite„ nants ter Zee, en de Kaptein Oorthuis ge„ authorifeert, om aen yder van zyn volk, „ tot eene provifioneele belooning van 'sLands a, wegen , te doen uitreiken eene fomme van s5 Guldens, maer niet met intentie om gi het daer by te laten, maer om verder aen §y Hun Hoog Mog. voor te dragen of HunHoog & M(>g- "iet zouden kunnen goedvinden, om », dit volk, het welk, door de befchadigdheid „ van hun eigen Schip en Vaertuigen, had a ver-  JAERBOEKEN, July, 1781. 1443' ' verloren het genot van het recht,het welk " zy volgens het Premie Plakaat van Hun " Hoog Mog., op het vyandlyk Schip,door * de overgave daer van hadden verkregen, * tot een meerder encouragement eene rede" lvke Premie, uit de kas van het Verhoog" de Laft- en Veilgeld, toe te leggen en ver- * volgens den Ontfanger Generael van het * Verhoogde Laft- en Veilgeld te ordonnee" ren, om aen het gemelde Collegie ter Ad" miraliteit op de Maze te fourneeren eene Z fomma van 24787 Gl. 10 ft., om aen dc Equipagie van het voornoemde Prega " Den Briel uitgedeeld te worden. " Op welke Miffive Hunne Hoog Mog., dei 30 Tu.lv, na voorgaende deliberatie, by Re folutie hebben verklaerd, zich het gepropo neerde door het Collegie t,er Admiraliteit 01 de Maze te laten welgevallen, en het zelv aen te fchryven de noodige orders ter execu tie daer van te geven. Dienvolgens zal deze Somme, onder d manfchap van het voornoemde Schip, vei deeld worden op den voet van buitgelden naer mate van een ydersgagie; die van de Kaptein gerekend op 100 Gulden, t wel maekt?6- 5 per Gulden, die yder 'smaenc aen gagie geniet: vervolgens voor den Kaj tein 100 mael, voor een Matroos 16 ma en voor een Jonge 6 mael zes Gulden v; ftuivers: doch zal daer van worden afg trokken de reeds by voorraed ontfangt 25 Gulden. Ook heeft de Hollandfche Gezant de He< l Ju loxrER- DAM. I ) 2 e 9 n k is >:1 9 e- il :r Sr  Rot- behbam. VER: 1444 NIEUWE NEDERLANDSCHE FEftevenon van Berkenrode, uit naem van Hun Hoog Moog. het Fregat de Caftor met de manfchap opgeëifcht, met aanbieding van 10 p. Ct. van de vvaerde tot een belooning voor de Franfche Officieren, die't hernomen hebben, overeenkomftig het verdrag tuffchen den Koning en Hun Hoog Moogenden; zynde zyne Excellentie te gelyk belaft het Minifterie te bedanken voor de goede behandeling, die de Equipagie van het genoemde Fregat, en voor al de zorg die de gekwetften ondervinden; met verzoek van het Fregat ten fpoediglte te doen waerdeeren en vervolgens, de gratificatie of belooning gereguleerd zynde, de noodige hulp te verleenen tot herbouwing van het Schip en het weder aan boord gaan van de manfchap. Van Engeland meldt men, dat de Koning een bevel zouden hebben gegeven,om gedurende den tyd van 4 maenden, te reekenen van den 29 Juny, Hoogft Deszelfs vorig bevel ter gunlte der Hollandfche Schepen, geladen met producten van Grenade enz., die, door onvoorziene toevallen belet zyn binnen den bepaelden tyd naer Holland te rug te keeren, te verlengen. Zyne Majefteit heeft dien tyd toegeftaen op verzoek van de Kooplieden van Grenada: de Schepen zyn de Vrouzv Anna, de Juffrouw Maria, de Vryheid, Gedeon, Maria Rebecca en Anna, de Jonge Juffrouw Anne. en Mar gare the Catharina.  jaerboeken, >/y, 1781. i445 veranderinge onder de hooge en lage amtenaers, enz. Kuilenboroh. Den i dezer maand July heeft Zyne Doorl. Hoogheid, de Heere Prince van Oranee en Naffau, tot Burgemeefter dezer Stad aenge field, den Heer Mr. Willem Jacob Renaüd, Rentmeefter der Graeffelyke Domeinen alhier,en tot Schepenen, den Heer Hutbert de Wit, zynde de andere Heeren Regenten in hunne Regeering 3En2cbl£Vcn > 'sGravenhage. Den ia dezer hebben Hun Ed. Groot M02:. op verkiezinge van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erf-Stadhouder, aengefteld tot Droffaerd der Stad Gonnchem, en Dvkgraef van den Lande van Arkel, mitsgaders Baillmw van Hardinxveld, (in plaetze van wyler, den Heer Jacob Philip van Boetzelaer, Heere var. Nieuveen) den Heer Francais Cornelis van Aerjfen Heer van Spyk, Sommelsdyken Plaat Ook is den 22 dezer Jonkheer Wigbold Johan Theodoor Baron van der Does, Vryheer van beide de Noordwvken, gecommitteerd wegens de Ridd^rfchap en 'Edelen van Holland en Weft-Fnesland in de Vergadering van de Ed. Mog. Heeren gecommitteerden Raeden van Staeten, tot Bailhuw en Schout van 's Gravenhage verkoren , m plaetk van wylen den Heer J. P. Baron van Boetfelaer. Heer van Nieuwveen, &c. &c. • - Nog is Jonkheer Frangois Kornehs, Baron vat Aerfen, Heere van Spyk, Sommelsdyk, Plaat &c, tot Bailliuw van Gorinchem en Dykgraef van hel Land van Altena aengefteld, mede in plaets vaD wylen den Heer J. P. Baron van Boetzelaer. Eindelyk is ook nog de Heer Mr. Jan Phihp Graafland, tot Raedsheer in den Hoogen Raed v' j • aen- Veran- dering onder de hooge en lage Amte- naers , enz. !  1446 NIEUWE NEDERLANDSCHE VERANDERINGONDER DE HOOGE EN LAGE Amte- naf.rs , enz. 1 j j j I j * \ 1 I ( \ I lengefteld, in plaetfe van deszelfs Heer Vader den Heer Mr. Gilles Graafland. Zyne Doorl. Hoogheid, de Heere Prins Erfstadhouder, heeft uit een overgeleverde naemlyft van Hun Ed. Groot Mog. verkoren tot Curator yan 's Lands Univerfiteit ce Leiden, in piaets van wylen den Heer Baron van Boetfelaer, Heer van Mieuwveen, den Heere TVigbold Johan Theodoor 'un der Does, Heere van beide de Noordwyken. Le'DEN. Den 25 dezer maend is de bank Ier Ed. Achtb. Heeren Scheepenen dezer Stad, polgens Jaerlykfche gewoonte veranderd, en zyn loor zyne Doorl. Hoogheid den Prins Erf'ftadhou3er tot Scheepenen verkozen: De Heeren Mr. Hendrik Ralthazar van Halteren, Mr. Abraham van dlphen, Mr. Abraham van Gerwén, Mr. Pieter Jan Marcus, Mr. Adriaen vun Heusden, Mr. Hendrik Fwent, Mr. Diederick van Leyden, en Mr. Joofl Romswiflkel; waervan de Heeren Mrs. van Gerwen, Marcus; van Heusden, Twent, van Leyden en Romsvin*kel tot Schepenen-CommiftarilTen van de Genesnel. Middelen zyn benoemd. Amsteldam. De Ed. Groot Achtb. Heeren 3urgem. dezer Stad hebben tot Directeuren van len Moscovifchen Handel verkoren, de Heeren Vlr. Pieter de Smeth, Willem Willink en HenIrik Hoog. Brielle. Den 28 's Avonds is in den ouderdom 'an omtrend 42 Jaeren overleden de Heer Mr. \dr. Louis des H. R. R. Baron van Alderwereld\ /ryheer der Stede en vrye Heerlykheid Heendiet, Ambachts-Heer van de Oude en Nieuwe itreuyten, Raed in de Vroedfchap en Oud-Burgerneefter dezer Stad ; mitsgaders Heemraed van len Lande van Voorne enz. enz. Zierikzee. Den 27 der afgelopene maend is ioor zyn Doorl. Hoogheid tot Raed dezer Stadt erkoren de Heer Pieter de Kanter, en tot Schee>enen voor de twee naeft volgende jaeren de Heere  JAERBOEKEN, july , 1781. 1447 ten Daniël Mmirits de Brauw, Dr. Jan M&cquet, Bomfaicus Cau, Leunius Jacob van der Vliet, Samucl Boeie, Leenden de Groot en Mr. Job Tromp. Deventer. Den laetlten Juny is alhier overJeeden, in den ouderdom van byna 68 Jaeren, de Heer Mr. Hendrik Gerhard Jordens ,Oudfte Burgemeefter en Kameraer dezer Stad. Axel. Den 1 dezer hebben Hun Ed. Mog., de Heeren Gedeputeerden van H. H. Mog. ter Magiftraets herftelling in Staets-Vlaenderen, op nieuw aengefteld , over de Stad en Ambagte van Axel, tot Burgemeefter den Heer Josias Paolus , en tot Scheepen, Pieter de Jonge, voorzittende Jan de Jonge, Dr. Julius Hendrik Wiebcm,Pteter de Regt, Ptet'er Willemfen en Abraham de Kraker; en over de Stad en Ambagte van Neuzen, tot Burgemeefter, den Heer Jakois Verf inde. en tot Scheepenen, Dirk van den Berge, ALranau Kleyfen, Dr. Johan Osdorp deHaefe, Jakobvan der, Berge, Leendert Baerdeman , en Jan Aoufen. Hulst. Den 5 dezer maend hebben de Edele Mogende Heeren Gedeputeerden van wegens Hun ne Hoop Mog. tot de Verandering der Kegeerm gen in Staets Vlaenderen, voor den tyd van twe< faeren aengefteld, in de Stad, tot Burgemeefte de Heer Mr. J. A. J. Rauwertz; tot Scheepenei de Heeren P.Tegelberg, voorzittende, P. Lenshoek J, J. Dortmont, L. Koning, D. van den Boogaer en Mr. C J. van der Burgt van Lichtenberg. En 11 Hulfter Ambacht, tot Burgemeefter de Heer j B. D. van Vlissegem, tot Scheepenen de Hee ren A. A. Wouters, voorzittende, Otto Ohreen, I ■van den Boogaert, A. S. van Fenema, J. J. Tege, berg en Mr. D. P. Rauwertz. Sas van Gend. Door H. Hoog Mog. Gedept teerden tot de Magiftraets beftelHng m Staet: Vlaenderen, is op den 27 der afgelopene maen aengefteld, tot Burgemeefter dezer Stad, de Hee Pieter Luchte, en tot Scheepenen, de Heere Ai VtKKH- 3eiung 3hder de hooge en lag 6. Amie- naers , enz. I : 1 d n  Veran BERING ONDER £>e h00 ge EN LAGE Amte- I>ïAERS . ENZ. LYSTDER PRYZEN VAN VERSCHELDE PRODUCTEN ONZES LANDS. Rotterdam den 25 July. Rotterdam den 25 July. „ _ , „ by de Z. Zak.: by >t LR{ii Tarw OudeZeeuwf. i8ïa2o f5 HaverZaeuwf.cnIn!.gk a it <£ Nieuwe dito 19*322 B Paerdeboonen. 16 aijidZ Rogge Zeeuwf.dito 16 a 17 bKoolzaed. 41 344.^ by 't Laft. by den Steen.' Boekwyt op 154 ffi 324 c£ Vlas Allerbeft 38 346 ft. Gerst Winter 17! 3 18^ Beft 30 332 ft. Haver Vrief. Brouw ij ai5|cf Ordinair. 28 329 ft. — dito voer. g au oü««« siegt. 23 824 ft. NB. In ons Jaarboek van April 1781. bl. 95613 iteeds van eenen P. Lammens geiproken • het moet zyn P. Lammens. Het onduidelyk handfchnft heeft deze drukfeil veroorzaekt. 1448 N. NEDERL. JAERB. July, i78r. . Antonie van Doeveren, Voorzittende, Hendrik Httender, Sybrand Haerfma, Jean du Bon Faber, Dr. Antonie Eltzman, en Lodewyk Deyè'r. Philippine. Den 20 Juny is door de Heeren Gecommitteerdens uit de Hoog Mogende Heeren Staeten Generael, de Magiftraets Verandering dezer Stad verrigt, en zyn aengefteld voor de twee eerftkomende jaeren, tot Burgemeefter de Heer Hendrik van Kerkwyk, tot Scheepenen als Voorzitter Jan van Cafteel, Abraham Voerman, Laurens Zynen, en Hermanns van Baelen.  NIEUWE NEDERLANDSCHE JAERBOEKEN, Augustus MDCCLXXXL GELDERLAND. Arnhem. Wy hebben in ons voorgaend Stukje het Protefi medegedeeld, het welk Jr. Taspar Hendrik Baron van Zuylen van Nyveld tegens het befluit der Staten van Gelderland nopens de zaek tuffchen den Hertog van Brunswyk en de Stad Amsteldam. heeft ingeleverd: Thans zullen wy deszelfs Proteft nopens de vermeerdering vanlandmagi laten volgen, zynde van dezen inhoud: Daar thans de nood des Lands ons meer dan ooil perft, om volgens pligt en geweeten alles toe tebrengen het geen de omftandigheeden van Lane en Onderdaanen wettiglyk bcgeeren: geei vrees voor ongunft, nog verlies van ampcen, er zelfs van ons leeven zoude ons kunnen verfchoonen, om niet in alle deszelfs deelen aan dez« onze toevertrouwde pligt te voldoen : — Ui overweeging, Ed. Mog. Heeren, van deze onbe twiftbaare waarheid en hooglte noodzaakelykheu dezer Landen » zoo ten opzigte van de critique, al onaangenaams omftandigheeden, waar in zig dez^ WB 6 Ddddd ic Arnhem. 1 t i t l  Ï450 NIEUWE NEDERLANDSCHE Arkhem. Troteft van JrZuylenvan Ny' veldt nopens de Land magt. ! republiek bevind, door eene onvoorziene, onverwagte en onbillyke oorlogs-verklaaring van Zyne Brittannifche Majefteit, had ik verwagt, dat wy niets onbeproefd zouden gelaaten hebben, oratnef de-andere Bondgenooten dezen Staat in behoorly/c poftuur van tegenweer te ftellen, en door dien weg aan het Engelfch Minifterie te doen beklaagen, dezen haaren onregtvaardigen ftap; maar dat wy ook by voortgang onzen voornaamften aandagt .daar heen zouden geveftigd hebben, om onze zeemagt in een meer en meergedugten ftaat,en over- eenkomftig het gevaar toeteruften : Gaarne betuig ik, ontfteld en verleegen te ftaan, over het inaclive van dezen Staat, en ik bedroef my nog te meer, wanneer ik overweeg, of niet moogelyk de reedenen zelfs, van deze, voor een yder onbegrypelyke inactiviteit, in den omtrek van dit Gemeenebefl: moeten gezogt worden: ——r- reeds is 'er wederom een groot gedeelte van het Jaargety verloopen, en niets minder dan behoorlyke voortgangen in de noodige toerufting, overeenkomftig het gevaar, word men gewaar: Wat draalt men, daar wy immers alle, Ed. Mog. Heeren, te duidelyk overtuigd zyn, hoe zigtbaar de drukkende flaagen Neerlands bron van welvaart doen kwynen: — onze bezittingen in Ooft en Weft, worden gedeeltelyk gedreigt, en zyn reeds gedeeltelyk gerooft: — de Eer van deze Landen tot nu toe met zoo veel roem ongefchonden bewaard, word thans opentlyk van onze vyanden vertreeden, en moet door andere Mogendheden met veragting beIpot worden, en de Hemel weet, welke onverwagte laagen de vyanden van dezen Staat in onze ingewanden bereiden, welke, als het te laat zal zyn, geene geneezinge meer te wagten hebben: -dog wat zeg ik, het is te zeer bekend, en ik zoude U Ed. Mog. reeden geeven van zig te beklaagen, wanneer ik ondernam het zigtbaarfte gevaar af te fchetfen, waar meede deze Republiek gedreigt word: - dit gevaar zoo als de omftandigheeden zig thans opdoen, is van die natuur, dat het niet  JAERBOEK EN, Auguftus, i^Sr. 1451 biet minder weezen kan, of het moet elk vaderlandslievend Regent, 't moet elk vryheidsbeminrenden Burger, traanen afperffen , en hetzelve is in een zoodanig klaar dagligt geplaatft ,dat het als eene misdaad zoude kunnen aangewreeven worden, hier van onkundig te zyn, of te willen fchynen :— Wanneer wy, Ed. Mog* Heeren, een oog veftigen op onze Commercie, als die llerke zenuw van onzen Staat, dan moeten wy ook op dit oogenblik overtuigd zyn, dat dezelve thans dubbeld onzer aller aandagt verdiend: 1. de daadelyken invloed , welke zy heeft op alle de mindere deelen van dit gantfche Gemeenebefl:, is te bekend, en dus onnoodig te bewyzen; dog uit dien hoofden is het onwederfpreekelyk waaragtig, dat ook het gantfche lighaam deelt in alle deszelfs verminderingen , waar aan zy reeds door verzuim van behoorlyke protectie is blootgefteld geworden; immers onze Kooplieden geene protectie, ten minllen fpoedig genoeg verwagtende, zyn daar door genoodzaakt geworden hunne fchepen in buitenlandfche havenen te moeten verkoopen, tot geen gering nadeel dier Onderdaanen, en het is te vreezen , dat grootere rampen, hun, en de commercie dezer Republiek dermaaten zullen treffen , dat die ten eenemaal onoverkoomelyk Itaan te worden: —— En is dat zoo, Ed. Mog. Heeren, daar alle onze kragten in de commercie gevonden worden , wat blyft 'er dan nog voor ons over, om ons van het welvaaren dezer Republiek te verzeekeren: en daaf de totale Ruïne van veele onzer onderdaanen hier van afhangt, hoe zullen wy dan de welvaart eener Regeeringe in 'c algemeen afleiden ? de« wyl dezelve alleen op 't geluk der onderdaanen moet gegrond zyn: — dog willen U Ed. Mog. dit een en ander, al eens als herftelbaar opgeeven.dan zal den Staat egter jaaren lang nodig hebben , om haaren eerfte luifter en haare lchaade met vergoeding herfteld te zien. Denk egter niet, Ed. Mog. Heeren, dat ik door te difficulteeren, voor het tegenwoordige, my geheel tegen de vermeerdering Ddddd z der Ark* hem. Protejï van j?r„ Zuylen van Nyveldtwegens ie Land* nagt.  1452 NIEUWE NEDERLANDSCfIE Arnhem. Proteft'van jfr. Zuylen van Nyveldtwegens de Land magt. der landtroepen aankante r neen, het tegendeel *s waarheid, en ik verklaar daar toe meede geneegen te zyn, te meer, daar het niet geheel te verwerpen is, dat deze Staar door onvoorziene toevallen, in eenen oorlog aan de zyde van het vafte land zoude kunnen worden ingewikkeld, en het zeker eene gegronde Staatkunde is, by tyds daar tegen te voorzien; —- dog wanneer deze Staatkunde in zyn geheel gevolgt wotdt, dan diende men uit hoofde van dit gevaar fterker aan te dringen op de voorzieninge der Magazynen, dan direcl op de vermeerdering der troepen, die van alles gebrek hebbende, nimmer kunnen voldoen aan het oogmerk, waar toe dezelve zoude gefchikt weezen : — 't Is waar, dat tot deze augmentatie en voorzieninge in gefcbikter tydspiiiicten dan deze is aangedrongen geworden, en het waare wel te wenfchen geweeft, dat daar toe alle de Bondgenooten geconcurreerd hadden, dog toe dat einde kunnen de middelen verkragt zyn, en het is zeker, dat Provintien tegens Provintien gewoeld hebben, zonder daar omtrent iets valt te beiluiten: —— voor het tegenswoordige, fcheenen my de omftandigheden van dit Gemeenebefl;, in dtelituatie, dat ik niets minder verwagt had, dan dat men ter vermeerdering der landmilitie zoude aandringen, en nog minder daar in te zullen confenteeren, ■ voor my, ik kan eene vermeerdering van troepen, voor zoo verre dezelve de Landmilitie betreft, voor het tegenswoordige niet anders aanmerken, als ten uiterften nadeelig en zelfs gevaarlyk: — het is immers onwederleggelyk, Ed. Mog. Heeren, dat eene augmentatie te lande, voor het tegenswoordige, niet anders dan nadeelig zyn moet in de uitxufting onzer fchepen : «1 de fchaarsheid van Volk, welke reeds de Pnemien ter aanwerving gedwongen hebben te verhoogen, de klagten van het nog fubfifteerend gebrek in deze, zyn fpreekende bewyzen,dat dit alles in 'zulk een tydftipnoggrooter worden moet, wanneer 'er eene aanwerving van troepen plaats heeft: - en wat aanbelangt de vrees  JAERBOEKEN, Auguflm, i?8r. 1453 vrees van U Ed. Mog., voor gevaar aan de land-, zyde, is mogelyk nader en gegronder dan ik nogj voor het tcgi nwoordige bezef en beken niet te voorzien* ■ dog dit al eens zoo zynde, zooj zoude dit* dreigend gevaar met het werkelyke daar, zvndei nimmer aan het laatfte den voorrang kun- 3 nen betwiften, om met de grootfte ernft alles te, befteeden, 't geen 't noodzakelykfte en 'c voordes-, liette heil zouden kunnen aanbrengen. —-«. Het, waare derhalven te wenfchen geweeft, Ed, Mog., Heeren, dat wy ons met de overige ïSondgenoo-, ten met de grootfte yver bezig hielden, om te voorzien in eene gedugte Zeemagt, en mindere belangens, mindere vrees voor dit oogenbhk ver- looren > door die weg alleen, kan de ge- fchonden Eer van dezen Staat herfteld, de com merci» geprotegeert worden, zynde het laatfte wel van dat aanbelang, dat dezen Staat of met dezelve ftaan blyven, of met dezelve vallen moet. — Ik herhaal het nog eens, Ed. Mog. Heeren, en niet zonder ontroering, dat alles zoo van binnen, als van buiten , ten fterkften fchynt mede te werken, om het aanzien en het ontzag van de Regeering verlooren te doen gaan , en om dit Gemeenebefl te doen nederftorten in dien jammerlyken ftaat, waar uit het met zoo veel goed en bloed is opgekomen: Om alle deze en meer andere redenen, welke ik ftilzwygende voorbv eaa, heb ik my genoodzaakt gevonden , vooi het tegenwoordig tydftip te moeten difficulteeren, in het augmenteeren onzer landmilitie ; immer: tot dat het zeeweezen in een behoorlyken ftaa gebragt zy, om den vyand het hoofd te kunnei bieden, en onze lneezeetenen te verzeckeren met Godes byftand, van hunne wettige bezittm gen en wy als dan ruimer handen hebben, on daar omtrent nader te refolveeren, zoo als he met het meefte nut dezer Landen overeenkomt zonder my voor het tegenswoordige uittelaaten omtrent eenige poincften van het plan zelve, vye ke eenige confideratien verdienen kunnen :-nie D dddd 3 ns Un- [EM. an jFr, 'uylen an Ny- eldt vegens leLand-. uagt, L 1 I » » I  Arnhem. Protefi van Jr, Zuylen vanNy veldt wegens deLand- magt. ï454 ' NIEUWE NEDERLANDSCHË had ik met meerder fegt venvagt, Ed. Mog. Heeren, dan dat myne negative Stem, in een nuk van bezwaar, dat geen zou te weeg gebragt hebben, 't geen met den aart onzer Regeering en wettige conftitutie overeenkomftig was; dog het tegendeel is gebleeken, en men zoude bgtelyk zig verfchoonen, met my toe te voeren: dat die plan flegts alleen op de orde van de aanwerving zag, en een gevolg was vaö de voorgaande confenten , Hellende wyders, dat hy , die in het meerdere confenteert, geen regt heeft om in het mindere te difficulteeren : ■ zoo dit doorgaat, dan hebben de andere Bondgenooten, welke eerft geconfenteerd hebben, dog nu difficulteeren , andere en volgens deze ftellmg verkeerde Syftemaas, terwyl de Provintie van Gelderland, wanneer men op alle de voorgaande confenten reflecteert, in meer dan in eene armee van honderd duizend koppen geconfenteert, en uit hoofde van dezelve geen vryheid meer hef ft, om te mogen difficulteeren, fchoon men uit de exprtffe uitfehry. vings brieven tot nieuwe confenten en extraordinaire landdagen, ten dien einde gehouden, het tegendeel zoude motten opmaaken. Voor my, ifc bpgryp, dat yder confent daadelyk tot zyn voorig niets vervalt, zoo dra eene der Bondgenooten difficulteert, en is dit zoo, dan heeft elk Provintie en elk Lid wederom nieuwe vryheid, om devoorgeflaagen zaak af te meeten met de omftandigheeden van dit Gemeenebefl:, welke zoodanig kunnen veranderd weezen, dat, 't geen eertyds nuttig fcheen, nu nadeelig en gevaarlyk word; en uic dien hoofde het welvaaren van dit Land en de ph'gc van een Regent gebied, in eene nieuwe voorflag, fchoon in alles met den eerfte nvereenkoomende, daar in te kunnen en te agogen difficulteeren. — Dit met een tnkel woord aangeroerd hebbende, oordeel ik het onnoodia, de informeele conclufie" van den Heer Bentinck verder te bewyzen, 'c zy uit dit, of 't zy uit de fundamenteele Conftitutie dezer Regeeringen; houdende dezelve dus voor eene  JAERBOEKEN, Auguftus, i?3i. HSS eene direct, ftrydige en tegen onze conftitutie aan-, loopende handelwyze, uit dien hoofde geheel nul,: informeel en van geene de mimte wardye, als zynde onbevoegt genoomen, waar op ik in a;le des zelfs gevolgen zal refiecteeren; laatende aan gem. HeeniBentinck over, welke zyn contra proteft heeft sereierveerd, om zig op dit poincl: ten allen tyden Zoodanig te juftificeeren , als Zyn Ed. oordeelen zal te behooren: — Dog, Ed. Mog. Heeren, daar eene inbreuk van deze natuur, in de wettige pnvi legien der Leeden, en in onz^n fundamentele conftitutie, na myn gedagten,beginzels zoude kunnen voortbrengen, van in 't vervolg in meer andere privilegiën der Leeden willekeurig te zien handelen terwyl zoodanige handelwvze niets anders dan'confuflen, verwarringen en dis orders kunnen na zig fleepen, had ik nkts minder verwagt, dan dat ü Ed. Mog , fchoon van my m concept ver fchillende omtrent de voorgeftelde zaak, egtet omtrent eene tegen onze Regeering s'orm ftrydende, en dus informeele conclufie, ftilzwygende genoegen zouden genoomen hebben Heus eene zaak. welke niet alleen my, maar ons alle aangaat: dit te dulden, is toeteftaan, dat men voortvaart, om onze wettige conftitutie van trap tot trap, zondei reeden, en dus onbevoegt te vermengen, tot dai 'er eindelyk niets meer voor ons zal overtcnietert. dan eene ttaatelyke byeenkomft: — wanneer de privilegiën der Leeden, in eene zaak van deze na tuur, tot nu toe min of meer ongefchon>;en gehandhaafd, onbevoegt en onregtmaat'g verbmoker worden, zonder dat U Ed. M<»g. zig daaromtren iets laaten aangaan, d.m twnffele ik gee oogen blik, of by diergelyke voortgangen, zulien U fcd. Mog., te laat, de onherftclbaare en nadeehge ge volgen befpeuren. D Voor het tegenwoordige verzoeke ik, dit Pro teft woordelvk te doen jegiftreeren in den Quar tiers recefiW , om ten allen tyden tot myne de charge te alletmëeren, geen deel te hebben m d< gevolgen, welke hier uit ten eenig-en tydezoudf B • Ddddd 4 ^un iEM".- Proteft van Jr-, Zuylen van Nyveldtwegens deLancfc magt. i  1456* NIEUWE NEDERLANDSCHE Arnhem. ïrotefi : van jfr> ZuylenvanNyveldt wegens ; deLand': megt. i i ] kunnen profluëeren: — en fehoon ik wel géwenfcht hadde, dat ik my hier toe uit hoofde van ie gevolgen niet genoodzaakt gevonden had, konde k egter niet over my verkrygen, eene handelwyze "tilzwygende goed te keuren, waar door de priviegien der Leeden, en de fundamenteele conftitu:iei zoodanig gefchonden wierd, dat eene verregaan" le minagting uit dezelve duidelyk fchynt door te rraalen: "■ Dit myn Proteft, bedoelt dan ïiets anders, dan om de Pofteriteit te doen zien, dat ik geen genoegen genoomen heb s met eene zoo Ddieufe als verkeerde handelwyze, terwyl ik beuig geen de minfte reflexie te flaan op de zo ongeuite als ongemefureerde uitdrukkingen van den Heere Bentinck, prsefideerendein deze Vergadering, pvanneer zyn Ed. onder andere woorden meer, my toevoerde: „ Klaagt by den Prins," fchoon ik en sen yder volkomen overtuigt moet zyn, dat Zyne Hoogheid, als Erfftadhouder gefchikt, om de 3rde en conftitutie dezer Regeering en de privilegiën der Leeden in 't byzonder te handhaven, iimmer zoude kunnen goedkeuren eene handelvyze, welke tot dis orde en verwarring aanleiding geeft, en uit dien hoof Je, altyd zeer nadeeig in eene welgeregelde Regeeringe , van een yder can, en moet worden aangemerkt. HOLLAND. 'sG K A V E N H A G E. De Prins Erfftadhouder,Kaptein Generaal, heeft wegens het weglopen der Krygsknegten op den 28 July laetftleden het navolgend bevel uitgevaerdigd. Zyne Hoogheid gelet hebbende, dat de de defertie met Geweer en Wapenen, als mede van de Wagten of Poften, of ook door ongewone We-  JAER BOEKEN, Auguftüs, i%8i. MSI Weeën, of met ontvreemding van Paarden of' andere Goederen, aan de Compagnien, toebehoo-v rende dagelyks meer en meer m zwang gaat,g heeft 'derhalven noodig geoordeeld, hier mede aan alle Gouverneurs, Commandeurs of Commande-< rende Officieren van Steden en Plaatfen, met: Trounes van den Staat bezet, te gelaften en te ordonneren om Jaarlyks in de maand January, behr.orelvke contumacieele Procedpres te doen voe-< ren tegen zoodanige Onderofficieren en Gemeene Militairen in dienft van den Lande, die zich hebben fchuldig gemaakt aan de voorgemelde misdaad van gequalificeerde defertie, of die by hunne defertie gevoegd hebben eenig ander dilift , t zy van Doodflag, Diefftal of diergelyken, welke volgens de Wetten, aan Lyf of Leven zouden behooren te worden geftraft; vindende Hoogftgemelde Zyne Hoogheid verders goed, dat by de Vonmflen, welke tegen zogdanige Delinquanten by contumacie zullen worden gewezen, nevens den naam van ieder derzelver, zal worden ter nedergeftelt de wyze waar op hy is gedeferteerd, of het dihélwaar am hy zich behalven de defertie nog mogt hebben fchuldig gemaakt, en dat by dezelve VonmiTen vervolgens mede zal worden geordonneerd, dat derzelver namen, ten affchrik van anderen, aan. de Galge zullen worden geflagen, enz. (Was geteekend) T. J. DE LARREY Wy hebben in ons ftukje voor Juny ge zien , hoe de Kooplieden van Dordrecht Haerlem, Amfteldam en Rotterdam zich dei 7 Tuny 1781 by de Algemeene Staten hebbe vervoegd, hun plan te kennen gegeven,om hun ne Schepen, die zy voor de Vredebreuk t< vaert op deWeft-Indien gebruikten5gedeeltelj sGra- enhae. ~)rdre >an den Prins wegens kjertïe, > 1 t i k k c  '<$ Gra- VENHAGE» ( I i \ ï C < X f V di di 1458 NIEUWE NEDERLANDSCHË te bevragten met noodwendigheden voor onzd Volkplantingen, en gedeeltelyk metmanfchappen en oorlogstuig te wapenen: en hoe zy tot onderfieuning van dit plan hebben verzogt, gedeeltelyk met zekere belooningen, voor hun ne koftbare maer voor 's Lands welzyn noodzakelyke ondernemingen , gedeeltelyk mee een geleide- of convoy van een gefchikt getal Oorlog-Schepen onderfteund te worden. Dit verzoekfehrift commifforiael zynde gemaekt kwam daerop den 14 Juny een raport of bengt in,het welk wy teffens op gemeldeplaets hebben medegedeeld. Vervolgens hebben H H. Mog. op dit gewigtig punt den 31 Tuly laetftleden het navolgend befluit genomen. Dingsdag deo3i July i?8r< t>y refumtie gedelibereerd zynde op het gerao; porceerde van de Heeren van Randwvk en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaken yan de Zee, hebbende ingevolge en ter voldoening ;an Haar Hoog Mog. Refolutie CommiiTonaal van len 7 Juny laatftleden, geëxamineerd de Requelte m\ verfcheiden Keeders en Participanten van Scheien, varende op de Kolonie van Sur "namen. Ei;enaren van Plantagien in dezelve gelegen, Koop. leden en verdere Geïntreffeerden by den Handel ip dezelve, refpeflivelyk wonende te Dordrecht laar ern, Amfteldam en Rotterdam ; voordragende e allerhoogfte aangelegenheid van de voorfchreven ,olome,en reprefenterende derzelver bekommering negens het verlies van de voordeden, daar uit re dterende, het welk zich reeds allerge voel'gif. was" irtoonende m de beginfelen van den Oorlog, iQ elkert zich dit Gemeenebefl: vond ingewikkeld, en tt de gevolgen daar van verder zeer te apprehen:ren waren, gelyk zulks in het breede in devoor- fchre-  JAERBOEKEN, Augujlus, t^Si. 1459 fchreven Requeftewas gedetailleerd; verzoekendede Supplianten derhalven , om , byaldien niet, promptelyk een fuffifant Convoy heen en weder ( naar de Colonie zou kunnen worden verleend, alsdan, gelyk zulks in andere gevallen door Haar Hoog Mog , ter onderfteumng van Trafyken,, Reederyen én Sociëteiten, gracieuslyk was geaccordeerd, ook aan de Reederyen naar deze Colonie en die van de Berbice, gelyk mede naar het zoo aangelegen Etabliiïement Curacao, genereuslyk toe te leggen een Encouragement, aequivalerende aan de confiderable meerdere koften, welke dezelve verpligt zouden zyn te doen, om hunne Schepen in eemgen ftaat van regenweer te ftellen; en dien onverminderd, ter betere order en directie, de vereenigd zeylende Schepen te doen verzeilen van zoodanige van 'sLands Oorlogfchepen, als daar toe konden worden gemift; mitsgaders dat, onder Haar Hoog Mogenden gracieus welbehagen, ten einde de/.e gearmeerde en weerbare Schepen teffens mogten kunnen dienen, om den vyand, zooveel mooglyk afbreuk te doen, aan dezelven mogen worden verleend Brieven van Marqué en Reprefailles, onder de ordinaris Conditie, om daar vanj door de wakkere Officieren, die zy zich durfdet beroemen op dat Vaarwater teemployeren ,by voor komende gelegenheid gebruik te doen maken. En daar op gehoord en ingenomen hebbende d£ hoogwyze Conflderatien van Zyne Hoogheid et het Advis van de Gecommitteerden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit. En in achting genomen zynde , dat 's Lands Zeemagt niet is, en waarfchynlyk met alle mooglyke effört: niet zoo fpoedig als vereifcht word , za, kunnen gebragt worden in dien toeftand, dat vsi de principale Vloot kunnen worden afgefcheidet zoo vele en zoo zware Schepen, als 'er vereifch zouden worden, om aan de Vaart op de Kolonier van den Staat in de Weft-Indien eene genoegzaim protectie van een fortabel Convoy te kunnen be zorgen; en gelet, dat buiten en behalven van he sGra- 'enha-' ;e. Be/1, der stat. jen. op het Req. Ier Kooplieden we~ geus de Vaert op de m I. t 1 | L t  i4öo NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- I vensa- ' ce. Bejl. der Stat. Gen. op het Req. der Kooplieden wegens de | Vaert op, 4è W.L. ; i i I 1 1 I l 3 i J I t i renarreerde by der Supplianten Rcquefte, vo'konen evident is, en by niemand in tv/yffel kan worden getrokken, noch de importantie" van die Colonien, vooral die van Surinamen op haar zeizen, en met relatie tot de Republyk en het beftaan van haare Ingezetenen van allerlei foort en rang; loch de daar uit voortvloeyende onvermydelyke loodzaaklykheid, dat de Colonien aan de eene zyle voorzien worden van de Vivres en Noodwendigheden, die tot fubfiftentie der Colonillen vereifcht worden; en dat aan de andere zyde derzelver Prokiften afgehaald, alhier aan de Markt gebragt en :e gelde gemaakt worden, en het gebrek daar aan , iet welke zich hier te Lande vry fchielyk zoude kunlen doen gevoelen, gefuppleëerd worden door betwame retouren, en dat zoo min aan het eene als ïan het andere kan worden voldaan, zonder dat de Vaart van 'sLands Ingezetefien in activiteit gebragt jvorde ; is goedgevonden en verftaan, dat de Vaart Dp de Colonien niet alleen zal worden opengefteld, »elyk gefchted mits dezen, maar ook geëncoura;eerd door de middelen , die.het gefchiktfte zyn, 3m het gevaar van de Navigatie, zoo veel moogyk te verminderen, en die Schepen, daar tce te gebruiken, inftaat te Itetien, om in zich zei ven te /inden en door Combinatie met den anderen te /erfterken, de mooglykheid van een bekwame de'enfie tegen vyacdlyke aanvallen naar aanleiding ran de oudfte ordres op de montuur der Schepen en ot het fourneren van Admiraalfchappen , door velken in vroegere tyden zelfs geene geringe af>reuk aan den Vyand is toegebragt: dat de koften laar van, indé tegen woordigeomftandigheden ,zeer 'root, cn voor byzondere Kooplieden te grootzulende wezen, het ten uiterfte redelyk en van een ndispenfable noodzaaklykheid is geacht, door een r,cfchikt Encouragement van Penningen uit'sLands [as, die geene der Ingezetenen, die genegenheid dc de voorfchreve Vaart hebben, in de koften te Dülageren en uit te lokken, om daar van een Premie  JAER.BOEKEN, Auguflus, 1781. 1461 fcfle te nemen, en het wezcnlyk welzyn van den Lande te helpen bevorderen. Dat ten dien einde dan zal worden vaftgefteld, en aan de Supplianten toegezegd, en aan alle en een yge'yk genotificeerd, gelyk gefchied by dezen, dat, terwyl door 'sLands Zeemagt de noodige Protectie niet kan worden verleend, in den loop van dit Jaar 17R1 van 'sLands wegen, tot Encouragement en Soulaas van koften. by form van Premie, zal worden betaald voor yder Koopvaardyfchip, het welk by particuliere Kooplieden dezer Landen zal zyn uitgeruft, beladen en gearmeerd, mitsgaders gebragt onder een Compagnie-' fchap van ten minften 10 a ia Schepen en met het zelve zal zyn uitgcloopen naar een van de Koloniën van den Staat in de Weft-Indien, in deszelfs magt en bezitting, het zy Suriname, het zy Berbice, het zy Effequebo, indien de laat/Ie niet mee Demerary aan de Engelfchen is overgegaan, namentlyk: voor een Schip, voerende van 16 tot 12. ftukken Kanon van 6 fg bals yder en 60 koppen ƒ 20000. Voor een Schip voerende van 24 tot 30 ftukken van 8 © bals en b'o koppen ƒ 25000. En voor een Schip voerende van 32 tot 36 ftukken van 12 f# bals yder 120 koppen f 36000. Dat evengelyke Premien zullen worden betaald voor Schepen op dezelve wyze toegeruft; dewelke zich onder een van de voorfchreven Compagnie' fchappen zullen willen voegen, of eene byzondere Compagniefchap zouden willen formeren, om te varen op Curacao, tot voorziening van die Colonie van vivres en noodwendigheden, in het afhalen van een retour herwaarts, mits het getal van deze laatfte niet excederen de nombre van vyftien Schepen, dewelke daar toe voor eerft voldoende zyn geoordeeld. . Dat om recht te hebben tot het vragen van voorfchreven Premien, voldoende zal wezen, dat door den Boekhouder van yder Schip aan Directeuren van de Colorde, waar op zyn Schip is aangelegd, 9ï aan Bewindhebberen van de Weft-IndifcheCom- pa- sGra. •'kmi.vje. Beft. der Stat. Gen. op het Req. der Kooplieden we* <*ens de Vaert nt> deW.L  i462 NIEUWE NEDERLANDSCHE •sGra- VENHAGE. ■Beft. der Stat. Gen. op het Req. der Kooplieden wegens de Vaert op demi t ] < i 3 ] I 1 t £ C J { e c pagnie, voor zoo verre eenige der voorfchreven Colonien onder geene byzondere directiezyn , worde bewezen, dat het Schip in maniere voorfchreven is beladen, gearmeerd, bemand en gebragt, onder een CompaKniefetop van ten minften io£ 12 of zoo veel meer Schepen, als zich te famen zullen willen voegen, en met het zelve is uitgeloopen naar een van de voorfchreven Colonien van den Staat, en dat vervolgens aan den?elven worde verleend een Certificaat, hetgeen voorfchreven is uitdrukkende, en duidelyk exprimerende, tot welke Claffe het Schip behoord; op dat blyke welke Premie de Reedery competeerd. En werd de Raad van Staten mits dezen verïogt, om de petitie twaalf honderd duizend Guldens, ten dien einde geformeerd, op heden ter Vergaderinge van Haar Hoog Mog. geconcludeerd, op de ordinaire wyze te willen doen invorderen en ontfangen, en zich te belaften met le uitreiking en betaling van de voorfchreven 3remien a3n de Boekhouders uit dat Fonds, op de fortificatiën van Bewindhebberen van de Weft[ndifche Compagnie of van Directeuren van de byzondere Koloniën, boven breder genoemd, door le voorfchreven Boekhouders nevens de verzoe:en om de Betaling te voegen en te furneren. Dat wyders Zyne Hoogheid zal worden verogt, gelyk Hoogftdezelve verzogt wordt mits lezen, om aan de Bevelhebbers van die in maniee voorfchreven g armeerde Schepen, ten veroeke van de Boekhouders te willen verlenen Srieven van Marqué en Reprefailles, ten einde lede by voorkomende gelegenheid aan den Vynd alle mogelyke afbruk te doen; als mede, om, liettegenftaande de toerufting dezer Schepen tot egenweer en ten Oorloge, by dezelve te voegen en of meer Schepen of Fregatten van Oorlog van en Staat, die Zyne Hoogheid, naar mate 'er geeed komen, zal oordeelen van het principale Esnader, zonder het zelve te veel te verzwakken, aar de Koloniën gedetacheerd te kunnen woren; ten einde'by ontmoeting van den Vyand, in een  JAERBOEKEN, dugujius, i70f. 1403 eene evenredige fterkte, de refpective Bevelheb-: bers dezer Schepen voor te gaan, en onder de-' zelve te doen obfervereh 't geen men gewoon is* in 'sLands Esquaders, zoo in 't zeilen als aanbrengen van dezelve aan den vyand, te doen in agt nemen, en teffens door dezelve, Zoo veel doenlyk, te doen aflolfen de Schepen van den( Staat, tegenwoordig in de voorfz. Koloniën,voornamentlyk in Curacao wezende, en dezelve met deze gewapende en andere Koopvaardyfchepen in de voorfz. Koloniën nog wez- nde, te doen' repatriëren, in hoope en onder afbidding, dat' het God Almagtig behage , de Wapenen van den Staat, in deze courageüfe en cordate onder-1 neming, met zyn albefliffende Zegen te agtervolgen , en den Vaderlandslievende yver en zorg van H. Hoog Mog. en Zyne DoorL Hoogheid, mitsgaders de moed, de kloekheid en wakkerheid der Ingezetenen, Bevelhebberen en Scheepsvolkeren, in dezen begrepen, met een victorieufe of anderfints -gelukkige en blyde uitkomft te bekroonen. En zal Extract van deze Haar Hoog Mog. Refolutie gezonden worden aan je refpective Collegien ter Admiraliteit dezer Landen, aan den Re. prefentant van Zyne Hoogheid en Bewindhebberen van de Wefblndifche Compagnie ter Prefidiale Kamer Amfterdam, als mede aan Directeuren van de Colonie van Suriname, om te ftrekken tot derzelver narichtinge; en zich ieder, voor zoo veel haar aangaat, daar na te reguleeren, enz. (was geteekend) H. FA GEL: De Afgezondenen Heeren ter Vergaderinge der Algemeene Staten wegens de Provincie Gelderland hebben een voorftel gedaen, af te nemen uit het navolgend Ee-eee Exi sGra;e. Bejl. der Stat. len. op iet Req. lef Koopgelen we^ens de Vaert op ie JV.L  's Gra- venhace. Voorflel van Gelderl. tet Generaliteit. 1464 NIEUWE NEDERLANDSCHE Exfracl tilt het Regifler der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden. den eerften Auguftus 1781. De Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Gelderland hebben ter vergaderinge voorgedragen, dat de Heeren Staaten, hunne Principaalen, gedelibereerd hebbende op de miffive van Zyne Hoogheid den Heere Hertog van Brunswyk, Veldmarfchalk van dezen Staat, gefchreven aan H. H. Mog. den 21 Juny, mitsgaders op het rapport , den 2 July omtrent die Miffive uitgebragt, cn de Refolutie van Hoogft gemelde H. H. Mog. ten zeiven dage daarop genomen, en eindelyk op het nader voordragen , en de inftantien, door Hoog gemelden Heere Hertog op den 4 July daar aan volgende omtrent voorfchreven H. H. Mog. Refolutie gedaan, goedgevonden hadden, hunne Heeren Gedeputeerden te auclorifeeren, om ter Hoog gemelde Vergaderinge voortedragen: dat H. Ed. Mog. van den beginne, dat het vuur des oorlogs in Europa is uitgebarften, niet nagelaten hebben, hunne Meede-Bondgenoten door iterative en ernftige repraefentatien optewekken, en tot handhaving van het aangenomen fyftema van Neutraliteit de Republiek in een behoorlyken ftaat van defenile, zoo te Lande, als ter Zee, te ftellen: —- dat de verfchillende gevoelens over dit gewigtig onderwerp, en mogelyk een ftiile hoop, by zommige gefoveevd, als gegrond op een vorig voorbeeld, om van het voordeel der aangenomene Neutraliteit, offchoon ongewapend, te zullen blyven juuiffeeren, het effect dezer repraffentatien telkens hebben te leur gefteld en vrugteloos gemaakt, tot dat eindelyk de Republiek in een genoegzaam weerlozen ftaat zig heeft zien befpringen en aanvallen door eenen ten fterkften gewapenden Vyand, 't geen tot een noodzakelyk gevolg heeft gehad, dat een zeer groot aan-  JAERBOEKEM, Auguflus, 1781. 1465 fcal Kóopvaardy en verfcheide Oorlogfchepen van dezen Staat in 's vyands handen gevallen zyn, er dat dezelve zig van eenige Etabliffementen var de Republiek in de Weft-Indiën, genoegzaan Zonder flag of floot, heeft meefter gemaakt: — dat deze, offchoon wel voorziene en geapprehendeerde defaftres, maar waartegens in tyds, om de boven aangehaalde redenen de noodigeprscautiec niet hebben kunnen genomen worden, het vuui van tweedragt en wantrouwen tuffchen de Ingezeetenen, 't welk reeds, door diflemineeren var zoo veele fameuze Libellen en kwaadaardige Las terfchriften, niet weinig was aangeftoken, der maate hebben toegenomen, dat het te dugtei fchynt, dat de goede Gemeente daar door we eens zoude kunnen worden ontruft, alzoo hie uit by zommige lieden, oorzaak genomen word van in 't openbaar zig in zeer licentieufe en ganfcl onbetamelyke discourfen uittelaten, zoo tegen hooge als lage Standsperzoonen, hunne eer ei gceden naam aanteranden, en zonder genoegzaa me kennis opentlyk te blameeren, de Publiek Directie der zaaken, even als of daaraan thans ti wvten was , eene gepretendeerde traagheid o flapbeid in het by de hand vatten van alle zulk middelen, welke dezen Staat tegens de geweldig aanvallen van den Koning van Groot-Brittannie: zouden kunnen beveiligen en in zeekerheid ftel len, of van dat Ryk eene behoorlyke vergoedin; en reparatie bekomen, 't geen zelfs hier en daa by meer verligte vry wat ingang fchynt gevonde te hebben; daar nogthans de ongewapende fiaat waarin de Republiek om de meergemelde redenen ten tyde van de ruptuur, zig bevond, in tegei overftelling van een volkomen gearmeerden ftaat waarin de wand was, en die hy zig op alle wyfei tegens de Republiek, door eenen onverhoedfer aanval, heeft ten nutte gemaakt, als de eenige et waare oorzaak moet worden geconfidereert vai alle de ongelukken , de Republiek zedert dien tyt Eeeee 2 over 'sGra1 ven hace. Vocrfie! van Gelder!, ter Generaliteit. l l 1 1 k y.. t f 1 r i r 1 t • 1 1 1 ! I  ï466 NIEUWE NEDERLANDSCHE *s Gra- VENHAGE. Voorflel van Gelderl. tet Generaliteit. overgekomen: —— dat H. Ed. Mog. egter vertrouwen, dat die geene, aan dewelke de executie en het employ der gelden, tot Huur des oorlogs ter zee aireede geconfenteerd, of als nog zullende geconfenteerd worden, is gedemandeerd, niet zullen verzuimen, om met den meeft mogelyken fpoed de Republiek tot het voeren , zoo wel van een offenfiven als defenfiven oorlog in ftaat te ftellen, en van de voorfchreven fubfidien zoodanig gebruik temaaken, dat daarmeede de meeft mogelyke force en geweld tot refiftentie en attacque van den vyand moge worden gedaan: , dat H. Ed. Mogende verwagt hadden, dat de toeneeming van 't gevaar van buiten (intuffchen dat men den Staat tot eenen wakkeren tegenftand zoekt te bereiden) onder alle Regenten en Ingezeetenen van 't Land zoude hebben doen herleeven een algemeen en verzeekerd vertrouwen, eene waare Eendr3gt, Liefde en Vriendfchap, als de zeekerfte middelen, om onder den zeegen van God Almagtig met vereenigde kragten het dreigend gevaar en den voortgang van 't onregtvaardig geweld, de Republiek door een ouden Bondgenoot aangedaan, afteweeren en te fluiten; — maar dat H. Ed. Mog. met de gevoeligfte aandoening en innig leedweezen moeten ondervinden, dat die zoo wenfchelyke en in deze haggelyke fituatie van zaaken zoo hoog nodige harmonie, hoe langer hoe meer, fchynt verftrooid te worden door de toeneemende argwaan, welke tegens zommige, welke in 'sLands Regeeringe deel hebben, of geagt worden te hebben, is opgevat; waarvan een zeer notabel voorbeeld zig vertoond in de buitengewoone demarche, door de Heeren Gedeputeerden der Stad Amfterdam by Zyne Hoogheid gedaan ten opzigte van den Heerë Hertog van Brunswyk, zoo wegens deszelfs vorftely. ke Geboorte, als aanzienlyk Carafter een eminent Perfonage in dezen Staat, en welkers gedrag en gehouden conduites tot dus verre meermalen een ob-  JAERBOEKEN, Augufius, 1731. 1467- object van opentlyke goedkeuring van den Souverain hebben uitgemaakt, zonder dat door de voorfchreven Heeren Gedeputeerden eenig genoegzaam bcwys tot juftificatie van zoodanigen uitflap is voortgebragt, immers niet tot kennis van H. Ed, Mog. is gekomen: — terwyl H. Ed. Mog. integendeel zig verzeekerd houden van de onwaarheid van alzulke befchuldigingen en infimulatien, welke in zoo veele fameufe libellen, en by onteerende gerugten den gemelden Heere Hertog van Brunswyk werden te lafte gelegt: .■ dat H. Ed. Mog. over deze materie vericheide reflexien zouden kunnen maken, maar confidereerende de facheufe omftandigheeden, waarin de Republiek zig bevind, thans oirbaarder oordeelen, het gordyn voor dezelve te laten vallen, en 'ze in haaren boezem befloten te houden, daar de zaaken aan H. Ed. Mog voorkomen, zoodanig gefchapen te ftaan, dat by verdere voortgang van dit groot wantrouwen niet anders te wagten is, als de verzwaring van de Goddelyke Oordeelen, en dat een zoodanig wroeten in de eigen ingewanden tennatuurlyken gevolge hebben moet, dat de ftaat van het Land daardoor buiten poftuur van alle nodige en wezentlyke defenfie gerake, waarvan de uitkomft geen ander zyn kan, als een gemeer verderf, en de omverwerping van Godsdienft en Vryheid, Panden, welke door het goed en bloec van braave Voorouderen verkreegen, ook dooi het goed en bloed van hunne Nakomelingen moe ten worden bewaard, en ongefchonden aan he laatfte nageflagt worden overgegeven: ——- da1 H. Ed. Mog. geenzins twyfelen, maar ten voller vertrouwen, dat hunne Meede-Bondgenooten den tegenwoordige!) ftaat van zaaken metgelyket ernft en aandagt inziende en apprehendeerende wel zullen willen meedewerken, om dit vuur var tweedragt en mefiance in zyne geboorte te hel pen fmooren, en 't vertrouwen tuffchen de Re genten en Ingezeetenen te helpen herftellen, op Eeeee 3 da 's Gra- venha* ge. Voorflel van Gelder! ter Generaliteit. t 1 t ;  i46ü NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- VhKHAge. Faorftel van Gel etc-rl. tei Generaliteit. Ook hebben de Algemeene Staten wegens de dat'sLands gemeene welzyn en belangen met eenparige fchouderen gefchraagt, en de zaaken tot een goede uitkomft mogen gebragt worden: — dat H. Ed. Mog. noodzakelyk oordeelen, (gelyk zy hier toe in den haaren de nodige orders hebben gefield) dat de Placaaten tegeris de Auófeurs , •Drukkers en Seminateurs van alle fchandelyke, eerrovende en fameufe Libellen, als zoo veele herffenfehimmen van ongerufte, kwaadwillige en twiftgierige Geeften, gelyk meede tegen de buitenfborige licentie der Courantiers, zoo by tJ. E. Mog., als in alle de Provintien zouden behoren te worden vernieuwd, en ter executie gelegt; ■ voorts alle Ingezeetenen vermaand, zig te onthouden van alle licentieufe en aanftctelyke di&courfen, tendeerende om de Eer en Reputatie van hooge en laage Standsperzoonen te bezwalken ofte traduceeren, of fchadelykeen kwade impreffien aan de Gemeente te geven; en in 'e generaal zig te wagten van alles, 't geen in deze zoigelyke tyden tot ftooring van de gemeene ruft zoude kunnen verftrekken, met overlang aan die geene, welke mogten vermeenen, gegronde reedenen van bef waar, wegens v\ angedrag, kwade Trouw, Corruptien, en wat dies meer is, tegens ymand, hy zy dan, wie hy zy, te hebben, om dezelve te brengen ter kenniffe van die geene, die by wettig gezag gefteld en gehouden zyn, alle mefufen te weeren, opdat zy zelve by ontftentenis van bewys niet mogen worden aangezien, als Calumniateurs en Perturbateurs van de gemeene Ruft, en als zoodanige worden gecorrigeert en geftraft. . Waarop gelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan mits dezen te verzoeken dc Heeren Gedeputeerden van de Provintien, welke zig op het voorfchreven fubject nog niet hebben verklaard, hun daartoe meede te willen bekwaamen.  JAERB'O'EKEN', Augufus, 1781. 1469 de gewapende Schepen der O. I. Maetfchappy nog het navolgend befluit genomen. ExtraSl uit het Regifler der Refolutien van de H. M. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Is gehoord het Rapport- van de Heeren Brantfen en andere H. H. Mog Gedeputeerden tot de zaaken van de Zee, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie commifforiaal van den 14 dezer lopende maand, geëxamineert een Miflive van de gecommitteerde Bewindhebberen uit de refpecf ive Kameren van de geoctroyeerde O. I. Compagnie ter Vergadering van Zeventienen, gefchreven alhier in den Hage den daar te voren, daarby aan H. H. Mog. voordragen eene zwarigheid, welke 'er zig opdeed ten aanzien van de Schepen, die by zommige Kameren thans in equipage waren leggende, en, zoo zy hoopten , binnen kort zeylvaardig zouden zyn; dat H. H. Mog. niet lang geleeder aan Bewindhebberen uitdrukkelyk hebbende gere commandeert eene verdubbeling van zorgen vooi de behoudenis van 's Compagnies Bezittingen, en door H. H. Mog. zedert by eene formeele Re folutie te kennen zynde gegeven,' dat de berei kinge van dit oogmerk voor de Republicq van dii importantie was, dat hier toe zélfs ten kotten vai den Landen de nodige middelen behoorden t< worden werkftellig gemaakt , zy dan ook te fchuldpligtige nakooming van die recommanda tie, en om zoo veel zulks van hun afhing aan di intentie van H. H. Mog. te voldoen, geene mid delen onbezogt hadden gelaten, om 'sCompa gnies Landmagt in Indien, zoo prompt doenlyk te verfterken; dat het vermogen van de Maat fchappye ter zee meede eene prompte onderfteu ning vórderde, en de Refolutie zelve van den 1 Tulv dezes jaats, hun aanleidinge hebben gegc J Eeeee 4 vet sGra- ZENHA." 3E. Ref. nt* bens de D. I. Schepen. 1 > *  'sGra- VENHAGE, Re/, nopens de Of I. ■Schepen. 3 j 1 < i 5 r i 1470 NIEUWE NEDERLANDSCHE ven, om te denken, dat de Gefteldheid en 't Employ der Marine van den Staat, ten minften vooreertt niet: zoude toelaten, om de Schepen, welke de Maatfchappye ten voorf. einde naar Indiën zoude afzenden, van een genoegzaam Convooy te voorzien, zy getragt hadden aan de Schepen eenige veiligheid te verfchaffen uit den boezem van de Maatfchappye zelve: — dat zommige Kameren derhalven eenige Schepen op een extraordinaire voet hadden doen wapenen, en verder zoodanig uitgeruft, dat dezelve'by een vyandelvken aanval een dapperen tegenweer zouden kunnen bieden: — dat zy vervolgens in overwee;ing genomen hadden, of niet aan dezelve Schepen brieven van Marqué zouden behoren te worden meede gegeven; maar dat de Artykel-Brief of Ordonnantie ingezien hebbende, waarna de Kapiteins der Schepen by voorgemelde Brieven van Marqué gelaft waren, z<"g te reguleeren, het hun uit den voornaamften inhoud van voorf. Artykel-Brief of Ordonnantie was voorgekomen, dat dezelve, en mits dien ook de Lettres de Marqué voor's Compagnies Schepen niet fehynen te zyn gefchikt; verzoekende gemelde gecommitteerde Bewindhebberen, om de voorf. en verdere redenen, m de voorf. Miffive geallegeerd, datnet aan H. H. Mog. gunftig behagen 5-ge, om raorgemelde Comp. Schepen als 't ware ten overvoede een blyk te geven, dat dezelve by H H vlog. zyn bekend en geavoueerd, het zy met te jerklaren, dat het veroveren van vyandelvke >chepen, en het doen van afbreuk aan den Vv- n?nl " Zyn,' £aartoe H- H' M°g- zoo by 1 ^Jll7' als, ComPaSnies Artykel-Brief geoond hebben , dat de Kapiteinen der Schepen 'an de Maatfchappye bevoegd zyn; dan wel on oodanig een andere wyze, als H. H. Mog. raadaam zouden oordeelen En daarop ingenomen hebbende de Confideratien en het hoogwys idwys van Zyne Hoogheid, als meede de Confi- da  JAERBOEKENj Augufus, 1781. 1471 deratien van de alhier aanweezende Gecommitteerdens uit de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer Janden. Waarop gedelibereerd en in agting genomen zynde, dat het 37 Art. van het Öctroy, aan de O. f. Comp. verleend, en het 50 en 51 Artykel van den Artykel-Brief van de O. li Comp. van den 4' September 1742 duidelyk aantonen, dat het veroveren van vyandelyke Schepen een daad is, waartoe de Bevelhebberen van de Scheepen van de O. I. Maatfchappye vanouds, ten minften in de gevallen by voorf. Artykelen gemeld, zyn geconfidereerd en verklaard bevoegd te zyn; dat derhalven, om alle bedenkelykheeden over de Qualificatie van 'sCompagnies Officieren, en over het Lot, 't welk haar wegens de Exercitie van voorf. bevoegdheid zoude kunnen treffen, wanneer zy daarna in 'sVyands handen mogten vallen, wegteneemen: niet anders vereifcht fchynt te worden, als dat de gevallen, in de voorf. Articulen ge. noemd die eene bepaaling aan de voorfz. bevoegdheid fchynen te geven, geëxtendeert, en de bepalingen , die daaruit afgeleid zouden kunnen worden, door interpretatie, en des noods door ampliatie weggenomen worden. Is goedgevonden en verftaan, dat by interpretatie zal worden verklaart, gelyk gefchied by deze, dat niet alleen op de retour, maar ook op de uitreize , de Bevelhebberen voor 's Oempa-; gnies Schepen, die zonder haar werk te maken van den Vyand wyd en zyd optezoeken, in het vervorderen van de reize haare cours vorderende zoo wel aan deze, als aan de andere zyde van de Kaap de goede Hoop, vyandelyke Schepen ontmoetende, of oplopende, zyn geauthGrifeerd,en des noods geauthorifeerd worden mits dezen tot het bevegten en veroveren van de Schepen van de Vyanden van dezen Staat zonder onderfcheid, of de vyandelyke hen of zy de vyandelyke Schepen eerft hebben aangetaft. Dat ook aan de Be* yelhebbers der O. ï. Comp. Schepen zal worden Eeeee 5 over- 's Gra= t'enha3e. Ref. notens de 0./. Schepen,  147» NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra- venhaG8- Ref. nopens de O. I. Schepen. overgelaten, gelyk gefchied by dezen, om de vyandelyke Schepen,- die zy op de uitreis zouden mogen neemen, nadat de omftandigheeden het vereifchen, ter eerfte Hoofdplaats van de Compagnie, die zy kunnen bezeylen, de Kaap daaronder begreepen, optebrengen, of naar eene Europeefche Haven optezenden, met dien verftande nogtans, dat over de Deugdelykheid van zoodanige Pryzen, die zy in een Hoofdplaats van de Compagnie zullen opbrengen, volgens het 50 Artykel van den Artykel-Brief, aldaar geoordeeld, maar van de Deugdeiykheid der Pryzen, die zy naar eene buitenlandfche haven aan deze zyde de Kaap de goede Hoop zullen opzenden, op de ordinaire wyze kennis genomen zal worden by het Collegie ter Admiraliteit, onder welkers reffort de Neemer te huis behoord, en eerft uitgelopen is; blyvende de dispofitie van 't Oótroy in den Artykel-Brief verder in haar geheel en öngealtereere. En zal Extract van deze H. H. Mog. Refolutie worden gezonden aan de refpective Collegien ter Admiraliteit, en aan de Bewindhebberen van de O. I. Compagnie ter prasfidiale Kamer te Amfterdam, om te dienen zulks en daar het behoord. Op het verzoekfchrift van Laurens Confiant, Koopman te Rotterdam, wegens den vryen invaart van gefchut uit Linkerlaad hebben H. H. Mog. den 14 Aug. 1781. een befluit genomen van dezen inhoud : Martis den 14 Auguftus 178L T>y refumptie gedelib^reert zynde op het gerapporteerde van de Heeren van Randwyck en andere Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de faaken van de Zee, ingevolge en ter voldoeningen van  JAERBOEKEN, Auguflus- 1781. 1473 i/an dcrfelver refolutie CommiiToriaal van den 22^ luL deils iaars, geëxamineert hebbende de Mr, S vïiSUrW^. Koopman te Rotterdam houdende dat de Supplt. bemerkende , dat Se Lande ontbrak Canon, om op'sLands en ande e Scheeoen te worden gebeezigt, daar in was eereuffeert om fig feeker te nellen; dat op Fvnefequ fine in het Land van Luik eene vry aanPerkelvke partye yfer Canon van 18, 12, 8, 6, 7 T \>1>en ook *m bals' Caronnadf wierd Vegotèn en herwaarts overgebragt, foo als dun ook bereids een hondert ftuks van het voorf. ïefchut van divers caliber hier te Landen wa; Sangen , en het felve aan verfcheide Rheeder; ïafSer'Seheepen als anderfint. ten genoeger afeeleevert geworden, en dat den Supplt. iooda nife engagementen had gemaakt, waar door hj fefker genoeg was, om niet flegts van tyd to tvd een veel meerder aantal te bekoomen, maa nm felfs veel fwaarder gefchut van 24 a 30 @ ba s e zuïen kunnen leveren: dan dat, gelyl S een fodanig engagement capitalen van belanj Tn voorraad moeftfn worden ppgefchooten, e, onSffchen tot een merkelyk voordeel der g meene faak en afbreuk van den Vyand moeft re dundeer'n, de Supplt. durfde vertrouwen m c vSSfng van fyn plan, op alle mogelyke w3 lf vanF wegen Haar Hoog Mog zoude worde Sbeneficeert, waar toe den Supplt, fig thans b glde, om vrydom van alle inko^nde «gei als ook van alle tollen te erlangen, t geen Supplt. fig durfde te laten voorftaan, in re at van het gemeene Land, geen object van bela maaken konde, doordien daar tegens de onkoft. van het transport weeder ten grootften deele do Weetenen van dit Land wierden geprofiteei te^yl ook de verteering der Voerheder,en pa den eene vermeerdering in allerley middelen v confumptie te weeg bragt en ook eene meetd •expeditie op het transport van den Luyklct sGra- 3e. BeJÏ. op 't Req. van den Rott. Koopman wegens vry& invoer van ge•fchut.t I % t > 1 e n i> le ie g :n X t, ir- an re en lO-  1474 NIEUWE NEDERLANDSCHE *sGravenüa- cë. Be/I. o/. 7t Req. van den Rott. Koopman wegensvryeinvoer van gefchüt. Bodem nae de Stad van 's Hertogenbofch door deffelfs Meyerye wierd geeffectueert, dan dat de overbrenging over het KeyfcrI. Territoir de ongelden egter veel minder zouden bedragen, en dan ook door de Voerlieden en Schippers binnen deefe Landen gemift wierden, de voordeelen die een continueel transport van allerley gefchut natuurlyk moeft veroorfaeken, buiten en behalven dat ook onverwagte belemmeringen het transport over een anders Territoir zouden kunnen ondoenlyk maaken. Dat de Supplt. eindelyk fig verfeekert hield, dat even defelve reeden, die militeerden voor een abfolute vrydom, ook natuurlyker wyze moeft dienen om aan den Suppliant te doen reftitueeren, alles wat hy tot hier toe aan de Comptoiren der Admiraliteit ter voorf. faeke hadde betaalt gehad, en voor de finale refolutie verder zoude moeten betalen, verfoekende de Supplt. derhalven vrydom van alle regten, die van 't voorf. yfer Canon zouden moeten worden betaalt, mitsgaders van alle Tollen hoe ook genaamt, als meede reftitutie van alle inkoomende regten, zeedert den i May defes jaars op de refpective Admiraliteits Comptoiren betaalt. En daar op ingenomen hebbende de confideratien en het advis van de alhier aanweefende Gecommitteerden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deefer Landen. Is goedgevonden en verftaan, aangefien teegenwoordig alhier een algemeen gebrek aan yfer Canon gevonden word, hier te Lande geene ovens zyn, en die buitenlandfche, fonder van de moeielykheid van het transport te fpreeken, feer van werk overladen zyn; dat de onderneeming van den Supplt., het felve in het nabuurige Luikfche Le doen gieten, allefints zal werden geëncourageert, en dat dienvolgende aan hem voor hetloopende jaar zal worden geaccordeert, gelyk geac eordeert word mits deefen, vrydom van alle reg- ten  JAERBOEKEN, Attgutlus» 1781. I47JP ten, die betaalt zouden moeten worden van het Ïfer Canon, 't welk de Supplt. van Luyk off 't ,uykfche territoir door de Meyerye van 's Bofch naar die hoofdftad, en van daar naar eene der vereenigde Provintien zal doen vervoeren, of ook over eene andere route langs die rivieren zal invoeren, als meede van alle Tollen hoe genaamt en ook reftitutie van alle inkoomende resten, dnor hem ter faeke van den invoer van Canon over de Meyerye van 's Bofch en langs de Rivieren zeedert den 1 Mey deefes jaars betaalt, en zal van het een en ander aanfchryving worden gedaan aan de refpective Collegien ter Admiraliteit deefer Landen, ten einde de Supplt. het effecl daar van ten vollen genieten. Hoe zeer het plan van de Gewapende onzydigheid voor ons Gemeenebefi niet van die nuttigheid is geweeft, van welken het voo: ons hadt moeten zyn, waertoe onder anderei byzonderlyk eenige verandering aen het Rus fifch Hof, en het minder vertrouwen en gunf van den Graef Panin aen dat Hof fchynei oorzaek te hebben'gegeven; is het niet t< min waer, dat dat plan eens tot ftand ge bragt, en door alle de Mogendheden een aengenomen zynde, een recht der Volkerei wordt, op het welk niemand ligtelyk kan in breuk doen, zonder alle de Mogendheden die leden en waerborgen van die maetfchappy zyn, tegen zich in het harnas te jagen. Zo dat alle de pogingen van Groot-Brittannie tegen welke dit Verbondfchap voornamenlyl werkt, ydel zyn geweeft, en dat hoogmoe dig Ryk wel genoodzaekt zal zyn, de regel van dit Verbondfchap der gewapende onzy digheid te eerbiedigen, en haere willekeuri 's Gra- VENHAGE. Be/I, op 't Req. van den Roti. Koopman wegens vrye invoer van gefchut. I \ ■ t i e  Ï476 NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- venhace. HOOG ge heerfchappy ter Zee aen den band te leggen. De Koning van PruilTen is nu ook tot dat Verbondfchap toegetreden , waer van door de Ruffifche en Pruisfche Gezanten gezamenlyk den 2.0 dezer maend aen de Algemeene Staten is kennis gegeven. De Nota by die gelegenheid door den Ruffifchen Gezant en den Prins van Gallitzin overgegeven, is van dezen inhoudi HOOG MOGENDE HEEREN! T\c ondergetekende Extraordinaris Envoyé van ■L-/ Haare Majefteit de Keizerin aller Ruften heeft van zyn Hof bevel ontfangen aan Uw Hoog Mogende te communiceeren de Actie, welke den 8 Mey 1781. te Petersburg gefloten is tuffchen Haare Keizerlyke Majefteit en Zyne Majefteit den Koning van Pruiffen , ter beveiliging van het weldaadig Syftema van Neutraliteit en Vryheid van de Scheepvaart en des Koophandels der onzydige Natiën. Hy vervuld deezen pligt met zo veel te meer yver, daar hy vooraf overreed is van de vergenoeging, met welke Uwe Hoog Mog. verneemen zullen de nieuwe beftendigheid, welke de Stelregelen, die hun met de Keizerin gemeen zyn, ontfangen en Hoogftdezelve daar in een onderpand van derzelver vaftigheid en aanhoudendheid in toekomende tyden zullen vin-' den, enz. PRINS van GALLITZIN, De Memorie van den Baron Thukmeyer was aldus ingerigt:  JAERBOEKEN, Auguflu^ ^ J477 HOOG MOGENDE HEEREN ! TTaare Majefteit, de Keizerin Aller Ruilen, geHanden hebbende dat de Doe aratie . welke ,1e Kon ne op den 30 April van dit Jaar heeft doen nubhceefen nakende de Navigatie cn Gommer&e zynei-Onderdaanen, geduurende den loop van dezen tegenwoordigen Oorlog, zeer gely Wormig Jas met de Grondbeginzels, welke Haare KeyrAlvk Majefteit aan den dag heeft gelegt in Ödesz lfs Declaratie van den .8 tebruary 7-7 80' is daar uit gefprooten een formeele Afte, 1den \ Mey van het loopend Jaar tuffchen H H Maiefteiten te Petersburg gefloten en getee, kmd De Ondergetekende Extraordinans En voyé' van Zyne Majefteit de Koning van, Pmffei Wft bevel van Zyn Hof ontfangen aan U H. M S communiceerenydie Acte van den 8 Mey 1781 welke Sleenlyk ftrekt tot de beveftiging van h weldoendeSyftema van Onzydigheid en Vryhe der Navigatie en Commercie van de neutraal NDenKoning beloofd zig van de regtvaardighei endevriendPchap Uwer ^og Mogende, dat z Se communicatie als een bewys van Hoogftde zelfs vertrouwen in hunne gevoelens zullen on langen! dat zy de billykheid ende vreedeheve. de frtentievan dieAaie zullen erkennen, en d zey de hand zullen doen houden -^mtvoern aI* nrHres. welke zy aan alle Utticieren en n v hebbS'hunnTr Oorlog-Schepen a» ab« aan hunne Kapers, hebben doen vervaardïge «m her rest der Vryheid van de Pruiffifche Ze ^eedeD' (was getekend) ^ THULEMEYE 'sGra- venhaGE. Prtitffen treedt tot de ge* ■wcip. on* zydigkeid. l > t i e i i t- 1- it ig e)k e- ie e- in en an l4r R. De  147» NIEUWE NEDERLANDSCHË 'sCra- De Acle ter handhaving van den vrven vskha-Koophandel en Scheepvaert^uiTchen de Kei T/rïl ff" Ruf "d Ca Koning van Pruiiïeu . den 8May 1781 gefloten luidt aldus: /l&e vat Gewap. cnzydig heid tus fchen Ruslam enPruh ■ [en. t n 5) De Gerechtigheid en de Billykheid der Grondbeginfelen, welken H. M. de Keizerin aller Ruilen heeft aangcnoomen en erkend voor 't oog van Europa, door Haare Verklaaring van den 28 Febr. 1780, aatt alle de Oorlogende Mogendheden gezonden , hebben Z. Maj. den Koning van PruhTenbewoogen om zoo regtfïreeks als mogelyk is, deel te neemen in het roemruchtig Syftema der Neutraliteit, welk daar uit ontfproten is met algemeene toejuiching van alle de Natiën, niet alleen door die beginfelen toe te Hemmen, die op de Gerechtigheid en het Recht der Volken gegrond zyn; maar ook door daar roe te treeden en ze te vrywaren door ïene formeele Acte. En lewyl dit befluit van Z. Pruiffifche M. volkomen seantwoordt aan de begeerte van H. M. de Ceizerin aller Ruften» >m aan dezelven een vas. 1 „ La juftice & 1'éqüf* tê des principes que S. M. 1'impératrice de toutes-Ies-Ruffies a adoptés & avoués k Ia face dc 1'Ëurope, par fa déclaration du 28 fev. 1780, remife a toutes les puisfances belligérafites , ont déterminé S. M. le rói de Pruffe k vouloir prendre une part auffi dirette que poffible, au flftême glorieüx de neutralité qui en a refulté, avec 1'applaudiflemenc univerfal de toutes les lations; non feulement en avouant ces principes, fondés fur la jufti:e & le droit des gens; nais même en en y ac:édant & les garantisant par un acteformel. ^ette détermination de >. M. Pruffienne repon lant parfaitement au deX de S. M. h'mpératrie de Toutes-Ies-Ruscs, de leurdonnerune afe ftable & folide, en is faifant reconnoitre Dllemnellement partou;s les puiffances, com"ie les feuis capables  JAËRBOEKEN, Auguftus, 178'!. Ï475 d'établir fa ftireté du commerce & de la navigation des nations neurres en général, L. M. fe font portées d'un eommun accord k entrer en négociation fur un object, qui les intéreffe au même degré, entant qu'il peut être approprié au bien & k 1'avantage de leurs fujets re» fpectlfs: Et pour eet effet elles ontchoifi,nommé & autorifé, favoir, S. M. l'impératrice de Toutes - les - Ruffies, Ie Sr. Nicketa, comte Pan'm, fon confeiller-privé adtuel, fénateur, chamb< llan actuel, & chevalier des ordres de St*Audré,de St.-AlexandreNewski & de Ste.-Anne: le Sr. jeancomte d'O/krman, fon vice-cbancelier, confeiller-privé & chevaüer des ordres de St.■ Alexandre Newski & de Ste. Anne; le Sr. Alexandre de Bezborodka , major-gènéral de fes armées, & colonel - commandant du régiment de -Kiovie, & de la milicede la Petite Ruffie; & le Sr. Pier re de Baconnin, fon confeiller-d'état actuel, membre du département des affaires étracgeres, vaften en daufzaamen grondflag te geeven , door dezelven plegtig te , doen erkennen door alle de Mogendheden ■, als de eenigften, die in ftaat. zyn om de veiligheid, van den Koophandel en , de Scheepvaart der Neu-j trale Natiën in "t alge-J meen vaft te fielten; zoo zyn H. H. M. M. overeengekomen om in de' Onderhandeling te treeden over een Voorwerp , welk voor hun van even veel belang is, voor zoo verre als het kan ingericht worden ten goede en tot voordeel van hunne refpective Onderdaanen , ten Welken einde zy gekozen , benoemd en gemagtigt hebben, namelyk Haare Majefteit de Keizerin aller Ruffen, de Heer Nickweta , Graaf Panin, Hoogftdeszelven merKlyken Geheimraad, Raadsheer, werklyk Kamerling en Ridder van St. Andries, van St. Alpzander Newsky en St\ Anna-Orden ; de Heer Joan, Graaf van Oberman , Haaren Onder* Cancelie*, Geheim-Raad en Ridder der Orden van St. Alexander Newsky en; Fffff s Gra- /ENHA3E. 4de van llewap. >nzydig- 'leid tus- rchen Rusland '■nPruiv ren.  X480 NIEUWE NEDERLANDS CHE 'sGra- VENHAGE. Acïe van Gewap, cnzydig- heiatus- fchen Rusland enPrtt'iS' [en. & chevalier de 1'ordre de Ste.-Anne'. Et S M. le roi de PrufTe, le Sr. comte de Goertz, fon miniftre-d'état & fon envoié extraordinaire k la cour impériale de Rusfie; lefquels après avoir échangé entr'eux leurs plein-pouvoirs, trouvés en bonne & due forme, font convenus des articles fiuvans." Art. I. L. M. étant fincerement réfolues d'entretenir conftam" ment 1'amitié &l'harmonie les plus parfaites avec les puiffances actuellement en guerre, & de continuer k obferver la neutralité laplusftricte & Ia plus exacte, déclarent vouloir tertir Ia main la plus rigoureufe St. Anna; de Heer Ale xander van Bezborodka Generaal Major • van Haare Legers en Colonel Commandant van 't Regiment van Kiow, der Militie van klein Rusland en den Heer Pieter van Bacounin, Haaren werklyken Staats-Raad, Lid van het Departement der Buitenlandfche Zaaken, en Ridder der Orde van St. Anna \ Zyne Majefteit den Koning van Pruiffen, den Heer Graaf van Goertz,Hoogft.deszelfs Minifter van Staat en Extraordinaris Envoyé aan het Keizerlyk Hof van Rusland, welke na onderlinge uitwifleling hunner Volmagten, bevonden zynde in behoorlyke en wettige form, zyn overeen gekomen wegens de volgende Artykelen. „ Artikel I. H.H.M. M. oprechtelyk 'beflooten hebbende , de vo!maaktfte Vriendfchapen Eensgezindheid met de Mogendheden, die thans in Oorlog zyn, ftandvaftig te onderhouden, en de ftipfte en naukeurigfte Neutraliteit na te komen , verklaaren, de hand te houden aan de  JAER BOEKEN, Aagufius* I78r; 14-81 exêcution des défenfes portées contre le commerce de contrebande de leurs fujets, avec laquelle que ce foit des puiflances en guerre, ou qui pourroienc y entrer dans la fuité." Art. II. Pour êviter toute équivoque & mal-entendu, fur ce qui doit être qualifié de contrebande, S. M. 1'impératrice de Toutes-lesRuffies a déclaré qu'elle ne reconnoïtroit pour telles, que les marchandifes cornprifes fouscette dénomination dansles art. 10 & 11 de fon traité de commerce avec la Grande-Bretagne, dont elle a étendu les obligations, entierement fondées fur le droit naturel , aux couronn.es de France & PEfpagne , qui n'ont point été liées jusqu'ici avec fon empire, par aucun engagement purement relatif au commerce. Comme il n'en exifte non plus aucun de cette nature entre S. M. Pruffienne & les puisfances actuellement en guerre, elle déclare de fon cöté, qu'a eet égard de ftrengfle uitvoering van het Verbod tegen den Handel van Contrebande hunner Onderdaanen, met wie het ook zy van de Mogendhe i den, die nu in Oorlog* zyn, of in 't vervolg/ daar in zouden mogen , koomen. Art. II. Om alle* dubbelzinnigheid en mis-j verfland voor te koomen, over het geen men voor Contrebande houden moet; zoo heeft H. M. de Keizerin aller Rusfen verklaard , dat zy niet voor zodanigen erkent, dan de Koopwaren , die onder die be* naaming begreepen zyn in het 10 en n Artikel van Haar Tractaat van Koophandel met GrootBrittannien , waar van zy de verpligtingen uitgebreid heeft, als volkoomen gegrond op het Natuurlyk Recht, tot de Kroonen van Vrankryk en Spanje, welke tot hier toe geene Verbindteniffen hadden met haar Ryk door eenige banden, die enkel betrekking hebben op den Koophandel, gelyk 'er ook geene beflaat van die natuur tuflehen Z. Ff fff 2 M. 's GaA- CENHA3E. Atïe van Hewap. mzydig- wia tus- chen Rusland mPrulS' "en.  I43a NÏEUWE NEDERLANDSCHE sGrA" VENHA CE. Acte va; Gewap. onzydig- heid tus fchen Rusland enPruis fin. „ Art. III. La contrebande determinée & exclue du commerce, en conformité des art. ro & ii du fufdit traité, conclu entre Ia Ruffie & la Grande-Bretagne, le 20 juin 1766, S. M. 1'imp. de Toutes-lesRuffies & S. M. le roi de Pruffe entendent & veulent que tout autre trafic foit & refte parfaitement libre, fur la bafe des principes généraux du droit naturel, que S. M. 1'imp. a réclamés folemnellement, & dont la liberté du commerce & de Ia navigation j de même que les droits dé*s peuples neutres font une conféquence directe: Et, comme pour ne point les laffer. M. van Pruiffen en de Mogendheden, die thans in Oorlog zyn. Zy verklaart van haaren kant, dat zy, in dat opzigt, zich ook wil voegen omtrent dezelven, naar die zelfde Verpligtingen van het bovengemelde Tractaat van Koophandel tuffchen Rusland en Groot-Brittanje , z'ch houdende met naame aan de Artikelen 10 en 11 van dat Tractaat. " „ Art. III. De Con. trebande betaald, en van den Koophandel uitgeflooten zynde, volgens de 10 en 11 Artikelen van het bovengemelde Tractaat, tuffchen Rusland en Groot-Brittannien den 20 July 1766 geflooten, zoo verftaan en willen Haare Majefteit de Keizerin van alle de Ruffen en Zyne Majefteit de Koning van Pruiffen, dat alle andere Handel volkoomen vry zy en blyve.op den grondflag der algemeene Grondbeginfelen van het Natuurlyk Recht, welk Haare Majt. de Keizerin plegtig geëifcht heeft; en waar van de Vryheid des Koophandels en der Scheepvaart, ge- elle veut auffi fe confor■ mer envers elles aux obligations fufmentionnées du traité de com*merce entre la Ruffie & la Grande-Bretagne; fe référantnommémentaux ■art. 10 & 11 de ce traité."  JAERBOEEEN, Auguflus , 1781. 1483 dépendre de 1'interprétation arbitraire, fuggérée par des intéreêts ifo lés & momentariés, S. M, 1'jmp. de Toutes lésRuflïes a adopté & établi pour bafe les 4 pomts fuivans: io. Que tout vaiffeau peut naviguer lil rement de port tn port & fur les cótes des nations en guerre. 2°. Que les effets ap> partenant aux fujets desdites puiffances en guerre foient libres, fur ies vaiffeaux neutres, k 1'exception des marchandiies . de contrebande. 30.'Que pour déterminer ce qui caraétérife un port bloque ,on n'accorde cettedénomination qu'a celui oh il y a, par la difpofition de la puisfance,qui 1'attaque avec " des vaiffeaux arrêtés & fuffifamment proches, un danger évident d'y entrer. gelyk ook de Rechten der Neutrale Volken een onmiddelyk gevolg zyn;( en om dezelven niet te laaten afhangen van de willekeurige uitlegging, die door eigen en kort-, ftondig belang wordt in-, geboezemd , zoo heeft^ Haare Majefteit de KeiJ zerin aller Ruffen tot ee-, nen grondflag aangenoo-j men en vaügefteld de vier volgende Punten. 10. Dat alle Schepen vry mogen vaaren van de eene Haven naar de andere, en op de Kuiten der Natiën, die in Oorlog zyn. 20. Dat de Goederen, toebehcorende aan Onderdaanen der gemelde Mogendheden , die in Oorlog zyn, zullen vry zyn, óp Neutrale Schepen, uitgezonderd Contrabande Waaren. 30. Dat, om te bepaalen, wat een gebloqueerde Haven is, men deeze benaaming niet toeftaat, dan aan die , waar een blykbaar gevaar is door de fchikking van die Mogendheid , welke dezelve aantaft, door Schepen, die daar voor liggen, en na genoeg by zyn. Fff ff 3 40. Dat s Gra- /ENHA 3E. A&e van Gewap. mzydig- 'teid tus- rchen Rusland 'nPruis- ren.  14S4 NIEUWE NEDERLANDSCHE VENHAGE. Acte va, Gewap. enzydig hei 'd tus fchen Ruslanc enPruis fen. S. M. Ie roi de Pruffe accede a ces principes» les adopte également, & les garantit de la maniere la plus pofitive; s'engageant de les foutenir & reclamer toutes les fois que les intéréts du commerce & de la navig^tion des fujets des deux hautes parties contraótantes pourront Pexiger." „ Art. IV. En léciprocité de cette accesfion , S. M 1'imp. de Toutes-Ies-Ruffies, continuera a faire jouir le commerce & la naviga- 4o- Dat de Neutrale Schepen niet mogen opgehouden worden, dan om bilfyke redenen en blykbaare zaaken; dat zy zonder vertraagen geoordeeld worden ; dat de rechtspleeging altoos eenvormig zy, zoo wel als prompt en wettig, en dat telkens, behalvende fchade Vergoeding, die men toeftaat aan diegeenen, die verlies geleaden hebban zonder fout te nebben begaan, eene volkoomene voldoening gegeeven worde voor het fchenden van de Vlag. Zyne Majefteit de Koning van Pruiffen treedt toe tot deeze Grondbeginfelen, neemt dezelve aan en garandeert ze insgelyks op de ftelligfie wyze, zich verbindende dezelve te handhaven en te reclameeren zoo menigmaal als het belang des Koophandels en der Scheepvaart der Onderdaanen van de twee Hooge Contractanten zulks zal verei fchen. ,, Art. IV. In wederkeerigheid dezer toetreeding zal Haare Keizerly. ke Majefteit aller Rusfen, voortvaaren den Koophandel en de Scheep» 4». Que les vaiffeaux neutres ne peuvent être arrêtés que fur de juftes caufes & des faits évizdens; qu'ils foient jugés fans retard; que la .procédure fbit toujours .uniforme , prompte & légale; & que chaque rfois, outre les dédom.magemens qu'on accorde'è ccux qui ont fait des pertes fans avoir été en faute, 11 fbit rendu une fatisfaétion complette pour 1'infulte faite au pavillon.  JAERBOEKEN, Auguflus, i^Sr» H$$ tion des fujets Prulïïens, de la protection de fes fiott s,qu'elle leur a déja. fait accorder fur laréquifuion de S. M. le roi de Pruffe; aiant fait expédier des ordres a tous les chefs de fes efcadres, de proteger & de défendre contre toute infulte & moleftation, les navires marchaods Pruffiens qui fe tiouveront fur leur route, comme ceux d'une puiffance amie & alliée, & ftricle obfcrvatrice de la neutralité: Bien entendu cependant que les fufdits raviresne leront emplniés a aucun commerce illicite, ni contraire aux regies de la neutralité la plus ftricfe & la plus exacte." Art.V. S'il arrivoit, malgré tout les foins les plus attentifs, emploiés par les deux puiffances contraclantes pour 1'obfervation de la neutralité la plus parfaite de leur part, que les vaiffeaux marchands de S.M.I. de Toutes - les - Ruffies, & 4e S. M. le roi de Prus- cheepvaart der Prutfïï-'s Gra« :he Onderdaanen te doen venhaenieten de befcherming ge. aarer Vlooten , welke y denzei ven reeds had-Acte van e verleend op het ver- Gewap. oek zyner Majefteit üenonzydig[oning van Pruiffen,be-heid tusrel hebbende doen uit-fchen vaardigen aan alle Be-Rusland relhebbers van haare Es- enPruiS' juaders, omme de Pruis'/è». ïfche Koopvaardy Scheden, die zy in hunnen weg vinden, te befchetmen en te verdeedigen tegen alle belediging en aanranding, even als die van eene Mogendheid,vriendin, g' a'lieerdeennaauwkeurige waarneemfterder Neutraliteit, wel verftaande egter dat de gemelde Schepen niet gebruikt zullen worden tot eenigerlei Koophandel , die ongeoorloft of met de regelen der ftiptfte en naauwkeurigfte onzydigheid ftrydig is. „ Art.V. Zohetkwame te gebeuren, dat,onaangezien alle opletcende zorgen door de twee contrafteerende Mogendheden , aangewend ter waarneeming der volkomenfte onzydigheid van hunnen kant. dat de Koopvaardy-Schepen van Haare Majefteit de Kei. Ff ff f4 ze-  ï4'S<5 NIEUWE NEDERLANDSCHE Gra- VENHACE. jfifle vat Gewap. onzydig keid tus- fchen Rusland enPruis- fen^ i i < i ï t i i ï zerin aller Ruffen en vaa Zyne Majefteit den, Koning van Pruiffen beledigd , beroofd of genomen wierden door Oorlogfchepen of Kaapers van de eene of andere der in Oorlog zynde Mogendheden, zal de Mïcifter der beledigde partyc by.dat Plof, welker Oorlogfchepen of Kaapers dusdaanige bedryven, zullen verrigt hebben, de genoomen Schepen opëiffchen, aandringen op behoorlyke fchadcloosftellingen, en nimmer uit het oog verliezen een vergoeding der belediging aan de Vlag gedaan, zullende deMinifter der andere contracteerende partye zig by hem voegen, zyne klagten op de kragtigfte en fterkfte wyze onderIteunen; dus 'er met gemeene famenftemming zal gewerkt worden des dat, in geval men weigerde recht te doen op zyne klagten of men zulks van tyd tot tyd uitftelde, als dan hunne Majefteken fchaverhaingen zouden gebruiken, :egen de Mogendheid, welke zulks zou weigeen, en zy zullen zig >nmiddelyk beraaden ove; fe fuffent infultés, pillés ou pris par les vaiffeaux de guerre ou armateurs des puifTances, belligérantes, le minifire de la puiffance léfée fera des repréfentations contre ceux qui auront commis de tels attentats, réclamera les vaiffeaux marchands enlevés, & infiltera fur des dédommagemens convenablcs, en ne perdant jamais de vue Ja réparation de 1'infulté faite au pavillon: Le miniftre de Pautre partie contractante fe joindra a 'ui & appuiera fes plain:es de la maniere la plus Ènergique & la plus effi:ace • Ainfi jls agiront 5'un commun accord ; & i 1'on réfufoit de rendre uftice lür leurs plaintes, >u ü 1'on .vemettojt de le 'aire d'un tems a Pautre, ilors L. M. uferont de éprefailles contre la luiffance qui s'y réfufeoit, & elles fe concer:ront inceffamment fur i maniere la plus prore a effectner ces juftcs ;pïêfailles„'!  