NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE.   nieuwe algemene KGNST* h'LETTER-BODEj VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. BEHELZENDE B E R I G T E N, uit de GELEERDE WAERELD, van alle LANDEN: NOPENS Den tegenwoordigen Staat en voortgang der Geleerdheid, fchoone Konsten en Wetenfchappen, nieuwe Ontdckk'm gen, Uitvindingen en Proeven, in enigerhande Takken der zeiven: Bevorderingen, Sterfgevallen enLevensbyZonderheden van geleurde Mannen an he>--Mi»icle KouJles>«ren: Ecrbewyzen en Beloningen, ah mede Prysvragen en Uitdelingen, .net andere verrigtingen en voorvallen, zo by de onderfcheidene voorname Akademien en Maatfchappyen van Wetenjcnap, als by andere Genootfchappen van Geicerd/wids- en Konstminnarcn, en by alle openbare en meer afzonderlyke Stichtingen. Voorts opgave van uitkomende Boeken, Akademifche en andere Schriften, met een kort berigt van der zeiver inhoud, Land- en Zeekaarten, Tekeningen en Prenten, Schilder- en Becldhouftukken, Gouden- en Zilveren - Gedenkpenningen, nieuw uitgevonden Werktuigen en Konstjlukken, Muzykwerken, Toneel- en ander Konstmatig nieuws, Historifcne en Letterkundige Anecdoten, Geboorte-, Trouw- en Slerflysten, Waarnemingen van 't Weder, allerleye Letterkundige Narigten en Byzonderhcdcn, of 't geen van enig aanbelang en nut kan wezen, zo in de Befchouwing als Beoeffening, voor alleLieJ"Lebbers van Wetenfchap, gelyk mede voor den Handel en Scheepvaart, Land- en Veebouw, Huistioudkunde, Handwerken en Traficquen, en algemene Indufirie, enz. enz. s XI. D E E L. te haarlem, by A. LOOSJES, Pz.   A°. 1799. N°. 262. NIEUWE ALGEMENE iCGNST* en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN, VRTDAG DEN 4 J^NUulRT. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. I>c vermaarde MugiicLirtciaci ETEsMEk. is, voor enigen tyd, weder in de nabyheid dezer Hoofdftad gekomen, en zal dezen winter op het land doorbrengen. Zou ook wel zyne nabyheid enen Magnetifchen invloed kunnen hebben? In ene onlangs uitgekomen Verhandeling over het Galvanismus, vind men enige wenken, dat deze proeven welligt tot zoortgelyke verrigtingen, als die van het Magnetismus, welke laatften thans reeds geheel uit de mode zyn, zouden kunnen verheven worden. Instituut en Letterkundig Journaal. In Egypten ingevoerd. Het Nationaal Inffituut heeft, onlangs, uit Egypten ontvangen het ifte No. van een Letter-en (EconomischStaatkundig Dagblad, 't geen aldaar gefchreven word, benevens het Proces - Verbaal der eerfte v ergaderingen van het Inflatuut van Wetenfchappen enKonften, aldaar Het°gemelde Dagblad beftaat uit twee vellen in ia0, komt om de 10 dagen uit, en word gefchreven, door Taüien. 2d. Deel, komt om de 10 dagen uit, en word gefchreven, door Uit het Proces-Verbaal der zittingen van het Inftitmlt blykt, dat deze Stigting, den 5den Fructidor (pa Augustus) op een befluit van den Opper-Gcneraal is ingevoerd. By dit befluit word deszelfs orgamlatie en mrigting voorlopig geregeld. Her nmntut is in vier klastn verdeeld; te weten 111 ene Wiskundige, Natuurkundige, HuisLoudeiyk Staatkundige, en een voor de Letterkunde en fraaie Konf en. De Leden, waar uit de eerfte klasfe beftaat, zyn: Andreosfi, Bonaparte, Costaz, Fourier, Girard, Lepére, Leroi, Malus, Mouge, Nouet, Quesnpt pnSay. Zy, welken de twed'e klasfe uitmaken', zyn: Bert/wiet , C/iampy, Conté, Delillc, Dcscotils, Desgenettes, Dolomieu, Dubois, Geofroy, Savigny. Die van de derde klaslè zyn : Cafarelli, Gloutier, Pousfielgue, Shulkowsky, Sucy, Tallien. En die van de vierde: Denou, Dutertre, Norry, Perceval, Redouté, Regel, Venture en D. Raphael, (een Coptisch Priester.) De eerfte vergadering wierd ten 7 uren des morgens van den 6 Fru&idor (03 Aug.) gehouden. In deze wierden Mongé tot Voorzitter; Bonaparte tot Vicc-Voorzitter;Fourier tot Secretaris; en Costaz tot Adjunct benoemd. Bonaparte ftelde voor, om de volgende Vragen ter toets te brengen. 1. Door welke middelen zyn de brandftoffen, in de ovens der Armee, te bezuinigen? A a' ls pére, Leroi, Malus, Mouge, Nouet, fkicsnot pnSay.  C * 3 2. Is 'er middel, om, by hetBierbrouvVen, iets voor i de hoppe in plaats te ftellen? 3. Door welke middelen kan het Nylwater ververscht en helder gemaakt worden? 4. Wat is het beste, Water- of Windmolens aanteleggen ? 5. Leverd Egypte ftolFen op om Buschkruid te ma- 6. Roe ftaat het met de uitoeffenmg van het reclit, en het Schoolwezen, in Egypte V Men benoemde Comnlisfien tot het onderzoek van elk dezer vragen: tot vier van welken Costaz benoemd wietd. , - Ook wierd ene Commisfic geflagen, om een plan ter volkomene organiiatie van het Infticuut te ontweiden. Zitting van 11 Frudtidor. (28 Aug.) Andrcosfi leest ene Verhandeling voor, over het fabriceren van Buschkruid in Egypte. De Salpeter is 'er in overvloed: 'er zal zelfs kans wezen om '"er Frankryk van te voorzien. De zwavel ontbreekt. Men kan 'er, zo veel nodig is, keolgmis van gebrande Lupinen krygen. Voor het overige is Cairorykelyk voorzien van Buschkruid, zo dat men voor geen gebrek aan dit artikel behoeft bekcrnmètd te zyn. Monge leest ene Verhandeling over het opdoemen (Je irïirage) een gezichtkuhdig verfchynzel, dat, op Zee, en in de Woestyne, de voorwerpen in de lucht tekend, Z» nder dat mén water of land ziet, waar op dezeïven rusten. L 1,1 Men benoemd ene Commisfie, om de vergelykende tafelen der Egyptifche enFranfche Maten te verbeteren Nog ene twede, om een Fransch-Arabisch Woorden boek te vervaardigen. Zitting van den lóden. ■ .Bertholet leesd ene Ver handeling over het ontftaan van het Ammoniac - Zout. onder verfcheidene omftandigheden, welke men niethat kunnen vermoeden, plaats te hebben. Verhandeling over de beste wyze van koorn te malen Men geelt daar by den voorrang aan Water-molens. Bertholet geeft verfhg van de ontleding, door hem ge daan, van liet Buschkruid, gevonden, niet in Cairo maar in het Kasteel van Cairo. Dit Buschkruid beya fle >ns 2| oneen falpeter op het pond. Hy raad om he te "ontbinden, ten einde de falpeter daar uit te trekker Verhandeling van Monge, over verfcheidene aloud Gedenktekens, en over de fteen, waar van het flot va Cairo gebouwd is. Zitting van »i. Verhandeling over een Bors beeld van Jfis, aan de boorden van den Nyl gevonden door S/.ulkowsky. Verhandeling van Say, over het Riet, het Saffraai fcout, de Hengen van het Tursch Koorn, als brandfto fen aangemerkt. Vergelyking van liet een met hef ander. Het Sanraanhout leverd een brand op, die 20 ten honderd beter koop is, dan het hout in Frankrj k. Berigt nopens het maken van een Windmolen, door de Commislie met deze zaak belast. Verhandeling van Gcoffroy over den Struisvogel; en betoog, dat het hem aan het vereischte ontbreekt om te vliegen. Bonaparte nodigd het Inftituut om zig bezig te houden met het vervaardigen van een Alman-ich, bevattende de tydsverdelingen, zo in Frankryk, als in Egypte, in gebruik. Fuiirier leest ene Verhandeling over de oplosfing der Algebraifche Equaticn. Hy fteld vóór ene algemene methode om de woitels der Equaticn, van allerleie grootte, te trekken. Per aval leest de vertaling ener gedeelte van het verlost Jerufale.u. Desgenettes leest ene Verhandeling over de Ziekten, die mogelyk met de PeSt verward worden. ' Zitting van den zden aanvullingsdag. — Beauchamp bied een Almanach aan, die, zonder verwyl, kan gedrukt worden. . Bertholet leest ene Verhandeling vanLaplace, over de verificatie der nieuwe Maten. Dezelfde leest ene Verhandeling over het fabriceren van de Indigo, in Egypte. PcrcavfJ ïooir «-n «edfolte van Let verlost Jeruzaicm. Fouricr leest ene Verhandeling over een werktuig, gefchikt om de Landcrycn te bevogtigen. Zitting van 6 Fendimaire, 7de Jaar (W Scpt.) • Norry leest ene Vei handeling over de kolom van Pompejus. . Dolomieu maakt enige aanmerkingen over het tydftip van hare oprigting. 1 Savigny leest ene Verhandeling over een plant van de Nymphea foort. Dutcrtre fteld voor, om een Tekenfchool aanteleggen. Men benoemd ene Commisfie over dit voorftel. Costaz leest ene Verhandeling over de veranderingen , van de koleur der Zee. t Perccval leest een ftuk van het verlost Jeruzalem. t Zil-ling van 11 Vendemaire (1 OdobJ—- Vertoning . aan het inftituut van honderd Vogel-mummies. t Vertoning van een monfter Indigo, door den B. Por te, 3 een Franschman, federtdangen tyd in Egypte wonende. Verhandeling over de Zinkingen op de ogen, door :- Larest, Opper-Leger-Heelmeester. ; Reize van Konftantinopolen naar Trébizonde, en aanwyzing van verfcheidene ftanden, waaromtrent de Inge1- nieur Boure zig vergist heeft. ■ ' f- Verhandeling over den Palmboom van Domm, doot ' heilik. Ver'  C 3 ) Verhandeling vmDolomeu, over het voordeel van de beüeffening der oude Geographie, met Aardrykskundige waarnemingen over de veranderingen, door dentyd, in den grond der landen veroorzaakt, te verenigen. Rapport over het aanleggen van een Teken-School. Perceval leest het vervolg zyner vertaling van Tasfo. Zi<5 daar het kort begrip der werkzaamheden van het pnggeboren Inftituut, in Egypte. Veertien dagen te voren had het Nationaal Inftituut befloten, om deszelfs Verhandelingen aan deze Stigting te zenden. Men was dus, by het ontvangen van het Proces - Verbaal, waar van wy hier het uittrekzel gaven, niet weinig in zyn fchik,zo gunftig over dezeZuster-Maatfchappy gedagt te hebben, om haar, zo dra mogelyk, te erkennen en te onderfteunen, eer men nog een bewys ontvangen had van hare werkzaamheid en yver. Zou men niet, de zittingen van het Inftituut 'mEgypte lezende, zeggen, dat men ook daar in Frankryk is, en dat niets Europa meer fcheiden zal van dit gedeelte van Afrika? ~~ BATAAFSCHE REPUBLIEK. Leyden, den 24 December 1798. De tegenwoordige Voorzitter van het Departement der Maatfchappy: Tot Nut van 't Algemeen, alhier, en een van deszells tegenwoordige Medebeftuurders, de Burgers K. de Pecker, Pz. en S. de Leeuw, hebben op de twee laatstgehouden gewone Maandelykfche Vergaderingen der Leden van dit Departement, in de tegenwoordigheid der Kinderen welke op de Schole, in deze Stad, door het zelve opgericht, onderwezen worden, proeven gegeven van een te geven Onderwys aan het min-geöeffcnd gedeelte des Volks, zo wel als aan het opkomende Gedacht. — De gelukkige keuze der onderwerpen, en de bevatlyke wyze op welke dezelven by die gelegenheid door de opgemelde Burgers behandeld en voorgedragen wierden, zo wel als de afwisfeling, en de orde, door hun daar by in acht genomen, deden deze bedryven tot zodanig een 'genoegen van elk der Aanwezenden aflopen, dat ieder derzelven het welmcnendst verlangen betoonde, dat deze Burgers de taak,welke zy zich in dezen voorgefchreven hadden, mogten vervolgen, en dat andere Leden van het Departement mogten opgewekt worden, om het door hun gegeven voorbeeld in dezen te volgen ; ten einde ook in deze Gemeente, even als in het naburig Haarlem, een zo noodzakelyk als nuttig algemeen Onderwys , voor het min-geöeifend gedeelte onzer Stadgenoten , moge daargefteld worden. Inforting van één der oude Abdy-Torens, te Egmond-Binnen, en kloekmoedig gedrag van enige menschlievende Egmonder s, by die gelegenheid. De bekende Egmonder Abdy, door Dirk II, Grave van Holland , waarfchynlyk in het begin der 10de Eeuw (_*), geftigt, was wel, voor het merendeel, federt lang, een enkele bouval; dog een „van de twee Torens, tot dit aloud Gotisch gevaarte behorende, hadde tot dus verre de knaging des iyds verduurd, en was byna nog in zyn geheel overgebleven; dienende, door deszelfs verhevenheid, met de overige Egmonder Torens, tot een baak in Zee. Deszelfs onderfte gedeelte wierd, door het Gerecht van Egmond , tor een Gyzelkamer gebruikt; gelyk daar in nog werkelyk iemand zat opgefloten, toen op Dingsdag, den 18 December 1. 1. tusfehen half en heel 11 uren, onder een vervaarlyk gedruisch, deszelfs fpitfe, (of zogenaamde kraaien top) plotfelyk inftortte, cn alle zolderingen, tot op enen geringen afftand van den grond, met zig fleepte; zo dat flegts het minder gedeelte der balken en puin, buiten om, aan den voet nedervicl. Wclligt is deze inftorting, daar het op dat tydltip zeer ftil weder was, alleen toetefchryven aan de fchjêlyke dooi, op een vry ftrengen vorst gevolgd, waar door de zamenhang van het gebouw zig, op eenmaal, kan losgelaten hebben. Hoe dit ook zy, fchoon zelfs de naastbywonende, wegens de z vare mist, op dat tydftip hangende, niet ogcnblikkelyk zagen wat'er gebeurt was ; viel het echter dezen en alle de overige' Dorpelingen niet moeilyk naar de oorzaak van het gedruisch te ejsfeh: en de algemene verflagenheid, hier over, waste groter, uit hoofde van het gevaar, waar in men begreep dat de bovengemelde daar in opgefloten peribon zig hiér door moest bevinden, of wel van het deerlyk lot, 't geen hem reeds konde getroffen hebben. De beneden deuren wierden terftond ontfloten; maar men vond ze van binnen zodanig met puin bezet, dat het in den eerHen opflag onmooglyk fcheen, dien ongelukkiger!, zo hy niet reeds vermorfeld was, te helpen; te meer, daar de Helpers zeiven zich in het uiterst gevaar zouden ftcllen (f). Ook gaf de ongelukkig opgeflotenc op het fterkst geroep, aan hem gedaan, geen antwoord; 't welk deed vrezen, dat hy omgekomen was. Ras zag men echter enigen onzer Ingezetenen toefpringen, om al wat mooglyk was tot redding te doen. Omtrent 26 voe, .. . ' ten (*) Zie Wagenaar Vadcrl. Ilïsr. D. II. hMz. 116. (1) Hoe groot dit gevaar was bleek nog deuzelfdcn avond, toen, kort na het afgelopen werk, een gedeelte der verhevenfle rompen nog verder inftortte. A 5.  C 4 ) ten boven den grond was een getralied Venfrerkozyn.' Dit was het enig middel, om in den Toren te klimmen; doch de onderneming allerhachlykst, doordien zelfs de dikke yzeren traliën moesten weggeruimd worden. De ! brave 'Verrit Koene, en zyn Timmermansbaas, Dirk. Schor ei, kwamen dit echter fchielyk te boven. Men j trad binnen, en vernam nu, dat de gedetineerde nog! leefde, maar deerlyk gekwetst, en tot zyne armen toe in dc puin lag. Het gezigt der over het hoofd hangende balken enz. deed de toegclchotenen een ogenblik aarzelen. Dan het angftig geklag van den opgeflotenen, uit zyne fchuilplaats, die nog omtrent 14 voeten lager was, maakte het edel medclyden dier helpers gaande; te meer, daar hun getal met nog zes anderen, naamlyk Piet der Gorter] Jaap Keek, Willem Briefjes, Cortielis Dirksz Schuil, Joost Lief tink en Zyme Bont, allen gehuwdi aangegroeid was. Dirk Schorel vond tusfehen de Balken en Puin heen een gat tot den Ongclukkigcn. M h maakte allengs den roegang wyder, zo dat een der redders zich by hem kon laten neerzakken. Men vond hem met twee" Balken, dwars over zyne Benen gefchoten, zynde dc Benen zelve echter, 't geen alleroyzondersrwa's, niet gebroken, maar Hechts gekneust. Hoe gevaarlyk het wegruimen dier Balken ook was, was zulks echter, door 's Hemels zegen, des namiddags omtrent 5 uren gefchied 5 en voor 6 uren werd hy door zyne redders, dc Leer buiten om, afgelaten; bevindende hv zich,behalven een zware, dochdenklyknie onge¬ neesbare , Kneuzing van alle zyne Ledematen, voor t overige redelyk wel. —De onderfcheidene hartstochten van medclyden, van angst, van hoop en vervolgens van blydfchap, die by de aanfehouwers plaats hadden, zal elk gevoelig Lezer ifch best kunnen voordellen. Ook zal elk gar.rn erkennen, dat de bovengenoemde edelmoedige'Helpers, als met 'er daad betoonde oprechte, belangbze Men'chenvrienden, de gegrondfte aanfpraak op de achtr'ng hunner Medeburgeren hebben. bedenkingen over de poogingen, die men thans aanwendt, om de KANTIAANSCHE WYSBEGEERTE onder. het bataafsche tolk te verspreiden, (Briefswyze aan den Schryver van dit Blad meegedeeld.') Mede Burger 1 Onlangs las ik in uw geacht Weekblad de Recenfie en fterIce aanpryzing van het Magazyn voor de Critifche Wysbegecrte, uitgegeeven door P. van Hemert. Dit gaf my aanleiding om op nieuw te overweegen, de bedenkingen, die my 'by "de eerfte leezingj van dit Magazyn waren voorgekomen. Daar zy een zaak van groot belang betreffen. ne**i ik het misfehiea niet geheel onnut te zyn dezehen door uw Weekblad, indien gy zulks goedvindt, mcètedeelen. Het oogmerk het geen Prof. van flemert, door het uitgceven van dit Magazyn , tracht te bereik.*:: , is voorzeker allervoortreffelykst. Het is, zo als de Prof. zich in zyne Voorreden bladz. II, uitdrukt, om licht en wetenfehap , maar vooral ook waare deugd en zeden/ykheid, yaÊ -welke alle wetenfehap haare voorna amfl'e waarde onPfeenefi moet, onder het Bataaffche Volk, naar zyn vermogen te helpen bevorderen > en op bhdz. v. verklaart hy nader zyne bedoeling te zyn de voortplant ing van begrippen , dia aan het ongeloo f en de loszinnigheid onzer eeuw, zo wel als aan het bygeloof en de dtvepery aan de ondeugd zo wel als aan de fhyndiugd en gewaande heiligheid den doodfteek dreigen , en den Menséb , al,e>:gskcns, doen naderen tot dat heerlyk einde fde) waar toe hy dqor da bevestiging zyner eigen reden geroepen en 1 a-plicht wordt l Voortreffelyke bedoelingen, voorwaar! wie, die eenigen prys ftclt op de bevordering van de duurde belaugens der Menfchen, zal niet wenfehen, dat dezélven mochten kunnen bereikt worden. De Schryver meert, dat de voortplanting der Kantiaanfche VVysbe'geerte hier voor by uitaeemendheid gefchikt is. Ik meen daar en tegen redenen te hebben, om 'er veel eer het tegendeel van te verwagten. Ziet hier myne bedenkingen : Eene Wj sbcgeerte, welke gefchikt zoude zyn , om, zo als Pr. v. "H. zich uitdrukt, licht en wetenfehap onder het BataafTtihe J^olk te verfbreiden , en hier door het onge¬ loof en de loszinnigheid deezer eeuw tegen te gaan, behoort gewis zo ditid/yk voorgefteld te z\n, of te kunnen worden, dat zy door het Bataaf iche Voik, ot ten mmften door de meer- of' min-geöefenden onder het zelve, kan werden begrepen: anders immers kan zy onmooglyk dien gewenschten invloed he'bben. Is nu de Kantiaanfche Wysbegeerte waarlyk tot dien trap van duidlykheid gebracht ? Dit kan dunkt my', zelfs door de yverigfle voontanders van dezelve, niet worden beweerd. Lieden immers, die aan Wysgeerige afgetrokkene befchouwingen gewoon waren, hebben doorgaans, niet zonder veel moeite en buitengewoone infpanningen, van de Kantiaanfche Wysbegeerte flegts eenige begrippen kunnen verkrygen. Veelen van hun zyn hier door, na vruchtlooze poogingen, van dezelve geheel afkeerig geworden. Anderen, die het beftudeeren van dezelve hebben doorgezet, hebben het hier in niet zo ver kunnen brengen, dat zy zich vertrouwen durven de Kantiaanfche Hellingen wel begrepen te hebben. Het een en ander is veelmaalen opentlyk erkend, door lieden, die in het leezen van bovennatuurkundige Schriften wel geoefend, en dus hier door tot het verftaan der Kantiaanfche Schriften de meeste bekwaamheid verkregen hadden. Ik zal tot een voorbeeld hier alleen aannaaien, het geen de fchrandere Hoogleeraar Cras. van de onduidlykheid der Kantiaanfche Hellingen getuigt, in zyne, by de Haarlemfche Maatfchappy gekroonde, Verhandeling over den eerften grond der Zedenlyke verpligting. „ Ik vermoede niet (zegt de Hoogl.) dat ik in 't ontvou- 51 v,en  C s ) wen-dezer Kantiaanfche leerftclling my grootclvks pi vergist hebben. Dog, indien my dc duisterheid van zy- " Hë Wysbegeerte (want die duisterheid wordt algemeen " erkend) indien dan dezelve my evenwel hier of daar mogt misleid hebben, dan kan en uvig die duisterheid zelve :. myné verfchooniag zyn, ca my van alle befchuldiging vry ,, pleiten (*). Indien nu de Kantiaanfche (tellingen, volgens algemeene erkentenis der best bevoegde beoordeelaars, zo veel duist'erT Jvid bevatten, hoe zuilen zy dan, zo lang zy zo duister blyv.en, volgens de verwagüng van Pr. v. H. ter verlichting van het Bataaffche Volk kunnen dienen ? Miar zyn wclligt, kan men vragen, de Kantiaanfche Wellingen zfederd den j.tare 1792, in welke Prof. Cras gemelde Verhandeling fchreef, van hunne duisterheid grootdeels ontheven. Schoon ik zederd dien tyd acht gegeeven heb op al wat ter opheldering der Kantiaanfche Wysbegeerte ccnig meerder licht beloofde, moet ik echter bekennen, dat my geene duidlykcr voorftellingen v;.n dezelve zyn voorgekomen.0 Veelen onzer Wysgeerige Nederlanders vleidden zich, in 1796, de Kantiaanfche Hellingen beter te zullen kunnen veritaan, toen zy, door Prof', v. H. in ,'t Ncderduitsch wierden uitgegceven, onder den titel van: Beginzelen der Kantiaanfche. Wysbegeerte i dan het is bekend, dat dit werk aan die verwachting niet heeft beantwoord, en dat de Kantiaanfche Wysbegeerte , door veelen van hun , die zich alle moeite gegeeven hebben om dezelve te lecren verftaan, by aanhoudenheid geoordeeld wordt, eene duistere leere te zyn , die- grootdeels door onverflaanbaare woorden is ■voorgefteld. , Hier uit meen ik ,dit gevolg te kunnen trekken: dat dc Kantiaanfche Wysbegeerte met geene gegronde hoop van eenen goeden uitflag ter verlichting van het Bataaffche Volk, zelfs niet van de meer geöefenden onder het zelve, kan worden aangeprezen, dan na dat men vooraf deeze Wysbegeerte van haare algemeen erkende duisterheid zal hebben ontheeven, en dezelve in duidlyke verftaanbaare woorden zal hebben voorgefleld: eene zaak, Waar in niemant van haare voorftanders tot nu toe fchynt te hebben kunnen ilaagen. Vp-np tweede bedenking waarom ik geloof dat de Kan¬ tiaanfche Wysbegeerte niet zeer gefchikt is om licht en wetenfehap onder het Bataaffche Volk te verfpreiden, en vooral niet om onder het zelve het ongeloof onzer eeuw tegen te gaan, is deeze: Eene Wysbegeerte, welke hier toe zal kunnen dienen , behoort, zo ik my niet geheel bedrieg, de grondwaarheid , dat 'er een God beftaat, in 't duidlykfte licht te Hellen, en den geenen, die geen openbaaring erkennen, aantetoonen, dat deeze grondwaarheid door de voor ons zicht baare natuur der dingen klaarblyklyk beweezeu wordt. Dan, wel verre dat dc Kantiaanfche Wysbegeerte zulks zoude bedoelen, leert zy integendeel, dat dat bewys voor het befiaan van een Opperwezen, het geen men tot nu toe uit de orde en overeenflemming, die men in de gantfche voor (*) Verhandelingen van de Haarlemmer Maatfdiappy, 3ofte Deel, fcjadz. 92. ons ziclubaare natuure der dingen opmerkt, als ook uit de blykbaare oogmeiken, die men overal in de futuur befpeurt, neeu ctigenau, vuui gcuu wui^cyionu oi ajJbun-uiuii uuwy.> kan gehouden worden. De Kantwaifclie Wysbegeerte tracht dus den geenen, die geene openbaaring erkennen, ook dat bewys te ontneemen, waarop de yerftandigé befchouwers deiNatuur dus '\orre gerustlyk vertrouwd h.bben, en het ge ja de fchrandorfie VVysgeeren tot op dien tyd , d ;t deeze nieuwe Wysbegeerte verfcheen, als een volkomen voldingend bewys van het beftaan van ene verftaudige oorzaak der waereld hebben aangezien. Kan nu dit betwisten van het gezegde bewys voor het beftaan van een Gcd, waar op de veiftandigftea tot nu toe vertrouwd hebben, — kan dit betwisten, ^raag ik, de waare weg zyn om het ongeloof en de loszinnigheid deezer eeuw tegen te gaan ? Kant meent, het is waar, voor het bewys, het geen hy doot zyne duistere redeneeringen tracht om ver te Hooien, een ander, door hem nieuw uitgevonden , bewys voor het beftaan van een Opperwezen in de plaats te Henen, het geen hy als het eenig moogiyk bewys tracht te doen. gelden. En van welken aart is dit nieuw uitgevonden bewys? Is dit dan zo veel meer voldingend en overtuigend, dan het geen Kant door zyne Wysbegeerte tracht te doen verwerpen? Kant en zyne navolgers 'brengen het hier in, volgens huraie eigene erkentenis, niet verder dan tot een, zo sis zy het noemen, geheel redelik Geloof. (Zie v. H. Magazyn, bladz. 53.) Dit redelyfc geloot' aan het beftaan van God wordt in de Kantiaanfche Wysbegeerte afgeleid, uit de practische Reden. Doof deeze benaaming verftaat Kant de zedelyke Wet, welke de zuivere redeiKons voorfchryft, en welke ons gebiedt z io te handelen, dat wy de "Gelukzaligheid waardig zyn (Crit. der rein. vern. 2de ed. pag. 836.) en welke Wet teffens, volgens Kant, aan alle redeiyké wezens gebiedt zo te handelen , dat de maxime of praclifehe leefregel van hunnen wil altyd tevens als beginzel eener algemeene Wet zoude kunnen gebillykt worden (*). Voortrcffelyk fchoon is of zyn voorzeker deeze zedelyke Wetten. Maar op wat grond Helt Kant dat dezelve bloot door de zuivere reden der Menfchen algemeen gekend en aanbevoolen worden ? De ervaaring leert zulks voorzeker niet: want indien men op de onzedel) Lheid der Menfch'en eenig acht geeft, fchynt deeze veel eer te lecren, dit de zedelyke Wet: doet dat, waar door gy de Gelukzaligheid waardig wordt, door de zuivere reden der Menfchen nog gekend nog bevolen worde. Immers, indien deezeZedelyke Wet zo duidlyk fprak en bevai in aller Menfchen harten, als door Kant gefteld wordt, hoe zoude dan de onzedelykheid, onder zommige Volkeren, zo groot en zo algemeen kunnen geworden zyn? Op wat grond kan Kant dan b&weeren, dat deeze zedelyke Wet door de zuivere menfehelyke reden algemeen gekend en aanbevolen worde ? Dit verklaar ik niet te kunnen doorzien. Wat (*) Van Hemert proeven over het beftaan van beginzelen eener befcmgla-. ze goedwilligheid, pag, 22 &c. A 3  C a]A T .P7P1' hot -m\i . vprti-nmw i'lr UUUtruunAuuvviu «... ".j, f toeftemmen, dat de yvcraars voor dc Kantiaanfche Wysgeerte beter of voorzichtiger zouden handelen , indien zy beproefden , in hoe verre zy zodanige bondige redenecringen, tegens p-pn. voor en aleer zy met zo veel ophef de Kantiaanfche leer, betreffende de praclifche reden, aanbeveelen, als het ~.:ja,i n*n lirht en waarheid nn.Ap.r het Rnt/i/if- fche Volk te bevorderen en het ongeloof en de loszinnig- neia aeezar ecur.c ts&cn Dan onaangezien de Kantiaanfche Wysgeerte, en wegens hare algemeen erkende duisterheid, en ook, (by die geenen die dezelve beftudeerd hebben) wegens de geu ichtige en onopgeloste tegenbedcukingen, die men tegen dezelve gemaakt heeft, by ons even zo weinig epgmg gema;kt heeft ;.ls in Engeland (t) of Frankryk, ziet echter de Uiigcever van't Magazyn voor uit, en durft, zo als hy zich uitdrukt, ,, ge„ rust voor/pellen, dat de Kantiaanfche begrippen een„ maal over onze ftyfhoofdige vooroordeeten zullen ze,, gevieren, en door alle waare fpysgeeren zullen om- (n Verhadel. van de ffiïJE Mmfch. 28fte fieel, bl. 41. ft") Mei opzigt tot Engeland, zullen wy, in o.ze vozende, een kiene fcal hier van lev&en, welk wy in een Franscli Journaal onlangs or.tmoetteu, aanl. van ücn Redact.  C 7 ) .. niuS', en in de vatbaare -zielen van 't opkomend ge-\ Op welken grond thans deeze prophetie rusten kan, verklaar ik niet te begrypcn. My dunkt veeleer, dat het niet bnwaarfchyr.elvk fchynt, dat de Kantiaanfche Wysgeerte thans haar hoogde itoppunt van roem zal bereikt hebben, nu "er in Duitschlaud reeds eene nog nieuwere Wysgeerte is uitgedacht , die te J'ena, door den Wysgeer \Fichte, verkondigd en door veelen gevolgd wordt, welke zich zeer verre boven de Kantiaanfche verheft. Daar de Uitgeever van het Kantiaansch Magazyn, op Btadz: 114, zyne hoogachting ten fterklle betuigt voor de Sehryvers van de Gottingfche ylnzeigen ; daar by zelfs den wensen uitende: ,, Och of wy Bataven ook zulke recen„ feuten bezaten !" en daar hy daar en boven zyne Lee-1 zers, die „ de diepzinnigheden van Pichte onderzoeken „ willen, aanraadt, de fchr andere aanmerkingen te be„ peinzen, die men in de Gött. ^4nz. van dit jaar, in „ No. 120, vinden kan," zo zal ik hier laaten volgen de woordelyke vertaaling van het geen die zelfde Recenicuten, in No. 135. van de Gott. Anz. bladz. 1341, hier omtrent hebben aangemerkt. „ De Critik der zuivere reden, ('zeggen zy) die nog 5, voor weinige jaaren door haare yverigfte belyders als het „ non plus ultra van vernuft, en als het fystêm, het geen -„ alle wysgeerige twyffeling oplost, met apodiöifche zeker„ heid verkondigd wierd, komt nu voor als de voorlooper „ der wetenschaps-leere des Heeren Fjchte; eene leere, „ aan welkers mooglykheid nog voor tien jaaren geen mensch „ dachte. Sic tranftt gloria mundi ! (zo ras verdwynt dc ,, roem van dc wacrcld.J NuUmrlyk U nu C vervolgen zy ) „ voor den vereerder van deze thans beroemde Wetenj'chapsleer, het non plus ultra van zyn vernuft, gewisfelyk in " deeze TVetenfchaps-leere gelegen, en v ie daar aan twyf„ folt, wordt onder hun een armen zondaar (een domoor) „ geheeten. Maar van welke eene leer zal nu wel deeze We„ tenjchaps-leer de voorlooper zyn? Git deze fcherts ziet elk onzydig Lezer, wat prys de door V. H. zo zeer geprezene Gottingfche Recenfenten op de Kantiaanfche en Fichteaanfche diepzinnigheden dellen, en het is 'er ook wel duidlyk uit optcmaaken, dat zy Van de duurzaamheid van den róein of van het toekomend lot der Kantiaanfche Wysgeerte geene zeer gunftige verwagtiug hebben. 'En hoe kan men, wanneer men in de gefchiedenis der BovenNatuurkundige Wysgeerte eenigzins bedreven is, aan het Kantiaansch delzel met eenigen grond een guudigcr lot voorfpellen, daar aan alle die ftelzels, die het zelve zyn voorafgegaan , waar van elk voor een langer of korter tyd zyne aanhangers en yverige verdeedigers gevonden heeft, tot dat 'er een vernuft opftond , het geen het meer of min verou'derde delzel van zyne zwakke zyde aantastte, daar van de ongegrondheid bewees, en hier voor een nieuw delzel van begrippen in 't licht bracht, het geen ter dier tyde naar den heerfchenden fmaak wat beter was ingericht. Met welk eenen verbaazenden ophef wierd, in dc eerde helft deezcr eeuw, de Leibnitiaanfche Wysgeerte door de Wolfiaanfche Schoole in Duitschland geleerd, en welk eenen opgang maakte zy in weinig jaaren! Zy heerschte fchier over alle an¬ dere Wetenfchappen: al wat niet in andere Wetenfchappen, volgens den TVolfiaanfchen denktrant, in Dnitschlandgefchreven was, wierd niet geleezcn. Hoe wyd is cic Kantiaanfche Wysgeerte nog van dat toppunt van roem vervvyderd. En is het dan op goeden grond te verwsgten, dat' zy zo veel gelukkiger zal zyn , in het behouden van haaren roem, dan dat eortyds zo" algemeen aangenomen Wysgeerig delzel, het geen zy heeft van de baane gellooten? Het is inderdaad zeer te verwonderen, dat, fchoon de gefchiedenis der Boven-Natuurkundige Wysgeerte zo overvloediglyk geleerd hoeft, dat men met al dat diepzinnig BovenNatüurkuudig rèdcneeren, waar mede de Metaphyfici zich zederd lang hebben afgefbofd , niet anders dan leerdclzels heelt voor den dag gebracht, die men vroeg of laat voor loutere herfenfehimmeu erkend heeft, en, fchoon het dus eene door de ervaarenis wel bewezcue zaak zy, dat alle die diepzinnige redeneeringen volftrekt niets teegebragt hebben, ter uitbreiding van waare Wetenfehap, tefwyl zy geene enkele waarheid wel beweezen hebben, 'er echter nog fchran.dere en. oordeelkundige Lieden gevonden worden, die waaien, u ;t zy zo veel beter dan alle hunne fchranderc voorgangers redenceren kunnen over zaaken, waaromtrent de ervaarenis zederd niets heeft kunnen leeren, vermits zy geheel buiten het bereik der menfehelyke zintuigen liggen over zaakeu der- hahen, die thans voor hun niets meer toeganglyk zyu, dm zy voor hunne voorgangers waren. Deeze neiging tot diepzinnige redenceringen over zaaken, die geheel buiten liet bereik oiïzer verdandige vermogens ligger., fchynt in zomnüge vernuften zo veel kracht te hebben, dat zy, wat ook de ondervinding van cie ydelhcid van alle zodanige ïecleneeiingen moge geleerd hebben, zich echter daar van niet wel kunnen onthouden. Het laat zich ook begrypen, dat een vernuft, het geen zich.hier eenmaal aan overgeeft, zich ligtelyk een delzel vormen kaö, het geen zyne eigen liefde goedkeurt, en het geen hy, ter goeder trouw, met het oogmerk om hier door zyno natüurgenooten te verlichten, als een fchakcl van ontegenzeggclyke waarheden in 't licht breng:, „ In geene navorfchingen (zegt een Engelsen Wysgeer z  ( 8 ) KARIGTEN en BYZONDERHEDEN. tot den kandel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. 41 prCts. Lombaar .1799. 90 a 91 prCt 1800. 80 a 8)!. 1801—i?C7. 78 a 73 prCt. Dito 5 prCts. 92! a 931 prCt. Idem zonder kans 74! a 76 prCt. Rusland 5 piCts. 845 a 855 prCt. Zieden 5 prCts. 96 a g6\ prCt. Dito 4; prCts. 93 a 05 prCt. Dito 4 prCts. 911 a 93 prCt. Denemarken. Tolk 4 piCts. 98! a gg\ prCt. Dito Holftein g%\ a 99! prCt. Dito Leen en Wisi'. B. 97 a 98* prCt. Dito Kroon gó a gil prCt. Amfi. 24-31 December 1798. GEBOORTE-, TROUW-en STERFLYSTEN, Het getal der Deden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdatn 162; en te Haarlem 14, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der IN- en UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlands cue. Holland 2| prCts. 35 a 40 prCt. Zeeland 2| prCts. 32 a 35 piCt. ^Friesland 2 prCts. 37 a 3S prCt. Generaliteit en Anticipatie 3 prCts. 385 a 44 prCt. Marine 3 prCts. 383 a 40 prCt. Bataaffche Rêfcriptien 4 PiCts. Losbaar 1700. 80 a co. 1800. 77 a 70. 1801. 05 a 66. 1802. 59 a 60. 1803. 55 a 56. 1804. 53 a 54. Na den Vrede 43^ a 44!- O. I. C. Lot. 1785—179°3 iprCts. 36 a 39 prCt. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 02 a 93 prCt. Dito 4 prCts. 82 a 83 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 88 a 8pi prCt. Dito Geconf. Fondf. .-5 prCts. by Staphorst. '67I a 68|prCt. Roomfche Keizer 5 piCts. 66 a 67 prCt. Dito 4 prCts. 54 a 58 prCt. Spanje ]n C earo- ther-ï hygro-streek luchts- ^°'o \ me" mome- me- der gesteld- 1 ' c. ter' ter. ter. wind. heid. ("30. li 2ond.o 73 0. 26 < 30. ol 3 71 o.t.z. bewolkt. / 29. 9^ 2 ond.o 71 o.z.o. C29. 8 4lond.o 75 o.z.o. ' 27 < 29. 6\ 6i 73 z. 0. bewolkt. hg- 5 7 78 — i C29. 44 9 79 ö. t. N. uil; omtrent helder; 28 {29. 5i I5i 74ï *N. avonds bewolkt, £29. 7I 27 78 w.n.w. met weinig iheeuw. C30. i 19! 94 z. w. Sn < 30. a 2-lt 71 w.z.w. omtrent beider; '30.4 28 82 z.w. '^""«s bT0lkt' C30. 5i 28 82 z.o. 'smorg. betrokken; 30 < 30. 61 29§ 76 0. verder helder. '30. 6 21 82' n. o. 'C30. 41 21 85 o.N.O. wolken; 31 < 30. 4i 27 81 omwent helder; c~30. 3I 20 82 narde m'"d- Jan. C30. 34 16 86 ö. I799-\3°-34 22i 81 — helder. 1 £30. 4i I 15 85I — * De wind namiddag S. W. en S. NB. Dezelfde Kwik-Thermometer, hangende op dezelve plaats, ftond in de zeer harde Winter van 1738 en 1789, op het allerlangst, 4 gr. onder o, en in de niet minder welbekende Winter van 1795, op zyn laagst 1 gr. onder o, dus is het op den 27 Dec. 1798, zeer'zeker \ gr. kouder geweest dan in 1788, en 31 gr. kouder dan in 1795. Thermometer in de afgelopen maand December. Hoogst den iften 'smidd. 485 gr. Laagst den 27llen 'smorg. 4* gr. onder o. Gemiddelde hoogte ogt., midd. en av. £9! gr. is 12^° gr. lager dan in December 1797. NB. Dit No. word, met de beide Registers, Tytel en Omflag, van het voorgaand 10de Deel, voor 'het dubbeld van den gewenen pfys, nam. 5 Stuivers, uitgegeven. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. Pkyzen der Granen, op 31 Dec. te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Las Ggld.l Gglc' Fnolfche bonte en witte 190a2*0 Vriefche Wintergarst . 8;,aio dito rode . . 170 a 190 Gron. en Oldamiihe . 853111 EIbing. en Heugfche . 165 a 190' Zeeuwf. en Overm, Winter 85 a 1 r Koningsberger . 160 a 185, Dito Zomer .■ . 80 a 10 Vriefche . . 15c a 175 Dantziger en Elb. Bovenland fche . 17,5 a 180 Voorlandfche rode . 130a I§6 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . 175a '9° ROGGE. Brouwbaver . • .90510 Pmisfifche . . n^a 136 Witte Voeder dito . 6537 Koningsberger . . iiöa156 Bóekw. Amersf. en Gooil. £ Mas Gedroogde • • tjóa 146 Dito Brab. en Viaam. £ 20 a 2 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen eri Raap-Oly, per Aam ƒ 66 Overm. 't Last. . ƒ 57 a 64 Dito Lyn . - 53 Sl»g-Lynz. de ton van Dito Hennip 5 Schep. Rigaas . - 10 a 11 Walv. Tnan, 't quart. iènnipzaad dim . - 8|a9 van 12 Stele. Nieuwe - n5 IDito Rode . . . - Hl Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 tn. % 77 KW ft $ Cadix ■ - 77 * -6!i Lisfabpn - jjof Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16" Venelien -» - 94^ Oude gcr. dito - 5,14,13 Livomo • - 103 "Nieuwe Louis d'Or - i 1.11,10 Parys. 2. m,\ ■ Asfi . Cuinies - 12, iö dito kort. J Piitolen - 10 Idem in Specie - 6bJ Fianlche Kronen -5735(1 Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. -6asJpCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 3«l T>°- Bank - 9ó4aü Dito kort - 395- — Wenen ld. B°; - 3; \  A°. 1799. N°. 263. N ï E U W E ALGEMEN E KONST- en LETTERBODE? VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 11 JA NU AR T. BER1GTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Ï^arys Onlangs is, alhier, ene verzameling van nog nn jedrnkw Brieven van Kousseau 111 het licht gekomen- in wcjken nog verfcheidene Karaktertrekken van dien'groten, zc w«1 lievens- als beklagenswaardigen, M 1 ten duidelykfte uitblinken. Een van deze bne>>er gefneden, en niet'alleen is, daar b» h hand van Rousseau (die zeer fraai fchreef) maar tevens de kolen* van zyn inkt, naauwkeurig nagevolgd. In de Boekery van het Wetgevend Lig- ";.v rden vérfcheiderié Handfchriftcn van Roush sen kostbaar reliquie, bewaard. Ook vind 'men\ op de Nationale Boekery, ene verzameling van belangryke eigenhandige brieven van Hendrik IV. en andere Autog aphien van grote mann n. Onder dezen munt inzonderheid uit de Telemachus van Fenelon's eigen hand. Dit volledigfte werk der Franfchen verfchynt hier in deszelfs geboorte, en komt, gelykMiuerva, volvvasfen , uit het hoofd zynes vaders; de weinige veranderingen in ftyl en gedagten, die in deze kladde voorkomen, dragen het merk van een uitwerkend Genie, en het ge.ing aantal derzelven leverd een bewys op van de klaarheid van denkbeelden en de juisthe;d van uitd ukking in den beminnenswaardigen Schryver. Rousseau \s Hukken, daai entegen, zyn dikwvl^ verfchreven en bekort, en dragen het kenteken 'XI. Deel. van ene meer moeilyk, dog even daar door des te verdienftelykcr, opftel. De fnaakfche Sterne zegt van zig zeiven, in een van zyne brieven aan zyne vrienden, dat hy nooit de vryheid genomen had, om een enkel woord door te halen, 't geen eenmaal uit zyne penne gevloeid was. Deze twee, in dit opzigt tegen elkanderen overftaande, mannen, zyn enkel daar in enigermate gelyk, dat zy beiden eerst laat begonnen te fchryven; terwyl, daarentegen, Fenelon's werk uit de vólheid ener jeugdige verbeelding vloeide. Een der Bataaffche Commisfiirisftn, tot de vastftelling der nieuwe Maten en Gewigten, de Burger van Swinden , zyn Portrait door den phyfionotrace Chrétien hebbende laten graveren, heeft de Burger Marron op het zelve, in drie talen, de volgende Byfchriften gemaakt. Alma Virum Sophie venerato fuspice vultu, Amfteliis pandit qui tua facra fuis; Abdita naturae fcriptis et vocc docere Sedulus, in toto qui ftupet orbe Deum: IUe, boni verique tenax, ubi regnat utrumquo Defcrta nimium tendit in astra via. Des lois de la nature obfervateur fidele, D'une prudente main foulevant fin b-andeau, Ponr le bon et le vraé rempli d'un noble zele, A cette faitiie ar deur il joint le goüt du beau. B La  C io ) La fagesfe par lui propage fon empire: Bon ami , tendre épottx, excellent citoïen,1 Plus on le voit de pres, plus on Taime et l'admir'e: Ses écrits font d'unfage , et fes mveurs d'un Chretien. Een Christen Wysgeer leeft in deeze heufche trekken: üevond'rend Nederland» gy ziet van Swinden's beeld, TV feil kunde en deugd om ft zeerst tot lauwerkroon ver- ïirekkeii | Voor wien de vlugge tyd onfterflyke ecre teelt. Wilt ge, ó Bataaffche Jeugd! op 't fpoor der wysheid waiid'len-, Leer als deez' Palinuer te denken en te hand'lcn.' voor de Natuurlyke Historie en Aardrykskunde, dat het waarly'i jammer zou wezen, byaidien ze niet in DUITSCIILAND en AANLIGGENDE LANDEN, Den 17 November 1. 1. is, .te Klaufenburg, de verdienftelyke Bis chop van Zevenbergen , Ignatius , G. aaf van Battkvan , overleden. Zo wel zyne uit vroegere ]arcn bekleedde hy het ampt van Lccraar in dc Geretormeerde Gemeente , te Nasfenhuben, by Dantzig,, dog legde dezen post neder, en vertrok eerst naar Rusland en van daar naar Engeland, alwaar hy zig genecl cn al aan zyne geliefkoosde Itudie der Nat. Historie overgaf, en verfcheidene werken daar over m t ligt gal. feit bewoog de Britfche Regering, om hem by den vermaarden Kapitein Coo£, op ene van diens reize om de Waereld, totgezelfchap, te plaatfcn. Deze o-edenkwaardiee togt, waar op hy ook zynz,oon den federt zo beroemd geworden George Forster, toen "nog een Jongeling van 18 jaren, mede nam, viel „" ilhA^ ;„,.„ tnt iwi. Van i77< tot i77q, ymLZ r :X, r; X'.J n welk laatfte iaar hY naar Balie beroepen wierd, alwaar hy ruim 18 jaren zo Wd lid C.C1 -ffesforKantofKoeiiitigs- berg; en cic neer meuten, ecri .lauuluci , re **m±hburg, heeft aldaar uitgegeven: Elemènts of the Critical-Philofophy, with a 'fuccinl account of lis origine and tendency. Men fchryft uit Ediuburg , dat dit laatfte werk gene bekeerlingen, hoegenaamd, maakt, voor de Kantiaanlelio Ségp. pn (bt een ZCCl" geacht HoOgl. ui de Redenkunde, met name Finlayfon, zig aldaar niet ontziet, om met zeer weinig achting te 1prekeny van dit Leerftelzel, waar in hy niets vind, dan een mislelyk mengelmoes van Stoicynfche beginzels en van die van Shaftesbury. ■ Een der voornaamlte Hoogduit- fche Schryvers, Fr.'Nicolai, teBerlyn, dryft opcijlyk den fpot met de Kantomanie, in zyn onlangs uitgegeven Roman, getytcld: Sempronius Gundibcrt. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, Akademisciie en andere schriften. Grootbritannien. Thoughts on the flruSture of the Globe, and the Scriptural History of' theEarth and of k*~jihJ)i n-rr Rrr- in n Ppries of letters. With Notes and Illustrations. By Philip Howard. Esq. 4to. pp. 602. 1 L 1 f. boards. Faulder 1797. . . , Dit belangryk werk is voornamelyk mgengt ter wederlegging van het ftelzel der Franfche Wysgeren Buffon en Batlly aangaande de Waereldwording en de oudüe Gefchiedenis: en men moet bekennen, dat de Schryver ongemene talenten en geöefTendheid aan den dag legt, zo Sta het aantonen van de valschheid der bewysredenen van deze beroemde Mannen , als in het bewyzen van de beftaanbaarheid ^es  c: «*i) Schriftuurlyken verhanls met de 9»^^^^^ Je Wysgeerte, cn in zyne poging om over de dmstere trekken ve de lloude Tydrekenkunde enig nieuw licht te verfpreiden. Bedien Zyn per, of gehegtheid aan zyn ftelzel, hem nu en ck dan vervoerd, cm verhaaste gevolgen te trekken wy aarze- Z ïen treen/ins om te beweren, dat zodanige afdwalingen in ge- n( ne v^rgcKking kernen met zoortgelyke misdagen by deSchry- m vers, weiken hy wederlegd. LM* Het hoofdzakelyke dezes werks zag reeds, m 1786, m p. twee Brieven, in *t Fransch gefchreven, het licht: hebbende ai tot deze uitgave aanleiding gegeven een verfchü van gevoelen d« over de oorzaken der vorming en van het maakzel der bergen v tusfehen den Marquis de Montigny, die zeer met het ltei- o zei van Buffon was ingenomen, en den Schryver, terwyl zy 11 zamen door Zwitferland reisden. Sedert zyn 'er aanmerkely- t; ke bvvoegzels bygekomen, fchoon het werk zyn vorigenvorm \ behouden hebbè. Zie hier den zakel>ken inhoud der Brie- k ven, by elk van welken ophelderende aantekeningen gevoegd 11 Z}Brief. I. Ongenoegzaamheid en ftrydigheid der verfchillen- p de hedendaagfche ftelzels over de wording en zamenftcllnig I der aarde overeenkomst van oude overleveringen met l het fchriftuurlyk berigt aangaande de Schepping en den Zond- vloed poging, om hier uit, als mede uit de kindscn- . heid der bevolking in niet zeer vroege tyden, te bewyzen, dat > 'er met 'er daad een algemene vloed heeft plaats gehad, en j dat die weinig vroeger kan gebeurd zyn, dan ten tyd, waar < op dezelve doorgaans gefield word. -It i 1 B. II. Ontleding en wederlegging van Bailly s eerfte ltei- 1 zei nopens den oorfprong der Natiën, en alle bevolking oor- fprongêlyk van de Polen , epgumanfet nir ondo Jaarboeken. B 111- Toets der getuigenisfen , bygebragt tut de oude Sterrekunde, om de oudheid der Waereld aantetonen; en byzonderlvk van Bailly's twedo ftelzel, rustende op ene ndifche Tydrckening, welke men voorgeeft op ware Sterrekundige waarnemingen te lleunen. B IV. Aanmerkingen op de Gedenktekens der nature, als bewvzen bvgebragt van de oudheid der Aarde. Bedenkingen over liet delzel van M. de Buffon, en van verfcheiden andere hedendaagfche Wysgeren. . B. V. Verfchillende gevoelens over dc natuur vair licht, warmte en vuur. , . „_ „ B. VI. Kort begrip des ftelzels van den Hoogl. Wallerius , over de vorming en het maakzel der aarde. B VII. Verdere poging om het Mozaïsch berigt, over de eerfte wording van het Heelal, te verklaren door trapswyze voortgaande toepasfmg van de grondwetten der nature. B. VIII. Toeftand cn gelaad der Waereld voor den V oed , en verandering door deze overftroming veroorzaakt. Vlugtige aanmerkingen op Dr. Hmton's nieuwe Theorie der 3'J3MX. Befluit, waar in de Schryver alleen de uitkomften zvner nafpormgeri herhaald. Monthly Review. ' A Treatife on Pra&ical Navigation and óee/nan- fcli p. &c By yy- J.\icneijon. 410. yy, t — 17 1. Doaiut.. Het werk enes Zecmans van bekende eckwaamheclen en on¬ dervinding, en van wiens vorige Schriften de Zeevaart zeer vele verbeteringen ontvangen heeft. Daar de Schryver niet voorgenomen had, om ene geregelde Verhandeling in het licht te geven, bevattende de gehele Zeevaartkonst, is hy niet zeer oplettende geweest 111 het behooriyk rangfehikken van zyne ftoffen t dan, dit gebrek aan methode word vergoed door een tafel van den inhoud aan het bepin van het werk. Deszelfs voornaamfte mhoud bepaald zig tot de zorg en befturiug der Schepen in ftormen en andere moeiljke omftandigheden: en tot ondernguugen voor de behering van de Schepen in het Bntsch Kanaal. Hier komt veel anders goeds by, fchoon van een gemengden aart: alles op zyn Oud-Zeemans overdagt en gefchreven, vol van fpKakkundige onnaauwkeurigheden, herhalingen, en Scheepstaal De inleiding behelsd ene algemene befchryving van de Winden: in welker laatfte gedeelte zeer vele nuttige bedenkingen voorkomen over de meest heerfchende aan de fcngeifehe kusten en in de Atlantifche Zee. M. K. A Letter to the Honourable Thomas Erskme, on me profecution of Thomas Williams for publisbïng the Age 0. Reafon. By Thomas Paine, Author of common Seule co- • 8°Eeu foort* van aanhangzel np de Eeuw, der Rede vrn den ■ Schrwer, waar in hy wel niet zonder reden klaagt over : kineen diens pleit tegen den Uitgever 1 ie maar voor het overige mets anders doetv'dan zyn.naat • en veragting tegen cc C:.rn:g verder aan oen dag te leg1 zb wel als zuie verwaandheid, fpotlust en onkunde, te J tB0)1en „ Ik zelve (zegt dé Hr. Paine) kannen beter - boek fchr/vcn, dan de Bybel." Dit moge hy zig verbeel&a • dog 'er komt ene plaats voor in dit bock, welke by ze- - kerlyk niet kan verbeteren : wy meiten , alwaar gezegd word: - „ zi'et gy een man, die wys is in zyne ogen; van een dwaas - „ is meer verwagtiug dan van hem." M. R- Bataafsche Republiek. Disquifitio Juridica, Kn et , quovisque propria confeslio doli, pratter tact! confesfionem, - necesfaria fit in cauiis criminalibus: quam D. B.jSl.prajide ■- Henrico Constantino Cras , J. U. D. et in illustri Am- (ïeladamenfium Athenea , ffuris Naturahs , Getitium , , et Civilis, cum Romani , turn Ho dier ni profes]ore , ad, mblicam disceptationem proponit Robf.rtus Henricus >- arntzemus , Amjïeladamo - Batavus. Die Luim , qua erit 8 Oclobris, in majore Athenai auditoria, hora e undecimd. Amft. apud Petr. Den Hengst, mdccxcviii. 'C Meermalen hebben wy een kort berigt gegeven van Rechtso-deerde Verhandelingen , op de Doorluchtige School te Ami- fterdam, doof jeugdige Schryvers, tot bewys van hunne vot>r derineen, en ten bhkc van den bloei der Rechtsgeleerde ftur dien aldaar, in It openbaar verdedigd. Wy doeti zulks nu m ook vt-n deze Verhandeling zo veel te liever, als de ttotte al- lerwwietigst is voor de Criminele Rcchtsgelecrdnetd. «- In ene korte Voorrede draagt de jonge Schryver t een cn ;s. ander nopens zyn voornemen en het onderwerp van zu)c\erhandeling ^oor; voornamemvk hier op neerkomende, dat de n- loosheid der befchuldigden dikwyls de veroordeling tot devcrB 2  diende ftraf, hier door, zogt te ontgaan, dat zy de aangetygtde daad, als daad, wel bekenden, maar tevens ftaande hielden zulks zonder erg, zonder list, zonder kwaad opzet gedaan te hebben: het welk zommige Rechters niet zelden in verlegenheid bragt, of dan zodanige bekentenis wel volledig genoeg was, om daar op te kunnen recht doen. De S. fteldc zich daarom voor, te onderzoeken, hoe ver de bekentenis ener daad, zolder de eigenlyke bekentenis va» kwade trouw en boos opzet, voor den Rechter genoegzaam kan zyn , om den befchuldigden te vervyzen ? Wanneer wy in deze Yerh. bl. 34 cn 55. in de aant. lezen, dat Lieve van Ollefen en Catharina Heybeek op voorgemelde wyzen zich getrrgt hebben te redden, en ons herinneren, dat de zaakvan dio Lieden, in 't voorleden jaar, voor het Committé van Juftitie te Amfterdam, (in 't welk de Vader van den S. met lof het Rechterampt bekleedt,) is behandeld ; dan komt het ons zeer waarichynljk voor, dat diezelfde uitvlugt van van Ollefen en Heybeek, de b\zondere aanleidende oorzaak is geweest tot dc keuze dezer ltofte. Hoe Let zyj.de vraag is en blyft belangryk: Is liet gerosg, om op confesfie recht te doen , dat 'de gedaagde de daad zelve bekent, of'behoort nog daar te boven , lot ene volledige confesfie, dat hy bekenne de aangetygde daad met euvelmoed en kwaad opzei bedreven te hebben? De jonge Arntzenius, de vraag zullende oplosfen, verdeelt zyr.e Verhandeling in drie delen. In 't eerfte handelt hy in 't algemeen over de natuur cn bepaling van kwaad opzet; en cm te kunnen bepalen, wat eigenlyk een kwaad optet is, bcwyst hy §. 2. dat geen Maatichappy beftaanbaar is s onder We;ten; en onderzoekt verder \. 3. welke daden door Wetten moeten verbcden w orden, nam. die, of door haren eigen aart, zedchk kwaad, of" in hare gevolgen beledigende zyn voor de Maatfchappy. Hy fpreekt verders §. 4. van het ^enfchehjk Verftand, en den Wil, als de bronnen'der vrjc cn toerekenbare daden: zo dat hy,die door z>n verftand heeft gedwaald, cn die dwaling niet koude overwinnen, geheel 011ft.huldig is; en zo hy die konde overwinnen, wel een verzuim, maar geenzins een kwaad opzet, heeft begaan. Wat nu den wil betreft, de S. beweert, dat het niet mogelyk is, dat iemant enkel in het bepalen van zynen wil dwaie, zonder dat hy ie gel} k dw ale door zyn. verftand, het w elk hem het laar.bare en verderfiyke voorftclt als heilzaam cn nuttig, waarom hy dan dat geen wil, het welk hy niet moest willen. En dit is dan eigenhk gezegde dolus, of kwaad opzet en euvclr. ocd, welke hy daarom bl. 10. bepaalt als ene dwaling niet ein el van 't y erfland, maar ook van den wil, omtrent de zedelykheid'van ene daad. Veel zou hier over kunnen gezegd worden; dit is hetrnoeihkftc fuik der gehele Zcdekuude, en konde dit al, door den jongen Schryver, naar eisch behandeld worden, zo kon dan zulks nog onmogelyk in zo een kort beftek, als deze Verhandeling toeliet, behoorhk gefchieden. Mogelyk was het daarom meer geweest, om de zaak niet zo hoog op te halon, en voldoende genoeg, om by de dagelyks in gebruik zynde bepaling van de dolus, of kwaad opzet, te blyven. Immers, (zegt men van de andcie-zyde) indien, zo als de S. hier beweert,! de wil zicj niet vergrypt zonder dwaling in 't verftand bl. o en 10; en indien het verftand Ivdelyk is en niemant meer verhand kan oeffenen, d.m hv heeft (gelyk door niemant ontkend wordt) dan zyn ook de dwalingen van den wil, (die fteeds het verftand volgt) even als die van het verftand zehen, ontoerekenbaar^ en oiifchuldig. En het is hier (zegt men) niet tjenoeg, dat men zulks daar mede tragt optelosien, dat men ichuldig is aan nalatigheid, in zyn verhand volkomener te maken , cn w el te gebruiken j want ook dit niet beceflenen, of niet gebruiken, van zyn vëfftandelyk vermogen, is zelve een gebrek aan verftand, en dus iets tydélyks en ontoerekenbaar. Wy weten zeer wel, w at hier op ter oplosling ge antwoord is: maar wy weten teffens, dat niet alle die oplosïïngen aan allen, in alles, voldaan hebben. Dat de Kantianen deze zwarigheid met vele anderen onder de aniinomite Hellen, dat is, onder zodanige moeihkheden, die, alleen in fdnn en met woorden opgelost, ons telkens doen fluiten, en die daarom ook Kant genoopt hebben, enen geheel anderen weg in te liaan. Maar, hoe het hier mede zy? het ftuk was hier te teder en moe',1) k, zo wel w egens de diepe wysgerige grondbeginzelen , als ook, om dat het bollek hier niet toeliet, de zwarigheden, zelfs door de gewone oplosüngen, of voor te komen, of uit den weg te ruimen. in de twede Afdeling wordt gehandeld van het kwaad op~ zet in die misdaden, die zedetyk, dat is, door het Recht der Natuur zelve verboden zyn. De S. toont hier aan: 1. Dat al wie daden, voor zich zehc ongeoorloofd, bcdnf't, nooit zonder kwaad opzet kan zyn, §.5. 2. Dat de zelfverdediging de ware oorfprong is van' het recht van ftrafocflehing, %. 6. 3.Dat de gevallen cgter zodanig kunnen zyn, dat ene daad, die doorgaans voor kwaad wordt gehouden, door hyzondere omfrundic-hpden goed on pr\sfel>k is | ; 4 I) t daarentegen andere daden zo fchandelvk zyn,' dat ze zonder kwaad opzet met kunnen verrigt worden; en dus gene imzondenngen toelaten, 5. 8. en na ..q, 10, 11 en 12. enige mgevlogtene vraagftukken behandeld te hebben , onderzoekt hy §. 13. opzettelyk, of de bekentenis van kwaad opzet in daden, uit hare natuur ondeugend, nodig zy; en beltist ontkennender wjze, om dat het misdryf zelve het kwaad opzet aanduidt: en zo 'er^al iets byzonders mogt plaatshebben, dat dan die uitzondering moet bewezen worden. In de derde cn laatfte Afdeling wordt gehandeld van het kwaad opzet in misdaden, by de Burgerwelten verboden. Hier wordt in de eerfte plaats het verfchil aangetoond tusfehen misdaden by het Natuurregt, en 't Burgerregt verboden: §. 14. en verders onderzogt, of het ingang moet vinden, indien iemant beweert, ene daad, by de Burgerwet verboden, met een goed oogmerk te hebben verrigt? Het welk de S. §. 15. ontkent en in §.. 16. die ontkenning ftaaft, vooral daar door, dat al, wie zich tegen de Burgerwet verzet,den ftaat benadeelt en beledigt. Het betaamt dus alle Burgers, Slaven der Wetten te zyn, op dat zy vrjc Menfchen en vrje Burgers zouden kunnen zyn. En hier wordt in ene aantek. het geval van L. van Ollefen en C. Heybeek vermeld, die in een hunner Dagbladen, (zo wy het wel geheugen), de Burgers op allerleie wyze, ook met bedreigingen, hadden getragt aantczetten, om naar hun begrip, en niet anders, te hemmen; en, verhoord wordende , voorgaven, dit met een goed oogmerk te hebben ge- fchre- /  C *3 ) fchreven- waar door dan wel de bekentenis van dit gefchryf, maar niet van kwaad opzet, plaats hadt. Evenwel Haat dc ionee S. §. 18. toe, ddt, de beweegreden om een Burgermisd.;d natclaten, hier minder zynde, enige \ erzagtmg van ft rat zou kunnen plaats hebben. t • Zie daar de loop van deze Verhandeling, welke lof verdient én wiste kenmerken heeft van vernuft cn goeden aanleg ; fchoon zy ook dc tekenen draagt der Jeugd. Dit laatfte JS naauwlvks vermydchk, doch op ach zelve ook gefchikt, om zekerheid te geven, dat het de arbeid der Jeugd zelve is. Moo-clvk is het jammer, dat een zo goed vernuft zich niet nog wat meer op het volledig fyftema van rechten, 't zy dan te Amfterdam, 't zy te Levden of te Utrecht of elders heeft toegelegd. Intttsfchen, indien deze vernuftige Jongeling by de beh.mdcling van zaken, tot welke hy zich waarfchynlyk nu. zal fchikken, zich nog bcfteiidig wil toeleggen, om te gelyk het reheel zamenllcl van rechten vlytig te beoeftenen, dan kan hy deze zwarigheid nog te boven komen In de daad, dit is ene aanmerking, welke wy ten nutte der ftuderende leugd, in 't gemeen, maken: zonder ene grondige kennis van het geheel fvltemavau Rechtsgeleerdheid, zodat men m ftaat zy, om als 't ware uit één gezigtpunt het geheel te overzien, en alle de delen der wetenfehap niet alleen, maar ook derzelver zamenlung en verbindtenis, te bcfchoiiwen, is nimmer iemant tot den rang van een waarlyk kundig Rechtsgeleerden opgeklommen. Dit hebben ook zelfs die genen, die hier in waren nalatig geweest, altyd moeten gewaar worden door de ondervinding, die wel ene zekere, maar doorgaans te laat komende, onderrigtfter is. Wy herhalen het daarom: niets is nadeliger, dan dat de Jeugd, zo dra zy t een of t ander deel ene? wetenfehap wat bevat , en verftaat daarom waant het geheel in zyn verband te kennen; en mets is meer iammer, dan dat zulks meestal het gebrek is van die Jongelingen diè de meeste vlugheiden vatbaarheid bezitten. Dit zy ijl 't'algemeen eivin Tvoorbygaan aangemerkt. In 't beoordelen van Akademifche Verhandelingen, komen ook de gewoonhk bygevocgde Thefes in aanmerking, waar uk zo wel de fmaak van die jeugdige Schryvers, als van het echeel onderwys, en leertrant kan worden opgemaakt. Zy Sn ons hier allen van gewigtigen inhoud voorgekomen , b..J. Dat een iegelyk Volk zo veel meer der Vryheid waardig jjai tan t b j , r,u„j*i,r,t hm* genieten . als het is. en dat eae. gejtucnK juiwav*.-»» - o- ' ,a n erlyke zeden iitmunt. ■ Dat 'er geen volftrekte GelykheiJ nog volftrekte Vryheid beftaanbaar ts. — nat hy een laf en nutteloos Burger is,_diem moeilyke tijen voor de Rechten der Menschlykheid , Rechtvaarll 1 :J 1 »iii~bh*id «iPj. durft uitkomen, nog die hand- mbnai* e» / - , „„•„., jell beroemden haven. VVV tienen i;i w —j -~d , Z Beccaria aan, die, feW^^^^ verwekt t^^^^^^y^^^T^ Bec- aan den dis geiega: dvzouuci ecu, "-—-p.j caria , dat ie misdoenders, van hoe zeer ondericheiden rang S3& ook, om het zelfde misdryf, akyd met dezeWeJ ra moeten eettrait woraeu. uvei &^^.&..p —r - cnee v. n. Meersch in zyne Akademifche Verhandehng De ™«rü>w^«e in poenis infligendis moderamme, veer naiuwkeurig gehandeld heeft ; zie Letterb. No. 259, Wy vinden ook older de Thefes vier, wdken de Kanuaunfche Wysgeerte betreffen, en aantonen, dat die Wysgeerte op de Aniueluamlchc icnoot mei. or.oeh.enu is, dmuua m l .» ^1 d—k.^k0;d T'11 i.anrKt- de kennis dier Wvstreerte fchjut Dnverniydelyk te zyn , indien men m aanmerking neemt, dat mei 111 LAiitsenianu, ^aiwaai meu,m «1*0™.*= Uanrpn doe.rï. de Rechtsreleerd- hcid mede op Kantiaanfche grondbeginzelen begint te bouwen. Intusfehen ftellcn die \ ier Thefes de Kantiaanfche Wysgeerte nog geenzins als voldongen voor. 0 tv. „„ n-ono^rr ^.n ,tmo vnfh inde]iii.o-. welker onderwerp juh l.y £>-"^& ■ - o 7 - . ons vooral bewoog, wat breedvoeriger daar van te bengien. Wy kunnen niet nalaten nopens den jongen Arntzemcs nog aautemerken, dat deze Jongeling ook een byzor.der genie voor deUicntKunde, m xjaiywicue, ^ ^^uiun.^, "-r zo dat, mdien ny zien dv caiuiouuununcm u«v« ^ — wilde toeleggen, hy ene plaats onder de uitftpkende Dichters zoude kunnen PCKteaen. unuei ue ^m>u,^ ..... hem kennen wy dezen: Trefpera 10 Nov. 1794. In verat» vitte beatitudinem 24 Dec. 1794. In Vtndflam 1795. Ad Cornelium Vo/lenhoven, feliciter 26 'Junii 1797Onder de Nederdnitfchen: Lierzang aan de Vrede, May 1705. Een, zonder tytel, maar in den Winter gedicht, vol 1'ehone en deugdzame gedagten, 1795. Vergen^gdheid naar dc eerfte Elegie van Tiiiüllus , 1795- Nog eel1 n™r ,d,e derde Elegie des tweden boeks van Tibullus , 1796. En een naar de elfde Elegie des cerften boeks van Tibullus, 1797? het welk voortreffelyk fchoon is. Ook nog veifcheideiie anderen , van welken' 'er ook ingda^cht zyn m die losfe Gedichten onzer beste Ncderduitlche Dichters, welken verzameld en van. tyd tot tyd door den Dichter en Boekverkoper Uilenbroek worden uitgegeven. SCHILDERYEN en EEELDHOUS TUKKEN. Konstzaal van den B. Rcos, te Amsterdam. Haarlem. Wy zyn voornemens tot meerder bekendwording en aanmoediging van de nuttige mrigtins door C. S. Roos, in 't laatst van het verlopen iaar, in het huis van Trip, te Amtterdam, geopend, van tyd tot tyd onze Lczercn berigt te geven van de faitmuntendfte Sclrilderftukken, of andere kunstwerken welke tot verrvking van- die reeds aanzitinyke verzameling van oude en nieuwe Meesters, ter bechouwing en teffens te koop, op nieuw aangeboden worden. By voorraad zullen wy vier hchilderyen, welke, elk in zyn foort, uitmunten, opgeven. Het.ee.r- fev!n G'erard de Lairesse, op doek, hoog 50!, brAa\lfitverfevén en ryk histm-ieftuk heeft deze grote Meester al zyn vlyt en kunswermogen bdteed^ verbeeldt de laatfte poging, welke de Rigter Filatus B 3  C 14 ) in 't werk fielde, om den onfchuldigen Jesus, na, dat hy hem deerlyk had laten geesfelen,, in 't leven te behouden. De gemartelde Heyland word op een balkon gebonden, tusfehen twee Romelnfchc krygsknegten, aan het volk in zyn erbaimclyken toeftand vertoond, maar te vergeefscL De razende menigte der opgehitfte Joden biyft hem zonder enig medclyden wrcdelyk befpotten en t r kruisdood vorderen; tcrwyl hy van enige baldadige krygsknegten nog in flilte agter zyn rug be'chimpt wordt. Pilatus in verlegenheid, omringd van enige voorname mannen, wascht zyne handen in onfchuld. Zyne huisvrouw ziet dit alles uit een venifter van het paldis, met een fchieijend oog en zamengevouwen handen, weemoedig aan. De Charakters van haar, van haren Gemaal, van de krygsknegten, — der Joden — maar vooral van den groten Lydcr, zyn uitmuntend getroffen. Het bywerk van dit ftuk beftaat voornamelyk in ene grootfche, ryk geordonneerde en te pas bygebrrgte, architc&uur. Alles is juist van tekening en bevallig van coloriet. Het twede link is van N.Berchem, op doek, breed 31, hoog ogi duimen. Het zelve verbeeldt een bevallig bergagtig Landfchap, waarin ene ryke verfcheidenheid van gronden, bomen cn gewasfen, een aangename afwisfeling oplevert. Onder anderen ziet men aan zyn regterhand een hoge ros van granietfteen, met groen bewasfen, en voor dezelve opgaand geboomte, waar van de toppen, door een warm Zonnelicht, dat over het gebergte valt, doorfchenen worden: waar tegen de ryke en bevalfg geordonneerde ftoffagie, die zich in de fombere koele ichaduwe bevind, uitnemend wel uitkomt. Dezelve beftaat in een beladen wagen met vier osfen befpannen, wiens voerman in 't voorbygaan praat met een herder, die tegen een os leunt. Een liggende koe, enige lopende en rustende fchapen, maken het overig: van deze groep uit. Het verfchiet is niet minder fchoon. De be.valige klikagtige manier van dezen groten Meester, ftraaït in dit gehele ftuk, dat van een delicate fchildering is, fprekend door. Het derde ftuk is van den uitmuntenden Paardenfchil- der Philip Wouwerman, op doek, breed 26hoog 23 duimen. Men ziet hier een vcrrukkelyk, heuvelagtig en gevarieerd, Landfchap, aan ene rivier doorkneden, waar in enige vaartuigen leggen. Op den kluisagtigcn voorgrond ziet men enige reizigers met hunne paarden voor ■ een herberg ftaan, terwyl een bevallig meisje bezig is water uit een put te fcrieppen. Enige landlopers, waar -van 'er één op een ezel zit, vragen de reizigers om ene aalmoes. Alles is zo uitvoerig, dat men niet wel zonder vergrootglas al de kunst, welke V'öQfïl m cle - tronies en paarden uitfteckt, naar behoren kan bemer¬ ken. Teffens is overal in dit Juweel ene goede houding waargenomen. Het vierde ftuk is van Melcmior de Hondekoeter , welke in zyn vak niet minder uitgemunt heeft, dan de drie voorgaande beroemde Meesters. Dit ftuk, op doek, breed 66, hoog 581 duimen, vertoont op den voorgrond een kalkoen, een haan en een witte hen, met zyne kiekens. Wyders enige eenden by een vlietend beekje. Op een balustrade zit een exter en ander gevogelte, waar by een vliegende duif. In 't verfchiet vertoont zich een hofgezigt, insgelyks met vogels geftoffeerd. Alles is kragtig en tevens uitvoerig naar den aad der onderwei pen, in den besten tyd van dezen Meester, gefchilderd. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Parys. Volgens een b'ïef van den Kruidkundigen C/iapelier, dijdt de Broodboom, op Isle de France, zo goed, dat men hopen kan,daar van,binnen twee jaren, nog vrugten te zullen kunnen plukken. Dezelfde, op order van onze Regering reizende, Geleerde, zal nu een p;ocf nemen, om de Cochenille, het Indifche Riet (Rotting) en de Chinefche kleine Ryst, op Madagascar te planten: "t geen in 'c vervolg, zo deze onderneming wel flaagt, van ongemeen veel belang voor den Handel kon wezen. Iets over den Engelschen Handel. ( Uit het Hoogduitsch. ) Byna alle Oost- en West-Indifche Waren, die in de Kruidenierswinkels behoren, moeten wel, by derzelver komst in Engeland , den bepaalden tol betalen , dog worden, wanneer'zy wederom uitgevoerd zullen worden, in de Koninglyke Magazynen, opgeflagen, en men geeft, by derzelver afïchcping naar het vaste land, den gehelen tol weder te mg, om• met de pryzen, tegen die van andere Natiën, te kunnen monfteren. DeT ze terug gegeven tol noemd men Drawback. Op vele andere Artikelen geeft de Regering ook nog aanzienlyke p annicn Qbountics)* ten einde men dus tegen andere Fabrieken op het vaste land konne markten. Tegenwoordig echter, nu alle handel van de waereld bj-na alleen in handen der Engehchen is, en men aan gene mededinging behoeft te denken, is Pitt 'er met allen ernst op uit, om zo wel de Drawback als dc prsemieh optej. heffen, ten einde, door middel van deze bezuiniging, het deficit te helpen wegnemen, 't geen, door de misluk-  ( is ) kikking' der driemalen verhoogde Taxen is veroorzaakt. Men bcgind reeds, in de Engelfche papieren, omk te. praten van deze opheffing, waar door ten minitcn 3M1Ilioenen zouden gewonnen worden. De volgende redenering in een der ministeriele bladen, die het meest gelezcirworden, moet velen, die ziende blmd zyn, op het hart en den beurs gedrukt worden. „ De Minister zal de vooroordelen, en de banden der gewoonte uit den weg ruimen, en Drawback en pnemien, met een ftrcek, vernietigen. Daar thans de oorzaken, waar uit deze aanmoedigingen ontftonden, ophouden, behoren ook de gevolgen te cesleren. Om flegts één voorbeeld by te brengen; waar zyn thans oni^j;,,™,.* ir, Aor, yiiik-erlvmdel ? Voorheen was het geheel anders, toen alleen het Franfche gedeelte vrn Domingo meer Zuiker voor Europa opleverde, dan alle onze 'YVest-Indifche bezittingen. Het Parlement heeft reeds inj bepalingen van deze aanmoedigingen bewilligd. Is daar door de afzet minder, de prys lager geworden? Is niet veel meer, fchoon deze inkorting over den buitenlandfchen prys van de Zuiker geflagen is, de vraag van buiten daar na meer, dan voorheen, geworden9 Hoe belachlvk is de bekommering, dat enze Handel in 't germgftV lyden zal, by de volkomene affchaffing van deze vergunningen. Laat flegts de Buitenlander'betalen, 't geen de West-Indiichc Koopman thans daar van trekt. Hy moet zo veel geven, als men hebben wil, en op die wyze, ons de kosten van den oorloa Tielpen di-figen." . Onbefqhryvelyk is tegenwoordig de drukte m alle Havens en Fabriek-Steden, die, voor dezen door den Levantfchen Handel bloeiden. Sedert Nelforfs zegenwaal zyn 'er vele asfociatien van Koopluiden mLevante.,a,.„w;«r, onrOnnn Men maakt vast ftaat. se- heel meester van de Middellandfche Zee te zullen worden ( * ). Tot het jaar 1763 gingen 'er alleen van Lon¬ den by de 50 Schepen naar ue Levant, en m imuiv. jaren, niet meer dan 1, daar alles in Franfchc handen W Over den Theehandel is, kortltngs, de volgende belan^n t «ïp-nf ei* i-rv: t M,iv o7. niet minder dan Sld 373,6% pond, 'waar voor, de tol in Engeland meê ( * ) En evenwel zou dit wel eens kunnen mislukken; hoe fchoon ook de kans yoor de Engelfchen thans mag ftaan. De Redacteur* o-erekend, 37,647,330 P. Str. betaald wierden. Door malkaar voerti ae uosc-ina. coiup. wui 1 mm. 3 «. 600,000 P. Str. (die in Kanton betaald wot den) aan Thee in De Artikels, die Engeland hier voor naar China zendt, Woile Stoffen, Tin, Leder, cn Yzcrwerk, bedraden, op het hoogst, 100,000 P. Str. aan waarde. UitOost -Indien word, in Katoenen, Zandelhout, Peper. Wasch, Elpenbeen enz. ongeveer voor 700,000 P Str naar China gevoerd, den Sluikhandel in Opium hier mede onder gerekend , waar van ook nog wel voor 350 000 P. Str. heimlvk in China gebragt word. Hier voor bekomen de Brit.rche Oost-Indien ongeveer iaarlyks óh China weder voor 330,000 P. St. Chmefchc Artikelen, als Zyde Stoffen, Nankms, Porcelem,, Kwikzilver enz. Voor het uitbreken van den tegenwoordigen oorlog zond het overig Europa op zyn meest noo- voor 300,000 P. Str. aan Goederen naar China, cn trok van daar voor 600,000 P. Str. Sedert echter de vaart der Hollanderen geftremd is, zal dit wel tot op de helft verminderd wezen. Dc volgende opgave van enige voorname jaren zal de zaak nog duidelyker ma- In 17-6 zondt Zweden . 2 Sch. en haalde daar mede 2,562,500 FSThec. 1 Denemark. 2 ■ ' 2,833,79° . .TJoUmd . 5 ' ' 4,923,roo . Frankryk . 3 -—- • 2,521,600 Engeland . 5 ■ ' 3,432,415 InI?83 Zweden . 2 Denemark. 2 ——- 2,004,000 - Hoiland . 5 ■ ■ 5,9«,20o Pnölkfcyk . 3 — ■ 1,028,900 . , N. Amerika 2 ■ 750,9°° Pimsicn . 1 ■ ' 499,3oo . Engeland 29 . 22,096,^03 In 1795 Zweden . • • ♦ • L. — Dencunik. I > ■ 2 -JA0 Holland . 4 ' ' 4,096,30a l N.Amer.ka 7 2,432^70 Pryzf.n der Granen, op 7 Jan. te Amsterdam. TARW. Het Üst CERSf. I''-l'*v;t Ggld. Poolfche bonte en witte 190 a 210 Vnefche vvinterparst . »5 a i°ö dito rode . .' i7oaipo Oron. en Okhmlche . . 83ano Élbïrig. en Heügfche . 165 a 100 ZecuwC en Overm. Wmter 85 a rto Könüwsbergeï . 160 a 185 Dito Zomer . i ooaio3. Vriei'c'he . . 150 a 175 Daiitziger en Ub. Bovenlandfche . 1552180 „,,vn ™ r.,nrwp\"r Voorlandfchc rode . JJpa.156 IIAVfcR en BüEKWEYT. Zeelandfclic . 175 a 190 ROGGE. Broravnaver . . • 9°- 100 PmisfiTche . . «6 a 136 Witte Voeder dito . ,05MB Kimmgsberger . '. 1.6 a 136 Boekw. Anferst. en. Goo.1. i 20a21 GodiWgde0 • • i36aT46DitoR,;ab.en\-ham. 4_aott» Zaad, Oly en. Traan. Koolz. Zeemvsch en 'Rrip-Oly, per Aam ƒ 68| 1 Overm.'t Last. . ƒ 57 a 64 Dito Lyn . . -58» ■ Slaft-Lynz. de ton van Dito Henmp . ■ f Sehep. Rigaas . . loari Walv. Tman.'t qi^rt. y-lIrnipzaUditn , ^ n»* .*T"*. -" \u I wm  WiSSELr EN SpïtCIECOURS. Madrid ufo, 2 m. ^ 76} %é $è Cadix —— - 70 f Lisfabpn • 59f Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Veneuen ■ - 94 0ude gcr_ dit0 . 5jl4)l3 l.ivomo 103 Nieuwe Louis d'Or - 11,11,9 &£m'\***&-- Guimes -I2>, me" m0me" me- der gesteld- 'd ter. ter. ter. wind. HEID. ('30. 4 9 86 o.z.o. 1 ' " 2 < JO. 4 22| 85I n. w. helder, ftü, dampig. c.3Q- 4 i4ï 85 — f30. 34 11 86 o. t. n. 3 < 30. 3I 21 89 n.o. mist, betrokken. 13Q- 3", '8 9T — ^_ C30. 3i 16 91 N. o. ••. ƒ 4 \ 3°- 3* 21 92 n.o.t.n mist, betrokken. C3P-_iL 2I* 92 — r C30. 3* 24 95 ' o. 5 < 30. 3i 26 97 — mist, betrokken. 2| 23I 97 — ("30. ii 23 97 z. z.o. 6 < 30. li 25 98 z. mist, betrokken; [30. i| 30I 100 z.Z.O. 'avonds ftofregen. C30. li 321 ICO w.n.w. 7 < 30. li ?8§ 100 n w. bewolkt, mist, tusfche» l.3£u°L 271 100 z-w- beide zware mist' f'30. o4 2Ji IOO Z.O. 8 < 30. 0} 29 ioo z.Z.O. mist,'s avonds betrokken. £30. 1% ƒ 27 100 hoeveelheid van gevallen en uit g e wa a s* semd water, te alkmaar. Gedurende de Maand December 1798. Gevallen 28 Lynen: Uitgewaasfcmd 9 Lynen. Recapitulatie en Byc'entrekking van gevallen en uitgewaasseme^ water, gedurende het r.ehri.r iaar i7ö8. gende zinftorendc font: ' a 5 Bladz. 7, 14de regel van onderen, Haat te ve;l het woord dan. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Am fier dam 251; en te Haarlem 24, onder welken laatften 8 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Dec. zyn, in Alkmaar, overleden, 48 perfonen, nam. 15 mannen, 9 vrouwen en 24 kinderen, waar onder 2 doodgeb. 16 beneden 'tjaar; 3 van 1 tot 5; 3 van 10-20; 5 van 20-30; 4 van 30-40; 3 van 40-50; 5 van 50-60; 4 van 60-70 en 3 van 70-80 jaar. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. Hamburg, 29 December 1798. Het federt 19 dezer aangevangen vricfendWeder, heeft, gedurende deze weck, met ongemene itreugheid aangehouden. Zondag avond vroor het reeds fterk; des Maandags echter wierd het een weinig zagter; de Barometer ftond hoog, en in den nagt daar op volgenden vroor het ongemeen fterk. Dingsdag, den ceriten Kersdag, ftond de Thermometer, des mórgens om 8 uren, op 18 gr. onder o, volgens Reaumur — of 81 gr. onder o, naar Fahrenheit. Het vrcor den gehelen dag zeer hevig. Woensdag ogtend den 26ften, tokende de Thermometer 15 gr. onder o. Reaum. of i\ gr. onder o. Fahr. en des avonds had men, op nieuw ene koude van 17 gr. onder o. Reaum. of 61 gr. onder o. Fahrcnh. deze graad van koude wierd alhier des avonds om half 12 uren waargenomen (*). Haarlem. De twee Kersdagen van het voorleden jaar, zyn, ongetwyffeld, onder dc kouditen dezer Eeuw te tellen. In het 'Noordlyk Duitschland heeft men de meeste koude op den eerden Kersdag befpeurd, gehk uit de waarnemingen hierboven te Hamburg , als mede "te Berlyn , bl)kt: op welke laatfte plaats de Thermometer, des morgens van" den 25 Dec. op 17I gr. onder het vriespunt van Reaumur (dat is 75 gr. onder o van Fahrenh.) ftondt. Daarentegen tekende zy, te Manheim, den 26 'smorgens 19? Reaum. gr. (12 onder o) en dien zelfden dag te Augsburg, zelfs 25'Reaum. gr. (24 onder o); een graad van» koude, welke, federt het ' begin der waarnemingen, aldaar nimmef'ondervonden was.— 357 i.yn or 29 zH6 Lyn. ot 23 Duim. Duim. 9 Lyn. 10 Lyn. Rhynlands. Dus 1 Duim. 8 Lyn. minder water gevallen en 1 Duim. 10 Lyn. meerder uitgewaaslèmt clan in 't jaar 1797. NB. In rloii V,r\pt irnn Mi/*f*tl,*e ;„ J,„. l„„,r,„ j„ m.j !. i.. Gevalle Water. Uitgewvasfemd. January 26 Lyn. 7 Lyn. February 16 . 13 Maart . 8 j5 April 14 3I M ly 24 i 30 Jllly 48 j'J _ Augustus 9 3g September 60 . 22 ■ OÏtober 45 2(j November 56 ■ 17 . December 28 0  A°. 5799. ' N°. 264. NIEUWE algemene KGNST* en LETTER-BOBE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFF E_N DEN. VRTDAG DEN 18 JANUART. BER1G TEN. ] DUJTSCHLAND en aanliggende landen. G ottinoen. De Koning!. Maatfchappy der Wetenfchappen, alhier, vierde den 17 Novemb. 1.1. den zeven en veertigften verjaardag harer ftigting. Na de voorlezing van deze en gene Verhandelingen, deed de Hofraad ïley/ie verilag van het voorgevallene in het vorig jaar. Het Direkteurfchap der Maatfchappy, met dit jaar, uit de Historifche in de Natuurkundige Klasfe overgegaan zynde, wierd het zelve aan den Hofraad Wrisbcrg opgedragen. Geen van hare aanhorigen had de Maatf. in het vorig jaar door den dood verloren, dan alleen de Hoogl. M. ParikU te Presburg, die eerst, in dat jaar, onder hare Correspondenten was aangenomen. ■ Voorts waren 'er weder 7 nieuwe Correspondenten verkoren; terwyl de Hr. N. Th. Reimer, Ph. Dr. tot Asfesfor der Maatfchappy was aangenomen. Wyders was van t« ee ingekomene Antwoorden op de Vraag: „ over den oorfprong, vorming, en gefchiede„ nis derPlat-Duitfche tongval," dat van J. F.A. Kinderling, 2de Predikant te Calve, aan de Saai, in het Maagdenburgfchc, de beloofde prys van 50 Duk. toegewezen. XI. Deee. . Op de (Economifche Prysvraag echter: „ nopens de „ middelen, om onze Ambachtslieden de verbeteringen „ der Buitenlanders te doen benuttigen," waren gene voldoende Antwoorden ontfangen. Wat eindelyk betreft de Prysvragen, voor het vervolg, opgegeven.- Voor Novemb. 1799 is die der Natuurk. klasfe reeds bekend gemaakt, (zie onze vorige No. 214.) Voor Novemb. 1800 word thans door de Wiskundige klasfe deze Vraag opgegeven: Qiium plurimis, üsque certisfimis Phyficorum pericitlis, exploratum fit, a vaporibus aquiz liberé ebullientis magnum caloris vaporifki, latentem vocant, quantitalem arripi et mox incasfum dispergi, qua, tarnen, fluclio cohibita, et u. c. per canules apte comparatos ac dispofitos ad varios ufus derivata, non levem fortasfe turn rei domejtica turn officinis utilitatem adferre posfet: Societas Reg. hujus argumcnli occafwnem ample&itur, fludium ac attenlionem Phyfico - Mathematicorum, quanlwn in fe est, ad Theoriam motus vaporum accuralius, quam adhuc faftum fit, definiendum, dirigendi. Cupit itaque Soc. Reg. I. turn experimentis, turn calculo, inquiri in leges motus, fultem gcneraliores, vaporum aquee ebullientis per canales data longiluditiis et amplitudinis, datisque fimul canalium materie et gradu caloris medii am bi ent is, aliisquè, de qui bus non est, quod hic moncantur; nat ara hujus fliiicli elastici gnari,- II. ex bis quodammodo flabilitis , colli gi C quan-  C 18 ) quantum caloris gradum data quantitas vaporem per ,. cattales fic deduStarum, cum data quantitate aqim aut ,. frigida, aut cujuslibet data, temperhi, daté-tempore, x communicare pos fit? . _ r„ Daar het uit ene menigte van bepalende proernemingen blykt, illlt'er, door de dampen van water, , 't geen in opene \aten kookt, ene aanmerkelyke hoe- , veelheid van warmte-ftof(*)nutteloos verfpild word, , die, naar behoren, by eikanderen gehouden, b. v. c door naar eiseh aangebragte buizen geleid, welligt i van geen gering nut, zo wel voor de huishouding, 1 als menige Fabrieken kon zyn j zo bediend zich de < Koningl.Maatf. van deze ondervindingen, als van ene < bekwame gelegenheid, om de Wiskundige Natuuronderzoekers, zo veel mogelyk, oplettend te maken op de aanwyzing der bewegingswetten van de Waterdampen. Zy verlangd derhalvcn i" „ I. Ene, zo wel door proefnemingen, als vereischte Wiskundige befchouwing, opgehelderde ,aauwyzing van de bewegingswetten ckr Dampen van kokend water, door buizen van bepaalde lengte, wydte en aart van ftoffen, waar uit zy beftaan: wyders van de gemiddelde graad van hitte, waar door zy omgeven zyn, en van verdere foortelyke bepalingen, waar aan men kenners van deze veerkragtige vloeiftol niet verder behoeft te errinneren. Dit alles •enigermate als bekend vooraf ondersteld zynde, vei langd zy:" „ II. Daar uit opgemaakt te vinden, welken graad van warmte ene zekere hoeveelheid van dampen, door zulke buizen en onder zodanige omftandigneden vergaderd cn voortgeleid, aan ene gegevene hoeveelheid koud waters, of dat in 't algemene van ene bepaalde temperatuur is , in enen zekeren tyd konnc mededelen." ] De Prys voor elk dezer Vragen is 50 Dukaten, moetende de Antwoorden met O&ober van elk jaar worden ingezonden. , , , , Ook wierden 'er twee nieuwe Huishoudelyke Vragen opgegeven; Op July Ï799- , ■ tf. , „ Onder welke omftandigheden, is de verhuring ot „ het beheer van een Apotheek , aan ene Gemeente (*) De warmte ftof, wdke zich by de vorming van damp met de waterdelen verbindt, en in dien Haat van verbinding zich door gene warmte merkbaar maakt, wierd weleer calor latens- geheten. Meer eigenaartig is dezelve door de Franfebe Scheikundigen verbondene of verenigde warmte ftof (caioriqm combine') genaamd. Aantekening van den Redacteur. „ toebehorende, te verkiezen, en hóe kunnen, in het „ eerfte geval, de Huurpenningen, op de voidoenfte wyze, bepaald worden?" Op Nov. 1799. „ \s, de inenting der Pokken by de .Schapen van we„ zentlyk nut a is zy een. behoedmiddel tegen de be„ Imetting, en welke regelen zyn daar by, in dat ge„ val, in agt te nemen?" De Maatfchappy verlangd, dat het Autwoo d hier op, door voldoenendc waarnemingen geftaafd worde. — De Prys voor elk is ia Dukaten, en de termyn van inlevering der ftukken is, voor de eerfte de maand May en voor de twede die van September. Berlyn, 29 Dec. a.p. De vernuftige uitvinder van het .Speeltuig, dc Euphon, D. Cbladni, houd zig thans alhier op, en zal, met 2. January aanftaande, openbare lesfen houden over de Theorie der Geluiden. Het onderwerp verdiend des te meer opmerking, daar tot nog toe, in Berlyn, gene akustifche Collegien aangekondigd of gehouden waren. B AT AA F SC IIE REPUBLIEK. Leyden. Door Curatoren van 's Lands Uniyerfiteit, alhier, is beroepen tot Profesfor Eloquentie, Historias, , cum Univerfalis, turn Litteraria, ct Philofophia, Antiquiteit um, Liter arum, liuinaniortim et Gr eer ar um et Latl' narum ct Bibliotiiccariiis, Daniël Wytenrach, thans 1 Hoogleeraar aan de Doorluchtige Schok, te Amfterdam; en zulks op ene Jaarwedde van ƒ 5000:-: - met " vryftelling tevens van alle byeenkomften van den Se" naat, mitsgaders van de posten van Rector, Secretaris, Atfesfor, en van alle andere Onera, aan het Lidmaat" fchap der Philofophifche Faculteit verknogt: gelyk ook 1 buiten de aanfpraak op de Emolumenten, anderzins uit a de waarneming van het vooriz. voortfpruitende. - Stigting voor Lyders aan Breuken. C Een vry algemene kwaal, byzonderlyk in Engeland, - onder lieden uit de geringere klasfe, die met veel tillen 'en dragen de kost moeten winnen, zyn de Breuken. Men heeft om deze reden , reeds federt enige jaren, r zo in Londen, als in de Graaf.chappen, een afzonder1- lyk Genootfchap van weldadige Menfchenvrienden op%- gerigt, 't welk zig noemd het Genootfchap tot verT ligfing van armen, die met Breuken gekweld zyn, dat r. jaarlyks ene algemene vergadering, onder enen afzon-  derlyken Voorzitter, in London-Tavern hond, en een afzonderlyken Arts bekostigd, die alle lyders, door een der leden aan hem opgegeven, onderzoekt en voor rekening van het Genootfchap, van de vereischte hulpmiddelen en Breukbanden voorziet. Deze Arts is thans, de Heelmeester van het Easion V/spenjary, m. Turnbull, bekend door verfcheidene werkjes over de Venuskwaal en andere Heelkundige onderwerpen. Natuuriyker wyze heeft deze man boven anderen gelegenheid om waarnemingen te doen en proeven in 't werk te ftcllen, welken van ongemeen nut kunnen wezen. En men mag het dus als een wezenlyk gefchenk aanmerken voor de h dende menschheid, dat hy onlangs zyne welbeproefde voorfchriften en diëtifche regels voor zulken, die aan Breuken lyden, ineen klein zeer bevattelyk (tukje in druk heeft uitgegeven. De Tytel van dit werkje, 't geen ook wel, door ene goeaA rJoAprA^ltC-hf* vpmdino-. hipr ten lande verdiende bekend en gemeen gemaak: te worden, is: General Rules and InjlruStiom, very necesfary to be attended to by thofe of both Sexes, who are affliSted by ruptures. By W. Turnbull, A. M. Jobnfon. i ih. 6 d. ontzettende STAAL ener drieste onkunde en onmededogende wreedheid van twee vermetele gewaande vroedmeesters, in DE BEHANDELING ENER BARENDE VROUW. DE SECRETARIS BT HET DE¬ PARTEMENT VAJN jjk iv siTJONALE OPVOEDING aan DEN UITGEVER VAN DEN NIEUtVE ALGE MENE KONST- EN LETTER-BODE. In den HAAG, den 8 January 1799. Het Vyfde Jaar der Bataaffche Vryheid, Medeburger! De Misbruiken en Dwalingen, welke 'er in de Weten r„i,„^on a\c Aa novnivHlimH Hpr Tncrpzprenen eenen on lUWpi-VH , w«V -jw^.i.^". —o -- midlyken mvioea heenen, itanci gryyen, ™ veer muugr>*. uit den weg te ruimen, en de vooroordeelen, welke 'er omtrent dezelve, by een groot gedeelte van de Inwoners van ditGemeenebest, gevonden worden, tegen te gaan, en, waare 't moogl}k, geheel uit te rooien, was het oogmerk, 'waarom, by de Staatsregeling, byzonder voor de Volksge¬ neeskunde gezorgd, en dit vak aan den Agent van Openbaar Onderwys opgedragen wierdt. Het zoude niet moeilyk zyn, een tafereel te fchetfen van den jammerlyken toeftand , waarin dc Genees-, Heel-, Vroed- en Artzenymeng-kunde in onze Republiek, maar vooral ten platten L/anae, verbeert; en aaaiun uc uuuuw»irit-k^ü «Tin -.rorKm-ovino- af tp ïp'iHpn ■ rbn H;i;;pïvkfche on¬ dervinding en de kkgten, deswegens van alle kanten opge¬ rezen, leeien alt genoegzaam, en uc uengu-u, «viivv. ... verfchillende oorden der Republiek, by het Departement der Nationale Opvoeding, in menigte inkomen, hebben my nog meer overtuigd, dat 'or, en in de opgem. kousten, wat het toevoorzicht over derzelver Beöeffening en Onderwys aangaat, en in de denkbeelden, welke by het min verlicht en ligt gelovig gedeelte der Natie worden waargenomen, eene merklyke hervorming wordt vereischt, zal 'er aan het oogmerk, waarom het Bataaffche Volk eene Geneeskundige Staatsregeling gewild heeft, voldaan worden. — Om dit tweeledig doelwit te bereiken, zal, wat 't eerfte punt betreft, een algemeen Plan van Geneeskundig Toevoorzicht voor de geheele Republiek moeten worden ingevoerd; terwyl het laatfte voornamentljk, door de verfpreiding van meerdere verii;/.v.u, z.uuen meucuccrejt, gcij^. jiv viv*«zelfs last dat verzoek by deezen herhaal. — Om aan de min .,„.1 :/>>.<• o inno^otoiion vm Ah flpmppnphpsf Hpn frhnHp.lvken invloed, welken de uitoeffening der meergem. konfteu, door onbevoegde en onkundige Lieden, op hun Welzyn en Leven heett, te teeren Kennen, zyn vaas ue Destt: veiLuu^cu <-n welmenendfte vermaningen en waarfchouwingen niet toerei¬ kende,; Voorbeelden kunnen hieromtrent wel t meest afdoen. Van deeze waarheid overtuigd, heelt de Agent cte gelegenheid daar toe niet willen laten voorbygaan, welke hem het treurig geval , in de Bommelerwaard , met eene Kraamvrouw, hebbende plaats gehad, en in de Nieuwspapieren bekend gemaakt, aan de hand gaf: en het is op zyncn last, dat ik de vryheid neeme, u van hetzelve een omftandiger verhaal mede te deelen, om daaraan eene plaats in uw geacht Weekblad te vergunnen. Jenneke Ackermans , Huisvrouw van Johannes van Hefik, te Harwene, voor de zevende maal zwanger, en van .-^r-tn-o tmrWnn . mtnnrlvk. on voorfrocdie. verlost z\n- de, befpeurde op den 10 November 1. 1. de eerfte bcginfelen haarer aanltaande veiiosling; wanneer ecue Vroedvrouw ter haarcr hulpe geroepen wierdt: de arbeid , by tusfehenpoozen zedert dien tyd afgebroken, nam des anderen daags .weder merkhk toe, en hïefdt aan tot den avond van dien dag_, zonder gunftig gevolg. De gem. Vroedvrouw, zwarigheid maC 2 kfca~  C " ) kende, om de verlosfing te doen, om dat dezelve haar niet ilatuurlyk fcheeii, wierdt, op haaren raad, de Doctor van Driel, M. Stoll, gehaald. Deeze, ten zeven uuren des avonds gekomen, bevondt, dat 'er zich een fchoudertje en voetje van het kind voordeedt; en was van dien tyd tot elf uur met de verlosfing bezig, zonder ander gevolg, dan dat hy een voetje hadt buiten gebragt, waaraan de tekenen van leven befpeurd wierdoii, en 't welk ook volgens het Roomsch Kerkgebruik door den Pastoor is gedoopt. De Vroedmecster lag vervolgens de Vrouw te bedde, diende haar eenige druppels, die echter van geene de minfte uitwerking waaren, toe; liet haar, in dezen toeftand, aan haar zelve over, en ging agteloos in den hoek van den haard zitten llapen. Des morgens vroeg de lyderesfe w eder onderzogt, en zyne pogingen aangewend hebbende, liet hy ftovingen van wanne room over den buik aanleggen, en gaf weinig hoop op eene fpoedige verlosfing. Men zondt vervolgens om den Doétor cn Vroedmecster van Lith , genaamd Ulyn , met eene boodfehap, dat hy zich van het nodige ter verlosfing moest voorzien, die, omftreeks 9 uuren gekomen, nu door zyne onmedogende hardheid de barende Vrouw nog moer begon te martelen. Hy plaatftc de vrouw op een kort bed , en aanvaarde zyn werkmei de verzekering aan dc bedroefdo oïnftanders, dat hy zeer wel k;:ns zag, de verlosfing ten einde te brengen. Na ruim twee uuren de lyderesfe onder de hevigfte pynen gefolterd te hebben , bragt hy 't eindlyk zoo verre, dat hy 't andere beentje, en vervolgens het kind tot aan het hoofd verloste. ■ In plaats van nu het hoofd in de grootfte diameter van het Bekken of met de hand, of met gepaste werktuigen, te brengen, in plaats van hetzelve, volgens de axis van het Bekken, te bewegen , cn, door de verlosfing dus te volvoeren, het fiïïsfchien nog levend kind, en de afgematte moeder te redden , nam hy het geweld te baat, en trok de vrugt met zodanige, veer dezelve doedij ke, en voor de moeder hoogstgevaarlyke, kragt, dat de romp van het hcofd fcheurde, en hetzelve met de nalswervelen in de baarmoeder agterbleef. Nu eerst begon hy werktuigen, welke hy van den Docfor vim Driel leende, te gebruiken, beklagende zich echter, zyne eigene, welke hy zeide beter te zyn, niet by de hand te hebben; fchoon hy daar tce verzogt was, gelyk boven gezegd is. Hy rukte dan met dezelve, gelyk naderhand bleek, de halswervelen, de tong en den onderkaak van het hoofd, en liet toen zyn werk ftceken, terwyl de ongelukkige Vrouw, door fterke bloedvloeiingen, en de afgryslykfte folteringen, alle kragten verloren hebbende, onder haare fmarten bezweek, en de omftan- ders elk oogenblik haaren dood verwagtten. En in dec- zen toeftand verlieten haar de twee Doctors zonder haar eenige hulp toe te dienen, of goeden raad te geeven. Na dat de ongelukkige lyderesfe een uur in deeze bezwyming gelegen hadt, opende zy weder de oogen; en men wierdt te ra;de, den kundigen Vroedmeester van Zaltbommel, den Burger J. Tekelenburg , ter hulpe te roepen. Deeze, ccgenbliklyk des avonds aldaar gekomen zynde, vondt haar voor 't uiterlyke in zeer zorglyke omftandigheden; zjn- de de uiterfte ledemaaten koud, de pols opgekrompen, en geheel onmerkbaar. Haar, wat 't Verloskundige aangaat, onderzoekende, ontdekte hy ras, dat de hderesfe een aanmerkelyk verlies van bloed hadt ondergaan; dat de uit- en inwendige fchaamdeelen buitengewoon gekneusd, en daar door ten uiterften pynlyk opgezwollen waren, en de afgefheden na\eifleng buiten het lichaam hong; terwyl het in de baarmoeder nagebleven hoofd zich als een bal liet bewegen; en de onderbuik ongemeen windzugtig en pyntyk was opgezwollen, zoo dat de minfte drukking met de hand, ja zelfs der klederen, voor de lyderesfe ondraaglyk was; — 'cr openbaarde zich reeds eene rotachtige cadaverende lugt. Den romp van het kind onderzoekende, ontdekte hy, gelyk boven gezegd is, dat het hoofd met de halsweneleh naby de fchouders was afgelcheurd; en dat 'er op verfcheide plaatfen van het lighaam, maar vooral aan de voetjes en beentjes, verfchillende affcheuringen van den huid gevonden wierden. Na de Vrouw behoorlyk en zoo gemaklyk mooglyk geplaatst, cn alles , wat nodig was, gereed gemaakt te hebben, verloste hy haar binnen weinige minuten op eene kunstmatige wyze van het nagebleven gedeelte des hoofds en van de reeds verflapte en losgewordene nageboorte, en eindigde aldus, tegens half zes uuren, zonder eenige klagten der lyderesfe, die niet tegenftaande haren noodlottigen toeftand, als nog zeer tegenwoordig van geest was, dit droevig treurfpel, en hy vondt zyn te voren reeds opgevat vermoeden bevestigd, daar aan het hoofd noch onderkaak, noch halswervelen, noch tong, gevonden wierden, en het na onderzoek bleek, dat de Doctor^. Ulyn dezelve onder andere vuiligheden heimljk in den tuin hadt doen begraven, om zyne handelwyze te- verbergen. _ De, door den kundige Vroedmeester Tekelenburg tot redding der ongelukkige. Vrouw aangewende pogingen, hebben ondertusfehen haaren dood niet kunnen voorkomen: zy ftierf des nagts ten twee uuren. „ By bedaarde overweging van dit geval," (zegt te recht de Archiater Forflen, in deszelfs berigt, by het Admiuiitratief Beftuur van het voormalig Gewest Gelderland, over hetzelve ingeleverd ) „ftaatmen, vol verontwaardiging, fatwyf,. fel; — waar over men zig 't meest moet verwonderen, „ over de drieste onkunde van twee vermetele gewaande „ Vroedmeesters, of over derzelver onmedogende wreedheid „ in het behandelen van eene barende Vrouw." Zy hadt reeds zesmaalen natuurlyk gekraamd; — de wydte van het Bekken was natuurlyk: de grootfte diameter van het hoofd des kinds, door den Vroedmeester Tekelenburg onderzogt , overtrof geenzins de diameter van het kleine Bekken: en 'er hadt geene tegennatuurlyke gefteldheid der deelen, waar door de verlosfing onmooglyk gemaakt konde worden, plaats: alleen werdt.dezelve door de tegennatuurlyke ligging van het kind vertraagd; doch die belemmering was geenzins zoodanig, _ dat een kundig Vroedmeester dezelve niet hadt kunnen uit den weg ruimen; immers geeft de konst hier de nodige regels aan de hand. Iu plaats van zich achteloos in den hoek van den haart neder te zetten, en zonder vrugt droppels toe te dienen, en warme ftovingen aan te leggen,  c « > hadt de Drielfche Doctor M. Stoll het andere voetje behoren buiten te brengen, en, met beleid, en voorzigtigheid, aanhoudend te werk gaande, door eeue Agrippvnfche geboorte de verlosfing te voltooien. De Doctor van Lith, A. Ulyn, lag daar in zvne domheid aan den dagj dat hy, 't andere voetje naar vereischte gevonden, en het weldoorvoede kind tot aan het hoofd verlost hebbende , zoodanig geweld gebruikte , dat niet alleen 't zelve, misichien nog levende, onmedogend omgebragt, maar zelfs aan Hukken gefcheurd wierdt: welke handel*'} ze voor de gemartelde Vrouw ten hoogde gevaarlyk was, zynde daardoor ook de kneuzingen en de pynlyke_zwelling der deelen veroorzaakt. Door het hoofd van het kind of met de handen, of met een gepast werktuig in de grootfte diameter van het Bekken te plaatfen, en volgens deszelfs axis te beweegen, zoude hy, voorzigtig te werk gegaan zynde, de geboorte waarlchynlyk gelukkig voltooid hebben; om nu niet te fpreeken van de verdere domme ontmeuschtheid, waar mede hy door zyne werktuigen halswervelen, tong en onderkaak van het hoofd affcheurde; of van de wreede ongevoeligheid , waar mede ibeidc gewaande Vroedmeesters de barende Vrouw in den noodlottigften toeftand lieten liggen; of eindelyk van het tegen alle regels der konst ftrydende in deeze handelwyze, door de vaardig- en getnaklykheid, met welke de Vroedmeester Tekelenburg het nagelatene gedeelte des hoofds met de nageboorte buitenbragt, allerduidlykst bevestigd (*). Zie daar, Medeburger, u een geval verhaald, waar van de menschheid gruuwd, en 't welk een welgeplaatst hart niet zonder eene gemengde aandoening van medelyden en verontwaardiging zal leezen. Ik heb 't zelve uit de gerechtelyke verklaringen van den Man der ongelukkige Vrouw, van zeven Getuigen, en van den Vroedmeester J. Tekelenburg, als mede uit het bericht van den Archiater Forften boven gem. (alle welke ftukken by het Departement der Nationale Opvoeding ingekomen, en van daar ter kennisfe van het Uitvoerend Bewind gebragt zyn) overgenomen. Het Uitvoerend Bewind heeft reeds, op voordel van den Agent, het Beftuur van het voormalig Gewest Gelderland en Bataafsch Braband gevolmagtigd, om aan de meergemelde M. Stoll en A. Ulyn de uitoefening van eenig gedeelte der Genees- of Heelkunde te verbieden, op poene, van, dat verbod overtredende, naar bevind van zaaken te zullen worden geftraft: terwyl deeze geheele zaak, op berigt van den Agent vanjuftitie, rechterlyk zal orderzogt, en deeze D oétors, zoo ik hoope, ten voorbedde .van alle zulke onkundigen, het loon hunner onmedogende handelwyze zullen erlangen. (*) Zonder eenigzins den kund'gen Vroedmeester J. Tekelenburg, wiens berigt den geöeffenden, den braven man, kenfehetst, in deszclts verdienllen te willen verkorten, geloof i!t d.u de Ipoed, waar meede hy het gedeelte des hoofds verlost heeft, ook eenigzins toe te fchryven zy aan de fterke ontfpanning, welke hy, de deelen reeds in gangrena overgegaan zynde, ten zynen voordeele aantrof: immers fchynt, uit de gangrem, de cadavereufe (tank, en de flap. en fletsheid der Placenta, welke hy waarnam, te moeten afgeleid worden? Wenschlvk is het, dat dit geval de Ingezetenen vjii dit Gemeenebest overtuige van de onheilen, voor welke zy bloot ftaan, zo zy ligtgelovig haare gezondheid en hun leven ten prooy geven van vermetele kwakzalvery; dat 't moge (trekken tot eeue aanmoediging voor alle Geneesj- en Heelkundige Collegien, en Departements of Plaatfcl}ke Beftutt-, ren, om de pogingen, welke door den Agent tot uitroeijing van dien ingewortelden kanker bereids zyn aangewend , en nog 'zullen in 't werk gefield worden, 'met allen ernst te onderfieunen: — en dat 'er ipoedig zoodanige inrichtingen zullen kunnen in werking gebragt worden, waardoor aan de thans overal deswegens plaatshebbende misbruiken, paal en perk gefield, en de gezondheid der Burgeren, van welke tog voornamenlyk de welvaart eener Maatfchappy afhangt, alleen aan kundige en geöeffende lieden toevertrouwd wordt. Ik heb de eer met achting te zyn, De Secretaris bovengem, J. van Heekeren, Junior. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsciie Republiek. Het leven van Benjamin Franklin , door hem zeiven befchreven. Benevens deszelfs Zede-, Staat-, Letterkundige en Geestige Schriften. Uit het Engelsen. Eerfte JDee/. 258 bl. in gr. 8vo. Te Groningen, oy IV. Zuidema, 1798. Maakten wy, by ons gegeven kort verflag der voornaamfte Leveusbyzonderheden en geleerde Schriften des beroemden Dr. Franklin, in No. 114. gedagt. 3 Sept. 1790 van onzen Algem. Konst- en Letterbode, met een woord gewag van ene meer naauwkeurige en uitvoeriger Levcnsbefchryving, welke die grote man zelve op het papier gebragt had; tot dus verre echter zag men hier van niet dan flegts een gedeelte, alleen tot 1731 gaande, in het licht verfchynen. Deze brok wierd allereerst, in het Fransch, te Parys, by Buisfon, 8vo. in het jaar 1791, in druk uitgegeven. Het zelve wierd vervolgens in het Engclsch vertaald, en kwam in 1793, te Londen, voor de eerliemaal, in een enkel Deel in gr. 8vo. dog voor de twedemaal in 2 zulke Delen, in het licht: zynde by dezen tvieden druk gevoegd het vervolg der Levensgeichiedenis van Franklin, gefchreven door zynen vriend Dr. Stuber , gelyk mtde enige zyner kleine Verhandelingen en Blieven, in Engeland bekend en veizameld geworden, welke laatften het 2de Deel dier uitgave uitmaakten. Het is deze Engelfche overzetting, welke dour den Vertaler der voorhanden zynde NedeiJukfene u!igive , zo als uit diens Voorrede blykt, gevolgd is: hebbende men tot heden, vrugteioos, g2^agt, naar de uitgave van het oorfprongelvk haudiciiriit yan Franklin zelve, 't geen, nevens c 1 zy-  C 22 ) grnp- ftvéfige Schriften en Papieren, door hem san zyn Kleinzoon IV. Tempte Franklin , - by uitterften wil was befp roken. Men ziet hier uit, dit dit leven van Franklin, voor zo verre het door hem zeiven befchreven is, (waar van ondcr(usfchen de echtheid buiten allen twyffel fchyftt) zig enkel tot de eerfie 25 jaren bepaald, en gevolglyk tot het min aamnerkeiyk gedeelte; fchoon ook dat gedeelte belangnk genoeg is voor den oplettenden, om daar in den mtuurlyken aanleg voor enen groten rol, en de trapswyze ontwikkeling van een buitengewoon Genie, gefchikt om eerfnaal met zo veel luister te fchittercn, te kunnen ontdekken en waarnemen. Uit dien hoofde zyn zelfs de menigvuldige kleinigheden, welken men hier ontmoet, geenzins nutteloos aangetekend ; behalven dat men gaarne zelfs de geringde By- zonderheden van een groot man verlangd te weten. Jammer zeker, dat men den draad van 's mans eigen, eenvouwdig en onopgefmukt, verhaal zo vroeg vind afgebroken: te meer, daar het vervolg der befchryving van den Hr. Stuber , zig eniglyk bepaald tot 'smans wjsgerige en Staatkundige verrigtingen, en byna geheel ftil zwygt van zyn huislyk bedryf en lotgevallen. Ondertusfchen komt het een en ander zo wel overeen met ons bovengemeld kort verfiag, dat wv, om den Lezer daar van nu ene Schets te geven, hem flegts op d\ acre, kan omzetten. Graven van nieuwe Vaarten in Frankryk. Het voorftel tot een vererrigings-vaart, tusfehen de Ome en de Loire, ontmoet men reeds in het grote werk Van la Lande over de Kanalen, en waarfchynlyk ook. in het berigt, 't geen hy, over dit onderwerp, by de Conftituerende Vergadering inleverde. De nieuwe Minister der binnenlandfche zaken laat, in weerwil van den dreigenden Oorlog, met allen yver aan dit plan arbeiden. Wanneer men aan den mond van de Loire naar boven van de riviere gaat, ftorten zig, byAngers, drie verenigde rivieren in dezelve, waar onder de Sarie is: deze is tot Fernay bevaarbaar, doch van daar tot Alen* pon vol klippen; een ftreek die in een regte lyn niet meer bedraagd dan a| Geographifche Mylcn. Zie daar de eerfte zwarigheid by deze onderneming. Ene twede befTaat in het verenigen van Alengon met Sees, by welke Stad de Ome, die by Cdeti in Zee ftort, reeds vry groot is. Het voordeel van deze vaart is ligt te berekenen, vermits, op die wyze, het Kanaal ([la Mandie) veel nader aan den groten Oceaan kon gebragt worden: in plaats dat men thans zulk een aanmerkelyk gedeelte van de Franfche kust moet omzeilen. Men heeft reeds, gelyk bekend is, begonnen met de Seine en Loire, door middel van de Esfonne, te verenigen. Da Tytel van het daar over in druk verfchenen ftuk luidt: Navigation de l'Esfonne, on nouvelle jonSlion de la Seine a la Loire, par la riviere d'Esfonne et dont le trajcB fe fera en 4 jours au plus, dans tont les tems de Pannt'e. De l'impremerie de l'adminipration du Canal de l'Esfonne. De Ingenieur Dranfy is de aanlegger en uitvoerder van het werk, en de onderneming gefchied voor rekening van Grignet, Gerdret, Jars cn Ccmp. Pryzen der. Granen , op 14 Jan. te Amsterdam. TARW. Het Last) GERST. Bet Last Gyki.) G«ld. rv>oKthe bonte en witte 19032151 Vriefche Wirttcrgarst . 90a nó litorode . . i8oaio5|Gi'on. en Oldamfche . 90a 11» Elbing. en Hêugfche . \ 75a 195] Zeeuwf. en Overm. Winter 903110 .Koningsberger . 165 a 195; Dito Zomer . . 853106. v'riofc'he . . 156 a 176 Dauuiger en Elb. Bowaüandfche . 155 a 180 Voorkndli-'he rode . 146.1160 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfclie . 175 a 195 ROGGE. Bromvhaver . . » iooario Pruisfflche . ' . 130 a 145 Witte Voeder dito . 783881 Koningsberger . . 130 a ui Boekw. Amersf. en Gooil. £ 20a21 Gedroogde . . 136 a 150 Dito Brab» en Viaam. £ 2oa.ai Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 68| Overm.'t Last. . ƒ 58365 Dito Lyn . . - &8| Shg-Lynz. de ton van Dito Hcnnip 5 Schep. Rigaas . - iolan| W-iv. Trian, 't quart. Hénnipzaad dita • -8^9$ van 12 Stek. Nieuwe -n5 " iDito Kode , , . - 514.  C n ) Wissel- - en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ J*i 1 & $r & Cadix ■ - 76I Lisfabon. - 59I Nieuwe Ducat. ƒ 5>i55«> Venetien - 94 Oude ger. dito - 5>I3)T4 Livomo -103^ Nieuwe Louis d'Or -11,11,9 Parys. 2.m.-l • . fi Guinies -12,16 dito kort. j"n^ngn.- _ iq Idem in Specie - 60} a& Fianfche Kronen - 5?a6f Londen. 2. m. Jj Nieuwe Ryksd. . öasJpCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 3«i a I B°. . gefl. Dito kort - 39Ty — Wenen id. B°. - 37$ a§ Recapitulatie en BvSentrekkinc van het? Weder in het Jaar 1798. Thermometer. De gemiddelde hoogte, ogt., midd. en avond, was in January 3Sff| gr.' ——. ■ ' ■ ■ ■ Febraary 4o5| —« ' Maart nx\H — , ' April 52j|| — -— . . .Mey 57rf5 — ' ' ' Juny 635! — ■ ' Ju'y 63|| — ~~- ' • ——• ■ Augustus 65jï —« —- ■ —— ■ September 6oj|Z —< < 1 ■ ■ ■ Oftober 53H — • « ■ ■ ■ November 42JI —- Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. t T baro-s ther- hygro-streek luciits- J < me- mome- me- der gesteld- ^799- £ ter. ter. ter. wind. heid. C 30. 25 32ï joo n- n. o. 9 \ 3°- 2^ 37 100 n.'o. zware mist. £30. 2Ï 31 ioo f30. 2i 31 ioo z. w. ïO < 30. 2$ 34Ï 100 — betrokken. L 30.2I 295 96 w.z.w. C30. 2i 28 95 z. betrokken; mistig; tus- H / ,c 1} 32 97 — fchen beide wat ftofregen; ito'. ïi __Hl__I00 'savonds regen. cióTl 3T- lco z-z-w- , ,, 12 < 30. 2l 39Ï ioo z. w. betrokken; mistig. ^30. 2i 33 10° — , C30. 2i 30I ioo z.z.w. *Z \ 3°- 34 9^ z' hetrokken. £30. 3 3"' 94^ z.w. C30. 2? 32I ioo z. w. voormidd. betrokken; IA < "?0. ^2 34' 100 nam'dd. mistig; 630-4 _Ji__9Zi. z-z-°- 'savoi:Js Mdcr- C'30. 34 21 86i z. 15 \ 3°* 3Ï 31^ ^4* z.z.o. helder, ftfl, wat dampig. i3°- 4* 1 23 77 z- °' GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 120; en te Haarlem 23, onder welken laatfl.cn 9 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Komt voor de gemiddelde hoogte van het gehele Jaar 5o| gr. is o\t gr. Ia. ger dan in het Jaar 1797. De hoogfte Thermometer was op den iften Aug. 