nieuwe algemene KONST- en LET TER-BODE.   NIEUWE ALGEMENE KONST- en'L ET T ER-B O DE, VOOR MEER fn MIN GEÖEFFE NDEN. behelzende BERIGTEN, uit de GELEERDE WAERELD, van alle LANDEN: nopens Den tegenwoordige» Staat en voortgang der Geleerdheid, fchone Konsten en Wetenfchappen, nieuwe Ontdekkingen Uitvindingen en Proeven, in enigerhande Takken derzelven: Bevorderingen, Sterfgevallen en Levensbyzonderheden van geleerde Mannen en beroemde Konftenaren: Eerbewyzen en Beloningen, als mede Frysvragen en Uitdelingen met andere verrigtingen en voorvallen , zo by de onderfcheidene voorname Akademien en Maatfchappyen van Wetenfchap, als by andere Genootfchappen van Geleerdheids- en Konstminnaren, en h alle openbare en meer afzonderlyke Stichtingen. Foorts opgave van uitkomende Boeken, Akademifche en andere Schriften, met een kort berigt van derzelver inhoud, Land- en Zeekaarten, lekeningen en Prenten , Schilder- en Beeldhouftukken, Gouden- en Zilveren - Gedenkpenningen, nieuw uitgevonden Werktuigen en Konstftukken, Muzyhverken , Toneel- en ander Konstmatig nieuws, Historifche en Letterkundige Anecdoten, Geboorte- Trouw- en Sterflysten, Waarnemingen van 't Weder, allerleye Letterkundige Narigten en Byzonderheden, of't geen van enig aanbelang en nut kan wezen, zo in de Befchouwing als Beoefening, voor alle Liefhebbers van Wetenfchap, gelyk mede voor den Handel en Scheepvaart , Land- en Feebouw, Huishoudkunde , Handwerken en Traficquen , en algemene Induftrie , enz. enz. IX. DEEL. TE H A A R I> E M j B Y A. L O O S J E S, Pz. md cc x cv i ii   1798. No. 210. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 5 January. BERIGTEN. GROOT BRITANN1EN. onden, 29 Decemb. De Boekverkoper MacJtlin, alhier, heeft een nieuwe fraaie druk van den Bybel, met Platen en Vignetten, aangelegd en byna voltooid, die hem, volgens zyne opgave, veertig duizend pond fterl. zal kosten: de prys van ieder Exemplaar is 50 Guinies en 'er zyn reeds by de 900 Intekenaars. . D U1TSCHLAND en aanliggende landen. Wenen. Dezer dagen is de beroemde Unterberger , die als Konstfchilder en Geleerde ene gelyke agting verdiende, en uit dien hoofde door de Akademie en alle ware Konstkenners betreurd word, overleden. Zyn eerde Meesterfl.uk, verbeeldende de intrede van Bacchus in zyn tempel, 't geen in de manier van een bas-relief, als op Elpenbeen gefneden, gefchilderd was, leverde een blyk op van zyne zeldzame talenten, in dit gedeelte der konst. Hier op verfcheen zyn Mitierva, in den zelfden trant, als doorfchynend marmer, voor het Natuurkundig Kabinet van den Raadsheer Kirchhof, te Hamburg , vervaardigd , welke by de IX. Deel. opentlyke tentoonftelling de algemene goedkeuring wegdroeg: en eindelyk zyne onnavolgbare Hebi, die zyne Keizerl. Majefteit, in de Gaandery van Bt-Mvedere liet ophangen, en welke, door de konltige verdeling van het licht, enig in haar foort is. Zonder gewag te maken van zynen overigen arbeid, zyn deze 3 lionstitukken genoeg om hem in den rang dei grootfte meesters te plaatfen. NEDERLANDEN. Franeker. Na dat het Prov. Beduur van Friesland op den 9 Juny d. J. het befluit hadt genomen: Dat de Friefche hoge Schok zoude worden herfleld en ingericht naar een nieuw Ontwerp; ten einde de palen van het openbaar Onderwys verder uit te zetten, en het zelve , in vele opzichten , voor het gehele Volk verkrygbaar te maken; — werd de Commisfie van Gedeputeerden tot de zaken van het Collegie gelast, die Plan , door de Hoogstgeconftitueerde Macht goedgekeurd , dadelyk in werkinge te brengen. Ene eerfte zorg derzelver was , het beroepen van Hoogleeraaren in alle die vakken, welke, of onlangs, of reeds een geruimen tyd geleden, waren open geraakt. Verders het vermeerderen der werkzaamheden van de nog aanvvezende: gelyk ook het herftellen van een Collegie van Curatoren. A Tot  C 2 ) Tot Curatoren der Univerfiteit werden aangefteld: Geougius Coopmans, Med. Doft. te Franeker. Yeme Freerks Tigchelaar, van Makkum, en Eisü Eisinga, van Franeker, beide Leden van het Prov. Beltuur van Friesland. J. ter Horst , Lid van het Gerecht der Stad Leeuwarden. De werkzaamheden der nog aanwezende Hoogleeraaren werden dus vermeerderd, dat Aan Ev. Wassenbergh , Ling. Gr Schilder en zyn voornaam oogmerk was , om de overblyfzels der oudheid met de grootst mogelyke naauwkeurigheid te tekenen; hy nam zyne reize eerst naar Smyrna en van daar naar Conftantinopel; deze reize gaf hem belan:iryke ophelderingen over de gewoonten der Turken. Van hier ging hy naar Egypten, bezag het merkwaardige van dat land, en reisde van daar te water naar Japfa, Rama , Jerufalem , Betlehem , doch niet naar de dode Zee. Daar op naar Jaffa , Tripoli, den Libanon , Acre, Nazareth, Tiherias, Scanderana, Cyprus, Sattalia, Smyrna en Fenetien. Ik heb deFraufche uitgave gebruikt, die in folio, te Delft, in het jaar 1700, uitkwam, en waar in men 200 fchone fyne Platen vindt, welke gezigten van ruïnen, Steden enz. voorftellen. De Schryver was weinig opmerkzaam op de natuur en hield zig vooral met het penfeel bezig. Calmet (Augustin) bibifche unterfuchungen. Ik heb de overzetting' van Mosheim gebruikt. Breinen 1738, 6 Delen in 8°. De Schryver bezat ene uitgebreide belezenheid , doch voert alies, wat de natuur aangaat, zelden grondig genoeg aan. Doch is dit werk zeer lezenswaardig en daar by zeldzaam. Ik ben met Faber van gedachten , dat de waarde van het werk (2) Onze Schryver heeft het niet nodig geacht van dit, zo wel voor den Natuurfcbryver ais Bybelverklaarder, allerbelangrykst werk, meer te zeggen, als begrypende on getwyrTeld, dat het zelve in de handen van enen ieder, die in dit vak arbeiden wil, zyn mnet. Wy voegen 'er flegts by, dat de Heer J. F. Rosenmuller , in Leipzig, onlangs, in het jaar 1793, ene nieuwe uitgave van het zeh-e, met ophelderende Noten, bezorgt heeft, welke te Co'.tingen gedrukt is. (Aantek. van den Zender.) (3) De eigentlyke titel, van dit in het origineel plat Duitsch zeldzame Boek, is: Heilige bevarden tot dat Heilige Graftt in Jherufalem en van daar totten berch Symï, tot die heilige maget en de martelarisfe fw.te Catherin, gedtuckt door meister Eerhaart Rewich van Utrecht in die Stad van Mentzs in 't jaar ons heeren 1488- {Aantek. van den Zender.) van Calmet , door de Noten van MosHEtM , weinig gewonnen heeft. Celsii {01.) Hierobotanicon. Een hoofdboek in de Kruidkunde des Bybels, het geen even zo onbillyk van Faber gelaakt is, als het te recht door enen Michaülis word hooggefchat. Cetti Naturgefchichte von Sardinien. Leipz. 1784. Ik gebruike de Duitfche vertaling van een by ons (in Zweden) zeldzaam boek. Zyne dierbefchryvingen zyn zeer naauwkeurig. Echlin (Daniël) nam in het jaar 1556 zynen eigenen weg door den Archipel vaar Alexandrien, Tripoli, Damascus en Jerufalem. Zyne waarnemingen zyn middelmatig. Fabri {Felix) een Monnik uit Ulm; hy befchryft ene pelgrimagie naar Palestina en den berg Sincï, ondernomen in het jaar 1483 en volgende. Dit boek is belangryk wegens het naauwkeurig dagboek, 't welk hy over de reize tusfchen Gaza en Sinaï, door de woestyne, hield; hy is, voor dien tyd, een opmerkzaam en aangenaam Schryver; flegts moet men hem enige Momiikken-vertelzcls ten goeden houden; hy heeft my in de natuurlykc gelchiedenis vuu het lleenaehtig Arabien voortreiielyke dienden gedaan. Forskül Flora Egypt. Arabica. Hafn. 1775. Et defcript. animal etc. ibid. De Gercbts-llaad Nikbuiir heeft uit de losfe papieren , van mynen in Arabien gellorvenen landsman, zynen voormaligen reisgenoot, dit werk verzamelt en in groot qnarto met fraaie Platen uitgegeven. Het Kruidkundig gedeelte is vollediger dan het Dierkundige. Een taaikenner kan van zyne aanmerkingen met nut gebruik maken, hoe onvolkomen zy ook door den dood des Schryvers gebleven zyn. Georgii om de under Ryskt valde lydande folkflag {over de volkeren welke onder den Ruspfchen Scepter ftaan.) Uit Pallas Möller en andere Schryvers verzamelt; het werk is veriierd met fraaie afgezette Platen, op welken de klederdragten dier volkeren worden afgebeeld. Een taalkenner zoude den Godsdienst en Zeden van enige Afiatifche volkeren, tot recht begrip der Heilige Schrift, kunnen gebruiken. Gmelin {Samuel Gotlob) Ryska Re fa QRus/ifche reize) Petersburg 1773. 4°- Deze reize gefchieddé in 1768 op hoog bevel (der Rusfifche Keizerin) en het derde Deel, 't geen over Noordelyk Perfien hande'd, kan met nut door taalkenneren geraadpleegd worden. De Schryver is voornamelyk natuurvorfcher, doch befchryft te gelyk de gewoonten en huishouding der volkeren. Men vind 'er vele, doch flegts middelmatige, Platen in. Harmars waarnemingen over het Oosten, kwam in het Hoogduitsch, in het jaar 1772, te Hamburg, in 3 A 3 De-  ( 6 ) Delen, uit, met grondige en geleerde Noten van Faber. Vele plaatfen des Bybels krygen 'er ligt door, doch weinig voor de Natuurbefchryving (4). Hasselquist (Fredric.) Reize naar Palestina, kwam in 1757, te Stockholm, in het 'Zweedsch, uit. De waarde van dit werk is genoeg bekend (5). Invius Reize door het bovenfle gedeelte van Egypten 1777. De Schryver moest den naasten weg door de woestyne van Arabien naar Europa, in gezelfchap van enigen zyner landslieden, nemen, doch had oiibegry pelyke tegenfpoeden. Eerst wierden zy in de nabuurschap van Medina gevangen genomen , en toen zy te gen alle verwachting weder vry kwamen ,• ontmoeteden zy nieuwe onaangenaamheden in Kosfir en Sennaar. Men treft hier de (terklte bewyzen van de trouwloosheid der Arabieren ^aan. Eindelyk kwamen zy gelukkig te Cairo. Vooral is deze reize daarom merkwaardig , wyl weinige den landweg tusfchen Sennaar en Cairo befchreven hebben. Ik peb ene Duitfche overzetting gebruikt. Kaempferi {Engelb.) Amoenitates exotice in bundelen of (tukken verdeelt. Zy bevatten het belangryklte van des Schryvers ontdekkingen. Enen uitlegkundigen kunnen zy, by de verklaring van het boek Ësther, dienst doen; ook waar van de Gazellen der II. S. gefproken word. Hy heeft ene gemakkelyke i'chryftrant doch flegte Platen (6). Korte {jonas) Boekverkoper te Altona, deed in het jaar 1737 en vervolgens, ene godsdienstige reize (4) Ook dit fraaie en belangryke werk, is aan onze Landgenoten, in een Nederduitse!) gewaad, medegedeeld. (Aantek. van den Zender.) (5) Het wierJ in 1771, te Amfterdam , in het Nederduiisch vertaald, uitgegeven, in 2 Delen in 8°. en ook met enige Platen, doch die weinig waarde hebben, verfiert; in de Voorrede der Hollandfche vertaling vindt men een belangryk verflag van de lot- en gedaantewisfelingen van Egypten, die ook tot recht verftand des Bybels, hare nuttigheid heeft. (Aantek. van den Zender.) (6) Van dit in allen opzigten belangryk Boek zegt de Heer CE. doch wat weinig. Kaempfjjr's werk is meer aan de Natuurbefchryvers, dan Bybelminnaars, bekend, en is doch ook voor deze laatften onontbeerlyk. Ene der beste, fchoon oudfte, uitgaven is die van Lemgo, in 1712, in 40. Ook verdienen de afbeeldingen der Planten over het geheel de klagten van den Heer CE. niet. Dat de Heer Dohm, in het jaar 1779, ene nieuwe Hoogduitfche uitgave bezorgt heeft, is genoeg bekend. {Aanteh. van den Zender.) naar het Oosten , fchoon Protestant zynde. Hy tram zynen weg over Egypten naar Jaffa, Jerufalem en die plaatfen, welke gemenelyk in'het heiiure land bezocht worden; ging verder Byacre, Tabor, Si don, Aleppo eti Urfa in Mefopotanien voorby, en daar op over Livorno naar huis. Zyn dagverhaal word door verfcheidene theologifche verhandelingen over de Propheten afgebroken. Hy fchynt een Godvrezend man geweest te zyn, en yvert Iterk tegen de Afgodery in Palestina; ook bewyst hy, dat die plaats, welke men voor Golgatha uitgeeft, deze niet is. Men vind in het werk enige grove houtfneden ; het is in het jaar 1741 gedrukt , maar waar, word niet gemeld. Hy heeft ook het een en ander uit de Natuurlyke Historie des Bybels het geen een taalkenner gebruiken kan. LiNNé {Car. a") fyfiema naturtc ed. XII. ejusd. fauna fuecica ed. II. ejusd. Amoenitates Academ. (7). Maillet Defcription de PEgypte. La Haye 1740. 8°. Tom. II. Dit werk is, na de Memoires van dten Schryver, in vorm van brieven, door den Abt Le Mascrier uitgegeven. Maillet was verfcheidene jaren Fransch Conful in Cairo , en verzamelde vlytig (toffe tot ene befchryving van Egypten; de uitgever is een weinig woordenryk, en vermoeit den Lezer door ene onnodige wydlopigheid; intusfehen zal geen taalkenner van de moeite aan dit werk bedeed berouw hebben. In het twede Deel komen verfchillende zeer merkwaardige plaatfen , uit de Natuurlyke Historie, voor; en ik twyffel zeer of iemand de Pyramiden beter befchreven heeft dan deze Schryver (3). Maundrell Voyage d'Alepp a Jerufalem. Henri Maun- (7) Wy voegen hier by, dat van het Syflema Natu^at zedert 2 jaren ene ongemeen vermeerderde XlIIde uitgave, door Prof. Gmelin in Göttingen, is uitgegeven. Zekerlyk behoorde dit werk in de handen van iederen Godgeleerden te zyn , wiens zaak het is den Bybel te verklaren en die hier toe ene grondige kennis der natuurbefchryving nodig heeft; doch ook de amoenitates academica van den zelfden Geleerden (eigentlyk ene verzameling van verhandelingen en redevoeringen, gedeeltelyk door Linnó zeiven, gedeeltelyk door zyne Studenten, onder zyn opzigt opgefteid en verdedigd) bevatten enen fchat van waarnemingen voor de Natuurlyke Historie des Bybels. De Heer Schreber, in Erlangen, gaf voor ruim 2 jaren ene nieuwe uitgave van dit werk in 10 Delen. (Aantek. van den Zender.) (8) Ook dit werk wierd in het Hollandsch vertaald, te 'sGravenliage, in het jaar 1737, in 2 Delen in 4°. {Aantek. van den Zender.)  ( 7 ) M'aundrel was Predikant by de Engelfche Factory in Akppo. Omdreeks Paasfchen 1697 , reisde hy naar Jerufalem, in gezelfchap van enige zyner landslieden. Zyn dagboek is voor den taalkundigen van ongemene waarde. Duidelykheid , geloofwaardigheid en kundigheden , fchynen overal door. 'Er zyn enige fraaie platen van de ruïnen van Balbec, dén brief over de me' laatschheid, en een ander over hetCharacter der Turken , bygevoegd. Ik heb my van de Franfche vertaling, die te Utrecht, in 1705, gedrukt is, bediend. MoNeoNYs Fbyages. Deze ving in 1645 aan te reizen, en, na dat hy zig een tyd lang in de Zuidelyke delen van Europa had opgehouden, begaf hy zig naar Egypten, Sinaï, Palestina, den Libanon enz. Zyne reisbefchryving wierd te Lyon, in 3 Delen in 40. gedrukt. Het eerde Deel betreft het Oosten, doch flegts weinige bladen zyn volkomen uitgewerkt; het overige is zo uitgegeven, als de Schryver het op de reize in zyn. Journaal had aangetekend; van hier is het, dat 'er ene menigte afgebrokene ftukken, brieven, fcheikundige vraagftukken enz. in voorkomen. Werktuigkunde, Geneeskonst en Mineralogie, fchynen zyne aangenaamIte bezigheden geweest te zyn. Ook heeft hy zig dikwyls met de Oosterfche Waarzeggers onderhouden. Het laaide Deel bevat enige Gedichten, onder anderen één aan Koningin Ciiristina. De platen zyn grof. (Het vervolg hier na.~) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akaüemische en andere schriften. Duitschla nd. Synchronijlijche Tabellen der Volkergefchichte hauptfachlich nach Herrn Hofraths Gaiteurs Verjuch einer allgemeinen Waltgefchichte. Freyberg. b. Eraz. Eiite Lie ferung vom urfprunge der Siaaten bis zum ende der Römifchen Republik. 179Ó. flens bogen Fol. Hoewel wy het met den vervaardiger dezer tafelen niet eens zyn, dat Chronologifche tafelen voor dén Gefchiedkundigen het zelfde zyn moeien1, 't geen de Landkaarten zyn voor den Aardrykskundigen ; kunnen wy echter aan deze tafelen onze goedkeuring niet weigeren. Wy vinden dezelve zeer juist, go^d ingericht, en voor eiken liefhebber der gefchiedenis zeer bruikbaar, die begerig is, zonder een langdurig nazoeken, het juiste tydftip ener belangryke gebeurtenis en hare gelyktydige voorvallen met énen blik te overzien. A L- Z. Befchreibung ttnd Gefchichte der neueflen urtd vorzuglkhjlen Jnflrumente unrt Kunstwerke fut Liebltaber. und Kunstier, in llükficht ihrer mecbanifchen anwendung nebst den dahin imfchlagenden hulfswisfenfch. eet., von J. G, Geisler. Zit-1 tau und Leipzig, b. Schó'ps. eter Thell. 124 f. 8°. IV. Kupfer. In dit voor liefhebberen en kunftenaren belangryk werk, zyn wederom 24 Verhandelingen vervat, van welke verfcheidene , zo door zrnryke uitvindingen , als door ene juiste opgave van het nut, dat daar van in het bnrgerlyk leven kan gemaakt worden, zich by uitnemendheid aanbevelen. — Wy wenfehen dus, dat de Schryver met dezen zynen nuttigen arbeid, moge voortgaan. A. L, Z. Uïber die beste art, die Jugend in der Christlichen Religion zu imUrrichten, von Carl Ludwig Dreyfen, Prediger in Bergen auf der infel Rugen. Leypzig in der GrafFfcheri Buchh. 1793. 256 u. xv f. 8°. Dit boekje verdiend de opmerking van eiken Leeraar des Christelyken Godsdiensts , die enig belang fielt in een nuttig onderwys der Christelyke Jeugd. A. L. Z. Verfuch einer moralifchen Einleitung in das neue Testament fur Religionslehrer und denkende Christen. Von ImmanueJ; Berger. Lemgo, im Verlage der Meyerfchen Buchhandl. Etfter Theil. 1797. 300 f. 8Q. Wy verheugen ons, het begin van een werk te kunnen bekend maken en aanpryzen, waar na wy reeds voor langen tyd gev/enscht hebben. — Het bevat in zich ene gefeniedkundig-critieke opgave van de Zedelcer des nieuwen Testaments; terwyl dit onderwerp in het zelve op ene ge; lyke wys behandeld is, als men reeds, zedert enigen tyd, begonnen had , de Bybelfche Dogmatika te bewerken. — In dit eerde Deel zyn de volgende zaken begrepen: Algemene Inleiding — Inleiding tot de Zedeleer der gefebiedkundige boeken van het nieuwe Testament. De levensbefchjyvingen van Jefus — Zedekundige inleiding voor het Evangelie van Mattbeus. Algemene aanmerkingen over dit Evangelie. Zedekundige inleiding voor het Evangelie van Markus. Algemene aanmerkingen over Markus. — Hoewel dit eerfte Deel niet verder dan tot Markus gaat, zal echter het gehele werk, niet meer, dan 3 Delen bellaan. Voor 't overige heeft de Schryver zyn onder¬ werp op zulk ene wys ingerigr, dat hy zich door het voortzetten van dezen zynen nutrigen en leerrylien arbeid: zig by aanhoiidenheid verdienfteiyk moet maken. A. L. Z-. NARIGÏEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, l a noen veebouw, als mede de hüishourunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. MAANDELYKSCHE PRYSLVST der IN. en UITLANDSCHE EFFECTEN. I n l a n n s.c h.e. Holland z\ prCts. 38 a 45 prCt. CeI forceerd en Restanten van Loten 34 a 36 prCt. Zeeland i  ( 8 ) i\ prCts. 25 a 30 prCt. Friesland 2 prCts. 38 a 41 prCt. Utrecht, 2J prCts 48 a 50 prCr. Generaliteit 3 prCts. 43 a 49 prCt. Last- en Veiïgeld 2$ prCts. 38 a 42 prCt. Piins van Oiange 2^ prCts. 40 a 42 prCt. O. ƒ. C. lot. 1785-1790. 3 prCis. 29842 prCt. liNGELSCHE. Bink Aft u6aii7prCt. O.Ind. — prCts. Z. zee ptCt. O Z Z Ann. prCt. Dito nieuwe — piCt. 3 prCts. Gec. 4934ja prCt. Dito gerd. 48848» piCt. 4 prCts. Geconf 59 prC'. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 95' a 97 prCt. Dito 4 prCts. 85 a 85' prCt. Dito 4 prCts. met premie. 90 a 91 prCt. Dito Geconf. Forjdf. 41 prCts. by Staphorst 67 a 68» prCt. Akkers ifte Negot 88 a 90 prC'. Dito 2de Negot. 77 a 79 prCt. Kwik en Jl'-urb. 5 prCts. 83 a 81 prCt. Dito 44 prCts. 76 a 78 pi Ct. Dito 4 prCts. 73 a 75 prCt. Spanje 4j prCis. 82 a £3 prCt. Dito 3A ptCts. 66 a 68 prCt- Rusland 5 prCts. 91 a 92 prCt. " Dito 4^ prCts. 86 a 96 prCt. Dito 4 prCts. 81 a 82 prCt. Zweden 5 prCts. p5| a 97 prCt. Dito 41 prCts. gz a 93 prCt. Dito 4 prCts. 90 a 92 prCt. Denem.irken. Tuil. 4 prCts. 98 a 99 prCt. Dito Holjlein 4 prCts. 97J apb'^ prCt. Dito Leen. en Wisf. H. 4 piCts. 96, a97jprCc. Dito Kroon 4 prCts. 94 a 95 prCr. Polen 5 prCts. 97 a 103 prCt. Saxen Onverwisf. Steuer 3 prCts. 37i a 3S ftv. DitoOrdin. 3 piCts. 38 a 38*1 ftv. Dito Kamerft. 3 prCrs. 36837 ftv. Duo 2 prCts. 29:130 ttv. Amft. 28 December 1797. Pryzen der Gjwinen, o? 1 Jan. te Amsterdam. TARW. K«cLs«e GF.RST. Het tót GgtJ.1 fSfild. Po A Sch e bonte en witte 185 a 215 Vriefche U'iiuergarst . fïo;rï:o dito rode • • 175 aaoc Oron. en Olcfsmfche . 8o3ico Elbing. en Heugfe . 170 a 200 Zeeuwf. en Overin. Winter Soa 100 Koningsberger • 165 a 190 Dito Zomer . . 80a 100 Vriefche . • • 1503-170.Dantziger en Elb. . . 80a 100 Bovenlandfche . * . 155 a 180 Voorlamlfche rode . . 140 a 160 HAVER en BOEKWEYT. 2eelandfche .... 190 a 210I ROGGE. iBrouwhaver . . 55 a 75 Pmisfifclie . . ■ 95 a iaO|Wicte Voeder dito . 45 a 50 Koningsberger . . 9ï a ico.Boekw. Amersf. en Gooil. £24326 Gedroogde . . • 115 3120 Dito Brab. en Vlaain. £24326 Zaad, Ol? en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam ƒ 481 Oveim. 't Last. . £ 46 349 Dito Lyn . ƒ 47Ï Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 54J- 5 Schep. Rigaas ƒ .10 aio] Walv. Traan, 't quart. Ilèmiipzaad dito • /7;a8.{ van 12 Stek. . . / 100 Dito Rode . . ƒ 95 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. g 85 •& •& Cadix - . 84I Lisi'sbon - - 57J Nieuwe Ducat. ƒ 5>i3» Venerten . .91 Oude ger. dito - 5,1a 11 Livorno —— - 97J Nieuwe Louis d'Or -11,6, Parys. 2. m. .. . fi Guinies -12,12, dito kort. ^nAsufr- pift0iCn .9,14. Idem in Specie - 57 Franfche Kronen - 55 3 J Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 3aa3 pCt. Dito kort Hamburg 2. ra. Ct. ft. 37? a \ B?. Agio van den Bank .95 pCt. Dito kort - 36J — Wenen id. B". - %C,\ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYbTEN. Rct getai der Doden, gedurende de laatstverlope-e Week, s geweest, te Amjlerdam 126; en te Haarlem 12, onder .velken laatften 5 oeneden de 12 jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten haerlem. baro- ther- 1 hygro-streek luchtsDeC. me- mo me- me- der j gesteld - 1797. ter. ter. ter. wind. i heid. C30.2» 47 100 z.wr!"~zr. —— 27 < 30. 2 49J ico w. z.w. voormidd. vvindrig; L 3°- 3\ 35 97 n. w. 's avonds lielder. r.30~T 394 84 V, n. v/. omtrent betrokken; ' 28 ( 30. 1\ 4ö 82 — voormidd. windiig; i 30. I 44J 82 w. ■ verder harde wiud. C30..0; 44i 33| w. z. w.' ftormag^bcTrokken: ~~ 29 ' 29. 83 47i 79 — I jusfehen buide wat regen* £29. 45 47A 90 z. 'snagts zware ftorm. f29.41- 44 71-1 w. n. w. wolken, voorm. frorm; 30 / 29. 6\ 45 78 n. w. namidd. harde wind; ^ 29.8 40 771 "v. n. w. 'snaSts norm. ("29- 35 45 79 w.n.w. 31 < 29. 41 48 74 w.t. n wolken, ftormagtig. C2£_3j_ _1L___1L_ -Z_ Jan. f29. 4| 41 73 w.t. n. 1798. ^29. 5 45 7l| — bewolkt, harde wind. 1 c.29' 5 _if'2" _J±_ C29. 5l 39! 7ïi |w. n. w. „ , , • , » ) _4 _! i 2 wolken, harde wind; 2 ^29.7 42»; 654 i K'w- 'savonttó buijig. C29- 8i 35^- 83 n. n. w.| In de afgelopen maand December, Hoogst Therm. den 6den 'smorg. en den 17de!! 'smidd. 53 gr. Laagst den 24ften 's morg. 28 gr. De gehele maand ogt., midd. en avond gemiddelde hoogte 42jr gr. is 9,Yj gr. hoger dan in Dec. 1796. Het Last t%!d. Boa-r-o 80a 120 80a100 80a100 80 a 100 1553180 140 a 160 HAVER en BOEKWEYT. 190 a 210! (Brouwhaver . . 55 a 75 95 a i20iWitte Voeder dito . 45 a 50 9ïa icolBoekw. Amersf.eo Gooil. £ 24326 115 a 120 Dito Brab. en Vlaain. £ 24 a 20 Te Haarlem, by A. L O O S J E S, Pz.  1798. No. jtii. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTE R - BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 12 January. BERIGTEN. DUTTSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. D e Bergraad Scherer, van Saxen - Weimar, die zig thans, in Schotland, ophoudt, heeft van daar, in onze letterkundige Dagbladen , laten bekend maken, dat hy, na zyne terugkomst in Duitschland, een nieuw Tydfchrift voor de Chemie, met behulp van Franfche en Engelfche Scheikundig6», zal nitgpvpn. Den 30 Septemb. a. p. is te Wenen, in den ouderdom van 71 jaren, overleden, Valeün Edler van Lehmacher, A. L. M. Ph. & Med. Dr. Hy bekleedde het Hoogleeraar-Ampt in de Verloskunde, gedurende 44 jaren, aan de Univerliteit aldaar, en heeft ene menigte van uitmuntende Leerlingen gevormd. NEDERLANDEN. Amsterdam. De Maatschappy ter bevordering van den Landbouw, opgerigr alhier, in hare Grote Vergadering, gehouden den 4 Mey 1797, een Exemplaar harer Werken toegelegd hebbende aan den Schryver ener Verhandeling, getekend met het Devies: Een goed NageJJagt maakt een dankbaar Vaderland. IX. Deel. en gefchikt ter beantwoording aan het voorftel, door haar opgegeven: „ Naardien het onderwys dat aan de Jeugd op on„ ze Dorp - Schooien in het leezen, en andere nóod„ zaakelyke wetenfchappen , gegeeven word, niet al„ gemeen en aanhoudend genoeg, inzonderheid door „ Kinderen van ouvermoogende Landlieden , kan wor„ den waargenoomen ; welke middelen zoude men, „ derhalven, ter voorkoming en wegneeming van zoo„ daanige beletzelen, met de meeste vrugt, kunnen „ aanwenden ? Zoude daartoe het navolgen eener „ byzondere wyzc »« «nJ.» „ nabuurig Ryk gelukkig is tot ftand gebragt , ook „ hier op de Dorpen en andere gefchikte plaatfen ten „ platten Lande, bevorderlyk kunnen wezen? Zo „ ja, welke zyn de beste aanmoedigingen tot het in „ trein brengen, van deeze of foortgelyke nuttige in„ rigtingen?" maakt by deezen bekend, dat de Schryver van dezelve, op haar voorftel, goedgevonden heeft zyn naam te openbnaren; zynde alzo gebleeken te zyn, R. K. van der Palm, te Ysfelmonde woonagtig, aan wien mitsdien het aangebode Exemplaar haarer Werken daadelyk is toegeweezen. En berigt de Maatfchappy wyders, dat zy, ten zelven dage, mede befloten hebbende, aan eene Verhan» deling geteekend , Die niet wied, zal onkruyd oog ff en. B es  ( io ) en aan eene andere, Labor improbus omnia vincit. beide ingezonden ter beandwoording der Vrage: Dewyl het Onkrnid QSinapis arvenjis L.) doorgaans Herik, of Krodde genaamd, zeer vtel nadeel aan de Graangewasfen toebrengd: zoo bied de Maat" fc happy baare gewoone Gou le Medaille dien geenen " aan die op de meest overtuigendfïe wy* , lafe „ toont, dat het zelve van de Bouwlanden geheel kan ' worden uitgeroeid, en daar by de middelen opgeeft, " waar door dit werk, met niet al te veel moeiten en 1 kosten , kan gefchieden. En tevens verzoekt de ' Maatfchappy, 'dat men in acht neeme, of ook ande" re fchadelyke Planten, en wel met naame de kleine " winden , klokjes - winden , slinger - roos , eilZ. ' (Convolvulus arvenjis. L.) door dezelfde bearbeiding „ van den grond of andere verrigtingen, te gelykertyd „ verminderd of vernietigd worden." &c. ieder eene Zilvere Medaille aantebieden , indien de Schryvers goedvinden hunnen naam aan de Maatfchappy te openbaaren , de Eerfte dit voorftel aangenoomen heeft; zynde dus aan de Maatfchappy gebleken, dat de Schryver van die Verhandeling was, Hendrik l onse, woonende te Geervliet: aan wien mitsdien eene Zilvere Medaille is toegewezen; zullende het de Maatfchappy aangenaam zyn , het zelfde als nog te doen, aan den Schryver van de Verhandeling: Labor improbus Omnia Vincit. indien deeze goedvinden zal voor den i Maart eerstkoortiende, zyn naam aan de Maatfchappy te openbaaren. Kort beredeneerde Naamlys't der voornaam ste oostersche r.eisgeschryvingen , welke , voornamelyk in het vak van natuurkunde en Natuurl. Historie, tot opheldering van den Bvbel kunnen dienen. (getrokken uit Dr. Gronings Voorrede, op diens Hoogd. vertaling van Oedman's vermischte famlungen. ( Vervolg van Bladz. 7. ) Neitsschitz fiebenj'dhrige Weltbefchauung. Nurnberg rf>«6- 4°. De Schryver reisde den 15 Mey 1630 , over Venetien naar Conftantinopel, Egypten, Sinaï en weder over Egypten en de Middellandfche Zee naar Baruth, Tyrus , Nazareth , Jerufalem enz. Hy fchryft tameiyk droog, en mengt vele langwylige aanhalingen uit oude Schryveren , tusfchen beiden. Hy heeft iets, doch weinig, met betrekking tot de Natuurlyke Historie des Bybels, en enige grove platen. Olai-sen (Eggert) /stands refa. (Tslandfche reize.) Zy wierd door den toenm^Egen Student Ölai-sen en Bjarne PawELSsoN, in de jaren 1752 tot 1757, gedaan. Zy kwam in het volgend; jaar 1758, te Soro , in 4C'., met 51 platen , uit. De Schryver is een goed Natuurkundige en heeft grote verdienften by zyne Vaderllad. Otter Voyage en Turquie et en Perfe. Paris 1748. L)e Schryver reisde, in het jaar 1734, naar Ispahan, door Conftantinopel, in gezelfchap van enen Perïïichen Gezant van Nadir Schach, te land over Bagdad. Hy reisde als Koopman en met oogmerk om de Pd üfche taal te leren. Van lspahan ging hy naar Basfora en daarna terug over Bagdad naar den Tiger en Euphraat , en zo door de vvoestynen van Arabien, Mefopotanien, Chaldea en Natoliën naar Conftantinopel. Voornamelyk is hy Aardrykskundig en deelt aardige aanmerkingen, over de levenswyze van het Oosten, mede. Ook was hy opmerkzaam op de natuur en warsch van fabelen. Hy had velerlei zeldzame ontmoetingen ; is voor enen taalkenner op verfcheidene plaatfen nuttig en ik heb my dikwylen op hem beroepen. -Eindelyk vlegt hy een gedeelte der Perfifche gefchiedenis in zyn werk in en heeft enen aangenamer! ftyl. Pallas (S. J.) Rusfifche reife. Petersburg. 1771. Het derde Deel van dit werk, het geen over de Noordelykp delen van Afien handelt,! verdient de oplettendheid van iederen taalkundigen; deze icizc gcfchieJde in de jaren 1768 en 1769. Pocock (Richard) Voyage du Levant. Ik kenne dezen geleerden reiziger flegts uit de Franfche overzetting, welke in 6 Delen ia 8°. is uitgegeven. Zyne reize door Egypten. het fteenachtig Arabien, Palestina, Syrien en Mefopotanien, is voor de Aardryksbefchryving des Bybels zeer fchatbaar. By iedere plaats, is , ten flotte , iets uit de Natuurbefchryving bygevoegt. Voor het overige was de Schryver voornamelyk een Oudheidkundige; zogt oude opfchriften en reisde met Strabo in de rechter- en Abulfeda in de linkerhand. Verfcheidene van zyne aanmerkingen kan de taalkenner met voordeel gebruiken (9). Rad- Co) Ook van dit werk zyn Hoogduitfche en Fïollandfche vertalingen. (Aantek. van den Zender.)  ( II ) Radzivil ( Nic. Christ.) Een Pool, van voorname afkomst, reisde in het jaar 1582, wegens ene gedane gelofte, naar Jerufalem en Egypten. Zyne reize is 111 vier lezenswaardige brieven befchreven. Men vind ze in het twede Deel der Neurnbergfche verzameling. Rauhwolff ( Leonard). Een DuitFCh Geneesheer, die in h£t j rar ^157-3 reisde. Hy ging naar Tripoli in Syrien , Aleppo , den Euphraat, den gehelen weg door woest Arabien, n.iar het oude Babyion en Bagdad, van daar te rug door Asfyrien, Moful, Mefopotanien, naar Syrien. Hy befchryft den Libanon en de Maroniten. Van Tripoli voer hy naar Jaffa en Jerufalem, bezigtigde de heilige pb.aTen eu ging van da.it over Tripoli weder te rug. Onlochenbaar is hy de verftandigite reiziger van 'zynen ryd. Als Geneesheer was hy overal opmerkzaaïi op de natuur, maar ongelukkig ]yk verltaat men zyne Kruidkundige namen moeielyk. Zyne aanmerkingen ovei de gewomuens der Oosterlingen, vooral der Arabieren, zvn ze.-r juKt en gewigtig. Met écn woord, hy verdient den dank der taalkundigen. 'Er zyn vetfclieidene uiignven van zyue reize ; ik heb die gehrtuki, welke in de Neurenbergfche verzameling gevonden word. Relanui '( Hadiiai.i ) Dis fertationes Miscellanea. Tom- III. Utrecht 1706. I lier vind een taalkenner (toffe genoeg, was tiet' ook niet ais naunirktindige, ten mitilten in de verhan leling over de lndifche taal, waar uit veel kan genomen worden. Russel. ( Alexander) Natural Hiflory of Aleppo. London i6{6. 40. Oe Schryver was Geneesheer by de Engeifche Faclorv in Aleppo, en verzamelde door lange ondervinding de (toffe tot dit werk. 'Er word in 'het zelve van het Climaat, het Weder, en de natuurlyke lighamen, van en om Aleppo gehandeld, 't geen alles voor den Rybel-natuurkundigen allernuttigst is. Buiten dit geeft K. ene uitvoerige befchryving van de leefwyze , gewoontens , klederdragten , voedzels, mufyk, feesten enz. der Turken; heldert zyn werk met enige fraaie platen op, en eindigt het zelve, met aanmerkingen over het Weder, volgens ene tienjarige waarneming des Thermometers, benevens narigten van de aanftekende ziekten dier plaats, vooral van de Pest. Een uittrekzel uit dit werk , verdiende gedrukt te worden en zoude een nuttig hulpmiddel zyn, om vele moeielyke plaatfen in het Oude Testament te verklaren (10). (10) Aan dit verlangen van Ou. is voor onze Landsgenoten, door den Heer Gronovius , voldaan, die in het jaar 1762, ene fraaie vertaling van dit werk, te Leyden, bezorgde, in groot 8U. {Aantek. van den Zender.) Sandys (George) Travels etc. Hy reisde in het midden der vorige Eeuw door den Archipel naar Conftantinopel; gaf "daar ene uitvoerige befchryving van den Godsdienst, de gewoontens, de regering enz. der Turken. Van daar ging hy naar Egypten en bezigtigde het merkwaardige van dat land; reisde toen te land raar Jerufalem en ging van daar Noordwn-nds naar Tyrufi en i^r op over Cyprus, Malta en X.pels weder naar huis. Scti'wsieettK {Salomon) reisde in bet jaar 1577, als Prdikant, mei een gezandfehnp naar de Porte, uit IVinen. liy geeft wydlopige narichten van de toenmalige gevoomens en regering der Turken; ging te water na.r Egypten, bezag en befchretf het merkwaardige aldaar. Van daar ging hy naar Acre, Jerufalem, Damasco en Tripoli. Hy'is een deukend Schryver, die veie goede oogmerken laat blyken, doch de natuur zelden om raad vraagde. Shaw {Thomas). De Schryver, die veel in Africa, voo'raj a's Aardryksbefcbryver, reisde en te gelyk Sin,:i en Palestina bezogt, gaf, in 1738, te Oxford, zyn werk in folio uit , en fcheierde het Natuurkundige en Geographifche van eikanderen. Men v;nd hier vele dingen, die tot recht begrip van den Bybei aanleiding kunnen geven, vooral in de Bouwkunde der Oosterlingen. Ook de Phyfica Sacra ontfang hier veellicht. Het werk is met kaarten en platen verrykt en genoeg naar waarde bekend (n). Sparjian (Anders) Capska Refa. (Reize naar de Caap — ook reeds in het Hollandsch , na de overzetting van George Forfter vertaald) Stockholm 1782. Van deze reize word in het hoofdftuk der Gazellen gefproken. Thevenot's Voyages au Levant. Deze welbekende Franschman, reisde in het jaar 1655 en het volgende, door den Archipel naar Egypten en den berg Sinaï, daar na, te lande, naar Palestina, den Libanon, Syrien, den Euphraat enz. Deze reisbefchryving word zeer hoog geacht en doet den taalkundigen merkelyken dienst ( ia). Troilos {Ferdinand) Reize. Dresden 1676. 40. De Schry- (11) Ook van dit werk is ene bekende Hollandfche vertaling, welke door de aantel-eninjjt-n van Saxe, Tydeman en Boddaart, niet weinig gewonnen heeft. {Aantek. van den Zender.) (12) Deze reize wierd door onzen bekenden Landgenoot, Pieter le Clerq, in het Hollandsch vertaalden te Amfterdam, in 1737, gedrukt. ( Aantek. van den Zender.) B a  ( 12 ) Schryver was een Silefier; reisde in \666 van Venetien, door Cyprus, naar Syrien; bezag alle de heilige plaatfen by Jerufalem; nam van daar enen weg te lande naar Cairo, en reisde daar op naar Jerufalem te rug. Van hier ging hy door Samarien en Galilea; bezag Damasco, Aleppo, Scandaretta en Conftantinopel. Verder nam hy zynen weg door Natoliën, ten derdenmale , naar Jerufalem; ging daar op fcheep naar Cairo en terug naar Alexandrien. Op de terugreize wierd hy gevangen en als flaaf naar Algiers gevoert, en kwam door Italiën, door enen vriend uitgekogt zynde, na 4 jaren tyds, weder te huis. Zyne reize is voor Taalkundigen en Bybelminnaren merkwaardig, zo wel met opzigt tot de Zeden als tot de Natuurkunde van het Oosten. (Het vervolg kier na.~) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE.EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. De behandeling der ingeè'nte toegepast op de natuurlyke Kinderpakjes; door B. Tersier. Te Haarleai, by F. Bohn, 1797. 8°. 70 bladz. en 6 bladz. Voarberigt. Niet alleen neemt de bekende verdiende van dezen, door veeljarige GeneesofFening te Haarlem beroemden, Arts ons in, met een gunftig vooroordeel voor dit (tukje, voor weinige maanden in het licht gekomen ; maar het xyp oordeel van een konstervarenen Man, overeen onderwerp van groot aanbelang, voor leven en welftand der Medeburgers, fchynt in deze weinige bladen zo helder uit, dat wy niet twyffelen met dit echt Vaderlandsch voortbrengzel, den belanghebbenden Lezer geluk te wenfehen en het ter ernflige overweging aan te bevelen, boven veie hedendaagfche, zo in- als uitlandfche, voortbrengzelen, wier verdiende maar al te" dikmaals flegts in den febyn ?an nieuwheid gelegen, by ene bedaarde ontwikkeling, a'.s rook verdwynt. Doch wy moeten, volgens den aart van dit Blad, kortlyk, het oogmerk en den inhoud van dit werkje bekend maken, en willen enige weinige woorden daar by voegen, ter beoordeling van zommige gewigtige, daar in bevatte, byzonderheden en ter meerder bevordering van des Schryvers nuttig oogmerk. De eerfte Afdeling loopt over de Kinderp. in 't algemeen en derzelver geneeswyze. De trap der doodlykheid is, voor een middengetal , van 7 zieken 1 dode. Kwikmiddelen hebben geen fpecifieke kragt. De koele geneeswyze, reeds aanbevolen door Rhazes enz. Sydenham enz. ( hier ontberen wy den naam van onzen Boerhaave), kan, te al gemeen en zonder oordeel uitgeöeffendgrote en doodlyie misdagen voortbrengen, ( mogten onze dagen daar van gene fprekendc voorbeelden hebben opgeleverd in de prac- tyk der onoordeelkundige navolgers van anderen en ene te algemeen koele methode!) —- het tegengefteld uiterst, broeijing, is niet min verderflyk. In het overbrengen der gelukkige behandeling der ingeente ziekte op de natuurlyke, heeft men, volgens T., de ware voordelen der eerde niet in 't regte licht beichouwd. II. Afdeling. Toepasfng der behandeling by de Inenting op de natuurt, ziekte. Deze is niet te zoeken in zekere geneesmiddelen; noch ook het voordeel der Inenting toe te fchryven aan de wyze van befmetting, op een uitwendig deel; waar doör ene plaatslyke ziekte, en daar by een zekere asfimilatie en milderwording van de fmetdoffe vooraf zoude gaan, volgens Hufeland; dewyl zulke ene asfimilatie even zeer zoude fchynen plaats te moe'en hebben, wanneer, by de natuurl. befmetting, de doffe inwendig opgenomen en langs de wegen der na'uur, wel vermengd, door 't lichaam verfpreid word. Ook is 'er altyd by inenting geen zekere voordelige toevoer naar de huid der ingeente plaats, enz. Zo dat het ware voordeel der ingeente ziekte eniglyk in het beftuur gelegen zoude zyn, zonder welk de inenting even verderflyk uitvalle als de natuurlyke befmetting. (Mogt de Schryver, daar men hem het zeer groot belang van het beduur toedaat, en het verklaren door asfimilatie enz. eens daar laat, doch opmerken, hoe evenwel, meest altyd een plaatslyke, meer of min derke, aandoening der ingeente plaats, enige dagen lang, voorafgaat, en doorgaans de grote moederpok (variola genitrix) met hare plaatslyke ontdeking en by-puisten (Jatellites) zich vertoont, eer of terwyl de koorts van eruptie begint! Zoude hy dan, daar de ziekte toch dezelfde, en de natuur in haar werking eenparig is, durven verzekeren, dat, door inademen of inzwelgen van de fmetdoffe, by de zogenaamde natuurlyke infectie, niet diergelyke plaatslyke ontdeking enz. in het inwendig deel of ingewand, dat de fmette opneemt, zal voorafgaan, gelyk 'er doorgaans op het uitwendig deel voorafgaat, by de inenting? Bevestigen niet vele waarnemingen en verfchyn- zelen, by de natuurl. ziekte, ook die inwendige voorlo» pende plaatslyke aandoening en ontdeking?) III. Afd. Wederlegging der gevoelens van fommigen aangaande de werking der verfche lucht. Bekoeling, vertraging en terugdryving der uitbotting, volgens Dimsdale enz., is het ware nut geenzins: integendeel, zulk ene terugdryving veroorzaakt de gevaarlykfre en dodelykde toevallen, waarom zich ook voorname hedendaagfche Schryvers tegen het onbepaald gebruik van koude lucht kragtig verzet hebben, als zynde, uit hoofde der koude, zeer fchade'yk , ja zomtyds dodelyk. T. zelf verzekert, nimmer enig nadeel gezien te hebben door de warmte der verfche lucht, maar wel door de koude, wanneer hier by de natuurlyke warmte niet ondeihouden werd door beweging; en, daar, volgens hem, de ingeente pokjes, by duizende voorbeelden, even gelukkig aflopen des Zomers in warme landen alj 's Win  ( 13 ) 'sWinters in koude luchtftreken, (iets, dat echter met de opmerking van velen gansch niet overeenkomt) wil hy bewezen hebben, dat de hitte of koude der lucht, onder de nodige voorzorgen, van genen byzonderen invloed zyn op de kinderziekte. (Een fterke uitfpraak voorwaar! vooral omtrent de onfchadclykkeid der hitte, als zodanig, en de onvoordeligheid .der koude, als zodanig, onder de nodige voorzorgen. Onze opmerking en ondervinding doet ons, in zulk een geivigtig ftuk, deze uitfpraak der oplettende beproeving aanbevelen van geöeffende Geneeskundigen, en den nieuwlingen behoedzaamheid aanraden.) IV. Afd. Van de eigenlyke werking der verfche lucht, en derzelver noodzaaklyk gebruik. Is derhalve het nut der verfche lucht niet te zoeken in bekoeling , en in matiging der uitbotting , — waar in dan? — die nuttigheid word toch door den Schryver volledig erkend en aanbevolen. Zyn andwoord komt hier op uit: Dewyl het pokfmet zich door de huid ontlast, en door de lucht, misfchien fcheikundig (-kunftig) ontbonden, of althans opgenomen word, — en dus ene vermindering der ziekte en pokpuistjes zal te wege brengen, naar mate de fmetftoffe door de lucht meer afgeleid wordt; terwyl doch de lucht niet in 't onbepaalde kan opnemen, maar , gelyk alle ontbindingen , allengs moet verzadigd worden, en dan de overige fmetftoffe in 't lichaam te rug laten, en daar door evenredig de ziekte en uitbotting gevaarlyker laten worden, naar mate de zieke meer of min der verfche lucht geniet, gelyk bekend is: zo is het befluit, dat het nut der verfche (d. i. vernieuwde - zuivere) lucht gelegen moet zyn in die gretige opneming van het uitwaasfemend pokfmet; en dat hierom de opkomende puistjes verminderen, verdwynen en de lyder alleszins gemaklyker word, in zulk ene lucht, en niet om de terugdryving der koude. (Hoe veel fchoons en aanneemlyks deze keurige uitlegging ook hebbe , die door harè nieuwheid welligt nog meer opgang kan maken; het fchynt ons doch wat fterk, om alles aan die opneming toetefchryven en nies aan de bekoeling, welker temperend, bedarend en bederf kerend vermogen, in alle hete ziekten, toch ontwyffelbaar is: ook kon men vragen, indien de lucht alleen als opne mend fcheivogt werkte, en alle fcbeivogten doch meer ontbinden warm dan koud zynde, of dan niet warme lucht, het overige gelykftaande, zelfs beter en heilzamer moest zyn voor alle pok-lyders dan min warme? ■ maar tot welke fchadelyke gevolgen in het beftuur zoude dit denkbeeld leiden kunnen ?) V. Afd. Het gebruik der verfche lucht in de natuurlyke kinderziekte — nader aangedrongen. Dit word, tegen veler nog niet uitgerooide vooroordelen , door beflisfende ondervinding genoegzaam aangedrongen, en met oud en nieuw gezag bevestigd. Daar wy hier weer Boerhave misfen, verheugen wy ons een ander min bekend Vaderlander met recht geroemd te zien, Joh. Bagbaart namelyk, een Zeeuw, die, reeds in het begin de¬ zer eeuw, de uitnemende voordelen der verfche en opene lucht, in de (natuurlyke) kinderziekte heeft ondervonden en aangeprezen. (Een fterke onderneming zeker, voor dien tyd!) Dat hier, verder, de Bataaffche Natie van onze dagen, in hare geneeswyze der natuurl. kinderziekte, geplaatst word beneden de meeste Europifche volkeren, en wel voornaamlyk beneden de Engelfchen, — dit hindert onzen nationalen moed niet weinig, en wy, volgens onze eigene bevinding, kunnen althans voor Gelderland, Utrecht en Groningen, protesteren tegen die vernedering, niet twyffelende aan den byval van meer onzer Gewesten, menende ook, dat Engeland thans het oord geheel niet is, daar onze Landslieden, om welgegronde Geneeskonst optedoen, ter fchool moeten komen. VI. Afd. Bewyzen voor de volkomene gelykheid, der ingeente en der natuurlyke kinderziekte. Ook dit word hier volledig genoeg betoogd. Wy voegen 'er flegts by, dat de gemelde benamingen van onderfcheid, inderdaad zo ongegrond als ook nadelig zyn. Beiderlei kinderziekte toch is even natuurlyk, en beide ontftaan even zeer uit inenting; de inenting by de zogenoemde natuurlyke pokjes is wisfelvallig, of toevallig en onzeker, men noemt deze ook befmetting, zonder welke toch gene pokjes ontftaan; maar de inenting by de zogenaamde ingeente of konst-pokjes, is ene overlegde , voorbedagte en welingerigte befmetting r en dit, menen wy, bevat al het onderfcheid tusfchen zogenaamde natuurlyke en ingeé'ute pokziekte. Vil. Afd. Eenige regels by de natuurl. kinderz. in acht te neemen. Deze regels , van levensbeftuur, voedfel, vrye lucht , beweging , enige weinige geneesmiddelen , voor-naamlyk ter gewone ontlasting, alles gelyk aan 't gene by Je inenting met het best gevolg word in 't werk gefteld, verdienen in het werkje, ten beftuur van min, en ook ter beoordeling van meer kundigen, gelezen en metjoplettendheid uitgeöeffend te worden, als zynde een korte en keurige voordragt der meest gegronde hedendaagfche geneeswyze. Dan, daar deze laatfte Afdeling beginr met de herhaalde verzekering: dat het voordeel 't welk de inenting aanbrengt alleenlyk uit het gebruik der verfche lucht ontfiaat, en dat deze lucht niet door hare koude werkt, — ■— maar door het pokfmet uit het lichaam af te leiden, enz. moeten wy andermaal, in een ftuk dar gezondheid en leven raakt, den Schryver, met ware achting voor zyne verdienften, onze, zo wy menen, gegronde tegenbedenking herhalen; vooreerst, omtrent de plaatslyke voorafgaande aandoening en ontfteking op de plaats van het eerst aangebragt of gezet pokfmet, welke, daar zy by de inenting afloopt en uitwerkt op een uitwending deel des lichaams, een uitfluitend voordeel fchynt te geven aan de inenting, boven alle andere, ook opzettelyke , natuurlyke befmetting, hoe zeer voor 't overige het beftuur gelyk moge zyn. Ten tweden, dat, hoe zeer zyne theorie van de nuttige werking der lucht, door abforptie van 't pokfmet, ons in velen B 3- <*e-  ( 14 ) dete behaagt, wy echter, om het boven kortlyk aangewezene, niet zien, hoe men zoude mogen verzekeren, dar dit de enige nuttigheid is der verfche lucht, zo dat de koelheid, of matige koude, als zodanig, hier in zoms geen wezenlyk voordeel zOude toedoen, — vee! min , dat warmte, onbepaald, geen nadeel zoude kunnen toeorengen , en wat daar meer uit volgt. Voorts vallen wy 's Mans menschlicvemlen wensch, by het flot, dat de incn*i:g, voor als nog, meer a'ge .neeren ligt verkrygbaar mogt gemaakt worden, geredelyk by: Kim vrezen toch hartlyk, dat zyne aangegevens middelen 4*1 wegen ook vee! na kei zouden verfpreiden. Immers, a's allerlei, riet konstku-d'ge lieden, de inenting verrigten, zoude dan ook niet het beftuur dier ingeëven aan ban veiblyven? en is dat beftuur niet de grote zaak '? zien tvy niet dikwyls da grote nadelen, van alles over een ^am te fcheren, het zy door de natuur te veel te onderdrukken, uitteputten of aantezetten, en dat orrerfchillig door alle dé tydperken der ongeileM^eid ? — En verder, zoude dan de tegenwoordig reed< te gemene roekeloosheid, van aan het behoud van zomvu^en vele anderen opteoffert-n, d. i. door de ingeënten , de befmetting zorgeloos Overal te verfpreiden , — niet nog gevaarlyker worden voor de Maatfchappy, wanneer elk deze vergiftiging ter hand nam , en daar in g.ers raad van Geneeskundigen achtte? En dit zy genoeg, om d.'t belmgryk ftnkje nader te deen kennen. Indien een ruim vertier, gelyk het verdient, ene twede oplage mogt vorderen, hopen wy daar by te mogïh zien, dat onze WWflfei K ir^sa des Schryve:s opmerking Kftl onwaardig gekeurd zyn.. NARIGTEN en BY ZONDER HEDEN, tot DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LANDen VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOUKUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Brieven van Botany- Baay , in Engeland ontfangen , hebben zeer gunltige berigten van den bloeijenden (laat dier Volkplanting overgebragt, en tevens tyding gegeven, dat de Inboorling van dat land, dien de Gouverneur HuNTEn naar Engeland had meêgevoerd, in vol maakten welftand te Botany-Baay was terug gekomen. Het is ene merkwaardige zaak in de gefchiedeuis des tnenfehelyken geflachts, dat die wilde, kort na zyne terugkomst in zyn Vaderland, even als de Hottentot , van welken Rousseau fpreekt, zyne klederen hebbe afgeworpen, en naakt in de bosfehen gevlugt zy, om daar zyn vorige levenswys weder aan te vangen. In den volgenden brief vindt men vollediger berig¬ ten nopens den ftaat der Colome; weshalven wy dien hier in zyn geheel overnemen. Pcrt-Jackfon, 2C December I793. Na ene moeilyk reis, van acht maanden, federt ons vertrek van Portsmouth, en gedurende dewelke wy met veel tegenwind hebben te worfteleïi gehad, zyn wy in deze Volkplanting aangekomen, en hebben den Haat van dezelve oneindig vee) bloeijender gevonden, dan wy ons zulks hadden .voorgefteld , naar het deen men 'er ons in Engeland van gezegd hal. Wy hebben hier thans den Zomer, en ieder evn is bezig om den oogst, die zeer ryk is, intezamelen ; die van de Graasa in hef algemeen en byzonder van hetKoorn, is overvloedig. Dit jaar zal ons voonaad voor twee geven, en de Volkplanting beveiligen tegen den nood, dien zy door bet te lang wejbyven van den voorraad, dien men gedurende enen geruimen tyd uit Engeland heeft moeten halen, onietvomlen heeft. De enige mondbehoeften, welke niet algemeen is, is het vleescb; want, offchoon het Hoornvee in de Volkplanting ove^doedig zy, zoeken de be.voners van dezelve veel eer hunne kudden te vermeerderen , dan zich van hun Vee te ontdoen. Het beftuur is voornemens, om, zo dra het van de ftaatkundige geiteldheid der Hollanders berigt zal ontfangen hebben , de Schepen de lieliance en de Stipply naar de Oost-Indien en de Kaab te zenden, om zich van levendig Vee te voorzien. De Stad Sydncy, de hoofdplaats der Volkplanting, is tot hier toe uit hutten zaanuefteld, uitgezonderd alleen het huis van den Gouverneur en enige andere woningen van Civiele of Militaire Officieren. Men fpreekt wel van verbeteringen ren dezen opzichte te maken ; maar houdt zich wy?lyk voor alles bezig met de bevordering van den Landbouw. De andere gedeelten zyn Ilawherbury en Para-Mattèe. Deze laatfte Volkplanting belooft in allen opzichte het meest, offchoon zy de jongst aangelegde zy. De woningen zyn in dezelve zeer aangenaam geplaatst op de boorden ener rivier, die in de haven, genaamd Broken-Bay, vloeit. De grond is, in dien omtrek, vrugtbaar. De natuurlyke voorthrengzels van het land zyn gering in getal, en wy hebben het geluk niet gehad vaii ten dien opzichte ontdekkingen te doen; maar het binnengedeelte dezer (treken is weinig bekend. Tot een doorflaand bewys van gebrek aan naarflig' beid en werkzaamheid, by deze nieuwe Volkplantelinj gen , diend het volgend (taal. Weinige dagen voor [ hunne aankomst alhier (thans agt jaren geleden) ont| fnap-  ( 15 ) fnspren een Stier en zes Koeijen aan hunnen hoeder, en vlugtten in de bosfchen; uit vrees van zich aan de aanvallen der Inboorlingen van het land, wier gezindheid te dier tyd vyandig was, bloot te Hellen, beproefde men het niet om die beesten op te zoeken; de vrees werd door traagheid gevolgd, en men dagt om deze beesten niet meêr. Enigen tyd geleden ontdekte de knegt van een Officier , onder het jagen in de bosfchen , op den afftand van 20 a 30 mylen van Sydney, het gemelde Vee , en bragt den Gouverneur met enigen Van zyne vrienden op de plaats, alwaar hy deze ontdekking had gedaan. Men vond 'er ene kudde van omtrent zestig beesten , van ene aanmerkelyke fchoonheid. De Scier viel op de Jagers aan , zo dat zy hem met moeite ontfnapten. liet is uit de gevoelloos¬ heid of den wanhoop der Volkplantelingen alleen te verklaren , dat men, niettegenftaande het gebrek, waar mede men in de Kolonie" te vvorïtëlén had , vele jaren lang verzuimd heeft ene (treek van dertig mylen in het ïond, en waar in generlei plaatfelyke moeijelykheid, den reiziger kan belemmeren, ondoorzogt te laten. Yver en naarftigheid vinden hier ene ryke beloning; menfchen, die hier met niets gekomen zyn, hebben thans een fortuin gemaakt van drie a vier duizend ponden Sterling, en ieder, die in de gelegentheid is, om zich enig fonds uit Europa te bezorgen, is hier zeker van zyn' fortuin te maken. Peyzen dek Granen, op 8 Jan. te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Gfild. Poolfche bonte en witte i3o a 210 Vriefche Wintergarst . 70a «5 dito rode • • 170320c Gron. en Oldamfche . 70 a 85 Elbing. en Heugfe . 170 a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 70 a 85 Koningsberger . 165 a 190 Dito Zomer . . 70 a 85 Vriefche • • • 140 a 170 Dantziger en Elb. . Bovenlandfche . . . 145*180 „„_,,,_ Voorlamlfche rode . . 135 a 160 HAVER en BOEKWEYT. 2eelandfche .... 175 a 195 ROGGE. Brouwhaver . .54800 Pruisfifche . . • 90 a 1 if> Witte Voeder dito . 35a 45 Koningsberger . . 90a 116 Boekw. Amersf.en Gooil. £23*25 Gedroogde . . . 110 a 116 Dito Brab. en Vlaam. £23^25 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, perAnm ƒ 4f! Overm. 't Last. . £ 4<5»49 Dito Lyn . ƒ 4°i Slag-Lynz. de ton van Dito Henmp ... ƒ5* 5 Schep. Rigaas ƒ 10a 10I Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . /7+a8i van 12 Stek. . . / 100 Dito Rode . . / 95 Wissel- en Speciecqurs. Madrid ufo. 2 m. g 85 Jfc Cadix ■ - 84} I.isfjbon - Z7i Nieuwe Ducat. / 5,13, Venalen - Oude ger. dito - 5,11,10 Livcmo ■ " 98 Nieuwe Louis d'Or - 11,0,5 Parys. 2. m. . „ Guinies " - 12,12,10 dito kort. 'm nsu& Piftolen - 9,14, Iden in Specie - 57 Franfche Kronen - 55? a J Lonien. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 3 pO. Ditr kort Hanburg 2. m. Ct. ft. 37Ï B?. Agio van den Bank . 95,VaipCt. Dit< kort - 3<5| a | — rï Weien id. B°. - 36 't WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAESLEM. baro- THER- HYGRP- STBEEi lucht8- J;n. me» mome- me- | DER | gesteld 1798. ter. TER. TER. wjnd. j heit). C29- 8» 35 B3 I N. w. r * ' * c 20 o 10 73' n n w gewolkt;'savond- 3 \20\Qi 73j N-N hdd« en ftil. £30. o' 2?| 91 z o, ^3°- o\ 3Ii 99 Z- O. ' zeer windrig; bewolkt; 4 \ 29- 9* 36 835 Z. z. o. 's wonds betrokken; C29- 7\ 4Iz 08 z- w' harteWod. C29- 5^ 43 94 z- w- : bewolkt, windrig; 5 < 29. 6 44i 745 w.z. w. 'savonds regen-, hagelC29- 5 72 w. en (tormbuijen. f29. 4 40' 87 w. voormidd. regen; 6 < 29. 5 8I5 n. n. W. verder wolken; l,29- 7\ 38? 83 n. ■ 's avonds buijig. C30. ij 31 77 n. n. o. 7 < 30. 2\ 32 711 — wolken, harde wind. l%o- 3\ 28j 6q\ — _ ( C30. 4\ 27i 70 n. n<*0. w0]);en omtrent helder, 8 < 30. A\ 3i 72i n. o. windrig. j 30- 4\ 29 J 76 — C30. 4 28J 71 0.t.N. voorm;dd. betrokk<;n; 5 < 3°- 3| 30 73 — verder bewolkt. '{.30.3 26 75 — I GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week , is geweest: te Amfterdam 117; en te Haarlem 17, omVr weken laatften 7 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Dec. zyn, in Alkmaar, overleden, 36 perfonen , nam. 12 mannen, 8 vrouwen en 16 kindere», waar onder 10 beneden 't jaar; 2 van 1-5; 4 aan 5-10; 1 van 10-20; 4 van 30 40; 7 van 40 50; 7 van 50-60 cn 1 van 60-70 jarsn.  ( i6 ) Recapitulatie en Bybentrekkinc van het Weder in het jaar 1797. Thermometer. De gemiddelde hoogte, ogt., midd. en av. was, in January 36»|4 Er- _ — — — — February 37^3 — — — — — — Maart 4l\\ — _ — — — — April 5°T^| — — — — — — Mey $7$l — ~* — — — . ' — Juny 59\\l — — - - — -July ■ 68i.7 — — — — — — Augustus 65Tl7s — — — — —— Septemb. 595? — — — — — — Oétober 50*j — — — — — ■— Novemb. 44T-J| — —» — — — — Decemb. 42?s — Komt voor de gemiddelde hoogte van het gehele jaar 51 r', gi. is or', gr. lager dan in het jaar 1796. De hoogfte Thermometer was den I7den July 'smidd. 92 gr. — laagfte . nden January 's avonds en ien 21tr.cn Maart s morgens vroeg 21 gr. Winden. 448 maal de wind genoteerd tusfchen het Z. en W. vlak West 'er onder gerekend. 237 ~ tusfchen het O. en Z. vlak Zuiden mede geteld. 235 — tusfchen het N. en O. vlak Oost 'er by genomen. 175 — tusfchen het W. ea n. vlak Noorden dasr onder begrepen» Wyders is in het jaar 1797 aangetekend. 156 maal betrokken of omtrent betrokken. 134 — bewolkt. 126 — regen of regenagtig. 112 — helder of omtrent helder. y3 — wolken- 72 ■— harde wind. 54 — buijig. 54 — mist of dampig. 40 —■ windrig. 27 — ftorm of ftormagtig. 19 — donder, blixem of weerlisr. , 14 — ftü. 12 — fneeuw. 9 — hagel. hoeveelheid van gevallen en-ui tg ewaassemd water, te alkmaar. Gedurende de Maand Decemb. 1797. Gevallen 33 Lyoen: Uitgewaasfemd 7 Lynen. Recapitulatie en BySentrekking van gevallen en uitge wa assem d water, gedurende het gehele jaar i797. Gevalle Water. Uitgewaasfemd» January 13 Lyn. 8 Lyn. February 5 — 9 — Maart 2 — 18 — April 41 — 22 — Mey 26 — 35 — Juny 33 — 34 — July 9 - 38 — Augustus 48 — 33 — September 61 — 27 Odtober 58 — 19 — November 50 — 14 — December 33 — 7 — 379 Lyn- of 31 264 Lyn. of 22 Duta.' Duim. 7 Lyn. o Lyn. Rhynlands. Dus 2 Duim. 1 Lyn meerder water gevallen en 1 Duim 4 Lyn. tuinier uitgewaasfemd dan in 't jaar 179Ö. BEKENDMAKINGEN. V °P Heeden wordt by de Boekverkooper JOH. van der HEY, te Amfterdam, GRATIS uitgegeeven: WEEKBLAD voor KINDEREN No. i. In dit eerde Norpmpc vindt men het plan en oogmerk van dit Weekblad, en de wyze waar op de Schryvers, die reeds in dit vak met roem gearbeid hebben, voornemens zyn het zelve te achtervolgen. Ieder No. zal met een in 't koper gegraveerd plaatje voorzien zyn, en zal alle Maandagen met een No. vervolgd worden. De uitgave gefchied behalven by bovengem. ook te Haarlem by Beets en Loosjes; Leyden Herding en Honkoop; 's Hagt Tbierry en Menfing en Leeuweftyn; Dordt Blusfé,' Rotterdam Dirk Vis en J. Pols; Utrecht Wed. J. van Terveen en Zoon en alom. In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. te Haarlem, zyn te bekomen : 't Gedrag van Elsje van Houwening, a i Mui ver. 't Gedrag van Jan Franken, knecht van J. van Oldenharneveld, a i ft. Historie van H. de Groot, Schoolboek, a 3 ft. Levensfchetfen van Ned. Mannen en Vrouwen, Schoolboek, a 4 ft. Lettergelcherik voor de Ned. Jeugd, ƒ 1 ■ 10- der uitgewaasfemd dan in t jaar 179Ö. der HEY, te Amfterdam, GRATIS uitgegeeven: WEEKBLAD voor KINDEREN No. 1. In dit eerfte Nomr"pc vindt men het plan en oogmerk van dit Weekblad, en de wyze waar op de Schryvers, die reeds in dit vak met roem gearbeid hebben, voornemens zyn het zelve te achtervolgen. Ieder No. zal met een in 't koper gegraveerd plaatje voorzien zyn, en zal alle Maandagen met een No. vervolgd worden. De uitgave gefchied behalven by bovengem. ook te Haarlem by Beets en Loosjes; Leyden Herding en Honkoop; 's Hagt Tbierry en Menfing en Leeuweftyn; Dordt Blusfé,' Rotterdam Dirk Vis en J. Pols; Utrecht Wed. J. van Terveen en Zoon en alom. Te Haarlem, kv A. LOOSJES, Pz.  1798. No. 212. NIEUWE ALG EMENE KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 19 January. ENGELSCHE LETTERKUNDE. Agtjle Befchouwing, Godgeleerdheid. Licht en duisternis kunnen niet wel ergens in enig onroomsch land van Europa (Zweden alleen enigzins uitgezonderd, volgens de laatfte berigten, in Archive der Kirchengefchichte van Lenz voorkomende) in vollere fterkte zo naby eikanderen ftaan, als in de kerkelyke inrigting van Engeland. De aan den Troon vastgehegte Episkopale kerk waakt met argus ogen tegen alles, wat, flegts enigermate naar nieuwigheid ["makende , hare Geloofsbroeders raogt ontglippen: en de Meunen der Hiërarchie, de Univerfiteiten van Oxford en Cambridge , yveren met banblixems tegen elk van hare leden, die maar wat vrymoedig denken en fpreken; terwyl de dagelyksch toenemende Puriteinen en Nonconformisten, in de volkryke Manufactuur-Steden, door den ftaag aangroeienden argwaan omtrent hunne politieke gevoelens, tegen wil en dank gedwongen worden, zig meer en meer openlyk en fterk te verklaren tegen het heerfchend fyftema, en tegenwoordig ook', aan hunnen kant, dikwyls te verre gaan, ja zelft tot ene opentlyke verdediging komen van Paine's age of reafon. Men zal nagenoeg de beste Barometer van de politieke Theologie, in Engeland, in de hand hebben, wanneer men het laatfte ituk van den, door zyn pleit voor de vryheid der Negerflaven, zo verdienftelyken, doch voor IX. Deel. het overige Pitt zo laag vleijenden, Wiïberforce, met aart" dacht leest: A praüical view of the prevailing religieus fy/lem of profesfed Christians in the higher and middle clasfes of this Country, contrasted with real Christanity. Cadell. 1797- 491 p. in 8°. (7 Sh.) By enen aanleg tot vrome dwepery, hem als Swedenborgiaan kenfchetzende, en daar hy meermalén de onbedagtzame nieuwigheidszoekers en waereldlingen nodigt, om op Jezus te zien, raakt hy tevens in enen fanatieksn yver over de gevaarlyke (trekking der verlichting, waar door hy alle zyne, anders voor een goed deel zeer treffende en aandoenlyke, taferelen verduisterd, die hy van het praktikaal ongeloof geeft, 't welk, onder de hogere ftanden in Engeland, tot ene fchromelyke hoogte geftegen is. Terwyl hy, met de grootfte angstvalligheid,den Minister Pitt tegen het verwyt verdedigd, van, op enen openbaren Feestdag, enige goede vrienden opeen glas wyn onthaald te hebben, fchaamt hy zig niet, den edelen Robertfon te verketteren , om dat deze , in zyn onderzoek naar de kennis der ouden van de Indien, deze en gene dingen begunftigd , welken de Mofaifche overlevering fchynen tegen te fpreken , en om dat hy in de Historie van Karei V. de Hervorming niet fterk genoeg pryst. — Zodanige beweringen konden natuurlykerwyze niet onbeantwoord blyven. De bekende Penneftryder WakefUli hief terftond zyne tuchtroede op, om deze verwaandheid te (haffen, en na verloop van weinige weken kwam in het licht: A Letter to W. Wiïberforce on the fubjeü of his late Publication, by G. Wakefield, Kearsly. 72 p. in 8°. (2 Sh.) In dezen brief doet hy wel alle recht aan het welmenend oogmerk van Wiïberforce, Hy houd hem voor well intentioned and infiuenced by v/orthy motives, en, in Pitt's net verftrikr, C door  ( 18 ) »Joor geen arg denkende goedigheid, Vinnig kaatst hy hem zyne eigen uitdrukkingen te rug en vraagt hem, of hy dan ook op Jezus gezien heeft, toen hy den kruistogt van den Minister tegen Frankryk verdedigde? enz. Een Repliek op Wakefield's brief kon wel niet agterblyven, waar mede dan ook zekere Wztkins voor den dag kwam : A word, of gentle admonition to Mr. Wakefield. Cawthome. 50 p. in 8". (1 Sh.) Dit zagt vermaan beftaat in bittere verwytingen : gelyk wanneet hy Wak. voor een wilden en grimmigen ty- ger uitfchelt. Het grootfte kwaad, in zulke dwepige Schriften, gelyk dat van Wiïberforce, ontlaat altyd uit duistere begrippen en vrome magtfpreuken. Dus brengt Wilb. alles tot het levendige Kristendom (vital Christianity) te rug. Het was derhalveu een woord op zyn pas, wanneer, kort na het uitkomen van dit ftuk, een kragtdadig tegengift tegen deze dwepery verfcheen, in het volgend ftuk, dat zig, door ene goede redeneerkunde en netheid van gitdrukkingen, byzonder aanpryst: Four Esfays: on the ordinury and extraordinary Operations of the hnly fpirit; on the applkation of Experience to Religiën, and on Enthufiasm and Fanati cim., by Th. Ludlam, (Rector of Foston Leicestershire) Rivingtons 1797. 115 P- in 8P. (2 Sh. 6 d.) Een ftukje, dat wel eigentlyk is ingerigt tegen zekere beweringen van den beroemden Th. Robinjon, in diens Scripture Charatters, maar echter, in 't algemeen, het verward begrip omtrent geloof en onmiddelyke inlichting te keer gaat. In deze omftandigheden kan, in Engeland, de Apokalypfis niet vlytig genoeg befludeerd worden. D. Townjtn, een Oxforder Fcllow, heeft de hoer van Babel, in ene geleerde verhandeling, op nieuw onder handen genomen: Babyion, in the Revelation of St. John, confidered as fignijying the City of Rome. Die verklaring is juist gegeven, toen Buonaparte nog maar 20 mylen van Romen was. Ook heeft men in dit jaar nog een vertaling uit het Hoogduinen onder den volgenden tytcl uitgegeven: An illustration of ïhe prefent great and important Oecurrences, by the prophetic Word of God. In four treatifes. Translated from the German, in wich it was putlished 1794. By a prelate of the Lutheran Church (Roos van Anhaufen) Mathews 1797. 135 p. in 8". f3 Sb.) waar by de uitgever nog een fchrikbarend byvoegzel gevoegd heeft, van de heilloze propaganda, uit Girtanners Gejchkhte der FranZ. Revolution (Th. III.) ten einde alle Regeringen wakker te maken, 't welk in het European Magazine van Juny p. 372 is overgenomen: en hy beloofd wyders ene volledige vertaling van Bingei's verklaring van de Openbaringen. Opmerkelyk is het, dat byna gelyktydig ene overzetting van Nicolai's S. Nothanker, door enen Dulton, is in 't licht gegeven. Hier mede komt vry wel over een, dat een lid van Merton's Collegie, te Oxford, Magister G. H. Leicester, een redenkundige verdediging des Duivels, in forma, ondernomen heefc, waar van het eerfte ftukje, kortlings, is van de-pers gekomen: A Disputation in Logic, arguing the moral and religiout ufe of a Devil. Book the I. Egerton 1797. 46 p. (2 Sh.) De Sluitreden gaat in Darie, en luid als volgd: „ Alle verzoekers zyn nuttig. De Duivel is ,, een verzoeker. Hy is derhalven nuttig." Men zou denken, zegt de beoordelaar in het Analyt. Rev. Aug. p. 151, dat het gekfeheren was, maar de man fpreekt in goeden ernst. Met zulk een. fluitreden zou ook Gibbon, die in de ogen van de Heren Oxforders, vooral federt de uitgave van zyne Posthumous Works, wel niet liever dan de Duivel is, zig tegen de kortlings uitgekomene verdediging der Univerfiteit (A word or tvo in vi'idication of the Univerfity of Oxford, and of Magdalen College in particular, from the posthumous adfperfions of Mr. Gibbon. Rivington. 3797. in 40. 2 Sh.) kunnen regtvaardigen. Van den anderen kant 'houd men de nafporing over de werkingen der dus geheten 3 perfonen in de Godheid enz. nog vlytig aan den gang. Dus handeld zekere Ar. Meredith, in zyne Seleiï Esfays ca fcriptural fjibjeiï. Mathews I2P. (3 Sh.) van het Profetisch ampt van Jezus, van het ampt des H. Geestes, van het Predikampt enz. met veel ernst betuigende: that the whole work has been for fome years a Jouree of the most delightful meditatiën to hem. Om den indruk te verzagten, dien Hume's en Gibbon's zagt fterven op jonge lieden mogt hebben, verteld Evans de bekering en het godvrugtig uiteinde van Lord Lyttleton, in zyn Attempt to account for the infiditity of the late Edw. Gibbon. Longman. 1797. 76 p. 8°. waar in deze beiden Apostelen van het ongeloof dapper gehavend worden. Hier by fteken voorzeker zulke fchriften, gelyk de Dialogues in a Library. Robinfons. 278 p. gr. 8". (5 Sh.) waar in de zuivre Godistery onder hevige aanvallen op het Historisch geloof geleerd word, niet weinig af, en maken te meer opgang, om dat de tegenwoordige verdedigers der Openbaring zig doorgaans met myftieke wartaal behelpen, gelyk, onder anderen, dit, het geval is van de volgende Apologie voor de Ingeving: A vindication of the Holy Scriptures and of the doiïrines, contained in them, being an Answer to the two Parts of Paine's Age of Reafon. By Th. Scott. Johnfon. 1796. in 12*. 'Er zou een afzonderlyk letterkundig berigt nodig wezen, om maar alleen de tytels optegeven der wederleggingen van de berugte Age of Reafon, die, federt 3 jaren, zyn in 't licht gekomen. De enige, welke zig, wegens bondigheid en heuschheid ook buiten Engeland, ter lezinge aanpryst, is de, in korten tyd tot 3 malen herdrukte, Apology for the Bible. In a feries of Letters, addresfed to T. Paine. Author of a Book intitted: the Age of Reafon. P. II. London. Evans. 1796. 385 P- in 120. USh.) De algemeen in Engeland geagte Bisfchop van Landaff, en Hoogl. in de Godgeleerdheid te Cambridge, R. tVatfon, is 'er de Schryver van: en men kan haar, wat uitdrukking en Regtzinnigheid betreft, enigermate vergelyken met hetgeen, in Duitschland, door Luderwald, tegen de Wolfenbuttelfcbe Fragmenten gefchreven is. Iets van dien aart blyft, in Engeland, niet zonder repliek. Dus beantwoordde zekere Schot, Machoi, den Bisfchop van Landaff, met zeer veel bit-  ( 19 ) bitterheid en hevigheid tegen de Openbaring: The Bifchop *f Landaff's Apology for the Bihle examined, on a Series of Letters addresfed to that excellent Man. Crosby. 1797. USh.) die dan ook weder met gelyke hevigheid, door een ander van Watfon's bewonderaren, beantwoord wierd. Ook wierd met graagte ontfangen een Bisfchoplyke brief van den gemelden Kerkvoogd aan de Geestelykheid van zyn Bis dom, waar in hy dezen de ootmoedigheid aanpryst: Two Jermons and a Charge dilivered to the clergy of Diocefe of Landaff. Evans. 77 p. in 8". (2 Sb.) Dergelyke Herderlyke Brieven, Charges genoemd, zyn, federt enige jaren, byna door alle Bisfchoppen ui'gegeven, die, onder de waereldlyke zorgen, voor zodanig iets nog tyd kunnen winnen, en de buitenlanders kunnen daar uit leren, hoe het tegen woordig met de Engelfche Kerk ftaat. Zelfs de Ierfche Bisfchoppen volgden dit voorbeeld hunner Amptsbroederen , in Engeland. Het laatfte voorbeeld van dien aart is dat van Bisfchop ■O'Blern van Offory: The Charge of D. O Bicrn to the Clergy of his Diocefe in his annual Vif.tation. Debrett. Dublin 1797. Men weet dat 'er te Oxford een ftigting plaats heeft voor Predikatiën ter handhaving van de ht-erfchende Episcopale Ketk , die naar derzelver Stigter Bampton-leSures geheten Worden. Gemeenlyk komen d!e dan jaarlyks in één bundel in het licht, en men kan doorgaans uit de daar by verhandelde ftofFen ontwaar worden, waar men hit meeste gevaar dii'gt.' Dus verdedigde, in het laatst voorgaand jaar, «ekere Fev/ïo de noodzakelykheid der Genoegdoening tegen de aanvallen van Dr. Priestley. De laatften dezer Leftures zyn van R. Gray: Sirmons upon the principles upan wich the Reformation of England •was eftabllshed, preached bef ore the Umverfify of Oxford in the year 1796, at the Leüure founded by John Bampton. Rivingtons 1797. 333 P- 8". (6 Sh.) De zogenaamde vereniging van Kerk en Staat word hier in zo verre getrokken, dat dB waereldlyke arm verpligt is alle zucht tot nieuwigheid kragtdadig te onderdrukken, en de gevestigde Hiërarchie daar tegen te befchermen. Bitterheid tegen de Presbyterianen ftraalt 'er overal in door, en men kan 'er klaar uit zien , dat de heerfchende Kerk zig veel eer met de Hoomfchen, als met de Nonconformisten, in Haat is te verenigen. Te regt noemen de vrymoedige Reviewers dit the retrogade motion of the prefent time: een verfchynzel 't geen ook hier en daar op het vaste land maar al te zigtbaar is. By dezen lust tot gefchil voeren, fchiet 'er flegts weinig tyds over Voor geleerde Theologifche navorfchingen. Men moet tot op Weston's conjeüures, with fhorts comntents and illustrations of various Pasfoges in the new Testament, particularly of St. Matthew, die reeds in 1795 by Nichols, 80 p. in 4°. zyn uitgekomen, te rug gaan, wil men iets van be duidenis voor de uitlegkunde des N. T. bybrengen. Deze Westen is bekend als uitgever der Fragmenten van Hermefianax, en als Griekfche vertaler ener Elegie van Gray. Zyne aanmerkingen beftaan meestal, gelyk die van Wake¬ field, in gelukkig byeengevoegde gelylduidende plaatfen uit ongewyde Schryvers. Met de beöeffening der He- breeuwfche taal ziet het 'er flegt uit. In Oxford worden, zeggen publieke papieren, tegenwoordig in 't geheel geen lesfen in het Hebreeuwsch gegeven; en van de 20 kerkelyken kan 'er niet een Hebreeuwsch lezen. In Cambridge heeft men een Rabbynfchen Geleerden Jood aangenomen, om iemand , die lust heeft , in de gelegenheid te ftellen. Joden fchynen, in 't algemeen, nog de enigfte uitlegkundigen voor het O. Test. in Engeland te zyn. Dus heeft een geleerde Jood, Ben Levi, Disfertatioi\s on the Prophecies in two Parts (in welker iile Deel de ware, en in bet 2de de valfche, door de Kristenen kwalyk uitgelegde, Mesfiaaofche Voorzeggingen voorkomen) 1795—179<5. 2 Vol. (12 Sh.) uitgegeven , als mede den Rabbynfchen knods tegen de Hydra van Paine's Age of Reafon opgeheven, in een Dcfence of the Old Testament. Ook vloeid van Rabbynfchen onzin over ene Dieuwe vertaling van den Profeet Jonas: Jmah, a faithful Translation from the eriginal with philological and explanatory Notes. To wich is prtfixed a preliminary discours, proving the Genuinefs, the Authenticity and the Integrity of the prefent Text. Cambridge, Rivingtons 1796. in 4°. (11 Sb.) De Schryver verzet zig in de voorafgaande Verhandeling tegen de Kennikottianen, die den tegenwoordigen text voor gebrekkig houden; daar het echter te bewyzen ftaat, dat dezelve in dien ftaat gebleven is, als waar in Esra den Canon byeenbragt. Onder zulke beweringen kan men uit de Exegefe zelve opmaken, gelyk de Schryver by den aanvang verklaard, dat hy met de neuswyze twyffelaars aan de wonderwerkan niec te doen wil hebben. Zonderling is het, dat hy, fchoin geen geboren Engelander, evenwel ene betere Engelfche vertaling zig verbeeld te lsveren. Van Dr. Guoden is ene proeve ener verbeterde vertaling van Job uitgekomen. Men gevoeld de dringende behoefte ener goede overzetting in de moedertaal, welke voor dezen tyd gefchikt is; doch zal die niet wel bekomen langs den weg, dien Benjoin by Jonas voorflaat, nam. dat zig een Gezelfchap van Vertalers moest byeenvocgen : ,, all members of the eftablished Church, and unprejudiced friends to flats. Hoe vele cabalen en vyandigheden heeft niet de nieuwe bybel-vertaling van den braven Dr. Geddes ontmoet, waar van , ondertusfehen , voor enige maanden, het twede Deel werkelyk in 't licht gekomen is. Dr. Geddes's new Translatten of the Holy Bible, from corre&ed Texts of the originals. Vol. II. London. Jobnfon. Intekenaars krygen het Deel voor ene Guinie. Andere kopers moeten de helft meer betalen. Nog verdiend een proeve uit de hogere kritiek gemeld te worden: An attempt to recover the eriginal Reading of j Samuel 13. j. to wich is added an Enquiry into the duration of Salomon's Reign, by John Moore. Rivingtons 1797. (2 Sh.) Met Holmes bekende druk der Zeventigen, word, in weerwil van alle Annual Accounts, waar van de laatfte in Maart is uitgekomen , geen voortgang gemaakt. De beloofde proef van Genefis blyft nog Ca ge-  ( 20 ) geftadig op de pers, en mag nog wel in dit jaar niet uitkomen. Des te beter gaat het met de fraaifte en kostbaarfte van alle Prent-Bybels, die, onder den naam van Macklins Great Bible, ftukswyze, uitkomt: en waar van nog onlangs de Tytelplaat, verbeeldende de ihftelling van bet Avondmaal door Kristus, naar Strothard, door Richter in 't koper gebragt, en aan de Intekenaren toegewyd, in 't licht verfehenen is. In het algemeen verdiend de yver geprezen te worden, waar mede zelfs de Groten in Engeland voor de verfpreiding en vermenigvuldiging van goede Bybeldrukken zorgen ; waar van ook ten bewyze kan dienen, dat de Hertog van Grafton een aantal van 400 Exempl. in gr. &Q. en van 50 in 40. van den twcden druk van het Griesbacbfche N. Test. op Engelsch papier, afzonderlyk voor Ergeland heeft laten drukken, die thans, byElmfey, in Londen, te bekomen zyn. Weldra echter zal 'er ook, op de Clarendonfche Drukltery, te Oxford, een nieuwe Polyglot gedrukt worden, waar van het Profpectus, dooiden ondernemer van dit werk Pratt, kortlings is uitgekomen. Dezelve zal eigentlyk dienen, om de beöeffening van den Bybel, uit de bronnen, in Engeland te bevorderen. In 5 kolommen, zullen de HebreeuwfcheGrondtext, de, op hoog gezag vervaardigde, Engelfche vertaling, die der Zeventigen, der Vulgata, en de Kaldeeuwfche Paraphrafis, naast elkander te [taan komen: daar onder, echter', met doorlopende regels, de Samaritaanfche Pentateuchus, met Hebreeuwfche letters, en, onder dezen, de voornaamlte Varianten uit Kennicot en de Rosft. In het N, T. zullen, nevens den Griekfcben Grondtext, en de Engelfche overzetting, de Syrifche vertaling, in Hebreeuwfche letters, met de Vulgata komen te (taan: en onder aan de uirgezoKtfte Varianten uit MUI, Bengel, Wetfiein, Grieslach, Birch, Mitthcei eh Alter. Vooraf vind men Inleidingen. Het Profpectus bevat proeven der gehele inrigtiog. Bekend is het, welke fommen door Infchryving, en vervolgens door rechtftreekfeben onderftand des Konings, federt s jaren, aan meer dan 6oco uitgewekene Franfche Priesters zyn belteed geworden. Tot tweemalen wierd "er voor 40,000 Pf. voor hun ingetekend, waar na de Regering zelve hen, op den duur, voor hare rekening nam. De minlten dezer Vlugtelingen hadden flegts een enkel N. Testament, volgens de Vulgata, met zich kunnen nemen. Om het hun nu ook aan deze Geestelyke vertroosting niet te laten ontbreken, fchoot de Univerliteit van Oxford toe, en liet, op de Clarendonfche Pers, eenN. Testament voor deze Kathoiyke Geestelyken drukken, waar van 4000 Exemplaren, onder de beboeftigften, wierden uitgedeeld. De tytel van dezen druk, die uit hoofde van de omdandighe den, ook voor andere verzamelaren, van belang is geworden, luidt: Novum Testamentum Vulgata Editionis juxta exemplum Parifiis eiitum apud fatres Barbon. Sumtibus Academie Oxonienfis in ufum Cleri Gallicani in Anglia exulantis. Cura tt Studio querandam ex eodem clero Wintonie commorantium. Oxonii 8°. e Typogr. Clarend. 1796. Men heeft daar by getragt den Barbonfchen druk zo na mogelyk ie komen; wordende deze door de Franfche Priesters het meest gezogt. De Franfche Bisfchop St. Pol de Letn hield, nevens enige anderen, daar toe van hem gekozen, Room- i fche Priesters, het opzigt over den druk, die''er vry goed j uitziet. I Niet lang geleden, heeft een Predikant, by de Disfenters te Yarmouth, vrywillig zyn ampt neêrgelegd, vermits hy twyffelde over den waarfchynlyken oorfprong des Kristendoms. Daar dit geval, federt enige jaren, meermalen plaats had, kan een gedrukt ftukje, behelzende zyne gedagten daar over, tot ene bylage hier toe dienen: A letter to the Society of Protestant Dis/enters at Tarmoutk, from Th. Martin, on his refïgnation of the office of Minister among them. London. Johnfon. 1793. 5° p. in 8°. Van den anderen kant yverd de bekende martelaar zyner vrymoedigheid, Dr. Priestlty, in zyne nieuwe verblyfplaats, Pbiladelphia, met al het vuur, hem eigen, tegen enen zig tegenwoordig mede te Philadelphia ophoudenden Apostel des Ongeloofs, den bekenden Schryver der Ruïnen, Volney: met wien hy den eerden lans brak in enen nieuwen druk zyner Obfervations on the increafe of Infidelity. To wich are added Animadverfions on the writing of feveral modem unbelievers, and efpecially of the Ruins of Mr. Volney (*). Philadelphia. Dobfon. 1797. 180' p. in 8°. (4 Sh.) Volney heeft daar op reeds geantwoord en Priestley daar op een repliek gegeven. Wyders heeft de te Philadelphia algemeen geagte Dr. Priestley nog een paar Delen uitgegeven met Predikatiën, ter verdediging van den Geopenbaarden Godsdienst: Discourfes relating to the Evidences of revealed Religion, preached at Philadelphia. Philad. Dobfon. 1796. 2 Vol. (7 Sh ) waar in ook ene aanfpraak voorkomt aan den toenmaligen Vice(thans werkelyk) Prefident, Adams, by welke hy zyn genoegen betuigd over zyn nieuw Vaderland: als mede ene Predikatie voor de Uitgewekenen. Een en ander is mede te Londen, by Johnfon, te bekomen. Voor de oude Historie der Disfenters is, gelyk men weet, Daniël Neal's Gefchiedenis der Puriteinen, het volledigfle werk. Hier van is onlangs een verbeterde en vermeerderde druk uitgekomen : The History of the Puritans, or Protestant -Nonconformists, from the Reformation' to the Revolution in 1668. by D. Neal. ?A new Edition, revifed and enlargcd, by Jof. Toulmin. To wich are prefixed feme Memoirs of the live and Writings of the Author. London. Johnfon 1797. 5 Vol. 8A. zamen by de 3000 bladz. (r Pf. 16 Sb.) Door de menigvuldige byvoegzels van den verdiendelyken Toulmin, die een groot voordander is van de ware verlichting en verdraagzaamheid, is het werk van 4 tot 5 Delen aangegroeid. Inzonderheid vind men daar in een vervolg op de Gefchiedenis der Kwakers en Doopsgezinden, die, C*) Zie deze Aanmerkingen op de volgende Bladzyde.  \ 21 ) (*) Te weten ene, by Schalekamp, te Amfterdam, en ene andere by Leeuwejlein in 'sHage en Roelofswaard, te Delft, uitgekomen; dog «raar van de eerfte verre do beste is. C + ) Van de oorfprongelykefjFranfche 2t!e) uit;;ave, teParys in 1792. C 3 die, gelyk T. overal toond, al te veel miskend .geworden zyn. T. arbeid tegenwoordig aaa een werk, dat Neals Gefchiedenis, tot op onzen tyd, zal voortzetten : A Hiflory of the Proteflant Disfenters, and of the progrefs offree Enquiiy and religious Liberty, from the Revolution to the prefent time. Om de Historie der Engelfche Liturgie te leren kennen, diend het volgend onlangs uitgekomen ftuk: A critical and pratïical Elucidation of the morning and evening prayer of the Church of England. By J.Shepherd. London. Faulder 1796(7 Sh.) Eindelyk was het geen ongepaste onderneming, om de Predikanten , die in Engeland zo wel Gebeden als Kerkredenen voorlezen, volgens een groot model te onderrigten hoe zy een Gebed goed lezen moeten. De beroemde Schouwfpeler Garrick las, nu en dan, enigen zyner vrienden, die daar van op den kanzei konden gebruik maken, het gewoon Kerkgebed voor. Over deze Declameer-les, welke ook wel verfcheidene Hollandfche ProtestantfchePredikanten nodig hadden, om byzonderlyk de Formulier-Gebeden, zo na de Predikatie als onder plegtige bedieningen , riet zo onbetamelyk voorterammelen , is een afzonderlyk ftukje uitgekomen: The manner pointed out, in wich the Common Prayer was read by the late Mr. Garrick, for the iriftruction of a young Clergyman , from whofe Manufcript notes this Pamphlet is compofed. By J'. IV. Anderfon. Rivingtons 1797. .78 p. in 8°. (2 Sb.) AANMERKINGEN op de RUINEN (Les Ruïnes ou Méditation fur les Revolutions des Empires) van Mr. VOLNEY. (getrokken uit Dr. Priestlv's Obfervations on the Increafe of Infidelity. ) Mogelyk had men reeds van overlang enige gewagmaking, in ons Blad, verwagt nopens een ftuk van zulk enen zonderlingen inhoud en met zo veel gretigheid ook hier ten lande ontfangen, dat men 'er reeds twee afzonderlyke vertalingen van ziet (*), als het hier boven vermelde. Daar het echter fpoedig genoeg bekend wierd, en in veler handen kwam, was het min nodig ons met ene aankondiging van het zelve te haasten; en wy zouden 'er misfchien geheel van gezwegen hebben, indien wy niet, door de laatst uitgefchreven Prysvraag van Teylers' Godgeleerd Genootfchap ("zie onze vorige No. 205.) waren opgewekt geworden, om 'er onzen Lezeren zo verre mede bekend te ma¬ ken , dat wy hun enigen van de ftoutfte en meest gewaagde, zo wel als buhenfporigfte, trekken,in dit ftuk voorkomende, onder het oog brengen, en, langs dien weg , min kundigen en lichtzinnigen tegen het verleidelyke daar van waarfchuwen: waar toe wy geoordeeld hebben, genen beteren weg te kunnen inflaan, dan ons te bedienen van de volgende aanmerkingen, die een zo beroemd wysgerig Kristen, als Dr. Priestley, onlangs daar op gemaakt, en in 't licht gegeven heeft, by gelegenheid van ene nieuwe uitgave zyner befchouwingeu van den aangroei des Ongeloofs. De Dr. in de 9de Afdeling dezer befchouwingen, bepaaldelyk ftilftaande , op de neiging onzer hedendaagfche Ongelovigen, naar Godverzakery, brengt hier voor een nieuw bewys by uit den inhoud der Ruïnen. De Hr. Volney (lezen wy pag 132env.) handelende over den corfprong van het denkbeeld van enen God , zeg: Ruins p. 213 (f) dat „ het zelve allereerst ontftont uit „ der menfchen bezef, dat zy aan verfchillende magten en „ invloeden onderworpen waren, die zy niet konden we,, derftaan, plaats hebbende in verfcheidene gedeehens dsr „ natuur, waar aan zy, oordelende naar ene vergeiykir;; „ van de oeffening der vermogens, welken zy zeiven bc„ zaten , verftand en wil toefchreven. Op deze wyze „ werd het zigtbaar Heelal weldra vervuld met gode:i van ,, verfchillende geaartbeden, waar van dezen den menfchen ,, gunftig, genen vyandig, waren." Dus, zegt hy p 216: ,, de Godsdienst, een willekeurig denkbeeld, zonder in,, vloed op de betrekkingen der menfchen jegen elkande„ ren , was ilegts ene ydele hulde aan de zigtbare kragten „ der Nature bewezen, waar onder Zon , Maan en Ster,, ren zich het duidelykst opdeden." „ De menfchen," gaat by voort, „ vervolgens over,, gaande tot het aanbidden van de zinnebeelden dezer „ kragten, onderfteldcn, naar het zelfde denkbeeld, dat „ de gehele waereld bezield was, met een foorrgelyk be,, ginzel, waar mede menfchen en dieren -bezield zyn , 't „ geen zy het Element van bet vuur, het levensbeginzel ,, van het Heelal, maakten. En eindelyk kwamen zy op het „ denkbeeld, dat de waereld een werktuig is, 't geen dus „ een afzonderlyken Maker vereiscbte. Ten dien tyde," zegt hy p. 258. ,, deedden oppervlakkige verftanden, den „ draad verliezende van de denkbeelden, welke deze diep„ zinnige navorfchingen beftuurd hadden , of onkundig „ zynde van de feiten, die daar van ten grondflage dien„ den, alle gevolgen daar van ontaarten , door het invoe,, ren van ene vreemde en nieuwe hersfenfchim. Zy ga„ ven voor, dat dit Heelal, deze Hemelen, deze Sterren, „ deze Zon , flegts een werktuig van de gewone foort wa„ re: en op deze eerfte ftelling ene vergelyking, van de „ werken van konst ontleend, toepasfende, trokken zy een ge-  ( 22 ) „ gebouw op van de zonderlinglte drogredenen. „ „ Een „ ,, werktuig, zeiden zy , kan zig zeiven niet vervaardi,, „ gen. Hcc hééft een voorafgaand werkmeester: des„ „ zelfs bettaan wyst dezen ten duidelykften aan. De „ „ waereld is een werktuig: 'er beftaat derhalven een ma- ,, „ ker."" Te vergeefsch bragt de oude wys^egeer- „ te daar tegen in, dat de maker zelve ouders of veroorza,, kers nodig had, en dat men (legts een fport meer aan ,, de ladder voegde, met de eeuwigheid aan de waereld te ,, ontnemen , om baar aan hem te geven. De invoer- ,, ders van Nieuwigheden," vervolgt hy p. 259, „ niette ,, vreden met deze eerlte wonderfpreuk, iloegen over tot ,, ene twede, en, aan hun werkmeester de befcnouwing van ,, het menfcbelyk verftand toegefchreven hebbende, gaven ,, zy voor dat deze zyn werkftuk agtervolgens een plan of ,, denkbeeld, in deszelfs verftand berustende, vervaardigd „ had. Dus" voegt hy 'er by p. 260, „ wierd, einde,, lyk, de Godheid, een hersfenfchimmig en afgetrokken we„ zen: een fchoolsch fpitsvondig denkbeeld van een we,.. zen, zonder gedaante, van een lighaam zonder beeltenis; ,, een zuivre mymering van den Geest, waar van de reden „ nooit een begrip heeft kunnen vormen." Wy flaan toe, dat nog de Godheid zelve, nog de wyze van haar beftaan , door ons kan begrepen worden : maar houden echter traande, dat het oog zo wel een maker moet hebben, als de verrekyker, die een werktuig van gelyken aart is; welke zwarigheid wy ook mogen ontmoeten ten aanzien van den maker van het oog. Wy mogen niet in ftaat zyn, om iets verder te gaan, maar kunnen niet nalaten zo verre te gaan. Over de blykbaarheid van enen Toekomenden ftaat uit het licht der Nature, drukt Volney zig in dezer voegen uit p. 245 : ■ „De Menscb, nieuwsgierig naar alles, waar van hy on„ kundig is, en gefteld op een langdurig beftaan , had zig „ zei ven reeds gevraagd, wat 'er na zyn dood van hem „ zou worden: daar hy al vroeg reeds geredeneerd had „ over het levensbeginzel, 't welk zyn lighaatn bezield, en „ het verlaat, zonder het zelve te misvormen, en zich fy„ ne zelfflandigheden , Jpoken en fchimmen in 't hoofd ge„ haald hadde: geloofde hy gaarne, dat hy, in de onder,, aardfche waereld, dat leven zou agtervolgen , 't geen hy ,, zo node verliet: en de helfche gewesten wierden een ge„ fchikt verblyf, om de geliefde voorwerpen te ontvan„ gen, waar van hy niet kon afftappen." Hier op, in de perfoon van enen verbeelden Lama fprekende , zegt hy p. 249, ,, ziet daar, Perfianen! uwe mzigtbare en ingebeelde „ waereld. Ziet daar den oorfpr«ng uwer gewesten van „ vermaak en fmerte, waar van gy uwe verjongde waereld, ,, uw Stad der opftanding , onder den Evenaar liggende, „ gemaakt hebt. Ziet daar Joden en Kristenen, Leerlingen „ der Perfianen, van waar uw Jerufalem, in de Openbarin,, gen, uw Paradys, uw Hemel, gekomen zyn, enz." Gaarne erkennen wy, dat de Heidenen allereerst aan hunne denkbeelden van enen toekomenden ftaat , op zulk ene wyze , als Volney hier befchryft, gekomen zyn: en van daar kan de wysgerige leer nopens ene Ziel ontftaan wezen. Maar de openbaring geeft on» een geheel anderen en beteren grond daar voor aan de hand: die ruim zo goed ftrookt met de beginzels van ware wysgeerte. In de Schriften word niets gemeld van ene onltoflyke ziel, die onderfcheiden is van het lighaam: of van gelukzaligheid of rampzaligheid in enen tusfehen-ftaat; maar wel van 's menfchen Toekomende verryzenis ten leven (*). Deze is ons verkondigd geworden door een Afgezant van God , die de duidelyklte wonderen wrogt, ten blyke van zyne zending, wekkende , in 't byzonder , verfcheiden perfonen op uit den dood ten leven, en zig zeiven overgevende om op de meest openlyke en oiitwyfFelbaarlte wyze ter dood gebragt te worden , en ten bepaalden tyde herlevende. En men kan met gene mogelykheid een meer voldoenend bewys vorderen , dan dit. Men vind enige fporen van de kennis der Heidenen , in vroegere eeuwen, aan de leer ener wederopflanding: en indien zy die waarlyk gehad hebben, moet zy worden toegefchreven aan de overlevering van deze of gene openbaring aan hunne Voorvaderen, mogelyk aan de eerfte Ouders van het menfchelyk gefiagt. De gewoonte van het begraven van gereedfehappen , als mede van menfchen en dieren op de graven der overledenen te doden, welke by verfcheiden oude volkeren in gebruik was , en by zommigen nog plaats heeft, kon'de alleen ontftaan uit een begrip, dat dezelfde dingen , welken den menfchen van dienst waren in deze waereld , hun ook in ene andere zouden te ftade komen. Zy moeten dus zulk een leven , als het tegen- woor- (♦) Daar Dr. Priestley bekend (laat de karafcterifende (tellingen van het Socianismus te zyn toegedaan, cn zelfs een yverig voorftander daar van te wezen , en daar zelfs deze zyne denkwyze, hier en elders in zyne aanmerkingen niet onduidelyk doordraait, twyffelen wy geenzins, of zeker hedendaagsch kertermaker zal, voortaan, nog luider dan te voren, tegen ons fchreeuwen, dat het vergif van het heilloos Socianismus met volle handen, in ons blad gejlrooid word. Doch de man behoord te weten, dat wy, vooral tegenwoordig, ons des te minder aan. zyne bitfe taal fioren, nu het by ons aangenomen Staatkundig beginz'p.[ alle foortgelyke pylen van dweepzugt eu dommen yver geheel Romp gemaakt heeft. De reeds gedecreteerde fcheiding van Kerk en Staat heeft, ter goeder ure, ook in ons Vaderland, zo wel aan het oude fchcldcn , als het Synodaal plak-opljgten, tegen anen en islen alle kragt benomen: du* kan, voortaan, Sociniaan niet meer dan Calvinist of enige andere Seélebenaming, een lfcheldnaam wezens en al wie, desniettegentlaande, zig kon laten vervoeren, om tegen de aanklevcrs van enige vermeend» Godsdienftige dwalingen te yveren, gelyk de Discipelen des Heilands ttgen de Samaritanen, zou niet alleen gelukkig met dezen even vrugteloos woelen, maar een gelyken trap van domheid en kwandaartigheid verraden, als by, die van zig kon verkrygen, om enen Hesfclink, eti andere ondubbelzinnige voorftanders van den Goddelyken oorfprong der ! Kristelykc lere, onder enen SteinbarJt, Bardht, en andere heimelyke of openbare beftryders derzei ve te rangfehikken.  ( 23 ). woordige, eti geen leven van een geest, zonder lighaam , verwagt hebben. „ Enigen der Arabieren ," zegt Mr. Sale, in zyne Inleiding tot de Koran, pag. 27, „ geloofden in ene opltanding; en onder dezen „ waren 'er zulken, die, by hun iterven, hunne kamelen by hun graf lieten vastbinden en ze daar zon,, der eten of drinken lieten, om te (terven , en hen in de aifdere waereld te verzeilen, om niet genood,, zaakt te wezen, by de opltanding, te voet te gaan, ,, 't geen voor ten uiterfte fchandelyk onder hen ge,, houden wierd." Mahomet zelve behield zo veel van deze leer, dat hy, in zyn Koran, nergens onderfteld, dat de deugdzarnen beloond, of de ondeugenden geftraft zullen worden voor de algemene opltanding. Vry aartig voorzeker is Volnefs berigt nopens 's menfchen oorfprongelyken ftaat, zonder enigen bekenden maker of leidsman. „ Het is," zegt by p. 211, „een voldoenend antwoord „ op alle ftelzels, die de tusfchenkomst van enen God, „ by de wording der waereld aannemen, dat da mensch al,1 le zyne denkbeelden, door middel van zyne zintuigen ont»• f"P&J ^at ^e mensen, by zynen oorfprong (p. 34.) „ naakt van lighaam en geest gevormd wierd, zynde by toe,, val op de verwarde en woeste aarde geDneten , een „ wees, door de onbekende kragt, wglkc hem voortbragt, ,, verftoten. Hy vond gene wezens by zig, die uit den Hei, mei gedaald waren om hem te onderrigten aangaande zy„ ue behoeften, weiken hem zyne zinnen alleen konden Ie „ ren kennen, of nopens zyne pligten, die enkel uit zyne „ behoeften ontfionden. Zonder ondervinding van het ,, vooriedene , of vooruitzigt op het toekomende , liep „ hy, gelyk andere dieren, in het midden der bosfehen, ,, enkel geleid en beftuurd door de aandoeningen zyner „ natuur. De pyn des hangers deed hem voedzel zoeken ,, en voor zyn onderhoud zorgen : de guure luchten deed„ den hem verlangen om zyn lichaam te dekken en hy ,, maakte zig klederen; door de aanprikkeling ener fterke ge„ neugte naderde hy tot een wezen, aan hem gelyk, en „ plantte hy zyn geflagt voort," enz. Ongetwyffeld heeft de Hr. Volney niet overwogen, dat de eerfte mensch; laat hy een maker of geen maker gehad hebben, laat hy uit de lucht gevallen, of uit den grond gerezen zyn, laat hy voortgebragt wezen in een ftaat van kindsheid of volwasfenheid; nogthans, zonder ondervvys, moest omgekomett wezen, eer hy, door zyne eigen gewaarwordingen en ondervinding, ene genoegzame kennis konde verkregen hebben , om zich in 't leven te houden. De pyn des, hongers zou hy reeds lang gevoeld hebben, eer hy kon hebben leren gaan, of het gebruik gekregen van eni- en zyner leaen; en noe meer ny voiwasien was, toen V ten voorfchvn kwam . hoe moerlvker het hem zou geweest zyn , te leren gaan of zelfs te kruipen. De I mensch moet derhalven zo wel een leermeester als maker gehad hebben: en 'er was, by zyne komst ten leven , ene Goddelyke tusfchenkomst volftrekt noodzake- l 0nS?,twyffeld had de Hr. Volney een mensch als Kmnjon Crufoe in 't hoofd, die op een onbewoond Liland geworpen wierd, met al de kennis, welke hy m den loop van zyn voorgaand leven had opgedaan. Zyn eerlte mensch moet althans voortgebrast wezen , met de inftinclive kundigheid van een Hovenier. Hy moet in ftaat geweest zyn, om heilzame vrugten , van ichadelyke, te onderfcheiden , en , op de ene of andere wyze, het gebruik van zyne benen, ogen en andere zintuigen verkregen hebben, eer hy zig van deze kennis heeft kunnen bedienen. Laat de Hr. Volney bedenken, wat hy zelve, met zyie tegenwoordige kragt van fpieren, en fchranderheid van verftand, met mogelykheid zou hebben kunnen uitregten, in den ftaat van zynen eerften mensch. Ltat hy op de aarde gebleven zyn onder ene zo gunftue luchtftreek, in een zo warm en gelukkig oord, ah men wil, zo dat hy geen kleding nodig had, echter gene andere denkbeelden hebbende, dan die hy,door dei indruk der voorwerpen om hem verkregen had, zcu hy niet beter geweest zyn, dan een kind in de luijeren. Hy mogt, door de prikkeling van het licht, zyne ogen open en toegedaan hebben, doch hy kon neen begrip gehad hebben van de betrekkelyke afitanden eni?er voorwerpen. De digst byftaande boom, de verst afliggende berg, en zelfs" de bemelfche lighamen zouden hem toegefchenen zyn, op het zelfde vlak en allen even naby hem te wezen. Uy mogt zyn armen en benen bewogen hebben op gclyke wyze als een konstbeeld (Automat), maar hy zou niet in ftaat geweest zyn, om van den grond op te ftaan. Hy mogt de pyn des hongers gevoeld hebben, maar, hoe diSt by hem het gefchikfte voedzel ook geweest ware, hy kon, zonder ondervinding, niet geweten hebben, dat eten die pyn zou verdryven. Hy zou derhalven als een weerloze prooi gelegen hebben , voor het eerfte wilde dier, zo 'er enigen geweest waren, 't geen hem mogt gevonden hebben. Byaldien het mogt gebeurd zyn, dat ene vrouwe, van gelyke grootte, te gelyk met hem voortgekomen, en, door een ander toeval 'waar voor zekerlyk weinig kans kon geweest zyn) zo digt men wil by hem neêrgevallen ware, zouden zy beiden te zamen, even onkundig zynde, ook even hulpeloos geweest zyn, en weldra hebben moeten omkomen, zonder enige voortplanting van het Geflagt. Men sou dus met alles weör van nieuws aan hebben moe:en beginnen , en dat zonder enig beter gevolg. Byaldien de Hr. Volnej zig wil verledigen, om dit ;ewigtig ftuk wat dieper door te denken, zal hy be- vjn-  vinden, dat 'er, althans by de vorming van den mensch, Goddelyke tusfchenkomften nodig moet geweest zyn, of dat deze vorming geheel vrugteloos zou geweest hebben; en waren die toen nodig, kunnen zy,_in vervolg van tyd, nuttig geweest zyn. Het berigt van Mozes nopens den oorfprongelyken ftaat des menfchen, fchoon het zyne zwarigheden moge hebben, is, voorzeker, veel waarfchynlyker dan dat van den Hr. Volney. (Het vervolg in onze eerstkomende.) NAR1GTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishouk uk de, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. ( 24 ) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Pbyzen der Granen, op 15 Jan. te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het List Ggld. GrH. Poolfclie bonte en witte iSo a 210 Vriefche Wintergarst . 