NIEUWE ALGEMENE KONST- en LET TER-B O DE.   NIEUWE ALGEMENE KGNST- en LETTER-BODE» VOOR MEER- bN MIN-GEÖEFFEN,DEN. . BEHELZENDE B E R I G T E N, 0,t de GELEERDE WAERELD, van alle LJNDEN: NOPENS a ■ r^rdhekl rchoone Bonten en Wetenfehafpen, nieuwe OnukkUn. Den tegenwoordigen Staat en ^S^LSSS^'é^^ Bevorderingen, Sterfgevallen en Levensby&en, Uitvindingen en Proeven, m ^^^^^^^^rba^enBeh^ttg^n, als mede PrysvraWonderheden van geteerde Mannen ^^^^^^^ voorname Akadcmien er, gen enUitdelingen, met andere van Geleerdheids- en Konstminnaren, en & Maatfehappyen van Wetenfchap, f^l X 'l^ Akademiby die openbare en meer afZ0^er^f*t!Tlan dVzeher inhoud, Land-en Zeekaarten, Tekejche en andere Schriften met ^^g^£dll\n Zilveren-Gedenkpenningen, nieuw ningen en Prenten Schilder- en f*f 2£feflj Tomd. en ander Konstmatig nieuws,, uitgevonden Werktuigen ™Konfu*%"> ^w0. m Sterflysten, Waarnemingen Uistorifehe en Letterkundige ^f^NnrZen en Byzonderheden, of 't geen van enig XIV. D E E L- t e haarlem, b y A. L O O S J E S, Pz. m. d e c c*   A°. 1800. ' N°- 34o. NIEUWE | L G E M E N E KONST- en LETTER-BODE* voor meer- hh min-geöeffenden. VRTDAG DEN i,JULr. b e r i g t e n. B AT A AF SC H E REPUBLIEK. £™ van mmvermogende Burgers de Gehoorzaal wdS pSgSr Se,S- Wezen van een voe d K enige Meesters en Liefhebbers, die zich Srmaal daar toe, zonder enige beloning, hadder SentaL~ waar na de Burger Abkaham vais t Lf van den Heuvell, Lid der Coromislie, en( Redenvoer?ng hkl?, aantonende: dat het, oogmerk de, MaatSappy tot Nut van 't Algemeen zo tn hare, Z^T^rizaamhcien, bedoelt de befchavmg e, het geluk harer Natuurgenoten; mitsgaders de zedelyk Verplichting van elk Menseh en Kristen , om ml verr Van deze Maatfchappy gering te achten of tegen t berken, dezelve veel eer als cene der Hetlrykfle tnrté XIV. Deel. . tintin in ons Vaderland hoog te fchattenen Marvcrby het gehouden examen waren toegekend: als in dc van Du» ^rCornena üenrrt^. «fe Tacotc Klasje ^Cornelis Ridderhof, Sara Cornelia van de Graan, Petronella Cornelia Smit, Johanna Lief mans, Christiaan Lodewyk Muller en Gerhardus Doesburg en m de Derde Klasfe aan: Thomas Rap. • :' - ,. Wordende door gemelde Pieter €ats en Cornelia johanna Beunke, door het Lezen in de P.yzen, hun ter hand gefteld, enige proeven van deralver vorderingen gegeven ; terwyl de voorn. Gerhardus Doesburg, de Commisfie en de Deelnemeren in het Fonds, met ène regt aartige en bevallige vrymoedigheid, zynS dark en dien van zyne mede Leerlingen toebragt. De vergadering door den Burger van den Heuvell , hïar affcheid gegeven zynde , wierd alles met een ■ ..reiend Muziek befloten. , Het genoegen, dat zich op het gelaad der aanwei zenden In in derzelver handgeklap vertoonde, is, beneven" ene ruime inzameling, ten voordele yan het : Fonds gedaan, ten waarborge ., dat de voortdurende ; onderfteuning dezer hoogstnumge inrichting in deze . Stad niet zal ontbreken. NIEUW\ A  NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche RepubiSek. Odm en Gsdiditer. , van Mr. Rhynvis Feith. Derde Deel, in 8°. Te Amfterdam by y. slllart 1798. Wy z\n onzen Lezereu nog een verflag fchuidig van dit Jaaifte Deel der Poëzy van den zeer verdienftelyken Dichter Feith, geryfc wy dir, meer of ruin uitvoerig, van de twee voorgaande Delen gegeven hebben. (Zie onze N. A. Konsten Letterbode van 20 Jan. en 27 Octob. 1797. N°. 160 et) 200.) Met dit ftuk, zegt hy in bet Voorbericht, befiuit by de uitgave van deze foort van Poëzy, niet om" dat hy ophield haar te beminnen , maar om dat hy gevoelde, dat zy gereed was van hem affcheid te nemen, eu dat hy haar wilde vóórkomen. Hy maakt ook nog-gewag van zyn vroeger voornemen, om 'er nog een bundeltje van Gedichten zyner Jeugd by te voegen , doch geeft tevens de redenen op, waarom hy daar van heeft afgezien. Dit; befiuit verftrekt gewisfelyk, onzes oordeels, beiden liet hart en het verftand" van den Dichter tot eer. Poëzy toch moet voortrefl}k wezen , of wy kunnen ze zeer wel ontberen. De vermaarde Hoogduitfche Dichter Burger plag daarom zo onverbiddelyta ftrei.g in bet beoordelen van Verfen .te wezen. Een matig Profefchryver, was zyn zeggen, moet men voorthelpen; maar met een Verfenmaker heb ik geen het minfte medelyden; wat behoefde hy 'er zich mede te bemoeijen ? Zulke byvoegfels van Gedichten zyn gemeenly-k een plaag. Óf is her geen onbefcheidenhpiH, «*«♦ . ccn »**ft«'i de lier of draaiorgel, ons voor ons venglter lastig valt, en dan nog begeert dat wy voor dat ellendig vermaak onze beurs zullen openen ? Neen, deze kieschheid van een Dichter, om ons niet met zyn kunst te overladen, deze opoffeïiag va» zyn eigenliefde', deze achting voor onzen fmaak en gevoel, moet wederkering onze achting voor hem doen ryzen: dan bedanken wy hem, gelyk Toung ergens zegt, even zeer voor het geen hy achtergehouden , als het geen hy ons gefchonken heeft. Wy zuilen al weder, gelyk in onze vorige recenfiën, vrymoedig onze gedachten, zo over het geheel als over enige bvzonderheden, uiten. Verre de meeste Gedichten, en, onder dezen, bovenal dat op den Winter, 1— de Jongeling te Naj'n, — Zielrust, — Gedachten by een' Bouwval — en Herinnering in een Woud , hebben ons ongemeen behaagd. Die Gedichten, zegt Feith , waar onder geen ja^ff geul ftaat uitgedrukt, behoren tot zyn laatfte , en, vuegt hy 'er openhartig by, deze houdt hy niet voor zyn minfte. Volkomen z; n wy hier in met hem eens : doch' zelden, zegt het fpreekwoord, is een regel zonder uitzr>ndenrg. Eén Vers doch zouden wy, zonder deze aanwyzing, in merklyk vroeger tyd geplaatst hebben. Misfchien hangt dit alleen-af van een verfchillend gevoel; doch wy mngen hier het onze niet verzaken. Wy bedoelen hier het Gedicht, betyteld: de Liefde. Dit is, op enige plaatfen, zo duister, op fommigea zyn de uitdrukkingen zo gedwongen, de gedachten zo ge* zocht, en fotntyds de gehele voordragt zo zwellende', dat wy niet kunnen nalaten aan onze winderigfte Dichters te denken. Zo, by voorbeeld, heet het van de Lieide: Schouw — haar aïbezielend Tuur Leent der Scaeppirg bloei en leven; In het uurwerk der Natuur, Doet haar aêin den liinger beeven. Wat verder: Waan niet, dat haar zoete magj Zich bepaal' tot ftof en zinnen, Of de Tyd haar toverkracht Met een' wiekdag kan verwinnen. Zo ook dit volgende gehele Couplet: Als de ftille, yplle maan Teder op de graszoo blikkert, En een goddelyke traan ln het Qflg der zaalge flikkert; • Ryst de boom , wiens eerfte keert De aard ter ftooving werd gegeeven, Boort door wolk en dampkring heen, , Vormt zyn kroon in hemeldreeven , En houdt daar voor de eeuwigheid Schaduw voor het hart bereid. ... t. En dsn nog krielt het, in dit Gedicht, vnn uitdrukkingen van het zelfde allooi. De Liefde lokt zonnen aan het firmament; — het heil, dat haar hier deed juichen, ziet zy door de reet van gefprongen zerken blinken ; — zy wordt, waar de ftilte en rouw verkeren, aan het graf gefpeend; — onder kusfehen fchept haar hand gcmaklyk engelen , — en wat dies meer is. Wy ontzeggen daarom aan dit Gedicht geen byzondere fchoonheden; maar kunnen 'ei het aangehaalde niet onder rekenen, En dit hindert ons nogtemeer, wanneer wy, in dezelfde. Co upletten , zulke keurig-ontwikkelde poëtifche denkbeelden aantreffen , als de :wee volgende :■ - De Eerzucht, die op Iauwren ftaart» Mooge in fchyn het hart ontvonken , 't Is de Liefde, die aan de Aard' . Helden Goden heeft geschonken ; 't Loon, dat in den lauwer'blonk? Was een lieve maagdenlonk. c 2 )  C s > ■ ■ ]3n dm van de Liefde zelve: Streelt haar hand het lydend hart,. Distien draagen malfche roozen; Zelfs het bleek gelaat der fmart, Zal van zoet genoegen bloozen , . En de zwarte treurigheid Plukt een grafbloem, die haar vleit. Het is altoos aangenaam, wanneer zich het fraaie van een plasts zo onmiddelyk doet gevoelen; wanneer men geen jnfpanning behoeft te gebruiken, om de dichterlyke belchryvingen te ontcyfferen. Poëzy is geen Metaphyfiek: zy wil by de eerfte lezing verdaan worden, indien zy ons vermaak zal aandoen, en dit is toch een van haar hoofdbedoelingen. Het blyft ondjrtusfchen waar, dat een Dichter, in poëtisch vuur ontvonkt, wel eens denkbeelden plaatst, die hem zo gelykfoortig fchynen en aan elkander te fluiten, dat hy meent 'er flechts de hoofdtrekken van te moeten opgeven, en het overige dan van zeiven moet volgen, fchoon dit in de daad voor den Lezer, door fommige fterk-uitkomende partyen te zeer aangetrokken, niet zo gernaklyk toegaat. Misfchien kunnen wy onze gedachten hieromtrent met het volgende voorbeeld ophelderen. In het Gedicht aan den Schepper, beweert de Dichter te recht, dat het de deugd, eindelyk, op alle rampen en tegenkantingen onder de befcherming des AHerhoogften zal winnen, het geen hy, in een fpraakwending tot de Godheid, dus uitdrukt. De Deugd zal op 't geweld des Afgronds zegevieren. Haai w<=k , ft-liouM lit —Ji-J Cl,„Jf . l. . "'Vi J 1 War (formen om haar fchedel gieren. (gevaar. Uwe Almagt is haar Beukelaar. Om dit te bevestigen, bedient hy zich van een gelykenis, ontleend van een verfchynfel in het ryk der Natuur. Zo komt de vonkworm op de ontdoken golven waaren, • Een prooi des doods, waar hem de zachtfte vinger drukt; Maar fpottend met de magt der baaren, Die rotfen van hun grondvest rukt. Hoe treffende ook dit voorbeeld van den flymigen .glimworm wezen moge, die op de golven blyft leven, maar door de minde aanraking vernietigd wordt, houden wy ons verze¬ kerd, dat, wanneer liet op ae loepasiiug aanivu *m, . ^ merkende Lezer zich in de noodzaaklykheid zal bevinden, om nog eens tot het voorgaand couplet weder te keren, ten einde te kunnen vergelyken in hoe verre de overdragt ftrookt, en, door pasfen en meten, de wederzydfche overeenkomften te toetfen. Misfchien is het in foortgelyke gevallen meestal beter, de gelykenis vóóraf te zenden, op deze wyze- „ Even gelvk bet met den glimworm gelegen is, zo „ gaat het ook met de deugd" enz. dan, ten minden, behoeft de toepasling niet achteruit te werken. {Het vervolg in onze eerstkomende.) NARIGTEN en BYZONDEUHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. haarlem. De Nationale Nedcrlandfche Huishoudelijke Maatfchappy, heeft in hare Algemene Vergadering, gehouden te Haarlem den 10 Jnny en twee volgeide dagen, de navolgende Pryzen en Re.nuneratien toegekend, als: Aar, den Huisman AryKoot, te Overfchie, ter beloning voor zynen yver tot verbetering van het Inlandsch Ras der Schapen, ene kleine zilvere Zak-Tabaksdoos,,, ... Aan dén Burger Jacobus Schendelaar, te Rotterdan, voor het fabriceren van zogenaamde Turkfche lapytm, ene zilvere Medaille en drie prCt. voor het debie; gedurende het eerfte jaar. Aan de Burgers Gecommitteerden ter direftie van de belangryke Fabriek, viti Lakens, Carfaaijen , Baaijen, Serges, Kous/en enz. opgericht in het oude Mannenen Vrouwenhuis van de Gereformeerde Diaconie, te Amfterdam, om aan dérzelver Opzichter over de Weveryen Willem Vlaanderen , en dien van de bpinnery, Gerrit Beusekamp, ieder uittereiken ene z/P vere Zak-Tabaksdoos, met een toepasfelyke Inlcnptie, wioning v«n hnrtr^n vly't in gemelde fabriek en Aan den Burger j. f. van horstok, Konstlcrnider, te Alkmaar, voor zyne uitvindingen inde Schilderkonst, mits aan het gerequireerde voldoende, de zilvere Medaille en de waarde in geld van vyftig Ducalen. Aan de Burgers Gerrit Buis Huisman en Matthys Langeveld Bouwman op bedryf, beide in de Vogelenzang; ieder ene Zilvere Medaille wegens het bebouwen van meer dan een morgen Land met ALgyptifche Rogge, ingevolge Prysvr. bl. 10. No. 7. De Prysvragen, dit jaar uitgefchreven, zyn de vol-. gende- „ , , 3. «, l'^i Aan een ieder, cue in Aanagronaen ae wouw vuuutéeld, en aantoond van dezelve in één jaar verkogtte hebben een quantiteit ten minften ter waarde van een honderd guldens, ene praemie van vyf prCt. van het geen door hem in één jaar verkogt zal zyn: berichten en getuigfehriften inteleveren voor of op ultimo September 180a. , NB. Zy die, tegen betaling, van dit Woudzaad verlangen te hebben, kunnen zich adresferen by den Algemenen Secretaris" Dessont, te Haarlem. A 3 aal>  C 4 ) Aan den eerden, die enig gewas ontdekt, egaal in deugd en kragt aan de Schotfche Mos (JVoad genaamd) en waar van ene genoegzame quantiteit alhier ka» aangekweekt worden, om in de Lakmoes - Fabrieken te worden gebruikt, en daar van het beste bericht en Voldoende Proeven toont, voor of op ultimo Septemb. 1803. Ene premie van vyftig Ducaten. Aan de yyf eerden, welke zullen aantonen, op plaatfen waar Departementen van deze Maatfchappy zyn gevestigd, na dat deze Prysvraag ter hunne? kenmsfe zal zyn gekomen, Spinfcholen te hebben opgericht, zullen even zo vele pramien worden uitgekeert naar de volgende clasöficatie. Voor een School, waar in gedurende 9 maanden, dageiyks, aan het fpinnen van Wolk gehouden zyn 25 kinderen vyftig guldens, 40 dito tachtig guldens. 60 dito éénhonderd guldens.. 80 dito éénhonderd vyftig guldens. 100 dito tweehonderd guldens. Zullende echter flechts ene prys in elke Klaste afgegeven worden. De mededingers zullen behoorlyk moeten bevyzen op welken dag, zy het hier boven bepaald getal kinderen zullen hebben te werk gefield en by voorgang gehouden, ziekten alleen uitgezonderd: de bevyyzen moeten voor het einde der maand April 1801 ingeleverd worden, by Je CumMisjie ter dire.Ftie van elk re- fpectiv. Departement. Welk is het beste middel om alle zoorten van Zyde Linten , zo zwarte als gecouleurde, behoudens de volmaakte zuiverheid der laatstgenoemde, een glans te geven, die evenaart aan de buitenl'andfche? ene Praemie van de zilvere Medaille en vyftig Ducaten: Be wyzen en getuigfehriften in te leveren voor of op ultimo Sept. 1801.. Deze praemie ftrekt zich uit tot ultimo Sept. 1803. Daar de ruwe of ongebleekte Catoene garens, geverwd zynde, een ftroef aanzien behouden en dof yan koleur zyn, belooft de Maatfchappy ene premie van de twede gouden Medaille aan den genen, welke met proeven zal aantonen in Haat te zyn de voorfchrevene Catoene garens, onaangezien welke zoorten of koleuren, zodanig te verwen, dat dezelve in vastheid en levendigheid van koleur voldoende en glanfig bevonden worrlen; en nog daar en boven ene premie van honderd Ducaten, wanneer de uitvinder het middel en de maniei van behandeling, aan de. Maatfchappy opgeef'?. — De. bewyzen en getuigfehriften in te leveijen voor of op, ultimo Sept. 1801.. Deze premie ftrekt zjch mt tot ultimo Sept.. 1803., i '1 ! i De Prysvraag op de Inlandfche Winkels, is wederom voor twee jaren gecontinueerd ; echter met deze verandering, dat in plaats van de proemie van ƒ 150gefteld op ene Winkel ter waarde van ƒ 6000 - gegeven zal worden ene premie van ƒ 180 Zo als ook de pramie op de uitrusting van Zeevarende Jongelingen mede voor één jaar gecontinueerd is. De Prysvragen zullen eerstdaags by haren Drukker A. Loosjes Pz., te Haarlem, te bekomen zyn. PROGRAMMA van de MAATSCHAPPY ter. BEVORDERING van den LANDBOUW te amsterdam opgericht. © ii © 1. 8 o o. De Maatfchappy, ter bevordering van den Landbouwr opgericht binnen Amfïerdam, heeft, in hare Groote Verga'"Wine.. eehpuden den 6 May dezes iaars, geoordeeld, dat op ae aoor naar vuuigeuciue vraag, te weten „ Welke Ziekt'ens en Gebreken zyn de Graanen in de verfchillende Gronden van ons J^aderland3 gedurende' „ hare groeijing, onderheevig ?. ,, ylan welke oorzaaken, of omjldndigheden zyn dezel- ,, ve toeréfchryven? Welke zyn de beste middelen „ die of voor het zaaijen of gedurende het te velde ,, ft aan, daar tegen, met een gewenschi gevolg , in '£ „ werk gefield kunnen worden ? *een Antwoord was ingekomen 't welk zoo volledig kon geicht. worden,. dat aan hetzelve de uitgeloofde Gouden Medaille kon toegewezen worden. Dat nogthands in eene d-iï. ngekornen- Verhandelingen,. onder de Zinfpreuk:. Tot' nut der Land&ovw. teer vele goede zaken gevonden worden , waar van de Maat^. 'chappy een goed gebruik maken kan, waarom zy beiloten> leeft, aan den Schryver van dezelve aan te bieden eene Zilveren Medaille , op den fiempel van- de Maatfchappy. reflagen, benevens hare uitgegevene Wérken , byaldien hy :oodanige veranderingen en verbeteringen in zyne Verhai?leling zal willen maken, als door-de Maatfchappy, na.een» ;ehoudene correspondentie met hein, nodig geoordeelt zal.vordeu; terwyl hy by dezen verzocln wordt zich voor. dei». J Au-  ( 5 ) ï Augustus eerstkomende nader aan de Maatfchappy bekend te maken. Betreffende de Vraag door de Maatfchappy in den jare I798 ander*aal voorgefteld: „ Welke zyn de redenen waarom, in verfcheide oor- den van ons Gemeenebest, zoo als in Gelderland, „ Overysfel enz. zeer vele gronden tot hier toe, leeg en „ onbebouwd zyn blyven liggen ? &c. niets ingekomen zynde, dat de oplettenheid der Maatfchappy waardig was, heeft zy goedgevonden dezelve voor eerst niet weder voor te ftellen. Met opzicht tot de Agttien Pramien , beloofd aan ieder Landman, binnen onze Republiek, die den ftaat van zyne Boerdery (beflaande in Wei- en Hooi-landen, of hl Bouwen Teel-landen alléén, of in Wei- en Bouw-landen te zamen) opgaf, breder gemeld in haar Programma van den voorleden jare, heeft de Maatfchappy de volgende Pramiën toegelegd — te weten; Eene , beflaande in een fraai gefchilderde Tabaks-doos , met het Vignet van de Maatfchappy en den naam van den Schryver daar in , aan Mattheus Spinhooven , Bouw- en Landman te Vrees•wyk {anders de Vaart.) En eene diergelyken aan den Schryver van het bericht getekend met het devjes: Het werk beloont zyn Meester. : wordende dezelve verzocht, zynen naam mede voor 1 Augustus aan de- MaatfrhaDDy bekend te maken. _ , En daar verder beide de nencnieu njiiueien over Boerdetyen, op Klei-grond gelegen, is uit hoofde van het volledigfle en meest voldoende verflag van den ftaat cn behandeling van den door hem gebruikten grond aan voornoemden M. Spinhooven, boven dien toegewezen de uitgeloofde prsemie; zynde een volkomen Exemplaar van de tot hiertoe uitgegeven Verhandelingen, voorzien met het Vignet van de Maatfchappy en een loflyk getuigfehrift, of eene Zilveren Medaille ter zyner keuze. Eu gemerkt de Maatfchappy volhardt in haar voornemen, om met genoegzame zekerheid te willen weten, hoedanige de Bepalingen zyn, volgends welke de omtrek van bruikbaar land en de Huishouding , tot eene Boerdery behoorende, naar den verfchillenden aard der gronden, zoo van Bouwals Weilanden, moeten ingericht, zyn, om ten meesten voordeele van den Eigenaar en Huurder, en ter bevordering van den algemenen welvaart te kunnen ftrekken; en tevens begrypende, dat, by het onderzoek dezer zaak , wel voornaamiyk mede in aanmerking komen moet, dat men aanwyze de nadeelen van eene vermeerdering der hoeveelheid van Laurier,en, onder het beftuur van éénen Bruiker, zoo niet de miudelen., die hy kan aanwenden tot ddrzelver vruchtbaarniaking,. zoo wel< door het getal en de bekwaamheid der menfchen, als door het bellg van Rund en ander Vee, die liy daar toe poodifr heeft, in eene behoorlyke evenredigheid met den aard e,f unfeenrektheid zyner gronden gehouden worden; —- belooft zy dien volgende aan ieder 7>andmanr binnen onze Republiek, die den ftaat van zyne Boerdery (beflaande in Wei- en Hooi-landen, of in Bouw- en Teellanden alléén, of in Wei- en Bouw-landen te zamen) opgeeft, zoo als dezelve, naar eene genoegzame bevinding., hem de beste is voorgekomen, ten opzichte van bet hier boven gedane Voorllel en de vereischte by zonderheden-, daar by gemeld, een fraay Geschilderde Zak-Tabaksdoos , van binnen bevattende het Vignet of Zinnebeeld dezer Maatfchappy, en den naam van hem, aan wien dezelve door haar is toegewezen; — zullende van deze Praemiën tot Agttien toe worden uitgedeeld.; te weten Zes aan zes Landlieden ieder éen, welke zullen hebben toegezonden de meest voldoende Opgaven van het getal morgens , welke een ieder van hen gebruikt in Klei-gronden (het zy hy dezelven alléén gebruikt, of ook daarby in gebruik heeft, Zand- of Veen-gronde*, of een van beide deze laatfle) het getal van Menfchen, tot het bewerken, of bebouwen , en van Paarden tot den arbeid, gelyk ook de manier of wyze van bebouwing of bearbeiding; als mede het getal van Rund en ander Vee, tot de beweiding van dezelve, en tot het maken van de alzins benoodigde mest, en in 't byzonder, of hy met de door hein zeiven gemaakte mest zynen grond genoegzaam kan toemaken, dan of hy, van tyd: tot tyd, of jaarlyks, mest koopen moet, en zoo ja, hoe veel en van welke foort van mest. -— Zes diergelyke Prtemiën voor de meest voldoende Opgaven van het getal van Morgens in Zandgronden (het zy de Bruiker dezelve alléén gebruikt, of daarby in gebruik" hwft Klei- en Veen-gronden, of een van beide deze laatfle,) als mede het getal van menfeben, vee, mest enz. als: vooren — en laatllelyk Zes diergelyke Prsemiën voor de meest voldoende Opga¬ ren van het getal Morgens in Veengronden, (het zy de Bruiker msgelyks dezelve alleen gebruikt, 01 daarby in gebruik heeft Klei- en Zandgronden, of wel een van beide de-ze laatfle) als mede het getal van menfchen, vee, mest.,. enz. ais vooren.. Biedende de Maatfchappy , boven deze Agttien Pne— miën, nog Drie aan , elk beflaande in een volkomen Exem» plaar van. hare tot hier toe uitgegeven Verhandelingen,, voorzien met het Vignet of Zinnebeeld dezer Maatfchappy,. en een loffëlyk Getuigfehrift, of in eene Zilveren- Me¬ daille, ter keuze van hen, welke deze Fraanien zullen verdienen: zullende deze drie Prasmiën worden uitgedeeld:: EeneviVi dien Landman, welke alléén of meest Kleigronden gebruikende, het vo'lediglle en meest voldoende Verflag van den ftaat en behandeling van den door hem gebruikten grond gegeven , en zyne Mededingers iri dat, vak over-troffen zal hebben. Een 'diergelyke aan hem, die alléén of meest Zandgronden in gebruik hebbende, op dezelfde wyze. onder zyne Mededingers uitmunt;, — en eihdèlyk Eene diergelyke aan dien genen," welke, alleen of meest. Veengronden gebruikt en aan het gevorderde het. best? vortdaan zal hebben.. A 3 V*  C <5 ) f ' ©8 'Bedslïrt* inoefen met den naam Van den Zender aar. bewolkt, tusfchen 30 < 30. li 66\ beide wat buijig. } lO. \\ 54* n. n. w. luly C30. Ii 61 N.W. 2.30. 2 1 55 1 1 n. w. BEKENDMAKINGEN. * * Binnen weinig dagen, zal door de Boekverkoper J. ten BRINK, te Amfterdam, worden uitgegeven : TREURZANG by het plechtig vieren der nagedachtenis van WASHINGION in de Maatfchappy Felix Me< itis uitgefproken, door Mr. J. KIN KER ■ by het zelve is gevoegd, een uitmuntend m 't koper gegraveerd MONUMENT, getekend door T. H. Kuyier en gegraveerd door L. ^4. Claasfens. Van welke Plaat ook enige eerfte drukken apart zullen te bekomen zyn. NB. Dit N°. word, met de beide Registers, Tytel en Omflag, van het voorgaand 13de Deel, voor het dubbeld van den gewonen prys, nam. 5 Stuivers, uitgegeven.  A°. i8cd. N°. 341. nieuwe a l g e m e n e KONST-'en letter-bobe» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN, VRTDJG DEN 11 JULT. BKRIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Fn een onzer dagbladen is de uitgave van een nieuw We.k aangekondigd, onder den tytel v?n La Decade Egyptienne, Journal literaire econo^ique, et politique, iftë Deel, Kairo uit de Nationale Drukkery. Dit eerlle Deel behelst, onder andere beLngryke artikelen, ook de volgende: Inrichting v;n het Nationaal Biftituut in Egypten. — Ly t van deszelfs leden. — Over de bereiding; van het buskruid in Egypten van Andrtosfi. — Befchryv.ng \an den weg van Kairo na;.r Salehméh. — B ief over de vervaardiging van ene Natuur- en Geneeskundige Topographie van Egypten, van Desgenettes. —- Uittreklel uit een berigt aangaande de Zuil van Pompejus, van Narry. — Waarnemingen over de vleugelen van den Struis, van Geofroy. — Waarnemingen «ver de Arabifche Paarden uit de Woestyn. — Naric! ten over de heerl'chende Oogziekte, van Brüiant. — Arabifche Lierzang op de verovering van Egypten. — Omwerp tot ene Tekenfenro]. — Ontwerp tot ene inrichting ter bevordeing v-n den Akkerbouw in Egypten. — Verhandel'ng ovct net verwen van Boomwol en Lynwaat met de Carthama, van BcrtLollet, — Reize op den arm des Nyjs, Tamitsch genaamd, van Malus. — Berigt over de Oafis, van Fourier. — Narichten over het gebruik van .Oly by Pestziekte, van Desgenettes. — W arne•ningen over de Aardrykskundige ligging van Alexandrien en de richting van den Magneet. — Ontbinding van het flyk des Nyls, van Regnault. — Over den ■isnbouw en de inkomften der Provintie Damiette, van \Gerard. — Uitrrekfel uit het Aardrykskundig Werk ivari Abdar-Bachydel-Bp.koug over Egypten. — Ontb;nding van het Nylwater, en enige zoutachtige wateren , van Regnault. — Berigt over den Moristan, of het Hospitaal te Kairo, van Desgenettes. 1 DULTSCHLAND en aanliggende landen. Gottingen. De Zweedfche Koninglyke Secretaris Joh. David Akirblad, die gedurende véle jaren Secretaris van het Gez ntfehap , te Konftantinopolen , was, deelde aan de Koninglyke Maatlchr.ppy der Wetenfehappen alhier, het affchrirt mede van een Grieksch en Phoenicisch opfchrift, voor enige jaren te Athenen gevonden, 't welk om de uiterfre zeldzaamheid van ,;>hoenicifche Steenfchriften , en den oord, Athenen, waar het gevonden werd, zeer merkwaardig is. Het is een ichone Graffteen {Cippus~) uit wit marmer gehouwen, van boven met fyn en zeer goed bewaard B ge-  C 'o ) geblevene gewerkte Geraden van loofwerk voorzien; in het middenvak is een Grieksch en daar onder een Phoenicisch opfchrift uitgehouwen. Het eerfte luidt aldus: APTEMIAÜP02 HAIOA&PQÏ ZIAÖNIOS, Arten.idorus van Sidon, Zoon van HeUodorus, waar uit blykt, dat de Graffteen toebehoorde aan zekeren Sidonier, Artemidorus genaamd, d;e te Athenen leefde. De. zin yan het. Phoenici£c_heopfchrift, waar van de letters kieinaer en minder net bewerkt zyn, komt, volgens de verklaring des gein elden Geleerden, hier op uit: Graf peen ter gedachtenis onder de levenden van Artemidorus, Zoon van HeUodorus; de laatfte heet in het Phoenicisch Knecht- der Zonne en Artemidorus, Knecht der Godin Thalet, welke dezelfde lchynt te zyn met de Mylitta of Alitta der Asfyriers, door Jtlcroaotus aangevoerd en met venus vei^cicncu. De tekening, in het koper gebragt, zal met ene bygevoegde verklaring in de Werken der Koninglyke Maatfchappy worden uitgegeven. Gott.ngf.n , den 20 Juny. Heden ontflkp pier zacht, de verdienttelyke Veteraan der Mathefis en Dnitfche Dichtkunst, A. G. Kaestner, in den ouderdom van 83 jaren. Leipzig. Het Vorstlyk Jablonouwkysch Gezeïfckap van Wetenfcliappen, alhier, heeft, voor het lopende jaar l8co, de volgende Prysvragen uitgefchreven. Historiefcfiè opgave: Korte fchets van de gefchiedenis des Poolfchen handels. Mathematifche: Gefchiedkundig verflag, met opgave der bronnen, van de zo menigvuldige toepasfmgen van de wetten der aantrekkingskracht van Newton af tot op onze tyden. Phyftsch-(Economifcne: Over den invloed van den dampkring op de vruchtbaarheid van den grond, volgens de nieuwfte en zekerfte waarnemingen en nafporingen daaromtrent gedaan. Hoe kunnen in 't byzonder gefteldheid, ligging en bearbeiding of cultuur van den grond , medewerken, om dezen invloed recht werkzaam te maken? De Schriften, welke naar den prys, in ene Medailje van 24 Dukaten beflaande, dingen, moeten in de Latynfche of Franfche tale worden opgefteld. BATAAFSC HE REPUBLIEK.. Groningen, den 30 Juny. Heden namiddag hadden, wy hier het genoegen, dat de Kwekelingen, van het Inftituut tot onderwys van Doven en Stommen» hun tiende openlyk examen verrichteden. De tnnituteur, H. D. Guyot, opende deze plegtigheid met ene aanfpraak, waar in hy, na op ene treilende wyze der Vergadering het voor het inftituut zo zwaar verlies , door het vroegtydig ovsflyden van zynen medehelper J. A. Metger, bekend gemaakt te hebben, den vererendft.cn lof aan de verdienften van dezen jongman toezwaaide; vervolgens betuigde hy met de innigfte deelneming zyn genoegen, over het her-, llel van den beroemden "Sicarb , als eerften Onderwyzer by het Inftituut van Doven en Stommen, te Parys, en verhaalde in weinige woorden, hoe een der Leerlingen van evengenoemde Sicard, door dankbaar¬ heid bewogen, zig het meest beyverd had tot herftel van zvnen beminden Meester. Waar na de Kweke¬ lingen de zigtbaarfte en" in het ooglopende proeven ga¬ ven van ae rjeiangryKiieia ener miteuing, aie ae op¬ voeding van Doven en Stommen ten doei heelt, en door de verzorging, bet onderwys, en het leren van een Ambacht, deze anderzins ongelukkigen tot nuttige Leden van de Maatfchappy maakt en vormt. Door daadzaken hebben zy bewezen, dat zy aanmerkelyke vorderingen gemaakt hadden; vertonende hunne icnnrten, waar van 'er enige byzonder uitmunteden, en hunne vaardigheid in 't rekenen , en in 't begrypen van 't geen hun door tekens of gefchreven voorgefteld wierd, door de dtiidelykfte uitlegging' aan den dr.y leggende. Zelfs de jongst aangekomene, die van de ifte klasfe, (want de School is verdeeld in vier klas-' fen en ieder wederom in twee orden) gaven blyken. van de yver hunner Qndenvyzers,. en van hunne waar-iyk verbazende vorderingen. In het. fpreken, deze voorde-hoor dervende anders zo moeielyk, ja ichier onverkrygbare, kundigheid, gaven vericheiden hunner blyken' hunner vordering, tot grote verwondering der toehoorders. Na dit alles en nog meer, te uitvoerig om. hier te melden,, vertoonde ieder hunner een eigenhandig gemaakt ftuk werks, in het ambagt of handwerk, dat zy beöeiFtnen, en bewezen ook ten vollen in ditvak, 'hunne gemaakte vorderingen. Hier op wierden aan de meest verdienende,' onder hun, Pryzen ter beloning overgegeven, zo Mfcor aangewenden yver in de bvzondere vakken van onderwys, als ook wegens hunne betoonde zedigheid. Waar' op de Inltituteur deze plegtigheid eindigde, na alvorens de talryke aanfehouwers, voor hun toegenegen by wezen, bedankt, en dit Inftituut ernftig aan de menschlievende bezorging er* deelneming van een iegelvk aanbevolen te hebben.: iDe aard der zaak gedoogt niet,. hier iets verder terr • ' . atri-  C w ) jahpryzihg by te voegen; ieder der aanfchouwers, ieder mer.fchenvriend, die dit leest, zal van de nuttigheid dezer inlichting ten vollen overtuigd zyn en met genoegen het zyfce willen toebrengen ter bevordering en uitbreiding van deze zo heilzame inftelling, door welke het ongeluk van verfcheidene onzer min bevoorrechte , ja ongelukkige Medemenfchen, verzacht, en zy tot ene nuttige en aangename zamenleving gefchikt gemaakt worden. Elk, die zich hier toe vindt opgewekt, kan zich ten dien einde vervoegen by den Rentmeester van het Inftituut alhier, en in de onderfcheidene Departementen by derzelver Directeuren. * * & • Nog wordt by dezen bekend gemaakt, dat op den s4ft.cn April jongstleden, in de Vergadering van Contribueerende Leden, na aanhoring van het jaarlyksch verflag en nazien der rekening, tot Hoofd - Direkteur rs verkozen Teunis van Delden, welke ook den post van Rentmeester zal waarnemen. Groningen, den a July. Laatstleden Vrydag is alhier, in het Choor der Akademie-kerk, de uitdeling van pryzen gefchied aan de Leeilingen, welke aan de Akademie van Teken-, Bouw- en Zeevaartkunde alhier, om de eer der overwinning gedongen hadden. De bekroonde Leerlingen waren, in het vak der Tekenkunde, E. Hclmich, in het Gips; C. J. Geertfema, door het lot tegen P. Lofvers, in de naakte Figuur; J. C. B'óhm", in de grote Kop; H. C.Reinders, in de kleine Kop in roodaard; C. J. Geertfema, in het Boutferen; en in dat der Bouw- en Zeevaartkunde J. Eisveld, in de Geometrie, B. Peppink, in de Algebra; JV. W. Sikkens, in de Arithmetica; J. Eisveld, in de Franfche taal, door het lot tegen S. Reneman; terwyl nog afzonderlyke pryzen om voorbeeldige zedigheid en aanhoudendheid in het bywonen der lesfen, zyn toegewezen aan J. vanElmpt, W. Mulder, S. Reneman en W. PV. Sikkens, alle welke Leerlingen hunne dankzegging daar voor op ene bevallige wyze uitvoeiden. De uitnemende vorderingen dezer en meer andere Jongelingen, verlevendigt de begeerte der beminnaren van Kt.nften en Wetenfchappen, dat de moeite der Directeuren, de vlyt en kunde der Inftiuteuren, en de leergierigheid der Jeugd, aan deze Inrichting, door de onderfteuning van ware Menfchenvrienden', duurzaam zullen bevorderd en geholpen woiden. NIEUWE EN ZEKERE GENEESWYZE VAN DEN TETANUS TKAUMATICUS. Naar het Hoogduitsch. VAN Dr. wenzel aloys stuïz. Bekend is het, dat velerlei Wonden, en daar onder vooral gefchotene en geftokene, fchoon op zich zelve fomtyds van weinig aanbelang , dikwyls voor den lyder dodelyk worden , dewyl zy vroeger of later verzeld worden door algemene kramptrekkingen van het gehele ligchaam en byzondere krampen der fpieren, die tot fluiting der onderkaak dienen, waar door dan een ware mondklem ontftaat. Geneesheren weten ook, dat, hoe vele en hoe werkzame Geneesmiddelen men ook in vroegere en latere tyden tegen dit ongemak heeft aangeprezen, het zelve echter meest al hunne yverigfte pogingen te leur field, zo dat van io gewondden, by welke deze kramptrekkingen waargenomen worden, naauwlyks één den dood ontfnapt. Het zoude dcrhalven van het alleruitterfte belang voor de menschheid zyn, indien 'er een middel uitgevonden wierdt, waar op men zich ter genezing van dit treurig ongemak veilig konde verlaten dit middel nu meent Dr. S. in het beurtelingsch toedienen van loogzouten en opium gevonden te hebben, gelyk hy dan ook door deszelfs gebruik reeds twee gewonde Soldaten, waar van de een door dit ongemak op den oever van den dood gebragt was, genezen heeft. Dr. S. geraakte op het denkbeeld, om deze middelen beurtelings te doen toedienen, door het lezen van het twede Deel van Humboldt's werk über die gereizte Muskei- und Nervenfafer, alwaar onder anderen die proeven befchreven worden, in welke hy de zenuwen beurtelings met alkaliën en opium beftreek, met dat gevolg, dat, wanneer de zenuwen door beftryking met alkaliën, in zulk een ftaat gebragt waren, dat 'er nu volftrekt gene galvanifche bewegingen meer in konden worden opgewekt, deze zelfde zenuwen wederom zeer levendige bewegingen te weeg bragten, wanneer zy met ene oplosfing van opium beftreken wierden, en omgekeert, en 0 « De Menschheid wordt gewroken. Het licht verwon dien regen (land. 't Geweld zag d'yzren arm verbroken, En 't Bygeloof, 111 woede ontftooken, Vondt doove blikfems in zyn hand. Daove èlikfems, gelyk een doove kool, hoe verrasfchend en nop fraaier zou uitgedoofd wezen , de» yl doof nog eei neven denkbeeld oplevert, het tegengeftelde van horende, dat dikwerf by het geraas van het onweer te pas komt. Tot dit verrasfehende, dat ons in alle gelukkige uitdrul kineen treft, al zyn ze ook in de meest gebruiklyke en ee voudigfte woorden vervat, rekenen wy alles wat ons enij. moeilyk of afgetrokken denkbeeld zo duidelyk voorftelt, d WV het op het ogenblik verftaan. Zo zegt onze Dichter ti gén den Schepper, z>n voortbrengend vermogen verheeil, kende (bladz. 19.) Beweging, ftoffe en tyd uit ééne dragt geboren, Ontflooten wat uw gunst ooit aanzjn had bereid;. En in de grenspaal, hun befchorea , Vond Wurm en Seraf zaligheid. Is dit niet een echt wysgerig denkbeeld, poëtisch en tocl klaar uitgedrukt ?- Even zo weet Feith ook als Natuurkundige te fpreken wanneer hy ons het ombonden menschlyk ligebaam ver toont (bladz. 8.) Wat ziet de dwaa7e zinlykheidL Als ze op een lyk of ttr f durfr ftaaren, Of op een eenzasm kek hof beidt By heuvlen, die ons ftol' bewaaien ? —— Gebeente, dat dè worm beheert, Of 't zonnevuur tot kalk verteert, En dan ten fpel ftrekt aan de winden. Minder afgetrokken maar niet minder treffende is de aanduiding van Gods handelwyze by zyn beproeviugen in dezs vermaning aan de Kristenen. Hy kent uwe nooden, En wil uw geluk; En duldt hy de fnooden, Hy leidt hier door rampen en adelt door drukt. De fmeltkroes in handen, Beproeft hy zyn goud; Hoe 't noodvuu'r moog branden ♦t Vernietigt geen aasje, dat hemefkeur houdt. Hier toe behoort ook deze opbeurende troost: (bladz.54.) Loopt hier ons pad door wildernisfen, Of boort het door een lagchend groen; 't Zegt luttel, zo wy 't fpoor niet misfen, i En ook langs \ bol, waar (langen fisfen, Naar 't Vaderland ons heenen fpoên. Doch dit valt reeds meer in het fchilderaehtige; en in dit fchiljlerachtige is Feith een eerfte meester. Zie eens desa weinige Korte regeltjes aan de Zielrust (bladz. 58O De laage hut , boe kleen , Wordt hemel om ons heên, En blinkt voor't hart van pracht,. Als ge uit haar ftroodeur lagcht; En 't zy de veld roos bloeit Die aan haar kleiwand groeit, Of fneeuw haar overdekt En van haar rietdak lekt, Een zalig ftervelhig Bewoont met u haar kring!. En dan moge onze Dichter een deftig voorval uit de Geschiedenis, ot een geweldigen ftorin op Zee, of een r.ykc ruiker voor Laura, of een bevallig laudlchap fchilderen; het is altoos de m mer van eer'' Laireife r een' Bakhuizen, een' van Huyfum, een* Hackkerf, een' Cl'ttude Lorrafn 1 of enig andei Meester, uie in zyn vak uitmunt. Hier van zouden wy op ieder bladzydï' de bewyzen kunnen vinden, , en moeten ons geweld aandoen , om ons niet in die nnge- mme taak te- verlustigen. Een enkel voorbeeld zy ons vergund, byiebrengen, uit een Tafreel, de opwekking wan deu Jongeling te Naïn , dat vol is van zulke fcbilderach:ig& fchoonheden: men oordelc uit deze afzondërlyke groepen., Na een befchryving van den plegtig voortgaanden lykltoet en de diepireurende Moeder, heet het. yan de. aannadering des Heilands : B j Maaï  C 14 ) Maar wié, wie daalt met kalme fchreden Van gindfcheti heuvel naar beneden , .' En nadert tot de doodfche. baar, Hei oog vol zielrust op de Vrouwe, ■ En toci. zo vol van' -mede-rouwe, Als of' haar fmart z\n ünarte waar? Na een gelykenis, wegens zyn uitmuntendheid bovendien die hem omringen, zegt de .Dichter: Hoe boeit zyn zucht gelaat myne bogen ! Hoe wordt myn hart zich zelv onttoogen! Hoe volgt rflyn eerbied al zyn fchreön! Ik ftaar, 011 duizend eedle driften, Die naauw mvn matte geest ten fchiften, Verfmclten zich tot liefde alleen. En nu de overgang tot de daad, hoe deftig! Nu raakt zyn hand de dille baare, En majeftelt bedwelmt de fchaare. Hy wenkt en eerbied .boeit hun wil. Geen engel volgt Gods wenk gereeder. De draagers ftaan, de baar zinkt neder, En alles zwygt verwachtend flil, - Doch men moet dit, en al het overige, in zyn' famenhang lezen. In dezen bundel zyn ook twee Cantates, betyteld het Onweder, en de Menschlievendheid. Men kan reeds vooraf gisfen, hoe een Dichter van zulk een fyn gevoel, en zo volkomen meester van al het werktuiglyke der Poëzy, ter famenfmclting van deze zusterlyke kunlten, beeft kunnen flagen. Evenwel — dat wy dit in het voorbygaan melden komt ons de tytel van de laatfle Cantate, de Menschlievendheid, niet wel gekozen voor. Recenfent, die gaarne by het lezen van een Boek den tytel vergeet, dewyl hy zich zo dikwerf door die uithangborden bedrogen zag, Helde zich •voor wat hy by deze Verfeii zou gevoelen, wanneer hy dezelven voor de eerfte maal, in een muzykale taal hoorde voordragen, en hoe dit gevoel zich by hem zou ontwikkelen : ondertusfehen las hy in zes gehele bladzyden louter uit"boezemingen in de tegenwoordige rampen des tyds, met een ■uitzicht op troost in het toekomende. Vervolgens komt een wending, die een blyder dag in het verfchiet aankondigt, waar van het, onder anderen, heet: Ik zie, ik zie, hy bloost reeds aan de kimmen, Een zachte fcheemring zweeft den blyden morgen voor... Ik zie de zon door duizend wolken klimmen; Eens ftroomt het licht de waereld door! Hoe jeugdig fchoon zal de aarde bloeijeii, Als in haar dalen vrede rust; Hoe zacht de ftroom des levens vloeijen, Als ftil genot hem effen kust! Als wraakzucht, woede en haat verdwynen, De wreede kryg naar d'afgrond keert; Als de aarde een paradys zal lchynen ; Als bier Menschlievendheid regeert! Reeenfert betuigt, dat, indien by hier niet de regering der Menschlievendheid had genoemd gevonden, hy eerder de verwachting van een duizendjarig ryk vermoed zon hebben. Liever gaf hy dit Gedicht den tytel van de zegepraal der Deugd: doch, in allen gevalle, dit is en blyft een kleinigheid. Wy kregen aanleiding door het fchilderachtige, om van deze Cantates te fpreken , en dan vragen wy, of .men ooit de Poëzy toverachtiger heeft zien fchilderen , dan in deze befchryving van het naderend Onweer, met alle deszelfs verfchynfelen (bladz. 7CO Ik zie de wolken famentrekken, En, digt op één gelaên Hier, met een rouwgewaad de vaale kim bedekken, Daar, aan het brandend zwerk als ligte torens ftaan. De Schepping toont zich mat: Natuur zwymt allerwegefi: 't Aêmechtig aardryk hygt. Een dikke lucht perst d'adem tegen, En 't laatfle koeltje zwygt: Een doodfche ftilte heerscht: het zonlicht is verdweenen: De zwangre hemel zakt en rust op de aarde in 't rond: Een donkr'e nacht omrolt den grond , Door 't flikrend blikfemlicht by poozen flechts befchenen. Nu ruischt en fluit het riet. De wind fteekt op — ik hoor, hy huilt door woud en kolken. De donder rommelt in 't verfchiet — Daar rolt hy door de donkre wolken! En zie eens, hoe de Dichter, na het afloopen van dit grootsch verfchynfel, het zelve weet te gebruiken , wanneer, in een menigte van fraaie toepasiingen, het Choor den lof* zang aanheft: Geeft Jehovah prys en eer! Buigt u voor zyn grootheid neêr! 't IS zyn ftem, die de aard doet beeven, 't Hoog" gebergte in vlammen zet, Ceders, als een riet, verplet, Maar den worm behoudt in 't leven! En een bevallige Solo dit vervangt: Zou ik vreezen, Angftig weezen Voor mvn lot ? Neen! fchoon blikféms my omgeeven, 'k Zal niet beeven; Waar de donder brult, is God! Doch  C 15 ) Doch wy zouden te breedvoerig worden , indien wy ons in het aanhalen van diergelyke plaatfen wilden toegeven. Liever merken wy nog kortelyk iets aan, over de verfcheidene foorten van Gedichten in dezen bundel. Hier vinden wy weder twee Romances, in welk vak Feith onder alle onze Ncderlaiidfche Dichters uitmunt, en, misfchien, buiten Milder d^k, geen weerga heeft. De Romance Karei en Lotje althans,' is zodanig in zyn geliefde manier behandeld, en blyft in het fombere - akelige (een der karakteristieke hoedanigheden van deze foort) zo aanhoudend klimmen , dat men , fey het (lot, als in een zoete mymering, het Boek nederlegt, en den draad der gedachten., die ons de Dichter ip handen gaf, blyft voortfpinnen. . Twee uitvoerige Gedichten befiuiten dit Deel. Aan Anstus - en - Spoor tot menschlyke Gelukzaligheid. Wy kunnen niet zeggen dat ons het laatfle by uitftek behaagt. Ondanks de meesterlyke Contrasten , de fraaie optellingen en krachtige fpreuken, is het zonder éénheid, misfchien wat lang, niet zonder herhalingen, en, op enige plaatfen , te veel inééngedrongen , en daar door niet vry van duisterheid. Het eerfle: Aan Aristus, is algemeen door de Letteroefeningen bekend, en verkreeg, by zyn. verfchyning, ook zonder dat iemaud iets van den maker riekte, zodanig den ftempel van algemene goedkeuring, niet alleen wegens het loffelyk oogmerk, maar ook wegens den hartelyken aandrang, dat dit alle verdere loffpraak overbodig maakt. Ene bedenking moeten wv nog aanftippen, die ons weder onder het lezen van dit derde Deel is voor den geest gekomen , dat Feith inzonderheid het talent bezit, om enige algemene opgave, befchryving, les, vermaning, enz. dierwy onder de loei communes gewoon zyn te rr.nglchikken , zo- d-nig voortellellen , dat zy onder een nieuw vernis als verscheefchilderd voorkomen, dat zy door de plaatiing, de wenriino d uitdrukking, misfchien wel door een enkel nieuwe of'm'euw fimengefteld woord, het alledaagfche denkbeeld die ti„t vfii nieuwheid geeft, welke ons nog by het lezen van de meesterttukken der Ouden zodanig bekoort, als of wj rê- nog nooit gelezen rjaddem Wy zouden te breedvoerig moeten worden, indien wy den lezer, door het bybrengen en ontleden van enige voorbeelden, klaar genoeg wilden doen "bevatten wat wy eigenlyk bedoelen. Ook is dit meer een onderwerp van gevoel, dan van voorfchrift. Laat ons een paar trekken, tot enige opheldering, uit het eerfte Geducht: de Winter, aanftippen — over de rampen des levens, er derzelver heilzame vruchtgevolgen, heet het, in een Spraakwending aan het Opperwezen. Wat nacht uwe Almagt ooit omfiuit', Zy loopt op wyze voorzorg uit Voor 't oog, dat door de wolk mag ftaaren, Gy flaat, maar met een vaderhart, En roozen fprtiiten uit de fmart, Die de Eeuwigheid ten krans zal gaêren. En- by een befchryving der ysbergen i Dezelfde vaderlyke hind Schiep 't vruchtbaar dal, de dorre duinen, Klonk eeuwig ys, als diamant, Ten tulband om der bergen kruinen. Zo wel het nut der tegenfpoeden , als de Apennynen P wierden ons honderdmalen voorgefchilderd; maar het gaêren van dien rozenkrans door de Eeuwigheid, en de ver gel yking van den top des ysbergs by een tulband, hebben zekerlyk iets verrasfehends, iets nieuws. Uit dit oogpunt verfcheidene dezer Gedichten lezende , zal men zich niet zelden over het byzonder kunstvermogen des: Oplteilers moeten verwonderen. Wy pryzen hier toe, inzonderheid, aan een Gedicht, betyteld: Herinnering in een Woua; dat dus aanheft;. De Lente blaast haar zoete geuren Door 't Woud, dat myne rustplaats dekt, En verft de lucht met duizend kleuren, Die 't morgenrood ten hoogfel ftrekt. Een aantal vlugge lichtjes hupplen. Op ft eerst ontlooken beukengroen, En tintien in den daauw, en drupplen ^ Op 't mos, dat grond en wortels voên. De nuchtre zonneftraalen danfen, Met lange fchaduwen in 't rond, Of ftryden met gelyke kanfen, Naar 't koeltje wappert, op den grond; Waar 't rnurmlend beekje, zacht bewoogeu , T,;>ngs ritfelende keitjes vliet, Hier, duizend vonken fpreidt voor de oogen, Daar, donker langs 't geboomte fchiet. Wat verder verandert dit- in een nac'ittoneel: Hoe menig znebtbemosten worte.1 Steunde in uw nacht myn -matte, leên! Hoe vaak hmiwde ui: uw loof een tortel', Zyn klaagfiem aan myn droef geween. In uwen (tillen nacht verboren, En zalig door uw zoete rust, Heeft vaak het windjen in uw kooren M>n gloeijend voorhoofd koel gekuscht- En zie hier nog een Winterfchildery; Zelfs als de winter uit u treurde, Bi fneeuw wierp op uw kaaien top, Gee.i vogel uit uw takken neurde, Zocht ik u vaak met wellust op. Een ftormwind bulderde om my heeneny En joeg de zwarte wolken voort, Hier, van een treurig rood omfcheenen, 1 Daar met een aaklig wit omboord..  Nu brulde door de öntblaerd» kruinen Des v.c ds een nieuw ontroeide vlaag; Maar 't beekje ontvlood gerust de duinen, En diepe ülmte béersèhte oml.i. I ; Dan zweegen kriin en takken beide, Terw>l een rukwind langs oen grond, De op^engtjaagde lueeuw verfpreiude, Of in een wolk naar boven oud. , Wy celoven dat dit genoegzaam zal zyn, om den leze» over hét geheel te doen oordelen, en hem ter lezmg e;. herlezing van her zelve, eu van den gehelen bundel *utefporen. NARIGTEN en BYZONDERHEDBN TOT den HANDEL EN SCHEEP VA A rt, LA WDen VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOl'KUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Pryzen de*. E f f e Obligatien en Rectpisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 , , -A PrCt'.. , * „rr" FM1 pCt. . . 43f»44j Dito vrywilbg a 5 prCt. Coat Dito en Recepislèn uit de , heifin? van 98a tfptCt, 51 » 54! • . Voormalig ^toA Recepisfen irt de heffing Obligatien a ai prCt. 33*35 vamSoo.asprCu . 4*1*43* y«*Wpg f^tthmi. ReTcriptien Losb. 1800. 93^54* ObEgatien a 2 prCt. . 35 « 3< 1 70 a 80 a 66ia<8ï O. 1. Ctmp. . 3 575259 Loter]ra3ptCt.i785en86. 42 a 4^ L 4 56 a 57? . na den Bankgeld. . . 9-" Viede . • 45? 246 Beleenbankgeld. . 99^ ( 16 ) Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, s geweest: te Amjlerdam 163; en te Haarlem 11, onder welke laatfteu 6 beneden ae 12 jaren. Gedurende de maand Juny zyn, in Alkmaar, overleden, 68 perfoneu, nam. 28 meunen, 20 vrouwen en 20 kinderen, waar onder 8 beneden 't jaar; 5 van 1 tot 5; 2 van 5-10 J 3 van ic-20; 7 van 2030; 9 van 30-40; 11 van 40-50» 8 van 50-60; 14 van 60-70 eu 3 van 70-80 jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen» BUITEN HAARLEM. C «ARO-1 THER-1 HYGRO- STREEK I tUCHTSJU,V ) ME- MOME- ME- DER I CESTELtt. i 8OO. \ TER. TER. TER. WIND. 1 HEID. f30. I* ~~~6Ö~~ W.Z.W. ' 2 < 30. 14 66 N.W. bewolkt. ) jo. 01. 58 „ C29. 95 56 voo-midd. regen; 3 < 20- Ol 63 W. D. N. we,der bewilkfc. i t§L£- -j§4 — - C30. 0\ 6l j W. omtrent helder; 4 < 30. o\ 70 1 z- harde wind. C3°^£l 61 y.b-z- p f30. Oi 65 W;ZWW' bewolkt, 'savonds 5 < 30. Oi 69 z-w- wat r gen. üo. oi 59 , r,0. oi 62 wg ) 30. I 68 — wolken, windng. ) 30- 0} _57 ~ C^TöT 66 z- w. / 30 Oi 76 "~™ omtrent helder;windng. 7 1 62 ~— — — - ("30 Iï 66 Z. w. z r h>rde win.'; 0)^1} 7a voorm. imurent botrokk. lio. li 1 64* » 1—1 vc,der tratrent ha** HOEVRELHEm VAN <ïE VALLEN EN Ü.TCEWAA»- SEMD WATER, TE ALKMAAR. ' Gedurende ie Maand ]UN* 1800. | Gevallen 30 Lynen: Uitgewaasfemd 33 I-y™"'  A°. 1800. N°- 34*- NIEUWE ALGE MENE KONST- en LETTER-BGDEs VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 18 JULT. B E R I G T E N. FRANSCHE REPUBLIEK. P rys De Burger Burdin heeft, alhier, een Inftituiu gevorrnt, 't welk bepaaldelyk gefch.kt is, om h het zelve kunstluchtcn en andere geneesnuddelen £ den luchtvormigen ftaat, ter genezing der borst- riektens te beproeven, ny utwu» »«■- ^ " , _ S dezelve toeftellen, als door AA»» en be- fchreven zyn, en aoor ui. 3 — Engeland, gebruikt worden. D. M. Strenuissimi Gallorum Ducis D E S A I X. Ardua qud coelo montes Ahernia toïliu Et Florofamm qudpofuere patres, _ Aethereas laufisfe datum est mihi lummis auras, Nee caruit nostrum nobilitate genus. XIV. Deel. Crescebant vires; Mavorti addiSta juventus^ Moxtibi, Libertas, tota facrata puit. Gallia regales rupit generofa catenas: _ Non fer et impune hoe; tetra Tyranms ait. Compos erit voti, dixi, nee nostra auiescet JL*e manus, quo me clasfica cimque vocent. Itala bellantem tellus, Germama vidit: Nee reitui etquoreas nave fecare plagas. Te, Bonaparte, ducem nobis gens accola Nih Mirata, utjuvenem, est, inclyta Pella, tuum. Reddor ego patri Italicas Gradivus m oras Jam revocat. Vit völ: fcherpe tocipelingen op den Runuway Gene¬ ral (den weggelopen Generaal) gelyk men in Engeland, den tegemvoordigen eerften Conful nog akyti noemt (*). Volgens ene nieuwe lezing zou deze Dame , die in het eerst door Bonaparte uit Toulon heette medegevoeid te z\n, de Weduwe zyn van een Officier voor Acre gefneuveld. De bladen van de Op» pofitie-party vermaken zich 'er mede, dat de Minister, wiens kuischheid zy altyd fpottende pi j zen, dei» eerften Conlul wegens de daar tegen ovcigeftelde oadeugd op de fpraak heeft zoeken "te brengen. Onlangs is het ftuk van Schiller: de Piccolomhni by Longman, uitgegeven, en veroorzaakte zelfs by de hogere kringen grote opmerking. Coleridge hadt het uit een Manufcript van den Schryver, met deszelfs toeftemming overgezet; Wallenfteins Tod und Wallenfteins Lager, die het Twede Deel uitmaken, zyn oóK reeds ÏKl! J3Bfft, en de vertaler zul voor het geheel ene proeve van Scnillers Dramatifchen Geest pla;.t* fen, waar toe hem belangiyke ftukken uit Duitschland-bezorgd zyn—-Men verwacht, dat men den toekomenden winter beproeven zal, om het op beide de tjrote Tonelen van Londen uit te voeren, waar door jen zeer merkwaardige, en in deze Ltere tyden zeld7.ame kampftryd ontrtaan zal. Voor het ove ige zyn de Zanggodinnen tegen de Zonen van Brittannia nooit, zo ftuursch geweest, als tegenwoordig. Een r,ke Lord heeft een Gedicht van Pybus, t,.e Sovereign, de Landsvader, laten drukken, waar mede in de üppo-. (itie-bladen niet weinig de fpot gedreven wordt; terwyl de Ministeriele zelfs toe-liaan moesten, dat men het kleine Wisièlkind alleen om zyne fraaie luien wel lief moet hebben. Want misichien heJt Bulmer nog nooit iets beerlykers ged tikt. Het is het khoi.nfte, dat immer van ene ÈngJiche pers kw^m. Een nieuw Heldendicht., Ridard Lcwem.erz, is door de laatfte voorvallen in Egypte en, S ne in de waereld gekomen. De maker, Sir James Bland Burges, heeft een voor den dapperen Sir Sidiuy Smith zeer vleijend gezicht 'er in gebragt, dat des te m er goedkeuring vindt, dewyl min zich nu, daar ele omftandigheden naau.wkeuriger helend beginnen te worden, over het ilgenieen niet z ne bemiddeling by de Capitulatie van den Generaal Klebcr be»ïnt te verzoenen. Men gelooft verders, drt aan de Engejfchen *n Egypten zelf grote EtabHsfemen.en en Handelvoordelen by de nieu- | (*)■ Na den flag van Maringo tel men cckier fc.el vaa , dezen iüuü veranderd zyn*. -^latu. van den Kedakt.  C 19 > jiieuwe 0<'gsrTatie van dit Wingewest zullen worden toegedaan. Onder anderen zal, volgens den voörflag van Eyles lrwin, den bekenden Reisbefchry er, een Lan.post na Bengalen worden aangelegd, waar van be. Hoofd-Corrptoir in Alexandria z\n aal Met dat «oogmerk heeft zich de Admiraal Reynicr van he: klein Eifrnd Perim , in de Zee-engte van Babelmandel, meester gemaakt, waar door de gemeenfchap tusichen de rode "Zee, tn den Zeeboezem van Bombay, voor altyd verzekerd is. Reeds zouden door den Minister Dundas a;.n de Oost-Jrdifche Compagnie zeer voldoende Plannen over deze Land-Post, die van Konliantinopel toegez mden worden , voorgelegd , en van haar gi edgekeurd zyn. De nieuwfle Modewagen en Curricles zyn juist het tegendeel v. n de halsbrekende Whiskeys, en zo laag, dïu zy b\Ba largs den grond liepen. In een Ministerieel Tyiilchrift, werdt deze mode ene Jacobynfcue verdorvenheid genoemd, wyl zy de Gelykheid met de voetgangers herik Ik n wildé, en den Min is er inden Wagenrad - impt st bedriegen, daar van deze wagens fpoedig (leden tn mistkarren komen zonden. Mer heeft ook ene koperen plaat: the Asfembly of old and tiew faf. toneel Carriages; de verzameling v n oud- en iriëtiwmfldifche Koetzen. Het Toneel is in het groot Magazyn v*n Longman, den beroemden Koetzenmi ker, en behaagt don- de naast elkande fteliing van «le meest verfchillenele Modes in beide uiierlten. 16 April. De Paaschmaandag, die voor de Londe- raars van gemenen uanu n-i waneie-nu^eu tn vm«««»nemingen rp het land, byzonderlyk tot wandelingen m Geen ich (waar alleilei veunaakl kheden naar den (maak des Volks (\Greenwicl-fun) plaats hebben) bedeed wordt, was zo ftorm- en regenachtig, dat, behflven de gewone wykplaatfen vr,n den gehieren hoop, Astley, Sadlers-well enz. (waar het ongeluk van het Admiraal Schip, de Koningin Charlote, reeds in geïllumineerde platen te zien was) alleen nog de hefcbouw.ng van het groo Feest overig bleefjdatop de en dag de Lord Major, na dat hy vroeg inProtesfie, vsn alle Weeskinderen van het Kristus Aimhms paar tn n paar begeleid, den dienst in de Kristus kerk heeft byai woord, gewoon is te geven in her Mnniinnhoufe. D'tmaal was be. gk.nsryker, dan by menichengeheugen. Want Co.nbe is, niettegenftaande zyne aanklev-rg aan de Oppofitie-party, algemeen bemind, en onbekiompener dan zyn voorganger. Het Gastmaal was in de beroen de Egyptifche Zaal voor 350 perfonen t>pbedisclrt. In het midden (pysde aan, cue tafel, in de gedaante van een boefyzer, de llord Major rrreï . .... .... j ji j„ u....„„«« ju.,- de tvrajorin, ter weeteizyuc lig nuiiugi.ii van «wm »n ATn,-Fnih TV rvfprrfhik!:en waren het p/ees- tigfte, dat de Allegorie der Zuikerbakkery ooit heeft opgeleverd. Voor de Hoofdperfonen van het Feest ftondt Brittannia op Neptunus-Tritonwagen, enhieldt het Medaillon des Konings in hare hand. Daar ne¬ vens rees ene pyramiae met ae vier mtudun 1» ^-i Zeehelden Howe, St. Vincent, Duncantn Nelfon. Op de Zy afels (tonden Chinefche tempels, waar boven kristallen klokken, waar in levendige Goudvis,cheu zwommen (tegenwoordig een zeer algemeen tafelcieraad by de groten.) De andere tafel w s met Corinthifche kolommen vere'ë d, en daar boven hingen usfehen kleden van zilve gaas , Bloemkrarfen, met het opfchrift: Combe en Overvloed. 'E'- waren meer leden der Oppoiitie-party, Shertdan, Erskine, Tierney enz. daar by tegenwoordig. Maar Fox, dien men ock verwacht hadt, ontbnk. Hy leeft tegenwoordig in St. Anna Hill zeer ingetogen, en fchryft, zo ais men algemeen verzekert, aan ene Engelfche Geicniedenis van de Herftelling (Refauration) af tot den aanv; rg der Franfche omwenteling. Ontrent de geestdrift, waar mede de Brit zyne Cl sfifche Dichters eert, laat zich een befiuit opm km •> daar ree^s tegenwoordig van Malones nieuwe uitgaaf van Drydens Mengelwerken in pinfa, die ^^n—den iften" Mey , den flxrfdag van Dryden, voof ju st honderd jaren, in vier groot o&wo Delen zullen uitgegeven uo-den , geen Exemplaar b Inte- Kemng meer te Krygen jt>. met ajgemene ueenieuui^ «• ordt tegenwoordig een boekjen van den bekenden (Economifchen Schryver Art ur loung, over het tegenwoordig gebrek aan koorn (lvksrh alleen in Lnn- den meer Aardappel-fprmten verwoest worden, dan tot beplanting van 30 akres lands vereischt wordt. Verfcheidene Stads'-Corporatien , in de Graaffcbnppen, hebben aanzienlyke praemiën op het eerde fchep. 1 vroechryve> het gevdg, dat men de Koepokken, in plaats van de Kinderpokken kan irenten, te meer, daar de eerfte de huid] niet misvormen, minder befmbttend voor andere, in verre niet zoo gevaarlyk zyn, ja zei s geen vooi beeld: van derzelver dodelykheid beft at, en xciigaan znargere Vrouwen kunnen ingeënt worden. Genomene, proeven fcheenen hier het zegel aan te hangen, zooj dat, volgens de laatfte beiigten van D . Jenner, reeds; meer dan 6000 Menfchen deeze inenting heoben hndergaan, waar van het gromftt? gedeelte n-, welke, niet vergenoegd met de heuVme uitwe kftlen dier Goddelyke Konstbewc-kirg, de Natuurlyke Imntng namelyk, alle hume kragtcn infpanden om erk die ongemakken en gevolgen, hoe gering in 't algemeen dezelve zyn, door nadere proefnemingen te verminderen,-en, iwe h«mpgcM<\ ge>e-l uit den weg te ruimen. Ik bewonderde ue zen j^Jukkig ee« fiaagde proeven van eenen jenner en Marfi.all'm En. geland, v.an .de Carro te Weenen en Ballnom te Ha» nover, en reikhalsde na;.r gelegenheid, ook. in ons lt.nd , het zelve te beproeven ; waar toe ik in ftaat gefrekl wierd door een eigenhaiidigen brief van Dr. Marf,.a!l te G'.ocesterf hire aan myn vri< nd Dr. Walker, toen te Rotterdam aanwezig, dienende ten geleide van eenige draden, bezwangert met de Koepokftof, waar in zyn Ed. meld, reeds 147 kinde en, wJlc getal in zyne laatfte aan Dr. Jenner tot 433 geklommen is, en onder deeze zyne eigene dogter Jan» Marfhall, met de Koepokken te hebben ing< ënt. Dec/.e bref, my zoo vriendelyk medegedeeld, deedt my alle pogingen in het werk ftellen en het gelukte een voorwerp te vinden om aan deeze by ons gehe> 1 vreemde manier van inenten te onderwerpen. Zie daar den uitflag. H. Batmer, oud omtrent 0 jaren, wierd den 17 October 1. L, ruim 5 maanden na het bevog igen der draden, z nder eenige voorbereiding, met de Koepokftof ingeënt, m. kende F. Duvigneau, Chirurg, en Vroedmeesr. alhier, eene doorklieving der huid van omtient een h; Ive duim, waar in de draad beyogtipd met lauw water wierd gelegd en met een weinig plukfel en pleister bedekt. '• Sntardag 19. Geene rekenen. Maand 21. De randen ontftoken, gecne koorts. Dingsd. 22. De randen z er ontftoken, aanmerkelvke ve.iettering. Het kind bevind zich volkomen uel. Woensd. 23. Heden nagt een weinig koorts , de wond zeer ontftoken en geeft veel etter. De draad is uit de wond genomen en droog verbonden. Donderd. 24. Gcene kooits. De wond in dezelvde taat. Tot 29. dezeh de omfti.ndigheden. 30. De wi nd begint te geneezen. 31. Kort by de wmd verfebynt eene diergelyke ve-zucrirg vergezeld vaneen cigenaartigen reuk, welke zonder eenige middel, n genas. Gedimrende eie ^ erettering ontftonden 'er vnn tyd tot tyd Puisrjens, gevuld met een wateragtig vogt en hebbende een roden omtrek, welke zonder eenige ettermakmg genazen; dan ik zoude niet ftell g willen bcweeren, dat dezelve met de wond op den arm in velband fmnden en als Pokken moesten aangeme kt worden. Wat de ontfteking kot. by de we>nd be* treft, deeze-is ook in de meeste gevallen duor Dr. Marfiaill waargenomen. Os»  C 23 ) Om my nu te overtuigen in hoe verre deeze inenting aan het oogme-k beantwoordde, nam ik het befluit het kind voor de tweedemaal met de Natuurlyke ftof, op de gewoone wyze, inreénten, doch konde, tot myn groot genoegen, gee:.e de minite tekenen der gevatte inenting ontdekken. Geen meerder vermogen heeft de tegenswoordige Epidemie noch de blootitei ling aan Natuurlyke befmetting kunnen voortbrengen. Het vooroordeel tegen de inenting in het algemeen en ugen eene nie: we manier in het b , z' nder, ttelde my tot heden bmtcn ftaat van nadere proefnemingen te doen, te meer daar de inenting met den draad al tyd eene kleene oppervlakkige doorklieving vereischt, het welk de Ouders zo wel als de Kinderen, fchoon ronder reden, affchrikt, en het dus noodzakelyk zoude zyn met de verfche ftof eenige proefnemingen te herhalen; dan ook dit heeft zyne zwarigheden, naardien de eigcnaartige Koepok der Engelfchen by onzen Landman geheel onbekend is, en dat geen het welk men in 't algemeen met deeze naam befempelt eene zeer verfch llende ziekte daarftelt. Dus merkt ook Jenner aan, dat de Koejen in 't voorjaar, wanneer dezelve in de wey gebragt worden en verandering var Voeifel krygen, dikwyls door diergelyke zweren aan de uiers aangetast worden; deeze befmet en ook fomtyds de handen des Melkers, doch op eene minde' hevige wyze, misfen die donkerblauwe coleur, waai door de e.^enlyke Koepokken zoo zeer kunnen onde.- fcheiden worden, zyn met geene roosachtige ontfttking vergezelt en eindigen fchielyk in eene Roof zonder het dier eenige onpasfelykheid aantebrengen. L. Hoogleeraar Brugmans, die onder zyne onvermoeide ri.fporingen der Natuur, zich ook deeze ftof niet heef laten ontglippen, oordeelt van de zeldzaamheid dei Koerokken in ons land het volgende: dat namelyk het hem gebleken is, dat de Overhoef der Paarden (the greafe ) ^n ons land byna nooit dan onder de zwaan. Werkpaarden, en wel voornamelyk te Amfrèrdam onder de Sleepeispaarden gebonden word; deeze nu niet onder de behandeling des Landmans komende, zyn de Koeien buiten gevaar van befmet te worden, daar in Engeland integendeel deeze ziekte der Paarden vry algemeen is. Hev, lligheden op een Pedeft.i vertoonr. Herder zit in ene rustiger maar meêr beduidende, houding: ,—, , ^ . -«a»  C *4 ) fts.n" d;-:n lezenaar , waar aan Dni'schWkl zo rnnm? norr meerder Delen cvr de Humaniiat, atv rriavne een %uü Deel» der //•' Amerika 5 prCt. . 97 a 98 a Keizer 4 prCt. . 54 a 56 dito 4 pt'Ct. . 87J a 38 ciito Coupons. . ■ 49 a ï dito dito met premie. J 96*398 Spanje 5 prCt. van 179S. 5 " ■ 75l dito geconfolid. by Stap- uuo ji pic*. Iu»u- JM*"«- S1"^* horst a 4i prCt. . 65t * 66* dito dito losb. van 1801-7. 8d a 73 Rusland 5 prCt. . 85 * ï ïngdand. Annuïteiten 3 srs^* 8W« ^ónroad.64a dito 4 prCt. • 92 ? 9S§ tcnle!1 • ' 3I* Denemarken, Toll. 4 prCt.göJapS dito Leen en Wisfcib. 4 prCt. 95 a 96 Wisfelcours. dito Kroon 4 prCt. . 93ï*=i94 Op Amerika. . ^^m, lt«2«r'5 prCt. • f5ia62 — Londen. . ' { "V3* dito 4§'piCt. . 57 a 58 — Parys. i . ^ °i* Binnen landsche. Batanffche Republiek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 M PrCt:„. • 1 * p Ct. . . 43|a43§ Dito vrywillig a 5 prCt. óofaói Dito en Recepisfen uit de heffing van 98 a 3lprCt. 50 a 54 Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a ai prCt. 33 a 35 van 1800. a 3 prCt. . 40 a 43 Voormalig Friesland. , \ Refcriptien Losb. 1800. 923a 94 Obligatien a 2 prCt. . 35 a 30 . 1 78 a 79 2 6<5$a67} O. /. Co»?. , 3 58 a 59 Loterya3prCt. 1785 en 86. 44 a 45 4 56a'57 na den Bankgeld. . . —- Vrede. . . 45i a l Relecnbankgeld. . 99? Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Her geral. der Doden, gedurende dc laatstverlopeae Week,, s pe'«e':.',i: te siMj'erdam 206; en te Haarlem zi, ouder *eli i iaatfien 13 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige 'waarnemingen, buiten haarlem. t bako-\ ther-j hygro- streek» lüchtsJU'y .) me- mome-y me- der gesteldl800.) ter. ter- ter. wind. heid. C^cTi 6ÖT" z-w. 9 K 3°" 1 74* — bewolkt, hnide wind. ' £30.1 _S9j z- z- C^TTT 6"4l w.n. w. , , , ) S°' 14 H2 smorgens vroeg lrrde 10 l 30- 2 70 regen; verder bewolkt. HaiMy. m » C3°" 2è 62 Z„W' vnn-midd. bewnft-t; 11 (30. 2i 7' z' v<-der omtrert helder. cjgo. li _J9 £J5L » C30. 1? 64 z-w- 12 < 30. li 70 N-w> wolken. £30. ii 57ï __jrr . rjo- iï 62Ï w. 13 < 30. lï f>7 bewolkt. 30. 2 57 . c30. 2i 62 n. 14 \ 3° 2^ 6% N. W. bewolkt, omtrent helder. Vjo. 3 58 W'b-N- I" s 30 3i 71 n. N. w. omtrent helder. ° 110. 3 1 53 1 »N-w-b-N BEKENDMAKINGEN. * * By P. d. HENGST, te Amfterdam, is te bekomen: PASfGRAPHIE & PASILALIE, eontcnant 1*. les douze regies de la Pafigraphie. 20. Les trois regies de Is Pajtlalie 011 d'une langue univerfelle. 30. Les.Tableaux necesfaires. —. Livre an moyen duquel on peut apprendre en 15 heures & fans maitre ces deux nouveaux arts qui n'en font qu'un , q°.Van de Pafigraphie zelve , waar toe het bovengemelde een Supplement is, zyn nog eenige Exemplaren voorbanden. I In onze voorgaande No. 334- btadz. USff. kol. 2 regel 15. van onderen;, ftaat: Caspeb Joha^nes Valokenaar 't geen had moeten zyn: Ludovic'us Casper Vai.ckenaar.  A°. 1800. N°. 343. NIEUWE alg emene KONST-kh LETTEl-^BODE? VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 25 JUL T. B E R I G T E N. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Het TJtrechtsch Genootfchap van Konsten en Wetenfchappen, op den 11 Juny dezes jaars, deszelfs algemeene vergadering gehouden hebbende, heeft goedgevonden (daar 'er dit jaar, geen antwoorden waren ingekomen) tot een Nieuwe Prysvraag, met uitdoving van de gewone Eereprys van 30 Ducaten, of van een gouden Medaille van dezelfde waarde , die beandwoord moet worden voor of op den 1 Ocïob. 1803, om 'er uitfpraak over te doen op de algemeene vergadering des jaars 1803, de volgende op te geven. „ Welke redenen zyn 'er, waarom de thans gras„ feerende Koortfen van onderfcheidene jaargetyden „ by onze Landgenooten minder eenvoudig zyn dan „ in vroeger jaaren, dat is, of van een ontftekings, „ of van een galagtigen, of van een flymagtigen aart, „ maar veelal meerdere van deeze oorzaaken te ge,, lyk plaats hebben, en welke is de beste weg, om „ in den beginne dezer Ziekten zeker te onderken„ nen, welke van deze de overhand heeft, en uit „ deze onderkenning de veiligfte geneeswyze in te „ rigten? XIV. Deel. Ook befloot hetzelve, de Vraag: „ Welke zyn de beste middelen om de Duellen of „ Tweegevegten voor te komen en te weeren, wan„ neer het gevoelen in een Land heerfchende is, dat „ het fchandelyk zoude weezen, wegens zekere bele„ digingen den belediger niet uit te daagen tot een „ tweegevegt, of uitgedaagd zynde, hetzelve niet aan„ tenemen? en hoe moet zig iemand gedragen, welke „ zig in een dergelyk geval bevindt?. op nieuw voor te Hellen, en wel met uitloving van de dubbelen Eereprys, om beandwoord te worden voor of op den 1 O&ob. 1803. en 'er uitfpraak over te doen op de algemeene vergadering des jaars 1803. Eindelyk werd bellooten een gouden Medaille, ter waarde van 30 Ducaten, aantebieden aan den Schryver der beste Verhandeling over het een of ander onderwerp uit het vak der Natuurkunde, benevens een Accesfit eener zilvere Medaille voor de naastbykomende; moetende deze Verhandeling ingeleverd worden voor of op den 1 October 1801 , om 'er uitfpraak over te doen op de algemeene vergadering des jaars 1803. Verder herrinnert het Genootfchap: i°. Dat op de algemeene vergadering des jaars 1799. D tot  tot een Prysvraag, met uitloving van den gewonen! Eereprys van 30 Ducaten, of van eene Medaille van ] dezelfde waarde, is vastgefteld deze volgende. „ Dewyl liet hedendaags gefchil onder de Genees„ kundige Natuu.befchouvvers, aangaande de zooge„ naamde Patfiologia Humoralis, niet flegts zyn in„ vloed heelt op ele befchouwing, maar ook op de „ Konst-oefening, zoo verlangd men by een naauw„ keurig onderzoek nader bepaald te zien: „ i°. Welke eigenaartige Ziekten of Bederf van ,, vogten en fappen, (die door den fchranderen Gaa„ bius als vitia Humorum abfoluta (in zyn Inftit. Pa„ thol. Med. van §. 268-382) onderfcheidenlyk voor„ gedragen worden) in het Menfchelyk Lichaam met „ de daad plaats hebben en welke flegts denkbeeldig „ zyn? „ 25. Of en in hoe verre 'er zulke Ziekten van eene „ eigene en oorfpronglyke ontaarting der fappen kun„ nen ontdaan ? dan of deze Ziekten der vogten vol,, ftrekt afhanglyk zyn, en voortgebragt worden al„ leen of voornamelyk door de veranderde Levens„ werkingen onzer vaten en vaste deelen. „ 30. Of 'er in de daad Geneesmiddelen, in den ruimften zin genoomen, het zy Evacuantia of alteraraia, van ouds dus genaamd, zyn, die eerder „ of meer op de vogten wei ken, dan op de vaten en f, vaste deelen? indien ja, welke die geneesmiddelen „ zyn, en hoe deze hunne werking Ijcwwcu wuruc ï moetende dezelve beantwoord worden voor of op den 1 Oftob. 1801. om 'er uitfpraak over te doen op de algemeene vergadering des jaars 1802. a°. Dat op dezelfde vergadering beflooten ivas eene gouden Medaille \an 20 Ducaten aan te bieden aar den Schryver der beste Verhandeling over het een oi ander ftuk , behorende tot he: vak der fchoone Konften, benevens een Accesfit eener zilvere Medaille. voor de naastbykoomende; moetende deze Verhandelingen ingeleverd worden voor of op den 1 Octobei i8co. om 'er uitfpraak over te doen op de algemeent vergadering des jaars 1801. • 30. Dat op dezelfde vergadering goedgevonden wa; de Vraag „ Wat licht verfpreiden de nieuwe ontdekkinger „ in de Scheikunde , over de oorzaken v;>n de ver„ fchillende vernevelingen in den dampkring, als Re „ gen, Hagel', Sneeuw, Nevel en dergelyken , ?ls „ mede over die van de Aardbevingen en Bergen? andermaal voor te ftellen, met uitloving van den gewonen Eereprys van 30 gouden Ducaten, of eener Medaille van dezelfde wa rde, om beantwoord te worden voor of op den 1 O&ob. iSo-i. en 'e- uitfpraak over te doen in de vergadering des jaars 1802. 40. Dat op de algemeene vergadering des jaars 1798. tot een Prysvraag, met uitloving van den ge 1enen Eereprys van 30 Duc ten, of van eene gouden M> daille van dezelfde waarde, opgegeeven was de volgende : „ Welke is de waare aart der Dyfenterie of Pers, loop? is die altoos dezelfde? welke zyn hare oor',, zaaken? welke hare teentekenen? welke hare gevol„ gen? welke hare beste gcneeswyze? wat heeft men „ in het byzonder te denken van het nut der opium „ in deze Ziekte? om beantwoord te worden voor of op den 1 Oftober les jaars 1800. en 'er uitfpraak over te doen in de algemeene vergadering des jaars 1801.. 50. Alle Verhandelingen, welke naar den Prys dingen, mogen niet gefchreven zyn met de eigen hand van den Schryver, maar moeten gefchreven zyn met 3s liaud v.n eeu ander, cn in piaats van den eigen naam des Schryvers, getekenel zyn met ce.n zinfpreisk, met by voeging van een verzegeld Billet, hetwelk dezelfde zinfpreuk ten opfchrift heeft en waar in des Schryvers naam en adres zeer duidelyk eigenh ndig. gemeld (taan; ook moeten de Verhandelingen in het Nedcrduitsch, Hoo;,duitsch, Engelsen, Fransch of Latyn, opgeftcld, duidelyk met Italiaanfche letteren ' ;>efchrevcn zyn, en vragtvry toegezonden worden aan Dr. Luchtmans, te Utrecht, Secretaris van dit Genootfchap; zullende de Ve. handelingen , die naa den' «•eireHen tyd gezonden worden, met opzigt van den r'rysj in geeae aanmerking worden genomen. 6°. De Billenen, tot die Verhandelingen behoorende, aan welke een Prys word toegewezen- zullen alleen geopend, cn de overige ongeopend verbrand .worden.. Rotterdam, den 2 July 1800. Heden namiddag vond alhier het gewoon J.iarlyksch Examen plaats,. ■ benevens de uitdeeling van pryzen j door de BeiUm ■ s aaa  C 27 ) aan de Kinderen verrigt, der Schole, welke liet Stedelyk Depaitement der Bataaffche Maatfchappy , ^ nut van 't Algemeen, in den-Jare 179Ó, alhier heeft tot ftand gebragt. Na dat deze plegtigheid , door een der Leden van het Schoolbeftuur, met eene aanfpraak was geopend geworden, zongen de Kinderen een Muziek-Stukje, en werden velen der Leerlingen uit het getal van 104, door den Burger M. Mensing , Schoolmeester van dit Inftituut, geëxamineerd in de gronden der Spel- en Leeskunst, als mede eenigen in de eerfte gronden der Zang- en Rekenkunst: welk alles met proeven, zoo door Toehoorers als Directeuren opgegeven, door de Kinderen werd uitgevoerd; waar op de Befturers de meest gevorderden ondervroegen, in de eerfte beginfelen der Taal-, Aardryk-, Gefchied-, Natuur- en Zedenkunde, gevende de Kinderen alleszins blyken van gewenschte vorderingen aan allen, en byzonder aan hen, die zich verledigden, om, door opgegeven vragen, de Kinderen te toetfen. Hier op werden, door de Leden van het Schoolbeftuur, met onderfcheiden aanfpraken aan de Kinderen, naar hunne verichillende vorderingen, beloonende of aanmoedigende pryzen uitgedeeld ; gelyk ook, aan den verdienstlyken Schoolmeester, een Boekgefchenk, tot eene dankbare erkendtenis voor zynen byzonderen yver, werd overhandigd ; terwyl dit gefchenk, met eene treffende^dankbctuiging van zyn** zvde beiindwoord werd. En daar elf Kweekehngen door'Befturers geoordeeld waren, de School te kunnen verlaten niet alleen; maar ook ieder met een loflvk o-etuiofchrift, omtrent hunne gemaakte vorderingen en goed gedrag, werden hen die getuigfehriften thands met eene hartlyke aanfpraak toegereikt, en deze aanfpraak, door een hunner, met aandoening be- andwoord. Daarna dankte ook een der jongftj Leerlingen, uit naam van allen, met eenige Dichtrewelen, die vervolgens ook, tot eene proef hunner vorderingen in de Zangkunst, door alle de kinderen werden opgezongen; en eindelyk werd alles, door eer der Leden van het Schoolbeftuur, met onderfcheidei aanfpraken befloten. Deze plegtigheid , die nog vergroot werd , doo: eenp Commisfie van drie Leden uit de Municipalitei dezer Stad, benevens derzelver Secretaris, welke de zelve was komen bywonen, en, na derzelver afloop haar genoegen in hartlyke uitdrukkingen betuigde, is niet minder dan in vorige Jaren, tot genoegen der me ni>. <ïie Kyn leven aan de herftellingvan hare ver1 onge'lykingen toewydde Op eens wordt uic elen mond van Masfteu een doordringende fchreeuw ge» 'ïoord; ieder r st op, een eerbiedig ftilzwygen heerscht door de gahtfche vergadering: Sicard verfchynt.... Masfitu is reëels in zyne armen; zyn mond kleeft reeds op den mond zyns Leermeesters: zyne ziel is geheel in de zyne overgegaan: hy neemt hem by de hand, voert hem in het midden van het leergeftoelte, waaide mannelyke Kwekelingen van de fchool terftond met de grootfte drift henen^ fnellen. De grootften omringen dien aangebedenen Leermeester, drukken hem tegen hunne borst eni doen hem op hunne armen fteunen \ de kleinften kusfehen zyne handen , zyne knieën , klauteren, door middel van zyne kiedsren, op- zyne bórst, en op zyn hoofd: hy wordt overdekt met de tederfte kusfehen, met de treffendfte tekenen van liefde, met de tranen van jonge lieden van verfchillenden ouderdom; de mensen ten laatften verdwynt: men ziet niet anders dan enen nieuwen Schepper— Zyne bleke en door zyne lange afzondering uitgeteerde fekken, worden weldra bezield , en met een' vaderIvken blos geverwd; hy wil fpreken, maar dc vexte1 D 3  C s° 5 dering verfincort zyne fiern: hy wil aaa elk zyner Kwekelingen mtdruKkeu, 't geen in zyn hart omgaat: maar allen ftaien hem te gelyk aan, drukken hem aan hunne borst, en ftrfiten hem met liefkozingen: zyne weldadige handen over hun uit te (trekken, hun door rekenen te ve.zekeren, dat hy hen even zeer bemint en allen ene gelvke plaats in zyn hart bekleden Zie daar alles, wat zyne krachten hem toelaten, alles, wat de bedwelming, waar in zyne ziel geftort is, hem kan ingeven Inturfchen , gelyk mets zyn doordringend oog omgaat, merkt hy óp* dat de doofftommen van hét vrouwelyk gellneht, wederhouten rioor de fchaamte, welke hare fexe kenmerkt, zich niet gantfchelyk aan de zielsverrukking durven overgeven., welke in hunne ogen fchittert, welke op hunne lippen zweeft, welke zich in hare bewegingen bedwingt;; geroerd door dezen ftryd der welvoegelykheicl'en eles gevoels, treedt hy voorwaards naar dezelve toe ; aarzelt een ogenblik, ftrekt zyne armen tot naar uit, cn ontvangt hare liefkozingen met dien toGiT, welke febynt te zeggen „moet een Vader zich ,, feliamen, vau'zvne kinderen te omhelzen?" Terwyl deze zedige meisjes haren Onderwyzer de geestbedwelmende vreugde betuigen, welke zyn byfcya by haar opwekt, fpringen de meest geöeffenden der jongens op den tafel van het onderwys, en malen met vurige trekken en ele fhelheid des blikfems, de verfchillende aandoeningen af, welke hen breien. De een zegt den eerften Conful.cn zynen Broederen dank, dat zy hun den genen te rug hebben gegeven, lm wien zy hun zedelyk beftann verfchuldigd zyn: een ander fchetst alle de kwellingen, welke hen gefolterd, alle de angften, welke hen yerlcheurd hebben gedurende de verbanning van bunnen vriend; een ander, wederom, doet opmerken, hoe vroeg oJ laat de deugd en de waarheid over de pogingen dei boosheid zegevieren Eindelyk vervangt Masfiei hunne plaats op de tafel, en, terwyl hy voor de oger der verbaasde Toehoorders alle de diepten der Natuur- en Zedekundige Wetenfchappen ten toon fpreidt zet ene der jonge meisjes op het hoofd van Sican ene kroon van heul- en zevenjaars - bloemen, zinne beelden van de droefheid, waar in zyn afzyn de Kwe kei-neen geftort had, en van ele onfterffelykheid, waa van zyne werkzaamheden, zyn geduld en zyn vernut hem verzekerden. Dit merkwaard!? toneel maakte alle de Aanlcnou wers dronken van die verrukkelyke aandoeningen waar bv de geest twyffelt, of hy meer genoten hebbe dan het hart. De 'toejuichingen volgden zonder oj houden op de traren, en de tranen op de toejuichingen. Nimmer was- Sicard welfprekender, juister-, viiidingvyker; rdle de zielen waren in ene heilige aandrift ontvenkt , veredeld, en als 't ware, donr een beraclsch uitvloeizel buiten zich zeiven gevoerd. — NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN,. AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Gro'otbritannien. Hiflory of the inóculation of ths fmall-pox in Great-Britain, comprehending a view of a 11 the publications in the fubjeEt; with an experimentaal Jnquiry into the re/ative'advantages of' every meafure, which has been deemed necesfary in theprocejs of inóculation. By Will. Woodville M. ü. Vol. I. London. 1706. 8°. .„,.'. Dit belangryk werk bevat ene volledige gefchiedenis van den oorfprong cn voortgang der inenting niet alleen in Engeland, maar ook in andere landen", welke gefchiedenis door den Scbr. uit de beste bronnen gefchept en naauwkeurig voorgedragen is. Vooraf gaat een onderzoek over den oorfprone- en oudheid der Kinderziekte zelve, welker eerfte blyken, in Engeland, reeds voor het jaar 900 voorhanden waren. De gefchiedenis der inenting loopt, in dit Deel, tot het jaar 1752. A. L. ui. Duitschland. Supplementa ad hifloriam Embryonis humatü , quibuS accedunt obfervata quadam circapalat„.„ fJfJm vrnfi milii™A<*>gue iiU medendi rationeni. Aucl. }. H. F. Autenrieth Med. Profr. ïub. Tub.ngèe 1797. 40. Na enige voorafgaande waarnemingen over de lengte van verfcheidene menschlyke vrugten ,- welker ouderdom, bekend was, om daar uit vervolgens uit de lengte ener vrucht tot haren ouderdom te kunnen beflüiten, handelt de Schr. in . ene twede afdeling over de fplyting van het verhemelte by eerstgeborene kinderen , een ongemak , 't geen , volgens hem, ontftaat uit ene te langzame werking- der natuur in het fluiten ener opening, die in zeer jonge vruchten natuurlyk is. De geneeswyzc, door den Schr. voorgeflagen', beftaat in ene drukking, die aan zwarigheden onderworpen zoude zyn. . r4- *+ Z- \ Hiflor ia amphibiorum naturahs et literaria lasctculus primus , continens Ranas, Calamitas,. Bufones., Sa lam an dros, et Hydros in genera et fpecies dejerip- '. tos, notisque fuis diftinctós. AuStor J'oan. Gottlob Schneider Saxo. Jena 1799. 8°. net 2 pi. . . „ c Het oogmerk van den Schr. is dc natuurlyke historie der tweefiagtige dieren optehelderen, door uittrokfelen uit der- ■ zeiver wydlopiee befchryvingen, door naauwkeurige verde- , lingen, en door de ontleedkundige befchouwing derzei ve. , Met dit Stukje heeft hy nu enen aanvang gemaakt, en daar - iu de kikvorfchen, door hem, op 't voetfpoor van Lau- ren~  C 3* ) ïmtt, in 3 gefiagten verdeelt, gelyk mede de falamanricrs en watcrüangeu, behandelt. Wanneer het werk op denzelven voet wordt voortgezet, is het zeker het volledigfte en beste, 't geen men over deze clasfe van dieren heeft. Allgemeines Repertorium der Liter at nr für die Jahre i7qi bis 1795. Erfler Band enthaltend des fyftematifcnen- ■ •verzeicbnisfes in- und auslandifcher ■ Schriften. Er? (Ie Hdifie (Zwevte Abtheilung.) 1799- Beide Abrh. zufammen 98 Rog.'gr. Quart. Weimar ïm Verl. des Industrie-Comptoirs. . D<* uitgever van dit Repertorium, D. Ersch, heelt m deze" tu ede afdeling dezelfde naauwkeurigheid , volledigheid en gemakkeïvkheid, voor het nazoeken, als m de eerfte, in acht genomen. — Behalven de vakken van geleerdheid , welker gefchiedenis in de voorgaande Afdeling vervat is, als de Phi'lologie, Godgeleerdheid, Rechtsgeleerdheid en Geneeskunde, behelst het nu voleindigde eerfte Deel nog de Volgende vakkeiu ., , Wysbegeerte, . . uitmakende 1180 Artikelen. Opvoedkunde, . • 558 Staatkundige Wetenfchappen, 2933 Krygskundige • .2°6 . Dit Werk. 't welk met ene uitnemende zorgvuldigheu bearbeid is, 'heeft ook reeds de toejuiching van buitenland fche en met name van Franfche Geleerden tot zich getr. kken. — L- Z- SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Londen. Wegens het alöm beroemde KabineSchilderycn, van tien gewezen Fïcrfög van Orteans;; leest men in een onzer Kunst-Journalen, dat die vei zamelin" van onfehatbare waarde zich thans in haai eehed In Engeland bevindt. Zy wierd reeds in der aanvang der Franfche Staatsomwenteling , door der bezitter verkogt aan den bekenden Bankier Walkicrs ■ te Brusfel ; van da ïr kwam zy in handen van der Heer de la Borde, en eindelyk in die van den Engel fchen Hertog van Bridgewater , Mylord Carlisle er Gower, die daar voor ruim 40000 Liv. St. zouden hefteed hebben. Zy beftaat in haar geheel uit 296 fluks, meest van Nederlandfche en Italiaanfche meesters. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN. tot den handel en scheep va art, landen veebouw, als mede de huishoukunoe, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Nieuw Engelsch Leersmeerzel. Zekere Edwards* in L-mden, heeft, onlangs, eei plantaartig midd JL uitgevonden» om het Leder enge meen zagt te houden, en voor het beril en te bewaren; in deugd zeer verre overtreffende oly of traan, waar mede men, tot dus verre, Paardentuigen, Wagenriemen, Smits - blaasbalgen , Schoenen en Laarzen en honderd andere dingen, van leder gemaakt, bcfmeerde. Het zelve kan door de Zon niet worden uitgedroogd; het hardde leder word 'er lenig door, en men behoeft het flegts eenmaal intefmeren. Het leêr word 'er ook waterdigt mede, en tegen fchimmel bewaard: waarom de Uitvinder het byzondef aanpryst voor ledren kappen van Fergons, die, neergelaten wordende, in vouwen vallen. Men kun dit fmeerzel bekomen by den Uitvinder John Edwards, No". 25, Bowftreet, Conventgarden. Ëen Pintsflesje kost 3. Schcll. 6 Pence. Pryzen der Effecten. Op Maandag den 21 July 180c, in Amfterdam. Buitenlandsche. 'Amerika 5 prCt. . 97ïa98| Keizer 4 pvCt. . 54 2 55 d.t0 4pi;Ct. . 874 a 88 dito Coupons. . 48 a 49 lito dito met premie. . o6ia974 Sparde 5 prCt. van 1798- 75*&75* dito geconfolid. by Stap- • dito 4.1 «Ot. losb. iooo. fel«9» horst a 4' prCt. . 655 a 66| dito dito losb. van 1801-7. 88 a 3 luslaml 5 prCt. . 84 a § Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 pi'Ct. . 97 a 97! prCt- . • °o d I Jito ü |rCt. . $fgk F'Z'£t S^T* Denemarken, Toll. 4 prCt. 965 a 974 Uto Leen en Wisfelb. 4 pi Ct. y5 a y6 Wisfelcours. dito Kroon 4 pi'Ct. • 9>3$a944 Op Amerika. . . Keizer sptCx. . 59 a 6oJ — Londen. . . ƒ toaioj dito 45 prCt. . 57 a 58 — P&rys. » • % 64 BiNNENLANDSCIIS. Balaaffchc Republiek. i _ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a. Nationale Schuldbrieven a 3 25 pi'Ct. . . 37 a 41 piCt. . . 42{a42| Dito vrywillig a 5 prCt. 595*60 Dito en Recepisfen uit de heffing van 98 a ï| pi'Ct. 50 a 54 Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 25 prCt. 33 a 35 van 1800. a 3 prCt. . 4° a 43 Voormalig Vriesland. Refcriptien Losb. 1800. 92 a 93 Obligatien a 2 prCt. . 35 a 36.' _ 1 7^ a 76^ S 2 64 a 65! O. /. Comp. , 3 555 a 564 Loterya 3 prCt. 178561180. 44 a 45 ' * 53 a 54 ' . - na den Bankgeld. . «. Vred*. » • 42^43i BeSeenbankgeld» - 99 *99*; 1 GE-  ( 3* ) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het eetal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week. is geweest: te Amfterdam 153 i en & Haarlem 16, onder welke laatften 8 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. C baro-i ther- streek luchtsJulv ) me- mome- der gesteldl800. 1 tsr. ter. wind- heid. C 30. 3.| 6,5 w. betrokken, tusfchen l6 g -t'» •— .._ — c30. i 62 n. w. w'ndrig, omtrent be- 01 ) 50 I 66 trokken; 'snamiddags 2 \ r cn tusfchen beide wat-regen. ( 30- ot 59 ■ rtöTÖT 63 " n.w.b.n ' 22 < 30. I 68 n. w. wolken. £30. ii ' 54' 1 — BEKENDMAKINGEN. * * -RFREDENEERT CONSTITUTIONEEL WOOI tWiVS waarin naar orde van 't Alphabet, gevende » SoTSlïwrJèn Burger, ^^^^ ftand , nodig heeft te weten tot verftand van zyne Recht en Plichten , en waar naar hy zich m XZ??