JAERBOEKEN, Augtijlus, 1781. 1487 over de gefchiktfte wv-'sGra' ze om die billyke fcha-venhaverhaalingen to bevver-ge. bon " „ Art. VI. Zo het kwame te gebeuren, dat de eene of andere der beide contra&eerende Mogendheden , of beiden te gelyk, by gelegenheid of in haat der tegenwoordige Acte, of uit eenige andere oorzaak, daar toe betreklyk , onruft aangedaan of aangerand wierd; is gelyklyk befloten dat de twee Mogendheden gemeene zaak zullen maa. ken om zig wederkeeriglyk te verdeedigen, cn om eenftemmiglyk te arbeiden en werken om zig volledige en volkome fatisfaótie te verfchaffen zo wegens den hoon aan hunne Vlag bejegend als voor de verliezen aan hunne Onderdaanen toegebragt „ Art. VII. De tegenwoordige Acte zal geen te rug werkende kragt hebben , dienvolgens zal men geenerlei aandeel nemen aan de verfchillen voor deszelfs befluit genomen, ten ware eenige daaden van aanhoudend geweld waren ftrekkende tot het vefti- Fffff 5 gec „ Art. VI. S'il arrivoit que 1'une ou 1'autre des deux puiffances contraótantes ou toutes les deux enfemble, a Poccafion ou en haine du prefent acte, ou pour quelque caufe qui y eut rapport, fuffent inquiétées, moleftées ou attaquécs, il a été également convenu que les deux puiffances feront caufe commune pour fe défendre réciproque ■ ment, & pour 'travailler & agir de concert a. fe procurer une pleine & entiere fatisfaótion, tant de 1'infulte faite a leur pavillon , que pour les pertes cauféts k leurs fujets." „ Art. VU. Le préfent afte n'aura point d'effet rétroacfif, & par conféquent on ne prendra aucune part aux différends nés avant faconclufion; k moins qu'ilne foit queftion d'acfe de violence continuée & tendant k fonder un fiftême oppreffif pour toutes Acle van\ Gewap. onzydig' heid tus~ Cchen Rusland enPruis- fen.  1483 NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- venha ce. 'Ape'va, Gewap. cnzydig heid tus fchen Ruslam enPruis fen. ï, Art. X. Afin que les puiffances en guerre ne prétendent caufe d'ignorance relativement ëux engagemens pris entre L. fufdités Maj., elles les leur communiqué- gen v»n een onderdrukkend Syftema voor alle onzydige Natiën van Europa in 't algemeen." „ Art. VIII. Alle bepaalingen, in de tegen, woordige Acte gemaakt, moeten aangezien worden als beftendig en zullen in Koophandel en Scheepvaart eene wet zyn, zo dikwyl de zaak zal zyn om de rechten van Neutrale Natiën te febatten. „ Art. IX. He:voornaame doel en onderwerp dezer Acte zynde het verzekeren der Vryheid van den Koophandel en de Scheepvaart, zo zyn haare Mpjefteit de Keizerin aller Ruffen en zyne Pruiffifche Majefteit overeengekomen en verbinden zig by 'voorraad,dat ook andere Mogendheden daar in gelyklyk deel neemen, en dat, met het aanneemeri der ftelregelen daar in befloten, zy in derzelver verpligtingen en voordeelen aandeel hebben." „ Arr. X. Ten einde de Oorlogende Mogendheden geen reden van onwetenheid voorwenden, betreklyk de verbinteniffen tuffchen hunne voornoemde Majefteitea les nations reutres de , 1'Europe en général." t „ Art. VIII. Toutes les ftipulations arrêtées . dans le prófent afte doi.vent êtreregardées comme permanentes, & fe^ront loi en matiere de .commerce & de naviga"tion, & toutes les fois qu'il s'agira d'apprécier les droits des nations neutres." „ Ait. IX. Le but & 1'objet principal de eet acte étant d'affurer la liberté générale du commerce & de Ia na- igation, S. M. L de Toutes les Ruffies & S. M. Pruffienne eonviennent & s'engagent d'avance a confentir que d'autres puiffances également neutres , y accedent, & qu'en adoptant les principes qui y font contenus,el!es en partagent les obligations ainfi que les avantages."  JAERBOEKEN, Auguftus. 1781. 1489 ront amicalement, d'autant qu'ils ne font nullement hoftiles, ni au détriment d'aucune d'elles; rnais tendant uniquement a la füreté du commerce & de la navigation de leurs fujets refpectifs." „ Art. XI. Le préfent afte fera ratifié par les deux parties contracïantes, & les ratifications feront échangées dans 1'efpace de Gx femaines, k compter du jour de la fignature, ou plutót fi faire fe peut. En foi de quoi nous, les plénipotentiaires,en vertu de nos plein pouvoirs, 1'avons figné & yavonsappofé le iceau de nos arroes." Fait a St-Petersbourg, le 3 Mai 1781. (L. S. Comte dePA- NIN» T (L. S.) Comte Jean d'Osterman. (L. S.)Alexandrede Bezborodka. (L. S.) Pierre Ea- counin. (L. S.) Comte de Gojrtz. ten genomen, zullen zy dezelve haar vriendelyk communiceeren , des te meer daar zy op geenerlye wyze vyandlyk zyn, noch ten uadeele van eenige derzelve, maar enkel ftrekken tot de zekerheid van den Koophandel en de Scheepvaart hunner wederzydfche Onderdaanen. „ Art. XI. Deze tegenwoordige Acte zal door de contrafleerende Partyen geratificeerd worden en de Katificatien uitgewiffeld binnen den tyd van zes weeken, gerekend van den dag der tekening dezes. In kennis van het welke Wy Plenipotentiariffen , uit kragt onzer Volmagten dezelve hebben getekend en verzegeld met het Zegel onzer Wapen." Gedaan te St. Petersburgden8Meyi78r. (L. S.) Graaf van Pakin. (L. S ) Graaf Joan VAN OsTERMABÏ. (L. S.) AlEXANDER van Bezborodka. f*L. S.) Pieter. Ba- counin. (L, S.) Graaf van óoertz. Huk 'sGra. VENHA" GE. AEte van Gewap. mzydigheid instekenRusland enPruisfen.  ï49o NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra. venha- |iE. Hun Hoog Mogende balloten dien zelfden so Auguftus, „ dat de Heer Th'ulemeyer9 „ wegens de voorn, communicatie door den Agent van der Burgh van Spieringshoek 3, zou worden bedankt, met verzekering dat ?, Hunne Hoog Mog. dit hebben befchouwd „ als een nieuw bewys van het vertrouwen 5, zyner Pruiffifche Majefteit jegens dezen 5, Staet, en dat zy met veel vergenoeging „ den inhoud daer van hebben vernomen. Dat zy dienvolgens van hunnen kant niet zouden manqueeren de hand te houden aen .,, het uitvoeren der beveelen, die bereids „ gegeeven waren aen de Officieren en Com- mandanten Hunner Oorlogfchepen en Kae„ pers." Het plan der gewapende onzydigheid wordt dus hoe langer hoe meer een vaft en onwrikbaar zamenftel, op welk de vrye Zeevaert als op eene onwrikbare grond onbeweegelyk ruft:- en de Engelfchen zyn genoodzaekt dat geen tot een algemeen recht der volkeren te zien vaftftellen, het welk zy ons, hoe zeer uitdrukkelyk by verbonden bepaeld, en bedongen, niet wilden toeftaen. Zy zyn genoodzaekt, dat verbondfchap tot zyn volkomenheid bevorderd te zien; om 't welk zo mogelyk te verhinderen, zy ons een onrecht yaerdigen oorlog hebben willen aendoen. Zy, die onzen houthandel zo geweldig geftremd hebben, zullen nu wel moeten gedogen, dat zo Pruiffifchen als andere onderdanen dien handel vryelyk dry ven, wordende by het lp Artikel van de Ordonnantie van den Koning van  JAER BOEKEN, Auguftus, i?8r. 140* van Pruiffen van den 30 April 1781. tevoren medegedeeld uitdruklyk gezegd. De Pruiffifche Zeevaerders kunnen op „'pruiffifche Schepen alle andere Waaren, die niet verboden en geen eigentlyke Krygsbehoeftens zyn .... zo wel den Kryg„ voerenden als Neutrale Magten toevoeren, „ en zyne Koninglyke Majefteit verwagt van „ de bülykheid en vriendfehap der oorlogen„ de Mogendheden, dat zy hunne gewapen„ de Schepen niet toeftaen zullen de Pruiffi, fche Schepen, belaeden met maften, hout ' hennip, teer, koorn, of diergelyke mateƒ riaelen, geen eigentlyke Krygsbehoeftens ' zynde, maer, door de gevolgen, daer toe ' kunnende gebruikt worden .... te ont" ruften, op te brengen en den Pruiffifchen " Handel daer door den bodem in te flaen " &c." Voegende Zyne Pruiffifche Majefteit daer by de belofte om de zaek zyner Onderdaenen in alle diergelyke gevallen zig ten fterkften te zullen aentrekken, weshalven de Britten de Schepen hier boven gemeld onbelemmerd zullen moeten laeten vaeren,_ol fchaverhaelingen aldaer zouden kunnen zien neemen, waer geen groote Zee-Magt benoo'digd zoude zyn. Eenige dagen te vooren heeft dezelfde Pruiffifche Gezant de navolgende Memorie van klagten ingeleverd. IIOOG s Gra- /enhage.  's ÖRAVENHAGE. Klagten van Pruis. fchen wegens de wagt- fchepen op den Eems. » < i 1 ( ■ i I 3 i i r i \ 1 l * t I £ t 2 ll 1492 NIEUWE NEDERLANDSCHE HOOG MOGENDE HEERENI r\e Navigatie op de Eems, en de Commercie der Stad Embden worden gedurig door de Wagtfchepen der Republiek benadeelt, en zulks verzwaard de reprafentatien , die de Ondergetekende buitengewoone Envoyé van Zyne Pruiffifche Majefteit zig genoodzaakt gevonden heeftj aan U Hoog Mogenden in eene Memorie van den 30 laatftleeden , te adreffeeren. Twee Pruiffifche Koopvaardyfchepen, het eene genaamd Prins Hendrik, te Embden geladen, en beftemd naar Amfterdam, het andere de Jonge Samuel, van Memel komende, en laatft van Huil in Engeland, zyn dooreen gewapend fchip, op de Rivier kruilTende, tot een onbetamelyk onderzoek onderworpen. Het is op uitdrukkelyke orler van den Koning zyne Meefter, en om ten lezen aanzien aan de gebiedende inftructien te 'oldoen, dat de Ongetekende van den kant van J Hoog Mogenden reclameert preciefe ordres aan Ie commandeerende Officieren der Oorlogfchepen -an de Republiek, of andere gewapende Vaartuigen, opdat denzelvenbelaft worden, zig te ontïouden, om de fchepen, die op de Eems nav:ueeren, te molefleeren, en zig geenzins een egt van een ongeoorlofd onderzoek toeteëigenen: naar hunne Kaperyen te bepaalen tot buiten choots van 't kanon van Delfzyl, zonder dat het nn intuffchen geoorloft zy, op eenige maniere, ?elke het ookzy, de gemelde Navigatie te ftooen. Zyne Pruiffifche Majefteit neemt alle gele;enheeden met yver in acht, om U Hoog Molenden van zyne volmaakte vriendfchap te overigen. Zyne Majefteit flatteert zig, dat U Hoog Zogenden deze difpofitien zullen helpen beveftien, door de verfchillen, die zedert eenigen tyd ïn koften van de Commercie van Hoogft Deselfs onderdaanen ontftaan, door fterke maatrege:n wegteneemen. (was getekend) DE THULEMEYER. Het  JAERBOEKEN, Augufius, 17Ü1. 5493 Het roemryk Zeegevegt van het Hollandfche Eskader onder bevel van den Schout by nacht Zoutman met het Engelfch Eskader onder bevel van den Vice-Admirael Parker , van het welk wy hier na uit Amfteldam een breedvoerig en naeukeurig verflag zullen doen, hadt inmiddels belet, dat de Schepens naer de Ooftzee beflemd, derwaerds niet konden ftevenen. Het welk egter van het grootft belang zynde, zo vervoegden zich de Beftierders van den Oofterfchen en Muscovifchen handel by een nadrukkelyk maer eerbiedig verzoekfchrift tot H. H. Mog. aendringende . dat van wegens H. H. Mog. de noodige er fpoedigfte bevelen wierden gefteld, ten einde voor de Koopvaerdyfchepen door het roemryk Zeegevegt van den 5 Auguftus wederon binnen gevallen, andermael een nodig en ge noegzaem convoy ten fpoedigften mogt worden verleend, om aldus de fchaden en nadee len te verhoeden, welken zo wel de Koop lieden,als het Land by gebrek van Scheepsbouwftoffen, noodzakelyk zouden komen t( lyden. H. H. Mog. namen den 24 Auguftu; een befluit, by 't welk dit verzoekfchrifi aen den Prinfe Erfftadhouder Admirael Ge nerael wierde toegezonden. Het antwoord van dien Vorft daerop zynde ingekomen,na men de Algemeene Staten dit befluit. Lunas den 27 Auguftus 1781. Ontfangen een Miffive van den Heere Prinfe van Orange en Naffau, gefchreeven alhier in der Haage op heden dato deezes, houdende antwoord op Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 deezei ge 'sGra- VENHA» GE.  'sGra- VENHACE. Ref. op *t Req. van Directeurenvan den Ooflerfchenhandel. i i i i i ) i i i J '1454 • NIEUWE NEDERLANDSCHÊ genomen, op de Requefte aan Haar Hoog Mog, geprefenteerd door de Directeuren zo van den Oofterfchen als van den Mofcovifchen handel; verzoekende dat het Haar Hoog Moog. behaagen mooge, de gereedliggende koopvaardyfchepen voor de Ooft-Zee, andermaal te verleenen, en doen erlangen een genoegfaam en fuffifant convoy, en daar omtrent temaaken zodanige fchikkingen en te neemen zodanige prompte refolutie als Haar Hoog Moog. naar het gewigt der zaake en der tydsomftandigheden, ten befte van de Commercie en ten dienfte van den Lande zeiven raadzaam zouden vinden, en by welke Refolutie Haar Hoog Moog. aan Hooggemelde Zyne Hoogheid hadden verzogt, aan het verlangen van gemelde Directeuren door het verleenen van een genoegzaam en fuffifant convoi ten fpoediglten te willen voldoen. Het voorfz. antwoord mede brengende, dat Hooggem. Zyne Hoogheid geoordeeld hadde zonder uitfte! aan Haar Hoog Mog. kenniffe te moc:en geeven,dat hoogdezelve de belangen van de Nederlandfch Commercie te zeer ter herte nam, dan dat de nieuwe inftantien van de Kooplieden am een prompt en toereikend convoi, zoude heb* jen afgewagt om de noodige ürdre te geeven tot iet verzamelen en ten fpoedigften in gereedheid >rengen van zo veele fchepen als, naar maatevan le omftandigheden, by eenige mooglykheid kon* le geëmployeerd worden tot het convoyeeren >an de Koopvaardyfchepen, den wil hebbe 'e ïaar de Ooft-Zee; hebbende hooggemelde Zyne hoogheid reeds, gelyk Haar Hoog Mog. ter. ge» egenheid van hoogftdeszelfs propofitie van den :i deezer, daar van verwittigd waren geworden, 'oor het prefenteeren van de voorfz. Reouefte, [iet alleen het Collegie ter Admiraliteit te Amfterlam, op het ernftigfte gerecommandeerd om de chepen, die in de Actie geweeft waren, met alen mooglyken fpoed te doen herftellen, en in ftaat  1AËRB0EKËN, Auguftm, $% m ftaat te brengen, orh wederom Zee te kunner, kiezen, maar ook aan den Vice-Admiraal HartSnck £e!aft, orn zorge te draagen, dat alles wat gerequireerd wierd, om het convoi te kunnen doen uitloopcn , ten allerfpoedigften geëxpedieerd wierden om hetzelve uit Zoo veele fchepen te doen beftaan als moogïvk zoude zyn. Dat, vermeeneiide daar mede reeds Vóór deh on fangft van Haar Hoog Mog. voorfz. Refolutie voldaan te hebben aan Haar Hoog Mog. intentie zyn Hoogheid niet meer overig bleef, dan om Haar Hoog Mog. te verzoeken verzekerd te wee zen, van den iever met welke hoogftdezelve be" zield js.om zo veel van hem dependeert,de Com nercieerende Ingezetenen dooi- 'sLands navalê magt te doen protegeeren, en dat daar toe was aanwendende alles wat in zyn vermogen was. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat Zyne Hoogheid v0or hoogftde,zelfs yver en activiteit, in het ftellen van denöo dige ordres, tot het verleenen der verzoete con voyen, zo veel van hoogftdezelve derèndeerr' zal worden bedankt, zöo als bedankt word mits acezen. l* (was getekend) fi. faGel. Het algemeen. gerugt is,dat de drieNoordlche Mogendheden, om, aan den eenen kant voortekomen, dat deze Republiek,in de tegenwoordige omftandigheden, de party niet kieze van eene Of- en Defenfive Alliantie of aenvallend en verweerend verbond met Frankryk en Spanje aen te gierï, en, aen den anderen kant, om den Koophandel en Scheepvaert der Nederlanders op de Ooftzee te herftellen; overeengekomen zyn, om geGgggg 28- 's Gsa- venhage. Ref Op V Req. van Di- 'e&eureti van den Doften rchen Wideit  i4o6 NIEÜWE NEDERLANDSCHE 's Gra- venha- zamenlyk aen de Staeten Generael openingen" te doen, betreklyk eene byzondere bevrediging tuffchen deze Republiek en Engeland: ten welken einde de Courier of Pollboden * onlangs door 's Hage naer Londen vertrokken, gelaft is met brieven aen den Heer SU molin, Ruiffifche Gezant aen het Hof van Londen, tot die zaek betreklyk, om die aen de Regeering van Groot-Brittannien mede te deelen, en tevens eene wapenfchorfling tusfchen deze Republiek en Engeland voorteftellen , en midlerwyl de vredes-onderhandelingen te beginnen. Hun H. M. hebben den Gezant van dezen Staet te Bruffel, den Heer Hop, aengefchreven,om den Heer Herbert, Gezant aldaer van wegens 'Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, aen te fpreken en te verzoeken, zich van de nodige volmagten te voorzien om het verdrag wegens de uitwiffeling der Krygsgevangenen te fluiten. Verders hebben Hun Hoog Mog. de Heeren Baron J. C. van der Borch, Heer van Langentrier, en den Graef Chrijh'aen Albrecht van Recbteren tot Borchheuningen benoemd tot Hoogftderzelver Extraordinaris Envoyés „ den eerftgemelden aen het Hof des Konings van Zweeden en den laetftgenoeinden aen dat van den Koning van Denemarken. De Franfche Gezant, de Hertog de la Vau- fuion, heeft onlangs eene Nota overgeleverd , oudende een verzoek van eene leening van 4 of 5 millioenen guldens voor de Staten van Jtfoord-  JAERBOEKÉM, Aaguftiisy 1781. US>7 Noord-Amerika onder guarantie of vrywaering van Frankryk. Ook heeft de Heer vanDoringer,Gtês&\xA-" ïchryver van het Gezantfchap van 't Keizerlyke Hof, eene Memorie voor den Baron van Èleifchach aen Hunne Hoog Mog. overgeieeverd < behelzende een verzoek om de noodige bevelen te geven aen de Krygbezittingen vanNaimen, Doornik en Iperen, om tegen den 20 j 23 en a/ften dezer maend 4 welke dagen beftemd zyn door den Prins van Gavre in de eerftgem; plaets; en door den Hertog van Urtzel in de twee laetfte, de plegtige huldiging te doen 5 iaën de Commiffarill'en de Militaire Eere te bewyzen, op dien voet, als in 't Jaer 1744 gefehied is. De Heer de St. Saphorin Envoyé van het Deenfehe Hof, heeft aen H. H. M. by eene korte Memorie verzocht, voor een Schip j dat të Sluis in Flaenderen ligt, en hae St, Croix beftemd is, 5 Matrobzeri., die daer aen te kort koonien, te mogen aenwerven^ bm het fcheepsvoik voltallig te maeken. Ook heeft nog dezelfde verzogt den vfyen ëöortogt voor eenige kiften met wapenen, ko* mende van Duitfchland naer Denemarken ; ten behoeve van den Deenfchen Koning; in ivelk verzoek de algemeene Staeten terftond bewilligd hebben; Wydefs heeft nog de zelfda Heer St. Saphorin den 8 dezer maend een gefprek gehouden met de Gecommitteerden VanH. H.Mog. wegens de bezittingen van zynen Deenfché jVIajefteit op de kuft van Guinée, om dezelGgggg a Vèji /enha-  1493 NIEUWE NEDERLANDSCKE 'sGra VENHA GB. ■ ven nog geduerende drie jarert op den ou- ■ den voet te laten. Te voren hebben wy gezien, dat by gelegenheid van de memorie van de Stad Amfteldam tegen den Hertog van Brunswyk, de Prins Erfftadhouder den 28 Juny een voorftel gedaen heeft ter vergaderinge der Algemeene* Staten, onder anderen behelzende, dat aen de Admiraliteiten zoude worden aengefchreven, om te berigten, welke de redenen zyn, dat de bevelen van H. H. Mog. wegens de aenbouwing en uitrufting der oorlogfchepen, niet fpoediger zyn uitgevoerd geworden. Aen dit voorftel voldaen zynde, en van de Admiraliteiten zodanig berigt door de Staten zynde gevorderd, heeft de Admiraliteit van Amfteldam hier aen by een breedvoerig verflag voldaen, het welk reeds byH H. Mog. is ingekomen. Men verwagt binnen korten ook dat der andere Zeeraeden, en wy zullen die berigten, die zeker van het uiterfte gewigt zyn, op zyn tyd aen onzen Lezeren mededeelen. Leiden. De meergemelde buitengemeene groote Americaenfche Aloe, alhier in de Bloemmiftery, de Dadelboom, van de Wed. J. Schuurmans Stekhoven en Zoon, te zien, is met zyn Bloemfteng tot de hoogte van ruim 24 voeten gevorderd, voorzien met 33 zwaere Armen, waer op zig een ontelbaere meenigte van Knoppen en Bloemen vertoonen, uitmakende een «verheerlyke piramide of Nael-  JAERBOEKEN, Auguftus > 173r. i4pj jNFaelde in gedaente van een Kerkkroon. Zy' wordt dagelyks zoo door de ffaeiheid der fchikkingen als ongemeene grootte van veele Lieden met verwondering bezigtigt. Amsteldam. De onverhoedfche aenval der Engelfchen., gaf hen niet alleen gelegenheid om onze weerloze Koopvaerders te overvallen, en eenige bezittingen in de W. I. weg te nemen, maer ftelde ons ook buiten ïtaet van eenig leed aen onzen Vyanden, althans voor als nog toe te brengen, en liet hen volftrekt meefter van de Zee. De Koophandel en Zeevaert, van alle befcherming verftoken, ftondt geheel ftil- het verfch geheugen der treffende fchadens, welken men by de vredebreuk geleden hadt, benam den Kooplieden de luit om Schepen naer Zee te zenden, die flegts ten prooi zouden worden van de Engelfche Kapers, met welken de Zee als bedekt was. Onderwyl kon de vaert op de Oollzee niet ftil flaen. Deze is een van de allernoodzakelykfle takken van handel, waerdoor wy niet alleen koorn en andere benodigdheden,maer ook hoüt,yzer, hennep, teer, en diergelyke zaken moeten bekomen, welken tot het voeren van het oorlog volitrekt noodzakelyk zyn. Het was derhalven geen wonder, dat en de Kooplieden reeds in April en May om geleide en befcherming van hunne Koopvaerdyvloot" naer de Ooft-Zee verzogt hadden, en dat ook dit Ggggg 3 re- Leiden.  STEL-; ocs NIEUWE NEDERLANPSCHE redelyk verzoek, door de Regeerders der. kooplieden onderfteund , toegezegd, en dadelyk is gegeven en uitgevoerd geworden.1 Men was derhalyen' niet weinig verheugd, te vernemen , dat de tyd van het uitzeilen der Koopvaerdyvloot onder geleide van een Eskader Oorlogfchepen, tegen het einde van July of het begin van Auguftus bepaeld was. Het wierdt (zo fprak men) eindelyk ook eens tyd, dat de Hollandfche Vlag wederom in zee gezien wierdt, welke daer wel eer met zo veel roem gewaeid had. "Nu was. het even, als of de Hollanders de kunft van Zee - oorlogen verleerd hadden , en op hunne moed en kragten mistrouwende niet in Zee dorften verfchynen, nog hunnen Vyand^ met welken zy eertyds menigmalen tot hunnen eer en roem aen den dans geweeft waren a pnder de oogen zien. Be vreemde Mogendheden hadden nu en dan al eens hare verwondering over het Uilzitten der Nederlanders, te kennen gegeven , en ganfch Europa ixheen te vermoeden, dat het oude vuer der Hollanderen, het welk, fchoon langzaem ontvlammende, eens ontftoken zynde, heftig; plag te branden, geheel en al verdooft zoude zyn. Dit gaf den Vyand niet weinig moed,hoopende in onze zwakheid zyne fterkte en zegeprael te vinden : weshalven het meer dan tyd wierdt, dat deze vooroordeelen met dadêlyke blyken van moed en dapperheid we•derjegd wielden, wilde men anders dezen §taetj die eertyds door zyne Helden zo vee- , .... ... . ... .... ..  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. ijoi h laurieren won, niet ganfchelyk in veragting by de Volkeren zien vervallen (*). Het uitzeilen van onze Oorlogfchepen ter geleide van de Koopvaerdye - vloot naer de O. Z., bepaeld zynde, vernam men, dat de Engelfche Vice-Admirael Hyde Parker , eene vloot Koopvaerders van daer afgehaeld hebbende, op zyne te rug reize zoude wezen , en de onzen ligtelyk zoude kunnen ontmoeten , wanneer 'er vry wat te kampen zoude vallen. Hier omtrend heeft men naderhand vernomen, dat gemelde Engelfche Vice-Admirael den 28 July des ochtends ten 4 uere met een Eskader van 8 Schepen van linie en eenige zwaere Fregatten het Kattegat inzeilde, aldaer ten 8 uere de Engelfche Koopvaerders ten getale van ruim 40, die den 26 te voren de Zond waren doorgezeild, ontmoette, en dezelven onder zyne geleide nam, en wendde. Dat den 31 July op de Deenfche Reede van Elzeneur eene Engelfche kotter van 18 Hukken ankerde, voorgevende regelregt van Leith in Schotland te komen; maer aengezien eenige bootsgezellen zich (*) Het vooroordeel by de buitenlanders tegen onze Natie ging zo verre , dat men onder andere febamperbeden in een üuitenlandfch Nieuwspapier eene aenkondiging las van een Geneesheer, die zyne uitgevondene ' pillen aenboodt aen de Hollandfche Officiers om hun moed en dapperheid te geven. Zy waren onbewuft, dat het aen onze Officieren niet haperde, gelyk alle ontmoetingen, geen eene uitgezondeid, die zy met onzen Vyand gehadt hebben, ten duidelykfles hebben aengetoond, en onzen Zeehslden den grootSten tofim hebben verworven. Ggggg4 Am- STEI, DAM»  Am- gTELr i i 1 1 1502 NIEUWE NEDERLANDSCHE zich lieten ontvallen, dat de kotter door den' Vice-Admirael Parker afgezonden was om bengt op te doen wegens het Hollandfch Convoy, t welk uit Texel verwagt wierdt, en voornamenlyk om te vernemen, of de berigten, welke men toen met de Hollandfche poit te Elzeneur konde ontvangen hebben daer mede overeenftemden,zo bleek welras' dat die kotter niet regelregt vanLeith kwamh „ ^En^eIfchen voo™emens waren het Hollandicn Convoy te onderfcheppen; en dat daerom het Eskader van den Vice-Admirael i-iYDER Parker, zedert zyn uitgelopen uit de Haven van Leith, was verlterkt geworden, Maer om tot ons verhael weder te keeren het gerugt van de waerfchynelykheid van het •kngelich Eskader te zullen ontmoeten, hieldt den Hollanders niet te rug. Alleenlyk moeft; het de voorzigtigheid opfcherpen, om ons eskader zo veel mogelyk te vergrooten, opdat niet onze Koopvaerders en Oorlo°fchepen vrugtcloze flagtoffers zouden worden van vyandelyke overm'agt, ten onherftelbare nadeele van den Staet, welke nog zyne Officieren, die Hy met dan braven, maer weinigen w getal hadt, nog zyne Oorlogfchepen, te verhezen hadt, zonder dat onze even ontluicenoe Zeemagt in eens verplet, en bynaveriietigd wierde. Het was dan niet zonder reien, dat de Kaptein de Bruin, bevel voe•ende over 'sLands Schip van Oorlog Prins Willem van 64 ft.- de Lieutenant Koov ievei voerende over het Fregat De Bellona. ran 20 ft, en nog eenen kotter van i# ft >evel ontvangen hadden, om uit de Maes Ra.er  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1503 naer Zeeland te. Zeilen, den Kaptein Kinkel daer af te haelen, en met denzelven naer: Texel te ftevenen, ten einde zich by het Eskader van den Schout by nacht Zoutman te voegen, Maer ongelukkiglyk heeft deze vereeniging geen plaets gehad, zynde nog de fehepen van de Maes, nog die van Zeeland uitgezeild. Den 20 July zeilden onze Oorlogfchepen en Fregatten, onder bevel van den Schout by nacht Zoutman, uit Texel, om de Koopvaerders , die met het Oorlogfchip De Admirael Piet Heyn , en de Fregatten D'Eensgezindheid, en D'Eendragt,in 't Vlie lagen, aftehaelen. Door tegenwind kwam ons Eskader niet voor den 25 July voor het Vlie ten Anker, By het uitzeilen uit Texel was de Vice-Admirael Hartsinck op het Fregat van Oorlog Zuyleveldt van Kaptein van Loo, overgegaen,om het opperbevel in Texel te blyven voerén, Ons Eskader, zo als het met 72 Koopvaerders den 1 Auguftus in Zee gezeild is, beftond uit de navolgende Zwaere Schepen. D'Admir. de Ruyter van 64 ft. S. E. N. Zoutman-, Holland 64 ft. Kapt, Bedel. D'Admirael Gener. 74 ft- Kapt. van Kinsbergen. D'Admir. Piet Heyn 54 ft- Kapt. van Braam. De Batavier 54 ft. Kapt. Baron Bentinck, D'Erfprins 54 «• Kapt. Braak. D'Argo —— 44 ft- Kapt. Stmitigh, Fregatten. De Ztphjr van 36 ft. Kapt. Wiertz. BeMone 36 ft. Earingkarfpel Dekker. Ampfojtrite —— 36 ft. van Woenzel. Ggggg 5 \VL- itel5 am.  STEL- 1504 NIEUWE NEDERLANDSCHE MedenUih V 36 ft. van Reymveldt. D'Eensgezindheid. 36 ft. Bourtcius. D'Eendragt 24 ft. Grave van Rechteren. Dolphijn 24 ft, — Mulder. D'jüjax een Kot. 24 ft. Grave van JVilderen, Dit Eskader, waer by ook nog eenige Ad* vysjagten en Uitleggers, als De Zeebaers, De Zwaluw, De Spion, De Kemphaen en De Brakj waren; was in twee fmaldeelen verdeeld, van welken het een onder bevel van den Schoutbynacht Zoutman zoude blyven, namenlyk De Admirael de Ruyter, Holland, D'Admirael Piet Heyn, en de Fregatten De Zephyr, D Amphytrite, Medenhlik ^ D'Eensgezindheid en D'Eendragt, en naer de Zond ftevenen; terwyl het ander fmaldeel, uit de overige Schepen beftaende,onder bevel van denKaptein van Kinsbergen, de Ooft-Indifche Schepen,(die wy geziep hebben, dat in Noorwegen zyn binnen gelopen, bl. 1402) zoude af haelen. Onze Oorlogfchepen, zynde geenzintsvan de zwaerfte, in vergelyking van die der andere Mogendheden, hebbende 72 Koopvaerders, naer Petersburg, naer Riga en naer Nerva beftemd , onder befcherming, om dezelven door de Noordzee en 't Schagenrak tot aen het Kattengat te geleiden, ftaken dan den 1 Auguftus 1781 in Zee, Zy bleven allen tot des avonds ten 5 uere dry ven, om de vloot in orde te ftellen, waerna dezelven geheel vol hielden en de reis met mooy weder eii gunftige wind voorzetteden, Op den 4 Auguftus kreegen zy tegenwind , zynde tot op dë Doggersbank gekomen; hadden een cn andere Scheepen gepraeid, maer geene egtc  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781, 1595 egte tyding wegens de Engelfchen bekomen, Men hadt ook nog twee kotters in den agtermiddag van verre ontdekt, en dezelven nagezet, maer zy ontfnapten het met den avond. Zondags den 5 Auguftus, de Wind N. O. en N. N. O. labber koelte en heldere lugt, wanneer men nog omtrend de Doggersbank was, 55 gr. en 1 min. br. en 5 gr. 30 min. lengte, ontdekte men, met het aenbreken van den dag, te loelwaert eene vlooi Schepen in het N. O. van ons Eskader, ot den afftand van omtrend drie mylen. Mei gifte wel dra, dat het een Engelfch Convoi zoude zyn, het welk ook door eenZweedfcl Schip wierdt beveiligd : en 'er was geei twyffel meer, of de twee kotters , die daeg te voren des agternoens op onze vloot warei afgekomen, waren Engelfche geweeft, afge zonden om de onzen te befpieden, Ookkwa men uit de Engelfche vloot wel ras 15 of 1 zeilen op de onzen af, waerop de onzen a les tot een gevegt in gereedheid bragtei Een gedeelte van ons Eskader zeilde onde bevel van den Kaptein Ridder van Kinsbei gen om de Noordweft even te loefwaert va het ünaldeel van den Schoutbynacht Zoui man. Deze brave Bevelhebber deedt on trend fes tiere het fein voor de Schepen, 01 zich in eene linie van bataille te fchaerei over bakboord met Stuerboordshalzen to Een weinig daerna wierdt de linie van b taille over de andere boeg gevormd, ovi ftuerboord met bakboordshalzen toe. B deedt ook fein aen de Koopvaerdyfchepe ftm te lywa^rt af te wyken 3 ou gaf hen een iM- >TEL- DAM« 5 1. r Él t- n >p 1- :r y n i-  Am- steluavï. I 1 < J ifoö .NIEUWE NEDERLANDSCHE ge Fregatten onder bevel van Kaptein Reyneveldt tot dekking. Onze Linie beftondt uit' zes Schepen en een Fregat,in deze orde: nainenlyk De Erfprins 54 ft. D'Admirael de Generael 74 ft. D'Argo 44 ft. De Batavier 54 ft. D'Admirael de Ruyter 64 ft. D Admirael Piet Heyn 54 ft en Holland 64.J De Bevelhebber hieldt ook de üotter D A]ax, en de Fregatten De Bellona, en De Dolphyn by zig, zo om de feine;n te herhaelen, als om andere dienften. Aldus: gefchaerd en de Hollandfche vlaggen opheiffchende wagtte men den Vyand manmoedig af. Ook draelde hy niet, en kwam met eene houding van vertrouwen, als of de Hollanders wel ras zynen prooi zouden zvn voor den wind met 8 zwaere Schepen, van welken een de Admiraels Vlag voerde,op de <ï T^lyk De Princes Amelia /an bo it De Fortitude van 74 ft. zvnde net Admira-lfchipj De Berwick van 7\ ft Le Bienfaisant van 64 ft. De BuffalÓ van 64 ft. De Preston van 54 ft. De Dol phyn van 44 ft. De Artols van 44 ft be" ia ven eemge kotters. Dit is door den Engelfchen Vice-Admirael Parker aldus inzvn berigt-.aen d'Admiraliteit opgegeven, fchoon 3e °nZC? verzekeren, dat zy onder de EnTelfche Schepen een driedekker van 00 ft jezien hebben. Dog het zy hier mede zó iet wil de overmagt der Engelfchen is buien kyf terwyl zy nog daerenboven het oordeel van den wind hadden. Zy kwamen Ian,hun convoy te Ioefwaert onder befchermng van eenige Fregatten gelaten hebbende, ter  JAER BOEKEN, Auguftus, 1781. 1507 ter afftand van 3 mylen ,in gemelde orde op de onzen afzeilen, hebbende eene blaeuwe en roode geus onder eikanderen aen de voorbramfteng : waerop. omtrend een kwartiet voor agt ueren by de onzen de EngageerVlag opgehezen zynde, het gevegt een aen? vang nam. De Vice-Admirael parker,plaetlte zich tegen over het Schip van den Hollandfchen Bevelhebber Zoutman , en zo vervolgends de andere Schepen, Schip tegen Schip óp den afftand van eene kleine Snaphaens fchoot, wordende van wederzyde allerwoedenft en hevigft gevogten, terwyl egter de moed derEngelfchen heeft onderfteund kunnen worden,ziende, hoe zy in zwaerte vanSchepen en gefchut den onzen overtroffen. Maer de kleinere magt verkleinde den moed der Hollanders niet. De Bevelhebbers en verdere Officieren hadden reeds van verlangen ge brand om hunnen moed aen de Engelfch er te toonen, en tegelyk te koelen. Deze heete yver floeg tot het Volk over, en de moeë en drift deedt de mindere magt vergeeten. en aen niets anders, dan aen het vernielen var zynen Vyand, en aen eer en roem voor zyr Vaderland denken. Wegens het klein getai van Schepen van linie, moeft de Argo var 44 ft. ook in dezelve flaen, en heeft teger een Vyandelyk Schip van 64 ft. manmoedig gevogten. De Schoutbynacht Zoutmaï floeg met zyn Schip van 74 ft. tegen eenei van 80 ft. en zo voorts onze andere Schepel van 54 ft. (die by andere Mogendheden geer Schepen van linie zyn) tegen vyandelyk» Schepen van 74 of 64 ft. Het vuer was we ders Asfj S'l ELDAM. [ \ i r 1 l  Am- STEL- 'OAM: 1508 Meuwe NEDERLANDSCHË derszyds allerhevigft, terwyi de Engelfchen veel meer gefchut in de liene hadden j dan ons Eskader , eri daer en boven veel zwaerder kogels fehoten, het welk een onëindig voordeel heeft om Schepen en tuig té vernielen. Een zeer kundig Officier in onzen Zeedienft heeft te regt opgemerkt, dat hier voornamenlyk de hoeveelheid yzer en de onverdeeldheid van het zeiven in aenmerking komt. Hy merkt aen -3 dat het Engelfch Schip De Prinfes Amelia in eene laeg 863 (8 ^zer toezondt, en de ganfche Engelfche linie 4347 fg yzer : waer tegen de Hollanders, wegens minder, ftukken gefchut en van minder zwaérte, alleenlyk 3474 ffl yzer in eehé laeg van de linie konden affchieten; Dus eene overwigt ten voordeele der Engelfchen vaii 873 * yzer in iedere laeg, het welk meeir dan het voordeel van een ganfch Schip van linie uitmaekt. Wel is waer, dat wy eenigè Fregatten meer dan de Engelfchen hadden, ihaer het is by deluidënvandenZéedienft be^ kend^ dat in eenen flag van linie, als deze geweeft is, de Fregatten van geen anderert dienft Zyn, dan om het convoy te dekken, de feinen te herhaelen en diergelyk kleine dienften waer te nemen. Maer hoe groot ook de bvermagt der Engelfchen was, de Hollanders vervulden de mindere magt door hunnen moed ; zy ftreden dapper,gelyk hunne Voorvaderen gedaen hadden: het fcheen, dat de tyden vart de Ruyter en Tromp , namen, die men zedert den vredebreuk zo dikwyls, als 't ware tot fpyt en verwyt onzer Natie heeft Irooren noemen, herboren waren. Althands de-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 15c© dezelfde moed en dapperheid vogt voor 't Vaderland, De twee voorfte Schepen vin de Engelfche linie wierden in korten tyd zö gehavend, dat zy hun beft deeden om weg te komen; zy gingen by den wind op, en bleven te loefwaert van de linie buiten fchoots liggen. Reeds in het begin van het gevegt, met dé derde laeg, wierdt de brave KapteinBentinck^ bevelhebber van de Batavier , met het Engelfch Schip van 64 ft. le Bienfaisant* flaegs zynde,door eenen zwaeren kogel in den linker fchouder doodelyk gekwetft* Men riep den tweeden Kaptein L. Bofch, die over de tweede batterye het bevel hadt, terftond boven. Deze de trap oplopende wierdt door een zwaer fplinter-hout, het welk een man naeft hem dood floeg, aen zyn been gekwetft, terwyl de laers, nog eenigzints affluitende , de vermorzeling belet heeft. Boven op het halfdek gekomen zynde, vondt Hy zynen braven Kaptein en vriend in zyn bloed zwemmende, die hem bedaerdelyk het op* perbevel opdroeg, en na beneden gebragt wierdt. De Kaptein Bofch, pas voor eenige weken dezen rang bekomen hebbende (zie bl. 1423) zettede het gevegt zo'dapperlyk voor, dat het Engelfch Schip, na omtrend anderhalf uer flaegs te zyn geweeft, afdeinsde tot den afftand van een fesponder fchoot,geduerig nog op dien afftand blyvende vueren. Hier op kwam een feventiger den Batavier dwars op zyde en gaf hem driemalen den vollen laeg, waerdoor de kruisfteng en de vlag van agteren ter neder Hortte, en de ver- Am- STEfcdam.  nSto ' NIEUWE NEDERLANDSdHE AM- StE£» D&M. i 1 < ^ ï z verfchanfling in het groote wand in brand vloog, die egtef fpoedig geblufcht wierdt, waerop de Kaptein Bofch terftond wederom een geus deedt opheiflen. Dit vyandelyk Schip van 74 ft, den Batavier, verlatende kwam dwars op de Argo af, welke in den beginne met het Vyandelyk Fregat De Dol* bhyn van 44 ft, in twee laegen, was flaegs reweeft. Zo groote overmagt trof de Argo sodanig, dat deszelfs dappere Bevelhebber, kaptein Staring, aen den Schoutbynacht liet Veten, dat hy reeds zo veele gekwetften en looden bekomen hadt, en zyn Schip zodaïig was doorfchoten, dat hy geen kans zag >m het een kwartier uers langer uit te houlen. De meenigte dooden en gekwetften, en iet reddeloos gefchoten tuig maekte, dat naeu/elyks meer dan drie ftukken nog konden jebruikt worden. De brave Schoutbyïacht niet onthufcht door deze onaengename yding, en vaft befloten hebbende om met le andere Schepen, zo lang ieder zoude kunlen, het gevegt tot den laetften droppel iloeds door te zetten, gaf bevel aen den laptein Staringh 3 die zich reeds zo ongejoflyk dapper hadt gekweeten, van maer uit :e linie te wyken,zo als gefchiedde,gaende y een einde weegs aen lei liggen. De Kap;in van Kinsbergen deedt terftond een manceure om de linie te fluiten, het welk de jonge Laptein Bofch terftond bemerkende, ook met yn Schip in de poft van de Argo aenfloot.  JAERBOEK EN, Auguftus, 1781. 15H En maekte teffens gebruik van eene tuffchenpoos van een vierde uers, om het aen ftukken gefchoten tuig met fplitfen en knoopen te herilellen, terwyl hy en zyne officiers veel moeite hadden, om het Volk te beletten van le Bienfaifant ,die op eenen verre afftand nog vrugteioos bleef vueren, te antwoorden, het welk maer moeite verloren zoude zyn geweeft. Ook kwam het kruid en lood wel haeft beter te fpade. De Vyand fcheen te rade te worden onze linie, ter plaetfe, alwaer de Argo uitgeweken was, te breken. Het Engelfch Admiraelfchip, hebbende al dien tyd tegen onzen Schoutbynacht geüagen'3 maekte zeil, gevolgd door een dei zwaerfte Engelfche Schepen , en naderde met den feltiger l e Bienfaisant , zo na by den Batavier, dat het fcheen, of hy hem aen boord wilde leggen. Daerop befchoot hy met de twee anderen en nog een Fregat den Batavier allerheftiglykft, die dithelfcfi vuer kloekmoedig beantwoordde, hebbende inmiddels de ftukken, die nog bruikbaerwaren, met dubbel 1'cherp doen laden. O tder> tuffchen wierdt door zo heftig een vuer van vier Schepen, en ruwen hageibuy van gloeiende kogels, al het lopend touwerk, wand.. Hagen en zeilen, aen Harden gefchüteft: de fokkerae viel in hét fchip, en de groote rae lag met de bakboords nok op het boord; de ftuerrepen aen ftuk, en om kort te gaéil ;lles zo gehavend, dat het Schip veel naer een wrak geleek, en door geen beftuef hoegenaemd te regeeren was. Ter goeder uere liet de zo fchrandere als dappere w« KinsforHhhhh gen ;ïel- 3 am.  i5iö NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- steljum. gen zyn Schip eenige ftreeken afvallen, hebbende dit voor den Vyand den fchyn als of hy afweek. Dog eenklaps loefde zyn Schip aen, en braekte zulk een geweldig vuer op het voorfchip van den Engelfchen Admirael en de andere Schepen, dat zy in alleryl tegen den middag, na ruim drie ueren vegtens, by den wind opftaken en onze linie verlieten. Zy waren ook zeer befchadigd, en daer zy de loef hadden, beving hen egter de luft niet om ten tweede malen aftekomen. De Engelfchen vlugtten dus, terwyl de Onzen, het voordeel van den wind misfchende,en, door zo lang en zo heet een gevegt tegen zogrooten overmagt, aen Schepen en tuig zeer befchadigd, hebbende ook veele dooden en gekwetften, en het overig Volk vermoeid en afgemat, niet raedzaem oordeelden den Vyand te vervolgen. Zy vergenoegden zich met den welverdiende roem, van met kleine magt eenen Houten en hoogmoedigen Vyand,door eenen oorlog van verfcheidene jaren geoeffend en gehard, tot eeuwige eer onzer Natie, afgeflagen en op de vlugt gejaegd te hebben. De Admirael de Ruyter digt onder lei van den Batavier lopende, nam de Kaptein Bofch deze gelegenheid waer, om den Schoutbynacht te praeyen, en hem den flesten, den reddelozen en ganfeh ftuerlozeli ftaet van zyn Schip te kennen te geven verzoekende een Fregat om gefleept te worden Zommigen onzer Schepen hadden ookgrondLchoten bekomen, en meeft al waren de masten en 't verder tuig deerlyk gehavend. Egter,  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1313 ter bleef ons Eskader beneden winds van den Vyand nog zynen ftant pal houden, hebbende de zeilen op de boorden der Schepen liggen, ten teken, dat men den Vyand afwagtte, indien hy luft mogt hebben om aftekomen en nog een kansje te wagen. Eindelyk na eenen tyd vercoevens hieldt ons Eskader tegen 5'' uere des namiddags naer het convoy af. De Batavier was zo reddeloos gefchoten, dat niet tegenftaende met allevlyt aen het herftellen van ftuerreop, braflen, fchooten enz. gearbeid wierdt, hy onbeweeglyk bleef leggen, en het fein van niet te volgen moeit doen. Waerop de Fregatten de Venus en de Amphytrite op bevel van den Schoutbynacht naer hem toe kwamen laveeren. Vyf Engelfche Schepen fcheenen luft te krygen van den onbeweegbaren Batavier nog eens aan te taften,en te nemen,en hielden daerom voor den wind naer denzelven toe. Het gevaer was groot, zo wegens de red« deloosheid van den Batavier, van welke zich de Vyand hoopte te bedienen, als wegens de weinige mogelykheid van onze andere Schepen om den Batavier te hulp te komen. Dit benam egter den Kaptein Bofch geenzints de moed. Hy, de beweegingen van den Vyand bemerkende, liet terftond het fein van niet te volgen nederhaelen, en de Vlag weder op heizeh : het welk de Engelfchen ziende wederom by den wind opftaken. Inmiddels met alle vaerdigheid het tuig wat herfteld zynde, kreeg men het Schip in beweeging , en het zelve kwam yoor den wind Hhhhh 2 by Amsterdam.  1514 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- stelcam. by ons Eskader, alwaer het bevel ontving om naer de eerfte haven de befte te zeilen, zo als ook de overige Schepen benevens het ganfeh convoy. Op deze wyze is dit roemrugtig gevegt, dat van voor agt uere tot omtrend den middag geduerd heeft, tot eer der ganfche Natie afgelopen. .Oe dappere Zoutiwan heeft eene eeuwige eer behaeld, die in ftaet is om nayver te kunnen verwekken. Hy heeft een regt bekomen en aenfpraek op de erkentenis, eerbied en hoogagting van allen, die hun Vaderland lief hebben, en zynen naem is byons Nagcflagt, zo lang dit Gemeenebeft in wezen zal zyn, vereeuwigd. De overige Kapteinen en Officieren hebben allen door hunne onverfchrokkene dapperheid eerkroonen verworven, tegen welken o-een goud kan opgewogen worden. Het verdere Scheepsvolk verdient ook allen lof, zynde eer te driftig, dan te ftaeuw in den ftryd geweeft, geduerig onder het gevegt by de batteryen hoezee roepende, zodat de bezadigdheid der Bevelhebberen te ftade kwam om die edele drift in te binden, en met beleid te bellieren. Verfcheidene onderofficieren en matroofen zwaer gekwetft zynde , lieten zioylings verbinden , en kwamen fluks weer op hunnen poft, om den ftryd manmoedig te helpen voortzetten. Het vuer moet wederzyds allerheetft geweeft zyn , gelyk ook de beiden Eskaders deerlyk gehavend zyn t'huis gekomen.. Het Schip Holland onder bevel van den Kaptein Dedel heeft het eerfte een allerhef- tigft  JAERBOEKEN, Auguftmi 1781. 1515 dgft vuer uitgeftaen, maer zig wakker ver-, deedigd ; hebbende 1500 fchoten gedaen. Het fchip was zo doorfchoten, zo onder als boven water, dat niet tegenftaende honderd gaten geflopt waren, men tegen den avond 40 duimen water by de pomp vondt, 't welk tegen al het pompen aen geweldig toenam, zo dat men des nachts by krygsraed befloot het gefchut over boord te werpen, 't welk fpoedig verrigt wierdt. Dog het water wies des niet tegenftaende nog fterk, zodat men geen ander" vooruitzigt hadt, dan dat het Schip zinken zou. Men was dus genoodzackt het zeiven te verlaten, en op het Advysjagt de Spion overtegaen, en zulks maei met eene floep, zynde de labberlot en groo< te floep doorfchoten en onbruikbaer. Deze overfcheping gefchiedde des nachts omtrend twee ueren onder eenen zwaeren donder er blixem, terwyl men nog eenige zieltogende o-ekwetften moeft agter laten: kort hier of lag men de groote maft van 't Schip vallen en het Schip zeiven wel dra zinken,uit he welk niets van eenige goederen heeft kunnei geborgen worden. De Admirael Generael , fchoon he o-rootfte Schip, en dus door den Vyand he meeft ontzien, heeft ook veel vuer uitge ftaen i zyn maft is zeer doorfchoten, de boeg fprietfok en kluifhout aen ftukken, de groo te rae aen twee, en 't touwwerk zeer befcha digd. Door dit Schip zyn gedaen 10tel- dam. I i 1 ) 3  Am- STERDAM. 1516 NIEUWE NEDERLANDSCHE 2300 Schooten Schrootzakken ieder a een pond. 1500 dito ... ieder a een halt pond. 34 Stuks Druiven tot de 36 Ponders, 12 dito tot de 18 Ponders, 40 dito tot de 12 Ponders, 34 dito tot de 8 Ponders. 700 Pond Looden Kogels , van grootte als Snaphaen Kogels, verdeeld in zogenaemde Schrootkokers. 180 Schietbouten in Zakken naer 'tCaliber van het Kanon verdeeld. 748 l Ponden Kruid verfchoten Voor het gevegt hadt Kaptein 'van KinsIer gen al het volk doen boven komen, en zo zyne Officieren,als de ganfche manfchap, met eene korte maer kragtige aenfpraek tot een dapper maer bedaerd gevegt aengemaend, waerop ieder met de grootfte luft naer zyn poft ging Men fchoot een vyandelyk Schip van 74 ft. zyn bezaens maft om verre: het welk dus afwykende in zyne te rug deinzing door Kaptein Braak, bevelvoerende ove? dün Erfprins, zo heet ontvangen wierdt dat het de ruimte moeft zoeken. Ook heeft Kaptein van Kinsbergen de bramfteng van de groote maft en de groote rae van het Engelfch Admirael Schip aen ftukken gefchoten waerdoor het zeiven fterk naer ftuerboord overhellende, zyne zeilen opheifte en genooozaekt was by den wind optefteeken. D£ Argo, die zich ook byzonder dapper gekweten heeft, fchoot een S'chip van Ifif kamolnlk!lrigen tyd heefc ™«en Kampen, zyn fokkerae weg. Plet  JAERBOEKEN, Auguftus, Ï7S1. 1517 Het Fregat De Bellona onder bevel van Kaptein Haringkarfpel Dekker, en de Kotter De Aja-, Kaptein Grave van JVelderen,. die niet in de linie geweeft zyn, maer by dezelve gehouden waren om de feinen te herhaelen, bleven ook niet in gebreken, maer laedden hun gefchut; kwamen dan eens aennaderen tuffchen de Schepen van linie, (die ter lengte van een kabeltouw lagen) en fchooten dapper op den Vyand, waer na zy wederom agter de linie weken, en als voren zich op nieuws gereed maekten. De Ajax heeft met zyne voorftukkcn van 36 $ de maft van een Schip van 74 ft. deerlyk gehavend. Wy kunnen in alle de byzonderheden van ieder onzer Oorlogfchepen niet treden. Dit zy genoeg, dat in 't algemeen het vuer van onze zyde niet alleen allerhevigft, maer ook met veel beleid moet zyn beftierd geweeft, naerdien het anders onmogelyk was zonder wonderwerken, met zo veel ligter en minder . gefchut, tegen eenen fterkeren vyand beftand »te zyn. Daer is geen voorbeeld, dat in den ganfchen oorlog, die nu tuffchen de Engelfchen, en de Amerikanen, Franfchen en Spaenfchen reeds eenige jaren geduerd heeft, en in welken men ons eindelyk heeft ingefleept, zo hevig, met zo ongelyke magt, en met zo veel roems voor hen, die in magt zo veel minder waren, gevogten is. Jammer was het, dat de oorlogfchepen voor de Maes en Zeeland niet by ons Eskader geweeft zyn. tWant, of de Engelfchen hadden dan den Hhhhh 4 kans ;tej> )am.  ryi8 NIEUWE NEDERLANDSCHE AMSi ELDAM. kans niet durven waegen; en ons Eskader hadt het oogmerk bereikt van onze Koopvaerdyvloot veilig naer de Zond te geleiden: of zo de Vyand het evenwel gewaegd hadt; is uit het gebeurde ligt op temaken, dat, zyn de Engelfchen nu op de vlugt gejaegd, zy het dan niet zouden ontkomen hebben, maer met hun Convoy in onze havens zyn opgebragt. Onder wyl heeft ons Eskader nu door zyne mindere magt met het ganfch Convoy in de waegfchael geftaen, en de ongelooflyke moed en 't beleid van onze Bevelhebbers, Officieren en Manfchap heeft alleenhet gevaer gekeerd. Na den ftryd, zo als wy zeiden, gaf de Bevelhebber Zoutman bevel zo aen de Koopvaerdy- als Oorlogfchepen, om in de eerfte Hol andfche Haven binnen te lopen, ten einde de befchadigde Schepen konden herfteld worden, en nadere bevelen afgewagt; en zondt ook ten eerften den Kotter D'Ajax met laft van allen fpoed te maken, herwaerds,op dat de Gracf van Weideren aen den Prinfe Erfftadhouder, en den Luitenant Hartfinck ,aen den Zeeraed te Amfteldam, van den gelukkigen ftryd berigt zouden geven. Het was .Vrydag den 10 Auguftus, dat de Kaptein van IVelderen des morgens ten 4 uere in 's Hage aenkwam, zich terftond aen het Plof deedt aenmelden, den Prinfe Erfftadhouder deedt opwekken, en aen Z- L\ H. verflag deedt van 't gelukkig gevegt. De Lieutenant Hartfinck volvoerden dien zelfden dag dezen laft by de Admiraliteit te Amfteldam, en  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781.. 1519 en ras liep de maere van deze roemryke gebeurtenis het ganfche Land door. Daer men tot dus verre in dezen oorlog niet dan tegenfpoed gehad hadt, en geduerig door Jobs tydingen ter neder was geflagen ; was het een byzonder genoegen, elkander te ontmoeten, en de aendoeningen van vreugd in elkanders houding, gebaerden, gefprekken aen te treffen. En hoe het ook zommigen mogen befchouwen, hoe zeer onze Oorlogfchepen veel hadden geleden, en onze Koopvaerders verhinderd waren naer de Ooft-Zee te ftevenen; de blydfchap onzer Natie was egter gegrond. Het is met de Volkeren of Burgerftaten even als met byzondere perfoonen : geen van beiden kunnen zonder eenige eer, aenzien , agting, waerdigheid beftaen. Ieder Ryk of Burgerftaet heeft eenen zekeren ftandplaets in de grootere Maetfchappy van Europa, niet alleen overeenkomftig zyne magt, rykdommen of bezittingen, maer byzonder ook geëvenreedigd naer zyne wysheid, beleid, moeden dapperheid. De dapperheid (zulks kan niet ontkend worden,) Brengt ook byzonderlyk veel toe tot de waerdigheid en aenzien van een Volk. Heeft men dan nu, zo als bekend is, deze Republiek uit haren aenzienlyken ftandplaets, door beleid, wysheid en moed harcr Voorvaderen verkregen, zoeken te ligten, heeft men haei van haren ouden roem verftoken, beginnen te verfmaeden, het was tyd en meer dan tyd. dat deze Staet door eene roemrugtige gebeurtenis tot hare oude ftandplaets wederkeerde, en dat eens bleek, hoe ligtvaerdig en Amfteldam.  NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- steldam. en fnoevende het zeggen van den Ridder Torke was, dat twee Engelfche Fregatten genoeg waren om den Hollanderen ter Zee de wet voor te fchryven. Men voege hier by de ontmoeting van den brave Schoutbynacht Krul het gevegt van den dapperen Melvill en Oorthuizen, aen welken de Engelfchen zeiven , hoe nayverig anderzints omtrend krygseer, voornamenlyk tegen onze Natie, . den verdienden lof van uitltekende dapperheid niet hebben durven weigeren, en men zal moeten overtuigd worden, dat wy ons zeer veel goeds van onze Krygsverrigtingen, wel beftierd zynde, kan beloven. Den 8 Auguftus kwam onze Koopvaerdy vloot in 't gezigt van 't vlie; liggende in de gaten of kort voor den wal. Den n was ' het Eskader van den Schoutbynacht Zoutman voor Texel. maer kon door tegen wind niet binnen komen. De Fregatten De Argo en De Dolpbyn waren reeds binnen. Ook kwamen den 13 's Lands Oorlogfchepen D'Admirael de Ruyter , D'Admirael Piet Heyn, D'Admirael Generael, De Batavier, DErfprins, De Bellona, De Fenus, De Zepbyr, De Amphytrite, Medenblik, D'Eensgezindheid, De Zwaluw inzeilen. Het maekte eene verwonderlyke vertooning , die ontredderde en doorfchotene Schepen re zien binnen komen, en vooral D'Admirael de Ruyter en De Batavier, die ieder ten minften wel jo lappen hadden, voor de kogelgaten gefpykerd. Terftond wierden 200 timmerlieden van hier af gevaerdigd naer Texel, om ter herftelling der Schepen te wer-  JAERBOEKEN, Augustus, 1781. i52r werken. Ook was eene onbefchryvelyke menigte van nieuwsgierigen van allen oorden,maer byzonder van Amfteldam, naer Texel met Jagten gezeild, om aldaer ons overwinnend Eskader , en onze Zee Helden te aenfchouwen. Maer gelyk dit geen geringe aendoening van vreugde verwekte, zo was het aen den anderen kant eene fterke aendoening van treurigheid, de gekwetften te zien overfchepen, en naer Amfteldam vervoeren, alwaer men in alleryl in den tyd van 24 uere twee honderd llaepplaetfen in het Gafthuis hadt vervaerdigd, terwyl de vrouwen, zo-in 't Gafthuis, als in 't oude vrouwen huis, onophoudelyk bezig waren met plukzel en verbandrollen te maken. De dooden en gekwetften op ons Eskader zyn aldus naeukeurig opgegeven Dooden, Gekwetften. D'Erfprins 8 30 D'Admirael Generael 8 40 D'Argo, 24 75 D'Batavier 18 49 D'Admirael de Ruyter, 45 \Sj D'Admirael Piet Heyn, 10 58 Holland, 25 45' FREGATTEN. Be Dolpbyn, 3 15 De Bellona, 1 ^ 14a 403 Van de overige Fregatten worden geen Dooden of Gekwetften opgegeeyen. Het Amstel» 3 am.  Amsterdam. 1522 NIEUWE NEDERLANDSCHE Het was de moeite waerdig om te zien^ hoe in het gafthuis de gekwetften zyn bezorgd , verbonden en verkwikt geworden. Van alle kanten wierdt het keuiiykfte ooft en allerlye verfriffingen gezonden. Ook was het volk al byzonderlyk vergenoegd , en wenfchte maer naer herftelling om met nieuwen moed op den Vyand los te gaen.' Dagelyks kwam eene ongelovelyke menigte in 't Gafthuis om de gekwetften te zien, welker handen zo aen de byzondere lieden zeiven, als aen eenen zekere Bos, ryke liefdegaven toedeelden. De Prins Erfftadhouder liet ook aen ieder der gekwetften een ducaet ter hand ftellen. De Kaptein Baron Bentinck, doodelykaen den fchouder gekwetft, kreeg terftond den Chirurgyn van de Admiraliteit van Hujfum by zich in Texel, die den wond ook allergevaerlykft oordeelde. De brave held wierdt naer Amfteldam overgebragt, ten huize van den Fifcael J. Boreel, en is „naer eenigentyd aldaer aen zyne wonden gekwynd te hebben, overleden. De tweede Kaptein van den Batavier , heeft ook eenen wond aen zyn been bekomen, het welk hem egter niet belettede, het oppergebied over het Schip op te nemen, en het gevegt manmoedig door te zetten. Eenige officieren op de Argo zyn ook hgt gekwetft geworden, en-eenige Adelborften zyn gefneuveld, waeronder de jonge Maklatne, Zoon van den Engelfchen Predikant in 's Hage, die op 't Schip van Kaptein van Kinsbergen voer de eerfte reis ter Zee diende. , Wan-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1523 Wanneer de Kaptein Baron Bentinck hier < uit het Jagt overgebragt wierdt in het huisvan den Fifcael Boreel, was de menigte van nieuwsgierigen , die toeliepen, onbegrypelyk groot, maer eene eerbiedige ftilte en medelyden met den gewonden Held belettede alle luidruftige beweeging. Wanneer de Schoutbynacht Zoutman en Kaptein Dedel en andere onzer Zeehelden het eerft hier op 'sPrinfen Hof verfcheenen, was de toeloop, en het gedrang onbegrypelyk groot, en het roepen van hoezee zonder ophouden. Wy moeten alleenlyk nog wegens de befchuldigingen tegens de Engelfchen, dat zy metfpek, melfen, fcharen, oud porcelein, glas en allerlye ontuig gefchotenhebben,aenïnerken, dat het aen de eene zyde waer is, dat het de eerfte reize niet is, dat men zodanige befchuldigingen tegen de Britten aenvoert. Maer onze onzydigheid laet niet toe zulks op reekening van den Bevelhebbers of Officieren te ftellen, die niet altyd de drift en alle ongeregeldheid van een verhit gemeen kunnen ftuiten; en de vraeg zoude zyn, wat mogelyk de onzen gedaen hebben, en wat onze brave Officieren hebben kunnen beletten of niet beletten. - Althands het is bekend, dat op het Schip van den Kaptein van Kinsbergen , alwaer geen orde en tugt ontbreekt, 12 yzere Koevoeten vermift zyn,die het volk zekerlyk naer den Vyand heeft verfchoten. Wy willen dit juift niet gelyk ftellen met het geen men den Vyand ten lafte legt; maer dit is waerfchynlyk met geene toeftemming van den Kaptein gefchied, en ;T£L)AM.  1524 NIEUWE NEDERLANDSCHE .AMSTEL*DAM. dus volgt hier althans dit onwederfprekelylc uit, dat niet alle ongeregeldheid van een woelt, en driftig volk in een gevegt kan worden voorgekomen. Na dit verhaelvan deze roemryke Zeeflag zullen wy nog eenige egte ftukken mededeelen, zo om die ftukken zeiven te bewaren als om daer mede ons verhaelde te beveftigen. En wel voor eerft komt hier in aenmerking het Rapport van den. onder gefchreeven Schoutby Nagt, aan Zyne Doorlugtige Hoogheid den Heere Prince van Orange, Erf-Stadhouder, Capitein, AdmiraalGeneraal der Vereenigde Nederlanden , &c &c. &c. van de Bataille met een Engelfch Esquaders. Exhibitum io Augufly 1781. Qp Zondag den 5 Augufty i78r, 's morgens w met den dag tuffchen drie en vier uuren, zagen een groot aantal vreemde Schepen in het N. N. O. van ons, maakten ons in alles gereed en flagvaardig; de wind was Noordooft met een £ramzeils koelte, lagen om de Noordweft, deeden het Sein van rangeeren in linie van Bataille agter den anderen op de difbntie van een Kabel lengte, en voor de Kaptein van Ryneveld om zig met het Convoi te verwyderen; de Kotter de Ajax, Kaptein Grave van Weideren, ondertusichen, kwam rapport brengen, dat de vloot die wy zagen een vyandlyke Convoi was, dat den 25 paffato uit de Zond was gezeild, onder geleide win elf Engelfche Oorlogfchepen en 4 Kotters. Urn 7 uuren toonden de gemelde Oorlogfchepen haare Engelfche Vlaggen, waar onder een ViceAdmiraal was, en kwamen na ons afhouden, blyven-  JAERBOEKEN, Augufim, i73r. 152- vende hun Convoi in de wind ophangen. Ik liet het Se;n van wenden doen, en dus kwamen wy gerangeerd in Linie van Bataille te leggen om O. Z. O. en lieten onze tam. Raport van den Rag. Bevelhebberwegens den Zeeflag tegen de HollaU' ders. • Macartney en een Konflapel gedood; de Luitenants HUI, Smith en Legger gekwetft. — Preflon, Kaptein Graeme en de derde Luitenant gekwetft.— Buffalo, de eerfte Luitenant en Bootsman gekwetft. — Dolpkin, de Luitenant Dabby gedood en de Bootsman gekwetft. Het Eskader van den Admiraal Parker beftond ten tyde van het gevegt uit de volgende fchepen : Fortitude, van 74 ftukken, Vice-AdmiraaliVker er Kaptein Robertfon. Princes Amelia, van 80 ft., Kaptein Macartney*, Berwick, van 74., Kaptein Fergufon. Bienfaifant, van 64 ft-, Kaptein Braithwaits. Buffalo, van 60 ft., Kaptein Truscott. Preflon, van 50 ft., Kaptein Graeme. Dolphin, van 44 ft-, Kaptein Blair. Artois, van 40 ft., Kaptein M. Bride. Latona, van 38 ft., Kaptein H. Parker. Belle Poule, van 36 ft., Kaptein Patton» Cleopatra, van 32 ft., Kaptein Murray. Surprize, Kotter van 10 ft., Luitenant Riveti. Wy behoeven geene aenmerkingen op dit berigt van den Engelfchen vlootvoogd te maken. Deze en geene mistaftingen, die hy begaen heeft, als b. v. te ftellen, dat agt twee deks Schepen in 't Hollandfch Eskader waren, en diergelyken zyn van dat belang niet om 'er op te blyven ftil ftaen, en wederleggen zich van zelf. Het is genoeg, dat de Engelfche. Bevelhebber in zyn berigt de dapperheid der Hollanders openlyk heeft moeten erkennen. De-Prins Erfftadhouder, Admirael Generael, fchreef den 14 Auguftus 1781. aen den Bevelhebber, Kapteinen, verdere Officieren en de ganfche Manfchap van 'sLands Schepen,  JAERBOEKEN , Auguflus, I78r/ 1531 pen, die in den roemryken Zeeflag van den 5Auguftus deel gehad hadden, den navolgende, brief: EDELE GESTRENGE VROOME, ONZE LIEVE GETROUWE, W/y hebben met het uitterfte genoegen vernooW men. dat 'sLands Esquader onder het bevel van den Schout by Nacht Zoutman, op den 5 dezer, of fchoon veel zwakker, in Schepen, Kanon en tVJanfchappen, dan het Engelfche van den Vice-Admirael Parker, deszelfs aanval zoo manmoedig heeft wederftaan, dit het Engelfche Esquader, na een allerhardnekkigft Gevegt, dat van 's morgens ten 8 uren tot over halr 12 heeft geduurd, verpligt is geweeft af te houden, en zich te retireren. De Heldenmoed, van gemelde Schout-by-Nagc Zoutman, de Kapteinen , Officieren, Dek- of Onder-Officieren en gemeene Matroozen en Soldaten, die deel aan de Actie gehad en onder den Zegen van God Almachtig zich in dezen Zeeflag zoo wel gekweten hebben van hunnen pligt, verdiend allen Lof en onze byzondere goedkeurig: waarom wy by dezen goedgevonden hebben uw aan te fchryven, om uit on< zen Name, den gemelden Schout-by-Nagt, Kapteinen, Officieren, Dek- of Onder officieren er gemeene Matroozen en Soldaten, met voorlezin «e van dezen, op ieder Schip, dat deel aan dc Actie heeft gehad, en wiens Kapteinen en Equi pa'rie daar in met zoo veel moeds en dapperheic pe'ïtreden hebben, opentlyk daar voor te bedan> ken, en eene door den Secretaris van 'sLand: Vloot geauthorifeerde Copie ter hand te doenftel len, zoo aan voorn. Schout-by-Nagt Zoutman, als aan de Commandanten van deszelfs onder hebbende Schepen, over wier gedrag, de gemelde Schout by-Nagt reden heeft gehad om verge aoegd te zyn, met verdere betuiging, dat wynie liiii 4 • twyf \M- ,TEC)AM. Brief en dankzeggingvan den Prins aen de Equipagien der Oorlogpen enz. \ t  Amsterdam. Brief en dankzeggingvan den Prins aen de Equipagien der Oorlogfchepenenz. 1 ] i ^ i c i 2 o *532 NIEUWE NEDERLANDSCHË twyffelen, of zy, en alle verdere 'sLands Officieren en Gemeenen, zullen by voorkomende gelegenheden blyken geven, dar. het den Landè aan geene Verdedigers van het Lieve Vaderland en deszelfs Vryheid ontbreekt, en dat de Oude Bataaffche Heldenmoed wederom herleeft en niet uitgedooft zal worden, enz. (was getekend) T. J. de LARREY. Ook Helde de Ridder van Kinsbergen aen Zyne Hoogheid een plan voor, dat byzonder eefchikt was, om de edele eerzucht in den dienft tot het algemeen welzyn, meer en meer te ontvonken. Zyne Hoogheid keurde dit plan met de levendigfte uitdrukkingen van erkenteniffe goed, daer byvoegende, dat met het uiterfte genoegen alle onkoften van het zeizen bereid was te draegen, en nimmer aenjenamer geld zoude hebben uitgegeven. Dit plan beftondt hier in , dat I. Zyne Hoogheid aen de Staten zoude /oorftellen, om ter bclooning van het helfïaftig gedrag in den flag van den 5 Auguftus 781. aen de Bevelhebbers der Schepen, in inië geflagen hebbende, eenen gouden meiaille of eerpenning te vereeren, en dat ter revoegelyker onderfcheidinge, de medaille ran den Opperbevelhebber Zoutman aen :enen gouden ketting zoude hangen, de oveigen ieder aen een lint. Voorts, dat aen len Officieren, Onderofficieren en Matrooïri, ieder twee maenden gage of maendgeld oude gefchonken worden. II. Dat Z. H. aen de Kapteins, het bevel ver Schepen, in de linie, gevoerd hebbende  JAERBOEKEN, AuguHus, i?8r; 153S de, zoude toeftaan om ter onderfcheidinge-* eenen witten pluim op den hoed te dragen ^ en verders aen alle Kapteins, die in den flag1 geweeft zyn, eene kleine eironde medaille of eerpenning, in 't goud, en den anderen Officieren , Adelborften en Onderofficieren dezelfde medaille in't zilver fchenken,om als een eerteken te draegen. III. Aen den Bevelhebber Zoutman eenen gouden degen fchenken ; IV. Aen alle de Kapteinen in den ftryd o-eweeft zynde, eenen Sabel. ö V. Aen den Kapteinen, die tot dekking van het convoy gelaft waren buiten het gevegt te blyven, ieder eenen Sabel zonder me- ^VI. Aen den Kapteinen Mulder, Dekker, en den Grave van Weideren zynde geweeft van het Eskader van den Kaptein van Kinsbergen en meede deel in het gevegt gehad hebbende, de Medaille, en Sabel, zo als de Kapteinen, die in linie geflagen hadden, maer niet den gouden eerpenning van H. H. Mog. nog de pluim, zo als de andere Kapteinen, die in linie geflagen hadden. Dit plan wierdt te werk gefteld, en Z. D. H. belafte zynen Kamerheer, den Grave van Heide, met het doen vervaerdiging van de medaille. Z. D. H. de Admirael Generael deedt daerop in het Zeewezen deze bevorderingen ; en fielden aen tot buiten gewoon ViceAdmirael van Holland en Weftfriesland ter Admiraliteit op de Maze, op de Maze, op een Schoutbynachts Jaerwedde, den SchoutIiiü 5 ky- m- TEL' lAM»  1534 NIEUWE NEDERLANDSCHE" Amsterdam. bynacht Daniël Pichot; tot buitengewoon Vice-Admirael van H-dland en Weftfriesland ter Admiraliteit te Amfteldam, den Schoutbynacht Lodewyk Grave van Bylandt. En verders als eene byzondere .belooning voor betoonde dapperheid in den Zeeftryd van den 5 Auguftus, tot buitengewoon Vice-Admirael van Holland en Weftfriesland ter Admiraliteit te Amfteldam, den Schoutbynacht JOHAN ARNOLD ZOUTMAN. En tot Schoutenbynacht ter Admiraliteit te Amfteldam, de Kapteins ter Zee Dedel, van Braam, en Kinsbergen : en den Ridder ■van Kinsbergen nog daerenboven tot Adjudant Generael van zyne D. Hoogheid als Admirael Generael. Het is moeielyk , voornamenïyk in den Krygsdienft, van welken de eerfte fpringveder de eerzucht is, bevorderingen te doen, zonder aen hen misnoegen te geven, die daer door jongere Officieren boven hun hoofd zien gefteld. Het fchynt, dat om deze reden de Schoutenbynacht Pichot en Bylandt ter dezer gelegenheid tot Vice-Admiraels zyn bevorderd,als ook dat de Zee Kaptein Hendrik ; Rietveldt , thans met zyn Schip te Curacao liggende, Schoutbynacht gemaekt is, op dat zy geen reden van klagten zouden kunnen hebben. Daer waren egter zommigen, die beweerden,dat was de bevordering alleenlyk gefchied van de Zeehelden, die op den Doggcrsbank hadden uitgemunt,geen reden van klagten voor anderen ware overgebleven ; maer, nu verfcheidenen, geen deel aen die doorlugtige ftryd gehad hebbende  JAERBOEKEN, Auguflm, ryfx. 1535 3e waren bevorderd, en wel ten dien einde waren bevorderd, op dat hun als 't ware geen ongelyk zoude gefchieden; dat zy dan even weinig dit,het zy waer, het zy gewaendongelyk, moeften ondergaen. Dus vernam men, dat de braeve Kaptein E. Bisdom aen Z. H. verklaerde, het Land met hart en ziel, voor al in den tegenwoordigen oorlog, te willen dienen, maer niet anders te kunnen dienen dan op zynen rang, die hy altyd gehad hadt, en niet wift verbeurd te hebben. Z. D. H. verfcheen den 21 dezer maend ter vergaderinge van de Algemeene Staten, en deedt daer een voorftc], het welk,-benevens het daeropgenomen befluit, kan worden afgenomen uit het navolgend t ExtraB uit het Regifter der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der Vereenigdc Nederlanden. Martis den 21 Augufly 1781- Zyn Hoogheid de Heer Prince van Orange en NafTau ter Vergaderinge gecompareerd zynde, heeft aan Haar Hoog Mog. gedaan de propoütie hier na volgende geïnfereerd: HOOG MOGENDE HEEREN! Het gedrag door den Schout-by-Nagt Zoutman en zyne onderhebbende Officieren en OnderOfficieren, Matrozen en Soldaaten in de Afte van m onder Gods gunftige en kragtige byftand eeratig het hoofd te kunnen bieden aan den onver. dien.  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1531 dienden aanval van deszelfs Vyand, en zig daar tegens manmoedig te defendeercn. Ik kan by deeze ge'egendheid niet af zyn U Hoog Mcg. kennis te geeven , dat ik de nodige orders gegeeven hebbe, om *oo veel Scheepen , als het doenlyk zal zyn, zoo uit de Maaze, als uit Zeeland, zoo fpoedig mogelyk met de Scheepen van de Admiraliteiten van Amfterdam, het Ncorderquartier en Vriesland té doen conjungeeren, en zich by het Convoi te vervoegen, ten einde de Koopvaardy-Vloot werde in ftaat gebragt om zonder uitftel onder geleide van een behoorlek aantal Oorlogfcheepen en Fregatten te kunnen uitloopen. Waar op grdelibereertzynde, hebben Haar Hoog Mog. met dankbaarheid erkend de loffelyke zorg en yver van Zyn Hoogheid ter bevordering van den Zee-Dienft, en Hoogftdeszelfs gedaane Propofitie, tot remuneratie zo van de Opper- als Onder-Officieren , Matroofen en Soldaaten, welke zig met zo veel Heldenmoed en Dapperheid, in de laatft voorgevalle Actie hebben gekweeten, in alle opzigrrn geaggreëerd. En is dien volgende goedgevondenen verftaan, dat, conform den voorfJag by Zyn Hoogheid ge daan, aan de Vice-Admiraal Zoutman zal werdet vereerd een Goude Medaille ter waarde van der tien honderd Guldens hangende aan een Ketting van het zelve Metaal, en aan de drie Extraordinaris Schout-by-Nagt Dedel, van Braam, en Kinsbergen als meede aan de drie Kapteinen Bentinck, Braak en Staring, welke gecommandeerd hebben de Scheepen, die in de Linie van Bataille zyn geweeft, ieder een diergelyke Medaille hangende aan een Orange Lint; en dat voorts aan ieder var de Offidc'eren, Onder-Officieren, Matroofen er Soldaaten van de voorfchreven Scheepen, die it het Gevegt g»ëngageert zyn geweeft, twee Maanden Gagie zullen worden toegelegd, &c. Behalven de voorgemelde bevordering, er dii STEL* DAM. Voorftel van Z. H. en he fluit" der Stat. ter beloning van de Helden van denDog* ?ersank.  1532 NIEUWE NEDERLANDSCHE AM* sterdam. 1 I dit voorftel van Z. D. H. vondt Hoogftdézelve nog goed, vojgends het bovengemeld plan, ten bewyze van hoogftdeszelfs byzonder genoegen over het uitmuntend dapper gedrag, in den Zeeflag van den 5 dezer gehouden, aen yder dier Heeren een gefchenk te doen als een teken van uitmuntendheid, en wel aen den Heer Zoutman eenen Gouden Degen; aen de Heeren Dedel. van Braam en van Kinsbergen (zynde den Heer Bentinck reeds overleden) ieder eenen fraeijen Sabel met deszelfs Ceinturon; aen de Heeren Braak en È. Ch.Staringhieder eenenSabel metdeszelfsCeinturon, nevens het recht, om, gelyk de Vlagofficieren, een Witte Pluim op hunne monteeringhoeden te mogen dragen. Aen de Heeren Mulder, Dekker en Graeve van Weideren, gelyk mede aen de Heeren tweede Kapteinen Aberfon, Staring, Bofch en Smaafen, ieder eenen Sabel met deszelfs Ceinturon. Aen de Lieutenants der Schepen, die de Linie geformeerd hebben, twee Gouden Linten metgouden Kwaften (epaulettes) op de fchouders der monteering, en aen de Adelborften eene gouden lint en kwaft op den linker fchouder. De Kaptein A. H. C. Staringh, die op het Schip van den dapperen Zoutman gediend hadt,wierdt als eerfte Kaptein befchouwd, en is dus ook rnet den pluim vereerd. Natuerlyk kon het in bedenking komen, of den Kaptein J. L. Bofch, die, daer zyn brave Kaptein Bentinck reeds in het begin van het gezegt doodelyk gewond was, als eerfte Kap:ein het bevel gevoerd, en alle verantwoorling op zich gehad hadt, en zich zo dapper-  JAER.BOEKEN, .Auguftus, i?3i; ïtft} perlyk in de linie hadtgekweeten, of dien ook niet den pluim toekwam. Maer het is moeilyk in dusdanige belooningen, den lyn te trekken, waer men eindigen zal. - De Kap* tein Bofch heeft dus den pluim niet erlangd, maer egter die wezenlyke eer genooten, dat men algemeen geoordeeld heeft, dat hy den* zeiven volkomen verdiend hadt. Wyders is men "reeds bezig op bevel van Zyne Hoogheid, ter gedachtenifie van die roemruchtige Zeeftryd , eene Medaille of Gedenkpenning te doen vervaerdigen, welke aen de Heeren Officieren, Önder-Officieren, en gewonden Matrozen en Soldaeten, uit naem van Zyne Hoogheid,zal worden gelchonken, om als een eerteken, hangende aen een lint, op de borft gedraegen te worden. Ook wierdt de Heer Adjudant - Generael van Kinsbergen in die hoedanigheid gelaft, om den toeftand der gekwetften in het Gafthuis te Amfteldam en op het Hospitaelfchip in Te'kel op te neemen, en deswegens alles te verrigten, wat tot hun onderftand kon verftrekken, en zelfs onder dezelven eenig geld uit te deelen. Gelyk ook ten koften van Zyn* Hoogheid alle de Manfchappen aen boorc van de onderfcheidene fchepen van het Es quader vanden Heere Vice-Admirael Zoutmai zouden onthaeld-worden, en aen denzelvei een vrolyke dag vergund. Eindelyk heeft nog de Prins Erfftadhon dei, den Grave van Weideren, Kaptein var den Kotter D'Ajax, die de tydiflg van hei gelukkig gevegt aen Z. H. heeft overgebragt tiièl Am~ stel dam, i l l l  Amsterdam. Befl. de Stat. Gen. we gens he verzor gen va) plaetfen voor ge kwetften t540 NIEUWE NEDERLANDSCHE met eenen zeer fraeijen diamanten rin°- begiftigd. ° ë Wy moeten ook nog eindelyk hier laten volgen een Extraft uit het Regijler der Refolutien van de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Fereenigde Nederlanden, den 30 Auguftus. "T)e Heefen Gedeputeerden van de Provintie van Holland en Weft-Friesland hebben ter ■Vergaderinge geëxhibeerd en laten leezen de Reffohitie van de Heeren Staaten hunne Principalen, waarby aan H. H. Mog. kennis geven van de 'voorzienmge, zoo door haar, als door de Regeering der Stad Amfterdam gedaan, tot het ontvangen, logeeren en cureeren van de gekwetften in de bloedige Actie van den 5 dezer lopende maand, en die in 't vervolg uit 's Lands Vloot opgezonden mogen worden, met verzoek, dat H. H. Mog. de Provintien van Zeeland en Friesland meede tot gelyke officien en praparatien gelieven te exhorteeren, volgende de voorf. Refolutie, hier na geïnfereerd. Extra& uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland en WeftFriesMd, in H. Ed. Gr. Mog. ver-, gaderinge genomen op Woensdag den 22 Auguftus. Ontvangen een Miffive van de HolIandfcheRaaden en Mimfters van het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, gefcbreven a'daar den 20 dezer, houdende, dat de voorgevallene actie tuffchen het Hollaüdfche en Engelfche Eskader op den 5 Auguftus laatftl., waarin de Officieren en Equipagien der Schepen van hun reffort zoo veel deel had-  JAERBOEKEN, Auguftus, i78r. 1541 hadden gehad, hun Collegie in de omftandigheid had gebragt, van uit die fchepen een groot aan tal gekwetften te bekomen, wier lofwaerdig gedrag hunne zorge voor derzelver geneezing ten uiterfteu hadde gemeriteerd, waarin zy ook op de allermenfchlievenfte wyze door de Regeering der Stad Amfterdam waren gefecondeerd, door hun direct, (des noods) twee honderd plaatzen in derzelver Gafthuis te vergunnen, ten einde.die' heden aldaar van alles, wat maar eenigzins tot geneezing, gemak en verkwikking konde ftrek-^ ken, te voorzien, en dat zy dezelven daarenboven in Texel 2 Fregatten, van 24 ftukken, had-, den toegefchikt tot berging van zieken en gekwetften, 't geen hun actueel zeer te ftade was gekomen, daar zy hun nog gepriveerd vonden van eene zoo zeer noodzakelyke zaak, als een Hospitaal aan de wal, by of omtrent de Rheede van Teffel: dan dat, alzoo de volkrykheid der Stad Amfterdam, en het daaruit dikwyls proflueerende groot getal zieken, die het Gafthujs aldaar (hoe ruimjjok) veeltyds vervulden, 't geen de Magiftraat zoude kunnen beletten, hunne charitable intentien voor 't vervolg te executeeren, en dat het ook aan dezelve niet was te vergen, dezen laft alleen te dragen, zoo als ook hunne HospitaalFregatten met zieken van de Schepen zouden kunnen vol raken, te meer daar de Collegien ter Admiraliteit meede gechargeerd waren, om voor de gekwetften der Commiffie-Vaarders zorge te dragen, en zy daardoor, tot hun leedwezen, hun zouden genoodzaakt zien , ongelukkigen , die voor het Vaderland hadden geftreeden, niet genoegzaam te kunnen behulpzaam zyn; zy de vryheid neemen, aan H. Ed. Gr. Mog. voortedragen, of het H. Ed. Gr. Mog. gunftiglyk zoude mogen behagen , op het voorbeeld van den 3 Juny 1672, tot het plaatzen van in actie gekwetfte lieden in de Gafthuizen der refpective Steden deKkkkk zer Am* STEL» DAM. Beft. der Stat. jen. we* ?ens het verzorgen van daetfen 'oor gekwetften.  1542 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- STERDAM. Befl. dei Stat. Gen. wegens het verzorgen van plaetfen voor gekwetften i j ï ] ( l i < t c zer Provintie te refolveeren, of daaromtrent na Hoogft Derzelver hooge wysheid en bekende weldadigheid, op eene andere wyze, te voorzien tot encouragement der in dienft zynde Zeelieden. ■ Waarop gedelibereerd zynde, is goed gevonden en verftaan, dat gefchreven zal worden aan Burgemeefteren en Regeerders van de Steden, in deze vergadering feffie hebbende , dat dezelve van nu af aan de Gafthuizen in den haaien willen prapareeren, en in ftaat ftellen tot het ontvangen, logeeren en cureeren van de gekwetften in de aöie van den 5 dezer maand, en die in 't vervolg uit 'sLands Vloot opgezonden zouden mogen worden, met verzeekering, dat H. Ed. G. Mog. goede en prompte order zullen ftellen tot het rembourfeeren van de onkoften, die de voorf. Steden, ter zaake van het cureeren en tracteeren van de voorf. gekwetften, zullen fupporteeren, alles in conformiteit van de Orders en Reglementen van den Lande: dat voorts van 't geen voorf. is ter Generaliteit notificatie zal worden gegeeven, met verzoek, dat H. H. Mog. de Provin:ien van Zeeland en Vriesland, by brieven, mee3e tot gelyke Officien en Prseparatien gelieven te sxhorteeren, en dat wyders by H. H. Mog. gefchreven moge worden aan de refp. Collegien ter Admiraliteit, dat dezelve yder in 't regard van de Jatrozen en Zoldaten, dienende op de fchepen ran haare diredtie, en in de battailles gekwetft, :oodanige order ftellen, en die voorziening doen, lat de voorf. gekwetften wel gerecipieerd, en anftonds, voor zoo veel des nodig mogte wee:en, door experte Chirurgyns verbonden, en 'oorts naar de refpective Steden opgevoerd molen worden; des zal aan Burgemeefteren en Reieerders van de Steden dezer Provintie, alwaar !e voorf. Collegien refideeren, by aanfchryving ;ecommuniceerd worden, de gemelde Collegien, es verzogt zynde, de behulpzaame hand te bieden,  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1543 den, orri de gerequireerde Chirurgyns, teri fine Voorfchreven, fpoedig ce mogen magtig worden* Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan, dat Copy van de voorf. Refolutie gezwi.denzal worden aan de Heeren Staaten van de Provintie Zeeland en Friesland, en dezelve zullen worden verzogt en aahgemaant,omophet loifelyk voorbeeld van de Heeren Staaten van Holland en Weit Friesland, en van de Regeering der Stad Amfterdam in het byzonder, de nodige voorzie öinge te willen doen, ten einde ongelukkige Matronen en Zoldaten* die in eene actie gekwetft zouden mogen worden, en in derzelver Provintien aankomen, na behoren gerecipieert, gecureert, en bezorgt, en daartoe van nu af aan de Gafthuizcn in den haaren geprapareert en in ftaat gefteld mogen worden. — Eu dat voorts de refpective Collegien ter Admiraliteit zal worden aangefchreven, yder in den zynen, ten aanzien van de Matrozen en Zoldaten, dienende op de fchepen van haare direótie, en in een bataille gekwetft,zoodanige order te ftellen, en dievoorzieninge te doen, dat de voorf. gekwetften weï gerecipieert, en aanftonds, voorzoo veel des nodig mogt weezen, door experte Chirurgyns verbonden, en voorts naar de refpective lieden op gevoerd mogen worden. Alle gemak, alle gerak wierdt den gewon* denen in het Gafthuis alhier toegediend j zy aeten en dronken, wat hun luftede; mids geen nadeel aen hunne wonden kunnende toe* brengen; zy wier den met allerlye vriendelyke woorden opgebeurd en vertrooft, en daer het fteeds eene ftaele wet geweeft was, uit vreze van brand, dat in dit huis niet gerookt mogt worden; wierden 'er maetregels be* Kkkkk 2 raemd, AM* STEE* DAM. Bef. der Stat, Gen: we^ gens het verzorgen van plaetfen voor gekweijieit*  Amsterdam. . i i l ] 1 < J 5 ( t ( I é * ? 