7oa!)5 dito rode . . !7oa20cGron. en Oldamlche . F.lbing. en Heugfe . 170 a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 7oaSj Koningsberger . ifisaigolDito Zomer . . 7°a85 Vriefche . • • 140 a 1-0 Dantziger en Elb. . . Bovenlandfche . . . 145 a 180 Voorlandfche rode . . 135 »160 HAVER EN BOEKWEYT. Zeelandfche . . . . 175a I05 ROGGE. Brouvvhaver . . 54afiö Pruisfifche . . • 90a lid Witte Voeder dito . 35a<»s Koningsberger . . poa ii6,Boekw. Amersf.en Gooil. £23325 Gedroogde . . . 110 a 116 Dito Brab, en Vlaain. j£23a25 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam ƒ 48I Overm. 't Last. . £ 46 a49 Dito Lyn . f aH Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 54 5 Schep. Rigaas ƒ 10aio] Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . /7+a8} van 12 Stek. . . ƒ 100 Dito Rode . . / 95 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. > 85 -ïff- Cadix ■ - 84! Lisfabon - 57jai Nieuwe Ducat. / 5,13» Venetïen - Oude ger. dito « 5,11,10 Livorno ■ - 98 Nieuwe Louis d'Or - 11,5,3!, Parys. 2. m. vj„ Guinies - 12,12,10 dito kort. >*nAsl>2" Piftolen -9,14. Idem in Specie - 57j Franfche Kronen - 55|ai Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. fl. 37|h^ B?. Aglovan den Bank - geil. pCt. Dito kort - 3ö||a| — Wenen id. B". - $61 | Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week; Is geweest: te Amjlerdam ni ; en te Haarlem 19, onder welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WÉDER. weerkundige waarnemingen, buiten haerlem. baro- ther- hygro- streek' luchts- Jan. me- mome- me- der gesteld' 1798. ter. ter. ter. wind. h2id. C3Q- 3\ 25 77 — ! C30. 2^ 21 88« z. z.o. ii < 30. l\ 29 73 z. t. o. omtrent helder. £30. 1 24 715 z. z. o. f3o. o| 27' 8oj- o.z. o. voormidd# bewoikt; 12^30.0 30 76J o.t. z verder helder; (_30- o\ 22 86* n. o. 'savonds wat dampig. f/30. o{ 17 96 z. Z. o. 's moraens helder; verder 13 l 30. o 32^ 87 z. w. betrokken; 'savondï £ 30. O 38| 99 n. w. tusfchen beide wat regen. C29. o*- 38 99 w. z. w. , , . . ) * „2 „ . zeer harde wind, 14 < 29. 8 44 S9\ w- meest betrokken. 629- 7' 44j _ 92 v/.t.z. C29. 7 42 97 w. 15 / 29. 7! 44 93 w. t. z. bewolkt ;*savonds regen. £29. 6\ 38ï 99 w. C29. 4m 43 100 w. t. z. 'smorgens mistig; IfJ < 29. 4$ 44j ioo w. z. w. verder betrokken; d.29- 4 I 36 99 — 's avonds buijig. BEKENDMAKINGEN. *i* Den Oefenaaren der Proefondervindeiyke Wysbegeerte, wordt bekend gemaakt, dat de Makelaars Ph. van der Schley, J.Tver, A.lCpelaar, J.Buys en C v.Roos, op Woensdag 14 February 1798, binnen Amftetdam, op deKloveniers Burgwal by de Nieuwmarkt, zullen verkoopen : Een fraai KABINET- NATUUR-, WIS- en STERREKUNDIGE WERKTUIGEN, door de beste in-en uitlandfcheMeesters vervaardigd: waar onder veele kostbaare Hukken: als Mechanijche, Hydraulijche, Hydrestatifclie, Aëromatrifche, Electrifche, Magnetifche, Optifche, Deoptrijche en Catoptrifche Inftrumenten. Nagelaten by wylen Mr.E. F vanBERCKEL, in leeven Penfionaris der Stad Amfterdam &c. &c. waar van de Catalogusfen intyds by gem. Makelaars te bekomen zullen zyn. Te Haarlem, by A. L O O S J E S, Pz.  1798. No. 213. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 26 January. BERIGTEN. FR/iNSCHE REPUBLIEK. Parys , den 14 January (25 Nivofe van het "Vide Jaar.) In de laatfte openbare zitting, den 4 Jan. 1. 1. (15 Nivofe) door het Nationaal Initituut der Wetenfchappen en Konften gehouden, is, door de Klasfe der JL-etterkuiid« en fchone [Konften, de volgende prysvraag, tot de Grammatica betrekkelyk, welke reeds voor het afgelopen jaar was uitgefchreven geweest, by vernieuwing voorgefteld: „ De veranderingen nategaan, welke de Franfche taal „ federt Malherbe en Balzac tot op onzen tyd, „ ondergaan heeft." „ Examiner les changemens, que la langue Franpaife „ a éprouvés depuis Malherbe cjf Balzac jusgu'a nos „ jours." Al wie naar dezen prys mogt verkiezen te dingen, word verzogt, om de voorgeftelde vraag in derzelver dubbele betrekking, en van het werktuiglyke der taal, en van het karakteristieke, dat aau dezelve door de beroemdfte Franfche Schryvers, van tyd tot tyd, is bygezet, te behandelen. De prys is ene gouden Medaille van vyf Hectogrammen gewigt. Dezelve zal in de openbare zitting van den 15 Nivofe van het VII Jaar (January 1799) worden uitgedeeld. De Verhandelingen moeten in het Fransen gefchreIX. Deel. ven zyn, en uiterlyk voor den 1 Veudhniaire van het VII Jaar, (22 September 1798) worden ingezonden. De inwoonders van alle landen, uitgezonderd de binnen- en buiten-Leden van het Initituut, zyn gerechtigd om naar dezen prys te dingen. Voorts moeten, ten aanzien van het bygevoegd billet, devies en adres, de gewone voorzorgen gebruikt worden. De Verhandelingen kunnen aan het Initituut gezonden worden, onder couvert van den Minister der Binnenlandfche Zaken, en aan een der Secretarisfen van de Klasfe, die den prys heeft voorgefteld, vragtvry gezonden worden. De behaalde Medaille wordt aan den Schryver zeiven, of aan die geen ter hand gefteld, wien hy daar toe volmagt gegeven heeft. AANMERKINGEN op de RUINEN (Les Ruïnes ou Méditation furies Revolutions des Empires) van Mr. VOLNEY. (getrokken uit Dr. Priestly's Obfervations on the Increafe of Infidelity. ) (Vervolg van Bladz. 24.) Dr. Priestley , in de 8fte Afdeling, handelende, over de onkunde of grove misduidingen der oude en hedendaagD fche  ( 26 ) fche Ongelovigen, ten aanzien van den Geopenbaarden Godsdienst, merkt tegen den Hr. Volney, het volgende aan. De tlr. Volney, die de Schriftuur, ten minnen vooreen gedeelte,' fchynt gelezen te hebben, geeft een verflag van de Gefchiedenis en den Godsdien* der Hebreeuwen, dat alzo romanesk is, als dat van Tachus (*). Vplgens hem, „ was Mqfes een van d,e Itoute en fterke geesten, die het „ hoofd vol hebbsn van de eerzugtigfte ontwerpen. Verlangende om zyne Natie van alle anderen aftefcheiden, „ en een afzonderlyk ryk opteregten, fmeedde hy het plan om het zelve op Godsdienftige vooroordelen te vesti", gen. Dan te vergeefsch verbande hy den dienst der Zinnebeelden, welke in Neder-Egypten en Phsenicien de overhand had. Zyn God was niet te min een Egyptifche, ene uitvinding dier Priesteren , waar by hy fchool 'l, gelegen had: en Tahouh, omdetst door zyn eigen naam, " bet wezen (der wezens) en door zyn Zinnebeeld het brandend braam-bosch, is geen ander dan de ziel der wae „ reld, het beginsel der beweging, dien Griekenland kort daar na, onder dezelfde benaming, aannam, in deszelfs " Toupiter, het herscheppend wezen, en onder dat van Ei, " bejlaanhkheid, dien de Thebanen, onder den naam van Kneph heiligden, dien Sais aanbad onder het Zinnebeeld "} van de ge/luierde IJis, dien Pythagora's eerde onder den naam van Vesta, en dien de Stoifche wysbegeerte zeer juist befchrecf, met daar aan den naam van het vuur„ beginzel te geven. . Te vergeefsch tragtte Mozes uit zynen Godsdienst alles te verbannen, 't geen den dienst der Sterren weder " in geheugen kon brengen: 'er bleef, zynes ondanks, " ene men'gte trekken over om zig dezen te errinneren; " en de zeven Lampen of Planeten op den groten kande laar, de twaalf ftenen, of tekens van den Urim des Ho " eenpriesters, het feest der beiden Evennagten, elk, op " dien tyd, een jaar uitmakende; de plegtigheid van het ', Lam of den Hemel-Ram, toen in deszelfs vyftienden " graad zynde; eindelyk de naam van Ofiris, zelfs in zyn " Lied voorkomende, en de Ark, of kist, in naarvolging " van die, waar in deze God lag opgefioteu, bleven over " om getuigen te (trekken, van waar zyne denkbeelden " gefprotcn waren, en uit welke gemene bron hy ze ge '' put hadde." Ruins p. 265 env. De Hr. Volney geeft ook zyne goedkeuring te kennen aan het berigt van Dkdorus Sicullus, nopens de Joden, wanneer deze zegt : „ Dat zy uit Egypten gejaagd wierden, ten tyde van een Hongersnood, wanneer het land f*") In het begin dezer Afdeling, door den Dr. aangehaald, die daar bv had opgemerkt dat de Romeinfche Gefchiedfchryver duidelyk toont nimmer van de ware gefchiedenis der Joden gehoord te hebben, hoe zeer hy overvloedige gelegeuheid had, om hunne fchriften te zien en ie lezei:. „ opgepropt was met vreemdelingen, en dat Mozes, een ,, man van ongemene fchranderheid en moed, die gelegerr,, heid waarnam, om zyn volk in het gebergte van Judea „ te doen nestelen." De Hr. Volney voegt 'er by: „ het ,, fchynt wat vreemd te luiden, wanneer men de 600,000 ,, gewapende mannen, die hy derwaards leidde, tot 6000 ,, gaat brengen : maar ik kan deze wonderfpreuk met zo „ vele bewyzen, uit de boeken zelve gehaald, (raven, dat ,, 'men noodzakelyk dezen misdag der overfchryveren op ,, die wyze moet verbeteren.*' ibid p. 378. Nodeloos is het, iets te zeggen op deze fpeling van 't vernuft; want het is niets anders. Ik zal alleen aanmerken , dat de naam Ofiris, dien de Hr. Volney in het Lied van Mozes vind, uit dat vers gehaald is, waar in hy den God der Hebreeuwen met de Goden van andere Volkeren vergelykt ; zeggende Deutern. xxxn: 31. want onze Rotfteen is niet gelyk hun Rotfleen; zelfs onze vyanden richters zynde, waar in het Hebreeuwfche woord , door Rots vertaald , is ■fljf (tzour.) En het is even gewoon, in de Hebreeuwfche Schriften, God by een Burgt als by een Rotsfieen te vergelyken: om een wezen aanteduiden, dat aan de menfchen ene kragtdadige befcherming kan verlenen. Voorzeker kon Mozes, wanneer hy den God zyne Natie regtftreeks overltelde tegen andere Goden, en daaf by die van Egypten duidelyk op het oog had, niet bedoelen te zeggen , aanteduiden, of aanleiding geven om te onderftellen, dat zy dezelfden waren. In welker voege de Hr. Volney kan bewyzen, dat het getal van zeshonderd duizend een fchryffout is, voor dat van zesduizend, blykt niet. Byaldien dit het geval is, moeten vele andere getallen, die 'er mede overeenkomen, insgelyks fouten ayn ia Oc atfehriften. Behalven dit zal de Hr. Volney niet gemakkelyk reden kunnen geven, dat een zo gering aantal van zesduizend mannen , door honger uit Egypten gedreven, naar ene woestyne, alwaar zy nog bezwaarlyker genoegzaam onderhoud moesten vinden , in zulk land als Palestina heeft kunnen vallen, waar in zig niet minder dan 31 oorlogzugtige Natiën bevonden. Het zou veel natuurlyker en meer bedaanbaar met zig zeiven geweest zyn, te zeggen: dat de gehele Historie een Fabel is; dat de Israëliten nooit Palestina veroverd hebben, dat zy nimmer in Egypten waren, of dat 'er nooit zulk ene Natie in de waereld geweest is. Dit zou althans niet buitenfporiger geweest zyn, dan zyne bewering , dat 'er nimmer zulk een perfoon als Jezus Christus befiond. En evenwel, hoe vreemd zulks ook aan de meeste lieden moet voorkomen, houd de Hr. Volney dit (taande; fchoon het tegendeel nimmer in twyffel getrokken wierd, by iemand der oude Ongelovigen, 't zy Jood of  ( 2? ) of Heiden, die ooit van de zaak des Kristendoms gewag maakte. Tacitus, Suetonius en Plinius, fpreken allen van Christus, als van een wezenlyk perfoon, en de eerde van hun, als onder de Regering van Tiberius gekruisd zynde. Echter zegt de Hr. Volney (Ruins p. 268 &c.) „ Dat de Joden, uit de Babylonifche gevangenis weder„ gekeerd, velen hunner Godsdienftige denkbeelden had ,, den ontleend van hunne laatfte meesters , de Kaldeeu,, wen en Perfianen; dat hunne vioegere Profeten, den „ voortgang befchouwende , dien de Asfyriers in hunne „ veroveringen der naburige (laten maakten, daar uit lig,, telyk vooruit zagen, wat lot hun eigen land weldra te ,, beurt zou vallen: en dat zy, hunne bekommering daar „ voor uitdrukkende, tevens hunne vurigfte wenfchen te „ kennen gaven naar een ftaat van herftel, fprekende, in ,, derzelver geestvervoering, van zekeren perfoon, die de ,, ze gewenschte zaak ftond te weeg te brengen, van een ,, verlos/er, en herfteller der zaken van hunne Natie, en ,, iemand, die, daarenboven, Jerufalem tot de Hoofdftad „ zou maken van een ryk, dat zig over de gehele wae„ reld zou uitftrekken." „ By deze begrippen (gaat de Hr. Volney voort te zeg„ gen) liepen anderen zamen, uit de gewyde boeken der ,, Kaldeeuwen en Perfianen gehaald, dat'er, op hït einde ,, van zesduizend jaren, ene omwenteling in de waereld „ ftond voortevallen; en dat, daar deze de eeuw of het „ ryk van het kwaai geweest waren, zy door een eeuw of „ ryk van geluk zouden opgevolgd worden: welke begrip', pen, door de Joden overgenomen zynde, begonnen de', ze te rekenen, dat de waereld federt de fchepping by)j na zesduizend jaren gedaan had (een tydperk, 't geen hy voor verzonnen houd) en befloten dus, dat dit geluk, kig tydftip niet verre van de hand was. Deze verwag, ting, gene geringe gisting in de gemoederen verwekken*\ de, zag men de komst van dezen groten Middelaar, en " eindelyken Richter, met een algemeen verlangen te gemoet, om een einde te zien aan de rampen, waar on " der zy zugtten." Hier op laat hy volgen: ,, door lang te fpreken van deze perfoon, vertelde men dat hy door iemand gezien was , en dit eerfte praatje was genoeg l', om ene algemene verzekering te weeg te brengen. Het '„ volksgerucht wierd een bewezen feit. De ingebeelde per,', foon wierd verwezenlykt, en alle omflandigheden der My „ thologifche overleveringen by deze gevoegd zynde, onftont '„ daar uit ene echte en volledige Historie, waar aan nie„ mand mogt twyffelen." Nimmer voorzeker wierd 'er een Roman, meer onwaarfchynlyk in alle delen , in 's menfchen hersfens uitgedagt. En geheel nodeloos is het, tegen zulk ene fpeling van het vernuft, redenen intebrengen. Iemand, dit lezende, zou denken, dat alle de gewyde boeken der Kaldeeuwen en Perfianen, waar van de Hr. Volney fpreekt, tegenwoordig nog voorhanden waren , en die der Joden geheel en al verloren treraakt: en echter weten wy van de eerden , of van enige voorfpellingen, daar in vervat, om zo te zeggen, niets; daar de laatden, integendeel, nog aanwezig zyn en nagezien kunnen worden. En, dit doende, zal men bevinden, dat zy niets behelzen, dat, naar behoren verklaard zynde, knn onderdeld worden , van de Kaldeeuwen of Perfianen overgenomen te wezen; zynde de Joodfcbe Godsdienst, in de voornaamlte gromiartikelen, juin het tegenovergedelde van den hunnen. In de Schriften der Hebreeuwfche Profeten, waar van enigen voor den dag kwamen, toen de Babyloniers nog maar weinig bekend waren, is de gevangeneming der Joden, door deze Natie, en niet door de Asfyriers, welken de 10 S'atnmen hadden veroverd, duidelyk voorfpeld , te gelyk met den val van dat Ryk, en de volflagene verwoesting van Uabylon, en wel in dier voege, dat de voorfpeiling, niet dan binnen weinigen van de laatde eeuwen , hare volkomene vervulling kreeg. De nette during van de Babylonifche Gevangenis wierd, door Jeremias, enigen tyd, voor dat zy een aanvang nam, voorzegd; en Daniël^ voorfpelde, by het begin van de Babylonifche heerfchr'pny, de open ondergang van drie anderen daar op vofgendèn, eer de heerlyke en gelukkige tyden opdaagden , welken de vorige Profeten hadden aangekondigd. Bovendien, hield Mozes, gedurende het verblyf der Israëliten in de woestyne, het niet alleen voor zeker, dat zy in het land Kanaan zig zouden vestigen, maar vooifpelde hunne uitdryving daar uit, en hunnen tegenwoordigen verftrooiden en ongelukkigen daat, nevens hunnen toekomenden heerlyken toeftand. Haalde hy dit alles, uit de gewyde boeken der Kaldeeuwen en Perfianen? Maar de zonderlingde omdandigheid in deze fraaie vertelling is, dat deze grote verlosfer, die de Joden uit hun daat van flaverny zou brengen, en hun de heerfchappy over de gehele waereld bezorgen, gezegd wierd gekomen te zyn, terwyl de Joden nog aan de Romeinen onderworpen bleven; dat deze overreding geen kragt verloor, toen de Romeinen de Natie byna hadden uitgerooid , en een ontwyffelbaar feit wierd, toen Keizer Adriaan het volk dermate geknakt en verdrooid had, dat 'er geen een van hun in zyn eigen land overbleef. Insgelyks word deze vermogende Veroveraar, de grote hoop der gehele Joodfche Natie, zonder enige blykbare oorzaak, of betovering van hervorming, in een gekruisten boosdoener gemetamorphofeerd , wiens navolgers , by de 300 jaren, in een daat van vervolging bleven; wanneer eindelyk de Historie van Jezus en zy. ne Apostelen, fchoon oorfprongelyk op genen beteren D 2 grond  ( 28 ) grond deunende, dau die der twaalf kampvegters van het Kristendorn , algemeen gelove won, en niemand toegelaten wierd om 'er aan te twyffelen. De Hersfenfchimmen van Don Qjiixot zyn, hier mede vergeleken , zeer waarfchynlyke dmgen. Daar, evenwel, de woorden Jezus en Christus, in de boeken voorkomen als de naam of toenaam van een perfoon; leid de Hr. Volney, om zyn begrip te ftaven, dat hy flegts een ingebeelde perfoon was, de uitdruk» king Christus af van het Hebreeuwfche woord Her es, dat de Zon, gelyk in het Arabisch, den bewaarder, behouder betekend, de eigen bynaam, zegt hy p. 3«6. „ van Vichnou: en hier uit," zegt hy, „verzinnen de „ Indianen hun God Chrifen of Chrisma." Het woord Jezus leid hy af van „ Tes, zamengedeld uit de by„ eenvoeging van drie letters, die als cyiTerletters ge„ nomen het getal uitmaken van 608, een der zonne„ kring-ty den." Het zelfde woord Jezus, zegt hy, „ is een oude, kabalistifche, naam, gegeven aan den „ jongen Bacchus, onechte (nagt-) zoon van de maagd „ 'Minerva, die, in de gehele gefchiedenis van zyn le„ ven en zelfs van zyn dood , ons de Historie te bin„ nen brengt van den God der Kristenen, dat is van „ de Zon, van welke zy beiden het zinnebeeld zyn." p. 275. Ingevolge hier van, maakt de Hr. Volney van het Kristendorn, „ een zinnebeeldige dienst der Zon, „ onder de kabalistifche namen van Chris-en of Chris„ tus, en van Tes-us of Jezus." p. 266. Indien wy mogen oordelen, uit des Hr. Vblnefs veelvuldige aanhalingen uit oude Schryvers, in alle geleerde, zo Oosterfche als Westerfche, talen, moet hy met alle deze talen bekend wezen, overmits hy geen gewag maakt van enige overzettingen : en echter, uit dit ftaaltje van zyne kundigheid aangaande dezelven te oordelen , moet hy van het Hebreeuwsch, of zelfs van het Grieksch , geen zier verdaan. Want het is overbekend, dat Jezus niet anders is dan de Griekfche uitfpraak van jofhua; en dziChristus de ware overzetting is van het Hebreeuwfche Mesjïah, 't geen gezalfde betekend , en afdaald van Xf'u » ^at zalven betekend. Daar het vrugteloos is over ene zo duidelyke zaak te gaan redeneren, zal ik de fraaie vinding van den Hr. Volney tragten optehelderen , door een gelyk geval bytebtengen. 'Er is een Gezinte van Kristenen, die men Kalvinisten noemd. Stel nu eens, dat iemand van deze Gezinte nooit gehoord had, maar wist, dat het woord ontleend was van het Latynsch Calvus, dat kaal betekend, zo kon zulk een zig even goed verbeelden, dat zy dezen naam droegei, om dat zy hunne hairen laten affuyden. Maar een ander, niet meer Latyn, dan de Hr. Volney waarfchynlyk Grieksch, verdaande, zou mogen onderftellen 9 dat Calvin van het woord Kalf afdaalde, en daar uit befluiten , dat de Kalvinisten dus geheten wierden, om dat zy, in naarvolging van de oude Egypters, een kalf aanbidden. En hier voor zou evenveel grond of waarfchynlykheid wezen, als voor Volney s onderdelling, dat het Kristendorn ene zinnebeeldige Eerdienst der Zon is, en dat de woorden Jezus en Christus die kabalistifche afdamming hadden, welke hy opgeeft. Deken Swiffs vernuftige verhandeling om de oudheid der Engelfche taal te bewyzen , waar in hy Jupiter van Jew Peter, Archimedes van Hark Te maids en Alexander the great van all eggs under the grate, afleid, is juist zulk een dukje als deze fraaie woordafleidingen van den Hr. Volney. alleen met dit onderfcheid, dat de Deken in kortswyl fchreef, waar tegen de Hr. Volney in goeden ernst is. ( Het vervolg en flot in onze eerstkomende.) twee waarnemingen omtrent ene aanmerkelyke misvorming der beenderen. Briefswyze medegedeeld aan de Schryvers van dit Blad, door H. A. B A K E, Med. Doct. te Leyden. Aan de Verzamelaars van den Nieuwen Algemeenett Konst- en Letter-Bode. Geachte Meedeburgers! Neevensgaande waarneemingen, my In de beöeffening der Verloskunde voorgekomen, neeme ik de vryheid, u toe te zenden, met verzoek, om die in uw geacht weekblad een plaatsje te vergunnen, ten einde, langs deezen weg, aan myne Konstbroederen eene zonderlinge misvorming der beenderen meede te deelen: welke, offchoon in geenen deele zonder voorbeeld, egter, vooral in het tweede geval, my voorkomt, uit hoofde van den hoogen graad deezer misvorming, hunne aandagt te verdienen, en aanleiding te geeven ter beoordeeling der meerder of minder gegrondheid der gisfingen naar de oorzaak van foortgelyke wandaltigheeden. Myne eerde waarneeming, offchoon die reeds meer dan drie jaaren oud is, laat ik vooraf gaan, daar dezelve als eene mindere graad van het gebrek, in de tweede vermeld, moet aangemerkt worden , en dus van belang is ter afleiding van die gevolgtrekkingen , tot welke deeze gevallen aanleiding kunnen geeven, Op  ( 29 ) Op den 14 July 1704, wierd myne hulp gevraagd ter verlosüng van eene vrouw, welke, reeds geduurende eenige uuren , in arbeid had gezeeten, en weinige oogenblikken daarna zeer fpoedig een kind van de manlyke kunne ter waereld bragt, het welk weldra myne en der omftanderen opmerking na zich trok. Behalven het hoofd, was het zelve zeer wel gefchaapen, en gaf nog eenige, offchoon flaauwe en kortllondige, teekenen van leeven. Het gelukte my, de geleegenheid te verkrygen, om dit wanltaltig hoofd daar na van nader by en met grooter naauwkeurigheid te kunnen befchouwen. Ik vond het onderst gedeelte van het aangezigt in eene natuurlyke gefteldheid : daar egter het voorhoofd van boven de oogleeden af ten eenenmaale ontbrak , waaren de oogen zeer uitpuilende en boven in het hoofd geplaatst. Het bovenst gedeelte van het bekkeneel was 'er niet, gelyk uit de befchryving der beenderen blyken zal. Aldaar vond ik, in die holte, welke tot verblyf der herfenen diend, eene donkerroode bryagtige ongelyke zelfftandigheid, die in- of uitwendig met de herfenen geene overeenkomst had: deeze was vervuld met kleine blaasjes, als hydatides, welke een geelagtig vocht inhielden, en was overdekt met een zeer dun hoog rood vlies. Ik vond dus geen fpoor van het harde herfenvlies van de procesfus fakiformh , of zelf van de pia mater, ten zy men het zoo even gemeld zeer dun bekleedfel daar voor wilde houden. Van het cerehelhim was niets te befpeuren, maar agter het voorgemeld week lighaam vond ik eene zeer groote opening, uit welke zich eene aanmerke'yke hoeveelheid bloeds ontlastte: by nader onderzoek bevond ik dit het groot gat in het agterhoofdsbeen te zyn. Na dat ik die donkerroode kwabagtige zelfftandigheid had weggenomen, vond ik den bodem van het bekkeneel met het gewoon hard herfenvlies bekleed. Ik kon niet befpeuren, dat, dat geen, het welk de plaats der herfenen bekleed had, eenige de minfte famenhang had met de anderfints uit de hersfenen voortfpruitende zenuwen , daar ik, naauwkeurig agtgeevende op die openingen in het bekkeneel, welke tot uitgangen dier zenuwen verftrekken, in elk derzelver zeer duidelyk eene zenuw befpeurde, doch welke in geenendeele aan de voorgemelde zelfftandigheid waren vastgehegd , maar alle,naar derzelver verfchillende dikte,met een grooter of kleiner knopje een begin namen, het welk zich door deszelfs witte couleur van de meergemelde donkerroode (toffe zeer duidelyk liet onderkennen; het ruggemerg nam deszelfs begin een weinig beneeden het groot gat in het agterhoofdsbeen, alwaar het zich door deszelfs witte couleur duidelyk begon te vertoonen. Het hoofd, van deszelfs bekleedfelen ontbloot en van alle zagte deelen ten eenenmaale gezuiverd zynde, is, niet flegts door het gemis van een aanmerkelyk gedeelte der beenderen, die tot het hoofd behooren , maar ook door de zonderlinge gedaante van die beenderen, ten hoogden opmerkenswaardig. De onderkaak fteekt verre buiten de bovenkaak uit, is veel breeder en van veel vaster beenagtiger zelfftandigheid dan gewoonlyk by eerstgebooren kinderen plaats heeft, en aan dezelve is de naad, door welke beide de beenderen , die voormaals de onderkaak uitmaakten, zyn famengevoegd, reeds in zo verre vérdweenen , dat die thans uit één been beftaat: ook is de kring-vormige gedaante, welke de onderkaak van onder befchryft, veel langwerpiger en platter. Dat gedeelte van de bovenkaak , het welk tusfchen de neus en de bolligheden der tanden begreepen is, is veel meer vooruitfteekende en breeder dan by jonge kinderhoofden, zoo dat eene lyn van de punt der onderkaak, langs het agterhoofdsbeen getrokken, met eene andere lyn van die zelfde punt langs de neusbeenderen gaande, een hoek uitmaakt van 63 graaden, daar dezelve by gewoone kinderhoofden eene hoek van 78 graaden uitmaaken. liet beenïg geheemelte is met zeer diepe groeven en fcherue uitlteekfels: de neu.-beenderen zyn zeer groot en vast grooter zelf, naar evenreedigbeid dan die van den volvvasil-ii kop; de oogholten zyn zeer groot, ftaan opwaards, zyn dus minder diep dan in welgevormde kinderhoofden en de beendjens, welke derzelver inwendige oppervlakte uitmaaken, zyn van een zeer fteevig maakfel: in het algemeen heelt de geheele gedaante vaa het aangezigt ruim zoo groote overeenkomst met dat van den volwasfen kop als met dat van het kinderhoofdje. Van de Voorhoofdsbeenderen is niets meer te zien, dan een kleia gedeelte boven de neus, een zeer fmal randje boven de oogholten en een gering gedeelte, het welk zich met het juk- en flaapbeen vereenigt. De opperhoofds- of wandbeenderen ontbreeken ten eenenmaale. Aan de fkiapbeenderen vind men zeer weinig van het bovenst fchübagtig gedeelte: dit is als in een gedrongen en inwaards omgekruld: het zoogenaamd fteenagtig gedeelte van dit been leevert, even als het wiggebeen, in alle deszelfs uitlteekfels, veele aanmerkelyke verfcheidenheden op van het geen men inleen wel gevormd hoofd aantreft : de procesfu? cltnoïdei en de fel/a turcica hebben dus eene zeer zonderlinge gedaante, welke egter, indien die niet door eene afbeelding word opgehelderd, voor geene befchrvving vatbaar is. Het agterhoofdsbeen wykt meede vsrre af van het natuurlyke. Dat gedeelte, het welk met het wiggebeen en de flaapbeenderen vereenigd is, heeft, behalven eene meer dan gewoone vastheid der beenftoffe, D 3 eene  ( 30 ) eene vry natuurlyke gedaante; dat gedeelte egter, het welk in andere hoofden met de opperhoofds-beenderen de winkelnaad uitmaakt, ontbreekt geheel en al. Het agterhoofdsbeen eindigt met eene inwaards geboogen fcherpen rand op die plaats, alwaar men in den weiTemaakten volwasfen kop de vooren aantreft, in welke de zydelingfche boezems der bloedaderen gevonden worden. ".„'." _ Daar het hoofd van dit ktnd geenfints in de fchouders was ingezonken , gelyk veelal by deeze zoogenaamde acephali plaats heeft, maar eene welgevormde hals had, kon ik aan geen der halswervelen of die van nen rug of lendenen eenig teeken van eene gefpleeten rusoraad of iets tegennatuurlyks ontdekken. In het algemeen heeft dit wanfehaapen hoofd eene groote overeenkomst met die, welke door Morgagnf Foigtel, Sandifort, Bon en andere beroemde mannen waargenomen en befchreeven zyn, en in hunne Kabine'ten bewaard worden. Myne tweede waarneeming is de volgende: Op den ao Augustus 1797-, verloste ik eene vrouw, welke my zeide in de agtfte maand van haare zwangerheid gekomen te zyn, en die eene heevige vloed had, van een dood zeer wanftaltig kind van de manlyké fexe, het welk de voeten aan den mond der baarmoeder aanbood. 4 Het aangezet van dit kind was opwaards gekeerd: de oo°-en puikien zeer verre buiten het hoofd, en dit was dermaate tusfchen de fchouders ingedrongen, dat men geen fpoor zelf van eenen hals gewaar wierd; de kin lag in de borst verzonken en de ooren op de fchouders. , , ,. , De regter arm is veel langer dan de linker en aan deeze maakt de hand eenen regten hoek met de arm- ^De^voe'ten Zyn zoo verdraaid, dat de zooien byna opwaards gekeerd zyn. De leever en een aanmerkelyk gedeelte der darmen lag door de geopende navel buiten de buik; ik kon niet befpeuren, dat deeze ingewanden in het door den navelbreuk naar buiten gedrongen buikvlies befloten waren. Daar 'er egter by het kind reeds duidelyke teekenen van bederf opdeeden, kan hier door dit dun vlies by eene zoo teedere vrugt zeer wel gefcheurd zyn. Dé navelftreng was onder de uitgeitorte ingewanden vastgehegd. Van agter'befchouwd , maakte dit kind eene nog zonderlinger vertooning. Men kon van het hoofd niets befpeuren: tusfchen de fchouders en langs het bovenst van de rug lag eene graauwe vliezige zak, welke voor een gedeelte met eene bryagtige ftoffe gevuld fcheen, en voor het overige in veele plooijen was te famen gevallen. Deeze zak opligtende, zag men veele draaden, welke uit dezelve ïn het bovenst gedeelte van den romp eindigden. Beneeden deeze zak vormde de rug eene zeer diepe kuil, waar na de lendenen zich met eene zeer groote verheevenheid opwaards vertoonden. By het openen der zak, welke met de algemeene bekleedfelen famenhing en met de gedaante der huid overeenkwam , vond ik cp deszelfs bodem eene dunne bryagtige zelfftandigheid, hier en daar met roode vlekken en ftreepen geteèkend , gewisfelyk de ontaarte hellenen, waar van men egter geene byzondere deelen onderfcheideu kon; gelyk ik meede geen fpoor van het hard of dun herfenvlies, van de kleine herfenen of het verlengd merg kon gewaar wórden. Na dat ik deeze zak, met het geen daar in vervat was, weggenomen had, wierd ik den bodem des bekkeneels gewaar: deeze was met een dun vlies bekleed; het tegennatuurlyke, het welk ik daar in befpeurde , en de zonderlinge gedaante van den geheelen ruggraad, fpoorde my aan, om deeze vrugt, die reeds vry wat tot bederf neigde, ten fpoedigften van deszelfc zagte deelen te ontblooten en in geraamte te brengen; dit verrigt zynde, kwam my het volgend opmerkenswaardig voor. Het geheel geraamte heeft de lengte van omtrent 8 duimen Rhynl. maat. Het aangezigt, offchoon veel kleiner, dan het geen ik zoo even in myne voorige waarneeming befchreeven hebbe, heeft egter daar meede zeer groote overeenkomst. De onderkaak is, naar evenreedigheid, zeer groot. De beenderen der bovenkaak vertoonen niets tegennatuurlyks: alleenlyk is derzelver beenagtige zelfftandigheid, zoo wel als die van de onderkaak, veel vaster dan men gewoonlyk by eene vrugt van nog geen agt maanden aantreft. Van de voorhoofds-beenderen is, nog minder dan in het voorgaand geval, te vinden. Het randje boven de ooghollen is veel fmaller; terftond agter het zelve vertoonen zich de procesfus cünoïdei en de fella tunica in eene zeer zonderlinge gedaante. De zoogenaamde fteenagtige gedeelten der flaapbeenderen fteeken als twee aaumerkelyke knobbels opwaards boven de andere beenderen van liet hoofd uit en zyn zeer diep ingegroefd ; voor het overige ontbreeken de flaapbeenderen byna geheel en al, daar 'er van dezelve niets meer te zien is , dan een zeer klein o-edeelte, het welk zich met het jukbeen vereenigt. AlFerbyzonderst is de gedaante van het agterhoofdsbeen. Dat deel van het zelve, het welk zich tusfchen de fteenbeenderen bevind en waar meede het agterhoofdsbeen met het wiggebeen vereenigd is, heeft nog het meest van deszelfs natuurlyke geftalte behouden; het groot gat in het agterhoofdsbeen is ten eenenmaale vérdweenen, doordien het gering gedeelte van het agterI hoofds-  ( 31 ) hoofdsbeen , het welk de agterzyde van dit gat moest uitmaaken, doorgekliefd is en zich ter wederzyde, als een zeer dun beentje, eenigermaate in de gedaante van eene zeer dunne rib, naar de flaapbeenderen uitftrekt. Even zoo is het gefield met alle de wervelen van den geheelen ruggraad; men vond, van boven af tot in het heiligbeen toe, geene buis voor het ruggemerg, maar van alle de wervelbeenderen tot zelf van die valfehe wervelen, welke het heiligbeen uitmaaken, zyn de doorngewyze uitlteekfels (Procesfus fpinofi) juist in het midden doorgekliefd en beide deeze gedeelten zyn ter wederzyde zoo ver moogelyk is van eikander verwyderd, zoo dat die der ruggewervelen op de ribben, die van het heiligbeen op de agterfte randen der heupbeenderen, als het waare, zyn vasrgehegd. In het midden van deeze opengekliefde wervelen vond ik eene witte zelfftandigheid, welke van onder de voorgemelde zak haare oorfprong nam en de plaats van het ruggemerg bekleedden. Deeze witte zelfftandigheid was niet rond, als het ruggemerg, maar plat en taay als een leedig vat; zy gaf in elk der openingen , welke aan wederzyde van deeze geopende wervelen-buis gevonden wierden, een takje en verdeelde zich op de lendenwervelen in een meenigte van veezelen, even als de cauda eguina van bet ruggemerg. De beneedenfte rugwervelen begveven zich inwaards en vormen eene aanmerkelyke holte, als een lorde Is, terwyl de lendewervelen als eene groote verheeveuneid buitenwaards uitpuilen en een eyphofis uitmaaken. Verder leevert de romp van dit geraamte niets aanmerkenswaardig. De leedemaaten egter verdienen onze aandagt. De beenderen van den regter arm, zoo wel des boven als des beneeden arms, hebben eene meer dan gewoone lengte, en deeze word door de bogt des ruggraads dermaate vermeerderd, dat het gewrigt der hand zich op de hoogte der knie bevind. Het boven armbeen van de linker arm is van dezelfde lengte als dat des regter arms; de radius en ulna zyn f korter dan die van den linker arm; vooral valt in het oog de kortheid van den radius, die flegts half zoo lang is als die van den regter arm. Daar nu de osfa carpi niet aan het einde maar aan de zyde van de ulna zyn vastgehegd, maakt het gewrigt van deeze hand met de beenderen van den beneeden arm eenen regten hoek. Even zoo tegennatuurlyk zyn de gewrigten der voeten. Beide zyn zy dermaaten gedraaid, dat de voetzooien, vooral die der linker voet, bykans opwaards i gekeerd zyn. j Beide deeze waarneemingen, welke ik belangryk genoeg oordeelde om daar van naauwkeurige afteekeningen te bevvaaren, kunnen myns bedunkens tot zeer ge- J wigtige en ter opheldering van de beenvorming belan*. ryke gevolgtrekkingen aanleiding geeven. Het zal mv dus zeer aangenaam zyn , indien gy, door het plaatfen van dezelve in uwe nuttige verzaameling, die onder het oog myner Kunstbroederen wilt brengen, fllyve met alle hoogagting Uw beftendige Leezer, , Levden, h. a. bake m> a den 13 January 1798. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LANDEN VEEBOUW, ALS MEDE DE H U I S H O UK U N DE, HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Pryzen der Ghanen, op 22 Jan. te Amsterdam. TARW. HetLasti GERST. Het Last Pooifche bonte en witte iSoalió Vriefche Wintergarst . J^afc p'nv™ u r- # 17°!»HGron' en Oldamfcbe . 70 a 85 Elbng. en Heugfe . 170a acolzecuwf. en Ovenn. Winter 70a85 KoMgsberger . ,65 a 190 Dito Zomer . . 70385 vridcne . . . 1403 170 Dantziger en Elb. . . Bovfniandfche . . . ,45aiSo: Voorlamlfche rode . . i35 a i6o HAVER en BOEKWEYT. zeeancücne .... 1758195! r, •r<-uR0GGE' 'Brouwhaver . . rrafitf PniBfifche . . ; 90anfi|Witte Voeder dito . 35a 45 S*W • • 90a lióBoekw.Amersl-. en Gooil. A3n 25 Gedroogde. . . 110 anó Dito Brab. en Vlaam. £23*25 Zaad, Oly Traan. Kbolz. Zeeuwsch en Raap-Oty, per Aam ƒ 48' Overm.'t Last. . £ 46 a 4? Dito Lvn . f 47* Slag-Lynz. de ton van Dito HenniD . . . 'ƒ 54' 5 Schep. Rigaas ƒ 10 a 10? Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . /7*a8} van 12 Stek. . t / 100 Dito Rode . . / 95 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. j, 85| ^ a. a Cadix » . ^ v Lisfabon - 57i»f Nieuwe Ducat. ƒ 5,1», Venetien . . S dat zy van Creta afkomllig waren, en van dat Eiland hun naam ontleend hadden. Eer men in ftaat is, om zulke raauwe denkbeelden te verduwen, moeten de ongelovigen doen, 't geen de Hr. (*} Sedert ik dit fchreef, heb ik her werk aangekondigd gezien, als gedrukt te Parys, in 12°. fol. 8°. met den naam van Dupuis, als fcbryver, en een Atlas. Ct) De Tytel vau een der laatfte meest gerugtmakende Rukken vsa Paine. Aantek, van den Rettdfl. m ■ *  ( 35 ) Hr. Volney, met even veel waarheid, als alles, wat reeds van he n aangehaald is, bevat, van de gelovigen zegt: „ Ha eerfte artykel van alle Geloofsbelydenisfen, „ het eerlle Leerftuk van alle Godsdienften, is ene „ volflagen verbanning van allen twyffel, het verbod „ van onderzoek, en de verzaking van iemands eigen „ oordeel," Ruïnen p. 115. Hy kan voorzeker nooit het Nieuw Testament gelezen hebben, waar in hy anders zou gevonden hebben, i Pet. III: 15. zyt altyd bereid tot verantwoording aan een iegelyk, die u rekenfcbap afeischt van de hope, die in u is, met zagtmoedigheid en vreze, dat is op ene zedige en eerbiedige wyze, en 1 Tbesf. V: 21. Beproeft alle dingen, Behoud het goede. Het is juist zulk een itelzel, als dat van den Hr. Volney, zo weinig in Haat om de proef doorteftaan, 'c welk de hulp van een blind gelove nodig heeft; want nooit hebbe ik in enig werk zo vele willekeurige en duidelyk ongegronde Hellingen ontmoet. Van dien aatt is, in t byzonder, 't geen hy van de Priesters zegt, p. 291. ,, De Geeit der Priesters, deJlelzels van hun gedrag, hunne daden, hunne Zeden, zyn geheel ,, dezelfde. Overal beitonden zy uit .afzonderlyke maat ,, fchappyen, lichamen, vyandig van de rest der Gemeente. >, Zy matigden zich zeiven overal voonegten en bevrydingen t, aan, waar door zy zich onthieven van de lasten der ,, overige klasfen. Zy leefden overal ongehuuwd, om zig „ zelfs van huisfelyke beflommcringen te ontdoen. Cver,, al vonden zy, onder den dekmantel van armoede, het ,, §ehei.m, om ryk te wezen en zich allerhanden genietin,, gen te bezorgen. Onder het voorwendzel van armoe„ de, hadden zy ruimere inkomften, dan die van Vor„ ften. Onder fchyn van Godsvrugt leefden zy in luie ,, ledigheid en ongebondenheid, &c. &c." Dit is flegts een gedeelte van de karaclerfchets, welke de Hr. Volney van alle Priesters geeft. Maar gehele ftanden zonder onderfcheid te lasteren is nimmer regtmatig. Voorzeker kan dit karakter niet worden toegefchreven aan Jezus, de Apostelen , of de verkondigers der Kristelyke lere , gedurende de drie eerfte eeuwen, uitgezonderd, in geringe mate, de Bisfchoppen in de grote refidentie- plaatfen. De Hr. Volney zal evenwel zeggen , dat 'er nooit zulke luiden waren. Maar hy heeft de Historie van Frankryk gelezen, en kan hy dan nog zeggen, dat zyn gegeven karakter op de Hervormde Geestelykheid van dat land past? past het in 't byzonder, op hen, by de herroeping van het Edict: van Nantes? Hoe velen van hun kwamen om 't leven in onderaardfche kerkers, op de Galeijen, en door allerleie wederwaardigheden, zoekende een onzeker beftaan in vreemde landen , terwyl zy op hun gemak hadden kunnen leven, door zig aan 'sKonings or¬ ders te onderwerpen. Inderdaad dit karakter kan nooit toegepast worden op de Kristelyke Geestelykheid, uitgezonderd de Bisfchoppen in de grote Steden en enige Monnikken , eu zelfs op dezen niet, dan onder vry wat uitzondering en verzagting. De Geestelykheid van de heerfchende Kerk, in Engeland, heeft, over 't geheel en als een lichaam befchouvvd, flegts een zober inkomen, die van Schotland nog geringer, en zy doen geen belydenis van den ongehuuwden Itaat. Op Predikanten der Disfenters in dat land past het gegeven karakter nog minder, om niet te fpreken, van "de vervolgingen, die zy geleden hebben. Hier van kan ik zelve enigermate oordelen, hebbende meer dan 40 jaren een van hun geweest, en ik kan verklaren, zonder vreze van tegengefproken te zullen worden, dat het beroep my, op de voordeliglle ftandplaatfen, nooit een half beftaan heeft opgeleverd: en evenwel was ik, ten dien aanzien, beter gedaagd, dan ik in den beginne kon wagten. En wat brengt het my hierop, dan misfchien my blootteftellen voor de veragting van zulke lieden als de Hr. Volney, hoe gemakkelyk ik echter die veragting kan draden. Op dit alles, iaat Dr. Priestley, in het Byvoegzel (Appendix) No. II. nog volgen. Na dat dit werk ter persfe gezonden was, fprak ik een geleerden vriend, die de Ruinen van den Hr. Volney met meer oplettendheid gelezen hadde, dan ik, en die my zeide, dat in vele gevallen zyne Aantekeningen niet voldoende waren , ter onderfteuning van zyn Text. Hy bragt hier van, in 't byzonder, twee voorbeelden by. Na de menfchen , in derzelver oorfprongelyken ftaat voorgedragen te hebben, als zig tot den Natuurdienst bepalende, zegt hy, met een houding van zegenpraal p. 217. „En gy Leeraars! wy roepen u op, „ zegt ons, of dit niet de eenparige getuigenisfen zyn „ van alle oude Gedenktekenen?" Zyn gezag hier voor p. 345, beftaat alleen in ene aanhaling uit Euzebius, die ene plaats bybrengt uit een werk van P/«tarchus, waar in alleen gezegd word, dat dit het gevoelen geweest is van Chereemon en anderen, en zulks alleen met betrekking tot de Egyptenaren. Zo dat enkel dit begrip van Cher. in Quarto, benevens een Aanhangzel in Folio, het welk le Kaarten en grotere Platen behelst , die tot dit werk jehoren. Prys 4L 4S. groot papter 6L.6S. Nicol. 1707. Hoe leerryk ook dit prachtig werk voor ons zy geveest, zo kunnen wy toch niet verbergen, dat het aan jnze, misfehien te hoog gefpannen, verwachting, niet geleel heeft beantwoord. Voor eerst is het jammer, dat men in het gevolg van len Graaf Macartney, veeleer verfcheiden liefhebbers, dan wel geleerde kenners der Mineralogie, Botanie en Na:uurlyke Historie heeft aangenomen : waar door dan ook de Mineralogifche, Botanifche en Natuur-gefchiedkundige narigten, noch talryk, noch zo voldoende zyn, als men wel zou Wenfchen. Verder is het te betreuren , dat de Schryver der Gefchiedenis dezes merkwaardige Gezantfchaps, zich tot de reis naar China, en zelfs tot de Gefchiedenis dezer reize niet zorgvuldig genoeg heeft voorbereid. Indien de Heer Staunton alleen het belangrykfte, van het geen over China gefchreven is, gelezen en onderzogt bad, zou hy zeker op verfcheide dingen gelet hebben , welke by nu voorbygegaan, of niet genoeg naar waarde verhandeld heeft. Ook zou hy verfcheiden voorwerpen geheel anders befchouwd, vele narigten verkort of weggelaten, en het gehele werk meer betrekkelyk gemaakt hebben tot het geen men van de Chinefen weet, of waar over men nog oneens is. De Recenfent waagt het niet om over de fchryftrant van den Auteur uitfpraak te doen, offchoon in hem meermalen de wensch is opgekomen, dat de Heer Staunton fpaarzamer geweest ware met zyne befchouwingen, waar door hy het ontftaan, de oorzaken en den aart der verhaalde feiten zoekt te verklaren. Zodanige redeneringen vorderen doorgaans diepere navorfchingen, dan die waar toe de Schryver lust of tyd gehad heeft. In het eerfte Deel vindt men de gefchiedenis dezer reis tot in den boezem der GeeleZee, alwaar het Gezantfchap aan land gezet werd. In de twee eerfte Hoofdftukken van dit eerfte Deel, worden de aanleidingen en voorbereidingen tot deze niet minder kostbare dan moeitevolle ambasfade opgegeven. Het voornaamfte oogmerk van dezelve was, om, ware het mogelyk, enen meer vryen handel met het Chineefcheryk te openen, of ten minften de fteeds toenemende lasten, welke de Engelfche Faétory drukten, te verligten, en om ene oumiddelyke gemeenfehap met het Hof in PeMn te houden, ten einde de openbare ambtenaars in Canton te beteugelen, Het klein Esquader, dat het Gezantfchap naar China zou convoyeren, zeilde den 26 September 1792 van Portsmouth en liet het eerst de ankers vallen by de Eilanden Madera, 1 Teneriffe en St. Jago. Hier vindt men dan narigten omtrent de producten, waar onder vooral den wyn; de inwoners.  ( 2,7 ) ners, den grond, de Bergen, en de vulkanifche voortbrengzelen dezer Eilanden: als mede enen uitflap over den Piek en deszelfs hoogte. Van deze Eilanden werd de reis verder voortgezet naar de ryke en bloeijende Stad Rio de Janeiro, alwaar alles enen fnel toenemenden welftand aankondigde. Digt by deze Stad vonden onze reizigers een kleine Manufaétuur van Cochenille, waar over men nadere berigten vindt, als ook over den invoer van Negerflaven in Brafüien, en de menfcheiyke behandeling derzelven te Rio. Na dat het Esqtiader de kusten van Bra/ilien verlaten had, deed het eerst de Eilanden Tristan dAcunha aan, welke, volgens Sir Gowek's oordeel, in oorlogstyd, ene voortreffelyke verzamelplaats voor Schepen zoude zyn, die op hare reis van of naar Oost-Indien en China, niet anders dan versch water nodig hadden. Hier volgt een uitflap over het vangen van Zeehonden en het verzamelen van derzelver vellen, waar mede onze reizigers enige avanturiers op het Eiland Amjlerdam, onder 38" 42' Zuid. Br. en 760 54> Oost. L. van Greenwich, druk bezig vonden. Het gehele Eiland fchynt zynen oor fprong verfchuldigd aan vulkanifche uitvloeizelen. Men vindt rondom den Zeeboezem, die in het Eiland fpoelt, vele warme bronnen, waar in men in een quartier uurs de gevangen visch koken kan. Den 2 February 1793, verloor het Esquader het Eiland Amjlerdam en bet naburige St. Paul, uit het gezicht, ont dekte den 25 dier maand het Westelyke voorgebergte van Java, en kwam den zesden Maart op de reede van Bata via ten anker. Hier vindt men weder waarnemingen over de ongezondheid dier Hoofdftad, de fchoonheid en rykdom der natuur in de omliggende ftreken, het verval van Batavia, enz. Na zes maanden vertoevens op deze reê, verwyderde zich het Esquader, en zeilde *de kusten van Java en Sumatra om. Daar de zieken op beide Schepen vermeerderden, koos men de baay Turon in Cochinchina om aldaar ene gezondere wykplaats te hebben. Hier vindt men nu weder berigten omtrent deze ftreken, derzelver inwoners, en den handel. Tusfchen de Chu-San Eilanden aan de Oostëlyke kust van China, vindt men voortreffelyke ankerplaatfen. Deze en de nabuurfchap van Corea, Japan, Formofa enz. maken de Stad Ningpoo in de Provincie Tche-fchiang tot ene der eerfte koopfteden in China. Nu leest men weder berigten over de voeten der vrouwen, het Chineefche compas, (waar van een plaat gemaakt is,) de onderdanigheid der Chinezen aan hunne Regeerders, de makelei hunner Schepen enz. Het eerfte gezicht van de Chineefche Steden, in welke flegts weinige ruime en goed vercierde woningen uit den overigen hoop van elendige klei-hutten uitfteken, toonde onze reizigers reeds, dat men in dit ryk gene talryke en langzame overgangen van den hoogften rykdom tot de uiterfte armoede zoeken moet. G. A. Duitschland. Pindafs Sentenzen. Eine Sammlung moralifchen Gedanken aus Pindar's Siegshymmen ausgehoben, mit anmerkungen begleitet, und mit einem Wortregister verfehen von U. H. Lauts, 1797. Leipzig. 8°. 148 f. Het oogmerk van den Schryver is, blykens deszelfs eigene verklarin;;, om door de uitgave dezer Chrestomathie de Jeugd fmaak voor Pindarus Gedichten te doen krygen, en dezelve door middel van uitgezogte gemakkelyke plaatfen tot het lezen van dezen moeilyken Dichter voortebereiden. Tot dat einde geeft hy ook doorgaands in zyn werkjen den zamenhang, den eigenlyken zin, de woordelyke en zakelyke verklaring van de fpreuken bp, „ maar ,, (zegt Lauts zelf) met het ondernemen van dezen ar„ beid heb ik nog een ander oogmerk: Humaniteit (men„ Jchelykheid) is en blyft het Character (de kentekenende ei» gwjchip); en deze hoofd-eigenfchap kan men vooral aan ,, Homerus en Pindarus niet ontzeggen. En is niet dese „ geest der menfchelykheid , die een zegen voor het ,, menschdom is, alleen door bet lezen der ouden in het „ Westen weder opgewekt? Moet dezelve zich niet ,, fteeds van de Edelen der vroegere eeuwen over ons ver,, fpreiden? ó Dat Pindarus geest toch op ons allen rus,, ten moge!" En tot dit doel werkt de Schryver zeker gelukkig mede. G. A. Kapua's Abfall und Strofe, von A. G. Meiszner. Leipzig, 1798» 220 f. 8°. Capua gaf, na den ongelukkigen veldflag der Romeinen tegen Hannibal, aan Italien het voorbeeld van verbreking der banden, welke het san Rome hechtte, en der vereniging met Hannibal; en had het uitzicht, om wanneer, gelyk-het fcheen, de Carthaginienfer Rome ten onder bragt en als overwinnaar Italien verliet, de Hoofdftad van Itólien te worden; terwyl Hannibal daar tegen aan zyn kant door Capua zeer aanmerkelyke voordelen bekwam. Doch kort daar na werd de landftreek van Capua zelve het toneel des oorlogs, en daar het geluk des krygs Hannibal verliet, viel Capua weder in de handen der Romeinen, die aan deze Stad de hardfte wraak uitoefTeuden. Deze korte fchets bewyst het geen de Schryver zelfverklaart, dat hy namelyk genen Roman, maar een wezenlyk gefchied verhaal fchryft, en daar toe meestal de woorden van Livius zei ven gebruikt, offchoon hy dezen niet in zyne partydige verhalen volgt, en zyne gefchiedenis met menschkundige en wysgerige aanmerkingen treffend verrykt. Voor het overige is dit boek een goede pendant voor den Spartacus des Schryvers, die zich door ene dergelyke behandeling van enkele gewigtige brokken der Gefchiedenis op den duur verdienftelyk maakt. Nog is te Leipzig, in dezelfde Boekwinkel van Dycit, ene Hoogduitfche vertaling uitgekomen van het Manuel des Theophilanthropes. De titel van dezelve is: Gottesverehrungen der Neufranken, oder Ritualbuch der Theophilanthropen, einer unl&ngst zu Paris entjlandenen Religiöfen GejellE 3 fchaft.  ( 38 ) fclmft. Aus dem Franzofifchen nach der zweyten auflage. Gr. Oft. 162 f. , ' Reeds in 1796 kwam te Parys uic het Manuel des Iheanthrophiles, welken Solcecismus van naam men naderhand met dien van Tlieophilanthropes verwisfeld heeft, welk woord lieden aanduidt, die God en menfchen lief hebben. In den aanvang des vorigen jaars 1797, verenigde zich een Gezelfchap te Parys, 't welk federt din Asfië- » - 12 i uZS*. m. Ct. ft'. 37i B!.4ftojWi*i»*M* - 95rV PODuo kort - 37i — Wenen id. B°. - 3öJ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal dei Doden, gedurende de laatstveriopene Week is geweest: te Amflerdam 244; en te Haarlem 16, onder welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. Lyst van de Geboornen, Gestorvenen, en Getrouwden, in onderjcheidene Steden en Landjehappen van Europa, gedurende het jaar 1797. Steden en Landfchapper.. geboorn. gejlorv. getr.Par. Altona . - 699, 782 207 Arnrterdam . . 4699* 9209 2 37 Augsburg . • 958 1320 388 Berlyn . • 6235 5412 Flensburg . . i°32 9,7 3*3 Frankfurt aan den Main 947 "97 Gonorf . . 788 661 215 hk 816 »« $ \ • ^ "85 Heerl. Pinneberg . 898 591 «« Kopperhagen • • 3276 -3*78 1048 Londen - . • lg645 i7U Mantim . f 683 , '877 205 Munchen .. - ^34 1862 404 Rotterdam . • 2°89 *S4öt 649 Sleeschwyk • • 757° 6412 2218 S ft FhuLn . • ÖI46 4366 1790 Tondern . - • I25S U« i • Gedoopte kinderen by de Gereformeerden en Lutheranen, •f Hier onder 906, aan de Kinderpokjes overleden. Te Haarlem, by A. L O O S J E S, Pz. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER» WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, BUITEN HAERLEM. IBARO- THER- ! HTGRO- STREEK! LUCHTSME- MOME- ME- DER GESTELDTER. TER. TER. WIND.1 HEID. C30. i| 39 93 z-w< , ftormagtig, betrokken; 24 f 30. O 44_ 80 —- 'savonds regen. 130. 9 4Qj 79 w. z. W. „ C on. o 35i 70 N. N. W. 25< 3o'°i 42' 67 N. , bewolkt; wmdng. (.39- 31 J7 _Jo__ N,t.w.l _ . C30- 3| 36 88| z. w. bewolkt; meest 26 < 30. 31 41 76 Z z. w. omtrent betrokken. £30- 2* _3Ij_ 76 _ Z- _ f 30. O» 364 90 Z.Z.W. regenagtig; meest 27 29-9 39* 95 'L* e- ^;'savonds l 30. I 36 99| w. N. w. _^ C30. 2j 29 IOO w- z.w. wolken; meest helder; 28 {30. 2^ 4I| 95 z-w- 'savonds dampig. £30. i\ 34 100 w.z.w. f29.85 33? 94 z' zeer windrig; betrokk. 29 < 29. 7 36 87 z. z.O. 'savonds helder. £29. 5 30i 84 z- °-_ — _ 'smorg regen; voorra. C29. 4' 34 99J Z. z-o. betrokken; nam. helder ; 30 / 29. 5 42* 93 z. W. «s avonds omtrent ber C29. 3\ 371 87_ z.z. o. trokken; harde wind. BEKENDMAKINGEN. * * De nu eerst voor weinig weeken by den Boekverko ner*F BOHN, te Haarlem, uitgegeeven KLOOSTERLING door DIDEROT, is geheel UITVERKOGT, en van dit zonderlinge en zo zeer gezogte Werk reeds een TWEEDE DRUK ter Perfe, dewelke in 2 a 3 weeken gereed zal zyn, wanneer de beitelde Exemplaaren tetftond afgeleverd zullen worden. * * Rv F BOHN, te Haarlem, is van de Pers gekomen* en alom verzonden: L. BICKER, AANMERKINGEN op het Werkje van B. TERSIER, getyteld: De behandeling der Ingeente op de Natuurlyke Kinderpokjes toegepast: Bnefsgewvze aan denzelven medegedeeld, en /trekkende voornamelyk om het genot der verjche lucht, in de behandeling der Kinderziekte, aantepryzen, en de voordeelen der Mntmge, oj konftige befmetting, te verdedigen; in groot 0£tavo, a 12 Huivers. Van hef Werkje van Doftor TERSIER zyn ook nog Exemplaren, a 12 ftuivers, alom te bekomen.  i798- No. 215. N I E U W E A L G E M E N E KO'NST- en LET TER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 9 February. BERIGTEN. GROOTS BH T AN N IE N. Londen, 12 jan. De Graaf Rumfort heeft aan de Kon. Maatfchappy der Wetenfchappen , 1000 P. Str. in de 3 pCt. geconfolideerde Fondfen vereerd, om de tweejarige renten daar van tot een Prys te fchikken voor de beste Verhandeling over Licht en Warmte. De Voorzitter en Raad der Maatfchappy zullen de uitfpraak doen. Mungo Park, de Afrikaanfche Reiziger, is, voor enige dagen, alhier terug gekomen; hy is tot op 22 graden ten oosten van de Groene Kaap in het vaste land van Afrika doorgedrongen, en ongelyk dieper als allé vorige Reizigers. Zyne aantekeningen zyn van het uiterst belang. In.het Inenting-Hospitaal zyn, in het voorleden jaar, 1300 perfonen ingeënt, waar van 'er llegts 2 overleden zyn. j . FRANSCHE REPUBLIEK. Frankryk. De beroemde Sterrekundige, Lalande, heeft, dezer dagen, door een openbaar bericht, het publiek alhier geruft gefield, nopens het lopend gerucht, gis of de eerstkomende Staartfter, by hare ver- IX- Deel. fchyning, gevaarlyk voor onzen aardbol zou wezen: Wyzende, daar by op zyne Verhandeling hier over iij 1773 uitgegeven, onder den tytel: Aanmerkingen over de Kometen, die de aarde kunnen naderen. DU1TSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. Stüttgardt. Onze Dr. Ch. P/af, die zig reeds, door verfcheidene geleerde werken, op ene voordelige wyze heeft leren kennen, is tot buitengewoon Hoogl. in de Geneeskunde te Kiel beroepen, en ftaat derwaarts te vertrekken. Hy was eerst over weinige maanden uit Italien te rug gekomen: alwaar hy zig gedurende 2 jaren ophield, en zig byzonderlyk bezig hield met de Natuurlyke Historie van dat land. BERIGTEN, aangaande HORACE WALPOLE, graaf van oxford. i Horace Walpole werd in 1718 geboren, en ftierf in zyn tagtigfte jaar, in zyn huis te London, den a Maait 1797- Onder gemelde naam zal hy fteeds in de letterkundige wereld genoemd worden, by welke de hogere titels, dien hy eerst weinige jaren voor zynen dood verwierf, in geen aanmerking komen. Hy was dejongfte zoon van den beroemden Minister, Sir Rocert Walp-jle, wiens ftaatkundig beftuur hy ook F eens  ( 42 ) eens in het Parlement in ene zeer levendige redenvoering verdedigde (S. Chaindlkr's Debatës T. XIII. p. 191.) Zyne moeder Cathaiuna, wier lieveling hy was, had hem dien afkeer van de hoflucht ingeboezemd, dien hy in_t§ laatfte Helft van zyn leven zoo duidelyk betoonde, en hy wist by de vermelding harer overige verdiensten geen fchoner lofkrans te voeden, dan Eopb's oordeel over haar: She was untainted by Courts. (zy was door gene Hoven bezoeteld.) welke uitfpraak hy dan ook op de Gedenkzuil, die hy in 1754 ter harer eer in de Abtdye van Westmunfter oprichte, uithouwen liet. Op het fchool te Eton verbond hy zich op het nauwst door vriendfchap men den naderhand zo beroemd geworden dichter Gray, met wien hy ook, daar hy zich zelf nog te jong oordeelde om in het Lagerhuis zitting te nemen, (offchoon hy reeds enige zeer voordelige posten by de Thefaurie bekomen had) in de jaren 1739, 40 en 41 een reis deed door de zuidelyke Landen van Europa. Maar toen zy tot by Reggio, in Italien, gekomen waren, brak het. rnisverüand, dat reeds vroeger tus fchen de twee vriendèn was opgekomen, ten vojlen uit. -Walpole nam fomtyds jegens zynen minvermogenden, en even daar door meer afhangelyken reisgezel enen toon en de houding van meerderheid aan. Gray was toen reeds een melancholiek enthufiast: Waliwle daar en tegen fteeds opgeruimd en fuakig, en dit onderfcheid van humeur werd mede ene oorzaak van derzelve fcheiding. Gray nam dus den kortften en bestkopen weg over Frankryk en keerde weder naar huis. In het volgend ïaar kwam Walpole ook terug. Zy verzoenden echter onder de bemiddeling van ene wederzydfche vriendin; maar met dat al liet deze wond fteeds een lidteken na, en toen Gray ftierf, maakte hy Walpole zelfs gene gedachtenis by zyn testament. Deze nam ondertusfchen al de fchuld van dit misverftand geheel alleen op hem, gelyk Mason in zyn Leven van Gray p. 41 uitvoerig verhaalt. W. drukte in zyne eigen drukkery de eerfte prachtige uitgave van Gray's gedichten in 1757, in Fofc, en vereerde zyne nagedachtenis by iedere gelegenheid. Na deze volbragte reis trad Walpole zyne ftaatkundige loopbaan in, en was van het jaar 1741—61 tot vier onderfcheiden reizen Medelid van het Lagerhuis. Maar hy eindigde deze loopbaan, ook kort daar na, daar hy befloot volftrekt geen het minste deel meer te nemen aan enige ftaatkundige bemoeijincen, en zyn brief, dien hy aan den Majoor van K1ng"s Lyniu 't welk hy ten laarften vertegenwoordigde» fckeef-, waar by hy yan zyne. waardigheid at ftand deed, (en die in het Gentleman's Magazine Vol. XXXVII. p. 293 voor het eerst gedrukt werdt,) behelst verklaringen, nopens de onomkoopbare vastheid , welke hy gedurende 25 jaren in het Lagerhuis betoonde , die weifiige Britfche Parlementsleden thans zouden durven afleggen. ( Het vervolg en flot in onze eerstkomende.') ENGELSCHE LETTERKUNDE. Negende Befchouwing. Levensbefchryving. De Levensbefchryving, een geliefkoosd vak der Engelfche Letterkunde, had, wel is waar, federt eenige jaaren , twee groote mannen, Kippis, de uitgever der grote Biographia Brittaniea, en Walpole, die levendige Boekery van Anecdoten, door den dood verloren, doch wierd, desniettemin, met aanhoudenden yver bearbeid, en blyft nog fteeds, ook voor den Buitenlanderen, een der belangrykfte delen der Britfche Pennevrugten. Het Biographical Magazin, ene elendige compilatie, welke met het vorig jaar ophield, is door een ander, zeer veel ryker, Maandfchrifc vervangen geworden: The Monthly Vifitor and Pocket com* pagnion, Symonds (ieder Ituk 1 fh.) Hier van komt, federt January (1797) maandelyksch een ftukje uit, met een Portrait van dezen of genen beroemden man des tegenwoordigen tyds, en diens levensbefchryving. Dus pronkt het ftukje van July 1. 1. met het Portrait van Bnrke, naar een naar 't leven gemaakt Borstbeeld. 6 Stukjes maken een deel uit. Voor den Brit is zyn Zeeheld boven anderen belangryk. Sinta Camphelt's lives of .tic sidmirals was 'er gene nieuwe verzameling van derzelver levens in *t licht gekomen. Het volgend werk hier over is nieuw: Biographica navalis, tr impartical Memoirs of the Lives and Characters of Officiers of the Navy of Great Btitain, from the Year 1660 to the prefent time: drawn from the most autheniic fiurcet and despofed in a Chromlogical Arrangement. By J. Charnook. Esq. Whit Portraits and other Engravings, by Bartolozzi* Vol. IV. Faulden 1794—1796. (1 p. 10 fh.) 'Er zullen nog meer delen volgen, en de voorvallen zyn, uit de publieke papieren, zeer goed daar in verzameld. Dog c'e Schryver ftaat op de geringde kleinigheden ftil, en de ftvl daald dikwyls tot den toon der Nieuwspapieren. Van een geheel ander allooy is de nieuwe verbeterde druk der Waltonfche Biographien : 77/? lives of Dr. John Donne; Jir H. Wotton; Mr. R. Hooker; Mr. George Hubert; and Dr. R. Saundeifon. By Ifaac Walton. With Notes and the Live of the Author. By Thomas Zauch. A. M. 4. 1796. White (2 p* 5 fh.) met zeer goed gefneden Portraitten. De Aantekeningen van den Uitgever dezer nieuwe, geheel omgewerkte, druk, zyn breedvoerig en ongemeen zaakryk. In '» bj zonder vind meu aanmerkelyke byvoegzels op het leven van. den Satirist Donne t en de Staatsman Worton, by voorb. tvtf  ( 43 ) evsr Donne's verdediging van den zelfsmoord BiaSavivroï geheten, over J. Cafaubonius; Schoppius; den Bisfchop Bedel enz. Het werk is voor de Lettergefchiedenis van de 16 en 17de Eeuw, hier door, geheel onontbeerlyk. Als een onderhoudend Biographiesch Leesboek verdienen Biographical Curiofities, or various pictures of human Nature. Redgway 1797. 12. (4 Sh.) ene byzondere aanpryzing. Gene Natie leverd tot nog toe zulke uititekende Anecdoten, als de Engelfche. Zommigen, als die van den befaamden Gierigaard JohnElwis, hebben Genies aan het hoofd. Alles is wel uit bekende bronnen geput, maar deze bronnen zyn voor den Buitenlander dikwyls ontoeganglyk. Onder de afzondeilyke Levensbefchryvingen munt voornamelyk een uit, vermits deze te gelyk zeer veel ligt verJpreid over den toon, waar op de gemoederen der Disfentieerende Gemeenten geftemd zyn, en langs dien weg gegronde vermoedens oplevert, wat "er eindelyk van een land moet worden, 't welk deszelfs vlytigften en fchranderften ingezetenen alle deelneming aan het ftaatsbeftuur regelregt ontzegt, en derzelver politiek beftaan, eigenlyk gefpnken, flegts duld. CMen leze, om zig van deze hardigheid een regt begrip te maken, den fraaien Brief van enen Disfenter in het Monthly Magazine 1797. Juny bladz. .426 volg. welke met deze nadrukkelyke woorden eindigd. „ Het fchynt wel, als of men, met verfcheidene politieke " ordonnantiën, geen ander doel gehad heeft, dan om een „' groot deel der leden van den Staat, van de eenzydige „ ingenomenheid met hun land te vervreemden, welke an„ ders zo geredelyk zig hegt op een liefderyk geftel. De kwaardaartige en hardnekkige aankleving aan deze fchikkingen kon niet anders dan het misnoegen vermeerderen: en beeft eindelyk afkerigheden veroorzaakt, die in " 't vervol* kunnen gevteld worden.") De ook buiten 's lands, üoor zyne0 geleerde Gefchiedenis der Baptists, bekende Predikant onder de Disfenters Robert Robinfon, heeft zelfs in een gewezen Fellaw van Cambridge enen onzydigen en vurigen levensbefchryver bekomen: Memoirs of the Hf e and writings ef R. Robinfon, late Minister in St. Andrews Parish, Cambridge, by G. Deyer (*) Robinfons 1796. 8 (3 Sh.) — In enen anderen kring, en met een geheel verfchillend oogmerk is de Lofrede — want ene levensbefchryving kan men haar niet wel noemen, fchoon zy daar voor fcheep komt •— op den overledenen Lord Opperrechter, Grave van Mansfield , opgefteld: The life of William, late Earl of Mansfield. By John Holyday, of Lincoln 'slnn, and Banister at Law. Elmsly 1797. 4- 5°o. P- (1 Pf- 1 Sh.) In de inleiding klaagt de Schryver, dat het uit dien hoofde zeer moeilyk valt iets naders aangaande dezen groten Rechtsgeleerden te berigten, overmits de Graaf, by het bekend oproer in 1780, alle zyne papieren verbrandde. Onder¬ in*) Ene korte fcheta dezer Levensbefchryvingen zal men vinden in onze vorige No. ï6> en 168. tusfchen ontbreekt het gantsch niet aan bouwftoiFen. Gaarne volgt men den Levensbefchryver, wanneer hy ons den jongen vurigen Murray op den klasfiken bodem van Italien voert, en in Tusculum aan de fchim van Cicero de gelofte laat doen: aut Cicero, aut nullus. Men lacht over Arecdoten, die hier van het epigrammatisch vernuft des gaaru fchertzenden jongelings verhaald worden, b. v. hoe hy voor een Gasthuis, 't geen een Bisfchop voor 25 arme vrouwen geftigt had, het Byfchrift zettede: ,, Hier onderhoud de hoogwaardige N. niet minder dan 20 vrouwen," Dog men word moede van het eindeloos loiïpreken, en kan zig eindelyk de overtuiging niet laten ontnemen, dat Mansfield, de Opperrechter, pngelyk beter figuur zoii gemaakt hebben onder een despotieken Jullinianus, dan in ene bepaalde Alleenhcer,fching. Van ongelyk minder belang zyn de eigenhandige levensbefchryvingen van den ongelukkigen Jacobiet Lord Lovat en den Predikant Mr. Martyn De eerfte is uit het Franfche Handfchrift vertaald: Memoirs of the HfeofSimon, Lord Lovat, written by hem felf in the french language, and new first translated from the original Manufcript. Nicol. 17978. 418 p. Deze gedenkfchriften gaan llegts van 1694 WC 1716, daar toch Lovat eerst in 1745 onthalsd is. Vele en daar onder zeer ontzettende voorbeelden trcfc men hier aan, zo aan de ene zyde van de dapperheid der hoogSchotten, en de verwonderlyke trouw, door allen, welken tot ene zamenrotting behoorden, aan derzelver opperhoofd bewezen, als, aan den anderen kant, van het geweld aan derzelver familien gepleegd. ■ De Predikant Martyn geeft, in Some account of the life and writing of the Rev. Martin, Stockdal. 1791 (2 Sh.) berigt van zyn eigen lotgevallen en fchriften. Men weet, uit de laatfte Nieuwspapieren, dat de ongelukkige Predikant, Thomas Fyfhe Palmet, die, uit hoofde van zyne politieke gevoelens, verwezen werd om naar dó Botany-baai vervoerd te worden, kort na zyn aankomsi aldaar, aan de gevolgen der mishandelingen, hem aangedaan, overleden is. De reeds verbitterde gemoederen, door de ftrengheid van dit vonnis, moeten tot het uiterfte gebragt worden, wanneer zy a Narrative of the fuffering of T. F. Palmet and W. Skerwing, during a Voyage to Nèw South Wales, 1794 on board the furprife. By the rev. T. F. Palmer. Robinfons 1797. 8. (2 Sh.) lezen, en uit dit geloofwaardig berigt vernemen , welke heilloze mishandelingen dit beklagelyk offer van partyzugt van enen onhefchoftcn Zeekapitein moest lyden, die misfchien met geld was omgekogt, om dezen ongelukkigen met allerleye fmaadheden te grieven. Zelden komen in Engeland de werken van een beroemden Schryver of Digter zonder zyn leven in 't licht. Op die wyze ontftonden Johnfons Levensbefchryvingen. Dit gebruik is wel der navolging waardig. Men verftaat iemands Schriften beter, met wien men van zyne jeugd af aan bekend wa3. Ene nieuwe verbeterde druk, met aanteF 2 ke*  ( 44 ) keningen van Gay's Fabelen, leverd ook ene nieuwe Levensbefchryving van dien Digter op: Fables of John Gay, illustrated with Notes and the Life of the Author. By William Coxe, Rector of Bemerton. Cadell 1796. 322. p. in 12. (4 Sh.) De-bekende Uitgever der Reizen door Rusland en Zwitferiand heeft voor zyne landgenoten een verdienstelyk werk ondernomen, met by deze geliefde Fabelen een Commentarium voor ongeoeffenden te voegen. De nieuwe Levensbefchryving is een zeer doorwrogt ftuk, waar toe men zig ook , van Gay's briefwisfeling met Swift en Pope bediend heeft. Johnfon word dikwyis tegengefproken, en byzonderlyk word zyn ftreng oordeel over het beroemd dramatisch product des Dichiers, The Beggars Opera, wederlegd. — Op gelyke wyze zyn ook Reynold's v/erken by eikanderen gedrukt, en onlangs, met ene Levensbefchryving van dien vermaarden Schilder, in 't licht gekomen: The Works of Sir Jofuah Reynolds, containing his Discourfes, Uiers, a Joumey to Flanders and Holland, and his commentary to the Fresnoy s art of painting. To wich is prefxed an account of the Life and writings of the Author. By Edmund Malone, one of his Executors. Cadell 1797. 2 Vol. 4. 840 p. met Reynolds portrait. (1 Pf. 16 Sh.) Reynolds behoorde als fchepper van een eigen ftyl in de Schilderkonst, als ftigter der Schilder-Akademie, als de lieveling van zynen tyd, en als vriend van de vernuftigfte zyner tydgenoten, zelfs Schryver en genie zynde, ftofte te hebben opgeleverd voor ene onderhoudende Levensbefchryving. Doch de kritieke Malone heeft flegts kunnen goedvinden om ene vervelende langwylige te geven. Onder anderen word men hier zeer naauwkeurig onderrigt, hoe veel Reynold's begrafenis gekost heeft, en op welke wyze dezelve was ingerigt: men ontmoet hier lange pryslysten van zyn Schilderftukken, en de fchaflyst der banketten te Leicester - field, waar Reynold's vrienden byeerikwamen. jDan wie zou niet veel liever ene foortgelyke befchryving lezen, als de fteeds gadeloze Vafari, in de Levens van Konftenaren, van het beroemd Konftenaars gezelfchap by Andrea del Sarto gegeven heeft? Behalven het leven, vind men in het eerfte deel van Reynold's werken, zyne bydragen tot het weekblad the Idler, nevens zyne aanfpraken, die hy als Voorzitter der Akademie, jaarlyksch, pleeg te houden. Het twede deel begint met het dagverhaal, naar Reynold's handfchrift, van zyne laatfte konst- excuriies naar hec vaste land, door Vlaanderen en Holiand in het jaar 1781. Dit is het beste in de gehele 2de verzameling. Want, fchoon de reize flegts 2 maanden duurde, bragt evenwel R. zo veel voorafgaande kundigheid mede, ter befchouwing van de Vlaamfche School, dar men overal in zyne beoordelingen den meester erkend. Men leze, b. v. zyn Karakterfchets van Rubbens D. II. p. 115. Hei flot bevat de aanmerkingen , waar mede R. Majon's vertaling van du Fresnoy verrykt heeft. Al wat van enig belang is, zou gemakkelyk in een beknopt deel in Svo. nebben kunr.eri gedrukt worden. De Lieffiebbery voor Levensbefchryvingen gaat vry natuurlyk gepaard met die voor Portraitten, 't zy in fchildery of in plaat, waar van men nergens een zo grote llapel zal vinden, als in Engeland. Geltadig komen 'er nieuwe verzamelingen van dien aart voor den dag, waar toe men niet zelden reeds gebruikte platen nog eens opkrabt, of ook nieuwe reekfen aanlegd. Tot de laatfte klasfe'behoord ene Scbotfche Portrait - gallery, die vry wel op. neemt: The illastrious Perfons of Scotland. Part. I. II. containing each 18Pmtraits and 52 pages of Letterprefs (18 Sh.) Zy beftaat meest uit Koningen en Staatsmannen. De Text is door een geleerd en oordeelkundig man gefchreven; overal vind men 'er by aangewezen waar het oorfprongelyke van de beeltenis berust, en reeds gebruikt is. De platen zyn zeer net gefneden: en het werk beeft dus alle eieenfchappen, die men by louter mercantele ondernemingen van dien aart maar zeiden in Engeland ontmoet. Men ziet 'er enkel op pracht en geeft kostbare verzamelingen van Portraitten uit, zonder enigen text. B. v.-Holbeins Portraits, die J. Camberlayne uitgeeft, waar van reeds het 10de ftukje, ieder met 6 Portraitten, het licht ziet. Zommigen reeds voor lang aangekondigde Levensbefchryvingen zyn, misfehien, daar om nog niet uitgekomen, vermits de politieke ftaat van Grootbritannien tegenwoordig niet zeer gunftig is, om zig met vrymoedigbeid over levendigen of doden uittelaten , en menig Levensbefchryver thans dingen moet in 't oog houden, waar aan men zich, voor korte jaren , geheel niet behoefde te bekreunen. Zo wagt men reeds, federt enige jaren, een merkwaardig leven van den Gefchiedfchryver Robertfon, waar toe de Schryver, de brave en vrymoedige Stuurt te Edin- burg, deszelfs briefwisfeling, met vele andere bouwftofFen zyn ter hand gefteld. Maar zelfs de zagte Robertfon word tegenwoordig door kerkelyke en politieke yveraars druk verketterd; alhoewel zy, dié hem van nader by kenden des te yveriger zyn, om zyn aandenken levendig te houden! Dus kan men het als een Feestviering befchouwen, zo' wel tot eer der levenden als van den doden ftrekke'nde toen, by gelegenheid van de jaarlykfche Vergadering der Schotfche Kerken , in de maand Mey des voorledenen jaars gehouden, de aanzienlykfte Geestelyken, op de zaal der Edinburgfche beurs, byeenkwamen , om Robertfon's dood te vieren. Men hield redenvoeringen, las verfen voor ter zyner gedagtenis, en het gezelfchap fcheidde met bet vast befluit, óm det aandenken jaarlyksch te vernieuwen. Zie Monthly Magazine 1797, Aug. p. 140. Van E. Burk'e heeft men reeds 3 Levensbefchryvingen. Rivington, die alle zyne Werken, gelyk ook zyn nagelatene Schriften, welke ddzer dagen in 5 Delen 4. (5 P. 3 Sh.) in 't licht kwamen, uitgeeft, heeft de bekende two letters on the conduct of our domejlic parties, including obfervations on the candour of the Minority, during the fêsfiön of 1793, by een tweden druk, mee belangryke biographifche berigten laten vermeerderen. NIEUW-  ( 45 ) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Nieuwe Leerwys om Kinderen binnen zeer korten tyd te doen leezen en denken, door ... Schneither, te Leyden by D. du Mortier en Zoon 1796. Daar het, in den eerften opflag, zeker vreemd voorkomt, dat men Kinderen zoude doen leezen zonder hen vooraf te.Jeeren /pellen; is het geenzins te verwonderen, dat het vooroordeel'er zich geweldig tegen verzet en, zonder onderzoek te doen naar de wezentlykheid en het nut dezer leerwys, haar veroordeelt. Men houdt, het geen S. 'er van zegt, voor onmogelyk: 't is grootfpraak, 't is pedantery: (men zie onder anderen de Nieuwe Vaderlandfche Bibliotheek van Konst en Smaak 1797. N. 8.), doch zulk zeggen fteunt ook maar op vooroordeel; maar de geen die zich de moeiten getroost, om naar aanleiding van 't gemelde Boek, de leerwys daarin, vervat eens te beproeven, die zal zich die moeiten niet beklagen, en indien hy, door fommige zwarigheden die hy mogelyk in 't begin zal vinden, zich niet laat affchrikken, zal hy ondervinden dat die leerwys waarlyk zeer eenvoudig en natuurlyk is. Hét Boek is, over't geheel genomen , zeer gefchikt voor deze nieuwe leerwys (hoewel 'er wel enige verbeteringen in te maaken zouden zyn) de Printjes' df Figuurtjes in 't zelve zyn nuttig, om dat zy den Kinderen gemaklyk in geheugen doen houden, het geen men hen door middel van dezelve wil leeren. Ondertusfehen is voor allen het Boek niet volkomen toereikende om van deze nieuwe leerwys in allen opzigten eene duidelyke bevatting te krygen, en in alles het nut van dezelve, boven die der oude, te doen begrypen; ten minsten het zal meer moeiten kosten, dan wanneer men door de levendige ftem van enen deskundigen inlichting van fommige dingen kryge; maar dat is-de fchuld niet van den maker, neen zy legt in den aart der zaake: om dat in deze leerwys ene benoeming is, zo der enkelde, als der zamengeftelde letteren, welke men in gefchrift niet kan uitdrukken; maar die men moet hooren: waarna dan ook de gehele zaak zo gering, eenvouwig en natuurlyk wordt, dat men, in zeer korten tyd,aan een vry groot getal Onderwyzers, het recht en nuttig gebruik van dat Boek, en van de gehele leerwys daarin vervat, zoude kunnen doen begrypen; ook zyn de zwaarigheden welke men maakt tegens het algemeen invoeren dezer nieuwe leerwys wel verre van onóverkomelyk te zyn, vooral indien het Wetgevend Gezag daartoe, medewerkte. ' Niemand is mogelyk tegen deze nieuwe leerwys meer vooringenomen dan ik het was, wanneer ik 'er de eerfte maal* van hoorde: ik meende het was onmogelyk; maar na verlóóp van enigen tyd zag ik de bewyzen die door S. faö 't nut dezer leerwys gegeven wierden, in 't Leydfche Departement van de Maatfchappy Tot Nut van 't Algemeen, by een Examen van, zo ik meen, 8 Kinderen, die door hem, geduurende zeer weinige weeken, volgens deze leerwys waren onderwezen: een yder verwondende-zich over de buitengewone vorderingen van die Kinderen, en ik wierd overtuigd, dat het geen ik voor onmogelyk had gehouden , zeer mogelyk was. Hierop nam ik proeven van die leerwys; maar ik Haagde niet best, eensdeels om dat ik de leerwys niet bevatte, en ten anderen om dat ik geen goed Boek had; maar na verloop van tyd fprak ik by zekere gelegenheid daarover met Schneither: hy gaf mij een boek, zo als hy in dien tyd zelf gebruikte (het was op het einde van 1795) en dit, gepaard met enige mondlyke onderrichting, welke hy my gaf, bragt my wel ras op het rechte fpoor. iïinnen weinige maanden leerde ik een kind van ruim 4 jaren het Nederduitsch lezen : enige anderen , die zeer gebrekkig lazen, leerden het fpoedig zeer wel, en binnen 6 a 7 weken leerde ik op dezelfde wys 2 jonge luiden het Fransch volkomen wel lezen, door behulp van la quadrille des Eiifans: (een Fransch boek in den zelfden fmaak als dat van Schneither, en waarvan ik hier onder nog een woord zal zeggen) Deze waren myne eerfte proeven van die leerwys, en zedert gebruik ik gene andere, en ik ondervinde meer en meer het groote nut van dezelve: het oude fpellen kan met deze leerwys in gene vergelyking komen: het is voor de Leerlingen, en ook voor de Onderwyzers verveelend, onnatuurlyk en afmattend; daar in tegendeel de. nieuwe leerwys voor beide aangenaam, en voor de Kinderen uitlokkend is. Dit is waar; maar ik weet dat het een, zo wel als het andere, onbegryplyfc voorkomt, aan alle die van de nieuwe leerwys de rechte bevatting niet hebben. Maar met reden zal men vragen, hoe gaat het met de kinderen, welke volgens deze nieuwe leerwys hebben Ieren leezen, wanneer zy eens zullen fchryven? Dan moeten zy evenwel konnen fpellen. Hierop antwoord ik, dat gaat alwederom oneindig gemaklyker, dan volgens de oude leerwijs, hoewel hy, die de nieuwe niet vetftaat, dit alwederom niet wel zal konnen gelooven: ik zal trachten 'er een denkbeeld van te geven. Het kind heeft geleerd alle te zamengevoegde letteren, zo wel klinkers als medeklinkers, als ene enkelde letter te noemen, als zodanig ftaan ze in zyne verbeelding, en als zodanig leert hy ze ook fchryven. Stel nu dat hy moet fchryven fraai: de aai en de/V kent by als maar 2 letteren of figuuren, en het kost maar weinig of geen moeiten om hem die 2 figuuren zo by malkander te Ieren brengen, dat ze fraai m3ken. Zeg hem fchryf /chreeuwi: de Jchr. de eeuw. en de t zyn voor hem niet meer dan 3 letteren, en om ze zo by malkander te voegen dat 'er /chreeuwt van j komt, zal 't den onderwyzer, zo wel als den leerling minj der moeiten, kosten, dan om volgens het gewoone fpellen i F 3 eeuw  ( 46 ) eeuw te maken: hy heeft niets nodig met alle die verwarrende klanken, die hy volgens de oude leerwys (moet noemen, en op 't zelfde ogenblik ook wederom moet weg-laten: zyne t'zaamftelling is eenvouwig en natuurlyk, en daarom zal hy zelden fouten begaan. Die dit vatten kan ■die vatte het, maar die het niet begrypen kan, die zegge daarom niet, het is onmogelyk. Deze nieuwe leerwys is zo nieuw niet als de meeste menfchen zich verbeelden : ook is Schneither 'er de uitvinder niet van, het geen hy zelf bekent; evenwel is by de man, die den gewigtigen dienst aan ons bewezen heeft, ou ze ons bekend te maken, maar de Heer Berthaud komt de eer toe van deze uitvinding: hy was kostfchoolhouder te Parys, daar hy die leerwys met den grootftcn roem beoeirende. In 1743 kwam ze in 't licht onder den tytel van Quadrille des Enfans, dit boek is in 1779.1e Tverdon reeds voor de 5de maal gedrukt , behalven nog enen Luikfcben druk in 1793, waarin men voorgeeft die van Tverdon veroeetetd te hebben, het geen ook waar is, doch maar alleen ten aanzien van de printjes, of figuurtjes, en van 't papier, maar voor het overige heeft mea 'er veel noodzaaklyks uitgclaaten. . In den gemelden Yverdonfchen druk, vindt men de beoordeling van den Abt Desfotitaines over deze leerwys, na dat hy ze nauwkeurig had onderzocht, doch dewyl die beoordeling te wydlopig is om 'er zelf maar een gedeelte van uir te fchryven, zal ik alleen opgeven, het geen men'er ook in vindt, en«woordlyk dus is: „ Certificat de. M. Ie Marêchal de Coigny qui fe „ trouve a la Juite de la Lettre a Mlle, ,, de Brisfac. " „ j'atteste et certifie, qu'ayant mis mon Fils avant Vage _ de quatre ans accomplis, a la Methode de M. Berthaud, „ j'ai eu la fatisfaction de le voir commencer 4 lire au 3, bout d'un mois, et, quinze jours apres, etre en état de , lire fort joliment dans different livres, fansque, pendant \, ce tems la. il ait ai le moindre dégout, et le moindre ennui. " a Paris ce 16 Novembre 1745. Signe Novet de Coigny. De bovengemelde beoordeling van den Abt Desfontaines van de gehele leerwys , is niet minder fterk, en ter aanpryzing derzeive voldoende, en dewyl de leerwys van Schneiter, in zyn Boek vervat, en die van Berthaud, in le Quairille des Enfant s, even dezelve is, en 'er in 't Nederduitsch reeds even zo goede bewyzen zyn van 't wel flagen derzelve, als 'er in dien tyd in 't Fransch waren, zo kan men met reden die zelfde beoordeling ook op de Nederduitfche leerwys toepasfen, en zy fteunt op heter gronden, dan die der Schryvers van de bovengemelde Nieuwe Vaderlandfche Bibliotheek; want Desfontaines had ze onderzocht,- maar die Schryvers zeggen dat zy 'er den tyd xe kostelyk toe rekenen. 1 Het is te wenfcben, dat 'er eerlang ene Comtrjisfie ter i verbetering der fchoolen zal tot ftand komen, en dat die [zich den tyd, en de moeiten zal getroosten om na da waarde dezer .leerwys onderzoek te doen. (Medegedeeld.) NARIGTEN en BYZONDERHEDENï tot DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LAND- ' EN VEEBOUW, ALS MEDE DE hu1shouKUNDE , HANDWERKEN en faBRIEKEN, BETRBKKELYK. Dantzio 2 January. Gedurende het jaar 1797 zyn alhier, de volgende Goederen, uit zee ingevoerd: Engelsen Bier 2349 tonnen, Koper iao cenrners. Katoen voor 41,504 fl. Citroenen 318800 fluks, Koffy 1087970 pd. Zweedsch Yzer 2473 fchipp, Oud Yzer 2537 tonnen, Hollandfche Haring 657 dito. Zweedfche dito 15552 dito, Brazilien-hout 1122 centners, Indigo 8875 pd. Zweedfche Kalk 12537 tonnen, Zooileder 14839 pd. Rusfifche Kaarsfen 58973 pd. Moscobade 151544 pd. Amandelen 29199 pd. Bóonroly 59408 pd. Hennipoly 1159 Aam, Peper 46050 pd» Ryst 288043 pd. Rofynen 54871 dito, Rum en Franfche Brandewyn 556 aam, Zeildoek 1338 (lukken, Siroop 295629 pd. Thee 19393 dito, Teer 823 tonnen, Traan 1035 dito, Rooktabak 272322 pd. dito Snuif 95479 dito, Tabaksbladen 115492 dito, Champagne Wyn 20809 flakkons, Moezel- en Rhyn Wyn 28 aam , Franfche Wyn 3721 oxhoofden, Tin 42 centners, Kandy Zuiker 162852 pond, Gerafineerde dito 596x84 dito. In het zelfde jaar zyn de volgende Goederen van hier afgefcheept: Potas 13481 fchipp. Weedasch 965» tonnen, Genever 1157 aam, Dantziger dubbeld Bier 2942 tonnen, Borstels 208 fteen, Barnfteen voor 12639 fl. Veeren 4060 fteen, Balken 21561 ftuks, Eikenplanken 618 fchok, dito Bladen 213 dito, gefchaafde Planken 405 dito, dito Bladen 1100 dito, Poolsch Linnen 34347 dito, Paardehaar 16091 centners, Wasch 89 fchipp. Wol 7336 fteen. Lyst der in Dantzig, gedurende het voor/edene jaar, ingekomen en afgefcheept e Granen, nevens den tegenwoordigen voorraad. Voorraad op 30 Dec. Ingevoerd. Afgefcheept en Bleef dus 3a 179& geconfumeerd. Dec. nog over. Last. Schep. Last. 1 Sch. Last. Sch. Last. Sch. Tarwe 9030 20 28777, 57 26873 17 10935 — Rogge 9142 14 I3347i l3 8495 19 13994 8. Gerst 403 19 37KS 3 2470 46 1648 3» Haver 506 4 1084 21 1036 5 153 — Erten 500 32 1071I 16 1027 34 544 h In  ( Af ) Ir» de drie - en - vyftigfte zitting van het Lyceum der Konsten te Parys is een belangryk verflag gedaan nopens een vegetatief poeder, (poudre végétative) door den Burger Bridet toebereid, en gehaald uit de bewaarde vuilnis van de mesthoop van Montfaucon. De rapporteur bewees voor eerst uit ene plaats van den geleerden Arthur Young , dat de vermeerdering van mest-foorten voor den landbouw zeer belangryk is , en ontwikkelde vervolgens de zo eenvoudige als vernuftige wyze, op welke de konsttenaar Bridet aanneemt de vuilnishopen van de grote (leden in een vegetatief poeder, dat zonder reuk en zeer vrugtbaarmakend-is, te veranderen. Zie hier op wat wyze hy die verandering te Parys te weeg brengt, alwaar deze bewerking federt verlcheiden jaren plaats had. 1 De mesthoop van Montfaucon kostte 800 livres van onderhoud aan het beduur. Bridet is begonnen met 'er 3000 livres huur voor te geven, dat voor eerst jeed's zo veel winst voor de natie was; nadat hy vervolgens voor zyne bewerking een bevret van uitvinding (brevet de invention) had bekomen, dat hem 1562 L. volgens de wet kostte, heeft hy den grond in vyf onderfcheidene bakken verdeeld, welke op trapswyze ep gaande hoogtens geplaatst in malkaêr uitlopen met ver- ■ laten, door middel van welke hy 'er van tyd tot tyd . de vogt uitlaat, na eerst de- niest of vuilnis te hebben laten zakken of ftil (laan, welk vogt dan eindelyk loopt in ene goot, welke opzettelyk rot dat einde in het laagfle gedeelte is gemaakt. Vervolgens Iaat bij die onderfcheidene bezinkzels Wegnemen cn gisten, zo als de mest op hopen; waar na hy het aan de lucht bloot (lelt, doet drogen, en jnet een.molen tot een korrelagtig poeder maakt, om' torent even zo als het buskruid, en eindelyk in zakken laat doen. Deze bereiding is het, welke hy vegetatief poeder noemt, en de voordelige uitwerkzelen van hetzelve zyn reeds door zeer vele gemeenten in tien of twaalf departementen bevestigd, alwaar van agt morgen, flegts drie jaarlyks goed bleven; terwyl zy tegenwoordig, door middel van deze mest, alle jaarlyks overvloedige oogsten opleven. Uit de bewerkingen die de Burger Bridet heeft voor den dag gtbragt, blykt, dat zyn' vegetatief poeder volflrekt geen reuk heeft, en op generley wyze den fmaak en geur van de planten en vrugten wegneemt; dat het oneindig beter is dan de gewone mest, of turf- of loog-asfchen, en zelfs dan de duiven mest, daar het uit herhaalde proeven bewezen is, dat i men niet meer dan een zak van die poeder tegen vier ; van duiven mest nodig heeft. i Wat nu verder de onkosten van vervoering betreft' men begrypt ligtelyk , hoe veel dezelve door het ee' bruik van deze mest verminderd worden, dewyl ten wagen met drie paarden befpannen, die ene gewone vragt mest laadt, en tien of twaalf livres, naar selanovan den afftand, kost, 40 of 50 Septies (een maat van drie mudden of twaalf fchepels) van het vegetatief poeder laden kan, welke genoegzaam gyn om tert minsten twintig morgen (arpens) te mesten en zo veel doen als hondert en twintig karren mist. Een Certificaat van het Genootfchap van den Landbouw, getekend Broüssommet, Petsier en d'Arcet, als mede een van de Geneeskundige Maatfchappy, ondertekend door de Harn , HALLé en Fourcroi, gaven reeds in 179! getuigen van de voerdelen van dit bereidzel, het welk federt dien tyd nog aanmerkelyk verbeterd is; maar dat nog meer is, een goede uittlag gedurende zes jaren en een aanmerkJyk 'ver* tier,dat reeds in alle de omliggende departementen gevestigd was, hadden ten volle de nuttigheid van de onderneming van den Burger Buidet bewezen, toen hy m eens van de vrugt van allen zynen arbeid is vtrlloken geworden door het verkopen van de mesthoop van Montfaucon door de opzictiters over de domeinen aldaar, zo dat hy gewapenderhand uit zyn goed gejaagd is. In gevolge het gedaan verflag der commisfarisfen . heeft het Lyceum der konsten, wiens viye (tem zich voornamelyk grondt op het recht dat men aan nuttige uitvindingen doen moet, beyverende "om openlyk getuigenis te geven van den arbeid en yver van den Burger Bridet, vervaardiger van het vegetatief poeder, befloten daar van loflyke melding te maken en hem ene medaille toe te leggen; voorts heeft het'Lyceum nog goedgevonden om copie van dit verflag tezenden aan het Uitvoerend Bewind en aan het Wetgevend Lighaam (*). De Burger Bridet, welke bv de zitting tegenwoordig was, is aan het Bureau geroepen, en roet het handgeklap en de toejuichingen van het pubhek overladen. o Pry- (*) Even voor de zitting ontfing het Lyceum bericht lat volgens een befluit van den vorigen dag, de pretenfe toper verwezen is, in ene boete van twee duizend livres chaêvergoeding aan Bridet, en. vyf honderd livres aa» len armen.  ( 48 ) Pbyzf.» der Granen, er 5 F", te Amste*dam. TARW. Het Last, " GERST. H«L"1 Ggld.| Poolfche bonte en witte iSoaaio.Vrierche Wntergarst . 70a 85 dito rode • • i7oaaocGron. en Oldamlche . 7°a»5 Elbing. en Heugfe . ' 170a 200 Zeeuwf. en Ovetm. Winter ?«85 Koningsberger . 1S5 a 190 Duo Zomer . - 7oa<55 Vriefche • • • 140 a 170 Dantziger en Elb. . Bovenlandfche . . . 145*18°! „.,„„ Rnpt'nn!vt Voorlandfche rode . . 135 * 160 HAVER en BOEK. WE yt. 2eelandfche .... 175 a 195! , ROGGE. (Bronwliaver . • 54a"° Pruisfifche . . • 90 a 116 Witte Voeder dito . 35 3 45 Knninzsberaer . . 00 a 116 Boekw. Amersf.en Gooil. £ 23325 Cedrolgde . . . 110 a116 Dito Brab. en Vlaam. £ 23 i >S Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ47 Overm. 't Last. . £ 47 a 50 Dito Lyn . / 47 Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip • • • / 5* 5 Schep. Rigaas ƒ 10 a io\ Walv. Traan , t quart. Hennipzaad dito . ƒ 7*a 8* van I2. Stek' * * t1 ° Dito Rode . . ƒ 95 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. ft 85I • <&■ Cadix - -85 Lisfabon — - 57* Nieuwe Ducat. ƒ 5»I3> Venetien -87. 888 Oude ger. dito ^ - 5."»1" Livorno —■ '991 Nieuwe Louis d Or - u,5>3 Parvs. 2.m. »• . Guinies --12,12,10 dito kort. >m AsfiS- Piflolen - 9.U.M Idem in Specie - 57ja| Franfche Kronen - 55i?55 Londen. 2. m. fi Nieuwe Ryksd. - 3 PCt. Dito kort - _ Hamburg 2. m. Ct. ft. 37Ï B?. Agio van den Bank • 55J pCt. Dito kort - 37rW — Wenen id. B°. - 3 ■ ■■■>:■+ r. 2 . „ verder regen, haeelbut- 31 l 29- ^ 471 80 w. t. n. jen en h^wind,. C20- 4| 382 71* w* 'snachts ftorm. Feb. S29' 7 38 67 W' ' zeer harde wind, wol< 29. 8 44 67 w. t. n. ken. meiis( helder. £29. 9 40 72 __w«_ f30. O 41 90 Z-W. voormiddag betrokken, 2 < 30. o 45i 79 Z.' verder regenagtig. C.29- 9\ 4<5i 100 z. w. C29. 9j 46 100 z. w. 3 < 29- 9\ 48f 99\ w. z.w. betrokken; harde wind. £29. g\ 44| 99 w. z. w. . _ C30. ij 43| 81 w. voorla;ddag wolken, 4 < 30- 2i 45| 79i w.n. w. vetieT'helder. i 30- H 34 83| N-_N^- * 5"30' P 21 5. J'Jm wolken, meestemt. 5 {30. 6 40 781 w.N.w. helder e'„ ftiI< L3Q- 5Ï 3** 97} w. m C3°- Si 32 100 2- w> °* S 30- 5| 44i 8iJ n.w. betrokken. £30. 6^ 411 op n. w. In de afgelopen maand January, Hoogst Therm. den 22ften 'smidd. 484 gr. Laagst den I3den smorfi, 17 gr. gemiddeld 3<5'rii gr. is °jf gr. hoger dan m Jan. 1797. hoeveelheid van gevallen en u I t O Kwaassemd water, te alkmaar. Gtdurmde de Maand Janwar. 1798. Cevallcu 26 Lynen: Uitgewaasfemd 7 Lynen. gen. Boven ieder No. komt alle weken weder een nieuw Plaatje, op het onderwerp toepasfelyk, zynde de Plaatjes voor No. 6. 7 en 8. uitmuntend gegraveerd door Th. Koning, welke de gefchiedenis daar in voorkomende opheldert, en nie' nalaten zal, de fterkfte indrukken op 't gemoed der Kinderen te maken. — En daar het Gezelfchap Kindervrienden, welke dit Weekblad, famenftellen, reeds van alóm' de toejuiching van verfcheiden deskundigen, en bvzon'der van eenige Departementen der Maatfchappy, Tot Nut van ' Agemeen ontfangen hebben, gaan dezelve onvermoeid in hunne pogingen voort, niet twyffelende of dit Weekblad zal hoe langer hoe algemener, ook op de Schooien tot Gefchenkjes, gebruikt en ingevoerd worden. De prys van ieder No. is 2 ftuivers.  1798. No. 216. nieuwe ALGEMENE KONST- en LETTEi-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vry dag dm 16 February. BERIGTEN. ITALIEN. D e Untverfiteit te Pavia, welke provifioneel nog dit jaar (het Akademie-jaar nam. van Nov. 1797 tot Juny 1798) in ftand blyft, ondergaat verfcheidene aanmerkelyke veranderingen. De Godgeleerde eii Rechtgeleerde Faculteiten by dezelve zyn opgeheven, en de lesfen zullen dit jaar zig alleen bepalen tot de Wysgeerte, nevens de Genees- en Heelkunde. De Burgers Hoogleeraars Fontana, Alprum, Mafcharoni en Scarpa , zyn tot Reprefentanten en Leden van het Wetgevend Lighaam der Cis-Alpynfche Republiek verkoren: waar van de eerften, wier lesfen intusfchen door de Burgers Galogrini, Carnevali en Litterio worden waargenomen, de Univerliteit reeds verlaten hebben; dog waar van de laatfte blyft; hebbende voor den aangeboden post bedankt. De Hoogl. Barletti is tot Commisfaris van het Uitvoerend Beftuur, in het Departement van Ticino} benoemd; zullende de Hoogl. Curiori, in zyn plaats, de Natuurkunde onderwyzen. De ItaliaanfcheMaatfchappy, 'mVerona, zal mzr Milaan verlegd worden. Het Nationaal Initituut derWetenfchappen zal te Bologna wezen, en alleen de Ge neeskundige en Wysgerige Faculteiten te Pavia. b'yven. IX. Deel. FRANSCHE REPUBLIEK. De Geneeskundige Maatfchappy, te Parys, deeld, in hare openbare vergadering, elke halfjaar, twee gouden Eerpryzen uit van 100 liv. waarde, aan zulke Schryvers, die, gedurende de laatfte zes maanden, de beste (lukken of waarnemingen hebben ingezonden, met bekendmaking van derzelver namen. In hare vergadering, den 27iten Prairial(25Juny 1797) gehouden, wierd een dier pryzen toegekend aan den Burger A. D. Baime , Geneesheer in Puy, die twee zeldzame en belangryke waarnemingen had medegedeeld over ene bloedltorting binnen de Baarmoeder , voor de verlosfing. (Zie Recueil periodique de la Societé Tom. 2.) De twede prys wierd weggedragen door den Burger J. L. Grandchamp, Opper-Heelmeester, by de Charité, te Lyons, Corresponderend Lid der Maatfchappy, en Schryver van 3 ftukken, waar van men de uittrekzels vind in Tom. I en II. van bovengemeld Recueil. Dezelve behelzen: ene waarneming van een Hersfenpanbreuk, met een Beenvreting en verlies van Hersfenitoffe. Ene Anatomifche en Phyfiologifche nafporing van ene beenagtige masfa, tusfchen de Blaas en de Baarmoeder gevonden. Wyders ene derge- Iyke nafporing van een buitengewone verharding der Galblaas. In de laatfte openbare vergadering van 22 Brurnaire (Nov. 12. 