%«Lw del, of in 't gemene leven, tegedragen hebbe methaan w » zing der Plaatfen, in de ACTE van STAATSREbLLllNC by \et Bataaffche Volk op den 23 April \7$«**j nomen • benevens in zodanige Decreeten en Bejlmtei Z Z%^rTpZlicatien, Notificaüen en als zedert dien tyd zyn genomen geëmaneerd en afgeko ' died, en welke kragt vnn Wet hebben; door JAN GRE VEN " Met een nieuwe Garmond Letter m groot 06 Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. vo zindalkk gedrukt. Dit onmisbaar HANDBOEK, zo wel voor eikén Burger, als voor een.ieder in enigen Post van algemeen of byzöfder $éftüur geplaatst^ is tot meerder gebruik met een REGISTER der in dit Woordenboek voorkomende Woorden voorzien ; en te Dordrecht by A. Blusfé &Z0011, D. de Vlugt; Amfterdam M. de Bmyn, G.Roos; Rotterdam Wed. .v. Heel, v. Santen, N. Cornel; Leyden M. Cyfveer, D. Dufaar; den Haag Thierry en Menüng; Haarlem Looüjes; Bommel de Meyere; Middelburg Wed. W. Abrahamfen, P. Giilisfen, P. A. de Winter enz.j te bekomen. De prys is flegts 40 Huivers. V Het JOURNAAL VAN BRIEFWISSELING, welks nuttigheid en voordeden door het algemeen gebruik, dat'er van gemaakt word, thans zyn erkend, zó dat men aan de begeerte van allen niet heeft kunnen voldoen; is nu op nieuw in gereedheid gebragt, en van hetzelve een goeden voorraad van onderfcheide dikten, ten pryze van 24, 32 > 4° «• s ot meer, naar elks keuze, te bekomen- te Dordrecht by A. Blusfé & Zoon; Amfterdam Schoneveld, Larde, Marlot, M. deBruyn, Braave, Briët, v. Vliet; Rotterdam D.Vis, Wed v. Heel, Hofhout, Cornel; Haarlem Loosjes; den Haag Leeuweityn & Thierry, enz. NB. Tot nog meer gemak heeft men agter deze nieuwe uitgaaf een gedrukt Alphabeth geplaatst. V Een Stel van Vier Konftige en Plaifante Rotterdamfche Gezichten: Als I. Uit de Leuve-Haven we Hoofd-poort; II. Uit de Maas langs de Stad 111. Draaibrug"; is vervaardigt door K. F. Bendorp, en word uitgegeven te Dordrecht by A. Blusfé & Zoon; Rotterdam Wed. v. Heel, v. d. Dries. Holfteyn, Hofhout, Cornel , Hendrikfen , Groenewegen , Gebr. Brunelh ; Haarlem Bonn en Loosjes enz. Het Stuk kost 18 St., Proefdruk 24 St. en ongelett. Proefdruk 30 St. * * In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Breken, enz. ' Nederduits rh. Freville, Beroemde Kinderen, ifteDL.ia", met pl. - ƒ 1 U|: o Slcdmans Reize na Surinaamen, 3<'e Dl gr. 8». met pl. - 3 . 8 . o " Schatnhotst Militair Zakboek, met pl. gr. 8°. . - 5 - 15 • o »f Tollens Idyllen en Minnezangen, gr. 8°. fchryfp. . - 1 . 10 : o n Barbaz Higenia van Racine, Treurt. 6 . . . - « • - ; 1. IVarte Ransdorp, Tooneekp. 8°. • • • - ; ; , Rothe Invloed van liet Chnstend. 2 nd gr. o . . - 4 • o . o De Bvbel in Dichtmaat naar 't Fransch kl. Form. . - 4 • o • ° r 5 - J HoOgd. '■- Hochc's Reife durch Osnabruck Saterland &c. 8°. . -3:3:° Franfche. i' Traité de la Dysfenteiie par J. C Jacobs, gr. 8°. - 1 : 10 : o '5 Plaatwerken. _ 1- Oeuvres de 7. Chaton chez Joft. • • • • , " 50 ! 0 1 2- Stel plaaten van de Jonker en Berndorp, verbeeldende de _ . fl a-1 Yskruijing voor Gornichem. • ______ - • •  A°. 1800. N°- 344- NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 1 AUGUSTUS. BERIGTEN. G R 0 0 TB R I T A N N I E N. T)e onsrehoorde duurte van het Papier (waar van dVVrvfwlle 40 prCt. gedegen is), die men te LondenP giootdeelsT toefchryft aan de Monopolie van enige grotePapierkopers, die door het Disconto van de Engelfche Bank gerugfteund worden, heeft met alleen federt het begin dezes aars, den prys van alle Tourna en en Tydfchriften merkelyk doen opflaan, £ ook de voornaamfte Boekhandelaars van Londer het befluit doen nemen, om gene kostbare en uitgebreide Werken meer te drukken, voor dat de pryzer van ^ Japier weder gedaald zyn Al wie dus me door ruime intekening gewaarborgd is; 't.geen: vooi zeker hier niet moeilyk valt; (dus kreeg de bekend, taalkundige Wakefield, die onlangs uit zyne gevange nis in Dorchester ontflagen wierd, op zyn Gnekscn Engelsen Woordenboek , binnen weinige weken eei aantal van 2,000 Intekenaren tegen a Gmmes voor eei enkel Deel in 4tn.) of niet door de Oost-Ind. Lom menie, de Admiraliteit of byzondere Asfocianen pn tkrfteund word; 't geen by de meeste, thans uitko mende, Rcisbefchryvingen het geval is, of zyne ge lecrdheid niet weet aan de markt te brengen op d XIV. Deel. Akademie-Drukkeryen- van Cambridge en Oxford!.; moet het geheel uit zyne gedagten zetten, om hans van aanbelang gedrukt te krygen. Uit dien hooide bïvft b v. het laatfte en derde Deel van Beaumonts pStigé Alpifche Reize, en variW; Atotebe ft,,§&n/Wa« van het 4de Deel reeds afgefuireven is, gelyk mede alle de Platen daar voor gereed liggen, tot heden agterwege. Mogelyk is 'er nog geen ftuk uitgekomen, waar in het echt karakter der Ierlanders, die tegenwoordig, wegens de vereniging, weldra hunne gehele oorfproneelvkheid verliezen zullen, zo levendig en juist word afgefchilderd, en dat zo veel opheldering geeft zelfs omtrent de taal en huisfelyke zeden van dit nog weinig bekend Eiland, als zekere kltigtige Roman, welke onlangs, onder den tytel van Castte Rackrent, an ■ Hibernian tale, taken from faBs and marmers of the ' Irish Squires before the year 1782. Londen iboo, is 111 ■ 't licht verfchenen; waar by gevoegd is een afzon. derlyke lyst van Ierfche nationale uitdrukkingen en ■ fpreekwoorden. 1 FRANSCHE REPUBLIEK. Pafys De Eerfte Conful heeft, op voordragt vail ■ het Nationaal Inftituut, aan den Minister der Zeeza- E kcn  ( 34 ) ken last gegeven, om te Havre twee Corvetten uitterusten, voor een togt naar de Zuidzee, onder bevel van den Kapitein Baudin. Deze togt zal dienen, om verfchciden twyffelagtige punten der Aardrykskunde optehelderen , dc Zuidwestkust van Nieuw Holland optenemen, en Europa van allerlei voortbrengzels, uit dien oord , te voorzien. Onder andere Geleerden, zulkn 'er ook enige Sterrekundigen mede gaan, waar toe Ouenot en Ciccolini (uit Romen, een gewezen Malthezer Ridder) zyn voorgeflagen. La Lande geeft by die gelegenheid te kennen, dat'er bezvvaarlyk een derde Sterrekundige zal te vinden zyn, die bekwaamheid en lust genoeg heeft, om zulk ene reize te doen: hy berigt tevens, dat Vidal, die federt een geruimen tyd te Mirepoix zig met Sterrekundige Waarnemingen bezig hield, tot Directeur der Sterrevvagt, tc Touloufe, is aangefteld. De onkngs alhier te rug gekomen Rochefoucauh Liancourt, die zig, gedurende zyn verblyf buiten 'sLands, door de befchryving zyner reize in NoordAmerika heeft doen kennen, heeft alhier, by intekening, een Genootfchap ter Inènting van de Koepokken opgerigt.. Men heeft reeds by het zelve een huis afgezonderd tot het nemen van proeven en ene Commissie benoemd om aantekening te houden van den voortgaanden toeftand der op die wyze ingeente perlbnen; zullende de ivaarnemingen in dezen vervolgens, door de Moniieur en het Journal de Pm-;*, oponiyi* _«» den gemeen gemankt. Deze Commisfie beftaat uit de B. B. Pi nel, Le Roux, Parfait, Montgenot, Guillotin, Salmade, Dousfin Dubreuil, Marin en Colon, nevens de B. B. Delesfert, Clavareau, LaSteyrie, Thouret en Liancourt. Behalven de Inëntingftof, welke het Genootfchap uit Londen wagt, heeft men ook hier om naar Hamburg en Hannover gefchreven. Niet lang geleden is alhier een nieuw Geleerd Genootfchap tot'ftand gebragt, onder den tytel van Genootfchap van Waarnemers QSocietd des Obfervateurs). Het zelve houdt zyne vergaderingen in het voormalig Hotel Rochefoucauh, in de Seine - ftraat. Van de 38 Leden, waar uit de Franfche Akademie, by hare affchafiing, beftond, zyn 'er thans nog maar 15 in leven. 11 daar van bevinden zig in Frankryk, met name: Saint Lambert, Roquelaure, (gewezen Bisfchop van Senlis) deLille, Suard, LaHarpe, Ducis, Target, Morellet, d'Aguesfeau, Boufflers, Gailtard. 4 zyn uitlandig, te weten : de Kardinaal Robatt, Boisgelin (Aartsbisfchop van Aix) Choisfcul Gouffur en de Kardinaal Maury. De volgende zyn reeds overleden: Nivcrnois, de Kardin. Eernis, de gewezen Graaf Bisfy, Scquier (Advokaat Generaal), de Abt Radonvilliers , Mdrmonlel, de Kardin. Lomenié, de Prins de Beauveau, de Brequigny, Lamoignon de Maleshcrbes, de Maarfchalk Duras, C-'iabanon, Lemierre^ Champfort, Condorcet, Bailly, Moutesquicu, Guibert, Scduinc, Rulhicrcs , Florian; Vicq d'Azyr en Barthelemy. Thans is deze Akademie weder als ene vrye Maatfchappy herfteld, met bybehouding van alle hare nog in leven zynde leden. Zy heeft dezer dagen reeds twee vergaderingen gehouden, welken door 7 leden, waar onder Suard en Boufflers by woonden. Tot nieuwe leden zyn verkoren de Confuls Bonaparte en Le Brun, de Ministers L. Bonaparte cn Talleyrand, de Staatsraad Röderer, mee La Place, Fontanes, Garat en anderen. 'Er zyn nog 5 plaatfen open. Polytechnische School in P A r y s. Over de Polvtechnifche School , in Parys, bevat de reis van den Hoogleeraar Bugge (*), in de Deen(rhe taal in het licht gegeven, die, gelyk bekend is^ door het Dcenfche Hof naar Parys' gezonden was» om de raadplegingen over de algemene Maten en Ge- wtgten by te wonen, het volgend belangryk Artikel: „ Deze School wordt in het voormalig Paleis van Bourbon gehouden. De Kwekelingen worden uit de Centraal-Scholen, na doorgedaan Examen in de Arith- metika, Algebra, Geometrie, Trigonometrie en toepasfing der Algebra op de Geometrie, daar in opgenomen. Egter kunnen 'er anderen, als zy de behoorlyke kundigheden hebben, ook daar in komen. Het getal der Kwekelingen bedraagt 360. Zy worden in Brigaden of hopen verdeeld, en tot ieder zaal behoren 'er 20, die onder het toezigt van enen Leermeester en Opzigter ftaan, dien zy onder elkander kiezen» Dc gewone Curfus in deze School duurt drie jaren, en daar mede overeenkomftig is de School in drie af- (*) De Uitgever van dit Weekblad beeft de Nederduit- fche vertaling dezer reize aangekondigd.  C 35 ) afdelingen ondtrfcheiden. De Direaeur van de PoIytechnifche School is tegenwoordig Deshautschamps; hy bezit vele Mathematifche kundigheden; is dikwyls zelf by de voorlezingen tegenwoordig, en heeft hetrlyke gaven, om de jonge lieden in toom te houden. Hy heeft nu bewerkt, dat de Leeraar en de Leerlingen een Uniform hebben gekregen, dat in een geel vest en in een blaauwe frak, met gele knopen, beftaat, waar op de woorden Ecole Polytecnique. Buiten den Directeur heeft de School nog twee Beftuur- ders, naamlyk Lebrun en uermiua, ueme mannen. Enige by deze School geplaatfte Leermeesters bevonden zich in Egypte, toen de Schryver in Parys was. , By de Polyteclmifche School behoort een wel gcfchikte en in goeden ftand gehouden Apparatus van Phylifche Inftrumentcn, die in drie kamers op de derde verdieping ftaan. In het eerfte vertrek vindt men fornuizen en glazen, die tot proeven met de Gasfoorten en andere tot de Chemie behorende dingen gebruikt worden. In het twede zyn meestendeels Inftrumenten, die tot het Mechanisch en Hydroftatisch gedeelte der Phyfiek behoren. In het derde Optifche, Astronomilche, Eleörifche en Magnetifche. De meesten dezer Inftrumenten zyn de zodamgen, gelyk men die by Noliet en Sigaud de la Fond afgetekend vindt, voor het overige zeer goed gehouden en in be- t uïU, „~A„ ™»(1pIH ■Rnrre-lfche Infhumentcn vindt men daar zeer weinig, waar onder ene voortreflykc Luchtpomp was, naar ae ïnutimug v7f>«^. 7.v hadt voorheen met oe vuuciuji^ van .1..,..— — j aan Lavoifier behoort, maar dewyl zy maar een pomp hadt, hadt hy haar tegen ene andere van twee pompen verwisfeld, die de lucht fpoediger, fchoon met tot denzelfden graad, uitpompte. Op de twede verdieping ziet men ene zeer fraai vercierde zaal , we ke voor de verzameling van Inftrumenten en Modellen ingericht is, die binnen kort daar zelfs zullen worden ^D^School befoldigt drie perfonen, die deze Inftrumenten onderhouden, en ook vervaardigen kunnen Deze onderrichten zodanige Kwekelingen, welke daar toe lust en aanleg hebben, in vylen, draaiien, in het omgaan met Inftrumenten, in de manier, om' dezelve te onderhouden enz. Zy heeft ene zeer goede Bibliotheek, omtrent 10,000 banden groot, zynde de voornaamfte werken in die vakken, welke m die Stichting geleerd worden. Deze ftaat voor de Kwekelingen alle dagen enige uren open, en op de TY->r.A,4o,i Aan fw»Tif>len Ata 7.\T TCOrdr vlvhV door hun bezocht ; gewoonlyk vond ik 'cr daar van 20 tot 30. In een byzonder vertrek" zyn Modellen van Machinen, waar onder enigen zeer belangryk en gewigtig zyn; maar ook enigen van weinig beduidenis en voor een gedeelte anderen zeer flecht gemaakt, maar het is ook alleen het begin ener verzameling van Modellen. Men laat door de bovengemelde Mechanici Modellen van nieuwere betere en belangryker Machincn en volkomener initrumenten vervaai uigcu. am. ze Modellen, Machinen en Phyfifche Inftrumenten, hebben mets geKOSt, want zy cyu uu ul »uu!i„ ™anu«r* nf irnnirfflvl-i». of anders verbeurd verklaarde Phyfifche en Machamfche Kabinetten ge¬ nomen. , r, , . j Drie kamers zyn 'er san de Bouwkunde toegewyd. De eerfte was voor het vak der Stereometrie. In de op de Polyteclmifche Schole ingevoerde kunstfpraak, bevat deze ten dele in zich het Steenfnyden (la coupe des pierres) waar over Prezier, de la Rue en anderen geicnreven iicduch, maai uuh Si.m.uLv..)a.v. leer der Doorfnede en der Projectien , waar van de o-ewigtigfte voorftellen door goede Modellen zigtbaar voorliet oog gemaakt zyn. Deze Stereometrie en de befchryvende Geometrie (G defcriptive) worden met veel yver behandeld; in vele gevallen is zy ook zeer nuttig, gelyk by de vervaardiging van Zee- en Landkaarten, Bouwkundirro nn M-jphinpn-rpkpninrrpn enz.: maar ik .oplnnfnotf- thans, dat men daar aan meer tyd en vlyt befteedt, als zy verdient. De twede kamer der Bouwkunde is voor het eigenu\ir Ctoonliniiurpti o-pfrhikr. of vnnr ber maken van bepaalde Figuren, en de bepaling der gedaante, die de Stenen moeten hebben, waar mede men uit der¬ zelver zamenvoeging Poorten, i'ortaten, ueweiven, Bruggen en diergeiyKen maiten Kan. uc __wck.ciwmnocwn vpU?p y.iilkp Modellen vervanrdip-en. en de meesten derzelven waren zeer goed en pasten wel 1 TV- 1 J .rr,11 An op elkander, ue nuugie uci «ïuutncu m-jj van 3 tot de 16 duimen. In de derde kamer der Bouwkunde z et men Modellen van alle Bouw - orden , van gehele Facaden, van Gebouwen, Paleizen, Tempels. 'Er is iemand aan de School, die deze Modellen met veel nauwkeurigheid cn op ene cierlyke wyze vervaardigt. De Tekenfchool is ene zeer fchone lange zaal, waar het licht van boven invalt. Zy is in drie klasE a fal  ( 36 ) fcn afgedeeld. In de laagfte tekent men Koppen, Harden, Voeten enz. In de twede gehele Beelden naar Tekeningen; in de hoogde wordt naar het leven getekend of wel naar fchone Pleister-Modellen, waar van de School ene aanmcrklyke verzameling bezit. Men ziet aan de wanden verfcheiden zeer fchone Tekeningen, die de arbeid der Kwekelingen zyn. (Het vervolg in onze eerstkomende.) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. De waare oorsprong der MoSAÏsche en Christelyke Godsdiènsten , onderzogt, en verdeedigd , tegen derzelver nieuwe ieftryders Dupuis en Volney, door J. F. van Beeck Caikoen, thans Hoogleeraar in de Natuurlyke Wysbegeerte en Wiskunde, te Leyden, mitsgaders Lid van de Bataaffche Maatfchappy der Weetenfchappen, te Haarlem. Eene Prysverbandeling bekroond by Teyler's Godgeleerd Genootfchap, cn door bet zelve in het licht gegeven. Te Haarlem by Joh. Enfchedé en Zoonen en J. van IValré. i8co. In 40., behalven het Voorbericht, 192 bladz. De Franfche Burger Dupuis en zyn Landgenoot Volney geven voor, en tragten aantetouen, de eerfte in zyn Origine de tous les cultes, en de laatfte in zeker werkje, getyteld: Les Ruines, ou MeJieaeiu/c /»/ fr* A'n*; tions des Empires, dat de Kristelyke Godsdienst, zo wel als de Joodfche en Mahomedaanfche, en 111 't gemeen alle Heilige Godsdienst, flegts ene verering der Natuur, en der voornaamfte delen van dit waereldftelfel, vooral der Zon, Maan en Sterren, zy, onder verbloemde benamingen voorgeteld, en dus ook de gehele Kristelyke leer, alleen uit deze beginzelen, door het bedrog der Geestelyken en Staats mannen, even als de anderen ontworpen is. De Leden van Teyler's Godgeleerd Genootfchap vonden (volgens het Voorbericht, voor de Verhandeling geplaatst) in dezen nieuwen aanval op den Godsdienst, ene te gepaste gelegenheid ter bevordering van het eigenaartig doel der Stigting , om haar niet gimftig aantegrypen. Zy zagen niet dan met leedwezen en bekommering, de, gretige verfpreidmg en nadelige indrukken van Schriften, in ons Vaderland, zo blykbaar bet wegnemen van den enigen onmisbaren fteuii van afzonderlyk en Maatfchaplyk geluk, en de uitrooijing van alle Godsdienftige begrippen bedoelende, en bordeelden zich des, zo wel piigts- als gewetenshalven, gehouden, om onverwyld het hunne toetebrengen ter afwending van hei dreigend gevaar in dezen. Tot dat einde bepaalden zy zig iu het jaar 1798 tot hei uitfehryven van de volgende Prysvraag : Is''er goede grond, om, gelyk in een en ander gedrukt werk gefchiedc , de Mofaifche en Christelyke Godsdienstleer voor zoo verre gelyk te ftellen met fotnmige Godsdienstlceren der Heidenen , dat men ze eveneens kan afleiden en verklaaren , uit bloote menfehelyke befchouwii/gen van de Hoofdposen en Natuurlyke kragten des Heelals, of uit aloude verhaalen vhn Sterrekundige verfchynzelen, Mythclogifche overleeveringen en verbloemde bejchryvir.gen van den iovp der Hemelfche ligchaamen ? Van niet meer dan flegts twee Verhandelingen, op deze uitgefchrevene Vraag ingeleverd, wierd de eerfte ingekomene'genoeg voldoende bevonden, om haar door deindruk gemeen te maken, en den verdienftelyken Schr) ver J'. F. van Beeck Caikoen, de gouden Eermunt toctewyzen. In de eerde plaats vindt men, in deze Verhandeling, enenaauwkeurige cn getrouwe opgave der gevoelens en beweringen van Dupuis en Volney, en , na deze opgave, is terecht aangemerkr, dat bet werk van Dupuis meer gefchikt is, voor ene ernftige en regelmatige wederlegging, dan dat van Volney, die hoe zeer, in gevoelens en bedoelingen, met den eerften inftemmeiide, nogthans, ip manier van behandeling, met dezen te zeer veri'chilt , en al te veel bot viert aan zyne weelderige verbecldingskragt en dichterlyke luimen, cm op' gelyken voet, of zelfs op enige andere wyze, dan in zyn eigen trant > met goed gevolg ie keer gegaante worden. De Schrvver heeft zich derhalven vervolgens voornamelyfc ja geheel tot het werk van Dupuis bepaald , en wel op zodanige wvze, dat men de beide beftryders te geljk, en dus den enen in den anderen, ten boudigften wedeiiegd vim!;. Hy toont zeer duidlyk aan, dat Dupuis in het algemeen den zelfden misllag begaat, waar in de beftryders b\zonder van den Kristelyken Godsdienst doorgaans vervielen, door dezen niet uit de echte oorfpronglyke leer des B>bcis optemaken, maar naar het een of ander Godgeleerd famenftel, der afzonderlyke Kerkgenootfchappen te beoordelen, waar door alle zyne redeneringen en bewyzen haar gehele kragt verliezen, en van zei ven komen te vervallen; doch bjzonderlyk volgt hy hem, in drie Hoofdiïukken , van flap tot flap, in het onderzoek zyner drie Hoofdfteliingen, 1. nopens den oorfprong des kwaads, 2. aangaande de leer der Herftelling door jfefus Kristus, en 3. omtrent het leerl ftuk der (zogenaamde) Drieëenheid, waar toe Dupuis den gehelen Kristelyken Godsdienst brengt. Wy zullen tragten, daar wy het tot nog toe voorgedragenc uit het Voorbericht van het Genootfchap ontleenden, onze Lezers met den zaakïyken inhoud der, verhandelde zaken , enigzints nader bekend te maken. In het eerfte Hoofdft. wordt gehandeld,- over het verband van den Kristelyken en Jfoodfchen Godsdienst, met dien, van Zoroasler in 't gemeen en in 't byzonder over de Leer van den oorfprong des kwaads, naar. Gen. 2. ' Wj.  C 37 ) Wv kunnen van alle de wetenswaardige zaken, welke de' ScSver voordraagt, geen gewag maken de algemener verfpreiding der fmetftof, en ontmoet te veel tegenftand, om te kunnen doen hopen, dat dezelve uit eigen beweging alöm zal worden ingevoerd, terwyl het gezag des Wetgevers fchynt te kort te fchicten om dezelve te gebieden: om alle welke redenen dan ook de politieke maatregelen tegen de verfpreiding der ziekte , zq dra dezelve ergens ontftaat-, maar vooral het fiagten der befmette Beesten, tot nog toe van de beste uitwerking tegen deze vrecsfelyke plaag bevonden is. Men weer, dat de grote Hal/er van gene Geneesmiddelen enig goeds verwagtte, om dat de werking derzelve op het byzonder famenftel van bet Rundvee ons nog te weinig bekend is, en dat hy de reden , waarom federt het jaar 1711, in Zwitferland , gene ■Veeziekte geregeerd heeft, toefchreef aan de ftrénge maatregelen, ■velke aldaar genomen wierden, zo dra zich ergens dezelva tan de grenzen openbaarde, en aan het dadelyk doden van liet zieke Vee; men weet dat dit middel reeds door den beroemden Lancifius aan de band gegeven en met den besten uitflag bekroond is; en dat verfchillende proeven, in andere lauden , onder andere in Engeland , genomen , bewy zen , dat in (treken, alwaar het zelve was in het werk gefte d, de ziekte binnen weinig tyd ophield, terwyl dezelve, in andere, twee of driejaren bleef regéren : in één woord, het is algemeen bekend , dat het Aagten der befmette Beesten, verenigd met de gewone maatregelen tegen den in- en doorvoer , door de kundigfte mannen tot nog toe als het enige middel tegen de verfpreiding dier geduchte ziekte befehoüwcli is, eu men kan met reden dcrhalven van de Publicatie van 26 December 1. 1. , tot dat heilzaam, doeleinde geëmaneerd , den besten uitüag verwagten ; ja, fchoon de proef te Heeswyk nog niet alles afdoet, mag men zich echter overtuigd houden, dat het fpoedig ophouden der ziekte, aan deti by gem. Publicatie voorgefchreven maatregel, met de voorzorgen, in die van den ijcen January i. 1. vervat, verbancj.eil{, voornamelyk is toetefchryven ; gelyk het fpoedig verbod vaa in- en doorvoer, en de behoedmiddelen, in de Pubiicatiê van den iodèn January 1. 1. geboden, cngerwyffcid veel hebben toegebragt, dat in Walcheren de Veepest niet langer geduurd heeft, fchoon dezelve waarfcl.yrjbk reeds fpoedl- ger  ( 4o ) per zot gefluit zyn geweest, en minder Vee hebben weggerukt, indien de'Publicatie van den 2ó"lten December 1. 1. vroeger ware geëmaneerd , eu aldaar dadelyk ter uitvoer gebragt. Pryzen der Effecten. Op Maandag den 28 Jmly 1800, in Amfterdam. Buitenlandsche. Amerika 5 prCt. . p-^agüj Keizer 4 prCt. . 55a 5^ï dto 4 prCt. . 875:188 dito Coupons. . 49§a;-,o dito dito met premie. . 00^974 Spatje 5 prCt. van 1798. 75ka75Ï dito geconfolid. by Stap- dito 4§ prCt. losb. 1S00. py a 964 Iwrst a 4} prCr. . 6.5}af>64 dito dito losb. van 1801--7. 88 a 73 Rusland 5 prCt. . 85 a \ Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 prCt. . 97 a 97$ prCt. . . 6a|aÖ3i dito Al pi'Ct. . 95 a 96 Franfche liep. Geconfolid. diro 4 prCt. . 92§a93§ renten . . 334 Denemarken, Tol'. 4 prCt. 961397! dito Leen en Wisfelb. 4 prCt. 95 a 96 Wisfelcours. dito Kroon 4 pi'Ct. . 93|a94£ Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 62 a 64 — Londen. .. ƒ 10:10a 10:11 dito 4i prCt. . 57 ï 58 — Parys. . . ^ 6i| BlNNENLANDSCHE. Bataaffchc Republiek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepislén a Nationale Schuldbrieven h 3 2^ prCt. . 37 a 41 p,Ct. . . 42^343^ Dito vrywillig a 5 prCc. 00 * ooj Dito en Recepisfen uit de heffing van 98 ii ?J prCt. 50 a 54 Voormalig Zeeland. Recepisfen uit dé heffing Obligatien a 2§ prCt. 33 a 35 van 1800. a 3 prCt. '. 40 a 43 Voormalig Friesland. Rercriptien Losb. 1800. 93^94? Obligatien a 2 prCt. . 35*30 . 1 78 a 79 2 67 a 68 O. 1. Comp. 3 58 a 58! Lotery a 3 prCt. 1785 en 86. 44 a 45 ■ ■ 4 55i a 5<5i _ . na den Bankgeld. . . 91* Vrede. . . 45fa45f Releenbankgeld. . 99 a 993 BEKENDMAKINGEN. V HOLTROP, te Amft., geeft uit N°. 8. van de NIEUWE SCHEIKUNDIGE BIBLIOTHEEK ; bevattende Recen(ten van : Natuur - Scheikundige Verhandelingen van DEIMAN , PA ATS van TROOSTWYK , LAUWERENBERGH en VROLIK. — Katechismus der Apothekerskunst, door HERMBSTADT. — Scheikundige Wysbegeerta, door FOURCROY. — Journal der Pharmacie, von TROMMSDORFF, 7ter band. — Verhandeling over de toepasjing der Pneumatische Scheikunde op de Geneeskunst , enz. van FüURCRÖY; medegedeeld door Dr. II. te Amft. enz. enz. N°. 9- in Augustus annftaanden. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 208; en te Haarlem 15, ouder welke iaatften 10 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN haarlem. C BARO-1 THER- STREEK luchtsjUv ) ME- MOME- DER. CESTELDtSOO. ^ TER. TER. WIND. HEID. C 50. 2Ï 65 n. n.W. . f, " 1 5 ... omtrent betrokken, 23 <3°-3 l°> W.b.N. 'Savonds bewolkt. C3°-ji- 61 N' W' S 30- 3* °~3 n. 24 \ 30- 3* 7°i — helder. (7,0- 4 53* — C30. 4 63i n.n.O. wo]ken. .snamiddags 25 < 30. 4* 7a> n. b. O. en 's avonds betrokken. fl 3Q. 4 61 n. C30. 34 63Ï n. b.o. 26 i jo. 34 65 n. n. o. betrekken. C3o- 3 g81 , 00-2 4 64 o. betrokken; 's avonds 27 < 3°- 2i 67' N- helder. (JO- 2\ 49* __~ « C30. 14 65 n. b. o. 28 < 30. Ij 70 n.n.O. betrokken. £30- _59_i_ C30. 1 65Ï- 0. b. z. 29 < 30. Iï 82! 0. b.n. helder. {JO. 2 / 6'! z.0. %* In de Boekwinkel van A. LOOSJES tèz. zyn onder anderen te bekonien, de vuigende nieuw uitgekomen Boekeu, enz. Nederduits ch. De Rybel in Dichtmaat mar 't Fran'cb. . . ƒ0:4:0 G. Ryk Redenvoering in Felfx Meritis, gr. 8°. . . - o : 12 : o Befchryving der Baiaaficbe Republiek in Gemeenten, 8°. by Mortier, Covens en Zoon. . . • -1:2:0 Beknopte Staatsbefclryving der Bataaffche Republiek, geheel eonipl. met kaarten, by d:to. . • • -8:0:0 D:t) zonder kannen. hy dito. . • • .-2:8:0 Stel van de Departeniüntaale kaarten apart, bv d.to. . -3:0:0 Oedenkt'chiiften van Pius de VI. 2de Dl. gr. 8°. . -2:4:0 Christelyk Magazyn N°. V. gr. 8°. . . . - o : 14 : ° Latyn. Speyert van è. Eyk Inft:turor.es Phyficie, 8°. . -2:0:0  A°. 1800. N°. 345. NIEUWE ALGEMENE KONST* en JLETTER-BQBE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FRTDAG DEN % AUGUSTUS. B E R I G T E N. G R 0 0 TB RITANNIEN. JL/onden. In Mey I. I. wierd de Boekery van den overledenen Steevens, die zo veel deel gehad heeft, in de .opheldering en verklaring van Shakespeares Works, openlyk verkogr. Men weet, uit zyne belangryke aanmerkingen, dat hy, by ontelbare plaatfen, in gelyktydige Schriften, de bronnen, waar uit deze grote Dichter geput heeft, aangewezen heeft. Steevens had die werken met grote moeite en kosten, uit alle Boekwinkels van Grootbritannien, byeen verzameld, en men gaf ongehoorde pryzen voor de kleinfle traktaatjes van de 16de Eeuw. Zyn Bibliotheek was niet zeer groot, dog bragt meer dan 3,000 ponden op. Verfcheiden voorname Geleerden hadden naauwlyks hun verlangen te kennen gegeven, om de Oosterfche talen meer in oeffening te zien, dan men tot heden gewoon was, of zy vonden van alle kanten ene gewenschte onderfteuning, zo dat zy thans reeds een Gezelfchap van in de 50 leden uitmaken , die den Haam van The öriental Society zullen aannemen. Onder dezen zyn 'er ettelyken, die twee Oosterfche talen fpreken, en allen bezitten de kostbaarfte Oosterfche Handfchriften, die zy, in Azia zelve, (alwaar de meesten zig een geruimen tyd ophielden} afge- XIV. Deel. fchreven hebben. Tot dit Genootfchap behoren, onder anderen: de Bisfchop van Durham (Barrington) ; de Bisfchop Meath; Sr. G. Staunton; Sr. R. Chain-, bers; Sr. F. Drake; Sr. W. Oufely; de Kolonel Symcs (Schryver van het Gezantfchap aan den Koning van Ava); D. Baird; D. Moodie; D. Browne, Hoogl. te Dublin; Kapit. Franklein (die een reis door Perfien gedaan heeft); H. Browne, wiens reis naar Egypten in het voorleden jaar uitkwam; Ht Moifes; Profesfor Lloyd en meer anderen, DUITSCHLAND cn aanliggende landen. Lilienthal, den 8 July. Door een aantal wel geflaagde waarnemingen, gelukte het den Hr. Schroeter, de omwentelings-tyd van den Planeet Merctirius te ontdekken, welke op enige minuten na, zich juist in 24 uren om zyn As wentelt. Dc overige uitflag dezer waarnemingen, over de natuurlyke geifeldheid der oppervlakte en Atmospheer dezes Planeets is zeer merkwaardig; deszelfs oppervlakte is mede zeer bergachtig, ook ligt zyrt hoogde gebergte in het Zuider-halfrond, en is het zelve in evenredigheid zyner halve middellyn nog iets hoger, dan dat der Maan en Venus. F Iets  IETS oyw de BERGEN - St, BERNARD en St. GOTHARD, De grote St. Bernard is een berg van Zwitferland en Savoijen, tusfchen Wallisfeiland en de Valey van Aosta, aan den oorfprong van de rivier la Durance tn de rivier Doria. Daar is op zyn kruin, die altyd niet fnceuw bedekt is, een Gasthuis, waar deCanonniken zeer beleefd en voor niets alle Reizigers, zonder onderfebeid of zy roomsch of onroomsch zyn, herbergen. Dit Klooster is in de tiende eeuw geltigt van Bernard de Menthon, een Edelman uit Savoijen, die ook een kleiner Gefligt op een lager berg heeft gebouwd, welke berg de naam van kleine St. Bernard gekregen heeft. In ftorm- en nevel-achtig weêr, verfpreiden zich de Geestelyken, zynde reguliere Kanonniken van St.. Augustyn (te Parys onder den naam van Genovifyns bekend), om de ongelukkige Reizigers, die zy horen roepen, te helpen: zy brengen ze naar het Klooster; honden, welken zy daar op geleerd hebben , helpen hen om de verdwaalde of in de fneeuw gezonken Reizigers te ontdekken; hun geblaf doet de moed der Reizigers herleven en ftrekt hun tot een gids als zy nog gaan kunnen. De berg St. Gothard, die de Generaal Moncey overgetrokken is, om zich by het Referve Leger in Italien fe voegen, is een hoge en beruchte berg van de Alpen in Zwitferland, in 't Canton Uri; zynde een deimeest gebruikelyke toegangen om in Italien te komen. Ptolomeus en Strabo noemen hem Adula. Despreaux is hem overgetrokken en heeft hem ook de berg Adula genoemd; 't is een van de hoogde bergen der Alpen , op de grenfen van Zwitferland, van Wallisferland, van Graauwbunderland en van Italien, De jRhyn, de Rusf, de Aar, de Rlione, de Tefin lopen 'er af, gelyk ook enige andere rivieren, die aldaar hun oorfprong hebben. Op zyn kruin heeft men een van de uitgedrekfte gezichten der waereld: op die p!a:ts, waar zich een Gasthuis bevindt, om de voorbygaanden te herbergen, nevens een huis voor Capucyner Monnikken. M. Mikeli zegt, dat de hoogde top van de St. Gothard, 2700 toifes boven de oppervlakte van de Zee uitdeekt; anderen zeggen, dat hy DJaar. 2000 toifes uitdeekt. Op zyn kruin vind men ys, dat zo oud als de waereld is. Deze berg heeft goede Mynen van Christal. De berg St. Gothard, genomen in al zyn uitgedrektheid, bevat, buiten dei] eigenlyken St. Gothard, de bergen Crispais, du Gremfel, de la Tourfche en de Ifogelsberg, die 'er als't ware gedeelten van uitmaken,, Polytechnische School > *** in P a r y S.. (^Vervolg van Bladz. 36".) De Polytechnifche School heeft twee zeer grote ea fchone Chemifche Laboratoriums, behalven een paar kleineren, en enige Mechanifche werkplaatfen. De Directeurs, Opzigters en de meesten der Leermeesters, hebben vrye woning in de School. Ik heb verfcheidene voorlezingen als gast bygewoond, b. v. ene Analytifche van la Grange. Wat deze grote Wiskundige zegt, kan niet anders dan voortreflyk zyn, wanneer hy maar niet al te abftract voor jonge lieden is. Men heeft aan zyne werkzaamheden voor de Polytechnifche School te danken zyne Theorie des fonStions analytiques cvntenant les principes du calcul différentiel, Paris 1798. 40. en zyne Solution 'des equations numériques de tous les degrds, Paris 1797. 40. Van Prony heb ik voorlezingen gehoord over de beweging van het water door Pypen en over de Bronnen. Deze man heeft de fchoonde en duideiykde wyze van voordragen, die men zich kan verbeelden. Hy heeft dezen herfst een Programma zyner Voorlezingen laten drukken , dat een wezcnlyk boek is, dat dellingen, Theorema's of Problema's en de Formulen, waar door deze bewezen of opgelost worden, bevat. Het is ook ene Sciographie (ruwe> Schets) der Tekenen zelf. In het 7de jaar, volgens de Republikeinfche Tydrekening, ving hy enen Curfus aan, waar in hy de Hydraulifche Theorien over het algemeen verklaren wilde; ik heb enigen daar van gehoord, zy waren zeer voortreflyk; doch ik vreesde alleen, dat de meesten zyner toeboorderen (zy waren omtrent 20 in getal) hem niet zouden kunnen volgen., Fourcroy heb ik over de gisting van den Wyn , over; de toebereiding, verbetering en de eigenfehappen van den Alcohol horen lezen. Hy deedt vencheidene proeven, waar by de vlam van den brandenden Alcohol koleuren kreeg, als purper, violet; groen werdt. zy, als hy haar met opgelost koper-vitriool vermengde. Fourcroy's voordragt is fchoon, ordenlyk en duidlyk; misfchien leest hy toch wat te fchielyk voor den be-. ginner. Hy floot met een examen, waar aan hy vol-gens ene zekere orde 8 aio Kwekelingen onderwerpt van dezen waren 'er twee, die voortreflyk antwoordden^ C 42 )  ( 43 ) den, twee anderen antwoordden taamlyk goed, maar de overigen zeer middelmatig. Ik heb Hafctifratz over de Elektriciteit den Blikfem en den Donder horen lezen. Hy gaf tot flot een gefchiedktmdig overzigt der 'onderfcheidene fystema's waar door men de Elektriciteit zoekt te verklaren. De Symmerfche Theorie of het Dualistisch fystema liet hy geheel daar, en nam voor zich de Theorie van Aepimis aan, die in Parys de mode geworden is, fedeit Houy de Verhandeling van Aepinus over de Electriciteit en het Magnetismus heeft overgezet. Volgens zyne mening ontdaat de Donderdag niet uit de Electrifche vonk, die uit de ene wolk in de andere over- faat, en door de daar tusfchen liggende luchtlagen reekt of flaat, maar uit het luchtledige dat voortgebnrgt wordt, naardien zich de dampen concentreren, om den regen voort te brengen; maar op die wyze zoude 'er geen Dondcrflag kunnen plaats hebben, zo de donder niet van regen vergezeld ging. Ik heb ook Haftnfratz over de werktuigen horen lezen. Hy behandelde de Theorie der Schroeffleutels (jnannivellis) en hoe men door dezelve ene rotatarifche en progresfive beweging voortbrengen kon. Hy tekende dit op de tafel af', zonder het door Modellen op te helderen, i fchoon verfcheidene van dezelven in de Verzameling der Modellen van de School zich bevonden. Hy fprak eigehlyk van de enkele, maar egter zonder i het Punt aan te roeren, dat de kragt in de helft van den tyd verloren gaat en onwerkzaam wordt; ik j vermoed , dat hy in de volgende voorlezingen i van de dubbele en drievouwdige zal hebben ge- ] fproken, welker laatfte de voordeligfte, en by de i werktuigen de meest ge bruikbare zyn, wyl by dezen < toch, wanneer zy allerminst werkzaam zyn, flechts j het tiende gedeelte der kragten verloren gaat. Het ] oogmerk dezer voorlezingen over het geheel genomen, ] was het wezen der Werktuigkunde, de praktifche Me- i chanick, en de onderfcheidene wyzen, waar op be- ( wegingen door Machinen tot allerlei doeleinden voort- ] gebragt kunnen worden te leren. Ik heb 'er te wei- i nig ven gehoord, om te kunnen bepalen, in hoe ver- j re dit oogmerk bereikt weidt; maar het fchynt, als < of Hafenfratz de duidelykfte en geregelde wyze van t voordragen niet heeft. Het is ene zeer goede Inrich- < ting, dat hy ieder Decade eens de Kwekelingen om- ] leidt, om hun de Machinen, de Fabrieken, de werk- < plaatfen der Kunftenaren, ei] de winkels der Hand- 1 verkslieden te tonen. Ik ben meermalen by deze Me- 1 cnahilche Excuffien (rogten) geweest. Zy zyn zeer c nuttig, en geven den Kwekelingen denkbeelden, die ; zy nooit in de Gehoorzalen of Boekeryen kunnen opdoen. Het was eigenlyk bepaald, dat ieder Kwekeling jaarlyksch 1,200 Liv. zou hebben, maar deze bepaling werdt gemaakt ten tyde der Asflgnaten , toen 1,200- Liv. in Papier flechts weinig in klinkende munt bedroeg; daar nu de Asfignaten niets méér waardig zyn, krvgen de Kwekelingen maar 200 L. 's jaars, dat intusfehen in het geheel een uit/raaf vsn 72,000 L. maakt. De Minister van Binuenlancifche zaken, heeft ten gebruike van de Polytechnifche School, voor het zevende jaar, de fomme van 394,133 Livr. gevraagd, :n de Regering doet wel, aan deze in allen opzigte 10 heerlyke en voortreflyke Inrichting, die aan den Staat zo vele bekwame eh fchrandere voorwerpen tot ien openbaren dienst levert, kosten te bededen. Dewyl de voorlezingen gefloten zyn, zullen in de volgende maand van dit jaar, in Bruinaire, die Kwekelingen worden onderzocht, die den Curfus hebben loorgelopen, en zich elders na ene der Scholen aan ien openbaren dienst gewyd, b. v. die der Artillery, fortificatie, Wegen, en Bruggen- of Scheepsbouw, :>egeven, of zulke Kimden en Handwerken beöeffe* ien , die Mathematifche en Phyfifche kundigheden /orderen. De tegenwoordige door het Uitvoerend Bewind aangedelde Examinators zyn Laplacc en Bosfut; ie eerde onderzoekt in de Analytifche, de ander in ie Mechanifche Wetenfchappen. De Candidaten worJen afzonderlyk van den Examinator opgeroepen, moeen het opgegeven Theorema mondeling betogen, en. iet Problema op ene zwarte tafel oplosfen, zo dat nen te gelyk ontdekken kan, of zy de gave en vaarligheid bezitten, om zich duidelyk te verklaren. La>lace leidde hen vragen voor van de Series, van de „ogarithmen, van de kromme Lynen, van de Toejasfing der Algebra op de Geometrie en Trigonomerie, van de Differentiaal en Integraal Rekening. Hy Iroeg altyd de vragen met veel duidelykheid en naauwteurigheid voor, maar hielp den Candidaten geheel liet op den weg, wanneer zy of de vraag niet uit het uist oogpunt befchouwden of wanneer zy zich in de iplosfing of berekening vergisten. In een ander verrek examineerde Bas/ut in deMechanie, Statiek, HyIrodatika, Hydraulika, Berekening der Machinen enz. ïeide Examinators hadden een korte Schets van ieier Leermeester der School, over die zaken, die hy net de Kwekelingen behandeld , en hun verklaard ladt, voor zich. Ik bevond, dat de meeste Candilaten in de daad veel geleerd hadden, en van de waarde Problemata uit de hogere Mathefis recht F 2 goe-  ( 44 ) goede rekcnfchnp wisten te geven. Men begrypt van zelfs, dat 'er onder zo vele middelmatigen en enige flcchtén moesten lopen. De Directeur Deshautfchamps verhaalde my, dat Laplace geheel niet te vreden geweest was, en enigen der Candidaten hadden geen getuigfehriften, waar op zv ergens in een der Scholen voor den openbaren Dienst konden worden opgenomen, gekregen. Hy beklaagde 'er zich niet zonder reden over, dat men by het Examen de jonge lieden niet op het fpoor wilde helpen, wanneer zy begonden in de war te raken. Zeker is het, dat een kleine wenk hun zeker zou te recht geholpen hebben. Hebben die Candidaten kennis en verftands genoeg, om zich zulk enen wenk ten nutte te kunnen maken, zo is het een bewys, dat zy de zaken geleerd en ingezien hebben, en dat zy zich flechts in dit belangryk ogenblik dezelve niet in hunne waren en vollen zamcïihaBg erinnerden. Hebben zy daar en tegen niets geleerd en niets bevat, zo helpt hun ook zulk enen wenk niet. Ik zeide Deshautckamps, dat by ons het Examen in de Artillerie, Navigatie, Landmeetkunst enz. deels mondeling, maar ook gedeeltelyk fchnftelyk gehouden wordt, en dat alle zware Theorema's en Próblema's fchriftelyk worden opgegeven, om van de Candidaten fcbriftelyk beantwoord te worden, waar door hy tyd won, om het geheel bewys of de gehele oplosfing te overdenken, alle zyne kragten en kundigheden te verzamelen, en zynen arbeid nu aan deze , dan aan gene zyde , naar dat hy het goed vindt, aan te grypen. Deshautfchamps vondt deze handelwyze zeer goed, en voegde 'er by, dat hy zyn best zoude doen , om dezelve in te voeren. Deze Examina gefchieden in het openbaar, maar ik vond juist niet, dat vele vreemden, en met de Polytechnifche Schole in gene betrekking daande perfonen tegenwoordig waren. De Polytechnifche School geeft een Journaal uit (Journal de l'ëcole Polytechnique) waar van vyf Hukken het licht zien. Zy behelzen gedeeltelyk fchikkingen, die School betreffende, gedeeltelyk het plan der daar in gehouden voorlezingen, gedeeltelyk afzonderlyke Verhandelingen van verfcheidene Leermeesters der Schole. Ook vindt men daar in enige weinige Verhandelingen van de Kwekelingen zelf. Mis - Catalogus op Jubilate 1800. (Uit het Hoogduitsch.*) Sedert de Gedenkfchriften der Boekdrukkunst, is tte Monderrol van de vlyt der Duitfche Schryvers, die in dikke balen cn by gehele vrachtwagens vol tegenwoordig byna alleen Hechts op de Paaschmis (want de Michielsmis zal ras geheel tot niet gezonken z^n) van alle volkeren van den Dintlchen tongval na de grote dapelplaats] aan de Pleisfe aangebragt wordt, uiet zo gedegen en opgc-wollen geweest, dan drmaal. Of het windzucht , waterzucht , of gezond vet en vleesch zy, 't welk de voorhanden zynde boeklichamen tot ene zo buitenfporigc'grootte uitdijen doet, blyft, billyker wyze, tot mergdiepe betasting cn onderzoek, overgelaten aan de welgemagtigde vieeschkeurmeesters by onze geleerde Garekeukens en Reeenfie - Indituten. Zy zullen zich, is te hopen, niet, gelyk eenmaal Zeiis, volgens de oude fabel , door ene, flegts met benen en afval opgeftopte, osfenhtu'd' bedriegen laten. Dat ons enige algemene uitkomdm vergenoegen, waar toe ons dit Boek aller boeken, als ene jaarlykfche Lyst van Zielen, heeft opgeleid. Welk ene wryving in hoofden en handen gaat deze zo ryklyk gezegende Boeken-oogst van 2894 Werken — want zo veel telden wy hier als in gereedheid gekomen artikelen — in ons fchryvend Duitschland vooraf. Immers, wat vooreerst de handen aangaat, die toch zeker by gehele Rubrieken, als by voorbeeld, het Artikel: Romans en Taneelfpelea, oneindig werkzamer zyn, dan de hoofden zelf, was Zy, by gelegenheid van den laatften, zo zeer aan warmtedode ontbrekenden, Winter door de beöeffening van het beroemd Rumfordsch verwarming;-middel door wryving, zeer fterk te befpeuren. Maar den Hemel zy dank, ook de in gevolgen rykere en gezegender wryving in de hoofden is meer dan ooit by deze zo ryklyk uitgedeelde Misgaven te bemerken. Men ziet overal ten duidelykde , deels de poging , om al het onzekere, en kwakzalverachtige van verfnipperde wetenfchappen tot zuivere algemene principien te rug te brengen ,, waar in zelfs-een der Toongevers m dit Vereenvoudiging-werk (*), „ het grote as-punt van kunst en wetenfebap gedeld heeft, waar op de tegenwoordige. Eeuw daat;" deels; en dit is byzonder troostlyk voor het geloof aan de vordering (Progresfiviteit); de door en door lichte toepasfing van dus verre nog altyd in de fenolen opgefloten' Theorien en Leerflelfels, op ,den voordragt van Godsdienst, Rechtspleging, algemene en byzondere Politie, (Economie, Kimden en Handwerken. Nog nimmer heeft een Mis-Catalogus den (*). Schelling, Uier die Jsnaifche allg. Lit-Z.f^il. j  ( 45 O "den pracTrifchcn beöeflénaar voor'Staats- cn ttuis-GSco-; nomie zo vele nieuwë uitzigtcn eft befchouwingen aan-' •gekondigd. Het is deze zyne bykans algemene koleur, dië zich nu zeker op ieder bladzyde in meer heldere en donkere afwykingén, 1'chakeringen en mid-, deltintcn verliest. j ' Deze pdgSï van byna drieduizend Gcfchriften, die een énige Mis in onze fcfoaren brengt, moet den buitenlander ttn hooglten verbazen, bovenal wanneer hem gezegd wordt, dat hier van bykans alle Tyding- en ïntclligenzbladen, gelyk ook de meeste Schoolboeken éji Publicatien met andere ftukken der Regering, volkomen uitgefloten zyn , en dat dc nalezing by de Heifstmis ten minden nog een duizend nakomers opleveren zal. De gehele grote Natie aan de andere zyde van den Rhyn, bragt-, in dc zeven jaren harer nieuwe Tydrekening, gelyk uit een naauwkeurige Straatsburgfclie lyst ten duidlykden blykt (*), niet meer dan 140*7 .fchrif'ten voort," waar van f nog Pampfletten en kinderen van een ogenblik genoemd konden worden. Telt men alle Artikels , die het ten dezen opzigte zeer volledig Monthly Magazine, ieder maand als de nieuwde Letterkundige venchynfels in Grootbrittanje, tot afzonderlyke preken en journaaldtikkcn toe , regelmatig opgeeft van January tot December des vorigen jaars by elkander: zo komt 'er, Muzicken Kunst-artikels 'er by gerekend, nog geen 1,000 uit. Daar by hebben wy Dm'tfchcrs ook gene alles aan zich trekkende, en verilindende Hoofdftad, en verfcheidene kleine Refidentien van een roiddenmatig Vordendom zyn dikwerf vruchtbarer, dan gehele Provintien van een Ryk. Wat kunnen de twee Engelfche en vier Schotfche Univerfiteiten met Dublin op de Britfche Eilanden, of voor de helft nog onvoltooide Centraal-Scholen, in Frankryk, tegen de onvermoeide Schryfjeukte van 38 Duitfche Univerfiteiten voortbrengen, die Justi en Murfinna in hunne fteeds nuttige Annalen optellen ? Alleen in Londen en. enige der grootde Landfteden, vindt men ware Boekhandelaars, de overige zyn of Asfociees, of Uitkramers van hunne voornamer Collega's. Het zelfde heeft in Frankryk nog met groter bepaling plaats. Daar en tegen is in het Noordlyk Duitschland byna geen klein Steedjen van de derde, ja de vierde, foort meer (daar tegenwoordig zelfs Camburg en Königslutter hunne (*~) Journal General de la Liter at ure de France, fubtié par Treutel et Würz (Strazburg) II. Annëe in No. XII. Boekhandelaars hebben) dat niet ten minden een Huis van Boekhandel heeft, dat dikwerf over de duizend eige gedrukte Artikelen te Leipzig op de Beurs der Boekhandelaars brengt; maar in de Steden van naam, wa*ar anders op zyn meest een Hof of Univeifiteits of Schoolboekhandeling bloeide, vermeerderen byna jaarlyksch de Boekhandelaren van betekenis. De tegenwoordige Mis-Catalogus telt 311 huizen van Boekhandel , die enige nieuwe gedrukte artikels ter Misfe bragten. Men kan egter als zeker aannemen, dat zo door 'vervvyling, als door andere omdandigheden nog meêr dan 20 niet genoemd zyn. Het lydt niet den gering(ten twyffel, of dit vertier heeft ook overal den bijhaarden invloed op de vermeerdering der Fabrikanten, hier Boekenmakers. Hoe menig een, wien Melpomene by deszelfs geboorte niet toelonkte, noch ene Lyfrentc op deszelfs inktkoker zette, was nooit in de dagorde (tegenwoordig byna 15,000 koppen flerk) der Duitfche Schryveren en Auteuren opgetreden, zo niet zyn nabuur, de Boekhandelaar ener kleine Stad, die gaarne met vele en welgezochte Artikels makelen en ruilen wilde, de godlyke vonken in hem opgewekc en het armzalig vlammetjcn, zo al niet met wyngeest, ten minden met raapzaad-olie en talk zober gevoed hadt. Maar het zy tot roem der Duitfchers gezegd, dat het hun zo dikwerf tot een gebrek gerekend gemis van nationalen Hoogmoed, dat hun de grootde Univerfitaliteit en de ilerktle deelneming voor al het wetenswaardige van alk befchaafde Europefche Natiën over lang gegeven heeft, en hun tot Opperbibliothekarisfen en Beftuurders van alle letterkundige fchatten buiten 'slands gemaakt heeft, ook in de roêWyke vermeerdering van dezen Mis-Catalogus een aanzien* lyk én gundig aandeel gehad heeft. 'Er verfchynt van Moskovv tot Madrid geen flechts enigermate be-' langryk Produkt van geleerde of onderhoudende Lectuur, dat niet dikwyls even zo fpoedig, als het oorfpronglyke, op zynen geboortegrond in het licht treedt, ook reeds overgezet, en, is het van ene wetenfehaplyken of gefchiedkundigen inhoud, gewoonlyk ook met aanmerkingen en byvoegzels verrykt , te voorfchyra komt. Alleen de Duitfcher is door zyne veelvuldige taalkennis en juiste waardering van het buitenlandlche een waar Kosmopoliet in zyne wetenfchapr en kan hem ook dit by wylen den edelen roest van zekere oorfpronglykbeid afwisfehen, of in oppervlakkige veelwetery veranderen , zo bewaart het ons toch voor diet belachlyke ydelheid , en die ongerymde eenzydigheid, waar door de Franschman en Brit op zyn goed; Chi> neesch gewoonlyk alles buiten zich, genegen is yoo*J F 3, een»  C 45 ) ■eer-of}<■; of ftëkcWindl te bcfchouwen. De nieüwfte iMis-Catalogus levert daar toe de bewyzen in ovei■vl( ed. Het zal den Brit naauwlyksch in de gedachten komen* dat, buiten zyne gelukkige eilanden, ergens ene vei (landiger wyze van Landbouw zou kunn.n worden gevonden. . Verhalen, gdy\i Art/Mr loung in zyne (Economifche Reizen doet, moesten hun nug oreer in dien dwalenden waan bevestigen, en de edeIe Schor,' John Sinclair, toen hy nog Lid der Landbouw-Commisfie was, moest zich laten befchimpen, toen hy verzekerde, by zyn fnel doorvliegen van het vaste Land, ook doelmatige Landhuisboudingen gevonden tc hebben. Men neme de fchriften, die in den vooiliggenden Catalogus onder de namen Riem, F. B. Weker* en PFeisflnbruch, zo ook die, welke onder de Rubrieken Anlciiung en Verfuch aangetekend zvn, en befluite reeds uit deze weinige .proeven, of wy ock niet door eige middelen de trefFelykfte voor(lagen en onderrichtingen in de Landhuishoudkunde kunnen voordragen. Maar wy gaan toch ook gaaine by de trotfebe Britten fchool. De waardige Docter Thaer, in Zelle, die geen tegenfpraak, al kwame zy ook uit de Keizerftad zelve, vervaard kan maken, geeft ons , behalven zyne voortgezette voortreflyke Nedc-Saxifche Annalen der Landwirthfchaft, ook enen tweden bnnd ener Einleitung zur kenntnisz der Englifchen Landwirthfchaft mit Rükzicht auf vervollkomnvng Teu 'c rr Landwirthfchaft. (Inleiding tot de kennis der Engelfche Landhuishoudkunde met toepasfing od de verbetering van de Duitfche Landhuishoudkunde.) door welker overzetting in het Engelsch de Britten zelf zich ongemeen voordeel doen zouden. De Graaf van PoJewils vaart voort ons de Agrikultur Topo*rap>'ien (de plaatsbefchryvingen tot den Landbouw bJtreklyk) van den in Engeland zo geachten Marfhal met zeer nuttige aanmerkingen begeleid over te zetten, en onze Chemifche Letterkundige Scherer levert, uit'de Berichten van het Board of Agriculture, een volkomen overzigt van de gewone en dus lang miü bekende middelen van Bemesting, niet zonder hydraten van Duitfche Beöeffening en Belezenheid.. Naauwlyksch hadt men de Verhandeling van Lasteyric, zo werkzaam in de voortteeling van het Spaansch Schapenras in Frankrvk, kunnen vernemen, of Hubte in Hamburg geeft ons ene overzetting met aanmerkingen en een byvoegiel, dat uit Thaer het open vak der Engelfche Schapen eelt aanvult, cn de Villauraefche Boekhandel is zo patriottisch, dat hy aan brave Bezitters van Landgoede en Exemplaren van het zelve Voor derzelver Boeren, met een aanzknlyk Rabat, aan¬ biedt. Dat wy ons egter ook hier «iet alleen, als trage hommels , van vreemde honig bedienen , bedienen , bewyst een op de::e Mis verfchenen meesterftuk, betreffende de verbetering van de Schapenteelt van Südeküm, ene uit de papieren des verftorvenen, van aile braven nog tegenwoordig beweenden, Graven Harrach, te Wenen in het licht gekomen Anleitung zur Schaaf zucht für die Kaiferlichen Erflanden, en etn nog ander merkwaardig Gelchrift over de Pruisfifche Schapenteelt. Wat hebben de Franfchen binnen kort in hunne Letterkunde voortgebragt, waar op zy trotfeher zyn kunnen , dan op de twee meesteritukken van hunnen onlterflyken Wiskundigen Laplace? Deze Mis kondigt ons van beide overzettingen aan, die boveH het oorfpronglyke de blykbaarfte voordelen hebben. De Duitfche Burkhardt werkt tegenwoordig in Parys, waar hy met de eerfte Mathematici enen roemryken post bekleedt, onder Laplaces oog, wiens Weveling hy is, aan ene overzetting van de Mecbanie des Hemels, waar van op deze Mis het eerfte Deel, by la Garde in Quarto prachtig gedrukt, is uitgekomen. Door taL ryke aanmerkingen heeft hy dit werk, dat eigenlyk Hechts voor de geöeftendfte in de Analyfis bruikbaar is, ook voor een uitgebreider publiek gefchikt, et» zelfs voor de grootde Mathematici van meer gebruik gemaakt; een ware zegepraal voor ons vaderland! Tevens heeft Ide het vroeger gefehiift van dien groten man, de reeds in 1784 uitgegeven. Theorie der beweging van de Hemelfche Lichamen, uit den duisteren voordragt der Franfche Analysten treflyk opgehelderd, van figuren voorzien, en, het geen alleen hier te ftade kwatn, vry bewerkt. Daar en boven levert egter ook Hindenbcrg een nieuw ftuk van zynen Archiv, Grufon een nieuw deel van zyne voortreflyke Aanleiding tot de Militaire Mathematiek; de eerwaardige Kastner zet het. beredeneerd Bericht van zynen Mathematifchen Boekenfchat voort , en ene menigte van kleinere Mathematilche Gefchrifien bevorderen en breiden die wetenfehnp ook uit door oorfpronglyke voortbrengfels. De Engelschmnn en Franschman zetten ook wel Re:sbefchryvingen van buitenlanders over, maar na zo nuttige omarbeidmgen, en vei beteringen, als in den Vosfifchen Boekhandel het Reifemr.gazin, zelfs na den dood van J. R. Foeter, by voortgang oplevert, en als de met deze Mis aanvangende: bibttothek der nettenen und wichtigflen Reifebefchrcibitngcn i( vaar van het .ee-fte Deel al . hc nuttige uit Brown's fAfriknanfche en ll'ilfons Zendelingreis zamenvoegO onder het opzigt van den fchrandcren Sprengel ons hopen  C 47 ) pen doet, is te minder by hun te zoeken, daar de Engelschman maar zeldzaam gewoon is, behalVen zyne Gazetteers en Political Grammar, en de FranschBian,. buiten zyne DiStlonaire Geographique portatif, iets flechts middelmatigs van buitenlandfche volkeren te leren kennen. Twee heerlyk uitgevoerde overzettingen der nieuwe uitgave van Volney s /Egypte, waar toe de Oosterling Paulus, in Jcna, zeer nuttige Byvoegfels geleverd heeft, en van Bourgoins Spanje, waar by 'onze Fifeher, de Schryver der belangryke Reize door Spanje, vele Byvoegfels en Uittrekfels gegeven heeft, bewyzen dit nog duidelyker. Om den wil van zo doelmatige omarbeidingen, waar op het verftand en de vlyt der Duitfchers als 't ware den (tempel der oorfpronglykheid drukten, moet men ook de dikwyls tot het belachlyke vervallende mededinging van buitenlandfche Reisbefchryvingen, die ons ook op deze Mis ene drievouwdige overzetting van Weid en twee van Brown heeft aangebragt, niet zo euvel duiden. Duitschland heeft ruimte voor allen, en zelfs by de Overzetters - fabriek levert de monopolie de flechtfte waren het duurfte. Het vervolg in onze eerstkomende. TEKENINGEN en PRENTEN. , - RAPHAëL-'s Carrons hptinren tót de Eonstftukken , waai van altyd het meest gefproken word. Zy waren voorheen ii Hampton Court: en men weet, uit Walpole's Anecdotei of painting , dat Dorigny, de eerfte Plaatfnyder in zyr tyd naar Engeland verzogt wierd, om ze , op het hof zelve, in het koper te brengen. Thans zyn deze Cartons Ir het Paleis der Koningin, of Buckinghamboufe, te Londen waar men ze, zonder moeite, zien kan. Men heeft zig echter lang beklaagd, dat men ze tot nog toe niet getrouY gekopieerd heeft, vooral, na dat de konst, in Engeland, to zulk ene hoogte geftegen is. Weldra zal tog. de tyd dei ftempel van het verhevene en trotfebe dezer beroemde ommetrekken uitwisfehen, wanneer men niet fpoedig bedagt is em ze door de Graveernaald te vermenigvuldigen. Gribe Lin's Copyen van deze Cartons worden by kenners voo: vlugtige aanduidingen in miniatuur óf by verkorting gehouden , en , fchoon Dorigny zynen voorganger overtroffer heeft, vermits zyne Platen groter en in een betren fty zyn, kan. men echter, zyn arbeid, by het oorfprongelyki vergeleken, voor niet zeer naauwkeurig houden. Zyne Pla ten fchynen naar Pleister- niet naar Schilderwerk, geko piëerd te zyn,.en drukken, by alle hare verdienften, wei nig meer uit, dan de kompofitien van Raphaël. Tban heeft de: Koningin, den. Hr. Hou.owAy, een zeer voordehj bekend, meester.,, verlof'gegeven,.de Cartons,.op nieuw, ii het koper te- brengen;, en.,, vermits het van. bet grootfh belang in dezen is, Copyen te lever™, die den naam van een Fac^pmile, zo veel mogelyk, verdienen, mag hy niet ;a!leen (te ftukken regt hangen, rrnir ook een zbphais op~ flaan, wnar op by ze vlak voor zig heeft. De voJger.de voorwaarden zyn reeds door den Hr. Holloway aangekondigd. I. Dc ftyl der Platen zal in de manier van arceering zyn (Jlroke •engraving'). 2. De Xonftenaar verbindr zig, al zyn tyd en bekwaamheid aan dezen arbeid te befieden, 'wenicheiide der Nakomelingfclnp naauwkeurige kopyen te leveren, die de eer des Schilders en zyne konst zelfs dia nog kunnen ophouden, wanneer tyd of toeval de origirrelen verwoest zal hebben. 3. Van de 7 Platen, zullen vier 2gi duimen lang en 185 d. breed zyn, en drie 33 j d. lang. en i8i d. breed. 4. De Intekenaars bekomen eiie Pi lat voor 3 Guinies: betalende men, by de intekening, 3 Guinies vooruit, waar door de laatfte Plaat betaald is. 5. Elk Intekenaar krygt, by de intekening, een kwitantie, nevens een handfchri'ft, dat hy goede afdrukzels zal bekomen, die door den Plaatfnyder zeiven uitgezogt en met zyn naam ondertekend zyn. 6. De Eerfte Plaaat zal, in 1801, afgeleverd worden en de overigen zo fpoedig, als de aart der' onderneming kan toelaten. 7. Elke Plaat zal den Intekenaar in Kii omflag overhandigd worden. 8. Om het werk zo volledig mogelyk te doen zyn, zal, na verloop van enigemaanden, ene verklaring, voor niet, aan de Intekenaren word?n afgeleverd: waar in men ene Historie der Cartons, ene ontleding van bet konst ftuk, volgens de gronden der tonst, nevens het Leren van Raphaël, verrykt met het egt Portrait diens Meesters, zal vinden. Agter'dit ftuk /.al ook ene Lyst der Intekenaren gedrukt worden. De Inrekening gefchiedt by des Konftenaars Broeder Mr. John. Houoway, at the Bank Capée-houfe , London. NARIGTEN en BYZONDERHEDEX„ TOT DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LANErEN VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISH.QUKUNDE , HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK- psyzen der effecten» Op Maandag den 4 Augustus 180c, h Amfterdam.. B ü I t e N L A N D s c H e. Amerika 5 prCt. . 9?iR98l Keizer 4 prCt. . 57 a 58Ï' • dito 4 prCt. . 874 a 88- dito Coupons. . 55 a 55} 1 dito dito met premie. . o6|ao7} Spatje £ pfjfc »B--lJ» 754* 75? I dito geconfolid. by Stap- ■ dito 4§ prCt.. losb. »8oo. o-,$ayó$; horst a 4i prCt. . ^\s.tA\ dito dito lusb. van 1801-7. 88 .1 74 ! Rusland 5 pi'Ct. . 8f,ia8S Engeland, Annuiteiten 3 ■ Zweden 5 prCt. . 98 a 98} piCt. . .. 63 la 64, ■ dito 4$ prCt. . 95 a 96 Franfche Rep.. Geconfolid. . dito 4 prCt.. . 925a93§ renten . . 35-.- , Denemarken, Toll. 4 prCt.9642971 ' ditoLecnenWisfelb.4prCt.95 a 96 Wisfèlcouis.. dito Kroon 4 Pi'Ct.. . 93**94* Op Atnerito.. II Keizer 5 prCt. . 64jaÓ5^ — Londen. . .ƒ10:10 ■ dito 4f prCt. . 60 f. öi 1 — Psrys, t .. ! Eïn~  Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz. BlNNEfiLANDSCflE. i Bttaaffchc Republiek. \ . . Vb«Mg Oefener) en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven h 3 2§ prCt. . . p Ct. . • 44*M4§ Dito vrywilüg a 5 piCt. 61 a 61; Dito en Recepisfen uit de heffins van 93h 3iprCt. 5° * 54 ,,. . Voonnahg Z^ta.. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2§ prCt. 33 f 35 van 1800. a 3 prCt. . 4° a 43 Voormalig Friesland. Refcriptien Losb. 1800. 93*194* Obligatien a 2 piCt. . 35236 1 794 a 3o 2 68 a 68* O. /. Cor.ip. _ , 3 59*a6oj Lotery a 3 prCt. 1785 cn 86. 44 a 45 i 4 57i*58* n . ,, „„j. na den Bankgeld. . • 92? Vrede. . • 4~*a47* Baleenbankgeld. . 9^99'i STERRE- f.n WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, li fTSU HAARLEM. C tmio-\ THEE- STREEK LUCHTS'Ul>' ) Vil- MOMS- DER GESTELD} TKR. TER. WIND. HEID. ,A )1 _N-°- ':;morg. betrokken, JO < 30. -«1 ?5 > verder omtrent helder. £go-_at 59= — _ ^ 30. 34 64Ï n. o. 31 JC. :! 8l O. N. O. helder. ( 30. 24 65 N. 0. ' Aug.Cjö. 2 682 w.z.w. 1 < 30. 2 81 W. helder. £30. il ^3 n. w._ C30. 1* 694 o. 2 C 30. H 8lï W. n. W. helder. £30. ij 67I z.z.o. _____ C30- 1 72 w£ 3 < 30. I 81 W.Z.W. omtrent bekLr. C 3°- °' 6<5 2. wr. C30. O 71 W. 'smorg. harde wind; 4 ( 30. Oi 661 N> W. voorm. regenagtig; nam. Lg, ! bewolkt; 'sav. helder. C30: li 64 5 \ 30- 2 °"8 W.N.W. bewolkt, windrig. C3o- 24 53 Wr hoeveelheid van gevallen en u1tgewaassemd water, te alkmaar. Gedurende ie Maand July 1800. Gevallen 3 Lynen: Uitgewaasfemd 42 Lynen. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. x Het getal der rvden, gedurende de laatstverlopene Weck, s geweest: te Amfterdam 247; en te Haar/em 14, ouder welke laatften 8 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand July zyn , in Alkmaar , overleden, 66 perfonen, nam. 21 mannen, 26 vrouwen en 19 kinderen, waar onder 1 doodgeb. 10 beneden 't jaar; 3 van 1 tot 5; 3 van 5-10; 4 van 10-20; 9 van- 20-30; 9 van 30-40; 10 van 40-50; 10 van 50-60; 6 van 60-70 én 1 van 7°-8° jaren. I .".-.;.! i 'i', ••, r ï, : ■ •_.•'.<{' < '• .>•! " :; BEKENDMAKINGEN. V In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekoiiien, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. Nederdttitfche. R. Bakker Opkomst, bioei &c. der Stad Delft, gr. 8°. ƒ o - 8 - 0 De ia Harpe Bamewel, Tooneelfpel door Barbaz, 8°. . o - 10 . o I.oo.'s de Dwinglandy, Lierzang-, gr. 8°. . - - o - 11 - o Hoofdbefluurers der MaatCh. T. N. v. 't Alg. aan 't PubhLk wegens de Rerenfie van de Rudimenta. . . - o • 4 - 0 J. H. Campe Handl tot onderw. in den Chr. Godsd. 8°. -0-12-0 J. Kinker Treurzang op Washington, gr- 8°, fciiryfp. . -1-2-0 Afbeeldingen der Artzenygewasfen. VI. Dl. 2de St. 8°. -2-10-0 Latynfche. P. Virgilius Maro. Par. VI. R. ed. Stereot. 180. . .1-0-0 Franfche. Oeuvres de Molière, 8 Vol. 180. Edition Stereotyp. . ƒ 4 - ° - o Jam Racine, 5 Vol. 18°. Ed. Stereotyp. - 2 - 6 - o Boiïeau, 2 Vol. 180. Ed. Stereotyp; . - 1 - 5 - o Fables de la Fontaine, 2 Vol. 180. Ed. Stereotyp. 1 - 1 - o - o Plaatwerken. Gezigten op Rotterdam, door Bendorp, 4 Pl. pr. ftuk - o- 18 - o Monument voor 't Vaderland op 't einde van 1799. . -3-0-0 Pórtrait van Bonaparte naar de Schildeiy van Bacler d Albe ge- gr. door Mercoli . • .• . • 4-10-0 Pórtrait van dito in couleuren, door Appiam , gegraveerd door P. M. Mix. . • J.l) ;i " 5 - 10 - o Monument op Washington door J. Kuyper en Claesfens, prOLfd. . • • • -0-15-0 Catalogi der Biblioth. van Mr. 5. v. d. Cbppelo, verkoüt zullende worden 13 en 19 Aug. 1800. te Middelb. door J. v. d. Sande en Zoon. Boeken enz. van wylen Jacohns Klis, verkogt zullende worden van 18—25 Aug. 1800. in den Haag door de Wed. Klis en Zoon. Berichten. Tafereel van Natuur en Konst, XXI. Deelen, tfgen ƒ 18-:-: compleet of by drie Deelen tevens het Deel ƒ 1 -: -:  A°. 1800. N°. 346. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER.-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VUT DAG DEN 15 AUGUSTUS. B E R I G T E N. BATAAFSCHE REPUBLIEK. X_Jtrecht, den 5 Oogstm. Het Profesforaat in de Rechten aan onze Akademie, onlangs vacant geworden door het overlyden van den Hooggel. Petrus Bondam, ftaat eerlang weder vervuld te wordendoor de komst van Mr. Hermannus Arntzenius, tweden Zoon van wylen onzen beroemden Hoogleeraar Henricus Johannes Arntzenius , en thans nog Conre&or der Latynfche Scholen te Gouda. Mis-Catalogus op Jubilate 1800. (Uit het Hoogditifsch.) Vervolg van Bladz. 47. Duitfche Artzen hebben in Londen en Parys begonnen, door eigene Journalen, de verbazende voortgangen van hunne vaderlandfche Amptgenoten den by zulk ene aankondiging vreemd opziende en twyffelmoedig de fchouders ophalende Britten en Franfchen XIV. Deel. aan te tonen. Maar zy kunnen nog nimmer, door hun kleingeestig vooroordeel en verblinding tegen de verdienden der Duitfchers, zich tot het algemeen gezigtspunt opheffen. Geheel anders handelt ook hier de alles, zelfs het kaf, onvermoeid doorziende, en elk goed graantjen zorgvuldig plantende Duitfche Arts, die byna voor ieder iand een of meer Medicinale Tydfchriften aanlegt, waar in elke nieuwe waarneming en operatie van de daar wonende Artfen terftond bekend gemaakt, beproefd, gewyzigd en tot nut wordt aangewend. Behalven de voortzetting der Hufelandfche Annalen der Franzöftfchen Arzneikunde und Chirurgie > waar van ons de Mis twee nieuwe ftukjens van het derde Deel geeft, verfchynen nog enige Journalen, die alleen aan de Artzenykunst der Franfchen zyn toegewyd, en waar van wy hier maar „ Zadig^ Gekt „ der nuesten medizinifchen Littcratur inFrankrcich" aantekenen. By de bearbeiding der Engelfche Bouwftoffen, in dit vak, waar in wy reeds overlang meer ftandhoudende Journalen bezitten, komt nu ook nog het Phyfisch - medizinifches Journal, nach Bradley und Willich für Teutschland bearbeitet, und mit Original Beitragen vermehrt, van den geleerden Leipziger Arts Kuhn, waar van reeds enige ftukken het licht zien. Zweden wordt voor de Artzen van Duitschland cynsbaar gemaakt, daar Rudolphi „ Sclmedifche Annalen der Medizin und natur Gefchichte"1 uitgeeft. Tot welk een' boom is het in Engeland verachtte Zaadkorreltje G van  ( 50 ) van het Bewegings-fystema van Brom in Duitschland opgegroeid? De namen Franke, Kbschlaub en Markus ftaan 'er ons borg voor, dat niet alleen zucht voor nieuwigheid en om gelyk te hebben by deszelfs wonderbaar fnellc uitbreiding het hoge woord voeren kunnen. Van de eerften dezer drie genoemde Artzen hebben wy ene Toxicologie (Leer der Vergiften) volgens het Brownisch fystema, en het „ Magazin zur vervollkomnung der (jtramifchcri) Heilkunde" van den tweden gaat met rasfe fchreden voort. Ook de in Engeland uitgebreide inenting der Koepokken, wordt in de grote Geneeskundige Scholen van het Zuiden van Duitschland, in Wenen, daukbarer ontvangen, dan elders anders op het vaste land; de veelfchryvende Eycrell gaf ook daar over dit onderwerp zyne bydragen, terwyl de ftoute onderzoeker, Ferro, het uit Engeland gebragte Koepokkenvergift, aan zyne eige kinderen, gelukkig beproefde , en door voorbeelden leerde , het geen de letters niet half leren kunnen. Op deze Mis deeit een Hunoversch Geneeskundige, Ballhorn, de nieuwfte agtervolgde waarnemingen van Jenner en IFoodvillc, over die zaak, in de Inentingshuizen, te Londen, gedaan, mede. Ja zelfs de Hollanders moeten door ene overzetting van hunnen $owden, uit het Hollandsen, over de Inenting der Pokjens, die verdient, zo lang aan de orde van den dag te blyven, als deze helfche Furie nog door gene Pokhuizen en Pokquarantainen geheel "kan verbannen worden, hun geneeskundig penningsken in cle Algemene fchatkist werpen. Doch meesters en knechts zorgden ook voor de overplanting van Dichterlyke voortbrengfels en die der welfprekendheid op Duitfchen bodem, ieder zo goed hy kon, en niemand kan de voordelen ontkennen, die ons door alle deze meer of min gelukkig geflaagde pogingen ten dele vielen. Onder de Grieken waren Xenophon (van de mecsterlyke hand van Wieland in het Attisch Mufeum) Plutarchus en Dio Casfius (het twede Deel der weluitgevoerde overzetting van Peuzel'); onder dc Romeinen Horatius en Cicero de lievelingen; Hartmann gaf een paerellhoer uit het Oosten; twee paar bekwame Overzetfers kampten ieder over Shakfpeare en Cervantcs, welke alle vier als meesters bekend zyn; Kofegarten plukte de fraaifte bloemen, die onlangs in Engeland zich ontwikkelden, voor zyn Britsch Odeon, en Griesz geeft ons ene dichtmatige overzetting van Tas/o, waar van de vroegere proeven tot ene algemener verwachting recht geven. Intusfchen merkt men met genoegen, dat zich de Duitfcher fteeds minder by deze voortbrengfels van vernuft door het uithangbord der buitenlanders laten misleiden, en ziclt tot ónverantwoordlyke papierverkwisting en tot het overbrengen van die alledaagfche en Hechte voortbrengfels daar verleiden, waar hy zelfs te huis ryker is, als de van hem lenende vreemdelingen. Men kan daarom naauwlyksch zonder lachen twee weder-overzettingen van de Pizarro opmerken, en dit flegts daar door verklaarbaar vinden, dat ene Overzetfter te Londen vermoedlyk dezelve, als ene goede taaloeifening, bearbeidde. Wanneer dus uit al het dus verre gezegde zo veel blykt, dat, onder den talryken opbrengst der tegenwoordige Mis, misfchien een zesde deel flegts toegeëigend goed "der vreemden en geen binnenlandsch product is, zo moet toch de wyze, waar op de Duitfcher op deze buitenlandfche en ingevoerde ftoffen het zegel van zynen geest drukt, ook hier nog in de balans tot ons voordeel tegen den buitenlander beflisfen en ons zelfs daar door hoe langer hoe meer boven alle Letterkundige Volkeren dien voorrang verzekeren, dat wy in de volle bewustheid van onze eige kragt en vruchtbaarheid egter gene bloem- of vruchtlanden buiten 'slands ongefpit of braak liggen laten, en meer uit goedaartigheid dan uit verkeerde zucht van navol-, ging alle verdienden, al zyn zy ook nog zo klein, zonder vooroordeel en zonder Staatkundige afzondering, zelfs in onze vyanden, hulde willen doen. Reeds lang befchouwden vérftandige waarnemers den Leipftger Mis-Catalogus niet alleen als de werkzaamfte Telegraphen , waar door Weidmwnns Erben en Graf alle beminnaars der Duitfche fpraak, van Kopenhagen tot Pesth, van Brcslati tot Smtsburg, de nieuwfte letterkundige werken, met den grootften 1'poed aanduiden, maar ook als een' nuttigen en zeldzaam bedriegenden maatftaf, die de zedelyke opheldering of verduistering, de verhitting der hoofden en verkoeling der harten, in deze en gene oorden van ons Duitsch vaderland, en in zekere vakken, duidelyker aanvvyst, dan Lues Eudiometer en IFedgwoocfs Pyrometer de veranderingen aan den hemel en in den fmeltoven. Ook dit in het- oog houdende, zal men ontdekken, dat deze Mis-Catalogus voor allerlei befpiegelingen ryklyke ftoffe aanbiedt.- Hoe komt het, dat liet verachtlj'kst en leugenachtigst fchandfehrift tegen de eerwaardigfte namen in en buiten Duitschland, BarrueVs Gefchiedenis van het Jacobinismus, welks aangeboden overzetting verfcheidene brave Boekhandelaars, in Leipzig en Berlyn, met verachting afwezen, egter, in Hannover overgezet, in het licht verfchynt? Maconi's Droomboekjen, waar in men ene zeer gegronde aamvyzing krygt, hoe men de gelukkig-  C si ) ki«fte Nommers in liet Letto krygen zal, beleeft op deze Mis in ene Duitfche overzetting uit het Italiaansch — want over de Alpen komt alle Lotto-ellende ons toe! — zyne zevende uitgaaf by Stage, in Augsburg. In een der laatfte bladen van de Londenfche St. James-Chronicle wordt, met drie uitroeptekens aan het einde, verhaald, dat zo even een Auteur in Berlvn, K Delen in Folio, tegen den Huwlyken- ltaat, geicnreven neeit. .ccn ïpuivugei ^— waarfchynlyk met opzet deze verandering van formaat veroorloofd; want 'er kan toch niet iets anders mede bedoeld zyn, dan de zo geliefde en geprezene Gynseologie of over de Maagdom en Byllaap, Liefde en Huwlyk, waar van het 15de bandjen in Octavo op deze Mis daadlyk verfchenen is by H. Oehmigke de jonge, in Berlyn, by wien ook „ Liebe und Genusz' in 4 Deeltjens, als Supplement, van de bovengemelde Gynceologie het daglicht aanfchouwd heeft. Vraagt men waar „das geheime Kunstkabinet der Liebe, oder vorfchriften , unf ruchtbare Weiber fruchtbar zu machen, und Receptc für fchwangere Frauenzimmer " op deze Mis is uitgekomen? zo zegt de Mis-Catalogus: in Berlyn, en zekere fporen brengen ons op het vermoeden, dat dat Venetië, waar volgens de Mis-Catalogus de „ Ehestands Arzt für fchwache Mdnncr und unf ruchtbare Weiber" uitkwam , niet verre van de boorden der Spree gelegen is. Zeker zyn zulke voortbrengfels meer dan alle Thelyphtora, en aanbevelingen der Veelwyvery tegen den Huwlykenftaat ingericht. Als bvdraee tot de 76 Almanachen voor het jaar 1800, io-e Michiels-Mis fchonk, ver- fchvnt tegenwoordig eerst nog de „Mainzer Landli urms Almanach" te Frankfort aan de Main, waar Bronner ook ene nieuwe oplaag van zyn Planeetboek aankondigt. Wil men weten, waar op deze Mis de „herrlchaftltene zuner octxei ie *iygeii *y ■ ^ ««« r.~^\~«..« ontujnnivlr • tf Wenen bv Antonius Dolt die ook by het vruchtbaar artikel der Romans, 12. fluks (! ) Oeest - en Keciouien - tuneicn , wadi unuu „das Presburger ocniozsgejyenn, „ 1*0/ w#» tiievra en der Zwerg von Löwenthale" zich bevinden, geheel heeft afgeleverd. Waar kan ene Dramaturgie der Vorftadttheater verfchynen en gelezen worden? In Wenen. En het „Alphabet edler Vcrgnügungen? In Wenen. Wenzcl heet de Schryver, in wiens zeven onderfcheidene Artikelen, die allen ditmaal ter markt gebragt werden, men byna een volkomen Encyclopedie van het Leven en het Genot vinden kan. Over neucrungcn (nieuwigheden) onderhouden in dezen MisCatalogus elkander de Pastoors en Schoolmeesters in Keur-Saxen. De Super-Jntendent D. Merkel, in Chemnitz, geeft zyne Gutachten contra allgemeine Backte für die befondcra"; „Jefus der treue Haus- undKirchen Engel" drukt Schops, in Zittau, 3 mylen van Herrenhuth! Maar wie zou niet tot het nemen van hoger ftandpunt zich met genoegen opgewekt gevoelen, zo dra zich overal zo duidlyke en het hart verheffende fporen der zegepraal van Qromwdes over Artmanius openKni-Att 9 Fm m>mv lirht ffincr met den lanp- verkoze- nen, geliefden, Maximiliaau Jofeph , voor een der minst bedorvenen , Kragtigttc , uuiuenc vuikmihiumen, den Beyerfchen , op. Zelfs deze Boekenlyst draagt daar van voor hem, die ze weet te vinden, de onlocfienbaartte kenteKenen in menigen tyiei van een boek. Drie zeldzame mannen, die eens in Diilitigen tot enen zegen voor een geheel oord werkten , de geestlyke Raden, Sailcr, Weber enZimmer, verenigt, tegenwoordig, het fpoedig weder bloeijend Ingoldadt in het getrouwst Geestelvk verbond. Den naam van den edelen, na 5 jaren ramps nu weder 111 voile wel^„„.,,v,l,,r.;,:1 TPUi-an-rpn. Sailcr. zal ieder met verüenoe- gen ook in deze naamlyst voor meer dan een Artikel lezen. De heldere, aues, wat uit zyne pcu mhui., opklarende mutjeneue, iu munuiuj, «.vui ^-<. Beyeren ene proef van ene bevatbare voorftelhng der Kaïitiaanfche Philofophie (hier waarlyk geen uithangW,A alleen) en ene proeve van de Statlerifche - Antikantifche Bovennatuurkunde. Ene kleine aanfpraak, ' 1 r. r..~ i„ . 1 —11 — a~ waar meue ny zynen uurius upenue, wai ^uneu uc Clir\1pn \rnnr c\p ix/npi-plrl 7\in ? u7üs vnnr dp7P frrorft naamlyst te klein, en egter bevat het gouden vruch¬ ten op ene zuveren icoorei. wie zaï zien mei vciheugen, als hy weet, dat dezelfde Weiier, van wien deze Mis-Catalogus drie Gefchriften vol vrolyke hone en uitzigten over de veredeling van het opkomend £«■ 5Vl.„'ut h A-,„+ *o,rp„„,™,.,i;^ Smawn JViemcneiigenaeiiL Atheïsmus komen nog gedadig Antwoorden in, terwyl zyne ,, Bcfliainiung des Menfchen'''' by grote getalen na Kopenhagen en het Katholiek Duitschland ontboden, en zyne Wetenfchapsleer , zelfs ter plaatfe van zya voormalig verblyf, door den Expater Schad, in ger fchrift en lere moedig wordt voorgedeld. Rcinlio.'d en Jacobi fchryven brieven aan hem, maar de, diepdoordringende Jean Paul bedrydt hem met de gevaarlykdc wapens in zyne Ciavis Fichtiana, en deZueedfche Thomild vernietigt dat vernietigen'ie door de hoogde vernietiging in zyne Archimetrie. Ouder de namen Jacob, J'ördcns en Kri/g, vindt de Hef hebber onlochenbare. bewyzen van ene redelyk cn verftandig gebruik der Critilche Philofophie, en vergeeft daarom gaarne de dwalingen der Schryveren, die zedenleren voor kinderen, volgens de Kantifche Philofophie , fchryven, of, gelyk Stage, de Mythologie de: Romeinen tot ene algemene gronddelling te. rug brengen (*) Schelling, in die Allg. Lit. Z. f. 30. G 3  gen wil. Van derzelver toepasfing op de Natuunve tenfehap, verfchvnt een Mecsterftuk in Schelling'. Syjtem des tranfcendentalen Idcallsinus." Zyne na tuurphilofophie heeft, gelyk hy zelf verzekeit, op dc nieuwe dynamifche loopbaan, waar op zy onlangs ge bragt is," niets geringers ten oogmerk, dan voor alk verdere nafpeuring der natuur, de algemene Princi pien, en de geleidende Ideé'n daar te (lellen. Ter wyl hier zo ver gegaan wordt, vaart men in Kopen hagen, Wirzburg en Leyden voort , met voor der goeden Kant Latynfche rokken te fnyden, en de oud( Bleken- Generaal, Nicolat, maakt een nieuw allarn door „ Schwab's Vergleichung der Kantifchen und Wol fifc \ en Philofophie." (Het vervolg hierna.') SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Het Borstbeeld VAN DEN Aartshertog Karel. bearbeidde de Hertoglyke Wirtemberger Hofbeeld houwer Profesfor Dannecker, reeds in het jaar 1797 De aanzienlykfte perfonen uit de K. K. Armee, ver baasd over de eerfte en gelukkige proeve van der Kunftenaar: om het Pórtrait van dien Held uit he "eheugen te ontwerpen — verenigden zich toen 011 hem tot de roemryke onderneming aan te vuren, on het Borstbeeld naar de natuur te voleindigen. Hunni voorfpraak verfchafte hem ook weldra de fchoondi gelegenheid, om, in dezen, ene den groten Kunde naar waardige onderneming te voltooijen, en de vnen delykheid van den Aartshertog maakte de bereiking van dit oogmerk in vele opzigtcn gemaklyk. H; fchikte zich geheel naar het verlangen van den Kun ftenaar, en liet zelfs, toen hy de laatfte maal geze ten hadt, vragen, of hy het nog verder nodig hadt. Hoe, by zodanige omftandigheden, een Kunftenaar wiens verdienden wyd en breed bekend zyft-, en zelf' aan den Neva vereerd worden, gedaagd moet zyn laat zich gemaklyk begrypen. Zyn beeld fchynt he twede levende Origineel te zyn; en om de befchei denheid en verdienden van anderen , die het zelfdi voorwerp ook gekozen kunnen hebben, niet te bele digen, zo zullen wy niet meer zeggen, dan dat he tot de beste, ja de allerbeste afbeeldingen, die dei Aartshertog voordellen, mede behoort. Met dezelfde vlyt, waar'mede het Model bewerkt geworden is, en met de altyd even fterke genegenheid voor het geliefd beeld zelve, is het nu in cararisch marmer overgebragt, en federt kort voltooid geworden. Het laat den kenner en liefhebber niets meer verlangen. Alle delen , niet flechts de characterizerende, maar ook de belangryke fyne bytrekken, -rb die zo ligt uit een Pórtrait agterblyven — zyn hier met ene onuitfpreeklyke waarheid overgebragt. Het beeld gaat tot den borst, en is aan de zyden en beneden vlak afgefneden, in den fmaak van dé Termen der Ouden. De haairen hangen in Iosfe kleine lokken op den nek; de hals is ontbloot, en met een fraai gewerkt harnas omgeven. De kop is levensgrootte; maar de gantfche hoogte van het borstbeeld is 15 — de grootfte breedte n Paryfche duimen. Van het zelve zullen Pleister-afdrukken gemaakt worden , en wordt daar op tegen 3 Kronenthaler of 4 Rthlr. ra gr. Saxisch in de Cottafche Buchhandl. te Tubingen ingetekend. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Te Philadelphia zyn Statistifche lysten in 't licht gekomen, welken, byaldien de opgaven, daar by gedaan, juist zyn, blyken opleveren van enen buitengewonen aangroei in de publieke welvaard der Amerikaanfche Republiek. Volgens deze lysten bedroeg, in het jaar 1790,. de bevolking der gezamentlyke Noord-Amerikafcne Staten 4 Mill. Inwoners ; men telde toen nog maar 30 Mill. acres aangebouwde woeste gronden : Koopvaardyfehepen tot 400,000 tonnen, met 25,000 Matrozen op dezelven, en 8 Mill. Dollars omlopend geld. In 1799 telde men 5 Mill. Inwoners, Koopvaardyfchepen tot 1 Mill. tonnen, met 70,000 Matrozen, en 16 Mill. Dollars in omloop. <' Londen. De Maatschappy ter aanmoediging van Konden, Fabrieken en Koophandel, alhier., die reeds, federt hare oprigting, 40,000 P. Str. aan Premien heeft uitgedeeld, maakte, volgens gewoonte, tegen het laatst der verlopene maand Juny, de nieuwe Premien bekend, die zy voor dit jaar uitloofde. Dezelven zyn niet minder dan 248 , en in 8 klasfen verdeeld. 1. Voor de beplanting cn landbouw. B. v. voor geplante Eiken, Spaaniche Kastcnjes, Lorken, Dennen, Vrugt- t t 1 C Si )  ( 55 ) Vrugtbqmen, Weiden enz. Voor het aanwyzen van de beste manier om Tarwe te zaaijen; voor de ontdekking en kweking van zeker foort van Bonen, die voor Augustus ryp worden; voor de beste manier, om, by nat weêr, hooi te bouwen, en koorn in te oogden: voor het kweken van de echte Rhabarber-wortel. 50 Üuinies voor de meest voldoende proeven, waar door men naauwkeurig de bedanddelen van een akker kan veranderen en ondekken ; een gouden Medailje voor de beste wyze, om niet minder dan 20 morgen lands van de Zee intedyken; verfcheidene premien op het doden van fchadclyke infekten; voorts wordt ene gouden Medailje uitgeloofd aan den genen, die, in het jaar 1800, de meeste huizen voor arme dagloners en landluiden bouwt, met by voeging van 2 morgen bouwland. 2. Voor ontdekkingen en verbeterde methoden in de Scheikunde, in het Verwen en in de Mineralogie; voor Engelfche Barilla; voor het trekken van Zuiker uit Syroop; voor de beste wyze om drinkwater op Zee goed te houden; voor het zuiveren van zout- of bedorven water; hoe men grote Fabrieken, waar by veel Steenkolen gebruikt worden, van rook zuiver kan houden: 30 Guinies of ene gouden Medailje voor lichten uit harts, of enige andere zelfdandigheid, die beter koop zyn, dan fmeer: voor ene manier, om het olieagtige uit Ganzen-vederen te halen; plaatsvervangers voor Gist, of ene nieuwe manier om die te ma- kcaj voor fterke dranken, van gevvunc kragt, uit pro- dukten, die voor menfchen nog vee tot voedzel dienen; voor Engelsch yzer, het Zweedfche en Rusfifche evenarende; een plaatsvervanger voor Iootwit om over te vernisfen;. een glafuur voor aardwerk zonder loot; 50 Guinies voor een kompofitie, die weinig kost, om yzer voor het roesten te bewaren; voor Engelsch opium; plaatsvervanger voor teer. 3. Ter bevordering der fraaie konden. Hier by worden , in de eerde plaats, Medailjes uitgeloofd aan kinderen van den hogen Adel voor J?ortraiten en andere Schilderyen; vervolgens aan andere lieden en eindelyk aan Kondenaren in 't algemeen, voor afbeeldzeïs in terra Cotta en gips, gelyk ook voor Historie Schilderdukken. 4. Natuurlyke Historie. 50 Guinies worden uitgeloofd voor de Nat. Historie van het een of ander Engelsch of Wallisch Graaffch?p. 5. Aanmoediging van Fabrieken. Zyde; ene Machine om Zij te kaarten; klederdof uit 'hennipdelen: pitten voor kaarsfen en lampen uit dito, of enige andere Engelfche dof, in plaats van katoen; voor papier uit ruwe planten (20 Guinies voor 10 riem) enz. 6. Voor Mechanifche uitvindingen; voor een goedkoop en draagbaar Tranfit-werktuig, waardoor men de Geographifche lengte en breette ener plaats kan vinden , (de gouden Medailje of 40 Guinies); voor het vangen van Walvisfen met Kanonharpoenen ; 40 Guinies voor het uitvinden van een kleine Molen, ten gebruike van een Kerfpcl of een enkel Huisgezin; 50 dito voor ene Machine om Ertg uit de Myneu optehalen ; voor een ander om Water uit een diepe put te fcheppen ; een dito om Ticheidenen te maken; voor een nieuwe en gemakkelyke manier om rotfen te klieven; voor de beste methode, om ongelukken voor te.komen, in gevalle de paarden voor een rytuig op hol raken; 100 Guinies voor Kruidmolens, die niet ligt fpringen kunnen (zelfs enkele proeven en verbeteringen zullen beloond worden); 100 Guinies voor de ontdekking ener Steengroeve in Grootbrittannien , welke Molendenen oplevert, de Franfchen in deugd evenarende; voor ene betere en onkostbaarder manier , om vertrekken te verwarmen, waar in Vernisfers, Lakkeerders enz. werken. 7. Ten dienfte der Britfche Kolomen. 100 Guinies voor 10 Notemoskaten, die in de Engelfche WestIndien, of in de Britfche Koloniën in Afrika gewasfen zyn; dito voor Kaneel, Nagels, Broodvrugt en Kali; dezelfde premie voor het aanleggen van cen Botanifche Kruidtuin, ter grootte van 5 morgens, opeen der Bahama Eilanden. 8. Ten nutte van de Engelfche Oost-Indien. Voor den invoer van een Baal Katoen uit Bhaugii'lpore (NB. Uit deze bruinagtige Katoen word de echte gele Nanking gemaakt); voor Annotter of Orteans (Roucou, Bixa Orellana )'in de Oost- Indicn geteeld ; voor ware Cochenille uit Oost - Indien enz. Gene Buitenlanders kunnen , gelyk men ligt kan naargaan, naar een prys dingen. De Hertog van Norfolk bevindt zich aan het hoofd van dit Genootfchap, en deelt, in eigen perfoon, op eiken laasten Dmgsdag in de Maand Mey , de premien uit. Pryzen der Effecten. Op Maandag den 12 Augustus 1S00, in Arafierdum., •Buitenlands cue. Amerika 5 prCt. . orfaotff Keizer 4 prCt. . <5-> a 61J dito 4 prCt; . 87 a 87} dito Coupons. . 58 a 59 dito dito met premie. . 97^97i Spatie $ piCt. van 1798. f? a 77J dito geconlölid. by Stap- dito 4§ prCt. losb. 1800. 96^97 horst a 4! prCt. . 66|a67$ dito dito losb. van 1801--7. 88 a 74 Rusland 5 piCt. . 87$ a f' Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 prCt. . • 97^98 prCt. . . ^aó^ dito 4} prCt. . 95 a 95! Franfche Ref. Gecoiilölii. dito 4 prCt.' . 92^93 renten . . g5 a 37 Denemarken, Toll. 4 prCt. 064397! ditoLeenenWisfelb.4prCt.95 a 95!, Wisfe'.cours. dito Kroon 4 prCt. . 93? a 94.!" Op Amerika; . , ' Keizer 5 pi'Ct. , 66Ja6y\ — Lonc'en. . . ƒ nna dito 4] prCt. . Cl a 61 * — Faryï» . . ^ Ci$ ' Bi*.  C 55 ) Bi Iv n en LA XE < C II e. Bataaffclie R-publiek. \ Xoor.rc.: i Holland. OH'narien en K.-ccp-sicn a Nationale Schuldbrieven a 3 .*§ pCt. • • 3»*4» p ct. . • 4*J-47l Dito vjywilbg a 5 p:Cc. 02a óit Dito en Recepten uit de heflin» van o?a jl prCt. 55 » 59^ Voormalig Zeaand. RecepisféH uk de "heffing Obligatien a 2| prCt. 33*35 van i8co. a j prCt. . 44fra47i . ,. ■ . , . Voormalig Vriesland. Refcriptien L>sb. 1800. 94Ï1 35 Obligatien a 2 prCt. . 3.5236 1 8oia8j 2 69! a 70! O.l.Comp. 3 62^63 Lotei'yaspiCt. I785en8ö. 44S;l4ói . 4 59ia6o _ . B1 den bankgeld. . - . 92l Vrede. . . 4»i?-? Beleenbankgeld. . 99*99? GEBOORTE-, TROUW- en STËRFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de 'aatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 218 ; en te Haarlem 14, oivaer welke laatften 7 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN haarlem. C BARÜ- 1 THER- jSTREEK 1 LUCHT». Aug- ) ME- MOME-I DER. I GESTELDigOO. y 'J~ER. TER. WIND. HEID. C 30- Ii 66 W. omtrent betrokk. wmdrig, 6 l 30. I u7 'savonds ha<'de wind; f.29- 9^ 64 tusfchen beide wat regen. f39- 9* 6,1 NlW- "voormidd. bewolkt; 7 i 30. 2 09 — velxier wolken. I 3£i_4_ 5»t — , _ C30. 4 641 N. 0. 8 < 30. 4! 70 N. wolken. {.30. 4* 5iï _ N- N.o. C30. Ah 65 w.z.w. 9 S 3°- 4' 74 w' he!de^• e.3°- 3* 58 _JL . C30- 3 t 69 o. voormidd. betrokken; 10 { 30- 3 73 O. N.O. vel.der helder. / 30. 2 6gi N. o._ _ C30. ii 66 o. 11 < 30. I 88 o. Z. O. helder. C.3°lüL 68 z. 0. C30TÖT 69§ w.z.w. 12 i 30. I 82 — omtrent helder. £30. li ' 65 1 — Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. B E K EKDMAKI N G E N. De Agent van Nationale Opvoeding maakt hier mede aan zyne Medeburgers bekend, d.;t hy, ter voldoening aan het 2ifte Artikel, zyner Inltrucfje , voor zo veel het lagere Schoolwezen betreft, van wegen zyn Agsntfchap alle Belichten en Stukken, daar toe betrekkelyk, die hy voor het Publyk van belang rekent, zal plaatfen in. de By dragen ketrekkelyk den ftaat en de verbetering van het. Schoolwezen in het Bataafsch Gemeet.ebest, uitgegeven wordende te Leydén by D. du Mor tier en Zoon, waar van het eerfte Stuk thans in 't licht gekomen is. Den Haag den 5 Augustus 1800. Van der Palm. . Het Zesde Jaar der Bataaffche Vryheid. V De Boekverkoper A. LOOSJES Pz. geeft heden uit en heeft alöm verzonden: GESLACHTLYST der ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN, door HENDRIK PIETERSON, Tweede en vermeerderde Druk, 8°. a f : - 12 - : en De RHYN of REIS van UTRECHT na FRANKFORT, hoofdzaaklyk langs de oevers van den Rhyn, door Ti COGAN, in gemeenzaame Brieven ..uit het Engelsch, UleStuk, a/;-18-: *»* In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder andeien te be» kuiten, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. Nederdtiitfche. Vervolg op Wagenaar Vad. Ilift. 