1 c 1544 NIEUWE NEDERLANDSCHE raemd, dat zulks zonder gevaer aen het gewonde Zeevolk, 't welk daer aen zo gewoon is, dat de beroving daer van voor hun eene fterke ftraf is, konde worden toegeftaen. De Beltierders van 't Gafthuis kwamen dagelyks hier te zamen, om de noodige fchikkingen te beraemen, en de yverige Burgemeefter Rendorp, woonde meeft al deze vergaderingen der Regenten by, hunne goede inzigten, zo met zynen raed en overleg, als met het gezag van Burgemeefteren kamer onderfteunende. Ook heeft dit Gafthuis veele verbeteringen aen dezen Burgemeefter te danken. Want om dit maer alleen te melden, ie Heer Rendorp heeft te weeg gebragt, laer voorheen de zieken of gewonden twee ten twee in krebbens of bedfteden lagen, dat ïu ieder zieke of gewonden voortaen' zyn irebbe alleen zal hebben, het geen een onvaerdeerbaer gemak aen deze lydende toejrengt. Het is niet te verwonderen, daer de vreugie over de roemryke Zeeflag zo groot als al;emeen was, dat het om zo te fpreken van 11e kanten Gedichten regenden, van welken :ommigen niets dan den goeden wil aenduidlen,anderen ook merktekenen van dichtvuer n kunde droegen. Het is buiten ons beftek ms in die Gedichten in te laten. Egter zyn ir twee kleene Dichtftukjes, een Latynfchen, n een Nederduitfchen, welken wy ons verekerd houden, dat onze Lezeren niet kwa;k zullen nemen, dat wy der vergetelheid inrukken, en met dezelven ons verhaelvan den  JAERBOEKEN, Auguftus. 1781. 1545 den roemryken Zeeftryd befluiten. Het Latynfche is eenen Lierzang van den Hoogduitfchen Geleerden IPaechner door verfcheidene werkjes van fmaek over de Griekfche en Latynfche Dichtkunde gunflig bekend is, en in 't byzonder veel eer heeft ingelegd met aen te wyzen, hoe Horatius den Griekfche Dichteren gevolgd heeft. Hy zeiven heeft in deze Lierzaer den grooten Horatius aldus verwonderlyk fraei nagevolgd. Ode in Vicftoriain a Belgis die V. AVG. MDCCLXXXI. de Britannis reportatam. Gaudete cives! Tandem aperit Deus Ad puniendum fplendida luminal Senfere Belgarum tremenda Fulmina foedifragi Britanni! Vicere, Belgae! Mectite virgines Laurum Batavae! cingite tempora Viftoribus, nostraque voce Littora, Iö, refonent, triumphe! parkere cedis ? Nunc vbi fpiritus Ingens ? minaces nunc vbi funt rates ? Cur pontus adfpexit fugaces Sanguine purpureus Britannos ? zoutmanne! noftrum impiger hoftium Vexare claflem, Te ftupet aequoris Rex, navium fpedlans minori Proelia Te numero gerentem! Kkkkk 3 Non Amstel dam.  Am- bam, I54« NIEUWE NEDERLANDSCHE Non Te filebunt, & Tua fulmina, kinsjjergi ! & acris vulnera fplendida bentinckh, clarasque laudes dedelii , memorés Batavi, Vox vna vobis: fanguine laurea No bis paranda eft! Flectite a fleéiit© Fortes Batavi! vela in holtes! Ite citi medios in ignes! Terrere nos non mille tonitrua, Non faeyus ignis, non poterit tua Ars dira, qua vnro nocente Vulnera nunc geminas, Britanne» Nam cauffa femper nos mejior jubet Pugnaé fecundum profpicere exuum: Nos magna defendit potentis Dexcra Da, patriamque Ie?vat!, Conclamat omnis copia militum: Laeti fcquemur! quo patriae vocat Tutela nos dulcis, iequèmur! Ibimusj liucades! o Britanne! Perfolve poenas! — Dieet omnia Complentnr atro turbine; fulmina Mox emicant, latusque pontus Contremit horrifono fragore, Vrgentur holles, non minus acriter Pugnara cientes; fed novus.impetus  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1547 Virtusque pugnacis Batavi ' Frangit & imminuit furorem. Concordiae fic pacis & aureae Pugnant alumni! quos furor impms Eludit, invitaque cogit Condita jam capere arma dextra. Aeterna quos laus exftimulat Tua, rutere , quondam nominis Anglici . TerrorI tremendrqui recenfent trompiadae memoranda facta. Vos, o peremti! fidera candidos Mirantur ! Eheu! cur Patriae finus Non monftrat heroum fepulcra, Saepe piis lacrymis colenda! At vos, Britanni, nunc laceras rates Monftrate Regi, dicite civibus: Laudare Belgas poffe pacem, et Pro patria impavidos perire. Het ander kleen maer kragtig Nederduitfch Gedichtje wordt gezegd, van den vermaerden Dichter Lucas Trip te zyn, en fchynt ook de eigenaertige kenmerken van den byzonderen Dichter, dien men den Hedendaegfchen Hoofdt zoude kunnen noemen, te hebben. Het zelve luidt aldus: Hieldt Parker Zoutmans kleen're vloot Kkkkk 4 Te Amstel. dam,  r548 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- 8telpam, Te nemen voor gefneden brood; Hy beet na vier uur vegtens wyzer, Zyn' doggentanden ftomp op yzer; En riep: Maak zeil! ontvlugt't geweldf Of wy vergaan voor 's Vyands oogen. Ik ben in tyd en Volk bedroogen; Meer dan een eeuw te rug gefteld, 't Zyn onder hedendaagfche namen De Helden van den ouden dag. Geen Zoutmans, maer de Ruyters vlag (Waar' 't anders,'k zou my dubbelfchamen) Ontwringt den Brit de Zeegvoogdye. Ach! dat z' een Vredensbode zy! Onze vreugd was volkomen, indien men de herftelling van den braven en zo zeer beminden Kaptein Wolter Jan Baron Bentinck mogt melden. Maer helaes! die ware held gaf na veel aen zynen wond te hebben uitgeftaen, in den nacht tuffchen den 23 en 24 dezer maend, in den ouderdom van omtrend 36" jaeren den geeft, tot groote fmert en leedwezen, zo van zyne bloedvrienden,als andere vrienden en kenniffen, ja van de geheele Natie. Wy zullen in ons volgend ftukje de byzondere omftandigheden zo van zyn perfoon, als de plegtigheden van zyne ftatejyke begravenis mededeclen. Eindelyk moeten wy hier nog byyoegen, dat de Medailleur of Vervaerdiger van Gedenkpenningen, de Heer Holtzbey ter gedagtenis van deze gewigtige gebeurtenis, eenen gedenkpenning heeft vervaerdigd f van  J AERBOE KEN, Auguftus, 1781. 1549 van welken wy de print verbeelding, hier laten volgen. Op de voorzyde ziet men Nederland, midden in het dryven van haeren Koophandel, op het onverwagts aengevallen, nu in Am'azoons gewaed, omhangen metdenVeldheersmantel , met oranjeappelen verzierd , tot manmoedige verdeediging opreizen met eenen opgeheven fpeer , en de oogen hemelwaerts gekeerd, waer uit een ligthrael ten teken der Goddelyke gunft nederichiet. Zy wyft op haeren fcheepskroon die zy van ouds met roem gedragen, fchoon nu door den trotfchen Vyand gehoond, met ernft weder opzet. Veel oorlogstuig ligt rondsom Haer gereed. Een vertoornde Leeuw, die met fiere drift over anker en kanon heenen klimt, verheelt de ontwaekte heldenmoed der Nederlanders; Hy houdt de feven pylen Van eendragt in zyn regter poot. Uit die pvlen fchieten blixemftralen op eenige lche^ Kkkkk 5 pen Am- STELeam.  i55o NIEUWE NEDERLANDSCHE AMSTEL.DAM. i pen neder, die daerora vlugten. Een brandend altaer met den hoed der Vryheid is by Haer, welken zy tot het uiterfte wil verdeedigen. Van het altaer hangen medailles aen ketting en linten af, zynde eertekenen, voor den dapperen krygsman. De Amazoon vertoont zig, met eenige moeite opreizende , als wars van bloed vergieten. Het omfchrift is: Injuriis coacta. Door verongelyking gedwongen. Onder in de affnede ftaet: In vado Asellino. V. Aug. MDCCLXXXI. Op de Doggersbank 5 Aug. 1781. De tegenzyde verheelt leven laurier kransfen, voor even zo veele fcheepsbevelhebbers, en ware Helden. In de middelfte krans, met een ketting omhangen, leeft men den naem van Zoutman.' In de fes andere kranfen, ieder met een lint, en daer aen vaftgehegte medaille omhangen, leeft men de namen der overige fes Zeekapteinen, welken in de beroemde zeeftryd in linie geflagen hebben. Het omfchrift is: Immortalibus Batavum Glorle vindicibus. Voor de OTitfiervelyke herftellers van Nêerlands roem. Agt Ooft-Indifche Schepen der Maetfchappy liggen in Texel gereed, yder met 50 ftukken gefchut gewapend, en te famen 5 a 6 Compagnien Soldaeten aen boord hebbende. Drie mdere liggen, even eens uitgeruft by de Vtacs, en in Zeeland worden 'er ook eenigeu xp gelyke wyze gewapend. Een Engelfch parlementair Schip, door len Admirael Rodney van St. Chriftoftel geïonden met 271 Hollandfche Matroozen en Sol-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1551 Soldaten, (zynde daerenboven 31 op de reis. geftorven) is in Texel binnengekomen, om! tegens een gelyk getal Engelfche krygsgevan-1 genen, hier te lande, uitgewiffeld te worden. Zulks komt thans zeer van pas om de gefneuvelden en gekwetften op 's Lands Vloot te vervangen. Ook is nog den 14 dezer maend in Zeeland voor Rammekes aengekomen een Kartelfchip De Matthys en Abel, Kaptein Hendrik Klep* per van Demerarij, hebbende 200 man aen boord, zo inwooners van de Colonie als Zeevaerende lieden, aen welken de Engelfchen hebben toegeftaen herwaerds te gaen. Ook is nog voor Rammekes gekomen het Kartelfchip De fnelle Zeepoft, van St. Kits, zynde een fnaeuw, aen boord hebbende 175 man, meeft van de manfchappen der Hollandfche Oorlog-en Koopvaerdyfchepen, te St, Euftachius door de Engelfchen Krygsgevangen gemaekt, welken , omdat derzelver menigte te St. Kits niet meer te bergen was , herwaerds zyn opgezonden. Met deze Schepen heeft men de punten van het verdrag ontvangen tuffchen den Kaptein Geerge Day Bevelhebber van het Britfch Oorlogfchip , The Surprifte, geankerd in Rio Demmerary ten eenre, en den Directeur Generael enllaeden der Rivier Effequebo ter andere zyde aengegaen, waer by die Rivier in de magt van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit wordt Overgegeven. Dezelven luiden aldus: Arrykel. I. TVt immediaat ingevolge de Requifitie van gemelde Kapitein George Day. Vmtel-  Am- sterdam. Verdrag van over- gaefvan EiTe- quebo en De- merary een de Engel- fchen. ï554 NIEUWE NEDERLANDSCHE Day, als nu de Vlagge der FortrelTe zal worden geftreken, en hetzelve met zyn toebehoren, als mede de uitgeftelde Brandwachten zullen gefteld worden in de macht van Zyne Groot-Brittannifche Majefteit, zullende voor de over te geven Ammunitie een Recepis, door den Britfchen Kommandant worden gegeven. Art. II. Dat het Korps Militie, met alle gewoone teekenen van Krygseer daar uit zal trekken , met zig voerende één Stuk Kanon , en zo Officieren als Gemeenen , behouden derzelver Equipagien. , . . „ Art, III. Dat het Korps Militie vooreerft zal worden geïnkwartiert in de Steenbakkery alhier, aan het Vlaggen-Eiland liggende, en hunne ordinaire dienft blyven verrichten, onder de ordres van hunnen Commandant, en voornamentlyk tegens inlandfche beroertens, met overleg van den Britfcbcn Kommandant van hetFortres, kunnen gebruikt worden. Art. IV. Dat ten dien einde aan dezelve, op te doen verzoek, de nodige Ammunitie door den Britfchen Kommandant zal gegeven worden. Art. V. Dat de Godsdienft, zo als dezelve hier. thans geëxerceerd word, zal blyven, en worden geoeffend als te vooren. Art. VI. Dat de Regeering, zo in het Politieke als het Judicieele zal blyven onder het oppergezag van den Directeur-Generaal en Raden, zo als die thans is, met volkomene veiligheid voor derzelver Secretary, en daar toe behorende Boeken, Chartres, Brievenen Papieren, zonder dat van dezelve iets zal vermogen genomen , of vervoerd te worden; ter contrarie, dat des verzogt, aap dezelve zal worden verleend Sauvegarde, uitgezondert, dat de ordinaire Raadvergaderingen zullen zyn gefurcheert;alles provifioneelyk, tot dat het welbehagen van den Ridder en Admiwal Rodney zal zyn ingekomen. Art»  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1553 Art. VII, Dat alle hooge en laage Amtenaren en Bedienden, dienvolgens mede zullen blyven hunne Amten en Bedieningen waarneemen als vooren , onder het oppergezag hunner Regeering; alles provifioneelyk, tot dat het welbehagen van den Heer Ridder en Admiraal Rodney zal zyn ingekomen. Art. VIII. Dat de Pakhuizen, zo van Vivres, Materialen, als de Apotheek, zal ftrekken enbeftuurd worden als te vooren; doch alle daar in zynde Geweeren en "Wapens, immediaat, volgens Art. I4 worden uitgegeven; alles provifioneelyk, tot dat het welbehagen van den Heer Ridder en Admiraal Rodney zal zyn ingekomen. Art. IX. Dat niemand der Coloniften hoegenaamd, eenig moleft, hinder of belet in zyn Perfoon, Familie, Plantagien, Slaven en verdere Goederen, zal worden aangedaan, en dat dezelve daar en boven vry en onverhinderd als vooren, na binnen de limite van deeze Colonien Effequebo en Demerary, met hunne Inlandfche Vaartuigen zullen mogen paffeeren en repaffeeren, waar derzelver zaken en belangens zullen mogen vereilfchen. Art. X. Dat nogthans iemand derzelver Ingezetenen , zig begeerende te begeven buiten de Jurii-diftie van deeze Colonie, zullen moeten neemen als van ouds een Pas van den Direcfeur-Generaal, te vertoonen, en het Vidit op te ftellen door den Engelfchen Kommandant. Art. XI. Dat daarentegen de macht van Zyn£ Groot-Brittannifche Majefteit in deeze Colonie, de Ingezetenen en hunne Bezittingen zal Protec teeren en bevryden, tegens alle- Kaperyen , Ro veryen en Vexatien , hoegenaamd. Art. XII. Dat op Requifitie van Kapitein Day de gevangenen die in handen van de Crimineek Juftiie zullen geraken, zullen blyven gedetineert zonder ftraf, tot nadere dispofitie, en met be trek Am ST ELDAM. Verdrag van overvaefvariEfïequebo°.n Demeraryden de Engelfchen- i  1554 NIEÜWE NEDERLANDSCHE Amsteldam. Verdrag van overgaefvanEffe* quebo en Demeraryeten de Engel- . fchen. I ] i \ i ] I c l ( ( \ ( 1 v d v V trekking tot civile gearrefteerde Blanken enZwaf* ten, dat die zullen blyven gedetineerd s en be* handeld worden als te vooren, enz. (was getekend) A. de RAEFF. De tweede fchikking, door de Admirael Rodney zelfs goedgekeurd 3 luidde als volgt; Directeur Generaal en Raaden van Politie der Rivier Effequebo, &c. &c. &c. doen hier mede weeten, een ieder die zulks aangaan mag, dat /oor deeze Rivier nader is gecontracteert, op de /olgende Ardculen van Capitulatie en Conventie^ uidende: In een Extraordinaire Raadsvergadering van den love van Politie der Rivier Effequebo, gehou. len op Vrydag den 13 April 1781 , prefent den Wel Ed. Geftr. Heer E. Thotnpfon, Commodore ■an Zyne Groot-Brictannifche Majefteits Zeemagt n deeze Colonie, geaccompameerd van den Wet ld. Geftr. Heer George Day, Kaptein van 't Britche Schip van Oorlog Surprife, ter e°nre, en de ld. Achtb. Heeren Directeur Generaal en Raaden an Regeering der voorfz. Rivier, ter andere zyle, gerefumeerd en overwogen zynde de Articuen van Capitulatie; afgezonden door den Heer leorge Brydges Rodney, Baronet, Ridder van de )rde van 't Bath, en Admirael van de Witte 'lag, mitsgaderszyne Excellentie John Vanghan, Jeneraal en Chef van de Landmagten, &c. &c. iidende als volgt: Artikel I. Dat de Ingezetenen zullen verblyen in de volkomen bezitting van hunnen eigen* om, en geregeerd worden by hunne teg'ens'oordige Porm en Wetten, tot het welbehagen an Zyne Majefteit zal geweten worden. Art.  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. Alt. II. Dat alle de Eigendom in Magazynen, toekomende aan de Nederlandfche Weft-Indifche Compagnie,aan Zyne Majefteits Officieren zullen moeten woaden overgegeven. Art. III. Dat de Ingezetenen de Eeden van Getrouwheid zullen moeten afleggen aan, en genomen worden onder de Protectie van de Kroon van Groot-Brittannie, en toegelaten worden hunne Producten uit te voeren, in Britfche Bodems na Groot-Brittannie; of de Britfche Eilanden Tabago en Barbados, en in dien opzigte worden gehandeld als Britfche Onderdanen, 'tot dat Zyne Majefteits welbehagen zal geweten worden. Art. IV. Dat de Commandant en andere Officieren verlof hebben, om in een Cartelfchip na Nederland te vertrekken, met zig nemende alle hunne Effecten, van wat aart zy ook zyn mogen, en dat de Troupen dezelve toegevendheid zal worden bewezen, en zyn alle dezelve Artikulen op heden alle nader vaftgefteld, geteekend en uitgewiffeld onder de volgende Ampliatie. Dat met den Eed van Getrouwigheid by het lilde Artykel zal worden gefupercedeert, den tyd van zes Maanden na dato deezes, dat de geenen van Militairen, die na Europa vertrekken, naar Boord van het Cartelfchip zullen marcheren, op dezelve wyze, als zy uit het Fortres zyn getrokken , en dan vervolgens de Wapenen overgeven; dat geduurende dat de Heer Comodore Thompfon, in deeze Colonie zal relideeren ,het aan Zyn Edel Geftrenge, zal vryftaan, des verkiezende, om zitting te nemen in de Raadsvergaderingen van de Refpective Hoven. Lallende alle onze Refpective Ingezetenen, zig naar de inhoude van dien exactelyk te gedragen, wordende dezelve teffens bekend gemaakt, dal dien volgens de Ordinaris Raad en andere Collegien, hunne Zittingen wederom zullen hernee. men, te beginnen met den eerften Maandag in July aanftaande, en op dat niemand hier van igno- ran- Am> STELOAM. Verdrag van overgaef van hffe quebo en Demeraryaen deEngelfchen.  AM. STËL- i$S6 NIEUWE NEDERLANDSCHE rantie pretendeere, zal deeze alomme, op de gewoone wyze, en plaatfen worden geaffigeerd en gepubliceerd, en daar en boven met een publiek 'Perfoon, allerwegen worden rond gezonden en vertoond. (was geteekend) G. H. TROTZ, vr. Deze overeenkom!!: is vervolgends door den Koning van Groot-Brittannie aldus goedgekeurd en beveiligd: „ Aen 't Hof van St. James den iö Au„ guftus I78l. PRESENT l 'sKonings uitmuntendlle Majefteit inden „ Raed. „ Nadien de inwooners van Demerary en ?, de rivier Iffequebo en aenbehoorende Lan„ den, zig op befcheidenheid aen 'sKonings „ magt hebben overgegeeven, zoo hebben Sir „ George Brydges Rodney, Baronet, Ridder }i van de Baths orde, Admirael van de Witl, te Vlag en Opperbevelvoerder van'sKonings 5, Schepen en Vaertuigen by Barbados, de „ eilanden onder de Wind, en de daar by a, geleegen Zeeën, en de eerwaerde Genej, rael Vaughan , Opperbevelvoerder van a 'sKonings Landmagt, in de Weft-Indien, , by een Capitulatie, onder hunne handtekening gegeeven te St. Euftatius den 14 Maert 1781, aen de gemelde inwooners , van Demerary, de rivier Iffequebo en aen„ behoorende Landen, toegeftaen in het vol„ le bezit te blyven van derzelver eigen- dom.  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1557 dom, en beftuerd te worden .volgens hun„ ne tegenwoordige Wetten zo lang,tot dat„ 'sKonings goedvinden deswege bekend zal' „ zyn. En nadien 'er verder by de gemelde ,, Capitulatie was toegeftaen en verkiaerd, dat de inwooners den eed van getrouwheid zouden doen aen, en toegelaeten worden onder de Kroon van Groot-Brittannien en „ ingewilligd om hunne voortbrengfelen „ naer Groot-Brittannien of de Britfche ei„ landen Tabago en Barbados, met Britfche Schepen te verzenden, en in alle opzigten als Britfche onderdaenen te worden behan„ deld,tot dat 'sKonings goedvinden zoude „ bekend worden, zo behaegt het Zyne Majefteit, met advis van zynen Raed, s, goedgunftiglyk te beveftigen en beveftigt „ by deze in alle opzigten de gemelde Ca„ pitulatie, gedagtekend den 14 Maert 1781, ?, ingewilligd , door Sir George Brydgei , Rodney, Baronet, en den eerwaerden Ge, nerael Vaughan, aen de inwooners van Demerary, Iffequebo en derzelver aenbe• hoorende Landen, tot dat 'sKonings verdere bevelen zouden zyn bekend gemaekt. '„ En word verder hier by verkiaerd, dai alle de Britfche Schepen van Demerary, „ Iffequebo en aenbehoorende Landen, ei deBerbices, gelaeden met de voortbreng felen van de eene of de andere van die Ei }, landen en Plantagien gezonden naer Groot Brittannien of Ierland , of naer eenige vaj 's Konings Weft-Indifche Eilanden of nae ' eenig ander deel van 's Konings Domeinen ' waer op Britfche Schepen wettiglyk moe TEL- )AM. I L  1558 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amsterdam. ,, gen vaeren, in alle opzigten zullen aenge* „ merkt worden als Schepen zeilende van eeni„ ge van's Konings Weft-Indifche Eilanden en „ nietonderhevig weezen om aengehouden of ,, aengedaen te worden door eenige van ,3 'sKonings Oorlogfchepen, of Koopvaer „ dyfehepen met Lettres de Marqué of van „ reprefaille voorzien." STEPH. COTTRELL. Aen de Kaep de Goede Hoop was gearriveerd een Keizerlyk O. I. Schip van China: de Kaptein om de Rechten , die men aldaer moet betaelen, teontgaen, hadt voorgegeven voor rekening van de Engelfchen te vaeren, van welken de Gouverneur geen rechten kan vorderen, alzoo dezelven daer van vry zyn. Het zelfde Schip is van de Kaep vertrokken, doch twee dagen daer na kwam een Franfch Schip aen de Kaep, met de tyding van de vredebreuk tuffchen de Engelfchen en Hollandfchen. Terzelfder tyd een Franfch gewapend Schip, welke agter de verklaring van het Keizerlyk Schip was gekomen , aldaer liggende, ftak den zelfden dag in zee, om hetzelve fchip op te zoeken, en te nemen, gelyk hy hetzelve ook agterhaeld heeft, en te Port Maurice opgebragt. Het fchynt dat de geldleening, door de Noord-Amerikanen alhier ondernomen, nog ■al eenigzints geflaegd is, althans zo men mag oordeelen uit de navolgende bekendmaking in de nieuwspapieren gedaen. „ Zyn Excel- lep  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1550 5, ïentie John Adams zal tenComptoire van Jan, „de Neufville en Zoon, te Amfterdam doen: „ betaeleu het eerfte halve jacr intreft, ftaende1 ^te vervallen op de Negotiatie van een MilHoen Guldens «ten lallen der vereenigde Stae„ ten van Noord-Amerika, en zal daer toe wor9, den gevaceert ten voornoemde Comptoire, „ des Woensdag en Zaturdags 's morgens gedu„ rende de maend September aenftaende." Rotterdam. In onze twee voorgaende Stukjes hebben wy van het dapper gevegt onzer Zeekapteinen Melvill en Oorthuizen verflag gedaen. De Edele Mogende Zeeraed op de Maze nam nog ten opzigte van den Kaptein Melvill, bevel gevoerd hebbende over 'sLands Fregat De Caftor, een befluit, hoofdzakelyk houdende : „ Dat by Haer Ed. Mog. in achting „ genomen zynde, dat het rapport van den Heer Advocaet Fiscael'van den 31 July laetftleden medebrengt, en by denzelven „ Rade ook ontwyfelbaer word gefteld, dat •j de voofn. Kaptein Melvill, in de rencon• tre op den 30 Mey dezes Jaers, zich alle., fins vaillantelyk en als een man van eer 5, hadde gedragen, en op een loffelyke en „ zeer gediftingueerde wyze de Vlag van , den Staet hadde gedefendeerd; als dieniet 3, alleen met zyn Schip, het geen reeds een geruimeh tyd in Zee zynde geweeft vuil „ geworden, en dus minder gemanierd was, met minder manfcbappen, met minder en „ ligter Gefchut, byna twee en een half uer Llili 2 van \M- TEL)AM  Ij6o NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. „ van zeer naby een allerhevigft gevegt had?J de uitgehouden tegens een extraordinair „ welbezeild en gemanierd Schip, het geen „ met een Koperhuid voorzien, fterker be9, mand en met meerder en veel zwaerder „ Gefchut gemonteerd was-, maer zich ook 9, niet hadde overgegeven, dan na dat, door 9, 't ontfangen van vele grondfchotei;, het „ water in zyn Schip tot een merkelyke hoog„ te was aengegroeid, zyne pompen tendee„ len aen Hukken gefchoten waren, aen bak3, boordszyde genoegfaem al zyn gefchut was 0 gedemonteerd en alle pogingen vrugteloos „ waren bevonden om het Schip om te kry- gen en aen den vyand de ftuerboords zyde „ te prefenteren, en dus niet voor dat zyn „ Schip volkomen buiten ftaet van defenfie ^ en alle hoop van redding verlooren was. „ Dat welgemelde Heer AdvocaetFiscael, „ dewelke anderfins in cas van pligtverzuim „ eeniglyk bevoegd zoude zyn, om R. O; „ ten dezen' te ageren, vermeend had te 99 moeten remarqueren, dat het overgeven J9 van Schepen aen den vyand in 't generael ^ wel moeft gehouden worden van die im3, portante te zyn, dat het zelve in een Offi>, cier genoegfaem nooit konde worden ge*9 pafleerd zonder een volledig en regtelyk on99 derzoek, /maer dat egter, zoo immermeer M het volledig regtelyk onderzoek, wegen w de overgaef van een Schip, onnoodigkon3, de worden gehouden en alle verdenking 9J wegens wandevoir moeft cefleren, zulks 99 fcheen te zyn in 't voorhanden zynde ge* val van den voornoern.de Kaptein Melvill. „ Dat  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1561 Dat hy Heer Advokaet Fiscael, om die „ reden dan ook, rondelyk hadde gedecla„ reerd alle nader onderzoek, dezen aen„ gaende, Officie-wegen, onnoodig te hou„ den. „ En dat, voor zoo verre de meergemels, den Kaptein ook van zyne zyde hadde ver?, klaerd, geen redenen te hebben om opee„ nig nader of vollediger regtelyk onderzoek te infteren, mitsdien deze zaek moeft ge, houden worden voor afgedaen en hy Kap„ tein Melvill ten dien opzigten, in den meeft voldoenden zin, te zyngejuftificeerd. „ En is wyders gerefolveerd, om,in con- formite van Haer Hoog Mog. Refolutie van 13 Mey 1767, aen voornoemden Kap- tein te doen betalen de koftpenningen over ^ de geheele reize, waer voor hy hadde ge„ viclualieerd. „ En voorts, om Haer Hoog Mog. van „ de denkenswyze van dezen Rade op dit fu„ jet te informeren, met byvoeginge, dat „ Haer Ed. Mog. niet twyffelen, of Haer 3, Hoog Mog. zouden zich zulks volkomen „ laten welgevallen. „ En wyders aen Haer Hoog Mog. in con, fideratie te geven, of ook, ten blyke hun5 ner goedkeuring, deze Equipagie, in re" muneratie van derzelver goed gedrag en 5' betoonde bravoure, op de een of andere S' wyze zoude behooren te worden gegratifi- ceerd, en of daer toe gefchikt zou konnen ' worden geoordeeld, onder dezelven te " doen diftribueeren eene fomma van » ƒ ia?333"a'6? naer Proportie hunner SolLllll 3 „ dyen Rotterdam.  1562 NIEUWE NEDERLANDSCHE ROTTERDAM» ,, dyen en onder de mitfen by voorfz. Refo„ lutie verder bepaeld." Dit bovengem. befluit van den Zeerraed is door Hun Hoog, Mog. op den 23 dezer maend volkomen goedgekeurd. Veel is gefproken en geredenkaveld over bet niet uitzeilen van 's Lands Schip van oorlog Prins Willem, onder bevel van Kaptein Andries de Bruin, het welk gezegd wordt bevel gehad te hebben om uit Goerée naer Texel te zeilen, en zich aldaer met het Eskader , het welk in het laetft der afgelopene maend is uitgelopen, en den 5 dezer maend zo een roemryk gevegt op de Doggersbank heeft door geftaen, te vereenigen. Wat de gezamenlyke Kooplieden en Ingezetenen dezer Stad hier van dagten, kan men afnemen liit een verzoekfehrift, door Hen aen Burgemeefteren en Regeerders .ingeleverd, van dezen inhoud: Reque/i van de gezamentlyke Kooplieden der Ingezetenen der Stad Rotterdam, aan Hun Ed. Groot Achtbaaren, de Heeren Burgemeefteren en Regeerderen derzelver Stad. ED. GROOT ACHTB. HEEREN! lieven met alle eerbied te kennen, de ondergeteekende Kooplieden en Ingezeetenen dezer Stad, dat door Hun Hoog Moog. in de maand Maart laatftleden het Placaat van den 26 January, waar by alle Vaart en Navigatie met Scheepen dezer Lande (except met kleine Vaartuigen Daar de Vlaamfche Havens en over de VVtfdde na Hamburg)  JAERBOEKEN, Auguftus, 178L 1563 burg) verboden is geworden, in zo verre opgeheven zynde, dat de Vaart na de Ooft Zee voor alle Ingezeetenen van dezen Staat wierd opengefteld, en de Convoyen daar toe geaccordeerd. Zy Supplianten eenige Maanden met ongeduld gewagt hebbende, wanneer die Convoyen in gereedheid zouden zyn, eindelyk van hunne Correfpondenten in Amfterdam in de maand Juny berigt ontfingen, dat de Convoyen aldaar bepaald waren, in de volgende maand July te zullen vertrekken , en dat dien volgens de Scheepen aldaar wierden geëquipeerd, en zommige bevragt; dat de Supplianten te dier tyd tot hunne grootfte verwondering, hier ter Stede geen minfte legaale kennis hier van bekomende, vreesde of wel de Schepen van de Maas en Goeree van dit Convoy zoude verftoken zyn, zommige van dezelve zig hier over reeds vervoegd hebben in de Kamer van Heeren Burgemeefteren, andere by Leden van het Collegie van de Admiraliteit hier ter Stede refideerende, omme zig dien aangaande te informeeren , doch telkens zoo van Hun Ed. Gr. Achtb. als Ed. Mogende wierden afgewezen met het antwoord, dat men daar niets van wift, totdat eindelyk toen reeds de meefte Scheepen te Amfterdam gereed gemaakt en bevragt waren, eenige van de Supplianten door den Heer Secretaris van de Admiraliteit op de Maas zyn onderregt geworden, dat men de Schepen, die de wil hadden naar de Ooft-Zee,maar hoe eerder hoe beter na Helvnetfluis moeft afzenden, dat dezelve aldaai onder het Convoy zouden verzorgd en medegenoomen worden; doch dat de Critickheid der publieke omftandigheden niet konde gehengen om meerder overtures te geven van de wyze, hoe zulks zou gefchieden en van het getal Oorlog Schepen, dat tot dit Convoy zou geemployeerd worden. Dat de Supplianten hier op in alle haaft, en buiten mogelykheid zvnde om zulks met eenig Lllll 4 me- Rot- terdam. Req. der Kooplieden wegens 't niet uitzeilenvan ,t Oorlog/chipPrins Willem Kapt. A. de Bruin-  i5<54 NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. Req. der Kooptte den wegens V niet uitzeilenvan 't OorlogfchipPrins Willem i Kapt. A. de Bruin. i 3 l < t < i i i I < S V i nenagement van korten te kunnen doen , (gelyk n A,"fte/;dam gefchied was, om dat men aldaar in tyds hier van kennis bekomen had) hunne öcheepen hebben doen equipeëren en gedeeltelyk bevragt, en laaten verzekeren. u 5 u SuPPh'anten z,'g hier op met alle geruftheid hebben veriaaten op de goede zorg van hun, aan welke het beftier over het regelen der Convoyen is gedemandecrd, en met verlangen hebben afgewagt na een gunftige gelegenheid, met welke sLands Schepen van Oorlog en Koopvaariers na de Ooft-Zee konden ftevenen, te meer iewyl het Saifoen van het Jaar voor dit Vaarwater ■eeus zo verre verlopen was, en de vrees reeds jegonion te komen, dat de Koopvaarders niet /oor de v\ inter zouden kunnen retourneeren Dat eindelyk de Supplianten op den an 't Oorlog* 'chip Prins Willem Kapt. h. de Bruin-  Rotterdam. Req. der Kooplieden wegens 't niet uitzeilenvan 't OorlogfchipPrins Willem Kapt. A. de : Bruin. < j < ] ] i ( ~\ l j t jj a c t c t$66 NIEUWE NEDERLANDSCHE om by tegenwind van de Engelfche Wal af te blyven. Na welke converfatie eenige Schenen zyn terug gezeild, en aan deze Stad zyn geretourneerd, en de Equipagien van de meefte anderen zeer gedecourageerd en malcontent geworden , 't goen zekerlyk het gevolg moeft zyn van deze finguher Krygsraad, in welke men met de Schippers is te rade gegaan, na dat men het advies daar omtrent reeds van de Boekhouders had ingenomen. b De Supplianten vermeenen het te moeten laaien beruften by dit eenvoudig nané van het gebeurde in deze: zy durven 'er geene van hunne -enexien byvoegen, uit vreeze van zig hier door n gevaar te ftellen van zig fomtyds onvoorzigtig nt te drukken, en daar door den eerbied te kwetsen, welke zy aan Leden der Hooge Regeering lezer Landen fchuldig zyn. Maar zy verbeelden sig teffens .dat Uwe Groot Achtb. daar uit duideyk genoeg zullen kunnen befpeuren de ongelukkige Situatie van zaaken, waarin de Suoplianten, loor deze geheel onverdiende behandeling, met ïunne thans in Goeree leggende Schepen zig beenden, zo met relatie tot de gedaane en nu verjeeffche onkoften van de Uit-Equipagie, voor .11e, als tot de gedaane inkoopen voor derzelver -aading-m in de Ooftzee, voor eenige, en de geMakte Engagementen van bevragtirigen voor anleren, en in dat geval zo keeren zig de Supplemten tót Uwe Gr. Achtbaaren, als befchermers •an dezer Stede Ingezetenen Rechten en Privilepen, met ootmoedig verzoek, dat het Uwe Gr Ichtb. behaagen moge "der Supplianten regtmaaïge Klagten aan Hun Ed. Groot Mog. en zyne Doorl. Hoogheid voor te draagen en dezelve op He mogelyke wyze appujeerende, uit te werken, at ten ipoedigften alle Maatregelen van redres rerden beraamt en in 't werk gefteld, 't welk oeude enz.  JA ERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1567 Zyne Doorl. Hoogheid de Prins Erf-Stadhouder heeft aengefteld tot Kapteinen ter Zee, onder het Collegie ter Admiraliteit op de Maze, den Heer Philippus Jeremias Thooft, en den Heer Juftien Eckhard Raidt. Het Dichtlievende Genootfchap: Studium Scientiarum Genitrix, heeft den 16 dezer maend in den Stads Doele alhier zyne algemeene Vergadering gehouden. Na het openen van dezelve door den Voorzitter P. Leuter , met een Vertoog over den Goeden Smaek in de Letterkunde , en het uitdeelen van twee Gouden Eerpenningen aen de Heeren D. Erkelens en Mr. R. Feith , wiei Dichtdrukken over de Menfchlievendheid, hoe onderfcheiden behandeld , van gelykt waerde wierden gekeurd, deedt men uitfpraek over de ingekomen Veerzen op de Overwinning by Nieuwpoort, en werd de Gouden Eerprys toegewezen aen het Dicht Huk, onderteekend: Si Deux pro nobis,quii contra nos'ï en de Zilveren aen dat met de Spreuk: Daer was geen dag, dezen gelyk. voor hem noch na hem; want de Heere ftreea voor Ifraël. Jof. 10 : 14. By het openen var de Briefjes bleek, dat de Heer J. P. var. Heel, Dichter van 't eerfte Veers was en vai: het tweede de Pleer A. Vis, beide te Rotter dam. Wyders werd weder vaftgefteld, een Gouden Eerpenning van vyfentwintig Duka ten uit te fchryven voor den Dichter van he oeftgekeurde Nederduitfche Dichtftuk, be helzende: het oorlog, en een' Zilveren vooi den. Dichter, wiens veers het befte naaft bj ko Rotterdam. f  Rot- TER» DAM. Mam ï5ö2 nieuwe nederlandsche komen zal. Doch het briefje van dit laetfte zal met geopend worden, eer de Dichter daer toe vryheid gegeven heeft, zullende anders het Huk zonder deszelfs naem gedrukt, en het briefje ongeopend verbrand worden. De Kunfloeffenaers moeten hunne Veerzen, leesbaer gefchreven , vragtvry zenden aen den Secretaris van het Genootichap A Wynants, voor of op den laetften van Bloeimaend 1782, vergezeld met een verzegeld briefje, waer in hunne namen en woor.piaetfen uitgedrukt zyn, hebbende tot opfchrift eene fpreuk, waer mede ook het Dichtftuk onderteekend is. Den 2 dezer maend wierdt alhier LevyHy* man van Breslau, Opper-Rabyn der Tood, fche Gemeente te Embden, en nu door de Joodlche Gemeente alhier in die hoedanigheid verkoren, door de regeerende en OudiJarnaffyns plegtig ingehaeld. De Algemeenen Staten dezer Vereenigde Geweften hadden hun verbod van de Hollandfche Schepen in vreemde havens liggende te verkopen, omredenen veranderd en die verkooping op zekere voorwaerden toeo-eftaen. Maer hier uit eenige zwarigheid, nopens het overvoeren van het Zeevolk, ontftaen zynde, vervoegden de Kooplieden Franco en Adriaen Dubbeldemuts zich bv verzoekfchrift tot H. H. Mog., welken op het zeiven den 30 July het volgend befluit naaien: -  jAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1569Maandag den 30 July 1781. Is gehoord het Rapport van de Heeren van Randwyk en andere Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaken van de Zee, hebbende ingevolge en ter voldoeninge van derzelver Refolutie Commiflbriaal van den 3 dezer maand'geëxamineerd de Requeften van Franco en Adrianus Dubbeldemuts, Kooplieden te Rotterdam, houdende, dat zoo aan de Supplianten als andere Ingezetenen van tyd tot tyd permiffie zynde verleend, om diverfe hunner Schepen, byzonder leggende in Frankryk, Portugal, Spanje en Iralien, te verkoöpen, daar van ook dadelyk gebruik was gemaakt, en de Equipagien vervolgens afgedankt waren geworden. Dat de gemelde Equipagien, die gehouden waren binnen zekeren tyd, door Haar Hoog Mogen, de by derzelver onderfcheideneRelolutien bepaald, Zich perfonelyk hier te Lande te filteren, wel gaarne zouden profiteren om met Neutrale Schepen en onder derzelver Vlaggen herwaart te komen, het gunt de gemakkelyklte, de befte en miuft bezwarende reize zoude zyn; dan dat de Commifiaris van Haar Hoog Mogende te Cette gedifficulteerd had te gedoogen, dat de afgedankte Equipagie van een verkogt Hollandfchip onder faveur van een vreemde Vlagge herwaart zoude vertrekken, welke difficulteiten by andere CommiffariiTen of Confuls mede te verwagten waren, het geen niet dan tot nadeel van 'sLands particuliere Wervingen konde uitloopen: verzoekende de Supplianten der» halven, dat Haar Hoog Mogende aan de Commisfariffen en Confuls van dezen Staat in Frankryk, Portugal, Spanje en Italien redderende , gelieven aan te fchryven, dat aan de Equipagien van de Hollandfche verkogte Schepen, gelaten word de faculteit, om met dezelve verkogte of andere Neutralen, en geen Engelfche, of naar Engeland gedeftineerde Schepen, herwaart te mogen komen, en zelfs op zoodanige Neutrale Schepen voor eene Reis dienft te mogen nemen, mits zich alhier te Lan- Rot* I terdam. Beft. nopens het Zeevolk invreem* de havens.  Rotterdam. Be/1, no pens he Zeevolk invreem de havens. Schout ïSlo NIEUWE NEDERLANDSCHE Lande filterende binnen den tyd by de vorige Refolutien bepaald, alles op de pcenaliteiten daar bv vermeld, ' ■ En daar op ingenomen hebbende de Confidera■ tien en het Advys van de alhier aanwezende Gefcommitterden uit de refpective Collegien ter Admiraliteit dezer LandeD. - Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden en verftaan , dat aangezien nimmer aan de Equipagien van Schepen, met permiffie van Haar Hoog Mogende buiten 's Lands verkogc, is voorgefchreven, hoe zv herwaart moeten reizen, nog verboden is met Neutrale Schepen als Paffagiers over te komen, geen nieuwe dispolitie daar toe vereifchc word; en geconfidereerd, dat zich niet dagelyks gelegenheid opdoed voor zoodanige Equipagien om anders als tot hare groote koften als Paffagiers te reizen, aan dezelve zal worden gepermitteerd, g, lyk gefchied mits dezen, om zich by Neutralen het zy op de verkogte, het zy op andere Schepen van Neutrale Mogendheden, in Scheepsdienft: tot de reis te mogen begeven, mits dat zy zich niet anders engageren als voor eene reis direct, na ^eze Landen, of daar door zy deze Landen naderen , en zich een gemakkelyker reis herwaards oezorgcn, des dat zy aan den Minifter, Conful of Commifiaris van den Staat, die haardenaafte is doen blyken, dat zy zich waarlyk niet anders als tot de reis, en niet tot voortdurende Scheepsdienft hebben geëngageerd, en zorge dragen om binnen deze Landen geretourneerd te wezen binnen den Termyn, die by Refolutie van Haar Hoog Mog. den verkoop van het Schip permitterende, bepaald is, op de ftraffe daar by gefield tegens het Bootsvolk, het welk zich binnen dien termyn niet heeft gefifteerd. En dat daar van aanfchryving zal worden gedaan aan alle Mmifters, Confuls en Commifiarislen buiten sLands refiderende, toe hun naricht.  JAERBOE KEN, Auguftus, 1781. 157* Schout, Burgemeefteren en Schepenen dezer Stad hebben na voorgaende raedplegingen goedgevonden, de ordonnantie van de Sleepers, van den 18 September 1720, nader te vermeerderen, en mitsdien by publicatie van den 14 July ij?8i. het navolgende vaft te ftellen: Art. I. T-Jet getal der Sleepers Knegts, ten dienftevarj 'tGilde,zal voortaan niethoo-, ger mogen wezen dan van twaalf Perfoonen. II. Dezelve zullen, by hun aanftelling, gehouden zyn hun Afteos overtegeven aan de Commiffariffen van het Gilde, die dezelve actens in een boek daar toe te houden zullen moeten noteren, en op dezelve, mee uitdrukking van den dag en datum en ondertekening van hun naam, moeten ftellen vertoont. III. Voorts zullen CommilTariffen ook nmken een Lyft van de Knegts, en aan yder derfelve van 1 tot 12 toe, een appart Nummer geven, om wel-: ke Nummers de gemelde knegts zullen moeten looten. IV. En zullen dezelve aan de knegts, die in 't werk treden, moeten geeven een teeken of lood, met het zelfde nummer, waar onder zy op de bovengemelde lyft bekend ftaan, en welk teeken of lood dezelve knegts zullen gehouden zyn te vertoonen aan de toezieners van des Gemeene Lands JVliddelen, zoo menigmaal als zulks gerequireerd werd. V. Geen knegt zal aan een en dezelfde Sleepet in fet particulier mogen geafftéteert zyn, of zonder fpeciaal confent van CommiiTariflen, door de Sleepers mogen gebruikt of in 't werk geftelt worden. VI. En zullen Commiffariffen geen knegt mogen laten werken voor een Sleeper, ten zy óm ziekte of noodzakelyke abfentie van dezelve uit deze Stad; welke ziekte de Sleeper zal moeten verifiee- renj R.ott ERDAM. dmplifc ie der Irdonn. voor deSleepers.  157* NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. Amplia.' tie der Cr dom. voor de Sleepers. J 3 j ) ] ( ( 1 i ] 1 ( « ren, dog bevonden wordende, dat zyn ziekte en uit de Stad gaan een voorwendlèl was, zal dezelve veertien dagen van zyn werk gefufpendeert worden. Vil. Een Sleeper om andere oorzaake willende een knegt gebruiken, zal zig daar toe moeten vervoegen by den Superintendent, of by deffelfs abfentie , by eene van de Hoofdluyden, van 't Wynkopers Gilde, welke na bevinding van zaken, hem Een knegt zullen kunnen accordeeren ; dog zal dezelve Sleper in alle gevallen gehouden zyn op te »even voor hoe veel dagen hy een knegt vraagt. VIII. Gelyk ook geen Sleeper een en denzelfden hiegt langer zal vermogen voor zig te laten werken , dan agt dagen agter den anderen, na welken :yd dan aan hem een andere knegt, en wel die als 3an aan de Pen ftaat, zal moeten gegeeven worien. IX. CommiffariiTen zullen ten dien einden Notitie moeten houden, zoo van de Naam van de sleeper, voor wien gewerkt wordt, als van de megt die werkt, enden tyd,voor welke hy gewaagt is, en zorg dragen,dat na agt dagen, of wel ia expiratie van de tyd, voor welke hy gevraagd s, de knegt zyn teken of lood wederom overevert. X. En zal de Acte van zodanige knegt, welke :ulks zal hebben verfuimt, of op een ander. als •yn eygen nummer gewerkt, ofte ook zyn teken )f lood aan een ander,om daar op te werken, zal lebben overgegeven, terftond worden ingetrokken. XI. De Kraanfleeper een knegt gebruikende, zal lie knegt alvoorens hy eenig werk doet, gehouden :yn aan den Collecteur of wel ten Comptcïre van le ColiecTx* van de Wynen en gedifleleerde Wateen te vertooren een Briefje van Corrmiflariffen ?aar in de Naam van dezelve knegt, deszelfs Nummer, en de Naam van de Slëeper, voor wien iy werkt,als meede de tyd voor hóe lang hy voor lie Sleeper in 't werk is geilek, zal moeten uitgerukt worden. XIL  JAERBOEKEN, Auguftus, Viifcl 1575 XII. Voorts zal niemand, die tot het Sleepers wetk is geadmitteert, vermogen het gebruik van deszelfs Sleede en Paard , tot het wegliepen van Koopmans waren, iaan iemand niet geadmitteert zynde, over te geven, op een boete van ƒ 12:. ten behoeve van het Gilde. XIII. En wanneer bevonden word, dat een Slee-! per niet aan de Kraan zynde, zonder confent van5 Commiffariffen, Wyp.en, Brandewynen, of ge-> difteleerde Wateren fleept, zal dezelve vervallen' in een boete van ƒ ia:- voor 't Gilde, en zulks voor yder gang, welke hy invoegen voorfz. zal kdmen te doen, alles onvermindert de pcenalitciten by de Ordonnantie tegens die geenen geftatueert,' welke tot 't Sleepen van die goederen » andere Kraan Sleepers gebruiken. (was geteekend) J. van Zuylen van Nyevelt.. Ook hebben welgem. Heeren van de Weth, 'ten zelfden tyde wegens het loslopen van honden, de navolgende Publicatie doen afkondigen. Cchout Burgemeefteren en Schepenen der Stad '-■'Rotterdam , zoo veel in hun vermogen is, willende voorzien tegens ongelukken, dewelke veroorzaakt zouden kunnen worden door het losloopen van Horden geduurende de grootfte hitte van het Somerfaifoen, hebben goedgevonden te verbieden : Dat na den agtienden July dezes Jaars tot den twintigften Auguftus daar aan volgende niemand, onder wat voorgeven het zoude megen zyn, een: ge Honden buiten zvn Huis of Erf zal vermogen te laten lopen, zonder dezelve aan een halsband met een koord of leidrel vaft te houden of te doen houden, opeen boete v3n zes guldens, by den eiMmmmm ge. Rot». rER.- 3 am* dtnpïia* ie der yrdoftöi. ver de ïleepers*  Rotterdam. Pub/, ié gen 't loslopen van bon den. 1574 NIEUWE NEDERLANDSCHE genaar of houder te verbeuren ten behoeven van den genen, die de bekeuring zal doen, waar toe by dezen een ieder zonder onderfchcid word gcmagtigt; gelyk de Dienaars der Juftitie en Stads . Hellebardiers boven dien uitdrukkelyk worden gelalt , om alle Honden , die binnen den voorfz. tyd op de MraateD of Wegen dezer Stad of onder de .Jurisdictie van die zouden mogen loslopen, dood te fhan en te werpen in de Graften der Buite ftad of de Rivier de Mafe; terwyl de eigenaar of houders van Honden des riet te min gehouden blyven tot vergoed'ng. van alle fchaden en ongemakken, die door hunne Honden zouden mogen worden veroorzaakt: En word voorts by dezen ook herinnert, dat in* gevolge de Keure dezer Stad niemand, die door Diaconen of Armbezorgers, van wat Gezindheid ook, beJetlt word, eenigen Hond of Honden mag hebben nog hou Jen, op poene van zonder de rninfte oogluiking van zyne bedeeling ce zullen worden verfteken, enz. (was geteekend) j. van Zuylen van Nyevelt; Den 11 dezer maend is, na voorgaende Klokkengefiag , nopens de jaermarkten . de navolgende Publicatie afgekondigd. Schout, Eurgemeefteren en Scheepenen der Stad Rotterdam, in agting hebbende genomen, dat by de Ordonnantie op de Markten van dato 19 April 1719, in ^erfcheide Poinéten betrekkelyk de Jaar Markten niet genoeafaam was voorden. hebben na voorgaande deliberatie goedgevonden ten opz'gten van dezelve als nu op nieuws te Ordon» nceren en te ftatueeren het navolgende.  JAERBÖEKEN, Auguftus, 1781. 1575 Articul I. De Subftituit Schouten zu'len in qualiteic als Markt-meefters het opzigt h< bben op d< Jaarmarkten, dienvolgens de (trekkingen van de gaerden , mitsgaders de plaerfen der Kraemen var verfchillende zootten reguleeren, en voorts zorg dragen dat een yder behoorlyk geplaetft zy. ü. De Burgers zullen on ïer malkanderen om dt plaatzen op de Marktvelden moeten loten des Woensdags morgen, en aanltonds na de loting3 immers op denzelfde dag, hunne Kramen of Stallen opzetten - op poene van op die Jaarmarkt niet te mogen voorftaan Hl. Dog ce Vreemdelingen zullen niet eerder, als Donderdag hunne Kramen of Stallen mogen opzetten ter plaatzcn , die hun door de Marktmeesters zullen worden aangewezen. IV. Niemand zal als Burger tot de looting werden geadmitteerd, dan na a'voorens ten genoegen van de Marktmeefters te hebben aangetoond, dat hy zyn Burgerregt uit geboorte of anderfints vtrkreegVn heeft V. Elk en een iegelyk zal vo^r zig zeiven en maar voor eene plaats moeten en mogtn loten, en by de loting in handen van een der Marktmeefters moeten ftellen zes guldens dog ingeval iemand door ziekte of anderfints verhinderd wierd by de loting tegenwoordig te zyn, zd dezelve als dan de loting voor zig vermogen te laten doen door een d'jr Marktmeefters, mits aan dezelve alvorens ter h3nd Hellende of doende ftellen de bovengemelde zes guldens, welke zullen zyn verbeurd, wanneer de getrokke plaats niet door den looter zelv, of door den perzoon, voor wien om bovengemelde redenen door de ïvlarktmeefter geloot is, vervuld word; dog welke zes guldens by het behoorlyk vervullen der plaatzen dadelyk zullen worden gereftitueerd. VI. Wanneer 'er meer Kraemen 7ti'Ien zyn, als plaatfen, waarom geloot zal weezen, zullen die geenec, die buiten vallen, zig fee vreeden moeten Mmmmra 2 hou- Rot- , 'terdam. Publicatie wegens de jaermark«ten.  Rot- 1 EK» »AJi. Pnbiicatic wegens de y.crmark- r5?5 NIEUWE NEDERLANDSCHE houden met zodanige plaatzen, als hen by de Marktmeefters zullen worden aangeweezen. VIL De geloote Kramen op de groote of Eamus-Markt zullen (uitgezonden die welke tuffchen de Boomen aan de noordzyde van dezelve Markt zullen zyn geplaatft) niet grooter mogen zyn als 18 voeten, en op andere plaatfen van de Stad a's 24 voeten houtmaat. VIII. Niemand, het zy Burger of Vreemde, zal vermogen meer dan ééne Kraam of lialle te hebben, welverftaande dat hier mede aan de Glazekramers niet verboden word twee tafels aan malkanderen te ftellen. IX. En zal door niemand eenige Kraam mogen worden opgezet, ten zy de plaats daar toe door Marktmeefteren te voren is aangeweezen, op de boete van zes guldens, en dadelyke amotie van de Kraam. X. De Marktmeefters zullen aan niemand permiffie mogen geven tot het opzetten van Kramen, Stallen of Tafels op de Zuid Blaak en Wolffho vorens by de Marktmeefters gehaald te hebben eer Marktbriefje , waar voor zy, aan dezelve zullen moeten bëtaalsh 12 Huivers eens; en welk Briefje zy verpligt zullen zyn altoos by zig te hebben otr te kunnen vertoonen, aan die geene die tot de bekeuring zullen zyn gcqualificeerd , op de boett van zes guldens, en verbeurte der goederen. XVII. De Subftituit Schouten zullen als Markt meefters voor hunne moeite en opzigt op de Jaar markt genieten voor den geheelen tyd van dezelve Markt van elke Kraam, Stalle, Tafel of Kift, ali volgt; Mmmmm 3 O] Rotier- DAM. Publica tie wegens de jaermarkten. »•  Rot- terdam. Publica tie wegens de jaermark'ten, ï ( 1578 NIEUWE NEDERLANDSCHE Op de Nieuwe Markt, Huibrug en Kaasmarkt van Burgers. Voor een Kraam van 8 tot 14 voeten Houtmaat . ' . . , ƒ.. g, - Van 14 tot 18 voeten . ". t - • IO Van is tot 24 voeten . . * 16; En het dubbeld van dien van Vreemden Op de Groote Markt en 't Weft-Nieuwland van Burgers. Voor een Kraam van 8 tot 14 voeten Hout- Van 14 tot 18 voeten. . * V. Dog van Vreemden zonder onderfcheid van groote voor ydcre Kraam , 2: i2: Op de Noord en Zuid Blaak, en-de Vleugel derzelver Bruggens, mitsgaders 't Wolfhoek. van Burgers. Voor een Kraam van 8 tot 14 voeten Houtmaat . . f if • Van 14 tot 18 voeten . * 2: : Van 18 tot 24 voeten . . 3 °."t2: En het dubbeld van dien van Vreemden. TT Op de Vlas Markt Van Porcelem Kraemeti van Burgers ƒ -i2En van de Vreemd.n . . » 4 '; Waar van de Marktvrouw een derde zal genieten. Van Glas Kraemen. Van 8 tot 14 voeten Houtmaat . f 1 : : En boven de 14 voeten . . , 2 * . Van de Glaze-Tafels per voet . , '„ :' r \ Van de Stoelllallen. > Van de Burgers . . . ƒ:6: Van de Vreemden ... <0 ;\2 • Van dc Stallen van Aardewerk. Van de Burgers . . - ƒ:6: 7an de Vreemden . . * '. i<ï\ /an de Koek, Wafel, en Broedertjens Kramen. Jie 5 weken ftaan . . . * 1: io: En die maar eene week (taan naar advenant van ie plaats daar dezelvs gefield zullen worden. Vac  JAERBOEKEN, Augustus, 1781. 1579 Van kleine Stalletjes of Tafeltjes beneden 8 voeten van 4 tot 6 Huivers naar discretie van de Marktmcefters. XVII!. De Wakers op de Jaarmarkt zullen voor de tyd van de geheele Kermis week van elke Kraam, Stalle, Bank,"Kift of Tafel genieten het waakloon hier navclgende. Van zilver, hout en aardewerk . ƒ *io: Van het mandewerk van Burgers . » <• 4: • En van de Buytcnluyden . < 9 6: Van alle andere Kraamen in Gaarden ftaande . . ♦ . =« e 8: Van de Kramen en Stallen ftaande buy- ten de gaarden . . . * » 4: Van de Glazen Kramen , mitsgaders van de Koekkiften, en Tafels die by nagt op ftraat blyven » . ƒ:4: XIX. De Kraamers overtrcederde eenige poincten van deze Ordonnantie, waar by de boete niet fpeciaal is uitgedrukt of zig niet rcguleerende naar de ordre van de ïubftituit Schouten, als Marktmeefters zullen telkens verbeuren twee Guldens, behoudens hun beklag aan de Heeren Burgemeefteren , na dat egter by provifie aan de ordres van de Markt-meefters zullen hébben voldaan. Wyders werdt gerefereert tot de Ordonnantie op het Haven.meefterfchap, zoo verre daar by werden gereguleerd verfcheide zaken tot de Markten behooren de. enz. In kenniüe' van my J. van Zuylen van Nyevelt» Onlangs is alhier op 'sLands werf van ftapel gelopen het oorlogfchip de Kortenaar , zullende voeren 60 ftukken kanon ; zynde dit het eerfte fchip, het welk yoor het £d. Mog. Collegie ter AdmiraliM mm min 4 teit Rotterdam:. Publicatie wegens de \aet' markten.  Rotter» DAM. 1580 NIEUWE NEDERLANDSCHE teit op de Maze met koper beflageii is; behalven het Advys-Jagt de kemphaan, van het welk men met zekerheit kan melden, dat het een zeer goed en lhel zeiler is , zynde zulks op een togtje van eenige dagen duidelyk gebleken. Uithoorn. Dit Dorp , alwaer in de maend January dezes Jaers ook brand is geweeft, heeft den 2,3 July 1781. des ogcends andermael dezen ramp ondergaen door een hooiberg , welke op den hoek van het Zydveld, en dus genoegzaem midden in het dorp flaende, door het broeijen in brand raekte. Wel dra floeg de brand zo geweldig over in de koornmoolen, dat dezelve fchiclyk in kooien lag. Niet alleen verfpreidde de vlam zig meer en meer in de huizen , die aen deze zyde van den Amitelfhien, maer-de wind voerde de vonken vuurs in de daken van de huizen der zogenaemde Mennoniten Buurt aen de overzyde van den Amitel en verteerde aldaer nog het Rechthuis en ettelyke wooningen , welke in January nog gelukkig van den toenmaeligen brand behouden waren gebleven. Hoe droevig het in 'tdorp gefield zy, kan men nagaen , als men rekent, dat, behalven de Koornmoolen een gedeelte van de brug, 32. a 33 Huizen tot alï'che verteerd zyn, en door het fchielyk toeneemen van den brand, weinig goederen geborgen hebben kunnen worden. Nog zou het 'er akeliger uitgezien hebben, zo de wind, die vry hevig was.  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1581 was,hadt omgeloopen , alzo 'er dan weinig van het geheele dorp zou overgebleeven zyn. Voor 't overige verneemt men niet, dat 'er iemant door dit ongeluk om 't leven geraakt is. Medenblik:. Wy hebben te voren gezien, dat de Regeering dezer Stad by oétroy van de Stater 'dezer Provincie eene Lotery heeft opgengi én uiigefchreven : hieromtrend hebben d< Regeerders dezer Stad, in deze maend hei navolgenden doen bekend maken. „De Heeren Burgemeefteren ende Regeerders der Stad Medenblik , adverteeren bj deezen, dat vermits den Heer Ontvangei Generael van de Unie, heeft kunnen goed vinden zodanige ordres aan de Collecteurs Splitfers en Debitanten van Loten der Gene raliteits Loterye uittevaerdigen , waer doo: het debiet van Looten in de Lotery, wae; toe Hun Edele Groot Mogende, de Heerei Staaten van Holland en West-Vriesland, o] den 31 January dezes Jaers, ter verbetennj hunner Stads Zee-Havens, ten einde daerin ne by Storm, Ygang, als anderzints, Oor Iojts- en andere Schepen een veilige retraite zonden hebben, het nodige Octroy hebbe: verleend, zeer is vertraegt, en benadeelt zodanig dat zy Heeren Burgemeefteren ziel deswegens nader aen welgemelde hun Edel Groot Mogende hebben geaddresfeert, en vei Zogt uitftel van den tyd der trekking van gc melde Lotery, het gunt door Hoogstdezelv Uithoorn» 1 » r \ > 1 e I  1582 NIEUWE NEDERLANDSCHE Meden blik. < 1 ] < 1 ï t c 1 .is geaccordeert ; dat dus gemelde Loteryl niet op den negende July, gelyk by de uitgegeevene Plans is bepaelt, dog zoo fpoedig doenlyk, en wel binnen vier maenden zal beginnen te trekken, waer van de prjeciefe tyd nader zal werden bekend gemaefct, wordende de Colleèie van dezelve Lotery inmiddels te Medenblik in de Munt, en te Amcontinuëert. fterdam by johannes Menkema en Zoon ge» Adverteerende wyders op verzoek van vee- • le wel geintentioneerden, ten einde het publiek zouden kunnen uagaen, het onwaeragtige uitftrooifel;even of gemelde hunne Stads Lotery minder favorabel was, als de Genelaliteits, dat by naeuwkeurige en kundige uitrekening geblykt, dat dezelve niet alleen voor 3en deelnemer zo gunftig, maer zelve voordeliger is." ZEELAND Middelburg. De Regeering heeft den n July .deze A aerfchouwing doen vernieuwen. Oailliu, Burgemeefters, Schepenen en Raaden ^ der Stad Middelburg in Zeeland. Alle de geene, lie deze jegenswoordi e zullen zien, of hooren sezen, falut; doen te weeten, dat wy in ervaaIng komen, dat de Cipiteynen van de Jachten, n particuliere Scheepen. als ook verfeheyde anere Schipp rs en Beurtlieden, van hier door de kille vaarende, haar zelve aanmaatigeu mede te voe-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. tj§3 voeren ter Vracht Koopmanfchappen en Goederen na de refpecïive Steden van Dort en Rotterd m, tot rnerkelyk nadeel van 't Veer en de Beurtli'den, die wy van hier op de voorfchreeve Steden hebben amaeireld. Zoo is 't: Dat wy, ingevolge van on>e Ordonnantie, voor dezen over 't voorfchreeve Veer gema kt en geaneüeerd, goedgevonden hebben te verbieden, gelyk wy v.rbieccn by de ze, «11e Capiteynen, en Schippers der Jachten vüii 'c Land, Oost • Indifche Compagnie, en andere particuliere Jachten, of Scheepen, dat zy geen Kiften, of Koopmanfchappen ter Vracht, direct of iDdincf., na de voorfchreeve Plaatzcn zullen mogen over te voeren, noch ook eenige Perzooren. als die Leden der Regeering van het Landa Steden en Compagnie zyn, met die van hair Famillie en Dienlïbooden; en aangaande particuliere Jachten, zuilen geen Perzronen mogen overvoeren, als die .haar domiftyken en van de Fa millie zyn, uitgezonderd de Perzoonen, hier bo' ven gelpecificeerd en die van haar Famillie ; en bj zoo ver zy boven dezelve eenige andere Perzoo nen kwamen mede te voeren; dat zy daar van d< Vracht aan de Rotterdammer Beurtliedcn zuller gehouden zyn te betalen, en indien dezelve haa: daar omtrent onwillig betoonden, zal de Commis faris van 't Veer mogen zoodanig Jacht, of Vaar tuyg te doen arrefteeren; en, zoo de Capiteyn of Schippers bovendien zouden beftaan door tc vaaren , zoo zullen dezelve, t'aller tyd, in haa: privé perzoonen, daar over aanfpreekelyk zyn Verbiedende voortaan alle Beurtlieden van Delft Leyden, 'sGravenhage, Gouda, Gorkum , U trecht, 'sHertogenbos en andere, de Kille pasfee rende, dat zy geen goederen, of Perzoonen zul len beftaan met haar Scheepen overtevoeren, al zoodan;ge, die met haar Schee pen over eenige Bo dem moeten gevoerd worden ter plaats, daar z] dir.ct na toegaan en daar zy Beurtlieden van zyn' en, indien mogten bevonden worden, dat dezelv. andere Goederen, of Perzonen ic haar Scheepei in Middelburg. Waer- fchou' wing ra~ kende de Schippets van de Jag* ten. \ I l r 1  Miq- del- burg.! Waef' fchouwing rakende de Schippers van de Jag ■ ten. 1 i e a v d I oi H 1& fe ï'584 NIEUWE NEDERLANDSCHE innamen en overbragten, of in andere Plaatzen uytzetteden, dat zy daar over by die vanhet Rotterdammer Veer over de Vragt niet alleen zulen mogen worden aangefproken, maar bovendien verbeuren een Somma van Twaalf Gulden, te an. puceeren een derde voorden aanbrenger, eenderde voor den Officier en het refteerende een derde ten Wt van het gilde: verbiedende insgelyks voorts die Haarlemmer Schippers geen Goederen, of Paffagiers van hier op Dort, of Rotterdam aan te leemen, en derwaarts over te voeren, od Poene ils vooren,- laften en gebieden ook alle Roener* lat zy voor geen van de voorfchreeve Scheener! aillen vaeren, of andere Perzoonen en Goederen anbrengen, om met dezelve Scheepen over te 'aaren, dan zoodanige, als bovenuytgedruktz-n p poene van, contrarie doende, daar overtewor' en gernulfteerd, zo als haar Edele Achtbaare zul. sn bevinden te behooren, referveerende haarEde3 Achtbaare van deze, 't alfe Tyden, te verleerderen en verminderen, zoo als haar Edele ichtbaare, na Exigentie van Zaaken, zuilen beinden te behooren. En op dat hier van Niemand HBge Ignorantie prstendeere, zoo zal men deze lom pubheeeren en affiamen, alwaar men s». 'oon is publicatie en afMie te doen. enz. (Gefeeckend) Jacob Jan Bogaard. De Zeeraed alhier heeft den 16 Tulvi^8r ? volgende Publicatie doen afkondige. )e7S^hmSiteelïde Raaden ter Admiraliteit in * Zeeland, alle den geenen die deze zullen zien hooren lezen falut! doen te weten: Dat S aog Mogende by refolutie van den 6 July laatftien hebben goedgevonden en verftaan op te hefï de ordres van den 26 December 1780; by circulaire  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1585 culaire aanfchryving aan de Minifters, Cotfuls. Agenten en CommilTariffen van hun Hoog Mogende buiten 's Lands gegeeven, om ade Schippers van Schepen van Onderdaanen van den Haat, tei Koopvaardy vaarende, uit naam van Hun Hoo| Mo-ende te ordonneeren, om te blyven ter plaat f, n °dair zy zig bevonden, en van daar, zonde: nader order van Hun Hoog Mogende, altans me anders als na deze Landen te verzeilen, en mits dien a; n de Rheeders, Eigenaars en Schippers re fpectivclyk vry te laaten, om de Schepen te em ploieeren en te laaten navigeeren, zoo als zy zely meeft oorbaar en dienftig zullen agten , mits me ten dienfte van zyn Groot Brittanrnfche Majefte: ofte deszelfs Onderdaanen. En werdt hier van by deze aan de Lommerciee rende en Navigeerende lngezeetenen dezer Provii cie kennis gegeeven tot hun informatie en narig Aclum in den Raad ter Admiraliteit voornoemt te Middelburg, den 16 July 1781. Ook heeft dezelfde Zeeraed, op voordn van Zyne Doorl. Hoogheid, het bevel w twee Schepen van Oorlog,te weten ,'sLan Schip Zierkzee van 60 ftukken aen d Schoutbynacht Jan van Kruinen, en v het nieuw gebouwde fchip Goes van 50 ftu ken, aen Kapt. J. S. Stavorinus, voeren thans hef Fregat St. Maartensdyk op{ dragen. Daer en boven is een fterk gev pende Kotter, en een Schooner by de i miraliteit in dienft gefteld. Vlissingen. Tot Uitlegger-Kapitein öp het Advysja De Dolphyn, onder het Collegie ter Adi raliteit in Zeeland, is den Periqpn van G Mid- deleurg.' Publica* tie we* ■gens het gebruik der Sche* ■pen* t t it. i fe ;n m Iele;eraA- :ht nfi- tr* rit  Gissingen. j ] ] i I i \ i c f 4 V c t l c e \ 1 258(5 NIEUWE NEDERLANDSCHE * rk Lierfen, en tot Uitlegger-Kapitein op het VaertuigZ)e Zee-Meeuw; onder het gem. Collegie, den Perfoon van Narinus Dekker aengefteld. De Regeering alhier heeft uit aenmerking der tyden het navolgend befluit genomen. » De Wethouderfchap dezer Stad, in aanmerking nemende het gevaer, waer in zig het Vaderland en fpeciael deze Stad bevind, van feeniger tyd door den vyand, met geweld e worden aengevallen, en dat geenerlei, niddelen onbeproefd behooren te worden geaten, om het. leven en de bezittingen der ngezeteneu te befchermen, heeft goedgevonden , naer het voorbeeld van vorige tyien, by Publicatie «e ordonneren, dat^yder tfansperfoou, Burger of Inwoonder dezer >tad, oud 18 Jaeren en*daer boven, zig zal [ebben te voorzien vaneen behoorlykSchietS'eweer, geproeft en met het Wapen dezer Stad gemerkt, een Patroontas met 12 fchetie Patroonen,mitsgaders een behoorlykZydeweer; en hebben wyders de Burgers aen•emaend, om den Wapenhandel te oeffenen, n zig ten tyde van een algemeen alarm ten soedigfte op de plaetfen te laten vinden, die oor de Regering alsdan zal worden aengerezen: zynde alleenlyk hier van uitgezonerd de Leden der Regering, de Predikan;n en Perzonen, die wegens lighaems gereken buiten ftaetzyn, gelyk ook die van e Mennonieten Gemeenten, welke laetften gter niettemin zullen verpligt zyn, om inge■al van attacque of ongelukken van brand ig „boven anderen te laten gebruiken tot brand.  JAËRBÖÊKËN, Auguftus, iföi. 1587 brandblüsfing, eri Zoodanige andere noodwendige dienft-en, als dezelven met een vry geweten zoüden mogen waernëlnen." In 't laetft van deze maend kreeg men hier de tyding, dat het fchip De Prinfes Royal9 Kaptein Valk, zynde het laetfte van deze ftadj van welk nog geene tyding was, met 400 Haven, en eene ryke lading van t'anden, wasch en ftofgoud , door den Engelfchen Kaper D'Amazoon, genomen en naer dé Weft-Indien opgezonden was. Nu zyn alle de fchepen van deze Stad, ten tyde van de vredebreuk in zee zynde , tot een toe in des vyands handen gevallen , tot overgroote fch&de der ReederS en Ingezetenen* Van het Zeeufch Genootfchap in deze ftad ziet men het navolgend Programma in 't ligt. TTtet Zeeuwfche Genootfchap der Weténfchappen te Vlislingen heeft in zijne algemeene Vergaderinge, welke den achtentwintigen van oogstmaand 1781 gehóuden is, geóórdeeld, dat de Antwoorden, ingekomen op de voorgeftelde Vfaage, betreffende het Muntwezen, en van dezen inhoud: Daar de Staaten van Zeeland, niet ■„ tot voordeel van de Fitmntien der Provincie, maar ter v'oorkominge van gebrek aan Contante penningen, „al voor mêer dan honderd jaar en, den negot iepen„ hing, bekend onder dén naam van zilveren Ducaat, ,, ofRyksdaaler, met de gedeelten van dien, van 50 „ tot 51 ftuivers geoordeeld hebben te moeten verhoo„ gen, mitsgaders federt dien tyd*, om dezelfde reden^ ,, noch tweemaalen gelyke verhooginge met één ftuivet 3, te moeten doen, en dus dien negotiepenning binnen Knnan „ Hun' Vlis- SiNGEïÏ» Progr animavan 't Zeeufch Genoot* fchap*  SINGEN. Programma yan het Zeeufch Genootfchap, 1588 NIEUWE NEDERLANDSCHE „ Hunne Provincie tot 53 fiuivers gangbaar te JieJlen: ,, welke zyn de middelen, om de aanmerkelyke fcha,, de, die de Ingezetenen der Provincie Zeeland, door ,, den nadeeligen Wijfelcours, inzonderheid federt ds „ laatfte verhooginge, geacht worden te lyden,. voor„ tekomen; zonder deze Provincie aan gevaar van ge„ brek aan Contanten bloot te ftellen, maar dezelve in „ tegendeel in ftaat te houden, om de benoodigde nieu„we fpecien te konnen aanmunten? En wat mbddel „ zou er zyn, om de muntjpecien, door de geheele Republyk, op eenen egaalen voet van gehalte en „ evaluatie te brengen, met dien effeBe, dat op alle „ de munten, by aanhoudendheid, zo gouden als zil,, vere fpecien, tot de geftatueerde of noch teftatueeren „ gehalten en evaluatien zouden konnen aangemunt „ worden?" wel veele goede en nuttige aanim rkingen behelzen, doch ten aanzien der hoofdxaake niets afdoen, en derhalveri den uitgeloofden eerprys niet konnen wegdraagen, welken het Genootfchap anders met het grootfte genoegen aan het eene of andere antwoord, des verdienende, zou toegewezen hebben. Dewyl echter twee Antwoorden , op de gemelde Vraage ingekomen, aanmerkelyke verdienften hebben en waardig zyn het licht te zien , behalven dat zy eene gepafte aanleidinge aan anderen zouden konnen geven, om dit ftuk dieper doortedenken. heeft het Genootfchap goedgevonden, om , in dit byzonder geval, en uit aanmerkinge van het groot gewigt der zaake, aan elk van de Schryvers der Antwoorden, die tot zinfpreuken gebruikt hebben Zeelands welvaaren, En, Kweek Koopzorg aan, hatilmuntmetaahn', Uw vrucht en vlyt moog die betaalen. een zilveren eerpenning, op den gewoonen ftempel van het Genootfchap geflagen, aantebieden, indien zy hunne naamen en woonplaatfen, binnen den tyd van twee maanden, gelieven te ontdekken. En ten blyke, hoe gaarne het Genootfchap een volledig Antwoord op die Vraage, belangende het Mum-wezen, zou ontfacgen, zal hetzelve ten alka  JAERBOEK EN, Auguftus, 1781. iy8* len tyde bereidvaardig zyn, om zoodaanig Antwoord mer een gouden eerpenning te bekrooncn. Het Genootfchap belpoft by herhaliDge den gewonnen gouden eerpenning, die ook heden aan niemand heef konnen toegekend worden, aan den Scl.ryver, die, voor den eerften van louwmaand 1783, zal toegezonden hebben een voldoend Tydrekenkundig en naauwkeurig bericht van alle inland fche en uitheemfche Schryveren en Schriften, die ter cphelderinge der Nederlandfche Gefchiedenisfen en Oudheden ftrekken, federt het Begin der Graaflykt Regeringe tot op dezen tyd. 1. Men bepale zich by de zeven Vereenigde Geweften van Nederland, en de Landen daar ondei beboerende, 2. Het tydrekenkundige moet betrekke lyk gemaah worden, niet alleen tot den leeftyd der Schryveren, maar ook tot het tydvak, welks gebeurtenis zy be handelen. 3. Men make ook, zo veel mogelyk is, meldingt van de Handfchriften en cnuitgegeevene ftukken, dit onder de Liefhebbers der Nederlandfche Hiftorien bewaard worden; — van de byzondere bejehryvinget der Steden en Dorpen', — en van de fchriften dei genen, die, met verzwyginge van hunne naamen, 's Lands Hiftorien en Staatsbeftier eenig licht bygezei hebben. 4. Noch vordert men eene aanwyzinge, waar met, nader bericht , betreffende de opgegeven Schryvers, Het Genootfchap in aanmerkinge genomer hebbende, dat, hoe zeer het Staats-Recht vai het Nedprlandfche Gemeenebest (lus Publicun Belgicum) ftukswyze door zeer veele en voornaa me Schryvers verklaard is, echter tot nu toe ont breekt eene volledige en welgefchikte handleiding tot recht verftand van die voortreffelyküe en al lernuttigfte Wetenfchap in 't gemeen , en waai door de Vaderlandfche jeugd zou konnen opg^ leid worden » om zich een geregeld denkbeeli Nnnnn 2 daai I 1 Vlts- sinceh» Programmavan V Zeeufcha Genoot* fchap. I l \  Vtis- SINGEN. Programmavan 'i Zeeufche Genootchap. 1590 - NIEUWE NEDERLANDSCHE daar van te maken; beloofde in het voorgaande Programma, en nu opnieuw, den gewoonen gouden eerpenning aan den genen, die, voor den eerften van louwmaand 1782,aan dit Genootfchap aal hebben toegezonden „ het volledigfte en he£ beknoptfte famenftel van het Staatsrecht der zeven Vereenigden Nederlanden, met aanwyzinge j der bronnen, waaruit men nadere en uitvoerigere kundigheden belangende de byzondere punten ; van dit Recht kan haaien." De Schryvers moeten zich in hun voordel niet alleenlyk bepalen by het Staatsrecht, 't gene dezeven Vereenigde Gewesten onderling gemeen hebben, en uit de mededeelinge van fommige rechten der Opperheerfchappije voortvloeit, doch men vordert ookvaa hun eene beknopte en naauwkeurige befchryvinge van het Staatsrecht van iedere Provincie afzonderlyk, alsmede, dat zy by elk artikel, zoo veel mogelyk, opgeven de voornaamfle Schryvers , die het zelve met opzet behandeld en op. | gehelderd hebben. Ook herhaalt dit Genootfchap de toezegginge \ van een gouden eerprys , voor rekeninge en op • het edelmoedige verzoek van het Genootfchap der Kunften en Wetenfchappen te Batavia aftegeven, aan hem, die, insgelyks voor den eer/len van louwmaand 1782, aan het Zeeuwfche Genoot- r fchap zal toegezonden hebben het „ Kortfie , „ zaaklykfte en zeker ft e bericht, belangende de hou* „ winge der Schepen, en 't gene daar toe behoort, 1 „ voor voor zoo veel zulks zyn' invloed heeft op de ge- \ „ zondheid en '/goed der zeevaarenden; — de onder-I ,, houding der manfchap, zoo aanland en op de reede, „ als in zee, ten aanzien eener goede huisvestinge,1 „ kleedinge, Jpys en drank; — de beste wyze, om del „ mondkost in te leggen, te bewaaren, en te berei- i „ den, aan land en op zee; -*> de heilzaamste dran- t ,, ken voor dagelyksch gebruik, tot voorkominge van \ „ het fcorbut, en andere op de fchepen heerfchende „ ziekten-, met ds voorfchriften daar van, , en der, )t zeiver'\  JAERBOEKEN, Auguflut, 1781. 1591 „ zeiver maaten; de noodige verbeteringe van bet by ons in gebruik zynde Scheeps-Brood; — de beste , manier, om de Schepen en het krygsgoed zuiver te houden; — het afzonderen der gezonden, van dt * zieken, zoo op kuil- ah driedeksfchepen;— en 'i ,, gene verder hier toe kan en moet betrekkelyk ge ' maakt worden. ' . , , De Schryvers moeten onder net oog houden. dat dit bericht zoo diene ingericht te worden, dat het ftrekken kan tot een handboekje voor allen, die in eenige betrekkinge ftaan tot de zorge over de Oost-Indiiehe en foortgelyke Maatfchappyen, en vooral voor allen, die zich op de zee-fchepen bevinden, zoo Officieren , als Heelmeesters. Het Genootfchap vordert van allen, die over dn voorltel fchry ven zullen, dat zy een naauwkeuri£ en oordeelkundig gebruik maken van allerleij< Schryvers en Schriften, zoo Nederlandlche ah Uitheemfche, vooral zoodanige, die op proef ondervindingen gegrond zyn, cn meest dienstig zyn tot ophelderinge der onderfcheiden (tukken , hif>r boven gemeld. Noch zullen voor den zoo aanitonds gemeldet tvd de Antwoorden ingewacht worden op deeze Vraage i Welke zyn de waare oorzaaken en kenteeke nen van de najaars-koortfen in de garnizoen-plaatfet van Staats-Vlaanderen; en welke zyn de befte behoed e» geneesmiddelen, die daar tegen, jooralbydeMi litairen. konnen aangewend worden? Men beloof aan het beste en meest voldoende Antwoord dei gewoonen gouden eerpenning aftegeven, te; Voste van zeker' menschlievenden en edelmoedi £en Heer, die zich als noch verkiest onbekem f?houden, en tot het laten voorftellen van dez< vnaee bewogen is, om dat de ondervinding zot dSdelyk geleerd heeft, de fchadelyke gevolgei vïnde najaars-koortfen, die, vooral na Wte er droose zomers, en byzonderlyk onder de M,h S, inde gamizoenplaatfen van Staats. Vlaan wiren, s Nnnnn 3 deren Vissingen. Programmavan 't Zeeufch Genootfchap. 1 l t : 1 1 L » l i I  I5*>2 NIEUWE NEDERLANDSCHE Vus- SINGEN. Programma van ,t Zeeufch Genootfcliap. deren heerfchen, en niet zelden een aanmerkelyk aantal van dezelven naar het graf liepen. Het is eene bekende waarheid, dat het belang van den Koophandel, welke door middel van de Zeevaart wordt gedreven, vordert, dat de Schepen, zoo veel mogelyk, konnen worden beladen met veele koopwaaren, en te gelyk met vereifchten fpoed een' vaardigen voortgang konnen maken , zoo wel voor den wind , en in ftille zee, als by tegenwind, daar 't wenden noodig is, en in holle zee,- wanneer de zwaarte van 't Schip, vermeerderd met de ladinge, ook noch aanmerkelyk vergroot wordt, door de nederdrukkende kracht der byftaande zeilen, waar door het zelve dieper in het water zinkt, dan uit de zwaarte van Schip en ladinge , op zich zeiven en alleen befchouwd, zoude volgen. Scheepsbouwmeesters weten, dat de famenvoeging van deze twee Scheepshoedanigheden, groote lading en teffens vaardigheid en traagheid in den voortgang, met allerlei wind en zeeën, zonderling afhangt van de gefteldheid van dat gedeelte der Schepen, dat in het water wordt neergedrukt, zoo door't Schips eigen zwaarte, als door de zwaarte der ladinge; welk gedeelte doorgaans het Levendeel wordt genoemd. Ook is't bekend, dat de ondervinding op de Proef heeft geleerd, dat een Schip, toegefteld uit flaauwe waterliniën, wel is gefchikt tot eenen vaardigen voortgang 'door het water, by gematigd weêr, endaar uit vloeiende ftille zee: Doch dat dit geen plaats hebbe met zwaaren wind, en hoogfchietende zeeën; om dat de kleine cirkelboog , die het voorfchip uitmaakt , niet beftaanbaar is, om wegens de zwaarte, zoo van 't Schip, als de inladinge, benevens de nederdrukkende kracht der byftaande zeilen, het diep inzinken van het Schip in zee te beletten. Boven dien heeft de ondervinding geleerd, dat zulk een Schip, 't geneuk flaauwe boogen of wa- ter!  JAERBOEKEN , Auguftus, 1781. 1593 terlinien is gefield, eene ongelyk grootere cirkelboog moet maken, eer het door den wind is; gewend, of zelfs voor den wind moet wenden, dan de cirkelboog is van een Schip, dat uit meergebogen Liniën is gefield , het geen eene kleinere^ boog maakt, en dus korter kan wenden, dan het: eerfteemelde met flaauwer boogen. . Nochtans zyn 'er verfchillende begrippen, onder de Scheepsbouwmeesters, ten aanzien van de, iuiste gefteldheid van het deel der Schepen, dat door de genoemde oorzaaken in het water wordt ingedrukt, en het Leevendeel wordt genaamd, in welkers wel gefteldheid zoo wel de lading als de vaardigheid zoo veel belang heeft. Derhalven heeft het Zeeuwfche Genootfchap befloten, met belofte van eene gouden Medaille aan den besten fchryver voor rekeninge van het Bataviafche Genootfchap, optegeven, terbeantwoordinge, voor den 1 van louwmaand 1783, deze tweeledige Vraage: , . „ „„„ Vooreerst: hoe groot moet de Cirkelboog zyn van het voorfchip, of de zoogenaamde boeg, indien dezelve zalgefchikt zyn, om het water zacht te klieven, tot bevorderinge van eenen vaardigen voortgamt, en teffens beftand te wezen, om het te diep inzinken der zwaarte van Schip en lading, door de drukkende kracht der byftaande zeilen, voortekomen? . '■ Ten tweeden: hoe groot moet de boog van hel geheele Scheeps-lichaam zyn , op de lyn van hei neêrgeladen Schip , ter bevorderinge van he: fpoedig wenden, zo wel voor den wind,als dooi deDeWantwoorden op alle deze gemelde vraager en voorftellen moeten leesbaar gefchreven, - 11 de Nederduitfche, Latynfche , of Franfche taa ongefteld, - met een dubbel, ofaffchnft, voor srJeS, - èn, voor den bepaalden tyd, vracht w aan den Heere Justus Tfeenk, Secretaris van^he Nnnnn 4 *J° 1INGKN, Programmaan het Zeeufch genootrchap. [ l l r  Vli«. sjngen, Pro-granttnavan 't Zeeufch Genootfchap, Vep- 1594 NIEUWE NEDER LANDS CHE - Genootfchap der Wetenfchappen, te Viisfinsen.