97.) heeft de Maatfchappy, wegens te grote drukte, welke haar niet toeliet alle de wydlopige G be-  ( 5° ) berigten der Comtnisfarisfen over de ingekoraene Rukken door te lezen, flegts enen prys uitgedeeld voor het besre (tuk,, in het laatst vorig half jaar ingekomen, zullende de uitdeling der overigen nog voor 15 Flprea! gefchicnen. Deze p. ys is den Burger Dutertre, Hee! meester te Parys , ten deel gevallen. Het door hem ingeleverd ftuk bevat de befchryving ener kons.bewerking en enesTclirander aitgedagtap toeltels, waar door ene misvorming van de hand, ingevolge van ene branding, zeer gelukkig is weggenomen. Het (tuk zelve, nevens de daar toe behorende platen, is te vinden in Tom. 3. van het Recueil p. 102. In de laatfte' arzbnaerlyke vergadering van 28 T3rumaire (ü\ Nov. 97.) zyn tot werkelyke Leden der Maatfchappy gekozen : R. A. Schiferli, Doet. in de Genees- en Heelkunde te Thun , in Zwitferland, den Burger Gronwald, Geneesh. te Bouillon , ff. S. Saxftorph, Geneesheer te Koppenhagen, M: Saxtorph, Geneesh. en Vroedmeester aldaar; ffacquemin, Geneesh. te Parys en Gavard, Heelmeester aldaar. NEDERL ANDEN. Leyden. Voorleden Donderdag, den 8 dezer, heeft de rio')v?ieeraar 'Sehald Fclco'Johannes Rau , Theohè Prof. Ordinarius, de waardigheid van ReSlor Magnificus, van 'sLands Univerfiteit alhier, naar jaarlyk1'eh.e gewoonte , nedergelegt met ene plegtige Redevoering, de perfeéisfimo ingenio c5* indole Jefu Christi per comparatum Ingenium & indolent Pauli Ajxistoli iliusiratis : dat'is: „over het allervolmaaktst Charaéter „ van Jezus Kristus , opgehelderd, door ene vérgely„ king met dat van- den Apostel Paulus." En is in de voorgemelde waardigheid opgevolgd door den Hoogleeraar Johannes Henuicus van der Palm, Ling. Antiq. Oriënt. Prof. & Interpres Legati Warneriani. Zynde wyders tot Secretaris van den Akademifchen Senaat aangefteld , voor het volgend Akademisch Jaar, de Hoogleeraar M. S. du Pui, Chirurg. PraCt. & Art. Ohftet. Prof. Ordinarius. Haarlem, den 12 Fehruary, De Contribueerende Leden, ter onderlleuning van het zo nuttig en menschlievend Initituut, tot onderwyzing en verzorging van Doven en Stommen te Groningen, hebben, in hunne gewoonlyke Jaarlykfche Byeenkomst alhier, tot MedeDirecteur voor dit Departement, in plaats van den Burger Pieteb. Nicolaas Quarles , wiens tyd geëindigt was, verkozen, den Burger A. Hugaart Heems. En zal by dezen, gedurende dit Jaar, de Lyst van Inrekening tct deelneming aan deze lofFelyke en recht Vaae.landl'-he Stichting blyven berusten; waar toe een ieder word uitgenodigd. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbrittannien. De beoordeling van het twede Deel van de Authentic Acco^r.t of an Embasfi to the Emperor of China, by G. Staunton, vereischt ene voorafgaande algemene aanmerking. De toon van het verbaal is in dit Deel doorgaans die van een Lofredenaar of ten minften van iemand, die alles in het beste licht wil voorftellen , en dat wel in een veel hoger graad , dan in de fchriften der meeste Jefuitifche Misfionnarisfen. Het is 'er verre van daan, dat wy den Hr. Staunton, of enigen anderen Brit van dit Gezandfchap, zodanige oogmerken van opzeaelyke verfchoning of verciering zouden toeken^ nen , als men den Jefuiten met recht verweten heeft. Evenwel zou het ons fteeds ten boogften bevreemd hebben, hoe fcherpziende en waarheidlievende Britten naar de wyze der Jefuiten hadden kunnen zien , oordelen en fpreken, indien wy niet meenden natuurlyke reden daar van gevonden te hebben in de gefieldbeid van zaken, in welke zich het Gezandfchap bevonden heeft. Het oogmerk, dat het zelve moest bereiken, was voor den gehelen Britfchen handel , en vooral voor de Oost-Indifche Compagnie, zo gewigtig, dat men alle, zelfs de gsringfte Perfonen , die den Graaf Macartney moesten begeleiden, met zo veel zorg opzocht,, als men misfehien nog nooit het gevolg van enen Gezant gekozen beeft. De aanzienelykfte Medeleden van het Gezandfchap prentten zich zelf en anderen, van den beginne af, doch byzonderlyk by hunne aankomst in China, in: dat zy zich alle met de uiterfte omzigtigheid hadden te gedragen, indien zy niet de grote oogmerken der reis wilden verydelen. De eerfte regel van omzigtigheid, in den omgang met de verwaande en ergdenkende Chinezen , was deze: dat men allen fchyn van berisping en befpotting van Chineefche gebruiken , zeden , levenswyze, gewoonten enz. moest zoeken te vermyden, en daar en tegen alles, wat flegts enigermate pryzenswaardig fcheen of was, te roemen en te pryzen. Deze zielsgefteldheid werd door het verblyf in China gewoonte. Men verontfchuldigde en prees op het laatst in goeden ernst , het geen men in den beginne hy de Chinezen flegts geprezen of niet berispt had. Indien de Gefchiedfchryver van het Gezandfchap niet meer goeds van de Chinezen had kunnen zeggen, dan een geheel onbevooroordeeld Waarnemer 'er van gezegd zou hebben, zo zou men kunnen twyffelën, of de Oost-Indifchrf; Compagnie wel gewensc'ht zoHide hebben, dat 'er ene gefehie- de-  ( 51 ) öenis van deze reis bekend gemaakt wierd. Misfchien j zal het werk voor handen , hoe vereerend ook voor de »ng op den Ambasfadeur zeiven Z%,r\l en die zich reeds in China gewend had om alles volle §s de oogmerken van het Gezandfchap te befcbouwen fn voor w doen. ook nu by het vervaardigen der gefc^iedenis van dezelve, zelfs zonder opzet het gebeurde Ko verbale dat het belang zyner Natie daar door op „„„„.ui wyze in de waagfchaal kome. . n ë De He« St" fcbilder? over het geheel of ten m.nften on meêr dan ene plaats, den toeftand der Schilder - en Bee.dho wtnst? de Meetkunde, Geneeskunde en er gr mede verbondene Wetenfchappen, den aart J« Chineefche Smtseefteldheid, den geest van het tegenwoordig beftuur, de zeden en de armoede van het Volk oP «danige wyze •i. t hP«rp Reisbefcbryvers voor hem dezelve gefcbilderd kef dat hy van de vaderlyke regering, m China, van de ouVvadê lyke levens- en denkenswyze der Chinezen, van demi ver "grote befchaving, gefchiedenis en tydrekening , • h,,,,rP .aal en eefchriften , van hun onderzoek naar ^ilSi^ïn geerde verdienften zo fpreken konde als hy werkelyk daar van gefproken heeft. Hier werk te oneetwyffeld gebrek aan grondige kennis van het Chir i f \7 ik ph aan enen diepdoordringenden geest mede. "(Hier vólgt n voorts ene'zeer breedvoerige beöorde- | ling van dlt twede Deel, doch welke voor ons blad te ^e^Sen zo wel als de Platen (dus vervolgt de Re• r„n/\pn florreï welke tot dit werk behoren, en 44 Waden uSaken zy„ v n zeer onde.feheidene waardy ne ee ftê gróte7 Kaart behelst het gehele Chineefche Ryk t wysf aan de reis van het Esquader naar China «, »an China terug naar Engeland. No. 9 en 10, waar op re nGezandfchap van Zheho. in de Monop ac '« . ,f2eteuend, en waar op overal be gX oler^drbèfchavinïel^v'olking der verfchillende oorden gevoegd zyn , zyn uitmuntende ftukken. Onder8 de Platen zyn die de besten, waar op huisraad werktuigen, gebouwen, gezichten van Steden enz. -afgete- ^oVdie bladen , waar op enkele afbeeldingen of groepeXnbeelden te vinden zyn, is de.kleding, houding enz. van de perfonen, goed getroffen, doch het karakteristieke van het gelaat fchynt dikwerf niet wel nagedrukt te zyn. G. G. A. Nederlanden. Aanmerkingen op het werkje van der ïere B. Terfier, getyteid: de behandeling der ingjt?Mt op de Vatuurhke Kinderpokjes toegepast; briefsgewyze nan den zelden medegedeeld, &c. door L. Bicker. 80 bladz. in gr. [ï>. Te Haarlem by F. Bolm. 1798. Prys 12 Kundigen en oplettenden , die of het werkje vanude" ïr Terfier, of flegts ons kort verflag van deszelfs inhoud n onze voorgaande No.211. gelezen hebben, konden niet vel anders dan verwagten; de byzondere aart en bet doel /an dit ftukje in aanmerking nemende; of de nieuwe aan,al op de praktyk der Inenting, daar in vervat, zou wel ien enen of anderen van hare voorftanders opwekken, am dien afteweren. Een man van ene zo veeljarige ondervinding, als de Heer Bicker, en die reeds van overlang, zo in zyn praktyk, als in zyne fchnften over dit onderwerp, zo veel kunde en bekwaamheid aan den dag >eleed heeft, fcheen byzonder voor deze taak berekend te zvn en enigermate daar toe geroepen te worden. trt wy twyffelën geenzins, of alle onbevooroordeelden , aan welke denkwyze 'in dezen ook toegedaan, zullen hem het reet doen van dit te erkennen, en deze aanmerkingen, nevens het daar in voorkomend nieuw pleit voor de Inenting of konftige befmetting, hoe veel ook reeds door hem en anderen ter verdediging daar van gefchreven is, met genoegen en graagte lezen. ' De Hr. Bicker rigt zyne Aanmerkingen briefsgewyze aan den Hr Terfier zei ven in: en draagt haar voor., met alle die befcheidenheid en zelfs heuschheid ; fchoon zonder laffe vleyery; welke Kunstgenoten omtrent eikanderen behoren in agt te nemen: dog ook te gelyk met die openhartigheid en rondheid , en met dien klem en nadruk weiken men verwagten mag, van iemand, die zig overtuigd houd , ene goede zaak voorteftaan. Hv vangt zynen brief aan, met te verklaren, dat hy het werkje van T. voor een gedeelte, met genoegen en goedkeurins had gelezen; voor zo verre dat gedeelte, als beftaan; de in de aanpryzing van verfche lucht, onder de behandeling der Kinderpokjes, met zyne meer dan 25 jarige, ondervinding, in zyne zo gelukkig geoeffende praktyk der InSuting, en met het geen hy, federt over lang, m zyne van tyd tot tyd uitgegevene Schriften , op eigen proeven en waarnemingen, daar omtrent beweerd en aangetoond had ten volle overeenftemd; gelyk hy vervolgens, door deze en gene aanhalingen uit deze zyne Schriften, aantoond, en verder den Hr. T., die hy, uit zyn ftHzwygen omtrent dezelven, onderfteld haar niet gelezen te hebben, op dezei ven wyst, ten betoge, „ dat deze, m de 3 eerfte afdelingen van zyn werkje en elders, niets heeft bygebragr, om het nut en de heilzame uitwerking der verfche (t zy , matig koude of warme) lucht, zo wel in de Ingeente als Natuurlyke Kinderpokjes, aantewyzen, dan het geen " reeds door hem B. voor meer dan 16 jaren, in zyne " verhandeling over dit onderwerp, uitvoerig verhandeld " en nadrukkllyk voorgedragen is:" fchoon hy gaarne en met genoegen erkend, dat T. uit de nieuwe kundigheden G 2  ( 52 ) der luchten, en byzonderlyk van de heilzame uitwerkzels ■ der levenslucht, die B. zelve reeds voor enige jaren ook op andere fmetziekten had toegepast, „ ene allezins aan„ nenitlyke verklaring, nevens de ware reden, van het „ voordelig genot der verfche lucht, 't zy in Natuurlyke, „ 't zy Ingeënie Kinderpokjes, had gegeven. [Ene ver klaring echter, welke misfchien, • door anderen, op zyn best, voor ene nog zeer onbewezene onderftelling zal gehouden worden.] Dan niettegenftaande de beiden Kunstgenoten het daar in volkomen eens zyn, „ dat niet de koude, maar voorna„ melyk' de verfche, lucht in dezen het grootfte voordeel „ aanbrengt," kan echter B. niet inftemmen met het vermoedelyk gevoelen van T., „ als of het volkomen onver „ fchillig ware, of men zyne Lyders ene koude of warme „ lucht bezorge;" agtende hy, om bygebragte redenen, de koude, als koude, mits niet onmatig zynde, en al bet overige gelykftaande, meer voordelig, dan de warmte: alhoewel hy zig tevens verbeeld dat hun onderling verfchil hier omtrent op de praktyk genen nadeligen invloed zal hebben. „ Veeleer," zegt de Hr. B. bladz. 25, „ zou ik zulks ,, vreezen van eene andere byzonderheid , waar in ik my tot hier toe met uw gevoelen niet vereenigen ,, Kan. Gy beweert, dat de Inenting of wel de plaat>i fïïlyke befmetting, geen byzonder voordeel hoe ge„ naamd aan de ingeente Kinderpokjes toebrengt; dat „ al het voordeel , het welk deze boven de natuurly„ ke hebben , alleen is afteleiden van het bellier, daar „ by gehouden; en gevolglyk dat men, dit bellier op de laatfte toepasfende, aan dezelve al het zelfde voordeal „ geeven kan : of, het gene Gy eigenlyk hebt willen be„ weeren, dat men aan de natuurlyke befmetting of Kin„ derziekte het zelfde gunftige beloop en dezelfde geluk„ kige uitkomften bezorgen kan als gewoonlyk de frigeën„ te heeft, mits men maar zorge, dat de Lyders in de „ eerfte, van her begin af en door den geheelen loop der „ ziekte heen , het zelfde genot van eene vrye verfche „ lucht hebben, als men doorgaans die der laatfte laat ge„ nieten:" zynde by met reden bedugt, dat bier uit, by elk die flegts natuuilyk redeneert, een nadelig befluit voor de by hem zo heilzaam befchouwd wordende Inenting zal getrokken en deze konstbewerking ais nodeloos en onnut befchouwd worden; hoe zeer de Hr. T. betuigt, „ geheel ,, niet bedoeld te hebben , iets ten nadele van de inenting te „ nelden" En daarom maakt hy vervolgens zyn byzonder werk, om de gronden te toetfen, waar op T. dit zyn gevoelen bouwt. Ten dien einde toond onze Schryver het zwakke aan van T's. wederlegging van de redenen, by Hufeland aangeroerd, ter verdediging van de voordelen der plaatfelyke befmetting: welke wederlegging als een eerfte grond voorkomt, waar op T. zyn gevoelen bouwd; 1. Brengt by hem daar toe onder het oog, zyn verzwy- gen van vier of vyf gronden, door H. bygebragt voor de wezenlyke goedaartigheid der ingeente pokjes f waar van hy zig enkel met een magtfpreuk tragt aftemaken. 2. Zyn tnede vry korte en lugtige behandeling van de byzonderbeden, waar in deze Schryver den grond dier goedaartigheid meend gevonden te hebben. 3. Dat zyne wederleg ging in dezen zig enkel bepaald tot Hufeland s byzondere verklaring van een genoegzaam algemeen aangenomen verlcbynzel, en door herbaalde ondervindingen geftaafde waarneming ; zonder 4. de verklaringen van anderen, of ook van B. zelve in diens Proeven en waarnemingen, nopens dit ftuk, aanteroeren, veel min te wederleggen. Vervolgens zynen tweden grondtoetfende,' waarbyhyhet doet voorkomen, als of „ bet vry genot van verfche lucht „ het enige ware, waar op thans eenparig door aüe irën„ ters word aangedrongen; en waar aan al het voordeel „ der ingeente Pokjes, door zommige Schryvers,- alleen „ zou worden toegekend;" zonder dat hy echter een enkelen dier Schryvers, buiten Hufeland, opnoemt; verklaard B. ook genen zodanigen te kennen; verzoekende-althans, hem onder zulke Schryvers en Inënters niet te rekenen En wat Hufeland betreft, de pasfagie uit diens lemerkungen, door T. aangehaald, is zo verre af van den zin aanteduiden, door dezen tot gene geringe verbazing van den Hr. B. daar aan gehegd, dat zy ene regttegenovergeftelde mening opleverd , en juist neerkomt op de leer en het eenparig gevoelen van genoegzaim alle Inënters: „ te we„ ten, dat ene buitenrporige koude, en ene onmatige het„ te, belden allerfchadelykst zyn." Dat het, wyders, bet genot van verfche lucht alleen zou wezen , waar aan men het gelukkig beloop en het gunftige der Inenting heeft toetefchryven ; 't geen als een derde grond voorkomt , waar op de Hr. T. beweerd dat de konllige befmetting geen byzonder voordeel aan deKkderztekte toebrengt; toond B. aan, niet alleen ene onkegronde en onwettige gevolgtrekking te wezen , uit de wederzyds erkende nuttigheid en noodzakelykheid der verfche lucht, maar zelfs te ftryden met het beweerde van T zelve, op andere plaatfen, nopens de vereischten in het bellier, zo by de natuurlyke als door konstverwekte Kinderziekte. Laatflelyk, merkt B. te regt aan, dat. uit de aangevoerde bewyzen voor de volkomene (en algemeen erkende) gehkheid der ingeente en natuurlyke Kinderziekte, in genen dele volgt dat de inenting, of plaatfelyke befmetting, gene onderfcheidene voordelen zou hebben. En'fchoon T deze voordelen fchyne te erkennen , doch 'er zo luchtig over heen loopt, als of byna geen gewigt daar in fteid, oordeelt de Hr. B. ene byzondere aanwyzing van dezelve al te nuttig voor Lezers, die enkel uit de ondervinding en de uitkomften in ftaat zyn, te befluiten, om 'er van ftil te zwygen: gelyk hy dan ook een en ander, daar omtrent, aanhaalt, uit zyne reeds aangehaalde Prysverhande- Hflg,  ( 53 )• (fn* en voorts zynen Lezer daar toe wyst op het bekend w-ik' der Rotterdamfche Geneesheren over de Inenting der Itadmvkjes &c Hier op verder uitweidende, en byzond -rtvk ftilftaande op eigen ondervindingen en waarnemingen zo wel ten opzigte der inënting ais. ten aanzien der natuurlyke Pokjes, brengt E. daar uit een voorbeeld by "c e-en ons al te beflisfend, zo wel als te treffend en fchïikbarend , is voorgekomen, om zyn verhaal daar van niet in deszelfs geheel aftèfcbryven. ,, Ik werd,' zegt hybl sa en volg „ geroepen, in een huishouden van 5 Kinderen by het oudfte Zoontje, oud tusfchen de 12 en 13 " faaiên, dat federt daags te vooren zeer fchielyk en zeer " zwaar ziek geworden was. Ik vond zyn gantfche Iighaam als bezaaid met uitbottende pokjes. Dit en de " verdere verfchynzels deeden my aan den Vauer eene " zcer ongunftige voorzegging maaken , het gene hem ge" weldig aandeed. Het was, zei hy my, zyne byzondere lieveling, zoo wegens zyne veel beloovende vermogens, " als wegen het uitzicht, dat hy had om hem in zyne " zaaken optebrengen ; en hy bad my, met al den aandrang en de aandoeningen van eenen tederüevenden Va" der ik zou toch alles aanwenden, wat mogelyk was " om 'zyn Zoontje te behouden. In deze gemoedsgeftelte" nis onderhield ik hem ernftig over de Inenting voor zy-1 " ne'andere Kinderen. Maar hy verzogt my, dat ik daar " niet van fpreeken zou; en zei my, dat hy 'er wel op " gedagt had, maar 'er uit gemoedelyke begtnfelen vol(trekt tegen was: hy wilde den Heere niet verzoeken, " noch vooruitloopen. Ziende dat het vruchteloos zyn zou daar meer op aantedringen, raadde ik hem *' evenwel alles toch in achttene.emen , wat ik hem vpor " zvne andere Kinderen, zoo wel als voor zyn ziekZoon" tie zou voorfchryven. Dit beloofde hy my met een " byzonderen nadruk. Ik beval hem, hy .zou de andere " 'er niet by laaien komen, en fchreef alle die maatregels " voor, welke men by de Inenting gewoonlyk in acht " neemt; maar gelaste wel byzonder, dat men hen toch " nagt en dag verfche lucht zou laaten genieten; terwyl " ik ieder hunner open lyf bezorgde. Alles werd naauw- " keurig in acht genomen. Na 3 of 4 dagen, onder- " wyl dat alle de omftandigheden der ziekte van zyn " Zoontje zeer verergerde, vond ik 's morgens, naa hem " komende zien, den Vader, met de 4 overige zyner Kin" deren, rondom zyn rustbank (laan, hun bioertje met een " zichtbaaren affchrik betastende ZieÉ, myn Heer! zei i my de Vader, ik ent myne Kinderen ook in, maar niet met zoo veel fmert als Gylieden Inënters het doet. '* Dat doet Gy, zei ik, Vader! maar de fmert kan nader" hand komen. Vervolgens hem alleen fpreekende, zei " ik hem, ja myn Heer! Gy hebt uwe Kinderen ingeënt, *' maar zekerlyk zonder overweeging of zy 'er gefebikt toe " waren, of zy niets in hun geitel of lighaam hadden, " dat het gevaarlyk zou kunnen maaken , en zeker op eene wyze, die, naar myn gedagten, zeer zorglyk is; , te weeten dóór inademing van de pokftof, waar van ik , hem, naar myne wyze van denken 'er over, alle de na- , deelige gevolgen voorhield. Den volgenden dag ,, wederkomende, verzogt hy my alleen te fpreeken; ik vinde my, myn Heer! zei hy, zeer bezwaard; ik ge„ loof ik kwalyk gedaan heb; zoudt Gy myne Kinderen ,, nog niet kunnen inënten ? Ik beduide hem, dat zulks ,, en voor my en voor de Inenting niet raadfaam was; ', dat men den kwaaden uitflach 'er van aan myne en niet ,' aan zyne Inenting zou toefchryven , en dat het ook ,, niets helpen kon, dewyl zy zekerlyk reeds befmet wa,; ren. Dan ik nam deze gelegenheid waar om nogmaals „ aantedringen, dat hy toch alles, wat ik bevolen had, „ zorgvuldig zou doen in acht neemen, en byzonder op \, de verfche lucht bedagt zyn, en daar toe ook hen alle '„ afzonderlyk laaten flaapen. Na 7 of 8 dagen wer- „ den zy alle kort na eikanderen ziek, en, om kort te „ zyn, kreegen alle het allerergfte foort van Pokjes, waar „ van 'er 2 onder de uitbotting, en de 2 overige onder „ de etterkoorts, na zeer veel geleden te hebben, ellen- „ dig itierven. Ik ben niet in ftaat om alle de fmer- '„ telyke aandoeningen, noch het grievend naberouw, wel'„ ke ik toen dien, indedaad tederhartigen en deugdzaa„ men, Vader zag lyden , te befchryven : men kan die ;„ zich veel ligter verbeelden. Het eenigfte, dat toen „ zyne fmerten nog leenigde, was de hoop, dat hy zyn „ oudfte Zoontje nog behouden mogt; want dit bleef het „ na dien tyd nog wel drie weeken uithouden; doch op „ eene alzins medelydenswaardige wyze. Van het hoofd tot de voeten bevlekt met zwarte pokkorften, en bezet ', op verfcheiden plaatfen met vuile verzweeringen, on„ der en uit welke beide aanhoudend eene meenigte ftin., kende etter uitvloeide, was het indedaad een monfter, ', waarvan een ieder, die het zag, fchrikte en met innig ", medelyden werd aangedaan. De Vader echter bleef " hem dag en nacht met de tederfte zorg en allerley aan„ doeningen oppasfen. Meermaalen vond ik hem by het bed van zyn Zoontje op zyne knieën liggen, vuurig biddende, God mogt het toch behaagen hem zyn nu " nog eenig kind te laaten behouden ; wanneer ik hem wel eens beduide, dat hy vee! liever bidden mogt, dat het, door een fpoedigen dood, van zyne fmerten mogt verlost worden; dewyl 'er, al bleef hy in het leeven, ,', niet dan allerley ellenden van de voorzien waren; ge" lyk het dan ook eindelyk geheel uitgeteerd ftierf. —— Nooit vergeet ik de aanhoudende wanhopende gemoeds" aandoeningen, waarin ik toen dien ongelukkigen Vader " gezien heb. Nadat deze tot bedaaren gekomen wa¬ ren, viel hy in eene mymering, die verfcheide jaaren ,, geduurd heeft." j . Het befluit, 't geen hier uit door onzen S. ten voordele van de Inënting word afgeleid, moet ieder een in 't oog lopen : en 't geen hy 'er onmiddelyk op laat volgen, toond ten duidelykfte niet alleen de heiinelyke bedoeling van G 3 *en  C 54 ) den Hr. T. (in weerwil van 't geen deze ook hier en daar in zyne verhandeling betuigd) om de praktyk der Inenting, waar het mogeiyk, te ondermynen, en ene natuurlyke, epzsttelyke , befmetting aantepryzen : maar diend ook om het gewaagde en gevaarlyke van deze laatfte te doen zien. Dit geeft onzen Schryver aanleiding om voortegaan, met ene aanwyzing en ontvouwing van verdere gronden, waar op hy mcend te kunnen beweren , dat de inënting of konjlige befmetting op ene byzondere wyze zeer -veel toebrengt, om de Kinderziekte goedaartiger en gelukkiger te maken: als daar zyn i. Het ontgaan, langs dezen weg, van alle die verderflyke toevallen , welke uit ene natuurlyke, plaatfelyke en vooral inwendige,, befmetting onftaan. 2. Het voorkomen van minder agitatie in de dierlyke huishouding, met de eigenaartige gevolgen daar van, en 3. de plaatfelyke prikkeling, by de Inënting, waar doqr dikwyis veel pokftof naar de huid gelokt word , om zig daar neer te zetten of uittewaasfemen &c. waar na hy de bedenkingen en tegenwerpingen van T., betrekkelyk dit laatfte, beandwoord en oploscht. —— Over andere voordelen der Inënting, uitvoerig by ene menigte van Schryvers aangewezen, agt B- het niet nodig uitteweiden,- alleen merkt by nog ten flotte aan : dat; fchoon de keuze des tyds even zeer kan gefchieden by ene voorbedagte natuurlyke befmetting als by de inënting ; die keuze , in het eerfte geval, niet veilig aan onkundigen kan toebetrouwd worden : terwyl zy aan het oordeel van Genees- en Heelkundigen overgelaten zynde , deze blootflelling aan de natuurlyke befmetting niet anders dan een foort van inenting zal wezen , waar tegen gemoedelyke zwarigheden even fterk zouden pleiten als tegen de konftige inënting. Wanneer wy deze, dus kortelyk ontleedde, aanmerkinge 1 van den Hr. B. met de verhandeling van den Hr. T. waar tegen dezelve zyn ingerigr, vergeiyken, zal het niet moeilyk vallen in de eerfte plaats te ontwaren, waar in deze beiden Geneesheren overeenkomen en waar in zy verfchillen. Dat 'er veel afhangt van een goed beftier, byzonderlyk van het toebrengen van verfche lucht, zo wel in de Ingeente als Natuurlyke pokjes, om daar aan een gunftigen uitflag te geven, word, zo wel door den enen als anderen, volmondig erkend; dan, daar T. beweerd, dat dit bellier het enigfte is, *t welk enig wezenlyk voordeel kan aanbrengen, en even goed op de Natuurlyke als Ingeënte Kinderziekte kan toegepast worden, zonder enige afzenderlyke voordelen aan de laatfte toeteftaan, zo dat men met even goed gevolg de bloodftelling aan de natuurlyke befmetting kan in praktyk brengen; daar houd Dr. Bicker, integendeel, (taande, en ftaaft zyn gevoelen, OHzes inziens, vry klaar en bondig, zo met redenen, als ondervindingen , dat de plaatfelyke befmetting door inën ïing, uit eigen aart, van aanmerkelyke voordelen moet verzeld gaan, boven de toevallige of voorbedagte Natuurlyke befmetting; zo dat, de aangeprezene behandeling in bei den gelyk ftaande, by de eerfte vele oorzaken worden voorgekomen of weggenomen van den vaak hogeren trap van kwaalaartigheid en gevaarlykheid der laatfte. Ten anderen, moet het elk onzydigen in 't oog lopen , dat de Hr. Bicker, in dezen gefchilftryd , een zeer wezenlyk voordeel aan zyne zyde heeft, daar in, dat hy de zaken niet alleen duidelyk en klaar, maar ook onbewimpeld .voordraagt, zig zeiven fteeds gelyk blyft, en zyn beweerde met bondige bewyzen, en waarnemingen uit de ondervinding, ftaaft; terwyl de Hr. Terfier als met bedekte wapens ftrydt, daar hy, zig houdende, niet afkerig van de Inenting te zyn , haar echter heimelyk tragt te ondermynen , en als nutteloos te doen voorkomen, en dus zig zeiven meermalen ongelyk is, gelyk ook verre van juist in zyne afleidingen en befluiten. NARIGTEN en BYZONDER HEDEN,' tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als bi ede de h ü i s h o ukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. PRYSVRAGEN OVER de FYNE VltUGTEOMEN. Erfurt. De Keurv. Akademie van nuttige Wetenfchappen, alhier, heeft van den beroemden Keur-Paltzifchen Hortulanus Schkol, te Schwetzingen , de volgende vragen bekomen , over de verfyning van het Ooft, en een onbekende heeft voor het andwoord op dezelve veertig Dukaten weggelegd. De toevvyzing van dezen prys is aan de Akademie gelaten , en deze heefc een jaar tyds voor het beantwoorden gefield. Echter zal zy, over de by haar inkomende antwoorden en verhandelingen, de gedagren van den Hr. Schkol innemen, en vervolgens haar oordeel daaromtrent openlyk bekend maken. Zy nodigd, derhalven, alle deskundigen, die daar toe genegen zyn, met uitfluiting van hare zig alhier bevindeude Leden, hier mede uit, om,1 voor het einde van Decemb. 1798, hunne gedagten daar over te willen mededelen. De'Antwoorden moeten, volgens de, in dit geval, gebruikelyke manier, zonder Naam , maar enkel met ene zinfpreuk ondertekend, welke fpreuk op een verzegeld briefje , waar in de naam des Schryvers, ftaat, en aan den aanhoudenden Secretaris der Akademie , Prof. Bellerman , alhier, vragtvry, toegezonden worden: drie maanden, na den gefloten terrnyn der inzending , zynde 2 April 1799, zal zy hare uitfpraak openlyk bekend maken. — Ziet hier de vragen zelve: 1.) Zyn alle de zo talryke en verfchillende Vrugtbomen, welken de Ooft-naamlysten opleveren, en die men ge;  ( 55 ) gemeen!yk Franfche vrugten noerad , louter fpelingen der natuur, die enkel door konst, d. i. door enten en oculeren, eh niet door de zaden, kunnen voortgeplant worden ? '2.) Zyn 'er, behalven de Pirus communis en Pirus maIfis, Lin'.n. de gemene wilde Peer- en Appelboom, gene andere Stam- of Moederbomen meer, die, zonder de konftige-methode van oculatie of enting &c. uit zaad kannen "geteeld worden? Hoe heten deze S-ambomen, byaldien zy aanwezig zyn, en waar-behoren zy thuis? 3. ) Heeft men, in Duitschland of elders, proeven ge nomen, en is het daar door ten duidelykften bewezen geworden, dat, wanneer men b. v. van la Qalville Manche, Reinettc d'Or enz. of van de fyne Peer-zoorten, de pitten veizameld, die zaaid, ftam en vrugten kweekt, deze laaiden in deugd afnemen en in gedaante veranderen; en, wanneer men van deze laatfte, op nieuw, pitten zaaid, en op die manier irapswyze voortgaat, men, in de nederdalende linie, eindelyk weder wilde Appelen bekomt? 4. ) Sedert hoe lang reeds is het enten en inoculeren, In het Plantenryk, in gebruik geweest; welken zyn de oudfte Schryvers, die hier van bepaaldelyk gewag maken ? 5. ) Waren reeds, voor dat men begon te enten en inoculeren,1 deze betere Ooftvrugten bekend, en heeft men zich van deze kundige methoden , misfehien alleen daarom bediend , om , langs dien weg, deze lekkere vrugifoorten, die niet door zaad waren voort te telen, te vermenigvuldigen ? .6.) Sedert hoe lang heeft men aan deze zogenaamde Franfche vrugtfoorten , kennis gehad? Welke Schryver maakt 'er het eerst gewag vafi ? 7.) Onderfteld, dat deze vrugten 'er niet altyd geweest zyn, maar door menfehelyke vlyt ontftaan, hoe en op welke wyze is dit gefchied? Dit is ene Hoofdvraag. —— Zo veel men weet, zyn deze velerleie Ooftvrugten, fchoon dikwyls op wilde (lammen, dikwyls op Queën en Haagdoorn enz. geoculeerd, en op verfchillende gronden , en onder verfchillende luchtftreken, wasfende , met betrekking tot hare gedaante, zo wel als fmaak, aan gene wezenlyke verandering onderworpen. Elk, die maar enige kennis aan Ooftvrugten heeft, zal, b. v. de St. Germain, fchoon op een reeds verfynden boom, en zelfs op een gelykfoortigen, geënt, en misfehien, hier door, wat groter en beter van fmaak geworden, zekerlyk niet miskennen. Ook is het ene reeds lang bekende zaak, dat de geoculeerde bot of ingeente tak (uitgenomen de zo even gemelde geringe veranderingen in grootte en fmaak, die zelfs by Stambomen, welke uit zaad geteeld worden, plaats hebben) weder dezelfde vrugt voortbrengen van den boom, waar van de bot of tak genomen is. Men gelooft derhalven, dat dese vrugten, federt ze bekend geworden zyn, zo in der¬ zelver ware gedaanten- en fmaak, als itvalle overige, by Duhamei en andere Schryvers opgegevene onderfcheidingstekenen, nog fteeds dezelfde zyn, en dat het enten of oculeren ( op welke wyze dit ook mag gefchieden ) deze vrugten, in de hoofdzake, niet veranderen kan. 8. ) Hoe kan, volgens deze kundige methoden , het enten of oculeren, tot het voortbrengen van zo velen der fynere boom vrugten, door onze Voorvaders, in praktyk gebragt wezen ? 9. ) Heeft, misfehien, de Natuur ons, door hare geheime wegen, en reeds voor dat de mensch daar aan de hand lloeg, nog bjhalven hare Stam- en Moederbomen, die door zaden onveranderd in ftand gehouden en voortgeplant worden, met enige zodanige verfcheidenheden van fmakelyke vrugten befchonken, van welken dan onze Voorouders de zaden hebben gefttooid en nog meerdere en betere vrugten bekomen? Dan dit word door de ondervinding tegengefproken , waar door wy menen te weten , dat deze betere Oöftverfcheidenheden zig. door derzelver zaden, nog van zelve voortbrengen, en nog veel minder fyner kunnen worden. Immers zou, in zulk een geval, het enten en oculeren niet alleen als ene nodeloze, maar zelfs voor de verfyning der vrugten fchadelyke, verrigting moeten gehouden worden. En waarom heeft dan de Natuur, die zo getrouw aan hare wetten is, en fteeds dezelfde goede moeder blyfe, oudtyds hare.vrugten, door zaad, veredeld en tegenwoordig niet meer ? 10. ) Zyn nogthans alle deze voortreffelyke vrugten, door menfehelyke vlyt, voortgebragt, en is deze konst niet verloren geraakt, zo moet dan ook dit gedeelte der Cultuur , waar op men zig zo zeer toelegt, in onze eeuw gewonnen hebben. Welke vrugten zyn 'er dan , in dezelve, als nieuw, en te voren niet aanwezig zynde, bekend geworden? Daar de Akademie der nuttige Wetenlchappen vernomen heeft, dat men op enige plaatfen, gaarne, den tyd tot de inlevering van de Prysveroandelingen over: de'vereniging der Genees- met de Heelkunde enz. (*), zou verlengd zien , maakt zy bekend , dat de Antwoorden hier op, tot het einde van Aug. 1798, zullen aangenomen worden. NIEUW WERKTUIG, OM GOEDEREN OP-EN AFTELADEN. George Davis heeft by het Londenfche Genootfchap ter bevordering van Handwerken, Fabrieken en Koop- h.an- (*) Zie deze Prysvraag In onze No. 207.  ( 56 ) handel, een Model ingeleverd van ene, door hem uitgevondene , Draagbare Mafchine, om Goederen op- en afteladen, eu heeft daar voor van het zelve een gouden Eerpenning ontfangen. Deze Mafchine is, in het 15de Deel der Verhandelingen van het Genootfchap , befchreven en afgebeeld geworden: zie hier de befchryving daar van. Het ingeleverd model is op de verkorte voetmaat van 4 duimen op een voet gemaakt, en ligt, op ene gemakkelyke wyze, meer dan 500 ponden zwaarte op; zo dat, door ene Mafchine van volkomene grootte, een enkel man ten minften ene zwaarte van over de qcoo ponden kan op- en afladen. Alles is in een yzeren kast befloten en weegt niet zwaarder dan 112 ponden. De Machine word door een kruk bewogen , die van 2 fchroeven zonder einde voorzien is. Deze werken van onderen op twee daar tegen overltaande kamraders aan het eind van twee dikke fpillen, waar op twee dikke koorden of touwen af-, of, naar dat men het nodig heeft, opgewonden worden. Deze koorden lopen, boven in de Mafchine, over twee rollen, en derzelver halfenzyn, aan het einde,met twee yzeren haken voorzien , door middel van welken zy aan de goederen vastgehegt worden. De koorden worden om den last gellagen, die, door middel van dezelven op een hellend vlak, door een man, die de kruk draait, opgehaalt of afgelaten worden. Prezen der Granen, op 12 Febr. te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Gftld. Poolfche bonte en witte 1S0 a 210 Vriefche Wintergarst ; 70285 dito rode . . 170 a 20c Gron. en Oldamiche . 70 a 85 Elbing. en Heugfe . 170a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 70385 Koningsberger . 1651190 Dito Zomer . . 70885 Vriefche . . • 140 a 170 Oantziger en Elb. . . Bovenlandfche . . . 1458180 Voorlamifche rode . . 135 a 160 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . ... 175 * 195 ROGGE. Brouwhaver . . 54 a 66 Pruisfifche ... po a 116 Witte Voeder dito . 35 a 45 Koningsberger . . 90 a 116" Boek w.Amersf. en Gooil. £ 23225 Gedroogde . . . uoanó Dito Brab. en Vlaam. £ 23 325 Zaad, Oly en Traan. Knatz. Zeeuwsch en JRaap-Oly, per Aam ƒ 45^ OVefin. 't Last. . £ 47a50 Dito LVn . ƒ 46* Skig-Lyuz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 51J 5 Schep; Rigaas ƒ roaio] Walv. Traan, 't quart. Heumpzaad dito . ƒ 7+a8+ van 12 Stek. . . ƒ too 'Dito Rode . . ƒ 95 Wissel- en Speciecouits. Madrid ufo. 2 tn. (j 85J & & & Cadix — . 851 Listabon - 571 Nieuwe Ducat. ƒ 5,13, Venetien . 8(1 Oude ger. dito - 5,11,10 Livorno ■■ - 99 j Nieuwe Louis d'Or - 11,5,3 Parys. 2. m. . - Guinies - 12,12,10 dito kort. ?-'nAslig.- pjftolen .9,1412 Idem in Specie -57ïaï Franfche Kronen -55ia55 Londen. 2. m. fi Nieuwe Ryksd. - 3 pCu Dito kort Hamburg 2. tn. Ct. ft. 37rjaJ W.. Agio van den Bank -95,^ pCt. Dito kort - 37^3- — Wenen id. B°. - 36 & GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week ; is geweest: te Amfterdam 147; en te Haarlem jj , onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, euiteh haerlem. Ibaro- ther- hygro-streek luchts' me- mome- me- der gesteldter. ter. ter. wind. heid. C30- 6f 4li 160 w.z.W. voormidd. betrokken; 7 / 30. 6\ 44 95 w. i in de namidd wolken; C3°- 6j 39 951 w. z. w.; *s avonds helder. C 30- 5\ 43 100 w. t. n. | 8 ( 30. 5j 45 96 w. n. w. betrokken. C3°^jj 42 99Ï n.w. C30. 31 42 95A w. t. n. o l 30- 3k 44 8sf w. betrokkeih- C3Q- 2\ 43 p«5 w. n.w. C30- 2j 43j 100 z, w. harde wind; 10 / 30. 2j 49 841 w. voormidd. betrokken; in die wateren , An Account of the Campaign in the West Indies 1794. — With the reauüion of the Martiuique, and the Events that followed thefe imparelkd Succesfes and Caufes the lefs of Cuadeloupe. By Caspar Williams (voorheen ScheepsPiedikant op een Engelsen Oorlogfcbip, by die ondeme ming gebruikt, en tegenwoordig Vicaris te Exning, Suffolk) London. Nicol. 1797. 250 p. in 4/?. Men vind hier Lysten van gehele bladzyden, var. Officieren en Zoldaten, die, door het ongezonde klimaat, uk het leven gerukt zyn, en kan dus naauwlyks geloven, dat deze bezittingen, tot zulk een prys, goedkoop, verworven wierden. Het volgend werk handeld over de krygsverrigtingen op het vaste land, in het jaar 1796: The History of the Caw paign of 1796 in Germain and Italy. Cadell. J'797- 400 p. in 8°. (6 Sb.) De Schryver is geen dagelykfche boekenmaker. Hy bediend zich wel van de officiële berigten van een Crawf-.rd en Wikbam, dog hield ook zelve briefwisfeling met Officieren en Bevelhebberen, die zeiven in dezen Veldtogt ten rol fpeeiden. Daar en boven doet by meer regt aan de Franfche dapperheid, dan men van enen Koningsgezinden Engelsman verwagten mag. In 't byzonder fchynt hy zeer goede berig'en te hebben van Buona- parte's heldendaden. Men vind ook in het Monthly Magazine van May I. 1- zeer belangryke berigten aangaande dien Veldoverften : en federt heeft ten Schoolmakker van hem, die te gelyk met hem in de Ecole Militaire te Srion wierd opgeleid , en die thans als uitgewekene te Londen woond, een karakterfchets der jeugdige jaren van dezer Held in het EngeUch uitgegeven, welke, onder den tytel: Qitelq-ies notices fur les premiers années de Buonaparte, receuieliies fcf publiées en anglois pur un de fes condiscipels mifes en F fprongelyk handfehrift, in vloeiend lingelscb vertaald, uitkwamen. — Men beklaagt daar by den welwillenden Koning, die zo omringd was. Maar zelfs Molèville kan de heimelyke zending van Mallat du Pan, en 's Konings gegeven volmagt aan den uitgewekenen Breteuil niet ontkennen, welke onder de befchuldigingen tegen hem behoorden. Op deze private Memoirs van Mtleville, zyn reeds wed-r andere Memoires gevolgd van den Marquis de Bouille, insgelyks uit bet Franfche handfehrift, Memoirs relating to the French Revolution by the Marquis de Bonillé. London. Cadell. 1797. 8°. (8 Sh ) Het merkwaardigfte in deze Gedenkfehriften zyn de berigten aangaande de vlugt des Konings naar Varennes, die door Bouillé zelve befteld was. Het halllerrig ftaan van ene Gouvernante, om in 's Konings koets te zitten, was een der voorname oorzaken der mislukking. De karakters van Necker en La Fayette worden daar zeer levendig gefcherst, en B. doet aan den laatften meer regt, dan de verbitiering der party, onder welks oog hy fchreef, aangenaam kon wezen. O'er La Fayette verdiend ook nog byzonderlyk gelezen te worden een zeer on-zydtg gefchreven ftukje: Esfay on the Caufes and vicisfitudes of the French Revolution. Over den zegepraal op 14 Febr by Kaap St. Vincent, vind men het beste, door een ooggetuigen, te boek gefield en met 8 Platen opgehelderd in a Narrative of th: proceedings of the British fle t, commanded bv Almiral Jervis, in, the late attion with thèf Spanish Fi'.et on the r4 th Fe>'r 1797. In a letter to afrieni. Illustrated with 8 plates. fhowing the pofitions of the two Fle ts at different periodr. By an officer of his Maj Landforces. Johnfon 35 p. in 4". (5 Sb.) Gelyk. foortifje befchry vinden van den Zeedag des Admiraals Duncan, by Kamperduin, met de Hllandfche Vloot, /yn 'er onlangs in menigte uitgekomen , waar door flegts, her onderfcheid tusfchen de lafhartige Spanjaards, die zig op het dek nederwierpen , om de kogels te ontwyken, en zoms de proppen niet eens uit de monden der kanonnen genomen hadden, en tusfchen de als leeuwen vegtende Hollanders , u'es te me -r in het oog moet lopen. Een gewigtig Huk voor de Vaderlan.ifche Gefchiedenis er, Starenkennis van Engeland is de Parlnnmts Historie van T. OldfieU, den kundipen Schryver der Entire and Complete history of the boroughs rf Great Britain; welke, in 1793, uitkwam Nimmer zvn de misbruiken der tegenwoordige ParH a Ie-  ( 6o ) lements-inrigting zo duidelyk afgetekend en beoordeeld geworden, als in dit echt Patriottisch werk: History of the original Conftitutions of Parliaments from the time of the Britons to the pre/ent day. Robinfons 1797. 584 p. in 8°. (8 Sh.) Daar, in vroegere dagen, de Parlementen maar ene zitting duurden en derzelver leden door elk gekozen wierden, toont de S. aan, dat tegenwoordig 110 Pa rs van het Ho gerhuis 243 Leden van het Lagerhuis kiezen; dat wyders n°g 159 Leden , enkel door den invloed van byzondere perfonen, en dan nog 22 Leden voor enige Steden en Burgten, door den invloed derTbefaurie, gekozen worden. Wie zou zich, onder zulk een voordragt der Euthanafia of Monarchy, den voorfpellenden Hume niet te binnen brengen V De Schryver beiluit met voorflagen t»t ene vrye en algemene Parlementskeuze, volgens welke alle volgens de huistax bekende 1200,000 huizen in Grootbritannien ftem- geregtigd waren. • Sedert de laatfte inbreuken op de onfchendbaarheid der Bank, moet ook voor de buitenlanders een naauwkeurig berigt van de inneriyke inrigting dezes grondfteens der Britfche magt, byzonder weikoom wezen : A History of the Bank of England, from the etablishment »ƒ that inflitution to the prefent day, containing a Succinct view of the extenfion of it's Capital and Credit- —— Interfperfed with refleStions of the best financical IVriters on the fubjeSt. Allen and Co, 1797. 12°. 150 p. (2 Sh. 6 p.) Het ongemeen fortuin, welk Roscoe's leven van L. de Medici in Engeland maakte, bewoog een prulfcbryver, die «ich Mare Noble noemt, om voor zyne in Italien reizende Landgenoten Memoirs of the illustrious houfe of Medici from Giovanni the founder in the year 1429 to the death of Gaston 1737. Jllustrated with feveral Genealogical tables. 1797. by een te rapen. — Ene elendige compilatie, waar van de Schryver zelfs Fabbroni niet eens kend. By de ongemene verzotheid der Engelfche op Genealogifche en Biographifcbe nafporingen, waar mede bykans een derde gedeelte van elk ftukje der Gentleman's Magazine Is opgevuld, kan het nimmer ontbreken aan Gefchiedenisfen van afzonderlyke Huizen en Geflagfen. Om de wonden te helen, die Burke's ftekelige brief aan den Hertog van Bedford, misfehien mogt hebben toegebragt, fchreef een trouwe manteldrager van dit huis AnecJotes of the houfe of Bedford, from the Normin conquest to the prefent period. L ■ ;%Jt fe:#-.t>btw».%»rV>l«C> 1 >lr* :i;>T::*d .ms fi^iim)^ Phvzen der Granen, op 19 Febr. te Amsterdam. ff- .rumr i t.-' ;. ; ,$ia TARW. HetLasti GERST. Het Last Ggld. Gpld» Poolfche bonte en witte 1S0 a 210 Vriefche Winrergarst . 70885 dito rode . • 170 a 20c Gron. en OMamlche . 70385 Elbing en Heugfe . 170a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 70385 Koningsberger • 165 a 190 Dito Zomer . . 70a85 Vriefche - . . 140a X70 Dantziger en Elb. . . Bovenlandfche . . . 145 a 180 Voorlan.ltche rode . . 135 a iéo HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche .... 1752195 ROGGE. Brouwtiaver . . 54365 Pniisfifche ... 90 a 1 in Witte Voeder dito . 35 a 45 Koningsberger . . 90 a 116 Boekw. Ainersf. en Gooil. £ 23 a 25 Gedroogde . . . 110 a 116 Dito Brab. en Vlaam. £ 23 a ag Zaad, Qlï en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam ƒ 455 Overm. 't Last. . £ 47950 Dito Lyn . f 4ÖJ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 50J 5 Schep. Rigaas ƒ toaio. Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . ƒ 7; a 8.; van 12 Stek. . . / 100 Dito Rode . . ƒ 95  C 63 ) Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m.' § 85! ^ $ Cadix .. - 85 Lisfabon — - 57! Nieuwe Ducat. / 5,13, Venetien —— . 90J Oude ger. dito - 5,11,10 Livorno ■ - 99^ Nieuwe Louis d'Or - 11,5,3 Parys. 2. m. . - Guinies - 12,10,8 dito kort. rln nsuë-- Piftolen .9,1210 Idem'in Specie - 57ia57 Franfche Kronen -55ia55 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 3 pCi. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. ft. 37^ ! B?. Agio van oen Bank - 95U ,?*pCt. Dito kort - 37336^ — Wenen id. Ba. - 36J • GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week , is geweest: te Amfterdam 134; en te Haarlem 16, onder welken laatften u beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, : buiten haeblem. IBARO- THER- HYGRO-jsTREEKI LUCHTS- me- MOME- ME- DER GESTELD- TER. TER. ter. WIND. | HRin. C30- 3 4S 01 2. w. ftorma.ïtig, meest be- 14. ' 30. 21 48^ 77 — ■ trokken; *snagts zeer {_ 30. o] 46 91 j zware ,lorm e" regen. C29. Q 47 IOO z. w. j »s morgens ftorrn, *5 i 29- 8J 47 100 w.z.w. verder zeer harde £29. 8 . 44 ICO w. | wind en regen. f/29. 8', 38 73 w. t. n. harde wind; voormidd. 16 < 29. 42^ 65 w. wolken; verder weinig ) 29. 8' 33i 79 hagel- en fneeuwbuijen. C29. 8\ 30 74 N. N. W. 17 < 29. 9^ 38 57 n. w. omtrent helder. I 29. p» 29 6lJ- N. N.W. ("30. o 29| I 93 N. w. I 18 29. 9| 2S} | 76 M,w. Sgftjgp £29. 9^ 29» J p — f29. 7» 24| j göi N. 19 < 29 7* 3bJ 87 w w. w. bewolkt, fiieeuwbuijtii» C.29. 6} 33 82 n. C29. 6 26J 96 Z w. eratrent helder; 'snv. *° S 29- S4 38 57 w- omtrent betiokken en t.28. «i 311 90 I N. w. fneeuwbuijen. BEKENDMAKINGEN. %* By de Boekverkoper J. ALLiVRT, te Amfterdam, is in oen voorleden Jaare van de Pers gekomen en alomme verzonden en nog te bekomen : I. Een zeer fraai ZAK-BYBELTJE, gedrukt op fyn post-papler, met een Romeinfche Letter. Keu. rig uitgevoerd en een vierde dunner als eenig ander van deeze zoort. Gebonden in allerleis banden. II. BYBELGESCHIEDENIS, door Y. van Hameliveld , 2 deelen, in gr. 8vo, met 26 zeer fehoone Platen, geteekend door J. Buis, en gegraveerd door R. Vinkeles. Hl. BYBELSCHE AARDRYKSKUNDE, door Y. van Hamei.sveld , 6de deel, met Kaarten, waarmede dit Werk compleet en dit deel met een uitvoerig Register voorzien 'k'. IV. BYBELSCHE HIS'I ORYVRAGEN, door A. van den BiiRG. Uitgave met 20Plaatjes, in'tFransch en Hollandsch. Tot Gefchenkjes voor Kinderen, en gebruik in de Scholen. V. Verhandeling van t GODGELEERD GENOOTSCHAP in den Hage, bekroond in 1793 en 1794. VI. De Leer der DRIE-EENHEID tegen de zogenaamde nieuwe Hervormers verdedigd, naar het Hoogduitsch van Baumgarten Crusius, met Aanmerkingen en Byvoegzelen, door J. van Nüï» Klinkenberg, in gr. 8vo. VII. H. van Herwerden , over het Euangelie van JOANNES, ifte. 2de en 3de deel, in gr. 8vo, met het gelykend Ponret van den Authew,, door Vinkeles. VIII. Het Leeven van PAULUS den APOSTEL xnKerkelyke Redevoeringen, door Petrus Haack, ifte en 2de deel, in gr. 8vo. IX. De KLEINMOEDIGE CHRISTEN getroost en verfterkt in zyn geloof aan de onwankei'baare vastheid van Jezus Godsdiensten Gemeente, door eenen Vriend van het Menscbdom en den Godsdienst, in gr. 8vo. X. BEDENKINGEN op den Brief van de Broederfchap der Remonftranten enz., door J. J. Serbukier, Emeritus Predikant in den Haage. XI. VADERLANDSCHE HISTORIE, door Jan Wagexaar, 2ifte deel, zynde het Register, waarmede deeze nieuwe Druk geheel compleet is. XII. V ierde, vyfde en zesde aflevering van een Stel extra Pinten, om gevoegd te worden in de Vaderlandjehe Historie van Wagenaar. waarmede dit exira Stel Platen compleet is. XIII. Byvoegzelen en Aanmerkingen , beftaande in nodige Naleezingen voor de VADERLANDSCHE HISTORIE van Jan Wagenaab , door Mr. H. VA»  ( 64 ) van Wyn, Mr, N. C Lambrechtsen, Mr. Ant. Martini, Prof. J. W. te Water, E. M. Éjjgelberts en anderen, met Platen, in gr. 8vo. XIV. VERVOLG op de VADERLANDSCHE HISTORIE van Jan Wagenaar, 18de en 19de deel, in gr. 8vo, met Platen. XV. REPUBLIEK der Vereenigde Nederlanden finds den Noord Americaanfchen Oorlog, tot op de tegenwoordtgen tyd, in gr. 8vo, met PI. 18de en 19J2deel. XVI. ZAAKEN van STAAT en OORLOG, 3711e en 38fte deel. XVII. Aanhangzel op Kok VADERL. WOORDENBOEK over de Letters A en B. XVIII. REGISTER op het GROOT PLACAATBOEK van Holland en Zeeland, op de IX deelen in Fo. lopende tot 1795; waarmede nu dit geheele Werk compleet is. XIX. PLACAAT- en RECHTS - KUNDIG WOORDENBOEK, in gr. 4to, 5de deel, waarmede dit geheele Werk compleet is. XX. PLAKKAATEN van de REPRESENTANTEN van het Volk van AMSTERDAM, uitgegeeven, door G. Brender a Brandis, Stads Secretaris. XXI. Bedenkingen over den aart en het verval der WIS SELBANK te Amfterdam, door J Konynenberg. XXII. Kort Begrip der ALGEMEENE GESCHIEDENIS , voor Jonge Lieden, door J. M. Schrocï , uit het Hoogduitsch, door C. W. Westerbaan, 3de deel, met 38 zeer fraaie Platen. XXIII. De ROMEINSCHE HISTORIE van M. Stuart , lodeen 11de deel, met fchoone Platen en Kaarren. XXIV. LEEVENS van DOORLUCHTIGE GRIEKEN en ROMEINEN van Plutarchus, oorfpronglyk uit het Grieksch vertaald, 5de deel, met Jchoone Platen. Keurige Editie. XXV. TAFEREELEN van de STAATSOMWENTELING in FRANKRYK, 4de en 5de deel, met fchoone Platen en Portretten. XXVI. REIZE van den JONGEN ANACHARSIS door Griekenland, van den Abt Barthelemy, uit het Fransch van M. Stuart, met Kaarten en Plans, in Sun. crlf> en f>de deel. XXVII. REIZE RONDOM de WAERELD door James Cooir, vertaald door J. D. Pasteur, met Kaarten en Platen, 2de deel, gr. 8vo. (met v. Cleef en XXVIII. Reize in de Binnenlanden van AFRICA, door Le Vaillant , vertaald door J. D. Pasteur , met Kaarten en Platen, 5de deel, waarmede dit Werk compleet is. (met Honkoop.) XXIX. Ontwerp tot eene algemeene CHARACTERKUNDE, uitgegeeven door W. A. Ockerse, 3de ftuk¬ je, behelzende het netlcnasl CharaUtr der Neder* landeren, met één Plaat. XXX. J. CATS Werken. Nieuwe uitgaaf, door Mr.' K. Feith, niet nieuwe Platen, in i2vo, op postpapier, 15de en 16de deel. XXXI. ODÜN en GEDICHTEN, door Mr. R. Feith, 2de deel , in gr. 8vo. XXXII. KAREL GRANDISON, door Richardson, op nieuw uit het Engelsch vertaald , keurige uitgaave, met Platen, door R. Vinkcles geteekend en gegraveerd, jfte en 2de deel, gr. 8vo. XXXIII. CLARISSA HARLOWE , door Richardson, uitgevoerd als boven, insgeiyks met Platen van R. Vinkeles, ifte deel. XXXIV. JULIA, van Rousseau, ifte deel, met Platen, uit het Fransch. XXXV. GRAAF DONAMAR, 2 deelen, in gr. 8vo,met Plaaten, compleet. XXXVI. ECONOMISCHE LIEDJES van E. Bekker, geb. Wolfp, en A. Deken, nieuwe uitgaave, negende ftukje, met XII Plaatjes, in 8vo, op postpapier. XXXVII. ZAK-BIBLIOTHEEK van Vernuft en Smaak, ifte deel, met zeer fraaie Plaatjes. < XXXVIII. DICTIONAIRE PORTATIF de Phrafes et de Proverbes Franpais, avec leurs explications, par A N. Agron, Rector te Elburg. XXXIX. Nieuwe VADERLANDSCHE KOOKKUNST, in 8vo. *„,* By L. van ES, te Amfterdam, is heeden van de Per» gekomen en alom verzonden : Verhandelingen bekroond met den prys van het Legaat van ]■ MONNIKHOFF, behelzende uitwendige Hulpmiddelen tegen de BREUKEN, door FRANCOIS JAS, Stads Heelmeester en van de Gerechte der Stad Amfterdam, 2de deel ifte ftuk a ƒ 1 • : - : Het Eerfte deel compleet; zynde de Verhandelingen van W. LEURS en J. LOGGER, over de BREUKEN ƒ3-:-: Dezelve geeft uit CATALOGUS van Natuur , Genees-, Heel , Ontleed-, Verlos-, Schei-, Plant- en Kruidkundige BOEKEN, met de Pryzen a 2 ft. In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz., te Haarlem , zyn te bekomen: BELLAMY Jeugdige Gezangen, met het Portrait van F. Baane, twede druk. . . /2-i2-0 LAVA IER Jofeph van Arimathea. , . -1-10-0 1 J. van DYK Gedichten met Portrait. . -2-10-0 I Welberaaden ftap, twede druk. -0-15-0 KALIDAS Sakontala, Oostersch Tooneelfpel. -i-io-o MEIZNER Bianka Capello, 2 Deelen. . -3-12-0 Tb Haarlem, by A. L O O S J E S, Pz»  *798v No. 218. NIEUWE algemene ^.': .'■ , ■'' ' «SP 3osm op* 1 ^ t^i > f30fto3tio shuo .••ui fvV'f.'Jn. >:f.' rr/s 16b 1 - "' .^Sfilj'it' vv's»0 U'VA s\V t&t -v>fi W«i «f I KONST- en L ETTER-BODE, VOOR MEER- enMIN-GEÖ EFFENDEN. Vrydag den 1 Maart. BERIGTEN. DENEMARKEN. De Prysvraag,' over de Theorie des tegenftands by Waaens en Karren, met vier en twee raderen, door de Kon. Deenlche Maatfchappy der Wetenfchappen, voor den voorieden jare uitgefchreven (*), is by dezelve geoordeeld, het best bean twoord te zyn, in ene Verhandeling van den Hoogl. Fufs, Medelid der RusKeizerl. Akademie der VVetenf. te St. Petersburg, en ingevolge daar van de beloofde prys daar aan toegekend. FRANSCHE REPUBLIEK. F. Didot heeft den glans verhoogt van zynen Typographifchen roem, door ene nieuwe uitvinding, welke voor de Wetenfchappen en Kunften geenzins onverfchillig is. Niet te vreden met de voortbrengzels van zyne pers j door het gebruik van Staande Letteren, tegen fouten)te verzekeren, heeft deze vurigeKonftenaar getragt, om dezelve onbeweeglyk te maken. Was het een grote flap, in de Boekdrukkonst, toen men de (*) Zie deze Prysvr, in onze vorige No. 144. IX. Deel. aaneengevoegde tafels tot beweegbare letters wist te maken: de flap was voorzeker niet minder groot, waar door de beweegbare letters weder in verbondene tafels verkeerd wierden. Op dit denkbeeld wierd D. gebragt, by gelegenheid, dat hy zig genoodzaakt zag, om een nieuwen druk van Gardiner's Longarithmifche tafels op te leggen. Hy had by ondervinding geleerd, dat, by de ftipfte naauwkeurigheid in de Correctie, en by de uitterfte voorzigtigheid in de behandeling der vormen het influipen van drukfeilen, door her uitvallen of verfchuiven der Letteren in een werk van 800 kolommen onvermydelyk is; gelyk die genen weten, welken flegts enig begrip van de Drukkonst hebben. Hy was derhalven bedagt op een middel, om zyne Longarithmen , waar by het op naauwkeurigheid voornamelyk en in de eerfte plaats aankomt, tegen alle ongelukken , door het vastmaken der gecorrigeerde kolommen , te hoeden. Eindelyk, na ontelbare mislukte proevenen onbefchryflyke hinderpalen, gelukte het hem, zyn geheel werk, door middel van foudering in vaste vormen te brengen en het voor nieuwe feilen te bewaren. Binnen weinige jaren zullen deze Didotfche drukken geheel zonder drukfouten voor den dag komen, vermits de Uitgever alle Wiskundigen in Europa nodigd, om hem de ingeflopene feilen optegeven, en op zig neemt, om de gebrekkige kolommen aanftonds te verbreken, daar voor andere, zonder fouten, in plaats te ftellen en den bezirteren van het werk een afdrukzel der gecorrigeerde bladen toetezenden. Om dergelyk een plan uittevoeren, wierd de konstliefde, de moed en het vermogen I van  ( 66 ) van enen Didot vereischr. Het werk beflaat 800 bladzyden, en bevat 3200 lynen en meer a,5oo,c«o cyfferlètters. Het komt in quarto uit. Dezelfde Drukker maakt thans ene dergelyken Stereotypilchen druk van Virgilius en Lafontaine m gereedheid. De Burger Bermrdin de Saint Pierre ontfing , onlangs , een brief van den Burger-Brord, Correspon, dent van het Kabinet van Nat. Historie. Deze Brief was gefchreven den 14 Juny 17P7 , aan boord van Êen Deensch West-Indievaarder, kapitein Beufe, en ciaags daar aan in een fles gefloten en ^" geworpen Dezelve wierd door een Zoldaat op Kaap Ferol, den 6 Tuly, tusfchen de klippen aan die Kaap gevonden, zonder' dat men weet op wat dag en uur de fles a daar was komen aandryven; en van daar dooi denVi. ce-Conful Beaujardin, naar Parys gezonden. Uit dt oü^ave van de breette en lengte, op welke het Schip ziï, by de afzending, bevond, in den brief blykt het dat dezelve een d.varslyn van 80 mylen heeft afgelegd liggende Ferol op 43°, 35' breette, en op 10° lengte vil Teneriffe; terwyl de brief m Zee geworpen op a4° en 02' Noordelyke breette , en op 4°, 5*' Ivke van Teneriffe : waar uit men met Bernarclin de Lint Pierre moet opmaken, dat de Aroom van de AtSfche Zee, des Zomers, van het Noord-Oosten naar het Zuid-Westen loopt. Des Winters gaat dezelfde ftroom Noordwaards op. Men heeft in de Baay van Biscaije, in Spagnen, den 17 Aue. 1786, ene deTgelyke fles in Zee geworpen, die «toor de Visfchers van Noormandyen, den 9 Mey 1797, gevonden is. BERIGTEN, aangaande HORACE WALPOLE, graaf van oxford. (Vervolg en Slot van Bladz. 62.) In den jare 1768 trad Walpole met zyne Historh Doubts refpeSting the Charafter, ConduEt and Per fin 0 Richard III. in 4'. (een nadruk daar van kost «JflWj voof den dag, waar in hy de feiten, in Buck s ge fchiedenis van dezen Monarch, tot zyne verontkhuldi eins voorgebragt, nog meer opfiert, en zoekt te be wyzen, dat Ricbard III. op verre na met zulk ee affchuwelyk monfler geweest zy, als hem de Engel- fctien in Shakespear's Verfen en Garrick's vertoningen meenden te vinden. Men bewonderde de fcherpzinnjgheid en geleerdheid, waar mede Walpole den Advocaat van -den Duivel fpeelde L doch wederlei hem van meer dan enen kant, en toonde in het byzonder, dat zyn hoofdbewys uit ene oude oirkonde {the wardrohe rok) doorgaans onheftaanbaar is... Dr. MiLder ea Mr. Masters hielden beide Tèsfci>' over dit boek in het Genooifcbap van Onderzoekers der Onahèid, die ook tn het eerlte en twede Deel van de Archaeologia Britannica gedrukt zyn. De wederlegging van den laatstgemelden was zo vinnig, dat Walpole, uit ergernis daar over, zyn naam van de lyst der Leden van de Society of Antiquarians liet uitfchrappen, en van deze Maatfchappy niets meer weten wilde. Van I76a— Ó3 verfchenen de drie eerde Delen van zyn voornaamfte werk: Anecdotes of painting in England, with fome account of the principal Artitst, with incidental Notes on other Arts, collected hy the late Mr. George Vertue , and new digefted and published from his original Mfs. 3 Vol. in $to, waar van op zyne eigen ners ene oplage van flegts 600 Exemplaren gedrukt werd. Ene nieuwe uitgave van dezelfde pers kwam daar van in 1765 uit: for William Bathoc, en in den jare 1771 werd dezelve met een vierde Deel hefloten, in welk ook zyne veelmaal beloofde History of the modern Tast in Gardening geplaatst werd. Doch men moet daar ook nog by rekenen den in 1763 afzonderlyk uitgekomen Catalogue of Engravers, who have been bom or refided in England digested by Mr. Horacs Walpole , waar in de voortreffelyke narigten nopens Hogarth's leven en werken voorkomen. Dodsley heeft, in 1782 en 86, met bewilliging van den Schryver daar van uitgaven in vyf Delen bezorgd. De proeve over het aanleggen en onderhouden van hoven, is door den Hertog van Nivernois in het Fransch vertaald,-en Walpole liet deze vertaling met het oorfprongelyke, in 1785, in Quarto, op zyne pers., druk- '^Omflreeks dezen tyd valt ook W. reis naar Parys in alwaar by den berügten brief aan Rousseau , in na'am van den Koning van Pruisfen, fchreef, om zynen vriend Hume tegen dezen bclagchelyk zonderlingen man ( want daar voor Weid hy hem ) te wreken , ■ en niet lang daar na gaf hy ookjiiit: The Cftle of p Otranto, a Gothic Story tratislated by Will. Marshall ) from the Original Italian of Onuphrio Muralto Canon.. ■ of the -Chürch of St. Nicolas in Otranto 1765. 8°., eea • Roman, opgevuld met afgrysfelykheden van allerlei - aart die het groot model van alle Geesten- en Spook1 romans is-, welke federt dien tyA Engeland oveötroomd l . neb-  C 67 ) ftebben. Dezelve is dikwerf nagedrukt. De prachtigfte uitgaaf, welke 'er van dit werk is vervaardigd , is die van Bodoin , te Parma, in 1791 , in gr. Quarto gedrukt; waar by ook gevoegd is een gezigt van het flot van Otranto, in zyne tegenwoordige ruïnen. Enige jaren later, in 1788, kwam ook in het licht, zyn beroemd Treurfpel : The myfterious mother , vol van akeligheden, waar van hy zelf flegts 50 Exemplaren uitdeelde, terwyl hy echter niet beletten kon, dat het in 1791, te Dublin, nagedrukt werd. Sedert twee jaren is het ook in Engeland enige malen herdrukt. Men meent, dat hy de hoofdrollen van dit Treurfpel voor de bekende Actrice Mrs. Pitchard beftemd had. Evenwel kon het, tot hier toe, van wegen de opëengeflapelde fchrikbarende bedryven, welke men daar in aantreft, niet ten tonele gevoerd worden.. Tot zyne kleine fatyrieke fchriften behoort ook nog: A Letter to a f.riend in the country , containing an account, of the Giants lately discovered, 1766. 8°., welke naderhand in Uilly's liepojitoris weder herdrukt is. Men vindt daar in vee! byr.en.le fpot'erny over ene, ontdekking van grote menfchenbeendeien in Paraguay, waar van men destyds veel ophef maakte. Tot dat foort van aanvallen, welke hem even weinig eer aandoen als zyne fpotterny over Rousseau, behoort ook de koele en veragtelyke wyze, waar op hy den oorfprongelykenChatTERton behandelde, en misfehien ook even daar door tot deszelfs ongelukkig einde veel bydroeg. De brieven, waar mede hy zich daar over verontfchuldigt, kunnen roeh het feit' zelve niet ongedaan maken, dat ïiy namelyk naar Parys vertrok , zonder den armen Chatterton zyne papieren te rug gegeven te hebben. Over het geheel maakte vernuft en een al-omvattend geheugen, 't welk zelfs in zynen hoogden ouderdom, nog zeer fterk was, de blinkendfte zyde uit van dezen, als Mensch en als Schryver, zonderlingen man. Met hem is ene wandelende Boekery van Anekdoten en Engelfche Letterkunde verloren gegaan, tot welker behulp hy in een gebouw naast aan het zyne, te Strawberryhi'll, alles, tot de kleinfte pamphlets toe, fiad opgezameld, wat, federt de komst van George I. op den throon , in Engeland was gedrukt geworden. Hy kon deswègens ook by uitftek onderhoudend en ouuitputtelyk in het vertellen wezen , en hy had de gehele fcandaleufe chroniek van alle de hoven en grote {Jteden van Europa, als de oudfte adelyke vryer van Crootbritannien., z > op zyn duimpjen, als weleer een Lieutenant de Police van Parys de lyst der galante dametjes van het PaLiis-Royal. Hy was ongetrouwd, of men moest de jicht als zyne levens-gezellin en bedgenote befchouwen willen; deze toch- teisterde hem 50 jaren lang zo onophoude- lyk, dat hy op het laatst geheel en al verdraaid, als een geraamte geworden en tot malkaêr gegroeid was, terwyl hy echter nog zyne zielsvermogens en vrolyke luimen, tot aan zynen laatften ademtocht, behield. Eerst in zyn 77fte jaar, begeerde hy aan ene der Gezusters Berry, aan welke van beide was hem om het even, zyne hand te geven, om dezelve voor de bewyzen van vriendfehap, door haar aan hem gegeven , door zyn vermogen te belonen. Doch beide floegen zy dit aanbod edelmoedig af, en omringen echter daar voor, in ene Codicil van zyn, dik testament, elk een legaat van 4000 ponden en alle de nog ongedrukte papieren en handfehriften, welke zy nu onlangs , voor ene aanmerkelyke fomme, aan den Boekverkoper Robinfons, verkogt hebben. Dezelve zullen, volgens daar van gedane aankondigingen {Monthly Magazine. 1797. July p. 53.) te^en het einde van dezen winter, in 5 gr. 40. Delen, met 164 platen (waar onder ook de tekeningen van Lady Beauclerk , voor de Myfterious Mother , gevonden worden) te gelyk met Dr. Coxe's Memoirs of the life and the adminiftration of Sir Robert Walpole , in bet licht komen, als mede ene zaakryke briefwisfeling met de beroemdfte mannen van zynen tyd, welke alleen enige Delen uitmaakt; de befchryving van de Villa te Strawberryhill; ene ryke verzameling van Anekdoten van het H >f van George L en II.; een geheel nieuw foort van fatyrieke verhalen, hieroglyphic tales; een nieuw Drama: Nature wil preval le; Aanmerkingen over het Bly- en Treurfpel ; en de papieren over Chatterton , benevens ene menigte andere belangryke ftukken. Walpole is zeer dikwyls gefchilderd en in plaat gebragt, doch 'er beftaat flegts een enkel welgelykend Portrait van dat geen, wat de jicht aan den zonderbaren man overig gelaten heeft, door George Dance. In het European Magazine, van 1797, van de maanden April, Mey en Juny, ftaan Memoirs van, zyn leven, en voor het ftuk van April, zyn Portrait, naar Reynolds. Men vergelyke ook Gentleman's Magazine van Maart p. 256—26a , en Augustus p. 707, en Monthly Magazine Maart p. 238. ENGELSCHE LETTERKUNDE, Elfde Befchouwing, Reisbefchryvingen, Aardryks- en Plaatsbefchryving. De Engelfche Keurmeesters van boeken m.'ken 'er zelve geen geheim van, dat het met hunne Letterkunde, in 1 a het  ( 68 ) het vak der Reisbefchryvingen, tegenwoordig, maar zeer zober gefield is. In het Monthly Magazine, dat veel onpartydiger en naauwkeuriger gefchreven word, dan deBritisch Critic, zo yverig altyd in de weer voor de Ariftokratifcne faftié, worden, in het ftukje van July I. 1. flegts twee voorname Werken, in dit vak , en dat nog wel vertaalde, opgegeven, te weten het vervolg van Le Vailland's Reizen; waar van egter de Engelfche vertaling op verre ra niet halen kan by de fierlyke Hoogduitfche, die te Beriyn is uiigekomen; err-de Reizen van den Graaf v. Stollberg, welken onder den tytel : Travels through Germany, Switzerland, Italy and Sicily, London. Robinfons, 1797. 2 Vol. in 4°. met 19 platen, 500 en 656 p. ( 3 Pf. 3 Sh.) onlangs uitkwamen. Tomas Holcroft, die thans algemeen voor de beste Hoogduitfche Vertaler gehouden word, heeft met deze overzetting inderdaad een Meesterlluk geleverd, daar hy het oorfprongelyke zeer konftig verkneed en hier en daar befnoeid beeft. Hy geeft, in ene breedvoerige Voorreden, de redenen op van zyne behandeling, en klaagt daar by bitter over de Complex conftruUion , indifinite grammar , licentious Orthography, and perplexed idiom of the Ger.man language, dog geeft te gelyk zeer goede regelen op van zyne konst, die elk Vertaler behoord te lezen. Het algemeen oordeel over het werk zelve is in Engeland zeer gunftig uitgevallen, en het zal , uit dien hoofde» de lieveling worden van de Italiaanfche trekvogels. Het voornaamfte inlandfche werk, 't welk gedurende her jaar 1797, in t licht kwam, is de, federt 2 jaren aangekondigde, en, onder Koninglyke onderfteuning, door den Hof Boekhandelaar Nichols met alle mogelyke pragt bezorgde, Chinefche Gezantfchaps-reize, die de Hr. G. Staunton, uit de aantekeningen van Macartney en van het gehele reisgezelfchap verzameld , en in geen onbevallig kleed gedoken heefr.. Dit werk (waar van wy reeds rn onze vorige No. 216. een kort verflag gaven) is met onfelooflyke gretigheid gekogt; en Nichols ligt tegenwoordig daar over in proces met zyn Confrater Stockdale, die 'er een Abridgetnent, in 10 ftukjes, voor nagenoeg 7Guldens, van uitgeeft, daar de eerfte druk in Londen niet minder dan 6 Guinies kostte.. Van de Hoogduitfche Overzetting, die de Hr. Huttner, in Londen, een van de Reizigers, vervaardigd heeft, is het eerfte Deel, reeds voor enige weken, by Gefsner, te Zurich, uitgekomen. In Duitschland zelve is een kort dagverhaal van deze Reize uitgekomen , 't geen Huttner alleen voor zyne vrienden in Duitschland- fchreef: Huttners Nachricht von der Brittifchen Gefandfch.ftsreife durch China 'and einem Theil der Tartary. Beriin. Vofs, 1797. 1-90 p. in 8°. Volgens het oordeel, 't geen men in Engeland zelve over dit ftukje veld , is 'er uit deze weinige bladen meer lichts te halen, dan uit het pragtige ^r-o^e werk zelve. In het jaar te voren nog kwam 'er ene vry vlugfige reisbefchryving door het Zuid-Oostelyk Europa uit: Travels in the year 1792, through Frame, Turkey and Hungary to Vienna; concluding with an account of that City. In a Serieof Letters to a Lady in England. By William Hunter. Esq. White 1796, 450 p. in 8S. (6 Sh.) De Schryver begint met vervloekingen tegen de Franfche Demokratie, verteld vee! nadeligs van de traagheid der Turken, fcbildert de ondeugenheid der tegenwoordige Grieken naar bekende feiten , en eindigd met uitbundigen lof op de gelukkige Engelfche Conftitutie. Over Hongaryen verneemt men flegts weinig, en omtrent Wenen het alledaagfche, zo als men het, onder het doorvliegen, in der yl kan neerpennen. Veel uitvoeriger en naauwkeuriger, voor zo verre Hongaryen en Wenen betreft, heeft een andere Engelfche Reiziger een gedeelte van die oorden befchreven : Travels m Hungary, with a Short account of Vienne in the year 1793.. By Robert Townfon. Illustrated with a Map and 16 Copper plates. Robinfons 1797. 524 P- in 40. (1 Pf. 12 Sh.) De Schotfche Arts Townjon, hield, in de 5 maanden, gedurende welken hy zig in Hongaryen ophield, korte aantekeningen, die hy, federt t'huis, uitbreidde. Hy reisde voornamelyk als Natuuronderzoeker, en zyne Botanifche enEn^ tomologifche aanmerkingen zyn, inzonderheid, van grote waarde: echter bevat het werk ook verfcheidene belangryk ke Staat- en Menschkundige waarnemingen. Hy begint met . ene fchets der Zedelyke en Geleerde Stigtingen, in Wenen, en fpreekt onder anderen met veel ophef van de Kruidtuin in Schönbrunn. Te Wenen fchilderde men hem het karakter der Hongaren met zwarte verwen: dog hy doet, als ooggetuigen, deze edele Natie volkomen regt, en commentarieerd het loflyk getuigenis, dat Voltaire daar van geeft: Une Nation genereufe, lefleau de fes tyrans et Vap* pui de fes fouverains. Niec zonder nut en vermaak leest men zyne Botanifche en Mineralogifche wandelingen op het Carpatisch gebergte, en deze en gene kleine ontmoetingen, hem daar op bejegend: fchoon men ook al ettelyke befchryvingen, gelyk die van de baden van Ofen en Groiswardein, wel een weinig minder afzigtelyk zou verlangen. De bygevoegde Kaart is, dooi verfcheidene tekens, en illumineringen, te gelyk een Botanifche en Mineralogifche produkten-kaart geworden, hoedanige wy tot nog toe van Hongaryen niet bezaten. In een afzonderlyk aanhangzel vind men zyne Botanifche en Entomologifche aanmerkingen zeer goed byeen gevoegd, en men zal, naar deze proeven te oordelen, gene geringe vermeerdering dezer wetenfchap te danken hebben aan de door hem aange* kondigde Elements of Mineralogy. Gelyk men hier over Hongaryen voldoende berigten ontvangt , zo zullen ook vele Lezenr, niet weinig onderhoudens vinden, overKonftantinopel, de kust van Troyen en de Eilanden van den Archipel, in het volgend, met zo veel fmaak als pracht gedrukte werk : Conftanünople ancitnt and modern, with Excurfiotis to the fhores and Islands of the Archipelago and to the Troad. By James Dallaway, M. B. Cadell 1797, 415 p. in 4». met 10 platen in aqua tinta, beftaande in Gezichten van Konöantinopel, de Kust van klein Afien en Troas* Dal-  ( 69 ) Dallaway was, by den Engelfchen Gezant te Konftantinopel, Sir Robert Liston, Predikant en Geneesheer van Embasfade, had, Haar door, gelegenheid, om dezen klasfieken grond voor een gedeelte, herhaalde keren, te bereizen, en geeft in 26 Afdelingen verflag van bet geen hy deels zelfs gezien, deels uit andere werken (byzonder by Rycaut en d'Ohifon) gelezen en getrokken heeft. Het laatRe is zekerlyk meer dan het eertte: met dit alles treft men 'er lezenswaardige befchryvingen aan, gelyk van het binnenfte Serail, anecdotes van de Sultanes en de inwendige Cabalen aan het Turkfche Hof, onthalen in den Oosterfchen fmaak, gelyk by den Aga van Ayasmath, of het oude Pergamus. Byzonderlyk is het niet onaangenaam, na de laatfte yverige nafporingen der ligging van het oude Troyen , door le Chevalier , Bryant , Watkins en Choifeul Gouffier, te vernemen, wat deze nieuwe ooggetuigen daar van zegt, en dit te gelyk opgehelderd'te vinden met ene afbeelding in aqua tinta. 't Geen le Chevalier dienaangaande beweerd, word hier door, met ene geringe uitzondering, ten volle bevestigd. De aan het flot gevoegde berigten nopens den nieuwften ftaat der Armenifche en Gnekfche Kerken, kenfehetfen ook overal een Man, die uit eigen ogen ziet, en die tevens ten oogmerk heeft, om, ten vervolge op Gibbon, ene gefchiedenis van hetOttomannisch Ryk te fchryven, van het jaar 1453 tot op den dood des laatften Turkfchen Keizers Abdul Hannd in 1788. Ook zal de laatfte Afdeling, over de nieuwe Gnekfche taal , nevens twee ftaaltjes van derzelvei Dichtkonst, fchoon in ene enkele vertaling uit Metastafio beftaandc, velen zeer bevallen, daar de jongde gebeurtenisfen mogelyk weidra onze opmerking op de nieuwe Grieken en derzelver taal zullen leiden. {Het vervolg in onze eerstkomende:) PROGRAMMA! Dat het tegenwoordig tydvak, veel uitmuntende Dichtstukken en Verhandelingen, verfchuldigd is aan den aanmoedigenden maar biilyken prikkel van uitgeloofde Eerbe- looningen en dat dit, althands in ons Vaderland, fteeds ten doel had, de bevoordering van waare Gods^ dienst, deugd, het Maatfchappelyk geluk, nuttige Kunften en Wetenfchappen, is overvloedig bekend; en kan ter eere der Menschheid, uit zoo veele Prysvraagen en desfelvs bekroonde andwoorden, als op dit oogenblik het light zien, ten vollen blykan. —— Het is ook tevens eene waarheid, dat dezelve meest al ten voorwerp hebben , enkelde en bepaalde zaaken en onderwerpen — eene fchikking zoo noodzaakelyk als goed, gemerkt de bepaaling der menfehelyke vermogens: die in het een of ander nuttig vak, en maar zeer zeldzaam in verfcheidene, zich bizonder gelukkig ontwikkelende, daar door boven anderen in dat zelve vak, in ftaat worden geiteld, hunnen Natuurgenooten van weezendlyk nut te zyn Dit in het oog te houden, en te gelyk alle moeelyke ruimte aan het veld der befpiegelingen , in het beantwoorden eener voorgeftelde Vraag te geeven, zoude voorzeeler, en het meest aangenaame, en bet meest nuttige voor elk in zich bevatten; dan, wie gevoelt niet dat deeze gepaard gaande voordeden alléén zouden te vinden zyn in het behandelen eener gefchiedkundige ftoffe, het zy aloude, het zy jongere of hedendaagfche? En dee/e beide voordeelen zullen wederom, weerkeerig, vergrooten in reeden van den Rykdom, dat is de grootheid en veel. heiJ yan merkwaardige gebeurenisfen, tot de kortheid van. het Tydperk waar in dezelve zyn voorgevallen. En, daar elk denkend weezen, 't welk niet geheel onbekend is met de gefchiedenisfe der waereld , verrukt moet ftaan by de befchouwing der verbaazende gebeurenisfen, in deeze bynaa afgeloopen agtiende Eeuw onzer jaartelling, op de waereld in 't gemeen, en het waereld-deel dat wy bewoonen, in 't bizonder, voorgevallen; daac even dit zelve, in den kleenen Kring van het zoo ftraks te noemen Gezelschap, te meermaalen het onderwerp des gefprekken en opmerkingen was, wierd het Gezel¬ fchap zeer natuurlyk geleid tot de Vraag, of het niet eengepast middel ter opwekking onzer Landgenooten , om op de wonderbaare beftuuring der Goddelyke Voorzienigheid meer bizonder te Ietten en die te eerbiedigen, zyn zoudeHen de evengemelde. groote en merkwaardige veranderingen der Tooneelen van deeze waereld, in deeze agtienda. Eeuw hebbende, plaats gehad, in eenen geregelden afloononder het oog te brengen ? — Het Gezelfchap. meende zich ddir V3n eene alleree» wenschte uitkomst te mogen beloven. Dan niemand van desfelvs Leden,, zich.durvende oordeelen berekend te zyn ter onderneeming van deezen taak fchoot aan het zelve, om van deeze zyde ook nuttig voor de Maatfchappy te zyn, niets over, dan daar toe zoo veele braave, verftandige en verheven Dichters en Dichteresfen, als zich in Nederland tot roem van het zelve bevindenden waar in ook dit tydperk bizonder uitblinkt, uittenoodigen De Arbeid van dien Dichter of Dichteresfe , welke hier in het gelukkigst (lagen zal, kan, en dit gevoelt ! het Gezelfchap ook, niet naar waarde beloond werden; maar desfelvs Naam en Roem, zoo duurfaam te. doen zyn, als een gedenkpenning van het fynfte metaal die kan maaken, dit zal het Gezelfchap allezinds trachten.. Ten dien einde , bied het zelve Gezelschap., onder de Zinfpreuk: Nuttig en Gezellig; zederd eenen reeks van jaaren te Mydrecht ffand hebbende, eene belooning vaij Vyftio Goude Ducaatkn, aan die Dichter of-Dichteresfe, welke door het Gezelfchap zal worden geoordeelt, het beste in Nederduitfche Vaerzen te hebben bezongen, alle het aanmerkelykfte, in den loop deezer Eeuw. zoo ia als buiten Europa voorgevallen. —> 1 3 D&  ( ?° y De voorderingen en ontdekkingen in' Weetenfchappen, Kunften en andeie tot heilzaame eindens leidende zaaken waare verlichtingen van veelerley aart, de omwentelingen in de regeeringsvormen van Volken en Staaten Kerk en GodsdienstgefchiedenKfen, de uitmuntende perfoonen welke in dit tydperk ten Tooneele zyn verfcheenen: dit zyn de voornaa'mfte onderwerpen welke hfct Gezelfchap verlangt , in dit Dichtstuk , dat gevoeglyk Eeuwzang, zouden kunnen genaamd worden, behandelt te zien: het zegt de voornaamfte, om dat veele aanmerkelyke gcallen of'hier toe betrekkelyk of hier nevens kunnei.de geplaatst worden, den Zangeren in het behandelen deezer ftoffe, van zelve voor den geest zullen komen. Het Gezelfchap moet hier inmiddels by te kennen geeven, dat het geenzinds haar verlangen is, om hier die byzonderheeden en bykoomende omftandigheeden te vinden, welke vereischtens zyn van de zuivere gefchiedkun- de, of in eene leevensbefcbryving noodzaakelyk is: dit toch zoude de Taak niet zyn van één mensch, en geen werk om te vervaardigen binnen den weinigen tyd, welke deeze Eeuw nog maar vóór zich heeft. Het Gezelfchap zoude aan het oordeel van Hen, die by deezen worden uitgenoodigd , te kort te doen , met aan dezelve nog duidelyker te willen berichten , dat alleen bedoeld word, alle bet bizonder merkwaardige van deeze Eeuw, met onderfcheiden trekken, in helder licht te ftellen; gepaard met zulke aanmerkingen , als de Dichter of de Dichteresfe omtrend het gewicht en belang der daar by behandelde ftukken, mocht oordeelen genoegzaam te zyn. Laatende dezelve voor het overige 'volkoomen vry in or- dre of fchikking en uitbreiding. En daar het Gezelfchap zich voorbehoud om de inkoomende Zangen, althands die welke behalven de bekroon de zulks zullen waardig gekeurd worden, met de naam van desfelvs Dichter , indien deeze daar toe de vryheid verleend, behoorlyk en op eene wyze in alles aan dit groot onderwerp eevenredig te doen drukken, — zoo beloofd het Ge/.elfchap aan hen alle, die derzelver Arbeid hier aan het Gezelfchap toezenden, elk twee, met een gepaste fchoone titelplaat voorzienne, keurig ingebonden exemplaaren. De ftukken moeten met een' Zinfpreuk getékend, ten geleide van een verzegeld biljet, inhoudende de Naam en Woonplaats van den Dichter of de Dichteresfe, en getékend met dezelve fpreuk , even gelyk dit by Dichtkundige en andere Genootschappen gebru'.kelyk is, vóór den eerden van Zomermaand 1800, worden toegezonden aan den' Burger Hermanus Hensuma , Secretaris te Mydrecht, Lid van onderfcheiden Genoodfchappen, en oudfte Lid van het Gezelfchap Nuttig en Gezellig te Mydrecht voornoemd, in het voormaalig Gewest Utrecht; of aan zodanig ander Burger, als nader zoude mogen worden bekend gemaakt. Terwyl voor het overige, ook dit Gezelfchap alles zal in acht neemen, wat by Dichtkundige en anders geleerde Genoodfchappen , ler gelegenheid van ingekoomen Prysverhandelingen, zoo ten aanzien van ds opeotlyke berichten deswegens, ais ten aanzien van de daadelyke bekrooning, billyk word waargenoomen; en in het algemeen zich zeer beyveren zal, em hulde te doen, aan de werkzaamheden van hen, die het Gezelfchap zullen veiëeren met de vruchten van hunne Dichtkundige Talenten; en derzelver Naamen onfterfelyk te doen zyn. Mydrecht, den isden van Sprokkelmaand 1798, het vierde Jaar der BataafJche Vryheid. J. C. Westcrwyk Fobsborgh,, Secretaris van voornoemde Gezelfchap. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISGHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Fransche Republiek. Tables Chronologiques, qui .embrasfent toutes les parties de l Histoire Uuiverfelle, année par année, depuis la Creation du monde jusqu'en 1795. Publiées en an? glois par John Blair, et traduites en franpais par le Citoyen Chautreau. Deze Tafelen, welken, by Blair, flegts tot aan 1768 liepen, beeft Chautreau tot op 179S vervolgd, en door een Alphabetisch register van zaken nog van meer nuttigheid getragt te maken. Twee Biographifche Kaarten, door den Overzetter, zeer fchrander uirgedagt , vertonen alle merkwaardige menfchen, die voor en na Kristus geleefd hebben. Alle namen zyn horifontaal naast en onder eikanderen gerangfchikt in vakken , welken van boven af de eeuwen, en door een kleine dwarsftreep de jaren, aanwyzen. Ingevolge van deze fchikking, toond de breette van eiken naam, door het punt, waar mede dezelve in den jaartafel valt, kenbaar aan een breden zwarten ftreep , zeer naauwkeurig den ouderdom van elke perfoon aan. Dit denkbeeld was nieuw , en het vereischte niet weinig moeiie, zo by den Schryver als Drukker , om het ter uitvoer te brengen. Zy hebben beiden hun oogmerk bereikt, en in zo verre is het werk , ook van den kant der Drukkonst, welke de uitterfte Geometrifche naauwkeurigheid opleverd, opmerkenswaardig. De Tafels_ zyn in diervoegen ingerigt, dat zy ook in lysten kunnen gezet worden. Bataafsche Republiek. Verhandelingen , bekromi met den Pni van het Legaat van den Heer Johannes Monnikiioff, Twede Deels. Eerfte Stuk; bevattende de Verhandeling over de uitwendige Hulpmiddelen tegen de Breuken , door Francois Jas, Stads Heelmeester en van den Gerechte der Stad Amfterdam; waar aan de Gouden Eérepenning, in den jare 1797, is toegewezen. Hei  ( m ) ■ Het dagt den Bezorgeren van het Legaat van wylen den agtingwaardigen fiere J. Monnikhoff, in hun Programma van den jare 1794, goed, de volgende Vraag, ter beantwoording, voofteftellen: „Welke zyn de uitwendige hulpmiddelen, die, van 'de vroegfle tyden af, en door alle de „ tydperken van het btöeffaien der Heelkonst, ter gtneczing, ,, tegenhouding, en voorkoming der Breuken, zyn in het werk „ gefield, befchreeven en gemeen gemaakt? Doch op deze Vraag, ten dien tyde, geen voldoend antwoord ontvangen hebbende, beftoten' zy, dezelfde nog eens voortedellen, om in het laatst afgelopen jaar, beantwoord te worden; en hebben zy dan ook, de bovengemelde Verhandeling, van den Burger F. Jas, ontvangen, en aan-dezelve, den Gouden Eerepenning waardig gekeurd, en, zo het ons toefchynt, mee het hoogfte regt. Immers na, dar de Schryver, in ene korte Inleiding gezegd heeft, dat de Ouden, van de vroegfte tyden af, de Breuken reeds gekend hebben, doch dat zy van derzelver waren aart onkundig waren , gelyk blykt uit de zo menigvuldige als verfchillende hulpmiddelen, en zeer zamengeftelde behandeling, die zy in het werk (lelden, ter genezing der Breuken, gaat hy in het werk zelve voort, om, in vyf tydperken, alle de uitwendige hulpmiddelen, die van de eerdé tot de agttiende Eeuw, door de beste Schryvers, zyn voorgedeld, te be fchryven: uit welke befchryving duidelyk blykt, dat de Schryver, met waarheid zegt, dat na dat 'er over dit 'ftuk der Heelkunde een meerder licht verfpreid wierd, men ontdekte dat vele dezer middelen, als overtollig, ja zelfs fchadelyk voor den Lyder waren; befluitende hy deze Verhandeling, met enige bygelovige geneeswyzen, die tegen jdit ongemak, zo in vroegere als latere Eeuwen, zyn in het werk gefteld. —■ Gaarne wilden wy, iets uit dezelve, ter aanpryzing, overfchryven, doch dit is, uit den aart der zake, niet wel mooglyk, derhalven zullen wy alleenlyk zeggen, dat deze Verhandeling, aan het oogmerk der Vraag zo wel beantwoord, dat zy der herhaalde lezing overwaaxdig is. NJEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTSTUKKEN. Paris, 17 Frimaire VAn. VI. Men ziet hier thans een nieuw Pxodukt in het vak der Konften, 't geen een gevolg is van den hardnekkigften yver, het taaifte geduld, en de uitterlte Wiskundige juistheid; zynde de Stad -Parys , in uitkomend beeldwerk. Negen jaren heeft de Konften.aar doorgebragt met zyn arbeid in die volkomenheid te brengen , waar in dezelve zig opdoet. Hy heeft zig niet te vrede gehouden, met alle Tekeningen en Plans van Parys te vergelyken en te verbete-. ren, maar heeft ook alle de ftraten en pleinen afgeme¬ ten en de ongelykheden van den grond dier byster grote Stad waterpas bepaald. De'grootfte middellyn van zyn Plan, in de lengte van Oost tot West, is 15 voeten, De gemiddelde grote der huizen, is 3 lynen. De Konllenaar heeft zyne naauwkeurigheid zo verre gedreven, dat elk Ingezeten van Parys in Haat is om zyn eigen huis,.plaats en tuin aaniewyzen. De openbare gebouwen en pleinen hebben ene in 't oog vallende gelykenis, en men ziet aan dezelve niet alleen de Afmetingen , maar de fieraden en verwen. De afwisfelende hoogten en laagten der Stad, geven aan het plan ene waarheid, die aan het betoverende komt, .wanneer men zig, met zyne gedagien, op Montmartre plaatst, en zig verbeeld van deszelfs top over-het nabyliggend Parys heên te zien. De Konllenaar heeft, met zeer goed overleg, door de nuancering der koleuren het oog een itcunpunt weten te verfchaiïen; iets, dat zo zeer gemijt word aan het Model-plan van Romen , 't geen voorheen op de Boekery van St. GeHoveva flond, en tegenwoordig aan de Natie toebehoord, waar by het vermoeid oog zig blind ziet aan ene witte masfa van Oips. 300,000 bomen , welke de verfcheidene openbare wandelplaatfen, pleinen en tuinen aanvvyzen, wisfelen, op ene bevallige wyze, met de koleur der pannen en leyen van de daken af. Dit plan kan, door middel van fehroeven, uit een genomen, in drie matig grote kisten gepakt en van de éne plaats naar de andere vervoerd worden. De Konllenaar is voornemens, om een reisje naar Engeland, met zyn Konstft.uk, te doen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN- tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de hdishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Peyzew der Granen, op 26 Febr. te Amsterdam. tarw. HeQLytl GERST. HêtLast PooHche bonte en witte iSoaliö Vriefche Wintergarst . 70385 dito rode . ■ 17a a 20c Gron. en Oidamlche . 70 a 85 Elbing. en Heugte . 170 a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 70285 Koningsberger . 165 a 190 Dito Zomer . . 70385 Vriefche . . . 140a i7ojDantziger en Elb. . . Bovenlandfche . , . 1453180 Voorlamlfche rode . . 135 a 160 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche .... 1753195! n -/-ruR0GGE* IBrouwhaver . .54865 Pruisfifche . . i 9o an6|Witte Voeder dito . «a« Koningsberger . . 90 a nö Boekw. Amersf. en Gooil. £23325 Gedroogde. . . 110 aiió Dito Brab. en Vlaam. £ 23335 Zaad,  ( 7* ) Zaad, Olt en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 4sï Overm.'t Last. . £ 47» 5° Dito Lyn . ƒ 47* Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 50$ 5 Schep. Rigaas ƒ roaio] Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . ƒ 7+a 8+ van 12 Stek' • • / iao Dito Rode . . /108 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 tn. g 85 £ -ifr Cadix ■ - 84;, J.isfabon ——- - 57 j Nieuwe Ducat. ƒ 5,12, Venetien n - 90V Oude ger. dito - 5,10,9 Livomo ... - j)8j;a| Nieuwe Louis d'Or - 11,5,3 Parys. 2. m. ,. . - Guinies - 12,4)» dito kort. /-mAS»S-- Piftolen -9,109 Idem in Specie -57»-** Franfche Kronen -55ja55 Londen. 2. m. {$ Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hamhuig 2. m. Ct. fl. 37T%ai B?. Agio yen den Bank - 94jM PCt. Dito kort - 3o"J£a| -— Wenen id. B°. - 3f">i Van Hamburg gaan, dit jaar, naar Groenland, ter -Walvischvangst, 18, van Altona 10, van Gluckftadt 11 en van Bremen 5 Schepen. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der IN-e en UIT LAND SCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland 24 prCts. 36 a 40 prCtt. Geforceerd en Restanen van Lotén 30 a 32 prCt. Zeeland 2'; piCts. 23 a 28 prCt. Friesland 2 prCts. 35 a 38 prCt. Utrecht 2} prCts. 44 a 46 prCt. Generaliteit 3 prCts. 40 a 42 prCt. Last- en Veiigeld 2$ prCts. 34 a 36 prCt. Prins van Orange 24 prCts. 26 a 28 prCt. O. I. C. Lot. 1785-1790. 3 prCts. 24339 prCt. Engelsche. Bank Act 119a i2oprCt. O. Ind. 145 prCts. Z. Zee — prCt. O. Z Z. Ann. prCt. Dito nieuwe 48 prCt. 3 prCts. Gec. 49 prCt. Dito gerd. 48^ prCt. 4 nrCts. Geconf 60 prCt. Lond. 6 Febr. 1708. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 93 a 94 prCt. Dito 4 prCts. 82 a 83 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 88 a 89 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4^ prCts. by Staphorst 67 a 68 prCt. Akkers iite Negot. 82 a 84 prCr. Dito 2de Negot. 73 a 74 prCt. Kwik en Wenerb. 5 piCts. 75 a 77 prCt. Dito 44 prCts. 67 a 68 prCt. Dito 4 prCts. 64 a 66 prCt. Spanje 44 prCts. 75 a 76 prCt. Dito 3§ prCts. 61 a 62 prCt. Rusland 5 prCts. 85 a 86 prCr. ' Dito 4^ prCts. 84385 prCt. Dito 4 prCts. a 84 prCt. Zweden 5 prCts. 963971 prCt. Dko4£prCts. .9). a 95 prCt. Dito 4 prCts. 89 a 90 prCt. Denemarken. Toll. 4 prCts. 98|a99* prCt. Dito Holflein 4 prCts. 973 98 prCt. Dito Leen. en Wisf. B. 4 prCts. 98a9yprCc Ditd Kroon 4 prCts. 96 a 97 prCt. Polen 5 prCts. 92 a 90 prCt. Saxen Onverwisf. Steuer 3 prCts. 37ja38 ftv. Dito Ordin. 3 prCts. 38 a 384 ftv. Dito Kamerft. 3 prCts. 36337 ftv,Dito 2 prCts. 29a 30 ftv. Amft. 26 Febr. 1798. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 122 en te Haarlem j3, onder welken laatften 8 beneden de 12 jaren. In Ehstland zyn, in het vorig jaar, 8814 menfchen ge. boren, en flegts 4827 geftorven. Het getal der getrouwden beliep op 2082 paar. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haerlem. baro- the5- hygro- streek luchts- Feb. me- mome- me- der i gesteld • 1798. ter. ter. ter. wind. 1 heid. C29. 6l 33 82 z z. w. 21 l 29. 61 37^ 80 z. «Peest "««rotten en I ï 02 ■ freeuwbuijen. C 29- 6} 304 92 z. z. w. | C 29- 4J 3J-| 75 z. o. zeer harde wind ; voorm. 22 l 29. 41 35 89 z. z.0 fneeuw; nam. betrokk. lig. 5\ 36 80 z.z. w. 'savonds bewolkt. f20 " 3 7-1 70 z w 's morg. helder; voorm. ,„ I .i1 Li 7 , w bewolkt .-verder regen; 23 < 29. 8j 45 7Ö z. z. w. *6avonds met zeer harde l_ 29- 6\ 44 95 — wind; 'snagts norm. C29- 5* 47 92 2 w regen; 'smorg. zware 24 l 26. 6 46 98 w n.. w. florm; voormidd. harde ^ 29. 5» 4If ioo n. | wind;'savonds ftil. V 29- 5 4° 77 harde wind, 25 < 29. 6\ 45 69 w-z-w- omtrent helder. C29- 7 38j 8S — C29. 7\ 41 81, W. wolken; voormidd. 26 ( 29. 81 441 74 w. t. n. harde wind; C3°- Ti 32£ 82 w. z.w. Avonds ftil. C30- H ~~3H 95 z. w. 27 {30- 2' 44| 75 — wol&enL 30. 3| ! 36i- 95 Z- z. w. Te Haarlem, by A. h O O S J E S, Pz.  i798- No. 219. NIEUWE A LGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Prydag den 9 Maan. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. In de maand September (Fruftidor') des voorleden jaars, heeft de klasfe der Natuur- en Wiskunde van het Nationaal Inftituur, te Parys, een befluit genomen, ftrekkende tot begunltiging en bevordering van het algemeen gebruik der nieuwe Maten en Gewigten, hier in beftaande: dat alle de berekeningen en benamingen met en van die Maten-"en Gewigten in de Verhandelingen der binnen- en buitenlandfche Leden der klasfe, en zelfs in die van vreemde Geleerden, welke zy der uitgave waardig zal oordelen, zullen worden gebruikt; dat dezelve berekeningen en benamingen mede gebruikt zullen worden in de Verhandelingen , welke aan het onderzoek der klasfe zullen worden onderworpen; en dat dit befluit langs den gefchiktlten weg ter kennis der buitenleden en van het publiek zal worden gebragt. De Generaal Buonaparte heeft in het voorleden na jaar, aan de Commisfansfen over de Konstftukken van Italien, by het eindigen hunner zending, het volgend lofTelyk getuigenis gegeven, in enen brief aan het Uitvoerend Bewind, van den volgenden inhoud: „ De Commisfarisfen van het Beftuur ter nafporing der voorwerpen van Konst en Wetenfchap, in Italië», hebben hunne zending ten einde gebragt." IX. Deel. „ Deze bekwame en verdienftelyke mannen hebben de Republiek met enen voorbeeldelozen yver, werkzaamheid , zedigheid en belangeloosheid, gediend; fteeds alleen bezig met het oogmerk hunner zending, hebben zy zich de achting van geheel het Leger verworven. Zy hebben aan Italien, in ene zending van zulk enen tederen aart, als die waar mede zy belast zyn geweest, het voorbeeld dier deugden gegeven, welke doorgaans uitmuntende begaafdheden vergezellen." In Vendemiaire (Oclober) 1.1. ontfing het Nationaal Initituut, van den Minister der Binnenïandfche zaken, enen officielen brief, waar in door hem wordt medegedeeld een befluit van het Uitvoerend Bewind, betrekkelyk de gevolgen der deportatie, ten aanzien der Volksvertegenwoordigers, der leden van het Direltoire en der Journalisten, die tot deze ftraf zyn veroordeeld geworden , en leden waren van het Inftituut. Uit de ftraf van deportatie volgt, dat de perfonen, 'welke zy treft, niet meer Franfche Burgeiszyn, en dat dus derzelver plaatfen by het Inftituut, rechtens en dadelyk vacant zyn geworden. Diensvolgens nodigt de Minister de drie klasfen van het Inftituut, om zich ten fpoedigften onledig te houden met de vervulling der opengevallen plaatfen , en daar toe nieuwe nominatien te maken. Carnot behoorde tot de eerfte klasfe, Pastoret tot de twede Sicard en Fontanes tot de derde; gene was lid van het Dredtoire , deze van den Raad der Vyfhondcrdeu en de twee laatften waren Journalisten. K Het  ( 74 ) Het Inftituut heeft zich reeds bezig gehouden met ene lyst van Candidateu te maken. Het Nationaal Inftituut, heeft den 15 Vendemiaire, (6 Oetobcr 1. 1.) ene openbare zitting gehouden; wy hebben van die, des voorgaanden vierendeel-jaars, gehouden den 15 Mesfidor (9 July ï. 1.), gewag gemaakt op bladz. 33 van het voorgaande of VHIfte Deel van dit Blad , èu zullen thans weder van de zo evengemelde, en, by ene volgende gelegentheid, van de laatstgehoudene, die van Nivofe of January, berigt geven. De Secrerarihfeii hebben de zitting van Oétober geopend , met een berigt nopens de werkzaamheden der drie klitsfen van het Inftituut. De Burger Villars, Secretaris van de derde klasfe, heeft de Lofreden op Louvet gelezen. De Burger Laspy, Secretaris van de eerfte klasfe, die op Pelletier. De Burger Guyton las ene Verhandeling over de vegetale zelfstandigheden , die in de verwery gebruikt worden. De Burger Monges las ene Verhandeling over de typen der Munten, vergeleken met die der Gedenkpenningen. De Burger Roederer las, als fpreker van de twede klasfe , enige aanmerkingen over het geen in de voorgaande zitting tot onderwerp van de eerfte Prysvraag , voor dit jaar , was voorgefteld geworden , namelyk welke de meest gefchiktfte inflellingen zyn tot vestiging der zedelykheid van een Volk. De Burger MoLé las, voor den Burger Andrieox, een famenfpraak tusfchen twee Journalisten over bet gebruik der woorden Monfieur en Citoyen. De Burger Lebrun heeft de zitting geëindigd met het reciteren van twee Oden, de ene tegen de regeringloosheid en de andere tegen de koningsgezindheid. De tyd der zitting is ter helfte afgedeeld, door de bekroning der Kwekelingen in de Schilder-, Beeldhouwen Bouwkunst, die de pryzen , door hunne refpedtive Scholen uitgeloofd , behaald hadden. Zie hier de voorwerpen van den kunst - ftryd : voorde Schilderkunst: De dood van Cato van Utica, op het ogenblik, dat hy van zyne bezwyming'te rug gekomen, den Geneesheer te rug ftoot, met eigen handen zyne wond weder open rukt, en , zyne ingewanden verfcheurende,fterft. Voor de Beeldhouwkunde: Uly'sfes en Neöptolemus aan Philoctetes den boog en de pyien van Hercules ontrukkende, ora hem te dwingen, om hen naar de belegering van Troyert te volgen. Voor de bouwkunde: het bouwen van grote publieke Graanzolders, ten gebruike van ene grote Stad , ftaande aan den oever ener rivier. De Kwekelingen, welke de eerfte pryzen behaald hebben: als in de Schilderkunst Pierre Boucillon , Leerlingvan Monsiau; in de Beeldhouwkunst Charles Anïoine Callamard , Leerling van Pajou ; in de Bouwkunde L. A. Dueut, Leerling van Ledoux ; zullen naar Italien gezonden worden, om aldaar op kosten van de Republiek hunne ftudien te vervolgen. Onder de tnfurgenten, welke in Piemont zyn gefufilleerd, bevond zich een geaxht beminnaar der fraaye Letteren , met name Tinevelli. 'Er zyn van hem verfcheiden werken uitgekomen , en onder anderen ene Biographie van Piemont, in zes Delen, behelzende de levens van de beroemde mannen van dat gedeelte van Italien. Hy was een Kwekeling van den beroemden Denina , en was zelf Profesfor in de fraaye Letteren, te Mont-Caller, geweest. In de maand Oclober des voorleden jaars, heeft de Burger Pancouke, aan het Uitvoerend Bewind verlof gevraagd, om ene brug te doen bouwen tegen over den Nationalen Kruidtuin, en ter bevordering der communicatie tusfchen de Voordeden Antoine en Marceau. 