's middags 84 gr. De laagfte •— z7ften December 's morgens 4* gr. onder o. Winden. 444 maal de wind genotceru cuaftbcn nee z. wn w. vlak West 'er onder ge» rekend. 22i tusfehen het N. en O. vlak Oost 'er by genomen. 216 tusfehen het W. eu N. vlak Noorden daar onder begrepen. 214 —. tusfehen het 0. en Z. vlak Zuiden mede geteld. Wyders is in het Jaar 1798 aangetekend. 172 maal bewolkt. 129 helder of omtrent helder. 127 ■ betrokken of omtrent betrokken. in regen of regenagtig. 74 Wolken. 70 harde wind of zeer harde wind. 61 buijig. 42 • windiig. 22 ftü. 18 mist, mistig of dampig. 17 fneeuw. 15 ■ ftorm of ftoimagtig. 13 ■ hagel. 13 donder, blikfem of weerligt.  A°. I79P- N°. 26;. NIEUWE E M E N E KONST* en LETTER-BODE» VOOR MEER- e n MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 25 JANUART. BERIGTEN. B4TAAFSC HE REPUBLIEK. age. Den 14 January is alhier overleden Mr. Amoud Vosmaer, in deszelfs leven Raad en Dnekteur van het Kabinet van Nat. Historie des Trutten van Orange,en lid van.verfcheide geleerdeGenootfchappen. Bedekking van Jupiter door de Maan. & n-t.au* TV hpfipkkinff van ^futiter. door de ,rVlVi3±-e.r.a/-i"'*. " - o ^ j. ' Maan, wierd alhier, in den nagt tusfehen den 15 en ióden dezer maand January, door den dterreKunuigen van Beek Calkoen, op het Obfervatorium van het Gebouw der Maatfchappy Felix Meritis, met de vereischte naauwkeurigheid, waargenomen : fchoon de toenmalige gefteldheid der lucht, ongelukkig, den Waarnemer verhinderde, om hier in volkomen naar wensch te Hagen. Daar reeds omftreeks middernagt de Lucht in het Westen met dikke nevelen bezet geraakte, verhinde de ene dikke wolk, even voor de bedekking, en de veiberging der Satelliten van Jupiter, en het begin der bedekking van de Planeet zelve, waartenemen : zynde deze laatfte, op het ogenblik, toen zy van agter de voorbygaande wolk weder zigt-. baar wierd, reeds \ of \ naar het Zuidwesten van haren aequator afgenomen, of achter de Maan gefchoXI. Deel. .... ... j ..-„j- Yen. Uit ogentjliK onoerrusicnen uci eocus ls vonken voor, die een nieuw licht oiitftekcn. Nimmer kan de Kantiaansche Wysgeerte of zegenpralen, of verworpen worden, dan door het fcherpst onderzoek: ja de verpligting tot onderzoek zelve blykt niet, zonder overen weder-bedenkingen. Allecnlyk wenfchen wy, dat onze geleerde Vaderlanders koelzimhg, befeheiden , en overeenkomUig de waardigheid van W}Sgeren, zullen twisten; by de zaak in gefchil en bevordering van waarheid blyven, cn geenzins de Porticus, de Academia, of het Lyceum, in een Vischmarkt veranderen. Te regt heeft men de onverdraagzaamheid van Godgeleerden wel eens gegispt, inaar hoe zoude die dan Wysgeren betamen? Een ieder verfoeit dc vervolgingen tegen Galiljëi , Wolff en andeven; en zouden de Wysgeren dan onder elkauderen onverdraagzaam zyn? 't zy zo: Paulus van Hemert is een yverig voorftaader der Critifche Wysgeerte; hy is vol vuur en leven, en vattede dit werk met geestdrift aan ; maar zoude een onvcrfehillige, ligt, dien taak aanvaarden ? Moet ik hier den geestdrift van Luther herinneren, zonder welke Robbertson en andere Schryvers beweren, dat de hervorming nimmer tot ftand ware gekomen ? maar ter zake. De redenen, om welken Philalethes gene verwagting van de Kantiaansche Wysceerte heeft , zyn voofnameulyk dezen: Die Wysgeerte is niet duidelyk genoeg. Wy moeten rondborflig zyn: deze kiagt is vry algemeen. Maar al u at duister is, is daarom nog niet onwaar. Wie kan den aart der zake veranderen ? De 'hoge mathelis is voor velen ook duister. Wanneer Newton's Theorie van licht en kleuren te voorfchyn tradt, befchuidigden de Franfche Geleerden haar ook van duisterheid; maar zy zegenpraalde eindely k over dia befchuldiging. Zou Lavoisier's nieuw Scheikundig leerfteizel voor beginnende wel zo geheel klaar zyn? De duisterheid van ene gewigüge Leer bcwyst dus niet veel meer, dan de verpligting tot verdubbelde vlyt; te meer, daar het geen by den aanv ,ng duister is, niet altyd duister blyft, zo als Philalethes zelve oordeelt, zeggende bl. 5. col. a. zo lang de Kantiaanfche Leerflellingen zo duister blyven : en verders : dat de Kantiaanfche Wysgeerte hier geen gegronde hoop kan worden aangeprezen, dan NB- na dat men vooraf deze Wysbegeerte van hare duisterheid zal hebben ontheven. Wel nu, daar toe pnzen wy aan hun, die daar toe bekwaamheid, gelegenheid en genegenheid, heb- ü 3 oeci  C 30 ) trn : cie belang in gewlgtïge waarheid fleftcn, een vlytig, 1 Kant, in de plaats van een (hem oinoldccnd) bevys, een afean rondend, en vcoEal een onbevooroordeeld onderzoek aan. leen geheel redei.yk geloof fielt. Maar, is dan een geheel ]'. Ene 'Wysbegeerte, zegt Philalethes, welke licht en redelyk geloof _ niet zp goed, als een zogenaamd bewys? als wetenfehap zal verfpreiden , moet de grondwaarheid: een bewys,'niet door allen voor voldingende gekeurd? In Dat 'er een God besta, in 't duidelykfte licht ft ellen, hoe vele gewigiige zaken, moeten wy, niet, ons op een reen dengenen, die gene openbaring erkennen, aa/tronen, delyk geloof verlaten ? By voorbeeld; hoe is het hier met dat deze grondwaarheid, NB. doos de voor ons zigt- onze zedelyke vryheid, in opzigt tot Gods Voorwetendheid, bare natuur der dingen, k/aarblykelyk bewezen wórdt, gelegen? Wie heeft dit raadzel nog ontknoopt? De HoogOp welken grond eischt hier Philalethes, niet, dat Kant geleerde Bezorgers van 't Stolpiaansch Legaat fchreven hier die grondwaarheid bewyze, maar dat hy die niet anders moge over eens ene Vraag uit: zy belyden, in het laatfte uitgegebewyzen, dan door de voor ons zigtbare natuur , dat is, ven ftuk der Verhand. 1790." in de Voorr. bl. in. en iv. gene door zodanig bewys, als vele Engelfche en Franfche en Duit- ontknoping van dat moeilyk ftuk verwagt te.hebben. Maar fche Wysgeren onvoldoende hebben geoordeeld; als, volgens zouden wy nu egter niet geloven, redenlyk geloven , dat een het geheel znmenftel van Kants Wysgeerte, onmogehk is; en mensen, met ene zedenlyke natuur begaafd, en onder de om welke onvolkomenheid cn onmogelykheid Kant enen verpligting liggende van de deugd te betragtcn, en de 011nieuwen weg infloeg, en een ander bewys voortbragt, het deugd te vermijden ; dat zodanig mensch vry moet zyn? welkhy, voor een iegclyk redelyk cn zedelyk wezen, voldin- Nu, zodanig handelt Kant: hy zegt: ,, Indien gy aan uwe gende oordeelt? Wy zeggen onmogelykheid; en dat zoda- ,, vryheid, die gy niet kunt betogen, mat redelyk geloven hig bewys, uit de zigtbare en dus onder de zintuigen vallen- „ wilt, dan zyt gy eeuwig met uwe eigen' reden in de war; de natuur, onmogelyk is, hier in is het Philalethes met „ dan maakt gy u zeiven tot een onredelyk wezen." Zou Kant eens, fchryyehde bl. 7. col. b. met zo vele woorden, dit ook wel zo duister zyn? tlat de Metaphyfici gene énSTeiJE waarheid wel bewezen III. Philalethes berispt ook het beweerde van Kant : Dat hebben , vermits die B oven-Natuur kundige zaken, de zedelyke wetten bloot door de zuivere reden der Men- - geheel buiten het bereik der menfehelyke zintuigen leg- fchen algemeen gekend en aanbevolen worden ; dat de er* gen. Is hel dm wel billy k, dat Philalethes Kant verder varing zulks niet leert; als welke veel eer, als men op aldus befchuldigt : De Kantiaanfche Wysgeerte tragt de onzedenlykheid der Menfchen agt geeft, leert dat de dus den gaten, die gene openbaring erkennen, ook'dat zedelyke wet: Doet dat, waar door gy de gelukzaligheid waarbewys te ontnemen , waar op de verstandige beschou- dig woidt, door de zuivere reden der Menfchen nog gekend Wers der natuur, dus verre , gerustelyk vertrouwd heb- nog bevolen m orde. Immers; indien deze zedelyke wet zo ben, en het geen de schranderste Wysgeren, tot op dien duidlyk fprak en beval in aller Menf'hen harten , als tyd, als een volkomen voldingend bewys hebben aange- door kant gefield wordt, hoe zoude dan de onzedelykheid, ■-zien. Waarom zou Kant dit tragt en ? Indien iemant eens onder zommige T^blkeren, zo groot en zo a/gemeen kimhet een of ander bewys voor de Openbaring zwak keurde, en nen geworden zyn ? Op wat grond kan Kant dan beweren , een ander , naar zyn inzien, dugtiger, in de plaats ftclde, dat deze zedelyke wet door de zuivere menfehelyke reden zou men hem dan mogen befchuldigen, als of hy trt.gtte algemeen gekend en aanbevolen worde ? Dit verklaar ik sus. het bewys, voor de Openbaring, te ontnemen? Wanneer de mer te doorzien. Wy betuigen hier, op onze beurt, opregteHervormers hunne twyffelingen nopens de zogenaamde Apo- lyk,_met alle onze oplettendheid, en lezing en herlezing, de cryphe Boeken voordroegen, zyn mogelyk zodanige befchul- mening van Philalethes niet wel te doorzien. Immers hy gedigingen .ook wel tegen hun ihgebragt. Kan dusdanige be- looft, dat de mensch of in ftaat is, tebezeffen, wat zedelyk fchuldiging voegzaam gefchicden, wie zou dan meer, over goed en kwaad; deugd'en ondeugd; eerlyk en f'chandelyk ; de bewyzen voor het aanzyn van Göd, de onfterflykheid der regt en onregt is; wat hy doen of laten moet; of niet. 'Dit Ziel, een toekomend Leven enz. durven fchryven ? En on- laatfte fielt Philalethes gewisfelyk niet: hy maakt den mensch derwyl fchryven de beroemdfteLetter-Ge'nootfchappen, zoel- niet tot een werktuig, of tot een onzedelyk wezen. Hy geders afs hj ons Vaderland; Teylers Godgeleerd Genootfchap; looft dus, dat de mensch een geweten heeft; een zedehk gede Beftuurders van 't Stolpiaansch Legaat, en andere, over voel, of, zo als Paulus het in die bekende pla tsnoemde, ene die zaken nog vragen uit', ten bewyze, dat de verftandigfte - wet gefchreven in de harten der Menfchen. Dit ftaat dan befchouwers der natuur zich nog geenzins volftrekt op de vast. Maar, wat dan? als nu iemant 'aaft Pmi.ALETiiF.i'cens te oude bewyzen vertrouwen ; en dat de fchranderfte Wysge- gemoet voerde? „ Geenzins! gy dwaalt: Immers indien zoren, tot op dezen tyd, die bewyzen geenzins als volkomen „ danig geweten, zedènhk gevoel-, of in de h; rten der menvoldingende aanzien. En hoe konden zy die bewyzen als „ fchen ingefchreveu' wety zo duidlvk fprak cn. beval, ais zodanig aanzien, indien het waar is, het'geen wy zagen, dat door u gefield wordt, lioe Zoude" dan de onzedenlykheid tniLAi-ETHEs bi. 7. beweert, dat al dat diepzinnig- Boven- ,, zo groot ,! zo' algemeen', kunnen geworden zyn?'' en» natuurkundig redeneren over zaken , die buiten het be- j3a ir is dan gewisfölyk-, ook volgens hei gevoelen van Püil.u.etmö reik der meufche'yke zintuigen liggen, mets anders ddri\ zelvè, zodanig een vermogen van kennis tusfehen deugd en 'leerftelzels heeft voor den dag gebragt, die men vroeg M\ ondeugd; en, of dit vermogen met Paulus éne ingeprente laat voor loutere hersenschimmen erkend heeft; indien het I wet, of met de Engelfche Wysgeren eeri 'zetle/ytgevoet; -of waar is, dat de Metaphylici gene enkele waarheid 'wei. bewe-' mét anderen, het geveten genaamd worde, of wel mot KvfT zen hebben, enz. 't Is zo: Philalethes- dringt nog aan, dat de PraStiflh» Reden> dit al doet weinig ter BSk©; L'-it de- ' ' 5" ze  C si ) ze daadzaak, heeft Kant een bewys voor 't beftaan van God. afgeleid. Dus heeft hy dat geetizins afgeleid, zo als Philalethes wil, uit-enen grond die de ervaring voorzeker met leert, maar wel degel) k, uit ene algemeen orkende daadzaak. Derhal ven. 1. Daar is zeer zeker zo een algemeen vermogen, waar door de menfchen, ook zy die geen Wysgeren zyn , het grote gros, zonder lange redeneringen, in het dagelvkfcbe leven bcflisfen, wat zedelyk goed en kwaad; wat eerlyk en fchandelyk; wat de pligt van een mensch is. Maar 2. Een Wysgeer ontwikkelt die opgaven van dat eerfte vermogen ; klimt op tot beginzelen, of tot een algemeen beginzel. kan-t zelve heeft ook zodanig een beginzel opgegeven , 't welk door den Hoogl. Cras is berispt geworden. Maar het zy zo: dit baginzel van Kant is onvoldoende: Hy heeft geehzins uit dit beginzel, maar uit dat eerfte vermogen, uit die ingeprente wet, uit de PraStifche Reden, uit het geweten (fchrjon dit woord eigenlyk alleen opzigt heeft tot eigene daden); derhalven uit ene ontegenzeggclyke daadzaak, waar over geen gefchil is, een bewys voor Gods beftaan ontleend. Wanneer dan Philalethes bl. 6. col. a.^ omtrent het einde aldus belluif: Uit dit alles ineen ik te mogen afleiden , dat de voor ft anders der Kantiaanfche Wysbegeerte voor zigt iger zouden 'handelen enz. moet dit befluit op ene misvatting, op ene verkeerde verondeiltelling rustende, noodZakelyk vervallen. IV. Tegen het aangevoerde getuigenis van den Hoogl. Schwab , zouden ligt tegenovergeftelde gevoelens van beroemde mannen kunnen gefield worden, ook tegen dat van Finlayson te Edinburg. Z. Letterb. No. 263. bl.'io. 'Men verwagt ïn de Speet' ateur du Nord ene verklaring en verdediging der Kan*iaan/lhe Loer. Dc Hooggel. Bezorgers van 't Legaat van Stolp bekroonden reeds in 1789. met uitftekend genoegen de Verhandeling van den Hoogl. L. H. Jakob , over de Vraag: Zyn 'er zedenlyke daden , tot de welken 'smenfchen natuurlyke verpligting niet kan betoogd worden, dan op grond van de onftervelykheid der Zielen ? geheel óp Kantiaanfche grondbeginzelen gebouwd, en nimmer van duisterheid befchuldigd. Wat den Hoogl. Fictite en de Göt't in fche Anzeigen aangaat, met weet, dat dit gefchrift niet altyd door ene en dezelfde pen gefchreven wordt, eu Fichte Zal mogelyk dat geen doen, 't welk Wolff omtrent de Leibnitziaanfche denkbeelden deedt, eu de bouwiloffen van Kant tot de Bovennatuurkunde in orde brengen. Maar, hoe het zy, dit geeft of neemt niets aan de waardy der Kant. Wysgeerte , nog aan de nuttigheid om die te onderzoeken. Nu volgt nog ene berisping van Philaleties, niet van het Kantianismus , maar van de gehele Bovennatuurkunde. Eu hoe kan men , zegt hy bl. 7. col. a., wanneer men in de gefchiedenis. der 'Bovennatuurkundige Wysgeerte enigzins bedreven is, aan het Kantiaansch ftelzel met enigen grond een gunst;cer lot voorfpellen , dan aan alle die ftelzels , die het zelve zyn voorafgegaan Met welk een verbazende ophef wierdt, in de eerfte helft dezer eeuw, de Leibnitziaanfche Wysgeerte door de 'Wolftaanfche Schole geleerd? en welk een opgang maakte zy in weinige jtiren 1 En is het dan op goede gronden te ver¬ wagt en, dat zy zo veel gelukkiger zal zyn? enz. Het is in de daad zeer te ver \ onderen, dat men, met al dat diepzinnig Bovennatuurkundig redeneeren, waar mede de Metaphyflci zig zsdert lang hebben afgesloofd , UletS UU- ders dan leer ftelzels heeft voor den dag gebragt > die men vroeg of laas voor loutere bersfenfehimmen erkend heeft dat alle die diepzinnige redeneringen gene enkele waarheid wel bewezen, hebben; 'er egt er nog fchrandere en oordeelkundige Lieden gevonden worden, die wanen enz. Ware het wezenlyk zo met de gehele Metaphyfica gelegen, waar blyft dan, zo als wy boven aanmeikten, dat door Philalethes zelve zo hoog geroemd bewys, het welk de schranderste Wysgeren als een volkomen voldingend bewys van het beftaan van ene verftandige oorzaak der waereld hebben aangezien? volgens bl. 5. col. b. He: ■voorwerp van dit bewys ligt immers ook geheel buiten het bereik der menfehelyke zintuigen. De klagten tegen de Bovennatuurkunde zyn niet nieuw: ieder heeft al zo zyn fmaak; maar de redenen, waarom Philalethes die kkgten herhaalt, zyn juist die genen, die. Kamt noopten, enen nieuwen weg te zoeken, en zy zouden tegen Kant d.m eerst te regt zyn aangevoerd, indien hy den zelfden ouden weg betradt: nu mogen zy tegen hem niet gelden, 't Is waar, Philalethes keurt ten enenmale af, dat diepzinnig redeneren over zaken , welken geheel eu;ten het bereik der mexsciielyke zintuigen liggen. Maar hoe dan ? God, goddel) ke zaken, de onfterflykheid der Ziel, een toekomend leven, ouderfcheid tusfehen eerlyk en fchandclyk, regt en onregt; 'smcifchen vryheid, pligten, en rechten; de gehele zedenkunde cn rechtsgeleerdheid enz. zyn geen zaken, die onder de zintuigen vallen; maar zy zyn , niet te min , met onze gehele zedelyke natuur cn onze hooglte belangens ten naaufte verknogt: en zou men dan omtrent die zaken niet mogen of liever moeten beproeven, wat wy kunnen weten of niet weten, en 't geen wy w eten, verder zoeken voord te zetten, en to bevorderen? Waar heen dan met de fchone gefchriften van i'l.vro, arbtoteles cn anderen? met die uitmuntende boeken jvari CicBüp over de Pligten? welke zaken zeer zeker buiten 't bereik der menfehelyke zintuigen liggen? Hoe dan met de natuurlyke Godsdienst, en kennis van Godlyke zaken? Hoedanig dan te oordelen over zo vele fchone vragen, door Godgeleerde cn andere Genootfchappeu te bearbeiding uitgefchreven, als men zich met die onderwerpen te vergeefsch af ft ooft, en gene enkele waarheid kan bewyzen? en zig aileen tot de zaken, die onder de zintuigen vallen, dus alleen tot de Natuurkunde, zou moeten bepalen? De geleerdeW. de Vos , wiens Verhandeling over de Vraag der Haarl. Maatfchappy : Hoe ver men met eens anders onkunde zyn voordeel mag doen, bekroond is, heeft dan die geleerde mm aldaar gene enkele waarheid bewezen ? cn wie zal beweren, dat dit onderwerp binnen 't bereik der menfehelyke zintuigen ligt? Wie berispte den geleerden Hulshoff immer, dat hy over zo vele Bovennatuurkundige vragen fchreef? Waren dan Locke , Clarke, Leibnits , Wol ff, Mo fes M-endelsfohn, 's Gravefande, Suizer, Merian, alle zulke buitensporige vernuften, om dat zy zig met zaken buiten 't bereik der zintuigen ophielden? 't Zy zo: 't is moeihk om over die onziulyke voorwerpen te redeneren: maar zo'ér d^n ene deugd in "de Kant. Leer is, dan is het deze, dat hy de onmogehkheid om over die zaken te beogen, heeft aangewezen, dat hy het dus ver met Philalethes eens is, maar, even om die zelfde reden, den ouden weg heeft verlaten, en een nieuwen opgefpoord: maar hoe is het dan mogelyk, dit opfporen van enen nieuwen weg hem ten-kwade te dui» den? Hy wierdt zo veel te meer hier toe aangezet, om'dat. wy menfchen die waarheden, hoe zeer zy buiten de zintuigen liggen, niet kunnen omberen. Hume. was het ook met Philalethes eens, dat die zaken vcor ons ontoegangelyk zyn. Hy ftapte 'er dus van af, en liet ze voor 't geen zy waren. Kant &  ( 3* 3 in tegendeel rustie niet, en zogt voor die gewigtige waarheden die bewyzen, in welke wy als redehke en zedelyke_wezens berusten kunnen. Verdient zulks dan wel berisping? Philalethes maakt dan in de daad, hoe zeer tegen zyn oogmerk, veeleer ene Apologie voor Kant. Eindelyk meent Philalethes uit de voorledene vergeeffche pogingen, in de Bovennatuurkunde, en hare wisfelvalligheid ook voor bet toekomende, de vrugteloosheid van allen nieuwen arbeid te mogen voorfpcllen: maar behalven, dat zulks dan eerst zou aangaan, indien Kant den ouden weg betradt, zo vraag ik, of het dan de Bovennatuurkunde of Metaphyücaalleen is, welke met de bekrompenheid van 't menfchelyk vernuft heeft te worftelen gehad, en verfchillende lotgevallen ondergaan ? Nemen wy b. v. de Starrekunde: Tot op Copernicus toe hieldt men zig verzekert , dat onze aardbol ftil ftondt, en de Starrenhemel rondom ons draaide. Wat zullen wy van de Geneeskunde, van dc eigenlyke Natuurkunde zeggen ? Men hefinnere zig eens de lotgevallen der Scheikunde tot op den geleerden stahl , en van hem weder tot op den fchranderen Lavoisier: Staan dc Leerftelzels van deze twee grote mannen niet volkomen tegen eikanderen over? Wy konden ligt ene gehele catalogus maken van de afwisfelende lotgevallen in de wetenfchappen van die zaken, welken niet buiten het bereik der menfehelyke zintuigen liggen: maar wy moeten ons bekorten, 't Is altyd gewaagd, de onmogelykheid van nieuwe kennis, in welk vak ook, te beweren. Niemant vermoedde ooit, voor Newton, de zevenvoudige zamenlteiling der Zonneftralen. Ja, al ware het, dat Kant, even als zvne voorgangers in de Bovennatuurkunde, over de moeily khe'id van deze onzinlyke zaken flruikelde, het menfchelyk . vernuft wint ook zelfs met ftruikelen en opftaan. Ook de dwalende leerfieizels hebben dikwyls medegewerkt tot vorde¬ ring. Wie hier aan mogt twyffelen, leze flegts de fchone lofrede van Thomas op des Cartes. Wy menen dan, uit dit alles, te mogen betluiten, dat onze thefis: Het is nuttig, fa noodzakelyk de Kantiaansche Wysgeerte te onderzoeken, door de bedenkingen van Philalethes geenzins verzwakt, maar veel eer verfterkt is. Medegedeeld door den Recenfent van 't Magazyn der Crit. Wysgeerte in den Letterbode No. 255. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 21 Jan. te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld. | Ggld. Pool.the bonte en witte 1903215 Vriefche Wiritefgarst . 90a 110 dito rode • . . 1808195 Gron. en OMamfche . 90a 110 Elbing. en Heugfche . 1-53 195: Zeeuwf. en Ovcnn. Winter 90 a 110 Koningsberger . 165 a 195 Dito Zoraer . . 853106 Vriefche . . 156 a 176 Dantzigtr en Elb. Bovenhndfche . 1553180 Voorlandfche rode . 1463160 HAVER en BoEKWEYT. Zeelandfche . 175 a 195 ROGGE. Brouwhaver . . . looano Pmisfifche . . 130 a 145 Witte Vuedcr dito . 78388 Koningsberger . . 130 a 145 Boekw. Amersf. en Gooil. £20321 Gedroogde . . 136 a 150 Dito Brab. en Vlaam. £20321 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam ƒ 68{ üvenn.'t Last. . ƒ 58365 Dito Lyn . . - 58$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip 5 Schep. Rigaas . - iolaiij Walv. "traan, 't quart. Hennipzaad dim . - 8|a 9$ van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ 76, &t, .sfe Cadix ■ - 76} . ^ I isfabon —— -60 Nieuwe Ducat. ƒ 5,15,16 yenetien - 94 Dude di { |' £ LlVoino -io4Ia| Nieuwe Louis d'Or .ii,?^ jf/JL;;: 1-inAsfign.- Guinies - 12^8 dito kort. S ö Piftolen 10 4 Idem in Specie - Öcftaf Franfche Kronen - 57?§ Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. -6a5JpCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 38-$ B°. R„„b „„„ DitokoFt -39* 3 ft -Ba"k "SeflWenen id. B°. - 37^ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 169 (en dat der laatst vorige 257, in plaats van 120, zo als wy abufivelyk gemeld hebben ;) en te Haarlem 20, onder welken laatlten 8 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, BUIT F. -WHAABTrni BUITEN HAARLEM, r" C BARO-ï THER-j HYGRO-STREEK LUCHTS- l%nn \ ME" MOME- ME- DER GESTELD- / l TER. TER. TER. WIND. HEID. C 30. 24 22 98 O. Z. O. " " "* 16 l 30. 2 i 325 93 — omtrent helder, d3tnpig. C^£-_2i. 25^ 97i o. t. z. \ 30. 2Ï 22 981 O. " 17 ( 30. 2' 33§ 91 bewolkt;omtrent helder, J30. ll 22 90 o.t- n. damP'g- f30. oi iöj 94 z.z.o. 18 < 30. ol 281 84 » Z. helder. C2°j_Pj_ 21 85 — C30. 1 19 85 z.t.o. 19 < 30. I4 10\ 80I — helder. £30. li 2ol 82Ï z. 0. ('3c. oi l8ï 84 z. 20 < 30. Ol J2| 75 Z.Z.O. helder. h9- 9* h 76 — t C29. 84 26 73 Z. o. omtrent betrokken; 21 < 29. 8 37 72 — 'savonds regen en (_2q. 7I fSi 07 windig. f'29. 94 35 IOO Z. Z. W. 22 < 29. 94 36} IOO Z. betrokken; mist. '29. 8 I 34} 1 100 — Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799, v N°. 266. nieuwe ALGEMEN e KONST0 en LETTER«BODE5 VOOR MEER- en MIN.GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 1 FEBRUART. berigten. GROOTBRITANNIEN. I^ONDEN, 14 Dccerrzher. Dc IIccr Homoman, een jong Duitfcher, die voor de Afrikaanfche Aslbciatie reist, om in het binnenfte van Afrika ontdekkingen te doen, bevond zig juist te Kairo, toen het Franfche Leger in die Stad trok. De Heren Bertholet en Monge, twee Geleerden, die met Bonaparte naar Egypten gingen , hadden zo dra niet dezen Reiziger ontdekt en zyn oogmerk vernomen, of zy bragten hem by den Generaal, die hem terftond in bescherming nam, en hem beloofde , de verzending van zyne brieven, aan zyne Patronen in Londen, te zullen bevorderen. Dezen-zyn ook, onder des Generaals Cachet, voor een paar dagen alhier aangekomen. Dezelven zyn van 31 Auguftus en houden in, dat H. den 13 September naar Fezzar, een Koningryk, dat ruim 3 maanden rcizens, W. Z. W. van Kairo aflegt, dagt te vertrekken. Van daar zou hy naar Cashna gaan, ene Stad, welke byna in het midden tusfehen de Ooster- en Wcster - Zee, op ruim 17 gr.N. breette ligt. Hy voegd 'er by, dat men, voor derdehalfjaren, geen nadcr'berigt van hem te wagtcn had. 'DUITSCHLAND cn aanliggende landen. Bremen. Dr. Olbers heeft alhier, op den 8ften December, des avonds om 5! uur, een Komeet in XI. Deel. Cerberus ontdekt. Dezelve geleek naar een bleke, flaauw begrensde Nevelvlek, van ruim 4 Min. middellyns. Met een grote Dolondfche kyker kon men geen kern zien. Den Qden was de Komeet reeds beneden den Arend in den Melkweg, den ioden in Antinous. maakte met y en S byna een gelykbcnijfcn driehoek, fcheen in grootte en licht weinig afgenomen te hebben. De voorlopige berekening derzelve is: Ware tyd. Regte opklimm. Declin. Ds-C 8; 6 uur. 43 min. 3730 13 ; 160' 37' 9; 7 — 3 — 387; 13 6, 41 10; 5 — 3<5 ~ -97i 19 1, 54" Daar zy zo fnel naar het Zuiden zig beweegt, en de Maan aan het waslcn is, zal men haar niet lang kunnen zien. BATAAFSCIIE REPUBLIEK. Haarlem. Abraham Coenraad Swaving, Rustend Predikant, Lid van de Bataaffche Maatfchappy der Wetenfchappen, flierf hier aan een Rot-kootts, den 15 January, in het 46thn Jaar zynes ouderdoms. Zederd ruim zeven Jaaren had hy zich op MicroscopiE fche de Maan aan het waslcn is, zal men haar niet lang kunnen zien. I 15 January, in het 46tten Jaar zynes ouderdoms. Ze-  C 34 ) fche waarneemingen toegelegd, en was hier meede, in meer dan één vak, zeer gelukkig geflaagd, - In 17-97 bood hy aan de Maatfchappy der Wetenfchappen zyne waarnecmingen aan over de Cryftallifatien der Metaalcn, door precipitatie verkregen, en door het Microscoop be chouwd. Van deeze CryftalliSüten, waar tan men flegts drie of vier befchreven vindt, had hy toen reeds dertig verfchillende verkregen, welke hy in fraaie afbeeldingen aan dc Maatfchappy "heeft meegedeeld. In 't voorjaar van 1798 gaf hy aan dezelve Maatfchappy de befchryving van eenen nieuwen toeftel, -om ondooifchynende voorwerpen in 't zamengeftelde Microscoop t_e verlichten- Deeze toeftel, waar van hy de uitwerking aan veeie Beminnaars der Natuurkunde vertoond heeft,' verlicht de voorwerpen veel beter, dan eenig middel hier toe voorheen aangewend; en hier door was Swaving ook in ftaat van veele ondoorfchynende voorwerpen meer te zien, dan men voorheen daar aan had waargenomen. -*— De Maatfchappy der Wetenfchappen erkende, in haare laatfte algemeene vergadering, in Mey 1798, 'sMans verdienftcn in de beide gezegde haar meêgedeelde ftukken, niet flegts door Swavixg het Lidmaatfchap aantebicden,maar ook door deeze ftukken met eenen buitengewoouen Eerprys te bekroonen. — Zeer gelukkig was hy ook in 't waarr.eeroen der Infufie-diertjes, waaromtrent hy veel gezien heeft, het geen (zo verre men heeft kunnen nagaan) niet elders beichreven is. Hier van heeft hy in 't laatst van 't voorleden Jnar ook 2ict één -co emder aan de Maatfchappy meegedeeld , het geen binnen kort, nevens de twee bovengemelde ftukken, door dezelve zal worden uitgegeeven. Zyn voorneemen was, om \ an tyd tot tyd, zyne waarneemingen over verfcheiden onderwerpen, waai1 van hy meer gezien had dan men by de Microscoöpi che waameemers befchreven vindt, ter uitgaaf in orde te brengen. Waarfchynlyk zoude men van dcezen vlytigen Man veèle nieuwe ontdekkingen hebben ontfangen, daar zyn fcherp en onvermoeid gezicht, en zyn uitfteekend geduld, hem tot Microscopifche waarneemingen uitneemend gefchikt maakten. Zyn dood mag dus wel als een wezentlyk verlies worden betreurd by een iegelyk, die 'er eenigen prys op ftclle, dat des Scheppers Almacht en Wysheid, ook in de kleinfte en voor 't bloote oog onzichtbaa.e Schepzelen, meer en meer ontdekt, en, ter bevordering van waaren eerbied voor den Grooten Maaker der Natuur, ten toon gefpreid worden. Wie den Man gemeenzaam gekend heeft, weet, welk een genoegen hy genoot by het vlytig voortzetten zyner waair.cemmgen , voor al wanneer hy, gelyk dikwyls gebeurde, iets nieuws ontdekte. Hy kan dus aan hun, die ledigen tyd hebben, ten, voorbedde verftrekken, hoe men, door het beöeffenen van het één of ander vak van Natuurkennis,-zich zeiven eene aangenaame en leerryke bezigheid kan bezorgen, voor al, wanneer men niet, gelyk veeltyds plaats heeft, de Natuurkundige proefceemingcu flegts ais vermaaklyke vertooningen befchoufe't cn heJÈialt, (in welk geval zy alleen voor korten tyd, zo lang zy den befenouwer nog nieuw zyn, behaagen, en den geest geen voedzel verTchaffen kunnen) maar wanneer men, gelyk onze Swaving deed, zich meer byzonderlyk op een vak toclegge, en zich met ernst bevlytige-om hier in door eigene nalpooiingcn meer en meer wezenlyke kennis te verkrygen. ter gedagtents van den onlangs overledenen jeugdigen konstenaar J O H A N N E S Z I E S E N I S; Medegedeeld aan de" Schryver en van den Jlgemetien Konst- en Letterbode. Een vcrdienstlvk Vaderiandsch Kunftenarr k geftorven, en uw Dagblad, aan de Kunften cn Letteren gewyd, behoort te deelen in deu rouw, dien, vooral de eerften, draagen, over het fmertclyk verlies, dat zy lyden door den dood van Johannes Ziesenis. Hy wierd geboren op den gden Jt'ly I77<3, en Overleed Op den aMn January dezes tegenwoordigen jaars, beiden te Amfterdam. Hy ftierf dus in dc vaag zyns levens, nog maar agtentwintig jaa'en en ruim fes maanden bereikt hebbende. Voorwaar een droevig vei lies voor de Teken-, Schilder- en Beeldhouwkunde, welken deze verdienstlyke Jongeling met den gelukkigften uitflag beoefende 1 Hy' was de tweede Zoon van den uitmuntenden Beeldhouwer A. Ziesenis, wiens beroemde bytei het kunftenkweckend Amfterdam met zo veele meesterftukken verlierd heeft. Van zyne vroegfte jeugd af gaf hy de fpreekendfte blyken van zyne veelbeloovende talenten voor de afbeeldende kunften. . Wat hy als Teke* naar vermogt, weeten en bewonderen allen, die eem'gzins bekend zyn met de Amfterdam «che Teken-Academie. Op den 5den October 1785, en dus maar weinig meer dan vyftien jaaren oud zynde, werd hy reeds een waardig medelid van dezelve. In den jaare 1787, behaalde hy den prys in de derde clasfe; in 1788, dien in de tweede, en in 1789, met algemeene ftemmen der Directeuren, den gouden Eerepenning; zynde dit de hoogfte prys, die by de Teken-Academie te behaalen is» Dus behaalde hy , in drie achteréénvolgende jaaren, ook de drie op elkander volgende Eerepryzen. Een heer-  C 35 ) béerlyk' voorbeeld van het gene eene welbeHuurde vlyt vermag! En welke aanmerkelyke vorderingen de arheidzaame Ziesenis nog federt dien tyd gemaakt heeft, is niet alleen aan de Teken-Academie zeiven, maar ook aan een aantal zyner kunstminnende Vrienden, bekend. In vastheid, fikschheid en eene meesterlyke behandeling der Tekenpen, vond hy zyne wedergade niet. Mét eene naauwketirige waarneeming en getrouwe navolging der fchoone natuur, paarde hy eene fcheppende genie. In de Schilderkunde heeft hy het onderwys genooten der beroemde Meesters Andrlesfen en Lely, en overvloedige blyken gegeeven, dat hy, in de beoefening dezer fchoone kunst volhardende, een groot Meester zou geworden zyn. Vervolgens begaf hy zig onder 't opzicht van zynen Vader aan 't Beeldhouwen; en, daar hy meesterlyk bootfeerde, wie weet tot welk eene hoogte hy zyne bekwaamheid ook in deze kunst zoude hebben opgevoerd, indien hy een langer leven en eene beftendiger gezondheid had mogen genieten. Altoos werkte hy met onöphoudelyke vlyt, om zich meerder bekwaam te maaken. Maar, helaas! zyne borstkwaal noodzaakte hem reeds voor eenigen tyd, den bytel uit de hand te leggen. Nogthands tekende hy, in weêrwil van zyne ongezondheid en fmeiten, even vlytig, niet alleen naar 't leevend modél op de Teken-Akademie, wier voornaamst Lid hy was, maar ook in zyn huislyk leven, en zelfs in zyne laatfte doodlyke ziekte, wanneer zyne fmerten hem flechts eenige verpoozing gunden. Zo leefde hy als 't ware geheel voor dc kunst, tot dat het geweld zyner toeneemende kwaaie hem aan zyne legerftede bond en eindelyk hem in zynen bloeïjendften leeftyd ten grave rukte. Johannes Ziesenis verdiende onze achting niet alleen als Kunftenaar, maar ook als Mensch. Hy bezat niet alleen uitmuntende talenten, maar, 't gene veel meer zegt, ook een uitmuntend charakter. Zyne fyne gezouten fcherts, zyne geestige luimen, zyne leerzaame gefprekken, en vooral zyn braaf hart, zyne vriendfchaplyke trouw, zyne warme menfchenliefde, zyn edel en deugdzaam gedrag: hoedanigheden, die den luister der .kunstbekwaamheid oneindig vermeerderen! dit alles maakte den overleeden jongeling, by allen' die het genoegen gehad hebben van met hem te verkeeren, dubbel bemind in zyn leven, en zyne nagedachtenis dierbaar, eerwaardig en onverganglyk na zynen dood. Iets over de Britsche Dagbladen en Tydschriften, ter opheldering van de verfchillende politicque dcukwyze in Engeland. Om over de verfchillende politieke denkwyzc in En¬ geland te kunnen oordelen, diénd men vooral naauwkeurig bekend te wezen met de voornaamfte Dagbladen en Tydfchriften, die aldaar uitkomen, en de party, waar toe zy behoren. De voorheen zo beroemde Moming Chronicle heeft veel van deszelfs oppofitiezout verloren, federt, dat enigen der beste koppen, welken daar aan deel hadden, door het arrest van den voornaamften uitgever Perry, zyn afgefchrikt geworden. Echter vind men nog by aanhoudenheid," in dat blad, de getrouwfte opgave van dc redenvoeringen der voornaamfte mannen van de oppofitie, zo in het Parlement, als in deWhigclub, en aan de Committenten, vermits de affchriften "daar van door de Sprekers zelve daar aan geleverd worden. Als fterke oppositiebladen ftaan ook nog bekend de Tclegraphe, de Gazettier en de Morning-post. Byzonder veroorlooft! zig de 'Pelegraphe, gedurende de Parlements - vei gaderin'gen, zeer fcherpe aanmerkingen op de Ja-broers. Dan, onder alle deze zogenaamde Jacobynfchen, is de Courier verre weg de vinnigftc. Hier vind men edik met gal vermengd, en de ware Uitgever, die zig behendig agter den fcherm weet te houden, veroorloofd zig opentlyk de hatelykfte vervallchingcn, en vergrotingen, om het Minifterie zeer te doen. Ook heeft hy de Chronique Scandalcufe op het Minifterie in huur. Dus, b. v. las men kortlings het eerst by hem, dat, op Hohvood, het buitengoed van Pilt, een jong Dienstmeisje onverwagt in de kraam bevallen is, en den Minïrter een knaapje, dat hem zo volmaakt gelykt, als of het uit zyn tronie gefneden was, gefchonken heeft: welk laatfte echter, fchoon het geval zelve van het onverwagt bevallen met de waarheid overeenkomt, kwaadaartig fchynt verzonnen te wezen. Men houd openlyk ftaande , dat 'er verfcheidene ongezegd de Exemplaren van deze Courant aan de Fran che Regering gezonden worden: dit althans is zeker, dat het blad openlyk in Parys verkogt word. Aan den anderen kant ftaat de Moming Herald, die zig echter ook voornamclyk met de Chronique Scandalcufe ophoud, de Times, en het plompfte van alle ministeriele bladen, de St. James Chronicle, gemecnlyk. de oude Vrouw van St. James geheten. Deze zyn de bcgunftigde Organen van de thans zo zeer bovenliggende party. Een van dc besten, cn wat dc debatten \ an het Pailement betreft, dc minst vervalschte, bladen , de Star, word doorgaans, als tot de Oppofitie behorende, gehouden. Dog men oordeeld verkeerd. Het verfchoond zo min de Ministers als de tegenparty en is overal vol Britsch Pao iotismus. Al wie derhalven, buiten 'slands, een onpartydig Engelsch blad wil lezen, moet zig door deze Star laten leiden, en kan, in allen gevalle, ook nog het Orakel om ra.;d vragen. Immers onder dén tytel van the E 2. Ora-  C 3<* ) Gr ach, komt 'er insgclyks een zaakryk dagblad uit, Waar op, wat het politieke betreft, niets te zeggen valt. Onder de Kritifche Journalen en voornaamfte Maandschriften is het reeds zo lang aanwezig Gcntlenians Magazine geheel in den geest der heerfchende party, en het by elk ftuk gevoegd London Riview geeft gene genade aan iets, dat gene blinde onderwerping aan het Ministerie gezworen heeft. Door het vermenigvuldigen van andere Journalen, die met het zelve concurreren, heeft het vry wat verloren van zyne voorgaande rykheid, en discht niets anders op dan kruimels van zouteloze en waanwyzc nafporingen: met één woord, Heer Ürbamts, dit is de oude firma des Uitgevers, zuft van ouderdom. Het Monthly Review, Critica/ Review, en het federt 8 jaren daar by gekomen Analytical Review, worden alle drie op een vryen trant, en het laatfte, waar aan van den beginne af vele Disfenters deel namen, tevens opentlyk in den Oppofitie-gcest, gefchreven. Daar en tegen is, federt 4 jaren, een nieuw, zeer trouw geholpen, Ministeriecl-gezind Journal, The British Critic, uit Oxford, voor den dag gekomen, doch tot nog toe heeft het weinig opgang gemaakt, vermits den Schryvéreh daar van nog dc fchranderheid, nog de geleerdheid van hunne partyen, ten dienfie ftaan, voornamclyk, daar zig thans het Monthly Magazine, 't geen, federt derde half jaren zo fterk vooruitgegaan is, en byna alie Tydfchriften overtreft, in belangryken inhoud, en het onveranderlyk volgen van een welbe.aamd plan, zo yverig voor de Oppofitie in de bres fteld. De Boekhandelaar Phillips is de uitgever van dit fterk gezogt Maandfchrift, waar van reeds 3000 Exemplaren gefleten worden, terwyl het vertier daar van nog dageïyksch vermeerderd. Phillips was Boekverkoper wLctcester, dog wierd, om het verkopen van Paine's Rechten van den Mensch, tot ene tweejarige gevangenis verwezen. Thans heeft hy zig verbonden met Dr. Aikin, Dycr, dc beiden Taylors, te Norwich, Holcroft, Godwin , en den Polygraaph IFakefield, alle ftoute fchryvers voor de Oppofitie. Van Parys leverd hem Pongens berigten. De Hoogduitfchc bekomt hy vznTaylor en Holcroft, die beiden veel uit het Hoogduitsch vertaald hebben. By hem, en Jolmfon, de Eigenaar van het Analytical Review, is byna niets te k'ygen, dan 't geen voor de Oppofitie is. Daar tegen zyn tegenwoordig de Boekverkopers White en Dclbrett in het bezit van de ongclyk voordeliger Ministeriele Bladen. Met den aanvang van het vorig jaar kwam reeds een Weekblad ten voorfchyn, onder den tytel van the Antijacobin of WeaHy Examiner, waar in zo wel deze en gene ftukken in dc Couranten, als blaadjes en fchriften, van de Oppofitie vinnig doorgeftreken en de redenvoeringen in het Parlement beoordeeld wierden. Met July, daar aan volgenden, wierd dit blad vervangen door een Maandwerk, onder deze geringe verandering van naam: the Antijacobin Review and Magazine, waar van de zo even gemelde White eigenaar is. Hier in begon men dc Schryvers der Oppofitie op de onbermhartigfte wyze te havenen. Tot meer divertisfement van het Gemeen, word 'er by elk ftukje een van de nieuwfte Carricaturen van Gilrey gevoegd. Dus zag men reeds in het eerfte ftuk een Carricatur, vaar by de Hertog van Bedford als een affchuwelyk dik Zecgedrogt voorkomt, 't geen, van alle zyden door Oppoh tic-helden en Schryvers omringd, naar Voltaire, die de nieuwe leer der Theophilantropen predikt, komt aanzwemmen. Voor het zelve word een byftcr grote Hoorn desOvervlocds gedragen, waar uit alle de Oppofitie-fchriften, met derzelver duidelyk te lezen tytels, vallen. Ook pareren op deze prent Prieslley cn Wakefield, beiden in kerkclyk gewaad en met Jacobynen mut.en. Tot een ftaaftje van den geest, waar in deze Anti-Jacobyners fchryven, diene, dat, in het 3de ftuk, Meyers Fragmenten uit Parys C*0» als een eerst pas uitgekomen werk, 't geen uit de pen van een Exdemocraat, in Hamburg, gevloeid, en van een democratifchen Engelfchen Bankier ter dier Stede, in Engeland, op nieuw gedrukt is, aangevoerd en uitgetrokken word. Daar nu het jaartal,, waar in Meyer de nog verfche fporen van het Robespicteriaansch Schrikbewind zag, voorbedagtelyk agter wege gelaten word, zo word het aanzienlyk en arm janhagel, dat dit Rsvisw als oen Eunngelie geloofd, in de verbeelding gebragt, dat alles nog tegenwoordig te Parys in dien zelfden toeftand is. Lavater's br;ef aan Rewbell word ook geè'xerpeerd, dog men merkt daar by aan, dat hy, fchoon hier en daar ter dege de waarheid zeggende, echter nog zeer veel verzwygt en verglimpt! De Predikatiën, waar in braaf op de Franfchen word gefcholden, worden hier in ongemeen geprezen gehele reekfen van den volflagenften kanzei onzin vind men hier uitgetrokken, en Robinfon's ingebeelde Illuminaten zaraenzwering op nieuw opgedischt: waar tegen de Schriften van enen Godwin, Holcraft en Wakefield, wakker doorgeftreken, en de Reviews, die hunne zyde houden, fcherp bekritifeerd worden.—Reeds hebben het deze Stokebranden zo verre gebragt, dat, voornamelyk op hunne aanhitfing , de Boekhandelaar en Uitgever van het Analytical Review,. op aanklagte van den Fiscaal, fédert 15 Nov. in de gevangenis van Kings- ( * ) Van dit onderhoudend en lezenswaardig werk is ene zeer goede Nederduitfche vertaling, by den Boekverkoper van Parys in zyn tegemnordigen toeftand gefchetst. 2 Delen in 8'.  C 37 ) Kingsbench zit, en dat waarfchynl'yk het Journal zal gefloten worden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Reize in de binnenlanden van Africa, langs de Kaap de Goede Hoop, in de 'Jaaren I?8C—1785, gedaan door Le Vaillant; uit het Fransch door J. D- Pasteur; met Planten. Derde, Vierde en Vyf'de Deel. Te Leyden en Amfterdam, by Honkoop en Uittart. 1796—1798. Aangaande deze belangryke, en alleszins onderhoudende, Reize, maakten wy meermalen gewag, en gaven, byzonderlyk, in het Zevende Deel der Algemene K. en L. Bode, een breedvoerig verflag, wegens de twee eerfte Delen dezer Mederduitfche vertalinge. De nadere aanmelding van de volgende Delen fielden wy liefst uit, tot de verfch>ning van het laatfte, in 't vorige jaar in 't licht gekomen, om te beter verflag te doen van derzelver algemenen inhoud; ten einde welligt vervolgens, van tyd tot tyd, by de belangryke byzonderheden, daar in voorkomende, wat nader ftil te ftaan. Zo als de twee eerfte Delen de befchryving, behelsden van Vaillant's Reizen, van de Kaap laudwaards in, langs de Oostzyde des uithoeks van Africa , tot in het Kafferland; bevatten deze drie laatfte Delen het verflag der volgende Tógten van dien vermaarden Reiziger, door de binnen-delen van dien Uithoek, langs de Westzyde, tot in het Land der grote Namaquas. 22 Konstplaten, dienende zo wel tot verfraaijing als ter opheldering van enige bv^onderheden , in deze Reizen voorkomende, verlieren de drie laatfte Delen: terwyl het vyfde befloten wordt, met ene uitvoerige Kaart van het Zuidlyk gedeelte van Africa ; waar op zo wel de eerfte, als de laatfte, Togten van den Schryver naauwkeurig zyn afgetekend; als mede met een Bladwyzer van de voorwerpen van Natuurlyke Historie door le Vaillant , op zyne reizen waargenomen, gerangfehikt «aar het Systhema Natura Linncei , Edit. Gmelin. Lipf. 1788. Deze drie Delen worden voorafgegaan, behalven van een kort Voorberigt van den agtenswaard!gen Vertaler; door ene Inleiding van den Schryver, betreffende zyn verblyf aan de Kaap , in den tusfehentvd van zyne tw ee grote Reizen laudwaards in; waar in wel verfcheidene belangryke waarnemingen voorkomen, zyne geliefde oeffening, de Natuurlyke Historie belangende; doch die, vooruaamlyk, gaat over de gewïgtige veranderingen, gedurende zyn afwezen op zyn eerjten Togt, in die Bezitting voorgevallen, in de Zede-en Leefwys der Inwoneren, door den invloed der zig, aldaar, op dien tyd, bevindende Franfche Militie; als mede de maatregelen , aldaar genomen, tegens enen gevreesden _ aanval der •vyandige Engelfchen ; welk een en ander juist niet zeer tot eer ftrekt van het Charafter der Kaap-bewoners, en derzelver hogere JJeftuurderen op dien tyd. j Hier op begint het verhaal der Reize zelf; en, we! eerst, dat van het geen de grote Reis voorafging; van 'sSchryvers verrigtingen en verfcheidene ontmoetingen aan de Kaap; terwyl hy aldaar vertoefde, eu zig tot de grote Reis voorbereidde en toerustte; van zyne verkering, aldaar, met zyne uitverkoorne vrienden Boers en Gordon ; van de veelvuldige en uitgezegte vriendfehapsblyken, vooral des eerfien; van het geen de voorname Reis een tyd lang vertraagde; en van een en ander, meer eu meer uitgebreid, Togtje, in den omtrek, waar toe deze vertraging onderwalen aanleiding gaf; eerst j Noordwaards, door Hottentots tlolland , de Valei der vierentwintig Rivieren, cn het Zwarte Land; by welke gelegenheid hy ene befchryving geeft van de onderfcheidene foorten van Volkplanters of Boeren aan de Kaap , en derzelver lcefwys, Zeden en gewoonten: voorts na deSaldanhai - baai, met een Franfclien Commisftris, gelast om het oproer op een Schip, aldaar, te dempen; op welk Togtje le Vaillant, door zynen Boezemvriend Boers, tot aan de woning van zynen Vriend Slabber vergezeld werdt; noch die op zyne terugkomst aldaar, airede, naar de Kaap wui, wedergekeerd , en, eerlang, tot 's Reiziger's grote finart, na het Vaderland vertrok: — en, vervolgens, van een een groter en gevaarlyker uitflap na den Tafelberg, en van daar langs de Bergtoppen, die den Zuidlyken punt van Africa vormen. Het verhaal der grote Reize, die op den weimenen den, doch voor den Reiziger ongelukkigen, raad van enige vrienden, tot in het regeniaizoen verfchoven werdt, vangt aan met de befchryving zyner uitrusting, en een en ander ongeluk , hem, reeds even buiten de Stad, in gevolg daar van, overgekomen; — van zyn vertoeven by Slabber, en zjn uitlfc'P na het gezonken Schip Middelburg, in de Hoetjesbaiti , waar uit hy, door middel van Duikers, een kist met Porcelein haalde, het geen echter door het Zeewater bedorven en nergens toe bruikbaar geworden was, dan alleen, door deszelfs te gelyk hier door verkregen eigenfehap, om de melk fpoedig te doen ftremmen, zonder ze fmaakioos te maken > door den Reiziger toevallig ontdekt, ten einde, op ene ge~ maklyke wy's, goede kaas te maken; — van zyne afreize van Slabber's woning over de Eerg-rivier, door het Z war teLand, en de fireck der Vierentwintig Rivieren, waar van hy ene bevallige befchryving geeft; voorts door die der' Piquet-bergen, tot aan de Kruis-rivier,, waar hy, door het fpoedig afrollen der wagenen, een aanmerklyk ongeluk beliep, en, na deze agter zig gelaten te hebben, in liet doortrekken van zandige cn woeste ft reken, allengs de droevige uitwerkzels van zeldzame droogte, voor dat Lizoeu, in clie ftreken, begon te ondervinden; zo in gebrek aan water als in de afmattende moeilykhcid der wegen voor zyne Lastdieren; en die zig, na aan het zogenaamde Hoeren - Logement, by ene Fontein, enige dagen te hebben uitgerust, by het voorttrekken naar de Olyphants-rivier, allengs meer en meer ontdekten. Hief op volgt het verhaal van het voorgevallene by en in de ommeftreken van die Rivier t bjzonder van een Togtje met enige weinige Hottentotten > naar den mond dier RiE 1 vie-  C 3 v'ere; zyn overtogt vaO d;zelvc op een Boomitsm, met behulp der Hottentottè» , die hun allen bym het leven kostte ; — vati den droevigen toeftand, waar in hy, na het verlaten dier Riviere, in het verder Noordwaards trekken, door gebrek aan water en goed vcedzel voor het Vee, geraakte, waar door het zelve, zo Slagt- als Trek-Vee, ten grotendele, omkwam, eu welk het overfchot daar van, zo als hem welven en zyn gezelfcbap een gewis bederf dreigde: wanneer hy gelukkig"de Horde van enen Klaas Baster ontdekte, die hem weldra zyne reeds agtergelatene Wagens, Volk, en nog in leven zynde Vee, terug bezorgde, en by w ien h\ zig enen geruimen tyd oph'ieldt, zig met zyne grote liefhebbery, de Jacht, vermakende; waar op hy, onder anderen , met zynen medgezel, ieder enen zeer groten Olyphant j velde; en van waar hy, door dien Baster zei ven vergezeld , zyne reis voortzette, eerst naar de groene Rivier , Namero , het C geenzins ontkend , dat dit onderzoek, wanneer het door daar toe bekwaame Wysgeer en gefchiedc, zyne nuttigheid kan hebben. Hy gelooft, in tegendeel, dat het van behing is, dat deeze thans in Duitschland zo veel gerucht maakende Leer, door onvoeringenomene Wysgeer en van den eer ft en rang , worde onderzocht, en dat het door hun duidlyk worde aangetoond en beflist, of 'er, in deeze tot nu toe zeer duistere Leer, iets wezentijk nieuws gevonden worde, — of hier in nantenlyk eenige tot nu toe onbekende waarheid worde aan den dag gebracht, of dat'er in deeze Leer aangeleegcne waarheden op eene meer duidhke cii overtuigende wyze, dan elders, bewcezen zyn. Philalethes \ erlangt zelve, dat zodanig een beiliszend onderzoek fpoedig moge gefchieden, op dat indien 'er in deeze Wysgeerte iets wezenlijk nieuws van aangelegenheid moge gevonden worden, men 'cr zich dan meer bvzonderlyk op toclegge, om dat geene, wat hier in nieuw ol van belang is, op eene duidhker wyze, ten meer algemcenen nutte, voortenellen; of op dat in geval het door zulk een onderzoek beflist worde, dat dc Kantiaanfche Wysgeerte geene aangeleegene waarheid nieuwlyks aan den (jag gebracht of duidlyker bcweezen heeft, (zo als Phil. by zjn onderzoek meent te hebben ingezien) jonge lieden , die zich op Wysgeerte w iilcn toeleggen, als dan door zulk eene befliszing worden te rug gehouden, aan het beftudeeren van deeze duistere leer nutteloos hunnen tyd te beueeden. Phil. is het dus in zo verre met den Ree. volkomen eens, dat de Kantiaanfche leer nader onderzoek verdient, en dat dit onderzoek, wanneer het door daar toe wel bevoegde Wysgeer en gefchiede, vel dcgelyk, in het gezegde opzicht, groote nuttigheid hebben kan. Dus rakken dan de wydloopige redeneeringen van den Ree., om de nuttigheid van dit onderzoek te tetoögen, in 't. geheel den ftaat des gefchils niet, welke, zo alsjn dc bedenkingen van Phil. bk.dz. 4 en 5. zeer duidhk te leezen is, alleen hier in beftaat: of de Kantiaanfche Wysgeerte, in haaren tegenswoordigen duisteren ftaat, gefchikt zy, zo ais Prof. v. Hemert 'er zich van belooft, licht en wetenschap , onder het Bataaffche Volk te verfpreiden , en hi r door , by hel zelve , het ongeloof Erde loszinnigheid deezer eeuw tegen te gaan. Phil. heeft tegens deeze zo guhftige verwachting van het nut der Kan- 1 tiaanfebe leer, ter verlichting cn verbeetering van het Bataaf- : fche Volk, tweederley bedenkingen ingebracht. De eerfte isL ontleend uit de duisterheid der leer, welke hy heeft aanee- ren, en zelfs doof die geenen, die deeze leer zyn toegedaan, algemeen erkend wordt. En hier uit heeft hy dit bei luit alge- leid: dat de Kantiaanfche Wysgeerte, met geene ge'■ gronde hoop van eenen goeden uitflag, ter verlichting van het Bataaffche Volk kan worden aangeprezen , dan , ' na dat men dezelve \ oor af van ha are duisterheid zal \ hebben ontheeven, en in duidlyke verft aanbaat e voorden zal hebben voorgefteld. Indien dus de ,Ree. deeze bedenking had willen oploszen, had hy behooren aantetoonen, dat de Kantiaanfche leer niet zo -duister is. Doch dit erkent h>. Of dat deeze leer, onaangezien haare algemeen erkende duisterheidy zeer wel ter verlichting van het Bataaffche Volk dienen kan. Dan, wel verre van zulks te veideedigen, laat hy dit geheel onaangeroerd. De Ree. keft derhal ven niets ter wederlegging van deeze eerfte bedenking bygebracht. De_ tweede bedenking, van Phil. tegens de zo gunftige verwachting van Prof. v. Hemert , betreffende het nut der Kantiaanfche Leer, om het ongeloof en de loszinnigheid deezer eeuw onder het Bataaffche. Volk tegen.te.gaan, komt, zo als duidlyk op bladz. 5 eu 6. te leezen is, hier op uit: dat de Kantiaanfche Wysgeerte dat bewys voor het beftaan van een God verwerpt, hot geen zo klaarbl\kl>k en tastbaar is voor een iegelyk, die de orde en de bljkbaare oogmerken in de voor ons zichtbaare Natuur der dingen, met eenige oplettenhcid, heelt nagegaan;, een bewys waar op zy, die geene üpenbaaring erkennen, tot dus verre het meest vertrouwd hebben; dat deeze Wysbegeerte, ten anderen, voor dit door haar verworpen bewys, wel een ander wil in de plaats Hellen, het geen door Kant voor het eenig mooglyke bewys gehouden wordt, doch dat dit Kantiamiich bewys, wegens den betwisten grond en de afgetrokkene beredeneeringen, waar op het berust, veel minder gefchikt is ter overreeding van ongcloovigen, dan dat geene, het welk Kant verwerpt en waar voor hy het z>ne wil in de plaats gefield hebben - -' dat w\ders de ongegrondheid cn de gebrekkige zamenh'ang der redenceringen , uit de praclifche reden van Kant afgeleid , waar op het zo genaamd nieuw uitgevonden K2iniaansch bewys berust, door Wysgecren van den eerften rang, in hunne fchriften, door Phil. bkdz. 6. aangehold, zeer duidhk zyn aangetoond: doch dat dc Kantiaanen de aangehaalde bondige redenen tegens hun nieuw bewys (zo ver aan Phil. bekend is) geheel onbeantwoord gelaaten hebben. De Ree. merkt tegens deeze bedenkingen aan, dat het bewys, uit de voor ons zichtbaare natuur der dingen afgeleid, ook door veele Engelfche, Franfche en Duitfche Wysgecren onvoldoende geoordeeld is. Dit zy zo: maar wat zegt dit? Welke waarheid, hoe wel Be weezen ook, is 'er b} kans, die niet door zommige Wysgecren, of door dezulken, die zich Wysgecren noemden, is betwist geworden. De Rcc. zal doch niet willen beweeren, dat, behalven de Kantiaanen, de meest verlichte Wysgeeren deezer Eeuw, voor het grootfte gedeelte van gevoelen zyn, dat dit bewys geen kracht heeft. Veele hunner fchriften kunnen voorzeekerTiet tegendeel getuigen. Voor het overige vindt Fhü. dat de Rcc. het voor- toond zodaanig tezjn, dat zy door de geöeffeudfte Wysgee- tuigen. Voor het overige vindt Fhü  C 45 ) vooriiaame punt des' gefchils hier weder geheel onbeantwoord heett gelaaten, hei welk, zo als uit het aangehaalde blykt, hier in beftaat: Of 'er eenig heil, ter vermindering van het ongeloof en de loszinnigheid onder het Bataaf jche Vu'k , van te verwachten zy , wanneer het bewys voor het beftaan van God, uit de orde en de b/ykbaare oogmerken in de Natuur afgeleid, ook onder ons, door de voortplanting eener nog duistere Wysgeerte, meer en meer worde verworpen, en hier voor het zogenaamde nieuw uitgevonden Kantiaansch bewys, hoe duist ex en onvoldoende dit ook zyn moge, worde in de plaats ge- 09 Ree. doet wyders, door de woorden van Phil. buiten hun verband aantehaalen, hem voorkoomen als of hy alle wetenfehap afkeurde hetreffende onderwerpen, die buuen het bereik der menfehelyke zintuigen liggen. Phil. heeft zich immers alleen verklaart niet veel prys te nellen op dat diepzinnig Bovennatuurkundig redeneeren, waar mede de Metaphrfi i zich zederd lang hebben afgefloofd ; en zyn gevoelen desaaiigaande zegt hy op deezen grond te rusten: om dat de gefchiedenis der Bovennatuurkundige Wysgeerte leert, dat men daar mede tot nu toe niets anders dan leerftelzels heeft voor den dag gebracht, die men vroeg of laat voor loutere herzenfehimmen erkend heeft , en dat het dus eene door de er varenis wel beweezene zaak is , dat alle die diepzinnige redeneeringen niets toegeb'rdgt hebben, ter uitbreiding van waare wetenfehap, terwyl zy geene enkele waarheid wel beweezen hebben. En het is op dit gezegde dat Phil. laat volgen dat het te verwonderen is , dat 'er noch fchrandere en oordeelkundige lieden gevonden worden, die waaneu dat zy zo veel beeter dan alle hunne fcHranJcr-e rooxèangers ro^.neeren kunnen over zaaken, waar omtrent de ervaarenis zederd niets heeft kunnen leer en, vermits zy geheel buiten het iereik der menfehelyke zintuigen leggen; • over zaaken derhalven, die thans voor hun niets meer toeganke- lyk, dan zy voor hunne voorgangeren waren. Uit dit laatfte gezegde leidt de Ree. zyne bovengemelde befchuidiging tegens Phil. af. Dan uit de zamenhaiig van het zelve met het voorafgaande, blykt het overvloedigly k, dat Phil. hier alleen fpreekt van de weinige verwachting, die men naar zyn inzien hebben kan van den voortgang van dergelyke diepzinnige Mecaphyfifhe redeneeringen als die der Kantiaanfche en Fichteaanfche Wysgeerte, waarvan hier alleen de reede is. Maar hoe kan men hem nu billyker wyze uit dit gezegde, verdacht houden en hem doen voorkoomen ( gelyk de Rcc. zulks vry wydloopig doet op bladz. 31 cn 32.) als of hy zoude afkeuren alle die fchriften, waar 111 men in eene geregelde orde voordraagt, en in verb.nd met elkander befchöuwt, zodanige waarheeden, die wel niet onder het bereik der menfehelyke zintuigen vallen, maar die door het gezond verftand van elk min of' meer geoefenden mensch duidlyk begreepen en geleerd worden, en ter weker ontwikkeling of betooging dus in 't geheel geene diepzinnige Mcthaphyjifche redeneeringen , en o<± geen Woordenboek vol nieuw gefmeede duistere of min verftaanbaare woorden, vereischt worden. Phil. kan wyders hier niet, gelyk het wel behoore, aantoonen, hoe verkecrdclyk de Ree. het bewys voor het beftaan van God, uit de orde en de blykbaare oogmerken in de natuur afgeleid, tracht te doen \oorkcomen als zodanig één, het welk ook op diepzinnige Bovennatuurkundige redeneeringen zoude gegrond zyn, en het welk desuegens, door Phii. zclven , volgens zyn gevoelen, voor geen bewys \an eenige kracht zoude kunnen worden gehouden, u Ook kan hy hier niet doen zien, met hoe weinig grond de Ree. de praclifche reden van Kant als een onbetwistbaar algemeen beginzel in den mensch doet voorkomen, daar practifche reden, volgens den Ree. ( bladz. 30.) het zelve betekent als zede/yk gevoel, over welks algemeen beftaan in den mensch de Engelfche en andere Wysgecren zo lang vrugteloos getwist hebben. ■ Het één en ander wil Phil. wel by eene andere gelegenneia aantooncn, ciaar ziuk.s nu re uiixu ^uuc uitkopen voor dit blad ; .terwyl hy door het thans gezegde voornaamlyk bedoelt te herinneren, welke eigentlyk alleen de twee hoofdpunten zyner bedenkingen zyn die door den Ree. geheel onbeantwoord zyn gelaaten eu waar op hy de geenen, die vervolgens zyne bedenkingen wederleggen wiüeu, verzoekt beter acht te geeven. d e LEIPZIGER MIS door boettjger. {Vervolg van Bladz. 29.) Een myncr vrienden, dien ik op myn weg naar Auerbachshof, op de Neumarkt, ontmoette, verzocht my, dat ik terug keren zou, en leidde my langs een donkeren trap in de zalen, daar de H.Boexinger, van Duisburg, zyne Mechanograptdfche Schilderyen geplaatst had. Dit is ene verwonderlyke uitvinding, die, indien zy genoegzaam bekend en aangemoedigd was, niet alleen dienen zou, om kamers te behangen en te vcrfieren, dat in het eérfle liet voorname oogmerk 'er van was, maar die zelfs, door modellen van fchone antieke omtrekken en figuren, in het vak van meübüen te leveren, oneindig veel by zou dragen tot vereenvoudiging, en dat op het zelfde neêrkomt, tot volmaking van onzen fmaak in het algemeen. Het óógmerk, dat met deze onderneming bedoeld wordt, die reeds federt verfcheiden jaren voorbereid is, en waar van de uitvoering des te zekerder 11 :gen moe-, is zo veel mogelyk gebruik te maken van de besre modellen der oudheid cn der latere eeuwen, als Standbeelden, Bas-relieven, gegra¬ veerde Stenen en Schilderyen; daarvan getrouwe coI F 3 PieE*  C 4* ) pi:n te doen vervaardigen, of zelfs dóör ene byzondere konstbewerking compofitien in denzelfden gces. bearbeid, tc vermenigvuldigen, en alzo in het groot en klein verfierfélen voor zalen en kamers te leveren. De beelden der negen Zanggodinnen, die tot modellen dienden, de danfen naar een bas-relief van\xje villa Borfyèfe, de danfen cn offerhanden naarllAPHAë'L, de Bovenof Deurftnkkcn en de Drievoeten, waren alkn monochróMes', met olie-verw gefchilderd of gedrukt; dat is te zeggen, dat de beelden allen eenkleurig waren, grys CP gry? ? roocl °P rood , en even daar door te meer overeenkomst hadden met de bas-reliëfs van fteen of gebakken aarde. De gronden hadden byna allen ene levendige koleur, blaauw of paars, dat de beelden te beter uit deed komen, hoewel de kenners de graauwtjes verreweg verkozen. Het geheim, dat de ondernemers hebben, om de fchets op het doek te maken cn ze \ervolgens met het penceel uittewisfehen, geeft aan hunnen arbeid zeer veel boven al wat met het penceel alleen gemaakt is; evenwel laten zv zich niet voorftaan, zo als men ligtélyk denkt, zekere fynheden en volmaaktheden van de tekening juist te vatten; en dus heeft men niet te vrezen, dat de Schilderkunst by de gemakkelykheid, maarmcè de mccanograplie de taferelen vermeerderd, enigüns lyden zal. Het groot voordeel daar van is, dat, zodra de vormen eens gegeven en tot patronen gebragt zvn, men niet alleen dezelfde figuur tot in 't oneindige vermenigvuldigen kan, maarl dat men 'er ook naar willekeur ene andere koleur aan! geven, en zelfs enige bykomende gedeelten veranderen kan, zo dat het beeld daar door gefchikt kan worden naar den fmaak van dien genen, voor wien het gemaakt is. Dus ziet men voor Calliope het Borstbeeld van Homerus , dien zy de kroon der onfterflykheid op het hoofd zet. Wil men nu enen anderen van zyne geliefkoosde Dichters door deze Zanggodin bekroond hebben, dan heeft men het flechts te melden, cn het Borstbeeld wordt veranderd, zonder dat 'er iets aan het overige bedorven worde. Begeert men ene gehele kamer aldus behangen te hebben, dan heeft men Hechts de maat 'er van overtezenden cn de koleur van den grond optcgeven. Men behandelt in de fabriek met de uiterfte zorg de co itpöjiiic der figuren op aizonderlyke muren en vakken. Behalven de grote Beelden, vindt men 'ervoor de pilasters cn penanten, negen onderfchcidene Drievoeten, naar de bevalligfte antieke omtrekken, die dienen kunnen tot lystvverk v$or de Beelden. Zo vindt men 'er voor kamers van ene byzondere grote negen Cupido's, in onderfcheidene houdingen, die gefchikt zyn om in kleinere medaillons boven dc grote figuren geplaatst te worden : men Biaakt 'er ook voor de marken en Lysten., en voor allerlei groupen m de frifes en Bovenftukken. Men kan dus hier overvloedige keuze vinden om de muren van ene kamer op het fraaist te verfieren, en de fchoonfte omtrekken der Grieken om zich heen te verzamelen. Men vind zelfs, in een van de kamers van dn Magazyn, een Staalboek, dat in het klein gehele muren vertoont, die met grote beelden op gronden van onderfcheidene koleur verfierd zyn. 'Er is misfchren niets fraaiers uittedenken, dan ene aldus behangen kamer; want daar komt bv, het geen ik hier met befchryven kan, de edele en eenvoudige fchoonheid van de beelden, de naauwkeurigheid van de tekening en compofitie, vooral in de uiterfte delen, zo als by voorbeeld voeten en handen, waar tegen dikwerf zo lomp gezondigd wordt; het ware en grafelyke van de plooijcn, het mollige van het vleesch, de verfcheidenheid en bevalligheid van de houdingen en van het Bywerk: al het welk enen man aanduidt, die zich ene' gemeenzame kennis eigen gemaakt heeft met de gedenkftukken der ouden; die den geest derzelven heeft doorgrond, en dien, in het geen hy zelf fchept, weet te doen herleven. Die man is de Hoogleeraar Langer , Dirckteur van de Akademie der Schifderkonst te Dus-' fcLlorp, geasfocieerd met den Heer Boenixger. Hy is het, die deze onderneming met den adem van het' genie verlevendigt. „ Wat wilt gy daar mede? zei een vreemdeling, dien ik zonder moeite voor een Engelschman erkende, „ wat voordeel zult gy met dit alles doen ? In Duitsch-. land ftaat men wel in verwondering opgetogen, maar als het op geven aankomt, dan is men niet t"huis. Ga dat in het Mufeum van Europa, te London, vertonen. De Engelfchen weten alleen de konften naar waarde te fchatten en aantemóedigen. Indien gy een patent krygt, zult gy onnoemelyk veel voordeel doen." Mynheer Boeninger, die met een van de Zoons van Prof. Langer daar tegenwoordig was, bedank e den Engelschman met die edele fierheid, die den Duitfcher vooral omtrent den Engelschman, voor wien hy anders doorgaans dc ogen neériJaat, tamclyk ■ el ftaat; hy voegde 'er vry droogjes by, dat de'vrug en van deze uitvinding voor alles aan zyn Vaderland toche-^ hoorden; doch dat hy voor 't overige zeer verheugt! was, enen Engelschmai ditmaal aan de verdienften der Duit chen recht te horen doen. Mogt deze achtenswaardig^ man, wiens kennis my dierbaar zou geweest zyn, zelfs in alle andere-betrekkingen, de hoop, die hy op zyne Landgenoten gevestigd heeft, niet verydekl zien! In 't eerst komen de pryzen wat hoog voor; maas als men acht geeft op de duurzaamheid van die behangzels, op dc fchoonheid van omtrekken, die aan de heerfchappy van de mode geenszins onderworpen zyn -, op  C 47 ) op derzelver netheid en buitengewone gemakkelykheid, dan aal mén dit verwyt weinig gegrond vinden, en men zal zien, dat 'er niets te vinden is, dat op den duur be er koop uitkomt, dan die ïiKcanographifche behangzels. Wat waren de behangzels van- de Gobelins eertyds'kostbaar! fnaai hoe belachelyk was doorgaans niet de uitvinding en uitvoeiing van de tekeningen (9), vooral in de laatfte tyden voor de omwenteling! Men vindt hier meêr fmaak in een enkel beeldje, dan in gehele vakken van de anderen. De koleur vergaat of verbleekt niet, even als in de ecrstgemelden, en echter kwamen zy in prys oneindig veel hoger. Nog vonden wy in de laatfte kamer twee gote Beeljden, een ftaande Cupido , aan wiens voeten een ilapende leeuw lag, cn ene Penelope in ene rustende houding . met de ogen op een borstbeeld van Ulysses gevestigd, en met onderfcheidene koleuren gefchilderd. De tekening en compofitie waren den meester waardig. Wat de uitvoering en het koloriet betreft, het zou onbillyk wezen , als men die op ene eerfte proeve ten Ih'engften wilde beoordelen. Het gebruik van éne koleur Haagt misfehien bctër in het begin; het meclr.nieke in. de uitvinding werkt 'er meer toe mede, dan al het overige; zy levert een wonder fchoon hoogfel op, dat den aanfehouwer in verwondering brengt, en hier door was het ook, dat dit ten toon gehangen ftuk als het wonder van de kermis werd aangemerkt. ■ £7/c£ yervo?g in onze eerstkomende. 1) (9) Om zich hier van te overtuigen, heeft men Hechts die behangzels te zien, die de Koningin van Frankryk aan Prnis Hendrik van Pruisfen ren gefchenke gaf, die ze aan den laatften Koning van Pruisfen fchonk, en waar mede deze ene van de nieuwe kamers op Charloltenburg behangen liet. Het zyn tonelen uit den Donquiehot, naar de Schildery en van Coypel; hoe kostbaar en frisch zy ook zyn mogen, kan men naauwlyks iets lelykers en grilligere uitdenken. B. Niets evenaart in belachelykheid die behangzels, waar op Esther voor Ahazuerus, Mardochai geleid door Haman , CrSuses door den rok van Medusa in brand gedoken, en deze toveres vertrekkende op haren wagen met twee draken befpannen , verbeeld worden. Alle de perfonaadjen zyn eveneens in het Turkseh gekleed ,-zondei enige verfcheidenhed, met uitzondering alléén van Jason, die ene Romeinfche wapenrusting aan heeft en met een hehnet, met Struysvederen veriierd, gedekt is, even als de helden op het toneel, voor de verbetering van het costume door Le Kaïn eu Mademoifelle Clairon begonnen , maar Too.namelyk toetefchryven aan den juisten fmaak van Talma. A. L, M. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep va a r t, lan d- ) en veebouw, als mede de iiuishoukunde, handwerken en e abrieken, betrekkelyk. Haarlem. De Nationale Ncderlandfclic Huishoudclyke Maatje/.appy, als daar toe Jjetiaal door het Uitvoerend Bewind dei Bataajjci.e Republicq gcautho ifeerd; fielt aan allen, Inlanders of Vreemdelingen, het zy dezelve zich reeds aan eenige geconftitueerde Macht of Maatfchappye hebben aangemeld, of niet, de volgende Vrage voor. Is 'er een volkomen, voldoend, cn, tot hier toe, niet bekend middel, om rottend, bedorven en ftinkend Water van alle bederf, onaangenaamen reuk cn by.maak te zuiveren, en, zonder inmenging van fchadelyke cn de gezondheid benadeelende ftoffen, tot eenen heideren , verfrisfehenden en gezonden Drank te maken ? Zo ja, welk is dit middel? Beloofd eene Prsemié van Zes Buizend Guldens aan dengeeneh, welke dit voorftel voldoende beantwoordt. Men zal, voornamcntlyk, moeten in het oog houden. 1°. Dat het middel of de middelen niet te kostbaar, nog van te veel omfiag zyn, noch te veel brandftolfen vereisfehen, om, op Zee, in vol Igeladene, zwaar bemande, cn dikwils fterk bewegende Schepen, te kunnen gebruikt worden. 2°. Dat dezelve gemaklyk door de Schepelingen kunnen worden in het werk gcftcld. 30. D..t deeze middelen, in alle verfchillende Luchtftrceken beproefd, dezelvde uitkomst geven, en 40. Dat zy op de koperc Vaten, waar in de Scheepskost word toebereid, door afknaaging, als anderzints, geene de minfte naadeelige uitwerkingen doen. Wanneer de Uitvinder, naa vertoonde en aan bovengemelde verdschtens voldoende proeven, zyn geheim en de wyze van behandeling, zonder eenige agtethou. dendheid, aan eene Commisfie, uit de Nationale Ne derlandfche Hüisftoudelyke Maatfchappy, zal hebben geopenbaard, zo datzy, met zodanig Water cn op zodanige plaats of Schip, als zy zullen verkiezen, z.ive de proeven kunnen neemen, zal hem, indien dezelve, by he haaling voldoen, een derde van de Pismiie worden ui'gekeerd. De verdere Pramïe zal worden ben:lel, na dat de Maatfchappy gelcg.nheid zal hebben gehad, om da proeven op een of meer Schepen, in verfchillende Luchtftreeken, mar haare verkiezing t- doen nccmen, en na dat haar, uit de ingekomene berichten, gebleken zal  C 48 ) zal zyn, dat de opgegeevene middelen aan het oogmerk der Vrage v olkomen voldoen. De Antwoorden moeten, onder de gewoone algemeene lS Wenen id. B°. - 37*i Zaad, Oly en Traan. Is geweest: te Amfterdam 152; en te Haarlem 25, onder Hoogst den 231r.cn '<;midd. 42 gr.' Laarst den eden 'smorg. p gr. Gemiddelde hoogte 'ogt., midd. en av. 28gr.'is 8-J| gr. lager dan in Jan. 1798. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. t C BARO-l TH ER- HYGRO-STREEK LUCHTS- •'a "  ( 54 ) ♦éförgaaidé noch in verfcheidenheid van voorwerpen, jjoch in naatiWkeurisheïd, voor zo ver de uitvoering betreft, behoeven te wyken. Ik vernam daar ook, dat de Drukkery van Goeschen niet meer te Leipzig, rilaai' te Wenen was, alwaar hy een gebouw in geréedheid heeft gebragr, daar hy een door hem gevormd ontwerp , ter vestiging van een typographisch 'etahlïsfment, dat enig in zyn foort en zeer aanmerkelyk wezen zal, wil uitvoeren. Gelukkig de man, die in ondernemingen van dien aart,moeds genoeg bezit, om gene opofferingen te duchten, cn die volgens zyn oordcel, zich ook verrykt door te arbeiden voor den roem zyner Natie! Zulk een man is de Boekverkoper Goeschen. Van Goeschen ging in naniurlyk naar Fiutsch, wiens Magazyn niet kan nalaten de aandacht van een liefhebber der oude clasficke Schryvers tot zich te trekken. Hy is een van die verlichte en oordeelkundige Boekverkopers, die hunnen roem ftellen niet zo zeer in de grote hoeveelheid, maar in de waarde en duurzaamheid van de werken, die zy uitgeven. Met genoegen zag ik by hem de proeven van den nieuwen druk Van den ViRGiLitfs van Heyne , die met de grootfle zorg vervaardigd is, en waar van het twede gen, enig in zyn foort, dat de Baron van Racknitz, te Dresden, met zeer aanzienelyke onkosten heeft ondernomen , en v/aar toe hy het mecrendeel van de jonge Konftenaars heeft in 't werk gefield, welke die Hoofdftad, door haren fmaak en ryke verzamelingen in het vak van fchone konden zo zeer beroemd, oplevert. Men vindt 'er kleine Verhandelingetjcs in over den fmaak van Bouwkunde en in ameublementen van byna alle Volken, zo wel ouden als nieuwen. Iedere Verhandeling gaat verzeld met twee Plaatjes in 't zwart, die betrekking tot den fmaak van het gemelde Volk hebben, en van twee grote Platen in groot Folio, die met enen kiefchen fmaak uitgevoerd en gecouleurd zyn, en zo naauwkeurig en fchoon zyn bearbeid, dat 'er volftrekt niets meer in te verlangen is. De ene Plaat verbeeldt altyd enen muur, naar den fmaak van het vermelde Volk getekend, en voorzien van alle de verfierfelen, waar voor de Beeldhouw- en Schilderkonst vatbaar is; de andere Plaat verbeeldt meubilen, by voorbeeld, ftoelen, kandelabers, bebangfels enz. Zes Verhandelingen, die op velinpapicr met de uiterfte pracht gedrukt zyn, maken een cahier van den text uit in groot 4x0, met een cahier van twaalf afgezette Platen, in Folio. Die twee cahiers van text én plaatdruk maken ene aflevering uit, die vyf nieuwe Louifen kost. 'Er zyn bereids drie afleveringen van uitgekomen, eu met de vierde zal het werk volledig zyn. Hoe duur het ook zyn mege, is de uitgave 'er van byna reeds uitgeput, zo zeer heeft zy den liefhebberen behaagd. Het' heelt ten titel : Darftéllüég und Gefchichte des Gefchmacks der varzüg'richftcr Valken. Leipzig, bey Gceschen, 179CT-1798. B. en derde Deel gereed ligt; de vignetten, die Heyne zelf naauwkeurig verklaart, en de platen, houden federt langen tyd byna geheel alleen den bekwamen Graveur Geyser bezig, die voor een geacht konftenaar, te Leipzig, bekend ftaat. De letters, het papier, de orde in het geheel, alles is het daar in behandelde onderwerp waardig; en de Engelfchen, wien men de laatfte gebrekkige uitgave van Heyne met moeite vergeeft, zullen nog eens zien, dat de Duitfchers toch ook in ftaat zyn, om iets voortrefFelyks voor den dag te brengen. Over het geheel mangelt het onze drukletters thans niet aan fraaiheid. Men heeft, om zich hier van te overtuigen, maar te zien al wat van de pers van Vieweg te Berlyn, van Nicolovius te Koningsberg, van Hartknoch te Riga, komt, en' om Hechts een voorbeeld aan te halen, hoe keurig is niet gedrukt de berymde vertaling van de Metamorphofis van Ovidius, door Voss! Die fraaie en met alle de bevalligheden van het oorfprongelyke verfierde vertaling, aan welker druk gene moeite gefpaard is, gelykt naar ene danferes, die met enen eenvoudigen zwier is opgetooid. De HeerUNGER, Boekdrukker en Boekverkoper te Berlyn, heeft ook nog enige zeer fchone letters uitgevonden, die den Latynfche nader by komen, en geenszins het oog der vreemdelingen beledigen zullen. De beroemde uitgave van de Gdorgiques van Delisle was nog niet aangekomen; maar ik zag met het grootst genoegen de prachtige editie van Terentius door Brunk, die in 1797 by Jacques Decker, te Bazel, het licht zag, en die de fraaifte editien van Baskerville , zo al niet in zwaarte van papier, ten minften in netheid en fchoonheid van druk, verre overtreft. De Magazynen van Tekeningen en Prenten , van Francfort, van Neurenberg cn van de Chalcographifche Sociëteit te Desfau, die ik denzelfden dag niet dan zeer overhaast zien kon, beloofden enen ryken oogst voor de portefeuilles der liefhebbers. De eerlyke Frauenholz, zo zeer bekend door .zyne pogingen ter bevordering der fraaie konften , beklaagde zich met recht over de onverfchilligheid , waarmeê men enigen van zyne beste werken ontvangen had. Hy had enige bladen by zich van ^ne Ornithologie de la Franconie, die afgezet en in allen opzichte volkomen afgewerkt waren, zo dat ze tegen het beste in dat vak' monfteren konden. Ik kocht een ftuk van Koch te Romen, gedaan naar ene tekening van Warwick , namelyk den eed der Franfchen te Onefimo, waar van de conïpofnie vo! vuur en leven is. Frauéi*moiL3 had ook ene kostbare verzameling van Tekeningen en enige voortrclfclyke Schilderyen in olre-verw.. De Sociét'6 Clialco^raphiciuc van JDcsfau had ene gaandery van [ fchone 'ftukken, die, in weerwil van hare tegenftan- ders,  C 55 ) defs, "bewezen, dat zy volmaakt aan hare verbintenisfen getrouw is. De algemene aandacht 1'cheen gevestigd te zyn op twee ftukken van Vernet en Hackert, door Halden wang, als mede op h_-t fchone Kristus-hoofd, naar Annibal Correggio. Profesfor Langenh/efel, te Desfau, de Direkteur der Maatfchappy, heeft een zeer kostbaar antiek ftuk beginnen te graveren, namelyk de Schilderyen der Ouden, naar Caylus, waar van men naauwelyks dertig exemplaren in Europa vindt: de eerfte aflevering, die de taferelen van de Pyramyde van Cestius verbeeldt, was even uitgekomen : en 'er was een zeer goede commentarie van den Heer Rode, te Desfau, bygevoegd. Ik wilde het Magazyn van Prenten van den Heer Bremer, van Brunswyck, als mede de nieuwe Engelfche ftukken, die het bevat, gaan bezichtigen, inzonderheid de fraaie uitgave van het Paradys verloren, met de Platen van Fessly, die, (om my van de Engelfche uitdrukking te bedienen) verfchvikkelyk fchoon .zyn. Maar ik zag den beau monde zich reeds van alle kanten naar het Gewandhaus fpoeden, alwaar Euterpe en Polyhymnia in de Concert-zaal voorzitten, en ene van hare Priesteresfen moest ftraks de liefhebbers door hare konst betoveren. Mejufvrouw Müllner, van Wenen, had een Concert voor de Harp aangekondigd; hare roem was haar naar Dresden voorgegaan, en ha c konst billykte allezins de verwachting, die men van haar had opgevat. Zy trok uit haar inftrujnent de .zuiverfte zilvere tonen, vooral m de twede party, waar in zy uit het hoofd variatien fpeeldc van een Wener-Vaudeville, dat zy zelve had gecomponeerd; ssy deed met haar inftrument, dat voor een groot Concert niet zeer gefchikt fchynt, al wat mogelyk was, vooral daar zy een ftuk fpeelde, het welk men misfchien niet dikwyls genoeg en in zulk ene opgeftamptvolle zaal gerepeteerd had. De Toehoorders, die ten getale van meer dan vier honderd aanwezig waren, hadden gemakkelyk in de zaal plaats gevonden; maar de nieuwsgierigheid dreef ieder een naar het Orchest, de atmospheer , met duizenderlei dampen vervuld, verdoofde natuurlyk de klank van het inftrument, dat niet dan in enen zeer zuiveren dampk'ing ejfeSt kan doen. Boettiger. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoükunde , handwerken en fa- ' brieken, betrekkelyk. Berlyn, 26 Jan. Men begind zig thans, alhier, met ernst toeteleggen, om de Rodebeet of Mangold, welken de Direkteur Achard getoond heeft een zuikerag- tig fap te bevatten, tot het fabriceren van deze tegenwoordig zo dure waar te gebruiken. Reeds zyn onze beroemde öCheikuricügen Ataproth en Hermjtudt bezig mpt her nafhoren van de besre wvze om 'er de Zui¬ ker uit te halen. De reeds génomene proeven voldoen in alle opzigten: niet alleen is deze Zuiker zeer fmakelyk en ligt te bereiden, maar ook ongelyk beter koop, en in het JtTuimcne ui zulk ene nocveemeia te bekomen, dat men, cp een plek van 180 vierkante Roeden, 22 honderd ponden ruwe Zuiker kan winnen (*). De Koning heeft den Direkteur Achard (buiten wien men ten minften niet zo fchielyk op het denkbeeld van deze Methode zou gekomen zyn) ene beloning van 100,000 Rth. laten aanbieden; fchoon deze gaarne voor een zeker getal van jaren Octrooi op het fabriceren van deze Zuiker en tegelyk een terrein van x\ vierkante myl zou willen hebben, waar mede hy aanneemd, om alle de Pruisflfche Staten van Zuiker te voorzien. De Staatsfchuld van Engeland is federt 5 January 1793, van 24.8,483,782 P. Str. 15 Sch. 8f P. tot in he laatst des voorledenen jaars 1798 , tot op 468,424,967 P. .Str. 17 Sch. 4j P. en dus, in den tyd van fleg s 6 jaren tot op nagenoeg de helft vermeerderd. Men rekend dat alleen van deze bygekomena Snnme ene jaarlykfche intrest van 1,200,000 P. Str, dat is ruim '80 Mlflioenen Hollands , moet betaald Schepen aangekomen gedurende 1798. Tê Amfterdam 2986, waar onder alleen van Hamburg 104Ö. — Dantzig . 1043. Uitgez. 1079. — MaasenGoereê 733, ■ 777- — Memel . 766. — Petersburg. . 1051. Door de Zond gepasfeerd 9508. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDÖTES. Staaltje van welsprekendheid der wilde Amerikaansche Natiën. Men leest in dc Vermohter Courant een breedvocrig gefprek tuschen enige Indiafche Afgevaardigden en (*) Men zie hier over ecu kortiings uitgekomen Rukje, by Oehmigke, te Berlyn, onder den Tytel: Der nevffet Deutfche Stelivertretèr des Indifchen Zuckers > aderde? Zucker aus Rurikelrul/en.  en de Raden fan Virginien. De eerstgemelden geven hunne v iendelyke oogmerken jegen de laatften in dezer voegen te kennen: „Dikke Vaders, dat de grote „ Geest den keten onzer vriendfehap tusfehen onze „ Stammen polysre, en dat het voetpad tusfehen ons „ dermate onderhouden worde , dat een klein kind het kan vinden, wanneer de Zon, onder de Wes„ telyke wateren, op haar legerftede flaapt. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 189; en te Haarlem 10, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Jan. zyn, in Alkmaar, overleden, 43 perfoneh, nam. 10 mannen, 9 vrouwen en 24 kinderen, waar onder 16 beneden 'tjaar; 4 van 1 tot 5; 4 van 5-10; I van 10-20; 1 van 20-30; 3 van 30-40; 3 van 40-50; 3 van 50-60; 4 van 60-70; 1 van 70-80 en 3 van 80-90 jaar. Lyst der Gbeoornen, Overledenen en Gehuuwden, gedurende FIET JaAR I798 , in onderscheidene Steden en Landen. t 5* ) WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. * Onder dit getal behoren enkel de gedoopte Kinderen in de Gereformeerde en Luthcifcbe] Keiken: zynde dus flegts een gedeelte der Gehoornen in die Stad. Plaatfen. Geb. f Geftv. Geir. Aarhuus (het Stift) . . . 4268 2359 1525 Amfterdam . . . 3380* 6406 2313 Augsburg. . . • 998 n 03 325 Berli n . . • 60246 5171 1579 Frankfort aan den Mam. . 999 u°2 320 Funen (het Stift) . . 6295 4756 1988 Groningen . . •' "961 046 303 Haarlem ... 805 742 184 Hage . . • ^66 563 Hamburg . . 3512 3842 1492 Hanau . . • • 434 358 117 Koningsbergen . • • 2203 2134 591 Koppenh. . . • 3351 3717 1017 Ie\den 1058 1069 324 Londen . • • 17927 l8l55 Manh'eim . • 718 630 202 Munchen . . 1682 1799 308 Pruisfen (Oost-) en Littbauen . 32808 26826 8661 Pruisfisch Pommeren . . i77!7 }™4C 4349 Ripen (het Stift) . . . 3851 2789 1110 Rotterdam . • 2025 1673 666 Schleeswyk . . • 7622 6302 2238 Torn • • • • 179 103 39 Wenen . • -11595 i337r 2765 Zeeland (buiten Koppenhagen) . 8244 6807 Nopens de buitengewone koude van dezen Winter, vind men in een buitenlandsch papier het volgende aangetekend. Den 26 December ftond de Reaumurfche Thermometer te Bayreuth 230 onder nul Parys 140 onder nul Berlyn 171° Pest, in Hongr. 18" ■ Frankf.a. d.M.240 Regensburg 210 Hamburg 18° Straatsburg 200 Lemberg(Gall.)22° Stuttgardt 200 ■ Manheim I9f° Wenen i8'f °———— Munchen 210 ie Augsburg, volgens branders Umverlal-1 hermom. 25" onder nul. Op verfcheidene plaatfen in en buiten Duitschland vielen Vogels dood op den grond. Op de grote wegen, in Gallizien, Hongaryen en Duitschland, heeft men Reizigers dood gevroren gevonden. Volgens verzekering van verfcheiden Waarnemers, is de gemelde 2de Kersdag de koudfte van deze gehele Eeuw geweest. By Semlin was de Donau reeds den 20 Dec. toegevrozen: by Ulm geraakte deze rivier in den nagt tusfehen 26 en 27 December zo vast, dat men 'er veilig over gaan en met fleden ryden kon. weerkundige BUITEN waarnemingen, HAARLEM. „ , C BARO-Ï THER- HYGRO-STREEK LUCHTS- * ' ) ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799- ) TER. TER. TER. WIND. HEID. C29. 6i 20 . 77 N. O. harde wind; bewolkt; 6 < 29. 7ï 25i 76 omtrent betrokken; ) 2y. 81 1 31 '76 —- 'savonds helder. C 29. 9? 11 75 o. N. O. — 7 l 29. 9i 16 73 helder; harde wiiid. llO- O 6 73 C30. I 2 73 O. t.N. 8 < 30. Iï IIi ' 73i helder; windrig. ?,3C 3 . 4' 74 — C30. oi II 73f Q-Z. O. voorm. windrig en fheeuw; o < 29. gk 21 735 O. t. N. verder betrokken; ) 30. Oi 182 73§ O. 'savonds wat fheeuw. CÏÖTZ 2$ 89 zTö. ' 10 < 30. 2s 37ï 94 ' betrokken; mist. / 30. I 34 92 Z.Z.O. ("29. 4 33 99 o. t.Z. mo-g. meeuw; verder re- 11 < 29 l\ 37 09 O.Z.O. gen; tusfchen beide meeuw ) 20.' Oi 35 IOO N. O. 'snagts zeeij.arde wind. ~ - —; ~—~— 'smorg. fneeuw en liaitle (29.4 25, *8 wi„d; voorm. betrekken 12 < 29. 6\ 32 85 N. N.O. en zeer windrig ; verder /_29- g\ \ 225 8oi N. bewolkt. hoeveelheid van gevallen en uitcewaassemd water, te alkmaar. Gedurende de Maand January 1799. Gevallen 8 Lynen: Uitgewasemd — Lynen. NB. Door de fterke vorst heeft men de Uitvvaa^ferning niet kunnen waai* nemen. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 269. NIEUWE GEMENE KONST" e» LETTER."BODEt VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 22 FEBRUART. BERIGTEN. LIGURISCHE REPUBLIEK. Itïc Let is bekend, dat 'er te Genua, onder den Doge, flechts ene School - inrichting , onder den titel van Univerfiteit, beftond, en dat 'er verder in het gehele Land geen een geleerd Inftituut meer aanwezig was. Toen de Revolutie van den 22 Mey 1797, aan dezen vryen Staat enen Democratifchen Regeringsvorm gaf, werd in het 312 Artikul van de Conftitutie, de oprichting van een Nationaal - Inftituut vastgefteld, doch eerst den 4 October 1798, werd by het Uitvoerend Bewind het befluit tot de opening van het zelve genomen; zo veel te fneller echter,' namelyk op den 4 November des zelfden jaars, werd dit befluit ter uitvoer gebracht. Ten gemelden dage werd de organifatie van het Inftituut in twee Hoofdklasfen en zes Onder - afdelingen, waar van elk zes refiderende (refidentf) en zes geasfocieerde Medeleden bevat, tot K'and gebracht; ook werden de namen van de, door het Uitvoerend Bewind alle benoemde, Leden plechtig geproclameerd; terwyl voor het Inftituut de voormalige kerk della Purificatione als Sala dell Inflituto Nazionale ingeruimd werd.' Dc Naamlyst der 72 Medeleden is minder belangryk door derzelver Letterkundige vermaardheid, dan wel door de politieke betrekkingen, waar in zy ftaan. XI. Deel. En onder dit oogpunt befchouwd, mag ze wel met de opgave van de Klasfen in verband gebragt worden. De eerfte Hoofdklasfe bevat de Natuur- en Meetkundige Wetenfchappen; cn derzelver Eerfte Onder-afdeling den Handel, den Akkerbouw en de Manufakturen. XK; twede bevat de Scheepvaart, de Natuurkunde, de Natuurlyke Historie en de Meetkunde. De derde bevat de Genees-, de Kruid-, de Ontleed-, de Schei- en de Heelkunde. De twede Hoofdklasfe omvat de Wysgeerte, Letterkunde en Schone Kunften, en bepaalt zich, in hare Eerfte Onder-afdeling, tot de Redeneer- en Spraakkunde, Dichtkunde en Welfprekcndheicl. De twede Onder - afdeling bevat de Staatkundige Wetenfchappen, de Gefchicdenis en de Oudheden. De derde behelst de Arti del disfegno, onder welke benaming alle fchone Konften worden begrepen. Uit dit overzicht blykt, hoe zeer men in de inrichting van dit Inftituut, van die des Franfchen zy afoeweken. Voor het overige is de verdere volmaking aan het Inftituut zelve overgelaten. Het Reglement bepaalt echter, dat 'er in iedere onder - afdeling twee openbare lesfen gegeven en jaa;lyks prysvragen uitgefchreven zullen worden: ook wordt by het zelve uitdrukkelyk vastgefteld, dat het Inftituut dadelyk het Oppertoezicht over alle Opvocdings-Inftituten hebben, en ten dien opzichte met het Gouvernement eenftemmir>' handelen zal. h II Ein-  C 58 ) Eindelyk is, met byna militairen dwang, het opgeven van een uitvoerig Plan voor het Openbaar Onderwys, in dier voegen aan het Irtratuut opgedragen, dat, "als het binnen één maand niet in gereedheid was, het gantfehe. Inftituut alsdan door het Directorium met andere Leden bezet zou worden. Dc rangder Leden is onmiddelyk naar den last der StaatsMinisters aangewezen, en het is, als ene afwyking van de Kcpublikeinlche eenvoudigheid, opmcrkelyk, dat ^nen den Leden een eertcken heeft toegelegd (distinctivo proprioj, dat zy al tyd en overal dragen mogen; doch daarentegen ontvangen zy geen honorarium. GROOTBRITANNIEN. Londen. De vermaarde Ignatius Maurict Spilterd, die niet dan te voet reisd, en, op die wyze, reeds 98000 (Engelfche) Mylen afgelegd heeft, deels om Botanifche en Mineraloghche ontdekkingen te doen, deels om den oorfprong en loop der Rivieren natefporen, is, tc Dublin aangekomen, van waar hy voornemens is, naar Amerika te vertrekken. BATAAFSCIIE REPUBLIEK. Het volgend Stuk, by de Eerfte Kamer van het Wetgevend Lighaam gearresteerd en by Twede bekragtigd, ftaat in een te naauw verband met den aart en het doel van dit Weekblad, om het niet, zo dra mogelyk was, onzen Lezeren mede te delen. INSTRUCTIE voor den Agent van Nationale Opvoeding, waaronder legreepen is de Geneeskundige Staatsregeling, de vorming der Nationaate Zeden , de bevordering van het openbaar Onderwys en van Kunflen en Wetenfchappen. Art. 1. De Agent zal zich moeten gedraagen naar de bepaalingen by de Staatsregeling voorgefchrecven, en byzonder naar die grondbeginfelen, welke op zyne werkzaamheden eenen byzondereh invloed hebben, weshalven hy . fteeds zal moeten bedagt zyn , dat de eerbiedige erkentenis van een alles beftuurend'Opperwezen de banden der Maatfchappy verfterkt, en daarom op alle mooglyke wyzen in de harten der Varier- landfche^ Jeugd behoort te worden ingedrukt. Dat door het Nationaal onderwys de tedere gemoederen niet te veel kan worden ingeboezemd de heilige Wet, waarin alle de plichten van den Mensch in de Maatfchappy haaren grondflag hebben, om naamentlyk aan anderea niet te doen, 't geen wy met wenfchen, dat aan om gefchiede en ten allen tyde aan onze JVfedemenfchen zoo veel eoeds te deen als wy in gelyke omftandigheden van hun zouden wenfchen te ontvangen. Dat de verlichting en befchaaving van alle de Leden der Maatlchappy zoo veel mooglyk bevorderd worde. Dat 'dc jonge burgers en «Hrgeresfen van den Staat, aan wier verlichting cn deua-u het Batiaffche Volk het heilig pand zyner aangenomen" grondftellingen van het Maatfchappelyk verdrag ter bewaaring heeft aanbevolen al vroeg m'die grondbeginfelen onderwezen worden, en teïerrs overtuigd', dat van de echte waardering der Vryheid en van de verftandige eu eerhkc beoeffenmg der afzonderlvke en .algemeene rechten en plichten, voornaamcntlvk de duurzaamheid , het behoud en geluk afhangt van hei Vaderland, dat zy vuungtyk behooren te beminnen., 2. Op hem rust de zorg om natefpooren, alles, wat zou kunnen ftrekken tot verbetering der verftandchkc, zedehke en ligchaamelyke Opvoeding. 3' Ffy zal door het inwinnen van de nodige berigten nopens den ftaat der publieke zoogenaamde laagere Schooien in ons Vaderland, (de Schooien in de Godshuizen daaronder be.greepen) zich in ftaat flellen,, oih de gebreken, die in de■zclven huisvesten , te' kennen; eh aan het Uitvoerend Bewind een Plan inleveren, .hoe de leerwsze op dczelven op eenen beteren voet kan worden ingerigt; welk Plan tevens zou kunnen dienen tot een handboek voor de Ouderwyzers in opgemelde Schooien. f Hy zal; binnen den korstmooglyken tvd aan het Uitvoerend Bewind inleveren eeue opklimmende Ljst van gefchikte Leerboeken, om in de Schooien gebruikt te worden en tevens daarby opgeeven de wyze, "hoe dezelven door de gantfehe Republiek in de Schooien kunnen worden ingevoerd; cn daarentegen geweerd alle de zoodanigen, welken Burgerlyke twisten of tweedracht zouden kunnen aanwakkeren, de febaadelyke bvgeloovigheid voortplanten, het Burgerijk charaöer bederven, of nadeclig zyn voor het ver. .ftand cn de goede zeden. 5- Deeze Leerboeken zullen moeten ingerigt zvn naar da vatbaarheid der Jeugd, en gefchikt om dender tedere harten te vormen ■ z zy zullen in het gemeen moeten ftrekken om het verftand te befchaaven goede zeden aan te. pryzen —— Vaderlandsliefde optewekken, en Republikein* fche deugden voortteplanten. 6. Hy zal zorgen, dat alle onderwys in de Ieerftellige Godgeleerdheid der onderfcheide Gezindheden en alle eerdienst of uiterlyke Ceremoniën, welke aan byzondere Kerkgenootfehappen verknogt zyn , van de publieke Schooien geweerd worden. jf. Hy  C 59 ) Hy zal het noodig toeverzigt houden, dat doof de Onderwyzers aan de Wetten en de befluiten van het Uitvoerend Bewind worde voldaan, en van de nalaatigen of gebrekigen kennis geeven; op dat dezclven behoorlyk gecorrigeerd, en des noods van hunne posten ontzet worden, v' • . . - n?. .( - r-_ o:-; '1 v r ;r..: Hy zal ten fpoedigften aan het Uitvoerend Bewind een Plan opgeeven wegens de inrichting en aanftelling van Departementale en Plaatfelyke Schoolbefturen, welke zullen zorgen, dat de gearresteerde bepalingen behoorlyk worden uitgevoerd. 9- Hy zal aan het Uitvoerend Bewind een Plan opgeeven tot oprichting van een of meer Kweekfchoolen, waarin gefchikte voorwerpen tot bekwaame Meesters kunnen worden opgeleid. .' ,..„ 1.0. . .. v .i • De aanftelling van Schoolmeesters zal gefchieden door het Plaatfelyk Gemeente Beftuur, onder approbatie van het Departementaal Beftuur. ii. Niemand zal voordaan tot Schoolmeester worden aangefteld, ten ware hy voorzien zy van een behoorlyk bewys, dat hy door den Agent, door een Departementaal Schoolbeftuur of door andere daartoe gequallflceerde Perfoonen, geëxamineerd, en tot het openbaar onderwys gefchikt geoordeeld is. 12. Dit bewys zal niet worden afgegeeven, dan na dat zoodanig een Burger door een behoorlyk getuigfchrift van de Munieipaliteit of Municipaliteiten, alwaar hy federt de zes laatfte jaaren gewoond heeft, van zyn Civisme en goed zedelyk gedrag zal hebben doen blyken. De bepalingen in dit, en in het onmiddelyk voorgaande io en n Art. voorkomende, zyn provifioneel, en tot dat, op voord ragt van het Uitvoerend 'Bewind , deswegens nadere fchikkingen zullen zyn gemaakt. 13- Hy zal zoo fpoedig mooglyk aan het Uitvoerend Bewind voordraagen de wyze, hoe de Kinderen van onvermogende Ouders,, overal, zonder derzelver bezwaar zullen kunnen onderwezen worden in het leezen en fchryven; en hoe de Ouders , zonder krenking van hunne vryheid, zullen kunnen worden verplicht hunne Kinderen van dat onderwys te doen gebruik maaken. 14. Hy zal zorgen, dat de opvoeding in de Schooien, over■eer.komftig 'sLands Regeeringsvorm , worde ingerigt;— dat de Jeugd in dezelve meer geleid dan gedwongen — meer door vermaaningen en goede voorbeelden, dan door fiaaffche ftraföeffeuing tot de betrachting van haaren plicht worde bewoogen. 15- Hy zal alle mogelyke middelen beramen , om de Nederduitfche - taal te zuiveren, te befchaven. en derzelver fpclling op eenen gelyken voet interigten. 16. Op gelyke wyze, als boven by Artikel 3. van de publieke Schooien_gefprooken is, zal de Agent door het inwinnen van de nodige informatiën zich in ftaat ftellen, om de gebreken te kennen, welken in de Latynfche, Franfche en andere Schooien , alwaar vreemde Taaien geleerd worden, plaats hebben, en zoo fpoedig mogelyk eene verbeterdeleerwyze aan het Uitvoerend Bewind voordragen, ten einde die alomme zal kunnen w'orden ingevoerd. 17- Hy zal zorgen, dat op de Latynfche Schooien mede de Nederduitfche Taal naar derzelver regels onderwezen worde, en dat overal dezelfde' Grammatica tot dat einde worde gebezigd, op dat de Jongelingen, naar de Hooge School bevorderd zjnde, tot een gewigtiger onderwys in de Nederduitfche Letterkunde zyn voorbereid. 18. De aanftelling van de Onderwyzers in deeze Schooien, blyft het werk der Gemeente - befturen, op voordragt van het Stedelyk Schoolbeftuur , en daar, alwaar geen Plaatshk Sehooibcftüur aanwezig is, op den tot nu toe gebruikelyken voet, zynde nogthands de bepalingen, in dit Articul veói komende, Hechts provilioueel, tot dat daarin nader zal z>n voorzien. 19. Niemand zal door het Plaatslyk Schoolbeftuur tot deczen post worden voorgedragen, dan die voorzien is met ecu getuigfchrift van zyn Civisme cn goed zëdelyk gedrag, geduurende de zes laatst verlopen jaaren , door de Munieipaliteit of Municipaliteiten zyner wooniug behoorlyk uitgegeven; mitsgaders met een voldoend bewys zyner bekwaamheid cn gefchiktheid tot deezen post, ten waaré hy vooraf in zoodanigen Post reeds blykeu van zyne bekwaamheid en gefchiktheid gegeeven had. ao. Alle Gymnafia, Athenrea eu Hooge Schooien, als mede dc aanftelling van Curatoren, Hoogleeraren en verdere beamteu, blyven provifioneel op'den ouden voet, tot zoo lang, dat by het Vertegenwoordigend Ligchaam desaangaandc andere bepalingen, omtrent derzelver "getal cn beftuur, zullen zyn gemaakt, waar van de Agent zal verplicht zyn, om, binnen den kortst mogeh ken tyd, een voordragt eii betoog by het Uitvoerend Bewind iiitcieveren. II 2 21. Hy  CT. Hy zal zorgen, dat, door een byzonder daartoe gefchikt tydfchrift, de promotién en de uitllag der examina, op de hoogere en laagere Schooien, en alles, wat tot de Nationale opvoeding betrekking heeft, worden bekend gemaakt; waartoe hy door eene geregelde Correspondentie met de refpective School-beftuureu zal in ftaat gefteld worden. 22. Hy zal het nodig toeverzigt houden, dat 'er in het openbaar niets geleerd worde, ftrydig met de goede en Republikeinfche beginfelen, die aan de Jeugd, door het onderwys in de Nationale Schooien, z)ii ingeboezemd. 23- Hy zal een wakend oog houden op de fchriften, die in het ffcht verfchyneu, of door de openbaare nieuwspapieren worden aangekondigd; en van de zulken, die fchadelyk zyn voor de goede zeden, aan het Uitvoerend Bewind kennis geeven. 24. Hy zal, ondanks de bepalingen in deeze InftruÊtie gemaakt, het recht hebben, om aan het Uitvoerend Bewind zodanig een algemeen Plan van openbaar Onderwys voorte-, dragen, als hy tot bereiking van het oogmerk der Maatichappy het meest gefchikt zal oordeelen. 25. Hy draagt zorg, dat de Schouwfpelen, overal daar dezelve in de Republiek gevonden worden, Leer-Scholen zyn van het Volk, Kweekicholen voor de deugd, en behoed-middelen tegen dc ondeugd; dat zy tot dien trap van verbetering gebragt worden , waar voor zy vatbaar zyn , en dat van dezehen worden geweerd die ftuk¬ ken, welken de zeden bederven of den Nationaalen geest verzwakken, dat zy ftrekken tot opwekking van Re- ■publikeinfche deugden, dat zy de beloning voorftel'en, die een eerlyke handel te wagteu heeft, en dc ondeugd haar masker ontrukken. 26. Hy zal dërhalven moeten kennis dragen van de ftukken. welke ten toneeic gevoerd worden. weshalven de Com- misfarisfèn der Schouwburgen , en Directeurs van reizende of vaste Troepen, verplicht zullen zyn, de Lyst der Toneelftukken, welke zy voornemens zyn te laaten vertoonen, door hem te doen examineereu, en met voorkennis van het Uitvoerend Bewind' approbeeren. 27- Hy zorgt, dat de Nationale geest,. door alle mogelvke middelen, gevormd en geleid worde tot Deugd en Vaderlandsliefde , en tot de kennis van de waare belangens van het Ge- meenebest, tot het goed verftand der Staatsregeling en Vaderlandfche Historie, het zy door het Schryven van Weekbladen, gefchikt voor de vatbaarheid van de Jeugd ea min verlichte Burgers, . het zy door hec doen vertoonen vaii zedelyke Toneelftukken, tot opwekking van Vaderlandsliefde. (Het vervolg in onze eerstkomende.*) IETS OVER DEN INVLOED VAN DE NIEUWERE SCHF.KUNDIGE THEORIE, OOK OP DE BEOEFFENING DER GENEESKUNDE, EN EENE, DAAR OP GEGRONDDE, GENEESVVYZE, VAN DEN SUlKEliAGTlGEN PISfLOED (DIABETES MELLITUS.^ door N. C. de FREMERY, Med. Dr. Med. et Chem. Profr. te Utrecht. Niemand, die met den tegenwoordïgen ftaat en de dagelykf'che vorderingen der nieuwere Scheikunde, vooral ook in het onderzoek van den aart en de eigenfehappen dier doffen, uit weike het lichaam van dieren en planten is te fameugefteld, maar eenigermaatc bekend is, zal kunnen twyffelen, of deeze Scheikunde heeft over- de voornaamfte verrigtingeu van het dierlyk lichaam, ademhaling, voeding, enz. reeds een aanmerkel)k licht verfpreid,. en zal dit.in volgende tyden by nader onderzoek nog veel meer kunnen doen, wanneer ons maar de wetten, volgens welke de levenskracht de Scheikundige verwandfehappen verandert, nader bekend worden. Van deeze zyde word dus reeds eene gegrondt'e kennis der Scheikunde voor den Geneesheer zeer belangnk: dan noch meer zal zy zich by denzelven- verdieiiftetyk maa- ken, indien zy hem ook op het, dikwyls moei!) ke en duistere , pad der beöeffeiiende Geneeskunde', kan voorligten cn gegrondde handleiding geeven tot de nadere kennis en ceneezmg van fommige ziektens, tegen welke zyne konst of mets of immers zeer weinig vermogt. Hier toe nu doet zich de hoop allengskens meer en meer op. fntusfehen zal liet, om hier waariyk nut te ftigten, nodig zyn, met zeer veele omzigtigheid te werk te gaan, en niets voor waar aan te neemen, dan het geen op genoegzaame gronden van reeden en ondervinding rust. Aan deezen toetfteen, zullen derhalven de nieuwere Theorieën, welke ons Trof ter en Beddoes over het Scorbut O) Beddoes over de Long- teenng (6) andere weder over andere ziektens, ge¬ geeven hebben, moeten beproeft worden, eer men dezelve als waar kan aarineemen , en daar op, met hoop op eenen gelukkigen uitllag , eene veranderde Geneeswyze vestigen. Het zal dan ook nader moeten biyken, weiken invloed de ver- OD Letterbode N°. 265. bl. 30. en N. Letterbode A'°.. 8. bl. 61. ' (2>) N. Letterbode op de aangeh. plaats, vergeleken met het 'Jounu der Er/rad. Iheor. u. IViderfprikh. IX. Si. p. 118. very. alwaar deeze Tbeoue feberp beoordeelt word,.  C * ) veranderde evenredigheid van de beftanddeelen des menschJvken lichaams, en wel bepaaldelyk een gebrek aan , of overvloed van, het zuurmakcnd beginfel, op den algemccnen ftaat van gezondheid en ziekte hebbe, en hoe men zoodanig een overvloed kan wegneemen, of, in een tegenovergefteld geval, het ontbreekende fuppleeren. immers, hoe zeer het onredelyk zyn zoude alle, of zelfs de meeste, ziektens van eenen overvloed van, of gebrek aan, dit zuurmakend beginfel te willen afleiden , waar toe ons voorzeker genoegzaame waarneemiiigen ontbrceken, zoo geeven ons echter de bekende en wel beweezene eigenfehappen, van dit belangryk beginfel, aanleiding genoeg, om met reden te kunnen vooronderftehen , dat deszelfs meerdere of mindere hoeveelheid eenen aanmerkelyken invloed op de geheele dierlyke huishouding moet hebben. . - In deezen tegenwoordigen ftaat onzer kundigheden, moeten ons derhalven alle bydragen, welke dit onderwerp eenigermate kunnen ophelderen, welkom zyn, en het is uit dien hoofde, dat ik gemeend heb, mynenLandgenooten geenen ondienst tc zullen doen, door hun eenigzmts nader bekend te maken met de waarneemiiigen en proeven van Dr. Rollo, over den Suikeragtigen Pisvloed {Diabetes Mellitus), welke meede den invloed van het zuurmakendibeginièl op de.gezondheid bevestigen, en middelen aan de hand geeven, om deszelfs hoeveelheid in het lichaam, na vcreisch van zaaken, eenigermate te vermeerderen of te-verminde„ .f . .\ . - - jen ye j. Bekend is het, dat de Pisvloed {Diabetes} onder die ZieKtens Denoori, wcinc, uuc z.c^i mei. *.ee> j«. .— komende, dan echter dikwyls alle pogingen van den Gencesi »~ ï™.,. ft.iion 110 epiipn b-nriprpn. of lane-eren j j„„ t irir-r Anr.r vr>vit,liihpv\nu v^ii krap-ren. e-ebrek aan voeding en eeue aanhoudende fmipkoörtf, in het graf fieepen. In voorige tyden fchynt men meer op- de onmatige hoeveelheid Pis, welke in deeze ziekte geloosd wierd, dan op derzelver hoedanigheid acht gegeeven te hebben. Na Willis echter hebben dc Geneesheeren, welke gelegenheid hadden, om deeze ziekte waar te neemen , opgemerkt, dat de Pis in dezelve veeltyds haare gewoone eigcnichappeu mist, eenen zoeten Suikeragtigen fmaak, en daar mede overéénkomenden reuk heeft. En niet alleen, dat deeze Pis dus m haare uitwendige eigenfehappen met Suiker overeenkomt, men kan 'er ook door uitdamping eene ftof uit verkrygen, welke volmaakt alle de eigenfehappen der Suiker heeft. Aan zich zeiven overgeiaaten, gaai uee« r», e.eu v~*v — ., celöL lil ^..^ vy J„,. „,™ï>« cn prnrlplvt r,"if t-(» D-lsMllCr. CiVTT. Pqk k.Tfl men het Suikeragtig beginfel, door uitdamping verkrecgen, ÜOOr miÜQül van Daipoiei-^um , m waai juiiu-miu ...... j„,„„ . .