* toegezonden worden. De Schryvers moeten hunnen naamen niet by de Verhandelingen voegen; doch dezelve met eene zinlpreuke voorzien , en laten verzeld gaan met een verzegeld briefje , dezelfde zin'preuke tot opfchrirt hebbende, en waar in de naam en woonplaats der Schrvveren gemeld liaan. Elk kan naar den prys dingen: uitgezonderd de Leden van dit Genootfchap; wien het echter zal vryftaan over de voorgcftelde Vraagen te fchryven, en hunne Antwoorden, op de bepaalde wyze, toetezenden , doch onder voorwaarde, dat zy, zoo op de Antwoorden ,als op de verzegelde billetten, achter hunne zinfpi ;uken, deze woorden : Ltd van het Zeeuwfche Genootfchap moeten plaatsen. Wie een'eerprys behaalt,zal geen vryheid hebben, zyne bekroonde Verhmdelihge,'tzy g-heel, 't zy ten deele, in het Nederduitsch, afzondeilvk te doen drukken, of in eenig ander werk uittegeven: ten ware hy hier toe vooraf vryheid van het Genootfchap zal verzocht en verkregen h-bben. Het Genootfchap behoudt aan zich het recht, om, naar goedvinden, gebruik van alle d- toe-eBondene Antwoorden temaken, en dezelven geheel, of ten deele ,in zyne werken te doendrukJcen: lchoon de prys daar aan niet mozte toegewezen zyn. " ° Wanneer alle de Directeuren en Leden, elk in zyne bijzondere betrekkinge, het belang van dit Genootichap met de daad blyven behartigen, mag men met reden hopen, dat hetzelve meer en meer zyn groot doelwit zal bereiken, 't gene geen ander is, dan de eer van God, de uitbreiding van Kunften en Wetenfchappen, het heil der menfchelyke Maatfchappye, en het nut van'*  JAERBOEKEN, Auguftus, i?8r. 1595 Verders zyn tot leden van dit genootfchap\ verkoren de Heeren Daniël Thomas 3 ker-s kenleeraer by de Walfche Gemeente alhier j Mr. Willem Aernoud Kien van Citters, Schepen en Raed te Middelburg ; Jan Hendrik Stoite 3 Stads geneesheer en lid van de Gezwoorene gemeente te Zwolle; Gerard de Haas, S. S. Theol. Doel:, kerkenleeraei by de Hervormde Gemeente te Amlteldam; H- Mirandolle van Ghert, M. D. en Stads Vroedmeefter te Breda; Jan des Reches Secretaris van de Keizerlyke Koninglyke Academie der Wetenfchappen te Bruil'el; J. B, de Bennie, M. D. te Antwerpen, Lid varj die zelfde Academie. UTRECHT. Utrecht, Men kan ziqh 3 omtrend de voortreflykheic der drukkunft, niet korter nog krag tiger uitdrukken, dan zeker fchryver gedaer heeft. C'eft VImprimerie zegt hy, cettt augufte invention; qui a propagé la lumiere Les tyrans de la raifon humaine , avec leur, ^ent bras, n ontpit arrêter fon cours invincible Rien ?ia été plus rapide, qife cette commotio) falutaire 3 donnée au monde mor al par le fo teil des arts i II a tout inondé d'un éclat vif fur & durable. (*) Dog deze voortreflyk heid neemt geenzints weg, dat men ook vai dezi £*) L'An deux mille quatre cent quarante, p. 381. Nnnnn £ 7LISIJSQEN j ; I 1 l  %$96 NIEUWE NEDERLANDSCHE U- TRECHT. Plac. tegen las* terfchriften in 't gemeen i en byzonder tegen den Hertog. deze fchoone uitvinding, even als van alle andere zaken, kan misbruik maken j maer het is en blyft fteeds by alle Staetkundigen een onoplosbaer vraegftuk, hoe men de misbruiken kan tegengaen zonder het grooter nut te verhinderen. Wy hebben hier te voren, uit 'sGravenfiage, van de klagten van den Hertog van Brunswyk gefproken. Dezelven hadden ten gevolge, dat^ de Staten van Utrecht den 4 July i78i.het navolgend Placaet beraemden, sn lieten afkondigen. T"\e Staten, van den lande van Utrecht, doen te 1V weten, dat wy, met zeer groot misnoegen en verontwaardiging?, in ervaring gekomen zyn, dat yerfcheide onrulb'ge geeften, byzonder fedcrt eenigen tyd herwaarts , in plaatfe van zich, als goede ingezetenen van den Staat, in alle ftüheid te gedragen, en de zorge en het beduur van de gemene zake van het lieve Vaderland over te laten, en toe te vertrouwen aan de hoge en wettige Overheid dezer landen, en den genen, aan pvelke by de hoge Overheid eenig bewind daar wer is aanbevolen, zonder zich daar omtrent te bemoeijen, of eenige tweedrachr of partyfchappen te verwekken of aan te kweken; zich niet Dntzien , niet alleen by nadelige en kwaadaartig verdigte discourfen en geruchten, maar ook door het maken , uitgeven , verfpreiden en onder den gemenen man brengen van Pasquillen , fcandaleufe Boekjens of Libellen, Gedichten, Printen en. diergelyke , op het beduur van de hoge Overheid, of het bewind en directie der genen, die in eenige, het zy hogere, het zy lagere, pollen of bedieningen zyn gefield, te formeeren aanfto:elyke reflexien en kwaadaartige infimulatien en calumnien, zonder grond , alleen voortfpruitende uit een geeft van kwaadwilligheid en partyfchap,  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1597 en dat, inzonderheid, zodanige kwaadwillige perfonen niet gefchroomd hebben, zulks te doen met opzicht tot den perfoon van Zyne Furftelyke Doorluchtigheid , den Heere Hertog van Bruns. wyk, Veldmaarfchalk in dienft van dezen Staat; ftrekkende alle dusdanige kwaadaartige en calum meufe ondernemingen en practyken niet anders dan tot het verwekken en aankweken van onruft twift en tweedracht, en tot fletrisfure van de een en goeden naam van perfonen van hogen en min deren rang: ende alzo, byzonder in deze tyds omftandigheden, de gevolgen daarvan niet an ders, dan ten eenenmale verderflyk konnen zyn waarom daar tegens erHcacieuslyk behoort te woi den voorzien, gelvk ook byverfcheide voorgaan de Placa'en en Pu'blicatien is gefchied: zo is 't dat wy hebben goedgevonden , wel expreffe'y en op het fterkfte te interdiceren en te verbie den, zo als wy interdiceren en verbieden by de zen, het maken , drukken , verkopen, veripre den en onder den man brengen van enigerhand fomdaleufe of fameufe Libellen , Gedichten c Printen, onder wat naam of titul zulks zoude mc gen wezen, het zy met of zonder naam van de maker of drukker, ofte ook zodanigen , elde: gemaakt of gedrukt zynde, in deze Provincie te brengen en te verfpreiden, direct of in ine reet., het zy dezelven zyn ftrekkende tot nade en vilipendie van de hoge Overheid, of van we gemelden Heere Hertog van Brunswyk, of v; eenige andere hoge of lagere ftands perfonen dienft van dezen Staat, op pcene van confiscat van alle de gedrukte exemplaren , die daar vi binnen deze Provincie mogten worden bevondei en van eene boete van een duizend guldens , : wel by den autheur, als by den drukker, uitg ver, inbrenger, diftributeur of verkoper, teve beuren t'elken reize, en daar boven , naar eJ gentie van zaken, arbitralyk te worden geftraft 1 gecorrigeerd: te appliceeren de voorn, boete, e< di TRECHT# Plac. te* gen lasterfchrif*t ten in 'f gemeen ; enbyzon* der tegen den Her.tog. » s t 1ns n i- 2l 1- [Q n ie in 1» :o 2r:i;n:n :r«  i5£>8 NIEUWE NEDERLANDSCHE t1- ÏRECHT Plac. tegenïlasterfchriftenhi 't gemeen enbyzon der tegen den Hertog. i . I 3 c ( l Req. van{ 't Boekverkopers^Gilde we-ï gens 't r Plac. * van 4 s 7»iy > 3781. ». 5: 3! IJ 3J J> J5 »» derde ten behoeve van den officier, die de calan,ge doen zal, een derde ten behoeve van den aanbrenger, (wiens naam, des begerende, zal worden gefecreteerd) en een derde ten behoeve van de Diaconie-Arme» der plaatfe, alwaar de calange zal wezen gedaan. Ordonnerende en bevelende wyders allen officieren en rechteren in de Stad, Steden en Landen dezer Provincie, genen uitgezonderd, gelyk wy ordonneren en bevelen by deze, dit ons jegenwoordig Placaat ftrictelyk en precifelyk te executeren en doen executeren, naar deszelfs ~orme en inhoude, zonder eenige diflimulatie of :onniventie enz. (was getekend) C. A. VOS. Welhaest wierden de ongelegenheden van iet voorgaeude Placaet gevoeld, zo als is ftenemen uit een verzoekfehrift van het Joekverkopers, Boekdrukkers, en Boekbiniers Gilde dezer Stad, in deze maend aen ie Saten ingeleverd , van den navolgende inoud; Aan de Edele Mogende Heeren Staaten van 't Lands van Utrecht. geeven onderdaaniglyk te kennen, de Deekens J en Overlieden , van het Boekverkopers, 'oekdrukkers en Boekbinders Gild. Dat de Supilianten in zcere groote verleegenheid en ongeustheid gebragt zyn, door UEd. Mog. Placaat an den 4 July 1781. waarby UEd. Mog. „ heb, be goedgevonden wel expresfelyk en op het , fterkst te interdiceeren en te verbieden, het maaken, drukken, verkopen, verfpreiden en onder de man brengen van eenigerhande fchandaleufe of fameufe Libellen, Gedigten of Prenten , onder wat naam of titul zulks zoude moge wezen, het zy met of zonder naam van den Maaker of Drukker, ofte ook zodanige, elders gemaakt of gedrukt zynde, in deeze Provintie in te biengen en te verfpreiden, direct of indi- „ reér,  JAERBOE KEN, Aïigufius, 1781. fya$ „ reet, het zy dezelve zyn ftrekkende tot nadeel „ of vilipendie van de Hoge Overigheid of van „ den Hertog van Brunswyk, of van eenig ander hoogere of laagere Stands •Perfoonen in dienst „ van deezen Staat, op poene van confiscatie van „ alle de gsdrukte Exemplaaren, die daar van binnen deeze Provintie mogten worden bevon„ den, en van een boete van eenduizend guldens, „ zoo wel by den Autheur, als by den Drukker, „ üitgeever, Inbrenger, Distributeur of Verkoo„ pers te verbeuren, t' eiken reis en daar boven „ na exigentie van zaaken." Dat de Supplianten wel bewust zyn, dat diergelvke Ordonnantie reeds in den Jaare 1702. dooi Hun Ed. Mog. binnen deeze Provintie is gearre? teert, offchoon dit laatst geëmaneerd Placaat no{ verder is geëxtendeert met betrekking tot de be leediging of vilipendie van hogere of lagere Stands Perfoonen 1 Dan is het teffens zeeker, dat voorfz Placaat van 1702. zeedert veele Jaaren niet, ei misfehien nimmer is geëxecuteert, by aldien eei zoogenaamd fameus Libel met den naam van de; Autheur of Drukker beftempeld was. Dat de Sup plianten nog naagaande de zwarigheden en gevaa ren, waarin zy door het gemelde Placaat van UEc Mog. in deeze tydsomftandigheeden gewikkeld worden, en aan hun zelve verpligt zynde, or hun eigen of hunner meede Boekverkoperen ruïne zoo veel doenlyk voortekoomen of aftekeeren te raaden zyn geworden eerbiediglyk onder he oog van UEd. Mog. te brengen de gevolgen, we ke uit eene ftrifte executie van meergemelde Pk caat voor fommige Boekhandelaars zoude kunne ontftaan, in hope dat UEd. Mog. gunftige refle tie zullen gelieven té ftaan, op dit voorftel d onde<-geteekend"n. en door eene goedertieren bepaaling zoodanige voorzienige zullen geli ven tp doen, als totwelzyn van de Lande en ti wegneeming van de uit he't Placaat, refulteerem zwarigheeden gefchikt zyn zullen. Dat de Su] pliaacen hier om de vryheid 'neemen UEd. Mo yoc U- ■ rKECHTv Req. van 't Boekver Kopers Gilde wegens 't Plac. van 4, 178T- i 1 ■ 1 !- n ie >t Ie n g». r-  ONTRECHT, Req. van 't BoekverkopersGilde wegens 't Plac. van 4 1781. j ! ] 1 c c I i d h d v ïr B ai *5 d; bl d< tv ee m in vc kt ze he 1600 NIEUWE NEDER LANDSCHE voortedraagen, hoe gaarne zy zouden obediëeren e"nd°en agtervolgen de heilzaame oogmerken, welke ULd. Mog. by hec emaneeren van het Placaat hebben aan den dag gelegd, en dien volgens ook zeer gaarne erkennen, dat het voeden vanltwisc en tweedragt, het fletrilTeeren van de eer en goede naam van Perfoonen van hogere en mindere rang, ten eenemaalverderfelyk konnen zyn, voor het welzyn van het dierbaar Vaderland. Dat de de Supplianten dus ten fterkfte afkeerig zyn, van het verkoopen van zoodanige Libellen, welke zy :ot voorgemelde fchadelyke einden s zoude weeen te ftrekken: Dan moeten de Supplianten te ;elyk aan UEd. Mog. vertoonen , hoe bezwaaryk. ja onmoogelyk het is, voor eenen Boekver:oper, om volgens den letterlyken zin vanhetPlaaat, niet den een of anderen tyd, hetzelve te vertreeden, door het verkoopen van Boekjes, raar in de een of andere hoogere of laagere Standserfoonen zoude kunnen vermeinen gevïipeneert of minagt te zyn, en dit, niet tegenftaande e Boekverkoper hier van geen de minfte bewusteid heeft; nog volgens den aart van zynen hanei hebben kan. Dat UEd. Mog hier van ten ollen overtuigd zullen zyn, wanneer UEd. Mog. overweeging zullen gelieven te neemen, dat een pekverkoper volftrekt buiten ftaat is, te leezen Ie zoodanige Boeken of Papieren, welke dageks aan hem ter verkoop worden geaddresfeert: it hy dus, meest voor altoos geheel onkundig yft van den inhoud van het grootfte gedeelten :r Boeken of Libellen, die door hem verkogt ?rden, zoo niet na een veelvoudig debiet den n ot ander hem den korten inhoud by discours ;ede deelt; dat ook meermaalen de taaien, waar zoodanige Papieren gefchreeven zyn , dezelve °r ofte V£eIen onverftaanbaar maa- n; dat de Titels meermalen zoo weinig van derIver inhoud aanduiden, dat het cnmogelyk is t groot oogmerk of voornaame inhoud , veel min  JAERBOEKEN, Auguftus. 1601 min de byzondere desfeinen daar uit optemaaken; dat het dus by een Boekverkoper by kans volftrekt-] onmogelyk word om zig te wagten van niet te eeniger tyd een Boekof Gefchrift te verkoopen,j waar in de een of andere Stands-Perfoon zelfs di-' reet fmaadelyk mishandeld wierd. Maar de zwa-i righeeden worden nog vermeerderd , indien de( Boekve1-kopers, volgens de opvatting van de in-J tentie van het Placaat, door fommige lieden, ver-j pligt zoude zyn te verantwoorden voor de bedoel-i de of niet bedoelde uitleggingen, welke aan ver- \ digte zamenfpraaken , gebeürtenisfen , onder' vreemde naamen, en vercierde Perfoons-verbeeldingen gegeeven worden: Dewyl het dog zeker is, dat diergelyke verdigtzels zeer verfchillendeen fomtyds ftrydige uitleggingen onderheevig zynen meermaalen verkeerdelyk worden toegepast, zoo dat het voor Boekverkopers, die geen uitleggers van Fabulen konnen zyn , ondoenlyk word hun affaire voor te zetten , indien zy aanfpraakelyk waaren voor deraatfelagtige beteekenisfen van ingewikkelde voorftellingen: Dat de verleegenheid der Boekhandelaaren nog merkelyk is vergroot geworden door de uitdrukkingen by het Placaat gebezigt, die zoo veelerhande toepasfingen toelaaten, welken of fchoon door UEd. Mog. niet bedoelt,nogthans daar van gemaakt kunnen worden, en deBoekverkopers dus blootftellen voor Actiën of Perfecutien, die, hoe gegrond , nogthans zeer onaangenaam en fchadelyk zyn; Dat dit byzonder voorkomt in de woorden; tot Vilipendie van hoger» of lagere Stands-Perfomen in dienst van deezen Staat. Dat hier uit zeer bezwaarlyk is op temaaken, wie de laagfte Stands-Perfoonen zyn, tot welker protectie UEd. Mog. de rigeurs van dit Placaat hebben gelieven uit te ftrekken ; te meerder om dat in de premisfen van hogere en lagere Posten of Bedieningen, gefprooken word: maar de Boekhandelaars zyn het meest bedugt voor de opvatting van het woord Vilipendie. Waqt offchoon de Supplian- tcs U- 'RECHTV leq. van t Boekverkoperslilde vegens '4 ?lac. an 4 July 78U  ü- TRECH1 Req. vat 't Boekverkoper,Gilde Uiegens ' Plac. va; 4 July 1781. s i i s 3 i i t i6os NIEUWE NEDERLANDSCHË ten wel weeten, dat vilipendie te kennen geeft* .minagting, veragting, verguifing, befpotting en diergelyke , het is onbetwistbaar, dat laagagtingof rminagnng van een hoog of laag Stands-Perfoon in zulke een zeer geringe graad hier kan genoomen 'worden, dat by niemand, als by die van een fyne fmaak en delicate fenfibiliteit op het poinft van eer fis, zoude kumien bezeft worden. De Supplianten mioeten dan eerbiedig remarqueereh , dat de be* paaling van die misdaad zoo ruim genomen is, dat betbykans ondoenelyk is, dezelve in zyne mogelyke uitgebreidheid te vermydem De Supplianten verzoeken verlof of met relatie tot deeze uitdrukking UEd. Mog. attentie te verzoeken op de alhier byzondere applicable Inftruétie, die de ver* ftandige Keizerinne van Rusland by het maakeri van een nieuw Wetboek gegeeven heeft, §. 449 en volgende, alwaar gezegt word. „ Indien de i, misdaad van Gekwetfte Majefteit, befchreeven word frt de Wetten, in te onbepaalde uitdruk„ kingen, word de deur geopend voor veele Abuij ü fen: by voorbeeld,de Chineefe Wetten bevee-'ü Ien met de Dood te ftraffen :die geenen> die irt „ gebreeken blyft, aan den Keizer die agting te r, betooncn, welke men hem fchuldig is, maar , daar de Wetten niet bepaalen, waar in het ge, brek van agting, ■ laagagting , minagting) be, ftaat, kan men een menigte voorwendzels hebi ben, m naar maaten men zulks dienftigoordeelt, , het keven te beneemen aan die geen, welke men wil , bederveii, en dus eene Familie te grond helpen* , welke men wenscht te ruïneeren. Twee Per, foonen, welke gelast waaren om de Hof-Courant , te fchryven, hadden in dezelve gefteld eene , gebeurtenis van geen belang, dog met eenige , omftandigheeden, die niet nauwkeurig met de , waarheid overeen kwamen : men maakte tee, gens hun deeze befchuldiging -.Leugens te zetten , in de Courant van het Hof is minagting, vilipen, die voor den Keizer, en op deeze grond ver* / *> loo-  JAERBGEKEN, Auguftus, 1781, 1603 5, iooren zy beide het leeven." Dat de Supplianten wel niet bedugtzyn, dat in ons Land de Ar-] bitraire Correctie, welke tot eene meerdere affchrik nog boven de boeten van een duizend Guldens by. UEdele Mogende Placaat gevoegd is, tot het uitoeffenenvan Dood-Straffen zal uitgeftrekt worden;: dan is en blyft het voor de Boekverkopers altoos 1 ten uiterfte gevaarlyk , maken de Misdaad onbe-j paald, en boven dien de ftraffen Arbitrair, gefield, word , dat elk te meer hier voor bevreest moet 1 zyn in lyden van partyfchappen , van welke de, ondervinding leert, dat een yverig deelneemer in de belangens van de eene of andere partye wel eens anderfints eerlyke en kundige Lieden heeft doen afwyken van de eenvoudige bevattingen van Waarheid en Geregtigheid , en doen overhellen tot begrippen, die zy zelfs in bedaarder tyden {veroordeeld zouden hebben;dat die zelfde omftandigheeden van tyden voor de Boekverkopers fteeds bezwaarlyk maakt, wat zy verkoopen of wat zy afwyzen zullen, om reden dat een en andere Ge> fchriften aan hun worden voorgedraagen , als behelzende zeer gegronde en voor de Maatfchappye of Conftitutie des Lands nuttige Zaaken of Waarheeden, terwyl die zelve van andere Leden als dienende tot aankweeking van tweedragt, partyfchap, vilipendie der Regeering , en oproer worden gedecriëert. Dat de Supplianten niet genoeg in ftaat zyn te beoordeelen, welke Gefchriften, Staatkundige, heilzaame waarheeden in zig behelzen, en dus, gevaar loopen van mis te tasten en voor waarheeden aan te zien, het geen by andere voor gevaarlyke Voorftellingen gehouden word; ten terwyl UEd. Mog. niet hebben bepaald, welke Schryvers of fborten van Gefchriften zonder gevaar kunnen worden verkogt, of niet mogen worden verkogt, zullen de Boekverkopers zig in de facheufe fituatie bevinden van niet anders als oude Boeken te mogen verkopen, uit vrees dat in Ooooo net Ut- tECHT. Req. van t Boek- 'erkopers ji/de vegens 'i ?lac. 'an 4 July [781*  IÓ04 NIEUWE NEDERLANDSCHE U- ÏRECHT. Req. van 't BoekverkopersGilde wegens 't Plac. van 4 July 1781. j iet een of ander nieuw Boek iets mogt gevonden worden , welk een hoger of lager Stands-' Perfoon oordeelen mogt tot laag-of minagting van rem te ftrekken; Dat boven dit alles de Boekverkopers dagelyks in gevaar zyn van misleid te worden door den eenen of anderen listigen Perfoon , die een kwaadaartig Boekje kennende, aan een Boekverkoper order geeft, het te ontbieden ; en terwyl de Boekverkoper het [niet kan uitleezen, voor dat het afgeleevert word, is de kooper in ftaat, of zelfs, of door een ander, den Boekverkoper aan het Geregt aan te brengen , om een lerde te genieten van de boeten van een duizend 3ulden, dat tot een aanmoediging van Delateurs Delooft is; Dat de Boekverkopers dus nauwlyks weeten, wie zy betrouwen zullen, en telkens vreezen moeten , dat zy, hoe omzigtig ook, zullen worden opgeligt, of dat 'er word toegelegt om iun te ruïneeren. Dat by het voorgaande Pla:aat dus wel gezorgd is , voor de Eer der hooge m laage Stands-Perfoonen, dan dat het hulpmiddel zeer gevaarlyk is geworden voor eene geheele Clasfe van Menfchen , die UEd. Mog. Onderdaanen zyn,en dus UEd. Mog: immediaate befcherming perdienen, en ook altoos ontwaar zyn geworden, lat UEd. Mog. alle onheilen zoo veel doenelyk van hun zoeken af te keeren: Dat uit al hetvoorgeftelde zigtbaar is, dat zoodanige Boekverkopers , al hun beftaan winnen , • door het verkoopen van daagelvk nieuw uitkoomende kleinigheeheeden , geruïneerd zullen worden , indien het Placaat,invoegen het geëmaneert is, word geëxecuteerd. Want zy zullen of bykans niet kunnen verkoopen of in dagelyks gevaar zyn van door iet verbeuren der boeten verlooren te zyn; tervyl andere grootelyks belemmert, en den Boeklandel, die zedert eenige Jaaren fterk alhier is coegenoomen, zeer aanmerkelyk tot nadeel van 't algemeen geftremt zal worden en afneemen: waar by  JAERBOEKEN, Auguftus 1781. xfojf by komt,dat verfcheide offchoon zeeromzigtig, nogthans onfchuldige Overtreeders zullen worden van het Placaat van UEd. Mog. want de Supplianten vertrouwen,dat UEd.Mog, zullen geconveniëerd zyn, dat de Boekverkopers buiten ftaat zyn te weeten, wat den inhoud is der Boeken,die zy verkoopen, dat de Titels geen genoegzaam teeken zyn, waarop zy zig verlaaten kunnen; dat dit nog bezwaarlyker word , wanneer onder den fchyn' van Historiën of Saamenfpraaken eenige allufien werden gemaakt op gebeurde zaaken; dat byzonder de onbepaalde uitdrukkingen van het Placaat, de overtreeding bykans onvermydelyk maaken, en elk Boekverkoper blootltellen voor aanklagten wegens het verkoopen van Boeken, ftrekkende toe minagting van den een of ander Stands-Perfoon van hogere of lagere rang: Dat het al verder in deeze omftandigheden van tyden, voor een Boekverkoper ondoenlyk is, de Boeken of Schriften, welke nut of onnut zyn, te onderfeheiden van elkanderen ; dat boven dien de Boekhandelaars bloot gefte'd worden om door misleidingen bedroogen en voorts zeer benadeelt en zelfs geruïneert te worden , alle welke zwaarigheden grootendeels voor* gekoomen zoude worden, indien het UEd. Mog. behaagde om volgens het oud gebruik aan Boekverkopers vry te laaten, alles te verkoopen, waar by den Autheur of Drukker zig bekend maakte, en dus ook aanfpreekelyk bleef voor het geen goed vond te fchryven: dat de Supplianten nogthans wei willen erkennen . dat alle misbruiken in deezer voegen niet kunnen werden voorgekomen; dan ver» mits uit een nog meer bepaalde handel wederom andere onheilen voor veele Lieden der Maatfchappye ontftaan, die de gemelde volkomen opweegen, zoo als hier voor is gededuceert ; vertrouwen de Supplianten, dat UEd. Mog. dit alles in gunftige overweeging zullen gelieven te neemen, en te verftaan, dat aan de Boekverkopers zal vry ftaan alle zoodanige Boeken, Schriften en Papieren te verOoooo 2 koe- U- rRECHr; Req. van 'i BoekverkopersGilde wegens V Plac. van \ ?u!y 1781.  iöo6 NIEUWE NEDERLANDSCHE Utrecht. Req. var, 't Boekverkoper.Gilde we gens 't Plac. vai 4 >b 1781. koopen, waar van den Autheur of Drukker, 't zy door zig te noemen als anderfints, aan hun bekend is, of dar'Ud. Mog. iemand zoude gelieven te uoemen, die 700 fpoedig nodig alle uitkomende Schriften zoude moeten examineeren en bepalen of dezelve verkogt mogen worden dan niet, ofte anders ter wegneeming van de voorgeftelde zwarigheden tegen de uitvoering van UE '. Mog. Pla;caat. en ter confervatie van den handel en beftaan van fommige Roekhandelaaren , zoodanig hier in disponeeren, als UEd. Mog. na derzelver hooge wysheid zullen oordelen te behooren. (was geteekend) W. J. REERS. A. van PADDENBURG. G. T. vanPADDENBURG, G. van den BRINK. D. KEMMING. De Edele Mogende Gedeputeerden van de Staten 'sLands van Utrecht, hebben op den 3 dezer maend het navolgend Reglement tot voorkoming van brand ten platten lande, door het broeijen van hooi, beraemd. Art. I. rvit alle Opgezetenenten platten Lan*-J de, dewelke eenig meer dan gewoonlyk broeijen van hooy komen te ontdekken , daar van aanftonds kennis zullen moeten geven aan den Schout van het Gerecht, deszelfs gefubftitueerden, ofte aan een van van de Schepenen, die het naafte by de hand is, dewelke als dan gehouden zullen wezen het zelve, zo ras mogelyk, immers binnen drie uuren na de gedane advertentie, te gaan examineren, en eenig gevaar vrezende, terftond het Gerecht by den anderen convoceren, ten einde het zelve daar van kenniffe te geven.  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1Ö07 II. In welken gevalle Schout en Gerechte ook met de Brandmeefters (zo die daar zyn) aanftonds zonder tyd verzuim, het zelve Hooy rondom zien, en doen examineren zullen , met een hout of yfer daar in te doen fteken, op die plaatzen a'waar het zelve Hooy meeft fchynt te broeijen, en eenig gevaar bevindende, zullen zy den eige naar of bewaarder van het Hooy aanmanen en, des noods, ordonneren, het zelve Hooy van de plaats aanftonds te verwerken , en zo verre van de huizen en betimmeringen te brengen, als Schout en Gerechte, met de naafte geburen , oordelen zullen te behoren. III. Ten welken einde de naafte geburen, en boven dien noch zo veel meerdere manfchap als Schout en Gerechte, naar de omftandigheid ende fituatie, waarin het Hooy in de bergen, op de zolders, in de fchuuren, of op fchelven zich bevindt, nodig zullen oordelen, gehouden zullen zyn, niet alleen in perfoon, maar ook met hunne Wagens, Paarden, Schuiten en Gereedfchappen, behulpzaam te zyn. Zullende de geburen en andere Ingezetenen van het Gerecht, ook de In- en Opgezetenen van de daar naaft gelege Gerechten , indien zulks gerequireerd wordt, verplicht zyn op de eerfte aanmaning, het zy dezelve mondeling , of ook door het luiden der klok, of andere tekenen gefchiede, op te komen, om het Hooy te helpen verwerken en verder te doen, wat geordonneerd zal worden. IV. Op plaatzen, alwaar een Brandfpuit is, of fchielyk kan bekomen worden, zullen Schout en Gerechten, voor en alleer het Hooy los gemaakt en verwerkt wordt, de Brandfpuit met verder Blufchgereedfchap daar by brengen, ten einde by onvoorziene toevallen, die door het losmaken van het Hooy , door den wind of anders, niet zelden veroorzaak worden,dezelve in gereedheid te hebben. Ooooo 3 V. ö- rRECHT. Regie' ment tot voorkoming van brand door hooi.  i6oS NIEUWE NEDERLANDSCHE U- TREGH1 Regiem, tot voorkomingvan brand door hooi V. En verftaan wy, dat in alle Gerechten ten .platten Lande dezer Provincie gemaakt en behoorlyk onderhouden zal moeten worden een bekwaam yzer, als men gewoon is by dc Hooy-Schouwen te gebruiken , om te examineren of het Hooy broeit; welk yzer by de Brandfpuit, ter plaatzen waar dezelve zyn, en anders in de Gerechtshuizen , zal moeten worden bewaart. . VI. Ingevalle Schout en Gerechte met de naafte geburen, die meeft aan het gevaar blootgefteld zyn , mogten oordelen het broeijen zo fterk te wezen, dat het Hooy, niet zonder merkelyk gevaar, zou kunnen losgemaakt en verwerkt worden , zullen Schout en Gerechte het zelve Hooy met de Brandfpuit, daar die is, of anders door zodanige anderen Werktuigen, als by de hand zyn, doen nat maken en begieten, ook bovenin het Hooy, indien zulks mogelyk is, een gat of opening laten maken, om het water daar in te brengen , ten einde het zelve des te meer te doen doortrekken. VIL Indien iemand van de geburen ofte van de andere In- en Opgezetenen weigerig is, op de waarfchuwing aan hem, door een der Gerecbtsperfonen, den Bode, Brandmeefter of ander perfoon, door den Gerechte daar toe aangefteld, op te komen, of gekomen zynde, de ordres van Schout en Gerechten met allen yver uit te voeren, ofte ook ftil uit zyn aangewezen poft weg te gaan,zal dezelve incurreren een boete van drie guldens, ten behoeve van de Diaconie Armen der plaatzen, alwaar het broeijend Hooy gevonden wordt, en zullen daar en boven Schout en Gerechte een ander perfoon in deszelfs plaatze en tot zyn koften mogen ftellen. VIII. En zo de eigenaar of bewaarder van zodanig broeijend Hooy onwillig mogte gevonden worden, de ordres van Schout en Gerechten te doen cf te laten doen, zal dezelve niet alleen verbeur-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1609 beuren een bóete van hondert guldens, ten behoeve als boven, maar zullen ook Schout en Ge-' rechte, of in abfentie van den Schout, deszelfs ' gefubftitueerde en Schepenen, het zelve Hooy, ten kotten van den Eigenaar} m-gen doen ver werken en brengen ter plaatze, als zy zullen oordelen te behoren, ofte ook, des noods, op de plaats nat maken en begieten , zo als zy, met overleg van de naafte geburen , zullen oordelen nodig te zyn: ook in cas van oppofitie of kwaadwilligheid, met affiftentie van de Dienaars van de Juftitie, zo verre by der hand zullen zyn, die gehouden zullen zyn, in dien gevalle, Schout en Gerechte te affifteren. IX. Alle de onkoften, hierop te vallen, zullen door den Schout promptelyk worden voldaan, en door denzelven moeten worden gerepeteerd van den Eigenaar van hef Hooy , met een halve ftuiver voor Gadergeld, volgens eene fpecifique Memorie, door den Schout aan denzelven te ge ven: En zal de Eigenaar van het Hooy gehouder zyn dezelve onkoften promtelyk, immers binner 14 dagen, na dat de Memorie daar van aan hen zal zyn ter hand gefteld, aan den Schout te refti tueeren: Doch daar van in gebreke blyvende,za de Schout, na laps van den voorn, tyd, op autho rifatie van den Gerechte , dezelve onkoften, me den derden penning voor zyn gewin , by parat» executie aan de gereedfte goederen van den Ei genaar mogen verhalen. In kenniffe van my C A. VOS. Ook hebben de Heeren van den Gerecht dezer Stad de Publicatie, tegens het vloeke: en zweeren, en ontheiligen van des Heerei dag, in ons ftukje van Juny mede gedeeld O0000 4 dei D. tRECHT. Regiem, tot \ oorkomingvan brand door hooi, L 1 t > 9j 1 1 I 1  TR;E€HT Interpr. en Ampï. van publ. tegen vloeken, zweeren ■enz. 1 ] 3 < f < s \ a I v h >, V g iSfo, NIEUWE NEDERL ANDSCHE den o Auguftus nader vermeerderd, en ver* klaerd op deze wyze. Qcliout, Burgemeefteren en die van den Gereqh. te der ftad Utrecht , in ervaringe gekomen zynde, dat eenige Articulen van de publicatie tegen het Vloeken,Zweeren en Ontheiligen van des Heeren Dag in dato den 25 July ;752, cn nu or» langs op den 8 Juny dezes Jaars gerenoveerd, min of meer yerkeerdelyk wierden begrepen en uitgelegd, hebben goedgevonden tot Interpretatie en Amphatie van voorf. Publicatie, ingevolge de Au:honfatie van Burgemeefteren en Vroedfchap, verbat by derzelver Refolutie in dato den 6 dezer, te tatueeren en ordonneeren als volgt. Eerftelyk, dat door de uitzondering omtrent iet verbod van koopeo en verkoopen op Zondagen en andere geboden Vierdagen, voorkomende jy het twede Articul van gem. Publicatie, niet illeen het verkoopen aan Reizigers wordt gepermtteerd , maar ook het verkopen van nodige Levensmiddelen aan allen en een iegolyk, op voorf, Jagen , des morgens voor acht, en des namidlags na vier uuren; en dat ook ten verzoeke zoo ;an Logementhouders, als andere particuliere peronen, de Vleefchhuizen op dezelve dagen, op e daar toe by de Vroedfchap bepaalde uuren, rorden11026" g en hec Vlcefch afgegeven II. Dat tot beter verftandvan het vyfde Articul an voorf. Publicatie goedgevonden is, hetzelve Idus te bepalen : dat aan alle Koffihuismeefters, ïllardhouders, Herbergiers, Tappers en Drankerkopers, zo binnen de Stad als derzelver Vrysid, verboden wordt op meergemelde dagen van morgens ten acht uuren tot 's namiddags ten ler uuren , geduuiende den Godsdienft , eenige elagen te zetten , of eenige Drank te tappen , rtgezonderd aan Reizigers, ordonneerencfe alfe i dtj  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 1611 de voorgemelde perfoonen , conform het tweede Articul van veelgenoemde Publicatie, op die dagen, hunne deuren en venfters gefloten te houden tot 's namiddags ten vier uuren, alles op poene van, ten behoeve van den Heere Hoofdofficier voor de eerfte reize te verbeuren vyf-en-twintig gulden, voor de tweede reize vyftig gulden, en voor de derde reize de facto vervallen te zyn van hun burgerfchap , met interdictie van hunne neringe. III. Dat voorts , overeenkomftig het elfde Articul derzelfde Publicatie, aan een ieder verboden wordt, niet alleen op den dag des Heeren en andere geboden Predikdagen, by of omtrent de Kerken , maar ook op andere tyden en plaatfen , daar openbare catechifatien gehouden worden, zich daar omtrent te vervoegen, om te razen, fmyten , knikkeren , kooten, hoepelen of eenige andere fpellen , hoe genaamd , te fpelen veel min in de Kerken eenigen overlaft te plegen, of eenig geweld of geraas te maken, waar door de godsdienft eenigfins zoude kunnen worden verhinderd , alles op de verbeurte van drie gulden bv ieder, die zulks onderneemt te doen IV. Dat voor het overige de Publicatie tegen het vloeken, zweeren en ontheiligen van des heeren dag verftaan wordt te blyven in geheel, waarom allen en een iegelyk ten ernftigften gewaarfchouwd wordt met geene vvaaren publicquelyk od merkten of elders voor te ftaan, of in de huizen ten toon te ftellen, nog dezelve langs de ftraten veil te dragen of om te roepen , maar het zelve en alle verdere Articulen , voor zo ver-e die bv deze niet veranderd zyn, ftiptelyk na te komen enz. (was geteekent) PIETER van SCHOONHOVEN. O00005 moe 13- tkecht» Interpr. enAmjpl. van ae oubl. tegen vloeken,zweeren ?nz.  u- TRECHT Public, wegens de AEle ■van indemniteit. 1612 NIEUWE NEDERLANDSCHË Nog hebben gedeputeerde Staten dezer Provincie den 24 July 1781. de navolgende Publicatie valtgelleld. J~\e gedeputeerden van de Staten 's Lands van Utrecht, doen te weten: alzo ons van tyd tot tyd is voorgekomen , dat Mans, binnen deze Provincie gedomicilieerd , genegen zynde zich in echte te verbinden met vrouwen, buiten deze Provincie t'huis behorende, ter plaatfe, alwaar gene aften van indemniteit worden gegeven; in het afkondigen hunner huwlyksbodcn, zo by gerechten ils predikanten en kerkenraden zwarigheid wordt gemaakt, alvorens zodanige acte van indemniteit is uitgeleverd,uit hoofde van de dispofitie by het 24. artikel der ordonnantie, omtrent het onderhoud der armen en het vorderen en uitleveren van aften van indemniteit den 5. Augull. 1777. geëmaneerd. En voorts by ons in confidentie genomen zynde dat by het 19. Art. derzelver Ordonaantie_ is geftatueerd , dat by vertrek van Inwoonden dezer Provincie naar Dlaatfen alwaar geene aften van indemniteit worden uitgeleverd, dezelven ook aan hen zullen worden geweigerd ; zo is 't, dat wy, tot voorkoming van alleinconvenienten ten dien opzichte, uit krachte van de luthonfatie, by de Heeren Staten dezer Provincie in 't einde der Voorn, ordonnantie op ons vereend , by ampüatie en interpretatie van het bovengemelde 2} Artykel, mits dezen hebben goedgevonden en ve'rftaart , dat van de difpofitie, by iet zelve artikel dezen aangaande vaftgelleld, zullen zyn uitgezonderd zodanige vrouwen , welke kunnen aantonen, dat ter plaatfe, alwaar zy t'huis jehoren, gene aftens van indemniteit worden uitgeleverd, en dat dienvolgende in zodanige geval.en het afkondigen der huwlyksgeboden, zonder verhindering, zal gefchieden en voortgang hebben. En hebben wy wyders, om verfchillen en moei- je-  JAERBOEKEN, Auguftus, 17S1. 1613 jelykheden omtrent het onderhoud der armen/ tuffchen de gerechten en kerkenraden ten planten' lande, in het vervolg af te fnyden, in krachte als boven, by interpretatie der zelve ordonnantie van 5. Auguft. 1777, goedgevonden, mits: dezen in het generaal te ftatueeren , dat alle de' behoeftige perfonen, die, 't zy uit wat hoofde: ook, behorende ondereenig gerecht binnen deze1 Provincie, onderhoud of alimentatie nodig heb • ben, voortaan zullen moeten worden gealimenteerd by diaconen van de gereformeerden, of armmeefters der roomfche gemeente, waaronder zylieden refpectivelyk parochieren, alles onverminderd het geftatueerde by de 14, 15 en 16 Artikelen der meergemelde ordonnantie, en de verplichting daar by aan die van de refpective gerechten opgelegt; zo ook onverminderd het gene by het 17. Artikel is vastgefteld, nopens de verplichtingè van Schouten en Gerechtsperfonen , om uit hunlieder privé beurfe de alimentatie te moeten prefteren, ingevalle eenig dóleus verzuim, ten opzichte van het admitteren of laten inwonen van onvermogende perfonen, by henlieden mogte zyn gepleegd; zullende nochtans zodanige behoeftige perfonen, van welker alimentatie deDiaconien, voor dato dezes, by rechterlyke deciiie zyn vrygefproken, blyven ten lafte van de gerechten enz. (Was getekend) CA. VOS. FRIESLAND. Leeuwarden. TP\e omftandigheden van tyden en drukke \__J bezigheden van de fouverein vorderer veelvuldige en rype raedplegingen. Dus h 3. r/RECHT. Public. vegens k A&e 'an iniemnieit. ! -1  I«5i4 NIEUWE NEDERLANDSCHEI Leeuwarden, ook wederom door de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staten van Frielland eenen buitengewoone Landdag tegen Sondag den 2 September in de ftad, en 's anderen daegs in de vergadering op 't Landfchaps huis uitgefchreven. Veel is 'er gefproken, veel geklaegd (*) over den weerlozen ftaet van ons Gemeenebefl:, en over den weinige yver en drift, die 'er nu nog zelf na de vredebreuk en den allerheftigfien aen val plaets heeft, om uit zynen weerlozen ftaet te geraken , en den ontrouwen vyand het hoofd te kunnen bieden; terwyl zommigen dit voor ongegronden of, ten minfte, vergrootte, andere voor waere en dadelykc klagten houden. Wat ook hier van zy, wanneer eene buitengewoone landdag tegen den 24 Juny 1781. te Leeuwarden was uitgefchreven, heeft het kwartier van Oostergo op denzelven het volgend voorftel gedaen. Pro- (*) Dit kan niet wel anders zyn: L'Opinion putli. que, qui s'èclaire de plus en plus, cjf jjue rien n'arrête ou n'intiviide, a les yeux ouverts fur les natims & fur les cours. -Elle penetre dans les cabinets , oü la politique fi enferme. Elle y juge les depofitaires au pouvoir £f leurs paffwns & leur foibleffe. Revoh de l'Ametique. p. i^'i. Men kan het ook eenigzints verfchoonsn , indien men de groote fchadens, die de Ingezetenen door den onveshoedfchen oorlog, byzonder den veel opbrengende Kooplieden, is toegebragt, herdenke, Le nalheur, zegt, dezelfde fchryver donne phts de feverité iux jugemens. La nation alors ohferve de 'plus prés ceux, fui la gouvement, leur demande compte avec unt iberté fiere de puiffajice £f d'autorité , qui leur iji -.onfié, p. 140.  L JAERBOEKEN, Auguftus, 1781." itfiy Propofttie van 't kwartier van Ooftergoo, zynde 't zyjle PoinSt van de Extra Ordinarii Landsdag, uitgefckreeven tegens den 24 Juny 1781, te Leeuwarden. Het kwartier van Oojiergoo geeft in bedenking of niet Gecommitteerde ter Generaliteit behoorden gelaft te worden , in de Vergadering van Hun Hoog Mog. te declareeren, dat de Heeren Staaten van deeze Provintie, hun ten hoogften hebben moeten verwonderen, over de inactiviteii van onze geëquipeerde Scheepen ten Oorloge,al: meede over de redenen in 't uitgebragte Rappor van de Heeren van de Admirahteits Collegien dee zer Landen, dat namentlyk de toeftand van d Marine nog niet toeliet, om Conyooy aan d Weft Indies-Vaarders te verleenen, daar reedszoi langen tyd en zulke groote fommen befteed zyn om dezelve in ftaat te brengen , en derhalve door deezen op het ernftigfte aan te dringen, da de allergepafte en efficacieufte middelen by de handt worden genomen en ten uitvoer gebragt ten fine, dat de Marine eens in zoodanigen ftaa worden gebragt, om 8e Commercie en Navigati van de goede Ingezetenen deezer Republicq n e alleen te befchermen , en de Scheepen te Cor voyeeren, maar ook om den Vyand - onder de Zezen van God Almagtig alle afbreuken te doen en in zyne geweldenaryen te ftuiten, als zynd dit het eenigfte middel, om een honorable Vree de ten einde van deezen allefins onregtmatige e ongelukkige Oorlog te bekomen , en om wedert verkrygen de oude luifter van den thans gelchoi dene 'Vlagge van den Staat. Dat de Gecommitteerdens nog wyders behoo don te worden gelaft , om ter Generaliteit te fterkftenlan te dfingen, dat de Collegien ter A« miraliteit deezer Landen mogten worden gela S ter Tafel van Hun Hoog Mog. ten ïp| Leeuwarden. Voorftel van Oostergo,nopens de. werkeloosheid^ ï l f. V» 9 c t a > e n e t- n, 1[t >  Leeuwarden. Voorflel van Oos tergo nopens dt werkeloosheid. i i t < i t 5 i6itf NIEUWE NEDERLANDSCHE digften in Gefchrifte in te brengen , de redenen die zy vermeenen oorzaaken te zyn, waaromrne de Equipeering zoo langzaam voortgaat, waarde u.tprofluëeren, en welke middelenly veraeenen in het werk te moeten worden gefield, ter we ° ■neeimnge derzei ven, ten einde naa inkoominge en overweegmge van die zoodanige Refolutien by degezamentlyke Bondgenooten kunnen genomen worden, als dan ten meeften nutte van den Lande zullen vermeenen de Convenabelfte te zvn om daar in zoo fpoedig doenlyk te voorzien! ' De Kamer-Advyfen op de voorenftaande Propofitie. ^SS,Conform de Propofide> envo-ts Weflergoo ut. Zevenwouden. Zevenwouden Conform de Propofitie, en voorts laar by te declareeren, dat men voorneemens is ri geene verdere petitie te confenteeren , voo£ lat hier aan zal zyn voldaan, en wyders de Geommitteerdens ter Generaliteit tegelaften de Re. olutie hier over te vallen,^ten fpoedigften ter rafel van Hunne Hoog Mogende m te brengen, n^inzyn geheel voor te lezen. ■ Steeden pafTeeren. D. P. Het Kwartier vermeent, dewyl de Propofitie van Zyne Doorl. Hoogheid hee zelfde voorflaat, deeze Propofitie in Stam moet gehouden worden, tot dat het Rapzyï Admirali£eiten ingekoomen zal Hier op volgde den 3 July dit befluit der ■taten dezer Provincie:  JAERBOEKEN, Augufias, 1781. } Staats-Refolutie van den 3 July 1781., op voorfz. Propofitie. Op bet geproponeerde ter vergaderinge gedaan,, is goedgevonden en verftaan, de Heeren ue-. committeerdens weegens deeze Provintie ter Ueneraliccït te gelaften , om ter Vergaderingen van Hunne Hoog Mog. te declareeren, dat Hun &a. Mo», de Heeren Siaaten deezer Provintie hun ten hoogften hebben moeten verwonderen over de inactiviteit van onze Geëquipeerde Schepen ten Oorloge, als meede over de redenen in het uitgebragte rapport van de Heeren van de Admiraliteits Collegien dezer Landen, dat namentlyk de toeftand der Marine nog niet toeliet om Convoy aan de Weft - Indies - Vaarders te verleenen daai reeds 700 lange tyd zulke groote fommen betteec zyn, om dezelve in ftaat te brengen , en derhalven door dezen op het ernftigfte aantedrmgen, dal de allergepafte en en efticacieufte middelen by dei handt worden genomen, en ter uitvoer gebragt ten fine, dat de Marine eens in zoodanigen Staai worde gebrast, om de Commercie en Navigatu van de goede Ingezetenen deezer Republicq me alleen te befchermen en de Schepen te Convoyee ren, maar ook om den vyand door de Zeegen vai God Almagtig alle afbreuk te doen , en in zyn geweldenaryen te fluiten , als zynde dit het ee nigfte middel, om een honorabele Vreede en eindvan deezen allefints onrechtmatige en ongelukkig Oorlog te bekoomen; en, om weder te verkryge de oudeluifter van den thans geschonden Vlag va den Staat. En is insgelyks goedgevonden de vooriz Heeren Gecommittefrders wyders te gelaften, or ter Generaliteit ten fterkften aan te dringen, d£ de Collegien v>r Admiraliteit deezer Landen mc gen worden gelaft , omme ter Tafel van Hunn Hoog Mog. ten fpoedigften in gefchrifte in t brengen de redenen, die zy vermeenen, oorzai Leeu- v arden. Hel. van Friejland topens dewerkeloosheid. I t 1 l 1 c e e N Q  Leeuwarden. Rel. vai Friepam nopens cl ■werkeloosheid. ] 1 i c ffli8 NIEUWE NEDERLANDSCHE ken te zyn, waarom de Equipeering zoo langzaam voortgaat, waar uit die profluëeren , en welke middelen zy vermeenen in het werk te moeten worden gefteld , ter wegneeminge derzelver ten *dnde na inkominge en overweeginge van dien , Zodanige Refolutien by de Gezamentlyke Bond•genooten kunnen genomen worden , als dan ten meeften nutte van den Lande zullen vermeenen de Convenabelfte te zyn, om daar in zoo fpoedig doen lyk te voorzien. Met andere laft aan voorfz. Gecommitteerdens, om daar by te declareeren, dat hun Ed. Mog voornemens zyn, in geen verdere Petitiën te conlenteeren, voor dat hier aan zal zyn voldaan. En zal extract, deezes aan meergem. Heeren Gecommitteerdens ter Generaliteit worden gezonden om deeze Refolutie ten fpoedigften ter Tafel van Hunne Hoog Mog. in te brengen en dezelve m zyn geheel voor te lezen. Drie Heeren volmagten van 't kwartier van Westergo, Waffenaer, Twikkel, Aylva en wn der Haar, vonden goed de volgende tejenverklaering of proteft te doen: Pretefl van drie Heeren Pblmagten van V Kwartier Weflergoo, Waftenaar, Aylva en van der Haar, omtrent het i^fte RoinB van den Extra. Ordinairis Landsdag , uitgefchreven tegens den 24 Juny 1781. F\e ondergefch. volmagten van Franekeradeel, ^ Hemelummer-Oldephaert en 't Bild, verklaen mits dezen geen deel te hebben in het by pluahteit uitgebragte Kamer-advys, op het 1-fte pointe, an dezen Extra-ordinairis landsdag , als na hun ordeel inhoudende, een diffidentieomtrent deconluite en maatregelen by zyn Doorl. Hoogheid, in qua-  ÏAERBOEKEN-, Auguftus-, Ï.78ÏV ioi.y ^qualiteit als Admiraal Generaal van de Unie gehouden en beraamt, zonder hier door te willen verftaan eenige hoegenaamde blaam of verkeerde uitleg op en aan de gevoelens hunner medeleden te willen leggen, dog alleen vermeenen, dat Z, D. H. in hoogft deszelfs éminente charge niet verpligt is rekenfchap te geven van zyn beleid als Adtn. Generaal , maar gehouden moet worden zyn Eed en Pligt daar omtrent te betragten ten befte van den Lande. ■Aér.um Leeuwarden den 3 July 1781, in de Kamer tyan Westergoo, in kennilfe onzer handen. (was getekend) C. G. van WASSENAAR. H. W. van AYLVA. B. van der HAAR. ■Omtrend de zaek tuffchen den Hertog van ■Brunswyk en de Stad Amfteldam,van welke wy hier voren uit 'sHage gefproken hebben, heeft het kwartier van We ft ergo, benevens vier Grietenven in de zeven wouden een advys uytgebragt: zynde dat van Weftergo aldus ingerigt: „Het quartier met de vereifchte 5, attentie geëxamineerd hebbende de Memos, rie, door den Hertog aan H. H. M. ge* 3, prefenteerd, is van oordeel, dat de pericr?, des in de Memorie, naamens Burgemeefte5, ren van Amfterdam aan zyne Hoogheid ter 5, hand gefteld, waer over gedagte Heer ?, Hertog zig beklaagd, niets het minfte be- heizen, waardoor de Heer Hertog in zyn 5, Caradter eenigzins kan gereekend worden s, te zyn geïnjurieery het 24 poïnct. van den estraordinairen LandAJ dag van den 24 Juny 1781, zycde voorgedragen eene Misfive van oen Hertog van Brunswyk, aan Hun. Hoog. Mog. ge<1ddresfeerd, en door de gedeputeerden ter generaliteit overgenoomen,waar by  JAER BOEKEN, Augitpm, ifli-, 7&at foy, gemelde Heer Hertog zig beklaagd over den inhoud van eene Memorie , naamens Burgemeefteren van Amfterdam , aan den Heer Prince Erfstadhouder overgegeeven , in welke dan ook , het geen van de bovengemelde Memorie op hem Heer Hertog betrekking heeft, is geinferecrd; cn daar op door de meerderheid van het quartier der Se venwouden zynde geadvifeerd, te wagten ter tyd, en zoo lange de Memorie der ftad Amfterdam ?al zyn ingekomen; hebben de ondcrgefchreeven vol magten van Doniawarftal , Hafterland , Lemfterland en Weliellingwerf- Wefteinde , d*'t geadvifeerde geenzins met den aard der zaaken, in 't advis deswegens by hun gezaamentlyk en unanim uitgebragt, kunnen overeenbrengen \ maar ge meend, tot hunne decharge tegens dat advis der meerderheid te moeten protesteeren, en voor zig te behouden het regt, van hun advis te doen regiftreeren, met byvoeging van zodaanige aanteekening, als zy raadzaam zullen oordeelen: waar by zy na rype deliberatie perfifteercnde, en na vrugtelcos eenige elucidatie te hebben verwagt op de vraagen , of de meerderheid dan van oordeel was, dat de Regeering van Amfterdam Hun Hoog Mog., of de Staaten der refpeóhve Provintien , voor hunnen competenten regter erkennen , en dus de Memorie ter beoordeeling overzenden zouden, dan , of zulks niet gebeurende, de zaaken niet te veel op de lange baan zouden worden gebragt , 't welk zy voor ten uitterften nadeelig aanzagen \ na zulks geen antwoord daar op te hebben moogen bekoomen , niet hebben kunnen afzyn, hun gereferveerde ten uitvoer te brengen,en dien volgens hun advis ten quartiersboeke te doen aanteekenen ; zynde het van den volgenden inhoud : — Dat zy met de vereifchte aandagt de misfive van den Heer Hertog hebbende onderzogt, daar in, zo als ook de Heer Hertog zelve advouceerd, geen hoegenaamde befchuldiging tegen hem, in zyne qualiteit als Vald-Marfchalk, vin» Ppppp a den Leeuwarden. AenteK van 4 Grietenyen wegens de zaekdes Heriogs*  ï62ft NIEUWE NEDERLANDSCHE Leeu- ! warden. Aentek. van 4 Grietenyen wegens cle zaek des Hertogs.' ) i 3 len toegebragt; maar alleen , dat Zyne Doorh' Boogheid verzogt word, hem van zynen Raad te verwyderen , als een man, die , volgens de algemeene begrippen , gehouden word voor de naafte xirzaak van de traag- en flapheid in het uitvoeren Ier zaaken; tot het welk de Regeering van Amfterdam te meer grond zegt te hebben, daar dezelve kan fteunen op het getuigenis van zoo veel eeryke cordaate Regenten , als van den Heer RaadDenfionaris, in het byzyn van onderfcheide Leelen van Regeering , gehoord hebbende , dat het :uüchen Hem en den Heer Hertog fubfifteerend nisverftand , en de invloed van Hoogftdenzelven )p den geeft van den Prins Erf-Stadhouder, desselfs poogingen, ten beften van 't Vaderland aangewend, temeermaalen had doen verydelen: —dat lus, in allen gevallen, de Regeering van Amtlerlam niets meer gedaan had, dan aan Zyne Hoogheid het verwyderen van hem, tegens welken de ilgemcene haat reeds zoo diepe wortelen heeft jefchoten, voor te draagen, als het eenige middel, am de genegenheid der Natie te behouden; hoelanig eene voordragt , niet anders ten doel hebbende, dan 't welzyn van 't Vaderland, niemand in twyffel zal trekken, volkomen vry te ftaan aan :lk welmeenend Ingezeeten des Vaderland, en dertialven veel meer aan een zoo voornaam integrerend Lid van 't zelve: — dat zy derhalven meenen, dat nog Hun Hoog Mog. , nog de Staaten der refpective Provintien, die zaake zig behooren aan te trekken, als kunnende gemelde Heer Hertog nimmer in eenige andere qualiteit, dan als VeldMarfchalk, erkend worden : te meer daar Hoogft üezelve, zelfs geduurendede minderjaarigheid van den Heere Erf-Stadhouder , zig met geene zaaken van Religie, Politie, Finantie of Juttitie, dan op expreffe authorifatie heeft moogen bemoeyen, ingevolge het 9de Artykel van zyne Inftructie , waar op hoogft dezelve, als reprefenteerende den Heer Erf - Stadhouder, in zyne qualiteit als KapiteinGe-  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. 162 Generaal van Vriesland, den behoorlyken Ee< heeft afgelegt: — dat zy in Stede van dien oor deelen, alzoo niet minder in deze Provintie dat elders , volgens de algemeene begrippen, d< Heer Hertog gehouden word voor de oorzaak* van traagheid en flapheid in de behandeling dei publieke zaaken. en een dieper inwortelende haai tegens deszelfs Perzoon volftrekt nadeelig is vooi bet welzyn van het Land , zoo wel als voor de zoo noodige eersgezindheid tuflchen de Regen ten, en het vertrouwen der goede Ingezeetenen op dezelven, vooral in deze Provintie, in welke by de Ingezeetenen de eigentlyke gezegde, of oorfpronkelyke fouveraine magt refideerd; dat Zyne Doorlugtige Koogheid mede, namens deze Provintie, behoorde te worden aangeraaden, voortaan van zynen Raad te verwyderen meergemelden Heer Hertog, en in deszelfs plaats zig te bedienen van de raadgeevingen derzulken, welke Hoogft Dezelve met gerüftheid zal kunnen oordeelen, in het vertrouwen des Volks te zyn, en den welftand van den koophandel, meer dan tot nog toe is gefchied, te zullen behartigen; alzoo daar van niet alleen afhangd het welzyn van het lieve Vaderland, maar ook van Zyne Doorlugtige Hoogheid zelve, en van Hoogst deszelfs geheele Huis: en dat voorts aan de Gecommitteerden ter Generaliteit behoorde aangefchreven te'worden, zig in geenerlei befoignes over de misfive van den Hertog in te laaten ; maar alles, wat daar over mogt worden gehandeld , ten fterkften te contradiceeren; alzoo Hoogst Dezelve,zig over meergemelde Memorie bezwaard agtende, daar omtrend zig behoord te beklaagen by den competenten Regter. (Was geteekend) F. J' $• van Ei/inga; E. M. vanBeyma; S. H. R. van Eifinga; jf. Moorman Bouwmeefter; L. R. Andringa de Kempenaar; W. A. van 'Haren. Ppppp 3 De 3 ' Leeuwarden. 'Aentek, van 4 Grietenyen wegens de zaek des Hertogs.  Leeü- WEft©en. Plac. wegenss Lands lyft der vnpofiten. i 1 i » « « ifiaft NIEUWE NEDERLANDSCHE De Staeten dezer Provincie hebben den 30 Juny, omtrend eenige punten van 's Lands Lyft. der lallen, het navolgend Placaet beraemd en doen afkondigen: ■pve Staaten van Vriesland allen den geenen, die -L/ deeden zullen zien, of hooren leezen, Salutj Doen te vreeten : l^at wy gehoord hebbende het rapport van de Heeren, door ons gecommitteerd tot de Ilevifie van 'sLands Lyft der Impofltien, ;n na daar omtrent verzogt en bekomen te hebben de boogwyze Confiueratiën en het Advis van £yne Doorlugtigïlé Hoogheit den Heere Prince Érf-fiadhouder, hebben goedgevonden en gere"olveert, dat het geftatueérdo. bv het 113 Articu! /an de generaale Ordonnantie, en het 8 Artictil van de Ordonnantie op de uitlandfche Brandepvyn, niet tegenftaande ons Placaat van den 5 !\ugufty 1777» by bepaald is: Dat de lmooft zal worden betaalt na de fterkte der ingevoerde Brandevvyn, als nog zal ftand houden en voortaan plaats hebben , maar dat teffens aan de Kooplieden word toegeftaan, om in prefentie van Opzigters, geadfifteerd met een Boóde, ExecuEeur of Dorprechter, de Brandewyn te vermengen, met water, tot zodanigtnquantiteit, als zyverftaan sullen te behoren; waar na de Peil zal woiden aanjet eekendDat agter het 115 Articul van de generale Or» lonnantie een nieuw Articul zal worden gevoegt /an deezen inhoud. „ En zal aan de Opzigters, fchoon een derde der Boeten en Confifc^tien genietende, eeven veel geoof worden gegeven, ais aan alle ongeïntereffeerle getuigen.*' Dat agter het 7 Articul van de Ordonnantie op le Koffy en Thee zullen worden gevoegd deeze woorden:,, Gelyk mede geene Koffy of Thee ter juantiteit van vyf ponden, of daar boven , door togenaamde Pakkedragers , zonder Cedulle , op eenige  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. itej eenige wyze mag worden vervoert binnen een uur gaans aan de Grenzen deezer Provincie na Zoo* ondergang, en vobr Zons opgang. En zal ook geere uitzettingen , van zulke Waaren , van of door Kooplieden mogen gefchieden, binnen een uurgaans aan de voorfchreven Grenzen na Zons ondergang, en van Zons opganp." Datinsgelyksinhet 13 Articul van de Ordonnantie op de Tabak zal worden gevoegd: „ Gelyk meedt verboden word aan zogenaamde Pakkedragers, on een quantiteit van vyf of meerder Ponden Tabak zonder Cedulle, op eenige wyze te vervoeren bin nen een uur, gaans aan de grenzen deezer Provinci ra Zons enjergang, en voor Zons opgang. En word meede bepaald, dat 'er geene uitzei tinge van of aan Kooplieden zal mogen gefchieden binnen een uur gaans, aan gemelde Grenzen na Zot ondergang, en voor Zons opgang." Dat het 52 Articul van de O.donnantie op he Gemaal zal worden geamplieert, met de woorden „En geen Brouwer mag te gelyk Bakker zyn." Dat het 54 Articul van dezelve Ordonnantie g< heel zal worden geroyeert. Dat in het eerfte der Articulen van de Familii of Hoofdgelden , de woorden: „Elk perzoon vy tien Huivers alle half jaaren, zynde de kinderen vi tot den ouderdom vanagtieu jaaren :" meede zulle worden geroyeert, en in plaats daar van,. agt< het woord Dienftboden, worden gefteld : „ Sc'ioc onder de agtien jaaren oud, e'k perzoon yyftie Huivers alle half jaaren, zynde alleen de kïndere en kindskinderen tot dien ouderdom vry." Dat in het 11 Articul van de Ordonnantie op h Waagregt, agterde woorden:„En de aangeving dies ten lafte van de Kooper, „ zal worden aevoegc „ Uitaezondert in het geval Articul 4, hier vcon gemeld " Dat in het 14 Articul van laatftgemelde Ordo: nantie, in plaats van het woord vyftig, zal word* gefteld dertig. Dat Articul 126 van de generale Ordonnant PpppP4 < Leetj- war.. den. Plac. wc. gens 's Lands lyft der ■impofi- ten. s t F- y n x n n :n 2t ;e 1: :n jn ie  i626' NIEUWE NEDERLANDSCHE' Leeo- warden. Plac, Wegens 's Lands lyfl der impoji-. ten. i : I F R A N E K E R.. Den n6 July, zynde net twee eeuwen geleden, dat de Staten dezer vereenigde gewesr ten den Koning van Spanje hebben afgezworen, is alhier ten huize van den Apothecar C. van Roos, dooreen gezelfchap, dit dubbel Eeuw-Feeft gevierd met eenen ruiïigen dronk, uit denzelfden glazen kelk, welke de Heeren Staeten Generael toen ter tyde gebruikt hebben , en aen het gezelfchap door den Heer Jan de Vicq Tholen, in wiens geflagt dezelve over de 100 Jaeren bewaerd is, bezorgt is geworden, en de eenigfte is5 die, vol-- op de derde reegel, tuffchen de woorden Land-, kant en Vry, zal worden ingevuld:',, Zoo wel als aan de Zeekant; En op de dertiende regel twintig in plaats van agt worden eeftcld. En dat aan de Zuikerrafinadeurs binnen deeze Provincie als nog gedurende de tyd van zes jaaren, die gerekend worden aanvang genomen te hebben met den eerllen May 1781» zal worden toegeftaan een kortinge van agt ftuivers op de hondert ponden ruwe Suiker, die zy tot hunne Fabryken opflaan. En dus in het 3 Articul van de Ordonnantie op, 3e Soete Waaren, in plaats van de woorden,, twee mldens vyf ftuivers per hondert ponden tot den ;erften May 1784 toe", worden gefteld: „ Een gullen en zeventien ftuivers per hondert ponden tot Jen eerften May 1787 toe." En op dat niemant hier omtrent eenige onkunde sal kunnen voorwenden, zal dit ons Placaat alomne worden gepubliceert en geaffigeert, daar men tewoon is publicatie en affixie te doen. (was geteekend) A. J. v. SMINIA»  JAERBOEKEN, Auguftut, 1781. 16V/ volgens de befchryving van den Heer Alke-\ made, in zyne Nederlandfche Difplechtighe-s den II Deel, bl. 512, zyns wetens, inde Republiek is over gebleven. NEDERLANDSCHE COLONIEN Batavia. De Regeering alhier heeft de navolgende uitfehryving van eenen dank- en bedeadag gedaen. ■\V7ie, die zig niet opemlyk wil fchuldig makerij aan eene verfoeyelyke"ondankbaarheid,tegen, zynen Schepper en Onderhouder, zal niet moeten( erkennen de onverdiende gunft en weldaden, u t; den Bron eener oneindige goedheid, tot op heden( zo miHelyk op ons afgevloeit: en wie, die bewuftheid en bezef heeft van zyne onwaardige nietigheid, moet niet, in diepe Eerbied, verbaaft ftaan over de Goedertierentheid van een Almagtig en Hoogft volmaakt Opperwezen , dat zo wel over ons geliefde Vaderland, den Staat der Vereenigde Nederlanden,als deeze geweften,in goedheid blyft waaken. —— Want daar de onheilen van den Oorlog in Europa , onder verfcheiden Magtige Mogentheden nog aanhouden, en ons gemeene beft, een geruimen tyd , in eenen haggeiyken toeftand hebben gebragt, mag het ons egter gebeuren een beftendige Vrede te genieten . Wy zien eenen milden overvloed van allerlei Zeeget ingen op ons afdaalen: Onzen Godsdien ft, onze Vryheid, blyft beveyligt tegen dwang en onderdrukking; voorregten, die het ware geluk van Land en Volk uitmaken. Dan deeze overtuigende blyken van de ontfermende goedheid des AUerhoogften kan nog mag in ons niet doen verminderen, de regtmatige bedugPppppj ting 'RANEi ER. Jitfchry*•ing van lank en leden» lag.  1(528 NIEUWE NEDERLANDSCHE Batavia. Uitfchryving van dank en bedendag. ting voor die Oordeelen en Rampen, die 's Lands eer toe dan afneemende zonden en overtredingen een Heilig en Regtvaardig God als hebben afgedwongen , en men reets in verfcheiden opzigten heeft ondervonden. Immers kan niemand onbekent zyn,* Welke rampen en tegenfpoeden het Lighaam onzer Ooft lndifche Maatfchappy nu weder, federt eenigen tyd, den eenen na den anderen hebben getroffen: Men flaa het oog op de ontvangen tydingen federt een jaar, van zo veele Zielen, koftbare bodems en ladingen door de Zee verzwolgen. Men vettige zyne aandagt op de langs hoe meer in verval rakende Commercie, de vereideling van alle pogingen, die het menfehelyke vernuft tot hier toe heeft konnen uitdenkenen beproeft, om den dodelyken invloed onzer beimette dampkring te zuiveren ; men herinnere zig eindelyk den akeligen dag van den 22 January deezes Jaars, wanneer een zer zwaare Aardbeving in en buiten deeze Stad veele gebouwen in puinhopen veranderde: wat konnen! wat moeten wy daar uit anders opmaken dan dat God in tegenheid met ons wil wandelen , en het dus meer dan tyd is, ons op eene plegtige wyze te vernederen voor den Troon zyner gedugte MajeCteid, opregte bekentenis doende van onze overtredingen , en vuurig fmeekende om genadige vergevingeonzer menigvuldige ongeregtigheden, Hem te bidden, dat Hy daar aan niet meer wil gedenken. De aandagtige overweging van dit een en ander, de erkentenis van Gods onverdiende goedheid en Dnze zondige onwaardigheid aan de eene, en de gewigtigheid onzer vérpligting om den Almagtigcn tegen te komen, en ons voor den Genade Troon te bukken, zowel als het aannaderend vertrek van de Retourvloot van de andere kant, heeft de Hooge Regeering deezer Landen, op den 14 Septemjer laaftleden,doen befluiten 'sLands Chriften Ingezetenen , en de onderhorigen der Maatfchappy hier  JAERBOEKEN, Auguftus, 1781. hier ter plaatfe tot dien hooge .P^J^."?^! ken en ten dien einde uittefchryven, gelyK uitge fchrèven word by deezen, een Algemeene* Dank pn bede Dag, om op Woensdag, dxe weezen zab T>n? deezer lopende Maand Oftober, in alle de: ÊllüteSHUipl»»» op de Rhede en ten, Fdande Ooruft geviel% te worden ; ten einde de, SïïSiS Allerhoogften , met Herten, de eroote weldaden, die het den Heere der tieeren in Zvne lankmoedigheid n^g behaagt aan ons, den San der Vereenigde Nederlanden, Haare Geoc«oïeerde Ooft-Indifche Maatfchappy, en he Land onzer inwoninge te bewyzen,en van Zyne Vader?vke Barmhertieheia, met hetgevoehgft berouwen leediSTover onze en 'sLands verregaande 7onE en o ngeregtigbeden af te bidden een genafiafuitdetóngenle^ dezelve, afwen- dine van alle wel verdiende plagen , en ons te Slnken den Geeft der wysheid en des verftants, om ons bekwaam te maken tot eene waaraguge SeS, afftand doende van alle verkeerde hanSïenF en nalatende het geen kwaad is in zyne SgS^SSSers ons beyverendeom het goede tf d°Het is derhalven de onvermydelyke pligt vat een vder , om den Genadigen Hemel Vorft op he, ÏÏÖgfte te fmeeken om Zyne dierbaren Ze Set alleen over ons Vaderland en deeze Ge wétten, die te bewaren voor dreigende gevaren ei S'"en, en de herten der Voiften, onze nabuu ??n in Europa, tot vreede te neigen: maar ook m zonderheid Svèr de Perlbner.et1 J« * un»e Overigheid , zo in Nederland als nier te. SSe, op dat alle derzelver raadilagen en onder Sem fgèn mooge ftrekken tot welvaart van Lam cn Kerke, aanwasch en bevordering van de. Koophandel, Land- en Akkerbouw,en al e nutt.g KoXen en Wetenfchappen , alszo veele bewyzen dat God in ons een welgevallen heeft. 3atai\k. 'JHfchry'Ing van Jank en 'ledenïag, i > l 1 f  Bata- via. Uitfihryi'ing van dank en bedendag. i l 1 t J ê t C 1 o g d b v: E d< tc ge ei lif te vr de ha da; ïic fta tec t6-o NIEUWE NEDERLANDSCHE Wy moeten den Algoeden God al verder bidden,dat het hem moge behagen,de Scheepen der Maatfchappy in het gemeen,en die in dit na- en het aanftaande voorjaar van hier, Ceykn , Bengalen, Chormandel en China naar Nederland zullen vertrekken, in Zyne veilige hoede te neemen en •amp-vry te doen aanlanden in de Havenen van lerzelver deftinatie. Het zal voornamentlyk mede onze pligt zvn te ndden voor den Welvaard, Voorfpoed, en verenginge der dagen van Zyne Doorluchtige 'Hoog» leid onzen geliefden Erfftadhouder, Zyne Konintyke Gemalinne en Vorftelyke Spruiten, en dat het en Allerhoogften gelieve haar alle te fiellen tot ïkenen en wonderen zyner liefde: En Zyne roddelyke goedgunftigheid , omtrend het voor lederland zo dierbaar huis van Oranje, te doen vergaan tot op de laatfte tyden en nakomelingen. Eindelyk moeten wy ons in den gebede verenisn voor den WeMand der Kerke aan alle plaatzen , it het den Koning der Koningen bvzonder mas magen, met zynen Zegen te bekronen de God•ugtige Pogingen om de verkondiging van het uangeliutn in deeze Geweften verder uit te brei:n, en ten dien einde de Leeraaren te bezielen en e te ruften met alle de Gaven, die tot zulk een wigtig en Gode verheerlykenc werk worden ver* icht. Alles tot grootmaking van des Heeren allerhelften Naam, voortplanting van het waare Chrisyfce geloof, Confervatie van onze duurgekogte yheid, en onzer aller Zielen Zaligheid. En is voorts in Raade van Indië nog verftaan ; afkondiging deezes op Zondag den 8 deezer te ten gefchieden van de Predikftoelen , en des tgs daar aan van het Stadhuis, op dat alle neegen en handteeringen ten dage der vieringe ftilan, op dj ftraffe vanouds daar toe bv de Wet- gefteld. Batavia in hetKafteel den 6 Q&ober 1780" .VER-  JAERBOEKEN, Auguftus, ï?Hl. VERANDERINGE ONDER DE HOOGE EN VLRA LAGE AMTENAERS , ENZ. 70TPHEN. Op den Huize Verwoolde, zynde een Heerlvkheid in dit Graeffchap gelegen, is den $  Veran DERING ONfER DE HOO GE EN XAGE „Amte^ naers, enz,. I J I < C j I< V d è E h n d< t6& NIEUWE NEDERLANDSCHE -fentant, Bewindhebbers en Hoofddeelgenoten vin Geoctroyeerde W. J. Maetfchappy Sr Hoorn, aengefteld tot Bewindhebber ter voorfz .Kamer, den Heer Jan Jager, welke,in die hoerh mgheid in handen vau^Hooggemelde Zyne Doorl Hoogheid den Eed heeft afgelegd : en zulks in plaetlb van den Heer Mr. ëJolvJ?Bndeh0f, Vryheer van Oofthmzen , die daer van vrywiuil afftand heeft gedaen. vjywmig it 2?^he?: ZyIie Doorl Ho°gheid de Prince Erfftadhouder, uit eene naemlylt aen Hoogftdezel taïeX^1rriVe?? Be^ebhS8 aer geottioyeerde U. I. Maetfchappy ter Kamer Rotterdam verkoren, tot Bewindhebber ter voorfchreve Kamer, den Itex Philip Jakob vander Goes, welke inc ie hoedanigheid in handen van hooZ gemelde Zyne Doorl. Hoogheid den Eed heeft af gelegd, en zulks in plaetze van wylen den Heer VIr. Adnaen van VredenburcK Amsteldam. Den 16 dezer maend, is alhier iverleden de Heer Mr. Jan van de Poll Pieter f hirgemeefter en Raed dezer Stad, mkgaX )ire «eren overleden de Heer Mr. Karei Boen, in even Secretaris deezer Stad , en Hoogheemraed an den Krimpen er waerd. *«"s»ccmraea Monnickendam. Den 9 dezer maend, zvnde :n ge woonen dag van de verandering derRegeerin^ :zer Stad, zyn tot Burgermeefteren verkoren, è% eeren Dr. Karel van Alsem van Lingen, ikolaes Bruin, Dirk Claus en Klaas Moleaer; wyders zyn uit een overgeleverde naemlvft •orzyne Doorl. Hoogheid, den Heere prince Erf-  JAERBOËKENi Auguftus. 1781. 1633 Erfftadhouder, tot Scheepenen verkoren, de Hee^ ren Dirk Caps, Dirk Minnen. Pieter van Santen, 1 Remmet Kous Bos, Kornelis tan Hoek; Pieter Boomi Junior en Jakob de Fries; tot Scheepenen Kom-i miffaritifrti van des Gemeenelands-Middelen, dei Heeren Dirk Minnen, Pieter van Santen en Rem-] met Kous Bos. Laattelyk zyn op Hooggunftige aen-, pryzing van zyne Doorl. Hoogheid gecommitteerd, ter Admiraliteit in Weft-Friesland en het: Noorderkwartier, de Heer Willem Moftert, en in de Provinciaele Rekenkamer van Holland en WeftFriefland met Mey 1782, de Heer Dr. Karei van Alfem van Lingen. Tholen. Den 15 dezer heeft Zyne Dooripgti. ge Hoogheid de Heer Prins Erfftadhouder, uj.t-.eene overgegeven naemlyft verkoren tot Scheerden dezer Stad, den Heer Marinus Anthony Catshoek, er zulks in plaetfe van den Heer Mr. Kaspar var, Citters, die daer van afftand gedaen heeft. Hablingen. Den 16 dezer is binnen deze Stad, in den ouderdom van 65 jaeren en a maenden Overleden den Heer en Mr. Johan Arnold van Beucker, Commies Generael ter Admiraliteit in Friesland. Er is by Hun Hoog Mog. wederom tot Commies Ge nerael in deszelfs plaets aengefteld Jr. l'Amorae Joachim Johan RengerS, eer-fee Regent der Sta< Franeker. LTST fERAN* )ERING iNDER >E HOO- ;E en .AGE ^mteïTAERSjinz-v '*£ t l l  »034 $ NEDKRL. JAERB. jégqftr., i78r. LYSTDER PRYZEN VAN VERSCHEL DEPRODÜCTEN ONZES LANDS. Kotmaam den 20 AuguJluS. „ by de Z. Zak. TARwTarrigeZi-'euwf.fj) a2T g — ■■ Nieuwe dito 17 a 21 J5 Rogge Zeeuwf. dito 15 a 16 fi Erten Giauwe. 13 ai5 g —— -Blauwe 17 a 19 8 —— Witte 13 a 14 g by 't Laft BOESWYT op 154 f§ 323 cC Gerst Winter I7èai8 „e HaverVrief. Brouw Ji aJS%£ Rotterda den, 20 Auguftus. rr bi' * Laft.' haver dito voer. pjan * —— Zseuwf.enlnJ.io^a 11 ^ Paerdeboonew. ifj a^J^ koolzaed. 38 343 ^ by den Steen» Vlas Allerbeft 38 a4o fit Beft 3o 332 ft, Ordinair. 28 zig ft. —- Slegt» 23 a24 ft.  NIEUWE NEDERLANDS CHE JAERBOEKEN, September MDCCLXXXI. GELDERLAND. Zutphen. Drie Burgers der Stad Elburg, met namen Berend Doien, Lubbert Martens. en Rein Gouke , zig met viflchen op de Noordzee geneerende, wierden den 2,7 Ja nuary 1780. ieder by eenen befloten brief, met eene ingeflotene Ediélale citatie of daeg brief, afzonderlyk in perfoon gedagvaerd om tegen den 31 daer aen volgende voor wel gem. Hove te verfcheinen. Deze brief wa; door eenen voerman van Kampen aen ge melde burgers ter hand gefteld , en dooi eenen eerften Deurwaerder van den Hove L. Fient ondertekend. En de ingeflotene citatie hieldt in, geimpetreerd of verkreger te zyn by den Procureur Generael van Hol ,land , Zeeland en Friefland. Zie hier eene van de drie gelykluidendet ciatien, aldus ingerigt. Qqqqq Uil Zutphen. i  ÏHEN. Citatie van een Elburg! Burger voor de) Hove va) Hoi/and ïg35 NIEBWE NEDERLANDSCHE Uit kragte van zekere opene brieven van een man-, dament van Dagvaarding in perfoon» met de Claufule van Edifte in dato den 3ofte July 1770, van den Edele Hove van Holland , Zeeland en Vriesland, geimpetreerd by den Procureur Gene-raal over de voorfz. Landen, Impetrant ende ten zynen verzoeke: Zoo is't, dat ik ondergefchre,vene Leonard Fient Junior, eerfte Deurwaarder van ; den vcorfchrevene Hove, by dezen, naa voorgaande klokkemlag by openbaare Edicle, uit den naam en van wegens de hooge Overheid, dagvaarde, Baorend ten Dooijen , Schipper van een Elburger Villchers Schuit,te compareeren in perfoon voor •welgemelde Hove in den Hage, op maandag zul-, lende zyn den 31 January 1780, omme ten dage; dienende te aanhooren zodanige Eisch en Conclufi?, als den Impetrant ter zake by den mandamente gemeid, tegens hem zal willen doen en nemen 1 en voorts te procederen als naar Rechten. Aldus gedaan naa voorgaande k'okkenflag tepPuye" van het Raadhuis van Wefterfchelling op. Eylanden Terfchelling den 30 December 1779». (Onderftond) By my (was geteekend) Leomd. Fient Junior 1779.. Vorder ftond Uitgegeven voor Copie Acte van Dagvaarding in perfoon by my on-, dergefchreven Eerfte Deurwaarder van den Edele Hove van Holland, Zeeland ende Vriesland, den 4 January 1780. (Geteekend) Leond. Fient Junr, 17S0,. in Êdem Copia. Herm. Henr. Vitringa, g^B. De andere twee Aclens zyn dezen conform: uitgezonderd de namen der gedaagdens, als zyn.de Lubbert Marlenzen en Rein Gouke. * Schoo»  J&ERBOEKEN, September, Xltu Ï63} Schoon deze brieven van dagvaerding niet: in hielden, ter welker oorzake deze drie Gei-J derfche ingezetenen, en burgers van Elburg, Voor den Hove van Holland ontboden wierden, zo heeft men naderhand vernomen, dat «zulks gefchied was ter oorzake, dat gemelde drie VhTchers zich zouden hebben fchuldig gemaekt aen het tegen uitdrukkelyk verbod van den fchipper en geweldadig vervoeren Van het tuig, mitsgaders de lading van het Galjootfchip de Cupido, den 17 May des Voorigen jaers, op de gronden van Terfchel* ling, by het zogenaemd Wefterboomgat geftrand. Dog de drie gedaegvaerden, waerfchynelyk raed van kundige rechtsgeleerden hebbende ingenomen , en onderrigt zynde, dat zy uit de Provincie en Stad hunner inwooning niet zo gemakkelyk naer elders konden overgedaegd worden , bragten, ter* ftond hunne zaek ter kenniflë van Burgemeefteren, Schepenen en llaeden der Stad Êlburg by het navolgd verzoekfchrift: Aan de Weledele Achtbare Heefen van de Magiftraat der Stad Elburg. WELEDELE ACHTBAARE HEEREN! Geeven zeer onderdanig te kennen ■, Beert den Dooijen, Lubbert Martenfen en Reyn Gouke* Borgereu en Inwooneren dezer Stad, dat zy fupplianten Op den 7den dezes maands January van een voerman komende van Kampen ontfangen hebben , ieder eene misfive met de daar by ingeflote. he papieren lub. A. B. C. namelyk den eerften fupplu die fub A( den tweeden die lub B. en den Qqqqq 2 der* >HÈN»  1638 NIEUWE NEDERLANDSCHE Zutphen. Req. vat gem. drl gedaeg. vaerde Vijfekers aen de Regeer, van Elburg. derden fupplt. die fub C. welke volgens derzelver inhoud voorkomen te zyn gedepecheert door zekere L. /v^ïjzigqualiriceerende eerften Deurwaarder i sHoves van Holland, Zeeland en Vriesland, en ;volgens welke fupplt. refpective van wegens de Hooge Overigheid van welgemelde Provincie door denzelven by Publicatie van de Puije van het Raadhuis van Wefterfchilling prastenzelyk zouden wezen geciteerd en gelaftet, om op den 31 January aanftaande in perfoon voor opgemelden Hove in 's Hagete verfchynen, om te aanhoren, den eerden fuppl. zodanen eisch, en den tweeden en derden fupplt. zodane eifchen Crimineel als de Procureur Generaal tegens hen zoude willen doen en nemen. Dat fuppken, hoe zear by zig zeiven onbewuft zyn van eenige malverfatie, waarvan ook in die papieren niets fpeciaals, nogte de oorzaak uit welkers hoofde in dervoegen tegens haar zoude worden geageert, wordt vermeld, vertrouwen in ftaat te zyn om derzei ver gedrag, in welk opzigt het ook wezen mogt,by allegerichtelykonderzoek behoorlyk te verantwoorden ;nogtans begrypen, dat het voor hun van de grootfte prsejuditie, en zeer ver uitzigt, en daar en boven aan de gronden van regten zoowel als tegen de voorregten en privilegiën der ingezetenen van deze Provincie in het generaal, en van de Burgeren en Inwoonderen van deze Stad ra het particulier ftrydig zoude wezen, wanneer zy door een bloote ediclale citatie, voor een extraprovinciale vierfchaar zouden geroepen , en alzoo van derzelver ordinair en competent Gericht onttrokken , en buiten 's Lands geëvoceert zouden worden. Dat fuppken. derhalven zyn te raade geworden, en zig verphgt gevonden hebben, het vooraangetogene ter kenniffe van Uwel Ed: en Achtbaare te brengen, met eerbiedigverfoek, dat Uwel Ed. en Achtbaare de fupplt. als derzelver Borgeren en Ingezetenen by hunne regten en privilegiën gelieven te handhaven,voorts zodane middelen te beraameo en  JAERBOEKEN, September, tjUl 1635 tad El)urg aen. len Hove wn Holland t | l s e n ii 1- e n e  ZüTPHEN. Brief de} Stad Elburg,aen den Hove van Holland *»«. ( t, C F d di G W v< Pi to w ge lu IVEl- £042 NIEUWE NEDERLANDSCHE rfnnZfaea' dat de gemeIde zakeD a's dan provïfioneel mogen worden gehouden in ftaat, tot na da eerftkomende vergadering der Heeren Staten die? Piovmc.e, als aan welken wy in dat geval van voornemen zyn ons hier over te adreffJren n, li1 r r ™ed? deze e,'ndigende bevelen wV UEd fn blyvln! ^ * befchermiDSe ^ Allerhoogftcn, EH!fn',rP?tfe/teei Wyze' Voorzienige: VtSen. d£ Heeren'by^ndere goldl UEd. Erentfefte goeds r, - r,„ vrienden, jefchreven te Elburg, 'en 27 January 1780, Burgemeefteren, Schepenea 6,1 Raaden der Stad Elbui'g' (getek.) °rd0Dnantie van dezelve Herm. Henk. Vitringa. Dog dat het Hof van Holland, Zeelanden riefland 111 de gronden en gevoelens van ; Regeerders van Elburg geenzints toeftemm, blykt.uit het antwoord van dat Hooge erechts Hof, van den 28 February 1780 aer by het zelve kennis gaf, dat na eene :rleende ihrcheance, en verhoor van den ■ocureur Generael, aen den zeiven hadden egeftaen zynen eiffchen tegen de drie beiite perfonen, na verloop van veertien daid'e vd00rt te zetten« üit antwoord is aldus  JAERBOEKEN, September, 1781. 1642 WELEDELE AGTBARE HEEREN! \ Hoe zeer wy zouden dificulceeren in het beant-, woorden eener Misüve, welke ons uit eeni-, «e Steden of plaatzen binnen deze Provincie toelekomen z\nde, niet inhielde den behoorlyken ticul van Edele Mogende Heeren Prafident en RaadenI over Holland, Zeeland en Friesland, hebben Wy egter in de billyke verwagting, dat Uwel Edele Achtbare omtrend deze ons competeren de titu.ature mogelyk ignorant geweeft, dog daar van by de7en geinformeert zynde, ons dezelve by andere gelegenheden niet zullen weigeren, niet willen afzyn Uwel Edele Achtbare by dezen ons antwoord te laten toekomen, op Uwel Edele Agtb Miffive, in dato den elften January laaftJeden, hebbende tot bylagen zekere Requefte aan Uwel Edele Agibare gepr'efenteert by Berend den Dooijen, Lubbert Martenen en Rein Gouke, Burgers en Ingezetenen dei Stad Elburg, copien antentieq van drieActens vai Citatie, door onzen eerften Deurwaarder by Edidf gedaan , mitsgaders copie autentieq van zekere Re folutie, op den 37 January voorfchreven by Uwe Edele Achtbare genomen, houdende derzelve mis five, beklag over de gem. drie Aclens van citatiei in perfoon, by den Procureur Generaal van Hol land geobtineerd tegens, en door onzen gem. elften. Deurwaarder byEdifte geëxploteerd aan dei gem. Berend den Dooijen , Lubbert Martenzen ei Rein Gouke, met verder verzoek , dat Wy dl voorzieninge zouden willen doen, dat dezelve a tatien buiten vervolg worden gefteld en ingetrok ken, en dat, indien aan gemelde Procureur Gene raai het een of ander ten laften van dezelve per fonen mogte zvn voorgekomen, de informatien daai van aan Uwel'Edele Agtb. mogten worden med< gedeeld, ten einde naar bevind van zaaken by Uwe Edele Agtb. zodanig zoude kunnen worden gepro cedeerd,als de Juftitie en soede order zoude ko men te vorderen ; immers., en ten minften, dat indien Wy mogten goedvinden den Procureur Ge ne !ut> 'HEN. intw. an 't Hof van rlolland ten de Reger. van Elburg. l [ t L 1 L  2ut. PHEJSF. dntw. van '2 Hofvan Holland nen de Regervan EI- ■ burg. : ( i I 1 5 t d i v di d: d V) éi de zc qt re op ge tei de dij vei i vc be de; bh, ftr 1U4- NIEUWE NEDERLANDSCHË rieraal te hooren, en dus zwarigheid mogten maa^ ken om, overeenkomftig Uwel Edele Agtb.voor fchreve verzoek finaal tl refolveren, de8 een^ ken ais dan, provifioneel mogten worden gehouden in ftaat tot na de eerftkomende vergadSse der Heeren Staaten van Gelderland, als aan wel ken Uwel Ed. Agtb. in dat geval voornernen" w ren z,g ter voorfz. zaake te adrefteren GemeYcL Jwel Ed, Agtb. misfive by ons ontvangen zSde legts even voor dat de zaaken tegens voorn drie perfonen ter Rollei zouden dienen, zyn wy doo? e kortheid des tyds builen ftaat geweeft,Sm vooï ïat dezelve dag in regten diende f Uwel Ed. Ag°b verzoek te overwegen, en den Procureur gSJ aal als gemtereffeerde party in dezen ■elve tehopren;en hebben on? die^/^nS en dage dienende, vermits de non compaS van bovengem, drie geciteerde perfooïen doS sm. Procureur Generaal tegens dezelve°wferd S raagt Defauk, met het daar toe ftaande prof?? )or onze Heeren Commiffiriflèn diestyds ter l» entie van de Rolle gecommitteerd , Yde voorfz" te zaken e* offic.o wel doen houden in ftaate °doï :rvolgens door ons zynde gerequireerd de coni ratien van den Procureur Generaal, ZOo S zelve ons ter deftmflie van Uwel Ed. AatkZ ek voorgedragen, dat gelyk aan den eenen kanT 0 ad faftum.de informatien, welke hTpS? » Generaal ter onzer kennis heeft gebragt ea fundament van welke hy van Ons verzogt er? obtmeerd heeft, de bovengem. drie mandemen 1 van dagvaarding in perfoon, medebrengen S voorfz drie perfonen zig zouden hebben fchul ; gemaakt, aan het geweldadig en tegensi eïni£ 'bod van den fchipper aan, amoveln Cn £ eren van het tuigagie, mitsgaders de lading van j Gahoot-Schip de Cupido! op den t7Ve S .voorgen. jaars, op de gronden van TerfS U by het zoogenaamde Wefterboomsgat «1, en dat dus hetzelve delift nSrlytdlot tuut  JAERBOEKEN, September, itft. 104? hun zoude zyn gepleegd binnen deze Provincie en onder Onze Jurisdictie, zoo ook aan den anderenkant, quo ad jus zekeren inconteftabel is, dat in crimineelezaaken de Rechter van die plaats alwaar het Delict is gecommitteerd, bevoegd is, om tegens den Delinquant, hoe zeer onder een andere jurisdictie woonagtig, te procederen, en dat aan hem Procureur Generaal niet bekend zynde, nog ook door UEd. Agtb. geallegeert wor dende eenige conventien tuffchen de Provintier van Gelderland en Holland, door welke de Ingezetenen van de eerftgemelde Provincie van dil algemeene en inconteftabele regt zouden zyn ge eximeert, mitsdien de drie voorfz. perfonen alle zins competenter voor Ons zyn gedagvaart, ei dus aan het verzoek van Uwel Èd. Agtb. doo Ons niet zoude behoren te worden gedefereert terwyl ook, behalven deze generale regtsgronden ten deze byzondere reflexie meriteerde, dat hoi zeer al eens in andere gevallen, wanneer iemani onder de Jurisdictie van een anderen dan zyne; domiciliairen Richter heeft gedelinqueert, d overzending der inrormatien door den judex loc delift^commiffijaan den judex domicilii (hoezee buiten gehoudenheid en alleen gevoegswille) zot: de kunnen plaats hebben, zulks egter in het voc bande zynde geval niet zouden kunnen worde gepraófifeert, om rede, dat niet alleen in d beoordeeling van delict, waar van de bovengen perfonen geaccufeert worden, fpeciaal in confidi statie moeten komen , de wetten op die mater: door Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staate van Holland en Weftvriesland gedaan emanerer maar vooral ook, om dat de ftraffe, welke na c natuur van dit delict, gefchikt zoude zyn, en mec tot gevolg zou moeten hebben, een banniffemei uit dat territoir, waar in gedelinqueert is, is vi dien aart, dat het zig zelfs wyft, dat Uwel E< Agtb, buiten ftaat zouden zyn , om dezelve fe gei Zutphen. Antw^ van 't Hof valt Holland aen de Regeer, van Elburg. i i \ i t r n e i. e n j e !e it n I. is  2UT' Pam. Antw. van 't Hof vai Hollanc aen de Regeer, van Elburg. i j i 2 J i r c ï / f d il u d le t< Z( in E IG45 NIEUWE NEDERLANDSCHE gensgem. perfonen, fchuldig bevonden wotden- de, te ftatueeren en ter executie te leggen. Wy vertrouwen, dat Uwel Ed. Agtb. deze informatien omtrend de misdaad, waarvan de gem. drie perfoonen befchuldigd worden, en de plaats !aiwaar dezelve begaan zoude zyn, te gelyk met ee hier boven aangeroerde juridique gronden in overweging nemende, zullen begrypen,dat Wy, de te meermalen gementioneerde drie citatien in perfoon tegens de bovengem. perfonen allezins competenter hebben verleend , zonder dat daar door eenige de minfte atteinte is toegebragt aan de regten en Privilegiën, de Ingezetenen van Gelderland, in 't gemeen of die van de Stad Elburg in 't byzonder competeerende: Immers al het zelve is Ons voorgekomen te zynvandieRelevance, dat Wy gemeent hebben Uwel Ed. Agtb bv lezen in antwoord op Uwel Ed. Agtb. in het berin dezes gementioneerde misfive, te moeten recriberen, dat wy vermeenen aan Uwel Ed. Aurg.  1648 NIEUWE NEDERLANDSCHE ZüTPHEN. 