'Er beftaat reeds een Gezelfchap tot het beduren van deze onderneming, en 'ér zal een plan van dezelve worden uitgegeven, zo dra het gevraagd verlof bekomen is. De Burger Prony zal het opperbeftuur hebben; de Ondernemer vraagt tot dit oogmerk generlei ondersteuning in geld van het Beduur, maar verzoekt alléén gemagtigd te worden , om een tol te heffen, door het Beduur zelve gedurende dertig jaar te regelen; midden op deze nieuwe brug zouden het Standbeeld van den Generaal Buonaparte en op de zyden die van de Generaals Massena, Berthier en anderen, geplaatst worden: ook wilde gemelde Pancouke op de fchone revolutie-brug, mede op kosten van het Gezelfchap, Standbeelden oprichten ter eere van die Generaals der Sambre- en Maas-Arroée en der andere Legers, welke de beiden Raden en het Uitvoerend Bewind, die eer waardig zouden oordelen. BATAAFS C H E REPUBLIEK. Haarlem. Algemeen bekend is het Klasfiek Werk van Abulfeda, over de Gefchiedenis der Dynadien van de Mufelmannen , inzonderheid in Azien , 't geen de beroemde en onvermoeide Reiske heeft uitgegeven. De Liefhebbers der Oosterfche Letterkunde en Historie weten, dac 'er nog een ander werk voor handen is, 't geen even uitmuntend, en nog uitgebreider is, van enen Perfiaanfchen Gefchiedfchryver, Mirchond genaamd ,  ( 75 ) naamd, beheizen.de de algemene Historie, van de oudfte tyden af tot op den groten Timur. Hy fchreef dit werk te Hirati op Chorasfan , in de 15de Eeuw der •Kristelyke jaartelling, zig hier toe bedienende van vroegere Schryvers en oude ftukken. Zyn Zoon Chondemir maakte daar van een uittrekzel en vervolgde tevens het grote werk: 'er wierden ook nog andere vervolgen op gefchreven. Alle deze ftukken behelzen ene algemene Gefchiedenis, welke enig in haar foort is, en welke alleen het Oosten in ftaat was opteleveren. Enen geruiineu tyi was dit werk niet bekend, dan uit onvolledige Uittrekzels van den Portugefchen Jefuit Teixéira, welker verzameling verfcheidene malen in het Fransch en in het Engelsen vertaald is, en uit enige brokken. die daar van uitgegeven wierden in de Bibliotheque Oriëntale d'Herbelot. Eindelyk gaf de Hr. ffe~ ritsen, te Wenen, in den jare 1782, tot een proeve van het gehele werk, 't geen hy voor had door den druk eemeen te maken, de Dynaftien der 'Facheriden en SofFariden van de 10de Eeuw na Kristus, uit. Dit ftuk , in gr. af. gedrukt, bevat, behalven het oorfprongelyk PerhTche, met de Latynfche vertaling, ook nog eDe zeer fchrandere verklaring: dan de buitengewone kosten , welke de druk van het gehele werk vereischte, deed de onderneming ftaken. Na dien tyd is 'er niets meer van in 't licht gekomen, dan nog een andere brok, over de Sasfaniden, geplaatst in de Memoires fur les Antlquités de la Perfe, door Sylvestre de Sacy.i Sedert echrer hebben de Kwekelingen van de Akademie der Oosterfche talen, te Wenen, onder het opzigt van den Hr. Jenisch, bezig geweest aan ene volledige vertaling van dit werk. De Hr. Boettiger geeft hoop, dat deze overzetting weldra het licht zal zien in 5 Octavo Delen. De Hr. J. de Muller, te Wenen, zal het werk verryken met ene Voorreden en met ophelderende Aanmerkingen. (Getrokken uit Wieland's Neue Teutfche Merkur (*).) Berigten aangaande den staat der Wetenschappen, fraaye Letteren en schone Konsten, in Piemont. Zo als dezelve kan worden opgemaakt uit enen brief gefchreven uit Ttirin den 18 Pr air tal van het IV J. der F. R. (6 Juny 1796.) Indien al de S'aatkundige gefteldheid van Piemont, «ich niet zeer gerustftellende voordoet, indien de ny- (*) Dit geleerd Tydfgbrift word tegenwoordig vervolgd door Pr. Boettiger, verheid aldaar verdwenen en de Koophandel vernietigd is, biedt daar en tegen de ftaat der Wetenfchappen aldaar, den reiziger een contrast ter befchouwiug aan, waar over hy zich moet verwonderen. Meetkunde. De Piemontezen hebben nog niet vergeten, dat Lagrange hun landgenoot was, en het moeit hen, dat hy zich elders neêrgezet hebbe. Enige van zyne medeftudenten hebben ons verfcheiden trekken verhaald, waar utt blykt , hoe drittig hy , in zyne jeugd , voor de Mathematifche wetenfchappen is ingenomen geweest. Zyn Vader wilde een Rechtsgeleerde van hem maken, en de natuur beftemde hem tot de fchitterende loopbaan, welke hy met zo veel glans betreden heeft, en die hy nog met denzelfden roem by de Ecole Polytechnique agtervolgt. De Onaf de Saluces , Michelotte ent de Abt de Caluzo, alle beroemde Mathematici, leven nog, en maken waarfchynelyk enen goeden voorraad gereed, in hunne afzondering, ten einde daar mede het ftilzwygen te vergoeden , dat zy federt enigen tvd gehouden hebben. Proefondervindelyke Natuurkunde. Het is bekend, dat Beccaria, de Vader, te Tutia het Hoogleeraar-Ambt in de Proefondervindeiyke Natuurkunde, met zeer groten roem heeft bekleed; deszelfs opvolgers, Landi en Vassali, hebben zich gunftig bekend gemaakt door verfcheiden werken over die wetenfehap, en wel byzonderlyk, over de Ele&riciteit. Het Natuurkundig Kabinet aldaar is zeer volledig. Indien Frankryk in de Scheikunde de overige Natiën al is te boven gegaan, is het ten aanzien der Proefondervindeiyke Natuurkunde, zeer ten agteren geraakt, en Turin kan een gedeelte van die voortreffelykheid boven het zelve, in dit vak, zich toeëigenen. Scheikunde. Giobert heeft een geruimen tyd lang de beginzelen der nieuwe Scheikunde beftreden; zyne onderfcheiden werken geven daarom niet te min blyken van zyne grote kundigheden in die wetenfehap, welke hem, boven dien, enen zeer geachten Eudiometer te danken heeft. Do&or Buovincini , een man zo kundig als zedig, werkt met yver aan de bevordering der Scheikunde , welker ryk hy dagelyks uitbreidt , door de ene of andere fraaye ontbinding; zyn Laboratorium is zeer wel voorzien Hy geeft byzondpre les- fen in deze wetenfehap aan de Studenten van de Univerliteit; dewyl dezelve voor als nog geen openbaar Hoogleeraar in die werenfehap heeft. Natuurlyke Historie en Plantkunde. Daar Zwitferland op de Bauhins , Frankryk op Tournefort, Zweden op Linneus en anderen b>gen, mag Turia zich verhovaardigen op het bezit van enen K a Char-  ( 76 ) Charles Allion. Deze zeventig-jarige gryzaard, is nog in het volkomen bezit van alle zyne verrtandelyke vermogens. Ily heeft, even als Bonnet, op wien hy veel gelykenis heeft, door al te fterke infpanning zyn gezicht "verloren. Zyn geleerde arbeid, dien hy aan enen bekwamen Secretaris toevertrouwde, welken hy onlangs verloren heeft, door dien hy als Secretaris van Ambasfade naar Parys is gebruikt, is nu onlangs geftaakt, om dat hy 'er geen ander in plaats vinden kon. Hy is de Schryver van de Piemonteefche Flora, en heeft de Handelingen der Akademie van Turin , met ene menigte zeer belangrybe Verhandelingen , over byna alle de takken der Natuurlyke Historie, verrykt. Voorts onderfcheiden zich mede Dana, Hoogleeraar in de Kruidkunde, en Doctor Belardi, waardig Kwekeling van Allion ; deze , bekend door een Aanhangzel op de Piemonteefche Flora, houdt zich thans bezig met een werk over de Cryptogamie. — De Kruidtuin , offchoon niet zeer groot zynde , bevat vier duizend Planten. Allion, die onvermoeid voortwerkt ter bevordering der wetenfchappen, heeft ons gezegd, dat hy van het beftuur verkregen had, dat een naburig ftuk Weiland daar aan gevoesrd zou worden, het welk voornamelyk beftemd zal zyn tot het planten van Boomgewasfen, welker getal tot hier toe niet aanmerkelyk is. Delfjlofkunde. De Mineralogie, offchoon minder gevorderd dan de Botanie, wordt echter vry algemeen beöeffend. Onder de Natuurkundigen, welke 'er zich mede bezig houden onderfcheidt zich de Ridder Napion*, die onlangs een werk over deze wetenfehap in het Italiaansch heeft uitgegeven» Het eerfte Deel handelt over de Litholoaiè • en het lezen daar van doet den vvensch ontftaan, dat'de Schryver zich fpoede om ook de twee andere Delen, welke hy belooft, uittegeven. Het ftelzel, dat hy aangenomen heeft, is gegrond zo wel op de uiter]yke kentekenen als op de Scheikundige Ontbinding der Mineralen... De Mineralogifche verzamelingen zyn hier noch talryk noch aanmerkelyk; echter vindt men, by de Akademie, verfcheide uitgezogte ftukken; het Kabinet van Allion is vooral zeer ryk in verlleningen De overige takken der Natuurlyke Historie zyn ons zeer onvolledig voorgekomen en bepalen zich enkel tot binnenlandfche voorwerpen. Geneeskunde. De Geneeskunde heeft federt het tydftip der Franfche Staatsomwenteling, door de dood van Cigna en de Somis , een groot verlies geleden. De eerfte was een der Stichters van de Akademie; men heeft van hem enige belangryke nafporingen over de Phyfiologie Onderfcheiriene Verhandelingen, in de Gedenkfchriften der Turinfche Akademie geplaatst , getuigen van de Geneeskundige geleerdheid van den laatften, en verwekken by den Lezer een gevoelig leedwezen, dat hy voor de wetenfehap, welke hy met zulk een gelukkig gevolg beöefFende, zo fpoedig is verloren geweest. Allion , wiens naam in alle vakken van wetenfchappen t'huis hoort, heeft verfcheiden werken uitgegeven over de Geneeskunde in het algemeen, over de Gierstkoorts en enige andere ziekten .... Hy is voornemens binnen kort een ander werk in het licht te geven tot ftaving van de leer van Bordeu en Fouquet , over de pols.... Onder de tegenwoordige Hoogleeraars der Geneeskunde, aan deze Univerfiteit, onderfcheiden zich in het byzonder Dana en Juli, Hoogl. der Ontleedkunde. .... Het gemis van Carburi wordt te Turin zeer betreurd. ... De beroemde Heelmeesters Malacarne en Plazza , zyn federt enigen tyd afwezig. Letterkunde en fraaye Konften. De beroemde Gefchiedfchryver Charles Denina, heeft , in 1792 , enen nieuwen zeer vermeerderden druk uitgegeven van de Revoluzioni dVtalia en delle vicende della Litteratura. De fchone Konften, kinderen der weelde en des vredes, hebben federt den oorlog gekwynd, en fchynen nog in langen tyd uit deze kwyning niet te zullen geraken , uit gebrek aan aanmoedigingen, welke het beftuur thans buiten ftaat is te geven.... VincentAntoine Revelli, heeft zeer onlangs in het licht gegeven, het ProfpeStus van een Italiaansch werk, ten titel hebbende: Opere Filofofiche Pittoriche. Het belangryke en de uitgebreidheid van zyn ontwerp verdienen, dat wy 'er hier meer byzonder gewag van maken. De Schryver zal, na ene zwierige Lofrede op de Schilderkunst, in hare Staatkundige en Zedelyke betrekkingen befchouwd, zyne onderfcheide behandelingen van de Schilderkunst, ten aanzien van dag en licht, mededelen , benevens de drangredenen, welke hem tot dezen arbeid hebben aangefpoord , en de oogmerken, welke hem daar toe aanleiding hebben gegeven. De geleerde Verhandelingen van enen Winckelmann , Menos, Sölzer enz. over het ideaal van het fchoon, zyn hem voorgekomen deze ftolfe niet alleen niet te hebben uitgeput, maar zelfs de vraag niet te hebben beflist; hy wil dezelve dus uit een nieuw en oorfprongelyk oogpunt befchouwen. Hy zal onderzoeken, op welke gronden het fchoon rust, en van welke wetten het afhanglyk is; en, na een genoegzaam verflag gegeven te hebben van Natuur- en Ontleedkundige waarnemingen , zal hy het befluit opmaken , dat het fchoon beftaat in die gedaante en bewerktuiging, welke voor  ( 77 ) de dierlyke werkingen het meest gefchikt zyn. Deze Helling zal nader wordeu bevestigd door ene naauwkeurige ontleding van de twaalf konstftukken van Beeldbouwery, welke tot ons van de oudheid zyn overgekomen. Vervolgens zal hy de werken" van Camper nagaan, de onderfcheidene geaartheden of temperamenten, de oorfprongelyke trekken, de karakters enz. be1'chryven; en, door een natuurlyk gevolg fpreken van de driften, die hy in enkele en zaamgeftelde verdeelt, van derzelver byzondere en algemene werkingen, enz. Hy zal de wyze opgeven, hoe men dezelve naar hare ware uitdrukking kan overbrengen, volgens de lesfen, welke de twaalf uitgekozen voorbeelden, die hy met eigen hand in het werk heeft afgetekend, opleveren. Niets zal den bekwamen Schryver ontfnappen, zelfs niet die afwisfelingen of golvingen van aandoeningen welke met zo groot ene fnelheid op het gelaat van een mensch, dat op onderfcheidene wyzen hevig wordt geroerd, eikanderen opvolgen. Het is voor de bevordering der kunst te wenfchen, dat de Schryver woord houde, en, zeker, fchynt de nadruk en geestdrift die in het Profpe&us heerfchen , ons daar van ten waarborg te (trekken. Akademie. De Akademie, welke aan den yver van Lagrange , Cigna en Saluces, haar beilaan verlchuldigd is, heiraat uit byna alle de Geleerden van Piemont. Derzelver handelingen beflaan ene aanmerkelyke plaats in de verzameling der Akaderaifche Gedenkfchriften. Behalven vyf Delen met Miscellanea, zyn 'er reeds vyf met Verhandelingen, in het Fransch gefchreven, uitgekomen De Leden , die gedurende den oorlog ver- flrooid zyn geweest, verenigen zig weder in het tydftip van enen algemenen vrede. De Graaf de Morozzo verdient by voortduring, uit hoofde van zynen yver en van zyne kundigheden , den post van Voorzitter te bekleden. Zyne Ambtgenoten werken met dezelfde drift, en 'er is geen twyffel aan, of deze Maatfchappy zal den fchitterenden roem, welken zy zich voor de omwending , met zo veel recht had verworven, ten vollen Itaande houden. Boekery. De publieke Bibliotheek, bevat byna tachtig duizend Boekdelen; zy -is vooral zeer ryk in werken , die tot de Natuurlyke Historie betrekkelyk zyn. De Kruidkenners onderfcheiden in deze menigte, met een byzonder vermaak, agt en twintig Delen met Platen van Planten, naar de natuur afgezet door enen Piemonteefchen Tekenaar. Ieder Deel behelst honderd vyftig Planten, en men rekent, dat het getal der Delen tot vyf en veertig opklimmen zal. Alle jaar wordt 'er een van uitgegeven. EN GELS CHE LETTERKUNDE. Elfde Befchouwing. Reisbefchryvingen, Aardryks- en Plaatsbefchryving. (Vervolg van Bladz. 69. ) Over de verenigde Noord-Amerikafche Staten heeft een Lakenkoper, uit Wiltshire, zyn dagverhaal uitgegeven, 't welk hy gedurende een verblyf van 2 maanden in de Noordlyke Staten, in het jaar 1794, deels op eigen waarnemingen , deels uic belangryke medegedeelde ftukken, heeft opgemaakt: Journal of an Excurfion to the United States of North ■ America in the fummer 1794. By Henry Wan- fey. F. R. S. a Wiltshire Clothier. Wilkie. 1796. 290 p. in 8°. De bupfche man verhaald zeer getrouw, hoe zeer hy zig in zyne verwagtingen bedrogen heeft gevonden. Hy wilde landeryen kopen en fabrieken daar op aanleggen. Zyn bezoek by den toenmaligen PreüdentWaihington, zyne naauwkeurige berigten aangaande de nieuw gebouwd wordende en nog zo weinig voltooide Stad van het Bondgenootfchap, zyne befcbryvingen van de Gevangenisfen in Philadelphia, en de echte berigten over de verwoestingen der gele koorts, zal niemand, zonder deelneming, lezen. Onder veel goeds en lofwaardigs by de Ingezetenen dezer Sia.en, vond hy ook niet weinig onopregtheid en zwendelary onder hef handeldryvend en fabricerend gedeelte, 't geen zeker EngelschSchryver, niet ongepast, a moneymaking nation noemt, van dit werk is reeds een Hoog¬ duitfche vertaling van Huttner te Londen, met'een Voorrede en Aanhangzel van Bottiger, by Vofs, te Berlyn 1797, uitgekomen. Over de inrigtirg der Gevangenisfen in Philadelphia, die voor de meeste Europefche Tuchthuizen een befchamend voorbeeld opleveren , heeft een NoordAmerikaan, uit Zuid Karolina, R. J. To>nbull, op het einde des vorigen jaars, in Philadelphia, lezenswaardige berigten uitgegeven, die onlangs in Engeland nagedrukt zyn geworden: A vifit to the Philadelphia Prifon; being an accurate and particular Account of the wife and humane admin'Jlration adopted in every part of that Building, with other remarks. London, reprinted, Philipps. 1797. 92 p. in 8°. (2 Sh.) Een ftukje, 't geen wel waardig is, om, door een bekwame hand, ook in bet Nederduitsch vertaald te worden. — Onder de Twistfchriften over de ontdekking van Amerika voor Columbus, behoort het volgend ftukje: The Welch Indians; or a Colleüion of Papers refpeEling a people, whofe ancestors emigrated from Wales to America in the year n 70, with Prince Madoc, and who are faid now to inhabit a beautiful Country on the Westfide of the Mififippi. By G. Burder. Cbapman 1797. in 8°. (1 Sh.) Eindelyk verdiend nog te worden aangemerkt, dat thans het beloofd vet volg op RobertK 3 fon's  ( ?s ) Jen's Gefchiedenis van Amerika, eindelyk in 't licht vertellenen is. Het behelsd het 9de en 10de boek, vervattende de Gefchiedenis van Virginien tot op het jaar 1788 en de oude Gefchiedenis van Nieuw - Engeland tot op 1652. Nopens den verderen inhoud zal men , in ene volgende befchouwing, verllag geven. Over Domingo heeft zeker Duitfcher, gedurende zyn verblyf aldaar in de jaren 1788—90, berigten verzameld, die, thans, uit het Franfche Handfehrift, in het Engelsch vertaald, uitgekomen zyn : A Voyage to St. Domingo. By Francis Al. Baron de Wimpfen. Translated from the original mvmfcript, wich kas never been published. Cadel. 1797. 371 p. in 8°. (ö Sh.) Deze brieven zyn aan den Erfprins van •Wirtemberg, toen deze zig in Londen bevond, opgedra .gen: en men zal de gruwelen , aan de Negerflaven ge pleegd, welken de Schryver, onder een levendig gevoel v,an menschlievenheid, daar in verhaald, niet zonder deelneming lezen. Kort naderhand is ook het Fransch oorfprongelyk, te Parys gedrukt, in 't licht gekomen. Wyders is ook nog kort geleden op deze reize van IVimpfen gevolgd: Lettre a Mr. Bryan Edwards, ou refutation de fon ouvrage, intitulé: Vues historiques fur la Colonie Fr. de St. Domingue, par Mr. le ;Colonel Venault de Charmilly. London. Ba ylis. 234 p. in 4°. Meer Letterkundig, dan Statistisch en Geographisch, is dc volgende Reishefchryving over Spanjen en Portugal: Letters written during a fhoit refidence in Spanien and Portugnl, with fome Account of Spanish and Portuguefe poetry. By R.Southey. Robinfons. 1797. 551 p. 8n. (7 Sb.) De Schryver , aan wien wy nog in een ander opzigt, als Dichter, zullen gedenken , deed , gedurende zyn verblyf in deze landen, byzonder onderzoek naar de nog on-bekendeDichtkundige Werken aldaar, en geeft uit deze en genen derzelven zeer goede uittrekzels. Het ontbreekt echter ook niet aan Statistifche berigten. Byzonderlyk zyn de uittrekzels uit de papieren van enen Portugefchen Secretaris, waar van de S. zig mogt bedienen, van geen gering belang voor den Statenkenner; zo dat men, met behulp van den nieuwen verbeterden druk van Dumorier's Memmes, met het zo even te Parys, by Janfen, uitgekomen Tableau de Lisbonne en 1796. I V. 8°. 438 p. en met uittrekzels uit j Murphy en Southey, een nieuwe, goede, Statistik van Por- ' tugal zou kunnen ontwerpen. Engeland zelve is, by deze Reisbefchryvingen, niet geheel overgeflagen geworden. Men ontmoet in het Monthly Magazine, voor dit jaar, een, in elk ftukje, vervolgde reize van John Houfeman, die, gelyk trouwens alles in dit Maandwerk, met veel oordcel entworpen is. Behalven deze, verdiend, onder de lezenswaardige reizen in byzond.ere gedechen, eerr»Mineralogifche togt door de beraagtige ftreken van Engeland , geteld te worden : Journal >* Venetien - 90 Oude ger. dito - 5>9'Iljï Livorno — - 98} Nieuwe Louis d'Or - 11,3,4 •Parvs 1. m .. . Guinies - I2j4i6 Sort. >M Asf'S- Piftolen - 9.» «* Idem in Specie - 56» Franfche Kronen - 55|3 55 Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 2$ pCt Dito kort - Hamburg 2. m. Ct. ft. 37^ B?. Bant - 954 PCt- Dito kort - 36 rV, — Wenen id. B°. - 3"i ( 80 ) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week; is geweest: te Amfterdam 155; en te Haarlem 11, ondet welken laatften 4 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Febr. zyn, in Alkmaar, overleden,' 21 perfonen , nam. 6 mannen , 9 vrouwen en 6 kinderen , waar onder 3 beneden 't jaar; 2 van 1-5; 1 van 5-10; 2 van 20-30; 3 van 30 40; 1 van 40 50; 2 van 50 60; 3 van 60-70 en 4 van 70-80 jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haeblem. Ibaro- ther- hygro- streek, luchtsme- mo me- me- der i gesteldter. ter. ter. wind. ' hrip. C3°- 31 33 ioo Z. W. 28 < 30. 3j 465 59 w.z.W. wolken; omtrent helder. £30. i\ 30 92 z. Maartf"3o. 2i 30 94 z. 1 l 30. i\ 47 66; z. w. helder, ftil. £30. 2! 34 901 — _ _^ C30.2' 351 97 z- 2 < 30. 2' 531 62 — helder, ftil. l_3°- 3' 42 _ 76 z.t.o. C30. 3} 39 94 z. z.w. .3 < 3o. 3i 53* 74 w.Z.w. bewolkt. c 30- 4 441 _ 861 z. w. C3oTlT 471 97 w- ' .. ... 4 < 30. 3\ 571 66 w.z. w. bewolkt, windrig. I 30. 3 461 93i J_ w. C*30- is 47J 100 w.z.w. 's morgens regen; < ito het laatfte gedeelte dezer Aardrykskundigs- befchryving te weeg bragt, kon de Schryver niets melden, wyl dit Deel reeds voorleden voorjaar gedrukt is. G. A, Dasz durch eine unvorbereitete Aufklarung und durch die vemeitung neuer und ungewöhnlicher Meinmgen unter den verfchiedenen Volksklasjen mehr gejehadet, als genutzet vi/erde i eire Rede zu Dresden gehalten den 5 Sept. 1797, von K. H. L. Pölitz , Prof. der Moral und Gefchichte. Ene zeer doelmatige Redenvoering, welke op enige weinige bladzyden vele valfche beoordelingen en voorftellingen van de verlichting te recht brengen kan. G. A. Brief e an Christliche Religionslehrer, von Dr. A. H. Niemeyer, Confiftorialrath und Prof. der Theol. 2te Sammlung. Ueber populaere und Praktifche Theologie. 362 f. in Oft. ohne die Zueignungsrede an den würdigen OberConfiftorialrath Sfalding 1797. Halle. Zeventien belangryke brieven over de doelmatige inrigting der examina of beproevingen tot het Predikampt, ovei deelneming aan den Godsdienst, het gebruik van den Bybel by het Volksonderwys , over de behandeling van het leerftuk van God9 beftaan , over de voorftellingen van God onder het beeld van enen Vader, en over de leerer der door Kristus aangebragte verlosfing. Het geleerde en nuttige is hier met rfuidelykheid en aangenamen fchryftrant gepaard, en de Schryver, van wiens verftand en fmaak wy reeds vele proeven hebben, verrascht den Lezer door een al te fpoedig einde van deze brieven. 'Er volgt nog een laatfte Deel te Paasfcben. G. Al NA-  NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot DEN HANDEL en SCHEEPVAART, LANDen VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOURUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Te Abo, op Zwecdsch Finland, is, onlangs een Oeconomisch Genootfchap van Landbouw en andere takken van beftaan, opgerigt, waar by de Bisfchop van Abo, Dr. Gadoün, een zeer kundig man in de Natuurlyke Historie en Huishoukunde, tot Voorzitter is aangelteld: zynde het getal der contribuerende Leden reeds tot 100 geklommen: terwyl ook verfcheidene voorname Vrouwen van het land zig beyveren, om dit nuttig Inftituut door ruime giften te onderftennen. Pryzen der Granen, op 12 Maart te Amsterdam, ('88 ) GEBOORTE-, TROUW- kn STERFLYSTEN. TARW. Het Last: GERST. Het last Ggld. Gfld. Poolfche bonte en witte i!3oa 210, Vriefche Wintergarst . 7oa85 dito rode . . 170 a 20c/Gron. en Oldamfche . 70185 Elbing. en Heugfe . 170 a 200 Zeeuwf. en Overm. Winter 70185 Koningsberger • 165 a ipojDito Zomer . . 70*85 Vriefche . . . 14.0a 170 Dantziger en EIb. . . Bovenlandfche . , . 145 a 180 Vooriandfche rode . ; 135 a 160 HAVER en BOEKWEYT. .Zeelandfche .... 1753195 ROGGE. Brouwliaver . .54165 Pruisfifcbe . . . 90 a n6 Witte Voeder dito . 40145 Koningsberger , . 90a ri6 Boekw. Amersf.en Gooil. £ %4V-5 Gedroogde ... 108 a 116 Dito Brab. en Vlaam. £24 , 25 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 46" Overm. 't Last. . £ 47 a 50 Dito Lyn . ƒ 47 J Slag-Lynz. de ton. van Dito Hennip ... ƒ 50^ 5 Schep. Rigaas ƒ toan Walv. Traan, *t quart. Bennipzaad dito , ƒ 7; a Si van 12 Stek. . . / 130 Dito Rode . . ƒ108 Wissel- en Speciecours. Madrid ofo. 2 m.1 $ 84} 1 $ & Cadix . - 84 Lisfabon — -58a£ Nieuwe Ducat. ƒ5,11,12 Venerien . - 90 a | Oude ger. dito . 5,9,10^ Livorno ■ - 99 Nieuwe Louis d'Or - 11,3,1 Parys. 2. m. ,. . » Guinies - 12,4,6 dito kort. 'ra flsue'" piftolen -9,1012 Idem in Specie - 56J Franfche Kronen - 54»ai Londen. 2. m. $ Nieuwe Ryksd. - pCt. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. ft. 375 B?. Bant . psJagö pCt. Dito kort - 37J — Wenen id. B«. - 36». 3 ; Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, Is geweest: te Amfterdam 138; en te Haarlem 10, ondez welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. In het Hertogdom Bremen en Verden, zyn, in het voorleden jaar geboren 6759 en overleden 4815 perfonen; het getal der getrouwden beliep 1664 paren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haerlem. baro- ther- hygro-jSTREEK luchts- Maart me- mome- me- der | gesteld- I798. ter. ter. ter. wind. heid. C30- i\ 38j 100 w. " „ 7 {30. ij 47 77 w.n.w. °mtredt C 30. i\ 40 97 z. w. ■ C30- 1 44 99 z. | 8 < 30. 1 48* 97 w. z. w. betrokken en mistig. £30. 1 46 100 z. w. I C30- i 45 ioo z. w. | voormidd. en 'savonds 9 < 3°- o' S5i 61 \ — omtrent betrokken; nam. (_ 30. o\ 46 87J- — omtrent helder. C 29. 8| 48 96 z. w. voormidd. betrokken; 10 / 29. 7J 54-J 69f w. z. w. namidd. bewolkt; 1*9- 6\ 391 po n. n. o. 'savonds regen. C29. 6'j 36 84 » n. w. hagel-en fneeuwbuijen, 11 < 29. 6\ 4I| 70 n. w. tusfchen beide harde LW- 7ï 35{ (57 n. n. w. wind* C29. 9» 30 87 n. n. w. 'smorg. fneeuwbuijen; 12 (29. 9' 425 63 n. w. verder wolken; (J.30. o\ 28 92A z.w. 'savonds helder en ftil. 12 }*F\\ ^ 9« £}i helder; namidd. e„ 13 < 30. o'; 42 56 o.z.o. 'savonds zeer windrig. i 3°- o» I 33i 57 1 °- BEKENDMAKINGEN. V F. G. ONDER DE LINDEN, Libraire a Amfterdam, a imprimè vient de mettrc en vente une nouvelle Edition trisfoignie d'une Rible de poche, en format 18. dont il ne reftoit plus d'Exemplains. Cette Bible eft imprimée avec des CaraSeres Rotnains tout neufs des plus beaux , fur Papier de Pofte: Ainji que le Nouveau Teftament avec les PJeaumss, c»mme ausfi les Pfeaumes féparément. On peut fe proctirer la dite Bible en toutes fortes de rÜieures. Te Haarlem, by A. h O O S J E S, Pg.  i798- No. 221. NIEUWE A L GEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 23 Maart. BERIGTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Leyden. In de laatst gehouden algemene faarlykfche Vergadering van de Maatfchappy der Nederlandfche Letterkunde alhier, zyn gene (tukken bekroond, maar is befloten de volgende Vrage optegeven , om beantwoord te worden voor den eerften van Wynmaand 1793.; „ Waar in beftaat het onderfcheidend verfchil tus„ fchen den aart der hedendaagfche weliprekend„ heid, en dien der oude Griekfche en Romeinïche? „ en van waar ontftaat dit verfchil ?" De volgende Vrage, in den jongst voorleden jare opgegeven, moet beantwoord worden voor den eerften van Wynmaand des volgenden jaars 1798. „ Welke zyn de beste Nederduiïfche Schriften, „ waar uit de Taalgebruiken moeten waargenomen „ en verzameld worden, byzonderlyk ter zamenfiel„ ling van een volledigNederduitsch Woordenboek?" Het ftaat een ieder vry, ook den Leden der Maatfchappy, om naar den Prys te dingen; alleenlyk worden de Gecommitteerden ter beöordelinge der ingekomene Verhandelingen van die vryheid uitgefloten. Aan den genen, wiens Verhandeling de beste en aan het oogmerk der Maatfchappy voldoende zal gekeurd worden , biedt de Maatfchappy een gouden Penning aan, ter waarde van 150 Guldens. De Verhandelingen moeten zyn in de Nederduitfche of Latynfche Tale, met ene duidelyke hand van ie-J ] IX. Deel. mand, die geen Lid der Maatfchappy is, afgefchreven: iedere Verhandeling moet, met ene Zinfpreuk getekend, befloten worden in een verzegelden omflag,, welke den titel en den zinfpreuk der Verhandeling ten opfchrift heeft. Hier by moet gevoegd worden een verzegeld briefje, in het welk den naam, waardigheid en woonplaats van den Schryver, en boven op het welk de zinfpreuk der Verhandeling gefchreven is. Het een en ander moet in een buiten - omflag, ten tyde hier boven bepaald, vrachtvry, bezorgd zyn in handen van den tegenwoordigen Secretaris der Maatfchappy, Mr. Jan de Kruyff, wonende te Leyden. Voor het overige zyn de wetten, volgens welke de Maatfchappy naar een Prys laat fchryven, te vinden in het twede Deel van derzelver Werken. Iets, ter aanpryzing van de Incntinc der Kinderziekte , door W. SERVAAS, M. D. Aan de Schryvers van dit Blad, ter gelegenheid van derzelver gegeven verflag aangaande de laatfte uitgekomene geneeskundige flukjes van de Burgers T E R $ I E R en BIKKER. zeer geachte medeburgers! Dewyl ulieder welingericht weekblad, niet alleen door Lonftenaars en Geleeiden van beroep, maar ook door M vee-  ( 90 ) veele andere onzer ingezetenen gelezen word, vertrouw ik, dat ul. zo duidelyk en volledig verflag van de geneeskundige ftukjes van de Heeren Terfier en Bicker zeer veel nut aan het denkend publicq toegebragt heeft. Het onderwerp dier Verhandelingen is zeker, in den legenswoordigen tyd, van het uiterst belang, daar die wreede en vernielende ziekte thans zo veele jammerlyke verwoestingen in ons Vaderland aanricht, en het dus, vooral nu,'de pjjgt van elk deskundig menfchen vriend is alles Bytedragen, wat zyne fchranderheid en ondervinding, tot verzagring en tegenwerking daar van, oplevert, waar toe die genoemde werkjes zeker zeer dienftig zyn kunnen. Hoe welmenend echter de pogingen van den Heer Terfier ook zyn mogen, moet men evenwel met den Heer Bicker inftemmen, dat zyne zo vertrouwelyk opgegeve (tellingen zeer veel ranips en nadeels zouden kunnen berokkenen; door de inënting als onnodig en zeer wel misbaar te doen voorkomen. Want, indien het geweld en gevaar der ziekte geenzins van de wyze van befmetting , dat is , van de plaats, waar, maar alleen van de wyze van behande ling, afhangt, (de overige omftandigheden gelykftaande) is zeker de inënting voor het minst onnodig: dan, de Heer Bicker heeft het pleit ten voordeele der inënting zo zegepralend voldongen, dat het overtollig zyn zou daar iets meer te willen bydoen: ook kan ik my niet verbeelden, dat eenig kundig en onbevooroordeeld geneesoefenaar voortaan meer in het hoofd zal krygen, het nut der inënting te willen verkleinen. Alleen maar vrees ik, dat het publicq deeze zaak, als.een verfchüftuk tusfchen Konftenaars van een byzonder beroep befchouwen , en dus het geheele ftuk te vlugtig overzien en te rasch vergeten zal; zo dat men de opgenoemde werkjes zelve niet, althans niet met die oplettendheid, welke zy verdienen , zal doorleezen. Weshalven 'er ten uiterften veel gelegen is aan eene uitvoerige recenfie en duidelyke aanwyzing van het gewigt der zaak, "ülieder Recenfent, die zeker toont geen vreemdeling in de befchouwelyke en beoefenende Geneeskonst te zyn, heeft dit zèer wel volvoerd. Zyne grondige en te gelyk zeer befcheidene bedenkingen tegens verfcheidene (tellingen van den Heer Terfier zyn , door de aanmerkingen van den Heer Bicker, zeker geen onbevoegd rechter in deeze zaak , bevestigd en gebillykt. Hy wensch (in No. 211.) dat den Heer T. mocht opmaken de verfchynzels, die zich, by de uitwendige befmetting (door de inënting) opdoen: en vraagt, of die Schryver dan zou durven verzekeren , dat ,er niet iets diergelyks , by de inwendige befmetting plaats hebbe? en, of niet veele waarnemingen en verfchynzels, by de natuurlyke befmetting, zulks bevestigen? ik bad v ei gewenscht, dat by zkh, omtrent de Beantwoording deezer vraagen, wat breeder had uitgelaten: dewyl (naa myn inzien) daar in het grootfte gewigt der zaak gelegen is. De Heer Bicker heeft dit, zo in zyne aanmerkingen op Terfier, als in zyne overige verhandelingen, omtrept deeze ziekte, overvloedig gedaan; dan, ik vrees, dat het publ.'cq de kragt daar van, door het niet oplettend naleezen van dat alles, niet genoeg bezelfefi zal. De uitkomst v»n alle nafporingen, zo uit de waarnemingen vaa de beste Schryvers over dit ftuk, ais uit eige opmerkingen opgemaakt, zal het laatfte gedeelte deezer vraag bevestigend beantwoorden. Ik weuschte derhalven wel, dat eenig veel-geacht Genootfchap deeze vraag voorftelde: Of niet het grootst gevaar , zo niet het eenige, der Kinderziekte {alle overige omftandigheden gelyk gefield) afhangt van de plaats, waar lut pokfmet zich aan het ligchaam hecht? Wanneer deeze Vraag proefondervindelyk uitgemaakt en door zulk een bevestigend antwoord in eene Heilige waarheid veranderd konde worden, zou daar door alle tegenfpraak tegens de nuttigheid , ja pligtmatige noodzakelykheid, der inënting geheel en al vervallen: immers, indien men hier van overtuigd zyn moest, zouden alle menfehelyke fchranderheid en befef van pligt zamenloopen, om van dit zo eenvouwdig, gereed, voldoende en allerheilzaamst hulpmiddel gebruik te .maken. Wat kan 'er verftandiger en redelyker worden uitgedagt, dan het geweld en gevaar eener zo vernielende ziekte te bepalen aan eene onfehadelyke plaats van het ligchaam, welkers behandeling men in zyne niagt heeft en welkers belediging geenen onmiddelyken, ja zelfs aanmerkelyken, invloed op de dierlyke huishouding en levenswerkingen des ligchaams heeft ? Wanneer wy onderftellen (het geen meer dan waarfchynelyk is) dat dezelfde omftandigheden inwendig en in tot het leeven noodzakelyke ingewanden, als daar zyn de longen,.de maag en darmen, plaats hebben, die men by de Inenting , en by alle uitwendige befmetting waarneemt, valt het zeer ligt optemaken, wat de gevolgen daar van zyn moeten. Eer zich nog eenige teekens van ongefteldhéid opdoen , ziet men immers de entwondjes reeds zoo ontdoken, zoo vergroot, zoo ingevreten en met fmetvogt, dat weldra by de uitbotting in poketter overgaat, opgevnld, dat men niet twyfelen kan, of dit alles moet inwendig , in veel grooter trap, plaats hebben; zo dat de doodelyke vyand zich, als het ware, reeds van binnen verfchanst en gevestigd heeft, eer hy zyne vernielende uitwerkfels naar buiten vertoont: waar uit men gemakkelyk reden geven kan van alle die jammerlyke t >evaHen en bcklacheiyke verfchynzels, die men dikwyls by deeze vernielende ziekte ontmoet. Welk een onberekenbaar voordeel kan men dan niet trekken uit het voorkomen en afleiden van alle deeze heil-  ( 91 ) heillooze gevolgen l Ed wat gewigts kunnen toc'T Jten bekleden-, in Engeland, plaats van de Bloemlezingen en Mufen-Almanachen, waar mede de Franfchen voorgegaan, en deDui'.fchers gevolgd, zyn. In de eerfte vind men beftendig een afzonderlyke kolom voor de vliegende .Dichtftukjes van den dag , voor nieuwe Prologen en Epilogen , Epigrammen en andere kinderen van een ogenblik, dragende om die reden ook den naam van Poefs Corner, den Poëtenkraam. Deels uit deze, deels uit andere, bydragen, ontftaan thans, in elk maandftukje- van het European en Monthly Magazine, enige Rubriken voor Verfen, waar uit ook wel, nu en dan, afzonderlyke kleine Verzamelingen en Bloemlezingen, FondlingshoufeSy- gelyk ze de Engelfchen noemen, gemaakt worden. Men heeft, in Engeland, buiten de befGhaafdere en wellevende Poëzy, waar tegen de onbefchofte van enen Rohert Ainsly en Peter Woalcot overftaat, ook nog ene afzondere Hofpoè'zy , waar mede men , by het hof, zyn hof denkt te maken. Wie kent de Gelegenheidsverfen niet van den loontrekkenden Hofdichter Pye, die, op bepaalde tyden, geboren en opgedeund worden ? Een zeer zonderlinge misgeboorte van dezen aart is: The birth and triumph of love. A. Poem. By D. Bland Burges bart. 40. Egerton 1796. 6 Sh. De Hofgraveur Tomkins gaf, ter gelegenheid van het Huwelyk des Prinfen van Walles, een ftel van 24 Allegorifcbe platen uit, waar voor de tegenwoordige Erf princes van Wirtemberg de tekeningen gemaakt hadde. Zy voerden den tytel zo even gemeld. De Allegorie komt hier op neer, dat Kupido, na vele moeilykheden, eindelyk twee getrouwe harten aan een bind. Men begreep hier mede aan den Koning en de Koningin een kompliment 'e zullen maken. Sedert kwam een Baronet uit den hoek, en bragt deze beeldengallery in Canto's en Stanza's in de manier van Spenfer's Fairy Qjteen. De Verfen zyn vloeijend en niet zonder mechanifche verdienden. Maar de verfiering is geheel zonder fmaak en leverd een fterk contrast op met de fraaie Allegorie van Gleim's Amor en Pfyche. Het vaderland van Osfian heeft een nieuw Heldendicht opgeleverd: Donald Bane, Lord of the Hebrides, an Heroic Poem in III Books, by George Skene. Robinfons 1797. (2 Sh. 6 d.) De Gefchiedenis , hier ten gronde gelegt, fteund op ene oude ovclevering in den oord van Skene, bet verblyf des Dichters. Donald, de Held van het ftuk, is in opftand tegen Koning Robert. De verfificatie is hard, en onnaauwkeurig, maar het geheel ademd fterke aandoeningen, thoughts. thatbreathe, and werds that bume. In het Lierdicht is men ieis beter gefiaagd. Coleridge, bekend door verfcheidene Gedichten van de gemakkelykfte foort, beproefde het thans met ene Ode op het ten einde lopende jaar: Ode on the departing year Parfons 40. (1 Sh.) Aan weidfche uitdrukkingen ontbreekt het wel niet; maar de man kan, in gene betekenis van het woord, voor Vates (Dichter,) doorgaan. De Natuur ligt, naar zyne verzekering 1 in barensnood, zy verdraaid de ogen, fteend en | kermt, en nur the promifed twins fhe lears Equelity andPtace. 1 Men moet bekennen, dat het ene zeer zware v^rloiding is. ; Want na verloop van een geheel jaar, zyn deze ïwelin- 1 gen nog niet gehaald. Een onbekende Dichter heeft, onder den tytel van English Lyncks, Cadell 1797. 60 bladz. 8°. (ïSh. 6d.) ettelyke Dichtftukjes, die, voor het merendeel, van ene goede vinding en beryming zyn, uitgegeven. Ook heeft Mr's, Tearsley ene verzameling van Lierzangen gemeen gemaakt, onder den tytel van: The Rural Lyre, die wA kragtig zyn, maar de vereischte naauwkeurigheid misfeij; Zy beftaat meest uit fongs, liederen van de ligtfte foort^ fonnetten enz. In oorfprongelykheid munt hier het meestti uit ene verzameling van Robert Southey, de maker van het, by ene vorige befchouwing gemelde, Heldendicht op da maagd van Orleans:. Poéms by Robert Southey. Robinfon 1797. 220 bladz. in 12»: (5 Sb.) Vooraf gaat een Historisch Gedicht, de Zegepraal der Vrouwen. Dan volgen Byfchrifcen in den fmaak van Akenfide. Dan Oden, waar in Southey* wel het zwakfte is. Ook ontbreekt het niet aan Ballades (*) Hymnen en Eiegien (Lofzangen en Klaagliederen,) Dan 't geen alleen genoeg is, om deze verzameling ene we zenlyke waarde bytezetten, zyn de 4 Botany Bay's Herderszangen, in welker eerfte de arme gedeporteerde Eleonora , onder het verzamelen van Schelpen langs de oevers, haar ongeluk beweend; terwyl de arme Frederik, in de 4deHerderszang, het hardfte hart met medelyden moet vervullen. Het Monodrama Sappho is vol van klasfieke belezenheid, en verfcheidene Ballades zyn ongemeen fraai. Ene andere verzameling is van den bekende Roman-Dichteres Charhttt Smth, Elegiae f onnets and other Poems. 2 Vol. Cadell. Het Twede Deel in 1797- met Platen. De Dichteres, die zelve zeer ongelukkig is, en, in de Voorreden, ene aandoenlyke fchildery van haren toeftand geeft, weet ook tonelen van ae Ellenden van vreemdelingen , met hartroerende waarheid, te fchilderen, waar van, onder anderen, de Klaagzang, the female Exile betyteld , op ene uitgewekene Franfche vrouw met hare hulpeloze kinderen, een fprekend bewys opleverd : terwyl een daar by gevoegde Plaat het toneel nog duidelyker voor ogen fteld. Zelfs laat ; ;g de Zanggodin uit den kerker horen, gelyk reeds het Tytelblad aanwyst van ene verzameling, die ettelyke ftukjes van verbeelding , en onder anderen den Bramin aan de Ganges, in a Zangen, bevat: Prifon amufements and other trifles, principally witten during nine Months of Confinement in the Castle ofïork. Johnfon 1797. 8°. 200 bladz. (4 Sb.)— Klinkdichten zyn nog druk in de mode. Nog onlangs zyn daar van 3 afzonderlyke verzamelingen, na eikanderen, uitgekomen; waar onder die van T. Park fonnets and other Poems. Sael. 1797. 120. (6 Sh.) nog wel de dragelykftè fchy- cen. (*) Een foort van Fransch Gedigt,. uit drie Verfen beftaande, die» met gelyke rymklanken eindigen. M 3  ( 94 ) nen. Daar de naam van Klinkdicht zó vaak misbruikt word, heeft de bekende Dichteres Marj Robinfon een model geleverd van 44 egte veertien - regelige Klinkdichten, waar by zy zig in den toeftand van Sappho te Phaon verbeeld. In de geestige Voorreden drukt zy zig fterk uit over de koelheid der Engelfchen omtrent de fraaie wetenfchappen : Sappho and Phaon, in a feries of legitimate fonnetts , with thoughts on pratical fubjeüs and Anecdotes of the Grecian Poefs (uit de reizen van den Jongen Anacbarfis.) Hockharn. 1797. 82 p. in 8°. (7 Sh.) Onder de nieuw uitgekomene Ballades munt byzonderlylc een Schotfche uit, watDichterlyk allooi en doel betreft: Scotlandis Skaith (zo veel als wrong of gebrek): or the History 0''will and Jean: owretme a Tale, waar in de Dichter, Hector Macneill, op ene aan doenlyke wyze, het ongeluk fchilderd, 't welk voor den gemenen man, uit het, byzonder in Schotland, onmatig gebruik van fterke drank ontftaat. In 5 maanden wierden 10,000 Exemplaren van deze Ballade verkogt I Sedert kwam zy op nieuw in 't licht met enige andere kleine Ballades en Verfen van den zelfden Auteur, met Platen verjfierd, onder den tytel: Scotlandis Skaith, together with jome aiditional poems by the author of the Harp. Embellished with elegant Engravings. 2 Edit. Edinburg, Guthric. London. Kearsly. 1797. 46 p. met 3 Platen. (3 Sh.) De deerlyke toeftand, waar in Macneill den armen Will. Gairlace en Zyne Jcanie Miller laat, bewoog een tweden Klinkdichter, om op den zelfden toon voorttedreunen, en niet eer optebouden, voor dat hy het paar zo ver gebragt had; om to fmile round the Canty ingle. De tytel van dit vervolg is: The waes e' war; or the upfhot 0' the History 0' Will and Jean. In four Parts. Edinburg en Londen, by dezelfden. 1797- 30 P- Cr Sh.) Alles, gelyk de tytel reeds aanwyst, is berymd in den Schotfchen tongval, die, uit hoofde van deszelfs Dimunietiven, en afzonderlyke buigingen en uitdrukkingen , voor zulke tedere ftukjes byzonderlyk gefchikt is. (Het vervolg in onze eerstkomende.) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Reïublieic. Henrici Collot n'EsciraY, J. U. D. Mufae Juveniles. Rotterodami, apud Nicolaum Cornel, 1797. in 8vo. 72 bladz. De Rec. heeft menigmaal, en zomtyds zelfs uit den mond van Hooggeleerde mannen, gehoord, dat de. Am/lerdamfche Rector Richejus van Ommeren, zyne leerlingen niets anders leerde, dan Latynfche Verfen te maken. En waar uit befloten toch die Hooggeleerde mannen zulks? daar uit, dat by alle publieke promotion van het Amfierdamssb Gymnafjvm, de jongelingen, die tot de Akademifche lesfen bevorderd werden, met weinig» uitzonderingen, a'len voor hunne School - Oratie een Vers van eigen opftel reciteerden. De belagchlykbeid dezer gevolgtrekking , zelfs voor een ogenblik ter zyde gefteld, zo deed het aan het oordeel en den fmaak dezer Hooggeleerde mannen in- het geheel gene eer, dat zy met denzelfden adem , waar mede zy die Midasachtige magtfpreuk hadden voor den da$ gebragt, dit onderwys in het Verfen-maken (zo als zy het" noemden) als geheel onnut, en niets betekenend veroordeelden. Immers is bet op zich zelf reeds uitgemaakt, dat niets meer toebrengt tot bet recht verftand der oude Griekfche en Latynfche Dichters, dan de kennis van bet metrum, dat is het werktuiglyke der oule Pöëzy. Het is wel niet nodig, dat men in deze kennis zo ver gevorderd is, cn 'er zo geheel zyn hoofdwerk van maakt , gelyk de Burger Louw va» Santen; maar de Rec durft met vertrouwen verzekeren, dat men met alle mogelyke taalkennis, en de meeste ervarenheid in de Gefchiedenis, Fabelkunde en oude Geögraphie niet zo goed in ftaat is, om b. v. ene Ode van Horatius te verfiaan , dan wanneer by die opgenoemde kundigheden de kennis van het metrum in zo verre ten minden gevoegd word, dat men bet zelve volgens het Servii Centimetrum nagaan, en oplosfen kan. •— Ongelukkig hy, die dit by het lezen der oude Dichters niet gevoelt! Doch gelyk deze kennis noodzakeiyk is, zo heeft de ondervinding ook geleerd, dat jongelingen dezelve zeer gemaklyk verkrygen, door zeiven naar de regelen der Latynfche Profodie Verfen te maken. Al had dus het befchuldigd onderwys van den waardigen van Ommeren alleen ten doel gehad, om de jonge lieden Latynfche Verfen te leren maken; dan nog zoude daar uit een onberekenbaar nut voor die jonge lieden gefproten zyn , en dus is de oordeelvelling der gemelde Hooggeleerde mannen van allen grond ten enenmaal ontbloot. — Maar ook hunne eerfte gevolgtrekking is ten uiterften dwaas, en verraadt of kwaadaartigheid of onkunde. Van Ommeren was by eigen ondervinding overtuigd, dat men in het onderwys van jonge lieden met de Dichters een aanvang moet maken, zal men in hun die brandende begeerte naar de "wetenfchappen, en de kennis van de meesterftukken der ouden opwekken , en gaande houden, welke nodig is, om hen voor altyd aan de ftudiën te verbinden. Over dit onderwerp beeft hy, by het aanvaarden van zyn reeïoraat te Amfterdam, ene uitmuntende redevoering gehouden, welke ook destyds gedrukt is; en in het voorleden jaar heeft de geleerde H. Bosscha , by het nederleggen van het Academisch rectoraat te Harderwyk, het zelfde onderwerp meesterlyk behandeld, en die ftelling voldongen in ene fierlyke redevoering, welker terughouding van de drukpers een weaenlyk verlief voor de letteren is. —— Ingevolge dan van deze overtuiging trachtte van Ommeren zynen leerlingen de Latynfche Dichters te doen verftaan , en derzelver fchoonheden te doen gevoelen. En om hen hier toe een des te gemaklyv ker weg te baaen,g,maar geenzius alleen met oogmerk, om  ( 95 ) zyne leerlingen tot Latynjïhe Dichters, of Verfenmakers, te vormen, leerde hy hen door eigen oefening de regels der Profadie naauwkeurig kennen; alies met het grote oogmerk, om in hunne jeugdige gemoederen ene vurige liefde tot het fchone en edele der wetenfchappen te ontfteken , wel ke nimmer, zo lang zy leefden, zou ultgebluscht worden. En hoe uitmuntend hy langs dezen weg in zyn doel ge flaagd zy, is onnodig met de ftukken aan te tonen, daar 'er öp vele plaatfen fprekende bewyzen van zyn. Toonde intusfchen de een of ander zyner leerlingen een goeden aanleg, om in de daad Latynsch Dichter, en niet bloot een Verfenmaker, te worden, die vond in hem, welke zelve een voortreflyk Dichter was, den besten gids op deze loopbaan, en niets evenaarde zyne vreugde, wanneer hy zulke vruchten van zyn arbeid zien mogt. Getuige hier van zy zyne Voorrede voor de Carmina Juvenüia van D. J. van Lennep. Anderen, die minder, of geheel gene, gefchiktheid toonden, om in de Latynfche Dichtkunst te Hagen, waren niettemin, zo het hun aan gene vermogens of lust ontbrak, by hem even geliefd, en konden van zyn onderwys het uitgebreidst nut hebben. Hy was, met betrekking tot dezen, volkomen overtuigd van de waarheid; waar mede de grote Muretus in één zyner brieven zegt: malos verfus facere, turpe est; mediocres, higlorium ; bonos vero , difficilius, quam quod effici posfit ab eo , cui aliud agendum est. Dit achtte de Rec nodig alhier ter neder te ftellen, ter verdediging van den verdienftelyken, en, helaas! voor de goede letteren en de Bataaffche Jeugd te vroeg verloren R. van Ommeren. Hy deed zulks nog des te eer, daar uit het gezegde ook tevens op te maken is, met welk een oog hy de pogingen van den Geleerden Rotterdamfchen Reélor Jo. Ad. Nodeh , den waardigen naftrever van van Ommeren, en de verfchyning dezer Musae Juveniles, als een bewys derzelven, en tevens van derzelver gelukking, befchouwt, H. Collot d'Escury , een kwekeling der Rotterdamfche Sehote; geeft hier een aantal van 22, zo grote als kleine, Gedichten, waar van de titels, zo wel uitgedrukt, als uit den inhoud optemaken , dezen zyn : 1 Defortunae inconfiantid. 2. De puellarum levitate. 3. Defletur Obitus clarisfimi van der Voort. 4. Lucretia Collatino. 5. Sophonisba Masinissae. 6- Anna Boleynia Henrico VII, Ancliae Regi 7. Clarisfimo Nodello, Groningam discesfurus. 8. Treslingio Sponfo. 9. Vitae tranquillae et Mujis deditae laudes. 10. Confolatio ad avanculum, de morte uxoris. ii. Clarisfimo Jano Ruardi, cum Reüor Magnificus renunciaretur. 12. PoStae vota pro vitd tranquilld, et Mi/fis dicatd. 13 Paulo Heimio , Sponfo. 14. Ad Jacobum Henricum Hoeufft, poè'tam. 15. Vana Verba. 16. Verfio nonnulloium Sophoclis Verfuum. 17. In albo Hieronymi de Kosch. 18. Petro Braamio , pro Mariamna Voltairiana ab Ulo Belgice ex presfa. 19. In albo amicisfimi Pot-th. .20. In albo Nyveldil 21. In tumulo N, N. ex perfona Confugis. 22. Ad amicam, cum flatibus, — Men vindt wel in deze Verfen niet die rykheid en oorfpronglykheid van denkbeelden, welken die var D. J. van Lennep kenmerken; fommigen, en vooral het eerfte, dragen de blyken van poètifche School - exercitie te veel by zich, om voor ware Poëzy, waar bet hart zo veel deel aan hebben moet, als het verftand, gehouden te worden; evenwel zal men de meesten met genoegen lezen, en 'er uit opmaken kunnen, dat derzelver maker zich den geest en den toon der Ouden, en vooral van Ovidios en Tibollus zeer wel heeft weten eigen te maken, en zich met gemaklykheid, doorgaans zelfs vry vloeiend, 'uitdrukt. Wy .geven hier tot ene proeve het 12de Gedicht: Si mihi, quae cupio decurrant fiamina vitae, Fataquo fint votis non inimica meis; Non ego Achemeniae regalia munera Sufae, PaÜoli, aut poicam , quas vehit amnis, op es.; Non, ut mar noreas habitem notisfimus aêies, Pinguia vel renovent ut mihi rura boves; Non , ut ad extremas gentes mea fama vagetur . Et populo titulis confpiciendus eam; Dent mihi inoffenfam Parcae deducere vitam, Contentus jolo hoe munere dives ero! . Quid mihi cum fceptris ? nihil est fallacius illis : Orbis divitiae quid mihi proficient ? Magnus Alexander fuscos cum Vicerat Indos, Num minus hunc rapuit trux Libitina Deum ? Aurataeque trabes, aurata atque atria Croefi, Pro domino quicquam num valuere fuo? E'ste proeul tituli, trabeae, fellaeque curules; Me juvat in dominae regna ténere finu. Dent mihi fata meam confumere leniter aevum, Conjugis inque fmu ponere molle .caput. Quae mihi defesfo requies fit fola laborum. Et cum qua posfim fiere et ovare jïmuh Non ego in hac et opes ct munera rara requirt, Sed casta detur conjuge posfe frui. Ornatamque gerat fi mentem moribus itxor, Ostendatque animi fi bona multa , fat est. Fortunatus ego! dominae refupinus in ulnit Contemnam irati vim rabiemque maris. Et Phcebo, et Mufs facrabo tempora lucif, Noctis erit Paphiae ferior hora Deae. Tu Dea {namque potes) temeraria trans freta venti Ne justas rapiant, fac Erycina, preces. Dit is geheel in den zachten, wegilependen toon van dei; betninlyken Tisullus. Vooraan zyn gedrnkt: 1. ad libeilum patruo dedicatum: 2. ad Mosse Juveniles d'Escubii mei, van jo. Ad. Nodell: 3 in Carmina Juvenilia Henrici Collot d'Escury. van J. H Hoeufft: 4. ad Fratrem carisfim m, quum carmina J'uvenilia ederit, van C. Ë. E. Collot d'Escury. Het eerfte dezer Gedichten is ene navolging, wat het hoofddenkbeeld betreft, van de eeifte elegie \ va . m ji «r  ( 96 ) der Tristia van Ovrnius. Het laat zich over' het geheel met genoegen lezen, offchoon het begin te veel belooft, zodat men by het einde van den vierden regel vraagt: quid dignum tanto ferit Mc promisfor Mam? en zich dan niet weinig in zyne hooggefpannen verwachting bedrogen vindt. Het twede van Nodell hellaat uit Hendecasyllaben, die heerlyk vloeien: maar de Rec is begerig te weten, wat deze regel, nottris quique aliis dabv.ntur annis, betekenen moet, zo het gene drukfout is. Het derde Van Hoeufft is een fchoon Vers , der eeuw van Augustus volkomen waardig. Het lactfte van C. E. E. Collot d'Escury, is zeker alleen geplaatst, om dat het van des Dichters broeder is; anders verdient het gene de minfte oplettendheid , dewyl ieder knap School-jongen zulke Verfen by een brengen kan. NARIGTEN en B Y Z O N D ER H E D E N, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekke.lyk. Pryzen der Granen., op 19 Maart te Am«terdaï(. TARW. HetLsstl GERST. Het Last Ggld.1 Cpld. Poolfche bonte en witte i3o a 210 Vriefche Wintergarst . 70a 85 dito rode . • 170 a 20ojGron. en Oldamlche . 70385 Elbing. en Heugfe . 170 a 200 Zeeuwf. en O verin. Winter 70585 Koningsberger . J65a 190 Dito Zomer . . 70*85 Vrk'fche . . . 140a i70,Dantïiger en EIb. . . Bovcnlandfche . , -. 145 a 180 Voorlamlfche rode - . 135 a 160 .HAVER en BOEKWEYT. Zeelatuifche ...... .175 3 195 ROGGE. Brouwhaver . . 54 a 6(5 Pruisfifchc . •• . 90 a tifi Witte Voeder dito . 40 a 45 Koningsberger j . 90a 116 Boekw. Amersf.en Gooil. £24325 Gedroogde ... >k>8 a 116 Dito Brab. en Viaara. £ 24 a 25 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en IRaap-Oly, per Aam ƒ 46J Overm. 't Last. ,. £ 47350 Dito Lyn . ƒ 47J Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 531 5 Schep. Rigaas ƒ 10a 11 Walv. Traan, 't qnart. Hennipzaad dito . /7Ja8{ van 12 Stek. . . ƒ130 Dito Rode ^ . ƒx18 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. S, 84 | # # Cadix ■ - 8si 1 Lisfabon —— - 57! Nieuwe Ducat. ƒ 5,11,12 Veneden - - ooi Oude ger. dito . 5,9,10^ Livorno —— "93,a| Nieuwe Louis d'Or -11,3,1 Parys. 2.m. , ■ Aefi_ Guinies - 12,4,6 dito kort. 'm ASUS" Piftolen -9,1012 Idem in Specie - $71*51 Franfche Kronen -54lai Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - s.\ pCt. Dito kort Hamburg 2. m.-Ct. ft. 37 arV - 95', a4 pCt. Dito kort - 371 aj — Wenen id. B°. - 36' GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 114 ; en te Haarlem 12, onder welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haerlem. baro- ther- hygro- streek luchts- Maart me- mome- me- der j gesteld- I79Ö. ter. ter. ter. wind. I heid. C30- o| 311 68 o.z.o. ... ... / ? x- „ helder, namidd. en 14 < 30. ï 42 60 z. o. .savonds fti|. C.30- li 30 85 w. n. w. C30. 0} 41 81 z. w. 15 \ 30. o\ 47f 68\ — bewolkt, harde wind. L 30.^0 45, 93 — | | ' C29- 7; 4-5\ 95 z* w- windrig, 'smor;». wat 16 < 29. 6\ 48^ 79 w. tegen; voormidd. beC 29. 5 38 87 W. z. W. trokken; verder buijig. ("20.3 43i 80 w z. w.' ... , ... ti ) „~ Td ,„ I voormidd. buijig met 17 < 29. 2' 45* 76 w. hagtii; verder wolken. 1*9. 2 38 86£ z. w. j ^ C29. i> 40 ioo z- o. betrokken-, 'smorgens 18 < 29. 2| 47 83 z. z. o. d. mpig; 'savonds £29. 3 38 94 n. | bewolkt. C29. 3* 41 88J n. | wolken; tusfchen heide 19 i 29. 4' 48J 64 n, n. W.' wat hagel- en meeuwen S 36 82| n.w. buiien' C29- A\ 37Ï 90 z.o. 20 / 29. 5 46J 57 o. bewolkt. / 20. 6 38 o7i «■ o. BEKENDMAKINGEN. In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz., te Haarlem , zyn te bekomen : BELLAMY Jeugdige Gezangen, met het Portrait van F. Baane, twede druk. . . ƒ 2-12-0 LAVA IER Jofeph van Arimathea. . . -1-10-0 J. van DYK Gedichten met Portrait. . -2-10 o KALIDAS Sakontala, Oostersch Tooneelfpel. -1 -10 o ME1ZNER Bianka Capello, 2 Deelen. . -3-12-0 Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  ï 798. No. 222, NIEUWE algemene KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Frydag den 30 Maart. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Het Nationaal Inftituut te Parys, heeft ene openbare zitting gehouden, den 15 Nivofe an 6 (4 January 1.1.) van welke wy in No. 2iy. van ons blad beloofd hebben verflag te geven, aan welke belofte wy thans voldoen- Gene openbare .zitting van het Inftituut heeft tot hier toe een zo groot aantal toehoorders gehad, gene. was 7.0 luisterryk en fcheen zo zeer de deelneming op te wekken. De onderwerpen, welke aldaar verhandeld werden, waren echter niet zeer verfchillende van aart met die der voorgaande zittingen, maar Buonapartr was by dezelve tegenwoordig; hy verfcheen by dezelve voor het eerst in het openbaar, als lid van het Inftituut, en geheel Parys wilde by deze zitting tegenwoordig wezen. Buonaparte gaf zelf het voorbeeld van aandagt en betamelykheid, en zyn voorbeeld werd algemeen gevolgd in ene vergadering van twee duizend menfchen, waar onder vele, die enkel toekykers en toekykeresfen warén, en kwamen om te zien en om gezien te worden. . Voor eerst is 'er verflag gedaan van de werkzaamheden van de klasfe der Natuur- en Wiskundige wetenfchappen ; het eerfte gaf Prony, het twede Lassus. IX. Deel. In het eerfte werden vermeld de werkzaamheden va» den B. Cousin, die in onderfcheiden jaargetyden de hoogte van het water in de Seine gemeten heeft; de> ontleding van verfcheiden Sterre- en Aardrykskundige waarnemingen, die de Burger Beaüchamps op en© reis naar Mascate gedaan heeft. Ook gaf Prony berigt, dat de Sterrekundigen de l'Ambre en MécHAitï hun werk over het meten van den Meridiaan hadden afgemaakt. Lassus heeft berigt gegeven van den arbeid zyner Medebroeders Brisson , Ventenat , Cuvier ; da laatfte heeft waarnemingen gedaan over de fpysvertering der Infeiften, en zyn werk makende van de vergelykende Ontleedkunde, heeft by zelfs de harsfenen van de Mosfel en de Oester beltudeerd. Ook fprak hy van de proeven , die de B. B. Beaüvoir. en Michaut op de Ratelflangen genomen hebben, waar uit volgt, dac het onwaar is, dat zy de dieren, door haar aangevallen, onbeweeglyk maken, of (zo als men het noem. de) betoveren. De B. Beauvoir heeft Vogelen zich zien nederzetten op enen levendigen Ratelllang, die hy befchouwde. De B. Michaut verhaalde, dat in de landen, alwaar die dieren voorkomen, de Wilden de bosfchen in brand fteken, in welke zy zich fchuil hóuden ; dat 'er door dit middel duizenden fterven, en dat de Beren en de Zwynen het overfchot opvreten. De overige Verhandelingen, waar van de B. Lassus melding maakte, zyn: de eerfte van den B. Gilbert, over de epizootie; de twede van den B. Tussier ,'over " een  ( 98 ) een foort van Tarwe, die in Engeland gevonden is ; de derde van denzelfden Schryver, over de tegenwoordige ontaarte luchtgefteldheid van Atheenen. De Burger TeissiEr heeft zich door zyne veelvuldige proeven en ontdekkingen van nuttige heesters en gewasfen beroemd gemaakt. Ook heeft de Burger Lassus niet vergeten de Verhandelingen van de 1>. B. Gityton, Vauquelin en Kamond, yverige beöeffenaars der Scheikunde, Plantkunde en Natuurlyke Historie, te vermelden. Oi.derfcheidene Verhandelingen van de Burgers Men- telle , BUACHE , ANQUETIL , l'EvêQUE , PAP0N , BuüCIIAND , CAMBACéRès , DlANIERE , LACUéE , Dü pont, KévEiLLèRE-LéPAux en Toulongeon , zyn met even veel bevalligheid als juiste naauwkeurigheid ontleed, door den Burger Daunou, Secretaris van de klasfe der Zede- en Staatkundige wetenfchappen. De B. Villars heeft veel eer ingelegd door een beknopt verflag, door hem gegeven van de bezigheden der Letterkundige klasfe in dit laatfte vierendeel-jaars. De Auteurs van de door hem vermelde werken, zyn de Burgers Dupuis, LANGLès, Ameillion , fJAMus, CoLIN-HaRLEVILLE , PEYRE , chalgrain , GlliELIN , Dussauul. De laatfte heeft een werkje vervaardigd, behelzende zyne betrekking op en briefwisfeling met J. j. Rousseau; in welke verzameling hy verfcheiden wetenswaardige anekdoten van dien onfterfelyken Wysgeer bewaard heeft. By gelegenheid, dat Villars van ene Verhandeling van Camus fprak , noemde hy den naam van Hobatius ; de naam van dezen Dichter herinnerde natuurlyk aan zyne Verfen, en Villars las 'er enige vertaald voor. De vergaderde menigte , hoe Republikeins-gezind ook, vergat op dat ogenblik, dat Horatius een vriend van Auoustus was; zy gevoelde, dat hy een voortreffelyk Dichter en een uiiftekend vernuft was, enen zeer zuiveren fmaak had en onwaardeerbare bekwaamheden. De Burger LANGLès las voor de vertaling ener reize van Perfien naar Indien. Die reis is zeer kort, en echter vond men 'er zeer vele wonderbare dingen in. Langi^s had tot oogmerk om te doen zien, welke de fchryftrant der Perfianen is, en men heeft het uit de door hem gegeven proeve genoegzaam opgemaakt. Fourcroy heeft de vergadering onderhouden over de Scheikundige bewerking der verwen op het Porce]ein, en de nieuwfte vorderingen in die kunst gemaakt. Men heeft in deze Verhandeling kunnen zien, hoe zeer de kunften en wetenfchappen zich onderling verryken door de hido, welken zy elkander bewyzen. De B. Mongez had aan het Inftituut enige middelen tborgelteld, om de Redenvoeringen, de Verfen en de Gezangen by de Nationale Feesten, in den gehelen omtrek der wyd uitgeftrekte plaatfen, alwaar die Feesten gevierd worden, op eens te doen horen. De Grieken en Romeinen, die hy over deze middelen ondervraagd had, hadden hem daar omtrent geen voorlichting gegeven: hy beeft daar op zelf middelen uitgedagt, welke fchenen te kunnen, of te moeten gelukken ; en dit is zeker nog beter, dan dezelve van de Ouden te ontlenen. 'Er heerschte ene grote verfcheidenheid in deze voorlezingen: Mongez had ons midden in de Nationale Feesten rondgeleid; en de Burger Dolomieu deed ons op de bergen omwandelen, welke hy als archieven, en, in een zeker opzicht, als gedenktekenen der omwentelingen , welke op onzen aardbol hebben plaats gehad, befchouwd. Deze geleerde man is een groot bevorderaar der Geologie, welke wetenfehap onder de handen van enen de Luc en Dolomieu een aanzienelyk deel word van de gefchiedenis der natuur. Chenier heeft een Gedicht gereciteerd op den dood van Hoche. Hoche bezongen en betreurd in tegenwoordigheid van Buonaparte! Welke gebeurtenisfen! welk ene vertoning en welke voorbeelden , gegeven aan alle Natiën! Men zegt, dat Chenier den verhevenlten ajlet. Barden, Ossian , in dichtmaat vertaald heeft. Hier deed hy meer, hy ftreefde hem ten minften op zy. Men was algemeen en fterk bewogen; de bewondering der menigte was verdeeld tusfchen den Held en den Dichter. De Burger Garat eindigde de zitting met ene redevoering, waar in hy van het Nationaal Inftituut gefproken heeft, als mede van de Overnatuurkunde en van de Redenvoeringen , welke na den prys gedongen hebben, laatftelyk uitgeloofd voor de beste beantwoording der vrage: over den invloed der tekenen op de vorming der denkbeelden. Hy verklaarde, dat gene der ingekomen Verhandelingen den prys had weggedragen. Vervolgens gaf hy ene oordeelkundige ontleding der ingekomene Verhandelingen, en toonde de redenen aan, waarom dezelve niet konden bekroond worden ; de onderfcheidene gebreken derzelven ontvouwde hy met befcheidenheid, en deed tevens aan de grote verdienften van zommigen recht. Dit verflag had Garat vooraf doen gaan door ene. lofreden of liever door ene verdediging der Overnatuurkunde. Dit was een meesterftuk. Het was als of men Fontenelle hoorde, maar Garat is misfehien nog, korter en mannelyker in zyn ftyl, dan deze. Hy fprak het laatst, en wel over Overnatuurkunde, en echter is hy op den duur en tot den einde toe, met veel aandacht en deelneming aangehoord: men zou gezegd hebben, dat hy niet over Overnatuurkunde fprak.  ( 99 ) De Burger Garat vergat Boonaparte ook niet; hy prees hem, doch als Metaphylikus, en in den ftyl der Overnatuurkunde; met genoegen hoorde men hem den Held dus aanduiden: Een man die den geest van waarneming en overdenking in den hoogflen graad bezit. By het uitfpreken dezer woorden waren de toejuichingen algemeen. Het publiek , dronken van dank baarheid voor Boonaparte, vond deze loffpraak zo juist en zo waar, dat het tot twee- ja driemaal toe bravo riep. De Generaal boog het hoofd neder en bedekte zich het aangezicht met zyne handen. Hy had zich aan deze loftuitingen wel willen onttrekken en dat eenitem mig geroep willen doen ophouden. Doch deze reis mogt hy evenwel de overwinning niet behalen. Parys, den 21 Maart. De zints lang uit Holland verwagt wordende Olyphanten, zyn gisteren behouden alhier gearriveerd. DULTSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. Göttingen. Mr. de Luc, een Zwitfer, beroemd door verfcheiden uitgegeven werken , is den 5 January i. U tot Profesfor Ordinarius Philofophia ac Geologie alhier benoemd geworden. EN GEL S CH E LETTERKUNDE. Dertiende Befchouwing. Gedicitten en Mengelwerken. (Vervolg van Bladz. 94.) Van Befchryving- en Schilder-Verfen is 'er een gehele ftapel voor handen; waar van de verzameling vry hoog zou lopen , vermits men voor weinige biadzyden, zeer ruim en lugtig gedrukt, 2 a 3 Sh. moet betalen. Wy zullen ons echter vergenoegen met de nrerkwaardiglte aanteftippen. Een zekere H. Mackey heeft getragt Amerikafche Schilderingen uit de Natuur te leveren, die echter weinig om 't lyf hebben, en, zelfs by de befchryving der Kascade van Montmorency, niet boven het middelmatige gaan : Quebec-Hill; or Canadean Scenery. APoem in two parts. Richardfon 1797. 40. (2 Sh. 6 d ) Het beste van deze foort xou misfehien een paar Gedichten van John Bidlake wezen. Het eerst heet: The Sea. Chapman. 8°. 74P- USb.) De Engelfchen zyn ryk in Dicbterlyke Zee-taferelen. Faydker's Shepwrek en Kirkpatrik's Sea-peace, zyn ook buiten 's lands in hoogagting. Het voerbarden zyr.de Vers heeft enige fraaie en nieuwe pasfagicn , maar het geheel is te gedwonpen , en men ziet er dunieiyk aan, hoe veel moeite het den Dichter gekost heeft. Zyn twede pioef fchynt wat beter uitgevallen te zyn : The Country Parfmt. Cadell. 1797. (1 Sb.) Het Vers is in Coupletten , in dtn fmaak van Spencer, en diens Navolger Thomfon, in zyn Castle of Indolence. En met dit alies kan het gehele (luk tegen gene vier regels opwegen uit de beroemde Schets van een Dorp-prediker in Goldfmith's deferted village. De als Dichter, en als uitgever van Dichters, bekende Dyer, heeft, in zyn Poet's fate , a poetical Dialogue , Robinfons 1797. (1 Sb.) een overtuigend bewys gegeven, dat ook in Engeland , van ouds af, de armoede onder het gevolg der Dichtkonst was. In de Aantekeningen ontmoet nen allerlei Anecdotes van voorgaande Dichters. Het lot van la Fayette heeft byna gelyktydig , zo in Engeland , als in Frankryk , ftoffe voor een Historiesch Gedicht opgeleverd. Het Engelfche heeft ten opfchrift: The Castle of Olmttz: a Poem, inferibed to la Fayette. 4*. Kearsly 1797. 36 p. (2 Sh. 6 d.) Het behelsd de hoofdtrekken uit la Fayette's Staatkundige loopbane, federt zyn overtogt naar Amerika tot aan zyne gevangenis te Olmutz, doorriiengd met befpiegelingen over het lot van Lodewyk XVI. De Dicbterlyke verdiende van bet ftuk is flegts gering; maar het tafereel der ontmoeting van Madame la Fayette mee haar Dogter by den gevangen ongemeen aandoenlyk. Hoe veel fteekt dit meêwarend ftukje af by de Stormklok van enen woedenden. Jerningham: Peace, Ignominy and Dejlruc' tim. Rivingtons 1797. (1 Sh.) Niet ongepast zeide men, dat, terwyl Burke den alarmtrom floeg, Jerningham, als pyper, naast hem ging. In den trant van het geliefde Leer-dicht, verdient een enkel Vers genoemd te word«n : The Paradife of Taste. By Alex. Thomfon. Cadell. 1796. 4°. 124 p. (6 Sh.) In 7 Zangen, die allen in verfchillende maat zeer vloeijend berymd zyn, weet de Dichter, die reeds te voren zig door een Vers op het Whist-Spel, bekend gemaakt had, zyn Paradys van fmaak zeer luisreryk op te fchikker. Byzonder onderhoudend is de 5de Zang: the Houfe of Ridicule getyteld. By aanhoudenheid vloeid nog wel het fterkst de faterique ader , waar voor hei politieke van den dag fteeds nieuwe bronnen opend. Het mondflot, 't geen des bekenden Dr. Woolcot's (meer bekend onder den naam van Peter Pindar's) tong in bedwang hield, is afgenomen. Zyne twee laatfte pennevrugten zyn: One -thoufend feven hunderd and ninthy fix: a Satire; in four Diaiogues Dialogue I and II. Walker 1797. 40. (2 Sh. 6 d.) Peter en Tom praten over de tekenen des tyds. Men mist hier echter veel van het piquante der voorgaande producten: dat zig ook in de Ode to the Livery sf Londen. Walker. 1797. 40. 44 p. (2 Sh. 6 d.) flegts in de fchemering zien laat. Echter heeft het verdigt gehoor by de Koningin Elizabeth veel drolligs, en de aanfpraak aan Sir JozephBanks by gelegenN 2 heid  ( IOO ) heid van zyr.e verheffing tot Geheimraad, in de Ode voorkomende, heeft meer dan een fterk knappende vonk. Het geestig ftukje van den beroemden /Jnjlie, the New Bathguide, heeft tot ene niet geheel mislukte Navolging aanleiding gegeven : The Sea-f.de, a poem in a Series of familiar Letters, from Mr. Simkin (dus had zig Anftie voorheen geheten) Sienderwit. Ramsgate. Buigefs 1797. fof Byna ieder jaar komen in fingeland Schimp - prenten en Verfen op elke badplaats uit , zonder dat 'er zig iemand aan ftoord, zo lang de dwaasheid in 't algemeen flegts gegispt word. Ook bekomen kerkelyke misbruiken van tyd tot tyd de gepaste beftraffingr Dus heeft er e fcbandelyke klopparty van den Bisfchop Bangor aanleiding gegeven tot ene navolging van fioileaux's Lutrin: The battle of Bangor. of the Chwch Triumph: a Comic-heroic Poem, or nine Canto's. Johnfon 1797. 8°. (3 Sh.) De flinkfcbe wegen, langs welken geheel onbevoegde lieden zig in vette posten weten in te dringen, worden in het volgend Vers zeer goed aangewezen: The Church, a Poem. By the rev. föhn Sharpe (een verdigte naam) late fcholar of Trinity College. Oxford. 4. Virnor and in Hood. 1797. 62 p. (2 Sb. 6 d.) Tegen alle dergelyke Horigheden, die een doorn in 't vleesch zyn, voorde liefhebbers van gemak, heeft een Vasfal, uit de maagfchap der uitgevers van de Britisch Critic , zyn fchorre ftem verheven, en het door de andere party zo hoog geprezen Vers uitgegeven : The purfuits of Literature. A fatirical Poem in dialogues, with notes. P. I—IV. (Het eerfte ftuk verfcheen reeds in het jaar te voren) P. II—IV. Owen 1797- »"■ (6 Sh.) Men moet zig het genoegen geven, om de Loftuitingen te lezen, welken dezen , roet gal ge- j zoogden, poëtifchen windbuil in het gemeld JournaJ van Octob. 1796. toegezwaaid worden. De Dichter, die zeer ■verftandig het incognito in agt neemt, hakt onder oude en nieuwe Dichters, als onder koolftruiken, herom,.en dooTfpekt nog daar en boven zyne Verfen met fterke aantekeningen. Mafon alleen vind genade in zyne ogen; vermits deze Dichter, in de twee laatfte jaren van zyn leven, aan het Minifterie hulde boodt. Van oude Dichters valt aantemerken, dat de Glasgowfcbe Hoogl. W. Richardfon, den sden druk heeft uitgegeven zyner Esfays on fome of Shakfpear's dramatic CharaÜers vermeerderd met een nieuwe proeve over Sh, misflagen. By Mttrray 1797. 401 p. b°. (7 Sh.) Het berugt Ierlandsch bedrog is door keurlyke navolgingen, in den trant van Shakfpeare, befpot geworden: Pasfages feleüed by diftinguifhed perfonages on the trial of Vorrigern. and Rowena. Mafon heeft kort voor zyn overlyden het 3de Deel zyner Gedichten uitgegeven: Poems by W. Mafon. Vol. III. nowfirst publijhed. London. Robinfon. 1797. gr. 8°. 316 p. (6 Sh.) In dit Deel vind men Odes en Klinkdigten van 1746-1796, Treurdigten en twee Dramas. Het ene, Sappho, verplaatst ons geheel in Griekenland, en behelsd de bekende Fragmenten uit de Liederen van deze Dichteresfe, die 'er zeer gepast zyo ingeweven : het andere heet Argentelle and Cu- j rati; en is in een geheel oud Engelsch gewaad, en op eneoverlevering gegrond, welke men by Pircy's Reliques ofjtnctent Poetry T. II. p. 238.-vind. Met één woord, ook dis 3de Deel evenaard volkomen in waarde de twee voorgaande, die in 1796 zyn uitgekomen, en kan dus, in gene verzameling van Engelfche klasiieke Dichters, gemist worden. Van Pope-s werken is een nieuwe volledige druk uitgekomen : The Works of A. Pope. With Notes and Illustrations, by Jof. Warton. 9 Vol. in 8n. Cadell. 1797. (3 Pf. 12 Sb.) Genoegzaam elk Deel is met byvoegzels en aantekeningen verrykt, die in gene der voorgaande Drukken gevonden worden. Jammer is het alleen dat W. geen beter gebruik gemaakt heeft van de Obfervations on Pope, in 1796 uitgekomen, vermits'hy, dit gedaan hebbende, deze en gene ftukken, die réeJs Pope zelve had uitgemonfterd, zou weggelaten hebben. Van Pope's Homerus, door Wakefield, is ook reeds in het vorig jaar de twede helft uitgekomen, onder den tytel: The Odysfey ofHomer, Translated by Alexander Pope, with additional Notes, critic al and illustrative, by Gilb. Wakefield. Robinfons. Vol. 1796. 8*. (1 Pf. 15 Sb.) In de Voorrede merkt W. aan, du'Pope geheel geen Grieksch, en naauwlyks zo veel Latyn, kende, dat hy de gewone Latynfche vertaling in zamenhang verftaan kon. Het bekend geneeskundig Vers van Scevola de St. Marthe ( Sammarthanus) Paedotrophia, in 3 Zangen, (men zie hier over het Magazin Encyclop. An. 3. T. I. No. 4.) heeft in enen Britfchen Arts, die zig reeds voorheen door ene overzetting van Callimachus bekend maakte, enen metrifchen vertaler gevonden, wiens getrouwheid en fmaak niet in twyft'el kan getrokken worden: Paedotro'phia or the art of nurfing and rearing Children. APoem, in three books, translatad from the Latin of Sc. de St. Marthe. With medical and Historical notes, by H. W. Tytfer, Debrett* 1797. 221 p. in 8°. (7 Sh.) Milton's Paradys verloren, is in het Italiaansch en zyn Lycidas in het Grieksch , en Gray's Gedichten zyn in 't Fransch vertaald geworden. De Griekfche overzetting van Lycidas is door J. Plumtre bezorgd, cn by Faulder in 40. uitgegeven (1 Sh. 6 d.) Op de vorige vertalingen van Burger's Eleonore is , federt, ene Engelfche overzetting van zyn Jager gevolgd: TheChafe, and William and Helen, from the German of Burger. London. Cadell: 1796. 40. .(3 Sh. 6 d.) Eindelyk diend ook nog gewag gemaakt te worden van zekere lesfen, in den fmaak van Trapp , Blair en Lowth , over de Dichtkonst: Lettures, fhewing the feveral Sources of the Pleafure, whicb the human mind receives from poetry, by the rev. J. Hurdis. Profesfor of Poetry, at Oxford: welke lesfen ftukswyze by Johnfon uitkomen. Eik ftukje, dat maandlyksch in 't licht komt, kost 2 Sh. <5 d. Van fchriften én verzamelingen van velerleien inhoud, die onder den tytel van Esfays begrepen worden, zal men enkel Israëli's en Dalla's Miscellanies noemen. Israëli is reeds. als een bevallig Schryver genoeg bekend. Zyne laatfte bundel: Miscellanies; or literary recreations. By d'Is°  ( ioi ) tïsraeiï. Cadell 1796. 8". (7 Sb.) bevat een reeks van Compilaties en Anecdotes, die onder zekere Hoofdftukken gebragt .zyn , gelyk over de Verligting, de vryheid der Drukpers , navolging der Dichters , invloed van Luchtftreek , der Vrouwen enz. Dallas verzameling is voor weinige weken uitgekomen en voert den tytel: Miscellatuous Writings, confifting of Poems and mor al Esfays. By R. C. Dallas. Onder dezehen vind men ook een Treurfpel, Lucretia, nevens een Woordenboek der Hartstogten. Onder alle navolgers van Sterne, fchynt 'er niemand zo gelukkig zyn trant getroffen te hebben,. als Ridley in zyne Fragments in the manner of Sterne. Delbrett. 8°. 1797- (6 Sh.) die eerst in het Dagblad the Courier afzonderlyk gedrukt ftonden. Tegen de regeringloze en alle regeringen ondermynende verbasteringen van de betekenis van Vryheid is een ftukje uitgekomen, 't geen met veel zout en geest ge fchreven is: Vaurica, or fketches ofthetimes: exhibiting views of the Philofophies, Religieus, Politics, Literature and manners of the Age. 2 Vol. Cadell. 1797. 8°. (8 Sh.) Deze proe. ven, tot 10 in getal, zyn by wege van verhalen ingerigt, die aan het geheel een beter zamenhang geven, zonder echter, door een romanesk gewaad, de waarheid nadeel toetebrengen. Van twee Zedenkundige Tydfchriften fpreken de Reviewers met veel lof. Ongemeen belangryk, en voor een gedeelte ene Nederduitfche overzetting wel waardig, is: The Philantrsphe, af ter the manner of a periodical paper, Cadell. 1797. 180 p. 8°. (4 Sh.) Dezelve bevat, in 34 vertogen, kleine verhalen, oordeelkundige bedenkingen, over plaatfen uit Engelfche klasfieke Schryvers, vergelykingen tus fchen Schilder- en Dichtkonst, vertalingen uit oude Dichters enz. The Reporter, or the general obferver komt, federt enige maanden, om de veertien dagen, by Flayer in 40. uit; ieder Nommer kost 6 d. De Schryvers hebben zig geen flegter model , dan dat van den Spectator zeiven, voorgefteld, en de 2 eerfte bladen beloven veel goeds. Het Cheap Repofitory van Hannah Mare, is thans volledig in 2 Delen' by Marshal te bekomen : en daar de fóhranderfte koppen, gelyk Mafon, Mrs. Chapone, Gilpin enz. daar aan piet weinig, hebben bygedragen, is het een zeer goed ingerigt Volksfchrift, 't geen niet weinig eer doet aan het menschlievend oogmerk der Uitgeeffter. Voor de Lefture der Vrouwen is het 3de Deel van den Female Mentor, or Seletl Converfations. Cadell. 1796. 232 p. in 120. (3 Sh.) uitgekomen. De Schryver daar van, feboon zig by de opdragt met den verdigten naam Honoria tekenende, is Dr. Percival, die reeds meer foortgelyke nuttige ftukjes fchreef. Ongemeen verdienftelyk by hare kunne maakt zig ook Priscilla Wakefield, niet allêen door hare kortlings uitgekomene Kruidkunde (Botanie) voor Vrouwen, maar ook door het vervolg op haar Mental improvement: or the Beauties and Wonders of nature and art, in a feries of infi'ruttive Converfations. Vol. III. 188 p- in 180. Darlon. 1797. (1 Sh. 6 d.) Eindelyk heeft ook de khtandeie Darwin een woord op zyn tyd gefproken, over de onbegrypelyke verwaarls* zing in de opvoeding der vrouwelyke kunne, op de kostfcholen en andure opvoedings - geftigten in Engeland. A plan for female Education in boarding-fbools, by E. Darwin. Johnfon. 1797. 40. (5 Sh. ) Voegt raen hier by het onlangs uitgekomen Ylan of Education for a limited number of. young Gentlemen. Robinfons. 1797. (1 Sh. 6 d.) dan kan. men zig een klaar denkbeeld vormen hoe het met het Schoolwezen aldaar gelegen is. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, 4KADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbritannien. The State of the Poor • or an Histoiy of the labouring Clasfes in England from the Conquiest to the prefent Period, by Sir Freder. Mortm Eden. Bart. in three Volumes. Quart. 1797. De zedige Schryver van dit belangryk werk, maakt geen aanfpraak op den roem enes diepzinnigen G-efchied - vorfchers of van enen fchoon-fchryvenden en zaakryken Gefchiedfehryver. Hy vergenoegt zich met minder fchitterende verdienden, en levert hier ene grote menigte van leerryke narigten , betrekkelyk den tegenwoordigen toeftand der Armen in Engeland, en over de middelen', om denzelven te verbeteren. Men leert hier Grootbritannien> in de naauwkeurigfte byzonderheden kennen ,■ welke tot hier toe geen reisbefchryving van dit merkwaardig ryk geleverd heeft of leveren kon. Dikwerf vindt men aanleiding om zich te verwonderen, dat in-een zo bloeijend , zo wel ingericht, en zo verlicht land, zulke misbruiken plaats kunnen hebben, hoedanigen die zyn, waar van de Schryver gewag maakt. Uit geen ander ryk van Europa vertrokken in deze eeuw zo vele duizenden vlyüge menfchen wegens gebrek aan arbeid en voedzel, als uit Engeland, en even dit zelfde land is het, dat de meeste heigronden, wildernisfen en meenten bevat. In geen land op den aardbodem zyn de vrywillige engedwongen bydragen voor de armen, welke laatfte federc twee jaren verdubbeld zyn, zo groot als daar. Het eetfte Kapittel handelt over den toeftand der armen, van de tyden der Noormannfche verovering tot op die der Reformatie; het twede over denzelven van de Reformatie af tot op de tyden der Revolutie; bet derde over dien ftaat van de Revolutie af tot op den tegenwoordigen tyd; het vierde van de publieke aanftalten tot onderhouding van de armen: over de wetten voor de armen, en over Pitt's armen-bill; het vyfde van het voedzel, do. kleding, de woning en den brand der werkende k-lasfen , in Engeland : bet laatfte over de zogenoemde FrisndleySocieties. Indien de Rec. het Armwezen in Engeland, naar den : inhoud van het onderhavig werk_ beoordelen mag, da$ I N 3 zyn  { 102 ) ayn de Britten ten aanzien der inrichtingen voor de Armen, ten minllen even zeer, als ten aanzien der openbare inrichtingen voor het onderwys , by de wel ingerichte Duitfche Staten, verre ten agteren. Men hefc van de ryke, welgeftelde en werkzame inwoners, door zeer drukkende en ongelyke Taxen, zonder enige evenredigheid, meer, dm de behoeften der ware armen vorderen. De verzamelde .gelden worden op de onverantwoordelyklte wyze gedeeltetyk geadrainiftreerd, gedeeltelyk vervreemd Men is niet naauwlettend genoeg op de waardigheid of onwaardigheid der voorwerpen, en onderzoekt even min genoegzaam; of de perfonen, welke bedeeld worden, werken kunnen al of niet. Nog minder word 'er aan gedagt, om voor hun die werk zoeken, dit in velerlei foort te bezorgen, en arme kinderen en wezen ene behoorlyke opvoeding en het nodig onderricht te doen geven. Geen wonder dus , dat de vreesfeiyke grote uitgaven voor de armen in Engeland, de armoede zelf en de oorzaken van dezelve, meer .bevorderen, dan wegnemen ! G. G. A Tot dit vak behoort ook nog een ander werk: An in■quiry into the pre/ent Condition of the lover Clasfes and the means of Jmproving it, including fome remarks on Mr. Pitt's BUI for the better fupport and maintenance of the poor. In the Courfe of which the policy of the Comlaws is examined, and various other important branches of political Economy are illufhated. By Robbbt Acklom Ingram , B. D. F. of Queens College, Cambridge. By J. Debrett. 1797. in 8°. 102 f. Dit kleine werk behelst geen volledis onderzoek der op den tytel opgegevene onderwerpen , maar alleen een vlugtige beredenering van dezelven : deze is echter vol ware, fyne en belangryke gedagten; en offchoon men hier en daar ziet, dat de Schryver zyne menfchen- en waereldkennis meest uit de boeken en uit de algemene wyze van befchouwing van den tyd gehaald beeft, zo bemerkt men toch, dat hy met kennis over de zaken fpreekt, en hoort hem met genoegen en nut aan. G. G. A. History of the eriginal Confitution of Parliaments from the Time of the Briton, to prefent day. By Th. H. B. Oldfield. 54.8 Octav p. London 1798. De Schryver zoekt in dit werk te tonen , dat in Engeland het Volk federt de eerlte tyden af aan de regering des lands heeft deel genomen, door deszelfs vertegenwoordigers; dat de inwoners voormaals gelyker in het Parlement werden vertegenwoordigd, en dat thans flegts een klein gedeelte der inwoners zyne Vertegenwoordigejs in het Lagerhuis kiest. G. A. Fransche Republiek. Esfai fur les antiquitis du Nord, tt les anciennes langues feptentrionales, par Chables Pöugens. 1797- 51 P- in 8°. Paris. Het oogmerk des geleerden Schryvers dezer kleine proeve, (trekt om zyne landslieden op het gewicht der beöeffening van de Noordfche Oudheden en Talen opmerkzaam te maken. Tot dit einde draagt hy eerilelyk de menin¬ gen van oudere en nieuwere Schryvers over den oorfprong en de natuur der Ruïnen voor, en deelt daar na korte opgaven of bïiangryke proeven uit de beroemdile werken over de Noordfche Oudheden mede . Wy hebben ons even zeer verwonderd als verheugd, dat een Fransch geleerde, in dergelyke tyden alt de jaren der omwenteling waren, oog fmaak en moed tot zodanige nafporingen behouden konde. De Heer P. is geheel vry van het onoordeelkundig allegorizeren en het nog onoordeelxundiger etymologizeren, waar door de navorfchingen der meeste nieuwe Franfche Geleerden over de Talen, den Godsdienst, de Fabelen en Gefchiedenis der oudlte Volken , in enkelediomen veranderd zyn geworden. AANKONDIGINGEN van NIEÜWE BOEKEN. Dr. R. Nieman, te Altona, is voornemens, by intekening, itukswyze uittegeven, een volledig Hoogduitsch uittrekzel van het Franfche Dagblad Le Moniteur , 't geea reeds federt 8 jaren het licht ziet, en dat reeds tot een groot aantal van Delen is aangegroeid. Dit uittrek- zel zal zig enkel bepalen tot de daar in voorkomende Handelingen inde beiden Nationale Vergaderingen, de Nationale Conventie en het voorgevallene by den Raad der Gemeente van Parys en in de jfacobynfche Club. Het gehele werk, dat met het fcheiden der Conventie zal eindigen, zal, in 18 (tukken, ieder van een Alphabetfa, die zamen niet meer dan 4 Louis d'Or zullen kosten , en in den tyd van 3 jaren . volledig zyn. Elk (tukje, dat niet boven 1 Rth. in goud voor de Intekenaren zal te ftaan komen, word by den ontfangst betaald en men abonneerd voor 6 (tukjes te gelyk of voor een geheel jaar. TEKENINGEN en PRENTEN. 'Er komt te Arau. in Zwitferland, een voortreffelyke Zwitfer-Atlas uit, dien de Heer Heisz op kosten van den Heer G. H. Meyer. , te Arau , voorleden jaar heeft begonnen uit te geven , en die thans uitftekend fchoon vervolgd word; Canton Bern en Freyburg , en het Waltiferland zyn daar op afgebeeld. GOUDEN en ZILVREN GEDENKPENNINGEN. Koppenhagen. Men ziet hier thans ene Medaitff op hare Koningl. Hoogheid , de Kroonprïnces Maria, door den Koningl. Hof-Graveur S. Jacob^n, vervaardigd. Op de voorzyde ftaat de welgetroffen borstbee!» te-  tenis dier Princcsfe, naar het oorfprongelyke van Prof. Juuls. Op de tegenzyde leest uien het volgend Byichrift, in het Deenscli : Maria en Hoeder for fit Kiön, Hustrue Moder. Dat is: Maria, fieraad van haar Geflacht, Echtgenoot, Moeder. Het ftuk kost, in het fynfie zilver 5 Rth. in Dukaten goud 100 Rth. Zynde te bekomen by Bram Helft, in de Komngftraat No. 240. NARIGTEN en B Y Z O N D ER HE D E N, tot DEN HANDEL en SCHEEPVAART, LAND" sn VEEBOUW, ALS MEDE DE HÜISHOÜkunde, HANDWERKEN EN PABRIEKEN, BETREKKELYK. By een Manifest van den Rusfifchen Keizer van den 24ften Febr. zyn de beiden Zee-Steden op het SchierEiland Tauden (de Krim) Feodosfia en Eupatoria , van 1 Maart dezes jaars (O. S._) tot op 30 jaren, voor Portos Francos verklaard. Specïfiqüe Lyst der jaarlykfcke inkomjlen, welken de Duitfche waereldlyke Vorften verliezen door den afftand van derzelver Landen aan den Linker Ryn-oever. Pruisfen. . . . i,coo,coo Rth. De Westphaalfche Gravenbank ; 250,000 De Hertog van Aremberg. . . 00,000 Het Keur-Paltzifche huis. . . 2,700,000 De Landgraven van Hesfen - Kasfel en Rhynfels. . . . 75>°°° Landgraaf van Darmffcadt. . . 150,000 Markgraaf van Baden. . . . 160,000 Het Oostenrykfche huis , wegens Fal- kenltein (*). . . . 80,000 Tranfportere . 4,475,000 Rth. (*) Dus zyn hier van uitgezonderd de jaarlykfche infcomflen van dat huis, uit de reeds vroeger afgeftane Oostenrykfche Nederlanden. ( 103 ) Tranfport . 4,475,000 Rth. De Vorst van Saltti. . . . 60,000 Het huis Nasfhu. . . . 500,000 De Graaf van Leiningen. . . 150,000 Heidesheim. . . 16,000 i Gun (tersblum. . 34,000 Grünftatt. . . 60,000 De Rhyngraven. . . . 100,000 De Vorst van Wied. . . 20,000 Yfenburg. . . 21,000 Wittgeltein Berleburg. 15,000 De Graaf van Solms-Asfenheim. * t5,coo De Hertog van Wurtemberg. . . 100,000 Het Huis Oettingen. . • . 25,000 De Graven van Leyen. . . 70,000 1—> Sickingen. , . 99,000 De Vorst van Leuwenftein. . . ai,ooo zamea . 5,764,000 Rth. Amsterdam. De Dïrekteuren van de Bank hebben , op voordel der Commisfie van Koophandel en Zeevaart , in enen brief van den Sften dezer maand Maart, aan den Raad der Gemeente , die vervolgens .door de Nieuwspapieren openlyk gemeen gemaakt is, kennis geseven, van den verbeterden toeftand der Bank federt 5 Febr. 1705, beftaande in een, aanwinst van niet minder dan 4 Mill. 68710 Guld. en 16 ftv. ; zynde van de 6 Mill. 273000 Guld. welken de Wisfelbank op üostIndifche Comp. Obligatien had opgeschoten , zo v^el afgelost, dat dit voorfchot thans nog maar 3 Mill. 938675 bedroegen, en twee andere posten, die de Wisfelbank aan de Stads Leenbank had opgefchoten, voor een gedeelte, gelyk mede 2 nog andere voorfchotten aan de Stads Kas gedaan, geheel afbetaald geworden. PaTziM dek Granen , op 26 Maart te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld. G.tIJ. Poolfche bonte en witte i8oa2io Vriefche Winrergarst . 65280 dito rode . • 176 a 20c,Gron. en Oldamfche . 66a8p Elbing, en Heugfe • 170a 195,Zeeuwf. en Overm. Winter 7oa8g Koningsberger • 160a 185 DU0 Zomer . . 66a8o Vriefche . . • 130a 160 Dantziger en Elb. . . Bovenlandfche . . . 1362170 Voorlamlfche rode . . Koaiso HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . . . . 1653185 ROGGE. Brouwbaver . . 54 a 65 Pruisfifche . . . 94a i\6 Witte Voeder dito- . 36345 Koningsberger . • 94 a 116 Boekw.Amersf. en Gooil. £24 :125 Gedroogde . . . xoöa 116 Dito Brab. en YlaaiB. £ 24 * -5 Zaad»  ( m ) Zaad, Olv en Traan, K»orz. ZeeuwKh en JRaap-Oly, per Aam f 46 J Overm. 't Last. . £ 47 a 50 Dito Lyn . f 47^ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 53^ 5 Schep. Rigaas f 10« tl Walv. Traan, 't quart. Heniiipzaad dito •• ƒ fi a8| van 12 Stek. . . ƒ130 Dito Rode . . /11S Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. : 84^ & Cadix 1 - 84 . I.isfabon —— - 57^ Nieuwe Ducat. / 5,11,12 Venerien - - 90b Oude ger. dito - 5,9,10^ Livorno ■ . - 99J Nieuwe Louis d'Or - 11,2,1 Parys. 2. tn. v . Guinies - 12,4,5 dito kort. /»nAsug.- Piftolen -9,1012 ïdem in Specie '-57l*ï Franfche Kronen - 54; ai Londen. 2. m. % Nieuwe Ryksd. - iij pCt. Dito kort Hamburg 2. tn. Ct. ft. 36J B?. Bank . 95J pCt Dito kort - 3?i — Wenen id. B«. - 3ÖJ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 119; en te Haarlem 18, onder welken laatften 10 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. Aan den Schryver der Letterbode te Haarlem. Heden een Briev van myn Correspondent, uit Archangel in Rusland , ontvangende, gedateerd den 8 Jan. j"y8 » vond ik een gedeelte van denzelven merkwaardig genoeg, om het, uit het Rusfisch vertaald, aan 'Uii. mede te delen, ten einde deze byzonderheden, door middel van uw geacht Weekblad, algemeen bekend gemaakt worden. Voorts blyve met de meeste achtinge in baast. Rott. 17^98. D. Jongh. Ar changel in Rusland, 8 Jan. 1798. Myn Heer en geëerde Vriendl Vermits gy my meer dan eens verzogt hebt, dat, als'er iets merkwaardig, in onze gtiure gewesten, mog-te voorvallen, dit dan aan UE. te willen mededelen; zo haast ik my thans om aan uwen wensen en begeerten, zoo veel het myne kleine vermogens toelaten, te voldoen. Schoon 'er anders jaareu verlopen, dat 'er niets byzonders in dit gedeelte van den Aardbol voorvalt, zoo hebben wy echter, in het laatst van December des vorige jaars., alhier een vreèm'd fchouwfpel gehad , en waar van zeker geen voorbeeld te vinden is: mamentlyk, fchoon wy reeds federt half November 1. 1. tot den £4 December, een doorgaande vry fterke vorst gehad hebben, zoo is eensklaps, en fchier in een ogen. blik, ons koud klimaat als omgekeerd; het heeft 6 dagen agter den anderen zeer zacht weeder gemaakt, verfeld met een aanhoudenden zoelen regen, die 0» het einde met verfchrikkelyke Blixems en vreesfelyke donderdagen afvvisfelde, gepaard met fceijende ftormen rukwinden, die den onvertfaagtften Burger, beangst en verlegen maakten: daar na heeft het zyne gewoone loop van een doorgaande vorst weder aangenomen, die nog blyft yoortduuren. Niet minder opmerking verdient het, dat wy federt bovengem. verfchynfel veel meer licht hebben; de dag' duurt wel een half uur langer dan gewconelyk voor deze, in dat jaargetyde, plaatst had: — geen Natuurkundige zynde, zoo laat ik deze hier boven befchreva nooit gehoorde verfchynfels ter nader onderzoek aan den meêr verligten Wysgeer over! (Zou 'er ook een Comeet, of ander Luchtverheveling in de nabyheid van den Loopkring onzer aarde gekomen zyn?) — Zedert 25 jaaren heeft men alhier zulke harde Winters niet meêr; bevrooren Neuzen, Handen en Voeten zyn thans rariteiten geworden; voorts blyve enz. A. M. weerkundige waarnemingen, buiten haerlem. baro- ther- hygro-streek luchts- Maart me- mome- me: der gesteld- I798. ter. ter. ter. wind. heid. C29. 6\ 38 ~88 nTo. 21 i 29. 7 45| 59! — bewolkt. £29. 8 36 75 — V 29- 8 38} 71;- H^°T"T » beliepen, openlyk ontdekte, en dus ook het voordeel van 1300 ponden, dat hy als Schatmeester van Chelfea-Rospital had, edelmoedig opofferde. Toen in den jare 1783, met het fluiten van den vrede , Fox de alleronnatuurlyklte Coalitie met North aanving , wierd Burke voor de twedemaal Betaalsheer van oorlog. Zeker had Burke den Minister North , ook gedurende den Amerikaanfchen oorlog, als redenaar derOppolitieparty, met alle mogelyke rampen bedreigd, maar hy had ten minden niet in het volle Parlement verklaard,, zo als Fox had gedaan, dat hy niet in éne kamer met dezen booswicht wilde wezen, en voor den eerloosten van alle menfchen gehouden wilden worden y indien hy immer met North handelde.. De eerlyke B. zette zich zeker over dit alles heên, alleen in de overtuiging, dat hy daar door meer gelegenheid en macht kreeg om goed te doen, en daar dit algemeen bekend wierd , vergat men hem- deze ongelykheid met: zich zeiven des te ligter. Doch de gantfche vreugdwas flegts van korten duur. Op het inbrengen van den voor het Volk zeer gunfligen, maar voor de magt van. de Kroon zeer gevaarlyken, Oost-Indifchen Bil!,, die in het Hogerhuis verworpen werd, leed de gehele. Coalitie fchipbreuk. Iu December 1783, werd PkrT. Minister, en Burke bevond zich ten derdemale in.de: Oppofitie. Hy donderde vreesfelyk tegen den Minister, en vergeleek meer dan eens de omkopingen* en bedekte wegen,. door welke de Minister zynen aanhang, (taande hield, met de heldeneeuw der omkoping. Maar de ftroom. zyner welfprekendheid ftorrte zich weldra: 111 een ander kanaal uit, toen hy de hoofd - aanklager van Warren Hastings wierd, en vervolgens van tyd: tot tyd die beroemde aanklagts-redenvoering hield, die. bekend is onder den titel van: Charges against Hastings. p 1—4. 1786, welke in allen opzichte met G'cero's Oratio in Verrem mag vergeleken worden, uitgezonderd alleen in hare gevolgen, daar de Verres van. Hindostan door het Hogerhuis eindelyk van alle zyne roveryen en bloedfchulden plechtig vrygefproken wierd.. Burke's yver. en onwankelbare moed by dit geheel proces betoond, verdient zo veel te meer hoogachting.,, daar het by allen., die hem van naby kenden-, ene uitgemaakte zaak zyn moest, dat by hem geen wraakzucht , of perfóonlyke haat, de dryfveeren waren van: zyn gedrag, maar alleen oprechte deelneming aan het lot der fchreijende menschheid en aan den Britfchen roem, gelyk dit onder anderen zeer dnidelyk blykt uif enen brief, dien hy nog in- het jaar 1796, aan Joseph. Mo ser fchreef, (dezelve is gedrukt in het Europ. Ma* gazin. 1796. July bl. 6.) waar in-, hy op enen zeer roerenden toon. God tot getuigen riep van de vasteO 3 over»-  ( HO ) overtuiging die hy had, dat HastiMg's bloedfchuld op den kop van het Hogerhuis , dat hem had vrygefproken, zou t'huis komen. Het gehele veertienjarige proces is een zo gewigtig ftuk in Burke's leven, dat ene volledige Verzameling van ftukken, History of the Trial of W. Hastings, Debrett 1796. (waar van in den Letterbode gefproken is op bladz. 85. van No. 168.) ook hier onder de aandacht verdient gebragt te worden. Den 9 February 1790, hield Burke zyne, ook bier afzonderlyk gedrukte,~ redenvoering over den ftaat der zaken in" Frankryk, en verklaarde zich voor een woedenden vyand der omwenteling. Hy, die voor de vryheid van Amerika zo fier geftreden had , befchimpte nu op eens de toen nog zo fchitterende poging, welke een naburig Volk voor de vryheid deed, openlyk , en fchreef, ten einde de gevaariyke redenvoeringen van de Corresponding and Conftitutionel Societies, welke zich in de Oldjewry en door alle plaatfen des Koningryks verfpreidden, nog terwyl het tyd was, tegen te gaan, en geheel Europa over de (trekking der Revolutie de ogen te openen, de beroemde Reflexions on the revolution in France and on the procedings in eertain Societies in London, relative tot that event, in a Letter intended to have been fend to a gentleman in Paris. 1790. Dit werk, met alle de bloemen der Burkiaanfche welfprekendheid rykelyk bettrooid , had enen in de Jaarboeken des Boekhandels ongehoorden aftrek, dewyl 'er in weinige maanden 18000 Exemplaren van verkogt wierden, en raakte zelfs door de even zo menigvuldige en hevige wederleggingen, welke 'er tegen werden uitgegeven , nog meer verfpreid. Deze met vuur en bloed gefchrevene oproeping heeft zeker ene onberekenbare werking gedaan, welke zelfs thans nog niet nategaan is , en de verdedigers der zaak, welke Burke zo woedend aanviel , hebben zich door alle wapenen van fpot en haat, waar over zy konden befchikken , daar over gewroken. Dewyl hy zich nu vervolgens plechtig van de Oppofitie-party losmaakte, en ook het Lagerhuis verliet, noemde men hem enen afvalligen , enen tweden Pieter den Kluizenaar, die den kruistocht tegen de nieuwe Saraceenen predikte, en de Amerikaan JoëL Barlow heeft in zyn Gedicht, (dat een aanhangzel uitmaakt op de Vifioenen van Columbus, en den titel heeft van the Confpiracy of Kings) in die pasfage, welke begint Oh ! Burke degenerate Jlave , hem daar voor de geesten van alle de gefneuvelden in dezen oorlog, als zyne duivelen op 'den hals gezonden, (men vergelyke de nadrukkelyke aantekening op dit Gedicht p. 30. van de Paryfche uitgave.) — (Het vervolg en /lot in onze eerstkomende.') NARIGTEN en BYZONDERHEDEN; tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Beschouwing der Duitsche Landen , aan den Linker Oever des Rhyns, zo te Campo Formio als te Rastadt , aan de Franfche Republiek afgejiaan (*). I. Burgondische Kreits , of voormalige Oostenryksche Nederlanden. Voormalige Keizer!. g£g* *»jB» gedeelte. vierk.myl. Inwoners. vierk. myl. Van Vlaanderen . 115 570,000 4956 Henegouwen . 42 200,000 4762 Namen . . ao 94,000 4700 Luxemburg . 158 580,000 2405 Limburg . 10 48,000' 4800 Gelder . • , 8 28,000 3500 Braband met Mechle 'n ingefl. . 116 560,000 4828 469 2}o8o,ooo II. Westfaalsche Kreits. Pruisjifche Landen. a. DeWestlyke helft van Hertogd. Cleve. 