-.f nnV hu-JAApn mm ppiip rnindare hoeveelheid Salpeter-zuur gebruikt, in eene,. volmaakt na honing gely- üenae, zeiinauuigneiu v. » > r\,-nr Aan ïi/ajuTon vort pil Ac nna<;tp. nnr7.;-,ak van dit 01126- mak was men onder de Schryvers over de beoüffende Ge- , 1 n.. „..r..U. nl.,t,Aa n.n,.r.nl»n neesKunde in net onzekere, net wa• VVelK denKDeeia aoor ur. juuvjun uuvucu^ci .uu.6ulu^u aangedrongen is. Ook dit gevoelen word door Dr. Rp/la na het werk, waar van ik hier voornamelyk fpreek, omhelst, doch hy bepaalt de oorzaak deezer onvolkomene asfimilatie nader, brengt dezelve terug tot Scheikundige veranderingen in het menschljk lichaam, en bouwt hter op eeue Geiue^wyze, welker werkzaamheid door hem, en meer Geneesheeren , in verfcheidene gevallen, voldoende gevonden is. De werking der maag is, volgens hem, in deeze foort van Pisvloed, te fterk, zy is daar door geneigd, met alleen om het Suikeragtig beginfel uit alle voedfeis, die hetzelve H bevatten, onverandert in de Chyl te doen overgaanmaar zelfs, om dit beginfel uit andere plantenftoflen, waar m. het te vooren niet aanwezig was, te vormen : en dit geichied vooral door eenen te grooten overvloed van het zuurmakend. beo-infel, welke 'er in deeze ziekte in het geheele lichaam, en b\zonder ook in de maag, plaats heeft. De proeven ïm' mers van Cruikshank, agter het werk van Rollo gevoegt., maaken het zeer waarfch>nl>k, dat de Suiker zich van andere nadere grondbeginfelen des plaiitenr) ks, vooraamentlvi: door eeue erontore evenredigheid van het zuunmkend be- • r-i „j°r.L.':j TJ„. C„;i,n„„,;n hnfrinfal haaCt in giniei,. uiiuenciiciu j- ouii^e-iagug u^gmn.* ... deeze ziekte derhalven, in de Chjl, zee» aanmerkelyk ds overhand, en deeze te groote hoeveelheid v.m het zelve maakt nu ook , d,.t uit deeze Chyl. geen gezond en met voedende deelen voorzien bloed kan worden, toebereid — ja dat zelfs een gedeelte van dit beginfel in do bloedweg o\ ergaat, waar door deeze haaren ziltigen fmaak verliest,, of zelfs, gelyk Dobfon waargenomen heeft,, zoetagtig word, en het geheele bloed veel moeilyker — veel langzaamer tot rotting overgaat, dan dat van eenen gezonden mensen, en dus binding van Suiker in water , ... - i j „,.m. fv*i werk. ten tvtel voerende: Two taks of the diabetes mellitus, wth remark*, as they arofe during the p,otrefs of the Cure, to which are addedt a genera'. Vit» of the nature of the Difeafe. and iis appropriate treatment, incittding obfervatum on fome fifeafes, depending on Stomach 'afettion, and a detail of the Commumeations rlcei/ed on the fubjeèt, fmee ,hc duperen of the notes on tke first cr'fe. By lohn Rollo M. D. London i797- * Vol. 8°. vnar va» men een uittrekfel vind in de Amaks ie Chemie. T. JvXIV. p. 175.' Cd~) Belralven het werk vnn Rollo ze'.ven verdienen hier vooral vergele- /. i..- xr n„.',/;.„ p,-h*rimm't nnd Cïhlu-.-vatinnA au lts Urine in a Diabetes. Mtëc. Obferv. and Mjuir. lol. V. p.- 2j)3. en Prime Ma*[ btiü Memo-!'-, fri prniapi pme tt'ff-i-Jte ieii^o-t-y- i i;.-.. Spjo,. dl Fnnlv Pavk. Van welk klein werkje men een vry volfctiig uitireUfcl v.iti. in* de Uedic. Chir. Zat. 1794- No. 8. I. Th.J. 11.5. f. (e^ first Lines of the pntctice of phypek *%. 1510. 1512. (ƒ) Men zie dezelve in de Antuti. de Chemie lom. XXV. p. 3."'- °J f Werkhoven nieuwe Phyf. en Chm, Oef. D. k b:. $U ö 3  C & ) cius voor minder gcmirrwlifeert moet gehouden worden. Dee■zc zelve Suikeragtige zelfftandigheid dus, in meerdere of mindere hoeveelheid, door dc geheele bloed-masfa verfpreid, veroorzaakt nu ook eene algemeene prikkeling en daar door •ene fieepende koorts ; maar byzonder doet zy het ftelfel der nieren cn piswegen aan, en veroorzaakt de affcheiding van eene zeer groote hoeveelheid pis, welke dit beginfel in eene ruime maat bevat, en uit welke het, op de boven gezegde wyze, kan worden afgefebeidem Op deeze Theorie rust nu ook de geheele met eenefi goeden uitflag bekroonde geneeswyze der ziekte. Men moet nam. de vorming van Suikérfiöf ■ iii de maag tragten'voor'te komen, en deeze door gefchikte middelen tot haare natuurlyke werking te rug te brengen — dit gefehied nu vooral door zoodanige middelen, welke volftrekt geen zuurmakend beginfel aan het lichaam kunnen mededeelen , maar het zelve veel eer greetig daar uit tot zig neemen. Een hoofdvcreischte is dus, dat alle vocdzel uit het plantenrvk volkomen vermyd worde, daar dit en gereedehk het zuurmakend beginfel loslaat, cn tevens de vorming der"Suikerftof aanmerkelyk bevordert: de dieet moet daarom geheel en al uit het dierennk genomen zyn, hoedanig eeue dieet ongemeen gefchikt is, om ook het lichaam van deszelfs overtollig zuurmakend beginfel te bevnden. Dit word bevestigd door eene waarneemiug van den Hr. Spa/ding , welke opgemerkt had , dat hy, na te vooren dierhk voedfel gebruikt en gegistte vochten gedronken te hebben', de lucht onder de duikerklok veel fcbielyker verteerde, dan na het eeten van voedzel uit het plantenrvk cn drinken van water. Vervolgens komen hier die middelen in aanmerking, welke de fterke werkingder maag kunnen verminderen, waar toe de Schryver van tyd tot tyd herhaalde braakmiddelen en narcotica met voordeel gebruikt heeft. Eindelyk dienen hier zoodanige geneesmiddelen, als in ftaat zyn, om het overtollige zuurmakend beginfel, regtftreeks, "tot zich te neemen, en zich daar mede te vereenigen, als daar zyn de gewoone zwavcllever (fu/fure de pot asje') maar vooral het bytende vlugge loogzout met gezwaveld waterftof-gaz {gas hydrogène fulfure) bezwangerd. Van dit laatfte geneesmiddel heeft de Schryver vooral goede uitwerking gezien. Men bereid het, door het bytende vlugge loogzout, als b. v. het aqua ammon.pur. der Pharmacopoea Londiuenfis of iederen goeden Spir. Sa/, amin cum cake civa in eenen daar toe gefchiktcn toeftel met het genoemde gaz te verzadigen. Dit gaz kan, of, gelyk de Schryver wil, uit kunftigen pvziet, of ook, even goed, uit de gewoone zwavellever, door "zoutzuur ontwikkeld worden (g). Intusfchen moet men in de gift van dit middel voorzigtig zyn. Voor eenen voIWasfenen is die van 3 of 4 droppels in een half pint water — eene te groote gift veroorzaakt dikwyls misfelykheid, duizelingen cn toevallen van verdooung. (g) Men zie over deeze bereiding Hufdcni journ. der Vrc.ktifch.HeUk. IV. Bud. p. 360. en Trorapisdorff Jour::, d. Phcrm. V. Bti^. 2~St. p. 147. De geneeswyze, op deeze Theorie geboüwt, en volgens dit pian mgengt, was van zoo gelukkig een gevolfr, dat, onder andere gevallen, een man, die reeds 7 maanden aan deeze foort van Pisvloed had gcleeden, eu veelerlei andere middelen te vergeefsch gebruikt, nu binnen den tvd van 4 weeken volkomen genas. De Pis, welker hoeveelheid in her begin 24 pinten daags bedroeg, en die van eenen zeer zoeten fmaak was,, nam eindelyk tot %i pint af, en verloor doezen haaren zoeten fmaak geheel en al. De goede uitflag, welke men dus in dit en andere, door Dr. R. medegedeelde, gevallen, van deeze geneeswyze heeft waargenomen, moet, myns bedunkens, andere Gëneeshceren, aan welke gevallen van deeze ziekte mogten voorkomen, aanfpooren, niet alleen , om da hier gebruikte middelen voorzigtig te beproeven, maar ook vooral, om hunne» aandagt te vestigen op den aart eu de eigenfehappen der geloosde Pis, en dit vocht zoo veel mogelyk Scheikundig te onderzoeken, en om de wyze, waar op de toegediende geneesmiddelen , en gchoudene diëet op het lichaam werken, met alle naauwkeurigheid te onderzoeken, ten einde hier uit te kunnen bepaalen, of de voorgeftelde /Etiologie der. ziekte de waare zy, en wy dus aan de nieuwere Scheikunde en het naauwkeuriger onderzoek des dierlyken lichaams, de ge-, neezing van eene der moeilykfte fieepende ziektens verfchul. digt zyn. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbritannien. Van de Moralia van Plutarchüs , volgens de nieuw e uitgave van Prof. Wyttenbach , is het vervolg van de Clarendonfche pers , te Oxford , gekomen ; beftaande het zelve weder in twee Delen in groot 4to, waar van elk in de uitgave in 8vo, twee Delen uitmaakt. Het derde Deel bevat van No. XXXVII. An vitiofitas ad infelicitatem fuffieiat, tot No. LVIII. de Convivales Dispuiationes; en het vierde Deel van LIX. den amatorius totLXXV. terrestriane an aquatilia animalia fint callidiora. Voor zo veel nu reeds daar van op te maken is, fchynt de Text met het volgend Deel afgedrukt te zullen wezen; en dan kan men de uitgave van den Commentarius fpoedig verwachten, door welken men eerst van de gehele bearbeiding een volledig o\erzicht zal bekomen. Deze thans uitgekomen Delen 'zm, wat de inrichting van het Werk betreft, volkomen gelyk aan de vorigen. G. G. A. Duitschland. Ferfuch über die Cultur der Griechen zur Zeit des Hornet, von H. W. A. de Marees, ProL am Königl; Joachimsthal. Gymuafiuin zuBerlin. Beriinivqy. 8vo. 234 f. . De Schryver volgt Goguet, TVood en Kóppen het fpoor, geeft evenwel nog veel nieuws, befchouwt de zaak uit het wave oogpunt, cn zal van e:n ieder, die in dit vak geen vreemdeling is, met eenoeeen en met nut rötezidi «w. van elk in de uitgave in 8vo, twee Delen uitmaakt. Het 'derde Deel bevat van No. XXXVII. An vitiofitas ad inifelicitatem CulTieiat. tor Nn. T.VITT. Ai> Cnv,»;»»/,,* '.pui ationes ; en het vierde Deel van LIX. den amatorius treft, volkomen gelyk aan de vorigen. G. G. A. zur Zeit des Hornet, von H. W. A. de Marees, ProL :im k'finio-1: Trarhim^ihol Cvmnnfinm d„,.i:<, r> den. .. G. G. JAi na-  C 63 ) N.ARIGTEN en BYZONDERHEDEN, ïot den handel EN scheepvaart, LAND" ÉN veebouw, als mede DE huishouKUNuE , handwerken EN fabrieken, betrekkelyk. Nader. Bericht (*) vegens de voortrefyke deugdzaamheid en het gebruik van een, voor weinige jaaren uitgevonden, Scheeps-Vejinis of Smeerzel. Geene uitvinding, van welk eene beproefde waarde dezelve ook zyn mooge, is immer ten voorfchyn gebragt, of zy was , voor verbetering en uitbreiding haarer nuttigheid, vatbaar; ■ van daar, zoo veele voortreflyke voortbrengzelen van het nuttig, vlytig eh werkzaam vernuft, van daar, de vorderingen, welke de nuttigfte Kunften en Wetenfchappen, van tyd tot tyd, gemaakt hebben, en waar door dezelve, allengs, fchier tot den hoogfien. trap van volmaaktheid zyn geftegen; van daar, eindelyk, dat het boven aangekondigd, en vry algemeen gebruikt wordend, Schecps-Vemis of Smeerzel, door naarlfjge proef«eemingen, tot dien graad van volkomenheid is gebracht, dat het zelve, (behalven tot het gebruik aan Schepen en Paalwerken, tegen het vernielend geweld der Zeewormen) ook met vrucht kan word n gebezigd, aan alle Houtwerken, welke aan het bederf van Water, Aarde, Lucht of Zonnenhitte, zyn blootgefteld. Houten vloeren in Kelders, of vochtige plaatfen; Gootplanken ; Schuttingen ; Aardplanken; Schoeijingen; Stekwerken; Brandgevels; Windveeringen; Boeiborden , Kappen op Tuinhuizen en Duivenhokken; Xrek- en Bioeykasfen enz. kunnen, daar mede beftreken, der verrotting door het Water, of de verteering door de Lucht of hitte der Zon, volkomen verduuren: zelfs is de deugdzaamheid van dit Vernis gebleken, aan Houten, of zoogenaamde Looden, Regenwater-bakken, welke, tot bejammerend nadeel der onfehatbaare gezondheid van zoo veele menfclnn, voorheen met Lood wierden bekleed; in dusdanigen Bak, behoorlyk gemaakt, en, met dit Vernis, aan de (*) Een voorlopig berigt, van dit Vernis, vind men in! onze No. 170. of D. ¥11. bladz. 69. binnenzyde, geheel beitreken zynde, word niet alleen de doorzypeling van het Water voorgek&omen, maar word het zelve by zyne natuurlyke zuiverheid bewaard; terwyl tevens, en dat wei het voornaamfte is,, de -gebruiker van het zelve geen gevaar voor deszelfs gezondheid behoeft te duchten. • Verders kan men, met het beste gevolg, dit Vernis of Smeerzel gebruiken tot aile Muurwerken, welke in moerasfige of waterachtige gionden ftaan, en daar door een geftadigen toevoer van Water hebbende, ongemeen vochtig zyn; wanneer men namentlyk daar van de onderfte lteeneii, zes a zeven hagen boven de hoogde Waterpeil, by vakken uitbreekt, en daar in wederom even zoo veel ïaagen harde moppen in het heete Vernis inwerkt; 1 hie,r door word de toevoer van het Water compleet benoomen, en de Muuren binnen weinig tyds zoo droog en hard, als. men zoude kunnen wenfchen; ook fpreekt het van zelve, dat men , by 't metzelen eener nieuwe Muur, dezelve op gelyke wyze voor 't optrekken des Grondwaters kan bevryden., Dan men heeft ook Muuren, welker vochtigheid niet zoo zeer voorkomt uit het optrekken van het Grondwater, als wel doordat dezelve op de Zuiden of Westen Winden ftaan r en daar door het meest aan den Regen zyn blootgefteld: dezen kunnen, op gelyke wyze, door dit Vernis worden verbeterd, wanneer men namentlyk, aan ■.derzelver buitenzyde, de kalk uit de voegen der ftee'nen laat bikken, en vervolgens de gêheete Muur, in 't heettte.van het Somerfaizoen , (en wei, kan het zyu, in Zonnefchyn) met de heete Vernis befmee- ren; dog, byaldien men zomtyds niet gemaklyk 'aan de buitenzyde eener Muur «konde geraaken, on» de Vernis daar behoorlyk op te brengen, en echter derzelver vochtigheid gaarne wilde beletten, ten einde een Behangzéi of iets anders daar tegen te kunnen (lellen, dan behoort men dezelve aan derzelver binnenzyde met half of drie quart duims deeltjes, wel 'droog en in elkander geploegd, en met de Vernis aan de eene zyde belineerd, op latten te befchieten; als. wanneer men verzekerd kan zyn, dat ai het geen men, vervolgens, tegen de niet beuneerde zyde van dit bcfchot gelieft te plaatfen, (al waare het clan ook het fynst gcfchilderde Behangzel) volmaakt geconierveerd' zal blyven, althans dat de vogtigheid daar aan geen bederf te weeg zal brengen. Voor 't overige is de nuttig- en min-kostbaarheid dezer Vernis, onder anderen, ook al weder gebleken,, door deszelfs gebruik aan Bruggen , op gcmetzelde; Voetftukken of zogenaamde Stcenen-beeren, gelegd, als  Als Vaar van de Balken en verdere Hontefivloer, met het zelve ben-reken zynde, het bekleden met kostbaar Koper, Lood of Zyldoek , onnoodig is bevonden, waar door eene vry aanzienlyke fomme is befpaard geworden. De verdere nuttigheid dezer Uitvinding moet zich zelve ten overtuigendfte openbaaren, indien niet het vooroordeel en het fchadeiyk eigenbelang, die vyanden van alle nuttige onderncemingen, haare uitwerking belemmeren en een verachtelyke zucht voor het gebrekkige oude, de voorkeur ^an het betere nieuwe blyft weigeren. Den 18 January 1799. NB. Het adres, ter bekooming van'dit Smeerzel, is nog als voorheen: aan Cornelis Brooshooft en Comp_. aftegeeven by Pieter Pieierfte Jansz. in de Schipperftraat te Amfterdam. C *4 ) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Pryzen der Granen, op 4 Febr. te Amsterdam, TARW. Het Last! GERST. Het Las Ggld.1 Ggld Poolfche bonte en witte 190a215;Vriefche Wintergarst . 90aut dito rode . . i8oai95,Gron. en Oldamfche . 90a nc Elbing. en Heugfche . 175 a 195! Zeeuwf. en Overm. Winter 8saio( Koningsberger . 165a 195,Dito Zomer . . 80aio; Vriefche . . 156a i^ö^Dantziger en Elb. . Bovcnlandfcbe . 1558180 Voorkmdfche rode . 146a 160 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandlclie . 175 a 195 ROGGE. Brouwhaver . . . 100a tic Pruisfifche . . 130 a 145 Witte Voeder dito . 78 a 81 Koningsberger . • 130 a 145 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 20 a 21 Gedroogde . • 136 a 150 Dito Brab. en Vlaam. £ 20 a 2i Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 6o| Overm. 't Last. . f $165 Dito Lyn . - 5*t Slae-Lvnz. de ton van Dito Hennip . . -02 I Schep. Rigaas . - n a 12 Walv. Traan, 't quart. HennipS dim . - 8|a9J va,y2 Stek. N.euwe -116 Dito Rode . . • - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. 7^1 & & Cadix • 1 - 7i lisrabon - 6o| Nieuwe DucatJ ƒ 5,15,16 Veiietien - 923 Oude ger. dito - 55J.V4 I.ivonio » - ip5.4 Nieuwe Louis d'Or - ii,I3§5i5ï Parys. 2.m.| y Asfi . ^ Cuinies - 12,18 dito kort. I a filialen - i°,4 Idem in Specie - Franfche Kronen - 57 a§ Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 6 a si pCt. Dito kort Ilambug 2. m. Ct. tt. 387% »°- Batik - 95& Dito kort - 39 338^ — Wenen id. B°. - 37l Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 209; en te Haarlem 18, onder welken laatften 10 beneden de 12 Jaren. Gedurende het jaar 1798, zyn in geheel Rusland geboren 991,911 kinderen, en overleden 540,390 perfonen. Het getal der gehuwden was 257,513 paar. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. Hamburg, ii Febr. Wy hebben thans hier op nieuw, gel;, k in de laatfte dagen van December des vorigen jaars, een' zeer hevige koude. Donderdag den 7 liep de Wind naar bet Oosten: de lucht was helder en droog en de Thermometer tekende 'savonds 11 uren 135 gr. onder o. volgens Reaumur. Vrydag morgen om 7 uren ftond hy op 162 gr. onder o zzz si gr- volgens Fahrenheit. Zaturdag ochtend om 7 uren, op 17 gr. volgens R. of 6\ gr. naar Fahrenh. De koude van den 9den verfchilde dus flegts 1 Reaum. gr. van die van 25 Dec. 1798. Sedert iszy, van dag tot dag vermindert, zo dat heden namiddag om 4 uren de Therm. van Reaum. maar op 3 gr. onder het vriespunt ftaat. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. , f" baro- i ther- f hygro- streek luchts- ^e ) me- mome- me- der gesteld- ï799- f ter. ter. ter. WIND. heid. f29.9* 20 88 Z.z.o. vooimidd. betrokken} 13 < 29- °* 33* 1 79 2. verder iheeuw. / 29. 7i 30 99 z.z.w. _ C29. 1% 35 94 W. N.W. omtrent betrokken; 14 <" 29. 8i 39 92I — 'snagts regen en zeer / 29- 7I 34 97 ^tOv'j13^ ^nd. C/20. 4i 385 08 Z.Z.W. voonn. omtrent betrok*. • jii rsn -7 w liaide wmd; verder om- 15 < 29- 4; 41* 97 Z-W. trent heldery 's av. be- /.29- 3*_ 40 94 z. woikt; («) C29. oi 37* 94 z. w. 16 < 29. oi 41 95 W.Z.W. omtrent betrokken. ( 29- 2j 35 97 N- w. _^ C29. 4 32 90 N.N.W. 01im.ent betrokken; 17 ^29.42 30I 81 — 'savonds bewolkt. /.29- 6| 25j 81 — . (f29. 74 282 80 O.Z.O. windrig; 's av. harde wind; 18 < 29. 8i 33§ 78 voonn.betrokken; verder £29. 6\ 30 97 o.t.Z. meeuw; 's avonds regeu. ('29. 6 45 97 z- w- i-egen; voomiidd. met 19 l 29. 6i 47 985 Z.Z.W. zeer harde wind. ^29. 5 I 41Ï 99 W.Z.W. (*) 'sNagts regen en haide wind. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 270. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTEE.°BODE9 VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN, VRTDAG DEN 1 MAART. BERIGTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Franeker, den 15 February. Door Curatoren over de voormalige Frieslandfche Univerfiteit alhier, zyn onlangs beroepen en aangefteld: tot Hoogleeraar Historie Ecclefiasticte & Exegeseos Bibltcai, Ds. J. H. regenbogen , Predikant te Franeker, en tot Praeleétor in de Tekenkunde, W. B. van der Kooy, Secretaris van het District Acht - Carfpelen in dit voormalig Gewest; welke Burgers deze beroeping hebben aangenomen en aanvaard. En nu is verder door voorn. Curatoren tot Hoogleeraar Theologie Naturalis & DoStrina Moralis beroepen Ds. E. Tinga , Predikant te Vlisfmgen, die insgelyks deze hem opgedragene Profesfie heeft aangenomen. Leyden, den 24 Febr. Heden is, alhier, na ene zeer zware ziekte,, in den ouderdom van 41 Jaren, overleden, Broerius Broes, Hoogl. in de Godgeleerdheid cn Uitlegkunde des^ N. T. aan 's Lands Univerfiteit alhier. Amsterdam, den 15 February. In de algemeene Vergadering dei Amflerdamfchen eerjlen Dcpartements, der Bataaffche Maatfchappy: Tot Nut van 't Algemeen, gehouden den i4den January 1799» werd, volgens jaarlykfche gewoonte? het groot examen gehouden, van die Leerlingen, welke in het Kweekfchool XI. Deel. voor Schoolmeesters, des voornoemden Departements, door den kundigen Onderwyzer G. Ramakers, onderwezen worden. De voorzittende Scholarch Mr. N. SinderAm, onder wiens opzigt, dit examen gefchiedde, deed vooraf een. kort verflag, nopens den oorfprong, voordgang en tegenwoordige gefleldheid van het zelve Kweekfchool; waarna de Jongelingen, zoo door den opgcmelden Onderwyzer, als door den oudlteri der Leerlingen, met naame, Jacobus van Wyk, R. Z., ondervraagd wierden, en daar by, ten genoegen van de Vergadering, welke ter deezer gelegenheid buitengewoon talryk was, overvloedige blyken gaven van derzelver bekwaamheden en vorderingen, in de gronden der Nederduitfche en Franfche Taaien, in de Reken-, Wis- en Aardrykskunde , enz. wordende vervolgens gemelde Jacobus van Wyk R. Z. tot Ondermeester bevorderd, en aan hem, eu aan alle de overige Geexamineerden, Bockgefchenken ter hand gefield. De plegtigheid wierd, door den voornoemden voorzittenden Scholarch, met toepasfelyke Aanfpraaken gefloten; wenfehende hy de Vergadering hartelyk geluk, met de veelbelovende uitzigten, welke het Schoolweezen, overliet algemeen, van deeze lofwaardige inrichting heeft te wagten; terwyl hy tevens de Leerlingen aanmoedigde, om in derzelver yver cn leergierigheid onvermoeid voordtcgaan, en hunne Ouderen opwekte, tot eene levendige erkentenis aan het Opper veezen, voor het weldaadigc, 't welk hunnen kinderen, met betrekking tot derzelver opvoeding, was te beurt gevallen. Daar de tyd , tot deeze Vergadering bepaald, te I kort  C 66 ) kort was, om een volledig Examen te houden, over alle de voorengemelde takken van Wetenfchappen, is andermaal Examen gehouden, in de gewoone Vergadering van Scholarchen , cp jongstleden Woensdag, den isden deezer* en hebben toen, in tegenwoordigheid van eenige Leden des genoemden Departements, alle de Ge examineerden, op nieuw, blyken gegeeven van hunne bekwaamheden, inzonderheid iri de Matkc/s en daar door, gelyk rnede door hunne gepaste andwoorden, op de voörtrelleii, over den Natuurlyken en den Geopenbaarden Godsdienst, de goedkeuring van alle de aanweezigen weggedragen. Uit naam van Scholarchen voorn. Dirk Boing. Secretaris. Vsrvolg en Slot VAM DE INSTRUCTIE voor den Agent van Nationale Opvoeding, waaronder begreepen is de Geneeskundige Staatsregeling , de vorming der Nationaale Zeden , de bevordering van het openbaar Onder- ■ wys en van Kunften en Wetenfchappen. An. 23. Hy neemt kennis van de manier van Onderwys, en den ftaat dei- Wetenfchappen in andere Landen, daar dczelven bloeien, — als mede va» de nieuwe iuftellingen in de voortong- der Kunilen en Wetenfchappen, om daar van in ons Land het beste gebruik te maken. 29. Hy zal in het oog houden,, dat de beoeffenïng der fchoone kunften eenen zeer heilzaameu invloed kan hebben, op het a ormen van het Nationaal Charaérer, en zal diensvolgens dc nodige in fbrmatiën neemen , naar den tegenwöordigen ftaat der Schilderkunst, der Beeldhouwkunst en Burgerlyke Bouwkunst, ten einde aan het Uitvoerend Bewind de gefchiktfte middelen voortedragen, om de fchoone Kunften in ons. Vaderland te doen bloeien» 30- Hy zal met allen vlyt naargaan den ftaat der Letterkunde in ons Vaderland, en de middelen, welke by de hand zouden, kunnen genomen worden, om dezelve te verbeteren ; zoo wel met betrekking tot de Dichtkunst, als die om wél 1e fpreeken; in het oog houdende, dat, geen dier werken waarlyk fchoon zyn kunnen, zoo zy eene ftrekking hebben, om den eerbied voor het Opperwezen te verminderen, of dc zeden te bederven, eu zal hy aan het Uitvoerend Bewind , de meest gei'chikte middelen voordragen , om den fmaak te verbeteren, en de beoeffening der Letterkunde aantemoedigen. Hy zal alle mogelyke attentie hebben, op de geheele Staatkundige Geneeskunde, — afle plaatshebbende gebreken en misbruiken desaangaande opfporen, dezelve aan het Uitvoerend Bewind, benevens de middelen ter verbetering, zoo dra mogelyk, voordragen, en zyne zorgen laaten gaan, over alles, wat ftrekkeu kan ter bevordering van de gezondheid en de phyfieke welvaard vari hét Bataaffche Volk. Hy zal naauwkeurig toeverzigt houden, op de algemeene oorzaaken der Volksziekten in ons Vaderland, vooral van doorgaande en befmettende ziekten van Menfchen; terwyl hy mede, voor zoo ver zulks invloed heeft op de gezondheid der Menfchen, met de meeste naauwkeurigheid, zal letten op de ziekten van het lastdragend en flagtbaare Vee, (huislyke Dieren, alle daar onder begreepen) mitsgaders omtrent de algemeene middelen, die ter afweering, en hcrftel der ziekten, behooren ia het werk gefield te -worden. 33- Hy zal derhalven moeten acht geeven, op alle lnchtbedervendc en befmettelyke oorzaaken van ziekten, en ai het geen de lucht met fchadeljke dampen vervult, 't welk zich tot de gevolgen der Droogmakeryen en Overftromiugen uitilrekt. 20. Op alle verbeeteringen , welke ter bevordering van de gezondheid der Ingezetenen, in de Burgerlyke Bouwkunde, zouden kunnen gemaakt worden. 3°. Op alle foorten van Spyzen cn Dranken, voor zoo ver derzelver aart, hoedanigheid, of bereiding voor de gezondheid nadeelig zoude kunnen zyn. 40. Op alles, wat de openbaare nitöeffening en praktyk der Genees-, Heel-, Vroed- en Artzeny-mengkunde, zor> in de Steden als op het Platte Land, betreft; ten einde deeze voor den Staat zoo belangryke wetenfehap door deskundigen geöeffend, en alle fchadelyke gevolgen der onkunde en kwakzalvery geweerd worde. 5°. Op de gefteldheid der Gevangenisfen, Gast-, Krankzinnig- en Verbeterhuizen of andere openbaare Gedichten, door de geheele Republiek, voor zoo verre zy haare betrekking hebben, op de gezondheid en ziekten der Menfchen; 6°. Op alle omftandigheden, die voor de gezondheid der Ingezetenen, nadeelige gevolgen zouden kunnen hebben- 34- Hy zal aan het Uitvoerend Bewind, zo dra mogelyk, een gedetailleerd plan inleveren, volgens welk het toevoorzigt over  over het Genees-, Heel- en Vroedkundige in de geheele Republiek, de verzorging van de Armen en bewooners van het platte Land door Genees-., Heel-, Vroed- en Artzenykundigen, en het onderwys in de opgemekle vakken, ia het vervolg dient te worden ingericht. 35- Hy zal, binnen den korst inogelyken tyd, aan het Uitvoerend Bewind inleveren eene Pharmacopcea' Batava, om door de geheele Republiek te worden ingevoerd. 36. Hy zal binnen den kortst mogelyken tyd aan het Uitvoerend Bewind opgeven, op welke plaatfen zodanige Collegien zouden kunnen worden daargefteld, ter regeling en bevordering der Genees-, Heel-, Vroed- en Artzenymeug-kunde, en op welke wyze dezelven zouden behooren te worden daargefteld. 37- Hy zal, na eene behoorlyke inrichting van het Geneeskundig Beftuur, met de Collegia Medica door de geheele Republiek, eene geregelde 'Correspondentie houden, ten einde door dezelven van het getal der dooden eu geboorenen, van den ftaat der gezondheid der Ingezetenen, der VeeZiekte by grasferende epidemiën , onderregt te worden, en, tot voorkoming of ftuiting daarvan, zoodanige middelen aan het Uitvoerend Bewind voorflaan, als] hy meest gefchikt zal oordeelen. 38. Deeze Correspondentie zal zich ook uitftrekken tot alle inbreuken, die tegen dc heilzaame inttcllingen van dit vak zouden mogen gemaakt worden door onbevoegde Perfoonen; zullende hy, hiervan onderrigt, door middel van het Uitvoerend Bewind, alle fchadelyke en bedervende inbreuken op ftaanden voet trachten tegentegaan en uitteroeijen. 39- Hy zal zorgen, dat 'er alle jaar eene nauwkeurige lyst Worde in het licht gegeeven- van alle de geboorenen en geftorvenen door de geheele Republiek, geduurende het afgeloopen jaar, derzelver ouderdom en gellacht, en.zoo veel mooglyk aan welke ziekteu zy overleden zyn,, waartoe alle Municipaliteiten en Collegia Medica verplicht zullen zyn hem de noodige bydragen te bezorgen. 40. Binnen den kortst mogelvken tyd, zal door den Agent moeten worden ingeleverd een volledig plan ter verbeteringder inrigtingen op 'sLands.Vloot, zoo wel ten aanzien van het voedfel, 't welk aldaar gebruikt wordt, als van de geneesmiddelen en geneeswyze; en voorts van alle andere onderwerpen , die betrekking hebben tot de gezondheid of ziekte van .de Vlootelingen. 41. Alle geneeskundige inrigtingen voor de Armee te Lande, zullen ftaan onder zyn toevoorzigt; zullende hy dienaangaande zodanige verbeteringen voordragen, als hy ten meesten nutte zal oordeelen te behoren. 42. Hy draagt zorg, dat 'er van tyd tot tyd een Geneeskundig Zakboekjen worde uitgegceven, welk voornamenlyk zal moeten behelzen zoodanige lesfen, die in ftaat zyn den gemcenen Man in zynen leefregel te leiden, en de gevaarlyke klippen van ligtgelovigheid, bygeioof, onachtzaamheid, flordigheid of verwaarlozing aantevvyzen. 43- By het vieren van Nationaale Feesten, zal hy verplicht zyn de Plannen daartoe aan het Uitvoerend Bewind mtcleveren. 44. Binnen den kortstmooglyken tyd dient hy het Uitvoerend Bewind op alle de in zyne handen ten dien emuo geite.de ftukken van bericht, conlideratiën en advis. 45- Hy zal, hoe zeer onbevoegd, om, op eigen gezag, eenige nieuwe inrigtingen daarteftcllcn, echter verphgt zyn, om ac Decreeten en Befluiten , zo door het Vertegenwoordigend Ligchaam als het Uitvoerend Bewind , met betrekking tot zyn Agentlchap genomen, tc enecrueeicu, ui w w»fectueeren. 46. Hy zal van zyne verrigtingen, mitsgaders van alle zaaken by dit Agentfchap voorvallende, moeten houden een behoorlyk verbaal, ten einde daarvan op zoodanigen tyd, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald, aan hetzelve Bewind verflag te kunnen doen 1 by welke gelegenheid hy tevens aan het gemelde Bewind kennis zal moeten geven van zoodanige dispofitien, als door hem, uit kragte van deeze Inftruótie, of ingevolgen van de op hem verleende authorifatié'n, zullen zyn genomen. 47- Hy levert alle jaar een Rapport in by het Uitvoerend Bewind, over den ftaat der Kunften en Wetenfchappen 111 de Bataaffche Republiek, en van de verbeteringen, welke daaraan zyn toegebragt, om hetzelve ter kennisfe te brengen van het Vertegenwoordigend Ligchaam. 48. Hy is gehouden alle veertien dagen een fuccinS Rapport van zyne Ambtsverrigtingen aan liet Uitvoerend Bewind intezenden. , I 2 49- Hy  C 58 ) 49. Hy zal binnen den kortstmooglyken tyd aan het Uitvoerend Bewind opgeeven, de naar zyn inzien beboorlyke wedde van zynen Secretaris, gcljk mede het aantal en de jaarwedden van Z)nc verdere geëmployeerden , en het getal der Vertrekken, welke hy voor het Bureau van zyn Agentfchap noodig heeft, ten einde Hetzelve in ftaat gefteld worde , om dienaangaande aan het Vertegenwoordigend Ligchaam zoodanigen voordragt te doen, als het zal verineenen te behooren. 50. Hy zal alle Befiuiten van het Uitvoerend Bewind, die aan hem ter uitvoering gezonden worden, m originali houden by de Archiven van zyn Bureau, en daarvan eene geatitentifeerde Copie zenden aan die geene, tot welker narjgt dezelve firekken. 51- Hy zal zorg dragen, dat zyn Secretaris en verdere geëmplooijeerden zich ftiptelyk houden aan hunne Inftrucfiën,.en voor derzelver nalatigheid verantwoordelyk zyn. 52. Hy zal van alle Brieven, door hem in zyne qualiteit gefchreeven 1 wordende, behoorlyk geregistreerde Copiën houden, ten einde daarvan ten allen tyde het Uitvoerend Bewind de noodige jnformatiën te kunnen geven. 53- Hy zal zorgen, dat het Archief van zyn Agentfchap in eene bchoorlyke orde worde gehouden, ten einde het zelve ten allen tjde aan zynen opvolger kan worden overgegeeven, wanneer zyne aanftelling door het Uitvoerend Bewind worde ingetrokken, of hy voor deezen zynen post mogt bedanken. 54- Hy zal door de. Nieuwspapieren bekend maken de dagen en uuren , op welken hy, voor ieder Burger, die zulks zoude mogen begeeren, in iedere week zal te fpreken zyn. 55- Hy zal zich nimmer buiten de Refidcntieplaats moogen begeeven zonder voorkennis van het Uitvoerend Bewind. 56. Hy zal in handen van den Pnefident van het Uitvoerend Bewind afleggen de navolgende Verklaring, gelyk mede de eeden van corruptie en zuivering: „ Ik verbind my plechtig mynen post van Agent der Nationaalc Opvoeding met al myn vermogen, overëen- „ komftig mjne Inftructie, getrouw en ieverig te zul- „ leii waarnemen. „ Ik beloof en zweer, dat ik my exaéfelyk zal reguleren „ naar den inhoud van het Placaat by de voormaalige „ Staaten der Vereenigde Nederlanden, op den 10. De„ cember 1715 gearrelieerd, tegens het geeven en ne„ men van verboden giften, gaven of gefchenken. ' „ Ik verklaar eri zweer, dat ik direöelyk of indiredclyk, „ om het voorfz. Ambt te verkrygen, aan eenige Per„ foonen, het zy binnen of buiten het Beftuur, onder „ wat praetext of naam hetzelve zou kunnen gefchie„ den, geene giften of gaven hebbe geprèfenteerd of „ beloofd of gegeeven , noch beloven , noch geeven „ zal." 57- Het Vertegenwoordigend Lichaam behoudt' aan zich het vermogen, om deeze InltruCtie te ampliëeren, te expliceren en te verminderen, zoo en in dier voege, als hetzelve zal meenen te behooren. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, A KADE MIS C HE EN ANDERE SCHRIFTEN. Fransche Republiek. Pierre Etienne Kok discours prononcé a Touverture du cours Pathologique. BruxeU les. 1797. Het zelfde Werkje in het Nederduitsch. Ene redenvoering by gelegenheid van de opening der Pathologifche lesfen van den Hoogl. Kok y te Brtisfel. Eerst vinden wy hier een uitweiding over den ongelukkigen ftaat der menfchen, daar zy gedurig blootftaan voor een reeks van ongemakken en ziekten, ongelukkiger nog, wanneer zy vallen in de handen van onkundige Geneesmeesters, die, de kwaal niet kennende, in plaats van den Lyder te helpen, het kwaad verergeren, ja zelf ongeneeslyk maken. Onder de behoedmiddelen, tegen deze onkunde, rekend K. het voornaamfte, zo niet enigfte, middel, een grondige kennis der Ziektekunde: welke tak der Geneeskunde hy als een der moellykfte en minst aangename befchouwd, uit hooC de 'er niet dan over mogelyke ongemakken word gehandelt, en dewyl de gedachten der Geleerden daaromtrent zo uitéén lopen, dat men menigwerf, zelf nog na lang onderzoek, ziet, dat men het fpoor byster is. Van hier dat, op het einde van de xvm eeuw, deze ftudie nog in haar kindsheid is. Daar het dan zeker is, dat zo vele dingen, als daar is de invloed der lucht enz., in ftaat zyn 's menfchen gezondheid te belemmeren , zo klaagt K. te regt, dat de kennis dier oorzaken, door middel van de Pathologie, veelal zo zeer verwaarloosd word. Van hier zyn voornemen, om, in het behandelen van dit vak, wydlopiger te zyn, als wel ia de Vroedkunde. Vervolgens zegt de Schryver, dat, fchoon de Pathologie pas zints de 17de eeuw is begonnen te bloeijen, dezelve evenwel zints dien tyd zodanig is vermeerdert en verbeteid, dat  C <*9 ) dat byaldien zy, die voorheen, gedurende hun geheel leven, van dit vak veel werk maakten, ophouden, zy moeite zouden tiebben het zelve te herkennen , maar dat 'er evenwel nog zeer veel te doen overig blyft. (Seneca's zeggen komt hier dus wel te pas, qui nos pracesjèrunt muit urn jecerunt, fed non omnia.) , Na verfcheiden voorbeelden van de voornaamfte hoge Scholen in Europa te hebben opgegeven , alwaar men veel werk maakt van de Pathologie, geeft de Hoogleeraar een en ander voorbeeld op ter betoging van de voortreffelyke nuttigheid van dit deel der Geneeskunde. Hy bepaald zig onder auueren tot de Kinderpokken: daar 'er gedurende dat tydvaic, het welk de uitbotting voorgaat, verfcheiden toevallen voor- komen, die deeze ziekte ais ene biiwuuim ui». zouden kunnen doen voorkomen, zo blykt het, dat alüier het opzicht van een kundig Pathologus vereischt word, die niet door latingen de krachten van den Lyder verzwakt, maar die integendeel dezelve bewaard en verfterkt, om aldus de natuur in den ftryd met het pokkengift te onderfteujien. Uit het een en ander befluit hy, dat de Pathologie het enigst middel is, om in de diepfte geheimen der natuur intedringen. En deze betoogde nuttigheid bepaald hy S.o wel tot den Heel- als Geneeskundigen : waarom Profr. Kok zyne voorlezingen over de Pathologia Medico-Chirurgica zodanig belooft interichten , dat, en Genees- en Heelkundigen gelegenheid zouden vinden, zich elk in hun vak, naar vereiscb, bekwaam te maken. Tusfehen beide zegt hy in enige ftukken, omtrent Anatomifche en Phyfiologii'che onderwerpen, breedvoeriger te zullen zyn. De Schryver eindigt zyne redenvoering met enige aanfpraken, als aan zyne Toehoorders, en tegenwoordig zynde Kryeslieden, hun geluk wenfebende dat zy voortaan, na hun bloed gewillig voor het Vaderland te hebben opgeoiferd, en gekwetst zynde, niet meer zullen gevaar lopen door de onkunae te zuuen veimuuiu wu.u^n , _^lovende, alle moeite te zullen aanwenden, om hunne Ziekenhuizen meer en meer met kundige Lieden te voorzien. Vervolgens boezemt hy enige zegenweiifclicn uit over zyne Toehoorders, en vermaand zyne Leerlingen om tog alle pcfiineen aantewenden, ten einde zy eenmaal kundige Leden der Maatfchappy zouden kunnen worden, en daar door aan zyne hoop en verwachting beandwoorden. Bataafsche Republiek. F. J. Voltelen Pharmacologia Zlniverja. Pars I. Lugd. Batav. 1797. _ De zeer beroemde Levdfche Hoogleeraar, 111 de Geneeskunst, had, ten nutte van zyne Akademifche Toehoorders, het voomaamlte byeengezameit, iiei geen wm aa^**^ ^ leer der Geneesmiddelen het meest beiaiigryk toefcheeii. Na zynen zo ontydigen dood, heeft men dezeAkademiiche lesfen meer algemeen nuttig zoeken te maken, door dezelve aan het publiek aantebieden. Na vooraf enige benamingen, in dit ftuk te pas komende, te hebben opgegeven, bewyst hy, dat de eerfte kennis der Geneesmiddelen niet zo zeer aan redenering, als wel aan noodzaak is toetefchryven, waar voor de zo zeer werkZanfe aandrift by menfchen cn beeuen, ter bewaring en herltellino- der gezondheid, fchync te pleiten. . De byzondere krachten der Geneesmiddelen wierden van tyd tot tyd ontdekt, niet alleen door de zo opmerkensward>e trek, welke men in ziekten aantreft, uaar door de Zieke zeer dikwyls geleid word tot dat gene, dat hem v/ iarlyk dienftfe is; zo ziet men by de genen, die aan een rotkoorts liegen, een onverzadelyke trek tot zuur: maar ook uit het inftina van redeloze dieren , zo zag men_ de oplopende kracht van het gras by de koeijen, de buikzuiverende kr.cht van den zwarten nieswortel by de geiten. Verder, uil gebeurtenisfen, die tegen de verwachting uitvielen; uit waarnemingen buiten het menfehelyke lichaam genomen, en voor\,5u „„„ „n,m,„,-A ,M ,ri™ iio- van vcrfehynfelesi llumciyK. uil ten 5.i.iuv.».v. ...... „ ,:„j'it- , > buiten het menfehelyke lichaam genomen, en en del)k u.t de zamenftellende delen der Geneesmiddelen , ZO als dezelve door Scheikundig onderzoek, 01 uuui uu«_««^., derheid de reuk en fmaak, ontdekt worüen; weke laatde " i„„„:<. Ar> trar-htpn dor Geneesmiddelen, cvea- wel als onvolkomen word opgegeven door den HfWgleeraar, dewvl men menigmaal vencnnicuue imw»"^" van Geneesmiddelen , die in beftanddelen overeenkomen cn dewvl 'er verfchillende Geneesmiddelen gevonden worden, zonder reuk of fmaak, die desniettemin zeer krachtig zyn De wyze, waar op de Geneesmiddelen werken, zegt de Hoogleeraar dat zeer moeilvk te bepalen is: waarom hy dan ook de verdeling van zulke, die op de vaste en vloeibare delen zouden werken, voor geheel overtollig houd. In de meer byzondere behandeling van de leei der Geneesmiddelen, volgt hy deze orde, dat hy eerst de leer der Gonèfcgs-aanwyzingen elndicaiiones ) behandeld - daarna krWrt,^rtr oiio rpcm\H■ iplfmi . 7.o enkclvoud:treals uhjc1 UViUiJUtl VvnW^.n, .... j ~~ Pi meer zamengefielde, opgeeft. Vervolgens nader opgeelt de ^ , -i n- r 1 :j:..„. Fhi/t/>/vt pniM» re.- iCneiKUilltige oeieiuiug ucj miiuijuj. 0 gelen en wetten, op welke men in het vooricaryveu der • üeneesmiacieien te leuen neuue, vuuiuiaagi. In het eerfte ftuk geeft de Hoogleeraar vooraf op eeue; bepaling van een aanwyzing Qlndicatio) en van het aangewezene {Indicatumf en verdeelt dezelve in een beweende (conjèrvatoria) en wegnemende (aèlatoria ) : ook aangaande het aanwyzende {indicans) dat insgeiyks verfchillendervvyze verdeelt word. _ . . Diar 'er intusfehen dikwyls zo veel ftrydigs m de aanwyzinaen ter genezing voorkomt , is het nodig enige vaste KrondrereJen vooraf aan te nemen, welke m allen gevalle ter voorlichting voor den Geneesheer dienen kunnem Zes. „.„„ ripn Tlnnp-^eraar ODuesaven. VOJillallie VVUH.lv.il va^w* «w. j-j---~0 , >v u . 1° Men moet in allen gevalle aan die aanwyzing, welke de uaauwfte betrekking op het leven en de gezondheid der menfchen heeft, het eerst} voldoen. 2°. Zo 'er zig 111 ene ziekte meer dan een aanwyzing opdoet, dan moet men aan de voornaamfte het eerst voldoen.. 3°. Men moet aan de meeste aanwyzingen het meest gehoor geven en voldoen. 4'. Men moet uit dat gene, wat den Zieken, voor- of uaI 3  C 70 j> delie is., in duistere gevallen, zyne aanwyzing maken. 50. De natuur is beter gefield by dingen waar aan zy gewoon is, dm by ongewone dingen. 6°. Het byzonder eigen(jdiofynerapa) van eiken Zieken moet nooit uit het oog verloren worden. De volgende regelen van Prof. V. zyn insgeiyks van veel belang, i°. Dat men altyd langs den kortften weg voldoe aan ene aanwyzing. 20. Dat men zig wachte voor ongepaste ftoutmoedigheid, of lage vreesachtigheid, cn draalzucht , maar dat men, na een wys belluit gemaakt te hebben, het zelve met moed en gracht voortzette. 3°. In de grootfte ziekten moet men fchielyk en op eens, de fterkfte middelen te baat nemen. 4°. In goedaartiger gevallen moet men, allengs en by herhaling zachtere middelen gebruiken. 5°. Men verandere niet fchielyk van Geneesmiddelen,. volgens er.e goede aanwyzing voorgefchreven, fchoon zy ook uier dadelyk het beloofde gevolg hebben. • 6°. Men wacfate niet altyd, van het zelve Geneesmiddel, het zelve goed gevolg. _7°- Men fchryyc niet altyd alles, wat na een of ander middel voigt, aan het zelve als aan de naaste oorzaak toe. 8°. Alle plaatfelyke middelen, wanneer men dezelve kan aanwenden, zyn boven andere te verkiezen. 9°. Enkelvoudige middelen zyn verkieslyk boven zamengciielde. io°. Het is in het algemeen, wanneer men niet met rede kan verwachten voordeel te kunnen doen, veiliger, dat men zig liever werkeloos houd, als daar, waar men geen voordeel kan aanbrengen, fchade te doen. De Hoogieeraar gaat hier op voort, en verdeelt de aanwyzingen ter genezing in foorten, als verflappende, verfterkénde, nederzettende, veranderende, en uitwerpende; gelyk zig dan ook de verfchillende artzenymiddelen in dusdanige doen verdelen. Dit denkbeeld houdende, geeft de Hoogieeraar een verdeling op van de hoofdzoorten der Geneesmiddelen, naar mate zy op de vaste cn vloeibare delen worden gezegd te werken.- waar by hy telkens voegd de gevallen waar in dezelve worden aangewezen, te gelyk met de tegenaaiiwyzingen, die derzelver gebruik tegenhouden: waar na zig de Hoogieeraar omtrent zogenaamde fpecifica uitlaat, en zegt, dat het zo door redenering als door ondervinding geheel niet onwaarfchynl}k is, dat 'er zulke waarlyk zyn, fchoon hy niet ailes daar -voor aanneemt, wat men 'er van opgeeft. Eindely k voegt hy 'er iets by aangaande de vergiften; en befluit met aantetonen hoe men dikwyls verfchillende geneeskundige aanwyzingen zaam verbinden kan, en, door verfcheiden middelen op een redelyke wyze te verbinden, de genezing van den Lyder kan bevorderen. De Hoogleeraar gaat dus ten tweden over tot ene meer of min uitgebreide behandeling van dc artzenymiddelen zelve, zo enkelvoudige, als zaamgcflelde; derzelver kennis verdeelt hy in ene Historifché, Chemifche en Therapeuüfche. Met verwerping van de wyze van zommigen, die volgens de ryicen der natuur deze behandeling inrichten, van anderen volgens eene alphabetifche orde, of volgens Scheikonfti» ge beginzelen, of eindelyk van hun, die zulks doen, naar de genezende krachten der artzenymiddelen, verkiest hy volgens de ryken der natuur de Geneesmiddelen Zo te behandelen, zo als derzelver krachten door onze zintuigen het best gekend worden: waar by hy dan, ook eindelyk voegt de genezende kracht van water, vuur en lucht, en eindigt met de mechanifche middelen, als aderlating, fcariiïcatien enz. De ifte Klasfe van Geneesmiddelen bevat zulke, welke een meel-, ilym- of gomachtig beginzel in zig bevatten, als verfchillende zoorten van koorn, haver, gerst, tarwe, rogge , boetweit, gierst, ryst, [pelt , manna , fago , vervolgens alle peulvruchten, als bónen, erweten, linj'ens Turkfche bonen, Spaanfche er wet en, Grieks hooy, kaft anjes , aardappelen , batasftas. Omtrent de eerften , eu derzelver gebruik als voedzels, vermaand Poltelen, dat dezelve, zonder voorafgaande gis, ting, en koking, voor zwakke ingewanden, en de genen die een zittend leven houden, wegens derzelver, winderigen en zuurmakende kracht, zeer nadelig zyn; het geen, vooral by jonge kinderen en den armenftand, zeer zichtbaar is; fchoon derzelver gebruik by teringachtige lieden zeer nuttig zyn kan. Tot deze klasfe behoren mede alle die planten, die een ilymachtig beginzel hebben, als de fmeerwortel, de heemstwortel, en deszelfs kruid, de witte leli, ftalab , kaasjesbladen, bingelkruid, walkruid, en deszelfs bloemen, de bloemen van violen; kweepitten, en van het vlookruid3 Arabiftche en traganlgommen , Tsl. mosch en de koffy : van welke allen de Hoogl. de beste bereidingen, en het ge-, neeskundig gebruik in verfchillende ziekten, en de beste voorfchriften opgeeft. (Het vervolg in onze eerstkomende.^ TEKENINGEN en PRENTEN. Amsterdam. Het is de Konstminnaren niet onbekend, dat in da Chirurgyns Giidekamer, boven de St. Antonies JVaag, alhier, is berustende: een heerlyk Schildery van agt beelden, onder anderen voorftellende Dr. Nicolaas Tulp, (in der tyd Burgemeester en Raad van deze Stad, van 1654 tot 1674) zittende in een Leuningftoel, voor wien .op een tafel ligd een dood Lichaam, waar van de fpieren der linkerarm het voorwerp der befchouwinge zyn; in de houding en het gelaat van de verdere aandagtige, zo zittende als itaande, mannen, -draalt ene leergierigheid door, waardig de Ontleedkundige aanwyzing van Dr. Tulp. De groeping der beelden, de byzondere aandacht, het licht cn donker, en de gehefe ordonnantie doen den befchouvver in verwondering opgetogen zyn, over het  C 7i ) het konstvennogen van den beroemden Rembrand, die in ene ruime mate zyne talenten by het vervaardigen van dit konstjuweel heeft uitgeoefend. Na dit hceriyk ïafrecl, heeft de kundige J. de Frey, ene naatuvkeurige Tekening in Couleuren vervaardigd, en na dezelve ene uitmuntende Print gegraveerd , die , uit hoofde van derzelver verdieniten, waardig is, om in de Prentverzamelingen der Konstnhnnaren geplaatst te worden. Ook kan dezelve met ontbeerd worden in de Werken van Rembrand , om mode een plaats te bekleden onder de" Byprenten, zo wel als die welke door van Vliet, Roll, Koning, Saverv en Schmitt, gegraveerd zyn. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishou- kunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. land i\ prCts. 35 a 37 prCt. Friesland 2 prCts. 37 a 38 prCt. Generaliteit en Anticipatie 3 prCts. 37 a 44 prCt. Marine 3 prCts. 381 a 40 prCt. Bataaffche Refcriptien 4 prCts. Losbaar 1799. g2i a 93I-. 1800. 79 a 80. 1801. 68 a 6gi. 1802. 61 ia63. 1803.575-3581. 1804.55^157.. Na den Vrede 44 a 444. O. F C, Lot. 17850111780"3 prCts. 39 a 41 prCt. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 90 a 91 prCt. Dito 4 prCts. 80 a 81 prCt. Dito 4. prCts. met premie. 88 a 89^ prCt. Dito Geconf. Fondf.4| prCts. by Staphorst. 67 a 68 prCt. Room/lhe Keizer 5 prCts. 52 a 54 prCt. Dito 4 prCts. 42 a 47 prCt. Spanje 4I prCts. Losbaar 1799. 91 a 92 i prCt. 1800. 81 a 82, 1801—1807. 78 a 72 prCt. Dito 5 prCts. 86 a 87 prCt* Idem van 1 ?ber 1798. 71372 prCt. Rusland 5 prCts. 78 a 79 prCt. Zweden 5 prCts. 95! a 96 prCt. Dito 4! prCts, 94 a 944 prCt. Dito 4 pvCts. 91 a 92 prCt. Denemarken. Toll. 4 prCts. 98; aggï prCt. Dito Ho.'ftein 98 a 99Ï prCt. Dito Leen en Wisf. B. 97 a 98 prCt. Dito Kroon, 95i a o6i prCt. Amft. 18 February 1799. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week,, is geweest: te Amfterdam 188; en te Haarlem 15, onder welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER, weerkundige w buiten h a arn aarle v , C baro-1 ther- hygro- streek rCtsT. ) me_ m0me_ me- der l799- I ter. ter. ter. wind. C29. 5s 38 9* z.t.o. 20 {29. 5 4.2 98 z. o. / 29. 5i 37' 98 z. w. C29. 5 41 98 z- 21 < 29. si 94 — £29. 4* 42! 92 z.w. C29. 4? 41 yi z. w. 22 < 29. 7Ï 45 91 z.z.w. f 30. oi A2 89 z. w. C30. 1 37 97 z-°- 23 < 3°- o* 49* *6 z.z.o. / 30. oj 41 85 z. z. w. f30. Oi 42 84 z. 24 < 30- oi 53ï 79 z-w/jo- o' _45|_ __88_ 1730. 39 88 w.t.n. 25 / 30. of 431 8o- — /.30. oi 33I 90 — • ?_ j„ Voa„no^,mHn Air. Vr leefde. lte ineorcticus m uc ^vauuum .v., ^ — Het Nationaal Inftituut, waar van hy Lid was, heett zynen uitvaart bygewoond , en Bougainville, die „iu^ Awn wroTPnrlfn lnst wel waardig V.as, heett TToti vtm o-ruf. in de carrières van IViont mart re, ene lofreden op hem gehouden. Meer dan een tydfcbrift heeft deszelfs nagedachtenis zyne hulde toegebragt. Hy word ook zeer betreurd door onzen Landgenoot van Swinden , die byzonder veel werk XI. Deel. van hem maakte. Bougainville, volgt', zo men zegt, Borda in het Bureau des longiludes op, enGAuthier, Ordonnateur en Chef van de Marine, zal deszelfs post van Direkteur van het Scheepsbouw-School voortaan bekleden. „Een van onze Dichters, Parny genaamd, en zeer voordelig bekend in het vak der minnezangen, ddch van wien men tot nog toe geen went van emge uit¬ gebreidheid had, lieett, onzes eraentens, zynen rucm bevlekt door een Dichtftuk, in 10 Zangen, onlangs door hem uitgegeven, in den trant van de Pucelle, betyteld: La guerre des Dieux anciens & modenies. hem behandeld, is de Zege¬ praal van den Christelyken Godsdienst over het Heiden- dom: aocn Deuuu mei wei nu, myn vuu.u, een Godvruchtig boek zy; het is veel eer een ütmenweeffel van flordigheid ai, profanatie. Men herkent ia in fommige ftukken het bevallig talent van clen Dichter; maar hy zal nimmer delen in den roem van den Ariost en van Voltaire , zo als hy in dien van Anacreon, Tibullus en Ovidius gedeeld heeft. T>;t n,A, -mi tipm ?plf« welli.o-t nadelig worden voor zyne aanneming tot het Nationaal Inftituut, alwaar hy thans op de lyst ftaat ter vervulling der door Delille, den vertaler der Georgica, verlatene plaats; want ons Gouvernement wil eindelyk eens den yoortdrmgenden itroom der Zedeloosheid fluiten, en het erkent K tlc  C 74 ) de grote begïnfelen van den Godsdienst als de magtigfte befchutfelen der publieke zeden. De Schryver van den Roman, Ju/iinc, ou les malheurs de la vertu (de Sade genaamd.) is met een arrest geftraft voor dit hell'che boek. Des niettegenftaande uord Dog aangekondigd de aanftaancle uitgave van een ander Dichtftuk, betyteld, les Amours, waar in de Auteur van het zelve, Lemercier, (niet met ckn achtingswaardigen Mercier te verwarren, zie N.'A. K, en L. B. D. VII. bl. 49. a.) zich veroorloofd heeftom alle liefdes-vermaken, zelfs de grilligfte cn ongebondenfte, die het menfchelyk bederf immer heelt kunnen uitdenken, naakt en bloot te fchilderen. De pen, die ons Agamemnon heeft gefchetst, had zich dus niet moeten bezoedelen. „OnzeJournalen zeggen, dat 'er thans 'm Kairo drie Drukkcryen zyn, twee Franlchen en ene Arabifche. „ Millet Mureau , aan wien men de uitgave van La Peyroufé's Reis te danken heeft, is onlangs tot Minister van Oorlog benoemd. Voor enige maanden zat hy voor in de Societe' Libre des Sciences et arts, welke thans twee Ministers en enen Direkteur in haar midden heeft, namelyk Francojs de Neufchateau, Mille t-Mureau en Merlin." Nationaal Instituut. Openbare Zitting van 15 Niyofe (4 January 1.10 De Burgers Lacuée, Andrieux, Lefebvre-Gineau en Lasfc/s, gaven verflag van de werkzaamheden der drie Klasfen van het Inftituut, gedurende het verlopen vierendeel jaars. Andrieux befloot het zyne met ene toezegging van de fpoedige aankomst, te Parys, der Monumenten, waar uit het Kabinet van Portici, by Napels, beftaat. De klasfe der Letterkunde en fraaie Konften, op hare vraag, „ nopens de middelen, om de „ beo effening der Griekfche cn Latynfche Ta „ len, onder ons, op nieuw te verlevendigen," geen voldoenend antwoord ontvangen hebbende, heeft dezelve nog eens opgegeven voor liet 8fte jaar. Ene twede vraag, door dezelfde klasfe uitgefchreven, luidt als volgd: „ Te onderzoeken, hoe veel de Franfche Taal, w federt Amyot tot op onzen tyd, gewonnen heeft „ in duidelykheid en fierlykheid , en wat zy, „ daar cn tegen, in naïfheid en kragt verloièn „ hebbe." De .Prys is een gouden.. Med. van 5 Heclogrammcs, en de Verhandelingen moeten, in het Fransch cefchreven, voor 1 Nivolé (32 Dec. dezes jaars) ingeleverd worden. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Haarlem, den 2, Maart. Heden is aan den Eurger P. van Hall, Officier dc Santé, by de twedé Compagnie Rydende Artillerie der Bataaffche Republiek , van wegen de Maatfchappy der Drenkelingen, de Gouden Medaille ter hand gefteld, uit hoofde zyner toegebragte en gelukkig geflaagde hulpe aan zekeren Jongeling, Matthys van den Berg, op den 23ften December jongstleden,.alhier, voor dood uit het water gehaald. Het geval droeg zig kortchk dus toe. Gemelde Jongeling hadt het ongeluk, op bovengemelden dag, op de Nieuwe Gragt, binnen deze^Stad voor het Diaconie en Aalmoesfeniers Armenhuis , op fchaatfen rydende, in het water te vallen. Door de volvaardige hulp van den Binnenvader, den Suppoost en enige Jongelingen, uit dat Godshuis, werd hy met derzelver levensgevaar uit het ys gered, daar de redding te moeilyker viel, doordien de ene fchaats met derzelver krul onder het ys vastgehegt was, en om hem geheel vast het ys te redden, eerst moest losge- fneden worden. Onder de menigte der aanfehouwersbevondt zich gelukkig den Burger P. van Hall, die, daar 'er in het gemelde Godshuis onmiddelyk een groot vuur was aangelegd, zo ras het gerucht van des Jongelings ongeluk zich verfpreidde, terftond de zorge over den lchynbaar gejftorvenen op zich n m. Hy deedt hem terftond uitkleden , bragt hem door dekens en lakens de zo nodige verwarming toe, en liet hem onder de ballen der voeten met zogenaamde fchoenborftels fterk wryven. Na dat men met een en ander een half uur had aangehouden, opende hy een ader, en kreeg enig bloed, waar op zich ademhaling en polsflag by tusfehenpezen befpeuren lieten. Men hieldt aan met de bovengemelde bewerkingen, en het flapend levensbeginfel werdt allengskens opgew.kt. De Lyder werdt daar op te bedde gebragt en uitwazeming bevorderende middelen toegediend. En na enige dagen verblyf in het Godshuis, waar toe hy, als van dc Roomfche Gezindheid zynde, gene betrekking had, maar waar in hy egter, uit hoofde zyner behoefte, door Regenten van"het zelve tot zyn her- ftel  C 75 ) ftel, met alle nodige zorg, werdt opgepast, keerde hy tot de zynen en in den kring der Maatfchappy te rug. énige VOORLOPIGE BeRIGTEN AANGAANDE HENRICUS HOOGEVEEN, EN DIENS GELEERDEN ARBEID. Medegedeeld door enen zyner Leerlingen. r~\..3„~ ..„..CA^aiAan r,nin>o-PO-PVPn Werken f*") van Henricus Hoogeveen, te Delft op den iften JNo- vember 1791, ui net tacnngite jaar zyn» uuuu«^, overleden, en by zyn leven, gedirende meer dan ene halve eeuw, het Rectoraat van verfcheidenLatynlche Scholen, in ons Vadeiland, met zo veel welverdienden lof bekleed hebbende , vond de verdienftelyke Zoon van dien onvermoeiden beöeffenaar der Griekfche en Latynfche Letterkunde, Mr. Janus Hoogeveen, 'smans waardige opvolger, een Lexicon Analogicwn totius Lingua Graica, zynde ene verzameling van meer dan vyf-en-zeventig-duizend Griekfche woorden, in ene Analogifche rangfchikking gebragt. Naatmlyks ontving de Akademie van Camhndge , (die zich te voren reeds door het begunfhgen der r*y Als daar is deszelfs Supplementum P articularum t h.f.. - fy~*>,*> • Cnrnimunt/trius t>ert>etuus in vi- tam fulii C af ar is , a Suetomo confertptam, ut et alter in JFJiani V. H.; mfuper au&oris diclata m ulntiquitates Gracas; Animadverfiones ad loca Foederis Novi difficiliora; Forum Socraticum_, five Apologia Poetdrum contra Platonem, XV11I libris contenta, carmine Elegiaco expresfa, notisque pleris- que Gracis illustrata: Opera poëtica Jingulari volumine Elegie rum, Lyricorum ,Epigrammatum , carminumque puerilium Sylvam continent ia. Nog daarenboven 'sMans Hora Brèdana , Jive Collegium tripartiturn de Do&rina Spharica , Ouadranlis et Gnomonis. Eindelyk ene Sylloge novarum obfervationum ad Francisci Vigeri libellum de JdiotismiS Gracorum , die zo uitvoerig is, dat 'er ene vierde uitgave van dat werk doorverrykt en verfierd kon worden , het geen dan ook den Britten, (die zich ten 'aanzien van Henricus Hoogeveen en zyn Genacht, zo edelmoedig getoond hebben, zo als uit de bo.venftaande berigien blykt, en die zulke byzondere beoefenaars en yverige begunftigers zyn van grondige geleerdheid) onlangs heeft goedgedacht. uitgave van de Doctfina Particularum Grac-arum, teil opzichte van H. Hoogeveen, by de geleerde waereld verdienftelyk had gemaakt,) op hare navrage, omtrent den geleerden arbeid van den overledenen, berigt van het beftaan van bovengemelde OpusAnaiogicum, of zy verzocht den tegenwoordigen Rector J. Hoogeveen, dat hy haar dat oofprongelyk werk zou overzenden , na 'er alvorens , voorzichtigheidshalven een affchrift van te hebben laten maken. Aan dit verzoek werd door den Delftfchen Geleerden voldaan en deze kreeg eerlang ten antwoord, „ dat dc Aka„ demie, na een naauwkeurig onderzoek van het meer„ wemelde werk, zyne toeftemming verzocht tot de „ uitgave van het zelve, en dat, byaldien dit met werd geweigerd, zy alsdan had befioten: om het „ Opus Analogic.im op nare eigen kusicu l*- _ „ drukken; dat zy het zelve by infchryvmg 111 het „ licht zou geven; en al het voordeel, dat van de , uitgave kwam, had gefchikt ten dienfte van des ' Schryvers nakroost ; en dat zy eindelyk alle de „ exemplaren, welke 'er buiten die, waar voor ïuge, fchreven was, overbleven, aan hem J. Hoogeveen " vragtvry zoude ovennaken." A/r.. t HA^rpvFEM dnnr wilk ene edelmoedige be¬ handeling en een zo gunftig aanbod getroffen, iteratie geredelyk in het zelve, en droeg zyns vauci, aan Curatoren van de Akademie van Cambriclge, als zynde de dadelykc Uitgevers van het zelve, op. De dood belette den Schryver ene Voorreden voor het gemelde werk te vervaardigen, weshalven zyn Zoon die taak volbragt. Nog zal. voor het zelve geplaatst worden ene Levens-befchryving van den overledenen r>.«i„orJ(.Ti trnWric 'oftians piof-n hanrlfchrift: waarbv alleen, in een Aanhangfel, dat geen gevoegd worden zal, het weiK na aes. oenryvers uuuu, utu-^nuja dit zyn werk, is voorgevallen: eindelyk zal daar voor worden geplaatst het Pourtrait van den verdienftely- ken Uryzaard, wiens nagcaaenrems zcieci uy  C ?3 ) TJuems br landen. Dc Stad Sego is 5u vier quarlieren! verdeeld, elk met een muur omringd; de huizen zyn van leem gebouwd,en hebben allen platte daken; zy bevat 30,00c Inwoonders, en levert, zo wel als de omliggende oorden , een tafereel van cultuur en grootheid, 't welk, in deze afgelegene en onbekende Gewesten, den Europeer moet verbazen. Park ontving, kort na zyne aankomst, een bode van wegen den Koning, aan welken hy het oogmerk en de omftandjgheden zyner reize ópenleidde; deze wees hem" in een nabygelegen Dorp zo lang te vertoeven, tot cl.at hy met het antwoord des Konings terug zoude komen. Hier ondervond Park een blyk van de gastvrybeid dezer goede Negers. Daar veie Inwoonders van dit Dorp voor hem bevreesd waren, moest hy in ftorm en regen, cn vermoeid van zyne reize, nogthans buiten dc deur blyven. Eene oude Negerin , weike van het veld kwam, hem ziende, ontfermde zig egter fpoedig, nam zyn Paard by den toom en leidde hem in haar hut; hierop bereidde zy hem een goed maal en voederde het Paard, fpreidde vervolgens een mat tot rustbed , en riep haare huisgenoten op , om hem gezelfchap te houden. Deeze, jonge Meisjes zynde, begouden aanftonds ie fpiimen, en zongen, onder haar werk, het volgend inpromptu ('t welk ik woordehk uit het Hoogduitsch meêdeel) in'een aangenaam zagt Adagio: - De winden huilden, de re"cn ftröomde, toen dc arme blanke aanktfetn; Hy zette z'g vermoeid oiidcr onzen boom neder; Hy bad ^een moeder, welke hem melk.bragt, geen vrouw, die hem koom lirmpte. Clior. Daarom, laten wy ons over den blanken ontrennen. —Geen moeder had hy enz. Na twee dagen gewagt te hebben, kwam dezelfde boode terua;, met de orde, dat P. zig uit de omftreeken van Sego moest verwydcren. Hy gaf nogthans aan P. uit naam des Konings, 5000 Ottcrköpfchen , een zoort van Schelpjes (Cyprea moneta) welke in Indien en door geheel Africa gangbaar zyn, van welke P. 'er 100.daags, om zig en zyn Paard te onderhouden, nodig had. Hy vertrok dan langs den Niger naar Kabba: deeze landftreek was verruklyk, P. vcrgely'kt ze met de fchoonfte ftreeken van Engeland. Kabba 'zelve is een aanzienlyke Handelplaats; men zamelde hier juist ter dcczen tyd de vrugt van den Eoterboom in; deeze 'boom heeft eenige overeenkomst met de Americaanfcbe Eik, cn de vrugt, waar uit men de boter kookt, gelykt naar een Olyf. Park verzekert, dat deeze boter, ongezouten, zeer lang kan goed blyven, en in witheid, fmaak en vastheid, de beste Koeiboter, welke hy immer gegceteh had (dit zal yeelligt lerfche boter zyn) overtrof. Dezen en het ftofgoud verruilen de Negers, tegen het zout, 't welk de Mooren uit dc binnenlanden aanbrengen. Den volgenden dag bereikte P. Sanfanding, eene Stapelplaats der Mooren aan den Niger : hier meest hy weder harde bejegeningen van dc Mooren uitftaan; maar vond een menschlievenden Neger, welke hem in huis nam, en tegen verdere mishandelingen bewaarde. Eindelyk kwam hy te Silla; hy had zyn Paard 'mSan-l fanding moeten laten, daar het dier byna zes wecken was. Hy was thans weder geheel op 't gebied der Mooren, verlaten van zyne bedienden, byna zonder geld of geldswaarde. Reeds by "den aanvang zyner reis verzekerde hem de Koning van Kasfan, dat "hy niet levendig naar Tombu&oo, 't welk den Mooren geheel toebehoort, konde komen; hy voorzag dat hy zyn leven, en met het zelve de vrugt zyner zending, waarfchynlyk verliezen zoude, cn heloot dus zyn reis niet hooger op te vervolgen. Hy vertoefde dan eenigen tyd in Silla, om de vollediglle berigten van de hogere landen intezamelen. Volgens dezelve ftort de Niger, vierdagreizen boven Silla, in een Meer, 't welk 536 myleu langen weinig minder breed is; zy ft roomt aan de andere zyde uit, en verdeelt zig in twee armen, welke by Kabra weder te zamen komen, alwaar zy de haven van Tombu&oo uitmaken. Elf dagreizen boven Kabra ligt Housfa , een andere nog migtigere Stad, op een kleinen afftand van de rivier; van haar verderen loop kon P. geen voldoende berigten krygeu. Van dc drie Hoofdlieden, in deze binnenlanden van Africa, Housfa , Tombu&oo en jfennè , is de eerfte dc grootfte; in ieder derzelve word fterke handel ged ree ven , met de Karavanen, weike van de kusten der Middelandfche Zee herwaards komen. Den 3 Aug. 96. ving P. zyne terugreize van Silla aan; tot Sego hield hy denzelfden weg, dien hy gekomen was; maar nu wilde hy de landen, aan den Niger gelegen, tot deszelfs oorfprong bezigtigen. Hy vervolgde dan de oevers dezer rivier Westwaards aan, tot aan Bammakoo, de Grcnsftad van Bambara. Veel moest hy van het regenfaifoeu uitftaan, maar vond allerweeg het best onthaal onder de Negers. In de mëeste plaatfen fchenen de Magiftraatsperibnnen Amptshalvcn veipligt do vreemdelingen te onthalen ; zeer zelden vorderde men iets van hem, en, waar zulks gedaan wierd , betaalde hy met zyne Otterkbpfchen, die hy van den Koning van Sego gekregen had; maar meestal waren zyne Gastheeren wel te vreden met een gefchenk, 't welk P. niets kostte. De goede bygelovige Negers dezer landen waren byzonder gefteld op (Saphies) amuleten of toverkaartjes, en ('t geen vreemd fchynt) wilden dezen liefst van de Mooren hebben; dan die de blanke Park gaf, moesten , dagten zy, nog veel beter zyn. Park liet dan gewoonlyk zyn Gastheer een plankje na, op het welk hy met ftof van kooien, gemengd met gomwater, het Onze Vader gefchreeven had; dit was voldoende voor het vriendelykst onthaal van eenige dagen. By Bammakoo houdt de Niger op bevaarbaar to zyn ; zes dagen reizen na het Zuiden ontfpringt deze rivier in het Ryk jfallonkadoo. Het is zonderling, dat de drie voornaamfte rivieren van geheel Africa byna op gelyke breedte (van n°) haar oorfprong nemen, en deze zeer naby elkander liggen ; zynde die van den Niger op 70, der Senegal op 8°, en der Gambia 10° Westerlengte van de Meridiaan van Green^ich. Van Bammakoo kwam P. door Wonda te Kamalia, waar hy een half jaar vertoefde, zo door ziekte als om eene Karavaan aftewagten, met welke hy, in April 97 (onder geleide van den braaven Neger, by wien hy zig al dien tyd had opgehouden)  C 79 ) den) naar Pifania vertrok. Hy kwam met deeze Karavaan, uit 70 peribnen beftaaiide, den 10 July aldaar behouden te rug; ging reeds den 15 weder op reis naar deWestIndiëu , en landde eindelyk den 25 December 97 behouden in Engeland. lot dus ver gaan de berigten nopens den mtflag der pogingen van de Africaanfche Sociëteit; met verlangen ziet een ieder, die Land- en Volkenkunde mint, het uarigt van den anderen Zendeling, de Hr. Homeman, te gemoet._ Gelukte het dezen ftoutmoedigcu en weltoegerusten Reiziger, tot aan Tombu&oo, of verder Westwaards, doortedriugen, dan zoude deze Sociëteit haren icver ten vollen beloond vinden, met Africa, tot noch toe aan ons zo wel als onze voorouderen onbekend, hoe oppervlakkig dan ook, nogthans enigermate ontdekt te hebben. Ik zal hier intusfehen de byzondere berigten van Pauk zelve, over de landen, die hy bezogt, meedelen, en eenige aanmerkingen tusfehen beiden vlegten. Park ontmoette, teBenown en Silla, deMoorfcheKooplieden, welke van de kusten der Middelandfche Zee gekomen waren, en die dus tot in het hart van Africa, te midden door de Woestynen, of liever ons onbekende delen dezes lands, gewoon waren te reizen. Tombu&oo , Jenne} Housfak, ^Walet zyn de Steden , op welken zy dezen handel dryven. Veelligt is deze route zeer oud ; en heeft men voor veele eeuwen dezelfde gemeenfehap tusfehen de kusten en binnenlanden van Africa gehad; wie zal ons dan de hoop 'ontzeggen hier narigten, ophelderingen en monumenten, veelligt te zullen vinden, welke voor de gefchiedenis en oudheid van het grootst aanbelang zyn ? Park had, gedurende zyn verkeer van. 13 maanden, welke hy in dit voor hem als Europeer onbekende land doorbragt, vooral by zyn halfjarig verblyf in Kamalia, zeer veele gelegenheid om de gewigtigfte nafporingen te doen. Zyne Reisbei'chryving zal dan zonder tw)ffel, ten dezen opZigte, zeer belangr}k zyn. Ik zal hier mededeclen, 't geen de Hr. Blumenbach door deAlg.Geogr. Ephem. van dezelve bekend maakte. Park had op zyne heenreize, langs dc groote Sandwoest}men, vooral by Oost- en Noord-Oosten winden, eene byna ondraaglyke hitte uitteftaan ;, in Benown konden de Mooren zelve niet uit hunne tent gaan, zonder voetzoolen (_fandalien~) of zy liepen gevaar hunne voeten te verfchroeien; maar, by zyne terugreize, door de bebouwde landen, vond hy het Climaat zeer fchoon, de lugt meestal helder, fris en zeer verkwiklyk. In den regentyd, welke van Juny tot Oef ober duurt, vallen hevige plasregens en ftormt het geweldig: onder de gewasfen dezer landen is de Lotus eene der voornaamften, van welke de Negers fmakelyke koeken en een goede drank bereiden; maar vooral de Boterboom, van welken ik reeds melding maakte. 'Er groeien ook verfcheidene zoorten van Graanen, uit welke de Inwoonders een bier brouwen, 't welk voor het Engelsch niet behoeft onder te doen. 'Er valt veel Indigo, die de Negers zeer eenvoudig bereiden, door de bladen te ftampen cn met loog van asch te mengen; zy verwen ook de fchapen en koeien huiden met een fchoon rood of geel. In het hart van Africa is veel Eizererts, waar van zy dc punten van lanfen, mesfen, fabels, haken, bylen &c. maaken;• maar gefchut of geweer fchyhen zy niet te vervaardigen. Zy zyn zeer goede goudfmeden, en bereiden dit metaal met geen minder fmaak , dan in Europa. Het geheele binncnile deel van Africa fchynt onder kleine volken verdeeld te zyn, welke elkander onophoudelyk beoorlogen, en meestal de gemaakte gevangenen naar de kusten van Quitté voeren, om aan de Europeërs te verkopen ;, fchoon zommige dezelven dooden. De Mooren, welke veelen deezer landen bewoonen , zyn den Mahomcd lanfchen Godsdienst toegedaan; doch de Negers den Heideufchen. De eerlien zoeken hun geloof zeer voortteplanten , voornamentljk door , waar zy kunnen, Scholen opterigtcn, in welke zy de kinderen der Negers de gronden van den Corau inprenten; (hoe nadeeligen invloed deeze Godsdienst-verandering heeft , ondervond P.) de befnydenis van het manlyk gefiagt is by veele Negers, die van het vrouwelyke by zommigen, in zwang; zy fchynen aan hetzelve geene Godsdieuftige denkbeelden te hegien, maar voor een phylick middel tot eeue meerdere vrugtbaarheid te houden. Ik twyffel niet of het werk van P. zal nog veele interesfante berigten nopens den aart, levcnswys en ftaat der Maatfchappy, in deze voor ons nieuwe waereld, behelzen; men vergenoege zig intusfehen metdeze uittrekzels, tot dat wy in ftaat zyn hieromtrent nader berigt te erlangen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de hu1shoukunde , handwerken en fabrieken, be trekkelyk. BuiTENLANDSCHE EN DuiTSCHE koffv.. Een Hoogduitsch Dagblad-Schryver maakt hier over de volgende aanmerkingen. „Volgens ene matige bereking gaan 'cr, jaarlyksch,, meer dan 116 Mill. guldens voor Koffy, uit Duiiscliland, van welke verbazende lom flegts weinig te rug komt: en men ftaat verbaasd, wanneer men de onberekenbare gevolgen van zulk ene uitgave naargaat, en. dat alleen voor een artikel van weelde, 't geen niet flegts voor het particulier- en Staatsvermogen, maar ook voor de gezondheid, allernadcligst is. En met dit: alles, had de jammerlyke oorlog nog nimmer het heilzaam gevolg , dat de buitengewone dure prys der vreemde Koffy , door denzelvên veroorzaakt, de liefhebbers van dezen drank heeft kunnen overhalen, tot het gebruik der zogenaamde Duitfche Kolfy, de beste* ongetwvffeld van alle tot nog toe uitgedagte Koffyplaatsvervangers, welke, volgens de verzekering van Dr. Kohier, te Rüdolftadt, niet alleen de btuter.landfche in fmaak niet toegeeft, maar zo wel dooHmr goedkoopte, als weldadigen invloed op dc gezondheid,, i in allen opzigte verdiend aangeprezen te worden. — 1 Pair--  C 80 ) Pryzen der Granen. TARW. Het Lastl GERST. liet Last Ggld.| Ggld. IWfche bonte en witte 1903215 Vriefche Wintergarst . 983122 dito rode . . 180 a 200 Gron. en Oldamfche . 983122 Elbing. en Heugfche . 185a2io]ZeeuwCenOverm.Winter 983122 Koningsberger . 180a 195 Dito Zomer . . 95an5 Vriefche . . 150 a 175 Dantziger en Elb. Bevenl tndfche . 160 a 185 Voorlandlche rode . 1403175 HAVER en BUEKWEYT. Zeelandlche . 190 a 200 ROGGE. Brouwhavei' . . . 90a 110 pruisfifche . . 135 a 150 Witte Voeder dito . 75 a 80 Koningsberger . . 135 a 150 Boekw. Amersf. en Gooil. £32333 Gedroogde . .. 1403150 Dito Brab. en Vlaam. £ 32a 33 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeemvsch en Raap-Oly, per Aam f 72J Overm. 't Last. . ƒ 66372 Dito Lyn . . -59$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 5 Schep. Rigaas . - Il§ai2j Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dim . - 10a io§ V3n 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 112 Wissel- en Speciecours. 'Madrid ufo. 2 m. \ 76 Cadix 76 Lisfabcm -60 Nieuwe Dticat. ƒ5,15,16 Vencuen -92? Oude ger. dito - 5,131,14$ Lvomo —— -105 Nieuwe Louis d'Or -11.13,14 Paiys. 2-m.t; ^ ^ guinies . ^ duo kort. ƒ = =>y« _ Idem 111 Specie - Franlche Kronen -57a! Londen. 2. m. {1 Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 30 B». Bank . , , Duo kort - 39$ — yarï"ï Wenen id. B°. - 37* op 4 Maart te Amsterdam. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam \56; en te Haarlem 16, onder welken laatften 6 beneden de 12 Jaren. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige W buiten h aarnemingen, aar1em. Febr ) bar0_| ther- hygro- streek luchts- 1700 ^ me" m0me- me- der gesteld- (_ ter. ter. ter. wind. heid. (29. 8J 42 96 w.z.w. betrokken, windrig; 27 l 29. 84 46i 96 . tusfehen beide wat £.29. g± 42* gó regenagtig. { 30. c4 40 884 w. " : 28 < 30. i 46I 81 w.z.w. bewolkt. C3Q- jt 42§ 91 — _ Maart C 30. oi 42^ 99 z.w. 1 < 30. Ol 49 99 z. mist, betrokken. C.29- $i 42j 99 z. o. C29. 8 44 98i w.n.w. voormidd. betrokken; 2 < 29. 9-I 45è 90 verder helder. C.3Q- ' r 9° — , C3°- 2 32* 97 w. voormidd. helder; 3 i 30. 2 475 79 verder bewolkt; ) 30. 25 35 8l| n. 'savonds helder, (KI. C30. 2i 335 99 o. helder, nam. tegen den 4 i 30. 2i 45 82 — avond mist; 'savonds /30. 2} 32 i ico n. o. betrokken en |harde wind, S l°- »* "IJ o. n. o. vooltnidd. betrokken t 5 < 3°- 2ï 30i 79 — verder bewolkt. C3°- 25 ' 32 92 — Thermometer in de afgelopen maand February. Hoogst den 24lten 'smidd. 53I gr. Laagst den Sften 'smorg. 2 gr. Gemiddelde hoogte ogt., midd.en av. 32*55 gr. is ?\\\ gr.lagerdaninJan. 1798. BEKENDMAKINGEN. V De Makelaars Ph. van der SCHLEY, A. de LANGE, J. de BOSCH Jeronsz. , B. de BOSCH Jeronsz. , J. YVER en C. S. ROOS, adverteeren, dat zy, als lasthebbeude van hunne Principaalen, in de Maand O&ober of November dezes Jaars, te Amfterdam, zullen verkoopen: Het CABINET van KUNSTWERKEN en LIEFHEBBERYEN, alles, zonder eenige uitzondering hoegenaamd by een verzameld en nagelaaten door den Heere CORNELIS PLOOS van AMSTEL Jacob Cornelise. Mede-DireSteur vau de Teken-Academie der Stad Amfterdam, van het Zeeuwfcre Genootfchap der Wetenfthappen te Vlisftngen en van de Keurvorftelyke S hit der-, Beeldhouw- en Bouwkunst-A ademie te Dusfeldorp, mitsgaders Lid van de Hollandfche Maat ft happy der Wetenfchappen te 'Haarlem. Beftaande het zelve in SCHILDERYEN, TEKENINGEN, Gebondene en Losfe PRENTEN van de beroemdfte Meesters der Italiaanfche, Brafcandfche, Nederlandfche en andere Kunstfchoolen ; BOETSEERSELS, .Yvoire en andere P-FEÏ O WERKEN, Antieke Edele GESTEENTENS, MEDAILLES, Phyfifche, Optifche, Mathematifche INSTRUMENTEN en verdere RARITEITEN. Zynde de kunde van den Heer Verzamelaar en de uitmuntenheid van dit Cabinet te zeer bekend, om hier over, by deeze, breeder uitteweiden. De CATALOGUS zal, vroegtydig, by bovengemelde Makelaars te bekoomen zyn en den tyd der Verkooping nader Publiek gemaakt worden. *** Van wege de BATAAFSCHE REPUBLYK is eene pramie van ZESDUIZEND GULDENS uitgeloofd aan hem, die een VOLDOEND MIDDEL opgeeft, om rottend, bedorven en ftinkend WATER van allen bederf te zuiveren , en tot een gezonden drank le maaken: Eene MEMORIE over dat gewigtig onderwerp , met PROEVEN geftaafd, word, om het groot belang der zaake, THANDS {één jaar vóór dat de beloofde eerprys wordt toegeweezen,) nitgegeeven, by Holtrop, te Amft., zoo men hoopt waardig de aandacht van het PÜBLYK GEZACH, de MARINE en de NAVIGATIE. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 272. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTEJR.-BOBE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 15 MAART. BERIGTEN. ZWEDEN. Stokholm, den 15 February. De Zweedfche Letterkunde leedt onlangs een zeer zwaar verlies in den Heer Stenhammer, die te Upfala, in den vaag zyns levens, overleden is. Hy was een groot vernuft, een uitmuntend Digter en één der 18 leden van de Zweedfche Akademie. DUITSCHLAND en aanliggende landen. De Jenathe Hoogleeraren Fichte en Niedhamer hadden over enigen tyd begonnen, een nieuw Wysgerig Maandwerk, onder den tytel van: Philofophifches Journal, uittegeven; dog naauwlyks was het -eerfte ftukje daar van in het licht, of 'er kwan, van wegen het Keurvorffelyk Saxifche Hof, een R~fcript van Confiscatie, tegen de Heren Fichte en Forsberg, ten voorfchyn, wier beider 1 ertogen, in het bovengemeld eerfte ftukje voorkomende, daar by van grove Athcïstifjfie uitdrukkingen befchuldigd worden: zelfs kon de S xifchc Regering goedvinden, om hier over aan het Hof van Berlyn te fchryven, ten einde insgelyks van XI. Deel. daar het verbieden van dit Journal te bewerken. Dit laatfte gaf aanleiding, dat 'sKonings Staatsraad liet ftuk in handen gaf van de ConfiftoiiaaL-Raden Teller, Zollner, Sack en Hecker, om het te onderzoeken en hun gevoelen daar over intebrengen. Dezen meer verligt en bezadigd, dan de Saxifche Geestelykheid, hebben eenparig geadvyfeerd , dat 'er geen reden altoos is, om het werk te verbieden ;, 't geen ten gevolge heeft gehad, dat zelfs de Koning wysielyk geoordeeld heeft, deze gehele zaak, als een louter Theologisch gefchil, aan haar eigen beloop te moeten laten, en alle politieke bemoeijingen daaromtrent te doen ophouden. Daarentegen is, federt, niet alleen het eerfte ftuk van Fichte's Jomnal, maar het gehele werk, in het Hanoverche, verboden geworden; zonder dat evenwel, by dit verbod, ene meer dan flegts algemene reden word gegeven. Ondertus;'chen heeft men ook aan de zyde der befchuldigden niet ftil gezeten; al fpoedig volgde op het Saxifche Confiscations Refcript, ene warme verdediging van Fichte, onder den tytel: Fichte's Appellation an das Publicum ueber die ihm beygeniesfenen Athcistifche aeusferungen; een fchrift, die men eerst zu tefen bitiet, ehe man fie coupscirt. ( Fichte's beroep op liet Publiek over de Atheïstifche uitdrukkingen, hem te laste gelegd; een ftukje, 't geen men verzoekt, dat men leest, eer men het vei bied.) ■ Ook heeft een ongenoemd Schryver, by ene aankondiging en aanpryzing van dit L ftuk-  C Ba ) ftukje, in de bvlage op No. 26. des Hamburgifchen unpartkeyifehen Correspondenten, van 13 Febr. 17991 zig deze zaak aangetrokken, en zig niet weinig fterk uitgelaten, over het ongeluk en geweld, den genoemden Wysgeren door waereldlyk gezag aangedaan. Te Leypzig is de beroemde Kruidkenner, de Hoogl. Hedwjg, in den ouderdom van 68 jaren, aan ene Rotkoorts overleden. levens-schets tA ' vah ei» O -ï" I MOZES MENDELSSOHN, door w i n c k l e r. (Uit een Fransch Journaal..) Mendelssohn (*) wierd in het jaar 1729 geboren, te Bcsfau, alwaar zyn Vader Mendel afi'chryver van de Tiengeboden en Schoolmeester was. Deze post niet zeer voordelig onder de Joden zynde, waren dus zyne Ouders niet in ftaat om hem ene ruime opvoeding te geven. Zyn Vader kon hem niet meer leren dan de eerfte gronden der Hebreeuwfche tale, of zo verre brengen, als volftrekt nodig was, om de Schriften van zyne eigen Natie te leren.. Ter goeder ure kreeg Mendelssohn kennis aan de werken van Maimouidcs, een der voornaamfte Schryvers van zyne Natie, die ene aanmerkelyke verandering in het Wysgerig en Godgeleerd ftelzel van dit Volk heeft te wege gebragt. Zyn geest vond daar in voedzcl ten overvloede, en hy las daar in zo naarftig, dat hy 'cr dikwyls gehele nagten mede doorbragt: 't geen hem reeds, in zyne vroeglle jeugd, cue ongetfeldheid der zenuwen op den hals haalde, welke zelfs in het vervolg aan zyne gezondheid geen gering nadeel toebragt. „ Ik heb aan Maimor.ides, pleeg, hy dikwyls lach„ gende te zeggen , myne kwale te danken t maar ,, ik hou desniettemin zeer veel van hem ; hy heeft my het leven zeer dragelyk gemaakt, en my P dus overvloedig fchadeloos gefteld voor het nadeel, „ 't geen hy my , tegen zyn oogmerk , toegebragt „ heeft." (*) Mendelsfukn betekend Zoon van Mendel.. Tot zyn 14de jaar bleef hy in zyn Ouderlyk huis: toen hy, ni$t cian;armoede daar in ziende, zelve voor* floeg om naar Berlyn te gaan. Hier gevoelde hy insgelyks, terftond, al het geivigt der behoeftigheid, tot dat eindelyk ecu liefdadige Jood tem een klein kamertje in zyn huis inruilde, hem den tafel gaf, en, met een woord , hem onderhield. Wel dra vond Me:.delsfoini ook gelegenheid om zyne zugt voor de Wetenfchappen te voldoen. JJc eerfte Rabbyn van Berlyn, met name Frauiel, gaf hem gelegenheid om zig door "en doör in den Talmud te 'oeftenen, en liet hem zyne handfehriften affchryven. By dezen onding .hy ae eerttc. kundigheid van de Schoolfche Wysgeerte,'cn Godgeleerde Rechtskunde der Joden. Dit was zekerlyk weinig voor een geest als die van Mendelssohn: maar hy trok 'er ten minften dit voordeel uir, xlat hy meer geregeld leerde denken. 'Er waren reeds op dien tyd, onder de Berlynfche Joden, vele opgekkarete lieden; maar ene natuurlyke befchroomdheid, een gevolg van zyne geringe omftandigheden, wedcrhield. hem geftadig, om met dezen kennis te-makeipi. Eindelyk gelukte-het hem bekend tè' worden met een Joodfchen Schoolmeester, Israël Mofes geheten, die zigdoor zyne vrye manier van denken, aan de hevigfte vervojgingen van den kant der Rabbynen had bloodgcftcïd. Deze kennis was van zeer veel nut voor M&ndelsfohn. Lsracl Mo-, zes was een groot Wiskundige, en boezemde z/r.en jongen vriend weldra een zti^t voor dezelfde we.eu- icnap m : ook oczat ny nog vete anacre Kuncugneaen cn legde zig bovenal toe, om Mendelsfohn liet hoogfte geluk te doen vinden in het onderzoek der wa rheid. Ene Hebreeuwfche vertaling van de werken van Euèlides diende om Mendelsfohn voor de Wiskunde opteleiden. De kennis der talen ontbrak hem nog. Kisch , een jong Geneesheer uit Praag, prees hem zo fterk de Latynfche taal aan, dat hy, ondanks alle zwarigheden, welken zyn toeftand moest opleveren, het befluit nam, om haar te leren. Kisch gaf hem, gedurende een half jaar, alle dagen een les van een vierendeel uur, cn weldra zag hy zig in ftaat, om ene Latynfche Spraakkunst en Woordenboek te kopen. In weinig tyds bragt hy het, door zyne ongemene naaiftigheid, zo verre, dat hy de Werken van Locke in het Latyn kon lezen. Nu wenschte hy nog om ook het Engelsch en Fransch te kunnen verftaan. Dr. Gumperz , een Joodsch jongeling van kundigheden, hielp hem veel in deze ftu- die. Deze fprak niet alleen de beiden talen, maar was ook verre heen in de Wiskunde en Wysgeerte. Zy-  C 83 ) Zyne i-jsf; n deden- Mendelsfoim annmeikelyKe vorderingen maken, cn bragten hem levens in kennis met enige jonge lieden, die aan de Joachimfche School tc Merhn'ftudeerdcn. I Met deze laatften oefTende hy zig dikwyls in Wysgcrige nafnoringen, die zyne denkbeelden niet weinig ontwikkelden. Ook had dc verkering met jonge lieden van ene goede opvoeding enen keilzamen invloed op zyne Zeden, een voordeel, waar van hy tot bier aan toe ontblood geweest was. - Dan van alle perfonen, met welken Mendelsfoim in vriendfehap geraakte, v, as 'er mogelyk geen één, die hém van. zo veel nut was , dan de beroemde Lesfing. Zonder dien groten man, zou ongetwylTeld de. Wysgerige Ziel van Mendelsfohn, en zyne natuurlyke talenten, zig nimmer zo verre ontwikkeld hebben, om hem tot een licht zyner eeuwe te doen ftrekken. Men weet, dat Lesfing de uitgebreidfte kundigheden! bezat in alle vakken der wetenfchappen, en dat zyne talenten zo veelvuldig als buitengewoon waren. Zyn ommegang was ongemeen leerzaam voor zyne vrienden, en hy trachtte hun op velerleie wyzen nuttig te zyn. Hy had bovenal de gave om elke zaak, met veel fchranderheid, aan verfchillende kanten te befchouwen; \an daar, dat hy meermalen een gevoelen betwistte, 't geen hy, weinig tyds te voren, met veel.welfprekendhcid, verdedigd had. 'En, daar hy dit deed met ene rondborftigheid , aan fchrandere en diepdenkende merifchen eigen, wierd hy dikwyls on-gunftig beoordeeld. ' Mendelsfoim kreeg het eerst kennis aan Lesfing, in het jaar 1764', en weldra wierden zy vrienden. Niet lang daar na namen zy ook nogden Berlynfchen Boekhandelaar Frederik Ni'colai, in hunne vertrouwde vriendfchaï) aan. ■ Nicolai begon toen zyne Bibliotheek der Wetenfchappen inttegëven, en nam Mendelsfoim tot een van zyne Medefchryvers aan. Deze gaf, in de eerfte vier De. len, verfcheidene ftukken, die hem op het voordeligst deden leren kennen. Hy fchreef ook aan de eerde Delen van de cd gemene Duitfche Bibliotheek, door (8Ir■colai uitgegeven: fchoon hy het over deze onderneming met zyn vriend niet eens was. Lesfing cn Nicolai waren de eerften, die Mendelsfoim overhaalden, om iets.in het Hoógduitsch uittegevetK De Brieven over de Gewaarwordingen (Briefe -uber die Empfindungen) waren het eerfte werk, 't _geenJhy in die taal uitgaf. Men moet begrypen, dat dc'/e vooFïïcm ,~hf meef ~d;ïn "ëïfh opzigt", "ene vreemde taal was : daar hy opgevoed was in een Joodsch School/al waar 'men zig niet dan met het Hebreeuwsch ophoud, cn Zyn oor, in de jeugd, niet had kunnen gewennen, dan aan de verbasterden tongval zyner Natie. Desniettegenftaande fchreef cn fprak hy het Hoógduitsch, zo cierlyk en net, dat men hem, niet zonder reden, voor een goed model hieldt. Om te gevoelen , hoe wel verdiend deze loffpraak is, zal het genoeg zyn te weten, dat in 1755 het Hoógduitsch profa verre af was van te wezen, 't geen het thans is; en dat de Wysgerige taal nog niet gevormd was, overmits, tot byna dien tyd toe , de Geleerden in Duitschland niets over ftukken van Wysgeerte. hadden gefchreven, dan in de Latynfche taal. Toen hy, in zyne jeugd, de werken van Lcibnitz en Wolf beftudeerde, zat hy dikwyls gehele nagten op: dog dit verzwakte dermate zyne zenuwen, dat hy verfcheiden gevaarlyke krankheden doorftond. Hy was genoodzaakt, zig, gedurende een gantsch jaar, van allen arbeid met den geest te onthouden. Dikwyls moest hy zig, gehele uren, bezig houden, met het tellet! van de pannen op het huis, V geen vlak tegen over zyn vengfierraam fond, of niet zuiker te breken, om zyne gedagten afteleiden. Men noemde te regt Mendelssohn den Socrates zyner eeuw. Zyne gefprekken waren vol van geest cn vuur. Dikwyls wist hy aan . de redeneringen zyner vrienden, wanneer zy aan de ene of andere zaak van gewigt hunne toeftemming niet konden verlenen, zulk een draai te geven, dat alle hunne twyfelingen ophielder. In Wysgerige navorfchingen hield hy zig niet op met bykomende dingen: hy wist altyd by de zaak te blyven, en op die wyze gelukte het hem menjgmalen beter, door weinige bladzyden te overreden, dan anderen door gehele Boekdelen. Hy fprak en fchreef nooit enkel om te praten of te fchryven, maar altyd om te verlichten of nuttig te wezen. Wanneer hy een werk ftreng beoordeelde, leverde zulks een blyk op van zyne agting voor het zelve. Indien hem een ftuk voorkwam, niet wel gefchreven te zyn, onthield hy zig van alle aanmerkingen op het zelve, cn nimmer beledigde hy het door bei dumping. Zyne zedigheid, openhartigheid cn ongemene goedaarti'gheid van karakter, maakte hem bemind by allen, die hem kenden. Wanneer hy over Godsdienftige onderwerpen fprak, nam hy altyd de grootfte omzigtigheid in agt, om niemand door: zyne uitdrukkingen te kwetzen. Hy .was niet altoos zo gelukkig, om met luiden tc doen te hebben, die'even'zedig waren; ondertusfehen wist hy altyd het gefprek, zonder dat het al te levendig wierd, zulk een keer tc geven , dat zyn party het op het laatst met hem eens wierd. L 3 Eens  C 84 ) Eens viel het géïprek op de Ontologie (*). Mendelssohn zeide: „ de Philofbphie en vooral de Onto„ logie, is een heerlyk ding; vermits zy nu en dan ie„ mand een goed bed bezorgt. Op een van myne rci„ zen, moest ik 'snagts in een klein dorp blyven, al„ waar geen herberg" was. Beipeurende dat 'er een ,j Predikant in de plaats woonde, liet ik my by hem „ aanmelden als een man van letteren, uit Berlyn4 en ,, hem verzoeken, dat hy my voor den nagt in huis „ vilde nemen. De Predikant gaf 'er geredelyk zyne „ toeftemming aan; maar, toen men hem zeide, dat „ deze man van letteren uit Berlyn een Jood was, be„ gon hy wat te aarzelen. Zo als ik by de Pastory „ kwam, zag ik den Predikant, een eerwaardige gcy„ zaard, die my aan de deur Hond te wagten: "eer hy „ my echter in huis liet, wilde hy my wat nader keiï- nen. Zyn arm uitftrekkende en met den vinger op ., my wyzehde, vroeg hy: quid est Ontologia (f).? „ ik gaf hem de befchryving van Wolf, in het Lan tyn; cn tle Pastoor zettede zyn examen voort tot „ aan het denkbeeld van God; en toen ik, in myn ,, antwoord, een eu andermaal zeide: Ens fummwn, „ optimirn, maximum (§), herhaalde de goede gry„ zaard, als of hy dit zo gewoon was: Ensfummmn, „ optimum, maximum: en toen en niet eerde;', ftak ,, hy my de hand toe, en zeide met een regt patriar„ chale goedheid: wees van harte welkoom, myn lie„ ye Metidehfohn! By myne terugkomst, kwam ik het zelfde dorp door: wanneer ik een Poollchen ,, Jood by my had, dien ik verzogt had, my te willen „ verzeilen, om dat hy nagenoeg dien weg uitmoest. Ik zeide hem, dat"het zou kunnen gebeuren, dat „ ik my in het Dorp een weinig ophield, om den Pre,, dikant een bezoek te brengen. Den zelfden man ga „ ik ook een bezoek geven, antwoordde de Pool fche „ Jood. IK ftond , hier over verwonderd, te ^eer, ,, toen hy my het volgend geval verhaalde. „ „ Ik ,, „ had eens al myn goed, by hem, in bewaring gege- „ ven; en, toen, over enige jaren, zyn huis ver„ „ brandde, dagt hy om niets meer, dan om het ., „ myne te redden: 't geen hem, intusfehen, al het „ „ zyne deed verliezen."" „ Wy traden hier op ,, beiden in het huis van den Pastoor, die ons op het ,, vriendelykfte omhelsde: en ons, zo goed hy konde, onthaalde. Zyn Zoon, die te Halle geftudëerd had, „ was in den tusfehentyd t'huis gekomen : hy had my- (*) Leer der Wezens of Wezenkunde. (t) Wat is de Wezenskunde? CJ) Het hoogfte, beste en grootte Wezen, „ ne fchriften gelezen , en 'er met zvn Vader over ge-' „ fproken. Deze was te meer in zyn fchik, met my „ aan zyn huis tc zien. „ Op nieuw onderhield hy zig met my over de On„ tologie; en, toen wy vertrokken, ham hy mat veel „ tederheid affcheid van my, en van, den Pooifchai Jood, als van enen ouden vriend." Op deze wyze, wist iY1i;\\dllssohn zig vrienden te maken, zelfs by zulken, die regen hem vooringenomen waren. Deze goede Pastoor wierd, in 't vervolg, een der genen, die het meest van hem hielden. Mendelsfoim ging nooit door het Dorp, zonder hem te zien: cn hy wierd 'er altyd met ongemene vrienuciykheid entfangen.' 1 h ;;, , titp$l Om wel te kunnen beoordelen, hoe veel de W3Sgeerte en Letterkunde aan Mendelsfoim te danken hébben, zou men zyne werken moeten ontleden : iets 't geen my te verre zou doen uitweiden. Onde; tusfehen zal ik met een enkel woord van zyne voornaamfte fchriften gewag maken. Vooral moet ik fpreken van zyn Phoedoti, waar in hy , op het voorbeeld van Phnö ( * ), Socrates doet uitweiden over dc redenen, die voor de onilerllykheid der ziele pleiten. Hy behield, flegts een weinig van het oorfprongelyke: vermits hy, in zyne gefprekken, voornamclyk met opzigt der Üvernatuurkundige bewyzen, den fmaak wan zyn tyd volgde.' Het- wits LtihiiiZi Wolf, Baumgartcn en Reimarus, wier leerwyze hy aannam. Zyn SPhoadoii is verdeeld 'm drie zamenfprar ken, voorafgegaan door een korte levensfchcs van S&erates, om zyne lezers gemeenzaam tc maken met de manier van denken en hét .ftelzel mans Wysgeers. .. . In het eerfte Gefprek, tragt Socrates zvne vrLnden te overreden,, dat 'er, na den dood, ceiï veel gelukkiger leven voor de vromen dan voor de bezen- -zal plaats grypen. In het twede onderhoud, maken de vrienden van Secratej hem enige tegenwerpingen,. die hy tragt tc beantwoorden. En in liet derde, poogt hy het toekomend lot der ziele natefporen. Een ander werk van Mendelssohn, draagt den tytel van Wysgerige Schriften (Pnilofijphifche Schriften'}. Hier in handeld hy over 'c geen men thans, inDuitschland, beflempeld met den naam van /Estetica, dat is, de leer der gewaarwordingen (of het gevoel) van het fcho- (*) Om Plat0 in het oorfprongeh ke te kunnen lezen, leerde Mendelsfohn, nog in zyn ouden dag, het Gricksch,  C 35 ) ichone, in werken van fmaak, en van de rangfchikkirig dier gewaarwordingen. Hv was de eerfte, in 'Duitschland, die deze leer in een geregeld ftelzel heeft gebragt, cn het fysthema der gemengde gewaarwordingen heeft ingevoerd. Öm te doen zien , waar in het Jodendom beftaat, en om de waereld, en inzonderheid de egciingen te doen deel nemen aan het lot zyner Natie, fchreef hy een ftuk , getyteld : Jcrufalem, oder über reUgiafe Macht twd Judcnthuni, d. is, Jeruzalem, of over de Godsdiciflige Macht en liet Jodendom. Mendelssohn drukte zig hier in zeer vry uit: hy handeld eerst over de vryheid van geweten , in 't algemeen; vervolgens geeft 'hy ene bepaling van de denkbeelden omtrent Staat en Godsdienst, fpreekt van derzelver grenzen cn wederkerigen invloed', als mede van het geluk des levens in enen ftaat van befchaving : hy onderzoekr te gelyk den oorfprong der dwangwetten, en van het gezag der verdragen onder de menfchen. Vervolgens tragt hy zynen Lezeren het Jodendom uit deszelfs waar oogpunt te doen befchouwen, en de regten zyner broederen, met yver, te verdedigen. -—■ Men vind, in dit ftuk, de redenen, welken Mendelssohn wedcrhielden, van gehoor te verlenen, aan de uitnodigingen, hem meermalen gedaan, en byzonder van Lavater, in de opdragt van diens vertaling der Palingïnéfie van Bonnet, om het Kristcndom te omhelzen. Morgenflunden, oder vorlefungen ucber das Dafeyn Goltes, d. is, Ochtenduren, of lesfen over het beflaan •van God, is de tytel van een ander zyner werken; waar toe aanleiding gaven de gefprekken, welken hy met zyn Zoon, Schoonzoon en een ander jong mensch hield, op zekere uren voor den middag, deenigften, waar in hy hun toeliet hem te onderhouden over afgetrokkene denkbeelden, gedurende ene Zenuwziekte. Het onderwerp dier gefprekken was de Natuurlyke Godsdienst. De dood heeft hem belet, dit werk ten einde te brengen. Behalven deze ftukken, fchreef hy ook nog ene Verhandeling over de klaarblykelykheid, welke by de BerIynfche Akademie bekroond is; over'de onfterfeiykheid der Ziele ; een Wetboek der Joodfche Natie , over de Erffenisfn, Uitterfle Willen, Hawelyken enz. 1 ïk zal.geen gewag maken, van een Letterkundig gefchil, 't welk Mendelssohn tegen Jacobi_ voerde, om de gedag'enis van zyn vriend Lesfing , dien deze van Spinofistery befchuldigd had, te verdedigen. Wat belangt de ftukken over den Godsdienst, die Mendelssohn ten behoeve van zyne Natie fchreef; onder dezen munten inzonderheid uit ene geagte vertaling derPfalrneH, ene verklaring, in het Hebreeuwsch, 'van Zalomon's Prediker, en ene overzetting der 5 Boeken van Mofcs. Mendelssohn was niet alleen een groot Wysgeer; hy was te gelyk de tederftö Vader en de beste Egtgenoot: hy droeg de grootfte zorg voor de opvoeding zyner kinderen. 'Om zyne ongemeen zwakke gezondheid te xnr.gcn, wist hy zig, als een regtfehapen wyze, van zinnclyke genietingen, te fpenen: en hy trok zelfs zyne onthoudingen zo verre, dat zyne vrientLn zig tenuitterften verwonderden, hoe een mensch kou leven van zo weinig voedzel, als hy gewoon was te gebruiken. 'Er was maar een ding, waar van hy zig niet koni onthouden : dit was de Zuiker. „ De Zuiker," zeide hy dikwyls, „ heeft maar een gebrek, dat is, dat men „ hem niet met Zuiker kan eten." Zyne afgenomene kragten, door de geftadige pogingen van zynen geest, dwongen hem, in de laatfte jaren zvnes'levens, om rust te zoeken. Hy flapte dan van alles af, wat een aanhoudend gepeins vorderde, en bepaalde zig tot zyne gewone bezigheden, die bef ftonden in de befturing van een Zyde Fabriek: door dït middel herftelde hy ras. Dan deze rust wierd, intusfehen, geftoord door het gefchil, 't geen hy met Jacobi over Lcsfmg kreeg, en misfehicn is dit de oorzaak van zyn dood geneest. Men kan hgtelyk naaro-aan, dat de levcnelighcid , waar mcoe ny de party van zyn vriend trok, zyne zenuwen moest_aand-.cn, en dat 'er, in zulk ene pmffandigheid, weinig beboerde by te komen, om zvne dagen "te verkorten. Dit wierd ook met ":er daad het geval. Op zekeren dag uitgegaan zvnde, t*>m over een ftuk te lprekcn. 't geen hy in 't licht wilde geven, vattedc hy zulk eni koude, dat hy in ene hevige ziekte ftortte , cn. na drie dagen, op den 4 January 178Ó, "s morgens ten 7 uren, in den outlcrdom van 57 jaren-, overleedt. Terwyl men zyn lyk ten grave bragt, waven alle de Winkelhuizen der "Joden gefloten: iets dat in gttjri gebruik is, dan by de lykftatic van den eerdenIlaboy.i.. NIEUW - UITGEKOMEN' BOEKEN,, akademtsche en andere schriften. Bataafscue Republiek. F. J. Voltelen Pharmacologia Univerfa. Pars I. Lugd. Batav. 1797. Vervo'g en Slot van Bladz. 70. De flde Klasfe beftaat uit zulke Geneesmiddelen, die een: , water-, zoet- en.zeepachtig beginzel hebben: als',grdtvah- l a • *  C 8(5 ) te', ip*r?Je, kruiswortel, ezelkruid, zsepkruid, fcorfoneren, klisfen, chinawortel, farfaparel, gewone portelen, vitte -wortelen, de beet, kno/leu, koot, porfelein, < borage, osfetong, komkommers: alie deze worden op dezelve wyze behandeld, als de vorige. ' De lilde Klasfe bevat alie vette olieachtige en zoetachtige midde'en, welke door hare glibberig en weekmakende kragt, als mede als verzachtende eiï omwindende middelen van zeer veel dienst zyn.' — Het zyn de zogenaamde grote en kleine koude zaden, ais van varermeloenen, komkommers, kauwoerden , meloenen , cichory , endivie , latu , porfelein , vitte maankoppen , lieimip , ■griekshooi , beide amandelen , de vruchten van olyven, lynzaden , okkernoten , dadels, de ziden van den wonderboom, de Cacao. Derzelver kennis is van belang, dewji dezelve, in emulfics gebruikt , ene verkoelende, verzachtende, ftillende kracht bezitten , en van hier in verfcheiden ziekten van een uitgebreid nut zyn. De IVde Klasfe brWat alle lymachtig zoete Geneesmiddelen, welke aan den enen kant door derzelver lymachtigen aart een verzachtende losmakende kracht bezitten , en aan den anderen kant, door een fyn zoutachtig beginzel, een ligt prikkelende en losmakende kracht bezitten, indien zy ; niet te lang gebruikt v\orden; hier toe behoren zuiker, honig, manna , casj'ia , vygeu , krenten, dadels , St. Jansbrood , pruimer' , "lwrstprtiimen , de wortel van zoethout, eikenvaren , bitterzoet. De Vde Klasfe komt de vorige zeer naby, daar zy hun zuur in een vette ftof omwonden en als verfcholen omdragen, van hier zuurzoete middelen genaamd; onder welke' behoren alle zomervruchten, citroen- cn limoenzap, zu'ring , k 'averzuriug , patich , en tamarinden , azyn , er. wynfteen. • - ^Aangaande zomervruchten, geeft dc Hoogleraar derzelver nut op in hete eu andere ziekten, en waarfchuwt tegen der■zelver misbruik in te grote hoeveelheid, als ook voor zulke die zwakke ingewanden hebben &c. De Vide Klasfe bevat de loogzouten uit het planteuryk: als, wynjleenzout, het vaste falpeter, potasfa ,_foda , -of zouten uit het plantenrvk óp de wyze van Tachenius verkregen , welker oplosfende' cn flymontbindende krachten worden opgegeven. De Vilde Klasfe bevat middelzouten, als tartarus tartarifatus , fal de feignette, terra foliata^ tart ar i, liquor digesturis , tinStura tartari per fë , fpir. MindUcycFt'. De VÏÏIfte Klasfe bevat alle die middelen, welke een hun byzonder eigen wrang zout in zig bevatten, verenigd met véle aard, gom, en hartsachtige delen , wrange zamentrek" kende middelen genaamd. De Hoogleraar geeft derzelver algemene krachten"op, vermaand tegen derzelver zo veelvuldig misbruik, en wyst de gevallen aan, waar in zy zouden fchaden. - ■ Eindelyk geeft hy op de verfchillende planten, die tot deze zoort behoren. Béjarrgryk is inzonderheid de Verhandeling yan de zo algemeen "in gebruik zynde Peruviaailfche bast ; c*c Jloc-gicraar geeft deszelfs verfchillende namen> zoorten; elgeiilehappen, vervalhngen op: dc ware Cortex Is de rode., als weike in krachten boven de gemene uivmtiry-,, daar zy een grote lymigheid heeft, waar in vele hartsachtige delen verborgen liggen; hierom ook door vroegere Geneesheren zeer geroemd. Dc belianeidclen van den C. P. zyn gom-hartsachtig, met een aard eri zuurachtig beginzel verenigd; in den harst zoekt men de kouleur en zamentrekkende imaak, in de gom de bitterheid.'.. . \ Ten geneeskundigen gebruike dienen inzonderheid dc water- en. geestachtige aftrekzelen, het afkookzel, extra.ct, zout van de la Garaye, poeder, fyroop, het koude of warme aftrekzei is verkieslik boven het afkookzel, om aldus al het werkzame uit de bast volmaakt uittehalen; door het bydoen van enig loogzout verliest men de kracht van den bast. Het extract, volgens de gewone wyze bereid , heeft veel van zyhe krachten verloren , en is nog krachtelozer als het' afkookzel; beide overtreft het poeder van den bast. Het zogenaamde zout van la Garaye is het extract, na een koude trekking met"wryviug en verdikking, door uitwaasfemmg bereid.- Zuarin houd het zelve voor werkzamer als het gewone extract; de harst heeft weinige krachten, behalven een lichtere zamentrekking is 'er geen bitterheid in. «f, jj Het best is den cortex in zelfftandigheid te gébruiken, als waar in alle werkzame beginzelen verenigd zyn. Men gebruikt ten dien einde' zeer fyn geftampte poeder, denzelveh van zyn uitwendige delen ontdoende, en het eerst geftampte poeder wegwerpende. In dit poeder ligt de 'mééste kracht. Het tinctuur in wyn heeft ook zyn nut in zwakheid en zenuwziekten. > SI . • * Omtrent de hoeveelheid van denzclven voortefchryven zegt V. dar men lichter in to weinig, dan in te grote hoeveelheid kan zondigen, zo men denzelvcn Hechts op den rechten tyd geeft. In koortfen verfcheeld de gifte, naar mate men de koorts langzaam ,of .fchiehk wil tegengaan, en, naar mate dezelve helt tot een altyd doorgaande koorts. Men gebruikt het poeder niet, wanneer de ingewanden zwak, en de fpysvertering bedorven is, nog ook wanneer de flikking belet o? bezwaarlyk is, nog ook in verltopte of harde buiken; .ia zulke gevallen geve. men het-af kookzel of .aftrekzel of ook tiet ^extras. ' ~'. ' e. . ■ E Men bediend zig ook wel van den cortex in aarsfpuitingen , pappen en voedbaden , vooral dan wanneer de doorzwelging belet is. Omtrent het bvvoegen van andere middelen by den cortex, .zegt Volt eten , dat Sydenhams gedachten overdreven is, daar 'er toevallen kunnen zyn , waar hl dit \ontrekt noorizakelyk is, als braking, buikloop, •verftoppiiig, Cappe vertering, ja zelf wil V. d 'i men Mé middelen 'er mede kan vermengen, in verftoppingen oplosfende, in waterzucht 'waterdryvende, iii feberpte der vochten, z.utr tekeer gaaii;de middelen, ja zelf de kwik in venerifche ongevallen. ;j De genezende kracht vau den cortex *> meer algemeen za-  C 87 ) zamentrckkende, verfterkende, bederfwerende, krnmpftillende, zomryds zelf wormdry vende, of meer byzonder koortsdry vend; welke niet wel van deszelfs bittere natuur kan afgeleid worden, daar ;toch andere bittere dingen niet evenveel als de kinabast tesen de. koorts vermogen. Wie zal deze koortsbrekende'kr, cht ukleggen, zo lang men omtrent dc ware natuur van de koorts zo zeer in het onzekere is? Dit is zeker, zy werkt vqornamenlyk op de voorbel'cliikkende oorzaak van de koorts , welke in het lighaam zelve ligt. Daar het .intusfehen niet altyd even zeer te pas komt cortex P. voortefchn ven, geeft V. te regt op dc gevallen waar in. dezelve voordelig zyn kan, en vermaand tegen deszelfs misbruik. Het gebruik is: i°. Ey alle afgaande koortfen, na het wegnemen der ftoffelyke oorzaak. 20. Wanneer zig een of ander gevaarlyk toeval by de koorts voegt, als kramptrekkingen &c. 30. Wanneer de koorts, na ontlastingen, toeneemt. 40. Wanneer de koorts in een doorgaande zou veranderen. 5", Wanneer het lighaam zeer verzwakt. 6°. Wanneer zwangere ■Vrouwen door de koorts worden aangetast. 70. In afgaande koortfen zonder ftoffelyke. oorzaak. 8°. In afgaande koortfen , welke onder de gedaante van andere ziekten voorkomen , en in krampachtige ziekten, met byvoeging van andere krampftilleude middelen. 