'Nader brief vat, de Stad Elburg aen het Bof van Holland. i i 3 i verre het twyffelagtig mogt kunnen fchynen, door de Heeren Staeten der beide Provinciën, zoude kunnen worden beilift,, en uit den weg geruimd. De Brief, ten deze einde door de Regeerders der Stad Elburg gefchreven, is gedagtekend den 8 Maert 1780, en van dezen inhoud: EDELE MOGENDE HEEREN! "Wfy hebben Ons vereerd gevonden, met UEd. i w Mog. misfive van den 28 February laatftleden, ftrekkende ter refcriptie op de Onze van den 27 January daar bevorens,die wy de vryheid gebruikt hadden aan UEd. Mog. te laten toekomen, ter zaake van zodane ediótale Citatien, als door den Procureur Generaal van Holland, tegens drie Burgeren en Ingezetenen van Onze Stad, met namen Berend den Dooi/en, Lubbert Martenzen en Rein Gouke, na het Óns voorkwam, en waar in wy tans nader beveiligt worden, ondernomen waren. Gaarne hadden wy gewenfcht dezelve te mogen bevinden van dien inhoud, dat wy ons zouden hebben kunnen onthouden, van UEd. Mog. door eene nadere Correspondentie over deze materie niet te moeten laftig vallen , immers dat UEd. Mog. zouden hebben gelieven goed te vinden, jm het vervolg dier Citatien te houden in ftaat :ot de tyd toe, dat wy gelegenheid bekwamen , iwa. daar over aan de Heeren Staaten dezer Pro'inde adres te konnen malten. Dan tot ons leedwezen, al hu door UEd. Mog, ia eene korte furcheance en na verhoor van den 'rocureur Generaal difficulteit gevallen was, zodaJg dat aan welgem. Procureur Generaal hadden econfenteerd om de aangetogene Procedures teens Onze drie voorfz. Burgers en Ingezetenen, m  JAERBOEKEN, September, 1781. 1645 Èa verloop van veertien dagen verder voort te zetten, hopen Wy,dat UEd. Mog.ons wel zullen ten belten houden, dat Wy ons te voren gedane verfoek al nog by dezen komen te repeteren, én teffens in "het korte bejegenen de motiVen, op welken de Procureur Generaal zyne luftenue ter bevoegdheid van die getenteerde procedures tragr te fundeeren, invoegen dezelve by UEd. Mog. misfive zyn vervat. Dog bevorens daar toe over te gaan mogert Wy niet af zyn , UEd. Mog. omtrend de titulature, die Wy in onzen brief gebezigd hebben, en waar op by UEd. Mog. reflectie gevallen is, te melden, dat Wy daar omtrend niet alleen hebben in agt genomen, het geene door Ons en verfcheidene andere item hebbende Steden alhier, ter reguarde Van den Hove des Furftendoms Gelre en Graaf, fchaps Zutphen word geobferveerd, maar ook inzonderheid mede gevolgd hebben het voorbeeld van een der Steden van dit quartier, welke Wy onderrigt zyn, nog niet zeer lang geleden op deze zelfde wyze aan UEd. Mog. gefchreven te hebben, zonder dat daar op door UEd. Mog. 'was geremarqueerd geworden, daar Wy ondertuffchen hier omtrend thands anders door UEd iMoe. zynde geinforrheert, van het geen in Hol. Hand gebruiklyk en UEd. Mog. competeerendè iZyn, geen de'minfte zwarigheid maken, Ons hier In naar UEd. Mog. intentie te fchikken. Maar om ter zaake te komen , zoo vernemen 'Wy al nu uit UEd. Mog. misfive, dat de Procureur Generaal de mandamenten van dagvaarding tegens gem. drie perfonen verzogt heeft ter oorzake, dat dezelve zig zouded hebben fchuldig gemaakt aan het geweldadig, èn tegens het expres verbod van den Schipper , amoveren en vervoeren van het tuigagie, mitsgaders de lading vanhec Galiootfchip de Cupido, zoo als dat op den 27 iMav 1779 °P de gronden van Terfchelliug by hec 3 Rrrrr zoo Zutphen. Nadere brief va^ de Stad Elburg aen het Bof van Holland;  ZüT. PHEN. Nader hief van de Stad Elburg een het Hof vat, Holland. [Ó50 NIEUWE NEDERLANDSCHË zoo genaamde Wefterboomsgat, geftrand zoudé wezen. Waar omtrend wy wel aan den eene kant Ons volkomen begeeren in 't geheel te behouden, en om nog voor nog tegens het fait, of de plaats waar hetzelve zoude wezen gecommitteerd, te expliceren; maar dat een en ander daar te latenj dog teffens aan den anderen kant niet wel konnen nalaten eene reflectie te opperen, die omtrend deze zaak Ons is te voren gekomen, en waar van Wy vertrouwen genoegzaam in het zekere onderrigt te zyn: ' Dat namenlyk de Schipper van gem. Galjoot Johan Godlieb Lofewitz genaamd, zig in de maand van Juny des gepaffeerden jaars 1779 ten tyde, dat de uit dat Schip geborgene tuigagie en lading aan Onze Stad gebragt was, zig in perfoon mede alhier bevonden heeft, met de perfoonen , die 1 zulks uit zyn Schip hadden overgenomen, wegens het bergloon heeft geaccordeert,en de kooppenningen van de verkogte tuigagie ontvangen i heeft, zonder dat hy de allerminfle klagten of: bezwaren, wegens gepleegde exceflen aan Ons heeft komen te doen, of voor te dragen. Maar hoe het ook hier mede moge gelegen zyn geweeft, indien men de klagte van de Procureur Generaal al eens in faclo en prout jacet als een graveerende zaak komt te befchouwen, zoo refulteerd dan daar uit deze queeftio juris , of de Regeer van de plaats, alwaar het delict, gecommitteerd is, bevoegt zy tegen den delinquant te: procederen, zoo die onder een andere jurisdictie woonagtig en ervintlyk is. WTaar omtrend wy geenzins met den Procurenr: Generaal conveniëren, maar de negative vertrouwen te moeten vaft ftaan. En zulks, propter vulgatum illud apudnos axioma : ubi te invenio, ibi te judico & quodmoribus, ut in loco contractus aut deftinats folutionis, ita & inleen deli&i, nemo fortiatur forum, nifi ibi inv* maturj  jAÈRBOEK EN, Sepsmkr, k^; Ï65i Hiiatik, zoo als dit in het breede zoude kunnen worden aangetoond, en onder andere met de autoriteit van Regtsgeleerde van naam getradeert, door Groenewegen de L. L. abrog. ad. tit. cod. Ub; de 'Grim. agi oport.n. 5 &ad tit. Cod-. Ubi conven. qui eert. loc. dare prom. n. 2. , En dat daarentegen een iegelyk gehouden is in de eerfte plaats zyn doen te verantwoorden , voor den dagelykfen Rigter van zyn voorn, plaats als zynen wettigen en competenten Regter, wiens .judicature hy óok alleen buiten voortvlugtigheid, iapprashenfie op de verfche daad,ofte prcevehtie onderworpen is: Vromans de Foro Comp'et. lib. ti. Cap. 3. n. 10 & ibid. n. 17. Het welk ten aanzien van de Burgeren en Ingezetenen Van Onze Stad, als Welke beneffens die van veele andere Steden dezer Provincie van het Privilegie de non evocando gaudeert, zoo als Wy Veronderftellen door de Procureur Generaal niet te zullen worden in twyffel getrokken , des te iminder bedenking kan hebben. Al waarom dan ook deszelfs allegatie, dat 'er Voor zoo veel hem bewuft was, tuffchen de ProVinden van Gelderland en Holland, geene parti* ■jculiere conventien fubiifteerden, juift een argument koomt op te leveren voor de onwettigheid dezer Edicfale Citatien , uit hoofde van de zoo feven aangehaalde leere der Regts dottoren. » Onder anderen fpeciaal mede brengende, dat in zodane jurisdictiën, alwaar de remiftien of overgaVen van [delinquanten door den eenen Regter aari den anderen, niet uit eene verpligtinge, maar alleen uit beleefdheid gewoon zyn, te gefchieden j ten delinquant in loco delictl, niet kah wörderi ceactionéerd, ten ware zig werklyk onder hec reflbrt van die jurisdictie bevindende. I Terwyl ook,buiten dat dezelve niet geconfidereerd kan worden, daar aan onderworpen te zyn, Alzoo weinig als het Gerigt bevoegd zoude weRrrrr 2 zeö Z üT • phen; Nadere brief van de Stad Elburg , aen het Hof vafi Holland*  i65» NIEUWE NEDERLANDSCHE ZtJTÏHEN. Nadere brief vat, de Stad Elburg, aen het Bof vat Holland. zen om haar vonnis tegen den delinquant te executeeren. Even zoo zouden Wy het aan den anderen kant , als een ongehouden vriendlykheid vani UEd. Mog. confidereren, indien UEd. Mog. Ons gedaan verzoek, tot het inzenden der informa-j tien, over deze zaak, door den Procureur Gene-1 raai ingenomen, geliefden te accorderen, ten ein' de alhier coram judice domicilii tegens deze per-j fonen des te beter en na bevinding zoüde konnenj geprocedeert worden. Zonder dat Wy konnen zien , dat de daar te-I gens geopperde zwarigheid van den Procureur Generaal, ten aanzien van de wetten van HollandI en de daar by op zodane delicten onder anderen geftatueerde pcene van banniffement , van wezenl lyke confideratie zy; vermits deze perfoonen. inf geval door Ons fchuldig bevonden wierden, evenf wel na merites, niet alleen konden, maar ook zei kerlyk zouden worden gecorrigeert. I Behalven dat die voorfz. bedenkingen op zil zeiven te veel bewyzen zoude, en dus voor tel eenemaal in confequentte houden is, gelet, evcj dat zoude konnen worden ingcbragt, in geval dl judex domicilii door een anterieure citatie of arl prehenfie van den delinquant,de actie ofcriminel procedure reeds voor zyn gerigt had regthangenl gemaakt. I1 Wanneer evenwel niemand met eenige de mi| Re fchyn om die reden zal willen in twyffel trel ken ,of de Rigter wel bevoegd en in ftaat zouJ wezen, om den delinquant naar behoren te fel tentieren. I Het is derhalven zulks, dat de informati| welke UEd. Mog. aan Ons by derzelver misfivl zoo omtrend de misdaad waarmede deze drie pel fonen worden befchuldigd, als ten aanzien v| de plaats, daar dezelve zoude wezen gecommj teerd,mitsgaders de fuftenue,welke hier omtre* dor  JAERBOEKEN, September, 1781. 16.53 door de Procureur Generaal word gemoveerd, aan Ons niet zyn voorgekomen, van die efficacie te konnen wezen, dat'Wy van Onze vorige gedag.ten zouden behooren af te gaan, maar vermeend hebben, daar by als nog te blyven, en derhalven tot maintien van Onze jurisdictie, en de regten en privilegiën Onzen Burgeren en Ingezenen competerende, nodig en dienftig geoordeeld hebben, om de gemelde drie Borgeren en Inwoneren van Onze Stad op den Ontvang van UEd. Mog. miffive en de daar by vervatte communicatie van den aanftaande voortgang der procedures, nogmaals op de vorige pïenaliteiten te ordonneren, op die citatie of nadere prefixien van een dag regtens,als notoireevocatien involverende, niet voor UEd. Mog. te erfchynen. En nemen Wy als nog by dezen de vryheid by UEd. Mog. onze te voren gedane verzoeker tot opheffing der gementioneerde Citatien er overzending der Informatien vriend- nabuurlyli en onder gedienftige offerte van zulks by voorkomende gelegenheden naar Ons vermogen te reciproceren, te herhaalen en te verzoeken dat UEd. Mog. uit nadere overweging van het gunt voorfz, daar aanrgelieven te defereren. Immers dat UEd. Mog. daar de vergadering der Heeren Staaten dezer Provincie binnen kort op handen is, en in het begin van de aanftaande maand April ftaat gehouden te worden, den verderen voortgang der aangetogene citatien gelieven te furcheren tot na de landfehaps vergadering , op dat alzoo moge worden afgewagt, of dit poincl: van jurisdictie , voor zoo verre het questieus zoude konnen worden geconfidereert, doot de Heeren Staten der beide refpective Provinciën zoude konnen worden getermineerd en uit den weg geruimd. Waar op Wy vertrouwen des te meerder by UEd. Mog. te mogen aanhouden, terwyl de gem. drie perfonen in onze Stad by continuatie zyn Rrrrr 3 Huis- Zutphen. Nadere brief van de Stad Elburg, aen het Hof van Holland.  ZUTi yjïEN, Nadere brief van de Stad Elburg j aen het Hof vat. Holland... i$54 NIEUWE NEDERLANDSCBE Huiszittende en geetabliffeert, en den Procureur-i Generaal niet in het allerminft, in zyn vermeend regt of fuftenue, word verkort, ja daar 'er geene redenen zyn, waarom deze zake zoude moeten worden verhaalt. En hier mede dezen eindigende bevelen W3 EDELE MOGENDE HEEREN$ UEd. Mog. in de befcherming dei ' Allerhoogften, en zyn UEd. Mog. Goede Vrienden Gefchreven te De Burgemeefteren Schepe Elburg op den nen en Raden der Stai B Maart 1780. Elburg. Ondirft. Ter ordonnantie derzelven, (was get.) Herm. Henr. Vitringa» Dog het welgem. Hof nam, dezen brief nie in aenmerking, en liet de meergem. drie Él burgfche Burgers andermael by ediélale c: tatien tegen den 13 Maert 1780. in perfoo dagvaerden. Zie hier eene der nadere da£ vaer dingen. PRO FISCO. TTerfte Deurwaarder van den Hove van Hol land, Zeeland en Vriesland. Wilt ten verzoeke van my onderget. Procureu Generaal over de voorfz. Landen, by beftoten miffive infinueren, Berend ten Dooifen, Schippe op een Elburger Viffchers Schuit, dat de zaak tuflcb,en my geteekende, in myne voorfz, qua liteit  JAERBOEKEN, September, 1781. 1655 liteit, als impetrant van mandament van dagvaarding in perfoon, met de Claufule van Edicte ter eenre, en den voorn. Berend ten Dooijen, als gedaagde in 't voorfz. cas ter andere zyde, ten dage dienende, by den Hove van Holland zynde gedateerd, dezelve ftateringe als nu by refolutie van denzelven Hove in dato 23 Febr. 1780 is ingetrokken en hem over zulks een nadere dag van regten prsfigeren, tegen aanftaande maandag en veertien dagen, zullende zyn den 13 Maart 1780 omme te compareren in perfoon , voor welgem. Hove, ter fine als by den voorfz. mandamente is ^Levert Copie dezes eYi relateert uw weder, varen in gefchrifte. Aftum den 24 February 1780. (was getekend) y SER AND 't hoew. Verder ftond Uitgegeven voor Copie, en de Originele word by dezen door my ondergefchrevene Leonard Fient Junior, eerften Deurwaarder van den Ed Hove van Holland , Zeeland en Vriesland, by beflotene miffive na myn forme en inhoud geinfinueert aan Barend ten Dooijen, Schipper op een Elburger Visfchers Schuit, en werd denzelve daarnevens een nadere dag van regtens geprsefigeert tegens aan. ftaande maandag en veertien dagen, zullende zyn den 13 Maart 1780. omme te compareren in perfoon voor welgem. Hove, ter Rrrrr 4 fine ZüTPHEN. Nadere dagvaerding van den ElburgfchenBurger.  Zutphen. Nadere dagvaerding vat den ElburgfchenBurger. Mi* NIEUWE NEDERLANDSCHE fine als by de voorfz. Infinuatie ftaat vermeld. Actum den 25 Febr. 1780. Onderfi. by my (get.) Leond. Fient Junior, in fidem copice Herm Henr. Vitringa 1781. NB. De twee andere infinuatien zyn dezen conform: uitgezonderd de namen der geinfinueerden, als zynde Lubbert Mariens eo Rein Gouke. Dog gemelde Elburgfche Burgers ten voorfz. regtdage van den 13 Maert, voor welgem. Hove niet ver.fcheinende , wierdt door het Hof aen den Procureur Generael defaut en ten profyte van dien decreet van apprehenfte corporeel verleend. Onderwyl bragten de Regeerders van welgem. Stad deze zaek aldus ter kennifle yan de Staeten dezer Provincie. Aan de Edele Mogende Heeren Staatin des Furflendoms Gelre en. Graaffchaps Zutphen'. EDELE MOGENDE HEEREN! "ï^ertoonen met vorfchuldigde Eerbied Burger» ^ meefteren, Schepenen en Raden der Stad Elburg, dat op den 27 January laatftleden drie Burgers en Inwoners der voorfz. Stad, met namen Berend den Dooijen, Lubbert Martens en Rein Couwke, varende met Viflchuiten op de Noordzee , by Requefte per copiam hier annex fub A. (*) ter (*) Zie hier voren bl. IÖS7-»  JAERBOEKEN, September, 1781. 1657 ter kenniffe van de Remonftranten hebben ge- ^Hoe dat aan hun drie gemelde Supplianten door een voerman, komende van Kampen, ieder afzonderlyk op den 7 derzelve maand, binnen Elburg was ter hand gefteld, eene beflotene miffive. geteekend door zekere Fient, zig qualificerende eerften Deurwaarder van den Hove van Holland, Zeeland, en Vriesland, met een ingeflotene edic tale Citatie,geimpetreert by den Procureur Ge neraal der voorfz. Landen , waar by zy, ledei afzonderlyk, wierden gedagvaart om op den 3: January laatftleden voor welgemelde Hove te er fchynen, in perfoon. Deeerftgemeldeom te aanhoren zodanen eyscn en de twee laatftgemelde zodane eyfchen crim neel als de Procureur Generaal nomine officii t< gens hen zoude willen doen en nemen, cum E> penfis; zonder eenige mentie te maken, ter we ker Caufe of over welke prastenfe delicten, de daj vaardinge wierdt gedaan. ..... i Welke resp. edictale citatien in onginahbus d< gem. Supplianten Requeften waren by gevoegc en hier anex zyn per copias autenticas lub B 1 B 10. B 30. (*) Dat de voorgem. Supplianten t het aangetogen Requeft protefteerende, dat zy gemoedeen geweten onbewuftzynde, eenig exci of crimen gecommitteert te hebben, waar do aan opgem. Procureur Generaal eene actie tege hen het zy civil, het zy in cas crimineel zou geboren zyn , geen zwaarigheid zouden mak aan de eene zyde, fchoon voor een notoir ïncoi petent Richter, ter defenfie en purge , zig ftellen; maar aan de andere zyde overwegend hoe zeer de Gelderfche Gerigten en Magiftrat der Steden, in 't algemeen, en in 't byzonder ei Stad, waar van zy Burgers zyn, geene evocati of comparitien op edictale extra-territoriale Ci tien,direct ftrydig met de gemeene gerecipieer Regten, men zwyge, met fpeciale privilegiën Rrrrr 5 1 (*) Zie bl. i6}6. ZUT« PHEN. Remon* ftrantie der Stad Elburg , aen de Stat. van ■Gelderl. in voorfz, zaek. i- [« ff h y n :s ar is le ;n ntee, sn er en iadede Mi  Zutphen, Remon- flrantie $er Stad Elburg , den de Stat. van Gelderl. in voorfz. mek. i i i j t 1 t 1 S F c c e c b n d v 31 V, O h bi I T6$8 NIEUWE NEDERLANDSCHE «o» evocando gedogen, of aan haare ingezetenen permittecrcn; zy Supplianten hadden vermeend om voorfz;. redenen den inhoud der gemelde citatien ter kenniffe van de Remonftranten te moeten brengen, ten einde door eene eigenwillige comparitie geene atteinte te geven, aan de Rëgten en privilegiën, den Gelderfchen ingezetenen in het algemeen, en den Burgeren der voorfz. Stad in 't byzonder competeerende. Dat de Remonftranten, zoo ras in eodem dato lis de gemelde ediclale citatien ter hunner kenmiTe wierden gebragt, confidereerende, hoe dezelve ftreden met de gemeene gerecipieerde lieden , en inzonderheid met de folemneele verbon?en en Unie tuffchen de Refpective Provinciën ubfïfteerende, en, zonder temelden de fpeciaie pri'Hegien, der Stad Elburg competerende, tot ee. len ongehoorde uitflap en grondflag zouden vertrekken , om hunnen burgeren (zonder jurisdicïe door arreft te fundeeren) by Edicten te evoceen, en tot het voeren van koftbare extra provinïale procedures te conftringeren; eeds en pli°-ts alven zig geneceffiteert hebben gevonden die upphanten by Refolutie te gelaften , om (bv rovifie en onvermindert der Remonftranten naere deliberatien) uit hoofde der voorfz. edictale itatien voor gem. Hove van Holland , Zeeland, n Vriesland niet te erfchynen, by pcene, dat in as van contraventie, tegen hun als tegen ongeoorzame Ingezeten, tot ontburgeringe als anders aar exigentie van zaken, zoude worden georoceeert. uti fub C. (*) Dat de Remonftranten vervolgens op den zeien 27 January laatftleden niet alleen aan opgeelden Hove by miffive hebben ingezonden copie m de voorgem. Supplianten ftequeften en daar 3 gevolgde Refolutie, waarby aan hun is geinbeert, op demeergem. edictale citatien tecomtreren,maarookin 't kort hebben gedeclareerd mne verwondering gver de notoire evocatien, *) Zie bl. 1630; daar  JAERBOEKEN, September* 1781» daar by voorkomende, en aangeboden, in geval de Procureur Generaal, eenige informacien ot bewyzen hadde, waar uit confteren mogten» *>dane exceffen of delicten,by de gedaagden pretenielyk genleegt, waar op eene civiele correctie ot eene triminele ftraffe naar. regten zoude behooren te volgen', en die mogten goedvinden, aan de Kemonftrancen in te zenden, als dan aanftonds tegens meergem. hunne Burgeren te. zullen doen Procederen, zoo als in goede juftitie zouden bevinden te behoren, en verzogt dat meergem. Hove die voorzieninge zoude geheven te doen, ctai gem. citatien buiten vervolg gefteld en mgetrok ken mogten worden. „ . , , Immers en ten minften, dat Hun Ed.Mog. in dien mogten goedvinden den Procureur Generaa te hooren, en dus zwaarigheid maken, ora opdi der Remonftranten verzoek finaal te refol veren de gemelde zake als dan Provifioneel in ftaat zou den gelieven te houden tot naa de eerftkomend vergldering der Heeren Staten dezer Provincie als tan welken Remonftranten verklaarden voo nemens te zyn, in dit geval zig te adreffeerei ^DafdaS na*op den 28 February laatftleden b refcriptie Hun Ed. Mogende de Heeren Prefioei en Raden van gem Hove hebben gedeclareerc dat zy de zaaken tegen de voorn drie perfoon ex officio wel hadden doen houden in ftaat ,doj vervolgens gerequireert zynde de conhderati. Jan den Procureur Generaal , die aan Hun f Mog ter deftructie vander Remonftranten geda verzoek, hadde voorgedragen, dat gelyk aand eenen kant, quo ad faftum, de mformatien, welk d' Procureur Generaal ter kenniffe van gem Ho hadde gebragt, en op fundament van welke hadde geobtineert de bovengem. mandamen van dagvaardinge in perfoon , mede zoude bit gen, dtt de voorn, drie perfoonen zig zouden h« |en fchuldig gemaakt aan het geweldadig, entej 0 ?ie bl. Jv4C" Zutphen. Remon' ftrantie der Stad Elburg , aen de Stat. van Gelderl. in voorfz. ■zoek» l t » e » 1. y it 1» n >» :n d. m en eh ve hy en m:b- en res  Zutphen. Remonfirantieder Sta, Elburg aen de Stat. va', Gelder], in voorfz. zaeA, i i t i c f 3! r n d n S n z; z< di P< d« ïSöd nieuwe nederlandsche expres verbod van den Schipper , amoveren en vervoeren van het tuigagie, mitsgaders de lading van het Galjoot-Schip de 0^^p7en V7 Maf des vongen jaars op de gronden van Terfchellin? by het zoogenaamde Wefterboomsgat getand' en dat dus hetzelve delict notoirlvk dooKzou! 'de zyngepieegt binnen de Provincie van HoIlSd en onder derzelver jurisdiccie; ™iiana , Zoo ook aan den anderen kant,quo ad ius duhet zeker en inconteftabel zoude zyn,datin criminee e zaken de Rechter van die plaats, ahvaar het delict ,s geperpetreert, bevoegt zoude zvn om tegen den delinquant, hoe zee?onder eenS' dere jurisd.a.e woonagtig, te procederen In dll aan hem Procureur Generaal niet bekend zvnde tjog ook door de Remonftranten geallegee^woN Jende, eenige conventie tuffchen de?rovS van Gelderland en Holland, door welke ïn? grenen van de eerftgem. Provincie van dit pï-" ens algemeen en inconteftabel regt, zoudeYzvn eeximeert, mitsdien de voorfz. drie perfoonen lezins competenter zouden zyn gedagWten 'at dus aan het verzoek der R/monftramedoor" oorfz. Hove niet zoude behooren te werden ^ efereert; dewyl ook behalven die gefuftineerfe eneraale Regtsgronden, in dezen byzondere Re exien zouden meriteeren, dat hoeveel a eens" i andere gevallen, wanneer iemand onder de IS? sdiöte van eenen anderen dan zynen Domicilii m R.gter heeft gedelinqueert , V ovmSiïê :r mformauen door den judex loei delidff cóm uffi, aan den judex domicilii (hoe zeer bS ïhoudenheid en alleen gevoegswille) zoude S m plaats hebben, zulk^te* in het voorhand ^nde geval niet zoude kunnen wórden wpra&? ■ert, om redenen, dat niet alleen in de béoor ïelinge van het delict, waar van de bovenSm" irfoonen geaccufeert worden, fpeciaal m confi" ratie zoude moeten komen de Wetten op dï mm door Hun Ed. Groot Mog. de'Heertn Stateo  - JAÈRBOEKEN, Septèmher, 1781. 160T Staten van Holland en Weftvriesland gedaan ema-z neeren, maar vooral ook, om dar. de ftraffe, welke1 na de natuur van dit delict gefchikt zoude zyn, en mede tot gevolg zoude moeten hebben, een ban-niffementuit dat territoir, waarin gedelinqueert is,J welke van dien aart zoude zyn, dat het zig zelf' zoude wyzen, dat de Remonftranten buiten ftaat zouden zyn, om dezelve tegen gem. perfoonen,1 fchuldig bevonden wordende, te ftatueren,en ter executie te leggen. Dat al het zelve aan deeze gemelden Hove was voorgekomen van die relevance te zyn, dat gemeent hadden aan der Remonftranten gedaan verzoek, zoo'om de voorfz Citatien buiten gevolg te ftellen en in te trekken, als om de zelve zake tot na dé eetftkomende Vergadering der Staater van Gelderland, provifioneel in ftaat te houden in goede juftitie niet te kunnen nog te mogen de fereren, maar dat in tegendeel zig verpligt gevon den hadden, den Procureur Generaal te confen teeren,om deszelfs actiën tegens meergem. dn perfoonen, na verloop van veertien dagen te ver volgen, uti fub E. (*) Dat de Remonftranten, na ontfangen van ge melte miffive, om, voor zoo veel in hun was, d zaken by continuatie in haar geheel te houden hunnen dukgem. Burgeren by Refolutie de dat den 2 Maart laatftleden nader al nog hebben g< laft, om, in valle 'er verdere en twede edictal citatien, of edi&ale infinuatien van prafixie va eenen nieuwen dag regtens aan hun wierden ing< zonden, niet te erfchynen voor den voorfz. H< ve. uti fub F. (f) En tevens by miffive van den 8 derzelvemaani andermaal by dukgem. ,Ho"ve inftantien hebbe gedaan, en verzogt , opheffingen der gementi neeide Citatien, en overzendinge der mformatiei immers dat H. Ed. Mog. daar de Vergaderu der Heeren Staaten dezer Provincie kort op ha den was en in het begin van de aanftaande maa: C*) Zie bl. XI543. (f) z'« bI- Iö47. 'xit* HEN. Lemon- ïrantie Ier Stad Slburg y icn de Stat. van Selderi. m voorfz, zaek. ! ■> O e n 1- U n 31,»g Q- id ril  ZüT- PHENi Remonfirantieder Stat Elburg, tien dè Stat-, var Gelder!, in voorfz, zaefa l i \ ï i \ % c e f ri d d S h P> 8 V( t&62 NIEUWE NEDERLANDSCHÊ April dezes jaars ftondt gehouden te worden oofr in dezen geen het minde periculumin mom wis den verderen voortgang der aangetogen?citTrieö geliefden te furcheren, tot na de\andfchapf ver gadennge, op dat alzo mogte worden aSagt fofditpomtvanjurisdiaie, voorzoo verre het quedieus zoude kunnen worden gcconfide?eer? door de Heeren Staten der beide fefpSe Pm* :vmaen zoude kunnen worden eec rSrt £ uit den weg geruimt. uti fub G.V*) 5 Ö Edog met geen ander gevolg, dan dat der Rpw mondranten nadere miffive buiten antwoord ge bleven zynde de drie voorfz. Burgers andermf af by edictale citatien tegen den 13 Ivltart laSeder» vool ^rl00^- Hove in perfoonen zyn geci ïeert uti fub H. io„ H. so; H. r>o (+\ y ë En dat als toen op den dag regtens;, gelvk de Elemondranten in het zekere geinformfe t zvn ^^^nTT Generaal bynL corner tiedeï gedaagde Default en ten profite van dien decreet er apprehenfie corporeel is verleent. ^ en^SSS-ffipi6^6011 edi^citatien,buien contiadictie notoir na regten niets anders irr-^ •orteeren dan abfolute evocatien , en dus de £ ZU{lTTen vertr9.u^n, dat zyzig zouden mo en paiTeeren vari het wederleggen dei ^rnnd™ an de gefudineerde competente van gem Hove an Holland, Zeeland en Vriesland, by dë confr eratien van den Procureur Generaal ^ngevoeit I I e.T|) ve van geme,de Hove Nemen de Supplianten nogtans de vryheid té ïtnarqueeren. Dat daarby word gepolierd da? einformatien zouden uitleveren ee/bewys, dat ■af ;,Vg°3m- ^È™ vaa der Remondmnten -ad, zig zouden hebben fchuldig gemaakt aan do arrHf c,ui§ag!'e van het ^ S teed enPhï tDdS temtoir zoude geftrandzyn  j aerboe ken, September, 1761. 16<53 Dat het in dezen onnodig zynde te treden in de; merites der zaken ter principalen, offchoon anderzins des noods bewyslykzoude zyn, dat de Schipper van gem. Schip de Cupido, zig een geruimen tyd binnen de Stad Elburg heeft opgehouden,met alleen geene de minfte klagten aan Remonftranten over hunne dukgemelde Burgers heeft gemoveerd; veel minder eenige bezwaren aan de Remonftranten heeft gecommuniceert of aangeroerd , ter zake dat quafi de tuigagie en ladinge van het gem. Schip in zyn weerwil en tegens zyr expres verbod zouden zyn vervoerd, maar dat de zelve in tegendeel met de voorfz. perfoonen V001 het bergen en vervoeren van dat een en ander; in het minnelyke heeft geaccordeert. Vertrouwende de Remonftranten, zoo men he praetenfe delift al eens in faEio ftelle, invoegei door den Procureur Generaal opgegeven, daar ui quoad jus geenzins zeker te zyn, dat in criminel zaken de Regter van die plaats, alwaar het deliï is gecommitteert, bevoegd zoude zyn,om tege den Delinquant, hoe zeer onder een ander jurii dictie woonagtig, te procederen. Dewyl die Regts - doctrine direct is aanlopend tegen het vulgatum axioma, ubi te invenio, ibi i judico, & quod moribus in loco contraclus aut deft; nota folutionis ,ita & in locodeliêïi, nifi ibi invenk tur, nemo fortiatur forum: zie GroenewEcEN d L. L. abrog. ad tit. cod. ubi de crim: agi opori & tit. cod. ubi conven. qui eert. loc. darepron n°kn'dat een ieder gehouden is in de eerfte plaa zyn doen te verantwoorden, voor zynen domk liairen Rigter; als zynen wettigen competentt Ri^ter •> wiens judicature hy ook alleen buitf voortvlugtigheid,'apprehenfie op de verfchedaai ofprseventie onderworpen is: Vromans, de fo compet. lib. 1. cap. 3. n: 10. & ibid n: 17. Gelyk dan ookHusER in preeleft. ad ut. ff. 1»* hst* ?BEJ3. Reihon* firantie der Stad Elburg , aen de Stat. van Gelderl* iti voorfz» zaeki 6 1 é t a ï e .1 tS ï- n :n 1, ra li 'i'  iflö4 NIEUWE NEDERLANDSCHE phen. Remonfirantieder Stad Elburg j «sot •Site*, ra» Gelderl. in voorfz. zaekk i 3 i i i t < l t 1 t } c < judicüs § 54, & 57. zeer nadrukkelyk beweert tó verbis: Nullam efle fori caufam, nificumfacultateco„ gendi conjunclam, qualis non eft ex hiftoria con„ tractus, fi vel reus ibi non inveniatur ,vel bona i, duntaxat fita non habeat, in quse miffio fieri pos„ fit, quando reus fe in loco contra&us noa fiftit. Redenerende gem. Auteur verder d. tit. §. 57. n dezer voegen ; „ Hactenusde contractu: alte„ rum ex re gefta forum conftituere diximus locum „ delicti admijji, fub eadem limitatione, quam ra„ tione contractus vidimus , fi reus ibi reperia- 9 tur" * Waar na de Heer Huber, ter geallegeerder alaatze laat volgen. ,, Quod in quacunqve pro, vintia delidtum fit admiffum, Reus ibi depfehenfus , püniri pofiit; fed ut, quod notandum, exemtien, regten, ftatuten, enz. ende alle beSssss hoor. ,Züt> phewv Remonjirantieder Stad Elburg , aen de S^at. van Geldert. in voorfz. zaek.  i66é NIEUWE NEDERLANDSCHE Zt7TPHEN. RemonJlrantieder Stad Elburg , aen de Stat. van Gelderl. in voorfz. zaek. hoorlyke ende mogelyfte middelen, ja met lyfeü goed [is het nood) zullen helpen handhaven, ftyven en ft erken , hefchutten en ook befchermen tegens allen en een iegelyk. En den Gelderfchen in het- gemeen en byzonder de Steden binnen deze Provincie, reeds in den Jare 1310. fpeciaal het privilegie de non evocando is geaccordeert. Zie de Heer Schrassert in Cod. Gelr. Zutph. II Deel fub. litt. O. O. Welk privilegie beveiligd wordt gevonden in het Tractaat van Venlo, tulfchen Keizer Karei en het Landfchap Gelre enGraaffchap Zutphen in den Jare 1543 opgerigt, en den 22 April 1544 nader geconfirmeert. Groot Gelderfch Placaat lfte Deel inpnelim, col. 27—35. Zoo als reeds bevorens by het verbond tuffchen de drie quartieren de Ao. 1436 0p het folemneelfteis geftipuleert, om alle evocatien den Gelderfchen ingezetenen wedervarende tekeer te gaan, ziet Groot Geld. Placaat B. II Deel in append. Col. 184. Gelyk ook nog inzonderheid door Hertog Reinold in den Jare 1341. 'smaandags na Paaichdag is gegeven aan de Stad van Elburg en haare Poorteren by een fpeciaal Privilegie, alle vryheid die de Stad Zutphen is hebbende. En dus mede het jus de non evocando waar van vaak gem. Stad inconteftabel gaudeert, uit kragt van het Privilegie de Ao. hqo. en van Hertogl Reinold de anno 1327. En vermits de Remonftranten, hoe zy ook befchouwen de meergem. edictale citatien, niet an-i •ders mogen befluiten, dan dat dezelve uitleveren, zodane evocatien, die ftrydig zyn met de gemeene en gerecipieerde regten , en byzonder met de Privilegiën den Gelderfchen ingezetenen en burgeren competerende,- zoo vinden zy zig buiten ftaat om te kunnen defereren aan het fentiment van den Procureur Generaal by miffive van dukgem.1  JAERBOEKEN, September, 1781.' 1663 gem. Hove van Holland, Zeeland en Vriesland , de dato den 28 Februarii Iaatftleden fub d. E. Dat ten dezen byzondere reflexie zoude meriteeren, dat in het voorhanden zynde geval, de overzending der informatien door den judex loet detièti commijji aan den judex domicilii niet zoude kunnen gepractifeert worden, om redenen , dat niet alleen in de beoordeling van het gefuftineerde delict waar van de bovengem. perfonen geaccufeert worden , fpeciaal in confideratie zouden moeten komen, de wetten op die materie door Hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staten van Holland en Weftvriesland gedaan emaneren, maar vooraal ook, om dat de ftraffe, welke na de natuur van het gefuftineerde delict, gefchikt zoude zyn, en mede tot gevolg zoude moeten hebben, een banniffement uit dat territoir, waar in gedelinqueert zoude zyn, het welk van dien aart zyn zoude, dat het zig zelve zoude wyzen, dat de Remonftranten buiten ftaat zoude wezen , om dezelven tegen gemelde perfoonen, fchuldig bevonden wordende, te ftatueren en ter executie te leggen. . Gemerkt het de Remonftranten voorkomt, dat dit argument zoude involveren, dat in het generaal nooit de domiciliaire Rigter zoude mogen of kunnen erkennen over zulke delicten, elders by hunne ingezetenen begaan, waaromtrend banniffement volgens de wetten in loco commiffi deliSli als ftraffe waren geftatueert, en dat als dan geene prssventien in dezelve zouden mogen plaats hebben, het welk volgens het begrip der Remonftranten te veel proberen zouden; gelyk de Remonftranten verder niet hebben kunnen penetreren , welke incongruiteiten 'er in zouden refideren , pf welk nadeel de juftitie zoude gefchieden , zoo de Remonftranten by het beoordelen der gefuftineerjde delicten, hunne Burgers uit de bewyzen fchuldig vindende, mede reflexie kwamen te nemen jop zulke ftraffen, als daar tegen by de placaaten Sssss 2 door Zutphen. Remonftrantieder Stad Elburg > aen de Stat. van Gelderl. in voorfz* zaek.  Ï66S NIEUWE NËDERLANDSCHE Zutphen. Remonfirantieder Staa Elburg, aen dë JStat. var, Gelderl. in voorfz, zoek. door Hun Ed; Gr. Mog; gedaan emaneren, voorzoo Verre die applicabel en executabel geftatueert mogten zyn, en voor zo verre niet exfecutabel mogten zyn. indien andere squipollente ftraffen kwamen te decerneren. Het is dan om deze erï voor gededuceerde redenen, Edele Mog. Heeren ! dat de Remonftranten eeds en pligts halven niet hebben mogen gedogen, dat de voorgemelde drie Burgeren en Inwooneren Hunner Stad ,met namen Ber ent den Dooijen, Lubbert Mart en s en Rein Gouke , op zodane edictale citatien by den Ed. Hove van Holland, Zeeland en Friesland, geim- Eetreert, by den Procureur Generaal over voorfz. ,anden , en aan dezelve binnen de Stad Elburg toegezonden, waar by refpective in perfoon zyri geciteerd, tegen den 31 January voor gem. Hove, en na dat de dag regtens alstoen in ftaat was gehouden, nader tegen den 13 Maart Iaatftleden, zyn gedagvaart, den eerftgemelde om te aanhoren zodane Eyfch , en de twee Iaatftgem. zodane Eyfchen crimineel, als de ProcureurGeneraal tegen dezelve refpective zouden willen doen en nemen, erfchynen zouden, maar zig verpligt hebben ge ■vonden by Hunne refpective voorgem. Refolutier ïa datis den 27 January en 2 Maart Iaatftleden. zulks aan hun te interdiferen en by de vooraange' togene miflives in datis den 27 February en 8 Maart! Iaatftleden, aan opgem. Heer Prefident en Raderl 's Hoves van Holland, Zeeland en Friesland tel verzoeken, die gelibelleerde citatie, by den Pro-I cureur Generaal der voorfz. Landen geobtineert J als notoire evocatien te doen opheffen, en intrek! ken, met offerte, om wanneer de informatierl van de gefuftineerde delicten, aan hun Remonl ftranten wierden ingezonden, tegen voorfz. perl fonen te doen procederen, zoo als in goede juftil tie zoude bevonden worden te behoren. I En vermids deze der Remonftranten billyke ofl ferte geen ingreflie heeft gevonden , maar in tel gendeel by dukgem. Hove op den dag regtens tef $ens voorfz. perfonen is verleend Default,en te| prol  jaerboeken, September, 17S1. ïöSjj profyte van dien decreet ter apprehenfie corpo* reel; worden de Remonftranten geneceffiteert, deze zake als een materie van het uiterft belang en ferieufe gevolgen voor hunne Stad en Burgeren van dien, ter kenniffe van UEd. Mogende te brengen, en Hoogft Derzelver prótect'e te implo: reren, met zeer eerbiedig verzoek, dat het UEd. ! Mog. gelieve te behagen , om het zy door brieven aan Hun Ed. Gr. Mog. de Heeren Staten van Hollanden Weftvriesland, bet zy door zo1 danr'ge andere gepafte imcLelen, als UEd. Mog. 1 naar derzelver hoge wysheid het meeft dienftig en iconvenabelft zullen oordelen, het daar henen te idirigeeren, dat de vooraangetogene edictale citaItien tegens dukgem. Burgeren der Stad Rlburg by < voorfz. Hove van Holland, Zeeland en Vriesland \verleend, met de gevolgen van dien, worden opigeven, en ingetrokken. 't welk doende De Burgermeefteren, Schepenen en Raaden der Stad Elburg. I Onderflond Ter ordonn. der zeiven. (was geteekent) Herm. Henr. Vitringa. Secretaris. in fidem eopiEe Herm. Henr. Vitringa. Dit vertoog der Regeering van Elburg, in 'April 1780. ter vergaderinge der Staten dejser Provincie ingekomen en gelezen zynde, namen Hun Ed. Mogende den 11 dier maend liet navolgend befluit. • Sssss g Zutphen. Remon- flrantie der Stad Elburg , ven de Stat. van Selderl. 'n voorfz. zaek.  Zutphen. Bef. de Stat. va Gelder/, op voorfz Remonftrantie. 1670 NIEUWE NEDERLANDSCHE Extracl uit het Reces van den Ordinairen Landdag, in April 1789 binnen de Stad Zutphen gehouden . IVlartis den 11 April 17S0. rTster Vergadering gelezen een zeer wydlopige. *■¥ remonftrantie van Burgermeefteren, Schepenen, en Raden der Stad Elburg, bekleed met verscheidene documenten, en houdende in fubftantie, een circumftantieel verhaal, niet alleen van de edictale citatien, voor den Hove van Holland , Zeeland en Vriesland, ter inftantie van de Procureur Generaal der voorfz. Landen, op en tegens de perfooiien van Berend ten Dooijen , Lubbert Martenzen en Rein Gonke, varende met Viffchers Schuiten op de Noordzee, alle Burgeren en Inwooneren dier Stad, ter zake zoo ïy Remonftranten naderhand door den welgedachten Hove waren geinformeert geworden, van gefuftineerde geweldadige amotie, en vervoeiijnge van het tuigagie en de ladinge van een zeker, op de gronden, van Tejfcheliing, by het zoogenaamd Wefterboomsgat, en alzoo inde Provincie van Holland, en onder het Rechtsgebied van den Hove, geftrande Galjootfchip, zonder dat echter daar van in de biliietten van citatien mentie was gemaakt, ,ofte dat ook 'sHoves jurisdictie in dezen door arj£ft zoude zyn gefondeert geworden , uit kragt van opene brieven van mandament van dagvaardinge in perfoon, wezende geexploicteert, en waar in reeds, by hun lieder non comparitie, tegens de gemelde Burgeren defaut, en ten profyte van dien decreet, tot apprehenfie corporeel!, was verleend,maar ook van het geen daar omtrend, zoo met relatie tot de , des wegen gehoudene , brif,'w;ffelingen tuffchen de Remonftranten en den Prelidènt, en de Raden over Holland, Zeeland en Vriesland, voornoemd, als anderzins, wyders was gepafleert, met eene breedvoerige allegatie, en  JAERBOEKEN, September, 1731. ï6"7r en deductie tevens der redenen, en motiven,2 waarom de Remonftranten vermeenden, dat dezeP manier van procederen tegen de gemeene gerecipieerde rechten, en vooral tegen de bekendej privilegiën, de non evocando, van deze Provin-,; cie in 't gemeen, en van de Stad Elburg in het( byzonder, was ftrydig. en gevolgiyk allezinszou-c de zyn informeel: Verzoekende derhalven de Re-f monftranten, dat, vermits de inftantie, en offer-y te, door dezelve, by hunne, aan den Hove van Holland, Zeeland en Vriesland gefchrevene brieven gedaan, geene ingreffie had gevonden, het aan Haar Edele Mogende mitsdien behagen mogte, om, het zy door brieven aan de Heeren Staten van Holland en Weftvriesland, het zy door zodanige andere gepafte middelen , als Hun Ed. Mog. daar toe meest dienftig en convenabel zouden oordeelen, het daar heenen te dirigeren, dat de vooraangetogene edictale citatien, tege" de gemelde Burgeren der Stad Elburg , by den meergem Hove van Holland, Zeeland en Vr-esland verleend, met de gevolgen daar van wierden op• geheven en ingetrokken. • rT _, Waar op gedelibereert zynde, hebben HaarEd, Mogende goedgevondenen verftaan,datdezere monrtrantie en deszelfs bylagen. zullen worder gefteld, gelyk gefteld worden hier mede , m d£ handen der Raden van dit Furftendom, en Graaf fchap, om Hunne Edele Mogende daar op ter naaften te dienen van Hun lieder confideratien en advis. p En dat dien onvermindert aan de Heeren Stae ten van Holland, en Weftvriesland,ten einde, ot met verzoek , als daarby vermeld, zal worden c>c fchrevende miffive volgende hier naa geinfereert . , En zal ten dien einde met byvoeping der bo venftaande remonftrantie cumannexis,van diteeM en ander een Extract- aan den Hove Provinciaal ge zonden worden. Sssss 4 D HEN. fe/7. der 'tat. van lelderl. bvoorfz. emonhantie» > i t 2  Zutphen. Brief der Stat. van Ge/der/. Ben die van Holl, wegens voorfz. zaek. i 3 > I ( < f i 3 X 4 J a ï < 1672 'NIEUWE NEDERLANDSCHE De brief, welken de Staeten dezer Provincie aen de Staeten van Holland en Weftvrieslane fchreven, was gedagtekend den 11 April 1780. en aldus luidende: Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden, Nagebuuren en Bondgenoten ! Durgemeefteren, Schepen , en Raden der Stad Elburg, hebben zig met eene omftandige en wydlopige remonftrantie heden aan ons geadresleert,en hun daar in beklaagt overeen procedure, iiit kracht van opene brieven van mandament van dagvaardinge, in perfoon,by edict voorden Hove van Holland, Zeeland en Vriesland , buiten ;en.ig voorafgaande arreft, ofte eenige andere oortgelyke acten , waar door 's Hoves Jurisdictie wude zyn gefondeert geweeft, door den Prooi, eur Generaal over de voorfz. Landen geëntaneert, tegen drie van hare Burgeren, en Inwo. leren, met namen, Berend den Dooijen, Lubbert 'Martenjen en Rein Gouke, varende met Viffchers Ichuiten op de Noordzee, en zulks ter zaak van :engepretendeert delict, het geen door hun helen bmnen de Provincie van Holland, en alzoo mder het Regtsgebied van den Hove zoude zyn ;epleegd, ten aanzien van een zeker, aldaar in 't [oorleden jaar op de gronden van het eiland TercheHing, geftrande Schip; zonder dat, Burgerneefteren .Schepenen en Raden, voornoemd, oor haare herhaalde brieven en inftantien , van len Erehdent, en de Raden van den welgedachten love haaden kunnen eftecïueeren , dat met den erderen voortgang daar van, ten minften tot one tegenwoordige Staats vergaderinge, was gefuerledeert geworden, fuftineerende derhal ven, •m deze, en meer andere, in bet brede by de acgetoge remonftrantie gededuceerde redenen , hoofd-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1673 hoofdzakelyk, dat die manier van procederen, zoo ; tegen de gemeene en genoegzaam overal gerecipieerde rechten,als tegen de bewufte privilegiën, de non evocando, van onze Provincie , in het generaal, en van de Stad Elburg in het byzonder zoude ftryden, en d3t dus daar door dircöelyk mede zoude zyn geëmpieteerd op 't recht van judicature, de locale, en domiciliaire Magiftnten, en gerichten, over hunne burgeren, en ingezetenen, competeerende. Wy hebben om in dezen niets te precipiteeren, en ten einde tevens van alles te beter te zyn geinftrueert,de bovenftaande remonftrantie alvorens gefteld in de handen der Raden vanditFurftendom en Graaffchap, om Ons daar omtrend ten naaften te dienen van Derzelver confideratien, en advys. En vermits het naar de conftitutie Onzer Provincie eenigen tyd zal aanlopen,eer daar aan door Onze Raden zal kunnen worden voldaan; Zoo hebben Wy geoordeelt, Uwe Edele Mogende daar van ondertuflehen door dezen te moeten preadverteeren,met zeer gedienftigenvriendnabuurlyk verzoek, dat Uwel Ed. Mogende die voorzienige by provifie gelieven te doen, dat, inmiddels en hangende Onze deliberatien, de geïibelleerde procedure in ftaat gehouden, en niets nadeligs wyders dezen aangaande tegen de gemelde drie Burgeren, en Inwoneren van Elburg ondernomen word. Geen het minftepericulum in mora,r\zzx het Ons toefchynt, alhier zynde, noch ook eenige prejudicie daar in voor den Procureur Generaal van Uwer Edele Mogende Provincie opgefloten liggende, dewelke immers in deszelfs vermeenc recht, cn fuftenue allezins blyft onverkort, twyf felen wy overzulks geenzins, of UEd. Mog. zul' len, volgens hunne bekende billykheid, engewone discretie, aan dit ons verzoek wel willen deferereu, terwyl wy niet zullen nalaten, om, zoc ras de confideratien, en het advis van onze Rader Sssss y des' ?HEIT. Brief der Stat. van Gelderl. ten die van Holl. wegens voorfz. zaek. I  Zdt- < toen. t Brief der Stat. van Gelderl. een die van Holl. wegens Vêsrfz. Ziiekt a c 2 i 1 d I e li h d d f674 NIEUWE NEDERLANDSCHE ieswegen zullen ingekomen zyn, UEd. Mog. als lan daar van en van het refultat onzer gedachten >p dit fubjeél, nader te informeeren. Waar mede Edele Mogende Heeren, byzondere» goede Vrienden, Nagebuuren en bondgenoten.' m Wy UEd. Mog. bevelen in Godes heilige becherminge. Gefchreven te Zutphen den n April 1780. Uwer Edele Mogende goede Vrienden. De Staeten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Het was den 24 Oclober 1780, dat het dvis van het Hof van Gelderland ter vergaeringe der Staeten dezer Provincie inkwam, ynde gedagtekend den 17 Oétober, en uit et vervolgend befluit af te nemen. Extraêl uit het Reces van den Ordinair en Landdag, gehouden binnen Zutphen, den 24 Q&ober Ï7ÖO. s ter vergaderinge voorgebragt, en gelezen, eene miffive van de Raaden van dit FurftenDm en Graaffchap, gefchreven te Arnhem den 7 dezer lopende maand, houdende in gevolgen 1 tot voldoeninge van Hunner Edele Mogende :quifitien , vervat by refolutie van den 11 April ntftleden, in het breede derzelver Advis nopens :in hunne handen gefielde en daar byterug gaan; Remonftrantie van Burgermeefteren, Schepenen  JAERBOEKEN, September, 178L 167$ ner en Raden der Stad Elburg,op het fubject van de Edictale citatien tegens drie van hunne Burgeren en Inwooneren, door den Hove van.Holland, Zeeland en Vriesland, ter inftantie van den Procureur Generaal over de gem. Landen verleend, wegens het geval by de aangetogen* remonftrantie en refolutie, omftandiger gedetailleert, metbyvoeginge niet alleen van de confideratien van den Momber dezes Landfchaps, daar over door hun lieden ingenomen,maar ook van een concept-misfive, dewelke, als eigentlyk 'sHoves advys continerende de voorn. Raaden oordeelden , dat der wegen aan do Heeren Staaten van Holland er Weftvriesland zoude kunnen en behooren geichre ven te worden , tenderende die concept-miffm daar henen, om ter gelegentheid van het onder hevige different aan de welgedigte Heeren Stater van Holland en Weftvriesland ie proponeren, ter einde tot voorkominge van alle collifien en te vre zen inconvenienten, de queftieufe pométente re an Geiled, aen lie van AöW.wei yens morfz. zaek. I »  i67S NIEUWE NEDERLANDSCHE Zutphen. Brief van de Stat. van Gelderl. aen die van Ho!l. wegens voorfz. ' zaek. i Y c 1 ei r c d v e Tt o d d; R di q di k< . m v( w re h cc Ten vierden, of een reële citatie in een conflict niet preierabel is voor een edictale en de eerfte de laatlte doet vervallen? En eindelyk ten vyfden, of de mogelykheid en faciliteit om eene gepretecdeerden misdadiger, die met voortvlugtigró latiteerendeis, maar alle dagen in Loco domic.fi, alwaar hem dagelyks openlyk laat zien,' zig ophoud, te apprehendeeren 5niet beloord gesequipareert te worden ten v< orfz. effecte net een d^delyke citatie, wanneer de judex Domi:ilii, zoo ras door het fuppediteeren van de infornatien aan denzelven door den judex loei delict! laar toe word in ftaat gefteld, zig tot dat einde aan)ied en gewillig betoond. Dog te gelyk moeten Wy aan Uwe Ed. Mog. in edenkinge geven, of de Procureur Generaal, en p die zyn voordragen, het Hof van Uwer Ed. ,iog. Provincie wel bevoegt kan worden geooreelt, om de decifien van alle die q'useftien by aolicatie op bet fubjecte geval in faveur van den Próurcur Generaal, en ten nadcele van een Onderaan van Ons, al word daar over nog geene conentie tuffchen UEd. Mog. en ons gevonden, als ïd Certum jus ter neder te ftellen, ofte ze'fs met Jade tot een Gelderfchen onderdaan aan derzelver rdinairis jurisdictie niet onderworpen, te beoorSlen," dewyl niet kan worden tegen gefprofeen of laromtrend worden zeer verfchillende opinien van egtsgeleerden, deze ftoffe verhandelende,gevon:n, het geen dan aanftonds doet zien , dat zulke isllien werklvk tuffchen twee Provinciën exteren: veel bequamer fchynen om door een vriendeiy! fchikkingen tuffchen twee fouveraine Staten et betrekkinge tot wederzydfche onderdmen, •or nu en voor het toekomende gereguleert te orden, dan door zomtyds contradictoire procedun als anders,occafie tot onaangenaam-cn oneffen:den te geven. Boven dien willen wy aan Uwe Ed. Mog. in nfideratie geven , of alle voorfz. qusftien niet zou-  JAÈRBOEKTEN, Seftemher,1781. 1679 zouden kunnen worden ter- zyde gefield, wanneer men de zaak, die zig lans voordoet, uit een ander oogpunt komt te befchouwen , namelyk dat als het jus al zoude kunnen begrepen worden, te leggen in faveur van de fuftenue van Uwe EdMogende Procureur Generaal, dan vooraf zoüde moeten vaft ftaan, dat de daad, welke gepleegd zoude zyn,per fe enfua natura een delict importeert, gelyk by voorbeeld is een doodjlag, zoo ah daarom de Procureur Generaal dit in het ventüeerei van de eerfte queftie over het Effect, dat de lo cus delicli quoad jurisdictionem kan produceeren komt te procfupponeren , maar dat , wanneer di daad ook lucceptibel is, om, als een wettige c ten minde als een onverfchillige daad, excludee rende mitsdien een delict, te kannen worden aar gemerkt, als dan zoo lang dit niet op de eene 0 de andere wyze is uitgemaakt , nog geen quefti kan vallen over de Effecten , die de keus delit in regten zoude kunnen, ofte behooren te pic duceeren. Wy kunnen wel voorzien, dat de Procureur Gt naraal miffchien zal voorwenden , dat zyne fulh nue , dat 'er een delict is begaan, quoad fundai dam juris diótlonem, fufficient zoude zyn, en pi in het gezegde de defenfie , van zoo een gefuü neerde delinquant zullende beftaan, hy die midlf leu ten dage dienende, aan den Regter, wiens ji risdictie door de daad reeds gefundeert en con petenc zoude zyn geworden, ter cognitie en te minatie van denzelven zoude moeten voorbrengen fchoon wy nu in de refcriptie van den Hove vj Holland aan de Magiitraat der Stad Elburg i poinci niet geopperd oftegeventileert vinden, zc zoude dog daar tegens , onzes 'eractens , cafu qi in aanmerkinge mede kunnen en moeten komei dat, belïalven dat in het Generaal daar door ie zoude worden veronderfteld, het gunt in queitie en men de Effecten zoude doen werkzaam zyi voor dat de oorzaak is geconftaceerd, wanneer w eei Zutphen. Briefvan de Ut au van Gelderl. aen die van 1H0H. 1 wegen: •voorfez* iZaek* f F i 1it 11- >> n it 10 o Ij ts is L 10. ie  i68© NIEUWE NEDERLANDSCHE Zutphen. Brief va, de Stat. van Gel derl. ae, die van Holl. wegens voorfz. zaek. eene regts-doctrine geadopteert en gevolgd wierd, en het gevolglyk genoeg en voldoende zoude wezen, dat een Fifcaal naar welgevallen een daad' jkwame te qualificeeren als een delict, om daar door een gefuftineerde delinquant; zynde een onderdaan -van een anderen Souverain, van zynen gewoonly?ken en daaglykfchen Rigter, waar onder voor en naa die daad was, en is gebleven, domiciliercnde, en dus onder geene fugative vrgalvmdeerende ofte latiteerende perfoonen, die geen fixum dorriicilium kunnen geagt worden te hebben , kan gerekend worden, te behoren, te avoceren , zoo een ingezeten geduuriglyk zoude kunnen worden geavoceert en geëvbceert tegen de privilegiën van den Landen; om voor een vreemden Regter de qualiteit van zyne daad te moeten verantwoorden en aan dia zyne cognitie en de terminatie, of dezelve daad een waar delict, bekwaam om een jurisdictie te kunnen fundeeren, importeert ofte niet , zig te moeten ondei werpen , waar van het gevaarlyke voor de refpective Ingezetenen, by de minfte reflexie , naar het ons toefchynt , in het oog loopt. Byzonder in een geval wannetr de gepleegde daad vatbaar is voor een tweederiet qualiteit het zy vau berginge, ofte van roof, wanneer het eerfte zelfs loflyk, en het laatfte alleen ftrafbaar zoude zyn, dan zouden wy vreezen, dat zoo de locus delicti naar regten , konde Effectueeren dat de dader zyne daad voor den Regter van de locus delicfi op eene gedaane evocatie van zynen dagelykfchen Regter verpligt was te juftificeeren , zulks zeer bekwaam zoude zyn, om een ieder af te fchrikken van ooit aan ongelukkige Zeelieden, de handen tot het fauveereo, wat nog beft mogelyk is, te leenen. Wy kunnen niet anders zien of bet geval in questie, valt preciefelyk in die termen, terwyl de geciteerden haar fixum en bekend domicilium te Elburg toverende, fuftineeren geene andere daad,als toe berginge, door het naar zig nemen van eenige tuigagie met kenniffe en wil van den Schipper, door wien  JAERBOEKEN, September, 1781. iene volkomene pariteiten reciprociteit tuffchendc mderdanen der beide Provinciën zal behooren gevolgd te worden. Wy hebben dus te meer gedagt, dat UEd. Mog. niet ongenegen zullen bevonden worden om de voorfz. poinóten, op zig zeiven daar toe zeer gefchikt, tuffchen onze refpective Provinciën voor nu en voor 't toekomende, op een vatte en equitabelen voet te helpen brengen, wanneer wy nog reflexie gemaakt hebben op de drie volgende aan ons voorgekomene Rukken. Als voor eerft, op Uwer Edele Mog. refolutie van den 16 September en den i October 1654. te vinden in de bekende Rejolutien van Con/ideratie Pa>» au en 219. en de daar op gevolgde pubhcacie'van UEd. Mog. van den 3 Oftoher iös6. die gevonden word in het groot Placaat-boek Vol. 11. Col 115O. waar van de eerfte Ichynen te doen zien , dat UEd. Mog. wanneer in een vry fteiker geval, als h^t fubiecte, het aankwam op de onttrekking van etn Hollanfch onderdaan, befchuldigd m een ander Territoir gedelinqueert te hebben, zig van het nrivilegium de non evocando, op advys van den Hove van Holland hebben gelieven te bedienen, ten Effeóte, om de wettigheid van de exercitie der iurisdiótie van den ordinairis Regter in Holland, teeens den Judex Loei ofte zynen Souveram te derenderen, met byvoeginge zelfs, dat men in zoo een cas gewoon is den eenen des anderens ïntormatien te communiceren; ende tweede inhoudt, een zeer energecq declaratoir dat alle en een tegelyk van Uwer Edel Mog- onderdanen en ingezetenen van hoedanigen foorten, ftaat, of qualiteit dezelven zouden mogen wezen, ook die enz. NB. alleen m regten mnfprekehk en ftrafbaar zyn, voor zodamgen comtetenten Regter. daar onder dezelve binnen den Lande van Holland en Weftvrieslandwoonende, forteeren,ofte alwaar zy ten tyde van het aannemen van haar dienst gefirteert hebben.  JAERBOEKËN, Septembèv, 1781." 1683 . Hoedanige gronden niet zeer fchynen overeen te komen met de tegenwoordige fustenue van Uwer Edel Mog» Procureur Generaal, en veeleer te approcheren aan ofte te begunftigen die, waar op de Magiftraat van Elburg haar beklag thans komt te funderen. Ten anderen óp Uwer Ed; Mog. publicatie van den 15 feptember 1677. ftaande in het groot Plakkaatboek ,Pbl. III. kol. 1385. waar by Uwe Ed. Mog. hebben gelievende declareren, dat het binnen den Lande van Holland en Weftvriesland een indisputabel regt is, dat geen Ingezeten van denzelven Lande NB. niet fugitief wezende,noch ook in fhgrante delicïo eeatrapeert wordende, geappre hendeerd, ofte NB. ie regt gefteld mogt wordet anders dan voor den Officier en voor den Regtei beiden in haar regard ordinairis, dagelyks en competent zynde. Want, offchoonal mogt voorgegeven worden da: de publicatie alleen zag op Ingezetenen van Hol land en de regtbanken aldaar tuffchen eikanderen zoo fchynt het ons nogtans toe, dat UEd. Mog daar in het geval, dat een delinquant niet in flagrartiedcliéto isgeapprehendcert, ofte fugitief is het domicilie van zoo een delinquant, ten aanziet van de jurisdictie, verre prefereren boven de locu; delicti , het geen vervolgens aanleidinge zoudi kunnen geven om te prefumeeren, dat Uwe Edei Mos,, niet alleen zullen zyn , om zulks ofte ieti diergelyks met ielatie tot twee zoo naauw verknopte Bondgenoten als de refpective Provinciën zyn. vaft te ftellen. Te meer, wanneer wy ten derden letten op de conventie, den 8 May 1711 reeds tuffchen wederzydfche Provinciën over het vervolgen van Delin quanten in elkanderens territoir ingegaan , en met eene kleine veranderinge in het eerfte artikel op den 11 July 1725 gerepeteert, waar in de vyfde en ze. yende articulen, offchoon die wel zouden kunnen gezegd worden letterlyk het tegenwoordige geval Ttttt 2 niet ZtTT- Brief van de Stat. van Gelderl. aen die van ■ Holl. wegens voorfz. zaek. I >  1 Zutphen. Brief van de Stat. van Gelderl aen die van Holl. wegens voorfz. zaek. 684 NIEÜWE NEDERLANDSCHË et te contineeren., nogtans een argument fcbVnen op te leveren, dat Uwe Edel Mog.toenmaals mede hebben begrepen, dat de gewoonlyke Refter van een Ingezeten, fchoon op de heete daad door den judex loei deliöi vervolgt, is preferabel voor denzelven judex loei delifti, ofte ten minften zou veel reguard mogen verdienen , dat, die zig als gelchikt voordoen, om eenige elucidatie oite zoo men wil ampliatie, van wederzydfche hooge overheden, tot geruftheid en ten nutte van beiderzyds domicilierende Ingezetenen , te fchvnen nodig te hebben Hoe zeer wy dit alles gaarne aan Uwer Ed. Mog. voorzigtige deliberatie wil^ len over laten, zoo bieden wy ohdertuiïchen evenwel van onze zyde ons aan, om. tot voorkominge van alle inconvenientien uit foortgelyke procedure a's door Uwer Edel Mog. Procureur Generaal tegen onze Ingezetenen, een vaft domicilie hier in de Provincie, foverende, zyn ondernomen, te vrezen, alle zodane poincfen op eene redelyke reciproquen voet te helpen reguleren, en verzoeken oytr zulks vriend-nabuurlyk van die goedheid te willen zyn, om de fubjecle edictale citatien met alle gevolgen van dezelve buiten effect te willen ftellen, ofte immers de ondernomene proceduire van den Procureur Generaal voor den Hove van Holland inftatu quo te willen doen houden, tot dat beide de Provinciën zig daar over nader zullen hebben verftaan. _,En dat UEd. Mog. ons vervolgens met een rV lcriptie zullen gelieven te vereeren. Waarna wy dan verder onze dêliberatien over het verzoek van den Magiftraat der Stad Elburg en over deze geheele materie zullen kunnen inngten. Wy eindigen dezen en bevelen Edele Mogende Heeren bvzondere goede Yï£?°?l* Nagebui-en en Bondgenoten, UEd. Mogende in Godes heiligen beIcherming. a Ge»  JAËRBOEKEN, September, 1781. 1685 Gefchreven te Zutphen den 24 Odtober 1780.: Uwer Edele Mogende goede Vrienden,3 De Statpn des' Furftèndoms Gelre en GraaffchJp Zutphen, ] Onderflond , Ter Ordonnantie van Hunne Ed. Mogende' en dit Reces (was geteekend) 1 H. W. Brantsek. Hierop kwam een antwoord van de Staeten van Holland en Weltvriefland in, zakeyk berigt gevende, dat H. Ed. Gr. Mog. den brief van de Staeten van Gelderland aen hun Hof Provinciael hadden gezonden, om te dienen van berigt; en inmiddels de furcheance, den .18 April 1780. verleend, zo op de edictale procedures, als alle de gevolgen van den in het geheel, Zie hier het navolgend. ExtraSl uit het Reces van den Extra ordinaire Landdag gehouden binnen Zutphen den 29 December 1780. Ter vergaderinge ingekomen en gelezen zynde een misfive van den Hove Provinciaal van den 8 dezer lopende maand, daar by in originah overzendende, de by het Hof ontvangene, en naar de ordre der Regeering geopende provifionele refcriptie der Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland van ^en 29 cler voorledene maand, op den brief van den 24 van Oftober te voren, betrekkelyk tot de remonftrantie des Magiftraats van Elburg Ttttt ■} .. aan Zut- *KEN. Briefvan le Stat, . ■an GelIe tl. aen lie van Boll. vegens mrfz. iaek.  ifigtf NIEUWE NEDERLANDSCHE Zot- « PIIEN. < A:itw. i •? •' m de 1 S 'f - van Hol!, en Kef. enz. i i an Haar Edele Mogende geadreffeert, en waarby le Hoogftgedagte Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland kennis geven dat Hunner Edele vlogende bovenftaande brief aan den Prefident en le Raaden van den Hove hadden gezonden, om Baar daar op te dienen van derzelver confid raJen en advys, blyvende de Surcheance by hunne refolutie van den 18 April Iaatftleden niet alleen »p de Edictale proceduiren daar by vermeld, maar jok op alle de gevolgen van dezelve. Is goed gevonden zulks voor notificatie aan te icmeni Onderjlond Ter ordonnantie van Hunna Edele Mogende en dit Reces 'was geteekend) H W. Brantsen.' HOLLAND. H A E R. L E M. De Burgemeefteren en Regeerders der Heden Haerlemen Utrecht hebben den io September 1781. voor de marktfehippers der gem. fteden het volgend Reglement of Vragt[yft vaftgelleld. Burgemeefteren en Regeerders der Steden Haarlem en Utrecht, in achting genomen hebbende, dat tot noch toe geene Ordonnantie word gevonden op de vragt en beftelloon van Goederen en Koopmanfchappen die over en wedermetdeMarktfchuit worden verzonden ; en geoordcelt hebbende hier om-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1687 omtrent de nodige voorzieninge te moeten doen, ten einde de wederzydfche ingezetenen op eene beKke en civiele wyze zouden worden behandeld-Hebben na deliberatie goedgevonden en verftaan , te arrefteron, zoo als gearrefteerd wordby' dezen, de Davolgende LYSTE der Vragt-loonen op het Veer tuffchen> de Steden Haarlem en Utrecht. NB De Poften met b getekent, daar van word het brüell on mede onder de Vragt gerekend; zullende van de overige, een derde van de Vr;igt voor beftelloon moeten worden betaald. A. b A ardappelen, de zak, meerder of minder naar advenact, ƒ0:2:0 b. Aardakers de 100 pond, . 0:3:0 Appelen, een zak, of aggelea mand, o : 2 . c Aluin, de ico pond, , • o : -s • 0 . een vat, de 100 pond, o : 2 . c b Amandelen (een baal) de 100 pond, o : n c 'Azyn, een Oxhoofd, . . °\*\<1 — ■ een Aam, . • • 0 • 0 ; ^ een Anker, • • o : 3 : c B. b. Baal, (zyde) de ïoo pond, meet of minder naar advenant, o:3:c — (een beitel,) . • 0:3^ (eenfmak,) • • o : 6 : c h. Baai jen nat of droog, 't ftuk, . o : 2 . c meer of minder naar advenant. T?ier Teen ton overz.ee's of binnen,) o : 8 : c SI een half vat, . . o ï 6 : c . . e*n vierendeel, » • o . 4 . c —- een achiendeel, . o : 3 : c Ttttt4 Bak yfl der narki- chippers ujjchen Haerl, en Utr. 1  Haer. xem, Vragt- lyft der markt- fchippers titffchen Haèrl, en Utr- 1 1 t 1 E b. b. 1688 NIEUWE NEDERLANDSCHE Bakken, de duizend, (kleine.) fti g. 0 ——— de duizend, (groore) . 2*4*0 b. Bierviten, ledige, groote of kleine, o: V- o b. Bed en Peuluw, . . . o: 3" o !>• —- met al zyn toebehoren, . 0:16* o b. Beezem,Bloem-enRaagftokken,debos,o: o" 0 b. Beezems (kamer) het lt.uk, . o:"i:q b. Biggen, een alleen , . . o: o • o in een mand by elkander, 't Ruk. o: r' 8 Blauwfel, het vat.) . . o-g-o m" ('t half vat,) . . 0:4:0 Blik, Tin, de 100pond, . 0-2-0 5. Bloemen of kleine gewa'flen in Potjes, ' * ieder Pot, . . at 2: o >. Bock, een alleen, . . o: < v • o Boekweit, ('t mudde,) . 0- 2-53 . . . (het laft,) . . 2: r;V0 Boomen, een groote alleen, . o: 6 • o ». • . ; eqn pakje kleine, . o- 4: o >. . . . Oranje of andere in Potten, 0:4: 0 . . . in Tobbens of bakken, 0:1a: o ■ • • een hondert jonge Ipen, \ 1 l \ J  Haerlem. Vragt- lyjl der markt' fchippers tuffchen Haerl. en Utr. I 1 I t t b 1690 NIEUWE NEDERJLANDSCHE e b. Eftamine en andere Engelfche ftoffen, een Pak. . . /0: 7: 0 b. Ezel, een alleen, . . 1:10: o b. Eenden, in korven, zie hoenders. G. Gaaren, de 100 pond ruw of los * 0:3:0 . . . (een Brunswyker vat,)' 4: 0:0 . . . groote vaten, de 100 pond, 0:1:0 Garft, het laft, . . . 1:14:0 Gember, feen baal) de 100 pond, o: 3:0 x Geld,los of verzegeld,de 100guldens,0: 4: o En vervolgens van ieder 100 guldens, twee ftuivers. ). Geft, een vaatje, . ; o: 6: 0 G.'erft, (een baal) ieder 100 pont,! o: a•" 0 • • > (hüt 'aft,) - • 2.12' Glas, (een waag,j . . 0:10: o ... de kift, fch. . . 0:6:0 . . . een Corff Franfch, . 0:10:0 Gort, het mudde, . . o: 2: o . . . een zakje van 100 pond, o: 3:0 H. Haardfteenen, de duizend, . 0:12:0 Hair, (een ton nat) . . 0": 2". Q . Bokken-ofkoeijenhairde icopond,b: i: 0 Haring, (een klein vaarje,) . 0-4-0 1. . . (een ton,) . . ó: 8: o ♦ . . (een halve ton,) . o: 6 - o Haver, (het laft,) . , . i:IO" . Hazenooten, (het laft,) . 2 • 8 ■ o Hennip, een fchippond, of 300 pond, 0: ia-' o . . . (Lnfle) een fchippond, of Terroen, . . o;i . . . Koeken, het duizend, . x.' %'. Q Hoenders, Eenden , Kalkoenen, of Duiven, . . . . een ordinaire korff, 0. 4. c 'b.  JAERBOEKEN, September, 1781. ï69* b. Hoenders eet» korf .twee hoog, ƒ o: 8: o] b . . een dito, driehoog, o. *a. o. HÓoning, (eengrofvatvan4oopond, o. 8. o fiooning, by de 100 ponden, . o. a. o b. HolsblSkken.de ioo Paar, , o.ió.o, S^Ppe,byde ioo pond, . o. J J Huiden, (een kip,) • 4:io:o ; ; ; Ï^ÏWlndifche, £o:o. • * *. b?'tDSerdergetal ieder ftuk, ól i\ 8 Huisraad , by accoord. I. Indigo, zie Conceniclje, «• io• c Jopenbier, (een vat,) • . o-jo. c Juffers, a 36 voeten, de 100, . 5-^ , . a 30 voeten, » 4.10. < . k 28 voeten, • • 4- 5: ' Jukken tot fes in een bos. ♦ • o: 4: « K. Kaarden van Droogfcheerders.debaal, 0:16: , Kaavffen, de 100 pond, . °*.T^' Kaas, een fchippond of 300 pond, o-aj; b. Kalff, een alleen, * ♦ °. b. Kalfs-vellen, een alleen, . Oh ». D by 't meerder getal, 0.0. Karfaijen", of Baijen, 'tftuk, . 0: 2: Kaneel, een vierendvan 15c>pond, o, 6. Kapraven., de 10»Boomfche, 2.. o. F de too Vneffche, 1 °: . 'KaVffên (een mandje binnen,) 0:2: k' Kaftanies of Nooten , (een boffon,) 0:4: *V$iïiïLAo> Hol. van vyf voeten, 4: io? di'o van 6 a 7 voeten, 6:0. karsfe'n, by de parthy ieder mand, o; 2: e-nenkeldemand, . o: 3. b. Kandy (een kift) • . o: 4; b. . . (een pot) j * °- ^ 3AER.em. rSragt~ 31/Z der narkt- Ccbippers ïujjchen Hderl. eti Utr. 1 j j > > 3 3 4- 3 o o o o o o o o 'o g o a-  LEM. Fr agt'. fyfi def mdrkf' J chipper, tujjchen' Haerl, et. Vtr. 1 b. 1692 NIEUWE NEDERLANDSCHE Kalkoenen, zie Hoenders. Koorn, zie iedere byzondere foorte. -Kas, zie Cabinet, Korven, (ledige Hoender,) b. . . een ordinaire . . /o- 2- o b. . . een dito twee hoog. . o- 4-q ;b. . . een dito drie hoog, . o- ó-o Kamer, beezem, zie Beezem. b K'sjes °f kasjes, beitel goed, yder.o- 4- o b. Kleerbakken, by 't douzin, o- 6- o .... (een enkelde) , ' o- 1. o Kilt, (groote) . . , 0.l4. 0 b. Koffers (een extra groote) vol of ledig 0-12. o b. . . (een ordinaire) , e- 8- o 0. • . (een Valios) . , 0-6-0 Koekkift (een volle) . . 0-14-0 5. . . (een ledige) , . o- 8 © Koerlandshout, Wagenfchot naar rato van de plaats te betalen. Koo of Raapzaad, (het laft) 2- 8- o Kooien, (hondert waag groote) is 1400 ponden, 6- i0- o . . (Smee) een Utrechtfche Hoed, 1- o, 0 . . (Smee)een AmfterdamfcheHoed, i- 4. 0 Kooper (gemaakt) de 100 pond, Q- Z.r> . . Rood de 100 pond, . o- 2- q Koorn een mudde alleen, . 0-4-0 . . Rogge of Tarwe, 't mudde, 0-2-0 . . (gezakO zonder onderfcheid. het mudde, . 0-2-0 • . als het boven het halve quart is zal voor een geheel quart betaald moeten worden. Koorn-fchoppen, het douzin, o- 6 o Kraam (een met zyn toebehoren) 1 - 0- o L, Laken (een geheel ftukj . 0: 8: o,  jAERBOEKEN, September, 1781. f40 b. . . (een halv ftuk) 3 ♦ o: 4: o] b. . . (een quart ftuk) • 0:3:0: b . . (dito Ui rechts geverwd') o: 3:0 b*. . « (een pak Engelfch) t < . j : o:,o Lamsvellen , de hondert ftuks, o= 16: c b» Latafel • • » 0:18:0 Lakmoes, de honderd pond, . o: 6: o b. Lam, (heel of half) in een mandje, o: 6: o b. Ledikant, met zyn toebehoren, 1:10: c Leer, (een groot Pak) . 0:13:0 kleinder naar advenant. b. Ledig vaatwerk, een Oxhoofd, . o: 4: 0 b. . . • • een Aam, . 0:3:0 b een Anker, . c: 2: e 'Lei jen teen iyst) • ... : c: %: \ b. Ledige manden, groote of kleine, o: 2: c b . Blikken of Trommels, groote of kleine, . . o: a: < b. Limoenen, (de Kift) . o: 5: c b. • • • (dePyp) • • Linnen, een ftuk Vlaams, . 0: 4: c . . by 't meerder getal, ieder ftuk,o: 2: < Lont, (de bos) . . o: 1: < . . (de 1000 pond) . • 1: o: < Loopen ('t honderd) . . a: o: < Loopen (onder de honderd)'t ftuk o: 9: i Loot of Yzer, (de 1000 pond) 1: o: i . (onder de 1000 pond) ieder 100 pond. . 0:2: Lootwit ,de vaatjes, by de hondert pond, als loot of yzer betaald , 0:2: Lym, (de honderd pond) . 0:5: Lynzaad, (de ton) . . 0:5: M. b. Matten (de rol) . . o: 3: b. . . by meerder getal, het ftuk, o: ,2: < b. . . Moscovifche; ioineenpak, o: 3: Mebaal(eep) . o:iö: iAEi- Vragt[yjl der mnrktIchipperstu/fchén Haeri.eit » 1 > > t ) i 8 o o y 5 r> f  Haer- lem, Vragt- lyfi der mark- fchjpper. tuffchen Haerl. en Utr. I \ 1 I W NIEUWE NEDERLANDSCHE i of by't ioo pond, . o; 2: o D. Melkmout (een) . o:ot„ Mom (de Pip) J . . - de halve naar advenand. Mol, zie Bier. Mout (het laft) . . . i:i2-o , b. Musquetten (een honderd ) . 2 • o • o b. . . . onder de 100't ftuk, to:'0:12 N. b. Nooten, het 100 Kokos nooten, 1: o- o b. Nooten, zie Kaftanjes, b. Nootenboom Cabinet, zie Cabinet. kr * ' :„Planken, de 100 voet, 0:16:0 Nooten (Wal) hec 100 . 0:1:0 O. Orologie (een ftaand) met een Noote- boome Gas , . T. n. _ b. Orologie (een Tafel) . o • 1 s • o . . . een Vriesfche klok, . 0:'io: o Orangeboomen, zie boomen. b. Obligatien (losenlyfrenten)van 1000 gis. en daar boven, voor'tontfangen en't geldFranco te rug, het ftuk, o: 6:0 ... onder de 1000 guldens ieder o: 4. 0 Oly (een Vat) . 7. . . (Boom; een boot, * . ' ii^;n0 . . (Boom) een pyp, . o-'i/-^ 1, os, het ftuk, pyp; [ l:\l-:°o p. >. Pakken, een groot, ; Q. * ». . . een ordinair, . t' O:4:'o !* . . een klein, o- o. Panrd, een alleen, . . ' °* £ ° Pannen, 't ioqo, . , / J.^.o Tas-  JAERBOËKEN, September, 17SL 160$ Paffagiers van Stad tot Stad, . 1:0:0] b. Palm, de bos. . • • o: 8: O] b. Papier,(een baal) van 20kleine Riemen,c: ia: o b. . . de Riem wit dito, . o: o: b. . . een halff Riem groot, . o: 2: oi Peeper, een baal van 300 a 350 pond, o: 9:0. Peeren en Peulen, zie Appelen. Pot afch, de 100 pond. . o: 1: 4 Putten,(gelooyde) van ieder guld. waard, o: Ij » . . (ongelooyde) van ieder guld. waard. 0: 2: 0 Pruymen,(een quartier)van6 k 700 pond, 0:12: 0 ... of' van ieder 100 pond, . o: 2: c ... een Pyp, • ♦ °: IS: c b. . . een Cabesje, verfche, . o: 3: < . . . een halff aggele, . o: 5: 'b. Pypen, (een mandje) . o: 2: < b. . • (mandje met goed) . o: 3: < Q_. b. Quartel, in een Kooy. . 01 4: b. . . Kooy (ledige) . . pi * = R. b. Raapen (een zak) zie Aard-appelen, Randjes, onder de 50 ton, per ton, o: 4* . . . boven de 50 tot 100per ton. o: 3: . . . boven de 100 ton, per ton, o: 3: Een volle vragt 16 guldens 1 van de Schietfchuit. Rog of Tarw (het laft) . 2:10: Roodzel in tonnetjes, de 100 pond, 0: 2: Rozynen (een korf) van 70 a 80 pond, o: a: . . . (lange) een tonnetje van20o pond, o: 4*. Rytuigen, Koets, . . 8: o: . . . Phaëtons-wagen, , j: o: . . . Kap-Chais of Fargon, . 3:10: , . . open Chais, . 3* o: , . , open- of Kratwagen, . 3 "•10 . . . een Ktuywagen, . 0:16 1 lAER» .EM. Tragt' yfi der nark~ 1 ("chippers, ■ujfchen HaerL en Utit*\ t > 1 > o 0 O S o' a O o O O o o O : o : o -yft  Haer- lem. Vragt- lyft der markt- fchipper. tuffchen Haerl. en Utr. I b. b. b. !696. NIEUWE NEDERLANDSCHE Ryft, zie Gierft. Ruggccleer, zes in een boot, . o- fi. n Ruggen, een alleen, . ' °: 6' ° S. ■ Salpeeter, de 100 pond, ; e. _ b.Schaapen, een alleen, , o'l'n ^chek-èlSx^tco^huid^ieder £«ï| h ^ï^fe o: si o b. SementofPleifter,CeenUtiechifchetón,o: 4*0 Wip " • W .(eeQAmfterd. ton) 0: L" o bergie, Zie Eftenune. 4 u Schoorteen, zie Engelfche. Sinkelmgen, de 1000. . Siroop, de ico pond, . . * °; 'f: ° b- Sluitmand, (een gemeene; . °! f: * i . . (een groote dito) . o ' «o Steenen, heelbakken, 'f foco, • • p half bakken, J.' 4.' ? - .. . Moppen, L *;T8- 0 • . \ Klinkers; — * : Io: 0 • • . Tegeltjes, \' 4= O Suiker, (Candy) rie Suiker. ï'**' Q • . . (brood) een mand daar in meer als é brooden, o- 6- o l^/débo'ndeSSt3^ * °* 2: 0 Sperren of Re velaars (de ico lange) % ,ï \ °o , . • van 30 voet, de ico, . • • - van 24 a 26 voet, 3*««. o • • - van 16, i8ètovoet ' ° ' ' ' ólt0> °/ Kapravens van 14 "voet ' ° „ ,, of minder. Speld, ('t laft) s ' 1: o: o Stoel (een gemeene) ' * I:io':o • • (een befte) . ' * o: 2; ° ?rm0 "aar de grootte" °" 3 ' ° Stokvifch, de ioq pond, r ' • • o. 3: O  JAERBOEKÈN, September, 1781. 1697 Stolpen (hondert Eiken) van 10 a 12 voet. 3:101 o Stukken,(ioooponden nieuwe gegohten)o:ij: o Suyker ( Weft- Indifche of Barbadlfche de honderd pond » . 0:4:0 . „ ; (een kift) van ieder hondert pond o : 2:0 Swavel of Salpeter, (een ton) de 100 pond o; a: o Syde, zie Baal Zyde. T. b. Tabak in manden of zakken, de 100 pond, 0: 4: o' b. Tabaks bladen, (een vat Virginie) 0:14; o Talk of Smeer -, de hondert pond, o: a: o b. Tafel (een hangoor) groote . 0:6:0 b. . , (een groote vierkante) 0:4:0 b. . . (een kleine dito) i • o: 3: o b. Teenen, (een bos witte) Ütrechtfe maat, o: 1:0 b. . . (een bos witte) Camper maat, 0:2:0 b. . . (een bos groene) . o: 2: 0 Teer of Pek, (een ton Pruifiche) 0:6: .... een laft dito. . . 3:0:0 b. Thee, de honderd pond, . ; o: 4: o . . (een halve kift,) . . c: 2: o . . (een heele kift) . . 0:12: o Tonnemeel('tlaft) . . 2: 8: o b. Touw (een kluwen) . . o: o: 8 Traan (een quarteel) . . . c: 8: O b. Trommel (een groote) . . o: ö: o b. . . . (een kleine) . . 0:4:0 Tuymelaars, 't duizend, . 0:14: o V. b. Vaatwerk, (ledig) of Fleflèn, half geld. b. Valiesje (een) . . . o: 6.' o b. Varken (een Vet) . . . o: 6ï o Veeren (de hondert pont) '. 0:10: o Vellingen (de hondert kleine) 1: 8:0 . . . de groote naar advenant. 0. Vifch (een mandje) . 0:4:0 t Vlas, (een Schippond) de 300 pond, o: 9: 0 Vvvvvy, Vloer. Haer. lem-. ' Vragt- 'y ft der narku rchïppen '■■uftcheh. Haerl. m Utr,  iïaïrlem. Vragt- lyft der markt' /chippers tuffchen Haerh en Utr. [6-qS NIEUWE NEDERLANDSCHE Vloerfteenen (witte marmere) van een en een half voet vierkant, o: i: 8 .... dito, van a voeten, o; 2: o Vygen, een koppel van 00 a 100pond,o: 2: o . . . (een tonnetjej dito pond, o: 2: 8 b. Vylen, het douzyn, . . 0:3:0 W. Walvifch-fpek, (de ton) . 0:80 b. Wafchmand,(een groote) uit en t'huis, k: o: o b. . • . (een kleine) als voren, 0:12:0 Weed-afch, (een ton) kleine, voor Blee- kers of Kramers, 0: 5:0 . . . 4 (een laft, voor dito, a: 8 o .... een laft, van allen klein of groot de 100 pond, o: 1:4 Werk, gehekeld, de honderd pond, o: 4: oi Wolzakken,de honderd pond . o: 5: o Wouw, (ieder bos) . . 0:0:8 Wyn (een Voedervat) . - 2:0:0 • . (eenToelaft) . . 1:10: o . . (een Pyp) • . 0:15: o Wyn (een Ox hoofd) voor Wynkopers, of Burgers, . . 0:10: o . . (een Oxhoofd) dat vervoerd word, o: 10: o . . (een Oxhoofd Toskaanfche) 0:10:0 . . (een Aam) . , o: 8: o . . (een half Aam,J . . o: 0: q . . (een Anker) . . o: 5: 0 . . Brandewyn&c. op Fleflen dubbeld . . geld. (een Oxhoofd)op Fleflen. i:i0:o . . (een mand) waar in een Anker op Fleflen, . . o: 8: c . . (een mand) waarin twee Ankers op Fleflen, , o: 10: 0 b. i : (een mand) met ledige Fleflen, half geld. Y: Ypen, 100 Zinkelingen, . 0: 4: 0 zie Boomen. Yze-  JAERBOEKEN, September, 17-81. 169^ Yzer of Loot, 1000 pond, . ƒ1:0:0 r. . . onder de 1000 ieder 100 pond, pi 2:8 Z. E Zadels het ftuk, . ♦ 0: 4: o . Zalm (een gerookte) . - 0:5:0 I . . (een verfche) . . o: 6: 0 Zeep (een Ton) . r . o: 6: 0 Zoolleer, zie Ruggen. Zout, de honderd Franfch, . 14; o: o . . deiooWeft-IndifchofSpaanfch 16: 0:0 Zout, (een Zak) wit . . o: 3: 0 . Zwartzel (een ton) . . 0:6:0 E . . (een douzyn tonnetjes) o: 8: c . . . (de 100doosjes) . o: 6: c In kenniffe van ons, der beiden Steden Secretarilfen: ), van schuilenborch, J. F. RöELÏ,. 'sGravenhage. Veel is gefproken van eene geldneming. velke de Noord-Amerikanen alhier te Lanie, onder begunftiging van het Franfche •Jof zouden doen. Anderen beweerden, dal iet Franfche Hof zeiven dat geld zoude op> ;emen, om het zeiven naer Amerika te zenien. Maer aengezien, dat de laetftoverleder ^oning van Frankryk, Lodewyk de XV, meet pp het ogenblikkelyk voordeel, dan het waei en wezenlyk belang lettende, op het laetftt /an zyne regeering de onvoorzigtigheid heefi ?;ehad, van de renten of intrefien der opgeno' Vvvvv 2. me 's Gra- venhage. * Vragt- lyft der markt- fchippers tuftcheti Haerl. en Utr*  3 's Gravenhagen Rtp&rt w-egends de negoiiatievan5 mill, Qtider Cuarati' fie der Staten, ?eo NIEUWE NEDERLANDSCHE n,ene penningen willekeurig te verminderen; zo begreep men, dat deze onderneeming thands hier niet zo ligtelyk flagen zoude. Derhalven vervoegde zich de Franfche Gezant den 22 Auguftus, by H. H, Mog, by ïene Nota, by welke hy van wegen zyn Hof lenzoek deede , ten einde de Algemeene Staeten zouden toeftemmen, dat het voorfz. Hof die geldneming onder Guarantie , dat is, vry waring der Staeten zoude doen. Welke Nota zynde commiflbriael gemaekte, is den 30 Auguftus 1781. het volgend raport uitgebragt : Jovis den 30 Auguftus 1781. T"\e Heeren Erantfen en andere haar Hoog Mo> U gende Gedeputeerden tot de zaken van deEinan»! tien, ingevolgen en, ter voldoeningen van derfel-j ven Refolutie Commiflbriaalvanden 22. en28 deezer I lopende maand, met en nevens eenige Heeren Ge«l committeerden uit aenRaad vanStaten, geexamineert hebbende twee Notaas, door den Heer Hertog de la Vauguyon, Ambaffadeur van fyne Majefteit den Koning van Vrankryk, aan den Griffier van haar Hoog Mog, ter hand gefteld, raakende het doen van een negotiatie, van vyf millicenen guldens onder guarantie van den Staat, ten behoeven van het Hof van Vrankryk, breeeder in de voorf. Notes en in de notulen van den xi en 28 deezer vermeld, hebben gerapporteert, dat fy Heeren Ge-I deputeerden en gecommitteerden in overwegingei van het gunt voorf. is aan de eene zyde wel eenige bedenkelykheid hadden gevonden, of in een tyd1 als deeze, waar in veelen der Bondgenooten zelfsi genecesfiteert waren, tot goedmakinge der extra-; ordinaris onkoften, die weegens de tyds omftan-1 digheden moeten gedragen worden, penningen te moeten negotieeren, hee aan dezelve wel te vergen,  JAERBOEKEN, September, gen was, eene uitheemfche negotiatie in deeze landen te permitteren, immers, ende in allen gevallen zulks te laten doen onder guarantien van den Hiaat; dan dat daar tegens geconiidereert hadden, Idat diergelyke verzoeken in vorige tyden by uitiheemfche Princen meerder waren gedaan en geac•cordeert geworden, en zelfs in tyden en omftandigheden, die voor den Republicq gansch niet favorabelder waren geweeft dan teegenswoordig, terwyl het allefints voorkwam, dat de Ingefetenen van den ftaat, thans van contante penniDgen wel voorfien waren, fodanig dat het doen negotiëren, van eene fomma van vyf millioenen guldens, eenmaal voor uitheemfche Reekening, geen groote ombrage, in het vinden der nodige penningen vooi de Republicq felve , zal konnen toebrengen, en ove zulks ook aan die geenen , die niet dan vrywilhj (in dezelve negotiatie deel zouden behoeven te nee men, deeze voordeelige gelegendheid om hooge lintereffen te kunnen bekoomen, niet behoorden t iwerden toegefiooten, dat daar boven, 't gunt, voorf is by hun Heeren Gedeputeerden en Gecommit teerden ook veel reflexie hadde verdient, dat he i voorf. verfoek van negotiatie wierde gedaan, va 1 wegens fyne Majefteit den Koning van Vrankryk 1 met wien den ftaat, niet alleen hec geluk hadde in volle vreede en vriendfchap te zyn, maar di !boven dien in deezen tyden, op verfcheide wyz Iblyken hadde gegeven, van Hoogftdesfelfs goed i intentie en genegentheid voor de belangens vai 1 den ftaat, en derfelver commercierende onderdaa ! nen, waar uit dienvolgende genoegzame reedene voortkwaemen, om, foo ter betoninge vangevoe lens van erkenteniflen voor het tot dus verre ge beurde, als omme fyne Majefteit, in dezelve fa vorabele fentimenten, ten opfigte van de Repu blicq te doen continueren , omtrent Hoogftdesfelf gedaan verfoek van negotiatien, alle faciliteit to te brengen, ende dat mitsdien zy Heeren Gedepu tperden en Gecommitteerden van advis zoudei zyn. Vvvvv 3 's Gra- ce. Raport wegens de negotiatie van 5 milL onder Guaran. tie der Staten.  *s Gra- venhage. Raport wegende denegotiatie va 5 m ill. onder Guarar, tie der Staten. Exi 1702 NIEUWE NEDERLANDSCHE zyn, dat het voorf. verfoeit van weegens fyne Majefteit de Koning van Vrankryk aan den Staat gedaan , om onder Guarantie van haar Hoog. Mog. «j deeze Republicq eene fomma van vyf millioen Guldens te mogen doen negotieeren teegens den Intreft van vier ten honderd in 't jaar, foUde behooren te worden toegeftaan, en geaggreërt, mits rcalvoorens, foo tot fecuriteit van de hoofd fomme en het rembourfement van dien, als tot de rigtige voldoeninge der beloofde Intereffen, door H002- - gem. fyne majefteit ten behoeven van defen Staat werden gepaffeert, en overgelevert eene behoorJyke Obligatie en Verbandbrief ten genoegen van Haar Hoog Mog., en onder deeze expreffe conditie, dat de voorf. ts doenen negotiatie zal moeten gefchieden, ten Comptoire Generaal van de Unie, alwaar ook de gelden tot betalinge der Intereffen fuccesfivelyk pronrotelyk zullen moeten werden gefurneert, alles buiten eenige de minfte koften van den lande, gelyk by foortgelyke negotiatien altoos heeft plaats gehad. Waar op gedelibereerd zynde, hebben de Hee. ren gedeputeerden van de refp. Provinciën aangenoomen het voorf. rapport op de fecreetftè wvfe te zullen brengen ter kennis en deliberatie van'de Heeren Staaten hunne Principalen, en werden dezelve mits deefen verfogt hoogft derfelver refolu tien daar op ten fpoedigfte te willen uitwerken . en alhier openen en inbrengen. Accordeert met voorf. Regifter. Met dit raport vereenigde zich welhaestde Provincie van Holland en Weftvriefland, zo als blykt wt dit  JAERBOEKEN, September, 1781. 1703 Extract uit het Regifter der Re ' folutien van de Hoog Mog.^ Heeren Staaten' Generaal der\ Vereenigde Nederlanden. Veneri* den 7 Sepcember 1781. Den aanweezende Heer Gedeputeerde van de Provintie van Hoiland en Weftvriesland op den 30 der voorleeden maand aangenomen hebbende , ter kenniffe en deliberatie van de Heere Staaten zyne Principalen te zullen brengen , het rapport ten zeiven dage uitgebragt op twee Notaas van der Heere Hertog de la Pauguyon, Ambaffadeur V3i Vrankryk, rakende het doen van een Ncgotiatii van vyf millioen guldens , onder guarantie vai den Staat, heeft aan de Heeren Haar Hoog Mog Gedeputeerden voorgedragen, en bekend gemaakt dat de Heeren Staaten van hooggem. Pro vinei hem in ftaat geftek hadden om zig met het voorfï Rapport completelyk te conformeren. Waar 0 gedelibereerd zynde,is goedgevonden en verltaan roiis deezen te verfoeken de Heeren Gedepn. va de andere Frovincien, de Refolutien van de tieere Staaten hunne Principaalen daar op meede hoe eei der zoo beeter te willen uitwerken, (onderftond) Accordeert met voorfz. Regifter. Het oorlog brengt mede, dat men beAvae plaetfen moet hebben voor zodanigen , c wy op onze Vyanden krygsgevangen mog maken. De Algemeene Staten fchreven di 3 September hieromtrend aen de byzondc geweften den navolgende brief. Vvvvv 4 ED sGra?enha« ïe. Holland flemt in voorfz. negotiatie. 1 l > ? » a n t r- ie ÏB :n re  'sGra- venhaCE. Brief det Stat. Gen. wegens bewaerplaetfenvoor krygsge t vangenen. i 1 \ < \ c £ i • 2 li v ti v d v e n % 0 » o! o, 1704 NIEUWE NEDERLANDSCHE EDELE MOGENDE HEEREN! Qp den 16 Auguftus laaftleden hebben Wy onttangen een mifïïve van het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam gefchr. aldaar den ifvandl zelve maand, houdende, dat 't huis van den Geweldigen Provooft van voorn. Collegie een Crimi- Ztl£reTrgem\ZYadc\het zelve «eenfints was gefchikt tot een bewaarplaats van Krygsgevanaenen, alleen door het ongelukkig fort van den Oorlog in yerfeekerde bewaaring gebrast, en dat het gemelde Collegie derhalven daar toe geen andere peleegentheid hadde , dan met overlig van den Commandeerende Officier van 'sLands vloot, deelye te plaatfen op de wagtfchepen van het zelve .ollegie, t welk voor een gering getal wel konde tefchieden dog voor eene grootere quantiteit niec vel doenlyk zoude welen, geevende derhalven aan 5n; in confideratie, of Wy ook zouden kunnen [oedymden een bekwaame en gefchikte plaats te espicieeren, om, wanneer den Staat meerdere seangen bekomen mogte, defelve derwaards in ver;eker bewaaring te laaten tranfporteren. De voorfz. miffive door Ons gefteld zynde in anden van de Heeren Onfe Gedeputeerden tot de aaken yan de Zee , hebben dezelve na alvorens aar op ingenomen te hebben de confideratien en et advis yan de Gecommitteerden uit de refpectie Collegien ter Admiraliteit, aan Ons gerappor:ert, dat offchoon de huyfen van de Provooften inde Collegien ter Admiraliteit, niet konden wer:n aangemerkt als ongefchikt tot Logementen m Gevangenen op Zee van den Vyand veroverd 3 defelve daar toe van ouds waren gebruikt en 3g gebruikt worden, 't getal van dizelve egteï )o groot konden worden, en in vroegere tyden ïweeft is, dat die huyfen defelve met geen mo- XS ïUDfn beva^-en > dat di™ven niet ^ïenftig konde zyn tydige voorfieninge te doen. n als het geval exteert, bergplaatfen en Loge- mea.  JAERBOEKEN, September, 170$ menten voor gevangenen in gereedheid te hebben,' althans tot een zeeker aantal; en dat de CoUegienv ter Admiraliteit geen' Territoir, nog gebouwen c daar toe hadden. f „„, , Wv vinden derhalven Ons verpligt, UEdele, Mogende en de Heeren Staaten van de andere* Provinciën te veifoeken, om ieder m den haare teSoenopneemende plaatfen , alwaar gevangenen van den vyand zouden kunnen worden gelogeerd, en in gcede bewaaring gehouden, en de nodige ordre te Ken geeven om die plaatfen daar toe te doen Serenen in ftaat brengen, dat 'er Gevangenen ?n gezonden kunnen worden, en van de fchikkingen ton aangaande gemaakt, aan Ons kennis te willen geWy'hebben diergelyk verfoek gedaan aan den Raad van Staaten, met opfigt tot het diftncT: var de Generaliteit, 'en ten einde wy zouden kunnet weeten het getal van Gevangenen, 't welk aldaa: ■zoude aeborgen konnen werden. Z Wy vemouwen , dat UEdele Mogende en d -mdere Bondgenooten, met Ons wel zullen, willei SöpSeeSi in een zaak van zoo veel aangelegend heid, als is debeforging van Gevangenen doe Set Lot des Oorlogs ongelukkig geworden, en we kers ftriéfe bewaring alleen dienen moet, om doe Sde1 van defelve onfe ingefeetenen in 's vyan handen gevallen, wederom in vryheid te doen ftel len; walr meede eindigende, bidden wy God A "Hè Mogende Heeren , UEdele Mogende 1 Trillen houden in fyne Heilige protectie. In de Hage den 3 September 1781. (Onderftond) Uwer Edele Mogendhecdc goede Vrienden I sGra» EN HA." ;E. 3riefder ïtat. jen- wegens bewaerblaetfenvoor krygsge. fangenen' . 1 ) 1 r r s e n q ie  "sGra- venhage. Brief dei Stat. Gen wegens bewaerplaetfenvoor krygsgevingenen. i < i i 3 x e f § h d le f< z m Z no6 NIEUWE NEDERLANDSCHE De Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. (was geparapbt.) P. U. Rengers. (lager Rond. Ter ordonnantie van defelve (was getekent) H. Fagee. Het iseeneontwyfïelbarewaerheid,dat een legelyk over de trage voortgangen in de toebereidzelen tot den oorlog verwonderd is; Jat men daer over als van eene bekende en integenzeggelyke zaek algemeen fpreekt;dat nen over de oorzaken van deze rampfpoediee xaegheid ten deele verfchillend, ten deele een>ang oordeelt; dat verfcheidcneProvincien, en Eeden, byzonder Amfteldam, deswegens hae klagten hebben ingebragt; met dat gevolg mdelyk, dat Z. D. Hoogheid de Prins Erf:adhouder, by gelegenheid van de klagten an Amfteldam wegens den Hertog ïw» Bruns>yk, aen de Algemeene Staten heeft voorefteld, aen de Zeeraeden aen te fchryven :n einde dezelven berigten zouden, wat zy adden verrigt, en welken de redenen van e vertraegmg in de uitvoering van de beven van H. H. Mog. waren. Zodanige aen:hryving dan den 28 Juny gefchkd zynde fa deze berigten van de verfchillende Adïrahteits Collegien ingekomen, en heeft de eeraed op de Maze onder andere oorzae:n ook de fchaersheid van fcheepstimmer-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1707 lieden, en wel als de voornaemfie oorzaek op-: gegeven, en daerom by eenen brief van den 21 Auguftus verzogt gemagtigd te worden, om van den tegenwoordigen toevloed van fcheepstimmerlieden gebruik te maken, en in de plaets der fchepen, een van 60, en twee van 50 ft. door den Vyand in den aenvans der vredebreuk onverhoeds overrompeld er genomen, wederom drie fchepen, als eer van 60, entwee van 50 ft. ieder, te doer aenbouwen. Omtrend welk verzoek den ic September het navolgend raport ter vergade ringe der Algemeene Staten is ingekomen. Lunte den ioSept. 1781: De Heeren Pieck en andere Haar Hoog Mog Gedep. tot de zaaken van de Zee , ingevolge en ter voldoeninge van derfelver Refol. Commifioriaal van den 24 Aug. laatftleeden geëxamineert hebbende een misfive van het Collegie ter Admiralitei op de Maze, gefchr. te Rotterdam den ai van defelve maand, houdende, dat uit hun Berigt. op Haar Hoog Moog. requifïtie van den 2« Juny deefes jaars, blykbaar zynde, dat de fchaarfte var Scheeps Timmerlieden onder de voornaame oorfaaken was te ftellen, waarom gedurende eenig jaaren met het aanbouwen van nieuwe Scheepen pen, onder dat reffort, 'geen meerder voortgan had konnen worden gemaakt, fy vermeenden, i de teegenswoordige conjunclure van tyden gebrui te moeten maaken van de meerdere toevloed va die Werklieden, dewelke actueel, door de andei fints foo beklagenswaardige ftilftand der vaart e Commercie, te bekoomen foude mogen zyn , e die by gebrek van employ hier te lande apparei al meede voor een groot gedeelte naar elders fot dt sGra- /enhage. ) " Raport wegens aenbouw van fchepen in de plaets der genome nen. > r 5 1 z % n n it 1* É  's GltAvenhacs. Raport nopens aenbouw van fchepen in de plaets der genomenen. •\ \ X j t t: a I r; tl v \ b ei c d t< h g v ie le d< K 1708 NIEUWE NEDERLANDSCHE den verloopen. Dat de intentie van Haar Hoos? Moog. zynde, om, ook door een aanzienlyke aanbouw, sLande navale magt, op een refpeclabelen voet ^brengen, fy fupponeerden, dat voor alles, haar Hoog Mog. meening was, dat het verlies 't geen de Marine intulTchen foude mogen h,den, promptelyk worde herftelt, en dat dus ook het gemis van de drie fcheepen, aIs, een van 60 en twee van 50 ftukken, dewelke het ongeluk hadden gehad van ieder op fig felve, en van den oorlog on. kundig, door eene groote vyandelyke overmagt te worden gefurpren.eert en overweldigt, foo dra moselyk gefuppieert: Verfoekeöde om die reedenen i^aar Hoog Moog. authorifatie tot den aanbouw •an een Schip van 60 a 64 ftukken en twee van to 1 56 ftukken, als wanneer fy terftond hun van het ■enodigde hout fouden tragten te voorfien, en ten mnftcn twee van de voorf. drie Scheepen, nog dit iar, op ftapcl te doen ftellen, in dat vaft verrouwen, dat Haar Hoog Moog. teffens de refpecve Collegien ter adrmrahteit fouden gelieven te athonfeeren, om hoe eer foo beeter f aan Haar loog Mog. te doen toekoomen deifelver confidettien en advis, wegens de kbften, dewelke daar >e iouden mogen worden vereyfcht, en den Raad in Staate als dan te verfoeken, om'daar van een sticie te formeeren en aan het gem. Collegie ter dmirahteit op de Maze, op die Wyfe, hun remaurs te doen erlangen. En daar op ingenóomen hebbende de confiderati1 en het advys van de alhier aanweefende Ge^ -.mm. uit de refpeflive Collegien ter Adrniraliteii 5* Ja^e,U hebb^ 5er Vergadbring gerappor:ert, dat fy Heeren Gedeputeerden, cSnform aan m advis van de meerderheid der Gecomrn. uyt de m. Collegien van advife fouden zyn, aangezien m ouds is begreepen, dat by een aanbouw van o^Z 7m °°rl°ë >,-eerft eD vooral aa° de Colgien ter Admiraliteit dienen te worden gefuppleert Se»ortdefe,ve in« «*° w Dat  JAERBOEKEN, September, 1781. 17CO Dat de Collegien ter Admiraliteit op de Maze en t'Amfterdam behooren te worden gt-authorifeert, het eerfte, om te doen bouwen een fchip van 60 en twee van 50 ftukken, en het andere een Schip van öo en een Fregat van 36 met beloften, dat de koften daarvan aan defelve fullen werden goedgeda3n uytde petitie fuppletoir , hoe eerder foo beeter te doen, om te vinden het meerdere der kos ten van den aanbouw van Scheepen en Fregatten, daar by de petitiën van 1771 en 17S1 niet op was gereekent. ~_ . . Dan dat de Gecomm. uit het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland in het voorf. befogne van'ad vife waren geweeft, dat de voorf. geproponeer de aanbouw niet behoorde te gefchieden op d( voorf. te formeeren fuppletoire petitie als alleen lyk bepaald tot goedmaking der koften, welke dei aanbouw meerder foude bedragen: (door de ry fing der materialen ) als daar voor ten Jaare 177c is gecalculeert, maar dat tot de weder opbouw va deeze, foo als ook van alle andere Scheepen,wel ke de refpeót-ive Collegien gedurende de teegen; vvoordige Oorlog mogten koomen te verliefen, ee affonderlyke petitie behoorde te worden gefoi meWaar op gedelibereert fynde , hebben de Hei ren Gedeputeerden van de Provintie van Hollar en Weftfriefland fig met 't advis van de Heert Haar Koog Moog. Gedeputeerden geconformeerd hebbende de Heere Gedeputeerden van de andei Provintien het voorf. gerapporteerde copielyk ov< genomen, om in den haaren breeder gecoinmut ceert te worden. Op de berigten van den inval van di Vyand in de Colonie de Berbice, hebben < Eigenaers van plantaedjen aldaer en koopli den, zich den 27 Auguftus by een verzoe ichrift tot de Algemeene ftaten vervoeg wc 'sGra- VENHA- GA. Raport nopens aenbouw van fchepen inde plaets der genomenen. 1 1 a d n s e :r i- ;n le ek- ï. Ik  ■trio NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra- venhace. Raport wegens de Colonie der Berbice. welk verzoekfchrift, door eenen brief van Directeuren van gemelde Colonie , den 29 Auguftus kragtdadig is onderfteund. Beide ieze Gefchriften commifforiael gemaekt zynie, is vervolgends ter vergaderinge der Algemeene Staten dit raport ingekomen. Luns den 10 September 1781. T)e Heeren Pieck en andere Haar Hoog. Moog Gedeputeerden tot de zaaken van de zee in* gevolge en ter voldoening van derfelver refolutie commisfonaal van den 27de Auguftus laatftleeden. geexamineert hebbende de requefte van de eigenaars van Plantagien in de Colonie Rio de Berbice, en Kooplieden op defelve negotieerende, houdende, dat de Supplianten niet dan met het uiterfte leed* wefen hadden konnen geinformeert worden, van het ongeluk de Colonie de Berbice overgekomen en waar aan de fupphanten inportante fchadens geleeden hadden; dat in het algemeen in den eerften opflag, het daar voor gehouden was, dat dezelve Colonie door de Engelfchen geoccupeert en in derfelver handen gekomen was ; dan dat federt de fupphanten waaren geinformeert, dat de felve me alleen door twee Kaperfcheepen geinfefteert was dewelke, na vier van vyff aldaar inlading leggende fcheepen, die off reeds beladen waaren, off doorde Kapers verder belaaden waaren, met de voorhande zynde producten genomen, de Forten in het inkomen der Rivier leggende gedemolieert, en de ammunitie gedeeltens mede genomen, gedeeltens in 3e Rivier geworpen, off anders onbruikbaar gemaakt, en een I'lantagie in brand geftoken te hebben , vervolgens defelve Colonie weeder veriaten hadden; reprsfenterende de fupplianten de noodfakelykheid, dat de zelve Colonie foo fpoedig doen-  JAERBOEKEN, September, 1731. 1711 doenlyk van Leevensmiddclenen andere benodigtheeden voor de plantagien, plantagie-bediendens en Slaven, aldaar wierde voorfien. En verfoekende de Suppln. om reedenen in de voorfz. Requefte geallegueert, dat H. H. Mog. twee t of drie Scheepen van Oorlog gelieven te despicieeren met bepaalde ordres voor dezelve, om de Scheepen van Surinamen na de Colonie de Berbice te convoijeeren , en aldaar voor of in de Rivier te blyven leggen, tot dat dezelve Schepen ontloft en weederom met producten beladen waaren, om met de repatrieeren de Surinaamfche Vloot te retourneeren, en dal wyders de H. H. Mog. een van dezelve Schee pen gelieven te gelaften, na de conjunctie dei Koopvaardyfcbeepen , met de Surinaamfche re tourneerende Vloot, voor of in de Rivier deBer bice, tot bevyliging van de Colonie by aanhouden theid te blyven, het welk de Suppn. eerbiedis vertrouwden tot dekking en befcherming van de felve Colonie genoegzaam te zullen zyn, of da H. H. Mog. anderfints ten reguarde van het eei en ander zouden gelieven te neemen, zodaenigt andere maatregulen, als H. H. Mog. tot bery king van het zelve oogmerk , naamentlyk hei tranfport van benodigthceden en confervatie dei Colonien zelve, meeft gefchikt zullen oordeeler te zyn. Als meede nog , ingevolge en ter voldoeninge van derfelver Refolutie commifibriaa' van den 29 Aug. laatftleeden, geexamineert heb bende een miflivé van de Directeuren van de Ge ocïroyeerde Colonie de Berbice, gefchreven te Amfterdam den 27 van defelve maand, op het kragtigfte appuyeerende de voorfz. Requefte. Brengende gem. Directeuren wyders ondei het oog van H. H. Mog. eene fpeculatie , welke de gebeurtenis in de Colonie de Berbice voorgevallen , als meede het gedrag der Surinamers , ir hun had doen gebooren worden, hier in beftaande: dat zy Directeuren zoo uit hoofde van eiget Xxxxx over 's Gra= VENHAi GE. Raport wegens de Colo' nie de Berbice, u 1 t  I7i2 NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra- VENHA. CE. Raport wegens de Colonie de Berbice overdenking, als van ingewonnen informatienvan des kundigen, in begrip waaren gekoomen, dat het fyftema, het welk zeedert de erectie der Colonie tot deefer uur toe beftendig geadopteert was geweeft dat namentlyk de meefte defenfie moeft geplaatft 'zyn in het centrum der Colonie, thans geheel zyn kragt verlooren had, en dat het eene indifputabele waarheid was, dat de twee .Engelfche Schepen dewelke de voorn. Colonie hadden overrompeld, ja zelve al waren fe nog van twee andere gefecondeert geweeft, geen vermogen zouden gehad hebben, om zig van de Colonie meefter te maken , of zelve daar binnen te komen, indien aan de mond der Rivier een genpegfame defenfie was geweeft , verbeeldende zig, dat, by aldien men het Weftergat der Rivier, by het inkoomen, het welke reeds zeer ondiep is, verder onvaarbaar maakte, en dus geene andere palfage overliet, als die , welke het ordinaire Vaarwater uitmaakt, en het Ooftergat genaamd wierd, men als dan door een fort met zwaar gefchut te plaatfen op de wefter uythoek der Rivier Canje, alle inkomende Scheepen, de palfage zoude konnen beletten, en wel des te meer, omdat alle Scheepen van eenig belang, niet direct, de Rivier de Berbice konden opzeilen, maar meerendeels vaft raakten op demodderbank, tuffchen het Crabben Eyland en de ooftwal van Berbice; verfoekende om reeden in de voorfz. miffive geallegueert, dat H. H. Mog. in aanmerking gelieven te neemen, dat het verbranden en vernielen van 'tFort St. Andries en de Poft nieuw Slot, welk eerfte hun zeedert eenige jaaren een fchat van geld gekoft had,aan zwaare reparatien, en importante melioratien, het onbruikbaar maaken van het gefchut, het welk zig aldaar bevond, het meede neemen der metale ftukken van het fort Naffau ,van allede geweeren, het Buskruyt, en van zoo veele militairen, een fchaade was, hun aangedaan door den vyand van den Staat, wel-  jfAERBGEKEN, September, l^Sr. typQ •welke daar toe gemakkelyker geleegentheid had gehad, door dien hunne ongelukkige Colonie niet had kunnen genieten , zoodanig fecours van HH. Mog., als waaraan de Colonie van Surinaamen, als ook het Eyland Curacao derfelver behoud, zoo niet geheel, ten minften grootelyks te danken hadden, en dat het dierhalven aan haar Ploog Mog. behagen moge, om de Colonie de Berbice tot dedommagement van derfelver geleedene fchaadens, zoo verre zulks alleen de fterktens en aankleeven van dien betreft, en wel om alleen gebruikt te worden, ter uitzending van de noodige manfchap en ammunitie, en voorts ter gedeeltelyke goedmaking van de kollen, welke vereifcht zouden worden ter opbouw van een formidabele lierkte, op de Wefthoek van de Rivier Canje, te willen begunftigen met eene gratificatie, ten minfte van eene Somma van 200000 gis. willende zy Directeuren hun verpligten , om van tyd tot tyd aan H. H. Mog. of zodanig perfoon of Collegie als H. H. Mog. daar toe zouden gelieven te benoemen, te doen pertinentie opreekeningen verantwoording, waar aan en hoedanig die penningen gebruikt zyn; en voorts van al dat geene, wat by de Directeuren zoude inkoomen. Zoo weegens de Landslaifen, als ook het overfchietende faldo van het provenue der Plantagien vae de Directie , naar afbetaling der fomme van6oooc •gulds. in voorfz. miffive gemeld, te impendeeren ter verdere voltooijing van het gedagte Fortres. en verdere benodigde fterktens. En daar op ingenomen hebbende de Confidera. tien en het advis van de alhier aanweezende Geeomms. uit de refpective Collegien ter Admirlt. deefer Landen, hebben ter Vergadering gerapporteert, dat fy Heeren Gedeputeerden van advifit zouden zyn, dat H. H. Mog. by refcriptie aae Directeuren van de geoctroyeerde Colonie de Berbice, haar genoegen zouden behooren te toonen «ver het accres van de voorfz. Colonie, zeedert Xxxxx ès 's Gra*" VENHA*. 3E. Raport wegens de Colame de Berbice-.  1714 NIEUWE NEDERLAND5CHE VENHACE. Raport wegens de Coh' ttie de Berbice de Revolte tot de rupt'ure met Engeland; dat iff de hoop en het vertrouwen, dat de Colonie dadelyk door de Engelfchen na de inneeming isgeëvacueert, en gemerkt de importantie van dezelve Colonie, niet behoord te Worden Verzuimt, om defelve, is 't doenlyk, weeder te doen in bezit neemen, en in ftait van defenfie te Hellen; dat de voorflagen daar toe door Directeuren gedaan •zoo veel apparentie van fucces aan de hand geeven , dat een proeve daar van behoord te worden genoomen en Directeuren volgens haar verfoek gefecoureert met een fomme van tweemaal hondert duyfent guldens, om haar te dienen en eeniglyk gebruikt te worden, ter uitzending van de nodige' manfchap en ammunitie en tot opbouw van een Fortres op den wefter uithoek van de Rivier"Canje, die in ftaat kan zyn, om wanneer het weftergat der voorfz. Rivier by het inkoomen, volgens haare propofitie, waar aan H. EL Mog. vertrouwen dat voldaan zal worden, onbruikbaar gemaakt zal zyn , het inkoomen van Scheepen in het Ooftergat, en' vervolgens het acces voor een vyand tot de Colonie te beletten; mits van het Empüoy van de voorfz. penningen, volgens haare eige offerte, reekening doende aan' de Generaliteits Rekenkamer, en voorts ter verdere voltooijing van het gedagte Fortres, en verdere benodigde fterktens, impendeerende al het geenby de Directiezal inkoomen weegens'sLands laften, en't overfchietende faldovan het provenu der plantagien van de directie na afbetaling van feekere fomme van ƒ 60000. by Haar inde maand Juny laatftl. van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriefland ontfangen. Dat om een fonds tot het voorf. fecours van penningen te vinden, de raad van Staate zoude konnen worden verfogt een petitie te willen formeeren , en aan Haar Hoog Moog. te doen toekoomen, en de voorf. petitie ingekomen zynde, ten fpoedigften gezonden zoude kunnen worden aan  JAERBOEKEN, September, 1781. 1715 aan de Heeren Staaten van de refpective Provinti.' en, met verfoek om daar in niet alleen gave con-1 fentente willen draagen, maar ook H. H. Mog.* daar van zoo promptelyk te willen informeeren, en de Penningen ten Comptoire generaal van de. unie te furneeren, ais vereifcht word, om Di-3 recteuren in ftaat te ftellen, om de aan te fchaf-< fen manfchap en ammunitie en verdere benodigt-i heeden tot den aanbouw der Fortres te konnen 1 verfenden, met het convoy en de gearmeerde fcheepen, die naar Suriname ftaan te vertrekken. Dat verder zyne Hoogheid zoude kunnen worden verfogt, om met het Convoy, hetwelk zyne Hoopheid na Suriname zal p,-lieve, te zenden, off een, off twee fcheepen of Fregatten van t zelve, ook van Suriname na de Berbice te doen geleiden de Scheepen de wil derwaarts hebbende, en een Fregat ter befcherming van die fcheepen aldaar te laren blyven, tot zoo lang dat zy hunne fcheepen met producten belaaden hebbende wederom met de repatrieerende Suriaamfche Vloot na deefe Landen zullen konnen retourneeren. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de Provintie van Holland en Weftfriefland zig met het voorf. rapport geconformeert, hebbende de Heeren Gedeputeerden van de andere Provintien, het zelve copielyk overgenomen , om in den haaren gecommuniceert te worden. En is dien onvermindert goedgevonden en verftaan, dat de Raad van Staate zal worden verfogt, om onvermindert en voorbehoudens de vrye deliberatien van de Heeren Staaten van de refpect. Provintien, een petitie ter fomma van 200000 Gl. te formeeren , ten fine in het voorf. rappore breeder gefpecificeert, ende felve aan Haar Hoog Mo°-. ten fpoedigften te laaten toeKoomen. Dat verder Zyn Hoogheid zal worden verfogt, om met het Convoy, het welk zyn Hoogheid na Suriname zal gelieven te zenden, off een, off twee Xxxxx 3 Schee> sGra- 'enh&- ;e. Zaport vegens le CoJo* lie de 3erbice. *  ïpg NIEUWE NEDERLANDSCHÈ 'sGftAVRNHAGE.- Rapótt •wegens de Colonie de Berbice» Scheepen, off Fregatten Van hetzelve, ook varf Surinamen nae de Berbice te doen geleiden, de Scheepen, de wil derwaards hebbende, en een Fregat ter befcherming van die Scheepen aldaar te laten blyven, tot zoolang, dat zy hunne Scheepen met producten beladen hebbende, wederom met de repatrieerende Surinaamfche Vloot na deefe Landen, zullen konnen retourneeren. De Petitie van den Raed van State , van Welke in voorfz. raport gewaegd wordt, was aldus ingerigt: HOOG MOGENDE HEEREN! "TXe reeden en motiven, by de eigenaren van de 1->Plantagien , in de Colonie Rio de Berbice, ïan H. Hoog Mog. voorgedragen-, en by de Directeuren van defelve Colonie nader -aangedrongen, ten einde van den Staat een fubfidie te mogen erlangen van tweemaal hondert duizent guldens, foo tot eenig dedommagement van geleedene fchaadens, als tot het wederom in ftaat doen brengen van defelve Colonie met de noodige verfterkinge van dien, zyn in 'tbreede vervat by 't favorabel rapport, dat dien aangaande, den 10 deefer, ter Vergadering van H. Hoog. Mog. door Hoogftderfelver Heeren Gedeputeerden tot de faeken van' de Zee, naa ingenomene Confideratien, en het advis van de alhier aanweefende Gecommitteerdens, uit de refpective Collegien ter Admiraliteit deefer Landen', is uitgebragt, en kunnen wy dienvolgende Ons abftineerendaar van alhier een breeder detail te doen, te meer daar de Provintie van Holland en Weftfrieiland, fig bereids, met voorgemelde rapport heeft geconformeert, en het felve by alle de overige Provintien is overgenoomen geworden. Wy behoeven diensvolgende Ons alleen'te bor- nee-  JAER.BOEKEN, September, 1781. 1717 neeren aan het verfoek, by voorgem. Refolutie" van H Hoog Mog. aan Ons gedaan, om na , mentlvk onvermindert en voorbehoudens de vrye, SSatie van de Heeren Staten, van de refpecSftStaS eene petitie te willen formeeren , ter fomma van twee maal hondert duifent guldens fpn fine als by het voorf. rapport breeder is geSenSèer , en defelve aan W. Hoog Mog ten fooedTgfte te willen laten toekoomen, en het is alfoo tot prompte voldoeninge aan dat H. Hoog Mog- verfoek/dat Wy by deefe zyn petinoneerpndë de voorgem. fomma van twee maal honïfprf duifent guldens, en fulks tot fecours van df ■voornDirecteuren van de Colonie de Berb.ce om haar te dienen, en by haar eeniglyk ge Suikïïe worden, ter uitfendmge van de nodig Schap en ammunitie, en tot opbouw van eer ForTres, op de Wefter Uithoek van de Riviei Sn e die ^ftaatkan zyn, om wanneer het Wes St van die Rivier, by het inkoomen volgen w oroportie, waar aan H. Hoog Mog. ver Souwen voldaan zal worden, onbruikbaar gemaak ?il zvn1, het inkoomen van fcheepen in het Ooft St en vervolgens het acces voor een vyand tc die Colonie te beletten; mits van het employ de ovfP nenningen, volgens haar eige offert SeniEg doende'aan de Generaliteit* Rekenfc Ser en voorts tot verdere voltooy.nge van d Stres en overige benodigde fterktens by voo Lm rapport breeder gementioneert, impende Se, al het geene by de direftie zal inkoomei "eeegens 'sLands laften, en het overfchietenc S van het provenue der Plantazen van de c leftie nae afbetalingc van eene fomma van feft S-nt euldens, by Haar in de maand Juny laat) feeden v^n <3e Heeren Staten van Holland en Wel *gSe SSS Wy verders by ü Hoog Mc Jteeren, ten einde deefe onfe petitie foodar $ t; BÓndgenootcn^de^ragtigfte wyfe è sGra- enha3e. Petitie van JOBOOO yj. voor % Colonie de Berbice» t t r e r- le i- g l- \- é 1 en  's Gra- vENHA- ge» Petitie van sodooo gl, voor 4e Coh' 11 ie de fterbipe. I . i 1 c ï I 1718 NIEUWE NEDERLANDSCHE len gelieven te appuyeeren, dat niet alleen byal. le defelve daar in ten fpoedigften gave confenten zullen mogen worden gedragen, maar dat ookU Hoog. Mog. daar van foo promptelyk zullen willen informeeren en de penningen ten Comptoire Generaal van de Unie furneeren, als vereischt word, om de voorf. Directeuren in Haatte ftellen om de aan te fchaffen manfchap en ammunitie en verdere benodigtheeden, tot den öpbouw der meergem. Fortres te kunnen verfenden met hed Convoy en de gearmeerde fcheepen, die nae Sunnamen ftaan te vertrekken. Aldus gedaan en gepetitioneert, by den Raad van State der Vereenigde Nederlanden, op den 17 Septemb. 1781. v geparaptK Abr, Vestingk vt. onderfiont Ter ordonn. van den Raad van Staten der Vereenigde Neder-, landen. get. by abfentie van den Secretaris A. A. Bichon, Deze petitie zonden de Algemeene Staten iaer de byzondere Provinciën by eenen brief, ;edagtekend den 17 September 1781 en van lezen inhoud: EDELE MOGENDE HEEREN! " TEd. Mog. hebben reeds kennis bekoomen, van ^ het rapport door de Heere Onfe Gedeputeeren tot de faeken van de zee, op den 10 deefer ] Onfe Vergadering uitgebragt, nae alvorens ineuomen te hebben de cqnfideratien en het advis  ■JAERBOEKEN, September, 1781. 171» vis van de Gecommitteerden uit de Collegien ter' Admiraliteit op de Requefte van de Eigenaars vande Plantagien, in de Colonie R10 de Berbice, en , de Kooplieden op defelve negotieerende, als meede op de misfive van de Directeuren van delelve Colonie, tendeerende bet voorf. rapport, om. feer 1'olide reedenen, daar by geallegeert, onder' andere, om, foo tot eenig dedommagement van, geleedeSchade, als tot het wederom in ftaat doen brengen ->an voorf. Colonie, met de nodige ver fterking van dien, de gemelde Directeuren, volgens haar verfoek, te fecoureeren, met een fomma van 200000 guldens. Wy hopen en vertrou"en, dat UEd. Mog. confidereerende de importantie van de voorf. Colonie, voornacmentlyl zeedert het verlies van twee andere, waar van het gevoel doet begrypen de nuttigheid , om de derde te behouden , op het voorbeeld van ck Provintie van Holland en Weftfnefland, welk< in het voorfchreeve rapport aanftonds heeft ge «infcnteert, geen fwaerigheid zullen maeken, d« ton hunne Gedeputeerden eerlang te authori feeren, om fig insgelyks daar meede te conformee ren: In afwa|tinge van het welke wy, om gee rem dement a'an de faak roe te brengen, den Raa, van Staten verfogt hebben. 9nve™^c£neJ voorbehoudens de vrye deliberatie van UEd. Mog èn de Heeren Staten van de vyff andere Provmti en, een petitie der bovengemelde fomme te foi meeren, en aan Ons te laten toekoomen, waa Sn door gem. Raad ten fpoedigften voldaanzyr de, kunnen Wy niet nalaaten, copie van de voor Petitie aan UEd. Mog. gelyk meede aan de He ;Pn Staten van de vyff andere Provintien toe t }£den ïïe? vriendefyk verfoek, dat UEd, Mo£ daarin, hoe eerder foo boeter confent gelieve te dragen , en de gerequireerde penningen tc Comptoire Generaal van de Unie .te fuineerer ten einde Directeuren voornoemt in ftaat geitel mogen worden, om de aan te fchaffen manfcha Xxxxx 5 £ sGra- 'enha- ;e. Brief der Stat. len. wegensoorfz. betitie. 1 i 1 r e tl n » d P a  'sOra- venhage. Briefde', Stat. Gen. we gem voorfz. petitie. 1 < 3 i "l f 4 1720 NIEUWE NEDERLANDSCHE ' en ammunitie en verdere benodigtheeden tot opbouw van de geprojecteerde Fortres te kunnen overfenden, met het Convoy en de gewapende fcheepen, die eerftdaags nae Surinameu liaan te •vertrekken, het welk van UEd. Mog. gewoonen yver, voor 't behoud van 's Lands poffefiien, ■welke Wy ons verfeekert houden, dat UEd. Mog. niet gaarn zouden fien verlooren gaan, verwagtende, zullen wy deefe eindigen en God Almagtig bidden. Edele Mogende Heeren! UEdele Mogende te willen houden in fyne heylige protectie. In den Hage den 17 Septb. 1781, tnderfiont. Uwer Edele Mogendheden goeden Vrienden. De Staten Generaal der Vereenigde Nederlanden. was geparaph. , W. H. LoHMAN Vt. iagerftont Ter ordonn. van Defelve get. H. Fageë. Onder goedvinden van de Algemeene Stalen heeft de Zeeraed in Friefland , met de Gecommitteerden van Heeren Burgemeefteen en Raed der Stad Embden, op den 9 Au;uftus 1781. een verdrag gefloten, wegens iet opregten en onderhouden van een vuerlaek op het eiland Borcum, en het betonnen n bebakenen der rivier de Eems, buiten bewaer van de fchepen en vaertuigen van dè Re«  .JAERBOEKEN, Sptember, Ü/Br. *Vf Republiek, onder'eene jaerlykfche fchatting' Stiet verhoogde laft en veilge d te: vindem Waerop van wegens Hooggemelde Staten de navolgende Publicatie, van den 3 September 1781. is verzonden: De Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden , Allen den geenen die deefen fullen fien nfre hooren leefen, falut, doen te weeten: NadSmaï nS Ons goedvinden door de Gecommitteerden uit het Collegie ter Admiraliteit in Vuesland met de Gecommitteerden van Heeren Bursernrtftefen en Raad der Stad Embden, op den £ iuEuftv■ deefes jaars, geflooten is een conventie ^ei het opregten en onderhouden van een Vuur bS op het Eyland Borcum, en het betonnei en beffakenen van de Rivier de Eems, bmtenbe fwaar van de Schepen en Vaartuigen van de Re S ec onder een jaarlykfche contributie, t ïmden uit net Fondi van het verhoogde Laf enSonfslg'etld'dat Wy, om het voorfz. Fonds va het verhoogde Laft" en Veylgeld tot die betai W in ftaaf te houden,, hebben goedgevonte voor den tyd van tien aaren, onder den naa: van het Borcumfche Vuurgeld, te doen heffe een Vuur-, Ton- en Bakengeld, van een ftmv. Ier Laft van die Scheepen alleen, die uit dee: Tanden nali de Ooftzee en Archangel, mitsg derna de kleine Ooft en Noorweegen vaarei mèt Se uitfondering, dat het Borcumfche Vuu en Bakengeld niet fal worden geheeven, ma Sar van feëxcipieert fullen zyn en blyven . Schepen, Schuiten en Praamen, die by haar Ho. Uoi Refolutie van M April 1768 van het La Jeld zvn vrygeftelt, die, namentlyk, ut de Pr vincie van Groningen en Ommelanden mtvaare: en a leen met Turf, en met geen Koopman-go deren, zyn gelaaden, een opperlaft hebben^ s Gra- venha» 3E. Plihl. wegens de vuerbakenvan Borcum en ie Eems. n 1»n n » s a1:rWle >g [f0- 1» e- ;n :1-  'sGra. vsnhage. Puhh ■wegens de vuerbakènvan Bor cu m en <^Eems, : ] i c 1 c I - 1 d i l \ fi C f?az NIEUWE NEDERLANDSCHE welkers Laading de waarde van hondert guldens niet te boven gaat, dewelke uit dien hoofde mee binnenlandfche Pasporten vaaren , die haar dienen, niet alleen tot de uitreis, maar ook om op haar -retour van het inkomende Laftgeld bevreid te zyn. Dat het voorz. Borcumfche Vuur- en Baakengeld fal moeten worden betaalt aan handen van de •Üntfangers van het verhoogde Laft en Veilgeld of de Convoymeefters op de Comptoiren van da Convoyen enLicenten, eu de betaaling daar van. neevens die van het laftgeld , op den Ykbrief genoteert; en dat de voorfz. Schepen niet zullen werden geëxpedieert, n'og van de inkomende Goederen met dezelve afgereekent, voor dat van de betaaling van dien zal weezen geble ken, even £elyk omtrent de betaaling van bet Laftgeld by het 196 Articul van het generaal Placaat van den 31- July 1725 is geordonneert. Dat de voorfz. Gelden by de voornoemde Ontfangers en Convoyneefters op gelyke wyfe aan den Ontfanger Geïeraal van het verhoogde Laft- en Veylgeld znlen moeten werden overgebragt en verantwoord, ils omtrent het middel van het verhoogde Laft en Veilgeld, by haar Hoog Mog. Placaat van den 6 funy1702 is geordonneert, dog feparaat van dien, tillende de voornoemde Ontfanger Generaal daar imtrent meede moeten obferveeren al het geene em by de Inftruclie van den fel ven 6 Juny 1702 imtrent zynen ontfang is voorgefchreeven, maaende een apart Capittel van den ontfang van dit 'uur, Ton-en Baakengeld, by de Reekening en e Maandftaaten, by het veertiende en vyftiénde irtieul zyner Inftrucïie breeder gemeld. En op dat niemand hier van eenige ignorantie oome te pretendeeren, ontbieden en verfoeken Vy de Heeren Staaten, Stadhouder, Gecommit;erde Raaden en Gedeputeerde Staaten van de re>eclive Provinciën, en alle andere Juftirieren en 'fficieren vau den zelvea Lande, dat zy deeze onfe  JAERBOEKEN, September, 1781. f'm onfe Publicatie van ftonden aan allomme doen yer. • kondigen, pnbliceeren en affigeeren in alle Haa-. fen daar zulks van nocden weezen zal, en men, gewoon is foodanige publicatie en affixie te doen; laften en beveelen voorts de Raaden ter Adrnira-. liteit, de Advocaaten Fifcaal , mitsgaders Admiraals, Vice.Admiraals, Capiteinen, Officieren en, Bevelhebberen, deeze Onze Publicatie na te ko men, en te doen nakomen, procedeerende ende doende procedeeren tegens de Contravc^teurs van dien, zonder oogluyking, faveur, diffimula tie of verdrag, want wy zulks alzoo ten dienlte van den Lande noodig bevonden hebben- te wee- ZeGegeeven in den Hage, onder het Cachet van den Staat, de Paraphure van den Heere prelideerende in Onfe Vergadering, en de Sigmiture vat Onzen Griffier, op den 3 Septemlwr 1181. Wa. geparapheert, P. Ü. Rengers, Vt. Onder ftond ter Ordonnantie van de hooggemelde Heere Staaten Generaal. Was geteekent , H. Hagel Zynde op het fpatium gedrukt het Cachet vai haar Hoog Mog. op een rooden ouwel overdek met een papiere ruyte. De Baron van Reischach , buitengewooi Envoye van het Weenerhof, heeft de te ruj gave van het Toskaanfche Schip, het well door een Franfch Schip van de Kaap de Goe de Hoop, als Engelfchen eigendom, gene men was, by de volgende Memorie gevoi d£rd*De ondergefchreven Extraordinaris Er vove en Plenipotentiaris van Zyne Keizei " lyke, Koninglyke en Apoftolifche Maje fteit, heeft de eer aan U Hoog Mogend " te overhandigen de Copy van den vertaa Z den brief aan hem gefchreven door d« " « He< s-GaX- 'ENHA-* 5E. ?ubh vegens le vuerhakenvan Bol":um en jfeEems. [ * L r e i- n 'X  ï?fl4 NIEUWE NEDERLANDSCHE 'sGra- VENHAGE. i i i „ Heer Graaf van Piccolomini, Minifter der 5, buitenlandfche zaken van Zyne KonuWy„ ke Hoogheit den Heer Aarts-Hertog van „ Ooftenryk, Groot-Hertog van Toskanen, „ vorderende Zyne Koninglyke Hoogheit in „ denzelven, om, uit zynen naem, te recla„ meren de befcherming van U Hoog Mog. „ met betrekking tot de berooving van het „ Toskaanfche Schip , genoemd de Groot„ Hertog, gecommandeert door den Kaptein „ Vaughino, een.genaturalifeerde Toskaner, „ komende uit de Indien regtftreeks naar Li„ vorno, gedaan in hunne Haven aan de „ Kaep de Goede Hoop door een Franfch „ Schip van Oorlog, genaemd de Oliphant. „ De ondergefchreven heeft de eer ü Hoog „ Mogende te verzoeken van het verzogte „ recht van befcherming wel te willen toe„ ftaen,en vleid zich daer mede des temeer, „ om dat het recht der Souyereiniteit, door „ de gemelde berooving, zoo klaarblykelyk „ gefchonden is, en de onderdanen der on„ zydige Souvereinen zich daer door beroofd „ vinden van hunne Goederen in dit Tost, kaanfche Schip geladen. Wy hebben gezien , hoedanige befluiten 3oor zommige Provinciën, in 't byzonder loor de Staten van Gelderland, omtrend de jaek tuffchen de Stad Amfteldam en den iertog van Brunswyk genomen zyn. De zaek ds zaek, zoude ons weinig bekommeren, naer de oorzaek van het algemeen misnoegen egen den Hertog, en vooral de verdeeldheid ran gevoelens in de Republiek, zo omtrend deze  J AERBOE KEN, September, 17S1. 172? deze zapk, als omtrend de kragtdadige mid-' delen ter voortzetting van den oorlog; deze 1 zaeken zyn het, die het hart van eenen wae- < ren vaderlander gevoelig treffen. Les rouè's trop divifées zegt een zeker Schryver, manqaent ,pour ainfi dire, d'une impulfion commune & d'un centre de mouvement. Te regt zoude op ons kunnen toegepaft worden de woorden van denfchranderenMontesquieux Grand. & Decad. ch. IX. Pourlors Romens fut plus cette ville, dont le peuple navoit eu quun même efprit , un même amour pour let liberté, une même haine pour la tyrannie, oü cette jaloufte du pouvoir du fenat, & des prerogatives desgrands, toujours mélée derefpecl, 11'étoit qu'un amour de Végalité. En ongelukkig is de verdeeldheid het hevigft op het ogenblik, als de eensgezindheid het eenigft en gewis middel is, om onzen trouwlozen vyand zynen geweldigen aenval te doen berouwen, En wy milïchien dat voorregt, het geen anders kleine ftaten genieten, die in vredens tyc" oneenig zynde , terftond zich vereenigen , zoodra zy vyandelyk van buiten worden aen gevallen. 11 eft de la nature des gouvernemens libres, zegt de Abt Raynal Revo] de 1'Amer. p. 151. d'être agite's pendant k paix. C'efi par ces mouvemens intefiins , qu les efprits confervent leur energie & le fouve nir toujours prefent des droits de la nation Muis dans la guerre, ilfaut quetoute fermen fation cejfe, que les haines foient étoujfées, qu les interets fe confondent & fe fervent les un les autres. Wat. hier van zy, de zaek tuffchen de Stat An s Gra- 'enha' je. t s I  'sGra- vénhage. i i i < i < i < < Ï726 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amfteldam en den Hertog van Brunswyk; van welken wy al meer gefproken hebben wierdt den 8 dezer ter vergaderinge der Staten van Holland en Weftvriefland in overweging genomen, terwyl verfcheidene leden met klem van redenen hun gevoelen hier over uitten. De Steden Dordrecht, Haerlem, Leiden, Delft, Rotterdam, Schiedam en Gorcum verklaerden zig voor Amfteldam, beweerende,dat de Hertog, met zich by een! brief tot de Algemeene Staten te vervoegen tegen de Staetsgefteldheid dezer Republiek hadt gehandeld, en, als in dienft van den Staet zynde, zich by fmeekfchrift tot de Sta- ' ten van Holland hadt moeten keeren, zynde de wettigeSouverein der Provincie, alwaer de Hertog meende beledigd te zyn, en alwaer ic perionen t'huis hooren , door welken hy zich gehoond agtte, en dat men het oordeel ïn de befliffing van de Algemeene Staten, zo ïie eenig vellen mogten, niet zoude erkennen , lis zynde geene wettige rcgtors in deze zaek. Egter wierdt de zaek nog buiten befluit geïouden, alzo de tien andere fteden voorgaan nog niet op deze zaek gereed te zyn. det zal te bezien zyn, of 'er ooit eene behffing m deze zaek zal komen of niet. En zo he mogt naderen,zo als dan wel te voorzien s, ten nadeele vairden Hertog, zal deze dat inweder wel tragten af te keeren. Wil ontervvyl iemand iets weten van het regt der toetsteden om voorftellen te doen in zaken he sLands Regeering betreffen, die kan met rrugtlezen de fterke Acte van indemniteit o€ )t lchadeloosftelling van den 19 July 1663  JAERB OEKEN, September, 1781; 1727 by herhaelde nalezinge den 8 Auguftus daer aen volgende, volkomen bekragtigd , in 't Groot Plac. III, D. bl. 98. Hoe zeer dan eigenlyk deze geheele zaek naer het oordeel van veelen in geenen deele de Unie aengaet, nog betrekking heeftop de zaken, in welken de byzondere geweftenzich vereenigd hebben , en verbonden, zo hebben egter de ftaten van Stad en Lande den 2.0 feptember het navolgend befluit genomen, ExtraSl uit het Refolutie- Boek der Edele Mogende Heeren Staaten van Stad en Lande. Donderdag den 20 September 1781. Gedelibereert zynde op het Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staate, en deezer Provincie Finances van den ï9 deezer, raakende de Memorie van den Heere Hertog Louis van Brunswyk, luidende als volgt: Rapport der Heeren Gecommitteerden tot de Petitiën van den Raad van Staaten en deezer Provincie Finances. EDELE MOGENDE HEEREN! Ter voldoening aan UEd. Mog. Refolutie van den 3 July jongft , door de Heeren UEd. Mog. Gecommitteerden zynde geëxamineert, een miflive van Zyne Hoogheid, den Heere Louis Hertog van Brunswyk Wolffenbuttel , gefchreeven aan H. H. Mog. den 21 Juny jongft , zig daarin ten hoogden beklagende over eene Memorie, door Heeren Gecommitteerden der Stad Amfterdam, aan Zyne Hoo gheid den Heere Prince Erfftadhouder op den 8 bevoorens, ter prefentie Yyyyy va» fENHA» JE,  ï728 NIEUWE NEDERLANDSCHË 'sGra- venha- ge. Beft. der 'Stat. van Stad en Lande in de zaek des Hertog*. van den Raadpenfionaris voorgeleezen, en den 14 daar aan volgende aan Hoogftdezelve toegezonden, zouden van advies zyn ,dat door de Heeren UEd. Mog. Gedeputeerden ter Vergaderinge van H. H. Mog. wegens deze Provincie wierde gedeclareert. Dat UEd. Mog. een ruim veld voor zich ziefi * om uit te weiden in de calamiteufe toeftand, waarin de Republico, zig zoo van buiten ., als van binnen bevind, om te onderzoeken de oorzaaken, aan welke het is toe te fchryven, dat, niettegenflaande het dagelyks toenemend gevaar, de Republicq in zoo eene weerloole ftaat tot nu toe is gebleven, dan dat zig daar in niet zullen begeeven, om dat zulks reeds by H. H. Mog. is begonnen onderzogt te worden , cn zy vertrouwen, dat verder zal worden vervolgt, en UEd. Mog. daar omtrent eerlang zullen worden geëlucideert, en zoo hoopen en vertrouwen , voor het toekomende geruft geftelt. Dat de demarche der Heeren Regenten van Amfterdam , in deze tydsomftandigheden, UEd. Mog. niet alleen vreemd, maar van verre uitziende gevolgen is voorgekomen, alzo in gemelte Memorie niet alleen niets word gevonden, het welke kan dienen ter ftaving der verregaande infi» mulatien, welke gezegd worden ten Iafte van gemelte Heer Hertog te worden ingebragt, maar ter contrarie , dat de Heeren Regenten van Amfter• dam verre zyn, gemelte Heere Hertog te willen betigtigen, of als gegrond aan te merken de Soupgons waar mede openlyk befchuldigt word. Dat UEd. Mog. om die redenen niet hadden kunnen of mogen verwagten , dat deeze Demarche zoude zyn gedaan; edog gefchied zynde, met reeden vreezen , dat een nadeelige invloed, op de Republicq zal hebben, waar, in deezecritique omftandigheden, eensgezindheid,en vertrouwen het voornaamfte zoo niet het eenigfte middel  JA ER BO E K E N, September, tfti J 1729 ■zyn, om het lieve Vaderland uit het prefente gevaar tc redden, en voor het toekomende te beveiligen. { Dat dit de zugt en wenfch zynde van alle Cordate Regenten, aiie dezelve over zulks bereid-, willig zullen zyn, om het geene in ieders vermo-j gen is, daar toe te coutribueeren , en ten vollen■ vertrouwd word , dat de Heeren Burgemeefters. en Regeerders van Amfterdam djar toe zullen Coö-' peieeren. , Dat over zulks niet anders kunnen verwagten^ •dan dat Hun Ed. Gr. Achtb. geene zwaarigheid zullen inaaken, om of de vague en onbepaalde infimulatien, in derzelver Memorie vervat te laaten vallen, en met UEd. Mog.den Heere Hertog van Brunswyk van alle blaam en foubcon te Zuivereu en dus genoegen te geeven, ofwel de infimulatien , die daar in gezegt worden ten lafte van gemelde Heer Hertog te Worden gedebiteerd, ja het geene dezelve tot hoogftdeszelfs laft mogten hebben, aan de Bondgenooten, als even zeer daar in belang hebbende, vertrouwelyk over te geeven, cn de blyken daar toe te communiceeren. Dat UEd. Mog. zig intuficben verpligt vinden , te declareeren, dat zullen blyven perfifteeren, in die fentiroenten van agting voor gemelde Heer Hertog, waar van de Bondgenooten in het generaal en UEd. Mog. in het byzonder aan hoogftdezelve de plegtigfte betuiging hebben gedaan , heen en ter tyd van het contrarie zullen zyn geperfuadeerd. Dat voorts UEd. Mog. in den haaren de nodi- fe ordre hebben gefteld, om het maaken , veropen en verfpreiden van alle eerrovende Lafterfchriften te beletten. Prefenteerende verder ter deliberatie van UEd. Mog. een afzonderlyk Concept-refolutie , hier toe relatief. Yyyyy 2 se- sGra» 3E. Bejl. der lat. van Stad en Lande in le zaek les tier*  173» NIEUWE NEDERLANDSCHE 's Gra- ven hace. Be/1, der Stat. van Stad en Lande h de zaek des Hertogs. Pok SEPARAT RESOLUTIE. Ter occafie der deliberarien, gehouden over het rapport der Heeren Gecomm. tot dezer Provincie Finances van den 19 dezer, rakende de miffive van Zyn Hoogh-den Heere Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel; hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande, goedgevonden en verftaan de Heeren derzelver Gedeputeerden ter Vergaderinge van H. H. Mog. te audtorifeeren, en te gelasten, om, het zy afzonderlyk, het zy de concert met de Heeren Gedeputeerden der andere Provinciën, en voorts waar zy het nodig en dienftig oordeelen, zoo by de Heeren Staaten van Holland en Wefl:-Vriesland, en verders waar zy bet van vrugt vermeenen te kunnen zyn, alle moogelyke middelen aan te wenden, ten einde de Heeren Burgemeefteren en Regeerders der Stad Amfterdam mogen worden geperfuadeerd, om binnen een convenabele, en bepaalde tyd, by Haar Ed. Gr. Mog. teattermineeren,te laaten vallen en af te zien van de vague en onbepaalde infimulatien, 'in derzelver Memorie vervat, ofwel dezelve, of het geene tot laft van gemelde Hertog mogten hebben, aan de Bondgenooten over te geeven, en de blyken daar toe te communiceeren, en dat by gemelde Heeren Staaten van Holland en WeftVriesland, zodane mefures werden genomen, als de bekwaamfte zullen worden geoordeeld , gemelde Heer Hertog, wiens hooge geboorte en mentoir gedrag zedert zoo veele Jaaren, niet toelaaten, onder eenig foubcon of blaam te leggen, daar van te zuiveren en vrv te verklaareh, en dus genoegen te geeven, en'alzo de fchadelyke gevolgen hier uit kunnende gehooren worden weg te neemen. Hebben de Heeren Staaten van Stad en Lande, zich met het uitgebragte rapport geconformeerd  JAERBOEKEN, September, 1781. 1731 Ook hebben twee buitenlandfche Mogend-^ heden zig de zaek van den Hertog van( Brunswyk, uit hoofde van eenige betrekking van bloedverwantfchap, aengetrokken, namenlyk de Koningen van Denemarken en Pruiffen, die door hunne Gezanten aen de Algemeene Staten verkiaerd hebben, dat zy verlangden en hoopten , dat de Algemeene Staten het daer heenen mogten bellieren,dat deze zaek tot genoegen van den Hertog van Brunswyk mogt aflopen. Dog fchoon de Hertog in zynen brief van klagten aen de Staten Generael ook byzonderlyk te kennen gaf, dat hy ook de eer hadt van als Maerichalk in dienft van den Keizer te zyn, zo heeft egter dit Hoofd van het Duitfche Ryk zich de zaek des Hertogs niet aengetrokken , nog deswegen den minften flap gedaen. De Graef van Wajfenaer Opdam, Grietman van Franekeradecl is op voorftel van de Provincie van Holland, door de Algemeene Staten tot Envoyé van H. H. Mog. aen het Hof van Weenen benoemd, in plaetie en op denzelfden voet als wylen de Graef van Degefeldt Schonburg dien poft bekleed heeft. Op het bewacren van het fchippers veer van de Heerlykheden, de Hooge enlaegeZxvalinven, na den Dyk van den Wieldrcchtfchen Polder, van ouds Het veer van twintig hoeven i en tegenswoordig Het Nieuwe P'eer'genaemd, midsgaders op de fteden Dordrecht en Rotterdam, heeft de Domein-Raed van den prinfe Erfftadhouder, den 20 September Yyyyy 3 1781. sGra- 'enhait.  *s Gra- venhage. Regl. en Ordonn. op V Schippers Feer enz. 1732 NIEUWE NEDERLANDFCHE 1781. het volgend Reglement en Ordonnantie bepaeld. W/y Raaden der Domainen van Zyne Hoogheid " den Heere Prince van Orange cn Nafl'au, &c &c. &c. Alle diedefe fullen fien ofte hoorenleefen, Salut! Doen hier mede te weeten:. DatWy, ter betere bedieninge en waarneeminge van hef Schippers - Vheer van de Heerlykheeden de Hooge en Laage Swaluwe na den Dyk van den Wieldregtfchen Polder, van ouds genaamt het Vheer van twintig Hoeven, en al nu meelt bekend, onder de naam van het Nieuwe-Vheer, mitsgaders op de Steeden Dordrecht en Rotterdam, en tot meerdere geruft- en fekerheid der Paffagiers, hebben goedgevonden te arrefteeren en te ftatueeren ,. gelyk Wy arrefteeree en ftatueeren bydeefen , deArticulen hier na gemeld, om voortaan te dienen tot een vaft Reglement en Ordonnantie op dat Vheer. Art. I. Dat het voorfz. Vheer alleen bediend en waargenomen fal werden door de refpective. Vheer-Lieden, die hetfelve van Hoogftgedagte Syne Hoogheid hebben gepagt, fonder dat Iemand anders onder de jurisdictie van de Hooge en Laage Swaluwen,'t fy aan de DobbifcheSluys, *t fy by 's Heeren Huis ,of op andere Plaatfen daar omtrent, fig fal mogen onderwinden om eenige. Paffagiers, Paarden, Rund-Vee, Varkens, Schapen , Byen of andere Goederen in. te laden en. na den Wieldregtfche Dyk overtebrengen, of iets dat tot dit Vheer behoort daar aan te ontrekken, op pcene van telkens te verbeuren eene fomme van Vyf Caroli Guldens. II. Dat ieder deefer Vheer-Lieden verpligtfal weefen, om tot gerief der Paffagiers te houden een goede en welbefeilde Hengft Schuyt met een VoorOverdek, mitsgaders eene bekwame en fufficante Hogaarts of Schouw, om met Seyl'of'Riemen na geleegentheid gebruikt te konnen worden, en dat de  JAERBOEKEN, September, *f6.ï. 1733 de voornoemde Vheer-Lieden in 't general te famen ten gemeene koftenen tot onderhng gebruik teffens ook nog fullen moeten houden Twee a Drie sfedreStibhe of middelbare Hengften, endat wanneer'teenisertvd een of meerder voornoemdeY aarden oKaam of niet wel met behoorlyk want voorlièn waren, den Rentmeefter der Domainen, en in deffelfs abfentie den Commifiaris daar inde facto fal moeten voorfien, na inhoud van de Verpasts-Conditiën. ' T. , . PEn dat niemand van deefe Vheer-Lieden by Siekte of ander merkelyk belet fyn beurt fal mogen laten waarneemen, dan door een daar toe by den voornoemde Rentmeefter met advis van den Commifiaris bekwaam een ordentelyk geoordeell VDat het aan de keufe van de Paffagiers fa ftaan, waar aan luiks wel expreffe by deelen wert overgelaten om met den grooten of met den mid delbare Hengft, dan met een Hogaars of Schouv overgebragt te werden, mits voor eene grooti Hengft-Schuit, die niet anders dan door twe< kloeke Schippers fal mogen werden bediend, dub belde Vragt en voor een Sliedregtfche of middel bare Hengft, de helfte boven het ordinaire \ ragt loon betalende, dog fullen in beide refpeften alli verdere Paffagiers, die daar omtrent geen verkie finge hebben met betalinge van het ordinaire Vheer loon konnen volftaan, , IV. Maar wanneer de Molens door den hardei Wind aan vier einden gefwigt fyn, fullen d Vheer-Lieden altoos, met den grooten. ot mie delbaren Hengft, gefchikt na de gefteltheid de weders, ter arbitrage van den Commifiaris, moe ten overvaren fonder daar toe m iu ken Cas ee Hogairts Of Schouw te mogen gebruiken, by ver beurte telkens van thien gulden , en dat bove: di73J In de hoop van deefe dry laatfte groot weefende, naredetykheid, des noods ter arbitrage van den Commifiaris te accordeeren, mits ten minften voor de geheele Vragt betalende. 0-15- 0 Voor een Perfoon en een Chais met een Paard* • • • 1- 5~ c Voor ieder Menfch daarenboven o- 5-c En voor een Chaife met twee Paarden den Voerman daar onder begreepen 1 -15 - < Voor een Rytuig met vier Wielen en twee Paarden den Voerman alleen daar onder begreepen ... • *"xo.' 1 En van ieder Perfoon daarenboven o- 5En voor ieder Paard daarenboven o- o- < Voor een Koffer of groots Mande o- 4- < Voor een Valis, kleine Mande of Pak o- 4- * Dog alle Koffers, Valifen, Mandes en Pakken op Rytuigen gepakt of gebonden gelyk ook alle kleine Mandes en Pakken, die onder den Arm werden gedragen, fullen vry en exempt lyn By ruw Weder ofby Nagt. Wanneer de Molens aan vier einden om den harden wind fyn gefwigt, voorts by dikke Mift, gelyk ookfia Sonnenondergang ofby Nagt fal het voorfz. gereguleerde Vheer - Loon altoos dubbelt moeten werden betaalt, mits alsdan het Vaartuig van twee bequame Schippers fal moeten voorfien fyn en 1 anders niet. By Tsgang. Wannëer'er Ysgang is, fal van een Vaartuig voorfien met twee kloeke Schippers, tot Vheer-Loon moeten werden betaalt . • • • 6' % Yyyyy 5 u 'sGra- VENHAGE. Regl. en Ordonn. enz. a ;n  'sGra- venhage. 'Regt. en Ordonn* *>p 't Schippers Reer enz, I I E V E E E: W ln NIEUWE NEDERLANDSCHE Den Ysgang foo fwaar zynde dat het Ys van alle kanten gaat,foodanig dat de Scheep Vaart daar door ten eenemaal is benomen , fullen de Vheer-Lieden, mits niet meer als dry Perfonen in ieder Vaartuig te gelyk overbrengende voor Vragt genieten . . 6- o~ c Dan wanneer 'er weinig Dryf Ys is, fal met de Vheer-Lieden in redelykheid des noods ter arbitrage van den Commilfaris, mogen werden geaccordeert. Op de Stad Dordrecht. /oor een Hengft-Schuyt met een bequaam Voor - Overdek of een Slicdregtfche en middelbare Hengft tot vier Perfonen, te famen • . 2-0-0 teerder Perfonen na advenant, en dus thien Stuivers voor ieder Perfoon. )es Winter, in alle gevalle te rekenen van den 15 Odtober tot den 15 April, voor een der voorfz. Vaartuigen met een tot vier Perfonen, te famen 3 - o - o * n voor ieder Perfoon daar boven ó-15- o Op de Stad Rotterdam. oor een groote of middelbare HengftSchuyt met vyf of minder Perfonen 4-0-0 n voor ieder Perfoon boven de vyf 0-16- o es Winters voor een der voorfchreeve Schuyten . . 6- o- o 1 van ieder Perfoon boven de vyf 1.4-0 'anneer de Paffagiers verkiefen na andere plaatfen gebragt te werden, fal deswegens na redelykheid mogen geiccordeert of het Vheer-Loon door len Commiffaris bepaalt werden, lien eenige vreemde Paffagier met de ge-  JAERBOEKEN, September, 1781. «eadmittecrdeKoorn-Mark-Schippers Siefen mede te varen, fal voor iederPafoon aan deefe Vheer-Lieden,, moeten werden betaalt als q_io_ c Op Dordrecht Q _ c ganTanS vrTemde'Schippersaan dit D Vheei kwamen om Paarden HooröVhee, Schapen, Varkens, &c. in te laaden , om defelve, 't fy na de bteedefDoXchten Rotterdam, oftusfchen eeleegene Plaatfen te tranfporiclien geie«-ë, dsr-eive ten behoeve ITn6 deefï Vheeï Lieden de volle V«gt na ^ Plaats, werwaards dat Vhee ierd vervoert, moeten betavn Dat de Vheer-Lieden de Paffagiers buite VU- PatMnirrerV fullen moeten houden en b SSnïv' n dien fal daar in na inhoud d, manquemeiit ertlen voorfien. Vevpagts-Condit^ weruen ^ ^ Wanneer de J^|faS meerder VWSch de?X En folletl de Vheer-Lieden gehouden IX. un n"ieu Arme. en fchamele Ued ^'''P^fon^vaïvrXiet>door den Rentmeef op vertoon van y>;, Ju „Ptee]cPr\t, grat-s der Domainen eig^^n^ get e^^g ^ X' de Overwa , of Wieldregtfche Sy Pagters van de O^rwa^ PaiTag,ers omtrent het'nlaad n en ^ Prfviiegie moe genieten. 's Gravenha- 3e. Regl. est ordonn. op H /chippers Veer enz.- n y « r- at Is rd- en en :er en en Ier er« de, lan ten rde En  'sGra- venhage. Regl. en ordonn. op 't /chippers ( Veer j enz. j c l d h v ff v d f( ke zy ge T< wi 3 tuf 173S NIEUWE NEDERLANDSCHE En omtrent het verwilfelen van de Vragten op het Water, fullen de Vheer-Lieden welforge moeten dragen, dat fulks nooit gefchieddan metvolcomen genoegen der Paffagiers. XL Dat de Commiffaris van het bovengemelde Vheer van ieder Paffagier, boven de Vragt-Looïen by dit Reglement bepaald, voor Sig fal mogen :jfchen en ontfangen twee duyten mits nauwkeuig lettende, dat de Paffagiers wel en op het ex. ledietfte werden bedient en overgebrap-t, en dat e voornoemde Vheer-Lieden in\aile deelen aan et yoorenffaande Reglement ffiptelyk voldoen. XII. Eindelyk fal tot onderrigtinge van een ieer, altoos een Exemplaar van dit Reglement in et Vheer-Huis moeten voor de hand gehouden erden. Referveerende wy voor het overige we! expres. : aan ons de Ampliatie, alteratie en interpretatie m dit Reglement, foo dikwils de omftandighee;a tyden en faken hetfelve foude mogen vereisten, enz. (was geteekend) A. Ardtscs. Leiden. Eenige Engelfche krygsgevangenen, weln hier in het zogenaemd Pellhuis bewaerd n, zyn ten getale van 50 , met nog eeni1 van deMaes , onder behoorlyk geleide naer :xel gebragt, om naer Engeland ter uitdeling gezonden te worden. Amsteldam. h den morgenftond van den 2 September, 'chen drie en half 4 uuren, heeft het alhier een  JAERBOEKEN, Sèpiemher, EJ8l. 1739 oen vslvk weer geweeft , van vervaerlyken Snverzeld van ftorm, regen en hagel. TTacJiyk zyn de Glaezen der ™^ ■Rroeiraemen verpletterd; ook is, in_deeze Stad aan dezelve veel fchadcn gefchied: sommigen, zeer groote brokken Ys zyn ge vallen. Wy hebben b onze befchryving.van dei ZeeSg tuffchen de Hollandfche en Engelfch Eskaders op den Doggersbank , bl. 154 ae/ien hoe de brave Wolter Jan Baro fan Bentinck, als Kaptein, bevel voerei de over ben Batavier, in het begin van gevegt doodelyk gekwetft is geworden Hc zeer men nog eenige hoop voedde, dat t mogt herfteld worden, en door zyne: ktoe heid den Lande in dezen oorlog dienft doei zo heeft ons zulks niet mogen gebeuren da die brave en by ieder eert zeer beminde ■ eea-te Zeeheld, tuffchen den 23 en 24 dez maend in den ouderdom van omtrend Seren dit tydelyk leven heeft afgele^ fven voor zyL dood ishy nog ter beloom zvner dapperheid tot buitengewoon Scho fynachtvan Holland en Weftvriesland Admiraliteit te Amfteldam aengefteld mi gaders tot Adjudant Generael van Zyne Ho heid als Admirael Generael. Ook zyn de £ tekenen . met welken de Kapteins in de li seilapen hebbende begunftigd zyn, ook de naefte Bloedverwanten van den overk „en overhandigd. Den 28 Auguftus is Schout by nacht Baron van Bentinck alJ steedam» 1 | a 1- e y K» 1? tt, iVL er ;d. ng uttelis- ^ger- nie ien dedelier  A*r- STEEDAM. T74D nieuwe nederlandsche in de nieuwe kerk, 'snamiddags ten drie uuren begraven in deze lykftatie. Na dat alle de hier toe genoodigden, aen het huis yan den HeerMr. J.Boreel, Fifcael der Admiraliteit vergaderd waren, en men gereed was deeze Staetiie te volvoeren lefchiedde zulks in deeze orde : De Train werd geopend door zes Aenfpreekers Hierop volgde het Wapen van den overledenen, gedragen door den Schryver Willem Pylander. . Hierna den Staf van Commando, die den Luitenant Bafiin , en den Degen, die den -Luitenant Hartfink droegen, beide met zwart rloers bekleed. DeLykkoets, met twee paerden .befpannen waarin het Lyk, zynde overdekt met een kleed, voorzien met agt wapens: aen de rechter zyde van dezelve gingen de Schouten by nacht Pieter Meytens en Willem van Braam en aan de linkerzydede Schouten by nacht Quiryn Dabenis en de Ridder Jan Hendrik van Kinsbergen, makende deze vier Heeren de Slipdragers uit Achter de Lykkoets ging eerft'de Lvf knegt van.de Overledenen benevens % Dragers, welken het Lyk in de Koe s gezet |Men deKerkgekomen zynde, daer £1' Daer achter kwam de Kaptein Geweldiger netzynSponton, zes Helbaardiers b fe ^ens den Luitenant-Geweldige, dragenddelf: hunne geweeren het onderfte einde voor ,lwee Kamerbewaarders volgden en agt bS-  JAERBOEKEN', September, i^Br. 174* 'Bodens, de Buffen op hunne borft hebben- Amde, alleen 't zwart. ™* Toen werd deze Stoet gevolgd door der-UAM* tien Koetfen, waerin zig bevonden, de volde heeren. In de eerfte Koets, Jonkheer Dirk van Boetzelaer, Heer van Kyfhoek en de Heer Willem van Heemskerk , Burgemeefter der . Stad Amfteldam enz. In de tweede Koets, de Heer Damel Wil-. tem Leftevenon, Heer van Schonauwen,Bur-' o-emeefter en Raed der Stad Gouda, en de Heer Mr. Gerard Beeldfnyder, Burgemee-. fter en Raad der Stad Edam. In de derde Koets , de Heer Mr. Paul Hurgronje, Gecommitteerde Raad wegens de Provintie Zeeland, en de Heer Jonkheer ra» derCapellen, Heer van Schonauwen, Gecommitteerdewegens de Provincie Utrecht In de vierde Koets, de Heer Mr. Jacob Boreel, Raed en Avocaet Fiscael in 't Ed. Mo». Collegie , en de Heer Mr. Cornelis Backer Cornelisz. Secretaris in 't Ed. Mog. Collegie. . De vyf de Koets was ledig, dog inde terugkomft bevonden zig hier in de Heeren Pieter Meytens en Quiryn Dabenis , Schouten by nacht. i De zesde Koets was even gelyk de vylde , ledig, dog te rug gaande, waren hier inde Heeren Willem van Braam, en de Ridder Hendrik van Kinsbergen , Schouten by nacht. In de zevende Koets, de Jonkheeren Rudolpph Ben tink en Dirk Bentink. In  AMSTERDAM. 3742 NIEUWE NEDERLANDSCHE In deachtfte Koets, de Jonkheeren.Karei Benttnk en Barend Hendrik Bentinck' In de negende Koets, de Heeren Andries Hartfink en Pieter Hendrik Reynfi , ViccAdmiraels. J 9 In de tiende Koets, de Heeren Johan Arnuld Zoutman, Vice-Admirael, en Salomon Dedel; Schout by nacht. In de elfde Koets, de Heeren Pieter de Veer va. Stmon Freykenim ,Kapteins ter Zee In de tvvaelfde Koets, de Heeren Graevé van Weideren Kaptein, en Albertus Corhelu ischuyt, Luitenant ter Zee. De dertiende Koets was ledig, do£ in de terugkomft bevonden zig daer in de Heeren die het Wapen den Degen en Staf gedragen hebben, wordende hier mede den Train Ire flooten. & ü Nl?f deeZG T?ain in orde gefchiktwas, 1» dezelve van bovengemelde Huis afoe reeden de Fluweele Burgwal langs ot Se Oudezyds Heeren Logement, aldaer de Brug over, de andere zyde tot aen de Halfleer daer weder de Brug over, de Oude Doeleftraet en Hoogflraet door tot aen de Kloveniersburgwal, die langs,den Doeleftxaet door tot op het Schapen pfyn, van daer- de Kal yerftraet m, tot denDam, en over dezelven tot aen de xNreuwe Kerk, alwaer het Lvk wierd uit de Koets genomen en op een Bacï gezet, voegende de Heeren Slipdragers S alle by de Lykkoets: alle de voorgemelde Heeren uit hunne Koetfen hier agtef getreden zynde, wierd hetzelve gebragt on het Hooge Choor. Vervolgens het Lyk £ £ Graf  JAERBOEKEN, September, 1781. 1743 graf gelaten, wierdt met bovenftaend kleed overdekt, en het wapen, degen en ftaf gezamenlyk by elkander op het graf neergelegd : hier na gingen de Heeren alle weder in runne koetfen, als ook de Heeren flip-, wapen, ftaf* en degendragers, in de voor biun beftemde koetfen. De zaemgevloeide menigte van nieuwsgierigen van allerlye rang was ongelooflyk groot. De floepen, vengfters en daken der huizen , ap de ftraten en gragten, alwaer de Lykftaetzy is doorgetrokken, waren opgepropt van menfchen. In de kalverftraet waren voor de meefte huizen ftaketzels van planken gemaekt :egen het gedrang. Alles is nogthands zonder eenige ongelukken afgelopen. De Admiraliteit heeft ter gelegendheid dezer plegtige begravenis, en ter eere van den Draven Baron Bentinck eene gedenkpenning doen vervaerdigen. Op de voorzyde /ertoont zig eene graftombe, waer op eene irne met cypreffen vercierd, de hoed en ftaf /an Mereuer; het fchild en de fpeer der daplerheid met eenen Lauwerkrans aen dezelve ^ehegt. Ter zyde op den voorgrond ziet Ben een fcheepsvlag, kanon en kogels. Op iet front der graftombe het ftamvvapen van len Overledenen omhangen met het lint en len eerpenning, wegens deze roemryken Zeeflag aen de bevelhebbers'der fchepen van inie door de Algemeene Staten gefchonken. fcn het verfchiet vertoont zig het fchip van oorlog de Batavier op ftroom , zeer ontredierd , en met half neergelatene vlag , den •ouw aenduidende over de dood van den dapZzzzz pe. Omsteldam.  1744 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amsterdam. peren bevelhebber, In het omfchrift leeft men: Wolter Jan Baron Bentinck; en onder in de affnede: Als Kaptein gewond den 5. als Schout by nagt en Adjudant overleden den 24.- begraven den 28 Aug. 1781. Op de tegenzyde ziet men het wapen van den Ed. Mog. Zeeraed te Amfteldam, gedekt met een fcheepskroon, waer van feven fcheeps voorftevens gezien worden; zynde het getal der fchepen, die in den flag geftreden hebben. In eene Nis van het voetftuk, waerot. dit wapen gefteld is, ftaet de Overwinning, de Engelfche roos onder de voeten vertrap pende, met dit byfchrift: Op Doggersbank Alles isomftuwd met fcheeps oorlogstuig; ei heeft dit omfchrift: Deugdsbelooning; ei onder aen leeft men: op hoog gezag. Dezi gedenkpenning, welke de Heer Joan Georg Holtzhey, Lid van de Maetfchappy der we tenfchappen te Haerlem, vervaerdigd heeft is door den Zeeraed aen allen, die de ftate lyke begravenis hebben bygewoond, omge deeld. Zie hier het afbeeldzel van den Ge denkpenning zelve.  jAERBOEKEN, Septembev, i$3i. 1745 Hebben wy het groot geluk gehad, van de eer der Hollandfche Natie, met welken voor den 5 Auguftus overal de fpot gedreven wierdt, herfteld te zien; het is niet te min waer, dat de Engelfchen in zo verre in hun oogmerk geflaegd zyn, dat zy de onzen bö]et hebben om naer de Ooftzee te ftevenen, van welke vaert zy ons volkomen willen uitfluiten. Daer egter die vaert en handel voor ons van eene onvermeidelyke noodzakelykheid is , vervoegden zich Direéleuren van den Oofterfchen en Mofcovifchen handel by verzoekfchrifte tot H. H. Mog., vragende andermael en ten fpoedigften een genoegzaem convoy van oorlogfchepen om de koopvaerders naer de Ooftzee te geleiden. Hun Hoog Mogende namen den 24 Auguftus terftond een befluit om aen dat verzoekfchrift te voldoen, en zonden dit befluit aen den Admirael Generael , denzelven verzoekende het gevraegd convoy ten fpoedigfte te willen doen gereed maken. De Prins antwoordde daerop aen de Algemeene Staten, zo als uit het navolgend befluit is aftenemen. Extract uit het Regifter der Refolutie» van de. Hoog Mag. Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. Lunas den 27 Auguftus 1781. /"Yntvangen eene miiïïve van den Heere Prinfe ,f{ van Oranje en Naffau , gefchreven alhier in tien Hage, op heden dato deezes, houdende antwoord op Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 deezer, genomen op de Requefte aan Zz zzz 2 Haar 5TEi.- D AM.  1746 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amsterdam. Bejl. wegens eet, tweede convoy naer de Ooftzee. Haar Hoog Mog. geprefen teert door de Directeuren zo van den Oofterfchen als van den Mofcovifchen Handel; verzoekende dat het Haar Hoog Mog. behagen moge, de gereedliggende Koopvaardy-Schepen voor de Ooftzee , andermaal te verleenen én doen erlangen een genoegzaam en fuffifant Convoi, en daar omtrent te maken zodanige fchikkingen, en te neemen zodanige prompte Refolutie als Haar Hoog Mog. naar het gewigt der zake en der tydsomftandigheden, ten befte van de Commercie en ten dienfte van den Lande zelve raadzaam zouden vinden, en by welke Refolutie Haar Hoog Mog. aan Hooggemelde Zyne Hoogheid hadden verzogt, aan het verlangen van gemelde Directeuren, door het verleenen van een genoegzaam en fuffifant Convoi, ten fpoedigfte te willen voldoen. Het voorfz. antwoord medebrengende, dat Hooggemelde Zyne Hoogheid geoordeeld hadde , zonder uifftel aan Haar Hoog Mog. kenniffe tè moeten geven, dat Hoogftdezelve de belangen van Nederlandfch Commercie te zeer ter herte nam, dan dat de nieuwe inftantien van de Kooplieden om een prompt en toereikend Convoi, zoude hebben ingewagt om de nodige ordre te geven tot het verzamelen en ten fpoedigfte in gereedheid brengen van zo veele Schepen, als naar mate van de omftandigheden , by eenige mogelykheid konde geëmploijeerd worden, tot het Convoijeeren van de Koopvaardy - Schepen , den wil hebbende naar de Ooftzee ; hebbende Hooggemelde Zyne Hoogheid reeds , gelyk Haar Hoog Mog. ter gelegenheid van Hoogftdeszelfs Propofitie van den 21 deezer, daar van verwittigd waren geworden, voor het prefenteeren van de voorfz. Requefte, niet alleen het Collegie ter Admiraliteit te Amfterdam, op het ernftigfte gerecommandeerd om de Schepen, die in de Actie geweeft;  JAERBOEKEN, September, 1781. 1747 weeft waren , met allen mogelylcen fpoed te doen herftellen en in ftaat te brengen, om wederom Zee te kunnen kiezen , maar ook aan den Vice-Admiraal Hartfinck gelaft, om zorge te dragen, dat alles wat gerequireerd wierd, om het Convoi te kunnen doen uitlopen, ten, alleripoedigfte geëxpedieerd wierd, en om het zelve uit zo veele Schepen te doen beftaan, als mogelyk zoude zyn. Dat, vermeenende daar mede reeds voor den ontvangft van Haar Hoog Mog. voorfz. Refolutie voldaan te hebben aan Haar Hoog Mog. intentie, Zyne Hoogheid niets meer overig bleef, dan om Haar Hoog Mog. te verzoeken verzekerd te weezen van den yver, met welke Hoogftdezelve bezield is, om zo veel van Hem dependeert, de Commerciëerende Ingezetenen door 'sLands navale magt te doen protegeeren, en dat daar toe was aanwendende alles, wat in Zyn vermogen was. Waar op gedelibereerd zynde , is goedgevonden en verftaan, dat Zyne Hoogheid voor Hoogftdeszelfs yver en activiteit, in het ftellen van de nodige ordres, tot het verleenen der verzogte Convooijen , zo veel van Hoogftdezelve dependeert, zal worden bedankt, zo als bedankt word mitsdeezen. (Getekend) H. Fa gel. Dit wierd ook dadelyk te werk gefteld. De Baron van Kinkel, bevel voerende over 'sLands Oorlogfchip Zuidbevelandttx Admiraliteit voor Zeeland, kreeg bevel, om met s'Lands Uitleggers De Dolphyn Kapt. Liers. en de fcheepen der O. I. Maetfchappy voor de Kamer Zeeland, de Zeeuw en de E-odt, Zzzzz 3 van Amsterdam. Beft. we. lens een ■weede :onvoy naer de Ooftzee»  174» NIEUWE NEDERLANDSCHE Amstel- DAM. van voor Vliffingen naer Texel te zeilen,gelyk zulks den 31 Auguilus gefchied is. De Admirael Generael belloot zeiven naer Texel te gaen, om over het uitgaen'd Eskade revue te doen, en met de Zee-Officieren te befluiten, het geen het oorbaerft zoude bevonden worden. Zyne Hoogheid vertr ok ook den 8 September uit s'Hage, verzeld door den Baron van Keil, den Graaf van Heiden, en Adjudant Generael van Stocken en kwam fpoedig op de Helder aen, wordende aldaer door den Baron van den Boetzelaar en den Heer Fifcael Borecl, van wegen de Admiraliteit ontfangen, en vervolgens door het geheele aenweezeade Corps de Marine begroet: waer op de Vorft zig onmiddelyk in een gereed liggende floep begaf, en naer boord van het Oorlogfchip De Admiraal Generaal roeide. Hier wierdt terftond de Adr miraels - Vlag opgeheiften hoogftdezelve door een algemeen losbranden van 't gefchut van alle de Oorlogfchepen verwelkomd. Dit verrigt zynde wierdt 111 byzyn der Heeren Vice - Admirael Hartfmk, de Schouten-by-nagt van Braam en Kinsbergen , deBa-xon vqn den Boezelaar en, den Fifcael Boreel Krygsraed gehouden, na 't welk de Kotter De Ajax en de Schooner .De Dolphyn bevel kreegen „ter recognitie in Zee te fteeken, terwyl de Fregatten De Bellona en Jason tot voor Gaets zeilden. .De Kotter De Ajax, den 10dezer weder binnen komende, berigtte vyf Vyandelyke Schepen en een Kotter gezien te hebben, welken zommige meenden te beftaen in twee van, 791  JAERBOEKENj Auguftus. 1781. 1749 70, een van 44 ,en twee van 20 Stukken, doch andere opgaven als een Schip van 64, een van 40, een van 32 en een van 26 Stukken. Hoe dit ook zy, is het zeker, dat de voorn. Engelfche fchepen zig daedlyk voor den Wal vertoond hebben, waer op het Oorlogfchip Zuid-Beveland bevel kreeg ter verfterkmg der voorgem. Fregatten Jason en Bellona uit te zeilen, blyvende vervolgens de Sche pen in elkanders gezigt. Des ogtens van den 11 dezer maend on agt uuren, ftak het geheel Hollandfch Es kader in Zee, in de volgende orde: Zuid-Beveland 64 St. Kapt. Baron vai Kinkel, Princes Royal fred.56 St. Schout - by- nag Soph. Wilhelmina. W. van Braam als Opperbevelhebbe . • Kapt. Kaders. Glinthorst. ë6$t.Kzvt.vanF-lierde De Phenix. 44 St. Kapt. van Scn. Tason • 36St.kapt.Se/J. Bellona. 3pion3 Snaeuw löSt.Kapt. Stutzer. En het geheele Eskader, zig vereenigen met de volgende Oorlogfchepen, den 10 dezer des avonds ten zes ueren uit de Goede Reede in zee geftoken. Prins Willem. ^St.Kapt.^.^^ De Thetis 3ö' st. K^t.fT.Vofch van Avefaet. De Bellona 24 St. Lieut. Kooy. De Kemphaan, kotter 12 St. Lieut. Eyé De Vaardigheid, dito . . . Kant. Boef et. als mede hetOoft - Indifch Oorlogfchip Schoonderloo Kapt. J. van den Berg. Behalven de voorn. Lands- en CompagniesSchepen, zyn ook in zee geftoken de KaperSchepen De Dolphyn, Kapt. J. H. van der Linaen- De Triton, Kapt. J. F. van den Bieft en De Spion, Kapt. R. Coers tiet getal der Koopvaarders,welke, zo uit deMaes, het Vlie, als Texel, onder h«  JAERBOEKEN, September, 1781. I75t geleide van dit Convoy vertrekken zouden, was nog onzeker. Voor Hellevoet waren nu nog blyven liegen De Prins Frederik, van 60 St. "Vice Admirael Pichot; D'Admirael Trome van 50 St. Kaptein van Gennep, benevens het Wagtfchip De Maes Kaptein Rochebrune, en de Kotters de Windhond en de Brak. Na s'Lands Eskader bezigtigd en de noodde bevelen gegeven te hebben, vertrok zyne Hoogheid wederom naer s'Hage. On derwyl hebben wy het geluk niet gehad, da dit Eskader naer zee gezeild is. Het Schij van oorlog Prins Willem van 76 St. on der bevel van Kaptein de Brnm , wierdt b; het fchoonfte weder op de Haeks verzeild zo als wy naderhand omftandiger zullen me den, dit verzwakte ons Eskader merkelyk. Mogelyk zyn 'er ook berigten ingekome van eene veel fterkere Engelfche Vloot, di op de onze wagtten, zo dat men het nu raedzaem oordeelde s'Lands fchepen, en di der Koopvaerders te waegen. Ook verhe het jaergetyde merkelyk. Wat hier va ZY, den 16 September kwam het voorgi noemd Eskader wederom binnen op de rei de terwyl de Phenix, Zephyr, Expeditie Tbetis, Bellona Lieut. Kooy, nog buiten po bleven houden. Ook kwamen de 8 Schept der O. I. Maetfchappy, benevens de Koo; vaerders uit de Maes onder convoy gekome om mede naer de Ooft Zee te ftevenen, insg lyks op deReedeterug. Tengelyker tyd zj ook de Kaperfchepen De Dolphyn, De 1: ton, en De Spion, van welke de redery 0 Zzzzz 5 d Omsteldam. » \ 5 [1 e t e P n i ft n Or tl» ern■iner  Am sterdam. tie- ! Uomvd in het: jaar I77ÓNÖ 1728 D 1781 \B - . 