2411e Deel, gr. 8°. . . ƒ 3 - 12 - o Bvdvaeen betrcklvk den ftaat van het Schoolweezen , ifte St. 8°. . . . - O - 10 - o Tegenbericht of verantw- wegens de Rudimenta, gr. 8°. - o - ro - o Dagvcrh. van de Landing, 8°. . . -0-5-8 Franfche. Dc.vid (Elemens de Desfèin par F. dl) 4°. . . '- 3 - ia - o (Pioportions de plus belles Figures de 1'Antiquité par) 40. . - • • - 3 - 12 - o Grofe (Principes de Caricature par F.) avec 29 pl. 8°. -6-0-0 Meeurs et Coutumes Chinois après lesTabl. dePu-Qua a Can- ton, 2 Cahier cbaque cahier - . - -4-10-0 Hoogduitfehe. Brohmann Qdeen Magazin fur Gartenliebhiber von J. G.~) gr. 4°. N°. 1 en 2. ieder N°. . -12-0-0 Benin fNeue Strickmufter von Emilie') lang form, N°. 1 en 2. ieder N°.' . ... -2-2-0 Benin et Sav'tn (Engl. und Fr. Muffer zum ftichen par) - 6 - 0-0 Catalogi der Biblioth. van wylen Daniël Barbé: verkogt zullende worden 20 Aug. 1800. te Rotterd. door N. Cornel. Berichten van Intekening op de Zangw. der 150 Pf. voor 't Orgel &c. gecompon. door Jacob Tonrs. Inteken, tegen . -7-0-0 Verzameling van Placaaten, Refolutien enz. verz. door J. d. de Chalmot, 59 Deelen in gr. 8°. Veel Hoofden veel Zinnen, door bh. L. St. Muller, % Ta. tegen . . • • - a - 12 - o  A°. 1800. N°. 347. NIEUWE AL GEMENE KONST- en LETTER-BGBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 22 AUGUSTUS. B E R I G T E N. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. Een jonge Leeuwin van de Menagerie, met een Leeuw van hare jaren uit Tunis overgebragt, kreeg onlangs twee jongen, doch die weldra ftierven, aan de gevolgen van een flag, door de moeder, al fpelende in het hok, dezelven toegebragt. Deze beiden Leeuwtjes zyn ongeveer 11 centimetres (7 duimen) lang, en 14 centimetres (4 duimen) dik. Zo wel het een als ander is volkomen voldragen. Men heeft ze in voorloop gelegd, om in het Kabinet van Nat. Historie geplaatst te worden. Men telde dus verre maar twee voorbeelden van Leeuwinnen, die in Europa geworpen hebben, de ene in de Diergaarde van Florenzen, en de andere in die van Napels; maar in Frankryk is dit het eerfte. By de laatfte opneming is de Metre thans bepaald op 3 voeten, 11,29,6 lynen. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Haarlem , den iS Augustus. Als Schryver der Franfche Verhandeling, ter beantwoording der laatst XIV. Deel. bekroonde Prysvraag van Teyler's Twede Genootfchap, ingezonden en getekend G.**, aan wien, by befluit van 29 April 1. 1. (zie onze No. 331. van 3 Mey) een zilvren Eerpenning was aangeboden, onder de gewone voorwaarde, heeft zig opgegeven Le Chevalier de Guer; zynde die naam ook gevonden in het verzegeld Briefje, 't welk by de Verhandeling gevoegd, was. Mis-Catalogus op Jubilate 1800. (Uit het Hoogduitse?!.) Vervolg van Bladz. 54. By deze van vele zyden gevoerde oorlogen der Faculteiten, blyft ook geenszins de Rechtsgeleerdheid in hare verjaarde rust. Ieder zal met genoegen, op deze nieuwfte Boekenlyst, de hoopryke tytels bemerken, die nog nooit in zulk een aantal en fterkte verfchenen zyn, over enige by de Rechts-Philofophie naast by gelegen delen der Juriftifche Encyclopedie. Natuur-recht en Crimineel-recht zyn aan de order van den dag. De namen Grolmann, Feuerbach, Klein, KleinFchrodt, Krug, Heydenrcich, Muller, Zacharid, verfchynen hier gedeeltelyk voor Journalen, die aan Philofophifche ophelderingen cn opklaringen gewyd h * zy°»  C 58 ) zvn, gedeeltelyk voor eigene de opmerking by mtitekendheid verdienende Gefchriften, en byna flaat men by deze grote bende de „Karolina vom Kanzier Koek" en „ Hodermapns leerboek" over. Voor den overgang van deze'Faculteit tot de Medicynfche, het Politie en Gezondheids recht, levert dc waardigeNiemann in zyne ,, Bldtler für Polizei und Cultur" ook in dezen oogst ryke en volle fchoven. Daar deze voortreflyke bladen zeker in alle oorden van ons vaderland in grote menigte gelezen worden, is hier alle naauwkéuriger aankondiging overtollig. Ook de wandelende Handwerksgezellen zyn Letterkundig bedacht en begiftigd geworden. Een eigen, voorheen flechts zeldzaam daargefteld , gezigtspunt, krygt de tegenwoordig vlytig bearbeide Medicynfche en Botanilche Landenkcmiis, waar toe deze Mis voortreflyke bydragen levert. Men moge het fystema der prikkelbaarheid toegedaan zvn of niet, men zal egter genoodzaakt zyn werken, als"die van den Wener Oog-Arts Beer, over de Oogen, als het fystema der Praétifche Heelkunde van den waardigen Hufeland, de Tafelen van Sommering en Kun Sfrengcls nieuwe omgewerkte Gefchiedenis der Medicynen voor merkwaardige verfchynfels in onderfcheidene vakken der Geneeskunst te houden. De Medicinale Schryvers voor het gemene volk, de Volks-receptfchryvcrs cn Gezondheidpiedikers voor alle ftanden, zyn helaas! ook, blykens deze nieuwe Zondenregisters , veel meer , dan den Menfchen vriend lief zyn kan. Daar by groeit ook de hoop van botterikken en onkundigen van dag tot dag aan, in deze faculteit. Eyerell meest voor de Wenei Chirurgyns Rcils Clinica uit het Latyn in het Duitscb overbrengen. En wie kan zich van lachen onthouden, als hy door Sonnenburg ene fchets van ene Medicinale Griekfche Spraakkunde aangekondigd ziet! Het gelukt flechts weinigen beproefde waarheden it enen zo trefFcnden waren volkstoon voor te ftellen, ah den bekwamen Schryver van het Boek over het By geloof, die hier met ene „ Boeren-Philofophie" u voorfchyn treedt, cn Fifcher in zyne „Jal.r markt." De fraaie Monographiën in de Natuurlyke Historie vermeerdert Pallas ditmaal met de twee eerfte uitgaven zyner Afiragoli. De nieuwbearbcide Ichthyologh naar la Cepede , waar van tegenwoordig het eerfte Deel, met fraaie koperen platen, het licht ziet, za velen liefhebbers genoegen geven, en de eerfte uitga, ve der Batfchifche Bydragen, die hier met het Mineraalryk begint, moet als de veelbelovende aanvanf. van een lang gewenscht verenigingspunt in de Natuur lyke Historie befchouwd worden. Aan de print ei tekenboeken voor grote en kleine kinderen, de Na tuurlyke Historie betrefFende, is, federt de eerfte fpeculatie daar in flaagde , nog geheel geen einde te zien, en echter heeft geen der lateien een der eerften tot nog overtroffen. De Land- en Volkenkunde is in gehele Verzamelingen en byzondere Reisbefchryvingen en befchouwingen van zekere Landen ook deze maal niet geheel ledig gebleven, fchoon het niet te ontkennen is, of het tegenwoordig tydsbeloop, waar in Mars rondom de bloeijendfte Landen zyne wachters met brandende lonten geplaatst heeft, of ten minnen ryklyk zaden van wantrouwen tegen ftille pelgrims verfpreid heeft, moet den reislust meer, dan ooit, fmoren. Men mag wel als een ware winst voor de wetenfchappen aanmerken, de Reis van den Graaf Hofnannsegg, van Hongarye tot aan de Tmkfche Grenzen, in oorfpronglyke Brieven ; de Bcfchryving der Landen by den Caucafus, door den Maarfchalk v. Bieberftein; Lentins Brieven over Anglefea (in het Mineralogisch vak) maar boven alle de Reize van Hamburg naar Engeland , door den zo kundigen Nemnich (*)• Maar ook de Blik van Bon/letten, over Zwitferland en het ' Dagboek van zyne vriendin Friderika Brune , over ' Rome, gelyk ook de Reis van Hamburg naar Philadelphia, en Lenz Befchoinvingen van het Noorden, zo wel als van Frankryk, beloven lering by een aangenaam onderhoud te voegen. De ,. Zeichnungen auf einer Reife von Wien nach Venedig und zurük über Tiroi," in het jaar 179S, komen" in een voor deze oorden zeer merkwaardig tydftip, en hun onbevooroordeelde Schryver weet te zien en te fchryven. Ook Hesz is verder getrokken, cn laat ons in een nieuw Deeltjen zyne proeven zien. In het vak der fchone Letterkunde moeten twee Werken, reeds door de namen hunner geachte Makers, ene algemene opmerkzaamheid verwekken. Herder geeft ons zyne Critiek der- /Esthetica, in een belangryk Werk, „Kalligone, om angenehmen und fchönen." Wie zou niet geheel oor zyn, als een Bierder ons de Geboorte der Schoonheid, of ook de Schoongeboorne befchryft. Schiller geeft zyne zo veel befprokene Trilogie, de Piccolomini's en Wallenftein, aan het eerwaardigst Toneel, dat tegenwoordig de Europefche Befchaving heeft aan te wyzen, voor het Duitsch Publiek, als ene fraaie erffteiling voor meer dan ene Eeuw. Ten gelyken tyde leest ook reeds de Brit 1 (*) By den Uitgever van dit Weekblad zal eerlang ene • I overzetting dier Reize het licht zien.  C 59 ) Brit ene dichtmatige overzetting van het zelve met ene voorbereidende proeve over Schillers Dramatifche Genie; gelyk ook onze Mis-Catalogus een vroegtydig gerypt Iets over Schillers Wallenftein in vergelyking met het Gsieksch Treurfpel aankondigt. Mogt daar mede voor het diep gezonken Duitsch Drama, ene nieuwe verhefling en verheerlyking beginnen, en door zulk een voorbeeld het aantal der Dramatifche itervelingen verminderd worden, waar van, in het bericht van dit jaar, ene beklagenswaardige Dodenlyst van verfcheidene kanten te lezen is. (Van 52 (lukken zyn 'er naauwlyksch 20 ten toneel gevoerd, en naauwlyksch 10 draaglyk gevonden.) Nog enen anderen wcnsch bevredigde Schiller, door de verzameling van zyne Profaifche Gefchriften en Gedichten. Ook A. W. Schlegel verzamelde de zynen. In het oog vallend woest is voor het overige de Duitfche Parnas, die nog wel dit jaar twee zyner geliefdfte Almanacheu verliest. De arme Zanggodinnen zyn kamerftoffters in de Gehoorzalen der nieuwe Philofophen geworden, en verleren onder dat werk maatklank en gezang , waar mede zich de ruwe tonen van de Akademifche Schoolfpraak niet in harmonie brengen laten. De tyd moet leren, of Thinks Dichterlyk Journaal die vraag oplosfen zal. Maar zyne met groot onrecht op den hoop van Romans geworpene Dramatifche Dichtüngen, openen een nieuw veld van beeldryke Schilderyen. Twee onzer oude Dichters, Hagedorn en Ramjnler, komen deze maal in een vrolyk licht, als wedergeboren te voorfchyn, de eerfte or.der Efchenburg's tedere voogdyfchap, met een gehelen Band vermeerderd, de tuee door het middel van Typographifche en Chalcographifche verfraaijing zindelyk opgecierd. Van de twee Dichteresfen , die hier bloemkransfen winden, is Maria Mcroh ook reeds dood. De andere is Wilhelmine Muller, bekend onder haren geflachtsnaam Maisch. Ook ontbreekt het niet aan Verzamelingen en Chrestomathien voor Scholen, en onderwys behoevenden , gelyk de namen Delbrük Rambach, Horsfel, bewyzen. De wakkere Vetterlein heeft een lang opgemerkt ledig vak door zyn „Handbuch der Poëtifchen Litteratur" zoeken aan te vullen. Dat Engel , de onvergeetlyke , een derde Deel van zynen „ Philofophen für die Welt," en daar in onder anderen ene Lykreden over de nieuwfte (misbruikte) Philofophie geeft, zal misfchien niet overal, maar toch door de meeste vrienden van Duitfche kunst en zeden, met welgevallen befpeurd worden. Het vervolg en flot in onze eerstkomende. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Refublieic. Grieksch leesboek voor eerstbeginnenden, nevens een uitvoerig Register der ■woorden in het zelve voorkomende. Naar het Hoogduitsch van I'rederik Gedike, Befturer van bet Gymnafium te Berlyn. _ Tü Leyden, by_ Jl. en J. Honkoop, 1797- Met het Register 321 bladz. in klein Octavo. De prys is ƒ 1-16-: Dat de Grieken in alle kunftcn en wetenfchappen meer, dan enig ander Volk op den gehelen aardbodem, hebben uitgemunt; dat zy hier van overvloedige bewyzen, in een* ryken voorraad van Schriften, hebben nagelaten; dat die Schriften vol zyn van leringen, waar door het verftand met de kennis der waarheid verrykt, van voorbeelden, waar door de geest met het gevoel van het fchone en goede, en met de liefde tot alle deugden vervuld kan worden; dit kan niemand, die der zake enigszins kundig is, dit durft niemand, die niet voor onbefchaafd wil gehouden worden , in twyffej trekken. Doch fchoon dit zo is, leggen zich evenwel zo weinigen op de kennis der Griekfche tale toe, dat men het als ene zeldzaamheid aanmerkt, en met grond, indien iemand, wiens eigenlyke beftemming zulks niet is, een'Griekfchcn Schryver in handen neemt, en — verftaat. Hoe weinig reden men ook hebbe, om van den fmaak, cn den trap van befchaving by ene Natie, waar deze zeldzaamheid plaats heeft, hoge gedachten te koesteren, zo is 'er egter nog enige fchyn van verfchoning ten aanzien van de zulken, die de beöeffening der wetenfchappen niet tot hunne hoofdbezigheid maken. Doch wat zal men zeggen, wanneer zy, die den naam van geleerden willen dragen, de kennis der Griekfche Gedenkftukken als buiten den kring hunner beftemming liggende befchouwen , en dezelve dus aan eigenlyk gezegde letterkundigen alleen overlaten? En zo is het evenwel, op enige uitzonderingen na, in ons Vaderland gefield. De beoeffening en kennis der Latynfche tale zyn meer algemeen , om dat men zonder dezelven den naam van geleerden niet verkrygen of behouden kan; en dsar mede gelooft men ver genoeg te kunnen komen, en de Griekfche Schryvers, die toch allen in het Latyn vertaald zyn, niet nodig te hebben. Het is hier de plaats niet, om de ongegrondheid van het laatst voorgeven aan te wyzen; alleenlyk zullen wy op het eerfte aanmerken, dat, daar de Latynfche Schryvers niet alleen de zaken, maar ook de byzondere uitdrukkingen van de Grieken hebben ontleend, en de Latynfche taal, immers voor het grootfte gedeelte, ene dochter der Griekfche is, niemand tot ene volkomene en zekere kennis der eerfte, zonder de laatfte kan geraken. Zo dachten Mv.retus, Hemflerhuis, Ruhnkenius (*), en deze mannen zal men toch niet het recht van hier over te oordelen willen ontzeggen! . Wat (*) Elogium Tib. Hemfierhufti au&ore D. Ruhnkenio. p- 43 feqq- ed. fee. II a  ( & ) Wat zou toch wel de oorzaak zyn van die voorkeur, die men van het Latyn boven het Griekseri geeft? Van waar die fchrik voor-, en afkeer van het Grieksch by de meeste jónge lieden op de hoge Scholen? Is deze taal zo onoverkomelyk moeilyk om te lezen, dat maar weinige menfchen daar toe gefchikt zyn? Zeer gemaklyk is zy zeker niet; doch welke voortref!) ke kunst of wetenfehap is'er, die zonder moeite geleerd kan worden (*)? en welk ene heerlyke beloning verkrygt de yverige beöeffenaar dezer edele taal zo wel by iedere gelukte poging, als na een volftandig dreven naar die hoogte , dat hy de Griekfche Schryvers met gemak lezen kan? De moeilykheid der taal kan dus de ware reden van derzelver fchaarfche beo-effening niet zyn. Is het dan de luiheid onzer tydgenoten? Hoe ongaarne ook, worden wy evenwel door de ondervinding gedrongen, aan dezelve voor een groot gedeelte de verwaarlozing dezer fchone fludie toe te fchryven. Doch , dat men ons wel verfta. Wy willen niet zeggen0 dat 'er thands by de ftuderende jeugd minder zucht voor de wetenfchappen gevonden wordt, dan in voeger tyden; maar wy zien het dagelyksch, cn vragen ieder, die het oplettend wil en kan naargaan. of bet niet zo is, dat zelfs zeer fchrandere Jongelingen al hun tyd aan het lezen van nieuwere, Engelfche, Franfche en Hoogriuitfche, fchriften belteden, en daar mede in hunne eigen ogen kundig genoeg kunnende worden, de moeite niet willen, en eindelyk geheel verwend niet meer kunnen nemen , om tot de echte bronnen van alle ware wetenfehap door te dringen, maar voor hun geheel leven by de afgeleide beekjeus verwylen. Dit bederf, by de Franfchen begonnen, en door de Duitfchers nagevolgd, is in onze-dagen tot ons vaderland overgeOagen, en wint langs zo meer veld. Maar gelyk de ondervinding ons dit doet fchryven , zo noodzaakt dezelve ons tevens hier by te voegen, dat de voorname oorzaak, waarom de Griekfche taal minder beoeffend wordt, dan zy verdient, gezocht moet worden in de geheel verkeerde wvze, waar op men in de lagere Scholen de j.-ugd onderwyst.' Niet alleen is de inrichting dier Scholen verkeerd, maar de gebrekkige naarkoming der beflaande inrichting voltooit bet bederf. Zo het docnlyk war.e, moest men met het onderwys der Griekfche, en niet met dat der Euvnfcbe tale, beginnen, en de laatfle als ene toegift van de eerfte behandelen. Dan zouden de jonge lieden , die niet beneden de twaalf jaren op de Scholen behoorden toegelaten te worden, op hun zeventiende, of agttiende jaar, als zy naar de hogere Scholen bevorderd wierden, even ver in het Grieksch zyn, als zy nu-, van «ne goede Schoof komende, in bet Latyn zyn, en het laatfte, als 't ware, op de koop toe hebben. Van zulke Studenten, immers van velen hunner, had men niet te vrezen, dat zy den rechten weg, dien zy nu reeds met voldoening behandelden, immer weer zouden verlaten. Doch hoe weufchelyk dit plan ook zy, (*) Hefi o dus' op. et d. V. 387 feqq. rij? 3' dpsTqs iSpüra. k. r. A. zo moeten wy egter met den vermaarden Wyttenbach £*) inftemmen, wanneer hy zegt: quae ratio ut aliquando publice conflituatur , optamus , fperare non audemus: adeo multa funt, quae prohibeant. De meeste Onderwyzers kennen zeiven, helaas! niet veel meer, dan de eerde beginfelen, en bepalen dus hun onderricht by dczelven, zo dat een leerling, die de Scholen verlaat, nog zo ver niet gevorderd is, dat hy uit eigen beweging de beöeffcniug dezer taal wil voordzetten. Daar nu de inrichting der hogere Scholen zodanig is, en misfchien niet anders zyn kan, dat een Jongeling juist dat, wat hy wil, en niet meer, dan hy wil, leert, zo volgt natuurlyk, dat de meesten ene ftudie opgeven, waar van zy de waarde niet kunnen gisfeu, en die door ene algemene vooringenomenheid den naam van moeilyk draagt. En ook de Leeraars op de hogere Scholen dragen bet hunne rykelyk by tot dit verval. Velen hunner, Godgeleerden, Rechtsgeleerden, Geneeskundigen en Wysgeren, kennen de Griekfche Schryvers naauwl}ks, of alleen by name, en overreden hunne Leerlingen , of ftilzwygend door hun voorbeeld, of met ronde woorden , dat de kennis der Griekfche tale voor een' geleerden op zyn hoogst een fieraad, maar vooral niet noodzaakhk is. Die het weten, beroepen zich op het gezegde van Lipjius, zonder tevens deszelfs wederlegging van Cafaubonus of te kennen, of te willen opgeven (t). De eigenlyk gezegde letterkundigen, die in hunne lesfen de fchriften der Grieken verklaren, kunnen dus met al hun vermogen dien algemenen ftroom niet fluiten, en gebruiken ook veelal'niet dé-beste middelen. De Leerlingen antwoorden by vaste beurten, en maar enige malen in een geheel jaar. Hier uit volgt , dut zy , vooraf wetende, wanneer en wat zy antwoorden moeten , niets, dan den bepaalden taak, behooriyk nazien, en al den overigen tyd aan het Grieksch niet denken. Daar en boven is het de gewoonte van fommige Hoogleeraaren, om in hunne lesfen maar een zeer gering gedeelte van den een of anderen Schryver, gedurende een gansch Akademie-jaar, af te doen, én den meesten tyd met het didteren van aanmerkingen door te brengen, waar in zy vele geleerdheid ten toon fpreiden, zo over de Oudheden, als over de Analogie der taal: Dit alles kan. op zich zeiven zeer waar en fchoon zyn, maar het wezenlyk oogmerk wordt 'er niet door bereikt, dewyl byna niemand der Leerlingen in ftaat is, het gefchrevene te ver* ftaan, en de-meesten daar door in hun reeds opgevat vooroordeel van de moeilykheid der tale verfterkt, en dus van alle gezette beöeffening afgefchrikt worden. Ons oogmerk met het optellen van alle deze gebreken is niet, om voor ieder derzelver de gepaste hulpmiddelen aan de hand. te geven: dit zoude ons al te wydlopig doen worden: maar om de genen, die het aangaat, op dezelven op- let- (*) In pratlatione ad eslcgas hiftoricas, p. 24. ( + 5 Vide Cafaubohi Epistoi. 291 & 294. & Lipfii Epist.. 356. in Syiloq. Burin. T. h P- 376--  C ) lettend te ttótO. Nu zullen wy nog vrm éie zwartheid, die de bcöeffening der Griekfche tale voor jonge lieden heelt, gewag maken, en daar door als van zelf tot de beoordeling van het opgegeven boek komen. Wanneer een Leerling zo ver gevorderd is , dat hy de verfchillende buigingen der naam- en werkwoorden, met het geen verder tot de noodzaaklvke eerfte beginfelen behoort , tamelyk naauwkeurig verltaar, dan vindt een verftandigOnderwyzer zich aanfionds in verlegenheid, welk boek hy zyn Leerling ter verdere oeffemng in de handen zal geven. Goede Griekfche Schryvers, (en kwaden moeten vooral niet gelezen worden) zyn zo door hunnen fty!, als door het onderwerp, dat zy behandelen, over het geheel boven de vatbaarheid van een eerst-beginnenden, zo dat men, door denzelven dadelyk aan het lezen van Homerus, b. v. of van enig ander Schryver te zetten, gevaar loopt, hem voor altyd af te fchrikken. Hier tegen nu is geen ander middel, dan met oordeel gekozen uittrekfels uit goede Schryvers byéén te brengen, en dezelven door gepaste ophelderende aanmerkingen, waar het nodig is, duidelyk en gemaklyk te maken, en tevens van een naauwkeurig register van woorden met derzelver eerfte, en daar uit afgeleide betekenis te voorzien. Wanneer dit goed uitgevoerd wordt, dan kan men verwachten, dat een Leerling, na zulk ene Chrestomathie behoorlyk doorgelezen te hebben, in ftaat zal zyn, een' Schryver zeiven met vrucht ter hand te nemen, en van het begin tot het einde door te werken. Wy voor ons zyn dus overtuigd, dat het bezorgen van diergelyke Chrestomathiën, een onberekenbaar nut aan de ftudie der Griekfche taal kan toebrengen, en het is uit dien hoofde, dat wy by de aankondiging van dit boek, deze inleiding vooraf laten gaan, om deszelfs heilzaam oogmerk ten fterkften te doen gevoelen. De geleerde Gedike, Opziener van het Gymnafium, te Berlyn, door vele andere pogingen, ten beste der jeugd , niet roem bekend (*), heeft de boven opgegevene bedoeling, door dit leesboek, trachten te bereiken. Zyn arbeid is in Duitschland zo wel ontvangen, dat binnen den tyd van • ..:.nn.^n Hit- knot-ion i;orCi~h*»npn 7un . negen jaren vyi uugi.ui van «... ^..j^... ,w.w~..w. , en wy weten zeker, dat het zelve reeds voor twaalf jaren op fommige Scholen in ons vaderland in gebruik is geweest. En in de daad, de uitvoering beantwoordt over het geheel aan de nodige vereischten. De uittrekfels zyn kort, duidelyk, aangenaam en afwisfelend: de ophelderende aanmerkingen' zyn meestal op de rechte plaats, terwyl de aanwyzing van den eerften perfoon des tegenwoordigen tyds der werken van den eerften cafus der naamwoorden den cerstbeginnenden zeer nuttig zyn kan : en eindelyk , het register is byna compleet, en de betekenis der woorden, die te pas komt, is naauwkeurig opgegeven. De Schryvers, uit welken Gedike ontleend heeft, zyn Hiërocles, Aefopus ,u4elianus, Polydenus, Diogenes Laërtius, Simplicius, (*) Vide Biblioth. Critic. P. VI. 121. VII. ic8. & ihid. 110. Plutarchus, Athenaeus, Slrabo, Stobaeus, Sextus Empiricus, Diodorus Sicu/us, Dionyfius Hali amasli'us , Apollodorus , Lucianus , Herodo'tus en Anacreon, van wier leven en fchriften, in een Voorbericht, ene korte opgave gefchiedt. Zeker ware het veel beter geweest, de uittrekfels uit Hiërocles en Aefopus, die pngetvyyffeld onecht zvn, weg te laten, en met die uit Diogenes Laërtius, als zeer gemaklyk, te beginnen, terwyl 'er uit dien zelfden Schryver nog wel het een en ander, niet moeiiyker, zou hebben kunnen bvgevoegd worden. Het is toch fchaT delyk, aan eerstbcginnenden ene onzuivere taal te leren; cn fchoon, gelyk de Vertaler in zyne Voorrede' aanmeikt, eerfte beginlingen (welk woord is dit toch?) de echtheid der Griekfche taal nog niet weten te beoordelen, zo kan zulks egter gene verfchoning voor het kiezen dezer (tukken opleveren , daar men ze om die reden veel eer den jongen lieden uit de handen moest nemen. Te recht zegt Ojiinctilianus (t), na aangemerkt te hebben, dat men zelfs 111 de keus der Voedfters voor zyne kinderen op ene goeda taal en uitfpraak zien moet, om ze aan niets verkeerds te gewennen : haec ipfa magis pertinaciter haerent, quae deteriora funt. Nam bona facile mutantur in pejus: nunc quando in bonum verteris vitia? non adfuefcat ergo , ne dum infans quidem est, fermoni, qui dediscenius fit. De aanwyzing der woorden kon ook, dunkt, ons, in de laatfte helft van het boekjen veel mecv verminderd, en welhaast geheel agtergelaten zyn, daar 'er nu byna geen onderfcheid tusfchen het einde en het begin ten dezen aanzien is. Zo wordt b. v. in de twede Ode van Anacrëon nog aangewezen, dat HScexs vun Aêoy &v. ovu atv ix'ivag, gy moest het niet bewogen hebben, lees _ gy zo'udt niet aangeroerd hebben. G. du würdert wol nicht bewegt haben. — BI. 199. op het woord ttvxxstfixi; daer leggen, lees bloot liggen. G. da liegen. — Bl. 205. 'AroixoSonéco , vertimmeren ; lees toemuren. G. Verbanen. — Eindelyk Bl. 223. op het woord StSxa-xu. vpvyyhs iSiM-xPy, het was den jaeger onderricht; lees, hy werd tot jager opgevoed. G. er ward zum jager gebildet. — Deze voorbeelden zyn, dunkt ons , voldoende, om te bewvzen , dat de Vertaler niet gefchikt was voor den taak, dién hy op zich nam; en hoe velen zouden 'er nog kunnen bygevoegd worden? Dat hy het boekjen niet behoorlyk nagelezen'heeft, blykt daar uit, dat hy van de woorden, door ons opgegeven , als in het register ontbrekende, geen één heeft opgemerkt, maar ftilzvvygend veronderfteld, dat Gedike 'er geen had overgefhgen. Wy bekennen, dit na te zoeken is een vervelend werk; maar behoorde het daarom minder tot Z)t) pligt? -Dat hy eindelyk de proeven niet naauwkeurig beeft nagezien, bewyst de menigte van drukfouten, die in eeu boekjen van dezen aart onvergeeflyk zyn. Zie hier dezelven. Bl. 12. 6 püSog dyAoï roTg //.. voor i pivSoi SyAiï, 'ÓTi roïg //.. — Bl. 19. rï ij Sipxrog rb oug sip. voor r't fj üpxrog rphg rö oüg sip. — Bl. 32. ipp'iipsv, xdyAég; het teken (,) moet tusfchen beiden weg. — Bl. 35. .xrx rSv JroAsfiluu, AAA' ig avrx rx irpótrooirx. — Bl-93. xirotsxpt rïfsxv ra voor xTotrxiprvjirxvTx. — Bl. 94. êgxy-xpróvrruv voor ij-xp.xpróvTXj/. — Bl. 93. ró%oig Si xp&vrxt, xxi Büpxt-t, xxi a~zyxpstn %ctAxcug. — BL 102. xxrxAtiirovrsiv ol éavruit, xAAx roïg BxanAsïg ov roïg ruit acisACpüv vloïg, voor xxrxAslzovariv ol Bao~iAsïg ov roïg êxvTüst, xAAx roïg r£v xiïsAtyüv vloïg. — Bl. 115. 0 Sè Qivrixg di/sAr'm-ug èrl rijg é • -38 a 40 prCt. . - 45?a 45i Dita vrywiflig a 5 prCt. 61 a £ Dito en Recepisfen uit de heffing van 98 a 3I prCt. 54 a 5°! Voormalig Zeeland.. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2§ prCt. 33 a 35 van 1800. a 3 prCt. . 4- a 44 ,.„.,, Voormalig Friesland. Rcfcriptien Losb. 1800. 92+ a 93? Obligatien a 2 prCt. . 35 a 3> Stukjen van gelyke grootte, zal vervolgd worden. In j, dir Eerfte Stuk vindt men, na eene Inleiding, over het „ onderwys der Jeugd, befchouwd als de Grondftag van „ Nationaale Zedelykheid en Welvaard, in de eerfte „ plaats, onder anderen, de Memorie, door den Agent „ der Nationale Opvoeding, ingediend by het Uitvoe,, rend Bewind betreffende de toekomftige inrichting en „ noodzaaklyke verbetering van het Schoolwezen — voords „ eene Beöordeeling van A. H. Niemeyer's Grondbeginfe. „ len van de Opvoeding en het Onderwys, en van C. Rog„ ge's Leven van M. A. de Ruiter. — Eene Redevoering „ van Mr. J. de Kruyjf, over de waarde van een Kind — „ en eindelyk een Verftag nopens de inrichting der Ne„ der duitfche Stads Armen - Schooien, te Amfterdam, „ benevens een Bericht der Beftuurderen van de Depar,, tements - Schoole der Maatfchappy: Tot Nut van 't „ Algemeen, tehLeyden. -—— De prys der Stukjens is 10 „ Stuivers. V Het fraaye Werk: VEEL HOOFDEN, VEEL ZINNEN, door wylen den menschkundigen en beroemden Hoogleeraar PHILIP LODEWYK STATIUS MULLER. Twee Deelen. In gr. 8°. wordt tot den 30September eerstkomende, by W. van VLIET, te Amfterdam, en zyne Correspondenten in de andere Steden, afgeleverd, voor TWEE GULDEN en TWAALF STUIVERS. Na dien tyd, zal het zelve, volftrekt niet minder, als a f 3-18-: weder gedebiteerd worden, en het geëerd Publiek kan tevens verzekert zyn, dat gemelde Werk, uitverkogt zynde, voor de vyfdemaal niet weêr zal herdrukt worden. Een BERICHT wegens den belangryken Inhoud des gemelden Werks, is alöm nog voor niet te bekoomen. %* In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. Nederduitfehe. Aan Neerlar.ds Juffeifchap, gr. 8°. . . . ƒ o - 2 - o Vrye Gedachten over eenige misbr. in de r. Cath. Kerk, dooreen Lid van dezelve, gr. 8°. . . -0-3-0 Nieuw Specieboek of Reductie-Tafels van Engelsch, Fransch ! en Holl. geld, do >r L. D. Champs, gr. 8°. . -0-12-0 - Proeve van Dagel. Betrachtingen uit het Ryk der Natuur &c. ! gr. 8°. . . . . o - 8-0 I Latynfche. Woordhouder (Totif.~) J. C. Imago Antiqui Batavi, gr. 8°. -0-4-0 Franfche. ' Recueil des Idéés N. pour Meublement et Decoration. 1 & 2 Cahier, par Cahier, 1. form. . . -4-0-0 ColleèTiion de desfeins de Carosfes de Parade oude Ville, I. form. - 9 - 0-0 ] Rjobettfpn (CnllecVon de Serres Chatides par W.~) 1. 40. form. - 12 - 0-0 Bttrlan (l'Art de de.-finer 1"s payfiges par J.~) . . -5-8-0 I Camus (C. lür la Liberté de 1'lmprimerie & dc Commer. I ce, 8°. . . . . - o - 8 - o ■ Buc'hnz (Mi'iuel Cosmétique et Odoriférant des Plantes par ■ j J. P.) gr. 8°. . . . - 2 - 0-0 I I Plaatwerken. , j Po' trait de Moreau par Guerin et gtavé par E. G. Herkan. - 4 • 0-0 Defaix ■ ■ Fiejinger. - 4 - 0-0 . Totts deux depofées a la Bibl. Nationale. II Kaarten. - Nieuwe Kaart van de Uepubli>k met bet Handboek, by Allart.- 2-10-0  A°. 1800. N°. 348- NIEUWE ALG EMENE KONST- en LETTER-BGBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 29 AUGUSTUS. BERIGTEN. G R 0 OTBRITANNIEN. In het Mufeum van Londen zyn , kortlings , twee Portraitten geplaatst, zynde naar het leven getekend, en verbeeldende een Hongaarsch paar, waar van de Man den ouderdom van 173 en de Vrouw dien van 164 jaren bereikt heeft. Men verzekerd, dat zy 147 jaren in een genoeglyken Echt hebben doorgebragt. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, den 20 Augustus. De vermaarde Kruidkenner en Lid van het Nat. Inftituut, L. Heretier, is, dezer dagen, des avonds tusfchen 11 en 12 uren, in de ftraat, alwaar hy woonde, door een moorddadige hand om het leven gebragt. De Akademie van Lion, voorheen, naast de Paryfche, de voornaamfte van Frankryk, is thans, dooide Regering, onder den naam van Atheneum, herfteld. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Dordrecht , den 10 Augustus. Wylcn Mr. Pieter van den Santheuvel, Heer van Driel, Oud-Raad en Oud- Burgemeester dezer Stad, mitsgaders Ontfan- XIV. Deel. ger van des Gemenelands Middelen, overhden 20 Aug. 1790. Beminnaar der Schilder- en Tekenkunst, was mede een der Honoraire Leden van het Genootfchap Pictura alhier. Deze begunftiger der kunst gaf aan het zelve, by zyn uitterften Wille, een bewys van byzondere toegenegenheid, hebbende ene fomme gelds by deszelfs Vrouwe Weduwe, en na haar overlyden ter Weeskamer dezer Stad, vastgefteld, waar van de interesfen, van nu af, jaarlyksch zullen worden uitgereikt, en waar van een gedeelte ftrekken moet tot het uitdelen van pryzen onder de. beöeffenaren der Schilder- of Tekenkunst, Leden zynde van dit Genootfchap : alles ter beoordeling van deszelfs Directeuren. Om dan aan den Wil van den overledenen te voldoen, heeft men de mededinging verdeeld in twee klasfen; de eerfte naar het levend-gekleed model, • de twede naar het pleister; zynde ditmaal het hoofd van Ariadne. Op heden, den verjaardag van 'smans overlyden, is deze uitdeling voor de eerftemaal gefchied. De prys van de eerfte klasfe, zynde ene zilveren Medailje, bleek te zyn behaald door Johannis van Lexmond. Die der twede, zynde ene kleinere Medailje, door Abraham van der Koogh. Aan welken dan ook deze Eerepenningen., door handen van den Directeur Abraham van Stry, onder hartelyke gelukwenfchingen, werden toegereikt. I Mis-  ( 66 ) Mis-Catalogus op Jubilate 1800. (Uit het Hoogduitse!).') Vervolg en flot van Bladz. 59. Onder vaandelen en in rotten afgedeeld komt een boutkoleurig, wonder zeldzaam volkje, 396 koppen fterk , als hetReferve-Corps derRomannen, den groten trein agterop mafscheren, tot geen germgen troost van bet vraatzuchtig en alles verflindend Publiek, dat nu, door enen misdag als by het Hoofd-Corps ingelyfd mede gerekend zynde, tot Michiels-Mis toe, wanneer 'er versch voeder komt, dagelyksch drie maaltydcn, elk van ene gehele fchotel, doen kan, tot vreugden der beetristen, en tot fchrik van de Alg. LiteraturZeitung ; welke laatfte .befloten heeft op deze ligte troepen geheel geen acht meer te flaan. Zeker zyr ook met recht geachte en goede Schryvers onder dezen hoop geraakt, alleen uit hoofde van het Uniform . dat zy dragen. Wie zou b. v. de voortreflyke vertellingen van Antonius Wall, Kofegartens en Kretscliviatins Dichtungen , La Fontaincs Theodox, Merkel (gedeeltelyk uit ongedrukte papieren van Rousfccu getrokkene) Verhalen, Rochlitz „ Canditele en Erinnerungen" niet even zo goed ene roemryke uitzondering waardig achten, als het by Unger verfchenen „Jour val der Romane," dat hier niet gevonden wordt, o de lang verwachte, en alle vroegere voortbrengfel; van derjSchryver, zo mogelyk, nog verre overtreffen de, Titan van JcanPaul, den omiitputtelyken, die d< dubbelzinnigheid van den Tytel gelukkig in de hoofd Année geholpen heeft.. Onder den overigen hoop la ttn zich de kokarden en pluimen nog genoeg onder fcheiden. Niet weinig blonken de Albrecht Spieszifch (ravenzwart met zwavelgeel) uit. Daar zyn de Gees teijbanners. der Voorwaereld, de Doodgravers en Spo kenfabrikeurs-, waar by zich ook het fpoorgeklette der Rinaldir.os en zulk flag vinden laat.. Andere: fchudden de papagaaivederen op het kasket, die breng den Vorstraad Cramer, den Exgrenadier Laubhardt den Schryver der Avonturen van enen Heer von Lüm mei en nog een anderen matador, met ftoute penne aan. Nog anderen hebben de handfehoen van hu lief meisjen op den hoed geftoken. Dit zyn de Ge vocligen , de Schilders van de tafrelen uit het geme ne leven cn van Familiefhikken,' de Verraders van d geheimen van het Menschlyk leven. Egter verdiene twee Producten: „ Heliodore en CldrcLcns Geftandni, je" zeker ene uitzondering.. Twee en ve.ertig onde de bende dragen het kenteken van vreemdelingen, maar worden onder het groot getal der Landskinderen naauwlyksch opgemerkt. Het overzetten beloont de meesten niet meêr! Nog zou 'er van menig verfchynfel in de oude Clasfifche Litteratuur (Mitfctierliclis , voor twee jaren als gereed aangekondigde, Homerus, is thans werkelyk gereed ; Schutzs nieuwe /Efcjlus, Scfweighaufers Simplicius, Matthids Coinmentarie op de Anthologie, Schneiders Xenoplion eu Eelugce , Brems Suctontus, Manfo's Sparta, Böttingers Fa[engemalde [Schilderwerk op de Vazen]) en in het vak der Gefchiedenis (zie Plank, Woltmann, Milbiller, Bredow.) veel te zeggen vallen ; maar latep wy liever nog enige karaktermatige trekken, waar door zich dePhyfiognomïe van dezen Mis-Catalogus van zyne oudere bsoederen fchynt te onderfcheiden , opmerken. De haatlyke Rubriek van Revolutie - gefchrifïen, die eens" zo ryk aan tytels. was, heeft byna geheel opgehouden. Acht Levensbefchryvingen en berichten van Bonaparte verliezen zich als vliegende blaadjens van enen dag onder de menigte, gelyk ook zes Levensbefchryvingen van den ongelukkigen Pius de VI. Merkwaardiger fchynt ene Ptolemaïde, of een Gedicht, ele vêrlosfing van Akri, dat, naar men verzekert, daadlyk in Conllantinopel vervaardigd, en met het byvoegfel : „ met noten uit: voldoende bronnen" niet enkel als een uithangbord, voorzien werdt. Maar wat ieder, die de faelyingerfr :' "e Industrie van onze gelegenheidfchryvers kent, zich. : by voorraad beloven kon , dat zekere ftofiln van den • dag, gelyk arme haasjes by de hondenjagt, van alle : zyden opgejaagd zouden worden, is boven alle ver- ■ wachting gedaagd. Wel twintig .gefchrifïen zyn over ■ het gebruik van de nieuw ontdekte Duitfche Goud- • myne'n, de Mangeld Zuiker en de Duitfche Kofly,. t vulgo Suikery of Chichorie, in het licht verfchenen. - By ongeluk is 'er ene grote verwisfeling in de geme- - ne namen van de eigenlyke Rapcnfoort, voor zekere c hardhorigen, nog altyd niet-genoeg opgehelderd. Het i is de Bourgondil'che Raap roept een „ Abhandlung" t uit Stuttgart. Neen, ztgl Mayer in Beilyn, het is de , witte Mangoldwortel. En daar moest men het toch - weten. Deze onzekerheid neemt nu de Profesfor in 3 de (Economie, te Leypzig, //. D. Roszig, eens voorI al, door zyne „ Botanifche Beflimmung der Runkei- und - Zukcr-Rübe" weg. ja wat 'er nog ontbrake zal Nöld- - eken in drie itukken van zyn Rapentraclaat in order ; crebragt hebben. Ook Liphard, die boze Apotheker, 1 die zich onlangs in den Reichs-Anzeigcr zo vele bui- - tenlandfche Geneesmiddelen rechtuit voor onontbeeri' lyk veritomte te verklaren, heeft, by zyne „Muffe- I rtwg'  C arCharles PouGENs de MnftitutNational de Franc*, del'i: Académies de Gorten, Rome &c av, ■pttc Epitrraphe. //f o»? /roww francs par an on foücrit chez les C. Murray et C. a Leide. L Franee avoit des journaux littéraires mars nor, une h toire litteraire un Monthly Bevtew un Annual Regzsti Charles Pougens, connu par plufieurs ouvrages en^versg res dont on peut lire la notice a la tete de fon favant Esfai f les anciennes Langues du Nord et les Antiqu.tes Septentr nales, a concu 1'idee d'un ouvrage périodique fi.it iur le p, des anciens bons journaux AcBayie, kClerc , Bamage t dans le quel on rendroit un Compte impartial et detaille. ouvrages nouveau en tout genre imprimés cn Franee et me imprimés en Francais dans les Pavs étrangers. Les auteurs — — Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. ce jou mal font pour la plupart fes Coilegues a 1'Infiitnt National de Franee, auquels fe font joints quelques gens de lettres distingués et plufieurs perfonnes connuës dans le monde par les' agrémens de leur efprit. Les deux premiers Nos. de eet excellent journal paroisfent, ils om obtenu a Paris le plus grand fuccés, et, tandis que les autres journaux littéraires ne rendent compte tous les mois que de 3 0U4 nouveautés, on a obfervé que celui ei avoit déja donné dans les deux premiers nutneros 1'analyfe raifonnée de 30 om rages fur des matières importantes et toutes fort différentes entr'elles, Philofophie, Morale, Métaphilique, Législation, Sciences exactes, Archite&ure, Perfpeaive, Médecine, Chirurgie, Botamque, Economie politique, Agriculture, Commerce, Finance, Histoire , Voyages, belles lettres, Poëfles Theatre, Romans; nous ne doutons point qu'un femblable journal, demandé de- , puislongtems par toute 1'Europe, ne coutribueesfentiellement au progres des Sciences et des lettres. Nous pouvons meme aiouter qu'il est indispenfabiement nécesfaire a tous ceux qui veulent avoir une Conuaisfance exaöe et approfondie de la litterature Francaife, ainfi que des divers ouvrages compofés en Franee fur les Sciences exaöes, naturelles, qui depuis plufieurs années out fait d'immenfes progres dans cette partie de 1'Europe. *,* In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Roeken, enz. Nederduitfche. Levensgefchiedenis van Maiie-Antoinet'.c naar 'tFransch gr. 8°. ƒ 3-0-0 Staart f Af.) Romcinfche Gefchiedenisfen. XVI. Dl. . - 3 - 15 - 0 Greeven ij.) Nat. Ink. en Uitg. der Bat. Rep. gr. 8 . - o - 3 - ° Wandelingen door de Thuillcri.es 8°. ._• - -_ " ° \ ]° \ _. Bruhl C?an) Zo ligt men den Bedrieger het Masker ar, 8 . - o i~ Kotzebue (A. va») de Lotgevallen myns Vaderl. 8°. - o lö O Barruel, Gedenkfchr. tot de Gefch. der jacobynen, ifle Dl. _ ^ _ wfde°CDe Jonge) in'de Maatfchappy, 2 Deelen, gr. 8°. -2-16-0 Hoogdiutjche. Nachrichten und bemerk, über den Algierfchen Staat, 3 Th. gr. 8°. mit Charte und Illumin. Kuptern. : . - iö - 4 - o ie Weigel Q. A. V.) Befclneibung des Herz. Sdilefien, 2 Th.^ n _ ^ _ Q 1- RertrhCf. A.~) Die Kuiist Bücher zu Lezen, gr. 86. -2-8-0 ,c oag w J Plaatwerken. -e Pórtrait van Klopstock, naar de Schildery van A. Wckel, IC gegraveerd door J. G. Hack, opgedraagen aan den Kroon- n Prins van Dcenemarken. ■ • " " a- Extra groot formaat proefdruk. Catalogi van de Bibliotheek van S. P. Collot dEscury .enz. 9 Sept. 1800, door 7. v. d. 'r. BibS* W*^., ' Ö6t ito, Cltr. apud Ifill en Aükcer en Li£'orunf>l" luchtmant, 20 Oft. ,800, Ultr. apud Wild ™ Lir Boeten, verkogt zull-.nde worden 8 Sept. 1800, door J. Kam., m c.en O- Haag. —— - "—1 ?C In onze laatst vorige No. zvn de volgende drukfeilen «^0" , M,d7 60 kol «, iv. 1. van onderenmde Aane. ltat Sy'.hq. letsiU.og. jes bteüz.oo.KOi.g.reg. i.wi praüaiione - prafatwne me .rto kol. i.reff.36. van boven huk — f"c!'.t de — 63'. - - I a. van onderen , bednegt - bedreigt  A°. 1800. N°. 349. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BQBE? VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 5 SEPTEMBER. BERIGTEN. ÈATAAFSCHE REPUBLIEK. __.msterdam, den \gden van Oogstmaand. De Bataafsche Maatschappy : Tot Nut van 't Algemeen, beeft baare algemeene Vergadering, den i2den en _3den deezer, alhier naar gewoonte gehouden. Dezelve nam Dingsdag, ten o uuren 'smorgens, eenen aanvang, in de Lutherfche Oude Kerk, met een treffend Vocaal en Infirumentaal Muziek, gecomponeerd en gedirigeerd door den Organist en Orchestmeester Bartholomeus Ruloffs; onder welk Muziek eene aanzienehke Commisfie, zoo uit het Departementaal Beftuur van den 'Amftel, de Municipaliteit van deeze Stad, als uit het Committé van Juftitie, benevens derzelver Secretarisfen, naast den Maire en Procureur der Gemeente, in de Vergadering ingeleid werden. De Voorzitter, Mr. Matjrits Cornelis van Hall , opende dezelve daarop met eene Redevoering, over de Standvastigheid van Geest , welke Redevoering telkens door de Muziek vervangen, en ten 12 uuren gefloten werd; waarna de Medailles aan Ds. Willem Beekhuis, Ds. G. B. Reddingius , en aan de Gemagtigden van Dr. G. Bakker en Ds. H. W. van der Ploeg, voor hunne in het voorgaande Jaar bekroonde Verhandelingen, werden ter hand gefield. De Vergadering zelve haare werkzaamheden, des namiddags, ten 2 uuren, begonnen hebbende, is uit dezelven gebleken , dat de Vraag: Hoe zal men inzonderheid den minkundigen op de klaar ft e en gemakkelykfte wyze, den Schepper leeren kennen in zyne volmaaktheden uit zyne XIV. Deel. werken P het best beandwoord was, in de Verhandelingen, getékend met de Spreuken: Idcirco nafcimur, ut agnoscamus fa&orem mundi ac nostri Deum , ideo agnoscimus ut colamus. S e n È c A. Leest de Natuur. De Natuur is eene Vriendin der ll^aarheid. Zy predikt voor het geheele Menschlyk Ge ft acht, en beveelt zelfs de levenlooze Üof ons geloof behulpzaam te zyn. Y o u n g. Weshalven aan den eerften de Gouden, en aan den tweeden de Zilveren, Medaille was toegekend; en is by het openen der Naambilletten gebleken , dat derzelver Schryvers waren H. H. ten Oever , Lecraar der Hervormden, te 's Hertogenbosch, en Bernardus Vermey , Leeraar der Hervormden, te Marsfum. De Vraag: Welken zyn de pligten der Zamenteving ? Hoe en waardoor worden dezelven, op de heilzaamfte wyze-, voor allen uitgeoeffend? was het best beandwoord, in twee Verhandelingen, getékend met de Spreuken: Al wat waarachtig is, al wat eerlyk is, al wat rein is, al wat liepTelyk is, al wat wel luidt; zo daar eenige deugd is , zo daar eenige tof is, dat zelve bedenkt. En, indien gy deeze dingen weet, zalig zyt gy, zo gy dezelve doet. De pligt, dien gy van andren wacht Worde yvrig ook door u betracht ! Zynde aan den eerften de Gouden , en aan den tweeden de Zilveren, Medaille toegewezen; en is by het openen der Naambilletten gebleken, dat derzelyer Schryvers waren Ca- K rel  C 74 3 evt Willem Stronck , Leeraar der Hervormden, te Jisp , éu Jan van Ouwerkerk de Vries, te Amfterdam De uiteefchrevene Prysvraag: Een Zedekundtg Schoolboek, was het best beandwoord in het Stuk, getekend: Leert den iongen de eerfte begmfelen naar den eisch zynes wegs, enz. aan het welk de Gouden Medaille was toegekend; en van het welk, by het openen van het Naambilïet, Schryffter bleek te zyn , Anna Maria Moens , te Hoorn. Dq Prjsvraag: Eeu Schoolboek over de Gefchiedenis]en van ons Vaderland, was voldoende beandwoord, door het o$ dezelve ingekomeu Schoolboek, getékend met de Spreuk: De Lotgevallen van ons Land Vertoonen ons des Hoogften Hand. aan het welk'de uitgeloofde Gouden Medaille was toegewezen En is by het openen van het Naambilict gebleken, van' het zelve'Schryver te zyn Hendrik Wester, Schoolonderwyzer in de Oude Pekel-A. . , , . De verdere opgegevene Prjsvraagen in het geheel niet, of onvoldoende, zynde beandwoord, heeft de Maatfchappy goedgevonden, om als nu de volgende Vraagen op te gecven, om te beandwoorden voor den eerften van Sprokkelmaand iSoi. I. Welken zyn de gefchiktfte , en tevens best uit voer lyke, middelen ,. om de meer en meer toeneem en de losheid in grondbcginzclen en zeden , zoo verderflyk voor den Staat, te ft uiten, en den eerbied \oor den openbaareh Godsdienst en deszelfs gezag te herjlellen ; ten einde alzoo ook het zoo zichtbaar totneemen d zedenbederf, onder de Kinderen van minvermogenden , met vrucht tegen te gaan ? IL Het leven van Jesus, eeii Schoolboek. Men verlangt, ten aanzien van de Schoolboeken, dat de- ?C']VCWorden orgcflcld in den fmaak der gefchiedenis van JöSEPH, do'or W. VAN OoSTERWYK HüLSHOFF. _ Dat niet enkel de gefchiedenis der perfoonen , maar 'ook derzelver charakters, worden gefchetst; en dat die Boeken tevens dienen, om eenigermaaten het Land en de Zeden van dien tyd te leereu kennen, waar in die gefchiedenisfen voorvielen; moetende de Zedenleer, aft de gebeurnisfen eu lotgevallen der befchrevene perfoonen getrokken, zoo wel tot verbétering der Jeugd als tot vermeerdering van derzelver kunde verftrekken. IVi.Het Nationaal Nederiandsch Gezang, van een minder bevalligen fmaak zynde, dan dat van veele andere Natiën , zoo wordt gevraagd: Kan men ook in de Schooien den Kinderen by tyds, eer hun gehoor bedorven wordt, goede gronden van de Muziek- 'en Zangkunde inprenten, zoo als zulks in Duitschland, byzonder in byna alle de Schooien, met vrucht in het werk wordt gefield? En welker, zvn de beste middelen , om dit oogmerk te bereiken • iV. Een bevattelyk en voor den gemeenen man gefchiki Vertoog , waarby, op eene onderhoudende wyze, volledig worde aangetoond het fchadelyke der voor¬ oor deelen , omtrent het Horoscoop-trekken en 'Planeet leezen , met een kort en zeker beioog, dat noch ■Comeeten, noch Planeeten, op de lotgevallen der Menfchen eenigen onmiddelyken invloed kunnen hebben. V. Daar Kinderen en jonge Perfoonen voor veele verleidingen, lot bederf van hunne zeden en ligchaamsgeftel, bloot ftaan , welken zyn de beste middelen, die men hun , overeenkomftig met hunne vatbaarheid, kan voorftellen , om zich voor dezelve te behoeden eu te bewaaren ? VI. Eeu Schoolboekjen , handelende over alle foorten van Jtfnoagten en Handwerken. VII. Een Schoolboekjen , handelende over alle foorten van Fabryken en Trafyken. VIII. Een'Aardrykskundig, of Geographisch Schoolboek. En , om te beantwoorden voor den eerften van Sprokkelmaand 1802, geeft de Maatfchappy de volgende Prysvraagen op: ï. Vordert de Godsdienst een volftrekte verzaaking van alle vermakken en uitj'panningen, hoe ook genaamd? Zoo neen, welke behoedmiddelen moeten'.er gebruikt, en welke-régelen in acht genomen worden , dat zulke vermaaken en uitfpanningen door misbruik niet zondig worden. II. Daar jonge lieden vooral nodig hebben régelingen voor hun gedrag, zoo wordt gevraagd: Eene Schets , zoo onderhoudend en aangenaam gefchreven, als maar immer moogiyk zy, van de verpligtingen van jonge, lieden-, in onderfcheidene betrekkingen , in welken deezen zouden kunnen geplaatst worden. III. . Eene^Qefchiedeiiis der uitvindingen in ons Vader¬ land. ' .' IV. Welke zyn de onfchuldigfte , minst gevaarlyke en degezondheid en fierkte des ligchaams meest bevorde-. rende, ligchaams-oefjenlngen voor de Jeugd? En hoe kunnen dezelven ,. op de gefchiktfte wyze , in ge-. brttik gebragt worden ? Men vordert eene korte aanwyzing van het nut. het welk de Ouden uit zoodanige oeffeningen getrokken hebben, uit. de gefchiedenis betoogd. V. Een Schoolboek over. de Gefchiedenisfen van den Bybel. In dit Boek behoort alles wat in den Bybel gefchiedenis is, en, dat gevoeglyk aan het oordeel der Jeugd, door verklaaring en opheldering", kan toebetrouwd worden, naar de besteen bevatbaarfte. tydorde, en wel in tydvakken verdeeld, te worden voorgedragen.. De Maatfchappy behoudt aan haar, om., wanneer ééne of meerdere Verhandelingen , op eene of andere opgegevene Prvsftoffe mogten worden bekroond, van de overige op die doffe ingezondene, fchoon niet bekroonde, Verhandelingen, dat gebruik te maken, hetwelk zy, ter oirbare van het algemeen, het meest nuttig zal achten; het zy door dezelven , als Acces fits, by de bekroonde Verhandelingen te laaten drukken, het zy door uittrekzels uit dezelven te maken; of die, by wyze van nooten, of bylagen, -agter gemelde be. kroonde Verhandeling, of Verhandelingen, te voegen. De.-  C 75 ) Dc Ma8rfcha"ppy, voornaatnlyk werkzaam zynde voor het \relzyn van den minvermogenden Burger en het Schoolwezen, vordert van de dingers naar den Eerprys, in eene Gouden Medaille beflaande, of voor de naastby komende en mede goedgekeurde Verhandeling, zynde eene Zilveren Medaille, vooral en uitdrukkelyk een' bevattelyken en onderhoudenden ftvl, zoo veel moogiyk naar den Volksfmaak gefchikt, zynde" zonder deeze elke Verhandeling, hoedanig ïnyericht, voor haar nutloos. — Zy vordert ook eene naauwkeurige cn volkomene vermyding van alle Godsdienflige en Staatkundige gefchillen, als komende dezen geheel riiet overeen met den waaren aart haarer bedoelingen. De Stukken, welken naar den Prys dingen, moeten vóór, of op den bepaalden tyd, zoo kort en zaaklyk als moogiyk zy, ingericht, met eene andere hand, dan die des Schryvers , gefchreven, met eene Zinfpreuk getékend, en vergezeld van een verzégeld Briefjen, waarin de naam en woonplaats des Schryvers, en van buiten met dezelfde Spreuk gekenmerkt, welke onder de Verhandeling geplaatst is, vragtvry gezonden worden, aan G. Brender a Brandis , Secretaris der Maatfchappy, op den Cingel over het Leydfche Veer, te Amfterdam. Voords herinnert de Maatfchappy, dat zy geene Werken voor de haaren erkent, dan die op derzelver tytel voorzien zyn, met uitdrukkelyke aanwyzing van te zyn uitgegeven, door de Bataaffche Maatfchappy: tot nut van 't algemeen ,-*en die daarenboven, drukswyze , geftempeld zyn met de ondertekening van den tydclyken algemeenen Secretaris. PurMErende , (Jen _i Augustus. Op gisteren gefchiedde hier weder de jaarlykfche uitdeling der Eereprvzen aan de School-Jeugd. Een aantal van 66 Boekjes, wierd, aan zo vele bekroonde kinderen, uit de beide Scholen dezer Stad, rondgedeeld. De hoogfte prvzen waren behaald door Jan Damcl Muller, Jan ter Meuten, Tryntje Pauw, Gerarclus Hals•ma, Frans Otter, Jacob de Reuter, Jacob Muller en Jan van der Poll. Terwyl aan alle de overige kinderen wederom Kranfen en Prenten, tot aanmoediging, gegeven wierden. Ten blyke van het genoegen der School - Commisfie in de werkzaamheden der beide Schoolmeesteren, wierd aan ieder hunner een zindelyk gebonden Exemplaar van de voomaamfte werkjes der Maatfchappy: tot Nut van 't Algemeen, het Schoolwezen betreklyk. ten gefchenke gegeven. De plegtigheid zelve was wederom lmsterryk. Des 's morgens ten 10 uren wierd het Stadsbeftutir var het huis der Gemeente, door ene Commisfie, afgehaald, en in de grote kerk (de plaats, waar de plegtigheid plaats had) geleid. Dit zelfde had ook plaat! met de Leden van'het Departement tot Nut van 'i Algemeu., die in de Coniiftorie-kamer zig byé'en be¬ vonden. Intusfchcn. wierd een ftrelend Mufiek gehoord, door enige Liefhebbers der Toonkunde, ten verzoeke van de School-Commisfie, uitgevoerd. Vervolgens deed de Burger K. Honig Jz. , Doopsgezind Leeraar alhier, als Voorzitter der School-Commisfie, ene korte redenvoering, waar na de uitdeling der Pryzen zelve plaats had. Het omdelcn der Kranfen en Prenten gefchiedde onder een zagtOrgel-mufiek, terwyl, ten befluite dezer plegtigheid, het Inftrumentaal Mufiek zig wederom trcflyk horen liet. Ene zeer aanzienlyke fchaar was tot het bywonen dezer plegtigheid opgekomen, en het genoegen van dezelve was op elks gelaat zigtbaar. Haarlem. Als Schryver der Latynfche Verhandeling, ter beantwoording der laatst bekroonde Prysvrage van Teyler's Twede Genootfchap , onder de Spreuk: A.uro quid melius? aan wien, by belluit van 29 April 1. 1. een Zilvren Eerpenning, onder de ge; wone voorwaarde, was aangeboden, heeft zig bekend gemaakt Sigismundus Pap de SzATinias, Hoogleeraar in de Statenkennis cn Staatkunde by het illtistre Cnllegie der Hervormden, te Claufenburg, in Zevenbergen: welke opgave overeenkomflig bevonden is met den inhoud van het verzegeld Briefje , by die Verhandeling gevoegd. LEVENSBERICHT van den beroemden dichter FREDRIK van HAGEDORN. (Uit het Hoogcluitscb..~) Vervolg van Bladz. 69. Harvftehude is voor enen Wysgeer en Dichter zeer o-efchikt. Het is een ff.il Landfchap , waar de Alfter nog die aangename naauwte heeft, waar mede hy zich door bloemryke beemden, die aan den rand van den ftroom met laag kreupelhout beplant zyn, en op een kleinen afftand door hoge eiken en ryke Ichaduw gevende linden omkranst worden, zich in vele aangename boaten kronkelt. Kleine, zich allengskens verheffende," heuvels wisfeltn daar af met aangename dalen, en de plaats zelfs, waar, in Roomlchc tyden, het Nonnenklooster ftondt, is een bekooiiyk dal, voormaals Marienthal geheten. Ten tyde, Hagedorn leefde, was het nog meer voor het veiblyt van K l ene»  C 7* ) enen Dichter gefchikt. Dat oord was in de week dikwyls eenzaam. Nu is 'er, federt 1787, ene Engelfche party aangelegd, waar in goede fmaak heerscht, en de herberg is verfraaid, doch daar door is het ene plaats der Mode voor de grote waereld geworden, waar zich niet alleen Zondags, maar ook in de week, vele menfchen bevinden, bovenal daar in de laatfte jaren getal der inwoneren van Hamburg zodanig is toegenomen. Maar toen was het een eenzaam verblyf, geheel voor den vriend der Dichtkunst gevormd. Deze plaats fchynt des te meer van het gejoel ener grote Stad te zyn afgezonderd, daar, aan de ene zyde, de langs dezelve lopende heuvelen het ge zigt der nabyzynde Stad beletten, en den aangenamen waan gaande houden, dat men verre van derzelver geruisen is afgefchciden, en aan de andere zyde de door weiden en boschjens zich flingerende Alfter haar van al de overige waereld fchynt af te fcheiden. Hier ftondt ook de Linde, waar van het Gedicht Harvftehude dus fpreekt: ,, Das fchwbr ich bei der alten Linde, In der fo mancher vogel hekt, Die gegen wilde wirbelwinde Mit neun und neunzig acflen dekt!' Deze Linde ftaat, federt geruimen tyd, niet langer daar, doch 'er bevinden zich daar ter plaatfc grote eikenbomen, die met vele andere bomen in de Engelfche Party afwisfelén. Daar door bedroog men zich altyd met het vertcllingjen, hoe onwaarfchynlyk het zelve ook ware, A-At' Hagedorn een' Eik voor ene Linde hadt aangezien. Ik weet echter met genoegzame zekerheid, dat voortyds daar ene zodanige Linde ftondt, doch een blikfemftraal trof haar en een gedeelte verbrandde; vervolgens werdt zy, daar zy haar best aanzien verloren hadt, uitgerooid. Enige honderd fchreden van de Harvftehudifche herberg is een pagtgoed, digt by de hofftede van het klooster der St. Johannes-Nonnén. Voor het zelve is ene aanzienlyke, met vele bomen beplante, plaats, die zelfs by de flerkfte middagzon , de verfrisfehendfte fchaduwen geven en een aangenaam lommer verfpreiden. Het heet, naar oude gewoonte, nog Stockfleths Allée, fchoon het klooster dezelve tegenwoordig aan enen man verhuurd heeft, die dezen naam niet voert. Het gerucht wil, dat Hagedorn daar de meesten zyner Gedichten zou gemaakt hebben. Het heeft ook alle geloofwaardigheid voor zich. Misfchien vloodt Hagedorn dan derwaards heen , wanneer dat voorviel, waar van hy in zyn Gedicht Harvftehude. zegt: ,, Doch wie? Ein fchwdtzer kommt gegangen, „ Der Lust und Einfall unterbricht." en hy zich dus uit het oord van de herberg in ene wat afgelegener eenzaamheid afzonderen wilde. Ook daarom was Harvftehude een oord geheel voor Hagedorn gefchrikt, dewyl men met geringe kosten, te water, op den aangenamen Alfter , in de zo wel ingerichte fchepen — fchuiten — na beneden varen en ook binnen een half uur door even aangename Landeryen derwaards gaan kan, en daar toch alles, fchoon zo naby ene grote Stad, over het geheel genomen, volkomen buiten is. In het begin gaf Hagedorn zyne Gedichten afzonderlyk uit. Door wylen Johann Carl Boi.n, die meer de vriend dan de drukker van den Dichter was, werden zy dus afzonderlyk, voor die tyden gerekend, met vele pracht in gr. 40. uitgegeven:. Die Wiinfche. 1733. Der Gelehrte. 1740. Der Weife. Ï741. Algemeines Gebet nach dem Pope. 1743. Die Glükfeligl.eit. 1743. Schrift mdsjige Betrachtungen über die Eigenfchaften Gottes. 1744. Der Schwatzer. 1744. Schreiben an elften Freund. 1,747.. Dis Freundfchaft. 1748. Waarfchynlyk wilde Hagedorn het oordeel van het publiek, over deze afzonderlyke ftukken, vernemen, eer hy ene verzameling van dezelve maakte , daar hy voor het oordeel van het befchaafdst gedeelte van he-t zelve ene grote hoogachting koesterd.. Van de Epigrammen weet ik, zeker, dat het grootfte deel derzelven in ene agterkamer van het huis van zynen Boekdrukker , waar in diens uitgelezen afzonderlyke Bibliotheek ftondt, cn welke een zeer ftil geheim verblyf was, vervaardigd werdt. Als hy daar toe neiging by zjch befpeurde, fchreef hy voormiddags aan zynen vriend een biiefjen omtrent van dezen inhoud: ,, Heden namiddag ten 3 uren zal ik my in uwe Bibliotheek bevinden , om aldaar enige eenzame uren door te brengen. Ik verzoek u voor my gereed te hebben, drie fiesfen Eutiner bier, waar van. de kurken zo los gemaakt zyn, dat men dezelve ligt en in eens 'er af kan trekken, en drie nieuwe pypen, alle ligt en goed met kanaster geflopt." Plet is wel ene kleine omftandigheid op haar zelve, maar zy verdient bygebragt te worden, want zy draagt toch iets tot.  ( 77 ) tot liet karaktermatige van de levenswyze des Dichters by. Over het algemeen fcheen Hagedorn het verblyf in zyn eige huis te fehuwen, en dit laat zich ligt verklaren , daar hy de Dochter van enen Engelfchen Kleermaker, te Hamburg, die, zo ik niet dwaal, bejaard , ten minden geheel niet bevallig en nog minder fchoon was, maar die hem geld hadt aangebragt, gerouwd hadt, en, wyl de opmerkzaamheid en verering, die een voor al het fchone zo gevoelige Dichter , als Hagedorn, der fchoonheden van Hamburg niet weigeren kon, by haar veel jaloczy verwekt hadt. Men vindt deze waardering der fchoonheid in zyn zo uitmuntend Dicbtftuk : die Schönheit. 1744. „ Wie lieblich ist des heitern Himmels wonne enz." voortreflyk voorgedragen; zo als zy over het algemeen by enen Jongen Dichter natuurlyk zyn moest, wiens Gedichten zo dikwerf wyn en liefde ten onderwerp hadden, en die in ene Stad, welke, volgens het oordeel van onpartydige vreemdelingen, boven andere Steden uitmuntende fchoonheden bezit, juist met de fchoonfte en vei nuftigfte in betrekking ftondt. Uit deze geringe neiging voor zyne Huisvrouw, laat het zich misfchien even zeer verklaren, als uit zyne voorkeuze van Engelfche Zeden en Gebruiken, dat hy de bezoeken van vreemdelingen, die hem wenschten te leren kennen, niet in zyne woning, maar in het Dreyarifche Koffyhuis verwachtte. In dit, aan de Tolbnig gelegen, tegenwoordig Erkmeiers, Koffyhuis, kwamen toen alle dagen, op den middag, Geleerden en Kuhftenaars byéên, volgers een in Hamburg, gelyk in Engeland, ingevoerd gebruik, waar zich ook., gelyk in Londen, de aanziënlykfte Kooplieden bevinden, en dikwyls, nog voor het aangaan deiBeurs, gewigtige zaken afdoen. Hagedorn "hadt het volgende voornemen, en het is* jammer, dat hy het niet ten uitvoer bragt. Hy droeg altyd een aantal witte kaartjens by zich. Vielen hem op wandelingen of anderszins nieuwe denkbeelden in, zo tekende hy dezelve terftond op , waar door zy niet verloren gingen. Zyn oogmerk namenlyk was, om Brieven te fchryven, en uit te geven , waar toe hy de ftoffen zo by ftukjens zocht op te zamelen. De Franfchen zyn, gelyk in andere takken der fchone Letterkunde , ook in de kunst, om Brieven te fchryven , die den kenners behagen kunnen , den Duitfchers verre voorby geftreefd, en ook tegenwoordig is het getal van goede gedrukte Duitfche Brieven flechts klein. Wat hadt men niet van de Brieven van Hagedorn mogen verwachten? Om niet te fpreken, hoedanig zyn Brief aan enen vriend, ge¬ plaatst voor zyne Zedcdichten, zynen by uitftek goeden fmaak duidlyk aantoont, fchynt het karaktermatige van Hagedorn''s fmaak zich geheel daar toe te .temmen, om in dit foort van het fchone iets voortrcflyks te leveren. Maar zyne vojr de Duitfche Letterkunde veel te vroeg gevolgde dood ; want hy bragt zyn leven flechts tot 47 jaren; daar hy aan ene langwylige en fmertelyke krankheid, de Waterzucht, den _8 October 1754, ftierf; heeft ook dit nuttig oogmerk, gelyk misfchien de uitvoering van zo velé anderen, verydeld. Hagedorn behoorde tot die zeldzame mannen, waar op het zeggen van Ovidius: Didicisfe fideliter artesEmollit mores nee Jinit esfe feros. in zyne volle kragt toepaslyk was. Niets van het pedante, twistgierige en de zucht om gelyk te hebben-, dat zo menigen geleerden, by den welopgevoeden man, aanftoótiyk maakt, vondt 'er plaats in zynen omgang. Over het geheel hadt hy iets van dat koele, het-ge.n den Engelschman van andere Natiën onderfcheick. Toen het drukken van de Geographie van Bufching; aan Johann Carl Bo/in weidt aangeboden, vroeg hy, even als den Hoogleeraar Hermaan Samuel Reimarus , ook zynen vriend Hagedorn om raad. 'Er we dt eeil byéenkomst, op het Land, aangelegd, om over dit onderwerp elkander nader tc onderhouden. Hagedorn fprak den toen ten tyde nog jongen Bufching dus aan : „ Ik ben in myn beftaan een droge Engelschman,maar Iaat 11 dat niet van my affchrikken, neen! geef my uw vertrouwen." Bufching ontwikkelde daar op het plan zyner Aardryksbefchryving, dat Hagedorn's goedkeuring verwierf. Hy was des te vertrouwlykain den kring zyner vrienden G. L. Liscow, Peter Ca/pfer, Doctor in de Rechten, M. A. Wilken, C. P. Kr leger, Georg Behrman, Borgeest, Johann Samuel Muller en anderen. Carpfér, een Ampt - Wondarts, in Hamburg, die zo zeer door gegronde kennis in de Heelkunst, en door de werkzame menschlievendheid.,, waar mede hy zich over de armoede op het liefde-rykst ontfermde, als door befchaafde levenswyze en geeitryk vernuft uitmuntte, hieldt alle weken enen dag npen tafel, waar zich perfonen van talenten lieten vinden, en de genoegens van den maaltyd door vernuft :ig en boertend onderhoud zeer vermeerderd werden.. Dit gezelfchap verzuimde Hagedorn zeldzaam , en lier was het, waar hy de gezondheid, in de EpbTrammatifchen Gedichten te vinden, inftelde: K % Auf  C 78 ) Juf den Chefeldcn der Deutfchcn 1 rChefeld naaralyk was, het geen misfchien thans weinigen bekend is , een zeer bemind en beroemd Wondarts, .te Londen.) Es lebe Carpfer lang! er zierct unfre zeiten, Wümcht Artzen feine Kunst, und Koningen fein Herz , Sein Anblik fclbst erquïkt, die Schwermuth hemt fein 1 Scherz, Und er vergizst filmt nicht, ah feine Gütigkciten. Vele vernuftige invallen, die de wyn, vrolyke welgemoedheid, geest cn vernuft, in deze byëenkomften voortbragten, zou men hier kunnen verhalen. Lr zouden egter zo vele kleine omftandigheden', om ze op te helderen en in derzelver 'waar daglicht te plaatfen, vereischt worden, dat deze wydlopigheid derzelver mededeling beletten moet, en velen kunnen, om andere redenen, niet bekend gemaakt worden. Gaa ne hadt Hagedorn te doen met Jongelingen, die van enen voortreflyken aanleg en aanhoudende vlyt, blyken gaven, en moedigde hun door zyne: gemeenzaamheid en goedkeuring aan. De beroemd Hofraad en Hoogleeraar, Johann Amold Ebert, een geboren Hamburger, die op het Hamburgsch Gymnafium ftudeerde , naderhand de gelukkige Overzetter van Toungs Nachtgedachten, gaf blyken van talenten, en hadt zich vele, voor zyne jaren, ongemene kundigheden verworven-, die hy door uitnemende naarÜVheid aanhoudend vermeerderde. Hagedorn \tKC\de hem met zyne verkering en vertrouwde hem cle overzetting toe van twee Verhandelingen van den Heei de la Nauze, over de Liederen der oude Grieken, uit het negende Deel van de Histoire de l AcacUimt des Infcripiions et belles Lettres, die hy by het derde Deel van zyne byéénverzamelde Dichtkundige Werken voegde. In de Voorreden van het derde Deel, noemt hy deze overzetting fchoon, en zegt: „ Dczt „ is door den Heer Ebert vervaardigd, die zo we ,, door zyne kunde in de beste talen, en welgegron de wetenfehap, als door levendig en echt vernu.lt reeds een voorbeeld is op die jaren, waarin zo ve , len naauwlyksch aanvangen na te volgen.' Hagc dom begunftigde daarna den jongen Ebert, toen lr te Leypzig op de Univerfiteit was , met zyne brief \visfel"ing,"van welke de Hofraad Efchenburg enige 1 zyne Leve-nsbefchryving van wylen Ebert, heeft late drukken. Ook Nicolaas Dicterich Gcefeke, die nadei hand met Johann Andrcas Cramtr, Rabner en Ebei dr- Schryver van een der voortreilyklle Duitfche Weel bladen: de Jongling, was, en eigenlyk het groot aandeel aan het zelve hadt, een der voortreüykfte Duitfche Schryvers in Profa, een zeer gelukkig Dichter en een zeer talentryk kerklyk Redenaar, die als Superintendent, te Sondershaabcn, fïierf, g .noot als Jongeling ook het voorrecht, toen hy op het Hamburgsch Gymnafium lludeerde, van met Hagedorn s verkering en toegenegenheid vereerd te worden. Hagedorn behoorde niet tot die Dichters, die Wyn en Liefde bezingen, en beide niet kennen. DenBourgondiewyn, waar van hy in een zyner Oden zegt: „ Mich reizen deine Sleme, „ Ihr Ëinfiusz wirket wuuder, „ O feurigcr Burgunder, ,, O Königücher Weinf heeft hy zekerlyk dikwyls gedronken, gelyk ook andere zeer fyne 'Wynen ; want hy leefde in enen kring van ryke en aanzienlyke, deels Engelfchen, deels Hamburgers, deels voorname zich in Hamburg ophoudende vreemdelingen. Zyne aangename Perfoon en Karakter, zyn levendig Vernuft, en fraaie Dichtvermogens, bragtcn hem in de gunst der Schonen, en de Phyllis, Dons en Chloris, wier namen in zyne Gedichten voorkomen, zo ook die Eleonore „ aufdcrer zarten wangen „ Der Jagend Blüth in frifchen Rofcn lacht, „ Und Zartlichkeii, Bewuudrung und Verlangen, „ Dir, und nur Dir fo zeitig eigen macht.' en aan welke hy den wensch richt, „ Gewahre mir den Dichter zu beglucken, „ Der cdler nichls, als Deinen Beifallfand, ,, Nur cinen Blich von Deinen Schonen Blieken, „ Nur einer Kusz au f Deine weisze Hand." I waren daadlyk de fchoonfte en beminnenswaardigfte ■ vrouwen van dien tyd. Haar hier te noemen zou on» befcheiden zVn. Ook zyn zy tegenwoordig allen • overleden. Genoeg bewyzen deze omflandigocden, ■ dat Hasedsrn de natuurlykfte roeping hadt, om een l gelukkig Dichter van de Vreugde, Wyn en Lieide, - Te wezen. C vcrvplg hierna. ) i 1 NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. t ■' Bataafsciif Republiek. Reisweg naar de Indien of !t1 Aardrykskundige befchryving van Egypten , Syrtcn,  C 79 ) Arabi'en, Perficn en Tridiïn. Een werk, in het melk] men een kort begrip gefchetst heeft der gejcluedems^ en het tafreel der zeden en gewoonten der oudere en nieuwere Volken , welken deeze onderfcheiden landflreeken bewoond hebben, van de vroegfte eeuwen tot op onze» tegenwoordigen leeftyd. Gedeeltelyk uit het Engelsch overgezet, en aanmerkelyk vermeerderd door P. F. Henrv. In dun Unge by J. C. Leeuweflyn. 1799. Behalven het Voorbericht der Uitgevers, 436 bladz. groot. Zeker hebben de Uitgevers zelve de noodzakelykheid gevoelt , om dit werk onder dezen tweeledigen en uitvoengen tytel aantekondigen. De eerfte moet dienen om het boek aan den man te brengen ; de andere past alleen, doch ook maar gedeeltelyk, op deszelfs inhoud. Op het lezen van den eerften mogt men verwachten aanwyzing te zullen vinden, langs welke verfchillende wegen men uit Europa te land naar Indie (of zo men wil Indien, maar niet de Indien, dewvl daar door beide Oost- en West-ïndie worden aangeduid) komen kan. Dan, zoekt men 'er deze aanwyzing te vergeefsch, de Uitgevers varwyzen u naar den tvveden tytel, onder wiens begunftiging zy zich veilig wanen tegen de billyke klachte van deu teleurgeftelden koper. Slechts gcdeeltelvk, zeiden wy, past de twede tytel op den inhoud, daar ook het opfchrift zelf reeds toont, dat het werk;meer dan ene Aardrykskundige befchryvmg der aldaar genoemde landen bevat. — Het een en ander doet zien, dat de Uitgevers verlegen geweest zyn, om voor deze, uit verfchillende Schrvvers genaaide, ftukken enen gefchikten en tevens voordefigen tytel te vinden. Volgens het Voorbericht toch is het boek faamgefteld uit de geachtfte Schryvers over de landen , die aan deszelfs hoofd genoemd worden , te weten: Nor den , Pokocke , Niebu/ir , Savary , Volney, Tavernier, Chardin , Robertfon, Rennel, Hodges en anderen. Het zelfde Voorbericht zegt ons, dat de landing en veroveringen, van het Franfche leger, het vorig jaar in Egypte en een gedeelte van Syrië behaald, en die verder ene grote omwenteling in Arabic , Perlie cn Indie fchenen te zullen te wege brengen, de aanleiding geweest zyn, om uit de gemelde Schryvers de hoofdzakelykc berichten , zo aangaande den ouden , als tegenwoordigen. ftaat dier landen optezamelen, ten einde het publiek, hel welk aanvangelyk van Egypte en Syrië den mond zo zeer vol had, en ten aanzien der overige landen 111 zo grote verwachting ftond, bekend te maken niet alleen met al het gene op die landen betrekking heeft, maar ook met de hinderpalen en hulpmiddelen, die de Franfchen in hunne onderneming vonden of verder zouden aantreffen. Deze belangrykheid, uit hoofde der toenmalige omftandigheden, waar 11: dit boek vervaardigd wierd, heeft het zelve, door den naderhand veranderden ftaat van zaken in Syrië en Egypte, grotendeels verloren. Evenwel blyft het, ook buiten dit oogpunt befchouwd, deszelfs waarde behouden voor zulken die aangaande de genoemde landen nader wenfehen onderricht te worden. Ene beoordeling van de daar in gegeven berichten, zot eie. beoordeling worden, van, de Schryvers,. wier. fcuriftei hier zyn gebruikt geworden ; tveshaken wy hier in niet treden. Maar wat de keuze en famen voeging dezer berichten betreft; dezelve zyn over het geheel genomen vry gepast, uitgezonderd enige herhalingen en te grote uitwydingen omtrent deze cn gene ftreken; het hoofddoel van "het werk in acht genomen zynde. Wie zou toch, om maar een voorbeeld te noemen, zelfs by den voordeligfteii uitflag der Franfche wapenen, hebben kunnen verwachten , dat dezelve lot in gelukkig Arabie zouden z>n doorgedrongen , — en echter vindt men daar van in dit werk vry uitvoerige narichten. Daar de uitvoerigheid van den tytel en het reeds gezegde genoegfame inlichting geven , aangaande den inhoud des werks, ftappen wy hier mede van het zelve af. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT DEN HANDEL en SCHEEPVAART, LANDEN VEEBOUW, ALS MEDE de HUIS HO UKUNDE, HANDWERKEN en FABRIEKEN, BETREKKELYK. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 2 September 180c, in Amfterdim. Buitenland sche. dmrik* $ prCti . 96U98 Keizer 4 piCt.. . 51- a 55 dito 4 pt'Ct. . 86 a 87 dito Coupons. . 481 M;j dito dito met premie. . 98 a ooi Spanje 5 prCt. van 179K. 74 3 7 dito geconfolid. by Stap- dito 4§ prCt. losb. 1800.. 95 a oój horst a 4§ ptCu • 663a6~\ dito dito losb. van 1S01-7- 884374 Rnimd 5 pi'Ct. . 84 a 84* Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 prCt. . 95^'/>ï piCt. . - 64^65 t"*o 41 pi-Ct. . 94 a 94} Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 pi Cc. . 92 a>2l renten .. . S°fa3i§ Denemarken, Toll. 4 piCt. 96 a 97 dito Leen cn Wisfdb. 4 prCt 94 a,j>4i Wisfeleotirs. dito Kroon 4 prCt. .. 91^92 Op Amerika.. Keizer 5 prCt. . öoaëij — Londen.- . . ƒ 10:11 dito 4i prCt. . 57 2 5& — fup. • • % 61 BlMNENIANDSCHE. Eataaffche Republiek. \ Voormalig Hólland* Obligatien en Reccpisién a Nationale Schuldbrieven h 3 2i pi'Ct. . . 38 a 40- pvCt. . . 4i|a42Ï Dito vrywiUig a 5 ptCt.. 58 a 59 Dito en Recepisfen uit de heflina van 98 a siprCt. 52 a 54} Voormalig Zeeland. Recepisièn uit de liclfmg. Obligatien a 2' prCt.. 35 a 37- van 1800. a 3 prCt. . 42 a 43 Voormalig V. iesland. Refcriptien Lflsb. 1800. 92 a 93 Obligatien a 2 prCt. . 35 a 36" ZZZ - 2 61 a 63 O. /. Comp. , 3 52 a 53 Lotery a 3 ptCt. 1785 en 86.. 47:* 48- . 4 50 a 51 — . naden Bankgeld. .. .. 92$ Vrede. .. • 38^3 3y|J Beleenbankgeld. . 98$a9:: C20- 7 64 "w.b.z. " ' 1 7 o A\, voonnidd. zware regen; 27 l29. 8 64f Z. W. ve,der bewoik£. c\?9_: 9? 59^ — C29. 9* 6,5 z. 0. 28 < 30 o 735 Z.o.b.o.] bewolkt. I 30. oi 6oi o. I C 30. Ó5 o.b. n. ' 29 \ 30. It 73 n.o. bewolkt. ei 30- H 621 _— \ 30. 2 64 n.o. 3° < 30. 2 72^ n.W.b.n omtrent helder. C_3P_Ji_ _57 N-N- w. _____ C30 1 66 n.o. 31 ^30 1 68 n.n.o. bewolkt. Cl2___ 54'- n- n. w. Sept. C30. cj 64 n. bewolkt, tusfcHeti 1 t 30. ot 70 n. b. w. beide wat regen. (_ 30. o 6?5 n. n. o. o 65 n.o. bewolkt;'savonds 2 < 30. o 71 helder, windrig. £29. 9} I 6li — BEKENDMAKINGEN. *.* Twee half-veis Konstplaaten, verbeeldende de céne d bezetting van den Dyk, door het YS, en het omkruic van het Jleenen Wacht huis buiten de Waterpoort, en d. andere het gezicht van den vreeslykenYSBERG opgekrooie-, ter hoogten van 60 voeten, op en tegen de Borstweer mk agter den Runmolen , beide te GORINCHEM, opdeu2ofie; February 1799, op de plaats zelve getekend door C. de Jon ker en gegraveerd door den kundige J.C. Bendorp, beboo rende dezelve in de Befchryving van den Gedachten Wa ter snood in 1799, door C. Zillefen , de prys van ieder fte is, Proefdruk zonder Letter f2- 10-:, Proefdruk ƒ2-:- : en ordinaire ƒ 1 -12 -: De uitgave gefchied te Gorincbem b j. van der WAL, dezelve zyn meede te bekomen te Am fterdam by Allart en Saakes; Dordrecht de Haas, vdi Braam en Blusfé; den Haag Leeuweftyn ; Utrecht Har denberg, Paddenburg, Terveen en v. d. Schroeff; Haar Jem Loosjes en Bohn; Leyden Honkoop en Mortier ; Bom mei de Meyere; Thièl Repelius; Arnhem Moeleman ei verder alom. V De Boekhandelaar j. van der WAL, te Gorinchem geeft uit: het welgelykend Pourtrait van wvlen Dom. j. d STOPPELAAR, met een toepasfelyk Vaarsje van Dom. A MANDT, getekend door de Jonker en gegraveerd doe Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. Bendorp , de prys is Proefdruk f 1 -: -: en ordinair 14 ftuiv. Het zelve is meede te bekomen te Goes by Huisman; den Haag Thierry; Amfterdam Saakes; Rotterdam Cornel; Dordrecht de Haas; Leyden Honkoop en verder alom. V* By MORTIER COVENS en ZOON, Boek- en Landkaartverkopers op den Vygendam, te Amfterdam , wordt uitgegceven en is alom verzonden. I. Beknopte Staatsbefchryving der Bataaffche Republiek, inzonderheid met betrekking tot derzelver BEVOLKING en verdeeling in DEPARTEMENTEN, RINGEN en GEMEENTEN ; en in DISTRICTEN, naar aanleiding der Staatsregeling. Volkstelling, en van onderfcheidene Publicatiën dien aangaande door C. COVENS met 17 geheel nieuw gegraveerde Kaarten der DEPARTEMENTEN en DISTRICTEN, 8°. a ƒ8-:-: II. Het zelvde Werk zonder Kaarten a f 2 - 8 -: III. Alphabetifche Naamlyst van alle de Steden, Dorpen en Gehugten binnen de BATAAFSCHE REPUBLIEK gelegen ; met aanwyzing der Volksmenigte en het voorm. Gewest, Departement, Ring en District waar van elke plaat, 8°. a 11 ftuiv. IV. Befchryving van de Verdeeling der Bataaffche Republiek in GEMEENTEN apart, 8°. a 22 ftuiv. V. Nieuwe Zak en Reis ATLAS der BATAAFSCHE REPUBLIEK ; ingericht naar deszelfs verdeeling in DEPARTEMENTEN en RINGEN, als mede naar die in 94 DISTRICTEN. Geb. in een halve Eng. band in 8°. a/3-10-: en 4°. a f 3-15-: VI. Een ftel van 7 particuliereen 1 generaale Kaart, behelzende de verdeeling der BATAAFSCHE REPUBLIEK in DISTRICTEN, van dezelfde grootte als het bovenltaande Atlasje, waar by dezelve kunnen ingebonden worden, a/3-:-: 1 1 *»* In dc Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te be- l komen, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. ,. Nederduitfthe. ' Leven (Het) van den Lmdjonker van Blankenheim tol den 1 Stronk, ilte Dl. gr. 8°. . . ƒ 1 - 16 - o - Genlis (de') de kleine la Bruyere, gr. 8°. . - 1 - 16 - o - Hu]"eland (C. IV.~) Goede Raad aan Moeders, gr. 8°. -0-15-0 . Coxe Reizen door Switfèrland, 6 Hukken, gr. 8°. . -5-0-0 1 Lauwerkrans vooifVashingtongevl. door Neder!. Dichters, gr. 8°. - o- 5-8 Gefchiedenis (Algemeene) der geheele Waereld, 3 Dl. gr. 8°. - 3 - 0-0 5 Franfche. 1 Keishammer (Manuel General pour les Arbitrages de Changes par Felix') gr. 8°. . . - 6 - o - o 2 Gathrie (Abrégé de Ij Geographie Univerfelle par IVl) gr. 8°. - 3 - 6-0 Browne (Voyage dans la haute et basfeEgypte la Syrië, leDar- four. par) 2 Vol. gr. 8°. . . - 6 - 12 - o - Jaufret (Theatre de familie par J. F.~) 2 Tom. 180. . - 1 - 10 - o Hoogduitfelte. j Brücknér und Günther Pitoreskifche Reilen durch Sacbfen. II Heften. 8°. Jedcr Heft. mit 12 kupf. . . -3-0-0 Michaé'1 Ruyter cm Lcfebuch für junge Leute ,8°. . -1-4-0 Engelfche. ; Fables by jokn Gay, 180. . . . -0-14-0 Berichten van • Uitgave van het Zesde Deel of Vervolg van Bufching Geographie. r IV. Coxe Reizen door Switferland.  A°. 1800. N°. 350. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 12 SEPTEMBER. BERIGTEN. DENEMARKEN. I Iet Koninglyk Genootschap der Wetenfchappen, te Kopenhagen, gene antwoorden ontvangen hebbende op deszelfs laatfle Prysvragen, heeft goedgevonden, om dezelve, volgender wyze, voor het jaar 1801 te herhalen. In de Geschiedenis. 1.) Quaenam gentes ante Norvaegicos Americam invenerint et itinera per mare in hanc terrae regionem inftiiuerint ? Quousque detecla Norvaegicorum in America praeferiim auftrum verfus extenfa fuerint ? Quae hac de re conftitui poterunt, argumenlis et conjeSturis ex fcriptis monumetitisve, y. c. munimentis, aedificiis, linguis, tradhionibus Amcricanis probanda funt. [Welke Volkeren hebben, voor de Noorwegers , Amerika ontdekt, en over Zee bezogt? Hoe verre hebben zich de ontdekkingen der Noren in Amerika, byzonder naar het Zuiden, uitgeftrekt? Alles, wat ter dezer zaak zal kunnen worden opgemaakt, moet door bewyzen en gisfingen uit gefchriften en gedenktekenen , b. v. fterktens, gebouwen, talen en Amerikafche overleveringen geftaafd worden.] XIV. Deel. In de Wiskonst. 2.) Invenire funclioncm omnium quantitatum, quae conjunclim determinant magnitudinem efeclus calorifici cujuscunque maleriei igni accipiendo aplae in re familiari ufitatae, tam ligni quam cefpitis QTurfae^) cami<,t lithnntracis, feu carbonum fojfilium cujuscunque fpecici. Aequatio quaefita ad minimum determinancla est pro quatuor diverfis caftbus: 1.) Si lignum vel cefpes caminarius feu carbones foffiles in fornace deuruntur, ut fpatium aéris inclufum ex. gr. eubiculi, califieri potest; a.) Si in foco fluido cuicunque coqueudo infervient; 3.) Si materiae molli indurandae ex. gr. in camino later ar io lateribus coquendis; 4.) Si materiis duris liquefaciendis ex. gr. metallis five in cliba7io fne in ufirina fundendis infervient. Singulae aequationes experientia duce ita analyfis ope detegendae et inftituendae funt, ut ex ipfis computari poffit ratio effeEtus calorifici aeque ac ufus oeconomici cujuscunque fpeciei, ligni, cefpitis caminarii et carbonum foffdium. [Te vinden de werking van alle hoeveelheden, die te zamen de grootheid bepalen der uitwerking van het calorique van allerlei brandftof, waar van men zich in de dagelykfche huishouding bedient, zo van bout, als haardturf en kolen , of allerlei foort van fteenkolen. De gevraagde vergelyking moet op zyn minst zig bepalen tot vier onderfcheidene gevallen: 1.) Byaldien het hout of de turf of de kolen in de kachel of op den haard verteerd worden, om de hoeveelheid L van  C 22 ) van lucht, in een kamer, b. v. befloten, te kunnen verwarmen, a.) Byaldien zy dienen om het een ofander in ene vloeiftofie te koken; j.) of om een weU ftofle hard te maken, by v. in de fteenovens om de tichclftenen te bakken. 4.) Byaldien zy dienen om harde Hollen week te maken, b. v. Metalen, he zy door dezelve in een oven of in ene fmisfe te Imelten. AHe de vereelykingen moeten op het geleide der ondervinding, op" mie zo analvtifche wyze verklaard', eniiserigt worden, dat daar tïit de reden der uitwerking van het' cafonque , tevens met het huishoudlyk gebruik van ieder foort, van hout, haardturf en kolen, kan worden opgemaakt.] In de Natuurkunde. O Experiment is invenire maximum caloris gradum, c-ve'm catefacli vapores aquei cum aliis corporibus comtnunicare posfunt? An ea pan aquae in dia Papintatia, quae non in vapores calore mutata est, majorem quam 313° Fahr. temperaturam habere potest? [Door proefnemingen uit te vinden den hoogden graad van warmte , die ftoom aan andere lichamen kan mededelen? Of dat gedeelte waters in den Patiaanfeben pot, dat door de hitte niet in ftoom veranderd is, ene groter mate van warmte dan van fahr. kan,hebben? In de Wysgeerte. A.) In disquijiiionibus de humanae, Huac , a cxijmi tes jvectat at que confiderat, cognitioms natura et tndo le indaganda atque explicanda, post Platonts et Art ttoielis tempora, quid Philofophia novipraefitteriliifn yidtlicet non innuuntur progresfus et tnerementajeten üarum doElrinarumque, quae de rebus agunt extftentt bus five corporeis five incorporeis; fied quaeritur de no bis intrinfeca, quae fubjedliva quibusdam dicttur, ha rum re rum cognitione; qualis 'nimirum generatin ft hitjus cognitknis indoles et efficacia ejusque quaenam ft origo et caufae, quae porro fint principia et. raticnes qüibus ille cognofcendi modus difinitur ac adflruitir e quibus , quae illi inest aut inesfe putaiur, reStituio t yeritas innitur. De tas quidem rebus, quidnam fhih fophorum meditationibus a Platonts inde et Arijloteh temporibus ad noftram usque aetatem fuerit effectum quid additum, aut magis confirmatum, aut ro&ius t plantas deftnitum atque illuflratum, hiflorice ut expc ttatur, defideramus: aut contra fi forfan nullos onmin progresfus in hifce Philofophia fecisfe vidcatur, id qui dem ex hifioria dogmatum ut demonfiretur\ [ Wat nieuws de Wysbegeerte by het navorfche van de natuur en aart der menschlyke. kennis, welk dc aanwezige dingen befchouwt en overweegt, federt dc tyden van Plato en Ariftoteles, hebbe opgeleverd? Hier worden- namelyk niet bedoeld de vorderingen en aanwinften van wetenfchappen en geleerdheid, nopens aanwezige dingen, 't zy lichaamlyk, 't zy onlichaamlyk; maar de vraag bepaalt zich tor de innerlyke kennis, welke wy van deze zaken hebben, en die by ibmmigen fubjedtive kennis geheten wordt; hoedanig; namelyk in het algemeen: de aart van deze kennis en het vermogen, als mede welke derzelver oorfprong en [oorzaken;'welke verders dc gronden en redenen zyn, waar door die wyze van kennen bepaald en geholpen wordt, en waar. op de juistheid, en waarheid, die daar in is, of'daar in zyn kan, rust. Over deze zaken nu wenfehen wy, dat gefchiedkundig worde voorgedragen wat 'er door de overdenkingen der Wysgeren van Plato's en Ariftoteles tyden tot de onzen toe, verrigt is, wat 'er bygevoegd of meêr bevestigd, of juister en breder bepaald eh opgehelderd zy; of, zo het integendeel misfchien J_%en, dat de Wysbegeerte geheel gene vorderingen in dezen gemaakt hadt, dat dan zulks uit de gefchiedenis der leerftukken bewezen worde.] , „ , De Prys voor het beste antwoord op elk dezer vragen is ene gouden Medailje, ter waarde van 100 Daalders* De Verhandelingen moeten in het Deensch, of Hoogduitse!!, of Fransch of Latyn gefchreven en voor het einde van Juny des eers.volgenden jaars,. ■ aan het adres van Dr. en Prof.. Abilgaard gejonde» ■ worden. 1800. PROGRAMMA ; VAN HET \ BATAAFSCH \ GENOOTSCHAP J DER. t PROEFONDERVINDELTKE WTSBEGEERTE 0 te rotterdam. Preses Magnificus, Administrateurs en Directeurs; q van het bataafsch genootschap der proefondervindee lyke. Wj'sbegi.erte, hebben gemeend aan het publiek te. moe-  C 33 ) moeten berichten,' dat zy beftoten hebben dit Jaar geene Al gemeene. en ook gcene Vereenicde Vergadering te houden , dcwyl op de twee Prysverhandelingen, waar van de 'eerde behelst een Antwoord op Vraag 58. Welke nuttige kundigheden kan de Geneeskunde trekken uit de nieuwe Scheikundige kennis van de Verrotting , ten aanzien van den aart, de oirzaaken, voorbehoeding en geneeswyze der Rot ziekt en ? onder het Opfchrift: C'est beaucoup d'aller vïte, 6? fort avant dans la route de la Nature; mais c'est plus encore de bien obferver, de bien vair <5? de bien faire connaitre aux autres , ce qui fe trouve dans le chemin. jf'en fuis encore au voyage & j'avoue, que je fuis bien loin d'arriver au iteu ou je tente d'aller. Fourcroy. de andere een Antwoord op Vraag 65. Is het mogelyk, by de hier te Lande meest beproefde Watertuigen (Scheprad-, Vyzel- en Pompmolens &c) in 't groot zoodanigen toeftel te maaken, dat men daarmede Proeven kan neemen, die met volkomen zekerheid het vermogen dier Werktuigen in het opbrengen van water doen blyken ? Zoo ja, op wat wyze moet deze toeftel worden ingerigt ? Zoo neen, welke zyn de beletfelen , die dit onmooglyk maaken? onder het Opfchrift: Certos feref exj>er tcucia fruCïuS. dit Jaar geene beoordeeling kan worden uitgebragt, daar de tyd ter beantwoording voor beide deze Vraagen by het Programma van voorleden Jaar gefield was op 1 Maart 1801 , maar men moet afwagten of 'er ook nog voor den beftemden tyd andere en meer voldoende Antwoorden inkomen, terwyl' intusfehen ook den Schryveren der ingezondene Verhandelingen de weg blyft openftaan , om daarby zulke veranderingen , vermeerderingen en verbeteringen aantevoegen, als zy zullen mogen goedvinden. Dat voorts de Verhandeling by het Genootfchap ontvangen onder het Opfchrift: De Konst en TVetenfchap ftaat vry aan alle menfchen j Geeft my wat niet en was, ik geev' u wat gy wenfehe. behelzende een voorflag van een nieuw foort van Werktuig tot het opbrengen van Water, het welk, fchoon zeer vernuftig uitgedagt, en blyken draagende van des Uitvinders , zoo wel Theoretifche, als wel voornamelyk Practifche kundigheden, en van zeer veel yvers en vlyts in het onderzoeken , echter aan zeer groote bedenkingen onderhevig is, niet alleen met opzigt tot de manier_ van werking zelve, maar ook met opzicht tot de hoeveelheid waters, daar mede optebrengen: om welke redenen het Genootfchap, den Schryver bedankende voor het vertrouwen in het zelve gefield, hem aanmoedigt, om, op zyn begonnen voetfpoor voortgaande, zyn werk verder natezien, te verbeteren, cn is 't mege!