90. In afgaande koortfen met andere ziekten verenigt. Voor 't overige komt de cortex P. te pas in alle remitterende koortfen, het zy dezelve van een galachtigen , ontfteking-, rot- of kwaadaartigen aart zyn, evenwel nimmer voor dat derzelver ftoffelvke oorzaak is weggenomen, ten zy 'er andere omftandigheden mogten bykomen , die het vroeger geven van den cortex gebieden. Omtrent den tyd , hoeveelheid en langdurigheid van het geven der cortex, zegt V., dat zy moet gegeven worden in het tvdvak, dat 'cr geen koorts is, of gedurende een merkelykë vermindering derzelve; de hoeveelheid moet naar den aart der koorts en des Lyders krachten zyn ingericht. Na het ten onder brengen der koorts, moet men evenwel met het gebruik der cortex voortvaren. — Zomtyds ziet men, dat, na de eerfte gifte der koortsbast, de koorts met meer geweld, dan te voren,. opkomt, het welk in dit geval den Geneesheer verplicht, om met zo veel te meer kracht voorttegaaan, in het gebruik derzelve, om zo ene volgende aanval voortekomen. Men geve den cortex nooit ie. wanneer een tusfehen pozende koorts het lighaam voor andere ziekten beveiligd. 20. In alle koortfen, waar by zig een onreine ftoffe in de eerfte wegen ophoud. 30. Of zo 'er verftoppingen der ingewanden zyn. 40. Zo zig de Zieke onder het gebruik van den cortex niet wel bevind, zo dat het wit der ogen geel word, of ook het water een gele koleur krygt; zo 'er daar en boven enig bezwarend gevoel ontftaat in de bovenbuiks ingewanden.. 50. Wanneer 'er zekere tekenen zyn van ene verborgene ontfteking. 6°. Zo als overal, waar de pols hard eu fnel, de huid droog en gloeijende, de urin raauwen on¬ gekookt is. 70. In een aanleg tot aambeijen. 8°. In een byzondere 1'cherpte van een rhumatieke, fcorbutieke, of vcnerieken aart. 90. Dan w anneer de byzondere gefteldheid van den Lyder, het gebruik vi6 Vénefien ■ - 92? Oude gtr. dito - 5,i3«'4l Livoino - 105 Nieuwe Louis d'Or - 11,13,14 Parys. 2.m.-! ; Asfi ? Cuinics -12,18 duo kort. J a 3>" Piftolen - 10,4 Idem in Specie - Franiche Kronen - 57a I Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. ra. Ct. ft. 39 I50. Ba!ik . 95^a§ Dito kort - 39! — Wenen id. B°. - 37J Het getal der Deden, gedurende de laafstverlopene Weck, is geweest: te Amfterdam 119; en te Haarlem 10, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Febr. zyn, in Alkmaar, overleden, 33 perfonen, nam. 8 mannen, 9 vrouwen en 16 kinderen, waar onder 4 Doodgeb. 11 beneden 't jaar; 1 van 5 tot 10; 3 van '20-30; 2 van 30-40; 2 van 40-50; 1 van 50-60; 3 van 60-70; 4 van 70-80 èli 2 van 80-90 jaar. WAARNEMINGEN van WIND en WEDER. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. Taart V BAR0" 1 ther- hygro- streek luchts- \ me" m0ve- me- der cesteld- 7"9- ^ ter. ttr. ter. wind. heid. C30. U 3^j 88i n.n. 0. (5 < 30. I 36I 81 — fneeuw. i3£a_2L * 3' 91 — C30. 1* 28i 95 n.n.o. benokken> mistig; 7 < 30. Iï 36* 94 namidd. wat lheeuw. üQ' u 3°*.. 93 — . C30. oi 32 97 o.z.o. voomiidd. betrokken; 8 S 3°- °i 36 89 °- verder wolken. C.30. ol 29! 90 n. o. C29. 9 31 97 n. o. fneeuw; namidd. en 9 \ 29. 8| 35 97 o. 'savonds betrokken £29.9* __93 Z1a1_ enmistig. C30. li t 29Ü 95 n.n.o. voormidd. betrokken; 10 < 3°- *i 41 9° N' verder helder; tegen ) 30- I 335 91 n.n. o. den avond mist. C30. Oi 32 95 n. n.o. 11 < 30. oi 42I 9I n.o. omtrent helder. ) 30. Ol 36I 82 _ _ _ C30. Oi 34Ï 87 n.o. ——————— 12 < 30- Ol 46 74 — helder. (.29- 9* 35 1 86 — 1 * 'sNagts 26 graden. | 's Morgens 5 uren 25! graden. hoeveelheid van gevallen en uitgevvaassemd water, te alkmaar. Gedurende de Maand Febrl-ary 1799. Gevallen Regen en Sneeuw-water 71 Lynen: Uitgewaasfemd n Lynen. .Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 273. NIEUWE algemene KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 22 MAART. BERIGTEN. I T A L l E N. beroemde Natuurkundige Galvani, is, in den ouderdom van 55 jaren, te Bologna ove;leden. Hy had zig byzonder bekend gemaakt door zyne naar hem genoemde proefnemingen met Kikvorsfchen, waar toe men verhaald, dat hy aanleiding kreeg, by geleeenheid ener zware ziekte van zyne Vrouw, welke het gebruik van Kikvorfchen - foep was voorgefchreven. Haar teder liefhebbende, gaf hy zig de moeite om de Bouillon zelve voor haar te bereiden; en terwyl hy bezig was met de Vorsfchen den huid aftetrekken , befpeurde hy , onden het toevallig aanraken, ene onvrywillige beweging, 't geen vervolgens aanleiding gaf tot de ontdekking van het bekend verfchynzel. Een ander, niet minder zwaar, verlies, 't geen de Wetenfchappen onlangs in Italien geleden hebben, is dat van den beroemden Hoogleeraar A. L. Spallanzani, die, den 10 Febr. te Payia overleden is. FRANSCH E REPUBLIEK. Parys. De Kommisfie tot de Maten en Gewigten heeft 3 van hare buitenlandfche Leden verloren; den XL/Deel. Sardinifchen Gezant van Balbo, die zyn Koning niet langer konde vertegenwoordigen, cn uit dien hoofde Parys verlaten heeft; den B. Franchini, die naar Romen te rug gekeerd is, overmits de laatfte gistingen, aldaar, hem allen toevoer affneden, en de Hr. Bugge, wien het in Parys niet beviel, en die zig naar Koppenhagen te rug heeft laten ontbieden: deze laatfte behoorde tot de afzonderlyke Kommisfie van 6 leden, die den arbeid en de berekeningen van den B. Delambre zouden onderzoeken: hy heeft echter de byeenkomften zyner Kollega's niet bygewoond. Deze Kommisfie zal eerlang haar Rapport uitbrengen, waar by, gelyk men verzekerd, den verdienden lof zal gegeven worden aan de Stukken, in hare handen gefteld. Zy zal zig vervolgens met Mechaiids arbeid bezig houden: het is niet wel mogelyk, uit hoofde van he gewigt van haren taak, te bepalen, wanneer zy afgedaan zal hebben: byaldien, gelyk de fpraak gaat, de bafis van Melun nog eens moet gemeten worden, zal zy, ongetwyffeld, nog wel enige maanden langer byeenblyven. De bekwame en kloekmoedige Natuurkundige, Frederik van Humboldt, is, van Parys, naar Algiers vertrokken, om een aanvang te maken van zyne Geleerde reize in Afrika. Charles Panckoucke, bekend door zyne uitgave der Encyclopedie MModique , cn door ene menigte van M Let-  C 90 ) Letterkundige ondernemingen, is, tot geen gering leedwezen van alle liefhebbers der Geleerdheid , overleden. UlTTREKZEL enes Briefs van den Generaal Championet , aan den Minister van Buiteidandfche Zaken. Napels, den 19 Pluviofe (7 Febr.") „ Met vermaak, melde ik u, dat wy fchatten gevonden hebben, welken wy reeds voor verloren hielden. Behalven de Pleisterwerken van Herculanum, die zig te Portici bevinden, zyn 'er ook nog twee marmeren Standbeelden te Paard, van Noncus, Vader en Zoon. .Dc Venm Callipige zal niet alleen naar Parys gaan: wy hebben insgelyks, in de Porcelein - fabriek, gevonden de Agrippina , zo als zy der, dood wagt, de levensgrote marmeren Standbeelden van Callgtila, Lucius Ferm en Marcus Aurclius, benevens een fchonen Mercurius van brons en ccn Melcager van ouden roden fteen; gelyk ook verfchcidcre oude marmeren Borstbeelden van de grootfte waarde, onder welken dat van Homerus enz. uitmunt. ■ • Birnen weinige dagen, zullen alle deze ftukken naar Komen verzonden worden. ■* Gemelde Genei aal heeft ook aan denzelfden Minister kennis gegeven van zyne gegevene orders tot het graven in Herculqnum, Pompcia, Stabia, Ba/a en San Ag.-trta, of het oude Capita.' Een aantal van 600 man was hier toe reeds'in 't werk, onder het opzigt van cien beroemden Oudheidkenner Maria Zarillo , Lid der Herkulaanfche Akademie. Alles, wat men zal vinden, zal, onvcrwyld, naar de algemene verzamel rdaats gebragt, aldaar gerangfehikt , verdeeld, befchreven en ingepakt worden. Te Pompeia heeft men, airede, in een thans gevonden hel, vier vrouwclyke geraamtens gevonden. ■—— Waaifehynïyk waren tieze ongelukkigen, by den Afchref:en, waar door die Stad overftelpt wierd, derwaarts heen gevhtgt. • Zy hadden ooreierfels van verfchillende gedaanten , Ringen , Gouden Halskettingen , en twee Armringen van Gouddraad, aan. Dezelven waren reeds in Napels gebragt. DUITSCHLAND en aanliggende landen. Leypzig. Met het Bouwkundig werk, 't geen alhici by den Boekhandelaar Fcfs uitkomt, getyteld: Zeichnungen aus der Schóne Eauktmst, in ico Platen in Folio, waar van de doorkundige SUtgUiz de befchryving bezoigd, word zo veel voortgang e;em akt, als deze kostbaie onderneming toelaat. Reeds zyn 'er by de 60 Platen afgedrukt', die even /eer aan de verwagting van de Liefhebberen der konst voldoen, als de befchryving, beiden in het Fransch en Hoógduitsch, zeer fraai op vclin-papier gediukt, aan het kunftige van de Piaten beantv\ oorden. De Duitfche Letterkunde heeft, op nieuw , een zwaar verlies geleden , in den dood des Hofraads Lichtenberg, die, den 34 Febr. te Gottingen, aan ene Borstziekte, overleden is. Ongehoorde Graad van Konstkoude. De ftrenge Vorst van dezen Winter, gedurende welken, de DecimaleThejmometer, te Parys, op één der koudlle dagen, op 17 gr. cn die van Reaumur °P l3ïo gr- ftond, gaf aanleiding aan de B. B. Vauquelin en Foucroy , om de proefnemingen van den Petersburgfchen Scheikundigen Lowitz, met ene buitengewone konstkoude te herhalen. Zy hebben de waarheid daar van op nieuw bevestigd", en 'er verfcheidene waarnemingen by gevoegd. Óp een ogenblik, waar in de Thermometer op 70 gr. van bevriezing ftond, maakten zy een mengzcl van 8 delen van Muriate de C/iaux (Sal. mar. Calcul.~) en van zes delen loslc fneeuw. Dit mcngzel bragt ene onberekenbare koude voort. Binnen 30 fecondeu bevmzen daar in volkomen, 20 ponden Kwikzilver. Het zeilde gebeurde met Wyngeest, Ether, gezuiverd Azyn-zuur enz. Een kroesje van Platina, in het mcngzel gelegd , deed, insgelyks in 30 feconden, alles, wat 'er in lag, bevriezen: een dergclyk van Porcelein, of van Aarde, in twee minuten. Het blykt hier uit dat de Metalen de warmteftofie enz. doorlaten. AANMERKELYK VOORVAL EENER GROOTE HOEVEELHEID GELOOSDE ZANDERIGE EN STEENAGTIGE STOFFE, DOOR HET GEBRUIK VAN HET ALC. veg. aerat. (carb. POTASSsE.} medegedeeld door A. van STIPRIAAN LUÏSCIUS, Med. Doct. et Chem. Lect. te Delft. Eindelyk kan ik aan myne belofte voldoen (Lerterb. N». 2-560 van eenig bericht te geven, nopens myne Graveleufe. Ly-  C 91 ) Lyderesfe, welker gezondheid thans voor het grootfte gedeelte" weder herfteld is. Men zal in dit geval zo wel de duidelvkfte bewyzen vinden, wat het menfchelyk lighaam, in deze foort van ongemakken, kan uitftaan, en hoegunftig de goede natuur foms ter behoud kan medewerken, als nieuwe 'bydragen ontmoeten van het kragtdadig en onfchadelyk oplosfend vermogen van het Alc. Vcg. Aërat., door my in zo vele gevallen reeds geroemd. Zekere Juffrouw namclyk alhier, ruim 32 jaaren oud, vet en kort van geftalte, van een gelukkig, vrolyk en andcrzints gezond , temperament, thans moeder van twee kinderen, voelde, voor omtrent 6 jaaren, op de 5de of öde maand haarer eerfte zwangerheid, eene lendepyn, die zich voornameiyk tot de linkerzyde bepaalde, met eenige tekenen van graveel gepaard, welke echter alleen, zo wel als de lendepyn, door het gebruik van het zogenaamd Aq. Meph. alcal. fpoedig en gelukkig verdwenen. In al dien tusfehentyd geene verfchynzelen van dien aart meer befpeurende, wierd zy, op het einde der maand July 1.1., wederom dezelfde .lendepyn gewaar, met eene fpanning onder de linkerborst benevens koortfige en zenuwagtige bewegingen verzeld. De urin, die in het begin zeer weinig tekende , begon nu in het glas eerst een vuil geel, daar na vleeskleurig , toen oranje en vervolgens vermilloenrood, zinkfel te laten zakken, dat zeer dun en in het geheel niet voelbaar was. Met lakmoes-papier onderzocht, gaf zy duidelyke tekenen van het zogenaamde fteenzuur Qacide Lithique) en een korte tyd aan zich zelve overgelaten, ftonk zy fchielyk (*). Het leed ook niet lang of 'er begonnen zich moeielykheid en perszingen in het wateren te vertoonen, met benaauwdheden en fpanningen op de borst. Tot hiertoe met verzachtende, Pullende, ligtafdryvende en zachte buikzuiverende middelen gewerkt hebbende, en het vaatgeftel door fterke en te menigvuldige menfes genoeg ontfpannen zynde, befloot ik myn toevlucht te nemen tot het Aq. Mephit.,XQ voren, met een zo gunftig gevolg, door dezelve Lyderes gebruikt. Ik liet haar dus een pint daags nemen, met 2 dr. [al Ta&ari voorzien; doch gedurende verfcheide dagen zonder eenig nuttig gevolg; ja zelf nam de moeielykheid in het wateren zodanig toe, dat zy op den 18 Aug. eene volmaakte opftopping had, die alle uit- en inwendige middelen tegenftond. Men was dus genoodzaakt haar den catheter te zetten, waar door eene goede hoeveelheid water ontlast wierd, en 't welk in 't vervolg geregeld tweemalen daags moest herhaald worden. De urm wierd onder- tusfehen natuurlyk van kleur, de lendepyn zeer drageljk, en ik vleide my dat de opftopping van water alleen als een gevolg der al te groote uitzetting der blaas, en daar op gevolgde kragteloosheid moest befchouwd worden; waarom ik befloot eene veerkragtige gom-catheter binnen te_ brengen , en binnen te laaten, om daar door de urin geftadig te doen (*) Door deze rottige ontbinding ontdaan de bovengenoemde kleu' verwis(èUngen. Z'e myne Verhand, over de Rottïeg in liet Batar.fsch Genootfchep U Kott. 1 Hc&plft. 3 efikeling. aflopen, en alzo de blaas in rust te houden, tot zy haare veerkragt weder kreeg. Maar op dezen tyd begon de gevoeligheid van het lighaam, en voornamelyk der ondorfte deelen, zo fterk te worden, cn met zulke aanvallen van opftyging verzeld te gaan, dat het onmogelyk was de zagtfle gom- of buigzaamfte zilverdraad-catheter binnen te hónden, zonder dat den bodem der blaas daartegen zo geweldig gedrukt, en de catheter zelf dermaate wierd teruggeperst, dat men dezelve niet dan door een ftevig verband of fterke kleefplysters konde binnen houden: .en in dat geval wierd de pyn in de blaas door de perliug ondragelyk, en de blaas zelf gekwetst, zo dat 'er bloederige ftof voor den dag kwam , en men dus genoodzaakt was hier van aftezicn. Zelf eeue ftevige catheter, tot welkers gebruik men wederkeren moest, wierd foms zo geweldig geperst, dat men dezelve, even loslatende , met geweld zag uitgefloten worden. Het bleek nu ook weldra, dat deze gevoeligheid eene byzondere oorzaak had; want 'er begon zich een foort van fcherp zand te vertoonen , op het ukcrlyk gezicht volmaakt aan fchuurzand gelyk, hier en daar met gr\zc kalkagtigé grasjes vermengd, 't welk dikwits den catheter verftopte, cn na de aftapping met fchrikkeljkc persfingen wierd uitgeworpen. Dit zand was zo hard, dat het, m Aq. Meplutica geworpen, flegts voor een zeer gering gedeelte, het kalkagtigé namelyk, wierd opgelost, en het overige zelf 111 de warmte met wierd opgenomen. Ik eiste dus, dat dit onoplosbaare zand door eene oplosbaare fioffe in het lighaam vercenigt was, en befloot het Aq. Meplutica in kragt tc verdubbelen, zo dat de Lyderes nu een half oncc Alc. Feget., wel met luchtzuur verzadigt, in kreeg. Het zand vermeerderde hier op, dc lendepyn aan de linkerzyde nam toe, gelyk mede de hyftericque toevallen, en 'er begonnen nu, na de aftapping, tevens met het zand, ftukjes leverkleurige fteentjes, van eeue fchilveragtige gedaante, uitgeperst te worden, waardoor de aanvallen op het zehuwgeftel foms zeer geweldig wierden , en naar omftandigheid van zaken , door zagte opiata en antihyfterica , moesten gclenigt worden , onder welken een linctus uit Ol. Amygdalarum , Mucil. g. Arak. en Syrup. Diacodii, in de puien door de fcherpe fteentjes veroorzaakt, rykelyk toegediend, dikwils-fpoediee eu verwonderlvke dienften deed. Het water, op die wys gebruikt, aan de zieke nu min of meer walgclyk beginnende te worden, befloot ik haar het door my onlangs befchrevén (Letterb. als voren) Alc. Veg. aërat s eerst ter hoeveelheid van eene halve once , en daarna van 6 dr. op een kruik Fachingcr-vvater, toetedienen, waarmede zy op den 4 Oclcber een aanvang maakte, en waar van zy om de twee uuren een klein bierglas vol nam. Het zand begon nu merendeels optehouden, maar de fteenen namen in hoeveel- en hoegrootheid aanmerkehk toe, zo dat zy door dc catheter in dc blaas dikvvils konde "gevoeld worden, en befiond.en meestal _ uit bruine , *,cci iuiu, eu ars glas waren, begonnen nu brofer, maar tevens hoe langer hoe groter, te worden, en 'er wierden zelf ftukken met een gedeelte van de kern 'er aan geloosd, en wel van zulk eene ~Ln A' \ ? met r,den V3'affen' hoc is het mogdyk dat het pelvh remt,, of de ureter zo veel water konde bevatten, en waarom voerde ntudclren de andere ureter geen urin aan? Wat het laatfte betreft, ik geloof rat riit hoewel uit eene byzondere aandoening van het zenuwgefiel, en de Werking daar van op de watervaten, kan uitgelegd worden, waar door eene algemeene i„s ontlbat die zelf' op deImdère nier, door medegeS T^rl™ ' d'm' dE <"W™>™» zynde, alles S lei ontpand, en de watervaten hierdoor in eens ziel,'aanmerkelyk ondas. ten: ieder een gelooid immers thans dat de nieren niet steen-, ai iet vocht mde blaas bevat afTchëden, en vooral niet in fommige ongeftSdh^ • > - v »■ .vu.". U0u.uiuvn.vn vuiuwjuen, en ae catneter ais aan op nieuw ingebragt zynde, komt'er weder niet zelden eene goede hoeveelheid water voor den dag, 't welk in zo een korten tyd onmogelyk door de iceren alleen kap. aangebragt worden; terwyl men, aan den anderen kant, deze ophoping van water onmogelyk in de masfa van het bloed onderftellen kan, geryk, onder anderen, optemaken is, uit die fchielyk dodelykc opftoppnigenvan water, alwaar de urin wezentlyk in het bloed blyft, daar namelyk ue meren doot eene fcherpe ftoffe of ontfteking zodanig aangedaan zyn, dat het geheele fyjlhcma nropoieiicum, (waar toe ik de watervaten dezer w., „,,vll,jU!uu„irc itucnen, nrengej K ampagng word aangedaan, darr in tegendeel deze fpannmg niet piaats hebbende, eu de watervaten-aldus met belet wordende eene groote hoeveelheid vocht aantenemen, 'er foms een geruime tyd verlopen kan, eer de valfche opftopping lömtyds dodelvk, o, zclts gevaadyk word; gelyk ik zulks in verfchillende lyders, en vooral veneneden malen, gezien heb in eene vryfter, dié na veertien dagen niet gewaterd, en dtt zonder verdere ongemakken, als eene ligte benaauwdlieid en bomeid v.tn het ganfche lighaam, uitgehouden te hebben., foms door den catheter flegts eene once gezonde urin ontlaste, en in die gevallen nergens doo» konde gered worden, dan door dezelve in een eleftriek bad te pkitfen, en den buik en lendenen te prikkelen, of dezelve eenige goede fcliokken, mep een leuhehe fles, te-geven, dwars door den buik of het onderhf heen gengt. ~~ Men aet uit het hier verhandelde ook de nuttige onderfcheidmg, tusfehen eene belette waterlozing, door eeue krampagtige aandoening tepshflcheidende, en der reeds afgefcheide pisleidende 'vaten veroorJ t^rr^LÏ m'"lgC aï™erld,-Ë hieromtrent in de ftaaye Nofologie V-ill \AN lEti juEUVELL £, IIO&.IIJ. '6" grootte, dat de drie grootfte fteer.cn, volkomen uitgedroogd, 3 dr. m gewigt hielden, en de zwaarfte van deze alleen 7e bewegingen, en vcrfchrikkelyk fchreeuwen, "in eene bloedige llym gewenteld, door de uretra zag uitgeperst worden. De rust die hier od wederom volodp. wi H« .™o^i a„ r>;„ ' ke, ftelde haar in ftaat om nog meer te Iyden, en "men gin"~ hoewel met vreeze voor het tockomftigc , rustig in dezelve ......»..« iuuu, LciWyi ue Kjagteu aoor Douillons cn andere cio wjciui.11 unueiueuiiu. ue pyneti wareji echter thans veelal geweldig, zo dat zich door de weerpyn (ik weet'er geene betere reden van tc geven), in de linkerzyde, op de oppervlakte van den buik, groote bladders opdeden,even ol dezelve door blaartrekkende middelen waren, veroorzaakt geworden. _ De ontlasting van afgang, die door het liggen, en de opiata, zeer traag geworden was, poogde ik door het gebruik van Ol. Ricini te onderhouden, waar door ik te gelyk aan meerdere indicaties voldeed: maar dit viel de Zieke te walgelyk, en men moest dus veelal den toevlugt tot chsmata nemen. die. in hor lo-/pn dor iWnot, c ook van nuttig gebruik waren. ivieii zukkeiue op deze wyze van den eenen. tot den an- iteren dag voort, tor omturnt dp huift van Ap m™,„™ ber. wanneer ik- mprlrfp dat Aa r .Jo^r» r„^„,.f —„:— tVd . in het O-ehrnit vin haar .viror «„rl-Ll..!, A. _t i /. o '«»' »mn , lucnvcijiv vciuapt eu nalatig geworden was: waarom, ik haar eniftig aanraadde, hier tog naarftig mede aantehouden, om, zo veel mogelyk» _ iD^-fac iiviiv ^^LV-iv-oicil c»l Lc \C1- gruizen; daar ik op den duur zeer beducht was, dat de f cherpe fiukken, die foms zo fpits als een naald eindigden , de ureter of de hlans lino- pr-nc ^nnrtpn ^l^^i-A-i..J^,. J__' dc geweldige persfingen, die het lighaam gedurig- moest uitv ftaan. "Men pniw dus wpdpmm mot- i,;~,„.~. ^ . . D---0 "»cl . icuwcu icvei aan net drinken, en men zag. hier van fpoedig een verbazend doch gelukkig, gevolg, daar de Lyderesfe, binnen drie dagen, zo eene aanmerkelvke hoeveelheid wand «n rtoono,-, „„°...i j „ c,. iicci.cu, incc^iai vau eenen geheel anderen en veel zachter aart dan tc voren benevens een fyn poeder van deze fteenen, kwyt raakte, dat dezelve volkomen uitgedroogd, met eikanderen niet minder dan 6 oneen en 3 dr. wno-pn rwo n™,,,,, — j_„ hadrlon „„„ ..Tc X. '' -"Tl f"™^ ..„„„c.., v-.-cu uc vuugcii, een zeer cezwaaroe niet onaangename reuk, zeer na het muscusagtige hellende, terwyl de buitenkorst van fommige dezer laatften zeer duidelyk even als met vergulde (*) vlakjes, getekend waren. De fteenen van de eerfte foort begonnen nu veelal minder te worden, en die van de laatften hWpn o-ohooi „i„ „:~u thans onder de gedaante van poeder met het zand, dat'nu we- riprntn aanhiolrl T,o..m«.-,o.„.. J., a u„ ,i_ • . 7 . ....c... „„...i.ciu, Yciiiiwigcuuc. xxnc ue overige vencirymeis be- f * ) De reden v.in Hit «prTrl„».(ii ;o ,„,. 1 __, . . delyk, dat dezelve, als zodanig nog te zien zyn.  ( 93 ) begonnen tra ook ligter te worden , en de Zieke nam lang-1 faam in kragten toe. Van den 9 Decemb. tot den 16, had- j den wy maar eens een weinig gruis en wat zand, en den 17 verfcheen het laatfte fteentje, terwyl tot den 23 mets geloosd wierd, wanneer zich weder een weinig zand opdeed. Na den laatften December kwam 'er echter niets meer te voorfchyn, en de Lendepyn, die nog nimmer had opgehouden , was nu geheel verdwenen, en de Lyderes begon het bed te verlaten. Aldus voortgaande, beiloot ik op den 8 Jan. om de kragten wat meer te hulp te komen, en liet haar ten dien einde een LincJus uit de ExtracJ. Cort. Peruv. met Syrup. pap. Rhoead. gebruiken; het water intusfehen nog naarltig voortnemende; en in dien zelfden nacht begon zy uit haar zelve wat te wateren, met een weinig diarrhaza verzeld. Dit van zelf wateren duurde echter nog maar tot den middag, terwyl zy 's avonds weder moest geholpen worden. Wy gaan nog op dezelfde wys voort, fchoon de kragten zeer toenemen en de Lendepyn en verdere toevallen geheel agter blyven; terwyl zy reeds met gemak over den vloer wandelt, zo dat wy hoop hebben door verdere aanwinst van kragten en gepaste middelen, alle functieii van het lighaam, in kort, in goeden ftaat te zullen zien. Om nu eenige berekening te kunnen maken van de hoeveelheid en veri'cheidenheid der geloosde ftoffen ( *) , heb ik dezelve in vier byzondere gedeeltens bewaard, behalven dat geene 't welk verloren gegaan is, 't welk men veilig op een vyfde deel kan ftellen, dewyl 'er altyd min of meer zand in de urin of het bed terug bleef r en verfcheide fteentjes door nieuwsgierige toekykers verdonkerd zyn. — Het eerfte gedeelte is dat, 't welk geloosd wierd tot in het begin van de losraking der fteenen, beftaan de. in een hard fcherp zand, met eenige weinige fHikjes kaHsaartige gruisjes. Het tweede gedeelte beftaat uit de harde fchaalvormige fteenen en kernen veelal van eene bruine, en zommige van eene vuile ligt groene kleur, die van het begin tot het einde geloosd zyni Het derde gedeelte uit de zagte en eenige weinige harde fteentjes met het zand, gedurende de genoemde drie dagen kwytgeraakt. En eindelyk het vierde deel uit de zanderige en poederagtige doffe, na de voorgaande, hoeveelheid ontlast. Welke alle wel gedroogd, de volgende zwaarte houden: als N°. 1. ... 2 oneen 2 dr. 10 gr. N°. 2 4 3 — = — N°. 3 6 3 — : — N°. 4. . . . 3 1 — ■ — 16 oneen 1 dr. 10 gr. waar by het geen verloren gegaan, en door het zout in de urin opgelost is, gevoegd zynde, zal ieder zich moeten verwonderen over de verbazende uitzetting, die het bekken van f*) Ik hoop in kort gelegenheid te hebben, eenige nadere Scheikundige proeven met dit zand en fteenen te ondernemen en daar van ter gefchikter plaats verflag te doen. de linkernier moet onderg'itn hebben, en over het toevallig geluk, dat deze Lyderes, na zo vele fmertcn en gevaren te hebben doorgeworüeld, is ten deel gevallen, waar toe voorzeker haar gelukkig en vcorbecldeloos geduldig geitel veel heeft toegebragt: terwyl de handige en onvermoeide hulp van onzen jongen en veel belovenden Vroedmeester Soek , geen gering aandeel heeft gehad, in het helpen en bezorgen van een lighaam, dat, in zo vele opzichten, diende te gemoet gekomen te worden. Ik zoude hier mede gaarne myn , voor dit blad reeds te' lang uitgerekt, verhaal eindigen, maar zal^ alleen nog deze weinige korte gevolgtrekkingen daar uit afleiden. i°. Dat het zand en de fteenen waarfchynl)k door eene. kalkaartige oplosbaare ftoffe zyn vereenigd geweest, welke. ftcffe allengs door ons zout ontbonden zynde, het overige aldus door de waterlozing gevolgd is. _ 20. Dat het Alc. Veg. Aërat, ook m dit geval, zich een. voortrcffel)k fteenbrekend en opiosüngsmiddel getoond heeft tc zyn. 30. Dat 'er echter zand en fteenfoorten zyn, die door dit zout niet geheel worden opgenomen. _ 40. Dat 'er dus, in dergelvke gevallen, eemg geluk diend by gepaard te gaan, ter redding van de Zieke; en dit \ooral in ons geval heeft plaats gehad. 50. Dat dezelve zaak, in een mansperfoon voorgevallen,, waarfchynlyk van dotielvke gevolgen zoude geweest zyn. 6°. Dat het braken, in deze gevallen anders zo gewoon,. niet tot de Jymptomala necesfaria calculi in ureter ibus. harentis moet gebragt worden; daar onze Lyderes zcldfaam daar toe eenige geneigdheid had. Delft, den 31 Jan. 1799. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, A KADE MIS C HE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Callimachi elegiarum Fragment a, cum elegia Catulli Callimachea, col/e&a atque illustrata a Ludovico-Casparo Valckenaeü. Edidit, ■prafatione atque indicibus inftruxit Joankes Luzac. Lugd. Bat. ex offieina Luehtmanniana. mdccic. Het zal den Bcminuaren van Griekfche en Latynfche Letterkunde geen gering genoegen verfchaffen, een nagelaten vrugt van het uitftekend vernuft des groten Vaixkenaers te mogen zien in t licht verfchynen. Wy zeggen, des groten Valckenaers , zonder fchroom, van regtmatige berisping; wat ook zy mogen inbrengen, die, allen lof aan.cte!\ederlanders misgunnende, denzei ven gaarne alleen op. Uitlanders zouden willen overbrengen. Immers zyn de tutftekende verdienden van Hemsteriiuis door gansch Europa bekeno ; t was Hemsterhuis , die omtrent het Grieksch, even als Ai> bertus Schultens omtrent het Oostersch, voor de vader,, de ftichter, de uitvinder, moet worden gehouden van che Iwyze van afleiding of Analogie, welke ons tot de eerlte  C 94 ) wortels der woorden opleidt, ons als 't ware de eerde beitanddeleu der Talen doet kennen , de regelmaat van hare geboorte cn toeneming ontvouwt, en aan de Talen, hoe toevallig die ook mogen fchyncn, een vast, aaneengefchakeld, en wysgerig beftaan verfchaft: ene uitvinding, welke dooide drie grote Letterkundigen Scaliger, Salmasius en Casaubïnus flegts begonnen, door L. Bosch cnigzins gefchetst, door I1emsterhtjts tot ene wetenfehap is opgetrokken, en , hoe zeer ook door de School van MiCHAëns tc Göttingen, en die van Ernestus te Leipzig, berispt, vervolgens door de Duitfchers_zelveh vereerd, en het ongehele", aan de Nederlandfche uitvinding zo onregtmatig aangedaan, gewroken is. Zie Eichhosn Algem. Ribiioth. B. IV. St. 4. f. 744.— 't Was de onvergelykelyke Hemstermiuis , met welken het nieuw tydvak ener verhevener Litteratuur een aanvang nam, en die deze gewigtige tak van menfehelyke kennis met die fchranderheid, fehèrpzinnigheid, en, als 't ware wiskundige zekerheid behandelde, welke te voren onbekend waren. En, 't geen geen geringe deugd is, Hemsterkuis agtte het niet genoeg, voor zich zclven grote wetenfchappen te bezitten, maar, trof hy vernuftige Leerlingen aan, hy vormde die tot de verhevener letterkunde en heeft in dezer voege aan ons Vaderland cneU Valckenaer , enen van Lennep , enen Ruhnkeniüs, enen Luzak, gefehenken (*), en niet flegts do Friefche en Leidfche Hoge Scholen, maar geheel Nederland, ene eeuwige eer aangedaan. Van dezen groten man, was Valckenaer zodanig een egte Leerling, die de grootheid van kennis en roem van zynen uitmuntende Leermeester evenaarde; van dezen Valckenaer was Joannes Luzac wederom dc beste leerling en lieveling, wien hy, ten bfyke zyner hoogagting en van het vertrouwen, 't geen hy in .~) Tot een tweede prys van dezelve Clasfe: „ Proeve 3, eener Redeneerkunde voor de Jeugd, met plaaten, door K. P. Moritz," aan: Barend Salomons, , . oud 14 Jaaren Joodsch. Betje Voorzanger, . 14 eadem. Siet Bos, . . . 10 Gereformd. Tryntje van Hennekelaar, — 10 eadem. Moftes Samuel Cohen, . 12 Joodsch. Anna Maria Binks , . —— 13 —— Roomsch. Johannes Wilhelmus Lenlrop, 11 idem. ^4nna Mumkes, . 11 eadem. Christiaan Beyen . 12 Gereformd. Jpohanna Helena Miks, . ■ 12 > Roomsch. d.) Tot een tweede van dezelve Clasfe: ,, Leerzame Spie„ gel of Vertellingen voor Kinderen , met plaaten," uitgegeeven by den Boekhandelaar Gravius, te Amfterdam , aan: e.) ï ot een eer ft en prys van de eerfte Clasfe: „ Leer„ zame GefprekjenS, met plaaten," aan:  ( 102 ) Anna Maria Göéfg, '. ' oud 10 Jaaren Gereformd. j Jacob Hofmeester, . 8 Roomsch. Anna de Jong, . 8 eadem. Hermanus Philip Unster , ■ io 1 idem. Catharina P ar ment ter , io eadem. Abraham B tenens, Alida -Si hotten , ■ oud ia Jaaren, Gereformd. 12 eadem. welke drie verrigtingen, elk met de daar by voegende aarfpraakèn, door den Examinator werden beflooten: waar na weder van het Orchest eenig Muziek werdt aangeheven, het welk echter oogenblikkelyk werdt afgebroken door dcn> Jongeling Jacobus Binks , welke , zoo voor zich als in naam zyner mede-Schoolieren, eene dankbetuiging in dicht-, maat uitfprak, het welk niet minder treffend cn aangenaam verraste, dan het zelve doorhem wierd uitgevoerd, wordende hy daar voor door den Examinator kortelyk bedankt. Hier op werdt het aangevangen Muziek hervat en vervolgd: midlerwyl verliet de Examinator het Doophuis, en beklom andermaal den Predikftoel, alwaar hy, na't eindigenvan 't gemelde Muziek, ter voldoening aan zyne 3de Hoofdbezigheid, deze plegtigheid befloot., met eenige opwekkingen en uitnoodigingen aan de Ouders der Kinderen, Leermeesters en Meesteresfen van de Stads Armen-Schoolen, de Hoofden der byzondere Kerk-Genootfchappen, de Leden van het Stedeïyk Beftuur, Curatoren der Neder duitfche Schooien, zyne medeleden van de Commisfie van Beftuur der gem. Armen-Schoolen en de Gemeente van Am¬ per aam : tot medewerking en onderlteuning van eene in¬ richting, Zoo lolwaardig en belangt) k als die der Stads Armen-Schoolen reeds is, en onder den alles vrugtbaarmakenden Zegen van God Almagtig éénmaal zal worden. Waar na de Examinator, onder het aanheffen van een fraai Slot - Muziek, den Predikftoel verliet, en , tevens met zyne Medeleden der Commisfie van Beftuur, de Leden der Munieipaliteit, en Curatoren der Ncderd. Schooien, weder uit de Kerk en naar de Kamer van Regenten van 't St. Pieters Gasthuis te rug geleidde. Zynde alzoo deze plegtige promotie, fhands voor de Eérftemaal gehouden, tot groot genoegen en onder veele aandoeningen van den Spreeker en de Hoorders volbraet; met den hartelyklten wensch en het niet ongunftig vooruitzicht, dat het zelve zal beandwoorden aan deszelfs hoofd-doeleinde. Zullende de by deze gelegenheid uitgefprokene Redevoering en Aanfpraaken, van den Examinator W. Wagtendorp Eekman , op verzoek van veelen, eerlang het licht zien, en ten voordeele der Stads Armen-Schoolen worden gedrukt en uitgegeeven. • NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, ACADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. ïïniMrot Drmrartrir P/>r*u}/ *«M 'tf>S et d'eXÊln* \ples ftur le Beau et 'fur le Sublime dans les oivra'ges d esprit. 1 vol. m .12".. nrx 2 tr. a i'aris enez, wt,esfarts. Dit werk behelst 1°. dc Verhandeling van Longi'nuS over den ftyl, door Boileau uit het Grieksch vertaald; 2=. voorbeelden getrokken uit de beste Schryvers o\er onderfchei- de- Jan Maal, . . oud 15! Jaaren, Gereformd. Margarelha Homburg, 141 eadem. Barend Salomons, . . 14 ■ Joodsch. Jacob Tobias, . 14 idem. Betje Voorzanger , . ■ 14 eadem. Sara Maria Vlek, . 14 Roomsch. Annatje Roelofs, . ■ 14 Luthersch. Dirk Leyer, . 14 idem. Anna Coenraads, . • 14 ■ Johannes Lof kuiten, 13 Roomsch. Annatie Abrahams, 13 ' Joodsch. Anna Selmer, . 13 Luthersch. welken, het gebruik van de regtethand rnisfende, met de linkehand het Schryven leeren ;"tot erkentenis van hunnen betoonden yver en"naarftigheid , mitsgaders om hun aantemocdigen, hier in beftendig voord te gaan: elk, 2 Hembden en 2 pr. Koufen. Ten -xden. In het promoveeren van 66 Kinderen uit de 2de naar de 3de, en 103 Kinderen uit de ifte naar de 2de Clasfcn. • ff"' Ten iden. In het uitdeelen van een loffelyk Getuigfchrift, mitsgaders 2 Hembden en 2 pr. Koufen , aan de volgende veertien Leerlingen, welken hunnen Leertyd met vlyt en lof volbragt hebbende, hunne Schooien zouden verhaten; te weeten: aan Jan Willem Janfen, . oud 8 Jaaren Roomsch. Maria Geertruy Meyer, 8 eadem. Adrianus Spons, . 10 idem. Eva Janfen, . . . 13 Gereformd. Jan Blomhart, . , - 9 Luthersch. Johanna Glidiuie, . 9 Roomsch. Antilope Hornig, ■ ' 12 idem. Die na Ga!Ié, . 9 eadem. Dirk Spilze, . ■ 9 ldem- Maria Therefia Mulder' n ——- eadem, g.~) Voorts aan: Jean Michel Davenne, . 13 Eiizaleth van de Velde , 14 ■ Antonia Oostendorp, . 10 f.) Tot een tweede prys van dezelve Clasfe: „ Vaderlandsch A B Boek, voor de Nederlandfche Jeugd, „ met plaaten," uitgegeeven by den Boekhandelaar M^. Holtrop, te Amfterdam, (mct'wcgl latrhg van de Leeaoef- feningen, behelzende de gefteldheid der'voormalige Regcering dezer Republiek ) aan :  C i°3 ) dene foorteu van het verhevene; 3°. waarnemingen over het fchoon in 't algemeen; 40.' eindelyk aanmerkingen over het geen het byzonder fchoon in letterkundige voortbreugfels uitmaakt. Dit elementair, werk bevat regelen en voorbeelden, die niet genoeg door alle Schryvers kunnen overwogen worden, en inzonderheid de aandacht van jonge lieden overwaardig zyn. Men vindt in deze verzameling het vermakelyke en hét nuttige verenigd. De Verhandeling over het verhevene is een meesterftuk, even als dat van P. ANDRé, fur le beau. De aanmerkingen, die 'er bygevoegd zyn, maken het nog fcehngryker. Bataafschk Republiek. Het Leven van Catharina II. Keizerin van Rusland, Met Pourtraiten. Uit het Fransch. D- I. 373 bl. D. II. 344 bl. in gr. 8°. Amfterdam by J. Allart. De manier, waar op dit werk, by den aanvang, is ingerigt, verfchild zo zeer van het overige, dat de Schryver het nodig geoordeeld heeft, om 'er, in een kort Voorberigt aan het hoofd des Werks, enige reden van te geven. „ Myn oogmerk," zegt hy, ,, was, in het eerst flegts, „ om enige Geschiedkundige Brieven, met aanmerkingen, Rusland betreffende, te fchryven, en, om daar aan meer „ bevalligheid te geven, deed ik my voor als de Uitgever „ der Briefwisfeling van enen Engelfchen Zendeling. De „ drie of vier eerfte bladen waren reeds afgedrukt, toen de „ dood der Keizerin my het ontwerp deed vormen, om de „ Gefchiedenis van haar leven te befchryven. Ik gevoelde j, tevens , oat Ut, in deze Gefchiedenis, een deftiger ftyl », moest bezigen, dan .ik gedaan had, en aarzelde niet, daar 5, in verandering te maken (*). Ik zou zelfs gaarne mynen 5, eerften arbeid hebben laten varen; dog begreep nader„ hand, dat het beter was, dien te behouden, en men kan „ dcnzelven als ene merkwaardige Inleiding tot het leven „ van Catharika II. befchouwen (t)." Wyders geeft de S. by die gelegenheid de voorname bronnen op, waar uit hy zyne verhalen geput heeft. „ Een „ verblyf van enige jaren in het Noorden," voegt hy 'er by, „ heeft my van zelve toegang verfchaft tot de aanteke}, ningen van enen vreemden Minister, den Graaf van „ R A , die zig langen tyd te Petersburg op- „ gehouden, en één der voornaamfte vertrouw elingen van }) Gregorius Orloff (§) was. Afgezanten en andere lie- den, aan het Rus f sch Hof verkeerd hebbende, hebben w my ook omtrent vele zaken onderrigting gegeven." (*) Met dit alles vind men nog aan liet flot van het Eeifte Deel, een Negenden Brief, op gelyke wyze ingekleed, als de eerite 7 Blieven en het voorde gedeelte van den Achijlen. (t) Deze Inleiding vervat inzonderheid ene befchryving van Püersburg; deze en gene merkwaardigheden van Peter den Groten, benevens ene korte Aardrykskondïge bcfcl.ryving van Rusland. C3) Een der voornaamite gunftelingen der Keizerin. Wat 'er ook van dit laatfte voorgeven des Schryvers zy; het merendeel der voorvallen, hier verhaald, is te wel bekenden komt te zeer overeen met de berigten van andere geloof, waardige Schryvers, om aan derzelver waarheid te twyffëlen; en deze en gene min bekende byzonderheden worden niet te veel omftandigheden van tyd en pla ts, en andere kenmerken befchreven, om ze ten enemale als verdichtzcls tc befchouwen: (fchoon echter zommigen van dien aart zyn, dat men, zonder nader bewys van echtheid, billykcrwyze, aan derzelver waarheid mag twyffelen; vooral, daar het allerwege blykt, dat de Schryver niet vry van vooringenomenheid is tegen de Ruslifche Vorftin;) terwyl voorts de verlierzels, waar mede voornamelyk het begin des werks is ingekleed, zig duidelyk genoeg van de gebeurde zaken laten onderfcheiden. Het leven van de Heldin der Gefchiedenis, ene geboren Prinees van Anhalt - Zerbst, vangt aan op bladz. 92. van het ifte Deel, by haar huwelyk met den Grootvorst van Rusland (naderhand Peter III.) wannéér zy den naam van Catharina Alexiefna aannam , en word, in het twede Deel, voortgezet tot op het tw ede huwelyk van haren Zoon,. Paul Petrowitz (tegenwoordig regerenden Keizer) met Sophia Doü-QTHea, Prinees van JVurtemberg. Een gefchiedkundige Schets der Rusfifche Omwenteling, in den jare 762, met de aanleidelyke oorzaken daar van, waar by Catharina den Rusfifchen troon beklom , bekleed, tot aanhet einde van het Eerfte Deel, een groot gedeelte van dit leven: terwyl het Twede uitvoerige en naauv,keurige verhalen opleverd , zo van verfcheidene zamenzweringen , federt dien tyd, byzonder van den opftand van Pugatscheff , als van den oorlog tegen dc Turken, en van de eerfte verdeling van Polen, tusfehen Rusland, Oostenryk en Pruisfen: welk één en ander zeer vele merkwaardigheden en lezenswaardige byzonderheden vervat, die men, misfehjen, te vergeefsch, tot hier toe elders zal zoeken: wordende het geheel, in enen aangenamen en onderhoudenden Schryfftyl voorgedragen , die het vervolg dezes werks met verlangen doet te gemoet ziet. Indien de grote Catharina, aan den kant der Zedelykheid, hier min gunftig voorkomt, doet echter de Schryver genoeg recht aan hare uitftekende gaven van fchranderheid, oordeel, beleid en moed en hare bekwaamheden voor het regeren, om haar dezen eernaam niet te weigeren: en by* aldien al de gebreken cn zwakheden, welken zy, in har.r afzonderiyk en huisfelyk teven, moge aan den dag gelegd, hebben, niet volkomen door deze hare goede hoedanigheden konden opgewogen worden; ziet men, ten minden, in deze hare Levensgefchiedenis, dat zy, zelfs in het grootfte zwak, 't welk haar hier zo ruimfchoots te laste gelegd word , beftendig nog zoveel kieschheid en matigheid wist m agt te nemen, om gelyktydig aan niet meer dan enen minnaar hare hoogile gunften "te betonen, en om zig aan genen twedem over te geven, voor dat zy den eerften had laten varen. De Pourtraiten, welken deze beiden Delen verderen, en. die allen door R. Vinkeles in het koper gebragt zyn, beftaan.  C I04 ) ftaan r. in dat van Catharina II; 2. van Peter. III; 3. van Gregorius Orloff; en 4. van Stamslaus August Poniatowsky, laatften Koning van Polen. NARJGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 25 Maart te Amsterdam. TARW. Het Lastl GERST. Het Las Ggld. Gglc Poolfche bonte en witte 1903215 Vriefche Wintergarst . o8ai2 dito rode . . i8oa20o'Gron. en Oldamfche . 98a 12: Elbing. en Heugfche . 185 a2io;Zeeuwf. en Overm. Winter 98ai2 Koningsberger . 180 a 195 Dito Zomer . . 95*11; Vriefche . . 150 a 175 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . iöo a 185 Voorlandfche rode . 1403175 HAVER en BÜEKWEYT. Zeelandl'che . 190 a 200 ROGGE. Brouwbaver . . . 90 a 111 Pruisfifche . . 135 a 150 Witte Voeder dito . 75a 8< Koningsberger . . 135 a 150 Boekw. Amersf. en Gooil. £3233; Gedroogde . . 140a 150'Dito Brab. en Vlaam. £ 3283; Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam / 76I Gverm. 't Last. . f 67374. Dito Lyn . . - Ci\ Sfag-Lynz. de ton van Dito Ilennip . . -65} 5 Scben. Rigaas . -,n|ai2§ Walv. Traan, 't qtiart. Hennipzaad dito . - 10a 11 van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 112 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. % 76 & %k & Cadis 1 - 75§ Lisfabon - 6oi Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Venetien - 93! Oude ger. dito - 5,izh,Hl Livorno - 105! Nieuwe Louis d'Or - 11,13,14 Parys. ü.m.l ■ ^ _ ^ Guinies - 12,18 dito kort. ƒ * 28 Pilloten - i°,4 Idem in Specie - Franfche Kronen - 57 a i Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Harobu g 2. m. Ct. ft. 39$ B°- Bank - 94|af2 pC Dito kort - 394 — Wenen id. B°. - 37^37 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amflerdam i€o: cn tc Haarlem 18, onder welken laatften 13 beneden de 12 Jaren. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. , C" BARO- \ THER- HYGRO- STREEK LUCHTSiv r l ME- MOME- ME- DER GESTELDOP0- l TER. TER. TER. WIND. HEID. V29. 5\ 35* 85 o.z.o. ~oormidd- bewolkt. 20 {29. 5* 4°> 73 °- verder betrokken. ' 2Q-£j_ 89 O-t.N. C29. 6} 385 96 O. een Weinig dampig; 21 \2g. 7 42ï 88 O. t.N. voormidd. en's avonds C.29- 7i 37' 95 O. N. b. betrokken;nam.bewolkt. C29T7I 3ÓÏ 95 O. t.N. : 22 < 29. 7\ 41 87 — betrokken. ; C29- 7i 3^ 88 — , ! V29- 65 342 95 O.t.z. (lil,'smorg. zware fneeuw 23 \ 29. 6\ 42, 88§ O.Z.O. verder betrokken; ) 2p 7 37 94 — 'savonds weerligt. C29. 71 39I 86 O.Z.O. voormidd. omtrent be- 1 24 < 29. 7k 48i 78 o.t.Z. trokken; verder om- ) 29. 6i 37i 94 N. 0. «ent helder. ^29. 6i 39 94 O. N.o. 'smorg. betrokken; 25 l 29. 6\ 50I 80 — verder bewolkt; / 29. 7 42 94 — omtrent helder. C'29. n\ 43* 97 z-w- 'smorg. mistig; verder 26 < 29. n\ 51! 70I W.Z.W. bew. omtrent helder;'sav. £29. 6 1 43i 91 1 Z.w. rpgpn en lurdp wind. BEKENDMAKINGEN. *** De Erven van wylen Abrahaat Coenraad Swaving, van wiens overlyden gewag gemaakt is in de A^. Alg. Konsten Letterbode voor A°- 1799- N°. 266, zyn voornemens aan de hoogst Infehryvende te verkoopen, deszelfs nagelaaten uitmuntend Engelsch STAM-MICROSCOOP, met de door hem nieuw uitgevondene Verlicht-buis voor Opatque Voorwerpen; zynde hetzelve in de compleetfte orde, met een fraaye Engelfche Lamp, en een groot aantal Transparante en Opacque Voorwerpen ; byna alle bekende Zouten , Zuuren , &c. benevens 50 foorten van Cryjlal/izatien der Met aaien , of zogenaamde Metaalboomen , bewaard wordende in 2 Fraaye Cabinetjes ; kunnende de Conditiën van verkoop, benevens het gemelde Microscoop, en het geen daar toe verder behoort, dagelyks, van den iften tot den 13 April eerstkomenden, gezien worden, ten fterf huize van bovengemelden A. C. Swaving,'m de Koningftraat, mits daags tevooren belet vragende. Zie over de voorfchreevene nieuw uitgevonden Verlicht-buis en Metaalboomen, welke door de Maatfchappy der Wetenfchappen eerstdaags in druk uitgegee\en zullen worden, de N. Idlg. Konst- en Letterbode voor A°. 1799- N°. 266. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  v A°. 1799. N°. 275. NIEUWE ALGEME NE KONST- en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 5 APRIL. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Afschrift enes Briefs uit Parys, gedagtekend 28 Ventofe An. 7- Ci7t!99-) De Konden treuren, alhier, over het verlies van een harer fraaifte Gedenktekens, en de Letteren over dat van een harer verdienfteiykfte beöeffenaren. Gisteren ochtend verbrandde de heerlyke Schouwburg, het Odeon, het meesterfhik van alle onze menigvuldige Schouwplaatfen: en alles fchynt aanteduiden, dat deze brand niet louter by toeval ontflaan is. Men heeft wel een fterk vermoeden op mededingende Konftenaars; maar wy zouden niet gaarne dit voor het onze nemen en op die wyze de agting, aan bekwaamheden verfchuldigd, bezoetelen. Daags voor dit ongeluk had men op dit toneel voor de eerftemaal vertoond de Wangunftige (l'Envieux), een nieuw Blyfpcl in 5 bcdryven, door den B. Dorvo. Dit ftuk beantwoordde geheel niet aan de verwagting, welke men daar van had opgevat: ook weergalmde de Zaal veel mc.r van een uitjouwend gefchater, dan van toejuichend handgeklap. Ondertusfchen heeft deze drotvige brand het dichtvuur ontdoken by één van uwe Landgenoten, wiens vierregelig Versje, in twee talcu, XL Deel. ik het genoegen heb, tl, by dezen, mede te delen. Het is van den Burg. Marron, en luidt als volgt: Cernis ubi cineres, excclfa theatra patebaut: Has tragica, has coluit Mufa jocofa domos. Livida nativo Invidia bic depicta colore, Vindifiae ftatuit mox monumenta ftias. Les cendres, les débris, qu'ici ton oeil contemple, Hier des Arts, du Gout, étaient t'auguste tempte. L'Envie a dans ces lieux contre Thalie en pleur s De [on cruel depit fignalé les fureurs. Het andere verlies is dat van den B. Dufaulx, Lid van de Kamer der Ouden. Hy was een der oudften van onze geleerde Schryvers, inzonderheid bekend door zyne keurige vertaling van Juvcnalls, door zyn geagt werk tegen de drift voor het Spel (contre la .pas/ion du jeu), en die nog voorleden jaar een zeer geestig verflag in 't licht gaf van de betrekkingen, in welken hy ftond, met den wonderfpreukigen Jan Jacob (*). Dufaulx was Lid van het Nationaal Inftituut, en overleed eergisteren , in den ouderdom van byna 80 jaren, in het Nationaal Palcis der Wetenfchappen en Konften. TwE' (*■) Zie hier den Tytel: De nies rapports avec J. JRousfeau et de notre Correspondance, fuiris d'une no~ lice 'tres impofante, par J. Defaulx. in 8°. de 294 p. O  C 106 ) Twede Brief uit Parys, gedagtekend 3 Germinal (17^599.) Een der buitenlandfche medeleden van onzen jongst overledenen en zo algemeen betreurden Wiskundigen borda-, in de hoogaangelegene Commislie over de Maten en Gewigten, Laurent Mafcheroni, heeft het onmeetbaar verl.es, dat de Wetenfchappen aan Borda geleden hebben, in eene Latynfche elegie kunltig en treilend befchreven; en dat lhik, prachtig by Didot gedrukt, is hier in de voorledcne decade aan het Nationaal Inftituut rondgedeeld geworden. Dc wyze van dichten is enigzins verfchillende van die by de Bataaf! chc Beöclïènarcn der Latynfche Poëzy gewoonelyk aangenomen, cn zweemt meêr naar den Catulliaanfchen trant, even als de Verfen van den Veiictiaanfchen Farfctti , door van Santen uitgegeeven. De onafgebrokene voortzetting van den zin geduurende twee oi meer disticha, het fleepen van het Vers door menigvuldige famcnfrneltingen oïelifien, en de plotfelyke val van het pentameter, kenfehetfen vooral deeze wyze , die w y ook wel willen bekennen dat ons oor minder llreelt. Het moest niet alleen een Dicht-, maar ieffens een Wiskundige zyn, die die gedenkftuk ter eerc van Borda oprigttc: "het bevat allermoeijdykfte befchryvingen van ontdekkingen en werktuigen, tvaar aan min bekwamen, dan Mafcheroni, een jammerlyk ftruikelblck zouden gevonden hebben. Zie hier hoe het aanheft: Siccine Borda, fugis! dum curvi littora mundi, Atque arcum, medio quo cadit umhra die, Mctiris, populisqtie paras communia rerum f ondera, communi dinumeranda nota; Nunc obis, beu! non boe focios fperare jubebas, Non quos terra calens dhitis Hesperiae, Ut tccum posfent pulchro indulgere labori, Kon quos e cetfis f'ontibus Eridanus, Rrraiaque, atque ItalSe diverlis finibus urbes, Et Batavi, et Dani mifcrat uncia maris. De Dichter befchryft vervolgens den plegtigen rouwfloer, van het Nationaal Inflituut, het lyk ten grave verzeilende, en den Aard- en Zee-kundigen Bougainville, den ouden en trouwen makker van Borda, op (ten rand eens gapenden kuils flaande, en waarheid en gevoel in eene onopgefinukte loffpraak hulde doende. Te, Borda , ad tumulum tacitnmum duximus agmen: lnjecta c^t mam'bus eivica terra pils» Inrerea cari vox est audita fodalis , ïendula dum Harent membra fuper foveam, Qui comes a tenero tibi Bocoain-vilijus ungui, Te colit aeterme foedere amiciti;e. Iile oJim,_ patrien Hftquens dulccsque penatcs, Tentavit tumidi longa pericla maris; Et totum cmenfus remeatis finibus orbem, Tecum de vernis plurima disferuit: Nunc infelicem iiiie luce amplexus amicum , In laudes fudit triftia vciba tuis. Hier is nu de plaats van het reeds aangeduid tafercel der verpligtingcn, die de Schceps-, Bouw- en Zeevaartkunde, iu 't byzonder, aan den onfterfclyken Borda gehad hebben; waar na dc Dichter tc kennen geeft, dar hy zig niet verbeelden kan, dat Borda als eene gemeene fcffim aan de El \ zee che Velden gekomen zy, of aldaar, als zodanige, verblyve. Hy doet hem den Tarentynfchcn Archjtas, van wien Haratius in dc aSfte Ode van Zyn ilte Boek gezongen heeft, aantreffen, cn zy oeifenen hunne meetkunde al weder in het onderaard'fche ryk uit: Non ego te eredam ftygüs in valfbus umbram Ire per obfeuros nocte lilente lacus, . Nee tenuiafe levem turpi cum remige. cymbam, Qua-latrat vaeuus terna per ora etuis; Ut comes Archytae Plutouis regna videres, Et magni Ehiii menfor uterque fores. &c. Eindelyk fpreekt de Dichter den getrouwen wach> hond der Montmarterfcue begraafphiatfe aan, cn hy rvekt hem tot de getrouwe bewaring van het aldaar te midden der iteengioeven liggend lyk op: Fide canis, precor osfa loco pndustria ferva,. Terreat occultum vox inopina pedem, Si quis Ap.ollinere feCbator venerit artis, Ut rapiat vulfo membra fepulta folo, , Ut numeret libras, et casfas fauguine venas, Sanguine quo magnum fervuit ingeniutn. Qurmquam nee furgit Paris de marmore fignum,. Nee tantum conftat per monumenta decus, Te, Borda, usque recens celebrabit fama fuperfles,. Ncc deferta tuo nomine faxa vacant.. Tot dus verre de Cis-Alpyner Mafcheroni, ook door zyne Italiaanfche Dichtkunde bekend. Ik durf het naauwlyks wagen, om, naast zyne Elegie, myn zoo< goed ais gei'mprovifcerd Grafdicht op Borda te ftellen: Aemulus Archytre, flesti qnem , clara Tarentum , Atque Syracolio non minor ille Sopho; (*) Gaï- (*) Archimedes»  ( io7 ) Gaüia hcnorafïs qvtem ju re sccenfet afumnis; Quem voluit pelago, quemque pet astra ducem, , Hic ;acet, beu! tamtam immamra morte pcremptus, Nee merito inhgnis marmore Borda. Vale! H. en B. * * * PS, De Letterkundige Barthelemi Mercier, voorheen Abt van S. Ligarius, te Soislbns, en meer bekend onder den naam van Abbé de S. Leger, was, door zynen behoeftigen ouderdom, buiten Haat geraakt om zyn Recueil d'extraits et notices des poëtes Latins du molen dge les moins connus, jusqu'ci 1520 ou 1530, aftewerken en uittegeeven. Onze waardige Minister der Binnenland che Zaaken, Franfois de Neufchdteau, niet minder vlytig voorfhinder dan kundig beoefenaar van geleerdheid en fmaak, is den eerwaardigen gryzaard te gemoet gekomen, en heeft hem de verzekering gegeeven, dat hy, onbezorgd over zyne nooddruft, zyn werk zoude kunnen voortzetten en voleindigen. Dezelfde Minister heeft , in de plaats van wylen Dufaulx , den verdienftelyken Gregoire, Conftitutioneelen Bisfchop van Blois, benoemd tot Adjunct Bibliothckaris van de zoogenaamde Bibliotheek van het Arfenaal, voorheen toebehoord hebbende aan den Lette- kundigen Foyër de Paulmy d'Argenfon, by wiens overlyden de geweezen Graaf van Artois dezelve gekogt "had, en die nu eene onzer Nationaale en Openbaare Boekeryen is. De Bibliothekaris van het Pantheon, (voorheen Ste. Genevieve,') Daunon, is deezer dagen, in plaats van den naar Italien gezonden Burger Abrial, tot Beftuurcr van het Prytaneum, (weleer bet College de Louisle-Grand,7 benoemd geworden, maar heeft daar voor bedankt. De Burger Gail is, aan het Prytaneum, tot Profesfor in de'Griekfche Taal benoemd. DUITSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. Berlyn. Koning Fredrit Wilhelm II. bad reeds voorgenomen, om de tot dus verre aan verfcheidene oorden verfpreide kostbare verzamelingen, welken het Vorflelyk huis aan Medailjes en gefrfedene Stenen bezit, ten behoeve der konst, by elkanderen te brengen. Deze Monarch was tog een g' oot Konstkenncr, en toonde, by vele gelegenheden, b. v. by het nieuw bemeubileren • an het Koninglvk Slot te Berlyn, cn van het zogenaamde M.rmren-Palcis by Potsdam, zyn zuiver konstgevocl, en gcöcflend oog ook voor het Antike. Dus het hy door den I Ir. vafl Erdmannsdorf, die zig toen in Romen ophield, enigen van de voornaamfte Antiken op dc Nêgronifche Villa, welken toen meestal door Jenkins en andere Engelfche Opkopers ledig gemaakt wierd, kopen: gelyk deze dan ook, voor omtrent 10,000 Thalcrs, een Schat van uitmuntende Marmers byeen bragt, welken vervolgens tot verfraaing van het Marmren-Paleis gebruikt wierden, en thans mede op ene byeenvoeging in een gemecnfchappelyk Konstkabinet wagten. Aan ene foort van vereniging dagt ook reeds de laatst vorige Koning, en liet, tot dat einde, het fraaie Markgraaf!yk Kabinet van oude en nieuwe Penningen, beftaande in by de 6000 fluks, uit Anfpach herwaarts brengen, en in het Bcrlynfche, 't geen tot nog toe in de zogenaamde Kunstkamer, in een onderfte verdieping van het Slot,, te zien was, inlyven. De grootfte verzameling echter, door Beger, in het Thefaurum Brandenburgium befchreven, van Fredrik I, welke Fredrik II, door verfcheiden aankopen, byzonder van de ryke verzameling van gefheden Stenen des Vryheers Stósch, vergrootte, bevond zig, federt 1770, in den Antikcn Tempel, by het nieuwe Slot te Sansfoüci. Thans heelt zyne Majefteit, op voordragt der Direkteurcn van de Akademie der Wetenfchappen, bewilligt, dat zy wederom herwaarts gebragt en aan het Kabinet, alhier, ingelyfd worele ; gelyk reeds gefchied ; en federt nog ene kleine verzameling van 2000 fluks Penningen uit het Potsdamfche Paleis daar by gevuegcl is. Ook kwamen hier nog by twee verzamelingen, aan de Akademie behorende, te weten de vei zameling van Brakteaten, door Rhau begonnen cn door Möhfen agtervolgd, benevens de Lippert/che afdrukken. De Konstlief hebbe s zullen dus, in 't vervolg-, in het Koning!. Kabinet, een ongemenen fchat, die thans gerangfehikt is, kunnen befchouwen. Het zelve bevat tegenwoordig reeds £400 gefheden Stenen, waar van by de 4000 tot de Stofchifchc verzameling behoren., 3000 nagemaakte kunst-frenen (Pasten) i8coo Antieke, 5 a 6ooo hedendaagfche Munten en 5000 Biakteateii. Daar 'er, van tyd tot tyd, oude Penningen in den grond gevonden worden, heeft men, by de Nieuwspapieren, elk, die enige Zeldzaamheden inogt vinden, genodigd, om ze, uit Vaderlandsliefde, of tegen derzelver innerlyke waarde, in het Koning!. Kabinet te brengen, ten einde ze op die wyze bewaard mogen worden en ten gemenen nutte dienen. Een der voorname oogmerken' des Konings is, de verbc ering der Land- cn Burger-Scholen, byzonder in de nieuw aangewennen Poolfchc landen, waar van O 2 het  C 108 ) het laatflc Kabiuetfchryvcn aan den Minister van Masfow, een by uitftek vverkzamen Staatsdienaar, het beste b-wys opleverd. ■ ■ De twee voornaamfte Journalen, die in Berlyn uitkomen, de Jaarboeken der Pruisfifclie Monarchie, en het weder herlevend Berlyner Mcnatl'chrif't, pronken beiden met het Portrait van den Geheimraad Meuken, op het Tytelbhid; voor de lagere Volksklasfe in de Stad en in de P: ovintien, is met dit jaar een Weekblad begonnen uitgegeven te worden: Der Preusffche Staats- und Volks- Bote von Berlin, waar van het ftuk Ucgts 6 pen. kost; cn dat, zo door den goedkoop als de verfpreiding onder dc laagfte ftandeu, van zeer veel nut zou kunnen wezen, byaldicn het in wat beter fmaak gefchreven wierd; enigermate in den geesL\des Thurïngcr-bode van Salzmann, of nog liever in den trant van denZwitfcnerfche Bode, die by Ges/her, in Luccrn, uitkomt, en een waar model van een Volksblad kan genoemd worden. Men kan ook niet met ftilzw'ygcn voorbygaan deze en gene Schimpfchriften op de luiden, die onder de vorige Regering den toon gaven, onder welken, met alle zonderlinge Hellingen en gebreken, Wolners und dnigcr 'feitter getreuen Lebcn und Thaten , in 24D. veel merkwaardigs bevat, 't geen, als karakteristieke anekdoten van dtzen tyd , verdiend aangetekend te werden. BKSfTlRYVINO EFNF.S WERKTUIGS, GESCHIKT OM, //V IlKT >',Rr>OT, DEN INVLOED DER ZONNESTRALEN, EN VAN 'T LICHT OP DE PLANTEN, TE ONDERZOEKEN, uitgevonden door J. C. de J O N G H, Koopman op de Glashaven, te Rotterdam. Daar de levenslucht, in onzen dampkring, dat ge sieelte is, het welk der ademhaling zoo noodzaaklyk, en voor het dierlyk leven zoo onöntbcerlyk is, en van wier mindere, of meerdere, hoeveelheid in de ons omringende lucht, het leien, cn de gezondheid, van al wat levend is, afhangt, zoo kan ene nadere beschouwing van deze luchtfoort, welke ten naastenby een derde gedeelte des dampkrings uitmaakt, niet d;n ©verwaardig zyn, dat wy onderzoeken, op welke w\ ze, deze zoo heilzame vloeiftof in onzen dampkring altyd aanwezend gehouden wordt. Daar, nu by de vei branding, en ademhaling, deze zuivere lucht (gas oxygéne) geftadig vermindert, heeft de wyze Schepper van het heelal gezorgt, dat het licht, werkende op de organifchc deelen van de planten, ons dat gedeelte van levenslucht weder geeft, het geen dc dieren door dc ademhaling vernietigen, of het geen by de verbranding verteerd \vordt. En in de daad, is dit venvonderlyk verband, tusfehen het dier- en plantenryk, eene ontdekking, welke eerst in het laatst dezer eeuw bekend is geworden. Drie Geleerden van den eerften rang, Priestley (aj, Ingenhousz (£) en Sennebicr (cj, fielden veele proeven in 't we k, om den invloed van het licht op de planten te beproeven; uit welken bleek, dat deze geduur ende den dag, eene zeer zuivere t levenslucht uit zich lieten gaan; ook bemerkten zy het vermogen van het licht der Zon, om de gas oxygdne uit dc planten :e ontwikkelen. ■ En uit deze waarnemingen, heeft men veèle gewichtige gevolgtrekkingen, welke op de (economie der dieren en planten betrekking 'hebben,, afgeleidt, en veele, voorheen onverklaarbare, verlchyiizeïs opgelost. D aar nu tusfehen de Hceren Ingenhousz en Sennebicr een gefchil ontflaan is, aangaande de verfchillende uitwcrkfelcn van het licht en het duister op de planten; en zelf veele voorname Geleerden, ja zelf een niet min luisterryk Gemodfchap , wenscke, dat men de proeven dier beiden Geleerden, in het groot, naging, zo ben ik, na eenige voorafgegane pogingen,, op het denkbeeld gekomen, om een werktuig daar te (lellen, door 't welk men, dat geene„ t welk opgenoemde Natuurkundigen in kleine buisjes gedaan hebben, in 't groot kan beproeven.. En in de.daad hebben 3 werktuigen, door my aan de geleerde en zeer kundige Heeren van Marum,. Kouppe, cn van Mons te Brusfcl,. (de laatstgem. heeft 111311 werktuig waardig geöordeelt, om het zelve met een naauvvkeurige befchryving en bygevt.egde plaat, in een zeer gericht Fransch werk tc plaatfen) ter beproeving gegeeven , zeer wel aan 't oogmerk voldaan ; zullende alle drie, in den volgenden 'Zomer , hunne proeven, aangaande dezen zeer belangryken tak der Natuurkunde, verders voortzetten. Het oogmerk myner uitvinding is, in een vat, het welk van alle kanten de ftraalen der Zon doorlaat, een O ) Priestley Experiments on Air Vol. 1 et 1. (l> ) Incenhousz Experiments upon vegetalles, Lond. 1779- (O J. Sennebier recherches fur l'Influence de la Itemier e folaire fur les trois regnes de la nature x Geneve..  C iop ) een plant te plaatfen, en wel onder water; zynde de toeftel derwyze ingericht, dat men de zich ontwik kelende veerkragtige vloei/lof kan verzamelen , en gemaklyk overbrengen. Zie hier voor het tegenwoordige alleen de befchryving van den toeftel. 't Vat A is een grooten glazen klok, beekcr-vormig, en waar toe de groote glazen klokken, van welke men ter verlichting van gebouwen gebruik maakt, zeer gepast zyn; deze klok word in een voetgeftcl B, waterdigt, vast gecementeerd, en wannee men de proeven wil doen, byna geheel gevuld met zeer zuiver water. CC is eene glazi n plaat, van onder hol, plat fpits toelopende,doch van bo.en, op het hoogfte gedeelte, met een gat doorboort, en plat gefieepen, zoo dat een "klokje of ontvanger D over 't gat, op de platte oppervlakte , kan ftaan. De platte oppervlakte van dit omgekeerd trechtersgewyze vat, ftaat omtrent i duim onder water; verders fluit deze plaat byna volmaakt in den beeker, en wordt door drie koperen haaken FFF horizontaal gehouden. Daar nu deze omgekeerde glazen trechter C C aan de wanden van den beekerc veel lager is dan in het midden; kan men gemaklyk een klokje op de eerfte vullen, omkeeren, en boven het gat plaatfen. Ligtelyk ziet een deskundige uit de be.chryving van dit werktuig, hoedanig men van het zelve gebruik milre : eenigp planten namenlyk, onder het deklel CC ceplaatst, en den toeftel aan de Zonneftraalen blootgerteld zynde, (welke, doordien hier alles glas is, ove-al kunnen doorgaan,) zal de uit de planten zich ontwikkelende lucht, als ligter dan water zynde, verzameld worden in den ontvanger D, en dus ter beproeving en overbrenging in den water - lucht - toeftel zeer voldoende zyn. Dit werktuig is, gelyk uit het opgegeevene blykt, zeer gefchikt om in het groot de proeven van Scnnebier en Ingenhousz na te" doen; deze te veranderen; door eene meerdere hoeveelheid verkveegene lucht, naauvvkeuriger gevolgtrekkingen afteleiden , en eindelyk , volgens getuigenis der drie waarnemers , aan welke ik het zelve hebbe er h nd gefteld, zeer gefchikt, om een der voornaamflc en belangrykjle ontdekkingen dezer eeuw, door onwankelbaare daadzaken te ftaven, en ons nader bekend te maken met den heilzamen invloed van het plantenryk, op al het geen leven, voedt &c. Rotterdam, si Jan. 1799.. J. C. de Jongh. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN,. AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN.. Fransche Republiek. Esfai fur l'Histoire géogra-phique politique et naturelle du royaume de Sardaigne, par le Cit. Dominique - Albert Azuni, Mernbre de plulieurs Académies. A Paris, chez le Roux, rue Thomas du Louvre, N°. 246. 1 Vol. in gr. 8°. broché avee une carte. De Schryver van dit werk heeft het zelve in drie HooTdftukken verdeeld. In het eerfte behandelt hy methodiek eu duidel)k het gcographisch gedeelte van het werk. In het i twede legt hy zich voornamelyk toe, om met veel'fcbran. derheid aantetonen de onderfchéidene veranderingen , die het Eiland, federt deszelfs ftaatkundig beftaan ondergaan heeft., In het derde fpreekt hy van de Natuurlyke Historié, zo dat daaromtrent de nieuwsgierigheid niets meer te verlangen (teeft; in dier voege, dat dit werk met alleen aan geleerde  i Ho ) lieden nuttig wezen, maar ook aan kooplieden in alle foort van handel voordelig zyn, kan. Recher, hes histcriques et politiques fur les EtatsUnis de f'Amerique Septentrionaie j &c. 4 Vol. in 8°. In dit werk wordt gehandeld over de Volkplantingen van de dertien Colonieu; over derzelver betrekkingen rot en onenigheden met Gr ooibrit analen, en over derzelver regering voor en na de omwenteling. Het is ene wel fameigeftelde gefchiedenis van de grondlegging en den aanwas der verenigde Staten. Op dit ogenblik moet men voorname!)k begerig zyn om de Staats-regeling en de middelen te kennen van een Gouvernement, dat zich ten aanzien van deszelfs verbintenisfên met-de Franfche -Republiek in ene nioeilyke gefteldheid vindt. Mably en Raynal zyn tot dwalingen vervallen, die de Schryver met veel naauwkeurigheid en juistheid verbeterd. Dit werk, met een woord, moet door allen gezocht worden, die met vrucht de zo mocilike konst, om wel te regeren, beöffencii willen. Aan den Redacteur van den Konst- en Letter-Bode. Ge5cht Medeburger 1 Heden kwam my in handen een gefehrift, getiteld: Na•voloimg nopens Lof der Zotheid, door j. van der Wyck . te Gr ave by A. van Dieren 1798. Het moet, volgens dc Voorrede, eene navolging der geestvolle Satyr e van Erasmus heten; doch wyder afftand kon 'er voorzeker nooit tusfehen een origineel en deszelfs imitatie zyn , dan 'er is tusfehen deze misgeboorte van een verward brein, — tusfehen dit kind van éenen echten Zoon der Zotheid, verwaandheid en onbefchaamdheid ,— en de harsfen-vruebt van den Grooten Rotterdammer. Ik bekenne het: dit prulfchrift is, om zynes zelfs wil, noch uwe, noch myne, oplettendheid, noch die van eenig braaf en verlichtman, waardig, en het zou eene volftrckt onverdiende eer genieten, als men'er opzettelyk eene bcöordccling van wilde fchryven, of den minften fehyn vertoonde van die noodig te achten. Het moet almede dienen, om Atheïsmus, ongeloof aan eene Godl.ke Openbaring , en zedeloosheid te bevorderen, en vooral den Stichter van het Christendom en zyne Apostelen befpothk en veracht!)k te maken. Doch, zoo lang het Hechts zulke Schryvers zyn, als de Burger van der Wyck, die hier toe hunne pogingen aanwenden , is 'er geen gevaar, dat zy aanmerklyk kwaad dichten zullen. De vrienden, voor welken hy eigenlyk gefchreven heeft, zullen (zyt des zeker) niet eens het geduld hebben, om zyn gefehrift'te lezen , al ware het, dat alle de Recenfenten, in Nederland, 'er hunne oplettendheid op vestigden, en , zoo anderen hef hier en daar eens inzien, zullen zy het ras, met alle de verachting voor Schryver en Uitgever, welke zy verdienen, uit de hand werpen. Met dat al wenschte ik wel, dit g) de geboorte dezer misdracht aan het publiek wildot aankondigen. — Waarom? —. Om dat uw geèerd VVeekbLd by alle eer!)ken en verftandigen in cred'er is, en veel gelezen wordt, en om dat dus uwe aankondiging kan dienen, om voortekomen, dat mcenig een, door den titel mi-leid, met dit prulletje niet bedrogen worde, cn 'er zyn kostlyke geil .oor uitgeve, waar over hy zich, te laat, bekl .gen zou. Aldus zoudt gy misfehien ook, voor een gedeelte, het voornaam oogmerk" verydelen, waar mede gewis deze voddc-, zoo als een aantal van dergel) ken, is uitgegeven, om Schryver cn Drukker ecu winstje aautebiengen. Welligt denkt gy hier over geheel anders, en gelooft gv, dat juist uwe aankondiging het middel zou kunnen zyn,'om dit ftukje te fterker te doen koopen eu iezen. Doch ik verzeker u nogmaals, voor het laatfte is geen gevaar, en , zoo gy omtrent I het eerfte ook gelyk mocht hebben, zoude ik echter op uwej annonce blyven aandringen. Laat men dan, als men zyn geld wil wëgfmyten, het ding koopen; doch ik fta 'er u DOig voor, dat dit zal itrekken, om elk te weerhouden, van verder iets uittegeven voor de letter-vruchten van den Burger van der Wyck , die (volgens zyne Voorreden wederom) reeds Vader is ?an verfcheidene Papieren-kinderen, en ons thands, in de dag-bladen, wegens de geboorte van twee derzelven, te gelyk kennis geeft. En wat zal hier van het gevolg z)n? Dat den Burger van Dieren de lust vergaan zal, om deze kinderen, ten zenen koste, in de wyde waereld te zenden, eu dat het voortaan genoeg zal Z) n, "om al, wat van eene pers koomt, die door zulk llag vanSchryveren wordt aan den gang gehouden , als verd téht ter zyde te fchuiven. Ik bid u, denk het eens door: zou het niet een gefchikt middel zyn, om zulke Schryvers en Boekverkoopers te verbeteren, of te beteugelen , die, gewetenloos, hun werk maken van het bederven van 't verftand en hart hunner tydgenooten, om hunnen hong-pr tr> ftillon , r>f hunne beurzen te vullen, — dat alle Recenfenten zich vercen'gden, om, zoo ras 'er hechts een dergelvk gefehrift werdt uitgegeven, het zelve bekend te maken, en te zorgen , dat niemand , door een fchoon-fchynenden, of leugenachtigen, titel, bedrogen wierdt, en vooral dat derzelver Schryvers, of Uitgevers, telkens aan de verdiende verachting aller braven wierden overgegeven? Als hier Hechts by kwame, dat alle eerlyke Boekverkoopers belloten, om dergelyke fchandfehriften met te helpen verfpreiden, zou dan derzelver drukken, en zelfs fchryven , niet fpoedig ophouden , — en zouden zy, die ons nu met dezelven, zoo onbefchaamd en aanhoudend, lastig vaöaö , dan niet genoodzaakt worden, om of van gebrek te Herven, of eerfker en betamelyker werkzaam te zyn ? Zoo ja : eilieve! begin gy dan die taak eens. Zyt verzekerd, dat her u aan geene helpers zal ontbreken: en 'er is 111 de d.iad niet vele moeite aan vast. Weinige trekken zullen altoos genoeg zyn , om den aart van hechte fchriften te leeren kennen. Het jimmerharrig ftukje, dat aanleiding tot dezen brief geeft', en aan taal, aan Ütyl, aan zaken, — aan illes, — e'endigh k verongelukt is, ftrekke ren voorbeelde. Men behoeft 'er Hechts de volgende regelen, let! er lyk, uit aftefohrvven. „ Wat geen oog ziet, ^vat geen oor hoort, wat geen gevoel voelt, geloven uitverkoren. God geeft nooit duidlyk  C XII ) lyk befcheid dat hy 'er was, het is hun geest die het 'hen fetuigd. En als zy aan het betogen gaan, jtoren zy zig aan gene gronden , /preken zonder zin of flut. — altoos zyn zy volkomen doll De atheist gelooft niet dan het geen hy ziet, voelt of hoort. Hy loc heat dat het al met niet een aanvang nam ! iet kan nooit worden niet , in omgekeerde rede, word van niet nooit iet, volheid dan nam nooit aanvang, maar de delen der volheid die oneindig zyn, veranderen oneindiglyk. IVie was oorzaak , dat oorzaak een oorzaak nam ? Hoe kan on/lofoorzaak der /tof zyn? Men weet niet hoe de ftof is ontftaan. IVelaan de ftof is door een onftoflyk wezen , is na de zaak bewezen ? Hoe heeft dezen onftof flegts als wyziger het heel-al kunnen vormen ? IVie heeft den vormer gemaakt? Want is het heel-al te wonderlyk dat het 'er van zelve zy , hoe veel verwonderlyker is den vormer, die om die zelve reden ook gevormd moet zyn. Paart de werking met de ftof en gy zult uit de ver doling raken. Zus! Zus ! de Dominé kyft. • God is vol toom roept hy uit, over het bedreven kwaad der zondige menfchen. Hoe! zou een Uurwerker zig op zyn uurwerk vertoornen om dat het de tyd [legt •wees ? hoe ! zou een maker zyn eigen werk duemen ? hy moest zig liever op hemzelve wreken , het predi- kantje doet tog zyn lieve heertje omgekeert doen. Daar is 'er geen die niet houd van mallen Het hsterlyke, 't geen , hier op, tegen de gezegende en vlekkeloze perfoon des Zaligmakers en diens wonderbare geboorte, word uitgebraakt, weigerd ons de pen hier aftefchryven.— Die aan miraculen gelooft, is meer als zot. Het geen zonde /s , is de kwetfing der natuur. Om de Zon/te i-/>vdev hpfi/zlen . d/tt moei men aan gene apostels vragen , dat heeft Je jus zelve niet gev.eten , anders had hy het wel geleert. De natuur bepaalt het best wat zonde is. De wetten in de maatfchappy bepalen door de meerderheid of die daar door is gefield, wat in het gezellig leven goed of kwaad zal zyn. Maar de Godgeleerden — geloven dat gulpen van pfalmen den hemel bekoort, die zy — voor oprechte lieden [luiten. — Paulus om zyn leet aan te pryzen zei dat hy om Chrifti wil zot was. We zegt Jefus tegen de ft hrifigeleerde Pharizeen! hy kon zyn haat tegen wyzen niet verbergen, en noemde hen huichelaars. Hy verkeerde ook het lie[st met domme lieden, verkoos een ezel boven een paard. Plaatfte [chapen en lammeren zin/pelend in den hemel. Hy trok ook zyne zendelingen uit de woeste menigte, die hy gaarne der wysgeerte verwyderd zag, enz. Dat het ongeloof ons, £met befcheidenheid, zyne twyffelingen melde , en zyne tegenwerpingen in het midden brenge! Men zal het met befcheidenheid booren: en waarheidliefde zal zich daar voor zelfs aan het zelve verplicht rekenen, dew>l 'er de waarheid by winnen zal. Maar als het, met den Burger van der Wyck, wil liegen cn lasteren, en een bedorven hart verraden, dat het dan ook met fchande gebrandmerkt en aan de kaak geheld worde !• Rotterdam, Uw beftendig lezer 25 Maart 1799* Liberius Vjeeidicus, God is vol toom roept hy uit, over het bedreven kwaad NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep vaart, landen veebouw, als Af ede de HUISHOÜkunde, hand w e KKK n e n f abrieken , li e t r e k k e l Y k. Men heeft uitgerekend, dat van de jaarlykfche uitgave , in Engeland, 52,5604000 P. -St. bedragende, 144,000 voor eiken dag, 6oco voor elk uur, 100 voor elk minuit, en 1 P. 13 Sch. 4 p. voor elk fecunde, komen, en dat wyders de jaarb kfche uhgaven van 6 Vorttcndommcn in Duitschland, die op 900,000 Thalers gefchat worden, niet meer uitmaken, dan de fom, welke de publieke uitgave van één dag, in Engeland , opleverd. Van Hamburg zullen, dit jaar, 18 Schepen ter Walv sch- en Robbenvangst, naar Groenland vertrekken; van Altona n; van Flensburg i;-van Gluckftadt 10 i van Dreinen 9; en van Fanoe a: zamen 51 Schepen. Volgens den Almanac typographique, ou Repertoire de la Librairie, fan VII, komen 'er, tc Parys 51 Tydfèhriften uit. Het Boek-, Prent- en Muzyk - wezen houd aldaar bezig, 293 Boekverkopers. 154 Boekdrukkers, 15 Lettergieters. — Letterfnyders. 27 Prentverkopers. 9 Kaa: tverkopers. 19 Muzykverkopers. 19 Papierhandelaars in 't groot voor dc Drukkerycn. 20 Tekenaars. 29 Pkuitfuyders, in de Gefchiedenis en Portr.ritten, niet dc graveernaald (burluf 21 — r- in Landfchappen. 65 • in Vignetten. 25 in de gepointeerde manier (poin~ tellé.) 9 >■ in de gewaschte manier {lavisf). 12 in de Bouwkunde. 17 — in de Topographie , Geographie en Geometrie. 22 , jn Letters. 3 Koprenplatenmakers. 45 Plaatdrukkers.. 80 Boekbinders. In de overige Departementen, telcl men 999 Boekverkopers ; dus in geheel Frankryk 1292. Txt-  C na ) Pryzen der Granen, op i April te Amsterdam. TARW. Het Last| GERST. Het Last Ggld.' Ggld. Poolfche bonte en w'itte 195.1225 Vriefche Wiutergarst . noai23 dito rode . . i8oa2io Gron. en O'damfciie . 1103128 Elbing. en Heugfche . 1003220 Zeeuwl. en Overm. Winter 1101128 Koningsberger . 180 a 195 iDito Zomer . . io8ai22 Vriefche . . 170 a 185 Daatziger cn Elb. Bovenl tndfche • 1753190 Voorlandfche rode . 160.1175 HAVER en BÖEKWEYT, Zeelaudfclie . 1 Soa 195 ROGGE. Brouwhaver . . . 90 a 100 Pmisfifche . . 136" a 155 Witte Voeder dito . 70a 75 K ningsberger . . 136a 155 Boekw. Aniersf. en Gooil. £, 25328 Gedroogde . . 145 a 155 Dito Brab. en Vlaam. £25328 ken. Toll. 4 prCts. g6\ prCt Dito Holftein 96 a 971 prCt. Dito Leen en Wisf. B. 93\ a 94 prCt. Dito Kroon 92 a 93 prCt. Amft. 1 April 1799. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 141; en te Haarlem 9 , onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Maart zyn, in Alkmaar, overleden, 40 perfor.en, nam. 7 mannin, 12 vrouwen en 11 kinderen, waar onder 3 Doodgeb. 13 beneden 't jaar; 2 van 1 tot 5; 1 van 5-10; 2 van 10-20; 4 van 20-30; 1 van 40-50; 4 van 50-60; 8 van 60-70; 1 van 70-80 en 1 van 80-90 jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. M art S BAR°- \ THER- HYGR0- STREEK LUCHTS- < ME- MOME- ME- DER CESTELD- 1199- £ TER. TER. TER. WIND. HEID. { 29. 5 45 88ï Z.W. zeer windrig; voomiidd. 27 < 29- 44 50 78 W.Z.W. omtrent betrokken; ver£29. 4ï 4°' 88 Z.W. der tusfehen beide regen. f29. 4! 43 87 W.Z.W. voormidd. betrokken; 28 < 29. 5! 44 ?9 N. verder tusfehen beide C29. 8 32! 78 N. N.O. wat fneeuw. V3°- 0 3^ 7%~~ «.o. * 29 < 30. ol 32 76 N.O.t. o. betrokken j'sav. windrig. C3Q- Ii __g8_ ï _ C30. I 25 73 O.N. O. wolleen, harde wind; 30 < ?n al 32 71 O. t.N. 'sav. zeer harde wind; ).^_0j__25_ 71 — 's"^s ftorm3gtig. f/29. 8j *25 7° O. t.N. helder; voormidd. itorm- 51 < 20- 7ï 35 68è agtig; verder zeer harde. L^JlL — April. C29. 7é 275 67 N'°' , tj 1 < 29. 7I 37^ Ö4Ï O. N.O. helder, zeer hsrde'wind. ) 29' 83 28^ 64v N.O. i C29. 9 32i 7° N.N.O. voormidd. wolken; tus- 2 < 20 o' 40I 67 fchen beide wat fneeuw; I29. g\ I 27 1 7° — verder helder* 's Morgens ten 5 uren 22| graden. Thermometer in de afgelopen maand Maart. Hoogst den 261ten 'stnidd. 51i.gr. Laagst den siften 'smorg. ten 5 uren 22 § gr. Gemiddelde hoogte ogt., midd. en av. 37^ gr. is 4^ gr. lager dan in Maart 1798. hoeveelheid van gevallen en oitgewaass e md water, te alkmaar. Gedurende de Maand Maart 1799. Gevallen 9 Lynen: Uitgewaasfemd 11 Lynen. Te Haarlem, by, A. LOOSJES, Fz. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der INen UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland i\ prCts. 35 a 41 prCt. Zeeland 2\ prCts. 35 a 37 prCt. 'Friesland 2 prCts. 37 a 38 prCt. 'Generaliteit eu Anticipatie 3 prCts. 37 a 44 prCt. Marine 3 prCts. 37"! a 38 ï prCt. Bataaffche Refcnptien 4 prCts. Losbaar 1799. 94! a 95I. 1800. 79 a 81. 1801. 69 a 71. 1802. 61 a 63. 1803. 58 a 60. 1804. 56 a 58. Na den Vrede 44 a 45. O. I. C. Lot. 1785 en 1786. 3 prCts. 39 a 41 prCt. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 875 a 88i prCt. Dito 4 prCts. 77 a 78 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 86 a 87!" prCt. Dito Geconf. Fondf. 41 prCts. by Staphorst. 65 a 66 prCt. Roomfthe Keizer 5 prCts. 45 a 47 prCt. Dito 4 prCts. 39 a 42 prCt. Spanje 41- prCts. Losbaar 1799. 91 a 92\ prCt. 1800. 81 a 82. 1801—1807. 74 a 64 prCt. Dito 5 prCts. 84 a 85 prCt. Idem van 1 7beri798. 70.171 prCt. Rusland 5 prCts. 70; a72 prCt. Zweden 5 prCts. 91 a 92 prCt. Dito 4^ prCts. 88 a 89 prCt. Dito 4 prCts. 86 a 87 prCt. Denemar- WISSEL- EN bPECIECOURS. MjcMd ufo. ft m. \ 75 i 4$ & $ C.dix — 75i Lisfa'oon -6ofaf Nieuwe Ducat, ƒ5,15,16 Veneuen - 94ï Oude ger. dito -5,135,14} Livomo ■ - 1041 Nieuwe Louis d'Or - Ii,i3l,ljf Parys. 2. 111.7 fa ^ . 6of Ouinies - 12,18 dito kort. .ƒ fa s piöoien . 10,4 Idem in Specie - Fianlche Kronen - 573^ Londen. 2. in. jj Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 39f>a|B°. B A , j c Dito kort - 39! a A — >>*8 * 1 Wenen id. B°. - 364137 Zaad, Oly en Traan. Knolz. Zeeuvrscli cn Raap-OIy, per Aam ƒ 90$ Overm. 't Last. . p 80 a 88 Dito Lyn . . . - 67Ï Slag-Lynz. de ton van D.'to llennip . . -72] 5 Schep. Rigaas . - nfai2j Walv. Tram, 't quart. HéniiipzoaU dito . - ioan van 12 Stek. Nieuwe - 11S Dito Rode . . . - 114  A°. 1799. NIEUWE N°. 276. ALGEME NE KONST* en LETTER-BODE VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. 9 VRTDAG DEN 12 APRIL. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. arys. Kortlinss is in het Kabinet van Oudheden, behorende aan de Nationale Boekery, een Porphyren I_ykbus of Vrmo gebragt, bevattende 30 zeldzame, als fraaie en leerftyke, Oudheden. Dit ftuk was, van wegen het Gemeente - Beftuur van Aix, aan het Uitvoerend Bewind prefent gedaan. Zie hier op welke wyze deze Urna ontdekt geworden is. Toen men, in 1787, de oude Torens der Stad van Sextius (*) bezig was aftebreken, om 'er een nieuw Gerichtshof voor in de plaats te bouwen, vond men, in den grond, van de grote plaats, een blok of vierkant ftuk, gemaakt van twee grote vierkante Stenen, die van binnen uitgehold, en fterk aan eikanderen gehegt waren door yzeren krammen. In 't midden van deze twee ftenen ftond een Lykbus van Porphyr, bevattende enige Asfche, de gouden Bulle van zekeren Ingemms, twee Kinder - ringen en een Penning van Bronz. De Bulle was een teken, waar mede, onder de Romeinen, de Kinderen uit vrye Ouders onderfcheiden wierden van de zulken, die uit Slaven geboren waren. (*) Aix droeg ottdtyds den naam van Aqua Sextii; zynde ontleend van de Raden, die aldaar gevonden worden, van welken de Roomfche Conful, Sextius Calvinus, zig in zyn tyd bediende. Aant. van den Redact. XI. Deel. De Kinders droegen haar op den buik, tot "dat zy oud genoeg waren geworden om den mannelyken Tabbaard aantenemen. Die der Patriciërs waren van goud, en die van de Plebeièïs van koper. De Aschkruik , hoe eenvouwdig, is aanmerkelyk door de fraaiheid van hare gedaante, de fynheid van het werk, de zuiverheid, en volkomenheid, waar in zy bewaard gebleven is. Niet minder opmerkelyk is zy ook, wegen het fatzoen van het dekzel , beftaande uit twee ftukken, waar van her één, over een groot gedeelte van het eerfte fchietende, in het midden ene kleine ronde opening laat, die op het twede ftuk, in de gedaante van een buisje, fluit. Zou deze verdeling van het dekzel ook wel uitgedagt kunnen zyn, ten einde het mogelyk te maken, om de dierbare asfche met tranen te befproeijen, zonder ze omtefchommelcn en te ontrusten? Dan de gouden Bulle is een ftuk van Oudheid, 't welk enig in zyn foort is in Frankryk; — men kendt 'er nog maar één in Europa, namelyk die, welke in het Kabinet van Chigi, te Romen, gevonden word. BATAAFSC HE REPUBLIEK. Amsterdam. Den 18 Maart overleed alhier, in het söfte Jaar zyns ouderdoms, Charles Hunter, A. L. M. jongfte Leeraar der Gereformeerde Engelfche Gemeente dezer Stad. Hy was de Zoon van een Predikant in Schotland, die hem, niet alleen in de P God-  C "4 ) Godgeleerdheid en Wysbegeerte, maar in verfcheidene andere takken van Kunften en Wetenfchappen, aan de Hoge Scholen van St. Andrews en Edenburg had doen ondcrvvyzen; zo dat men zeggen kan, dat hy een algemene geleerdheid bezat. Na zyne Akademielludiën volbrngt te hebben, begaf hy zich, als Reisgenoot, met een jongen Lord naar Holland, om vervolgens met hem de voornaamfte plaatfen van Europa te gaan bezoeken, en zich, langs dien weg, meer en meer kundig tc maken; doch enigen tyd te Utrecht vertoevende , wierd hem het openftaande LeeraarsAmpt, te Dordrecht, opgedragen. Deze beroeping fcheen hem te behagen, zo dat hy vr.n zyn voorgenomen plan afzag, en zich als Predikant der Engelfche Gemeente dervvaards begaf, welken post hy gedurende vyf jaren, met veel genoegen, heeft waargenomen, tot dat hv, in 1797, te Amfterdam, als jongite Engelfche Lcèraar beroepen wierd. Hebbende deze bediening nu flcchts anderhalf jaar bekleed, is hy aan de gevolgen van ene borstziekte, waar van hy wegens een zwak en teeringachtig geftcl, de zaden by zich droeg, in den bloei zyns levens weggerukt. De overledene was van een ongemeen zachtzinnig en goedaarrjg karakter; en zy, die hem van naby Kenden, hebben altoos zyne algemene belezenheid en geleerdheid, en zyne hem aangeborene toegeeflykheid en 'liefdadigheid, 'hulde gedaan. — Zyn Amptgenoot RobertWatt, die, nevens zyne Gemeente, het Verlies van enen Vriend, met wien hy van zyn jeugd af was opgebfngt, hartclyk betreurd, vierde op den 24 Maart, de nagedagtenis des overledenen, met ene gepaste Lykreden. Haareem. Direkteuren van Teyler's Stigting, en Leden van het Godgeleerd Genootfchap, hebben, in hunne laatfte vergadering, gehouden op Zaturdag den oden- dezer maand April, den gouden Eerprys, ui-geloofd aan het beste Antwoord op de Vraag: Is 'er góede grond om, gelyk in een en ander gedrukt werk gefchiedt, de Mofaifche en Christclyke Godsdienstleer , voor zo verre, gelyk te ftellen met zom?nige Godsdienst-leer en der Heidenen, dat men ze, even eens, kan afleiden en vcrkluarcn, uit bloote menfehelyke befchouwingen van de HoofdJloffen en natuurlyke kragten des Heelals, of uit oude verhaalen van flerrekunclige verfchynzelcn, Mytologifche overleveringen, en verbloemde befchryvïngen van den lo'.p der Hemel fche Lichaamen? — toegekend aan ene Verhandeling, ten Spreuke voerende: vitam impendere.vero; van welke, by het openen van het daar by gevoegd verzegeld Naambriefje, gebleken is de Schryver te zyn, J. F. van Beek Calkoen, te Amfterdam. TAFEREEL dek. SAMENLEVrNG en andere merkwaardige omstandigheden, in de verenigde staten van amerika. (Overgenomen uit een Franftchen Brief) Nieuw-York, den 18 OBober 1798. Ik haaste my, om uwe vragen, zo goed mogelyk, te beantaoorden. Gy begeert te weten: i°. „ Welke de Steden zyn, daar men zyne ,, gezondheid, zyn voordeel en zyn genoegen te- „ vens, het best bevorderen kan?" Het zou misfehien een al te ftreng en enigzïns overdreven antwoord wezen, wanneer ik u zeide, dat gy zulks in geen ene Stad van A.nerika vinden zult. Ik moet my dus wat uitvoeriger verklaren. Het luchtgeftel dezer landen ftaat, met tamelyk goeden grond, voor gezond bekend.. Sedert enige jaren heeft zich ene epidemieke, dikwerf dodelykc, koorts, in de Zeer fteden geopenbaard; die te Philadelphia in de jaren 1793, 97 en 98 gewoed heeft (*> en die inzonderheid, en byna by uitfluiting, zich openbaard in de naauwe beneden ftraten, welken aan de Haven liggen, en van de laagfte klasfe des volks bewoond worden. Men poogt derzelver oorzaak natefporen , die waar:'chynelyk in de wyze gelegen is, waar op de kaaijen gebouwd zyn, in*het opleggen van flecht gezouten Vlcesch- en Visch - fpyzen; in het opruimen en aantrekken van woeste gronden, t geen de by intrtcii fnclle aanwas der bevolking in de Stad noodzakelyk maakt; en waar door het water en dc vuilnis, dat anders over ene harder oppervlakte vloeijen zou, geabforbeerd, teruggehouden en bedorven wordt, in de zeer fterk toegenomene communicatie met deAutilles, alwaar zich federt den oorlog (waarmee zy mogelyk in enig verband ftaan,) meer verwoestende ziekten, dan gewonelyk, geopenbaard hebben. Deze onderfcheidene oorzaken ontwikkelen zich in een luchtsgeftcl, dat in den Zomer zeer heet is; want de Thermometer van Fahrenheit ftaat van Mey tot October, tusfehen 65 en 90 graden; dezen Zomer is hy enige dagen lang' tot 950 gerezen, het geen echter zeer zeldzaam (*) Te Philadelphia zyn, volgens de dagelykfche gedrukte lysten, van 1 Aug. tot 3 Nov. 1. 1. 3446 menfchen geftorven. In de Epidemie van 1793 overleden aldaar, gedurende dezelfde 3 maanden, 4041: toen was die van October , en laatst de maand September, de meest dodelyke. In den zelfden tyd ftierveu te Nieuw-Tork 1998, waar van 1468 alleen aan de gele koorts. Aant. v. d. Reda&.^  C " zaam is: daar en tegen is de Winter zeer koud, en bét luchtsgeftcl is over bet geheel, even als in dc binnenfie Provinciën van Frankryk, of ook zo als in Zwttferlands nrmelyk zeer ongelyk; het binnenfie van het land is tamelyk gezond, béhalven op de nieuwlings ontgonnen plaatfen, alwaar de eerst aankomenden ligt afwisfelende koortfen krygen. Ik, voor my, ben van alle die ziekten verfchoond gebleven; hoe zeer ik ook gene zeer vaste gezondheid heb meêgebragt. In de Kooplieden is het zeer duur leven. Een huis, (en ieder huisgezin bewoont hier een huis op zich zelf,) dat iemand voegen zou, die ordentelyk bemiddeld is, zonder ryk te wezen, en waar in ene kamer is, die voor een comptoir kan dienen, kost omtrent 150 Louis d'Ors 's jaars; Tarwen - brood 334 Sols het pond; Vleesch, het gemene, omtrent 8 Sols; Zeevisch tamelyk overvloedig ; verfche Boter 35 a 30 Sols; gezouten Boter co a 35 Sols; een paar Schoenen , (zeker vry wat beter gemaakt dan in Frankryk) 10 a 13 Livres. De kleding is 'er niet zeer duur; een knecht komt op 40 a.50 Livres 'smaands te Haan; ene meid op 30 a 30. De bedienden zyn fchaarsch en flecht; terwyl goede voorwerpen ligt andere middelen vinden, om door de waereld te komen. Ener familie, die herwaards overkwam, zou het dus teraden zyn, dat zy goede bedienden meêbragt, en hen vooraf, "uit hoofde van de reis, tot enen dienst van meer iaren vernliette. Bovensemelde pryzen heeft men voor 't overige van de grote Steden te verdaan; want binnen in 't land, en zelfs zeer digt by dezelven, leeft men veel beter koop, vooral wat de huishuur betreft, die daar wel een derde minder is. Wat voorts de aangenaamheden van het gezellig leven aangaat, zyn de Steden van dit land vry wel met de Engelfche en Hollandfche Kooplieden te vergelyken. Ieder doet hier wat. 'Er valt hier in 't geheel niet aan die klasfe te denken, welke men in Europa dikwerf aantreft, en uit menfchen beftaat, die een mooy fluivertje gelds, of ten minften genoeg om van te leven hebben, zich met Konften en Wetenfchappen bezig houden, en niets te doen hebben, dan hun verftand en hart genoegen te bezorgen; zulken kent men hier niet. Men vindt hier Kooplieden , Pachters, Rechtsgeleerden, Magiftraats-perfonen, maar niemand, die ledig loopt. Men moet daarom echter hier op gene eenvoudige levenswys ftaat maken; 'er heerscht hier weelde, maar ene grovere weelde, die gewoonlyk de voorloper is van het ryk der Konften en Wetenfchappen. Wie een groot vermogen byeen brengt, haast zich om een fraai huis te bouwen, een fchitterend equipage te houden, prachtige maaltyden te ge- •5 ) ven; maar ieder doet zulks nog maar als een parve w. Voor het overige befpeurd men het zelfde, zo als reeds gezegd is, ook in de eigenfyke Kooplieden van Europa, want dezelfde maatfchappelykc betrekkingen brengen overal omtrent dezelfde zeden voort. De middenftand is talryk in Amerika, de arme niet; deze beiden maken de masfa des volks uit: zy beftaat uit vlytige, op hun voordeel bedachte, vreedzame., huislyke menfchen ; in welke het echter een hoofdtrek is, dat zy niet alleen ten aanzien van hun wezenlyk belang, maar ook ten aanzien van hun Burgerlyk en Staatkundig beftaan , veel meer verlicht zyn, dan de gelykfoortige klasfen in Europa. Men vindt naauwlyks enen geboren Amerikaan, die niet lezen kan, en die ten minflen de Nieuwspapieren niet leest, en dezen vindt men 'er in groten getale; allerlei vragen, tot onderfcheidene onderwerpen betrekkelyk, worden 'er in verhandeld, en ze maken dus ere goede en voor een Republikeinsch Volk toereikende School uit. De hoofdtrekken van het Amerikaansch karakter zyn over het geheel pryswaardig ; goede huislyke zeden; meer algemeen verfpreid gezond menfchenverftand by minder ongelykheid in befchaving van geest, dan in Europa; meer gefchikthcid tot ene juiste beoordeling der dingen,.dan verbceldingskragt, en minder warmte van hart zo wel als hitte van geest. Franklin's geest cn karakter was in zulk enen hogen graad Amerikaansch, als weleer Voltaire's geesten 'karakter Fransch was — met dien verftande evenwel, dat niet ieder Amerikaan een Franklin- is', zo als ook niet ieder Pransehthan een Voltaire. — Men vindt hier redelyk goede, maar fchanrs bezochte, Theaters; de Concerten hebb:n nog minder toeloop; in iedere Stad vindt men een Koffy-huis, dat cch'er Hechts een beurs voor de Kooplieden is; in de Klubs gaat men te eten en te drinken. Hier ten lande zyn alle vermakelykheden huislyk, en een vrygezcl leidt hier het elendigfte leven, ten zy de tafel alléén voor zyn geluk toereikend ware. 3. „ Zyn 'er op den aankoop van Landeryen „ nog goede en zekere fpeculatien te maken? „ Tegen hoe hoog een interest kan men zich „ vleijen zyn geld, door ene fpecuhtie van dien „ aart, uittezetten?" Dit Volk vermenigvuldigt zich rasch, en zal enige eeuwen lang zo voortgaan. Wat 'er ook gebeuren moge, het is beftemd, om zeer uitgebreid, talryk en magtig, te wórden. Hier uit volgt noodzakelyk, dat de onbevolkte ftreken des lands, langzamerhand, met inwoonders vervuld worden, en in waarde toenemen. De voortgang der ontginning is fteeds een voorwerp van verbazing. Behalven dezen wezenlyken aanwas P 3 is  is 'er nog een andere, die van de fpeculatien afkomftig is. Deze klimt en daalt naar mate het bare geld fchaarfcher of overvloediger is, naar mate 'er meer of minder ondcrnemings-geest op ene plaats werkt, en verder naar gelang van alle die dingen, welken op fpeculatien in 't gemeen invloed hebben. 'Er zyn (treken, die uit haren aart, of door hare ligging, voltrekt niet deugen; anderen weder, die beneden hare vvezenlyke waarde ftaan, en men heeft niet meer grond, om op voordeel te rekenen, wanneer men blindelings op Landeryen fpeculeert, dan wanneer men het op andere dingen doet. Speculatien op Landeryen komen my voor gefchikt te zyn voor twederlei foort van raen'chen: Foor eerst: voor enen groten Capitalist, die, na eens goed land te hebben uitgekozen, het aan den tyd oveilaat, om zyne onderneming tot rypheid te brengen, die niets boven zyne krachten ondernomen heeft, en gevolglyk op zien komen kan fpel'en. Zulk een kan 'er op rekenen, dat de bevolking, na verloop van enige jaren, tot zyn goed voortdringen zal, cn dat het htm dan aan geen voordelig bod voor het zelve zal ontbreken. Ten twedeti: voor iemand, wiens hoofd-capitaal in zyne werkzaamheid, zyn goed oppasfen cn vaste gezondheid beftaat, en die arbeidzaamheid met fpeculatie verenigt. Deze kan, met een veel kleiner capitaal, dan de vorige, even grote voordelen inoogften. Nemen wy eens een capitaal van 2000 Guinies: hy koopt 2000 morgen uitgezocht land, voor ene halve Guinie het morgen, dat verdeeld hy in tien pachthoeven, houdt 'er twee voor zich, verkoopt de acht anderen, voor ene Guinie het morgen, de helft in contant geld, en de helft op renten. De andere helft van 't capitaal wordt gedeeltelyk aan Gebouwen, Gereedfehappen enz. hefteed, gedeeltelyk aan 't Land, of aan partikulieren, op "interest gefchoten. Komen nu de kopers hunne verbintenis na , dan heeft zo iemand enen goeden handel gedaan; doen zy het niet, dan is de handel nog voordeliger; want door het rooijen der. bomen, (om den bast van de takken te fchillen,) het roeren van den grond, die onmiddelyk daar op vrugt geeft, en het bouwen van een huis van ftammen van bomen, is de pachthoeve, die hy nu terug neemt, het dubbeld in waarde geftegen. Ik heb in het binnenfte van 't land den voortgang dezer nieuwe plantingen en derzelver aanwas gezien en waargenomen, hoe fpoedig ene klasfe van menfchen, die in Europa tot eindelozen arbeid en armoede verwezen is, zo dra de fchuld aan haar niet ligt, hier zonder misfen in het bezit raakt van ene goede pacht-hoeve, en de volle, zekere» onverdeelde bevrediging van alle hare behoeften erlangt; zulks heb ik met eigen ogen gezien, en ik zou u, indien de tyd en de ruimte van dit blad het toelieten, daar van belangryke omftandigheden kunnen verhalen. De Akkerbouw Is hier voor 't overige niet zeer geleerd; daar word hier niet om gedacht, om in een klein beftek zo wel als mogelyk is, te winnen, want men bezit grond in overvloed, en de handen zyn fchaarsch. Wat u betreft, myn Vriend! het kapitaal waarvan gy fpreekt, is voor het eerfte dezer beide foorten van lpeculatien niet toereikend, en ik vrees, dat de twede even min voor u gefchikt is; want zy vereischt veel moeite, en zou u van alle draaglyk gezelfchap, dat gy toch niet geheel ontberen kunt, beroven. Hoe zeer ik dus zelf nieuwe Landeryen te koop heb, zo rade ik u nogthans, het ontginnen van een landgoed niet te ondernemen, ten minden niet, eer gy hier een jaar gewoond, het agteraf gelegen land met eigen ogen gezien, en de onderneming met uwe krachten vergeleken hebt. Zeker is het echter, dat gy, al liep al het andere tegen, een reeds bebouwde cn gerede pachthoeve, niet ver van de grote Steden gelegen, voor de helft of voor het derde van uwe 2000 a 2500 Pond. Sterlings, kopen kunt, en daar aan genoeg hebben , om twee huisgezinnen behoorlyk te herbergen en derzelver behoeften grotendeels tc vervullen. De ande e helft van dat vermogen moet gefpaard, en in de publieke fondfen, die thans 7 prCt. geven, uitgezet, worden. 'Lr is nog een tuiüai uugpum, «raai uii üi_ u»wi m. voorgenomen verhuizing befchouwd moet worden, — Gy lpreekt van twee familien; zyt gy gehuwd? hebt gy kinderen? Heeft de andere familie 'er ook? • Dit zo zynde, kom dan over; want het eerfte en gewigrigfte voordeel in dit land is, dat de talrykfte familie zelf hier zo gemakkelyk ene plaats vind, als deklcinfte. Byna geen een handwerk — ik fpreek hier van werktuiglyke — is bezet, en de nieuw aankomende genachten verdelen zich over een fchaars bevolkt land, zonder dat de menfchen gedwongen zyn, om elkaar den loef af te fteken en uit het zaal te'ligten. De eeuwigdurende bekommering hier voor, welke by u de rust eens vaders van een talryk gezin verftoort, is hier onbekend. Wat de keuze der plaats aangaat, alwaar gy u neerzetten moet; de Staten, welken midden in 't land liggen, als Nieuw- Terfey, Nieuw -ToPk en Penfilyanien, zyn in allen opzichte te verkiezen; want het luchtsgeftel is hier gematigder, dan verder naar het Zuiden of het Noorden, en de grond beter; alleen moet u de ontzachelyke afftand van de Zeeplaatfen en de verwydering van alle verkering met de oude waereld  C * niet affchrikken. De oever van den Ohio biedt althans enen grond aan, die boven alle anderen te verkiezen is, gelyk ook daar een eenpariger luchtsgeftel plaats heeft, en de Volkplantingen zyn 'er veel talryker, dan men zich voorfteld. Het is merkwaardig, dat de nieuwe Land-eigenaars van onbebouwde gronden , allen uit de Noordelyke Staten komen, welke vol zyn, en (vooral in Counektikot) enen fchralen grond hebben, zonder dat de bevolking aldaar afneemt. Dit is genoegzaam, om den ontzachelyken aanwas der bevolking te bewyzen. Waarfchynelyk vermenigvuldigt zich het menlchelyk gellacht in de Zuidelyke ftreken minder, zo dat het Noordelyke geflacht door de natuur beftemd fchynt, om in Amerika de hoofdftam te worden, en dat is in de daad een geluk: want het is vernuftiger en arbeidzamer dan het Zuidelyke. (Het vervolg in onze eerstkomende.) Iets nopens den vermaarden Londenschen Spotprint vervaardiger, Gilrey. Gilrey, de beroemde Carricaturist, wiens verdienften geheel Londen erkent, en gedeeltelyk yreesd, is de Zoon van een nog in leven zynde Invaliden. Hy wierd, in zyn vroege jeugd, by een Letterfnyder, (die op de platen de letters graveerd) als Leerjongen, befteld: dan hier beviel het hem niet wel; en Ey nam het befluit, met meer andere van zyne maklicio, uii.iv. ww.. ..„^w. Ouuimc3i«iucu tc begeven. Na echter een geruimen tyd op het platte land te hebben omgezworven, kwam de oude liefde voor de kunst weêr by hem boven. Hy keerde naar Londen terug, ftudeerde vlytig in de Schilder-Akademie, in Sommerfethoufe, ftak, etfte en tekende, vele dingen, met goedkeuring. Het ftranden van het Oost-Indisch-Schip Halswell, is een goede plaat van hem. Ook bragt hy den Minister Pilt in portrait. De beeltenis had ene treffende gelykheid; dog daar hy het fombere en koele, 't geen in het aangezigt doorftraald , behouden had, wilde men gaarne een bevalliger beeltenis hebben. De Plaatfnyder, dien men daar gebruikte, droeg dus zorg om vooraf alle de Portraitten van Gilrey optekopen, om dat ze veel meer gelykheid op het oorfprongelyke hadden. Weldra wierd zyne byzondere neiging voor Carricatuii" de overheerfchende by hem ; en de eenparige goedkeuring van het Gemeen bewoog hem, om 'er zig meer en meer in te oeffenen. Hy is een ongemeen kundig, belezen, en in gezelfchap byzonder aangenaam man. Hy is vol van de geestigfte invallen; en mindere konftenaars zouden voorzeker nog kunnen fchitteren, byaldien zy zig van den onbefchry- j *7 ) felyken overvloed zyner nieuwe denkbeelden , met voordeel, wisten te bedienen. In de jaren 1791 en 92 fchreef hy veel in de Dagbladen; onder anderen vind men daar in een fcherpen brief van hem, aan den Aldermann Boydell, op enen mecsterlyken trant, door een Plaat,nyder aan den Slyx-pocl gefchreven. Hy geesfeld, met zyne Carrrcaturen, zonder genade, zo wel de ene als andere Staatsparty. In het eerst arbeidde hy alleen tegen den Minister. ,, Tegenwoordig „ echter," zegt hy, „ is de Oppofitie arm: zy koopt ,, myne bladen nier: dus moet ik op de beurs der „ grote party trekken." Niemand befchouwd zyne printen, zonder het originele, de ongemeen vernuftige vinding daar in, benevens de fteeds in 't oog vallende gelykheid der perfonen, daar op afgebeeld, te bewonderen. Men kan hier nog by voegen, dn Gilrey , een eenvouwdig, door eerlyk, man en een voorbeeldige Zoon is, d.e zyn ouden Vader op alle wyze onderfteund. Men vind de meesten van zyne Canïcaturen, in een Geestig Tydfchrift, 't geen, federt voorleden jaar, om de zes weken, by Nommers, in 8°., onder den tytel van: Londoti und Paris, te Weimar, uitkomt. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, lanle.n veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Statistieke beschryving der Kanarische Eilanden. Door een Bataaf, op één der zeiven, thans wonende. De Kanarifche Eilanden overtreffen in 't gemeen de befchryvingen, welke verfcheiden Schryvers daar van hebben gemaakt. Ik ken 'er niet een, wiens verhalen daar van waar en naauwkeurig zyn. Het klimaat is 'er niet alleen zeer aangenaam en zagt, maar tellens ook een der gezondften. Zo wel in den Zomer, ais in d.n Winter, kan men zig hier op Tencrijje van alle klimaten bedienen, die wy ook by ons hebben; want de éne zyde van dit Eiland heeft een warm, cn de andere een getemperëerd klimaat. Het koude klimaat is op de Gebergtens, alwaar 10 maanden in t jaar altoos Sneeuw en Ys te vinden is. Voor lieden, met ene benaauwden borst, is het klimaat hier óp Tenelrijfe zeer gezond. Teneriffe is het aanzienïykfte dezer Eilanden; het breng: voort den besten Wyn, en alle .oorar. van Granen; de Aarde is goed voo Katoen, Kohy en Tabak, welke echter (by mangel van aanmoediging) P 3 1 _ . met  C ti8 ) niet geplant worden; daar hy is cok hei laaifte artikel verboden, om hier te planten. Dit Eiland zoude oneindig meer vfugtbaarder zyn, indien men 'er het Water, dat 'er is, beter verdeelde, en niet in Zee liet verloren gaan. Grand Canarie brengt voort, Granen. Wyn en witte Bonen «in overvloed: dit Eiland is mede een der vrugtbaarfteu en heeft geen gebrek aan Water. Op dit Eiland word veel handel'gedreven met gezouten Visch, welke met kleine Schepen op de Barbaryföhe kusten word gevangen, en welke het voornaamfte voedfel der Inwoonderen op de zeven Eilanden is: deze handel onderhoud circa 30 Schepen, van 40 tot 60 Tonnen groot, waar op circa 20 ;i 30 man equipage is. Palme is vrugtbaar in alle mogelyke Produkten, brengt voort Wyn, Zuiker, Amandelen, Granen enz. in tamelyken overvloed. Gomere is niet minder vrugtbaar in Wynen, Granen, Bonen, Zyde enz. Lanzaroie geeft in groten overvloed Tarwe en Garst: aldaar maakt men ook Weedasch, waar van in de laatfte jaren, voor den oorlog, veel naar Ierland is gezonden, tot het bleken van Linnen en het maken van Zeep. Fortaventura brengt 't zelfde voort, gelyk Lanzarote: deze twee Eilanden zyn in 't gemeen de Koornfchuren der anderen, voornamentlyk voor Tenerife: en als het gebeurd, dat de Oogst kwalyk uitvalt, t.ekt men de Granen van de Barbaryfche kusten. Fer heeft dezelfde Produkten gelyk de overigen; edog is dit Eiland zeer armoedig. Deszelfs Wynen zyn zwak; weshalven men van dezelve Brandewyn ftookt: deze Brandewynen dienen tot het verfterken der Wynen van Teneriffe, welke verzonden worden; ook zend men van dezeii Brandewyn veel naarSpaansch Amerika. Behalven deze voorwerpen van Negotie, brengen deze Eilanden nog ene Plant voort, die men in 't Fransch Orfeille noemt, en van welken men zig in de Fabrieken en Verweryen bediend, om de koleuren te confolideren. De Commercie der uitvoerende Goederen, beftaat in Wynen naar Engeland, Amerika, de Indien, Ham¬ burg enz. Jöranaewynen gaan naar ae öpanmene dczittingen in Amerika, ruwe Zyde en witte Bonen naar Cadix enz. Weedasch naar Ierland en Orfeille naar Eneeland enz. De Commercie der ingevoerde Goederen beftaat in alle foorten van Wolle Stoften, Staal en Yzerwerk, en Manufakturen van Engeland. Yzer en Vlas van Zwe den ; het laatfte artikel ook van Holland. Allerlei foorten van Linnen van Holland en Duitschland. Boom- oly komt veel van Spanje; voor h overige worden hier aangèbragt de Produkten der Spaanfche Koloniën en der Staten van Amerika. Meubelen worden veel van Engeland en van onze Republiek, in Vrcdcstyd, aangebragt, die zeer goed hier te vei kopen zyn. Het karakter der Inwoonderen is in 't algemeen goed; zy zyn eerlyk, goedhartig, oprecht en geestig, maar zy zyn nog verre van opgeklaard, offchoon ik verfcheidene fchranderc koppen onder hen ontmoet heb, die zeer begeerig zyn, om verligter te worden, cn van Vreemdelingen te Ieren. De Industrie op deze Eilanden is niet geheel dood, maar kwynende in' den hoogften graad. De grond is tamelyk gecultiveerd ; dewyl echter de Boeren van hunnen' ouden flender niet afgaan, zo worden gene al te grote voortgangen daar in gemaakt; zv zyn bovendien nog zeer fanatiek, edog hebben zy niet meer zo veel achting en ontzag voor hunne Geestelyken, dan wel voorheen; ook zyn deze Geestelyken met meer zo talryk dan voor dezen, en ik geloof, dat 'er op alle deze Eilanden niet boven de 8 a 900 zich bevinden. Byzonder hebben deze Inwoonders veel genie voor de Zeevaart; de bezitter dezer Eilanden zoude velen van hun daar toe kunnen gebruiken. Ik fpreek niets van de Regering dezer Eilanden; zy is op denzelfden voet als in Spagne, gevolglyk zyn er duizend redenen om er mets van te zeggen. De Volkrykheid dezer Eilanden word op circa 180 duizend Zielen gerekend, waar van Teneriffe omtrent Ut 11UUI UCVCIL. Wat zouden deze Eilanden kostlyk kunnen worden onder ene goede regering! thans Zyn zy niets onder de handen hunner tegenwoorcugen bezitters. Aanmoediging van Industrie, vryheid van Commercie, en affchaffing der drukkende Tienden, zouden deze Eilanden (wegens derzelver natuurlyke ligging tot de Zeevaart) tot de rykfte en gelukkigfte in de waereld kunnen maken. Enige byzonderheden nopens het Eiland Sardinien. (getrokken uit een Fransch werk, getyteld: Es- fat fur TPlistoire Geographique, politique et naturelle du royaume de Sardaigne, par Dominique-Albert Azuni. Paris c/iez Roux avec une Carte.) Men heeft berekend, dat 'er. in het jaar 1788, op het gehele Eiland niet meer dan 500,000 bewoners waren; fchoon, onder een goed beftuur, de bevolking wel op 3 Millioenen kan gebragt worden. Sar- di-  ( H9 ) dinien is een der vrugtbaarfte Eilanden van deMiddellandiche Zee. In het middenpunt dier Zee, tusfehen Europa en Afrika, gelegen, bezit dit Eiland 12Zeehavens. Paufanias , Strabo, Diodorus van Sicilien, fpreken met ophef van deszelfs volkrykheid en rykdommen. De Romeinen ontwrongen het den Karthegers en maakten het tot de Koornfchuur van hun Stad. Zeer lang nog, na de verwoestingen des oorlogs, kon Sardimen op volkrykheid en vrugtbaarheid roemen: Sardiuia, leesd men by Polybius, infula magnituditie et multitudine hominum et omnium fruötuum genere excellens. In weerwil van het later flegt beftuur, is de Graanbouw nog zeer aanmerkelyk, gelyk ook de Olyen Wynbouw. Men plant 'er ook, zeden enigen tyd, met goed gevolg, de Katoen: en men geloofd, dat 'er ook Zuiker en Koffy kan geteeld worden. Moerbeibomen, Hennip, Vlasch, Tabak enz. zyn inlandfche gewasfehen. Ryk is de grond in Bosfchen, Rivieren, Granit en Porpnyr. Volgens een lyst van 1771, bedroeg het aantal van Stieren , Koeyen en Kalveren 354,160: dat der Schapen 911,752 en der Geiten 420,784. Men vind 'er drieërlei ras van Paarden, waar onder een ongemeen fraai is. Ook vind men 'er Zilvermynen: dog voornamelyk Yzer- en Loodmynen: die, volgens het getuigenis van den Ridder Napione, 60 tot 30 van het honderd pond opleveren. Ook zouden de produkten van de Zee zeer ryk kunnen worden. Het Zout en de Vischvangst is alreeds aanmerkelyk. Alleen voor het recht van de Koraal-vangst, borlPtl r!p A/Iorfr-lionn rhf* KVinriliii - in ]-««• jaar 17-93, 17,000 Liv. aan. In het jaar 1790 bedroeg dc geza- mentiyKe uitvoer van tranen, wyn, zout, Tabak enz. 8,738,445 Piemontefche Livres; waar tegen de invoer van buitenlundfche Waren flegts 2 Mill. bedroeg. Van allerlei foort van Imposten, trok de Koning van Sardinien, jaarlyks , ene lomme van 1,412,533 Liv. 17 S. 7 t>. Pryzen der Granen, op 8 April te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. HetLsst „ , •• Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 1952225 Vriefche Wintergarst . iioaia8 dito rode . . i8oa2io Gron. en Oldamfche . noaiaS Eibing. en Heugfche . 1903220 Zeeuwf. en Overm. Winter noai28 Koningsberger . 180 a 195 Dito Zomer . . 108 a 122 Vriefche . . 170 a 185 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 175 a 190 Voorlandfche rode . 1603175 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . 1802195 ROGGE. Brouwhaver . . . 90 a 100 Pruisfifche . . 1363155 Witte Voeder dito . 70a75 Koningsberger . . 136 a 155 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 25228 Gedroogde . . 145»'55 Dito Brab. en Vlaam. £ 252281 Zaap, Oly en Traan. Koolz, Zeeuwsen eir Ranp-OIy, per Aam ƒ 9ci Overm. 't Last, . ƒ 80 a 88 Dito Lyn . . - 67J Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 72+ 5 Schep. Rigaas . - n|ai2| Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - ioan van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecoürs. Madrid ufo. 2 m. 75! -ig. Cadix - 75I Lisfabon -6ofa» Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Venetien ■ -94! Oude ger. dito - 5,131,14? Livomo - 104I Nieuwe Louis d'Or - 11,131,14! Parys 2. ra.") ■ Asfi - ^ cuinies - 12,18 dito iort. ƒ 6 Pilloten - 10,4 Idem m Specie - Franfche Kronen - 57 a § Londen. 2. ra. g Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 39r%ajB°. Bmk . Ct>. Dito kort - 39Ia ï% — Wenin id. B°. - 304237 STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. ., f baro-1 ther- hygro- streek luchts- P < me- mome- me- der gesteld- I7i9' ^ ter. ter. ter. wind. heid. c29. 94 'sS°i 66 O. windrig; 'smovg. omtrent 3 < 29- 9 35ï 04 0. n.o. bettoklsen; verder omtrent ^29. 84 28 64 helder; 'sav. harde wind. . )29- li 29 ~6g «r. wir^vgj^-d^. 4 < 29. 84 38* 62 — wolken;.verder helder. ' C29- S 621 o. n. o. ) 29- 54 34 70 o. voormidd. betrokken; " 5 ^29.44 45! 65 o.t.z. 'sfflidd. jfsfid; t-9- 4* 38! 93 o. verder regen. C29. 34 39 96 0~ betrokken; voormidd. o < 29. 4i 47 94 — dampig; verder misr. C?9y 51 39' 98 n.n.o. C29. 64 41 97 n.w. 7 c/ic i/iflru£to, d. i. „ over den wel onderwezenen uitlegger der HSchriften," en E. Muniinghe zyn Hoogïeeraarampt aan dezelfde Hoge School, met ene Redevoering, C^Uar(hnr}p • ntimmt. illm1.ri.nm . ni.!sp. f.rrJetirf. historici ! fuppeditat, damnorum religioni Chrifiiana, ab amicis- tu uac tautortüus, uiaiorum, opectminci, u.i. cmyc „ voorname vooroeetucn, tut uc ivcikcivkc ucamcuc-, „ nis ontleend,van nadelen, aan denChrisrelykenGods„ dienst, door deszelfs eigen vrienden en begunftigers, „ toegebragt." GELTKHE1D , VRTHEID , BROEDERSCHAP. de secretaris by 't agentschap van nationale. opvoeding, in de bataafsche republiek. aan DEN REDACTEUR VAN DEN NlEUlVEN ALGEMENEN KONST- EN LETTER-BODE.. In den HAAG, den 11 April 1799Het Vyf de Jaar der Bataafjihe Vryheid. Medeburger! ; Het is op last van den Agent der Nationale Opvoeding, dat ik u by dezen kennis geve, dat, op deszelfs voordragt, dooi  C 123 ) doof het Uitvoerend Bew ind, op den Eerften April, tot het vervaardigen van ene Pharmacopaa Batava gecommitteerd zyn de volgende Burgers: P. Driessf.n , Med. Doel. Med. Chem. et Art. Pharm. Profes]'. Ord. aan 's Lands Univerfiteit, te Groningen. S. J. Brugmans, A. L. M. Phil. et Med. Do&. Med. Hist. Nat. et Bot. Prof. Ord. aan 's Lands Univerfiteit, te Leyden. G. Vrolik , Med. DotJ. Anat. Phyftol. Art. Obft. et Bot. Prof. aan het Athenamm Illustre, te Amfterdam. G. G. ten Haaff, Med. DoSl. te Rotterdam. J. R. Deiman, Med. Do&. te Amfterdam. en dat aan deze Commisfie alle mooglyke faciliteit door het zelve Bewind vergund is, tot het gebruik maken van de Boeken, in de openbare Boekeryen, voor haar oogmerk dienftig, voorhanden; — tot den aankoop daar en boven van anderen, tot haare werkzaamheden betreklyke, Werken; als mede tot het in het werk ftellen der nodige proeven : op dat 'er aan dezelve niets zoude ontbreken, om in de haar opgedragene taak wel te Hagen. De menigvuldige gegronde klagten der Geneeskundigen, over het gebrek aan ene Pharmacoptea Batava , als het enige middel, om de Medicamenten door de Apothccars in ons geheel Vaderland, volgens vaste voorfchriften, op dezelfde wyze te doen gereed maken , en dus de misdagen te vermyden, waar toe het veri'chil der thans nog beftaande Stedelyke Pharmacopasën dikwyls aanleiding geeft; de vorderingen daar en boven, welke in rle Scheikunde, en in de met deze op 't naauwst verbondene Pharmacie, in onzen tyden gemaakt zyn, hadden den Agent tot deze voordragt bewogen; eu de keuze der verdienstlyken mannen, aan welken de Commisfie van dit in de daad zeer moeilyk en met vele zwarigheden gepaard gaande werk, door het Uitvoerend Bewind, is aanbetrouwd, geeft de gegrondfte hoop, dat aan de verlangens der Geneeskundigen, met dien yver, en die naauwkeurigheid, zal voldaan worden, welke het belang der zake vereischt. Op dat nu aan de Geleerden van ons Vaderland, en van andere Landen, gelegenheid zoude gegeven worden, om, zo zy mogten oordelen, tot facilitering der gem. Commisfie door het mededelen hunner gevoelens, iets te kunnen bydrrgen, dezelve aan haar te fuppediteren, heeft de Agent belioten, de benoeming en daarftelling derzelve Commisfie, door de beste In- en Üitlaudfche Tydfchriften bekend te maaken, waarom ik u verzoek, ook in uw Weekblad ene plaats te geven aan dezen Brief; waar by de Agent alle deskundigen wil uitgenodigd hebben, om tot bevordering zyner heilzame oogmerken in deze zoo veel mooglyk mede te werken. Ik ben met hoogagting. ' De Secret. boven gem. J. van Heekeren, Junior. GARVE OVEn de GESCHIEDENIS der WYSGEERTE. getrokken uit deszelfs latynsche verhandeling: DE RATIO NE SCRIBENDI HIST. PHILOS. 176%. De orde en opvolging, die wy in alle overige dingen faefpetiren, heeft, ook by het aanwasfen en afnemen der menfehelyke kennis, plaats. Ook deze heeft bate geboorte, hare kindsheid, hare jeugd, hare jongelingfchap, haren mannelyken leeftyd, haren ouderdom , hare grysheid en haren dood. — Met onkunde en oübefchaafdheid vangt hare gefchiedenis aan; alle kennis bepaalt zich nog tot het geen men ziet en hoort. Kort daar op volgt een uitgebreider kennen van de voorwerpen en een naauwkeuriger gadellaan van de natuur; hier uit ontkiemen ondervinding en het te gemoet zien van gelykfoortige gevallen. Men zamelt dergelyke ervaringen en ovcrcenllemmingen van meerder menfchen er. leeftyden op, vat ze in korte fteJüngen faam, en zo ontfraat de eerfte fchets ener Wysgeerte. Over dezelve vangt men aan, gantsch eenvoudig en zonder meer dan gewone fcherpzinnigheid, verder na te denken, en zo vormt zich het gezond menfehenverftand; dit, meer en meer ontwikkeld en onder zekere regelen gebracht, wierd de moeder der Wysgeerte: dewelke van ingefpannen nadenken in dorre befpiegelingen ontaardde, en onder iedele fpttsvindigheden verflikte. Te weten, van den gehelen reeks dier ervaringen hl)ven enkele gevallen, byna even als vaste delen, op den bodem liggen .- de, daar uit fcheikundig ontwikkelde , algemene denkbeelden en regelen ftygen in de hoogte, en hechten zich aan de hogere takken van het verftand en vernuft. Door voortdurend navorfchen en onderzoeken worden'nu deze kundigheden b_\na immer al meer en meer uitgedund, en, wanneer 'er niet een nieuwe toevoer van ervaringen en voorvallen bykomt, zo verdwynen ze eindelyk in damp en rook. Deze loop der menfehehke kennis flaat volkomen op de ontwikkeling van den mensch in het algemeen. Naakt op de aarde geworpen en aan alles gebrek lydendc, befteedt hy in den aanvang zyn tyd cn krachten aan de vervulling der eerfte behoeften. Dat te leren kennen, wat hem onderhoud en beveiliging verfchaffen kan, is zyne enige zorg; zelfs vermoedt hy nier, dat 'er nog meer"te kennen is. Allereerst dus worden de zintuigen in werking gebracht en geöeffcnd; een goed gezicht en gehoor is dc eerfte graad der menfehelyke ervarenheid. Heeft de mensch op deze wys vele dingen waargenomen; is hy van de dringendfte zorgen voor zyn onderhoud bcvryd, dan begint hy, by meer ledigen t\d, de beeldtcnisfén der voorwerpen, die hy voorheen gezien en gehoord mag hebben, zich op nieuws voor den geest te brengen. Op de_ enkel zinlyke waarneming der dingen volgt de werkzaamheid der verbeeldingskracht. en wel ener wilde, ixpdrneh- Itelyke, verbeeldingskracht, die dc zenderiingfte gedaante en werdicbtfelen voortbrengt. Q 2 Met  Met het invoeren van een maatrchappelyk leven en het vestigen van Staten, wierd de, dus verre enkel zinlyke, kennis allengs meer gezuiverd en in regelen gebracht. Want met de oprichting van enen Staat, ontftond de behoefte, om meerder zaken te gelyk te overzien, en de kenmerken der byzondere dingen onder algemene denkbeelden te verzamelen. Zo leerde de noodzakelykheid denken , en zo ontftond met het maatfchappelyk leven de Wysgeerte. Gelyk zy met het zelve ontftond, zo wies zy ook te gelyk met het zelve op, en is ten allen tyde 'er ten naauwften mede verbonden gebleven. Want, na dat de Staat door goede wetten en rykdom vastigheid gekregen had, ontflonden allengs die Kunften en Wetenfchappen, weike der befchaving bevorderhk zyn en het vergenoegen vermeerderen. ISiieuwe voorwerpen van vermaak en verdrietelykheid (want elk nieuw vermaak voert altyd ook een nieuw verdriet met zich) openden natuurlyk ene nieuwe bron van kennis; en de ziel kreeg nieuwe ftof tot het doen van waarnemingen en onderzoek. Elke gewaarwording toch is bykans een zaadkorl, die vele eu menigvuldige fcheutcn van kennis in zich belluit. Door nadenken en onderzoek wordt ze, om het zelfde beeld te gebruiken, ontvouwd, en brengt ene wetenfehap voort, die langzamerhand tot een volkomen boom opgroeit. De Wysgeerte, dus met nieuwe ftof voorzien, oef fende zich nu reeds meer in redematig nadenken, dan in lourere fpelingeu der verbeeldingskracht; het gene wellicht leder dacht, maar niet uitdrukken kon, bracht zy in woorden; zy 1'poorde de oorzaken en gronddenkbeelden van de beoordelingen der menfchen over goed en kwaad, fchoon en wanftaltig, naar, en bracht het algemeen gevoel van het ware on fchone in regelen en onder wetten. Daar mede had de Wysgeerte hare taak volkomen afgedaan. Wordt de voorraad van'voorwerpen en ervaringen niet vermeerderd,. en gaan echter de Wysgeren met hunne onderzoekingen voort; dan zyn maar twee gevallen mogelyk. Of het oude, door anderen reeds lang gezegde , wordt, in nieuwe vormen gegoten, weder opgedisebt; of het wordt nog f)ner uitgefpenneu, onder nog meer algemene foorten , in nog fynere regelen, gebracht. Gaat dit gedurende enige leeftyden voort, dan worden de natporingen en ontledingen tot in het oneindige vermeerderd. En wanneer nu juist in zulk een tycflip de Wetenfchappen aan het afnemen Z}n en de fmai^k Homp of bedorven is, dan valt noodwendig de Wysgeerte, en blyft zo lang liggen, tot dat zy, na ene algemene omkering van alles, weder in hare eerfte eenvoudigheid opftaat. De eerfte kiem, de wieg der Wysgeerte, moet in het Casten gezocht worden. Dan alles, wat wy door rechtftteekfchc en middelyke berichten van die tyden weten, toont zeer duidelyk, dat by geen der Oosterfche Volken de Wjsgeerre zich buiten de grenzen der [neppende verbeeldingskracht verhief. Zy hield zich niet op met onderricht en regelen, maar met invallen en gebruiken. In Griekenland fcheen de Wysgeerte in een meer vruchtbaren cn voor haar meer gefchikten grond gevallen te zyn;, ten roinften wies zy in korten tyd dermate op , dat 'er naauwlyks flechts een fpcor van haren eerften oorfprong, en gene gelykheid", met de kiem, waar uit ze ontfproot, overig was.. De eerfte Wyzen in Griekenland, dal 's, de eerfte Dichters en Zienders, een Orpheus, Melampus eu anderen, waren in de verklaring der natuur nog even zo zinnelyk en onbefchaafd, als de overige Volken. Hunne wyze van de dingen te befchouwen eu te behandelen, Ls aan die van het Oosten geheel gelyk; uitgezonderd, dat de geliepen Griekfche geest, aan de zonderlinge cn waiidrochtelyke verdichtingen der uitheemfche Volken, een zekere gedaante, en , door ene fchone taal, enige meerdere waarde gaf. Behalven het verklaren der natuur, had deze Wysgeerte de Staatkunde ten hoofddoel, zo verre namelyk, als toereikende was, om onbefehaafde menfchen aan enen zekeren graad van menfchelykheid en gezelligheid te gewennen. De waarheid van ene leer beftond dus in dien tyd Hechts in derzelver nuttigheid ; men hield dat gene voor waar, wat voor waarheid te houden, aan het algemeen belang voordelig fcheen. Weldra trad een ander foort van Staatsmannen en Wyzcn te voorfchyn, die de losfe en al te wyde banden der maatfchappy naauwer toehaalden; die de, over de velden verftrooide, menfchen in Steden byéénbrachten,_ Staten oprichtten,, wetten gaven, en ene bepaalde- beroepsbezigheid invoerden. -De voordelen der Griekfche Staatkunde, boven die der Uitlanders, hadden hunnen grond in de Staatsgefteldheid zelve. In Gemenebesten moet alles door wetten bepaald, met toereikende beweeggronden onderfteund en door woorden duidelyk gemaakt worden: in Éénhoofdige Regeringen (zo als de Oosterfchen waren) is dit alles niet nodig. Tot dit foort van Wvzen behoren de zogenoemde zeven Wyzen, die, gelyk bekend is , allen, Tha-les- alleen uitgezonderd, grondleggers of beheerfchers van Staten geweest zyn. Van het Staatsbeftuur fprong de Wysgeerte ('t \\ elk vreemd genoeg is) weder over op het verklaren der moeflyke vraag- ftukken, bcti'ckkelyk do gantfehe'Hatuur. J3e Philofophon gaven zich- moeite, om de oude vertelfels, aangaande den oorfprong der waereld, in enen dragel)ken famenhang optehelderen, en hadden hunne leerbegrippen over het. Heelal nodig , om de byzondere natuurverfchvnfels te verklaren. Hier tekende zich vooral Anaxagorasals een fcfaerpsün* nig denkende en vindryke kop uit. Terwyl dit in Klein-Aften en Griekenland voorviel , ontv ftond in Groot-Griekenland een gantsch ander foort van Wysgeerte, welke de Wysgeerte van het Oosten met Grieks fche fcherpzinnigheid paarde. Pythagoras was derzelver. (lichter; een man van zeldzame buigzaamheid van geest, waar door hy gantsch tegenovergeftelde dingen wist te verenigen. Zyne verbeeldingskracht was zo buitenfporig en toomloos , dat hy zyne Leermeesters , de Egypticrs, nog overtrof; zyne overdenkingen daar en tegen waren zo fjn, zo doordringend, en fcherpzinnig, dat-hy, van de fcherpzinnigften onder de Grieken , niet overtroffen geworden is. In de Zedekunde.en verordeningen zvner Maatfchappy, was hy geftreng en waanwys-; zeifs kon men hem een zekeren Monnikengeest, verwyten. Pythagoras fcheidde het eerst den Wetgever van don Wysgeer; openlyk leerde hy dingen, die hy voor den groten hoop nuttig oordeelde; wat hy voor waarheid hield, deelde hy aan enige weinigen zyner Leerlingen , in het geheim, mede. Hier is dus de grensli-  C u< ) aie, waar de UitheemfcheWysgeerte zich met dc Griekfche, de Staatkunde zich met de Schoolgeleerdheid, verenigde. Intusfehen was de Wvseecite noff fteeds meer een fpel met denkbeelden en gevoelens, dan ene verzameling van re-' dematige gronden eu bewyzen. Socrates m-.akte ze tot ene rechte wetenfehap , vormde ze naar dc natuur van den mensch, en bepaalde haar eigenlyken aart. De Socratifche Philofophie is namelyk niets anders dan het gezond verft andvan enen helderzienden en ge/Iepen kop, het welk zich in ene bepaalde, beknopte en met fmaak ingerichte, wyze van voordracht vertoont. Socrates onderzoent belteudig, belliste nimmer en fcheen met zyne Leerlingen te leren. Zyne vermomming Qéipcovsict) en voorgewende onwetenheid, was deels een natuurlyk gevolg van den aanleg van zyn geest, daar hy meer neiging had, om de dingen fteeds weder op ene andere wys door te denken, dan om vorige gedachten vast te houden, deels opzettelyk aangenomen, om den trots der Sophisten te befchimpen. De Wysgeerte bleef niet lang binnen de grenzen, die Soerates haar getekend had: reeds onder zyne Leerlingen trad ze daar buiten. In het grote genie cn door de buitengewone fcherpziimigheid enes Plato's, omvatte zy den gantfchen wyden omvang der dingen, verklaarde de natuur, handelde van menfehelyke plichten , onderzocht het wezen der ziel en de wetten van gewaarworden en denken. Ariftoteles maakte 'er een nieuw gebruik van, ter beoordeling van werken van kunst en vernuft, en bracht ze in een geregeld famenftel. Nu kreeg de Wysgeerte fteeds ene meerdere uitgebreidheid. Geen man, die op befchaafdheid aanfpraak maakte , kon haar geheel ontberen. Dan, met het aantal van hare beoefenaars ? nam ook de verfcheidenheid der leerbegrippen en de menigte van verfchillende wyzen, om de dingen te befchouwen., toe. Drie partyen kwamen nu te voorfchyn. Enigen namen de ftellingen en ftelfels der Ouden, als zeker , aan, en hielden zich op, niet zo zeer met nieuwe uitvindingen , dan wel met het nog nader fplitzen, verklaren en betogen van het geen de Ouden gezegd hadden. Anderen , door de Redenkunde geöeffend en door hunne geleerdheid en welfprekenheid weggclleept, traden buiten alle fpo- ren en lochenden alle zekerheid der meulchelyke kennis. Nog anderen eindelyk, lieden van een meer verfynde zinnelykheid, en zekere weekheid, brachten alles op het gevoel te huis. Naar het gevoel beoordeelden zy dc waarheid; een aangenaam gevoel was by hun het hoogfte goed. (Intusfehen noemden zy goed niet dat, wat het goede voortbrengt, gelyk de overige Zedekundigen, die het hoogfte goed in de deugd of in de overeenftemming met de natuur plaatften; maar de laatfte (die letzte endliche) uitwerking, die het goede op ons hart heeft, verklaarden zy voor het hoogfte goed: en dit beftaat zeker in het aangenaam gevoel.) Zo had de Wysgeerte byna haren loop voleind; zy ontaardde allengs by de Grieken en wierd overgeplant by de Romeinen, die haar hielden, zo als zy was, en. 'er zich tot Staatkundige oogmerken van bedienden, maar ze nog veranderden noch uitbreidden (*). (*) Dit zeer fchone ftuk der zeldzaam geworden Verhandeling van ier» zelfdenkende)! Garve, is overgenomen uit de Bcytrilge zur Gefchichte „Het kan den Lezer, die den fchranderen Garve, of uit anderen zyner werken, of eerst uit dezen zynen doordringenden blik in de Gefchiedenis der Wysgeerte, leerde kennen, niet ongevallig zyn, het oordeel van dezen man, aangaande de vroegere Schryvers over dit gewichtig onderwerp,' te horen; waarom wy dan het begin van die zelfde Verhandeling, nog laten volgen. Het welk wy te liever doen, daar het zelve niet alleen 'smans oordeelvelling over dezo Schryvers van do Gefchiedenis der Wysgeerte, maar tevens belangryke wenken, op hoedanig ene wyze zulk ene Gefchiedenis behoorde ingericht te wezen, in zich bevat." Toen ik een aanvang maakte, zegt hy, met de beoefening van de Gefchiedenis der Wysgeerte, beloofde ik my van dit onderzoek een buitengemeen nul, en een gantsch byzonder vermaak. Wat kan, dacht ik, zulk ene Gefchiedenis anders bevatten, dan de kern der Wysheid van alle Volken en eeuwen. Hier zal ik de voortreflykfte verftanden uit de gehele waereld, als op een Schouwtoneel, by elkanderen zien; van alle de byzondere uitvindingen, en aanleidende oorzaken, der befchaving op eenmaal kennis erlangen ; de kunst van den uitvinder met ogen aanfehouwen;. den weg aangewezen vinden, langs welken zy tot dezen hogen trap van rüem zyn opgeftegen. Ik zal waarnemingen doen omtrent de wyze, waar op het menfchelyk gehucht zyne oorfpronglyke onwetenheid te boven gekomen, langzamerhand tot de befchaafdheid van den redehken mensch,. en eindelyk tot de wetenfchappen , opgeklommen zy. Ik zal deel nemen aan de veranderingen en omwentelingen van 's menfchen geest,. en het ondergaan en herryzen der wysheid leren kennen. Ik zal de, onder velerlei menfchen eu eeuwen verftrooide, fchatten van fchrandere ervarenheid op enen hoop byéénzamelen ; de natuur der menfchen navorfchen, en zekere algemene waarheden opmerken, die, hl het verftand van den mensch door de noodzakelykheid zélve ingedrukt, en by alle verrchil van. landen, Jeeitydèn en wyze van inkleding, toch onuitwischbaar en onveranderlyk gebleven zyn. Ik zal de verfcheidenheid dér meOfchelyke vatbaarheden", den invloed van het luchtgeftel, van de msati fchappelykc inrichtingen en van andere óinftartdighëdeö, waarnemen; de overeenftemming en verwahdfciiap der dwalingen en der waarheid, der deugd en der ondeugd, ontdekken , de fporen van dezelve tot een geheel verzamelen, en. daar op ene gefchiedenis van den menfehelyken geest de der Vh'dofophie, welke G. G. Fülleboxm uitgeeft: die de twee vclguide; redenen geeft, waarom hy aan die ftuk in zyne bydrageh piaats leende1. Voor eerst, zegt hy, zal niemand ontkennen, dat het een voortreflyK en beknopt overzicht van' den loop der Wysgeerte bevat, en dat liet in enkele wenken tot nader nadenken zo ryk is, als alle fchriften van zynen. vcmuftigen opfteller. llèt zelve kan by ene Gefchiedenis der Wysgeert» tot een gewi-slèn leidraad verftrekKeh. Ten rieden, wenschte ik nevens enige andere denkbeelden van den Schryver, die zich op den tegmwobtdigen toeftand der Piiilotöphie zo juist laten toepasten, vooral ook dc ftelli.ig op nieuws ter harre genomen en onderzocht te zien, welke in déze gantfehe fchets ten gronde ligt, en van den Schryver achter genoemde Verhandeling als ene byzondere thefis gevoegd is, namelyk: dat de hoogde: befchaving d^r Wysgeerte in derzelver algemene bev.it ttlykheid (p ipalaritat) gelegen is. Phtlófophia, ubi maxime exculta est' et ad ptmtitum pcrvenit, maxime popularis est, indui.'que fenfus illius cotii.nuuis, f quo prQ.pecfa esfe yidetur, Jpeciem. 1 Q 3  C ia* ) gronden. • En wat voor ene kracht cn bevalligheid moet niet de voordracht der Gefchiedfchryvers zeiven bezitten , wier ziel doortrokken was van de grootheid en den rykdom der Vernuften, welker aandenken zy vernieuwen ! Deze overdenkingen ontvlamden mynen yver en 1'panden myne verwachting op het allerhoogst. "Maar durf ik zeggen, hoe zeer zy wierd te leur gefteld? In plaats van dezen groten en fchitterenden voorraad, vond ik—fchrale levensbelchryvingen van Philofophen en dorre opgaven van derzelver gevoelens. TAFEREEL der SAMENLEVING EN ANDERE MERKWAARDIGE OMSTANDIGHEDEN, IN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA. ( Overgenomen . uit een Franfchen Brief.) Vervolg en flot van Bladz. 117. 3. „ Zou het met behoorlyke kennis van den Zeehandel, de Rekenkunde en de Talen, ge- „ makkelyk zyn in Huizen van Negotie voordeli„ ge plaatfen te vinden? 4. Zou het, als men kapitalen meêbragt, ligt „ vallen, om zich met een Huis van Negotie, „ dat reeds beftaat, te verbinden, of een nieuw „ op te richten? 5. „ Zyn de ondernemingen van Negotie in de „ Verenigde Staten zeker? Brengen zy over het „ geheel veel op? Heeft men 'er zware kapita- „ len toe nodig i Plaatfen in een Pluis van Negotie, zyn moeilyk te vinden, wyl dit de natuurlyke loopbaan van vele Europefche aankomelingen is. Een goed Boekhouder, iemand die vertrouwen verdient, krygt tot 4000 Livres in 't jaar dit is het hoogfte, dat my bekend is. Met de vereischte kundigheden, de nodige werkzaamheid, en het kapitaal, waar van gy fpreekt, zou men zich, buiten twyffel, met een Huis, dat reeds beftaat, kunnen verbinden; of zelfs met voordeel alleen werken; hoe zeer echter, uit hoofde van het bepaald kapitaal, het gebrek aan plaatfelyke kundigheden enz. Hechts op ene bepaalde wyze. Wat de zekerheid en de opbrengst van ondernemingen, hier ten lande, betreft, kan ik u Hechts zeggen, dat de mogelyke kanfen van winst, by gelyke hulpmiddelen, hier zo talryk zyn, als ergens in een land van de waereld. 6. „ Welke Steden zyn 'er in de Verenigde „ Staten , ■> aar Umveriiteiten en Lollcgien be „ liaan, die enigen naam hebben? 7. „ Welke Leeraar - Ambten zyn 'er in die „ Univerfiteiten of Collegien? Welke zyn de „ voorname eigenfehappen, die tot het bekleden „ derzelven worden gevorderd, en welke bezol„ digingen zyn daar mede verbonden? 8. „ Welke verbintenis en hebben de Leeraars „ aantegaan? Zyn zy in enig aanzien? Zyn zo„ danige posten voor vreemdelingen ligtverkryg- baar?" 'Er beftaan in de Verenigde Staten 6 a 7 Collegien, waar van dat van Nieuw-Tork, Nicuw-Tcrfey en Philadelphia, de voornaamften zyn. Het eerfte', dat het Cambridger Collegle genoemd wordt, is het aanzienelykfte. Aan dat van Nleuw-Tork is een Profesfor der Latynfche, Griekfche en Oosterfche Talen, die een inkomen heeft van 1000 Dollars, (omtrent 5300 Livres,) Profesfor in de Meetkunde, die 1250 Doll. heeft; een in de Philofophie , die 375 Doll. trekt; een in de Rhetorika en in de Franfche Taal, van 's gelyken; een in de Scheikunde, die 500 Doll. heeft. Daar" en boven ontvangen zy 5 Dollars van iederen Student, voor eiken Curfus, dien hy bywoont, en 10 Doll. van alle buitenlanders, die zulk enen Curfus houden. De meeste Profesforen hebben woningen in het Collegie, en 'er zyn omtrent hondert Studenten. De Profesforen zyn omtrent 3 a 4 uren 's daags bezig. Men befchouwt hunnen ftand als achtenswaardig , maar niet als fchitterend. Een vreemdeling, wiens moedertaal niet de Engelfche is, zou bezwaarlyk aangenomen worden. Daar en boven zyn die plaatfen zelden onvervuld. 9. „ Zouden vreemdelingen, die een byzonder „ Opvoedings - Inftituut wilden ftichten, Iigtelyk „ kwekelingen bekomen ? En welke befcherming „ zouden zy van de Regering te wachten heb„ ben?" Een byzonder Opvoedings-Inftituut, door gefchikte lieden ondernomen, zou kunnen opnemen; echter zou een vreemdeling even grote hindeipalen te overkomen hebben in dit geval, als wanneer hy een Profesforaat zocht. Onze Regering regeert zo weinig als mogelyk is, zy laat de Inftituten zich zeiven befchermen; zyn zy nuttig cn goed aangelegd, dan hebben ze gene hulp nodig; zyn zy het met, dan verdienen zy ze niet. 10. Zou men zich met enen gelukkigen uit„ flag kunnen vl.ijen, als men over onderfchei„ dene Wetenfchappen Hechts openbare les en 4, hield, en in welke Stad zou dit het best kun„ nen geleideden ? " Belangryke voorlezingen zouden , tot ene zekere ,hoogte, opnemen, maar niet genoeg, om toereikende voor-  ( i27 ) voordelen te verfchaffen. Philadelphia zou daar] toe de meest gefchikte plaats zyn. ii, 12, 13. „ In welken ftaat bevinden zich „ de Letterkunde en de Wetenfchappen in de „ Verenigde Staten? Is het aantal van verdien„ ftelyke mannen in dit vak groot? In wat aan„ zien zyn zy? Worden zy tot Regeringsposten ,, bevorderd? Vinden zy onderfteuning? „ Welke kundigheden worden in de Verenigde „ Staten het meest gefchat? „ In welke is 'er het meest gebrek aan ge„ fchikte en kundige Lieden?" Letterkunde en Wetenlchappen vorderen ledigen tyd, en dien heeft hier niemand. Rechtsgeleerden, Geneeskundigen en Geestelyken, leggen zich toe op die Wetenfchappen , welke by hun beroep pasfen; enkele liefhebbery-fludie is hier zeldzaam. De tyd hier voor is nog niet gekomen. Bezit echter iemand kundigheden niet alleen, maar ook genie en werkzaamheid, zo kunnen hem dezen, tot het verkrygen van Ambten, bevorderlyk zyn, en aanzien byzetten. De meest geachte Wetenfchappen zyn het Staats-recht, de Lands-wettcn en de Weliprekendheid, zo wel voor dc Pleit- als Raadzaal. De Geneeskunde is ook in achting, ten minften die van de Engelfche School. 14. „ Is de Boekhandel in enen bloeijenden „ ftaat? In welke vakken is die het best voor- zien?" De invoer van Boeken, hier ten lande, is federt enigen tyd ontzachelyk toegenomen. Men heeft hier zelfs enige Franfche Boeken verkocht; evenwel zou ik u niet raden, om ze meê te brengen, met oogmerk, om ze te verkopen. Over het geheel wordt 'er wel meer gelezen, dan te voren; maar alles fpant famen, om aan de Engelfche Letterkunde den voorrang te geven. 15. „ Worden 'er openbare lesfen over de „ Scheikunde, Ontleedkunde en Natuurkunde ge„ geven? En hebben die enigen goeden naam?" 'Er worden 'er ja gehouden', maar zy worden niet zeer vlytig bezocht, en de Profesforen zyn middelmatig. Ik weet niet, of al, wat ik u hier gezegd heb, u wel fterk kan aanmoedigen , om herwaards over te fteken. Hadde ik flechts mynen oprechten wensch, om u hier te zien, gehoor gegeven, zoude ik alles met meer behaaglyke verwen gefchilderd hebben. Een woord moet ik evenwel, dunkt my, hier nog over de regering byvoegen. Men kan 'er onmogelyk te veel goeds van zeggen. 'Er is geen land, daar men aan de martfchappelyke vereniging minder natuurlyke rechten opoffert, en waar een Burger van den Staat eenj minder deel zyns eigendoms eh zyner vryheid weg- j fchenkt, om van het overige genot te hebben. Men ziet en voelt dc regering niet. Een aanzicnelyk getal des Amerikaanfchen Volks deelde enige jaren lang in de dronkenfehap der Franfchcn (*); de vrymaking van het menfchelyk gefiacht, de ontwikkeling van deszelfs vermogens, ene fnelle vaart naar de volmaking onzer natuur, zyn te grote, te edele, gedachten, om niet elke edele, vurige, ziel, ja zelfs elk eenvoudig en oprecht gemoed, te ontvlammen. Maar het zyn te gelyker tyd al te fchitterende momaangezichten voor de eerzucht, al te gefchikte voorvvendfels .voor de losbandigheid. Door den ftroom der algemene denk wy ze voortgefleept, waren wy misfehien of zeer naby aan ene omwenteling, of konden althans ligtelyk in den Europefche draaikolk, die daar heen fneld, mede weggefleept worden. Gelukkig dat Frankryk ophield ons te liefkozen, en het heeft onze traagheid willen ftraffen De begocheling is thans voorby, de al¬ gemene denkwyze is geheel omgekeerd; men opent de ogen voor het geen men werkelyk heeft, en zich verfchaffen kan; men ziet, dat men veel te verliezen heeft en weinig kan winnen. Men wordt koeler omtrent ene ydele ingebeelde volmaking, die in deze waereld onmogelyk te bereiken is, en is algemeen van gedachten, dat, zo het wys is, de gebreken der Regering, onder weike men leeft, voor zo verre zulks flegts niet affchuuwlyk is, te verdragen; men die Regering althans volkomen toegedaan moet blyven, wanneer zy de beste is, die 'er beftaat. Wy zyn thans meer van ene omwenteling verwyderd, dan misfehien enig volk in Europa, en gy zult, denk ik, met my toeftemmen, dat dit nog al een tamelyk voordeel aan onze zyde geeft. 'Er zyn weinig Boeken, over dit land,'aan welke ik u verwyzen kan. Crevecoeur fchreef een Roman, Brissot en Chatelins zyn oppervlakkig, eh de eerfte. is partydig; met dat afkunnen hunne werken u enig onderricht geven. Kortlings is 'er een Boek uitgekomen van enen Heer Cooper, uit Manchester, dat uitzondering verdient. Men hield het wat te gunftig voor dit land: my is het evenwel niet zo voorgekomen. ■ Her (*) Deze verre van malfche uitdrukking is zeker te algemeen , en toond dat de Brieffchryver geenzins vry is van partyzugt. Aantek. van den RedaSt. (*) Of de liefkozingen der Engelfchen aan de Amerikanen , op den duur en in derzelver gevolgen, beter zullen be[ vallen, en meer vastheid aan hun Staat en welvaard geven, jzal de tyd moeten leren. Aantek. van den RedacJ,  C "8 ) Het antwoord , dat ik u op uwe dertiende vraag gegeven heb, moet ik enigzins naauwkeuriger bepalen. De Veienigde Sta en, en zelfs de Regeringhebben dikwerf lommen gelds voor het aanbouwen van Collegien en Scholen, voor den aankoop van Boeken , Inftrumenten enz. gegeven. De Staat van Nieuw -York willigde voor twee jaren, tot dit einde, 35,000 Doll. in. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, alsmede de h ui s h o ukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzf.n der. Granen, op 15 April te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld.| Ggld. Poolfche bonte en witte 200 a 240 Vriefche Wimergarst . 1301140 dito rode . . i9oa223;Gron. en Uldaml'che . 1258140 Elbing. en Hengfche . 200 a ajöjZeeuwf. en Overm. Winter 1253140 Koningsberger . 185 a 206 Dito Zomer . . 1253135 Vriefche . . 175 a 106 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 1758195 Vooriandfche rode . 1653182 HAVER en EuEKWEYT. Zeelandfche . 2003215 ROGGE. Brnuwhavcr . . . 953108 Pniisfifche . . 140 a 160 Witte Voeder dito .. 75a 80 Koningsberger . . 140 a 160 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 25828 Gedroogde . . 146a 155'Dito Brab. en Vlaam. £ 25328 Zaad, Oiv en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 88| Overm. 't Last. . ƒ Soa88 Dito Lyn . •. - 6ï>| Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 7*1 5 Schep. Rit;aas . - .- *Sf a 14 Walv. Traan, 't quatr. Ilènnipzaad dito • - iojsu van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. &„ 74- i& $r Gadix — - 73§ Lisfabon - 6i§ Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Venetien - 95i Oude ger. dito - 5,i3i,i4i Livomo - 107§ Nieuwe Louis d'Or - 11.12,10 Parys. 2.m.-!j Asfi 6lJ Cuinics -12,14 dito kort. ƒ & Piftolen r 10,2 Idem in Specie - Franlche Kronen - 57 Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 30f>» i B°- Baak - 93ï% a i pCt. Dito kort - 393 ai? — Wenen id. B°. - 37a3°l STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het petal der Doden, gedurende de laatstverlopehe Week. is geweest: te Amfterdam 156; en te Haarlem 16, onder welken laatften 10'heneden de 12 Jaren. Atnïl J EAR0"i ther- hygro-streek luchts- I70o' \ ME* m0i1''e- me- der gestei.d- C ter. ter. ter. wind. heid. (29.25 42I 95 ~z.ö7~ ^rie regen en wind; 10^29.0* 45i 93 z.Z.o. 'savonds" met norm. f 29. o 4 : 91 z w. \ 29. 2i 42i 82i w.z.w. 11 \ 29. 3? 50 771 — zeer harde wind; helder. C29- 3' 39ï 77 z-w. C29. 4* 46 82 w.z.w. bewolkt; voormiddag 12 < 29. 54 49I 70 z.w. windrig. C.29. 7 40' 88 z.z.w.' C29. 9 42 95 W. voormidd. bewolkt; r3 s 30. Oi 50$ 70 n.w. verder omtrent helder; I30. 2 34» 83 n.n.w. 'savonds ftil. C30. li t44 92 n.w. voormidd. bewolkt; 14 < 30. Iï 47 70 n.n.w. verder omtrent helder I29. 9 _ 39I 70 ±±f± e" harde Wi"d- C29. 6 465 i)0 0. voormidd. bewolkt; I? < 20 Sl 58 78 o.z.o. verder omtrent betrokk. / _gj_ 8°'? ~ tUSrChe" bdde rege"' ('29. 35 51 ï 81i o.z.o. voorm.bew. omtrent be- 16 < 29. 3? 54I 75 trokk. namidd. regen en £29.4 I 46 J 84 1 z.w. harde wind;'sav. bew. * 's Avonds ten 6 uren 28 — 8}. t s Morgens ten 5 uren afs grBEKENDMAKINGEN. \* Men zal in het aanftaande jaar 1800, waarfchynlyk in de maand Mev, te Amfterdam, Verkoopen: HET "KABINET VAN SCHILDER YEN, TEEKENINGEN en PRENTKUNST, naselaaten door wylen JAN GILDEMEESTER, JANSZ., in leven Agent en Conftul Generaal wegens het Hof van Portugal by deeze Republiek. De vermaardheid van dit KABINET te willen verheffen zou niet anders zyn, dan te vermelden dat geen, waar van ieder Kunstkenner, zo hier als bulten 'slands, volkomen bewust is. De Catalogus zal vrcegtvdig vervaardigd zyn, als ook de tyd en plaatfe der Verkoping nader worden opgegeven. V By F. G. ONDER DE LTNDEN, te Amfterdam, wordt met veel fucces gedebiteerd, het ongemeen fchoon uitgevoerde FRANSCHE ZAK - BYBELTJEN, in 18e Formaat , met een fraaije Romeinfche Letter, op Postpapier gedrukt eu een derde dunner d n de Holl. BYBEL, in dat Formaat, als ook 'T NIEUWE TESTAMENT met de PSALMEN en de PSALMEN afzonderhk, in den zelfden fmaak als het BYBELTJEN, eu in allé foorten van de keurigfte Banden. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°, 278. NIEUWE algemene KONST- en LETTER-BODE9 VOOR MEER- en MIN-GEÖ EFFENDEN. VRTDAG DEN 26 APRIL. NB. Dit N°. word, met de bygevoegde BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, den 26 Maart. Op voorftel van den Reprefentant Chabaud, heeft de Minister der binnenlandfche Zaken order gegeven, om op den ftaat der Sommen, voor het volgend jaar nodig, te brengen een post van 50 duizend Franken, om een aanvang te maken met' het opruimen en herftellen der oude Renperken van Nimcs, het fraaifte gedenkftuk, 't geen de deelneming moet wekken van een volk , dat naar den roem der oude Romeinen dingt. Heden hield de Burger Roeder er, in ene buitengewone vergadering van het Lyceum der Konften, ene Lofrede op den ove ledenen Montesquiou, voorheen lid der Conftituerende Vergadering en een der eerfte grondleggers van de Franfche Vryheid. Nationaal-Instituut. Algemene vergadering van 5 Germinal (25 Maart I.i Heden zyn de openftaande plaatfen, by het Inftituut, als volgt, begeven. XI. DeeL. Plaat, voor den gewonen prys uitgegeten. Die van gewone Leden (Asfocids.^) In de klasfe der Wis- en Natuurkunde; vak van Genees- en Heelkonst: Aan den Burger Barthis, Med. Doet. te Narbor.ne, met 260 ftemmen. In dezelfde klasfe; vak van Delfftofkunde*. Aan den Burger Gillet, te Domont, met 286 ftemmen. In de klasfe van Letterkunde en fraaie Konften: vak van Spraakkonst, Aan den Burger Leclerc, ([de Maine- et Loirc~) te Angers, met 238 ftemmen. En die van plaatfelyk lid ([membre refidcntf) In dezelfde klasfe: vak van Dich konst, Aan den Burger Legouvd, met 238 ftemmen. Voor een dergelyk lid, in dezelfde klasfe, vak van Bouwkunde, is een drietal gemaakt, waar uit dc benoeming in de algemene vergadering van 5 Florcal (24 April) zal gefchieden. Openbare vergadering van 15 Germinal ( 5 April.) De Burgers Colin-dHarleville , Lefebvre-Gineat.', Lasftis en Daunon, gaven verflag van de werkzaamheden der 3 klasfen, gedurende de laatfte driemaanden. K- Het  C 130 ) Het Inftituut verdeelde den prys, in het 6de jaar, omtrent het volgend onderwerp beloofd: Ene nafporing van de beste middelen, om lieden ie redden, 'die zig in een huis, dat in den brand Jlaat , vinden opgefloten, voornamelyk in zulk ene grote Stad als Parys. tusfehen v;er Werktuigen, waar van het een onder N°. 7, twee onder N°" 15 en een onder N°. 17. Het eerfte Werktuig, onder N°. 7, ten fprcuke hebbende: Si je nfeleve, eest pour etre utile, beftaat uit verfcheidene ladders, die over clkandereh fchuiven, door middel van een heugel, in den fmaak van een dommekraet. De uitvinder daar van is de Burger Rdgnier, Conrrolleur der Geweren, te Parys. De beiden Werktuigen onder N°. 15, voeren ten fpreuk: Aut arte, aut marte. Dezelve maken ene zamenvoeging van verfcheidene ladders uit, die door katrollen en touwen opgerigt worden, en die met elkanderen een foort van een kraan zyn. In een van deze Werktuigen zyn de ladders in dier voegen ingerigt, dat de bovenfte tegen een vast punt moet leunen ; in de andere rusten alle de onderfcheidene delen op eikanderen. De B. Tremel, in het Nationaal Paleis van Konften en Weienfchappen, is de maker van deze beiden machine». liet Werktuig onder N°. 17, is insgelyks een foort van kraan, waar van de ladders, by het van een gaan, dienen om eikanderen te onderfteunen, zo wel als de overige'celen van de machine. Van dit Werktuig is de B. Guyot, Schrynwevker, te Parys, de uitvinder. Alle* deze Werktuigen dienen, in 't gemeen , om hangmatten, zakken, manden enz. naar boven te brengen, waar in de perfonen, uit de huizen gehaald, kunnen geplaatst en veilig naar beneden gelaten worden. Geen der Mededingers heeft den.prys behaald, 't zy der Digt- of Gefchiedkunde. De laatfte Prysvraag is op nieuw opgegeven, in de volgende bewoordingen: ,', Door welke oorzaken heeft zig de Geest van „ Vryheid, in Frankryk, ontwikkeld, federt Fran- „ pis den Eerften tot op dc byeenroeping der al- „ gemene Staten in 1789?" moetende de Verhandelingen, hier over , ingeleverd worden uitterlyk voer 5 Mesfidpr, jaar 8 (Junyi799-) De Prvs, der Bouwkunde, luid aldus: . Tp rmderzneken. welke vorderingen men, on- „ der de verfchillende Volkeren., gemaakt heeft, „ in dat gedeelte der Architeftuur, *t geen men dé „ wetenfehap van gebouwen le fligten noemt, federt „ de vroegfte tyd, tot op heden ten dage.-" — om beantwoord te worden voor 1 Vendemiaire, jaar 9, (Septemb. des jaars 1800.) De Prys der Ideologie was behaald door den B. J. M. Degerando, op zyn ingeleverd antwoord op het voorftel: „ te bepalen den invloed der tekenen op de „ vorming der denkbeelden.*' R.oederer las een kort begrip van de Verhandeling, of liever van het Werk des Burgers Degerando: 't geen een geheel Deel in 40. van over de 600 bladzyden beflaat, en-dat epoque fchynt te zuilen maken in de Gefchiedenis der Overnatuurkundige Wetenfchappen. Na dat wyders deze en gene leden hunne Verhandelingen , over verfchillende onderwerpen , hadden voorgelezen, wierd de vergadering befioten door Col' lin-d'Harlevillc, met het opzeggen van een zamenfpraak in dicht, getvteld : De drie Deugden: nam. Geloof, Hoop en Liefde, waar over de Digter zeer fraaie en vooral ftigtelyke zaken zeide; Ichoon hy, evenwel, het woord Geloof, niet in dien zin, waar in het door de Kristenen genomen word, maar in dien van goede trouw, eerlykncid en braafheid, verftond. BATAAFSCUE REPUBLIEK. . Utrecht, den 17 April. Dezen morgen heeft Jonocüs Heringa, Ez. Theol. Dr. Theol. turn Natur. tum imprinÜS ChrrsttiatH* Profr. de waardigheid v;in ReStor Magnificus, der Hoge Schole, alhier, overgedragen aan Janus Beeuland , Med. Doel. Mcdic. Anat. & PhyftoL tum Hum. quam Animal. Compar. itamque Artis Obfletrist. Profr. by het houden ener plegtige Redenvoering: de Societatis Christiance perpetuitate fidenter expe&anda, d. i. ten beloge, dat men vasten ftaat behoord te maken op den beflendigcn duur der Kristelyke Kerk. By deze gelegenheid heeft de Hoogl, Heringa zich weder op nieuw, tot algemeen genoegen, van allen, wien de belangen der Utrechtfche 'Hoge School ter harte gaan, aan deze Akademie verbonden ; hebbende voor den hem opgedragen post van Hoogleeraar aan de Hoge School, te Leyden, bedankt. Het Secretariaat der Akademie, is tevens, van den ingehuldigdcn Rector, overgegaan op Nic. Corn. de Fremery, A.L.M. Phil. & Med. Doel. Medic. Chem. Hifl. Natur al. nee non artis Pharmac. Profesfor. De Haag , aa April. Men verneemd, dat door het Uitvoerend Bewind, tot Agent van Nationale Opvoeding is benoemd , de Leydfche Hoogleeraar in de Oos-  C 131 ) Oosterfche Talen, J. H. van der Palm, in plaats van den Burger Th. van Kooten, die men verzekerd, als Secretaris van Ambas.ade, naar Spanje», te zullen vertrekken. Het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek heeft, in de plaats van den overledenen Burger Hubertus Janssen, tot Lid van het Bureau van Gezondheid der Nationaale Armee aangefteld, den Burger C. T. R. Scheidler, Med. DocJor, en Oud - ChirurgynMajor, thans dirigerende Chirurgyn-Major by het Bataaffche Militaire Hospitaal, te Bergen-op-den-Zoom, en Commisfaris van wegens het voorn. Bureau by het Franfche Militaire Hospitaal aldaar. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsche Republiek. Reis door Duitschland, Zwitserland, Italië en Sicilië, van Fredrik Leopold Gr ave ■van Stolberg. Uit het Hoógduitsch. Met' Platen. Eerfte Deel, 469 bl. in gr. %\ Te Amft. by J. Allart. 1798. De Landen, op den tytel dezes werks genoemd, zyn reeds zo dikwvls dnnr t.ipHpn van tnn^lo * deel en fmaak bezogt, eu derzelver merkwaardigheden zyn reeds, in meer dan een gedrukt Reisverhaal, zo uitvoerig en keurig befchreven, byzonder door de pen van enen Volkman , Moore, IVatkins en anderen, dat alle verdere Reisbefchryvingen, welke zig daar toe bepalen, geheel overbodig fchynen te wezen, en den Lezer niets nieuws beloven, maar veeleer loutere verveling door herhaalde befchouwingen van een en dezelfde voorwerpen. Dan, gelyk de Schilders, van verfchillende Scholen, hunnen onderfcheiden ftyl en manier hebben, waar door hunne Taferelen van enerlei onderwerp ene aangename verfcheidenheid kunnen opleveren, even zo heeft ook elk kundip- en nnlprtpnH ü»;»'^. ^ ™r . , p -i—;—" ».,iiiiBv,i waarnemer zyne byzondere manier van befchouwen en verhalen, en kan zynen Lezer op ene verfchillende wyze onderhouden, naar gelang hy zig gewend heeft, dezelfde zaken, reeds door anderen befchreven, uit enig verfchillend oogpunt te befchou wen, overeenkomih'g zyn byzonderen fmaak en heerfchende neiging. Hoe verre deze aanmerking, op het werk voorhanden, toepasfelyk is, en welk ene aangename afwisfeling de Lezer by het doorbladeren van deze Reis des Grave van Stolberg wdgiu , ^ai ny enigermate Jcunnen opmaken uit de volgende karakteristieke Schets, welke de doorkundige eu iierlyke Vertaler, de verdienftelyke Burger Lublink de Jonge, m diens Voorreden, aan het hoofd van dit Eerfte Deel, ons van den Schryvers en zyn arbeid geeft. „ De vne Ryksgraaf (lezen wy bladz. vjii en volg ) Iredrik Leopold van Stolberg, die meer dan den aarizienljken post, en nog, laatst, aan het Rusfifche Hof, by de troonbeklimming des Keizers, dien van aftezant wegens Oldenburg en Lubeck bekleedde, is, even gelyk zvh b'roc der, ook buiten 's lands, als Dichter, üeleerde'en Oudheid. kundige met lof bekend. B.ehalven zvn eigen poez) , e 1 yerfcheide uitmuntende vertaalingen van'Griekfche Dichters^ inzonderheid van Homerus, verlcheen van hem, nog in den voorleden jaare, by zyn' Vriend Nicolovius, te Koningsbe gen, een overzetting der uitgeiezenfte Gefprekken van Pl.y nem genoegzaam was verzwakt. O11dertusfehen zyn het dee2e byzondere hoedanigheden , welke ook een byzondere richting aan 'smans denk- en fchryftntiit moesten geeven. F.en W\.sgecr befchouwt toch doorgaands met alleen de verfchyiifclen der natuur, maar ook dc zeden, reaeerimrsvormen en p-eu-nnnrpn v,n mr-nW,™ ön .,«1 ken , uit zvn gekozen oogpunt ; van hier dat hy minder eenzydig, minder verllaafd aan den fleur, minder' verblind door den geest der tyden, ook over de voorkomende zaaken vryer oordeelt. De Dichter, door het fchoon der fchepping of de gewrochten der kunst als door een' elektrieken llag getroffen, viert dan gaarne aan zvn freelende verbeelding den vryen teugel; van hier dat hv, even als de Schilder, in Ideaalen vermaak fchenr. *vh HonH-P^u™-, r™„,. tuu l Uim. u"LwiK.K.eit, en, even met ontvlammende als hv gevoelt, zich ook onmiddelyk verheft, en een hoogcr vlucht neemt. Ook deeze beide betrekkingen komen b\ het karakter van Olizen Schrvver in a»rrmprlHno- 7n «orh.J,;it u „1 eens 111 zyn oordeel van anderen, over zekere zeden en gewoonten der volken; zo vonnist hy wel eens over de flaatkunde en regeeringsvormen 'van die verfcheidc volken, nar.r zyn byzondere beginfelen en bearippen: geen wonder, dierhalven , dat meenig leezer hierin wel iets zal aantreffen-, waarin hy het niet eens is met onzen Schnvcr. Ook was het natuurlyk, dat de groote gebeurtcni,Ten 'in Europa, die zich ten tyde zyner reis meer'en meer begonnen te ontwikkelen , en het vuur des oorlogs ook tot aan de grenzen van raucnaiiu ie vcuprcKien, nem zyne gedachten dcecicn uiten op eene wyze, die niet altoos is vry te fprëeken van gevoeligheid, en die fommigen, van achteien , bv een' verderen voortgang der groote lotgevallen, eenigzins' in een ander licht kunnen voorkomen, of waarover wy ons nu, misfehien, anders zouden uitdrukken." — en vervolgens blad. xv. „ By onzen Schryver komt ook nog dit in aanmerking: dat, bebalven de meerdere vryheid, waarop een gemeenzname bnehvisfeline zo hülvl- ranftVraVA Ko„fi „„a. poëeiifche fchilderingcn inzonderheid te pas' komen', 'wan- iV - neer  C 132 ) neer een gevoelig reiziger zyn gewaarwordingen en aandoeningen by de befchouwing van een voortrefiyk kunstftuk, van een groot.sch natuurtooncel, aan anderen tracht medetcdeelen. De kleuren op zyn palet mogen ons dan wat fterk, wat gloeiiend voorkomen, zo hy die echter met oordeel weet te gebruiken, zullen zy niet weinig medewerken om fcyn tafereeleu dat leven, die kracht bytezetten, welke zo ncodig is, om op onzen geest dien indruk te maakeu , weike hv zelf gevoelde, en ons zo gaarne zou willen mededeelen. Dat inzonderheid Italië en Zwitferland tot zulke fchilderingen aanleiding geeven, is te over bekend , cn men zal, in het doorleezen van dit werk, hierin nog meer bevestigd worden." „ Wy hebben 'er niets meer by te voegen. Behalven het aangenaame, dat alle geloofwaardige berichten, wegens andere gewesten , voor den leergierigen leezer opleveren, daar zy, door de menigte van voorwerpen en verfcheidenheid van betrekkingen, by een bevallige afwisfeling, zo belangrykzyn voor het "hart als gefchikt om het verhand met nuttige kundigheden te verrj ken; behalven dit algemeene, fchynen zich deeze brieven inzonderheid aantepryzen door een menigte van oordcel- en oudheidkundige aanmerkingen, en verdienftelyke ophelderingen van veeie plaatfen in de beroemdfte Griekfche en Latynfche klasfikale fchriften, — door geloofwaardige berichten van eigen verkeering met nog leeyende geleerden en kunftenaars; — en door min of meer uitvoerige gefchiedkundige vernaaien en poëetifche fusfehenvaeg;eïs: tervwl de heerfchende geest, die in alles doordraait, den Schryver als een man van befchaafdheid, deugd en kuuie kenmerkt." liet Reisverhaal is Briefswyze ingerigt , vervattende dit Deel een aantal van 36 Brieven, allen cefchreven uit de na elkanderén bezogte plaatfen. De vier eerften zyn gedagtekend uit Pempelfort, by Dusfeldorp, alwaar de Reiziger, van Hamburg over Keulen, in den Zomer van 1791 vertrokken , zig enige d.gen ten huize van zynen Vriend Jacobi ophield, en van daar herhaalde uitflappen naar dc bvgelegene plaatfen deed. Vervolgens gaat de reis over Frankfort, Ktfre'.sruhe , Ulm , Und au , aan de Boden - zee , Conjianz , Zurich, Lucern , Bern, Laufanne, Gerieve, furin, Genua cn Pavia, alwaar wy den Reiziger moeten laten, tot dat wy hem verder kunnen vergezellen , in een volgend Deel , 't geen Wy van den werkzameu aart des geagren Vertalers mogen hopen, ondanks de veelvuldige bezigheden , aan zynen tegenwoordigen post, als Volksvertegenwoordiger verknogt, niet al te lang te zullen agterblyven: kunnende bet genoegen , waar mede wy dit gedeelte dezer aangename reize lazen, ons niet dan met verlangen naar het overige doen uitzien. Om onzen Lezeren een kleine ftaal te geven , zo van de maniet van verhalen ces Schryvers, en van zyn onderhoudenden fiyl, zo wel als van het keurige der vertaling, zullen wy hier de fehilderagtige befchryving van den Rhynval overnemen, welke wy op bladz. 92. env. ontmoeten. „ Des jjaniiddags bezochten wy den Rhynval. Gaerne wilde ik, maar hoe zou ik die kunnen, befchryven? Hy is boven alle befchryving, alle voorftellhig, zelfs boven de hqrinnering. Ik zag hem nu, voor de derde maal, met dezelfde verbaazing, waarmede ik hem de eerfte maal gezien had. Hy verraschte den man even zeer , gelyk hy den jongeling verrascht had." ,', Ik fchyn u vry wat te zeggen, eu ondertusfehen ik zeg u zo veel als niets, wanneer ik u vertel, hoe de bree de ftroom, tusfehen hooge rotfen met digt geboomte begroeid , in een ontzettende masfa van fehuim, waardoor zich nu en dan het groen van den golvenden vloed Lat zien, met een doofmaakend gedruis en een onftuimige woestheid, diep naar beneden ftort; terwyl drie rotfen , die op verfchillende afltanden midden uit zyn' waterval opryzen, en onder het geduurig trillen van haar geboomte, hem, hoewel met ongeftraft maar uitgehold cn doorboord , aangrimmen , en zyn geweldige nederploffing te gelyk yerdeelen en verfraaijen. Aan den laager boord, ter rechtemde van den waterval, ftaat, op het gebied van Schaft" ha uien, een draadmolen ; aan den overkant, op den bodem van het Canton Zurich, ligt het flot Laufen , op een merkchk hooger rots. Men toont aan vreemdelingen den Rhynval eerst van de zyde der draadmolen, alwaar reeds de verwachting verrascht, den outzettenden .befchouwer een' vrolvkcn fchrik word 'aangejaagd. Men brengt hem, vervolgens, langs een firrai bochtig pad, onder door de bergen, naar het uitgeronde bekken van den ftroom, tot hy, vlak tegen over den Rhynval ftaande, gewaar wordt dat de Cataract, die hem'zo even reeds verbaas¬ de, alleen tusfehen den oever, en een rots midden in den ftroom opryzende, gevormd wordt,, en niet meer dan byna een vyfde gedeelte van den waterval uitmaakt." „ Hier ziet hy den geheelen ftroom, tusfehen den rotfigen oever en drie klippen geperst, naar beneden ftnrten. Nu wordt men in een fmal fchuitje, omlaag, voorby de Cataract , op dansfende golven, naar den kant van Zurich overgevoerd. Hier is, onder het flot Laufen, een foort van ftcllaadje gebouwd, die tot den waterval toe uitfpringt. Dan ftaat gy een oogenblik voor een deurtje ( waarvan de fleutel in het Lauf'er Hot bewaard wordt) en hoort met ongeduld het gedonder van den vloed , tot het, geopend, u onmiddelyk aan den neèrllortenden ftroom plaatst. En hier ftaat gy "van verbaazing als bedwelmd: hier is het, alsöf gy in dé diepte zult verzwolgen worden. Gy kunt u van de fnelheid, van de kracht der vallende golven, geen denkbeeld maaken. Toen onze Dichter Lenz hier ftond, viel hy op zyn knieën en riep uit: dat is hier een hel van water!" „ Het water, met de fnelheid van den blikfem naar beneden geftort, fpringt weder op tot een aanmerklyke hoogte. Alles rondom wordt in een' nevel gehuld, dik en witachtig, gelyk de rook uit fmeltövens. Al het geboomte en bosfch'aadie van den rotzigen oever, beeven en fchudden de droppelen af. Als de zon fchynt, fpeelen de kleuren van den regenboog in het fehuim en den opftygenden nevel." „ Nooit wierd ik door een natuurtooneel zo geweldig ge.troffen. By myne Sofia waggelden de knieën, en zy verbleekte. Myn agtjaarig knaapje ftaarde ftil en onbeweeglyk op den ftroom; die ook; dewyl alle andere voorwerpen in den  AF B E EI.BIN G   C J33 ) den fpattenden nevel gehuld zyn, het eenige voorwerp van befchouwing wordt. Een ontzettende, doch tevens genoeglyke verbaazing, hield ons als belooverd. ïlet was indedaad of ik hier onmiddelvk den praefens Numen (den tcgenwoordigen God) gevoelde. Met het denkbeeld van de geopenbaarde magf en heerlykhekl des Allerhoogften, paarde zich het gevoel van zyne barmhartigheid en liefde. liet was alsof de heerljkheid des Heeren voor my voorby ging, en ik my op het aangezicht moest nederwerpen cn uitroepen: Heere! Heere! God! barmhartig en genadigI" NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der. Granen, op 22 April te Amsterdam. TARW. Het Last, GERST. Het Last Ggld.' Ggld. roolfche bonte en witte 2008240 Vriefche Wintergarst . 130314c dito rude . . 1908220 Gron. en Oldamlciie . 125314c Elbing. en Hetigfehe . 200 a 236 Zeeuwl. en Overm. Winter 1258140 Koningsberger . 185 a 206 Dito Zomer . . 1258135 Vriefche . . 175 a i96 DanUiger en Elb. covenlandfche . 175 a 195 Voorlandlche rode . 1658182 HAVER bn BOEKWEYT. Zeelandlche . 2008215 ROGGE. Brouwliaver . . . 95 a 108 PruisnTche . . 140 a T60 Witte Voeder dito . 75 a 80 Koningsberger . . 140 a 160 Boekw. Amersf. cn Gooil. £25328 Gedroogde . • 146ai55iDito Brab. en Vlaam'. £25328 Zaad, Oly en Traan. Kook. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 88$ Overm.'t Last. . ƒ 80 a 88 Dito Lyn . . -66$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . . 71$ 5 Scliep. Rigaas . - I2$ai4 Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - iofan van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. % 74 | & ^ Cadix . . 73§ Lisfabon - 6i| Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16* yenetien . 95§ 0ude ger- dko J_ g,5*,4| Livomo - 107' Nieuwe Louis d'Or - 11,12,10 dito kort. ƒ * Piftolen - 10,2 Idem m Specie - Franlchc Kronen - 57 Londen. 2. m. g Nieuwe R ksdi . 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 39!%aIB°. n . „.„,,,, Dito kort - 39"af| - Ba"k ' 93i%8|pCt. Wenen id. B", - 37836J I STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. AFBEELDING en BESCHRYVING van DEN OVERGANG VAN MERKURIUS OVER DE 20NNESCHY?, die voor zal vallen op dingsdag den J Maï 1799. (Getrokken uit het Astronomisch Jaarboek van' den Heer J. E. Bode, voor het 'Jaar 1799, en gereduceert of overge.bragt op den Meridiaan van Amfterdam : door LAMBERTUS NIEUW EN HUIS, te enschede.) De Planeet Merkurius is het naaste by de Zon , en de kleinfte van alle Planeeten. Zy is by de zestien malen kleinder, dan de Aarde, en twee en een halfmaal nader by de Zon: zy ontfangt alzo zesmalen meerder Ligt en Hitte van dezelve dan onze Aarde. Zy loopt, in den tyd van 88 dagen, om de Zon. Van hare Omwenteling om hare Asfe is niets bekend, daar men met de beste en meest vergrotende Telescopen gene vlekken op hare oppervlakte tot nog toa heeft waargenomen. Wanneer Merkurius, ten tyde van hare benedenfte Conjunctie met de Zon, in de nabyheid van haren Knoop komt, en hare Geocentrifche Breette minder is, dan de halve ZonsMidlelyn, zo vertoont zy zig als een klein rond zwart vlekjen op de Zon, en rukt in den tyd van enige uren van het Oosten naar het Westen over de Schyf der Zonne, daar zy als dan te rug gaande is. Merkurius bedekt ten naastenby het 1 softe deel van de Zons-Middelyn, en deze bedekking is een zoort van een kleine Zons-verduistering, waar van de Bvfcb.adi.nve op deAarde valt. Voor de uitvinding der Verrek)kers cn eer do Sterrekundigen aan de mogehkheid van deze verfchyninga dagten, is Merkurius, nog ook Venus, ooit op de Schyf der Zon waargenomen. De beroemde Wurtenbergfche Sterrekundige , Johan Kepier, voorfpelde het allereerst, in het jaar 1627, eaea overgang van Merkurius over de Zon, voor het jj.ar 103;., naar Tafels door hem zelven vervaardigd, die ook met 'er daad door P. Gasfeudi, tc Parys, op tien 7 November des morgens, wierd waargenomen. Vervolgens zyn de volgende overgangen waargenomen: de twede op den 3 Nov. 1651, te Suratte, in Oost-Indien, van een Engelfchen Sterrekundigen, Jeremias Shakerley. De derde, op 3 Ma, ióói, van Hevel, te Dantzig, Chr. Huigens, Nic. Mercator eu Tom. Street. De vierde op den 7 Nov. 1677, door Halley, op het Eiland St. Helena. De vyfde op den 10 Nov. 1690, te Canton, in Chin . De zesde'op eten 3 Nov.. 1697. De zevende op den 9 Nov. 1723. Deagtfte op den ii Nov. 1736, alle drie dooi verfcheidene Sterrekundigeit R 3 in  C 134 ) in Europa. De negende -op den 2 May 1740, in Nieuw I Engeland. De tiende op den 5 Nov. 1743. De elfde op' den 6 May 1753, beide in Europa. De twaalfde op den 7 Nov. 175O, in China en in de Oost-Indien. Dc dertiende op den 9 Nov. 1769. De veertiende op den 2 Nov. 1776, beide in Americi. De vyftiende op den 12 Nov. 1782. De zestiende op den 3 May 1786. De zeventiende en laatfte waarneming op den 5 Nov. f789, alle drie in Europa. Nu volgt de agttiende Overgang op den 7 Mav dezes Jaars, die van het begin tot het einde , in geheel Éuropa, zigtbaar zal zyn : eu dit verfchynzel zal te merkwaardiger zyn, daar Merkurius Overgang over de Zon, by zynen dalenden Knoop hl hare gehele du'fiug, nog nooit is' waargenomen. lrau den Ovfrgang i« Merkurius over de ZonneScByf , in het tegenwoordige jaar 1799. Zie de nevensgaande Plaat. Fig. 1 en 2. De Planeet Merkurius gaat, dén 7 May 1799, omftreeks den Middag, even na dat zy in haren dalenden Knoop geweest is, over het Zuidelyk gedeelte der Zonnefchyf. En deze Overgang zal in geheel Europa, aan de Noordelyke kusten van Aiiën, de Westeh ken van Aftica , de NoordOostelyke Delen van Noord-America en in Bralil, in ZuidAmerica, in hare gehele duringe zigtbaar zyn. Bvna in geheel Afiëri, in 't Oostehke gedeelte van Africa, en het Westeh ke deel van Nieuw-Holland, is maar alleen de Intrede te zien: eu integendeel in geheel Amerika en vele Eilanden van den ftillen Oceaan, het Einde of de Uitgang van Merkurius zigtbaar. Volgens de nieuwfte Merkurius-Tafelen van den Hr. La Lande, en de Zons- Tafelen van den Hr. von Zach, is door den Hr. J. E. Bode voor den Meridiaan van Berlyn berekent en door my overgcbragt op den Meridiaan van Amfterdam. Ware Tyd. Geocentrifche uurloop.van g op de Ecliptica . . 3'5ó",4 — op zyne loopbaan of weg 4 0)5 De aanwasfeude Zuidelyke breedte van g in ecl1 uur 44,1 Helling van £ Relative Weg met de Ecliptica . io°34' Schynbare Geocentrifche conjunctie van Merkurius en de Zon op de Ecliptica den 7 May Namiddag tc 1 uur 29'22" ■ breedte van g in de ct ■ 5 47,0 —— - , om de Aber- Het Einde of. $ Uitgang aan den be¬ nemen, in ae met roae ven gecoletirde Landen, zal de Overgang van Merkurius van het Begin tot het Einde zigtbaar zvn. In die met geel gecoleurde, gaat de Zon intusfehen Ware Tyd. Ware ct $ met de Zon in de Ecliptica den 7 May . 1 uur. 22 min. 15 fee. Namidd. ■ lengte van $ in ct . 7Tekens 160 54' 15" ■ breedte van $ in ct . . 76 Zuider uurloop van g op zyn Weg . 7 19,1 ■ op de Ecliptica . 7 15,3 ' van de Aarde . . 3 25,1 ! aanwinnende Zuidelyke breedte van £ in een uur .... 54,1 relative uurwinst van g van de Aarde . 4 50,2 Alles Heliocentrisch. Aberratio £ in de ct + 8". Aberratio der Zon — 20" Afftand van g van de Zon = 0,45347. De Afftand der Aarde van de Zon — 1,01008. En Merkurius afftand Van de Aarde z=z 0,55661. """" O 53 .... £, 4^,7 De Radius der Zon 15' 52", kleinder wegens de Irradiatio 15 49 De Hoek der Ecliptica met de Meridiaan op den Middag van 7 May . . . 73°28'Oostkant De Afwyking van de Zon . . . 16 55 Noordlyk Hier uit word gevonden. _ _ . Ware tyd te Amfterdam. De Intrede van 't Middenpunt van Merkurius aan den Oostlyken rand der Zon . . . . tc 9 uur. 32'50'"s Morgens Merkurius is op het midden van zynen weg .... ! i4 I5 Namiddag De kortfte afftand van de ZonsMiddelpunt is 5' 38" Het Einde of. $ Uitgang aan den benedenften rand der Zonne, by de lootlyn 4 55 20 ^ gehele Overgang duurt 7 uur. 22 min. 30 fee. Dit alles gezien uit het Middenpunt der Aarde. By de Intrede van £ ten 9 u. 32' 50" ftaat de Zon hoog te Amfterdam ruim 440 En by deszelfs Uitgang ten 4 uur. 55' 20" is de Zonshoogte aldaar by 23° De Horifontale Parallaxe der Zon $",45 en van $ 15",33. Hier na gefchied, wegens de vereenigde werking der Parallaxeii van de Zon en g de Intrede van g Middelpunt te Amfterdam by de i minuut later: en de^Uitgang of het Einde by de i§ minuten vroeger, dan uit het Middenpunt der Aarde gezien. Fig. 2. is een Waereld-Kaartjen, Stereographisch ontworpen, op welke die Cirkelbogen getrokken zyn, by welke de Intrede en Uitgahg van Merkurius, juist by de op- of ondergang van de Zon, gezien word. Hier door ontftaan die ryimtens, alwaar men, of dit verfchvnzel in zvne gehele during, of alleen de Intrede of de Uitgang, beiieveus een gedeelte van den'Overgang over de Zon, zal kunnen waar-  C 135 ) fchen op, en aldaar is meerder of minder van Merkurius Overgang, benevens de Uitgang, zigtbaar. Integendeel, in de met blaauw gecoleuide Landen, gaat de Zon middelerwylen onder, en aldaar komt alleen maar de Intrede en een kleinder of groter gedeelte van den Overgang boven den Horifon voor het gezigt. Het Noordelyk doorfnydingspunt, van de Intrede cn Uitgang, ligt in Kamtfchat'ka, alwaar Merkurius, by het ondergaan van de Zon, intreed, en by het opgaan van de Zon 'er uitgaat. Het .Zuidelyke doorfnydingspunt van de Intrede en Uite-an?. Hpt in rlp 7.u\ajv<-7.pp . ahi,^,- A/rorir»,-.',,? u„ dc Zons opgang intreed , eu by de Zons ondergang 'er uitgaat. Het eerfte tydftip van de Intrede is, in America, in de (treek van Surihamen by A op 323° lengte en 6° N. Breedte, alwaar Merkurius, wegens de Parallaxe, het eerfte Intreed by het opgaan van de Zon. Eu op 440 N. Breedte en 2010 lengte, in het Noordelyke gedeelte van den Stillen Oceaan in C, treed Merkurius, weder om dezelve oorzaak, by Zonnen-opgang, het laatfte uit de Zonnefchyf. Het laatfte punt van de Intrede , ligt in B by dc Molukfche Eilanden, op 143° lengte en 6° Z. Breedte, alwaar Merkurius, by het ondergaan van de Zon, het laatfte intreed. ■ En in D op 2i° lengte en 440 Z. Breedte, beneden Africa in den Oceaan , ziet men Merkurius, by het ondergaan van de Zon, het eerfte uittreden. Hierom zal de tyd van den Overgang tusfehen A en C, wegens de Parallaxe, langer; maar tusfehen B eu D korter zyn, dan gezien uit het Middelpunt der Aarde. Bv Merkurius Tntrprfp ftnnt a» 7™ ;« v,^ y«„,vi, ™ den 59 graad der lengte en den 17 graad N. Breedte ,'bo- ..... mouiituoi ^ccuucicm: en oy uen uitgang op 300" lengte en 17° N. Breedte, by de Antillifche Eilanden, in het Zemth: zy gaat alzo intusfehen weg over Nubien, Nigritien en Senegal in Africa, over de Eilanden van het Groene Voorgebergte, en den Atlantifchen Oceaan in de Antillifche Eilanden. ^ . Vo?r de meeste Lezers van dit Weekblad zal het niet ondienftig zyn, hun te erinneren , dat zy, door een berookt glas, met het blote oog, Merkurius op de Zon niet zullen kunnen zien, als zynde hier toe de Planeet veel te klein: maar met een gewone Verrekyker van 334 voeten lengte, waar van men,' of het Voorwerpglas, of een der Oogglazen, het naaste by het oog, berookt heeft, met de rook van een brandende Lamp, zal men Merkurius duidelyk als een zwart ftipjen over de Zonnefchyf zien gaan, cn juist die kromme lyn zien befchryven, die in Fig. 1. is afgetekend. In de volgende Eeuw zal Merkurius 13 malen over de Zonnefchyf gaan. Namentlyk 4 malen in May, en 9 malen m November. Zie Fie-. 1. vmnr van 8 nrnmni.™ ;„ c- pa zigtbaar zullen zyn,- te weten, in 1802 Nov. 9; 1832 May 5; 1845 May 8; 1848 Nov. 9; 1861 Nov. 12; 1868 Nov. 5; 1878 May 6 en 1891 May 10; zo als de Heer £>. X-Och, te Dantzig, berekent heeft; zie het Astr. Jahrbuch van J. E. Bode, voor 't Jaar 1801, alwaar de juiste tyden en omftandigheden dezer verfchyningen, breedvoeriger voor den Meridiaan, te Dantzig, in enen Tafel opgegeven worden. Het verdiend opheldering, dat Merkurius zo weinig in de 'maand May, en zo veel malen in November, oer de Zon gaat. Merkurius verfte punt van de Zon (Aphelium) valt in den i4den graad van den Schutter: dus is zy byhare Overgangen, m May, veel digter by de Aarde, en hare Geocentrifche Breedte fchynt, by enen geivken afftand van haren Knoop, groter dan wanneer zulks 'in November plaats heeft: hier van daan worden de grenzen der mooghkbeid van de eerfte enger dan van de faatfte. Eu bv gevolg moet Merkurius in May zeldzamer voor de Zonnefchyf vërfchyl. uen dan in November. * WEERKUNDIGE WAARN BUITIN HAARLE EMINGEN, M. April S BAR0"1 ther~ hygro-streek lüchts- 1700 ï ME~ M0ME" me" oer gesteld- 'yy' L ter- ter. ter. wind. heid. U9. 3t 51 78 o.z.o. * ' 17 <20- l\ 57$ 70 z.z.w. bewolkt. c.29- 3 47' 73 o-t.z. 18 J^'?! Is- 81 Z-°'Z' ^^^^ I» < 29. M 482 70 z.w. wat hagel; verder met C.29- Oj 39 92 z.z.w.' fneeuw; bewolkt. C29. Ij 45 86 z.z.w. voormidd. bewolkt] J9 S29. I2 55 70 z.z.o. verder tusfehen beide te- (.29. 2 45 90 z.w. gens den avond methoii. *v ^29.3 553 74i w.n. w. verder regen; C29- 4l 42^ 94 n.n.o. j 'savonds betrokken. Vf )lo Ü 1f f W'Z'W'': ^l^Tverder^^T 21 ^29. 74 48 80 w.n. w. 'savonds tusfehen bei( 29. 8 40 90 — de wat ftoftegeu. (f29. 7i 43i 82I z.w. " ~ " 22 < 29. i\ cel 63 voormidd. bewolkt; 129. 7 44 82 w.z.w. vwdcr buii;g; ('29.6 47^ 77 z. o. ■ ■ ■ 2 3 < 29- 6 571- 64 o. n.o. bewolkt. £29. 6i ƒ 46 78 — I GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laarstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 158; en te Haarlem 17, onder welken laatften 10 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN. V Te Amfterdam by G. HULST van KEULEN, Boeken Zeekaarten-verkooper, word uitgegeeven.- I. Nieuwe Kaart van de NOORDZEE, ft rek kende van TEXEL tot HAMBURG, de fÜTSCHÈ Kusten tot SCHAGEN, de Kusten van NOORWEEGEN , van FREDRIKS - HAL tot DRONTHEM ; de PXGELSCHE en SCHOTSCHE Kusten, van YARMOUTH tot aan de Noordkusten van IERLAND; beneevens de Eilanden HITLAND, FERO, de ORCADES èn ■LEWIS. II. Den  C 13* > i II. Den Mond der Rivier de THEEMSE of Rivier van LONDEN, en de Rheede van HARWICH in 't groot, met eeue accurate Befchryvinge &c. III. De Rbeede van DUINS, van NOORD- tot ZUIDVOORI.AND, en het Drvfvuur op het GOM. IV. De Ku&tèn van YARMOUTH, en de YARMOUTSCHE RANKEN in het groot , met derzelver Befchryvinge &c. V. Het geheele KANAAL, met alle de daar aan behoorende Kusten van FRANKRYK en ENGELAND, en een'gedeelte van IERLAND , en den A'fLANTISCHEN OCEAAN, met eene accurate Befchryvinge van de Haavens, Baaijen ie. langs dit Kanaal voorkomende. VI. Geheel IERLAND, beneevens het St. GEORGS- en BR I ST O L-k Aï\ A, \ LEN , in het groot. VII. De Zeekusten van VLAANDEREN en VLAAMSCI1E Banken in 't groot, ftrekkende van ZEELAND tot DUINKERKEN fee. VIII. Verbeoterde Kaarr van het Inkoomeu der DEURLO cn VEER-GAT &c. IX. Verfcheidene op mouw verbeeterde Zeekaarten van de voornaamile Havens van FRANKRYK , als van HAVRE DE GRACE, St. MALO, BREST, NANTES, BOURDEAÜX. ■ X. Diverfe uieuue en verbee erdc Zeekaarten van de ENGELSCHE Haavens. Baaijen etc. langs het Kanaal, " ■ als WICHT, PORTLAND, PORTSMUUTH, PLYMOUTH , FALMOÜTJÏ, POORTLAND, GOUDSTAART , MOUN'l'S-BAAY, de SORLINGS , DUBLIN , KINGSALE &c. dcc. XI. Het R'ATTEGAT, beneeveus DE ZOND en BELD- rI EN in 't gn öt. X$I. De geheele OOST-ZEE, ftrekkende van DE ZOND tot PE'IERSBLRG, in 4 Deelen, met een accurate BefcBïyvdng van alle de Havens, Baaijen &c. XIII. Het Inkoomen der beide EEMSEN en 'T HOMMEGAT, met eene Befchryving der Merken en Peilings. XIV. Het Inkoomen der Rivieren de YADE, WEERER en ELVEMROOMEN, met eene Befchryvinge. XV. Het Kanaal van HOLSTEIN, of de Rivier de EIDER. XVI. De geheele ZUIDER-ZEE, behelzende voornamelvk het vaarwater van AMSTERDAM na TEXEL en 'T VLIE, beneevens de Havens van het NIEUWE DIEP en 't OUDE VEER , en de Sloot by VLIELAND &C. XVII. ZEEMANS TAFELEN van C. DOUWES, bencevens derzelver verklaring en gebruik, door veele voorbeelden aangeweezen; op nieuws overgezien , vermeerderd en verbeeterd door JACOB FLORYN; waar by een Aanhangzel door J. F. van BEEK CALKOEN, bevattende de manier, om door waarneemingen van twee STERREN, op een gelyke doch onbekende hoogte, de middelbare eu waare TYD te vinden, beneevens de Tafelen daar toe dienende. NB. Bovengemelde DOUWES ZEEMANS-TAFE- ■ Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. LEN, zyn ook in de HOOGDUITSCIIE TAALE t* bekomen. XVIII. Twee HEMEL - KAARTEN, bevattende de voornaamfte STERREN van het ZOTDER- en NDORDERHALF-ROND, des geheclen HEMELS, met een verklarmg van het nuttig gebruik derzelven bv de Zeevaardt &c. door J. F. van BEEK CALKOÉN. *** By L. van ES, te Amfterdam, is heden weder te bekomen : een NIEUWE vermeerderde CATALOGUS , of NAAMLYST, van meer dan rcoo Neder duit fche , benevens eenige Latynfche, Natuur-, Genees-, Heel-, Ontleed-, Verlos-, Schei-, 'Plant- en Kruidkundige BOET KEN, met derzelver Pryzen, waar voor die aan de EERSTKOMENDE, by bovengemelde te bekomen zyn; deeze Catalogus is in een Alphabetifche orde, en dus zeer gefchikt voor Liefhebbers in de NATUURLYKE HISTORIE , gelyk ook voor GENEES- en HEELKUNDIGE en derzelver LEERLINGEN, om op de Miusikostbaarfte wyze, de hun noodzaakelyk of nog ontbreekende BOEKEN, te kunnen bekomen. De Prys is 2 St. Dezelve geeft uit: 1. Huishoudelyk Handboekje, over de Verkoudheid, Zinkingspynen en over het Neusbloeden, naar TISSOT. ' . . . /o- 8-0 2. Lesfcn over den Oorfprong, Voortgang en Gencezing derVeuerifcheZiekten, doorll.BOERHAVE. . . . . -1-5-0 3. Geneeswyze der VcnérifcheZiekten, Gemakkely k en Onkostbaar gemaakt, voor die zig zelf geneezen willen. . . . -1 o - o 4. J. G. van WY, over de Bytende Sublimaat in de Venusziekten. . . -0-14-0 5. Verhandelingen van 't Legaat van I. MONNIKHOFF, als: W. LEURS , over den Aart der Breuken. - 1 - 5-0 J. LOGGER , Kenteekenen en Waarneemiiigen der Breuken. . . -1-16-0 F. JAS, Hulpmiddelen der Breuken. -1- 0-0 J.'SPRUIT, alg emeenc Oorzaak der Breuken. - 1 - 0-0 6. Aphorisme of Konbondige Spreuken van HIPPOCRAl'ES, met Register en een klein Woordenboekje. . . . . -0-12-0 7. FAUST, over de Noodzakelyke Verbetering der Klecding, voornamentlyk iii het draagen der BROEKEN, met aanpryzing van Campe , Ba- ke, Blumenbach, &c. . . -1-5-0 8. W. FALCONER, over de Invloed der Hartstochten op de Ziekten der Menfchen. . -1-2-0 9. J. G. WALLERIUS,. over de Mineralogie of Samenttel der Delffloffen. .' . . -1-16-0 10. J. INGENHOUSZ, Proeve op Plantgevvasfen, met Platen. -2-4-0 11. L'Onanisme, disfertation fur les maladies pro- duites par la masturbation. Saptieme Ediüon. - 1 - 0-9  A°. 1799. N°. 279. NIEUWE algemene KONST- en LETTERbBOBEs> VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FTtTDAG DEN 3 MET. BERIGTEN. 1 T A L I E N. Uittrekzel- enes Briefs van Napels, van den 26 February l. /. Onze Regering heeft, by een befluit van 5 dezer, gelast, „dat onze voornaamfte Konstftukken naar Parys zullen gezonden worden; dog dat, vermits het nodig is, om, ten minften de modellen daar van voor ons Mufeum te bewaren, de Burgers Venuti, Direkteur der Porcelein - Fabriek, en Valadier, zonder verwyl modellen zullen maken van de Standbeelden, Monumenten en Meesterftukken, van wat' aart ook , die «aar Frankryk moeten gezonden worden. DUITSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. Leypzig. Het Vorftelyk Jablonowskyfche Genootfchap der Wetenfchappen, alhier, heeft, uit de ingekomene Antwoorden, op hare 3 Prysvragen, voor den jare 1797 uitgefchreven (*), deszelfs gouden Eerpcn- (*) Zie dezelven in onze vorige N°. 200. of D. VIII. bladz. 201 en 202. XI. Deel. ning toegewezen ,betrekkelyk de Historifche Vraag, aan ene Verhandeling van C. W. Dafsdorf, Keurv. Saxifche Bibliothecaris, te Dresden; voorde Wiskundige aan een ingeleverd Antwoord van E. E. F. Cladni, te Wittemberg; en voor de Natuurkundige aan ene Verhandeling van M. van Prasfe, buitengewoon Hoogl. in de Wysbegeerte alhier. De Akademie der Wetenfchappen, teErfurt, heeft, 111 hare vergadering van 18 Febr. 1.1. den prys van 20 Dukaten, door haar beloofd aan het beste Antwoord op de reeds in 1797 uitgefchrevene Vraag: „ Is het nodig, en is het mogelyk, de beiden delen der Heelkonst, de Genees- en Wondheelkunde, zo wel by het onderwyzen, als uitoeff'encn, tc verenigen? Welken waren de oorzaken, dat zy van eikanderen afgefcheiden wierden, en welken zyn de middelen van derzelver weder vereniging ? " toegewezen aan D. Joh. Hetnrich Jugler , Koningl. Grootbrittann. en Keurv. Bronswyk - Lunenburgfche Land-Arts, te Luchow, wien zy te gelyk onder de Leden der Akademie heeft aangenomen. Altona. Den 2 April is alhier overleden, de door verfcheidene van zyne werken, ook buiten 's lands, zeer bekende Arts J. A. Unzer, in den ouderdom van 72 jaren. S BA-  C 138 ) BATAAFSCIIE REPUBLIEK. Amsterdam. In plaats van den naar Leyden beroepen Hoogieeraar D. Wytenbach, is door Curatoren tot deszelfs Opvolger , als Hoogl. in de Gelchiedkunde , Weliprekenheid, Dichtkunde, Oudheden , Griekfche en Latynfche Talen, aan het Athenaum Illustre, alhier, aangefteld, Mr. D. J. van Lennep; en als Vifitator der Scholen , de Hoogl. D. Walraven, Uittrekzel van een Brief van den Prof. Driessen te Groningen , aan denProf. Brugmans te Leyden. ... Gy vraagt my in uwe laatfte, op welke manier ik den Carbonas Potasfa gewoon ben te vervaardigen? Ik heb my federt lang daar toe bediend van een zeer eenvoudig toeftel; en zommige onzer Apothekers maken 'er ook reeds, volgens myn'raad, met veel voordeel gebruik van. Ik neem eene verzadigde , met koud regenwater getrokkene heldere loog van potasch; giet dezelve in een grooten Ontfangcr, welke ten rainften tienmaal zo veel bevatten kan; dezen ontfanger voeg ik aan een tubulaat-retort, welke vast geplaatst is, en eene genoegzaame hoeveelheid brokken kryt bevat; en hegt dc werktuigen met een' blaas aan clkanderen. 'Er word vervolgens zeer verdund vitrioolzuur by het kryt gegoten, zomwylcn de ftof roerende, en telkens wederom naauwkeurig den retort met een kurk Hintende, evenwel niet zoo vast, dat 'er voor het fpringen der glafen gevaar is; ten zy men liever verkiezen raogt, om met eene fpelde een gaatje in den blaas te maken, vooral om de gewone lucht uittogt te geven. Men moet zorgen, dat de kromhals diep in den ontfanger gaa, met zyn mond zoo na mogelyk aan de oppervlakte van de loog. Op deze wyze is het my altyd gelukt, om binnen den tyd van 04 uuren , en zornwylen veel fpoediger, de fchoonfte Cryftallen van Carbonas Potasfa te verkrygen. Ik kryg doorgaans 4 of 5 oneen van een pond beste potasch by de eerfte Cryftallifatie. Dezelve worden met een weinig zuiver water fchielyk afgewasfehen en op vloeipapier gedroogd. De overblyvende loog kan men door byvocging van potasch of door zagte uitdamping verfterken , en op dezelfde wyze behandelen. Dit zout, dus vervaardigd, is als geneesmiddel, volkomen zuiver; en wy maken 'er hier veel gebruik van: en daar het onzuiver vitrioolzuur, 't welk in eene Apotheek, na \ele bereidingen, inzonderheid na de bereiding van de Ether, overblyft, hier toe kan ge¬ bezigd worden, begrypt gy ligt, dat deze bewerking zeer weinig kostbaar is. 't Geen ik u onlangs fchreef te zullen beproeven, is volgens myne verwachting uitgekomen. Zeezout? zuure kalk (nuarias calcis of calx falita en zwaaiTpath Cfulfas barytcc) ontleden elkandercn in eene gloeijende hitte; en men kan Zeezoutzuure zwaaraarde Qnurias harytce of terra ponderofa fatita) op die wyze vervaardigen. 'Deze bewerking heb ik evenwel nog niet tot die volkomenheid gebragt, dat ik d -zelve volgens een naauwkeurig voor.'chrift bepalen kan, cn 'er het voor^ deel van durf aankondigen. Byaldien dezelve gelukt, hebben wy den murias calcis tot een zeer geringen prys; door naamlyk dc moerloog van Zeezout met kalk te kooken. 'Er gefchiedt alsdan eene volkomcne ontleding van den Mar las Mügnefia of Magnéfia Salita, gelyk reeds de verdienftelyke Kasteleyn bewezen heeft. Dit zout op zulk eene onkostbare wyze te kunnen bereiden, is my van veel belang voorgekomen, niet alleen voor dë Salammuniak-Fabryken; maar ook voor vele andere proeven, inzonderheid om eene fterke konstkoude te verwekken, volgens de waarnemingen jvan Lowitz. Wy hebben daarom altyd inzonderheid jter bevordering van zommige ciyftaUiïatien , eenen groten voorraad van dit zout in ons, Stookhuis voorhanden. Omtrent het tweede ftuk myner waarnemingen, in wiens uitgaaf ik met veel genoegen zie, dat gy en myne andere vrienden belang ftellcn, kan- ik u verzekciren, dat ik, zoo veel de ftaat van myne gezondheid, die thans aanmerkelyk gevorderd is , buitengewone werkzaamheden toelaat, dezen arbeid voortzette. Ik zal u intusfehen deze en ande e ftukken, waar over :k gedagt en gewerkt heb, mededelen, terwyl ik dezelve van tyd tot tyd breder uitwerk Vind gy onderwylen goed, om deze en volgende Brieven aan het Publiek mede te delen, geef ik 11 daar toe volkomen vryheid Blyvc NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsche Republiek. Magazyn voor de Critifche Wysgeerte, en de Gefchiedenis van dezelve, uitgegeven door Paulus van Hemert. Eerfte Deels derde Stuk. Amft. 1799. 8°. Het is van belang voor de Wetenfchappen, de voordgangen derzelver te kennen. De Gefchriften, welken daar toe Strekken, doen derhalven groten dienst, en de Schryvers en Uitgevers van zodanige Gefchriften behalen geen ge ringen dank by rechtfehapen geleerde Mannen.- De Kantiaanfche Wys-  C 139 ) Wyrgeeite maakte, zederd enige jaren, veel gerugt; maar was buiten Duitschland minder bekend. Ook nu begint zy het hoofd in ons Vaderland cn elders op te fteken. Het is dan voor de Geleerdheid in ons Vaderland üians ene gewigtige Vraag? ,, Wat heeft men van die Wysgeerte te den„ ken ? Is zy gefchikt om de zwarigheden, der voorgaande „ ftelzels uit den weg te ruimen, en ons, ook in Overna„ tuurkunde, met wisfer tred te doen gaan? En mag men zig van dezelve een beftendiger lot, dan de voorgaande „ ftelzels van grote mannen ondervonden hebben, beloven?" Om deze vraagen grondig optelosfen, moet men de Kantiaanfche Wysgeerte kennen; en gelegenheid hebben dezelve te doorgronden. Twee zwarigheden ftaan hier in den weg: voor eerst, dat Kant zyne werken, ter hervorming van de gehele Wysgeerte , ia het Hoógduitsch heeft gefchreven: ten anderen de duisterheid zyner Schriften, 't zy die dan een gebrek van den Schryver zy, of een gevolg van de afgetrokkenheid der onderwerpen, welke hy behandelt. Hoe dit zy, de geleerde van Hemert komt ons in beide die zwarigheden te gemoet. Hy heeft reeds voorheen , de Kantiaanfche Wysgeerte in IV Delen aan zyne Landgenoten, in het Nederduitsch, medegedeeld. Zedert enigen tyd vong hy aan , vooral het gewigtigfte en min duister gedeelte dier Wysgeerte, namelyk de Zedenkunde, toeteligten met het uitgeven van zyn" Magazyn, waar van nu reeds het lilde Stuk het licht ziet. Dit Stuk behelst 1. Een vervolg van de Methode der Zedenleer, welke de Uitgever zelve in het 2de Stuk hadt aangevangen. 2. Ene redevoering, door hem in het Letterkundig Genootfchap Fetix Meritis, uitgefproken, over deze allergewigtigfte Vraag: „ Is 'er grond om „ te geloven, dat het Menschdom, in het algemeen, van „ tyd tot tyd, beter zal worden?" 3. Fragment enes Briefs van C. A. Willmans aan Imm. Kant , vertaald door den Uitgever: en eindelyk 4. Nafchrift of Aanmerkingen op de Redenvoering , bovengem. door den Uitgever. Alle deze ftukken zyn van veel belang, en doorwrogt. Maar vooral is de Redevoering een ftuk, in kragt zo wel van welfprekendheid, als van betoog, uitmuntende. Wy waren getuigen , met welke verrukking zy by het uitfpreken is gehoord geworden: en wy houden ons verzekerd, dat 'er niemant ligteljk zal zyn, hoe hy ook wegens de Kantiaanfche Wysgeerte denke, welke die redenvoering niet met het. grootst genoegen zal lezen, zo om derzelver voortreffelyke inrigting, als redevoering befchouwd , als ook om de troostryke en opbeurende waarheid , welke zy hoogstwaarfchynlyk maakte. Wy vernemen, dat in ons Vaderland, ene Latynfche vertaling van Kant's Regtslere op de pers is. Wy herinneren ons ook, gelezen te hebben, dat van dat zelfde werk ene Nederduitfche vertaling ftaat in het licht te komen. Het is te wenfchen, dat de Vertaler op goede gronden verzekerd zy van zyne kragten voor deze allermoeihkfte taak; in welke het niet genoegzaam is, de beide talen in den grond te konnen, maar ook tetfens hoogst nodig, (het geen gene gemakkehke. zaak is), een helder en volkomen doorzigt in de nieuwe Wysgeerte van Kant zelve te hebben. Medegedeeld. Dispotatio JvkimcA de Servitute in Coluniis ■Jftnericanis iollenda: quam Divino favente Numihe, .pr^efid* Henrico Constantino Gras, j°. U. D. et in Illustri Amfïeliedamenfium Athenao, fur is Naiuralis» Gentium ct Civilis, cum Romani tum Hödierni Profesfore r ad publicam disceptationem proponit Carolus Abrahamus de Chaufepie, Amftelcsdamo - Batavus. Die Lunte, qua erit 4 Februarii , in majore Athenczi Auditorio , hord undecimd. Amltel. apud Petrum den Hengst, mdccxcix. 8°. Zo ooit, is het in dezen tyd ene gewigtige vraag: wat leert de Zedenkunde omtrent de Slaverny, welke wy weten , dat in alle eeuwen onder de menfchen heeft plaats gehad? En, indien die Zedenkunde dezelve afkeurt, en dus wil, dat zy zal afgefchaft worden, hoe zal men omtrent die affchaffing in onze Amerikafche Volkplantingen moeten handelen? Deze vragen maken het onderwerp uit van ene Verhandeling , welke Kaarl Abraham de Chaufepie , een Jongeling, naauwehks 19 jaren oud, heeft opgefteld, en met enige daar agter gevoegde hellingen of Thefes, den 4 Febr. 1. 1. in de Iilustre School te Amfterdam, onder voorzitting van zynen Leermeester H. C. Cras , openlyk, en, zo wy van oog- en oorgetuigen vernomen hebben, vlug en in dicrvoege verdedigd heeft , dat de jonge verdediger allcnzins toonde, de zaken en Hellingen, welke hy beweerde, volledig te verftaan en meester te zyn. De plegtigheid wierdt veel luister bygezet, door zeer vele toenoorders, meestal geleerde mannen, maar ook door kundige Rechtsgeleerden en Advocaten, welken het niet beneden zich rekenden, mede in het ftrydperk te treden: zelfs opperde ook een voornaam man en voorheen Hoogleraar van andere Hoge Scholen, in ons Vaderland, enige twvffclingen , met die vloeijende Latynfche Taal, en die netheid, welken zo wei den befchaafdeu als den kundigen man kenmerkten. De Verhandeling is verdeeld in drie De'.en. I. Of de Slaverny tegen het Recht der Natuur ftrydt, met enige aanmerkingen, omtrent de voornaamfte oorzaken eu grenspalen derzelver. II. Ene vergelyking van de gefielde oorzaken en grenspalen der Slaverny, in 't gemeen, met die, welke in de Amerikafche Volkplantingen in zwang is; met betoog van derzelver wreedheid en verpligting om die aftefchaffen. III. Onderzoek naar de gefchiktfte wyzen, om dc Slaverny aftefchaffen, met oplosfing van enige zwarigheden, daar tegen geopperd. Dit alles is, met aanhaling der leerftelüngen van de Groot, Rousseau en Montesquieu enz. met orde, kort en zedig, behandeld. Vooral verzet zig de jeugdige Schryver tegen den Slavenhandel, welke in de daad alleronmcnfchelykst is. Wy herinneren ons, dat een Predikant te Londen,'j. Newton, welke zelve als Stuurman, op een zogenaamdeSlavenhaalder, gevaren heeft, de wreedi-eJen van dien handel met die levendige trekken befchrvft, die doen yzeu en treuren, dar, onder het menschdom, met ene zedelyke natuur begaafde wezens, zo vele molliters worden gevonden. Men leze ook Th. Clarksom Letters on the S-lave trade &c In Penfylvanie is de invoer van Slaven verboden: te Londen beftaat een Genootfchap, wiens hoofddoel is, de Slaverny aftefchafS 2 fen;  ( Ho ) fen; de Dcenen hebben tien jaren tot die affchaffing bepaald ; en, niet zonder reden. De jonge Schryver toont, op het voetfpoor van andere doorzigtige Schryvers, dat ene gehele en gelyktydige vrylating, zo min voor de Slaven zeiven nuttig, ais van de gedugtiglle gevolgen zoude zyn', mits maar onderwyl de Slaverny zo veel mogelyk verzagt worde. De b§ gevoegde Thefes zy n ook voor het grootfte gedeelte, uitgezogt en wel gekozen. Een derzelver, bevat de leer van Isocrates , dat 'er t weder lye gelykheid is, waar van de ene het zelfde aan allen toekent; de andere aan een iegelyk alleen en byzonder dat geen, 't welk hy waardig is; dat de eerfte gelykheid zo ftchadelyk, als de laatfte waar en regtmatig is. Ene andere Thefes ftelt: dat hoe veel meer gevoel van genoegen en goedkeuring hy, die aan de deugd gehoorzaamt, in zyne ziel, uit die gehoorzaamheid aan de deugd, ontwaart, zyne deugd zelve zo veel edeler en voortreftelyker is. Deze Helling fchynt ons toe op de nieuwe leer van den beroemden Kant te doelen, en dezelve in twyifel te trekken, als die in tegendeel leert, dat geen voldoening of genoegen, over een deugdzaam bedryf, met de deugd zelve enige betrekking heeft, of daar toe behoort. Maar indien dit zo ware, welken zin moet dan de bekende fpreuk hebben : Dat de deugd fteeds ene beloning van zich zelve is! Reductie - Tafelen , met derzelver befchryving, dienende om de waarde van vreemde Ge/dfpeciën , volgens een gegeven cours , in Holt. Guldens te reduceeren ; en dus, om op een korte en gemakkelyke wyze, de waarde van alle pVisjë/brieven, op Parys, Bourdeaux, Hamburg , Londen , Madrid, Cadix , Sevilien , Bilbao , Livorno, Genua, Lisfabon, Porto, Venetien, PVeenen CfV. in Holt. Guldens over te. brengen. Opgefteld en berekend, ten dienftte der Kooplieden , door Hendrik de Hartog , LeSlor der IViskunde, Zeevaard en Sterrekunde, aan het Athenaum lllustre der Stad uimfteldam. Te Amfteldam, gedrukt voor rekening van den Auteur, ter Boekdrukkery van de-Weduwe Gouwelus, in de Stilfteeg op de hoek van deNieuwezyds Achterburgwal. 1799. De uitmuntende P. Nieuwland pleeg te zeggen, dat een Wiskundige niet minder , dan een Dichter, geboren, en geenzins gemaakt, wordt. Menigvuldige voorbeelden , en dat van Njeuwland zelve, bevestigen zulks, als die, nog een kind zynde, zonder onderwys, byzondere vorderingen in die fchone wetenfehap maakte; het"welk, door den braven en ichranderen Josua van der Poorten, by toeval, ontdekt zynde, gelegenheid gaf, dat dc jonge Nieuwland by den Lector P. Steenstra bekend wierdt, maar vooral by de geleerden J. de Bosch en D. Wyttenbach, aan welker onderwas hy zyne vorderingen, in de Letterkunde, (gelyk in de Wiskunde en daar mede verknogte wetenfchappen, aan een Hoogleraar van Swinden) dog byzonder, alles aan zyn eigen uitftekend vernuft; verfchuldigd was. La Bordus, voor 6c jaren Lector te Leyden, deedt zyne Wiskundige wetenfehap op het Weefgetouw op; even zo ontwikkelde zich deze natuurlyke bekwaamheid in den tegenwoordigen Lector te Leyden, den geleerden Fas,. en ook by den Schry¬ ver van het bóven aangekondigd 'werk, don fchrandcren de Hartog; wiens natuurlyke aanleg, voor de Wiskunde, in zyne vroege jeugd, aan den Predikant te Randwyk, in Gelderland, D. Walraven, (thans Hoogleraar te Amlterdam) bekend zynde geworden, gaf zulks aanleiding, dat de jonge de Hartog by den Hoogleraar Rossyn bekend wierdt , van denzelven enige handleiding en kennis van Boeken bekwam, en weldra de lhelfte voordgangen in de Hoge Wiskunde en daar mede verknogte wetenfchappen maakte. De Hartog, niet te vreden, te kennen, al wat door anderen mogt zyn uitgedagt, was fteeds op nieuwe vindingen uit. Zyne uitdenking van ene Ophaalbrug, die fteeds in evcnwig't zy, is bekend uit het IVde Deel, ifte St. der Verhandel, van het Utrechtsch Genootfchap. Wy zyn ook onderligt, dat hy onlangs ene algemene Formule heeft uitgedr.gt, fchoon nog niet bekend gemaakt, waar door de inhoud van alle vaten , van allerlye gedaante, 't zy ronde", 't zy ovale, volle of niet .volle, en, in dezen ftaat, liggende of ftaande, met volkomene juistheid kan berekend worden. Het is te wenfchen, dat ene zo belangryke zaak fpoedig, moge bekend worden gemaakt, alzo dit tot dus verre nog heeft ontbroken, en het, volgens het onderfcheid der Integraal en Differentiaal rekeningen, bekend is, dat de eerfte niet altyd naar algemene regelen gaat, zo als de laatfte, en dus veelty ds van ene gelukkige gedachten afhangt, hoedanig de oplosu'ngis, welke Euler omtrent den loop der maan heeft gegeven. De naam van Euler herinnert ons ook, dat de Hartog , bezield met drift, om de Latynfche gefchriften van dien en andere grote mannen te kunnen lezen, zich voor enige jaren, door zyn eigen vernuft, met dien geestdrift en dat gelukkig gevolg op de Latynfche Taal toeleidde, dat hy weldra in ftaat was, alle Latynfche Schryvers, tot zy n vak behorende, met gemak te lezen. In 1793 gaf hy ook ene Verhandeling, over de berekening van de lengte: op Zee, door middel van den afftand der Maan van de Zon of vaste Sterren, in 't licht, gedrukt by van Keulen, te Amlterdam , waar in de berekening dier lengte, door middel van Tafelen, zeer bekort js: in dat werk is opmerkelyk, voor eerst de nieuwe Sinus-Tafel, van 6 tot 6 feconden: ten anderen de manier, om, zonder de verfnelling der Ster mede in berekening te brengen,, door middel egter van den afftand van Ster en Maan , de lengte te vindeiF, niet min naauwkeurig en korter, dan volgens de gewone wyze, en tot veel gemak voor den Zeeman. Deze korte inleiding agten wy niet ongefchikt, eer wy het bovengemeld werk zelve aan onze Lezers deden kennen. Elk weet, dat de uitrekeningen van vreemde Wisfels in Holf Munt, op de Comptoiren,. veel tyds vereisfehen. De klagten hier over, gaven aan den Lector de Hartog aanleiding, om zyne gedagten te bepalen tot het uitvinden van Tafels, met welker behulp een iegelyk, die flechts de eerfte en eenvoudigfte delen van de Rekenkunde verftaat, de grootfte fommen vreemde Specie, in een ogenblik, in Holl. Gis. St. en penn. kan overbrengen, 't Zyn deze Tafelen, welken in 't boven aangekondigd w erk bevat zyn, en wy ons verpligt rekenen een weinig nader te doen kennen. Het werk bevat 4 grote en 3 kleine Tafelen. De eerfte dcE  I ) pas, nam. de ^3fte regel, want het cyffer is 8. In de twede fom. twee regels; want de 2 wyst den tweden regel uit het vak, en de 6 den zesden regel aan. In de df.hoi; fom, drie regels; de 9, wyst aan den negenden regel uit aet vak; de 2, de twede regel; en de 6, den zesden regel. Voorts heeft men, in deze drie voorbeelden, llegts twee :yffers verder dan de fom gezet, om dat honderdffe delen van Gis. naauwkeurig genoeg was: zie bl xxx. Men heelt aok die twee laatfte afgefneden letters met 2 gemultipliceert Dm de Stuivers te vinden; en zo 'er dan nog wat over blyft, met 16, om de Penningen te vinden. Men kan ook opmerken, dat in het twede voorbeeld van £ 2060, daar onder is geplaatst de twede regel uit het vak, nun. 097813, en niet 097812, zo als in 't vak zelve ftaat, om dat de volgende afgelaten cyffer een 5, en dus hoger dan 4 is, want dan, zeiden wy boven, dat het laatst gefchreven cyffer één hoger moet worden gefteld, dus niet 2 , maar 3 : en zo ook in het twede voorbeeld van £ 926. de negende regel, niet, zo als die in 't vak Haat, 44015, maar 44016. Men ziet ook in dc bovenftaande voorbeelden, dat men zo vele regels, als men uit het vak genomen en behoorlyk onder elkanderen gefteld heeft, alle te zamen optelt, waar na men in de uitgekomene fom, na affnyding der eerfte twee letters, de Guldens, en vervolgeus de Stuivers en Penningen bekomt. Een ieder kan op deze wyze zelve, met zo grote, fom, als hem goeddunkt, de proef nemen, tot zódanigen cours, als hem gelieft, en welke boven ieder vak ftaat, en zo ruim is genomen, dat 'er geen cours voorkomt, welke, hier niet gevonden wordt. De twede Tafel is, gelyk de eerfte, voor Fr. Livr., msgelyks zo ingerigt voor Hamburgfche Marken Lubs; begint met' de cours van 30 en eindigt met die van 40 St. .Het gebruik is het zelfde, als die der eerfte Tafels. Zie de Befchryv. zelve bl. xx en volg. fje derde Tafel, is de voornaamfte, zie bl. xxn en volg.. dezelve begint met 40 % boven aan ; of 20 St. onder aan, by ieder vak getekend; en eindigt met jo8 of 54 Sr., dient voor allerlei Muntfpecien op Parys, Hamburg, Madrid,. en alle andere plaatfen. De opklimming der courfen gefchiod met -h & of ~ St. cn vermids de Wisfeicours meestal in Kronen cn Daalders wordt bepaald, is deze Tafel daar na ingerigt. Begeert men de waarde van Livres en Marken; dan dienen de twee eerfte Tafels. Het begin der courfen is zo laag en het einde zo hoog genomen, dat alle gebruikelykecourfen daar tusfehen bevat zyn. Deze derde Tafel dient ook om Bankgeld tot Kasgeld te maken, zo als de geleerde Schryver bl. xxx aantoont. De vierde Tafel dient alleen voor de Wisftls op Londen, begint met 30 Sch. en klimt met een halve groot op tot 44 Sch. In de Befchn ving van deze Tafelen , welke de Auteur met zeer veel klaa'rhci'd en kortheid laat vooraf gaan , kan men bl. ïx en volg. voor ieder Tafel, voorbeelden vinden. Over deze IVde Tafel bvzonder zie bl. xxvn.i. en volg. Agter dezen IV groten volgen 3 kleine Tafelen, om de delen en onderdelen , bv enige vreemde Geldfpecien voorkomende, in ioofte of ióoofte delen dier Geldfpecien te veranderen : de Eerfte voor de Pond. Sitrl.de Fr. Ltvr., de o „ JJtt* C 14 der grote Tafelen, voor de waarde van Fr. Livres gefchikt, beftaat uit 12 bladz., ieder van 16 vakken, boven welke de waarde der Franfche Kroon of Ecu, van 50 Groten af beginnende, en met 62 eindigende, van bl. tot bl. met een «fc en op ieder bl. van vak tot vak met £ % opklimt. Ieder vak bevat 9 regels, en ieder regel 9 cyffers, zo ingerigt, dat men, de eerfte cyffer van ieder regel affnydende , de waarde van 1 tot 9 Liv. ingefloten, van de opgegeyene fom in Guldens en honderd millioenenfte gedeeltens Gis.; de 2 eerfte cvffers affnydende , de waarde van 10 tot 90 Liv. 111 Guldens en 10 millioenenfte gedeeltens; de 3 cyffers ailnydende, de waarde van 100 tot 900 Livres in Gukiens en in millioenenfte gedeeltens bekomt enz. Het gevvigt der uitvinding vordert, dat wy zulks hier met een voorbeeld, genomen uit den iften groten Tafel, ophelderen. Men ftelle eens een Wisfelbrief ware groot Franfche £ 8000 -: een andere f 2060-: een andere £ 926-: allen tot den cours van 5?ft. Dan zoekende, vinde ik, dat hier te pas komt het twaalfde vak bladz. 9 , boven welke gemelde cours ftaat: aldus: , 58ifr k Nu neme men voor ieder cyffer (niet. 1 1 048906250 I voor de o) in de fom der Wisfel, denzo * 2 097812500 veelften regel uit dit vak: enfehryve het 3 146718750 eerfte gedeelte van dien regel onder de 4 195625000 opgegevenefom, cyffer onder cyffer,be- 5 244531250 ginuende onder die cyffer, voor welke 6 293437500 men hem neemt, en eindigende, in den 7 342343750 ifte en 2de Taf. 3 cyfters verder (als men g 391250000 de waarde in duizendfte delen van Gis. | Q 440156250 begeert; dog is men te vreden met hon- . _ . dcrdfle delen, dan fchryft men altyd een cyffer minder uit den regel, zie de Befchryv. bl. xxx.) in de 3de Taf. 4 cvffers verder; in de 4de Taf. 5 cyfters verder, dan de cy fters der opgegeven fom zich uitftrekkcii. Men neme ook, tot meerder naauwkeurigheid, de laatfte cyffer , welke men opichryft, één hoger, zo dikwyls de naastvolgende cyïïer, die men niet opfchryft, boven de 4 is. Zie hier de gemelde drie opgegevene fommen van Wisfels, volgens dezen Tafel, berekend. £ 8000. £ 2060. £ 926. Gis. 3912I50 097813 44016 ' 2 2934 0978 —— 293 st. 10J0 Gis. 1007I47 „; — \ 2 Gis. 452 8 7 St. 9I 4 „ — |i6 St. 17 4 Penn. 6j 4 ■ Penn. 6| 4 Dus komen de £ 8000. op 3912 Gis. en 10 Stuiv. De £ 2060. op ƒ 1007-9-6. En de £ 926. op ƒ 452-17-6. In de eerste fom of voorbeeld is maar één cyffer, de overige zyn nullen ; dus komt maar een regel uit het vak te S 3,  C ) Ducatè, de Camb'10 en Pefos: de Twede voor de Stheli. en Penn. Lubs; de Derde voor de Grosfi en Den art b\ de Ducaten van Venetien. Zie bl. xx'vi. van gem. Befchryving, tot welke wy moeten heen wyzen. Wy duiven verzekeren, dat zy, welke zich de geringe moeite gelieven te geven, om het gemakkelyk en fpoedig gebruik dezer Tafelen uit die Befchryving te leren kennen, de uitvinding zeer vernuftig zullen" vinden. Mogelyk zou iemant wanen, dat, in de Tafelen van Le Mofne de l'Espike, reeds dusdanig gemak en hulp zou voorkomen. Maar men zou zig geheel bedriegen. De Tafelen van l'Espine zyn niet anders dan een pons afluor tan; 't zyn uitrekeningen van ieder geval, voor onkundigen verrigt; dus zeer volumineus en , wegens de daar in buiten gebruik zynde of te mauw bepaalde"courfen, van geen dienst hoegenaamd. Wy zouden ze dus, by een verflag van ene uRvuRiiug ais cue van de hartog, met durven noemen , ware het niet, om misvatting voor te komen ; zy dienen alleen voor Kronen en niet voor Livres; hv véronderftelt, dat het Bankgeld altyd hoger is , dan het Kasgeld, en zyne Tafelen klimmen, maar met \ \ of y5 St. Met een woord zy'dienen niet dm voor geheel onkundigen; cn zyn flegts de vrugten van Kruijers - werk: maar de Tafelen van de Hartog beftaan uit kunst-getallen, doen zelve, dog op ene korte wyze, werken. Behalven het vernuftige der uitvinding, komt hier nog in aanmerking, de ongelooflyke moeite om zodanige Tafelen, door den druk ia de waereld te brengen , zonder dat in die millioenen cyffers, (zo als wy reden hebben te vermoeden) ene fout is ingeflopen, welke ook van onberekenbare gevolgen zou zyn. Men overwege hier by ook de grote kosten, tot dusdanig werk benodigd, en waaromtrent niets gefpaard is, zynde het zelve op best Mediaan Schryfpapier, met ene nieuwe Letter, zeer zierlyk in 4*. gedrukt. Hartelyk moeten wy dus wenfchen, dat deze zo keurige als nuttige arbeid van de Hartog, niet te worftelen moge hebben, met het vooroordeel van den ouden flenter (*), maar dat de Uitvinder, fpoedig ene billyke fchavergoeding voor zvne aangewende moeite en gemaakte kosten, zal vinden, in een ruim vertier van zyn werk. MUZYK - WERKEN. Londen. Een Rusfiesch Muzikant, met name Lebsdef, is, met de laatfte Vloot uit Indien, alhier aangekomen, en zal ene verzameling van Aria's, op Hindostan.chc (*) In vroege jaren vond Douwes, Examinator der Admiraliteit Tafelen uit, om de Breedte, buiten den middag, te vinden. Naauvrfvk's doe» men m4er beginne, hier op e% acht: msar onverwagt onding by van de Engelfche Regering, een Wisfel van 800 of ioo P. St. ter beJoViing: en, federt geraakten zy by den Zeeman in dagelyks gebruik. Van derzelver vermeerderde en • verbeterde utgave doorj Florvn, is nog onlangs, hy G. Hulst van Keulen, te Amfterdam, een nieuwe druk met een Aanhangzel van j. F. van Bsek Calkoen, uitgekomen. en Bengaalfche wyzen, uitgeven. Daar hy zo wel de talen, als de Muzikaalfche uitdrukking, door endoor verftaat, verwagt men van hem, dat hy de tot nog toe ons niet genoeg bekende Oosterfche Muzyk hier zal invoeren. Volgens bet oordeel van deskundigen, zyn deze Aria's zeer melodiek en pathetiek, gaande midden door de Italiauniche en Schotfche Muzyk. TONEEL- en ander KUNSTMATIG NIEUWS. Parys. Zie hier den ftaar. w»ar in tip afaohmnA* e^„», burg, het Odeon, gebleven is. De Buitenmuren, de Loges der Spelers aan wterskanten van de Zaal, alle de Fundamenten, de Kelders, de Gangen der Loges, nevens het grootfte gedeelte van het Yzerwerk, zyn volkomen behouden gebleven, gelyk ook de grote Trappen en de Haard, behalven een gedeelte van den Schoor ftc en. _ De Muren aan beiden kanten van het Toneel, zyn niet dieper dan 3 duimen ingebrand. Het Standbeeld van Vr.haire. a<* Rnrct-Kppi,i«n a^ overige Toneeldigters, het merendeel van de Spiegels cu jLHiöicis, oyna net geneei van den Kleedkamer, zyn uit den brand gered en in veiligheid gebragt. De Sovkers van het timmerwerk 7vn flf-n-f-o 1^it.tti getrokken en kunnen ligt op nieuw gebruikt worden. Men kan dus hier nir nnm5ii>n a** Aa i.