20 48,000 2400 b. Het Hertogdom Gelder 24 50.000 2083 c. Vorllendom Meurs 6 17,000 2833 ' Keurpaltzbei'érfche Landen. Hertogdom Gulik . 75 196,400 2618 Hoogflift Luik . 105 200,000 1943 De Abdy Stablo en Malmedy. St. Cornelis Munfter. —— Thorn. De (*) Op deze lyst zyn niet genoemd enige kleine bezittingen, aandelen en inkomften, die verfcheidene Duitfche Printen, Heren, de Duitfche Orden enz. in de afgedane Landen toekomen.  ( III ) De Heerly\heden Winneburg en Biel/lein. . Witten, Elfs en Sch.'anecken. — IVickerad. • Mylendenk. Het Graaffchap Schleyden. De Graafïchappen Kerpen en Lommenfum. %—— Blankenheim en Geroïflein. Het Graaffchap Fagnolles. De Rykftad Keulen (zonder enig gebied) met 400000 Inwoners. Aaken (met het klein gebied) 28000 In- woners. III. Keur-Rhynsche of Neder-Rhynsche Kreits. I'. Een kleine Streek in het Aartsbisdom Mayntz; te weten de Stad Mayntz met 27000 inwoonders , net Ambt Olm, de Stad Bingen van 4000 inwoonders, nevens enige andere plaatfen. 2. Het . Aartsbisdom Trier, van over de 100 vierk Mylen (uitgezonderd de Ampten Montabaur, Limburg, waar 111 de minerale bronnen te NederSelters liggen, en Welmich, benevens een gedeelte van het Ampt Ehrenbreitfiein.) ™ '~. 3-He; Aartsbisdom Keulen by de 58 vierk. Mvlen (uitgenomen, aan den rechter oever des Rhvns, het Ampt Aldenvied, met het daar aan behorende J^ntz en Neuerburg; een gedeelte van het Ampt Uodesberg, nam. Unkel en Koningswinter: en het Graaffchap Reklinghaufen. 4. Het grootfte gedeelte van den Paltz aan den Rhvn in deszelfs geheel aan weerskanten dier rivier Vso vierk. Mylen beflaande, en 400,000 ingezetenen op elke vierk Myl 2666, bevattende; df^bS de Hoofdlieden Heydelberg en Manheim van ruim 32,000 inwoners, en buiten de Opper-Ampten Heidelberg, Ladenburg, Mosback en Bretten. 5. Het Vorftendom Arenberg. 6. Het Burggraaffchap Reineck. 7VcLKOrdennderyeI1 d" BaUe Kobkntz en derDuitIV. Opper-Rhynsche Kreits. i.Het Bisdom Worms, van ruim 7 vierk. Mylen en oS°) lnWoners C uitgenomen de Vice-Baluagie ^f^v-'36 r^elft..van het B^om Spiers, behalven y harb P:S°Tmpt de Ampten Grom- c back, Rothenburg, Philipsburg. t 3. Het Bisdom Bazel, Duitsch gedeelte. c 4. De Vorftelyke Abdy Prüm. 5. Keur-Paltzifche Landen. a. Het Vorftendom Simmeren. Lautern. c' ~ Feldenz, d. Het voorfte gedeelte van het Graaffchap Spon- ™*J waaj" v*n een gedeelte aan den Markgraaf van Baden toekomt. ^Het,rV?Tfte!Iylf,GraaffchaP Mompelgard, met deszelfs Heer ykheden, 't geen /e 4ru,g van Wurtemberg by den Vrede van 1796 heeft afgegaan, en waar in 50,000 inwoners zyn. De Landgrafelyk Darmftadtfche Heerlykheid Hanau Lichtenberg en Opper-Elzas, waar in ae ï,ud ftrmafens met yooo inwoners, ftond reeds lang onder Fransch gebied. t. Landen des Hertogs van Tweebruggen. a. Het Vorftendom Tweebru?g°n.' llhJ^l ,Graaffc'™P Sponheim (waar van totkom? de" Mai'kS.raaf van Baden VORSTELYK NaSSAUSCHE landen. J. Nas/au Weilburgsch, de Ampten Kirchhehn en As- SSSUS dCrde gededte ™ h" 2. Nasfau Saarbruckfche. a. Het Graaffchap Saarbrttck. *>• — Saarwerden, c. üe Heerlykheid Ottweihr. \Z ~ : Herbitzheim. e. üe Baluagie Homburg enz 3. Landen der Wild- en lVmSraven. a. Het Vorltelvk Salmfche. b. Het Rhyngraaflyk Grumbachfches /• ; ■ Stein. 4. Landen v„n r . . 5- get Oostenrykfche Graaffchap FalkenTeiï?^ 6. Het Graaffchap Kritfingen. I' ~ ~—rTTT" Bretfenheim. 8. De Heerlykheid Ripoltskhchen. 9 Dachfluhl. IO-— Ollbruck. 11. De Ryksfteden /Fwj (met haar klein gebied) van 6500, en van ruim 3000 Inwoners. ,fl?cetJS T "iet-WeI m°8elvk den Patten inhoud neens de volksmenigte op te geven van de Landen, aan Ie Franfchen afgeftaan, in de beiden RhynfchKr .t ïn, vermits alle Aardryksbefchryvingen /althans wat Ik land in >c byzonder betreft, daar van zwy/eï! PRY-  (4 112 ) Te Haarlem, by A. L O O S J E S , Pz. Tsyzew der Granen, op 2 April te Amsterdam. TAR.W. Het Last' GERST. H"^" Ggld. Gf|d' Poolfche bonte en witte iSoano Vriefche Wintergarst . 65 allo dito rode . • 176 a 20c,; Gron. en Oldamiche . óoaao Elbing. en Heugfe . 170a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter 7oa?5 Koningsberger . ï6oa 185,0110 Zomer . . oo!üo Vriefche . • • 130a iöOiDantziger en Elb. . • Bovenlandfche . . . 136a 170 „„_~,,-w-. Voorlandfche rode . i 1201150 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche .... 165 a 185 ROGGE. Brouwhaver . . 54«°° Pruisfifche . . • 94 a 116 Witte Voeder dito . 36*45 Koningsberger . -. 94 a 116 Boekw.Amersf. en Gooil. £24.125 Gedroogde . . . ioó a 116 Dito Brab. en Vlaam. £24125 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-0!y, per Aam f 4^ Overm.'t Last. . £ 47a5° Dito Lyn . ƒ 48 Stog-Lynz. de ton v*n Dito Hennip ... f 53j 5 Schep. Rigaas ƒ toan Walv. Traan, t quart. Hennipzaad dito . /7*»8J van 12 Stek. . . f 130 Dito Rode . . ƒ na Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 in. tj 65,' •£ # Cadix - 85 ... Lisfabon —— - 56{ Nieuwe Ducat. ƒ 5»i°5«9» Venetien —» - 90J Oude ger. dito - 5,9,8 Livorno — - - yaarden. Wy Iers is ann een Verhandeling, ten Zinfpreuk voerende: dlleenlyk, ziet dit heb ik gevonden dat God den M'nsch recht gemaakt heeft; Salomo , Pred. VII: 29, een Acc sfit toegewezen, en Directeuren beloven eene Zilveren Eerpenning van geiyfce llempel als de Gouden, indien de Schryver zich, voor het einde dezer maand, openbare. Eindelyk belloot men tot het doen vertalen en laten drukken ener Verhandeling in het Fransch gefchreven, met de.Spreuk! Hcec (tefimonia) indicant innatam esfe homini Probitatem & Bonitatem gratuitam, non invitata:n vo'Upt word. Chnrlotte Smith, in een ongelukkig rechtgeir% 'gewikkeld zynde, heeft op haren Montalbert enen nieuwen Roman laten volgen , die by al de gezwindheid van de Sch-yfiter echter voor de beste in dit vak gehouden word : Marchmont: a Novel. By Charktte Smith. 4 Vol. Law. 1/96. (16 Sh.) Dit is, gelyk ze zelve in hare kla gende Voorreden fchryft, het 32de ftuk van hare pennevrugten. De Held moet voor de Schuldeisfchers van zynen Vader vlugten en zyne geliefde Althéa agterlaten. Hy is een voorbeeld van kinderlyke pligtmatigheid. De doffe des Romans geeft aan de Schryffter de gewenschte gelegenheid' om baar gal uittebraken op de Engelfche Attorneys of Procureurs, waar door ze zelve ongelukkig wierd. Al wie dus foortgelyke laagheden, gelyk zy dagelyksch in Engeland voorkomen, ter dege wil leren kennen, moet dezen'Roman lezen: die zig ook, door levendige Natuurtaferelen, waar in de S. byzonder uitmunt, niet weinig aanpryst. Van Holcroft's Hugh Trevor zy» thans de 3 b.itfte Delen by Robinfon uirgekomen; zynde nu dit werk in 6 Delen 8J. volledig. Ook hier in fchilderd de Schryver, met glosiende verwen, ds badorvene en verbasterde ffèSM van Engeland, in honderderlei belangryke tonelen, waar op hy zyn Held proeven laat nemen omtrent de keuze der beste l'evenswyze. Een gulzige Bisfchop , een brav£ Timmerman, Clarke, een ryk liefhebber, die, door een hoop van RfurnHions-men, lyken Voor zig, laat ltelen, om ze te ontleden, een diefagtige Boekdrukker, een Wildeman, Wakefield geheten, verfchynen, de een na den anderen , op het toneel, jammer is het maar , dat deze Roman, die zig zo zeer aanpryst, om de Engelfche Zeden, en al wat Engeland betreft, te leren kennen, op ene zeet alledaagfche wy^e eindigd, vermits de Held, door een lyken patroon, Advokaat en Parlements - lid word! en met zyne Olivia, welke hy fteeds getrouw bleef, in het huwelyk treedt. Schotfche Natuur - en huisfelyke torelen ortmoet men in de Childern of the Abbey, by Mary Roehe. 4 Vol. 12°. 1707, waar van in de Biblioth. Britannique, No. 3S. p. 204. env. een aangenaam uittrekzel gegeven word. Nog verdiend van den tallozen hoop uirgemonderd te worden: A Goslip's Story, and a Legsndary Tak. By the Author of the Advantages of Educution. Longman. 1797. 2 Vol. 451 p. in 120. (7 Sh.), waar in de beoordeelaars den Eieldingfchen geest vinden; en vooral the Beggar girl and her Ben'falïors, by Mrs. Bennet. Lane. 1797. 7 Vol. in 120. (1 Pf.. 11 Sh.) die ook terftond in het Fransch is vertaald geworden; gelyk de Engelfchen op hun beurt Franfche en Hoogduitfche Romans weer druk in hunne taal overzetten. In alle de tot dus verre opgenoemde Romans echter, zyn de Zeden- en Huis - taferelen flegts bywerk, lopende alles op een of meer liefde-intrigues uit. Dit is minder het geval by deze en gene , in andere opzigten ukmunton* de, produften, wier Schryvers zig meer bepaaldelyk fchynen toegelegd te hebben, op zedetyke taferelen en geestige karakterfchetzen. Voor eerst en boven allen verdiend hier genoemd te worden: Eiward's various views, taken from life and manners, chiefly in England- By the Author of Zelucco. Cadell. 1750 2 Vol. 8°. insp. (16 Sh.) De Schryver is Dr. Moore, met lof, ook by ons, bekend, door zyne uitgegeven Zeden-taferelen van andere Volkeren. Als Schotlander befchouwd hy de zeden en levenswyze der Zuid-Britten met zeer veel onpartydigbeid en ftienghsid: dog des te juister en meer voldoende zyn zyne taferelen. Edward is een braaf jongeling, die eindelyk door zyn moeder erkend en gelukkig word. De Historie is flegts de draad, waar aan een reeks, deels klugtige, deels fentimen^ iele, tonelen gehegt word. Hoe fraai fteekt de flokkert.Bar.» net, by zyn fchrandere vrouw af, die hem door de zagtfte middelen, aan een zyden fnoertje, regeerd! Hoe aandoen* lyk is het bedryf in de Herberg D I. p. 333 efn'- gefchilderd, alwaar een brave gees^elyke, Mr. Temple, een paar Londenfche deugnieten befchaamd maakt. De veelvuldige toefpelingen op de verkoopbare nietsbeduidenheid der Parlements-leden, en op den tergenden moetwil der Engelfche Gentry (Adel) kunnen, wel is waar, niet wel den Schryver in de gunst bevelen van zulken , als hier ten toon ge'fteld worden; en daarom zyn ook de Reviewers maar zee» fpaarzaam, in hunne loftuitingen, welken deze Romm, zo vol pit en merg, boven zo vele anderen verdiend. Dog zy zyn 'er des te verkwistender mede, wanneer zy van het laatfte ftuk van Pratt, bekend door zyne Gleaning's, gewag 'maken. Dit ftuk voerd den tytel: Family Secrets, Literary and  ( 119 ) and Domestic. By Mr. Pratt. 5 Vol. 12°. 230 p. Longman 1707. (1 Pf. 5 Sh.) Deze familie-geheimen he en letterkundig , om lat 'er nu en dao aan den haard van het huis van Fitzorton, gefprekken gevoerd worden over allerleie letcérkunciige onderwerpen. De drie Gebroeders, John, Janus en Henry komen 'er , met hunne uit eikanderen lopende karalkers , zeer goed in. De beiden Heldinnen van het ftuk . Qlivia en Caroliha, moeten ook, in verfcheidene opzigten , de goedkeuring en deelneming des Lezers wegdragen. Maar zeer veel is overmatig gerekt, of met ongelovelyke ontmoetingen opgevuld. Van de waard_- der nieuw uitgekomene Toneelftukkén valt weinig te zeggen: het oordeel der Reviewers over de laatfte pro lukten van deze foort maar al te gegrond zynde: The dramatic taste of the prefent day is Jo extremdy depraved, that the Stage is converted into a puphet-Jhew: the mourning Monimia is negletctd fer the dangfing Columbine, and we fiy from the tent of Richard ■— to fee Harlequin jump aown his own throat (*). Zie Anal. Rev. van Juny 1797. p. 602. — En by leze Harlequinades kon men zeifs de Spookdukken voegen, van welken reeds ettelyken uit de Radclifffche Romans op het toreel gebragt zyn. Dus wierd zelfs nog onlangs op den Schouwburg van Drurylane the Castle Spec tre, onder eeo groten toeloop, byna dagelyksch vertoond. De twee beroemdfte ftukken van den voorgaanden winter z.yn : Wives as they were, and Maids as they are, A Comedy in five atts. perf at Th of Covent-garden Robinfons 8". 1797. (2 Sb.) De Actrice en Dichteres Mrs. Inchbald (van wel ker leven men belangryke berigten vind in de Biblioth. Britt, No. 35. p. 247. en vervolgens in de Decade Philofophique) levert ih dit ftukje een getrouw tafereel der waereld om Jbaar. Het ftuk wierd telkens met toejuiching gefpeeld, en laat zig opk , in ftd e, met genoegen lezen. Het andere is mérkelyk minder in waarde, en word door de Konstrechters fleg.s geteld onder die puny produtlions, the term of who 'fe aSs-exifience is reftriüed to one winter only. de tytei is: A cure for the haart-ache. A Comedy in V A. perf. at lov. Gard. B > Th. Marton. Lar aman 1797. (2 Sh.) Echter is het kajakter van Nabob Vartex niet zonder interesfance. Het laatfte ftuk van A. Franklin, the wandering Jew, A Comedy in two aüs. (Caw'hor h. r Sh.) heeft enige koddige tonelen. Ook is het met veel venvagting onrvangene, en eens weder in den ouden beteren geest van het Engelsch Blyfpel gedichte ftuk van R. Cumberland: the falfe impresfions, in druk verfchenen, by Di'Iy. 1797 (2 Sh.) De beiden met zang vermengde Klugtfpelen (mufcal entertainments is het konst woord ) Binian-day van Brewer en the Lock and Key van C. Hoare, zouien door een bekwaam man, tot goede (•) De Dramatifctie finaak is heden ten dare zo uittermate verbas- ' terd. dat liet toneel in een poppen-kiaim f etn Jinkiaasfes of MarioBetten-fpel ) verkeerd is: de klagende Moui nia vord verwamloosd om de danzende Coluinjm ■, en wy lopen uit de tent van Richard — om Harlekyn over zyn kop te zien buitelen. t . Opera's ftuftjes kunnen verwerkt woiden. Van tyd tot tyd word 'er can ook nog een Treurfpel — voor het Leeskabinet gefchreven. Hier toe behoord een oud Heldenftuk : Arviragus, a Tragedy. Bi W. Tasker. 120. (2 Sh ) en Lo- i renzeno de Medici van IV Rough, uit Roscoe's gefchiedenis getrokken, die met enige Klinkdichten by Cadel in 1797. gr. 8U. (3 Sh.) is uitgekomen. Het is de bekende zamenzwering tegen de Medici, naar een wel ingerigt plan en in ene zuivere taal gedramatifeercl. De Recenfent in MoKth. Rev. van OcT:ob. 1797. raad den Schryver om Euriv j pides en Schiller te beduren, om meer nieuwheid in zyn i vourdragt te bekomen. Eindelyk verdiend ook nog gewag gemaakt te worden van het vermaarde Treurfpel van Horace Walpole: The myfterious mother, dat reeds in 1781, op de eigen Drukkery van den Schryver was afgedrukt, dog niet uitgegeven , en nu eerst algemeen verfp.eid en beoordeeld geworden is. Verdiend ooit een vreemd ftuk, door een meesterlyke hand, op onzen inlandfchen bodem verplanr te worden, is het voorzeker dit ftuk. Het ysfelyke van het onderwerp, en deze en gene fterke uitdrukkingen tegc-n den Golsdienst, den Monnik Benediétus in den mond gelegd, zouden ligt verzagt kunnen worden: en fchoon 'er al een wenig diend afgetrokken te worden van den uitbundigen lof, dien 'er de Engelfche Recenfenten aan geven. wanneer zy het met de beste ftukken van Voltaire gelyk ft "en, kunnen- echter flegts weinige drama: ifchc ftukken va.i den laaiden tyd daar mede vergeleken worden. -.— Vo/r de liefhebbers van Theater - anecdotes, en geestige in^Peii over Toneelftukkén en Spelers, heeft" John IVUliams (onder den haam van Anthony Pasquin bekend ),' een. dukjo uitgegeven, onder den tytei van ': Th: Pin-luskst for 'the Children of Thespis, with Anecdotes. Symonds. 1797. (5 Sb.) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKACEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Fransche Republiek. Voyage dAntenor en Grèce et en Afie, avec des notions fur l'Egypte, manufcrit trouvé i Herculanum. A Paris, chez Belin, 3 Vol. in 8°. Dit werk is reeds voor enige maanden uitgekomen, en heeft veler goedkeuring en lof weggedragen Her is gefchreven door den B Lautier, en is een vererend bewys zyner bekwaamheid. De Schryver heeft zyn werk nagenoeg in den zelfden vorm gegoten als de beroemde Barthelemi, zynen jongen Anacharfis. Maar de uitvoering is , in lange na niet dezelfde, in generlei opzicht. Anacharfis fch ist or < de «efchiedenis, de regeringsformen, de wetenfchappen, de jedenktekeren en de grote mannen van Griekenland Antenor bepaalt z'ch voornamelyk by de 'inging de ze.! u, de vermaken en de genoegens dier beroemde ftreken. De ver-  ïergelyking, welke hy maakt tusfchen Athenen en Sparta, verdient vooral onderfcheidende opmerking. Het werk, waar in men echter vele gebreken zou kunnen aantonen, laat zich met vermaak lezen. Het fchynt voornamelyk gefchikt voor die genen, welke, meer fmaak dan tyd voor de ftudie hebbende, een gereed, gemakke)yk en aangenaam onderwys verlangen. NARIGTEN en BYZONDER HEDEN, TOT den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huisho (!• kunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. FsTZEW DER GRANEN, OP 9 APRIL TE AMSTERDAM. ( 120 ) GEBOORTE., TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week; is geweest: te Amfterdam 142; en te Haarlem 21, onder welken laatften 10 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Maart zyn, in Alkmaar, overleden, 26 perfonen , nam. 10 mannen , 6 vrouwen en 10 kinderen , waar onder 6 beneden 't jaar; 2 van 1-5; 2 van 5-10; 2 van 20-30; s vafi 30 40; 1 van 4050; 2 van 50 60; 4 van 60-70; 1 van 7080 en 1 van 80-90 jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten h a e r l £ m. TARW. Het Lasti GERST. HetLast Ggld.1 Cgld. Poolfche bonte en witte i3oa2io Vriefche Wintergarst . 65a 80 dfco rode . • 176 a 200 Gron. en Oldamlche . 66a 80 Elbing. en Heugfe . 170a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter 70a 85 Koningsberger . 160a 185 Dito Zomer . . 66380 Vriefche . . . 130 a 160 Dantziger en Elb. . . Bovenlandfche . . . 1363170 Voorlandfche rode . i 1203150 HAVER en BOEKWEYT. ■Zeelandfche .... 1653185 ROGGE. Brouwliaver . . 54» 06 Pruisfifcbe . . . 94 a 116 Witte Voeder dito . 36'45 Koningsberger . , 94 a 116 Boekw.Amersf. en Gooil. £ 24325 Gedroogde ... 106a 116Dito Brab. en Vlaain. £24225 Zaad, Olt en Traan. Roolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 45i Overm. *t Last. . £ 47350 Dito Lyn . ƒ47? Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... ƒ 53» 5 Schep. Rig3as ƒ toa tl Wslv. Traan, 't quart. Hennipza3d dito . f 7,*K van 12 Stek. . . / 130 Dito Rode . . / lii Wissel- en Speciecours. Madrid nfo. a m. § 85* # Cadix ■ - 85^ Lisfabon — -56 Nieuwe Ducst. ƒ 5,10 ,9^ Venetien ■ — - 89J Oude ger. dito - 5,9,3 Livorno ——— - 9953100 Nieuwe Louis d'Or - 11,2,1 Parys. 2. m. ,. . fi Guinies -12,4,6 dito kort. >mAsü&- Piftolen -9,1013 Idem in Specie - 57s Franfche Kronen - 54] Londen. 2. m. fi Nieuwe Ryksd. - 2 pCt, Dito kort Hamburg 2. m. Ct. ft. 3ó"r§ a J B?. Bank - gefl. pCt. Dito kort - 37 v's«37 — 'Wenen id. B°. - 36i 1 baro- ther- hygro-'streei. lucht»- April me- mome- me- der I gesteld* 1798. ter. ter. ter. wind. I heid. C 29- 3'ï 49} 99} z- z- w- voormidd. regen en zeec 4 / 29. 4| 57j 81 z. w. harde wind; verder £29. 4} 54 721 z.z. o. omttiM betrokken. ^29. 5}- 53 72 z. z. w. -eerharde wind; voorm. 5 {29. 6} S7J 68J- — omtrent betrokken; 1*9- 7\ 49} 81 ï — verder bewolkt. C29- 6\ S3i ~74 z- w. 6 ( 29- 9 54* 65J — helder, ftorm. f C 3o. o| 48 70 w. z. w. , ?3°' $ g* 73 ».«• beneveld; Savonds 7 < 30. 2 58f 60} — heHer. I 30- 2; 47 mi 70 C30. 2* 52} 73 z.z.w. 8 < 30. 3 60 53X w.z.W. helder. 130- 3\ 46 87} w« ^"30- 4} 57 93| z o. 'smorgens beneveld; 9 { 30- 4i Ö4i 54J o. z. o. 's middags wolken; d.30. 4i 5M 78 K.0. verder helder. C 30. 4Ï 50} 7» Os t. n. 10 / 30. 4| 62; 53 o. N. o. helder, zeer windrig. C.3°- 41 48} 63} i — hoeveelheid van oevallen en uitgb- waassevd water, te alkmaar. Gedurende de Maand Maart 1798. Gevallen f Lynen: Uitgewassfemd 15 Lynen* Te Haarlem, jï A. LOOS JES, P?.  Ï798- No. 225. NIEUWE A L G E M E N E KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- en M IN-GE ö EFFENDEN, Frjdag den 20 April. BERIGT EN. FRANSCHE REPUBLIEK. D e Maatfchappy der Uitvindingen en Ontdekkingen heeft, in den beginne van dit jaar, twee belangryke onderwerpen voorgefteld. Het eerfte 'is het bouwen van een altyd vlot blyvend Vaartuig, voor de landing op Engeland. Het andere de uitvinding van een middel, waar door de Losfers van Houtvlotten droogs-voets werken kunnen. STEREOTYPISCHE DRUKKEN (*). Berigt. De Burgers Pierre Didot, Drukker in de Louvre, Firmin Didot, Letterfnyder- en Gieter, uitvinder van ene nieuwe typographifche ontdekking, ftrekkende tot bewaring van vaste en ftaande Lettervormen , en Louis-Etienne Sterhan, uitvinder van een niet minder vernuftige bewerking, waar van de uitwerking de- (*) Editions Stéréotypes , blyvende duurzame drukken; of uitgaven, gedrukt met vaste en blyvende lettervormen, in tegenoverftelling van die, welke na den afdruk van ieder blad worden losgemaakt eh gedistribueerd; Zie No. 218 van dit Deel. IX. Deel. zelve is, hebben zich verenigd om met meerder fpoed en naauwkeurigheid deze nieuwe uitvindingen werkftellig te maken, waar voor zy een brevet van uitvinding hebben verkregen. Het is vooral in het tegenwoordig tydftip, daar het beftuur op de bevordering van het publiek onderwys de aandacht gevestigd heeft , dat men de nuttigheid dier uitvindingen te meer moet doorzien, door middel van welke wy het geluk hebben van voor eerst aan onze Natie, en vervolgens door ene even uitgellrekte als voldoende uitbreiding van ons plan, aan de onderfcheiden waereld - delen te bezorgen talryke drukken, die in alle de byzonderheden by uitftek goed bezorgd en vooral volmaakt van drukfeilen gezuiverd zyu: en welke dus ene hoedanigheid zullen hebben, die onwaardeerbaar en tot hier toe, zelfs in pracht-drukken, zeer zeldzaam, en met de bezuiniging volltrekt onbeftaanbaar geweest is. Met dat al zal de onkostbaarheid onze uitgaven voornamelyk onderfcheiden en 'er het bepaalde kenmerk van uitmaken , terwyl de letters, tot dezelve gevorderd wordende, allen door Firmin I Didot zullen worden gegraveerd en gegoten. En wat verder de byzondere verdienden van ene naauwkeurige correctie betreft, welke in de daad boven alle anderen gaat, deze zyn wy verzekerd tot den hoogst-mogelyken trap van volmaaktheid te zullen brengen; want indien 'er al, in weerwil van de hulp van verfcheide beroemde letterkundigen , welke ons met hunnen arbeid en voorlichting zullen byftaan, en van onze geftadige zorg en verkregene ondervinding , in het eerst enige feilen in ons werk flopen, zullen q de-  ( 122 ) dezelve terftond verbeterd worden , zo dra zy ontdekt zvn en onveranderlyk en voor altyd in alle de volgende uitgaven verbeterd blyven. Eindelyk zullen alle de werken , welken wy zullen uitgeven , op de voorzeide wyze bezorgd, omtrent de helft kosten van het geen thans de minst-fraaie en onnaauwkeuriglte drukken gelDaar wy verder verlangen om het voordeel, dat uit onzè behandeling moet vooukomen, in de daad algemeen zv voor alle de klasfen der maatfchappy, bieden wv aan alle Boekverkopers een rabat aan van 25 ot * van 't honderd, en aan Onderwyzers een |. Zelfs zullen wv aan zodanige Boekverkopers, welke duizend Delen te gelyk nemen zullen, een rabat van \ geven. Maar, daar het tastbaar is, dat een dergelyk rabat van onzen kant ons ter naauwernood enig voordeel over laat zo verklaren wv by dezen ten plegtigften, dat wy volftrekt niet op crecïiet zullen verkopen. Daar wy bovendien vooruit zien, dat ene al te grote verwydering van de Hoofdftad, in evenredigheid van de duurte der vragt- en wagen-lonen, een gedeelte van het voordeel zou doen verliezen , dat onze uitgaven door haren goedkopen prys opleveren moeten, hebben wv befloten om vormen, die tot den druk zyn gereed eemaakt, aan anderen over te doen, welke volkomen fan de onzen gelyk zullen zyn , mits onder ene by, zondere overeenkomst en ene volledige verbintenis, om alle de vervolgen in een der beide formaten , in i«o of 12° , daar van te nemen. Door middel van deze vormen zal men, zonder enige voorlopige onkosten, zonder kostbare gereedfchappen of werktuigen, zonder dat men verder iets te doen hebbe met het gieten van letters, met vergaêren van dezelve, met proeven lezen èn anderzins; in een woord, zonder enigen op tal hoegenaamd , met ene enkele pers , en met de rUst mogelyke bezuiniging, alle de werken kunnen drukken, die wy zullen uitgegeven hebben; het e-en voor den vreemdeling by uitllek voordelig zyn zal.. Maar om den koper dier vormen de juiste waarde' van zyn eigendom te doen kennen en waarderen, verbinden wy ons om in het geheel niet meer dan uen foorfelvke vormen te vervaardigen, waar van er drie voor ons Negotie-huis, en de zeven anderen voor de onderfcheidene kopers, die zich hier toe zullen opdoen, bellemd zullen wezen. Ten einde intusfchen enig denkbeeld te geven van den prys dezer bezitting, berigten wy, dat de VirgtWas in i»° vvaar mede wy beginnen zullen, omtrent 400 bladzvden beftaan zal, welke, tegen 3 ty™ de bladzyde Verkogt wordende, in het geheel 1200 lwres maken zullen; waar voor men voor altyd de comp» ete vormen voor de Stereotypifche werken van Virgilius geheel gere.ed voor de. pers hebben zal. Insgelyks zal een werk, dat flegts uit 200 bladzyden beftaat, in Stereotypen, op niet meer komen dan 600 livres. Op deze vormen zal men ten mintten 150,000 exemplaren kunnen trekken. En, indien 'er onder het drukken, aan de ene of andere bladzyde, enig ongeluk kwam, wanneer dezelve reeds in handen van den koper is, zullen wy hem van dezelve ene nieuwe vorm toezenden , zo dra wy daar van berigt ontfangen zullen hebben, tegen betaling van 10 livres. 'Er is nog een ander zeer merkwaardig voordeel ra den uitllag van onze bewerkingen, waar van het publiek ligteiyk al het belang doorzien zal, dat men namelyk nooit gevaar lopen zal van incomplete werken te krygen , het geen anders , vooral in werken uit vele Delen beftaande , maar al te dikwerf gefchiedt; zo dat het verlies van een enkel Deel het gehele werk incompleet maakt, en dus ene aanzienelyke fchade veroorzaakt. Wy, daar en tegen, zullen altyd het mankerend Deel tegen den eerften inkoop-prys, dat is omtrent voor 12 of 15 ftuivers, leveren kunnen. Eindelyk kunnen wy niet zien, wat men in onze bewerking voor het algemeen nut nog meer verlangen zou, daar men van de grootfte werken de Delen een voor een kan ontbieden. , . Ons voornemen is omtrent honderd Delen sjaars te leveren, beftaande in Staatkundige, Letterkundige en andere Werken tot de Natuurlyke Historie, de Kontten en Wetenfchappen enz. betrekkelyk, in de nationale en andere talen, zo wel doden als levenden. Wy zullen ons voornamelyk bepalen tot twee formaten, in 10". en in 120. , als zynde de meest gebruikelyken. Het' 8°. en 40., duurder lopende, zal niet met denzelfden yver worden doorgezet. Van elke vorm zal men enige exemplaren op vehnpapier , met alle mogelyke typographifche fraaiheid trekken: en deze exemplaren zullen echter nier meer kosten ,'dan de helft van den gewonen prys. Da Virgilius in. iSü.., verfierd met ene geographifche kaart en kleine vignetten naar het antieke, ftaat eerlang uittekomen. De prys van denzelven, op goed drukpapier, zal zyn 15 Huivers in bladen. Het zelfde boek, op velin-papier, zal 3 livres kosten. 'Er zullen enige exemplaren van getrokken worden op groot papier, tegen 4 livres 10 ft. . Dezelfde Virgilius, met een groter letter, 111 is.".9 op gewoon druk-papier, 20 ft. Dezelfde, op velin-papier, 4 livres. Dezelfde, op groot papier, 6 livres. De onkosten van binden, doornaaijenenz. moeten afzonderlyk betaald worden. . t. f Men moet zich voor den inkoop der drukken ot (taande vormen, aanmelden by de Burgers Pierre Didot , den oudften, Drukker in de gaanderyen van de  ( I23 ) Louvre, en Firmin Didot, Boekverkoper, Letterfnyder- en Gieter, in de itraat de Thionville, te Parys. Voor kleine verzendingen, moeten de brieven vragtvry gezonden worden. ENGELSCHE LETTERKUNDE. Vyftiende Befchouwing. Beeldende Konften. Voor de Theorie der beeldende Konften, die in Engeland vaak, van Dienaresfen en Leidsvrouwen der Letterkunde, hare gebiederesfen worden, zyn maar weinige werden van belang uitgekomen. Van Meng's werken , is ook ene Engelfche "vertaling, volgens de uitgave van, den Ridder Azara verfchencn: The works of Anth. Raph. Meng , translated from the Italim, Robinfons 1796. 2 \ ol. 8 • (12 Sh ï Men heeft aan het einde een lyst gevoegd van Mengs Schilderyen, die in Engeland te vinden zyn, waar onder het ftuk! in AU-fouls Coliege , te Oxford verbeeldende Kristus in Gethfemane, wel het voornaamfte is. Ook is •er een nieuwe druk van Da Vinei uitgekomen: Da Vmcis Treatife on painting, a new edition, with the Authors s life. Taylor 179Ö. 8". (7 Sh. 6 d.) Het ftuk kwam gelyktydig uit met de Imitations of the original defigns of Leonardo Da Vinei, waar in de Uitgever, J. Chamuerlaine, de Anatomifche enMechanifche tekeningen van den Italiaanfchen Meester zeer getrouw nagevolgd heeft. G. tumberlantt!, die zig r-eds voorheen, door een Vers on British Landfcapes, en door het leven vmGuilioBonafani, als liefhebber heeft doen kennen, gaf in 't licht: Thoughts on Outline, Sculpture and the Syjlem, thad guided the ancient Artists in Compofmg their fan,es and greupes, accompagnied with free remarks, on the tratlife of moderns. Robinfons 1796. gr. \n. (15 Sh) De compilatie over de aloude Griekfche kunst gaat verzeld van 24 model-tekeningen. Het nuttigfte werk van alle anderen is de Monographie over de Rembrantfche School: A defcriptive Catalogue of the Works of Rembrandt, and ef his Scholars, compiled from the original etchings and from the Catalogues of de Burgy, Gerfaint, Helle and Glomy, Marcus and Tver By D. Dautby. Cadell. 1796 in 8 J. (10 Sh. 6 d.) De tytel pronkt met den kop van Rembrandt, naar ene originele Schildery van hem zeiven , door Chapman in 't koper gebrast. Kenners weten op hoe vele kleine byzonderheden men te letten heeft by ene verzameling van Rembrandtfche platen, daar R. zelve, uit winzugt, zyne ftukken zo dikwvls veranderde. Ene beredeneerde naamlyst , met gebruikmaking van alle bronnen, op den tytel zelfs vermeld, moet dus eiken liefhebber ongemeen welkom wezen. De Hr Daulby heeft, in de Voorreden voor R's. leven, en in de Naamlyst zelve, alle anekdotes, en wat flegts ergens ts vinden was, byeen verzameld; is echter geen blote uit- fchryver, maar kykt uit eigen ogen, als bezittende ene zeer volledige verzameling van Rembrandtfche prenten. Het kostbaarfte werk voor de verzamelingen van Portraitten, is het, thans by (hikjes uitkomende, van J.CIiamberlaine, vervattende de Holbeinfche koppen, die in Engeland zyn. 10 Stukjes zyn 'er van tot heden uitgekomen. Elk ftukje bevat 6 Portraitten, in gr. Folio, nevens enige bladen Text. De Hoofdtytel is: Holbeins Portraits of the Court of Hmry VIII. from Qiieen Elifabeth's Cabinett. Een afzonderlyk zeer gewild Portrait, naar ene originele Schildery, is dat van Milton door P. v. Plas, 't geen by Stevenfon en Horwich uitgekomen en by Boydell voor 5 Sb. te bekomen is. Van Boydell s Shakfpeare-Gallery zyn 12, van Macklin's British Poets 6, van Bunbury's- Defigns from Shakfpeare 7 en van Macklin's grote Prentbybel 54 Numero's in 't licht verfchenen. Het laatfte werk dydt meer uit, dan men by het berigt berekend had. Dit baard niet weinig misnoegen by de Intekenaren, die zig hier over in de publieke bladen fterk hebben uitgelaten. In Gezigten en Landfchappen (Views), die gedeelteiyk enkel tot opfiering van Reis- of Plaatsbefcbryvirgen dienen, deels ook maar met enige bladen letterdruk ter verklaring, ftukswyze, uitkomen, gaat de pragt en verkwisting boven alle verbeelding. Men kan niets fraaiers en bevalligers zien, dan de grote zagt gekoleurde afbeeldingen van Oost-Indifche Tempels en Bouwvallen, door Hodges en zyne Mededingers : doch zulke ftukken kunnen aileen ondernomen worden in een land, alwaar^de.Europefche Nabobs t huis horen. Webber, die, ais Tekenmeesfr. Coek op zyne laatfte ondekkingsreize verzelde, gaf, op or-. der der Admiraliteit, Gezigten uit van de Zuid-7.ee Eilanden, die, onder den naam van Webber's Views, tot een. aanhangzel dienden op Cook's reizen. Na het overlyden, van dezen Meester, heeft Boydell het vervolg daar van ondernomen, 't geen ook uitlandfchen liefhebberen niet onaangenaam kan zyn. Op gelyke wyze heeft ook.koitlings, Alexander, die zig als Tekenmeester by de Chinefche Ambasfade van Macartney be«ond, en aan wiens konst wy de meeste Platen en Vignetten in de grote Reisbefchryving van Staunton te danken hebben, een Prentwerk aangekondigd, 't geen als pendant van deze laatfte kan befebouwd worden, en waar naar te meer moet worden verlangd, daar de hondshonger naar Chinefche bezienswaardigheden , door de Stauntonfche mededelingen op verre na nog niet verzadigd is. Dit werk zal den tytel voeren van: Coftume ef China-, en de kledingen, plegtigheden, gebouwen, krygs- en febeepsmerkwaardigheden van het Chinefche ryk bevatten. Het zal uit 12 Nommers beftaan, elk Nommcr met vier gekoleurde Platen in groot 40. en vier bladen letterdruk. Men heeft by voorraad ene intekening daar op met 2 Guinies geopend. Buitenlandfche liefhebbers kunnen zig flegts aan de Konstkopers Hcoper and Co., of aan Evens of aan Boydell vervoegen; 3 adresfen, onder welken men doorgaans alles, wat 'er te LondgD in dit vak uitkomt, kan bekomen. Hier en by Wh Q 2 M  ( 124 ) Ier vind men ook de onlangs uitgekomen drie pragtige YsJandfche Gezigten: Three Views of the Gevfor, a Hot-fpring in Island, engraved by N. Pocock, from drawings,.taken on the f pot. (2 Pf. 2 Sh.) Afzonderlyke ftukswyze uitkomende fraaie Gezigten zyn, voor eerst, en bovenal, The Rivers naar Farringdon's tekeningen, die by Boydell uitkomen. Zy beftaan in'Gezigten langs de oevers van de Theems en verder op tot de Nave. By Robinfons komt, federt enige maanden, weder een geheel nieuw werk uit, bevattende geheel Britannien en Ierland: The Itinerant, a SeleB Collection of Views in Great Britam and Ireland. Men rekend het op 25 Nommers: waar van ieder 4 Gezigten bevat en 3 Sh. kost. Met een reeds vroeger begonnen werk , Gezigten van Ierland en Wales, van Laports, dat Macklin uit geeft, word goederj voortgang gemaakt; het werk pryst zich door zuiverheid en keurigheid aan. Gilpin's Schilder reizen door Schotland, Wales enz. heeft een nieuwe Luxe van verfierings-prenten, in Schilder-reizen, in de mode gebragt, hier in beftaande, dat men de Platen in de aqua tinta-manier geeft, 't geen deels door de overgrote moeite ener allernetfte uitvoering, waar mede de Engelfchen zelfs de kleinfte ftukken in die manier behandelen, deels uit hoofde, dat de platen flegts voor weinige honderde afdrukzels goed zyn , ene zeer kostbare verfiering is. Op deze wyze, b. v. zyn de platen voor DallawayS Konftantinopel vervaardigd. Vooral echter verdienen , als modelJen van dit foort, genoemd te worden de twee laatfte pittoreske rsi2°n van Tomkin's tour to the isle of Wight. Kearsly r7Q6. in gr. 8°. (5 PC 5 Sh.) met 8 Aquatinta platen, de ObJervations relative chiefly to the natural history, piBuresque Scenery and Antiquities of the Western Country of England with a Map and Sixteen Views, by G. W. Maton. Robfon. 1797 a Vol. 8°. (1 Pf. 16 Sh.) in het ftukswyze uitkomend werk: Select views on the County of Lincoln, the views engraved by M B. Hewlett, waar van tot heden om de 2 maanden een ftukje in gr. 4». met 2 bladen uitkomt. Zelfs gaat de liefhebbery in dezen zo verre, dat de beste Almanachen, b, v. the Pocket, remembrancer, en de nog fraaiere the Tablet, die te Birmingham uitkomt, zeer keurlyk gegraveerde Gezigten , Engelfche Landhuizen en Oorden hebben , die inen, op het einde van 't jaar, daar uit kan nemen en afzonderlyk ophangen. De liefhebbery voor vaderlandfche Oudheden, gepaard met Bouwkunde, blinkt in verfcheiden platen uit, betrekkelyk de Gothifche Bouworde. Een der merkwaardiefte Domkerken in Engeland is die van York. Daar ene reparatie aan het binnendak aanleiding gaf tot een nader be zigtigen van de konftige Dakfieraden, kreeg een kenner der Gothifche Bouworde langs dien weg gelegenheid, om hier over een afzonderlyk werk uittegeven: Gothic Omaments in the Cathedral - Church of Tork, drawn and etched bv Jofeph Halfpenny. York. in 40. London. Taylor. Van dé 20 Nommers, waar mede het werk volledig zyn zal, zyn 'er 12 uitgegeven. Elk nommer bevat 5 bladen , met ene korte verklaring. Daar flegts om de 3 maanden een ftuk ie uitkomt, zyn de liefhebbers verzekerd, dat zy hier niets overy!s, en dat naar fabriekwerk gelykt, bekome" rrrZV Irff neeft d6r fraaLfte Coth'1^ *«k in het Graaf, fchap Suffolk te Lavenham, die eerst in het begin der 16de Eeuw door den Graaf van Oxford en ene ryke Lakenkopers Familie, de Springes, gebouwd wierd, ftof voor Zit, n te'}y} we'k geleverd: Specimens of Gothic Ornament , fehtled from the Parish Church ofLovenham, in Suffolk. ÏSf ct0'"' 1191 ■ 'n 4°- (I8 Sb' °P êewoon formaat en 1 Ff. 5 Sh. op groot papier.) Men vind hier, op 40 platen, ene menigte van konstftudien, die ten klaarden tonen, dat zy meer uit byzondere liefhebbery getekend, al* regtftreeks voor het algemeen gefchikt zyn. VerfeheN den dergelyke afzonderlyke ondernemingen bewogen het Oenootfchap van Oudheidsonderzoekeren, te Londen om een pragtig werk aantekondigen , dat de Afbeeldingen en Befcbryvingen van alle merkwaardige Hoofdkerken in Engeland zal bevatten. De Uitgever noemt zig Carten en men zal een begin maken met de Cathedrale kerk van , tec- ~°k verrTwagc men.van een groot kenner in dit vak, 6ir James Hall, van Dunglas, een interesfart werk met platen over de Gothifche Bouwkunde. Naast deze Domkerken kan wel het gevoeglykfte geplaatst worden ene verzameling van Afbeeldingen van Grafzerken en Tomben, door enen Gough, bekend door verfcheidene Oudheidskuudige werken, uitgegeven, welke onder de kostbaarfte werken kan gerekend worden, waar op Engeland mag bogen • tsepulcral monuments in Greatbritain applied to illustrate the His'. tory of families, habits, manner s and art at the dfferent periods, from the Norman conquest to the eighteenth Century , with introduttory obfervations, by Mr. Gough, Twede Deel, in groot folio, by Robtnfons, 1707. met meer dan 100 platen f 0 tri. 9 Sh.) ,'. r Engeland is en blyft het vaderland der echte Caricaturen. De laatfte pogingen, zo der Franfchen als Denen komen m gene vergelyking daar mede. Pit aan de Disteleerkolf, en als de dood op het vale Paard in de Openbaringen, zyn beiden in haar foort, even fublim, als verfcheidene bewonderde plaatfen in den mond van Shakfpeare s Falfiaff. Maar de Uitlander diend doorgaans wel iemand daar by te hebben, die in 't geheim is, en hem lectures on heads kan geven. De voornaamfte nog levende meester in deze Carricatures is Earlm, wien de Engelfchen thans ook nog ene heerlyke gravure van Hogartlis Marriage a la mode te danken hebben. Ook gaat het zeer goed voort met de vernieuwde Hogarthfche reeks, die Cook uitgeeft, onder den tytel: Htgarth refiored, Robinfons - zynde onlangs het 15 Nommer daar van uitgekomen ' Het zeldzaam Exemplaar van Hogartlis Enthufiasm delineated dat sen geruimen tyd, in de Boydell's Gallery, ten toon hmg is, door Mill, volmaakt in den geest diens meesters nasneden geworden. De bekende Peter Pindar heeft een geheel nieuwerwetse!) huwelyk gefloten tusfchen de Zanggodin, die Caricaturen uitdenkt, met de Genie, die ze in iet koper brengt: hebbende Landfchappen, naar 't leven ge-  ( 125 ) getekend en door den beroemden Plaatfnyder Alkon, in i aqua tinta, gegraveerd, met Dichterlyke wenken over deze tonelen uitgegeven. De tytel van dit in zyn foort nog enig werk is: Six piBuresque Views from paintings, by Peter ; Pindar. Esq. engraved in aquatinta. by Alkon; to wich are an- ■ nixed poetical allufions tot de different Scènes. Robinfons 1797. De prys in zwarte platen is 1 Pf. 1 Sh. en in gekoleurde 2 Pf. 2 Sh. Ene zagtere fcherts vertoond zig in een laatst begonnen reeks van ontmoetingen, Cupido's Toverlantaren geheten : Cupid's magic-lantern, defigned by G. M. Woodward, etched by T. Rowlandfon. Hooper and Co. 1797, Dit komt by ftukjes uit; elk nommer is van 6 bladen en kost 5 Sh. Sederd Repton's Improvements of Villas (zie 5de befchou wing N°. 143. bl. 98.) is 'er voor de konst om lusthoven aanteleggen niets van belang uitgekomen ; doch men heeft een zeer volledig werk daar over van R. Biatfon, by intekening aangekondigd : Praüical Treatife on Rural improvements, illustrated by about 120 Copper plates of Elevations and Plans. The whole being inter fperfed with remarks made dwing thefeveral extenfive tours through different parts of Greatbritain. Het werk zal in 2 quartynen uitkomen. Intekenaars, die geheel vooraf betalen, geven 5 Pf. dog zulken die vooraf flegts de helft, en de rest by den ontfangst, geven, betalen 10 Sh. meer. Als ware Konstflukken en Prentwerken verdienen ook verfcheiden werken, tot de Natuurlyke Historie betrekkelyk, hier ene byzondere plaats, van welken wy echter flegts enigen van de voornaamften, in dit yak, kunnen opnoemen. Hoe vreemd het ook zy, Delfftoffen in gekoleurde platen uittegeven, zo meesterlyk nogthans is een proef van dien aart, volgens het oordeel van deskundigen, uitgevallen, verdienende dus onder de fraaifte natuurlyke Afbeeldzels gerekend te worden: Specimens of British minerals, Seleüed from the Cabinet of Philipp Rashleigh, in the County of Cornwall. Whites 1797. 40. 56 p. Text. en 33 fraai gekoleurde platen. (2 Pf. 12 Sh. 6 d.) Enige wat al te hoog gekoleurde platen uitgezonderd, is alles mogeiyks gelukt. Zie Analyt. Rev. 1797. van Juny p. 643. In de Plantkunde verdiend , buiten bet 4de Stuk der met Afiarifche pragt uitgevoerde Plants ef the Coast of Coromandel. Nichol. 1707. Fol. (1 Pf. 2Sh.) van Dr. Roxburgh, onder het opzigt van Sir J. Banks, waar van ook gekoleurde platen voor 3 Pf. 10 Sh. te bekomen zyn, wat kunst betreft, van ene Monographie der Kinabast gewag gemaakt te worden : A defcription of the genus Chonchina, illifirated ly figures of all the fpecies hitherto difcovered: als mede: a Defcription accompanied by figures of a new genus, named Hyackanche, at Hyacna prifon. By Aylmar Bourke Lambert, VicePrsefident of the Linnean Society. Whites. 40. 54. p. 1:97. (12 Sh.) en de Monograpbia der Stapelice. Stapelice nova, feveral new Species discover cd in the interior parts of Apica. Nichol. P. I. II. 1796. (21 Sh.) en P. III. IV. 1797. (1 Pf. 1 Sh ) gekoleurd. De' Uitgever is F. Masfon. Een ander wel uitgevoerd Britsch Herbarium zyn de SeleB fpecimens of British Plants, by S.Frecman. Nichol. 1797- fol. (i Pf) waar by het de liefhebbers der Kruidkunde niet onaangenaam zal wezen, te vernemen , dat in de nieuwe Botanist's Calender and Pocket Flora, arranged according to the Linnean fy(iem. Whites. 1797. 2 Vol. 8". (10 Sh.) overal de beste afbeeldingen der in Grootbritannien wasfende planten aangehaald worden. Ook is het 3de Deel der Transaüions of \he Linnean Society (Sold by Mr Prife, at the Society'sroom, Panton -fquare No, 10. 1 Pf 6 Sh.) in 't licht gekomen, waar in zeer fraaie afbeeldingen van Pb.nten voorkomen. Van Lewin's Birds is het 4de Dsel met 42 afgezette platen uitgekomen C2 Ff. 2 Sh.) Wyders heeft C. Humphreis van Moreton, Hampftead, ene treffelyke Monographie uit de Entomologie over 13 tot nog toe niet befchreven zoorten van Tumip-flies, en andere aardvlooijen en infeélen, die de Radyfen befchadigen, aangekondigd. Men tekend daar voor in by den Boekhandelaren te Exeter. Eindelyk mag ook de laatfte openlyke konstuitftalling in Sommerfethoufe, 1797, niet geheel met ftilzwygen voorby gegaan worden: zynde ook daar van, voor ditmaal, een afzonderlyke naamlyst uitgekomen : A Guide to the prefent Exhibition. Cawthorne. ( 1 Sb. 6 d. ) Daar de oorlog en andere toevalligheden de alle ware konst onderkruipende Portraitfchildering enigermate onderdrukt, en den konftenaren gelegenheid gegeven, heeft, om zig meer op voorwerpen van Genie toeteleggen , zo was deze uitftalling met 'er daad ryker en fraaier dan de 4 voorgaanden. Ook was het aantal van ftukkeD zo zeer toegenomen, dat men byna 1200, en dus 400 meer, dan in d^ laatstvorige kon tellen. Enige maanden vooraf had zig een gerugt verfpreid, dat men, in een oud Handfehrift, het recept had weergevonden, waar mede de Schilders der Venetiaanfche School hun Coloriet het mollige, nevens enen duurzameii, betoverenden, glans wisten te geven. Een aantal van de vóornaamfte Meesters tekende hier op ene aanzienlyke fom in, en kogt daar voor dit geheim van den bezitter. En nu ging men fchielyk aan het fchilderen, in dit herrezen oud Syftema (old Sy/lem revived); en fchoon 'er nog maar weinige weken voorbanden waren tot de uitftalling, kwam 'er echter een gehele reeks van ftukken in het Venetiaansch Coloriet voor den dag. De tegenwoordige Voorzitter der Schilder-Akademie, West, was een des te yveriger voorftander van dit op nieuw ontdekt geheim, vermits zyn voorganger, de verwonderingswaardige Reynolds en diens Leerlingen , juist in het Coloriet het zwakfte zyn, en gevolgelyk hier in bet gemakkelykfte konden overtroffen worden. West bragt ook werklyk nog een groot his'orisch ftuk tot ftand, verbeeldende Cicero het graf van Arcbimedes zoekende, naar de opgave van Sir G. Beatimontf een voornaam Oudheidkenner. Dan 'er was niemand, die behagen fchiep in dit ruuw ftuk. Ongelyk meer goedkeuring verwierven drie andere ftukken, in deze zelfde manier, te weten No. 86. De Gravin Delovade, haar leed aan Don Quixot klagende door R. Smirke; No. 139. Venus en Adonis van Strothard en No. 197, zynde een kleine Bacchus van Westall. Men kon echier niet naQ 3 U-  ( 126 ) (aten tegt te doen aan het Portrait van twee Broeders No. top, door West gefchilderd. Voorzeker ontbrak hst dezs Tittaanfche verwen, fchoon men al in ftaat geweest ware, om, binnen zo korten tyd, het in vele opzigte nog twyiTalagtig recept beter uittewerken , aan Titiaan'speniee! cn geest: waarom deze overylde verw-pralery te regt den fpotlust .gaande maakte van altoos gereed zyne Lac'heus, waar onder wel byzonder de elke mode-gekheid zo fterk gispende John Williams behoord, die dan ook, in twee geestige blaadjes, deze Konst - gemaaktheid ielyk ten toon field: A touchjlone to the prefent exhihition, by Anthony Tasquin. Westley. 1791. (1 Sh.) en A Critical giiide to the prefent Exhibition, by John Williams, vulgo Anthony Pasg'iiji Symonds. 1797. (1 Sh.) NIEUW - UITGEKOMEJN BOEKEN , AKAUBMISCUE EN ANDERE SCHRIFTEN. FaANScttE Republiek. Oeuvres Chirurgicales de P. J, 'Defditlt , Ohirurgien en chef du grand hospice d'humani é, cidevant Hótel-Dieu de Paris, ou Tableau de fa deczine et de fa pratique dans le traitement des maladies cxter.nes, otivrage publié par Xav. Bichat, fon éleve. Deux Vol. in 8p., avec le portrait de Default, et des planches, repréfentant les divers bandages ou inftrumens de ion iuvention. A Paris, chez la Citoyenne Veuvc Dsfault. De naam wan Desault, geplaatst aan het hoofd van eer. Heelkundig werk , pryst bet zelve genoegzaam aan en tnaakt alle verdere aanbeveling nodeloos. Het werk is in twee Delen afgedeeld ; het eerfte Deel toegewyd aan de ziekten der beenderen, handelt over de breuken en ontwrigtingen, waar over na Pctit nog niet gefchreven is; het twede heeft tot onderwerp de-weke delen. Beiden leveren een naauwkeurig tafereel van de vorderingen, die de konst aan Desault verfchuldigd is, welk tafereel men niet dan onvolmaakt gefchetst vindt in Zyn Journal de Chirurgie, Notice historique des descentes faites dans les Isles 'Britanniaues avec une carte cnluminée, gravêe par P.'F. Tardieu. Pa ij's, chez Maradan, Libraire rue Cimetière-André des-Arcs. Dit belangryk en prachtig werk, dat wy onlangs aankondigden, is thans werkelyk in het licht. Het bewyst, dat van de vyf-en-veertig landingen , welke men tegen Engeland, Schotland of Ierland, federt Willem den Veroveja-ar tot op onze dagen, ondernomen heeft, 'er een-enyeeriig gelukt zyn; dat 'er onder dit getal twaalf zyn geweest, waar door grote omwentelingen te weeg gebragt of de regerende Koningen onttroond zyn ; dat zo dikwerf men Troepen op de kusten van Grootbritannien heeft willen overbrengen, men daar toe zonder zeer grote moeite .altyd gekomen is, zelfs dan wanneer de Engelfchen meester van de Zee waren; dat de Schepen, waar door de landingen gefchieden, niet dan zeer zelden Engelfche Sche- | pen ontmoet hebben, naardien de winden, die naar Engeland henen voeren, dïzelfde zyn, waar door'deEngelfche Schepen in hunne havens gehouden worden; dat 'de Galeijen altyd met vrugt voor dat foort van expeditien zyn gebruikt geworden , om dat zy door hun makelei gemak, kelyk digter aan de kusten kunnen komen, en minder aan het vuur van den vyand blootgefteld zyn ; dat het lot van Engeland altyd heeft afgehangen van een gevecht, om dat het geheel van verfterkte plaatfen ontbloot is: en dat eindelyk de Franfchen in de meeste landingen , welke met een gelukkigen uitflag zyn bekroond geworden, deel hebben gehad. Welk Republikein, die in de mogefykheid is van zich zulk een naauwkeurig bericht dier landingen tegen Engeland te kunnen bezorgen, zou hier omtrent nog aarzelen , vooral daar hy op de bygevoegde Kaart zich naauwkeurig van al dit geen onderrichten kan, wat tot kennis van het bedreigde land diend. (Een Fransch blad.) Duitschland. Algemene Geographifche Ephemeriden verfasfet von einer Gefelfchaft Gelehrten und herausgegeben von F. von Zach H. S. G. Obristwachtm. und Dire&or der Herssogl. Sternwarte Seeberg by Gotha. I. II. IHtei band 1798 Weimar in verlage des Industrie Comptoirs. Herhaalde reizen heeft men in Duitschland reeds gepoogd de menigvuldige waarnemingen , ontdekkingen en uitvindingen in de Sierrekur.de, Aardryks- en Waereldskennis, door periodicque fchriften, algemeen bekend te maken, en de hier en daar verfpreide berigten nopens den toeftand dier wetenfchappen , de nieuwfte befchryvingen van Volken en Landen, als ook de naauwkeurige ligging van enkele plaatfen voor ieder beminnaar dezer wetenfchappen, fchoon hoogst belangryk, nogthans ten uiterften moeilyk om optefporen, by elkander te verzamelen, en zo fpoedig mogelyk ter kennis van een ieder derzelve te brengen: Busfching's wochentliche Nachrigten, Zimmer- man's Annalen en Repoftorium, Bernouilli recueil pour les Astronomes, wierden reeds zederd enige jaren met dit oogmerk opgefteld en uitgegeven. Maar gene van deze fchriften hebben op den duur zig kunnen ftaande houden; van zommige verfchenen flegts weinige Numero's, en alle hebben reeds een geruimen tyd opgehouden. —— Daar nogthands tegenwoordig meer dan ooit de gewigtigfte ontdekkingen in deze wetenfchappen, vooral in Duitschland, gemaakt worden, moet het den Liefhebberen derzelve by uitftek aangenaam zyn , dóór middel van een openlyk berigt van iedere nieuwe uitvinding of ontdekking, en alles wat tot volmaking dezer wetenfchappen kan bydragen, maandeiyks een zeer geregeld en fpoedig verflag en opgave te erlangen, het welk deze Ephemeriden in alle opzigten ons beloven. Men beeft daar en boven alle reden, een vesl gunftiger lot van deze Ephemeriden te verwagten, als ene der tot nog toe verfchenene ondergaan heeft. Meer dan zestig Geleerden, meest alle dezer wetenfchappen geheel gewyd, hebben zig in Duitschland, Zwitferland, Engeland, Frankryk,  ( y ryk, Spanje, Denemarken, Zweden, Rusland, Italien en Holland', tot derzelver opftel verenigd. De Redaéteur J. von Zach, is een der beroemdfte SterreKundigen van Europa, wiens grote bekwaamheden, zo wel in het Theoretisch als' Practisch deel dezer weren fchappen , algemeen erkend zyn, die met geheel geleerd Europa geftadige briefwisfeling over dezelve onderhoud, en wiens ongemene yver en onvermoeide werkzaamheid door zyne vrienden van naby gekend en bewonderd, en door zyne menigvuldige grotere en kleinere fchriften en alom verfpreiden roem, algemeen gebleken is. Van den kant des Uitgevers is de naam van het Weimarfche Industrie Comptoir en deszelfs voortreflyke Direkteur Bertuch by een ieder, die niet geheel vreemd met de hedendaagfche Duitfche Litteratuur is, een volkomene waarborg tegen alle beletzelen, welke men van de zyde der Uitgevers te vrezen en dikwerf ondervonden heeft. PLAN. Van den 3den January 1798 word, by den aanvang van ieder maand, een Huk der Ephemeriden, 't welk altyd zes of zeven bladen in Mediaan Oftavo groot en met Latynfche Letteren zal gedrukt zyn, uitgegeven; het zelve zal fteeds de volgende hoofdzaken bevatten. I. Recenfien van alle nieuw uitgekomene Werken, in welke taal of waar ook gefchreven en in 't ligt gekomen; welke de Natuurkunde, Staats- (Statisticq) of Mathematifche- Aardrykskunde en Sterrekunde ten onderwerp hebben. Dit hoofd -artykel bevat. i®. Alle eigenlyk gezegde Aardryks- of Plaatsbe- fchryvingen. 2°. Alles wat uit nieuwere reizen ter volmaking der Aardrykskunde Sc voor handen is. 3°. Statistifche Werken, waar in berigt nopens de Volksrrienigte, Handel, Cultuur cïc. van onderfcheidene Landen gegeven word. 40. Sterrekundige Werken, zo ter uitbreiding van onze kennis van den Sterren - Hemel, als ter volmaking der Aardrykskunde. II. Hoofdft. bevat ene aankondiging en beoordeling van nieuwe Land- en Zeekaarten, Plaatsbefchryvingen en Militaire Plans, volgens de nieuwlle en beste berigten. III. Korte opgave van den inhoud en uittrekzels uit de beste nieuwere Schryvers, welke de Geographie, Astronomie of Statistifche wetenfchappen behandelen. IV. Narigten van briefwisfeling en verzogte opgaaf van enige ftukken tot de bovengenoemde wetenfchappen betreklyk, waar door een ieder gelegenheid tot het algemeen voot(lellen van enig interesfant voorftel, en deszelfs beantwoording langs den gemaklykften weg erlangen kan. By de twee laatfte Hoofdftukken zullen meestal een of meer Kaarten ter duidlyke voorftelling van het plan of berigt gevoegd worden; derzelver getal zal alleen van de on¬ derwerpen zelve afhangen. By elk ftuk zal een Intelligcrrs blad of bekendmaking van de voornaamfto nieuw uitgekomene Kaarten of Boeken, tot het plan der Epbemetiden behorende, gevoegd worden; het ftaat den Boer.handelaran en Liefhebberen vry, bekendmakingen van dezen aart, tegen 3 kr. of 8 ph. Sax. Cour. per pag. in deze Ephem. te doen plaatfen, waar toe zy dezelve Franco aan het Industrie Compt. te Weimar bezorgen kunnen. Men mag zig voorts van de uiterfte accuratesfe in deze Ephem. verzekerd houden , daar dezelve geheel door twee Perfonen afzonderlyk worden nagezien. Ieder half jaar zal een naam- en zaak - register van de zes uitgekomene ftukken worden uitgegeven. De prys dezer Ephem. is voor een geheel Jaar, waar in vast 12 ftukken geleverd zullen worden, 6 rth. Sax. Cour., of 10 fl. 48 pf. Rhynl. of in Hol!., de rth. a 38 ft. gerekend 11 g. 8 ft. Men kan zig niet anders dan voor een geheel jaar abonneren. Zo enige liefhebbers 5 exempl. tevens ontbieden en in Contanten vooraf-betalen, hebben zy 20 prCt. rabat of hef 5 exempl. vry. Men kan op dezelve in fchryven by den Redacteur den Hr. von Zach te Gotha, het Industrie Comptoir te Weimar, by alle Boekhandelaren in Hamburg, in Lubeck by Bohn en andere plaatfen. In Amfterdam zyn reeds drie Liefhebbers, welke dezelve uit Gotha ontbieden, waar by zig anderen, zulks genegen zynde, zouden kunnen voegen. De drie eerfte ftukken dezer Ephe¬ meriden, voor de maanden January, February en Maart, zien bereids het licht, en voldoen volkomen aan bet ;;een by de opgaaf van het plan baloofd word. Het eerfte ftuk , 't welk thans voor ons ligt, heeft tot inleiding ene voortreffelyke Verhandeling van de Maj, von Zach, over dë gefchiedenis der Aardrykskunde, des3eifs nut en verband met de Sterre- en Zeevaartkunde en in alle opzigten ryk aan wetenswaardige en fchone berigten; hier op volgen de recenfien van twee voorname nieuwe Werken- en die der jongst uitgekomene Land- en Militaire Kaarten en Plans; eindelyk een fchat van- de belangrykfte waarnemingen, ontdekkingen en berigten, van byzondere Geleerden toegezonden, tot de Natuur-, Sterre-, Aardryks- en Volkenkunde betreklyk. Het twede en derde Deel zyn niet minder voldoende; men vindt in het zelve de nieuwfte berigten nopens den toeftand der wetenfchappen in China- en Rusland, en van 't gene in onze tyd ter uitbreiding der Aardryks- en Sterrekunde verrigt word. Dan daar het oogmerk thans alleen is onzen Landgenoten van dit werk te verwittigen, en met ene recenfie van den inhoud der Ephem. zelve te geven, agt men met het bovenftaande reeds genoegzaam hier aan voldaan te hebben; alleen zal men 'er nog byvoegen, van harten te wenfehen, dat dézelve in ons Vaderland algemeen gelezen wierden, om de zugt en fmaak voor deze wetenfchappen meer en meer optewekken, en dit vak der wetenfchappen, waar in onze Natie zich op vele voorname mannen beroemen mag, obder ons te doen bloeijen. NA-  ( 128 ) Ta Haarlem, bï A. L O O S J E S, Pz. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land' en veebouw, als mede de hüishourunde , handwerken en fabrieken, betrekkelvk. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstveriopene Week; is geweest: te Amfterdam 75; en te Haarlem 21, onder melken laatften 5 beneden de 12 Jaren. Pryzen der Granen, op 16 Atf.il te Amsterdam. TARW. Het Last; GERST. Het Las, Ggld.l Gjtld. Pool (the bonte en wftte 180 a2io Vrierehe VVintergarst . 65 a 80 ilito rode . . 176 a 200 Oron. en Oldamlche . 66 a 80 Klbing. en Heugfe 170a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter 7oa8s Koningsberger . 160a 185 Dito Zomer . . 66a8o Vriefche . . . 130a 160 Dantziger en Elb. . . Rovenlandfche ... 1363170 Voorlandfche rode . . 120 a 150 HAVER en BOEKWEYT. iJcelandfche .... 1653185 ROGGE. Brouwhaver . . 54 a 66 Pruisfifche . . . 94 a 116 Witte Voeder dito . 36345 Koningsberger . . 94 a 116 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 24 a 25 Gedroogde . . . 106 a 116 Dito Brab. en Vlaam. £24825 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-OIy, pwrAam ƒ 43I Overm.'t Last. . £ 45 «48 Dito l - . ƒ 4Ö| Slag-Lynz. de ton van Dito Hèrrmp ... ƒ 52; 5 Schep. Rigaas ƒ loan Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . f?ia8i van 12 Stek. . . ƒ 130 Dito Rode . . / nz Wissel- en Sfbciecours. Madrid ufo. 2 m. s 84^ .jjf. & Cadix ■ - 84J Lisfabon - - 56 Nieuwe Dücat. ƒ 5,10',al Venetien — - 88* Oude ger. dito - 5,9,3 Livorno - — • iooi Nieuwe Louis d'Or - 11,2,1 Parys. 2. m. .. . „ Guinies - 12,4,6 dito kort. ^nAsfig- piftolen .9,1012 Idem in Specie - 57* Franfche Kronen - 54i a | Londen. 2. m. $ Nieuwe Ryksd. - 2 pCt. Dito kort •Hamburg 2. m. Ct. ft. 36^ B°. Bant . 95 pCt. Dito kort - 37 T', — Wenen id. B°. - 36U BEKENDMAKINGEN. *,* By F. BOHN te Haarlem, is van de Pers gekomen, en de beiteldeExetnplaaren alom verzonden, van de Tweede >É>ruk van de KLOOSTERLING, door DIDEROT, met een gegraveerden Titel, fraai Vignet, en uitmuntende Plaat van den beroemden ViNKELES, in gr. 8vo, a/2-io. Een I zonderling Boek, waar van het onderwerp belangryk, de behandeling meesterlyk, en de uitvoering ten uiterften bevallig is, en waaraan de Uitgeever niets van dat geen, 't welk tot een fieriyke en nette uitgaave behoord, heeft gefpaard. Het Kloosterleven wordt daarin naar waarheid gefchilderd en tot in deszelfs duisterfte hoeken ontfluijerd. Men ziet 'er een fchoon, onfcbuldig, deugdzaam en aan. minnig Meisjen, het flagtoffer worden van de ontucht haarer Moeder, aan alle de verleidingen van het Kloosterleven WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten hae2lem. | haro- ther- hygro-streex l13chts- April me- mo me- me- der i gesteld- 179&. j ter. ter. ter. WIND. | HEID. C3°- 4i 431 595 roI 11 < 30. 41 59-^ 431 z, o. helder. ' 3°lJL —IIL 5<5* °- C30. 4 46 56 o.z. o. | 12 \ 3o. 3\ 62 43| o. N. o. helder. C3Q- z\ _49j 56 — • C30- i| 4?i 55 o.z'.ör *" 13 ( 30- ij 69 38 z. o. helder. C3o- ij 48f_ 52 o.z. o. C30. 1 50 675 z- o7 ... . 14 < 10. oJ 60 i» 1 1 n voormidd. helder; ) ™ \ l 4 verder bewolkt. L 29. 9\ 54 71 j z. o. C30. o 52* 71 z. w. 15 ^ 3°. o\ 60* 54X w.z.W. wolken; windrig. l.-9-.8* S2j 67 k.o. f29. 6| 59 65 j z.tïw. 's morg. betrokken ;ver- 16 < 29. 7Ï 59 551 z.w. der omtrent helder, zeer £29. 8 49 65 Z. z. w. harde wind; 'sav. ftil. C*9- 7Ï 52f 70| w. J7 < 29. 71 60J 67 n. N. 0. betrokken, regenagtig. C29. 6| 51 89 — blootgefteld, bezwykt zy voor dezelve even zoo min als voor de wreedfte folteringen, en blyft, in weêrwil van alle beproevingen, een voorbeeld van onderwerping, geduld, zagtmoedigheid, godsvrugt, kuischheid en deugd. De overige Perfonaadjen, welke hier voorkomen, zyn ook zeer belangryk, en een derzelven levert een affchuwelyk doch tevens aandoenelyk voorbeeld op van de rampzalige flaverny des wellust. Het is in de daad eene bewonderingswaar- dige proeve van het vindingrykst vernufr; de Schryver weet den Leezer zoo meesterlyk mede te fleepen, dat men 'er naauwlyks uitfeheiden kun, wanneer men eens aan't Leezen is. De beroemde VINKELES, heeft door twee proeven van zynen vinding en eigen hand dit Werk niet weinig opgelierd, en het buitengewoon debiet van dit Boek ftrekt mede, zo wy vertrouwen, tot eene gunftige aanbeveling van het zelve.  1798. No. 226. NIEUWE a[l ge mene KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag den 1? April. BERIGTEN. }a**>i4p79d ef>ün.'.. q ,• *• n;<'«' ufiV r»i issb htow DUITSCHLAND en aanliggende landen. Berlyn, 14 Laatstleden Woensdag, den 11 dezer, overleed in het 74de jaar zynes ouderdoms, de beroemde klasfifche Dichter en Taalkenner Kakel Wilhelm Ramler, geboren te Colberg in het jaar 1725, en voorheen Hoogleeraar by het Cadetten-Corps, gelyk vervolgens Direfteur van den Nationalen Schouwburg. Hy leide zedert den laailten tyd zyner verzwakking een ampteloos leven, in den omgang met geleer de vrienden, en hield intusfchen niet op zyne uitrekende talenten aan de wetenfchappen te wyden. Drie zyner vrienden alhier, te weten de Geheim-FinantiefRaad Gocking, de Opper - Confiftoriaal Gedicke en de Hoogl. Spalding, zyn door hem benoemd om zyne nagdatene Dichterlyke Werken uittegeven. t 1 vi >v Hki isv ' • , ;: , f, v jfóo W tSWl B AT A AF SC HE REPUBLIEK. 1 Haarlem, den 25 April. Als Schryver derVerhanaeling met de Spreuk: Alleenlyhziet dit hebbe ik gevonden , dat god de menfchen recht gemaakt heeft. Salomon; waar aan door Directeuren van Teyler's 1'undahe en Leden van het Godgeleerd Genootfchap by Ju\» UE£ \m* deze Stigting, by wege van Accesfit aan de bekroonde Verhandeling, ene Zilvren Medailje was toegewezen, heeft zig bekend gemaakt de Burger Willem Bruin, Leeraar der Doopsgezinden op het Noord-eind van Westzanen. Ea'ïcse merkwaardigheden nopens China , en de zeden en gewoonten der Chinezen. (getrokken uit G. Staunton's Account of the Embasfy to China.) Onder het doorvaren van Tien-ftng, fcheen het den Reizigers toe, dat deze grote Stad byna de lengte had van Londen. Volgens het berigt van de Mandarynen bevat de nlaats wel 700.000 inwnnprs. n*» HuIt.m Tten-fmg zyn van gebakken fteen, van een lood-blauwe koleur: en verfcheiden van dezelven zyn, tegen het doorgaand gebruik van bouwen, twee verdiepingen hoog. Ingevolge de patriarchale gewoonte, welke by de Chinezen nog ftand houd, van alle de op elkaer volgend- geflagten uit een ftam,. onder één dak re houden, rekend men. dar 'er. doornam!. in «Pn ri,;,,^.. . ' » -- — , , ... v>uim.cj huis, 10 man gevonden worden, die in ftaat zyn, om de waoens te drae-pn. n> Tr>nk»n vaMrun Aa. bedekken, die deze koopftad doorfrryden, bevatteif ettelvke duizenden hewonpi-s • want A* iTrmimon 0„ t,,-„ deren der Schepelingen wonen geftadig by hen aan & boord:  ( 130 ) •boord: velen worden 'er op geboren, en al en brengen zy het leven daar op door. Elke wal is hun vreemd, en de aarde voor hun een element, waar aan zy (hgts nu en dan verknogt zyn. In alle de Noordelyke Provintien word meer Gierst dan Ryst verbouwd. Men plant ze doorgaans om de andere'rei, tusfchen reien van Panicum Itahcum ot Paniatm Crus Ga/li, in, om voor enigen tyd onderdeszelfs ryziger gebüur te könneiy fchuilen. üe Gierst word ryp en geoogst ," wanneer het Graan , door haar bedekt geweest zynde, alsdan aan de Zon blootgefteld, op deszelfs beurt typt en gemaaid word. Op ledige plaatfen "aan den kant van den dyk ziet men zoras een foort van Dolichos, niet ongelyk aan Snybonen geplant , en nu en dan ontmoet men gehele velden met Bonen of Sefamum : nergens befpeurde men, dat enig onkruid de voedende kragt der aarde aan nuttige gewasfen ontrok. Men zag weinige voertuigen op den weg, en geen met meer "dan twee wielen, ter vervoering van menfchen of goederen. De Heren reizen doorgaans te paard, of in rosbaren, en de Dames meestal in digte draagftoelen , die tusfchen muilezels of paarden hangen. De gewoonte, waar van Milton gewag maakt, ,, Where Chinefes drive, „ With fails and wind their Cany waggons ligh'.'* (*) blyft nog (tand houden. Deze rottingwagens zyn kleine karren van bamboes gemaakt, waar op, by een gunftigen wind, een matten-zyl word gehezen, dat aan twee lange ftokken vastgemaakt word. | De reizigers ontdekten, zo ver zy zien konden, geen enkel heuveltje, dan op den vierden dag na hun vertrek van Tièn-tingi wanneer zy in het Noordwesten enig blaauw gebergte zagen opryzen. Het bleek hier uit dat zy Pekin naderden , boven welke Stad dit gebergte ligt. Ónder alle de menigten volks, welken het Gezantfchap ergens tot ■ zig trok, federt deszelfs komst m China, zag men: voïftrekt geen mensch, als een bedelaar gekleed, of die om een aalmoes Vroeg. Wel is waar, dat geen gering getal van lieden het voorkomen badden van zeer na aan een ftaat van behoefen te zyn: dog niemand vond zig genoodzaakt, of had zig gewend, om onderftand van een vreemdeling te bidden. De tegenwoordige tyd behoorde wel niet onder die ongelukkigen , waar in de landman zyne gewone middelen van beftaan of geheel of ten dele kvvytraakt , '! • ;b'/^T'"iO«ib ! c:'•.' *i ''*.•■>■■ sin , m,;i>tëmt _ —— ; (♦) Par hst. fl. III. 1. 438. :n in welken hy zomwylen tot misdadige flappen gedreven word, om zig in 't leven te houden. Op zulke tyden echter komt de Keizer van China altyd den noodlydenden te gemoet : hy geeft last, dat de koornfchuren geopend worden : hy fchélt de belastingen kwyt aan zodanigen, die ongelukken overkomen ; verleend hun byltand tot het weder opvatten van hunne zaken: en vertoond zig aan zyne onderdanen , als byna de plaats der weldadige voorzienigheid, ten' hannen behoeve, te bekleden : als zig ten volle verzekerd houdende , langs dien weg, zyne volftrekre heerfcfeappy veel kragtdadiger te handhaven, dan hy ooit door den Ichrik voor ItrafTen zóu kunnen doen. Hy toond zelfs zo jaloersch te wezen, om dit uitfluitend voorregt, van zyne onderdanen wel te doen, aan zig te houden, dat hy den voorflag, hem-eens gedaan door enige aanzienlyke Kooplieden, om in den nood van ene rampfpoedige Provintie te helpen voorzien, niet alleen van de hand wees, maar zelfs daar over zig gebelgd toonde: terwyl hy, op den zelfden tyd, ene gifte van ene ryke weduwe te Tien-fing, voor de kosten van den Thebet oorlog, aannam.^ In China is geen heerfchende Godsdienst. Geen word daar in van 'slands wege bekostigd, bevoorregt of aangemoedigd. De Keizer is van het éne geloof, verfcheidene Mandarvnen van een ander; en het gros van den gemenen man van een derde, zynde dat van Fo. Deze laatfte klasfe, door onkunde het minst in ftaat, om de verfchynzels der natuur te verklaren, en het meest aan behoeften blootgefteld, welke zy langs gewone wegen niet kan voldoen, is gereed om toevlugt te nemen tot de onderftelling van buitengewonö magten, om de dingen uittewerken, welken zy niet weten te verklaren, en de grintten te verlenen, die zy ï op gene andere wyze kunnen verwerven. In der daad daar is geen bygeloviger volk, dan het Chinecsch gemeen. Buiten de gewone Godsdienstoeffeningen aan den kant der Priesteren en der Vrouwen , worden bv'zonderlyk de tempels bezogt door de Discipelen van Fo, eer zy iets van aanbelang ondernemen, 't Zy om te trouwen, of op reis te gaan, ot een koop te fluiten, of fan ftand te veranderen-, ot wat 'er ook van betekenis in het leven kan voorvallen, is het nodig vooraf de opperfre...Godheid raad te plegen. Dit doet men op verfchillende manieren, sommigen nemen een bosje gewyde ftokjes, verfchillend gemerkt en genommerd, 't geen de raadpleger, voor het altaar geknield , in een hollen bamboes ichud, tot 'dat 'er een op den grond valt: hier op ziet men naar het merk , en vergelykt dit met een overeenkomftig merk in een boek, dat de Priester open houd, en zomtyds fchryft men het op een blad papier, dat bm-  ( 131 ) Mi in den tempel geplakt is. Anderen werpen veelhoekige (tukjes hout in de lucht. Elke kant heeft zy afzonderlyk merk: debovenzyde, by het vallen op den grond, word op gelyke wyze vergeleken met een overÖomltig merk in het boek of blad van het noodlot. JWaldien de eerfte worp goed uitvalt, werpt.de perfoon, door wien ze gedaan is, in ene vervoering van dankbaarheid, zig op den grond, en begeeft zigvervolgens, met vertrouwen, aan de zaak, die op het taovt was. Maar zo de worp kwalyk uitvalt, dan neemt by ene twede proef; terwyl de derde gooi, in alle gewllen, de zaak beflischr. Anders fchynt het volk van den tegenwoordigen tyd weinig agt te geven op deszelfs Priesters. De Tempels ftaan evenwel altyd open voor de zulken, die de befluiten des Hemels verkiezen raadteplegen. Nogihans zyn zy meer gewoon om het lot te werpen, ten einde te weten, hoe ene voorgenomen onderneming zal uitvallen, dan te bidden om een gunftigen uitflag: en hunne Godsdienstpleging beitaat meer tn danken, dan in bidden. . Weinige Chinezen, zegt men, laten zig, in dezen, bvzonder gelegen leggen, buiten de zegeningen van dit leven. De Godsdienst vanFo leerd echter de zielsver- ] huizing, en beloofd het volk de gelukzaligheid op zulke voorwaarden, die, ongetwyffeld, oorfprongelyk beoogd waren, in de betragting van zedelyke pligten te beftaan: doch waar voor maar al te dikwyls. in plaats gefteld worden die van giften voor den opbouw ot verbetering van Tempels, het onderhoud van Priesters en ene naauwkeurige oplettendheid op afzonderlyke waarnemingen: voor. het verwaarlozen van welken, de zielen der overtreders gedreigd worden , in de hg hamen der veragtelykfte dieren te zullen overgaan, en daar in te lyden naar evenredigheid der misdaden, welke zy, in de menfehelyke gedaante, begingen. Byzonder opmerkelyk is het huislyk. beduur en de verknogtheid van Nabeftaanden aan eikanderen in China. Hoe ftreng de heerfchappy ook zy van de Chinefche mannen omtrent hunne verdienftelyke vrouwen, die zy op zulk een afftand van zig houden, dat zy niet altyd met hen aan tafel mogen zitten; in welk geval zy achter hen ftaan, om hen als meiden te bedienen; word deze heerfchappy vry wat gematigd , door de regels van zagte behandeling in de onderfcheidene betrekkineen des levens, welken, van de vroegfte kindschheid, Zo wel onder de laaglte als hoogde klasfen der maatfchappy, worden ingeboezemd. De oude heden van een familie wonen doorgaans by de jongen. De eerften dragen zorge, om alle opftuiving , geweld of drift, die nu en dan by de laatften ontftaan mag, te beteugelen. De invloed der jaren op de jeugd word onderfteund, door de gevoelens der natuur, door de VipMiiHi, L! tffln D-plionrysnifiri . .Irmf f?,* zpdelv'k-ff VOOf* fchriften in de wet van het land geprent, eu door de ïcnranuemeiu eu eenyite irreKen oer ouuereu tui uai einde. Zy, die afgewerkt zyn, delen de regels, welken zy geleerd hebben, en de vvysheid, welke zy by ondervinding opdeden, aan de zulken mede, die tot mannelyke jaren naderen of onlangs geklommen zyu. Eenvouwdige zedefpieuken ftaan aan de wanden gefchreven in de gemene zaal, waar de mannelyke leden van het gezin byeenkomen. Eén ten minde is in daat om ze voor de overigen te lezen. In bykans elk huis hangt een bord met de namen van de voorouders der perfoneu, die daar in wonen. Dikwyls haald men, in de gefprekken, hunne daden op. Hun voorbeeld, zo verre het goed was, diend ten prikkel om hunne voetflappen te drukken. De afftammelingen van een en denzelfden tak bezoeken zamen , op gezette tyden, de Graflieden hunner voorvaderen. Deze eenparige oplettendheid , gepaard met andere gelegenheden , brengt de verde verwanten by een en verbind ze aan eikanderen. Het kind is gehouden te arbeiden en te zorgen voor het onderhoud en de verkwikking zyner ouderen, en de broeder voor den broeder en de zuster, die ten uitterlten behoeftig zyn: op de verwaarlozing van welken pligt zulk ene veragting zou volgen, dat het nodeloos is 'denzelven door ene Heilige wet aantedringen. Zelfs de verite bloedverwant, ongelukkig geworden, door toeval of ziekte, heeft eisch op de onderlteuning van zyn tnaagfehap. Gewoonten , fterker dan wetten, en zelfs-genegenheid , ontfproten en aangekweekt door omgang en gemeenzaamheid , verzekeren hem van dezen bylland. Deze gewoonten en heblykheden helderen volkomen op de reeds gemelde byzonderheid, welke ongelukkig een vreemd voorkomen heeft by de Europeanen, nam. dat men gene voorwerpen van ellende ziet, die het mededogen gaande maken , en de liefdadigheid affmeken van particulieren. Men moet 'er byvoegen, dat deze omdandigheid geenzins toetefchryven is aan het getal van liefdadige Gedigten. Wel is waar, dat de wensch van den Perfiaanfchen Monarch , dat «iemand gebrek mogt hebben aan de onderdeuning in de Godshuizen, niet, in China tot ftand gekomen is; maar zulke Stigtingen zyn minder noodzakelyk gemaakt, waar de keten, die alle de takken van ene familie verenigd houd, onverwyld en zonder vernedering te hulpe fchiet van het lydend gedeelte. Pekin maakt, by het inkomen, ene geheel andere vertoning , dan alle Europefche Steden, waar in de ftraten dikwyls zo naauw en de huizen zo hoog zyn, dat deze, van het ene einde der flraat tot het andere, na eikanderen fchynen te hellen, en op elkaar te fluiten. Hier waren weinige huizen meer dan éne vi-rdieR a PinS  ( 132 ) ping hoog: en gene meer dan twee; terwyl de breette van de ttraat, tusfchen beiden, verre over de honderd voeten was. Dit maakt de Stad ongemeen luchtig , vro'yk en licht. De eerde draat liep in een regte lyn , vlak Westwaarts op, tot dat zy duitte aan den Ooster-muur van het Keizerlyk Paleis, genaamd de gele muur , naar de koleur van het korte dak van verglaasde pannen , waar mede deszelfs top overdekt is. Verfcheidene openbare gebouwen, die zig gelyktydig opdeden , en gehouden wierden, aan den Keizer te behoren, waren op dezelfde wyze gedekt. Deze daken, door gene fchoordenen afgebroken, en, aan de zyden, en op de vorden, met zagt toelopende kromtens ingekeept; 't geen ongelyk fraaier dondt, dan of zy regt gelopen hadden; pronkten met ene verfcheidenheid van beeltenisfen, die of naar wezenlyke voorwerpen gevolgd, of veelal werken van verbeelding, waren; het een en ander, als goud in de glatisrykde zonnefchyn blinkende, maakte, onmiddelyk, voor het oog een vertoning van grootsheid, aan dat gedeelte van het gebouw, waar aan men niet gewoon was dezelve te zoeken. Digt by de poort zag men verbazende magazynen van Ryst. Van dezen lings af, langs de Stadsmuur ziende, befpeurde men een hoog gebouw, 't geen men befchreef als een Obfervatoriutn, onder de vorige Dynadie opgerigt , door Keizer Yong-Ioo, aan wien men zeide, dat Pekin hare voornaamde fieraden te danken had. Voor de meeste huizen, in deze grote flraat, waren winkels, gefchilderd, verguld en verfierd gelyk die van Ting-choo-foo, maar in een grootfcher dyl. Over zommigen daar van hing een breet plat of terras, bedekt met heesters en bloemen. Voor de deuren hingen ettelyke lantaarns, van hoorn, neteldoek, zyde en papier , in lysten gevat, op de verfcheidenheid van welker gedaanten de Chinezen hunne verbeeldingskragt tot het uitterde fchynen geöeffend te hebben. Zo wel binnen als buiten de winkels lag ene verfcheidenheid van koopgoederen uitgedald. Verfcheiden omdandigheden, buiten de aankomst van vreemdelingen, liepen zamen, om een zo brede ftraat vol te proppen. Vooreerst ging 'er ene Staatlie naar de poort, by welke de witte of bruilofrs-koleur, volgens de Europefche denkbeelden, van de perfonen waar uit zy bedond, in den eerden opflag ene huwelyksplegtigheid fcheen aanteduiden: maar op het verfchynen van jonge lieden, die van droefheid overdelpt waren, bleek het een lykftaatfie te wezen : 't geeu men niet zou gedagt hebben, by de vertoning van liet Lyk zelve, dat in een fraaijen vierkanten kist lag, overdekt' met een paviljoen, geverwd met vrolyke en levendige koleiaen, e» voorgegaan, door dandaarden van, veelver- j wige zyde. Agter volgenden draagdoeleu , met wit linnen overdekt, waar in de vrouwelyke nabelhanden van den overledenen zaten. De witte koléur, in China, een teken van rouw zynde by zulken, die ze dragen, word zorgvuldig vermyü' door hun, die aandoeningen van enen verfen dien den aart wenfehen aan den dag te leggen. Men ziet daarom nooit deze koleur by Trouwplegtigheden, waar by de Dame (als nog niet gezien door den Bruidegom) in een vergulde Staatfte-ftoel word gedragen, rondom behangen met festonnen en nagemaakte bloemen, en gevolgd door bloedverwanten, oppasiers en bedienden, die de paraphernalia dragen, de enigfle uitzet, die een dogter, by haar trouwen , van hare ouders medekrygt. De hoop volks wierd niet weinig vermeerderd door de Mandarynen van rang, die altyd met een (leep van opwagters voor den dag komen : en nog meer door kringen van het gemeen , rondom kramers* ,. kwakzalvers , goedergelukzeggers, liedjeszangers, gochelaars en fprookjesvertellers, hunne toehoorders het weinigje kopren geld uit de zak pratende, dat zy waarfchynlyk aan iets anders dagten te bededen. Onder de vertellingen, waar mede men, op dat pas, de verbeelding van het volk gaande maakte, zeide men , dat de aankomst van het Gezantfchap een voornaam inmengzel opleverde. Men verzekerde, dat de gefchenken, voor den Keizer medegebragt, alles bevatteden , wat zeldzaam- was- in andere landen , et» voorheen geheel onbekend by de- Chinezen* Onder de medegebragte dieren, verzekerde men met alle deftigheid, dat zig bevond een Olvfant, niet groten dan een Aap, en zo fel als een Leeuw, benevens een Haan, die houtskool at. Elk ding wierd onderdeld, te verfchillen van al wat voorheen in Pekin gezien was, en geheel andere hoedanigheden te bezitten, dan men by dezelfde wezens ondervonden had. Het gezigt der vreemdelingen , die zulke zeldzaamheden medebragten , doorde het volk, terwyl zy voorbygingen, in deszelfs bezigheden. Zy drongen met grote hopen vooruit. Chinefche Zoldaten, die voor Schouts-dienaars fpeelden, om de menigte aftehouden, maakten gebruik van lange fwepen, waar mede zy fchenen op de voorde rei te mikken, maar zo zagt en befcheiden , dat zy doorgaans alleen op den grond floegen. Zo dra de lieden, tot het Gezantfchap behorende, aan den Oostkant van de gele muur gekomen waren, floegen zy, langs.dezelve regts af, en vonden aan de Noordzyde veel minder beweging, dan in de vorige Itraat. In plaats van winkels, donden hier niet dan particuliere huizen, die men van voren niet zien kon. Voor elk huis was een muur of gordyn, om de voorbygangers het zien op het voorplein, waar op de ftraatdeur opengaat,. te beletten. Aeze . muur. draagt den naam  ( 133 ) naam van eerbied?s - niunr. Tegen over de driedubbele poort, nagenoeg in het midden ftaande der noordelyke zyde van de Paleis-muur, hield men flik Dezelve bleek een uitgeftrekt ftuk gronds te omvatten, die niet vlak was, gelyk de grond buiten de muur: een gedeelte daar van liep op in fteile heuvels: hebbende de aarde, die genomen was om deze heuvels te maken, brede en diepe hol'êns, die thans vol water ftonden, agtergelaten. Uit deze konst - plasfen , waar van de kanten verfcheiden en onregelmatig waren, verhieven zig eilandjes, met ene verfcheidenheid van vindingryke gebouwen, met geboomten tusfchen beiden. Op de heuvels van verfchillende hoogte, ftonden de paleizen voor den Keizer. Het geheel had iets van een toveragtig voorkomen. Bóven op de hoogde heuvels zag men hoge bomen rondom zomerhuisjes gefchaard, en kabinetten, voor afzondering en vermaak gefchikt. Men wees ons op een van dezen als het laatfte verfchrikkelyk toneel des aanwezens van dien Keizerlyken tak, door welken dit heerlyk paleis gebouwd en verfraaid geworden was. Een,man, dien het fortuin voor een tyd fcheen te begunftigen, als Ware hy gefchikt geweest om het hoofd te worden ener nieuwe Dynalty in China, bediende zig tegen het midden der vorige eeuw, van de zwakheid en weelde van het hof, en van die zorgeloosheid, welke, meer dan weelde zelve, de vorige Dynaftiën ten val gebragt had. Hy trok met een leger van Chinezen, in 't eerst verzameld, op hoop van betere tyden. te zullen aanbrengen, en naderhand byeengehouden door bet verleidend lokaas van plondering, naar de poorten van Pekin. De ongelukkige Monarch, te weinig onderfteund, en geen moeds genoeg hebbende om tegenftand te bieden , dog al te hoog gevoelende, om onderwerping aan enen vyand, die eenmaal zyn onderdaan was, te kunnen verduwen, en vast belloten hebbende om zyn kroost voor 't gevaar van ontering te beveiligen, doorftak zyn enige dogter, en verhing zig zeiven, in een der bovengemelde gebouwen, 't geen tot geheel andere oogmerken geftigt was. Het oog, van de plek ten Noorden wendende, toen zig juist de gelegenheid aanbood, om, door de poorten van de muur van het Paleis, een vlugtig kykje te nemen van een gedeelte, 't geen daar binnen lag, zag men, door een ftraat, die op de Stadswal uitliep, het .groot gebouw, van aanmerkelyke hoogte, bevattende een klok van een verbazende grootte , in ene cylindrifche gedaante, die, van buiten met een houten hamer geflagen wordende, een geluid geeft, 't welk zeer duidelyk door de gehele hoofdftad kan gehoord worden. Verder op, maar meer Westwaards , was een der Noorder-poorten , welker Wagt-toren boven de tusfchen-beidenftaande gebouwen uitftak. Vlak Westwaards op, i voorby de poorten van het paleis gaande, ontmoet men , ; tusfchen de gele muur en de Noordlyke huizen van de jStad, een meir, dat ettelyke morgens in omtrek be.(flaat, en dat, op dien tyd, in den Herfst, byna geheel bedekt was met de bladeren van de Nymphcea ne~ lumbo, of lien-wha der Chinezen. De bladeren van deze plant, digt om de fteel groeijende, hebben, uit dien hoofde, het voordeel, dat zy bloem en vrugt, die uit het middenpunt ryzen, voor allen hinder van het water beveiligen. De wortel der Lien-wha fchiet een fteng uit, die nimmer mist uit het water, hoe diep ook, uitgezonderd in geval van fchielyke overftroming, tot op deszelfs oppervlakte te klimmen , waar op de bladeren zig uitbreiden, rusten en dryven, en zomtyds daar boven uitfteken. Deze plant; die de felfte koude va» Pekin, in den Winter, doorltaat, word met moeite iu de Europefche warme kasfen gekweekt. Hare bloemenzyn zo fraai en welriekend, als het zaad aangenaam van fmaak is. De trein vervolgde zyn weg, Westwaards-, door deStad. Men wees ons het huis, *waar in enige Rusfen woonden: en, dat nog meer zonderling was, ene Boekery van ■uitheemfche Handfchriften , waar onder men ons zeide, dat zig een Arabisch affchrift van den Koran bevond. Men zag ook enige Mahomedanen, kenbaar aan hunne rode mntfen. Onder de toekykers vanhet nieuw gezicht, befpetvrde men deze en gene vrouwen. Het merendeel zeide men, dat inboorlingen van Tartaryen, of van «en TaFtaarsch ras waren. Harevoeten waren niet bekneld, gelyk die der Chinefchc vrouwen, e:i hunne f'choenen, met brede neufen, en zolen van meer dan een duim dik , waren even lomp, als die der oorfprongelyke Chinefche daraes klein waren. Enige weinigen der eerstgemelden waren wel gekleed, hadden fyne trekken, en befchilderde tronietjes. Een dikke plak vermiljoen, op het midden van de onderfte lip., fcheen een algemeen geliefkoosd fardeerfel by haar te wezen. Enige zaten in overdekte wagens, waar van 'er ettelyke, zo wel als paarden , in verfcheidene gedeelten van de Stad, te huur ftaan. Enige weinige Tartaarfche dames zaten te paard, en reden fchrylings als mannen. Overal zag men ambagtslieden niet hunne gereedfehappen , werk zoekende , en marskramers, hunne waren te koop biedende. Enige ftraten waren eng, en by het ingaan ftonden poorten, waar aan wagts geplaatst waren-, om, zo men zeide, oproer te dempen , dat in de buurt onftaan mogt. Deze poorten worden by aagt gefloten en alleen in gevalle vare noodzakelykheid, geopend. De trein van het Gezantfchap trok een ftraat over, die van het Noord ten Zuiden liep, de gehele lengte door van de Tartaarfche Stad, zynde omtrent vier mylen, en die alleen was afw R 3 ge*  ( 134 ) gebroken door ettelyke Pat-loos of '1 numpbogen: en vdïl'ctiffidene Tempels en andere ruime Gebouwen en Pit-hui/en voorbygaande, bereikte dezelve, in weinig meer dan 2 uren, federt de inkomst aan den Oostkant, een derWester-Stadspoorten. By deze poort, en langs den buirenkant van de VVestwal, loopt het imal riviertje, (dat hier al ene aanmerkelyke breette betlaat,) 't welk, tia bykans geheel Pekin omgelopen te hebben , naar Tong-choo-foo vloeid, en in de Peiho valt. Pekin (laat, wat hare grootte betreft, niet 111 gelyke evenredigheid met China, als de meeste Hoofdlieden doen met hare refpe&ive landen. Het voornaamlte gedeelte draagt den naam van de Tartaarfche Stad , zynde in de. inde eeuw, gedurende de eerfte lartaarlche Dynaftie , uitgelegd. Zy heeft de gedaante van een langwerpig vierkant, welker vier wallen tegen over de vier hoofdpunten ftaan, en beflaat een plek gronds van 14 vierkante mylen (*), in welker muiden het Keizerlyk Paleis, van ten minften een vierkante mylomtreks, ftaat. De Tartaarfche Stad is dus omtrent een derde «roter dan Londen; en naast haar ligt ene andere, die, by wege van onderfcheiding, de Chinefche Stad genoemd word, bevattende, binnen hare muren, ene ruimte van 9 vierkante mylen: doch van deze laatfte, is flegts een gering gedeelte bebouwd. Het meeste is akkergrond of beteeld land: en hier is de Keizer gewoon, alle voorjaren, de voorbeeldige plegtigheid te c». tienen, van, met eigen hand, een kleeu veld te beploegen, vererende, op die wyze, het handwerk des , Landbouwers. , . ,, _ l\\ China zyn eigentlyk flegts drie klasfen van menfchen. Lieden van Geleerdheid , waar uit de Mandarvnen gekozen worden; Landbouwers; en Ambagtslieden, waar onder de Koopluiden. De hoogfte graden van geleerdheid worden in de Hoofdftad opgedragen, en aan zulke gepromoveerden, worden de burgerlyke ampten door den Keizer begeven. De Candidaten voor zulke graden zyn zulken, die reeds in de Gewestelyke Steden in bediening gekomen waren, en die voor dezen de zodanigen, welken in de kleinere Steden enigen post bekleden. De examens worden overal, met ongemene plegtigheid en fchynbare opregtheid gehouden. By ene. welgeflaagde beproeving volgt fteeds het loon van een eerpost, overeenkomftig de klasfe, waar In iemand bevorderd is. Op gelyke wyze worden de Militaire rangen aan zulken begeven, die, by mededinging, bevonden worden in de Krygskunde, en daartoe betrekkelyke oeffeningen, het meest uittemunten. De Hoge Staatsraad houd altyd deszelfs vergadering (*) Engelfche; gelyk uijt het vervolg blykt. in de Hoofdftad; welke, volgens de beste befcheiden , omtrent 3 Millioenen inwoners bevat. De lage huizen van Pekin fchynen niet wel ruim genoeg voor zulk ene verbazende bevolking; ma."\r in deze huizen zyn gene overbodige vertrekken. Een Chinefche woning is doorgaans met een muur omringd, ter hoogte van 6 of 7 voeten:1 en daar binnen word doorgaans ene geheel gezin van drie geflagten, met derzelver vrouweu en kinderen, gevonden. Een kleine kamer diend voor de individu's van eiken familie-tak, flapende op onderfcheine bedden, die in zo vele matten, welken aan den zolder hangen, liggen. Een gemene kamer diend voor een eetvertrek. Voor armen is het huwelyk een maatregel van voorzigtigheid; overmits de kinderen verpligc zyn, om de ouders te onderhouden: en de wet van het ryk laat, ter verfterking van de kinderlyke gehoorzaamheid, iemands kroost volkomen in zyn magt. (Het vervolg in onze eerstkomende.) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Disputatie Juridico - Politica qua quaeritur: An poi-uli eRRORibus et superstitioni leges acco&imodare liceat. Qjiam follemni examini Jïtb- mittit Isaak Matthias van Ghuns, Matth. F. Gronmganus. Ad diem vin jfanuarii cioccxcvrn. TrajeSti Batavorum. ■ ' Het ftrekt den waren beminnaren van t Vaderland een byzonder genoegen, proeven te zien, welken hem overtuigen, dat het onder de Kitaaffche Jeugd niet ontbreekt aaii zodanigen, die eu op de belangrykfte takken van wetenfehap zich toeleggen , en daar in gene geringe vorderingen maken. Dit noopt ons fteeds, om, by elke voorkomende gelegenheid , van die jeugdige proeven verflag te doen. Deze Akademifche Verhandelirg Is van den jongen van Geuns, een naam reeds gelukkig bekend in bet Gemenebest der Letteren. Het onderwerp: Of hit geoorloofd zy, de wetten naar 's Volks dwalingen en by geloof interigten9 is zeer belangryk. Wy herinneren ons, dat ook deswegen eens ene Vraag , door de Akademie der Wetenfchappen, te Berlyn, is opgegeven. De Verhandeling, welke proeven oplevert van vele belezenheid in zo jeugdigen leeftyd, en in ene naauwkeurige orde gefchreven is, word,*na ene korte inleiding, in twee Hoofddelen verdeeld. In I. Hoofdd. word in 't algemeen gehandeld over de betekenis en kragt der dwaling en van 't bygeloof. In het II. Hoofdd. Het nut der Volksdwalingen en by gelovigheden, in 't maken van wetten en befluren van den burgerflaat beoordeeld uit de befchouwing van het mi-  ( Ï35 ) togmerk der Burgermaatfchafpy. Dit twede uitgewerkte Ho fd ft uk heeft verfcheidene onderdelen, als i. over het tweledig oogmerk der Burgermaatfchappy, ea 2. over den invloed der dwalingen en 't bygeloof op beiden die oogmerken : en hier onderzoekt de Schryver a. de kragt der dwalingen en des bygeloofs omtrent hèt eerfte oogmerk van den Burgerftaat, namenlyk de veiligheid, b. De kragt en invloed der dwalingen en bygelovigheden op bet twede oogmerk van den Burgerftaat, de volmaking der Leden van dien Burgerflaat: in welk onderzoek de Schryver wederom nafpoort: *. Of het geoorloofd zy nieuwe dwalingen uittedenken , om deze volmaking der Burgeren te bevorderen? f3. Of het geoorloofd zy, oude Volksdwalingen en aangenomen bygeloof te bezigen tot die volmaking der Burgeren? En hy beantwoord dit aldus: voor eerst: ,,Dat „ het zomtyds geoorloofd is, Volksdwalingen en bygeloof ,, te verdragen:" Ten anderen: „ Dat het naauwlyks mo- gelyk, nog betamelyk is, oude Volksdwalingen en by„ gelovigheden op eenmaal uitteroeijen:" en deze oplosfing fteunt geheel en al op de menfchenkennis, uit de leerftellingen en gefchriften van de beroemdfte mannen opgemaakt. Ten derden: „ Dat de Wetgevers fteeds ge,, nooddrongen zyn geweest, niet alleen in 't byzonder „ Burgerlyk Recht, de overblyfzels van Volksdwalingen „ en bygelovigheden te dulden, maar ook zelfs het Staats„ recht niet zelden daar naar interigten:" het welk en met de reden, en met de gevoelens van voorname mannen , en met uitgezogte voorbeelden volkomen geftaafd word. r 1 ziiters der Rechtsbanken waren ; en of om uitftekende. ! lichaamskragten en dapperheid, of om ongemene bekwaam heid en beleid tot Opperhoofden gekozen wierden; vooral ook de oudften des Volks om hunne meerdere ondervinding en doorzicht; dat, zonder de behoeften van die deugden, de Volkeren veel meer geneigd waren om hunne vryheid te behouden, dan om die aan den wil van anderen te onderwerpen. | P. 50. behelst ene gewigtige aanmerking 'omtrent de volftrekte gelykheid der menfchen , en 't gevaar daar van, ' met een historiesch voorbeeld geftaafd. Op p. 64. vinden wy een aanmerkelyk voorbeeld van Volksdwaling bygebragt: te weten, te Oudewater was het de gewoonte, om hen, die van tovery befchuldigd waren, aan de Stads waag te wegen, in 't byzyn van den Rechter, die hen vryfprak, indien hun gewigt niet verre afweek van de zwaarte van omtrent even gelyke masfa's van (toffe: dit zegt de S.. was nog voor 60 jaren aldaar de gewoonte; en zulks heeft veel toegebragt om de onfcbuld vry te fpreken, om dat men in de waan was, dat tovenaars, die veelal door de lucht vliegen, veel ligter moesten zyn, dan andere menfchen. Agier deze Verhandeling, welke de jonge van Geuss,. ter verkryging: van- het Leermeesterfchap openlyk verdedigd heeft, zyn ook verfcheidene zeer gewigtige thefes of (tellingen gevoegd: als: Dat dezelfde regeringsvorm, niet voor alle tyien, nog alle Volkeren de beste is. Ook: Dat het Opperbewind wel geen recht heeft op de inwendige gedachten; maar dat aan dat Opperwini evenwel de zorg voor de opvoeding en verbetering der zeden, geenzins kan ontzegd worden. Verders : Dat di Volksbefluurderen uitfiekende deugdzamen en bekwame mannen behoren te zyn, 't welk met. een Romeinfchen Staatsregel geftaafd word. Deze bewyzen zyn genoeg; zy, die met aandagt de gehele Verhandeling doorlezen, zullen deze hunne moeite dubbeld vergoed vinden, en zich verheugen , dat zo jonge jaren zulk een moeilyk onderwerp zo grondig behandelen koncen» zitters der Rechtsbanken waren ; en of om uitftekendfc. ! vinding en doorzicht; dat, zonder de behoeften van die ' volftrekte gelykheid der menfchen , en 't gevaar daar van, ' HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANEKDOTES. ANECDOTE wegens den Hoogleeraar KANT. Zy, die met de Wysgeerte van den beroemden Koningsberger Hoogleeraar Kant bekend zyn , weten, dat zyne Zedenkunde in kragt niet wykt voor de hooggeftemde Zedenleer der Stoicynen. Maar dat ook die Wysgeer geen lesfen voorfchryft , welken hy geen moeds genoeg zou hebben zelve met ayne daden, des noods.  ( ï§6 ) ■Hootls, met opoffering van zich zeiven, te bekragtigen , blykt uit de navolgende trek. Enige Hellingen van den Wysgeer waren voorgedra gen, als gevaarlyk voor de Regering. Terltond wierd een bevel uitgevaardigd, aan den Krygsbevelhebber te j •Koningsbergen, om Kant die Hellingen te doen herroepen, of, by weigering, hem het gevaar voortedn-| gen, van als een onwaardig Hoogleeraar van zyne post | te zullen ontzet worden ; welke post de enige bron I van zyn beftaan is; en daar en boven nog van bannelingfc!iap. Maar Kant antwoordde moediglyk aldus: De Koning kan wel over myn lot befchikken, maar hy kan my niet noodzaken om myn geweten en overtuiging te verzaken en het geen myn verftand my zegt, waarheid te zyn , als onwaar weg te werpen, üe laatst overleden Koning van Pruisfen, hoe willekeurig hy ook regeerde, was zo zeer getroffen door dezen flaudvastigen moed van den Wysgeer., dat hy zyn bevel introk gn den Hoogleeraar van zyn gunst liet verzekeren. Het leven van Frederik Wilhem II. levert niet vele 3iilke trekken van edelmoedige terugkoming op. Zyn Over-Grootvader bande den beroemden Wolf uit Hall .om byna gelyke befchuldiging ; herriep daar na het vonnis, en nodigde Wolff terug, maar hy moest de jchaanue verduren, dat Wolff hem plat uit weigerde. ■N t\ R I G T E N en BYZON DER HE DEN. *,0in Arf. Guinies - is.4.6 dito kort. /-mASUg- Piftolen - 9,101* Idem in Specie -58^ Franfche Kronen -54,ai Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 2 pCu Dito kort Hamburg 2. tn. Ct. ft. 3<5|a|l B?. Bank . 04' pCr. Dito kort - 37 — * f r Wenen id. B°. - 36; £ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 168 ; en te Haarlem 9 , onder welken laatften 7 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER, WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, bu1t£k haerlem. Ibaro- ther- hygro-streek: luchtsme- M0ME- ME- der i gesteld' ter. TER. ter. wihd. J HEiri. \ 29. 6\ 56 • 87 Z' voormidd. betrokken; -18 l 29. 6\ 59 79 vv. verder bewolkt; £29. 6}. 51 t 98 w.t.S. "'sfehen beide regen. C29. 6' 49i 92 n. w. 19 / 20 61 <;<; 60 voormidd. betrokken; -4 . i Ü • m verder wolben. £29. 7 42 79 n. n. w. C^y- 7j 4oJ 77 ». harde wind; voormidd. 20 ( 29. 