4* 1779 Z)> 1758 ■ -ö. . . . Z>< . . Ja - . ADt 1752 a . . .'Z)é 1761 fZ)' e Prins Willem. Capt. De Bruijn. 74 55Ó ? Maes. Rochebrune. 74 550 1 Prins Frederik. Vice-Adm. Pichot. 68450 ? Kortenaar. Capt 64 450 'dedam. —. Rauws. 54 300 • Adm. Tromp, van Gennip. 54 300 ■ Ca/lor. < Melvill. ^ 230 n Briel. Oonhuys. I36 230 Thetis. Vos van Avefaet. 36 230 JaJ°n- —- Sonnemans. 36 230 Oranjezaal, Luyt. Story. 241 150 n Arend. Capt. Delphos. 124] 150 Scheepen van minder Caliber. Kotters. ufm/Ci | Luyt. Kooy. lafoftyo Windhond. | Capt. A. A. Bols. 120 150 Kemphaan. ILuyt. Eyé. J20'150 Uit-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1753 Uitleggers en Lootsschuiten, te Waakzaamheid. Capt- Lucas. te Toezigt. • «aak'. te Kykuit. — Walree te Vlieger. ^1oo4' 1 r)e Snoek. — ge Gorter. 3e Hazenood. De Vaardigheid. Boefet. De Zephyr. — • f r '. * Kapers. + Het algemeen belang. Capt. ViiTer. voor de admiraliteit van amsieldam. Scheepen. ] Officieren, ^jp* De Admiraal-Generaal. ^ffggg^ gen. 74 55° Vicc-Adra, Byland. 68 45o DeiZkr. Cape. Bofch. 54 3™ Sfe». S-V^es. ai» ; SriSW Mf.^ S SS ! De Princes Royaal. Sch.by N.W. v.Braam pi 3pS Capt. Raders. 54 300 }g*AS, ^de" 54 3°°  i7J4 NIEUWE NEDERLANDSCHE Ge- [ bouwd jaar.' Schepen. Officieren. 1 ??ï fe'tfÖW' Mauregnault. JJ 1761 'tHofZouburg. L_ . 7 Stai,n^ 44j i767 Beverwyk. Boot ' * J ??2 n' £nf,trite' — ^n Woenfel. f6 öe Jafon. Sels. £ xl f De Bellona. —Dekker. $ 1767 DeZephr Wierts. J7«8 f^ff • — Sprengler. 2J ?7I2 n — Silvester. ' 27 JKJ 5' , „ — Gr"van Rechteren li ^69 De Waakzaamheid. Overmeer. 2 1774 De Alarm. ^ 1768 De Boreas. ...... 24 j 1 f • - . 24; SCHEEPEN VAN MINDER CALIEBER, Kotters. « Capt.Gr,vanWeIderel24I UITLEGGERS EN LOOTSSCHUITEN De Spion. Capt. Stutzer. ■De drie Gezusters. —*. Davids ^e van der Mey. 2fc Zeebaars. van Meurs. De Jonge Pieter. Duinker. De Margareta. Breed. De Zwaluw. Bodger.  JAERBOEKEN, September, 1781. 1755 He Dolphyn. Capt. v. d. Linden. )e Triton. — v. d. Biest. 3e Spion. — — Coers. 3e Hercules. J. Hoogeboom. Wars. — P. Hoogeboom. J. Z. VOOR DE ADMIRALITEIT VAN ZEELAND. Scheepen. Officieren. St-Kop- 'Zuidbeveland. Capt. Bar. v. Kinkel. 64 450 Zierikzee. Sch. by N.v. Kruyne.i 64)450 Goes. Capt. Stavorinus. 541300 [Brunswyk. — van Pruyst. 36 230 Walcheren. Haringsman. 241150 St.Martensdyk. Dryber. I24I10 SCHEEPEN VAN MINDER CALIBER, UITLEGGERS EN LOOTSSCHUITEN. - De Hoop. j Capt. Magnus. De Verwagting. — — Noels. Den Dolphyn. ]— Lierfen. Kapers. De Vriendfchap. (Capt. Coulon. De Nietverwagt. Turcq. De Vleit. I— Bannilter. VOOR DE ADMIRALITEIT VAN HET NOORDERKWARTIER. \ Scheepen. Officieren. 1 St jKop, \ Dieren. Capt. Coerman. 36 230 1 Medenblik. i Ryneveld. 36 230 > Hoorn. Hekkers. 24 150 ) Enkhuifen, ' ''— Frykenius. 124 150 Uit-  1756 NIÉUWE NEDERLANDSCHE UITLEGGERS EN LOOÏSSCHUITEN. De Maria Johanna. Capt. De Groot. DeZeemeuw. Kloek. De Jager. BIoys> VOOR LE ADMIRALITEIT VAN Ge_ FRIESLAND, houwd t intet Scheepen. Officieren. I . . .\De Princes Anna Louifa Capt. v. d. Beets ' < 1779 De Eengezintheid. . Bouritius. o . . .\De Eendragt. \ De With. 2 U ITLEGGERS EN LOOTSSCHU1TEN. De Windhoud. Capt. de Bok. De Brak. Roukes De Faam. Vlielander. De Expeditie. [.—-. Medendorp. Men ziet uit deze lyft, dat de Zeemag Republiek in verfcheidene buitenlanc nieuwspapieren verkeerdelyk rs opgeg( Want daer wy 3 van 74 ft. 5 van 68 van 64 ft. en 13 van 54 ft. hebben, hee Republiek 24 fchepen van linie,alzo fch< van 54 ft. by ons voor fchepen van worden gereekend. Daerenboven hebben 36 Fregatten, te zamen 60 fchepen van . log, 3 kotters en 25 uitleggers. Men vc hier by de fchepen, die zo op 'sLands \ ven als by aenbefteeding gebouwd word< De Edele Mogende Zeeraed te Amfteh Heelt met voorkennis van den Admirael nerael in dienft gefteld het nieuw gebot f<  JAERBOEKEN, September 1781. *757 fchip van oorlog van 64 ft. De Unie, efl ter bevel opgedragen aen den SchoutbynachtSalomon Dedel , wiens fchip Holland, na den flag van den 5 Auguftus, gezonken is, en hebben het Fregat De Dolphyn van 24 ft. opgedragen aen den Kaptein A. Staring, die als Kaptein van het fchip De Admirael de Ruyter, onder bevel van den braven Schoutbynacht Zoutman, m het gevegt op de Doggersbank gediend heelt. De luft tot dienft nemen ten oorlog ter Zee fchynt eenigzin'ts op te wakkeren, voornamenlyk na het roemryk gevegt van den 5 Auguftus. Althands den 6 September kwamen hier tuftchen de 70 en 80 Viffchers van Vlaerdingen aen om op 'sLands ichepe* dienft te nemen. vVy hebben reeds te voren gezegd , da: wegens gebrek aen convoyen de O. L Maet fchappy befloten hadt hare fchepen ook t, doen wapenen. Dog dit zoude te vergeef ld zyn,indien de difcipline of huishouding op d fchepen hierna niet ingerigt wierde , om 11 gevalle van gevegt met den Vyand in behooi lyke orde zich te verdeedigen. Men heel derhalven het navolgend Reglement voor d huishouding op de gewapende fchepen dc O. I. Maetfchappy vaftgelleld. De Capiteins ter Zee, neemen by het aan booi kooinen , haar verblyf in de Capnainskame De Kapitein Luitenants, m de eerfte bakbooK HDe eerfte Luitenants, in de tweede bakboon Hut. ! :\ r.L- 3 am. i I l t e r d r. Is is le  Au- STE [. • DAM. Regiem, voor de gewapen de O. I. Comp. fchepen. i i 1 < I \ c l t *7J3 NIEUWE NEDERLANDSCIIE HDe Oppermeefters, in de middelfte ftuurboords boords HutCde Luitenanl:s' in de voorfte ftuurDe eerfte Stuurman, in de voorfte bakboords De zogenaamde Voor-Cajuit of Kerk , werd even agter het Spil, met zeildoek dwars over en weer argeichooten, en daar, van Seildoek ingemaakte apartementen voor de tweede en derde htuurman, Commandeur van de Soldaaten, Ziekentroofter en eerfte Secondemeefter. De Stuurbakboord1 Ulboordj en de laadgenoemde aan In de Conftapelskamer zal logeeren de opperen onder Conftapels met deszelfs maats, en voor öe gemelde kamer, een apartement met Seildoek atgeichort, voor de overige Meefters, tweedeen derde Zeilemaakers. Het overige Scheepsvolk, benefens de Officieren , kan gereguleerd worden volgens oud ge31-uifc, elk na zyn qualiteit: als, de Deks Officieren aan ftuurboord, onder de bak, de Kok en 'nn'yn ™aac aan bakboord, onder de bak. ^e* immerheden na het goedvinden der Op. per-Officieren te plaatfen om haar verblyf te hebben, mdagtig zynde van zoo veel ruimte op de JeKken te houden als maar immers moogelyk is, )m met het Canon behoorlyk te kunnen maneu'reeren. De Capiteins ter Zee, zullen 't generaale comnando voeren over hunne onderhebbende bodems, :gter lubject zyn aan de refpective orders en zeiien van den Commandant der vloot. v^ï^fV™ zu!ie,n in de kamer een rok aan ^flnyde laate" maaken; waar in geplaatft moet 'erden 12 Snaphaanen, 12 Piftoolen en 12 Houer «.Th ^anneei' dJezelve van noden waaren, uhenyfl /i meede.> zo van binnen als van uuen tqp eerften te keer te gaan en af te wee-  JAERBQEKEN, September, 1750 De Capitein Lieutenants zullen Direótie hebben over de Equipagie, Tuigagie en Navigatie ; egter onder approbatie van , en raport doende aan den Capitein ter Zee van hun fchip, ook zal hun dagelyks werk moeten weezen het obferveeren der Azimuthen erbuiten middagsbreetens te maaken; waarom de Azimuth en Pyl Compaffen op eenen, behoorlyke dreoge plaats by der hand moeten zyn. Als mede dat de Vlaggekift by der hand en op een drooge plaats gezet word, om dagelyks., de zeinen te kunnen beantwoorden. De eerfte Luitenants zullen zorge hebben te draagen, dat het fchip behoorlyk geballaftof min of meer belaaden of ontloft werd ; ook de Randzoenen inneemen en aan de manfehappen uitdealen, en ook dezelve voor alle bederf eh lekkagie bewaaren. De tweede Luitenant za! dagelyks hebben te zorgen,dat de manfehappen ,zo door de Kok als Bottelier hun eetcn en rantzoen van Water,Wyn, Genever , of het geen verftrekt moet worden, werden gegeven, en dat wel altyd in byzyn, van eene der drie Stuurlieden, dewelke het zyn tour zal zyn. De Capkeins ter Zee, zullen niet bepaald werden om een wagc te doen of waar te neemen, dan wanneer het nootfaakelyk is; maar moet by dag en n-igt altyd klaar zyn om rapporten te ontfaugen of ordres te geeven. De Capitein Luitenants, zullen den eerften Stuurman "by haar op de wagt hebben om met haar te waaken. De eerfte Luitenants zullen de tweede Stuurmans op de wagt hebben om met haar te waaken. De tweede Luitenants zullen de derde Stuurmans op de wagt hebben om met haar te waaken. De'wagten moeten zodanig verdeeld worden, dit dezelve by beurten rondgaan; En niet altyd een en dezelve blyft , maar de agtermiddag en platvoet in een getrokken, verfchieten dezelve dagelyks.' A a a a a a Elk Omsteldam. Regiem. voor de bewapen 'ie O. I. Zomp. rchepeiu  1760 NIEUWE NEDERLANDSCHE Amsteldam. Regiem, voor de gewapen de O. I. Comp. fchepen. Elk Officier van de wagt moet een uittrekzel van het Zeinboek in zyn zak by hem draagen om op het oogenblik als gezeint werd, te weeten wat 'c beteekend,om van het zelve ten eerften raport te kunnen doen. Met den vyand in gevegt komende, zal den Ca■pitein met den eerften Stuurman, voor het nagthuis 't generale commando voeren. De Capitein Luitenant overal. De eerfte Luitenant tuffchen deks op de onderbattery, de tweede Luitenant op het dek over de bovebattery, de tweede Stuurman aan het roer, en de derde Stuurman op de bak of voorbattery en by de braffen het commando voeren. De Cadetten zullen na 't goedvinden van den Capitein geplaaft werden. De overige Officieren en Manfehappen, zullen haar vervoegen volgens de Schutrollen en Bdlietten boven elk Canon op haar poft geplaaft. De Capitein Luitenants zullen dagelyks door de Conftapels en dito maats, het Canon en deszelfs toebehooren, als Rompaarden, Broeckings, Talies &c. laaten vifiteeren, fmeeren|en repareeren, daar zulks nodig is; ook zullen dezelven de kogelbakken fchoon houden, en de druiven,- kogels en kneppels na tellen, opdat alles behoorlyk op zyn plaats is, ook dat de koevoeten en handfpaaken by het kanon, behoorlyk tegen boord, by, of tusfchen de ftukken werden opgehangen, en dezelve van teer en fmeer gezuiverd blyven. Ook zullen dezelve zorge draagen, dat nog door de Kok, of iemand anders van het Scheepsvolk, zo voor nog by de Combuys of elders op de dekken, eenig brandhout werde gekapt, maar zal daar toe een blok in de kuyl vaaren, dat daar toe gebruikt kan worden. De Boots en Schiemans met hunne maats, moeten dagelyks exact ronde laaten doen en nazien, dat de Tuigagie vry van groote flytagie of vylagie blyft. Dat de floppers en bouten op de Raas wel klaar  JAERBOEKEN, September, 1781. 1761 Waar zyn, om by Attaque van den vyand ten eer ften te kunnen gebruikt worden. De Quartiermeefters en Provooften moeten dagelyks zorge dragen, dat tuffchen deks fchoon werd gehouden, en wel onder of by de Rompaarden , waarom ook de kiften van eiken bak tweemaal daags moeten verzet en onder dezelve fchoon geveegt worden, waar toe 2 a 3 jonge gaften beurtelings moeten geemplojeert worden. De Timmerlieden moeten dagelyks zorge dragen, dat geen fcherp Gereedfchap buiten de kisten bly ve leggen op het dek, maar altyd na het zelve gebruikt te hebben, als Bylen, Bycels, Mokers , &c. als cok de broeken, die mede gegeeven worden om by grondfchooten te gebruiken, om onder water te gaan, als meede de fmeerballen en plankjes met loot beflaagen, en de daar by behoorende fpykers, zodanig te plaatzen in de kiften, dat altyd klaar leggen, om ten fpoedigften te kunne kryaen. De Prophouten moeten gemerkt worden, om al tyd te kunnen weeten, tot welk caliber van kogel by grondfchooten dezelve behooren. De proppen moeten gebruikt worden om het gat te ftoppen ; en dezelve zodanig te plaatzen, datze by dag en nagt fpoedig te krygen zyn, als dezelve gebruikt moeten worden. De Enterbylen moeten ook zodanig geplaaft worden,dat dezelve by Attaque, ten eerften door de Officieren of bekwaamen Matroofen kunnen gekreegen en gebruikt worden , om den vyand het enteren te beletten. De Zeilmakers moeten dagelyks de Zeilen naazien, die onder de Raas, of in gebruik zyn, of dezelve ook moeten gerepareerd worden, en wel by het eindigen van een Aftie met den vyand, om dezelve des noods ten fpoedigften te herftellen om voort te kunnen zeilen. Dusdanig moeten alle Zee-Officieren, beneffens hunne onderhebbende manfehappen, hun uiterfte devoir aanAaaaaa 2 wea- Am- STELDAM. Regiem» voor de vewapett' de O. ƒ. Comp. fchepen.  1762 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- steldam. Regiem, voor de %0.L Comp. fchepen. wenden, om *s E. Compagnie bodems in ftaat t? ftellen van alle mogelyke regenweer te kunnen bieden, om de reize té vervorderen. Men heeft oök daer en boven de kapteins .officieren en onderoftkieren in een onderfcheiden uniform gekleed. Den 16 September zag men van denUitkyk op de Vuerboets-Duin, aen de Westzyde van het Vlie, digt voor de Wal, een Fregat en Brik, fterk jagende op de Vlie-Lootsfchuit, waer op kort voor het vertrek der Post op het Vlie de manfchap aenkwam, behalven- de Stuermanvan gemelde Ldotsfchuit, welke berigtte,dat die twee fchepen, die zy voor vyandelyk hielden , en inzonderheid het Fregat, 't welk twee Prinfe Vlaggen toonde, fterk met kogels op hen gefchoten hadden ,zoodatzy in de Jol moeften overgaan, de Stuerman egter in de Schuit blyvende: waer op terftond eenige manfchap van het Fregat in hun Sloep overgingen en toen de Jol naer ftrand vervolgden , die gedueri::-; met Siiaphaenkoftcls befchieteiidc totbyna aen ftrand; wanneer zy zich nog niet veilig achtende tot hun miude in het water flapten en dus naer de Wal kwamen. Des anderendacgs kwam de Lootsfchuit met gemelde Stuerman uit Zee opdagen, en gaf verder het volgende berigt, dat de Sloep, die zyn Jol en vlugtendc manfchap tot ftrand had vervolgt, aen zyn Lootsfchuit was gekomen , zich uitgeevende voor Amerikanen , die met een lading herwaerts moeften . en na ■ men hem mede naer hun Schip; waer op 6 man-  JAERBOEKEN, September,. 1721. 1763 mannen van hun in zyn Schuit gingen. Aen het Schip komende,het welk een Fregat van 36 ftukken en 300 mannen was, wilde hy zyn werk als Loóts beginnen, en ordonneerde om af te brallen en alzoo naer het Vlie te zeilen, wanneer zy hem verklaerden geen Amerikanen maer Engelfchen te zyn, enm plaets van naer Land naer Zee ftevenden; gelyk die m de Schuit waren ook deeden , waer op z) hem, onder bedreiging van naer waerheid tt antwoorden,of met de koord geftraft tewor den in het Nederduitfeh ondervroegen, he b bende zy alles op papier. Zy vroegen vei der hoe veel en'welkeLandsbchepen en Koop vacrders in het Vlie waren, het geen hy,m vrees, zoo ver hy wift opgaf : doch op d vraes' welke Lands Schepen in Texel wa ren, zeide hy zulks niet te weten. Eindely vroegen zy hem, welk Schip in of by h< Gat van Texel zat? hy zeide een Oorloj fchip • op welk een en ander zy hunne papi ren nazagen en in order bevonden, bezor de hem toen goede fpys, drank en liggin* met belofte den volgende morgen weder na< ZVn Schuit te zullen laeten gaen, gelyk 2 ook deden, maer daer in komende, vondt 1 nllesdeerlykindewar en zyn plunje geftole: ook zyn fpys, drank, een Vischnet en to behooren. Gelyk de blydfchap over de herftelde t der Hollandfche Vlag groot was, zo kon 1 niet anders zyn, of het medelyde met de v duwen der geiheuvelden en met de verminkt moeft op de gevoelige harten evenredig w Aaaaaa 3 k Amsterdam. t'." k :t r- > )- D ',9 ;r :y >y i, e- er et reen IX.' ïn.  Am- stelDAM. Plan U onderfieuningder weduwenvan gefriemelden enz. i i i ] i t 1 c ] I ï 1 h l F f h I ïftffc NIEUWE NEDERLANDSCHE ken. Een blyk hier van zag men wel haeft m het volgend gefchrift, van%enige Amfte ? dammers aen den Nederlanders "ngerhZ e gedagtekend den 5 September I78? S * GEACHTE NEDERLANDERS! Dat ons Gemeenebefl: zynen bloei en welvaarr onder hetbeftuur vanhet Opperwezen voo^ naarnelyk, zo niet alleen. aan onzen SgelrekZ' waarheid, welke niemand, die de zerc^/™; r Niet minder zeker is het, dat, indien onzeVnor cheid, onder de oorzaaken geteld moetefwordïn Hen zegen mogen vleien. m cm vaQ Onder die deugden munt, in de eerfte nlaar» ,„•, .ene alle rtchtfcbaapen Nederlanders aïfc" lefde voor hun Vaderland. DoS S!el? I? rift bezield en aangefpoord, hebben alt f*0 ichtige VoorvaderenVne tagtig fr^g*0?? en een veel magtkter Vvarfri .7;^ if /y§»te" unne nakomeling^ Se Voor' ben" ve Vr? M ZZHekerd* D°°r deÈze hebben wygd"e Vrll eid altyd, met roem, weten te vprriL; y |bgta. eer van „ Vaderland £ Jnf, iT*t,?iijs 661,6 twetde hoedanigheid *ya  JAERBOEKEN, September, 1781. 1755 zyn zo veele bewyzen, als onze gefchiedboeken^ ons opleveren. Hebben wy ooit, te Land, met! gelyke magt, voor onze Vyanden behoeven tei zwichten? Hebben wy hen, ter Zee, niet telkens, en doorgaans met geringer magt, niet alleen af--* breuk gedaan, maar zelve , meestentyds , eene' roemruchtige overwinning op hen behaald ? Is dej flag voor Sonlsbay, is de zegecryke togtnaar Chat-' ham niet een fpreekend bewys van de Nederland-< fche Heldhaftigheid? En, om geene meerdere' voorbeelden van vroegere tyden aan te roeren, is. den jongften Zeeflag, welke den naam van den braaven Zoutman, en van zoo veele andere Vaderlandfche helden vereeuwigt, niet een allerovertuigendfte blyk, dat wy het waardig nakroost zyn dier dappere Lieden, welke goed en bloed voor de Vryheid hebben opgezet ? Maar , kunnen wy ons op zulke blinkende en luisterryke hoedanigheden beroemen, onze Landaart , (en dit leert de ondervinding) ,bezit ook noch andere deugden, die, fchoon met flaauwer glans praaiende, echter niet minder nuttigen lofwaardig zyn. Eene, genooten dienflen erkennende, dankbaarheid, en eene zich over alle ongelukkigen ontfermende liefdaadigheid, zyn beide ons natuurlyk en byzonder eigen. De prachtige gedenktekeas, tei loffelyke nagedagtenisfe van Mannen,aan wien ons Vaderland verplichting hadt, opgericht, getuigen genoeg onzen zucht om verdienden te beloonen En in liefdaadigheid hebben onze Landsgenooten, meer dan eenig ander Volk, altyd uitgeblonken, Talryke geftichten en inrichtingen, tot onderfteu. ning en onderhoud van ongelukkige behoeftigen. bevestigen deeze waarheid. Is 'er immer een tyd gewe&ft, in welken onze milde mededeelzaamheid moeft en behoorde ge öcffend te worden, 't is thans. Alle onze plichten , alle onze betrekkingen verbinden ons daar toi veel fterker, dan ooit voorheen, Elk Chriften.ell Nederlander , elk Menfch gevoelt die verplich Aaaaaa 4 ting Lmtel- 5 am. %« tot mderleuningIer weiuwen>an gernenvelien enz.  t:66 ■ NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- .stüxd.'uw. Plan h onderfitünïhsder weduwenvan geJneuvelden enz en welk menfch zoude op dit oogenblik niet wenlenen een Nederlander te zyn ? Doch, wyl ook van de befteoogmerken misbruik gemaakt kan worden, en dikwyls de welmeenendfte ^inrichtingen aan de verwachting der Ibchteren niec voldoen; moeten wy onze milddaadigheid mee overleg en omzichtigheid paaren. De gezonde reden vordert, de plicht gejied ons, in het uitdeelen onzer Liefdegaaven, meelt en voornaamlyk het oog te houden op mlken, welke van elders niet op eene genoegzaame wyze eene met hunne .beboetten geëvenredigde onderfteuning genieten, en dezelve nochtans verdienen. Wy moeten ons, derhalven, vooral tot die ongelukkige voorwerpen bepaalen , welke, buiten hunne fchuld, het noodige onderhoud moeten derven , verdoken zyn van die hulp, welke zy voor dezen genoten van zodanige dappere Zeelieden, die, voor Vaderland en Vryheid ftrydende, hec leven verlooren hebben. Deeze deerniswaardige Menfchen zyn ook juift alleen die, voor welke, tot nu toe, op geene toereikende noch duurziame wyze gezorgd heeft kunnen worden. Zie hier dan, waarde Landsgenooten 1 eene gepafte, eene allerfchoonfte gelegenheid , om uwe gediefde hoofddeugd met vrucht te kunnen oeffenen! Welk eene fchaare onrmoeten wy van bedt ukte Weduwen, dje geenen anderen trooft hebben, dan dat hunne mannen, voor 't Vaderland op het bed van eer geftorvcn zyn. Die voor de Natie heerlyke en gloriervke flag, is teffens voor deezen in 't byzonder een treffende flag welke ben in de uiterife ellende dompelt, en berooft van zulken, die hun het fober, en nu geheel ontbreekend onderhoud, met zoo veel lyfsgevaar, trouwhartig bezorgden. Neen, bedrukte Weduwen! droog uwe traanen! Dit Land kweekt Helden; maar ook , te gelyk, menfchen, die heldenmoed op zyne waarde weeten te (lellen,.die geene weduwen van zulke zoo veel verdiend hebben de mannen verlaaten. Be-  JAERBOEKEN, September', 17S1. 1767 Behoeftige weduwen zyn op zich zelve altyd, waardige voorwerpen van ontferming: maar hoe. veel meer weduwen, aan welkers ^MEP^gS1 het Vaderland zelve verplichting heeft? Welaan dan, Nederlanders! toont, dat gy de deugden,op, welke uw natie noch roemen durft en kan, weet, te"effenen, of, ten minften, naar hunne waarde, hoofte fchatten! Toont, dat gywaare ó^ertod. enonverfchrokken heldenmoed waardeert; dat eene, ongeveS liefde voor uw Vaderland uwen Vadedandfehen geelt bezielt ; dat uw hart de verSring^dke gy aan hen verfchuldigd zyt, «Je Eun leven voor uwen welvaart hebben opgeofferd Ekbaar erkent; dat, eindelyk uwe medelydende ïmoed ren zich', naar verdienden .getroffen, voelln door het gezicht van zoo veele ongelukkigen, ïelke alleen om onzentwille, in de allerellendigft omftardigheden gedompeld zyn ; dat gy hen Sfet verlaaten wilt - niet yerlaaten kunt - me «in Joord dat gy door alles word aangefpoord uwe mildheidruwe onbekrompen liefdaadigheid Senshen tl oeffenen. Denkt aan hoe veele Sten (gy daardoor tevens voldoet; overweegt, Sï: owefeCodsdienft, dat uw Vaderland, dat de «enlchelvkheid dit van U vordert • en zyt verze kerd, dat gy, met aan dien loffclyken plicht, aar 5f fvèm van uw geweten te voldoen , uwe GodsdÜltïheidluifter aanbrengt, uw Vaderland nut tt zvffen de menfehelykheid eer aandoet! gDe u tgevers van dit Programma hebben de waar he\d de waarde, en het gew-gt van alle dees u ^cpdenen »evoe1d en ondervonden. Dit heef ÏS,*Sn dÏÏ gltóeryfen Zeeflag van den 5 var Ooaftmaand 17I1. aan hunne Landgenooten voo. S ffen de oprichting van een Fonds ter onder fteunina van zodanige weduwen, welker mannen " dert het begin van den tegenweordigenOorlog l iJpn voor de eer der Nederlandfche Vlaj ÏSb£: opgeofferd. Zy wenfehen hartelyk, da TEL)AHI. alan tot nderleuningIer weiuwenvan gesneuvelden enz.. 1 1 > :.  Amstel - dam. Plan to cnderfteuningder weduwenvan gefneuvelden enz J j ] { J ( 1 t i c l v z i i '£ i?68 NIEUWE NEDERLANDSCHE dit Fonds zoo aanzienlyk mooge worden. dat hef m vervolg van tyd, toereikende zal kunnen zyn! om het zelve te kunnen uitftrekken tot alle digeenen, welke ooit, zich in een diergelvk nood" lottig ongeval zullen bevinden. g y 000(1 Het is onmoogelyk, voor als nog, te bepaalen, op hoedamge wyze men dit oogmerk het beft en het gefchiktft bereiken zal. Men moet eerft weeten, immers met eenige waarfchynelykheid kunnen gillen, hoe verre onze opwekkende pogingen mer eenen gezegenden uitflag bekroond zullen worden Zoodra, (en dit vertrouwt men, dat eerlang zai kunnen gefchieden), zich eene genoegzaam verzekerde hoop opdoet, om deeze welmeenende onderneming met een gelukkig gevolg te kunnen uitvoeren , zal men dit aan het algemeen bekend maaken; terwyl men dan ter gelyker tyd aan deals dan reeds bekende Deelnemen/tyd £ pfi^S voordellen, om, gezamentlyk, de noodige fchikfciagen, welke, zoo tot het in ftand brengen, als tot het in ftand houden van deeze inrichting, verïilcht zullen worden, te overwegen en te beraanen; en verder over alle zodanige zaaken te raad3 eegen, welke met het voorgeftelde oogmerk eeugzins betrekking hebben. 6 En, daar men reeds mee een ftreelend genoegen leeft gezien, dat men, in meer andere Steden van ins Vaderland, mfchry vingen van denzelfden aart ïeeft geopend; en de Inftellers deezer loffelvke •ndemeemingen miftchien niet ongenegen zyn het ;ydoor zamenvoeging,of op eene andere gefchike wyze, hunne heilzaame poogingen met de onze 5 vereenigen: zo worden dezen, en alle anderen ie zich buiten deze Stad, op ons verzoek met et inzamelen van penningen tot dit Fonds wel uilen belaften, hier mede openlyk verzogt, om 0 wel van hun goedvinden , als van het bel™> er reeds ontvangen penningen , kennis te willen even aan de Heeren ^uZ'S'^W' Notaris, op de Cingel by Utrhtfche Veer. b 3 C HuJfi  JAERBOEKEN, September,1781. 1769 G. Huift van Keulen, aan den hoek vandeNien-/ wen Brug, ten einde men dus in ftaat gefteld wor-s de om ter bevordering van het bedoelde oogmerk ,z onderling zulke fchikkingen te maaken, als meeft dienfli* zullen worden bevonden. i Inmrddels worden alle welmeenende Ingezetenen 0 van ons gelukkig Gemeenebeit, welke genegen zyn/ toe dï Fonds, in eens , of jaarlyks, een gite te, doen mede verzogt, hunne naamen, met orzon., Ser biing der fomma, op te geven aan de zo, even gemelde Heeren Nahuys en Huift van Keulen,J by welke een affchrift (of Exemplaar) hier van ter, ondertekening zal leggen, of, indienzy dit aatfte liever mogten verkiezen, hunne gifte dadelyk te brengen in§ eene daar toe gefehikte kiftjEOltonde zodanige kift geploft zyn in het Burger Weeshuis, .alwaar tevensPeen boek zal leggen, in hetwelk de zodanige verzogt worden alleen hunne naamen aan te tekenen, of te doen aantekenen. Te Haerlem was diergelyk plan ook reedi semaekt, en by wyze van inteekemng mgerist ten behoeve dier Weduwen , weikei Mannen in den jongftenzoroemrugtigenZeeflao- tegen de Engelfchen, hun leven ten diens, te van't Vaderland verloren hadden. Dit Plai Kot voor een ieder ter deelneminge gereed b) den Makelaer Dirk Wynands alhier. Men kaï zeggen, dat 'er veelen door hunne teekemn «•en bereids getoond hebben, dat hun d< laek van 't dierbaer Vaderland ter harte gaet dan daer het bleek, dat zommigen , ander: wel gezind deze goede zaek te helpen be vorderen, egter verkozen onbekend te bly ven, of in hunne Perfonen zelve , of tei minften in hunne giften; kan men althans Ir 't voorig gegeven berigt voegen, dat 'er me allee) M- rEL- >AM. Va» tot ndereuning'er weluwen'an geneuvellen enz.' 1 r 1. ; 5 1 l 1 1  Am-sisl- D&iil' ■ f ï c \ I h b n r z w S 1770 NIEÜWE NEDERLANDSCHE alleen ter dier zelve plaetfe gelegenheid is om, behalve by wege van infchryvinge, ook onbekend, 111 eene daar toe gefchikte Buffe ten dienfte van dit heilzaera óógmerk toetebrengen , maer dat 'er daerenboven om het zelve oogmerk te meerder te bevorderen door de inzameling zo algemeen te maeken als eemgzmts mooglyk is, met toeftemminovan de Ed. Gr. Achtb. Heeren Burgemees^ teren en Regeerders dezer Stad, eene Kift gepïaetft is m eene der Vertrekken van het Fnnfenhof .-zullende de Penningen zo wel op de eene als andere-wyze byeengebragt, tot [iet zelfde nuttige einde worden aeneeleo-d rot een einde zo voortpeffelyk in zich zelve' :er bereiking, van het welke het middel voor eder weldenkend Vaderlander in 't byzonier, zo eenvoudig en gering is, dat men be;rypt zyne Land- of Stadgenooten veel te :ort te doen, met te durven onderftellen tat er eenige verdere aenpryzing van het oorgeftelde Plan nodig zy. De toevoer vanScheepsbehoeftens voorde ranfche Zeemagt uit deze Provincie houdt og fteeds aen. Twee fchepen met dier°-e^ke ladingen , en zeer groote houtvlotten aileepende, zyn wederom de binnen watem van Vlaenderen opgevaeren. Niet alken te Oftende, en in andere Kei. ;rlyke Zeehavens maer ook te Embden ordt thands door verfcheidene Hollandfche chippers en Kooplieden het Burgerfchap ge-  JAERBOEKEN, September, 1781. %ffl gekogt, om onder onzydige vlaggen te kunnen vaeren. De Nederlanders, en „in 't byzonder d< Hollanders hebben te veel geld in de Engel fche fondfen,byzonder ook in de Engelfclu Bank uitftaende, om de inroeping van eet toeleg van 8 ten honderd, welke de befhei ders van de Engelfche Bank doen, als iet vreems voor ons Land aen te zien, en me ftilzwygen voor by te gaen. Men ontvin dan hier brieven van Engeland, omtrent he midden dezer maend gedagtekend, in we ken meeft al het navolgende berigt wierd „ Hier mede hebbe de eer UE te zenden een Plan van de Zaeken van de Ban „ van Engeland , zo als de Gouverneur h< „ aen eene algemeene Vergadering van c „ Eigenaers op gifteren heeft bekend gemaek „ toen zy hebben beflooren, dat de aenftaenc „ Dividend op den 10 October zal zyn per Cent &c., dat de Dividenden in to „ komende naer rato van 6 per Cent per A num zullen zyn, datomhetCapitaelFom zo veel mogelyk met de Schuld van h „ Gouvernement gelyk te maeken, ied Eigenaer 8 per Cent op zyn Capitael Fon 5, zal in betaelen , op vier betaelinge 5J als per onderftaende Plan: gemelde 8 p „ Cent aen de Capitaele Actie gevoegd worden; dus zal ieder eigenaer van j.o< L. Bank Actiën, na inbetaeiing van ?, L. Sterl. Credit voor 1080 P. Actiën „ de Boeken van de Bankhebbende, 6 p „ Cent per Aimum op dezelve geniet 55 Amsterdam. t s t X t k ;t ,e C* ie ë 1- is et ?r Is *» ex te >b lo 3p er en en  Am- STELCAM. NIEUWE NEDERLANDSCHE „ en indien hy geliefd de additioneele 80 L „ te verkoopen, kan hy dezelve naer rato de „ Prys van de Bank Aétien doen; aenftaen„ den Donderdag zal 'er nog een algemeene » Vergadering zyn, om de bovengemelde „ befluiten goed te keuren, en order te ftel„ len wegens de Documenten, dewelke UEs „ moeten teekenen, om ons te bemagtigen „ de betaehngen voor UEdle te maken : wan„ neer deze ve, uitkomen zullen de Eer heb„ ben UEdle nader te fchryven. " „ Het Gouvernement is aan de " „ Bank fchuldig. L. 11,686,800 „ Het Capitael van de Bank3, Actie is. ■ . ,._ " * 10,780,000 Dus is het Gouvernement „ fchuldig voor meer dan het » gapitael. : . ^ g H Het geene de Eigenaers thans „ zullen moeten betaelen, zynde „ 8 per Cent op het Capitael „ van L. 10,780,000 is. 862,400 „ Dus de Schuld van het Gou„ vernement het Capitael Fonds „ niet meer zal overtreifen » dan' " L. 44,400 » De, bovengemelde 8 per Cent moet"~zTs „ volgd betaeld worden. „ 1 per Cent op den 19 Ocïober 1781 99 2Per Cent op den 20 December 1781. „ 2 per Cent op den 17 January 1782. „ 3 per Cent op den 15 February 1782.' „ Zeer verwonderiyk was het in den eerften  JAERBOEKEN, September. 'ï%fr. '1773 '5, ften opflag dat de Bank een half per Cent meerder Dividend arrefteerde, daer men; „ begreep dat dezelve haer contant Geld wel 1 „ zou benoodigd hebben, eensdeels ter be„ taeling van derzelver Oclroy , beftaende 5, in eene Léening van twee Millioenen aen ?, de Regeering, tegen den intereft van 3per „ Cent, en anderdeels om dat haereKasvry „ fchracl wierdt door de gedurigen uitvoer „ van fpecie, ter faldeering van de nadeeli„ ge Balans van Engeland met de buitenlan„ landers, waer inde Bank zydelings word, betrokken, uit hoofde van het misbruik, dat zy van haer credietmaekt, met het Ryk in iedere leening by te ftaen , 't „ welk gefchiedt door het maken en uitgeven van nieuwe banknoten, waer door „ het papier zeer vermenigvuldigd wordt. Wy zullen hier nog maer de volgende aenmerkingen, uit de nieuwspapieren by voegen. „ I. Met welk oogmerk hebben de eerfte deelneemers by de oprichting der Bank hunne contanten aldaar gebracht ? Is het niet geweeft om daer als een Reprefentatie te blyven voor het papier, dat in Banknooten zou uitgegeeven worden; om daar mede te disconteeren, te beleenen, voor een zekeren termyn ? maer geenszins om het voor altoos vaft te leggen, gelyk zy doen , wanneer zy zulks op intereft aen het Gouvernement geeven ? " „ II. Daer zy nu, volgens hun eigen ExpoBbbbbb litie, :T£J>  1774 NIEUWE NEDERLANDSCHE Am- stsx- fine, meer dan het geld der inleg, het zy in Specie, het zy in Banknooten, aen het Gouvernement opgefchoten hebben, waer zullen zy dan, als 'er reprefentatie , dat is contante Specie voor het papieren geld, gevraegd wordt, mede betaelen? Zyn in zulk een geval de deelhebbers der Actiën daer voor aen» fpraeklyk T Ik weet wel, dat de Goudfmeden een contract met de Bank gehad hebben, om by tyd van nood geld aen de Bank te fourneeren; maer, wanneer de fom te groot wordt, gaet het boven hun vermogen. In het Jaer 1746, toen de Pretendent in Engeland , en 'er, zo als de Engelfchen het noemen, een Run op de Bank was, vermits ieder bang voor zyn kapitael wierd, en zyn geld uit de Bank wil* de haelen, was de Bank evenwel genoodzaekt om een inroeping aen de deelhebbers der Actiën te doen: intulfchen fprongen de Bankiers en Goudfmeden de Bank by ;zy betaelden de vraegers om de langwyligheid in Zilver; en zulks duurde maer korten tyd : de Pretendent wierd verjaegd, en ieder bragt zyn geld we? der. Het is te bewonderen, dat de Bank te dier tyd, toen dezelve zich nog niet ophield met geldleeningen aen het Gouvernement, al reeds genoodzaekt geweeft: is om een inroeping te doen." Het is een beweezenzaek, dat de Hollanders van alle de Fondfen het meeft in de Bank geïntrefleerd zyn: het is altoos hun meeft geliefd Fonds geweeft, en men rekent hun aendeej wel op een groote vierdepart. Het be"fte mid-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1775 middel nu voor Engeland, om in hun dringenden nood contant geld, (ik fpreek van klinkende fpecie, niet van papier) te bekomen, is, om in de Bank den inroep te doen. De Engelfchen hebben toch zulke laage denkbeelden van de Hollanders , zo van hunne hebzucht als van hun verftand, dat zy in de eerfte plaets, ten einde hen te encourageeren tot het remitteeren van de 80 p. ftcrl. om hunne gierigheid (zo als zy zich uitdrukken) te voldoen, hun het lok-aes van.een half per Cent meerder dividend belooven; en ten tweede, dat zy zo dom zyn van de oogmerken, waerom hun lok-aes gegeeven wordt, niet te zullen begrypen." Ik ben dus van oordeel, zo om de voorgenoemde redenen als om de volgende gewaegde pofitive, dat de Engelfche Bank-Actien (voor een oogenblik vooronderfteld zynde, dat men voor een Nationale Bankbreuk niet te vreezen had) het allerflegtfte Fonds van Engeland is. Het is daerin beftaende, dat de Annuiteiten , en alle de Gouvernements-Fondfen, hoe ook genaemd, interefleo moeten betaelen, of anders, by gebreke van dien; maeken zy banqueroet. Doch zodanig is het met de Bank niet gefteld; deeze is niet verpligt om aen de Geïnterefleerdens een dividend te betaelen: zy kan, het volgend hall jaer, haer dividend op 5, 4, 3, 2, 1 per Cent verminderen, of zelfs in 't geheel niets betaelen, zonder daerom gerekend te worden een banquerout te maeken. Ik heb by my de gedachten, dat de Engelfche FinanBbbbbb 2 ciers. 5TEL- ' UAM.  1776 NIEUWE NÉDERLANDSCHE Amstel- dam. ciers, zo deeze proef met de Bank wel mogt reuffeeren, in het vervolg zullen voortgaen, om nog meer geld op die wyze , onder bete van grooter dividend voor zes maenden, op te neemen, en. wanneer zy zulks zo dikwyls gerepeteerd hebben, dat 'er geen geldgeevers meer te vinde i zyn, dan ook eensklaps op te houden met een dividend te betaelen. Dan kon het Gouvernement, in plaats van alle jaeren zulke fchadelyke leeningen te doen, die fommen zonder intreft krygen." Onder het fchryven deezes komt my de Leidfe Courant No. 126 onder het oog, in welke twee hiertoe betreklyke merkwaerdige paifagien zyn; de eerde is de verwondering, dat in de Engelfche Niéuws-Papieren van den 14 September van het voorgevallene by de Bank zeer weinig gewag gemaekt wordt; ik heh dezelfde remarque gemaekt, en nogdaerenboven, dat, hoe Hechter de Engelfche JSaeken ftaen, hoe minder de Antiminilteriale Papieren tegens het Gouvernement fchry ven , fchynendc zulks het Charaéier der Engelfche Oppofitie party eigen te zyn, die veel public fpirit bezitten. De tweede is de gewigtige aenmerking, dat de Engelfche Bankiers omtrent ieder Negotiatie geraedpleegd worden, en zich, omtrent het niet verkogte, met de Minitters verftaen. Op dusdanige wyze is het voor ons Hollanders niet zeer verftandig den raed in te neemen van lieden, welke zeiven zo diep by de zaek geinterelfeerd zyn. Ik heb verfch-iden brieven van Engelfche Bankiers gekeken, welke alk zeer favorabel omtrent  JAERBOEKEN, September, 1781. 1777 ircnt de foliditeit der Engelfche Fondfen fchrjven, doch teffens moet ik bekennen, dat geene van allen redenen van wetenfehap opgeeft. Zo 'er eenige dezelve opgeeven, was het nuttig ze in de publieke papieren te laeten infereeren, dan kon ieder uit zyn eigen oogen zien en. het waere van 't valfhe onderfcheiden. De Schryver deezes, welke noch Franfch nog Engelfch, maer Hollands-gezind is, wenfcht niets meerder, dan dat zyne geringe aenmerkingen ter toetsfteen gebragt worden, en zo zy ten nutte zyner Landsgenooten kunnen ftrekken , is * zyn oogmerk volbragt." De navolgende verfchikking in de Predikbeurten , zyn den 28 September door de Hee" ren Burgemeefteren alhier vaftgelleld. T~\e Heeren Burgemeefteren en Regeerders dezer Stad, hebben goedgevonden, op het' Voorftel van het Minifterie, de volgende ver-J fchikking in de Predikbeurten te maaken, zullen' aanvang neemen met den 26 October deezes Jaars. r. Dat de eerfte Voorbereiding en het eerfte Avondmaal, bediend zullen worden, in de Noorder Kerk, Nieuwe Kerk, Oude Kerk, Zuyder Kerk, Nieuwezyds Kapel en Amftef Kerk. En de tweede, of agt dagen daar na volgende Voorbereiding en Avondmaal zullen zvn, in de WefterKerk, Eilands Kerk , Oo(Ier Kerk, Oudezyds Kapel en Nieuwezyds Kapel; de laatfte in de Hoogduitfche Taal. 2. Dat geduurende het Winter-Saizoendes Vry. Bbbbbb 3 daags Amstel* dam. "chikking 'n de Predikbeurten.  J778 NIEUWE NEDERLANDSCHE AM- STEL* DAM. Verfchikking in de Predikbeurten. dags alleen in twee Kerken zal gepredikt worden, en wel by beurten, in de Oude Kerk, Wefter Kerk en Nieuwezyds Kapel. 3. Dat 's Woensdags voor Hemelvaart? • Dag niet zal gepredikt worden. 4. Dat 'er over het Politicq Ambt op zyn tyd in de Amftel Kerk, Wefter Kerk, Nieuwe Kerk en Oude KerK; en over het Kerkelyk Ambt inde ■ Zuider Kerk, Noorder Kerk, Nieuwezyds Kapel en Oude Kerk zal gepredikt worden. 5. En eindelyk, dat 'er op Dingsdag voor den Bedendaggeen Predikatie zynde, ook niet zal getrouwd worden. Waar van hier mede aan de Gemeente wordt kenniffe gegeven. (get.) A. van Slingelandt. Rotterdam. Hoe zeer gansch Nêerlands volk Verheugd was over den behaelde roem in den Zeeflag op de Doggerbank tegen de Engelfchen, zo heerfchte 'er nogthands eene groote fpyt, dat de Zeeufche en Maesfche Schepen niet by ons Eskader waren geweeft, waerdoor de overwinning volkomen zoude geweeft zyn, en zo het vyandelyk Eskader als de Engelfche rykgeladene Koopvaerders, ten getale van verre over de honderd, 't zy allen, 't zy ten deele in onze havens zouden hebben kunnen opgebragt worden. Men meende zo veel te meer grond tot misnoegen te hebben, als de hoop endegerugten, voor het uitgaen van ons Es*  JAERBOEKEN, September, 1781. I77S Eskader, algemeen waren, dat de fchepei11 uit Zeeland en uit de Maes zich m Texel ot t Vlie bv die van Amfteldam zouden voegen. Daer wierdt dan, gelyk het gaet, over he aeterblyvenvan die fchepen veel gemompeld en ook veel in de nieuwspapieren geichre ven. En hoe groot deswegen het misno «en der kooplieden dezer ftad was, is ui derzelver verzoekfchrift in ons voorgaen ftukje medegedeeld, gebleken. Weshalve de Kapten de Bruin, bevel voerende ove 'sLands oorlogfchip Prins Willem, te u den wierdt het navolgende m de Nieuwsp, pieren bekend te maken, zynde vier getu aeniffen, zo van den Kaptein de Bruin ze] ven, en van zynen Loots Jan Koek, als va de Officieren van gemelden Kaptein , en ec nigeKoopvaerdyfchippers. Deze getuigemfle luiden woordelyk aldus: De onderaefchreeven een en andermaal i de Noord-Hollandfche Courant, enlpe " ciaal in die van den 17 Augufty gezien he " bende, dat deszelfs Schryver, mettegenftaa. " de hem zulks was tegengefprooken , hee £ trachten ftaande te houden, dat de Schepe " St de Maas of Goede Reede contra-orde " hadden bekomen, om uit te loopen, ten.eii " de niet met de's Lands Schepen en Conyoi,d " uit Texel ftonden te zeilen, zouden conjunge " geeren, zoo verklaart de ondergetekende " deeze, ten einde het Publiek te doen zien, h " veel geloof zulke Schryvers verdienen, wel alleenlyk hun werk fchynen te maaken omtw entweedragt te verwekken, dat hy, con*g Bbbbbb 4 » oe' RoT< TERDAM » t 1 1 r ra n *t 11 •s ie y e e (ï 1;*  Rotterdam. Getuigefiijfen wegens 't niet uitzeilen der fchepen uit de Maes. I Vi X 1780 NIEUWE NEDERLANDSCHE s, deerende Officier zynde van die Schepen en dat „ Convoy, niet anders heeft ontfangen noch van „ zyne Hoogheid den Heere Prince van Orangeen „ NaiTau, Erf-Stadhouder, Admiraal, Kapitein„ Generaal, &c. &c. &c. noch van de Admira„ liteit op de Maaze, noch van zyne Excellentie „ den Heer Vice-Admiraal Hartfinck, noch van „ iemand hoegenaamd, dan ftriktebeveelen,om „ met het Convoi ten fpoedigfte en by de eerfte „ gelegenheid de Goede Rheede uit te loopen en „ met de uit Texel te zeilen of gezeilde Schepen „ op de beft voeglykfte wyze, te conjungeeren* „ en dat deeze ordres nooit zyn gecontraman„ deerd, in tegendeel telkens op de ftrikfte wv„ ze zyn herhaald. „ Dat wyders de redenen, waarom de onder„ geteekende deeze ordres niet ter uitvoer gebragt (, heeft, blykbaar zyn uit de volgende Atteftati,, en, welke tevens ftrekken tot een bevvys van het bovenftaande, dewyl zonder order al den , aangewenden vlyt, om in Zee te komen, geen , plaats konde hebben.' „ En eindelyk verklaart de ondergeteekende, , dat hy reeds op den 14 January 1781 bepaalde , en ftrikte order heeft gehad, om alle onderdaa, nen des Konings van Engeland, als openbaare , vyanden van deeze Vereenigde Nederlanden, , te handelen en te bevegten, en op dien grond zyne ordres tot zulken einde gegeeven te hebben aan ligte Vaartuigen, by gclegentheid,van , tyd tot tyd naar Zee gezonden. Andries de Brtjyn. k ondergefchreeven Lootsman van Texel verklaare by deeze, (louter ter liefde voor de aarheid) dat ik door zyne Excellentie den Heer ïce-Admiraal Hartfinck uit Texel ben gezonden iar Helvoetfluis aan boord van 'sLands Schip Prins  JAERBOEK EN, September, 1781. 1781 Prins Willem, gecommandeerd door den Kapitein de Bruyn, op welk Schip ik ingevolge die ordre ben aan boord gekomen den 7 July, om het zelve in Texel binnen te Lootfen, dat federt dien tyd geen de minfte geleegenheid is voorby gegaan, of de gemelde Kapitein heeft daar van (hoe gering toe fchyncnde) tragten gebruik te maaken, om uit te zeilen met zyn onderhebbend Schip. doch dat de wind telkens is veranderd en van contrarie wind gevolgt. _ ; Dat by hem Kapitein zodanige moeite cn blyK baare kundige Zeemanfchap is aangewend , ah van een Zeeman is te eiiïchen, ofte wagten; kunnende dit niet in Zee komen, nergens anders aan werden toegefchreven dan aan een volftrekten on mooglykheid by manquement van doorftaandei coeden wind en gelegenheid. , , Hebbende dezelve Kapitein het voor de Goed* Reede, een onveilige plaats voor een zoo zwae Schip, vyftien etmaalen laaten leggen, tot den zeiven op den 20 deezer door ftorm, met laatei flippen van een touw en anker, die plaats ver laaten moeft, en voor Helvoet zyn Schip in vei ligheid brengen. • , ' ■ .\ Voor reden gevonde continueel aan booid t zyn geweeft, het zelve gezien en gehoord te heb ben, en bereid te zyn, des gerequireerd werden de, he't voorfchreeven met Eede te verfterken. Aan boord van 's Lands Schip Prins Willem, ge ankerd voor Helvoetfluis, den 21 Augufty 1781 (Was geteekend) Jan Kocic. Met het gepofeerde in dit inftrument confn meren wy ons ten vollen,certificerende allesw; mooelyk is te zyn aangewend; mede bereidzyr fa Bbbbbb 5 de Rotterdam. Getuige^ nijfen wegens 't niet uitzeilen der fchepen uit de Maes. , 1 r 1 t »  1782 NIEUWE NEDERLANDSCHÊ RoTte r- CAM. Getuige' nijfen wegens 't niet uitzeilenderfchepen. uit de Maes. 7 v z n k n z k rr la o ki k w te d g' de , zulks des gerequireerd werdende, met Eede te beveiligen. Aan boord van 's Lands Schip bovengemeld, dato ut fupra. .(Was geteekend) J. W. van Oldenbamevelt, gen. Tullingh, Kapitein. J. C. van Overveld, Lieutenant. P. P. Frydlund, Lieutenant. Jacob Haak, Eertte Stuurman. Tweede Stuurman Willem PietersCalf.Detde Stuurman Arend Dirkfe Meyers. Accoord met het Origineele. (Onderftond) Joannes Weymans, Eerfte Schryver. My prelent (Was geteekend) Joannes Weymans, Eerfte Schry ver. V/y Ondergeteekende alle Schippers, voerende Koopvaardyfchepen en aangegeeven op den , 8, 13, 14 > !7 en 18 July, om met het Conoi uit de Goedereede uit te zeilen, welk geleid Dude werden door de Kapitein de Bruyn, Comiandeerende 's Lands Schip Prins Willem: Veriaaren by deezen, dat federt dien tyd geen de linfte gelegenheid is opgekomen, waar van delven Kapitein niet heeft tragten gebruikte maasti% om met zyn Schip en Convoi in Zee te koen , contrarie alle mogelyke Attentie en Vigintie door denzelven is aangewend; doch door jkomende ftilte en gevolgde contrarie wind tel?ns weder moeten ankeren; des dit niet in Zee )men aan een volftrekte onmogelykheid moet erden toegefchreeven en geenfins aan verfuim. Zelfs verklaaren wy, dat toen gemelde Kapiin de laatftemaal op den 19 deezer na Zee wil: zeilen en het tot kort voor de droogen heeft :bragt, zulks veel was ondernomen en ons aller ap-  JAERBOEKEN, September, IfS*. 17^3 approbatie, ten aanzien van de lucht en omftan-l de waarheid, dat dezelven Kapitein ons geenzints nnden 7 Aueufty, wanneer denzelven van anke?ePn me e2 contrarie wind met ons heeft gefïooTen, meergemelde Kapitein zulks niet als Krikkende hteft voorgebragt, maar discourerender wyze en conform de kennis van een kundig Zeeman, welk ankeren wy daar om ook noodzaaklyk gevonden hebben en ten eenemaat Poeïekemd , voor redenen van wetenfehaj LevSdef onder het Convoi te behooren en d< felegenheid van weêr en wind tot heden geziei fn tl hebben bygewoond , bereid zynde he hovenftaande des noods met Eede te verfterken Aldus gepaffeerd ter Reede voor Helvoetfluis den 24 Augufty 178^ f Was geteekend) Sybrand ff. Bruynsmc 1 Jacob Liewes. Jelle Pieters.^ Hendrik Lon iterfe. Tieerd Sikkes. Daniël Uldriks. In be Droff. And. Man. Harme Lahrma-, OegeGerrits. Daniël Ar ends. Jan Tj ebbe fonderftond) My prefent. fWas geteekend) K Joannes Weymans, Eerfte Schry ver. Accordeerd met het Origineele. Joannes Weymans, Eerfte Schryver. Maer wy zullen nader gelegenheid hebb van dezen Kaptein de Bruin te fpreken genoodzaekt zyn een verhael te doen, 1 geen hem geenzints in een gunftig ligt 7 vertoonen. Omtrend de Zeeuwfche fchepen was vo< gegeven, dat de Zeeuwen geenzints hadc willen toeftemmen, dat de fchepen vertrekkc loTrER- DAM. Getuigenijfen wegens V niet uitzeilen der' fchepen uit de iMaes. 1 t > ;. '. ;n et ;al >r- en n, en  i?84 NIEUWE NEDERLANDSCHE Rotterdam. Brief wegens 't niet uit zeilen dei Oorlog, fchepen m Zeeland. i « i < c z TVn Raed ter Admiraliteit op deMae?> JL-/ze , maekt hier meede bekend, dat „ aanftaende dmgsdag den 18 September „ 1781, des 'smorgen ten u uuren, ten 3, Comptoire van den Vendumeeiler vanBeef„ ^/zg£,betaeling zal worden gedaen, van de „ Praamien aen de Erfgenamen van de Man„ fchappen op 'sLands Fregatten Caftor 011„ derCaptein Melvill • en den Briel Onder de „ Captein Oorthuys, ten tyden van het ge33 vegt gefneuveld, zoo als die aen dezelv'e  JAERBOEKEN, September, 17S1. 1797 „ by dezen Raede tot eene beloning van der„ zeiver betoonde bravoure zyn toegelegd- Vlaerdingen. Niettegenftaende zig een aenzienlyk getal Zeevaerende Lieden van hier reeds in dienfl van dezen Lande,en ter Kaepreederye heb. ben begeeven, zo is 'er echter den heuler Sondag van de afgelopene maend wedg: eer gebed verzogt in de Gereformeerde Kérk al hier voor zeven-en-zeventig Perfoonen, di 4ig in dienfl: hebben begeeven, welken dé] dézer, naer Amfterdam zyn vertrokken. Dit ftrekt ten blyke, dat onze Viffchers me ongenegen zyn, om zoo voor het Land al ter Kaep te dienen. ZEELAND Middelburg. Den 2.6 Auguftus kwam de Heer He) drik van den Vondel, gewezen Rae en Gouverneur van een der Fortrefién of Sterl tens op de kuft van Guinea,over Oftende a hier aen. Hy was den 11 February vanda< vertrokken met het Schip Nooit rufi, en,oi kundig zynde van de Vredebreuk, den s Maerfgenomen tegen over de riviet Mar ivine op de kuft van Surinamen, en a krygsgevangen te St. Lucie opgebragt. V; daer naer Londen overgegaen zynde, is 1 zyn woord van eer herwaerds gekomen. Den 31 Auguftus zeilde kaptein Baron vt Ccc'ccc 5 & Rotterdam. 1 1 t s !- d i- :r 16%' ls 111 >P m n-  l}i>8 NIEUWE NEDERLANDSCHE Mrr>« DELBÜRG. Het ftormagtig weder noodzaekte onzeOorlogfchepen en uitleggers den 22 dezer maend van hunne ligplaets op de reede tot voor deze ftad en op het vlakke te komen. Dit was nog by tyds voor de ftormen, donder en blixem, die den 23 en 26 daer op volgden. Onze Kaper Niet verwagt kwam den 6 Auguftus na een kruistogt van 14 dagen in deze haven te rug, hebbende twee ledige Engelfche Koolhaelders genomen, die hy voor 550 pond fterl. gerandfoeneerd heeft Een derden geladen Koolfchip hadt hy genomen en naer Goeree opgezonden, zynde den 3 Auguftus te Ameland binnen gekomen , wordende op 8000 Gl. gefchat. ■ Dezelfde Kaper, tot nu toe onder Kaptein Brown, is vervolgends de Jager genaemd en onder bevel van Kaptein Tnrcq den 6 September uitgezeild. Hy nam een Buisfcheepje, dat voor he'én van de Vriflingers genomen, en nu voor Engelfche reekcning ballaft-fcheeps van Londen naer Dantzig beftemd was om een lading hout te haelen, en zondt hetzelven met nog drie gerantzoeneerden herwaerds op. Dog den 16 September 1 1 ** L ? r > a k n n r3 h is ft is  Vus- MiVc-EN. J ] ) 1 t j 1800 NIEUWE NEDERLANDSCHE is. De fchroom der Lootzen , om groote fchepen in ons zeegat binnen te brengen ïs de waere reden, dat dezelve niet is uitgevoerd. Sandwich was zeer ingenomen met dat plan, en 't zoude waerlyk niet te verwonderen zyn, indien men t'eeniger tyd, 'er eens weder aendagt. Geen Stad der Republiek ligt meer blootgefteld, dan Vliffmgen. De Vyand vleye zig egter niet, dat men hier minder afkeerig van denzelven zy, dart elders. De haet tegens de Engelfchen, en de liefde tot het Vaderland neemen hand voor hand toe. 'Er zyn hier nog twee Kaeprederyen, die om ftryd hun beft doen , om manfchap Ee werven: de eene onder beftier van den Heer van der Woord, die een fchoonen Kotter heeft van 22 ftukken , volkomejn benand ; de anderen onder beftier van den Heer H. Pruifi, die den eerften Kaptein van den NietVerwagt,Th. Brown het bevel overeen botter zou opdragen. De ftemhebbende deelnemingen zyn van ƒ 1000, dog yder kan :ekenen, voor zoo veel hy wil. De Vlisfmjers hebben eeuwen lang in de Kaepvaert litgemunt, en 'er zyn veele redenen, waer>m dat 'werk hier beeter gefchieden kan, Jan elders. Te Veere wil men ook ;en Fregatje uitruilen. ■ Te Zierick- tee heeft men hetzelfde oogmerk met een Loggerfchip, waervoor men hier reeds een iaptein heeft aengenomen. (J.  JAE RBOEKEN, September j 1781. 1801 utrecht. Utrecht. rjTyne Doorlugtige Hoogheid, mitsgaders JTj de Staeten van Utrecht hebben den 18 July, tot behoudenis van de Wildbane , de navolgende ordonnantie op het ftuk van de Jagt beraemd: Art. I. T>at niemand in den geftichte van U U trecht zal mogen jagen ofte vliegen. dan de Heeren Geëligeerden , reprefenterend( den eerften Staat, mitsgaders Prooften en Deca ren der vyf Capittulen , de Heeren Edelen, dif in da Ridderfchappe der welgemelde Provinch worden befchreven, ofte anderzins voor Ridder matig daar inne van ouds zyn erkend, de Heere Schout, Regerende en oud Burgemeefteren, e verdere Raden in de Vroedfchap der Stad U trecht nevens derzelver Secretariffen, de Heeren Schoi ten en Regerende Burgemeefteren der ftede Amersfoort, Rhenen , Wyk te Duurftede e Montfoort, als mede de Kaden in de Vroedfcha én Secretariffen derzelver Steden, de Secretai ▼an Staten, die van de Heeren Edelen en Ridde fchappe, de Heeren Prefiderende en Raden v£ den Hove van Utrecht, de Raad en Rentmeeft Generaal der Domeinen , de Procureur Genera en de vier Maarfchalken dezes Geftichts, neve: den Griffier van den Hove. Des zullen de He ren Schouten, Regenten en Secretariffen der St Amersfoort, op hunne Charges en Ampten jage de, alleenlyk vermogende te Jagen binnen Y quartiervan Eemland, en die van de fteden Rl Ordonnantie•op het '.ftuk van '.de Jagt, 1 1 > 1- n n P is cn:r al is eidnete- Vns. suscen;  ü- XRECHï Ordonnantie oj. het ftuk van de Jagt. • ) :' . i '- i 3 < c 1 V I d n o c 0 d s 1802 NIEUWE NEDERL ANDSCHE nen, Wyk erj Montfoort, niet buiten de Turis•diftievan hunne Steden refpective: En zo veel de Raden en SecretariiTen van gemelde vier Steden betreft, alleenlyk in eigener perfoon, en mits dezelve gene mechanique handwerken of neringen zyn doende. Voorts zullen mogen jagen alle irreprochable Edellieden, die zullen kunnen aantonen ergens in de Ridderfchappe befchreven öf in eenige Adelyke Gedichten opgezworen tè zyn geweeft , en die ten minften den tyd van tien jaren zich in deze Provincie volkomen met Ier woon hebben nedergezet gehad , en Leenmannen dezer Provincie zyn geweeft; als ook de secretaris van het Jagt-Gericht in perfoon. Alles ap poene van veertig caroli guldens , tot twintig tui vers t ftuk, zo tegens de ongequalificeefden ils anderen, tegen deze Ordonnantie jagende, 59 dik en menigwerf dezelven daar op door den -leutenant-Opperboutvefter, of iemand daar toe requalificeerd , bevonden en achterhaald zullen vorden. •nLDat ,gene Uit" of Inheemfche Militairen, ne het ook zouden mogen wezen, eenige Jagc nllen mogen exerceren, zonder alvorens hunne ualificatie, ingevolge van 't bovenftaande Artiuj' te hebben bewezen, op pceae als boven. III. Dat de Lieutenant Opperhoutvefter, noch lleen noch met het Jagtgericht, gene ongequahceerden tot de Jagt by particulier confent zal e™ogen te admitteren, in eeniger manieren. IV. Dat de genen, die eenige Mechanique landwerken of Neringe doen of exerceren, woren gehouden voor ongequalificeerd en niet verlogen te jagen, fchoon dezelve door geboorte I anderfins gequalificeerd mogen wezen. V. Dat alle Riddermatigen , en die gequalifiserd zyn , een Jager, of Weyman te houden , iet meer, dan een Jager zullen houden, wezeni hun eigen broodeetenden Dienaar, actuëlyk en itoos ia hua domicilie, by hen, binnen op d» Voort  JAERBOEKEN, September, 1781. 1803 Voorplaatfe van het huis, ofte ten verfte tween honderd palfen van hetzelve wonende, continue lyk hun koft ert drank genietende, en hun livry dragende, en door hen in 't Dienftbodengeld aangebragt, op pcene van dertig guldens: Echter zullen dezelve buiten dien een enkelen goeden vriend, by hun gelogeerd, mede mogen nemen: welverftaande, dat hier onder niet zal worden begrepen het logeren in Kamers, Herbergen of particuliere Huizen, voor de jagttyd in gebruik genomen ; maar het Domicilium van den gequahficeerde zelf, en zo wanneer hy in perfoon mede op de Jagt gaat; en zullen de gequalificeerden of permiffie hebbende om in eigen perfoon te jagen, alleen mogen jagen met een knecht zonde roer. Ook zullen geen ouders of voogden eemg( jagers voor derzelver kinderen of pupillen moger aangeven, zo lang dezelve by hun inwonen, tei ware dezelven hebben geadimpleerd den ouder dom van zeitien jaren. En zal jaarlyks de jagttyc ingaan met den 15 September en gedurentot det 1. December incluis. VI. En om des te zekerder te zyn, zullen di gequalificeerde tot de exercitie van de Jagt ge houden zyn, den naam van hunnen Weyman c gebooden dienaar jaarlyks en alle jaar op te geve; ter Secretarye van 't Jagtgericht by billet, in d« zer voege, en eigenhandig ondertekend: „ Certificere en verklare ik ondergefchreven „ tot myn jager te hebben aangefteld, gelyk i ,, aanftelle by dezen den perfoon van ti wezende myn eigen broodeetei „ de dienaar, actuëlyk en altoos in myn Domic „ lie, niet verder dan twee honderd palfen vj ,, myne huizinge wonende, continuëlyk mynko „ en drank genietende, myn livry dragende, £ „ door my in 't Dienftbodengeld aangebragt. I „ waarheids oirconde heb ik deze eigenhand „ ondertekend, en met myn cachet bekragtigd „ En zulks veertien dagen of eerder, voor h ope: U- rRECHT* Ordoa. nantie op het {luk van de JagU i t l I f > % t- n ft n n j? ïc ï*.  u- TftECHT Ordonnantieop het ftuk van de Jagt, I i \ ] i \ I i8p4 NIEUWE NEDERUNDSCHE opengaan van de jagttyd, het welke alsdan aldaar zal worden geregiftreerd, en een Billet op Francyn, wegens het Jagtgericht ondertekend,, met expreffie van den haam, geextradeerd worden, welk Billet de Weyman of gebrode Dienaar gehouden zal zyn, ten allen tyde, te vertonen aan alle gequalfficeerden en opzienders van de Jagt, op poene van twaalf caroli guldens ; en dit ieder jaar voor primo September in te leveren od pcenevan dubbele leges; zullende de jagers zo wel als de genen , die op eene acte van ptfmiffie jagen, dezelve by hen hebben te dragen, en dezelve telkens , gerequireerd 'wordende, aan de Schutten vertonen, op poene als voren. VII. Dat de Perfonen, tot de Jagt ongequalificeerd, met zullen hebben of houden eenige lopende Honden , Winden , Spillioenen, Brakken, of eenige andere, ter Jagt geleerd ofte bekwaam; Bevelende den genen, die zulke honden hebben, dezelve binnen zes weken, na de Publicatie dezer, hen kwyt te maken, op pcene van tien caroli guldens, boven de verbeurte van denzelven Hond ofte Honden, die by den Lieutenant-Opperhoutvelter of deszelfs dienaars zullen mogen worden afgenomen, ten ware dezelven, door eenige g°« quahficeerden tot de Jagt, by henlieden in de koft befteed zyn, met voorkennifle van den Lieutenant Opperboutvefter. VII™En ?aI de L,"eutenant Opperboutvefter net aififtentie van den Officier-van de Plaatfe, na voorgaande kenniffe en goedvinden van den terechte, voor zo veel de refpective Steden belangt,) op vehemente fufpicie daar van, moren gaan doen vifitatie in de huizen van den weien, die deze contraveniëren. IX. Dat niemand van wat qualiteit ofte conditie ïyzy, eenig grof Wild, als Harten, Rheën &c. ntgezonderd wilde Swynen , zal mogen jagen, rangen of fchieten, met Honden, Panden, Strikten, Netten, Buffen , Bogen of eenige andere nftru.menten, dan de genen, die by Ons daar toe zul-  jAERBOEKEN, September, 1781. 180$ zullen wezen geprivilegeerd, op de verbeurte van 't gevangen of gefchoten Wild, met alle de Inftrumenten, daar toe gebruikt, Honden, Garens en Panden, en daar en boven noch driehonderd guldens, ofte uit de Gëftichte gebannen te worden , naar gelegenheid van zaken. X. Dat ook niemand, van wat qualiteit of conditie hyzy, en niet tegenftaande eenige Privilegiën ter contrarie, in den befloten tyd, te weten, na den r December tot den 15 September, eenige Hafen, Faifanten, Corhoenderen of Patryfen zal mogen fchieten, ook nooit met .Warrengaren of Strikken vangen ofbefchadigen, het zy het voorn. Wild, het zy Snippen of eenig ander Wild, op poene van de vangft en hunneNetten, Inftrumenten, en noch een boete van Vyftig guldens: Wél verltaande, dat iemand onmagtig zynde de boe.ten te betalen, arbitralyk aan den lyve of anders, naar exigentie van zaken, zal geftraft worden; blyvende echter vrygelaten het vangen van Waterfnippen, met zodanige Netten, als daar toe alleen gefchiktzyn, na bekomene Schriftelykepermisfie van den Lieutenant Opperhoutvester,' als ook het fchieten van wilde Eendvogels door Gequalificeerden, op de piaffen, inden befloten tyd, met gelyke voorgaande permisfie. XI. Dat niemand eenige Konynen zal mogen fretteren, noch eenige Konynneften roven , noch daar naar fchieten, rommelen noch ftommelen, doppen, noch uitdelven, met honden jagen , ofte met panden , kuilen, ofte met eenigerhande garen, ftrikken of netten vangen, dan de Gequa* ïificeerden tot de Jagt, de Eigenaars van de geprivilegeerde warandes, en de genen, die dezelve van dë Staten of Particulieren géhuurd, gepacht of in pandfchap zouden mogen hebben, op verbeurte van 't gevangen Konyn, met alle de inftrumenten, daar toe gebruikt, én daar toe noch een boete van dertig Caroli guldens: Ende omme te voorkomen de al te groote populerjng van de Dddddd zei* Ü- rRECHTó Ordonnantieip het Ordonnantieop het 'luk van ie Jagt.  i8o3 NIEUWE NEDERLANDSCHÈ ü- TRECH1 Ordonnantieop het /tuk vd, de Jagt den refpective wel onder twee gerechten, maar .echter aan den1 anderen vaft, en aan een gele» gen waren, of dat iemand eenige weinige Dui* ven voor plaifir wilde houden, die niet te velde vliegen; doch anders niet, op pcene,dat de Lieutenant Opperhoutvefter de duifhuizen of duiventwoningen op minder land, als voorfz. gefteld, .zal doen demoliëren, ten kofte van den Eigenaar, en dat de Contraventeur daarenboven zal verbeuren eene boete van veertig caroli guldens; Dan zal het den genen^ welke, reeds voor dato dezer Ordonnantie , een duifhuis of duivenwoninge op een quantiteit morgentalen , by de Ordonnantie van den jare 1750. bepaald , hebben gehad, gepermitteerd zyn dezelve te houden en doen verblyven, mits dezelve latende vervallen en niet reparerende , op pcene als voren, ten ware zy, alvorens zulks te doen, meerder morgen lands tot het getal, als hier boven, aankogten. - XVIII. Dat niemand eenige jonge Hazen, noch te jonge Veldhoenderen, ofte oude, die van ee'nige Klemmevogels bevlogen ofte bejaagd worden, op het verzet zal mogen opnemen, op pcene van veertig caroli guldens. XIX. Of iemand eenige Hazen , Konynen en ander wild, onwetende gevangen hadde, te weten met rapen , garft of ander koorn te maaijen, zal gehouden wezen alzulks binnen vier en twintig uuren aan te brengen, aan handen van den Lieutenant Opperhoutvefter of zyn bediende , ofte aan den Maarfchalk, of Officier van de plaatfe, mits dat dezelve aan den Lieutenant Opperhoutvefter ten fpoedigften zullen hebben kenniffe te geven, ofte indien hetzelve niet gekweft en is, te laten lopen. XX. Dat niemand op eenen dag meerder, dan drie Hazen en vier koppel Patryfen zal mogen, vangen, ofte uit het Veld dragen, op pcene van der-  JAERBOEKEN, Septemher, 1781. ï8oj> dertig guldens,- en niet op Zon-of Bededagen, op gelyke pcene, te Veld gaan. XXI. Noch zal iemand, op de verbeurte van gelyke pcene , mogen jagen, nochte eenig wild vangen, zo wanneer fneeuw of ys ligt. XXII. Dat alle Honden, inde Steden, of ten platten Lande wordende gehouden, ter behoorly . ker tyd van den worm gefneden zullen moeten worden, op de verbeurte van vier guldens op ieder Hond. XXIII. Dat gene Huisluiden, ten platten Lande, Honden zullen mogen houden, ten zy de Lieutenant Opperhoutvefter die Honden keurzaam bevindt, ten Huize of Hofftede te balfen en te bewaren, en dat dezelve Honden bepoot zyn , of een flependen knuppel geftadig aan den hals hebben hangen, op de verbeurte van vier caroli guldens, telken reize, als de Honden zonder knuppel aan den hals zullen worden bevonden; hoedanige knuppel de Honden van de Schaapherders ook zullen moeten hebben, en zullen de Schaapherders hunne Honden aan een leids of ketting moeften vafthouden, wanneer zy op het Veld of op de Heide zyn. Alles op gelyke pcene; doch zullen de Schaapherders hunne Honden mogen laten los lopen op 's Heeren wegen , om hunne Schapen aan te dry ven, gelyk ook wanneer op 't Veld, of op de Heide , de Schapen zonder dat zouden kunnen lopen in eenig Koorn of Boflchen: Ook zullen de Honden, by Kooylieden in deVogelkooyen worden gebruikt, van de flepende knuppels geeximeerd wezen, van den 1 September tot den laatften Maart incluis. XXIV. Dat allen en een iegelyk gehouden zullen zyn, niet alleen hun Hond of Honden, die zy weten van een dollen Hond gebeten te zyn, zon. der dralen, dood te flaan, op pcene, dat de genen, die kunnen overtuigd worden hier inne nattig te zyn gewcaft, zullen verbeuren eene hoe> Dddddd 3 te rUECHT. Ordonnantieop het fyuk van ie Jagt.  i8ro NIEUWE NEDERLANDSCHE ü- TRECHT. Ordonnantieop het ftuk van de Jagt. \ j \ 3 ( \ 1 1 \ 3 c s c te van twaalf guldens, ten behoeve van den Officier, die de Calange doen zal, en den Aanbrenger, ieder de helft: Maar ook buiten dien, en zonder vaft te weten, of hunne Honden gebeten zyn, zullen zy, zo ras zy ter eeniger tyd daaraan gewaar worden eene merkelyke verandering, zo van droefgeeftigheid, als andere, die in bedenken zoude kunnen doen komen, dat die Honden doltieid onder de leden hebben, en vooral wanneer zy waterfchuw zyn, zulke Honden moeten dood laan , op pcene als boven. XX.V. Wordende omtrent de Honden, die Dol zynde, langs de wegen lopen, elk een, die het eerlte zodanigen Hond verneemt, mede by dezen ?p het ernftigfte gelaft, denzeivenj te vervolgen, en le andere mede Opgezetenen, |zo van hetzelfde terecht, als van een naburig, waar naar toe die tiond gelopen is, te waarfchuwen, en alle gezarienlyk malkanderen behulpzaam te zyn, en niet if te laten, voor dat zodanige Hond is dood gelagen. b XXVI. Dat gene Honden anders, dan met een lepende Knuppel, langs de wegen zullen mogen os lopen, zonder dat de Meefter of iemand van iet huif gezin daarby is, op pcene, van te verbeuen eene boete van vier gulden. Onverminderd het geen omtrent het houden van ionden by Huislieden en Schaapherders hier voor Art. 23. is geftatueerd. XXVII. Dat gene zodanigen, die ten platten Lanle eenige bedehnge van de Diaconie of Armbefor;ers genieten, een Hond of Honden zullen mogen louden, op pcene van vervallen te zyn van de jedeehng, tot dien tyd genoten. XX VIII. En ter betere executie van al het zel'e, worden de Schouten ten Platten Lande dezer 'rovincie mits dezen gelaft, of zei ven, of door ie van den Gerechteen den Bode van hun diftriét, an al het bovenftaande de hand te houden, en nder anderen acht te geven, dat gene Bedeeling ge.  JAERBOEKEN, September, 1781. *t*| Si„ci"m"3fby toe gelaft, ton. Di=,S, ieder in zyn quartier, van tyd tot tyd rond te zenden" om zich omtrent het lopen van dolleHonzenden , um * f d onurent mdien zo- SiS cSSÏÏS^wotto, het bovenftaan^ fn?dfachtervol2d, en om buiten dien op het £ Cen v^HoX, langs de wegen zonder MeeE acht te geven, en daar omtrent te h-n- delXDXlX En wordt" r/dize'wel espreilelyk ge x a vTp? Vevhod van in eenige Rivieren o: w°7ePCn ïcfeïenaamd?doode Beeften of Kren Watef vlPrneng bv vorige Ordonnantiën cn Pla Sn gedaan " zoadat nif mand een Hond di a 1 J daar van verdagt zynde, is dood gefla o^eenigen anderen SHond, in wat geval he g?' fn het water zal mogen werpen: maar di %1l welke een Hond zal hebben dood geifc leT^ok denzelven zal moeten begraven, twe foTt'diep o^er de aarde, op pcene vat, vy g T \S, de eenen, die hier van zullen blyve •6 ;Phr?ke te verbeuren ten behoeve van de gffiS die de calange zal komen te doen, e ^^^c&ïfö^, Gequali ceerden en die permiffie zullen hebben, omme SndKIl worden! ef zuUen daar en boven Dddjadu 4- ' 3- rRECHT. Ordon- mntie ip het Huk van de Jagt. t e e 1nn n 1- re :1r- ' e- te it». 3y 10- b- ks ;eri-  TR.ECH1 Ordonnantieop het ftuk van 4* Jagt. \ \ 1 < i ] 3 I T f z ti v v; v i et * 0 ra fe $ nH NIEUWE NEDERLANDSCHE •K^S.'80 binBen den tyA van drieJaren ««KJ!" i)atPDgeq«al'ficeerden nimmer, en Gequalificeerden m den beflooten tyd, niet zuUen 3;;^ ff*** meteenigrHonS om Wolr of Vos te vangen, dan met preadvertentie en fpeciaal confent van den Lieutenant Opperhoutvefter, en by deszelfs attentie,™ den oudften prefenten Raad, op pcene van dertie Ca rol, gulden,: O-* zullen mede die WeiluS afs aan gehouden zyn hunne kleine Honden gekon! 3eld te houden tot de plaatfen, daar een Vos zvn kndplaats heeft, de Jagt aldaar verricht zvnde vederom de kleine Honden in te fchrefdenIr op e koppelen en alzo "geweilyk te vertrekken naa? jen ander Boschje. Randplaats of naar huls- En 'Uilen ook de Huislieden Iten Platten Landen ge" .ouden zyn by zo verre eenige Vosfen on hun ne \kkeren of Landeryen bevonden worden iongen re .ebben ,n de aarde dezelven uit te delven ITuit e graven, op pcene van dertig Caroli gufdens :onder preadvertentie en kenniffe, als boven ee\ge Honden mogen dresfeeren of doen dreffe- ■ XXXII. Dat tot het vangen van Wolven en P ien geen anderen, ten waare met fpeciaal con•nt van den Lieutenant Opperhoutvefter, zullen rj^Rc?erd> da"de Jasers van deGerech- £• s lde df Scbucten van de° «out- -itcr, alle welken dezelven, leverende in handen in onzen Lieutenant Opperhoutvefter, zu'len entingen en gemeten, voor ieder ouden Wolf ,zvn. ? een Keu, de fomma van eenhonderd guldens i voor eene oude Teef, eenhonderd twintig guVm en voor een Jongen Wolf, twee en dertig ldens, te betalen by den Rentmeefter Gen"31 van de Domeinen: Voor ieder ouden Vos ■ yaroli guldens, en voor ieder Jongen Vos! de moeder gevangen, en geene uitloopendê 'ffen zynde, twee Caroli guldens, waar van de een?  JAERBOEKEN, Septemhev, Tt%i. 1813 eeDf helft zal worden betaald by den Rentmeefter voorfchreven , en de andere helft by die van den Gerechte, waar onder dezelve Vollen zullen worden gevangen, mits overbrengende wettehke ver klaring en bewys, dat de voorfz. Wolven en Vosfen in dezen Geftiehte gevangen of gekregen zyn, en niet daar buiten. En om daar,van des te meer verzekerd te zyn, zullen dezelve Wolven of Vosfen eerft worden geleverd in handen van onzen Lientenant Opperhoutvefter, die zich daar op zal informeren, en alzo waarachtig bevonden zynde, zullen de voorfz. perfonen, invoegen als boven, dien aangaande worden betaald, en daar na, de voorfz. Wolven en Voflen aan 't Jagtgericht geleverd zynde, zal men de zeiven, inprefentievat onzen Lieutenant Opperhoutvefter of zyn Subitituit en onzen Deurwaarder, het vel afftropen om daar van, naar goedvinden van den Lieute riant Opperhoutvefter, te worden gedisponeerd en tot vernietiging van het ongedierte wordt be loofd. voor ieder Mater of Flowyn, eene gul den, en voor ieder Valk, Arend, Elfebufch o groote Klemme, fes ftuivers, by den Rentmeefte der Domeinen te ontvangen. XXXIII. Dat voorts niemand, dan met zynei gen Honden , zal mogen Jagen, ook met pe Compagnie met anderen, of gefpannen Jagt ot ge leende Honden, op pcene van dertig Caroli gu. dens, by ieder Eigenaar der honden te verbeurer blvvende de geen, die Jagende bevonden wordt of wiens honden bekend zyn,ook geobhgeerdvoc de boetens van den abfenten of onbekende eig< naar of eigenaars; Dat mede niemand, op gelyl pcene, eenige Hazewinden of Honden per Con pagniezal mogen houden: En worden niet verltai per Compagnie met anderen te Jagen, wanneer t geval twee of meer gequalificeerde Heeren tn den anderen IJagen; ook niet voor gefpannen Jai te houden, wanneer een van Dezelven by den ai deren een koppel winden bragt uit liefhebberyi Dddddd 5 0 Ü, l'RECHTa Ordonnantieop het ftuk van de Jagt, r r 1 9 r e 1- ;U y 1■*  U- TRECHT Ordonnantieop het puk var, de Jagt c z v (1 t 1814 NIEUWE NEDERLANDSCHE om te proberen, mits niet transgedierende het 20 , Articul dezer Ordonnantie. Wordende verders verftaan, dat voorts niemand zal mogen Jagen met Brakken en Windhonden zamen, noch met ihap. haan en Windhonden te gelyk, en met niet meer dan vier of vyf Windhonden, op pcenevoo-fchreven van dertig Caroli guldens* XXXIV. Indien eeaig Wild door eenige LandJuiden, Ongequalificeerde ofte Uitheemfche perfonen, gene ordinaire Schippers of Voerluiden zynde, heimelyk ofte in 't openbaar, word ingebragt zullen degenen, die het wild alzo inbrengen, hetzelve (voor allen) den Lieutenant Opperhoutvester , ofte den Officier van de Stad en Steden moeten prefenteren, en zo zy zich niet weten té verdedigen, als gerechtelyk gevangen , of waar van daan komt, zullen zy verbeuren een boete vm dertig guldens, en zal de aanbrenger dat wild tebj^n' en een derde part van dezelve boete. XXXV. Dat gene voorkopers in deze Provinüe eenige hazen, patryzen of ander wild zullen nogen opkopen, om hetzelve buiten deze Provincie te verbrengen, op pcene van twintig caroli juldens, ö XXXVI. Datgene voorkopers binnen Utrecht :n in andere Steden wonende, eenige hazen, veldïoenderen, noch eenig ander wild, in den befloen tyd zullen mogen kopen of verkopen, ofte laar mede voorftaan , om te verkopen, op de 'erbeurte van 't Wild, en daar en boven twaalf ;uldens voor ieder haas of koppel patryzen ■ dat oorts m den open Jagttyd dezelve, des gerèquieerd wordende, gehouden zullen zyn te verklaen, van wie dezelven het wild hebben ingekogt p pcene als voren. XXXVII. Dat gene uitheemfchen in 't Sticht uilen mogen jagen, vliegen , nochte eenig wei'erk exerceren, op de verbeurte van hunne honen, vogels, netten, garens en hunne inftrumen:n, ende op pcene van feRjg caroli guldens, voor de  JAERBOEKEN, September, 1781. 1815 de eerfte reize, en daar na geftraft te worden naar gelegenheid van zaken. . .. XXXVIII. Ende of iemand zoude willen allegeren. in het Sticht geboren of gegoed te zyn , die nochtans daar buiten rendeert, alwaar men de Ueprivilegeerde defes Sticht»niet wilde gedogen,dat dezelve in dit Sdcht niet en zullen mogen jagen, vliegen, fchieten of vangen, op de verbeurte van hunne honden , vogels , buïjen , bogen jn alh Weimans inftrumenten, en daar en boven noc vervallen te zyn in een boete van feftig carol guldens^ ^ verflaan iernand doo 'tfankopen van eenig Huis, Hofftede Heerly heid ofte Canonifye, fchoon genomen hy perfone lyk in de Provincie woont of relideert, tot d Jagt te worden gequalificeerd. XL. Ende indien iemand ongequahficeerd een ge Fretten hadde, zal gehouden wezen die te 1( veren in handen van den Lieutenant Opperhou vetter, die hem tot redelykheid daar voor zal b( talen zonder die anderzins te mogen aheneret verkopen of weg geven, op pene van twinti raroli euldens. XLI Dat niemand zal mogen eenige eijeren vt Faizanten , Korhoenders of Patryzen opnemer noch dezelve door hoenders laten ""broden c de ftraffe van veertig caroli guldens , telken re ze: en of zulks by kinderen gedaan wierde, zal pcene hunne ouders, of den genen, die hen al mentoren, afgenomen worden. . XLII. Of iemand vonde of witte eenige neft< van Failanten, Kor-of Berghoenderen, of Patr lln met eiieren of jongen, zal die laten onbeich d gd S onberoofd, latende de heide daar neft in ftaan; twee roeden in 't rond ongefchend 0 bloot, óngemaaid of ongeplukt, op pcene van vee caroligguldens; en zo zulks by kinderen SLden wordt gedaan te wezen, zal dc boe TRECHT. Ordonnantieop het ftuk van de Jagt. 1 E r 2 y g n \$ P i- le i- :n fa:nir retein-  u- TRECH1 Ordonnantieop het puk vm de Jagt. i i I t t h k D g O ti ir o h ei d< m df lei er in: 18i6 NIEUWE NEDERLANDSCHE hunnen ouderen, ofte die hen voeden,afgenomen XLI1I. Ende om voor te komen, dat onder pretext van kievits of andere eijeren te zoeken, de neften van patryzen en ander vliegend wild, met werden gehoord, en de eijeren daar van be^ iroofd, zo wordt by dezen verboden , eenige kievits, maarlen , wulpen of anderen vogelen eiieren te beroven, daar na te zoeken, of die te verkopen na primo May, op een boete van twaalf caro- 1 guldens te verbeuren, zo wel hy den koper,als den genen , die dezelven geftoord, gekogt of perkogc zullen hebben. s s r XLIV. Gelyk ook ver ftaan word , dat in alle oontraventien van dezen Placate, de ouders voor Junne kinderen en de meefters voor hunne Dimft! oden zullen wezen convenibel en executabel, ten y zich met eede konden purgeren, direft of in- * de Jagt; edoch met geen honden, fleep mee ppen of bellen, of ook met andere oniSoSJ? 2 netten, dan met een fteekgaren alleen, en niet a zonnenondergang, op po?ne van dertig Caroli aldens boven de honden en garen te vefbe^rerï F«r7 u niemand ee["'ge van de voorfchreve F andere verbodene netten, ook gene ftrikken rasfeo, _ fchilden ofte eenige fchrfbber s Inft£-' enten, ,n huis of op den weg zal mogen hebben * met vermogen te herbergen eenige Weimans' iftrumenten, dan alleenlyk het gevangen WM , de Honden van een gequalificeef de tof de )ch mus dezelve honden geknuppeld en des chts vaftgelegd worden; en wie zulks bevnn n wordt te hebben, of herbergê^zal 3un een boete van dertig Caroli gul Jent, S boven verbeuren de voorfz. vefboden netten en Irumenten : En wordt de Ueutenant-OppeS velter  JAÉRBOEKEN, September, 1781- vefter geauthorifeerd, als by Articul 8. hier vet reMevnd'Dat niemand eenige Zwanen-Nellen zal mogen beroven, pennen fteeken of anderszins de( Zwanen-nellen beschadigen, op pcene vat, vyft g Caroli guldens, en voorts arbitralyk geftraft tej WXLvilI. Dat niemand eenige Vogelkoijen zaL mogen beroven, ttoren, noch omtrent de Konen, SS die te befchadigen, met buffert fchieten binnen de twee ftionderd roeden, op pcene van de nuffen, ende noch te verbeuren feftig Caroh guldens: Des zal voortaan niemand eenige K01 en vermogen te maken, anders dan met ons preallabel confent, en wordt de Koijluiden gepermitteerd dezelven af te baken. . .. . XLIX. Dat niemand eenige Vogelkoijen , pi andere publicque of particuliere Wateren en Vis< fcheryen, zal vermogen te infecteren, vergiftiger of andere praélycquen gebruiken, om de Vogel: ofte Viffchen te vernielen, ofte vergeven, oj pcene van tagtig Caroli guldens , en arbitralyl eeftraft te worden naar gelegenheid van zaken, ei daar en boven den Eigenaar zyn fchade vergoe dCL Dat niemand eenige Beeften, hoe genaamd 't zv ïong of oud, zai mogen dry ven of laten dry ven, om te weiden in eenige Bosfchen, Houten c Wilderniffen dezer Provincie, od pcene van ée: gulden op ieder Beeft, daar na dubbel, en voort arbitrale correctie. . LI. Dat ook niemand eenig Hout, Rys, Sta wels of wortelen, grof of fmal, groene o. dorre nochte ook eenige Plaggen, uit eemge Bostchen Wildernisfrn of Heereweegen , houwen , atbn ken ui:;>raven, wegdragen of verbrengen mag zonder fchriftelyk fpeciaal confent van de Heere Gedeputeerden van de Staten, of ook van d< Rentmeefter van de Domeinen, op pcene van tn Caroli guldens, boven het verval van 't hout f U recht. )rdonantiep het }uk van le 3agt. 1 i 1 » f 1 s » » n n :n :n ie  ü- TREcrn Ordori' wantte op het ftuk vat, de Jagt, i 1 1 i c 1 \ n d t v b v d; at bi w de ce ar 1818 NIEUWE NEDERLANDSCHE de wagen en paarden, 't zy eigen of geleend, met •.welke hec hout wordt weg gehaald. 1 LIL Dat ook niemand eenige Eikelen of Loten plukken of doen plukken, of daar uit halen zal mogen, buiten fchriftelyk confent, als voren op pcene van fes Caroli guldens voor de eérüe reize. 