^^^n herbouwen van dezen Schouwburg, de eerfte in zyn ruuic van gcneci europa, met zo groot zullen wezen, 1110 iuu" vau iicmgc ictiqtie, uit agting voor dien groten geest, bewaard had. Wenen. Na dat een Oezelfohan van m npi-r™,*., „;* Aar> eerften Adel, het fraai Muzykftuk van den Kapelmeester J. Haydn : de Schepping, voor 700 Dukaten gekogt had, liet het zelve op den 19 Maart 1.1. het ge* uieiuc iïuk, op net riortoneei, door de beste Meesters, opentlyk uitvoeren. Het Gezelfchap betaalde alle de kosten hier van. en lier dp nnrftno-r-np wlHm. die op meer dan 6000 Fl. gefchar worden, aan den Componist overhandigen. Men gaf, by die gelegenheid, van 15 tot 30 Dukaten voor ene Loge. liet Orchest beftond uit 200 Mali kamen. pn hpt- o-pmI v™ Zangers was naar evenredigheid. Dc grootfte kenners er-  C H3 ) errinneren zig niet, ooit zulk een Mecsterftuk, van zo f 175007 Roebels. Zo dat de balans des Handels, voor- veel natuurlyke uitdrukking en van zo grote konst,|dat jaar, aan Rusland een voordeel van 9 Milloenen gehoord te hebben. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN. Nieuwe Druk - Maschine voor Chitsen enz. De Goud-Graveur., Karel August. E-ehr , in Drcsden, heeft, volgens de Duitfche Konst - bladen, ene geheel nieuwe, zeer vernuftige, Druk - Mafchine voor fyne Engelfche Chitfen uitgevonden, die, boven de gewone drukuvze der hmgellche met Kopren pia ten, ongemene voordelen heeft, vermits men daar me¬ de ongelyk lpocdiger, netter, en zindelyker, kan druk¬ ken, dan met gemelde platen. Deze voordelige Ma fchine bezit de eigenfehap, dat zy in eens doorwerkt zonder dat men 'er een ogenblik mede behoeve ftil te houden. De Drukker heeft, daar by, niet nodig, de verwen lang intefmeren, de platen te wasl'chen, de randen fchoon te maken, en ze dan op het te bedruk¬ ken Lynwaat naauwkeurig te leggen , ten einde het ene drukzel aan het andere past en Uuit; ene behandeling, welke, doorgaans, veel tyds wegneemd. Dit alles word by deze Druk - Mafchine uitgewonnen, en echter kan men daar mede veel fchoner, naanwkeuri- ger en zekerder, werken; zo dat men geen gevaar lope, om er een misdruK by te Krygen, t geen by fyne Chitfen en in grote Fabrieken van zeer veel belang is. Voor 't overige is de toeftel van een zeer eenvoudig maakzel, en juist daar door des te duurzamer, hoe minder dezelve zamengefteld is; ook is dezelve even ligt en gemakkelyk in het gebruik, als de Engelfche, vereifchende geen meer handen, dan deze. De Uitvinder is gereed, om voor desbegerenden, een model van 3 voet. lengte en 4 duim. hoogte, te maken , byaldien men daaromtrent, in gefrankeerde Brieven, met hem kan overeenkomen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Petersburg. De waarde der Goederen, vanhier, in het laatst voorleden jaar, te fcheep uitgevoerd, word op 36 Millioenen 5195 Roebels begroot. Daar en tegen beliep die van de ingevoerden flegts aó Mill. 830186 Roebels heef; opgeleverd. Vaart door het Holsteinscii Kanaal, ia den jare 1798. Het aantal der in dat jaar aan den Tol aangegevene Schepen en Vaartuigen, heeft bedragen 11250. Onder dezen bevinden zig bevragte Schepen . 1497 Dito met Ballast .... 753 1.) Buitenlandfche bevragte Schepen : Van binnenlandfche naar vreemde Havens . 39 Van buitenlandfche naar binnenlandfche — . 150 Van vreemde naar vreemde Havens: a. Uit de Oostzee . . . 661 b. Uit de Noordzee . . . 144 Van en naar Altona. ... 74 c.) Binnenlandfche bevragte Vaartuigen: Van en naar Denemarken . . 69 Van de Schleeswyk- en Holfteinfche Havens aan de Oostzee • . . . 179 Naar deze beiden Havens . . 180 zamen . 1497 Schepen met Ballast . 753 geheel . 2250 Onder de vreemde Schepen, in het gemelde jaar, door het Kanaal gepasleerd, waren: 1 Noord - Amerikaansch, 83 Engelfche, 6 HóHandfche, 296 Óóst* friefche, 160' Oldenburglche, 11 van leveren, 123Papenburger, 18 Bremer, 16 Hamburger, ioLubekker, 15 Hanoverfche , iaó Rostokker en Meidenburger T 75 Zweed - Pommerfche, 139 Brandenburger en Pruisfifche, 8 Kourlander en Rusfifche, 77 Zweedfchej zamen 1164. Pryzen der Granen, op 29 April te Amsterdam. T.VRW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Ggiik Poolfche bonte en witte 220 a 250 Vricfclie Wintergarst . 120 2.14a dito rode . . 2108230 Gron. en Oldamfehe . 1203140 Elbing. en Heugfdie . 210 a 2.10 Zeeuwl. en Ovcnn. Winter 120,1140 Koningsberger . 200 a 215 Dito Zomer . . 115:113a Vriefche . . 185.1210 Dantziger en Elb. Bovenlandfche » 190 a 210 Voorlandfche rode . 176 a 105 HAVER en BuEKWEYT, Zeelandfche . 210 a 230 ROGGE. Bromvhsver . . . 1061 Tm Pmisfifche . . 155 a 1-0 Witte Voeder dito . y°3 95 Koningsberger . . 155 a 170 Boekw. Amersf. cn Gooil. £ 20 a ;o Gedroogde . . 165 a 175 Dito Brab. ea Vfcun. i' ^9a 30 Zaad ,  ( 144 ) Zaak, Gly en Traan. Koolz. JSeeuwsch cn Raap-0!y, per Aam ƒ 8--,f Ovenn. 't Last. . ƒ 77 a 86 Dito Lyn . . - 65J Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 6y| 5 Schep. Rigaas . - i2§ai4 Walv. Tiran, 't quart. Hennipzaad dito . . - io|au van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ulb. 2 m. ^ jfe jgg- Cadix Lisfabon - 61 fa 6a Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Venetien - 95I Oude ger. dito -5*14,15 Livorno -108 Nieuwe Louis d'Or -11.11,13 Paiys. 2.m.T^Afi g . Guinies -12,12,14 jhto k;.rt. ƒ fc * mo]eil . j Idem in Spec.e - Franfche Kronen .- 57 Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. . ö pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 39I B°. „ k ' , r Dito kort - 40$ — "a,'x W pLt- Wenen id. B*. - iét MAANDELJKSCIIE PRYSLYST der INen ü IT LAND S C H E EFFECTEN. ïnlandsche. Holland 21 prCts. 37 342 prCt. land 2) prCts. 3; a 32 prCt. Friesland 2 prCts. 36 a 38 prCt. Generaliteit en Anticipatie 3 prCts. 36 a 44'prCt Marine 3 prCts. g6± a 36 prCt. Bataaffche Refcriptien 4' prCts. Losbaar 1.799. 79ï a 83h 1800. 61 a dól. 1801 483535. 1802.45349!. 1803.41345!. 1804.40343' Na den Vrede 34 a 37i. (*) O. FC. Lot. 1785011786. 3 prCts. 39 a 41 prCt. ■ Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts 90 a 91 prCt. Dito 4 prCts. 77! a 78!- prCt. Dho 4 prCts. met premie. 86è a 88 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 65 a 66 prCt. Roomftihe Keizer 5 prCts. 53 a 56 prCt. Dito 4 prCts. 44 a 46* prCt. 4! prCts. Losbaar 1799. 904- a oi* prCt. 1800. 794 a 80. 1801—1807. 75 a 60 prCt. Dito 5 prCts. 82 a 82! prCt. Idem van 1 7beri798. 68 369 prCt. Rusland 5 prCts. 75 a 76 prCt. Zweden 5 prCts. 91 a 92 prCt. Dito 4: prCts. 88 3 89 prCt. Dito 4 prCts. 86 a 87 prCt. Denemarken. Toli. 4 prCts. 95 a 96 prCt. Dito Holftein 96 a 97! prCt. Dito Leen en Wisf. B. 92Ï a 93 prCt. Dito Kroon 91 a 92 prCt. Amft. 29 April 1799. (*) De Pryzen der Bat. Refcript. zyn vaii Dingsdag 30 April. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlonene Week. is geweest: te Amfterdam 156; en te Haarlem 18, onder weiiven laaoten 10 oeneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. Stockholm, den ^ April. Men heeft alhier waar genomen , dat de Oostzee een half El gevallen is. Een yerfchynzel, dat federt Eeuwen, geen plaats gehad heeft. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. April S BAR0"1 ther- "ygro- streek j * ' < me- mome- me- der /yy' (_ ter. ter. ter. wind. C29. 7 46! 68 n, 24 {29. f\ 47ï 79 — ^29. 84 40I 73^ — C29. 84 42 65 n.n.o. 25 < 29. 8* 46 63 w.t.n. 629- 7i 38! 72 — C29. 6} 43 70 w.n. w. 26 <| 29. 7 46! 65 n. w. c.29- 8 40 77j_ n.n.w. C29. 84- 44ï 71 n. w. 27 <29- 81 48 65 w.t.n. c.29. g\ 40 71 n. n. w. C29. 8 44 81 z.w. 28 < 29. 7} 46I 92 n.n.w. (29. 74 41! 78 n.w. C29. 7ï 44 83 n. n. w. 29 129. 84 48 77 — L29- 9t 39? 79* n. C29. 9! 48 79 n. 30 < 29. 9' 51I 69! n. t. w. / 29. 9's J 41 » 80 1 — luchtsgesteldheid. betrokken, harde wind. wolken, harde wind; namiddag een regenbuy met wat fneeuw. de vorige nagt hagelbuiien; 's morg. fheeuwbuijen; verder omtrent betrokk. 'savonds htii'iü. omtrent betrokken. voormidd. regen; verder bewolkt en buijig, harde wind. voormidd. betrokken; tuslchen beide regen; verder bewolkt. voorm. omtrent betrokk, 'snamidd. bewolkt; 'savonds beüokken. Thermometer in de afgelopen maand April. Hoogst den isden 'smidd. 58 gr. Laagst in den nagt tusfehen den e en 3den 24 gr. Gemiddelde hoogte ogt., midd. en av. 43^ gr. is 8-Jfi gr. lager dan in April 1798. BEKENDMAKINGEN. *** Ingevolge den last, door JANUS aan zynen Vriend SIGISMUNDUS NICODEMUS A LATERE en.verdere leden van zyn Vereenigings Committé (men leze bier over zyn laatfte of 156 No. na:!) opgedragen, om, by de meest gefchikte gelegenheid, het register op zyn Werk, met de nog ontbrekende Titelplaat, in het licht te geven; wordt heden dat Register met de Titelplaat des derden Deels van JANUS VERREZEN uitgegeven. Ter gemoedkoming der verbeeldingskracht, zal voor die geenen by w elke dit Zielsvermogen een weinig dof of beneveld is uitgevallen, by dit alles nog eene lichaamlyke uitlegging van de boven aangekondigde Plaat (waar meede dit werk nu geheel compleet is ,) te bekomen zvn. De uitgaave gefchied, by de geuoone Uitgevers en verder alom. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 280. NIEUWE al gemene* KONST* en LETTE1-BODE? VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 10 MET. BERIGTEN. RUSLAND. je etersburg. De beroemde Oudheidskenner en Schryver Kohier, is tot Infpector en Chef van het Keizerlyk Kabinet van gefneden Stenen en Medailjes benoemd. Dit Kabinet is reeds een der rykften van Europa, bevattende meer dan 30,000 ftukken, uit byna alle bekende verzamelingen, byeengebragt. GROOTBRITANNIEN. Londen. Volgens ene opgave, in de publieke Dagbladen gedaan, zyn, in het jaar 1798, in het groot Inëntingshuis dezer Stad, 2587 perfonen van de Kinderziekte genezen. 265 derzelven hadden de natuurlyke pokken; en aan 575, meestal volwasfenen, waren de pokken ingeënt: boven dezen waren 'er nog 1747 kinderen, van weinige weken tot op 5 jaren oud, ingeënt, van welken flegts 3 kinderen, enkel door toevallige kwalen, ftierven. Deze Menschlievende Stigt.ng word enkel door vryvvillige intekening onderhouden. De Hertog van Tork is 'er Voorzitter van en de Hertogen van Bedford cn Devonsfdre zyn Vice-Pre- XI. Deel. fidenten. 'sjaarlyks houd het Genootfchap ene plcgtige byeenkomst en middagmaal, in London-Tavem, waar by nieuwe Intekeningen ontvangen cn nuttige fchikkingen beraamd worden. Nog fpreekt men thans zeer druk van het opregten ener nieuwe Asfociatie ter Inenting van de Koepokken; waar mede men, federt enigen tyd, aan vericheiden volwasfcn lieden en kinderen, proeven heeft genomen, die doorgaans gelukkig uitgevallen zyn. De Ingeënten kregen, na verlooD van weinige dagen, zonder de serinpftc tp- kens van ongefteldheid, enige pokken op den arm, en dan was alles wel. Men heeft verfcheidene der op die wyze ingeënten, het pokgift ingeënt, ook by pokkenden te bed gelegd, en by geen derzelven ene nieuwe beihietting vernomen. FRJNSCHE REPUBLIEK. Ti . T._ „I . ... . 1 • i ^ „ . x-akys. m piaars van oen overledenen mtjaulx, is de B. Gregoire tot Bibliothekaris der Boekery van het Tuighuis aangefteld. Een onzer oudfte en beroemdlle Sterrekundigen de B. Lemeunier is, te Lifcux overleden. Onder de alhier aangekomene Kunstftukken uit Turin, bevinden zig de Portrai ten van Dr. Lm her en zyne Vrouw, door Holbein gefchilderd. T Uit-  C I4<* ) Uittrekzel enes Briefs van Parys, gedagtekend 7 Gcrm. jaar 7. (i7sÉ99-) Men had zekeren brief van Voltaire, gedagtekend van den 14 «\ug. 1767, en inhoudende enige onder de pen van Voltaire byzonder merkwaardige uitdrukkingen over den Kristelyken Godsdienst, onlangs, als een onuitgegeven ftuk J aan den B. Bourgoiug ter hand gefteld. Deze had het, ais zodanig, aangenomen en a-an anderen vertoond. De B. Marron, het mede. gezien hebbende, maakt 'er gewag van m het Journal de Paris, by gelegenheid van zeker voorafgegaan arftkni roti ten tvtel voerende: over Vul- taire en over Jefus Christus. • Beaumarchais belgt zig over het fchryven van Marron, cn haald hem niet weinig door in een nieuw artikel van het zelfde Dagblad; zig houdende evenwei ais 01 uic iviuuun, met' wien hy te doen had, niet konde zyn de gewezen Kapellaan van het Hollandsen Gezantfchap, voor wien hy veel achting en genegenheid betuigt; maar veel eer de een of andere Roomfche Priester, van dien naam, zyn moest. Beaumarchais fchynt hier by de echtheid van den bewusten brief van Voltaire in twyf fel te trekken. Marron blyft niet in gebreke, en kaatst den ongezouten fcherts van zvnen tegenftander met fchampeier fcherts af, teffens aankondigende, dat hy het daar by laten zoude. Beaumarchais is tot nog toe niet weder opgekomen; maar de B. Roederer merkte, dezer dagen, in het Journal de Paris, op, dat men zig van beide zyden vergist had; dat de bewuste brief van Voltaire niet onuitgegeven, maar door Beaumarchais zelve n, in zyne uitgave der werken van v^n„:r. («intaüMt was. Voorts onderzoekt Roederer, welke de ware gedachte van Voltaire over den Kristclvken Godsdienst g weest zy, en dit onderzoek loopt si.d+ ~~ a. t r„>\cAP „„„f „it- . waar heen de B. Mar* ton het fchynt gerigt te hebben, maar dat, in zyne betrekkingen, veel voegeiyner uuoi encii auuetvu, door hem, vciKiaard Kon woraen; nainciya., r tairl nfinfiei den Godsdienst zclven, dan het bygeloof, had aangetast, dat zyne, meestal febimpende tegenwerpingen oneindig mëér op het Roomsch-Ca thoyk fystema, dan op het eigentlyk gezegd Kristen j : ^0„nciAi„i? mm. en dar hv. zo al niet de waar heid' ten minften de nuttigheid van dit laatfte, mits ere behoort*.ke zuivering, ten vouen erKenoe. a;1 rrpO-hil annlridinff rreffeven hebbende uit ,v«unmi vsfi Voltaire zvn deze : hv fchreef, in ftt^T. san yvnen vriend Damilaville: „ Daar komen thans dagêlyks in Holland alle veemdfte gefchrif. ten uit. Ik "zie met leedwezen, dat men ene gant- „ fche Boekery heeft tegen den Kristelyken Gods» „ dienst, dien mar behoorde te eerbiedigen. Gy weet „ dat ik denzelven nimmer aangetast heb, en dat ik „ hem, zo al gy, nuttig houde voor Europa." Roederer heeft hier by vergeleken deze tv.ee merkwaardige plaatfen, uit eert gefchrifPwan Voltaire, gctyteld: Brief over de Engelfche Schryvers, die tegen den Godsdienst gefchreven nebben. „ Het is te beklagen, dat een zo verheven geest „ als Bolingbroke, tot aan den wortel hebb^ willen trit„ roeijen enen boom, welken hy ten hoogften nuttig „ konde maken, door het uitfnyden zyner ntutcloole .. taWrpr» 011 hpr zimwpn van- wnp- mns." En wat verdc-, fprekende van den Priester Mestier, die. 70 art hv. r.tne. ttarnr.hiaanen wilde verloslè/t «/»« liet Uil/ «1» flndttltuttt . dnr.r hem «elven twintiff jaren lang gepredikt: ,', Waarom, (voegt hy 'er by) „ nun ene noouzaKeiyive vieze aigciiomcn, uic aii^<~u A~ „nU..:.*n ~~i~A«Aan UoloH-on l.nn9 T-Trtt- fYf>lnrvf 1 ail ,, uc gcuemic mideuiueii lh-h-ll^u iyüij t iiv. g^.w. ...... „ ftraffen en beloningen na den dood , is een onont;, beerlyke teugel voor het volk. De Godsdienst, be„ hoorlyk gezuiverd, zoude het eerfte goed voor de .. IVT-iatlr-'PiannT? 7vn." Zie hier de vleijende regels van Beaumarchais aan Marron. „. Want indien, (het geen ik uit het be- „ WUSt aitlKCl IUCI gcruvcil r.<.iu,j gy u\gy~ua.L „ geachte Hollandfche Kapellaan Marron waart, zo „ eer en bemin ik u, en ben gereed om van u te „ zeggen, het geen Voltaire van den' groten Bonnet „ gezegd heeft, dat hy, alleszins, ver boven zyne „ théologie verheven was." Eergisteren neett net ïnjtitm ivationai, uc pianc ontdekkingen bevatten en in de XX Delen der Gedenkft. dier Academie vervat -zyn : en waar van een uitgewerkt vertlag door Fotjrcroy in de Encyclop. Meth. felon l'ordre de Matiere, Chem. Pharmac. en Metalluog. T. III. gevonden wordt : en waar uit blykt,_ dat hy niet alleen de grondlegger der gehele nieuwe Scheikunde, maar ook de man is, die de zaden van alie toekomllige ontdekkingen heeft gelegd. De proeven van Priestley over de luchten noopten Lavoissier, om de nieuwe verfehynzelen in den grond te onderzoeken , volgens een wel doordagt plan, en met behulp van vernuftig uitgevonden werktuigen. Hy vong aan met de proeven over de luchtvormige vloeiftoffen , die zig by de ontbinding van zommige zelfftandigheden ontwikkelen, zeden van Helmond, en bemerkte de onvolkomenheid dier proeven: hy vestigde zyne aandagt op die van Black, over de vaste-lucht in de loogzouten enz.; hy gaf, door eenreeks van proeven, ene berekening aan de hand, van de hoeveelheid der vaste lucht in de lichamen, en bewees, dat de eigenfehappen der vaste lucht altyd dezelfde waren, en kwam vervolgens, uit de overeenkomst der kalkaardens met de metaalkalken op het denkbeeld, of ook in dezen een foortgelyke luchtvormige vloeiftof ware vastgelegd, daar het bekend'is, dat de meeste metaalkalken, door by voeging van koolftoffen of uitgebrande houtskool, door dc fmelting zig wederom tot metaal herftellen. Lavoissier bevoudt, door ene fchrander ingerigte proefneming, dat de dampkringslucht even zo veel in uitgebreidheid en gewigt verminderd, als het metaal toegenomen was. In een andere proef, by welke een ftuk zwavel met phosphorus wierdt verbrand, wasde zwavel in vitrioolzuur, en de phosphorus in phosphoruszuur veranderd , en beiden hadden even zo veel in gewigt toegenomen, als de dampkringslucht verminderd was. De gewigtige uitkomst was, dat de metalen, by hunne verkalking, en de brandbare lighamen, by hunne verbranding, ene luchtvormige vloeiftoffe uit den dampkring aantrekken. Maar, van welken aart is nu die vloeiftof? Hy bevondt, door proeven , dat die aangetrokken vloeiftof gefchikt is tot onderhoud der vlam, en bekwaam voor de ademhaling; dat dit beftanddeel der dampkringslucht, uit een yeerkragidgen ftaat, tot een vast lichaam veranderd zynde, zich met de metalen verenigt en dezelve zwaarder maakt. Door ene proef met de kalk van levendige kwik bewees hy, dat de zuivere lucht dat beftanddeel der dampkringslucht is , 't welk voor de ademhaling bekwaam is, en door alle brandende lighamen wordt aangetrokken, even als door de metalen by hunne 'verkalking. Een zekere trap van hitte doet dan de metalen de grondftorfe der zuivere lucht aantrekken en daar mede verenigen;-en hier op rust de verkalking der metalen. Nu bleek , dat de vaste lucht niets anders is, dan zuivere lucht met koolftoffe verenigd. Hier h.dt Lavoissier dus den fieutel gevonden tot het verklaren van duizende verfehynzelen, en tot het kennen van de geheimen der Natuur. Geen wonder dan, dat hier op de éne gewigtige ontdekking de andere opvolgde. Thans kou de hoeveelheid der zuivere lucht in den dampkring, ook van de aantrekking eu ver minde ring, by elke verbranding van een lichaam, berekend worden. Vele zelfftandigheden wierden nu Scheikundige elementen, en, die tot dus ver voor elementen waren gehouden , wierden nu in hunne beftanddelen ontbonden. Zwavel en Phosphorus waren federt niet meer zuren , met brandftofFeii overladen, maar grondftoffen, door vereniging met de grondftoffen der zuivere lucht, in zuren veranderd. Het water wierdt nu in deszelfs beftanddelen, in zuivere eu brandbare lucht, ontbonden, waar uit de verkalking van yzer in water, verklaard wordt. Nu bleek de aart der ademhaling en de invloed der lucht op het dierlyk leven eu den groei der plantgewasfen enz. uit al het welk, de val v-ü/t s'tahliaanscii Leerftelzel moest voorfpeld worden. De uitkomst van dit alles, ('t welk wy niet dan met een vinger kunnen aanroeren, en in dit fraai vertoog dubbeld verdiend gelezen te worden) was dan , dat Lavoissier pen leerftelzel bouv.de, 't. welk door de eenvoudigfte verklaring der natuurverfchyiizclen, byzonder ook door zyhé klaarblykbaarheid, de verwondering ook der volgende eeuwen zal tot zich trekken. Hier op volgt ene vergelyk'mg en tegenflelling van het vorig Stauliaansch ftelzel met het nieuwe van Lavoissier: weike vergehking met dezelfde gemakkelykheid en vloeiende helderheid"wordt voorgedragen, en hier op uoofdzakeljk neerkomt. Volgens Stahl is een phlogist-on, of brandbaar beginzel, aanwezig,, en wordt, by verbranding, ofverLlking van metaal, los, en daar door oorzaak van licht eu warmte 1 maa|,, volgens Lavoissier, wordt, integendeel, by verbranding , of by verkalking van metalen, ene ftoffe uit den dampkring aangetrokken; het licht en warmte is de wannte ftoffe> by de ontbinding der zuivere lucht, losgemaakt, en die aangetrokke grond ftoffe wordt wederom, door Je vereniging met de warmte ltofte, uit de metaalkalken uitgedreven. Stahl ftclde de aanwezigheid van een grondbeginzel', 't welk geheel denkbeeldig en nergens te vinden was. De ftoffe, 111 Lavoissier's ftelzel, is vatbaar voor zinnehke gewaarwording, en kan, mot'warmte ftoffe verenigd, als lucht, worden daargcftekL Waar Stahl ene uitdryving van ph/ogiston neemt , ftelt Lavoissier ene aantrekking van de grondftofte der zuivere lucht; en omgekeerd, waar de eerfte ene by voeging van phlogiston vereischt, bew> st de laatfte ene uitdryving. der zuivere lucht proefonderyiidelyk'. Cit Lavoissier's leerftelzel worden alle natuurverlchyiizelen , e;ai gemakkelyk, verklaard. De nieuwe Scheikunde hadt, gelyk alle nieuwe uitvindingen, met ingewortelde begrippen, cn eigenbelang te. worT 3  C 150 ) ftoen.' Maar zodanig was haar kragt ea luister, dat zy weldra over die hinderpalen zegepraalde, en zelfs de yverig11e tegenftanders tot hare leerlingen en bewonderaars hervormde. Het vernuft van dezen groten man was niet in den kring der Scheikunde bepaald: in 1793 overtrof hy de fchranderfte mannen van Frankryk in do bepaling van de Meridiaan ; in 't werk der nieuwe Mate; in de be\ordering van den Landbouw. Met de grootmoedigfre gevoelens en verhevenfle bekwaamheden paarde Lavoissier. een zacht cn minzaam karakter. Een aanzienlek gedeelte van zyn vermogen beftcedde hy tot hulp z ner Medeburgeren ; tot bevordering der Wetenfchappen ;" tot aanmoediging der weetgrage Jeugd. In zo veel grootheid hadt hy de diepfte achting voor anderen. Zyn huis, de grote werkplaats der gewigtigfte proeven, was tevens de vergaderplaats van la Place, la Lande, Morveau , Fourcroy, Monge', Vauquelin en andere, zo m- als uitheemfche, vernuften. Deze gro¬ te man wierdt, te midden zynerglorieryke loopbaan vaneen Zo nuttig als weldadig leven, in den ïeeftyd van nog geen 48 jaren, aan zyne Echtgenote, aan zyn Vaderland, aan zyne Vrienden en aan de Wetenfchappen, ontrukt, en als een Misdadiger, zonder befchuldiging, ter dood veroordeeld door een Rechtbank , die .... zig niet ontzien heeft, menfchen even ais dieren te flagten; door Rechters, die, doof voor de ftem van geheel Europa, en van hun eigen geweten , hunne zwarte wandaden, onder den zo dikw) Is misbruikten naam van Vaderlandsliefde, wisten te verbergen enz. — Lavoissier ontving en onderging zyn doodvonnis met zyne hem byzonder eigen grootheid van ziel. Een verroek van 14 dagen uitftel, alleen om, met gewigtige ontdekkingen , zyn Vaderland nog enen laatften dienst te doen, wierdt hem door zyne beulen geweigerd, en op den 8 Mei 1794, onderging hy, met nog 28 anderen, onder welke ook de Vader van zyne Echtgenoot was, den dood, en, (zegt Deiman) zyn afgefcheurd en bebloed hoofd, wierdt door enen ontmenschten beul, aan de vergaderde menigte, als een zegepraal vertoond; dat hoofd, waar in zo vele verhevene denkbeelden hadden gehuisvest; zo vele groot fche ontwerpen waren uitgedagt; en waar in nog zo vele zaden, tot nieuwe ontwerpen voor handen lagen. Doch laten wy een gordyn fchuiven voor deze ontzettende tonelen Guyton, Monge, Bertho¬ let , Fourcroy en andere voorname mannen , verenigen zig, om den draad der ontdekkingen, door Lavoissier gef ponnen, weder op te vatten. Zie daar de zakelyke inhoud van deze keurige Verhandeling, welke van zo veel te meer gewigt is, als zy de gefchiedenis van de Scheikunde in deze eeuw, en haren tegenwoordigen toeftand, op de duidelykfte wyze voor ogen fielt; van zo veel te meer belang, als zy de gedagtenis vereert van een der eerfte vernuften van vorige en deze eeuwen. Wy dun en ons verzekerd houden, dat alle beminnaren van Wetenfchappen, alle hoogagters van uitftekende vernuften, zig verheugen zullen, dat de behandeling der nagedagtenis van Lavoissier en de ontvouwing van zuie uitfte¬ kende verdienflen in zo goede 'handen is gevallen en met zo goeden fmaak is uitgevoerd; terwyl de beminnaars van Letterkunde' en zuivere Weifprekendheid zig tevens verblyden zullen, dat, in enen tyd, waar in magtfpreuken, en luidkhnkende woorden, voor cierl)ken ftyl verkogt en door den bedorven fmaak gretig aangenomen worden , 'er nog mannen gevonden worden, die den eenvoudigen, den waren cierftyl der ouden, in hunne gefchriften kunnen uitdrukken. Het was het gewigt van 't onderwerp, en de goede fmaak van behandeling, welke, onder het horen dezer Redevoering v het Dichtvuur van den beroemden Dichter J. de Bosch dermate ontltak , dat hy, t'huis gekomen z)nde, een overheerlyk en kunftigst Latynsch Gedicht vervaardigde: ytd Johannem Rudolphum Deiman, Medicum celeberrimum, cum Antonii Laurentii Lavoissierii admirabiles in arte chemicd progresjus oratione explicasfet. Dit Gedicht, agter Deiman's Verhandeling geplaatst (*), behoeft voor zeker zo in zuiverheid van Latyn, als in kragt van uitdrukking, voor geen van 'smans veelvuldige fchone Gedichten te wyken : vooral is hier, voor kenners, de kunst opmerkelyk, om zo moeilyke en aan de Romeinen geheel onbekende zaken, als het onderwerp der Redenvoering uitmaken, in zuiver Latynfche Dichtmaat, zo kort en zonder omfchryving, uit te drukken: weshalven wy het overwaardig hebben geoordeeld, om het hier te laten volgen. A D JOHANNEM RUDOLPHUM DEIMAN, medicum celeberrimum, CUM ANTONII LAURENTII LAVOISIERII admirabiles in arte chemica progressus oratione explicasset. Naturae Natura dedit cui pandere fines, Ignis et abfh'ufbs cernere mente focos. Cui Deus ingenii tribuit coelesü's ficumen, Quo terrae vires, quo penetraiet aquae, Quemque, Prometheis munitum peétora flammis, Jusfit in aetheria nedtare fede moras; Cor.tetnplaturum, quidnam circumfluus aër, Fixus, materia feu refolutus agat, Ut, deflagrati fupeans in calce metalli, Combusto haud minui pondera, at aufta velit. Hinc (*) Het zelve is ook afzonderlyk gedrukt; en liet is deze druk, dist» wy, by deszelfs overneming, in oiis blad, gevolgd hebben.  Hinc quae nata falus, quae lux tiberrima, noscat, Causfamm effeétus discere q lisquis amet. Lavoisierii fuit haec induftria, ut omne, Quod natut'a tenet, fponte videret iter» Ingenioque fuo magni primoi'dia coeE /Eris ab ignoto ferret aperta finu; Quaeque latent oculos tenuisfima materiai Corpora, et haec oculis conlpicienda daret. linde falutife.is fax est accenfa inagiftvis, Quae medici exhilarat lumina, quaeque fabri. IHe vir, ille luis qui tanta laboribus orbi Attulit ignaro munera et artis opes. IHe vir, ille hominum meritus de prole triumphum Invidiae cecidit vi&ima dira trucis, Et, pudor o fecli! laceratus corpore toto, Tanquam Sejanus feu Catilina foret, Praebuit infanis caput a ceivice revulfura Civibus; hic fummae fcüicet artis honos. Talia, qui nwgnas decorarunt moribus urbes, Socratis et Samii fata fuere viii. Haec, deimannb fagax, quem candor amabilis omat, Quae capiat Virtus praemia iniqua doces. At, licet haec fevis jaceat calcata tyraimis, Major ab infanda caede refurgit bumo; Et micat, ut tencbris Tol ccüero vifus opacis Splendidior radiis ex oriente redit. Haec fua vel feris inventa nepotibus offert, Plura bonae frugis geimina ut inde legant: Hujus et in dumis venerentui' funera, ut olim Sandra Syracofii Tullius osfa fenis. H1ER0N YMUS de BOSCH. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Fransche Republiek. Memoires politiques et militaire, poitr fervir a l'histoire Secrète de la révolütion Francaife ; puifés dans les memoires manufcrits de differeus Généraux, Commandans de places, Espions et Agens Secrets, tnnt en France que chez 1'Etranger, avec cette epigraphe: // est tems, que les Hommes et les .fait s révolutionnaires foient remis d leur place. Deux Volumes in 8°. de 630 pages. Prix 8 Francs. Paris, chez F. Buisfon. Ten einde een denkbeeld van deze Gedenkfcbriften te geten, zullen wy het Advertisfement van den Schryver, dat aan het hoofd van het eerfte Deel geplaatst is, hier ïhlasfchen. „ Men zal, zegt hy, in dit werk den fleutel vinden van de voornaamfte Staatkundige en Krygskundige gebeurtenisfen der Franfche Revolutie Het is, om zo te fpreken, nog de ongerepte fchat van de geheimen van onderfcheidene Generaals, Commandanten van Steden, Spionnen en geheime Agenten, zo wel buiten 'sLands, als in Frankryk. Niets was daar van bekend, uitgenomen enige wezenlyke byzonderheden nopens de regering van Lodewvk den XVI. Men heeft niet kunnen nalaten van ze in enige Hoofdftukken te herinneren, om dat zy met waarheden verbonden zyn, die de redenen, welke de grote omwending bepaald hebben, hoe langer hoe meer wettigen. Voor het overige zyn de meeste bouwfloffen, waar uit ze zyn faamgefteld , ons geleverd of in het eigenhandig gefehrift der handelende perfonen , of van ooggetuigen; anderen hebben ons hunne portefeuilles geopend; dikwerf hebben wy de zaken uit hunnen mond opgefchreven; meer dan eens hebben wy kostbare reizen ondernomen om ons den fleutel van de ene of andere grote gebeurtenis te bezorgen;. daar wy overtuigd waren, dat het enige middel, om daar toe te geraken, dat men eenmaal ene waarachtige en volledige gefchiedenis van onze omwending fchryve, daar in beftaat j dat men afzonderlyk en met ene- onpartydige hand, de onderfcheidene bouwftoffen tot dezelve verzamele, en zich tevens tot ene wet ftelle om de gebeurenisfen niet dan uit hare bronnen zelve te putten ; wy zullen ons gelukkig achten, indien dit belangryk gedeelte van gefchiedkundige lesfen iets kan toebrengen tot de verbetering van onze natuurgenoten , en ons alzo enigzins fchadeloos Hellen kaa voor verfcheidene jaren onderzocks en moeil) ken arbeids!" Tot dus verre de Schryver: zonder het byfehrift van dit werk geheel over te nemen, of toe te ftemmen, dat de Schryver het zelve volkomen nagekomen zy, nioet men echter bekennen, dat deze Gedenkfcbriften ene zeer belangryke leCluur opleveren ; vêrfchéïdenë duisterheden ophelderen verfchillende gebcurtenisfen verklaren , waar van men de' aanleidingen en de gevolgen niet wist; dat zy verfcheiden perfonen, die in de omwenteling enen rol gefpeeld hebben, met zulke trekken affchikieren, onder welke men niet gewoon was ze te befchouwen. Het zyn echter minder Gè*denkfehriften, dan wel bouwftoffen tot'Gedenkfcbriften. 'Erheerscht byna geen andere order in, dan die der tydreke-ning. Van 1788 af, tot aan het ja: 1 7 van de Republiek, ingelloton, fprokkelt de Schryver, enigzins op g-edgeiuk ;.f, op het wyde veld der omwenteling; maar zyne oogst is overvloedig in puntige anekdoten, in politieke eu krvgskundiee b\zonderheden, die men te vergeefsch elders zoeken zou. 'Er zyn 'er, vooral van het laatfte foort, die betrekking hebben tot de veldtochten van onze legers der Ooster- en Wester-Pyreneën, en die uit zeer echte bronnen, fchynen geput te zyn. De Schryver is overal billyk in zyn oordeel.. Hy wacht zich, van enkel op goed geloof af, te loven ofte laken.. Een oprecht Republiekein-zynde, zonder echter een dolleman te wezen T verfoeit hy alle buitenfporigheden, aam wat  C 152 ) waf zyde ze ook gepleegd mogen zyn; hy laat zich even min door den fchyn des misdryfs verblinden , als door dien der deugd verleiden; by rukt menig masker af en fpreekt menig tlacluotter vry. Met een woord, deze Verhandelingen , zo men ze dien naam wil laten behouden, zullen onder die genen behoren, welke, met kalmte en zonder drift gefchreven, der onpartydige Gefchicdkunde t'euiger tyd ten lichtfnoer zullen kunnen dienen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huisho ukunde , handwerken." en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 6 Mey te Amsterdam. TARW. Het Last| GERST. Het Last GgW. Ggld. Poolfclie bonte en witte 220 a 2501 Vriefche Wintergarst . 1203140 dito rode . . 2103230'Oron. en Oldamlthe . 120 a 140 Elbing. en Heugfche . 210a 2 ïolZeeuwl. en Overm. Winter 1203140 Koningsberger . 200a2r.5 Dito Zomer . . 1153132 Vrièfche . . iS.5a2ioJDantzigtr en EIb. Rwenlandfcne . 1903210 VimrlandTche rode . 1763195 HAVER en BOEKVVEYT. ZeeUndlclie . 210 a 230 ROGGE. Brouwhaver . . . PruLfifche . . 155 a 176 Witte Voeder dito Koningsberger . . 155 a 176 Roekw. Amersf. en Gooil. £ 29830 Gedroogde . . 165 3 175 'Dito Brab. en Vlaam. £ 29 a 30 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwen en Baip-Oly, per Aam f 85$ Ovcnn. 't Last. . / 77386 Dito Lyn . . - .64$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 67% 5 Schep. Rigaas . - i2§ai4 Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - iofan van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode ... - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ 60 ' *fe $k Cadix 60 Lisfabon - 6i| Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Venetien - 94 Oude ger. dito - 5,14,15 ïjvomo - 108 Nieuwe Louis d'Or - 11,11,13 S*ry--2;m-|inAsfign.-6c|a| Guinies - 12.14,16 dito kort. ƒ * PiftoVai Idem tn Specie - Fran.'diC Ktrr.n • » Londen. 2. m. - Q Nieuwe Ryj^j, . 6 pc*. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 39! B°. B k . j,, c Dito kort - 40? — " » r~ Wenen id. B°. - 364 a f Gedurende de maand April zyn, in Alkmaar, overleden, 34 perfonen, nam. 9 mannen, 10 vrouwen en 15 kinderen, waar onder 3 Doodgeb. 7 beneden 't jaar; 3' van 1 tot 5 • 2 van 5-10;' 2 van 20-30; 2 van 30-40; 3 .van 40-50; 3 van 50-60; 3 van 60-70; 3 van 70-80 en 3 van 80-00 jaren. * STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Mey ) BAR°" THER_ hygro- streek luchts- 1700 \ me" mome- me- der gesteld- 'L ter. ter. ter. wind. heid. f29. 9; 42 784 n. ' 1 ^29.85 481 71 w.t.n. betrokken. £29. 8 40^ 72 z. C29. 7 *45* 73 z.o. 2 < 29. 7 54 63 o. bewolkt. (-.29- 7 __4Qï_ _7g n. n. o. C29. 7 47 ï 72 n. n. o. 3 \ 29. 7* 47i 681 n.o. omtrent betrokken. C.29- 7* 43^ 74 n-t.w. C29. Zh 47 78 o. n.o. voormidd. omtrent be- 4 < 29. 8} 56 63 trokken; verders be- C.29- 8j 455 67 n. o. wolkt. ('29. 8 481 73* o. n.o. 's morgens betrokken; 5 / 29. 7\ 58i 63I — verders omtrent helder; '29. 7% 51 69 W- o. zeer windrig. C29. 7f 56 78 o.z.o. bewo)k ,s avonds 6/29.7? 71* 6ï\ o. n.o. donder met regen. / 29- 7'ï 85 75 n. o. ^ C29. 5l 585 855 o. 's morg. betrokk. voorm. 7 / 29. 5$ 725 635 z.o. bewolkt; in de namidd. C29- 5i / 55i 95 z. en 'savonds regen. * 's Morgens ten vier uren 32 gr. hoeveelheid van gevallen en uitgewaass e md water, te alkmaar. Gedurende de Maand April 1799. Gevallen 33 Lynen: Uitgewaasfemd 21 Lynen. BEKENDMAKINGEN. V In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz., te Haarlem, en alom by de meeste Boekverkoopers, wordt heden uitgegeeven a 8 Stuivers: DIRK de BEKKER, Treurfpel. ,, De bedoeling van dit Tuoneelftuk is , om de nagedarh„ tems van dien Men fchenvriend, omgekomen in het red„ den zyner ongelukkige m'edemenfthen, by de laatfte „ Overftrooming , te vereeren." — Eenige weinige Exemplaren zyn op klein Mediaan Schr>fpapier gedrukt. Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERPLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de : MKVfltlopCM Weck, ïs geweesr: te Amfterdam 140 i'cn du der lamst voriije 125, in plaats van 156, zo als wy .-.bufivelvk geroeid hebben ;") en te Haarietn.,15, onder «reiken iftei 3 ; ■ xJai de 12 Jaren.  A°. 1799. N°. a8x NIEUWE algemene KONSTö en LETTER-BODE- VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 17 MET. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Ï^arys, den 3 Mey. Het Nationaal Inftituut heeft een brief uit Cairo ontfangen, van den Generaal Bonaparte , als Voorzitter van het Inftituut van Egypte, ten geleide van Proces-Verbalen der vergaderingen dier Stigting, federt 1 Frimaire tot den 26 dier maand (van 22 Nov. tot 17 Decemb. 1798.) De Burgers Rolland, Mouricault, Legrand en Mokte, Broeder van den Beeldhouwer, zyn dezer dagen naar Italien vertrokken, met ene byzondere Commisfie : de B. Suivée, Directeur der Franfche Akademie, te Romen, zal eerstdaags derwaarts op reize gaan. De Graaf van Bechtold, heeft, te Wenen, een ftukje, in het Hoógduitsch, Italiaansch en Turks, uitgegeven, over het middel, 't geen men, in het Hospitaal van St. Anthony, te Smyrna, met het beste gevolg, ter genezing van de Pest, gebruikt heeft, en over de manier, om 'er zig tegen te behoeden. Dit middel beftaat hier in, dat men het gehele lichaam met laauwe Oly laat wryven. De Burger Faypoult heeft van Napcis gefchreven, dat hy het vervolg van het werk des Bouwmeesters Pirro Ligorio (zie onze vorige N°. 277.) 't welk aldaar voorhanden was, had afgezonden. XI. Deel. De Wysgeer der Schilderkunst, de onftervelyke Pousfin, was, gelyk men weet, in het jaar 1594, in het Stedeke Anclely geboren. Het Departementaalbeftuur van de Eure, waar in deze Gemeente ligt, heeft de Regering verzogt, om een of ander ftuk diens beroemden Meesters, met oogmerk om het te plaatfen in een fraaie Zaal van dat Stadje, met een Byfchrift, in marmer gehouwen. Men zal ook onderzoeken , of het huis, waar in hy geboren wierd, nog aanwezig is, om 'er insgclyks een Byfchrift aan te plaatfen, ter aanwyzing van het zelve aan den Reiziger. Byaldien het huis niet meer te vinden is, zal men op het erf een openlyk Gedenkteken oprigten. Enige gedagten over de nieuwste Godsdienst-Geschiedenis in Frankryk. (Uit Henning's Genius der Zeit. Dec. 1798.) Alle Staats - inrigtingen zyn meer of minder Theokratisch; alle erkentenis ener Wetgevende of Gebiedende Magt, is gegrond op het zelfde gevoel, en den zelfden aanleg, in onze Ziel, welken ons eerbied voor een hoger Wezen inboezemen. De mensch onderwerpt zig, meer uit gelove , dan uit dwang, aan de Wet, en wee den Staat, waar in dc gehoorzaamheid aan dezelve, alleen door dezen laatften, afgeprangt word. Oude cn nieuwe Regeringsvormen rusV te-  C 154 ) teden en fteunen op den cerbiedwaardigen fteun van het Volks-gelove, welks ftille kragt meer toebrengt aan derzelver handhaving, dan zeii's de ftaande Legers. Ere omwenteling in Godsdienftige denkbeelden, moet derhalven altyd enen onvermydelyken invloed hebben op den Staat; alle grote gebeurtenisfen« in de vroegere en late e Gefchiedenis, wyzen ons dit verband aan; en de Gefchiedenis van het jjoödfche Volk verdiend, zelfs uit dien hoofde, den naam van ene gewyde Historie, overmits derzelver Schryvers dit ftuk inzonderheid in 't licht pogen te (tellen. Geheel anders nogtars wrogt deze invloed in de aloude Staten , en op ene geheel verfchillende wyze moet dezelve zig in de nieuwen openbaren. By de eerften vonden de Wetgevers het Godsdienflig gevoel in onbepaalde gedaanten, en bragten het tot een Nationaal-geloof, 't welk aan den Staat vastheid gaf, terwyl het zig aan dezen, als een fyn middenpunt, hegtte, en de Vaderlandsliefde door den geestdrift voor de eer van deszelfs Goden veredelde. Hier hebben vreemde denkbeelden , uit andere waerelddelcn afkondig, en aan deze zyde van het gebergte in bep-rlde vormen gegoten, de Noordfche Volkeren onder het jok gebragt en aan ketenen geklonken. Leuven lang liepen Vorllen en Volken aan den leiband dezer vreemde magt, en begaven zig naar Oost en West, werwaarts zy het geboodt. Toen eindelek de Vonten zig weder in hun kragt wilde herftellen, hadden zy nodig verlichting te veifpreidcn cn zig in de armen des Volks te werpen. Zo riep Philips de Schone, in de jaren 1302 cn 1303, voor de eerftemaal den derden Staat tot de vergadering der Ryksftcnden, ten einde, door de ftem van dezen, zyn land ohafhangelyk van den Roomfchen Stoel te maken. De langdurige" gefchillen met de Pausfen waren van het zeilde gevolg op de Duitfche Staatsimigting. De geftrooide zaden wierden met den tyd allem,kens ryp, liepen geftadig voort, en baanden, in Duitschland, den weg voor de Hervorming, en, enige Eeuwen laffer, in Frankryk, voor de grootfte omwenteling van onzen tyd. De laatfte echter ftaat niet zo zeer in dit afgelegen verband met de begrippen van Godsdienst. De fchok, welken dezen, door de fchriften cn pogingen der nieuwere Wysgeren gelden hebben, raakt ons nader en is voor ons van meer belang. Gcdurenden den tyd, waarin Duitschland langzaam voortging, met het zuiveren van deze begrippen, en de Piccikanten inzonderheid het overgeleverd Le.rfcelzel voor tien regtbank van het gezond verftand onderzogten, wierd en bleef, in Frankryk, het gevaar- lyrk zuurdeeg, op goed geluk af, in den ouden klomp van diep ingewevene begrippen, geworpen, en werkte onregelmatig en gedeeltelyk, maar hevig en vernielend. Het Volk bleef onopgeklaard , en de hogere ftanflfn waren boven de verlichting Ik en gedegen. De Adel werkte mede, om de hoge GeeStelykbeid te doen vallen, en de Conftituerende Vergadering wilde ene politieke organifatie van de. Kerk invoeren; maar het merendeel der Geestelykhcid' en van het Volk, nog niet genoeg ryp voor deze.zo cenvouvvcligc verandering , kantte zig daar tegen, of nam ze flegts gedwongen en met tegen?in aan. 'Er ontftond ene rampzaligs fcheuring tusfehen de oude cn nieuwe Kerk, waar van de éne zig op het innerlyk vermogen van overgeërfde vooroordelen, en de andere zig op dc hulp der Regering, verliet, terwyl ze beiden eikanderen beurtlings voor afwykers cn lcheurmakers verklaarden, cn reeds meermalen, door haar krakelen, het Volk op . den rand van enen Burgcrkryg gebragt hebben. Het liegt flach van luiden, die zig, vervolgens, van de zaken meester maakte, had nog meer het hoofd vol van deze zogenaamde wysgerige denkbeelden; endaar geen verheven gevoel van eer en menschlievcndheid het gemis aan Godsdienftige begrippen, by deze lieden , in evenwigt hield, liep hun geheel ftelzel op niets dan verwoesting u t. De Kerken wierden gefloten, en men plaatlte op de omgeworpen Altaren, van bloed ftromende, enen Afgod van revolutionair'vernuft. De ondervinding leerde, welke verwoestingen het ongeloof aanregtte, ra het breai des Volks, dat alleen, door den yzeren band van enen groven Godsdienst, word in toom gehouden, 'en dat' met den veibrokcn keten pronkt; terwyl de befcheiden, verftandige, man, wien ongelukkig de twyffeling bekruipt, haar in het binnenfte van zynen boezem verborgen houd, omniet, door het mededelen van dezelve, hier of daar, een ' têere bloem van Zcdelykheid te knotten. Ach hoe vele verderflyke zaden wierden 'er op dien tyd geftrooid, en wierden ten burgerlyken en huizclyken ongelukkc ryp; hoe vele heilige banden wierden 'er van een gerukt; hoe vele vaste fteunzels om vergefmetenl Het wierd weinig beter, toen eindelyk de gebiedende monfters bcgonden intezien, hoe gevaavlyk het ook voor hun zeiven was, om alle de heilige begrippen uitterooijen, die reeds zo lang in de gehele denk- en gewaarwording? - wyze der menfchen zyn ingeweven, en hoe kragtd'adig een Staats-Godsdienst der Regering in dc hand kon werken. Men erkende op nieuw een Opperwezen en de onftervelykheid der Ziele, en een nieuwe Revolutionaire Godsdienst vervulde - het getyranifeerd Gemenebest. Dog de harten wierden in  C 155 ) genen dele gewonnen: men verachtte den met bloed bemorsclr.en Godsdienst-Stister, en lachte om zyne gemaakte reden. De dwingelandy hield op , de memchheid ademde weder vry. en vergat cie plegtigheden des dwangs : de ongelukkige tyd nogthans had alles, gelyk ene geweldige overftroming, met vuilen modder bedekt. 'Er was zeer veel goeds te loor gegaan, en weinig ware verlichting verbreid geworden. De duistere begrippen van het Pausdom kwamen, van tyd tot tyd, weder uit den fchuilhoek ten voorfchyn, waar in zy gejaagd waren. Dc Godsdienftigheid, welke zig weder van de verydelde gemoederen meester maakte, bragt veel goeds te wege; vele begane cnregtvaardigheden werden vergoed; menig revolutionaire boosuigt wierd door haar met een bovennatuurlyk geweld aangetast, en moest zjn fcbuld boeten, aan het zelfde altaar, 't geen hy geschonden en ontheiligd had. Doch de duistere Geestdryvery rigtte ook veel kwaads aan , en het bloed der wraak ftroomde op den wenk der Priesteren. De Nationale Kerk verhief zich insgelyks op de puinhopen, en ve zamelde hare, veiftrooide aanhangers. Uit dit alles ontftond de verdeelde en afgefcheiden Staat, waar in wy de Kerkelyke Conftitutie thans befchouwen, en die alleen door de verenigde pogingen, niet flegts van alle edelaartig en weidenkenden, maar tevens aller zodanigen, van wien het geloof en bygeloof des Volks afhangt, tot een zamenftemmend geheel te maken was. Enkele mannen zyn alleen bekwaam om het gering aantal hunner aanhangers te verlichten. De voormaals heerfchende Godsdienst is een ruuw geheel. Haar aantetasten is een moeilyk, vrugteloos, zelfs voor de zedelykheid van hare belyders gevaarlyk , werk. Hare Priesters verklaren eiken fteen. waar aan de hand van het beftuur raakt, voor den flotfteen van het gewelf, en verlammen alle werkzaamheid van den man, die zig in hun kring bevind, door de nog niet verkoelde blixemftralen van den ban. By de onbepaalde vryheid, welke van tyd tot tyd de Godsdienst verk'eeg, tragtte elke party zig te vergroten en tc verheffen , en ieder nam zyne eigene maatregelen by de hand, om dit doel te bereiken. De oude Katholyke Kerk arbeidde uit alle hare kragten aan de herftelling der Koninglyke magt, waar op zy haar eigen poogde te vestigen. Zy meende zig van de gevoelens des Prctenclcnts te kunnen vczekerd ie houden, en rekende op een hof vol Spaanfche Gods 'vrugt. Zy beftuurde de Volksverkiezingen, drong zig .in het openbaar beftuur, en wist zig door haren toenemenden invloed van de zaken meester te maken, tot dat zy eindelyk, deels door-de,, door haar eigen moedwil, hier by komende gebeurtenisfen van 4 September, op nieuw in het ondcripit geraakte. DeCouftitutionele Kerk poogde her. Volk van haar aankleven aan den Paus en den voorouderlyken Godsdienst, de Regering van hare verknogtheid aan den tegen woordigen form, te overtuigen. EtVelyke van hare'Bisfchoppen deden een reis door hunne Bisdommen, en gaven een berigt in 't licht van hunne verrigtingen en van de gronden hunner denk wyze. Zy belegden, vervolgens, met behulp der Regering, ene algemene Kerkvergadering, raadpleegden over vele zaken, bellisten weinig, verwierpen zommige te veel in 't oog lopende voorflagen (b. v. om hun Godsdienst in de franfche taal te houden) ten einde het Volk geen aanftoot te geven, verklaarden zig tegen ene ïiicuw opgerigte Gezindheid, en gingen, na verloop van düe maanden, met vele vrome wenfchen, uit eikanderen. Voor de talryke klasfen van menfchen, wien ene verandering van Godsdienst nodig was, of by welken het vermolmd gebouw ten enemale deszelfs heiligheid verloren had, bedagten enige mannen, van meer dan gewone 1'chrandcrheid, in de School der Vrymetzelaren gekweekt, een nieuwe foort van Godsverering, die ene byzondere oplettenheid fchynt te verdienen. Ik bedoel hier de Theophilanthropen. In het eerst hielden Ueg.s enige Familien beilotene byeenkomften, waar in zuivere Zedelcer door den Vader des Huisgezins verhandeld wierd. Weldra wierden deze ftillc byeenkomften bekend; men liet hunne grondftcllingen diukken, en hield openlyke vergaderingen. Door de Regering tevens begunftigd, namen de Gemeenten 'oe, en het Volk kwam horen. In enige Kerken hielden zy, met die van de Conftitutionele Kerk, beurdings Godsdienstoeffening ; by anderen wierd hun zulks, door de bezitters, geweigerd. De Policie befchermde hunne vergaderingen, en, volgens de laatfte berigten, kregen zy, van tyd tot tyd, meer Kerken in en buiten Parys (onder anderen is hun, in den laatften tyd, de voormalige Koningl. Kapel te Verfailles, ingeruimd geworden ), en zelfs buiten 's lands (b. v. te Hamburg) vinden zy navolgers (*). Buiten deze partyen is 'er ongetwyffeld nog ene talrvke klasfe van menfchen, in Frankryk, die hun eigen weg gaan, gene Gezindheid uitmaken, cn hun¬ ne (*) Volgens nog latere, vry naauwkeuiige, berigten , dezer dagen uit Parys ontfangen, hebben deTheophilantrophen reeds aldaar den meesten opgang gemaakt: en fchvuen zy iiaby .de verdwyning te wezen. Aant. v. d. Redact. V z  C 15* ) rie begrippen voor zig zeiven houden, of hier en daar, zo wel tegen alle verlichting, als tegen allen Geloof, fchryven en fchreeuwen. Sedert den tyd van het Schrikbewind echter, is niet meer ene Gezindheid van Godlochenaars voor den dag gekomen, ten minden heeft men daar van niets vernomen. Thans zou de gewigtige vraag te onderzoeken vallen, welke van de verlchillende partyen wel het meeste toebrenge, om den (luier afterukken , waar mede het beeld der befchaving bedekt is, en voor het tegenwoordige en toekomende kiemen van opklaring uitte ftrooijen. Dan welke Zanggodin zal ik ter beantwoording dier vrage inroepen ? By geen van allen zyn wel dc oogmei keu geheel zuiver, ieder heeft zyn goede cn kwade zyde. Ongetwyffeld heeft de aloude Volks-Godsdienst, in deszelfs eerwaardig donker gewaad, door de kragt der op\oeding en het geloof, het grootfte vermogen op menfchen, die niet geheel buiten deszelfs invloed geraakt zyn. By eiken Godsdienst echter, vind leder wat flegts zyn hart daar by zoekt. In den Kristelyken Godsdienst, zo als dezen ons de tyd overleverde, doen zig de ftrydigtte dingen op. Tedere , zuivre, menschlykheid ltraald door in het Ideaal, 't geen dc brave en verftandige man zig van deszelfs eerfte beginzels, van het plan van deszelfs Stigter, voorfteld De grond der knellendfte tyranny, de fakkel voor alle binnenlandiche oorlogen , het zwaard voor eiken gruwel, ligt in de reusachtige gedaante, welke de Kerk, in de duistere eeuwen, aan den zeiven gaf. Onder deze veifchillende bouwftoffen grypt elk naar dat geen, *t welk de meeste overeenkomst met zyne zielsgefteldheid heeft. Niet weinige agtenswaardige Priesters arbeiden, in ftilte, met het grootkragtdadig werktuig, aan ue bevordering van huizelyke, burgerlyke, deugden, aan verbetering van al wat verkeerd is, aan menfehelyke befchaving. Menig een nogthans, door de ongunftige natuur binnen de enge palen zynes Eigenbaats bcfloten, maakt 'er alleen gebruik van, om zyn beurs te vullen, en het duister fanatismus te verbreiden. By de Conftitutionele party heeft het zelfde verfchil plaats: deze fchept uit een zelve dubbele bron, welke nu eens Hclsch, dan Hemelsch, water opleverd. Nergens doet zig een Ideaal op van zuivren Kristelyken Godsdienst, waar in he: ware van. het valfche afgefcheiden, het Volk op ene bevattelyke wyze word voorgedragen, en hun gezegd: zie, dit is uw Geloof, cn dit is het uit misbruik ontdaan Geloof uwer Vade¬ ren. Te zeer had ook ene louter, voor het uiterlyke gefchikte Godsdienst, het innerlyke verwaarloosd. De gemoederen der menfchen hingen cn hangen nog aan Misfen en Rozenkransfen • het grootfte Godlyk gebod, de algemene liefde, wierd daar by over het hoofd gezien, en op geen altaar aan de Meu>chlie\cnheid geofferd. De ondeivinding kon alleen leien, hoe iedig het binnenfte heiligdom des Tempels zy, wiens voorhoven door de omwenteling vernield zyn. In het Cor.ftitutioneel ftelzjl liggen enige gronden van verbetering*, ten minden word, daar doo> , de invloed van vreemde Uaaffche vooroordelen beperkt. Of nogthans de meerderheid der Priesteien, die dit delzel aankleven, uit edelaartige mannen bedaa , en of wel het groter deel derzelven uit ware overtuiging en met zuivie oogmerken, en niet meer uit eigenbe*lang en eerzugt, daar toe overgegaan is, zal ik my niet vermeten te befiisfen. Oiigetwyifeld zyn 'er vele mannen, die uit ongeveinsden Geestdrift handelen, en met yver het goede pogen te bevorderen. De lamp, dooide Theophilanthropynen ontdoken, brand nog ( * ) met benevelden glans: maar zy brandt voor de Menschheid. Natuurlykcr wyze helden de meeste vrienden' van de nieuwe order van zaken naar dien kant; gelyk de aanhangers van de oude zig daar tegen verzetten. Doch derzelver louter' Zedelyke, cenvouvvdige en oncrgerlyke Godsdienst kan zig, in het wezen, met alle Gezindheden verenigen. Verfcheidene pogingen van afzonderlykc lieden (by yoorb. Duponts van Nemours') om ware verlichting te verfpreiden, kunnen ook niet geheel vrugieloos blyven, en, ongetwyffeld, deed de grote ondervinding menig denkbeeld ontdaan, dat in 't vervolg zig met kragt kan openbaar maken. Laten wy hopen, dat de vormende hand des t> ds de verltrooide zaden van het goede zal doen rypen, cn de chaos in een fchoon geordende waereld ontwikkelen. KORT BERIGT aangaande de inrigting VAN DE KONINGLYKE MAATSCHAPPY der WETENSCHAPPEN, te göttingen. (Overgenomen uit een Fransch Tydfchrift.~) De Gottingfche Univerfiteit is in de geleerde waereld bekend, als die, welke federt lang het meeste recht (*) Zie onze vorige Aantekening.  C 157 ) recht heeft op de vermaardheid en de algemene aan-j ducht, die onder hare Hoogleraars de zeldzaamfte bekwaamheden in alle vakken verenigt, en die met de, heerlykde Geftichten voorzien is. Men vindt 'er een Sterrentoren, voorzien met een Herfchelichen Kyker, een fchonen Botanifchen Hof, een Huis, dat gefchikt is voor oeffeningen in de Vroedkunst, en dat waarlyk eer naar een Paleis dan naar een Pluis gelykt; een Mufeum, dat verrykt is met al wat de vier vvacrelddelen kostbaar opleveren; ene onmeetbare Boekery, die ryk is in alle foorten van Bleken (uitgenomen misfehien in oude Uitgaven en Handfchriften, dat is omtrent, in overtolligheden) en verre overtreft die, waar op zich het oude Serapien beroemde, en welke misfehien voor gene andere behoeft te wyken, dan voor de Nationale te Parys; ene Bibliotheek , die voor 't overige in de daad publiek is, vvyl ieder bekend cn ordentclyk mensch , tegen een eenvoudig handfehrift, al, wat hy gebruiken vil, daar uit naar zyn huis kan laten brengen. Dagelyks kan men, op de uren, waar op dit kostbaar Magazyn open ftaat, aan den ingang 'er van, twee onafgebroken ryen zien van menfchen, die 'er in-en uitgaan, om 'er de fchatten weder te rug te brengen, of 'er nieuwe rykdommen te gaan halen, of 'er nalporingen te gaan doen: dit levend tafereel is niet ongelyk aan de byën, die elkander aan den ingang ener korf verdringen. Van binnen gefchiedt 'er alles met zo veel orde, be leefdheid en gedienftigheid, dat men 'er waarlyk niet genoeg op roemen kan, door de Geleerden, die ii dezen gewyden omtrek den dienst van BibliothekarLfen en Secretarisfén verrichten; het is als of men hun dienst deed, zo dikwyls men hunnen goeden dienst inroept, en als of het belang der Wetenfchappen hun perfoneel belang ware. De Catalogus van deze Bibliotheek is 400 Delen, in folio, groo-; Profesfoi Reuss, op wien, het geen ik zo even zeide, inzonderheid toepasfelyk is, en die gefchapen fchynt, om ene dergelyke inrichting te bellieren, heeft byna den gehelen fchat dier 400 folianten, in zyn hoofd. Maar het genoegen van over Göttingen te fpreken. en de behoefte van myne dankbaarheid uitteboezemen jegens deszelfs hwoonders, zou my myn onderwerp haast doen vergeten (*). (*) Mogt toch het lezen van dit kort berigt, den iever opwekken van alle die genen, welke in enige betrekking ftaan tot de f e\dfche- Imiverfiteit, om ook derzelver Boekery op ene foortgelyke wyze , ten algemenen nutte, te doen iniichien. Wat baat toch een kandelaar onder ene floffige koomroaatl Aant. v. d. Redak. j Het oogmerk ener Univerfiteit is, cie Wetenfchappen in den ftaat, waar toe zy gebragt zyn, aan te , kweken; dat varj ene Akademie en van elk ander geleerd Genootfchap is, dezelve door nieuwe ontdekkingen te verryken, haar gebied uit te breiden, en de beücilening derzelve te volmaken, in de hoofdlieden, alwaar men ene vereniging van verlichtte Mannen heeft kunnen tot ftand brengen, is doorgaans de oprichting van zulk een Genootichap gevolgd. Waarom zou men te Göttingen ook geen gebruik gemaakt hebben van de vereniging van zo vele geleerde Profesforen, aan welken de zorg voor het onderwys nog tyds genoeg overliet, om zich met den voordgang der Wetenfchappen te bemoeien? De Heer van Bünau kwam het eerst op die gedachten, de Hannoverfche Minister van Munichhausen , de grondlegger der Univerfiteit, nam ze op; de Koning van Engeland, George II. , leende 'er de hand aan; en de Koninglyke Maatfchappy der Wetenfchappen van Gö.tuigen, wierd, den 23 February 1751, gevestigd. De beroemde Haller, die 'er het ontwerp van gevotmd had, nam 'er het eerst het Voorzitte.fchap waar. Het zou genoeg zyn de lyst der Leden , die elkander in dat Letterkundig Genootichap, federt deszelfs dichting, zyn opgevolgd, doortdopen, om over het gewigt 'er van te oordelen. Vorsten en Groten , die liet zich tot eer hebben gerekend, op deszelfs rollen te worden ingefchre . en, maken het voo naamfte tieraad 'cr niet van uit: denamen van Michaclis, Roederer, Lacaille, Franklin, Fors ter, Pallas, Bonnet, Euler, zyn vry wat meer beroemd, als men van het gebied der menfehelyke kundigheden fpreekt. Onder de tegenwoordige Leden onderlcheidt men byzonderlyk de namen van Kaestner, Kevne (den vasten Secretaris der Maatfchappyj , Backman, Lichtenberg (*), Meiners, Gmelin, Blumenbach en Heeren; onder de buitenlandfche of corresponderende Leden: Schröter , Lalande , Niebuhr , Dionis, Banks, Herschel, Monti, Bisjut, spallanzani, vllloi.son, fontajna, sö.mmering en Bruce. Het zou moeilyk zyn, in Europa., enen luisterrykcr naamrol byeen te zamelen, terwyl ik hier nog een groot aantal beroemde Geleerden voorby ga, die ik, kortheidshalven, niet eens noem. Dc Koninglyke Maatfchappy is in drie klasfan verdeeld; vooreerst de Natuurkundige, die. behalven de eigenlyk gezegde Phylika , de Anatomie, Chymie, Bo- (*) Wiens dcod reeds dcor ons is aangekondigdV3  C 158 ) Botanie en Natuurlyke Historie, bevat; ten (weden de Meetkundige, waar toe de Mechanika en Astronomie mede behoren; ten derden de Historie- en Taalkundige. De Maarichappv houdt ene openbare zitting , op den eerften Saturelag van elke maand. Men leest in dezelve Verhandelingen, het zy van Leden, die tegenwoordig zyn, of Van buiteii 'shnds ingezonden. Alle die ftukken wtffdeft vczameld en uitgegeven onder den tytel van: Co.nmetitationes Socictalis Regiae Scicntiarum Göttingenjts. Lr vordt een voorlopig berigt bygevoegd , 'aangaande de werkzaamheden der Maatfchappy, als mede aangaande de afgeftorven Leden, enz. Jaarlyks worden 'er drie pryz n door de Koninglyke' Muatdlrropy uitgedeeld. De eerde van 50 Dukaten, wisfe't beur elmgs r.nfer de drie klasfen af; zo dat dezelve het enè jaar ftrekt er beloning voor de oplosf.ng van ene Natuurkundige ; het volgende jaar van ene Meetkundige en het tierde van ene Geïchiedkundigé \rage. De twee andere pryzen, van 12 Dukaten ieder, worden altyd bewaard ter beloning van Huishoudkundige Verhandelingen. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. ' Bataafsciie RmrariEK. Anthologiae Graecae, cum verpotte Latind Hugonis C-rotii editae ab Hierokymo de Bosch , Tom. II. et III. Uhraj. e Typographia B. Wild et j. Altheer, mdccxcvii. et mdccxcviii. in 4°. Van dit fchoon en gewigtig werk , der Griekfche Anthologie , door de Groot in onnavolgbare Latynfche Verfen overgezet; op welke overzetting de Groot zelve hogen prys flelde, en ene uitgave van dezelve zeer ter harte nam; van norlr )-,/>kl-i<->n nm vnnrlinpii _ hv her niiknmen van het I. Deel, een kort berigt gegeven. Z. N. Letterb. N°. 107. of L). v. blaaz. 19. ) net ïweue eu ueuiu j^tci, t.)u eveu . fchoon uitgevoerd, en ftaven het bewys , dat by ons nog tfoexhandetaars zvn, ocKwaam en geneigd, um iumic wci-i ken van hunne Drukperfen in 't licht te geven. De geleerde J. de Bosch, thans Curator van 'sLands Univerfiteit, draagt het II. Deel op aan den beroemden Chr. Gottl. Heyne, in welke opdragt hy zo wel over het navolgen der Grieken, als over het overzetten der Griekfche Dicbtftukkcu in 't Latyn, zeer geleerd en enigzins breedvoerig handelt, en beweert, dat de Groot hier in zyne wederga nimmer gehad heeft. Ook hebben anderen flegts die Epigrammata uitgezogt, die de gcmakkehkfte waren, en voor welVon 71 Tirh Kot'wism atmen : Hop- niï Groot nam den £e- helen taak op zich, en voerde dcnzelven allergelukkigst uit enz. Het is in de daad verwonderlyk , hoe buigzaam het vprnnfr u5ii Hipn o-i-nfon rmn . vnnr allerlei fonrr van onder¬ werpen-, geweest is; hoe hy,' die de diepzinnigfte vveicn- fchappen van den grond ophaalde, die, het eerst, ene Rechtsgeleerdheid voor Volkeren en Staten ftichtte, die het grote vak der Godgeleerdheid doorgrond heeft, en daar over zo vele fchone gefchriften beirbeid; die de Gefchiedeui: fen van ons Land in zo uitmuntenden Romeinfchen ftyl heeft befchreven ; die zo vele Rechtsgeleerde advyfen heeft uitgewerkt; zo vele gewigdge Staatsambten bekleed; zo vele wederwaardigheden dooruorfteld, en met de gehele geleerde waereld briefwisfeling hieldt, en/.; d it die man nog tyds genoeg overig hadt om aan zaken van louter vernuft te behalen , en, in het allerrnoeaiykfte vak van dezelven, zo te Hagen, even als of hy. alle zyne kragten en geheel zyn leven daar aan beftccd hadde. Dit Twede Deel bevat het III. en IV. Boek van de Griekfche Bloemlezing. Voor het overige, \oelt een ieder ligtelyk, dat nog de inhoud van dit fchoon Werk, nog het geen de geleerde Uitgever, in zyne Opdragt aan den Hoogleraar Heyne , beredeneert, voor enige uittrekzels, hoe beknopt ook, vatbaar Zyn. Het Derde Deel, even fraai uitgevoerd, bevat het V. VI. en VII. Boek der Griekfche Bloemlezing: vervolgens vier mantisftte of byvoegzels; hier na enige Theocritea, ook door de Groot overgezet. Dan volgen de Aantekeningen van P. D. Huet op de Bloemlezing der Grie¬ ken ; en eindelyk tot flot: dnferiptio in fronte editionis H. Stephani. MDtxvi. De Kundige de kosch neen ait in. Deel opgedragen aan zyne twee Vrienden Cornelis van Lennep en Daniël Hooit; in welke Opdragt hy zeer fraaie gedagten voorüeld omtrent de voortreffely kheid der vriendfehap, zo in 't algemeen, als byzonder ook in t}den van verfchil over 'sLands zaken, en over de middelen tot genuc van het Vaderland: welke fraaie ged.:gten ook bvzonder veel eer doen aan het hart van den geleerden de Bosch. Gelyk de Groot dan de lpreukcn der Gnekicne Lnciteren . welken bv Stobaeus voorkomen , verbeterd, en in La¬ tynfche Verfen overgezet, te Parys, in 1623, hadt uitgege¬ ven; en Olie jaren uaar ua, ais ecu jjy vuc^^ci, ue- uiiuck.zels uit de Griekfche Treur- en Blyfpélen; iiihgehks verbeterd en in Latynfche Dichtmaat overgebragt; zo behoort tot die twee uitmuntende werken, deze Griekfche Bloemlezing, met dezelven, even als ene Zuster met hare twee Broeders., verbonden. Nu is nog een IV. Deel, tot befluit van dit geheel fchoon werk, te wagten, het welk de Aantekeningen van geleerde Mannen, op de Giiekfebe Anthologie; ook onuitgegevene Aantekeningen, en nog de Aanmerkingen van den geleerden de Bosch zeiven, zal bevatten. Wy eindigen met dc gefleerde waereld, met een zo uitmuntend gefchenk, geluk te wenfchen, en den geleerden Uitgever den fchuldigen lof en dank toetekennen , welke hy door deze uitgave, met zo vele moeiten cn nafporiug gooaard, behaald heett. Weekblad voor den zoo genaamde,' Gi:vr,iNrN Man, uitgegeven door her Depaneinmt j£bad en Lande . behorende tot de Miatfehapp\ : Tot Nut van 't Algemeen. Eerfte en Twede Deel, lwede Druk. le Oromngen ay W. Zuidetna, 1798. in gr. %\ Op het einde vata het jaar 1796, maakten de Verzamelaars  C 159 ) laars van het bovengenoemde Weekblad , enen aanvang met deszelfs uitgave, waar van een Twede Druk, door het groot vertier, weldra noodzaaklyk was geworden, en Twee Delen, elk uit 52 Ns. beftaaudc, het licht zien, terwyl het, van week tot week, met enen Nummer wordt vervolgdDit Weekblad, waar van elk Nommer, 8 bladzvden groot 8°. druk bef.aande, niet meêr dan 5 duiten, eu, als men zich voor een geheel jaar verbindt, de 52 Ns. Hechts 30 ftuhers kosten, beantwoordt, op ene zeer volledige wyze, aan dc loffelyke bedoeling der Verzamelaars, beltaande in ene poging, om door een aangenaam, nuttig cn tevens onko.aelyk Tydfchrift, de min verlichte en behoeftige klasfe onzer Medeburgeren, meer en meer te befchaven cn door hun redelyke begrippen, omtrent onderfcheidene zaken, inteprenten, hun van de fchadchke gevolgen van bygeloof, ongodsdienfiigheid en flordige zeden, te bevryden , en tot het tegenovergeftelde aantefporen. De ftyl is over het geheel zeer wel "berekend voor de Lezers, die zich de Verzamelaars voorlleüen, terwyl het afwisfelende der onderwerpen , een zo noodzaaklyk vereischte, om den leeslust aan den gang te houden, by uitnemendheid, wel is in het oog gehouden. Wy hopen , dat dit nuttig en alle aanpryzing verdienend Tydfchrift, op den zelfden voet, nog lange moge voortduren, en, door het vei fpreideu van ware verlichting, onder onze min befchaafde Medeburgers , by hun groter mate van geluk doe flandgry pen, waar door de onkunde en bygeloof, beide zo nadelig in de Burgerlyke Maatfchappy, plaats zullen maken voor opgehelderde en zuivere begrippen, welke goede Zeden en waren Godsdienst, die hechte zuilen van een Gemenebest, daarftellcn en beves tigen. Verhandeling over de algemeene en byzondere oorzaaken der waare Breuken, door J. C. toe I.aer, Med. Doft. te Amft. Te Amfterdam by W. Brave, A°. 1798. 85 Bladz. in groot 8°. De prys is 12 ft. Dit Werkje, in ene Systhematifche 'orde opgeftcld, is deszelfs gebooite verfchuldigd (zo als de Schryver zelve in z\ne korte Inleiding zegt) aan ene Vraag, door Beftierderen van het Legaat van wylen J. Monnikhoff opgegeven, en van den volgenden inhoud: „ Na voorafgaande voldoende 7, bepaaling van den aart en verfcheidenheid der waare breu- ken, en van derzelver onderfcheidende kentekenen, word ,, nu gevraagd: welke zyn de algemeene en byzondere oor„ zaaken, door de beste Schryvers opgetekend, en zo veel „ mogelyk door eigene waarnemingen bekrachtigd?" Volgens deze Vraag, verdeeld de Schryver zyne Verhandeling, in twee delen, waar van het eerfte de algemene en het twede de byzondere oorzaken der ware Breuken bevat. De algemene verdeeld hy wederom in 1. natuurlyke, II. tegennatuurlyke en III. tegennatuurlyk eigene voorbeftchiktheden ; en toont de verfchiiiendè wyze, waar op die voorbefchiktheden of dispofitien te weeg gebragt kunnen worden. De byzondere oorzaken brengt hy insgelyks tot drie klasfen: „ I. Die bewegingen, welke de mensch uit,, oeffent, waar door het middelrif en de buikfpieren te fa„ men of ieder afzonderlyk in geweldige werking zyn; II. „ Die bewegingen des ligbnams, waar door de büiks-lnge„ wanden op ene heftige wyze gefchokt worden, cn aldaar, ,, waar dezehe zig naar toe bevvegen. ene uitfpannende of drukkende kracht oeffenen , waar door de kracht van te,, genlland kan overwonnen worden , zo dat die ingewanden „ zig derwaards heen begeven, werwaards zy ene bereide „ herberg voor zig aantreffen. Hl. Komen in aanmerking ,, die langfaam drukkende kragten, waar door de ingewan,, den van tyd tot tyd uit hunne natuurlyke plaatfen rc„ drongen, en naar elders gedreven worden." De Schryver loopt vervolgens ieder klasfe in het byzonder zeer naauwkeurig door, geeft van de verfchillende gemoedsbewegingen nog de ftchrik als ene byzondere oorzaak cp, en bekrachtigt dit alles met een menigte van Schryvers en een vry aanzienlyk getal eigene waarnemingen, waar door de belangrykheid dezer Verhandeling niet weinig toeneemt. Vooral is ons op bladz. 56, als zodanig voorgekomen, de waarneming by een Man , welke door ene inwendig verdopte Breuk aangetast wierd, die, ondanks vele aangewende middelen, tot kotid-vuur overging, waar van de Lyder egter gelukkig herftelde. Wy durven deze Verhandeling met volle ruimte aanpryzen, en hopen van den iever des Schryvers, in het vervolg meer van zynen Letter-arbeid, ten nutte onzer lydende Natuurgenoten , te mogen aankondigen ; terwyl dusdanig ene ontwyffelbare proef van bekwaamheid, in een jongen Arr:, niet nalaten kan, hem by zyne Stadgenoten, op ene gepaste wyze, aan te bevelen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 13 Mey te Amsterdam. tarw. Het Last! GERST. Het Last Ggld.! Ggld. Poolfche bonte cn witte 220a2.50'Vriefche Wintergarst . 1303150 lito rode . . 2ioa23ojG>on. en OLhmfclie . 1301150 F.lbing. en Heugfche . 210a250:Zctiiw(.enOverni. Winter 130a 150 Koningsberger . 200 a 22c Dito Z jmer . . 125 a 140 Vriefche . . 2001225 Danuigcr en Elb. 3ovcnlandfche . 200 a 225 /oorlandfche rode . 1753205 HAVER en BüEKWEYT. Zeelandfche . 210 a 240 ROGGE. Brouw haver . . . I3car50 'ruisfifche . . iPoa200 Witte Voeder dito . 110 :125. koningsberger . . 180.1200 RoeUw. Aniersf. en Goofl. £ 30335 Gedroogde . . 185 a 200 Dito Brab. en Vlaain. £ Z°* ïó Zaad> TARW. Het Last Ggld. Poolfche bonte cn witte 2203250 dito rode . . 2108230 Klbing. en Heugfche . 2103250 Koningsberger . 200 a 22c Vriefche . . 2003225 Bovcnlandfche . 2003225 Voorlandfche rode . 1753205 Zeelandfche . 210 a 240 ROGGE. Pruisfifche . . i?oa20o Koningsberger . . 180.1200 Gedroogde . . 1853200  Zaad, Olï eh Traan. C i^o ) 4 ■ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Koo'z. Zeeuwse!) en Raap-OIy, per Aam ƒ 85$ Ovcnn. 't Last. . £ 77 a 86 Dito Lyn . . - 64$ Slag-Lyrfe. dc ton van Dito Hennip . . - 67I 5 Schep. Ri;aas . ƒ I2jai4 Walv. Traan, 't quart. Hcnnipzaad dito . - iojan van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 11+ Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. $ $98.58 $k %k Cadix — - 59 a 58 Lisfabon - öifaf Nieuwe Ducat. f 5,15,$ Veneuen - 94**95 Oude ger. dito -5^4,15 Livomo - 100 Nieuwe Louis d'Or - n. n, 13 Parys. 2.1^-;^^ 6q| Güinies -12,14,16 dito koia. S b Pittolen . 10,2 Idem in Specie - Franfche Kronen -57$a6f Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Wenen id. B°. - 3CI a 37 STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Mev V BAR0" \ ther- hvgro- streek luchtsi700 S ME" m0me" me" de!l gesteld- (. TERv TER- TrR- 2V_IN.D;_ heid. Q y29'^ E Ü£i Z-Z-°- MtT'7nnddag3 M29"! 63* W' zware regenbuijen. S^9'* a9. a£ N- voormidd. bewolkt; 9 < 29. ó 675 68 N.W. verders betrokken. C 29- 64 50 88 w. ^29. 54 51'i 91 z.w. 10 v 29. 5Ï ■ 57* 7°~ omtrent betrokken. 6 49 87 C29. 6 52 78 Z.w. bewolkt; omtrent helder; 11 < 29. 6 591 61 w.Z.W. tegen den avond een reC.29. 5! 50 86! z. o. genb.verderswatdampig. CÖOF ~5ól ocj- n.o. ^ofgens betrokken; 12 < 29. 0| 04 59 — verders bewolkt. I 29. 7} 46 82 n. W. < 929. 74 50i 74 N-W. voormidd. wolken; 13 < 29. 7I 59^ 625 n-n.W. verders bewolkt; ) 29. 7i gii 75': n.o. tusfehen beide wat regen. C29. 7I 49i 87 n. n. o. '.sm0!S. regen; verferT !4 s 29- 7'i S4ï 77 — betrokken; windrig. £29. 8 / 45 1 75 — Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 130 ; en te Haarlem 12, onder welken laatfien 9 beneden de 12 Jaren. De Vrouw van een Herbergier, Bazin geheten , in de Gemeente van Ferriere, in het Departement van de Oife, is, onlangs, in den tyd van 24 uren , van. vyf Zonen verlost, die echter allen fpoedig na de geboorte overleden zyn. Haar Overgrootmoeder had, in 1794, in het zelfde huis, door haar heden bewoond, drie kinderen, op eenmaal, ter waereld gebragt. BEKENDMAKINGEN. V In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. te Haarlem, worden uitgegeeven en zyn alom by deszelfs Correspondenten in de Bataaffche Republiek te bekomen: I. Oden van Klopstock en Wieland , door P. L. van den Kasteele , op Schryfmediaan. ƒ 1: 5: - II. Veit PVebers Overleveringen der voorige Eeuwen , uit het Hoogd. 2de Dis. 2de St. ƒ1:10:- NB. Van het ifle Dl. en 2de Dis. \fte St. zyn nog Exemplaaren voor handen. III. Edwards Gefchiedenis der Engelfche WestIndién, Vde Deel. . . . ƒ1:16:- NB. Van de voorige IV deelen zyn nog Exemplaaren te bekomen ; en de vertaaling van het Vide of laatfte Deel is onder handen. IV. H• Weytingh Tafreelen uit de Jaarboeken der Vryheid; in gr. 8°. behelzende: Leonidaste : Thermopylte , Thrafybulus of de Verlosfing van Athene, Lucretia, Scipio te Canuftum ; het Beleg van Leiden en Beaurepaire of Overgave van Verdun. ■ • ƒ1:4:- V. A. Loosjes Pz. Marcus jfunius Brutus en Camelia de Moeder der Gracchen, met afbeeldingen door R. Vinkeles, op groot Schryfmediaan. . • • f2:5'- Deeze twee Stukjens, met het in den jaare 1797 uitgegeevene, ten titel voerende: Lucius Junius Brutus, in denzelfden fmaak uitgevoerd, verzameld onder eenen algemeenen Titel van: VI. Romeinfche Antieken van Vryheids- en Vaderlandsliefde ; op Schryimediaan. f 3 : - : - Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 283. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BODEt VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VR.TDAG DEN 24 MET. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, den 13 Mey. De Klasfe der fraaie Konpen van het Nationaal Instituut, heeft, aan de Kwekelingen der Bouwkundige Schole, ten onderwerp van enen groten prys, opgegeven een Elifeum, of openbare Begraafplaats voor alle Burgers. Het Programma zegt, dat dezelve met bomen moet beplant, en in gragten en graspaden befloten wezen. In het midden moet een groot Praalgraf (Cenotaphium) zig verheffen, beftaande uit ene Kolonnade, waar onder de Tomben zullen geplaatst worden van allerlei doorlugtige mannen. 'Er moeten Woningen worden by geplaatst voor de lieden, die op deze aan den dood gewyde plaats zullen pasfen, en haar doen eerbiedigen. In de Historie der Sterrekunde, welke Lalande voor het jaar VI. heeft uitgegeven, maakt hy gewag van enen zeer buitengewonen Astronomist, nam. den B. fidal. te Merepoix, die, alleen uit liefhebbery, een ongelooflyk aantal van waarnemingen gedaan heeft, op'Merkurius, de Planeet, die het moeilykst te befchouwen valt. Deze voor hem zo zeldzame waarnemingen , zyn inderdaad even menigvuldig, als die omtrent de overige Planeten, en laten den Sterrekundigen niets meer over om te verlangen. Vidal alleen XI. Deel. heeft 'er meer van gedaan, dan alle de Astronomisten, der gehele waeield, met eikanderen. Hy heeft Merkurius op minder dan een graad by de Zon gezien : 't geen door niemand buiten hem gedaan is: de uitmuntendheid van het klimaat, de volkomenheid zyner werktuigen, zyn voortreffelyk gezigt, en de ongemene moed van den Waarnemer, hebben deze zo kostbare als moeilyke waarnemingen te weeggebragt.^ De Minister van binnenlandfche betrekkingen hééft de Burgers Des Fontaines en Thouïn verzogt, om ene opgave van de twee Bomen, welken zy oordelen best te kunnen dienen als Zinnebeelden voor de Wetenfchappen en Konften; zynde hy voornemens om deze Bomen, met den vereischten toeftel, te laten planten op het vierkant plein voor de Kolonnade van de Louvre. Bovengemelde Geleerden hebben, ingevolge hier van, den Öeder van Libanon, voor de Wetenfchappen , en den Oosterfchen Platanus, voor de Konften, opgegeven. Sedert echrer heeft de Burger Andrieux, in enen brief aan den Minister, fchoon hy daar by zyne goedkeuring hegt aan de keuze van den eerften Boom, die van den tweden ongepast verklaard, en, in plaats van dezen (den Oosterfchen Platanus nam.) de Acacia, of de Cytifus, of wel den Liriodendron (Tulpenboom) voorgcflagen. Ter gelegenheid van het afbranden des Ode-ons, heeft Cadet de Vaux zyne proefnemingen herhaald, die hy reeds in 1781 gedaan had, omtrent de middelen , om de Toneel-fchermen en Decoratien niet alleen X voor  C 162 ) voor het verbranden, maar voor het vlamvatten, te bewaren. Men hield een Decoratie, alvorens doortrokken met zekere zoutaartige zelfftandigheden, vlak boven een brandende Waschkaars, zonder dat deze in ftaat was, om 'er een gat in te branden. Men legde dezelve vervolgens op een bed van Stroo, 't geen men aanftak: dog de Decoratie bleef, in het midden van de vlam, onaangedaan: eindelyk ftelde men haar bloot aan een vuur van Takkebosfen, en men zag het zelfde gebeuren; fchoon de delen, aan de geftadigc werking der vlam onderhevig, tot kool verbrandden. Ene andere Decoratie, welke met de zouten niet doortrokken was, vattede terftond vlam, en geraakte fpoedig zo geheel in brand, dat het vuur ligtelyk tot al het brandbare, rondom dezelve, zou overge'fiagen hebben. De vorige proeven waren genomen in tegenwoordig heid van drie Commisfarisfen, daar toe door de gewezen Akademie der Wetenfchappen benoemd, nam. Macguer, Lavoijier en Leroy, en het getuigenis, door dezen, aan de uitkomst daar van gegeven, is voor zeker van belang genoeg, om het gebruik van het voornoemde middel aantcpryzen. Uitdeling, onlangs gedaan, door het Mufeutn der Natuurlyke Historie. Het Nationaal Mufeum der Nat. Historie had, onlangs, bclloten tot ene jaarlykfche uitdeling van Bomen, van hogere en lagere Heesters en Zaden, zo in- als uitlandfche; gelyk dezelve reeds gedaan is aan de Centrale Scholen van de Departementen der Republiek, aan de Kwekeryen en Kruidtuinen, aan de vrye Maatfchappyen van Landbouw, de Burger- en Krygs - Hospitalen, enz. als mede aan Particulieren, die zig, in de Departementen, en in de Volkplantingen der Republiek, op het kweken van nuttige Planten toeleggen ; aan Buitenland!che Kweekhoven en Kruidtuinen, die in correspondentie met den Tuin van het Mufeum ftaan; eindelyk aan buitenlandfche bricfwisfeling houdende Geleerden en Landbouwers. Uit de overgelegde Staten dezer uitdeling, aan den Minister der Binnenlandfche Betrekkingen, blykt het, dat de Nationale Tuin heeft opgeleverd 4,430 levende Planten , uitmakende 3,018 lborten, en bovendien 44,066 pakjes met Zaden, van de laatfte inzameling: tèdert 1 Vendimaire dezes jaars tot 30 Germinal (27 gept. a. p. — iq April h. a.) Ieder foort van Zaad was, volgens gewoonte, in een papiertje gewikkeld, waar op gefchreven ftond, in den eerften regel, de Latynfche naam der Plant, volgens de Naamlvst van Ltnneus; in den tweden regel, de algemeen bekendfte hranlche benaming by de Kwekers; in den derden, de aart van het genas, 't zy jaarlyks of tweejarig, voor den open grond, of orargerie, of warme kas enz. in den Vierden, op wat tyd het Zaad moet gezaaid worden, en hoe men vervolgens de Plant moet behandelen. . De Adviesbrieven aan de Hoogleeraren, in de Landbouw- en Kruidkunde, gaven berigt van de afzending dezer uitdelingen, als mede van derzelver aart, ge-' bruik, en de middelen, om daar van het meeste voordeel te trekken, voor de bevordering der ftudie, en vooral ter voortkweking van Gewasfcn, die den grond der Republiek vrugtbaar kunnen maken en de gerieflykheden cn het geluk der Franfchen vermeerderen. Deze Bomen en Zaden waren uit Planten van de volgende 13 Afdelingen gekozen. 1. Graan-Planten, die onlangs aangevoerd zvn uit Belgien, van de boorden des Rhyns, uit verfcheidene gedeelten van Italien en andere landen. Deze maken eenentwintig foorten (especes), of verfchillende verfcheidenheden uit. 3. Wortels, Moeskruiden en Peulzadcn, van foortcn, verfcheidenheden en onderverfcheidenheden, die verbeterd zyn door de cultuur van vreemde landen, waar uit dezelven, ten getale van 136 lborten, gehaald zyn. 3. Beesten-voeder, 'tgeen, in verfcheiden delen van Frankryk, tot nug toe, weinig bekend is, beftaande in zulke Planten, als een gezond en overvloedig voedzel voor het Vee kunnen opleveren, en waar mede het van nut kan wezen, proeven tc nemen op verfchillende gronden en onder verfchillende klimaten. Het getal der Zaden, onder deze Afdeling gebragt, beloopt op 81 foorten of verfcheidenheden. 4. Enige Geneeskundige Planten, aan welker eigenfehappen het minst te twyffelen valt; zulken , die olyen voor de Artzenykunde en de Konften opleveren, ten getale van 57 foorten. 5. Planten, dienende voor de Spinnery, Verwery en Wollenwevery enz., ten getale van 37 foorten. 6. Bloemplanten, gefchikt om de tuinen te verfieren, de lucht te zuiveren, en de huizen welriekend te maken. Dezen maken 125 foorten, verfcheidenheden en verfchillende gellagten uit. 7. Bomen, Boomtjes, hoge en lage Heesters, bjma alle uitlandfche, aan de lucht van Frankryk gewend, dienende, om met voordeel gezet te worden opgronden, die men voor onvrugtbaar hield, om Timmeren Scheepshout optelevcrt 11, of de tuinen te verfraaien, om dc grote wegen te befchaduweii, bosch- jes  C i<*3 ) jes op de Buianplaatfen te leveren, en den grond der Republiek te verryken en te verGeren. 8. De Zaden, op de Eilanden La Trinité, SaintThomas en Porto-Rico, in Zuid-Amerika, verzameld, door dc Burgers Ricd/e, Tuinmansjongen by het Mufeum, Ledru, Botanist, en overgcbragt door den Burger Bat/dia, Kapitein van een Lands Schip, in de maand Fruêtidor i. 1. Deze Zaden maken een groot aantal uit van geilagten en lborten, die in Europa vreemd zyn, of niet'dan in een gering aantal van hare Tuinen gekweekt worden. Deze Afdeling leverd 307 verfchillende foorten op. - 9. De Zaden, verzameld, door de Burgers Bruguiérés en O/ivier, op hunne reize naar de Levant, de Eilanden van den Archipel, Egypte, Syrië en Arabie, in Mefopotamie en Perüe, tot aan Ispahan. Deze Afdeling beftaat uit 150, by de Kruidkundigen, bekende cn benoemde foorten, en bevat nuttige Planten voor de Konften, Vrugten van ene goede hoedanigheid, en Gewasfen, die in Europa zeer zeldzaam zyn (*). 10. De Zaden, welken door den Burger Martin, Direkteur der Kwekery van Specery-Bomen op Fransch Guienna, zyn overgezonden, makende 18 foorten uit, onder welken zig bevinden, de Dadelboom, die de Sagou opleverd, de Noot van Bancoul, een Amandel, zeer goed om te eten, en velerhande foorten van verfcheidenheden van zeer fyn Katoen, die met vrugt kunnen genaturalifeerd worden in de Franfche Volkplantingen van de Middelandfche en Egeëfche Zeen, en van Egypte. 11. Sorteringen van 512 foorten van Zaden, gewonnen by het Mufeum van merkwaardige buitenlandfche foorten en gedagten, gekozen uit bykans alle de klasfen, ordens en geflagten, zo dat zy een reeks van Gewasfen opleveren , welke kan dienen voor het onderwys in de Plantkunde, alleen met opzigt tot de wetenfehap. 12. Eindelyk, heeft men al wat door de Corresponderende Hoogleeraars en Kwekers gevraagd was; gelyk op de Lysten en Katalogen ftaat aangetekend; geleverd uit het Zaadfonds, dat jaarlyks in de Tuinen van het Mufeum word .gewonnen, belopende 4300 foorten, onderfcheiden van die, welken onder de voorgaande Afdelingen genoemd zyn. (*) Van deze Zaden is het den Redacteur van dit blad gelukt, om, door middel van een zyner Vrienden, by de 30 foorten te bekomen, welken hy, in zyn Tuin, in een warme bak heeft laten zaaijen , en waar van de mecstcn reeds zeer goed zyn opgekomen. DUITSCHLAND cn aanliggende landen. Göttingen. Den 5 April 1. 1. overleed alhier, iahet 72 Jaar zynes ouderdoms, de Hofraad en Hoogleeraar Joh. Chriftoph. Gatterer, een der eerfte Gefchiedkenners en Diplomatiken. Hy was, te Lichtcnau, in Franken, geboren. SCHETS- van het LEVEN en de WERKEN van DESAUSSURE. door. A. P. D E C A N D O L E. (Uit liet Fransch.) Horatius Benedictus Desaussure wierd, in 1740, te Geneve geboren. Zyn Vader, een verlicht Landbouwer, van wien men enige Verhandelingen heeft over den Land- en Veebouw, woonde in Conches, ene vlakte aan de boorden van de Arye, gelegen, omtrent een halve myl van Geneve. Dit zyn verblyf op het land, gepaard met ene werkzame opvoeding, hielp, ongetwyffeld, Defausfure aan die phyfike kragten, welken zo noodzakelyk zyn voor enen reizenden Natuurkenner. Hv ging dagelyks naar de Stad, om van de openbare lesien gebruik te maken: wonende aan den voet van de Saleve, een berg ledert zo vermaard geworden, leerde hy al vroeg, dien fteilen weg, met gemak, op te klauteren. De verfchynzels der natuur, die geftadig rondsom hem waren, deden hem lust krygen in de Natuurlyke Historie, voor welker beöeflening de hulpmiddelen zo digt voor hem by de hand waren: en hy hoedde zig voor enen dubbelen misdag, dien der Geleerden, welken Theorien maken, zonder van hun Boekvertrek te komen, en der Landbouwers, die, om al te na aan de natuur te komen, hare fchoonheden niet weten te bewonderen. Zyn eerfte drift was voor de Kruidkunde: een afwisfelende grond, vrugtbaar in velerlei planten, lokt den bewoner van de boorden der Leman uit, om deze beminnelyke wetenfehap aantckweken. Die fmaak X 1 bragt  C 1*4 ) bragt Defausfure in kennis met den groten Hal/er: hy ging hem, in het jaar 1764, zien, toen deze zig te Bex onthield. Ook kreeg hy aanleiding om het groeijend ryk te beftuderen, door zyne verwantfchap met Ch. Sonnet, die zig in het huwelyk begaf met zyne Moei, en die ras de ontluikende talenten van zyn Neef ontwaar wierd. Bonnet hield zig toen bezig met de bladen. Dcfausfure befludeerde ook deze organen deiplanten , en gaf de refultaten van zyne nafporingen uit, onder den tytel van Waarnemingen over den bast der bladen (Obfervations fur Tccorce des feuilles.) Dit Stukje, 't welk kort na 1760 in 't licht kwam, behelsd een negental van waarnemingen over het bovcnvlies der bladen, cn byzonder over de grote menigte van kliertjes, waar mede zy bedekt zyn (*). Op dien tyd kwam de plaats van Hoogleeraar in de Wysbegeerte open, Dcfausfure, toen flegts 21 jaren oud , verkreeg dien post. De ondervinding lcerd, dat, by'aldien al tc vroege beloningen den yver uitblusfchen van zulken, die alleen daar om arbeiden, zy, da-ar en tegen, denzelven aanvuren by hen, wien het enkel om de waarheid te doen is. In die dagen £ner jaarboeken, dat zyn Koning Porse„ „ na hetzelfde verrichtede, en dat Numa dit, lang voor 5» jj hem, zeer dikwyls gedaan had; welks naarvolging aan „ „ TullusHostilius, die zulks niet behoorlvk deed, door »j „ eenen bhkzemilag het leeven kostede. Wy hebben daar 5, „ toe onze bosfehen en altaaren en heiligdommen, enon„ der de ftaande , donderende en napendragende Ju„ „ piters hebben wy ook eenen Jupiter Elicius (die uit „ „ den hemel gehaald, afgeleid wordt) ontvangen. Men „ „ denkt hier over verfchiUetid en wel naar elks eigene „ „ geestgefteldnis. Men moet flout zyn, om te gelooven, „ „ dat de Natuur zich Lat dwingen , maar niet minder „ „ dom, om de waardy aan zulke weldaaden te ontzeg5> » Êen; daar toch de wetenfehap en de verklaaring des „ „ onweders reeds zoo ver gevorderd is, dat zy deszelfs „ „ komst tegen eenen bepaalden dag voorfpellen, en voor?> » zeggen kan, of hetzelve ter wegneming, dan wel ter „ „ aanduiding van nieuwe noodlottigheden , welke nog „ „ verborgen zyn, zal verftrekken, in beide gevallen fteu„ „ nende op ontelbaare zoo algemeene , als byzondere „ „ proeven. Weshlven men dit alles, zoo als de Natuur ' „ „ zelve gewild heeft, voor den eenen zeker, voor den „ „ anderen twyfelachtig, voor dezen loflyk, voor genen \» „ verfceilyk laten moet: doch wy zullen niets, van het „ „ geen hier in verder aanmerklyk "is, overflaan." (L. H. ;„ c. 53. vel. c. 54. edit. Hardui'ni.) Vooral leze elk „ nu, die dezen Dichter in het oorfprong!.ke verftaat, de „ plaats, waarin Ovidius breedvoerig, maar geheel dichrer„ l}k , het vermogen van Numa over het onweder be„ fchryft, en waar de zoo genaamde Dondergod fchier let„ terlyk de Electrike Jupiter genoemd wordt." (Kastor. L. III. vs. 259—370.) . Voorts vinden wy, bladz. 147 en 148, de volgende Aantekening, wegens den Romeinfchen Adeldom, en deszelfs verfchit met dien van de laatfte Eeuwen: „ Zy, wier voor„ o-aders of die zeiven eenen yvoiren ftoel bekleed hadden, „ dat is, Confuls, Prcetors, Cenfors of Bouwheeren ge„ weest waren , werden Nobiles of Edelen genaamd, eu „ hadden het recht, om zich te laten uitbeelden, (jus ima„ ginum). Deze beeidihsfen waren gehkenisfen'van hun„ nen perzoon tot even beneden de fchouders, in wasch „ opgewerkt en met kleuren afgezet, dien zy in de voor„ hoven hunner huizen bewaarden, in houten kasten ge„ llooten, waar uit zy dezelven op feestdagen alleen fchy,, ncn ten toon gefteld te hebben. Onder deze borstbeel„ den waren byfehriften geplaatst, de eerambten en feiten „ der afgebeelde perzoonen vermeldende. Zy werden door „ de nakomelingen zorgvuldig als de bewyzen der oudheid „ hinnes Adels bewaard, terwyl zy, die zonder dezelven te „ kinnen vertoonen in hoog bewind kwamen, Nieuwelin„ gm {homines novzj, en alle de overige burgers, die van zhh zeiven zoo min , als van hunne voorouders eenig „ beeld bezaten , Ignobiles, Onedelen , genoemd werden.— „ Het edel en onedel by de Romeinen was, dus, gelvk uit „ de ktterl3'ke beteekenis der woorden nobilis en ignobilis „ zoo wel, als uit deze opheldering, blykt, geheel iet an,, ders, :dan het geen naderhand de onderfcheiding tusfehen „ den adel en den burgerftand te kennen gaf, cn mogt 1, alzoo veel eer vermaard en onvermaard genoemd wor„ den, indien het algemeen gebruik de andere vertaah'ng ,, niet gewettigd had, die nu ook, na deze aanmerking, , haare misleiding moet verlooren hebben. (Adams Anti'q. ,, Rom. p. 31.)" SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Parys. De Minister der Zeezaken, heeft den B..Hue, Schilder van de Havens der Republiek, gelast, om, door zyne konst, te vereeuwigen het roemryk gevegt vare de Corvet la Bayonnaife, tegen het Engelsch Fregat PEmbuscacf en het veroveren', door entering, van die Fregat, door de gemelde Corvet. NA-  C 1*8 ) NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. 'Er zyn thans, in Frankryk, veertig Maatfchappyen of Genootfchaooen van Landbouw aanwezig en dade- lyk in werking. Zie hier de plaatfen, waar zy zig bevinden: Gap, Meziercs, Foix, Troyes, Carcasfonne, Modes, Samtcs, Bourgs, Metilan , uyon, ^u&ret, Perigeux, Valence, Evreux, Luxembourg, Auch, Bordeaux, Montpellier, Grenoble, Mom- de - Mar fan, Geneve, Montbrifon, Blois, Agen, Chalons, Nacy, Maestricla, Anvers, Nevers, Boulogne - fur - Mer, Tarhes, Perpignan, Colmar, Lyon, Le Mans, Paris, Meaux, Verfailles, Amiens, Carpeniras. De Genootfchappen hebben het voordeel van kundige Kwekers, die de handgrepen van hunne konst verftaan, gevoegd te iien by lieden, die, uit hoofde van ene zorgvuldige opvoeding, en een uitgebreid onderwys, in ftaat z/n, om de kundigheden, welken zy door het lezen yan goede werken, opmerking of ondervinding heb ben opgedaan, op hun oord toetepasfen. Men kan opmaken, tot welken trap van volkoitenhcid de Engelfchen het Katoenfpinnen gebragt rebben, uit de volgende proef, die onlangs, te Mtnrhes ter, ingevolge van ene Weddingfchap, genomen is. Een pond ruuw Katoen wierd gefponnen in 366 klosfen, waar van elk 840 roeden hield. Zo dat dit enkele pond een draad, van byna 170 Engelfche mylen, opleverde. Pryzen der Granen, op 20 Mey te Amsterdam. Wissel- en Spectecours. Madrid ufo. 2 m. \ 57 & & & Cadix ■ - 57 Lisfabon •—— - 6of Nieuwe Ducat. ƒ 5,15,16 Veneuen - 94! Oude ger. dito - 5,14,15 Livomo -108 Nieuwe Louis d'Or -11,11,13 Parys. 2.m.l . Asfi . 6l|afa c.uinies - 12,14,16 dito kou. ƒ & Piftolen - 10,2 Mem m Specie - Franfche Kronen -57§a6i. Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 39f B°. R k . $ Ct, Dito kort - 40$ — y 1 '* r Wenen id. B°. - 36I a ff GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 129 ; en te Haarlem 12, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte cn witte 230a260 Vriefche Wintergarst . i3oaiso dito rode . . 2203240 Gron. en Oldamfche . 1303150 Eibing. en Heugfche . 220 a 250 Zeeuwf. en Overm. Winter 1308150 Koningsberger . 220 a 240 Dito Zomer . . 125 a 140 Vriefche . . 210 a 235 Dantziger en Elb. . Bovenlandfche . 215 a 240 Voorlandfche rode . 2003220 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . 2408250 ROGGE. Brouwhavet . . . 1308150 Pruisfifchc . . 2003230 Witte Voeder dito . 1103125 Koningsberger . . 200 a 230 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 35 a 36 Gedroogde . . 2303245 Dito Brab. en Vlaam. £35336 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zcemvsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 85I Overm. 't Last. . £ 77 a 86 Dito Lyn . . - 65$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 70I 5 Schep. Rigaas . ƒ i2§ai4 Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - roan van 12 Stek. Nieuwe - 116 Dito Rode . . . - 114 C BARO-j THER- HYGR0-STREEK LUCHTS- < ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799- / TER. TER. TER. WIND. HEID. C20. 8i 47ï 68 N. N. O. " ^ . , . ,, ' _ _ ) y ■ Z.' omtrent betrokien ; 15 < 29. 9* 53 66 — vvindrig. / 30. O2 44 7Qk N- N. W. C30. 2 49i 65 N. voormidd. betrokken; 16 < 30. 3 50 63 N.N.W. zeer windrig; verders 30. 4 * 40 73 N.W. bewolkt;'savonds ftil. V 30. 3> ~4Ó 69T" ~zfvF. 17 \ 3°. 3 56 63 w.Z.W. bewolkt; omtrent helder, [jai 48 69 z. C29. 9 50 68 Z. 'smorg. regen; verder 18 < 29. 8 52 76 Z.W. omtrent betrokken; £29. 7 51 83 Z. Z. W. windrig. ^ C29. 5 52 96 Z. W. voormidd. regen; 19 <29- 5ï 54 96 harde wind; / 29-_6_^ _JO_ _8_8i_ — veldere bewolRt. ^"29. 34 55ï 97 Z.Z.W. voorm. zware regen; 20 / 29. 4 58 87 Z. W. yerders bewolkt; )2o. 7I 46 87 w.b.z.t iü^?Lwl"d- >•■ ' ; 5- „ „; voorm. bewolkt; harde \ 29. 82 53* »4 z- w- wind; verde. fronn en 21 < 29. 8i S6\ 81 regeragtig; 's nagts zwa- £29. 6 I 50I ! 87 w.z.w. re Aorta, * 'sNagts 335 gr. t Namiddag de wind N. N. W. V In onze vorige N°. 281. ftaat bladz. 160. kol. b. reg. 9. verkeerdelyk 1794 in plaats van 1694. Te Haarlem, by-A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 283. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTEJU^BODEj V OO R MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 31 MET. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. De zeldzame en kostbare Planten , waar mede de tuin van het Mufeum der Nat. Historie pronkt, fchynen, gelukkig, niets van de ftrengheid des Winters geleden te hebben: zy zyn volkomen aan den groei, en verfcheiden bloeijen thans voor de eerftemaal. B E RICHT van DOCTOR VAN MARUM BETREFFENDE ONLANGS GEDAANE PROEFNEEMINGEN TER VERBETERING DER luchtzuivering op groote scheepen. In myn bericht betreffende eene nieuwe wyze van luchtzuivering, in vertrekken en vergaderingszaalen, in December 1706 door my voorgefteld en voor rekening van Teyler's Stichting beproefd (Letterbode van 23 December 1796) beftaande iiï een lucht-koker, waar door dc bedorven lucht, door behulp van Argand's lamp, wordt uitgedreven, en die tellens voorzien is van een draaikap, die zodanig eene gedaante XI. Deel. heeft, dat hier door, by eenen flegts matigen wind, eene aanmerkelyke trekking van lucht veroorzaakt wordt, heb ik uit myne met deezen toeftel toen gedaane proefneemingen afgeleid ,* dat men van deeze wyze van luchtzuivering niet alleen gebruik zoude kunnen maaken in hospitaalen of gasthuizen en geyangenhaizcn, maar ook op de groote Scheepen, en dat men hier van doorgaans meerder nut met minder omflag zal kunnen hebben, dan van de gewoone Ventilators (Letterbode van 3 November 1797.) Daar ik deeze proeven in 't groot genomen had (in Teyler's Laborato. rium namenlyk, waar in de ruimte omtrent 11700 cubifche voeten is, en waar uit ik de met rook van finetrlende houtfpaanen zo veel mogelyk vervulde lucht, by verfcheiden herhaalingen, doorgaans in \ uur, geheel of byna geheel heb uitgedreeven) zo leed het geen twyffel, of dit middel van luchtzuivering moest ook meer dan toereikend zyn om cfe bedorven lucht, uit het verblyf van het fcheepsvolk op groote fchecpen, het tusfehendek genaamd, uit te dryven, en hier door aan de buitenlucht geleegcnheid te geeven derzelver plaats te vervangen. 'Er fchoot, na myne beflisfende proeven omtrent het vermogen van dit middel van luchtzuivering, welken ik aan Directeuren en Leden vanTeylers Stichting,'en aan verfcheiden , die zulks verlangden te zien, op de gezegde plaats heb aangetoond, ten opzichte van het gebruik van hetzelve op groote fcheepen naar myn inzien, alleen dccze bedenking over, of een zodanige lucht-koker gevoegV . lyk  C 170 ) lyk op liet tusfehendek van groote fcheepen geplaatst kan worden, zonder aan het geen op dezelven verricht wordt, hinderlyk te zyn. Verlangende van de gunftige geleegenheid, waar in ik my bevind, om volgens Natuurkundige grondbeginzelen nuttige verbeteringen te zoeken en te beproeven, in alle gevallen, zo veel in myn vermogen is, gebruik te maaken, heb ik getracht de aanwending van dit middel van luchtzuivering op een oorlogfchip van linie te beproeven: vermits het eene bekende zaak is, dat de in gebruik zynde middelen tot de" zo Hoog nodige luchtzuivering op de groote fcheepen, wegens hunne ongenadige of ongenoegzaame werking, aan,het vereischte gebrekkig voldoen, en het op onze fcheepen meest in gebruik zynde middel, het koelzyl namenlyk, by ftormweder, wanneer dc luchtzuivering van het tusfehendek, wegens de dan noodzaaklyke fluiting van alle gefchtitpoorten en openingen, het aljernoodigst is, volftrekt niet kan gebruikt worden. Hier over Ipreekende met myn vriend L. Bicker, te Rotterdam, die zich voorheen ter verbeetering der luchtzuivering veel moeite gegeeven heeft, zyn wy overééngekomen de aanwending van dit middel op oorlogfchepen gemeenfchaplyk te gaan beproeven, wanneer wy daar toe geleegenheid konden verkrygen. Ik deed toen vervaardigen een blikken koker, voor deeze proefneemingen gefchikt, aan welks onderopening de lamp, voorheen in Teyler's Laboratorium gebruikt, in zoortgelyke beugels gehangen wordt, als waar in men gewoon is de zeecompasien te plaatzen; hier door blyft dezelve, by de flingeringen van 't fchip, altoos rechtftand g. De Commisfaris-Direöeur van 's Lands werf Jacobfon, te Rotterdam, heeft ons de vriendlykheid bewezen van ons tot deeze beproeving zeer behulpzaam te zyn, ons niet alleen verleenende aanbeveelingsbrieven aan Bevelhebbers van oorlogfcheepen op de reede voor Hellevoetfluis liggende, maar heeft öok alles aangewend om ons de reis daar heen gemak}yk te maaken. Wy begaven ons derwaards den 17 April, en wierden'den volgenden dag door den Schout by nacht Meurer, die aldaar 's Lands fchip van linie de Kortenaar coramandeeit, het geen thans voor Hellevoetfluis als wachtfehip ligt, zeer vrientlelyk ontf'angen; met wien wy toen, zo als ook met den ScheepsLieutenant de Man, zich op het zelfde fchip bevindende, beraamden, op welke plaats van het fchip de door ons meegebrachte hlcht-koker het best zoude kunnen geplaatst worden, om ter luchtzuivering van het tusfehendek te dienen, zonder aan het geen op zodanig een fchip in zee verricht moet worden, eenigzins hinderlyk te zyn. Beide deeze Scheeps-Bevelhebbers oordeelden, dat het groote luik van het tusfehendek daar toe het best zouden kunnen dienen, en dat de lucht-koker, op hetzelve gefield, voor het fcheepswerk niet in den weg zoude ftaan; alwaar dezelve ook door een houten koker, van boven met zich kmisfende yzeren hoepels voorzien, ligtlyK tegens allen aanftoot zal kunnen beveiligd worden. Nu ook verlangende de goede uitwerking van een zodanigen koker, waar onder Argand's lamp hangt, ter luchtzuivering van het tusfehendek te toonsn, verzochten wy denzelven op het gezegde groote luik te doen plaatzen, en ons hier' mede Oen volgenden dag eene proefneeming te laaten in 't werk (tellen. Dit decden wy op den ioden Ap.il. Alle de luiken en openingen van het tusfehendek gefloten zynde, wierd hetzelve door fmeulend aangeftoken werk, en door van buskruid gemaakte citzers, zo veel als toen doenlyk ware, met rook vervuld; vervolgens de lamp onder den. lucht-koker vooraf aangeftoken zynde, lieten wy aan het vooreinde van het fchip één der kluisgaten, en naby het achtereind een luik open maken, ten eiude aan de buitenlucht geleegcndheid te geeven, van de plaats der met rook vervulde lucht te vervangen, die door den lucht-koker zichtbaar wierd uitgedreven: en nu gaven wy acht, in hoe veel tyd het tusfehendek van deezeh rook zoude gezuiverd worden. Al aanftonds zag men , by den aanvang deezer proefneeming, den rook van rondsom na den mond des kokers trekken, en door den koker met fnelheid opryzen. De lucht, die in den aanvang door den koker wierd ttt% gedreven, was zo fterk met rook ve.vuld, dat de lamp naauwlyks konde blvven branden, zo dat zy elk ogenblik dreigde uittegaan (*). Dit verminderde ras, naar maate de rook verdunde. Na flegts | uur was 'er van den dikken rook, waar mede het tusfehendek was opgevuld, weinig of niets meer te zien. Deeze proefneeming kan dus tot een nieuw bewys verftrekken van het vermogen van dit middel ter luchtzuivering. 'Ei- hadden echter by dezelve twee omftandigheden plaats , waar door zy , by de Bevelhebbers van dit fchip , als niet genoegzaam be- flisfend befchouwd wierd. i.