8J SI | 63 — .betrokken; namidd. beC. 3°- °| 39 66| — wolkt;'savondshelder. po. o» 4S ~69 n. ~ ' 21 < 30. ii so 53 K. t. o. bewolkt. 1 30- 2 _ 38 65 j n. f30. 2 43 <58| o. 'smorgejis helder; 22 1 30. 2 5Sf 53| -o n. O. voormidd wolken; £.30. i\ 44 76J n. verder helder. ^30. 2 48 70 o. 23 < 30. l| 62 4$ n. O. helder. Lfr n 5r_ 77|_ — C30. i,' 52 71 n. o. 24 < 30. li 6Si 435 — helder. /30. i», SI 671 —  No. 22J. NIEUWE A LGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vry dag den 4 Mey. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. De Reïsbefchryving van den ongelukkigen La Peyroufe, met de berigten, door hem van Macao. Kamfchatka en Botany-baai, aan de vorige regering gezonden , is thans, met veel pracht, op kosten der Natie gedrukt, in 't licht verfchenen. De Generaal Mikt Mureau, die het handfehrift van Peyroufe bezat, heeft de uitgave daar van bezorgd. De opbrengst van het werk is aan de Weduwe van den gefneuvelden Zee-Reiziger gefchonken; zynde flegts 25 afdrukzels aan het Uitvoerend Beftuur, doör den Minister der Marine, ter hand gefield. De verfcheidenheid Apyrina van de Artocarpus incifa, welke het Beftuur van de Vriendelyke Eilanden had doen halen en naar Cayenne gezonden, is aldaar 1 wel bewaard en gezond aangekomen met het Vaartuig, dat de Gedeporteerden derwaards heeft overgebragt; de Natuuronderzoeker, welke met de verzorging van dien kostbaren Boom belast was, te laat alhier aangekomen zynde om denzelven te begeleiden, hebben de inwoners van Cayenne gemeend in denzelven niets anders te vinden, dan denzelven Boom, dien zy reeds bezaten; hy zou dus byna geheel verwaarloosd zyn geworden , ware het niet dat een Arts zich daar aan hadde laten gelegen leggen: en men heeft nu alie hoop, LX. Deel. ze 'er behoorlyk zorge voor dragen en den Boom behouden zal. DUITSCHLAND tn aanliggende landen. Berlyn. De Kuniijgi. Akailcmic Oer Wetenfchappen, ondergaat ene aanmerkelyke verandering. De gehele inrigting van deze Stigting is, voor het vervolg, by een Koninglyk Reglement, naauwkeurig bepaald. Zie hier enige der voornaamfte fchikkingen. De CEconomifche Commisfie by de Akademie , aan welker hoofd de Heer van Mollner ftond, is opgeheven. In plaats van door deze zal alles door een Directorium voortaan beftuurd worden, dat beftaan zal uit de Direkteurs der 4 klasfen (zynde tegenwoordig de Heren Mtrian, Bernoulli, Achard en Selle) uit 2 Agenten, en in plaats van den voormaligen Curator , uit een Voorzitter met een dubbele ftem. De Koning erkend en bekragtigd volkomen het recht, der Akademie, om hare Leden te verkiezen; maar (laat alleen voor ditmaal, by de nieuwe inrigting, als nieuwe Leden voor, de Heren Geh. Opper-Gerichts-Raad Svarez, de Geh. Finantie-Raad Borgjlede en deBibliothecarus Biester: waar van de 2 eerften voor de bovengemelde twee plaatfen in het Direiftorie der Akademie beftemd zyn. Het aantal der Leden zal voortaan (tot op 24, zo men zegt) bekort worden: weshalven 'er, voor eerst, gene nieuwe zullen worden gekozen. De Koningl. grote Bibliotheek , nevens de Koning!. Konst- en Penningkamer op het Slot, zal gelyktydig, S van  ( 138 ) van het Geestelyke Departement gelcheiden, by de Akademie gevoegd en onder het beftuur vau het Diroftorium gebragt worden. Korte Leven s-schet3 van DEN NIS R. O L L E, Schild ie De Famielie Rohe, in Devonshire, is een der oudften in Engeland, en (tarnt afin enen reeten lyn van den verSrden Rollo , den Noorman die met zyn Neef Willem, Engeland veroverde; ge vk men dit breedvoe ig kan lezen in Plunce's fVorth.es of Devon. Belden Grootvader en Valer van den groverledenen Rolle waren bekend als uitftekende brave luiden, en olantten langs dien weg, op hun Zoon een AdelZm voort"; 't welk deze ongelyk hoger fchanede, dan de.Thm aangeboden tytel van Lord, die, door^ desSs al re veelvuldige mededeling, gedurende de tegen voordige regering van Engeland, met weinig van deszelS aloude waarde verloren heeft. Om deze reden wees Dmnis Rote deze waardigheid, voor zyn eigen perfoon, met edele trotschheid af, en liet haar, door 5en Koning, aan zyn Zoon geven. Hy was een er rykfte Land - eigenaars op het Eiland hebbende, buiten de gro .tfte bezittingen in Devonshire, ooknog aanzienlyke Goederen in de Graatfchappen Oxford'en Kamps, zo dar. alleen de .oaet van zyne Boeren (hts rem rolh faarlyksch op 40,000 Pft. beliep, Ichoon Hy nimmer gewoon was, de huren, die afgelopen waren, ïï verhogen. Van dezen rykdom maakte hy fteeds het edelfte gibruik; weshalven zyn naam , ook buiten Engeland, in geheugen verdiend bewaard te worden. Op fwee zaken was* hy byzonder gefteld op nieuwe: beplantingen, en zagte behandeling van de dieren. Daar ïvn meer dan vorftelyk inkomen hem de kragtdadjgfle middelen aan de hand gaf om zyne neiging m dezen optevolgen; ondernam hy dikwy s dingen, die tegenwoordig alleen in Engeland mogelyk kunnen zyn YVi lende bv voorb. weten, hoe ver de Cultur in de Zuidelykè en vrugtbaarlle Staten van Noord - Amerika te hrenaen was, kogt hy daarom, 111 i?66, van de R.eSe eln geheel districl in Oost-Florida, bewoog fen aantal van enige honderden Landbouwers en Amoamslieden, om, zig, met hun huisgezinnen, m zyne 'nieuwe Volkplanting neêr te zetten, a.les geheel op 2Vne kosten, en vertrok met meer dito 1000 man tc eelvk naar Oost-Florida. D >ch de Voikplaimng ver fmold ras, deels door den invloed van het ongez >n< klimaat, en deels door de zugt om naar Noordelyke ftreken te verhuizen. Rolle kreeg den een op den an deren gevoeligen Oae met zyn Colonifenngsplan. Ver laten en van alle hulpmiddelen beroofd, keerde hy, ai gemeen Matroos, op een vreemd Schip, te rug, en was zo wel te moede onder de mislukking van deze onderneming, die hem byna vier en een half tonnen Schats kostte, dat, toen de Hoogleeraar in de Kruidkunde, te Oxford, zyn veeljarige vriend, Humphry Sibthorp, om dezen zelfden tyd het ongeluk had van een zyner geliefdfte planten, welke Linneus naar hem Sihthorpia Europea genoemd had, uit zyn Kruidtuin te verliezen , hy at lachende zei 'e, zi« verzekerd te houden , dat dit verlies zyn vriend ongelyk meer moest treffen, dan hem het verlopen van zyne Volkplanting in Oost-Florida. Qm de nuuiglte foorten van Heide ( Erica ) te telen, legde Rolle , te Exmouth , op een kalen berg, een afzonderlyken tuin aan, en liet een Scheepslading met aarde heel van Honslow komen. Haar echrer de Heide hier niet regt voort wilde, en daar en tegen een andere Heide-planter, in den buurt, Sir Francis Drake, ongemeen gelukkig daar in Haagde, vroeg hy dezen eens, wat hy deed, om zyne Heide zo eoed te doen tieren; en van waar hy zyne zwarte aarde haalde? „ Van waar anders," gaf deze hem ten antwoord, „ dan van uw eigen berg te Exmoutnï luist in den oord , waar Rolle's meeste goéderen geleeen waren, was de zugt voor Hanen- en Stieren-gevegten zo heerfchend en algemeen , dat zy enen geruimen tyd alle de onvermoeide pogingen tartte, wel * en Rolle die van zulk ene wrede behandeling der dierlyke fchepping een affchüu v hadde, daar tegen aanwendde Byzonder was Torrington in. de gehele nabuurfchap berugt, door dergelyke gemene volks - pretjes. Rolle, die, by zyn rykdom, ook de aanzienlyke posten van Vrederegter en Parlements-lid bekleedde, tastte het kwaad by den wortel aan; en beteugelde, in de eerlte plaats , niet zonder den hevigften tegenftand veler Ingezet.-nen, de onordentelykheden van de Bier- en Genever-kroegen: liet vervolgens kleine, leerzame, vertonen drukken, en die, op zyn kosten, in den oord, rond delen, rigtte, alleen voor eigen rekening, armfcholen op, waar by hy aan de kinderen, ten einde hen , ook in de tusfchen-uren , op ene nuttige wyze bezig te houden, enige akkers ter bebouwing gaf: en zegenpraalde, langs dien wég, ten laatften over ale diep ingewortelde vooroordelen. Het merkwaardig te ftukie, \ welk hy, in 1789, ten dien einde, alleen voor de goedsheren en landbezitters in dezen oord, liet drukken en uitdelen : On parochial reformatton , to the nobility and gentry of Devonshire, verdiende, voorzeker boven honderd andere gedrukte ftukken, in omloop gebrast te worden. O >k daar in fpreekt hy met f M gewoon vuur van ontferming jegen de dieren, en • brenn, onder anderen, de volgende merkwaardige (ta- ■ len bv uit zyn eigen ondervinding, gedurende zyn ver- ■ hlvf bv de Öost-Floridafche Volkplanting: „ Ik heo, s zegt hy daar in, het geheugen van een wilden Beer *» „ on-  ( 139 ) „ ondervonden, die, na $riige maanden va:j my ver„ wyderd geweest te zyn, zich door my by de lippen „ liet vatten en voortilcuren. Ik weet by tny zeiven niet wel de genegenheid der Paarden te verklaren, „ die, zonder enige' konstgrepen, aanftonds tam by „ my wierden, nog die der grooiite .Bulhonden, dien „ ik zonder het minfte gevaar de hand in, deti bek kon „ fteken, gelyk ook nïct de genegenheid van vergiftige „ Slangen, die my, zonder enige tovermiddelen, ag„ ter na kropen, op ene wyze, welke my alle vrees „ voor dezelve benam: weshalven ik ook, als Jager, „ 'nimmer op myrie treden , in de wildernisfen , behoef„ de te pasfen. Jaren lang heb ik door de bosfehen „ gelopen, zonder enig Ietzei te ontfangen. _ Ik heb cp „ moerasfige plaatfen, voi met venynige Infekten, ge„ legen, en-Slangen hebben my tot hoofdkusfens ge- diend, zonder dat zy my gebeten hebben. Ik zou „ van een Kraanvogel kunnen vertellen, die my overal „ naliep, en my geleidde op myn veldarbeid; van een „ vreemden Hond, die my op den postweg by Ports„ uiouth zagtkens by de hand greep, als of hy my „ befchermen wilde, en die door janken zyn verdriet „ te kennen gaf, wanneer hy agter moest bly ven. Ook „ errinner ik my nog, hoe een kleine Kat, in Oost„ Florida, my van verre kwam byfpringen, en met „ enige, rondom my basfende,Honden,welken zy be¥ dugt fcheen, dat my byten zouden, op ene vervvoe„ de wyze vogt. Deze en vele andere blyken van dier„ lyke toegenegenheid mywaarts, kan ik alleen daar uit „ oplosfchen, dat de Voorzienigheid my, langs dien „ weg, myne liefde jegens de beesten, welke my tot „ in myn hogen ouderdom is bygebleven, heeft willen vergelden." Wien moet zig niet, dit lezende, het geliefdkoosd denkbeeld van Franklin, in gedagten brengen, dat onze nakomelingen, wanneer zy eenmaal zullen opgehouden hebben, zig als verflindende dieren tegen eikanderen te gedragen , nog een onafzienlyk veld zullen open vinden voor de cultur en verbetering der dieren? Wie errinnerd zig niet aan Valflariïs laatfte reizen naar Afrika, en'foortgelyke daar in bygebragte voorbeelden? Tweemalen wierd Dennis Rolle, zonder kuipery, tot Parlements-lid verkozen, en gedroeg zig in dien post eniglyk als Spreker voor 't Vaderland; zig van alle factiën vry houdende. Vervolgens onttrok hy zig van alle openbare verrigtingen, en eindigde zyne dagen met in de open lucht te leven en te "werken. Reeds vroeg, f?y het aanbreken van den dag, ftond hy op, en ging, geheel als een Boer gekleed, met zyn knapzakje, vol mondbehoeften, aau den arm en een fpade op de fchouders, naar zyn geliefden akker, waar op hy zo hard wrogt, als de behoeftiglte Boer. Onder dezen arbeid wierd hy vaak, door de voorbygangers, voor een geraenen Boer aangezien en wees menig een den weg, die naar zyu eigen landgoed vroeg. Met dit alles was \\y evenwel ten uitterften weldadig, gastvty en gereed om alle heilzame ondernemingen, in welk gedeelte van de waereld ook, met aanzienlyke fommen te onderfteuneu: doende nog vele aanmerkelyke giften, behalven de 2c00 Pft. die hy jaarlyksch voor den armen ftelde. Hy was een der knapfte wandelaars; gelyk hem dan ook, op zyne gewone wandeling tusfchen zyn Landgoederen Stevenfon en Hudfcott, in Devonshire, in het jralte jaar zynes ouderdoms , de dood overviel; een aangename en onuitputbare verteller, byzonder wanneer hy'van zyne ontmoetingen, in Oost-Florida, kwam te fpreken; een der vlytigfte planters en aanbouwers, en de yurigfre liefhebber van alle goede menfchen en dieren, die niet moedwillig zig verzetteden tegen de verbetering vaii derzelver toeftand. liESCIIRYVING VAN DEN ALOM BEKENDEN BROKKEN of BLOKSBERG. DOOR EEN OOGGETUIGEN. Waereld vermaard is het Hartz-:voud, Sylva Hercy* «/<-/, een groot Gebergte, dat zich tusfchen de We Ier en Saai, van de Rivier Leine, tot aan de Rivier Selcke, in de Vorflendommen Grubenhagen en Anhalt, en in de Graaffchappen Reinflein en Hohenjlein uitflrektt en uit hoofde van zyne Zilvermynen en van andere Metaalen beroemd is. De hoogfle Berg is de Brokken of ook Bloksberg genoemd, Mons Briiberus, tusfchen Qsterode en Wernigerode* Het is bekend , dat de oude Befchryvingen van den Brokken fabelachtig, en de nieuwere naar den trant der Mineralogen teVulkaansch en los, zyn gefchreven. Eene Befchryving dus van my, die in deze Landftreefc woondt, den top van dezen Berg meer dan dertigmaalen beklom, en de overige Contreijen meer dan honderdmaalen doorkruiste, zal denkelyk welkom zyn: Op het Gebergte van den Hartz, en deszelfs midden, verheft zich langzaamerhand een hooger Gebergte, waar uit eindelyk trapsgewyze en als een Amphi* theater een Gebergte op het Gebergte opryst, waar tegen de Hartz noch laager word dan het vlakke Land tegen den Hartz. In het midden daar van verheft zich de Brokken als de kroon van het geheel. De Nevenbergen hebben wel hunne byzondere Dalen en BenartBjingen, doch zy komen als het ware als afzetzels uit zyn wortel voort, en men kan dezelve als een Huisgezin, onder de benaaming van het Brokken-Gebergte, of Bloks-Gebergte, befchouwen. Het Brokken-Gebergte beftaat uit dezelfde Deelen, waar uit de hoogfte Bergen der Aarde beftaan, en men konde het daarom de Hartz-Alpen wel noemen. Aan deszelfs Noordzyde, vindt men ook het geen Gletfcher hiet, en waar naar de Gletfcherberg in Zwitzerland S a is  ( 140 ) is eenoernd. Dit noemdt men het Isgat, daar men eeuwig Ys en Sneeuw vindt, en dit gedeelte blytt, uit hoofde van zyne ongenaakbaarheid, den Nieuwsgierigen, meestal, onbekend. _ Voor het grootfte gedeelte beftaat het Brokken-Gebergte uit Graniet, wiens Rotzen hier en daar noch gaaf, maar meest in Hukken gebrokkeld , tot Gruis en Zand geworden , en in elkander weggezonken zyn, en deelen bevat van zogenaamde Glimmer, Quartz en Veldfpaat. De gedaante van den Brokken is rond, en alle zyne Naastbeftaanden hebben meer en meer een aanleg naar de Phyüonomie van den Vader om tond re worden, ten welken einde de werking van den Dampkring hunne Hoofden rond maakt, offchoon het Mosch de oude Graniet-vlaktens daar tegen beveiligd , en een eerwaardiger aanzien geeft. Eenige van deze Steenen zyn met eene roode verwe overtrokken, en heeten Fioolfieenen. Deze verwe gaat aan de Handen af, en verfpreidt den aangenaamen Reuk der Violieren. De eigentlvke Brokken is eene opëenltapeling van overblyfzels "van Rotzen; doch weleer was hy een hoog üititeekende, ftyle, Steenrots, wiens by elkander pasfende leden de tyd van hem heeft afgefcheurd. Buiten kyf hebben Aardbeevingen, in Duitschland, deze vergroeide ruïnen van Rotzen van een doen fpringeri, of verafgeleege fchokken, die tot hier heen werkten, hebben dit veroorzaakt, dewyl men aan den Brokken niet de minde blyk van eenen Vulcaan kan befpeuren. Het in het jaar 1783 loopend gerucht, dat de BroK ken, ten tyde der overigeAardfchokken, zy gebroken, u.. ™ j«,o rdbVt-ü rnntrc was zonder erond. De veronderftelling van den Opper-Confiftoriaal-llaad Silberschlag, dat de Ingewanden van den Brokken uit verfchove Vulcaansholen zouden te zamen gefteld zyn, diende waarfchynelyk, om de wellen aan den top van den Brokken te verklaaren , dewyl deze holen flegts in het Kalkgèftêèntó wierden gevonden , of om , wegens het hol geluid, de oppervlakte voor hol te verklaaren, daar de hukken Graniet ongelyk over elkander geworpen ligren. De Schilfers Lei (Lapis Scisfilis') Leem, en andere Delffloffeu, die de Graniet bedekt, zyn duidelyke voortbrengzels van Vloeden, en duiden vroegere overftroomingen aan. De Veengrond, die den Reiziger den weg te moeielyk maakt, hoe hooger hy het Brokken-Gebergte beklimt , veroorzaakt wel eene vrees voor daar in weg te zinken, doch de Elasticiteit van het Mosch-bekleedzel beveiligd hem. Nochtans vermoeien deze Veengronden ongemeen . wanneer men niet vati den eenen lteen op den anderen fpringt. Hier word de Turf om te branden geft 'keu, en dit mengzel van Graniet en Turf is de moeder van de wellen ! Do waart Naam van dezen Berg is Brokken, in de Landstaal zo wel als in de Gerechten. Zyne Fragmenten, of de afbrokkeling, heeft waarfchynelyk aanleiding tot deze benaaming gegeeven; doch de vreemdelingen noemen hem Bloksberg, en de Latynen Bructerus. Hy ligt op 28 graaden, 21 minuuten lengte, en 52 graaden, 1 minuut, 17 fecunden breedte. Men moet hem meermaalen bereizen, dewyl men de eerftemaal te veel, of eigentlyk niets, ziet. De naakte Wit* graauwe fteenen vertoonen zyn kruin, daar waar hy met geene Dennen bedekt is, als het hoofd van eenen Grysaart, die het eerwaardigst verfchynt, wanneer de Sneeuw alle zyne ongelyke lokken bepoederd heeft, dat is van October tot in Juny : want met Juny krygt hy van verre de gedaante van eenen Tyger, wanneer hy uit de wolken ten voorfchyn komt, waar in hy zich dikwils geheele maanden verborgen houdt. De verfcheide wegen, voor de Voetgangers, zyn van Graniet, die overal en als het ware de metzelfteen van het Brokken-Gebergte is. Men heeft zyne uitfteekende hoeken afgekapt, of met kruid laaten fpringen, en ,met de kleine afgefpronge Hukken-, de groote Granietktooven gevuld en geplaveit. Daar, waar de Graniet met de Turfbreuken afwisfeld, heeft men Boomen op drempels nevens elkander gelegd en Graften tot afleiding gemaakt. Deze zogenaamde Balken-wegen zyn uuren lang. Tot gemak van hen, die den Brokken beklimmen, heeft de Graaf Christiaan Ernst van Stolberg twee Wegen of Rypaden laaten maaken, langs welke men , met Rytuig, op dezen Reus der Duitfche Bergen kan komen. De gemakkelykfte gaat van ÏVernigerode. Men rekend, tot op den top van den tsroRRen, zeven uuren rydens, en men huurdt, te ÏVernigerode, fterke, met hooge wielen en een half verdek voorziene en voor 5 a 6 Perfoonen ingerichte, Rytuigen , waar toe Paarden en Voerman, den weg kundig, vereischt worden, die gewoon zyn tusfchen Rotzen te gaan. Zulk een Rytuig met 4 Paarden heeft men voor 6 Daalders, dat is 10 Gl. 16 St. Hollandsch. Hier mede rydt men 7 uuren voor Zonnen-opgang vmfVemigerode af, en de gefchiktfte tyd is Juny. Want na de maand Augustus is het volltrekt niemand aanteraaden, de reize na den Brokken te onderneemen. De eerfte trap na den Brokken is de Zoutberg, die niet geheel met Boomen begroeid is. Hier wisleld het verrukkelyk uitzicht af, met de na beneden ftroomende Zoutbeek, met Dalen, en zes, als een amphitheater trapsgewyze opklimmende, Bergen , en een Doolhof formeerende keten van Dalen en opgeworpe Bergen. Men heeft een uur nodig tot den Rasjèlberg, die de top is van den Zoutberg. Men rydt tusfchen Dennenboomen heen, komt aan de Hartzbeek, daar men de vermoeide Paarden laat rusten en drinken, doorreist eene wateren klipachtige Contrey, daar de eerlte Granietbreuk- ituk-  ( 141 ) ftukken worden gevonden, komt by de beide Beeken Maegdeborn en Steenbeek in een donker Dennenbosch, en men krygt op den weg een kleine Bergkruin of zogenaamde Paardenkop in het oog: en hier is de tweede trap naar den Brokken j de Berg, dien men Vuurfleen noemt, en die met Dennenboomen is bezet, van wier takken een lang, grys, haïrachtig Mosch afhangt. Deze Vuurfteen beftaat uit kleine , zwartblaauwe, zeer vaste fteenen, waar uit men met ftaal vonken flaat en die eenigzins na Bafalt gelykenen. Byna zoude men aan den Brokken alle drie mogelyke zoorten van Bergen by elkander hebben , namentlyk oorfprongelyke, Vnlcaanfche en Vloedbergen. Doch van een Crater word geen de minfte blyk, noch aan den Brokken, noch aan geheelen Hartz, gevonden. Hooger op den weg vindt men Bergweilanden met-Alpynfche Kruiden en Granietmuuren. Nu volgen, op den derden trap, zwaare Colosfaale afgevalle ftukken van Rotzen, en de weg gaat op eenen verheven Bergrug, door malsch lang Gras, zacht opklimmend rechtftreeks na den Brokken op, door misvormde Rotzen, de Kapél genoemd, achter welke de diepe Grond, de Rel genoemd, verborgen ligt, en hier loopt het, van Wernlgerode gaande, Voetpad, in den Ryweg. Men komt by een Turfveen , het Brokkenbed genoemd, daar een klein Huis is. En nu is de Reiziger aan den onmiddelyken voet van den eigentlyken Brokken. De tweede weg, die hier heen leidt, gaat van Ilfen burg, en hy is voor de terugreize gemakkelyker, dewyl Ilfenburg 348 voeten hooger ligt dan Wernlgerode. Op dezen weg zyn de Bergen van het Ilfendal van Schilfer, Yzerfteen en diergelyke, en de Ilfenfleen, deze eenige honderd voeten liooge Graniet-Rotz, is byna het eenigfte overblyfzel van den vroegeren Brokkenrotz. ' Naast hem zyn onmeetelyke afgronden, en in die ftreek ftond weleer een Roof - Kasteel, van wiens Bewoonfter, de vervolgde Princes life, het bygelovig gedeelte van den Hartz noch fpreekt. . De groote Crater , die men wil dat hier zy, is een Fabel. Meer dan eenmaal gaat men op Bruggen over de life. Daar de Schmalenbeek in de life komt, ftaat een Jagthuis, en hier is de helft van den weg van Ilfenburg tot den Brokken. Straks daar na word het loofdragend geboomte , door Dennen, Pynboomen, en andere met beftendig groen , vervangen. Een Dal leidt tot den oorfprong "van de' life, aan het Noordelyk afhangend gedeelte van het Brokkenbed, en komt in den te voren befchreeven weg van Wernlgerode te zamen; behalven deze beide Rywegen, loopen noch eenige andere kortere naar den Brokken. Doch zy zyn ongemakkelyk, en zonder eenen goeden Gids niet te gebruiken. Van de vereeniging der beide Rywegen af, reist men na de Hendrikshoogte, dat is na den kleinen Brokken, of den vierden trap van den weg van Wernlgerode, daar het eigentlyk Climaat van den Brokken begh d. Hier baald men ongemakkelyker adem; het geluid word zwakker, de Boomen veranderen in Dwergen, en gaan langzaamerhand geheel weg , en men komt aan de Brokkenpoort van groote op elkander geftapelde Granieten, daar een Huisje met eenen gedienftigen Hospes het oog treft. Hier houdt de Ryweg op, en in plaats van het Rytuig, krygt men gefpierde Leidslieden , door welke verzeld, men, binnen drie quartier, den majestueufen Top, ten Noorden van den grooten Brokken, geheel beklimd. Een ander Huisje, voor den Hof/laat beltemd, en tegen de koude met aarde tot aan hét Dak belegd, ligt niet ver van de eerfte Herberg. De eerfte Toneelen op dezen Kruin, zyn twee Rotzen, 6 a 10 voet hoog, het Hexen-Outaar, en de Ilexen-Predik/loei, die een toeval, by het inftorten van den Brokken, in zyne befcherming fchynt genomen te hebben. Hier is de Natuur kaal en droog, en de allerqrootfte hoogte heeft zy met Graniet-Pyramiden begrenst. Hier fchynt de aarde duizende jaaren ouder te zyn, en men verbeeld zich flegts op de Puinhoopen eener weggezonke Waereld te ftaan, die , in eene diepe verootmoediging, voor ons oog bukkend kruipt. Het hoofd van den Brokken beftaat uit eene kaale, gladde, ronde, en van het middenpunt maar weinig fchuios afloopende vlakte, van 1200 a 1500 voeten Diameter, groot genoeg om zonder Gids te verdwaalen , waar van men voorbeelden heeft, wanneer men zoekt yin den fchedel op het afhangend gedeelte na beneden re klimmen, en zich in gevaar brengt, het leeven tusfchen de Rotzen te verliezen. Aan "de Noordzyde van deze kruin ontfpringt eene aangenanme Water-ader. Het overige van den fchedel is met Granietbreukftukken gekruld, zonder ruuw te zyn, want hier zyn de Granieten zeer zacht en week. Onder de weinige Kruiden van het kaal Hoofd, is de prachtige Anemone van den Brokken zichtbaar, die ieder Reiziger ten waarteken afplukt, dat hy op dien verwonderlyken Brokkenberg geweest is &c. Enige merkwaardigheden nopens China , en de zeden en gewoonten der chinezen. (Vervolg van Bladz. 134.) In de taal der Chinezen zyn naauwlyks vyftienhonderd onderfcheidene klanken. Gefchreven zynde leverd zy ten minften 80 duizend karakters, of verfchillende gedaanten van Letters, op; welk getal, door het eerlte verdeeld (gedivideerd) byna vyftig betckenisfen, of letters , voor elke uitgedrukte klank, door malkanderen 9 geeft : ene onevenredigheid , echter , welke meer in fchyn, dan in waarheid, de Chinefche fpraak dubbelzinnig en onzeker doet voorkomen. Johnfon's Engel sch Woordenboek leverd voorbeelden op van woorden, die S 3 In  ( 142 ) in meer dan honderd verfdiiiiende betekenisfen geuo- ] men worden; zonder dat men, Êngelsch fprekeudc, daar over enigen twyftel gevoeld; waar by men, om j de juiste betekenis te bepalen, geen toevlugt kan nemen, gelyk in de Chinefche fpraak, tot de gedaante van de gefchreven letter, die byzonder eigen is aan elken zin, waar in het woord is aangenomen. . Het getal van woorden iu alle talen, of ten muitten van betekenisfen, waar in • elk woord verftaan word, moet voornamelvk afhangen, van den ftaat van befchavinge, waar toe" het volk, by welk zy in gebruik zyn, geklommen is ; eu dus ook enigermate van de bevolking des lands, en van de konften, die aldaar oloeien. Het is derhalven niet te verwonderen, dat het Chineesch Woordenboek ten minften W duizend karakters moet bevatten. Mogelyk, byaldien ieder zin, waar in ene Engelfche uitdrukking, zomtyds, genomen word,, als een onderfcheiden woord wierd aangemerkt, en indien men de grote verfcheidenheid van zulken, als in de verfchillende konften en bezigheden van het leven gebruikt worden , berekende , zou het getal weinig minder wezen, dan het Chinefche. De karakters der Chinefche taal waren, oorfprongelyk , in de meeste gevallen , gemaakt, met oogmerk om of wezenlyke beeltenisfen, of zinnebeeldige tekens van denkbeelden, uittedrukken: een cirkel, by voorbeeld, voor de Zon, en een fikkei voor de Maan. Een mensch wierd afgebeeld door een regtopftaande gedaante, met lynen, om de extremiteiten aftetekenen. Het is klaar, dat het moeilyk en langzaam navolgen weldra aanleidrnj moet gegeven hebben, om overtegaan tot eenvouwdigei trekken, en waar mede men fchielyker kon voortkomen. Van de gehele gedaante enes menfche, bleef men flegts weinig meer dan de benedenfte extremiteiten te trekken, door middel van twee lynen die met elkaar een hoek maakten. Ene flaauwe gelykenis blyft 'er nog fteeds, in enige weinige gevallen, over van de oorfprongelyke gedaanten, in de tegenwoordige Hieroglyphifche karakters: en men kan in verfcheidene Chinefche boeken de trapswyze verandering daar omtrent nafporen. Niet boven een half dozyn der tegenwoordige karakters beftaan ieder uit een enkele lyn of (treep: maar meest beftaan zy uit velen: en enige weinigen uit wel 70 verfchillende ftrepen. De gedaante dier karakters is niet zo ongeftadig geweest als de woordklanken, gelyk blykt aan het voorbeeld van byna het gehele land, dat grensd aan de Chinefche Zee, of het Oostelyk Azia, waar men het Chinefche fchrift, maar niet de fpraak, verftaat: op gelyke wyze als zekere vorm van Arabifche figuren, ter aanduiding van getallen, en zeker ftel van noten voor de Muzyk, eenparig aangenomen en verftaanbaar zyn in geheel Europa, in weerwil der verfcheidenheid van deszelfs talen. Men befpeurd, in de fchikking van het Chineesch fchrift, zekere order of verband: als of het oorfpron¬ gelyk op een fystema gebouwd was, datéenmftal plaats ftond te grypeu, en niet, gelyk andere talen, by langzame en langdurige tusfcheiipozen , aangegroeid. Men heeft meer dan twee Jionoerd karakters gemaakt, ieder doorgaans uit eióige weinige lynen of ftrepen beftaan;:e, om de vcoriiaamfte voorwerpen der,natuur aftetekenen, enigermate in den fmaak'var. Bifchop Wilkitfs verdelingen, in zyn vernuftig, werk over bet ftuk van ene algemene taal of ware letter. Deze kunnen worden aangemerkt als de Geflagten (Genera^) of wortels der tale ,■ waar by elk woord, of foort ( fpecies-'), in ene fystematifche betekenis, onder zyn eigen geflagt gebragt word. Dus, by voorbeeld, is het Hart, een geflagtwoord, welks afbeelding, door een kromme lyn, ten naastenby. komt aan de gedaante var. het voorwerp; en de foort, daar onder te brengen, bevat alle de gevoelens, hartstogten en neigingen, welken 's menfchen boezem koesterd. Elke foort gaat verzeld van het een of ander teken, dat het Geflagt, of het hart, aanduid. Onder het geflagt „Hand" zyn de meeste Ambagten of Handwerken gerangfehikt. Onder het geflagt „ Woord'* eik foort van fpraak, ftudie, fchrift, kundigheid en gefchil. Een horifontale ftreep duid een één aan: overdwars door een andere ftreep , betekend dezelve tien, gelyk een kruisje by elke Natie doet, die by dat getal de énen opteld. De vyf Elementen, waar uit de Chinezen onderftellen , dat alle lichamen beftaan, maken zo vele Geflagten uit, waar van elk een groot aantal van foorten onder zig bevat. Daar in elk zamengefteld karakter, of foort, het verkorte teken van het geflagt kenbaar is, zal iemand, die zig op de taal toelegd, binnen weinig tyds, in ftaat wezen, om met een Chineesch Woordenboek omtegaan, als waar in, da za« men gefielde karakters , of foorten , onder derzelver eigen geflagt te vinden zyn. De karakters van deze geflagten ftaan voor in het Woordenboek, in zulk ene order gerangfehikt, welke , gelyk die van het Alphabet, onveranderlyk is, en waar aan dus de leerling weldra gewoon raakt. De foorten volgen elkaar, onder elk geflagt, volgens het getal der ftrepen, waar uit zy beftaan , afzonderlyk van een of enige weinigen, welken dienen om het geflagt aantewyzen. Men vind dus fpoedig het foort, 't welk men nodig heeft. Deszelfs betekenis en uitfpraak word opgegeven door andere woorden, die in gemeen gebruik zyn, waar van het eerfte den zin, en het ander den klank, aanduid. Als 'er geen gemeen woord te vinden is, om naauwkeurig denzelfden klank uittebrengen , gebruikt men daar toe twee woorden, met tekens, om den zoekef te beduiden, dat de Medeklinker van het eerfte, gevoegd by den Klinker van het twede, den juisten klank oplevere, dien men verlangd. Het maakzel van verfcheidene Chinefche karakters fpreid, dikwyls, ene aanmerkelyke fchranderheid ten toon: en diend dus, om inzigt te krygen in de begrippen  ( MS ) pen ên zeden des volks. Het karakter, waar mede Gelukzaligheid word uitgedrukt, vervat verkor.e tekens van land, de bron van hunne natuurlyke, en van kin deren, die van hunne zedelyke geneugtens. Dit karak ter of dit woord, op verfchillende' wyze verherd, hang; in de meeste huizen aan den wand. Gefchreven do r di hand van den Keizer, zend hy het, nu eu dan, als èéi compliment, waar mede men zeer hoog loopt: gelyk het hem behaagde, zulk een aan den Engelfchen Gezant te laten brengen. Over het ma.tkzel,. de veranderingen en toefpelinger» van zamengeftelde karakters, hebben de Chinefchen et' telyke duizenden boekdelen van letterkundige geleerd heid uitgegeven. Nergens is de kritiek zo algemeen en zo ftreng. De invoering of verandering van een karak ter is een ernftig ftuk; en mist zelden tegenfpraak. Dl oudlte Schryvers der Chinezen blyven altyd klasliek by hen. De taal fchynt, in geen geval, van enige andere afkomltig, of daar mede vermengd, te zyn. Hetfchriffchynt al ras op de fpraak gevolgd te zyn, na dar dc lieden, welken deze taal fpraken, een geregelde Maatfchappy hadden opgerigt. Alhoewel vermoedelyk alle beeldfprakigè talen oorfprongelyk gebouwd wierden op gronden, van navolging, is het echter waarfchynlyk dat elke maatfchappy, by den trapswyzen overgang tol willekeurige gedaanten en klanken, op ene van de ove rïgen verfchillende manier, van de oorfprongelyken af week: en dat 'er, langs dien weg, by elk onafbangelyk volk, ene afzonderlyke beeldfprakigè taal ontftont. Zodra '«r gpmppnfchap plaats greep tusfchen rwre uit dezelyen, moest ieder namen en klanken horen, waar aan beiden niet gewoon waren. Elk nmesr, op zyr beurt, zulke benamingen merktekenen, volge. s de klan ken van deszelfs eigen karakters, die , als F lieroglyphen , een verfchillenden zin hadden. In dat geval, hielden, gevolglyk, deze karakters op Hieroglyphen te zyn, rn waren eniglyk klank-tekens. Byaldien d vreemde klan ken niet konden worden uitgedrukt, dan door zig te bedienen van een gedeelte van twee Hieroglyphen, in dier voege, als reeds gemeld is, dat zulks nu en dan in de Chinefche Woordenboeken voorkomt, dan worden, met 'er daad, de beiden verenigde tekens een lertergreep f fyllabe ). Byaldien gemeenten , verfchillende talen fpreken de , dik.vyls met eikanderen omgingen, zou het dikwyls nodig wezen zich van Hieroglyphen, louter als klanktekens, te bedienen. Ongevoelig zou men, langs dien weg. beginnen te befpeuren, dat elke klank van de vreemde taal met weinige Hieroglyphen kon worden uitgedrn'-'t: en de Hieroglyphen, welken best aan het oogmerk beandwoordden, _ 't zy wat de juistheid van den klank, of de eenvouwdigheid van gedaante betreft, zouden voor dat byzonder gebruik ge kozen worden: en, voor zo vele letters dienende, met 'er daad te zamen dat geen opleveren, 't welk men een Alphabet noemd. Dit natuurlyk beloop heeft de zaak i werkelyk gehad, in Canto», alwaar, uit hoofde van den i groten toeloop van lieden, die niet dan Engelsch fpreken, ten gebruike van inlandfche Kooplieden, die met vreemden handelen, en die, op deze wyze, den klank der Engelfche woorden leren, een Engelsch Woordenboek is uitgegeven met Chinefche karakters of letters» die enkel den klank uitdrukken. By elk karakter is een teken gevoegd , om aanteduiden , dat het zelve niet dieid om het denkbeeld o vertebrenger» maar enkel den vreemden klank, daar aan gehegd. De gewoonte van den klank, in plaats van de betekenis, der Hieroglyphei, aan vreemde woorden te hegten , geeft aanleiding om ze ook als klanken te gebruiken, ten einde hec geteugen te onderlteunen in de uitfpraak van andere Hierógyphen in dezelfde taal, fchoon niet in gemeen ge« bruk: en het herhaald gebruik daar van tot dat einde kan nnderfteld worden, ten laatfte , het oorfprongelyk i'ebmik vernietigd te hebben. Men kan dus, natuu'lyker wyze, deri overgang naargaan van het Hierog'ypisch roi lier Alpb betisch fchrift, zonder dat men „toevlugt ., tot een Goddelyk onderwys" behoeve te nemen; gelyk enige geleerde mannen gegist hebben , op grond, „ (tti de Schryf konst volgens een .Wphabet te verheven (fi te konltlg H voor de ongeöefFende reden." Men Iran inderdaad natuurlyker wyze even goed onderftellen , datdusdanig ene konst de invoering der Beeldfprake niet kar voorgegaan wezen, als dat een mengzel van andere vol eren oe uitvinding der Letterfprake invoerde. Het (teids liirfluitend aanwezen der eerlte in China, leperd emAsüZ- Piftolen -9,1012 Idem in Specie - 5%\ Franlche Kronen - 54i»| Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. , - s pCt. Dito kort - jjt' 'i . , __ Hamburg 2. m. Ct. ft. 36J B-« • 94s Pct' Dito kort - 375 — Wenen id. &>. -..öiiai maandelyksche pryslyst der IN- en uitlandsche effecten. Inlandsche. Holland 2± prCts. 36 a 40 prCtt. Geforceerd en Restanten van Loten 34 a 355 prCt. Zeeland 2; piCts. 23 a 28 prCt. Friesland 2 prCts. 34 a 36 prCt. Utrecht 2' prCts 38 a 40 prCt. Generaliteit 3 prCis. 38 a 41 prCt. Last- en Veilgeld i\ prCts. 33 a 35 prCt. O. /. C Lot. '1785-1790. 3 prCts. 30840 prCt. Diverse Ruitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 923 a 93. prCt. Dito 4 prCts. 81J a 83 prCt. Dito 4 prp.s. met premie. 87 a 88 prCt. Dito Geconf. Fondf. In de afgelopen maand April, IHoogst Therm.' den 13 en i4den 'smidd. 69 gr. Laagst den iften 's av. gr. De gehele maand ogt., midd. en avond gemiddelde hoogte 52fï5 Er< 's 1t Sr> h°Ser dan in April 1797.  1798. No. 22$. NIEUWE A L GEMENE KONST- en L ETTER-BODE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vry dag den 11 Mey. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. By alle de openbare Feesten, welke federt 8 jaren gevierd zyn, hebben de aanfchouwers, welke op het altaar des vaderlands zelve geen plaats vonden, en wel het grootst aantal uitmaakten, noch de gehouden redenvoeringen , noch de gegeven muziek gehoord. Vermoeid door het lang wagten en ene dikwerf moeilyke houding, kon het vermaak van te horen hun tot hier toe dien last en die vervéling niet vergoeden. Het was byzonderlyk by gelegenheid der viering van het feest ter ere van den Generaal Hoche, dat het gemis van dit vermaak zo veel te gevoeliger voorkwam , naardien de lofreden op den jongen held het belangrykst gedeelte van de plechtigheid moest uitmaken. Door deze ongelegenheid getroffen, flelde de B. Mongez , aan verfcheide leden van het Inftituut, welke op den heuvel geplaatst waren, enige middelen voor, welke hem gefchikt voorkwamen om dezelve voor te komen. De klasfe van de Letterkunde en fchone Konften , aan welke hy Commisfarisfen gevraagd had, om deze middelen te toetfen, heeft ten dien einde benoemd de BB. Gossec , Grandmesnil , Raymond , Gibelin , met by voeging van den B. Mongez zeiven. Ziet hier den uitflag hunner proeven, JX. Deel. De Commisfie onderzogt allereerst, of de Ouden en vooral de Romeinen, welke ons beter bekend zyn, enige byzondere middelen hadden in het werk gefield, om zich van een groot aantal toehoorders te doen verftaan, en of die middelen naar onze gebruiken waren interichten. Doch de oudheid leverde aan Commisfarisfen geen een middel op, dat voor onze gebruiken pasfend, en in ftaat was, om ene grote menigte van aanfchouwers aan alle de byzonderheden van het feest deel te doen hebben. Ziet hier, wat hun door den B. Mongez is voorgefteld: voor de banken van het renperk, op bepaalde af/landen , redenaars en orchesten te plaatfen, die, op zekere bepaalde tekenen, de redevoeringen zouden uit/preken en de muziek uitvoeren, ter zeiver tyd, als de fpreker en het orchest, dat by het altaar des vaderlands geplaatst is. Ten einde van deze middelen de proef te nemen, begaf zich de Commisfie naar het Champ-de-Mars, en vond aldaar twee Directeurs en enige Leden van het Nationaal-Initituut, welke verlangden de proefneming by te wonen. Dezelve gefchiedde. Een lid van de Commisfie, daar toe byzonder gefchikt, reciteerde een (tuk in dichtmaat en een in onrym (\profa~), en een ander Commisfaris reciteerde gelyktydig met den eerften. Men nam de proeven op vele verfchillende wyzen, en de uitflag van dezelve was, dat een redenaar, op den binnenrand der banken geplaatst, zich niet duidelyk deed verftaan, dan door aanfchouwers, welke op enen afltand van 54 mètres of 166 voeT ten  . , ■ C 146 ) . ten eezeten waren. Men moet hier hy in acht nemen, dar de proef met enen vry Harden tegenwind genomen werd eu dus met de aUerongunftigfte gelegenheid, her eeen 'er den goeden uitflag van verzekert , om dat de klederen der aanfchouwers de klanken verdoven , Het muziek van een escadron Huzaren , welke juist ©p het Champ-de-Mars exerceerden , diende vervolgens oni de proef te volmaken. Het voerde verfcheiden arias uit, en zommigen van de Muziekanten, welke de zangkunst verftonden, zongen republikeinfche liede ren- déze muziek deed ene uitwerking, eens zo Iterk ah 'die*van den redenaar. Men zal dus, wanneer men een renperk op het Champ-de-Mars zal gemaakt hebben zo veel redenaars moeten hebben, als de banken, in hunne uitgeltrektheid, doorgaans de lengte van *± mètres, of 166 voeten, zullen bevatten, doch het getal der orchesten zal de helft kleiner kunnen zyn, dan dat der redenaars. Men kan den uitflag dezer genomen proeven hgtelyk toepasfen op alle feesten, welke in minder grote omtrekken en zelfs in zeer grote gebouwen zullen gevierd worden. , De vermenigvuldiging der redenaars zal de onkosten der feesten niet, vergroten, om dat die Burgers, welke in deze konst bedreven zyn, zich beyveren zullen om dezen en< gebruikt, fdaar men toch alles met blaas-inftrumenten niet zal kunnen afdoen) dat 'cr een tent of gordyn over de wazèis: gerpannen worde, ten einde de afwisfehngen der luchtgelteldheid, dezelve niet fpoedig omftelie. Na'voorgemelde proefnemingen , hebben Commislatisfen beoordeeld, dat de middelen, door den Burg-r Mongez voorgeflagen , de nationale feesten luisterryker suilen doen zyn, zonder dezelve daar door kos-barei te maken, en dat zy een veel groter aantal burgers tot het bywonen van dezelven zullen uitlokken, dooi de verzekering, welke zy daar door hebben zullen var net aangename der byzonderheden van de feesten t( kannen genieten. — Enige merkwaardigheden nopens China , en de zeden en gewoonten der Chinezen. ( Vervolg en Slot van Bladz. 144.) Het Chinefche ryk is een van de grootfte burgerlyke voorwerpen, 't welk de verbeelding zig kan voorltel- len: een grondgebied van vyftien malen meer uitgettrekthêids dan het Eiland van Grootbritannien, bevattende drie honderd en drie en dertig Millioenen ingezetenen, en dus meer dan een derde gedeelte van alle de menfchen, die tegenwoordig over den aardbodem verfpreid zyn, niet flegts verenigd door de ftraffe hand van magt, maar veel eer geharmonizeerd door dezelfde wetten, zeden, en burgerlyke en krygskundige inftellingen ; dezelfde konften en wetenfchappen kwekende, enerlei taal fprekende en fchryvende; en, by alle deze wonderbare gelykvormigheid onder zig, geheel ongelyk in derzelver gebruiken, najagingen en verkrygingen, aan elk overig deel zo der onbefchaafde als befchaafde aardbewoiieren. Hoe volkomen zy van alle Europefche Natiën verfchillen , en hoe wenig ver(tandhouding 'er, tot voor korten tyd, moet plaats gehad hebben tusfchen deze ver van eikanderen afliggende volkeren* blykt ten klaarden uit de aanhoudende ftrydi^heid zo wel in zaken van weinig, als in byzonderheden van het hooglte, belang. In Europa, by voorb. is de rechte hand de plaats van eer: in Chma is bet de linker hand. De witte koleur is, in Europa' het zinnebeeld van vreugde en vrolykheid, van ieugd en onfchuld : in China geeft die zelfde koleur -ouw en fmert te kennen: zynde, aldaar ten ftreng'ten verbo.len by vreugde gelegenheden, en, by uufluitmg van enige andere, in gebruik by lykftaatües. In Eurooa brengen de ouders den adeldom op hunne kinders ove'r- in China- weet men van geen adeldom by afkomst: maar iemand, die uit hoofde van zyne eigene •erïifmften tot gr .otheid verheven word, deeld de eer van zyn ran:r van 'er twee, die üostwaards door Chi. a dro men, dit land verryken en verderen. Dezen zyn de Gele rivier, en de Tang-tse-kiang, die nog geen Euro pveïchen naam ontvangen heeft. Deze rivieren zyn, Sigt by derzelver ooriprongen, hier en daar , flegts winige tiiylen van eikanderen, maar verwyderen zig, v rvolgens, tot op den verren afltand van 15 graden b -ene: en dan weder elkanderen naderenoe. lopen zy 'eindelyk zamen uit in de gele Zee, op een afftand van Wrnig minder dan honderd mylen, tusfchen de 32 en 34 graden Noordtlyker breette. Zy omvatten zamen een (treek lands van gene mindere uitgeltrektheid dan van 1000 mylen in de lengte, liggende in dat gedeelte der gematigde luchtftreek, welk, zo wel in Europa als Azia, het aanwezen fchonk aan de grootlte mannen, en het toneel was van de doorluchtig ie bedry ven. Deze kostelyke (treek lands bevatiede, in ouue tyden, het voornaamfte gedeelre van China^ en is, als 't ware, de kern of het kiempje, 't geen zig, ter ener zyde, heeft uitgebreid van digt by den Evenaar tot aan het Schytiesch gebergte, en ter andere, van de Zee van Corea, tot aan de Tazartes, en de Caspifche Zee. De geestdrift der Oorlogshelden moge andere namen en volken overeen evenredig gedeelte van den aardbodem verfpreid hebben: maar de provintien van het eigentlyk China — dat is China binnen den groten muur — bevatten meer dan 300 Millioenen ingezetenen. Wat betreft den rykdom van het land; men kan denzelven daar uit opmaken., dat 'er jaarlyks in de Keizerlyke Schatkamer meer dan 60 Millioenen Sterlings worden opgebragt. Waar aan zo grote welvaard voornamelyk is toetefchryven, en op welke wyze, zulk ene menigte van menfchen onderhouden en beftuurd word, verdiend voorzeker ene byzondere overweging. Eerst van allen worden zeden, gewoonte, alle grondregels, van gezag ontleend, en alle beelden, die den i meesten indruk op het gemoed maken, onophoudelyk ( aangeweud om den Landbouw aantemoedigen, alszynj de, buiten alie vergelyking, de edellte uiroelFening van 'smenlchen vlyt. fn de Chinefche Beeldfpraak, of het Chineesch Schrift, is Land-eigendom hu geliefdkoost zinnebeeld van Gelukzaligheid. Landen, die niet bebouwd worden, vervallen aan het Gewest: en het vernuft van het fchranderlte volk oeffend zig voornamelyk in het uitdenken van alle middelen , onder welken enigen van enen zeer zonderlingen aa^d zyn, om de yrugtbaarheid van den grond te verbeteren, en, om, in 't algemeen, ene zo verbazende menigte ain de kost te helden. Onder deze middelen verdienen byzonder gewag te worden gemaakt van hunne visfende Vogels, en van hunne met molm belegde tenen horden, die bezaaid en beplant zyn, en als dryvende en vrugtdragende Eilandjes zig allerwegen op de meiren en "rivieren vertonen. Hela .geude de Leu-tze, of vermaarde vi chvangenJe V gei van China; dezelve is een foort van Pelikaan, gelykende naar den gewonen KMchnlhr(PelicanusCarf bo. Linn.) dien Dr.Shaw befchryft als „de bruine Pe- ÜKaan ot Corvorant, met een witten hals; het lyf van o..deren wragtig met bruine plekken; met een ron„ den '.taart, biaauwe oogkringen en een gelen üiavel. Op een groot meir ziet mtn duizenden van kleine hgte ichuitjes of vlotten, die geheel voor deze foorc van Visfery gemaakt zyn. Op elke fchuit of vlot zyn tien of twaalf van deze Vogelen, met opzet lm r toe geleerd en afgeregd, die, op een gegeven teken vau den eigenaar, onder water duiken, en van daar met een verbazende menigte van Visch in hu i bek te rug keren. Zy zyn zo wel afgeregt, dat men gene ringen of koorden om hunne halfeh behoefd te binden, ren einde te voorkomen, dat zy enig gedeelte van den roof inzwelgen, buiten het geen de meester hun tot aanmoediging of onderhoud beliefd te geven. In het bereiden van de aarde ter vrugtbaarmaking, het bewaren van de zaden, het mengen van gronden en mesten, en in de grootfte verbeteringen der Ploegkunde overtreffen de Chinezen alle andere Na ien. De hinden leveren, doorgaans , twee Oogden, jaarlyksch , op; en behoeven nimmer braak te liggen. De Zuiker, het voedzaamlte van alle zelfstandigheden, ontmoet men overal in overvloed: en 'er is naauwlyks een gewas in China, 't welk geen afzonderlyk geb uik heeft, waar van men in andere landen niets weet, of zig niet bediend. De zaden van de Fagara gebruikt men voor Peper. 1'it de pitten van abrikozen haakt men een voortreffelyke oly, zo goed als die van olyven. De Chinezen weten klederen te fabriceren van e vezejs van dove brandnetels, en papier van die vau hennip en T 2 vau  ( 148 ) van ryst-ftroo. De Momordica diend voor komkommers: men eet zekeren distel voor lekkerny met ryst; de Charthamus leverd het fchoonfte rood op: met de kelk van den eikel verwd men zwart: en de bladeren van den bsch dienen voor die der Moerbeziën tot voeding van de Zywormen. Men laat niet toe, dat nutteloze planten of verflindende dieren de vrugten der aarde onderfcheppen, die byna geheel in China tot onderhoud van het menfchelyk geflagt dienen. Paarden zyn weinig in gebruik, 't zy voor den Landbouw, of voor 't gemak. De armen gaan te voet; de ryken laten zig, door menfchen, in draagftoelen, overbrengen, en zware goederen worden langs kanalen vervoerd. Naauwlyks ziet men enige perken of lusthoven , behalven die van den Keizer. De gemene man vergenoegd zig met koorn en wortelen , met een weinig dierlyk voetzei opgeftoofd. Zelfs melk, kaas en boter, het voornaamfte onderhoud anders van het boerenleven, zyn, wegens de fchaarschheid van huisfelyke dieren, flegts in weinig gebruik by de Chinezen. De Regering van China is van dien aart, dat de troon geen fteunzel nodig heeft van het altaar: en echter is deze troon misfehien de onwankelbaarfte op de gehele aarde. De voorname zuilen van het Chinefche Staatsbeftuur zyn , het Aardsvaderlyk gezag, en het uitdelen van alle eertytels en bedieningen agtervolgens den alouden Griekfcheu regel van de fraaifte fluit aan den besten fpeler te geven. In China wonen doorgaans de afflammelingen van ene familie onder ata dak, en leven onder het geftadig beftuur en geleide van de overgeblevene hoofden derzelve. De jongen zuigen dus, natuurlyker wyze, meer dan in andere landen , den geest in, die derzelver Voorvaders eenparig bezielde: zy voegen zig, naauwkeuriger dan elders, naar de begrippen en heblykheden der Ouden; en krygen, by andere beginzels, een fchrik voor nieuwigheid , welke doorgaans afnemende jaren verzeld. De Chinezen hebben een afkeer van alle moeilyke verbeteringen in de werktuigkunde, en de daar van afhangelyke konften: welken zy nimmer pogen te verbeteren boven 't geen de onbetwistbare en in 't oog lopende nuttigheid daar van vereischt. By ene grove onkunde in de Geneeskonst, zyn zy het gezondfte volk van de waereld: en, terwyl zy de Scheikonst als ene wetenfehap geheel verwaarlozen , weien zy echter ruim zo goed en zelfs beter, dan onze ervarenfte mannen in die konst, met de metalen en delfftoffen omtegaan. — Omtrent andere takken van het geen, by uitftekendheid , natuurkundige wetenfchappen genoemd word, zyn de Chinefche Literati even onverfchiilig. Zy leggen zig geheel toe op Zedelyke en Staatkundige we¬ tenfchappen : waar in de vordering niet alleen de reztftreeklche weg is tot eer en aanzien, maar ook volftrekt vereischt word om met enige bediening of ampt bekleed te worden. * De Drukkonst, van onheuchlyke tyden by de Chinezen in praktyk, werkt kragtdadig met de zo even gemelde omftandigheid mede tot de beftendigheid der Regering. De voorregten van den Troon worden verIterkt en gefchraagd, door grondfteliingen , door den druk voortgeplant: en daar de regerende Vorst een onophoudelyk voorwerp van loftuiting is, zullen de voordelen, welken hy geniet en de eer, die men hem bewyst , hoe groot zy ook mogen wezen, naauwlyks kunnen halen by de voortretTelykheid zyner deugden Keizers-gezindheid word reeds vroeg, door al wat de zinnen kan treffen, ingeboezemd. Het ter aarde vallen en andere plegtigheden, waar aan de Chinezen boven alle andere 'Natiën gewoon zyn, kunnen niet befchouwd worden als ydele gebaren en phgtplegingen. Zy werken mede om de gevoelens van eerbied voor den Vorst inteboezemen en te vergroten ; en houden het bezef van onderdanigheid fteeds levendig. Met dit alles echter, zegt men, dat 'er in China een aanhang aanwezig is, wiens hoofdbeginzel in afkeer van de Alleenheerfching zou beftaan. Men voegd 'er by, dat zy, die tot dezen aanhang behoren, m de diepfte ftilte, byeenkomften houden; en heden , welken verdagt gehouden worden van zulke gevaariyke Hellingen te begum ftigen , worden uit het land gebannen of verjaagd. Zulk een aanhang nogthans, ingevalle dezelve met 'er daad beftaat, heeft weinig kans om zeer vele bekeerlingen te maken onder een volk, welks geaartheid, karakter en zeden, zo byzonder wel fchynen berekend te wezen, voor dien regeringsvorm, waar onder het gros der natie zo lang geleefd heeft (*), NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, ACADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsc-ie Republiek; Romeinsche Geschiedenissen, door M. Stuart , met Kaarten en Platen. Tiende Deei, behelzende de Gefchiedenis van het Gemenebest van het begin des tweden Macedonischen Krygs tot am den ender- f*) Het lezenswaardig werk van Saunton, zon ons overvloedige (toffe opleveren, om deze merkwaardigheden verder te agtervolgen ■ byaldien wy niet oordeelden, daar mede te moeten ophouden: federt wy vernamen, dat de Eoekhandelaar Mart voornemens is ene. Nederduitfche vertaling van lu*t-gehele ^vverit in \ h'cht'.e geven.  ( U9 ) étrgmg van Carthago. Gr. 8». 556 M. Te Amfterdam by Johannes Mart, 1797. Prys f 3 ■ IS Dit Xde Deel, bet geen, als de meesten, met vier fraaie Konstplaten verfierd is, befluit, met het 11 en 12de Hoofdft.uk, daar in vervat, het IVde Boek dezer belangryke Gefchiedenisfen: behelzende het eerfte dezer Hoofdftukken den oorlog tegens Pebseus, of, den tweden Macedonifchen kryg; en gaande het laatfte van de verovering van Macedonië tot aan de verdelging van Carthago. Het befchryft dus Home's Lotgevallen en Ledryven, gedurende een Tydperk van 32 jaren, waar van 't uitftekend gewigt de met weinige woorden opgegeven inhoud enen ieder, niet geheel vreemd in die Lotgevallen en Bedryven, terftond moet in het oog doen lopen. De Macedonifchen Koning Perseus, allengs met Rome in den oorlog gewikkeld: deez' oorlog, hoe verkeerd ook door dien wyfelenden en vrekken Vorst gevoerd, echter door de onbekwaamheid der Romeinfche Veldheren eerst een tyd lang llepende gehouden , doch ten laatften door den braven L. ./Emilius Paulus, Hoor het verbreken van den weleer onwederftaanbaren Macedonifchen Pkalanx, als in een ogenblik ten einde gebragt: en hier mede de oude Troon van Alexander den Groten geheel en voor altoos vergruisd: gantsch Macedonië, en met het zelve geheel Illyricüm, aan de Romeinen onderworpen! Het reeds door den tweden kryg verzwakt, doch allengs weder herftellend Carthago, door Rome's Lieveling Masinissa zo lang gekweld, tot men ene fchoonfchyuende rede voor enen derden kryg tegens het zelve vinden konde : die kryg , de volftrekte ondergang van die weleer magtige Mededingfter, volgens den raad van den ftrengen Cato, onherroepelyk befloten: dit befluit op de listigfte wys te werk gefield: de Carthagers door ene volftrekte ontwapening tot enen ftaat van volflagene weerloosheid gebragt; en, echter, op den eisch van hunne S'ad te verlaten, ten einde dezelve aan de Romeinen ter verdelging over te geven, zig, op ene voorbeeldloze wys fpoedig op nieuw van de nodige wapenen voorziende; zig nog drie jaren op 't manmoedigst verdedigende; doch eindelyk voor het krygsbeleid van Scipio iEMiLUNUs, op 't deerlyksi bezwykende: Carthago, dat zulke onmeeilyke fchatten en 700,000 Inwoners bevatte, door enen zesdaagfchen ftorm, verwoest, verbrand, uitgeplonderd en uitgemoord! de deugdzame Scino, in den (lillen nagt, met zynen wysgerigen Leermeester en Vriend Polybius, het droevig lot dier Stad bewenende! Te gelyker tyd het pragtige en ryke Corinthus verbrand, verwoest en uitgeplonderd: gantsch Achaijen, geheel Griekenland, te dwaas aan heerschzugtige Volksleiders het oor lenende, het overfchot zyner aloude Vryheid verliezende , en door de Romeinen tot enen ftaat van volkomene onderwerping gebragt! OnmeetJyke fchatten in goud, zilver, en roerken van konst en fmaak, uit de verwonnen Landen en geplunderde Steden naar Rome gefleept! —— Deze Staat reeds de Lotbeflisier van JZgypten en verfcbeide AJiatifche Koningryken, en den trotfchen Antiochus Epiphanus , hoe zeer anders deszelfs Vriend, als enen volflagenen Afhangeling de wet Hellende! Welke gebeurtenisfen op zig zeiven! hoe gewig- tig voor Rome! van hoe veel invloeds op 's Volks Zeden, op deszelfs ftaatkundig beftaan! En hne veel ftofs voor onzen Gefchiedfchryver tot naauwkeurige en oordeelkundige befchtyvingen van veldflagen en belegeringen; tot treffende en hartbrekende taferelen; tot beeriyke Characterfchetfen; tot gewigtige, ftaatkundige, en voor byzoudere perfonen , zo wel, als voor gehele Volken leerzame bedenkingen! Ons beftek Iaat niet toe hier , door aangehaalde voorbeelden , te tonen, dat de Schryver, fteeds van deze ryke ftof het beste gebruik gemaakt beeft: doch het algemeen Tafereel der Romeinfche Staatkunde, door hem op 't einde van dit Deel, in navolging van Montesquieu, gefchetst, beeft ons, echter, in 't byzonder, te zeer gevallen; dan dat wy ons onthouden kunnen van het zelve hier, tot een énige proef, aftefchryven. Wy wederhielden ons wel geenzins," fchryft hy bl. 542—S47, ,, gedurende het lange tydvak der Romeinfche gefchiedenisfen, het geen wy nu met het vierde boek ten einde bragten, van zulke aanmerkingen op het ftaatkundige gedrag van den Romeinfchen Raad by alle byzondere gelegenheden , die ons van eene gevaariyke vooringenomenheid met deszelfs fchynbaare rechtvaardigheid en edelmoedigheid te rug hielden ; maar kunnen thands alle die afzonderlyke trekken te zamen brengen, om uit hetzelve het affchuwlyk beeld der Romeinfche overheerfching te vormen, welke wy met verontwaarding en fchrik te Corinthus en Carthago zagen woeden. Vergeefsch zou men byzondere tydperken der Romein' fche ftaatkunde willen aannemen , waarin dezelve van geinaatigdheid tot ftrengbeid, van ftrengheid tot wreede overheerfching overdoeg , om eenen vroegeren al te grooten lof met eene laatere welverdiende blaam overeen te brengen : fchoon de omftandigheden van tyden, volkeren, en zeden aan die ftaatkunde ongetwyfeld byzondere wyziging gaven, bezat zy echter de volmaaktfte eenpaarigbeid, welke ooit van den volkomenften zedenlyken perfoon te ontleenen is. De Romeinfche Raad veranderde tot heden niet van geest. Het leevenslang bewind van deszelfs leden bragt dien zelfden eenvoimigen voordgang van charakter voord, dien men in alle volkeren erkent, welke eeuwen lang dezelfde blyven, zonder eene juiste onderfcheiding van voorzaa'en en nakomelingen te gedoogen. Dezelfde geest van verovering en overheerfching , met Romulus reeds in den Raad gevoerd en onder enkelde Koningen Hechts beteugeld, regelde tot heden deszelfs ftaatkundig gedrag en nam, door de fchranderheid des vereeuwigden Raads geleid, alleen den plooijenden vorm van tyd en toeftand aan. Dien geest moeten wy, om deze reden, ook zoo lang dsnzelfden zien blyven, tot dat zich enkel- T 3 de  ( 150 ) cte performer] een beheerfchend gezag zullen ainmaatigen, en de willekeur van éénen het beleid van honderden verv.u.gO'. zal. Zodra geheel Italië naar Rome's wetten hoorde, verhief de Raad zich tot eene rechtbank der mogendheden, wier dienften a's ondgenooten by eiken volvoerden kryg vergolden werden. De ede,moedige toewyzing van landen , wier eigene beheerfching men nog onmogelyk hield maakte Koningen tot trou ve vrienden van 't Getneenèbest , en deed de Bondgenooten ftryden en door dien ftryd zich ongemenU verzwakken, waar de Raad zulks noodig vond. By den aanval van verfcheidene vyan den iloot men met den zwakften een beftand. — In nag cbelvken oorlog liet de Raad allen vreemd ongelyk onge merkt tot dat de gelegenheid der wraake kwam, welke men z'ich door de overlevering van en'"elde fchuldige per- foonen niet liet ontnemen. Deszelfs daadiyke vyanden oneelooflyke nadeelen doende, werd !Rome zelfs ontzien, en koos het zich den tyd meestal naar welgevallen uit, om anders geduchte Magten te bsflryden. De gebe- dende toon des Raads ftelde deszelfs Gezanten aan beieediaing bloot, en liet het daardoor nooit aan eenig voorwendsel voor den kryg ontbreken. De vreêverbo-den waren bloote wapenfehortingen , wier voorwaarden fteeds de verbanning der vyandlyke magt-bedoelden. — Na het verflaan der krygsmagt van eenen Vorst putteden zy, op na.un van oorlogskosten, zyne fchatkisi uit, en berokkenden hem, door den nood tot beiasting zynes volks ge d vongen, den haat zyner onderdaanen. Het in gys- faliBg houden van der Vorften kinderen gaf der list ruin fpel aan vreemde Hoven Het Volk, 't welk zich aan zynen Vorst onttrok , werd vriend en bondgenoot des Hg-ujs. Hoe fkafsch dit bondgenoorfchap was, werd het 'door de zwakken graag gezogt, ais het veiligst fchild voor eenig ander ongelyk, waarvoor men zich de laagfte afhangiykheid getroostede. In de geheel vry gelatene fteden ontftond altyd de hevigfte partyfebap der Romeinsch Gezindheid en der vryheidmin. Om de Vorilen geheel alleen te laten, verbood men hun alle eigene verbindnis met Rome's bondgenooten , en ging men de vleijendfte verbonden met hur.ne nabuuren aan. Den bondgennoien alle eigene krygsvoering vei biedende, en zich met alle onee nigheden als fcheidsluiden bemoeijende, voorkwam men alle nieuwe vermeerdering van de reeds onderworpene magt. Tusfchen twee ftrydende vreemde Mgendhe den trok men zich de zaak der zwakfte aan. In al¬ len 'troon>.-erfchil hield men de ftaatsverdeeldheid leevendig, en ftond inen daartoe zelfs den onrech;maa;igften me- d-Vinger by Geen vreemd bondgenooifchap, 't geen van eendragr magt ontleende mogt beftaan; men ftookie •er verdeeldheid aan, of fcheurde openlyk den band van derzelver vereeni^ing aan ftukken. Geen geducht ge¬ west mogr een en onverdeeld blyven, maar werd in afzonderlyke ftaaten, zonder onderling verband, gefplitst. — Op ver afgelegen grond zorgde men altyd voor bondgenooten in den kryg, door wier vermogen onderfteund men flechts een kleen gedeelte van eigene krachten waagde. — Taaidubbelzinnigheid werd zoms gebruikt, om den febyn van recht te behouden, en de letter der verdragen zelf op eenen anderen tyd weder aan willekeurige verklaaring onderworpen —— Perfoonlyke gebreken werden zoms tot redenen voor openbaareu kryg genomen, en de haatlyklte ondeugden weder in hun, die dienstbaar waren tot het doel, vergeten. De overwinning plunderde den vy- and , de vleijery den bondgenoot. Na de volkeren als bondgenooten aan de onderwerping gewend te hebben., werden zy tot flaaffche onderhoorigheid gebragt. — Maar op de overwinning liet men eerst de verzwakking, op de verzwakking ds vernedering , op de vernedering de flaavernye volgen; en, zonder algemeene wetten door de onderfcheidenlle volkeren te willen doen gehoorzaamen, hield men alom flechts eenen geest van onderwerping leevendig, die Rome minder tot de Opperheerfcheres van een fchier grenzenloos gebied, dan wel tot het Hoofd des algemeenen ligchaams vormde, waarvan de onderfcheidene volkeren afzonderlyke leden waren. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN; tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de HUISH0Ukunde, handwerken en fabrieken, betrek kelyk. Sedert het nemen van enige Visch-Schuiten, door de Engelfchen, (dan welke men reeds berigt heeft weder vry gegeven te zyn) heeft men te Scheveningen ene uitvinding in 't werk gefield, waar van nimmer een voorbeeld geweest is, namentlyk, om met roeifloepen, met weinig Volk bemand, buiten alle gevaar, irj de binnen - Zee, te visfeheu. Twee dezer Sl iepen van Frank Pieterfe, hebben op een half uur af land, en in 't gezigt van alle Burgeren, de proef van deze nie; we Visfchery genomen, en zyn zo wel geflaagd, dat zy in zes dagen zo veel Schelvis en Cabeljauw a^n [wal gebragt hebben, als 'er nog immer of ooit door ' een Pink zyn bevaren, en waar van zy befchouwd hebben 730 Guldens, waar van de Stuurman Ary Az. Blok, nevens elke Matroos, 65 Guldens, en de Stuurman jfan Klaze Pronk, nevens elke Matroos, 36 Guldens vry geld genoten hebben. Sedert is het getal van dusdanige Roeifloepen, reeds tot agt vermeerderd, het welk een .groot voordeel voor de Burgers van Scheve* ningen en ook voor de Maatfchappy zal opleveren. Be-  ( I5i ) Bèrigten, aangaande de vorderingen , welke men in het schilderen van Porcelein in de Franschk Republiek gemaakt heeft. De bloei der konften is voor onze Lezers te belangryk , dan dat wy hen niet een ogenblik bezig zouden houden, met het verflag van ene ontdekking, welke de verwondering van alle liefhebbers der Schilderkunst tot zich trekken moer. „HetSalon vandeLouvre doorgaande (dus fchryft een liefhebber aan den Redacteur van zeker Fransch Journaal, waar uit wy deze berigten hebben, overgenomen) zag ik 'er verfcheide fchilderftukken, van ene vry aanmerkelyke grootte, welke op Porcelein gefchilderd waren: natuurlyk vestigden zy geheel myne aandacht ; zy. waren gefchilderd door de BB. Sauvage, Lü Guay en anderen, wier bekwaamheden genoegzaam bekend zyn. „Het uitgewerkte van deze ftukken deed in my de begeerte ontltaan, om de Fabriek te kennen, waar de koleuren, welke deze ryke Schilderyen vormden, verglaasd waren. „Ik vernam, dat het de Fabriek was van de BB. Dihl en Guerharu, voorheen bekend onder den naam van Manufa&ure d'Angoulême. „ Het was my wel niet onbekend , dat het tot hier toe onmogelyk was voorgekomen, om zich op ei:e onfaalbare wyze van de uitwerking der koleuren, op het Porceieto gebruikt, te verzekeren; ik wist, dat het vuur de fchakeringen en tinten meer of min vernederde; dat de uitflag altyd onzeker was, en dat die onzekerheid de bekwame Schilders had teruggehouden van hunne begaafdheden op het Porcelein te beproeven. Ondertusfehen kwamen my de ftukken, in het Salon ten toon gefteld, voor tot zulk een trap vau volmaaktheio gebragt te zyn ; de fchakeringen en tinten fchenen my zo naauwkeurig en juist te wezen, dat ik weten wil de door welke bewerking men zo ver gekomen was, dat men zulke uitgewerkte ftukken leveren kon. Ik ging dan in de ftraat du Templi, naar de fabriek , en'vernam aldaar, dat de B. Dihl, een van de eigenaars derzelve, het zo ver gebragt had, om de kolem ren, w^lke hy op het Porcelein deed gebruiken, be ftaanbaar tegen het vuur te maken; ook hoorde ik te vens, dat het onderzoek van deze bewerking, zo nuttig voor de konften, aan den toets van het Nationaal Inftituut was onderworpen geworden. „Ik fprak bier over met een van de leden dierStich ting, welke my verzekerde, dat de uitvinding de proef door kon ftaan en ftellig doorging, dat het Inftituut Commisfa isfen had benoemd uit de klasfe der Schei kundigen en uit die van de Konften en Wetenfchappen ; dat deze Commisfarisfen alionderlyk gewerkt had¬ den; dat de koleuren op twee paletten waren gelegd geworden; dat Commisfarisfen ene van deze palenen versegeld onder hunne bewaring hadden gehouden, en dat dè andere de bewerking van het vuur had' ondergaai; dat de uitflag dezer proeve geweest was, dat de koleuren van de twee paletten, na de verglazing, volkomen dezelfde waren gebleven; dat men 'er geen ai>der onderfcheid aan had kunnen zien, dan dat de ver-glassde palet den luister van het vernis had aangenomen, terwyl de ongebakken dof gebleven was: hy zeide my eindelyk nog, dat Commisfarisfen aan het Natioraal Inftituut verflag hadden geuaan van hun bevinden, en dat het zelve gelast had het veflag, (na het alvorens goedgekeurd te hebben) op zyne kosten te drukken. „Myne nieuwsgierigheid was met dat al nog niet voldaan: reeds overtuigd, dat het fchilderen op Porcelein met het fchilderen op doek om den prys zou gaan dingen, vreesde ik, dat de/.e konst, in een zekeren zin,, nog nieuw, flegts tot kleine groottens zich bepalen zou, en dat men dezelve op ftukken van allerlei grootte oiet zou kunnen uitoeftenen. „Ik heb my daar op weder naar de Fabriek begeven 9 en aldaar vernomen, dat men in het porcelein Schikte-ryen van alle grootte, hoe genaamd, maken kon. „De uitvinding van den BürgerDuiL, is van een wezetilyk belang voor de könften , en ik twyffel geenzins voor dez-lve aan den byval van het publiek. „Tot hier toe hadden'de Konfrerïaars, welke hunne bekwaamheden aan het porcelefn-fchilderen belleden wil'ea , jaren lang werk alléén om hun palet te leren kennen. Zy wilden zich aan ene zo langdurige ftudie niet: onderwerpen, en dus was, tot fchade voor de konst, dit foort van fchilderwerk geheel overgelaten aan Copyisten, welke 'er een kostwinning van maakten. „Maar thans , daar door middel van de koleuren,.. welke de B. Dihl bereid heefr, het vuur de fchakeringen en tinten , welke op het porcelein gelegd zyn, niet meêr bederven kan, kunnen wy hopen, dat de beroemde Konftenaars hunne bekwaamheden aan dat fiort van fchilderwerk zullen te koste leggen, 't welk zo veel te kostbarer is, om dat het aan geen bederf onderhevig is. Indien het by de Ouden bekend geweekt ware,, zoude het Herculanum en Pompeji veel kostbarer meesterflukken opgeleverd hebben, dan die, wette 'er tot hier toe ontdekt geweest zyn. De tyd zou dezelve ook ontzien hebben; wy zouden dezelve in dien frisfehen en fchonen 'ftaat bezitten, waar in zy, by derzelver wording waren, en het mofaïk werk zelf, in ïtaliè zo zeer geroemd, zou onze verwondering minder opwekken, naardien het door de middelen en bewerkingen door den Burger Dihl uitgevonden, kan overtroffen worden. Tr-z- IW heb mv daar od weder naar de Fabriek beseven « en aldaar vernomen, dat men in het porcelein Schikte-  ( 15* ) PaTZEK der Grahes, ot 7 Me? m Amsterdam. tarw. Het Last gerst. Hetlut Geld. ^To P^fche bonte ca w*e 'gSS . g. o ÉK en Heugfc . ,70 a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter 70.85 Knnïn%berger • 160 a 185 Dito Zomer . . 66t8o Vriefche . • • 130 a 160 Dantziger en EIb. . . Bovenlandfche . I36ai7° „.,,,.■, WM nnFKU'FYT Voorlandfche rode . . 120 a 150 HAVER en BOEKWEYl. 2eetandfche . . . . ï7oaiyo . , ROGGE Brouwliaver . • 54' 00 Pniisfifche . • • 9°a 114 Witte Voeder dito . 3<5»45 LniSerger . . 90a 114 Boekw. Amersf.en Gooil. £24125 Gedrolgde ! . . 102 a 112 Dito Brab. en Vlaam. £ Zaad, Oly eh Traan. Koolz. Zeeuwsch en _ R?ap 0ly, perAam f 44 ♦ Overm. 't Last. . £ 43 a4« D'co Lyn . ƒ 46* Slag-Lynz. de ton van Uito Henmp . . . ƒ 5«i 5 Schep. Rigaas ƒ 9 * Walv- Traj"V c 1l,art- , „„ Hennipzaad dito . ƒ 7;a 8; van 12 Stek. . . / o Dito Rode . . ƒ 105 Wtssel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. > 84» ^ Uslkbon -löi Nieuwe Ducat. /5»io,ii Venetien - 88 Oude ger. dito - 5,8,9 Livorno -io2ja| Nieuwe Louis dOr - 11,2,1 Parvs. 2.m. .. . /.„ Guinies - 12,4,0 dito kon. >ia Asfig- , MMen . 9,10,12 Idem in Specie -5^1 Franfche^Kronen - 54ia| Londen, a. m. fi Nieuwe Ryksd. - s pCt. Dito kort - „'„'*. , „ Hamburg 2. m. Ct. ft. 36J B?. Bank - 941»^ pCt. Dito kort - 371 — Wenen id. B°. -S7»rV Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. BEKENDMAKINGEN. lutie te Parys aangelegd, waar onder het Kweekfchool van Luchtreizigers, Fabriek van Luchtbollen, Telegraphe enz. * * F. G. ONDER DE LINDEN, Libraire a Amfterdam, Kunst-Kabinetten, nieuwe uitvindingen en Fabrieken, nieuw a imprim'ë vient de mettre en vente une nouvelle Edition trés ftelfel van Maaien en Gewigten. Ten befluit vind men een foignée d'une Bible de poche, en format 18. dont il ne reftoit treffende fchilderachtige befchryving van den tegenwoorditlus d'Exemplaires. Cette Bible efi imprimée avec des Caratleres gen vervallen ftaat van het weleer zo luisterryke Verfailles Romains tout neufs des plus beaux, fur Papier de Pofte: Ainfi &c. Van het Eerfte Stukje zyn nog eenige Exempl. te beque /«Nouveau Teftament avec les Pfeaumes, comme ausfi les komen. Pfeaumes féparément. On peut fe procurer la dite Bible en tou- \* In de Boekwinkel van A. Loosjes Pz. te Haarlem, tesfortes de rèlieures. wordt beden uitgegeeven, en is alnm verzonden: wor- * * By G. WARNARS, te Amfterdam, is van de Pers ge- STELINGEN DER BATArtiSCHE VRYHEID , in vier komen, het TWEEDE en LAATSTE nog interesfanter ftukje Zangen, door A. LOOSJES Pz., voorgedraagen in de Volksvan Dr! MEYER : PARYS IN ZYNEN TEGENWOORDI- vergadering te Haarlem, hy bet Feest, daar gevierd, ter GEN TOESTAND GESCHETST; vervattende een oor- gelegenheid der Aanneeming van het Ontwerp van Staatsredeelkundig verflag van de menigteInftituuten federt de Revo geling, in gr. 8°. a 53 ft. 1-5; 2 van io-so; 3 van 20-30; 3 van 40 50; 4 van 50-60; 5 van 60-70 en 3 van 70 80 jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, BUITEN HAARLEM. SARO- THER- HYGRO-STREEK; LUCHTS- Mey ME- MOME- ME- DER j GESTELD- 1798. TER. TER. TER. WIND. ! HEID- C29. 9» S2| 81 N. 2 '. 30- oi 63; 56» — wolken.] 6 30- il 48j 75 — , C30. 2 54 68 N.N.o.j bewolb ,savonds 3 < 30. 2\ 6vt 55 n.n. w. betrokiten. (.30- 2j 49J 64 — l 2! I* ' N* betrokken;'smorgens 4 < 30- 2 56« 70 — wat rcgen. £30. 2j 48'^ 81 — f , »» 77 "V"" betrokken, tusfchen bei- . ) ó , 3 '° de regenagtig; 'savonds 5 < 30- O» 54. 73 — weerligt; 'snagts harde l 30. Oi 49 83 N- N. W. regen. C 30. oV 52 98 N. t. W. , V 6 \lo.o\ 51 96 »w. ffikeSnrdS c3q- ij 49 96i w.z.W. C30. 2 51» 88 Z. 'smorgens betrokken; 7 < 30. 2\ 6lJ 64i o. verder bewulKt; £30. 2' 47 pof W.N.o. 'savonds helder. cso- Ij 56J IOO N. N. O. voorm. omtrent betrokk. 8 l ™ Venetien - 88 Oude ger. dito - 5,%9 Livorno - ioi't Nieuwe Louis d'Or - n,a;3 Parys. a.m. . Guinies - i2,4>6 dito kort. >lnAsfiS- Pilloten - 9.12.H Idem in Specie - 58I r \ Franfche Kronen - 54i a £ Londen, a. m. il Nieuwe Ryksd. - 2 pCt. Dito kort - Hamburg 2. m. Ct. ft. 37aj. B?. öfln* - 94,£ PCt. Dito kort - 375 a J — Wenen id. B°. - 37* WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten haarlem. Ibaro- ther- hygro-streek. luchtsme- mome- me- der gesteldter. ter. ter. wind. heid. C30. 0J 551 91 w. i voormidd# betroUken; 9 < 30. o 00 79 — j verder bewolkt. £29. 9| 5Q| 90 n. W. j ^ r20. fis 58 96~~ Z. Z. O. 's morg. betrokk. voorm ) «ï i. ™ tusfchen beide zware re- 10 < 29. 8| 54 91 w. ( gen met donder} verder £,29.8 49| 83i Z. z. W. omtrent helder. C29. 6| 53 95| z. t. w. harde wind; meest 11 l 29. 8 56; 71J Z.w. omtrent betrokken ; ) 2g. <5* 505 92] I tusfchen beide regen. C29. 4| 53 98 z. w. harde wind; 'smorgens J2 l 29. 4| 59i 64 w.Z.w. regen; verder bewolkt; £29. 4 52j 82 — 'savonds buijig. V2*' 41 S5 75J Z. w zeer windrig, wolken; I3<29- 5i 571 69J w. z. w. ,s avonds h|lder en ftw> £29- S| 48j 77 ~ - r nQ ai <<;i 8c z voormidd. bewolkt; om- » 4| J'» 03 * trent betrokken; namidd. 14 < 29. 4j 55j 752 regen; 'savonds helder £29. 4j 54j 76 w.z.w. en harde wind. C20. 6i 59 65 z. z. w. ~r ) A /„. o. „ regenagtig; namidd. 15 < 29- 61 Mey. De Staats-Raad Mathias Saxtorph, Hoogleeraar in de Genees- en Verloskunde by de Univerliteit alhier, die door zyne Schriften, zo over de Genees- als byzonder over de Verloskunde, zig reeds met lof heeft doen kennen, is, nevens zyn 5$oon, die zich reeds ten aanzien van dezelfde wetenfchappen een waardig kind van zyn Vader toond te wezen, tot Medelid van het Geneeskundig Genootfchap, te Parys, verkoren. DUITSCHLAND en aanliggende landen. Wenen, den 5 Mey. De Kapelmeester Haydn, heeft een nieuw Zangftuk gecomponeerd, 't welk naar het oordeel van deskundigen alle zyne vorige Muzikale Werken overtreft. Dit ftuk draagt den naam van de Schepping. SATAAFSCHE REPUBLIEK. Groningen, den 26 April. Heden namiddag ten twee uren, is alhier, in 't Cboor van de AkademieIX. Deel. Kerk, gehouden het agtfle openbare examen der Kwekelingen, welke op 't Inftituut van Doven en Stom men worden onderwezen. De Inflituteur, H. D. Guyot, opende deze plegtigheid met ene redenvoering , over den oorfprong, uitbreiding, en nuttigheid van de ln~ ftltuten, tot onderwyzing voor Doven en Stommen; — vervolgens wierden de Schriften der Kwekelingen , waar onder zommigen, zo wel van Jongens als van Meisjes, zeer uitmunteden, aan de aldaar van alle kanten in grote menigte toegevloeide aanfchouweren vertoond, en in ieder klasfe enige fommen ter uitrekening opgegeven , en door dezelve met vele vaardigheid uitgewerkt: waar na de Inltituteur, als ook de andere Onderwyzers, hun , eerst iets woord voor woord dicteerden , vervolgens by volzinnen , en eindelyk gehele verhalen , en, ten blyke, dat zy die verhalen verftonden, fchreef ieder hunner die op ene onderfcheidene wyze op; hier na fchreven de Leerlingen met andere woorden op, het geen hun uit de Boeken opgegeven wierd, en gaven door tekeneii te kennen , dat zy het volkomen vcrftonden; verders Helde ieder uit zig zelfs iets op, en de Omftanders gaven hun vragen ter beantwoording; in welke zy zo oplettend waren, dat zy zelfs de fouten, die 'er met opzet in de vragen gefield waren, eerst corrigeerden, eer zy die beantwoordden; eindelyk toonden zommige Leerlingen hare uitmuntende vorderingen in 't Ieren fpreken , en vyf hunner hielden een zamenfpraak, welke door de toehoorders met aandoeninge wierd aangehoord, en door de Kwekelingen met bezef en gevoel uitgefproken. X Na  ( 162 > Na dit alles bewezen alle, door 't vertonen van proeven hunner Handwerken, hunne bedrevenheldin dezelve, en 'er wierden aan allen P aemien tot aanmoedking en blyken van naarlrgheid , zedigheid en oplet tendheid uitgedeelt; hier na bedankte de Inftituteur, de Directeuren voor hunne medehulpe , de contribuerende Leden voor hunne onderfteuninge, en de Aanfchouwfren, voor hun toegenegen bywezen, bevelende het Initituut ten duurden in derzelver bezorging, meuschüevendheid en deelnemend belang! Nog word by dezen bekend gemaakt, dat op gisteren , den 25 April 1798 , door de zamen geroepene contribuerende Leden , na aanhoren van 't jaarlyksch verflag en nazien der Rekeningen, tot Hoofd-Directeur is ingekozen', de Burger J. S. Muller, welke de twee eerstkomende jaren den post van Rentmeester zal waarnemen, in plaats van den Burger D. Hssselink , die als Rentmeester afgaat. Leyden, den 13 Mey. Heden is alhier, in den ouderdom van 75 jaren, overleden, David Ruhnkekius, in deszelfs leven Hoogleeraar in de Gefchiedenis en Wclfprekenheid a als mede Bibliothecaris der Univerfitelt alhier. PROGRAM M A. Het A::ifteldamsch Dicht- en Letteroefenend Geneotfehap heeft, op den b'ften dezer, deszelfs jaarlykfche Vergadering, in den Handboog Doele aldaar, gehouden/ De Voorzitter Willem van de Velde, opende dezelve met eene Verhandeling over de verfcheidenheid in de Dichtkunst, waar na bleek, dat de ingekomene Dichtftukken op de Mode, onvoldoende waren geoordeeld, om 'er eenen prys aan toe te kennen: offchoon de Lierzang, onder de Zinfpreuk: Vous gouvernez le monde, Le fage vainement vous attaque cjf vous f ronde. verfcheiden trekken van Dichterlyk genie opleeverde: Vervolgens werden opgegeeven : Tot Prysftoffeu voor Dichtftukken.. 1. De Eendragt. a.De Mode, Hekeldicht: voor de laatftemaal. Beiden om- intezenden vóór den eerften van Wintermaand dezes jaars. 3. De Rhyn. Stroomzang, om te bezingen vóór den 'itten van Wintermaand, van het volgend jaar 179.0. Tot Theöretifc'ie Prysffoffën: 1. In hoe verre is het hedendaagsch naar vol gen en vertaaien der uitlandfche Dichters aan de Vaderlandfche Dichtkunde nuttig of fchadelyk? En op welke ■wyze is het eerfte te bevorderen, en het laatfte te vermyden? — Te beantwoorden vóór den eerften van Sprokkelmaand 1799. 2, Welke zyn de vereischten in het befchryvmd Gedicht ? En in hoe verre hebben onze Nederlandfche Dichters , door hunne Stroomzangen, Land- en Hofdichten , enz. , aan die vereischten voldaan ? En hoe veel voordeel hebben zy, by uitzondering van andere Natiën, uit de eigenaartige gefleldheid van ons Vaderland getrokken? — Te beantwoorden vóór den eerften vau Sprokkelmaand Ao. 1800. De beste en aan het oogmerk voldoende Dichtftukken, of Verhandelingen, op ieder dezer Stoffen ingeleeverd, zal het Genootfchap met deszelfs Gouden Eerpenning, van 30 Ducaaten bekroouen; en de naastby. k-mende en mede goedgekeurden, met eene ZilverenMedaille van gelyke grootte. Alle de Stukken moeten vóór of op den bepaalden tyd, gezonden worden aan des Genootfchaps Secretaris G. Brenoer a Brandis, te Amfterdam. Haarlem, den 23 Mey. De Burger A. C. Swaving, rustend Predikant, alhier, heeft ene aanmerkelyke verbetering, aan het Microscoop, ter verligting? van ondoorfchynende voorwerpen, uitgevonden , waar van by ene befchryving en Afbeelding by de Maatfchappy der Wetenfchappen heeft ingeleverd: en 'er tevens bygevoegd enige fraaie Microscopifche waarnemingen , met 30 door hem zeiven keurig getekende Afbeeldingen, van de Cryftallifatie der Metalen: welke Waarnemingen van des te meer waarde zyn, daar men tot nog toe niet meer dan drie of vier foortgelyke Metaal -Cryftallifatien kende. De Maatfchappy heeft, in hare laatfte algemene vergadering, niet alleen befloten, om deze beiden ftukken, in een reeds voor de pers j gereed liggend Deel harer Verhandelingen, uittegeven,, 'maar dezen vlytigen Natuürbefchouwer voor deze zyne keurige bydrage ene Zilvren Medailje, met 10 Gouden Ducaten, aangeboden, en hem, wyders, uit aanmerking van zyne algemene verdienften, onder hare Leden opffenomen. „. -. Gemelde Maatfchappy, welke, van hare eerfte ftigting tot heden, zig de Hollandfche Maatfchappy der Wetenfchappen noemde, heeft dezen bynaam met dien van Bataaffche verwisfeld» m  ( lö3 ) De TELEGRAAPH. (getrokken uit Dr. F. J. L. Meyer's Parys in zynen tegenwoordigen toeftand gefchetst.) Soortgelyke tegenfpraak wegens de prioriteit van uitvinding , als de Aeronautica buitenlands gevonden heeft, heeft ook de Telegraphie ontmoet. Terwyl men daar met diepe geleerdheid onderzoekt, nafpoort, twist en bewyst, — maaken de Franfchen van hunne uitvinding gebruik. Tot nog kennen wy deze uitmuntende uitvinding van Chappe, meer naar het uitwendige, dan naar ha re gehele, zo eenvouwdige als veel uitwerkende innerlyke gelteldheid, waar van, zo ver ik weet, geen ooggetuige ons verflag deed. Om het Telegraphisch Obfervatorium aan de Louvre te beklimmen, moet men door den Minister van het binnenbeHuur, uitdruklyk verlof van het Gouvernement hebben , of door den uitvinder zelfs daar heen geleid worden. Chappe, een man van genie, van kundigheden en zucht voor zyne wetenfehap, had de kunst om op afftand gedachten mede te delen, reeds vóór de omwenteling ontdekt, welke hem echter tot een nieuw middel van aanfporing diende om dezelve verder te volmaken , naardien de nuttigheid daar van voor de revolutie, byzonderlyk in oorlogstyden, blykbaar en in het oog lopende was. Hy gaf van zyne ontdekking in het jaar 1792, aan de Conventie kennis, welke den 25ften July 1795, op het rapport van Lakanal deswegens, het ter uitvoer brengen van den voorflag tot oprichting ener Telegraphifche Correspondentie decreteerde, by welk decreet Chappe tot Ingénieur-Telegraphe aangefleld en de gehele directie dezer inrichting aan hem wierd opgedragen. Onder het Dictatorfchap van Robespierre had ook deze verdien-elyke man menfchen die hem belasterden, geheime aanbrengers, die 't te doen was om hem van zynen post te verwyderen of hem in 't geméne graf der vermoorden op 't Magdalena Kerkhof te doen (forten. Men befchuldigde hem van een contra-revolutionair misbruik van zyne Telegraaph, doch hy kwam de befchuldigingen zyner be.nyders te boven. Byaldien enig der onderfcheiden plans van famenzwering tot Hand gekomen was, -zou hy aan geen minder gevaar zyn blootgefleld geweest; naardien elk dezer plans inhield het bemagtigeu van de Teiegraaph aan de Louvre, als een allergefchikst middel tot geheime en vaardige correspondentie met de Departementen, de Legers en Vloten der Republiek. De Teiegraaph is geplaatst op het platte dak van een Obfervatorium, opgericht op de middeufte vleugel (Pa- j viilo,n) aan de westzyde van het Paleis der Louvre. 1 Dit Obfervatorium beftaat in een ruime, rondom van vengfters voorziene, kamer, in welke het Bureau der lelegraphifche Correspondentie gehouden word. De vleugels van de Teiegraaph bewegen zich om een peren as, die door het midden van den hoofdvleugtl heengaat, .tusfchen twee met yzer wel Hevig vastgemaakte ftylen van ongeveer twaalf voeten hoogte (*). De hoofdvleugel, die nagenoeg tien voeten lengte heeft, en de byvleugels aan zyne uiterfle einden , die half zo lang zyn, zyn twee voeten breed, en beflaan uit twee evenwydige, Hevige, zwartseverwde houten, in weiker tusfehenruirate kantige, met gepolyst blik beklede dwrarsHaven gevat zyn, dienende om door de reflectie der lichtflralen op derzelver vlakten, by ene nevelige lucht, de beweging en richting der vleugels, op air Hand onderfcheidenlyker te doen kennen. Aan de einden dezer vleugels zyn beweegbare lantaarnen gehecht, die by elke beweging der vleugels loodrecht afiiangen, er by ene correspondentie in den nacht den ftand der vbugels van de Teiegraaph aanduiden. De beweging der drie vleugels, in alle richtingen, gefchied fuel, gemaklyk en zonder gedruisch te maken. Derzelver rneclianifche geHeldheid is allerëenvouwdigst. Aan elke vleugel zyn twee Hangen vastgemaakt, die door de zoldering van het platte dak in het Obfervatorium uitlopen, ïn het midden derzelven vind men een eenvouwd:g Raderwerk, famengefleld uit drie rol-asfen met handfpaken voorzien , aan welken de zes Hangen der vleugels, door middel van koorden, die aan de rolasfen gehecht zyn en om dezelven heenlopen, vasttemaakt zyn. Door de middenfle rol-as en de beide koorden aan de Hangen , tot dezelve behorende gehecht, word de hoofd vleugel, en door de twee andere rol-asfen, worden de by-vleugels beHierd. Eén man dirigeert met ene verwonderlyke gemaklykheid en naauwkeurigheid dit alles. 'Er word Hechts een zachte drukking aan een of anderen handfpaak vereischt, om de vleugels fpoedig ene andere richting te doen aannemen, in welke zy zonder nieuwen aanHoot onbeweeg- lyk blyven Haan. By een pylaar, aan den wand dezer kamer, is een kleine Teiegraaph geplaatst, die' van metaal zeer net gemaakt, en met het Rad werk, dat de grote machine befluurt, fchoon uitwendig onmerkbaar, derwyze verknocht is, dat dit kleine werktuig alle beweging en Hand van het grote naauwkeurig aan- (*) De afmetingen zyn hier alleen volgens Dgenmaat [opgegeven, naaidien ene juiste naauwkeurigheid in geta, len, by deze algemene bsfehryving van de genoegzaam bekende gedaante des werktuigs, niet vereischt wierd. I X 2  ( 164 ) aanwyst, en dienvolgens den Telegraphist, die de rol asfen'be(tuurt, doch het grote werktuig niet zien kan, van de juistheid zyner bewerking verzekering geeft, naardien het kleine model, dat hy voor ogen heeft, al de richtingen van de grote machine volgt. Enige jonge luiden, die tot het voeren der Telegrafische Correspondentie opgeleid zyn , werken in iet Bureau , onder opzicht van Chappe. Een hunner beweegt het werktuig, een ander neemt door middel van een verrekyker voor een gat in den muur der kamer, Cdat van een klep voorzien is,) geplaatst, zynen naastge'egenen Correspondent op den Montmartre waar, van wiens antwoorden hy verflag geeft en dezelven ook opfchryft. De hoogte van den Montmartre, die van tie Louvre twee uren af ligt, deed dezelve tot de naastgelegen Randplaats van correspondentie, op de linie naar Rysfel verkiezen, op welken weg van ongeveer vyftig Franfche mylen, men veertien of zesten Telegraphen opgericht heeft. De fpoed, met weke door dit middel de berichten van daar naar Parys tn weder terug overgebragt worden en die de fnelle vludit eens vogels ver te boven gaat, is bekend. . ^ De correspondentie is in dezer voegen ingericht, sMorgens vroeg, des zomers ten vier uren, (ook later als de Correspondenten 's avonds te voren een teder uur bepaald hebben,) word door de Telegraaf te Parys aan de naastgelegene op den Montmartre, door tekens gevraagd, by voorbeeld, of ook bericht van de Legers gekomen zy? waar op deze antwoord; heeft men wederkerig niets te melden, dan word door de Teiegraaph te Parys het uur bepaald, op welke men de correspondentie wil voortzetten, en men zet het werktuig in rust. (Signe de repos.) Gedurende den ftilftand nemen de Correspondenten eikanderen evenwei , nu en dan , waar, ten einde te zien of 'er ook in den tusfchentyd iets te melden valle, dat door een byzonder teken, figne d'urgence, ftgne d'alïivité genaamd, word aangewezen, 't geen langs de gehele lyn van correspondentie herhaald word, ten einde de waarnemers op derzelver posten te roepen. — Heeft zulks echter geen plaats, dan hervat de Telegraphist te Parys, met fecondenllag, van het te voren bepaald uur, zyn werk, doet een vraag of geeft een bericht enz. betluitende als voorheen met het teken van ftilftand tot enig op nieuws bepaald uur. (figne de repos d'une heure, de deux, trois heures.) In dier voege vervolgt men tot 'savonds, als wanneer het uur van correspondentie voor den volgenden morgen word vastgeffeld. Deze inrichting is, in de gehele linie van correspondentie, van Parys tot Rysfel, dezelfde. Wanneer men de wyze van overbrenging der berichten niet kent, verbeeld men zich, dat zulks door te¬ kens, die enkele letters of woorden uitdrukken zeer omflagtig en langzaam gefchied. Dit echter is «e" zins het geval. De grote verkortingen der TelegSe maken de correspondentie gemakkelyk, en verhaas en dezelve zeer aanmerkelyk. Voor een bepaald „£ werp, by voorbeeld, van oorlogszaken, heeft men ene eigene i elegraphifche Cyfertaal. Eén enkel teken" door de machine gegeven, drukt een geheel denkbeeld uit. Gefteld dat men door de Telegraaf, te Rysfd het volgend berigt, naar Parys, wil overbrengen: „ Heden morgen ten vyf uren „ tastte het JMoordelyk Leger aan — „ het vyandelyk, van twaalf duizend man — ,, Overwon — „ En nam vyfhonderd vyanden gevangen. Zo word tot dit gehele bericht, niet meer dan vyf tekens vereischt, die in den tyd van twee minuten gegeven worden. --- Of heeft de correspondent te Parys, naar Rysfel over te brengen het gewoon Decreet van eerbewys der wetgevende Vergadering: „ Dat de zegepralende Armée voortvare, zich by den Vaderlande verdienftelyk te maken;» 'er is daar roe nier meer dan éen teken nodig. (Slgne iïhonneur pour Parmée vlEtorteuje.) — Chappe zeide my, dat een buitengewoon bericht, waar toe men digt fchryvende een half vel zou nodig hebben, in dezer voege, van de ene Telegraaf tot de andere , op zyn hoogst in een quartier uurs wierd overgebragt. Neemt men dan in aan¬ merking den tyd, welke tot elke pofitie der machine vereischt word, als ook dat elk afgefproken teken zó lang moet blyven ftaan, tot de waarnemer aan de vol gende Teiegraaph (by voorbeeld die aan de Louvre omtrent de Teiegraaph op den Montmartre-) gezien heeft, dat zyn correspondent zulks naauwkeurig herhaalt, dienvolgens wél gezien en verder juist overgebragt heeft; — dan is de vaardigheid der mededeling m zulk een kort tydsbeftek verbazend. — Behalven de teken-taal, van welken in het Telegraphisch Bureau naast ene Chorographifche Kaart der Linie van Correspondentie, een Tafel voor handen is, zyn 'er nos byzondere tekens voor zodanige berichten, die Geheimhouding vereifchen , van welken alleen de Opzichters der Telegraphen, aan de Louvre en te Rysfel den (leutel bezitten. De Telegraphisren van de tusfchen liggende ftandplaatfen, herhalen deze tekens alleen Mechanisch , zonder derzelver betekenis te weten. Terwyl ik my in het Telegraphisch Bureau aan de Louvre bevond, wierd op hec te v.ren bepaald avonduur, aan de Teiegraaph op den Montmartre en van daar verder naar Rysfel gevraagd, of 'er ook enig nieuws  ( 165 ) nieuws was by het Leger? Dit gefchiedde door één teken. Op het ogenblik dat dit teken door een greep aan de rol-as, (waar door de Machine de vereischte richting aannam,) wierd gegeven , vestigde ik myn oog op de Seconden Pendule aan den muur der kamer; en met den agtëntagtiglten fecondenflag, kwam het antwoord neen, door den waarnemer aan den Telescoop uitgebragt, van Rysfel te rug. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Reize van den jongen Anacharsis, door Griekenland. Uit het Fransch van den Abt Barthelemy, door M. Stuart. Zesde Deel, 339 bladz. in gr. 8°. Te Amllerdam by J. Aüart 1797. Van het Negen en vyftigfte tot het Drie en ssestigjie Hoofdftuk , loopt de inhoud van dit Zesde Deel, en bepaald zig tot de volgende Hoofdzaken. De reize door Attica, de Atheenfche landbouw, de bergwerken van Sunium. Pla to's verhandeling over de Schepping der waereld. Merkwaardige gebeurtenisfen , in Griekenland en op Sicüien voorgevallen, (van bet jaar 367 tot 354 vöor J. C.) De onderneming van Dion. Het vonnis van de Veldheren Titnotheus en Iphicrates. Het begin van den heiligen kryg. —• Brieven aan Anacharsis en Philotas, gedurende hunne reize door Egyptus en Perfie, over de algemene zaken van Griekenland. De aart der Regeringsvormen, volgens Ariftoteles en andere Wysgeren. Dionysius, Koning van Syracufen, te Corinthus. Timoleon's bedryven. Gelyk by ons verflag van het vorig Deel, zullen wy thans weder, enige byzonderheden, uit het voor handen zynde, aantekenen, dog voornamelyk ftihtaan by den inhoud van het twee-en-zestigfte hoofdftuk, als ons deWysgerigeStaatkunde der Ouden opleverende, welke, vooral in den tegenwoordigen tyd, de aandagt tot zig moet trekken en ene byzondere overweging waardig is. Schoon de Landbouw, hoe vlytig by de Ouden beöeffend, en in hoge waarde gehouden, niet in alles tot dien trap van volkomenheid onder ben gedegen was, als onder vele hedendaagfche volkeren, treft men hier reeds vry goede algemene lesfen en voorfchriften aan over deze kunst, welken de Schryver op bladz. 16—26. enen Attifchen landbouwer in den mond legt: ook vind men hier menige vernuftige handgreep, die welligt te vroeg in vergetelheid geraakt is: zo lezen wy, by voorbeeld bladz. 21 en volg. „ Om druiven zonder korrels te hebben, moet men «enen rank nemen, denzelven een weinig fplyten aan het sind, 't welk in den grond gelegd moet worden; voords neemt men het zap van dat gedeelte weg, voegt den vao een gefpleeten rank weder zamen, bedekt dien met nat papier, en fteekt hem alzoo in den grond. De proef gelukt nog beter, wanneer men, eer men den rank in den grond zet, het dus toebereid onderst gedeelte in eene zeeajuin fteekt. Men heeft nog andere middelen, waarmede men het zelfde oogmerk bereikt. „ Wilt gy van den zelfden wynftok witte, blaauwe, en bonte druiven lezen, neem dan eenen rank van elke foort, vertrap beider boven einde derwyze , dat zy als onder een gekneed worden, bind ze te zamen en fteek ze dus vermengd in den grond." De Actifche wol was beroemd om hare fynheid: men liet de Schapen met dekklederen weiden, waar door de wol voor den drek bewaard bleef, en voor de heggen, vaar aan zy anders bleef hangen. Men deed dikwyls zout h hun voedzel , om ze dorftig te maken, oordelende, dat zy vetter wierden ,. naar gelang zy meer dronken. Ook begreep men, dat het gebruik van zout de Schapen meer nelk deed geven. De Zilvermynen van Laurium, die ongemeen ryk fchyten geweest te zyn, wierden door den Staat, voor zekeren prys verpagt, terwyl de Pagter boven dien nog een 24.fte gedeelte van zyn winst aan het land moest afftaan. 1i.iemistoci.es onderhield alleen uit de inkomften daar van de Atheenfche Zeemagt, gedurende den Pelopor.neffchen oorlog. Uit Plato's verhandeling over de Schepping der waereld, op bladz. 41—54. fchynt men te moeten opmaken, dat deze Wysgeer onderftelde: dat 'er van eeuwigheid in den baayaard ene levenskragt aanwezig was, ene grove ziel, die de ftof, waar van zy onderfcheiden was, onregelmatig in werking hield: en dat deze Ziel der waereld deels beftond uit het Goddelyk Wezen, deels uit de ftof, en het onvolmaakt beginzel, dat altyd met de ftof verenigd was. — Dus kwam zyne leer met 'er daad uit op die der twee beginzels, welke voormaals in byna geheel Oosten was aangenomen. Dan het lezenswaardig uittrekzel of kort begrip van het groot werk van Aristoteles over den aart der Regeringsvormen, is van zo veel gewigt, en leverd, naar ons inzien, zo veel leerryks voor den tegenwoordigen tyd op, dat wy ons in ons verder verflag nopens dit Deel voeglyk daar toe alleen kunnen bepalen. Dit afzonderlyk ftuk, in twee Delen onderfcheiden zynde, handeld van bladz. 249—279, over de verfchillende zoorten van Regeringsvormen, en van bladz. 