}k, de daar tegen intcbrengeu zwaarighèden uit den weg te ruimen en alzoo nader te volmaakcn. Tot een nieuwe Prysvraag wordt opgegeeven de navolgerde, zynde Vraag 66. „ Daar 'er thans in den Krimpener-Waard, by gelegen„ beid der geoctroijeerde Vervcening, aldaar een Noodliuis, ., voorzien van drie Kokers, gebouwd wordt, ten einde, in„ geval de Lckkendyk kwam doortebreeken, het fnundatie., water terftond door dezelve Sluizen, aan het einde van „ den Ysfel, alwaar de Ebben het laagst vallen, te ontlas„ ten. ' „ Daar dus ook het troebel Rivier-Water, wanneer het „ zelve des Winters, door welgeplaatfte en wei aangelegde „ Duikers ingelaaten wierd, door die zelfde Sluizen, immers „ voor verre het grootfte gedeelte, zonder hulp van Molens, „ wederom ter bekwamer tyd ontlast zoude kunnen worden. „ En daar het onberekenbaar voordeel, uit dusdanige ge„ paste intapping van troebel Rivier-Water voortvloeiende j ,-, met betrekking tot de verhooging en bemesting van laage „ cn fchraale Landen, buiten allen twyffcl gefteld mag vu;r„ den, als zynde zulks blykbaar, niet alleen uit de buiten „ gedykte Landen of Uitterwaardcn langs de Rivieren , maar „ ook uit fommige bbnensdyks gelegen Polders aan de Bo„ venrivieren, wier waarde daar door omtrent vier Capitaa„ len vermeerderd is, zoo wordt gevraagd: Welke zyn de nadeelige gevolgen , die, ien aanzien der —v}in. den Krimpener-Wdard, utt een geregelde en wel beftierde intapping van troebelRhier-water , zouden kunnen voortvloeijen ? Zyn 'er geene enkostbaa- re middelen , om deze nadeelige gevolgen , zoo die plaats mogten hebben, wegteneemen, immers zoodanig, dat-de daar uit te wagtene voordeden rykelyk daar legen zouden kunnen opweegen? En eindelyk en'derft'e■tiende, dat 'er zoodanige middelen voorhanden zyn , en mitsdien , dat de intapping van troebel Rivier-water , als in allen opzichten geraaden , befchouwd mogt worden , naar welk plan, en op hoedanige wyze behoort deze intapping ie gefchieden, om met de minfte kosten en na deelen het bedoelde oogmerk, te weeten de fuccesjive verhooging en daadelyke beneficeering der Landen, te bereiken? om beantwoord te worden voor 1 Maart 1802. Voorts blyven ook nog voorgefteld Vraag 64. Welke zyn de redenen of oirzaaken, dat de Droo%maakeryen doorgaands veel langer duuren en veel meer kosten na zig (leepen, dan men 'voorop' berekend en begroot heeft ? En welk is het beste plan om plasfen en meiren op de Jpoedigfte en minstkoslbaare wyze, en in 't geheel ten meest en voordeele droog te maaken? om beantwoord te worden voor den 1 Maart 1801. alsmede Vraag 54. Eene Theorie, zoo veel mogelyk door ondervindingen en \ L 2 waar-  ( 84 ) waarneemingen bevestigd,, wegens de lengte en ft rekking van Kribben en Hoofden niet alleen in geduurig afioopende Rivieren, maar voornamelyk aan Zceftranden, en zulke Rivieren, die aan geduurige verwisfeling van Vloed en Ebbe onderworpen zyn: wordende bovendien gevorderd, dat men met betrekking tot de eerfte, te weten de Kribben op geduurig afloopende Rivieren , onderzoeke, of en in hoe verre de regthoekige Kribben , zoo als 'er in de laatfte jaaren verfcheiden op den Boven-Rhyn en elders aangelegd zyn , met zoodanige door ondervinding geftaafde Theorie al of niet ftrooken , en ten aanzien van de laatfte, dat men behalven de lengte en ftrekking ook tevens de hoogte der Kribben en Hoofden, zoo wel als derzelver verval, vergeleken met de hoogte der daaglykfche getyën , in aanmerking neeme. Vraag 59. „ Daar in het algemeen erkend word, dat de afneeming en ïerlaaging onzer Zeeftranden het behoud der aanpaa„ lende Zeewecricgen niet alleen zeer kostbaar, maar ook „ ten boogfter. gevaar!} k maaken , zoo word gevraagd: Kan deze afneeming en verlaaging van het Strand alleen door dc bekende middelen ter belettinge der Zandftuiving, t. w. door Slroo- en Helmplantingen of Rietfchuttingen te keer gegaan worden ? Zoo neen j zyn 'er dan ook andere middelen , dan de met Steen gedekte Rysdammen , of zoo genaamde Si eene Hoofden voorhanden, waar door het gemelde oogmerk bereikt zou kunnen worden ? Zoo ja , welke zyn die middelen 'i Vraag 60. „ Nadien de Stoom -machines, zedert de laatfte jaaren, „ voornamelyk door den grooten Werktuigkundigen James „ Watt zeer aanmerkelyk verbeterd, en, ten aanzien van „ het werkend vermogen , tot een grooten trap van. vol- 1 „ maaktheid gebragt zyn, des dat dit vermogen, t. w. de „ uitzettende kracht van den ftoom, thans niet flechts alleen ■ „ boven den Dampzuiger, gelyk te vooren, maar beurte- 1 „ lings boven en onder dien zuiger een evenmaatige op- eu ' „. néc rpe»sfei)de kracht oefFent, waar door dit voortreffelyk ' „ wetktuig zoo wel gefchikt geworden is, om rondgaande ' beweegingen van allerleijen aart, als om op- en nedergaau„ de vcontebrengen; zoo word gevraagd: Of ter ontlastinge van het overtollig water uit Pol- ' ders en Üroogmakeryen het voordeeliger zyn zoude van ' de rondgaande, en met éénpaarige fnelheid voortge-. ' hragte bev,eegitig dezer verbeterde Stoom-machines ge- ' bruik te 'maaken , met namelyk in plaats van Pompen, ' ft aan de of hellende Schepraden , of ook Pyzels door de- ' zelve le doen bewerken? „ By deze overweeging begeert het Genootfchap, dat men , „ tevens, voege eene vergelykende beoordeeling van de uit- , '„ werkingen dezer laatstgemelde Werktuigen, wanneer de- , „ zelve door den wind, of door zulke verbeterde Stoom- . „ machines in beweeging gebragt worden,," \ welker beantwoording bepaald was op den 1 Maart 1799, fielt de eerfte (Vr. 54) voor een onbepaalde tyd voor, terwyl het op de 2 laatfte (Vr. 59 en 60) tot 1 Maart 1801 Antwoorden zal inwagten; gelyk oek nog voor eeu onbepaalden tyd blyveu ophangen; Vraag 37. Welke zyn de bekwaamfte middelen en werktuigen om In de Rivier de nieuwe Maas den verderen aanwas der P/aaten , even boven en beneden Rotterdam , op eene min kostbaare wyze te voorkomen, dezelve te doen verminderen , en , zoo ver mogelyk is, wegteneemen ? NB. Deze met uitlooving van eene dubbele Gouden Medaille, ter zwaarte van 60 Ducaaten. Vraag 50. Op wat wyze zoude men in Polders, door Stoom-werktuigen drooggemaakt en droog te houden , de opkomende Landen moeten ver deelen en aanleggen , op dat daar uit voor de Onderneemers der Droogmaakinge by den verkoop het meeste profyt, en voor de Bewooners het meeste nut en voordeel, zoo met opzicht tot hunne gezondheid als ten aanzien van het gemakkelyke en aangenaame , voortvloeije? Vraag 51. Hoedanig was het Zeegat van Goedereede met betrekking tot deszelfs vaarbaarheid, in of omtrent het jaar 1731 gefield? Welke zyn de nadeelige veranderingen, 4ie het zelve fins dien iyd ondergaan heeft? JVelke de itr *.or*.t=^/e , Jkmstys vonrtgelrrj7irr hebben? En welke zyn de middelen , die in het werk gefteld zouden kunnen worden, om zoodanige oirzaaken, het zy geheel of geieeltelyk, te keertegaan met dat gevolg, dat daar door •ene volkomen herjlelling van het Zeegat te wege gebragt vierd? Of zoo die middelen, het zy onuitvoerlyk, het :y niet raadzaam geoordeeld mogt en worden ; welke zyn ian 'de middelen, waar door dit Zeegat, zoo niet ge:eel herfteld, ten minften, overeenkomftig met de behoefte ier grooteScheepvaart, verbeterd zoude kunnen worden? En voor 1 Maart 1801. Vraag 61. ,, Daar niemand ontkennen zal, dat de Wa, termolens, benevens derzelver onderhoud , fchoon vol, ftrekt noodzaakelyk voor alle bepolderde en bedykte Lan, den, echter tot groot bezwaar voor derzelver Ingelanden , verftrekken, zoo mag men veilig onderftellen , dat de Ei, genaars der Landen, uit hoofde van eigenbelang, fins lang , bedacht geweest zyn, om dit bezwaar, zoo veel moge, lyk, te verminderen. Van daar,, dat zommige getracht 1 hebben dit oogmerk te bereiken , door middel van in , zoon en zamenftelting verfchillende Werktuigen; en dat , men in het algemeen voornamelyk op het oog gehad heeft, , om het getal der Molens zoo gering te doen zyn, als, , behoudens de behoorlyke bemaaling der Landen, eenig, zins gefchieden konde. Desniettemin wordt 'er omtrent ■» dir  C 85 ) „ dit voornaame punt vin Oeconomie een zeer aanmerkelykj ,, verfchil in het Zuideiyk en Noordelyk gedeelte van dit I „ Gewest (de gewezene Provincie Holland en Westfriesland) i „ gevonden; terwyl men in het eerfte ongelyk meer Morgentaalen vcor de bemaaling van eeti Molen rekent, .dan j, in het laatfte. „ Het Genootfchap niet kunnende onderftellen, dat dit „ enkel aan toeval en gewoonte moet worden toegefchre„ ven, vraagt derhalven : Welke zyn de redenen , dat 'er in zommige Polders en Bedykingen in het Noorder deel een minder getal van Morgen op een Molen of gang Molens gerekend word, dan zes d zevenhonderd Morgen, zoo als doorgaans in het Zui der deel plaats heeft? Zyn die redenen gelegen in de werktuigelyke zamenftelling der aldaar geftiehte Molens ? of in de gefteldheid der droogtehoudeu Landen ? of in die der Binnen- en Buiten-Boezemwateren ? of ook in eenige andere min bekende omftandigheden? „ Het Genootfchap verwacht, dat men by de beantwoor„ ding dezer Vraage in het oog houden zal, om alles met „ ontwyffelbaare bevinding te ftaaven, en, zulks noodig en „ doenhk geoordeeld wordende, middelen ter verbetering aan de hand te geeven. Vraag 62. „ Daar 'er dikwyls in de maaten of bepaalin,^ gen der onderfcheidene deelen van of betrekkelyk het ge,,' woone Scheprad in gelykfoortige Watermolens , fchoon „ zelfs in gelyke omftandigheden geplaatst, een aanmerkelyk ,, verfchil gevonden wordt, en het alleszins zeker is, dat in „ alle gelyke gevallen ook een gelyke bepaaüng of afmee- , tïng vereischt word, om altoos de grootst mogelyke uitwerking of de hooglte graad van volmaaktheid te verkr>j, gen, zoo vraagt het Genootfchap: Kan 'er eene volledige algemeene en door de Praclyk bevestigde Theorie aangaande de werking van het ftaand Scheprad in de Watermolens worden opgemaakt, en iu diervoege toegepast, dat daar door alle de bepaalingen van of betrekkelyk het zelve voor ieder byzonder geval kunnen gevonden worden , zoodanig dat de grootst mogelyke uitwerking daar mede doorgaands kan worden verkregen? Zoo ja! Welke is dezelve? ofingevalle 'er uit hoofde van onderfcheidene inzigten of' byzondere prjt&ijfche vereischten eenige modificatien of afwykingen by eene zoodan;ge algemeene Theorie noodzakelyk zyn, welke zyn dezelve, en hoe kan dan , uit de zamenftemming en toepas ft'ng daar van , hier in de grootst mogelyke volmaaktheid verkregen worden ? „ Het Genootfchap begeert, dat de Schryvers hunne gezegden, zoo veel doenlyk, door voorbeelden uit de Prac„ tyk ophelderen en (taven en dat zy in de behandeling inj, zonderheid ook in overweeging neemen, en aantoonen, dat vermits de hoeveelheid van het opgebragt wordende „ Water in ieder gelyk tydftip zig regelt naar de breedte ), der Scheppen, de diepte van dezelve in het binnenwa'.er, „ en de fnelheid van. beweeging , welke de voordecliglte „ evenredigheid is, die tusfchen deze drieërleije bepaalingen „ betrekkelyk den anderen en de hoogte tot welke het wa,, ter moet gebragt worden, moet worden waargenomen; ,, en dewy! 'er tot het opbrengen van het water op galjke ,, hoogtens by verfchillende Molens Schepraden van zeer 01T,, derfcheidene Middellynen worden gebezigd , dat zy doen ,, zien de Voor- en Nadeelen, die in de groote Schepra,, den, tegen kleinere vergeleken, kunnen gelegen zyn, en ,, welke bepaaling daaromtrent behoort gemaakt te worden, „ of anders (het gene op het zelfde zoude uitkomen) hoe ,, veel de As van het Scheprad boven het Boezemwater moet gelegd worden, om een behoorlyk affchot van de „ Scheppen te verkrygeu en vuortekomen dat het Scheprad „ zoo min mogelyk water over de Kop terug voert of nut,, teloos te hoog opbrengt, welk affchot boven dien door de ,, plaatfing der Scheppen naar den hoek der fpiegel van het ,, Rad bevorderd, doch daar en tegen hier door tevens de ,, gemakkelyke infnyding of opneeming van het binnenwater ,, eenigzins verminderd wordende, men dus ook opmerke, ,, welke overeenkomende deze beide inzigten de voor-deeiig,, lle helling der Scheppen op de firaai zoude zyn, om daar „ 11a de groote van de Spiegel, voor zoo veel zulks zou. „ kunnen gefchieden , interichten. „ Eindelyk dat men aantoone en zoo veel doenlyk proef,, ondervindelyk betooge, tot welke hoogte, betrekkelyk het Boezemwater en diepte van het Scheprad in het Binneti,, water, de opleider van het Scheprad moet worden ge- bragt, om de nadeelen zoo veel doenlyk te verminderen , -ciko ondervonden worden, wanneer dezelve v* hoog, of „ daar en tegen te laag, bepaald word. Deze alls met uitlooving eener Gouden Medaille ter zwaarte van 30 Ducaaten. Insgetyks blyven nog voorhangen tot 1 Maart 1801 da beide Voorftellen, gedaan in 1794, met belofte van een Zilveren Medaille, op den ftempel des Getiootfchaps gellagen, aan I. De volledige Befchryving met de noodïge Teekeningen opgehelderd van de vinding, waar van men in Engelandy zedert het aldaar zeer algemeen in gebruik brengen van ronde, vier-, vyf-, zes- of agtkante holgegotene yzere-Molenasfen, zig bedient, om de zeilen der Molens on hunne wieken te doen zwigten en ontzwigten , in- of uitrollen door den meer of min fterken aandrang der Wind' alleen, zonder dat de Molenaar daar mede iets te doen heeft, en waar door ook de Molen een altoos geregelden: en gelyken gang behoudt. II. De beste Befchryving met de noodige Teekeningengepaard van de onderfcheidene wyzen, waarop men in' Engeland, door zoogenaamde Gouverneurs of Regulateurs , de Steenen der Windmolens , die Graan maaien naar de kragt of flapte der Winden doet da alen of ryzen, zonder dat zulks aan de oplettenheid der Molenaarsbehoeve te worden evergelaafen.  C M ) ' Dit 'Jaar *yii vcfkoz-n tot L I D T - C O N S U L T A N T. J. Goi.dberg, Agent der Bataaffche Oeconomie, in den Haag. LID T-C0RRES PONDENT. Charles Etienne Ccquebert-Montbret, Comtniiüire General def relations Commerciales de la Republique Fraucaife eu Batavie , membre de la Socieié Philomalique de Paris , de ceUe d'a:;ricu//are du F>epart. de la Seine, Profesfeur aux Ecoles Centrales de Paris & au Lycée Republicain. LEDEN. H. A. Bake , Med. DoStor , Stads Vroedmeester , Prasle&or in de Verloskunde en Curator van 's Bands Hooge School te Leyden. C. L. Brumrgs , Commisfar/s Infpe&eur van 's Lands TVaterftaat, Lidt van het Utrechts Genootfchap van Kunften en Wetenfchappen > te Alphen. Het Genootfchap zal, om het écn of de twee Jaren, naar goedvinden, eenen Prys üitdeelen aan hem, die, volgens deszelfs oordeel, geduurendc dien tyd, de nuttigde ontdekking of uitvinding in cenigen Tak der Proefondervindelyke Wysbegeerte gedaan zal hebben, mits dezelve van belang zy, cn de Auteur die aan het Genootfchap, om _e ctoor net zelve gemeen te maaken, medegedeeld hebbe. Ingevalle by, die zoodanige Ontdekking of Uitvinding zal gedaan en aan het Genootfchap medegedeeld hebben, wegens gebrek aan geld of tyd, buiten ftaat ware, om de Proeven die ter bevestiging van dezelve vereischt worden, in 't werk te ftellen, zal het Genootfchap, zulks goedvindende, zelfs de noodwendigheden daar toe vervaardigen en de kosten 'er van op zig necmen, voor zoo verre naamelyk deszelfs' Fondfen in dezen toereikende zullen zyn. De Leden zullen ook naar den Prys der voorgeftelde Vraagen mogen dingen, mits zy over den aart en de bedoeling derzelve wegens het Genootfchap niet geraadpleegd zyn, noch de Antwoorden op'dezelve beoordeeld hebben. De Antwoorden op de Vraagen en de medegedeelde Ontdekkingen moeten in het Nederduitsch , Latyn , Fransch , Engelsch of Hoogduitsch, mits met eene Italiaanfche letter, niet door de hand der Auteuren zelve, maar door eene andere, in zeer duidelyk leesbaar fchrift (verbeteringen en byvoegfels hier ouder begrepen) gefchreven zyn, en niet met der Auteuren eigen naam, maar met eene Zinfpreuk geteekend, en met een verzegeld Billet, 't welk dezelfde Zinfpreuk tot opfchrift heeft, en waar in der Schryveren Naam en Adres gemeld zyn, verzegeld en franco, voor den bepaalden tyd, (zullende de laater inkomende voor dat jaar tot bet dingen naar den prys niet in aanmerking geno¬ men' worden): gezonden worden' aan den Dire&eur en Eerften Secretaris van het Genootfchap, Olivier Christiaan Eickma. De Auteurs zuilen de Verhandelingen, op welke zy eenen Prys behaald hebben, niet mogen baten drukken, dan met goedvinden van bet Genootfchap , en 'er geen openbaar gebruik van maaken , vopr. dat het Genootfchap dezelve zal hebben üitgegceven : welk laatfte mede zal plaats hebben omtrent alle andere Verhandelingen , Ontdekkingen , Proeven en Waarneemingen, die men het zelve heeft ter hand gefield, en welke het zebe, van wien zy ook aangeboden worden, altoos met genoegen zal aanneemen, om, wanneer zy goedgekeurd zyn , onder deszelfs Verhandelingen uirtegeevcn, mits zy met de eigene naamen der Schryveren onderteekend zyn, of, zoo zy niet willen bekend zyn, met eeu verzegeld Billet, waar in hun naam en woonplaats gefchreven ftaan; welk Billet als dan eerst zal geopend worden, wanneer het aangeboden Stuk goedgekeurd is, doch ongeopend zal verbrand worden, wanneer het zelve Stuk word afgekeurd , zullende het Genootfchap geene ontfangenc Stukken teruggeeven , en aan zig de vryheid houden, om dezelve geheel, of ten decle, oi' in 't .geheel niet te doen drukken. PROGRAMMA. Do Rozorgors van hot Legaat van wylen Johannes Monnikhoff , hebben het genoegen by dezen te berichten : dat, ter bepaalde tyd, in antwoord op de Vraag, betreffende ,, de Aanwyzing QIndJcatio) by de behandeling der Breu,, ken," zyn ingekomen drie Verhandelingen, onder de volgende Zinfpreukeu: de eerfte Scio hoe esfe pertritum , quod adje&urus fum. Sen. E. 60. de tweede „ Vlyt bouwt kunst." de. derde Qjtand on manque de materianx necesfaires a Pelevatiën d'un édifice, qu'on fe propofe, on fe contente d'en jetter les fondements , & laisfe a des fuccesfeurs plus opulents le fuin de continuer 1'ouvrage ; d'autres viennent après eux , qui le finisfent. A r n a ü d. By bet toekennen van byzondere verdienden aan eik dezer Verhandelingen, echter niet meer dan ééne kunnende bekrooiien, heeft de Vergadering van Bezorgeren , by meerder-  C *7 3 derheid van (temmen , deil gouden Eereprys tnegcweezert aan den Schryver van het Antwoord, onder de Zinfpreuk: „ Vlyt bouwt Kunst." die, by opening van zyn Billiet, bevonden is te zyn Coenraad Kerbf.rt, Heel- en Vroedmeester te Koog, aan den Zaan; waarna de twee overige Billiets ongeopend zyn verbrand geworden. Voorts en terwyl de Vergadering met verlangen, tegen den i Maart 1801, de Antwoorden te gemoed ziet op de Vraag over de Taxis , of handgreep ter inbrenging van Breuken; en omtrent die, over den Breukband; beide in het Programma van 1 September 1799 dmfchrceveir; werdt beflooten als eene nieuwe Vraag, om beantwoord te worden vóór i Maart 1802, het volgende voorteftelleh, namelyk: „ Naardien de Beki.fmming , met- recht, voor het aller„ gevaarlykst en dikwerf doodel)k toeval by Breuken ge„ houden , des te fpoediger en gepaster kunsthulp vor„ dert; waartoe eene volkomene kennis derzelve noodzaa„ kelyk vereischt wordt; zo is de Vraag: „ Waarin beftaat dezelve,.en welke Breuken zyn daar„ voor al of niet vatbaar; „ Is de gewoone onderfcheiding en verdeeling van der„ zeiver foorten volledig en voldoende; „ Zyn de, tot hier toe, door de Schryvers opgegeeve- ; „ ne waare oorzaaken in de daad zodaanige, of niet; en j, zyn 'er ook nog andere; ,, Welke is de reeks van verfchynfelen , die de beknelling doen vreezen — aankondigen — of eikanderen „ opvolgende, grond tot voordeelige, of ongunftige Voor- 1 „ zegging geevcu ; , „ Welke is ae algemeene en byzondere aanwvzing by 1 den verfchillenden aart der beknellingen; en , ,, Welke deezer opgetelde omftandigheden maaken de „ plaatsmiddelen verkiesbaar, of de Breukfnyding nood- \ „ zaakelyk?" 1 De Schryver van het meest voldoende Antwoord op deze Vraag, gelyk ook voor elk der twee voorgaande, (aan wel- ' ke by deze herinnerd wordt,) zal begiftigd worden met de 1 gouden Medaille op den Stempel van dit Legaat gefchroefd , j ter innerlyke waarde van driehonderd Guldens; terwyl tot ' mededinging naar dezelve alle Nederlandfche en. Buitenland- i fChe Genees- en Heelkundigen genoodigd worden; onder t voorwaarden, dat derzelver Antwoorden leesbaar moeten ge- y fchreeveu zyn in de Latynfche, Franfche, Hoog- of Neder- < duitfche Taaien, en de Hoogduitfche met een Latynfche ( Letter; niet ondergetekend met den naam des Schryvers, a maar met eene Zinfpreuk, welke mede tot opfchrift dienen ' moet van een bygevoegd verzegeld Billiet, bevattende den * naam, tytels en woonplaats des Schryvers; en vddr den be- f paalden tyd Vragtvry toegezonden aan A. Bonn , Prof. Anat. & Chir. aan het Athenaum Illustre , of aan F. ^ E. Willet , Med. Doel. en InjpeStor van het voormalig f Collegium Medicum. \ Amsterdam, i September 1800. t NARIGTEM en BYZONDERHEDEN, TOT den handel en scheepvaart, landen veebouw, ALS MEDE de huishoü- kunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk, Oly-Raffinadery- der Gebroeders van NlEVERVAART. Wy. vermenen onze Landgenoten geen ondienst te doen, door hen te berichten, dat clb Gebroeders van Nlevervaart, te Dordrecht, zich het middel hebben -igen gemaakt, om, op het fpoor der Engelfchen, de Raap-Oly tot enen byzonderen hogen graad van zuiverheid te raffineren; zynde deze geraffineerde KaapOly te bekomen tot den prys der gewone Raap-Oly, met_ een_ derde verhoging van de waarde ; welke verïoging is voor ingrediënten, arbeidslonen en verlies n quantiteit by het'raffineren; zynde, volgens genonene proeven, evenredig aan derzelver verbeterde ]tialiteit, daar drie Amen geraffineerde Oly in het mouten en kammen der Wollen, door derzelver vloeibaarheid, zo veel afdoen als vier Amen gewone RaapDly, en, door derzelver zuiverheid in de Lakens, de Dlyf-Oly evenaard; terwyl zy, door hare gefchiktïeid om in Lampen te branden, alle Boom-Oly over- reft, Dezelve is tot ultimo February aanflaande, net giuto- cn kleine quantiteit, tot gerief (om de qut- iteit te kunnen leren kennen) aan de Fabriek te beamen, en met primo Maart in gene mindere hoe^ felheid dan yyf Amen te gelyk , als wanneer ene ;orting van yyf percent voor contant wordt gegeven. Dezelve Burgers, wier yver zich ook byzonder be>aald tot het hier te Lande in weiking brengen vin nittige uitvindingen, zyn insgelyks geflaagd in het beeiden van onbevriesbare Raap - Oly , gefchikt tot het iranden der Stads Lantaarns of Lampen binnen d^ze lepubliek, en voor alic Stedelyke diredtiën by liuti e bekomen. ■ Deze Oly, welke door koude noch ■orst wordt aangedaan , is by hun te verkrygen tot len prys der gewone Raap-Oly; dezelve is ongefchikt >m binnen s'huis te branden, maar, door enige oer* ndering in de conftruftie der ordinaire Stedelyke Lamien te maken, boven de gewone Raap-Oly verkieslylc >m ftraten en open pleinen te verlichten, devvyl het ;cht iterker is, geftadiger brandt, en deze Oly de ,ampen ruim een tiende gedeelte langer doedt licht ;even. • Tot ultimo December aanftaande, is dezel- e met grote en kleine hoeveelheid aan de Fabriek te ekomen? gelyk ook de Lampen om dezelve in te braip  ( 88 ) branden. En met primo January niet minder dan met Augsburg branden En met primo January niet minder dan met Augsburg, op de Schaal van Reaumur 28f4, en op vertwintie Amen te gelvfc, als wanneer ene korting Van|*heidene plaatfen, m Frankryk, onder anderen te Bour\c ls , „„„„ Z„„i~„f vwHt- tneo-pffaan deaux, 300 volgens deze Schaal, overeenkomende met 104 vyf percent vooi contant woidt toegeitaan. I ^s&uL ^ Fahrellheit> get'ekend heeft. r r Y Z e n der ü F r js c -r b «• Op Dingsdag den 9 September 1800, in Amfterdam. Buitenland joh e. Amcriku 5 prCt. . 06 s 98 SWzw 4 prCt. . 53» 53 dito 4. prCt. . 80' a S7 dito Coupons. . 48 a 49 dito dito met premie. . 98 a 984 Spatje 5 ptCt. van 1798. 73I" 74i dito geconfolid. by Stap- dito 4* piCt. losb. 1800. 95 a 965 horst a 45 prCt. . 6~£af58 dito dito losb. van 1801-7. 88}a 74 . Rusland 5 prCt. . 83^84 Engeland. Annuïteiten 3 Zweien 5 prCt. . 95^.196^ ptCt. . . 645*65 dito 4! prCt. . 94 a 94 i Frmfchf Rep. Geconfolid. dito 4 prCt. . 92 a 92! tenten . . jt»32 Denemarken, Toll. 4 prCt. 9?$ a 97$ dito Leen cn Wisfélb. 4 pi Ct. 04 a 94 5 Wisfelcotirs. dito Kroon 4 prCt. . 915392 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 59ia6i — Londen. . . ƒ 10:11 dito 4i ptCt. . 5? a 58 — Parys. . . Banco 6oJ Binnen la ndsche. Bataaffche Repuhliek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 25 prCt. . . 37 a 40 p.Ct. . . 42a42j Dito vrywillig a 5 ptCt. 575 258 Dito en Recepisfen uit de heffing van 93h 3|prCt. 52 a 54} Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatisn a 2} prCt. 35» 37 van 1800. a 3 prCt. . 42 a 43 Voormalig Friesland. Referiptien Losb. 1800. 91 a 92$ Obligatien a 2 prCt. . ?5 » 36 . 1 72^74 , 2 6o!a6"2 O.l.Comp. , 3 535 a 55 Lotery a 3 prCt. 1785 en 86. 47 a 48 ■ . 4 49 a 505 , na den Bankgeld. . . 92* Vfede. . • 38^39^ Beleenbankgeld. . 98fa99 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 269; en te Haarlem 19, ouder welke laatften 11 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Aug. zyn, in.Alkmaar, overleden, 40 perfonen, nam. 13 mannen, 11 vrouwen en 16 kinderen, waar onder 3 doodgeb. 7 beneden 't jaar; 3 van 1 tot 5; i van 5-10; 3 van 10-20; 1 van 20-30; 8 van 30-40; 4 van 40-50; 2 van 50-60; 7 van 60-70 en 1 van 70-80 jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. Als ene zeldzaamheid verdient aangetekend te worden, dat de Thermometer, des middags van 19 Augustus, te Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem, f" baro-1 ther- streek luchts8 \ me" m0me" °er gesteld- 1 ' I ter' ter. wind. heid. C 20. ol Ó5ï o. 5 ) „X ?, Ka r. u » voormidd. bewolkt; 3 <3°-° 04 o.b.n. verder helder, windrig. C3C___o_ 6i5 o. C2Q- 9? 645 o.b.n. TT, a ) 01 omtrent helder; 4 \ 29- 9 702 o. 'sav. omtrent betrokken. ( 29. 8 07 o. N. 0. C29. 5I 67 z. o. voormidd. betrokken; 5 ^29.55 75 verder bewolkt;tusfchen C.2 9- 5 631 beide wat regen. yïyTïT z- w. v'oonnidd. regen; ' 0 < 29. Si 69 vejder bewolkt. C.29- 5 61 — C29- 3? 65 o. b. z. voormidd. bewolkt; 7 < 29. 3!" 66 o. z. o. 'snamidd. regenagtig; ) 29. 2l 6l§ o. 'savonds bewolkt. C29. 25 63 z. o. bewolkt, tusfchen 8 < 29. 69 z. w. beide buijig. L29- 4* 59 — - 45 63 z.w.b.z 9:. C 2y. 7° 3- w- kewolkt, wïndiig. _29. 65 / 60ï HOEVEELHEID VAN GEVALLEN EN U1TGEWAASSEMO WATER, TE ALKMAAR. Gedurende de Maand Aug. 1800. Gevallen 36 Lynen: Uitgewaasfemd 41 Lynen. BEKENDMAKINGEN. V Het fraaye Werk: VEEL HOOFDEN, VEEL ZINNEN, door wylen den menschkundigen en beroemden Hoogleeraar PHILIP LODEWYK STATIUS MULLER. Twee Deelen. In gr. 8°. wordt tot den 30 September eerstkomende , by W. van VLIET, te Amfterdam, en zyne Correspondenten in de andere Steden, afgeleverd, voor TWEE GULDEN en TWAALF STUIVERS. Na dien tyd, zal het zelve , volftrekt niet minder, als a f 3 -: -: weder gedebiteerd • worden, en het geëerd Publiek kan tevens verzekert zyn, dat gemelde Werk, uitverkogt zynde. voor de vyfdem'aal niet weêr zal herdrukt worden. Een BERICHT wegens deii belangryken Inhoud des gemelden Werks, is alöm nog voor niet te bekoomen.  A°. 1800. N°. 351. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 19 SEPTEMBER. B E R I G T E N. GROOTBRITANNIEN. D e Otaheiters, en andere Zuidzee - Eilanders fchynen, zo wegens gebrek aan befchaafdheid als bedorvenheid van zeden, volftrekt onvatbaar geweest te zyn voor de bekering tot het Kristendom, waar toe j het Zendelings Genootfchap hen had getragt te brengen: althans alle de Zendelingen zyn, dezer dagen, niet hun gezin, van daar, onverrigter zake, weder t'huis gekomen. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, 7 September. Met de Schepen le Naturaliste en le Geographe, die, onder bevel van den Kapitein Boudin, voorzien van vrypasfen van alle Oorlogvoerende en Neutrale Mogenheden, een togt naar de Zuidzee ftaan te ondernemen, zal ook de Zoon van den vermaarden rondzeiler der waereld Bougainville, als mede de niet min vermaarde Reiziger le Faillant vertrekken , en wel de laatfle met het afzonderlyk oogmerk, om zyne nafporingen in het hart van Afrika voorttezetten; wordende de onkosten zyner reize gedragen door enige Kooplieden van Marfeille, die zig, ter bevordering van den Handel, onder den naam van XIV. Deel. Sociëteit van het Binnenlandse^ Afrika, hebben byeengevoegd. DUITSCHLAND en AANLIGGENDE-LONDEN. Berlyn, den 30 Augustus. Doder Rcich, zo algemeen bekend, door zyne Koortsgenezingen, heeft van den Koning een penfioen voor zyn leven ontvangen, onder voorwaarde, dat hy zyne manier van genezing, ten algemenen nutte zou bekend maken: gelyk zulks door.dezen Arts dan ook reeds gedaan is, ineen kortlings uitgekomen Stukje, ten tytel voerende: „ D. G. Ch. Reich, over de Koorts en derzelver behandeling, in 't gemeen; bekend gemaakt, op bevel van zyne Pruisfifche Majefteit, door het Collegium Medic. &, Sanitatis Men heeft ook, hier en daar, in Duitschland, proeven beginnen te nemen, met het inenten der Koepokken: in Hannover zyn reeds by de 500 inentingen van dien aart gedaan. BA- (*) De Hoogd. tytel is: „ D. G. Ch. Reich, v0m Fieher und desfen Behandlung überhaupt, auf Sr. K. M. von P reuzen allergnadigflen befehl, rom Collegio Medic 0 'tnd Saninatis bekennt gemacht." Waar van hy den Uitgever dezes ene Nederduitfche Vertaling zal in het licht iomeni M  ( po ) BATAAFSCHE REPUBLIEK. Leyden, den 13 September. Heden is hier opgéricht de Bataafsche Maatschappy van Taal- en Dichtkunde, ingevolge zeker ontwerp door Comraisfarisfen uit de vernietigde Taal- en Dichtkundige Ger'ootfcbappen, voorheen beftaan hebbende te Leyden, Rotterdam en Amfierdam, en is in derzelver eerfte vergadering toe Voorzitter benoemd geworden M. Siegenïïef.k , 'Hoogleeraar in de Nederd. Welfprekendheid, te Leyden; tot Algemenen Secretaris D. M. G. Heliewter, te Leyden, en tot Penningmeester J. Messchert, te Rotterdam. Eerstdaags zal door eenProo-ramma van wegen gemelde Maatfchappy, omtrent de trkgefebreven PrysftofTe als anderszins, breedvoeriger bericht aan het "Publiek worden medegedeeld, terwyl de alzins harmonieufe wyze en eenftemmige geestdrift, waar mede deze Maatfchappy als uit de asch dier vernietigde Genootfchappen verrezen is, hope geeft, da eerlang op den Bataaffchen grond de Taal- en Dicht kunde met nieuwen luister herleven zullen. Byvoegzei, op het berigt in N°. 347. van den N A. K. en Letterbode , aangaande het werpen van ene Leeuwin , te Parys enz. (Briefwyze medegedeeld aan den Uitgever van dit Blad., Myn Heer! In den Letteibode van 23 Aug. het geboorte bc licht leezende van een paar jonge Leeuwtjes, te Pa ™, verwonderde het my, dat de Schryver daar van eewaff maakende van de zeldzaamheid van zulk een Leeuwenbevalling in Europa, niet fchynt geweten t hebben van 't geen, in dit opzicht, te Londen, meer malen gebeurd is. Onder de vreemde dieren, die ai daar in den Tower bewaard en vertoond worden, bt vindt zich vooreerst een zeer oude Leeuw, de ma jeftueufte, die men van dat gedacht misfchien zie kan, wordende aldaar the old british Lion genoemd voorts eene oude Leeuwin, die, toen ik in den Towe was, in de maand April 1. 1., ongefteld was, of, or de uitdrukking van den Oppasfer te bézigen,. aan rht maticke pynèn laboreerde. Deeze Leeuwin heeft a daar reeds" meer dan eens gejongd: van hare 111 Lor den geboren kinderen ziet men een Leeuw en twe Leeuwinnen, alle reeds volwasfen en in ftaat om med hun eeflacht voor te planten. Nog worden aldaar i glaze kasfen of ftolpen bewaard 1 by de geboorte ge ftorvcne doch geheel voldragen tweeling Leeuwii netjes, die, om dat'zy geboren werden, op den da toen Lord Howe der Franfche Vloot (lag leverde Misf Anna. en, EUfabeth Howe genoemd worden.. — Behalven deeze, in den Tower bewaard wordende, dieren, is 'er in de Diergaarde, die boven de Exeter Exchange, In de Strand, te zien is, ook nog eene Leeuwin, die aldaar mede, zo ik my niet bedriege, reeds meer dan eens geworpen heeft. Vertrouwende dat dit bericht als toegifte of byvoegzei, op het voorgaande, u misfchien niet onaangenaam, zyn zal, tekene ik my enz. * * * *. LEVENSBERICHT VAN DEN BEROEMDEN DICHTER FREDRIK van HAGEDORN. (Uit het Hoogduitsch.) Vervolg en flot van Bladz. 78. Om in het algemeen iets van het karakterizerende ■ der Gedichten van Hagedorn te zeggen , verdient het tydperk, waar in hy dichtte, by uitftekendhèjd aandacht. Het zelve ging den Morgenftond voor, die ■ voor den goeden finaak doof de verenigde pogingen vanGdrtner, KlopJIock, Rabencr, Johan Andreas Cramer, Johann Elias en Johann Adolph Schlegel, Giefe- ) ke en Conrad Arnold Schmid, voor een gedeelte, enigermate in de Belustigungen des Verftandes und Hitzes, te Leipzig, 1741, maar vooral in de Bremi/c/.en - Bciiragen, 1750, 'opging, ja men kan nog wel met - vollen recht hem zelfs dit aanbrekend morgenrood van , goeden fmaak toefchryven. Want in de jaren, toen : de vervaardigers der Bremifcken Beitragen hunne loop5 baan, als Schryvers, aanvingen, omtrent het jaar 1741 - tot 1750, naderde Hagedorn byna het einde van de - zyne, want hy ftiei f "in het jaar 1754. Neemt men - deze omftandigheid in aanmerking, dan kan men de - rykdom van Gedachten, de kieschheid van Styl, de n harmonie der Versmaat, en de ongedwongen en krag: tige-uitdrukking van onzen Dichter niet genoeg ber wonderen, op een tyd, wanneer zy, die toen voor 3 Dichters gingen, arm in gedachten, achteloos in hun- - ne fchryfwyze, zonder gevoel' voor het welluidende I- der Versmaat, en vol gezocht en zeer vervelend ver- - nuft waren. Hagedorn ftondt dus alleen in zyn vak; e de Wysgerige Klasfifche Dichter, von Halter, uite genomen, maar die niet voor een model van Duitn fche Taal en Harmonie der Versmaat kon doorgaan. Men hadt ook juist geen ongelyk, wanneer men hem 1- den geleerden Dichter noemde.. Zyne geleerdheid beg wyzen zo vele plaatfen zyner Gedichten, opgehelderd , door zyne, zo vele kundigheden en zo uitgebreide -Igeleerdheid ontdekkende, Aanmerkingen, die hy m  (91 ) enen brief non eren vriend, geplaatst voor zyne Zededichten, verdedigd heeft. In-zyne laatstgenoemde Gedichten zyn vele, toenmaals , nieuwe gedachten , met veel fterkte uitgedrukt,, en verfcheidenen daar van, om hunne voortreflyk heid , als Motto's en Spreekwoorden , en als Opfchriften, door de beste Schryvers gebruikt geworden. In z\ne Epigrnmmatifchen Gedichten is Hagedorn juist niet zo zuiver in eige vindingen, als de in de vorige eeuw levende Silefifche Dichter von Logaw, die hier in alle Dichters in dat vak, de ouden zelfs, zo my dunkt, overtreft; het hapert hem egter niet aan fcherpzinnig uitgevonden Dichtilukken van dien aart, en het getal derzelven is niet klein , waar wel de hoofdgedachte en de hoofdinhoud ontleend zyn, maar waar de wending en de gelukkige uitvoering geheel de zynen zyn. In zyne Fabelen is onze Dichter oorfpronglyk, en onderfcheidt zich in zyne manier van Phcedrus , la Fontaine, de la Motte, Richer, Gellert en Lichtwer. Mag ik myn gevoel vertrouwen, dan heeft geen Dichter de vertelling der Valken zo heerlyk als Hagedorn voorgefteld; fchoon ook onder de Schryvers, die haar voorgedragen hebben, beroemde mannen gevonden worden. Meesterlyk zyn Hagedorn's Oden en Lieden. Hier is hy geheel de gelukkige Zanger van Vreugde, Wyn en liefde, en zal hy fteeds ene roemryke piaats naast enen Chaulieu, Prior, Gay, Gleim en Uz, bekleden. Misfchien is het niet onaangenaam, om, ten einde Hagedorn's aanleg en neiging tot de Dichtkunst, van hun eerflen oorfprong af, na te gaan, en de altyd grotere ontwikkeling van zyn poëtisch talent enigermate aantetoncn, hier ene foort van Chronologie zyner Gedichten te laten volgen, zo groot namelyk, als het hier pas geeft dezelve te plaatfen. Voor eerst dan in zyn 2ofte jaar, 1728. Der Jüngling &c. Mein Mddchen, Die Verg 'ótter. d. Phyllis. Holde Phyllis. Das Heidelberger Fa/s. Ihr Freunde. Der Wein. Aus den Reven, In zyn 2ifte jaar, 1729. Fr. v. H.Vcrfuch in Gedichten, Hanib. König und Richter. Der fc hl echte Wein. Wein, den die. Das Gcfelfchaftliche. Ihr Freunde. In zyn aafie jaar, 1730. Die Jugend. Solt auch ich. Die Fögel. _ In diefem Wald. In zyn agfte jaar, 1731. Die Nacht. Wilkommen. Sufanna, Singedicht. Sufannas Keufchheit. An den Schlaf. Gott des Traums. In zyn fli- vonJYagedorns moralifche Gedichte. Zmite Auf- lage, 175Ó. 8°. yon Hagedorns fdmtliche poetifchen Werke, gr. 8°. ■mit Vignetten. Hamburg, 1759. Diefelbcn., klein 8°. ohne Vignetten. Hamburg, 1759. Diefelben. Zweite Aufiage. Hamburg, 1759. Erneuerte Ausgaben in beiden Formaten, 1764 und 1769. Deze uitgaven der gezamentlyke poëtifcheWerken, zyn in die orde en gedaante, gelyk de Dichter ze zelf hadt willen uitgeven , in het licht verfchenen. Zy waren zeer zuiver; en zo wel aan Druk als aan Papier, ja aan den zeer matigen prys, kon men wel zien, dat de Drukker te gelyk de vriend van den Dichter was. ïntusfehen klaagden Mannen van fmaak zelfs in gefchrift, dat de Vignetten van de grootde uitgave zo eiendig waren , en betuigden in dat geval des te meer hunne verwondering, daar hun de bekende vriendlchap van den Drukker voor den Dichter, die. gene kosten tot. verfraaijing van het werk ontzag. hun een uitmuntend cieraad in dezen verwachten liet, en natuurlyk by hun de gedachten ontdondt, dat Christian Ludewig von Hagedorn, Keur-Saxisch Geheime Legations Raad en Directeur Generaal van alle Kunst-Akademien in Saxen, een Kunstkenner van fmaak, en zelfs een bekwaam Tekenaar, de B neder van den Dichter was, die hem zeer beminde, met de grootde Kuudenaars' in betrekking dondt, en op wienswenk zy oni dryd zich zouden bevlytigd hebben, om de werken des Broeders van hunnen zo zeer geachten Directeur Generaal, door hunnen yver geleid, door den fynden fmaak te- verfraaijen. De Vignetten zyn van twederlijen aart. Het grootde gedeelte is ontleend uit Montfaucon, en uit die uitgave van Horatius (Horalii Opera, Vol. I, II. Londini, ter. tabulis incidit Johannes Pine. 1733. 8. majort) waar de gehele Text, naar de Cambridger uitgaaf, geheel in koper gefneden is, en alle afzonderlyke Gedichten aan het begin en het einde met Vignetten vercierd zyn, die een duk der Oudheid voordellen, dat tot recht verdand van het Gedicht nuttig is. Deze in het derde Deel der verzamelde Dichtwerken, die de Oden en Liederen bevatten, voorkomende Vignetten, raakt deze berispende aanmerking niet, want het fyn Graveerdift van Christiaan Fritsch, die, het geen hem goed voorgetekend was , vooral wanneer hy het op gelyke grootte maken mogt, goed in koper bragt, was toereikende, om dezelve keurig genoeg te leveren. Hagedorn hadt, zo als ik; my ennner van den Drukker gehoord te hebben, ze zelfs uitgezocht, en dus rechtvaardigt dat ook derzelver keuze. Ook in het twede Deel, of in het eerde Deel der Fabeln und Erzdhlungen, aan het eerst Gedicht derzelven, is 't geroofde Schatjen, door Wagner, toen ten tyde een Migniatuur- fchilder in Hamburg, zeer fraai getekend , en door C. Fritsch zeer goed in het koper gefneden geworden. De berisping blyft dus eigenlyk gelden, omtrent die Vignetten, die C. Fritsch zelfs getekend en in het koper gebragt heeft. Zeker egter komen ons deze Vignetten minder voor, daar wy door de zo fraai getekende en in den besten fmaak uitgevoerde Vignetten van enen J. W. Meil, waar mede hy de werken van Kleist, Mevrouw Karfchinn , en andere Schryvers vercierd heeft, of door die van enen Daniël Chodowieki, van enen Schubert en anderen zozeer voor de overige bedorven zyn. Hadt de Drukker, Bohn, gelegenheid gehad, om ene nieuwe uitgaaf te bezorgen, dan zou hy haar, daar de Broeder des Dichters nog leefde, de'fchoonde cieradien hebben bygezet. De grote oplaag der laatde uitgave, zaamgenomen met den federt'enige jaren verminderden fmaak voos  ( 93 ) voor ne Dichtkunst, die zich met meer yver tot andere wetenfchappen bepaalt, heeft noch den Drukker noch den Broeder van den Dichter dat tydftip laten beleven, daar eerst in het jaar 1800 ene nieuwe uitgaaf noodzaaklyk geworden is. Hagedorns Oden en Liederen zyn dikwyls op Muziek gebragt geworden, eerst wel in „ der Ernst undScherzhaften Liedernf die de Kapelmeester Telemann, onder den grappigen tytel: „ Für alk Halfs," Hamburg, 1741, by Christ. H&rold', uitgaf, en waar in ook Compofitien voor de Gedichten van Ebert en anderen zyn aantetreffen. Toen gaf Görner, MuziekDireéteur en Vicarius aan den'Dom, te Hamburg, Hagedorn s Oden en Liederen in een foort van zeer groot Octavo, in drie Delen, te Hamburg, by Johann Carl Bokn, in het licht, waar zy alle gecomponeerd, en de Muziek in koper gefneden, was. Deze Melodien werden by het uitkomen, en enigen tyd daar na, wanneer men nog niet, gelyk thans veel te dikwyls, zich de onbillyke vordering veroorloofd, om in Duitfche Meisjens en Vrouwen enkel Virtuofen in het zingen te verlangen; maar toen men, gelyk my toefchynt, met recht te vreden was, wanneer ieder door haar gezang iets tot gemeenfchaplyk genoegen van het gezelfchap bydroeg, meermalen aan tafel en dikwyls in den kring, waar Hagedorn tegenwoordig was, gezongen. Daar na hebben de beroemde Berïynfche Toonkunftenaar , de Kamerrand Grafe , de voortreflyke talentryke Componist Fleifcher, en Profesfor Zacharia, alle drie in Brunswyk , onze om-ergeetlyke Kapelmeester Carl Philipp Emmanuel Back, in Hamburg, Marpurg, de Opperdom - Organist en Vicarius aan den Dom, te Maagdenburg, Herbing, de Organist Endter, te Altona, en anderen, haar op Muziek gebragt, en daar door zo wel zich als den Dichter vereeuwigd. Men heeft verfcheidene in het koper gefneden Afbeeldingen van den Dichter. Zo wel voor de grote als kleine uitgave zyner Dichterlyke tverken, bevindt zich een daar van maar een gecrayonneerd Pórtrait van van der Smisfen, enen, uit ene Hollandfche Familie afftammenden, Schilder, die in zynen tyd zeer geacht werdt. Zy, welke Hagedorn in perfoon gekend hebben, verzekeren, dat het hem zeer wel geleken heeft. Naar de oorfpronglyke Hamburgfcbe uitgaaf' is ook het Pórtrait voor den nadruk van den Graaf von Trattner, Wenen, 1765, gemaakt geworden. Voorts heeft de Boekhandelaar Buchenröder, te Hamburg, die Bufching, H. S. Reimarus, Doet. J. J. Fabricius en andere verdienftelvke mannen, zeer fraai in koper het brengen, ook een Pórtrait van Hagedorn, door Fritsch gefneden, uitgegeven. De eerstgcmelde Afbeeldingen Hellen den Dichter, volgens het toenmalig Schildergebruik, voor in een pels met een bomitf mu s op. Maar in de laatfte vertoont hy zich met een Alongeparuik en in volle kleding. Het pomait van Friischis zeer zuiver gefneden, maar fchynt, met verandering van kleding, naar gene andere fchildery, dan die van den beroemden Denner, dat men niet weet waar het te vinden is, gemaakt te zyn. Voor een Deel der Bibllothck der fch'ónen IFisfenfchaften und freien Kunfte bevindt zich ook een pórtrait met de pels, en de bonte muts op, het geen naar de Hamburgfche Afbeelding fchynt gemaakt te zyn, maar niet wel is uitgevallen. Nog ftaat 'er voor een ander Deel van dit bemind Maandwerk, zo ik niet dwaal, een pórtrait door Canule, dat wel als gravure zeer fraai is, maar gene naauwkeurige overeenkomst heeft met de Hamburgfche Afbeelding van van der Smisfen. Een zo Clasfiek Dichter, als Hagedorn, hadt wel verdiend, dat voor hem een openbaar Gedenkteken werdt opgericht. Verfcheidene malen ontwaakte ook in Hamburg ene zucht, om dat te bewerkltelligcn, maar zy fluimerde altyd weder in. Eenmaal echter fcheen dit goed oogmerk naby aan de uitvoering te zyn. Doch het fcheen ook flechts zo. Men hadt daar toe ene Intekening geopend, en vleidde zich des te meer met den goeden uitflag, daar Vrouwen, uitmuntende door fchoonheid en geest, en die met recht bewonderd en geacht werden , deze zaak van haren Dichter met edelen yver zochten te bevorderen. Het was ook aan haren veel vermogenden invloed toe te fchryven , dat de byééngebragte fora vvaarlyk aanmerklyk was. Maar ik weet niet^ waarom deze onderneming agte* bleef. Genoeg, ieder deelnemer werdtzyn in baar geld daar toe gefchonken bydrage te rug gegeven, en men dacht 'er niet verder aan. Op nieu-.,s herleefde de gedachte, toen het St. Johannerklooster in den oord van de Harvftehudilche Herberg, waar. Hagedorn zyn meeste Gedichten gemaakt zou hebben , door ene in goeden fmaak aangelegde zogenaamde Engelfche party, verfraaid werdt. Eindelyk zocht een Hamburgsch Geleerde den yver voor ditGedenktekenweder op te wekken, toen voor een paar jaren enige edele Hamburgfche Medeburgers de zo fraai aan den Alfter gelegen jungfernftieg, door ene aanmerklyke, daar toe gefchonken fornme, verbreedde, en op verfcheidene wyze verfraaijen lieten. Maar ook deze nieuwe opwekking hadt gene gevolgen. En waarlyk was ook de Jungfernitieg, fchoon zelfs van Hagedorn in zyn lied, de Alfter, bezongen, niet zo zeer tot een Gedenkteken van Hagedorn gefchikt». als. Harvftehude. M % Want  ( 94 ) Wsnt mei: kan vso h«l r;crifi.;CT foor», der Inwoners vsaHamburg niet wel vèi wachten, dat zy Gedenktekenen op openbare plaatfen tneer verfchonen zal dan het wik in andere Duitfche Steden gewoon is, en 'er zal misfchien 'nog veel tyd.s nodig zyn, om het Italiaansch Gemeen aan den Duitfcher als een model van navolging, in het ontzien van openbare'Kunstwerken, voor te houden. Maar Harvltcbudc wordt flegts, van het befehaafdst gedeelte der Inwoneren van Hamburg bezocht, dat aan een Gedenkteken van Hagedorn gaarne alle hoogachting bewyzen zou. En aan welk oord zou het natuurlyker en gevoeglyker kaan, dan aan dat, waar dc Zangodinnen den Dichter Hagedorn liet mcnigvuldigsr toelonkten. Dan de geest voor Gedenktekenen fchynï nog geheel geen vasten voet in Hamburg te kunnen krygen. Een der voort-reflvkfte ToneelfpecUlers van Duitschland en Hamburg, Mejuffer Ackermau, ftterf; Alles geraakte m de levendigde beweging, om voor haar een Gedenkteken on te richten.' Men bragt ene goede lom byééw, ccn bekwaam Kunftenaar, Raclette, leverde.een zeer gred model ten dien einde in het klem, men Meldt in ccn openbaar huis byeenkomften der talryke Infchryveren; men debatteerde over de plaats, waar het Gedenkteken best zou opgericht worden, wisfelde 'er vele blaauwboekjens over, fprak m de door oeheelDuitschland, en in vele landen van Europa, gelezen wordende Hamburgfche Zeitungen, dannWh wekte daar door de algemene aandacht op, veigat de zaak weder, cn alles kwam op een — mets uit. ïn de laatfte jaren is 'er in Hamburg tot vele voortreflyke ondernemingen, met genoegzame mate var aandrang, niet alleen van geld, maar ook Patriottifche werken en pogingen, met verftand befloten, en dezelve zyn me? Standvastigheid en gelukkig ten uitvoei gebragt. Misfchien ontwaakt ook de drift vooi Gedenktekenen, aan wa:e verdienden toegewyd, die ene Stad zo zeer tot eer drekken; en mislchien verleven digt de weldra in het licht zullende komen meuwt uitgave van Hagedorns Dicbterlyke werken de net £ing daar toe weder. Tegenwoordig weten het waar fchvnlvk flechts weinigen, dat het gebeente van dei Dichter in de Hamburgfche Domkerk, met verre vat de deur, aan de Zuidwestzyde van dezelve, onde: ene zerk, die zelfs zynen naam niet draagt, begra VCDoch hoe minder men in Duitschland op een Ge denkteken van Hagedorn bedacht geweest zy, des t meerder zal hy in het geheugen van den vriend de Dichtkunst leven, en altyd onder de Duitfche Uaj fieke Dichters ene plaats bekleden. Met het zelfd «renregen z.d by f^ec*? van den op zaken gedeVl zynde Geleerden, 'der bcl'chaafden Man, den ünaakiyken Ktmftcnmr, de edelbartige Vrouw en het gevoelvol Meisjcn, gelezen, bemind en bewonderd worden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafschf. Republiek. J. F- Voltelen Pharmacolo- gia UrJverftc. Pars 11. Wy vervolgen ons berigt van bet zeer nuttig werk van wylen den I.eydfchen Hooglecra;:r. Met de IXde Klasfe van Geneesmiddelen word dit Deel begonnen', bevattende alle bittere en bitterachtige middelen- de planten tot deze zoort behorende, bevatten ia zig een hars - gomachtig beginzel, een zuur met ene aarde verbondon, en fommigen een middenfout, van buiten aankomende, en zig met de overige beginzelen verbindende. Derzelver uitnemende krachten, waar door zy met alleen ;de fpiervezelen der maag eu ingewanden ongemeen be vest 1I ecu, raaar ook de fappen tot de fpysvertenng dienftig aan! zetten , inzonderheid de gal krachtig maken en verbeteren , :voorts alle trage vochten verdunnen, en van hier den omloop van het bloed zeer bevorderen, maken derzelver behandeling voor de Geneeskunst zeer belungryk. Tot deze Klasfe brengt de Hoogleeraar de wortelen van de Gentiaan, Osterlucy, witte Dictamnus, Cichory , Paardebloemen , fiekende Palm , Capperboom, Paretrd \brava, ColumAo , Kruisbloem , Loper i aria , Chynh. I Het Ouasfiehout, dc bast van de Simarouba en Angustural Het kruid en knoppen vmAljem, Byvoet , gezegenden Distel, kleine Guldekruid , Boeitjeskruid , tVat er drieblad f Duivekervel, Malvouw , Waterlook , Gamander lyn , veld Cypres , ftinkende Gouwe , Brem, Blauwemuur eu het Roet. De Xde Klasfe bevat alle Jpecery en b>alfem achtige middelen. — Derzelver fcherp-bytende warme eigenfehappen, oorfprongelyk van ene in dezelve huisvestende retherifche oly; welke met ene vastere zelfftandigheid, van enen gomhartsachtigen aart, verbonden is, en met enige zouten het : wezen der onder deze klasfe begrepen middelen uitmaakt, ■ geven derzelver krachten niet onduidelyk te kennen; door . derzelver fyn en zeer doordringend beginzel zyn zy zeer l werkzaam op het zamenftel van zenuwen en fpiervefelen, vermeerderen de gevoeligheid, den omloop van het bloed en . bevorderen alle affebeidingen der fyiiere vochten: van bier derzelver algemene benamingen van zenuw- en hoofdverfter' kende, krampftillende, windbrekende,fweetdryveude, maandftonden bevorderende , bederfwerende, wortiVdryvende mid" delen Van hier derzelver werkzaamheid in ziekten, uit 5 zwakheid der vaste delen, droefheid der zenuwen ontftaanr de, met hier uit voortkomende waterachtigheid of verdik- king der vochten, inzonderheid ook in gebreken van het e 1 hoofd, en der ogen met verzwakking gepaard enz.  ( 95 ) Tot deze klasfe behoren: De wortelen van de Seltery , Peterfely, Venkel, Angelica', Calmus, de Giftwortel, Balfemkruid , Cyperwortel, Galanga , Alanswortel, Meesterwortel, Flor. Lisch , Lavas, Beer wortel', Virg. Slangenwortel, Valeriaan, Zedoar, Gember, Curcuma,Ginfeng, Ninzin. Het-kruid van deAveroon, Dille, Kervel, Bafilikom, Dragon , &fop > Major aan , Moederkruid, Melisfe , Munt, Orego. Poly, Rofsmaryn, Boheemjche Rofemaryn , Wynruit, Sevenboom, Saly, Boonkruid, wilde Thym, Thym; de bloemen van de Chamomille, Lavendel, Leliën der da alen , Meliloot, Vlier , Linde en Nagelbloemen. O range- en Citroenfchillen, Casearille, Kaneel, genagelde en groove Kaneel, basterd Kaneel-basten. Pok- en Rozexlwut, Sandel, Aloë, Sasfafras. Zaad van de Ammi, Jamaicafche Peper , Anys , Cardamom , Karwy, Coriander, Co myn , gee/e Wortelen, Zevenzaad, 'Wormkruid. Jenever- en Laurierbesfen, Notemuskaat, Foeli, Kruidnagelen, Peper , Staartpeper. De Campher. De Ammoniacgom , Duivelsdrek , Benzoë , Bdellium, Galbanum, Gom Lac. Ladanum, Mastik, Myrrhe, Olibanum , Opopanax , Sagapenum, Styrax. Therpentyn , Balf. van Canada , Copy , Houpa, Mecca, Peru , Rackafira , Tolu, de Pik. Cajaputolie. De Xlde Klasfe behelst alle fcherpbytende middelen, w elke het plantenryk voor de Geneeskunst belangryk oplevert. Het fierk werkende der middelen tot dezen rang behorende, hangt niet zo zeer af van een zoutachtig, als wel Van een zeer vluchtig beginzel, het geen door water en wyngeest oplosbaar is, en in deze middelen door andere water- , gom- of hartstachtige delen verbonden blyft. Derzelver werking op het lichaam beftaat in ene vermeerdere beweging der fpiervezelen en bloedvaten, met bevordermg van enen te tragen omloop van het bloed, en vermeerdering der dierlyke warmte, en affcheiding der vogten en uitwerpen van het fchadelyke, inzonderheid door de waterlozing en uitwassfeming; zommigen derzelver, daar zy zeer hevig werken, dienen meer tot uitwendig als inwendig gebruik. Overal waar dus ene koude - trage gefteldheid van het lichaam plaats heeft, en van hier overbodige waterachtigheid en flymachtigheid, verftoppingen als anderzints plaats hebben, komen deze middelen te pas, inzonderheid by het fcorbutieke. Men brengt tot deze klasfe. De wortelen van Kalfsvoet, witte Pimpenel, kleine Gouw, Kwylwortel, Tandwortel, Mezeroenboom, Wolverley, Peperwortel, Radys , Look, Lepelblad, Kers, Waterkers, Steenrakette, Lookzonderlook , Bekeboom , Sedum, Keukenkruid, Boterbloem, Mostaard, Rakette, Sophiekruid. De Xllde Klasfe geeft ons die middelen aan de hand , welke met het bittere ene fcherpte verbonden hebben, waar toe alle braak- en purgeermiddelen gebracht worden. Schoon zommige der middelen, tot deze klasfe behorende, eeu vry aarimerkslyke bitterheid bezitten, andere zeer fcherp van fmaak zyn, zo bezitten zy echter gansch ougelyke kragten aan andere bittere en fcherpb>icnde middelen. — De reden hier van is niet gelegen in de zamenftellende delen dezer middelen^ welke zeer ongelyk zyn, fchcon zy daar in overeenkomen, dat zy alle door hare prikkeling de maag cn ingewanden (lerk aandoen, maar fchynt gelegen te zyn, in de eigenaartige zamenflelling der maag en ingewanden, cn in ene aan dezelve byzonder eigene gevoeligheid voor die bepaalde prikkeling, welke zy door braak- en purgeermiddelen ontvangen. — De geachte Schryver kat hier vooraf gaan ene zeer beredeneerde fchets van alle verfchynfelen, welke by het braken plaats hebben, lost enige zwarigheden tegen het gebruik der braakmiddelen op, geeft het ware nut aan de hand, zo wel van braak- als purgeermiddelen, en eindigt met enige lesfen welke by het gebruik dezer middelen te pas komen, en we!ke hare betrekking hebben op alles, wat ene verflandige toediening van braak- eu purgeermiddelen kan betreffen. —- De middelen tot deze klasfe behorende zyn de Jpecacuanha, Mansooren , Zeeajuin , wit en zwart Nieskruids Rhabarber , Jalappe , Machoacanna , witte wilde Wyn* gaard, 7'urbith , Pinxterbloemen , herfst Crocus ,Hermodactyls , Varkensbreod, lage wilde Flier , Spurge , Spigelia, Lobelia, de middelde Flierbast, Geoffruea, de bladen van de Godsgenade, Vingerhoedkruid, Tabak y Soldanel, Senebladen , Purgeervlas , kleine Schorst, Lerkenzwamme, Rheinbezien, Ezelskomkommers, Coloquint, de zaden van de wilde Saffraan, Luizekruid, Saèadil, Kraanoogen , Jgnatiusboonen , Gusfagom , Scommo%y, Aloë, Euphorèium. De behandeling van elk dezer middelen is zeer juist; deSchryver is niet vervelend door langdradigheid, en geeft een kort verflag der gevallen waar in zy nuttig zyn kunnen, of werkelyk nuttig bevonden zyn, terwyl hy de beste manier van voorfehriften te maken, in de meeste gevallen y 'er byvoegt, eu eindelyk ook de zamengeftelde Geneesmiddelen, waar in 'zy voorkomen, opnoemt. — In alle opzichten verdient dit werk den beginnenden Geneesheer, in het toedienen van ■ Geneesmiddelen , ten leiddraad te ftrekken ; terwyl zelfs meer gevorderde Artzen 'er veel uit zullen kunne» leren, wat hun in de beöêffening hunner kunst nnïtijj kaa zyn. narigten en byzonderheden, tot ben handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ükunde, han d w erken en fabrieken, betrekkelyk- Men heeft in Londen een Pen uitgevonden, waar mede men, zonder moeite, dubbeld fchryven kan., ci gelyktydig een affchrift van zyn opftel maken. De- 3$£»  "dve is, cnder den naam var. Penna duplex, te bekomen tn N°. 43. Cornhiil, Londen, niet verre van de Beurs. Pr r zen der. Effecten. Op Dingsdag den 16 September 180c, in Amfterdam. buitenlandsche. Amerika 5 prCt. . • 9ÖJa97i Keizer 4 prCt. . 53*54 dito 4 in'Cr. . 86 ;t 37 dito Coupons. . 49a 5° dito dito met premie. . 98 a 98Ï Spa/g\- 5 WCt. van 1798. 75 a 75$ dito geconfolid. by Stap- dito i\ prCt. losb. 1800. 95 a g6§ borst 2 4-4 pi'Ct. . 6r|a«8 dito dito losb. van 1801-7. 875375 Rusjani j.;ptCt. . 85-ja 36$ Engeland, Annuïteiten 3 ^irafe» 5 P*Ct. • 9Ö''9öi prCt. . • rl>J 6*iaö5 dltó 4| p.tCt. . 94ia95 Franfche Rep. GeconfoUd. dito 4 P'Ct. . 93 « 93 t renten . . 34 Btnemarken, Tol'. 4 prCt. 96^97} dito Leen en Wisfclb. 4 piCt. 95 a 95$ Wisfeicours. dito Kroon 4 prCt. . 9.3i»94 Op Amerika. . . fc<2*r5firCtl . 61 a 63 — I ouden. . • ƒ r°:i2 dito 4Ï pi'Ct. . 58 a 59 — Parys. . ' . Banco 61 BlNNENLANDSCHE. Bataaflihe Republiek. \ Voorni-lig HollapZ. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 ' 4 1'i'Ct. . . 38 a 42 ptCt. . . 43Ï*43i Dito vrywillig a 5 prCt. 59^60 Dito en Recepisfen uit de heffing van 98 a siprCt. 55 * 5^1 Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2{ prCt. 37 I 38 Van 1800. a 3 prCt. . 42 a 44 " r Voormalig /■ nesland. Refcriptien Losb. 1800. 95**95* Obligatien a 2 prCt. . 34*35 . , 1 7oja8oi ■ 2 65|aö7i O. 1. Comp. ' ■ ; 3 57|a58l Lotery a 3 prCt. 1785 en 86. 47 a 48 . na den * Bankgeld. . • 9*f Vrede. . . - 423343 Beleenbankgeld. . . . 99ï BEKENDMAKINGEN. * * Bv $ en J. Lucht mans, te Leyden , word gedrukt D. G. van der KEESSEL Thefes feleftae Juris Hoilandici et Zelandici, adfupplendam H. GROTil introduaionem adjunsprudentiam Hollandicam, et definiendas celebnores Juns Hollandici controverfias, in ufum auditorum evulgatïe. In 40. en word by bladen uitgegeeven. •#f In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Roeken, enz. Nederduitfche. Verkeering (Over de) van Vrouwen met Mannen, uit het Hoogd. 8°. . • • • ƒ o - 14 - o Schouwtooneel (Zedeiyk) der Menschl. Hartstocht. VHDI.80. - 2-4-0 Zakboekje voor Vrienden en Viendimien van Overdenken. 120.- 0-6-0 Frederik (de kleine) in het groote Ryk der Natuur. m.p.8°.- 1 - 10 - 0 Verlichting (Het belang der) door de Maatfch. T. N. v. t Alg. 8°. . -• • * -0-6-c iMwenkielm's Redenvoering by het lyk van Euler, fo. - o - 3 - c Te Haarlem, by A. LOOSJLb, rz- GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende'de laatstverlopene Week, s geweest: te Amfterdam 213; en te Haarlem 22, ouder aelke laatften 17 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN haarlem. C BARO-i THER- STREEK LUCHTS- ^ePt> ) ME- MOME- DER GESTELD- l80O. 1 TER. TER. WIND. heid. ("29-64 63 Z. W. voormidd. buijig; 10 S 29. 7 68 Z.W.b.W verder betrokken; C29' 9 59 _ N. W._ harde wind. ^ C30. Oi 63 N.W. voorm;dd. beWolkt; 11 < 30. Iï 671 —- verder helder. < 3Q- »* 5° _ C30. i4 60 z. o. 12 < 30. iï 71 — helder- t zo. 2 57 z- w- C30. 2h 67 Z.W. bewolkt;'snamidd. ■ 13 S 30. 24 70 W. N.W. regenagtig. <-12lJL_ -JlL- -i^ - C 30. 3 Ó3* N.O. voormidd. mistig; 14 < 30. 3 73 verder helder. } 30. 2j 6l C30. 2j 66 o. 15 / 30. 2i 765 O. Z. O. helder. c.3°' 2 61 o- n. o- ■ C 30. 1 6q o. z. 0. IÖ < 30. I 7Öi z- O. helder. [ 130. oi / 59 lo.z.o. 5fflart?z Reis van Macartney. 4de Dl. m. pl. gr. 8°. -9-10-0 Hameisveld (het Nieuwe Testament, door T. yem) uit het Grieksch. 120. . • • • -0-18-0 Seiler (G. F.) over de Goddelyke Openbaanngcn, gr. 8°. .3-0-0 - . . 1 . •••>. Franfche. ■ „ Genlis (Herbier Moral pat Mad. dé) gr. 120. . -1-6-0 Camille et Agathe, gr. 120. . • -1-4-0 Emilie 011 les Amans Mameurenx, 12°. . • -0-14-0 •Tiarté.Qn Mufique, Pocme, par Th. de) 12°. . -1-4-0 MisttisF Walter. 2 Tomes. 180. . • -1-4-0 Vilders (le Chiffonnier par P.) 12°. . • -0-14-0 Revue (la) de 1'an Huit 180. ^ 0 • ' -0-14-0 Drun (Monfieur de Kinglin par Ptsau^-ht) 8 . . - I - 4 - o (Théodore ou les Peruvien's par 1'igault-le) Ji . -1-4-0 : (Mötusko ou les Polonois par pigault-le-) 0°. -1-4-0 Andrieux (Contes et Opusoules par) gr. 8°. ♦ • - 1 - 10 - o Daruaud (les Matinees par) 3 Tomes 12°. • • -3-10-0 Zénobie ou ITIeroïne d'Armenië, gr. 8°. - - - 1 - ib - p Soir&s (leO de lTlennitage, 2 Nol. 150. • • • »r "™P Cordelia ou la foiblesle excufable, 2 Tom. gr. 12 . - -2-8-0 Calalcgus jLibrorum quorum auaio fiet 29 Sept. 1800, per D. du Saar. C 96 )  A°. 1800. N°. 352. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTERBODE? VOOR MEER- én MIN-GEÖEFFENDEN. FRTDAG DEN 26 SEPTEMBER. NB. Dit N". word, met de bygevoegde Plaat, voor het dubbeld van den gewonen prys, nam. Stuivers, uitgegeven. B E R I G T E N. NOORD-AMERIKA. . Priestley, is thans bezig met ene Akademie,) in Northbumberland, te ftigten; ene onderneming, die zo zeer in den fmaak valt van den Governeur van Penfylvanien, dat deze opentlyk de Regering heeft aangemaand, om daar toe een jaarlykfchen onderftand van enige duizenden Dollars te bewilligen. Als Natuurkundige yvert de Doder nog geftadig voor de oude leer van het Phlogiston, blykens een kortlings door hem uitgegeven Stuk, den tytel voerende : The Doclrine of Phlogiston established, and that cf the comfofttion of Water refuted. GROOTBRITANNIEN. Een te Londen aangekomen Pasfagier, met het Schip Nelly, verhaalt, dat-hy, aan de Mallabaarfche kust, niet verre van Macao, een zeldzaam verfchynzel in het groeiendryk ontmoet heeft: ene Bloemplant namelyk, hebbende zeer vele overeenkomst met de Pasfie-, bloem. Deze plant groeit, bladeloos, op een rots, en is dermate gevoelig, dat zy, zo dra ietnant op een voetbreette na haar nadert, ogenblikkelyk de bloem XIV. Deel. zamentrekt, en in een holle (tengel verfteekt, en zich dan geheel in de rots verbergt: en dat wel zo fchielyk, dat men haar niet ligt meester kan worden. Men geeft haar, uit hoofde van deze zonderlinge hoedanigheid,, den naam van - Dierlyke Bloem. Wanneer men de^e plant geftadig in zuiver water houdt, blyft zv in 't leven. J PROGRAMMA Voor het Jaer 1800. Het Genootfchap tot verdediging van den Christelyken Godsdienst, opgericht in 's Graevenhaege , heeft deszelfs Algemene Vergadering gehouden op Donderdag den 21 den Augustus 1800. De Aenfpraek aen de Leden is gedaen door den Heer Hillebrandus Mentes , Predikant te Amfterdam, over den welgeplaetften en ivelèeftuurden yver voor de ivaerheid, in de zaek van Geloof en Godsdienst. Deeze Aenfpraek geëindigd zynde, is door den Secretaris verflag gedaen van de beoordeelinge der ingezondene Andwoorden op de uitgefchrevene Vraegen en Voorftellen, zederd het verleden Jaer, waer uit bleek, I. Dat, fchoon op de Vraeg, reeds in 1788. voorgelreld, en in 1790. herbaeld, over de beste manier, om de Christelyke Jeugd onderfcheidene en gegronde bevattingen van de geopenbaerde Geloofs- en Zedenleere te geeven , wel geene Verhandelingen zyn ontvangen , aen welke de uitgeloofde Prys kon worden toegewezen, echter over dat onderwerp een Andwoord aen het Genootfchap is N me-  ( 98 ) medegedeeld, onder de fpreuk: Magni interest ad laudem & decus Re/igionis ita fieri: Plet welk men een zilveren Medaille heeft waerdig gekeurd, onder voorwaerde dat de Schryver, voor den eerften Ocfober dezes Jaers, zynen naem aen den Secretaris openbaere, en zich niet ongenegen toone, om eenige veranderingen, ten genoegen des Genootfchaps, ia z\n weck te maeken. . .., II. Dat over de voorgedraegene onderwerpen 111 den Jaere i7y3. verfcheidene Verhandelingen by het Genootfchap ontvangen zyn. . . , . . • A. Op de eerfte Vraege, Is er met in het verbind, bei de der gebeurenisfeu en der leeringen, in de heilige Bybelboeken, van de eerfte tyden af, eene hooge en ft'eeds voortv. erkende Voorzienigheid zichtbaar, en kan men daer uit tot eene byzondere Godlyke leiding en j beftien'ng van derzelver Schryveren belluiteii ? zyn gene And woorden ingekomen, waer aen Dirigerende Le-1 den den uitgeloofden Eereprys,hebben-kunnen toewyzen; waerom deeze Vraege op nieuw wordt voorgedroegen , om beandwoord te worden voor den eerken April <8o2. B. Hct tweede Voorftel, vorderende een Betoog van de kracht van 't bewys voor de waerheid en Godlykheid der Cuangelieleer, ontleend uit de wouderwerken van Jefus Christus cn de Apostelen, is door eene menigte van bekwaeme Schryveren beandvvoord; onder welke, Daer het oordeel van Directeuren, de Opfteller eener liongduitfcheVerhandeling, gefeekend met deSpreuk: Deütur fidei, quae fidei funt, de bekronning met ccn PdTCen Eereprys is waardig gekeurd. Het verzegeld briefje geopend zynde, vondt men daar in den naem v,.n 'den ileer Anton Wilhelm Peter Moller , Dooier und Profesfor der Theologie au} der Koniglich Pruisjifehen Univerfitat zu Duisburg am Rhein. , Bebalvcn dit Andwoord zyn er noch twee m aanmerking gekomen; het eene onder het Symbolum, Rabbi ! wy weet en dat gy zyt eer, Leeraer, san God gekomen: want niemand kan deeze teekenen doen , die gy doet, zoo God met hem niet is. Nikodemus. En het andere getekend met de Zinfpreuk: Gelooft my, dat ik in den Vader ben, en de Vader in my is, en indien niet, zoo gelooft my om de werken zelve. Jesus Christus : welke waerdig gekeurd zyn, om uitgegeeven en met een zilveren Medaille bekroond te worden , waerom de Schryvers derzelve verzogt worden, hunne naemen en woonplaetfen voor den, eerften Oaober dezes Jaers aen den Secretaris des Genootfchaps te melden, en vryheid te geeven tot het openen hunner verzegelde Billietten. C. Over de derde Vraege, welke is het eigenlyk denkbeeld, 't welk de heilige Schryvers hechten aan de vergevinge der zonden, opgemaekt uit den doorgaenden inhoud der Schriften van het O. en, N. T., en verdedigd, tegen de hedeiïdaegfciie Beftryders ? zyn me¬ de ettelyke Verhandelingen ingezonden, en onder dezelve twee, de eene met de Spreuk uit Abl. IV: 12. èux Sftv iv SXK-p övïsvï ij a-urj/ptct oörs yip ofO(xx isiv Inpov iarb riv ovpavbv Ta SeiopJucy iu dvOpóroi? iv & Sst' vccü/yxt ypL&5; en de andere , geteeker.d tmn ipö4? nmón pfi cxxx: 4. in welke veele goede aanmerkingen gevonden worden: gelyk ook noch eene derde onder dc Spreuk : Opin 'onum commenta pereunt, naturae veritas manet, maer welke te laet is ingekomen. Men heeft evenwel aan geenau deezer Stukken den Eereprys kunnen toewyzen, doch noodigt de Schryvers deezer genoemde Verhandelingen en anderen uit , om deeze Vraege tegen het vervolg te beandwoorden, en hunnen Letterkundigen arbeid intezenden voor den eerften September 1801. III. Dat, belangende de onderwerpen, ten nutte van mingeoefende voorgedraegen in dat zelfde Jaar 1798. A. Op bet eerfte Voorftel, vraegende eene Verhandeling over het waere oogmerk en groot belang des Gebeds, geene zyn toegekomen, die met den Eereprys konden bekroond worden; maar B. Onder de Verhandelingen, befchryvende den waeren 'aert en voortreffelykheid van de Christelyke Gelaetenheid , en hoe die van ongevoeligheid onderfcheiden zy, eene is gevonden, geteekend met het Symbolum, de Heere regeert, welke de zilveren Medaille is waerdig gekeurd, die toegewezen is aen den Schryver , wiens naem in 't beHoten briefje gevonden werdt; zynde de Heer Diederik Boot, Predikantte Renkum en Heelfitm. IV. Dat het Genootfchap het genoegen niet heeft kunnen 'hebben, om aen iemand der Schryveren, die over onderfcheidene Mengelftoffen , volgens hun goedvinden , eene of andere Verhandeling hadden ingezonden , den Prys te kunnen toewyzen. Het Genootfchap noodigt op nieuw alle kundige Voorftanders van waarheid en Godvrucht uit, ter beandwoordiuge der Vraegen en Voorftellen voorheen reeds opgegeeven, en nog niet beandwoord, en voegt 'er thans tegen het volgend Jaer deeze by. I. Dewyl tot hier toe geene der ingekomene Vernandelin' een, ten betooge van de waeragfige eu eeuwige Godheid van den Perfoon des Heiligen Geests alle de vereischten heeft gehad, om bekroond te kunnen worden, zyn dirigcerende Leden te raede geworden, nu vooraf eene meer bepaelde Verhandeling te vraegen, waer 111 bewezen wordt, dat de beteekenis, welke de zoogenaemde uieuwe Hervormers aen de beiiaemingen Geest, Geest Gods en Heiligen Geest gewoon zyn te hechten , in zeer veele Bybelplaatzen met de regels eener goede uitlegkunde niet beftaenbaer is. Om dus den grond te leggen tot een uader en rechtftreeks Betoog der bovengemelde waerheid. II. Daer het Genootfchap eene Verhandeling heeft mtgege* ven*  C 99 ) ren, vasrf' in bewezen Wordt, Ga// 'eigenlyk gezegde ftrajj'en op de overtredinge zyner wetten bedreigd heeft, en als Richter de zonden daedelyk Jlraft , als ook eene andere ten bewyze, Dat de flrafoefenende Gerechtigheid Gode waerdig és, verlangt hetzelve een duidelyk en uitlegkundig Betoog, dat, volgens de doorgaande Leere des Bybels, de Heer Jefus , in zyne Gehoorzaamheid, Lyden en Sterven, moet worden aangemerkt als Borg van zondaeren, die daer door in hunne plaets aan Gods Gerechtigheid genoeg gedaan , en hun het eeuwig leeven verworven heeft, met wederlegginge van hedendaegfche daer van verfchillende gevoelens. III. Vermits op het Voorftel in 't Jaer 1796. voorgedraegen, en in 1798. herhaeld, vorderende eene opgaeve, ; wat 'er iu de gedenkftukken der Griekfche en Latyn- 1 fche Schryveren, die voor den tyd van Jefus en de | Apostelen geleefd hebben, te vinden zy tot opheldering - en bevestiging der gebeurtenisfen, welke in de Boeken 1 van het O. T. verhaald worden, welligt wegens de uit- | gebreidheid der ftoffe geen andwoord is ingekomen, wordt thans bepaeldelyk gevraegdr wat kan uit echte gedenkftukken der ongewyde Griekfche en Latynfche Schryveren worden bygebragt, tot opheldering, bevestiging en verdediging der Gefchiedverhaelen , vervat in de Boeken van Mofes? De Andwoorden op deeze drie Voorftellen worden verwacht voor den eerften January 1802. En daer het Genootfchap ook zulke Verhandelingen verlangt , welke naer de vatbaerheid , zoo wel van min als van meer geöefenden gen-hikt zyn, noodigt hetzelve wederom, | met aanbiedinge van een zilveren Medaille, kundige Voor- ' ftauders van het waere Christendom uit, om voor den eer- ' ften September 1801. intezenden Verhandelingen, tot dat 1 oogmerk ingericht, en ter hunne eigene keuze; ook zulken, < die reeds voorheen opgegeeven, maar noch niet beandwoord 1 zyn, of ook wel op nieuw zich te bepaelen tot deze nieuwe: j I. Eene Verhandeling over de beftiering en aanmoediging, die het Euangelie geeft tot wel befteeden van den tyd. — Of II. Eene over het belang eener Christelyke Opvoeding voor het aenkomend en het volgend Geflacht. Wederom belooft het Genootfchap, even als in vorigeProgrammata, een zilveren Medaille aen eiken Schryver, die voor den eerften September 1801. aan hetzelve zal gezonden hebben: 1. Eene wel bewerkte Verhandeling over eenig voornaam Leerftuk, welk in onze dagen door de zoo genoemde nieuwe Hervormers beftreden wordt. 2. Eene bondige wederlegging van eene der dwaelingen , welke door die zefvde lieden thands verbreid worden. 3. Eene oordeelkundige opheldering en handhaeving van eene of meer voornaeme bewysplaetzen uit het O. of N. T., bekend onder den naem van loca Clasfica, tegen de nieuwer aenvallen of verdraaijingen der heden- \ daegfche Refryderen. c 4. Eene befencidene en duchtig wederleggende Recerr'ê van eenig nieuwlings uitgekomen waerheid ondermynend of Godsdienst hoonend Gefchrift. 5. Of een wel gepast Vertoog over een gewichtig ftuk van de beoefenende Godgeleerdheid. De Schryvers, die, door het beandwoorden van alle de gemelde Voorftellen, na den prys dingen, worden verzegt, sich der kortheid en klaerheid te bevlytigen, en hunne Verïandeïingeu , in leesbaer Schrift, liefst in de Nederduitche of Latynfche, of des noods iu de Hoogduitfche Taele, net Romeinfche letters, (alzoo het met Hoogduitfche cha■aQers gefchrevene niet in aanmerking gebragt wordt) vracht'ry, en, zoo veel moogelyk, met eene andere hand gcchreven, te zenden aen den Secretaris des Genootfchaps, 3°. Adrianus van Assendelft, Predikant te Leyden, ;n zich te fchikken naer de voorwaerden, in vorige Projrammata opgegeeven. Het Genootfchap verwagt, behalven op andere van tyd ot tyd uitgefchrevene, maer noch niet beantwoorde Vrae;en of Voorftellen, voor den eerften Jan. 1801. I. Eene duidelyke en bondige aenwyzing van eenige eigen* lyk genoemde voorfpellingen des O. T., die rechtftreeks op onzen Heere Jefus Christus zien, en een daer uit afgeleid Betoog van de waerheid en Godlykheid der Euangelieleere. II. Eene duidelyke ontwikkeling van de leere des Bybels, inzonderheid des N. T., aengaende het laetfte algemeen Oordeel, het welk Jefus over de wereld houden zal, met wederlegging der hedendaegfche wangevoelens. Het .Genootfchap behoudt aan zich het recht, om, naer toedvinden, en ten algemeenen nutte, gebruik te maeken 'an alle de inkomende Vérhandelingen, en dezelve, fchoon er de Prys niet aen is toegewezen , geheel of ten deeie geneen te maeken, 't zy met byvoeging der Zinfpreuken, loor de Schryvers gebruikt, 't zy met uitdrukking van huu1e Naemen , indien zy, daartoe verzogt wordende, dezelve ;elieven te openbaeren. NATUURLYKE HISTORIE van den M A Y K E V *E R, MET AANWYZING VAN DE MIDDELEN TER VERDELGING VAN DIT SCHADELYK INSEK'f; DOOR i«53i dito 4 prCt. . 86 a 87 dito Cot;pons. , 40 a 40! dito dito met premie. . gföia^i Sfatgè 5 prCt. varK)*8. 75 a 7.^ dito geconlölid. by Stap- dito 4f prCr. losh. 1800. ■ 95 a 96J horst a 4,1 prCt. . 675 a 63 dito dito losb. van 1S01--7. 87-^.75. Rusland 5 prCt. . 85 a 85f Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 pi'Ct. . 96*96$ prCt. . . 64^65. iito 4§ prCt. . 94}a95Ï Franfche Rep. Geconfolid, dito 4 pi Cr. . 93 a 93è renten . . 3ija3a Denemarken, Toll. 4 prCt. 97 a 98 iito Leen en Wisfeib. 4 prCt. 95 a 95! Wisfelcours. dito Kroon 4 prCt. . 937 a94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 59'a 603 — Londen. , . / lo:n| dito 4l prCt. • 57 a 5a — Parys. , . Banca 61 Bis*.  C io4 ) BlJfNEN—andsche. BdtédfTche RcpiiiMu \ Vo*m*_ rhljmd. " " Obligatien en Recepisfen a Schaven h 342ja45 DX^:ir,ga -prC[; lHïll Recepisfen uit de honing Obligatien a af prCt. 37 » o» van 1800. a.prCt. . 43 « 43Ï VoormaHg W«fo»A Refrjratten Losb. 1800. 94ïa95 Obligatien a 2 prCt. . 34 * 35 • ■ 1 734»79§ „,/,__ _ 66JaÓ7l O. /. Conip. 3 57 a 58 Lotcry a 3 pi'Ct. 1785 en 86. 47 a 4» _ . «ita „ , na den " Bankgeld. . • 9*i Viede. • • 4-ï«4 Belcenbankgeld. . 99i GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week. is geweest: te Amfterdam 279; en va Haarlem 7, onder . welke laatfien 5 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. r baro-1 th ER- streek luchtsSept. ) MB_ 1 MOME- der gesteldiïoo. \ TER. | TER. wind. heid. Sl°- 0 66, Z"W- voormidd. mistig; 17 < 30. O 70i w.z.w. verder bewolkt. 6___£_. s8, — _ C29.pl 65* z.w. -smorg. vroeg regen; 18 < 29. 9* 71 w.z.w. Vetder bewolkt. ( _____ — _____ C29. 9 66 z. w. 19 "(29.9 7li — bewolkt. ,29- 8 63 z-°- - C39. 75 63 z.w. 'smerg. wat buijig; 20 < 20. 8 68 verder bewolkt; _29- »8t 57 w. z. w. V"idd. windrig^ ("29. 74 02 z. o. windrig;voorm. bewolkt; 21 /20. 6i 67 z.z. o. 'snamidd. regen; 2 J_29. 5t 60 Z O. 'sav. omtrent betrokken. C"2Q. 5 61 z- windrig; voormidd. 22 / 20. 41 64 z. o. bewolkt; verder zware ?■29" 5 __£_. Z' regenbU']C"- C29. 6£ 62 z.w. buijig; zeer windrig; 23 < 20- 61 62 'savonds harde wind £29. 75 I 54 n.w. I met weerGgt. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. BEKENDMAKINGEN. v W. HOLTROP, te Am ft. geeft uit: AFBEFLDING (in III. plaqten) der VATEN, «ï » kringslucht. Die lucht bevat zelden meer dan 0,24 of , 0,35 zuiuftof. De lucht in de culmi geniculati bevat] ^ hier maar 0,15 zuurftof. Dit alles bewyst, dat de lucht, die omloopt, zuiverder is, en dat de lucht, die in rust en in de zaaddoosjes of utricuIPbevat is, minder zuiver is dan de dampkringslucht. De eerfte wordt versch voortgeb agt door de werktuigen, welke liet water ontleden: zy gaat daar, waar zy door haren overvloed aan zuurftof dienen moet, om het vezelagtig beginzel (la fibrine) te precipiteren, ten einde dus het vezelagtig weefeel te vormen: de andere is het overfchot van een gaz, 't welk reeds tot deze oogmerken gediend heeft. KORT BERICHT aangaande DE INENTING DER KINDERPOK] ES in het WEESHUIS te DELFT. (medegedeeld door A. V. STIPRIAAN LÜÏQ1US, Med. Doel er en Leclor, benevens Regent van gemelde Godshuis.) , Na dat de Kinderpokjes zich, gedurende den voorzomer,hier en daar hadden begonnen te verwonen, wierden zy alengs meer algemeen , en wel voornamelyk aan die zyde van Je Stad, waar in het Weeshuis flaat; waar door dan ook weldra twee kinderen, in een der hier aan grenzende huises, en eindelyk in het gemelde huis zelve één kind door feze ziekte uierd aangetast. Hoewel men echter niet zegzen konde, dat het foort van pokjes over het algemeen zeer kwaadaartig was, ftierf 'er nogthans , natuurfyk, hier en fiar, een ongelukkige; zelfs wierden , in één- huisgezin , van. fe drie, twee kinderen hier door weggerukt, lede; dus, iie de inenting was toegedaan, bevlytigde zich zyi_ lieve panden daar door te redden; hoewel anderzints het jnrge:yde reeds verre gevorderd, en het weder vry warm w ;s. Daar nu toevallig juist alle de Regenten van voornoemdejodshuis voorfianders der inenting waren, en 'er twee tof» ie zes gelyktydig deze bewerking aan hunne eigene kinde•en verrichtten, konde het niet misfen, of zy moesten )ok opmerkzaam worden op de behouding van zodanige; chepfels, waar by zy de plaats van Ouderen bekleedden. iVeldra dus wierd deze zaak in ernftige overweging genonen; maar, hoewel iedereen daar voor zeer genegen was, indervondt men nog verfcheidene zwarigheden,. daar in belaande: i°. Dat de befmetting reeds in huis zynde, 'er veel grond vas om te geloven , dat mogelyk meer kinderen de natuur)ke pokjes reeds onder de leden konden hebben. 2°. Dat ?r, zo veel aan Regenten bekend was, nog geen voorbeeld an de inenting in een Godshuis zynde, min of meer ge/igtiee redenen konden daar zyn, (dat dit nog niet in ons. Ö 5 Va-  ( HO ) Vade,1 and was io v.rkijg flbragt 30. D^ttbet by zommige nog twyffetegtig iï, of men genoegzame vryheid beeft, eens anders kinderen aan eene dergelykc kunstziekte bloot te ftellen, en wel te meer in ons geval, dev yl 'er enkele kinderen onder waren, wier Ouders zoms nog inleven konden zyn (*). 40. Dat het vooral moeihk was te beüisfen, in hoe verre men, by meer in jaaren gevorderde kinderen, eene dergelvfce bewerking by gezag- konde opdringen. 50. Dat 'er verf'crxidèn kinderen moesten zyn, van welken het twyffelagtlg was, of zy niet reeds de kinderziekte gehad hadden. En eindelyk 6°. Dat de voorwerpen, over het algemeen , niet van de gunftigfte gefieldheid konden voorondersteld worden, vermits 'er vècle nog kortelings ingekomen waren, die uit diepe armoede een (legt voedfel genoten hadden, en daar door min of meer kwaadzappig moesten zyn; en daar en boven zeer veelen door een zoort van huiduitllag (eene fcabies hutnida) waren aangedaan, die men in eer der{ic!)k uitgebreid gezin byna nimmer geheel kan te bover. komen. Welke een en andere zwarigheid rypelyk over¬ wogen zynde, wierd omtrent het eerfte aangemerkt: dal men nimmer genoegzaame zekerheid konde hebben, of iemand de natuurlyke befmetting reeds onder de leeden had. dan in een tyd dat 'er volftrekt geen kinderziekte heerschte, en dat dus deze zwarigheid altyd beftondt; dat men daai en boven deze befmetting nog niet zeer algemeen konde vooronderftellen, dewyl de ziekte nog niet zo aanmerkelyk verfpreid was; en dat eindelyk het kind, 't welk in het Weeshuis zelve daar aan ziek lag, aanfionds in de ziekekamer buiten 's huis, was afgezonderd. Omtrent het tweede konde men geen genoegzaamen grond van bezwaar vinden ; dewyl dit alleen op vooronderflelling berustte, en 'er toci eens een de eerfte zyn moest. Daar en boven kunnen, iï zommige gevallen, plaatfelyke omftandigheden daar gewees zyn, die zulks verhinderd hebben, namelyk van ongefchikn gelegenheid, gebrek aan bet nodige, verfchil van denkwyzi omtrent de inenting onder de beftuurders van het geftich enz., 't welk, hier "niet aanwezig zynde, ook geene verhin dering konde te weeg brengen. Wat het derde betreft Regenten begrepen in het algemeen, dat zy, hier de plaat van Ouders vervullende, en met alle die macht voorzien welke daar aan toekomt, hier ook alle de plichten van Ou ders konden en moesten uitoeffenen, en dat zy vooral nie konden begrepen worden te misdoen, indien zy gemeld kinderen op dezelve wyze als hunne eigene behandelden. He zelfde fcheen hun toe plaats te hebben omtrent die kindc ren , wier Ouders nog in leven mogten zyn, die toch voc dit ogenblik , of als dood , of niet magtig, moesten bfc fchouwd worden. De vierde zwarigheid was van meei der gewicht, en Regenten voelden, dat het even onbill) zoude zyn , aan zulke kinderen, die verftands genoeg barden , om over zich zelve te kunnen oordcelen, eene dergi lyke kunstziekte, by gezag, opredringen, als zy het bilï) oordeelden aan die geen en, die zo verre niet gevordert w; ren, zulks te moeten doen. Daar men dus hier een zek< (*) Men is alhier gewoon, op authoiifatie van de Regering, ook zoc nige kinderen inteneimn , wier Ouders voovtvkigtig , gedetineerd of rtLands dienst afwezig en verlaten, zyn.' ren mSkfeflKfcg moest kiezen, kwam men overeen, daffi-ett. alle de kinderen beneden de 12 jaaren, by refolutie, zoude inenten, cn dat men aan de overigen, by een mondeling voordel, derzelve keuze zoude afvragen. In het vyfde onderfteld geval, voudt niemand,.die eenige geneeskundige kennis bezat, zwarigheid, daar ieder weet, dat de inenting, bv zulk enen, die eens gepokt heeft, over het algemeen daar voor geene vatbaarheid meer overlaat. De zesde en laatfte zwarigheid was, in zeker opzigt, van het grootde gewigt, maar ook van dien aart, dat dezelve omtrent de natuurlyke kinderziekte naar evenredigheid nog erger was, en nog minder konde weggenomen worden; terwyl, van enen anderen kant, bekend was, dat die zoorten van uitflag, die zonder eene direcfe crifis, of door middel van koorts, naar de huid gedreven worden, aan de inenting niet hinderlyk zyn, en waar van de Schryver dezes in den loop zyner praktyk de fprekendfte voorbeelden gezien heeft. Na dat men dus de opgenoemde zwarigheden in zo verre had opgeruimd, wierd eenparig befloten, de inenting op dien voet te verrichten, en de Mederegent en Do6tor dezes huizes M, Macquelyn, wierd verzocht, omme, met den Schryver dezes geadlilteerd, dit werk op zich te nemen, en by voorraad alle de nodige voorzorgen tot dit einde te nemen; terwyl verder vastgefteld wierd, den volgenden dag, (zynde den 6 July) aan die kinderen, welke boven de 12 jaaren waren, een gepaste aanfpraak te doen en de voordeelen der inenting tegen de natuurlyke kortelyk te vergelyken; 't welk ter beftemder tyd gedaan zynde, hadden Regenten het genoegen, dat, van de 36 kinderen boven de 12 jaaren oud, welke, zo veel men konde naargaan, de pokjes nog niet ge- I had hadden , 30 zich vrywillig aanboden , van welker getal echter een naderhand weder afviel. De eerfte zorg was : derhalve, zo naauwkeurig mogelyk, te onderzoeken, wie de : pokjes hadden gehad, en wie niet, waaromtrent nog al veel : moeielykheid plaats had, daar 'er zelf bloedverwanten der t kinderen waren , die, hieromtrent geraadpleegt wordende, . verkeerde inlichting gaven , zo als naderhand gebleken is. ; Die geenen echter, waaromtrent men twyffelde of dubbel5 zinnige berichten kreeg, wierden tot de inenting overgege, ven. In de tweede plaats wierd 'er een gefchikte zaal uit- - gezogt, die van het huis afgezonderd was, om alle verdere II befmetting voor de overgeblevene kinderen , zo veel moge1 lyk, te voorkomen, in weike zaal de kleine jongens en alle t de meisjes geplaatst wierdeu, bedragende het get; 1 der eer- - ften 13" en dat der tweede 33; terwyl nog 7 grotere jongens, r in de zogenaamde jongensziekekamcr, mede van het huis af\- gezmiderd wierden. Daar nu het jaargetyde reeds verre ge- - vorderd was, en de hitte vry Iterk wierd, zo liet men de k ramen, die op ele zonzyde ftonden, met zeilen voorzien, - en, in de plaats van glazen, gaaze ra;.men inzetten, om ook 'snagts een genoegzaam zuiverer en koele lucht te hebben k zonder tocht. Daar en boven had dit gebouw een zoort 1- van binnenplaats, die door het zelve van een groot gedeelte :- befchaduuwt wierd , zo dat de kinderen byna den geheelen dag hier konden doorbrengen. Na dat nu alM d3ze voor- i'J zorgen genomen waren, wierd aan de kinderen verboden ^ meerder uittegaan , of eenige gemeenfehap met anderen te' houden; ieder wierd hoofd voor hoofd onderzocht, in hoe ver-  C in ) verre men dezelve gefchïkt vondr, en de tyd bepaald, die voor ieder het best fcheen te zyn, daar de een eene meerdere zuivering behoefde dan de ander, cn 'er eenigen van' de oudlte meisjes waren, die om derzelver menfes eenigzints bepaald wierden. TVen 'er derhalve eene behoorlyke zuivering en voorbereiding voorafgegaan was, wierden 'er op den volgenden Woensdag, (zynde den 9 Juiy)2°, op den uden 21, op den i4den 3 en op den isden r, ingeënt. Het bleek echter weldra, dat 'er onder de eerften een meisje, en onder de tweeden een jonge was, (zynde ieder dezer kinderen 6 jaaren oud,) die door de natuurlyke befmetting reeds waren aangedaan. De eerfte, die van den beginne af aan een ligt heilagen tong had, wierd op den vierden dag na de inenting door de koorts aangetast, welke weldra door zeer flegte zaamgevloeide pokjes gevolgd wierd, waar van zommigen met zwarte ingezonkene flippen in derzelver middenpunt, en allen over 't geheel zeer purperkleurig getekend waren. De inentingswondjes waren van het begin af aan niets vooruit, maar gedroegen zich volmaakt als de opkomende pokjes (*). Alle middelen wierden in het werk gefteld, om deze ziekte te verbeteren, en in de daad de zwelling wierd zo volkomen als men hier konde verwagten, en bet lymphatique vocht, waar mede de puisjes gevuld waren, kreeg hier en daar eene geele etteragtige kleur. By de eerfte droging echter, begonnen alle toevallen te verzwaren ; de gantfehe oppervlakte van het Jighaam wierd zwart; de eetlust, die tot hier toe vry wel geweest was, hield op; en ene doorgaande koorts , door ene volkomle rottige ontbinding van het bloed gevolgd, maakte op den elfden dag de uit botting een einde aan het leven. De tweede kreeg op den zesden dag de uitbottingkoorts, welke door braking en eene geüadige beving over het gunfche lighaam verzeld , en door een zeer wankleurig zoort van zaamhangende pokjes gevolgd wierd. Deze echter verbeterden zich dermate door eene gefchikte behandeling , dat de puistjes goed etterden en de ziekte zeer gelukkig afliep. Een derde meisje, zeven jaaren oud, kreèg op den agtften dag na de inenting een fcarlatineufen uitllag, welke ook zeer wankleurig was, over het ginfche lighaam, die op den elfden dag wederom verdween en door zeer goede pokjes vervangen wierd. Alle deze kinderen wierden in het begin van de overigen afgefcheiden en in het meisjesziekenhuis geplaatst, om geen nadeligen invloed op de anderen te hebben. De ziekte der overige kinderen liep verder zeer gunflig af. Zy waren over het algemeen niet zeer vol (t), weinig ziek, en 'er deed zich by niemand, voor of na, eenig ontrustend verfchynfel op By zommigen echter had de inenting geen gevolg; fchoon zy, op zeer weinigen 11a, eenige ontfteking veroorzaakte, en zodanig op de huid werkte, even als zulks gefchied by men- (*) Het ware te wenfelien, dat die gevallen, waar in de inenting eenigen tegenlboed leedt, altyd naauwkeurig wieidjn opgeg.ven, ten einde men in flaat zoutle zyn,' verkeerden laster, die nier niet zelden baren rol Ipeelt, te kunnen tegengaan, of zich ten minnen van de waarheid te overtoiaen. (f) In myne byzondere inentingen ondervondt ik veelal het tegendeel, ■ook zwoeten de pokjes Iterker en langduriger, en waren veel grooter over ■het algemeen dan gewoonlyk; welk eeu en anda ik aan de warmte toefchteef. fchen, die de 'kinderziekte reeds gfehad hebben. Maar by veelen der zulken, die lterk met 'fcabietife zweertjes be, et waren, vielen de pokjes in die zweeren, waar dom- dezelve aanmerkelyk vergroot wierden, meer ontftaken, en rjtfce-t lyk etterden, terwyl de uitbottingkoorts op derzelver gewconen tyd kwam. Van de eerften waren 'er veertien in getal, waar van 'er echter vier door herbiling nog de pokjes kreegen; van de tweede waren 'er ook veertien, waar van de inentingswondjes geregeld zwoeren, cn welke alle de gewoone verfchynfels hadden. Verder waren 'er zevenentwintig ftuks, die eene geregelde uitbotting ondergingen ; terwyl'er twee, gelyk gezegd is, door de natuurlyke pokjes waren aangedaan. Men konde dus rekenen, dat 'er twee en veertig kinderen behouden wierden; terwyl één ongelukkige het flagtoffer wierd van de natuurlyke ziekte. Die kinde¬ ren, welke met fcabies befmet waren, ondergingen daaromtrent geene verandering (*), noch in den loop der pokjes, noch in de fcabies zelf, daar deze uitflap, na den afloop der kinderziekte, dezelve was. Niemand hieldt daar en hoven, na het eindigen der ziekte, eenig letfel of eenig gebrek in deszelfs gezondheid; een meisje daar en regen won zelf daar by, daar zy haare menfes, welke eenige maanden waren weggebleven, hier door gelukkig wederom kreeg. Alles derhalven wel afgelopen zynde, gingen de herflelde kinderen weldra ter kerke, alwaar, door den Predikant Kraals, op verzoek van Regenten, het Opperwezen plechtig gedankt wierd, voor den byzondereu zegen aan deze Weezen gefchonken; terwyl ieder een, die geen vyand dar ineming was, zich hartelyk verheugde over den gelukkigen uitflag en voortgang dezer kunstziekte; cn vooral ondervonden Regenten, met de aangenaamfte gewaarwording, de erkentenis der kinderen zeiven , die hunne dankbaarheid cn vergenoegen, over de behandeling aldus aan hun bewezen,, op meer dan eene wyze .te kennen gaven. Men kan dus verwagten, dat veelen dezer kinderen, wanneer zy in eenen meer gevorderden ftand zullen gekomen zyn , de heilz .me inenting in dien kring zullen helpen toonzetten , waar in zy, vooral in ons Land, nog niet zeer gemeen is. Ook vleien _ (*) Het is verwonderiyk, hoe weinig de pokjes, vooral bv de in-uting, doo- andere bykomer.de omftandigheden, in hunnen loop wordt n gEflootd, waar van het volgende geval wedeom een zeer (prekend voorbeeld geeft. Eene zekere Mevrouw namelyk, van 58 j;.aren oud, van de Caab de Goede Hoop alhier gekomen, en voor de natuu-lyke pokjes, die aldaar als eene pestziekte gehouden worden, en ook zodanig veelal aflopen, zeer. bevreesd zynde, verzocht my de inenting aan haar in het werk te feilen, 't welk venicht eu ailes wtl voortgegaan zynde, kreeg zy op den i.egenden dag der inenting eene beklemde breuk, waar van zy reeds langen "tyd de beginzeis gevoelt, maar iteeds verzwegen had. Alles wierd ter inbrungina vrugteloos beproefd, en op het einde van den tienden dag waren de verfchynfels zo geweldig, dat men met den Heelmeester, den fleer Domen uit 'sllage, die ter biüpe geroepen was, overeenkwam, om dj fectie in het werk te ftellen, welke zeer handig, maar wegens de aangroeing der breukzak, zeer moeielyk volbracht zynde, verminderden allengs aKe de toevallen; de pokjes kwamen op den elfden dag te voorfchyn, e - wnren zo fraay en groot als ik ze immer gezien heb; zy liepen zo giiegold af als men konde wenfehen; de breukzak repareerde allergunfuVt; alle verder© verfe'iyiiztls waren gerustftellende, en de Lyderesfe bevondt zich op da da'de week. der operatie in zo verre herlteld, dat zy haar kerkgang deedt.  