> Het tusfehendek heeft namenlyk openingen naar buiten, tusfehen de kromhouten langs de zyden van het fchip, waar door men, boven het" tusfehendek Maande, ook eenigen rook hier en daar zag uitkomen, en het geen geleegenheid gaf (*) Hier uit ziet men, boe verkeerdeiyk men zich verbeeldt , door het aanftcken van citzers bedorven lucht ter ndcmhaaling gefchïkter te- kunnen maaken: daar de lucht, waar in een kamp bezwaart) k brandt, voor de inademing zeer [ on gefchikt is-  C 171 ) gaf tot de ^aanmerking, dat de gemaakte rook ook langs deezen weg uitging. Dan of choon de gezegde openingen eenige lucht doorlaaien, en deswegens by onze proefneeming ook rook lieten uitgaan, leert echter de ondervinding, noe weinig cieeze openingen toereikende zyn om de bedorven lucht uit het tusfehendek te ontlasten; en dus kan de zeer fpoedige luchtzuivering van het tusfehendek, welke wy by deeze proefneeming gezien hebben , niet dan voor een klein gedeelte aan deeze gewoone openingen van hetzelve worden toegefchreven. Gaarn hadden wy daadlyk door eene tweede proef beflist, in hoe verre de luchtzuivering, die wy gezien hadden, aan de ontlasting van den rook door deeze openingen ware toetefchryven, indien men dezelven had kunnen fluiten, doen men verzekerde ons zulks niet wel doenlyk te zyn. 2.) Wy hadden (zo als ik boven gezegd heb) naby het achtereind van het fchip, een zydelings luik laaten open zetten, ter inlaating der verfche lucht geduurende de pi oefneeming, vermits zulks nu op geene andere wyze gefchieden konde (*). Door dit luik zag men ook eenigen rook uitgaan. Hoe weinig nu ook het geen 'er van den rook door dit enkele gat uitging, bedraagen konde , om de geheele lengte van het fchip in een zo korten tyd van den daar in gemaakten dikken rook te zuiveren, fcheen zulks echter ook de proefneeming by de Bevelhebbers van dit fchip twyffelachtig te maaken. Doch de dikwyls herhaalde proefneemingen, die door my alhier genomen zyn op eene met rook vervulde ruimte, waar uit de roos zien langs geenen ancteren weg dan door den koker ontlasten kon, hebben ten duidelykfte doen zien, dat dit middel van luchtzuivering, alléén op zich zeiven, toereikend is, om bedorvene of met rook vervulde lucht, uit een ruimte van grooter inhoud als die van het tusfehendek op groote fcheepen, in korten tyd uit te dryven. Het is daarenboven gemaklyk intezien, dat dit middel van dien aart is, dat men de fnelheid van de uitdryving der bedorvene lucht naar willekeur vergrooten, en dus de ververfching deilucht, zo veel men wil, befpoedigen kan. De lamp, die ik gebruik heb, had flegts drie lemmetten; doch ., (*) Wel- begrypende, dat dergelyke openingen ter inlaating der verfche lucht by flornien niet te maaken zyn , was ons oogmerk reeds, eer wy ons na het Schip begaaven, om by de befchouwing van het fchip nategaan, en met de bevelhebbers van het zelve raad te pleegen, op wat wyze men,door kokers, aan de verfche lucht toegang zoude kim non geeven. Ik zal ftraks melden, wat wy, na ons onderzoek desaaugaande, èva toe het gefchikst oordeelen. aan dezelfde lamp heb ik zederd noch drie Iemmctten laaten maaken, zo dat daar aan nu gelyktydig ze* lemmetten branden kunnen; waar door de uitdryving der bedorvene lucht voorzeker met veel meer fnelheid, en dus in veel korter tyd gefchieden zal. Immers begrypt een iegelyk, die flegts eenige oppervlakkige kennis van de eigenfehappen der lucht heeft, dat naar mate de lucht in den koker, door den daar onder hangende lamp, meer verhit worde, zy dooi' denzelven met des te meer fnelheid zal opryzen. Door een wyder keker zoude, indien het nodig ware, de bedorven lucht nog fpoediger, ook by het gebruik van dezelfde lamp, kunnen worden uitgedreven; en zo men deeze uitdryving nog meer befpoedigen wilde, zoude men daar onder een lamp met nog meer lemmetten kunnen hangen. Doch myne dikwyls herhaalde proeven alhier hebben overvloedig beweezen, dat eene lamp en kooker, als die wy op het gezegde oorlogfchip, beproefd hebben, genoegzaam is om de bedorven lucht , uit een ruimte als die van het tusfehendek op een zodanig fchip, met den vereischten fpoed uittedryven. Men maakte ook eenige aanmerking tegens de moeijelykheid der aanfteeking eener zodanige lamp, wanneer het fchip door zwaare ftormen geflingerd wordt. Het is waar, dat Argands lamp, tot dus verre alleen, zo verre ik weet, tot huisgebruik ingericht, niet even gemaklyk is aantefteeken als eene gewoone lamp. Doch om deeze zwarigheid uit den v\eg te ruimen, heb ik middelen bedacht om de aanfteeking gemaklyker te maaken. Ten dien einde heb ik de glazen, die over de lemmetten gefteld worden, zodanig in ringen laaten vatten, dat zy by de aanfteeking niet afgenomen maar flegts opgeligt behoeven te worden, en als van zei ven weder in den vereischten ftand komen, wanneer zy worden losgelaaten. Wyders heb ik bevonden , dat de aanfteeking zelve van deeze lamp ook zeer gemaklyk kan gemaakt worden, door het cottoen vooraf met een weinig Terebintyn - olie te beftryken, het geen zeer gereedèlyk met een kleinen borftel gefchieden kan, zo dat de aanfteeking van Argands lamp, dus toegefteld, 1111 weinig meer moeite vordert, dan die van een gewoone. Nu heb ik alleen nog te fpreeken over de inrichting, op een fchip te maaken, om aan dc buitenlucht geleegenheid te geeven van de plaats te vervangen der bedorvene lucht, die door den lucht-koker wordt.uitgedreven: vermits deeze toeftel de verlangde uitwerking niet zoude kunnen te weeg brengen, ten zy aan de buitenlucht een daar toe genoegzaanie toegang na het tusfehendek gegeeven worde. Daar men /eehnaa- Jeu in zee, by ftorm, geene luiken of gaaten ter inY a ' ' ha-  C 172 ) laating van verfche lucht kan openftellen, hebben wy acht gegeeven, en tellens met de Bevelhebbers van dit fchip te raade gegaan , op welke plaatzen men lucht-kokers, door welken de lucht een vryen toegang na het tus chendek kan hebben, zoude kunnen Hellen , zonder, op het fchip eenigzins hinderlyk te zyn. Een zodanige rechtftandige lucht-koker kan, zo als wy vernamen, gevocglyk aan het achtereind van het fchip, naby dc Be/aans-mast geplaatst worden, zo dat dezelve uit het tusfehendek, voor of door de kerk, opryze cn op het halfvcrdek uitkome. Een dergelyke koker kan voorzeker ook aan het vooreinde van het fchip, naby de Fokke-mast, gefteld worden, en aldaar insgel, ks van het tusfehendek door de Capteins keuken gaan, en op den bak uitkomen. <»)p de openingen van deeze kokers, die gevoeglyk van dun gellaagcn koper kunnen gemaakt worden, en geen voet of llegts één voet middellyn behoeven te hebben, behooren kappen gefteld te worden, waar door het zeewater belet wordt daar in te flaan. Deeze kappen beboeren draaikappen te zyn, en zodanig gemaakt te worden , dat derzelver openingen altoos naar den wind gekeerd fta-n, doch deeze openingen behooren fchuins ftaande kleppen met veeren te hebben, die zich fluiten, wanneer de zee hier tegen aanflaat, en zich door haare vecren openhouden, zo lang dit niet gebeure. Zodanige kokers, wier openingen altoos naar den wind gekeerd ftaan, kunnen, gelyk een ieder deskundige gereeolyk kan inzien, wanneer 'er flechts eenige wind is, denzelfden dienst doen als het koelzyf het geen op onze fcheepen wel als het beste hulpmiddel (b, gebrek van beeter) gehouden wordt, om verfche lucht in 't fchip te brengen, doch het welk alleen niet voldoen kan ter zuivering van de lucht tusfehendeks, vermits hier by de bedorven lucht niet uitgedreven wordt, zo als door Argands lamp gefchiedt, wanneer deeze onder den befchreven koker geplaatst is. Het kcelzyl kan daar en boven niet gebruikt woriien, zo als bekend is, by ftorm, daar integendeel de belchrevene kokers, ter inlaating van verfche lucht, by de bezaans- en fokkemast geplaatst, en van de gezegde draaikappen en beveiligings-kleppen voorzien, ten allen tyde ter inlaating van verlche lucht kunnen- dienen. Zy zyn dus voorzeker , ■ op zich zclven genomen, om de gezegde redenen, boven het in gebruik zynde koelzyf te verkiezen; en wanneer zy met den befchreven lucht-koker, waar door de bedorven lucht wordt ui gedreven, te gelyk werken, zo kan het niet misfen, of men zal van deeze veréénigde middelen, in alle gevallen, zelfs by de zwaarfte ftormen, den vercischten dienst kunnen hebben. Dit zal, naar ons inzien, by deskundigen en onbevooroordeelden wel j geen tegenfpraak lydeh. Vermits men echter rn 't algemeen van de goede uitwerking van nieuw aangeprezene middelen het best overtuigd wordt door proefneemingen, op de plaatzen zelve gedaan, alwaar zy moeten dienen, en vermits de ondervinding by aauhoudenheid blyft leeren , dat de luchtzuivering op gr.iote fcheepen eene zaak van groot belang is, ter behouding der gezondheid van dc zeevaarenden, en dat de tot nu toe in gebruik zynde middelen, of uit hunnen aart, of om dat zy niet geftadig werken, gebrekkig zyn , zo willen wy gaarn van de eerfte guultige gelegenheid, welke ons daar toe mag voorkomen, gebruik maaken, om de vereenigde werking der thans voorgeftelde kokers, waar Üoor de verfche lucht wordt ingclaaten, met den beproefden koker, waar door de lucht wordt uitgedreven, op een groot oorlogfchip te beproeven, en hier door de genoegzaamheid deezer middelen ter luchtzuivering van het tusfehendek, in de ongunftigfte omftandigheden zeiven, wanneer alle de gelchutpoorten en gaaten behooren gefloten te zj 11, buiten alle tegenfpraak te Hellen. PROGRA MMA van de BATAAFSCHE MAATSCIIAPPY oer WETENSCHAPPEN, te haarlem, voor. het jaar i 7 o q. De Maatschappv der Weetenschappen hield haare Jaarlykfche Algemeene Vergadering op den itf Mey. De Prefident Diretteur opende dezelve met een kort veftlag der ftukken, welke door de Maatfchappy, zedert haare laatfte algemeene vergadering , ontfangen en goedgekeurd waren, om door dezelve te worden uitgegeeven, en deed vervolgens opgaave van het geen 'er was ingekomen op de vraagen, waar van de tyd der beantwoording verftreken was. Hier uit bleek het: I. Dat 'er op de vraag — of'er geen veiliger middel, dan de gewoone Vang der Molens, uit te denken zy, om, na dat de beweeging der Wieken door wryving gefluit is, dezelve in Rust te houden? — En zo neen of dan niet de gewoone Vang zodanig verbeterd zoude kunnen worden, dat, by behoorlyk toezicht, geene beweeging der Wieken , zelfs by de flerkfle IVinden , te vreezen zy? — waren ingekomen agt and woorden : N°. i. in 't Fransch, met de zinfpreuk: La Nature elle tnéme &e. N°. 2. in 't Hoógduitsch — Homo ratione Naturte dominus. N°. 3. in 't Hoógduitsch — Nihil tam dijfleile est, quin quarendo inveftigari posflt. 4. — Uit voor-  C 173 ) 'voorzorg. 'N°. 5. — Öm veile ongelukken te'voorkómen'. N°. 6. — Alleen deeze tweede Moienvang , enz. N°. 7. — Voorzichtigheid en kimde enz. N°. 8.— «e» brief, zon- der zinfpreuk. Men heeft geoordeeld, dat geene der Vyf laatfte Neerduit fche and woorden, noch ook het Franfche andwoord N°. 1, eenigen eerprys verdiene: vermits daar in of reeds wel bekende en in praktyk gebrachte , of blykbaar onvoldoende middelen worden voorgelteid; — dat de Hoogduitfche verhandeling N°. 2. als geen and woord op deeze vraag kan worden aangemerkt; — dat in N°. 3. wel verfcheiden nieuwe middelen worden voorgefJagen , doch dat ook zommigen van dezelven te blykbaare gebreken hebben, om dit andwoord met den gouden eerprys te bekroonen, of om het in zjn geheel te doen drukken. Men heeft echter, wegens de daar in voorkomende nieuwe gedachten, die tot nuttige beproevingen en verbeeterlngen aanleiding kunnen geeven, bctloten aan den fchryver aan te bieden eene zilveren medaille, op den ftempel der Maatfchappy geflaagen, by aldien hy zyn naam binnen drie maanden aan de Maatfchappy gelieft bekend te maaken. Wyders. wierd befloten deeze vraag niet weder voor te (tellen. II. Dat 'er op de vraag: — Welk licht verfpreidt het Scheikundig leerftelzel van Lavoisier , en de wyze van , ■volgens hetzelve, de bejianddeelen van dierlyke, plantaartige en andere ftoffen te onderzoeken, over de NaZuurkennis van 't menschlyk lighaam, en over de kennis van het geene, het welk voor hetzelve voordeelig of fchadelyk is, en welke voordeelen kan de Geneeskunst thans reeds daar uit trekken ? — was ingekomen een and woord, in 't Hoógduitsch, tot zinfpreuk hebbende: Vitam ' inpendere vero. — Hetzelve wierd geoordeeld al te oppervlakkig te zyn, om 'or eenigen eerprys aan te geeven. De Maatfchappy in aanmerking genomen hebbende , dat de onderwerpen deezer vraage, zedert dezelve is voorgefteld, te uitgebreid zyn geworden, om ze allen in eene verhandeling behoorlyk beandwoord te verwachten, heeft bedoten deeze vraag in drie vraagen te verdeden , en dezelven als drie nieuwe vraagen , voor dit jaar, aldus voor te Hellen, om beandwoord te worden voor 1 November 1800. I. Welk licht verfpreidt de nieuwe Scheikunde over de Natuurkennis van het menfchelyk lichaam ? II. In hoe verre heeft men door het licht, het welk de Nieuwe Scheikunde aan de Natuurkennis van het menfchelyk lichaam heeft toegebracht,. den aart en de oorzaaken van zommige ziekten van hetzelve beter dan voorheen leeren kennen , en welke nuttige en door de ondervinding meer of min bevestigde leeringen zyn hier uit af te leiden, voor de beoepfening der Geneeskunde ? III. In hoe-verre heeft de nieuwe Scheikunde de werking van zommige Genees- en Heelmiddelen, het zy van zedert lang in gebruik geweest zynde, of van onlangs aangeprezene , duidlyk leeren kennen , en welke voordeelen geeft eene zodanige duidlyker kennis in het behandelen van zommige ziekten ? Daar zommige beroemde Geleerden in hunne teepaszingen der nieuwe Scheikundige grondbeginzelen op de Natuurken¬ nis van den mensch , de-kennis der ziekten, en derzclver gencczing, zich te veel hebben toegegeeven in veronderftullingen, die op geene ondervindingen gegrond zyn , en zulks gewisfelyk grootlyks nadeeiig is voor de bevordering'der Natuur- en Geneeskunde van het menfchelyk lichaam , waar aan de nieuwe Scheikunde zo veel voordeel belooft, 'indien men zich aan den Lavoilieriaanfehen regel houde, van in dé Scheikunde en derzelver toepasling geene hellingen aan te neemen, die niet door de ondervinding geleerd worden, zo verlangt de Maatfchappy, dat men inde beandwoording deezer drie vraagen, het geen men daadhk weet, wel onderfcheide van het geen ilegts op losfe gronden gefield is , en dat men dit laatfte hegts aanftippc en 'er korte!) k de ongegrondheid van aainvyze: vermits de voornaame bedoeling, by de voorftelling deezer vraage, is aan de Nederkmdfche Natuur-, Genees- en Heelkundigen, die den loop der nieuwe Scheikundige ontdekkingen, en derzelver toepaszingen op de Natuurkunde van het menfchelyk lichaam en de Geneeskunde, niet geheel gevolgd hebben, zodanige verhandelingen in handen te geeven, waar uit zy gereedlyk kunnen inzien, weik licht de nieuwe Scheikunde over de Natuurkunde van den mensch en de Geneeskunde van in- en uitwendige ziektens daadlyk verfpreid hebbe, en wat van 't geene men des aangaande heeft opgegeeven nog te ongegrond, te voorhang , of te twyftelachtig is, om 'er zich op te verhaten. Men zal van elke vraag afzonderlyk de daar op ingekc*mene andwoorden beoordeelen en bekroonen. Zv, die dus meer dan 'een deezer vraagen willen beandwoorden, gelieven bunue andwoorden op elk derzelver afzonderlyk in te richten. —— (De Maatfchappy verplicht zynde jaarlvks een viv.ag voor het Fonds van w)len den Directeur'N. W. Kops voor te (tellen, belloot hier voor nu de laatfte deezer vraagen te geeven.} TIL Dat 'er op de vraag betreffende de ontginning en vruchtbaarmaakmg der woeste gronden, in deezeRepablieq;, waren ingekomen twee andwoorden. N°. 1. met de ZirfIpreuk: De wakkere vlyt, enz. f\°. 2. Tut nut van 't algemeen. Dezelve wierden geoordeeld te weinig aan de bl)kbaare bedoelingen der vraage te voldoen, om met eenigen eerprys te worden •bekroond. W>ders- wierd Deiloten de vraag aldus te herhaalen, Men vraagt een wel beredeneerd en meest mtvoerlyk plan ter algemeene ontginning en vruchtbaarmaaking dier uitgeftrekte ftreeken van woestliggende landen , zoo hoogere hei- als taagere broekvelden, bekend onder uea naam van Meenten of gemeene gronden, in deeze. liepublicq, inzonderheid in de voormaaiige gewesten van Gelderland , Overysfel, Drenthe en Bataafsch Erebaud, Te beandwoorden voorden \ November 1800. Men verlangt hier by, dat men, voor eerst - narofrkètinig en onzydig onderzo?ice cn betooge, waar en bv wien. het recht van eigendom op deeze gronden beruste; 't zy dan by de zoogenaamde Geërfden of refpedive- Marken, dan wel b'.> de Natie in -t gemeen-; en vervolgens, naar den uitllag v n dit onderzoek, aan wyze de meest gepaste en krachtdaadiQ-fte middelen, aan den kant van het Reftuur.te neemen, om.de Y 3 &-  C 174 ) gevraagde ontginning te befpoedigen; 't zy by vege van verdeeling dier gronden onder de tegenwoordige bezitters en gepretendeerde eigenaars; 't zy in naarvolging van die der Amerikaanfche Staaten, door derzelver verkoop, ten voordeele van 'slands kas, en de beste wvze van dien; 't zy op eenige andere meer gepaste wjzc. Voorts dat daar by eene korte en duidebjke opgaave gefchiede van de manier, op Welke, naar den onderfcheiden aart der gronden, derzelver cultuur, binnen den konften tyd, en met het meeste voorduel, zoo voor de particuliere' bezitters, als voor de Natie in 't gemeen, kan worden aangevangen: en dat 'er, by de verhandeling van het onderwerp, vooral gelet worde, op het zoo diep geworteld vooroordeel van het gros der boeren en goedsheeren, in de bovengemelde gewesten, aangaande het voor hun, zoo zy mcenen, onöntbeerlyke der Meen legranden , en aan dit vooroordeel (by aldien het zelve niet geheel uit den weg te ruimen zy) zoo veel mogelyk te gemoet gekomen worde. Men zag' gaarne hier by gevoegd eenige beteckening of overdag van de pecunieele voordeelen, welke, volgens het geleverd plan, uit de ontginning en vruchtbaarmaaking dier woeste ftreeken, zoo by den aanvang als op den duur, voor 'slands finantie zouden kunnen voortvloeijen. IV. Dat de overige vraagen , waar op de Maatfchappy voor 1 November 1798 andwoorden verwacht had, onbearidwoord gebleven zyn. Hier van befloot men de vier volgende te herhaalen. I. Eene Natuurlyke Historie en Natuurkundige Befchryving der Walvisfchen, in diervoege ingericht, om ter opheldering en aanpryzing te kunnen dienen van de teste wyze, om de plaatzen, waar deeze dieren zich voornaamlyk tegenwoordig onthouden, na te fpooren, als tnede van de minst omjlagtige, de veiligfle en de beste middelen, welke of reeds bekend en in gebruik zyn, of nog tn praktyk zouden kunnen gebracht worden , om de Wahisfchen fchielyk te dooden , en 'er zit h , alzo , langs den kort ft en en zeker ft en weg, meester van te makeu? Te beandwoorden voor den 1 November 1802. II. Wat heeft de ondervinding geleerd omtrent het ■ nut, het geen zommige fchadelyk fchynende Dieren , byzonderlyk in Nederland, aanbrengen: en welke omzichtigheid heeft men diensvolgens in acht te neemen, in het uitroeijen van dezelven ? Voor een onbepaalden tyd. III. Welke Inlandfche tot hier toe min beproefde Plantgewas fen kunnen met nut gebruikt, en in onze Apotheken ingevoerd worden, in plaats van Uitlandfche Geneesmiddelen ? De Maatfchappy verwacht hier op zulke andwoorden, waarin de krachten en nuttigheid dier inlandfche Geneesmiddelen niet blootlyk op het getuigenis van andereu aangenomen, maar op oorfpronglyke proeven, en waarneemingen in ons vaderland gedaan, rusten. Voor een onbepaalden tyd. IV. Welke inlandfche tot nu toe niet in gebruik zynde Plantgewasfen zoude men tot een goed en goedkoop voedzel kunnen gebruiken? Welke uitlandfche niet in ge¬ bruik zynde gewasfen zouden, hier te lande, tot het zelfde-einde kunnen voorlgeteeld worden? De Maatfchappy verlangt ten deezen opzichte kortlyk byr één gebracht te hebben, wat hier omtrent door ondervinding is bekend geworden, en zulks, zo veel doenljk, door nieuwe of herhaalde proefneemingen te zien uitgebreid en bevestigd. Voor een onbepaalden tyd. De Maatfchappy herinnert, dat zy, in voorige Jaaren, de volgende vraagen heeft voorgelleld , om beantwoord te worden VOOR I NOVEMBER l'799- I. De nuttigheid der Ventilators op onze oorlogs- , oostindiftche en andere fchepen, ter bewaaring van de gezondheid, en ter herftelling der ziekten der zeevaarende lieden, op de meest voldoende wyze te betoogen , entevens proefondervindelyk te doen zien, welke foort van Ventilators daar toe het gefchikst en minst kostbaar , en wat wyze van dezelve te gebruiken de beste zy ? Voorgelleld in 1795, en herhaald in 1798. II. Dewyl de laatere ontdekkingen in de Scheikunde naauw-keuriger hebben leeren kennen , uit welke beginzelen of beftand-deelen de Planten beftaan, en zy dus aanleiding kunnen geeven om met veel waarfchynlykheid te beoordeelen, welke foorten van ftoffen het meest gefchikt zyn, om onvruchtbaare gronden, waar in deeze of geene ter voeding der Planten vereischte deelen ontbreeken , vruchtbaarder te maaken, zo vraagt de Maatfchappy: Een beredeneerd vertoog over de beste en voordeeligfte wyze van onvruchtbaare Duin- of Zandgronden ter voort• teeling van voedende Plantgewaszen bekwaam te maaken , afgeleid uit het geen de Scheikunde thans omtrent de beftand-deelen der planten leert, en uit het geen zo door Scheikundige, als door andere waarneemingen, omtrent de oorzaaken der onvruchtbaarheid van zodanige gronden bekend is, of blykbaar aangetoond kan worden. Voorgefteld in 1796, en herhaald in 1798. III. Vermits men op veele plaatzen buiten 's lands dergelyke fchraale Zandgronden, als die van onze Duinen, heeft begonnen te bebouwen, en ten nutte aan te leggen, en vermits het ter bevordering van het nuttig gebruik, het geen men thans van onze' Duinen tracht te maaken, zeer dienftig zoude kunnen zyn te weeten, hoe men by de verfchillende beproevingen van dergelyke Zandgronden elders gellaagd is, zoo vraagt de Muttfchappy: Een beknopt verflag van de verfchillende proefneemingen , zo'veele men kan nafpooren , op dergelylie- gronden elders genomen, en -van den voor- ofnadeeligen uitflag van dezelven, opgemaakt uit echte berichten, die daar van voorhanden zyn of kunnen verkregen worden , en zodanig ingericht, dat de welgelukte proefnet.ningen met genoegzaame naauwkeurigheid befchreven zyn, om ten richijhoer te kunnen verftrekk'en, en dar men uit de ^mislukte beoordeelen kan, welke beproevingen ep fchraale Duin*  C 175 ) Duin- of Zandgronden niet geene hoop van een voordeeligen uitflag kunnen ondernomen worden? Voor gefteld* in 1796, en herhaald in 1798. IV. Wat weet men thans van den loop of de beweeging der Sappen in Boomen en Planten ? —— Hoe zoude men tot meerdere kennis kunnen gernaken van het geen des aangaande nog duister of twyffelachtig is ? — Dn kunnen 'er, uit het geen hier van door proefneemingen of ondervindingen wel beflist is, nuttige aanvyzingen tot het voorkveeken van boomen en planten worden afgeleid? Voorgelleld in 1798. V. Aangezien men door eene genoegzaame oplettenheid op de Phyfifche oorzaaken , die den rook in de fchoorftee-j nen doet opgaan, naar allen lcliyn net rooken doorgaans zoude kunnen vermyden, zodanige gevallen welligt uitgezonderd , waar in de fchoorfteenen aan te rug gekaatfte winden, of zo genaamd valwinden bloot ftaan, zo vraagt de Maatfchappy : I) Eene duidelyke en kortbondige Natuurkundige beft heuwing van de oorzaaken , die den rook in de fchoorfteenen doen o:gaan, of denzehen daar in belemmeren. 2) Aanwyzingen of regelen uit zodanig eene bej'chouwing afgeleid, hoe de fchoorfteenen behooren ingericht te zyn , en wat hier by, naar verfchillende omftandigheden , behoor e in acht genomen te worden, om van rooken bevryd te zyn? Voorgelleld in 1798. VI. Welke Inlandfche Plantgewaszen, tot hier toe niet in gebruik, kunnen, volgens genomene en wel bevestigde proeven, eene goede verf-Jioffè opleveren, die met voordeel zoude kunnen bereid en in gebruik gebracht worden? — En welke elders groeijende planten zouden 'er hier te lande, inzonderheid op fchraale of ledig liggende gronden, met voordeel tot verf-Jlojfen kunnen worden voortgeteeld? Voorgelleld in 1798. EN VOOR I NOVEMBER l800. Welke zyn de onderflehei'den Rasften van Schapen, die in de Vereenigde Nederlanden gevonden worden, en de verfchillende wyzen van bezorging van dezelven. — Men verlangt hier by te weeten derzelver gewoone grootte en zwaarte: de afmeetingen en zwaarte van den romp, en van de leden; de gewoone langte, fynheid, en het gewicht der wol; het geia' der jongen , welke zy jaarlyks werpen ; en of het groot er aantal der wervelbeenderen , door Daubenton in zo m mi gen meer dan in anderen •waargenomen, aan eenig byzonder ras eigen zy, dan alleen voor eene fpeeling der Natuur moet gehouden worden? Als meede of'er onder de verfchillende ras fen nog één oorfpronglyk aan dit land eigen gevonden worde ? Voorgelleld in 1794. De volgende vraagen blyven, onder aanbod van den gewoonen eerprys, voorgelleld. VOOR EEN ONBEPAALDEN TYD. 1. Wat moet men denken van Je trapswyze opklünmih- pe, welke veele, zoo oude als hedèndaagpche, TVysgeeren hebben gefteld plaats te hebben tusfehen de Natuurlyke wezens, en tot welk eene zekerheid kunnen wy geraaken omtrent het daadlyk beftaan van die opklimmingy en van de orde, welke dc Natuur daar in volgt? De Maatfchappy verlangt op deeze Vraag gééne Overnatuurkundige Verhandelingen, maar zal alleen antwoorden, die uit de Natuurlyke Historie ontleend zyn, ia aanmerking neemen Voorgefteld in 1781. II. Hoe verre kan men thans , uit wel bevestigde en beft iszen de Proefneemingen en Ondervindingen, eene wel gegronde Theorie omtrent den aart van het Vuur , en de oorzaak der Warmte opmaaken? En wat heeft men hier omtrent nog als twyfelachtig aanlemerken ? —- Voorgefteld in 1783. III. Kan de nuttigheid, en derhalven ook de noodzaaklykheid van den Rh>nlandfchen SLnperdyk, in geval van overloop , het zy uit de befchouwing van vooren, of ook door ontwypjélbaare bevindingen aangetoond worden ? Voorgefteld in 1786. IV. Wat leeren de la at ere ontdekkingen in de Scheikunde omtrent den Aart der Gisting; en welke voordeelen zouden zommige Trafiquen hier uit kunnen trekken, by welke gistende ftoffen gebezigd worden ? Voorgefteld in 1790. Laatllelyk herinnert de Maatfchappy, dat zy voorleden jaar befloten heeft op elke Jaarhkfche Algemeene Vergadering in overweeging te neemen, of' 'er onder het geetj men aan dezelve, zedert haare laatst voorgaande algemeene vergadering, behalven de andwoorden op prys-vra.-.gen, heeft meegedeeld , eenig ftuk betreffende het één of ander vak van Natuurkunde of Nat uu rijke Historie gevonden worde, het geen wegens zyne bclangrjkbeid of nieuwheid eene byzondere vereeiing \erdicne. en dar zv. zulks hovinH^nHp. aan dat ftuk, of zo 'er meer dan één ontfangen is, aan het naar haar oordeel belangrjkfte ftuk zal toewyzen eene zilveren eerpenning, op den ftempcl der Maatfchappy gellaagen,. en teffens eene vereering van tien ducaaten. Het zal de Maatfchappv aaneenaam zvn. wanneer dn Sr-hrv-. vers hunne antwoorden , zoo veel mogehk is, bekorten, door alles daar van af te laaten, het geen'niet volltrekt tot de hoofdzaak, die zy vraagt, behoort. Het ftaat ook aan elk Lid vry na den prys te dingen. nnder voorwaarde, dat zyne Verhandeling, gëhk ook''het billet, met den letter L geiekeud zy. De Antwoorden, gefchree-.cn op de gewoone wyze met een verzegeld billet, des fchmers naam bevattende, in het Nederduitsch , Fransch , Ëatyn of Hoógduitsch (doch met geene Hoogduitfchc Letter j moeten -iranc-o gezonden worden aan M. van Marum , Secretaris deezer Maatfchappye. Vraagen, opgegeeven voor een onbepaalden tyd, moeten mede voor primo November worden gezonden; terwvl de kater inkomende niet wel voor dat jaar na den prys 'kunnen dingen. De Prys gefteld rrp ieder van de voornoemde Vraagen , vooc  C }7* ) ■voor den geenen, die, riasf het oordeel der Maatfchappye, •dezelve best beantwoort, is een Gouden Medaille, op den •.gewoonen Sten-pel der Maatfchappye. gefkagen, met den :Naam van den Schryver en het Jaartal op den rand; of dertig ducaaten, ter keuze van den geenen, dien de Goti- -den Medaille is toegevveezen. Het zal den geenen, ,welke den Prys behaalen zal , of een Accesftt zrjl bekoomen, niet, vryftaan zyne Verhandeling, welke bekroond is, het zy in het geheel óf ten deele, liet zy apart of by eenig ander werk, 'te doen drukken , zonder de uitdrukker} ke toeftemming van deeze Maatfchappy daar toe te hebben ver.kregen. Tot Directeuren zyn verkoren. David Mattheus van Gelder de Neufville, te Amfter. dam- ... Jan Messchert van Vollenhoven, te Amfterdam. Cornelis van Vollenhoven Jansz. te Rotterdam. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin , te AmfterdamTot Leden. Johannes IIenricus van der Palm, Hoogleeraar & Agent van de Nat onaale Opvoeding der Bataaffche J^epu- kBek , in 'sHage. Jan Fredrik van Beeck Calkoen , te Amfterdam. Adriaan van Soiingen , A. L. M. Philof. & Med. Doel. SP Lettor Artis Obftetriciae , te Middelburg. G. F. Hofmann , Botanices Profesfor, te Göttingen. A. G. Kjfstnér, Mathefeos & Phyficès Profes/*;-, te Göttingen. J. B. van Mons , Profesfeur en Chemie, a Bruxelles. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep va art, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 27 Mey te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 2601300 Vriefche Wintergarst . 1603176 dito rode . . 2408270 Gron. en OMamfche . 160x176 EIbing. en Heiigfche . 2508290 Zeeuwf. en Overm. Winter 1603176 Koningsberger . 236 a 266 Dito Zomer . . 1603176 Vriefche . . 250 a 285 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 240 a 275 Voorlandfchc rode . 2253250 HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . 275 a 300 ROGGE. Brouwbaver . . . 1403156 Pruisfifche . . 240 a 260 Witte Voeder dito . 1153120 Kpningsbf rger . . 240326c floekw. Amersf. en Gooi!. £37340 Gedroogde . . 300^ 320 Dito Brab. en Vlaam. £ 37340 tvoolr. Zeemvïch en Raap-Oly, per Aam ƒ 8oi Overm. 't Last. . £ 793 88 Dito Lyn . . éqI Slag-Lynz. de tor, van Dito Hennip . . - fxi 5 Schep." Rigaas . / 12*314 Walv. Traan, 't quart. [lenmpzuad dito . - loan vsn 12 Stek. Nieuwe - 116 IDito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ 51 ^ Cadrx ■ .51 ^ "* S'. i: :£ Nieuwe Ducat. f ^ Paros 2 m 1 Nieuwe Lotus d'Or - ti,feïl dito kort. ">mAsfigu--62*6ll C™n;es -12,14,13 Idem in Specie - E11}*" „• - IO', - Londen. 2. m. ff n£ % • Pl@ Dito kort °. N,6UWe Ryksd- " 6 PCt' H.imbug 2. m. Ct. ft. 39$ai B°. „ .. Dito kort - 4oiaf — Babk - 93^3$ PCt. Wenen id. B°. . 36^337 Zaad, Oly en Traan. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het eetal der Doden . jrednrpn^ iqnfcrt,ariAM«« wt^u . is geweest: te Amfterdam 117; en te Haarlem o, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, C" BARO-j TH ER- HYGRO- STREEK LÜCHTS-. l ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799- f TER. TER. TER. WIND. HEID. C 29. 8 5lh 78 W. b. N. bewolkt;'smorg. ftormT 22 l 30. O 572 71 W. agtig ; voormidd. zeer '30. Oi 50 78 Z.Z.W. harde wind. C29. 9! 53s 97 z-w- voormidd. zeer harde 23 \ 29. 9 54i 89 W.Z.W. wind; regenagtig; C 30- O 45 86 Z.W. verders bewolkt. C29. 9 54 82 z' w- bewolkt;voonn.zeerhar- 24 < 29. 81 57§ 7° W.Z.W. de wind; verders ftorm; £30. It 4Si 7lJ n.W. tusfehen beide wat regen. Uo.2i~ 52è 71 W.N.W. "omtrenthelder;'smorg. 25 < 30. 3 56* °9 zeer windrig. i_30L_2j_ 48 \ 76\ z. w. ,--X C3°- I? 56 73 z- w- zeer windrig; 'smorg* 26 < 30. I 54ï 77 betrokken; verdeis / 30. oj 48! 83 regenagtig. ? •T30- oi 5'i 77 W-N-W- ^rr"ent helder; 27 < 30. li 582 091 W. voormidd. windrig. 13p.' i\ _ 48 76; n. w. ■' C30. 3 52 è 69 n. n. o. 28 < 30. 3! 64 ' 62 wolken. [30. 2} I 48 1 77 Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N° 284. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTERbBGBEs> VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FRTDAG DEN 1 JUNT. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. De twede bezending van Konstftukken, te Turin verzameld, moet binnen kort te Parys wezen. Dezelve beftaat uit verfcheiden kleine antieke Afgodsbeeldjes, zo Egyptifche, als Griekfche en Romeinfche ; Apisfen, Canope's enz. Venusfen, Cybeles enz. uit fraai antiek Huisgeraad , als Sleutels, Lampen, Gewigten, Haken enz.; mummies van Kindertjes en Dieren; een byfchrift gevonden in de ruïnen van Industria; als mede uit Schilderyen, gelyk de Apollo en Marfias van Guido; Adam en Eva van dcnzelfden meester; de kinderen van Karei I, 't geen voor het beste ftuk gehouden word van van Dyck, en ene Bacchante van denzelfden: twee of drie taferelen van Pousfm, die echter niet van zyn besten tyd, en waarfchynlyk te Venetien, door hem, vervaardigd zyn, toen hy bezig was met Titian te beftuderen; een ommegang , nevens de toren van Babel, van Brenghel, overheerlyke ftukken, zo uit hoofde van derzelver uitvoerigheid , als de oneindige verfcheidenheid van Beelden, die allen in beweging fchynen te zyn. Het gewigtig werk der vaste bepaling van de Gelykheid der Maten en Gewigten, gevestigd op den onveranderlyken grondflag der lengte van een vierde der Middellyn dezer Aarde, waar aan verfcheidene buitenlandfche Geleerden genodigd waren, medetewerken, • XI. Deel. is eindelyk gelukkig tot ftand gebragt. Het Rapport is gefteld, door den beroemden Hoogleeraar van Swinden, van wegens de Bataaffche Republiek gezonden, en, den 6 Prairial (25 Mey) met ene algemene toejuiching, in de Mathematifche klasfe van het Nationale Inftitut, door hem voorgelezen. Eerlang zal het zelve, door den druk, openlyk gemeen gemaakt worden. Afschrift enes Briefs uit Cairo, den 8 Pluviofe C27 Jan. l.l.j gefchreven door den Burger Larrey, Opper - Leger - Artz, hy de Franfche Armée in Egypten, aan zynen Broeder, Hoogieeraar by dc Ring - School van Gard, te Nimes. „ Sedert weinige dagen ben ik terug gekomen van „ Suez, werwaarts ik den Generaal en Chef verzeld „ hadde: wy zyn de woestyne der Landengte, nevens „ een gedeelte van de Syriïche kust, tot aan de bron„ nen van Mozes doorgetrokken: en hebben een groot „ deel van de golf van Suez bezigtigd. Deze togt „ was, in vele Opzigten, belangryk; dog de tyd laat „ my niet toe, om daar over thans uitteweiden. Wy ,, hebben de rode Zee doorwaad, zonder, by de te„ rugkomst, met de oude Egyptenaars , het leven „ daar by te laten. Wv volgden de fporen van het „ kanaal van Sefstris, alwaar wy enige ellendige be„ woners aantroffen , die wilder, cn tevens zo het Z ii fcheen  C ) „ fcheen nog luier, dan de beesten waren. Zy lie„ pen byna geheel naakt en hadden gene huizen, of „ hutten enz." Barthelemy Mercier, geboren te Lyon, op den 1 April 1734, regulier Kanunnik der voormalige h ranfche Congregatie, Oud-Bibliothecaris van Si.Geneviéye, cn, federt een geruimen tyd, bekend onder den naam van Abt van Saint-Leger de Soisfons, is des avonds van 24 Floreal-(13 Mey 1.1.) aan de gevolgen ener kwynende ziekte, waar aan hy federt 2 jaren fukkelde, overleden. Hy wierd voor den grpotften kenner van Boeken en Handfchriften, in geheel Frankryk, gehouden: en was, federt ettelyke jaren, bezig met bouwftoffen te vergaren, voor een belangryk werk over de Latynfche Dichters van de Middeleeuwe, 't geen hem, in zyn laatften tyd, op de lyst geholpen had dier Geleerden, welke onderfteuning van de Regering ontvangen. Hy laat een fchat na van Handfchriften en Boeken, waar van vele met zyne gefchrevene aantekeningen 'veiTykt zyn. Een ander vei lies, 't geen de Letterkunde, dezer dagen, geleden heeft, is dat van een der meest oorïprongèlykè vernuften, den beroemden Caron de ISr.Ai'-MARCHAis, die in den nagt tusfehen 28 en 2g der laatstveflopene maand Floreal (17 en 18 Mey) aan ene beroerte geftorven is. De overledene, in zyn fuifi begraven zynde, hield Collin Harreville, op zyn Grafzerk, voor deszelfs fchreiende bloedverwanten en vrienden, als mede een aantal luiden van Letteren, de volgende Lykredcn, welke door den Burger Gudin was opgcfleld. „ De Letterkunde beeft een der beroemdfte mannen verloren, die zy vcortbragt, en mogelyk den enigften, die de meeste oorfprongelykheid van geest bezat. Deze is de B. Pierre - Augustin Caron de Beaumarchais. „ Ieder kend zyne werken; het gemeen heeft ene menigte zyner fraaie gezegden onthouden, die fpreek woorden zyn geworden. Zyne ftukken zullen in wezen blyven, zo lang 'er, in Frankryk, een toneel, fmaak, geest, hartstogten- en misbruiken plaats zullen hebben. „ Ieder weet ook, hoedanigen moed hy aan den dag legde, tegen een Rechtbank, door Koninglyk ge. zag anngcfteld, en door het publiek gevoelen gewraakt (*). Men weet, met welk ene ftandvastigbeid hy, door dit gevoelen, 't geen toen een foort van magt was, gedekt, de grootfte gevaren braveerJ (*) Het Parlement Meaupou* de, de zwaarfte rampfpocden verduurde en eindelyk de Regeringsleden en Minister dwong, om hem regt te doen. „ De Engelfchen, verbaasd over de kragt, welke hy liet blyken, onder een oppennagtig beftuur, fchrcven hem onder het opfenritt: Aan den Hr. de Beaumarchais, den enigften vry en man, die in Frankryk is: cn deze brieven kwamen hem ter hand. „ Zyn karakter was ook te verheven, om zyn vernuft niet te doen fchitteren. Dit vernuft, zo uitgebreid als onvermoeid, fchikte zig even gemakkelyk naar de Letterkunde , ais de bezigheden, naar de Staatsktinde, als Koophandel. „ In diervoegen verknogt aan zyn Vaderland en aan de belangen der menschheid , als ieder denkend mensch behoord te wezen , wierd hy de opentlykfte voorftander van de Vryheid der verenigde Amerikafche Staten. Hy ondernam de gewaagdfte flappen voor zyn perfoon en bezittingen, om deze nieuwe Natie, die aan Amerika het voorbeeld gaf van het affchudden der Europefche ketens, in hare pogingen te hulp te komen: en gaf eindelyk het Fransch Ministerie, in weerwil van de bedreigingen der Engelfchen , haar toeftemming om een verbond met de verenigde Staten te fluiten; men kan met zekerheid zeggen, dat niemand meer daar toe zyn best gedaan had, dan hy. „ Het geen mogelyk het zonderlingfte is, en het ge'chikfte om hem tc kenfehetzen, beftaat hierin, dat hy volkuracnst flaagde, met harde waarheden aan ieder een te zeggen, ïïy vleide nimmer de Vorftcn, nog dc Staatsdienaars, én was nooit laag geroeg, om van iemand kwaad te Ipreken. Hy deed zehs regt aan hun, die, jaloefsch over zyne talenten, zig beyverden om ze in verdenking te brengen. Altyd verdedigde hy, met vuur, de zulken, die men lasterde: ik ben, fprak hy, de Advokaat der afwezigen. „ lly fchiep vermaak in eens anders gaven te pryzen, derzelver waarde tc verheffen en haar aïm het licht te brengen. Gaarne gaf hy gehoor, aan de genen , die hem raad kwamen plegen. Meer dan een Dichter heeft het aan hem te danken, dat hy by het Toneel flaagde, en nimmer voegde hy zig by zulken, die hen poogden te benadelen. „ 'tGeen ik, boven zyne talenten, cn de kragt van zyn karakter,, in hem bewonderde, was de ccnvouwdigheid zyner Zeden. Door een reeks van omftandig■ heden, die my hoogagting voor hem ingeboezemd hadden, in byzondere'kennis met hem geraakt zynde, ondervond ik ras, dat men hem niet middelmatig kon beminnen, wanneer men hem in zyn huis zag. Hy • was omringd van zyne familie, waar voor hv alles 1 over had; hy had de vrienden van zyn jeugd behoti-  C 179 ) don; alle zyne dienstboden waren oud. Men kon geen beter Heer, geen beter Echtgenoot, geen beter Vader wezen, dan hy. „ Ik ben gedurende 30 jaren zyn vriend geweest, en heb hem altyd dezelfde gezien: onverfchrokken in tegenfpoed, en "zonder trotschheid in voorfpoed, yverig voor het gemene welzyn, en afzonderlyk al het goed doende, dat in zyn vermogen was. Zeker zal ik eenmaal zyne deugden en groot karakter meer uitvoerig ontvouwen. Thans te zeer over zyn dood aangedaan, kan ik naauwlyks myne gedagten byeenzamelen, en het nodige my errinneren. Ik vergenoeg my des met deze eerfte bloemen op zyn graf te ftrooien, onder het mengen van myne tranen met die van zyne familie." BATAAFSCHE REPUBLIEK. Franeker. Tot Hoogleeraren aan deze Akademie zyn aangefteld J. H. Regenbogen en E. Tinga, de eerfte in de Kerke/. Gefchiedenisfen en Bybelfche Uitlegkunde, en de laatfte in de Natuurlyke Godgeleerdheid en Zedenkunde. Harder wyk, 33 Mey. By de Akademie, alhier, is tot Hoogleeraar in de Kerkelyke Gefchiedenisfen beroepen Do. A. Ypey , Predikant te Ethen en Drongelen. Dordrecht, den 11 Mey. Het Genootfchap Pictura alhier, waar van de hoofdbedoeling, aanvanglyk, alleen was, het beöeffenen der Teekenkunde, jn het afgelopen jaar tot het befluit gekomen zynde, om een twede Departement opterichten, waar in aan den leergierigen gelegenheid verfchaft wierd, om ook in de Bouwkunde, cp Wiskunde gegrond, onderwys te erlangen; zag deszelfs pogingen geenzints te leur gefteld. Daar twee hunner Medeleden, te weten het werkend Lid Jan van Stry en het Honorair Lid Jacob van Daalen , de moeijelyke taak van beftuur te gelyk met het onderwys in dit belankryk vale op zig namen, deed zich weldra het aanzienlyk ge:al van 18 Leerlingen op, om deze gelegenheid zig ten •nutte tc maken, en de voorbeeldige yver der Onderwvzeren, zo wel als de prysvvaardige naarftighcid der Leerlingen, gedurende dezen Winter betoond, hadden den gelukkigftcn uitllag. Na den afloop der Lcsfcn, voor den Winter bepaald, gaven de laats gemcldcn allen aanmeikclyke Jblykcii, van hunne, in dit kort tydsbeftek, gemaakte vorderingen. Directeuren van Pxctura, om aan dit vlytbetoon tc beantwoorden, en om den lust, tot de beöeffening der fchone konften, verder optewekken, befloten, van nu af, hunne belofte, by dé uitnodiging gedaan, natekomen, en alle de Leerlingen, door het vervaardigen van een hun optegeven Werkftuk, naar Eërepryzen te doen dingen. Het was op heden, dat wy alhier, voor de eerftemaal, het genoegen finaakten, de Overwinnaars, met de door hun welverdiende Lauwren, te zien bekronen.—De Vergadering, ten dien einde belegd, werdt, door den voorzittenden Directeur Abraham van Stry, met ene op die gelegenheid toepasfelyke Verhandeling, waar in hy het nut van een geregeld onderwys in de Bouwkunde, en den invloed, welke het zelve, mede op de verbetering en verfyning van den algemenen Imaak, door het aankweken van bekwame perfonen, natuurlyk hebben moet, ten klaarde betoogde, «reöpend. Welke Verhandeling het Honorair Lid Jan Smits , wien men teffens mede onder het getal Her mededingers telde, ook uit naam zyner Medeleerlingen, op ene bevallige wyze, in betuiging van dankbaarheid aan het beftuur van Pictura in het gemeen, en aan de volyverige Beftuurdcren, te gelykertyd Leerraren in het Departement der Bouwkunde, inliet byzonder, beantwoordde. Vervolgens de Tekening, waardig gekeurd de eerfte uitgeloofde Eereprvs wegtedragen, van het bord ontzegeld zynde, bleek het, dat deze vervaardigd was door Jan van Lexmond, wien dan ook, door den oudften Directeur ïacob van Daalen, onder het uitfpreken van een korte en gepaste Lofiede, zo over hem, als zyne overige Medeleerlingen, ter verdere aanmoediging van allen, de grote Zilveren Eerpenning werdt toegereikt. De Tekening, welke de twede Eereprys was waardig gekeurd, mede ontzegeld zynde, zö werdt Jan de Greef, die daar van de maker was, door handen van den Directeur Jan van Stry, mede onder een korte Lofrede, ook ter aanmoediging van de overige mededingers, met de twede Zilveren Eerpenning befchonken. Waar na de Tekeningen der overige Leerlingen, welke allen in het algemeen den grootften lof verdienden, ten toon gelegd zynde, door alle de tegenwoordig zynde werkende en honoraire Leden , met veel genoegen befchouwd werden ,- en eindelyk deze Vergadering, onder de blaarblykelykfte tekenen van goedkeuring, over de gemaakte vorderingen, befloten werd. Z 2 eni-  C 180 ) ENIGE LEVENSBYZONDERHEDEN VAN ROBERJOT, DOOR. ROEDERER. (Uit het Fransch.^) Roberjot wierd in 1753 or~ 54' te Mdcon, geboren. Zyne Ouders, of de beguichelingen der Jeugd, die engetwyffetd even weinig van den wil afhangen, als de toevallen der Geboorte, fchikten hem tcrftond voor den Geesten-ken ftaat. Hy wierd Kerfpel-Priester van zyn Gebooiteftad. Het goed, 't welk hy, in deze bediening, kon doen, deed hem enigen tyd de dolingen over 't hoofd zien, welke hy genoodzaakt was te leren. Hy was de vriend der armen, de trooster der ongelukkiger; hy onderfteunde de braven, en bragt de llegten te rug. Ondenusfchtn begon zyn verftand meer en meer het ongerymde te zien vah het Kerkelyk leerftelzel, 't geen hy omhelsd had, cn hy liet het dryven. De omwenteling verfchcen; hy wierd een voorftan- der derzelve. Gelegenheid hier door kryg nde om in den Burgerftand te treden, legde hy het Priesteflyk gewaad af. De befcheidenheid, zedigheid, goedwilligheid, alle deugden, welken hy als een Kerkelyk perlbon bctragt had, oeflende hy ook als Burger uit. Hy deed meer: hy verkreeg nieuwen, en legde dezelven openlyk aan den dag. De Kerk vei latende voor de Zedel} kheid, zag hy zyne pligten toenemen, gcenzins ophouden. De ontluikende Vryheid had Apostels nodig. Hy werd 'er één van. De Zedelykheid had een fteuh nodig tegen de ongebondenheid: hy wydde zig aan haren dienst. Roberjot begreep, dat deze beiden zendingen niet meer dan éne uitmaakten, en dat de vryheid en goede zeden,onnffcheidelyk,aan elkandeién verknogt z n. Op dezelfde wyze begrepen het de Patriotten van 89, onder welken hy behoorde: hoe zeer zulks, gedurende enen geruimen tyd, miskend bleef by die latere Patriotten, die vervolgens meenden de fchande van hunne achterlykhcid door hunne buitenfporigheden uit te zuilen wisfehen. Staande de Confthuerende Vergadering wierd hy tot Voorzitter benoemd by het Beftuur van zyn Departemeri": voor welken post hy toonde, ongemeen wel gefchikt te zyn, en dien hy met lof bekleedde. Op dien tyd overtuigd zynde, dat niets enen Burger en vooral een lid van Regering beter past, dan Vader des Huisgezins te wezen, begaf hy zig in den echt. Hy wierd tot Plaatsvervanger by de Conventie, in 179a, verkoren, en nam werkclyk zitting in dezelve, omtrent het midden van 93. In dat jaar ging hy in bezending naar het Sambreen Maasleger: en, na de verovering van België, organi,eerde hy aldaar de publieke Magten, en waakte in perfoon voor de particuliere veil gheid. Hy deed de gevlugte Ambagtslieden, cn alle nuttige menfchen, naar huis keren; bragt den arbeid teiug door het vertrouwen; den rykdom en de goede zeden, door den arbeid. Hy kwam met het Franfche Leger in Holland, en wierd Minister Plenipotentiaris der Repubhck in den Haag. Vervolgens wierd hy naar Hamburg gezonden: alwaar hy, gedurende zyn verblyf, zig op nieuw toegevende aan zyne Mcnschlievcndc hebbelykheden, zyhe nuttige Verhandelingen fchreef over de liefdadige Stigtingen binnen die Stad: Verhandelingen, die over enige maanden gedrukt zyn en geplaatst in de Verzameling van Stukken, betrekkelyk tot mcnschlievende inrigtingen, welke op last van" den Minister der Binnenlandfche Zaken is uitgegeven. Van Hamburg wierd hy benoemd tot Ambnsfadeur van Frankryk by het Bataafscn Gemenebest. Eindelyk ging hy uit dien post over, tot dien van Minister Plenipotentiaris-te Rajladt, die zyne-laatfte was. Roberjot bezat ene grote vcifcheidcnheid van kundigheden ; byzonder had' hy zig toegelegd op de publieke Huishoudkunde, de belangen van den "Koophandel en de Fabrieken: ene bezigheid, waardig aan. een oprecht Menfclienvriend: ene bezigheid des tc bcramelyker boven dien, om.dat zy geenzins hinde,lyk is, om van iemand een onderhandelaar te maken, byaldien het waar zy, dat de Diplomatie ene wetenfehap behoord uittemaken van de onderlinge belangen der Natiën , en geenzins de kunst van onderkruiping en bedrog. Hy verenigde met zyne kundigheden een wyzen geest en een zagtzinnig gemoed. Het was onmogelyk naar"het Congres, waar van Europa den Vrede wagtte, een Minister te zenden, wiens perfoonlyk karakter duiclelyker blyk gaf van het verlangen der Franfche Republiek, om denzelven te fluiten. Hy was de oogappel zyner Echtgenote en deze de zyne: ook was hy zulk een brave Vader als tedcrlievende Echtgenoot, Be-  C 181 3 Bedienaar des Vredes, in Duitschland, wierd hy, order de befcherming van het Recht der Volken en der algemene Zedenwet, zig verlatende op de trouw der Oostenrykfche Zoldatcn , welke hy geloofde ge¬ last te wezen om voor de veiligheid van het Franfche Gezantfchap te zorgen , door die zelfde Krygsknegten, terwyl hy ongewapend en van alle hulp ontbloot was, onder het geraas der fabelflagen, welken men zyne Amptgenoten toebragt, in de armen zyner Vrouw, op den publieken weg, op de wreedfte en barbaarfte W} ze om 't leven gebragt en vermoord! NAVOLGING van het LATYNSCH DICHTSTUK van HIERONYMUS de BOSCH; te vinden in de algem. konst- en letterbode van 10 may I79O. AAN J O H A>N NES RUDOLPH DEIMAN ZEER BEROEMD GENEESHEER; toen dezelve in eene redenvoering de verw0nderlyke vorderingen in de schei-konst gemaakt door ANTOINE LAURENT LAVOISIER verklaard hadde. Wien fchonk Natuuf de macht haar 't diepst geheim te ontwringen, En het verborgenst vuur in hellen dag te zien; Wien fchonk God 't grootst vernuft, 't vernuft van hemelingen, Wie toonde al wat door aarde en water kan gefchièn. Wie kon naar 't Godd'lyk vuur als een Promethcus ftfeeven, Wie wees ons ooit de plaats van het hoofdltofFlyk licht; Wie leerde ons, wat de lucht, waar door we ons zien omgeven, 't Zy vast, 't zy uit de ftoffe ontwikkeld, al verricht, Zoo dat, als 't vuur 't metaal tot kalldtof doet verteeren, De lucht de zwaarte wint, die het metaal verliest. Wat heilbron, welk een nut zal die ontdekking leeren' Aan-elk, die deezen weg tot zynen leidraad kiest- 't Was Lavoimer, w:ens brein d'.t alles ons deed merken, Die toonde langs welk fpoor Natuur haar doel genaakt; Wiens fchranderheid ons wees, hoe in Gods groote werken De diep verholen lucht hunne eerfte wording maakt, En waar het fynfte deel der ftoffe ons oog ontweken Nu voor ons onderzoek op 't zichtbaarst zich vertoont. v Dus wist hy 't heilzaamst licht den menscj ten nut te ontfteeken, Een licht, waar voor hem de Artz, en Werkman dankbaar loont. Die Man, die door zyn vlyt der Waereld wist te keren, Wat fchatren het vernuft eens Konftenaars vermeerd, Die Man, wien 't nagedacht moest met eene eerzuil eeren* Ligt, wreede wrok ten zden, op 't fchandelykst verneerd, En aan deeze eeuw ten fcliand het lyf verfcheurd, vertreden, Als of men een Sejaan of Giilina hadt, Wierd nog zyn hoofd na 't was van 't lighaam afgefneeden Aan 't volk vertoond; dat hoofd, 't geen 't fchranderst brein bezat. Dus fheefde en Samier en Socrates voor deezen, Zy, welker deugd tot eer verftrekte van hun Land. 6 Schrand're Deiman! wien de deugd fteeds koii beleezen, Gy leerdet ons hoe deugd hier wierd beloond met fchand'. Dan deeze moord doet haar op 't heerlykst weêr verhogen, Schoon 's dwmg'lands wreode wrok haar naar den afgrond wystr Zy daald, gelyk de Zon, met wolkfloers overtogen, Doch fchynt met fterker glans als zy in 't Oosten ryst.. Zyn' vindingen heeft hy den Naneef aangeboden., Dat die de vruchten plukk' destyds door hem befteed: Dat men zyne asch fteeds eer' by het vcrblyf der doodeu,, Als eertyds Tulliüs den Syracufer deed. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN,, AKADEMISCHE en andere schriften. Bataafsche Republiek. Dertigjarige Zeereizen van H. Vogel, nevens zyn leven. III Delen. In den Hüge> by ]. C. Leeuweityn. mdccxcvih. 8°. H. Vogel, van geboorte een Duitfcher, had, met oogmerk om Predikant te worden, ene geleerde opvoeding ontvangen , en zyne ftudien tc Jena byna voltooid, toen de vcrfpilling van zyn vaderfk erfgoed door zynen voogd hem iii de noodzakehkheid bracht, om naar ene opvoedingsplaats omtezien. Zodanig ene erkngde hy weldra in Zweden. In, Z $ , dea  C 182 ) den jare 1764' gmg hv derwsards op reis, nemende zynen weg over Ger-, Alterburg, Leipzig, Halle, Quedlingburg, Halberibd, VVolfenbuttel, Brunswyk, Bremen en Hamburg. Buiten deze Stad geraakte by in de handen van een Zielverkoper en wierd op een Schip geworpen. Naauwhks was hy dit gevaar ontkomen, of hy verviel in een ander onheil. Het Schip, waar op hy meende naar Hamburg te rug re varen , wierd door een ftorm afgedreven en moest in Texel binnen lopen. De ontmoeting van een Amfierdamsch Koopman, aldaar, gaf zyn levensloop een gantsch.ongedachte wending. Hy verbond zich om een Engelsch Heer op deszelfs reis naar Lisfabon en van daar naar Oost-Indien te vergezellen. Na het bezichtigen van de voornaamfte Steden van -Holland en Utrecht, (lak hy dus over naar Engeland. Een jaar bracht hy met den jongen Perkins in Portugal door, en fcheepte zich, in 1765, in, om naar Batavia te («venen. Op dezen tocht doet hy de Kaap de Goede Hoop aan. Van Batavia aanvaart hy enen tocht naar Achin en het fort Malborough op het Eiland Snmatra; doet op zyne terugreize de Molukfche- en Banda-Eilanden aan, en ivdt vervolgens een zware Schipbreuk. Derzelver gevaren en elende komt hy wel te boven, maar de Echtgenoot van ene Portngefche Dame, die „beiden hem op dezen tocht verzclden, als ook de ioijRe Perkins, wierden 'ér de flachtoffers van. Met haar komt hv behouden op Batavia aan, en verlaat het na een kort verblyf aldaar, om weder naar Europa overteftc- kcn. Dm door verfchillende omfbndigheden wordt hy zes jaren aan de Kaap de Goede Hoop opgehouden; gedurende welken tyd hy met zyne reisgenote huuwt, onderfcheiden bedieningen op de Kaap bekleedt; een tochtje in het binnen¬ land doet, en zyne Echtgenote aoor acn aooa voimcm. ui het iaar f776 verlaat hy de Kaap en komt te Lemmcrik in Ierland aan, van welk ryk hy de voornaamlte delen doorreisd. Vier jaren houdt hy zich in onderfcheiden oorden van Engeland op. Terwyl hy naar Holland wil overfteken, wordt hy genomen door een Marokkaanfchen Kaper, en door dezen te Azamor aan land gezet. Daar doorleeft hy dan eens in meer gunftigc , dan eens in zeer droevige omftandighedeu, zeven bittere jaren van flaverny; na welken tyd hy met een Spanjaard en deszelfs vrouw, die elkander in de flaverny hadden weergevonden, gelukkiglyk ontvlucht en te Carthagena, in Spanje, aankomt. De uitgedane ramven eens vereeten zvnde, doorreist hy enkele delen van dit KnniiiPTvk. en'verlaat het zelve, in 170?, om, na een der¬ tigjarig omzwerven, zyri vaderland cn aanverwanten bptèzoeken. Daar zelfs de blote opgave van de zeer veelvuldige zaken, die in dit werk voorkomen, ene re grote plaats in dit weekblad vorderen zou, moeten wy ons, buiten ene enkele proe-i ■ve van 's Schryvers wyze van behandeling, te vrede houden, met in het algemeen op te geven, wat de Lezer 'er al in vinden zal Hy zal 'er aantreffen vele verhalen van byzondere voorvallen, die den Schryver zclven bejegend zyn, en van de lotgevallen van onderfcheiden Perfonen die hy op zyne reizen ontmoette; als mede tusfchengevlochten verhalen van allerlei aart; vervolgens berigten van verfchillende zaken, die tot de Natuurlyke Historie betrekking hebben, by voorbeeld, ene waarneming van een Wesp, die ecu Rups voort- fieepte; aanmerkingen over de Zee, het Zeewater, en het iichten van de Zee; befchryvingen van de meeste Kaapfchc Gediertens; van den Dolfyn , Haaivisch, Zeedraak, van een gantsch byzondcren Vi.ch, den Bhzer of Noordkaper, den Kramp of Drilvkch, den Zeekreeft en deszelfs vermogen van zvne poten en fchareu aficwerpen; ene waarneming van het paren van Muggen; ene befchryving van de Bezoarfte- nen; van de veritemngen van het Lougn-JNengnmeir m Ierland; uitvoerige opgaven betrekkclyk den Noten- en Nagel¬ boom ; de bewerking van derzelver vruenten, en oen nandel met dezelve; belangryke aanmerkingen omtrent de mousfons in Oost-Indien, en ene naauwkeurigc befchryving van de twederleie wvze. waar op in Indien het Lywaat gefchil- derd wordt; eindelyk breedvoerige berigten van de Landen, Eilanden, Gewesten en Meden, die onze Keiziger nezogi heeft, en wy boven opgegeven hebben; welke berigten , wat Duitschland'en Holland betreft, voornamelyk gaan over de uitterhke gefteldheid der Steden, openbare Gebouwen eu Stichtingen; doch betrekkelyk Portugal, Spanje, Ierland, Engeland en Marokko, zich ook meer uitftrekken over den innerlyken toeftand dier Ryken, derzelver Inwoners en verdere byzonderheden dezer Landen, welken vooral ten aanzien van de verfchillende Landen eu Eilanden in Indien naauwkeurig en belangryk zyn-. Ten proeve van 'sMans wyze van behandeling en van den aart der berigten, die hy geeft, kiezen wy zyne aanmerkingen omtrent Ierland; één dier Europefche Gewesten, welke aan onze Landgenoten minst bekend zyn. „ De bevolking van Ierland bedraagt over de 3,000,000 Zielen en beftaat uit drieërlei Gedachten van Menfchen, te weten: Spanjaarden, die ü Kerry, Kork en een gedeelte van T.immerik wnnen. doch ten tvde van Kromwel zeer verminderd zyn , Schotten, die in het voorfte gedeelte van het Eiland hun verblyf hebben, en de overige Inwoners beftaan uit gemengde Getlachten. Dit Eiland heeft gezonde Inwoners, minder warmte en vorst dan Engeland en iu het algemeen ene vochtige lucht; in den Zomer is het 'er warm en in den Winter gematigd. De gemene Ieren hebben ene zeer armoedige levenswyze. De Steden zyn zeer fraai en de grote wegen in een zeer goeden ftaat. Sedert 174R heeft Ierland misfehien groter vorderingen gemaakt, dm enig land in Europa. Byna overal is het zelve tot dc Visfehery wel o-plep-en. waar door dan ook deszelfs Inwoners zich op den " Landbouw minder toeleggen, hoe zeer de Veöïotóaöifj 'er in zeer goeden ftaat is, vooral die der Schapen, welke 'er beter zyn dan in Engeland; enkele ttreken leveren echter zeer goed Koorn op, cn vooral de Midden- en Noordlyke Provinciën Hennip cn Vlas, waar door de Linnen- en WollenManufafturen 'er fteeds asmtvsfun. De Ieren zsn ongemeen gastvry en epigzins trots op d?ze d.mgd. De Vrouwen zyn 'er by uitftek vruchtbaar. De aart der Ieren hééft voor het algemeen veel van die der Engelfchen, behalven d.t zy vrolvkcr eu levendiger z\n. Ook de Zeden, gebruiken en gewoonten in Ierland 'zyn omtrent d:-zelfde Kti m Engeland. Onder deszelfs byzondere gebruiken behoort, dat heden van rang bv hun ontbyt altyd gekookte Eieren gebruiken, dat'er by elke maalt) d Aardappelen op tafel kamen, die men even ;is ouder ons brood eet, en elk gefchild naast zad. bord heelt hg-  C ) liggen; dat 'er hy het begraven van een Lyk altjd Lykzangen worden aangeheven, die eindigen met de woorden: O waarom ftierf hy! en dat men zout en aarde op de borst van het Lyk ligt en het zelve doet bewaken. DeRoomschgezinden maken het grootlle getal der Inwoners uit, leven fteeds in twist met de Bisfchoppelyke Kerk, welke eigenlyk de heerfchende is; zyn altyd vyan'den van dc Regering, 1 oreren alleen hunnen befchermheilig, Patridus, en zyn van alle voordelen cn aandeel aan vele zaken van het burgerlyk leven uitgelloten. De Protestanten bedragen 'er tusfehen de 6 a 700,000. In 1558, ten tyde van Koninginne Maria, zyn dezelve op ene b}Zondere wyze voor een gehelen ondergang bewaard. Doétor Cole wierd door Maria met ene vohnagt naar Ierland gezonden, om de Protestanten aldaar te onderdrukken; dan terwyl hy te Chester een vriend bezogt, wist deszelfs Huisvrouw, Elizabeth Edmond, dezen Lasibrief, die Cole in een doos had, tegen een fpel Kaarten te verruilen, zonder dat de Doctor het ontwaarde, voor dat hy voor den geheimen Raad van Ierland zynen last zou openleggen. Verlegen en befchaamd keerde hy naar Engeland te rug, om een nieuwe volmagt te halen, maar eer hy daar mede in Ierland kwam, ftierf Koninginne Maria en de Protestanten wierden gered. De fchraapzucht der Priesters, die uit Engeland derwaards gezonden worden, drukt de Ieren geweldig; daar en tegen zyn de Ierfche Geestely- ken in een zeer beklagelyken ftaat. In het Graaffchap Kerry vindt men verfcheiden Zeldzaamheden der Natuur; onder anderen ene groeve van zeer fraaie Amathyflen; twee goede Kopermynen en de hoogfte berg in Ierland, Mangerton genaamd; éne hoge vreeslyke rots, met vele ontoeganglyke afgronden, die over de Zee hangen ; het beklimmen van den top dezer rots, waarheen maar één flnal voetpad .leid, wierd voorheen ten boete opgelegd. By het Dorp Killarny ligt het Killarny-Meir, vermaard wegens de vermenigvuldiging van den Echo, de overheerlyke Gezichten, die het aanbiedt, en1 het nederftorten van verfcheiden beken in het zelve van dc hoogte van twintig voeten. De Geldmunten in Ierland zyn dezelfde met die van Engeland; alleen vindt men 'er kopere penningen, halfpence en farthing, die 'er door Elizabeth en Jacob den I. zyn ingevoerd. 'Er is gene Munt in Ierland. In het Graaffchap Kork vindt men de fchoonfte gewesten. Kork, de Höofdftad van dit Graaffchap, ligt op een mcerasfigeu grond, is de twede Stad in Ierland, en bevat omtrent 80,000 Inwoners. De handel is 'er aanzieneljker, dan te Dublin. Men noemt deze Stad het Slachthuis des ryken. Het Lough-Neagh-Meir, in het Graaffchap Amrim, levert fraaie verfteningen. In zommige dezer ver fteningen vindt men houtaderen, ter dikte van een of twee duimen, die in het geheel niet verfteend zyn. Het Graaffchap Waterford , welks voornaamfte Stad ook dien Jiaam draagt en omtrent 2600 Huizen heeft, is deels bergachtig en heeft Koornlanden, Schapenteelt en Visfcheryen.— Het Landfchap Leighnigh of Leister,, is deels vruchtbaar, deels moerasfig en vochtig. 'Er wast veel Hennip en Vlas; ook is 'er de Vee- en Schapenteelt aanzienelyk. Dublin is ryk, welbebouwd, bevat ten minften" 200,000 Zielen , heeft met Londen zeer veel gemeen, doch is driemaal kleiner en heeft agt Ierfche mylen in den omtrek De voor¬ naamfte ftraat, Sackville, is ene halve Engelfche myl lang en wordt voor een der prachtigften in Europa gehouden. De kaaien, ter wederzjden der rivier, maken een van de fchoonlle fieraden der Stad uit. Het piein van St. Stophanusgroen, is een der groottten in Europa, en op her zelve ftaat het Standbeeld van George de II. De Stad ligt zeer vermaaklyk. Zindelykheid heerscht 'er niet, gelyk 'er ook de Bedelaars ontelbaar zyn. Op de Univerfiteit waren ruim 450 Studenten. In het Graaf(ch;;p Douncgal ligt een aangenaam Meir, met een Eiland 'er in , uerwaards de Roomschgezinden, uit het gantfehe Ryk, bedevaait doen; als mede het Vlek Ballyshannou, dat merkwaardig is wegens ene voortreffelyke Zalmftekery, die 'sjaarlyks 600 ponden Sterlings opbrengt; en echter 'kost het pond'Zalm niet me»r dan een penning. In het Noordehk gedeelte van het Graaffchap Antrim, ligt de zogenoemde Reuzendam of het Reuzenhoofd; men weet niet of het door de natuur of door de kunst gefticht wierd (*); het zelve beftaat uit omtrent 30,000, merendeels loodrecht ftaande, pilaren, dewelke uit geleden beftaan; de fteen is een foort van bazalt , zwaar, klinkende als yzer; de pilaren ftaan dicht by eikanderen en gaan omtrent twee mylen langs den oever voort." Dit werk is, gelyk wy uit een kort berigt des Uitgevers zien, uit het Hoógduitsch vertaald geworden. Hoezeer Biet alles, wat 'er in verhaald en opgegeven wordt, nieuw noch belangryk is, wordt dit gebrek door de veelvuldigheid van zaken, door de naauwkeurighcid, waar mede \ele berigten worden medegedeeld, en door de opgave van enkele min bekende zaken, rykcljk vergoed. Of Vogel deze reis dadel) k gedaan heeft, leidt by ons enigen twyffel, en daar voor menen wy niet weinigen grond te hebben. Dit intusfehen beneemt voor den Lezer het vermaskhke en bjLugryke niet, het welk in deze Reizen waarlyk gevonden word. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT EEN HANDEL en SCHEEPVAART, LANDEN VEEBOUW, ALS mede DE hu1sh0uKUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BET REKKE LYK. Londen, 3 Mey. De Hr. de Calonue heeft by de Magiftraat dezer Stad een plan ingeleverd, om, in plaa-s van den voor enige jaren afgebrande Albk.ns Molen, aan de Black-friarsbfug, de Stad Londen van het nodige Meel te voorzien. Hy flaat voor, om het rivierwater in de gragten van den Tower tc laten lopen, cn 32 Molenftenen, door middel van een Machine, welke hy zelve heeft uitgedagt, daar mede gaande te houden. " Men fchynt niet weinig ingenomen te wezen met dit ontwerp, en 'er is reeds ene Commisfie benoemd, om het plan te onderzoeken. Het buitengewoon gure weder heeft, in de Noorde- (*) Deze twyffelngtige uitdrukking toont, dat de Reiziger niet zéér bedreven in de Natuurkennis is; zynde liet bekend, dat dezeRenzend:m uit ware Ba/alt - pilaren beftaat, ongetwyffeld gevormd door de uitbatfting vsn onderaardscli vuur. Aaiit. van den Rcdaht,  C 184 ) ■delyke Gratffchsppen, ene fterfte onder de Schapen doen on titaan, welke byzonder dc Lammeren treft, die van de moeders, by gebrek aan voedzel, verltoten worden. In de vorige week kWaoien 'er, in een enkele Stad van "jorks-lure, 8000 Schapenvellen, op enen dag, ter markt. Berlyn. De kundige Koopman Braumulïer, aan wien wy hier reeds het aanleggen van een Kampferen Borax-Rafinery te danken hebben, heeft, na twejarige pogingen en proeven, het eindelyk zo verre gebragt, dat hy, uit den Honig een vast lighaam weet te bereiden, 't geen de plaats van Suiker kan bekleden. Hy heeft zo wel bruin- als witkorreligen Honigfiiiker bereid, en die ter toetfing gegeven aan een onzer Scheikundigen. Deze heeft bevonden, dat de beiden foorten droog in de lucht blyven; fchoon zy nog een weinig van de fpecifique Honigfmaak behouden hebben. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der INen UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland ï\ prCts. 33 3 40 prCt. Zeeland 21 prCts. 31 a 32 prCt. Friesland 2 prCts. 36 a 38 prCt. Generaliteit Anticipatie cnMarine 3 prCts. 36344 prCt. Bataaffche Refcri^tien 4 prCts. Losbaar 1799. 93394!. i8co. 68 a 69!. 1801. 51 a 53I. 1802.46347!. 1803. 43 3 455. 1804. 42 a 431. Na den Vrede 35 a 36. O. I. C. Lot. 17850111786. 3 prCts. 39 a 41 prCt. Diverse Buitenlakdsche. Amerika. 5 prCrs. 87! a 89 pi'Ct. Dito'4 prCts. 76! a 78 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 864 a 88 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 63 a 65 prCt. Room/the Keizer 5 pi'Cts. 52 a 555 prCt. Dito 4 prCts. 43 a 45! prCt. Spanje 4;- prCts. Losbaar 1799. 88 a 89 prCt. 1800. 75 a 77. !8CI—1807. 65 a 57 prCt. Dito 5 prCts. 80 a 8i4 prCt. Idem van 1 7ber 1798.66367 prCt. Rusland 5 prCts. 73! 374!" prCt. Zweden 5 prCts. 89 a 90 prCt. Dito 4I prCts. 87 a 88 prCt. Dito 4 prCts. 85 a 864 prCt. Denemarken. Toll. 4 prCts. 965a97iprCt. Dito HoIfi'ein 98 a 98! prCt. Dito Leen en Wisf. B. 92 a 93 prCt. Dito Kroon 92 a 93 prCt. Amft. 3 Juny 1799. Pryzen der Granen, op 3 Juny te Amsterdam. TARW. Het Lastl GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 2603300 Vriefche Wintergarst . 170a 185 dito tode . . 24oa28o'Gron. en Oldamfche . 1708185 Elbing. en Hcugfche . 250 a 290 Zeeuwl. en Overm. Winter 1703185 Koningsberger . 236 a 266 Dito Zomer . . 165 a 180 Vriefche . . 250 a 285'Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 240 a 275 Voorlandfchc rode . 2253250 HAVER en BOEKWEYT. Zeelaudlche . 275 a 300 ROGGE. Brouwhaver . . . 1403150 Rruisfifche . . 225 3250 Witte Voeder dito . 1103115 Koningsberger . . 225 a 250 Boekw. Amersf. en Gooil. £37a4°! Gedroogde . . 290 a 310 Dito Brab. en Vlaam. £37,140 Koolz. ZeeiH'sch en Raap-Oly, per Aam ƒ 8^? Ovéfro. 't Last. . £ 84 a 92 Dno Lyn . . - 6-1 Slag-Lynz, de ton van Dito Hennip . . - 73$ 5 Schep. Rigaas . ƒ I3|aX4Ï Walv. Traan, 't quart. Heniiipzatid dito . -iclautj van 12 Stek. Nieuwe - 116 iDito Rode .... 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ 50 $t -&k H3r Cadix ■ . 50 Lisfabon . jflfei Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16- Venetien -94 Oude ger. dito - 5 14 ,s P , m ï " 1 * Mèlwl Louis d'Or - 11.13,11 j1/3"!' 7. ' >in Asfign.-öilaf Guinies -12,14,12 dtokprt. ƒ B 1,1 miokn Idem m Specie - Franfche Kronen- - 57436* Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 6pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 39* B°. „ . , _ Dito-kort ; - 40 — liank ' 93iV pCt. Wenen id. B'. - 37 Zaad, Oly en Traan. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laststverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 139; en te Haarlem 7, onder welken laatften 2 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. C baro- \ th er- I hygro- streek luchts- l me- mome- me- der gesteld- J799- / ter. TER. ter. WIND. HEID. y3°-ii} 54 7u ö~. r* 29 < 30. i 705 58 0. n. o. helder. C.29- 9' 5%ï 69 — )29- Bi 62 S9k w.z.w. voormidd. bewolkt; 30 < 29. 8i 624 6o4 verders betrokken; d.29. 81 52 83 z.w. tusfehen beide wat regen. ^29. q\ 54i 77* n.w. ~~, ; ' 31 n maneuvrefen, en vereischt flegts een derde gedeelte van de manfchap, die men voorheen nodig had. De B. Viallon heeft een Hydraulisch Werktuig uitgevonden, om, zonder ïadj^rs, of pump, cn met weinig kragt, ene menigte waters tot ene asnmerkchLe hoogte optehalen. Dc -B. B. Laval en Peytes hebben een middel aan de hand gegeven, om,' met telegraphifche machines, aan Schepen de Seinen mede te delen. Zy geven het den iju'.m van Figigrafjhc. De B. Bonnêmaitï heeft de befchryving uitgegeven van een nieuw Werktuig, 't geen hy vuurleider, regulateur du feu, noemt. Het zelve onderhoud, in Distclleer- of DampTtfftels , geftadig een eenparigen graad van hitte , en is van veel dienst in Brouw-, Zeep- en Branderyen. Een Mechanicus in Gcnecquette, Prselector der Ontleed- en Heelkundig, ecu korte, doch gepaste, Redenvocring , in het byzyn van een aanzienlyk aantal Toehoorders, gehouden neeft, over het grote nut der aanmocding ter bevordering van allerlei Wetenfchappen: waar na door den Priefcs van het Collegium Medicum, den Burger H. F. Bernard, M. Dr., de Pryzen zyn uitgedeeld: de eerfte prys in de eerfte Klasfe aan A. Princc, by den Chir. Tuylen; de twede, by het Lot, aan B. Suurman, by dén Chir. J. J. Perez , tegen //. van den Berg, by den Chir. Byvoet, aan wien een prys van Aanmoediging is ter hand gefteld; een eerfte prys, in de twede Klas* fe, aan //. Stapel, by den Chir. Perez; de eerfte prys, in de derde Klasfe, aan P. van Munniksnreede« by den Chir. Heythuyien; en de twede aan C. Ff. Magnus, by den Chir. Perez, en een prys van Aanmoediging aan J. Daams, by den Chir. Feyler. Hier na heeft de Praslcctor ene Aanfpraak, aan de met Pryzen begunftigdc Jongelingen, gedaan, waar na deze plechtigheid geëindigd is tot genoegen van alle, die daar by tegenwoordig zyn geweest. Te wenfchen is het, dat dit treffend voorbeeld van aanmoediging, nog nergens elders, (zover wy weten) dan in Haarlem plaats vindende, ook door andere mq°'e gcvolgt, en door beminnaars van Kunften en Wetenfchappen kragtdaclig' onderfteund worden. Aan den Uitgever van dit Blad. Geachte Medeburger! In uw nuttig Weekblad van den 24 Mey I. 1. zag ik onder anderen de aanmerking, „ dat het meer dan twyffelachtig is, cf de kunst om d n blikzem uit den dampkring te dwingen wel zo geheel nieuw is," en daar by eene plaats uit Plinius. Ik herinnerde my hierop eene andere van Servius op Vrgil. Ecl. VI, 42, welkers incdedeeling ik gemeend hebbe u en uwe Lezers niet onaangenaam te zullen zyn. Zy is deeze: „ Deprehendit praeterea (Prometheus) rafitoriem. fulminum eliciendorum, & hominibus indicavit: unde coeleftem ignem dichur esfe furatus: nam quadam arte ab eodem monftrata fupernus ignis eliciebatur, qui mortalibus profuit, donec eo bene ufi funt : nam postea malo hominum ufu in perniciem eorum verftis est; ficut in Livio lectum est de Tullo Hostilio, qui co igni exftinctas est cum omnibus ittis. Numa vero PoropHiüs inpune eo iifu's est, tantum in facris Dëdrum. Hinc est quod, igrte rapte, ab iratis numinibus morbi hominibus dieumur inmisfi." Aa a Haf'  C 188 ) Harduinus, in zyne noten op Plinius, citeert nog eene plaats uit Arnobius 't begin van 't 5de boek p. 154, dan de gelegenheid ontbreekt my, om thans dezelve in te zien. Mag ik hier by voegen, dat de kunst, om de golven door 't inftorten van Olie te ftillen, waar van men voor eenige jaren zo veel fprak, ook den Ouden niet onbekend was ? P/dloJïratus in 't leeven van Apollonius zegt, III, 57, yxAyvyi/ Ss ê^icpuhx^oci/rs?, nou tvv QahxcGnv ivroi Ksifvai/rs.?, tovti $s y rou éXaiou iTipp^ TTpXTTSl. k. t. a. Na toewenfching van heil over uwen nuttigen arbeid, ben ik met alle hoogachting Uw dienstvaardig Medeburger, Rotterdam, 8 Juny 1799. Jo. Ad. Nodell. zagte straffen zyn van meer uitwerking, dan harde. DOOR DEZE EN GENE FEITEN OPGEHELDERD. (Uit het Hoogdirit$ck.~). Strabe verhaald, dat van twee volken, die aan den vcet van den Caucalus woonden, by het een venchrikkelyke, doch by het ander geheel gene Dood-ftraffen, in gebruik waren: terwyl nogthans by het laatfte veel minder euveldaden , dan onder het eerfte gepleegd wierden. Sabaco, Koning van Egypten, gebruikte de misdadigers, die voorheen met den dood geftraft wierden, om dammen tegen de overftromingen des Nyls opteweipen. Bovendien, zegt Diodorus van Sicilien, had die verandering ook nog dit nut, dat de misdadigers zeldzamer wierden. De Romeinen waren niet lnoder ten tyde van het Gemenebest, waar op de doodftraffe gene plaats had, dan voor- of na, cn ten tyde der Koningen, Tienmannen en Keizers. De wetten der Romeinfche Koningen, en der twaalf Tafelen, bragten byna niet dan verfchrikkelyke ftraffen mede. De wet van Porcius, welke eiken Burger van de dcodftniTe uitfloot, fchaften haar allen, ftilzwygend, af. Gedurende dat tydvak was de Republiek het bloeiendst. Onder de Keizeren wierden de voorgaande wrede ftraffen weder ingevcerd; en het Ryk geraakte in vei val. — Te Neurenberg hadden, voor de invoering der ftrafwetten in Duitschland, de alleronmenschlykfte ftraffen plaats; doch Celtes merkt aan, dat zy ontoereikend en kragteloois waren, om moord en roof voor te ko¬ men, en dat veeleer de fhodaarts zig door geen pynïgen of martelen lieten aflchrikkcn, om euveldaad op euveldaad te ftapelen. Van zeer vele misdaden, op welke voormaals, in Karoliuu, dc dood ftond, is deze ftraf afgenomen; en desniettegenftaande is Matblank van gedagten, dat, federt, ahnans de grovere misdaden, waar door men aan lyt of leven gevaar loopt, niet zyn toegenomen; terwyl het vermenigvuldigen van andere overtredingen, voornamel^ k in de aangroeiende weelde en andere gebreken te zoeken zy. In Bcyeren wierden, in één jaar (dat van 1781) 300 Ro\ers en Dieven op het Schavot ter dood gebragt, en met dit alles, belpeurde men daar van gene of weinig uitwerking. 'Er zyn nergens meer Beuriènlhyders, dan onder dc Galg te Tybum: en IIun.mil verzekerd, dikwyls ondervonden te hebben, dat 'er, op het ogenblik , dat iemand gehangen wierd, onder de Galg geftolcn wierd. Daarentegen heeft Elizabeih Petrowna, gedurende ene tweejarige regering, gene doodftraf behoeven te laten uitoeftenen : en nergens noord men van minder misdaden, dan in Denêrnai ken, alwaar de ftraffen ligt zyn, en geen dief gehangen word. Strenge wetten, zyn altyd een bewys van ene zwakke regering. Reeds by particuliere menfchen verraden wreedheid en wraakzugt zwakheid, cn men ziet ze nimmer met dappeiheid en grootmoedigheid gepaard gaan. Vrouwen hellen meer over tot wraakzugt, dan manhen, vermits zy zwakker én vrecsagtiger zyn. Caefar was goedertieren; Sylla blneddorftig, en fidderde, volgens Plutarckus, op het ritfclen van een blad. Het klimaat maakt de Amerikanen, gelyk ook de Moren en Afiatifche Volkeren, tot vreesagtige menfchen: van daar dat de Regenten, onder de verzengde luchtftreck, alles met het zwaard ftraffen. De Romeinfche wetten zyn de zagtfte, vermits de Romeinen fterk, dapper en moedig waren: de Oosterfche daar en tegen zyn de ftrcngfte, om dat dezo Volkeren vrcesagtig en tevens wraakgierig cn wreed zyn. De Londensciie Couranten-Bestellers. Het verbazend aantal' van Nieuwspapiereu, waar mede een zestigtal D ukpersfen , dag op dag, het leesgraag Londensch Gemeen verzadigen, word, door ettelyke honderden Couranten - beftellcrs , van allerleien ouderdom en kunne, van 'smorgens vroeg tot laat in den nagt, in alle hoeken, ftraten en" liegen der uitgeftrekte Höofdftad rondgebragt. Men kan zig naauwlyks verbeelden, hoe ongelooflyk druk het de- ze  ( i89 ) ze luiden hebben. De Ochtendbladen zyn, doorgaans, tegen middeniagt of een uur gezet, worden dan ter pers gegeven, en komen vroeg, tusfehen 7 en 8 uren, uit. De mecs.e huizen, waarde Nieuwspapieren worden uitgegeven, liggen om en by de Fleetftrect en het Strand, gevolglyk midden tusichen het eigenlyk Londen en West-Mnnfter. Hoe verder nu de kalanten enes Courantenlopers daar van af wonen, des te meer moet hy verlangen, om, bytyds, het bepaald getal van bladen te krygen. De winkels of huizen, waar de Nieuwspapieren worden uitgegeven, kunnen zo vele woeste Schreeuwers om Couranten niet bergen; dezen liaan dus dikwyls uten lang aan allerlei on weder bloot, tot dat zy geholpen zyn. Voor betalen is 'er geen tyd, en men haast zig alleen, om aan elk zyn bepaald getal van Exemplaren aftegeven, waar mede hy zig, zo fchielyk mogelyk, wegpakt, om ze aan z^ne kalanten, als een lekker beetje, op het ontbyt te brengen. Daar het evenwel den Couranten - loper te lang zou ophouden, wanneer hy aan elke huisdeur, waar aan hy een blad heeft aftegeven, aankloppen moest, zo gooit hy het flegts, by droog weder, veelal over de yzeren "leuning in de zogenaamde Area, of plaats, welke beneden voor de meest aanzienlyke Londenfche huizen uitfleekt, of (topt het onder de deur door. Dc News-man, of Couranten-loper, trekt zyn winst van den Uitgever, dien hy flegts vyf en een half pence voor het lluk betaald, waar tegen de koper den vollen hogen prys van zes pence, voor elk blad, moet geven. Buiten de kalanten, die de Courant houden, is 'er nog ene menigte van anderen, die ze flegts voor een uur lezen, v< aar voor zy een penny, of meermalen drie halve pence betalen: fchoon 'er nu wel ene, onbillyke, geldboete gefield is op dit verhuren van afzonderlyke Couranten , gaat het evenwel zyn gang , en brengt de bellellers grote winllen aan; want, indien zy velen van zulke uurlezers hebben, kunnen zy van een enkel Exemplaar dikwyls zes a agt pence op den eerften dag halen. Die het-den nagt over houd, moet nog een halve pence mee geven; en dan zyn 'er nog weder zulke lezers voor het blad van gisteren, 't geen eindelyk ook nog een koper vind, voor de helft van den prys, of 'smaandelyks aan Boekhandelaars word afgezet, die gehele kisten met Nieuwspapieren, naar de Koloniën, naar Petersburg, Parys, Hamburg en elders zenden, aan luiden, die niet vragen naar de morfigheid van een veel behandeld blad. De News■men bezorgen ook, aan hunne kalanten, de Magazynen, Reviews, en Boeken, die in afzonderlyke winkels uitkomen, waar aan zy ook niet meer dan een penny (duit)- winnen. Wel is waar, dat hier van \ fpoedig Schellingen en Ponden komen, maar hoe zuur ■ worden zy verdiend? Jaren lang moeten de Couranten-lopers, in allerlei weer, dag aan dag, zelfs Zondag niet eens uitgezonderd, van 's morgens vyf tot 'savonds tien uren, omlopen, en boven dien, van menig een kalant, voor een half uur, onwillig, uitblyvcn, de fmadclykfte taal horen. Met dit alles is het ene bekende zaak, dat vyf of zes jaren zwotgeug cn zwetens in deze drukke kostwinning, even zo vele honderde ponden, en dikwyls het dubbeld daar van, opbrengt, die, in de publieke fondlen gelegd, een inkomen 's jaarlyks opleveren, waar van men, in den middelftand, ordentlyk leven kan. Heeft een Couranten-loper zo veel gewonnen , dat hy 'er mede te vreden is, dan laat by in de Nieuwspapieren zetten,dat 'er een Couranten - weg, a News-walk, in die of die ftraten gelegen, te krygen is; en men geeft hem, enkel voor het alftaan van zyne kalanten , die het onverfchillig is, door wien zy bediend worden, vermits de prys dezelfde blyft, 80, 100, 150 tot 200 ponden» Zulke Advertisfementen vind men dikwyls in de Nieuwspapieren, en het ontbreekt nooit aan ene menigte van bieders, die hun geluk willen beproeven» NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademïsche en andere schriften. Denemarken. CG. Rafn's Entwurf'ein&r Pffanzenphyfiologie, auf die neuern Theorie* der Phvfik, und Chemie ge.gr undet, met verfcheidene byvoegzels en veranderingen van den Schryver. Uit het Deenseh vertaald door Joh. A. Markusfeu. 346 bladz. in 8°. Te Kopenhagen en Leypzig. Men vindt hier niet alleen alle nieuwe ontdekkingen hl d*-Natuur- en Scheikunde, en de kennis der geqfganrfee.de Lichamen , zo verre zy op de Phyliologae der Planten betrekkingen hebben, met vrugt gebezigd en in een klare order voorgefteld; maar ook eigen waarnemingen b. v. omtrent de Zappen en het Zaad-ftof der PLnteu, nevens de gedaante der kleinere delen, in beiden. Spanjen. Novarum, auf rariorum Plant drum ITorti Reg. Rotan, mat rit. Defcripr >onum dorades cum> non nutlarum iconib.us-. Ex typograplüa J&arrieena.. Auct. C. Games Ortega. 4to. Van dit werk, zeer netjes gedrukt, en met vry goedePlaten verfierd, zien reeds agt Decades het licht. De daar in befchreven Kanten komen allen oorfprongelyk uit Spaansch Amerika: bet merendeel daar van beftaat- iü nieuwe foort en , die tot velerlei nuttige hnishoudeKke gebruiken dienen, gelyk de Schryver naauwkeurig awiwyst. Aa 3 , Ba-  C Ï0O ) ' katAafschf. RTtpfrr.iBK. Landbouwkundig Schoolboek, en,:, door Hendrik Ponse, Huisman te Geervliet. 173 bladz. in gr. b'°. Amfterdam by ^ 6%. Sepp en Zovn. 1759. Dc verdienftelyke Maatfchappy van Landbouw, te Amfierd?n , te regt ncgrypcnde, dat de onbevooroordeelde Jeugd het best gefchikt is, om nuttige denkbeelden aanronemen5 was reeds al vroeg bedagt om een eigenaartig middel daar toe eer Landbouwende Jeugd aan de hand te geven, door het doen opfteilen van een gepast cn aan opgemeld oogmerk vold-ende Schoolboek.' Om des te beter hier in tc Hagen, gaf zy, in 1783, een afzonderlyk Prysvoorftel op, nopens het meest gefchikt plan en de beste inrigting van dusdanig een Schoolboek , waar op zy het genoegen had , een aantrl van zeer goede Verhandelingen, cn byzonder ene zeer belangryke , door jf< I\ Muller haar roegezonden , aan wien daar voor de Gouden Eerprys wierd toegewezen, te mogen ontvangen. Zy gaf, vervolgens , niet alleen deze Verhandelingen met den. meestcn fpoed in het licht, maar bood gchktydig, in den jare 1786, haar gouden Eerprys aan voor "het vervaardigen en uitwerken, nait het door Muller gefchetst plan, van een Landbouwkundig Schoolboek; fpljtzende zy teven?, ter vcrligting van deze taak, dien-Erbeid in 5 ge doei: en. Na herhaalde opgaven van enigen dier Dolen, waar op by de eerfte, gene voldoende Antwoorden waren ingekomen, had de Maatfchappy eindchk , en na vele jaren moeitens en kosten, het geluk, dit nuttig werk ten einde gebragt te zien cn zig in ftaat te vinden, om met de uitgave in druk van het zelve een aanvang te maken; gelyk zy dan, als een ifte Stuk des Xlllden Deels harer Verhandelingen, dit Eerfte Deel van haar Landbouwkundig Schoolboek , vervaardigd do'ir een kundigen Huisman Hendrik Ponfte , die, niet 'alleen daar mede , maar zelfs tot 4 maren , de overwinning boven zyne mededingcis behaald heeft, in het licht gaf. Het zelve is, gefprekswyze tusfehen enen Landman en diens Zoon ingerigt, cn beftaat uit Elft Zameufpraken of Hoofd ftukken: handelende I. over d; onderfcheidene zoorten van Bauvi- of Teellanden; II. de Gereedfchappen , die tot het bebouwen der Landen vereischt worden; III. over de bereiding der Bouwlanden, b\zonder het Ploegen en Eggen; IV. de bemesting der Landen, en de onderfcheiden zoorteu van Mest; V. alle zoorten van Graanen en Veldgewasfen, in ons Vaderland geteeld wordende; VI. den reften Zaaityd, de verfchillende zoorten, en de meerdere of mindere deugd van het te zaai jen Graan; VII. de verPchillende fhadelyke Onkruiden , en de beste wyze van weering en uitrooijii;g derzelven; VIII. het vernielend Ongedierte, en de middelen daar tegen; IX. den regt en Oogst tyd der onderfcheidene zoorten van veid^ruglen; X. over het opleggen der Veldgewasfen; het dorsjen, harpen, enz. der Veldvrugten; XI. over den Houtteelt, op fchraale gronden. Met byzonder genoegen hebben wy dit ftuk doorbladerd : de Schryver toond een man van kunde en ervarenheid in den Landbouw te wezen, en weet zyne begrippen en Jesfen , op ene aangename en duidelyke wyze, voortcdragen ,■ welke zeer wel berekend is voor de vatbaarheid der Jeugd. Om een en ander ftaal zo van zyne behandeling als febryfwyze hier by te brengen , zullen wy ons bepalen tot het geen hy, onder anderen, in de 4de Zamenfpraak, van de mest cn bemesting, ter aanpryzing van de Haardasch en het Schoorfteenroet zegt; als mede tot het geen aan het einde dezes Deels, over het Dennenhout, voorkomt. Bladz. 55 env. zet de Landman zyn gefprek met zynen Zoon in dezer voege voort: Zoon. De Brabanders haaien de haard-asch met volle fchepen uit ons land. Moeten die dezelve met andere mest ver! mengen ? Laudm. Men kan de haard-asch zeer wel op zig zelve gebruiken, maar dan moet men ze niet met wagens vol op het land brengen, maar met de hand over het land ftrooijen. De asch trekt zeer veel water na zig. Te dik over het land gebragt, word het nat, vast en onvrugtbaar. Dit heeft veele Landbouwers in ons Vaderland zeer tegen de haard-asch ingenomen. Zoon. Zouden wy, ten aanzien van de haard-asch, onze gewoone manier van bemesting niet kunnen veranderen? Land. Zeer wel, wanneer de waarde van de aseh algemeener bekend eu voor elk verkrygbaar ware. Een Bouwman zou die van zynen eigen haard kunnen verzamelen. Maar, om al de kragt, die de asch heeft,'te behouden, moet dezelve droog gehouden worden, èn hier toe heeft men binnenshuis eene plaats, daar toe gefchikt, en waar van alle brandftoffen verwyderd zyn, noodig. In de fteden word de asch, meestal, in fchuuren verzameld, en droog bewaard. Dc Brabanders hebben dezelve, doorgaans, voor eenige agtercenvolgende jaaren in koop. Dus "is zy voor onze bouv, lieden niet te bekomen. Zoon. Ik verlange het byzonder gebruik van de haardasch te weetcn. De t}d en goede fchikkingen der Overheid zouden veel kunnen toebrengen, om het gebruik by ons algemeener te maaken. By voorbeeld, indien de Regenten vr.n de Steden de asch niet aan de Brabanders verpagtteden, maar met de maat verkogten; aan zich voorbehoudende om dezelve aan een ieder te mogen afleveren. Dan zouden die weinigen, die de waarde van de haard-asfche kennen . dezelve gebruiken , en anderen , de voordeelen hier van ziende, zouden hun voorbeeld volgen. Land.n. De haard-asch bevat eene vry groote hoeveelheid zoutdeelen. Men moet dezelve in Veen- of Z udgronden voorzigtig en fpaarzaam gebruiken. Op Kleigronden mag men dezelve dikker ftrooijen. De Landman moer acht geeven, zo op deti ftaat van vrugtbaarheid zyner landen, als op de Klei- of Zavelgronden. Hy moet altyd bedenken, dit men, dezelve te dik op het land brengende, nadeel kan doen. Als men eene ruime bemesting met de haard-i.-ch doen wil, zal men dc hoeveelheid van de asch, in twee parten deelen, en het land tweernt 1 beftrooijeu. Het land zal * 'er dan niet v;.st door worden , en de vrugten zullen 'er meer \ oordeel van hebben. De  C 191 ) De bndcr, met Winter-Tarwe bezaaid, ftrnoit men in de maand November, twee a drie fehepels Amfterd .mfchc maat op een morgen gebruikende. Als men het noodig oordeelt zal men, in de maand February, deeze bemestingnop eens herhalen en men zal een goeden oogst hebben. Zo m. Waarom gelchied de bemcstiging met do liaard-asch in den Winter? Landm: De asch is fcherp en brandig. Dezelve in het Voorjaar, "of in den Zomer gebruikende, wanneer het land' met aanplanten heilagen is, zou zy de vrugten benadecleii: te*n ware de asch, even na de thooijing, door den regen verkceld en in den grond gebragt wierd. Z' on. Zou men de asch niet kunnen onderploegen ? Landm. Dan zou men veel voordeel van de asch verliezen, dcwyl de zouten, voor de ontbinding, te diep in den grond zouden zakken. Zo„n. Hoe moet men landen, voor Zomer-Graanen gefchikt , met asch bemesten ? Landm. Voor den Winter wel geploegd, ürooit men dezelve in de maand February of Maart. De asch, door den •regen, in den me tftoffen, hier opgenoemd, nog verfcheiden andere, even bruikbaar en nuttig, aangetekend worden. , Zoon. Is het aanleggen van Denne- of Sparrcbosfcb.cn voordeelig ? Landm, Het is niet alleen voordeelig, maar zelfs, in eenige ftreeken van ons Vaderland , noodzaakelvk. Want hoe zeer men, op hcoge Zandgronden, en vooral-óp/Heivelden, door kragt van mest, wel een kortftondig voordeel mei het zaaijen van graanen vei werven kan, is dit voordeel niet aanhoudend, eu. tevens te kostbaar: terwyl Let aanleggen van deeze bosfehen den Eigenaaren, door den tyd, aanhoudende voordeelen aanbrengt. Zoon. Welke zoorten van die boomen zvn daar toe best gefchikt ? Landm. Voorname!) k twee. De grove Den, en'de'fyne. De eerfte is echter de voordeeliglie, en word het meest" gebruikt. De fyne, die flegter hout geeft, is meer gefchikt om Laanen cn Wegen te beplanten. Zoon. Is het aanleggen van die bosfehen niet kostbaar, en hoe gaat men hier mede te werk ? Landm. Niets is onkostbaarer i°. Om dat deeze boslchen niet geplant maar gezaaid worden , waar door men veel arbeidsloon uitwint. 20. Om dat een ligte omploeging , of een halve voet omfpiuing een genoegzaame roering is, om het Dennen-zaad ie zaaijen: daar andere plantzoenen eene dieper en dus kostbaarer omdelving vereifchen. 3°. Om dat, na de zaaijing, geen fchoonhouden, gelvk by andere plantzoenen, noodig is. Het bevveegen deezer gronden zou zelfs het zand aan 't Huiven helpen. ■Zoon. Waarin beftaan de voordeden ? Landm. Onder meer anderen 1°. in den verkoop van Booncitaaken„, die den eerden hak uitmaaken, en 6 a 7 jaar na de zaaijing uit de bosfehen gehakt, en gewuonelyk voor vier gulden het honderd verkoet worden. Deeze hak is zeer noodzaakehk om lucht aan de overige te geeven. Om deeze reden meet men daar cdwr. jaaren mede aanhouden, tot men een tweede zoort van haküing begint, namelyk van de Dekfparren. . 2°. In den verkoop dier Dek .'pan en, waarvan de hakking tien uf meer jaaren daarna een aam.aig neemt. Aanmeikelyk is dit \dordeel, naardcmaal zv van 15 tot iq nuivers het ftuk verkogt worden. Hier mede g'.at.men voort, tot dat de Boomen zo verre gevorderd zyn , dat men 'er Heipaaien uit verkoopen (a ;:. ; • _. 30. In den verkoop aier Heipaden, gemeeneivk zeer gezogd, eu gemakkelyk voor vyf cn twintig huivers per (tuk aan den man te brengen. 4°. In den verkoop' der Boomen , die, door het uitnaaien van de drie gemelde zoorten, op een behooffyke wydte gebragt zynde, fhan blyven , tot 'er ha gevraagd word: geldende , naar maate van derzelver kwaliteit, veelal 536 gulden per ftuk. 5°._In den verkoop van den afval der takken van gemelde vier zoorten, welke een'aanmerkelyk voordcel aan deh Veikooper geeven, en, tot takkebosfehén gemaakt, geme$nelyk ƒ3 a ƒ 4: - het honderd gelden. Waarby nog komt - -JQst  (5°. — Dat de grond deezer Bosfehen, door de bladeren en verderen harftigeri afval, zodanig verbeterd word , dat men, na de rooijing dier Bosfehen, Eiken daarop planten kan. — Hoe zeer oudertusfeheii dit voordeel zeer aanmerkelyk is, word herzeive echter meer door den Nazaat, dan wel" door den eerften Planter genoten. MUZYK- WERKEN. Parys. De beroemde Piccini, befteèd nog zynen ouden dag met nut, en laat zyn Lier niet rusten. Thans geeft hy een Journal uit voor de Stem en de Piano-fbrte, 't geen niet misfen kan in en buiten Frankryk optenemen. De Liederen met de accompagnemens voor de Fluit, Bas en Fiool, zyn van hem; die voor de Piano-Forte zyn van Desormery en Bouffet, wier talenten op dit fpeeltuig bekend zyn. Het oogmerk der Uitgevers fchynt te wezen, om in elk Stukje {Cahier) ene Italiaanfche Aria, een Fransch Lied of Romance, erj'een Stuk voor de Piano te geven: althans liet eerfte Stukje, 't geen dezer dagen in 't licht kwam, is op dien voet ingerigt. \ NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, l a nden veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen," op io Juny te Amsterdam. Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. a ra. 5o ■<& * * Cadix • ,50| w ^ vEta = .'.Hl SWeeDUHC-f t;..„,.„„ "J, Oude ger. dito - s-U-is EmtT*" 'I08{ Nieuw? I^ufsd-Or -t^Ji d&oifó '}'"Asfign.-6I| Cuinies -10,14,1a SSSMFEl « ScheKroneu '.$.3 Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort . j r Hambu g 2. m. Ct. ft. 3Ql"a A- B°. „ , „ Dito kort .io^%-Bank -93ftpCt. Wenen id. B°. . TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld.] Ggld. Poolfche bonte en witte 240.1280! Vriefche Wintergarst dito rode . . 225 a 260 IGron. en Oldamfche Elbing. en Hcugfche . 230 a 2-01 Zeenwf en Overm. Winter Koningsberger . 220 a 250! Dito Zomer Vriefche . . 230 a 260 Dantziger en Elb. Boveulandfche ' . 2253250 Voorlandfche rode . 200 a 230 HAVER en BGEKWEYT. Zeelandfche . 240 a 275 ROGGE. Brouwhaver . . . 1408150 Pniisfifdie -. . 195 a 210 Witte Voeder dito . 1101115 Koningsberger . . 1953210 Boekw. Amersf. en Gooil. ,£36*38 Gedroogde . . 2ooa2io'l)ito Brab. en Vlaam. £ 36 a 38 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en (Raap-Oly, per Aam ƒ 85! Overm. 't Last. . ,£82090 Dito Lyn . . - 65J Sbg-Lynz, de ton van Dito Hennip . . - 7i\ 5 Schep. Rigaas . ƒ I3§a 14 J Walv. Traan, 't quart. tiennipzaad dito . - nai2 van 12'Stek. Nieuwe - 116 IDico Rode " . . • . - 114 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 107; en te Haarlem II, onder welken laatften 5 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Mey zyn, in Alkmaar, overleden, 29 perfonen, nam. 10 mannen, 7 vrouwen en 12 kinderen, waar onder 3 Doodgeb. 5 beneden t jaar; 3 van 1 tot 5; 1 van 5-10; 1 van 20-30; 5 van 30-40; 3 'van 40-50; 5 van 6070; 2 van 70-80 en 1 van 80-90 jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. c baro-s ther- hygro-streek luchts- jU11y/ me- mome- me- der cesteld- l799- ) ter. ter. ter. wind. heid. S29' o! 23 69h Z'W- "wolken; voormidd. 5 < 29. si 00 60 ftormagtig; verders C.30- ol 52 70 windrig. C3ÖT1T 56* 634 z.w. '„ " 6 < 30. 2\ 65 i 48 i bewolkt; omtrent helder. C3Q- 3* 57 59* — ) 3°- 3* §81 73 z. w. voorrnidd. bewolkt; 7 < 30. 4§ 66 62 w.b- Z. verders helder; (.30. 5 55Ï 77 n.n.o. 'savonds ftil. C30. 5 62 77* n. o. ' * 8 < 30. 4$ 77i 42i helder; 'smorg. ftil. 630-4* 64* 65 — C30. 24 ■ 6sh 6lt o.n.0. O { jo. 2 80 44§ held*. /30. li <58 58; n. o. C30. Oi 67I 67 n. o. helder; 'snamidd. be- 10 < 30. Oi 84 43I wolkt; windrig; 'sav. (30. 0| __ 55 n.n.o. harde wind. >3°- li 55 6oi n.n.o. 11 < 30. \\ 621 55 n. wolken; harde wind. [30. li I 53 ö7 n.n.o. hoeveelheid van gevallen en uitgewaassemd water, te alkmaar. Gedurende de Maand Mey 1799. Gevallen 29 Lynen: Uitgewaasfemd 29 Lynen, j Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 286. NIEUWE ALGEMEN E KON'ST* en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 21 JUNT. BERIGTEN. F R AtN S C HE REPUBLIEK. Parys. Men ziet thans te Parys (Cour des Fontaines) het Skelet of geraamte van dien byster groten Walvisch, welke voorleden jaar, aan de kusten der Margariet-Eilanden, in het Departement van de Var, levendig gevangen is, alwaar hy op het ftrand geraakt was. Het ware te wenfchen, dat daar van, door ervaren Natuurkenners, ene uitvoerige befchryving gemaakt wierd. Inmiddels kan men zeggen, dat dit dier toteen foort van zeldzame Walvislchen behoord, geheel onbekend by de Groenlandfche en Noorweegfche Vis- fchers, die men te Parys gefproken heeft. ■ Toen de Visch nog leefde, was het lighaam 2,2 Mètres lang en meer dan 15 dik. Hy had gene tanden; maar, aan beiden kanten van het gehemelte , zeer dunne hoorne ftroken , de ene naast de andere, evenwydig, geplaatst. Zyne ogen waren tweemalen zo groot als die van een Os, en met oogleden en wenkbraauwen bedekt. Boven op den kop, waren twee openingen, in de gedaante van neusgaten, van eikanderen geicheiden door een kraakbenig fchot, waar uit hy het water tot ene verbaze*de hoogte opwierp, onder een ge- firs gelyk dat van een kanonskogel. ■ ■ In zyn om- fiagtige maag vond men niets byzonders. Dog men xr. deüe. kon het dier niet naauwkeurig genoeg ontleden, wegens den groten ftank, welken de vleeschagtige delen van zig verfpreidden, zo dat men zig haasten moest, om deze weg te krygen en onder de aarde te delven.. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Harderwyk , don 12 Juny. Heden de gewone dag zynde, waar op de Natalcs Academie plegen gevierd te worden, gefchiedde dit door den Hoogleraar J. H. Schacht, Theol. Doctor et Profesfor primarius, die, met ene korte Redenvoering, het Rectoraat dezer Akademie, voor het volgend jaar, overdroeg op den Hoogleeraar S. Gratama, Jur. Utr. Doctor ct Profsfor Ordin. Waar op de Hoogleeraar J. M.Kemper zynen post als Profesfor Juris Civilis ct Natura, met ene plechtige Redenvoering, aanvaardde: De jure naturce immutabili et ceterno; dat is: ,, Over de On„ veranderlykheid en Eeuwigheid van het Natuur„ recht." Zynde voorts door Curatoren dezer Hoge Schole tot Secretaris, voor het volgend jaar, aanger Held, de Hoogleeraar P. J. van Maanen, in plaats van den Hoogleeraar J. Bosscha. Ook kunnen wy van hier melden, dat, in plaats van den in het vorig jaar van hier naar Groningen vertrokkenen Hoogleeraar H. Muntinghe , tot Hoogieeraar in de Kerkelyke Historiën enz. beroepen is, Bb Do-  ( 194 ) Dominus Annius Ypey, thans noch Predikant in de Gemeente van Ethen en Drongelen, welke dan ook, met den aanvang van het nieuwe Akademie-jaar, zy¬ nen post aan aeze Jtioge scnoie uaat te aaiivaaiucn. nieuwe stigting ter uitbreiding van algemeen nuttige kundigheden % jw londen. In het begin van Maart dezes jaars, gaf de Graaf Rumford, in Londen, een Profpeclus in 't licht, voor ene openbare Stigting, om algemeen nuttige uitvindingen meer bekend, en de procfondervindelyke Natuurkunde, door voorlezingen, populair, te maken (*). Het daar by voorgelegd plan is een meesterftuk in zyn foort, en de inleiding vol van heilzame wenken omtrent de hinderpalen, welken tot dus verre de algemene toepasling van Theoretilche kundigheid op de beroepsbezigheden der menichen in den weg Honden. En , alhoewel een Inftitut van die omflagtigheki en verfcheidenheid, als daar by bedoeld word, mogelyk alleen in de Höofdftad van Engeland intevoeren is, kunnen echter, in 't vervolg, fbortgelyke, minder uitgebreide, ook elders, in Europa, naar dat model gevormd worden. Van twerlprleien aart zvn de hulDmïddelen, en in- rifTfino-pn van Onderwvs. welken hier bveenffevoesd „r^r^on A/nnr pprsr vnlTen . in een rei van kamers, de leerrvkfte en nieuwfte modellen van Keuken- en -*J/-_1 C„„~. l/Tn/V-l,;Kjc Clv->r,t-kncfpn ötooKgereecncnappeii, oiuum-iv±an.uju^o, viwi.^^.., Spin- en Weef-Mafchines, Persfen , Bruggen enz. openlyk te zien wezen , en van elke nieuwe verbetering tevens aldaar ene zeer naauwkeurige vertoning gevonden worden, om de zaak voor den gemenen Ambachtsman volkomen duidelyk te maken: en ten anderen zullen de voornaamfte Geleerden, in derzelver afzonderlyk v:.k, op gezette dagen, voor alle Intekenaars of die zy in hun plaats ftellen , voorlezmgen houden over hitte, vuurftoken, kleding^, de luchtiooiten , groeing, levensmiddelen enz. De Stigting zal haar beftaan in Aktien hebben. Die mede-eigenaar worden wil beta.dd eens vooral 50 Guinies. Men kan (*> De Tytel is: Popofals for forming by fubfeription MetvnAnli* nP thf. Kritish F.mDir» a tonblir. In- Jlitutton for dipfuftng ufeful mechanical Inventions and improyemenvs> ana jor teaentng, oy ^uurjes uj ynuujuphical LeSures, the application of Science to the Commun purpofes of live. By 3. Count of Rumford. London, Cadeil. 1799. 50 p. gr. &°. voor zyn geheel leven met 10 Guinies intekenen, en voor één jaar met 2 Guinies. De Aktien of Portieti rW F.iopnarpn k-nnnpn nvpro-prpkpnr) wnrdpn Tic helft der geheL Intekenings - penningen word belegd in de puoiiCKe ionuien. Volgens de laatfte berigten uit Londen, maakte de zaak zo veel opgangs, dat in een maand tyds zig 107 Inkenaars voor Portien, ieder van 50 Guinies, opge- rlnsn harldpn Hf»r "fÏpnnAtlhhfrn hmid rae'ds bvecll- knmften. en hoeft een ruim Gebouw, in Albemarle- ftreet, voor 4000 Pond. gekogt, 't geen vertimmerd en naar eisen zaï ingerigt woruen. n.r is wcung aau te twyffelen of de gegoede deelnemers zullen gereed genoeg wezen om de nodige verfchotten te doen, ten einde de Stigting, nog in den loop van ent jaar, aan den gang te helpen. De Paryfche Ecole Polyteclmique, de Wener Modeluitftalling, en het Hamburgsch Genootfchap, 't geen door den Hoogl. Brodjutgcn aan de Ambagtsheden lesfen voor niet laat geven, verenigen ook wel meer of min dergelyke hulpmiddelen; dog zullen by het Britsch Inft'itut, wanneer het tot volkomenheid.zal gebragt zyn, in gene vergelyking komen. ENGELSCHE LETTERKUNDE. Zestiende Befchouwing. Stukken en verzamelingen van Geleerde Maatfchappye». \Tnn Aa t-Vimo ™ nmo-rio- qIq Vnsfhaar pedrnkre Philolh- \phical Trans act i ons of "the Royal Society of Londen , vervat het 2de Deel (.Eimsiey 1797, 10 sn.j \uvi nc-ijddi 1797, de reeds uit andere opgaven bekende Astronomifehe Stukken van Her fche/', de derde naamlyst over den glans der Sterren, waar bv den groten Flamftedt volkomen regt gedaan word, en over het veranderlik fchynzel van den ring van Saturnus, volgens waarnemingen tot 1796. Wyders ene Proeve des Graven Rumfords, ter bepaling der kragt van het Buschkruid, ten vervolge op vorige Verhandelingen over het zelfde onderwerp, die reeds in het7ifte Deel der TransacJions geplaatst zyn. Hy bewyst flaaf in, tegen denSchot- lander Kobtns, die t>y ae Britten legenwuuruig vuui ueu grootfteu meester in de Pyrotecknik gehouden word, dat deszelfs elastiek - vermogen niet 1000, gelyk Robins beweeid, maar 50,000 malen fterkcr is, dan de drukking der buitenlucht.. By deze gelegenheid verklaard zig R. tegen de te femel yke toepasling van het Lavoifieriaansch ftelzel. Brougham beeft zyne proeve over-de Eigenfehappen van het licht vervolgd; '-Tennant haudeld over de werking van het Salpeter op Goud en Platina; Wells over de koleur van het bloed; Wollaston over de jichtftoffe. Aan het einde ! yind  C IP'5 ) vind men'gewag gemaakt van dè Metingen onder Cornw alli s , in de jaren 1795 en 96, van het Eiland Thanet in Kenr, tot aan 'slands eind, welken men reeds in de fraaie inleiding voor het twede jaar der Geograf. Ephemeriden , van den verdienftchken v. Zach, heeft kunnen vinden. — In het eerfte Deel der Transa&ions voor 1798, deelde TIerfchel zyne belangryke, fchoon nu insgelyks reeds genoeg bekende, ontdekkingen mede over de vier nieuwe Wagters van Uranus, en gaf ene berekening van derzelver verfchillend licht; Vince vervolgt, in de Bakeriaanfche Lesfen, zyne proeve over den tegenftaud der lighamen, die zig in het vloeibare bewegen, en Rumford deeld nieuwe proeve mede over de verhitting, door wryving, waar in hy tevens een nieuwe befparing van hout tragt te vinden. De Proeven van Sir G. Evelyn, om een algemene Maat en Gewigt voor Engeland te bepalen, bevatten, op 50 Bladzydeu, vele merkwaardige Wiskundige en Historifche bewyzen, dat echter de Franfchen den enigen rechten weg daar toe hebben ingefiagen. In de Ontleed- en Scheikundige klasfe leverd Abernethy waarnemingen over de Foramina Thebefti aan het hart; G. Pearfon wederlegd Scheele's waarnemingen over de verdikking der Pis, en Ch. Hatchett onderzoekt de nieuwe aarde van Nieuw-Zuid-Wallis, Sydneia , of Terra Auftralis, geheten: nieuwe bewyzen voor het geen Claproth beweerd, dat zy niet tot de byzondere Aardfoor{en behore. — Het 3de Deel der Transa&ions of the Linnean Society (Whiter 1797, 343 bladz. in 40. met 12 zwarte en 6 gekoleurde Platen, 1 P. 5 Sh.) behelsd, onder 28 voor een goed deel weinig beduidende Rubrieken, evenwel nog drie belangryke vertogen, waar van het eerfte over Sphinx apiformis en crabroniformis, nevens de Phaldna trifolii Fabr. uit de pen gevloeid is van den overledenen W. Lewin, die een flagtoffer van zyn yver voor de Nat. Historie geworden is. N°. XVIII. behelsd J. Hawkin's Verhandeling over de echte Quina-Quina van Peru, die men tot heden, doorgaans, met de Loxa {Conchina officinalis) verkeerdelyk verwisfeld heeft. Het meesterftuk echter boven alle anderen is onder N°. XXVI. de Verhandeling des Gryzen Arts B. Clark, over het Genus Oestrus. De Natuurkenners weten, hoe weinig zelfs Fabricius hier nog alle verwisfelingen en duisterheden ontdekken kon. Door enige aanmerkingen over het inftinct van dit dier, fchynen Darivin's vermoedens in zyne Zoölogie, in het Hoofdft. over het inftinct, nieuwe kragt te bekomen. Van de Transactions of the Society inftituted at London for the Encour agement of Arts , ManufaBures and Commerce , in 4he year 1797, is het XVde Deel uitgekomen (Becket 368 bladz. in 8°. 