280—312. over de beste Staatsgefteldnis. Het eerfte vangt in dezer voegen aan: „ Men moet twee foorten van regeeringvormen onderfcheiden; die naamlyk, waarby het algemeene welzyn alles, en die, waasby het zelve niets geacht wordt. Onder de eerfte foort zullen wy de gemaatigdeMonarchie, het Ariflocratisch en het eigenlyk gezegd Republikeinsch bewind plaatzen. De legeeringvorm kan alzoo voortreflyk zyn, X 3 het  < i66 ) hst zy het gezag in da handen van eenen, het zy in di< vau meerderen , het zy in die des volks zeiven beruste. De tweede foort bevat het Despotismus, de Oltgarchi en de Democratie, welke flechts verbasteringen zyn van d< drie eerstgenoemde regeering»onnen : want de gemaatigdi Monarchie ontaart in dwinglandy of Despotismus, wanneei de Vorst alles naar zich trekt, en zyne magt onbegrensc ro;;akt; de Arijlocratie verbastert in Oligarchie, wanneer de hoogde magt niet meer het aandeel van een zeker aanta deugdzaame menfchen , maar van een kleen aantal luider wordt, die zich enkel door rykdom onderfcheiden; t'erwy, het Republikeinsch beftuur tot Democratie overgaat, wanneei de geringde en armfte luiden te grooten invloed krygeii op het overleg der ftaatsbelangen. ,, Daar de naam van Monarch zowel eenen Koning als eenen dwingland aanduidt, en het gebeuren kan, dat de magt van den eenen even volftrekt is, als die van den anderen, .zullen wy ze door twee hoofdbyzonderbeden onderfchei'den, de eene betreffende het gebruik, 't welk zy maaken •van hunne magt, de andere ontleend van de gefteldheid, welke zy by hunne onderdaanen aantreffen. Wat het eei!te aangaat, wy hebben reeds gezegd, dat de Koning alles ten voordeele van het Volk, de dwingland ten voordeeb van zich zeiven brengt; en aangaande het tweede, beweeren wy, dat het volftrekt oppergezag wettig wordt, wan neer de onderdaanen hunne toeftemming geven, om hetzelve in ie ftellen of te verdragen." Waar na onderfcheirienlyk over het Koningfchap en deszelfs verfchillende foorten, over de Arijlocratie , Olygarchie en Democratie breder word gehandeld, en alles op de volgende wyze befloien word. 'Na al het geen wy gezegd hebben, valt het gemaklyk, het doel te ontdekken, het geen zich de hoogfte Overheid moet voordellen in de oefening van haare magt, of, indien men liever wil, het geen in elke Staatsgeftelrfnis bÖt grondbeginzel der regeering zyn moet. In de Monarchie is dit het. fchone en welvoeglyke, om dat de Vorst den roem van zyn Ryk moet wenfchen, en den zeiven door eerlyke middelen bevorderen. In de dwinglandy is bet de veiligheid van den Dwingland, om dat hy zich enkel op den tbroon kan houden -door den fchrik, dien hy verfpreidt, In de Arijlocratie de deugd, om dat zich de gezagvoerers in deze|ve alleen door vaderlandsliefde kunnen onderfcheiden. In de Oligarchie de rykdom , om dat men er de ryken tot Bewindsiuiden van den Staat verkiert. In de Democratie de vryheid van eiken burger; doch dit beginzel ontaardt fchier altyd in losbandigheid, en is onbedaanbaar, ten zy onder een Beduur, waarvan bet tweede deel van dit uittrekzel een beknopt denkbeeld geeft." : pit dit alles blykt ten klaarften . eensdeels, dat de he de idaagfche leer. van de Oppermagt des Volks, geenzins eie nji'y.we leer is, maar reeds by de meest befchaafde en ver j li^cc Na;ié'n van den ouden tyd, was aangenomen: en an- | derdeels, dat hét woord Arijlocratie by de Ouden in ene geheel andere en min ha'elyke betekenis gebruikt wierd'' i dan men hedendaagjch daar aan hegc. welke hédendaae: fche betekenis meer overeenkomst heeft met het denkbeeld : van Oligarchie, of regering der ryken; gelyk deze laaide benaming dan ook tegenwoordig meermalen daar mede verwisfeld word. . In het twede Deel vinden wy de .beste Staats gejleltenis voor een Volk, in 't algemeen dus befchreven, bladz 281 als zodanigen een, „ welke gefchikt is naar deszelfs aart en belang , naar de luchtftreek , waar onder het zelve woond, en naar menige omftandigheden, die aan het zei- ve byzonder eigen zyn." Waar uit dan vervolgens word afgeleid, dat de Democratie voor een landbouwend Voik best gefchikt is. — Wyders ziet men hier hoe de Ouden over het Burgerfchap, de Gelykheid en de Vryheid gedagt hebben; terwyl eindelyk de Schryver, een kleen aantal van lezenswaardige grondbeginzelen opgeeft welken allen den Wysgeren, van hoe verfchillende denk wyze ook anders in het Staatkundige, gemeen waren, of die uit hoofde van derzelver zonderlingheid , ene plaats in deze verzameling verdienden. Daar ons bedek niet toelaat om alles over te nemen, zullen wy, ten flotte van dit ons verflag, alleen het eerfte gedeelte daar van affchryven: ,, Artstoteles (lezen wy iiladz. 3or en».) is dé enige niet, die tot lof van het Koningfchap (*) heeft gefprcken. De meeste Wysgeeren hebben de uitmuntendheid van dit beftuur erkend, het welk zy gedeeltlyk befchouwdBj in betrekking tot de maatfchappy, gedeeltlyk in betrekking tot het algemeene zamenftel der natuur. ,, De fchoonde ftaaisgefteldnis, zeggen de eerden, zou die zyn, waar het gezag, in ds handen van eenen man fee- •1 <\P Te4voren had de, Schryver (onder aan dc bladz. zu> «afgetekend: Arjstoteles heeft fchier niets gezegd van de grote MoZy ; chien, die ten zynen tyde nog in wezen waren, als die van Pe-~i" P' I JEgvptus: even,min heeft hy zig geuit over het befttt'ur van Mcccdo , me-; fchoon hy het zelve wel .noest kennen. Hy bedoelde Hegtó énê | foort v,n Koningfchap, welke zig zomcyds in enige Steden vari Gr e kenland vestigde, en die van een geheel anderen asrr wie a u dendaagfche MonarcMenr Dit b.|kt ook k£? ™^JZr\}& den Text ?p i)lac(2 a„ enz. om. de g AlleenheeiTchiW uitweidt: fchoon anders het KoningfcI>ap. niet öWin^«nTpeS ber2SttM "^Corthngo," lezen wybhdz 274, s de Opp"mag verdeeld onder twee Koningen, enen Rf.ad en odre:ln daar in worden uitgefpannen, derwyze dat beiden zyden der Huiden de vochtigheid kunnen intrekken». Om de hairen aftefcheiden, worden de'Huiden perpendiculair in een met kalkwater gevulde kuip opgehangen. Ten einde het water met de kalkdelen vermenad te houden, daar de kalk fteeds naar den grond ziukr, word het mengzel dikwyls omgeroerd, waar door het zelve op de Huiden beter werkt. Agt dagen zyn ?enoegzaam om deze bewerking te voltooijen. f)e Fabriekant heeft ontdekt, dat, wanneer het water tot deze bewerking reeds eenmaal gebezigd , met enig zuur van zwavel vermengd word , zulks de werking vernieuwt en merkelyk bevordert. De bewerking vanhet zwellen, word in agt-en-yeertig uren ten einde gebragt. De Huiden van de vleeschdelen gezuiverd zynde, worden in houten kuipen gedoken, gevuld met. water, welk van Li— tor To4-„ gedeelte met zuur va» zwavel bezwangerd is. De gewone Methode van? het looijen der Huiden, door dezelven in kuilen te leggen, heeft Seguin verworpen.. Hy doopt de Huiden ten eerften in water met Run bezwangerd en na zulks dikwyls herhaald te hebben, voegt hy 'er verfche vloeiftof by, volgens de aanwyzing van den noen of iaden graad van den Aerometer , welke tot zouten vloeiltoffen gebruikt word. De werking van dit Runwater tot het looijen is ongemeen fpoedig. Vervolgens worden de'Huiden in ene flaaüwe ontbinding der run, welke Hechts derzelver oppervlakte aantast, en zo trapsgewyze tn een fterkereu run, gedoken. Het dikke Leder word op deze manier in veertien of zestien dagen gelooid. Het beeft Seguin ook reeds mogen gelukken, deze bewerking in agt en zes dazen ten einde te brengen. Voorts word het leder'op de gewone wy 21^30. 3» 62 58J — »savonds helder. L2Q- 4; _ 471 761 n. ^30. 4« 54« 701 n.n.w. 22 / 30. 4 66 53] — wolken,omtrent helder. C.30- 4] SH 78 n. BEKENDMAKINGEN. In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. te Haarlem, zyn te bekomen : 't Gedrag van Elsje van Houwening, a 1 ftuiver. 't Gedrag van Jan Franken, knecht van J. van Oldenbarneveld, a 1 ft. Historie van H. de Groot, Schoolboek , a 3 ft. Levensfchetfen van Ned. Mannen en Vrouwen, Schoolboek , i 4 ft. Lettergefchenk voor de Ned. Jeugd, ƒ 1 • 10- Pryzew der Granen, op 21 Mey ts Amsterdam. TARW. HetLasti GERST. HetLajt Ggld.! GcH. Poolfclie bonte en witte iSoa ito Vriefche Wintergarst . 65 a 80 dito rode . • 176?. 50c Gron. en Oldamlche . 66a8o Elbing. en Heugfe . 170a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter ?oa8s Koningsberger • 160a 185 Dito Zomer . . ööato Vriefche ... 130 a 160 Dantziger en Elb. . Bovenlandfche . . . 136 a 170! Voratadfclic rode . ; 120 a 150' HAVER en BOEKWEYT. Zeeland fche . . . . 170 a iyo. ROGGE. jBrouwhaver . . 54 *65 Pr-jisfifcbe . . . 90a 114IWitte Voeder dito . 3öa45 Koningsberger . . 90:1114 jBoekw. Amersf.en Gooil. £ Gedroogde ... 102 aii2 Dito I3r.-.b. en Vlaam. £ 44^25 \ Zaad, Oly en Traan. KpoIz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 44I Overm. 't Last. . £ 44847 Dito Lyn . £ 46 Slag-Lynz. de ton v»n Dito Henmp ... / 51J 5 Schep. Rigaas ƒ 9aio Walv. Traan, 't quart. Hénnipzaad dito . ƒ7**8* van 12 Stek. . . ƒ 110 Dito Rode . . ƒ 105 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. § 84 & Cadix — - 83| Lisfabon — - 56* Nieuwe Ducat. ƒ 5,10,11 Venetien —— - Ü7t 0ude ger. dito - 5,3,9 Livorno . - 102Ï Nieuwe Louis d'Or - 11,2,3 Parys. 2.m. Vn AlnAsfig- Piftolen . 9,12,14 Idem in Specie - 58|aJ Franfche Kronen - 542'aj Londen. 2. m. fi Nieuwe Ryksd. - 2 pCt. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. ft. 37i B?. Bank . 94J pCt. Dito kort - 37, — Wenen id. B". - $7V  Ï798- No. 231. N I E U W E ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vry dag den 1 Juny. BERIGTEN. , DUITSCHL AND en aanliggende landen. Erlangen. De Keizerlyke Akademie der Natuurwderzoekeren, heeft, in hare vergadering van 5 Janua ry 1. 1. aan den Schryver ener Verhandeling, zynde de enigfte, welke by haar was ingekomen ter beandwoording van de Vraag over het Geneeskundig gebruik der Carex - wortelen, (zie onze vorige No. 166.) met de Spre/ik: Medicamenta fapore et odore prerfus destituta tarnen efficafisfima esfe posfunt, fchoon niet geheel voldoende zynde, de helft van den beloofden prys toegewezen , ten einde hem aantemoedigen, tot ene nadere bearbeiding van het onderwerp. Onder de 5 ingekomene Antwoorden op de Vraag over den omloop van het fap in de planten (zie dezelfde No.) geen bevonden zynde, waar aan zy den prys konde toewyzen, heeft zy dezelfde Vraag, wat meer uitgebreid, op nieuw opgegeven, en wel in dezer voege: Ik welke der bekende Hoofdelen van een Gewasch I M of Plant; Buitenfchors (Cortex), Binnenbast (Li„ her), Spint (Alburnum), Hout (Lignum) en Merg 3, (Medulla) klimt het fap in de Gewasfehen op„ waarts? heeft 'er in den Schors, of in het Merg, of in beiden, ene gelyk voortgaande terug vloeijing ,, van het fap naar en tot in den wortel plaats? en „ dit het geval zynde, langs welke wegen dringt het K. Deel. ry 1. 1. aan den Schryver ener Verhandeling, zynde de ,, uit de binnenfle delen in den Bast of Buitenfchors? „ welken weg neemt het in 't byzonder door de bla,, deren, om in den bast te komen?''' De Akademie verlangt, dat inzonderheid de neêrdalende beweging van het Sap in den Bast of Buitenfchors, zo wel door ene naauwkeurige, en met verandering van omftandigheden ondernomene, herhaling van de proeven, reeds tot bewys daar van aangevoerd, als ook en wel voornamentlyk, door nieuwe, wel aangewende en niet te weinige, proefnemingen, bewezen ot wederlegd worde: van alle welke proefnemingen ene naauwkeurige, omltandige en duidelyke befchryving verwagt word. De gemelde proeven , ten bewyze van de onderftelling der afdalende beweging, worden, gelyk men weet, door Du Hamel, in de Phyftque des arbres. L. V. Ch. 2. Art. 7-11. opgegeven: waar van de voornaamfte kortelyk hier op neêrkomen. 1. Wanneer men een Plant enig gekoleurd vogt laat inflorpen. dan ftygt het zelve, in de vaten tusfchen het merg en den bast, naar de hoogte, dringt tot in de bladeren door en daald vervolgens door den bast wat naar beneden. 2. Wanneer men een gewasch of tak fterk bind, ontftaat 'er digt boven den band ene aanmerkelyke zwelling. 3. Wanneer men den bast van een boom. wegneemt, zonder de binnenfte delen te kwetfen , dan loopt 'er uit de bovenzyde van de wonde veel meer vogt dan uit den beneden kant. 4. In het zelfde geval ontftaat 'er van boven en niet van onderen aan cfen bast een wrong: en de weggenomen binnenbast groeid van boven wederom aan. Y wy-  ( 17° ) Wyders heeft de Akademie ook nog deze Vraag op- „ Welk nuttig gebruik kan 'er van de bekende Gal- vani-Humboldfche proeven met de prikkelbaarheid „ der metalen, voor de praktikale Geneeskunde, ge,, maakt worden?" Men verwast, dat zulke kwalen en toevallen, waar voor zy nuttig kan zyn, door goede proefnemingen, die volledig en duidelyk befcrreven zyn , naauwkeurig bepaald, dog proeven op fchyndoden weggelaten, worden. , , ., , , De antwoorden, moeten, op de gebruike.yke wyze, voor i Oftob. 1799, am den Voorzitter der Akademie G. H. 11 van Sohreber. , te Erlangen, gezonden worden. De prys is een gouden Medailje , ter waarde van 10 Ducaten ; en de uitfpraak zal gefchieden op j Jan. 1800. B AT A AF SC HE REPUBLIEK. Brief van.enen Duitschen Natuurkenner, uit Madrid, gedagtekend, 20 January 1798. Den eerften dezer maand vertrokken wy van Bayonne eu kwamen op den iaden alhier, te Madrid, aan; hebbende , volgens lands gebruik, des daags niet meer dan 5 of 6 rüylen afgelegd. Buiten een paar uren des morgens voor Zonnenopgang, hebben wy den gehelen we"- te voet afgelegd, zonder ons aan het rytuig te bekreunen, dat nu eens voor, dog meest ag'er ons was. Op deze wyze is ons, van al wat op den weg te bezien viel, weinig ontfnapt. De weg is voor een gedeelte voortretTelyk en doorgaans vry goed. Men vind daar op tamelyk goed geryf, uitgezonderd digt by Madrid, waar het onthaal zeer (legt is. Wy hebben, op de hogè bergen en vlakten , het meest ongemak van de koude'gehad. Op verfcheidene plaatfen lag de grond met fneeuw bedekt en het water digt toegevrozen. In de huizen vind men geen bifcherming tegen de koude buiten het vuur aan den haard in de keuken, en zomtyds bakken met kolen in de kamers. Het een nog ander is genoegzaam tegen ene zo ftrenge koude. Zelfs hier is het gevoelig koud en het vriest alle nagten: de kruinen der hoge rotsbergen van Escuriaal, drie of vier mylen van hier, liggen met fneeuw bedekt. De verwondering over ene zo ftrenge koude in een zo Zuidelyk land houd op, wanneer men overweegt, dat de i».n^«rr,^to^ nier dnnpo-aans nipr hojrpr ftaat dan s6: en dat',xgfevoïglyk, het vlakke land alhier, weinig minder boven net viait aer z«ee verueveu is, uau uc muu vau den Bloksberg op den Hartz. Uit dien hoofde ftaat ook, in dit jaargety, alle groeijing even zeer ftil, als by ons in Duitschland; fchoon zy 30 mylen van hier, in Falencia, fteeds aan den gang blyft. Eer zou ik by ons, dan hier, een bloem vinden. Slegts van twee takken der Natuurlyke Historie, word hier een weinig werk gemaakt: Kruid- en DelfItofkunde. Ten aanzien van de eerfte zou men hee meest verwagten van den Kruidtuin en deszelfs Opzigter. Doch men vind zig hier in niet weinig te Iöor gefteld. De Tuin is zo middelmatig, dat wy de beste particuliere Tuin in Hamburg voor ryker houden. Ook zyn de daar by aangeltelde Leeraars flegts matig onderregt. Een des te beter Kruidkenner is Cavani/'es, die tevens de beminnelykfte en bevalligfte man is. Ene aanpryzing van Desfontaines, te Parys, is voor ons van dat gelukkig gevolg geweest, dat hy reeds ettelyke voormiddagen befteed heeft, om ons zyne verzameling van Planten te laten zien , en ons bykans van alle Spaanfche een Exemplaar geeft, voornamelyk van de door hem nieuw ontdekte, die mogelyk wel op een paar honderd belopen. Hy geeft ons zelfs zulken, die nog niet befchreven zyn, 't geen ik voor ongemeen belangeloos in een Schryver houde. Alleen in zyn vaderland Valencia, 't geen. hy niet lang geleden , gedurende 3 jaren , doorreist heeft, ondekte hy twaalf nieuwe ioorten van Rockrozen (Cistus.) Gy kund daar uit afnemen, hoe ryk Spanje, en in vele opzigten, nog ryker het aanliggend Portugal is. Wat de Mineralogie betreft; aan het hoofd van hare voorftanders en kenners ftaat hier tegenwoordig de Saxifche Gezant, Baron Fored, Hy kwam hier over 7 jaren, met merkelyke kundigheden en ongemene zugt voor wetenfehap, is, federt dien tyd , veel gevorderd en heeft alles aangewend om de Delfftofkunde hier aan den gang te helpen. Hy heeft het Hof bewogen, om een zeer aanzienlyk Kabinet van Delfftoffen aantekopen, en aanleiding gegeven, dat 'er thans met veel yver uit Amerika 50 kisten met Fosiïlien, herwaarts gezonden zyn, die door deskundigen zyn uitgezogu Hier uit komen dan nu, gelyk men ligt kan denken, geheel byzondere produkten uit ten voorfchyn. Deze worden tegen Noordfche verruild enz. met één woord, het werk is tegenwoordig zeer goed aan den gang. Daar 'er bykans gene bekwame luiden hier by waren, heeft hy getragt om enige herwaarts te lokken. Een jong Maintzèr, Herrgen genaamd, is verzamelaar van' het Kabinet geworden, en komt den reeds bejaarden Clavigo, die Oppertoezigter is, zonder zig echter zeer veel op de Mineralogie toeteleggen, vry goed in de hand. Voeg hier nog by den Koopman in Naturalien, {Launoy, van Parys, die dikwyls Spanje doorreist, en  ( I7i ) liet nïeuw gevondene hier eerst brengt; benevens ene fehele familie van Duiifche Naturalien verkopers, wele zig Tallacker noemen, eu gy kunt u nagenoeg een begrip maken , hoe het met de zaak gelegen is. Het Kabinet is reeds voorzien van byster grote ftukken, b. v. van ftukken Maagdengoud, ter zwaarte van 16 ponden, gedegen Zilver van ettelyke honderden ponden en dergel, van enige vry grote Edelgefteenten, en is met reten en dubbelden van Delfftoffen , die enig in haar zoort zyn , overladen , waar onder ongemeen pragtige ftukken, fchoon op verre na zo veel niet uit Amerika, als men denken zou, en even zo weinig volledigs uit het land zelve. De nieuwe Noordfche ontdekkingen ontbreken het meest: dog men begint zig te beyveren om ze te completeren. I.en groot deel legt nog ingepakt. Men wagt, met alles in order te brengen, naar de voltooijing van het nieuw gebouw voor het Mineraalkabinet, dat zeer digt aan den Kruid tuin , langs de Prado, ftaat. Dit word zekerlyk het fraaifte en grootfte gebouw van dien aart in de waereld: doch men vreest, dat het nog zo fpoedig niet voltooid zal wezen: ook heeft men reeds vry wat aantemerken op de inwendige inrigting daar van. Van andere takken der Natuurlyke Historie mogt ik liever zwygen: vermits men die hier naauwlyks kend. Ongemeen merkwaardig, wel is waar, is het vermaard reuzen-fceiet van het Dier, welks foort geheel van den aardbodem fchynt verdelgd te wezen. Nog vind men een opgeftopte Olyfant, met meer andere opgeftopte dieren, dog voor het merendeel flegt en zonder namen. Vogels zyn 'er maar weinige , meest zeer flegt bewaard, allen zonder methodifche rangfchikking en benaming, en gevolgelyk, naar onze gronden, byna geheel nutteloos. Even zo is het gelegen met de Amphibien en Visfchen. De Infecten zyn naauwlyks noemenswaardig, beftaande meest uit vry gemene Amerikafche Kapellen in glazen kasten, onder glasftolpen, en in enige weinige Torren, die niet veel te beduiden hebben. Men weet ze nog op gene andere wyze, dan in papier gewonden, uit Amerika herwaarts te zenden. Buiten dien bezit hier bykans niemand Infecten, dan de Abt Cavanilles en Clavigo; ieder een kastje met enige honderd Vlinders, op gelyke wyze in papier gewikkeld. De laatfte was beleefd genoeg, om allen, die my aanftonden, te laten uitzoeken. Ik vond 'er I ongeveer 50 foorten , die wy nog niet bezitten, en die allen uit Mafa, in Peru, zyn. Allen zyn ze in plat-; gedrukte filhoëtten veranderd , dog merendeels beter bewaard, dan men wel denken zou. By den Hr. Pavon bezagen wy heden de Infecten, die op den laatften tienjarigen Botanifchen togt in Peru en Chili, op den Audes enz. verzameld zyn. Pavon was met Ruiz der-., I waarts gezonden. Schoon de Kruidkunde wel zyne lioordbezigheid was, verwaarloosde hy echter het overige geenzins. Ik wagtre by hem, gelyk helaas hier overal, met dan Kapellen en Torren te zullen zien: dog yond my op ene aangename wyze verrascht, toen ik bevond, dat Pavon uit alle klasfen en foorten, Muggen, Mieren, Vliegen enz. niets uitgezonderd, verzameld had. Het waren, wel is waar, voor een gedeelte, bekende dingen, voornamelyk de groten, welken dezen Reiziger het eerst in 't oog waren gevallen. Maar het meeste is tog geheel nieuw, en ongemeen rraai. Ook deze fchat was doorgaans in papier gewikkeld: fchoon zo ryk, dat zy een dozyn kasten vulde, die zekerlyk meer dan twee duizend (tuks bevatteden. Van Vogelen vind men hier gene particuliere verzameling, buiten het Kabinet, dat de Prins van Parma zig daar van heeft aangefchaft. Uittrekzel enes Briefs van Londect, gedagtekend 30 April 1708. „ Kortlings is hier een werk uitgekomen (waar var» de Schryver een Amerikaansch Geneesheer is), dat niet wel misten kan deze en oene ryke lieden opteligten; vervattende een bykans even belachlyk itelzel als riet dierlyk Magnetismus. De Tytel daar van luid nagenoeg als volgd : A Treatife on the great power of metallic tra&ors in the cure of various diseafes. DeSchrvver houd bet leveren van deze Tra&ors geheel vóór zig. Ik heb ze tot nog toe niet gezien; maar, zo verre ik kan naargaan, beftaan dezelven uit draden van verlchillende metalen, die, gelegd op het vel der kranke ot beledigde delen van het lighaam, naar verzekering van den Arts, byna alle pynen , ontftekingen, gezwellen enz. zullen genezen volgens de gronden van het Galvanlsme. Ik zou wel niet vreemd zyn van te geloven , dat verfchillende metalen niet zonder vrugt ia enige ziekten en kwalen zouden kunnen geappliceerd worden op grond van de dierlyke Elektriciteit, mits de feiten wel bewezen worden, 't geen de tyd moet leren. Maar de Amerikaa'nfche Doeter verteld van genezingen, die zeer na aan het wonderdadige komen : by voorb. dat iemand , die zyn voet verwrongen had, door dit middel, zig byna in een ogenblik niet alleen van alle pyn verlost, maar ook in ftaat vond, om te saan. -iHy verkoopt deze zyne metallic tra&ors, waar van de innerlyke waarde misfehien niet boven de 6 ftuivers loopt, voor flegts * guinies het paar. Ik vermoede., Jat deze tractors ruim zo veel op de verbeelding, als )p de vaste delen, werken. De onlangs overledene L)r. Manauduc, die een Discipel was van den berugY a ten  ( if* ) ten Mesmer en van Duval d''Epremenil, won veel met de luiden de fomnambuliferen. Ik ken ene agtenswaardige Dame, die hem jaarlyks 125 guinies betaalde, en ene andere, welke hem 25 guinies gaf voor elke reis, dat hy de ziel, voor een poos, van het lighaam ontfloeg. De kraamvrouwen betaalden hem 25 guinies voor het overbrengen van de naweên in zyn eigen buik. Dit alles deed hy, of liever gaf hy voor te doen, onder het prevelen van het regte fomnambulant-formulier en het maken van zekere gebaarden met de handen, welken zeer veel overeenkomst hadden met de beweging van iemand, die zand, by voorb. van een tafel, in zyn voorfchoot ftrykt. Deze bedrieger had ge- ftadig zyn huis vol van Hertogen, Hertoginnen, en anderen Adel. Lieden, anders niet onkundig, zelfs bekende Atheïsten, hadden zo veel op met deze gekheid , dat zy door gene redenering daar van aftebrengen waren." PROGRAMMA VAN DE ÏATAAFSCHE MAATSCHAPPY der WETENSCHAPPEN, te haarlem, voor het jaar 1798. De Maatschappt der Wetenschappen hield haaie Jaarlykfcbe Algemeene Vergadering op den 19 M-ij. De Prefident Direéteur opende dezelve met een kort verflag der ftukken, welke door de Maatfchappy, zederd haare IaaMte algemeene vergadering, ontfangen en goedgekeurd xvaren, om door dezelve ie worden uitgegeeven, en deed vervolgens opgaave van het geen 'er was ingekomen op de vraagen, waar van de tyd der beandwoording verftreken was. Hier uit bleek het: I. Dat op de vraag betreffende de oorzaaken van de toeneeming der ondiepte op den Neder-Rhyn flegts ingekomen was één andwoord, in 't Fransch, tot zinfpreuk hebbende Ah pax! pax! reficiens pax ■' Hetzelve wierd geoordeeld niet in aanmerking te kunnen komen, vermits hier in het voornaams onderwerp der vraag niet verhandeld wordt. II. Dat op de vraag: De nuttigheid der Ventilators op onze oorlog-, oost indifche en andere fchepen, ter bewaaring van de gezondheid, en ter hertelling der ziekten der zeevaarende lieden, op de meest voldoende wyze te hetoogen, en tevens pteefondervindelyk te doen zien, welke foort van Ventilators daar toe het gefchikfie en minst kostbaare, en wat wyze van dezelve te gebruiken de beste zy? ■ was ingekomen één andwoord tot Zinfpreuk hebbende : de Ondervinding is de beste LeermeesUr. Het welk al te oppervlakkig en te gebrekkig ge¬ oordeeld wierd, om dtar aan eenige bekrooning toe te wy. zen; men befloot deeze vraag andermaal voor te ftelien, om te beantwoorden voor i November 1799. HL Dat de overigen vraagen, waar op de Maatfchappy voor 1 November 1797 and woorden verwacht had, onbeandwoord gebleven zyn. Hier van befloot men de vier volgende te herhaalen. Welke zyn de onderfcheiden Rasfen van Schaapen, die in de Vtreenigde Nederlanden gevonden worden, en de verfchillende wyzen van bezorging van dezelven? — Men verlangt hier by te weeten derzelver gewoone grootte en zwaarte, de afmeetingen en zwaarte van den romp, en van de leden; de gewoone langte, fynheid, en het gewicht der wol; het getal der jongen, welke zy jaarlyks werpen; en of het grooter aantal der wervel-beenderen , door Daubenton in zommigen meer dan in anderen waargenomen , aan eenig byzonder ras eigen zy, dan alleen voor eene fpeeling der Natuur moet gehouden worden ? Als meede of 'er onder de verfchillende rasfen nog een oorfpronglyk aan dit land eigen gevonden worde ? Te beantwoorden voor den 1 November 1800. Dewyl de laatere ontdekkingen in de Scheikunde naauwkeuriger hebben leeren kennen, uit welke beginzelen of beftand-deelen de Planten beftaan, en zy dus aanleiding kunnen geeven om met veel waarfchynlykheid te beoordelen, welke foorten van ftoffen het meest gefchikt zyn, om onvruchtbaare gronden, waar in deeze of geene ter voeding der Planten vereischte deelen ontbreeken, vruchtbaarder te maaken; zo vraagt de Maatfchappy: Een beredeneerd vertoog over de beste en voordeeligfle wyze van onvruchtbaare Duin- of Zandgronden ter voortteeling van voedende Plantgewasfen bekwaam te maaken, afgeleid uit het geen de Scheikunde thans omtrent de beftand - deelen der planten leert, en uit het geen zo door Scheikundige ? als door andere waarneemingen, omtrent de oorzaaken der onvruchtbaarheid van zodanige gronden bekend is, of blykbaar aangetoond kan worden. Te beantwoorden voor den 1 November 1799. Vermits men op veele plaatfen buiten 's lands dergelyke fchraale Zandgronden, als die van onze Duinen, heeft begonnen te bebouwen, en ten nutte aan te leggen^ en vermits het ter bevordering van bet nuttig gebruik, het geen men thans van onze Duinen tracht te maaken, zeer dienftig zoude kunnen zyn te weeten, hoe men by de verfchillende beproevingen van dergelyke Zandgronden elders geflaagd is, zoo vraagt de Maatfchappy: Een beknopt verflag van de verfchillende proefneemingen, zo veele men kan nafpooren, op dergehke gronden elders genomen , en van den voor- of nadeeligen uitflag van dezelven , opgemaakt uit echte berichten, die daar van voorhanden zyn of kunnen verkregen worden, en zodanig ingericht, dat de welgelukte proefneemingen met genoegzaame nauwkeurigheid befchreven zyn, om ten richtfnoer te kunnen verftrekken, en dat men uit de mislukte beoordeelen kan, welke beproevingen op fchraale Duin- of Zand- gron'  ( 173 ) gronden mf| gtene koop van een voordeeligen uit/lag kunnen ondernomen worden. Te beantwoorden voor den i November 1799. Wat leeren de laatere ontdekkingen in de Scheikunde omtrent den Aan der Gisting; en welke voordeelen zouden zommige Trajiquen hier uit kunnen trekken, iy welke gistende fioffen gebezigd woi den ? Voor een onbepaalden tyd. De Maatfchappy heeft goedgevonden , voor dit jaar, de vier volgende vraagen voor te ftellen. I. Wat weet men thans van den loop of de beweeging der Sappen in Boomen en Planten'? Hoe zoude men tot meerdere kennis kunnen geraaken van bet geen desaan- gaande nog duister of twyffelachtig is? En kunnen 'er, uit het geen hier van door proefneemingen of ondervindingen wel beflist is, nuttige aanwyzingen tot het voortkweeken van boomen en planten worden afgeleid? Te beantwoorden voor den 1 November 1799. II. Aangezien men door eene genoegzaame oplettenheid op de Pbyfifche oorzaaken, die den rook in de fchoorfteenen doen opgaan, naar allen fchyn het rooken doorgaans zoude kunnen vermyden, zodanige gevallen welligt uitgezonderd, waar in de fchoorfteenen aan te rug gekaatfte winden of zo genaamde valwinden blootftaan, zo vraagt de Maatfchappy : 1) Eene duidelyke en kortbondige Natuurkundige befchouwing van de oorzaaken, die den rook in de fchoorfteenen doen opgaan, of denzelven daar in belemmeren. 2) Aanwyzingen of regelen uit zodanig eene befchouwing afgeleid, hoe de fchoorfteenen behooren ingericht te zyn, en wat hier by, naar verfchillende omftandigheden, behoore in acht genomen te worden, om van rooken bevryd te zyn. Te beantwoorden voor den 1 November 1799. III. Men vraagt een wel beredeneerd en meest uitvoerlyk plan ter algemeene ontginning en vruchtbaar maakirg dier uitgeftrekte ftreeken van woeste landen , of Hei-gronden, zo hoogere, als laagere of Broeklanden, in deeze Republiek, inzonderheid in de voormaalige gewesten van Gelderland, Overysfel, Drenthe, en Bataafsch - Braband; moetende dit plan in diervoegen ingericht wezen, dat, daar by, wel aan de eene zyde behoorlyk acht gegeven worde 20 op de vooroordeelen der Boeren en Land-eigenaars of Goedsheren, omtrent derzelver afzonderlyke gemeente-gronden, als op hunne waare belangen: maar ook, aan den anderen kant, in het oog gehouden het onbetwistbaar Nationaal reebt van eigendom, op alle zodanige woeste gronden, en dat daar by tevens de gepaste middelen worden aangewezen, om deeze landen niet alleen, ten meesten profyte van de kas der Republiek, aan den man te helpen, maar ook met den meesten fpoed vruchtbaar en alzo tot een duurzaame bron van welvaart, zo van her algemeen, als van elk. afzonderlyk, te maaken. Te beantwoorden voor den 1 January 1799. IV. Welke inlandfche plantgewasfen, tot hior-tfe niet in.gebruik, kunnen, volgens genomene en wel bevestigde proeven, eene goede verf-ftoffe opleveren, die met voordeel zoude kunnen bereid en in gebruik gebracht worden ? En welke elders groeijende planten zouden 'er hier te lande, inzonderheid ■ op fchraale of ledig liggende gionden, met voordeel tot verf-ftoffen kunnen worden voortgeteeld. Voorgefteld voor het Fonds van wylen den Dirtéteur N. W. Kops, om te beantwoorden voor 1 Novembsi 1799. Wyders maakt de Maatfchappy bekend, dat zy thans befloten heeft voortaan op elke Jaarlykfche Algemeene Vergadering in overweeging te neemen, of 'er onder het geen men aan dezelve, zederd haare laatst voorgaande algemeene vergadering, behalven de antwoorden op prys-vrangen, heeft meêgedeeld, eenig ftuk betreffende het één of ander vak van Natuurkunde of Natuurlyke Historie gevonden worde, het geen wegens zyne belangrykheid of nieuwheid eene byzondere vereering verdiene , en dat zy, zulks bevindende, aan dat ftuk, of zo 'er meer dan één ontfangen is, aan bet naar haar oordeel belangrykfte ftuk zal toewyzen eene zilveren eerpenning, op den ftempel der Maatfchappy geflaagen, en teffsns eene vereèring van tien ducaaten. Met de toewyzing van zodanip een eerprys daadlyk een aanvang willende maaken, heeft de Maatfchappv dezelve voor deezen Jaare toegekend aan den Burger Abraham Coenraad Swaving, te Haarlem, voor zyne tWeé meêgsdeelde fchriften, waar van het eene behelst: eene aanmerkelyke verbeetering der verlichting van ondoorfehynenie voorwerpen in het zamengeftelde microscoop; en het andere: microscopifche waarneemingen van de crystallifatien van metaalen, met 30 fraaye afbeeldingen van dezelven. Laatstlyk heeft de Maatfchappy goedgevonden, om, daar de provinciaale verdeeling deezer Republiek r,u is wegfienomen, zich in plaats van de Hollandfche de Bataaffche Maatfchappy der Wetenfchappen te noemen. De Maatfchappy herinnert, dat zy , in voorige Jaaren, de volgende vraagen heeft voorgefteld, om beantwoord te worden VOOR I NOVEMBER 1798. I. Eene Natuurlyke Historie en Natuurkundige Befchryving der Walvisfchen, in diervoege ingericht, om ter opheldering en aanwyzing te kunnen dienen van de beste wyze, om de plaatfen, waar deze dieren zich voornaamlyk tegenwoordig onthouden, na te fpooren , als mede van de minst omflagtige, de veilig, ft e en de beste middelen, welke of reeds bekend en in gebruik zyn, of nog. in praktyk zouden kunnen gebracht worden, om de Waivisfchen Y 3 fdiie-  ( m ) fchlelyk te dooien, en 'er zhh, alzo, langt den kortft:n en iekerflen weg , meester van te maken. Voorgefteld in 179Ó. ft. Vermits het meermaalen, by hevige Wind-vlaagen, gebeurt, dat Windmolens, in weerwil der Vang, tn beweeging. en dusdoende in brand geraaken; zo wordt gewaagd: of 'er geen veiliger middel, dan de gewoone Vang der Molens, uit te denken zy, om. na dat de beweeging der Wieken door wryving gefluit is, dezelve in Rust te houden? — En zo r >m: of dan niet de gewoone Vang zodanig verbeterd zouie kunnen worden, dat, by behoorlyk toezicht, geene beweeging der Weken, zelfs by de flerkfte Winden , te vreezen zy ? De Maatfchappy verwacht nogtans, dat men geene nieu we uitvinding, noch verbetering voorflaan zal, dan die, in zich zelve uitvoerlyk, met weinig tyds verlies, endoor eik Molenaar gemaklyk beftierd kan worden. Voorgefteld in 1796. flï. Welk licht verfpreidt het Scheikundig leerftelzel van L»voIsiee, en de wyze van, volgens hetzelve, de beflanddeelen van dierlyke , plantaartige en andere ftoffen te onderzoeken , over de NMurk'.nnis van 't menschlyk lighaam, en over de kennis van het geene, het welk voor hetzelve voordeelig offchadelyk is, en welke voordeden kan de Geneeskunst thans reeds daar uit trekken? . Voorgefteld in 1793, en herhaald in 1796. iV. Praefondervindelyk te doen zien, welke voir- en nadeden wen ft» Teeringagtige Zisktens, vooral in Longteeringen, te wachten hebbe van de inademing van onderfcheiden mengzels van verruilende foorten van Luchten, door Dr. Beddoes aangeprezen; en welke de beste wyze zy om dezelve toe te dienen ? Voorgefteid in 1795, en herhaald in 1797- V Wat heeft de ondervinding geleerd omtrent het nut, het eeen'zommige fchadelyk fchynende Dieren, byzonderlyk in Nederland , aanbrengen : en welke omzichtigheid heeft men diensvolgens in acht te neemen, in het uitroeijen van dezelven ? Voorgefteld in 1794, en herhaald in 1797. VI Welke Inlandfche tot hier toe min beproefde Plantgewasfen kunnen met nut gebruikt, en in onze Apotheken ingevoerd worden, in plaits van Uitlandfche Geneesmiddelen'*. De Maufchappy verwacht hier op zulke antwoorden, waarin ds krachten en nuttigheid dier inlandfche Geneesmiddelen niet blooilyk op het getuigenis van anderen aangenomen, maar op oorfpronglyke proeven, en waarnemingen in ons Vaderland gedaan, rusten. Voorgefteld in 1793, en herhaald in 1797. VII. Welke inlandfche tot nu toe niet in het gebruik zynde Plant vewasfen zoude men tot een goed en goedkoop voedzel kunnen gebruiken? Welke uitlandfche niet in gebruik zynde gewasfen zouden, hier te lande, tot het zelfde einde kunnen voortgeteeld worden ? _ De Maatfchappy verlangt ten deezen opzichte kortlyk by één gebracht te hebben, wat hier omtrent door onder¬ vinding is bekend gewerden, en zulks, zo veel docnlyk, door nieuwe of herhaaldj proefneemingen te zien uitgebreid en bevestigd. Voorgefteld in 1795, en herhaald in 1797, VIII. Welke zyn de Delf/hffen , binnen den omtrek der zeven Vereenigde Provinciën en derzelver Geasfocieerde Landfihappett te vinden, van welker verdere najpooring men met genoeg no.ame redenen nut voor 't Vaderland kan verwachten? Men be¬ geert geene enkele lyst van gemelde Deifftoffen, miar tevens de redenen, waarom men zich van derzelver verdere nafpooringen voordeel voor het Vaderland hebbe te belooven. Voorgefteld in 1789, en voor de tweedemaal herhaald in 1797- De volgende vraagen blyven, onder aanbod van den ge» woonen eerprys, voorgefteld. VOOR EEN ONBE PAALDEN TÏD. I. Wat moet men denken van de trapswyze opklimminge, welke veele, zoo oude als hedendaagfche, Wysgeer en hebben gefield plaats te hebben tusfchen de Natuurlyke wezens, en tot welk eene zekerheid kunnen wy geraaken omtrent het daadlyk beftaan van die opklimming, en van de orde welke de Natuur daar in volgt ? De Maatfchappy verlangt op deeze vraag gééne Overna~ tuurkundige Verhandelingen, maar zal aileen antwoorden, die uit de Natuurlyke Historie ontleend zyn, in aanmerking neemen. Voorgefteld in r78r. II. Hoe verre kan men thans uit wel bevestigde en beflisfende Proefneemingen en Ondervindingen eene wel gegronde Theorie omtrent den aart van het Vuur, en de oorzaak der Warmte opmaaken ? En wat heeft men hier omtrent nog als twyffelachtig aantemerken? De Maatfchappy zag gaarne, dat de geenen, die na den uitgeloofden prys willen dingen , de Proefneemingen van anderen, welken zy tot ftaaving eener theorie bybrengen , herbaalden, indien dezelve niet by herhaalinge genoegzaam bevestigd zyn. Voorgefteld in 1783- III. Dewyl eene ontlasting van Water ten aanzien van haare nuttige gevolgen niet beoordeeld kan worden, zonder tevens den toevoer en verdere plaatslyke omftandigheden, die zoodanige ontlasting verzeilen, in aanmerking te neemen, zo wordt gevraagd: Kan de nuttigheid, en derhalven ook de noodzaaklykheid van den Rhynlandfchen Slaaperdyk, ingeval van overloop, het zy uit de befchouwing van vooren, of ook door ontwyffelbaare bevindingen aangetoond worden'! Voorgefteld in 1786. IV. Welke zyn de onderwerpen, betreffende de Dieren onzes Va-  ( *?5 ) Vaderlands, van welker verdere niafpoor'nge men met genoegzat me redenen nut voor het Vaderland kan verw.icluen ? Van zoodanige onderwerpen verlai.gi de Maatfchappy gééne enkele lyst, maar tevens de ledenen, waarom men van derzelver verdere nafpooringe voordeel voor het Vaderland hebbe te verwachten. Voorgefteld in 1786. Het zal de Maatfchappy aangenaam zyn, Wanneer de Schryvers hu ine antwoorden, zoo veel mogelyk is, bekorten , door alles daar van af te laaten , het geen niet volftrelu tot de hoofdzaak, die zy vraagt, behoort. Het ftaat ook aan elk Lid vry na den prys te dingen, onder voorwaarde, dat zyne Verhandeling, gelyk ook het bi'let, met den letter L getekend ?y. Alle de Antwoorden op de Vraagen, en de Opfchriften der Billenen, moeten niet met de eigene hand der Scnry vers gefchreven, noch met derzelver eigen naam, maar met eene Zinfpreuk ondertekend, en met een verzegeld Billet, het welk dezelfde Zinfpreuk tot opfchrift heeft, waar in des Schryvers naam en adres, door hem eigenhandig gefchreven, voluit gemeld zyn, zeer leesbaar gefchre ven, in het Nederduitsch, Fransch, Latyn of Hoogduitsch, (doch met geene Hoogduitfche Letter) Fhanco gezonden worden aan M. van Marum , Secretaris deezer Maatfchappye. Vraagen, opgegeeven voor een onbepaalden tyd, moeten mede voor primo November worden gezonden; terwyl de laater inkomende niet wel voor dat jaar na den prys kunnen dingen. De Prys, geftetd t>p ieder van de voornoemde Vraagen, voor den geenen, die, naar het oordeel der Maatfchappye dezelve best beantwoort, is een Gouden Medaille, op den gewoonen Stempel der Maatfchappye geflaagen, met den Naam van den Schryver en het Jaartal op den rand: of dertig ducaaten, ter keuze van den geenen, dien de Gouden Medaille is toegeweezen. Het zal den geenen,' welke den Prys behaalen zal, of een Accesftt zal bekoomen, niet vryftaan zyne Verhandeling, welke bekroond is, het zy in het geheel of ten deele, het zy apart, of by eenig ander ■werk, te doen drukken, zonder de uitdTukkelyke toeftemming van deeze Maatfchappy daar toe te hebben verkregen. Tot LEDEN zyn verkoren. Johannes ENSCHEné, J. U. D. te Haarlem. Abraham Cöenraad Swaving , Rustend Predikant, te Haarlem. Josue Teissedre l'Ange, Predikant by de Walfche Gemeente, te Haarlem. J. Bleuland, Medicina, /Inatomes, Phyftologitt, et Artis obftetric'Oi Profesfor, re Utrecht. J. A. Bennet, Medicina Dotlor, te Leyden. G. Ch. Lichtenberg, Philofophie Profesfor, te Gottingen. C. F. Wiebeeing, Steuer-Raad van Hesfen-Darmftad en Op- I per-Rhyn-Rouw-Infpeüor, te Darmflad. I Thomas Bugge, Astronomie et Mathefeos Profesfor, te Cop- a penhaagen- I I NARIGTEN en BYZONDER HEDEN, I tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishou- kunde , handwerken en fabrieken, betrekke lyk. Iets over de Fabriek van Fayance van Ollivier , te Parys (*). Ollivier , dezelfde die van het Lyceum der Kun(Jen , m de openlyke zitting van den 3often Germtnal de krans van verdienden omving, heeft in de voorlta* [ Antoine een Fabriek van Fayance ( verglaasd Aardenwerk), welke Fabriek, door zyn vader opgerichr, reeds federt zestig jaren bellaan heeft, maar door hem merkelyk verbeterd en uitgebreid is. Alle foorten van grof en fyn Pottebakkerswerk worden 'er gemaakr. Het veiv glafel van 't fyne vaatwerk is fyn eri glad, en de kleuren zyn fraai, maar het maakfel van verfcheiden foorten vaatwerk is nog vatbaar voor verbetering; dan men bevlytigt zich met allen yver het zelve die'losfe zwier en bevalligheid van omtrek te geven, waar door hetEngelsch Aardenwerk tot nog toe, boven alle anderen, uitmunt. Hetrunfche vafen worden door Oluvier vry gelukkig nagebootst, zo wel ten aanzien oer ibiffe als der kleuren. Het tafel - en keuken - vaatwerk vervaardigd uit efie metallieke, zeer weinig poreufe-aarde, die in de nabyheid van Parys gegraven word is bet, tegen 't vuur beltand, en by uitltek goedkoop' — Ollivier weet ook nog een compofitie te bereiden die het Bafalt,. aan kleur, zwaarte, digtheid en klank zeer_ naby komt. Ik zag kleine Caryatiden van deze lpecie gemaakt, die bovendien de verdienden hadden juist getekend en fcherp van omtrek te zyn. Deze Fabriek zal voor Frankryk en voor de buitenlanders eensdat geen worden, wat de vervallende Fabriek der Weogewood's in Engeland geweest is; byaldien naamlyk de Franfche Ondernemer voortvaart, zó als hy begonnen (*) Deze berigten zyn getrokken uit het zelfde lezenswaardig werk, waar uit wy, in onze laatst vorige Nos.. reeds, deze en gene ftalen meer onzen Lezeren hebben" medegedeeld. Het zelve voerd den tytel van Parys in zyn tegenwoordigen toeftand gefchetst, naar het Hoogduitsch van Dr. F. J. L. Meyer; gedrukt in 2 Stukken (waar var, het taatfte eerst onlangs is uitgekomen) by J. Wahn«rs, te imfterdam. Een werk, 't welk zo uit hoofde van deslelfs algemenen onderhoudenden inhoud , als wegens den lebaaglyken fchryftrant, eD de naauwkeurigheid en i-chtleid der befchryving en verhalen, daar by' voorkomende, lle aanpryzing verdiend.  ( l?6 ) nen is. Thans ontbreekt bet hem nog aan de middelen om zyne Fabriek volkomen in werking te brengen. Aan het beitelde werk word, ter oorzake van gebrek aan werkltiiden, zeer lang/.aam gearbeid. - ulu- vier beeft ook een zeer voordelige Fabriek van Verraillioen , en ik vond hem bezig met het nafpeuren ener ontdekking, betreffende een onfchadelyke vloeibare toebereiding van Loodwit. Pbyzek der Granen, or oS Mey te Amsterdam. TARW. HetLast, GERST. Het Lik Ggld. , •J'J* Paolfche bonte en witte iBoaaio Vriefche Winwjn* . 65 a go dito to3e . • 176 a *ooi Gron. en Oldamlche. ööaso ElLg enHeugfe . /70a 195 Zeeuwf. en Overm. Wmter 70185 Kon?nÉsberew • jöoa i85,Dir.o Zomer . 6C-tto V/S . • « '3° "6° Dantziger en Elb. . • \ «"xS haver en boekweit. 2eelalldfLR0GèE: ' * ^"^Brouwtaver . . 54«« ■Pniisfifche . . • 00 ai 14. Witte Voeder dito . 36 a 45 Konin«l,er«er . . 90 a 11} Boek w. Amersf. en Gooil. £ 24*25 GeZogde"! . . loaaiwDicoBrab.en Vlaatn. £a,n Asög- «telen - 9,12,14 Idem in Specie - 57} Franfche Kronen - 54la55 tonden. 2. m. fi Nieuwe Ryksd. - 2 pCt. Hamburg, m. Ct. fi' 37'B?'S6"- Pa Dito kort - 37 rs- — ■Wenen id. B°. - 87!» nr ' MAANDELYKSCHE PRYSLYST derIKEW TJITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandfche. Holland 2\ prCts. 36 a 40 prCtr. Geforceerd en Restanten van Loten 34* a 365 prCt. Zeeland mi prCts. 23 a 29 prCt. Friesland 2 prCts. 3,1. a 36 prCt. Utrecht 2' pr.Ct's 38841 prCt. Generaliteit 3 prCts. 38a41 mét- Last- cn Veilgeld 24 prCts. 32 a 35 prCt. Vorst van Nasfau prCts. 35 a 36 prCt. O. ƒ. C. Let. i735-i790. 3 PrCts. 3ia4i prCt. ' Diverse Buitenlandsche- Amerika. 5 prCts. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. 33 a 94? prCt. Dito 4 prCts. 83 a 84 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 88 a 90 prCt. Dito Geconf. FonJf. 4.^ prCts. by Staphorst. 70 a 711 prCt. Akkers ifte Negot. 70 a 71 prCt. Dito 2de Negot. 61 a 6i prCt. Kwik en IVe.ierb. 5 prCts. 73 a 75 pi'Ct. Dito 4* prCts. 67 a 69 prCt. Dito 4 prCts. 6ia65 prCt. Spanje 4| prCts- 78 a 79 prCt. Dito 3A prCts. 59 a 60 prCt. Rusland 5 prCts. 85ia86i prCt. Dito 4| prCts. 85-;-a86| prCt. Dito 4 prCts. 85 a 8<5 prCt. Zweden 5 prCts. 96396* prCt. Dito 4^ prCts. 92 a 94 prCt. Dito 4 prCts. 89 a 90 prCt. Denemarken. Toll. 4 prCts. 98 a 99 prCt. Dito Holjlein 4 prCts. 98 a g8|prCt. Dito Leen. en Wisf. B. 4 piCts. 985: a99£ prCt. Dit» Kroon 4 prCts. 95396 prCt. Polen 5 prCis. 941 a ior prCt. Saxen Onverwisf. Steuer 3 prCts. 37Aa38 ftv. DitoOrdin. 3 prCts. 38 a 38^ ftv. Dito Kamerft. 3 prCts. 36837 ftr. Dito 2 prCts. 29230 Itv. Amft. 29 Mey 1798. GEBOORTE., TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week,' is geweest: te Amjlerdam 97; en te Haarlem 13, onder welken laatften 2 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN^ BUITEN HAARLEM. BARO- THER- HYGRO- streek LUCHTSMey ME- MOME- ME- DER [ GESTELD1798. ter. TER. TER. WIND. . heid. C30- 4* S3jr 7o o. bewltkt. «3 < 30. 4i 6St 48 n. >sav01lds' neijer. 3| 50 69\ n. t. o. ■ ■ C^o~3 54i 12 n. n.w. 24 30.3 65| 50 n.w. ;$*etder. f,30. 21 5Q| 81 — CSoTï] sö"" ~88 n. n.oJ" 85 ( 30-11 70 54 n.o. smorgens dampig; 3 \ 0 \ ' . „T. „ ... verder omtrent helder. L 3Q- li 53» 86J H. w. f30. i; 61 90 o.N.o. 26 <* 30. Ij 74 47 °- helder. ^3°\!_ 58i, 73 N-0^ C30. i| 61 ■ 74A N. heIder. 27 / 30. l\ 76 47 N. N. O. 'savonds bewolkt; ^30. I* 63 63 N- namidd. windrig. C30- 0| 63 61 N.N. O. harde wind; voorm. be26 <; 30. O 69| 61 - trokken; tusfchen heide C 30- O'- 59 65 — re8en' verder bewolkt- ("30. 04 60 71 N.N. O. zeer windrig, 29 < 30. o! 64' 6lï — voormidd. betrokken; '30. O}' 53| 78 — verder bewolkt.  1798. No. 232. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vrydag dm 8 Juny. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, 18 -Mey. De Burger Blane, voorheen Hoog leeraar in de Wysgeerte, heeft het Wetgevend Lig huam een plan «oor nipuwe Landkaarten voorgefjagen. Hy wil, dat men de tuinen en parken van PerfaUles, Vincennes, van Chalons en St. Cloud, ter beöeffening der Aardrykskunde zal afftaan, en dezen voor die wetenfehap dat geen zullen worden, 't welk de Nationale Tuin voor de Kruidkunde is. Hy wilde daar in al le waerelddelen met derzelver Hoofdrivieren , Bergen enz. in het klein vertonen, zo dat men, op één dag, al het voornaamst merkwaardige daar van, in het klein afgebeeld, kon befchouwen. DUITSCHLAND en aanliggende landen. Bërlyn, 22 Mey. De Koning heeft de fraaie Boekery des overledenen Geheimraads von Steek, tegen ene jaarwedde, van deszelfs Weduwe gekogt, en haar aan het Departement van Buitenlandfche Zaken gefchonken. Dofter Fifcher, te Halberflad, heeft aldaar voorleden jaar, een foëntrngshuis geftigt, waarheen, met behulp IX. Deel. der regering , voortaan by aanhoudendheid zullen gevoerd worden de zodanigen, by welken zig de eerlte tekens der Kinderziekte vertonen ; men twyfFeld geenzins, byaldien dit voorbeeld door geheel Europa gevolgd word, of men zal met den tyd, langs dien weg, deze veifchrikkelyke ziekte, die thans zo gevaarlyk en algemeen geworden is, als zy voorheen onbekend was, geüeel uitrooijen. Dr. Faun, te Buckebourg en Dr. Junker, te Halle, zyn zeer yverige voorftauders van dit menschlievend Itelzel: ook heeft het groot Collegium Medicum, te Berlein , aan zyne Majelteit van Pmisfen reeds een gunltig verflag daar omtrent ingeleverd. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Groningen, den 30 Mey. Heden is alhier, in dea ouderdom van 76 jaren en omtrent o maanden , overleden, Nicolaus Wilhelmus Schroeder, in deszelfs leven Hoogleeraar in de Oosterfche Talen en Joodfche Oudheden, als mede Bibliothecaris van de Univeriiteits Bibliotheek en Infpeclor der Latynfche Scholen. Stereotypische Drukken ene oorsprongelyk hollandsche uitvinding. (medegedeeld aan den Schryver van dit Blad.) Met veel ophef ia uw allenzints nuttig weekblad ge% wag  ( 17* ) wag gemaakt vindende van eene nieuwe Typographifche ontdekking der Gebroeders Didot , te Parys : voornamentlyk beltaande in het geeven van Stereotypifche drukken t kan ik niet nalaaten de eer van een Kunfteuaar onzer Natie te handhaaven , aan wien met veel recht de lof van deze , zonder twytTef nuttige, uitvinding, mag worden toegezwaait. Hot' is reeds meer dan honderd jaaren geleeden , dat men Éer te lande de kunst bezeeten heeft , van blyvende duurzaame drukken te maaken, met vaste lettervormen , welke in alle opzichten de verdienften bezaten , welke aan- de Stereatypifche vormen van Didot worden toegefchreeven; alleen de fraaiheid van de fnede der letteren uitgezonderd; het geen ligt te begrypen is, wanneer men de vorderingen, zedert dien tyd in de Drukkunst gemaakt, in aanfchouw neemt- De Boekhandelaars S. en J. Luchtmans, te Leyden, zyn nog bezitters van de vormen eenes Nederduitfchen By bels in quarto, op dusdanige konltige wyze vervaardigt: reeds veele duizende afdrukken zyn op-dezelve getrokken en ia ieders handen, en echter zyn de letters nog in eenen goeden ftaat. De Uitvinder van deeze nuttige kunst was ff. van der Mey, Vader van" den niet onbekende Schilder van dien naam, en omtrent het einde der voorige eeuw in Leyden woonagtig: dëeze heeft, met behulp des Predikants, van de toen> aldaar bloeijende Hoogduitfche Gemeente , Maller , welke voornamentlyk voor de naauwkeurige correctie zorge droeg, vervaardigd en in vaste vormen gegooten de voorgemelde quauo Byi>el: en nog eens dezelve in folio, met volkomene kantteekeningen, waar van de vormen nog berusten by den Boekhandelaar Elwe, te Amlterdam. Verder een Engelfchen Bybel, en het Novum Testamentum en' Lexir eon Syriacum van Schaaf, waar van de vormen reeds verfmolten zyn, en eindelyk een klein Grieksch Testamentje in i8°. Voor zo verre men weet heeft van der Mey niets verder geleevert, en is ook de kunst van vaste vormen te maaken met hem verlooren geraakt , of ten minfte niet meer geöeffend: waar van de reede ligt te Sisfen is; daar, fchoon zodanige bewerking op zich zelve zonder twyffel veele voordeden, bezit, zy echter altoos veel kostbaarder is dan de tegenswoordig gebruiklyke manier van drukken ; ten. zy men dezelve aanwendde omtrent zoodanige boeken, welke onontbeerlyk, en van een aitoosduurend nut zyn ; waar van het getal zeeker gering is; te meer, daar het in de Annalen der Hollandfche Boekdrukkunst zonder voorbeeld is , om op een debiet van 150.000 Exemplaa-' ren, zo als de Gebroeders Didot, eenige rekening te; aiaken. NIEUW - UITGEKOMEN, BOEKEN, AKADEMISCHB EN ANDERS SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. . Tafercelen van de Staatsomwenteling in Frankryk. Vierde Deel , 244 bladz. in gr. 8vo. Te Amfterdam, by J: Allart 1797. Behalven in een fraai Vignet,, op den Tytel, beftaan de Prentverbeeldingen, in dit vierde Deel der Tafereelen voorkomende,. in drie keurlyke Konstplaten, verbeeldende: de overgave van het eerfte Vaderlandsch Gefchenk, door enige Pary. fche Vrouwen, Echtgenoten en Dogters van Konftenaars en Winkeliers, op den fden van Herfstmaand 1789: de uitbundige vrolykheii van de voormalige Lyfwachten des Konings, op het Toneel van de Opera te Verfailles, den iften van Wynmaand: en den optogt der Paryfche Visch-Vrouwen naar Verfailles, om den Koning af te halen, op den sden, daar aan volgenden; voorts in de fraaie Pourtraiten van drie Mannen, zeer beroemd in den Ocbtendftond der Franfche Omwentelinge; van de Lally Tolendal, Clermont-Tonnerre, en den Hertog van auguillon. De Befchryvingen, in dit Deel vervat, gaan over de volgende Hoofdftukken : den Toeftand des Franfchen Ryks: de Geestdrift der Paryfenaars: den arbeid der Nationale Vergadering : de pogingen der Staats-Vyanden: en den optogt naar Verfailles. Op den. zelfden voet , als in de drie vorige Delen, waar van wy in het 2de, 5de en 7de Deel onzer N. A. K. en L. Bode, hebben verflag gegeven, gaat de Schryver in dit Deel voort. Dezelfde eenvoudigheid in de verhalen , alomme met kragt en ftoutheid van zeggen , en enen fraaien en de aandagt geheel innemenden ftyl, gepaard; deaelfde onpartydigLstd en omzigttgneid in net bcüurdelen van de ware oorzaken der. gebeurtenisfen, en de wezenlyke oogmerken en dryfveren der voornaamfte Daadvoerers; fchoon men overal den ernftigen en warmen voorftandor van het hoofddoel der Franfche Omwentelinge, den minnaar van ware Vryheid , zo wel als Recht en Orde, ontdekke: dezelfde menschkunde en diepe inzigren in den natuurlyken en daadlyken loop der menfehelyke zaken; van hunne driften, bedoelingen en handelingen, ontmoeten wy hier, als in de vorige Delen. De Schryver volgt juist, en voet voor voet, den voortgang der grote gefchiedenisfe, waar van hy hier de eerfte Tonelen febetst, zonder voor uit te lopen; zonder byna immer, het geen hy befchryft, te ontknopen en uit te leggen, uit en naar de gebeunenisfen en heerfchende denkwys van volgende tyden; zonder de Hoofdperfonen en hunn.e gedragingen te beoordelen, uit hunne latere handelwys en lotgevallen. Van hier, dat, naar gelang men meer van den tyd yerwyderd geraakt, waar op de onderwerpen dezer Taferelen hebben plaats gehad; naar gelang onze manier van denken zig meer en vaster plooit, naar de heerfchende denkwys en oordeelvellingen van latere jaren; wy op het lezen van  ( m ) van deze Taferelen ons meer bevreemden; minder begry pan kunnen, dat ene Gefchiedenis, in hare beginzelen zo, ilanig, als wy ze hier vinden, in korten tyd zulke gevolgen heeft gehad, als wy beleefd en gezien hebben; en wy wel eens gevaar kunnen lopen van den Schryver te befchouwen, als welligt de beginzels dier gefchiedenisfe; de oogmerken en werkzaamheden van hen, die het voornaamfte deel daar in gehad hebben; in een al te gunftig licht voorftellende. Schoon wy weldra van dit denkbeeld zullen te rug komen, wanneer wy ons best doen, om ons, met onze gedagten, tot de vroegfte tyden der -Franfche 'Omwentelinge weder te brengen; wanneer wy naauwkeurig letten op enige byzonderheden, door den Schryver zeiven niet onaangemerkt gelaten, zo in het eerde beloop dier Omwentelinge, als in het gedrag en charader der Hoofdperfonadiè'n; byzonderheden, die reeds van zelve vry wat tot opheldering kunnen dienen van die anders fchynftrydige Tonelen, welken 'er weidra gevolgd zyn. Ten bewyze, dat de Schryver, wel verre van zulke byzonderheden onaangeroerd te laten, in tegendeel, in deze i eerfte Taferelen zelve, meermalen ten duidlykften den grond aanwyst, waar uit de volgende gebeurtenisfen, natuurlykerwyze, moesten voortfpruiten, zullen wy hier den Lezer; onder vele anderen , waar toe wy hem naar 't werk zelf wyzen; alleen mededelen de aanmerkingen, waar mede hy het artikel: de pogingen der Staats ■ Vyanden: aanvangt; bl. 162—109: dus luidende: „ Moedig, zagen wy, was het gedrag van de Vertegenwoordigers des Franfchen Volks, om, midden in den dringendften nood, den Staat te behouden. Zelfs, met het toenemend gevaar, fcheen hunne moed aan te wakkeren, en de wysheid hunner befluiten deed, veelal, den laster verftommen, dien het verraad niet ophield, over hunne beste handelingen uit te bfaaken. Dan, hetgeen elke andere Vergadering van zoo veele fchrandere Staats-mannen, in alle andere Landen, met het gelukkigst gevolg, zou hebben uitgewerkt, vond, juist in Frankryk, de grootfte verhinderingen, door het ingekankerd bederf, dat tot alle de deelen van den Staat was doorgedrongen , door de vrees voor de ontdekking van voorige gepleegde misdryven, door de meenigte van aanhangers, welken zich dat Bewind, door allerlei gunst-betooningen, verworven had door derzelver onophoudlyke poogingen, om het Volk tot oproer, en de Krygs-magt tot ongehoorzaamheid, aan te hitzen, door het vooroverlegd ontwerp, om het geheele Staats-wezen, by eenen veragterden opbrengst van fchatting, of ook by de verregaandfte fiuikeryen, tegen welker 1 uttvorfching geene genoegzaame voorzorg beraamd was in ' wanorde en werkloosheid te brengen , en daardoor het' al- I gemeene misnoegen te werpen op onfchuldige voorftanders 1 der vryheid, wier aanhoudende arbeid de redding alleen i des Vaderlands beoogde. , „ In dezen toeftand van zaken, werd het Staats-bewind 1 natuurlyker wyze, meer het voorwerp van geheimen en < [ listigen handel , dan het gevolg dier grondregelen van wysheKl en billykheid waaraan%icb de eerly beid ™ den Bew.nds-man, en de trouw des Volks, verbindt. El- nlZfe™dtrd3 rifhCing «"««F. «» dèn eenen kant maakte ook dezelve, aan de andere zyde, noodzaaklyk Was het inwendig verraad vermetel genoeg, om de /ranen buiten het Ryk te voeren, metg heTfevloekte oogmerk, om rmdden in den overvloed, eenen hongers-nood te verwekken dan vorderde de ftaatkundig* noodzaaklykheid om de flagboomen en buifen der Tol-bedienden te herftellen welken de algemeene baat tegen alle willekeur, in de eerfte dagen der ontwaakte vryheid, had vernietigd Valfche gerugten , op dit oogenblik verfpreid, als of het vaderlandsch Bewind de oude keetenen der dwingland? w,de vernieuwen waren thands genoegzaam, om het Volk, door de heillooste voorwendfelen, tegen zyne vrienIden zeiven voor in te nemen. Zelfs de mislukking var» dezen vvandigen toeleg bragt, wel haast, wederom, andere middelen voord, wier gevolgen niet min ontzettend waren. Eene vervalfching der eet-waaren , flechts in eenen foberen voorraad ter markte gebragt, derzelver opkoop tot hooge pryfen, midden in de fchaarsheid, en de aanmerklyke fchats-verfpilling, om den eenvoudigen Landman tegen wil en dank, in dit affchuuwlyk verraad te wikkelen, e.schten, te gelyk met het moeilykst onderzoek, den befhsten maatregel, om niet flechts fchranderheid, maar zelfs list, tegen list, te ftellen, om de flegtfte oogmerken te veriedelen. En het is juist in deze allereerlle beginfelen, dat de bron moet gezogt worden , niet alleen der onzahgfte twisten, die de gemoederen, zelfs der vaderlanders , verdeelden , maar tevens dier verwarring en misdaaden, waarmede de gefchiedenis van laater tyd de anderszins zoo merkwaardige, Franfche Staats-Omwenteling, op het jammerlykst, bezoedeld heeft. j „ Geen, echter, ^r_ vyandige aanflagen was geduchter dan die van eenen Burger - oorlog, waarby de Koning uit Verjaüles ontvoerd, de Nationale Vergadering ontbonden, en, in afwezigheid van beiden, door middel der Krygsmagt, het ontwerp van overheerfching zou worden daargefteld, dat in het brein van dwingelanden gefmeed, en in derzelver geheime vergaderingen was beraamd geworden. Dat 'er zoodanig ontwerp beftond, ftelc de gefchielenis van den dag buiten alle tegenfpraak. Dan, zy zelve iaat het, in den tegenwoordigen tyd, nog onbeflist, tot arelke der vyf heerfchende Staats-partyen de aanleggers ^an dit helsch ontwerp behoorden. Hoort men de voorlanders van het aloude koninglyk gezag, hetgeen zy, onianks de verklaarde geneigdheid des Volks tot eene vereerde Staats-form, op nieuw wenschten te herftellen, lan zou het gantfche werk zynen oorfprong verfchuldigd :yn aan de dolle drift van fortuin-zoekers, wier geheim loei, om het gantfche koningfchap te vernietigen, eenaaal naar wensch getroffen, voor hun den toegang openIe tot de voordeeligfte ambten, die de vergelding zoudenZ 2  ( ido ) zyn voor hunnen arbeid. De Volks-gezinden, op hunne beurt, werpen de befcbuldiging wegens den verraaderlykften toeleg op hen, van wier aanhoudenden tegenftand, omtrent aüe burgerlyke en ftaatkundig vryheid, voorzeker, nimmer eenig goed te verwachten was. Siaat men a3n deze voorgevens geloof', dan hadden de Konings-gezinden eene tweede Paryfche Brtailoft beraamd, om all', wat vryheid ademde , te vermoorden ; dan was te Parys een geheim kantoor gefticht,' dat zyne zendelingen door het gantfche Ryk afvaardigde, om, tot herftel des Konings, het oproer te bereiden ; dan hadden Edelen, Priesters, en Hovelingen, zich by eede verbonden tot deze ge vloekte zamenzweering ; dan hadden de voornaamfte Bevelhebbers der Franfche Krygs-magt zich aan het hoofd gefteld van dit eed-genootfchap; zelfs Gezanten van btutenlandfche Hoven zouden dezen gantfcben aa-nflag Sèftuurd, en, door toevoer van geld , krachtdaadig hebben onder fteund; dan zou, eindelyk, Verfaütes door het leger van den Siaat omringd, ingefloten, en, met deze middelen van bedwang voorzien, het middenpunt eener geduchtte Tegen-Omwenteling zyn geworden. Het algemeen getuigenis van hun, die, ten dezen tyde, in de naauwlte betrekking ftonden tot de gebeurdtenisfen van den dag, fpreekt den Koning vry van allen verraaderlyken handel; doch befchuldigt zoo veel te meer de Koningin, als eene der voornar-mfte deelgenoten, zonder hier wederom te beflisfen; of haar ontwerp zich alleen bepaalde tot de handhaving van het koninglyk gezag, dan of zy ook, in het geheim, zamenfpande, om haaren eigen Gemaal te onttroonen ? Voorvallen, eindelyk, van laater tyden geven het nadruklykst vermoeden aan de hand , dat dc Hertog van Orleans, in deze dagen, geen onledig aanfchoy wer, maar in tegendeel, aanvanglyk, gewikkeld was in den bedekten toeleg, om, by des Konings gezogte verwydering, onder den naam van Looe^yk de XVIIde, herJlellerder Vryheid,' den Franfchen troon te beklimmen. „ Alle deze omftandigheden, by elkander genomen, hoe moeilyk ook voor den oplettenden onderzoeker, 'om eene beflisfende uitfpraak te doen, zyn echter van dien aard, dat zy het beftaan van twee hoofdpartyen verzekeren, ieder op zich zelve werkende , ter bereiking van haar verfchillend oogmerk, het zy dan om de Volksvryheid, of om het gezag van den Alleenheerfcher, te doen zegenvielen; doch ook beiden werkende door middelen, wier aanwending hoogst verontrustend voor den Staat, gevaarlyk in de uitvoering, en onzeker in de gevolgeu ware; midde len, zoo veel te heilloozer, omdat zy de waare Merkte der Volks-zaak, in de eenftemmigheid der Braven gelegen, jammerlyk ondermynden, en mannen tot werkloos ^ieid doemden, wier befiiste kunde en deugd haar, anderzins, eene gewisfe zegepraal zouden verfchaft hebben." Beknopte Letterkundige Gefchiedenis der Syfiematifche Godgeleerdheid, door A. Ypey, Lid van het Zeewwfcht Genootfckap der Wetenfchappen 'te Viisfngen, en Predikant te Ethcn, in het Land van Neusden. - In den Haag by C. Plaat, II Deel, 1795- 301 bladz. III Deel, 1798. 411 bladz. met een Register op de 3 Delen. Het is den arbcidzamen en oordeelkundige!) Schryver, van dit werk, gegaan, zo als . het verfcheiden beroemde Mannen ging , by het ter hand nemen van een werk van zo veel omflag, als het is, Kerkelyke Gefchiedenis, of Gefchiedenis der hleeningen in de Christelyke Kerkgenootfcluppcn, te behandelen: dat, namelyk het werk, onder de hand, uitdyt, en bet plan zich verder en verder uitbreidt buiten de eerst afgeperkte grenzen. De Schryver had in het eerfte Deel dezer Gefchiedenis der Syfiematifche Godgeleerdheid, waar van wy kort na de uitgave verflag deden, de 16 eerfte Eeuwen der Christenheid beknoptelyk doorgelopen, In deze twee Delen houJt hy zich enkel onledig, met de byzondeiheden, welke in de XVII Eeuw het meest aanmerkelyk zyn. Kundige vrienden fchynen hem tot deze meerder uitvoerigheid geraden te hebben: en de Nederlandfche Lezer heeft, onzes achtens, reden, om hier over voldaan te zyn. Vooreerst toch ontbreekt het ons minder aan ene Gefchiedenis der Syfiematifche Godgeleerdheid in de vroeger Eeuwen, en ook kort na de Kerkhervorming .in de XVI Eeuw: terwyl wy meer behoefte hebben aan een oordeelkundig en onpartydig verflrg van het gene in de volgende Eeuw aanmerkenswaardig is. Daarby komt het ons voor, dat Ypey van tyd tot tyd helderer inzicht in zaken, en meerder historifche kennis, gekregen heeft, waar door de twee laatfte Delen nog al wat boven het eerfte, en zelfs het derde boven het twede, fchynt voor uit te hebben. Over het geheel is het werk van ene zeer grote v/aardy, vooral voor onze Nederlanders, welken het toe dus verse aan een zodanig oordeelkundig verflag ontbrak r terwyl zelfs dat gene, wat men doorgaans uit Latynfche en Hoogduitfche werken haalde, ten opzichte der in ons Land voorgevallene veranderingen in de Syfiematifche leerinrichting, vry gebrekkig en onnaauwkeurig was. Dit gebrek heeft de kundige Schryver byna geheel vergoed : en zo vergoed, dat, niet flechts het gros der nieuwsgierige Lezers, maar ook meer geöeffenden, veel vinden zullen, wat hun te voren onbekend was. En wy twyffelën niet, of de meer geleerde Theologant, evenveel tot welk der Protestantfche Genootfchappen behorende, zal aan 'sMans onpartydigheid, waarheidliefde en goede trouw hulde doen: fchoon hy ook hier of daar perfonen en zaken uit een ander oogpunt befebouwe. iVlen leze, by voorbeeld, wat Ypey, over de Lutherfche en Hervormde Leeraren, over Remonftranten en Contra-Remonftranten, over Coccejanen en Voetianen, heeft te boek gefteld, en men zal ontdekken, dat 'sMans opgave van historifche daadzaken, door geen invloed van eigen Ieerftellige begrippen, is beftuurd geworden, en dat hy, door gene ingenomenheid met zyne eigen party, verblind is, om niet het kwade en verkeerde by dezelve te ontdekken, of het goede en richtige by an- de<  ( i8i ) deren over bet hoofd (e zien. Hy heeft ook in het Voorbericht en Nafchrift, by het II Deel, enige onnaauwkeu righeden reeds verholpen, die in een werk van zo veel omflag byna onvermydelyk zyn. Wy hadden gevvensebt, cjat hy by het III Deel, omuent enige andere onjuiste of min volledige berichten, in de vorige Delen, door hem, zo wy vertrouwen, reeds aangetroffen, het zelfde zoude gedaan hebben. Doch mogelyk krygt hy daar toe door nader ontdekkingen nog gelegenheid, en wy zouden' zeer ra den, om die dan, of als een byzonder Aanbangzel, na enigen tyd, waereldkundig te maken, of dezelve in het nieuwe werk , 't welk de Schryver gelukkig ter hand genomen heeft, in te lasfehen. Wy hebben, namelyk, nu onlangs ook van Ypey ontvangen het eerfte Deels eerfte S'Uk, van ene Gefchiedenis van de. Kristelyke Kerk in de acht tiende Eeuw, te Utrecht, by W. van Yzer worst uitgegeven. En in dit werk is hy voornemens het vervolg der Letterkundige Gefchiedenis van de Syjiematifche Godgeleerdheid, in te vlechten. Zo dat het tegenwoordige werk, 't welk anders nog ligt, door de Historie der Leeringen en Leervoordrachten in de XVIII Eeuw, met een paar Delen had kunnen vermeerderd worden, nu met dit III Deel geflo ten .is. Doch, om over de onderwerpen in deze Iaatde twee Delen vervat, een beter overzicht te hebben, zuilen wy van elk derzelve de hoofdartikels opgeven. In het II Deel word een breedvoerig berigt gegeven van de Syftematifche Godgeleerdheid der Lutherfchin ea Gereformeerden in de XVII Eeuw. Na enige voorlopige aanmerkingen over den Staat der Kerke in dit aanmerkelyk tydvak, beoordeelt Ypzy opzettelyk e.rst de voornaamfte Godgeleerde Syftema's, welke, gedurende het zelve, de Leeraars der Lutherfche Kerk geleverd hebben. Hy bepaalt zich hier vooral by die van Hutter, Gerard, (Gekard!) Calixtus, Hulsemann, en Calovius: meer kortelyk gewagende van Hornejus , Henichius , Koenig, Scherzer, Quenstedt en Beyer. Hy toont aan, hoe men de Syfiematifche Godgeleerdheid weder met den ouden Schoolfchen zuurdeesfem vermengd hebbe: maar fchat daar en tegen den arbeid van Spener zeer hoog, die met allen ernst ene andermalige zuivering, na de Kerkhervor> ming, ter harte nam. Hier na geeft de Schryver een nog wydlopiger en naauwkeuriger verflag van de Syfiematifche Godgeleerdheid der Hervormden, in de XVII Eeuw; vooral in de Nederlanden; hoedanig een verflag men elders te vergeefsch zoeken zal. Hy begint met aan te wyzen, hoe ook hier de Scholastikery zy doorgebroken, voornamelyk door den arbeid van Makowski, of Maccovius, Hoogl. te Franeker, ftraks gevolgd door Cloppenbukg, Arnold en anderen, onder welken de Schryver vooral Gysb. Voetius noemt. En zo nadert hy de tyden in welken Coccejus te voorfchyn kwam, aan wiens verdienfleu hy recht laat wedervaren , fchoon hy 's Mans misdagen niet verbloemt, By deze gelegenheid geeft hy tevens een uitvoe¬ rig verflag, van de veruitziende oce^;» ghesre-m, msfc-hrn de Vo'stianen en Coccejsncn, en van dtrzthcr invloed > p het voordragen der Godgeleerdheid door beider zydè, ff;, t uit één lopende, Leeraren. Dit doet hem vervolgens eetst de Voetiaanfche Syftema-Scbiyveien in. aanfehouw nemen : onder welken hier voorkomen Maresius , EsVén'K's , Hoornbeek, F. Turrettin, van Mastricht; M. Leïdekker, è Marck en W. van Brarel. Daar op volgen de Cocccjanen, Momma , F. Burman, Heydanus, Wi't.tiernus , Braunius , van der Waayen, den VaJer, II. Hülsiüs, Gurtler en Heidegger. Tusfchen beiden weïi'i YfEï uit in den welverdienden lof van Witsius, dit'o s evenwel toefchynt daar in een verkeerde ry te (laan. Eindelyk (laat hy ftil by den onderflyken Camp. Viteikc* , da: VaJer, die een e;gen Schole dichtte, en wiens veidtinden hy volkomen recht doet: en befluit dan het berigt, aangaande de Nedeiiandfche Theologanten, met een naauwkeurige opgave van de twisten, en onpartydige beoordeling der verdienden , van twee verketterde grote Minnen RoëLL en Beuker. Hier op volgt een korter verflag van de Sydemafchrifteu der Franfche en Engelfche Godgeleerden uit de Hervormden. En ten flotte van dit Deel gewaagt hy van zommige Leeraren, wier vreemde gevoelens op de "algemene. Syftema's der Godgeleerdheid enen zekeren' invloed hebben gehad: als Amyraud, de la Place, Pajön, Verschoor ,' van Hattem, Vlak en Deurhof. Men ziet dus welk een wyd veld Ypey doorlope cn hoe veel" wetenfehjp en oordcel 'er vereiicht worde, om in het zelve alles beboorlyk op te nemen en te behandelen. Geen wonder, dat hier en daar ics, of by toeval, of met opzet, niet waargenomen is: b. v. het Compendium Thtologiae Thfibus in Jcad. Lugduna Bat. ordine a Fr. Junio, Luca Trelcatio, et Franc Gomaro , publice propofiti's, ab anno 1598 usque ad annum I605 emeinnatum, de Synopfis purioris Theologiae per Joh.PolyaNdrum, Andream Rivetum, Ant. Walalüm, Ant. Tjiysiim, onder welker Opdeliers de één en ander wel wat by. zonderer bad mogen genoemd worden. Zo ook Henr. en Jak. Alting, en F. Spanheim. In het III Deel treft men vyf, met vee! naauwkeurige opmerking en gezond oordeel , bearbeide behandelingen aan van de Letterkundige Gefchiedenis der Sydematifche Godgeleerdheid, f. van de Myjlieken , bladz. 3—1 r2. 2. Van de Mennonieten, bladz. 112-—193. 3. Van de Socinianen , bladz. 193—281. 4. Van de Remonftranten, bladz. 28I'—363. 5. Van de Roomschgezinden, bladz. 363—411. Onder de Myjlieken uit de Lutherfche Kerk voortgekomen, telt YrEY met recht Valentinus Weigel, Jakou Böhme en zynen aanhang, (wat hy evenwet van dezen Man zegt, bladz. 27, dat hy ten jare '1600 reeds als een verachter van den openbaren Kerkdienst en van de openbare Leeraars voor den dag kwam, is wat gewaagd.) Een gundtger oordeel velt hy over Johan Arnots en Spener. Onder de bedorven Myjlieken uit de Gereformeerde Kerk fpreekt by Z 3 s wyd-  ( iSs } 1 wydiopiger van Antoineth F.ouiugnon, en haren gundeling Petrus Porret. Vervolgens bepaalt hy zich by de Jonsten, aanhangelingen van'den Delftfchen Glasfchilder» David Joris, de Familisten, volgers van Hendrik- Nikoia as, de Kwakers, en Labadisten, by welke ook de geleerde Jonkvrouwe Anna Maria Schuurman voorkomt. Eindelyk noemt hy enige van de voornaamfte Myftieken in de Roomfche Kerk op, byzonder ftil houdende by de zo beruchte Quietisten. Eindelyk handelende van den invloed, welken de Godgeleerdheid der Myftieken gehad heeft op de Theologifche Syftema's vim de Lutherfchen en Hervormden, vooral van de Nederlandfche Hervormden, erkent hy, dat zommigeDweeperachtige grondftellingen en zegswyzen by de beste voorftanders van het beöeffener.d Christendom, te onvoorzichtig zyn overgenomen; by welke gelegenheid hy enige berispende aanmerkingen op Lodknstein, de beide Brakels, en Koelman maakt, fchoon anders .den Godvrtichtigen -arbeid dezer Mannen waarderende, u'-' • In de behandeling van der Mennonieten Syfiematifche Leerwyze,. geeft Ypey eerst verflag van de Wederdopers, en ov derfcbeid hier met voorzichtigheid het flechte ras derzelve van. de besten en vromen onder deze party. Dit geeft hem aanleiding, om een uitvoerig berigt van Menno Simons mede te delen, waar by een paar tnisflagen, de één van Eocke Sjoerds, de ander van Mosheim, worden verbeterd, betrekkelyk plaats en tyd der geboorte dezes Mans, Hem roemt hy, wel niet als den Stichter van de Secle der Doopsgezinden, maar evenwel als den Man, die haar aan't bioeijeir hielp , baar dat aanzien bezorgde, 't welk zy, onder de Onroomfche Belyders van het Kristendorn, geKrcgen heeft,-en die tevens den ondergang der flechte Wederdoperen bevorderde. Hy geeft verder berigt van het onderfcheid der ftrenge Doopsgezinden, ook Fynen genoemd, of Vlamingers, en de Gematigden, anders Groven, of Waterlanders ; als mede tusfchen de aanhangers van Galenus Abrahams of -Lammisten, en die van Samuel Apostool, of Zonnisten, enz". Na reden te hebben gegeven, waarom deze Christenen, node, en eerst na verloop van langen tyd , tot het opilel van een eigenlyk gezegd Godgeleerd Syftema zyn overgegaan, en na het noemen van den vroeger arbeid van zommige anderen, enigermate, hier henen ftrek-. kende, meld hy, als het eerfte volkomen Syftema, dat van Engel Arends van Dooregeest, in 1692, gefchreven. ,, Dit en de naastvolgende Syjlemen," fchryft Ypey bladz, 139. ,, waaren eenvoudig, duidlyk, geheel niet Scholas,, dék, geheel niet wysgerig, juist zo als alle Syftemaas ,, behoorden opgefteld te weezen. Met den tyd evenwel ,, begonnen ook de Mennonieten gebruik te maaken van de Wysgeerte, by de voordragt der Kristlyke geloofs„ waarheden. Dit gebeurde eerst in het twede vyfde ge,„ deelte, der achttiende Eeuw. Fredxrik Toger, Dottor in de Geneeskunde, eu Predikant onder de Doopsgezin„ den te Leyden, is de eerfte geweest, die de.Godgeleerd- „■heid opgehelderd heeft door redekavelingen uit deWys„ geerte ontleend, en 't eerfte wysgerig Godgeleerd Syfte„ ma heeft opgefteld." Het één en ander word ver-vdlgens breder opgehelderd en bevestigd, door oordeelkundige opgave en beoordeling, der Godgeleerde Werken van Menno, Dirk Filips, Reinier Wybrandsz Wybma, Galenus Abr. de Haan, Samuel Apostool, Adriaan van Eeghem , van Dooregeest en Douwe Feddriks van Molqueren, gelyk ook der Zedekundige Schriften van Pieter Pxeters , Tieleman van Bracht , en anderen. Eindelyk flaat de Schryver gade, wat de Syfiematifche Godgeleerdheid der Lutherfchen en Hervormden gewonnen en verloren hebbe, by de verfchillen met de Wederdopers en Mennonieten, en welk enen invloed het gevoelen van deze beiden gehad hebbe op de denkwyze des Volks, vooral onder de Hervormden. Hier vind men verfcheiden opmerkingen j, die aan 's Mans waarheidliefde, en gezond oordeel, eere aandoen. Van de Socinianen handelénde, geeft de Schryver eerst enig berigt van hun , die als de voorgangers van de beide Socinussew behoren te worden aangemerkt. Waar op hy uitvoeriger van deze twee Mannen, en enigen hunner volgelingen handeld, vooral ftilftaande by derzelver wyze van Schriftverklaring en byzonder Syftematifchen arbeid , en daar by de twisten, hier uit in de Protcstanfche Kerk te overbodig ontftaan, niet vergetende. Ook dit ftuk, befluit hy met enige opmerkingen, over den invloed, dien de Godgeleerdheid der Socinianen gehad heeft op de Theologifche Syflema^s der Lutherfchen en Hervormden, en vooral met aanwyzinge , hoe zeer de Volksbegrippen onder de laatften, vooral hier te lande, geleden hebben van de verfchillen met de Socinianen. By de behandeling dezer ftukken is den Schryver, hier en daar, ene onnaauwkeurigheid ontvallen: en, over het geheel fchynt hy de fchriften der Socinianen niet volkomen, met de vereischte naauwkeurigheid en onpartydigheid, bsftudeerd te hebben. Hoe zoude hy anders van de .Zedekunde van Krell hebben kunnen zwygen ? iHoe , by de melding van Johannes (Ludovicus) Wolzogen, fpreken van ene uitgave te Irenopolen, met verzwyging der Blhliotheca Fratrum Polonorum? Hoe zoude hy, die anders, met zo veel fchranderheid en kordaatheid, tegen de Schoolfche Terminologie zich verzet, nog immer de leer van God den Vader, den Zoon en den H. Geest, onder den onbybelfchen naam van Drieéènheid, voordragen? In het behandelen van de Syfiematifche Godgeleerdheid der Remonftranten, en in het verhaal van den oorfprong der verfchillende leerwyze, en de daar uit ontftane twisten, over de bekende vyf Artikelen, gelyk ook in het beöorde. len van de verwantfehap der Socynsgezinden en latere Remonftranten, gaat Ypey met ene verftandige behoedzaamheid, en goede trouw te werk: zo dat elk, hoe hy denken moge over de betwiste ftukken, dit verflag met genoegen lezen kan. Hy ftaat in het beoordelen van der Remon- ftran-  ( 1*3 > ftranten Syffema's bepaaldelyk ftil by die van Efiscopius , Curcellkus, van Limcorch en Cattenburch: waar by tevens gevoegd word een verflag van de Epiftolae Theologicae, onder den naam van Liberius de S. Amore, waarfchynlyk door Clericus uitgegeven, en van den uitmuntenden arbeid, De veritate Religionis Christianae, van Huig de Groot. Jammer is het dat aan Ypey onbekend fchynen te zyn de Disputatie-nes privatae van Arminius , die, eerst in Ocl:. .groot 191 bladz. uitgegeven, naderhand in zynë Opera Theologica herdrukt zyn, pag. 269—350., ed. Francof. 1631. De Schryver befluit ook dit ftuk weder met gepasfe en onpartydige aanmerkingen, over den invloed der Remonftrantfche Theologie op de Godgeleerde Syftema's van andere Gezindheden, inzonderheid van de Kalvinisten of Contra-Remonftranten en derzelver predikwyze, en tevens op de Godsdienflige denkwyze des Volks, onder de laatstgenoemden, hier te lande.' aanmerkingen, welke wy eiken Leeraar in de Nederlandfche Kerk ten ernftigften ter lezinge aanpryzen. Ten laatften fpreekt Ypey van het gene, ten aanzien van de Roomschgezinden, in het vak der Syfiematifche Godgeleerdheid, merkwaardig is r dit gefchiedt evenwel met ene grote bekorting, zo dat 'er zelfs geen woord van den Augustinus, des beroemden Bisfcbops van Iperen, in kome, welk werk evenwel een verbazenden invloed op den leertrant van een groot deel der Catholiken, in ons Vaderland, gehad heeft. Na enige aanmerkingen over den wanfmaak, welke in de XVII Eeuw heerfchende bleef onder de Roomschgezinden, fpreekt de Schryver afzonderlyk, eerst, van de Schoolfche Godgeleerden, en daarna van de meer By helfchen. Eerstgenoemden verdeelt hy weder in twee klasfen. Een deel hield namelyk zich meer ftreng aan de oude Schoolleer, en hing nog Thomas van Aqujno aan: onder dezen noemt hy Gabriël Vasques, Gregorius de Val entia , Guilielmus Estius, Adam Tanner, Franciscus Suarez, Roderik de Arriaga, Philippus a Sancta Tri- n1tate , AüGUSTINUS GlBBON de BURGO , en martinus Becanus, die met ene byzondere opmerkzaamheid verwaardigd wordt. Een ander deel. minder in getal, was gematigder: en als zodanigen worden hier vermeld Johan Baptista du Hamel en Natalis Alexandeb, welks hunne leer wyze meer, naar die van Lan frank , Anselmus en Hildebert, inrichte'den. De meer Bybelfche Godgeleerden worden hier boven al geroemd, docb bun getal geringer zynde, word hier enkel van Dionysius Petavius en Ludovicus Thomassenus gefproken. Eindelyk word ook dit ftuk befloten met enige nier ongepaste aanmerkingen over den invloed , welke de Syfiematifche Godgeleerdheid der Roomschgezinden gehad heeft op de Lutherfchen en Hervormden, en op de denkwyze van het volk onder dezelven. Wy twyffelën niet, of velen zullen met ons erkennen, dat de geöeffende Schryver, al ware het alleen door dit Werk , zich , by de Protestantfche Kerk in Nederland, zeer verdienftelyk heeft gemaakt. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN TOT DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LANB-' EN VEEBOUW, ALS WEDE DE HUISHOöKUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Toenemende Volkrykheid van Rusland. In geen land overtreft het jaarlyksch getal der Gebcornen zo veel dat der Overledenen, als in het eigenlyk gezegd Rusland, of dat gedeelte des Keizerryks, t geen men Groot Rusland heet, waar- uit natuurlykerWfze een aanmerkelyke aanwasch van Volkrykheid ontfhat. Men kan verfcheiden middelmatige Steden opneemen, waar in, gedurende het verloop van ia a ao jaien, de bevolking tot 1000 Zielen en daar boven is to:genomen: gelyk by voorb. te Pleskow, alwaar men in 1780 flegts 6000 Ingezetenen, eti in 1795 reeds 8000 telde..: Het is waar, dat de oorlog, gedurende de laat-, ftevio jaren zeer vele menfchen weggenomen heeft, mtar dit verlies is, met opzigt op de gehele masfa, van weinig belang. Zie hier enige echte Lysten. Jtar Gouvemeurfchap. Gohoornen Geftorven. Overfchot der Gei, 1774 Nowgorod 25,733 13,693 12,040 1775 27,400 12-, 5 30 14,870 1777 — 15,161 7,857 7,30+ 1779 ' 16,466 7,284 9,1 «2 177Ó Iwer 14,383 6,496 7,887 1777 ™~7~ lö>235 6'93a 0,3°3 1779 Pleskow u ,08 6 5,016 6,070 1769 Moscou 82,825 44,748 38,077 1770 82>5o6 42,567 39,939 1775 88,778 56,862 31,916 1784 Stad Petersburg 6,052 5,244 808 1793 6,690 4,185 2,505 1704 6,750 45o,5 23735 De ongemene gezondheid van lucht en klimaat, in Rusland, blykt aan de voorbeelden van hogen ouderdom , welke aldaar veel meer zyn dan in andere landen. Men telde, in 1793, onder het getal der overledenen in het Bisdom van Kostroma (fluitende een Bisdom doorgaans twee Governementen in_) ene per[bon van 100 jaren, 1 van 101 , 1 van 110, en 1 van 120: iii dat van Niscegrod 1.9 van 100 ja^en , i van 101, 2 van 102,_ : van 106, 1 van 108 , 2 van 110 ;n 3 van . 120: in dat van Riaefan- 18 die boven de 100 geklommen waren; in dat van Rostow vond men J van 100 jaren en in dat van IVtaetha, 23 van 100 -■' ,ii .ijiaaH aT ja.-  C 184 ) fsrrV 1 van icp , 1 van 104., 2 van 108 en 1 van 110. , NIS.'in 1-7r£ ftierf te Petersburg ene vrouw welke | 125 jaren oud was. Te Haarlem, b y. A. LOOSJES, Pz, WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. baro- ther- hygro-streek luchts- Mey me- mo me- me- der I gesteld' 1798. ter. ter. ter. wind. I heip. C$0. o» 59£ 84 n.n. o. ... , 1 'i JV- ,Z\ helder; 'savonds be- 30 > 30. o4- 76 52i — , wolkt met weerligt. L 30. o 63 76 n.'p.. :| ■ C29. 9 04 77 n.o. , or t nn 03 Bo> ^s?t helder; 'savonds 31 < 29 8| 80 48I — bewolkt. C29. 8 6p| 73 o. N.o. Juny y 29. 7* 60 96 z. z. w. 1 < 29. 8 62»- 77J w.z.w betrokken. i.29- 8 57 84 z. z. w. C29. 8! 58', ooi z. z. w. .... , ,, t ) „n n k-, ^ m voormidd. betrokken; 2 ^ 29- 9 67 62 z. w. verjer omtrent hddeu £29. 9^_ 55^ 84 _ ~ C30. o| 61 79 z. w. 3 < 30. i\ 64J 61 w.z.w. bewolkt. £ 30- 2j SI 84 w- ("30- 2j 6l| $5 z.w. 'smorgens omtrent be- 4 S 30. 3 69 53| — trjokken; windrig; C30- 3 57|- 87 z. z. w. v^der helder. C30- 3i i531 84 z.z.w. 5 ^30. 3| 691 64 w.n. w. helder. c.30- 3 1 62 04 ! n. k o In de afgelopen maand Mey, Hoogst Therm. den 3iften 'smidd. 80' gr. Laagst den iften 'sa\onds 44 J gr. De gehele maand ogr., midd. en avond gemiddelde hoogte 57'Ai Sr- is °h Su laSfir dan ü> Mey '797' hoeveelheid van gevallen en ditoswaasse-md water, te alkmaar. Gedurende de Maand Mey 179.8. Gevallen 24 Lynen: Uitgewaasfemd 30 Lynen. BEKENDMAKINGEN. V „ De Nieuwe Uitgaaf van de KLOOSTERLING, „ door D1DER0T, niet toereikende zynde, om alle debe,, field wordende Exempl. te kunnen leeveren, is reeds een „ DERDE DRUK noodzaaklyk geworden, met welken men ,, zo veel fpoed maaken zal, dat dezelve binnen vier Wee„ ken gereed kan zyn; wordende inmiddels de Boekhandelaars „ verzogt, ten allerfpoedigfte, en wel binnen g dagen, aan „ den Uitgever F. BOHN te Haarlem opgave te doen der be,, nodigde Exempl., ten einde daar naar de oplage aanteleggen.. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 113; en te Haarlem 14, onder welken laatften 8 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Mey zyn, in Alkmaar, overleden, 25 peiTonen . nam. 4 mannen , 6 vrouwen en 15 kinderen , waar onder 7 beneden 't jaar; 2 van 1-5; 4 van 5-ib; 2 van 10-20; 1 van 20-30; 1 van 30-40; 1 van 40 50; 1 van 5060; 3 van 60-70; 2 van 70-80 en 1 van 80-90 jaren. Teyzen der Granen, op 4 Juny te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het/,L"t Ggld. .GSf Poolfche bonte en witte i3oaaio;Vriefche Wintergarst . 65*80 dito rode . • i?6a«oc'Oron. en Oldamlche . 66 a3o F!h--v en Heugfe . 170 a 195 Zeeuwf. en Overm. Winter 70285 KoiAgsberger • 160a 185 Dito Zomer . . GfJa8o Vriefche . • • 130 a 160 Dantziger en EIb. . . Bovenlandfche . . • 136117° „.„„o „„ nnRrrWRVT Voorla-Mfclic rode . . 1203150 HAVER EN BOEKWEYT. 2eelandfche . . . . 17°a '9° „ ROGGE. Brouwhaver . . 54 ara Pruisfifche . . • 90 a 114]Witte Voeder dito . 36 845 Koningsberger . . 90a H4jBoekw. Amersf.en Gooil. £24225 Gedroogde . . . ioaa 112 Dito Brab. en Vlaain. £24125 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en IRaap-OIy, per Aam ƒ 45Ï Overm.'t Last. . £ 44*47 Dito Lyn . f 4($i Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . . ƒ 51* 5 Schep. Rigaas ƒ 9a 10 Walv. Traan, 't quart. Heunipzaad dito . f 7**81 van 12 Stek. . . ƒ rio Dito Rode . . fioi Wissel- en Speciecourï. > Madrid ufo. a m. fc 83} 1 -fr Cadix —— - 82J Lisfabon —— -56 Nieuwe Ducat. / 5,10,11 j Venetien — -s6;aJ Oude ger. dito .5,10,1» Livorno —— • ioi^ Nieuwe Louis d'Or - n,2'.,3J Parys. a.m. .. . fi Guinies -12,4,6 ditokorr. >mAsllS". Piftolen - 9,12,14 Idem in Specie - 58}a| Franfche Kronen - 541355 Londen. 2. m. Nieuwe Ryksd. - 2 pCi. Dito kort Hamburg 2. ra. Ct. ft. 37S»rê B?. Bank - p4}«l PCt. Dito kort - 37Tiaj — Wenen id. B". - S7i  1798. No. 233. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTBR-BOBE, VüOR MEER- e n MIN-GEOEFFENDEN. Vry dag den 15 Juny. BERIGTEN. G R O OTBRITANNIEN. Londen. By de Kon. Maatfchappy der Wetenfchappen is tot buitenlandsch Lid aangenomen Dr. IVI. van Marum , Secretaris van de Hollandfche (nu Bataaffche) Maatfchappy der Wetenfchappen, te Haarlem en Lid van een groot aantal geleerde Genootfchappen. De Pneumatifche Geneeswyze f\vaar over Cavallo onlangs een ftukje in 't licht gaf; komt hier fterk in de mode. Men verteld druk van het genezen der Venusziekte met het zalpeter-zuur aqua fortis, toegediend by ene gifte van 3 drachma's, drie keren op een dag, met een pind water voor elke drachma aangelangd. DUITSCHLAND en aanliggende landen. Berlyn. Men is hier, federt enigen tyd, met ernst bedagt, op de gepaste middelen, om het gebruik 'der 1 Gothifche letters aftefchafFen, en , in plaats daar van, Romeinfche Intevoeren. De Kabinets Minister von Alvensleben heeft, by ene gedrukte Verhandeling in het Journaal van Biester, hier op met veel ernst aangedrongen. Gotha. De Heer von Zach, alhier, fehryfc thans f?en Sterrekundig Journal. £&. Deel. B AT AAFSCHE REPUBLIEK. Haarlem, den 5 Juny. Heden is- alhier, in het Theatrum Anatomkum, de gewone Uitdeling der Pryzen , aan de meest gevorderde Leerlingen in de Heelkunde , ten overftaan van Deken en Asfesforen van het Collegium Medicum,. gefchied; by welke gelegenheid de Burger J. Rocquette, ten einde aan deze plegtigheid voegzamen luister by te zetten, en in de Kwekelingen meerder naaryver te verwekken, in het byzyn van een zeer aanzienlyk aantal toehoorders, zo Genees- en Heelkundige, als anderen, ene zeer gepaste Redevoering hield, over het naauw verband tusfchen de Genees- en Heelkunde; gelyk ook enige voorname Liefhebbers der Zang- en Speelkunst deze ftatige verrigting met een fraai Muzyk vereerden en vervrolykten: twee Liefhebbers zongen, voor en na de uitdeling der Pryzen, een toepasfelyk en daar toe opzetteiyk vervaardigd Duit. De met Eerepryzen bekroonde Jongelingen zyn : In de eerfte klasfe: de eerlte Prys aan M. CooL,*by den Chirurgyn Jac. de Koning; de twede Prys, by het lot, aan A Prince , by den Chirurgyn P. Toylen , tegen P. A. Jeltes , by den Chirurgyn A. Zoontjes, aan wien een extra beloning gegeven is. In de twede klasfe: de eerfte Prys aan H. van den Berg, zedert kort by den Chirurgyn van Beuninge, te Bennebroek; de twede Prys aan B. F. Suurmans by -den Chirurgyn J. Peres. Een Prys van aanmoediging aan II. Stapel, by denzelven. Aa In  C 186 ) In dc derde "klasfe: de eerde Prys aan G. H. van Webke, by den Chirurgyn van der Voort ; de tweGePrvs' by het lot, aan Jan Franse , by den Chtrurgyn G. van Ligten , tegen Joh. Klots, by den Chirurgyn Joh. Daams , aan wien een Prys van aanmoedis'ina: is gegeven. Deze Pittigheid wierd befloten met een aangenaam Muzvk, tot zeer aroot ?e!1(,eSen van allre?' d^e ,daar by zyn tegenwoordig géweest. 'i e wenfehen is het, dat dit treffend voorbeeld van aanmoediging, hetwelk ïo ver wy weten, nergens anders, dan in deze Siad plaats vind , ook door andere moge gevolgt, en, door beminnaars van Koniten en Wetenfchappen, aangemoedigd worden. ZiJlD-RöSLAND. ( Uit het Fransch. ) Geen land is, federt dertig jaren, naauwkeuriger befclwuwd, onderzogt en gepeild, doorgeleerden van den eer ten rang. Niemand, die maar iets weet, kan onkun i g wezen van de diepe navorfchmgen, door LeZ^hain Georre, Faïk, Lowitz, Rutschkow, Sujew en PÊrmam, nopens alles, wat van enig belang daar m ü Saar De Regering is door en doorkundig van a lef wa hct . and opleverd, en van alle hare inkomff He hout, dat dag aan dag fchaarfcher begint te worden, de me alen, de pelteryen , de heunip, het S?dc granen &c. behoeften van de eerfte. noodwendSeid, zullen altyd gretig gezogt worden in de Zuh oelvke landen van Europa, en afgezet tegen cneu aanSSinS^, die mm met contant geld zal betalen; f wyï' SndeSu'sfchen de Rusfen Kofakken enz zeer w l de wynen, de zyde, de oly, en andere dingen van weelde, welken de Zuidelyke gewesten opleveren, Snen misfen. Onderftel dat de meest geaccrediteeiS Sk van" Europa kwam te breken zo zou Rusland daar van zelfs den weerflag niet gevoelen. _ Óc Flora van Rusland, (Flora Rosfica ,feu fltrpmm ImPerii Rosfici per Europam et Afiam indigenanum defrSones et Icones; jusfu et aufpiciis Catharm,11. {£K1 van Pallas, waar van de a eerfte Delen , pS 'burg, beiden in het lluslisch en Latyn, in druk verfch-w» ayn, is een allerpragtigst werk: en het 1 Z Sm dat bet vervolg van deze Flora fpoedig 011 *£553S SkaS 3?S»W Ryk, in : koner gebragt op last es onder het opzigt van dei Pr5s Wjafimsktii overtreft alle anderen. Het Zuiden van Rusland leverd de grootfte voordelen op voor den Koophandel van dat Ryk. Het zelve omvat de zwarte Zee, die van ene verbazende grootte is, en welke 5 zeer aanzienlyke rivieren in haren boezem ontfangt. De vaart op deze Zee is geheel niet gevaarlyk, ondanks de vooroordelen, welken de onkunde of politie der Turken desaangaande verfpreid had: zy heeft gemeenfebap met de Zee van Marmora , en, door deze, met de Middelandfche, en geelt tevens aan Rusland den doortogt van de een van deszelfs grenzen tot de andere. De Rivieren, waar van wy zo even gewag maakten, zyn de Dniester, de Bog, de Dnieper, de Don en de Cuban , welke diend om het zout van Gallicie naar het voormalig Podolie te vervoeren. Het Zuiden van Rusland is voorzien van een aanmerkelyk aantal van Havens, en de Hr. Friebe heeft in zyn werk over Rusland, 't geen, voorleden jaar, in het Hoogd. zo te Petersburg als Gotha is uitgekomen , aangetoond, welke aanmerkelyke voordelen dit Ryk, uit ene vermeerdering van industrie en handel, zou kunnen trekken. Men zou b. v. aan de Turken de verbodene dranken kunnen llyten, die men uit Venetien en Trieste ter fluik weet intevoeren: de gezouten visch zouden de kustbewoners van de Middelandfche Zee gaarne kopen; men zou zig kunnen toeleggen om betere boter te maken, die te Conftantinopel duur betaald zou worden : het zout, 't geen de meiren van Taurien zo overvloedig opleveren, zou een aanzienlyker tak yan handel kunnen bybrengen enz. Het is opmerkelyk, dat boter van Rusland in 't gemeen zeer middelmatig is, en op zulk ene zonderlinge wyze bereid word, dat dezelve veel eer naar oly als naar; boter gelykt. Ook betekend het Rusfisch Maslo, zo wel oly als boter, en men bediend zig zomtyds van de benaming Maslo A> rowie, dat Koe-oly zeggen wil. De uitvoer van alle de Governeurfchappen yan Smolensk, Mohilew, Kiew, Kursk, IVoronesch, Tfcherm grootfte en oudfte overblyfzels van alle Eeuwen: Alexandrie met zyne Obelisque, zyne Colom, en overige gebouwen, die nog van zyne vorigen luister getuigen, zullen Aa 3 hier  ( 190 ) Isto op volgen , en dit Deel eindelyk befloten worden j door verfcheidene fchilderachtige gejicbten van het EiUftd Cyprus; als Famagoufti, Idalium, Paphos, Amath'èau;, den''Olympus , en andere beroemde plaatfen; waar van d; namen noch fterker dan de gezichten alle de bekoorlykheden der Natuur ons voordellen , en ons de uitgeaQiClifta beeltenisfcn der Griekfche Mythologie verlevendigen. ■ Het ware te vergeefse!) de aandacht van het publiek op rewekken, door ene zo lange optelling van doffen, indien de uitvoering niet aan de rykheid derzelve beandwoordde: maar men zal "zich gerust' dellen, zo dra men weet, dat deze reis (reeds in het Journal de Paris in April 1787 aangekordigt) zonder Rosten te ontzien, door den Franfchen Ambasfadcur te Kondantinopolen ontworpen, en gtMtfistteiyk volgens zyn plan uitgevoerd; voorts begonnen ;-•. ;rav-eerd te worden op kosten van Anisfon Duperron, Directeur van de Drukkery der Louvre , eindelyk overge nomen is door het Franfche Gouvernement : het weifel, des ondernemers oogmerk begundigende * en de door onderfcheidene liefhebbers der Wetenfchappen met hem aanverbintenisfen behoudende, alle onkosten tsr uitJoefirtg van dit werk, het grootde in zyn zoort, op zich jcnorn;n heeft. - Hot fraaifte papier van Frankryk ligt voor den druk gereed: meer dan honderd Platen zyn reeds afgewerkt, en twefl honderd andere zyn reeds geëtst dcor de kundigfte Plaatfnyders. Men heeft zonder twyffel nooit ene intekening aangeboden , die zo. vele folide gronden oplevert, /ai* ëua gelukkige uitvoering tot aan het einde des werk*, en waar by zo vele middelen voor handen zyn, om du intekenaar-s in alle opzig-ten genoegen te geven. , Eik ftuk zal uit zes Platen beftaan met derzelver befchryving: 'er zullen 'er 50 a 55, telken maand éne, afgeleverd worden; de prys van elk zal zyn 35 Franken en 30 voor die gene, die infehryven voor het einde van de maand Augustus dezes jaars. De grote Platen zullen nooit, zo als anders gefchied, voor dubbele gerekend worden, maar elk Cahier uit zes bedaan, om het even van welke grootte: en vele Platen zyn op zicb zelve de prys ener gehele Cahier waardig. Daarenboven zal by het aflopen van het werk atm de Ondertekenaars voor niet worden afgegeven zes grote Platen, gefchikt om in lysten geplaatst te worden, verbeeldende generale gezichten van Kondantinopolen, Ephefen, Smyrna, Malttia, Athenen en Spalatro. Daar een groot gedeelte der Platen reeds is afgewerkt, zoude men, om, het ongeduld der Intekenaren te gemoet te komen, aan hun, die zulks begeerden, reeds verfcheidene Cahiers van Platen te gelyk kunnen afleveren ; onder beding van nog enigen tyd naar derzelver befchryvingen te moeten wagten, waar van den druk, op de drukpers fjn der Republiek, veel zorg vereischt. De originele tekeningen -zorgvuldig bewaard en naauwkeurig uitgewerkt, zullen, op de Bibliotheek der NWe ene voortssfFelyfc* verzameling van kunstftukr.en uitmaken. De meeste tekeningen zyn door de beroemde Kunfta* naars nagezien, en hebben derzelver goedkeuring weggedragen. — Onder de menigte derzelve, die 'er een voordelig getuigenis aan het Gouvernement van gegeven hebben, is het genoeg te melden de oordeelkundige Schryver der Reize van den jongen Aaacharfis, de Schilder van Belu zarius en der Horatiers. ■— De Autheur van de 'Ri&nsi des plus beaux Monuments de la Grece, en die van les Antiquitès de la France. De druk der Platen en de bezorging van het graveren; is opgedragen aan den door de uitgave der Voyage Pittoresque de la Grece beroemden Tilliard. 