116 LUI. Verbiedende mede een iegelvk. eemVirrnpn ftaande Hout, als Eiken, Berken, BeukS f Elfen of diergelyke wasfende en opgaande Hout. in Plantagien van Particulieren te houwen of doen houwen, buiten weten en kenniffe van den Eigenaar; en die contrarie doen, zullen boven de reftitutie yan het afgehouwen hout, en de fchadevan len Eigenaar, voor de eerfte reize verbeuren :wintig Caroli guldens, en de tweede reize honerd guldens. Alles boven de verbeurte de Inftrumenten, wagens, paarden, karren of fchuiZ'. v zy„lu,den daar t°e gebezigd zullen heb)en; En zullen daar en boven, naar de qualiteit -an het fait arbitralyk geftraft en gecorrigeerd vorden, en de onvermogende, om dè voorfz^S ie te beta en, aan den lyve geftraft worden. AS Verbiedende mede alle Icgezetenen van e Stad, Steden en Landen van Utrecht, zo Miitairen als anderen, ongequalificeerd zynde, met uurroeren, fnaphanen of andere diergelyke roers utsgaders met kluitbogen te fchiefen, of S lergelyke fchietgereedfchap zich buiten de Poorin, of m de Velden, of op de Wegen te beae en, ten waren reizende Perfonen, die ook vlr." oden wordt te fchieten naar eenig gedierte of s>e 3gelte: En zo wie bevonden wofdfcontrade £." tan te hebben, zal verbeuren zyn Roer, Boge of ider diergelyke inftrumenten, die hy by z°?h is ibbende, en het wild of gevogelte, dat hv hem ardt bevonden, en daar en boven een boete van «ig Caroli guldens, en de koften va» den Prosfe; welke onkosten, zo in deze, als „lede in dere excesfen van dezen Pjacate, altyd by de  JAERBOEKEN', September, 1781. 1819 de fuccumberende Overtreeders zullen worden be-1 taald. . ■ LV. Iemand , om redenen , fpeciale Acte van permiffie van zyne Hoogheid verkregen hebbende,<■ zal de gemelde ASe zonder effect, zyn, zo lange? dezelve by den Secretaris van de Houtvefterye< niet geregiftreerd, en den Lieutenant Opperhout-7 vefter daar van behoorlyke kenniffe gegeven is, en 1 zullen diegene, dewelke zodanige permiffie verkregen hebben, boven de Jura van de Secretarye, telkens by de regiftrature, in handen van den Secretaris betalen een fomme van twee ducaten,voor de permiffie om in perfoon te mogen jagen; vier ducaten, met een Jager; doch die niet zonder zynen meefter mag jagen; en fes ducaten, wanneer dezelve met of door een gebroden Dienaar zal mogen de Jagt. exerceren; en voor die genen, die in andere Provinciën gedomicilieerd , in deze gene Landgoederen zyn bezittende, zullen de voorfz. Leges zyn. voor de permiffie , om in perfoon te mogen jagen, drie ducaten; fes ducaten, met een Jager; doch die niet zonder zynen meefter mag jagen; en twaalf ducaten, jagende met of dooreen gebroden Dienaar; welke penningen zullen worden gebruikt door den Luitenant Opperhoutvefter tot betalinge van ten minfien vier Schutten, van welke penningen jaarlyks door den Secretaris van het jagtgericht reekenfchap zal worden gedaan ; en zullen zodanige permiffien moeten worden vertoond voor primo September ieder jaar, op pcene van dubbele jura voorden Secretaris der Houtvefterye, ten ware dat door den datum van de permiffie bleek, zulks onmogelyk te zyn geweeft; En zullen daar en boven gehouden zyn aan den Secretaris te doen blyken, dat zodanige Jagers in het Dienftbodengeld zyn aangegeven, en gevende,ten aanzien van hunne Jagers, een Declaiatoir, als by het fesde Articul is geftatueerd. LVI. En zullen de gene, die afte van permiffie, invoegen voorfchreven, verkregen hebben , als me J- 'RECHT. )rdoft' ■antie p het tuk van le Jagt.  Ü- 1RECGT. Ordon nantie op het ftuk van de Jagt. I ] < t t i I i « g b t I c 1 c 1] r r i 1810 NIEUWE NÈDERLANDSCHÈ medede Geqnalificeerden, niet vermogen omtrent een Ridderhofftede van een Gequalificeerden tot de Jagt, nader te komen jagen of fchieten dan op twee honderd roeden , en op vyfentwititig roe* den uit alle befloten Tuinen en van alle Hoffte* den, Bergen, Schuuren en Duifhuizen, op pcene van veertig caroli guldens; Als ook niet binnen gefchoffelde en gehcrkte paden, mits dezelve aarj ;en Heerehofftede annex zyn, en tuffchen dezelve geen Wei of Bouwland is gelegen , dezelve 3uitenplaats geen groöter terrein , dan ten hoogten veertig morgen beflaande, en door dezelve ;een publicque wegen pafferen , en zal het den Jezitteren vryftaan van de Ridderhof lieden, geluahficeerd om te mogen jagen en vliegen, de wee honderd roeden met palen te doen afzeten, op dat daar door vele difputen weggenomen riogen worden, gelyk mede alle Riddermatige 'erfonen met hare Hoflieden , digter dan twee onderd roeden by den anderen gelegen, malkaneren in alle vriendfchap zullen moeten verdraen: En zal ook niemand door eenige Koorn of ezaaide Landen, tot fchade van de eigenaars ïogen lopen, op gelyke pcene van veertig gul' LV1I. Dat mede niemand, permiffie als voren ebbende, zal vermogen te fchieten het geen in e voorgaande Articulen van dezen Placate fpeciafk is verboden, op de verbeurte, als by ieder van ezelve is geftatueerd. LV1II. En zo wie bevonden Wordt zyne Acte an permiffie, of dezen Placate, overtreden te ebben, zullen vervallen van hunne verkrege perriffie, en in een jaar daar na geen Aüe van perïiffie mogen bekomen, en niet te min vervallen i een boete van dertig guldens-  JAERBOEKÉN, September, 1781. lft« LlX. Dat mede by dezen geauthorifeeqd worden, nevens den Lieutenant Opperhoutvefter, zyne Subitjturen en verdere bedienden van de Jagt, alle andere gequalificeerde perfonen tot de Jagt,de Schouten en hunne Subltituiten; Item de Secretariffen en Bodens van de refpective Gerechten, en de Dienaars van de Maarfchalken, mitsgaders alle anderen in den Eed of Bedieningen zynde van de Sraten, Stad, Steden en Landen of Dorpen van de Provincie van Utrecht , omme de Overtreders van dezen Placate te boeten , en aan den Lieute» nant Opperhoutvefter aan te brengen, ende zo hy zulks begeert, zal genieten een derde part van de boete. LX. Wel verftaande, dat Diemandvan de voorfz. Perfonen over de voorfz. exceffen en boeten zal mogen compoferen, op poene van veertig guldens, boven 't geoe zy by compolïtie genoten óf bedongen hebben , en ook arbitralyk geftraft te worden, naer gelegenheid van zaken/' LXï. Alle de voorfchreve boeten zullen komen privativelyk aan onzen Lieutenant Opperhoutvester voor de twee derde parten, en aan den Aanbrenger voor het refterende derde part, by aldien buiten zyne bedieninge is. LXII. Dat alle voornoemde beëedigde Perfonen in hunne beboeting zullen worden geloofd, en daar op recht gedaan , ten ware de gecalangeerde wettige reproches daar tegens hadde, ofte dat aan den Rechter, door andere middelen ofte preuven, het contrarie kwam te blyken; zullende geen eed van een beboete tegens die van de Schutten worden aangenomen, ten zy gemunieerd met andere preuves en prefurtien. uLXIIl. De Maarfchalken en alle Officieren , Scouten en Gerechtsluiden van de Steden en Plattetn^ande, zullen gehouden zyn den Lieutenant Opperhoutvefter te adfifteren in het arrefteren, de boeten te executeren, als mede in de vordere adminiftratie of exeeutie van deze Ordonnantie. Eeeeee LXIV. Ü- trecht;* Ordott' nant ie op het Huk van de Jagh  U- TRECHT Ordonnantieop het ftuk van de Jagt. [8a2 NIEUWE NEDERLANDSCHE LXIV. Indien iemand, 'c zy Edel of Onedel, de dienaars van de Houtvefterye of anderen, hebbende bevel van den LieuteDant Opperhoutvefter, en in hunne functie verferende, dreigde, kwalyk toefprake ofte floeg , zal telken reize, boven de boete van 't Exces,noch verbeuren dertig guldens, en zal niet te min by den Lieutenant Opperboutvefter tegen zulken worden geprocedeerd tot 'arbitrale correctie, naar gelegenheid van de misdaad. LXV. Item, zullen alle boeten , by deze Ordonnantie geftatueerd, over de fauten en excesfen, op Zondagen en Bededagen, mitsgaders na Zonnenondergang gepleegd wordende , dubbel zyn. LXVI. Dat de ftropers, die onvermogende zyn de boeten, daar tegen by de Ordonnantie geftatueerd, te betalen, met eenige dagen op water en brood , of een confinement, uiterlyk van een a twee jaren, naar exigentievan zaken, zullen worden geftraft. ;' , . , LXVII. En om dezelven des te beter te ontdekken, zullen niet alleen de Oppaffers en Bedienden van de Jagt en verdere Geauthorifeerden tot de beboeting en aanbrenging , als by de Ordonnantie op de jagt, maar ook alle andere perfonen buiten, hen, voor ieder ftroper of overtreder dezer Ordonnantie , dien zy komen aan te brengen, zo dat dezelve van zyne ftroperye of overtredinge werde overtuigd, boven de portie in de geftelde boetens, daar voor genieten eene premie van vyf en twintig guldens, by den Lande te betalen; mits de boete, door gemelde contraventie geincurreerd, niet minder bedrage, dan eene fomme van dertig gulclcns* LXVIII. Wordende ook teffens by dezen geautorifeerd de Vigiiateurs, met hunne oppaffers én bedienden van 's Land middelen, tot het aanbrengen aan den Lieutenant Opperhoutvefter of zyne Bedienden, van het Wild, het welke zy zullen bevinden door fuspecle perlonen, (tiamelyk zulke, d'e kun-  JAERBOEKEN, September, 1781. 1823 kunnen verdacht zyn, buiten eenige qualificatie, te hebben gejaagd, of anders geftroopc, of zich' met 'het opkopen van Wild ophouden, ) aan de Polièrders en Voorkopers gefteld of geleverd te zyn; als mede de Oppaffers aan de Poorten, wanneer die bevinden zullen door zodanige fuspette perfonen, voornamelyk in den befloten Jagttyd,j eenig Wild door de Poorten van Stad en Steden ingebragt te worden, zullende alle dezelven mede daar voor genieten, boven de gewone portie in de boete, eene premie van vyf en twintig guldens, zo en in diervoege, als in 't vorige Articul is ge> ftatuecrd. ,. _ LXIX. Ordonnerende, dat de Lieutenant Opperhoutvester alle overtreders van deze Ordonnantie, zonder onderfcheid, van wat qualiteit, charge of employ dezelve zyn, 't zy in Militie of elders, zal calangeren en te recht ftellen, alleen voor ons Jagtgericht. en tegens dezelven, ter caufe van al zulke exceffen en delicten , op de Jagt en by occafie van dien gepleegd, zodanige eisfehen, con clufien, \'t zy "civil of crimineel, mogen en moeten doen en nemen, als de zaak zal vereiffchén; Welk Jagtgericht daar op fommierlyk zal rechi doen en disponeren, als mogelyk wezen zal, zon dat daar over zal mogen worden gecompofeerd dan ten overftaan van de Gecommitteerden vanon: voorf. Jagtgericht, op verbeurte van vyftig gul dens, boven het geen by compofitie mogte we zen bedongen, en dat ten profyte van den Lande en indien het exces of delict mogte wezen crimi neel, zal by ons Jagtgericht authorifatie wor-ei verleend op den Procureur Generaal dezer Provin cie, ofte op de Officieren van de refpeéHve Steden om tegers de Delinquantea het recht van dei Lnnde te bewaren; ende zal de Lieutenant Opper houtvefter alle Actiën, die niet crimineel zyn, bin nen em Jair en dag gehouden zyn te inftituüren. LXX. Dat mede de Lieutenant Opperhoutftc alle Uitheemfche Perfonen, komende uit een ar Eeeeee a t« Ll- rRECHT. Ordonnantieip het 'hik van de Jagt. t » 1 » \ r  18*1. NIEUWE NEDERLANDSCHE U- TRECHT Ordon-] namis op het ftuk van 4e Jagt,, i 1 i e ( % i \ f | ij F d h d ü o, Sj di V( ... A dere Provincie alhier jagen of fchieten, ook de Inlandfche eenlopende gezellen, ofte Soldaten, ook anderen»» die in deze Provincie geen goederen lebben, en dezen Placate contraveniëren, zal mogen in Arreft doen nemen en op de Gyzelkamer of andere Bewaarplaatzen doen brengen, tot verzekeringe van zyne boeten en koften, of anderzins dezelven arbitralyk doen ftraffen, naar gelegenheid van zaken. LXXh En vermits Ons voorgekomen is, dat le ftroperyen meeftendeels gefchieden binnen den lefloten tyd, en door Weiïuiden, die niet meer n dienft zyn, zal dien volgende geen Weiman, na xpiratie van den Jagttyd, eenig Weiwerk, by de )rdonnantie gepermitteerd, mogen exerceren, ten ;y hy alvorens by het Jagtgericht voor Weiman angegeven zy, op de boeten en pcenaliteiten by de Ordonnantie geftatueerd jegens de genen , die in efloten tyd komen te jagen. LXXI1. En zal voorts alle Overtreders dezes oor ons Jagtgerigt, tegens den eerften Donderag in ieder drie Maanden, des morgeus ten neen uuren, doen citeren: we'k Jagtgericht als dan aar toe exp"es zal vergaderen, en, ten dage dieende, de zaken, na verhoor van Partyen, de lano afdoen; en zullen de genen, die perfonelyk eciteerd zyn en niet compareren, op het eerfte efault, by provifie worden gecocdemneerd: Doch e Citatie niet perfonelyk gedaan zynde, zal op et tweede default eeaft gedisponeerd worden, zoner dat de Lieutenant Opperhoutvefter de Arreen, apprenenfien en executien elders dan voor is Jagtgerichc zal behoeven te verantwoorden. LXXIlI. En word met deze verftaan, datinen iemand te gelyk kwam te pecceren tegenson:rfcheide Articulen van deze Ordonnantie, hy irvallen zal zyn in de boeten, by ieder Articul ■ftatueerd. LXXïV. Derogerende hier mede alle voorgaan? Ordonnantiën en Placaten, op de Jagt gtëma-  JAERBOEKENj September, 1781. 1825 neerd, en behoudende aan ons de Ampliatie en Alteratie van dien. ; Ende op dat niemand ignorantie hier van pretendere, zal deze Ordonnantie worden gepublibeerd en geaffigeerd naar behoren. : Aldus gedaan en gearrefteerd t'ütrecht den 18 julius 178I. Was geparapheerd ^ ^ vQ^ Tuffchen de Regeerders dezer Stad er die van Haerlem is overeengekomen, on een Reglement of Vragtlyft voor de mark fchippers vaft te ftellen, welken wy hier vo ren uit Haerlem hebben medegedeeld. De Vroedfchap dezer Sad heeft den 6 Au ffuftus 1781 een befluit genomen raekended Appelmeeters, Appelrapers en Vrydrager van appelen, peeren, en andere boomvrmj ten, zynde den 1 dezer maend afgekondigc en van dezen inhoud. Maandag den 6 Auguftus 1781. Gehoord het Rapport van de Heeren Gecon mitteerden tot de Appelmeeters, op de K cmefte den 9 Oclober 1780 geprefenteerd by < Appelrapers en Vry dragers van Appelen Peeren < andere Bootnvrugten, dewelke alhier gebracht 1 van hier naar elders met Schepen en Schuiten wo den vervoerd, verftaat de Vroedfchap, dat voc taan als van ouds de aangeftelde Appelmeeters Appelrapers, de lofle Appelen en andere Fruit daar onder behorende, van de Schepen en Srhi ten alleen zullen bewerken, buiten de Houtfch den ten waere datter -meer werk waare als zy kun Verwerken wanneer de Houtfchildcnhen zullen : filteeren. , Eeeeee3 J 0- TRECHT drdonitxntieop het Buk van de Jagt. 1 L S s tl :n :n rrJB;n *. iU ne is- la  U- trecht; Ref. we gens de appelmeeters j appeldragers s enz.. < ifcas NIEUWE NEDERLANDSCBE r^S?^WOrdt wel «P"*felyk verboden aan alle Hout.ïchilden, omme ongeroepen in het Werk der iup- E5« ,1 m iïe Vallen' op P°ene van VÜOT de eertie .reize te zullen verbeuren drie Gulden, en voorde tweede reize fes Gulden, ten behoeve van de Aal! moeirenierskamer; alles boven de reftitutie der verdiende Arbeidsloonen; wordende hier mede de voornoemde Appelmeeters en Appelrapers alken gequafificeerd, omme de Houtfchilden, ingeval van te veel werk, tot hunne affiftentie in te roepen- Verftaande de Vroedfchap voords, dat de aangeftelde Appelmeeters en Appelrapers alleen, alle Appelen, Peeren Nooten, Pruymen, Karffen, en dergelyke welke van hier naar buiten de vryheid dezer Stad of Provincie vervoerd worden, zullen bearbe den, het zy van de Waag uit de Schuiten Wagens, ofte ook uit de Huizen en Kelders der Koopheden, zonder dat het aan de Kooplieden, zal vryftaan, gemelde Fruiten binnen den tyd van Vler fuf.w,Dtlg uurcn' na d£»t zy dezelven ingeflaagen hebben, m eige Perfoon, of door hunne bedienden, naar de Schepen of Schuiten te laten brengen , ten einde dezelven naar buiten vervoerd worden: en wanneer het kwame te blyken, dat één der Kooplieden, Fruiten naar buiten hadde doen bewerken door zyne Bedienden, welke by hem noch geen 24 uuren hadden overnacht, zal dezelve voor ce eerfte reize incurreeren eene boete van 6 buld. ten beboeven als voren : en voor de tweede S 1a é L^', a,les fcoven de reftitutie van da verdiende Arbeidsloonen. Al5LZ,lLtnLTO)°rk°Amin^evaö gefchillen nopens de Aibeidsloonen der Appelmeeters en Appelraoers EE" b£\fd WOrden van ee° Ben,Trumen ol Karffen, we ke van de Stads Waag of vnn de wagens, en ut de Huizen der Kooplieden? bfnïeï 4 uuren nade inftag jn de fchuit gebragt woS enePsCcT'"fg^;/0or, het ™<**&d werpen van *i An ° ne andere VIer inningen, van een -ak Appelen, Peeren, Nooten en dergelyke van de  JAERBOEKEN, September, Ïf8l. 1827 de Wagers of uit de huizen der Kooplieden inT. óo Schuiten agt Penningen, voor het overboord3 werken van de eene Schuit in de andere vier Penningen per Zak, meerder of minder quantiteitnaar, advenant. : 1 In kenniffe van my, J. F. Röell. Vervolgends heeft dezelfde Vroedfchap den 10 dezer maend wegens de flepers er voerlieden van Graenen het navolgend beilui genomen. Maandag den 10 Septemper 1781. Gehoord het Advies van de Heeren Gecommit teerden ter directie van Stads Finantien dezei aangaande; verftaat de Vroedfchap, dat nu voor taan de Sleepers, of Voerlieden, die zig willen er neeren met de bearbeiding; het vervoeren, of ' huis brengen van Graanen, in ieder Vragt nie meerder getal mudden zullen mogen laden of ry den , dan van Tarw, Boonen, Erweten, Wikken Linfen, Spe!t en diergelyke 13 Mudden; va Rogge of Boekweit 14 mudden ; van Garft, Raap zaad, Kool, Lyn of Hennipzaad 16 mudden; va Haver 19 a ao mudden; met dezen verftandc nog thans, dat ingeval een Koopman op de markt, een 1 party van voornoemde Graanen hadde gekogt, ei een k twee mudden boven het hier voor bepaah getal overig was, de Sleeper of Voerman dat mui of mudden boven zyn getal zal mogen opladen ei 't huis brengen, dog zal hy zulks buiten den koo] op de markt niet vermogen te doen. Dat de Sleepers en Voerlieden van Graanen we'ke bevonden zullen worden meerder getal mud den als hier boven bepaald is opgeladen te hebben Eeeeee 4 vei I- recht» lef. we- [ens de. ippelneeters , tppeldra* vets, l t t » 1 l t 1 1 i > »  ï828 nieuwe nederlandsche u- TRECHT Ref. raekendefeepers en voerliedenvangraetien. : I 1 1 t I ( FRIES- verbeuren zullen voor de eerfte reize zes ftuivers, .voor de tweede twaalf ftuivers, en dat voor de derde reize hun verboden zal worden eenig Graan te mogen bearbeiden of vervoeren. En opdat te beter aan dit heilzaam oogmerk mag worden voldaan, wordt by dezen den Sakkendragers en Houtfchildeo verboden, een meerder getal mudden, dan hier boven bepaald is,aan de Wagen op te geven, op gelyke pcene als hier boven omtrent de Sleepers of Voerlieden geftatueerd is En worden de refpective Dekens der Sakkendradragers en Houtfchilden gelaft , nauwkeurig toe te zien en zorge te dragen , dat de Sakkendragers en Houtfchilden in deeze hunne pligt waarnemen , jn de gebrekigen zonder oogluiking beboeten. En zullen de boeten zoo van de Slepers en Voerlieden als van de Sakkendragers en Houtfchilden , tomen ten behoeve van de Sakkendragers bufle. Voorts wordt nog den Molenaars gelaft geen ueerder quantiteit gemaale Graanen op eenen Wa;en te laden, dan het geen hier voor omtrent het ;etal der mudden is gemeld, op gelyke pcene als /an de Voerlieden en Sleepers, en dat mede tea >ehoeve van de Sakkendragers bulfe. ^ En op dat de refpecte Sleepers, Voerlieden, zakkendragers en Houtfchilden geene ignorantie :ullen kunnen voorwenden, zal extract, dezer, an de Sleepers, Voerlieden en Molenaars worden er hand gefteld, en ook in de huisjes der Sakendragers aan het boven en benedeneind worden pgehangen. In kennilTe van my J. F. RÖELL.  JAERBOEKER» September, 1781. 1859 FRIESLAND. Leeuwarden- Veelmalen hebben wy gewaegd van de klagten, die vry algemeen zyn over den flappen voortgang en traegheidin het bellier der zaken, tot in ftaet Helling van ons Vaderland om eenen geweldigen Vyand te keer te gaen. Naer zommiger gevoelen zouden hier de woorden van den ftaetkundigen CoeLius aen Cicero VIII. ad Divers. 10. niet te onpas komen • Cujusmodi putas hoe ejfe, autquiid, quodnolint, conficere pojfe, qui, qua cupiunt, tarnen ita frigide agunt „ ut nalle exiftimenturïMaez wat hier van zy, de klagten over den traegen voortgang in de krygstoeruftingenterzee, en het vermoeden, dat de Hertog van Brunswyk daer van de oorzaek zoude zyn , waren niet alleen de vooroordeelen of opvattingen van het gemeen, maer zelfs de leden der hooge regeering in aenzienlyke Provinciën en geheekkwartieren waren van het zelfde gevoelen, zo als af te nemen is, uit het navolgenc Voorftel van het kwartier van Weftergo. Het Quartier van Weftergoo vind zig indis peMabel verpligt, uit hoofde van de Criti que omftandigheden, waar in ons Land zig be. vindt, van aan de andere Quartieren in ernflig< overweginge te moeten geeven, dat daar het aai ieder lid van Staat overvloedig bekend is, dat 'e: sn Leeu- iVAU» den, I [  Leeuwarden. Voorftel ■vanWes- tergo wegens de trage uitrusting: en wegens den Hertog. \ 1 y I ! i 1 a b ii h ti P ti d v, Oi ft re » ti bl Het 1830 NIEUWE NEDERLANDSCHE onder de goede Ingezeetenen zo groot als klein een algemeen wantrouwen en misnoegen heerschr over de groote directie van zaken, en wel fnec 1aal over het gebrekkig beltuur van de Zeemagt van de Republicq,.tot welk wantrouwen en misnoegen t uitzonde by enkelen Scheepen en verftrooven van een aanz.enlyk gedeelte van 's Lands navale magt weinige dagen voor dat Engeland den Oorlog openlyk aan de Republicq verklaart heeft fampt verfcheiden andere zaken, welke voor en na gebeurt zyn, ongelukkiglyk maar al te veel mnleidmg fchynen- gegeeven te hebben, dat uit lit wantrouwen en misnoegen verders geboren is ?en vry algemeene haat tegens den perfoon en het Mimftenevanden Heere Hertog van Brunswyk , velke als Conhhanus van zyn Hoogheid den Hec! e Prince Eifftadhouder word gefufpecteert de roornaame oorzaak van de gebrekkige directie van ;aaken te zyn; dat uit dit wantrouwen en misloegen der goede Ingezeetenen de allernadeelkfte gevolgen voor de publicqae ruft en wettige con! titutie van dit Gemeenebefl: te vrezen zvn web e het den pligt van elk weldenkend Régent is 0 veel mogelyk, te tragten voor te komen - of et derhalven niet dienftig zoude zyn, van aan 7v e Hoogheid den Heere Erfftadhouder by Misfive" et vorenftaande onder 't oog te brengen, entebe ugen , dat Haar Ed. Mog. tot voorkoming van de ermcieufe gevolgen, welke uit 't algemeen wanouwen en misnoegen der Ingezeetenen, zo voor jpublicque ruft, als voor de wettige conftitutie m dit Getneenebest te vreezen zyn, zig, niet kun:n dispenfeeren ; Zyn Hoogheid op 't vriendelvk. ï en nadrukkclykfte te verzoeken, van den Hee Hertog van Brunswyk op de beft mogelykewv- : te willen perfuadetren, van zig aan de direc 1 van ziken te onttrekken, en zig uit de Remiicq te retireeren. . v  JAERBOEKEN, September, 1781. iSS1 Het kwartier van Weftergo hadt geen-L zints berouw over dit gedaen voorftel, maer bekrastigde het zeiven op den naeftvolgende landdag op het allerfterkfte in dezer voege. Advis van 't Kwartier van Weftergoo,op 't eerfte Point van deliberatie, op den Extraordinairen Landdag te Leeuwaarden, van. den 3 September 1781 uitgebragt. Het Kwartier, prefifteerende by het Advis op ta4fte PoincUn de Jongft afgeloopen extraord. Landdag, ter Staats-Vergaderinge uitgebragt,ver-1 meend tot nadere Adftruftie van hetzelve, foeci-i aal ten aandien van de Refolutie van Hunne Hoog., Mog! van den 2 July 1781 ,te moeten declareeren ten uiterften gefurpreneerd te zyn , uit deszelfs inhoud te verneemen, dat Hunne Hoog Mog. zig hebben gearrogeerd de Cognitie en provifionee e Deerne eener Zaake, die, volgens de origineele in fundamenteele conftitutie dezer Republiek, noch aan de refpeaive Staaten, der particuliere Kncien, noch aan HooggedagteVergaderinge %Z Hunne Hoog-Mogende ter uitfpraake kunne, no?h behooren gefteld te worden, daar alle Judici eele Ouefüen (waar onder het geval van den Hee Hertcw buiten allen infpraak volleedig behoord, al Sg bezwaard vindende over pratenfe Iniurien Hoogftdenzelven door de Regeenug der Stad Arr fterdam aangedaan) volgens wettige Refolutie b de Souvereinen dezer Landen genomen, aan d Fora der Hoven van Juftitie eenig en alleen onde; worpen , en daar aanhangelyk kunnen gemaakt wo den, zo wanneer de perfoon, die zig beledigd moj te asten, daar omtrent eene Actie wilde entame. ren en dewyl 't Kwartier bovendien confidereer dn alle zulke Refolutien met zo veel precipitan. genomen (als de opgemelde van den 2 JulyJn EEÜ- AR- :.N» idvis ««Wes- ergo vegens ie zaek van den Hertog t'an Brunswyk. > 1 r s » ? e '» :e in y-  Leeuwarden. Advis vanWe, tergo wegens de zaek van den Hertog van Brunswyk. i 1 « ( 1 l I \ t r n 1832 NIEUWE NÊDERLANDSCHE ftrydig met de fundamcnteeleconfHmrw»n.n >*r * Loffeiyke Regeering, ter cïf&'ïf boezem de SoJSSSt^^^^ ™** i-betw tfcaare ma^t hepfr „ n seveitigdis ,deon- mitteerdenstefGlne^eitdTdeWk a'ft? Sïï™' en nog daar en boven voorzfendl de JLl?'der? leruadeeligtte gevolgen voStefdtgïgvSJ land m 'c algemeen, en voor de SouveninP r f den van Staat in 't byzonder, die 5? hpr 1 ee" Friesland bet gedrag Hunner Heeren Gecommk De Proyieneie vanFriefland heeft ook toe reftemd in den voorflag, om 20 °ulde™ irsmietoeteleggen voor yler gevangen door vOmmlffievaerderS op een vyands loo^aei aagt Ook heeft dezelfde Provintie een «Ooit ter Vergadering van Hun 'Ho™ dogenden laten inbrengen op 'voortel fn Utrecht, om bedeftonden te houden -n einde het daerheen te beltieren X d* - U>d>dienit- Oefening, voor t verklaren van  JAERBOÉKEN, September, 1781. 1833 van den text, by 't flot van 't gebed, den Hemel te fineeken om deszelfs kragtdadigen byftand, en alvermogenden zegen over de wapenen van dezen Staet. In den nacht tuffchen den 2 en 3 September, heeft men hier en over deze geheele Provincie zulk een zwaer onweer gehad, ah weinige menfchen geheugt, van blixem, donder, regen, ftukken ys en hagel. Even te voren hadt men hier nog van 5 tot 7 uurei des morgens, is het onweer niet minder onder vonden. Door deze twee Onweersbuyen is hie: overal veel fchade veroorzaekt,zo door het ver nielen van Granen, Veldvrugten, zommige boe re plaetzen, molens als anderzints, en m d< Steden door het afwaijen van fchoorfteenen daken, pannen , glafen en bomen. Het Ed. Mog. Collegie ter Admiraliteit h Friesland, heeft met voorkennis van dei Admirael Generael, het Fregat de Eei< dracht, van 24 Stukken, begeven ae Kaptein Cornélis Michiel de With. D 0 c k u m. Het is billyk, dat den opzichteren der kerke zodanige gezag en magt toekome, als noodig is, om de goede orde en tucht in de Gemeente, dat is in die maetfchappy, van welke de leden het met elkander eens zyn omtrend de wyze van God te dienen, te be-' wae-* Leeuwarden. 1 1 i 1  i§34 NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe KUM. Re. waeren. Maer het is zekerlyk niet minder noodig, dat dat gezach en die magt aen den Burgerlyken of Werreldlyken regter onderworpen zy , en door zodanige wetten bepaeld en beperkt, die dezelve belet buiten den kring van haere pligten te treden. Want anders wordt wel haeft alles- in rep en roer gefteld ; en de ftandvaftige ondervinding heeft door behulp van de Gefchiedkunde geleerd , yan 'welke gevaerlyke gevolgen ook zeer kleine, en in den aenvang weinig beduidende zaken geweeft zyn, als de kerkelyken hunnen kring zyn te buiten getreden, en zich met zaken, die tot het beheer van den werreldlyken regter behoorden, bemoeid hebben. Wanneer van zekeren Tamme Klafes Smidt. fchipper van Rinsmageeft op Leeuwarden^ te Rinsmageeft woonagtig eenige praetjes en babbelaryen waren uitgeftrooid , dat gem. Tamme Klafes,die tevens ook ouderling was vader zoude zyn van een kind, van het welk Reinske Dirks, dogter van Klaes Everts, in onecht verloft was; vondt de kerkenraed van Rinsmageeft en Sybrandahuis den 10 January 1781. goed, by zeker befluit eenen eifch tegen Tamme Klafes Smidt, te vormen waerby hem wierdt opgelegd , zich van de voorgem. praetjes en befchuldigingen te zuiveren.  JAERBOE KEN, September, 17S1. iS^jT Refolutie en eisch van de 2?. Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuys op en tegen Tamme Klafes Smidt, Diacon te Rinsmageeft. D' e E. Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuis uit den mond yan beëdigde getuigen gehoort hebbende, hoe Tjetske Symons, huivrouw van Claats Everts, meefter Smid op Rinsmageeft, en RinskeDirks, haare Dogter, verklaarden den Diacon Tamme Klafes Smidt voor vader van het kind, waar van zy Rinske Dirks voornoemd bevallen is .op den 4 Nov. 1780. Zoo is het, dat gemelde Kerkenraad, om de goede order en {lichtingen de Kerk Gods te bewaaren, en alle ergeniflen, zo veel mogelyk uit dezelve te weeren; volgens het Regt denzelven toekoomende, eifcht van voornoemden T. K. Smidt, dat dezelve zich behoorlyk, ten fpoedigfte van deeze befchuldb gingen zuivere, en daar door den gedachte Kerkenraad eene volleedige fatisfactie en geruftftelling geve. Aldus gerefolveert in onze Kerkelyke Vergadering den 10 Jan. 1781. Uit naam en laft van dezelve J. Cahai. paftor loei. Dit befluit des Kerkenraeds den 23 January wel aen Tamme Klafes Smidt gezonden, maer geen ander gevolg gehad hebbende j vondt nog gemelde Kerkenraed góed, op aenraeding van den Kerkenleeraer der plaetfe (die meeft al gewoon zyn die kleine kerkenraeden willekeurig te bellieren) een nader befluit te nemen, het bevel van zuivering te ' 'Fff fff her- Doe- kum», : Ref des Kerkenraeds van Rinsmageeft te* gen Tamme Klafes Smidt,  Doc- KVM* Nader befluit des ker kenrae legen Klafes 1836 NIEUWE NEDERLANDSCHE herhaelen en genoemden fchipper het avondmaei te ontzeggen, tot hy zich zoude gezuiverd hebben, en, wat meer is, den tyd van zuivering willekeurig tot vier weken te bepaelen. Dit befluit luidt woordelyk aldus Refolutie van den Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuis tegen Tamme Klafes Smidt, Diacon te Rinsmageeft. T"\e E. Kerkenraad van Rinsmageeft, en SybranJ-'dahuis, tot haar leedwefen ziende, hoe tot - hier toe aan haare Refolutie en eisch, den 10 &Jan. 1781. tegens T. K. Smidt genomen, enden r.zeiven op den 23 Jan. 1781 toegezonden, nog niet voldaan is; maar voornoemde Tamme Klafes in bedenking fchynt te neemen, of wel ter geruftftelling der Kerkenraad, en beantwoording haarer ingebragte befwaaren zoude gehouden zyn te repliceeren: heeftgerefolveert, na alles wel over^" wogen te hebben, haren eifch, in voorige Refolutie opengelegt, nader aantedringen en te bepaalen, gelyk ze dezelve aandringt, en bepaalt by dezen, eifchende, dat de befchuldigde Tamme Klafes zich, hoe eer hoe liever, van zyne befwaaren zuivere; en wel binnen [den tyd'van vier weken na het extradeeren dezes, by pajne van anders te zullen moeten aanhooren* zodanige Refolutie en uitfpraak, als de Kerkenraad na billyke wetten verftaan zal te behooren: ontzeggende hem intuiïchen het gebruik van het. H. Avondmaal , tot zoo lang aan den eifch der Kerkenraad zal voldaan hebben. Aldus gerefolveert by den Kerkenraad voornoemd, den n Febr. 1781. Uit naam en laft van dezelve. Js, Cahat. Bier*  jAERBOEKEN, September, 1781. 183; Hierop konde voorfz. ouderling niet langer ftil zitten, maer vervoegde zich den 14 Maert 1781. tot den kerkenraed by het navolgende gefchrift of Memorie. Memorie van Tamme Klafes,; Wel Eerwaardige Heer en Broeders-f Ik hebbe lang in twyfeï geftaan, ofikderKer* kenraads Refolutien van den 10 Jan. 1781 en 11 hebt. ejusdemanni, my fuccesfivelyk ter hand' gefteld, onbeantwoord zoude laaten, dan dezel-ve beantwoorden; veelen hebben my het eerfte' gewaden,- zoo om dat die Refolutien van zeiven' nul en van geener waarde zyn; als om dat dezui-" vering, welke de Kerkenraad van my vordert,' volftrekt ondoenlyk is; niet om dat ik aan de misdaad fchuldig zyn zoude, maar om dat het tegendeel van eene befchuldiging, als deze, onmoI gelyk bewezen kan worden i hoewel ik van die !beiden,, van de Nulliteit der Refolutien, en de 1 onmogelykheid van het gemelde bewys ten volden overtuigd ben, heb ik echter gemeent, door die beide aantetoonen, de gemelde Refolutien te moeten beantwoorden, ten einde niet de Kerkenraad myn ftilfwygen voor eene bekentenis, dat ik icnuldig ben, zoude.kunnen opvatten. , l De befchuldiging dan zoude zyn, dat ik Vader ben van het Kind, waar vmRimke Dirks den 4 Nov. 1780 bevallen is: en den ëisch der Kerkenraad is , dat ik my van die befchuldiging behoorlyk zuivere, en daar door aan de Kerkenraad eene volledige fatisfaótie en geruftftelling geve. Dan hoe moet ik die zuivering inrigten? myne betui%mgy dat ik aan die misdaad niet fchuldig ben, Ffffffs Ichyn? Doe. KVHi Memorit 'an ramma flafes 'en den verken.' •aedi  1738 NIEUWE NEDERLANDS CHE Doc- KUM. Memoru van Tamme Klafes aen den Kerkenraed. fchynt den Kerkenraad niet voldoende, niet behoorlyk te zyn: maar, hoe behoort die dan te wefen? moet ik getuigen produceren? en.moe» ■ ten die verklaaren, dat ik aan die misdaad niet fchuldig ben ? dit doch kan de mening niet zyn: ik houde de Kerkenraad voor te verftandig, dan dat ze zulks van my zou vorderen; want wat getuigen zoude zulks kunnen verklaaren, is zulks wel mogelyk? is dit niet volftrekt, niet phifiecq onmogelyk? en is zulks onmogelyk?en mynegedaane .verklaaring niet behoorlyk ,watmoet ik dan doen? wat fatisfactie, wat geruftftelling begeert de Kerkenraad?ik betuig zulks niet te weeten,en het. zy my gepermitteerd te zeggen, dat ik geloov|(gelyk veelen met my gelooven) dat de Kerkenraad het zelve niet weet. ■ En waarop ruft dien eisch van de Kerkenraad van my te moeten zuiveren? zyn 'er aanklagers? ditismy nimmer gebleeken, en hetzelve zal ook zoo niet zyn, om dat in de Refolutie van geen aanklagt gefprooken wordt ; maar uit de mond van getuigen, beëdigde getuigen, zegt de Kerkenraad, gehoort te hebben; en wat ? hoe Tjitske Symons huisvrouw van Klaas Everts meefter Smid op Reinsmageeft, en Rinske Dirks haare Dogter, verklaarden den Diacon Tamme Claafes Smidt voor Vader van het kind, waar van zy Rinske Dirks voornoemd bevallen is op den 4 Nov. 1780. De Kerkenraad fchyntdan getuigen, en wel beëdigde getuigen gehoort te hebben, maar wie zyn die getuigen? zyn het menfchen,wiens getuigenis volkomen geloof meriteerd P hier over kan ik niet oordeelen, om dat de Kerkenraad de naamen dier getuigen verfwygt. Maar wat getuigen die getuigen ? dit is reeds gemeld, en laat ik het, om dat de Kerkenraad voorwend daarop die Refolutien genoomen te hebben, eens herhaalen: zy getuigen dat Tjtske Symons, en haare Dogter my verklaaren voor vader van het kind, waar van laatftgemelde den  JAERBOEKEN, September, 1781. 1839 den 4 Nov. 1780 is bevallen. Maar aanwiehebben gemelde Tjitske Symons en haar Dogter dit verklaard? hoewel zulks uit de Refolutien niet te zien is, laat ik maar veronderftellen, dat die verklaaring aan de getuigen zelve gefchied is: maar: waarom dan gemelde Tjiske, en haar Dogter zei-' ve niet gehoort? of kunnen die naar het oordeel van den Kerkenraad in deezen niet getuigen ? zoo jaa, en gelyk ontegenzeglyk is , wat bewys is. 'er dan doch in hunne Verklaaring aan anderen gedaan? is en blyvt het niet een getuigenis van "Rinske Dirks. en haar moeder Tjitske Symonsl en zyn dit bewyzen, voldoende om tegen een Lid der gemeente, een Diacon van de Kerk, en die in gemoede verklaart heeft onfchuldig 'te zyn , zulke Refolutien, zulke eerroovende Refolutier te neemen? Jaa, maar de Kerkenraad heeft zulk: gedaan om de goede order en Richting in de Kerke Gods te bewaaren, en alle ergernilfen zo vee mogelyk uit den weg te neemen: maar wat goede order, wat Richting word 'er bewaart dooi iemand zonder bewys te condemneeren , ziel van het H. Avondmaal te onthouden ? word dezelve daar door niet veel eer met voeten getreeden? Moet elk die van die Refolutie gehcord,er de zaak niet naar behooren overdagt heeft, niei veronderftellen, dat de Kerkenraad van voldoende bewyzen is voorzien geweeft ? en zo mer van agteren het tegendeel verneemt, is dat er gerniiTen uit den weg te neemen? is het niei veel eer dezelve te vermeerderen ? Kortom de Ondergefchrevene verwagt, dat de Kerkenraac de zaak ryper, en behoorlyk overwoogen hebbende, de gemelde Refolutien ten fpoedigfter door eene nadere Refolutie vernietigen zal nie alleen, maar ook daarbyaanden Ondergefchreevenen zodanige fatisfactle geeven , als tot her; ftelling van zyn eer: en goede naam dienftig is, om niet genoodzaakt te zyn zich over de voor, Fff fff 3 febree Doe KOM. Memorie mn ramme iüafes %en den Kerkenraed.  1840 NIEUWE NEDERLANDSGHE (gum. Memsrl van Tamme Klafes en den Kerkenfaed. Js, CAJJAl. Ecclef. JDaej fchreevene Refolutien aan den Competenten Regter te moeten beklaagen, na toewenfching yan 's Allerhoogften Zegen den 14 Maart 1781. Wel Eenvaardig Heer en Broeders UWE. Medebroeder T. K. Smidt. Waerop de Kerkenraed den 25 Maert het navolgend befluit nam T\e Kerkenraad oordeelt de Memorie, aan haar •7? op den 14 Maart 1781 overgegeeventf te zyn niet eene volledige zuivering van de kwaade gerugten, tegen 71 K. Smidt verfpreid veel minder een behoorlyke fatisfaótie, of geruftftel- ling;- oordeelt, dat het den perfoon van 7*. Klafes niet onbekend moet kunnen zyn, hoe, en pp wat wyze men gewoon is zich van befchuldigingen, of verdenkingen te zuiveren (zoo men önfchuldig is) en daarom dringt voorige Refolutien nog nader aan, en eischt eene andere zuivering , dan door Memorien , die niets ter zaake doen;——een zuivering namenlykin Regten, om zoo de ganfche-waareld ftilzwygen opteleggen, gn de Kerkenraad geruft te ftellen: verleent daarom/" aan voornoemde T. Klafes nog 14 dagen tyd, om zich te zuiveren; zullende de Kerkenraad geen Memorie van dien aart meer aanneemen; maar na dién tyd, zo niet voldaan word , met de zaak yoortvaaren, zoo als ze verftaan zal te behooren. • Aldus gerefolveert in Synedrio de 2? Maart |?8i. J ■ ''' Uit naam van de Kerkenraad  JAERBOEKEN, September, 1781. 1841 Daer fchoot dan voor Tamme Klafes Smidt niets anders over, dan zich tot eenen hoogeren kerkelykpn rechtbank te vervoegen om zyne grieven en bezwaeren herfteld te krygen. Hy leverde derhalven den 23 April aen de weleerwaerde Clalfis van Dockum het navolgend verzoekfchrift in. /""eeft eerbiediglyk te kennen Tamme Klafes Smidt, *J Schipper van Rinsmageeft op Leeuwarden et vice verfa, op Rinsmageeft woonagtig, dat de. Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuis den 11 Febr. 1781 heeft kunnen goedvinden te neemen eene Refolutie, copielykannex met A, waar by aan den Suppliant het gebruik van het Heilig Avondmaal heeft ontzegt ter tyd en zoo lange de Suppliant zal hebben voldaan aan den eisch der Kerkenraad: om namelyk volgens Refolutie van den 10 Jan, ejusdem anni, copielyk met B. annex, zich te zuiveren van de befchuldiging, dat de fuppliant zoude zyn vader van het kind, waarvan Rinske Dirks, Dogter van Claas Everts, Smid op Rinsmageeft, den 4 Nov. 1780 bevallen is. De Suppliant, wel Eerwaarde Heeren! kan vooreerft niet begrypen, hoe de Kerkenraad van hem eiitchen kan iets , dat voor den fuppliant volftrekt onmogelyk is: was de fuppliant geduurendt de de befwangering van het voornoemde vrouwsperfoon uitlandig, en zy inlandig geweeft, hei fpreekt van zelf, dat de fuppliant geen vader var het kind zyn konde 5 en een bewys van die uit landigheid zoude hem ten eenemaal vryfpreeken; maar dit zoo niet zynde, gelyk de Kerkenraac overbekend is, zo is het voor den fuppliant volftrekt onmogelyk te bewyzen, dat hy de vadei niet kan zyn; gelyk het ook voor de fuppliani alzoo min mogelyk is, om de ganfche waereld «•O ftilfwygen opteleggen, zoals by nadere ReF fff ff 4 folu- 3oc- wm Req. aen het klasIs van Doefcum ter gen den Kerkenraed van Rinsmageeft.  Doe KOM. Req. ae\ het klas fis van Dockum te gen den Kerkenraed va; R'nsma getft 1S42 NIEUWE NEDERLANDSCHE folutie V3nden Kerkenraad, met C annex, gevordert word; gelyk een ieder, die zyn verftandgebruikt, van zelv begrypen kan. 1 Bovendien, genomen dat de fpplt. in ftaat was .zich van gemelde befchuldiging ten vollen te zuiveren, zoo is 'er geen wet, die de Kerkenraad' bevoegd maakt, om iemand op eene enkele be.fchuldiging het H. Avondmaal te ontzeggen: maar alleen dan, wanneer de daad bewezen is, wanneer het vaft ftaat, dat iemand aan eene zonde: -als deeze befchuldiging inhoud, waarlyk fchul.digis. Dft ftaat met ronde woorden in het 6 Art. van het Compendium der Kerkelyke wetten, Titul van de Kerkelyke Discipline „ die „ een openbaare, of anderzints een grove zonde „ gedaan heeft (die de gemeente ergerlyk, of „ door de Overheid ftrafbaar is), zal van het A„ vondmaal des Heeren afgehouden worden, tot „ zoo lang den Kerkenraad zal oordeelen." Die een grove zonde gedaan heeft, zoo dat van een grove zonde iemand te befchuldigen, daar toe niet voldoende is. En wie, zoo zulks genoeg ware , zoude dan veilig zyn ? Dat nu de Kerkenraad geen bewys'heeft, dat de fupplt. de zonde, waar medebefchuldigt word, waarlyk gedaan heeft, blyke uit des Kerkenraads Refolutie van den 10 Jan. 1781, hier vooren onder B overgelegd, waar by de Kerkenraad zegt, uit de mond van beëdigde getuigen gehoort te hebben, hoe NB. Tjitske Symons, huisvrouw van Claas Everts, meefter Smid op Rinsmageeft, en Rinske Dirks haar Dogter, verklaarden den Diacon Tamme Klafes Smidt voor vader van het kind, waarvan zy Rinske Dirks voornoemd bevallen is, op den 4 Nov. 1780. Zoo dat het ganfche bewys, dat de Kerkenraad heeft, alleen beftaat in een getuigenis van hooren zeggen, en dat N B. alleen nog maar van de bevallene Reinske Dirks, en haar moeder Tjitske Symons, aan wiens zeggen, buiten alle tegen- fpraak  JAERBOEKEN, September, ï.781. 1843 fnraak in dit geval geen geloov kan worden ver-] S Om welke redenen de fupplt genood-, Laakt'is geworden, zich te moeten adreffeeren aan ÜVVEdens met zeer gedienft.g verzoek, dat üVVEdens den Kerkenraad van Rinsmageeft en, Vvbrandahuis koft en fchadeloos geheven te ordonne ren, om den fpplt- het Avondmaal des Heeren onverhindert te laaten genieten g. f. &c. T. K. Smidt. 1 U. Colerus. Op dit verzoekfehrift wierdt het navolgend appoin&ement verleend: Zv crefteldin handen des E. Kerkenraeds van Rinsmageeft en Sybrandahuis om daar Tp te tovan berigt tegen Pinkfter dingsdao-i78i: omme voorts gezien, verder gedisponeert te worden na behooren. Actum in onze Claüicaale Vergadering dezen 23 April 1781. j p> Andre^ Scriba« Waer op dan ook tegen den bepalen dag, de Kerkenraed van Rinsmageeft en Sybrandahuys het navolgend berigt inleverden. T> efcriberende op annexen Requefte van T.K j rp v Smidt ten Requefte met n overge 3oG- [üm. leg. aen 'iet klas- j Is van Dockum teaen den Kerkenraed van Rinsmageeft.  Boe KOM. Berigt van den Kerkenr van Rinsmageeft, oj voorfz. 1 1 2 i \ S é L ni Tc ï-844 NIEUWE NEDEREANDSCHE onthouden tot zoo lange aan den eifch des Kek kenraads van den io Jan. i78r (te weten om zich van de misdaad, waar mede Tjitske%lon? en haar Dogter Rinske Dirks, hem f. Klafabz fchuldjgden, dat hy namelyk de vadert van ' ï -kt VWaar o a1 voo™°emde iüwfe Z)/r*x den v M^£rf flI78° bevaüen is' tezuiveren>oude ■ vuldaan hebben, met regt om de goede order en 'de ftichtmg in de Kerke Gods tl bewaa en/S gSm?n™ deZelve te we^S I. Om dat de gemelde befchuldiging niet maar IZtTPfV'^ Aardig verhaal was, we k gelyk fcluelyk geboren word, ook ras weder verdwynt, neen , maar by aanhoudenheid door de geheele gemeente heen vermeld wierd, met melding zelv van perfonen, die dezelve uit denmond van boven genoemde Tjitske Symons, en S Dirks zouden gehoort hebben. II. Om dat die befchuldiging den Kerkenraad 'a^enev1S7aarheld te ^"^oouitde mond an den Vroedvrouw, op haarfterfbed leggende eggende, dezelve bereid te zyn met eedfte beogen, als tut de verklaaringen van twee peronen, die zulks met eede voor 't Edele Gereste an Dantumadeel beveiligd hebben, hier anles iet CPatet) (*) en ( Verum) (f) UI, Om (*) (Pater; Attefiatie van Gaatske Klafes, ik 0l'dergefchreevene Gaatske Klafes, te. £*x, en aldaar van haare moeder, en haar zelve meS fe,te S**?' d« ^ "iemand ander daï TLfifSn?Tmde alS Vader Van het kind> waar ov Wt >? u 1°°™°™* bevallen is op den 4 ov. i?8o. t welk bereid ben met eede te bezigen! Al-  JAERBOEKEN, September, 1781. 184$ Til. Gnydat deze befchuldiging van een zodanige natuur is, dat geen Lidmaat, _ veel min een Diacon der gemeente dezelve op zich moeft, jaa niet mag laten ruften, offchpon door den Politytwen Regter daar over niet aangefprooken. .. Aldus gedeponeert voor Ds, Js. Cahai pred. te Rinsmageeft, Dit is Gaatske Klaafcs eigen x gezette • handmerk. Op huiden den 15 Jan. 1781; compareerde voor de Mede Regter Sikke Sjoerds, en gefwooren Clerq H. Raap , Gaatske Klafes, dewelke na duidelyke voorleezinge, en handbekenning verklaarde, dat vorenftaande Atteftatiede waarheid behelsde; waarop 'zy den eed in handen van gedagte Mede Regter heeft afgelegd, in kenniffe onzer handen. Aftum op de Grietenije Regtkamer te Rinsmageest als boven. Sikke Sjoerds. H. Raap, (f) (Verum) Atteftatie van Bankje Hendriks. Verklaar ik Ondergefchreevene Bankje Hendriks k het huis van Klaas Everts gehoort te hebben van Rinske Dirks, dat zy Tamme Klaafes bekende vopr Vader van het kind, waar van zy bevallen is. 't Welk bereid beu met eede te beyeftigen, aldus gedeponeert voor Ds. Js. Qahai pred. te Rinsmageeft. Dit is Saukje Hendriks figen x gezette ViïVtJs.Qahai, liandmerk. On Doe. küm. Berigt van den Kerkenr, van Rinsmageeftop voorjz, Rea. ■  1846 NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe KOM. Berigt van den Kerkenr. van Rinsmageeftop voorfz. Req. I < i < 1 t j I 1 ] IV. Om dat ook genoemde Tamme Klafes, ge:iteerd, en voor den Kerkenraad gecompareert zynde, aangenoomen heeft zich te zuiveren, en len Kerkenraad fatisfa&ie te geeven, zoo als Dlyken kan uit nevensgaande Extract van de Handelingen des Kerkenraadsmet (Veritas) (*) V. Op huiden den 15 Jan. 1781 compareerde voor da Mede Regter Sikke Sjoerds en gefworen Clercq H. Raap, Bankje Hendriks, dewelke na duidelyke voorleezinge :n handbekenning verklaarde, dat vorenftaande atteftatie le waarheid behelsde, waarop zy den eed in handen vars ;edagte Mede-Regter heeeft afgelegt. Aftum op d» ïrietenye Regtkamer te Rinsmageest als boven. Sikke Sjoerds. H, Raap. (*D (Veritas) Extratt uit het Kerkenraads Boek van Rinsmageeft en Sybrandahuis, betreffende de zaak van T. K. Smidt. De Kerkenraad den 10 Jan. 1781 vergadert zynde,en geciteerde Tamme Klafes voor dezelve comparerende vierd hem hoofdzaakelyk onder verickeidene andere ar' ykgjs gevraagt. f. Of hy wel wift dat Tjitske en 'Rinske hem voor Valer by andere menfchen declareerden. Antw. Neen! 2. Of wel in gemoede betuigen durvde noit eenige vleechelyke gemeenfehap met Rinske Dirks gehad te hebben? Antw. geheellyk niet! 3. Of dan wèl gewillig is, om zich van alle deeze be* chuldigingen ofbefwaaren te zuiveren, en den Kerkenaad daar door in dezen fatisfaétie te geeven. Antw. a wel! C. C. Js. Cahai EccIs,  JAERBOEKEN, September, 1781. 184? V Om dat de Suppliant, niettegenftaande deze ] zvnë verklaaringe nalaatig bleev den Kerkenraad! geruft ie ftellen, en alzoo fcheen haaren eiich te V'D^Kerten'raad voornoemd oordeelende , dat gemelde twe beëedigde verklaaringen genoegzaam waren, om haare handelingen in dezen te reetvaardigen, heeft daarom geene verklaanngen van denzelven aart van andere perfonen, om onkoften te vermyden; hoe gemakke yk anders ook te bekoomen, ingevorderd;en ook meergemelde Tieske, en Rinske niet zelve verftaan; temeer on dat dezelve vooronderftelden, dat zy, vermits 11 het huis van den Suppliant woonden , veel aai hem verpligt waren, en Rinske voor het Gereg om boete geciteerd zynde, den Suppliant niet al Vader aangeklaagt, of genoemt had:dan nu heel de Kerkenraad, nu de Suppliant zich verftoi beeft by Requeft aan JJWEdens te addrefleere met verzoek, dat ÜVVEdens den Kerkenraed va Rinsmageeft en Sybrandahuis koft en fchadeloi gelieven te ordonneren, om den Suppliant h Avdndmaal des Heeren onverhindert te laaten g bruiken: goedgevonden, door den Predikant 1 een Ouderling die vrouwsperfonen zelve te \t ftaan, te meer om dat naderhand gehoort hadd dat Tieske en Rinske zeiden , dat indien de Ki kenraad haar vraagde, zy die befchuldiging zc den ftaande houden; gelyk dan ook gcichied den 22 Mai 1781, verklaarende dezelve j$ dat niemand Vader was en konde zyn c Tamme Klafes 3 die altyd wel had opgepaft reeds voor ] ren, dat zy zich met geen andere mans r leerde 3 dat zy hem niet openbaar voor den Pol quen Regter befchuldigen , of aanklaa, wilde; ., eensdeels, om dat zy nog ftil gehoopt h dat hy haar trouwen zoude, want wc 3oc- Berigt van den Kerkenr. van Rinsmageeft op voorfz. Req. 1 l 1 E s c t n n )S >n X- e, :r- iU- I is, an aaiè« ty- jen ad, syn ord  Doelt OM. Berigt van den Kerkenr van Rinsma. geeft op voorfz, Req. 3 ] < ï 1 l ï l h fi v, w n; le 1848 NIEUWE NEDERLANDSCHE ' woord was altyd , indien » ,7 si ► breng te weten datzy"*™QT ? ^ ZaI7lJc,u verder brengen. m°efi' andersdeels, omdat hy nu halftarnV ^ van hem vorderde bewys dat k st^rieniMd Vader is, of zyn kan van% ïn7 Ppl,ant ^een ■eid bewyft, atnte Kaalte doSde"'^'* 001 JJS»*. s,mm en ifeSWfe ?e laffe ™ 'i bevinden, dat dezelve behelit Wanneer zuI' 1 naar oordeel « over eene memorie, of miffive den Suppliant den 4 Maan "781 over gegeeven, hier annex met f Conftat). ais geenzints een voldoende TuiveriS van de kwade gerugten tegen den 4,n /3 over  JAÈRBOEKEN, September, 1781. lS4SF /3 over de voorgegeven onkunde van den ^ Suppliant in dezelve, hoe zich te zui-i vereren, zeggende de Kerkenraad in dezelve , dat 't den perfoon van Tamme' Klaafes niet onbekend moeft kunnen zyn,: hoe, en op wat wyze men gewoon iszich van befchuldigingen te zuiveren, zoo men onfchuldig is. 2. Dat de Kerkenraad haare voorige Refolutie nader daarom aandringt, en eischt eene andere1 zuivering, dandoor memorien,die niets ter zaake doen, eene zuivering namenly kin regten, omzoo de ganfche waereld een ftilzwygen op te leggen ,• enden Kerkenraad geruft te ftellen: 't verfchilc hemelsbreedte, of ik van iemand vordere, dat hy de geheele waereld een ftilfwygen oplegge, dan of ik van hem eiflche, dat hy zich in Regten zuivere van de befchuldiging eener grove mis. daad, om zoo de ganfche waereld een ftilfwygen opteleggen: het eerfte is in eene befchuldigin£ van natuur als deeze, zonder middelen van Regt te gebruiken, onmogelyk: maar zich in Regten te zuiveren, is 't gepafte, en eenigfte middel, om de ganfche waereld een ftilfwygen opteleggen, En dit laatfte vordert den Kerkenraad van der Suppliant tot dat einde, want zoo luiden de woor den „ de Kerkenraad —— eischt —— een* zuivering, narnenlyk in Regten , om zoo d< „ ganfche waereld ftilfwygen opteleggen", ge lyk een ieder, die zyn verftand gebruikt, enlee zen kan, uit de Refolutie kan zien Op het geen verder ten Requefte voorkomt, on te bewyzen, dat de Kerkenraad niet bevoeg< was, om tegen den Suppliant eene zodanige Pe folutie, als bovengemeld is, en by het Requel met (A) overgelegt, te neemen : inhaereert d Kerkenraad de vyf redenen boven gemeld , te betoging van haare bevoegdheid tot het neemei van die Refolutie, ten einde om de goede orde ei )oc- tUM. lerigt 'an den Kerkenr* >an Rinsmageeft. ip voorfz, Req, l l k j r ( k  1850 NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe- KUM. Berigt van den Kerkenr. ■aan Rinsmageeft op voorf. Req. J. P. Andrsee. V. D. M. te Augsbuur Els : h. t. Praafes. De Vergadering benoemde daer te boven uit haer midden, de Heeren P. Fooy, v. d. m. teDamwolde, J. J. Florijfon, v. d. m. te Metsl'awier. J. Beilanus, v. d. m. te Engwierüm. A. van Vliet ,v. d. m.te Waaseens. Th. Joha, v. d. m. te Reyfum: omme, na het inleeveren der tegenberigten, alle de ftukken tot dit verfchil behoorende , nauwkeurig te onderzoeken : en na gedaen onderzoek tegen de eerftkomende vergadering het Claffis te dienen van hunne conljderatien en prjeadvys in dezen, zullende ten dien einde en ftichtmgè in de Kerk te bcwaaren , en erger» niffen zo veel mogelyk uit dezelve te weeren. Alwaaromme de Refcribenten van eerbiedij* goedbedunken zyn, dat op der Suppliante Requeft, behoorde te worden geappointeerd, Nihil, koft en fchadeloos, Q. F. Dit antwoord des Kerkenraeds in de Clasficaale Vergaderinge gelezen zynde, wierdt dezelve met het volgende Appoinétement afgegeven : Zy wederom gefteld in handen van den „ fuppliant om te contrarefcriberen tegen „ drie weeken na infinuatie deezes: omme „ voorts gezien , verders gedisponeert te „ worden naer behooren. Aéhim in Claffe den „ 5 Junü 1781.  JAERBOEKEN, September, I78r. 1851 de Suppliant zyne Contrarefcriptie aan den Heer Fifcus P. Fooy moeten behandigen, en door denzelven aen de andere Gecommitteerden tot deeze zaek worden ter hand gefteld. _ Tamme Klafes Smidt antwoordde op dit berigt in dezer voege: Aan het Eerw. Clafïïs van Dokkum. Qontrarefcriberende op annexe Reicriptie van de ^" Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuis zegt wederom met verfchuldigde eerbied T. K. Smidt, voor profytelyk te accepteeren, dat de gemelde Kerkenraad non contradicendo erkent, dat'er geen wet is, die de Kerkenraad bevoegd maakt om iemand op eene enkele befchuldiging het H. Avondmaal te ontzeggen : maar alleen dan, wanneer het vaft ftaat, dat iemand aan eene zonde, als deeze befchuldiging inhoud, waarlyk fchuldig is. De woorden der wet, ten Requefte aangehaalt, zyn zoo duidelyk, dat de Kerkenraad genoodzaakt is geweeft,. dezelve met ftilfwygen te pafteeren. Het verfchil bepaalt zich derhalven enkel en alleen tot deeze vraag „ of de Kerkenraad voldoende bewyzen heeft, waar door de Suppliant voor u waarlyk fchuldig kan gehouden worden?„dit ontkent de Suppliant, en zal elk met hem moeten ontkennen , die maar ter loops nagaat de redenen, waar op de Kerkenraad het neemen haarer Refolutien defendeert. De Kerkenraad brengt voor reden by r. „ dat „ de befchuldiging niet maar een ftraatpraatje, „ ol hgtyaardig verhaal was, 't welk gelyk het „ Ichielyk gebooren word, ook ras weder ver„ dwynt, neen maar, by aanhoudenheid door „ de geheele gemeente heen wierd vermeld, mét „ melding zelv van perfoonen , die dezelve uit 3, den mond van Tjitske Symons, en Rinske Dirks Gggggg }i zou- Doc- KUM. Tegêiilerigt van T. KI. Smidt tegen den Kerkenraed van Rinsmageeft.  lij* NIEUWE NEDERLANDSCHE Döckcm. Tegenberigt van T. KI. , Smidt tegen den Kerkenraed van Rinsmageeft. „ zouden gehoort hebben" — dan de Suppliarït Wel Eerwaarde Heeren! heeft noit geweeten, lat de kortftondigheid of aanhoudenheid van een gerugt, of praatje, het zelve waar of valfch maaken kan; maar altoos gemeent, dat alle gerugten en vertellingen, hoe lang dezelve ook duuren, gerugten en bloote praatjes blyven, zoo lang men niet zeker weet, of dezelve waar of valfch zyn. Trouwens dat de Kerkenraad het op dat gerugt niet heeft durven laaten aankoomen , blykt uit hunne tweede reden. Waar by zy zeggen „ dat den Kerkenraad gebleeken is die befchuldiging waarheid te zyn, „ zoo uit de mond van de vroedvrouwe, op haar „ ftervbed leggende, zeggende dezelve bereid te ,, zyn met eede te beveiligen; als uit de verklaa„ ringen van twee perfonen, die zulks met eede ,, voor het Geregte van Dantumaadeel hebben „ beveiligd. —— Zoo de Kerkenraad hier waar;, heid fprak, de zaak was afgedaan, maar daar „ hapert het zich". Want waar is vooreerfthet allergeringfte bewys van dan zeggen van de vroedvrouw? in de Verklaaringen by Baukjen Hendriks en Gaatske Klafes ter Refcriptie Sub (Patet) en (verum) overgelegt, en waar op de Kerkenraad zich beroept, word van geen Vroedvrouw, laat ftaan van eenig zeggen van die vrouw, gefprooken: en die beiden hebben geen fwarigheid gemaakt by verklaaringen met (*) C en D, (f) annex (*) CC Baukjen Hendriks woonagtig te Rinsmageeft verklaaren by dezen, dat ik van Ds. Cahai ben anngezogt om te getuigen, dat ik aan het huis van Klaas Everts, Meefter Smid op Rinsmageest, van desfelvs huisvrouw Tjitske Symons, en haar Dogter Rinsk'e Dirks hadhooren verklaaren, AatTamme Klafes Smidt, Vader was van het kind, waar van zy Rinske Dirks op den 4 Nov. 1780 was bevallen; dewyl ik dikwils daar aas. huis verkeerde;. en my nog meer vergde om te gë-  ]AËR BOEKEN, September, 1781. 1853 tiex te betuigen, dat zy nimmer iets diergelyks vafa c*e vroedvrouw gehoort hebben; verklaaren- de iuigen, onder anderen, dat ik voornoemde T. K. Smidt voor het het kraambed van Rinske Dirks zou hebben' ■bevonden, met een kop met brandewyn in de hand. Waarop ik zulks onwaar zeide te zyn. Waarop Ds. €ahai zeide, ik zal maar een verklaaringe fchryven. Waarop ik Ds. Cahal antwoordde, houd uwe hand vaiv het papier, ik wil, nog kan zulks niet getuigen, ik heb zulks niet gezien, nog gehoort: maar Domïnij zeide, «dan laat ik ü votfr regt roepen, en dan moet gy wel; dan zal ik ü zo goed wel maakeh, en anders moet gy een valfche eed doen; want ik weet dat gy 'er wat van "weet. Waaróp ik zeide, dat ik van niemand anders hadde gehoor:, dan eens van de fuppliante Rinske Dirks, dat Tamme Klaafes Smidt de vader van het kind was; Let welk ik aan Ds. Cahai heb gezegt, en hy daarop «eene verklaaringe heeft gefchreeveu, die ik heb önderÈeekend, en naderhand beëdigt, gelyk zulks kan geblylen, en fchoon ik naderhand heb gehoort, dat ik van de Vroedvrouw zou hebben hooren verklaare, dat T. JK. Smitd voor vader van het kind door Rinske Dirks, «11 Tjitske Symons was verklaard; en wat meer zy, dac ïk zulks van de Vroedvrouw, zelv op haar ftervbedleggende, zou hebben gehoon: verklaar ik wyders, dat zulks onwaarheid is, dewyl ik met de VroedvrcJuw daar over niet heb gefprooken van het een, nog van het andere. Dit de waarheid zynde, paffeere deze.om te ftrekken na behooren: des noods zynde bereid, zulks met eede te willen beveiligen, in kennilTe myner gewoone verteekeningen. Aéhun Rinsmageeft den 22 Junij 1781» Dit is Baukjen Hendriks eigen x gezette handmerk. In pnefentié van my Jan Hum pels als getuige Gggggg 2 Doe Tegenbèrigt van F. KI. Smidt tegen den Kerken'aed vaft Etinsmageeft.  i854 NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe- KUM. Tegenberigt van T. KI. Smidt tegen den Kerkenraed var, Rinsmageeft. de Gatske Klafes daarteboven, dat Rinske Dirks, voor de aankomft van de vroedvrouw reeds ver- loft D Gatske Klafes woonagtig op Rinsmageeft, verktaare de opregte waarheid te zyn, dat ik ben aangezogt door Ds. Qahai. v. d. m. te Rinsmageeft, omme te verklaaren en te getuigen, dat ik van Tjitske Symons en haar Dogter Rinske Dirks, mede in voornoemden Dorpe woonagtig, zouw hebben gehoort, dat Tamme Klafes Smidt vader was van het kind, waar van zy Rinske Dirks op den 4 Nov. 1780 was bevallen, om dat ikby de verlosfing van Rinske Dirks was praïent geweeft, benevens de moeder Tjitske Symons en niemand meer; jaa zelvt voor de aankomft der vroedvrouw was Rinske Dirks al verloft. 't Welk ik aan Ds. Cahai heb verklaard, en ook naderhand onder eede verklaart, en beveiligd, dewyl ik zulks gehoort had. Doch eenige dagen na de verlosflnge ben ik atteftante door Tjitske Symons aan haar huis gehaalt, alwaar my wierd gevraagt, of zy te weeten Tjitske Symons, en Rinske Dirks, Tamme K. Smidt voor vader van het kind hadden beleeden; waar op ik heb geantwoord van Jaa: en dat daarop beide Moeder en Dogter in myne prafentie, dat beide weder hebben ontkent, dat zy zulks niet hadden gezeit. En ben naderhand van iemand gevraagt, of ik van de Vroedvrouw op haar ftervbed had hooren verklaaren, dat de Vroedvrouw by de verlosfing, of anders, boven gedagte Moeder Tjitske, en Dogter Rinske had hooren verklaaren, dat T. K. Smi'dt de Vader van het Kind was: dat ik daarop heb geantwoord en gezegt, noit by het fterfbed van de Vroedvrouw te zyn geweeft, veel minder daar zulks gehoort te hebben. Dit de zuivere waarheid zynde, pafleere dezen om te ftrekken na behooren, bereid zynde het geattefteerde met eede te beveiligen. In kenniffe myner hand, aftüm Rinsmageeft den 22 Junii 1781. Dit is Gatske Klafes eigen X gezette handmerk. In prefentie van my Jan Humpels als Man en Voogd over dezelve.  jaerboeken, September, 1781. 1855 loft was. En wat vervolgens aanbelangt het ge-] tuigenis van B. Hendriks en G. Klaafes in hunne] verklaaringen ter Refcriptie fub Patet, en Verum; daarin legt niet allerminfte bewys geleegen ;: dewyl die verklaarirgen behelzen een hooren zeg-j gen vm Rinske Dirks en haar moeder Tjitske Sy-' mons: dat nu het zeggen van Rinske Dirks, die: het kind heeft ter waereld gebragt, en dat vanj haare moeder Tjitske Symons geen bewys m dezen, opleeveren, fchynt de Kerkenraad zelv begree-; pen te hebben : dewyl de Kerkenraad anders wel eene fchriftelyke verklaaring zou genoomen hebben. En is dit zoo,legt in dat zeggen geen bewys, (gelyk elk, die maar een greintje oordeel bezit, begrypen kan), wat bewys is 'er doch te haaien, uit het zeggen van anderen, die zulks alleen hebben uit de mond van voornoemde Rinske Dirks en Tjitske Symons? is en blyft het niet een getuigenis van die beiden? en echter is dit het eenigfte bewys,dat de Kerkenraad heeft kunnen bybrengen. De Kerkenraad geevt wel voor, dat zy behalven de gemelde verklaaringen meer anderen zoude hebben bekoomen; dan vooreerft zal elk die weet, wat moeite Ds. Cahai, die de eenige roervink van deeze zaak is, zoo als uit de hier overgelegde verklaaringen , en de verklaaring met E, F, en G annex (*) blyken kan, aangewend heeft, om de verklaaringen onder Patet en Verum te bekoomen; endezelvenietdan onder dreigementen heeft kunnen erlangen, aan dit voorgeeven weinig geloof geeven: en ten anderen , zoo zouden die verklaanngen volgens eieen zeggen van de Kerkenraad van denzelfden aart fyn, beftaande namen lyk alleen uiteen hooren zeggen van gemelde Rinske Dirke, en haaren moeder Tjitske Symons: en dus mede van geen de minfte effecl: zyn. „ Dat <*) Deeze ftukken ontbreken. Gggggg3 Doc- CÜM. regenbeigt van r. ki. Imidt egen den Kerken ■ ■aed van Rinsmageeft.  Doe KUM; Tcgenberiet vat T. Kt. Smidt tegen der, Kerken. Rinsmageeft. Ï850 NIEUWE NEDERLANDSCHE „ Dat deeze befchuldiging van eene zodanig „ natuur is, dat geen Lidmaat, veel min een Dia„ con der gemeente dezelve op zich moeft. iaa „ niet mag laaten ruften". 1 Het welk de Kerkenraad voor een derde reden opgeeft, Iaat zich zeer wel hooren; en wierd het den fuppliant zoo wel aan als afgeraaden, hy had milfchien al voor lange een actie van injurie tegen voornoemde Rinske Dirks en haare moeder geinftuueert; maar hoe die Proceduires der ganfche waereld een ftilfwygen zouden kunnen oplegden (zo als zyn Wel E. Ds. Cahai van begrip fchynt te zyn), en boe dezelve den Kerkenraad geruft zouden kunnen ftellen, begrypt de fuppliantniet: dewyl die Procedures nimmer de waar of onwaarheid der befchuldiging kunnen aantoonen. Het is niet alleen moge/yk, maar zelv waarfchynelyk, dat de fuppliant die proceduires zoude moeten, verhezen: de Kerkenraad zegt zelv , dat Rinske. voor het geregte om boete geciteerd zynde, den Suppliant niet als Vader aangeklaagd had; en uit de atteftatien hier voor fub D, F, G, overgelegt, blykt, dat zy zulks buiten Regt ten fterkften ontkend heeft. Wat had de Suppliant nu anders te verwagten , zoo hy konde goedvinden de gemelde Rinske in cas van injurie aantetpreeken 2 en waarmede zou de Suppliant de laftering bewyzen? de Suppliant zoude geen getuigen weetera te beleggen dan de meergemelde Baukjen Hendriks en Gatske Klafes; en wat zouden die getuigen den Suppliant baaten? daar de eene zelv niet weet op re geeven den tyd, wanneer de befchuldiging gefchied zoude zyn , en die getuigen notoir teftes imgulares zyn, die naar Regten geen bewys geeven • en zoo dan de Suppliant door manquement yan bewys die Proceduires kwame.te verliezen, ïoude daar uit volgen , dat de Suppliant waaryk fchuldig is ? zoo men zulke denkbeelden ??6d, agt de Suppliant zich waarlyk gelukkig. dat  JAERBO'EKEN, September, l*8|. i«57 dathy die Proceduires,ten minften voor als nogj vnni- rekening van den t>cnryversc" afa ^De Suppliant zoude UWEdens "Og een gevui dorh alteen in dezen de vraag zynde , ,, ot h°f?nu Saing in dezen voor beweezen gehoud< worden?" zo agt de Suppliant onnodig,o WEdens nodiger bezigheden daar mede te i «fe hiermede voor Contrarefcripti ^r^^org^vAd^ zyn verzoek, t, Requefte gedaan Q, F. &c. T. K. Smidt Ui CO LEP. us. Gggggg 4 )oe- ;\]m. "egetibe■igt van f. KI. smidt legen den Kerkenraed van Kinsmageeft. 5, ' I e I i- m te :n m i- ï» :n De  Doe kom. Berigt der Gecommitt'tot de zaek tusc en T, KI. Smidt. en den Kerkenraed, J t ï 3 1 1 1 '«j 4 1858 NIEUWE NEDERLANDSCHE Dit tegenberigt van Tamme Klafes Smidt, by den Fifcus ingekomen zynde, hebben de Gecommitteerden tot deze zaek alle de nevensgaende ftukken nauwkeurig onderzogt, S rfJ* h,un^nde^oek in de&eerftkoomen! de Clafficaale Vergadering, welke den 6 Auguftus i7Si binnenDokkumgehouden wierdt, raprpoftg m££ h6t VOl^end fchnftelyk J)e Heer Fhrifon, en andere UWEdens Gecom. Y muteerden tot de zaak van Tamme Klafes Smidt geelt en Sybrandabws Refcnbenten ter andere zv- den 4 jurm i7bi bet ingeleeverde Requeft, de Re-,en Contrarefcnptie met de daarby gefourneer debylagen, nauwkeurig gëxamineert; en zSen om aan het oogmerk der Commiflie des te beter te' voldoen, vooraf eene hiftoria fafti, en daarnaïu^ ^iffissssrü5at des gefchi,s - ^?rnv4/N°cV' V*3 brengt Rinke Dirks, Dogter van Tjitske Symons, woonagtig te Rinsmageeft een kind ter waereld; 'er loopt een fterk geruft dat T. K. Smult , Lidmaat, en Diacon diergèmeente, Va: er van dat kind zyn zoude. De Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahuis, om zoo veel mo4" lyk alle ergerniffen uit de gemeente Gods te wee•en , citeerd den 10 Jan. i7Si. T. K Smidt joor zich, en zegt hem uit den mond van beèd g3e getuigen (fchoon het uit de Schriftuiren duidfyk geblykt, dat deze getuigen op den 10 lanuar,, net warenbeëdigt, maar lerft v^dagwi ÏÏSr7 '^W dv V Jan, 1781 ^ereedlyn g^noo' nep) de Kerkenraad zeide dan uit den mond van .eed.gdegetu.gen te hebben gehoort, hoe Tjitske %mons en haar Dogter Reinske Dirks , den Dïacor. r. K. Smidt verklaarden voor Vader van het kind, waar  JAERBOEKEN, September, 1781. 1859 waar van zy Rinske Dirks den 4 Nov. 1780 wasl bevallen: eh fielden hierom den geciteerden T. K. 1 Smidt de volgende vraagen ter beantwoordiging voor: J Vooreerft „ of wel wift dat Tjitske en Rinske hem c „ voor Vader by andere menfchen de- < j, clareerden ? welke vraag met neen wierd 1 „ beantwoord. '• ten tweeden „ of wel in gemoede betuigen durv-j de noit eenige vleefchelyke ge-' „ meenfehap met Rinske Dirks te, „ hebben gehad? op welke vraag T., K. Smidt in gemoede verklaarde. „ noit eenige vleefchelyke gemeenfchap met Rinske Dirks gehad te „ hebben. ten derden vroeg de Kerkenraad, of T. Klafes „ dan wel gewillig was, zich van deze „ befchuldiging te zuiveren, en den Kerkenraad daar door in dezen fatis„ factie te geeven ? het geen met Jaa „ wel! beantwoordde. Na beantwoording van welke vraagen de Kerkenraad van T. K. Smidt eischtte, dat hy zich ten fpoedigften van deze befchuldiging behoorlyk zuivere ; en daar door den Kerkenraad eene volleedige fatisfactie, en geruftiMling geeve. IntulTchen liet de Kerkenraad de getuigen, web kezy in haare Refolutie van den 10 January, reeds beëdigde noemde, eerst den 15 Jan. 17^1 vooi Comm flaris van het Geregt onder eed neemen. De eerfte getuigen Baukjen Hendriks verklaarde onder eed, dat zy in het hais van Klaas Everts. van Rinske Dirks gehoort had, dat T. Klafes d« vader was van het kind , waarvan zy RinskeDirh was bevallen. De tweede getuige Gaatske Klafes verklaarde on der eed, dat zy by de bevalling van Rinske Dirh was teegenwoordig geweeft, en aldaar vsn Rinskt cn haar Moeder menigmaal gehoort te hebben,dat Gggggg 5 ZJ )oc- UM. lerigt 'er Geommitt,ot de ■aek tut" chen r. ki. smidt m den Kerken* raed.  i86o NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe kom. 'Berigt der Geeommitt-tot de tsaek tu. fchen T. KI. Smidt t den Ke, ïenraed zy niemand als Tamme Kfaafes Vader van het kinJ konden noemen. Deeze getuigen den 15 Jan. beëdigt zynde, zo zond de Kerkenraad den 13 Jan. 1781 aan T. K. Smid een affchrift van deeischen Conclufie, web , ke zy in haar vergadering van den 10 Jan. hadt genoomen: doch de Kerkenraad ziende, dat aan .deze haare Refolutie niet wierd voldaan,en voorn. r. K. Smidt in bedenking fcheen te neemen, of wel ter geruftftelling der Kerkenraad en beantwoording haarer ingebragte befwaaren, gehouden ..zy verder te repliceren; zoo refolveert de Ker, kenraad den n February 178r. „ haare voorige cisch van den 10 Jan. nader aantedringen, en te „ bepaalen , dat T. Klafes zich hoe eer hoe lie„ ver zyne befwaaren zuivere, en wel binnen den 3, tyd van vier weeken na het extradeeren dezes, „ by poene vsd anders te moeten aanhooren zoo„ daanige uitfpraak, a!s de Kerkenraad na billyke „ wetten verftaan zal te behooren; ontzeggende „ hem intuffchen het gebruik van het H. Avond„ maal, tot zoo lang aan den eisch der Kerkenraad zal voldaan hebben. Tamme Klaafes Smidt deze Refolutie ontvangen hebbende, addreiTeert zich den 14 Maart 1781 by eene memorie aan den Kerkenraad, zeggende in dezelve „ dat, wyl de Kerkenraad zyne gedaane „ betuiging, dat hy aan die misdaad onfchuldig was, niet voldoende, niet behoorlyk fcheen te „ oordeelen, hy betuigde niet te weeten wat fa„ tisfa&ie, welke geruftftelling de Kerkenraad in ,, dezen begeerde": zoekende verders de nulliteit der gemelde Kerkenraads Refolutien breedvoeriger aanretponen; zyne memorie befluitende met te verzoeken „ dat de Kerkenraad haare tegen hem „ genoomene Refolutien ten fpoedigften vernietig. de, en hem daarenboven ter herftelling van zyn „ eer fatisfaélie gaf, om niet genoodzaakt te zyn ,, zich over voorfchreevene Refolutien aan den 5S Competenten-Regter te moeten beKlaagen. De  JAERBOEKEN, September, 1781. i86£ De Kerkenraad deze Memorie ontvangen hebbende, refolveert den 25 Maarc 1781dat gemel j 9, de memorie niet was eene volleedige zuivering „ van de kwaade gerugten tegen T. K. Smidt ver „ fpreid, oordeelende dat her. hem niet onbekend 3, zyn moet, hoe men (onfchuldig zynde) zich „ van befchuldigingen gewoonlyk zuiverde, in-, „ haererende hierom voorige Refolutien , eiffchens, de eene zuivering in Regten, om zoo de gan„ fche waereld ftilfwygen opteleggen, verleenen„ de hem ten dien einde nog 14 dagen tyd, zul- 4, lende na dien tyd mee de zaak voortvaaren, zoo „ verftaan zal te behooren. T. K. Smidt over deeze en voorgaande Kerkenraad» Refolutien befwaard, adrefieerc zich den 23 April i78r aan onze ClafTicaale tafel by een Requeft , tragtende onder anderen de ongefundeertlieid der Kerkenraads handelingen te betoogen,wy] ?er geen wet was, die den Kerkenraad bevoegi maakte iemand het Avondmaal te on.tzeggen opeen? takele befchuldiging, maar alleen dan, wanneei de misdaad bewezen is, wanneer het vaft ftaai dat iemand waarlyk aan. een fwaare zonde fchuldig is, zich beroepende op het 6 art. van het Comp. der Kerk wetten, Titul van de Kerkelyke Disci pline; vorders uit de Refolutiep der Kerkenraat aantoonende, hoe het ganfche bewys, dat de Ker kenraad in handen heeft, alleen beftond in een ge tuigenis van hooren. zeggen , en dat NB alleen nof maar van de bevaPene Rinske Dirks, en haar Moe der Tjitske Symons, aan w:ens zeggen, zynes be dunkens, in dit geval geen geloov kan worden ver leent. Om alle welke redenen de fuppliant verzogt te, dat het Clasfis den Kerkenraad van Rinsma geeft en Sybrandahuis koft en fchadeloos geliev ce ordonneeren, om den fuppliant het Avondmaa des Heeren onverhindert te laaten genieten. De Kerkenraad van Rinsmageeft en Sybrandahui den j Junii 1781 by Rescriptie gehoort zynde jto^t baare genoomene Refolutie, by welke he Avond Doe- CUM, Berigt Ier Gerommitt.'ot de zaek tus rcken r. Ki. Smidt ?n den Kerken^ raed. I i  i86i NIEUWE NEDERLANDSCHE Doe XUM. Berigt der Gecommititot de zaek tu. fchen T. K. Smidt. en den Kerken' raed. Avondmaal aan T. K. Smidt wierd ontzegt, tot zoo lang hy zich van de misdaad, met welke Tjitske Symons, en haar Dogter Rinske Dirks hem befchuldigen, in Regten had gezuiverd, te verdedigen met navolgende redenen : . i Om dat gemelde befchuldiging by aanhoudenheid door de geheele gemeente werd vermeit. •. a Om dat die befchuldigingden Kerkenraad gebleeken is waarheid te zyn, zoo uit de mond van de Vroedvrouw op haar fterfbed leggende, zeggengende bereid te zyn dezelve met eed te beveiligen; als uit de verklaaringen van twee perfonen, die zulks met eede hebben beveiligd. 3. Om dat geen Lidmaat, veel min een Diacon zulk eene befchuldiging op zich mag laaten rusten. 4. Om dat T. K. Smidt voor den Kerkenraad aangenoomen hadt zich te zuiveren, en hier in nalaatig blyvende den eisen der Kerkenraad fcheen te vilipendeeren. De Kerkenraad de twee bovengenoemde ver. klaaringen genoegzaam oordeelende,hadomonkos. ten te vermyden geene meer verklaaringen van denzelven aart ingenoomen: ook had de Kerkenraad Rinske Dirks, en Tjitske Symons zelve niet verliaan, wyl meenden , dat dezrlve aan T. Klaafes veel verpligting hadden; en Rinske Dirks voor het Geregtom boete geciteerd zynde, T. Klaafes, ook niet als Vader had aangeklaagd. Doch nu T. Klaafes zich had verft ut met zulk eene Conclufie, als zyn Requeft inhield, ?ich by het Claffis te adres, feeren zoo had de Kerkenraad goedgevonden , om door den Pre ikant.en een Ouderling Rinske Dirks en Tjitske Symons zelve te verftaan , welke ook den 12 Mai 1781 aan de Commiffie der Kerkenraad verklaarden 1. Dat niemand Vader was en konde zva aan T. Klafes. 3 2. Dat zy hem niet openbaar voor den Regter wilde befchuldigen, eensdeels om dat zy nog  JAERBOEKEN, September, 1781. 1863 nog altoos ftil gehoopt had, dat hy haar trouwerij zoude, wyl zyn woord was, indien ilc u zoo ven breng, dan zal ik u verder brengen ;andersdeels , om dat zy hem, nu van haar afkeerig zynde, nog. te liev had , dan dat hy, en haar, en zyn eigen ziel verïweeren zoude. Om alle welke redenen de Kerkenraad van Rins-, mageeft en Sybrandahuis fuftineerde, dat haare: gedaane eifch, namenlyk, dat T. K. Smidt, zich van het Avondmaal zou onthouden, tot zoo lange door eene geregtelyke zuivering van de aangetygde befchuldiging de ganfche waereld een ftilfwygen had opgelegt; dat deze haare gedaane eifch wel en te regte genomen zy : eerbiedig van goedbedunken zynde , dat op het Requeft behoorde te worden geappointeerd , Nihil koft en fchadeloos. • Tamme K. Smidt op deze Refcriptie by Contra' refcriptie gehoort zynde, accepteerde voor profytelyk, dat de Kerkenraad non contradicendc erkent, boe 'er geen wet is, die de Kerkenraac bevoegd maakt, op eene enkele befchuldiging ie mand het Avondmaal te ontzeggen ; maar alleei dan wanneer het vaft ftaat, dat iemand waarlyl fchuldig is: zoo dat het verfchil zich derhalvei bepaalde tot de vraag, of de Suppliant voor waar lyk fchuldig kan gehouden wotden P eene vraaj welke T. K. Smidt ten fterkften ontkende, me refutatie der redenen , door welke de Kerkenraai het neemen haarer Refolutien had verdedigt, zeg gende ten opzigt van de ifte dat de aanhouden heid van een gerugt nimmer eene zaak waar 0 valfch kan maaken. Wat de 2. reden der Kerkenraad belangde namenlyk, als of de befchuldiging gebleeken ha waarheid te zyn, zoo uit de mond der vroedvrouv op haar ftervbed leggende; als uit detwe beëdig de verklaaringen der bovengenoemde perfonen. 2 Klafes zeide, dat de Kerkenraad by haare Refcrip tie geen vola nee veftigium van eenig bewys voo dit zeggen der vroedvrouw aanvoerde, zich be 3oc«. CUJC,, Berigt ier ( 'ie■ontn ütt. 'ot de zaek tusfchen- r. kl Smidt len Kef kenr vei. I t t r 1 E I \ * % i  Doe-""! KUM. Berigt der Ge< committ. tot de zaek tusfchenTi KI. Smidt en den Kerkenraed. i j i i i i ■4 l l ï c c 1 f i 2 S o 2 1S6-4 NIEUWE NEDÉRÊAND1CÖÖ roepende op eene nevensgaande verklaaring v*f gaatje Klafes, ter prefentie van haar man Jan Humpels verteekend , in welke de atteftante verklaarde op den 4 Nov. 1780 by de bevalling van Keinske Dirks prelentgeweeft te zyn, en dus zeer wel te weeten, dat Rinske Dirks voor de komffc der Vroedvrouw verloft was: nog daarenboven produceerende eene Atteftatie met F, door Auk)en Eelkes woonagtig te Rinsmageeft, in prsefentie van haar Man Ruird Clafes verteekend, welke at= testante verklaarde uit de mond der vroedvrouw gehoort te hebben, dat Rinske Dirks reeds voor haar komfte was verloft, en vermits zy geen beëdigde Vroedvrouw was, zy geen reden vond na jen vader van het kind te vraagen; dat ook de levallene Rinske Dirks nimmer aan haar Vroedvrouw had verklaart, wie vader van het kind zyn zoude. En wat de twee beëdigde verklaaringen van Saufoen Hendriks, en Gaat fche Klafes belangden r. K. Smidt zeide, dat Ds. Cahai dezelve niet ian onder dreigementen heeft kunnen erlangen: en |atdeze by de beëdigde getuigeniffen doch niet anjers behelsden, dnn een enkel hooren zeggen van linske Dirks, en Tjitske Symons ; welk zeggen van hnske Dirks, die het kind had ter waereld geiragt, en van haar moederen Tjitske Symons, geen ewys in dezen kan opleeveren. De derde reden der Kerkenraad was5„ datgeen Lidaaat, veel min een Diacon zulk eene befchuldiging p zich mag laaten ruften". T. Klafes zeide, dat eze reden zich zeer wel liet hooren, en wierdt et hem zo wel aan als afgeraaden , hy had al mis» :hien voor lang een actie van injurie tegen Rinske )irks en haar moeder geinftitueerd: doch kon niet lenAA„d £ze Proceduires den Kerkenraad zouden srult Hellen; wyl dezelve nimmer de waarheid t onwaarheid der befchuldiging konden aantoonen. ynae het, daarenboven niet alleen mogelyk, maar zeer  JAERBOEKEN? September, 1781, i86y zeer waarfchynlyk, dat hy zulke Proceduires zou moeten verliezen. 1 Wyl Rinske Dirks hem nimmer voor het Gerest als Vader had aangeklaagt. 2 Wyl Rinske Dirks zulks buiten regtten fterkften ontkent heeft. Producerende ten dien einde drie verklaaringen; de eerfte door bovengenoemde Gaatske Klafes, in prsfentie van haar man Jan Rumpels den ia Junii 1781 verteekend, behelsde, dac zy attestante eenige dagen na de verlosfing van Rinske Dirks door Tjitske Symons aan haar hui! was gehaalt, en aldaar haar vraagden , of zy Tjitske en Rinske, Tamme Klafes voor vader hadder bcleeden? het geen zy Gaatske Klafes met Jaa! beantwoordde : waar op beide Moeder en Dogte weder ontkenden, dat zy zulks nooit hadden ge zegt. De tweede verklaaring met G, door Tij Klafes Huisman , woonagtig te Rinamageeft, ii prffifentie van Sipke Harmens verteekend, behels de dat hy, na gedaan te hebben rekening van zy ne adminittratie, als Diacon te Rinsmageeft, zei ve uit den mond van Rinske Dirks en haar moe der had gehoort, dat zy beiden Tamme noit al vader van het kind hadden befchuldigt. De des de verklaaring met F door Aukjen Eelkes woonag tig te Rinsmageeft in prasientie van haar ma Ruird Klafes verteekend, behelsde, dat zy od de 8 November 1780 uit den mond van Tjitske 8< mans en haar Dogter Rinske Dirks had gehoort dat zy beiden Moeder en Dogter noit hadden g< zegt, T. K. Smidt vader van het kind zyn zcmdi Oe' vierde en vyfde reden, door de Kerkenraa ter juftificatie harer Refolutien bygebragt , ben vens de moDdelyke verklaaringen , welke Rins/ Dirks en Tjitske Symons aan eene commiflie t . e it 2 t« e n n  i86