5 Sh.) De uitgeloofde premien belopen weder op 243. Uit vele vertogen blykt, dat het planten van Timmerhout meer en meer begind aantewinnen. De gewigtigfte ontdekking, waar van hier melding word gemaakt, is de zogenaamde Mol-ploeg {Mole-plouglï) van den Hr. A. Scott, waar mede men, op een fteenlozen en afhellenden bodem, met weinig moeite, alle vogtigheid kan afleiden. Een der werkzaamfte Provintiale Genootfchappen is dat van Man¬ chester. Het zelve geeft tegenwoordig zyne ftukken, in den fmaak der grote TraHsactions van de Koningl. Maatf. in dier voegen uit, dat van elk Boekdeel de Delen afzonderlyk in.'t licht komen. Van het 4de Deel is het ifïe Stuk wel met het jaartal 1796 getekend, dog niet voor in het laatst van J797 uitgekomen: Memoirs of the literary and Philofuphical Society of Manchester. Vol. IV. P. 2. met 6 Platen , 380 bladz. in 8°. Cadell. 6 Sh. W. Falconer geeft hier in ene gefchiedenis van den Suiker, zo in dc Oudheid als Middel-eeuwen, welke niet weinig belezenheid aan den dag leg»-; de bekende Beddoes deeld een berigt mede aangaande zyne Scheikundige behandeling, nevens zyne gedagten over het ontftaan des vuusfteens in kalklagen. Van het meest algemeen nut zyn ongetwyffeld twee Verhandelingen, in dit ftuk voorkomende, van J. Gough, over de groeing der Zaden. Alles word hier by uit de nieuwe Scheikunde, en de levenslucht {oxygéné) opgehelderd en verklaard. Een zekere Alex. Copland vervolgd zyne fchrandere bewyzen voor het verbranden der doden, in Schotland. Th. Barrit verklaard de oude pylaren en obelisken met ingehakte beelden, waar van nog zo velen, byzonder in Schotland, aanwezig zyn, voor oude Weg- eu Grafwyzers. In het Geneeskundige zyn de aanmerkingen van Dr. Bardsley over ene Watervrees, die door de beet van een dollen hond, na 12 jaren, zou veroorzaakt zyn, zeer lezenswaardig. Bardsley ftaat toe, dat het gift op zyn langst 20 maanden kan flapen, dog houd het voor onvoldoende, te beweren, dat het, gedurende ettelyke jaren, tot 20 en daar boven, zyn kragt zou kunnen behouden, en meend derhalven het bygebragt geval op geheel andere gronden te kunnen verklaren. Ook ontkent hy, dat de adem van dolle dieren befmettelyk is. —— Het 5de Deei ifte Stuk dezer Memoirs is in 1798, by Cadell, 334 blz. met 4 Platen, 6 Sh. uitgekomen. De ftraksgenoemrie Arts Bardsley opend dit ftuk met befchouwingen over de partyzugt, welke thans in Engeland zo zeer de overhand heeft. J. Dalton deelt merkwaardige waarnemingen mede over het zien van de koleuren. Hy ziet 'er zelve flegts drie, nam. geel, blaauw en purper. Gough haudeld over de oorzaken van de verfcheidenheid der tem, èn.jnaakt hier over fyne en gedeeltelyk zeer ongemene aanmerkingen. Th. Gisborn fpreekt van het doel der Letterkundige Genootfchappen, eu Dr. Anderfon, de uitgever der laatfte verzameling van Britfche Dichters, over Pafigrapbie, of 't geen de Engelfchen noemen, Univerfal Charakter. Ook behelsd dit ftuk verfcheidene Scheikundige .nafporingen van Priestley , Collier , Th. FPoyle, Junior , Kemp cn Rupp. In Engeland leveren de ftukken over den Landbouw een afzonderlyk artykel van Genoodfchaps - werken uit. In het voorgaand jaar, heeft nog de yverige John Sinclair, het eerfte Deel uitgegeven der Schriften, die door de Commislie van Landbouw {board of Agriculture) zyn medegedeeld; offchoon hy den Prefidialen ftoel by die Commisfie aan Lord Somervil/e heeft moeten overlaten : Communications to the board of Agriculture, on fubjebls relative to the Husbandry and internat improvement of the Country. Nichols 1798. in 40. (1 P, 4 Sh.) Zeer belangryk is dc InBbi lei-  C lp* ) leiding voor dit eerfte Deel, 't geen uit twee ftukken beftaat, waar in de Uitgever zyn eigen leven, zyne reizen in Europa (waar op hy in bykans 7! maanden, 7500 Engelfche mylen aflegde) enz. verhaald. Over Sinclair verdienen de laatfte berigten in het Journal London u. Paris 1799. St. I. 5. 81 env. vergeleken te worden. Van ongemenen dienst, ter verwisfcling van ftrydige praktyken, en ter verbetering en vermeerdering van proeven in den Landbouw, is de, federt 20 jaren, in Bath aanwezige Society for the Encouragement of Agriculture, Arts, Manufa&ures and Commerce , die hare ftukken afzonderlyk uitgeeft. Hier van zyn, in 1798, 2 nieuwe Delen in 't licht gekomen: Letters and Papers on Agriculture, Planting etc. Selected from the Currespondence of the Bath and West of Êr.gidnd Society. Vol. VII en VIII. elk nagenoeg van 380 blz; in 8°. London, Dilry. (6 Sh. het Deel.) Beiden deze Delen ftaan in rykheid en veelvuldigheid van ftof met dc vorigen gelyk, en behelzen te zamen 70 vertogen. Onder andere ftukken van belang is ook dat van Dr. Fothergiii, over het misbruik vrn fterke dranken, 't geen ook afzetiderlyk gedrukt is, en in deszelfs uitwerking misfehien alleen overtroffen is, door die welke de vele duizenden afdrukzels der Schotfche Ballade, QScotland's Skaith getyteld) van Macreil, in Schotland, gehad hebben. Voor het 8fte Deel vind men ene seer leerryke Inleiding van den Geheimfchryver des Genootfchaps, Matthews , waar by, gelyk in vele ftukken der verzameling zelve, voorilagcn ter ondcrfteuning der armoede gedaan worden. Men Haat hier op, by dé fteeds toenemende behoefte, thans meer en meer agt, zo in afzonderlyke Stukjes, als in Genootfchaps Schriften: van welken, onder anderen, de byna geheel op praktlkale endervinding rustende Reports of the Society for bettering the Condition of the Poor, containing Extracis from the Minutes. ifte en 2de Report 1797. 3de en 4de Report 1798, (ieder 1 Sh.) ene byzondere oplettendheid verdienen. De proeven van den verdienftely ken Rumford hebben insgclyks aanleiding gegeven tot verfcheidene voorllagen : onder v\ eiken ook behoren de voedzame Souppen voor de Armen, waar mede, dezen Winter, verfcheidene duizenden by het leven bewaard en verkwikt geworden zyn, en waar voor thans zekere Hillger, in Londen, ene eigen Soupbrouwery {Soup-breweryy aangelegd heeft, waar over men in het 4de Report uitvoerige berigten ontmoet. Aan het hoofd dezer menschlievende Asfociatie, die ook de Reports uit hare fchriften in het licht geeft , ftaat Lord Winchelfea, die inzonderheid door ene verdeling' van kleine ftukken groUds, uit zyne goederen, aan de Armen, de Armentax ongemeen verligt heeft. Ook zyn deze berigten ter verligting der armoede, den FranfcheriMinister, Francois Neufehateau, zo wel bevallen, dat de meesten daar van overgenomen zyn in de verzameling, die, onlangs, door zyn toedoen, in Parys verfchenen is onder den tytel van: Recueil des Memoires fur les etablisfements d'humanité traduits de l' Allemand en de l'Anglais , publiés par l'ordre du Ministre de l'interieur ; beftaande tot hier toe in 8 Nos. ieder van 6 tot 8 vellen, en van 100 tot 200 blz. Zie Roder er's berigt daar van in het Journal de Paris, l'an. 7. N°. 14Ó. . Voor enige jaren verenigde zig een Gezelfchap van liefhebbers der Natuur- en Scneikunde, tot iict nemen van praktikale proeven; dat echter niet lang ftand hield, vermits een daar van altyd het hoogfte woord voerde. Met dit alles heeft men de vrugten daar van het publiek aangeboden iti het volgend werk: Minutes ,of the Society for plülofophical Experiments and Converfations. Cadell. 8°. 8 Sh. Het reeds bekende word daar in met te veel pralery opgedischt. Doch men vind 'er ook enkele goede waarnemingen in van Latham enz. die den Scheikundigen van beroep niet onwelkom kunnen wezen. Het door William Jones , in Calcutta, zo keurlyk georganifeerd geleerd Genootfchap, fchynt een weinig in verval geraakt tc wezen, uit hoofde dit dc opvolger van Jones, in het Voorzitterfchap , Sir John Shore, gezondheidshalven, verpligt geweest is, naar het Moederland te rug te keren. Het zelve bezit echter nog een paar zeer verdien(telyke leden in den Lieutenant Milford en den Hr. Davies , die, door Jones zeiven, nog kort voor zyn dood, als de bekwaamftc Medearbeiders geroemd zyn. Met het begin van 1798, was ook het IVde Deel van de Afiatic refearches, te Calcutta, pragtig in 40. gedrukt,.in Londen by Elmsly te bekomen , gelyk ook de beter koop nadruk by Vernor en Hood in 8°. onder den tytel van: Disfertatiuns relative to the ancient history &c. 455 blz. voor 8 Sh. te krygen: welke nadruk thans zo veel te beter was, d,.t 'er gene belangryke Verhandelingen in, ontbreken , zo als het geval geweest was by die van de eerfte drie Delen. In dit Deel vind men ook nog 5 ftukken van den onftervelyken Jones , waar onder voornarnelyk de Zoölogifche cm BotaiuV lehe zeer belangryk zyn. Want in de ontvouwing der Mythologie en aloude Indifche wysheid laat hy, voorzeker, zig door de geestdrift voor zyn geliefkoosd ftelzel wat al te verre vervoeren. Bovendien heeft de door zyne Indifche Flora bekende Roxburgh, verfcheidene Kruidkundige waarnemingen , Macdoi/aid over de voortbrengzels van Sumatra, Marsden over de fporen der Hindofche Taal en Zeden onder de Malyers, Franklin en Colebrook over Delhi en de Adams-Eilanden, megedeeld. Wyders vind men hier ettel ke Sterrekundige lengte-bepalingen cn waarnemingen van verfcheidene Autheurs, als mede waarnemingen over deSterrekunde der Ilindo's, van Prof. Playfaer, te Ediaburg. Van den Voorzitter Shore, komt 'er, buiten de Lofreden op Jones, die reeds lang bekend was, flegts éne Verhandeling voor, over deze en gene Volkszeden der Hindo's. Over het verbranden der Indifche Weduwen heeft Colebrooke het nieuwfte en naauwkeurigfte verzamekl. Het geval komt tegenwoordig maar zeer zeldzaam voor. De Sterrebeelden der Chaldeërs, Egyptenaren en Grieken, zyn ongetwyffeld, met die der oude Brammen, uit denzelfden bron gefproten. Dit word ook door verfcheidene data in dit Deel bevestigd, en langs dien weg de oudlte gefchiedenis des mensebdoms meer en meer opgehelderd : hoe weinig ingangs anders zommige beweringen, gelyk die, dat Cajlisthenes zyn bloed-  C 197 3 bloedverwant Aristoteles, de figuren der fluitreden allereerst uit Indien zou toegezonden hebben, by kenners der Griekfche redenkonst, ook zullen vinden. De laatfte Proceedings of the African Asfociation, waar van een nieuw Stukje is uitgekomen, {Proceedings containing an abftradt of Mr. Park's Account of his Travels and Discoveries, abridged from his own minutes, by Bryan Edwards. Alfo Geographical il/ustrations, by Major Rennel. 4°. 162 blz. die niet verkogt ■worden) zyn uit de Allgemeine Geographifchen Ephemeriden des Heren v. Zach, genoeg bekend, om bier op niet verder ftil te ftaan (*). Nog verdiend hier by gewag gemaakt te worden van een afzonderlyk Genootfchap van Ingenieurs en Landmeters, die, federt 15 April 1793, alle Vrydagen, zo lang de zittingen van net Parlement duren, m de Herberg de Kroon en het Anker {Crown and Anchor Travern) te Londen, byeeukomeu; welk Genootfchap uit x klasfen beftaat, waar van de eerfte werkclyke Ingenieurs, en de beiden overigen flegts .Liet hebbers, bevatten Qmen zie net belangryk berigt daaromtrent in het Monthly Review van Ocfob.. 1798, blz. 194 en volg.) en dat eigeutlyk in de plaats gekomen is van een vroeger geftigt Genootfchap des vermaarden John Smeat-ons, 't welk echter met 1792 ontbonden was. Dit nieuw Genootfchap heeft thans begonnen met het laten drukken van deszelfs afzonderlyke Verhandelingen, waar van een eerfte proeve is uitgekomen: Reports of the late Mr. John Smeaton, made on various Occafions of his Employetnents of an Engineer. Printed for a Seledt Cömmittée of Civil-Engineers. Vol. I. 1798. Fadin. in 40. (18 Sh.) Men vind bier zeer belangryke berigten over Smeaton by- eenverzameld, en het werk is wel waardig, om ook hier ten lande bekend te worden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Het werktuiglyke der Verlosfing verklaard, betoogd en herleidt .tot één algemeen Grondbeginzel: door A. van Solingen, A. L. M. Med. et Philof. Do&. Lector in de Verloskunde aan de IIlustre School te Middelburg enz. Te Leyden by A. en J. Hjnkoop, 1799. vi en 288 bladz. in 8°. Met zeer veel genoegen hebben wy dit werk, van den Verloskundigen v. S. doorlezen, en kunnen ons zeer wel verenigen met het gunftig oordeel, door het Amfterdamfche Heelkundige Genootfchap, aan het welk de Schryver, blykens het voorbericht, zyn handfchrift, voor de uitgave, ter (*) Z'e ook N°. 271. van den Al. K, en L.Bode, waar in een kort berigt van Park') reizen in de Binnenlanden van Afrika, door een Kaartje opgehelderd, te vinden is. beoordeling had toegezonden , daar over gevelt. De Burger v. S. heeft in het zelve de denkbeelden, welke hy reeds in zyne -Inwydings-Redevoering (Z. JV. A. K. en L. Bode N°. 1. bladz. 4.) omtrent het werktuiglyke der Verlosling. had voorgefteld, breedvoeriger voorgedragen en dukielyker ontwikkeld. Het hoofdoogmerk van den Schryver is geweest, te betogen, dat ,, by alle Verlosfingen, in elk tydperk der ,, Verlosfing, de kleinjte afmetingen van het hoofd behoren „ over een te komen of in te vallen met de voordeligfte ,, afmetingen van het moederlyke bekken;" en hy is in dit zyn betoog, onzes erachtens, volkomen wel geflaagt en heeft genoegzaam getoond, dat alle Verlosfingen dan eerst, 't zy door de natuur, 't zy door de konst, op ene regelmatige wyze kunnen volvoerd worden, wanneer de vereischteiis, in dit zyn algemene voorftel opgegeven , plaats hebben. ■ Dat alle Verlosiingen des te moeilyker worden, hoe meer de ligging van het hoofd des kinds van de, by dit algemens grondbeginzel opgegevene, verfchilt, en dat het voornaamfte deel der kunst in moeilyke Verlosfingen beftaat , in deze kwade liggingen te verbeteren en tot de beste te herleiden. De Burger v. S. erkent, dat de Verloskunde haren tegenwoordigeu verbeterden toeftand voornamentlyk verfchuldigd is aan de naauwkcuriger kennis van de wyze, waar op de Natuur, in het volbrengen der natuurlyke Verlosiingen, te werk gaat, zo als die, vooral door den groten Baudei.ocque , op. het naauwkeurigst waargenomen en befchreven is. Hy verfchilt echter daar in van dezen zynen voorganger, dat hy het betoog zyner ftcllingen niet op de waarneming van de wyze waar op de Natuur werkt, van agt eren, grondvest, maar liever van voren uit dc gedaante van het lichaam en hoofd der vrucht, vergeleken met de gedaante der beeuige buis, waar door dit moet henen aam, en met de rig'ting-der kragten, die het zelve voort moeten dry ven, de beste wyze , waarop de Vericsftng naruurl^k géfchicdeh moet, afleid.— Om dit oogmerk nu te bereiken, heeft fry , na enige algemene aanmerkingen, in dc Inleiding, te hebben laten Voorafgaan, over het invoeren van den betogqpden Leertrant in de Verloskunde — over de verdeling der Verlosfirg in natuurlyke , niet natuurlyke en 'tegennatuurlyke — over de bepalingen van dc drie rydperken dei Verlosfing, vaii de afmetingen des kinderhoofd?, en van dje dés moederlyken bekkens, zyn algemeen grondbeginzel der b&fchouwendc en bcöeffenende Verloskunde, hier boven opge» geven , voorgedragen. Daar op heeft hy, in een eer fit hoofdftuk, het werktuiglyke der natui.rlyke Verlpsimg, zo als dezelve door de natuur op de voordeligfte of bcsimouglyke manier, volvoerd word, betocgd.— Vervolgens in een twede hoofdftuk aangewezen het werktuiglyke 'uer natuurlyke Verlosfing , zo als dezelve, door de Natuur, op verfchillende manieren, kan volvoerd worden — en eiu.L.M; in een- derde en laatfte hoofdftuk betoogd , hoe het werk tuiglyke der niet natuurlyke Verlosfingen door de kans:volvoerd word. In deze 3 boofdftukken komen dan alie Je verfchillende liggingen der vrucht voor. die de Verloskundige in de uitoeffening zyner Kunst' ontmoeten kan, en zy worden door den Schryver onder byzondeie hoofdufdehngeh Bb 5 |é-  C 198 ) ttbraet en naanwkesrig behandeld, waar door het werk dan tevens een leerboek der gehele Verloskunde word, van het welk .zy , die deze kunst op redelyke gronden walen aanleren zich met vrucht zullen kunnen bedienen, waar by zy echter de meer uitgebreide en duidelyker handleiding van B 4udelocque niet zullen kunnen ontberen. De aart van dit werk en de inrigting van ons blad, gedogen met, d;;t wy «er meer van zeggen, of den Schryver in de behandeling der genoemde belang'rvke onderwerpen verder volgen, vyy *™ niv7f i .ando-pimren . od het zelve opmerkzaam gemaakt te hebben, en hopen, dat de ocury- ver, door het wei opnemen van u« iju ™>-p—«« sdigd zal worden , om verder zynen vlyt tot volmaking der hulpryke Verloskunde aantewenden. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep va art, l a n een veebouw, als mede de huis ho ukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pm zen m Granen, op 17 Juny te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld.1 Ggld. Poolfche bonte en witte 2403280 Vriefche Wintergarst dito rode . • 2258260 Gron. en Oldamtche Elbing. en Heugfdie . 230 a 270 'Zeeuwf. en Ovenn. Winter Koningsberger - 220 a 250 Dito Zomer . Vriefdhe . • 2303260 Dantziger en Elb. $SÖfc* S&$ HAVER en BOEKWEYT. Zeelandfche . 340,275 Brcawtav» . . . ' PruWifche . • 195 «axo Witte Voeder dito , Ito?!!* ) Kmi^sberger . . 195 a2io Boekw. Amersf. en Good. £&*W> GeSe • • 2002210 Dito Brab. en Vlaam. ^ 36a3ö ? Zaad, Oly en Traan. | Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 35| 1 Overm. '( Last. . £ 82 a 90 Dito Lyn . -64* ; Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip ... -. 7.31 5 Schep. Rigaas . ƒ i3!ai4| Walv. Traan 't quart, Hennipzaad dito . - 11 a 12 van 12 Stek. Nieuwe - 6 Dito Rode . . . - 114 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. a m. % 51 & & Cadix —■ - 50 Lisfabon - 561 Nieuwe Ducat. ƒ 5^5^ Venetien - 93? Oude ger. dito ^ - 5»!4)<5 Livorno - I09i Nieuwe Louis d'Or - 11,12,14 K«jrs. 2" m'\ in Asfign. - 6iJ Gmnies - IMW* dito kort. S Piftolen - l°> Idem in Specie - Franfche Kronen - 57la°5 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 39ï B • Bank • 93i' pCt. Dito kort - 4° ~~ ^Teaen id. B°. - 37 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. • Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te shnfterdatn 108 ; en te Haarlem 11, onder welken laatften ó beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. kort verslag der onderscheidene waarnemingen , hier. ten lande, van den | laatsten overgang der „1fj,j. A. ,,. l«grb«V'ötlü Vp.'l ÜlïA ,»l ft j PLANEET MERKURIUS OVER DE ZONNESCHYF. briëfswyze medegedeeld , aan den schryver van dit blad, door J. F. van BEECK-CALKOEN, lid van de bataafsche *1aats. der wetenschappen, te haarlem , en beroepen buitengewoon hoogleeraar in de natuorl. wysbegeerte en wiskunde, aan 's lands universiteit , te leyden. Mynheer en Vriend! Hier nevens bekomt gy het verlangd berigt der ' waarneemingen van den overgang der Planeet MerhtVlrius over de Zon, op den 7den May laatstleden, zo te 3 Utrecht, en te Enfchede, door de Hrn. Utenhoven en Nieuwenhuis, als, te Amfterdam, door my, op het Obfervatorium der Maatfchappy Felix Mer. gedaan; ftrekkende het my tot geen gering genoegen, dat dezelven, hoe weinig gunftig het weder op dien tyd ook voor dezelve ware, tamelyk wel met elkander overeenkomen. Na dat ik op het Obfervatorium der gezegde Maatfchappy, de nodige voorbereidende waarnemingen, eenige dagen te voren, gedaan had, fchikte ik my op den 7den, naar gewoonte, tot dc waarneming des overgangs zeiven. De Lugt was ten o uren zo digt bewolkt, dat ik de Zon door den Telescoop , ook zonder Zonnenglas, niet zien konde : maar het wierd by tusfehenpofmgen helderer, zo dat ik om 9U 31' *§*'» ware tyd, voor het eerst de Planeet, naar gisfing reeds f van zyn middellyn op de Zon, zag. Ten 9" 33' 11" fcheenen my vry klaar dB randen van elkander te gaan, en dus de Planeet op . dit tydftip geheel ingetreden. De middellyn van $ op  C W ) "ii'\6 ftellende, verlopen 3' kW van de eerde aanraking tot den geheelen ingang, zo dat, volgens myne waarneming, het middepunt van $ ten o" 31' 30" ware tyd, op Felix Mer. is ingetreden. De H. Utenhoven, te Utrecht, (welke my verzogt heeft zyne waarneemingen, nevens de myne, aan u mede te deelen) was insgelyks vry gelukkig ge-, flaagd in de voorbereidende waarnemingen, maar zag even min de eerfte aanraking. Hy ontdekte Merkurius niet, voor. dat dezelve reeds meer dan halfwas ingetreden; maar nam, even als ik, alleen den geheelen ingang waar, ten 9U 34' 43", ware tyd, tuUtrecht. Hy meldt my wyders, dat de Planeet zeer flaauw .was, zo dat hy dezelve nauwlyks, met de helderfte vergroting van een fchoonen Acromaticquen Dollondi'chen kyker zien konde, terwyl dezelve hem duidlyker voorkwam door een iJ voets Spiegel-Telescoopje, waar mede hy dan ook de waarneming verrigtte. De Heer Utenhoven houd zig genoegzaam verzekerd, den geheelen ingang wegens de flauwheid van den Zonnerand eenigen tyd te laat gezien te hebben; en hy verzogt my dit by zyne waarneming te berigten. Na deeze waarneming, is het middenpunt van Merkurius ingetreden ten 9U 33' 1'' ware tyd, te. Utrecht; daar nu, volgens de verbeterde metingen van Pr. Snellius, Utrecht 59" in tyd oostelyker dan Amfterdam ligt, moest deeze intrede ter laatfter plaatfe ten Du 3a' 3" gezien zyn, het welk 33 ' later is, dan naar myne waarneming; maar daar de Hr. U. zelve berigt, den ingang eenigen tyd te laat, waarfchyntyk, gefteld te hebbenkomen hier door de waarnemingen veel nader by elkander; terwyl aan de Amflerdamfche, naar het oordeel van de Hr. U. zelve, de voorrang te geven is. 1 De Hr. Nieuwenhuis fchryft my, de intrede te Enftchede te hebben waargenomen ten gu 39' 50" ware tyd; langer, zegt hy, dan een \ minuut, en zo lang niet, geloof ik, dat $ op de Zon geweest is, toen ik hem het eerst ontdekte. Enftchede word gewoonlyk op 7' 30' in tyd ten oosten van Amfterdam gerekend; doch de Zonsverduistering van den 4 Sept. 1793, door de Hr. N. aldaar waargenomen, geeft, naar de berekening van Triestnekker , in de Alg. Geogr, Ephem. 1798. P. I. p. 419. Enftchede op 18' 33" in tyd beoosten Parys; die van Amfterdam nu op 10'7" ftellende, (zo als dezelve H. Triesnekker nog by de laatfte bedekking van Mars door my waargenomen vond) ligt Enftchede 8' 10" beoosten Anfterdam. Dus zoude, naar de waarneming van de Hr. N., het middenpunt ten 91» 31' 34" ware tyd, te Amfterdam, zyn ingetreden, het welk flegts 6'1 van myne waarneming verfchilt; dat intusfehen dit verfchil van lengte tusfehen A. en E. veelligt eenige fecunden te groot is, word des te waarfchynlyker, daar de Hr. N. zelve niet vreemd is, van dui tyd der intrede eenige fecunden te laat te hebben waargenomen. Zie hier dan drie verfchillende waarneemingen, welke zelfs door elkander nauwlyks 15" onzekerheid in den tyd der intrede van Mercurius' op de Zonnefchyf overlaten. • De uitgang der Planeet des na- demiddags is, in ons Vaderland, nergens zigtbaar geweest. Intusfehen zyn de waarnemingen, u medegedeeld, van veel belang voor de Steirèkunde. Dc Theorie der loopbaan en beweging van Mercurius was, niettegenftaande den vereenigden arbeid van veele Sterrekundigen, tot voor weinige jaren zeer gebrekkig. De Vader der hedendaagfche Sterrekunde, la Lande, befteedde byna een halve Eeuw in onafgebrokene waarnemingen en berekeningen, om den loop deezer Planeet, naar de algemeene wetten, welke de andere ftandvastig volgen, te regelen. Halley en Casseni hadden de tafelen voor dezelve berekend; maar eene herhaalde ondervinding deed derzelver onjuistheid allerweege bemerken; la Lande berekende :dan niéuwe talèlen, en plaatfte dezelven agter de tweeide uitgave zyner' Sterrekunde. Met dit al bleek, uit den overgang van Mercurius over de Zon, den 4den Mey i7'85, dat dezelve nog meer dan een half uur misrekend waren. 1 Triesnekker en Oriani brag- ,ten wyders nieuwe vei beteringen aan; de laatfte inzonderheid berekende de oneffenheden, welke 'er in de loopbaan van ö, door dc aantrekking van Vernis.' ontftaan moesten, volgens de theorie van la Px<\ck. La Lande leidde nogmaal dc hand aan zyne Tafelen ; hy verbeterde dezelve irj dr derde uitgave zyner Sterrekunde; en berekende in het Jaar 1796, door de naauwkeurigfte theorie en waarnemingen voorgeligt, nog andere Tafelen, welke hy in de Connaisfance du temps de l'année 'Vll. p. 223, 'bekend maakte. Nu zagen alle Sterrekundige den overgang van Mercurius, op den zevenden der voorleeden maayd. met verlangen te gemoet: deeze moest beflisfen, o,f men thans den loop van deeze, zo fchaars zigtbire, Planeet, naamvkeuriger bepaald /dan of de arbeid van zo veele Sterrekundigen, haar gewenscht einde nog niet bereikt had. Om dit volkomen te doen, worden meer volledige waarnemingen- dan wy alhier verrigten konden., vereischt. —— Ik wil u.intusfcheit gaarne mededeelen,. dat dezelve niet alleen veel minder dan by den overgang van den 4de» Mey 86, boven  - ver gemeld, van de Tafelen afwyken, maar zelfs met zommige zeer naauwkeurig overeenkomen en pg het meest flegts weinige minuten verfchillen. Na de Tafelen, in de 3de uitgave der Sterrekunde van la Lande, moest, volgens de Cormoisft. van dit jaar, het middepunt van g ten 0u 19' 59" ware tyd, te Parys, of 9u 30' 6" te Amf.erdam„op de Zon zyn. Ik nam den geheelen ingang waar ten 9» 33' 11", 't welk,■na aftrekking van den tyd des doorgangs der $ middellyn, en parallax, 9" 30' 45'' geeft voor de intreede, gezien uit het middepunt der aarde, 't welk naauwlyks een | minuut verfchilt van de buekenng. Bode vind uit dezelve Tafelen van Mercurius en de Zonstaiëlen van de Hr. von Zach , deeze inticcde ten 109 4' 52" te Ben&fH üf 911 S«' 59" te *ftg$* het welk weinig meer dan 1' verfchilt. Mi von Zach berekende m zya /L G. Rphcm. Mun. April, den overgang naar de 'alie-riieuwtk Tafelen, in de Connoisft. delin. Vil. te vinden; ik heb de eerfte thans met by de hand, maar meen. dat, volgens deeze berekening, de Planeet 6 minuten eerder op de Zon moest gekomen zvn, dan \olgcns de vorige; is dit zo, dan geeven déeze Tafelen den ingang byna 4' te vroeg aan.— Naar de Naulical slhranacli, moest de intrede ten 7 uren 57^ te Parys gezien zyn; daar deeze nu, naar oudere Tafelen berekend is, ziet men daar uit den voortgang welke men in de kennis van den loop dee¬ zer Planeet, in ae nutrite jdicu, guiwani Uw». Dit kort berigt, onzer waarnemingen, zal zo ife vertrouw, u niet onaangenaam, of voor u geacht lydfchrift niet ongefchikt zyn; vooral, daar ik hoop, dat veelen onzer Landgenoten, ook door deeze nieuwe proeve d^r vorderingen, welke men by aanhoudenheid in eene der verhevenfte wetenfchappen maakt, meer zullen worde», aangewakkerd, om dezelve te beöeffenen. Hier mede noeme ik my, Sladwyk by Haarlem, U Dw. Vriend, 10 Juny 1799. Van Beeck Calkoen. 'vq ■ciüiuï'J". viv gjlyla^fïi ?.r.vj ( )'•)> . j weerkundige waarnemingen, 1 J i T K n haarlem. C baro- \ ther- j hygr0- streek 1 luchts- jUny ' me- 1 müme- me- der gesteld- 1799- ) ter. ter. ter. wind. heid. S 3°- a', P n. n.o. ^^bewolkt; 12 < 30. li 01 52 n.w.b.n verders betrokken. t 30- oi SQj S9l n. w. : \ 29. 8 56 77^ w- ömtrem betrokken; '3 s 20. 1% 56 62I w.n.w. 'snamidd. zeer windrig; £29. 6h 50 69Ï n.n.w. wat bu'i'g- 3 V^lf 50 56* n.n.w. bewdkt. omtrentbe. 14 < 29. 8* 57i 54 trokken; harde wind. £29. 9 _49__ _5Ö_ C29. 9} 53i 56 N-N-w- bewolkt; omtrent 15 < 30- °t 58> 53 betrokken. (.30- o* 49'- 561 r3o. li 53* 551 n. o. 16 < 30. li 58 53* N- betrokken. / 30. li 50 56 n.n.o. _____ c30. 1$ 55 573 n.n.o. 'smorgens betrokken; 17 < 30. 1\ 6di 52 i verders wolken; ^30. H 48i 70 'savonds helder. t"3ÖrïF 50 70 n.b.o. 'Smorgens bewolkt; 18 < 30. 2 63Ï 60 n.n.w. verder betrokken. £30. li ƒ 52 I 761 n. BEKENDMAKINGEN. *** BERICHT. Voor APOTHEKARS , derzelver LEERLINGEN, en andere Liefhebbers der MENG- en SCBEIKUNDE, werd hceden in de Boekwinkel van L. van ES, te Amfterdam, afgelevert, het allernuttigst Werk: K. G. HAGEN, Leerboek der geheele Apothekarskunst, -2 Deelen in groot OSavo, compleet f 6- io-o. Het is onnodig de nuttigheid van dit Werk te willen bewvzen.-. Negen Uitgaaven alleen in Duitschland, kunnen zulks genoegzaam bevestigen; Ja de Commislie van Geneeskundig Toevoorzicht voor Amfterdam, heeft het zelve meedo waardig gekeurd, cm het dc Leerlingen aan te beveelcn. Bovengemelde geeft uit: Nieuwe CATALOGLS van meer dan iooo Natuur-, Genees-, Heel-, Ontleed-, Verlos-, Schei- en Plantkundige HOKKEN, mer derzelver Pryzen, waar voor die aan de EERSTKOMENDE werden afgeleverd. Deze Catalogus is in een Alphabctifche orde, en dus zeer gefebikt voor Liefhebbers der NATUURLYKE HISTORIE, gelvk ook voor GENEES- en HEELKUNDIGE en derzelver LEERLINGEN, om de hun iu>g mankeereiide Boeken op de minstkostbaarfie wyze te kunnen bekomen, a 2 ft. Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 287. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTD-AG DEN 28 JUNT. BERIGTEN. FRANSCHR REPUBLIEK. Parys, 17 Juny. In weerwil van onze kortftondige tegenfpoeden in It lien , zullen wy echter van de fchoonfte vrugten onzer Overwinningen, de Gedenktekens en Kohstftukken, die nog te Romen gebleven waren, niet beroofd worden. Vierentwintig kisten met Statuë'n, Borstbeelden, Gedenkpenn ngen, Boeken en Handfchriften, zyn op onze Zuidelyke kusten aangekomen, en zullen onverwyld naar Lion worden vervoerd. Ook verneemd men, dat de Madonna deïïa Sedia van Raphaël, welke het Paleis van Pitti, te Florenzen, verfierde, Jbenevens het vermaarde Handfchrift van Virgilius, 't welk zig, in de Boekery van SanLor enzo bevondt, herwaarts gezonden zyn. In de laatfte vergadering van het Philotechnisch Genootfchap (Societé Philotechnique~) heeft de Burger Norry, Bouwmeester, en een der Konftenaren, gebruikt zynde op den togt naar Egypten, van waar hy kortlings in Frankryk te rug gekeerd is, het eerfte deel van het verhaal zyner Reize voorgelezen. Met gene geringe deelneming luisterde men naar dien ooggetuige dés heldenmoeds onzer krygslieden, van het verfiaan der Mameloucken en van den onvermoeiden arbeid van Bonaparte. Inzonderheid. wei;d dit gezegde XI. Deel. van den Franfchen Veldheer, na het vernemen van den Zeedag by Aboukir, op het levendigst toegejuigd: Wel nu! wy zullen 'er des te groter daden om verrigt en ! Het Nationaal Inftituut heeft een voorbeeld gegeven van bezuiniging in deszelfs kosten voor het jaar 8. Die van deze Stigting hadden, voor het jaar 7, op 414,000 Franken belopen. Het Inftituut, door den Minister der binnenlandfche zaken, hier over geraadpleegd, heeft, voor het jaar 8, niet meer gevraagd dan 272,000 Franken, en dus 142,000 Franken minder dan voor het voorleden jaar. Onder andere uitgaven, heeft men die voor de geleerde Reizen getragt uittewinnen. - DUITSCHLAND en aanliggende landen. Hamburg, 14 Juny. Onze Stads - Boekery heeft, uit de nalatenfchap des overledenen Heer //. Simon, in zyn leven een aanzienlyk Koopman alhier, een voornaam fieraad, nevens een aanmerkelyk aantal van Boeken en Prentwerken, gekregen. Behalven een fraai afgietzel van de Venus van Medici, in Gips-marmer, te Romen vervaardigd, een beeld, welks ten toonftelling den liefhebberen der fchone Kunften, ongemeen aangenaam moet wezen, heeft de overledene aan de Bibliotheek ook nog. zyne Handboekery gemaakt van Engelfche, Italiaaniche en andeie Werken, beneC c vens  ) vens verscheidene keurlyke Platen.cn Prentwerken, waar onder de grote Quadreria Medicea in 5 Delen, de Raccolta di Status antiche van Rosfi en Maf ei, de Marbres antique der Dresdenfche Ganery, de Platen van het Erulhfche Kabinet van Schilde)yen, de Piranefche Vedutt di Roma, de Rudengerfche afbeeldingen van Dieren, de Zeehavens van Vernet, nevens verfcheidene, op reizen verzamelde, Gezichten in Italien, Frankryk en Engeland, en der voornaamfte Gebouwen aldaar. Ook verdiend een niet minder kostbaar gefchenk van de oudfte en zeldzaamfte Hamburger gouden Munten, aan het Penning-Kabinet, uit de verzameling van wylen den verdienftelyken Syndicus, Amfink, door diens Erven vereerd, ene byzondere gewagrnaking. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Franeker, den 3 Juny. Heden hebben de Hooglecrarcn Joannes Henricus Regenbogen en Eelco Tinga, hunne Bedieningen aanvaard, de eerfte als Profesfor Ordinarius Historia Ecc/ejiastica ft Exegefeos Biblick: de twede als Profesfor Ordinarius Tüeologia Naturalis & DoStrina, Moralis , met het doen van plechtige en openbare Redevoeringen; handelende Prof. Rec endogen in de zyne: de Extremis , in qua- Interpretes Sacri Codicis pasfim prolapfi juut, fedulo ca\cndis; terwyl de Hoogieeraar Tinga in de zyne betoogde : Magnam esfe mercedem Virtutis hac in vita. — 'Sive — Vitam iuxta regulas fanee Fjhices aclam his in têrris iam adferre fruclus maxime -optatos. Hier na heeft de Hoogleeraar in de Gefchiedenisfen en WclIprckenheid, enz. J. W. de Crane, als afgaande Rector Magnificus, deze waardigheid met een kort Voorftel (aangezien de tyd door de voorafgaande Redenvoeringen reeds was weggenomen ) inzonderheid betrekkelyk tot de jongstgeledene Beroepingen aan deze Hoge Schole gedaan , overgedragen op den Hcogl. Jo. Henr. Voorda , J. U. D. Juris Civilis £f tiodiemi Profesfor Ordin. Tot de evengemelde aanftellingen behoort, dat door de t ezorgers dezer Hoge Schole, hier toe behoorlyk geieagtigd, tot PraleStor in de Tekenkunde is beroepen W. B. van der Kooi, Secretaris van Achtkarfptlen; voor wien ene Tekenfchool is ingericht, en die reeds, zedert een geruimen tyd, met zyne Lesfen heeft aangevangen. BERIGTEN aangaande DEN MENSCHENVRIEND W A D S T R O M; door HELENA MARIA WILLIAMS. (Briefswyze medegedeeld aan .den Burger J. B. Say, te Parys.) Gy vraagt my enig berigt aangaande het leven van onzen vriend Charles Bernes Wadsxrom, dien wy onlangs verloren hebben. Aan dit verzoek te voldoen, reken ik my tot enen phgt, dien ik met genoegen vervulle. Het is toch troostryk zich bezig te houden met de deugden van die genen, van welke de dood ons gefcheiden heeft. Gedurende die zoete bezigheid, herleven zy, als 't ware, een ogenblik voor onze verbeelding, en ons hart hecht zich gretig aan ene begocheling, waar in het vermaak fchept. Doch de 1'mart over het vérlies van dien achtingswaardigen Burger, en de eerbied voor zyne nagedagtenis, moeten niet binnen den boezem van zyne vrienden befloten blyven. De man, die zyn leven geheel ten nutte van het algemeen befteedde, heeft recht op een algemeen beklag, op ene algemene veréring. Eö .misfehien heeft nooit een byzonder perfoon, ten nutte 'van andere menfchen, meer herhaalde, meer openly» ke, en meer van alle eigenbelang vervreemde pogingen gedaan , dan de vriend, wiens verlies wy betreuren. , Hy wierd te Stockholm, in 174.6,-geboren. Na het volbrengen zyner ftudien, werd hy in den dienst van den Koning van Zweden , als Ingenieur , geplaatst. Zyne kundigheden in de Werktuigkunde, gaven aanleiding om hem in 1767 en 1768, het opzicht toetever:trouwen over de werken, die tot het bevaarbaarmaken van den waterval van Trolhaetta waren onderno;men; en zyne Mineralogh-che kennis was genoegzaam om hem, in 1769, tot bet onderzoeken der Koperin yuen van Asredaberg te doen gebruiken. Ik heb hem horen verhalen, dat deze bezigheden hem dikwerf toegang tot den overleden Koning van Zweden gegeven hadden. Doch dit alles was te gering voor enen geest, die den kring zyner werkzaamheid en goedwilligheid fteeds wil uitbreiden. Ik kan niet ontkennen, dat gedurende den loop van een lang leven, zyne ontwerpen, die allen een menschlievend doel hadden, fomtyds op enen al te romanesken en dikwerf zelf bc-drieglyken grond-  C ao3 ) flag rustten; zyne geest fcheen meer omvattend dan zyne reden; zyne gevoelens waren altyd oprecht, offchoon zyne redeneringen niet altyd juist waren; in fommige gelegenheden maakte de vertiouwelyke eenvoudigheid van zyn karakter, dat hy zich door de beloften, die men hem deed, liet bedriegen; maar is zulk ene achtenswaardige goedaartigheid , die flegts ene oveidryving van zyne deugd, ene zekere wyziging van zyn goed vertrouwen, en het gebrek van een vryen geest en van ene onbepaalde goedwilligheid was, wel te mispryzen? Zulk een voorbeeld zal toch wel niet befmettelyk wezen te midden van ons heerfchend egoïsmus, te raidden van dat werkzaam wantrouwen, dat ieder een in ene vyandige houding, ten aanzien van alle anderen, plaatst; te midden van die belangzuchtige voorzichtigheid, waar van de ouderdom zich niet fchaamt aan de onervaren jeugd het voorbeeld te geven. Geen fchoner ontwerp voor vaar, dan dat het grootfte gedeelte van Wadstrom's leven bezig hield; de vrymaking namelyk en befchaving van dat gedeelte des raenfchcrykeö geflachts, dat het wyduitgeftrekte vaste land van Afrika bewoont. Om zich echte berigten aang: ande den toeftand, de zeden, de geaartheid cn den aanleg dier Volke-en Te verfchaffen, ondernam hy ene reis in dat gedeelte van de wereld, alwaar hy twee jaren verbleef. Ik heb dien wysgerigen togt aan andere oogmerken, dan aan dat der weldadigheid , horen toelchryven. Op dezelfde wys, zeide men, dat Pontius de Leon en zyne metgezellen, onder de Lucayers rondzwierf, onder het fchyn- baar oorwendzel van ontdekkingen te doen, maar in de daad om ene ingebeelde fontein te ontdekken, welke aan hun, zich 'cr ifl badende, hunne jeugd weder gaf; zo had ook Wadstrom, zo men zegt, met zynen Afrikaanfchen togt minder op 't oog de vrymaking der Slaven, dan wel de ontdekking van het nieuw Jerufalem , dat de Aardrykskunde der llluminaten ergens, te midden dier, nog onbezochte, rtreken plaatst. Ondertusi'chen is het zeker, dat Wadstrom , offchoon misfehien niet geheel vry van de Swedenburgfche dwalingen, nimmer de onfehikkelykheid zo verre gedreven heeft, om ten behoeve van dien dweper ene reis naar Afrika te ondernemen; die reis was ene kruistogt ten behoeve der menschheid. Het is bekend, dat de v yheid der Negerflaven het geliefkoosde ftelfel van Wadstrom was, en hy heeft lang genoeg geleefd, om het edelst loon te genieten, voor zyne werkzaamheden, dat hy wegdragen kon. Langen tyd gedoemd om enkel nutteloze wenfchen te vormen, om de drogredenen tebeftryden, waar door het perfoneel belang alle denkbeelden van zedelykheid poogt te verwarren, om den bitteren lpot te verdu¬ wen, die de tranen van het medclyden doet ver.lyven, om zich te verdiepen in treurige'overdenkingen over rampen, die hy niet herftellen kon; zag liy eindelyk, en met welk ene vreugd! de ketenen llakeh van de Negerflaven in de Franfche Koloniën, en het lot van dat gedeelte van onze natuurgenoten voor altyd verbonden met de lotgevallen der nieuwe Republiek ! Met hoe veel genoegen zag hy niet enigen t, d daarna de Franfchen, na op hunne AmerikaaiTche bezittingen de Afrikaanfche Negerflaven te hebben vry gemaakt, hun op hun eigen grond de verlichting en de lesfen der vryheid aanbrengen! Hy zag vooruit, dat de Karavane, die jaarlyks van ALgypten naar Abysfinieti overtrekt, en met fchitterende Ihuisteryen is beladen, om van daar ongelukkige gevangenen voor dezelven te rug te brengen, laatstleden herfst, tot in den boezem van die vergelegen (treken, nieuwe en verwonderlyke berigten aangaande de Europeanen zou overbrengen; dat dan die naam voor 't eerst zonder afgryzen in Afrika zou worden uitgefp oken; dat 'er voor 't eerst gewag zou gemaakt worden van vrygelaten Slaven , in tteê van menfchen in ketenen geklonken, en dat men 'er eindelyk de volken van Europa, niet uk er, de vernielers, maar de verlosfers, van 't menfchelyk geflacht noemen zou. Hy wist, dat men 'er den naam van dien krygsheld zou vermelden , die altyd door de overwinning voorgegaan en door de vryheid gevolgd is geweest, en wiens geest, zonder vooraf de hulp der jaren en der ondervinding genoten te hebben zich, zonder trapswyzen voortgang, heeft weten te verheffen tot in de hoogfte ftreken van den roem. Onze en.hufiastifche menfehenvriend voor¬ zag met verrukking, dat de vryheid, onwederftaanbaar. in haren voor gang , even als de wateren des Nyls, als hy zyne oevers overftroomr, maar zacht in hare uitwerkfelen, even als het flyk, dat die weldadige rivier achterlaat; dat de vryheid, zeg ik, t'eniger tyd, door haren invloed, over het gehele wyduitgeftrekte vaste land van Afrika, de befchaving verfpreiden zou. En niemand voelde meer dan hy, al de uitgeftrektheid van dat woord befchaving. Niemand treurde meer danhy, wanneer hy zag, dat zelfs in meer befchaafde landen de menschheid zich zo zeer heeft te fchamen over ene befchaving, die flechts gedeeltelyk is, en dat zelfs daar, waar gene flaverny beftaat, fommige gedeelten der maatfchappy, om zo te ('preken, zich by uitfluiting meester gemaakt hebben van het onderwys, even als of de kundigheden, die den fchat uitmaken der gehele maatfchappy, niet rechtmatig behoorden verdeeld te worden onder alle hare leden: wie heeft niet befpeurd, dat het volflagen gebrek aan kundigheden ruwheid van zeden met zich lleept, en dat deze geen deugd is? Cca Wad.  C 204 ) Wadstrom werd, door met al zyn magt tot 't affcBaffen van den flavenhandel meê te wei-ken, niet alleen de weldoerer der Afrikanen; maar verkreeg tevens ook aanfpraak op de dankbaarheid der Kolonisten zélven. Op die plaatfen, waar het ftelfel van flaverny heerscht,' breken de driften met geweld los, alle 'de zaden van edelmoedige gevoelens worden by de geboorte verflikt, het willekeurig gezag verhardt de ziel, de losbandigheid bederft ze, en de waardigheid der menfehelyke natuur, die in de perfoon van den flaaf gehoond wordt, is gewroken door de verbastering van den meester. In die akelige llreken ziet men de'vrouwen zelve de vrouwen, voor wel¬ ke het medclyden ene natuurdrift is , die beftemd ichynen om het leed van anderen door hare meêwalige tranen te verzachten, en om, door de welfprekende zachtheid van hare Item, de zaak der ongelukkigen te verdedigen, ja — in dat afgrysfelyk land vertonen de vrouwen zelve een gedrochtclyk contrast van zwakheid en wreedheid, van wellustige magteloosheid en werkzame wreedheid, van een lichaamsgeftel, door alle de verfynde genietingen der weelde verflapt, en van een hart, verftokt door de hebbelykheid des misdryfs. En bare kinderen! Die zielen, zo ligt te leiden, zo open voor de indrukfelen van edelmoedigheid, die gevoed moesten worden met het denkbeeld, dat de onderdrukker altyd geftraft wordt, dat de 011- fchuld altyd gelukkig is, worden van den beginne af aan doortrokken van het voorbeeld van ane mogeiyke grilligheden, en der hebbelykheid van alle wreed¬ heid ; zells eer zy nog in itaai. zyn, vm gocu van | kwaad te onderfcheiden, leren zy reeds, in hét ouder- j lyk huis, al vroeg het misdryf kennen. Indien Wadstrom dank verdient» voor zvne mede-! werking tot het doen ophouden van de clende der Negers in de Koloniën, hy verdient dien ook, om dat hy de rampen der Volkplantelingen verminderd heeft; want hy, die, te midden zyner rykdommen, nooit enen vergenoegden blik kan werpen op zyn voorleden gedrag, en nimmer het genoegen heeft gefmaakt, dat de bewustheid ener goede daad , of van ene ftille traan, in afzondering aan den ongelukkigen gewyd, verfchafFcn kan, is noodzakelyk ongelukkig. By zyne terugkomst van Afrika, ftak hy naar Engeland over, alwaar fommige lieden, die zyne menschïievende beginfelen zeer wel kenden, hem overhaalden, om daar enigen tyd te blyven. De grote zaak van de affchaffing des Slavenhandels was toen in 't Britfche Parlement geopperd. Gedurende de behandeling van dezelve werd hy verfcheiden malen voor de balie van het Huis der Gemeenten gehoord, by 't welk hy het uitrekfel van zyne dagelykfche handelingen, gedurende zyn verblyf in Afrika , overlegde. De inlichtingen, die hy by die gelegenheid gaf, werden als zeer merkwaardig en zeer nuttig befchouwd, en zyn getuigenis, gedurende dat belangiyk pleit-geding, zeer dikwerf ingeroepen. De ontdekkingen, die hy , betrekkelyk den affchuwelyken Slavenhandel, meedeelde, en het licht, dat hy "oeer de menschlievende Volkplantingen veripreidde , bcflistcn eindelyk de vestiging van die van Siërra- Leone en Bvulama, die men als gedenktekenen heeft aantemerken, door Wysgeren, ter ere der menfehclykheid en der vryheid, opgericht. Wadstrom gaf te Londen een dik Boekdeel in 4to uit, dat den uitflag behelsde van zyne waarnemingen over Afrika, als mede een groot aantal aantekeningen en nuttige berigten over de Volkplanting in 't algemeen en over die van de kust van Afrika in 't byzonder. Van twee of drie exemplaren ven dat werk, die hy van Londen te Parys meêgcbnigt had, had hy 'er Hechts één enkel over; en de belemmering van de communicatie Helde hem buiten de mogclykheid om 'er anderen te doen overzenden. Bonaparte , op het punt (taande van naar Egypte te vertrekken, begeerde dat wetk meê te nemen, en liet Wadstrom verzoeken, dat hy hem gelegenheid wilde bezorgen, om zich het zelve aantefchaflen; Wadstrom wist 'er niet beter op, dan den Generaal het laatfte exemplaar, dat hy bezat, als een gefchenk aantcbieden, en deed zulks geredclyk. Terwyl die menfehenvriend alle z\ne vermogens, tyd, krachten cn middelen aan dc bevordering van de zaak, die hy omhelsd had, tocwyddc, ondermynde ene dodelyke ziekte z\ n lichaams-geftel en fleepte hem langzamerhand naar 't graf. Het leed, dat hera^ de zwarte ondankbaarheid van fbmmigui» of de < ngelukkige omftandigheden van zyn vermogen en zyne fpoedige overgangen van de ene luchtftreck in de andere, veroorzaakt hadden, hadden hem in ene long-tering doen vervallen, of ten minftcn dezelve zeer verergerd; eu na ene moeilyke worfteiing tusfehen de fterkte van zyn geftel en zyne ziekte, bezweek hy onder deze te Parys in April van dit jaar. In hem werd liet gezegde van enen Engelfchen Dichter ,, And feels the ruling pasfon Jlrong in deathft' (Onze gehele ziel vertoont zich in onze laatfte ogenblikken;'') volkomen bewaarheid. De zegepraal der Fran che Republiek was fteeds voor hem ene gedurigs bron van genoegen geweest, om dat hy overtuigd was, dat de volmaking en dus ook het geluk van het menfchelyk gedacht van haren voorfpoed afhing. Een zvner vrienden, die hem in zyne laatfte uren ging bezoeken, trachtte hem optebcuren door enige godsdienftige troostredenen, overeenkomftig zyne denkwyze ten'dien opzichte; Wadstrom hoorde hem ftilzwy-  C 205 ) gend aan, met het hoofd voorover op de borst neergebogen en byna geflotene ogen; maar toen zyn vriend, die onderfcheidene middelen beproefde, om zyne laatfte ogenblikken enigzins te verzoeten, hem den voorfpoed der Franfche Legers in Grauwbunderland verhaalde, richtte hy zich in zyn bed op, zyn oog werd levendig, een ftraal van vreugd blonk op zyn dervend aangezicht, en hy deed hem het verhaal van Masfends overwinning nog eens herhalen: waar op zyn vriend hem zeide , dat men binnen drie dagen nog beter tydingen te verwachten had, dat hy beantwoordde met te zeggen: Helaas! ik heb geen drie dagen meer te leven! Na dat Swift zyne beroemde fatyre op het menfchelyk geflacht, de Aventuren van Gulliver, gefchreven had en by zich zelf over de zeldzame deugden van zynen vriend Arbuthnot peinsde, riep hy uit: Och , waren 'er maar tien Arbuthnot's in de wereld, dan wierp ik myn boek in 'i vuur! Zo is het ook onmogelyk het karakter van den man, waarover ik u onderhield, van naby gekend te hebben, zonder te erkennen, dat, indien 'er vele Wadstrom's op dc wereld waren, men gedwongen zou worden, om over het menfchelyk gedacht gunftige gedachten te voeden. Kort Levensbericht van JOHN B R O W N. (getrokken uit Brown's Riographle, nebst einer prüfung fcines fysterns von Thom. Beddoes, aus demEnglischen. Kopenhagen 1797.8°.) John Brown, was de Zoon van een armen Boer in Schotland, en wierd, in het jaar 1735 of 36, geboren. In zyne jeugd was hy een Daghuurder; leerde Weven, en betoonde in de Scholen veel vlyt en goede vermogens. Hier op wierd hy Ondermeester; leefde matig, zeer ingetogen , zeer godsdienftig, en behoorde tot de Secte der Separatisten of Whigs; zogt Predikant by de Puriteinfche kerk te worden; kreeg twist met zyne Geloofsgenoten; viel af, en wierd een yverig aanhanger der hcerfchende kerk. 20 Jaren oud zynde, wierd hy voor een korten tyd Gouverneur in een zeker huis; ging daar op naar Edinburg, waar hy dg op de Theologie en Philofophie toelegde. Maar toen hy het zo verre gebragt had , dat hy welhaast den kanfel zou betreden, liet hy de Theologie varen; verliet Edinburg; wierd Schoolmeester en verviel tot volflagen ongeloof. Enigen tyd nier na keerde hy naar Edinburg te. rug; onderwees Studenten in het Latyn, en zette de Engelsch gefchrevene Disfertatien van Candidaten in de Geneeskunde, in die taal, .voor hun, over; ftelde ook nu en dan wel eens ene Disfertatie, naar het fystema, 't welk de Candidaat goedvond, op. Dit alles bragt hem op den inval, om ook een Geneeskundige te vvorden. Hy was nu vlytig, doch leefde los, trouwde als Student, had jonge, lieden in de kost, en was binnen 3 jaren tyds ^wtpierout, doch bleef by dit alles, Jdtis intcr vitiayortis. Eindelyk wierd hy de vriend van don beroemden Cullen;leerde intusfehen,by de huizen langs,Latyn, cn repeteerde Collegien met Studenten. Weldra wierd hy met Cullen onenig; deed zyn best om Profesfor te Edinburg te worden; maar lag welhaast met een ieder overhoop, en zag zig genoodzaakt Edinburg te verlaten. Uit haat tegen Cullen, beftreed hy de leerwyze van dien man en verzon nu zyn eigen ftelfel, welks nieuwheid, hoe gedrochtelyk "het ook anders ware, hem vele toehoorderen bezorgde.. Nu gebruikte hy allerlei intrigucn en omkopingen , om zyne nieuwe practyk door te zetten, en wierd ook door Ziekenoppasfers, Meiden enz. hier in geholpen, maar ook niet zelden zo bedrogen, dat zyn goede naam meer dan eens gevaar liep. Om Studenten te trekken en Profclyten van zyn fystema te maken, richtte hy een foort van Latynfche Vrymctfelaars Loge op. In zyne lesfen hcerschten praalzugt, grootfprar>k en vernedering van alle grote Arifer. Dikwyls had hy aan den enen kant van zyne Cathcder een fles met Brandewyn, en aan de andere zyde.een glas met Laudanum, ftaan, waar van by voor 't Collegie 40 of 50 droppels in een glas Brandewyn nam , en welke Dulis, gedurende het Collegie, 4 of 5 malen door hem herhaald wiei'd. Djt zette hem dan geheel in vuur en bragt hem welhaast tot ene zoort van Phrenitifche exfiafe. Eirrdclyk geraakte hy wegens 'ciiulden in de gevangenis, waar liy zig nu op het onmatigst aan den drank overgaf. In het jaar 1780, reisde hy naar Londen; leefde daar armoedig en ftil; maakte plannen tot grote ondernemingen, en ftierf eindelyk op den 7den October 1788, 52. jaren oud, des nachts, aan ene beroerte, na. dat^hy den avond te voren ene goede Dofis opium, gebruikt had. Geneeskundige ge!cerdheid -en belezenheid had Brown geheel niet, en, na dat hy eens zyn zonderling fysterna verzonnen had, zag hy zelden een boek in. Zyne uitgebreide Practyk was niet dan een Compliment, 't geen hy zig zeiven maakte. Cc 3 NIEUW-  ft aorj ) ■NTËUW - UITGEKOMEN BOEKEiV, AKADêMISCHE EN ANDERE schriften. Rataafsche Rejcsiiek. Magazyn voor ds Cri'l : Wysgeerte en de Gefchiedenis van dezelve, tyitgege.wm door Paulus van Hemert. li. u. i. st. te Anut. Dy m. ■Schaleka.np. ngg. Dit Twed* Deels Eerfte Stuk van het bekend Magazyn der Critifche Wysgeerte, is voorzeker geen van de mm gewigtiglreri ; welken reeds van het zelve het licht zien. Uit der. wakkeren yvér, waar mede dit Wetk word voortgezet , en den ongemenen aftrek, dien wy vernemen, dat bet zeive heeft, kan men opmaken, dat liet getal, zo van onderzoekers als kenners der Kantiaanfche Wysgeerte, hier ten lande, van tyd tot tyd aanmerkelyk toeneemd, en men dus niet zo algemeen door de moeiljkheid wordt afgefchrikt, als het in den beginne zig liet aanzien, of zommigen vermoedden (*). Trouwens moet die moeiljkheid allenskens verminderen, naar mate meer pennen ter verklaring dezer W\sreerte arbeiden, en men langzamerhand met derzelver denkbeelden en kunstwoorden gemeenzamer begint bekend te worden. I Het voorhanden zynde Stuk, beftaat uit niet meer dan1 twee gefchriften: zjnde het eerfte een Brief van den geleer-1 irten Bltgerètj Paulus van ITevert zeiven, aan een Vriend in Italië: Over den tegenwoordige* ftaat der Critiftche Wysgeerte in de Bataaffche Republiek , en het \ooruameftrydpunt, tusfehen de Critifche Wysgeer en en derzelver Tegenftanders t eu het twede ene Proeve ter opheldering van de Critiek der zuivere Rede, door den Advocaat Jon. Kinker. De Brief raakt meer de gefchiedenis en den tegenwoordigen toeftand der Kantiaansche Wysgeerte , byzonder in ons Vaderland; en kenmerkt, gehk des Schryvers overige gefchriften, zyn byzonder eigen vernuft en fchranderen geest. Ook ftraald'daar in niet weinig yvers door voor de opgevatte taak; een yver die wel enigzins aan her ongeduldige zou kunnen fchynen te grenzen (t); indien men uit deze^ (*) Ten verderen bewyze van de voordgangen der Cfitüche Wysgeerte,! kan nog let volgende dienen. Voor eerst, lezen wy, in de Spetuiteur du Nord van April, een zeer beknopt, maar duidelyk en naauwkeurig, veiling der Kantiaansche Wysgeerte, met toezegging van breedvoeriger uitlegging der Kantiaanfche leer, en ene vertaling der Critiek. Ten anderen, veme-j men wy, dit te Amfterdam, op den 17 Juny laatstleden, in de grote Ge-j hoorzaal van het Athenaum Illustre, onder voorzitting van den Hoogleraar j Cras, openlyk, en met uitflekenden lof, door den Student in de Rechten,' Anton Reinhard Falck , is verdedigd: Disputatio tfuridha de Matrimonio sx jementia ceteb'j. Imm. KAnt et Joh. Uottl. ricHTE, van welke verhandeling wy, in dit Weekblad, weldra een verflag hopen te vinden. De Recenfent. Ct) De Recenfent drukt zig bieren vervolgens, voorzeker, zo zagt mogelyk uit. In der dïad velen van de Her bedoelde trekken kunnen geenzins van onheusheid en onbefchcicl worden vry gepleit: enftroken, onzes inziens, weinig met de gepaste hoedanigheid vin iemand, d;e zig tot enen Volksverügter opwerpt, wien het gewis betaamd, met hngmoedgheid, zagtzinnigbeid en toegeeflykheid te ondeirigten, en geenzins op zyn Oud-Schoolmeesters terftond naar de plakte grypen,wanneer hy niet fpoedig genoeg in zyne pogingen flaagd, of zyne leerlingen te ftomp vind, om zyne lesfen ogcnbükkeiyk te begrypen. Deze aanmerking geld byzonder ten opztgte an zomm'gen dier trekken, welken bepaaldelyk tegen dit bhd, en enigen daar in gepfóatfte bedenkingen van Philalithes gerigt zyn: welker onheuschbeid te meer afiteekt, daar' ca gene trekken tegen de aanklevers vm het oude, cn te» ger.ftanders van het nieuwe, moet oordelen. En echter zal een nieuwe wetenfeh.p, voor 1 deee . opgang, (hellen opgang, m ken, dan kan zulks voorzeker door gene laauwo ciiverfchüligheid gefchieden. Ondertusfchen houden wy ons verzekerd , d .t allé hoogfehatters van vernuft en doorzicht, en onbevooroordeelde ïijvorfchers van waarheid, geen aanfioot in dezen brief zullen vinden, inaar, integendeel dezelven met genoegen lezen. Betreffende mi het Twede; Stuk, dat van den Advocaat Johannes Kinker, met genoegen hebben wy deze Proeve eener opheldering, van de Critiek der zuivere Rede , ge< lezen. Wy verwonderen en verblyden ons tefTens , dat 'er hier en daar uft de fchuiihoeken, mannen voor den d;g komen, die tonen, veel tyds en vl>ts voor het onderzoek cn bevordering der waarheid over te hebben; en wien het gelukt, itï zo moeilyke taak, als deze is, zo wel te flagen. Deze ophelderende Proeve is met zo veel klaarheid en helderheid gefchreven, dat al wie begerig is, de gronden der Critifche Wysgeerte te kennen, en daar toe behoor!)ke moeite wil * . • aan- men fteeds in het zelve de fKpfte onzydigheid, met opzigt op de nieuwe Kantiaanfche of Critifche Wysbegeerte, hee:fc in agt genomen; hebbende men van tyd tot tyd niet alleen zo wel de ftukken vo'jr als tegen deze nieuwe leer, zonder onderlcheid, geplaatst, maar ook de ge.nfligfie berigten en bepoidelingen van den arbeid des Schryvers van het Magazyn der Critifche Wysbegeerte, die aan den Redacteur door anderen waren toegezonden, medegedeeld, war van d;t teg nwoord:g verllag nopens h'.t 2de Deels ifteStuk een nieuw bewys opleverd; terwyl men gene andere ftukken, fchoon flegts-. wemigen, heeft terug gehouden of zig beleefdelyk van derzelver plaatfing verfchoond, dm alleen om dat zy, of te onbeduidend en bovendien naamloos gefchreven, of op enen toon geftemd waren, die men oordeelde beneden de waardigheid vn het onderwcp in geichil te z.n, en gene overtuiging, maar veel eer veragting of verbittering, te kunnen tc weegbrengen. — Bovendien zyn de mee ten dezer trekken zo gewaagd als onbefclieiden en voor niets anders dan pylen in het wild gel'choten te houden. Althans wy kunnen den Brieffcluyver vei zekeren, dat Philalethes, waar op hy het zo zeer geladen heeft, nog Zep'chipper van dn Letteroefenaar is, nog in enige de minfte byzondere , kat (laan, naauwe , betrekking ftaat tot den Boekverkoper Adriaan (niet Abraham) Loo;jei. Waar Hy ontusfehen eigenlyk t'huis zy; hier naar kan de Burger v. Hemert misfehien nog lang gisien. Dit alben zy voor dezen genoeg te weten: dat deze man van Griek/eken naam, een geboren Bataaf is, voorts dat hy,hoe zeer do.ir hem uit dehoogté behandeld, niet minder ervaren, zo in de Duitfche Litteratuur, als in die der meeste Buitenlanders, wat betreft de byzondere vakken van zyne wetenfehap , dan de Schryver van het Magazyn, m de eerstgemelde, met opzigt tot de fchriften over, voor en tegen de Critifche Wysbegeerte, en dat hy, bovendien, uit hoofde vin zyne kundigheden, misfehien, ruim zo algemeen bekend is en in ngting ft.-.at, beiden buiten en binnen 's lands, als "de 1 ratstgemeüie: en eindelyk, dat zo lang zyne gem.akte bedenkingen niet beter opgeloscht worden, dan in den voorhanden zynde Brief, hy Het waarfcliynlyk verre beneden zig z 1 agten, om op zulk een gefchryf te ahdwooiden. Of wyders de Nieuwe Algemene Konst- ,n Letterbode, by een Lettakundig berigt, uit dc Bataaffche Republiek, in de Allgemnne Zeituug van i Febr. 1799. No. 32. vóórkomende'; bepialdelyli onder het woord 'pantflets bedoeld zy, kan weEgt de Burger v. Hemert of zyn vriend Lismmiago beter dan wy beoordelen; fchoon hy, met alle zyne ervarenheid in de Duitfche Litteratuur, niet fchyne te weten, dat Prof. Popelt, die wy menen wel onderregt te zyn, dit zig federt enen geruimen tyd, niet meer te TuVingen of in Stultaard bevmd, m 'ar naar Frankryk vertrokken is, niet langer de Se ryver zy dier AU. Zeitung, (voorheen den tvtel van Neuestc /heilkunde gevoerd hebbende. Aantekening des Schryvers van den Nieuwen Algem. K. en L. Bode,  C 207 ) aanwenden, hier zo wel te regt kan komen, dat hy zynen tyd en moeite geenzins zal te loor geheld vinden. Ondertusfchen is het ftuk hier flegts gedeeltelyk geplaatst; zullende het vervolg, in het twede Deels twéde Stuk des Magazyns, gegeven worden. Zo verre het tot heden gaat, worden daar in de drie byzondere vermogens van 't menfchelyk kenvermogen geheel ontleed , volgens de Kritiek der reinen vernunft van Kant : namelyk A. De Zinlykheid , waar door het kenvermogen ftof erlangt, ter bearbeiding. Hier wordt dus de oorfpronglyke vatbaarheid in ons zelve , om door de zinnen die ftof te erlangen, en door de zinlyke voorwerpen te worden aangedaan, verklaard; als mede de twee oorfpronglyke en noodzaaklyke formen en wetten dier zinlykheid; namelyk Ruimte en Tyd j welken van alle onze voordellen Onaffcheidelvt mn Darra rn^vVhalA le QQ„ een. waar in mmi Aa ff af iron Aa ,„ol A;nr.f „„a^.. fcheiden. Rv nfrrotkino- van Aa flnf hI,„,on an r™„,„.. Tyd en Ruimte, zuiver over; en op deze wyze komen wy tot de kennis dier oorfpronglyke zuivere formen van zinlykheid. Al wat wy ons in Ruimte en Tyd voordellen, behoort tOt dp WflPrplH Aar vrrCrhw,*/™ «ui „.olV^n ! volgens onze ftandv'astige formen der zinlykheid, worden aan-; Bedaun. maar niof ,voton kn^nnlr. A\r. — „:„ 1! 0 , j w^uoiuc u4c UI) liltL ven zvn. B. De ftof, door de zinlykheid toegebragt, is verfpreid, ....^uu, iiCL l-wcuc vciiaugcu, iïcL vkrstand, verzamelt de verfpreide ftof, ftelt die te zamen, en verenigt die mei uei ueiijieuu onderwerp, met ons zeiven, en zo vor men wy begrippen door behulp van drieërly vermogen 7 ■""~i**m„gtkragt, b. hervoor dbrengingskragt, en c bewustheid. Uet to a,„ i..Z,„j „„f Rena, vermogen, en vorrrit begrippen en oordelen, volgens 11 —™ iujiuch ca vtaiuu, oi uampegnppeil , welke Kant Categorien noemt, en tot IV. hoofdclasfen brengt. I. De Hoegrootheid: waar onder behoren i. Eenheid , 2. Meerderheid, 3. uilheid of Geheel: en hier a;n beantwoorden drie oordeelsveilingen; i. Byzondere,\ï. gemenere, .3. Volftrekt algemene oordelen. Derzelver grondftelhng is: Al wat wy in Ruimte en Tyd aanf'chouwen, houden wy voor uitgebreide grootheden. Dit is ene Axioma der aanfchouwing. II. De Hoedanigheid, waar onder, 4. wezenlykheid, 5. ontkenning, 6. bepaling: Hjei aan beantwoorden drie oordelen: 4. bevestigend, 5. ontkennend, 6. bepalend. Derzelver grondflag (welke'Kant, -.^»-.wvot»*c «c/- -waarneming noemt) is : sitte verjcnvnzelen hebben ene inlenfive grootheid, of enen trap vari wezenlykheid. Deze grondftellingen der Hoegrootheid en, Hoedanigheid, worden Mathematische grond/lellingen genaamd. III. De Betrekking, waar ouder 7. Zetfftandigheid en Toevoeglykheid; %. Oorzaak en Gewrogt; 9. Gemeenfehap, of weêrkerige werking. Dus ook de Oordelen, nam. 7. fiellige, 8. onder ft ellige , 9. uit èénft ellende: 7. De zelfftandigheid geeft ene during of duurzaamheid ... , tl, icreu uwe giuiiiiireiiiugop: o*/ jviers ont- jtaat mmmer Iets; en Iets verandert nimmer in Niets. 8. De oorzaak geeft ene opvolging te kennen, en levert dit beginzel: Niets is, of gefchiedt, zonder genoegzame reden of oorzaak: 9. De gemeenfehap of wederkerige werking geeft ene gelyktydigheid te kennen, en brengt dit grondbeginzel san: Alle zelfftandigheden,zo> ver zy, in de ruimte > te gelyk waargenomen kunnen worden, zyn m lene wederkerige werking. ■ Deze drie grond Hellingen der hor rpk-kin o- nmrton ...... •■ ■ , ft „ . . j 7^-L»«Lu&len , nar is, overeenkomltighe- den der ervaring, genaamd. IV. De Wyziging of betrekking der oordelen tot het kenvermogen. Hier toe ■ 10 Moo"lykheid; onmooglykheid ; u. Beftaan, Niet beftaan: ja. Noodzaaklykheid, Toevalligheid. Dus ook de oordele." }°- Problematifche; u. Asfertorifche ; 12. Apodictifche: En deze grondiïellingen :■ 10. Al wat met de vetten of formen van onze zinlykheid en van ons ver 11 and overeenkomt, ts mogelyk.- h. Wat'mét de ervaring, volgends evengem. wetten of formen, overeenkomt , en verbonden is , is daaoi.vk- aami/t^to- welks vescband met iets. /i/it ™e*-i /.,* sr ..„/,...,„,.ö- ld 1 ; J '•• ) vui&era «.gemene voorwaarden der ervaring bepaald is , beftaat noodzaaklyk. Deze drie grondftcllingeii worden, in de Critiek der zuivere Heden. Pnst«.i»tn „^..^a .... deren de kennis eigenhk niet, maar behoren meer tot "dé vdu «civMsti. in r algemeen worden de gronde linrren der Betrekkin? fii Hr**!***,*- 1 gr ondft ellingen. lot dus verre van l mi/)». „*.~u«..a . 1 l: vóórhellen , naauwl>ks denkbaar. Ook de categorien of «"««WWWi ^.umier ue aoor ae zinlykheid aanirebracte ftof. ZMl nier dan ledl'pe heurinrpn vmAar j7. j_ .ze ven . ecter oorfnronp vk ror hof n>.a,n.i 1—u ■ Li;?.. daar tut, dat zy, na aftrek van de ftof of inhoud, overblyven . dat zv algemeen en ïifinHïjitli t- . a i~ ervaring niet kunnen gekend worden. Door de zinhkheid en hor vt-r ff *»A l.„mon .• i • , ... j,......, „_> SU(. «.cjuiii eter iMatuur , dat is, der OUieen . ue ken nndor rmv» ^ml.,l,u„;.j ...,n„.. ..-i^ d,e, wezenlyk, op zig zeiven zyn (want dit is buiten ons hereik) maar zo als die ons toefchynen, dat is, zo ais wy die alleenhk. vo pciix do fi.rmon „*• j„%:Ji.* held, cn volgens de categonen en wetten van ons verhaixU ons kunnen en noodzaaklyk moeten voorftellen. Dit levert dan de waereld der verfchynzeten {phaenomena , vifai op. Dit is de en lire ons bekeraio N;tnnr . An 7v7o«,.,-....i..1.- - , --■ .......... , ui, iMiuuinultll zyn dus de wetten der zaken, zo als wy die ons voorftellen. en' ninoion vrarrwJIon . n. l"i . . . .' a ;™u^i "i *r*. ë'oiiuDegmzeien van ons zuiver ver land. nip s im.»» on nn„j,.i,«i..i. door toepasling van de formen van ons verftand, op de Vor- *r J.vf uu,x ^»"j*fleiu? gekcmi worden. DeAxiomata Antutpattones, Analtgix, en Postulata, maken ons zuiver verftand uit; zonder hof, zyn zv werkeloos en als dood; maar zy vormen de ftof, die de zihhkheid aanbrengt en worden dus door de ervaring «mowKoi» ;„ „,„„i,:.b; gebragt. Zonder die ervaring zyn zy enkele wetten dm verftands. De Wiskunde? mi MyinnvVunrto iP.idT, vcn geen van beiden . dp orpiv/on w« ,„„o,.,.u " 7 ••- B vv^ieu. t.ci vei- lchynzelew (phaenomena) overfchreden. Hier toe bepalaa 7.V 7.ir.h vnlflreb-f M«p hmion a*. .. . u j .... ..<•.,• i.i..... wjciöu cier venenvnze- len, is 'er nog eene denkbare waereld, {mnndus ime."ig. m^>w-v~» > ' w'v' voegen hier alleen nog by het onderfcheid tusfehen I zuivere en afgeleide kernis. 1. De zuivere kennis outftaat van de zz/jv^ zinhkheid; het z»mr verft and; de '2«'vjr« ic^te; welke drie vermogens noodzaaklyk buiten de ervaring kunnen gedagt worden en dezelve moeren voorafgaan: zonder die zuivere vermogens, was alle ervaring onvermogende om ons kennis toetebrengen. Alle kennis ont■ ftaat dus niet enkel en alleen van de ervaring, ichoon de zuivere kennis die ervaring nier kan ontberen, even weinig als de ervaring de zuivere kennis kan misfehen. 2. De afgeleide of ervaringkennis, is die der verfehynzelen der tilbare waereld ; door hulp der zinnen. Derzelver geleverde* ftof moet door de zuivere kennis, door het verftand, bearbeid worden, om kennis te kunnen opleveren. Zie daar een kort, maar zaaklyk, verflag (zo wy vertrouwen) van dit eerfte gedeelte der Proeve van den geleerden Kinker: dien wy ten ernftigite aanfporen, om voord-tc gaan fo het helpen opbouwen der Critifche Wysgeerte: waar voor hy toont zo wel berekend te zyn. Een Recenfent is noodzakehk aan het beftek van dit Weekblad gebonden; men laat dus den Lezer oordelen , hoe moeilyk het ons geweest zy, den zaaklyken inhoud en 't verband van een zo moeilvk onderwerp, in een zo beknopt beftek, mede te delen, en, in zo weinige woorden, een zo groot vak geheel te omvatten. Deze noodzakelyke kortheid moet ons verfchoneu, indien deze fchets niet duidelyk genoeg mogt voorkomen. Medegedeeld. NARIGTEN 'en BYZONDERHEDEN. tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen , op 24 Juny te Amsterdam. TARW. Het Last) GERST. HetLa; Ggld. Gëld- Poolfche bonte en witte 240 a'280 Vriefche Wmtergarst . dito rode . . 225 a 260 Gron. en Cldamfche _ . Elbing. ei Heugfche . 230 a 270 Zeeuwf. en Overm. Winter Koningsberger . 220 a 250 Dito Zomer . Vriefche . . 230 a 260 Dantziger en fclb. Bovenlandfche . 2253250 ' n. iPinvFVT Voorlandfche rode . 200 a 230 HAVER en BuEKWEYT. Zeelandfche . 2403275 — ,,n9Ten ROGGE. Brouwhaver • • • I4°al5° Pruisfifche . . i95a2!o Witte Voeder dito . Koningsberger . . 195 a2io Boekw. Amersf. en Gooil. L ff f Gedrolffide . . 2003210 Dito Brab. en Vlaam. £ 36 n 3£ Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 117; en te Efaarlem 8, onder welken laatften 4 berieden'de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. C baro-j ther-'| hygro- streek luchts- Juny ) me- mome-j me- der gesteld- I799. \ ter- ter. ter. wind- heid. C ioTir ~f W~ n- n o- Jtó-d^ 19 30. 2 06 56 n.b.w. betrokken. '_______ 79" N-'_ ■ c/30. 2§ 55ï 78 -n-n.w.1 1 20 < 30. 2, 62 62 n.w'. betrekken. c 3°' 52 76' n.n.w. 1 _ CÏÓTT~ m 78 n. ®' I voormidd. betrokken; 21 <. 30. 2Ï 635. 641 o. n.o. | v£rdei. bewolkt> £30. 2i_ _6o_ __75_I C30. 2i ói 74 n. o. it 22 < 30. 2 78 46! helder. !. * 30. i 63 65f n. n. o. C29. gi 64 705 z. o. voormidd. hcHer; 25 < 20. 81 73! 511 V- veders bewolkt; ) 29. 8ï 55 765 n. n. w. 'savonds regen. C29T9T 56 6l n.. 24 ( 30. Oi 63 515 n.n.w. bewolkt. ;° c/30. 2 54 ' 57 w.n.w. 3 25 < 30. 2i 62 47, w.z.w. omtrent helder. 38 £.30. Ü 51 » 61 1 —  ELFDE DEELS, EERSTE REGISTER. B E^R I G T E N en B T ZONDERHEDEN'. Van January—Juny 1799. De Letters a en b. duiden de eerfte en twede Kolom aan. A. Adeldom by de Romeinen en deszelfs verfchil met dien van de latere eeuwem . . . . . 167. b Admiraliteits Collegie (het) te Koppenhagen geeft enige Prysvragen op over het kweken van Scheepshont. . . . 39. b Adriaan (geboorteplaats van Keizer) • . 185. b Afncaanfche (de) Asfociatie ontfangt uk Kairo brieven van haren Zendeling Horneman. , . . . 33. a Afrika (over de ontdekkingen in de Binnenlanden van) door de Afrikaanfche Sociëteit te Londen. 76. a. Zie ook Park. AKADEMIE (de) der Wetenfchappen te Berlyn. Behngryke voorlezingen by dezelve: Vragen door haar opgegeven voor 1800. 147. b Albano (Schilderyen van) bekend onder den naam van de 4 Elementen. .... . 122. a Mc. Veg. Aërat. of Carb. Potasfa (aanmerkelyk voorbeeld van het gelukkig gebruik van) in ene Graveelkwaal. . . 90. b Amerikafche verenigde Staten (Tafereel der Samenleving enz. in de) 114. b. 126. a. ANTOINE (de B.) word Lid van het Nationaal lnftiiut te Parys, 146. b Aitillery (verbeterde Scheeps-) . . 186. b Autographien (verfcheidene) van grote mannes in de Nat. Boekery te PaJys- . . . . . 9. a B. Barende Vrouw (mishandeling van ene) door twee gewaande Vroed- meesters. . . . . . ip. a BARTHéS wo'd Lid van het Nat. Iiift. te Parys. . . 129. b BATHYAN (de Zevenbergfche Bisfchop, Graaf T. van) overlydt. iol a BEAUMARCHAIS (P. A. CARON de) overlydt: Lykreden op zyn Grafzerk gehouden. . .... 178. a Begraafplnats (plan van een algemene) tot een Prysvoorftel opgegeven door de Bouwk. klasfe van het Nat. Inftituut te Parys. . iöi. a Beurs (Boekverkopers-) op de Leyp-.iger Mis. . . 51. b Bibliotheek (de Stads) te Hamburg, ontfangt een aanzienlyk legaat van Boeken, nevens een gefchenk van oudé Stads Munten. 201. b BLEULAND (Prof [.) word Reftor der Utrechtfche Akademie. 130. b Bloemen (middel oni gedroogde) fris van koleur te houden. . iZ6. a Boeken (Duitfche en Franfche) zyn in Rusland aan ene ftrenge cen- fuur onderworpen. 52. b. onder in de Aantek. XI. Deel. 167. b 14(5. 186. Boekery (de nagelatene) van wylen den Hoogl. Rhunken'us, word, met go-dkeuring van het Wetgevend Lighaam, door Curatoren van de Leydfche Akademie, overgenomen tegen ene jaar.ykfche uitkering aan deszelfs Weduwe en Dogters. . . 41. a Boek-, Prent-, Kaart- en Muzyk verkopers (getal der) in Parys. lil. b Boekwinkels of Magazynen (getal der) in Duitschland. 53. a. onder in de A.mtek. Bomen, door de Franfche Geleerden, opgegeven, om tot Zinnebeelden te dienen van de Wetenfchappen en Konften. . i5i. b BONAPARTE (edelmoedig gedrag van den Generaal) omtrent een Zendeling der Engelfche Africaanlche Asiociatie, in Kairo. . . . . 33. a ; Digtregels aan hem uit Parys gezonden , om door hem, in perfoon, op de hoogfte der Pyrair.iden gefchreven te worden. .... 121. b (moedig gezegde van) by het vernemen van den nederlaag der Franfche Vloot voor Aboukir. . 201. h BORDA (de Franfche Chef der Marine) overlydt. 73. a. Latynfche Elegie van den B. Macheroni op denzelven. 106. a. Graffchri.it van den B. Marron. ....... 107. a Bouwkundig werk (fraai) by den Boekh. VOSS, te Leypzig, op de pers. . . . . 90. b Brasftca Rapa (proeven te Berlyn, om Suiker te bereiden uit de) 95. b Breuken (Stigting, in Engeland, voor lyders aan) . . 18. b Brief (uittrekzel van een) van Prof. DRIESSEN aan Prof. BRUG- MANS. . 138. a BROES (de Hoogl. B.) te Leyden, overlydt. . . 65. a Broodboom (de) dydt ongemeen wel op Isle di France. . 14. b BROWN (kort levensberigt van JOHN) . . 205. a BRUGMANS (Prof. S. j.) word, door liet Uitv. Bew. mede gecommitteerd, tot het vervaardigen van ene Pharmtcopita Balara. 123. a c. Cairo (uittrekzels enes Brief u'rt) .... 177. b CALKOEN (J. F. van BEECK) behaald den gouden Eerpr. by TEYLER'S Godgel. Genootf. . 114. a ■ word lid der Haarlemlche Maatf. 17Ó. a Cambridge (de Akademie van) zal, op haar eigen kosten, uitgeven, het door den Rector HOGE VEEN nagelaten Lexicon Analogicum, en de voordelen daar van komende, nevens alle de onverkogt geblevene Exemplaren, aan 's mans nakroost vereren. . . 75.. b Carbonas Potasfa (manier om de) te vervaardigen. . . 138. a Dd Ca-  C 210 ) 121. b 147. a 90. a Catullus (vierregelig Vers uit) aangehaald. . . tas. b CAUSSEN (Letterkundige verdienden van den B.) . . H7- a CHAMP10NET (de Franfche Gener.) geeft berigt nopens de gevondene Oudheden in en by Napels, en van zyne orders tot opdelving van meer anderen. . . • 9°« a CHLADNI (D ) te Berlyn, begind aldaar les te houden over de theo- . rie der Geluiden. * • • . 18. b CHOISEUL-GOUFFIER (de Vrouw van) krygt de m beflag genomene Platen, voor het twede Deel van haar Man's Foyage Pitorcsque van de Fr. Regering te rug. . • • 12Z- ° Citzers (verkeerd middel om door het aanfteken van) de lucht te zuivei èn. 170. b. onder in de Aantek. CLADNI (E. E. F.) behaald den gouden Eerp. by het jfablonowskyfche Gcnootf. te Leypzig. . • • • • '37- ° Courintenbeftellers (de Londenfche) . • 100. b CROMMELIN (J. P. van WICKEVOORT) word Direkteur der Haarlemfche Maatf. ..... 176. a CURTIUS (II. DONKER) verdedigd openlyk aan de Utrechtfche Akademie zyne Latynfche proeve, over het Bock der Openbannge. 187. a D. fi ebladen (iets over de P.ngelfche) en Tydfchrifteu. . . 35. a DASSDORF (C. tv,) behaald de gouden Med. by het Jab'tonowsky- (fke Gen. te Leypzig. ... . 137. b DI'GERANDO behaald der. prvs der Ideo/rgie, by het Nat. Inft. te PirVS. . - "ÏJO. b BEIMAN (Dr. J. R.) word mede Gecommitteerd tot het vervaardigen" vaa ene Pkarmacopact Batava. • • • 123. a Rennen (v oordeel vun het planten van) op fchrale gronden. • 191. b fa&SAtiSSURE (dc beroemde Hoogl.) teGenev.e, overlydt. 49.a. Zyne byzondere verdienden in het vak der Wetenfchappen. ibid. Schets van deszelfs leven en werken. . 163. b Viabetes Mctütus. Zie Pisvloed. bOUVVES kreeg voor zyne ujtgegevene Tafelen, om de Breedte te vijlden, een "r.anzienlyk gefcbcnk in geld van de Engelfche Regeling. 142. a- beneden in de Aantek. ' DOUW fhet fraai Schiiderftuk van G.) dc Waterzuguge Vrouw, word door den Koning Van Sardinien prefcnt gedaan aan een Fransch Officier, en door dezen aan het Nat. Kabinet te Parys geichonken. 93. r Drenkeling (een) te Haartein gelukkig gered. . . 74- I DRIESSEN (de Hoogl. P.) word mede benoemd tot het vervaardigen va;i ene Pharmacepaa Batava. • • • • I23- '° Drukkery (de vermaarde) de Propaganda, te Romen, verkopt zynde, buiten tennis van het bewind, zal op nieuw ingekort en in bevvarina van het Nar. Inftituut aldaar gegeven worden. . 185. s Drnkkeryen (twee Franfche en een Arabifche) te Kairo aangelegd. 74- ' Dmkkonst is in Duitschland federt den laatften tyd aanmerkelyk verbeterd. . .... . • 53- ' Dnikmachme (nieuw uitgevonden) voor Engelfche Ctutzen, te Dies- ^ - BUSAULX rde geleerde B.) te Parys, ovsriydt. 105. b. Schriften door hem uitgegeven, ibid. E. Egmpnd- Binnen (ïnflórring van een d?r oude Abdy Torens te) en 'l loekmoedig gedrag var.-enige menschiievendt Burgers dier plaats, by die gelegenheid. *' . • • - 3- ' i'63. b 95- b 74. b 123- a 185. a 74. a 53- b 143. a Elektriciteit (de) fchynt niet geheel onbekend geweest te zyn, by de oude Romeinen. . . 167. a ___ nader bewys da.ir voor uic Seryius. . 187. b Email (verbeterd) . . • 186. a - : ., ' F. FAUJAS (de B.) geeft zyne Hijloire Na'urette van den Pietersberg, by Maestricht, in 't licht. 97. a. Aanleiding tot het fchryven van dit werk. ibid. Aanmerking op .het voorgeven van dezen Schryver nopens den zogenaamden Krokodils-kop, by Maestricht gevonden, ibid. b. onder in de Aantekening. FENELON'S (het eigen Handichrift van) Telemachus te Parys bewaard. 9. a. Vergelyking tusfehen dit en de kladden van ROUSSEAU en STERNE. ibid. FICHTE (kort berigt van het voorgevallenet in Duitschhnd, omtrent bet Philolöphis-h Journal van) 81. a. Verzoekt en bekomt zyn ontllag als Hoogl. te Jena. 147. b. FORSTER (de Hoogl. J. R.) te Helle, overlydt. 10. a. Enige byzonderheden van hem ibid. FRANKLIN (Godsdienitige denkwyze van den beroemden) in zyne jeugd. . . . . . 22. a FRAUENHOLZ (iets over den Plaatfh.) te Neurenberg. . 39- a FREMERY (Prof. N. C.) word Secretaris der Utrechtfche Akademie. 130. h FREY (J. de) brengt liet fraaije Schildery van lUmbraadt, op de St. Anth. Waag te Amfterdam, verbeeldende Dr. Tulp, leshoudende over de Ontleedk. in Prent. .' . • 70. b G. GAIL (de B.) word Hoogl. in liet Grieksch aan het Prytaneum, te Parys. . . • • i°7- * GALVANI (de beroemde Na-tuurk.) tePalogna, overlydt. 89. a.^ Byzondere aanleiding van zyne proefnemingen op Kikvorithen. ibid. GARVE over de Gefchiedenis der Wysgeerte. . . 123. b GATTERER (de Huogl. en Hofraad) te Göttingen, overlydt. _ 163. b Geboornen (Lyst der) geftorv. en getrouwden, gedurende 1798, in verfchillende Steden en Landen van Euiopa. . . 5<5- a Gedenktekens (oude) te Riez. ■ • 185. b GENOOTSC1LVP (TEYLER'S Godgcl.) doet uitfpraak over de ingekomen Antw. op de Vraag over de gevoelens van Du Pui en yolney. . . . 114. a , (het Vorstl. Jablonowskyfche) doet uitfpraak over de ingekomone Antwoo.den op deszelfs Vragen van 1797. . 137- a I (bet) ViStura, te Dordrecht, deeld eerpryzen uit aan de meest gevorderde Leerl. in de Bouwkunde. 179. a ' Geraamtens (vier Vrouwelyke) door dc Franfcben, te pompeia, gevonden. . . • . 90. a ■Gevegt (het) tusfehen een Franfchen Corvet en Engelsch Fregat, met de verovering van dit laatile, zal door den Schilder Hue in tafereel gebragt worden. ...... I^7- ° Giftzap, waar in oudtyds de Spanjaards enz. hunne pylen doopten. 186. a GILLET word lid van het Nat. Inft. te Parys. • • 129- b GILREY (iets nopens den vermaarden Londenfchen Canicaturist) 117. a Goibdicnst-Gelchiedonis fenUe gedagten over de nieuwite) in Frankryk. . . . • «53- _ Go ;deren (waarde da' uit- en ingevoerde) te Petcrsb. m 1798» 143- _ j GRATAMA (Prof. S.) word Reébr der Harderw. Akademie. 193- ° Gra- 137- 1  C 2" > Graveleufi Lyderes (ene) door het gebruik van Alc. Veg. Aè'rat. geholpen. . . . 90. b GREGOIRE (de Bislchop) word Adjunct Bibliothekaris der gewezene Boekery vscnArtois. . • 107. a -—1 word Bibliothekaris by de Boekery van het Tuighuis, te Parys. . . 145. b Groenlandsvaarders (getal dei) die in 1799 van de Elbe en Wezer vertrokken zyn. . • . , 111. b H. HAAFF (Dr. G. G. TEN) word mede gecommitteerd tot het vervaardigen van ene Pharmacopaa Batava. . . 123- a Hiarda-ch (nut der) ter b.mesting. . . 190. b HAGEMAN (de Hoogl. E._> word Secretaris van den Akad. Senaat, te Leyden. . • ■ • . 49. b HALL (de Officier de Santé P. van) ontfangt ene Gouden Med. van de Maatf. der Drenkelingen, voo het redden van een Drenkeling, te Haarlem. . . • • ■ 74- _ Hand.'lbalans (voordelige) voor Rusland, in 1798. . 143. b Handel (iets over den Engelfchen) . . • 14. b HAYDN (het fraai Muzyk..uk van) de Schepping, word, te Wenen, opentiyk uitgevoerd. 142. b. Voordelen, door dit ftuk, deszelfs maker aangebragt. ibid. HERINGA (de Hoogl. ]. Ez ) houd ene plegtige Redenv. by het nederleggen van het Akademi^ch Rectoraat, te Utrecht. 130. b. Bedankt voot het beroep naar Leyden. ibid. HOF.M \NN (P.of. G. F.) word lid vau de Haarlemfche Maatf. 176. a Holtt inlche Kanaal (Schepen, in 1798, door het) gepaslberd. 143. b HOOGE v'EEN (enige voorlopige berigten aangaande den Delftfchen Rector 'f.) en diens geleerden arbeid. . . 75. a HORNEMAN (de Afrikaanfche Reizige') is gelyktydig met het Franfche Leger, in Kairo: word door tle Franfche Geleerden en Legerhoofdeu'zcer heu^cli bejegend; plan van zyne verdere reize. 33. a HUMi'.OLDT (de Natuurt.. F. van) vertrekt van Parys naar Afrika. 89. b . HUNTER (de En'eliche Predikant Ch.) te Amfterdam, overlydt. 113. b. Enige byzonderheden van den zeiven. ibid. I. ' mentings-Hnis (getal der perfonen in het groot) te Londen, van de Kinderziekte genezen. . • . • • M5- a INSTITUUT en Letterkundig Journaal, m Egypten. 1. a. Ly;t der Leden en Proces-Verbaal der eeifte Zittingen dezer Stigting. tl b. . ^ (NATIONAAL) der Wetenfchappen, te Genua, ingevoerd. 57. a. Inrigting van het zelve, ibid. te Pi'ys, houd deszelfs openb. zitting: flauwe Vraag daar by opgegeven. 74. a . , Algeme ie vergadering v.m 5 Germ. An. 7, 129. a. Openbare van 15 Germ. ibid bi _ ontf-ing: d.' Piïices-Vérbaléa van het Inl&üu: ie Kairo, . . 153» a INSTITUUT (het NATIONAAL) te Parys geeft ecu voorbeeld van bezuiniging in ene aanmerkilyke vermindering van den gévraagden onderft .nd voor het jaar 8. . . . 201. h Inftruitie voor den Bataaffchen Agent van Nationale Opvoeding. 58. a.e:_$6.a J. JUGLER (Dr. JOH. H.) behaald den Eerprys by de Akadem. der Wetenfchappen, te Erfurt, en word tevens lid derzelve. . 137. b Jupiter (bedekking van) door de Maan, waargenomen door v. BeickCalioen. . . . • 25, a K. Kaartje van een gedeelte der Binnenlanden van Afrika, behorende, by het kort berigt van Park's Re ze op bladz. . . 76. a Kabinet (rykheid van het Keizerl. Rusüsch) van gemeden Stenen en Medailjes. . J45« 3 K/ESTNER (A. G.) Hoogl. te Göttingen, word lid van de Haarlemfche Maatfchappy- ..... 176- a Kanartlche E linden Statistieke befchryving der) . 117. b Kantiaanfche Wysbegeerte (bedenkingen over de pogingen, die men thans aanwend, om de) onder het Bataaffche Volk te verf; re den, door Philalc- , ■ thes. 4. a. 44. a. , Tegenbedenkiiigen daar op door den Recenfent , van het Magazyn der Crit. Wysgeerte. . . 29. a- (voortplanting der) in Engeland. . 10. b Karakter der geboren vrye Amerikanen. . . . ïi5- b KINDERLING (de Predik. J. F.A.) behaald den prys by de Gotting. Maatfchappy. . . • • . 17. a KLINKENBERG (D.) in 'sHage, overlydt. Verdienllen van dezen Mm. . • • • ;**47- b Koepokken, (welgeflaagde proeven met het inenten van) 111 Engeland geitenen. .... . 145- b Koiïy (Buitenlandfche en Duitfche) . . . 79. b KöHLER (de beroemde Oudheidskenner) word Opper-Directeur van het Keizerl. Kabinet van gelheden Stenen en Medailjes, tePetersb. 145. a Kolen (m 't water gebluschte) bewaren de Planten voor uitdroging. 186. a Komeet, door Dr. Olbers, te Breinen, ontdekt. . 33- a Konsten tars (enige Franfche) gaan met ene byzondere Commisfie n ar Ita'ien. . ... 152. a Kon^thoom, uit Metaal en Vischtytn. . • 180. a Konst-koude (ongehoorde graad van) . • . 90. b Kon tftukken (ene eerfte bezending van) uit Piemont, komt te Parys. 122. a . (twede bezending van) uit Italien naar Parys. . 177. a (een aantal kisten met) oude Penningen, Boeken enz. zyn op de Zuidelyke kusten van Frankryk, uit Italien gekomen. .... 2°i. a Konsr-Zaal van den Burger Roos, te Amfterdam. . . 13. b KOOY (VV. B. van der) word Pia.!eftor in de Tekenk. te Franeker. 65. a Koude (hervatte hevige) in Febr. 1799, te Hamburg. . 64. b (ftrenge) op de Kersdagen van 1798. 16. a. 5Ó. b. Gedurende den Winter van qS en 99. &6. b. Dd 2 Kul"  C 212 ) Kukuur-Gefchiedenis van Engeland (Bydrage tot de) . 48. a Kweekfchool van Schoolmeesters (in het) by het Amfterd. eerfte Departement der Bat. Maatl. Tot nut &c. word het jaarlyksch Examen gehouden. . . . . 65. b L. LACROLX (de B.) word plaatlfclyk lid by de Wiskundige klasfe van het Nat. Inftit. te Parys. . . 186. a LALANDE krygt een fterke duuw in een Fransch werk over zyn ongelovigheid. . . . . 147. a word door PAJJSSOT insgelyks doorgeftreken. . ibid. Landbouw (aantal van Maatfchappyen of GehootC van) in Frankryk. 168. a Landeryen (over de Speculatien in het aankopen van) in de verenigde Amerikafche Staten. . . . 115. b LAVOiSÏEli (dc verdienften van) vooral in het vak der Scheikunde, gefchetst, door Dr. Heiman. 148. a. Latynsch Vtrs van //. de Bosch hier op. . . . 150. a NcdcrJ. navolging, in Dichtmaat, van dit Vers. . 181. a LECLERC word 1'd van het Nat. Inft. te Parys. . . 129. b I.EGOUV. word tot opvolger benoemd van Dclisle, by het Nat. Inftituut. 121. a. Treurfpelen, door hem uitgegeven, ibid. word plaatfe'yk lid van het Nat. Inft. te Paiys. . 129. b LELYVELD (P. van) word Curator over 'sLand;; Univerfiteit, te Leyden. . . ■ . . 10. b LEMEUNFK (de AsU'onomist) overlydt. . . 145. b LENNEP (Mr. D. J. van) word Hoogi. in de plaats van Piof. Wy- ttkbhch, te Amfterdam. . . . 138. a Letterkunde (de Engelfche) wint liet meeste veld in de N. Amerikafche Staten.. . . . 127. a (Engelfche) 16de Befchouwing. Stukken en verzamelingen Van Geleerde Genootlchappen. . 194. b Levensbehoeften (piyzen der) in de Amerik. Steden. . 115. a .Levensiuchtwater (£/.« Oxygine~) heeft een genezende kragt. 186. a Levenswyze in de Steden der verenigde Amerik. Staten. . 115. a Levpziger (de) Mis, door Boettiger. 25. b. 45. b. 50. a. LICHTENBERG (de Hofr. en Hoot>l.) re Gotthgen, overlydt. 90. b LIGORIO (de 30 Delen Handfchriften van PIRRO) komen uit Piemont in Parys. 122. a. Het vervolg van dit werk word van Napels dei waaits gezonden. 152. a. Luchtgefteldheid m de verenigde Amerikafche Staten. . 114. b Luchtzuivering op grote Schepen (proefnemingen van D. D. Bickef en van Mcrum, ter verbetering van de) . . . 169. a Ï.UTHER (de Pottraiten van) en zyn Vrouw , door Hoibein geschilderd, komen van Turin, te Parys. . . . 145. b LUZAC (vervolg van het voorgevallene in de zaak van Mr. JOHAN) 41. a Lykbusch (Romeinfche) te Aix gevonden en in het Kabinet van Oudheden, te Parys, gebragt. . . 113. a M. MAANEN (Prof. j. B. van) word Secretaris der Akad. te Harderwyk. 193. b MAATSCHAPPY (de Kon.) d^r. Wetenfchappen, te Göttingen, vierd haar 47fte verjaardag; verflag van het voorgevallene ■ in die vergadering. . . . 17. a ——. Kort berigt aangaande de inrigting derzelve. 156. b . 1 (De Nat. Ned. Huishoudelyke) te Haarlem, geeft, op authoriiaüe van het Uitv. Bew. ene Piysv. op. 47. b M.UTSCIIAPPY (BaUaStbe) derWetenfchaf.pcn, te Haarlem, houd hare algemene vergadering. 172. b. Piogramma derzelve voor 1799. ibid. Madagascar (men zal beproeven om op) Cochenille, Rotting en Chi- nelche Ryst te planten. . . . 14. b Madonna (de fraaie) della Sedia van Raphael, is, van Florenzen, naar Parys op weg. , . . . . 201. a Magnetismus (het) is in Ftankrvk reeds uit de mode. . . 1. a MARRON (gefchil tusfehen) én BEAUMARCHAIS, over zekeren bnef van Voltaire. . . . . 146. a Maten en Gewigten (de Konnnisfie tot de) te Parys, veriiust 3 van hare leden: voortdurende werkzaamheid der overigen. . . 89. a . (de bep-d'r.g van dc Gelykheid der) in Parys, is tot ftand gebragt. . . 177. a Medailles (de Koning van Pruisfen laat zyne ver 'breide verzamelingen van) en gefheden Stenen, in het Berlynsch Kabinet byeenbrengen. 107. a Meel (plan om Londen van genoegzaam} te voorzién. . . 183. b MENDELSSI ION (Levensfchets van MOZES) . . 82. a MERC1ER (Le) kondigd de urtgave aan von een fchnndtlyk Minnedicht. 74. a tragt zig, by de uitgave, deswegen te vtrontfchuldk;en. 121. a (BARTHBLEMf) zal, op aarmoediajng van den Minister der Binnenlandffche Zaken, vfaKecueil et noiices c.esPoe- tes Latins &c. voortzetten. . ' . 107. a . (B.) overlydt. 178. a. Zjne letterkundige vcrdier.ftcn. ibid. Merkurius (afbeelding en befcliryvii.g des overgangs van) over de Zonfchyf op den 7 Mey 1-99, door L. NlEUWENliUIS. 133. b (g oot aantal van waarnemingen, door den B. VIDAL, op) gemaakt. . . . 161. a (vroegere overgangen van) . . 133. b ■—— zal in de 19de Eeuw ismalen over de Zonfch; f gtan. 135. a (kort verflag der oMderlcheidene w..am_miugcn. hier ten lande, van den laatften overgang der Planeet) over ele Zonnefchyf, door J. F. van Becck Calkoen. . 198. b MESMER (de berugte M:ignetilberd_.) bevind zig op nieuw in de nabyheid v?n Paiys. . . . . 1. a Mest (nieuw uitgevonden (öorten van) . . 186. a Minnaryen (flordig jchryven van zomm'gen over) . 121. b MONS (Prof. J. ij. van) word lid der Haarlcmlche Maatfchappy. 176, a MUNTINGI1E (H.) aanvaard den post van Hoogl. aan de Akad. te Groningen, met het houden ener Latytrfche Redi nv. . 122. b Muzyk (een Rusiisch Muzikant tragt de Oosterlche) in Engeland intevoeren. . . 142, a N. Napcis (de Regering van) geeft last, om de Kunstftukken van daar naar Pa:ys te vervoeren, en vooraf Modellen daar van te lattn maken. ..... 137. a NEUVILLE (D. M. van GELDER de) word Direkteur der Haarlemfche Maatfchappy. . . . 176. a NODELL (Brief van den Rector J. A.) aan den Uitgever van dit blad. 187. b NORRY (de Bouwmeester) leest vcor het Philotechnisch Gen. te Parys het eerfte gedeelte voor van zyne ïeize met Bonaparte, naar Egypttn. • . . * 2oi. a O. Odeon (dc prachtige Sdiouwburg, het) te Parys, verbrand. 106. a. Latynsch en Fransch Versje op dit toeval, ibid. Staat van dit Toneel na de af branding. 142. b.  c m ) Oly (bewys dat de kunst om de golven door het ftorten van) te itillen dén ouden niet gehee' Onbekend was. . . 188. a Ondeiwys (proeven van) aan bet min-gcöenend gedeelte des Volks, door den Voorzitter en een der Medcbeftuurders van het Leydsch . Departement dei Maatfchappy Tot Nut &c. gegeven. . 3. a Ouderdom (voorbeelden van hogen) . . 96. b Oudheden, door de Frariichen, te Napels en in iiare ommeftreken gev. 9c. a Overle lenen (getal der) te Amfterd. en Haarlem, in elk No. ■ ■ ■ te Alkmaar, in de rite No. van elke maand. P. P.VLM (de Leydfche Hoogl. J. H. van der) legt' het Rectoraat neder ouder het houden ener Lat. Redenv. . 4.9. h ■ ■ . word Agent van Nationale Opvoeding. . 131. a ■ 1 1 ■ word lid der Haarlcmlche Maatfchappy. . 176. a Paltzgraaf (verdicnlten van den laatst overl.) en Keurvorst v. Bcyeien Karei Theodoruf, met opzigt tot de Wetenf. en Konften: en zyne veelvuld.ee Stigtingen. . . 186. b PANCKOUCKK (CHARLES) overlydt. . . . 89. b PARK (kort verflag der reize van M.) in de Binnenlanden van Afrika. 7Ó. a PARNY (de Franfche Digter) geeft een fchandeiyk Dichtftuk uit. 73. b < ■ zuiverd,- by een tweden druk, dit Werk van de meest aanftotelyke plaat.én. 121. a PERCIER geeft een fraai Werk uit over de Gebouwen van Romen. ,146. b Pest in Egypten is niet zo vervaarlyk als men zig in Europa verbeeld. 99. b ■ (behoedmiddel tegen de) te Smyrna in gebruik. . 153. a Pharmacopaa Batava (het Uitv. Bew. benoemd ene Commisfie van 5 Geneeskundigen tot het vervaardigen van ene) . . 123. a Philadelphia (getal der overledenen in) en Nhuw-Tork, van 1 Aug.—3 Nov. 1798.. . . . . 114. b Philalethes . berigt van) . . . - 44. a P1CCINI (de beroemde) geeft in zyn hogen ouderdom nog een nieuw Toonk. Journaal uit. . . . 192. a Pisvloed (geneeswyze van den fuikeragtigen) gegrond op de nieuwere Scheik. theorie. . . . 60. b Planten en Gewasfen, in de ommeftreken van Alexandrien. . 98. b ■— (Wertuig, om den invloed van het Licht op de) naar te gaan. 108. a .—< en Zaden (uitdeling van) by het Mufeum van Nat. Historie . te Parys. . . . . . 162. a • ■— (de kostbare en zeldzame) in dezen Tuin hebben in den laatften Winter niets geleden. .... 169. a Ploegen (Wed-) der Engelfchen. . . 23. a Politique (verfchillende) denkwyze in Engeland, opgehelderd uit de Dagbladen en Tydfchriftcn, aldaar uitkomende. . . 35. a Potasch kan uit Wynmoêr gehaald wgrdén. . . 18Ó. a POUGENS (de B.) word, in plaats van wylen den B. DUSAULX, lid van het Nat. Inftit. te Paiys. . . 185. b POUSSIN (het Departementaal Beftuur der Eure, maakt fchikkingen . om de gedagtenis van den beroemden Schilder) te vereeuwigen. 153. b Pryslysten der In- en Uitlandfche Effecten. Li het ifte No. van elke maand. Granen enz. in elk No. Piys-uitdeling en promotie by de Stads Armen-Scholen, te Amfterdam. 100. b • aan de Leerlingen in de Heelk. te Haarlem. . 187. a Prysvrageuea Voorftellen. Het opvangen en benuttigen der warmteflof, die by kokend water in open vaten vervliegd; — verhuring en adminiftratie van Gemeentelyke Apotheken; —. inenting der Pokken, by de Schapen. . iS.aenb P'.ysvragen cnVoorfteüen. Over het Kweken, var. Sdieepshout. . 39. I» — Middel, om rottend water ü inl.biat te maken. . . . .'•47. b Over 't geen deJranfcheTaai, (eden Antyot, gewonnen en verloren heeft. . 74. a 1 Oorzaken der ontwikkeling van den Giest der Vryheid in F'ankiyk. .30. a. Voi'deriiig der verlchillei.de Volkeren in Je Bouwkonst. ibid. b. ■ ■ • Opgeven van ZLurt.indigl.edeu , die voor Mest kunnen dien 11: — weike Z-den tin goede eetbare Oly kunnen oplevéreji. 147. b ■ Over liet Licht, door de ntettwe Scheikunde, verlpreid over de Natuuikennis van het menschlyk Lichaam* en langs dien weg over de kennis en genezing der Ziekten. . 1-3. a. PUI (de Hoogl. M. S. du) word lieftor Magntf. der Leydihe Univerf. 49. e R. RACKNITZ (een fraai werk van den Baron van) over de Gefchiedenis van den fmaak' der voornaamfte Volkeren, word te Leypzig uitgegeven. 54. a. onder in de Aantek; Rammen (6 ftuks) worden hi Engeland tegen een ongehoorden prys verhuurd. . . . . 48. a REGENBOGEN (Do. J. H.) word Hoogl. der Kerkel. Gef. en Bybelfche Uitlegk. te Francker. 65. a. Aanvaard dezen post met ene plegtige Redenvoering. 202. a. Re. ■ering (iets over de) der N. Amerik. Staten. . . nf. b REIMKR (N. Th.) word Asfesfbr der Gottingfche Maatf. . 17. a Renperken (de oude) te Ni mes, zullen opgciuimd en herfteld worden. 129. a lUyu val (fraaie befchryvina van den) . . 132. b R1CHËRY (de Franïche Admiraal) overlydt. . . 73. a Riez oudtyds Rejus, een Stad in Frankryk. 185. b. Aloude Getienktck. aldaar, ibid. ROBERJOT (enige Levensbyzonderheden van den vermoorden Fran- fchen Minister) .... 180. a ROEDERER, houd ene Lofreden op deaoverledenen MON1ESQUIOU. 129. a Roet, dienfiig tot bemesting. . . . 191. 3 ROUSEAU (ongedrukte Brieven van) komen te Parys in 't Egt. y. a (vcricht Kiene Handichriiten van) in de Boekery van het Wetg. Ligh. bewaard. . . ...... ibid. S. SADE (de) word met arrest getttafi over het fchryven van eenZedsnlozen Roman. . . . . -4-, _ Salpeter in groten overvloed in Egypten. . . q8. b Sardinien (enige byzonderheden nopens het Eiland) . fig. b SCHACHT (de Hoogl. T. H.) werd de Natalu der Harderw. Akademie en draagt het Rectoraat, in ene piegtige Redenv. over. 193. fc» Schapen (buitengewone iterfte onder dc) in het Noorden van Engel. b Scheeps-fmeer of Vernis (nader berigt wegens de deugd en het nut, vrn het nieuwüngs uitgevonden) . . 63^ j. SCHEIDLER (de Chirurg. Major C. J. R.) word lid van het Bureau van Gezondheid der. Bat. Natior.. Armée. . . 131.» Scheikunde (vo deringen in de) federt dc laatfte jaren. Verfchil tusfehen het Stahliaansch ftelzel en dat van Lavoifier. . 148- 6» Scheikundige Theorie (iets over den invloed der iiMiwere) ook op de beöêffening der Geneesk. . . 6a» h (nieuwe) en andere ontdekkingen. . 186. a Dd 3 Sditc»  Schepen, gedurende 1798, in offdeifcheidene F-vens gearriveerd, 55. » Schilderyen (Tjcl+ryving van 4 fraaie) door lairesje, Berchem, ll'ou- verman en Hondekoeter, in de Konstzaal var, Boos. . I3« 0 Scholen (de Land- en Burger-) in Pruisfen, ondergaan aamnerkelyke verbeteringen. • • !°7' b Seinen ("nieuw weri.tui'» om) aan de Schepen mede te delen. . 180. u Societi (.de) li bres des Sciences & .iris, te Parys, heeft thans 2 Ministers en een Direkteur onder hare leden. . 74- a SOLINGEN (Dr. A. v\m) word lid van de Haarlcmfche Maatfchappy. 176. a SPALLANZANI (de Hoogl. A. L.) te Paria, overlydt. . 89. a Spinnery (de Katoen-) in Engeland tot ene verbazende hoogte get'bragt. , • • ■ . • l<58, a Staren (welke de meest bevolkte) zvn m N. Amenka. . n?. a Steden (welke) in de verenigde Amerik. Staten, de voorkeuze verdienen. . • • • . 116. b STKNÏ1AMMER (de Zwèedlbhe Dkter) te üpiala, ovenydt. 81. a Stigting (nieuwe)" ter uitbreiding van algemeen nuttige kundigheden, 'in honden. . . • • • W- a Straffen (zagte) vn meer uitwerking dan harde. . > 188. a (ftrenge) altyd een bewys ener zwakke regering. . ibid. Suiker uit Honig bereid. . • • . Ir ,: , l84' 11 word te B-.rivn uit de Ronkelrapen gefabriceerd. 55. a. Verder berigt nopens die bereiding. 95. b. Zie Brasfica Kapa. SW .VING (A. C.) overlydt. 33- b. Enjge byzonderheden aangaande dezen vesdienftelykan man en zyne M croscop fche waarnemingen. 33. b SVViNDEN (de Bataaffche Hoog!, van) laat zig te P rysPortraitteren. 9. b. By'chriften in 3 talen van den B. Marron op dit Portrait. ib'd. ________________ , doet rapport'by het Nat. Inft. te Paiys nopens het verrigte m Werk der vaste bepaling van de Gelykheid der Maten enGewïgteh. . • 177» a SYPKENS (H.) aanvaard den post van Hoogl. te Groningen, met het houden ener Latynfdie Redenvoering. . • 122. b T. Tabula Ifiaca, kort berigt aangaande dit aloud Konstftuk. . 122. « Tcke fchoc I (aan de Akademie te Franeker word een) gevoegd. 20a. 1 Th-ehandel der onderfcheidene Europefche Natiën. . 15. a en 1 Theophilantropen (de) fchynen reeds den meenen opgang gemaakt te hebben in Frankryk. 1^. b. beneden 111 de Aantek. TINGA (Do. E.) word Hoogl. in de Nat. Godgel. enZedek. teFranek. _5. a. Aanvaard dezen bast met ene plcgtige Redenvoei'. 202. a. Tydlchriften (ietal der) in Parys. . . • 1 U. Uitgave (iaarlykfche) van Engeland berekend voor eiken dag, ieder uur en minuut. ..... m. t Uittrekzel enes Briefs, gefchreven te Alcxandricn, door een Schei- en Delfftofkundigen by het Franfche I_eger in Egypten, behelzende een kort verflag der venigringen van de Natuurkenners aldaar. . 98. f Univerfiteiten (de belden oude) van Keulen twMaintz, woiden ïnCentrial'-Scliölèn veranderd. 99. b. Enige bjzonderhedénnopens de een en andere, ibid. of Gilegicn 111 de N. Amerik. Staten. 126. b. Wedden der Proiesjpren aan dezelven. ibid. Univcifiteit van Göttingen (Gcftigten cn heerlyke Boekery by de) 157. a (JNZER (de beroemde'Dr. J. A.'j overlydt. • »37- 0 V. Vaarten (graven van nieuwe) in Frankryk. * * 23. I Verbranden (welgeflaagde proeven, in Frankryk herhaald, om Toneel- fchemien en Decera'ticn tegen het) en Vlamvatten te bewa en. iöi. b Verlo'.fing van - Zonen in Frankryk. . . 160. b Verfteende kop van Maestricbt, (vergelyking der beiden Exemplaren i van den) te Parys en Haarlem. 97. b. onder in de Aantekening. Dezelve word ten onregt door den B. Faujas voor een Krokodilskop gehouden, ibid. Vigigraphe. Zie Seinen. fcretltus (het vermaarde Ilandfchrift van) is uit Italien naar Paiys op weg. .... • 201- * Volk-bkd (te Berlvn komt een nieuw) uit onder den tytel van: Der VreusPlche Staats- und Poïks-Bdt*. . i . 108. as VOLLENHOVEN ('. MESSC10ÏRT van) woid Direkteur der Haar- lémrche Maatfchappy. . ' 176. a (C. van) Jansz. word tot dien zelfden post benoemd. • • • . ibid* VOLTAIRE (enige aanmerkelyke gezegdens van) nopens den Kust. . Godsdienst. . ■ ■ J .' a .j46' a en b VOORDA (Prof. 1. H.) te Franeker, word Akademie Rect-r aldaar. 202. a iVOORST 1 de Hood. |. van) annvaart zynen post aan de Leydfche Akademie met ene pfegtige Redenvoering. . • . 187. a Voorval (aanmerfakk) ener grote hoeveelheid van gelocsde zanderige en iteenagt'ge ftoffe, door het gebruik vn het Alc. Fig. Aërat. medegedeeld door A. van STIPRIAAN MJISCIUS. . 90. b VOSMAER (ARNOUD) in den Haag, ovcilydc. . • 25. al Vrocdmcesters (verregaande onkunde en wrede handelwyze van twee zogenaamde) • , • , , ,. 19- a VROLIK (P''of. G.) word mede gecommitteerd tot het vervaardigen van ene Pharmac. Ba'ava. ' . • • ,23» *- Vuurleider (nieuw uitgedagte) . • • 186. b w. Wa'g fnieuw uitgevondene) . . . 186. b WADSTROM (beri-ten aangaande den Me -fdictivi'eud) . 202. b Walvisch [Skelet van een zeldzamm eu byster groten) aan de Mar- eiriet-R'hndon gevangen. • .' • r93> a WVterge'y (ao'te wa.itlchyiily'dieid v'n een hoog) volgen' dé Theorie vin "Eb en vloed, op 22, £3 1/24 Mir-t d"res ia rs 1709. 96. b Water (hoeveelheid vn gevdlen en uitgedampt) te Alkmaar, in de l ifte No. v. n elke maand. Wed ■" (recr.p'tulatie en byêcnrel-king van het) in 1-98. . 24. b Weerkundig, waameniingen bulten Haarlem, ttl elk No. 1 Welt.rekèudheid («aaltje van) der wilde ludLiifche Natiën. . 55. b Werfc- a a ibid. 184. a 33- b 177. a 122. b in. b 23. a. iói. b 160. b 201. a 108. a< 176". a ibid» a en b 202. a 187. a 90. b 25. a! 19. a 123. *-  C 215 ) Werktuig (Befchryving en Afbeelding van een) om, in het groot, den invloed der Zonucfiralen en van het Licht op de Planten te onderzoeken, uitgevonden door J. C. dejongh, te Rotterdam. . • • ï°8. a (Hydraulisch) om water optehalen zonder pomp of rad. 186. b Werktuigen (drie) tot redding in Brand, by het Nat. Inft. bekroond. 130. a Winden (heerfchende) in 1798. . . , • 24. b WisPel- en Speciecours, in elk No., WRISBERG (de Hofraad) word Direkteur van de Gottingfche Maatf 17. a WYCK (J. van der) geeft een zeer ergelyk werkje uit, no.a. Waar- fchuwing tegen dit gefehrift. ibid. WYTTENBACH (D.) word van Amfterdam naar Leyden tot Hoogl. in de Griekfche en Latynfche Letterkunde, als mede tot Bibliothecarius, beroepen. ... . . 18. 0 Y. YPEY (Do. A.),word Hoogl. in de Kerk. Gefchieden. te Htfderwyk. 179. a> Z. ZIESENIS- (ter gedagtenis van den onlangs overledenen jeugdigen Konftenaar, JOH.) . . . 34- t» Zwaaraaide (Zeezou.tzure) trranier Qin dezelve te vervaardigen.. 138. b ELF- J  ELFDE DEELS, TWEDE REGISTER. BOEKEN, KAARTEN, KONSTPLATEN en MUZTKWERKEN. Van January—Juny 1799. An'hologi* Órecet, H. GROTII, edid. H. de BOSCH. Tom. H& III. 158. a ARNrZENÏUS ^R. H.) Disquifitio Juridica. . . . u. b AZUNI (D. A-) Esfai fur 1'HiJloire &c. de Serdmgne. . tco. b c. CALLIMACHI Elegiarum Fragmenta Sfc. . . 93. b CHAUFEPIE (C. A. de) de Servhute -n Col. Americ. tollenda. 139. b F. FRANKLIN (het leven van B.) door hem zeiven befchreven. ifte D. ai. b H. HARTOG (H. de) Reductie-Tafelen 140- a HEMERT ("P. van) Magazyn voor de Critifche Wysgeerte 2de St. 29. a ■■ 3de St. 138. b _ . Hde Deels ifleSt. _o6. a HOWARD (Ph.) Thoughts on the firttclureofthe Globe &c. 10. b K. KOCK (P. E.) Discours a Fouvértur» du cours Pathologiqtte. , 68. b L. LAER (]. C. TOE) over de Breuken. . . . 159. a Leven (het) van CATHARINA II. Keizerin van Rusland. D. IenlI. 103. a M. MAREES (H. W. A. de) verfuch über die Cultur der Griechen. 61. b Memoires politiques et militaire! &c. . . . 151. a N. NICHELSON (W.) Treatire on Practical Navigation &c. . tl. t ORTEOA (C. COMES) ftovar. aut rarior. Plantarum &c. defcripthnum Decades. . . . , 189. b P. PAINE (Th.) A Letter to the hnnowdble Th. Erskine. . it. b PONSE (H.) Landbouwkundig Schoolboek. , . 190. a R. - RAFN (C. G.) F.ntwurFeiner Pflanzen-Phyfiologie. . 189. 1 lieceuil de preceptcs et cFExemples fur le beau Sec. . 102. b Recherches hijlor. fi? potit, fur les Etals-Unis de FAmeriqueSeptentr. 110. a. s. SOLINGEN (A. van) Het werktuiglyke der Verloskunde verklaard. 197. a STOLBERG (F. L. Grave van) Reis door Duitschland. D. L 131. a STUART (M.) Romeinfche Geichiedenis. D. XII. . 166. a- T. TULP (Dr.) Anatomifche leshoudende, door J. de frey, naar REMBRANDT. Konstpl 70. b V. ' . VAILLANT Cle) Reize in de Binnenlanden van A.ika. D. 3—5. 37. a VALCKENAER (L. C.) Calimachi Elegiarum fragment. Edid. J. LUZAC. . . . . . . . 91. b VOGEL (H.) sojarige Zeereizen. . . . 181. b VOLTELEN (j. F.) Pharmacologia Vniverfa. D. I. 69, a. en 85. b. W. Weekblad (Groninger) voor den zoge'naamden Gemeenen Man. D. I en II. . . . . . 158. b WYCK (j. van der) N-voIgins nopens Lof der Zotheid. . 110. a WYTTENBACH, Moralia van PLUTARCHUS. . 62. b Te Haarlem, by a. LOOSJES, Pz.