'Er zullen enige weinige exemplaien voor de Ietter getrokken worden, waar van de prys op 55 Franken, buiten intekening, en 45 voor de Intekenaars, by elk Cihicr, komen zal. Het eerde Cahier zal behelzen ene Verhandeling over de oudheden van Palmyre , en de verklaring der daar by behorende Platen. Ds naamlyst der Intekenaars zal aan het einde van het werk gediukt worden, in Je orde , zo als zy zich hebben aangegeven , en volgens deze orde zullen zy ook hunne Platen ontfangen. Da hier bepaalde pryzen zyn voor Parys berekend; waar boven men de vracht en andere onkosten nog betalen moet. Men tekend op het zelve in, behalven by den Autheur te-Parys, ook by de voornaamfte Boekhandelaars in Europa, en in deze Republiek by S. en J. Lucht .mans, te Leyden. > NARIGTEN en BYZONDERHEDEN; tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huisho.ükunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Als iets byzonders en der navolging waardig kunnen wy melden, dat 'er tegenwoordig, te Kopenhagen , een Genootfchap van Lutheranen aanwezig is, waar by Piyzeu worden uitgedeeld aan Joden, die zig in Knallen en Handwerken oeffenen. Uit ene redenvoering , den 17 Mey des voorledenen jaars, by dit Genootfchap gehouden, blykt, dat op dien dag, zekere Eliafer Mofes Cohen, die aldaar voorkomt onder de benaming van Studiojus Typograph'ue, een prys behaald heeft, voor het voleindigen van zyne leerjaren op den Winkel van enen Lutherfchen Drukker. De overledene Keizerin van Rusland, heeft niet minder dan 140 Steden doen bouwen in dit uitgeftrekt Ryk, dat van Aklansk, in het Gouverneurfchap van Irkutsk, tot aan Petersburg) 10^97 werften of 3 a 4 dui-  ( 191 ) duizend Franfche mylen befiaat: een Maan-Eclips, die, in het ene gedeelte des Ryks, ten 5 uren eindigd, kan in bet andere gedeelte nog ten 12 uren gezien worden. Thyzen der Granen, op ii Juny te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld. GFlli- Poolfcbe bonte en Witte i9oa2to'Vriefche Winrergarst . 60*75 dito rode . . iSJaaaoo'Gron. en Oldainlche . 60875 Elbing. en Heugfe . i8oa205lZeeuwf. en Overm. Winter 603751 Koningsberger . 165 a i85!Dito Zomer . . 60175 Vriefche . . . 145a 160 Dantziger en Elb. . . Povenlandfche . . . 140 a 160 VoorlaMÏfche rode . . 1304150 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche .... I75»iy5 ROGGE. Brouwliaver . . 60 875 Pruisfifcbe . . i 90 a 114 Witte Voeder dito . 46854 Koningsberger . . 90a 114 Boekw. Amersf. en Gooil. £ zfiazÜ Gedroogde . . . 104a 112Dito Brab. en Vlsiam. £26428 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen eR Raap-Oly, per Aam ƒ46"! Overm. 't Last. . £ 46849 Dito Lyn . ƒ 4.6i Slag-Lynz. de ton van Oito Hennip ... ƒ 52J 5 Schep. Rigaas ƒ patoWalv. Traan,'t quart. Hennipzaad dito . van 12 Stek. . . / 110 Dito Rode . . ƒ 105 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. a m. S> 8a *&• O-dli. . - (Sz Lisfabon ■ -56ia» Nieuwe Ducat. ƒ5,10,11 Venetien ■ - 'A6't Oude ger. dito - 5,9,10 Livorno —— - 101J Nieuwe Louis d'Or - n,2),3j Parys. 2. m. .._ A.fiff. Guinies - 12,4,6 dito kort. 'm AS1Ig* Piftolen . 9^2,14 Idem in Specie - 58r'5aJ Franfche Kronen - 54^55 Londen. 2. m. {$ Nieuwe Ryksd. - 2 pCi. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. 11. 37A- B?. Bank . $4aJ.J pCt. Dito kort - 375 ari — Wenen id. B°. - 37. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANEKDOTES. Een Anekdote van den io Mey 1798. Een aanzienelyk Gezelfchap van ware Bataaffche Vaderlandfche Vrienden, by den anderen zynde, was 'er een uit hun, die den voorflag deed, om een kiene Collecte te doen, voor een zeer ongelukkige Weduwe, met 7 fchier naakte kinderen, wiens Man,'op Zee-, buiten boord gefJagen en verdronken was. De Voorfteller was een Man van veel vermogen, edog wat naauw bezet: waar voor hy ook genoeg by een ieder bekend was; dan het medelydend hart kreeg op een luisttnyke wyze de overhand, hy dorst zelfs nog by zyn gedane voorltel voegen , dat hy de eerfte zou zyn , om een gulden te geven, en om zyne medebroeders 0 k nog ineer tot liefdadigheid op te wekken, vervolgde hy: zo 'er onder het Gezelfchap een gevonden werd, die nog ruimer gifie wilde doen, dan zou hy zvne liefdegifte daar aan gelyk maken. Een jong Bataaf, di;, by zyn a-anzienlyke vermogen, ook nog een weldadig hart bezat, fpringt op van zyn plaats en zegt: „Burger ik vat u by uw woord; ik teken in voor „0.5 guldens, voor dit behoeftig huisgezin; fchoon ik „ hun niet ken, gelyk gy doet: en zo gy, en de ove,, rige Leden, my volgen, dan zal het nog al een „ aanzienlyk zommetje voor die armoedige Moeder en ,, 7 naakte Kinderkens uitmaken." De gantfche vergtdering juigde onzen jeugdigen en waarlyk edelen fprektr toe; reeds ontfloot elk een zyn beurs. Onbefchryvdyk zichtbaar was de verlegentheid, van onzen' zuinigen Man; dan hy herftelde zich een weinig en zegt, rmt een bevende en zachte ften.;: het jpyt my zeer „myne Patriottifche Medebroeders'! dat 'ik tot myn ,, leedwezen moet 2eg'gch , dat de Weduwe en de Kinderen alle geboren Engelfchen , en dus ojize na„tuurlyke vyanden zyn, en dit had ik.by het begin „ van myn voorftel aan ulieden reeds moeten zeggen en " hier werd hy andermaal door denzelf- cien waarlyk edelen Bataaf gefluit: Burger! zen hy, het is .genoeg; nu .ik dat hoor moeten wy allen nog onze liefdegiften verdubbelen, om aan den trotfclicm Brit te doen zien, dat de Frye Bataaf geen vyand kent, als het te doen is, om een ongelukkige Weduwe en Vaderloz; Wezen te 'onder•fteunen! Deze edele en nfarinelyke taal, vol vuur, door onzen jongen Bataaf-voortgebragt, vondt goedkeuring en byval; in minder dan een uur was de ongelukkige1 Weduwe bezitlter van meer dan 12 honderd Guldens Hollands. —— WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. Resultaat der Weerkundige Waarneming»:}, tïPetersburg, door de Akademie der Wetenschappsn, van 1772—1792. De grootfte graad van gemiddelde koude was jaarfykscrï 24£° volgens de Thermometer van Reaumur: o\er 'c geheel  ( 192 ) heel was de maand January de koudfte en die van July de heetfte. Doorgaans hield de Vorst met 25 April op, en begon op nieuw met 27 September. Elk jaar vroor het geftadig 112 dagen: gedurende 194. dagen vroor het in 't geheel niet: en op de overige dagen vroor het 's morgens of 'savonds. De Newa was doorgaans 218 dagen in het jaar bevaarbaar: 69 dagen had men ftilte: 166 zagte wind: 103 harde wind en 27 dagen orkaan. Men telde, in 't algemeen, in elk jaar, 91 heldere dagen, 11 geheel betrokken, 156 bewolkt, 106 a 107 met regen, 71 met fneeuw, 43 beneveld , 4 hagel , 14 donder en 21 Noorderlicht. Met opzigt tot het laatfte merkt men aan, dat federt 1782 de Noorderlichten merkelyk verminderen en van tyd tot tyd nog meer verminderen. — De fchoonfte maanden waren die van April en Juny. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Ibaro- ther- hygro-streek luchtsme- mome- me- der gesteldter. ter. ter. wind. I heid. C30- 3} 65* 151 N'°- [71 6 < 30. 3| 81 50 — 1 heider' 130. 3} 69Ï 74 °- I V3°- 3 73| > O. | voorm;dd< held 7 < 3o- 2| 83| 5o| w.n.w. verder wdnig [,^01^ L3Q- 3j J53_ 78 , C30- 31 <53 64 n.n.o. 8 < 30. 4 71J 54 — bewolkt; windrig. 13o_3j 56 65 — C30- 3- 60 62 n. n. o. bewolkt; omtrent 9 /30. 3» 66} 52} — betrokken; 'savonds l i ,.f ï*, omtrent helder. C.3gJ?t_ 5 ij 66*- _— C30. 3'j 59J 64 »•»■• voormidd. bewolk:; 10 l 30. 3\ 67 515 n. v£rdcr w0iken. C3°' 4 _ SSS_ 58 N.w. C30- 3| 60 55 n.n.w betrokke 11 f30. 4 63i 54 n. 'savonds helder, C.30- 3s 48 ï 65 n. n. w. C30. 31- 57 64 n. voormidd. bewolkt; 12 { ia li 67-»- 55 n. n.w. namidd. wolken; GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amjlerdam 108; en te Hawlem 18, onder welken laatften 9 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN. %* DIRECTEUREN der Nalatenfchap van wylen PIETER TEYLER van d."R HULST, te Haarlem, ondervonden hebbende, dat de Verhandelingen en Stukken, die zy jaarlyks gewoon zyn voor rekening der gemelde Nalatenfchap uit te geeven , niettegenftaande de waardy, welke men, zoo buiten als binnen dit Gemeenebest, daaraan algemeen toekent, echter geen aftrek hebben, volkomen evenreedig met de daarvan gedaane oplaagen; en dit alleen moetende toefchryven aan de fteeds oploopende kosten, die de aankoop deezer Stukken, offchoon op een zeer matigen prys van 't begin af gefteld, veroorzaakt : adverteeren by deeze het onderzoeklievend Publiek, dat zy, ten einde deeze waarfchynlyke zwaarigheid, zoo niet geheel en al, ten minfte voor een aanmerkelyk gedeelte weg te neemen, beflooten hebben, om niet alleen alle de reeds uitgegeeven Verhandelingen en Stukken, zoo van het eerfte als tweede Genootfchap van TEYLERS Stichting, voor zoo verre daarvan nog een voorraad voorhanden is, te doen afleveren voor DE HELFTE van den prys, waarop die oorfprongelyk gefteld waren, maar ook om even deezen zelfden regel van behandeling nopens de bepaaling van prys vast te ftellen ten aanzien van alle de Verhandelingen en Stukken, die in 't vervolg voor rekening der bovengemelde Nalatenfchap ftaan uitgegeeven te worden; in dtervoege, dat dezeive fteeds by de uitgave op de helfte flegts zullen worden gefteld van 't geen zy anderzins zouden hebben moeten kosten. — Daar 't pryswaardig en weldaadig oogmerk van den Stichter der voorfz. twee Genootfchappen, om aan de verlichting en 't heil van 't menschdom nuttig te zyn, en daar toe zelfs een goed gedeelte der inkomften zyner Nalatenfchap dienstbaar te maaken, aan de Uitvoerders van deszelfs Wil den weg aanwees, dien zy, tot bevordering daarvan, by deeze inflaan; zoo kan het Publiek nog met zoo veel meerder gerustheid zich verzekerd houden van de (lipte nakoming der belofte, hier boven, ten aanzien van de by vervolg uit te geeven Stukken, gedaan. — Ook zal men voortgaan om voor eiken Bundel, die 'er uitgegeeven wordt, eenen afzonderlyken Titel te doen vervaardigen, ten einde een ieder, die zich alleen enkele Stukken zoude willen aanfchaffen, dit te gereeder zoude kunnen doen, zonder door den anders belemmerden fcbyn van derzelver betrekking tot een doorloopend Werk hier in verhinderd te worden. Te Haarlem, bï A. LOOSJES, Pz.  1798. No. 234 NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. Vry dag den 22 Juny. BERIGTEN. B AT A AF SC BE REPUBLIEK. Franeker , den 5 Juny. De Hoogleeraar in de Griekfche Taalkunde en Oudheden , Ev. Wassenbergh heeft op heden, de waardigheid van Rector Magnificus d'er Hoge Schole, overgedragen op den Hoogleeraar in de Gefchiedenisfen en Welfprekenheid, J. W. de Crane ; en by deze gelegenheid ene plechtige Redenvoering gehouden: De Abufu Ingenii in ea praeferttm fententia fpetïato, quae liiadem atgue Odysfeam Homero masnam par tem abjudicat: dat is: ,, Over het misbruik van Vernuft in dat Gevoelen vooral zichtbaar, " 'net welk de Ilias en Odysfea niet voor het werk van '9\ Homerus alléén, maar, grotendeels, voor dat van 11 anderen wil doen doorgaan." Har oer wyk, den 13 Juny. Heden heeft de afgaande Rector Magnificus dezer Akademie, Petrus Jacobus van Maanen, Med. Dr. Medic. Theoret, Anat. Chirurg, et Art. Obftetr. Prof. Ord. het Rectoraat dezer Hoge Schole overgedragen aan den nieuw aangeftelden Rector J. H, Schacht, S. S. Theol. Dr. ejusd. que Facult. Prof. primar, met ene plechtige Redenvoering: De Medico conditione femper' contento; etiam aliis plerisque fuam lugentibus: dat is: ,', Over de redenen waar- om een Geneesheer met zynen ftaat altyd kan te IX. Deel. „ vreden zyn; ook dan wanneer meest ieder een over „ den zynen klaagd." Hier op deed de, in het vorige jaar, in plaats van Profesfor E. Hageman alhier beroepene Profesfor Seerp Gratama, Jur. Ut. Dr. et juris civilis Profesfor Ordin. zyne Inwydings - Redenvoering : De fera nee multum proreEta Quiritium humanitate, turn aliunde, turn maxime quoque legum monumetitis, probabili: dat is: „ Over de late en geringe „ vorderingen der Romeinen in de ware befchaafdheid; „ gelyk van elders zo vooral ook door middel van ,, hunne wetten bewysbaar." Zynde eindelyk, in plaats van Profesfor J. Willmet , tot Secretaris van den Akademifchen Senaat aangefteld Profesfor Hermannus Bosscha , Hist. Eloq. et Ling. Gr. Prof. Ord. Berigt aangaande ene gelukkige verlossing, door middel van de d0orsnyd1ng der Schaambeenderen. (medegedeeld door D. Hasselman, Med. Doft. in 's Hage.) Den 31 Mey 1798, is alhier, door den Stads-Vroedmeester en Mr. Chirurgyn , G. A. Cappel , de SeSlio Synchondrofeos Osfium pubis verrigt aan Maria Molenyzer, Huisvrouw van Johannes Hartwyk, vanC<«fel, met dit gewenscht gevolg, dat de Vrouw verlost is van een kloeken en levendigen Zoon} zy bevind zich Bb b>  ( 194 ) bv uitftek welvarende ; gene toevallen hoe genaamd doen zich by haar op; de kraam zuiveringen vloenen siere^-elt: gene koortsagtige ongelteldheid van enig befan» heeft by haar plaats gehad; alleenlyk, door t aanhoudend leggen op den rug, klaagt zy over pynen iu de lendenen , zo dat men alle reden heelt om ene gelukkige genezing en herftelling te verwagten. Deze Vrouw is" klein, dog welgemaakt van ftatuur, van een fterk en gezond geitel. Voor de eerfte reize was zy zwanger in den jare 1792; zynde zy toen 32 jaren oud, en wierd den 6 November, door den voornoemden Stads Vroedmeester Cappel, in myne tegenwoordigheid, op ene allermoeijelykfte en met levensgevaar verzelde wyze, verlost van een dood kind , zynde een Dogter. De gevolgen en toevallen van t kraambedde waren ook zeer gevaarlyk; egter herftekle zy na alle nodige in- en uitwendige middelen te hebben aangekend, zeer langzaam, zo dat zy , 111 de maand February des volgenden jaars, hare huislyke bezigheden weder konde waarnemen. Vervolgens wederom zwanger geraakt zynde, wierd zy door den gemelden Stads Vroedmeester Cappel, op den 6 Mey 1794, andermaal op ene aHermoeijelykfte en gevaariyke wyze , van enen doden Zoon verlost en langzamerhand herlteld. Op den 11 September 1796, is zy door gemelden Vroedmeester, op gelyke wyze en met dezelve gevolgen, wederom verlost van ene dode Dogter. De vsfelykheid dezer verlosftngen, het gevaar waar in de Vrouw zich bevond, de noodzakelykheid om de kinderen telkens opteofferen, om ware het mogelyk de Moeder te redden, deden my vast befluiten, om, indien zy wederom mogt zwanger worden, alle myne pogingen, welke ik tot dus verre te vergeesch had aangewend , in het werk te Hellen , ten einde haar over te halen, om door ene of andere konstbewerking eenmaal Moeder van een levendig kind te worden. In den jare 1797, wierd zy ten vierdenmale zwanger en by onderzoek fcheen my de vernaauwing van het'bekken, de onmo^elykheid van immer zonder konstbewerking een levendig kind te kunnen voortbrengen, nader te bevestigen; komende my voor de grooïfte vernaauwing plaats te hebben , tusfchen de tcbaambeenderen en het heiligbeen : hier op befloot ik vast "-ebruik te maken van de doorfnyding der lchaamb'eens-verenigins: welke ik in zoortgelyk geval, in den iaie M en 1785, door den Lettor J. C. Daamen, met hét gelukkigst gevolg had zien verrigten. üe Vrouw myn voornemen te kennen gegeven hebbende, «af zy zig volkomen aan mynen raad en zorg over en befloot na tot het ondergaan der kunstbewerking, zc ctra men oordelen zoude daar toe de bekwame tyd t« *yii« Na dat zy in de laatfte maanden barer zwangerheid was, gaf ik myn voornemen te kennen aan den beroemden Vroedkundigen Stads Med. Doftor A. van de Laar, verzoekende ten dien einde de Vrouw met my te willen onderzoeken , waar na dezelve met my volkomen inftemde , dat juist hier het geval en het voorwerp was, waar in men, met hoop van een goed gevolg, deze konstbewerking konde beproeven. De tyd der verlosfing intusfchen naderende, openbaarde ik myn voornemen aan de genoemde Stads Vroedmeester G. A. Cappel , welke daii ook dezelve met een gewenscht gevolg beeft verrigt. voorschrift Om een goeden Roman, naar den nieuwjien fmaak te vervaardigen. ( Uit ket Hoogduitsch.) Neem: Een oud Kasteel, waar van de helft in een puinhoop ligt. Een lange donkre gang, met verfcheidene deuren, waar van ettelyke verborgen zyn. Drie geheel bloedige lyken. Drie welbewaarde geraamten. Een oud verworgd wyf, met drie dolkfteken in de borst. Rovers en Bandieten naar believen. Liefdesgefluister, onderdrukte zugten en vervaarlyk gedruisch, zo veel nodig is. Alles wel vermengd , in drie giften verdeeld , en 's avonds by de manefchyn gebruikt, is probatum. Zuid-Rusland. ( Uit het Fransch. ) Vervolg en Slot van Bladz. 187. De Bergen van Taurien leveren kentekenen op van Mynen, welken dat land nog van veel meer waarde zouden kunnen maken. Op bet Eiland Taman, tusfchen Kuban en de Krim, ftaat een Vuurberg, wiens uitbarfting , in 1794 > vry aanmerkelyk was. Is de lucht, in de Zuidelyke delen des Ryks, uitgezonderd op de Krim, kouder, dan deszelver ligging fchynt aanteduiden , men kan dit toefchryven aan gemis van  ( 195 ) ho<*e bergen , die tot befchutting dienen voor de Noorde3 en Noordweste winden. Zonderling is het ondertusfchen, dat, by voorbeeld, in de Ukraine, de Winter tot de maand Maart of April duurd. Men klaagt over de ongezondheid van deze oorden, vooral van de Stad Cherjon, doch men kan behoedmiddelen daar te gen gebruiken. Doorgaans word de grote hitte van den dag, des avonds, vervangen door ene vry fcherpe koude, die, byaldien men niet van klederen verwisfeld, ligtelyk verkoudheden kan aanjagen: ook veroorzaakt het gebruik van verhittende dranken het zelfde ongemak/ Daar en tegen is de lucht in het Zuidelyk deel van de Krim by uitftek gezond. Byaldien 'er nu en dan, in zekere Cantons van de Ukraine, koortfen heerfchen , die vele menfchen wegliepen, moet men zulks toefchvyven aan het eten van bedorven visch, door de Ruffen, gedurende hunne lange vasten : want de zulken worden alleen daar door aangetast. Men is gewoon zig de Ingezetenen van het land voortertellen als enkel verdeeld "in twee klasfen , te weten in die van Heren , de Edelen, en die van Boeren, de Lyfeigenen. Dit begrip echter is niet juist: in het Zuiden van Rusland is 'er ene derde, talryke, tusïchza- klasfe: bekend onder den naam van Odnoworéès. Deze zyn vrye lieden , eigenaars van kleine bezittingen , onderworpen aan het Hoofdgeld en verpligt om recruten aan het leger te leveren. Zy laten hunne goederen door Boeren, aan wien zy dezelven verhuren , bebouwen, en leven op hun gemak. By de laatfte opneming bleek het getal dier Odnoivorzes, alleen in het Governeurfchap van Charkow, 38,000 te wezen. De Kofakken maken het grootfte gedeelte der Ingezetenen uit in de Zuidelyke Provintien. Hun Godsdienst en taal is dezelfde als die der Rusfen. Ondertusfcben hebben zy een afzonderlyken tongval. Zy zyn allen vrye lieden. Het woord Kofak betekend zelfs een perfoon, die meester is, om zig aan wien hy goedvind te verhuren. Men onderfcheid ze in Donfche Kofakken en in die van de Ukraine. De eerstgemelden bcflaan, om zo te zeggen, alle de oevers van den Don en de aanliggende landen. Hunne Dorpen, die den naam van Stanizes dragen , beftaan uit 150 tot 400 huizen. Zy hebben gene andere Stad dan Tfcherkask, digt by den Don gelegen, alwaar hun Governeur of Woiskowoi - Ataman zyn verblyf houdt. Tusfchen de Stanizes zyn gene fcheidspalen: men mag bezit nemen van al den grond, die niet bebouwd is, uitgenomen van de Weilanden. De Regeringsleden deiDorpen dragen den naam van Heer, dat is Deken of Oudften. Elke Stanize formeerd een Compagnie Krygsvolk, en verfcheidene een Regiment, onder het bevel van een Colonel. Alle orders van de Regering, of van het Krygs-Departement , worden gezonden aan de Kanzelary van den Ataman, te Tfcherkask, die 'er kennis vau geeft aan de Stanizes. De voorflagen worden in overweging genomen : men ftemt daar over vry en onbelemmerd en de meerderheid befiisciit. De Donfche Kofakken weten van geen onderfcheid van rang onder zich. Hun Coioiiel of Generaal ondoet zig van zyn gezag, zo dra hy by hen te rug keerd, zelfs terwyl hy zyn rang behoud. Zelfs is de waardigheid van Ataman niet erflyk. Elk Zoldaat kan zig vleijen Officier te zullen worden by den eerften veldtogt. Daar hunne Conftitutie Democratisch is, hangt alles by hen af van de vrye en algemene keuze der Natie. Ondertusfchen begint men reeds agt te geven op ryke en uitflekende Familien, by de verkiezing vau een Generaal: en de gewoonte, welke federt enige jaren begon plaats te grypen , om verfcheidene Kofakfche Officieren ook by de gereguleerde Troepen te plaatfen, kon ligt aanleiding geven, dat 'er een zekere Adel by hen ontftont. Zo is, by voorbeeld, de tegenwoordige Ataman tot den rang van Lieutenant Generaal, met een Ridder-Orde, geklommen. Langs dien we» weet het Hof daaglyksch de rykfte en aanzienlykfte Parariiérï aan zig te verbinden, 't geen niet misten kan, met den tyd, enen gewigtigen invloed te hebben, op de Staatsgefteldheid van dat Volk en de bebouwing van deszelfs grond. De Kofakken genieten zeer vele voorregteti. Zy zyrt uitgezonderd van de Monopoliën der Krorré. Zy fabriceren en verkopen zo veel fterken drank, ais zy willen. Zy hebben het regt om uit zekere MeireiiZout te fcheppen, zonder dat zy verpligt zvn, om het uit de Keizerlyke Magazynen te halen. Zy zyn aa» geen Hoofdgeld onderworpen, nog behoeven aan lui Leger recruten te leveren: waar tegen zy, by ene algemene werving, verpligt zyn om in masfa de wapenen optevatten : een dienst echter, die zo veel minder drukkend voor hun is, als zy oorlogzugtig van aart zyn. Ondertusfchen benadeeld dit hun martiaal karakter niet weinig de bevolking. Dikwyls kan het gebeuren, dat de Vrouwen twee a drie jaren van hare Mannen gefcheiden blyven, om dat dezen in het veld zyn: en niet dan oude lieden en kinderen thuis blyven. Op zulke tyden worden de landen, door Rusfen, bebouwd. Een vyfentwintig jarige vrede is niet in ftaat geweest, om de oorlogsdrift van dit volk te bekoelen, en hen fmaak te doe'n krygen in huisfelyk genoegen en ftilte. Het merendeel heeft niets op met Konften en Ambagten: de laatften worden alleen door Rusfen en vreemdelingen onder hen gedreven. De fiere Kofak doet niets Bb 2 meer,.  ( I9Ö ) meer, dan hy nodig heefr, om 'er van te kunnen leven , wanneer hy niet ryk genoeg is, om de eerfte noodwendigheden te kopen. Ondertusfchen ftraalt 'er, in de huizen der Kofak ken, zekere netheid door; en dezelve zyn, ten dele, veel meer naar het gemak ingerigt, dan die, welken men doorgaans in Rusland aantreft. Een wit huis, met een fchoorfteen en vengfters, lokt den vreemdeling om intekomen, en gebruik te maken van de gastvryheid, die aldaar zo zeer plaats heeft. Ook begind onder hen de weelde meer en meer intekruipen, waaruit noodwendig meer zedelyke behoeften ftaan geboren te worden. De meest gegoede heden, die een Militairen rang en OrcTensteken bekomen hebben, begrypen reeds, dat ene zorgvuldige opvoeding best gefchikt is, om hunne kinderea voort te helpen. Men heeft derhalven reeds, federt het jaar 1793» een groot School, te Tfcherkask , aangelegd, 't geen op den voet van de Rusiifcbe Normaalfcholen is ingerigt, en uit vier klasfen beftaa'. Men houd by het zelve publieke examens in tegenwoordigheid van den Ataman. De Kofakken van de Ukraine waren oudtyds verdeeld in Saporogiefche en Slobodifche Kofakken: waar van de eerfte niet anders dan rovers waren; dog gelukkig zyn dezen geheel uitgerooid. De Slobodifche komen nader aan de Rusfen dan de Donfche Kofakken. In 't algemeen hebben de wetenfchappen en befchaving, in de Ukraine, dieper wortelen gefchoten, dan in het overige van Rusland; welk verfchil is toetefchryven aan het Kweekfchool van Charkow en de Akademie te Kiew. De bewoners van dit Gewest, zyn lang van ftatuur, deftig, getrouw, minder aan den drank overgegeven, dan die van Groot - Rusland; zy zyn openhartig, vroom, meer hoflyk en grote liefhebbers van de Muzyk. Die van de gewezene Poolfche Ukraine zyn fterker van lighaam , maar min befchaafd van geest, fchoon nog meer, dan de bewoners van het voormalig Zuid-Polen, 't geen aan Rusland gekomen is. Van den Dniester af tot aan den berg Kaukafus, zyn de oevers van de zwarte Zee, niet dan door Tartaren , bewoond, die voor een gedeelte uit Nomaden (■zwervende troepen) beftaan, welken geen vast verblyf houden: dog hun getal neemt van dag tot dag at. In het Zuidelyk gedeelte van den Krim , laten de Tartaarfche Edelen hunne landen door Boeren, van hun eigen volk, bebouwen, die gene lyfeigenen zyn, maar die zy betalen, of waar aan zy hunne landen verhuren. Al wie niet van Adel is, mag aldaar geen land kopen. De Krimfche Tartaren zyn veel befchaafder, dan die van Oost-Rusland: de laatften, by voorbeeld , eten voor lekkerny Paardenvleesch; waar van de eerften een afkeer hebben, De bevolking van Taurien, als mede der overige Zuidelyke delen van Rusland, is zeer gering, ondanks het groot aantal van Coloniën, die zig aldaar gevestigd hebben. De Ukraine is het meest bevolkt. Onder de plagen , die de veldvrugten dier oorden vernielen, kan men de Springhanen tellen, die van tyd tot tyd de vreesfelykfte verwoestingen aanregten. Zo men verhaald, zouden deze Infekten, in het Zuiden van de Ukraine, twee jaren agter een, in het tydverloop van 30 jaren, de velden kaal gevreten hebben. Tot nog toe fchynt het vuur het beste middel te wezen, om ze uitterooijen. De Paarden zyn 'er klein en lelyk : men vind 'er weinig ftoetereyen; maar men heeft, integendeel, veel wilde Geiten. Die van de Krim kunnen het best tegen de vermoeijenis: ook vind men 'er Ezels. Grote bosfchen zyn 'er zeldzaam , en niet zeer digt. In het Noorden van de Ukraine ontmoet men Beren, en overal in het ryk Wolven. Hoe nader men komt aan de Zee van Azof, hoe meer de Visfchery van belang en voordeliger word. Tot aan 53 of 54 graden kan het klimaat in Rus-, land dienen tot het kweken van Moerbeyen. Vooral kan de Krim, met opzigt tot de deugdelykheid van de Zyde, tegen het beste gedeelte van "halten raonfteren. De Moerbey- bomen groeijen 'er van zelve. Zelfs is de Tartaarfche Moerbey-boom vermaard als het beste voedzel voor de Zywormen opleverende: dan tot heden maakt men weinig werk van dezen tak van Industrie. De Poolfche Cochenille is overvloedig in het Zuiden van Rusland, en word aan de Turken en Armeniërs verkogt, die ze gebruiken tot het verwen van Maroquin, Zyde Stoffen, de Manen en Staarten van derzelver Paarden enz. In de Hovenierkonst, en vooral in het kweken van Vrugtbomen, is men niet zeer ver gevorderd. Ondertusfchen leverd Taurien overvloed van beste Amandeloly op, die, in Rusland, gedurende de vasten, zeer gewild is. Men vind 'er ook Kappers. Het klimaat van de Krim is zeer gefchikt voor het kweken van den Wynftok, en kon zeer goede Wyn opleveren, die Rusland, jaarlyksch, meer dan een Millioen Roebels zou uitwinnen, wanneer de invoer van Franfche Wyn verboden wierd. Het Hout begind op verfcheidene plaatfen te ontbreken, door de grote hoeveelheid, welke 'er nodig is , tot het (loken van fterken drank „ vooral by de Kofakken. Van alle Europefche landen bevat Rusland, ongetwyffeld, het meeste Salpeter: in de ommeftreken van Wormesch, is de oppervlakte van den grond daar mede zodanig bezwangerd, dat men het dikwyls in kristalvormige ftukken ziet liggen. NA*  ( 197 ) NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de h u i s h o uk.unde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. PROGRAMMA van de MAATSCHAPPY ter bevordering van den LANDBOUW te amsterdam opgericht. 1798. De Maatschappy , ter bevordering van den Landbouw, opgelicht binnen Amfterdam, heeft, in haare Groote Vergadering, gehouden den 8 Mey deezes jaars , toegeweezen aan den Heer A. Baart, in de Noord-Zype, en aan P. C. S. zich by het aan de Maatfchappy uit Friesland toegezondene Bericht blootelyk noemende een eenvoudigen Landman; ieder één Halven Gouden Ryder, naardemaal dezelve voldaan hebben aan het Voorftel, door de Maatfchappy gedaan, en waarby ,, aan ieder Landman , binnen „ onze Republiek, die den ftaat van zyne Boerdery, (be- ftainde in Wei- en Hooi-landen, of in Bouw- en Teel' landen alleen, of in Wei- en Bouwlanden te zamen,) „ opgaf, zo als dezelve, naar eene genoegzaame bevin' ding, hem de beste is voorgekomen, ten opzichte van '„ de door de Maatfchappy gtëischte byzonderheden, bree der gemeld by haare voorige Programmata van de jaaren ), 1796 en 1797; — wordende gemelde P. C. S. verzogt „ zig aan de Maatfchappy bekend te willen maaken. En gemerkt de Maatfchappy beeft mogen befpeuren, dat Haare Aanmoedigingen een gelukkig begin gehad hebben, zo dat 'er zich thans eenige Mededingers ter bekoming der door Haar uitgeloofde Prasmien opgedaan hebben, welke zy gaarne alle ten getale van Zes en Dertig, zou hebben toegeweezen; ■ zo heeft zy, en uit aanmerking van de nuttigheid der zaak zelve, en uit overweeging, dat het getal der door Haar uitgeloofde Praimien misfehien te groot, ofte wel de waarde van dezelve niet voor genoeg verëerende gehouden is, befloten, dit Jaar op nieuw de volgende Agtikn Prasniien, op de navolgende, meer ter aanmoediging gefchikte wyze, uittelooven. De Maatfchappy namentlyk met genoegzaame zekerheid begeerende te weeten, hoedanige de Bepaalingen zyn, volgens welke ds omtrek van bruikbaar land en de Huishouding , tot eene Boerdery behoorende, naar den verfchillenden aart der gronden, zo van Bouw- als Weilanden, moeten ingericht zyn , om ten meesien voordeele van den Eigenaar en Huurder, en ter bevordering van den algemeenen welvaart te kunnen ftrekken , en tevens begrypende, dat, by het onderzoek deezer zaak, wel voornamentlyk mede in aanmerking komen moet, dat men aanwyze de nadeelen van eene vermeerdering der hoeveelheid van Landeryen, onder het beftuur van éénen Bruiker, zo niet de middelen, die hy kan aanwenden tot derzelver vrugtbaarmaaking , zo wel door het getal en de bekwaamheid der menfchen, als door het beflag van Rund en ander Vee, die hy daar toe noodig heeft, in eene behoorelyke evenredigheid met den aart en uitgeftrektheid zyner gronden gehouden worden; —— beloofd dien volgende aan ieder Landman, binnen onze Republiek, die den ftaat van zyne Boerdery (beftaande in Wet- en Hooi-landen, of in Bouw- en Teel-landen alléén, of in Wei- en Bouw-landen te zamen) opgeeft, zo als dezelve, naar eene genoegzaame bevinding hem de beste is voorgekomen, ten opzichte van het hier boven gedaans Voorftel en'de vereisebte byzonderheden, daarby gemeld, een fraay geschilderde zak-tabaksdoos , van binnen bevattende het Vignet of Zinnebeeld deezer Maatfchappy, en den naam van Hem, aan wien dezelve door Haar i» toegeweezen; zullende van deeze Prsmien tot agt- tien toe worden uitgedeeld-, te weeten. -— Zes aan zes Landlieden ieder één, welke zullen hebben toegezonden de meest voldoende Opgaven van het getal morgens, welke een ieder van hen gebruikt in klei-gronden (het zy hy dezelve alléén gebruikt, of ook daarby in gebruik heeft, Zand- of Veen-gronden, of een van beide deeze laatfte) het getal van Menfchen, tot het bewerken, of bebouwen, en van Paarden tot den arbeid, gelyk ook de manier of wyze van bebouwing of bearbeiding, als mede het getal van Rund en ander Vee, tot de beweiding, van dezelve, en tot het maaken van de alzins benoodigde mest, en in 't byzonder, of hy met de door hem zei ven gemaakte mest, zynen grond genoegzaam kan toemaaken; dan of hy , van tyd tot tyd, of jaarlyks, mest koopen moet, en zo ja, hoe veel en van welke foort van mest. r» Zes diergelyke Prxmien voor de meest voldoende Opgaven van het getal van Morgens in zandgronden (het zy de Bruiker dezelve alléén gebruikt, of daarby in gebruik heeft Klei- en Veen-gronden, of een van beide deeze laatfte,) als mede van het getal van menfchen, vee, mest enz. als vooren — en laatftelyk Zes diergelyke Pramrien voor de meest voldoende 0^gaven van het getal Morgens in veengronden, (het zy de Bruiker irsgelyks dezelve alléén gebruikt, of daarby in gebruik heeft Klei- en Zandgronden, of wel een van bei* de deeze laatfte) als mede het getal van menfchen, vee, mest, enz. als vooren. Biedende de Maatfchappy, boven deeze agttien Pra> mien, nog drie aan, elk beftaande in een volkomenExem6b j plasr  ( 193 ) plaar van Haare lot hier toe uitgegeeven Verhandelingen, voorzien met het Vignet of Zinnebeeld deezer Maatfchappy, en een loffelyk Getuigfchrift, of in eene iri veren Medaille, ter keuze van hen, welke deeze Premie zullen verdienen: zullende deeze drie Pra^mien worden uitgedeeld Eene aan dien Landman, welke alléén of meest kleigronden gebruikende, het volledigfte en meest voldoende Verflag van den ftaat en behandeling van den door hem gebruikten grond gegeeven, en zyne Mededingers in dat vak overtroffen zal hebben. Eene diergelyke aan hem, die alléén of meest zandgronden in gebruik hebbende, op dezelfde wyze, onder zyne j\j5.i.;dingers uitmunt; — en eindelyk Eene diergelyke aan dien geenen, welke alleen of meest veengronden gebruikt en aan het gevorderde het best voldaan zal hebben. De Berichten moeten met den nafm van den Zender, ge(lerkt met het getuigenis van twee of meer Nabuuren of Bekenden, aan de Maatfchappy ingezonden worden, voor of op den i January 1799. Nopens de Vraag, die beantwoord moest worden vóór of op den 1 December 1.1. te weeten „ Welke zyn de redenen waarom, in verfcheide oorden van ons Ebmeaub&ti, *« als in Gelderland, Overysfel enz. zeer veele gronden, tot hier toe, leeg en onbebouwd zyn blyven liggen? ', Zyn zodanige verhinderingen tot vrvgtbaarmaaking dier gron,, den van dien aart, dat deziive, in 't vervolg, zouden kunnen ., maden weggenomen? Zo ja, op welke wyze? Niet alleen met bnrekkirg tot het verbeteren van woeste Zandgronden en ', dtasfige of moerige Heivelden, maar zelfs van de zogenaamde j of geir.sme Weiden, ten meesten nutte van derzelver Eigeiuwen; lm zy deeze gemeenfchappelyke gronden op den ouden voet wierden bezeten, het zy daaromtrent eene andere 11 en meêr voordeelige onderlinge fchikking kon ingevoerd worden? heeft de Maatfchappy het genoegen gehad te ondervinden , dat dit Voorftel de opmerking van het publicq meer dan gewoon tot zich getrokken heeft, zo als uit het groot aantal ingekomene Verhandelingen blykt: onder welke 'eiDrie gevonden worden , welke de aandagt der Maatfchappy, in mesr dan een opzicht, verdienen, te weeten Eene Verhandeling, geteekend met het Devies, Video meiiora proboque Deteriora fequor. Eene geteekend met het Devies, Bestus ille , qui procul negetiis, Paterna rura bobus exercet fuis. en Eene geteekend met het Devies, Hisr wasfen Graanen 't best en daar de zatte Druiven, Hier weer het Boomgewas Êfc De Konde cn Verdienden , tTie ift dezelve VeiSandelingen gevonden worden, hebben de Maatfchappy ciuen oailuiten aan de Schryvers van dezelve ieder een blyk vau goedkeuring aantebieden; en dien ten gevolge toe te wyzen aan den Schryver van de eerstgemelde, guceekend met het Devies, Video meiiora proboque Deteriora fequor. de Zilveren Medaille der Maatfchappy, indien de Schryver van dezelve zicb, uiterlyk voor den 1 September 1798 , nader aan de Maatfchappy bekend gemaakt en zyne toellemming tot de opening van zyn Billet gegeeven zsl hebben (*). Aan den Schryver van de Verhandeling Beatus ille qui procul negotiis, Paterna rura bobus exercet fuis. op gelyken voet en wyze , meda de Zilveren MerrAir.i.E der Maatfchappy: térwyi zy aan den Schryver der' Verhandeling. Hier wasfen Graanen 't Best, &c. ten blyke haarer achting, het Honorair Lid'écatfcliap der Maafchappy aanbiedt, by aldien dezelve mede voor denzelfden tyd zich nader aan de Maatfchappy bekend gemaaKt zal hebben. Dan gemerkt de Maatfchappy tevens begrepen heeft, dat de Vraag, in deszelfs geheele uitgebreidheid, door geene der Schryveren genoegzaam beantwoord is, en dat de behandeling van dit gewigtig onderwerp dus nog voor merkelyke verbetering vatbaar is, heefr zy tevens befloterf, de Vraag wederom voorteflellen, om beantwoord te worden, voor of op den 1 December 1799. En zullen de Schryvers van de drie Verhandelingen hier vooren gemeid, hoe zeer reeds over dit zelfde onderwerp de blyken van goedkeuring der Maatfchappy ontvangen hebbende, des niettegenftaande, ook naa deezen Eer-prys kunnen en mogen dingen, mits zulks, volgens gewoonte, doende met een Devies, en verder, zo veel mogelyk zorgende om onbekend te blyven: zullende wyders een ieder, die op dit Onderwerp zyne kragten beproeven wil en wegens de bedoelingen en inzichten der Maatfchappy eenige nadere onderrigtingen noodig hebben, of begeeren mogt, zich by een der Secretarisfen der Maatfchappy kunnen addresfeeren, die daar aan, zo veel behoudens de inagtneeming der behoorlyke onzydighefd gefchieden kan, voldoen zal, mits de aanvraag daartoe gefchiede, in het vol- f*) Deze Schryver is, federt de uirgave vaa het Programma, gebleken te zyn de Heer Adriaan van der Hoop, wonende in liét ampt Oldebnek, óp een Erve vau Zwaluwenburg, by Elhurg.  ( 199 ) volkomcnfte incognito, voor of Uiterlyk op den i Maart eerstkomende, na welken tyd geene aanvraag aangenomen, immers onbeantwoord gelaaten zal worden. En belangende de Vraag: ,, Welke gevolgen heeft de Weerkunde (Meteorologie) met „ betrekking tot den Landbouw ? Zyn 'er , ten dien opzich- „ te, ondervindingen, die meêr of min tot een' vasten regel voor ,, onze Landlieden kunnen dienen, om hunnen arbeid, op de „ voordeeligfie wyze, daarnaar interichten; —■ en in hoeverre ",, vsoude men van de waarneemingen, die, zo hier, als elders, „ in deeze weetenfchap reeds gedaan zyn , ten hunnen nutte ge,, bruik kunnen maaken ? " bericht de Maatfchappy, dat zyns geene Antwoorden, die den voorgefteiden Prys verdienden, ontvangen hebbende, befloten heeft die Vraag andermaal voor te (lellen, om beantwoord te worden, voor of op den i Dec. 1800. Voorts heeft de Maatfchappy befloten , ter beantwoording mede voor den 1 December 1800, voor te (lellen -de volgende Vraag ,, Welk praBicaal Nut en Voordeel kan men voor ons Vader,, land, uit de Landbouwkundige Vorderingen van andere Lan„ den, alwaar de Landbouw bloeit, trekken?" Voorts acht de Maatfchappy het noodig, by deeze gelegenheid, te herinneren, dat zy in den Jaare 1797, gedaan heeft het volgende Voorftel Daar men, by bevinding, wet, dat, niettegenftaande min gunftige waarneemingen van vroeger' tyd, het weiden en te„ vens gezond houden der Schaapen, in de vlakten van onze - Zcc - doir.en. grfchieden kan (mits de hier en daar bekende Voorbehoedmiddelen tegen het Ongans (f } gebruikende: zo be • ■„ looft de Maatfchappy eene premie van Tien Ducaaten aan n die geenen, welke, vóór den 1 November 1798, kunnen aan- toantn, dat ay eene kudde van ten minften 20 Schaopen, alM leen op voorfchreeven wyze geweid en verzorgd zynde, geduu„ rende den tyd van een geheel jaar, in een' gezonden toeftand. hebben weeten te bewaaren. ,, Van deeze Premiè'n zullen tot Drie toe worden uitgedeeld, en daarenboven eene Zilvere Medaille aan dien onder de „ Mededingers, welke het grootfte getal Schaapen dusdanig zal „, hebben onderhouden. fj*5 Onder anderen is de Geest van Terpentyn by eene lepel vol, vermengd 'met twee lepels water, aan elk gezond Schaap ingegeeven, na alvoarens ze 12 uuren te hebben laaten vasten, een beproefd middel tegen de Botten in de Lever. Dit doet men eens in 't midden van Juny, en ten tweefc'W11 ¥ Oftober, vroeger of lanter, doch ydór den fpeeltyd. Het zelfde v?iddel is ook dienftg voor Schaapen, die reeds ziek of ongans zyn. In dit laatfte geval, moet men hetzelve, op voorfchreeven wyze, met eene tusfehenpoefmg van 6 dagen, tweemaal herhaalen. De giften moetot evenredig zyn aan de krachten der Dieren; zo dat men aan een Lam flechts de helft mag geeyen van 't geen voor een groot Schaap noodig is. Zie verder 2 D, ijle St. der Verhandelingen deezer Maatfchappy. .„ Voorts moeten by de Berichten ook Getuigschriften, wi„ gens den waaren toedragt deezer Onderneemingen, wet den in,, geleverd. " verwagtende de Maatfchappy mitsdien met verlangen gemelde Berichten voor den 1 November eerstkomende; - zo alszy, al verder, met gelyk verlangen, voor den 1 December van dit Jaar, te gemoet ziet de Antwoorden op de Vraag ,, Vermits, op verfcheiden plaatfen in Europa, Vee-artzeny„ kundige Schooien, onder den naam van Ecoles Vétérinai,, res &c., zyn opgericht; en zoodanig eene School (waarin de „ ziekten en kwaaien, zoo wel van Paarden, als van Runderen, „ Schaapen, en andere Dieren onderzogt, en, indien mogei'.if, „ geneezen^ worden) ook in ons Gemeenebest, niet dan de grootfte „ nuttigheid hebben kan; zo verlangt de Maatfchappy een Plan, „ naar 't welk zulk eene (lichting, onder ons, zoude kunnen ,, worden tot ftand gebragt ? " Welverftaande, dat niet alleen worde aangeweezen de plaats, waar die School, met het meeste nut, zoude dienen te worden opgericht, maar dat ook teffens worde aangeduid de inrichting van de noodige gebouwen, en die van het onderwys, benevens alie verdere vereischten, zo wel als eene, zo veel doenlyke, uitgewerkte bcirooring der kosten, zo tot de eerfte (lichting van zodanig eene School noodig, als van dat geen, 't welk jaarlyks, tot in ftandheuding derzelve, zoude worden vereischt. En voor of op den 1 December 1799. „ Welke Ziektens en Gebreken zyn de Graanen in de verfchil„ lende Gronden van ons Vaderland, geduurende haare groeijinn,, onderheevig ? —— „ Aan welke oorzaaken, of omftandigheden zyn dezelve toete. „ fchryvenï Welke zyn de bmte middelen, die of voor het „ zaaijen, of geduurende het te velde ftaan, daar tegen, miff „ een gewenscht gevblg, in 't werk gefield kunnen wordend" De Prys, die aan den Schryver van het beste op eea der bovengemelde Vraagen inkomend Antwoord word aangeboden, beftaat in eene Goude Medaille, ter waarde van Vyftig Ducaaten, op den ftempel der Maatrcnappy geflagen, en met des Schryvers naam voorzien, of wel dezelve fom in ge'd, benevens eene Zilvere Medaille, ter keuze van den Schryver. Indien geen der ingekomen Antwoorden op eene , door de Maatfchappy rpgegeeven, Vraag, haares oordeels, den prys verdiend heeft, behoud zy aan baar het recht, deeae Vraag nog eens. of niet weder optegeeven. ÖMrewe&èn, wanneer 'er meêr dan een Antwoord haar voorkomt eenige aanmerking te verdienen, zal zy een Accessit , in eene Zilvere Medaille beftaande, of eenig ander blyk van goedkeuring aan den Schryver van het naast aan het beste komend An;woord aanbieden, en hem dit befluit, vóót dat het verzegeld Billet, by zyne Verhandeling behoorende, ge-  ( 200 ) geopend wordt, door de openbaare Nieuwspapieren bekend De Schryvers , die naa den Prys dingen, zullen, by hunne Antwoorden, een verzegeld Billet moeten zenden, inhoudende hunne Naam en Woonplaats, en van buiten getekend met dezelfde Zinfpreuk, die. aan het einde hunner Verhandeling zal gevonden worden. De Antwoorden zulien in het Nederduitsch, Latyn, Fransch, Engelsch, of Hoogduitsch (laatstgemelde met eene Italiaanfche of Latyfche Letter, en allen met een leesbaare hand gefchreeven,) opgefteld, en, gelyk alle andere aan de Maatfchappy toetezenden Stukken, of Berichten, Franco toegezonden moeten worden aan één derzelver Secretansfen Mr. H. Calkoen, Advokaat, op de Keizersgragt, by de Beereftraat, of Mr. Anthony Wakin, op de Colveniers Burgwal, by bet Oude Manhuis. Voorts zyn de Wetten , waarop de Maatfchappy naar eenen Prys laat dingen, te vinden in het Voorbericht, voor het Eerfte Deel haarer Verhandelingen geplaatst: — volgens welke de Maatfchappy van tyd tot tyd een Zilvere Medaille , of andere gepaste belooning, gewoon is te fchenken aan die geenen , welke haar eenige nuttige Ont dekkingen omtrent den Landbouw mededeelen, met verdere belofte, om de bevordering derzelver, naar bevinding, te onderfteunen. Te Haarlem, Et A. LOOSJES, Pz;, Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. a ra. t>. 8a| Cadix ■ - 82,' Lisfabon .■■ -57ai Nieuwe Ducat. / 5,n,t* Venetien ■ - 87 Oude ger. dito - 5,9^,10^ Livorno - -ioiJa| Nieuwe Louis d'Or -11,3,4 Parys. 2. ra. .. . f _ Guinies - 12,6,8 dito kort. Piftolen -9,12,14 Idem in Specie - 58j a *. Franfche Kronen - 54]a55{ Londen. 2. m. {$ Nieuwe Ryksd. - a pCt. Dito kort Hamburg 2. m. Ct. ft. 37^ B?. Bank - 94J pCfc Dito kort - 37/3 — Wenen id. B°. - 37; GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week; Is geweest: te Amfterdam 99 ; en te Haarlem 13, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Ibaro- ther- hygro- streek luchts- me- mome- me- der gesteld- ter. ter. ter. wind. | heid. C 30. 2 61 65$ W. t. Z. 13 i 30. 2 68 6of w.n. w. omtrent helder. 130. 2\ S7j 75 n. o.j _ . Vf - l\ " fj bewolkt, tusfchen beide 14 < 3°- 24 °4 °9 z. o. iets regenagtig. i 30. 2 5Si 7 - w voorm. betrokk. weinig ^ap.7! 63i 79 z-W- regenagtig ;'smidd.zwi 19 < 29. 7*- 64 71 z. Z. W. re regen met donder j <_29- 6J 561 ! 74 I z.W. verder omtrent helder. Tryzen der Granen, or 18 Juny te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. H«L*" Ggld. GPld' rootfche bonte en witte looaaio Vriefche Wimergarst . 60375 dito rode • • l8oaacoGron. en Oldamlche . 60375 Flbina. en Heugfe . 180a 205 Zeeuwf. en Overm. Winter Boa 75 Koningsberger2 . 16.3,85'Dito Zomer . . 6oa75 Vriefche . • • 145» t«o Dantziger en Elb. . . S£U % > ïsoaï'o HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche .... I75aiy5 . ROGGE. Brouwhaver . .60375 Pruisfifche ■. , i 90 a 114 Witte Voeder dito % 46354 Knninifsberser . . 003114 Boekw.Amersf.en Gooil. £26328 oSgde ! . . 104 »1 ia Diw Brab. en VUam. £ 26 a 28 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en ,' ^ IRaap-Oly, per Aam f 47Ï Overm. 't Last. . £ 46»49 D>to Lyn . . ƒ *6f Slaa-Lynz. de ton van Dito Henmp ... ƒ 54, 5ë Schep. Rigaas ƒ 9''° Walv. Traan, t quart. HeU-aaddito . / 7i * K ^Vode^ . ".* 'fl*  i798. No. 235. N I E O W E ALGEMENE KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- bn MIN-GEÖEFFENDEN, Vry dag den ig Juny. NB. Dit No. word met de beiden Registers, Tytelblad en Omflag, voor bet 9de Deel, voor het dubbeld van den gewonen prys, nam. 5 Huivers, uitgegeven. BERIGTEN. DENEMARKEN. K openfiagen. De Koning heeft onlangs de fraaie verzameling van Prenten, betrekkelyk tot Denemarken, van wylen den Heer Muller gekogt, tegen een lyfrente van 200 tlyksdaalders aan de Dogter van den overle denen. De befchryving van deze verzameling was alhier, in het voorleden jaar, in druk uitgekomen: zy beflaat 25 zware Delen in groot folio , en voerd den tytel van : Pinacotheca Dano-Norvegica aere incifa, Colletla in ordinem redaSta a Frederico Adamo muller. Havnije. 1787- Deze verzameling, welke om zo te fpreken volledig is, bevat alles wat niet alleen de Deenfche Graveernaald heeft opgeleverd, maar ook 't geen door vreemde meesters over Denemarken in plaat gebragt is. De verzamelaar is gedurende ene halve eeuw bezig geweest, met dit Kabinet aanteleggen en «ittebreiden ; en heeft gene moeite nog kosten ontzien , om het in deszelfs tegenwoordigen ftaat te brengen. De eerfte Gefchiedfchryver van Denemarken, en mogelyk de geöefTendfte Historiekenner en Letterkundige \ IX. Deel. i van geheel het Noorden, de Kamerheer van Suhm, had, over enige jaren, zyne aanzienlyke Boekery ten openbaren gebruike alhier grootmoedig opengefteld, terwyl men bezig was met de vereischte fchikkingen by de grote Koninglyke Bibliotheek te maken, om tot het zelfde einde te kunnen dienen. Die van Suhm federt door zyne Majefteit gekogt, en in de grote ingelyfd, zynde, hebben enige onbekende Burgers zig verpligt geoordeeld, om aan den eerstgenoemden een openbaar bewys van erkentenisfe te geven, voor het openftellen zyner Boekery, op een tyd, toen 'er niets dergelyks alhier voor handen was, en hem, in enen zeer beleefden brief, ene Medailje toegezonden, waar van de ene zvde zyne beeltenis vertoond met de woorden: Petrus Fredericus Suhm 1797, terwyl men, op de andere zyde, een Tempel ziet (dien van Apollo op den Palaynfchen berg, waar in Augustus ene openbare Boekery geftigt had) met een open deur en dit eenvouwdig byfchrift: Aperuit. DUITSCHLAND en AANLIGGENDE LANDENi De Kielfche Hoogleeraar Schrader, dezelfde die zig, federt enigen tyd, met het beste gevolg heeft toegelegd Cc op  ( 202 ) op het vervaardigen van Herfchelfche Telescopen, is in R'.:sfifchen dienst overgegaan , en reeds naar Petersbui^ vertrokken, om aldaar den post waar te nemen van Direkteur van het Keizeriyk Natuurkundig Kabinet; zynde tevens tot Lid aaugefteld van de Akademie der Wetenfchappen aldaar. Gunstige staat der Geneeskunde in Zweden en Denemarken. Gothenburg, zegt een der nieuwfte Reizigers uit Duitschland , bezit drie voortreffelyke Geneesheren; ik vond een vierden, uit die Stad, en die zeer veel be loofd, te Kopenhagen, alwaar hy ,by het Kraamvrouwen Gasthuis, de lesfen bywoonde van den Hoogl. Saxlorf, een der eerfte Vroedmeesters van Europa, en die deze Stigting tot een van de voornaamflen en meest.bezogten der gehele waereld gemaakt heeft. De Genees- en Heelkunde worden in Zweden en Denemarken, met het gelukkigfte gevolg, aangekweekt. De fchranderde mannen wyden zig aan deze heilzame wetenfehap, en de Univerfiteiten van TJpfal en Kopenhagen, gelyk mede de Akalemie der Heelkunde, ter laatstgemelder Stede, leveren een zo aanzienlyk aantal op van uitmuntende Hoogleeraren in deze, en daar toe betrekkelyke wetenfchappen, inzonderheid de Kruidkunde, dat naauwlyks een der Hoge Scholen van Europa of Amerika, daar by, in dat opzigt, kan evenaren. Veel doet hier toe, dat de Kwekelingen reeds vroeg de Akadêmifche lesfen beginnen by te wonen; dat zy het Latyn zeer goed verdaan; 5, 6 of 7 jaren lang Iluderen, om door en door de Theorie te kennen eer zy zig aan de praktyk nc;> wen , en eindelyk veel (trenger examens moeten on. dergaajt, dan in Duitschland, of misfehien elders, eer . zy tot enigen graad bevorderd worden. Vervolgens zvii zy byna gehouden, om veel te reizen, willen zy en^en naam verwerven. Dit hebben Mnrray, Thunber?, Akrel, de drie Azeliusfen, Sparrmann, Callifen , Winslow en vele anderen , gedaan: gelyk nog tegenwoordig gedaan word, by voorb. door de beiden Zonen van den groten Entomologist Fabrlcius, die, na zig een geruimen tyd te Wenen opgehouden te hebben , thans te Parys zyn, van waar zy nog voornemens zyn, om Engeland te bezoeken. Welgeslaagde Genezingen in Zweden. te Stokholm 787 Zieken, door de volgende verfchillende kwalen aangetast: te weten: Door de Venusziekte, een aantal van . 286 Verfchillende foorten van Koortfen. . 102 Longtering. ... 32 Buikloop. .... 16 Waterzugt. . . . 55 Scheurbuik. ■ . . ... 22, Slepende'ziekte, verlamming, zwakte van geest, zenuwkwaal &c. . . 56 Darmbreuken. ... ... . 3 Schuift enz. . . .47 Graveel. . . .2 Ontflekende gezwellen, koudvuur &c. 81 Wonden en kneuzingen. . . 25 Gebroken ledematen. . . 20 Ontwrigtingen. ... 8 Verfchillende toevallen, ene Heelkundige Konstbewerking vereifchende. . 17 Zeêre ogen. . . . 15 zamen. . 787 Vertrokken; genezene of aan de beter hand. 633 713 Overgebleven , . . 74 "787' - Gedurende dat zelfde jaar kwamen Ih liet Gasthuis van Sotertclie . 91 Zieken. In dat van . Norrtclie . . 31 Nyköping . 57 —— ' Litiköping '-. . 75 Jonköpiug . 182 Wexio .. 126 Christiaanftad . 42 Halmflad . 73 , Gotheberg. . 2203 . Weiinersberg . 100 Tavastehus . 71 En in nog 10 anderen, te lang om te noemen. . . • 830 • In het jaar 1796 kwamen in het Koninglyk Gasthuis zamen . . 1943 Van  ( 203 ) Van welken geheel genezen zyn . » 1363 Gedeeltelyk . . 131 Ongeneesbaar bevonden. . . 79 Geltorvenen .. . .. .83 Overgeblevenen . . • 282 1943 Bovendien bevonden zig in deze Steden (Stockholm uitgezonderd) 1157 perfonen, door Venuskwalen aangetast. Die verfchrikkelyke plaag, dubbel gedugt in het Noorden , alwaar de genezing veel langzamer werkt en moeilyker is, dan in het Zuiden, rigt hare verwoestingen aan tot in het hart van het platte land. Rusland en vooral Zweden word het meest daar door aangttast. Krygsbende van Schaatsrydeus , in Noorwegen. Wy menen, onzen Lezeren geen ondienst te zullen doen , met hun, van goederhand , eén naauwkeurige befchryving te geven van een Corps Noorwegers, Skielöber-Corpfet geheten , een Initituut, dat enig in zyn foort is, en waar van men, zelfs in het Noorden , niet dan een oppervlakkig denkbeeld fchynd te hebben. De benaming Skielober (Schaatsryder) komt van Skie, 't welk betekend een lang, regt;, dun plankje, 't geen men onder de voeten bind, om over de fneeuw te glyden. Men weet, dat Noorwegen, gedurende vier of vyf maanden in 't jaar, met fneeuw bedekt is , die op zommige plaatfen, van de Zee afliggende, zo verbazend ophoopt, dat het onmogelyk is om te voet ofte paard over den gebaanden weg te komen: men is genood zaakt om zelfs dezen weg, zo dikwyls de fneeuw op nieuw gevallen is, op nieuw te banen , 't geen men gewoon is-te doen, met een werktuig, van voren fpits toelopende, en agterwaarts zig verwyderende, 't geen door paarden getrokken word. Daar de Noorweger grootdeels van de jagt m-^et leven , die de kortheid van de dagen en lange winners, benevens andere hinderpalen, ten uitterften moeilyk maken, was het vry natuurlyk, dat hy reeds van dc vroegfte tyden af bedagt was op middelen om uit zyn hutje te komen en de bosfehen, in alle rigtingea, en jnet grote fnelheid, door te trekken. Dir middel vond hy in de Skiër of Schaatfen. Ver- i beel u twee langwerpige plankjes, ter dikte van een klein vinger breette, bene en het midden een weinig ! uitgehold, om het afglippen te beletten , en een regte ftreek te kunnen houden. De plank, onder de.linker¬ voet gebonden, is omtrent 10 voeten lang, terwyl die van de regter voet maar van 6 voeten is: beiden lopen zy, boven aan het einde, krom op. Men bind ze aan. de voeten met een lederen ri .ra, in 't midden vast gemankt, om welke reden ze aldaar hoger en dikker zyn. De plank van de regter voet is doorgaans bekleed met vel van Rheën of Zeehonden, ten einde, onder het beurtlings voortzetten van de voeten in rechte en evenwydige lynen, het vel, dat langs het hair geftrekert zeer glad is, den voet te rug boude en meerder fchot geve, wanneer m°n dezen agierwaarts zet, en langs dien weg het hair ophale. Het is een bewezen zaak , dat een welgeoefend Schaatsryder, wanneer de fneeuw maar wat digt legt, veel fchielyker over de vlakte fneld, en veel langer dit uithoudt, dan het beste paard in ftaat is op een gebaanden weg te draven. flet afglyden van een berg gaat met zulk ene fnelheid , dat de ry.ler zyn vaart verpligt is een weinig te Huppen, om niet buiten adem te geraken. Het "opklimmen gaat wel langzamer en moeilyker, om dat het a1 ziegenzagende moet gefchieden, maar ondertusfchen bereikt hy al zo fchielyfc den top , als de beste voetganger : voor 't overige , hoe geringe tegenftand de fn.euw ook kan bieden, boord hy 'er niet"door heen. De ondervinding geleerd hebbende, dat de Noorweger, ondanks de hinderpalen, welken de Itrengheid des winters verdubbeld, juist in dat jaargetyde, dikwyls door den vyand word aangevallen, en deze manier van togten te doen in gebruik zyude, was het zeer nauiurlyk, dat men al ras bedagt was, om ene krygsbende van Schaatsryders opteregten. Dit Corps beftaat uit twee Bataillons, één voor het Zuiden, en het ander voor het Noorden: zynde 900 koppen fterk. Deszelfs tegenwoordige Uniform beftaat uit een kort, groen , kamizool , een gryzen overrok met een gele kraag, graauwe pantalon, en een muts van zwartleder. De wapens zyn een karabyn, met een lederen riem , die over den fchouwder hangt, een breed Inmwertje, een ftok ter lengte van 3} ellen, en een en een vierde duim dik, aan het einde voorzien van e.-n yzeren punt, en op kleine afftanden beflagen met brede yzeren ringen, die voornamelyk dienen om den gang, by het neêrdalen , tegen te houden. De Schaatsryder zet dan den ftojc tusfchen de benen, en doet ze voortglyden, of hy floept die mede aan den kant, waar aan hy dien houd, om zig voortteftuwen, wanneer hy moet klimmen: met een woord, hy maakt 'er zulk een gebruik van als hy nodig heeft en de omftandigheden medebrengen. V >or 't overige fchiet elke Noorweegfchö boer met een losfe hand, zonder byna te misfen. Cc 2 Het  ( 204 ) Het corps Schaatsryierr, voegt by deze wapenoefening ook die van gewone jagers; van welke ligte benden zy kunnen worden aangemerkt, een gedeelte uittemaken: zy nemen 'er alle functien van waar, en verfchillen met van dezelve, dan in de manier van op fchaatfen te marcheren, 't geen hun geen gering voordeel boven dezelve geeft. De Schaatsryders, zig ongemeen ligt bewegende, en, wegens de hoogte van de fneeuw, veilig zynde voor alle vervolging, zo van deti kant van het Paarde- als Voetvolk, kunnen dus veilig de vyandelyke colonne nazetten , en ze, onophoudelyk, aan weerskanten van den weg afmatten, zonder enig gevaar te lopen. Zelfs zouden enige kanonfchoten geen effeft doen op de Sc^atsryders , die tot op twee of drie honderd pasten van elkaar verfpreid zyn , en wier bewegingen, buiten dien, zo vaardig zya, dat zy op het ogenblik, wanneer men ze meend te zien, reeds verdwenen zyn, om weder optedagen, waar men ze het minde verwagt. Wanneer de vyand mogt halte houden, dan is het regte tydftip daar, waar op de Schaatsryders hunne meerdere magt kunnen tonen. Want, hoedanige voorzorgen ook genomen mogen worden, men loont altoos gevaar van benden, die overal weg vinden, 'en die, zonder onderfcheid, over moerasfen, meiren en rivieren, welken flegts met fneeuw bedekt zyn, heenfnellen. Zelfs, wanneer het daar onder liggend ys te zwak mogt wezen, om een man ot een paard te*dragen, glydt de Schaatsryder daar over heen, door de fnelheid van zyn vaart. Ook is geen Corps beter gefchikt, om, des winters, den vyand te befpieden, berigten aangaande hem te brengen, en met een woord den"post van couriers waar te nemen. Men zou mogelyk denken, dat het keren hen moeilyk moet vallen, ter oorzake van de lengte hunner „haatlen: maar dit is het geval in genen dele. Zy zetten flegts den regter voet, waar aan de kortfte plank is, agtermti brengen dien kringswyze tegen den linker voet; Keten vervolgens dezen op, en zetten dien parallel met den regter voet; wanneer men hen gekeerd ziet. Willen zy dit volkomen wezen, dan behoeven zy flegts de manoeuvre te herhalen. Ry de gewone winter - exercitiën formeren zig de Schaatsryders in drie gelederen, op den afftand van drie treden tusfchen de gelidfluiters, en van agt treden rei aan rei; een afftand, dien zy by alle hunne bewegingen, zo lang zy gefloten zyn, in agt nemen, om niet belemmerd te worden in het gebruik hunner fchaatfen. Moet 'er vuur gegeven worden, dan avanceerd het twede en derde gelid naar het eerfte, in dier voege, dat elk quarrée een afzonderlyk échelon vormd. De bagagie der Schaatsryders, ketels, flesten, bykn, fpaden enz. word vervoerd op enige fleden of voertuigen op fchaatfen, die, een enkel man, door middel van een léren riem, over den linker of regter fchouder, ligt kan voorttrekken. De Krygskundige Steller van deze befchryving voegt 'er by, dat men misfehien de vinding in dezen nog zot: kunnen verbeteren, met by dit Corps enige Veldftukken te voegen , die, op gelyke wyze als de bagagie , zouden kunnen getrokken worden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKAÜEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Duitschland. DiUtslands Flora, zum bequamen gebrauche beyen Botanifiren , nebst einer erklarenden Einieitung in die tiotanifche kunstfprache, zum besten der Anfanger. Ein ïafchen buch von Joh. Chr. Röhling. 540 f. 8°. I Rchl. 16 Gr. Zu haben bey Friedr. Perthss zu Hamburg und in allen Buchhandlungen. Dit werk verdiend aanpryzing by de Liefhebberen der Kruidkunde. Alle de Planten en Kruiden, die in Duitschland in 't wild groeijen, worden daar in aangewezen en befchreven. De Schryver heeft zig van de beste bronnen, welke hy in de Voorreden opgeeft, bediend, en het Linneafche ftelzel in zyne naamlyst gevolgd. Schoon hy in de befchryvingen de Hoogduitfche taal gebruikt, behoud hy echter tevens de Latynfche benamingen en rangfchikking van Linneus; gelyk hy ook by zyne verklaring der Botanifche kunstwoorden, in de Inleiding, de Latynfche 'er by voegd en dezelve in het Hoogduitsch vertaald; waar door men dan zeer gemakkelyk bekend word met het Linnéafche fyftema. Dis neuejls Weltkunde. In het binnenfte van Duitschland, midden in Zwaben, te Tubingen, word federt dea aanvang van dit jaar 1798, dagelyks een Hoogduitsch blad uitgegeven, hoedanig 'er nog geen in Europa beftaan heeft, en misfehien ook wel nimmer beftaan zal. Het is ene Courant en tevens een wel beredeneerd en diep doordagt Journaal, en als zodanig een al te belangryk, te fchitterend, en te verheven verfchynzel aan den letterkundigen hemel, dan dat het zich niet boven den kring van zyne meest beroemde mededingers verheffen zou; wel verreegter van door zynen helderen glans enig ander te verduisteren, moeten veel eer zyne verleidende bekoorlykheden, op het luisterrykst toegerust, dienen om het oog van het publiek tot zich te trekken, aan het zelve 'er alle de aangenaamheden van te doen fmaken , en 'er de eoodzakelyk» heid van te doen gevoelen. Op het einde ener redenerende eeuw, in den tyd ener algemene crifa, op het ogenblik, dat meer dan ene Staatkundige knoop zich onder het zwaard van enen nieuwen Alexander ftaat te ontbinden, dat ieder Burger byna het vermogen eischt om in de Staats-Kabinetten zyne ftem te doen horen, en dat de Kabi»  ( 205 ) hinetten zelve gehoor fchynen te geven aan de , naar den « erlvken fcbyn, miiwtbeduidende ftemmen, in een ogenlik dat alles geheel oor en oog is ; komt 'er een dagehks 'tafereel van den Staatkundigen ftaat des aardkloot* w: i ender zulke gunftige voortekens vcrfchynt de NeuefteWeltkmd ™or hit licht, en neemt te gelyk den Lezer geheel in fleept hem mede, en draagt zyne goedkeuring weg. De' redachie van dit Journaal is men aan den Heer Posselt verfchuldigd, die niet alleen Hoogleeraar der Gefchiedeïi maar zelf een Gefchiedfchryver is, even zeer beroemd wegens zyne naauwkeurigheid als wegens zynen goeden Sak- het geen zeker een allergunft.gst voorteken oplevert van de zorg, welke hy zal aanwenden om zich van eed, cm edere eetfte opwelling -van het gevoel van vryheid, me- -erz'aar r.g der onlraag• lykfte kluisters, te ftraffen. y Befcherm-engel van Frank. 1 rjk,  ( 20? ) ryk, Gelei-geest der vryheid, hoe was het u mogelyk, in. her .midden van alle die ftormen, worftelingen en tegenkantingen , een gantsch Volk voor uwen weldaadigen invloed vatbaar te maaken, en in een hart, van rondom zoo deerlyk gefchokt, uw zegenryk gebied te vestigen ! In de daad, uwe werking zal, in de gefchiedenis der mensch heid , een 'duurzaam wonder, een onoplosbaar raadfel blyven." Kort Begrip der Algemene Gefchiedenis, voor Jonge Lieden; door J. M. Schröck. Uit het Hoogdu;t=cn, met Platen. Derde Deel, 655 bladz. in gr. 8°. . Te Amfterdam, by J. Allart, 1797. .. Dit Deel bevat het vervolg der nieuwe Gefchiedenis, en wel bepaaldelyk de Gefchiedenis der Duitfchers, waar onder ook die der Nederlanders begrepen is; befcbryvende dus een tydvak van byna 19 honderd jaren. Indien men mogt oordelen dar de historie van een enkel Volk , en wel zo uitvoerig behandeld, dat zy een deel van buitengewone dikte vuile, te veel plaats beflaat in het gehele werk, 't welk wy, uit de Voorreden van den Schryver, moeten opmaken, in vier Delen volledig te zullen zyn: dan mag men dit roefchryven aan ene natuurlyke vooringenomenheid des Schryvers mer zyn Vaderland en Landgenoten; welke ook, buiten dit, in het voorhanden zynde Deel, hier en daar niet weinig doorftraald. Vooraf, en by de Inleiding, ontmoeten wy ene korte fchets van den merkwaardige!) inhoud dezer gehele Gefchiedenis. „ De Gefchiedenis der Duitfchers (lezen wy daar bladz. 4 env.) vervult een tydvak van omtrent negen tien honderd jaaren. Wil men nu zien, hoe zy, van tyd tot 'yd, zoodanig zyn geworden, als zy thands zyn: dan moet men hen, van den beginne deezes langen tydvaks af, oplettend nagaan, en tot onze tyden toe aanhoudend vergezellen. 'Er verliepen meer dan atiderhaif duizend jaaren, eer zy in eene, op goede wetten gevestigds, rust en veiligheid des leevens, in kunden en weetenfchappen, in kennis en beöefe' ing van eenen meer zuiveren en algemeen nuttiger Godsdienst, eenige aanmerklyke vorderingen gemaakt hadden. Ter bereiking van dit doel hadden zy zeer veele en groote hindern.sfen te boven te komen; doch deste meer verftrekt het hun tot roem, dat zy dezelve , zonder fterke aanmoediging , eindelyk toch hebben overwom.en. Tevens is het merkwaardig, dat de "Duitfchers reeds in den beginne hunner gefchiedenis, volftrekt niet als wit'en. of o imenfchen,' voorkomen; maar reeds vroeg wegen-s hunne braafheid en verfcheidene gezellige deugden doorgaands meer geroemd worden, dan de befchaafdfte Vöfkén v^n dien tyd. Het eerfte, waardoor zy de aandagt Ier wereld tot zich trokken, was hunne.ongemeen krygvhaftige moed, welke hen groote veiöveringen deed maaken Zy bragten het magtigfte Ryk, dat zy voor z^ch vonden, ten val; (lichteden in hetzelve eigene Duit ' fche Ryken , welke voor een gedeelte nog beftaan ; en daaronder voornaamlyk dat, welk nog heden onder alle de Ryken van Europa de eerfte plaats bekleedt. Vervolgends bemagtigden zy wel juist niet veele Landen meer; doch hunne dapperbeid'ondetfcheidie zich, echter, by elke gelegenheid : zelfs in die geringe twisten in tyden van vreede, welke zy aan de bellisfing der wetten hadden moeten overlaten. Desniettegenltaande behielden zy altoos daarby den roem van braafheid en getrouwheid, van arbeidzaamheid en ftandvastig geduld in de moeijelykfte bezwaarlykheden, gefterkt door de yverigftc liefde voor de vryheid. Schoon hun geest door hoogere denkbeelden nog weinig verlicht was, heeft men aan hun toch de onwaardeerbaare uitvinding der boekdrukkunst , en de belangryke ontdekking van het buskruid in die eeuwen te danken, in welke zy Hechts door hunne bekwaamheid in den wapenhandel uitmunteden. Zy vestigden de magtigfte en bloeijendlle maatfchappy van koophandel, welke de helft van Europa aan hun cynsbaar maakte. De Christelyke Godsdienst werd , wel is waar, door hun laater dan door veele andere Volken aangenomen ; doch zy waren ook de eerften, die het oude zuivere Christendom, vyftien eeuwen na deszelfs oorfprong , herftelden, eenen by uitneemendheid geduchten geestlyken Vorst de gehoorzaamheid opzeiden, en aan de gantfche overige wereld een voorbeeld gaven van eere meer vrye en nuttige denkwyze over zaaken van den Godsdienst. Sedert dien tyd hebben zy ook alle de krachten van hun verftand en vernuft eerst recht leeren kennen, nadat zy zich de vryheid verfchaft hadden, om dezelve op de minst belemmerende en beste wyze te gebruiken. ftebalven veele voortreflyke Vorften, Helden en Staatsmannen, welken zy reeds hadden, en wier aantal fteeds toenam, kreegen zy in alle andere (landen beroemde en verwonderenswaardige mannen, kwamen de befchaafdfte en geleerdfte Volken in fommige opzichten op zyde, in andere naby, en munteden vooral uit in eene werkzaame geneigdheid om het goede en nuttige van alle tyden, Landen en Volken natevolgen en in zich te ve ëtnigen." Vervolgens verdeeld de S. deze Gefchiedenis 'voor eerst meer algemeen in ene oude, middenfle en nieuwe, en onderfcheid, daar na, deze drie hoofddelen, in kleinere tydvakken; welken door hem volgender wyze bepaald worden. ,, Haar eerfte tydvak, welke de overoude Duitfche gefchiedenis behelst, begint van de eerfte gedenkwaardige gebeurtenisfen van Duitfche Volken, welke in de gefchiedenisfen voorkomen, ot van den oorlog der Cimhers en Teutonen met de Romeinen tot de groote Duitfche Volksverhuizing. Van het jaar 100 vóór de geboorte van Christus, tot 400 na dezelve. „ Het tweede, (of in de middenfle gefchiedenis het eerde,) tydvak begint met de groote Volksverhuizing der Duitfchers,' of met de verwoesting van het Westerfche Ryk der Romeinen door de Duitfchers en de (lichting van Duitfche Ryken , en eindigt met den oorfprong van het naderhand alleen zoo genoemde Duitfche Rylc. Van het jaar 400 tot 843 na de geboorte van Christus. „ Het derde, van den aanvang des eigenlyken, nog heden  ( 808 ) den zoo «noemden Duitfchen Ryks, tot de verëenlging van be? S««V^» kei*e">k en "et k9ningryk me het zelve Van het jaar 843 t°t 962- , „ . ,. „, Het vierde, van de verëcniging des Romeinfchen kei zei'rvks e„ dés koningryks Italii met het D^ftte Ryk. tot d e "t y d waarop de Vuitfche Ryksftaaten een « zag verkreegen, en zeven keurvorften in het Duajehc Kyk erkend werden. Van het jaar 96a1 tot 127a.. . Het vyfde, (of in de middenfte gefchiedem» het vierde'en laatfte,) van den tyd des volkomen gezags der Duitfcke R ksftaa n en der erkenning van zeven keurvorften V het Duitfche Ryk, tot den vreedeen de hervorming. HeVÏÏcfe:7v\n0de1nvóering der algemeene rust door -oëde ieaen en vreede, en de herftelling van het eerfte Gendom door de hervorming , tot den Westphaaljchen vreede. Van het jaar 1500 tot 1648. Het zevende, van den JVestphaalfekm vreede of van de'vernieuwde rust, uitbreiding en befchaving van Duitschland tot onze tyden. Van het jaar 1648 tot 178:- Schoon nu wel hier mede, op bladz. 5,0, de Gefch.e denis befloten word; geeft echter de S. van daar tot aan uuZ «os nor* 1 Bvvoegzels; behelzende het eerfte ene Ses van-ïï'oefcMi. 'der Z.itfers of Helvetifche Bondgenoten. Het 2de ene fchets van de Gefchiedenis 3er verenigde Nederlanden, en de 3de ene fchets van de fïefchiedenis der Wereldlyk-Keurvorftelyke Huizen, onderfcheiden in zo vele afdelingen als derzelver getal u.tmaakt : befluitende alles met een Tydrekenkundige tafel der Duitfche Gefchiedenis. Voorts is dit Deel weder verfierd met een aantal van XXVIII Platen, onderfcheidene merkwaardige gebeurenisfen en perfonen afbeeldende. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrbkkelyk. Te Haarlem > by A. L O O S J E S , Pz. Zaad, Oly en Traas, Koolz. Zeeuwsen en Rasp-Oly, per Aam f 47? Overm. 't Last. . £ 46*49Duo Lyn . f *&i Slag-Lynz. de ton van Dit» Hunnip ... ƒ 54» 5 Schep. Rigaas ƒ 9a 10 Walv. Traan, 't quart. Heunipzaad dito . f 7*iS* van 12 Stek. . . ƒ na Dito Rode . . f 106 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. ». 8*1 # & Cadix 1 - 82; a 8$ Lisfaboti — -57 Nieuwe Ducat. /5,ii,,iï Venetien - 87 Oude ger. dito - 5.9i-'°i Livorno -——■ - 101J Nieuwe Louis d Or -11,4.5 Parvs. a. m .. . ,. Guinies - 12,8,10 diSkon.>"> Asfig.- Pifto]len ^ -9.14.1* Idem in Specie - Franlche Kronen " 54a + $ Londen. 2. m. fi Nleuwe R*ksd- * 3 pCt' Hamburg1», m. Ct. II. 37 ri B?. Bank - 95 pCry 1 Dito kort - 37l — Wenen id. B«. - 37* WAARNEMINGEN van WIND en WEÜ1SK, weerkundige waarnemingen, DUITEN HAARLEM. ! BARO-lTHER- HYGRO-STREEK luchtsTliny ME- MOM?- ME- DER. 1 GESTELD' 1798. TER. TER. TER. WIND. HEID. ' ge —-_ — — voorm. bewolkt;nam.cc„ C29- 5! 571 öO Z. 2wire r(.pen'-m; verder 20 ' 49. 5» 63i 65 w. t. Z. ome.KelderVav. wolk. ) 29. 6S 5<5 77 w. 's nat-ts zwareregcnbuijea C 20" 61 60 71* W.Z.w. bewolkt; omtrent 21 (10 7* 61 68 — betrokken; tusfchen llg- ll 57 88__ Z._w. bede wat regen. f29- 8| 61 ■ 71* w-t>N- omtrent betrokken; 22 (29. 9^ 63 67* w. n. w. 'Sav0I,d3 buijig. £30. o! 58 81 N.w. | , ("30. i 605 74J N.t.W.| 23 < 3o- i\' 68', 62* N.w. 1 wolken. ^3o. 2' 56 88 w.N. w. ; f30. »i 62J 73* w.n.w. I I 24 ( 30. 21 66 69 w. wolken. ; C.3_^_Ji__i8^ 5 C30 1] 60 * 72* z.w. 25 < 30. I 69 6i* - bewolkt' *_______-_.8-9i- -. •' ■ 5 C29. 9> 66* 75 w- omtrent betrokken; op 4 26 { 30. O 69* 78* — de middag regen. g / 30. O 62* 89 'w.t.Z. 1 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week; is geweest: te Amfterdam 86 ; en te Haarlem 18, onder weiken laatften 8 beneden de 12 Jaren. Trtzen der Granen, op 25 Juny te Amsterdam. TARW. HetLast, GERST. HetU. Poolfche bonte en witte *&\^^J^ / ' Ê.Jj ÈSn?« Heugfe . ^^SSSSS^™T tV7 vÖÏÏH^soi \ \ i34o°»50 HAVER en BOEKWEYT. 2eelandfche . . • • l75aiy5Brouwliaver _ , foa? n -.rfi-i,» . i 00 at 14 Witte Voeder dito' . 4635 ^"nSereer* . 9goa ui Boekw. Amersf. en Gooil. ^2fia2 cSde' . • lQ4»i-DiroBrab.enVlaam. fafiaa  NEGENDE DEELS, EERSTE REGISTER. BERIGTEN en BT ZO N D ER HE D EN. Fan January—Juny 179$' De Letters a en b. duiden de eerfte en twede Kolom aan. A. Aardenwerk. ("verglaasd) Zie Fabriek van Fayance. Aardkunde f plan van den B. BLANC, om de Tuinen en "arken ™nV«r%«fe* enz. tot een School van) aanteleggen. 177. a iESCULAPIUS (min en meer geloofwaardige overleveringen a*n- ^ AKADEMIE (dc KeuryO te Erfurt, geeft enige Prysvragen op, en yerlengt den tyd der beantwoording van een voorgaande. 54. b. en 55. b. (de TÊtcrlynfche) ondergaat aanmerkelyke veranüe. ^ „ C&e Koningt. Zweedfche) geeft verflag van de inge- komene antwoorden en fteld nieuwe Prysvragen voor. - * , .'o.».. ,s3' L (dc Keirertyke') der Ntttuuronderzoekeren geeft be- riet nopens een ingekomen antwoord op haar vraag over het Qeneesk- gebruik der Carcx - wortelen: herhaald deze vrage met enige verandering: en voegt 'er ene nieuwe by. - - AltARtM COr. Ch.) aanvaard het I'rofesforaat 111 de Schei-en Kvuidk. aan de: heritcidc Franeker Akademie, met ene plegu- Ve Redeny. - _ ,„£ i! A.fecdote (ene) van den 19 Mey 1798. - - IÜI- a ANGE CI/TEISSEDRE L') word lid van de Bataaffche Maatf. 'der Weterif. te Haarl. - ' ; - ' '75- a jfmriiia (de), ene verfcheidenheid van de Amcarpus incija, word, door het Franfche beftuur, van de vriendelykeEilanden naar Cayenne gebragt. . - - - '37' a Atchangtl ( Brief uit) over enige zeldzame natuurlyke verfchynzels aldaar. - - , • • \ Athenea (enige byzonderheden van het oud) e *5°« a B» BAART CA.) behaald ene premie by de Maatf. van Landbouw; te Amfterd. - ; ,,."„, "•. *97' 9 Btnk (de) van Engeland geeft nieuwe kleine Banknoten uit en wisleld de ouden in. - . - .. •• a *—— (Amerikaanfche) te Philadelphia, is 111 enen zeer bloeijen- den ftaat. - - ,t _ ' 6- b -—— ("verbeterde toeftand der Amfterdamfche) feJert Februiry 1795. - - - I03' b BARNEVILLE (de. Burger) ontfangt èeu kroon en Medailje by IX. DïELtj het Lyceum der Konften, te Parys, voor zyne ingeleverde ftalen van fvn Spinwerk. - - - 31. a Bedelaars (in China ziet men gene) - - 130- * Bedriegery van Dr. Menauduc, te Londen. - . 171. b Beenderen (twee waarnemingen, omtrent ene aanmerkelyke misvorming der) door Dr. H. A. BAKE, te Leyden. - 28. b BENNET (Dr- J. A.) word lid vau de Bataaffche Maatf. der Wetenf. te Haarlem. - - - 175- 1 BLEULAND (de Hoogl.) word Secretaris der Akademie te Utrecht- - - 106, b --— word lid van de Bataaffche Maatf. der Wetenf. te Haarlem - 175. a Boekery (de fraaie) van wylen den Geheimr. von Steek, word door den Koning van Pruisfen, ten gebruike van zyn Departement van Buitenlandfche Zaken, ge.kogt. - - 177- » BOSSCHA (de Hoogl. H.) word Secretaris van den Akademi- fcheu Raad. te Harderw. ... 193. a BoUny-Iiaai (gunftige ftaat der Engelfche Volkplanting te) 14. » Brief van enen Duitfchen Natuurkenner uit Madrid, voornamelyk over de tegenwoordige beoeüening der Natuurl. Historie aldaar. - - - - . 170. i ——-(uittrekzel van enen) uit Loni n, over de Geneeskundige Kwakzalvcryen aldaar. - - - 171 b Bnkken of Bloksberg (befchryving van den) - 13;. b BROUWER (Do 1 ) behaald den gouden Eerprys by TEYLER'S Godgel. Genootf. - - - 114. a BRUIN (Do. W.) behaald een Accesfit en zilvren Medailje by fÈYLER'S Godgel. Genootf. .- - 129. a BPGGE (de Hoogl. Tn.) te Kopenh. word lid van de Bataaffche Maatf. der Wetenf. te Haarlem. - - 175. a BUONAPARTE (de Genet.) geeft door enen brief aan het Directoire , een loflelyk getuigenis aan de Commisfarisfen voor de Konstftukken, in Italien. 73. a _j - woond voorde eerftemaal, als lid, de openbare zitting by van het Nationaal Inftituut, te Parys. - 97. a B'JRKE (Berigten nopens den vermaarden EDMUND) 106. b. 114. b B'bel, (nieuwe fraaie) word t8 Londen gedrukt. - 1 a Bigelovighcid van het Chineesch gemeen. - 130 b Lvfchrift (Latynsch en Fransch) voor het Portrait van den Generaal Buonaparte. - 106. a C CKna (enige merkwaardigheden nopens) en de zeden et) gewoonten der Chinezen, 120. b. 14L t» „,. Dd Uu"  ( 2IO ) CMneesch Lett'erfchrift (iets over het) 141. b. l«(ï. b, COOPMANS (de Curator) doet een fraai Lettergefchenk aan de Franeker Akademie. - - - 3' b CRANE (J. W. de) word Rector Magnif. te Franeker. 193. a D. Dclfitofkunde (de) begind in Spanje meer in den fmaak te komen. 170. b DIDOT, te Parys, vind ene manier uit, om zonder fouten te drukken. - - - - 65. a Dieren ( voorbeelden van zonderlinge genegenheid der ) omtrent de menfchen. - - " '30, a Doven en Stommen (examen der) by het Groninger Initituut. 1O1. b Druiven, (manier der oude Grieken om) zonder korrels te kweken; als mede om witte, blaauwe en bonte Druiven van denzelfden Hok te lezen. - - 165. a en b Drukkery (berigt der (Fc.lpiolfche) en daar op gedrukte Werken. - - - - 61. b. 66. a Drukkonst (aanmerkelyke verbetering in de) 65. b. breder berigt daar van. iai. a. , —, yan overoude tyden by de Chinezen in praktyk. 148. b Duitfche Landen (befchouwing der) aan den Linker Rhynoever, aan de Franfche Republiek afgeftaan. - - 110. b E. Edelmoediaheid van een Baraafsch Burger. - - 191. b Efferften (Pryslyst van In- en Uitlandfche) in de eerfte No. van elke maand. ENSCHEDé (JOHANNES) word,lid van de Bataaffche Maatf. der Wetenf. te Haarlem. - - 175- a Epigram op den (lag by Lodi. als mede op den Schout by Nagt Jllois van Treslong. - - - j F. Fabeltjes (twee) uit het Fransch id het Hollaudsch berymd. 106. a Fabriek van Fayance (iets over de) van Ol'ivier, te Parys. 175. b FUSS (de Hoogl.) behaald den Eerprys by de Kon. Deenfche Maatfchappy. - - - " "5-» C. Geboorneu (lyst der) Geftorvenen en Getrouwden in onderfcheidene Steden en . Lanclf. van Europa , in 1797. 40. ; - —.— inEhstland. 72. i Gedenktekens (ontwerp van den B. THIERRI, betrckkelyk de gedecreteerde) der Franfche dapperheid en overwinningen. 113. 1 Geneeskunde (gunftige ftaat der) in Zweden en Denemarken. 202. a Genezingen'welgedaagdej in Zwedep. - • - 203, a GENOOTSCHAP (een Oekoiiomisch) van Landbouw, word op Zweedsch Finland opgeregt. - 88. a (TEYLER'S Godgel.) doet uitfpraak over de ingekomen antwoorden op deszelfs vraag over het beginzel van werking in den mensch. 114, a GENOOTSCHAP (liet Amjlerdamsch Dicht- en Letteroefenend') houdt deszelfs janrlykfche vergadering , en ' geeft nieuwe Pry^ftofi'en op. - 162. a Gefchiedenis (ene algemene Oosterfche) van den Peruaanfchen Schryver Mirchond, word te Wenen vertaald, en zal aldaar, met ene Voorreden en aanmerkingen vau J. de Muller, worden uitgegeven. - - . 75. a Gcfprek (klugtig) tusfchen ene Citoyenne cn een Juge de Faix, in Parys, . . . i50. a Gezelfchap C'iet) Nuttig en Gezellig, te Mydrecht, belooft een Dichterlyken Eerprys. - - 69. a Godsdienst (in China heeft men gene Heerfchenden) - 130. b Goederen, (lyst der) in 1797, re Duntzig opgeflagen cn afgefcheept. - . 45. b GRACCHUSSEN (karakterfchets der beiden) en derzelver Moeder CORNELIA. - - . 157. a Graffchrift van Goldfmith op E. Burke. - - 116. » Granen, (lyst der) in 1797, te Üantzig opgeflagen en afgefcheept. - 46. b GRATAMA (Dr. S. ) aanvaart den post van Hoogl in *t Butgerlyk Recht, te Harderwyk, met ene plegtige Redenv. 193. b GREVE fj.) aanvaard het Hooglecraarampt in de Oosterfche Ta. len eri Oudheden , aan de herftelde Franeker Akademie, met ene plegtige redenv. - - - 4. a Groeiilahdsvaarders (getal der) van Hamburg enz. voor het jaar 1798. - , - - - 72. a GUINGENé fde Burger) leest enige gemeenzame zamenfpraken, hy het Lycée Republ'wain, te Parys, voor. ■• 105. « H. HAYDN (de Kapelmeester) te Wenen, geeft een nieuw Zangftuk uit. - - - irJr. a HERINGA (de Hoogl. J.) word Re<5tor Magnif. te Utrecht. 106. b HlPi'üCRATES (van waar) een goed deel zyner Geneeskunde haalde. - ' - - . 155, b Hoge School (nader verflag, nopens a« herflelling aei Piïeicnej en'de daar by gehoiidene pkgtigheden. - i.'a HOOP (A. van der) behaald ene zilvren Med. by de Maatf. van Landbouw, te Amfterd. . - - 198. b HOUDON (de Beeldhouwer) gelukkig gered door de fchranderheid zyner Vrouw. - - ' - 158. b t Inenting (gelukkige) in den voorledeuen jare te Londen. 41. e (iets ter aanpryzing van de) door W. SERVAAS, M.D.89. b Inëntingshuis (een) te Halberftadt geftigt. - - 177. a Inkomften (lyst der) welken de Duitfche Waereldlyke Vorften jaarlyksch verliezen, door den afftand vau derzelver landen aan den Linker Rhyn-oever. - - 103. a Infekten (Kabinetten van) by particulieren te Madrid. 171. a Infiiiuut (het Cis-Alpynfche Nation.) zal te Bologna wezen. 49. a ■ 1 (het Fraufciie Nationaal) houd ene openbare zitting. •25. a. Vernieuwde prysvr; by de Letteik. klasfe van liet zelve opgegeven, ibid. Het verdere verhandelde in die zitting. 97. *• Jri-  ( 2X1 ) M'tmt (het Franfche Katfonial} De Nat. klasfe neemt een 1 befluit om de nieuwe Maten en Gewigten meer in trein te brengen. - 73- a _ krygt aanfchryving om, ter plaatsvervulling van de 4 gedeporteerde leden , nieuwe nominatien te maken. 73- b i ___ Het zelve- houd den 6 OCt. ene openbare vcrgad. 74. a. Het verrigte in deze zitting, ibi'd. Pryzen, in de Schilder - Beeldhouwt, daar by uitgedeeld en voorwerpen dier pryzen. ibid, K. KANT rAnecdote wegens den Koningsberger Hoogleeraar) 135. b Kinderpokjes (fchrikbarend geval ener opzettelyke blootfteHiiig ;; ■ mn de Natuurl ) 53- a Komeet (de" pasfagie ener) voor by de Zon, te Parys waargenomen. - " I05* Konm.is fhet) heeft in China het aanwyzingteken aan de Zuid- 1. - _ - - - 146, b Ko'ïnng'fchap by de oude Grieken van hoedanigen aart. 166 b. Onder in de Aantek. Kofakken, hoe onderfcheiden: byzonderheden nopens de Donfche en die van de Ukraine. - ... ■ • '95' a Koude (ftrenge) in den Winter, omftreeks Madrid en oorzaak hier van. - J ' , - „ " " a Kruidtuin (tegenw. ftaat der Nat.) te Parys. - 82. a ! (fobere ftaat van den) te Madrid. - ■• - 170. b Kwakzalvery van enen Amerikaanfchen Arts, te Londen. 171. b _ Laconifche kortheid (Voorbeelden van) - - 154- b LA LANDE fteld het publiek gerust nopens het gevreesd gevaar ener naderende Comeet. - - 4ï- a Landbouw (bedreverheid der Chinezen1 in den) - 147- b LAUTS (de Theol Candid.) in jfeverland, behaald een Eerprys by de Gortinafche Maatf. - - , - . 33- b Leeriooijen (nieuwe manier van) door SEGUIN uitgedagt en 111 praktyk gebragt. - - - l67- a LE HM ACH ER (de Hoogl. V. E. van) te Wenen, overlydt. 9. a Letterkunde (Engelfche) 8fte befchouwing. - 17. a " 10de Hist. Vaderl. Gcf en Oudheden. 57. a _______ ___.__. 11de Reisbefch. Aard- eu Plaatsbef. 67. b. 77. b , 12de —— Philologie. 83 b _ 13de —— Gedichten en Men- gelw. 92- b. 99, a „ . — 14de Romans en Toneel- fpelen. - 116 a ,, 15de ——— Beeldende Konften. 123. a Letters (men wil in Berlyn de Gottifche) affchaffeti en voor Romeinfche verruilen. - - ' lS5- * ItU'tze (Aalfcholfer) zie Vischvangende Vogel. - 147- b I.ICHTENBERC (Prof. G. Cu.) . Paarden (de 4 vermaarde kopren) worden, uit Venetien, naar Frankryk vervoerd. - - - 4- a PALM ((ie Hoogl van der) word ReSlor Magnif. te Leyden. 50. a CR- K. van der) word, door de Maatf. van Landbouw te Amfterd. een Exemplaar harer werken toegewezen. 9. b PANCOUKE (de Burg.) doet een verflag aan het Directoire, te Parys, om een nieuwen brug over de Seine, op zyne kosten, te laten leggen , en dezen , nevens de Revolutiebrug, met Standbeelden van Generaals te vcrfieren. - 74- b PARK (de Afrikaanfche Reiziger) komt te Londen te rug. 41. a Parfs (fiaai Plan van) in gedreven beeldwerk. - 71. a Pekin, volkrykheid en grootte dier Stad, ftratcn en huizen aldaar, Keizerlyk Paleis. ... 131—134. PEYROUSE'S (van) Reisbefchryving ziet thans een pragtige druk , in Parys, het licht. - - 137. a PI.ATO fin hoe vele en welke klasfen) de Burgers van zyn Gemenebest verdeelde. - - 155- b Pneumatifche (de) komt in Engeland druk in de mode. 185. a PONCE (H.) behaald een zilvr. Med. by de Maatf. van Land. bouw, te Amflerd. - - - 10. a Porcelein f ongemeen fraaie gcfchilderd) in de Fabriek van de BB. DM en Guerpard, te Parys. - - _ lil. a Porto's Franco's (twee Zecfteden op de Klim worden voor 30 jaren tot) verklaard. ... 103. a Prenten cd.e fraaie verzameling van) door wylen den Heer MULLER, te Kopenhagen nagelaten, word door den Koning van Denemarken gekogt. 201. a. Uykheid dier verzameling, ibid. PRTESTLEY'S (Dr.) Aanmerkingen op de Ruïnen van f-'ohiey. . 21. a. 25. b. en 34. a. Proeven ( wclgcflaagde) te Parys, om de redenvoeringen en bet Muziek, by Nationale Feesten, door deverfte aanfchouwers, te doen horen. -■ - . a PrysüudeHng aan de Leerlingen in de Heelkunde, te Haarlem. 1J5. b t'rjsrragen en Aar/7'ellen. Oorfprong van den Platduitfchen Tongval; ademhaling der Infekten. nut van het trekken der Handwerkslieden ; middelen voor dezen om verbeterde handgrepen te leren. - 34 a . Over de Fyne Vrugtbomen- - 54- b Het bezingen van de merkwaardigfte Gcbeurtcnisfen dezer Eeuw, zo in als buiten Europa. - - 6$. a . — 1 Het onderfcheid tusfchen de heden- daagfche en de aloude welfprekendheid. - - 89. a ■ —. Het bouwen van een altyd vlot bly- vend Vaartuig : middel om Houtvlotten droogvoeis te kunnen Iosfen. 121. a 1 Onderzoek over de Zweedfche Krygs- en Zeetogten; — ontwerp van een Latyn^ch Byfchrift voor de Beurs, te Stockholm; — fchets van een Gedenkpenning op de voornaamfte voorvallen , in Zweden, gedurende deze Eeuw. ; ; J53, a Prysvragin tnfoorftellen. Dichterlyke, de Eendragt, de Mode, de Rhyn; —■ Theoretifche, over het naarvolgen en vertalen der buitealandfche Dichters; over de vereischtens in een befchryvend Gedigt. - 16.2. b ' Over het geneesk. gebruik der be¬ kende Galvanifche proeven met de prikkelbaarlieid der metalen. 170. 1 Over den loop of de beweging der fappen, in bomen en planten. —— Pliyfifche oorzaken van het opgaan van den rook in de Schoorftenen. — Plan ter algemene ontginning en vrugtbaarmaking der woeste Landen, binnen deze Republiek. —— Welke inlandfche planten, tot hier aan toe niet in gebruik, ene goede verfftoftë zouden kunnen opleveren. - 173. ï 1 11 Over het praftikaal nut, uit de bouw¬ kundige vorderingen van andere landen te trekken. - - 199. a 1 Pryzen (een Genootfchap van Lutheranen te Kopenhagen, deeld aldaar) uit aan Jodenj die zig in Konften en Ambachten oef- fenen. ... ipo. b PSAFF (Dr.) te Stuttgatdt word tot Hoogl. in de Geneesk. te Kiel beroepen. .... 41. PUI (de Hoogl. nu) word Secretaris van den Akad. Senaat te Leyden. - » 50, » R. RAMLER (de Hoogl. K. W.) te Berlyn, overlydt. - 129. a RAU (de Hoogl ) legt het Rectoraat aan de Lcydfche Akadem. met ene plegr. redenv. neder. - - 50. * Recapitulatie eu byeentrekking van weder, wind en water, in 1797. ■ " - " " " 16. a en b Regeringsvormen (verfchillende) by de oude Grieken. 165. b REICHARD (de Berl. Kapelm ) ontfangt een gefchenk van de Keizerin van Rusland. - - 83. a Reisbefchryvingen (Naamlyst van) tot opheldering van den Bybel dienende. 4. b. lo, n. RllOER (de voorheen Harderw. Prof. C. W. de) aanvaard het Hoogleeraarampl in de Rechten, te Utrecht, met ene plegtige redenv. - - - - 83. a Rockrozen (Cistus) tot t2 nieuwe foorten in Spanje ontdekt. 170. b ROCQUETTE (Dr. J.) houd ene redenv by de uitdeling van pryzen aan de meest gevorderde Leerlingen in de Heelkunde, te Haarlem. - - - • 183. b ROLLE (korte levensfehets van DENNIS) - 13e. a Roman (voorfclirift om een goeden) naar den nieuwften fmaak, te vervaardigen. - - - - 194. b RUHNKENIUS (de Hoogl.) te Leyden, overlydt. - 162. » RUMFORT (de Graaf van) ftigt een fonds by de Kon. Maatf. te Londen, voor een nieuwe prysvraag. - 4i. » Rusland (de Keizer van) geeft kennis aan de IloHandfche Geldfchieters, dat hy de Poolfche Schulden heeft overgenomen. til. a Rusfisch Ryk (bystere grootte van het) - . iqo. b Rykdom (verbazende) van eeri Engelfchen Goedshecr. ' 138. b SAXE  ( 213 ) s, SAXE fde Utrechtfche Hoogl. Cu ) draagt bét Rcftoraat der Hoge Scbole, aldaar, met ene plegtige Redenv. aan zyn °pvol-^ fc SAXTORPH (de Hoogl.) te Kopenhagen, word, met zyn Zoon, |id van het Geneesk. Genootf. te Parys. - " ' \ Rrna»tsrvd«a (Krygsbende van) in Noorwegen. - 2°3« 3 IcHACHT Cde Hoogl. J. H.) word Reftor Magnif. te Harder-^ ^ Schapen Caantal van) gedurende 1797» & &g Bf1**ad. 62. b SCHERER (de Bergraad) zal een nieuw Chemisch Tyclfchnft ^ & Schilderen (de Koning van Zwedên laat een grote party) in Ita- ^ ^ SCHRaDEkR(o'e Hoogl.) te Kiel, ga'at in Rusflfchen dienst Over. 201. b SCHROEDER (de IlSogl. N. W.) te Groningen, overiydt. 177- b SCIIRöTER (de Opperamptman) word buitenlandsch lid van de ^ &JSS£Sfi?SS. Cwelgeflaagde) door ■ rurevn C. CappU, in 's Hage. - - u SERVAAS Cbrief van Dr. W.) aan de Schryver van dit blad S ovl de Geuëesk. Stukjes van'de Burgers ftafrr en Sfefcr. to. b ■ffin*i«" (voordelige ftaat der Engelfche) - 02. a JpaXen (oorfprongelyk Staatsbciluur der) 154.*. Byzonder- heden nopens dit volk- ibid. b. • Spinnen (proeven van ongemeen fyn Katoen-) in Frankryk. ga. a Staatkunde (algemeen tafereel der Romeinfche) - »49- »M^efeldheid (welke) de beste geoordeeld wierd by de oude Griekfche Wysgeren. - * . ~. . '* Steden (groot aantal van) door de laatstoverledene Keizerin b ftS^ÏSt nopens d"e) drukken van D^r , te Parys Vil*, a ______ drukken, ene oorfprongelyk Hollandfche uitvin- ding. - " '77- b SUHM (de Deenfche Kamerheer van) field zyne Boekery ten openbaren gebruike, open. Dankerkentenis van enige Burgers te Kopenhagen, hier voor aan den zeiven, - 201. o SWAVING CA. C) behaald, by de Maatf. van Wetenfchappen te Haarlem, ene zilvren Med. nevens een verering in geld, voor de mededeling van zyne verbetering aan het Microscoop en zyne Microscopifche waarnemingen: en word tevens tot I.id der Maatf. verkoren. - - , " . , I04, SWILDENS (Mr. J. H.) aanvaard het Hoogleeraarfchap in hel Natuur-, Staats- en Volkren Recht, aan de herftelde Franeker Akademie, met ene Nedcrd. redenv. - : *• a T. Teiegraaph (befchryving der Franfche) - - l63- a TIIOLEN Cl. P.) aanvaard het Hoogleeraarampt in de Wis-, Vestingbouw- en Aardryksk. aan de herllelde Franeker Akademie, met ene Ncderd. redenv. - - * 4- a T1NEVELLI, C'le gewezen Hoogl. in de fraaie Letteren; word in Piemont gefufilleerd. - - 74- b U. Uittrekzel ene* briefs van Parys, over onderwerpen der Natuurl. Historie. 5 r i 61,0 Dd3 NE" Univeifiteit (veranderingen arm de) te Pavia. 49. ». Aan dezelve zal voortaan alleen de Geneesk. en Wyabegeerte gedoceerd worden, ibid. __, Crie) van Turin word naar Qiiiers verlegd. 81. b UNïERBERGER (de Konstfchilder) te Wenen» overiydt. I. a. Enige van zyne Mecsterftukk. ibid. V. VAILLANT (enige byzonderheden nopens) en diens verzameling van Vogelen. * *?2- Vegetatief Poeder van Bridet. - - 47- a Venus-ziekte (nieuwe manier van genezing der) - 185. z Verlosfing (berigt aangaande ene gelukkige) door middel van de doorfnyding der Schaambeenderen. Medegedeeld door Dr. D. Hasfelman, in 'sHage. - '93- b VIR.G1LIUS (voor den beroemden Latynfchen Dichter) zal te Petieola een Gedenkzuil worden opgerigt. 83- a. Byfchriften daar op te (tellen, ibid. VISCONTI (de Romeinfche Abt) word hon. lid van de Schilder- Akademie, te Stockholm. - - - 81. a Visfchen (uitvinding der Scheveningers, om met Roei-Sloepen, in de binnen-Zee te) - - '30- o Voge (Vischvangende; der Chinezen. - - I47/ a Volk.-ykheid (verbazende) van China. - - . 14°- b -__ (toenemende) van Rusland. - - 183. b VOORDA (Mr. J. H.) aanvaard het Profesforaat in de Rechtsgeleerdheid, aan de lierftelde Franeker Akademie , met ene plegtige Redenv. 5 - - . 4. a W. Waarnemingen (enige belangryke Genees» en Heelkundige) by de Maatf. der Geneesk. te Parys, ingeleverd. - 49- b Wagens met zeilen in China. - - . 13 WALPOLE „bengt nopens H-) Grave van Oxford. 41. b. Co. b. wïsSENBERG (de Hoogl. Ev. ) re Franeker, legt het Reclo- nat der Akademie, met ene plegtige redenvoering neder. 193. a Weerkundige waarnemingen, buiten Haarlem, in elke No. 1 . (Refultaat der) te Petersburg, door de Akad. der Wetenf. aldaar, van 1772—1792. - - 191- b Werktuig (nieuw) om Goederen op- en afteladen. - 55- b Wetenfchappen (berigten aangaande den tegenw. ftaat der) Konften en Letteren, in Piemont. - - 75' a WIEBEKING (C. F.) te Darmfad, word lid van de B Maatl. der Wetenf. te Haarl. - - - '7<' a Witte (de) koleur diend by de Chinezen ten teken van rouw. 146. b z. wU".;u ,u . ^ .. lü'Sj . ZACH (de Heer von) te Gotha, fchryft een nieuw Sterrckundig Journal. - - '. -, ■' l85- a ZOEGA (de Deenfche Geleerde G.) word koningl. Agent, te Romen. - - " , - bi, a Zuid-Rusland (enige byzonderheden nopens) 180. a. 194. u.  NEGENDE DEELS, TWEDE REGISTER* BOEKEN, KAAR1 EN, KON STP LATEN en MUZTKWERKE N. Van January—Juny 1798, A. ALftANUS CAO Uber Paedagngilche Strafei) tl. Belohnungcn. 79. b ALBEDYHL CBaron van) Recueil de Memoires &C. - 81. b Atlas van Zwitferland. - - 102. b B. BARTHELEMY. Reize van den jongen ANACHARSIS. Vyf- de Deel. 153. b. Zesde Deel. 165. a. BERGER CJO Verfuch einer moralifchcn Einleitung &c. 7. b B1CKER (L 3 Aanmerkingen op het Werkje van den Hr. B. TERSIER. - . - 51. b BLEULAND CP Vascuhrum &c. defcripth. - 38. b BROUWER CCO Nieuw Prentwerk in de manier V2n C. PLOOS van AMSTEL. - - - 158. a C. CHALMOT CJ» A.) Biographisch Woordenboek der Nederlanden. - - - 187. i CHAUTREAU, Talles Chronobgiques. - 70. b D. DESAULT CP. JO Oeuvres Chirurgieales. • » 126. t D&EYSEN CC. LO Ueber die beste Art &c. - 7. b E. EDEN CF. MO The State of the Poor. - - 101. b ESCURY CH. CALLOT D') Mufae Juveniks. - 94. a G. GEISI.ER CJ. G.) Befchreibung und Gefchichte. 6ter Theil. 7. a GEUNS CJ' M. van) Disputatio Juridko-Politica- - 134. a Cottesverehrungen der Neufranken , oder Ritualbuch der TheophiliMhropen. - - - - 37. b J- JAS C^O Andvvoord op de Vraag der bezorgeren van het Monniiiofs Legaat, over de vroegere en latere aangewende middelen tegen de Breuken. - - . 70. k L. LAUTS CU. HO Pindar's Sentenzen. - - 37. W M. MEISZNER CA. GO Kapua's Abfall und Itrafe. - 37. h MEYER (Dr. F. J. L.) Paryt in zyn tegenwoordijcn tocftand gefchetst; onder in de Aantel;, op. ' - - 175. i> N. NIEMEYER CDf- A. HO Brisfe an ChristHehe Religionslebrcr. 87. b NoRRMAN CO. P. H.) Geographiches und Historiiches Handbuch. - - ■ - - - 87. b O. OLDFIELD C H- B.) Hiflory of the Parliamtnts. - io%. t P. PöLITZ (K. H.' LO Rede zu Dresden gehalten. - 87. b POUGENS CCH.) Esfay fur les antiquités du Nord. - ioa. « R. RöHLINO CJOH. CHRO Flora CDuitslands) . 204. f» S. SCHNEITHER Nieuwe Leerwyze &c. - - 45. , SCIIRöCK 'J. MO Kort begrip der Algem. Gefchiedenis. III. D. 307. ■ STAUtiTOti(_G.)4nauthe>itic account of aitEmliaifytoChiita.D.1 36. » STUART CMO Romeinfche Gerchienisfen. D. X. - °" ^fs* b D. XI. - 155. a Synchronistifche Tabellen der Volkergefchiclite. « 7. » Ta-  ( 215 ) T. Taferelen van de Staatsomwenteling in Frankryk. D. IV- g- \ TARDIEU CP- F0 Notice tostoriqus de Descentes dans les Isles ^ TERS?ÉrTbO de Behandeling d"er ingeente, toegepast op de ^ Nat. Kinderpokjes. - " * a TOMSON, Trwels in Hungary «c. - Ti> V. Verhandelingen Cbekroonde) by het Legaat van M»nnikhof. 70. b f ff Antenor en Crece £T «» 4?« " " "9' b Te Haarlem, by A. L O O S j E S , Pz. Voyage pittoresqut de la Syrië &c. Berigt nopens de uitgave van dit pragtig Prentwerk. - ; ï3°' * W. Wcltkunde Cdie neuefle} ... *o+. b Y. ypey (A.) Beknopte Letterkundige Gefchiedenis der Syftema.tifche Godgeleerdheid. D. U. en III. ■ ; »»• ■ Z. ZACH Cf' V0N) Allgemeine Geographifche Ephemeriden. ïtó. *