vleien zich Regenten , dat in andere Godshuizen , alwaar de gelegenheid gunftig mogt zyn, aan den armen en verlaten Wees dat geene niet langer zal onthouden worden , 't welk men zvne eigene kinderen toevoegt, maar dat integendeel, op publiek gezag, in vervolg van tyd, alomme deze heilza: me inrichting zal ff.au d grypen , en daar, waar de gelegenheid ontbreekt, van 'sLands of Stadswege daar in zal voorzien worden. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 30 September 180c, in Amfterdam. Buitenlandsche. Amerika 5 prCt. . P5ia97i Keizer 4 prCt. . 55 a 56 d'to 4 pi'Ct. . 86 a 87 dito Coupons. . 55 a 56 dito dito met premie. . 9.61a 97! Spatye 5 prCt. van 1798. 76 a 77 dito geconfolid. by Stap- dito &,\ prCt. losb. 1800. horst a 4§ prCt. . 67§a(58 dito dito losb. van 1801--7. 90 a 75 Rus'at'd 5 pi'Ct. . 85§a86 Engeland. Annuiteiten 3 Zweden 5 piCt. . 96 a 96! prCt. . . 65 a 65I dito 4] pi'Ct. . 94}ap5§ Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 prCt. . 93 a 93Ï renten . . 35 5 a 36 Denemarken, Toll. 4 prCt. 07 a. y8 dito Leen en Wisléib. 4 pi'Ct. 951195? Wisfelcours. dito Kroon 4 prCt. . 935394 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 64 a 65 — Londen. . . ƒ 10: tol dito 4f pi'Ct. . 59 a 60 — Parys. . . Banco 6o| BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven i\ 3 2} prCt. . . 39 a 42 p.Ct. . . 44^443 Dito vryvviUig a 5 prCt. 6t§a^ Dito uit de heffing van 98 ^ 3! prCt. 57la53 Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a i\ prCt. 37 a 38 van 1800. a 3 prCt. . 43ia45 Voormalig Vriesland. Refcriptien Losb. 1800. 94i a 95 Obligatien a 2 prCt. . 34 3 35 , 1 81^184} . 2 69+ ^704- O. 1. Ccmp. . 3 60 a 61 Lotery a 3 prCt. 1785 en 86. 47 a 48 .—- ■ 4 57 a 58 na den Bankgeld. . . 91' Vrede. . 47 a 47$ Beteeflbankgeld. . 99: GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week is geweest: te Amfterdam 225; en te Haarlem 12, oude: welke laatflen 10 beneden de 12 Jaren. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. „ p c BARO-j THER- STREEK LUCHTSs \ ME~ M°ME- DER GESTELDlis0°- / TER. ter. wind. heid. C29- 85 58 w. harde wind ; voormidd. 24 <: 29. 8ï 02 z. w. bewolkt;'snam. zware C29' 53* w. legen; 'savonds buijig. ^29. 5 53* Z- W- bewolkt; voormidd. 20 < 29. 4* 59 z- zeer wmdrig. ( 29. 6i 52 o. C29. 8* 474 n.n.o. * "~" 26 < 29. 8} 65! w. bewolkt. C.29. gk 50 n. S 39- 9 52 z.z. O. voomiidd. bewolkt; 2 7 < 29. 8i 65 verder jggenagtig. L.29. 7 56 Z.w. t C29' 7 55 z-w* regen- en hagelbuijen 28 < 29. 72 52 w. met donder. ^29. 8 47 n.w. ^"29. 72 50 z.w. voorm. bewolkt met wat 29 < 29. 7§ ÖO regen; verder regen- £29. 6\ 56 w. z. w. buijèn met windei- 62 52I z.w. voormidd. bewolkt; 30 < 29. 62 6l —— verder regen- en hagel£.29. 6 ' 48 — buijen met donder. BEKENDMAKINGEN. ***** By den Uitgeever deezes en die van de Letterbode * in andere plaatfen zyn te bekomen eenige 8°. afdrukken van de Historie van den Maikever, door OTHMAR TEN CATE, a 5 Stuivers. *** In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Breken, enz. Nederduitfche. Aanmerkingen over de Inrichting van liet Gefchut &c. gr. 8°. ƒ o - 4-0 Willigen CA. v. dl) de Recommandatiebrieven, Blyrpel, 8°. - 0-12-0 Hazeu (J.) Cz. Het beloofde Gelchenk, met 6 pl. 8°. -1-2-0 Theologucbe Bibliotheek, n°. I. gr. 8°. — pr. Mr. . -0-8-0 Verzameling van Hukken wegens het vacant geworden Procu- raat, gr. 8°. . . • - -1-5-0 Franfche. Almanach pour 1'an IX. de Ia Rep. Franc. 129. . -0-5-8 Plaatwerken. Pórtrait van Bonaparte, door v. d. Meer jun. . -0-16-0 geletterde proefd» - 1 - 2-0 Afbeeldingen der Franlclie Generaals, in 40. 3 Cahiers, waat in de Port', van Bonaparte, Hoche, Augereau, Benrnonville, Jourdan, Pichegm, Moreau, Berthjer, Masfena, Kle» ber, Benmdotte, Dumas, Kilmiine, [oubert, Defaix, Scherer, Au'oer-Dubayet. . . . . -9-15-0 Kaarten. Katte von Deutschland und Repertorium von Sotzman. - 12 - 15 - o !Catalogi > L'bro'um 5. R. van der Kees/el per J. y, Ttfelen et L. Herdingh 6 8ber. Librorum C. bylevdd en J. Nuys et Inlïrumentoriim D. Klinkctiïerg per L. Iferdfngh 15 8ber.  A°. 1800. N°. 354 NIEUWE ALGEMENE KONST- en'LETTER-BGBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 10 OCTOBER. BERIGTEN. GR 0 OTBRITANNIEN. Ï-/ONDEN. Dodrer Walcot is van mening, om ene Verhandeling uit te geven over de algemene oorzaken der Doofheid, nevens de middelen van genezing. Zulk een ftukje behoort zekerlyk onder de defiderata, vermfs 'er tot dus verre nog gene naauwkeurige en voldoende Historie van dit ongemak het licht ziet. De Drukkers en Uitgevers van Moord's Almanak, hebben dit jaar een aantal van meer dan 350 duizend Exemplaren van dit Volksboekje onder den man gebragt. De eerfte 300 duizend worden doorgaans in een maand verkogt. Men loopt hier thans zo hoog met de inenting dei Koepokken, dat men, nopens de behoeding door deze inenting voor de Kinderziekte, ene verklaring vindt in een onzer Maandfcbriften, door niet minder dan 16 Artfen en 20 Wondhelers ondertekend. DULTSCIILAND en aanliggende landen. Het is, federt een gertiimen tyd, uit de Nieuwspapieren bekend , dat de vermaarde Toneelfpeldigter Kotzebue , die zig, na zvn vertiek Van Wenen,-te XIV. Deel. Weimar had neergezet, en aldaar een klein landgoed gekogt had, in den voorleden Zomer met zyne Vrouw naar Lyfland, van waar zy geboren is en aanzienlyke goederen bezit, willende reizen, na alvorens, by den Rusfifchen Gezant te Berlyn, een paspoort bekomen te hebben, op het onverwagtst aan het eerfte Rusfifcho ToiUuio , op de grenzen van Pruisfen en Cnerland, van 'sKeizers wege, aangehouden, en vervolgens eerst naar Mittau en daar op naar Petersburg vervoerd wierd, ter welker laatften plaats hy, by zyne aankomst, op het flot Schlusfenburg'm de gevangenis werd geworpen en eindelyk naar Siberien gebannen. Niemand wist met zekerheid te zeggen, ter welker oorzake, hy in deze ongelegenheid geraakt was, en allerleie gerugten, onnaauwkeurige, half ware en onware vertellingen, wierden, desaangaande, van tyd tot tyd, by gebrek aan geloofwaardige berigten, verfpreid. De koelzinnige befchouwer fchortte wel zyn oordeel hieromtrent op, dog wagtte echter, op grond van 'smans vry algemeen onderftelde onfchuld, een gunftiger keer van zaken voor den verwezenen: deze is ook, tot blyfehap van alle zyne vrienden en hoogagters, gevolgd. Zo dra Keizer Paul van deze zyne onfchuld overtuigd was, liet hy hem, terftond, uit het afgelegenfte deel van Syberien te rugroepen, met bevel, om hem, op zyne hertogt, alle gemak te be»zorgen, en hem zelfs een fom geld optefchieten. Den 7 july O. S. kwam deze blyde maar in het oord, alwaar hy zig bevondt. De vreugde gaf hem kragt en P vleu-  ( H4 ) vleugelen. Vol moeds legde hy,19 dagen, de terugreize, enen weg van 460 Duitfche taylen, al, vondt, op den 4 Aug., te Petersburg, zyne Vrouw, door den Vorst aldaar tot zyn ontfangst opontboden, en hare beiden Voorzonen, die aldaar fi de Militaire Akademie worden opgevoed, en is dus, aan zyne familie, zyne vrienden, en, gelyk men hoopt, ook aan het Toneel en deszelfs Zanggodin, tegen alle vervvagting, gelukkig weder gegeven. Berlyn. De Akademie der Wetenfchappen , alhier, welke den 7 Aug. 1. 1. ene openbare vergadering hieldt, heeft by de beoordeling der ingekomene Andwoorden op hare Vraag : over den invloed dien Fredrik de Grote gehad heeft op de vorderingen der Wetenfchappen en den geest zynen leeftyds, toegevvezei aan ene Verhandeling van J. G. Gemard, Gereformeerd Predikant aan de jerufalemsen nieuwe keïkei in deze Stad. . Van de bekroonde Prysverhandeling, over het on der werp, by het legaat van Cothenius opgegeven, be treffende-,, ene Zelftlaiidigheid, welke, by den Land bouw, in plaats van de gewone mest kan dienen," i geblefen de Schryver te zyn: j. S. B. Naumann ïnfpeéteur en eerfte Predikant iti Temfün. BATAAFSCHE yR E P U B L IE k. T tyden De Taal- en Dichtlievende Genootfchat een zinfs vele jaren te Leyden, Rotterdam en Au fterdam gevestigd, en tot hier toe elk zyn afzondei vk beftaan gehad hebbende, Waren, uit hoofde luit Er overeenftemming in bedoelingen en werkzaamh( den, reeds voor lang bedacht op ene naauwere 01 derl nee verbindtenisie, gefchikt om den verflaauw den vver der Kunstbcöeffcnaren te doen herleven, e hen met vereende krachten broederlyk te doen zame werken ter bevordering van het algemene oogmerk dr verfchillende Stichtingen. Na vele vrugteloze pogingen, welke byna aan ene roeden uitflag deden wanhopen, werd eindelyK h ontwerp van zodanige verbindtenisfe ener Comrmsi: aanbevolen, en het gelukte aan deze, na langdurig! arbeid, een plan te vervaardigen, het welk met alg rocne goedkeuring ontvangen, en door de drie reipe tive Genootfchappen, met vernietiging van hun vor afzonderlik beftaan, werd aangenomen tot een gron jja'g der zo zeer gewenschte vereniging tot éne Le terkundigc Sticht ng, verdeeld in drie Departementei welke te Leyden, Rotterdam en Atafterdani zullen gevestigd zyn. Uit krachte dier overeenkomst, zyn de gezamclyke Leden der voormalige Genootfchappen opgeroepen tot «ie algemene Vergadering, alhier geinitidcn op den 13 Scptemb. laatstleden, waarin defce nieuwe Stichting dadelyk haar aanwezen ontfmg, zich vestigende onder den naam van BataqfMe Maatfchappy van Taaien Dichtkunde. Deze naam keumei kt genoegzaam het oogmerk harer. oprichting; 't is geen ander dan de dadelyke beöéfrentng der Poezy, de aankweking van goede Theoretifche kundigheden , en de opbouw der Nederduitfche Tale. Zy nodigt derhal ven alle Vaderlandfche Kunst- cn Taal-beminnaars, om met haar ter bereiking van dit nuttig. doel werkzaam te zyn, cn, om onder hen te fterker enen edelen naaryver op te wekken, heeft zy; op het lcfFelyk voorbeeld van andere Maatfchappyen, befloten , jaarlyks twee gouden Medailjes, ieder ter innerlyke waarde van 30 Ducaten, uit 'te loven, Sis ene voor het goedgekeurde en fchoonlte Dichtftuk op enig voorgefteld onderwerp en ene voor de beste en voldoende Verhandeling over \ enio-e Theoretifche of Taalkundige ftoffe;. als mede Tin beide vakken, nog ene zilveren Medailje, van ' gelyke «rootte als de gouden, voor het Dichtftuk en de Verhandeling, welke insgelyks goedgekeurd en geoordeeld mogen worden de bekroonde ftukken naast bv te komen. „ . ThgSVblgB dit befluit, wordt voor dit eerfte jaar tot een onderwerp in het vak der Dichtkunde opgegeven: - Eeuwzang voor de Achttiende Eeuw, en voor het twe- - c'e vak gevraagd ene Verhandeling over het Zangfpel. •- De flukken, ter mededinging naar dezen Eereprys - o-efchikt, moeten, volgens de gebruikelyke en genoeg•- zaam bekende wyze, verzegeld en niet ene fpreuk 1- o-etekend, voor den eerften der maand Juny des vol- eenden iaars, vragtvry, worden toegezonden aan Mr. n D. M. G. Heldew.er, te Leyden, als voor dit jaar n benoemd tot algemenen Secretaris der Maatfchappy. fr Eindelyk wordt nog bericht, dat de Maatfchappy tot haren eerften algemenen Voorzitter ^vetkozen heeft n M. Siegenbeek , Hooghcraar in de Nederduitfche bi Letterkunde aan 'sLauds Univerfiieit te Leyden. fn Zaandam, 30 September. Heden gefchiedde, alhier, voor het eerst, de uitdeeling der Eerepryzen q. a?ln de meestgevorderde Leerlingen . in de Heelkunde, ig door het Gezelfchap van Genees- en Heelkunstoeffei- naren, aan de Zaan, ten zinfpreuk voerende: Vlyt t- Bouwt Kunst, opgerigt tien 13 M.iait 1798. 1L Bv deze gelegenheid wierd , door den Heel- en ? 1 a Vroed--  Vroedmeester C. Kkrbert ,' nis eerden Ondenvyzer, ten einde deze plechtigheid vocgzanien luister by te zetten, cn in de Kwekelingen tot de zo nuttige Heelkunde meerder naai yver te verwekken, in het byzyn van verfcheiden der aanzienlykfte imvooners dezer plaatfe, eene zeer gepaste Redenvoering gedaan, over de nuttigheid en noodzaaklykheid van lief onderwys in de Heel- en Verloskunde. Waar na, door den Voorzitter Fr. le Maire, Med. Doel;» alhier, de Eerepryzen, met gepaste aanfpraken, vvierden uitgereikt, als: de eerde Eereprys aan D. Pekelharingh , by den Chirurgyn B. H. van Ree, te Oostzaandam ; de tweede aan C. van den Poon, by den Chirurgyn J. G. Helman, te Westzaandam , en de derde aan J. Lem, by den Chirurgyn C. Kerbert, te Koog. Waar na deze plechtigheid ten algemeenen genoegen geëindigt is. In Naam van het Gezelfchap voornoemd. B. H. van Ree. Secretaris. Haarlem, 8 Oötober. De onbrekende ziekte, die zig, (volgens N°. 353, bladz. 106.) te Cadix heeft geopenbaard , begint vaii ene hoe langer hoe meer kwaadaartiger natuur te worden. — Dezelve richt de verfchrikkelykfte verwoestingen aan, en het getal der zieken cn doden neenn lucer en meer toe, zodanig, dat de menigte der overledenen dagelyks boven de tweehonderd beloopt, onder welke zich vele voorname Kooplieden bevinden, die verzuimd hadden om de Stad by het begin der ziekte te verlaten. — Velen, zelfs zieke, lieden, zyn naar de naburige Steden en plaatfen geweken, waar door zich ook aldaar de befmetting heeft voortgeplant. Geneezing der Navel-Breuke by Kinderen. De waarneemingen van den grooten Heelkundigen De/bult (*), omtrent het geneezen der Navel-Breuke by jonge kinderen, fpoorde my aan, om dit te beproeven. Geene Godshuizen nog andere Geftichten bedienende, en daar myn praktyk aan de eene zyde nog niet groot is, terwyl aan den anderen kant de menfchen nog te veel geloof liaan, in diergelyke ge- (*) Desoult Chirurgifche fVaarnemungen, Viertes Band, pag. 187 et feq. 15 ) vallen, acn het vooroordeel van Vroedvrouwen en eigenwyzc Bakers, was het my dus niet moogjyk om het by zulke kinderen, wier Ouders ik bediende, te beproeven. Ik vervoegde my dus by onvermogende en behoeftige Lieden, en verzogt hen, wanneer zy by hunne kinderen een diergelyk geval vernamen, hen aan myne behandeling toetevertrouwen, onder aanbod van hen voor niet te bedienen. Hier door kreeg ik weldra gelegenheid, om diergelyke kleine lydcrs te behandelen. Het eerfte voorwerp was een jongentje van g maanden oud, wiens Navel 1 duim tégen - 11atuurlyk om hoog uitpuilde en in den omtrek 2 duimen befloeg; wanneer men deze daar in uitgezakte deelen naar binnen bragt, voelde men, tusfchen de vaneenwyking der fpiervezelen, eene opening, waar door men, als het ware, met den vinger in de buikholte kon heendringen. Ik liet dit kind op den rug leggen, bracht de uitgezakte ingewanden naar binnen, trok den Navel, met de daar aan vastzittende huid, om hoog, en bragt, onder mynen vinger, zo digt als moogiyk, op den buik, om dit huidverlengzel eenen Herken gewaschten zyden draad, haalde die aan zo veel als nodig was, om maar voor eerst vast te zitten en plaats te maken, bondt het zelve met een ftrik vast en bedekte dezen gehelen toeftel niet eenen doek, om het lyf vast gefpeld. Het kind fcheen weinig pyn daar van te gevoelen, daar het zig, zo wel onder, als na dit binden, zeer ftil hieldt. Den 3den dag was deze binding wat los gegaan; ik haalde ze wat ftyver aan, waar van het kind eenig gevoel fcheen te hebben. Den 6den dag had 'er eenè kleene ontfteeking, rondom den Navel, plaats, en het afgebonden ftuk was miskleurig en in deszelfs omtrek uitgezet. Den ioden dag haalde ik de binding nog ftyver aan. Den iaden dag viel het geheele ftuk af en 'er bleef alleen eene kleene huidzweer over, die, door het gebruik van droog plukzel', in 5 of ó dagen genas en een vast lidteeken vormde, gelykende veel naar eenen Navel. Het kind was vervolgens zeer wel en 'er wierd geene uitpuiling meer waargenomen. Ik had daarna nog gelegenheid om deze behandeling aan 5 kinderen te beproeven, met een gelyk gevolg. Deeze gelukkige uitflag deedt my paar gelegenheid zoeken, om deze proef by een kind, dat meer gevorderd was in jaaren, te herhaalen, en vondt ze, op den 6 Aug. van dit jaar, naar genoegen. Deeze lyderes was een meisje van 4 jaaren , wier Navel ruim i| duim uitpuilde, in den omtrek van omtrent 3 duimen. Ik behandelde dit kind op dezelfde wyze als het eerfte; maar hier duurde het afvallen van den Navel wat langer: gebeurende dit eerst den 3 Septemb.; 'er deedt P 2, zig C ï  «ig ook, in dit geval, flegts eene kleene huidzweer op, die in 6 dagen genas, met een vast lidteeken, gelykende, zo i:s vooren gezegd is, na eenen Navel. Daarna had 'er geene uitpuiling meer plaats, en het kind bevindt zig tot heden zeer wel. Zie daar eene waarneeming, welke wel niet nieuw is, want Celjus (*) heeft dezelve reeds eenige honderd jaaren te vooren, geleerd met eenige veranderingen, en deeze "roote man zegt, dat dit afbinden het beste is aan die lyders, welke tusfchen de 7 en 14 jaaren oud zyn. Maar ik dagt, dat waarneemingen van dien aart wel verdienden algemeen bekend gemaakt te worden; hatende intusfchen deze manier van behandeling over aan het oordeel van grootere en meer verligte Mannen in de Heelkunde, die voorzeker meer gelegenheid zullen hebben, dan ik, om proeven in dezen te nemen. Amflerdam, 23 September 1800. C. H. Brink, Chirurgyn. Over ene jonge Chinees. (Uit het Fransch.') In het Gasthuis du Val-de Grace, te Parys, heeft zig, federt enigen tyd, als een kranke krygsgevangenê bevonden, een Chinefche Jongman, aan wien zig zeker Genootfchap, aldaar bekend onder den naam van La Sccieté des Obfervatenrs de.Vhmnme* bvzonder %éft laten aan gelegen leggen: hebbende, kortlings, deszelfs Vice - Prefident, le Bond, met den Secretaris Jauffert, gecommitteerd, om naar dezen, tot heden „owi in hpr Huistere levende. Tongen man, byzon- dér onderzoek te doen. Zie hier den zakelyken inhoud van 't verflag deswegens aan het opgemeld Genootfchap, door deze Commisfie gedaan. Tchong A-Sam, oud 28 jaren, wierd geboren te Nankin, en heeft een Vrouw van 17 jaren: hy had zig als Koopman neêrgezet te Kanton, gelyk ook zyne gehele familie, beflaande in vier broeders en twee zusters, aldaar woonde, wanneer hy, met een der eerften, Tchong Agni, geheten, en 25 jaren oud zynde, als mede met nog twee andere Kooplieden, twee Ambagtslui (een Kleermaker en een Schoenmaker) nevens 10 Matrofen , zig te fcheep begaf, op een vaartuig, bemand met 60 Engelfchen en zes Portur/efchen. .... De Engelfchen hadden hen, tegen het oud gebruik (*) Celsus von der Arzney Wisfenfchaft, im 7 Buch 14 Kappittel , pag. 419-421. in China , weten overtehalen , om hun vaderland te verlaten, ten einde, in eigen perfoon, commerciële betrekkingen met Europa te zoeken, belovende bun een onverwylde terugkomst: het bleek, dat hun Cargazoen uit Thee, Waaijers, Halscieraden, Reukwerken en Chinefche Inkt, beftondt. Het vaartuig wierd genomen, door een onzer (Franfche) Kapers, die het, met de gehele Equipagie, te Bourdeaux, opbragt. De Chinefchcn bleven aldaar ettelyke maanden. Men liet ze zelfs aan het publiek voor geld vertonen, en gaf in gemene huizen, met hun, Worftelfpelen, en Wedlopen te paard in den Cbinefchen trant. De gevangenen wierden van tyd tot tyd mzr Tours, Orleans en Falenciennes gevoerd, waarfchynlyk om ze uittewisfelen. Maar A-Sam ziek zynde moest in het Gasthuis blyven en geraakte dus van zyne gezellen gefcheiden: eindelyk wierd hy van Bourdeaux, naar Parys, in een der Hospitalen, vervoerd. Aldaar is ny onaer militair opzigr: en ncuucu wy, nu-en dan het lot beklaagd vanZoldaten, in een Hospitaal geftopt, denken wy dan aan het lot van enen ongelukkigen, die, na 6000 mylen reizens, zig, zonder tolk, buiten alle gemeenfehap, in het midden van een volk bevindt, welks zeden en gebruiken hem niet vryftaat te beoordelen, dan uit de tegenzeglykheden, welken hy ondervindt, de üaverny, en het gebrek, waar in hv vervallen is. In dezen Itaat van ellende heeft de Opngter van bovengenoemd Genootfchap, de Burger E. Broquet, het allereerst getragt hem dienst te doen , en hem hoop te doen fcheppen op het einde zyner rampen en de mogelykheid om ze te verzagten. Eindelyk is de Regering onderrigt geworden, waar van zy meer dan een jaar lang onkundig was, en eerlang zal de jonge Chinees aan de zorg van den agtenswaardigen Sicard worden overgegeven: zo dra deze, die reeds aan het Chineesch begonnen is, zig, in die taal, zal weten te doen verftaan. A-Sam is van een ongemeen aandoenlyk geitel; men kan zelfs ene byzondere kieschheid ontwaar worden, in de manier waar op hy de onnauwkeurigheden berispt in de uitfpraak, van hun, die de zyne pogen natevolgen. Hy weet zeer goed te rekenen, verftaat de platte Aard- en Hemel-Globes, en laat zelfs zo veel naaryver blyken, als men in zyn veranderden toeftand verwagten kan, om nieuwe kundigheden optedoen. Gedurig toont hy zyn verlangen, om naar zyn vaderland te rug te keren , waar op men hem echter niet dan ene onzekere hoop kan geven: en ftortte, op. ze-  ( "7 ) zekeren chg, tranen, in de verbeelding, dat, by de aankomst van alle zyne Land- en Reisgenoten , in China, zyne Moeder zoude roepen: A-Sam is'cr niet hy, A-Sam is 'er niet by! NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche RrptJBLiEK. Reize van Lord Macartney , maar Ch>na; door G. Staunton. Uit het Engelsch. Met Platen en Kaarten. D. III. 399 Bladz. in gr. 8°. Te Amfterdam, hy jf. AU art 1799. Dit Derde Deel, brengt, in drie Hoofdft. 11, 12 cn 13. de reize van de Ouifan-, over de Chufan-Eihnden, door de Gele Zee en de Golf van Peking, langs de Pei-ho rivier, tot de Stad Tong-Choe~Foe, alwaar het Gezantfchap, voor enigen tyd, deszelfs togt te water (bakte. Het zelve brengt dus den lezer geheel in de Chinefche waereld, en is uit dien hoofde voor hem des te belangryker. Ook de Zeeman , kan hier, uit de zo uitvoerige als naauvvkeurige befchryving van de vaart naar de Chufan Eilanden, zeer veel Ieren, te meer daar dezelve met 2 nieuwe fraaie Kaarten word opgehelderd. Alle wetenswaardige byzonderheden, hier voorkomende, in het brede te melden, laat bet bepaald beftek van ons blad niet toe. Wy zullen ons des tot enige Weinigen moeten bepalen. De Chufin - Eilanden beftaan meetta) uit bergen, en zyn flegts door enge kanalen van elkander gefcheiden. Het gezigt derzelven is allerbekoorlykst, byzonder dat van Pcetoe, 't welk alleen door ongehuwde Monnikken bewoond word. — De Stad Tong-Hoe, op Chufan, gelykt zeer veel naar Vetie. — Op bladz. 40. vindt men ene afbeelding van ene naakte en gefchoeide voet ener Chinefche Dame, die, van jongs af, door konst, ongemeen klein gehouden word. — Op bladz. 50. env. word ene naauwkeurige befchryving gegeven van de manier, op welke de Chinezen Lantaarnen van Hoorn weten te maken, die zo doorfchynend als die van glas zyn: ook komt op bladz. 56. ene dergelyke befchryving voor van de wyze, waar op zy Dwergbomen weten voorttebrengen: welke wy voor den liefhebberen niet ongevallig \ oordelen, hier in haar geheel over te nemen. „ Wanneer men eenen boom heeft uitgekoozen, waarvan \ ~~ 1 (*) Onder het afdrukken dezes, lezen wy in een onzer Nieuwspapie- \ ten, dat de Eerfte Conful van Frankryk, reeds aan dit verlangen van de- | zen ongelukkigen vreemdeling voldaan heeft, door order te geven, tot zyne inlcheping op de zeilreeliggende Brikken, die onder bevel van den Ka- ' pitein Baudin ene ontdekkingsreize zullen ondernemen, en die den Chinees, ' voor eerst, naar Me de 1'rance moeten voeren, om, van daar naar zyn 1 vaderland te rug gebragt te worden. De Bevelhebber en Officieren worden \ daar by te gelyk gelast, om A-Sam, uit hoofde van zyn gehouden goed gedrag, op het grondgebied der Republiek, met alle oplettendheid, gedij-1. teiide den togt, te behandelen. 1 „ men een' dwerg wil vormen, neemt men eene genocgzaa,, me hoeveelheid klei of vette aarde , en vuegt die aan het „ boveneind van zynen ftam-, zoo dicht moogiyk a;.n de ,, plaats, daar hy zich in takken verdeeh, Deeze hoeveel,, heid klei of veile aarde woiut, door middel van een gro,, ven hennepen of katoenen doek , op die plaats gehouden , „ en by aanhoudendheid zorgvuldig mei water bevoclit'igd. „ Wanneer men een' geruimen tyd , fbnityds meer dan twaalf „ maanden lang , onafgebroken hiermede voortgegaan is, ,, fchieten, uit het hout van den ruin, eenige kleine, tede•„ re vezeltjes, gehk zoo veele worteltjes, in de vette aar„ de. Dan wordt dat gedeelte van den fbim,. waaruit die „ nieuwe vezeltjes zyn voongefprooten , tevens met den tak , „ die 'er onmiddelyk boven is, met alle mooglyke voorzig,, tigheid, van de rest des booms afgefcheiden, en in nieu„ we aarde verplant, alwaar de vezeltjes wel draa in eigen„ lyke worteltjes veranderen, terwyl de voorige tak nu den ,, ftam van een byzonder boomgewas vormt, en, als het „ ware, eene andere gedaante aangenomen heeft. — Door „ deeze kunstbewerking wordt de voortbrengende kracht, „ welke de tak bezat, eer hy van den vaderlyken ftam af,, gezonderd werd, geenzins, of vernield, of veranderd. ,, Zoo dat deeze tak , wanneer hy voorheen bloefems en „ vruchten droeg, naderhand dezelven, op gelyke wys, „ voortbrengt, offchoon niet met den oorfpronglyken ftam ,, vereenigd. De uiterfte knopjes der feheuten van deezen „ tak, dien men tot een'dwergboom meent te vormen, wor„ den altyd afgebroken, en de tak zelf daardoor verbin„ derd, zich te verlengen, maar genoodzaakt, andere knop„ jes en takjes van ter zyde uittefchieten. Deeze jonge„ takjes wórden, door middel van dun koperdraad, in die „ geftalte geboogen , welke de hovenier 'er aan wil gee,; veil. — Wanneer men begeerig is, dat het dwergboomp^ „ je eene vertooning van verval wegens oudheid zal maa, ken, befmeert men het, by herhaaling, met theriaak of , ftroop, waardoor een aantal mieren wordt aangelokt, die,. , zich niet vergenoegende, met deeze zoete floffen te ver- teeren, de bast zelve van het boompje aantasten en de, zelve doorknaagen, waardoor de gewenschte uitwerking; , in korten tyd, voortgebragt wordt. — De hoveniers doen, fömtyds hun best, om hunne handelwys geheim te-hou, den; en om des te beter hierin te bïgen, maaken zy,. , met opzet, geftaadig, deeze en geene onfehaadelyke ver, anderingen in de kunstbewerking: maar de grondbegin, fels, waarop dezelve gevestigd is, blyken genoegzaam uit , het verhaal, 't geen 'er hierboven van gegeeven is." Daar de Chinezen, hunne togten te water, alleen bepalen ot hunne Zeen, die, wegens de bekrompenheid van derzeler grenzen, als de menigte van Eilanden, waar mede zy iezaaid zyn, zeer veel naar de Middelandfche Zee gelyken , :yu zy, tot heden, gelyk de oude Grieken,, nog maar weilig in de Zeevaartkunde ervaren; een gebrek, dat ook te■ens toetefchryven is, aan de weinige vorderingen, die zy ot nog toe in de Sterrekunde gemaakt hebben , bladz. 80. nv. Ondertusfchen is het Zeekompas federt lang by hun ii gebruik, ja zelfs eerst door hun uitgevonden; zynde, geP 3  C "8 ) Jyle wy in ene affl«<%m.ag op bladz. 87. lezen, docr den Venetiaaiifclien Reiziger Maria Paulo, in het jaar 1295,] uit China in Europa gebragt. Van dit hun Zeekompas, welk ■> maskzel een zeer wezenlyk voordeel heeft boven het Europefcbe, komt een uitvoerig berigt van Mr. Barrow voor op bladz. 83 env. 't geen met ene afbeelding in plaatword opgehelderd. By de Stad Ta-koe, aan den oever der Peiho-rivier, op de Nóordoostciyke grenzen van China gelegen, ging bet Gezantfchap, "it de grotere Vaartuigen, waar mede betover dc Golf van Peking gekomen was, in de op het zelve aldaar wagtende Keizerlyke Jagten, waar mede zy, toen bnn- r.e reize, geheel op 'sKeizers kosten vervolgden. In weerwil echter van het cerfie gunftig onthaal , bleek het weldra, uit de agterhoudenheid der Keizerlyke Volmagtigdc.i - hun tot opwagting en geleide te genioet gezonden, dat acr 'by het Hof van Peking een misnoegen tegen de Engelfchen plaats had, waar van aan het einde van dit Deel de redenen werden opgegeven, 't welk, gelyk ook de uitkomst leerde, geen gunftigen uitilag dezer plegtige bezending beloofde. Ondertusfchen gaf deze binnenvaart door het land, het Gezantfchap gelegenheid tot ene menigte van waarnemingen, zo omtrent plaatfely ke omftandigheden , als de zeden cn gebruiken der Chinezen, waar van de naauwkeurige aantekeningen des Schryvers, het werk van dien tyd af, des te beJangryker maken. Dan daar wy voorheen reeds de voornaamftc byzonderheden dezen aangaande , uit het oorfprongelyk werk zelve, getrokken, onzen lezeren hebben medegedeeld (zie onze vorige Nos. 226—228.) behoeven wy die thans niet weder voor hun te herhalen ; kunnende hen damop, of liever tot de bredere ontvouwing derzelven in het werk zelve, gevoeglyk wyzen. Dit Deel is weder verfierd met 8 fluks zo Kaarten ak Platen. Twee Redenvoeringen van Matthys Siegenbeek , gevolgd van Aanmerkingen tot het onderwerp der laatflt betrekkelyk. Te Leyden by L. Herdingh, 1800. gr. 8°. Deze twee Redenvoeringen kunnen niet wel anders dar zeer welkom by onze Natie zyn. De naam van den eerfter Hoogleeraar in de Nederduitfche Welfprekendheid aan de Hoge School te Leyden, en de aart der onderwerpen dei Redenvoeringen zelve, als over het Onderwys in de Ne der duitfche Welfpreekendheid, en over Pieter Cornelis; Hooft , befchouwd als Dichter en Gefchiedfchryver. boezemen reeds eeu gunflig vooroordeel in, waar aan d< behandeling ten vollen beantwoordt, die bewyst, dat di Hoogl- Siegenbeek volkomen opgewasfen is voor de taal door Befluurderen der Leydfche Hoge School hem toever trouwd. Om dit ons geftelde te Haven en tevens de ver dienftelykheid dezer Redenvoeringen te doen kennen, za het genoeg zyn een en ander flaal onzen lezeren mede t delen. Ziet onder anderen, hoe de Redenaar in zyne eerfte Re di"ivcrfchoIen van.de Va.derlandfche We'rfprekcndheid, als hy zegt: ., Luttel voordeels echter zou men zich daarvan beloven mogen, ware niet hl ons Vaderland een veld geopend , waarop de welfprekendheid hare werkingen met vrucht en luister kunne ten toon fpreiden. Immers zal deze heer- lyke begaafdheid geheel in de duisternis begraven blyven onder een' volk, by 't welk geene inftellingen plaats grypen, gefchikt cm dezelve 3311 het licht te brengen. ■ Dan verre is het 'er af, myne Toehoorders, dat zulks op ons Vaderland zou kunnen toegepast worden. Zonder van andere oefenfcholen der welfprekendheid te gewagen , zal ik ïileen van de zoodanigen melding maken, waarop zy door hare werkingen der maatfchappy gewigtige dienften bewyzen kan. Onder deze trekken in de eerfte plaats de rechtsplegingen onze aandacht tot zich. Het is aan niemand uwer onbekend, dat zy aldaar, als op haar grondgebied, by Grieken en Romeinen op de luisterrykfte wyze geheerscht heeft. Getuigen hier van zyn zoo velen der uitmuntendfte kunstgewrochten van eenen Dkmosthenes en Cicero , welke de eenparige uitfpraak van alle eeuwen voor echte voorbeelden van welfprekendheid verklaard heeft. En wie twyfelt, of zy ook thans den gerechtelyken redenaar de uitnemendfte dienften bewvzen kunne, wanneer de verdrukte onfchuld hem om befcherming fmeckt, of een natuurgenoot deszelfs byftand ter beveiliging van dat gene, 't welk den mensen, van alle goederen'het dierbaarst is, ter beveiliging zyns levens inroept? Ik behoef u flechts aan onze meest beroemde rechtsgeleerden, aan eenen Schulting , Noodt en Bynckershoek te herinneren, om u daarvan ten vollen tc overtuigen. Mogt iemand my hier te gemoet voeren, dat de kunst des redenaars, als fchadehk voor de handhaving des rechts, op het voorbeeld der Atheenfche wetgeving, haar den achtbaren rechtbank der Areopagiten ontzeggende, uit den tempel van waarheid en gerechtigheid voor eeuwig moest verbannen worden, ik antwoorde, dat men de ware welfprekendheid geenszins behoort gelyk te ftellen met die verachtelyke kunst, welke het volflagen gemis van bewysredenen door eene ydele woordenpraal zoekt te bedekken, en de goede trouw des rechters te verfchalken_, door zyne hartstogten en driften op eene listige wyze in het fpel te brengen. Neen, Toehoorders: de ware welfprekendheid legt zich voornamelyk toe, om het verftand des rechters te over■ tuigen; zy tracht daarbv, wel is waar, zyn hart te roeren, doch alleen met het lo'ffelyk doelwit, om die zelfde vurige ; deelneming voor de zaak der onfchuld en rechtvaardigheid, \ welke haar bezielt en verlevendigt, insgelyks by hem op te \ wekken. Zy was het, welke een' onfchuldigen Milo tegen \ de aanvallen van eenen fnooden Clodius verdedigde; zy was : het, welke, nog in onzen leeftyd, de goedj zaak van eenen . achtenswaar'digen en op het gruwzaamst mishandelden Crlas voor de oogen van het gantfche deelnemend Europa in een 1 helder daglicht ftelde." » Uit de Redenvoering over P. C. Hooft, is het volgend ' | gedeelte , waar hy over deszelfs fyn gevoel en eige vinding. kragt, als Dichter, handelt, byzonder opmerking waardig: 1 „ Wie  C 119 ) „ Wie zal verder den dichtcrKken Drost het fynst gevoel voor het fchoone, groote en verhevene, de edelfte aandoenlykheid des harten ontzeggen, durven? Getuigen hier van zyn zoo vele gedichten , welke niet dan de grootmoedigfie gevoelens van deugd- en vaderlandsliefde ademen, en waarin de lof des Ouèindigen, met hemelfche toonen , wordt opgezongen; getuigen zyn die roerende klaagzangen, uit zyn vaderlaiidsch Treurfpel, Baeto genaamd, waarin de ellende der ballingen, vrouwen, maagden, mannen, kinderen en grysaards, die, tot ontvlugting der flaverny, hun vaderland verlaten, met aandoenlyke trekken wordt afgemaald ,x hun edelaardig befluit met de uitnemendfte loffpraken vereerd wordt; getuigen eindelyk zyn de treffende fchilderingen van de zaligheden der zuivere liefde, alomme in zyne gedichten verfpreid; fchilderingen, welke door haren zachten, maar niet te min doordringenden, gloed zelfs de hardde en ver- vrozenlie ziel verzachten en ontdooien kunnen. Dan zou het onzen dichter ook aan vernuft en eigene vindingskracht mangelen? Dit is 'er zoo verre af, myne Toehoorders , dat hy veeleer gezegd kan worden , de meesten daarin zeer verre vooruit te dreven. Allerwegen vfóeijen zyne gedichten over van geestige vonden, nieuwe wendingen, aardige flagen, krachtige tegendellingen, geheel oorfpronkelyke denkbeelden, allen met keur, derkte en zwier van woorden uitgedrukt. Ware het my vergund hiervan voorbeelden by te brengen, ik zou my, om derzelver talrykheid, in de keuze verlegen. Men leze flechts eenigen van zyne onnavolgbare minnedichten, en men zal van de waarheid myner gezegden op het levendigst overtuigd worden." — Ook kunnen wy niet af nog 'aan te halen, het geen wegens de Reden voeringen , die in de Nederlandfche Gefchiedè- rrisfen van Hooft voorkomen , met zo veel kragt ais juistheid wordt aangemerkr. „ In deze redevoeringen, zegt hy, (bladz. 96—99.) by welke niets van gelyken aard in onze moedertaal kan vergeleken worden, ziet men overal de grootde Oerlykheid en kracht van zeggen ten toon gefpreid , en vindt in dezelve den vollen geest der fprekendc perfonen op het uitnemendst uitgedrukt. Hoort men eenen Alva , met redenen, geaard naar de bitterheid en wreedheid zyner ziele, zynen heerschzuchtigen en wraakgierigen meester aanzetten, om door de bloedigde draden zyn gezag onder de Nederlanders te vestigen, en, met vértfeding van wetten en handvesten, den veroverden gewesten eenen fcherpen breidel in den bék te wringen, men herkent in deze taal met afgryzen dien 011menfchelyken geweldenaar, die het zich tot eene eer rekende , achttienduizend fchuldelooze llachtofTers. door beuls handen te hebben omgebragt. Met welk een zielsgenoegen daarentegen, met welk eene hoogachting voor den fpreker voelt men zich niet doordrongen, wanneer men den waardigen dienaar des Christendoms , Fresneda , die taal der bloeddorfiigde wreedheid door de zachtmoedige uitfpraken van het Euangelium des vredes boort bedryden, en met eene achtbare deftigheid en befcheidene vrymoedigbeid den koning zynen pligt voor oogen dellen, om zich zulks tegen zyne onderdanen te gedragen, als hy wenscht, dat deAUer- opperde met hem handelde; wanneer men hem den vorst hoort voorhouden, dat, die dezen voet best volgt, voor den volmaakden regeerder gaan, en , met het temmen van zvn gemoed, meer dan eene nieuwe wereld zal gewonnen hebben ; wanneer men hem met kracht van redenen hoort betoogen, dat 'skonings waar belang geenszins eene der harten vervreemdende geftrengheid , maar veeleer zachtmoedigheid, die vermogende dwingftcr der onbinyZaarpfie gemoederen, vordert. En wat zal ik zeggen van die manne- lyke redevoeringen , waarmede onze gefchiedfehryver de doorluchtigde verdedigers der Nederlandfche vryheid hunne medeftanders tot eendragr, dandvastigheid, bereidvaardigheid tot het doen van opofferingen, en ter infpanaing van hunne uiterfte vermogens met zoo veel nadruks doet opwekken? Niemand voorzeker is er, die , by het lezen dier redevoeringen, niet den diepden eerbied, de leveiidigde hoogachting voor die grootmoedige helden in zyne ziel opryzen, het vuur der edelfte vryheids- en vaderlandsliefde in dezelve voelt ontbranden. Dan de tyd gebiedt my, myns ondanks, vail dit bekoorlyk onderwerp af te fcheiden , en de verzekering , dat deze herinneringen genoegzaam zya zullen, om u de meesterlyke proeven van Hooft's weêrgalooze welfprekendheid voor uwen geest te doen te rug roepen, maakt my te gereeder, om aan dit gebod te gehoorzamen." De Aanmerkingen op de laatde Redenvoering zyn byzonder ingericht ter daving van des Redenaars gezegden, betreffende de verdienden van P. C. Hooft , en wy geloven niet dat zich iemand beklagen zal over de grotere uitgebreidheid die dezelve verkregen hebben, dan zich de Hoogl. SiegE-nbeek hadt voorgefteld. Geflacht/yst der Zeifftandige Naamwoorden, door Hendrik Piètër'son. Twede en vermeerderde Druk, te Haarlem by A. Loosjes Pz. igcc kl. V. gr. 100 bladz. ƒ': - 12 - : De Uitgever van deze Gedacht!} st, de Copy der Rhap. fodia van Nederduitfche Taalkunde, van Pietenson , in het jaar 1776 iu het licht gekomen, aangekogt hebbende, heeft het ene nuttige onderneming geoordeeld, deGeftachtlyst der Zeifftandige Naamwoorden, wélke agter die Rhapfodia gevonden wordt, te herdrukken. Alvorens hy dezelve ter perfe bragt, heeft hy zyne pogingen aangewend ,. om die zo volledigJiem mogeljk te'maken. Rehaiven enige weinige eige aantekeningen , en enigen van enen verdorven Taalkundigen, heeft hy den laatden druk van Klüit's Naamlyst, in 1783 uitgekomen, daar Pieterson. die van 1756 zich bediend bad, ter aanvulling gebruikt. Voorts bediende hy zich nog van G. Outhof's Register der Nederd. Naamwoorden, egter deszelfs Byvoegfels op Hoogstaaten's Geflachtlyst. . Wy zullen, uit hoofde van de betrekking van den Uitgever tot dit blad, ons geheel van alle aanpryzing onthouden f en achten genoeg gedaan te hebben met door "deze aankondiging het Publiek hier van kennis te geven» NA- 1  NARI'GTEN en BY'ZONDERHEDEN, tot DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, landen VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOUkunde , HANDWERKEN EN fabrieken, BETREKKELYK. Pryzen der. Effecten. Op Dingsdag den 7 Oaober 180c, in Amfterdam. Buitenlandsche. Amerika 5prCt. . 96§*97£ Keizer 4 prCt. . S1^!a55Ï ó to 4 prCt. . 86 a 87 dito Coupons. . 54i*55 d to dito met premie. . 965a98 Speuge 5 prCt. van 1798. 75**753 r. t.ï reeonfolid. by Stap- dito 4I prCt. losb. 1800. 99 a 9o{ horst a 4§ prCt. . 67Ï a 68 dito dito losb. van 1801-7. 91 a 76 Rusland 5 prCt. . 85*a36* Engeland. Annuïteiten 3 ^wafei 5 prCt. . 96 a 97 P'Ct- . • • .... 66 a 66] #io 4-1 prCt. . 941*95* fws/èfc Geconfolid. diio 4 ptCt. . 93393* renten . • J«*35 Denemarken, Ton. 4 prCt. 97 a 98 dito Leen en Wisfelb. 4 prCt. 95 a 95* Wisfelcours. dito Kroon 4 prCt. . 5>3§a94 Op Amerika. . . £Mz«r5'prCt. • 633365 —Londen. . . I «to *! piCt. . 59 2 60 - Parys. . • Banco 6o$ Binnenlandsche. Bataaffche RepuUiek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 , _.2* PrCtr„. ■ - ' jl piCt. . . 44**45* Dito vry willig a 5 prCt. 2a62 Dil0UUprCt. hefBnS ^ 5 me_ mome- der gesteldl800. \ ter. ter. wind. heid. C29. Sj 53 z.w.b.w bewolkt. >stniddjlgS 1 {29. 6* 58 W.n.w. buijig. ______ 47 n.w. . C29. 72 51* Z. O. vooiuiidd. regenagtig; 2 < 29. 7 581 — verder betrokken; C29- 7* 6l z.w. 'savonds windrig. C29T7* 56 zTw^ 3 c 29. 75 63 w.z.w. bewolkt;'s avonds buijig. 129- 7 53 z. w. __________ C30. 6 52è z.w. voormidd. bewolkt; 4 < 20. 6* 58 w.z.w. verder zeer zware te,29. 6* ___ _W^ genbuijen met ftofln. C29- 6? 53 w.z-w. 5 29. 6è 60 z.w.b.w buijig. 129.7 51 w.z.w. C29. 6* 50 Z. o. bewolkt; tegen den 6 < 29. 5! 60 o. z. o. avond regenagtig., _____ 5ll °- ■ «f29. 6 52ï o. bewolkt ; tegen den 7 *! beeldende een Schaapenperk buiten Bloemendaal, getekend door Hendriks en gegraveerd door R. Vinkeles, gr. 8°. /:-i8-: De Befpiegeiïng van den AVOND is op de pers. *,* In (Je Boek'Ainkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bg:. komen, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. • Nederduitfrhe. 'T havoifier (Grondbeginfelen der Scheikunde, door A. LI) door Fremery en Werkhoven, 1 Deelen gr. 8°. . ƒ 8 - o - o Nadenking CDe) van een' Staatsman beoordeeld, gr. 8°. -0-7-0 1 ! Hamelsveld (T. r.) Algemeene Kerklyke Gefchiedenis der 11, Christenen, tweede Deel, met pl. gr. 8°. . - 3 - *5 - o .' Plaatwerken. 5 Zinnebeeldige Plaaten van de Gelykheid en Ondeelbaarheid. - 5-10-0 0 'I Dito van Getrouwheid en Waakzaamheid. . . -5-10-0 en Berichten van ' Dc Rhapfodist, 6 Deelen.  A°. 1800. N°. 355. NIEUWE ALGEMENE KONST" en LETTER-BODÈi VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRY DAG DEN 17 OCTOBER. B E R I G T E N. RUSLAND. UlTTREKZEL enes Briefs ««V Moskow, gedagtekend 3 Maart 1800. Over den tegenwoordigen staat der Letterkunde in Rusland. Omtrent de Boeken en Boekhandel van deze Stad valt flegts weinig te zeggen, vermits het beroep van Schryver hier zo voordelig, nog de geleerdheid zo zeer in ag ing is, als in andere gedeelten van Europa. Onze beste vaderlandiche Schryvers zyn, Karamfin, Cheraskow, Gol/ikof, Joh. Heym en Baufe. Meest alle hunne werken, behalven die der twee laatstgenoemden, zyn in de Rusfifche taal gefchreven, en gedrukt op de Univerfneits Drukkcry. Cheraskow's werken beflaan zes Delen, en behelzen Romances, Dicht- cn Toneelftukken. Van Gollikof's Leven van Peter I., zien reeds 33 dikke Boekdelen bet licht. Dit werk is met buitengewonen vlyt gecompileerd en mag een archief heten van Staatspapieren, echte S,ukken, Anecxiotes, en beoordelingen van Buitenlanders over zyn held: en het js, niettegenftaande deszelfs vervelende langwyligheid, in zo verre van waarde, dat het voor XIV. Deel. een ryken bron om uit te putten kan dienen voor den een of anderen Gefchiedfcbryver van fmaak in 't vervolg, die zig opgewekt mogt bevinden om eenlevensbefchryving van dien doorlugtigen Keizer op het papier te brengen. De Schryver heeft, met grote kosten , en ongemene naarftigheid, alles verzameld wat hy kon grypen en vangen, en de hoop daar van neemt nog dagelyks toe. Karamfins ftukken worden met een algemeen genoegen gelezen; in 't byzonder zyne reizen door vericheiden landen van Europa, in 6 Delen, die reeds in het Hoogduitsch vertaald zyn. Hy begon met enige vertogen in het Moskow's Journaal, waar van hy Uitgever was. Enige van zyne Fabelen, Romans en kleine Dichtftukjes, gelyk by voorbeeld \ Julia en Elife, zyn insgelyks in het Hoogduitsch en Fransch vertaald. Ook gaf Karamfin ene vrye vertaling uit van Marmontel's verhalen/ten gebruike zyner Landgenoten. Zyn laatfte ftuk is een Almanak der Zanggodinnen, onder den tytel van Aonides, behelzende enige Versjes van hem zeiven, met dichtkundige proeven en romances van jonge Schryvers tc Moskow. Een der vlytigfte en onvermoeidfte Schryvers is de Hoogleeraar Joh. Heym. Deze is thans bezig, aan ene Befchryving van Moskow, en heeft te voren, met andere geleerde mannen, een Rusniche Spraakkunst en Chrestomathie , behalven nog twee Woordboeken, namelyk een Hoogduitsch Rusösch (gedrukt by Hartknoch te R'ga, in 3 Delen) en een Hoogd. Rusfisch-Fransch Woordenboek (te Moskow by de Univerfiteits-Drukkcry) geleverd. Ook Q ziet  ( 122 ) ziet van hem het licht ene Geographifche en Topo- graphifche Encyclopedie. De laatfte Latynfche Verhandeling van Prof. Baufe handelt over de vorderingen der geleerdheid en befchaving m Rusland, en vei dient in andere landen gelezen te worden, uithoofde van het nieuw licht, t geen zy over dit onderwerp verlpreidt. Aan Rusfiiche geleerde Maandwerken ontbreekt het tegenwoordig geheel. Karampu hegóH wel is waar den weg te banen iu zyn Mostinisch Journaal, naderhand vervolgd 'onder den tytel van Aglaia. Maar het fchynt dat het Rusfisch publiek geen fmaak vindt in zulke Journalen, vermits het nog onder den enen nog den anderen tytel wilde opnemen, en flegts voor een korten tyd aan den ganp gehouden kon worden. In de politieke Nieuwspapieren, die tweemalen 's weeks uitkomen, vindt men. onder anderen, ook berigten van nieuwe Boeken, als een aanhangzel, geplaatst. Deze opgaven zyn doorgaans verzetd van des Schryvers of Vertalers beoor delingen over zyn eigen werk, of van de pochende Loffpraken des Boekverkopers. By het Nieuwspapiei komt ook, op bepaalde tyden, een blad uit, ondei den tytel van vermakelyk en nuttig Tydverdryf, 't geer voornamelyk uit vertalingen beftaat, en waar van Prof Sachaifky de Uitgever is. Het armhartig politiek Jour nal van Sdirach-, word insgelyks in het Rusfisch over gezet en druk gelezen. Bykans de enige goede ver taling, die reeds het licht ziet, is die van Ma>-»o» iefs Verbeen, door Karamftn: al het overige is meest si broddelwerk, van jonge begirnenden, die hun ei gen moedertaal niet genoeg verftaan, en nog minde 'de taal, waar uit zy overzetten. Geen van Witland of Gótl.e's werken zyn tot nog toe vertaald: van ó^, Ier alleen zvne Rovers, dog geen van Jffiands Tc pc „(hikken;* van Kotzebue daar cn tegen verlcheiden die met graagte ontvangen zyn: en, zo dikwyls zy ge fpeeld worden, volle Schouwburgen trekken. Me kan hier uit over den fmaak van het Moscowlche pti bliek enigermate oordelen, daar zelden enig ander Tc ncehhik zo veel toeloop heeft als die van Kotzeba, Van oorfprongclyke Rusfifche Drama's worden mee; geagt: Nedorost, of de Minderjarige, en Ae Brigadier beiden van Wiftn; de Melnik, of de Molenaar, Sb, tenfehifchik, of de Meêventer (*) en Dmitri Santo wanez , of Pleudo Demetrius, van Cheraskow. H laatfte is een welgefchreven Treurfpel, waar van hi (*) Sbiten is een drank, zamengefteld uit Water, Per en Honig, die, des Winters, op (haat word uitgevendt; g lyk mede in den Zomer. De Venters van dezen drank wo den SJiitenfchtfchiks geheten, onderwerp gekozen is uit de Historie van Rusland in de Middel-Eeuwen. De beiden (tukjes van Wiftn zyn Blyfpelen, en 1'chetfen de Nationale Zeden der Rusfen: ook zyn zy de lievelingen van het Rusfisch Toneel en worden dikwyls vertoond. De zoetvloeijende Dichter Derfchawin, wiens Gezangen, door Kotzebue, in het Hoogduitsch vertaaldzyn, gaat geftadig voort met het venyken zyner vaderlandfche letterkunde , met nieuwe vooitbrengzels van zyne oorlprongelyke Zanggodin. Een nieuwe volledige druk van zyne Gedigten is thans op de pers. Volgens het oordeel van luiden, die in ftaat zyn om zyne verdienftcn te waarderen, zyn oorfpronglykheid, fierlyklieid en keurigheid, de byzondere karaktertrekken van dezen Dichter, cn zyne Lierzangen kunnen, om derzelver welluidenheid, "vioeijend rym, harmonie, en zuiveren ftyl, onder de lieflykften gerekend worden, die ooit uit de pen van enen Noordfchen ■ Dichter vloeiden. De nieuwfte (hikken van Che- : raskow zyn: Numa Pompilius, een Historifche Roman- ■ ee, in den fmaak van Fenelon's Telemachus; en Cadmus en Plarmonia, een Dichtkundig verhaal; die beiden met goedkeuring van het publiek ontvangen zyn. . Ook zyn vrouw toont zich ene liefhebfters van de • Zanggodinnen te zyn, en heeft enige Elegien en Ana- - creontifche Oden uitgegeven. De Drukkonst en Boekhandel zyn in een ftaat van - kwyning; bet fcbadeJyk gevolg derjongfte bepalingeo. • Ingevolge van de Kéizerlyke ÜLafe, betrekkelyk de - pers, zyn 'er verfcheiden Drukkeryen gefloten, en'er r uord geen toegelaten buiten „itdmkkelyke vergunning s van den Keizer. De voornaamfte onder dezen is de '- Univerfneit's Drukkery, waar by de meeste Boeken - gedrukt worden. Die van den Senaat en van 't Heilig , Synode leveren veelal niet dan Ukafes , Gebeden-, - Kerk- en Schoolboeken. De aanzienlykfte Boekwinkel tl is die van de Univerfiteit, waar by de voornaamfte - oorfprongelyk Pviisfifche werken worden uitgegeven. >- 'Er zyn, wel is waar, een aantal van kleinere Boek'.. winkels in de Kitnigorod, maar by dezen vindt men t weinig meer dan Godsdienftige Vertogen, ftichtel>ke , Werkjens, verzamelingen van Volks-liederen, en eni'- ge oude Fabelen, waar op het Gemeen federt lang, f- verlekkerd was. Een Hoogduitsch en twee Franfche :t Boekverkopers hebben alhier Magazynen, waar uit :t men kan afnemen, welke buitenlandfche Letterkundige voortbrengzels het meest gezogt worden. I Sr BATAAFSCHE REPUBLIEK. "x~. Utrecht, den 8 OcJober. Op heden deedt, de alhier nieuw beroepen Hoogleeraar in de Rechten Mr,  Mr. Hermannus Arntzenius, zyne intreerede: de aauflsprttftatitia Jurisprudentite Romana, d.is: „over „ de oorzaken der voortreflykheid van de Romeinfche Rechtsgeleerdheid. '* Nieuwe proefnemingen omtrent de Theorie van het galvanismus. QUit het Fransch?) Deze proeven, by de Engelfche papieren opgegeven , naar ene ingeleverde Verhandeling van Prof. Volta, aan de Kon. Maatfchappy, te Londen, zyn, te Parys, herhaald door den B. Robertfon en door ene Commisfie van het N tionaal Inflitutit. t. Men ftapelt, beurtlings, op eikanderen, een rond fchyfje zilver, een van zinc, en een van bevogtigd papier, en zo vervolgens: hoe hoger het ftapeltje is, hoe beter de proef gelukt. Men maakt de handen ter dege nat, en raakt, met de éne hand, het bovenfte, en, met de andere, bet benedenfte deel van het ftapeltje aan. Op het ogenblik der aanraking gevoelt men een vry pynlyke en hevige fchok in de geleding Cof knokkels) van de vingeren. Byaldicn de perfoon , die aanraakt, zich alleen bevindt, is de uitwerking, welke men gewaar wordt, des te fterker. Maakt men een kring van v erlclieiden perfonen. dan word de uitwerking flaauwer, naar gelang derzelver talrykheid: dog men maakt ze fterker, wanneer men den kring losmaakt. Zo men, in plaats van den vinger, de tong aanbrengt, gevoelt men ene gelykfoortige gewaarwording als die, welke de gewone proef met een enkel ftlik zinc en een van zilver oplevert; maar ongelyk fterker, wanneer men zig daar toe van de bovenlip bedient. Ook ziet men dezelfde flikkering, welke men de Galvanifche Weerlicht noemt, maarzofteik, dat zy zich zelfs by dag vertoont. Leze proefis, fn den grond, niet dan ene aanmerkelyke vermeerdering van die , welke plaats grypt met twee ftukjes metaal. _. In plaats van het ftap' ltje kan men zich ook bediener, van een zeker aan al Roemers, die tot op de helft met water gevuld, en aan elkander gehegt zyn, door middel van kromme fmalle plaatjes van zilver en zinc, die beiden in de naaste roemers tot onder het water hangen. 3. Men neme een glazen pyp vol water, en make die aan beiden kanten digt met kurken ftoppen; men brenge dwars door eiken ftnp een kopren draad, in agt nemende, dat de beiden draden met derzelver ein¬ den binnenwaarts aan elkanderen komen, zonder echter zich te raken; en men late dezelve, buitenwaarts, aan de beiden einde van het boven befchreven ftapeltje lopen. Op het ogenblik der aanraking, befpeurt men, dat zig aan het binnenfte einde van den bovenfte draad, een aantal luchtbellen ontwikkelt, en, 't geen zeer opmerkelyk is, dat het einde van den anderen draad zig trapswyze verkalkt (oxideert), tot dat het, na verloop van enigen tyd, groen word. Byaldien men de beiden draden, binnen in de pyp, aan elkanderen brengt, houdt het uitwerkzel terftond op. PROGRAMMA van het GENOOTSCHAP TER BEVORDERING DER HEELKUNDE, te amsterdam. Voor het Jaar. 1800. Het Genootschap ter bevordering der Heelkunde, te Amfterdam, heeft den eerften September 1. 1. deszelfs algemeene Jaarlvkfche Vergadering gehouden , in de groote Gehoorzaal van het Athenaeum lllustre, en is deeze Vergadering, 'door den Hoogleeraar A- Bonn, als Voorzitter, geopend met eene korte Redevoering, over de verdienden der Nederlanderen, die niet weinig tot verbétering en uitbreiding der Heel- en Verloskunde hebben toegebragt; en over tot hiertoe nog onbeproefde middelen ter meerdere bevordering derzelve onder onze Landgenooten. In dezelve is op de Vraag, ten voorledenen Jaare uitgefchreven, om voor den eerften Mey deezes Jaars'beantwoord te worden : Welke zyn de algemeene en byzondere, meest gewoone en zeldzaamfte, zit plaatfen, oorzaaken en verfchynzelen, zoo wel als de onderfcheiden aart, der waare en onwaare Slagaderbreuken , (Aneuri.sm.ita) ? welke is , voor ieder derze/ven , de eenvouwigfte} voordeeligfte en zekerfle, wyze van behandeling? hoe veel lichts hebben de waarneemingen der vroegere en laatere Heelkundige fchryvers , ook onder onze Landgenoot en , over dit ot. derwerp verfpreid; en wat ontbreekt nog aan de volmaaking der Kunsthulp , in die gevallen ? De gouden Medaille toegewezen aan den Schryver eener Verhandeling, onder de Zinfpreuk: Ut potero explicabo, Cicero. Die by de opening van deszelfs verzégeld BiHei is gebleken te zyn: Martinus Dingemans, Chirurgyn Major by de Bataaffche Marine. In dezelfde Vergadering is befloten: 1. Om de tot nog toe onbeantwoord geblevene Vraag: Welken zyn de ziekten der Slymbeurzen? waar ter plaat fe, en ingevolge, van welke .oorzaaken} worden zy q 2 meer-  c m ) meerder of minder gemeenzaam waargenomen ? voor hoedanige wezenlyke verf heidenheden zyn dezelven vatbaar ? welken zyn haare foort -onderfcheidende kenmerken , zoo onderling, als met opzicht tot alle andere daaraan fchynbaar gelyke ziekten ? welke eene behandeling eindelyk , is in elk deezer ziekten , overeenkomflig met alle opgemelde byzonderheden , of velbewezen , of vermoedelyk , de beste? Wederom op te geeven, om beantwoord te worden voor den iften Mey 1801. 2. Om tegen denzelfden tyd, by herhaaling, te vorderen : Een kort, zaaklyk en oordeelkundig, Uittrekzel uit alle oorfpronglyk Nederlandfche waarneemingen, betreffende de wonden der Ledemaaten; met byvoeging eener t/aauwkeurige opgave van den tyd, waarin dezehen gefchreven zyn , en der werken , in weiken zy voorkomen. En de voldoening aan dit voorftel: Onder de uitgegevene fchriften der Nederlandfche Heelmeesters , welken eenen fchat van pra&icaale ondervinding bevatten, verdienen die van den vermaar den\ Abraham Titsingh inzonderheid geteld te worden j doch waarvan de waarneemingen zoodaniglyk in zyne werken verfpreid zyn, dat het den Heelkundigen moeijelyk valt, dezelven met gevallen , in de Kunst-oeffening voorkomende , ter handleiding te vergelyken. Het Genootfchap vermeent daarom den Nederlandfchen Heelmeester en dienst te zullen doen , door het uithoven eener Zilveren Medaille aan den geesten , die aan hetzelve, vóór den eerften Mey 1801, daarvan een zaaklyk uittrekzel zal inleveren , naar de beste Leerftellinge rangfckikking der gebreken gefield, en met achterlaating der niet rechtftreeks tot die "tvaarneemixgen beirekking hebbende byvoegzelen en byzonderheden. 3. Ürn aan den Schryver van een voldoend Antwoord op de eerstgemelde Vraag uit te looven eene gouden Medaille, op den Stempel des Genootfchaps gefchroeft ; en aan de Schryvers eener even zoodanige oplosfing van ieder der Voorftellen, onder No. 2. omlchreven, eene dergelyke zilveren Medaille. 4. Om onder aanbieding nog eener zelfde gouden Medaille, ter beantwoording, tegen den eerften Mey 1802 uittefchiyven dit Vrangfiuk: Naardien de Aderlaating aan zwangere en baarende Vrouwen nu eens van zeer veel nut — dan eens fthadelyk zyn kan: is de Vraag: in welke gevallen en orn/lan■digheden wordt dezelve noodig en noodzaaklyk — in welke , daarentegen, moet zy nagelaten worden, — en wel ken zyn de voor «aarden, waar naar men zith , in leiden, moet gedraagen? welken daarenboven zyn de gronden van Ontleed- en Verloskundige ondervinding, die hier omtrent moeten beflisfen j — en by welke beroemde Schiyvers worden dezelven gevonden? 5. Om tot Leden te verkiezen: J. Bi.rai.and, Med. Doel. Med. Anat. Phyf. Chir. & yssi. Obft. Profes/Ir, te Utrecht enz. P. J. van Maanen , Med. Doel. Medicinee Theoret. Anat. Chir. & Art. O.bfier. Profesfor , te Hardsrwyk. G. J. Wolf f, A. L. M. Phil. & Med. Doclor , StaJi. Vroedmeesrer, Doëtor van bet Catharynen Gasthuis en Raad van Rechtspleeging, te Utrecht. J. Logger., Stads Heelmeester, te Leyden. Het Genootfchap van opgemelde beftuiten by deezen kennis geevende, heeft gedacht, als voormaals, daar te moeten by voegen — dat geene dan Nederlandfche Heelkundigen zullen toegelaten worden te dingen naar eenigen Eereprys van hetzelve, hoegenaamd.— dat men geenerlei gefchrifïen zal aanneenien, ten zy gefteld in het Nederduitsch, en zeer leesbaar gefchreven — dat de Antwoorden op vuorgeheide Prysvraagen, gelyk ook de naar eene Pr*emie dingende byzondere Verhandelingen, en Verzamelingen van Waarnemingen , met eene Zinfpreuk moeten ondertekend zyn, en vergezeld gaan van een verzegeld Billet, ten'opfchrift hebbende dezelfde Zinfpreuk , en inhoudende den Naam, Tytel en Woonplaats, des Schryvers — dat alle Gefchrifïen, zonder ondérfcheid, vnchtvry moeten gezonden worden aan den Secreraris des Genootfchaps D. van Gesscher — dat alle byzondere Verhandelingen, Waarnemingen of Verzamelingen van Waarnemingen, uiterlyk vdóï den eerften July vari ieder Jaar, moeten worden ingeleverd, begeert men andere', dat daarover beflist worde in de eerstvolgende algemeene Vergadering, of dezelven geplaatst te zien in het naast uitkomend Deel der Werken- van het Genootfchap — dat alle Stukken, welken het Genootfchap worden medegedeeld, het volitrekt eigendom zullen zyn van hetzelve;, en derzelver Schryvers daarvan geen afzonderlek gebruik zullen mogen maaken, buiten deszelfs toeftemming — dat alleen de goedgekeurde Prysfchriften, in hun geheel, door den druk zullen worden gemeen gemaakt; en men van de overigen, voor zoo veel zuiks noodig geoordeeld wordt, by wyze tan UittrckzeJs , of Aanmerkingen op het goedgekeurd Prysfchrift, den meest v. ezenlyken inhoud zal mededeelen — dat men op dezelfde wyze zal handelen omtrent alle Gefchriftert, het Genootfchap■ ter beoordeeli'.ige en gemêenniaakinge toegezonden, en niet vallende in den term eener volftrekte goed- of afkeuring — dat men echter altoos een iegelyk deszelfs recht zal doen wedervaaren; en, ten dien einde, van niets eenig gebruik maaken, dan met melding van den naam des Schryvers, als deeze bekend is, en, onbekend zynde, van deszelfs Zinfpreuk, geplaatst onder zyne Verhandeling, Waarneming, Verzameling van Waarnemingen , of hoedanig Gefchrifr het ook zvnmoge — dat de verzegelde Billetten der niet voldoende gebeurde Prysfchriften ongeopend zullen verbrand worden — dat Beftuurers des Genootfchaps niet zullen mogen dingen naar ecnigea Eereprys van hetzelve — dat ook geen van deszelfs Leden zulks zal geoorloofd zyn, dan onder voorwaarde, dat zyn Prysfchrift, en het opfchrift van het daarby gevoegde verzégeld Billet, een ander dan zyn gewoon Cachet draagen, sn met eene vreemde hand gefchreven zyn — dat eindelyk, ie naam eens iegelyken, wien, uit welken hoofde ook, eene Pr a-mie gefchonken wordt, ten fpoedigften , door middel ier gewoone Tydfchriiten, zal bekend gemaakt worden.. NIEUW-  NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, " AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. De Gefchiedenis van Jefus naar de vier Euangelien. Een Leesboek voor Christelyke Huisgezinnen. Te Utrecht by G. T. van Paddenburg en Zoon. 1800. Loflyk indedaad is het oogmerk , het welk de Schryver van dit boek, (zynde, gelyk uit de ondertekening van het Voorbericht blykt, C. W. 'Stronck, Leeraar van de Gereformeerde Gemeente te Jispf) met het Schryven en uitgeven van het zelve, zich heelt voorgeficld. Hy merkt, met recht, aan , dat de Kristenen van dezen tyd, veel vooruit hebben boven die van de vorigen tyd, uit hoofde van het geen uitmuntende mannen van kennis en van Godsvrugt, hebben aangewend, om vooral over de Euangelifcbe Schriften alle licht en opheldering te verfpreiden, en die aan hunne Medekristenen, in de voordeligfte gedaante, ïn handen te geven. Maar, met even veel recht, is door den Schryver ook aangemerkt, dat de werken dier voortreflyke mannen, zo voor Kristenen van allerleien_ ftand gefchikt en berekend, grotendeels flegts in handen van meervermogenden gevonden worden, en dat de minvermogenden , die zulk een uitgaaf, als het aankopen, al is 't dan ook maar van één dier .werken, vereischt, kwalyk, uit hunne geringe verdienden, goed maken kunnen, over 't geheel , van het nut en de goede vrugten 'er van verfloken blyven. Hy belloot daarom 't eens te beproeven , of hy ook enig7.ins in deze behoefte kon voorzien, althans in zo verre, dat 'er een weikfe voor handen ware, waar uit de eigen 1\ke zin der Euangelifche berichten , zo veel moogiyk, duidlyk te verftaan was: 't welk de beste vertalingen , en hier en daar met een woord, ene nodige opheldering bevattende, alles in enen gemaklyken ftyl , en naar den Westerfchen trant van fpreken, voordroeg; en, boven al, voor enen matigen prys van den Boekhandelaar te verkrygen zoude zyn. Een werkje dus, eigenlyk gezegd, voor de zulken, die van wegen de kosten afgel'chrikt of te rug gehouden worden, om de grotere en meer kostbare werken, die reeds voor banden zyn, te kopen. Met een woord, de Eerw. Stronck betuigt, dat hy bedoeld heeft nuttig te wezen, en wel voor Kuiken zyner Medekristenen, die tot het nodig onderricht, in de Gefchiedenis van Jefus, de minde gelegenheid hebben, en nogthans, misfchien wel 't grootde aantal uitmaken. Hy wenscïit, dat meervermogende Kristenen, zyn opftel aan huuic Dienstboden in handen geven, en hun daaglyks, op den meestgelchikien tyd, enige ogenblikken vry laten, om het met elkanderen te lezen, te overdenken en te befpreken: geiyk ook, dat brave Ouders en Or.derwyzers, bet hunne Kinderen en Leerlingen laten lezen , en hen dan, naar aanleiding van het zelve, naar 't geen ze gelezen hebben oi.dervragen. Wat de vyze van uitvoering aanbelangd , de Schryver heeft de vier onderfcheiden verhalen der Euangetisten tot één geheel tragten te brengen, om, dat zy duur door ene rreer aaneengeschakelde, onderhoudende en gêmakl/ke lezing opleveren, en men 'er te eerder een gansch overzigt van alles door verkrygt. In 't fchikken echter, en in- eentrekken der verfchillende of gelykluidende berichten dj; Euangelien, heeft hy zich aan gene der zogenaamde overeenflemmingen bepaaldelyk gehouden. Ily heeft wel grotendeels gevolgd die van van V.oten, uitgegeven voor de vertaling en onifchryving van het EuangeltuM van ffoanuis, maar is nogthans ook wel eens naar zyr.e eigene gedagten te werk gegaan, zonder evenwel te meren, dat hy nu ene overeenflemming der Enangelisten leverde, die boven alle tyd rekenkundige of uitlegkundige zwarigheden verheven zou zyn. Om de aandagt van den Lezer niet te zeer te overladen of te vermoeijen, is het werkje in honderd en vyftig afdelingen verdeeld, welke allen niet even groot konden vallen, om dat de onderfcheidene lengte van 't bericht van een voorval, gefprek of reden, dat 'er in vervat is, zulks doorgaans belettede. De inhoud van elke afdeling, om die met een opflag van het oog te kunnen overzien, is 'er kortelyk boven gefteld; gehk ook de plaatfen der Euangelien , waar uit elke afdeling is zamengefleld, om 't nazien 'er van in dc gewone ,Bybel-uitgaven gemaklyk te maken: en om dit in het (tukje zelfs te bevorderen, is 'er agter het zelve een Bladwyzer der Euangelieplaatfen gevoegd , met het getal der bladzyden op welke en der afdelingen in welke dezelve le vinden zyn. De tekst der Euangelien is veeltyds, waar zulks kon, met de eigen woorden van de gewone overzetting gegeven. Inandere gevaiien is de vertaling gevolgd van van Hamelsvct4 of van van Borgen of van anderen , echter merkt de Schryver aan-, zo ik meen, nergens blindelings. Ook heeft hy, fchoon llegts in weinige plaatfen, zelf vertaald. Tusfchen twee haakjes cn met andere leners,,z\n inpelaschtte verklaringen, welke hier en daar nodig fcbenöfl, gedrukt, meestal zeer kort en foms maar uit drie of vies woorden beflaande, om de uitgebreidheid van het werkjeniet te vermeerderen, en zo doende den prys 'er van niet te vergroten ; zynde daarom ook alle praktikaie aanmerkingen agiergelaten. Met verfchillende vertalingen en verfchillende uitleggingen, zegt de Eerw. Stronck, heb ik my niet kunnen inlaten. Men vat gemakiyk,. dat zulk ieis in een gefchrift van dit foort niet te pas komt; en ik fpreèk 'er a'leenlyk daarom van, op dat men niet mene, dat ik door die vertaling; of uitlegging, welke ik gegeven heb, alle andere moogly ke zou hebben willen afkeuren of verwerpen. Niemand houde uit dien hoofde den fieliigen toon , waar op 't bericht gefield is — want wie weet niet hoe zeer twyfeling en < ngewisheid 'er geen plaats in vinden mogt, — voor beflisfénd;; of my, die zo gaarne aan elk zyn oordeel en zyne vryheid late, voor zulk enen die zyne opvattingen altyd als de alleen ware en juiste zou willen doen gelden Behalven enige Exemplaren , die op gewoon papier, in; groot Octavo, gedrukt zyn, is het werk gedrukt op minder foort van papier, in klein Octavo., en voor den nvitif Q 3 ge"*  geo, ja, naar evenredigheid van deszelfs grsotte, voor den waarlyk geringen prys, wy menen van zestien duivers, te bekomen. Wy oordelen het voorgedelde, uit bet Voorbericht ontleend , genoegzaam, om onze Lezers dit boek, hoe zeer ook voornamelyk voor minvermogenden gefchreven, als een zeer nuttig Leesboek voor alle Kristelyke Huisgezinnen te kunnen aanpryzen: en hen te doen opmerken, hoe wenfchelyk het zy, dat, door een algemeen en behoorlyk gebruik, van het zelve, de loflyke bedoeling van den nog jongen Schryver bereikt, en hy zelf alzo meer en meer mag aangemoedigd worden, om ten nutte van zyne Medekristenen te arbeiden. TEKENINGEN en PRENTEN. PROGRAMMA. Het departement der Teekenkunde, iu de Maatfchappy onder de zinfpreuk Felix Meritis, te Amfteldam, geoordeeld hebbende, om, behalve den meer bepaalden kring van deszelfs werkzaamheden, ook buiten denzeiven, en wel in dit Gemeenebest in het algemeen, de beoefening der teekenendc kimden aan te moedigen en te bevorderen, geeft van dit voornemen aiien kunstbeöefenaren, in hetzelve woonachtig, kennis, en nodigt dezelven uit, ter bereiking van deszelfs doel, werkzaam te willen zyn. Het departement bovengenoemd verder oordeelende, dat ten voorgedelden einde niets gefchikter zoude zjn dan om, zo veel mogelyk, buiten eenig nadeel der kunstbeöefenaren, eenen edelen naaryver onder dezelven op te wekken p.n aan te kweeken, heeft belioten jarelyks uit te loven één'of meer eerepenningen, benevens een lo"fi>k getuigfehrift, uit naam der Maatfchappy en van het departement, voor den geen, die, in één of meer der op te geven vakken, het best geoordeeld zynde duk zal hebben ingezonden; en wel voor ditmaal: i°. Eenen gouden eerepenning, ter waarde van veertien ducaten, voor de beste Historieele Teekening, voorftellende de Verfcbyning van Jezus aan Maria, in den hof, befchreven iu het Euangelie van Joannis, Cap. 20. vs. 16. 2°. Eenen zilveren eerepenning, (op denzelfden (tempel als de gouden) voor het beste Nederlandfche Landfchap, ter keuze van den kunstbeöefenaar, voordellende eenen liedyken Zomer Morgendond , eigenaartig gedoffeerd. 3°. Eenen zilveren eerepenning, als de voorgaande, voor het beste, iu de Maatfchappy Felix Meritis getcekende, Academie-Beeld. _ Het departement der Teekenkunde nodigt tot de behandeling der twee eerstgenoemde onderwerpen, en tot het dingen naar den eereprys, voor dezelven uitgeloofd, alle deszelfs medeleden, alsmede alle kunstbeöefenaren, binnen dit Gemeenebest woonachtig , terwyl hetzelve het derde, of laatfte, alleen den leden van dat departement overlaat. Het departement der Teekenkunde begeert, dat hy, die naar een' der twee eerstgenoemde eerepryzen wil dingen, de volgende bepalingen iu acht neme. 1". Elke Teekening zal met of zonder kleuren, of op zodanig eene wyze bearbeid mogen zyn, als de kunstbeöefenaar, die dezelve vervaardigt, zal goedvinden, mits dat ieder in haren aart behoorelyk afgewerkt, en de grootte niet beneden de i\ vt. by 1 vt. noch boven de 2i vt. by ruim 1 vt. Rhyulandfche maat zy. 2°. De ingezonden Teekeningen zullen moeten geteekend-, zyn met twee onderfcheiden zinfpreuken, en vergezeld van twee verzegelde billenen, op een van welken de eerfte zinfpreuk moet daan,, en van binnen de naam. van den maker van het duk — op het andere billet Astweede zinfpreuk, en van binnen een of ander kennelyk teekeir. -— Teekeningen, deze verëischten mislende, zullen niet in aanmerking kunnen komen. 3°- Elke der niet bekroonde Teekeningen, met en benevens, de ongeopende billenen, in welken de namen van derzelver maker uitgedrukt zyn, zat op vertooning van de zinfpreuk, daande op het tweede billet, en opgave van het kennelyk teeken in dat billet vervat, aan den vertooner te rug gegeven worden. — Deze teruggave zalgefchieden binnen den tyd van vier weken ,. te rekenen van den dag dat de uitdeeling der eerepryzen zal zyn, verricht, zullende de tyd en de plaats nader door de Nieuwspapieren bekend wdrden gemaakt. 40. De bekroond geworden zynde dukken zullen insgehks het eigendom blyven van derzelver makers, en aan dezelven te rug worden gegeven, te gelyktydig met de uitreiking der toegewezen eerepenningen en getuigfehriften. 5°. De uitreiking der eerepenningen en getuigfehriften aan de kunstbeöefenaars, wien dezelven zyn toegewezen gei worden , zal op eenen nader te bepalen dag in her gebouw der Maatfchappy gefchieden , ten welken einde zyzelven, in perfoon, of wel perfönen, door hen behoorelyk gevolmagtigd, zullen moeten tegenwoordig zyn. 6°. De Teekeningen zullen voor den iden Augustus 1801," vrachtvry, moeten gezonden worden aan C. J. C. Linckf.rs, Prefident-DireCleur var) het departement Teekenkunde, in de Maatfchappy Felix Meritis, wonende op de Heerengracht, by de Hartendraat, te Amdeldam Teekeningen, na opgenoemden dag inkomende, zullen in geen aanmerking komen. Op last van het departement der Teekenkunde meergenoemd, H. Numan, Dire&eur-Scriba. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. In zeker, onlangs te Londen, uitgekomen werk, ge-tyteld : The Priuciples of Polilical Arithmetic , enz. By,J. J. Grellier, vindt men de volgende, beredeneerde, Waar-  C "7 ) Waardering van den tegenwoordigen Na- j tion'vlen RYKDOM VAN G&OOTBRITANNIEN. P. Str. ! Waarde der Landeryen . • 924,000,000 ——-—■— Huizen . . 170,000,000 I Vee en al. wat tot Boerdery en Landb. behoort . 103,000,000 i —- Vaartuigen, Lands- en Koop- vaardylchepen . . 16,000,000 ■ gemunt Geld . . 25,000,000 ——■ Goederen, onder Koopluiden en Grosüers . . 13,314,000 dito by de Fabriqueurs en Winkeliers . . 22,267,000 ■ ■ ■ — Huisraad en Inboedel . 26,026,000. Geheel . 1,298,607,000 Welk een en ander, volgens ene andere berekening van den zelfden Schryver, in het jaar 1564, voor Engeland en Wales, en du's buiten Schotland, niet meer bedragen had, dan . . 250,000,000 Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 14 O&ober 180c, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. ■Xmerika 5 prCt. . 97$ a y8§ t Kenter 4 prCt. . 58$ dito 4 prCt. . 8ó a 87 dito Coupons. . B&k*'gti dito dito met premie. . 97la°3 Spatjfe 5 prCt. van 1798. 74^3754 ■liito geconfolid. by Stap- dito 4! prCt. losb. 1800. 9; a 99]- horst a 44 prCt. . 6>|a68 dito dito. losb. van 1801-7. 91 a 76 Rusland 5 prCt. . 8.ï a 85} Engeland. Araiuitciten 3 Zweden 5 prCt. . 96 a 97 prCt. . . 66 a 661 dito 4§ prCt. . 94iaü5§ Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 prCt. . 93«t93è renten . . 36336? Denemarken, Toll. 4 prCt. 97 a 98 dito Leen en Wisfelb. 4 prCt. 94! a 95 Wisfelcottrs. dito Kroon 4 prCt. . 93ja94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 655367 — Londen. . .ƒ10:131 dito prCt. . 61 a 62 — Parys. . . Banco 6o| Binnen la ndsche. Bataaffche Republiek. i Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 2§ prCt. . . 38 a 41 PrCt- • • 451*46 Dito vrywillig a 5 prCt. teizös Dito uit de heffing van 98 »3^prCt. 5^!a59i Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2f prCt. 37 a 38 van 1800. a 3 prCt. . 43!a46f _ . Voormalig Friesland. Refcnptien Losb. 1800. 05^96* Obligatien a 2 prCt. . 34335 1 8.^384! ■ —- 2 7ii^72§ O. 1. Cotrtp. 3 6?fa63i LoteryasprCt.i785en86. 45 a 46 ' — • 4 5H*5CA , • —— na den Bankgeld. . , «2}! 1 Vrede. . . 47! a 474 Bekenbankgekl» . 99 j HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTES. Generaal Suwarow. Deze Veldoverfte commandeerde , in den laaiden oorlog tegen de Turken, onder den Prins Potemkin, en zomtyds onder Prins Coburg, den Opperbevelhebber van het Oostenryks Leger. Op zekeren tyd, wanneer de Generaal, aan de grenzen van Tuikyen onder den laatstgemelden ftont, met 22000 man, terwyl Coburg over 37000 bevel voerde, en het Turksch Leger niet meer dan 28000 fterk was, wierd Coburg, die ene zeer goede ftelling op een ryzenden grond, omtrent 9 mylen afftands van Suwarow, genomen had, door de Turken aangetast en tot wyken genoodzaakt. Coburg fchreef hier op aan Suwarow: „ Waarde Suwarow! „ Ik wierd dezen morgen door de Turken aan„ gevallen; en heb myne ftelling en gefchut ver„ loren. Ik zendt u- gene orders, wat te doen. „ Gebruik uw eigen oordeel, en laat my flegts „ weten, wat gy gedaan hebt, zo dra gy zult „ kunnen. getekend enz. Saxen - Coburg. "Suwarow zondt hem onmiddelyk het volgend antwoord : b „ Generaal! „ Ik zal de Turken morgen aantasten, hen uk „ uwe ftelling verjagen, eii uw, canon weer ne„ men.** Voor 3 uren in den agtermiddag, hieldt hy woord, en Coburgs Leger had zyn gefchut en vorige ftelling, eer het avond was, te rug. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, s geweest: te Amfterdam 252; en te Haarlem in, onder welke laatften 11 beneden de 12 jaren. Uit de Lysten by het Koninglyk Hospitaal, te Stockholm, blykt, dat van de 896 Zieken, in 't vooiieden jaar, daar in opgenomen , 211 aan Venuskwalen , 105 aan allerlei borten van Koortfen , en 11 o aan de Waterzogt krank ivaren. STER-  C is'l ) STERKE- ex WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten haarlem. , f" baro-i TKER- streek luchtsOctOD, ) MOME- der. gesteldIïjOO. y ter. ter. winlv^ ' heid.^ o S ty' a f-i ■ Z' W' wolken, omtrent helder; » < 29. 6 63i — zeer wjndri ' *?1 _5gï_ — C29. g§ 56* Z.W. tarde vvnd; bewolkt; 9 < 29. 4 02 voormidd. en 's avonds . c Bf>. 2^; Vg$\ I regen. C29. ï? 49 z.w. ~z ; ~ 10 , r6 7wb7 ^uitragtig; zeer zware u S "-9- 1 50 Z.W.D.Z. rtgenbuijen met hagel. (_2g- 1 48 z. w. C20. ii 49 w.n.w. 7~f. ! ., h /,„ ,1 T% zeer wmdng; bewolkt; S 29- 3* 59 's avonds buijig. C2j?1_5|_ 52i —- fa C29- 8 5i n.w. ... , • „ ,„ ) o 1 „ wmdng; bewolkt; 12 < -9- 81 55 wat buijig. (f.30- O,., 48 C30. 1 . 50 n- w. 13 l 3°- 2 60 — bewolkt. £.3°- 2' 53j w.n. w. ('30. 2\ 54* W. z. w. betrokken; windrig; 14 < 30. 2 59 's avonds zeer harde '30. oi /' Söl z.w.b.w I wind. BEKENDMAKINGEN. P.van der Schley, J. de Bosch Jeronimusz., J.Tver, C S. RoosenR.M. Pruisfenaar, Makelaars, zullen, op Maan. dag den 24 November 1800 en volgende dagen, ten Huize var C. S. ROOS, iu het Trippenhuis, te Amfterdam, verkoopen: een uitmuntend KABINET gekleurde en ongekleurde TEEKENTNGEN, benevens een keurlyke Verzameling PRENTKUNST, fraaye Teekeningen en Prenten, in Vergulde Lysten met Glazen, alsmede een extra kapitale Mahognyhoutc Kunstkast. Alles in vele Jaren met kunde byeenverzameld en nagelaren door wylen den Kunstminnaar J. GTLDEMEESTER Jansz., Agent en Conful -Generaal van Portugalf breeder volgens Catalogus, welke by bovengem. Makelaars tc bekomen is, mits daar voor betalende een Zesthalf. *** By A. Blusfé & Zoon te Dordrecht, word uitgegeven: Ars Combinatoria, of DE KUNST DER SAAIENSTELLING eenvoudig opgehelderd door J. F. HOYMAN Lid van verfcheiden Wiskundige Genootfchappen. Dit, ii onze Taal, over dit Onderwerp. enig Werk, pryst zich on deszelfs duidelyke Grondftellige Ontvouwing niet flegts eikei Minnaar der Reken-, Stel-, Meet- of Wiskunde aan, maa is ook ten uiterften belangryk voor alle Financiers, Hande Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. laars en Deelnemers in LOTERYEN, die 'er Berekeningen en Aanwyzingenm vinden die zy te vergeefsch elders zoeken. Het geheel is konftig uitgevoerd in gr. 410, en kost 30 St. V GEDENKSCHRIFTEN om te dienen tot de Gefchiedenis der JACOBYNEN. Uit het Fransch van den Abt B ARRUEL. EERSTE DEEL. Is thans te bekomen te Dordrecht by A. Blusfé & Zoon; Amfterdam M. dè Bruyn , v. Vliet; Brave, v. d. Burg, Wed. Dóll, Holtrop, Roos, Weppelman, Lardé, Tetterode en Briët; Haarlem Bohn , Loosjes, Walré enz. Het TWEEDE DEEL zal fpoedig op dit Deel volgen. V* W. van VLIET, te Amfterdam, heeft gedrukt en alöm verzonden : Het BELOOFDE GESCHENK of belangryke LESSEN, voor KINDEREN, doorJ.HAZEU, Corns.Zoon. Met extra fraaye Plaaten. In 8". a f 1 - 2 -: In dit Werkje, geeft die Kindervriend weder onderfcheidene Leeringen, voor Kinderen, van verfchillende Jaaren; en daar 'sMans voorige Werkjens met veel genoegen ontvangen zyn, zoo zal ook dit 'door Kiiaderüevende Ouders met geen minder blyk van goedkeuring worde ontvangen. *** Van het Leven van den Godvruchtigen GELLERT, ten voorbeelde en tot handleiding voor de fludeerende Jeugd, en van allen welken oprecht wenfehen een gelukkig leven te genieten, is wederom een nieuwen druk van de Pers gekoomen te Amfterdam by G. War nar s; by wien de overige Werken van dezen Autheur nog te bekomen zyn, als: 1. de Zedelesfen, 2. de Fabelen, 3. Gezangen , 4. Blyfpellen, 5. Mengelschriften, 6. Brieven. *** De Boekverkooper A. LOOSJES Pz. te Haarlem geeft uit, en heeft alom verzonden: HISTORIE van de VLUCHT van HUIG de GROOT, Schoolboek. Tweede druk, klein ; 8°. a ƒ': - 3 - : Deeze geheel op nieuws omgewerkte druk \is voorzien van 4 fraaije houtfneé'-plaatjens j voorftel\lende de Portraiten van II. de Groot en Maria van Rei\gersbergen. — De Dochter van de Groot haar Vader tot i zyn vertrek bemoedigende — de Groot in de kist ftappenjde; en Elsje van Houwenïng op het fchip wuivende met , haaren doek. Eerlang zal hier van eene Franfche vertaaling j het licht zien. I *»• In de Roekwinkel vat) A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te be' komen, de volgende nieuw uitrekomen Bc eken, enz. Nederduitfche. Aanmerkingen op het Rcquest der Roornschgezinden, door , /-. />., gr. 8°. . . . ƒ o - 15 .0 Conh Reize, Vide Deel, gr. 8°. . . -8-15-0 Tafreelen der Staatsomwenteling van Frankryk, XDeel, gr.8°. - 4 - 16-0 1 Porkd (C. F.~) Charaéterfchets der Vrouwen, itte Dl.gr.8°. - 1 - 5-0 Tafereel van Cayem;e of Fransch Guiana, gr. 3°. . -1-5-0 Cata!ogi .van Boeken, nase'aaten door L. de Bever, te verkoopen door J. C.l'ieweg te Nymeegen, op den zoden Qftóoer. Berichten van ■ 7°. van Hamelsveld Welmeen. Raadgeever voor ƒ 8 - o - o  A°. 1800. N°. 35d -los Ittbaulq*»** ntb *!* ♦ ?!.r^.h sctO na t-biq^j-i-oo-/ jmb ?isiabl uwss ai »i. ts"--*i NIEUWE alg emene KONST- bh'LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRY DAG DEN 24 OCTOBER. VRY DAG DEN 24 OCTOBER. B E R I G T E N. S P A N J E N. M ADRID. Van alle Eumpcfche Mogendheden is onze Koning de eerfte ( * ), die het openbaar Gezag heeft doen fpreken ten voordele van de nieuwlings uitgedagte konstbewerking, tot voorkoming van de gevaren aan de Natuurlyke Kinderpokjes verknogt, namelyk de Inenting dier ziekte, door middel van Koepok-ftof: hebbende zyne Majefteit, by enen brief van onzen Minister der Buitenlandfche Zaken, den Ridder d'Urquijo, van 10 Aug. 1. 1. zyn byzonder genoegen laten betuigen aan den Hr. Eloi de Careno, Geneesheer te Wenen, die het Engelsch werk van Dr. Jenner, over dat onderwerp, in het Latyn vertaald, en met aanmerkingen, zo wel als genomene proevendoor hem zeiven. verrykt heeft, onder verzekering, dat van wegen dit Gouvernement alles zal worden gedaan, om de invoering dezer, zich voor als nog zo heilzaam voordoende, geneeswyze , in de Spaanfche Staten te bevorderen. (*) Sedert heeft men uit brieven van Londen, van 7 October, vernorren, dat ook de Britfche Admiraliteit order gegeven heeft, om de kinderen der Matrozen overal de Koepi, kken tc laten inenten. XIV. Deel. Vit de Hof-Courant van den 13 Mey. Sedert den jare 1788, wanneer de Kruidkundigen van Peru, in Spanjen, te rug gekeerd zyn, na dat zy, gedurende ene elfjarige reize in dat Zuidelyk gedeelte van Amerika, ene verzameling van honderd en elf kisten met voortbrengzelen uit de drie ryken der Natuur, en twee duizend tekeningen van Planten en Dieren, mèt derzelver vereischte befchry vingen, byeengezameld hadden; zonder te rekenen het geen dezelve by den brand van Macora (*) kwyt geraakt zyn; noch de drie en vyftig kisten en agt honderd tekeningen, welke, by het vergaan van het Schip il San Pedro de Alcantara , verloren zyn, — hebben zy daar na, door het Ministerie der Juftitie der Indien, verfcheidene bezendingen van tekeningen en befchry' vingen van kostbare en nieuwe planten gedaan, weike ter vermeerdering van de Flora del Peru T Chyle, door den Kruidkundigen Don Juan Tafalla gezonden zyn Daar en boven heeft gemelde Kruidkundige, in 't Fre- f*) Macora. Deze plaats is niet bekend in het belmigryk werk, waar uit wy deze aantekeningen getrokken hebben en ten tytel voert: Diccionario Geographico Historico de las Indias Occidentales 0 America &c. par Don Antonio de Aixedo. 5 Delen in 8°. Madrid 1786a 1789.  ( 13° ) Fregat La Aurora, in 1795, zeven kisten met voort♦brengfelen uit het Plantenryk, met honderd en zestig tekeningen van een dergelyk aantal, befchreven , eh wel ontleedde planten overgezonden. Het Fregat la Astrca, te Montevideo (*) aangekomen , heeft vyf kisten met dergelyke voortbrengfelen en tagtig tekeningen van planten en derzelver befchryvingen mede- gebragt. Onlangs nog zyn 'er vyf kisten met voortbrengfelen, door voorn. Taj'alfa en deszelfs.kwekeling, Dan 'juan Manzanilla, byëengezameld byden oorfprong van den Marahon (f), door "de'gebergten van Ckicoplaya en Monzon (§) en aan den oever der ïyke Rivier Huallaha (*0„ bevattende de geraamten van zeldzame planten 'en zaden, bastèn (vanBomen), wortels, gommen, extracten, harften en andere byzondere fubftantiëh, tot het gebruik der konden en daar uit vcortvloeiende Medicynfche deugden. Men verwacht ook van het gebergte Huayaquil (tt)i alwaar deze onvermoeide Reiziger, met genoemden Kwekeling en Tekenaar Don jofefh Rivera, zich bevindt, ene goede verzameling van tekeningen, befchryvingen en natuurlyke voortbrengfelen. Door deze vergroting, zal de ftraks gemelde Flora del Peru T Chyle uit meer dan vier duizend nieuw getekende en naar het leven afgezette planten beftaan , en in hunne oorfpronglyke plaatfen befchreven zyn , met aanmerkingen , die niet minder belangryk voor de (*) Montevideo. Ene Stad der Provintie en Regeringe van Buenos-Ayr os, .in het Peruviaanfche. Zy is aan de boorden der Rivier de la Plata, 20 mylen van haren mond, op bevel van den Veldmaarfchalk Don Bruno de Zarala, in 't jaar 1726, door Don Domingos de Vafalrilrojo gefticht: dezelve legt 50 rnyleu van Buenos-Ayros, 34 gr. 56 min. 9 fee. Zuiderbreedte. (t) Maranon. Dit is de beroemde ftroom der Amazonen, ook aldus genaamd : dezelve heeft ook nog de namen van Orellana eu Solimoes. (§) Monzon. Ene plaats der Provintie van Guamalies in Peru, by het Kerfpel van Chavin de Patriaria. (**) Huallaha (of Guallaga.~) Ene grote en rjke rivier der Provintie van Guanuco , in Peru. Deze rivier ontftaat uit die van Pilco- Maju, welke uit. het meir van Bombon, uit die van Tarma vloeit , en uit die van Wifacaca. welke haren oorfprong in de Bergen van Guamaliei beeft; deze twee rivieren verënigd, ftromen by de Stad var Leon de Ganuco, haren cours naar het Noorden, nemende, vormer, dezelven voornoemde rivier Guallaga. (tt) Huayaquil (of Guayaquil} Provintie en Gouver rement van 't Koningryk Quito, deszelfs grondgebied be gint by Kaap Pafao, ten Aoorden, en ftrekt zich uit toi \ gr« 1Z ™» naar net duiden.. Kruid - en Geneeskunde , als den Koophandel zullen zyn. Dit werk-, drie Delen in Folio bevattende, wordt te Madrid, in den Boekwinkel vau Sancha, gevonden, -behelzende 37 Platen, verbeeldende de takken van 149 gefiagten: — als mede de twee eerfte Delen van de Species - Plant ar um , inhoudende 535 befchiyvingen, 322, prenten en 242 tekeningen, welken niet gckoleurd zyn; zynde dezelve echter ook zodanig te bekomen. • Wyders het eerfte Deel in groot 8°. van 't Compendium of Systhenia Vegetabitium. Het | derde Deel der Species zal met 110 printverbeeldingen het licht zien, en de oveiige Delen van dit oorfpronglyk werk, fraai gedrukt en gegraveerd, kort daar na volgen. G R O OTBRITANNIEN. Londen. By het maken van de veranderingen in het Huis der Gemeenten, ter gelegenheid van de vereniging met Ierland, cn noodzakelyk geoordeeld, voor de aanftaande Zittingen van het daar door vergroot Parlement, zyn de E:ken befchotten aan weerskanten van de Zaal weggenomen; waar door de eerwaardige muren van'dé aloude St. Stêpheris Kapel weder voor den dag gekomen zyn. De Gottifche pilaren, het overfraai krul- cn fnywerk , zyn, over bet geheel, zeer wel bewaard gebleven: maar, dat nog aanmerkelyker is, de Schilderyen-, die de vakken vullen, en zo vele eeuwen voor de hicbt befchermd geweest zyn, doen zig, veelal, zo frisch en levendig op, als. of zy flegts een jaar oud waren. In den rechten hoek, agter het geftoelte van den Voorzitter, en omtrent vyf voeten boven den grond, ftaat een Maria beeld met het kind, en Jozeph over hen leunende, in fresco gefchilderd, en vry wel bewaard. N.ast daar aan, ziet men, op gelyke hoogte, twee zonderlinge beelden; een man en vrouw, ieder in ene droefgeestige houding ftaande, met het hoofd op de fchouders hangende, en houdende een ftuk van een tapyt voor hun middel. De tapisfery 'voor de vrouw is verfierd met pauwen vêeren, overfraai uitgewerkt, waar in het groen en goudgeel nog zo levendig is , als of het 'er onlangs was opgelegd. Het verguizei der lysten, dat zeer ryk is, z.et 'er nog even fchoon uit. Aan den anderen kant van de Kapel zyn vefcheiden mansbeelden, in volle wapenrusting, met byfehriften onder dezelven, die mees-al onleesbaar zyn. Ouder twee daar van, zyn echter de  ( 131 ) de namen: Euflace, en *t geen nog zonderlinger is, Mercure, met zwarte letters, nog zigtbaar. De gehele Kapel blykt, in den zelfden overheerlyken ftyl gebouwt te wezen, als de bewondenngswaarde Kapel van Hendrik den VII. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. De Ia Rockefoucaitlt Liancourt, die, gedurende zyne ballingfchap uit Frankryk , zich zo beroemd maakte ducr zyne reizen, in het Noorden van Amerika, is, o er enigen tyd, hier te rug gekomen, alwaar by, by intekening, een Geriootfchap heêft opgei igt, om de inenting der Koepokken ook in deze Republiek in e oeren. Het Genootfchap heeft reeds een huis aangekogt en gefchikr, om proeven te nemen, en ene Commisfie aangeftelt, om aantekeningen te houden van dc verfchynzels , die zig van tyd tot tyd opdoen, by kinderen, op die wyze ingeënt, en daar van a; n het Genootfchap verflag te doen. Die Commisfie beftaat uit de Burgers PtneH% le Roux, Parfait, Montgenoot, Guillotin, Salmade, Dousfin, Dubreuil, Marin en Coton, ne ens de Burgers Delesfert, Clavereau, Lasteirac, Thouret en Liancourt. Het Genootfchap beeft wyders van Londen en Hamburg, pokftof ontboden; en Dr. tf'ouihvïHc van JCondeu, clie reeds aldaar ettelyke duizenden, met het beste ge volg, heeft ingeënt, bevint zig, met vergunning der beiden Regeringen, federt enigen tyd, alhier, met het zelfde oogmerk. Andere Engelfche Geneesheren zyn, onlangs, naar Italien en andere oorden der waereld, gereist, om deze nieuwe ontdekte konstbewerking te helpen bevorderen. De B. Lacepede, dezer dagen van zyn Buitenplaats gaande om de openbare vergadering van het 'Nationaal friftfuut by te wonen, Wierd, onderweg, door ftraatrovers aangetast. Hy biklaagdt zig inzonderheid over het verlies van zyne p; pieien. Toen Cuvicr, in de laatlle vergadering van hetN. Inft. een Historisch verflag voorlas van het leven en de werken des overledenen Lemonnier, 't geen met veel oplettendheid werd aangehoord, weidde hy, onder anderen, uit over diens Godsdienitig en weldadig karakter, en byzonderlyk zyne liefdadigheid (charité) verheffende, voegde hy 'er, by wege van tusfehenrede (welke ongemeen toegejuicht" wierd) dit gezegde by: rien moet zig wel bedienen yan dit woord, 't geen tot nog toe geen gelyknamig Qfynonytnc') onder ons heeft. Nationaal Instituut. Openbare Vergadering van 15 Vendémiaire, 9de jaar (7 Oétob. 1800.) Van de ingekomene Verhandelingen op de Vraag, door de Klasje der Zedelyke en, Staatkundige IVetenfchappen, in het 7de jaar opgegeven „ over de oorza„ ken, welken den geest van Vryheid, in Frankryk, fe„ dert Francois 1. tot op het jaar J789, hebben doen ,, ontwikkelen," is de Prys toegewezen aan ene Verhandeling van den B. Nicolas Ponce, Plaatfnyder. Op het Dichtkundig onderwerp, door de Klasfe der Letterkunde en fraaie Konften, in het zelfde jaar opgegeven: zynde „ De Grondlegging der Republiek, in ene Ode, Dichtifuk, Reden oi Brief in Verfen," gene voldoende Hukken ingekomen zynde, heeft die Klasfe het zeilde onderwerp op nieuw voorgefteld voor het jaar 10. 1 Eindelyk heeft het Inftituut den gouden Prys, ter :waarde van 5 Hectogrammen, door het zelve, op last van het Gouvei nément, en ' ingevolge ener aanfehryving van den Minister van binnenlandfche Zaken, beloofd' a'aW hét meest voldoende antwoord op de tweeledige Vraag: „ welke plegtigheden moeten by Lykftatien plaats hebben en welk ene order op Begraafplaatfen wórden ingevoerd?" (waar op niet minder dan 40 Verhandelingen waren ingekomen) verdeelt tusfchen de Schryvers van twee elkanderen in waarde evenarende Verhandelingen. Zynde die der ene de B. F. v. Mulot, gewezen lid van bet Wetgevend Lighaam en Ex-Abt vort Si. ViStor, te Mainrz,'en" van'de andere de B. Amaury Duval. Namen der Konstenaren, die, volgens het oordeel van het Nationaal Inftituut der Konften en IVetenfchappen, den prys der Schilder-, Beelditouw- en bouwkunde, van het 8fte jaar der Republiek,, hebben verdiend en weggedragen. Sc rilde rkonst. Het onderwerp van mededinging was: Koning Antiochus was te Thiatiren gelegerd. Sci,pio lag te Eleus krank. Antiochus, onderligt zynde van Scipio's toeftand, zondt hem zynen Zoon, dien hy gevangen hieldt, te rug, en gaf Scipio, ten zelfden tyde, voldoening en gezondheid. Scipio, na zyn \ R 2 Zoor..  ( 13» > Zoon omhelsd te hebben, zig tot de afgevaardigden van Antiochus kerende , zeide hun : bedank den Koning ijiynent vege; ik kan hem tegenwoordig gene andere bewyzen van myne erkentenis geven, dan hem te raden, dat hy niet drome, om my aantel'asten, voor hy zal weten, dat ik my naar myne legerplaats begeven heb. Mogelyk hoopte Scipio, dat de Koning, gedurende een' vervvyl van enige dagen, zig bedenken en den vrede boven een gevegt kiezen zoude. (Rollin. Hifi. Anc. T. ÏU. p. 436.) u s Êerfle Prys. Jan-Pierre Granger , van Parys, leerling van den Burger David. Twede Pryzen. 1. Jean-Augustin Ingre, van Montauban, leerling van David. 3. Jofeph Ducq, van Brugge, leerling van den B. Suvée. Beeldhouwkonst. Het onderwerp van mededinging was: Priamus krimt in de tent'van Achilles, werpt zig firn 'diens voeten, omhelst zyne knieën, en kuscht de verfchrikkc-lyke handen, de moorddadige handen, welken het bloed van het merendeel zyner Zonen plengden: met ene (tem, door geftadig fnikken afgebroken, zegt by: Achilles, den Goden gelyk.' errirmer u, my ziende, aan uwen Vader. (Jliade. XXIV. Zang.) Zynde hier op geen Eerfte Prys uitgedeeld. Twede Pryzen. 1. Frederich Tieck, van Berlyn, leerling van den B. David... — . ... 3. Alèx. Jean - Conftantin Norblin , van Warfchouw, keriing van den B. Stouf. Bouwkunde. Het onderwerp van mededinging was ene Nationale School voor de fchone Konflen. Eerfte Pryzen. 1. Simon Vallot, van Dyon, leerling van den B. Durand. , ■ - _ , ,. 2. Jean Franpois Manager,' van Parys, leerling van den B. Lagardette. Twede Pryzen. ï. Jean - Baptute Dedeban , van Parys, leerling van den B- Percier.. t. 3. Hulerl Rohault, van' Parys, leerling van doft B. Durand. De Leerlingen, die eerfte Pryzen behaald hebben, zullen naar Italien worden gezonden, om, aldaar, op kosten der Republiek, hunne oefleningen voomezetten. La Lande heeft onlangs , in een onzer Letterkundige Tydlchriften, het volgend berigt l. ten pluutien. Over de Buiksprekers. Toen Lachapelle, in het jaar 1772, zyn werk u;.gaf, getyteld : Les Veulfiioqucs, ou l'Engastn.intc, (de Buiklprekers) heb ik, In hei Journal dts Savans, van November, en de Encyclopedie vmTverd.a/, daar van een uittrekzel gegeven. De Hr. de Saint-Gilles, een Kruidkenner van Saint - Germain-cn Laye, bezat dit talent,'en de Commisfarisll'n der Akademie getuigden, dat zy ene volkomene begocheling ondervonden hadden, ten opzigte van den afftand of rigting der ftem. Toen hy, ondermsfehen, op den 32 De^mun* t-,«o in rlp Akademie verfeheen, vvierdt men niets van dit vermeld verbazende gewaar. Mogelyk • si ir f^;u„* ni fo ka- waren wy te zeer ingenomen , eu 11. <_r//<« *i 11. uvfchroomd. Doch, naderhand, den B. Piizjames by den B Robert-fon horende, ondervondt ik alles wat t n,„.^iu w&fiantrl v.m Rnikfnrckers, van welken 1^1* \stUlVt<*.v \ .......^. i va» Halen, Brodeaeu en andere Schryvers gewag ma¬ ken. Ik zag hem, naast my itaantie, ae antwoorden van onder uit een kachgel, van boven uit de fchooriteen, en uit alle andere hoeken van de .zaal, .of de naburige vertrekken doen komen; en ik twyiïelde geu.,„i „w n..n vprwnnderlvke historiën, in het aan¬ gehaald werk verhaald. Maar de Baron Mengen, die insgelyks de Konst van minupickeij vcmunui, mui. my het Mechanismus van de lucht en den mond verklaard, 't welk ve.reischt word tot deze zonderlingeeu zeldzame konst, welke zeer verkeerdelyk den naam: van Buikspreken draagt. Straatsburg, 4 OBober. Dezen middag verloor onze Stad een van hare grootfte Geleerden. De Hoogleeraar Hermann, ïeeds lang, zo buiten als binnen, 'slands, voor een der voornaamfte Natuurkenneren. io Ap awnlo-pn ener Waterzust overle- den. Hy bekleedde, gedurende de laatfte jaren, drie posten te gelyk; zynde Hoogleeraar aan de Univerfiteit alhier en Kanonik van St. Thomas, Hoogl: in de Natuurlyke Historie by de Centraal-School in deze Stad en Hoogl. in de Kruidkunde aan de Ecole de Sa»-  C 133 ) MBtith*. Z n dood is een waar verlies voor de geleerde waereld. Hy laat, buiten ene, in zyn vak zjer fraaie, Boekery, een uitmuntend Kabinet van Naturafia na, aan welks uitbreiding en verfraaing hy byna zyn geheel vermogen befteed had. DUITSCHLAND cn aanliggende landen. De Algemene Geographifche Ephemeriden enz. door den Hr. Zach, den vermaarden Sterrekundigen van Gntha, die voor een der geleerdfte en naauwkeurigfte Tydfchriften, in Europa, mogen gehouden worden, verfchynen, federt dit jaar, niet meer onder dezen, maar onder den veranderden, tytel van: Maandelykfche Correspondentie, tot volmaking der kennis van de Hemel- en Aard-Globe. Dit werk blyft even belangryk als het vorige. Echter worden ook de Ephemeriden vervolgd onder het opzigt van de Heren Gaspari en Bertuch: de eerfte is een der geagtfte Aardrykkenners van Duitschland , en de laatfte is ook bekend door zyne diepe geleerdheid, en de uitgeftrekte correspondentie, die hy houdt. De Heer Hermbftddt heeft verfcheiden proeven genomen, om Zuiker te trekken, uit inlandfche planten , gelyk de verfcliillende foorten van Efcben QAcers), M ys of Turksch Tarwe, Siberifche Pinkfternakel (tleracleum Spondylium. Lin.) en Most. Het Hertoglyk Latynsch Genootfchap , te Jena, heeft, gedurende dit jaar, onder meer andere, zo irials u:tlandfche, verdienftelyke Letterkundigen en Geleerden, tot Honorair Lid vei koren de Heer Hieronymus de Bosch, te Amfterdam. Berlyn. Van Petersburg heeft men, dat de Staatsraad, Secretaris en Lid van de Keizerlyke Akademie aldaar, Johann Albrecht Euler, den 6den Septemb. aldaar, aan de gevolgen ener langdurige ziekte, in het 66fte jaar zynes ouderdoms, is overleden. Berigten vrn daar houden" insgelyks in, dat zyne Majefteit de Keizer den Heer van Kotzebue, niet alleen met een Landgoed by Riga begiftigd, maar ook tot Directeur'van den Hoogduitfchen Schouwburg, in Petersburg, benoemd heeft, met een jaarlyks inkomen van 1200 Roebels, vrye woning, bedienden, brand enz. Nog ene verdere byzonderheid van de oude Leeuwin, te Londen. ( Briefswy ze medegedeeld aan den Schryver van dit blad?) Mynheer! Met genoegen las ik, in den Letterbode van den 19 Sept., een aanhangfel op het bericht, aangaande het werpen van eene Leeuwin te Parys, in N°. 347. geplaatst; dewyl het my, niet minder dan den Schryver van gemelde aanhangfel, verwonderde, dat men van het hoofdzakelyke, daar by door hem gemeld, in het eerfte bericht geen het minfte gewag maakte. In den jaare 1793, my in Londen bevindende, zag ik insgelyks in den Tower de oude Leeuw en Leeuwin, waar van in dit aanhangfel gefproken word, enontfing, by die geleegenheid, behalven de verzeekering, dat laatstgemelde aldaar leevende jongen geworpen had (men toonde 'er my een of twee, die bykans volwasfen waren) ook teevens, haar betreffende, het volgende bericht. De Leeuwin had, toen een' gertumen tyd geleden , twee jongen geworpen, doch waar van het eene geftorven was kort na de geboorte. Op dien. zelfden tyd had eene grootte Engellche Dog insgelyks geworpen; — men nam haar een jong af; — bragt het bv de Leeuwin, — en deeze nam het tot zich, zoogde het, en bragt het met haare melk groot. Geduurende een' geruimen tyd liet men, by dag, den jongen Dog vry door den Tower herom loopen, geduurende welken tyd de Leeuwin zigtbaare blyken van ongerustheid en gemelykheid aan den dag legde; daar. zy, integendeel, wanneer men 's avonds den jongen hond by haar in 't hok wederom oplloot, blyken van te vredenheid gaf en het dier op alle wyzen liefkoosde. Na dat de Dog echter ouder geworden was, en, door zyn geftadig byten naar al wat hem te naby. kwam , geen onduidelyke blyken gaf, dat 'hy eene Leeuwin tot Stiefmoeder en Zoogfter gehad had,' vondt men zich verplicht hem zyne vryheid te ontneemetr, en het was in den ftaat van flavcrny, dat ik deczciii Dog, in één en hetzelfde hok met dé oude Leeuwin* in 't jaar 1793, in den Tower gezien heb. Oordeelt gy dit bovenftaande, als een nader byroegfel, een plaatsje waardig in uw geacht weekblad, — mynenthalve moogt gy 'er vryelyk gebruik, /an maaken. Ik ben Harderwyk, Uwen beftendigen Leezer, [4 Oöob. 1800. V.. M. R E NIEUW-  C 134 ) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, ] A KADE MIS C HE EN.ANDERE SCHRIFTEN. I Eataafsche Republiek. De vermetele Geloften of de Geestdrift; door Mevrouw de Genlis. Naar het Fransch. In den Hage by J. C. Leeuweftyn. itga- 2 Delen. 287 en 303 bladz. Deze roman, gefchreven door ene vrouw, die reeds te voren zich door nuttige fchriften voor de Jeugd, met roem, heeft bekend gemaakt, trekt even daar door van zelve de aandacht naar zich en boezemt een gunftig vooroordeel in. Gok ftelt zy de verwachting niet te leur. Helaas in onze dagen zyn romans en zedebedervende fchriften veelal namen van dezelfde betekenis. Op zyn best genomen , zyn de meeste romans gefchriften, die, door de verbeeldingskracht te verhitten, blotelyk de nieuwsgierigheid en belangltelling aanvuren. Zo al door deze verhitting der verbeeldingskracht, (het geen byna onvermydelyk is) gene verdere nadelen ontttaan, heeft men ten minften, met het lezen van zulke werken, zynen tyd nutteloos doorgebragt; gewent men zich aan een vluchtig lezen, het welk immer • byblyft. of niet d.ai met moeite overwonnen wordt: verliest men alle fmaak voor nuttige en ernftige werken en kwynt of verveelt zich by het gemis van even levendige, doch dikwerf zouteloze, verhalen , zonder vooral deze fchade enigermate vergoed te vinden door het opdoen van deze of gene heilzame zedelei of nuttige karakterkennis. Veelvuldige malen is dit ge7.egc en herinnerd geworden, maar tot nu toe fteeds vruchteloos De jeugd, zo verhit op het geen der verbeeldingskracht! voedfe) geeft, blyft even gretig naar zodanige werken omgrypen; en waarfchynlyk zal dit kwaad niet gefluit worden , dan door haar gefchriften in de hand te geven, die, terwy ze aan den jeugdigen aard voldoen, tevens, door derzelve inrichting, langzamerhand de nadelen verminderen, die di boven bedoelde werken verfpreiden. Mochten over het al gemeen de Ouders eens meer bedacht zyn, om over de lec tuur hunner kinderen te waken en noch door volfiagen on bezorgdheid deswegens hen onder hun oog het kwade te la ten inzuigen, noch, door te algemene en te ftrenge terug houding van al wat roman heet, by hen de begeerte naa het verbodenc te fterker, en den indruk van in het gehein gelezen fchadelyke fchriften te krachtiger te maken. Da Ouders zich zeiven moeite geven om bekend te worden me uit dat foort onfcbadelyke en nuttige werken, dezelve hun 11e kinders iu de handen te brengen, en, door het vestige van derzelver fmaak, hen beveiligen voor de wegflepend drift naar hoogstfchadelyke fchriften. Als zodanig een dur ven wy het werk, dat wy thans aankondigen, aanpryzen en, het geen deszelfs Schryffter in den Opdragt aan twe harer kwekelingen zegt, gerustelyk onderfchryven , dat, ns melyk: ,, deze roman onder alle van dit foort, die wy i onze taal (de Franfche) hebben, misfchien de enigfte is welke men aan alle jonge lieden en zelfs aan die genen wier opvoeding nog niet voltooid is, kan lafen lezen." Et! niet alleen dit, ene aandachtige lezing daar van zal hen ook overtuigen van ene voor de Jeugd hoogst gewichtige les, dat te grote gevoeligheid (die door de hedendaagfche romans maar al te zeer wordt opgewekt) wanneer ze niet door wysheid beftuurd of door gematigdheid beperkt-wordt, in het' algemeen de bron is van de vreeslykfte onheilen, en in het byzonder alle huwelyksgeluk verftoort, tot de onbedachtzaamfte befluiten vervoert, en, terwyl ze, wel beftuurd en 'gematigd, geluk en zegen om zich ftrooit, rondom zich alle vreugde verdikt en zich zelve dood en verderf berokkent. Ene korte fchets van het verhaal, zal tonen, hoe deze wichtige waarheid 'er in ontwikkelt en in het helderst daglicht geplaatst wordt. Sainville, die te Parys in aanzien en in den kring der grote gezelfcbappen leefde, wordt op eens deze levenswyze moede, en begeeft zich met zynen vriend, Werceil, naar zyn landgoed, het welk in Languedoe zeer eenzaam gelegen was. Op het zelve had zich ene Engelfche Dame neergezet, die aldaar in de beöeffening van weldadigheid, doch voor het overige geheel afgezonderd erf onbekend, leefde. Deze, van jongs af aanzet voorwerp vande hnogfte tederheid harer moeder, was* daar door tot de hoogde mate van gevoelighaid geftemd geworden, en in defl waan gekomen, dat 'er geen liefde, zonder voortdurende betoning van de grootfte tederheid, beftondt. In het huuel\k getreden met een deugdzaam en niet ongevoelig man, vindt zy zich echter in hare denkwyze en verwachting omtrent huwelyksgeluk te leur gefield, verwydért door de gevoeligheid, die" zy deswegens laat blyken, haren echtgenoot al meer en meer van zich , maakt deszelfs ziel daar door vatbaar voor de vermoedens harer ontrouwe, die nydige bloedverwanten hem zoeken inteboezemen , en wordt ten hatften door haren man geheel verftoten. Op een zyner landgoederen eenzaam levende, wordt zy door dezelf- ■ de overgedreven gevoeligheid byna een prooi van de diepe : list van een die haar onder den fchyn van deelnemende vriendfehap, achting en vertrouwen wist inteboezemen, en, • na de ontdekking van zyne verraderlyke inzichten, de aan- ■ leidende oorzaak tot deszelfs gewelddadigen zelfmoord. Na - haren echtgenoot van hare onfchuld overtuigd te hebben, ■ wordt zy met hem bevredigd, doch hy door den dood haai* • weldra ontrukt: by welk treffendt ongeval zy op het plcg1 tigst de vermetele geloi'te doet van nimmer te hertrouwen, t Sainville nu, op zyn landgoed aangekomen, doet alle moeU t te om met Conftantia (dit was de naam, die de Engelfche - Dame had aangenomen) bekend te worden. Een. noodlottig 1 voorval helpt hem aan de vervulling zyner wensch. Boe 2 meer hy haar' leert kennen, hoe meer hy haar leert' waar. deren — en hoe vuriger hy haar bemint. Dan welras er, vaart hy uit haar zelve , dat ene gelofte haar verbindt tot 2 enen eeuwigen weduwenftaat. Intusi'chen blyft haar hart ook - voor hem niet gefloten. Hare gelofte beginr haar lastig te ii worden, tot dat eindelyk de vrees voor hst leven vMSai;?, vil/e, die van ene reis, welke hy, om zich van haar te ver, wyderen , ondernomen had, op bet te huis komen was, haar doet  ( 135 ) doet bcflulten , hare gelofte aan de'liefde öpteofferen. Ter-' wyl zy hem daar van de bekentenis doet, verneemt zy, dat hy, uit leedwezen en wanhoop over het niet kunnen verkrygen harer hand, en ten einde zich buiten de mogelykheid te ftellen haar langer aantezoeken tot het verbreken harer plechtige gelofte , zich tot Ridder van Maltha had laten aannemen, en dus ook de gelofte van nimmer te zullen trouwen had afgelegd. Welk bericht zy weldra met den dood bekoopt. Hoe zeer dit verhaal niet vry van te grote wydlopïgheid is, leest men het fteeds met belangflelling en vermaak, en hoe zeer het niet door fchitterend vernuft en diepe karakterkennis uitmunt, houdt echter de bevallige, duidelyke en natuurlyke fchryfwyze, den Lezer aangenaam bezig. Jammer is het, dat de vertaling, die over bet geheel wel vloeit, niet zuiver is van Franfche zegswyzen, waar onder fommige, die voor zulken, die de Franfche taal niet kennen, geheel onverfiaanbaar zyn. Zo vindt men by herhaling de fout, die bladz. 12. plaats heeft: uw hart is nieuwer dan gy niet denkt; waar niet geheel overtollig is en het Franfche ne verraadt. Ook vindt men 'er woorden, die verre af zyn van Hollandsen te wezen, b. v. lieven, middagmalen en dS'ondfpyzen, alle drié als werkwoorden gebruikt; vereenzelvigen, onlydbaarheid', waar voor in het oorfprongelyke zeker indolence ftaat, hartsknelling en anderen. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Stockholm, den 3 Oef ober. Heden wierd , met \eel plegtigheids, de Obelisk, digt by het Slot alhier, ter gedagtenis van den vaderlandfchcn yver onzer Burgery , in den laatften oorlog, ontbloot: by welke gelegenheid de Koning zelve ene gepaste en vleijende aanfpraak deedt, die door den Opperftadhouder beantwoord wierd. Dit pragtig Gedenkftuk, door den beroemden Major en Mechanicus by de Vloot, Lidjlröm, vervaardigd, is van ene ongemene grootte, zynde 96 voeten hoog; en beftaat uit gepolyste Granietfteenen, waar van alleen het voetftuk, waar op het Byfchrift ftaat, 500 fchipponden weegt. Gemelde Byfchrift, luidt, aan de ene zyde, in het Latyn, aldus; Gustavus III. civium Stockholmenfium fidem , flagrante Bello, probatam, Posteris tradi voluit, reftituta pace mdccxc. Gustavus IV. Adolphus tradidit mdccxcix. waar van de andere zyde des grondsftuks de vertaling in het Zvveedsch oplevert» l NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT DEN KANDEL EN SCHEEPVAART, LANDEN VEEBOUW, als mede de HUISHOUkunde , HANDWERKEN en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 21 Oftober 180c, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. Amerika 5 prCt. . 97 a 98]- r Keizer 4 prCt. . 55'a 56Ï 'ito 4 piCt. . 86 a 87 dito Coupons. . 54 a 5^ Iito dito met premie. . 97^98 Sparde 5 prCt. van 1798. 74*375:! iito geconfolid. by Stap- dito 4£ prCt. losb. 1800. gpn 99J horst a 45 prCt. . ö7|aS8 dito dito losb. van 1801-7. 91 a 76" Rusland 5 prCt. . 85 a Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 prCt. . 96 a 97 prCt. . . 66 a 66| Iito 4} pi'Ct. . 94} a 95Ï Franfche Rep. Geconfolid. Iito 4 piCt. . 93 a 93i renten . . 36 a 365 Oenemarken, Toll. 4 prCt. 97 a 98 Iito Leen en Wisfelb. 4 piCt. 943 a 95 Wislèlcours. iito Kroon 4 prCt. . 93^94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 64|a65| — Londen. . . ƒ 10:13! üto4iprCt. . 60 a 6t —Parys. . . Banco 6o'| BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. t Voormalig Holland* Obligatien en Recepisièn a Nationale Schuldbrieven a 3 a§ prCt. . . 38 a4i P'-Ct. . . 44ia4Si Dito vtywillig a 5 ptCt. 62362} Dito uit de heffing van 98 iï 35 Pi'Ct. 5^*58} Voormalig Zeelana. iteccpisfen uit de heffing Obligatien a 2J prCt.. 37 a 38 van 1800. a g prCt. . 43 a 45i „ . . t , .. , Voormalig Friesland. lefcnptten Losb. 1800. oslztf Obligatien a 2 prCt. . ua« 1 82**83 v 2 -oia 711 0. I. Camp. 3 óiiaöaf Lotery a 3 ptCt. 1785 en 86. 45 a 46 • 4 57 a 58 ■ na den Barkgeld. . . 02t Vrede. . . 46 a * I Bdeenbankgdd* . 9^ HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ^ ANECDOTES. (Uit Helvetius: de Menie.) Een Chinees'Keizer, vervolgd door de zegenpraende wapenen van een Patriot van minderen rang, iam, om zich te redden,, toevlugt tot het beginzel /an kinderlyken eerbied en pligt/'t welk, in China, :ot ene bygelovige hoogte gevoerd word. Hy zondt :en dien einde een Officier, met een blote Sabel in Ie hand, naar de Moeder van den Overwinnaar, met ast, om, op ftraffe des doods, haren Zoon te beveen, zyne troepen uit een te laten gaaiu Met een. ver-  C 13* ) agteiyken glimplach antwoordde de onverfchrokkene vrouw: „ Gelooft uw Meester, dat ik onkundig ben van de ftilzwygeiide, doch heilige, overeenkomst tusfchen het Volk en deszelfs Opperheer, waar by de Meester verpligt word, om den Dienaar, die gehoorzaamt, gelukkig te maken? Het is de Keizer, die bet eerst dit verdrag gefchonden heeft — en gy vuig werktuig enes Tyrans, leer, in zulk een geval, van ene Vrouw, wat gy aan uw vaderland verfchuldigd zyt." Toen het geweer uit zyn hand (laande, ftak zy het in haar borst, „Slaaf!" vervolgde zy, terwyl het bloed tiit de wond droomde, „ byaldien gy nog enige deugd bezit, breng dan dit zwaard aan myn Zoon. Zeg hem, dat hy de Natie zal hebben te wreken cn den geweldenaar te ftraffeïf. — Hy behoeft thans niet te fchromen, zyn pligt te doen, om den wil van zyne Moeder. — Hy is vry, om deugdzaam te zyn." STERRE- en WEERKUNDIGE ". WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. c baro-i th er- hygro-streek luchts- Gctob. ) ME_ mome- me- der gesteldl8oO. > teri ter. ter. wind. heid. C 29. plevert. Coray, een geboren Griek, door en doorleerd ia taalkunde, en aan wien men reeds ene uitmuntende Franfche vertaling van Plutarchus Karakter-fchetfen te danken had, doet zig nier teffens als een voortreffèlyk Geneeskundige op, en zyn werk verdient in alle opzichten de grootite aandacht. Het ifte Deel behelst i°. de vooraffpraak {discours préliminaire') van 180 bladz. waar in Coray, onder anderen, zeer wysgerig handelt over de klimaten en derzelver invloed, over de volmaaktheid van den mensch en het menschdom, enz.; 2°. de gezegde Verhandeling van Hippocrates, in het oorfpronglyke en in het Fransch, 118 blidz.; 3°. verfchillende lezingen en verbeteringen van den tekst, 50 bl.; het aangekondigd tafereel van de Winden, en ene Geographifche Kaart van Scythie, Egypten, en de tusfchen-liggende landen, opgefteld, ten dienfte der bewuste Verhandeling, door den bekwamen J. D. Barbié du Jiocage, den zelfden aan  ( Hl ) san wien wy de Kaarten voor de Reis van den jongen Anatharfis verfcbuldigd zyn. — Het 2de Deel beftaat geheel in aantekeningen; gevolgd van ene beknopte of Synoptifche tafel van dit merkwaardig ftuk van Hippocrates, en van de registers. P. H. M. f'doge Historique de Lazare Spallanzani, d. i. Gefchiedkundige Lof'fpraak van Lazarus Spallanzani, door j9». L. Aubert, M. D. cn Lid van verfcheiden geleerde Genootfchappen. Te Parys, by Richard, Caille en Ravier. 1800. in 8°. 202 bladz. Spallanzani vondt in Aubert enen waardigen verbreider van zyne welverdiende lof. Die grote Natuurkundige wierd geboren te Scandiano, in 1729, en ftierf te Paviaden23ft.cn Pluviofe van het 7de jaar der F. R. Zyn eerfte werk was buiten het vak van alle dc anderen, en behoorde tot dat der Letterkunde. Hy deed in ene geflrenge beoordeling der Iraliaanfche vertaling van Homerus, door den Dichter Salvitifl bh ken, hoe grondig hy Homerus kende en hoe diep hy hem bewonderde. Zyne aanmerkingen waren aan den bekenden Graaf van Algarotti gerigt. De lezers van deze Loffpraak zullen zig hunne moeite niet beklagen: uitgebreide kunde, fmaak en ftyl vinden zig daar in gepaard. P. II. M. Introdu&ion a la philofophie dePlaton, enz. of Handleiding tot het wysgeng leerllelzel van Plato, vertaald uit het Grieksch van- Aleinous (in het- Fransch) door y. jr°. Combes - Dounous, Lid van verfcheiden geleerde Genootfeh.ppen en van het Wetgevend Ligchaam. Te Parys, by Didot, den oudften. 1800. m 8°. 220 bladz. Deze eerfte Franfche vertaling van het weinig bekend werk van Aleinous, S'an welks o^rfpronglyken tekst zig onze geleerde Daniël Heinpus meest verdienflelyk gemaakt heeft, is hare lof niet të ontzeggen, fchoon dezelve ook niet onberispelyk zy. De Voorreden, waar in de B. CD. onderzoekt, wiè' 'Alcinöus was, tot wat tydperk hy behoorde, welke de verdiende van- zyn werk zy, is ons wat oppervlakkig voorgekomen. ., De geleerden zyn het ééns (zegt C. Dl) om den leeftjd van Aleinous in den beginne van het „ Kristen-tydperk te- plaatfen." Wy hebben by ons naarzoeken daar over gemerkt, dat de geleerden het, op 2 of 3 eeuwen naar, daar over ééns zyn. Brucker maakt Aleinous tydgenoot van Augustus enTiberius; Fabricius brengt hem tot het begin van de twede eeuw; Arwood, onder Hadrianus, in 120: Saxe bepaalt niets: de geleerde Saint eCroix plaatst hem, op zyn vroegst, aan het einde der 3de eeuw, en grond zig op de eclectifeke of neoplatonifche denkbeelden en uitdrukkingen, die zig in deze Handleiding voordoen. Het is waar dat hy deze gedachte eerst ter gelegenheid van de vertaling, die wy aankondigen, geuit heeft; en hy belooft dezelve te ftaven in het uitvoerig werk, dat hy, reeds federt ene geruimen tyd, over de eclectifche philofophie vervaardigt, en dat wy verzekerd zyn, dat in allen opzichte, zynen reeds behaalden roem in het vak der Griekfche letterkunde waardig zal zyn. De B. C. D. belooft ons eene nieuwe vertaling van Maximus Tyrius, waar van hy ons hier reeds de Verhandeling mededeelt over deze Vraag: Wat is God, volgens Plato? P.H.M. Raccolla di Poefie Reppubiicana di pui celebri autori viventi, d. i. Verzameling van Republiekeinfehe Dichtfttikken, door de beste thans levende Schryvers. Te Parys, by Galletli. Jaar vin. in 8°. 112 bhidz. Thans levende ... Helaas! dit kan reeds niet meêr gezegd worden van verfcheiden der I.taliaanfchc Dichters ( zy zyri 15 in getal) wier Vaderkndfehe Zangen in dezen bundel ve'rvat zyn. Twee derzelve, Lodewy '; Rosfi en Ignatius Ciaja, beiden van Napels, zyn llachtt.ffcrs der zegevierende dv. ingelandy geworden, die ben ten galge gedoemd heeft; en Ldurens Mafcheroni, die hier Afgevaardigde ler commisfie over de Maten en Gewigtcn geweest is, en ter gelegenheid van het overlyden van den hoog-verdien(rel>ken Bardas, z)ne rouwe in ene fraaie 1_axy\Sz\\zElegie uitboezemde, heeft al mede het tydelyke met het eeuwige verwisfeld, juist op het ogenblik, dat hy, als Lid der Milaanfche Confulta, naar zyn vaderland ftond te rug te keren. De meeste anderen vei blyven hier nog, als bannelingen; eu men kan, met Ovidius, van ieder hunner zeggen: . . . fugerat una Et patriam et dominos, odioque tyrannidis , exnl Sponte fuit. V. Monti, Oio.Pindemonte , A.Buttura en F. Gianni , hebben aan dezen bundel het meeste aandeel. Gianni is vooral als improvifateur alle verwondering waardig, en zyn alhier voorkomend Dichtfluk Gli eroi Francefi in Ir~ landa (de Franfche helden in Ierland ,) levert op nieuw een treffend bewys van zyne bekwaamheid ill het dichten voor den vuist Op. Verhevenheid van gedachten en vindingrykheid paren zig in dien Zang aan de naauvvkeurigheid en> moeielykheid van het rym. Gianni was een Kleéïm iker van zyn ambacht; hy is klein en mismaakt van perfoon,. maar, door het dichtvuur aangedreven, branden zyne ogen. iu zyn hoofd, het fchuim komt hem o-p den mond en dan Fervet immenfusque ruit profundo , Pindarus ore. Hy is in dien ftaat uitgebeeld geworden, en «yne beeltenis is door den B. Marron aldus bezongen. Luminibus qua flamma mie at ! qua fronte feverü Vis , et conftri&o quanta fupercilio! Talis er at, Phoebo fervens jam , Delphica Python : Talis , Tyrtae, et, Pindare , talis er as. Efflgies oculis obfertur picta Gianni, Pe&ore cui fan&o lotus Apollo Jedet. P. H. M- Bataafsche Republiek. Jani tfn Brink, Oratio.de Graecorum Romanarumque Scriptorum Jludie ? hac S 3 etias»  C ) €óiain Philofophiae luce , pracstantisfsmo , publice habi-, tg , qnum in Gyrr.iiafio tlardtjrvireno Recroris niunus folcmiiiter anfpicaretur. Harderv. apud Everardum Tyhojf. Met veel genoegen, fchoon door toevaliige oorzaken later, dan wy gewenscbt ha; de zaken, daar in vervat, zyn in zich zeiven belaogryk en op ene waardige, onderhoudende en levendige wyze voorgedragen; en fchoon dezelve al niet nieuw zyn (iets, 't «elk in een opftel van dien aard niet wel te wachter is) zyn, dezelve nogthans niet veel.-oordeels bjëen gebragt, naauwkeuriglyk ontwikkeld en in een beiangryk licht geplaatst. Na deze algemene oordeelvelling, zullen wy nu nog onzen lezeren met den inhoud der Redenvoeringe, door een kort yerltag, wat nader trachten bekend temaken. Na in de Inleiding de verfchillende verachters van de Ouden, en derzelver beöeffening beknopt, maar bondig, wederlegd te hebben, flaat de Redenaar b) zonder ftil hy de redekaveling der zulken, die de eer der Ouden zoeken te verduisteren door te beweren, d.at al het geen men by ben omtrent de gevyigtigde onderwerpen , welke tot den Godsdienst en "de.Zedekunde betrekking hebben, aantreft, in vergel) king met het in onze dagen daar over gefchrevene, beuzelachig, onzuiver en van generleie waarde is. Ter wederlegging van deze geringfehatters der Oudheid, fielt hy zich in zyne Redenvoering het betoog voor, dat de béb'effening der oude Griekfche en Romeinfche Schryveren ook nog in onze dagen de gruolfte nuttigheid heeft. Tot dit betoog overgaande, merkt hy in 't eerst aan, dat by de S.toicynen inzonderheid de fchoonfte zedelyke voorschriften te vinden "zyn; en, fchoon..hy al erkent, dat by velen der Ouden, omtrent God en Goddelyke zaken, niet dan duistere en verwarde begrippen vooikomen, laat hy 'er nogthans, en onzes achtens met recht, de aanmerking op volgen, dat dcor Socrates en zyne navolgers, omtrent de gronden zo wel als voorfchriften der Zedekunde, zeer gezuiverde, volledige en alleszins ..waardige leringen verfpieid worden. Daar op bepaalt hy -zich tot enigen der' voor- naamfle byzonderheden , waaromtrent de denkbeelden der Ouden, naar het gevoelen der bovengemelde berispers, of zeer onzeker en verward, of ten uiterften bekrompenen onvolledig waren. Onder deze byzonderheden flaat hy in dc eerde phnfs di! bv de verfchillende gevoelens der Ouden omirent het Hoog ft 3 Goed, eu toont korte!) k aan, dat de voor meest ongerymd verkliarden onder tiie gevoelens, in genen dele zo byster en fporeloos zyn , als velen (loutelvk beweren; terwyl fommigen van dezelve alleszins ze.lelyk en met de waarheid overeenkomftig zyn, als welke de deugd in het befninnelykst en verhevenst daglicht dellen. Hier op gaat hy. op ene voeglyke en ongedwongens wyze tot dé denkbeelden der Ouden, omtrent de Godheid , over. Na deze, in den geest zyner tegenparty, als allerongerymdst en mciiier ichrig te hebben afgefchet.it, erkent hy zulks ten aanzien der volksbegrippen; doch merkt hier op aan, dat het gemeen in alle eeuwen en onder alle volkeren, aan vele vooroordelen en wanbegrippen gehecht- is geweest en nog heden gehecht is, zo dit het van daar ten hoogden onredelyk zy, de gevoelens der onbefchaafde menigte den Wegeren-tos te fchryven, ten zy het -van elders bl-ykbaar zy, dat zy in dezelfde dwaling verkeerd hebben. Vervolgens toont hy aan, dat de meeste oude Wysgeren, eu vooral Socrates en deszelfs navolgers, zeer redeiyke en waardige begrippen, omtrent de Godheid , koesterden, voerende ten bewyze hier vnn een gedeelte aan van een gefprek van Socrates over de Voorzienigheid, door Xenophon te 'boek gefield. Na de voordragt hier van, komt de Redenaar met eucn voegzamen en alleszins Oratorifcben overgang tot de Verhandeling van het geen de Ouden omtrent de onderffelykheid der ziele geleerd hebben, en betoogt vry uitvoerig, vooral ten aanzien van Socrates en zyne leerlingen, met by brenging van enige plaatfen hier toe betrekkelyk, en wederlegging van het geen byzonder omtrent Socrates twyffeling, aangaande deze waarheid, wordt aangevoerd, dat dezen dit gevvigtig leerftuk wel degelyk hebben vastgehouden. Ten betluite eindelyk van zyn betoog, brengt hy nog iets in het-midden omtrent het voorfchrift der Kristelyke Zedekunde, om zynen vyanden goed voor kwaad te vergelden, -t uelk, volgens het gevoelen van de geringfehatters der Ouden, door hun niet alleen niet aangeprezen, maar waar van veeleer het tegendeel door hun geleerd zou zyn. Dan de Redenaar toont uit plaatfen van Seneca, Epietetus, en op dit dezen niet gezegd zouden worden zulks aap het Kristendom verfcbuldigd te zyn , (iets, waar van hy in *t vooib)ga„n de onwaarfchynlykheid aanwyst), onk van Plato aan," dat vele Wvsge- • ren der Oudheid, het voor hoogstonbetaamlyk en den niensch onwaardig gehouden hebben, kwaad met -kwaad te vergelden, erkennende nogthans ten belluite , dat de uiibrekihig door het Kristendom aan dit voorfchrift gegeven , om namelyk zyne vyanden met liefde te bejegenen , aan het zelve geheel en by uitfluiting eigen is. Hier mede zyn beu eerde voor voldongen houdende, eindigt de Redenaar, na het gezegde ter billyka aanpryzing van de bcöefrenir.g der Ouden gebezigd te hebben, zyne Redenvoering niet herlyke aanfprakeu, naar tydsgelegenheid gcpistclyk ingericht. Giarne zouden wy op dit vcrllag ene enkele proeve van 'smans fcbryfftyl en de behandeling z)iis onderwerps, f.ten volgen f dan daar zulks met den aard van dit weekblad minder  c 143 y der overcenkomftig fchynt, zullen wy ons vergenoegen met het geen wy omtrent dit een en ander in den beginne gezegd hebben, in het vertrouwen, dat het zelve, gevoegd by de korte opgave van den inhoud der Redenvoeringe, voldoende zyn zal, om de zulken onzer lezeren, die der Latynfche tale magiig zyn, ter lezing van dezelve uit te Jokken. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LANDEN VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOU- KUNDE, HANDWERKEN EN FA- ' BRIEKEN, BETREKKELYK. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 28 Odober 180c, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. Amerika 5 ptCt. . gf * 9*1 Keizer 4 pcCu . d o 4 p,Ct. . 80 a 87 dito Coupons. . ^ lZi d, o geconfohd by Stap- dito 4'i prCt. losb. 800. Ij a z T/^F''0*- • 6Ti*m di» dito losb. van 1801-7.9'a7Ó Sprtt. . 84 a 84i Engeland. Annuïteiten 3 öi o4fprCt. . 94*a95J Franfche Rep. Geconfolid. £1SS;M. 4;„c,^3.?^ Icnte» • >• s*»34i dito Leen en Wisfelb. 4 prCt. 94! a 95 VVislèlcours. dito Kroon 4 prCt. . 935 a 94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 62^64 _ Londen. . . V 10-151 dito Al prCt. . 53 a 59' - Parys. . . Banco 6of BlNNENLANDSCHE. TSatoaffche Republiek. Voormalig Holland. ... , Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven A 3 ï\ prCt. . . 37241 r.-YCt'; a iV - , 43l»44 Dito vrywillig a 5 prCt.' 61362 Dito uit de heffing van 98 a3IprCt... ■ 56|a57i Voonnalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2f prCt. vr a 38. van 1800. a 3 prCt. . 42 a 44 § A' 6 Refcriptien Losb. 1800. 96 a964 Voonnalig Friesland. d°. uitgetr. 97U09 Obligatien a 2 prCt. . 34 a ^ ^ : 1 815.183 Ü4*tó d —: ;— 2 69370! O.I.Comp. r — 3 . 60 aöi Loterya3prCt.i785en86. 45346 l 4 56 a57 ^ ? ■ ,o;, na deri Bankgeld. . Mi K Vrede.. . . 43^44^ Beleenbankgeld. . p0|! K te GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. ei m Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, bi *5 geweest: te Amfterdam 206 en dat der laatstvorige 357 jfc in plaats van 252, zo als abuiTvclvk gemeld is - en ^ Haar m m\ 01)der welke iaatüen 10 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. jadb. S■ BAR0*1 ™ER~- IIYGR°- STRFXK ™CHTS[800. \ ME~ m0me" me- d£r gesteld/_ ter- ter- , ter. wind. heid. f29. 84 46 64 : n.w. ~ ' • 22 (20.9 84 58 nw.b.n Iiagel- en rcprci)buijen J30- i+ 45 82. n. n.w, ' ' f-—- 23 <:3.p. 2 52 60 n.w. bewolkt; wat buijig. ' SSLiL _Jl_™fL-JL-\ ö f30. 2Ï , 48* 97 z.w. * 24 < 30. 2i 54 83 — omtrent betrokken. _46I_ __88 „_ ^30- 24 44 g5 z. - 25 < 30. 2 5ii 74 Z. z. w. omtrent helder. C30- 44 74 z. C29- 8é 39i 87 z. b.w. " 26^29.74 49i 69 z.z.o. bewolkt.. Ca9 7* _45 8^1 w. z. w. C29. 74 42 88 Z. Z.ö7 " — 27 l 2p. 8 50 75 z. bewolkt.. C.29' 81 _44__ 85 . V29- 8ï 41 87 z.z.~öt - 28 <^ 29. 84 49 78 z. w. bewolkt. £29. 84 1 484 81 w.z.w. BEKENDMAKINGEN. P.van derSch/ey, de Bosch Jeronimusz., f.rver, C. ■ Boos en R. M. Pruisfienaar, Makelaars , zullen , op Maan'g d^n 24 November i8co en volgende dagen, tenHtiizevau , S. ROOS, in het Trippenhuis, te Amfterdam, verkoopen: ™™~™'end KABINET gekleurde en ongekleurde TEEj^'bPt' benevens een keurlyke Verzameling PRENTUNST, fraaye Teekeningen en Prenten, in Vergulde Lysn met Glazen, alsmede een extra kapitale Mahognyhouteunstkast. Alles in- .vele Jaren, met kunde byeenverzameld 1 nagelaren door wylen den Kunstminnaar J. G1LDEMEESER Jansz., Agent en Conful-Generaal van Portugal eeder volgens Catalogus, welke by bovengem. Makelaars te komen is, mits daar voor betalende een Zesthalf; BE-  C H4 ) BERICHT. fendeïy* is de zoo verlangde Uitgave ^ ^Sf het Nieuwe Testament gereed, en tlands by de Boekverkoïe 5 M. de BRUYN en J. ten BRINK, Gerritsz. te AmfcJdam, en verders alöm by de Boekverkopers te bekomen. Deze Uitgave is net en keurig, met eene geheel nieuwe, zuivere, en duidelvk leesbare letter gedrukt, bedragende 554 Bladzyden in klein Kerkformaat, zoodat de Pfalmen en Kate chismus 'er voegzaam by gebonden kunnen worden. Ik vleije Z S, "at dezelve de goedkeuring myner Landgenoten volkom» weg zal dragen. De buitengemeen laage prys, waar op deze Uitgave heeft kunnen gefield worden maakt ze verkrvebaar zelfs voor Minvermogenden, en gefchikt, om dooi meer vermogende Vrienden van den Godsdienst en: waare verSing, aan Kinderen en Mingeöefenden ten gefchenke m, gedeeld te worden , ten einde zy gelegenheid hebben, den Bybel met meer opgewektheid en verftand te lezen , dat Boek her welk alleen genoegzaam is, om den mensch wyshe.d t< fcher.ken tot zaligheid. y ^ & V De Boekverkooper JOH. VAN DER HEY, te Amfter dam continueert met fucces de Uitgaave van het WLhK. BLAD^ oor KINDEREN , het welk alle> Maanden met ee; No. vetwolgu wordt. Met het einde van »1 Jtf*J volgens het Plan der Schryvers, in DRIE DEELEN^in g 8vo., met 156 Plaaten vercierd, compleet zyn, en een gehec uitmaaken, het welk op de volgende wyze rs inger cnN dat in het Ifte Deel dezes Werks een menigte zaken zyn b handelt, die onmiddelyk onder het bereik der znmen ..dien en der Kinderen aandacht overwtfardig zyn, wordt. met m tweede Deel op eene meer geregelde wyze met de Natuu iKkTklstorie der Aarde en der Landbefchryvzngeem Snvang gem akt, en vervolgends tot de Planten en Dure overgèlaMi iterwvl in het einde van het tweede en het gene le derde Deel over den Mensch en de gefchiedenis d M^Zhdoms gehüt,Mt wordt, alles doormengt met een m nkte redekundige en zoo juist voor Kinderen gelchikte Aa Singen e" Lesfen, dat dit Werk een allernuttigst, belan nk , ën zeer gefchikt Handboek voor de Jeugd mag genoei worden. — Ieder Deel is vercierd met een iraat gegravee ll\tel en Vignet, die daar by gratis worden afgelevet de Prys van ieder No. met een Plaatje is 2 Stuivers. * * Df GRAVEUR, behelzende ene Volledige Hanfl d;n\ tot NIEUWE A LGEMENE KGN8T* en LETTERDE ODE9 VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 7 NOVEMBER. BERIGTEN. RUSLAND. Petersburg. In den aanvang van O&ober, is de Collegie-Raad Fusf, in plaats van wylen den beroemden Staats-Raad Eu/er, tot Secretaris der Keiz. Akademie van Wetenfchappen, alhier, benoetad. FRANSCHE REPUBLIEK. De beiden Corvctten Le Geographe en Le Naturaliste, onder bet bevel van den Kapt. Baudin, tot een ontdekkingstogt in de Zuidzee befïemd, zyn den 19 Oftob. ). 1. uit Havre in Zee gezeild. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Leyden , den 1 November. De Hoogleeraar Sebald JusTiNiüs Brugmans, aanvaarde, op gisteren, zynen nieuwen post als Profcsfor Chemne, met het houden ener plcgtige redenvoering : De meritis Hermanni Boerhavm in Clicmiam, dat is: Over de verdienden van Herman Boerhave omtrent de Scheikunde. ' XIV. Deel. Curatoren van 'sLands Univerfiteit alhier, in aan merking nemende, hoe zeer reeds voorlang de Beminnaars der Griekfche Letterkunde gewenscht hebben, den fchat van aantekeningen , in de nagelatene fchrif ten van wylen den Hoogleeraar RrtiNKENius verfpreid, en 'byzonderlyk gefchikt ter vervullinge van deszelfs Animadverfiones ad Scholia in Platonein, door eene kundige hand byëenverzameld cn in het licht gebrast te zien. fe Wyders, met genoegen, van goede hand vernomen hebbende, dat de Litterarum Studiofus, Philip Willem van Heusde, bevorens gelievd en zeer verdienftelyk Leerling van den Hooggeleerden JVyttenbach, aan de Illustre Schole te Amfterdam, niet ongenegen en tevens zeer gefchikt zoude zyn, om aan deze gewigtige take te arbeiden; En eindelyk overwegende, hoe zeer het met de plichten en bedoelingen van hunnen post overeenftemmc, foortgelyke loffciyke werkzaamheden, zo veel in hi.ri is, te begunftigen, hebben befloten: vooreerst, den welgemelden Studiofus P. W. van Heusde, te nodigen, tot het ondernemen der bovengenoemde wigtige take, de verzameling namelyk, bearbeiding en voltooijing der aantekeningen van wylen den beroemden Ruhnke. nius op de Scholia M Platonem, met expresfe betuiging, dat het hun byzonder aangenaam zal zyn, hem, ter volvoering van dién geleerden arbeid, zo wel, als om, des verkiezende, het een of ander belangryk, maar onuitgegeven ftuk, uit den voortreffelyken voor- T raad  raad van 'sLands Bibliotheek, naar eigen fmaak, in het licht te brengen, aan de Hoop! Schole alhier te ontvangen. Ten tweeden, om aan denzelfdcn P. IV. ran Heusde, te vergunnen den vryen toegang rot, en het onbelemmerd gebruik van de nagdatcne fdugen en adveri'aria van&w,lcn den meergemelden Pwfeslor Ruhnkenius, deels om uit dien fchat al het belangyke ten opzichte der Oude Grammatici, Wysgecrcn, Redenaars, Dichters en Historiefchryvers der geleerde wereld ms-de te deelen; deels en wel byzonderivk, om, volgens het bovengenoemde oogmerk, aen begonnen arbeid van Ruhnkenius op den Scholiast var, Plato, voort te zetten en te voltcoijen, Haarlem. Ons is ter plaatGng toegezonden he V°DenAgent van Nationale iEcTnomfe', thans na eene Reize van 4 maanden en 13 dagën, m de refidentit te rug gekomen zynde, betuigd door deezen opcnlyl zynen dank, aan alle Befluureiren particuliere Perlo r.ër wehV met zoo veel welwillenbeid en yver g. tracht hebben aan het groot oogmerk van zyne ot derr^eming, door het geeven der gevraagde blucidr tta behulpzaam te zyn. Hy vooripelt zien daar uit zoo in het fpoedig ontfangen der Stukken, welker ovei zendir.c aangenomen en by 't Agentichap noch ni< ingekomen zyn, als in de beantwoording der vrage aan Befturers en particulieren van ^^snJ^r of nog te doen, alles goeds, en daar hy, of cho zeei vermreiiend gereisd, cn ccn groot aantal plaatft t llfeTaangedaan, zich in alle Gemeenten met hee kunnen begec ven, verzockt' hy aan de Beft uuren t S ic lieren, welke voornemens zyn geweest, em^ Sut "e renfe gnementen,tot de htushoudkunde bctre. félvf te geeven, hem met de Overzending dera ten te willen verëeren, alzoo zyn oogmerk geen a )er is, dan zich met alle, ook de genngfte, takk. van welvaaren, bekend te maken en zich met een % gemeen plan van verbetering en opbeuring van t v vallene te occupeeien, ten einde zo doende aan zy bettemming te beantwoorden , en het hoge Beftu des Lands in het voorftaan der tedere belangen v den welvaart, volgens eene welberekende en onvvr baaien maatftaf, van zynen raad te dienen. Geschiedenis der Muziek, Niet alleen voor het befpiegelend gedeelte der IV ziek, (waar over ons Herder in zyn ryk voorzie Journaal,Kalligone, op weinig bladzyden zo veel nicu C 14* ) en diepdoordachts b. v. over den aard van den klank, over het vermogen der tonen tot voortbrenging van veerkrachtig medegevoel en over den ronden gang der tonen, als regel der welluidendheid, en nu ook ineen ander opzicht de zinrykervan Dalberg, in zyne voorlezing, zo vele nieuwe fnfcichten wist mede te delen) maar ook voor de gefchiedenis der Muziek, fchynt Duitschland nog fteeds het enig letterkundig middenpunt te willen worden, waar alle de meesterlhikken cler buitenlanders -cn alle nog zo .zeer veripreide kundigheden diesaangaande niet alleen te zamen komen, maar ook door oordeelkundige ophelderingen en beoordelingen, het kunstminnend publiek in ene bevalh<»er en mtlokkénder gedaante ten toon gefprejd worden. - Heinfb's Hildegoard van Hohenheim moge door nog zo o-rote eenzjdigheid en door enkele gebreken önttierd zyn , reeds de proeve- van zulk enen Zangkonftigen Kunst-roman, is enig in haar foort, en, zo veel wy ; weten, door geeri andere natie op ene dergelyke wyze - o-ewattp-d of ondernomen geworden. Mogten zy maar, - die over dezen, zeker te ras vergeten, roman een c.n- - «runftig oordeel vellen, ons in ene, a ware het dan - niet even vermakelyke, maar toch vocgelyke, ïrkledmg , een beter werk geven! In het grttrt zal de onderneming van H. Sonnenleithner, om onder de leiding t der drie "beroemde Wener Kapelmeesters, Jdamberasen, Haydn en Salieri, in 50 "folio banden, elk van p 60 vel papier, ene gefchiedenis der Muziek, in ain beeldzels, van den oudften tyd af" tot op den tegenn woordigen toe, by infehryving.uit te geven, een werk ft voortbrengen, het welic, indien net zo wordt mtgen voerd, als deszelfs, in verfcheiden dagbl den aange* kondh'd, overzicht opgeeft, ook als gedenkftuk der i- echt Duitfche kunstvlyt in de gefchiedenis geheel op 1- zich zelf ftaat. Naar men verneemt, is de uitgever > op zyne reize, die hy ondernam om voor zyn werk, >n (dat in zyn geheel op niet meer dan 450 Guldens zal 1- te ftaan komen) intekenaars optedoen, allerwegen met r- aanmoedigende goedkeuring ontvangen en door intekene nine zodanig onderfteund geworden, dat met:hct driutur ken van het eerfte tvdvak , het welk met het oudlte an kerkgezang begint, "de gezangen der Minnezangers k- ^voornamelvk opgetekend uit de handschriften, die 111 de rvke Wener Bibliotheek voorhanden zyn) bevat en met Philippus de Monte eindigt, reeds in het volo-end jaar zal kunnen aangevangen worden. -— Groot en menigvuldig zyn dc verdienden, die de Muzieken Kunstwinkel., voorheen van Brcitkopf, thans van• Iu- Heertel, te Leipzig, zich verworven heeft met alleen ne door de uitgave en goedkoper vermenigvuldiging der ws onbetwistbare meesterftukken vm erna Mazart., Hajdn  C 147 > cn anderen, maar ook door dé bevordering en bekendmaking van gefchiedkundige gedenkftukken der Zangkonst. De Algemeine Muftkaïifche Zeitung, die federt 1799 aldaar geregeld uitkomt (te weten, wekelyks een vel in groot quarto formaat, benevens Zangkundige bylagen, Platen en Intelligenzbladen, die in het geheel niet gerekend worden) verenigt al meer en meer het theoretisch onderwys met het onderhoudende der gelchiedkunde door het leveren van de voortgezette, cn , in de nieuwfte bladen deeds ryker wordende, korrespondentic-berichten, uit alle befchaafde landen. Zo vindt men in de nieuwde dagbladen welkomen aanmerkingen over den toedand der Muziek in Italië, door Gerol. Orti, en over de nieuwde Muziek-liefhebberyen der Paryzenaren, overMehuIen Cherubini, als ook, uit de pen van een der indandhouders der Zangkonst in Parys zelve, gerustdellende berichten, wegens de volledige erkentenis der verdienden van Mozart in de hoofddad van Frankryk. Hier verneemt men fteeds het jongfte nieuws uit Amfterdam, Riga, Dresden, Wenen, Hamburg enz. deels in afzonderlyke berichten, deels in de vervolgd wordende brieven over Toonkunst en Toonkonftenaars. In elk blad wisielen zeker ene menigte onbekende of hier voor het eerst naauwkeurig verhaalde anecdoten van geftorven en nog levende Muzykanten en Componisten zich af met oordeelkundige en fcherpindringende ontledingen van derzelver werken. Men ziet duidelyk, dat deskundige en onpartydige mannen de verzamelaars zyn van dit veelomvattend weekblad, het welk, zo het by voortdurende toeneming onderfteuning vindt, weldra alle dergelyke oordeelkundige ondernemingen verre achter zich laten zal. Op zyn tyd heeft men de gedenkfehriften van Gretry over zich zeiven en de, in zyn leven ingeweven, gefchiedenis der Franfche Muziek in het oorfpronglyke met gretigheid en deelneming gelezen, maar ook de zwakke zyde en eenzydige lofipraken van den opftellerniet 1 over het hoofd gezien. Een der bevoegdfte rechters 1 in dit vak, //. Spazier, in Desfau, heeft uit het zo 1 woordryk, en 1400 bladzyden beflaande, oorfprongelyk 1 werk, zeer onlangs een zeer verdandig uittrekfel, on- < der den tytel : Gretry's proeven over de Zangkunst, 1 met gefchied- en oordeelkundige byvoegzels, uitgege- 1 ven. De aanmerkingen, die daar allerwegen verdrboid j en by dukken voorkomen , zyn hier onder zekere r hoofdpunten gebragt en gaan overal met de korte, £ maar tredende, beoordeling des Uitgevers vergezeld, zo dat dit werk voor de Boekverzameling van eiken- \ kunftenaar onmisbaar geworden is. Öf de Zan°-- \ kondige levensbelchry vingen' van Dittcrsdorf, waar toe 5 zyne, met zyn eigen hand gefchreven, narichten voor handen zyn, nog 111 druk zullen komen, hangt af van het aantal der Intekenaren, die tot dus verre juist nonniet zeer talryk zyn. 0 Iets over de Tydrekening der Hindostaners. (getrokken uit Capt, F. Wilford's Verhandeling over dit onderwerp in de ACmic Rcchearches Vol. V. en overgenomen uit the Monthly Review. fbr Aug. 1800.) Naar de mening van Kaptain Wilford, is het vergroot delzei van Tydrekening, 't geen de Hindoos, tegenwoordig, aankleven, federt den tyd van Megcsthenes opgemaakt. Deze Perfiaan bezogt Indie omtrent 300 jaren voor Kristus , en volgens hem, bragten de Hindoos hunne Gefchiedenis tot op 5042 jaren vroeger, terwyl hy ene overeenkomst opmerkt tusfchen hunne oudde overleveringen en die der Joden. Daarentegen vondt Alhumazar, wiens nafponngui in ljunne Oudheden van de ode Eeuw zyn, toen het tegenwoordig tydrekenkundig delzei in zwang: weshalven het gedurende dien tusfebentyd moet ontwerpen zyn. Kapit. W. houdt de Puranas voor ene hedendaagfche compilatie uit belangryke Bouwdoilen , die, gelyk te vrezen is, niet langer aanwezig zyn. Zy verhalen dc gefchiedenis van Chandra Gupta; en, byaldien deze de Sandro-Cottus geweest zy, aan wien Mcgasthenes n Gezantfchap werd afgevaardigd, moeten de Puranas .iog van later dagtekening zyn, en gene vóórtbrengzeis van Vyafa; wiens Vader, volgens het refultaat /an Sterrekundige waarnemingen, 1391 jaren voor de Kristelyke jaartelling leefde. Men vergunne ons, ner by aantemerken , dat, fchoon de hedendaagfche iindoos alle de Puranas aan Vyafa toeïchryven, de inmogelykheid der zake nogthans ene genoegzame weierlegging hier van zou opleveren, zonder het bykonen van deze Misrekening. 'Er is geen reden om ze /oor gelyktydige voortbrengzels te houden. Enigen laar van kunnen door Vyafa gefchreven zyn, anderen edert de regeling van Alexander den Groten; 'choon, mar den verouderden ftyl, vergeleken met die vat) de )ichters aan het hof van Vicramadityu, te oordelen, lies voor de regering van dien Vorst, die voor de eboone van den Zaligmaker leefde. Kapt. Wiïford (laat geen agt op de Jugas, of Eeur ren, der Hindoos. Van de zeven Menus, die de /aereld regeerden, waren zes Aardsvaders voor den londvloed, en de zevende was Noach, De eerde derT a zei-  zeiven , Swavambhuvo geheten, word ook Adtm genoemd, of'de Eerfle man, zyne vrouw Iva, ot gelyk ik, dn is, Ifa. Men zal zig de Legende herinneren, volgens welke de zevende Menu, of Satyavrata, in een Ark, een watervloed ontvloodt, die het gehele menfchelyk geflagt verdelgde , uitgenomen de GodvtiiBtiflfe Vorst zelve, de zeven Riüs, en hunne \ rouwen. ^ Van dit tydperk, heeft W. een tydrekenkundigen tafel ontworpen of uitgetrokken, die afdaalt tot de regering van Chandra Gupta, of Sandrocattus: en hy geeft denzeiven op als het enigst eehte tydrekenkundig befcheid der Indifche Gefchiedenis , tot no» toe ter zyner kennisfe gekomen. Wy kunnen, uit de volfte overtuiging , van zyne bekwaamheid, naauwketirigheid en getrouwheid getuigen; en wy befchouwcn het als een Histcvriesch bcwysftuk van ongemeen belang. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Over den oorsprong van den Handel en der Missen in Duitschland. (Uit het Hoogduitsch.) De Duitfche Handel, die in den beginne alleen ge draven werdt door hun, die aan den oever der Oost 7ee woonden, ging van daar eerst over op de f ne zen, die hunne naburen, de Nederlanders, daar med. bekerd maakten; toen vervolgens verder der. Rnyn frroom op naar de bovenlandfche Steden, onder wel ke in het vervolg enige b. v. Augsburg en Neuren be-e, enen groten rang in de Handelwaereld bekleed den De dwaling, als of de Duitfchers eerst door d nieuwere Italianen'met den Handel bekend waren ge worden, is veroorzaakt, door dat de bovenlandlch Srden te gelyk deel namen aan den koophandel de Venetiers en Portugezen. Verfcheiden aanzienlyk Duitfche Schryvers, maar te weinig bekend met d Handel-gefchiedenis van hun vaderland, die een door den Hoogleeraar Fifcher meer licht is bygezet hebben deze dwaling kragt gegeven Dnitschland was, tot in de vyftiende Eeuw, d rvkfte Staat van Europa, en zelfs de rykfte m Mi ' rufaclurtn en Kunften. Zelfs de Italianen kregen hui ne beste Meesters uit Duitschland, en hunne Geleerden deden afzonderlyke nafporingen wegens den rykdom der Duitfchers. Zei is ten tyde van Karei den Vyf den, bewonderde de beroemde ALneas Sylvius de Duitfche bovenlandfche Steden, en beleedt, dat zy in pracht en rykdom den Italiaaniche Steden niet toegaven. Het waren wel hoofdzaaklyk de Kruistogten , die den Italiaanfchen handel opgang deden kr\ gen. Reeds de Bedevaarten naar het Beloofde Land gefchiedden niet zeldzaam ook met oogmerken van koophandel, en op deze togten leerden Genuezen, Venetiers, Piz ners, die gemeenlyk de Transporten voor de Kruislegers overnamen, de bronnen kennen, waaruit zy de° Afiatifche waren naderby en goedkoper konden trekken. Intusfchen lieten onze Landslieden met na zich deze nieuwe Handelvvegen ten nutte te maken, en de Vloten der Lubekkers en Bremers deden den Kruisvaarders meermalen de gewigtigfte dienften. Maar het was de kunstvlyt der Italianen, en voornaaml.k wa*en het hunne Zydeweveryen, door Griekfche meesters in de laatfte helft der twaalfde Eeuw ingevoerd, die daar na den koophandel der Italianen boven dien der Duitfchers gelden deedt. Zo lang de Levant! che koopwaren over Italië gingen, was Venetië derzelver o-rootfte Stapelplaats; waar door deze Staat tot die hoogte van rykdom en magt opfteeg, welke hem een geruimen tyd ene veel betekenende rol onder de Luropefche Magten lpelcn deedt. Men meende, ingevolge ener twede dwaling, dat de Italiaaniche Handel van het begin der twaalfde Eeuw en vroeger, over de Alpen naar Zwaben en de - bovenlandfche'Steden is gedreven geworden, daar hy - toch tegen de zestiende, te water, te Brugge ïnVlaan! deren en van daar eerst het zy den Rhyn af naar '. Opper-Duitschland of op Hanzée fchepen naar de - Oostzee ging. . Dit beroemd Verbond, de Hanfa (*), gemeenlyk - hetHanzée-verbond genaamd, dat zo enig m de Wae> reldo-efchiedenis beftaat, bragt voor enen geruimen . tyd&de vrachtvaard van geheel Europa in de handen 1 der Duitfchers. Van den oorfprong van dit Verbond , hebben wy gene bepaalde narigten, maar men gelooft, , d« het uit ene verbindtenis ontftaan zy, die in het i iaar 1241 Lubeck eu Hamburg onder zich oprichten, t Het dydde in konen tyd tot ene verbazende S1'00^ e * " - (*) Hanfa was in de fpraak onzer Voorvaderen zo veel 1- als Gezelfchap, vereniging. C 148 )  ( 149 ) uit, en vormde ene afzonderlykeKoopmnnsRepubliek; waar toe byna alle aanzienlyke Handelfteden van Duitschland, voornaamlyk de Noordlyke, behoorden. Dit Verbond gaf'zich ene eigene gedaante .en eigene wetten. Lubeck werdt doorgaans als het hoofd des Verbonds befehouwd. Tot beduur van de zaken des Verbonds, waren te Lubeck, Keulen, Brunswyk en Dantzig, vier Comptoiren opgericht, tot elk van welke een aantal Steden behoorde , die zich zo wel in onderfcheidene omftandigheden derwaards te wenden, en alle hunne geldige bydragen daar af te geven, hadden. Alle drie jaren kwam dit Verbond, door Afgevaardigden, te zanten, om over deszelfs best, gemeenfchaplyk, te handelen. De meeste grootfte Handelfteden, ook buiten Duitschland, begaven zich onder de befcherming der Hanfa; men berekende hun getal op 70, daar onder waren Londen, Marfeille, Barcelona, Cadix, Lisfabon, en meer van gelyken rang. De Vloten van het Verbond bedekten alle wateren, en gewapende Schepen befchermden hun voor Zeeroveryen en gevveldadigheden. Het Verbond maakte zich door zyne gewapende Vloten, zelfs by de Behecrfchers van Europa, geducht, en voerde zo voor zich, als voor zyne Geallieerde, verfcheidene gelukkige oorlogen. Zo dwong het den Koning Erik van Denemarken , in het jaar 1426 en 1427, het beleg van Sleeswyk en Gottorp op te breken, en bragt hem, het volgend jaar, door ene Vloot van 250 Zeilen en iaooo man Landtroepen, dermate in de engte, dat hy om den vrede bidden moest. Allengskens trok de Handel, in het groot, van tyd tot tyd meer naar de Nederlanden , die zich door hunne Manufacturen, hunnen Akker- en Veebouw, van zo veel aanbelang gemaakt hadden. Het beloop van den H:ndel nam ene andere gedaante aan, terwyl nieu e Handelfteden opftonden, waar door de oude van haren glans verloren. Vele der Hanzée-fteden werden door hare Vorften genoodzaakt het Verbond te verlaten; anderen konden de gevorderde geldbydragen niet meêr opbrengen. Zo wedervoer dit beroemd Verbond het noodlot van alle menschlyke zaken, en verviel 1 ingzamerhand in zich zeiven, eveneens als het zich uitgebreid hadt. Tegenwoordig kennen wy nog alleen Hamburg, Lubeck en Bremen als Hanzée-Heden. De Nederlanden kwamen, door het Huwelyk van Maximiliaan van Oostenryk met Maria van Bourgondien, onder Oostenrykfche Opperheerfchappy, juist als hun welvaren door Handel en kunstvlyt zynen hoogften top bereikt hadt. De Wollen-Manufacluren dezer Landen, hadden huns gelyken niet in de waereld; bovendien leverden zy Kamerdoek en meerdere voortbrengfels hunner vlyt. Antwerpen was de grootfte Stapelplaats van den Europel'chen Handel tn van dien der andere waerelddelèn, en Gent, Brugge, Rysfel en andere Steden, bereikten enen trap van bevolking en rykdom , die tegenwoordig ongelooiiyk voorkomt (*)\ Ondertusfchen bragt de ontdekte togt van Vasco ds Gama, om het Voorgebergte , dc Kaap de Goede Hoop, naar Oost-Indien, den LevaritfchenHandel der Italianen enen ongeneeslyke wonde toe. De Portugezen voerden van nu af de voortbrengfels van het Oosten, tot ongelyk goedkopere pryzen. naar Europa, dan zy tot dus verre door den Handel over Alexandrie naar Italië waren te verkrygen geweest. De Nederlanders namen zeer fboedig aan dezen Portugefchen handel deel, en zulks niet des te meer vryheid, daar zy, fpoedig, gelyk dezen, onder de Spaanlche Opperheerfchappy kwamen. Maar juist deze Opperheerfchappy was het, die kort daar op den Handel van beide de Natiën van zyne hoogte ncderftortte. Luthers verbeterde Godsdienstleer hadt, gelyk op de meeste landen van Europa , ook op de door den uitgebreiden Handel zeer verlichte Nederlanders, enen diepen indruk gemaakt. Velen hunner beleden openlyk die nieuwe leer, en nog meer waren dezelve hèimelyk toegedaan. Karei, Keizer der Duitfchers, en Koning in Spanje , kon reeds daarom Luthers gevoelens niet verdragen , daar zy onder anderen ook de Kristelyke Vryheid verkondigden , cn zogt dezelve met kragt uit zyne Staten, byzonder uit de Nederlanden, die hy boven anderen fchattc , geweerd te houden; maar vergeefsch waren de deels harde, deels gematigde, middelen, die hy daar toe aanwendde. Het Nederlandfche Volk ftelde van oudsher enen zeer hogen prys op de Vryheid. Verfcheidene Groten begaven zich onder de despotieke regering van Philips, den Zoon van Karei, en opvolger in de Spaanfche Monarchy, tot dc party des Volks. De Despoot verwierp de rechtmatige Beden zyner Onderdanen: daar over ontftonden aan verfcheidene oorden drei- (*) Karei de Vyf de was te Parys. Men vroeg hem, of hy nög ooit ene zo grote Stad gezien hadt. Hy glimlachte; „ Uwe Stad, zeide hy, is juist zo groot, dat ik baar iu mynen Handfchoen fteken kan." Gent, de naam dei Hoofd'ftad in Vlaanderen, betekent, volgens de uitfpraak, in het Fransch, enen Handfchoen. T S  C 150 ) dreigende bewegingen. Philips zondt hun den gruwzamen Alba, niet ene Spaanlche Armée. Deswegens lukten zich zeven Provintien geheel van de Spaanlche Monafchy los; de welvaart der overigen werdt vernietigd, en Amfterdam verhief zich op de puinhopen van Antwerpen. De zeven verenigde Provintien, waar onder Holland van oudsher de grootde en rykfte was, moesten, tot vörkrygmg harer Vryheid , enen lapgdurigen kryg voeren met Spanje, toen de magtigfte Staat van Europa. Maar nadien zy hunnen vyand in zyne buiten Europa gelegen Bezittingen aangrepen , ontweldigden zy hem de overvloedigfte bronnen zyner Rykdommen en zyner Magt, en eigenden zich dezelven toe. Zy verdrongen de Portugezen uit den Hoofdhandel van Oost-hïüiën, en vestigden zich zelis voor enen tyd in Brafilie. Dus kregen de Hollanders het overwigt in tién Handel der waereld, waar in zy zich tegen het midden dier Eeuw volkomen handhaafden. Deze Republiek, voorheen zo magtig en zo fcrygshafrig, verloor, hoe ryker zy werdt, des te meer van uie veerkragt, welke vrye Staten zo heilzaam is; en birnenlandfche beroertens, door yverzuchtige naburen aangevuurd en onderhouden, baanden haar den weg tot het tegenwoordig verval , waar uit zy zich bezwaarlyk ooit weder op zal beuren. Engeland, dat eerst onder Koningin Elizabeth zich ene Vloot aanfehafte, en daar door den grond totdat vermogen legde, waar door het in de latere Ge.'chic denis uitblinkt, zag langen tyd de naburige Nederlanden met nydige ogen aan. Door de komst van TVillem den Derden, Stadhouder der verenigde Provintien, op den Britfchen Throon, verkreeg het enen invloed op deze Republiek, waar van het zich fteeds tot derzelver ondergang, en tot vermeerdering van zyn eigen handelvermogen, bediend heeft. Zo zien wy tegenwoordig dezen Staat door zynen Handel tot een toppunt opgetogen, dat ons duislig maakt. Volgens de onbedrieglyke lere der Waereldgefchiedenis egter, is hier meer een nederdalen, dan een hoger opftygen, te verwachten, zelfs wanneer wy den binnenlandfchen toeftand van Grootbrittanje niet in aanmerking willen nemen. Wy hebben door deze (wy erkennen gaarne — gebrekkige) Schets van den Handelgefchiedenis aangetoond, dat het nooit in.de magt der Vorften ftondt, denzeiven op dezen of genen weg te leiden; dat gewelddadige maatregels hem altyd benadelen, en alleen Vryheid het klimaat is, waar onder hy gedydt, cn zich ftaande houdt: en nu keren wy tot de Handelgefchiedenis der Duitfchers te rug , om eindelyk nader ons doelwit te bereiken. Oi.dertusfeben daar Duitscliland nu een groter, nu een minder, maar federt de negende Eeuw egter fteeds een belangryk aandeel aan den Handel nam , zo was toch de binnenlandfche Handel tot in het midden der veertiende Eeuw en later, voor den neringdand, van weinig bcduidenis ; want tot dien tyd toe, was hy byna geheel in de handen der Joden, en der zogenaamde Lombarden, die ook Kauder-Welfche ook Gauwertfche genoemd werden; en die der laatde welligt van de Speceryhandel, waar mede zy zich, benevens den Wisfel- en Woekerhandel, voornaamlyk bezig hielden. Deze Lombarden, Italiaanfche afftammelingen, waren van de Paufln byzonder gepriviligeerd, om Woekerhandel temogen dryven, waardoor, andere Kristenen onmiddelyk in de ftradè des Bans vielen; maar de Joden ftonden onder de byzondere befcherming van den Keizer, dien zy daar voor ene zware fchatting betalen moesten, en werden Keizerlyke Kamerknechten (*) genoemd. De Joden hadden zich over geheel Duitschland verfpreid, en hielden zich byzonder in groten aantal in Handelfteden op. Maar wy weten ook tegenwoordig, hoe fchadelyk deze Natie den Handel in het klein is, waar zy zich in menigte bevindt. Deze werden ook vervolgens eerst den Kooplieden binnen 'slands, tot voordelige bronnen van nering, dewyl in de veertiende Eeuw de bekende vervolgingen van dit onlukkig Volk ophielden. Voor het overige zetten deze door de Priesters aangerichte, door het Gemeen uitgevoerde en door de Vorften (f) gedoogde vervolgingen, enen zwarten ftempel op den geest dier tyden. Ondertusfchen is het niet te ontkennen, dat zich de bloei van den binnenlandfchen Handel van Duitschland, gelyk ook het beginfel der Duitfche Misfen, van dit tydftip dagtekent. Hier by kwam nog, dat omtrent deze tyden ene fchriklyke pest, de zwarte Dood genaamd, welkers wedergade in de latere gefchiedenis niet gevonden wordt, twee derde delen der in Europa wonende menfchen wegraapte, waar door de overgeblevenen , die van de overledenen erfden, in enen dus lang ongekenden welftand verplaatst werden;. (*) Maar waarfchynlyk was deze benoeming niet zo algemeen, als men gemeenlyk aanneemt, zy was misfchien ene blote tytel, en zo veel als Hof-joden , of zo wy, willen.,. Ka.iT ferlicher Kammer-Cornmisfarie, want knecht hadt in dien tyd niet die lage betekenis, die het tegenwoordig heeft. (t) In oude tyden was de Keizer maar alleen erfgenaam der Joden; maar later, kragtens zekere Privilegiën, ook ili vele Provintien de Land-Vorst.  C 151 ) den; met dezen welftand, nam ook gclykmatig de koophandel toe. Onder de Handelfteden van het middengedeelte van Duitschland, bekleedde, federt de elfde Eeuw, Erfiirt, de Hoofdftad van Thüringen, de eerfte plaats. Zy heette voorheen Erpisfurt, en haar Handel ftrekt zich tot over de tyden van Keizer Karei de Grote uit. Zy telde, ten tyde van dezen, zestig duizend Inwoners, en voerde oorlog met de naburige Vorften. Maar mg meer, dan de naaryver der laatften, benadeelden haar inwendige beroertens, die haar ook eindelyk hare Ryks -onafhanglykheid deden verliezen. Maar na den dertigjarigen ooilog, en daar zy kort daarna geheel onder de Mcntzifche Opperheerfchappy kwam, zonk deze anders zo aanzienlyke Stad tot enen zeer lagen graad van verval, en flechts federt dertig jaren fchynt zy zi.ch eerst weder enigermate te herftellen. Na Erfurt waren Mesfeburg, Halle, Maagdenburg en Brunswyk de belangrykfte Stapelplaatfen en Handelfteden van deze oorden van Duitschland, tot in de vyftiende Eeuw. Omtrent dezen tyd fteeg Leipzig tot enen byzonderen luister; nevens Leipzig verhief zich Naumburg. Leipzig hadt van zyne Vorften, van het jaar 1134 af, Markten, Gerechts - vryheid en Muntrecht verkregen. Het laatfte was toenmaals, daar ieder Handelftad van betekenis zyne eigene Munt hadt, zeer gewigtig. Zyne Misfen werden vervolgens door de Keizers en Paufen gepriviligeerd , en zo ftak het van langzamerhand den naburige Handelfteden, fchoon niet zonder tegenkanting, den loef af (*). Naumburg was misfchien onder die Steden, welke Hendrik de Eerfte, Koning der Duitfchers, bouwde, na dat hy de Slavifche Volkeren dezer Landen onder '. het juk gebragt hadt. Anderen fchryven egter deze Stad ene hogere oudheid toe, en laten haar "reeds ten tyde van Karet de Grote beftaan hebben (*). De Handel van Naumburg is zeer oud; misfchien heeft de Keizer de Stad reeds bv derzelver ftichting met Markvryhcid begiftigd. In het jaar 1029 werdt het, van Keizer Otto den Eerften, te Zeitst gedicht, Bisdom, herwaards verlegd; kort daar op leven wy van den toenmaligen Bisfchop Cadulus, dat hy de Burgers van Jena van tol op de Naumburgcr Misfe bevryd had (f). Van ene Misfe, zo als wy thans dezelve verftaan, kan niet wel hier gefproken worden; men ziet egter daar uit, dat toen reeds de Markten dier Stad van belang moeten geweest zyn. In het vervolg won Naumburg meer en meer, hoe meer Erfurt, Merfeburo- en Halle verloren, en reeds in de zeventiende Eeuw^vas de Pctri Pauli-Misfe een Hoofdmarkt, waar op de Kooplieden uit het Noorden en Zuiden van Duitschland zamen kwamen, om de koopwaren met elkander te verhandelen. Maar de nieuwere S'aatkunde, die de Vorften van Duitschland, na den Westphaalfchen Vrede, de een vóór de ander na, volgden, volgens welke zy, zo door het aanleggen van nieuwe Misfen en Markten, als door verboden van Invoer, den bvzonderen Hmdel hunner Landen zochten op te beuren, deedt onder anderen ook nadeel , aan den Handel van Naumbrr bn zeer veel fchade leedt het van de Bruns ■ yker' Misfen, die de Heitog van Brunswyk, Ceora Lodevyk, in het jaar 1701, eerst oprichtte. Ter gelyker tyd deden de Regenten der PruisfisehBrandenburgfche Staten alles, om hunne Misfen, te frankfort aan den Oder, tot ftand te brengen Deze «ad, voorheen een Lid van het Hanzée-Verboni, v.r- ^( ) Volgens zeker verhaal, zou een Zoon van Karei de rrote, op zynen togt legen de Sorben-Wenden, hier aan e haJe een Slot gebouwd en Naumburg (Neuebmg) ge oemd hebben, in onderfeheiding van een ander Slot aan de leine Sale, 't welk vervolgens die Alie Burg geheten werdt n1 waar van het naby bovengemelde Stad liggende Weis&n* :idichc Amtsdorp, Altenburg, ook Almericïi genaamd, zven oorfprong hebben zou. (i) Paul Lange geeft ons in zyne Chronik eer Nsumurgijcnen Bischöfe de oorzaken op, waarom het Bisdom an Zeiz naar Naumburg verlegd is geworden, want de laate Stad, zegt hy, was fit u amoenior , divitiis er as ft or „ ebus opulenttor , beneficiis copzofior , Clero numero for* mm clamoüor, potu delicatior et emuirio famigeratior. (*) S. Schulzens Befchreibung der Stadt Leipzig, f. 378 enz. De Publiciteit doet nog altyd zeer weinig dienst aan den handel. Zo werdt het den Koopman in enige Misfleden opgelegd, Berichten van zyne waren, en wat daar toe behoort, in het licht te brengen. Men weet hoe duur ( zich vele Zeitungsexpeditionen enige ftukken betalen laten, c die zy nog daar en boven, gemeenlyk eerst na acht dagen 11 en nog later aan her licht brengen. Ten dezen aanzien { heeft de f.eipziger LinkiTche Verlagehandiung befloten, met c de Nieuujaars-lvlis 1801, een eigen Misblad, onder den ty-'f tel vm Mesz-Telegraph, uit te geven, waar van eiken dag, Ir ftaande de Mis, de twee Mis-Zondagen niet uitgezonderd, een ftuk verfchynen zal. Men denkt daar door de Bericb-'^ ten aan het Publiek met de grootst mogelyken fpoed bekend i v te mnken, en vleit zich by voorraad met de goedkeuring en 11 onderfleuning van her Handel-publiek. Binnen kort zal een r nader bericht, aangaande dit ontwerp, het licht zien. 'c  verkreeg, in het jaar 1353, haar Stapelrecht van den Markgraaf van Brandenburg. De Univerfiteit werdt aldaar in het jaar 1506 opgericht, en in 1511 legde de Keurvorst Joachim een Mis in Frankfort aan. Deze trok wel fpoedig een fterken Handel uit Silefie en Polen, welke onder verfcheidene afwisfelingen tot onze tyden toe van genoegzaam aanbelang gebleven is. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 4 November 1800, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. ■Amerika 5 prCt. . 97 a 98 Keizer 4 prCt. . 35*56 dto 4 ptCt. . 861*87 dito Coupons. . 53**54* dito dito met pretpie; . 98 398^ Spanje 5 prCt. van 1798. 74*3 75 dito geconfolid. by Stap- dito 4! prCt. losb. 1801. 93 a 94 horst a 4'- prCt. . 67 § a 68 dito dito losb. van 1802-7. 84 a 77 'Riislartd 5 yttx. . 84*384! Engeland. Annuiteiten 3 Zweien 5 prCt. . 97 * 97i prCt- • • °4 a 65 dito A\ prCt. . 95 3 96 Fr*«/c*« Geconfolid. dito 4 ptCc. . 931 = 94 re»te» • • 34**34* Denemarken, Toll. 4 P-Ct. 96§ a 98 dir.0LeenenWisfclb.4prCt.95 396 ' Wisfelcours. dito Ktoon 4 1'i'Ct. . 931*94 Op Amerika. . ,. ■>!■ Keizer 5 «Ct. • 63^3641 — Londen. . . ƒ io.iiJ dito 4] prCt. . 58 3 59 - Parys- . . Banco öi BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. \ Voonnalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven h 3 2f prCt. . . 37*41 prCt. . . 44 * 44* Dito vrywillig a 5 ptCt. 6i*a62$ Dito uit de helling van 98 >l -!1 prCt. 564* 5'i Voormalig Ztelcriz. Recepisfen uit de heffing Obligatien a i\ prCt. 38 a 39 van 1800. a 3 prCt. . 42 a 44! :„r„.j Refcriptien Losb. 1800. gsfe 9*| Voomahg d°. uitgetr. 9-jay3i Obligatien a 2 prCt. . 30 * 37 1 82 a83 2 69*370! O. /. Co»?. , 3 6bia6;i Loterya3prCt.i785en86. 45 * 46 ■ 4 5Ö4*57i ' . ., „,i , na den Bankgeld. . . 9*5 Vrede. . • 44?* 45* Beleenbankgeld. . 98**5 ( ) ~ 'Pe Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. BEKENDMAKINGEN. * * Door het herdrukken van het Derde en Vierde Stuk, is nu weder Compleet in Vier Stukken a 24 Stuivers, (ot elk ftuk afzonderlyk ten pryze van 6 Stuivers) te bekomen te Dordrecht by A- Blusfé en Zoon , en hunne Correspondenten PITTIGE en VERMAAKLYKE SCHOOL- tot ONDERWYS van KINDEREN in DE STEDEN en'im PLATTEN LANDE. „ De rykfte verfcheidenheid treit men m , dit lieve Kinderboek aan. In gefprekken , blieven , vertellingen, vaersjens, fpreekwyzen enz., die zich telkens ai" wisfelen, word de tedere Jeugd, ais ongemerkt, onderwe- GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, s geweest: te Amfterdam 244; en te Haarlem 22 , onder welke laatften 15 beneden de 12 Jaren. ■ ■' 'Y1 t _ STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. C" BARO-1 THER- HYGRO-STREEK iuchts- OÊtob. ) ME_ mome- ME- DER GESTELD- l800. ) TER. TER. TER. WIND* HEID. C2Q. 91 48 87 w. b.n. 29 / 30. Oi 54' 67 W.N.W. wolken. C.3£_!_ 4i 84 . ("30. li 461 83 z. w. 30 < 30. li 52 72 — betrokken. ) 30. oh 481 67 _. — , C29. 9* 47» 75 z- w. voormidd. betrokken; 31 < 20 9* 52 73 verder regen; 'savond:; C.29- 9+ 46I 85 W. omtrent helder- Nov. C 30. ol 39i 82 w. 1 < 30. 1* 52 62 —— omtrent helder. C3°- 1* 41 82 z. CiO- O 41 97 z. o. voormidd. hsld.ir; 2 < 29. O 49 75 z- b- O. verder omtrent helder; ) 29- 7 46I , 76 z.w.b.z 'savonds betrokken. C29. 4* 482 98 w.z.b.z zeer harde wind; 1 ) 20 2,! 51ï t2 z. b. w. voormidd. regenagtig; 4 _____ 67 z-w. verder bewolkten 3* 4i* 89 z-w' 4 < 29. 4 49 78 z. bewolkt. _29. 3 J 40 \ 88 z.w. zen in de kennis van zich zeiven, van God én'van zynen " Naasten • onderricht van de belangrykfte plichten als " Mensch , Burger en Christen; gemeen gemaakt met de " fchoonfte voorbeelden en opgeleid tot de kennis der Dieren " en van verfcheide fchone Konften, Wetenfchappen en Pa" brieken. In de daad dit Werk is van dien onderhoudenden " en nuttigen aart, dat het niet mist den Kmderen ie behali gen en voordelig fe zyn." N,S. Op de begeerte van Kindervrienden , heeft men zich M de herdrukte Stukken van onder fcheide Let terfoor ten bedient, om de Kinderen dus mede het voordeel te geven van zich daar mede gemeen ie maken. By getallen zyn de pryzen iet minder cn 'geelt men op de 12 één toe.  A°. 1800. No 35p> N I E U W E ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE? VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRY DAG DEN 14 NOVEMBER. B E R I G T E N. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Cl vJroningen, den 1 November. Op heden overleedt alhier, in den ouderdom van 81 jaren en byna 8 maanden, F. A. van der Marck , Hoogleeraar in het Natuur-, Staats- en Volksregt aan de Hoge Schole, binnen deze Stad. Haarlem. Directeuren en Leden van Teyler's Stichting hebben, in hunne laatfte by eenkomst, geoordeeld, dat geen der beide Antwoorden op de Vraag I betreffende de Waterachtige Verhe\'elingen des Damp.] krings, tot Zinfpreuk hebbende: Quid verum euro et\ rogo &c. en Certa ftant omnia lege aan den inhoud der Vraag voldaan heeft, en hebben deswegens befloten dezelve te herhalen in het Programma, hetgeen eerstdaags zal uitgegeven worden. Hier by zal teffens gezegd worden, in wat opzicht de Schryvers der gemelde Stukken gemist hebben aan het bedoelde der Vrage te beantwoorden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Franschf, Rbpob-I**. Verft eftemporanei di Francisco Gtanni, co/Ia traduzione improvvifa di Fauftino Gasliuffi, XIV. Deel. cantati nella converfazione letteraria de' 22 fruttifero in cafa del cit. Guifeppe Fravega, Mimftro Plenipotenziario del/a Repub. Ligure. Te Parys, van de Drukkery van P. Dtdot, den oudften , in het Nationaal Paleis der Kunften en Wetenfchappen, jaar vin. 8°. 29 bladz. Men bied ons hier aan de voor de vuist gedichte Italiaan fche Verfen van F. Gianni, over den veldflag van Marineo en over het beleg van Genua, met de vertaling derzelven in Latynsch dicht, msgelyks voor de vuist, door F. Gagli ufft; over welke proef/lukken ener ongemene, en wat de vertaling betreft, byna onbegrypehke bekwaamheid, wy on- • zen lezeren reeds onderhouden hebben. Het eerfte ftuk be vat in het oorfprongelyke 103 en in de vertaling flechts 48~ Verfen: het twede, in het oorfprongelyke 144 en in de veTtahng 72 Verfen; waar uit genoegzaam bh kt, dat de ver taling vry wat bekort is: zy is in Elegiafche Verfen, voor het ifte; in heroifche, of hexameters, voor het 2de ftuk Daar wy, onder onze lezers, menen nog meêr liefhebbers en kenners van Latynfche dan van Italiaanfche Dichtkunst te hebben, zo zullen wy-ons tot enige aanhalingen uit de vertaling bepalen. b Zie hier'een paar Haaltjes van het ifte: de Dichter febif* • dert den moeijelyken overtogt van het Alpisch gebergte af: Hinc manus artificum rapido ara hor rent ia motu Submovet, aternum dis ft pat inde ge/u. Cernere er at currus torment aque bellica paspm , Atque equitem in denfis fervere militibus. Quin tuba terribili fonïtu , quin tympana plangunt Et nemora et valies undique fava fonant. Dipvgere fera. &c. V De.  C 154 ) Defaix is gevallen en zyn verlies moet gewroken worden: | Pidit, et, irato violentior unus Achille , En Bonapartiades emicat alta , Emicat, et comitem nunquam pasfurus snuit urn , Pracipitat, inedias mons velut.inPer aquas. Nut/a iro!stoseite ignes ar ma que pratenens , oSf* firitqae, lütusque incurnt m omnes, Disperfasque acies proruit altus equo. Het ftuk over het beleg van Genua vangt akte aan : Nimbofa aquoreus fpectans e rupetyrannus Italiam aternis prope dantemxvtla ffe™;> . Quidquid terrarum est, fe jam v]fM£W%%:\ Cui Ligur objecit quos horruit Atifna campos. Hoe vifu immugit, eeu torquens aquora vort ex , Et tria monftra voeat, fcopulo eruptura patentt. Unius e putri manabat lumine terror ; Tabs madet tristi, tremefacia element a fattgans, Al^er lus t rist es audiri hinc inde ululatus , feiunim turpi mentum dumjungeret aho : üiod fuperest, hastam mor iet mme ore cruento, %h>nr, liragem indicens,vult ter ram aquare Jepulct t Hts fiJriis, eia ite , fremens , eiaite, Britannas Conclamat , helium , pestemque , famemque pat ate. Vx ea Mars Ligurem terram , Penaria pontum Oblinuit; volitansque cava mors nube peper.dit. De gedane uitvallen van de belegerden, worden das bi fchreven: Procumbunt crebris discisfa kinc_ enfibus ha sta; Hinc «uadrupes mariens monentia corpora tundit. JEra fonant ,reboant montes , premiturque v»« W Nee fuga Teütonica', qua tergus faucia , genti, Ouippe cadaveribus cohibetur ubique fuorum. Kort daar op volgt een ysfelyk tafereel van den doorf nen hongersnood. Endelyk moet. de Stad bukken ; Pracipiti paries matu fub notie recumbit,. _ Terribilemque oculis monftrat lux prima rumam. O cara urbs Ligurum ! qua barbara petlora tantt Non doleant cafus , mullo dum fterneris hoste , Ét Boreale vides fceptrurn ipfi immittier urbii Het ware niet onmogelyk op enige uitdrukkingen en h halmgen van woorden te vitten;, maar wy willen ons he tot het gevoel van verwondering en het toezwaaijen van verdienden lof bepalen. — Gagliuffi is geen 30 jaren oud en een der Secretarisien van den Minister Fravega^ ^ j Bataafsche Republiek.' Dionysii Godefridi van der Keessel, Icti et in Academid Lugduno - Batava Juris \Civiiis et Hodiemi Prof. Ord. Theses SelectaeJu ris Hollandici etZelandici, ad fupplendam Hugonis Orotn IntreduStionem ad Jurïsprudeutiam Hollandicam, et deHniendas cetebriores Juris Hollandici controverjias, In ufum Auditorum evulgatae. Lugduni Batavorum, apud S. et J. Luchtmans. mdccc ' Met dit opfchrift verfchynt thans in 't ligt de geleerde arbeid van den Leydfche.n Hoogleeraar D. G. van der Keessel De Voorrede en enige Bladen van het zelve zyn reeds uitgegeven, en men gaar met het uitgeven dier Waden nog eeree-ld voord : deze wyze van uitgave was noodzaaklyk voor het belang der Jeugd, die de lesfen van den Hoogleeraar, over het Hedendaagseh Recht by woont. Overtuigd van de grondige Rechtskunde van den Hoogleeraar, verlangden wy reeds lang naar enige vrugt van den Sven 'voor dl Geleerde waereld : wy vreesden dat hy de voetftappen van zynen fehranderen Leermeester G. ScheltÏÏa, te veel zou volgen, die, doorwrogt m kenn.s e^ geleerdheid, zeer kundige leerlingen wist te vormen, maar. te gelyk van oordeel was, dit zo veel nut als m bet goed- en " beangryk fchryven is gelegen, & zeer het veel-fchryyen, voor de ware kennis, nadelig was; en daarom, fchoon dub-. ■ bel in ftaat, om der Rechtsgeleerdheid u,t zyn veniuft en kennis toete'igten, geen gefchriften heeft^.tgegeven nog,, zo veel ons bekend is, ter uitgave heelt tvgei.uen. Wy verheugen ons dan nu, dit werk van den Hoogleeraar v. D. ;" Kvvktl in het ligt te zien verfchynen, hoe zeer wy anders ïï hei: £«den van die genen veVchülen, die-het oneindig eefchrvf, der Duitfchers, ons tot een voorbeeld ter navolging willen aanpryzen: daar immers dat gefchryf, voor meer dm 10 twintiglte gedeeltens, met dan nafchryven en • herhalen is, waar door de Boekeryen met Boekdelen overftroomd worden, terwyl 'er de ware kennis mets by wint Wie moet niet dit vooroordeel der Dtmichers beklagen, dat niemant een geleerd man kan zyn, zonder ten minften het een of ander compendium over enigen tak van kennis te neb-- 'J~ %aar&vaeneen gansch anderen aart is het Werk, welke wy hier aankondigen: Het voortrerTelyk werk van den onftervelyken Huig de Groot, de Inleiding tot de Holandjche Rechtsgeleerdheid,-dat kunstryk voorbeeld van kort, za- >i kelvk en doorwrogt gefchryf, in 't jaar i-Sip zynde zamencrefteld kon eeenzins die rechtsvoorlehriften bevatten, welken na' dien tyd zyn ingevoerd- Het is derhalven met geSg dat Zin/yk werk te verftaan , maar het is van het °r hoi.ESt belang,"te weten, welke rechtstwyffelingen in dat £ voortreffelyk werk niet beüist zyn; vooral, welke rechtsyra-  ( ï55 ) gen ook daar na nop ontflaan zyn, en daarom uit de Groot niet wel kunnen beflist worden; welke wetten, of ook uitfpraken van Hoge Rechtbanken, daar na nog zyn in 't ligt verfcbenen, die vele rechtsgevallen beflisfen enz. Met een woord, het was nodig, dat ter vollediger kennis van het Hollandsch en Zeeuwsch Recht, (tot welke de Hoogleeraar zig met recht alleen bepaalt,) de Inleiding van de Groot wierde vermeerderd en aangevuld. De geleerde v. d. Keessel merkt in de Voorrede ook zeer wel aan, dat de Groot dikwyls het Roomsch Recht in dier voege bybrengt, dat hy het zelve tegen het Hollandsch Recht overftelt: dan wederom dat geen uit het R". Reeht voordraagt, 't geen thans nog te ftade komt; elders wederom dat Burgerrecht zo verhaalt, dat hy ftilzwygende te kennen geeft, dat het zelve voor Hollandsch Recht moet gehouden worden, aan welke verfchillende plaatfen, dus, gelyk de Hoogleeraar aanmerkt, ook op verfchillende wyze het gepast ligt moet worden toegebragt. Verders fielt de Hocgleeraar op goede gronden vast, dat ook veeltyds, door de Groot, als Roomsch Recht wordt voorgedragen, 't geen ten dien tyde, wel, volgens de meest aangenomene gevoelens , voor Roomsch Recht wierdt gehouden, maar waaromtrent het vryftaat, even zeer van de Groot , als van andere grote ligten der Geleerdheid, Cujacius , Gothofsedus , Schultingius en andere -beroemde mannen, te verfchillen. Hier komt by, dat de Groot ook wel eens zomtyds iets uit het R. R. aanvoert, het geen met den aart van ons Hollandsch Recht niet wel ftrookt. Om alle deze redenen is ene taak, als welke de Hoogleeraar v. d. Keessel heeft ondernomen, van het grootfte gewigt; en de wjze, op welke hy het Hedendaagsch Recht vilde toeligten, is voorzeker de allerverkiezel) kfte, namelyk, door korte (tellingen of Thefes, welken beknoptelyk het onderwerp bevatten en beflisfen: waar by veeltyds gevoegd zyn de aanhalingen van die Schryvers, by welke ene bredere ftaviug van deze of gene rcchtsftelling kan gevonden worden. Dit was het plan van den Hoogl., en de uitvoering van het zelve beantwoordt volkomen, aan het voorgemeld plan; voor zo ver ons de uitgegevene bladen overtuigen ; en de doorwrogte kunde van den Hoogleeraar verzekeren ons, dat, het geen wy nog te verwagten hebben, van gelyk belang zal zyn. Wy zullen egter de vryheid nemen, ene aanmerking te maken. Wy zjn wel geenzins van 't gevoelen van die genen , die met al wat de Duitfchers goedvinden , vooringenomen , zelfs zo ver gaan, dat zy ons het geven van lesfen op de Hoge Schelen in de Landtale, dus by ons het Nederduitsch , durven aanpryzen. Waarlyk, onze voorouders waren wel wyzer; en, hadt de grote Boerhaven in 't Nederduitse!, onderwezen, de Lcydfcbe Hoge Schooi hadt toen nimmer zo enen ryken toevloed van vreemdelingen gehad, en rie gróte grondbeginzclen van Boerhaven hadden zig niet door de gehefé wereld verbreid. Maar in het geval van 't VüderiatiQlehc Recht, weiks kennis zig noodzakelyk binnen de grenzen van ons Land bepaalt, kunnen wy niet zien, waar toe het gebruik der Latynfche Taal zou nodig zyn. Immers de Groot zelve heeft hier de voorkeur aan de Land¬ taal gegeven: de Hocgleeraar Scheltïnga , gaf oek over de Inleiding tot de Holl. Rechtsgel. en over Hogerbeets van het aanleggen en volvoeren der Procesfen, in 't Nederduitsch, onderwys. 't Is zo, de Heer Scherer vondt goed een Latynfche verklaring op de Nederduitfche Inleiding te fchryven; maar is dit gezags genoeg? en is dit wel algemeen goedgekeurd? Zyn 'er dan gene beöeffenaren der Hollandfche Rechtsgeleerdheid, die de Groot vlytig lezen en beftuderen, zonder de Latynfche Taal te kennen, en waarom moeten die nu van den nuttigen arbeid van den Hoogleeraar v. d. Keessel verdoken zyn? Treurzang by het plechtig vieren der Nagedachtenis van Washington , in de Maatfchappy van Ver dienften , Felix Meritis, den 21 Maart i8ob, uitgefproken door Mr. Joh. Kinker. Te Amfterdam by j. ten Brink t Gerritsz. Onder de grote mannen dezer fchier afgelopene Eeuwe, verdient voorzeker de doorluchtige verlosfer van Amerika, de alöm beroemde George Washington , ene der eerfte plaatfen in te nemen. In hem toch zag men nederigheid aan grootmoedigheid, menfchenliefde aan dapperheid, blakende vaderlaudsmin aan de verhevene gevoelens van enen waereldburger, oorlogskunde aan het vorrzigiigst Staatsbeleid , ene loftelyke eerzucht aan een' bewonderenswaardig zclfsbeftier gepaard; deugden en hoedanigheden voorzeker, welke niet dan zelden in édn' mensch te zar.ten gaan. En wie kreeg grootfeher, wie uitgebreider toneel, waar op hy alle die deugden en voortreffelyke hoedanigheden kon ten toon fprciden-? Wie werd meer in de gelegenheid gefield, om 'door zyne edelmoedige verrichtingen, niet alleen zyn vaderland , maar ook de ganfche menschheid aan zich te verpligten, dan hy, aan wien Amerika zyne verheffing tot. den rang der vryc volkeren te danken heeft ? Geen wonder derhalven, dat de mare van zynen dood ook buiten zyn vaderland , aan alle oorden, waar ware grootheid op prys wordt gefchat, ene algemene droefheid veroorzaakte; geen wonder , dat zo Maadchappyen ais byzondere Perfbnen, zich voelden opgewekt, om zyn nagedachtenis door pjegtigè Lykzangen en Lykredenen te vieren. Ook de Maatfchappy van Verdienften, te Amfterdam opgericht, gelachtig, hoe zeer het Nederlanders betaamt, de helden der Vryheid dankbaar te verëeren, gedachtig in 't byzonder, hoe zy door hare zinfpreuk ais gehouden is, verdienden, waar zy die moge aantreffen, te huldigen, befloot op den 21 (ten Maart laatstleden ter nagedachtenis van Washington een ftatelyk Lykfecst te vieren, waar van de befchryving in No. 329. van dit Weekblad te vinden is. De taak, om by deze plegtige- gelegenheid de gevoelens der Maatfchappy omtrent den overledenen te uiten , we,-d door haar aan een barér Medeleden, den als WySgeer en Dichter, niet zonder lof, bekenden Kinker , opgedragen. Van de uitvoering dezer take ftaat ons thans een getrouw verflag te geven, en daar over een befcheiden, maar tevens vrymecdig, oordeel te véllen. Voor den Treurzang dan (om terftond ter volvoering van ons oogmerk ever te V a gaan)  C 15* ) gaan) is ene korte Inleidende Aanfpraak geplaatst, waar in de voornaamfte verrichtingen en deugden van den doorluchtigen Verlosfer van Amerika kortelyk vermeld worden. Deze Aanfpraak is, gelyk zy behoorde, in een eenvoudigen kunftclozen toon, met de vereischte klaarheid en deftigheid, gefield. Alleen is ons ene enkele overladene zin voorgekomen , dien wy niet voorby kunnen , hier met een woord aan te wyzcn. Op bladz. 6. lezen wy het volgende: „Geen vonder dan, dat zulk een voorbeeld van den greotften invloed zyn /noest op een volk, dat aan hem zyn aanzyn verfchuldigd was.' en dat deze invloed nog in de laatfte gtfchihen tusfchen Frankryk en de Verëenigde Staten, toen hy zich reeds van alle Staatsbemoeïngen verwyderd had, om zyn ten einde fpoedend nuttig leven op zyn vaderlyk landgoed door te brengen, in de zalige overdenking van den omvang zyner plichten gekend en betracht te hebben, van zo veel gewicht voor het welvaren van zyn vaderland geweest is." Deze laatfte volzin, of liever het laatfte deel van den uitgefchrevenen volzin, is te zeer overladen , en mist de vereischte eenheid , zonder welke noch duidelykheid, noch bevalligheid kan plaats hebben, en over welker belangrykheid wy de juiste aanmerkingen van den (chranderen en welfprekenden Bi.air ter nalezinge aanbevelen, in zyne Lesfen over de Redekunst enz. Ifte D. XUde Les.' Het tusfchenvoegfel namelyk in de zalige overdenking enz. heeft met het hoofd denkbeeld, den invloed van Washington op zaken van het openbaar bellier, ook na dat hy daar aan geen rechtftreeksch deel meer had , volflrekt niets gemeens, maar trekt integendeel de aandacht des lezers cn veel meer nog des hoorders van het zelve af, en doet alzo een verward en duister begrip van het geheel in zyne ziel ontftaan. Doch wy haasten ons, om tot de befehouwing van den Treurzang, als het voorname deel der Gedachtenis-viering,'over te gaan. Liefde tot de waarheid dwingt ons de verklaring af, dat wy by het lezen van dezen Treurzang, aan onze verwachtingen geenszins hebben voldaan gevonden. Wat den inhoud aangaat, is het ons voorgekomen, dat de Dichter zich te grote uitweidingen veroorloofd en daar door het onderwerp van zyn gezang te veel heeft'uit het oog verloren. Wy hadden verwacht, den held met ftoute trekken in zyne volle grootheid gefchetst, die grootheid in b) zonderheden ontwikkeld , door levendige beelden, krachtige vergclykingen, treffende fchilderyen en wat dies meer is, opgehelderd en in.het licht gefteld te zullen vinden; dan wy hebben veeleer een zwart tafereel der ongelukkige tjden, waar in wy leven, van de boosheden en verkeerdheden der menfchen, tegen welke de braafheid en onbaatzuchtigheid van Washington in algemene loffpraken word overgeftcld, in het voorhanden zynde Gedicht aangetroffen. Onzes oordeels, heerscht in het zelve zekere bekrompenheid, van telkens'wederkerende denkbeelden, welke ons, by ene zo verbazend ryke ftoffe, ten uitterften bevreemd heeft; en in het geheel misfen wy die orde en aaneenfchakeling van denkbeelden, welke, zo wel in Dichtftukken als in andere opftellen, behoort plaats te hebben. Ook het kleed.,, waar in de Dichter zyne denkbeelden heeft voer- gedragen, heeft ons niet zelden weinig behaagd. In fteda van het ware verhevene , 't welk tevens grootsch en eenvoudig is, hebben wy hier en' daar veel windrigs en gezwollens aangetroffen. Ook zyn ons de voorftellingen niet altyd even dichterlyk, de Verfen niet altyd even vloeijend , de uitdrukkingen niet altyd even gepast, ja fomwylen zwak en krachteloos voorgekomen. Men vatte dit echter niet m dien zin op, als of wy aan dit Dichtftuk volftrekt alle waarde wilden ontzeggen. Wy hebben integendeel in het zelve I fommige waarlyk fchone plaatfen gevonden, welke ons deden bejammeren, dat het geheel niet daar mede en tevens met de verhevene waardigheid des onderwerps ten vollen overeenftemde. — Wy zullen', ten bewyze, dat gene partydigheid in dezen onze pen beftuurde, zo uel onze berisping als onzen lof, door .voorbeelden trachten te ftaven, en ten dien einde, in de eerfte plaats, het Dichtftuk kortelyk doorlopen, om daar na onzen lezeren enige fchone plaatfen uit het zelve voor te houden. — De Dichter begint met ene fchildering van de rampzaligheid der tyden, waar in het menschdom een bloedig altaar heeft opgericht — waar op het zich zeiven ten offer kiest — de twedracht alomme heerscht, en wat dies meer is. — Reeds deze aanhef kan, onzes achtens, niet geheel van gezwollenheid worden vrvgefproken ; dan wy zullen in 't vervolg daar van nog fterkere voorbeelden aantreffen. — Wy kunnen echter niet voorby op fommige regels het een en ander aan te merken. — Zo komt ons b. v. in den 3den Regel Gevoel van zwaarte houdt my tegen , drukt my 't harte de eerfte uitdrukking weinig gepast voor, hoewel het zwaarmoedige van de versmaat de gedachte anders niet kwaljk nabootst. De daar op volgende Regel Maar 'k zal, 'k zal volgen: zweef my flechts in weemoed voor. kan niet goed gelezen worden , 't welk veroorzaakt, doordien flechts in vergelyking van het vorige te lang is. En is niet de uitdrukking in den volgenden Regel vaii de 2de bladz. zeer lam en krachteloos? De fchrikgodin der eeuw , die eindigt, volgt haar treden. die omfchryving der eeuw, die eindigt, zou in meer verheven profa, veel min in dichterlyke taal, niet kunnen geduld worden. .Voorts zy het ons vergund omtrent de gantfche voorftelling hier ter plaatfe te vragen, of dezelve met het voorgaande niet enigermate ftrydig zy? In het eerst had de Dichter het menschdom als zo verblind en ontaard voorgefteld, dat het zich zeiven op een bloedig altaar opofferde; en thans verfchynt de menschheid radeloos en wanhopig over den nood, waar in zy zich bevindt, en waar uit zy vruchteloos redding zoekt. — De menschheid wordt dus hier van het menschdom zelf geheel afgezonderd; dan is deze afzondering wel beitaanbaar met het gezond verftand ? Men zegge.  C *57 ) ge niet, dat dit ene dichterlyke vryheid is; want een Dichter mag even ucinig, als enig ander Schryver, onzin voortbrengen. — Dan laat ons voortgaan. — Op het laatst der 3de bladz. ftelt de Dichter den akeligcn tceftand der menschheid door de volgende vergelyking nader in het licht. Verbeeld u de onfchuld , maar verdrukt, vervolgd en vluchtend , Daar ze aan de voeten eens verleiders nederzygt; Befcbouw haar bevend in zyn' armen: hoe zy zuchtend' Zyn valfchen troost ontfangt, zyn fnoode hulp verkrygt. Stel iï haar eindlyk voor bedrogen , wreed verlaten, Daar ze ieder, maar vooral haar ware vrienden, vliedt, Wier eedle pooging, hoe belangloos, niets kan baten! — Zo fcbetst ge u nog den ramp, den nood der méhschheid niet. Zonder ons over de waarde dezer vergelvking uit te laten , merken wy alleen aan , dat de wyze van voorftclling geenszins dichterlyk is. De Redenaar mag de verbeelding zyner Toehoorderen inroepen, hy mag hun zeggen, dat zy Zich dit of dat hebben voor te Reilen; maar niet de Dichter. Deze, wiens taal zinnelyk, en geheel tot de verbeelding gericht moet zyn, behoort aan dezelve levendige fchilderyen voor te ftellen , niet haar op te wekken, om zich die zelve aftemalen. Dit doende vervult hy geenszins zyne taak, ja legt, als 't ware, zelf zyn onvermogen aan den dag, om daar aan naar eisch te voldoen. — Dan laat ons den Dichter in den verderen loop van zynen Treurzang volgen. — Na zyne fchets van den rampzaligen toeftand des menscbdoms gebezigd te hebben, om de grootheid van het 1 verlies, in Washington geleden, te fterker te doen gevoe- i len, weidt hy meer byzonder uit over 't geen de Amerika- 1 nen in hem verloren hebben, gevende ene korte fchets van 'smans verdienden omtrent zyn vaderland. Ook hier valt wederom het een en ander aan te merken. Vooreerst komt het ons voor, dat in den volgenden Regel (zie bladz. 4.). 1 Hy, die de Zon van uw geluk ter Oostkimm' dreef. het woord dryven een zeer wanvoeglyk beeld oplevert , als Rellende Washington voor, onder de gedaante van iemand, die ene kudde vee, naar ene hoogte dry ft. Niet veel beter is dit denkbeeld op de volg. bladz. uitgedrukt Hy, die de Zon van uw geluk ter Oostkimm' dwong. dit dvong is hier blykbaar om het rym gefield, iets, waar van de ware Dichter zich altyd zal onthouden. — Dan wy hebben nog ene aanmerking van meer belang voor te dragen, h en zullen ten dien einde de plaats, waar tegen dezelve geldt, d in haar geheel mededelen; dus leest men op blad. 4. z v De geest des afgronds, die Europa fchokt en martelt, v, De tweedracht wendde 't oog naar uwen vruchtbren grond : h De glans van 't ryzend licht) daar 't in uw ftroomen v {dartelt, h Ontftak haar wrevel, by dien zachten morgeuftond. u Om nu niet te zeggen, dat het laatfle h dien zachten morgenfond, ecu avertollig byhangfel is, cm den regel vol te kngen, willen wy alleen doen opmerken, dat in den jderi Reg. het ontleende mer het eigenlyke zeer ongepastelvk is onderëengemengd. — Immers kan men de glans van 't ryzend licht niet anders dan flguurlyk verfhan van het geluk, 't welk Amerika door Washington's deugd en heldenmoed ten deel werd. Dan hoe past hier by het geen 'er volgt , daar 't in uw ftroomen dartelt? Kan men dit wel anders dan van de eigenlyke Zon, die algemene bron van licht, opvatten? daar men ftroomen toch niet zinnebeeldig kan verklaren, maar daar door de wateren van Amerika verdaan moet? De figuurlyke voorftelling gaat alzo door dit byvoegfel geheel verloren, en men kan het geheel niet anders dari dus verklaren , dat de Tweedragt wrevelig was over het fchoon opdagen der natuurlyke Zon over Amerika; iets, 't welk in zich zeiven ongerymd en met het oogmerk des Dichters geheel drydig is. Op het volgend gedeelte des 1 reurzangs _ tot aan bladz. 8. waar in de Dichter., na de onbaatzuchtigheid van Washington eft zvne vervreemdheid van alle heerschzucht naar waarde verheven te hebben, over bet ongeluk van Amerika uitweidt, byaldien het voorbeeld, les helds zynen invloed verliest, hebben wy weinig van beang aan te merken. Alleen zy in 't voorbygaan gezegd, dat )p bladz. 6. de maat in den 2den Regel van onderen Vergeefs zal op uw koud gebeente een grafnaald pralen. loor het misfen der vereischte rust, zeer onvolkomen is; 't. velk gemakkelyk op deze of foorrgelvke wyze was te herdelen geweest: Vergeefs zal op uwe asch een trotfche grafnaald pralen. Ook is de verkorting van vreemd' voor vreemden iu het. ■oorlaatde Vers van de 7de bladz. hard en Rotend. Het is der volkren aart, vreemd' invloed op te fpooren.. Op bladz. 8. heft'de Dichter aldus aan: Hoe gaarne wenschte ik Hechts een' enklen trek te treffen Van't beeld , dat my omzweeft, gedaald uithooger' kring' Hoe woelt myn kunstdrift, om een' treurzang aan re heffen , Die uwer waardig klinkt, grootmoedig fterveiing! Deze aanhef doet ons denken-, dat de Dichter thans tot et eigenlyk onderwerp van zynen Treurzang overgaan, en s deugden en uitdekende daden van zynen held bezingen, al. Dan men vindt aan deze verwachting maar ten dele aldaan, daar de Dichter reeds op bladz. 10. van dit ondererp affcheidt, en na u in een groot aantal Verfen bericht te sbben, dat de mare van Washington's dood de woede der jchtende legerbenden voor een ogenblik deed bedaren en ;t geyoel der menfehelykheid in hunnen boezem herleven, ederom tot het onderwerp 3 waar mede hy heeft aangevanv 3 g«na,  C 158 ) .gen, de affchetiing van den rampzaligen toeftalid der tegenwoordige tyden, te rag keert, waar mede hy niet muider dan 3 bladzyden, vol van de fchrikkelykfte beelden en overdrevènfte vóorfteliingen, vult. Hier op volgt, na ene kone uitweiding over de verdienften van de beide Vorften Al3vianzon en Alfred , welke hier onverwacht tusfchen komt, wederom ene korte fchets van de deugden van Washington, vaar na de Dichter andermaal op het byzonder treffende van zynen dood in dit akelig tydsgewricht ftil ftaat. p.ai wendt hy zyne rede niet minder onverwacht tot den tcgeuwoOrdigeB Monarch van Pruisfen, als door wien Europa' een vrede hoopt herfteld te zien, en eindigt kort hier op zynen Treurzang met ene treffende aanroeping van het Op-; perwezen, welke zeker onder de fchoonfle plaatfen behoort, en uit dien hoofde ftraks zal worden aangevoerd. — Deze opgave van den inhoud, intusfehen , kan ter bevestiging ftrekken van het geen wy boven, omtrent de bekrompenheid van denkbeelden, in d"it Dichtftuk heerfchende , en betgebrek aan den vcreischteu famenhang, gezegd hebben. — Dan laat ons, na dit algemene, nu nog by fommige byzonderheden en het ontvouwde laatfle gedeelte van den Treurzang ftil ftaan. Op bladz. 8. lezen wy: Wat tegenftand u ooit op uwen weg bezwaarde. Het woord bezwaren is hier niet gelukkig, en past weinig by tegenftand, welke iemand wel op zynen weg tegenhoudt , ftil doet ftaan, en wat dies meer zy, maar niet bezwaart. Op bladz. p., waar de Dichter voortgaat met de grootheid van Washington te fchetfen, horen wy hem niet bevreemding op nieuw over zyne verhevenheid boven lage eer — en heerschzucht uitweiden, aan welke hy_ reeds op bladz. 5 en 6. den verdienden lof had toegezwaaid. — Voorts zyn wy van oordeel, dat op de herhaalde fchets van het rampzalige der tegenwoordige tyden, op bladz. li. voorkomende, de berisping van gezwollenheid past, boven door ons gemaakt. Wy willen den lezer de plaats , door ons bedoeld, ter eigene beoordeling, voorhouden. Ja, fombre treurigheid, doe ons met kracht bezeffen, Wat fteun we ontbeeren in dit aaklig tydsgewricht. Stel ons een Godheid voor, die doof voor haar gebeden, Slechts wanhoop fchenkt voor troost, en vloek voor zaligheid. Doe ons een' donderftem van uit den hemel hooren! — Zy fpreekt — de menschheid fchudt en trilt op 't woord verga! Zy voelt den ademtocht zich in den boezem fatoren; En de aaklige echo brult het woord uit d'afgrond na. Die afgrond fpert zyn muil, gereed haar in te zwelgen; Een kille huivering des doods vervangt den fchrik; De misdaad juicht en gilt: 'k zal haar van de aard'verdelgen; Zyn deze vóorfteliingen wel van overdrevenheid vry te plci- :er> ? — Is het denkbeeld ener Godheid, die wanhoop voor :roost, vloek voor zaligheid fchenkt, niet op zyn zachtst ivare onzin? En die echo , welke het woord nabrvJt, die afgrond, welke zyn muil fpert, wat anders zyn deze dan toogst gezwollene, onnatuurlyke beelden en vóorfteliingen ?-Het zelfde is met recht tcepasfelyk op de laatfte 10 regels van de 12de bladz., welke wy, kortheidshalve, niet zullen overnemen. — Nier minder geldt dit omtrent het geen op bladz. 17. in de volgende regels voorkomt: — als wy, door 't gewicht der rampen neèrgedrongen, Een ftérvling, die dit beeld met kracht in zich vereent, Uit onzen tydkring zien gefcheurd, deze aarde ontwrongen; Dan blikfemt wanhoop in het oog, dat niet meer weent3 De heefch' gefchreeuwde keel gilt naar en afgebroken: 't Hart krimpt en nypt het bloed door trillende adren (heen. Dan wy haasten ons, om tot het meer aangenaam gedeelte van onze taak, het mededelen namelyk van enige fchone phatfen uit dit Dichtftuk, over te gaan. Wy kiezen daar toe in de eerfte plaats de volgende regelen uit, welke op bladz. 5 en 6. van den Treurzang voorkomen: Befchouw hem niet als held, die door den roem aan 'tblaken, _ Naar laauwren hygt, die hem 't bewondrend menschdom biedt, 't Gevaar-mint — om zyn' naam onftervelyk te maken, Den dood tart — als zyn oog het loon der zege ziet! Neen! hy, wiens heldenmoed u tot den rang der volken Verhief, u vormde en u.de vryheid achten deed; U niet ten prooi liet aan onzichtbre afgronds'dolken, Noch aan de flaverny, vermomd in 't vryheidskleed; Neen hy, die zich de kroon konde op den fchedel drukken, Had eigen grootheid flechts zyn gids èn doel (*) geweest; Hergeeft zjn macht, om voor 't gezach der wet te bukken, De Heerschzucht is te klein voor zyn verheven' geest. Zich-zelvs genoeg, zich-zelv gelyk in all? zyn daden, Verlaat hy 't grootsch. toneel , waar hy zoo fchitrrend blonk, Verbergt hy 't glansryk hoofd , met laauwren overladen , Ten voorbeeld voor het volk, dat hy den vrede fchonk. Hoewel deze gantfche plaats tot defchoonften in dit Dicht-: ftuk behoort, willen wy echter den lezer op dan volgenden, regel, uit dezelve, byzonder opmerkzaam maken. De heerschzucht is te klein voor zyn verheven' geest. Hier hebben wy een verheven denkbeeld op ene eenvoudige, maar krachtige wyze uitgedrukt , weshaiven deze regel met volle recht verheven kan genoemd, worden.— Wy voegen verder by de aangehaalde plans, nog het volgend flot,. boven reeds met lof door ons vermeid. Gy,. (*) Deze woorden pasfen niet wel byecn.; dat tot gids vertrekt, kan niet tevens dotl-zvn^ Ook is een vai> beiden uveiuMg.  C 159 ) Cy, in wiens adem we ons bewegen , zyn en leven , Die elke drjfveêr in het mcnfchelyk hart befpiedt, Die iedre neiging kent, waar door het wordt gedreven, Wiens oog 't verborgen doel der vrye daden ziet. Gy, wien 't verftand niet denkt, de zinnen niet ontdekken, De reden niet bevat; die wel in 't donker fchuilt, Maar in het Zedenryk ons wilt ten Vader ftrekken; Tot wien de droefheid zucht, de wanhoop gilt en huilt; Gy! Eeuwige! tot wien de deugd zich voelt verheffen! Vorm Washington's !- Stel ons hun voorbeeld voor 't gezicht. Laat hunne daden ons ontvonken; laat ze ons treffen, ; Toon ons, by't fchynzel hunner grootheid, onzen plicht! Tot heïlüit dezer beoordeling merken, dat de taal van dit Gefchrift doorgaans vry zuiver en regelmatig is. Alleen vinden wy op bladz. 1. van de vooraffpraak 'betrachting voor befchouwing gebezigd, 't welk wel goed Hoogduitsch, maar geen Nederduitsch is: en op bladz. 7. van den Treurzang lezen wy: De rede zelfs deed uw gemoed in drift ontvonken. Waar zelv' voor zelve had moeten liaan. Ook vindt men op bladz. j8. vuig belang voor laag, verachtelyk of (hbod belang, een gebruik, 't welk hoe algemeen thans ook, echter met de eigenhke betekenis des woords niet overëenfcemt, welke vadzig, lui is. — Zie de Aanm. over enige nieuw ingevoerde wyzen van fpreken en fchryven in No o van (6 ^fd- LMteroef. voor 1800, op bladz. 406. van het Mengelwerk. H SCHILDERYEN en EEELDLIOUSTUKKEN. Wenen. Het Metalen Standbeeld te paard, welk de Keizer ter gedagtenis van zynen Oom, Keizer Jofephus den Tweden, heeft laten gieten, is thans voltooid. Het is meer dan levens groot. De Hofbeeïdhouwer, Profesfor Zauner, heèft 'er twee jaren aan gearbeid. De goot is zo rein en zo voortreflyk uitge. vallen, dat men maar weinig voorbeelden weet, dat zulks zo gelukkig volbragt is. Zelfs de fynfte trekken zyn by het gieten zo ongemeen wel uitgedrukt, dat zy naderhand gene verbetering nodig gehad hebben. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN 1 tot den handel en scheepvaart, land-' ' en veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. ' Ben Haag Op den 3 en 4 November i3oo, is ! alhier, ingevolge Publicatie van 31 December 1799,ji Den Haag. Op den 3 en 4 November 1800, is alhier, ingevolge Publicatie van 31 December 1799, door de Keurmeesters der Paarden, uit alle de Dparlementen der Republiek, aan den Agent van Nat (Economie verflag gedaan , van derzelver verrichtingen en opgegeven het geen tot verdere aanmoediging oer Paarden-fokkery kan worden in het werk gefield In het Departement van de Eems is de Wet reeds van een uitgebreid nut geweest, zynde aldaar 70 Heugden en aa Mernjen gekeurd, 5825 Merrijen gedekt en 16 Veulens ter aankweking afgegeven. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 11 November 180c, in Amfterdam. Buitenlandsche. i:"aika 5 P>'Ct. . 97*98 Keizer A prCt. . -u|a«i d; o4PrCt. 8 3 ^gg.*» *^**> » ,Jr'Ct' , , V ' 44$a44i Dito vrywulig a 5 prCu laiïfill Dito nft de heffing van 98 JP oajaoa* a 3i,prCt._ 58'a58§ Voonnalig Zeelana. Reeeptsfo, mt de heffing Obligatien a a| prCt. ,3 a van 1800. a 3 piCt. . 4334^ ^' ó° a W Refcrlptién Losb. 1800. 95^96 Voormalig Vriesland. d°. uitgctr. 97i ay8i Obligatien a 2 prCt. . '<*& a vt- • 1 824383$ 3 J' ■ 2 70371 O. I. Eoinp. ' ' 3 «r a62 Loteiy a 3 prCt. 1785 en 80. 45 a. 4Ö. — • na den /2 Bankgeld. . . a,x Vrede- • ' 45|a4<5 / Belcuibankgeld. . 98'a|' GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN, Het getal der Doden, gedurend» de laatstverlopene Week ; geweest: te Amfterdam 213; en te Haarlem^, ouder felke laatften 16 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Oct. zyn, in Alkmaar, overleden <9 perionen ,. nam. 20 mannen , 17 vrouwen en 32 kinderen /aar onder 6 doodgeb. 5 beneden 't jaar; 8 van 1 tor van 5-10; 6 van 10-20; 6 van 20-30; 12 van 30-40- van 40-50;. 7 van 50-60i, 3 van 60-70; 2. van 70-80 en vaii 80-90 jaren. STEK.-.  STFRRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten haarlem. r baro-1 ther-- hygro- streek j luchtsNOV. ) me_ mome- me- der gesteldl800. ) TER. TER. ter. wind^I heid. Cnn. O 39 9° n.w. 1 'sm'org. harde regen met ) .* AO c8 w. b. n. I wiiid ; verder bewolkt; 5 \'19' 4 -t w 's avonds wat buijig. ' 29' 7 _41ï_ _—1 — C2V8T 39 78 z-w. | 6 1 20 7i 4°" 79 Z. Z. O. : bewolkt; snam. regen. I 29' 6i 73* ZJ±±\ rJX-^ I 44 97 Z. Z. w. omtrent betrokken; - ) y" « co 8u Z. w. 'snamidd. regen; tap' 4* Jk__S- 2!^^!^ C29T2T 5° 85 zn komen, de volgende n>euw uitgekomen Brekeni «*- iv Wyn (H. va>i) Hiitor. enLetierk. Avondftonden, m. pl.gr. 8». ƒ 3 - |» - ° - Het GraT van Jaques Moiai gr. 8°. . • " . 0 . 0 rp Kist (£.) Zedcleer, Üt DL tt. 8». • • * 1 Botc (P. du ) Diie Oordeelen pods, gr. 80> _ • 0 Si) Nededfnd en in het bizonder het Prot. Chrustend. oPSew._ ^ ^ 0-0 t is^ddReize door'de fervyar 's llerto^nhosch' gr. 8°. - 2 - 4 - • KCMimrr (1 ) l'z. aan 7- Kramer ovei de praidest. PT.b .- 0-4 ° SÏÏS^et gef g der.Roomfehen &c. gr. 8°. .--.o* 6-0 :'n Het Hnweryk naai; de Mode. Bly.pl, 8. • • . 0 . I2 . 0 nURaane Andramaché, door Barbaz, 8 • • • harhaz Makin of Ontdekking van Madera, Tooneellp. 8 .  a°. 1800. no. 36o NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 21 NOVEMBER. B E R I G T E N. RUSLAND. Petersburg. De Keizer heeft, by eneUkafe, order gegeven tot het oprichten van ene Univerfiteit te Dorpat, en daar toe zo vele landgoederen gefchon-1 ken, als een jaarlyksch inkomen van 30 duizend Roebles opleveren: zullende de overige kosten door den Adel betaald worden. De jaarwedde van enen Gewonen Hoogleeraar is bepaald op 1500, die van enen Buitengewonen op 800, Roebels. 'Er zullen drie Curators benoemd worden, een uit den Lyflandfchen, een uit den Esthlandfchen, en de 3de uit den Cotirlandfchen Adel: een Vice-Curator, zal hen, by afwezigheid, vervangen, en een penfioen van 2000 Roebels genieten. De Univerfiteit zal , gelyk die van Duitschland, alle graden kunnen verlenen. De Profesforen en Studenten zullen een Uniform dragen. Eerlang hoopt men, de Hoogleeraaren te zullen kunnen benoemen. De Godgeleerde Faculteit zal 'er vier, de Rechtsgeleerde even zo veel, de Geneeskun- 1 dige zes, en de Wysgerige acht hebben, zonder de ' Ledtors en Repetitors te rekenen. 1 De nieuw benoemde Voorzitter by de Akademie der c Konden, alhier, is de Graaf van Sirogonow, een zeer t XIV. Deel. verdienftelyk en algemeen geagt man, die tevens Direkteur is der Keizerlyke Boekeryen, als mede aan het hoofd ftaat van de Directie en Expeditie ter ontdekking van Marmer - groeven en nafporing van gekoleurde Stenen in het Governeraent van Perm. Dc Graaf van Musfin Puschkin, heeft ene nieuwe manier uitgevonden om de Platina te fmelten, die ongelyk beter is dan alle voorgaande methoden. Hv heeft daaromtrent verfcheidene voldoende proeven gedaan, in tegenwoordigheid ener Commisfie uit de Petersburgfche Akadenie: en hy biedt aan, om zyn geheim te ontdekken, voor 150 ponden van dit Metaal. FRANSCIIE REPUBLIEK. Parys. By een befluit van 4 Nov. hebben de Confuls goedgekeurd een ingeleverd ontwerp van het Nationaal Inftituut, om, in plaats van de ingevoerde, by het gemeen onverftaanbare, half Griekfche, kunstbelamingen van Maten en Gewigten , als Miriameters, Heclolitres, Kilogrammes enz., de oude meer gewone, :n daar mede nagenoeg overeenkomende, benamingen /an Mylen , Ponden, Mudden, Pinten, Oneen, Voeen, Duimen enz., weder in train te brengen, mits lat de algemene grondeenheid van Maten en Gewig;n haren onvertaaiden kunstnaam van Métre behouX de:  ( i6i ) de- moetende voorts het decimaal (ticnlechg) ftelzel, 't geen nog in weinige Departementen in gebruik fchynt genomen te zyn, met den i(ten dag van het lode Republikeinfche jaar, (23 Sept. 1801.) door de gehele Republiek ingevoerd zyn. De koffer, met Papieren, die onlangs den Burger Lacepedc op weg ontroofd was, is dezer dagen weder by hem t'huis gezonden, zonder dat 'er enige van dezelven zyn vermist geworden. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Haarlem. Bekend is het, dat, onder dejyke verzameling van opgedolven ovciblyffels van ^eelchepzelen uit de St. Pietersberg, te Maastricht, va leyIen Mufeum, alhier, zig ook bevindt een allervoortreffelvkst ftuk , zynde een groot gedeelte van deiKop van een Dier, waar van men vele losfe beenderen en kaken in dcnzelfden berg gevonden heelt. Dc grote Camper beweerde, in xynen tyd, uit de ver oelvkmo- van deze kaakbeenderen met die der Croco dillen en pijces Ceiacei of Phyfeteres (Blaasvisfen) ge lyk dc Bruinvis, de Dolphyn enz. dat dezelve to «Vn Visch van dat geOacht behoord heeft, en ffagt te zulks opzettelyk aantetonen in ene Verhandeling door hem gezonden aan de Koninglyke Maatfchapp; te Londen , in welker Werken dezelve ook ge Plaatst is (zie P/Mof. Transaiï. for the y«*r M. Vo LXXVI. Part. II. pag. 443-) gelyk ook federt D. van Marum dit gevoelen van _ zynen Leerraeestc roder gepoogd heeft te ftaven, in zyne befchiyvm "an deze Beenderen, te vinden in het 8fte Stuk ai Verhandelingen van Teyler's Twede Genootjchap, va her>e MaVsmchtfche Heelmeester Hofman, vermoet de wel dat deze beenderen van een Crocodillen kc waren; 'doch diens'gevoelen vondt geen verdedigers, t< dat de Franfche Natuurkenner Faujas, toen deze als Commisfaris van zyn Governement, in den iai T7o6, herwaarts reisde, en., na denMaastnchtfcii bei bezogd en den voorraad van daar uit opgedolvei beenderen, te Maastricht voorhanden, naar het IN: tionaal Mufeum te Parys, verzonden te hebben, oc den voornoemden kop, in Teyler s Mufeum alhier, b yigtigde: cn, ter dier gelegenheid, het gevoelen v; Hofman, dat ook het zyne was, by den Hr. v* Marum aanneemlyk tragtte te maken j Ichoon echt zyne gegevene redenen den laatften geenzins voldoende voorkwamen. Faujas naderhand, in zyne uitgegevene Natuurlyke-Historie van den St. Pieter's Berg, meer openlyk met deze zyne bewering voor den dag gekomen zynde, gaf zulks aanleiding aan den oudften Zoon van wylen den Prof. Camper , den Hr. Adriaan. G.lles Camper, den tegenwoordigen bezitter van zyn Vader's ryk Kabinet van Beenderen en Fosfilia,, om de Maastrichtfche beenderen nader te onderzoeken, en wel, in den beginne, met geen ander oogmerk, dan om het gevoelen van dezen zynen Vader, hieromtrent, tegen deszelfs beftryder, te verdedigen, en met nieuwe bewyzen te ftaven. Ondertusfchen had dit zyn onderzoek , geheel tegen z\ ne verwachting, ten gevolge, dat hy weldra van zyns Vaders dwaling overtuigd wierd; blykende het hem ten klaarden, uit herhaalde en naauwkewige vergelykingen, zo van de kaken als wervelbeenderen en andere overblyfzels v. n. het Dier, waar toe de meermalen genoemde kop behoord heeft, en die zich ook onder zyne verzameling bevinden, met die van den Crocodil en andere loorten van Hagedisfen, dat de eertlen met "er daad, die van een dier der laatfte klasje zyn, en wel, hoogst' waarfchynlyk, als onder meer 'andere overblyizels van . Zeefchepzelen , in de' St. Pieters Berg gevonden en - opgedolven zynde, van eneu Zee-Crocodil De Deer - Camper heeft deze zyne nadere ontdekking, in enen , uitvoerigen brief, aan Dr. van Marum, onlangs me-. r deoedeeld, die daar van, laatst}. Vryuag , 111 ene Les - bv Teyler s Stichting (weike door den Redacteur van ' dit blad is bygewoond) verflag deed; verklarende te'. vens, door de bygebrachte bewyzen van den Heer r Camper, nu ook overtuigd te zyn gewórden» dat de y opoedolvene beenderen van de St. Pieters Be-g tot r he" p-eflacht der Crocodillen en Hagcdisi'en behoren.. 11 De gemelde brief van den Heer Camper, zal eer- laiw, gelyk wy toen vernamen, door de Bataaiiche [- Maatfchappy der Wetenfchappen, alhier, in een 2de p Saik van hare nieuwe Verhandelingen, openlyk geit meen gemaakt worden. •> g MENGELINGEN ie h betrekkelyk de f. NOORDSCHE STATEN. N Men vindt in Zweden ene menigte Akademien e» er Geleerde Gezelfchappen, waar van zommigen, als de  ( 1*3 ) Akademie der Wetenfchappen, de Akademie der ichotie Wetenfchappen , de Koninglyke Zvveedfche Akademie, die Gustavus de Derde, volgens de inrichting der Academie Franpife, ftichtte, de Beeldhouwen Schilder-Akademie, en enige anderen niet onvermaard zyn. De Akademie der Schilder- en Beeldhouwkunst heeft een aanzienlyk getal Profesforen, en gewoorlyk omtrent 400 Leerlingen ; zy deelt jaarlyks drie grote en drie kleine pryzen uit, en laat hare uitmuntendlle Kwekelingen naar Parys en Italië gaan, om zich in de kunst te volmaken. 'Er waren tyden, wanneer zich de Zweden byzonder op de Oudheden en de Godgeleerdheid bevlytigden: wetenfchappen, tot welke zy nog hunne onderfcheidende neiging hebben: ondertuslchen verzuimen zy tegenwoordig ook de Natuurlyke Historie, de Mathematifche, Mechanifche, Politifche en Philofophifche Wetenfchappen niet, en tonen veel fmaak in de fraaie Letteren. Ook heeft dat land vele openbare en byzondere Boekeryen; de Upfalfche alleen bezit 2,200 handfehriften, en is byzonder in de zeventiende Eeuw, door de zegepraal der Zweden in Duitschland en Polen, verrykt geworden. Wanneer men tegenwoordig minder boeken koopt, dan anders, moet men dit voornaamlyk aan de hoge Wisf'elkoers toefchryven : en daar het in dit land geheel aan gewone postwagens ontbreekt, kunnen 'er in den gehelen langen Winter gene boeken worden ingevoerd. Behalven dnt kunnen 'er velen, uit hoofde van de Cenfuur, niet ingebragt worden. In het jaar 1794 werdt het zelfs verboden, zo wel de Franfche, als de Amerikafche Conftittitie, te drukken : en nog zyn aan de vryheid der drukpers tamelyk naauwe grenspalen voorgefchieven. De troepen zyn gedeeltelyk nationale ; gedeeltelyk geworvene; deze doen aanhoudend dienst; gene flegts by buitengewone gelegenheden. In het jaar 1790 telde men 6,900 Ruiters, 2,750 Dragonders , 500 Htifaren en ligte Cavalleristen; de Cavalleristen zyn alle inboorlingen des lands ; in het zelfde jaar waren 'er 34,961 Nationale en 12,290 Geworvenen, waar van 3230 Artilleristen ; en men kan dienvolgens de gehele Armee op 48,000 Man fchatten. De Officiersplaatfen werden niet meer verkogt. Gustavus de III. heeft 'er zich zeer aan gelegen laten leggen, om de Marine weder in ftaat te brengen, en de Vloot te vergroten. Deze beftaat gedeeltelyk uit grote Schepen, gedeeltelyk uit kleine platte Vaartuigen., Gedurende den laatften oorlog hadt Zweden 30 Liniefchepcn , en een gecvenredigd getal kleine Vaartuigen: doch het jaar 1792 was de Vloot zo na- ; dehg, dat men wel mag ondeifteikn, dat zy, tegenwoordig, onaangezien de nieuw aangebouwde Schepen, ten rninften ten aanzien van de Liniefchepen, nog maar weinig meer dan de helft van dat getal bedraagt. De platbodemde Vaartuigen zyn dat land byzonder nuttig, zo ter verdediging der kusten, als om troepen en provifie naar Finland te brengen, wanneer daar het toneel des oorlogs is. De federt laatstleden July, te Kopenhagen, (in den fmaak zo als te Hamburg cn Kiel) ingerichte Directie van het Armenwezen, heeft kortiings bekend gemaakt, dat zy reeds omtrent 200 Bedelaars heeft laten opbrengen, waar onder 'er verfcheidenen waren , die hun inkomen hadden, en byzonder een, by wien men 107 Thalers baar geld, en een goede Obligatie van 300 Thalers vondt. Zy toonde aan, dat de van hun weeklyks uitgedeelde Aalmoesfen, reeds de fbm van 12,000 Thalers jaarlyks uitmaken; behalven de vroeger uitgedeelde Aalmoefen, die, daar by gerekend, de fom tot 60,000 Thalers brengen, zonder de weldaden van zekere Hospitalen, en de leveringen in naturel meê te rekenen; zy maken verder het publiek, voorlopig, bekend met de inrichting hunner Scholen, en andere ontwerpen, zo dat men zich daar, even als in de bovengenoemde Steden, het meeste nut van deze inrichting beloven mag. Hufeland heeft in zyn Kunst om Lang te Leven geringfte tterfte van i van de 60 gefield , en daal' by gevoegd, dat die flechts hier en daar bp het land plaats heeft. Maar de refiderende Kapellaan Hogerüch, te Wardalen , in bet Noorvveegsch Stift Dronthem, (onder de 630 breedte en ioi° Westlyke lengte van de Meridiaan over Kopenhagen) heeft onlangs 'bekend gemaakt, dat de fterfte in het jaar 1799, in zyne Gemeente, die uit 3,360 zielen beftaat, flechts 1* van de 74 was, en dat men vast kon ftellen, dat zy in de laatfte tien, waarlyk voor Noorwegen byzonder vruchbare en gelukkige, jaren, even eens geweest is, twee jaren uitgezonderd, toen zy, uit hoofde van ene ingevallen Epidemie, was 1 van de 61. Hogerück merkt aan, dat men waarfchynlyk meer oorden in Noorwegen vindt, waar een diergelyke evenredigheid plaats vindt. De Kapitein Bouck, in Zweden, heeft kortiings aan de Akademie der Wetenfchappen, te Stokholm, geneld, dat hy ene Machine heeft uitgevonden, waar ioor men een affchrift van het gefchrevene. te gelyk net het fchrift bekomt, en wel in denzelfden tyd, dien men gebruikt om het fchrift op te ftellen. Het ïeeft, volgens zyne opgave, de navolgende hoedanigX 2 he-  heden. Men fchryft het ooripronglyke, op welk tormaat, en op welk papier men wil; het affchrift kan op een geheel ander formaat, dan het oorfpronglyke, gefchreven worden, en wel op % of 4 bladzyden ftaan, wanneer tevens het oorfpronglyke maar een zyde beftaat; men kan in het oorfpronglyke geheel vreemde woorden of delen invoegen, die in het ander deel niet gevonden worden. De Machine is zo eenvoudig, dat een ieder haar ligt gebruiken kan; zy beflaat weinigmeer plaats, dan het formaat waar in men fchryft; zy legt alleen een paar duimen hoog op de tafel, wanneer men niet, het geen gefchikter is, haar een byzonder voetftel geeft. De Akademie heeft deze Machine hare aandacht waardig geoordeeld, en daar mede ene proef in hare tegenwoordigheid laten verrichten ; 'er werdt een ftuk gedicteerd, dat de Akademie liet affchryven; gelyktydig bragt Kapitein Bouck zyne beide Exemplaren agter het gordyn in gereedheid, die hy byna zo fpoedig voor den dag bragt, als de, van de Akademie benoemde, Schryver het zyne. De Akademie wenscht, dat deze Machine, welker zamenftel de Kaptein nog geheim houdt, aan het publiek bekend mag worden, daar zy dezelve voor zeer nuttig houdt; de Uitvinder verlangt een Octrooi op het verkopen zyner Machinen te hebben. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCKE EN ANDERE SCHRIFTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. NlEUWE VERHANDELINGEN VOtl het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte, te Rotterdam. Eerfte Deel. 564 bladz. in gr. 40. Te Amfterdam by Joh. Allart. 1800. De BeHuurders van het Rotterdamsch Wysgerig Genootfchap, begrypende dat de 12 Delen van deszelfs Verhandelingen, die reeds het licht zien, als een volledig werk op zich zei ven kunnen befebouwd worden , beginnen , onder dezen nieuwen tytel, hunnen thans nog voorhanden zynde, en noginteoogÜen, voorraad,als een nieuw werk uittegeven: 't geen voorzeker , uit dit begin te oordelen, niet min belangryk dan het vorige zal zyn; terwyl ook de nieuwe Drukker, dien zy in plaats van den vorigen hebben verkozen, gene kosten gefpaard heeft, om aan de uitvoering zo wel pragt als netheid By te zetten. Dit Eerfte Deel, voor verre het grootfte gedeelte tut de pen gevloeid van den doorkundigen en verdienftelyken Wysgeer en Arts L. Bicker, die, in weerwil van zyne klimmende jaren, en ftille afzondering op het land, nog even yvrig en onvermoeid blyft voor!varen , mat de Wetenfchappen ten dienst te ftaan; bevat den gehelen voorraad des Genootfchaps over de Stoom-Machine, dar belangryk werktuig, waar van deszeifs Stichter en venolgens deszelfs beftuurders, het eerst proefondervindelyk nut en de voordelen, tot het uitpompen van Water en droogmaken van Plasfen en Polders, hier ten lande, hebben aangetoond. Vooraf gaat, van bladz'. 1-132, ene zo uitvoerige als volledige Historie dier Werktuigen , hier ten lande, te weten van de oude eu nieuwe Rotterdamfche en van de Mydrecbtfche, met alle de Stukken daar toe betrekkelyk, door het Genootfchap, of liever op naam van het zelve, grootdeels uit de aantekeningen van den Direkteur J. D. Haichelbos van Liender, opgemaakt door den bovengemelden Heer Bicker. Hier op volgen 1. van bladz. 133-216. drie Antwoorden op de Vraag des Genootfchaps, in den jare 1778 uitgefchreven, over de verbetering der oude Rouerd.imfche Vuur- of Stoom-iVbchine, door John IVright, tVilliam Chapman en Reinze Lieuwe Brouwer, waar van wy wel menen te weten, dat de beiden eerften, al mede door den Hr. Bicker, uit het oorfprongelyk Engelsch yertaald zyn. 2. Van bladz. 217-296. drie Rapporten, zo over de oude als over tie nieuwe Rotterdamfche Stoom-Machine; het eerfte door C. jf. van de Graaf, P. Stêenflra , .f. van der. Wal en J. J. Bias fiere; het twede door D. Klinkenbergen j. J- Blasfiere'; en het derde door J. H. van Swinden en C. Bl. Damen. Wyders 3. Van bladz. 297 tot 538. en dus byna voor de helft van het gehele Boekdeel, een tiental van Natuurkundige •Lezingen over de Stoom - Machines van de oude en nieuwe, vinding, wederom door L. Bicker, van welken; na ene Inleiding over de oorfprongen der Konften en Wetenfchappen, en de dichting van het Bataafsch Genootfchap, nevet.s de oprichting der twee eerstgemclde Stoom - Machines door Steven Hoogendyk; de vyf eerfte Lezingen, door Proefnemingen telkens opgehelderd, handelen over den Stoom van water en deszelfs uitzettingskragt, als het eerfte en voornaamfte werkvermogen der Stoom-Machines, ae zesde over de Drukking van den Dampkring, als het twede werkendvermogen dier werktuigen ; de zevende over de drieërlei foorten van Pompen; de achtfte over de Hefpompen, byzonder die van de Rotterdamfche en Mydrechtfche StoomMachine; de negende over de vinding der Stoom-Machines en de lamenfteliing, werking en het vermogen, der StoomMachines van de oude vinding; en de tiende, over de vinding, famenfteliing, werking en het vermogen, der nieuwe Stoom-Machines, byzonder van de nieuwe Rotterdamfche en Mydrechtfche, als mede over de voordelen, die ons land zou kunnen trekken, byaldien men dezelven, in plaats van Wind-Watermolens, gebruikte, en ook by verfcheidene Trafieken en Fabrieken invoerde. Nog is hier bygevoegd, van bladz. 539-548- 4. Ene L>st der byzonderheden van 9 Stoom-Werktuigen naar de famenfteliing van Newcomen, en van 6 naar die, vao  C 1*5 ) van James W&ft} uit' vergcrvking van welke de meerdere of'mindere voortrefTelykheid oer beide famenftellmgen, tegen elkanderen vergeleken, kan worden opgemaakt; medegedeeld door H. van Liender. En eindelyk word het werk beiloten 5. Met de befchryving van enen Stoom-Meter, en verflag van daar nieè gedane proeven, door L. Bicker en H. IV. liouppe. Deze korte opgave van den inhoud dezes Werks, zal onzen lezeren duidelyk genoeg het belangryke daar van doen zien: kunnende men hier alles vinden, wat het Historifche, Theoreirfche en Praftifche derStsom-Werktuigen betreft. In b\zonderheden te treden, of uitvoerige uittrekzels mede te delen , Iaat het bepaald beftck van dit blad niet toe. Welligt echter teven wy, by ene volgende gepaste gelegenheid, een kort verflag van de oprichting van het Bataafsch Genootfchap, uit het bredere, in de inleiding tot de jo Voorlezingen des Heren Bicker voorkomende. Een ftel van XII. Afbeeldingen, in het koper, achter dit Deel gevoegd, dient zo wel tot verfraaing van het Werk, als tot vereischte opheldering van deszelfs gedeeltelyken inhoud. Inflitutiones Phyfieae in ufum au ditorum digestae a Simone Speïert van der Etk , A. L. M. et P/ii/. Doel. Math. Sub/im. et Phyjic. Prof. Ord. Lugd. Batav. apud Petrum Delfos. 1800. De Schryver zegt, in de Voorrede, zig een tweledig oogmerk in het opftellen en uitgeven van deze Natuur kundige GrondbennCelen vooreefteld te hebben: hy wilde door het zeive zyne toehoorders en lezers ene eenvoudige en gemakkelyke handleiding in de kennis der Natuur, en hun, die 1 hier in gelukkige vorderingen maakten, verdere aanleiding geven, om zich te volmaken; door aanwyzing der beste 1 Schryvers, welke ieder deel der Natuurkunde uitvoerig en i volledig behandeld hebben. Wat aanbelangd het werk zelve, zullen wy ons hier met 1 een kort overzigt en opgave van deszelfs inhoud moeten te 1 vreden houden; werken van dezen aart, weet een ieder, die \ dezelve beoordelen kan, zyn niet gefchikt om als fragmen- 2 ten behandeld, te worden, ook kan men niet dan zeer moei- e Jyk uit enig deel van het zelve ene fchets van het geheel £ geven: de orde en manier van behandeling is boven dien dat geen, waar op men in een handboek ener wysgerige v wetenfehap bovenal heeft acht te geven, en van welke des- ü zelfs waarde grotendeels afhangd: wy zullen door het vol- v gend uittrekfel den lezer, zo veel mogelyk, in ftaat ftellen, a hier over enig oordeel te vellen. (j De Inleiding behelsd enige aanmerkingen over de Natuur- z lyke Wysgeerte en deszelfs onderwerp, de Natuur in het h algemeen. ^ In de twee eerfte hoofdrukken behandeld de Schryver de e algemene eigenfehappen der lighamen en hunne rangfehik- f o king in foorten. Het derde hoofdftuk tot het negende, bevat de algemeneliii eigeiifehjjppen en wetten van beweging. En wel in dier voege, dat in het derde en vierde Over de beweging, dcnzelyer wetten en veranderingen, in het algemeen" gefpjolc'ei), in het yvfde de wetten der zamengeftelde en in her zesde die der middelpunts beweging opgegeven worden: in de twee volgende booiuilukken worden de vetten der zwaarte en die van het middelpunt der zwaarte overwogen, en op onderfcheidene verfchynfelen toegepast. Het negende hoofdftuk aandeld over de byzondere bewegingen uit de zwaarte ont ftaan, als de fe.hommelende en die der voortgeworpeDg lighamen, welke laatfte toegepast word op de busichieterV en de rigting van het gefchut. Het tiende hoofddeel behelsd de Werktuigkunde. De Schryver geeft zeven eenvoudige werktuigen op, welke, zyns oordeels, tot drie kunnen gebragt worden: de hefboom namentlyk, het hejlendvlak, en de werking van gewigten, naar derzelver verfchillende rigtingen {macluna funicularia). Allereerst behandeld de Sehnver den hefboom, het fteunpunt, en het evenvu'gt der magten in dezelve; past dat toe op verfchillende werktuigen en enige bewegingen des menfchelyken'Jighaams: wyders op de theorie der unzers, en waagfchalen , en derzelver beproeving: hier op volgt de theorie der katrollen , zo enkelde als zamengeftelde, die van de onderfcheidene wind-asfen en derzelver gebruik , het hellend vlak en de daar mede verbondene theorie der wiggen; wyders de fchroeven, hun gebruik jm te persfen, of lighamen in de hoogte te heffen, en ia, nicrometrifche afdelingen. Eindelyk behandeld de Schryver de theorie van het evenyigt der gewigten, welke, aan touwen hangende in ondercheidene ngtmgen, een verlchiilend vermogen uitoeffenen :n de toepasling dezer algemene befchomving. Na de uitvoerige behandeling der eenvoudige werktuigen,. ;aat de Schryver tot die der zamengeftelde over: hyfpreekc :erst over cle zodanige, welke uit de vrye zameuftelling der tefbomen, dan over die, welke gezamentlyk werken : hier iy komt ene befchouwing der raderen, eu hun gebruik onv isten opteligteu, cn in het werktuigelyk zamenfte! des u«rrerks: wyders toont de Schr) ver het gebruik aan van deamenftelling der andere eenvoudige werktuigen, en bandeid, mdelyk van de wryving cn andere hinderr.isfen der bewe-' mg.. Het elfde- en twaalfde hoofddeel gaan over de kragt en) /erking des waters. Onder den algemenen naam van Hyrodynamica (PVaterkragtkunde) bevat de Schryver zo) el de Hydrostatica rfVaterweegkunde') , als de Hyraulica {'fVaterloopkundé) daar in de eerfte de kragt der ïlftaanden, en in de laatfte die des lopenden waters onderst word. Het elfde hoofdftuk, de Hydrostatica, be;lst de eigenfehappen der vloeiftoffen, in het byzonder die: ;s waters in rust befchouwd zynde, derzelver drukking en. 'enwigt, in het byzonder dat der onveerkragtige vloeiftoffen ,, > de wanden en bodem der vaten, en op de lighamen on:r het water, of op het zelve dryvende; derzelver toepasig op vaartuigen en andere dryvende lighamen: wyders, X 2 fpreekt  ( ifa68 dito dito losb. van 1802-7. 84 a 77- Rusland 5 prCt. . 84 a 84$ Engeland. Annuïteiten 3 ' Zweden 5 prCt. . 97 a 97* piCt. . . 63 a Ca. riito 4§ prCt. . 95 a 96 Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 prCt. . 93§a94 renten . . 325 a-,3 Denemarken, To)!. 4 prCt. 96^398 Iito Leen en Wisfelb. 4 piCt. 95 agó Wisfelcours. dito Kroon 4 Pi'Ct. . 93*394 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 5o|atfi —Londen. . . /io:nt Mtö 4i ptCt- . 54 a 55 — Rirys. . . BanCO 6l BlNNENLANDSCHE. Bataaffche RcpuhlUJi. Voormalig Holland. \- , . , . , Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven h 3 z\ prCt. . . 37341 I,lCt: , ' • 43 a43§ Dito vrywiilig a 5 piCt,' 61 aöti' Dito tut de heffing van 98 o av uwoij. a 3f prCt. _ 56ia 5Ó4 Voormalig Zeelamt. Rccepislcn tut de heffing Obligatien a si prCt. 38 a ) ME- MOME- ME- DER GESTEI.Dl800. » • TEa- TER. TER. WJND. HEID. f29.7, 44 65 z.w. bewo)bt >swouU 12 {29. 7* 50 00 — bu,j,g. fig. 8 44 68 — C29. 9* 43 7° z- w- 1 13 / jo. o 49 68 w.z. w.i bewolkt. } 30. 1 _ 432 ' 78 — I _____ C30. Oi 391 9° z- , omtrent betrokken; 14 \ 30- o 472 85 z.w. 'snamidd. regenagtig. £29. 9! 46è 98 z. t"20. 71 47 9* z. z. 0. voormidd. betrokken; 15 <} 20. 5Ï 48I 86 'snamidd. regen; ) 09. 4* 43 93 z. 'savonds bewolkt. f"29- 5 44 97 Z- 'smorg. betrokken; IÓ < 29. 4} 462 ico veder regen; ) 29. 5 44 94 w- 'savonds buijig. C29. 4 44 98 w.b.n. bewolkt,- tusfchen 17 < 29. 4I 48 82 n.w. beide wat regen; ) 29. 4} 40 ioo 'savonds mistig. C29. 5 41 ioo n.n.o. _ ï8 l 2Q. 8? 48* 85 — btw B t. / 30, o i 44* ' 85 t n. BEKENDMAKINGEN. * * Het JOURNAAL van BRIEFWISSELING; in 't well men met het meeste gemak zyne Aantekeningen doen en me een oogopflag vinden kan. Met een Alphabet daar agter. Net ies op Schrvfpapier gedrukt en gebonden, ter grootte val één Boek a 24 ftuiv.; van li Boek a 32 ft.; van 2 Boek a 4c ft en dikker na advenant. Van dit voor alle Standen zi nuttig als gemaklyk CORRESPONDENTIE-BOEK is than weder een nieuwen voorraad gereed by A. Blusje A.001 te Dordrecht; Bohn en Loosjes te Haarlem; de Brt/yn. Schoneveld, Marlojf, Brave, van Vliet, Lardé en Brie, te Amfterdam enz. *** By W. van VLIET, te Amfterdam, is thands van d> Pers gekoomen, en alöm verzonden: BRIEVEN voor KIN DEREN van onderfcheiden Jaaren. Waar by gevoegd is NI KOLAAS of de WAGENMAKER ; eene leerzaame Gefchie denis. Zynde dit bevallig Werkjen , in een proper formaa en keurig gedrukt, a 12 ft. te bekoomen. V De Boekverkooper A. LOOSJES Pz., te Haarlem, voorneemens zynde, binnen kort uittegeeven : Eene VERZAMELING van Geloofwaardige BERICHTEN der voornaamfte omftandigheden van den hevigen STORM van den aden November laatstleeden en der belangrykfte verwoestingen door denzeiven binnen deeze Republiek en elders aangericht. En gaarne dit Gedenkfchrift zo volledig mogelyk willende doen zyn, nodigt by dezen ieder uit, welke in ftaat is, om hem naauwkeurige en echte Berichten van eenige bizondere omftandigheden of belangryke verwoestingen, van dien dag mede te deelen , om dezelve aan hem , uiterlyk binnen 14 dagen te doen toekomen, zullende van die welke bizonderheden van belang behelzen, en geuoegzaame blyken van echtheid draagen, een gepast gebruik gemaakt worden. NB. Bizonder wenscht hy ook naauwkeurige Weerkundige Waarneemingen te ontvangen. V A. LOOSJES Pz., Boekverkooper te Haarlem, geeft Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. V De Boekverkooper A. LOOSJES Pz., te Haarlem, voorneemens zynde, binnen kort uitregeeven : Eene VERZAMELING van Geloofwaardige BERICHTEN der voornaamfte omftandigheden van den hevigen STORM van den oden November laatstleeden en der belangrykfte verwoestingen door denzeiven binnen deeze Republiek en elders aangericht. En gaarne dit Gedenkfchrift zo volledig mogelyk willende doen zyn, nodigt by dezen ieder uit, welke in ftaat is, om hem naauwkeurige en echte Berichten van eenige bizondere omftandigheden of belangryke verwoestingen, van dien dag mede te deelen, om dezelve aan hem, uiterlyk binnen 14 dagen te doen toekomen, zullende van die welke bizonderheden van belang behelzen, en geuoegzaame blyken van echtheid draagen, een gepast gebruik gemaakt worden. NB. Bizonder wenscht hy ook naauwkeurige Weerkundige Waarneemingen te ontvangen. V A. LOOSJES Pz., Boekverkooper te Haarlem, geeft heden uit en heeft alom verzonden: Het Leeven van EPAMINONDAS door A. G. MEISZNER, ifte Stuk ƒ: - 15 - : gr. pap. f 1 - 4 -: „ Van de BIANKA CAPELLO en SPAR- TACUS, van denzelfden Schryver, zyn nog eenige Exem„ plaaren by den bovengem. te bekomen." *»« In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. Nederduitfche. Zuydmuller (G.) Over de Witte Vloed &c. gr. 8°. ' ƒ o - 8 - o Vaume, Salmadc, Aubert en Thornton Aanm. over de Inenting niet de Koepokftof, gr. &*. . . - o - 6 - o Oreeven (Jan) Redeheerend Vertoog »w a n«rhtapl»oj*. so. , 8 - ra blieven voor «indelen van onderieheiden' Jaaren, Ï2.a.i - O - ia - o Brieven voor min en meer gevorderde Jongelieden, 2eSt.8 . - o - 0-0 Mutchclle CS.) Gefprekken van een Landman over de Grond- waarh. v. d. Godsd. 8°. . • . - I - 2 - o Adams (Johl) Verzameling van uitgez. N. Reizen, 2 Delen gr. 8°. • • • - 5 - 10 - o Stephanopoiïs Reize in Griekenland, ifte D. gr. 8°. .3-12-0 : Deken QA.) Aan den Schr., der Aanm. in de N. Vad. Bibl. over: myne Offerande aan het Vaderland, gr. 8°. -0-12-0 Spiess (AT. H.) Reizen door de Holen des Ongeluks en ver- blyven der Elende, gr. 8°. . . - 1 - 16 - o Achelis QH. N.) Het oogmerk van 't Euangelium, gr. 8°. -0-4-0 ' Memorie behelzende de Gronden van het Kerkgen. der Herv. ' &c. gr. 8°. • • • - o - 5 - 8 > Latynfche. ' Swediaur (Fl) Materia Medica, 120. Parifiis. > .2-4-0 ! Franfche. Boufflers Discours fur la Vertu par (S.) gr. 8°. . -0-12-0 Lezay-Marnéfia (LesPayftges, ou EsTays fur la Nature Champêtrc, Poëme par) gr. 8°. • • . - 1 - 4 • ° r papier tin. - 1 - 10 - o - Les Nuits Elyfeennes par J. A. G. gr. 8°. .. - 1 - 16 - o - L'Homme des Champs ou Les Georgiques Francones par J. . Delille, 12°. . • • • 1 - 0-0 t Engelfche. Sentimental Journey by Torrick. Ed. Stertót, 120. . - o - 10 - o  a°. i8co. n°. 3di. NIEUWE ALGEME NE KONST- en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 28 NOVEMBER. BERIGTEN. A BATAAFSCHE REPUBLIEK. P Hk aarlem. De Ledeft van Teyler's Godgeleerd °A Genooifchap hebben, in hunne jongfte Zitting, goedgevonden, het volgend Prysvoorftel te doen. ^ „ Het Genootfchap vraagt: z^ ,, Een uitgewerkt en met de beste Bewyzen ge- k< „ ftaafd Betoog der Onbegaanbaarheid van eenen Na- cl ,, tionalen Godsdienst, (wanneer men hier door niet b< „ anders verftaat dan eene Openbaare Godsdienst- bt „ oefening, ingerigt naar eenig byzonder Zamenftel „ van Godgeleerdheid, en, als ware het die van alle . ,, Leden der Maatfchappye, aangemerkt, by uitflui- nj „ ting door het Openbaar Gezag befchermd , en, P1 „ daar 't nood is, ten koste van de geheele Maat- dc „ fchappy onderhouden,) met eene behoorlyke In- ^e „ rigting van alle zulke Burgerlyke Maatfchappyen, da „ welke uit Leden van verfchillende Denkwyzen in „ het Godsdienftige beftaan, en byzonder met die Le „ van zodanigen, welken op Gelykheid van Regten, be „ als een openlyk en uitdruklyk erkenden hoofdgrond- br; „ flag, gevestigd zyn." ' De Prys, aan de beste Verhandeling over dit on- ,', derwerp toegelegd, is ene Gouden Medailje, ter „ waarde van Vierhonderd Hollandfche Guldens buiten da; den Stempel. _al XIV. Deel. Die na dezen Prys willen dingen, moeten hunne ntwoorden zenden aan het Fundatiehuis van wylen .eter Teyler van der Hulst , op het Sleepers'ofd te Haarlem, voor den eerften December 1801, n beoordeeld te kunnen worden voor den achtften pril 1802. De Antwoorden moeten in goed leesbaar Nederihsch , Latyn, Fransch, of Engelsch, gefchreeven •n; verzegeld met een Gachet, en alleen onderte:nd met een Spreuk; waar by een insgelyks gecaleteerd Briefje, dezelfde Spreuk ten opfchrift heb•nde, en van binnen des Schryvers Naam en Adres vattende. Haarlem. Wy zyn verzogt het volgend nader belt nopens de Zendelingen naar de Zuid-Zee, ene mts in ons blad interuimen : waar aan wy te gerer voldoen, vermits het enige opheldering geeft aan 1 vorig, min naauwkeurig , en het aanleidelyke ar van. „Daar de Schryvers van de N. Algemene Kofist- en tterbode, in hun geacht weekblad van 19 Sep.em• 1800, eén bericht geplaatst hebben, uit Grootttannien, „ dat alle de Zendelingen ter uitbreidingvan het Christendom, op Otaheite en andere Zuid-. ?ee-Eilanden, van daar, onverrichter zake, weder thuis gekomen waren," worden dezelve verzocht, romtrent nader aan het publek mede te deelen: , door het Genootfchap ter uitbreiding van het Y Evan-  ( 17° ) Evangelie, in Engeland, in het Londensch Evangeli-\ cal Magazine, van September i8óo, pag. 305, het volgende geplaatst is : ■, 1 In eenige van onze Nieuwspapieren (*) is verfpreid, dat de Zending op Otaheite geheel mislukt is, en " dat alle Zendelingen waren terug gekomen, maar wy kunnen de vrienden van het Genootfchap verzekeren, dat 'er geen grond hoe genaamd is voor dit verhaal, daar 'er geene tydingen zyn aangeko„men, dan. die -wy reeds geplaatst hebben. Er zvn nog zeven Mannen en twee Vrouwen op dat ,', Eiland, (van welken vry gunftige berichten van „ hunnen yver en wcllland zyn aangekomen , van 13 „ Tanuary 1800,) en eenige andereu zyn op de rei„ ze, om zich by dezelven te voegen. 'Er is echter, in het ftukjp van bovengenoemd Maandwerk, van de afgelopen maand October, een nadeelig bericht geplaatst, toen ge-arnveerd, wegens het Eiland Tongataboo, één der Vriendje Eilanden, alwaar, gelyk men weet, zich mede eenige Zendelingen hebben nedergezet, doch waar van, by" eenen ontltaanen oorlog, onder de Inboreüngen, in 1799' drie waardige Mannen, in hunne huizen, vermoord zvn, waar door vyf overigen befloot m hebben, van eene gelegenheid , die eenige maanden laater voorkwam , gebruik te maaken , om van daar te vertrekken; welke tcgenfpoed te meer te bekkagen is, daat men reeds met de befchaving der Inborelingen eer zeer goed begin-gemaakt had. Dan, dit ongeluk betrof alleen het Eiland Tongataboo. AFSCHRIFT van enen BRIEF van den heek. II U M B O L D T aan den heer. BAPvON van FORELL, Minister Plenipotentiaris van den Keurvorst van Saxen, aan het Hof van Spanje, Gefchreven uit Caracas den %den February 1800. Mynheer de Baron t Behalven de brieven, welke ik u door middel van de Pizarro, van het Fregat el Boy, en van een klein vaai (*) Uit welke het vorig berigt in ons blad was overgt uoluelu Aant. van den Schryver^ tuig van Cadix, heb zoeken te doen toekomen, tracht ik reeds weder u met dezen brief lastig te vallen. Ik weet hoe'weinig flaat men, in enen tyd, in welken allé de Zeeën met vyandelyke Schepen bedekt zyn, op de briefwisfeling kan maken: ik weet hoe veel belang gy in den goeden uirflag van mynen arbeid Helt, en met hoe veel toegevenheid gy alles, wat van my komt, ontfangt. Aan u, myn waardige Vriend! ben ik de gelukkige omftandigheden, in welke, ik my bevind, verfchuldigt — aan u zal het Publiek het o-cringe nut, 't welk mogelyk uit deze reize naar de Indien voortvloeijen zal, verfchuldigt zyn'. Terwyl ik den groten Oceaan, die de beroerde van d"e ftille waereld afzondert , bevoer terwyl ik my aan de barre oevers der Guara- picke, en. \xl\dden in de oude Bostenen , welke de dalen van Tumeriquiri bedekken , bevond, was uw aandenken my altoos aanwezig. De mensch is tot dankbaarheid geboren, en de Natuurkundige, die de wetten der Natuur beösffent,. heeft, boven anderen, drangredenen om dankbaar te zyn. 'Er zyn naauwiyks 3 weken verlopen, federt 111311 laatfte brief vertrokken is: maar ik vrees zo zeer, dat dezelve misfchien verloren zal raken, dat ik het wagen zal te herhalen 't "-een ik u reeds meermalen gemeld heb. — Zonder Secretaris zynde, heb ik den moed niet, om (gelyk men hier gewoon is) enen en denzelfden brief tot viermalen tee aftefchryven. Verfchoon my derhalven , Mynheer de Baron ! indien onder andere bewoordingen het wezen myner briefwisfeling dikwyls het zelfde is. Hoe' meer wy binnen in de Chaymas Misfien zyn ooorgedrongen, hoe minder berouw wy hebben, dat wy niet regtftreeksch naar de Havana gegaan zui. Hue was het mogelyk, zo digt by de kust van Paria —- by de wonderen van den Oronoco — by die onmetehken bergketen (Cordillere), welke zich vm'Qjato Oostwaarts tot Carou. pano uitftrekt — by die ftaielyke -groeijïng , wellw ons Jacquin in zyne werken befchreven heeft, te zyn — en 'er zich van te' verwyderen met een Racket, die zich maar _ dagen te Cumana ophoudt! Daar ik ene zeer aaninerkeKke fom gereed geld by my had, daar de vriendfehap van den achtingswaardigen Governeur, den Scheeps-Kapitein D. Vicente Emparan, my het grootfte gemak bezorgde, daar ik tevens vreesde door de befmetting ener kwaadaartige koorts, welke na onze komst tusfchen de keerkringen, op ons Schio heerschte, aangedaan te zullen worden; belloot ik op ene 'kust te blyven, alwaar ik van wegens het gezonde Climaat, en afwezenheid van regen, aanftonds konde beginnen te werken ; terwyl ik op het Eiland Cuba dit nog 3 maanden zoude hebben moeten uitftellen. Waarom konde gy, myn waarde Vriend! die, niettegenftaande de hoflucht, zulk een waar belang in de werken der Natuur ftelt, met ons de gevoelens van bewondering cn genot niet delen, waar van wv doordrongen wierden , toen wy voor de eerfte maal " dezen'bezielden grond van Zuid-Amerika betraden? Indien " wy in de Havana of te Caracas gekomen waren, zou~ den wy overal voetfporen van Europeaanfche befchaving heb" bea aangetroffen , maar iu de Golf van Cariaco , aan wek-  C *7< ) welke de wilde Indianen der moeraden (Gauraunos del Arco ) tot op 15 mylen afrtand naderen, kondigt alles nog de bceifchappy der Natuur aan. De Tygers, de Crocodillen , de Apen zelve fchrikken niet voor den Mensch; de kostbaarfle Bomen, de Guajacan's, de Mahngonv's, de Brafilie-, de Campeche-hout-bomen, de Crispa's (Kina) (trekken tot aan de kust toe en maken, door derzelver faamgevlogtenc takken, fomtyds het landen moeilyk. De wateren en de lucht zyn vervult met de zeldzaamfte Vogelen. Van de Bo's af, die een Paard opeten , tot aan de Colibri toe, die op den kelk ener bloem rusten, zegt ons alles hier hoe groot , hoe vermogend en tevens hoe goed, de Natuur is. Na dat wy federt 6 maanden de Corunna verlaten heb ■ben, genieten myn reisgenoot en ik de beste gezondheid. Wy zyn thans reeds genoeg aan het Climaat gewoon, om te zien, dat een Europeaan in deze landen met voorzigtigheid byna even zo veel kan reizen, als in Europa. Wy hebben het geluk gehad, dat wy, na ons vertrek uit Madrid, 1 geen een inftrument gebroken hebben ; zelfs de teèrlte, de < Barometers, de- Hygrometers, de Cyanometers, het inclinatie Lompas, de Scheikundige toeftel ter ontleding der dampkringslucht , zyn beftendig in gebruik geweest, 't zy gedu- i rende onze overvaart (in welke ons de achtingwaardige Rid- < der Ciavijo alle bedenkeiyk gemak bezorgd, heeft) 't zy ter- ' wyl wy met Muilezels in de hoge Cordilleras reisden. Bon- < pland heeft enen onbegrypelyken yver en werkzaamheid ge- 1 toond. —- Meer dan 6000 gedroogde planten (wanneer men 1 er de dubbele byrekent) 600 naauwkeurige befchryvineen 1 van belangryke of nieuwe planten, infeétei/, veel hoorns en \ IChulpen, Barometrifche of Trigonometrische bepalingen van 1 de hoge bergketen, Geologifehe befch ry vingen, een tamelyk ( uitgebreidde Astronomifche arbeid over de lengte en breedte \ der plaatfen, waarnemingen van de immerfien en émerfien c der iatelliten , en van de Zon-Eclips, die den 28ften Ocïo < bcr te zien geweest is, (deszelfs einde is te Cumana in c middelbaren tyd geweest te 2 uren 14' 22") proeven over 1 de magnetifchen inclinatien en declinatien, over de lengte v van den Oinger, over de warmte, de veerkracht, de door- a fchynendheid , de vogtigbeid, de elecirifche lading, de hoe- > veelheid zuurftof van den dampkring, een vyftigtal tekenin- i gen betrekkelyk de ontleding van planten en fehulpdieren L deze zyn de vrugten van onzen arbeid in de Provintie van 1 Cumana geweest. — Ik heb aan den Hr. d'Urquifo ge- 1 fchreven en neem de vryheid u te verzoeken hem op nieuw n te verzekeren, dat ik de goedheid, met welke alle Koning- I lyke Officieren myne letterkundige uitflappen bevorderen 11 niet genoeg kan roemen. ' v Wy (preken reeds zo vlug Spaansch, dat het ons gene P moeite kost, een gefprek van enige uren gaande te houdenik bewonder, m de inwoners dezer afgelegene landftreken' ir die gulle oprechtheid (loyautf) die eenvoudigheid van ka' di rakter, dat mengzel van liefheid en goedwilligheid, welke v altoos de Spaanfche Natie onderfcheiden hebben : indien al z --de kundigheden weinig verfpreid zyn , de onzedelykbeid is d het des te' minder, «f- -Veertig myïen vrr- Je kusr, in dc bergen van Guanan.iiana, hebben'wy woningen rrngetroffen, welker bezitters zelfs v.an het aanzyn y?n i»yn vaderland onkundig waren. Hoe. zal jk u de aandocniyke ga«vryheid., met welke men ons behandeld heeft, affchiideren' Men fcheidt , na een verblyf van 4 dagen , van elkander', als of men zyn , gehele leven te zamen had doorgektagt. Hpe langer ik in de Spaanfche volkplantingen leef, hoe nleer genoegen ik 'er in fchep : wanneer ik eenmaal in Europa zat te rug gekeert zyn , zai ik moeite hebben om mv te ontfpanjaarden. — Wy hebben, niettegenstaande den regentyd, alleraangenaamfte reizen naar de kust vau Paria, naar dc Zendingen der Capueynen by de Chaymas en GuaraunosIndianen gedaan , nimmer heeft enig Natuurkundige in deze nislien geweest. Wy hebben 'er ene taenigte nieuwe plan:en en nieuwe foorten van palmbomen ontdekt. Wy hebben ien top van den Tameriguiri beklommen, en zyn nederdaalt in de Cueva del Guacharo, ene onmetelyke fpeonk , die door duizende nagtvogelen (ene nieuwe foort van Haprimuigus Linn.) bewoond wordt. Niets kan ftatelyker ;yn dan de ingang dezer fpelonk, die door de fchoonfic >lanteu omkranst wordt. 'Er komt ene tavnelyk grote rivier ïit voorr. Het binneufte klinkt van het ddodsch gefehrei Ier vogels. Dit is de Acheron der Chaymas Indianen, vant volgens de Mythologie dezer- volken,'en der Indianen ;an den Oronoco, gaat de ziel der overledenen, naar de Hueva — naar de Guacharo gaan, betekent in hunne aal, fterven. Wy hebben byna 14 dagen in de valey van laripe doorgebragt, zy legt 952 Var as Ca ft. boven het /aterpas der Zee. Dit is ene valev, die door naakte ludiaen en zwarte Apen met rode baarden bewoond wordt De :apncynen 111 het klooster, en de Zendelingen onder deh lf mde Indianen , hebben ons niet goedheid en beleefdheid verladen. Wy hopen, na ons 2 maanden in deze grote >tad , waar in de Europeaanfehe weelde reeds zeer 'fterk oorgedrongen is, te hebben opgehouden, doortedrinaeii in et bmnenfte van het 1-ind, in 'Variaas, en Siërra reada de Merida, vervolgens de rio Apare, en de Orenóco ftezakken tot aan Angostura in Guyana, om door la ^illa del Pao naar Cumana te rug 'te. keren, en 'er de acket van Mey afiewagten, die, indien de Crocodillen van ■azigmare ons niet vooraf verflonden hebben, ons naar de Javana zal brengen. — Een onzer vrienden, Vader Anujar, een Capucyn, zal ons verzeilen; want wy zullen a Apure niets vinden dan Indianen en Misü'onarisfen. )e Spanjaarden mogen niet in de Misfien komen. Wy geleten ene zeer byzondere befcherming van den Bisfchop, in den Vader Guardiaau , van de Osfervauti en 'den refect der Capueynen. Deze brief is reeds veel te lang, om verloren te gaan en het water geworpen te worden 5 maar hoe zoude ik aan :n Baron van Foreu. durven fchryven, zonder een woord in Geognolie te melden! Ik heb fchone bouwfloffen vermield voor myn werk ueher fchichtung und lagerung ;r gebirgsmasfen. Welke regelmatige conftructie, welke ^ 2 aiu-  ( 17* ) analogie van vorming heerscht 'er in alle de Zonen — op io° breette hellen de oorfprongelyke lagen der bergen (gelyk van den St. Gothard, in Silefien, en in de Pyreneen)! naar het Noordwesten. Zuid-Amèrika is een Schier-Eiland , j dat onmételyk boven het waterpas der Zee verheven is. — j Los Planos, vlaktens die zich van Varinas tot aan Buenos-Ayres uitllrekken , en op de welke de hemel den Ho- I rizon uitmaakt, hebben tot 800 of 900 Var as Caft. hoogte. Ik geloof, dat zv zich op de Zuiderbreette van 150 tot 1400 Varas verheffen, en dat zy trapsgewyze boven elkander verhevene piatte bergen vormen, gelyk de vlakte van Thibet, en 't geen men in Afrika woestynen noemt.- De hoge Cordillera (.een tak van die vair Popayan en Quito) nadert meer tot de kust, dan zy zich naar het Westen uitftrekt. Zy beftaat uit gebladerde Granit, die hier, gelyk in Zwitferland, gemengt - is met groenen Spckficen, ffietaglrmmeragtige fchiefer, met ene oneindige menigte Granaten,, met magnetisch yzer (te Caracas) en oorfpronglyke leiftben. Ik heb fporen van Sy'nit en van de oorfpronglyke vorming van Grünftein gevonden, gelyk ook een innig mengzcl van veldfpath en hoornfteen in glimmeragtigcn fchieferfteen, die de overgang van Talkfchiefer tot Tbbnfchiafer maakt: indeze oorfpronglyke rotzen vindt men, gelyk in Europa, ondergefchikte lagen van byna oorfprongh ken digten kalkfteen, mi ir met aderen van -k-alkfpatb , die denzclve altoos kenJchetfen; lagen quarts, met een weinig Cyanit te Maniquares, en ene koperertz - vorming te Chacao-Aroa. De oorfpronglyke bergketen, die teMiftöa en ia SancaMartha nog 'met fneeuw bedekt is , en in de Provintie van Carcacas nog 3C00 Vares hoogte heeft, daalt onbegrypcjyk fchiclyk, naar mate zy zich meer naar bet Oosten onttrekt. De bergen, die uit glimmcragtigen fchiefer beftaan , hebben in de Provintie van Cumana maar 600 of 700 I ares hoogte. Zy volgen de' landengte , welke de golf van Cariaco van den Oceaan affcheidt , en eindigen by de monden der Dragon, aan het Eiland Triniteit. By dePunta Ara ja is de oorfpronglyke bergketen gene twee mylen meer breed, en men kent 'er genen arm der Colosfale bergen van Quito meer aan. Wanneer men het bmnenfte-van den golf van Mexico en van dat gedeelte der Margueriten, 't welk men Macanao noemt, onderzoekt, voelt men zich geneden om te geloven, dat van Cabo Co der a al de oorfpronglyke bergketen eéïtyds meer Noord - Oostwaards ging, en dat by de grote Cataftrophe, waar door de Golf ontftond, het tegenovergelegene gedeelte der bergketen te Cumana, verftoord geworden is. Het is ten minden zeker, dat tegenwoordig de fecendaire bergketen m de Provintien van Nieuw Barcelona en. Nieuw Andaluzien, 3 of 4 maal meer boven het waterpas der Zee verheven is, dan de oorfpronglyke keten. De hoogde toppen dezer twede bergketen zvn, volgens1 myne afmetingen, de Brigantin, de Guach'ara, de Cocollar en vooral de Tumiriguiri, van' welken de Cucurucho, die uit zandftcen en met eorfpror.aivken kalkfteen bedaat, 2244 Vares hoog is. De gehele bei'gketea behoudt lang ene hoogte van 1200--150C Vares', zy daalt zeer fch'ckk naar het Noorden (den Oceaan) maar langzaam en allengskens naar het Zuiden, naar de Planos van Maturin, Tereczen, die, gelyk alle de vlakten van Amerika, meer dan 2000 voeten hoog zyn. — De mineralen van ene fecondaire vorming, zyn (om met die, welke onmiddeiyk op den oorfpronglyken leideen rusten, te beginnen) a. de kalkfteen der hoge Alpen, die blaauw en digt is, fomtyds in het fynkorlige overgaat, gene fchelpen door zyne gehele masfa verfpreid heeft, maar in welken deze in byzondere lagen, op de hoogde toppen, verzameld zyn. — Men onderkent aan de gedaante dezer bergen , aan hunne onregelmatige en gedraaide lagen, die zelfde kalkaartige vorming, die in een groot gedeelte der Pyreneën, der" Apenvnen , der Zwitferfche Alpen, der Tyrolfche , Salzburgfche en Stiermarkfehe bergen gevonden wordt met één woord, alles, wat ik in de hoge bergketens van Europa gevonden heb — dit is de middel-kalkfteen van Fichtel. Maar het meest .onderfcheidende karakter, waar door de Natuur, deze vorming heeft onderfcheiden —-het karakter waar aan ik ontdekt heb, dat. de Alpen-kalkfteen voldrekt eenzelvig is met den zogenaamden Ze hftem der S'xen, is daar in gelegen, dat men in den Zwitfeiichen Alpen-kalkfteen, even als in dien van den Tuminquin 111 ZuidAmerika, lagen mergelfchief'er. en koperfchieter vind — deze lageti zyn in de bergketen van Nieuw-Andaluhen. van een tot 3 halve roeden (toifes) dik —-. zy beftaan uit een innig mengfel van kalk-, klti- en aluin-aarde, 't welk door ene grote hoeveelheid koolftof gekleurd werdt. Wanneer tb deze lagen aan de Zou blootltel, worden zy wit en geven my koolftof houdende-waterftof. — Zy bevatten koper-rynien en fomtyds ook Petroleum. —! In enen berg, die ico totlvfi roeden hoog is, vindt men fomtyds tot 10 of tl van deze lagen mergelfcbiefer, juist gehk in het dal van Lutfchmcn en van het Grindelwald. Somtyds Qgelyk xe, Cuthilla de Guanaguana el purgatorio) gaan zy over 111. kigen Hozthonfehiefer, welke met dien van Scheldek 111 Zwitferland overeenkomt. De kalkfteen zelf bevat voetfporen van bruin yzerenz (gelyk in het Stazlithal) en grote holen, waar u;t Rivieren oiïtfpringen. In deze holen heb ik nog gene gcgravene beenderen of phophorzure kalk ontdekt. — De viervoetige dieren fchvnen van'lateren oorfprong te zyn dan deze kalkfteen. Maar 't geen zeer byzonder is (hoewel liet overeenkomst heeft met. de Boraciten en Qu:.rtz-kryftallen, die men in den gyps van Luneburg cn Burgtonna m Saxen vindt) ik heb ver van alle aderen (filon's ) en van alle heterogene lagen midden in den Alpen-kalkfteen zeer fraaie berckryftallen ingewasfen gevonden. Deze kryftallen zyn zo zeldzaam, dat een grote berg (de Cuchivano) 'er misfchien niet meer dan 4 of 5 bevat. Zy zyn zonder droezen m de masfa bevat (empatées) gelyk de- veldfpath m de. porphy- ren b. ene zeer verfche Zandfteen, vorming, welke op den Alpen-kalkfteen rust.. Dit is ene famenhoping van fchelpen van kiezelftenen, quartz en niet oorfpronglyken kalkfteen (gelyk by Montferrat in Catatomen) welke door kooldofzure kalk aan elkander geUmd zyn. Men kan zich ge-  ( 173 ) gemaklyk omtrent deze zandfteen- vorming bedriegen, daar zy lïrgen bevat, die, op de diepte van 30 halve roeden, byna zuivere kalfteen fchynen te zyn. Wanneer men echter dezen naauw keuriger befchouwt". ontmoet men enige quarts keitjes in de masfa, en deze zelfde lagen vervolgende, ziet men allengskens de kaikaartige balis verdwynen, en de keitjes zodanig toenemen, dat men eindelyk niets dan ene kief'elaartige breceia gewaar wordt. Dit is hier dezelfde zandfteen ais 'er in la Mancha en het Koningryk Leon gevonden wordt, of als die van Aranjuez, waar over gy zulke "vernuftige waarnemingen hebt medegedeeld. Digter by de •Golf van Mexico en zelfs op fommige Eilanden, welker "ftruftuur wy hebben kunnen onderzoeken (Cabagita , Coche, Margiterite, misfchien ook Tabago) bevat deze zandfteen ene waereld van Concbylién, ftukken madreporen, me-andriten, celkoralen, een halve cubiek voet groot. Over de verdeling dezer Conchylien kan men zeer fraaie waarnemingen maken ; ik vergenoege my 2 zaken optegeven , die vry wat tegen de, in Duitschland aangenomene, denkbeelden aanlopen : voor eerst. dat het grootfte deel der verfteende ' Conchy lien van deze Zuid - Amerikafche kust, tot dezelfde 'foort behoren, als die, welke wy in de Golf zelve verza' meld hebben; en ten tweden, dat ik gedurende de ebbe duidelyk gezien heb, dat in de lagen zandfteen, welke den bodem" van den Oceaan uitmaken, de zoetwater Conchylien jnet die der Zee vermengd zyn. — ik heb nog gene Ammoniten en Belemnitcn kunnen ontdekken. Daar de wate-ien de landen, onder den Equator gelegen, van wegen de rotatie en middenpunt-vliedende kragt, langer bedekt hebben, zyn dan deze zelfde landen daarom van een latere vorming? — e. ene vorming van (Jat gemuite) fteenzout— ik verenig onder dezen naam die zclflrandigheden , welke ik in Polen, in Engeland, in Tyrol, in Bex en in Spanje altoos verenigd gevonden heb, den falzthon (zoutzure kléi) den waren moederfteen van het fteenzout, welke 't zelve over de gehele aarde-, gelyk de fchieferthon de fteenkolen, verzelt: (deze foort van klei is den MineraLogisten weinig bekend, maar heeft in alle tyden den Mynwerker in het zoeken naar het fteenzout geleid , zy is een mengfel van aluin en kiezelaarde, een weinig kalk eu veel magnefia, 't geen wegens de koolftof houdende waterftof, die het bevat, grys of bruin is, en noodlottige eigenfchup in enen hogen graad bezit, dat het de dampkringlucht zeer volkomen en 'in weinige dagen ontleedt) — den gyps, 't zy in masfa, of lenticulair, en het fteenzont. Deze zoutagtige kley, zo ongemeen ryk in Popayan en Quito, in de Oostlyke Provintien (Nieuw Barcelona en Nieuw Andalufieri) zo arm, dat men 'er met moeite door het Microscoop het zout in ontdekt. — Zy bevat meer dan 0,3 petroleum, waar uit de bronnen van Brea, la Trenité en Buen Pastor op de kust van Paria on titaan, gelyk ook in de Golf van Cariaco zelve, welke Golf, volgens de Geologifche overlevering der Gucaigery Indianen, door ene aardbeving gevormd is, en nog gemeenfehap fchynt te hebben met de Volcaneu van Gum at at ar'\ die zwavel , waterftofgas, en warme, zwavelig waterftof houdende, wateren, uitwerpen. In den omtrek van de Golf zyn de aardbevingen het fterksr ... Wy hebben in de maand November te Cumana zeer fterke febokken ondervonden, welke dc magrierjèhe inclinatie verandert hebben. Vécï de aardbeving van den 4 November was zy 440 20' nieuwe verdeling, na dezelve 43° 35'- Men móet aanmerken, dat de aardbevingen niet komen, dan na bet einde der regens, dat dan de holen vüH den Cuchivano in den nacht waterftof gaz ontlasten:, 't welk men op 100 halve roeden hoogte ziet lichten. — Het is zeer waarfchynlyk, dat de ontleding van het water, in den mergelfchiefor, die vol pyriten is, en koolftof houdende waterftof bevat, ene voorname rol in deze verfchynzelen fpéelr. De Stad Cumana legt nog federt 2 jaren in hare puinhopen. Op de moeilyke en gevaarlyke reis, welke wy naar de Silla de Caracas gedaan hebben , en in verfcheidene andere uitflappen, hebben wy vele zaden en mineralien (zeer kleine kryftallen van Titaneums, kruisfteen, welke niet de;t Spaanfehen overeenkomt, groenfteen, graniet rotzen enz.) verzameld: welke ik hier van daan voor den Tuin en het Kabinet van zyne Catholique Majefteit zal afzenden. ■ Ene andere bezending zal ik van Cumana doen , van waar ik insgelyks ene uitgebreidere Verhandeling over de vorming van den Aardkloot, in dit gedeelte der waereld, zd afzenden. Indien uw fchoon werk over de Mineralogie van Spanje, gedurende myne afwezenhcid, zoade uitkomen, geve ik u volkomen vryheid, om van myne geringe waarnemingen gebruik te maken. Ik zoude ten uitierlten gelukkig'zyn, indien ik iets ter bereiking van zulk ecu belangryk oogmerk konde toebrengen. Ik verzoek u , Mynheer'de Baron! van mynen onderdanigftcn dienst te willen aanbieden aan Mynheer den Ridder d'Urquijo, aan wien ik den jjden Augustus, 2often September en »4ften November gefchreven heb, en den waardtgen Dr. Josei 11 Clavijo , benevens de Hrn. Hergen , Proust , Pertsch , Tribolet en Talacger, hartely k te willen groeten. Indien men te Madrid weet, waar myn Broeder zich ophoudt, verzoek ik den Heer Tribolet vriendelyk, my de beleefdheid te willen bewyzen, van hém berigt te geven van dezen brief, en van den gelukkigen voortging myner. onderneming. Ik ftel zo weinig vertrouwen in da brieven, die men van hier fchryft, dat ik gelooi, dat.'er naauwiyks één van vier in behouden haven komt. Ik zende alle de Mineralen , welke ik bezit, aan het Kabinet van den Koning — ik behoude niets voor my. •— Ik geloof niet onbefcheiden te zullen zyn, indien ik de Urn. Clavijo en Hergen verzoek, zo zy dubbelde ftukken of voorwerpen, die hun minder belangryk voorkomen, in myne bezendingen vinden, die wel voor my te willen bewaren, —. Het zal my eenmaal zeer aangenaam zyn, ten minften enige Haaltjes te bezitten uit een land, waar iti men met zo veel ongemak reist. Verzeker den Abt Cavanim.es, van onze vriendfehap, wy hebben hem van Cumana gefchreven, en zullen hem, by onze terugkomst van den Oronoco , in- Mey of Juny , ene fraaie verzameling planten zenden. y 3 lk  C 174 ) Ik hoop, dat gy do kleine verzameling van Volcanifche producten , welke ik voor het Kabinet des Korungs, van Orotava , bedeirtt heb, reeds zult ontfangen hebben. Onze oude vriend, de Hr. le Gros, welke in den Botanifehen Tuin van den Marquis de Navar woonde , heeft dit op zich genomen. Hy ftond op het punt, om zelve naar Madrid te vertrekken, en indien zyne reis uitgefield mogt zyn, zullen enige letteren aan den Marquis de Navar te Liguna , voldoenom deze verzameling te krygen en nog ene veel fraaiere, daar de Hr. le Gros zo kundig als dienstvaardig is. BdxPLAND verzoekt my u zynen dienst aan te bieden, en ik hoop, dat gy de betuigingen der derkde e-rkentelykheid en onveranderlykfte vriendichap, wel zult willen aannemen, met welke ik de eer heb te zyn enz. Caracas, (was get.) den 3den Febr. 1800. Humbold. PS. Indien gy naar Saxen fchryft, zult gy my wel in het aandenken van den Baron van Raeknitz wiilen aanbevelen, en hem een woord van mynen arbeid meldeu. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huis ho ukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Beschouwing van den Engelschen Akkeren Landbouw. 1. De Koninglyke Meijery van Windfor. Hoe dikwerf is de grote kragtoeffening van zyne getabbaarde Majefteit den Keizer van China , die jaarlyksch eenmaal op het hoge Landfeest, met eigene handen de ploeg dryft, ook in Europa bezongen en geprezen geworden. Maar reeds Montesquare merkte op, dat de fteeds bewegende Bambusftok der Mandarynen, tot nog, veel groter wonder, tot opwekking der vlyt, verftrekte. Van geheel andere werking moet by een der verlichtte en werkzaamfte Natiën het voorbeeld van hunnen Koning zyn, die de nieuwfte ontdekkingen in het grote beproeft, en derzelver nut, wanneer de proeve flaagt, voor eiken leergierigen bloot legt. Dit is volkomen het geval van den Koning van Engeland, tot wiens huislyke deugden ook ene zich onderfcheidende fmaak voor den Akkerbouw behoort, en wanneer de Brit deswegens zynen Koning dikwerf op enen vertrouwenden toon, den Boer George noemt, dan is dit waarlyk een groter eertytel, dan alle met bloed behaalde Lauwerkransfen en (Naval Monunicnts) Eeretekens der Zeetritimphen , aan zyne roemryke regering geven kunnen. Zeer belangryk is, uit dien hoofde, het, in verfcheidene publieke papieren onlangs medegedeeld, bericht van den Koninglyken OpperOpziener Kent, aan den Secretaris van het Gcnootfchrp tot Aanmoediging van Kunst, Landbouw enz. ove: de Landhuishoudkundige Verbeteringen en Ondervindingen in de Koninglyke Meijery te Windfor, die aldaar allen onder de ogen van den Koning gemaakt, en op zyh bevel aan het publiek zyn medegedeeld geworden. Als, in het jaar 1791, het Park van Windfor aan den Koning kwam, waren de 4000 Acres Land, die hy kreeg, niets dan Hei- cn Bosch-Wildernis, maar "zeker ene ongeflepen Edelgefteente, dat alleen ene verftandige bearbeiding nodig hadt. Me'n nam 'er eerst icoo Acres van af, die thans de zogenaamde Norfolk-Meijery (the Norfolk Farm.) uitmaken. 400 Acres, aan de andere zyde, verkregen den naam van de Vlaamfche Meijery; beide uit hoofde van de foort der bebouwing, die men op elk beproefde. De overgeblevene 2,400 Acres, blyven wel voor beplanting en het eigenlyke Park , maar voeden tegenwoordig egter, daar zy naar de in Esfex plaats hebbende manier behandeld; de molshopen geflecht, de ruwe en mosachtige ftreken geëgd en overal geroerd zyn geworden, nog altyd ene even grote kudde, als voorheen alle de 4000 Acres. De bebouwing te Norfolk, in gebruik, gaat alle 5 jaren rond : in het eerfte jaar zaait men Tarwe, in het twede Rapen, in het derde Gerst met Koorn, het geen dan ook in het vierde en vyfde jaar zo voortgaat. Daaromtient heeft nu de Koning in zyne Norfolk-Meijery aanmerkelyke verbeteringen gemaakt, naardien hy, b. v., terwyl men de twee laatfte jaren Haver en Klaver zaaide, fterke bepotingen van Aardappelen aanlegde enz. De Norfolk - Meijery ftuit tegen de grote, en nog tegenwoordig geheel woestliggencle, Bagfchot - heide , en heeft voor een gedeelte denzelfden grond, door welks goede bearbeiding, nu het vooroordeel geheel wederlegd wordt, als kon van deze heide geheel geen nut getrokken worden. Een der belangrykfte, en de meeste aandacht verdienende Lesfen, die de Koning door zyn eige voorbeeld daarftelde, is het gebruik van Osfen, in plaats van Paarden, in den Landbouw. De Koning gebruikt tegenwoordig 180 Osfen op zyne ouder-  C 175 ) tlerxhehkr.c Meijeryen en Hoven, buiten Windfor, en 200 op de beide Meijery en op Windfor, waarvan altyd 40 elk jaar van nieuws ingekogt en 3 jaren gehouden worden, om dan jaarlyksch in de'plaats der 40 Osfen te treden, die afgezet en gemest worden. 120 zyn 'er altyd in volkomenen arbeid. De ondervinding heeft het gebruik van Osfen, als de voordeligfte handelwyze , aangeprezen , en de Koning houdt tot zynen veldarbeid niet een enig Paard meer. Zeker is het, dat de zo algemene'invoering van Paarden, tot den Akkerbouw, in plaats van Osfen, den Landbouw in Engeland buitengewoon benadeeld heeft. Deswegens dringt ook de fchrandere Brooke, in zyn nieuw algemeen gelezen gefchrift: Over de oorzaken van het Tegenwoordig Gebrek &c. (*) ten nadruk-1 lykften aan op de verbanning der Paarden uit, en del wederinroepiug der Osfen tot den Akkerbouw. Want j derzelver affchaffing, gelyk ook die der kleine hoeven, welke door de Monopolizerende grote Pagters overal opgeflokt worden, zyn by hem de twee hoofdoorzaken van den fteeds meer en meer vervallenden Akkerbouw. s. Prys. Osfen en Schapen in het koper gefneden. Gelyk tegenwoordig byna ieder Graaffchap in Engeland zyn Landbouwkundig Genootfchap heeft, zo is 'er ook een in het Graaffchap Susfex. By de jaarlykfche verzamelingen derzelven , wordt den Landhuishoudenden, die het grootfte en volkomcnfte Rundvee voortbrengen, een Eer-Medaille uitgeloofd. Het is een vermaak de heerlyke Osfen en Schapen, die by zulk ene gelegenheid ter mededinging verfchynen, te aanfehouwen. Om nu de eerzucht van deze mededinging nog fterker aantefporen , is men op het denkbeeld gekomen, om de 10 Prys - Osfen en Scha- ] pen van het jaar 1798, namelyk 6 Osfen en 4 Scha- ( pen in koper af te beelden, en by intekening uit te t geven, en daar mede jaarlyksch voort te varen. Een zeker Edmund Scott, van Brigthelmfton, heeft deze gelukkige ipeculatie gedaan. Het eerfte Stukjen, voor 1798, is nu daadlyk, in qtiarto, met een nabericht van het Susfex Inftituut van Landbouw, op fyn glad ' — Jï (*) De tytel van dit merkwaardig Papier is: The truela caufes of cur prefent distrefs for provip ons by \V. Eroo- \l ke. SymondSj i8co. F< J 5 Roia-al papier,^ met ro koperen platen, in het licht vfirlchenen 't welk op eenmaal wierd uitver- kogt, daar ieder Boer in Engeland — en hoe velen z^n 'er met — gaarne weten wil, hoe de beesten, die den prys waardig geweest zyn, 'er hebben uitgezien, cn hoedanig, derzelver afmetingen geweest zvn Wam de maat is op ieder plaat afgebeeld. 3- Volkomen Gewigt van enen Engelfchen Prys-Hamel. Een Hamel van de derde fchering, van het nieuw Leicesterfche Ras, die op de Schaaphoedervea van ;nen H,Carl, m Dallmgton, gewonnen en gemest was, sn, by ene openlyke prys-uitdeling, voor het vetfte :n zwaarfte ftuk van de Schapen , in Northamptonsiire, gehouden werd, leverde, als hy door Mezser fames Dunkley, te Northampton, in den vorigen win:er, gedacht werdt, het volgend gewigt. Hy woog levendig, of vuil . 016 f§ Geflacht, ot fchoon . . 2-6!rg 'Er was naamlyk afgegaan aan Bloed . . .1 De Huid . 3f Het Vet . . . . *2 Het Gedarmte en ingewand . . ï-> Kop en Staartftuk . . £ 4- Nieuwe Patent - Machine voor het Haffel fnyden. Tester, die zich reeds door zyne nieuwe Patent* £ge bekend maakte, heeft nu ook ene Patent-Mihine voor het Hakfel fnyden uitgevonden (the Pantnt Penduluni Chaf- Engine0 waar by alles op de bc- D^/ytel }sj.,^ Serie* of plat es, reprefenting the eatcattle and f heep , to which the prizes given bv Sas•x^gricuhur al Society were adjudged in the yearira* ogether with a account of the• Rife of the inditution nd tts progrefs up to that period byl Edm. Scott of rigthemotone,. met zwarte pl. 10 Sb.. 6 d. met gekL ai 1. by intekening. b "*  C 17* ) Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. beweging van enen fliuger aankomt, die agtermt of voorwaards gaat, waar'doov men het Stroo, zo lang als ien verkiest, fnyden kan. De flinger drukt, by ieder fiingering , tweemaal aan , en lnydt twemalen door óo diergelyke ilingeringen kunnen zeer gefchikt in een minuut, een bos Stroo, 18 duimen breed en 3 duimen dik, tot hakfel verfhyden. Het mes heeft de «edaarte van een halven cirkel. De Machine kan van redereen, zonder onderfclieid bewogen worden. Van twee perfbnen, een dag lang gedreven, kunnen zy 40 Mudden f Quarters), het Quarter op 8 Schepels gerekend, op enen dag fnyden. Men vindt in het nieuw' Handel en Landbouwk. Magazyn de Machine zeer, duidlyk afgebeeld en befchreven (*). Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 25 November 180c, in Amfterdam. buitenlaudsche. toffs i i»ü. . 9^9" K«*£ 4prCt. • 2?*^ d'toiprCt. . 8óia37 dito Coupons. . 5° »5i dito dito met premie. . 971*98 Sps&5 prCt. van 1798- 74**73 dito gecontfalid. by Stap- dito 4.1 pKX losb. i8or. 93 *94 horst 1 aï prCt. . 67Ï* S8i dito dito losb. van 1802-7. 88 a ; 8 Rusland 5 prCt. . 83ÏM Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 pi'Ct. . 97 * 971 P''9; „ • ' r ,H 3 4 dito 4I prS. • p6 *9-1 Franse Rep. Geconfolid. dito 4 ptCt. • 94 *95 «tta» • • 3-*a33 Denemarken., ToH. 4. prCt. o6§ a 98 wu&lrnurs. ditoLcenenWi*lb.4piCt.95 *yö Wisfelcours. dito Kroon 4 ptCu . 93**94 °P ' ƒ 10:9! UUer'Sg*. . 59ia&l Z [Z s . * • Banco 60 iito 4l pi'Ct. • 54 * 35 — lal7s- BlNNENLANDSCHE. Nationale Schuldbrieven . 3 ^ ^ ^ ^ a 'p,Ct/ g a1ï| Dito uit de heffing van 98 Recephfen uit de heffing' Obligatien a 4 prCt. 38*39 ^jt' lr .Voonnalig»^ KCla.pa ^ 97**98* Obligatien a 2 prCt. . 36 * 37 . i 80Ja82 . 2 67**67* O.l.Comp. 3 57* a Lotery * 3 prCt. 1785 en 86. 45 * 4* — 4 54 *55 , , na den Bankgeld. . • 9M ^ede. . . 42ia43 I Belecnbankgeld. . 99*93^ (*) The Commercial, Agricultural and Manufaclu .rers Magazine. N°. VIII. p. 690. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het geta! der Deden , gedurende de laatstverlopcne Week, s geweest; te Amfterdam 254; en te Haarlem 20, onder .veike tóatften 15 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. r baro-\ th er- hygro- streek luchts^0v' ) me- 1 momé- me- der gesteldl800. \ ter. ter. ter. WlNPi heid. >3°- ' 44 85 n.o. bewo&t ,savoüds 19 ^ 30. n 495 00 — hekler. ^30_2j_ 35i 92 — ^_ C30. aè 325 ico n.n.w. voormidd. bewoikt. 20 < 3°- 3 49i 77 — verder betrokken. ( 30. 3? __43i_ 99 .... nJ>: o_ f30- 2 45 78 z. w. 21 77 1 z- w- agt!S- BEKENDMAKINGEN. * * By den Boekverkooper J. van CLEEF, In den ïaag, zvn*nog eenige Exempharen te bekomen van : AGATHA DEKEN, Myne Offerhande aan hel Vaderland, tn^Afdeelingen. 1. Aan de voorftanders van de Leer der Dordfche Vaderen. 2 Aan de Christenen met my meer mftemmende in Godsd. begrippen. 3. Land- en Tydgenoo'en. — De Godsdienst aan de Bataaven 111 gr. 8°. a ƒ : - 11 - : *> Bv den Boekverkooper A. LOOSJES Pz. te Haarlem en alom , wordt uiteegeeven : Gedenkwaardige Gefprekken van SOCRATES over God, de Voorzienigheid, de Deugd, de Volksregeering enz. door XENOPHON, gr. *\ ifte .fc.ee. ling; met eene Afbeelding van Socrates door R Vmkeles) ƒ 2 -12 -: Nog dit jaar volgt de tweede en laatfte Afdeehng.  A°. 1800. No 3Ó2 NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 5 DECEMBER. B E R I G T E N. GR 0 OTBRITANNIEN. T J-/onden. Onder de verzameling van Oudheden, door wylen Lord Cowdor nagelaten, en kortl ngs openlyk verkogt, bevondt zig ook een ongemeen kostbare Vaas van buitengewone grootte , tn van Grieksch maakzel, waar op de Reliëfs een Bacchanalium verbeeldt; zynde ruim 13 jaren geleden, door opgemelden Lord, in Rome, uit het p.deis van Lanti gekogt, en heimelyk uit Romen , in weerwil van het Pausfelyk verbod, naar Engeland vervoerd. Deze heerlyke Vaas, heeft de He tog van Bedford voor 700 Guinies gekogt, om 'er zyn paik op Wobum-Abbey mede te verfieren. BATAAFSCHE REPUBLIEK. g Middelburg, den 26 November. In plaats van wy- ci len den Hoogleeraar P. de Wind is, by Refolutie " van den Raad dezer Gemeente van 11 1. ]. tot Hoog- "! Zeeraar in de Verloskunde aan het Illustre School al- W hier aangefleld, de Burger a. van Solingen, A. L U U. Med. & Phihf. Doiïor. ' „ XIV. Deel. F BERICHT van Mr. j. H. ONDERDEWYNGAART CANZlüS, TE DELFT, aangaande zyne F A B R I C Q j.! ., / • VAN • ' 1 MATHEMATISCHE, PHTSISCHE, ANATOMISCHE CHIRURGISCHE EN-AND ERE WERKTUIGEN, ALDAAR. ft Het ftrekt den ondergetekenden tot een zonderling genoe311 aan de waereld te mogen bekend maaken, dat zyne ontnemingen, tot het oprichten en voortzetten van deze zy; Fabricq . eindelyk geheel gedaagd zyn , en deze laatfte g'eiegza;;m tot die hoogte gebragt is, waarop hy voornemens as dezelve te brengen. Door bet departement Delft van de Nationale Neder, ndfehe Huishoudelyke Maatfchappy, in den jare 1708 ivraagd z)iide om opgave zyner Fabricq, (te dier tyd nfig Z iii  in deszek eerden aanleg) gaf de ondergetekende een zodanig bericht, als met derzelver toenmaligen toefcffid overeen I kwam; zynde in hetzelve alleen maar opgegeven, de vakkeu, die toen in werking gebragt waren, benevens eenige In ftrumenten, welke, of reeds gemaakt waren , of gemaakt konden worden, en welk bericht te vinden is in de N. A.A. en L. Bode No. 237. van dato 13 July 1798- De fSemeene Vergadering dier Maatfchappy aan den ondergetekenden, ingevolge van dit bericht, bare twede goude Medaille, ter aanmoediging, hebbende toegereikt, is het ten dezen, dat bv, voor die goedheid, gemelde Vergadering, m het openbaar, zynen dank en verplichting betuigt. Thans kan hy aan zyne Landgenoten berichten, dat ny, niet alleen de toenmaals aangehaalde vakken zeer veel verbeterd, maar ook andere daargefteld, en in werking gebragt heeft. En , dewyl men hem dikwerf aanzoek deed eenig denkbeeld van zyne Fabricq der waereld medetedelen, voldoet hy geerne daaraan met eene korte opgave van dezelve hier te laten volgen: _ _ - . Zyne Fabricq beftaat in de vereemgmg van alle die werk zaambeden , welke, tot het behoorlyk vervaardigen der Mathema tifche , Phyfifche, Anatomifche en Chirurgijcht Initrumenten, worden vereischt, en in de inrichting derzelver , om die. werkzaamheden onderling op één te doen werken, met dat .gevolg, dat alle hare voortbrengzels, van der eerden aanleg af, tot aan de voleinding tóe, onder eene ei dezelve beherbg en toeverzicht, gemaakt en famengedeld worden. . , Alle deze werkzaamheden kunnen dus, als zo veele vak ken van het geheel, worden gehouden, en, daar men ledei derzelver, op zich zelve, in een daar toe afgezonderd ver blyf, behandeld, ais zo veele departementen, worden aan eemerkt, welke ieder hunne b) zondere behenng hebben doo ondereefchikte perfonen, die wederom aldaar, volgens hun 11e indruaien, zorgen, dat de hun gegeven bevelen in de zelve worden volbn'gt. [[ K '1 . ^ Alle deze departementen zyn, als ouder eén dak, aa, elkander verbonden, waar door. ze alle, zo veel te beter tot een gemcenfchappelyk doel kunnen famen werken, ei beftaan in: . , , , Eene Tzerfmedery, zodanig ingericht, dat, zo wel zee zwaar, als zeer fubtil, fmeewerk daar in gefchiedt, met all derzelver gereedfehappen , expresfelyk daar toe gebouwd Smisfen enz. . . Eene Koperflagery, mede aldus ingerichten voorzie van Furnuizen en gereedfehappen, welke men m geeiie,te minden zeer weinige, Koperflageryen vinden kan. Eene Gee/gietery, volkomen gefchikt tot alle voorknmer zwaar en ligt werk, met eene aanzienlyke party gereedfeha] pen, waar onder zeer veele yzere Vormen. Eene complete Schrynwerkers- en Timmermans - Wu kei, met alles, wat tot het bewerken zo.van zeer zwa; hout, als kleen en ligt werk, benodigd is., Eene Draad- en Buizentrekkery. Eene. complete Glasflypery, in welke alle. glazen , i C 178 ) convexe als concave, tot alle optifche Inftrumenten benodigd, gedepen worden, als mede, volgens eene volkomen juiste manier, het evenwydig en vlak (lypen gefchiedt. Tot deze Glasllypery heeft de ondergetekende zich alle moeite gegeven, ten einde de werktuigen tot de brandpunten, van een agtfte duim af, tot, by provifie, zes en negentig duim toe,-ónder zyn oog, in Zyne Fabricq, te doen vervaardigen. Eene complete Spiegeljlypery, met al den daar toe benodigden toeftel. "Eene geheele Spiegelmdkery, waarin tot Spiegels tut een, van zeven voet drie duim by vier voet twee duim, kunnen bewerkt worden. Eene Foelieflagery. Eene Spiegellystenmakery compleet, waarin alle foorten van Lysten, van enkele ordinaire Ebreen af, tot zwaar vergulde Lysten met fnywerk, naar de laatfte manieren, vervaardigd worden. , Eene PVeerglasmakery compleet , waarm alle ftukken van dien aart gemaakt worden.. Eene Plaatfnydery, waarin alle voorkomend graveer en etzwerk gefchiedt, en waar by ook eene Plaatdrukkery, hoewel tot heden toe nog niet ingericht voor zwaar en uitvoerig werk in het vak van Kunstplaten, doch byna gereed, .voor Geographifche Kaarten. Eene Morologiemak'ery, waarin alle Horologevverk (Zakhorologes uitgezonderd) geheel, van den. beginne af aan ,. ' gemaakt wordt, als Aftronomifche Pendules , Secundeflin- • gers, Planetaria enz. en het Raderfnyden, 111 't groot fen kleen, behandelt wordt. Een Houtdrayersmnkel compleet. Een Kunstdrayers dito, waarop veele werklieden zyn,, • die in 't koper, yvoir, daal en yzer werken. . ' Een Vei/werkers dito, ut fupra. leder departement is wederom in onderfcheide vakken, van werking afgedeeld, en heeft ieder werkman daar in zy- 1 nen byzondereii kring en bepaald werk, terwyl de afzonderlyke delen der werktuigen door verfchéide perfbnen ge- \ maakt, en op afzonderlyke plaatfen tot één gebn.gt worden. Bv de reeds opgenoemde zaken heeft de /ondergetekende, r mede moeten zorgen voor het daarftellen der nodige \terk» tuieen, met welke, zo wel den arbeid van veele perionen, 2 als tvd, gefpaard, en het werk, naar den eisch, verricht wordt, als daar zyn: plet-, ftamp-, Pyp , boor-, vorm-en. n fhy-machines, als mede de zo ouontbeerl>ke verdelmgs-mn (Irumenten voor circulaire en regte verdelingen. En eindehk de bewaarplaatzen der goederen, als die der d materialen en benodigdheden; (behelzende allerlei foorten l van hout, koper, tin, lood, yzer, ftaal, blik enz.) die van geblazen glaswerk; die van geflepen glaswerk; die: van. 1- onvoltooide werktuigen, dat is, van de alzonderlyke faam,r ftellende ftukken der, werktuigen, zo ais dezelve uit de hand van dien werkman komen, die ze niet verder afma.,kt, om dan weder door anderen vervolgt te worden; die van giet;o modellen; die van werkmodellen, en, ten laatften, die van voltooide goederen,.  C 179 ) De ondergetekende, offchoon de lioofddire£r.ie van dit gebeel behoudende, heeft nogthans eenen Onderdirecteuren Boekhouder, die wederom, als boven gezegd is , hunne Jub alter n en in de onderfcheiden vakken hebben, in welke te fimen men heden veertig werklieden telt. Men zie, uit deze korte fehetsgewyzc opgave, in hoe verre de ondernemingen van den ondergetekenden gedaagd zyn, en of hy re vee! beloofde, wanneer hy aan zyn Vaderland eene inrichting wilde bezorgen, welke, zodanig, in hetzelve nimmer beftond. Noch baatzucht, noch oudermyning van anderen , noch onbetamelyke dryfveren noopten hem tot de daarftelJing van dezelve. Alleen de voldoening zyner zucht tot de beoeffenende wetenfchappen, en de yver, om aan zyn Vaderland, zo dikwerf ais ongefchikt voer zulke ondernemingen uitgekreten, te bewyzen, dat men, op deszelfs bodem, met te vergeefsch arbeid, als men maar wil en moeds genoeg heeft zich boven de tegenkantingen die men er in ontmoet, te verheffen, deden hem beginnen, voortgaan, en — zal hy zeggen, gelukkig voleinden» dit hangt niet van zyne pogingen af. Hier toe bidt hy den zegen des Allerhoogften , en kan, met de welwillendheid dezer natie, zeer verre komen, indien deze natie het eenmaal zo verre wil brengen, om niet meer het vreemde, boven nationale voortbrengzels, te kiezen, en den kunftenaar, om pohticque gevoelens, te verwyzen. Dezen zo gunftigen uitllag zyner ondernemingen zo fpoedig te hopen in eenen tyd, welke zich, door zo veele famenlopende omftandigheden, als by uitftek ongunftig voor lederen handelaar, kenmerkt, feneen waarlyk te veel ver- < Vacht te zyn , en echter het heeft mogen dagen, 't Is i waar, de ondergetekende liet gene middelen onbeproefd , om j tot z>n doelwit te geraken, achtte genen arbeid te zwaar 1 verduurde alle tegenkantingen, zag dikwyls alle hoop afge- \ fueden op verdere uitbreiding, daar niets, of niemand, hem c onderdeunde in den verbazenden arbeid, die z\ne fchou- 2 ders drukte, waar voor by dus alleen ftond, en,'in 'r midden van welke, hy nog, daar te boven, met de zwaarmoe- 1 dige, en aizmts affchrikkende, aanmerkingen van alles, wat f hem omringde, worftelen moest. f Zo lang eigen vermogen hem toeliet aan de uitbreiding v zyner onderneming te arbeiden, deed hy dit, doch dit moest d eenmaal ophouden, en hy op ernftige middelen bedachr zvn h tot voortzetting zyner inrichting; dan alle deze ontbraken Geen ftemgerechtigd Burger zynde , betwisten fommige Le- 2 den der eerde Kamer, in den jare 1798, hem eene geringe gunst, welke het Intermediair Uitvoerend Bewind hem wil de bewyzen, door hem, op leverantie, penningen voorte fchieten. («ene zaak, welke altoos door het publicq uit de dagbladen kwalyk begrepen is, en waaaomtrent hy, by de zen , verklaart, dat hem nooit eenige penningen uit 'sLands Casfa zyn verftrekt, zo als men te meermaal verhaald heeft' 1T er zelfs by voegende, dat het Land .hem tot die hoogte had' iV gebragt) In eenen tyd levende, waarin men niet, dan op S( Zeei bezwarende voorwaarden, konde negotieeren, vervielen f alle middelen, tot dat eene geopendeNegotiatie, in de maand è) November 1798, en dc, van tvd tot tvc, door zy'iV.vreuden, opgefchoten Capitalen, dsrl verderen voortgang zyner onderneming bevestigden. \ Hy betuigt hier openlyk aan alle deze Perfonen, ah mede die genen, wier goede raad, inlichting, medewerking tor voortplanting,en verdedigingstaai, hem van een zo uitgebreid nut waren, zynen wannen dank voor dc bkke>; hunner oprechte vnendfehap, kunstliefde cn deelneming in zyne bclangens. Hy bid hun den zegen des Hemels,'in ruime mate , toe, en wenscht ongeveinsd , dat alle hunne betameb ka verlangens, door den Gever alles goeds, zo geheel, ia iïo£ oneindig meer, mogen 'worden vervuld, als hunne goedhet den zyne begeerte in deze vervulden. , En nu biedt hy zich aan, om aan de Commisfien. welke 111 de opgenoemde vakken vallende, hem zouden mógen pc\ geven worden, fpoedig te voldoen, wel te verdaan, voor zo verre men fpoed kan verwachten in"'het vervaardigen van dingen, wier famenftel dikwerf het taaist geduld vereischf 211, met het befpoedigen van vjelke, op fterk aandringen der iaarm belang hebbenden, de ondergetekende', 'tot zyn «root ieed, meer dan eens, heeft moeten ondervinden, datÖfomange werktuigen niet behoorlyk aan het oogmerk konden /oldoen. Waarom hy dan ook een ieder verzoekt, by hunie Commisfien, de behoorlyko tyd der levering aan den uniergetekenden over te laten, wanneer hy voor de deugd zvïer goederen inftaar. Daar hy nog gene P ryscat ahgus kan uitgeven, uit ïoolde der verfeheidenheden in de voorwerpen, begrynt hy, lat het genoeg zy zich hier der aandacht te bevelen van al=\ Natuur- en Wiskundigen, als ook van alle Kooplieden in be waren, welke dezelve, uit d-? bovenftaande opgave, kunien afleiden m de opgemelde Fabricq gemaakt te kunnen gorden. Zullende hy echter eene meer uitvoerige Notitie 1 Catalogus^ daar van (fchoon, voor als nog, zonder nrv_ en) eerlang m het Jicht geven. 3 De ondergetekende eindigt dit zyn bericht met den haft*en wensen, dat, op zyn voorbeeld, vélen mogen aangeboord worden, om, op den Vaderlandfchen grond, ook geïcnten te bouwen, die kunden, wetenfchappen en handwerken bevorderen ; dat de vrede eerlang den welvaart aan u Land hergeve, en de God van alle zegening met en over etzelve zy. rQelP o J* H- Gnderdewyngaart Canzïus. 0 Ooi ober 1800. TEKENINGEN en PRENTEN. Parys. Fue du pont de Westminfter (Gezicht van denWesrunfterbrug te Londen) breed 23, hoog 15 duimen Iet Coleuren, door P> M. Alix, naar ene oorfpn.nibyke Schildery van de grootfte waarheid. By M. . Droupen. Prys ■ 16 Franken voor de Intekenaren k 1 24 Ir. voor andere kopers. z a NB. 'è  ( i8o J NB. De Uitgever is voornemens, om ook de voornaamfte Gezichten in elke Hoofdftad der voornaamtle Staten van Europa te laten in plaat brengen, telkens naar de beste 'originele'Schilderyen of Tekeningen: die ene verzameling zullen opleveren van 12. oi 14 Platen. . ■ Het voornaamfte Gezicht in Parys, verbeeldende twee Bruggen, daar onder begrepen de Pont Neuf, "met een 'gedeelte der Colonnade van de Louvre, de Ganery der Tui'.eries en de Gebouwen op de tegenoverftaande Kaay, zal de twede Plaat van deze verzameling uitmaken. . Le Jugement de Paris ( Het oordeel van Paris. ; In 't koper gebragt door Blot, naar ene Schildery van Adriaan van der Werf, uit de Ganery van het gewezen Orleanfche Paleis. By den Autheur rue des Mouiins N°. 530. Dit ftuk doet ongemeen veel eer aan het graveeryzer van den Konltenaar; die daar in toont het voetfpoor der beste meesters-van zyn land te volgeiL Les principaux traits de l'Histoire Sainle en i'PIistoire profane ! de voornaamfle trekken uit de Gewyde en Ongewyde 'Gefchiedenis.) In 't koper gebragt naar Kaphaël en de voornaamfle Meesters der Italiaaniche School , tot onderwys van de Jeugd gefchikt. By Voyfard, Graveur, rue St. Binoct, N°. 836. en den Boekhandelaar Prault. Word uitgegeven by Stukjes van 6 Platen, die om de 14 dagen uitkomen: zullende het geheel 4 Delen in gr. 8°. beflaan. De Prys van elk Stukje is 1 Fr. 25 Centimes. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN. KORT BERIGT aangaande ene kleinere soort van STOOM-MACHIN E,1 van de nieuwste uitvinding en samenstelling. briefswyze medegedeeld door J. D. HUICHELBOS van LIENDER. aan | | DLN UITGEVER VAN DEN ALGEMENEN KONSTEN LETTERBODE, Geachte Meedehurgcrf Eenmaal hadde ik het genoegen, u een kort verflag te geeven van de, "met zoo veel recht, voor zeer ver- moogend te houden Mydrechtfche Stoom-Machine, als welke meenigmaalen een colom water van lestig duimen middellyns en agttien voeten hoogte, geduurende een zeer geruimen tyd agter den anderen, met een llag van ruim zeeven voeten ïéhgte, heeft opgeheeven en^uitgeftort; en daar dat Verflag by u met genoegen is ontfangen, en in uw nuttig en zeivs buiten 'slands geleezen wordend Tvdfchrivt (*) is geplaatst geworden; twyffel ik geenzins , of gy zult met genoegen ontfangen , een kort verflag van een StoomMachinc, welke, in tegen overfleiling der Mydrechtfche, voor ongemeen klein kan gehouden worden, en tot een geheel ander gebruik, dan deze, is aangelegd. Dezelve is meede in Engeland vervaardigd, en herwaards overgebragt, en, met behulp van genoegzaam uitvoerige teekeningen, door Hollandfche werklieden, zonder eenige hulp van buiten, in elkanderen gezet en aan de gang geholpen, werkende 'zoo ongemeen' zacht en regelmaatig, als men "zoude konnen begeeren. Dit werktuig 'is van de nieuwde zoort, en zoo als''er nog nooit een hier ten lande was ingevoerd; hebbende een dubbeld vermoogen ; dat is te zeggen, dat het eeven het zelvde vermoogen oeffent, met het, opgaan der Stoom-Zuiger, als met het nedergaan derzelve, welk laatfte maar alleen in de gewoone of enkeld vermoogende Stoom-Werktuigen plaats vindt. Deeze hoedanigheid maakt de Machine gefchikt, om eene rondgaande beweeging,'door middel van een kruk en grooten yzeren dryver, door het op- en nedergaan haarer Stoom-Zuiger, aan maalgeftellen, van allerlei aard, meede te deelen, en daar door is dit. werktuig applicabel gemaakt, om een of meerder dellen fteenen rond te voeren .en allerlei graan te maaien; het geen het werktuig ook met volkoomen goed fucces verrigt; zynde in ftaat, om zoo wel allerleihard, als zacht en geweekt, graan, -tot de vereischte fynte te breeken en maaien. De inrichting van het werktuiglyke van deze in der daad zeer fraaie en vernuftige Machine, is overwaardig om doorkundige lievhebbers bezigtigd en beftudeerd te worden.' De beknoptheid en korte ineengedrongenheid van den gehcelen toeftel is verwonderlyk, en geevt echter veel beeter gelcegenheid, om het werktuiglyk deel van den gcheelen toeftel te kunnen zien enbegrypen, dan by (*) By myn verblyf te Hamburg, deezen Zoomer, hebbe ik bevonden, dat uw Tydfchrivt aldaar zeer bekend is, en veel geleezen word.  by de groote weiktuigen; daar bier alles zonder muur-' werk in een houten raêmwerk word bevat. Om zich eenig denkbeeld te kunnen vormen, wegens het verfchil van caliber tusfchen de Mydrechtfche Stoom'Machine en het Rotterdamfche Graanmaalend- werktuig ; kan men obferveeren , dat het eerfte werktuig deszelfs vermoogen oeffent doormiddel van een Sto'omCylmder van 48 Engelfche duimen middellyns, het laatfte door eenen van iai dito duimen; dat de Areiis van derzelver Stoom - Zuigers tot elkanderen ftaan in vierkante duimen als 1810 tot 130: dat dit zoo kleine werktuig echter gelyk ftaat in vermoogen met vier paardtn, en zeer weinig kooien, naar maate van het verrichte werk, noodig heeft; hebbende hetzelve, in den tyd van twaalv uuren, een hendert zakken Rogge, van 125 ponden, getnaalen; op eenen anderen tyd, in jzeeven uuren, 116 zakken Mout gebrooken; nog, op een anderen tyd, geduurende 48 uuren, 348 zakken Rogge en 174 zakken Mout; nog op een andere tyd, in tien uuren, 190 zakken Mout; nog eindelyk, op eenen anderen tyd, geduurende een verloop van veertig uuren, gcmaalen 16 lasten Mout, 2 lasten Rogge en 3 lasten Tarwe en ander hard goed, als Ervvetcn &c. Deeze zyn eenige, onder een groot aantal, met oplettendheid genoomene en aangeteekende proeven; waar uit genoegzaam is op te marken, wat men ten 1 allen tyde met zoodaanig een klein werktuig zoude konnen verrigten ; waar van de oprichting en aan de : ganghouding , tegenwoordig met veel meer zeekerheid zoude konnen ondernoomen worden; daar deeze Oor- ( log en het daar door ontftaane gebrek aan Engelfche t kooien, zoodaanig een groot aantal van koolen-putten 1 in het nabuurig België heeft doen openen, dat'er van e daar, zoo wel als van de Maaze en de Rhoer, een zoo ruimen aanvoer van zeer goede kooien plaats heeft, dat de Engelfche kooien ter deezer tyd een zeer traag ; debiet aantreffen, en door publieke veilingen aan den man moeten geholpen worden, niettegenftaande het zoo aanmerkelyk verfchil in de tegenwoordige mindere pryzen, met die van voorleden jaar; het geene dus een verzeekerd uitzicht daarftelt, dat men zelvs, in tyden van Oorlog of geftremde toevoer van Engelfche kooien, nooit gebrek aan die nuttige brandftoffe zal hebben, al waare het ook, dat een goed aantal S.oom-Werktuigen, buiten de menigvuldige Branderyen, Brouweryen, Zuiker-Raffinaderyeh, Verweryen, Glasblazeryen enz. bie. ten Lande in gang waaren. Ingevallen gy dit kort bericht van belang genoeg 1 moogt oordeelen, om aan het publiek te worden meedegedeeld, verzoek ik u het zelve in uw Blad te . pl-ptfen ; en te gdooven dat ik met alle agting ver blyvc: Geachte Meedeburger ! Rotterdam, Uwen D. V. Meedeburger, den 26 November J. D. HuiCHELnos van Liender. 1800. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoükunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. De Engelfche Papieren geven ene berekening op, waar uit blykt, dat de Britfche Nationale Schuld, die in 1700 flegts 16 Mill, was, gedurende deze Eeuw 494 Mill. is aangegroeid; zo dat zy thans de vervaarlyke fom van £510 P. Str. of ruim 5* duizend Mill. troll. Guldens bedragen. De Apothekar Delunel, te Parys , heeft een Inkt u'tgevonden, die door gene Zeezout- of Salpeter-zuur, ïog enige andere bytende fcheivogten, kan uitgewischt vorden: zonder het papier, waar op de letters ftaany e veranderen. Verfcheidene Adminiflrratien, inzonderheid die vare le Nationale Lotery, hebben reeds gebruik begonnen e maken van deze Inkt, die, met deze byzondere oedanigheid, alle overigen van ene goede Inkt vernigt. Volgens ene naauwkeurige opneming, bevondenzi>, 1 Hamburg, in den jare 1798, 7945 Woonhuizen. 1617 Bewoonbare Kelders, onder voornoemde Woonhuizen. 9433 Bewoond wordende Kamers, boven in voornoemde Woonhuizen. 3362 Woningen, agter de Woonhuizen in de Tuinen. NB. Stallen of Pakhuizen zyn hier onder niet begrepen. Z 3 JT.VT-  C -2 ) enige byzonderheden aangaande de MICHAËLS-MIS i n DUITSCHLAND. Nfettegenfraande de treurige amftandigheden , die het groottiê gedeelte van liet Duitfche R\k treffen, bloeit echter de Negotie in fommige gedeelten van bet zelve, en byzonderlyk in Saxe. De Micbaëls-Mis was zeer goed, en zulks te meer, daar de Frankforter zeer tlecht geweest is, en dus het handeldryvend deel der Natie zich daarheen gewend had. Op deze M's bevonden zich 6 a 7000 Oostenrykfche, PóolfChe en Rusfifche Koopheden. De Engellchen voe den 'ei enen oagelooflyk Herken handel. De Zijden Stoffen, Neteldoeken, Cbitfen, Lakens en Cafimirs, vonden'er het flerkst debiet. Het Engelfche Huis Humphreys heeft vour vele Millioenen negotie gedaan. Het lo caal, dat door het zelve voor de Mis gehuurd was en waar voor het 1000 Saxifche Ryksdaalders betaalde , moest met ene wacht bezet worden, en de entree wierd alleen op vertoning vaneen kaartjen toegedaan, even als de uitgaande perfonen, ook zonder zodanig billet, niet werden doorgelaten. Een JoodschHuis uit Brody, kocht voor 50,000 Dukaten aan goederen. De Franfche Kooplieden hadden insgelyks vry wat debiet, doch echter merkelyk minder dan de Engelfchen. 'Er wierd fterk in Liohfche Zijde-Stollen ged..an. Het Negotiehuis van Chataigny , uit Sedan, verkocht aanzienlyke partyen van heerlyke Lakens. Ook waren 'er uit Louviers grote partyen Lakens, waar in de Spaanfche Wol zig'baar was en veel vertier veroorzaakte. De Saxifche en over hetj geheel alle de Duitfche Fabriekeurs, gelyk ook deZwitfers, bleven met hunne goederen zitten, dewyl zy tegen de pryzen der anderen, en vooral van de Engelfchen, niet verkopen konden; 't geen men inzonderheid aan de konstwerktuigen toefchryft, welke by de Engelfche Fabriekeurs, federt een geruimen tyd, in gebruik zyn, door middel van welken twee menfchen zo veel kunnen doen als 5 met de gewone werktuigen, 't geen natuurlyk den Fabriekeur in ftaat fielt, om zyne waren tot enen goedkoper prys te leveren. Enige Poolfche en Rusfifche Kooplieden , en inzonderheid de laatften,-deden al wat zy konden, om door geld en crediet zo veel mogelyk in te kopen, dewvl zy hoop¬ ten, deze ingekochte wrren, nog voor het invoeren van het niei we Tol - tarif, in Rusland, waar by de inkomende goederen nog zwaarder belast zullen zyn, over de grenzen te brengen. 'Er waren 'er verfcheiden, die voor 100 en 120,000 Dukaten aan goederen kochten , waar van zy de helft terftond betaalden, terwyl anderen twee derden gaven. De verkopers hielden echter de rifico in 't oog, die zy meenden te lopen, en verhoogden daar naar de prompte beulingen. ten., deze ingekochte wrren, nog voor het invoeren van het nieuwe Tol - tarif, in Rusland, waar by de inkomende goederen nog zwaarder belast zullen zyn, over de grenzen te brengen. 'Er waren 'er verfcheiden, die voor 100 en 120,000 Dukaten aan goederen kochten , waar van zy de helft terftond betaalden» terwyl anderen twee derden gaven. De verkopers hielden echter de rifico in 't oog, die zy meenden te lopen, en verhoogden daar naar de prompte beulingen. Papier, uit ene menigte van ver-chtllende zelfstandigheijen, gefabriceerd. Haarlem. Een onzer Vaderlandfche Papiermakers» wiens on erzoeklievende Geest geftadig werkzaam is, om zyn Fabriek, en al wat daar toe betrekking heeft, meer en meer te volmaken, heeft, onder anderen, van tyd tot tyd, ene verfcheidenheid van proeven in 't klein genomen, om te weten welke Zelfftandigheden, buiten de reeds bekenden en in algemeen gebruik zynde, kunnen dienen , om papier van mindee of meerdere fynte en vastheid daar uit te fabriceren. Reeds is het hem gelukt, uit de volgende 50 ver* fchillende Zelflhndigheden, zo vele verfchillende foorten van papier te maken: waar van wy dezen Zomer het genoegen hadden, de Stalen by hem te zien. 1 Afgetrokke Thee - bla- 17 Schillen van Komkom- den. mers. 2 Kroos. 18 Hooi. 3 Gele Bloem van Damast. 19 Struiken van Bloemkool. 4 Witte Bloem vanDamast ao Thee-bladen en Witte 5 Bloem : de gotide knoop. Lompen. 6 Bladen van Perlikebo- 21 Thee-bladen en Graau- men. we Lompen. 7 Bladen van Tulpen. 22 P;pavers. 8 Witte Veren van Pen- 23 Snippers van befchreven nen. Papier. 9 Stroo. -2.4 Oude Couranten. 10 Zaagfcl. 25 Bevroren Aardappel "-n. 11 Schillen van Dop-Erten 26 Deppen van Canaiie- 12 Bladen van Kropfla. Zaad. 13 Gras. 27 Schillen van Aalbesfen. 14 Bloem : de Blaauwe klok 28 Stelen v.n dito. 15 Schillen van Grote Bo- 29 Paarde Bloemen. nen. 30 Gist van Aalbesfen fap. 16 Binnenfte der Schillen 31 Anjelieren. van Grote Benen. 32 Afgetrokken Caneel. 33  C 183 ) 33 Schillen van Peren. van Dopbonen. 34 Schillen van Chinaas- 42 Schillen van grote No- Appelcn. ten. 35 Binhenfte van Chinaas- 43 Krm'fen van dito Appelen Schillen. 44 Schillen van Blaauwe 36 Schillen van Citroenen. Druiven. 37 Binnehfte van Citroen- 45 Dito van Witte Druiven Schillen. 46 Schillen van Perfiken. 38 Sapbuizen van dito. 47 Stof van den Vloer 39 Schillen van Aardappe- 48 Blaauwe Stof. - ~ , 49 i Zaagfel en | Lompen. 40 Seinden van Dopbonen. 50 Afgetrokken Salie-bla4* Binnenfte van Schillen den. Pryzen der Effecten. Op Dingsdag den 2 December 180c, in Amflerdsm. Buitenlands che.. 4fa*a»5prCt. . pCIapS Keizer 4 prCt. . „ a«. d o + prCt. 86fa87 dito Coupons. . x.weaen 5 ptt_t. . 07 a 97* prCt, /; k dito * 96 3961 Geconfolid. 3 ^ öito Kroon 4 prCt. . o3in94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. .. -59 a6o| _ Londen. . . ƒ ,0.qI dito.4iPtCt. . 54a55 _Palys. , .-r/ncÓ^l BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. Voormalig /MW. Mtbnale Schuldbrieven » 3 01^S M Rccepisfe" 2 ■ DifoCu[t de heffing van 98 ^ °* **** 3 M"*" ^ Reiden U. ^ ^ ^oc^^ ■ I 8i}a825 o"«^/ ' ' ' '~ 2 68fa69i O.l.Comp. .. ; 3 5<^a60^ Loterya3prCt. 1785en86. 45 a 46 ~"Tr~: na den ' Bankgeld. . is Vrede. .. . 42^43 / BeleenbankgeH.. ..' w HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTES. ,™'S, fne zeldzaanïheid »« de Gefchiedehs verdient ingetekend te worden, dat volgens ene openlyk ge- Dito uit de heffing van 98 *3jpfGt. 55^a56| Recepisfen uit de heffing van 1800.. a 3 prCt.. .. 42 a44J Relcriptien Losb. 1800. 94$a95| d°. uitgetr. 98 ay8é ■ ' ■ 1 8i|a82f 2 <58|a69| 3 S9 afio ■ 4 , 54fa55§ HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE, ANECDOTES. ^'S, f"e ,zeldzaamheid in de Gefchiedehs verdient ingetekend te worden, dat volgens ene openlyk ge¬ meen gemaakte Lysr, de Oostenrykfche Legermast van July 1799 tot Auguft. 1800, een aantal ™ Jet' minder dan 144 Staf-Officieren, beflaande in i Ve d- reSfalk V3 VeldIt»^meesters' 12 Lieutenants-Generaals, 21 Generaais-Majors,, en 107 andere Hoofdofficieren^ verloren heeft: zynde verre het meerdere daar van in onderfcheidene veldflagen rcfneiivcH of aan bekomene wonden, in den ftjyd, overleden. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen buiten haarlem. ' NC-v. S BtRr°'l ™er- hygro-streek 1dchtg_ i800. \ 5.E; m°"e- me- der gesteld- / te&- _ ter. wind. heid. C20. 2 o, z w 1 - 26/20.2! Al 8S „" v°™'midd. regen; ' A Zl l ?' verder bewolkt; t^JiL 40 62 w.b.n. harde wind. J2p. 6 38 66 w. ' 21 lilt iï nn' WVb-Z- Woto;o«elde,. ( 29- Qi 31 902 w. b. n. y29- 6^ 29 ico w.n."w.j' — )29" Z, 43 73 n. bewolkt. C.2Q- »f -J£_L_23_ n. w. V20. 8? 0-5 100 7 «/ 1—~~'— - 2S <20. 8i qol 01 * bctrokkcn; *snamiddags ) 20. o 37 rfn «gemgti^ 'savonds ey 37 ... 97 n. w.. wat buijig met hagei, )29-9i 38 81 wTzT^-— ■ 30 09.94 44I 08 z w ^trokken; tusfchen C3°- o , _42i_ 100 w. n.w. de vvat regen- Dec.C-29. 9^ 44 9g 2>w>> . ï l<29-9^ 45i ico — tonto; rcge, ,tg. « _J£. Pi.zw.b.w Sr1S2"I liade ^ 29. 6 44 100 w7~ ■ 2 <29-Sï 43 97 w.z.w V0ürlf,d.d-«gen; verder GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN.. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene W««k 2iKe.laatften 19 beneden de 12 Jaren.. ««uc» Staat van Bkvolking der Spaansche Steden, nevens het getal der gestorvenen aan de besmettelyke Ziekte ,. aldaar kort- lings geheerscht hebbende.. Kadix bevat 68,ooo Zielen, 'er zyn geftorven iö,ooo,.na-  C 134 ) roclyk 12,000 Inwoners en 4,000, van het GuarniLen; Ei land van Leon 32,000 Zielen, 8,cco doden; Port-Royai io,cco Zielen j ^',coo doden; Cbiclana 10,000 Z'.elen, 3,000 doden; Porto-Santa-Maria 25,000 Zielen , 6,000 doden; Sïnt-Lucar 18,000 Zielen, 4,000 doden; Rota 6,000Zielen, r,500 deden, Xerez 30,000 Zielen, 8,000 doden; Sevilien 5fö,ooó Zieien, 30,000 doden, dus 79,500 doden, BEKENDMAKINGEN. * * TRFAJTTEL & WURTZ VTarcha'nds Libraires a Paris conrinuent a débiter le Journal General de la lilt ér at ure de Franee, ainfi que celui de la lil ter at ure Etrangère— Ces deux [ournaux réunis fonnent une Bihliographie complette & tres-niteresfanre des ouvrages les plus recommaudables de la littérature de 1'Europe, on y trouve les annonces périodiques des Ouvrages nouveaux, Cartes Géograpbiques, gravures, objets d'arts, inventions & découvenes en Franee, cn Allemagne, en Anglcterre, en Espagne, en Italië, en Helvetie, en Hollande &c. cfasfée par ordre méthodique, et accompagnée d'extraits et de remarques analytiques — On s'abonne a Paris, quai Voltaire No. 2. — On peut ausfi foufcrjre au Bureau Général des Postes a Leide en Hollande. V By den Boekverkooper J. van CLEEF, in den Haag, zsu'nog eenige Exemplaaren te bekomen van : AGATHA DEKEN, Myne Offerhande aan het Vaderland, in 3 Afdeelingen. 1. Aan de voorftanders van de Leer der Dordfche Vaderen, 2. Aan de Christenen met my meer taftemmende in Godsd. begrippen. 3. Land- en Tydgenooteu. — De Godsdienst aan de Bataaven in gr. 8°. a ƒ: - 11 - : V Daar de fmaak onzer Landgenooten , over het algemeen , naar buitenlandfche Kunstvoortbrengfelcn overhelt, met juist zo zeer om dat ze vreemd, maar om dat veelen derzelver rodedaad fraai en bevallig uitgevoerd zyn, en 'er geen middel is om dezen fmaak tot inlandfche voortbrengfelen te gewennen, zoo men zich niet bevlytige, om op het voetfpeur der buitenlanders even zulke keurig uitgevoerde voortbrengfelen te'le veren; hebben de Boekhandelaars van VLIET en van des HEY, te Amfterdam, geene moeite noch kosten gefpaard on: eene proeve te neemen in hoe verre men hier ter ftede, der ktmstfmaak der Franfchen en Duitfchers in het vervaardiger van een' ALMANACH kan volgen; en bieden dus hunne Landgenooten aan een' keurig en kostbaar uirgevoerden Almft nach, onder den Tytel van Ernst -en Boert, voor de XI2 Eeuw, of Almanach van téfcfidafde Kundigheden, voot den Jaare 1801. faamgefteld door A. FOKKE Simgnsz. , er verfierd met keurige Kunstplaatjens, geordineerd en getékenc door ƒ. KÜYPER en gegraveerd door L. A. CLAESSENS benevens twéé Caricatuurplaatjens, geteckend door J SMIES en gegraveerd door D. VEELWAARD. — Dit Tyd boekjen, vervat by eene verzameling van nuttige Ï-Vysgeeri Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. ■te, Historifche, Dicht- en Oudheidkundige ftukken, ook eenige vervrolykende anecdoten en boertige verhaalen, waarmede jaarlyksch vervolgd zal worden, zodanig dat elke afdeeling een belangryk werkjen op zigzelven zal uitmaaken, het welk afzonderijk byeen verzameld ea,i gebonden zal kunnen worden. De uitgeevers hoopen op de aanmoediging van lieden van fmaak en kunde, daar zy met deze hunne zo kostbaare onderneeming hebben getracht te bewyzen, dat men ook in ons Vaderland een' Almaiiach in den fmaak onzer nabuuren uitvoeren, en denzeiven, zelfs tot zeer maatige pryfen,' kan afleveren; zynde deze in fraaije Couverts, voorzien van. een papieren foudraal a f 2 ; 10: - alom te bekomen. %* By den Boekverkoper W. van VLIET te Amfterdam, is gedrukt en alöm te' bekomen , een Werkje in eenen geheel pieuwen fmaak, betyteld: Magazyn van Spreekwoorden, opgehelderd door Voorbeelden en Vertellingen, tot een Leesboek voor de. Jeugd. Zy, die de proef kennen, door den zaligen MART1NET wel eer genomen , om eenige VADERLANDSCHE SPREEKWOORDEN op te helderen en langs dien weg de Jeugd te'onderrigten, een Werkje, dat zoo fterk gezocht en meermaalen gedrukt is, endaar mede dit MAGAZYN vergelyken, waar in men niet" alleen een aantal Spreekwoorden, voor het grootde deel door MARTINET niet aangeroerd, voor de Jeugd verklaard, maar ook telkens met aangen;.me Vertellingen doorvlochten heeft, zullen moeten belyden, dat het zelve voornoemde Verzameling' van dien beroemden man niet alleen veilig kan' ter zy de gefield worden, maar ook van een nog veel algemeener en uitgebrei- . der nut mag'worden geacht. Hoewel bykans dertien vel, ten . iüterite netjes gedrukt zynde, groot, beeft men het zelve ov ■ den geringen prys van 16 Stuivers gefield ;* kunnende het ook ' zeer goed tot St. Nikoldas en N. Jaars prefentjes aait, kinderen gebruikt worden. V' By G. WARNARS, en alom by de Boekverkoopers, wordt een Bericht, gratis uitgegeeven, aangaande eene In-, fciryving op zeer voordeelige voorwaarden, welke geduurende de maanden November en December dezes Jaars zal openi ftiin, tot eene goedkoope afleveringen eenen.gedeeltehken herdruk der uitmuntende en voor alle Liefhebbers van YVairheic en Godsdienst oflontbeerlyke Werken'van J. J. HESS,; over Gods Koningryk. — Gef hiedenis der Israèi eten. — Lever, van Jefus. — Leven der Apostelen, 111 KrX 13ee-' Ien. Als ook van den ABT JERÜSALEM over den Godsdienst . 3 Deelen, allen in groot 8°. ♦ i» In Je Boek .vmkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Koeken, enz. Pie-'.erduh 'feite. Lis (P. H. >an) Leerredenen voor ondeKcheide Jaaren enz. gr. 8°. . • ■ • ■ ƒ 1 - 16 - e Catalogi van Je • Bibliotli. van Jan Staphorst door P. den Hengst, Amft. 9 Dee. Ber'tfhtjsn van - Intekening op een Atlas van C. Krufe.  A°. 1800. • N°. 3Ó3. NIEUWE ALGEME NE KONST- en LETTER.-BGDE9 VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FRTDAG DEN 12 DECEMBER. B E R I G T E N. ZWEDEN. c Stockholm, den 21 November. Daar ene kwaadaartige foort van Kinderziekte vele jonge lieden, in dezen Herfst, weggerukt heeft, is het Collegium Medicum, alhier, tot het befluit gekomen, om met de inenting der Koepokken een aanvang te maken.*. BATAAFSCHE REPUBLFEK. Haarlem, den 9 December. De Mum'cipaliteit van j deze Stad gaf onlangs een nieuw bewys van hare op-' Jettenheid en on vermoeiden yver, in het behartigen < van al wat dienen kan ter bevordering van het wel- ( zyn der Burgery in 't gemeen, en ter verligting van c de zwarigheden, waar mede, byzonderlyk het meer behoeftig deel derzelve, te wnrftelen heeft. Met re- \ den bedugt, dat het algemeen en diep verval van j Koophandel, Handwerken en Fabricquen — de fchro- f öielykë duurte van alle de eerde noodwendigheden d des levens — de uitgeputte flaat der vooünaamfte Ar- d men-fondfen, vooral met den aannaderenden Winter, g gebrek aan genoegzaam en gezond voedzel voor velen g ,aoïrd,w "aflePcn» e" ^t hier uit tevens welliet door- b XIV. Deel. igaande ziekten konden ontdaan, 'gaf zy, by een bedrukte aanfpraak aan de Burgery, aan de Huizen der meervermogenden rondgebragt, deze hare gegronde' bekommering te kennen, wees een gepast middel aan ter afwering van het gevreesde kwaad, in ene foortgelyfce ïnnéring, om den hongerigen armen gezonde en mmkostbare gekookte fpyze toetedelen, als reeds tn zommige plaatfen van Europa, naar het voorfchrift van den Menschlievenden Rumford, met goed gevolg is beproefd, en opende tévens ene infchryving voor drie Wintermaanden, aantevangen met de Helft van deze lopende, om gedurende dezelve, twemalen ter week, aan de meer behoefrigen , ene (Economifche boepe, wier voedende en verfterkende kraet door stads Doétoren, vooraf beproefd en verzekerd was, londer merkelyk bezwaar voor Stads kasfe, uittedeen. De uitflag van deze Liefdadige poging beantwoordde ten volle aan haren wensch, ja overtrof zelfs le vertvagting : zynde, onder het meer'vermogend leel der Burgery, daar toe een aantal van niet ffilner dan tusfchen de 37 en 38 honderd pórden, ieder an 36 duivers, ingetekend. De Stad levert het -ocaal, met de nodige Keuken-gereedfehappen en irandftoffe ter bereiding van deze Soepe, als mede e perfonen, welker arbeid en hulp daar toe zal Balg wezen: terwyl voorts ene Commisfie van 11 Bur;rs zig, op verzoek der Mum'cipaliteit, wel heeft ïheven te belasten met de adminiltratie van deze :ilzame inn'gting. Aa Zie  C i8<5 ) Zie hier de voorfchriften ter bereiding van tvveder-ï iei foort van Soepe, welke, by afwislelmg, zullen uitgedeeld worden. *■* . _, Voe-r 5 Portien (of monden) ieder Portie gerekend tot een pint hoeveelheid , houdende circa 3 Soep- j borden. 1. fg Loot Groene Erwten — 24 r C...;cbuild Tar- ^ « Loot uebrood (oud- Gort . . — iö bakk.) . . — B Aardappelen 1 24 Vleesch . .. £ ~ Brood . — 16 Aardappelen — 38 Vleesch . s — Levdfche Wor- Zout .. — a telen . . 1 24 Water ■ 135 ~ Havere Gort — 10 ' Z Zout . — a zameu .. 15, 26 Water . 1,2* — zamen . 17 — Men kookt de inmengzels van elk dezer Voorfchriften, drie uren lang; dog de Aardappelen, op het laatst en afzonderijk; moetende deze, gaar zynde, i\n gemalen, en dus wanneer de Soep gercea is» daai in gemengd worden. Ook moet men zorge dragen , .m de hoeveelheid Waters, die onder het koken uitdampt, van tyd tot tyd aantevullen, op dat 'er juisi zo veel overblyve, na de bereiding, als de Voor fchriften bepalen. Men zal dus best doen, met, bj liet opzetten, de portie Water wat ruimer te nemen.. MENGELINGEN UIT HONGARYEN. Als een Kunftenaar, die niet alleen Hongaryen maar zelfs Europa tot eer ftrekt , verdient Paul Ko, kany. te Neufohi, melding.. In het jaar 1771, toe Keizer JofipA II. de Bergwerken, in Hongaryen, bt zbtieende, vetvaardigde hy, een Uurwerk,, waar 1 alfe'Bergnerks-arbeid na elkander ten- naauwkeurif ften en op ene juiste wyze, en ook wel gelyk het d natuur der zake medebrengt,, gelyktydig. voorgeftel worden. Dit Meesterftuk van Werktuigkunde is voc twee jaren uit de nalatenlchap van den: toenmalige Bisfchop van Neufohh in het bezit der Univerfiteit, te Pest , gekomen, waar het onder de overige zeldzaamheden bewonderd wordt. Hongaryen bezit nog in Johann Lcngejek enen man , die wegens zyne bekwaamheid in Werktuigkundigen arbeid en daar mede verbonden kundigheden opmerking verdient. Hy was eerst in Keizerlyken Krygsdïenst, en, federt hy dien verlaten heeft, houdt hy zich altyd bezig met Mechamfchen arbeid,\ GeoraeBrache Oplosiingcn van zware Mathematifche opgaven. Onder zyne- Weiktuigkunuige uitvindingen verdient een zeer bekwaam en nuttig foort vanmaalwerk melding, welke veel overeenkomst met een Windmolen heeft. Bovendien vervaardigt hy zeer goede en met nieuwe aanmerklyke voordelen voorziene Molenwerken voor de Mechanifche Scholen, gelyk ook zeer goed ingerichte Elecirifeer-Machinen, wier werkingen zo verbazend zyn, dat hy by het onkundig Gemeen genoegzaam voor enen Tovenaar doorgaat. Onder zyne Mathematifche Oplosfmgen zyn vooral merkwaardig: 1 De (trekking der Peripherie naauwkeurig in een juiste lyn op te geven, dat is de Lengte der Peripherie in "ene juiste lyn uit te drukken. Deze uitdrukking vondt hy door ene werkuiiglyke inlichting, by welke door de omdraaijing ener fchyf de Tanganten in ene gelykmatige fnel'heid me: de Peripherie omgefchoven worden. De ondervinding bragt hem tot enen regel, die naauwkeurig Geomemsch bewezen werdt. Mathematici zullen terftond begrypen , dat deze uitvinding niet het gewone Quadratum Circuh is; die jS: de verhouding van den Radius tot den omtrek, maar deze geeft ene juiste Lyn ==. de omtrek. Deze k;.n zeer ligU gelvk het waarfchynlyk is, irrationaal zyn. o Del-eo-el óm ene Geometrifche proareslie door Lynen uit te drukken, en ook om tusfchen twee gegeven linien twee gemiddelde proportionele te vinden, o Den IVoek met zvne bogen in diieè'n te fnydenHy heeft nog meer "zeer fraaie opmerkingen, die geheel nieuw zvn , byzonder over de Knngsv akte, voorgefteld. Tegenwoordig onthoudt hy zich in Raat».. Eindelvk fchynt zich het Höngaarsch Toneelwezen , tot wezehlyke beftendigheid en duurzaamheid opge- - beurd te hebben. In het vorig jaar is onder de by0 zondere Direétie van enen zeer geöeffenden en-be- - kwamen man, in Groswardein,. een nieuw Toneelgen zelfchap ontdaan, van waar het uit de ene Stad naar ;- de andere trekt, en overal op ene, in Hongaryen, e voorbeeldloze wyze welkom is. d De vermeerdering van Profesforen , by twee der >r grootfte Protestantfche Leer-Inftituten,. geelt andere n bewyzen voor de nieuwe pogingen ter, bevordering  C 187 ) der befchaving in Hongaryen. Te Debreczin is nu liet getal der Prófesforèp van 4 tot 6 vermeerderd en onlangs werdt de Advocaat Szeplaky, die zich in de jaren 1792 cn 1793 op de Gottinger Univerfiteit, en vervolgens, voornaamlyk in het vak der Rechtsgeleerdheid , te Pest, geöeffend heeft, tot Leeraar in de Rechten beroepen. Men heeft ook, om den yver in de Wetenfchappen te vermeerderen, de befolding van 300 op 600 Florynen, behalven de Woning, waar by altyd een Tuin is, Brandhout en Granen, verhoogd. Men heeft verder in de Monnikachtige foort van Óp voeding der in het Collegie by elkander wonende betabbaarden, veel veranderd, en hun meer gelegenheid gegeven, om zich ook door enen verftandlyken omgang voor de men-chlyke Maatfchappy te vormen. Ook heeft men aan de draften dat ruwe en beledigende harde benomen, en zoekt de Jeugd meer door verdandige waarfchuwing dan, dikwerf fchadelyke, gedrengheid te recht te brengen. De Protestanten der Augsburgfche Confesüe toegedaan, volgen het voorbeeld der Gereformeerden. Onlangs is uit ene Fundatie, van enen nog levenden Predikant, te Presburg, Mosfocz, het getal der Leeraaren, aan het daar zjnde GymnaOum, dat ontegenzeglyk juist zo veel.alle andere Lutheifche Inllituten in Hongaryen overtreft, als het Debrecziner de overige Gereformeerden, vermeerderd geworden, zo dat nu by het zelve vier Profesforen zyn aangedeld geworden. Nog meer be¬ wyst het voor de algemene deelnemtng in de bevor- : dering der Befchaving, dat in den vorigen herfst op het befluit van het Zipfer Palatinaatfchap, een Leut- 1 fchauersch Profesfor, Jofcph van Marton, op een ge- : leerde Reize door Hongaryen gezonden" is, en van het \ Keizerlyke Stadhouderichap daar toe het voorrecht < van een voorfpan bekomen heeft, voornaamlyk met i oogmerk , om de onderfcheidene fpreekmanieren en < woorden der onderfcheidene fpraken te verzamelen, 1 tot het vervaardigen van een goed Woordenboek; ; maar daar de keuze op enen man van voortreflyke < kundigheden gevallen is, zo kan men van deze Phi- < loiogifche onderneming, ook in andere vakken, veel 1 goeds hopen. Hy heeft ene byzondere aandacht op 1 eiken tak van Industrie en Koophandel. I Reeds voor enige jaren heeft een zekere Hertty, 1 een Zevenberger, die niet eens fchryven geleerd hadt\ c door natuu.lyke, uit de ondervinding verzamelde^ t kundigheden in de Zeepziedery, uit een foort van c aarde, en daar uit vervaardigde Soda, een nieuw foort c van Zeep gevonden , die van ene lheeuwwitte venve r is, en in deugd alle andere Zeepen overtreft. Naar- v ëien zy alle daar mede genomenc Chemifche proeven jn doorgedaan heeft, kregen alle Apotheken en VelJApotheken, in de Koningl. Keizerl. Erflanden , bevel, al haar Zeep, voor Medicamenten, van ff. liertey te nemen. Hy woont in Wenen en werkt Hecht! uit Hongaarfche Producten. De Inwoners van Hongaryen laten zich, ten aanzien van hunne natuurlyke gefteldheid, in drie verfchillende klasfen verdelen. De Bergbewoners, omtrent ai millioenen in getal, zyn ruuw, fterk en renzachtig, gelyk hunne rotzen ; de bewoners van het platte land, omtrent 4 millioenen, zjn gefpierd, klein traag; de bewoners der Steden zyn van de Duitfche Stedelingen niet zeer onderfcheiden; by ene hal . e befchaafdheid verzwakken ondeugden veelal hunne lighamen; men mag het getal van de bewoners der Steden 2n der aanzienlyke Marktvlekken van 6 tot op 8oo,oco begroten. De Natuur maakt de bewoners van de Rotsgevaarten byna rots hard. Mannen van 5! voeten zyn onder hun zeer gemeen, en ook velen van 6 voeten. De zuivere berglucht houdt hen tot enen hogen ouderdom, gezond, vrolyk en fterk. En nadien de gloeijende hitte in de hutten, nevens de menigvuldige uitdampingen van fchadelyke cn vergiftige nineralen, genen nadeligen invloed op derzelver gezondheid , zo waren deze Menfchengevaartens byna ftet doopbaar; maar, niettegenftaande" dezen invloed, A'yzen hier de Geboorte- en Sterfh sten, gelyk ook le Bevolking zelve, een langdurig leven en ene "°•inge fLrflykheid aan. Het Gccnfchiner Palatinaat, zeel kleiner dan het gedeelte van Croatie , tusfchen le Drau en Sau, hadt, ten tyde der Militaire Concriptie, in het jaar 1786, 221,000 inwoners, terwyl ;eheel Croatie, dat ten minden tweemaal zo groot :n over het algemeen vruchtbaar is , geen volle 50,000 nwoners telde. Men mag hier zeker ook wat'(leliën >p rekening van de krygshaf ige ge del enis dezer oorlen, op de verwydering van Steden , die de industrie lankweken, en op de verregaandde bygelövigheid 5 inbetwistbaar zeker heeft ook aan deze gebreken we» Ier het onderfcheid tusfchen de Bergbewoners en die rtitt het platte land fchuld. De voortreflyke lighaamsterkte is het, welke de Bergbewoners van Hongaryen , loven andere Inwoners dezer Ooi den, onvermoeid arleidzaam maakt. De veldarbeid is moeilyker, d n p het platte land, en op het Karpatifche gebergte efchiedt dezelve dikwyls boven de wolken; dat alaar, uit dien hoofde, de gronden ondankbarer zouen zyn, dan op het platte land, is echter het geval iet. Men heeft dreken, die de Natuur geheel tot ruchtbaarheid fchynt gefchapen te hebben, en waar ien egter zeldzaam het 4de gedeelte koorn van het Aa 2 zaad  zaad wint, daar men op het gebergte gewoonlyk het 5de ol'het 6de oogst, waar van de naaste oorzaak in de menigvuldiger'omaïbeiding en zorgvuldiger oppasling der Bergvelden gezocht moet worden. Met dat ■ alles maakt de bekrompenheid der Velden op de bergen, gelyk ook de foort der vruchten, die daar verbouwd worden (meest is het Haver, Gerst en Woekweit,, zeer weinig Rogge en geheel geenTanv) dat de Bergbewoners by al hun vlyt het brood nog uit de nabuurfchap halen moeten. Maar hunne arbeidzaamheid weet zich zo vele takken van weikzaamheid en foorten van gewin aan te fchaffen, dat niet flegts alle kunstprodudten by hun veel goedkoper zyn, maar dat zelfs het brood byna by hun niet duurder is, dan in andere oorden. Het grootde gedeelte van deze lieden, in Hongaryen, zyn Sclavoniers, ook Duitfchers, zeer weinige eigenlyke Hongaren. Hunne daaglykfche beroepsbezigheid is de hardde, die men zich voordellen kan, Houthakken, Ertsdoten , Ertsgvaveiu Pletten, Rotzenploegen enz. Hunne uitfpanning bedaat in Spinnen, Weven, Linnenweven, Schoenmaken en dergelyken. Hunne lighaamlyke derkte wordt reeds door hunne kinderfpelen geöeffend en vermeerderd. Deze zyn gewoonlyk v/ordclen, denen wentelen, klauteren op bomen, vogel vangen en jagen in de onafmeetbare diepe kloven der Karpathen. Menfchen, die met gemak in.de Bergwerken en de Yzerfmelteryen 4 Cente*rdars van de een naar de andere plaats brengen kunnen, zyn niet zeldzaam; ja in 1783 bevondt zich in een Yze'rfmeltery, by Tfnetnek, een arbeider, die 6 Centenaars kon ophelfen. Daar elders het Graan gewoonlyk in zakken van ii en 2 Schepels word geladen en vervoerd, gefchiedt zulks, in het gebergte, ju zakken van 3 en'sé Schepels. De Boerenwagens, cp het platte land, zyn zeldzaam meer dan 1 vadem lang en 2 voeien breed, maar in het Gebergte gewoonlyk 2 of smaal zo groot. De Hongaar, op het platte land, bevracht zyne 4 Paaiden ten hoogden met 30 Schepels Haver; een Boer, in het gebergte, bevracht 2. Paarden met 40 Schepels enz. By de befchaving van het hart en verdand komt het blykbaar onderfcheid, dat by de bewoonders van Hongaryen te bemerken is, behalven de verfcheidenheid van hun lighaamsgedalte en hunne woning, nog de- Natie tot welke zy behoren. Een, van eigenlyke Hongaren afdammend, kind, vertoont het minde, een Duitsch reeds meer, en een Sclavonisch gewoonlyk de meeste gefchiktheid en leerzaamheid. Hier aan mogen, buiten de gewoonten der ouderen by de eerde behandeling hunner kinderen, ook derzelver middelen van onderhoud geacht worden deel te hebben. C 188 ) Wanneer men, gelyk het daad-Iyh'volgens waarnemingen, het geval fchynt te zyn, in de Oostenrykfche Landen 1'risfchere en blozender Jongelingen aantreft, waarom zoude de Deegkoekjens (Teig "Batzen) waar mede de eigenlyke Hongaar gewoonlyk jaar uit jaar in zyn kind opltopt, niet zyne organen domper maken ? Hoe zou verder de met meer delicatesfe behandelde Duitfche knaap, niet meer gezien hebbenen desvvegens zyne wenfehen en begrippen in verfchillende opzichten niet vérder uitgebreid hebben, dan de Hongaarfche, aan een eeuwig eenzelvig gewoon ? Hoe zal eindelyk de Sclavonifche knaap, die gewoonlyk met de Geiten op dezelfde wegen fpringt, niet v;.n zyne eerde kindschheid af ene vaardigheid en levendigheid verwerven, die een ander niet verkrygt? Ook het onderv. ys , dat de Jeugd geniet , en dat door Godsdienst - verfcheidenheden, naar drie of vier geheel verfchillende leenvyzen ,. gegeven wordt, heeft enen aanmerklyken invloed. Over het geheel genomen, is de Hongaar in de befchaving van zynen geest, nog verre ten agteren by zynen nabuur den Duitfcher, en maakt genoegzaam den overgang van de Turkfche ruuvvheid tot de Duitfche belchaafdheid. De Duitfche bewoners van Hongaryen zyn het verst heen , of de zodanigen, die, door hunne naauwe verbindtenis met hun , derzelver taal en befchifafdheid hebben aangenomen. De Groten van Hongaryen zyn meest op Hoge Scholen, in Duitfche, meestal Hoofdlieden, opgevoed, en hebben derzelver gebruiken, kundigheden, levenswyze en befchaafdheid overgenomen. Maar de kwade landsgewone, weinig befchaafde, levenswyze veroorzaakt, dat een, in zyn jeugd zeer wellevend, Hongaarfche Grote, dikwyls op zyn 25de jaar weinige 1'poren van zyne vorige belchaafdheid meer behoudt. Deswegens» vinden de meeste geleerde ondernemingen, in Hongaryen, gene onderdeuning, en lopen op niets uit. Dit was het noodlot van de heerlyke (EconomifcheSchool* te Szarras, die de toenmalige Predikant Tefedik opende, en die zelfs met de Koninglyke onderdeuning niet bedaan kon, wyl de Grondheer derzelve daar tegen, was. Men vindt ondertusfehen Hongaarfche Magnaten, wier tegenovergedelde bandelwyze verwondering baart» Zo fpilt de Graaf George van Feftetich, met vordelyke edelmoedigheid, geld, om alles te bevorderen, wat hy voor de Kimden en Wetenfchappen van Hongaryen diendig oordeelt. Reeds , in 1794, maakte hy fchikking, om op ene zyner Marktvlekken., te Czurgo, een gemengd Protestansch Gymnafium op te richten, doch waar van, daar de Lutherfchen de weldaad weigerden te ontvangen, flegts een Ge?-  C i8p ) Gereformeerd ontflondt, dat meer en meer in aanzien komt, twee Proresfbren, met ene aanzienlvke bezólmagt heelt, en gedurig meerder Leerlingen telt. KORTE BESCHRYVING DER VOORNAAMSTE GEDENKSTUKKEN van EGYPTE, aangeboden AAN DEN EERSTEN CONSUL BONAPARTE, DOOR DEN BURGER C. R I P A U L T. \ ,* : Burger Eer/ie Conful.' f Ik heb de eer u aantebieden, de verkorte Befchryving van de voornaamfte Gedenkftukken van Opper-Egypten; het t is een uittrekzel uit de breedvoerige aantekeningen, ge'hou- d den op de plaatfen zeiven. Ik heb, zo veel mogelyk, ver- I: myd, dat te herhalen, het geen Reizigers gezegd hebben I die ons zyn voorgegaan. Ik heb 'er bygevoegd, een kort verflag van de werkzaam- z heden van de Commisfie der Kunften. Het werk, het welk o zy, onder uwe befcherming, daar van denkt uit te geven d zal, van het geen zy heeft uitgevoerd , een rechtmatiger V denkbeeld geven, dan het meest omftandig deswegens geee- b ven verflag. 6 6 Geen Reiziger, voor ons, heeft Egypten met zo veel vei- h ligheid doorgereisd, als waar van wy gedurig het genot heb- g ben gehad, en dat wy aan u verfcbuldigd waren. De loop van de rivier de Nyl, moet ondertusfehen zo gi wel bekend zyn , als die van enige rivier van Europa De e< ligging van de voornaamfte Gedenkftukken , van de h< thans beflaande belangrykfte Steden, is door Astronomifehe vc waarnemingen bepaald geworden. Te Phyle, de plaats die voor het graf van OQris gehou- kt den wordt, en de laatfte grenspaal van het Romeinfche Ryk, aa aan den kant van ^thiopien, hebben wy de lengte en breet zt te van dat Eiland en van de Stad Sienne gegraveerd. Zo an bebbea wy ook te Thebes, op de Westerpoort van het Pa- ■ leis van Girnnck, die van 12 der oudite Steden gceraveerd. Wy hadden enige voldoening van, na omtrent 5 of fJooo jaren , onze geringe waarnemingen te verenigen met de duurzaanrheid van deze onverdclgbare Gedenkftukken. Gedurende 2,5 dagen, hebben wy ons verblvf gehouden op de puinhopen van deze cude hoofdftad van Egypten Uit hoofde van het getal van onze Commisfie, kwam "dit verblyf overeen met dat van enen enkelen perfoon, geerarende twee jaren, en wy genoten het voordeel van een groter getal ogen over dezelfde voorwerpen te laten gaan. Wy bragtéa op de plaatfen zelve de verfchillende gevoelens voor den dag, die dc aanhoudende oplettendheid geboren deedt wor den, gericht op het onderzoek van de Bouwkunst der Tempel en Paleizen, van het geheel en van de gedeeltens der Graveerkunst en der Basrelieven. Gevolgd van de ver-yoerbare Bibliotheek, die my was toevet trouwd, vergeleken wy de befehryvingen der Reizigers, He ons voorgegaan waren , met de Gedenkftukken , waar ran zy gepoogd hebben een denkbeeld te geven. Wy hebsen met leedwezen gezien, dat, daar zy dezelve op ene werdreven wyze pryzende, niet hunne fchriften, noch hunie afbeeldingen op verre na van dat belang zyn, als waar nede zy zig opdoen. Norden heeft niets nagelaten, dan onnaauwkenrige en netsbeduidende gezigten, dan duistere en winderige befchry'ïngen. Hy was niet genoeg onderrigt; van een bevreeslen aart zynde, bezocht hy het Eiland Phyte by het licht 'an een lantaarn. 3 Paul Lucas is een blind Reiziger, een belachlyke groot- il f\ Hy ,hleldt voor Gralliet de Bergftenen /waar van He dc Tempels van Opper-Egypten gebouwd zyn! Mcard, geleerder en naauwkeuriger, heeft niet weittia dihltfl' ^"Zeker C" duister opêaf' °P fe heWe?en. JiZ?d'3nV%e:m gl'0ten d,CnSt g£WeeSt f! ^ Deze voortreflyke Wysgeer, is gedurig het voorwerp onn verbazing geweest. Alleen door het vermogen van zvn ordtel, heelt hy, met ene juistheid, die ons met verwon! rmg overftelpte , de ligging der oude Steden , die deV 'zocbThadt °P V:'" Canalen aangewezen, die hy nooit De Confnis Maillet, Vanfleb en de Copiïst Sartry Sa™ I5ICtS nUU,&S °f WMrS 'n hUnnC Werke" 'd'M het Iic^ De twee achtingwaardiefte Schryvers, die over Eevpten Schreven hebben, zyn Granger en Pocecke. De eerfte n fransch Geneesheer, bezocht dit land in het jaar 1770' it » te bejammeren, dat zyn werk zo kort is; deze Schrvr is geleerd, oordeelkundig en waarheidlievend. De twede is de geleerdfte van allen. Zyne befchryvinger* 'men meest met de waarheid overeen. Het haperde hem b vlyt noch aan ftandvastigheid Byna alles, het geen by Ifs gefchreven heeft, is goed; de tekeningen , die hy dooV deren heeft laten maken, zyn ongetrouw. Schoon wy fchynen mogen een weinig, geüreng over deze Aa 3 S'chry-.  Schryvers o».? o gelaten te hebbes, zvn wy 'er egter verre af, om daar by niet hv aanmerking te nemen de ontelbare moeilvkheden , die zv hebben moeten ondervinden ; zwarigheden die wy naauwiyks hebben kunnen vermoeden, dank zy der gunftige fchikkingeh, die u de zo onderfcheidende goedwilligheid hebben ingeboezemd, waar mede gy ons altyd vereerd hebt. , . , Het is waarfchynlyk, dat, in de Inleiding van het Boek, 't welk de Commisfie voor heeft uit te geven, men zich niet zo vrv zal uitdrukken, als ik doe, aangaande de Schryvers, ever welke ik de eer gehad heb u te onderhouden. Men zal /e niet tegen (preken , dan door een ver.lag van zaken, want bet fchynt mv toe, dat dit werk zodanig moet worden behandeld, als of''er voor het zelve geen ander over dat zelfde onderwerp was in het licht gegeven. Ons onthoudende by de plaats der Gedenkftukken, hieldt e'k \oor ons zich bezig met enen arbeid, waar mede ene lange oefTening hem gemeenzaam gemaakt hadt. De Gez.igten, getekend door de Burgers Dutertre , Cecile en Ealzac, wyzen den tegen woordigen ftaat aan van de Tempels en Paleizen. Lepere, de Bouwkundige, en verfcheiden Ingenieurs van Bruggen en Vt -eg-en, hebben 'er de plans van gemaakt, genomen na de hoogten, en doorfneden. met ene naauwkcurigheid, zeer gefchikt, om 'er een volledig en voldoend denkbeeld van te geven. De Basreliëfs en de Schilderyen in fresco, die dezelve verderen, zyn met getrouwheid gecopieerd, door jonge lieden van de Commislie der Kunfteri. De Plaatsbefchrvving van de oude Steden, heefi men te danken aan de Ingenieurs der Bruggen en Wegen, en aan de Aardrvkskundigcn. Ik heb my, met de Burger; Fourrier en Custaz , onledig gehouden met de gefchrevei: befchryvingen, die de platte gronden en tekeningen moetei: vergezellen. _ , lk heb ondertusfehen de eer, Burger Eerfte Conful! t den uitflag der werkzaamheden aan te bieden, die de Lede;: van de Commisfie verrigt hebben, en waar toe de bezigtiging der Gedenkftukken gelegenheid gegeven heeft; zy moeten bevestigd worden door uitgebreide Verhandelingen , waai in men zich bepalen zal, om niets te geven dan duchtige cn onwederfpreekbare bewyzen, zich van alles onthoudende dat niet anders is dan gisiing, of aan een of ander ftelfe verbonden. . . „ Een Volkplanting, uit Ethiopië vertrokken, heeft Egyp ten bevolkt; zy heeft den loop der rivier gevolgd, die da land bevochtigt. De eerfte menfchen , die 'er zich neder zetten, waren Troglodyten, dat is, bewoners van grotten door de natuur in de rotfen gevormd; zy zetteden zich neê in het Zuidlykst gedeelte van dat land. De Gedenkzuilen zyn ouder, naar mate dat zy digter b den keerkring zyn. Te Phike, een Eiland, gelegen aan dei overkant van Sienne, zyn twee Tempels gedoopt, en vai hunne bouwftofTen twee anderen, die nog beftaan, wede opgetrokken. Zo heeft men, om zo te fpreken , een opeen volgend geflaebt van Gedenkftukken, en de tyd van el dcrzelven is het driedubbel van dien der oudfte Staten va Europa. „ De Natuur ontbreekt geen tyd , " heel Volney gezegd , in ene zo juiste, als we! uitgedrukte, aan. merking; en de befchouwing der Gedenkzuilen, en der natuurlyke verfchynfels, die Opper-Egypten oplevert, bevestigt deze waarheid: de rotfen van Graniet, die Sienne omringen, zyn geheel verlegd, en de Obelisken (Pyramiden), voor meer 4000 jaren opgericht, zyn ongevoelig gebleven voor dc werking der lucht. Alle de Tempels en Paleizen zyn gebouwd van gehouwen fteen ; twee of drie zyn van kalkfteen; en uitgezonderd de Obelisken en Colosfale Gedenkzuilen, treft men meer verwerkte Graniet aan, alleen op de puinhopen van Alexandrie en in deszelfs Moskeen, dan men vinden kan van Cairo tot de Cataracten. De Gedenkftukken zyn niet geheel van Graniet gemaakt geworden , dan toen de Zetel van het bewind naar Memphis was overgebragt geworden. Toen plunderde men OpperEgypten van alles, dat 'er van daar kon genomen worden, en'men verrykte tot deszelfs kosten het beneden deel van dat land; de Kunften toen tot enen hogereu trap van volui laktheid gekomen zynde, ftelde men weelde in de keuze der houwftoffen, en de Tempel van Ifis, te Betibeit, werdt van Graniet gebouwd, en men verkreeg van de rotfen der Elephantine de verbazende blokken fteen , waar van de eenftenige Kapellen van Saïs en Bntos gefticht werden; hun gewigt bedroeg verfcheiden millioenen. De arbeid, nodig om ze van de rotfen te breken, ze öp vlotten te plaatfen, 220 mylen ze te vervoeren van de fteengroeveu, waar van daar zy gehaald werden, re houwen, uit te holen, te polysten, noodzaakt ons tot achting voor de ftandvastigheid van dit Volk in zyne grote ondernemingen; deze ftindvastigheid» beter beftuurd, hadt het zelve de groótfte zaken kunnen doen uitvoeren. De oprichting van flegts een Obelisk, maakt nog heden den roem uit van enen Bouwmeester, en de Egyptenaren hebben 'er een groot getal gelloopt , nedergeveld en opgericht. Ziende op de pogingen , die dit wonderbaar werk ten einde deedt brengen, wordt men doordrongen van achting voor hun, die het ondernamen en ten uitvoer br3gten, en heeft men de juiste maat der natuurlyke en zedelyke middelen , welke by hen moesten zamenlopen. I De Gedenkftukken van het Oud-Egypten getuigen, dat alles in dat land voor de Goden en de Koningen gemaakt ■ was. Vyf ontzaglyke Paleizen en vier en dertig Tempels : beftaan nog; en de enige woonplaats V311 een byzonder ptr• foon, die men 'er beeft kunnen ontdekken, vertoont ziefi , dwarsch door de puinhopen , die den platten grond daac ( van flaauwlyk aanwyzen. Een Tempel, by de Egyptenaren, was geen ander ding, / dan een groot boek geopend voor hunren ecibied en aan1 bidding. Ook alle de plaatfen, aan den eerdienst _ toegehei1 ligd , zyn behangen met gewyde tafreien, en heilige fpreur ken , zo wel van binnen als van buiten. Deze onderwerpen - zyn 'geplaatst op de gaanderyen , op de totómiwn, in de be1 nedenzalen , op de wanden der trappen , en in de gangen. 1 Dat men zich te rug brengc tot de tyden, waar in de god» t dienlbge Egyptenaar zich in dezen omtrek bevondt. De , ver-  ( 191 ) vermenigvuldigde beelden der Goden omringden hem; de Colosdle Basreliëfs vertoonden dezelven altoos aan hem; zyne wetten, de geheiligde uitlegging der geheimenisfen, die hy vereert , vernieuwden zich telkens voor hem op duizend plaatfen. Levendige cn fterke koleuren , deze tafrelen met kragt ophelderende, bragten het hunne toe, om zyne verbeelding te ontltellen , terwyl een godsdicnftige halve dag hem uit vreze ter aanbidding bragr. Het is op dc gaanderyen of portalen der Tempels, dat de Sterrekundige onderwerpen gegraveerd zvn,. ais of de Priesters den eerbied voor den Godsdienst hebben willen voorbereiden, door de achting voor de Wetenfchappen. De Tempels van Deiiderah en van Esné, zyn de nieuwfte Geftichten, en de Zodiakstekenen , die de platfonds vercieren, vertonen den ftand des Hemels op enen afftand van 4,.8oo jaren van den tyd, waar in wy ons geplaatst zien. Welk volk heeft immer zo kragtig dienstbaar geweest aan de Sterrekunde, en heeft haar een duurzamer hulde gedaan, door de refultaten van deszelfs waarnemingen te bewaren ? De eeuwige duurzaamheid der Gedenkftukken, was. het oogmerk, dat zich de Egyptenaren by derzelver ftiehting voorftelden: en nog twintig Tempels, beftaan 'er, zo wel bewaard, als de nieuwfte van onze gebouwen. Hare hechtheid wórdt, in de daad, beguufïigd, door de luchtftreek, , die gene oorzaak van floping daarftcld. \ Egypten is de wieg der Bouwkunst; de Gedenkftukken, Sic men 'er nog ziet, bereiken het voornaam oogmerk, het geen deze kunst zich voorftelt. Hier aan is voldaan: zy verfrommel]. Men kan denzeiven logheid verwyten, maar deze is verbonden met vastheid; en aan deze laatfte zyn wy verpligt, dat wy deze reusachtige Geftichten , na zes duizend jaren weder zien. • De fraaiheid der evenredigheden, het bevallige der delen, de fchoonheid der overeenftemming van het geheel, bekoren in de Griekfche Bouworder; de ftotitheid en de ligtheid deiverheven delen , behagen in de Gotifche Gebouwen ; de grootheid en vastheid verbazen ons in de Gedenkftukken der Egy ptenaren. By de oprichting van de eerfte Colom, fchynen zy geen ander oogmerk gehad te hebben, dm de kelk van delotusplant op zyn fteel te plaatfen. Dit was een offer gedaan aan de plant, die by hun eerfte vestiging» aan deze nieuwe Volkplantelingen, een gezond en overvloedig voedfel hadt opgeleverd. Geen Reiziger, voor ons, hadt do overeenkomst in acht ' genomen der Egyptifche Colommen, met de onderfcheiden ' voortbrengfels der natuur, en ondertusfehen zy,. die dezel- j ve gefticht hebben, hebben niet verwaarloosd, om 'er ene ■ volkomene navolging van te maken. Aan den voet der Co- t lom, hebben zy, in het ronde, de bladen der Nympheea gegraveerd; zy hebben aan het gedeelte der ftyl, als het naaste aan het kapiteel,, de gedaante van een boudel ftelen yan den lotus (gegeven. Vervolgens hebben zy deze navolging uitgefirekt tot au-/ dere voort DrcngfeJs van het groeijend ryk, cn zy hebbenden knop derzelfde plant afgebeeld, ook den top van den Dadelboom , en midden in de cieraden van de onderfcheiden tien ' kapitelen , hebben zy de takken van den Palmboom Do urn en de bloemen van den Nelumbo afgebeeld. Het is geniaklyk de punten van overeenkomst tusfchen de Bouwkunde der Egyptenaren en die der Grieken, te ontdekken. De laat-ften fchenen eerst, zonder enig foort van verandering, de Colommen aan den boord der N\l gefticht over en aangenomen te hebben. Weldra dezelve "volmakende, hebben zy die naar dc lesfen der bevalligheid van den fmaak en van het kunstvermogen gevormd. Het vervolg in onze eerstkomende. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN tot den handel en scheepvaart, land-' en veebouw, als mede de hüishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk, ; Haarlem-, Wy zyn verzogt ene plaats in ons Blad interuimen, voor de volgende: BEKENDMAKING. De Agent van Nationale (Economie der BataafPche Repubnek, van tyd tot tyd door verfcheidene Commerciëreude Ingezeetenen dezes Lands, aangemaand zynde, nop-ens e door het Gouvernement vastgeftelde middelen tot wering Jcr befmettelyke Ziekte in Spanje; maakt hier mede aan zv! ie handeldry vende Medeburgers bekend: dat, door het Gouvernement dezer Republiek, zodanige orders, met öpztt :ot de naauwkeurigfte waakzaamheid , op inkomende Schee* ren, als het fubmitteeren derzei ve,. aan eene voldoende, en raar het voorbeeld van vroegere tyden ingerichte quarantaine, zyn gegeeven; dat daar door, aan de eene zyde,. ille mooglyke zorgen en zekerheid tot afweering der eecW s befmetting met alleen is daargefteld,. maar''tevens- dat nenaan de andere zyde, daar by bedagt is, om. na eer» roorzigtig en naauwkeurig onderzoek, den tyd der quarantaine na bevind van zaaken zodanig te bepaaleu, dat hier loor de mmstmooglyke Entraves aan de Commercie em Scheepvaart worden veroorzaakt, maar aan dezelve zo veeleaciliteiten toegeftaan, als met eene voorzichtige inaehtnening van gepaste voorzorgen maar enigfints belbanbaar is = tynde, door het Uitvoerend Bewind, de direöie en erëcu* ie hier van gedemandeerd aan den Agent van Marine. Haag , den 3 December 1800. Ter ordonnantie van den Agent,. Carel Webbers.  C *92 ) PRYZDN DER ErFECTEN. Op Dingsdag den 9 December i?oc, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. Amerika 5 prCt. . 96^98 Keizer 4 prCt. . 52*53 dito 4 prCt. 1 . 86|a3,-| dito Coupons. . 49 a49i dito dito met premie. . 97lay8 Spanje 5 prCt. van 1798. 74^ a 75 dito geconfolid. by Stap- dito 4§ prCt. losb. 1801. 93 a 94 borst a 4I pi'Ct. . 67f a<58§ dito dito losb. van 1802-7. 87 a 76 Rusland 5 prCt. . 82! 282! Engeland. Annuitciten 3 .Zwftfe» 5 pi'Ct. . 97 a 9.ri P*Ct. . • 63 a 64 dito 4} prCt. . 96 a9ii| Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 prCtt . 94 395 renten . . 33 a34 Denemarken, Toll. 4 prCt. 96^98 diroLeenen\Vis["elb.4prCt. 95 ayö VVisfclconrs. dito Kroon 4 prCt. . 9ii*9± Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 59h-6ll — Londen. . . ƒ10:9! dito Ai PiCt. . 54 a 55 — Parys. • • Ba""1 6°i BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. \ Voormalig Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven k 3 25 prCt. . . 37 841 p'Ct. . . 43 a43ï Dito vrywillig a 5 prCt. 6o$a6of Dito uit de heffing var. 98 ajlprCt. 56*2563 Voonnalig Zeelana. Rccepisién uit de heffing Obligatien a 2§ prCt. 38 I 39 van 1800. a S prCt. . 42 »44j Refcriptien Losb. 1800. 95 395^ Voormalig Friesland. d°. uitgetr. 98 ay8| Obligatien a 2 prCt. . 3Ó a 37 , 1 8i|aÖ2| _ 2 68|aÖ9 O. /. Comp. 3 58f a59g Lotcry a 3 prCt. 1785 en 86. }5 a 46 _ 4 55 356 na den Bankgeld. . . . 91* Vrede. . . 43 =43$ BdeeBtiaaltgeH. . 00^99 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week. is geweest: te Amfterdam 237; en te Haarlem 23, ouder welke laatften 18 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN. *»* In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Roeken, enz. Nederduitfche. Nieuw Prenteboek, in vyf taaien, by H. C. A. Thieme, 40. met afgez. Pl. N°. 4. ƒ 2 - o - o Vtcth (G. U. Al) Wiskundig Leerboek ten dienfte der open- baare Schooien, m. pl. 8°. . . - 1 • to - o Knigge Vervolg op de Reis van Brunswyk, gr. 8°. ' . - 1 - 10 - o Verlooving (De) naar 't Hoogduitsch van Frikke, Blyftel. - 0-12-0 Vreesachtige (De) door G. C. de Greure, Blylpel. . -0-8-0 Latynfche. Paradys (_V.) Oratio de cógnitione Hilt. Med. tnagno cum ad Medicini in arte exercenda Solertiam, turn ad Artis amplific. adjumento. . . . - o - 10 - o Franfche. Precis de la Conduite de Mad. de Genlis depuis la Revolution 8°. - 1 - 10 - o Colle&ton des Ecrits dlEnim. Sieyes. ter Vol. 8°. -3-10-0 Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. Gedurende het 8fte Jaar der Franfche Republiek, zyn te Parys overleden, 19872 perfonen, en daar en tegen geboren 20711 kinderen , waar van 4690 buiten den Echt. Voorts zyn 'er 3306 Huwelykcn gelloten en 684 paren gefcheiden. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. f" BARO- \ THER- HYGRO-STREEK LUCHTSS00' \ ME~ M0ME- ME- DER GESTELDliSOO. ^ TER. TER. TER. WIND. HEID. f29- 3I 38 75 zw.b.w 3 < 29. 3? 393 88 ZW.b.Z. regen- en hagelbuijeu. c.29j_£L 38 74 z.z. w. C29. i\ 36 86 z.w. 4 < 29. li 37 98 Z. betrokken. ( 29. Oi ,384 87 O. Z. O. V28. 9I 37 . 98 o.z. 0. ' 5 JDerlyn, den 3 December. In plaats des overledenen Staatsraads Selle, is de beroemde Arts en Hoogleeraar Hufeland, te Jena, tot Lyfarts des Konings en tevens tot Directeur van het Genees - Heelkundig Collegie, alhier, beroepen geworden. KORT VERSLAG Nopens den uitflag der Ingeente, vergeleken met de Natuurlyke, Kinderziekte. Door den Hoogl. Forsten, te Harderwyk. Na dat zins ongeveer 8 jaaren deeze Stad van eene Epidemie van Kinderziekte was verfchoond gebleeven, wierd deeze geduchte koorts in 't midden van July 1. 1. herwaards, uit Amfterdam, overgebracht door een kind , 't welk daar ter plaats pas van dé Malelen herfteld en daar op door de aldaar tevens tieedchende Kinderziekte befmet, twee dagen na desze fs komst, hier door de Kinderpokjes wierd overvallen , en, onder myne behandeling kwam. Pas wierd dit ruchtbaar, of zeer veele Ouders begonnen van de < inenpng te fpreeken en verlangden dat ik door dcrf- vïwnn£ Kinderen 'beveiligde tegens het geweid van 11 Alv. Deel. de Natuurlyke ziekte. Hoe vermoedelyk het ook . was, dat die ziekte meer algemeen zoude worden" begeep ik echter de kunftige mededeeling der Kinderziekte zoo la»g te moeten uitrtcllen, tot het teri vollen bleek, dat de thans herwaards gebrachte besmetting verdere voortgangen maakte en meer anderen aantaste. Dit gebeurde al rasch. In het berin van Augustus wierden niet alleen vier andere Kinderen door de Natuurlyke Kinderziekte overvallen, maar" hier kwamen van Amfterdam noch twee Kinderen waar van 't eene de rooven der K. pokjes noch0» het aangezicht droeg, en het andere de befmetting doorftron°dPgCdaan hebbende' de ziekte hier kreeg el Nu vond ik, zoo wel als myn waardige Schoonzoon en Amptgenoot, P. J. van Mannen, volkomen vryheid , om aan het blakend verlangen van veele voorftanders der Inenting te voldoen; wv behartigden dan met vercenigde pogingen deeze zoo weldadiVe kunstbewerking, zoo dat in Augustus noch &s uerfonnen van verfchillende ouderdom en kunne, door ons veerden ingeënt Vervolgens daar in volhardende, Saven wy, in September, ook aan onze genoeofaam gevorderde Academifche Leerlingen der Geneeskunst wervloedige geleegenheid, om, onder ons opzicht' coo wel inentingen te doen, als de Natuurlyke Kinlerziekte te behandelen. y Welke de voortgang der Natuurlyke en Kunstzieke geweest zy en met welken uitllag onze inentingen Bb be-  ( 194 ) bekroond zyn, kan blyken uit de volgende Lyst, na, eene naauwkeurige telling opgemaakt en tot den 16 November lopende. Sedert het anidden der vorige maand tot heeden , zyn noch verfcheiden kinderen door de N. ziekte aangetast cn 9 daar van overleeden, ook zyn noch veelvuldige inentingen verricht, alle met een gewenscht gevolg. , 5 (Natuurlz. Gdtoiv^ Jnge^iGeftojvT; July 1 2_i j | , ' ■ug. 1 8j L. 3 Sept. 1_ 17 i L 65 Oaob._i40 1 is- _47 } - ■ Nov. 1 62 \ 7_ 54 | totaal) 339 \ 23 19'd \ j Het blykt dierhalvcn, dat daar de Natuurlyke Kinderziekte, nagenoeg van de 10. 1. heeft doen fneeven, wy door de Inenting 20 kinderen voor de Maatfchappy hebben behouden, althans tegens het geweld der Natuurlyke Kinderziekte hebben beveiligd. Dit verflag kan dierlialven tevens het groote nut van de Inenting der Kinderziekte, reeds en overvloedig door de ondervinding geftaafd, verder bevestigen; ook kan, en, zoo ik hoop, zal het zelve (trekken , om dezulke die tegen deeze kunstbewerking noch vooroordeelen koesteren, in voorftanders der zoc heilzame inenting te herfcheppen. Oordeeld gy, Medeburger! dus met my, laat dar uwe algemeen geachte Letterbode dit bericht aan uwe Lezers overbrengen, en vaar wel. Harderwyk, r- forsten, d.i Decemb.1800. BERICHT van Dr. van MARUM, Omtrent zyne ■proefneemingen ter bereiding van meer verwerkende Scupe voor behoeftigen, op de minst kostbaar e wyze, door middel van eene digtgiftotene of papiniaanfche pot. Zo dra het Stadsbeftuur alhier een plan gevornn had, om aan de behoeftigen eene min kostbaare Sou pe uit te deelen, ben ik" bedacht geweest om. een digtgeflotene pot, na derzelver eerften uitvinder Papin , doorgaans de Papiniaanfche pot genaamd , te doen dienen, ten einde gereedlyk , en op eene min kostbaare wyze, krachtige afkookzels van runderbeenderen te verkrygen, en hier door de foupe krachtiger en telfens fmaaklyker te maaken. Geene Papiniaanfche pot, die ten dezen opzichte genoegzaam beproefd, en voor het gebruik gemaklyk genoeg gemaakt is, my bekend zynde, heb ik, na eeist door beproeving de gebreken van eene geleende pot te hebben Heren kennen, tot eene proeve eene kleine pot doen vervaardigen van 7 duimen wydte en 6\ dm. diepte, waar mede ik het bedoelde oogmerk reeds zo verre bereikt heb, dat ik meen wel te doen, voorloopig, iets van derzelver zamenftelling en beproeving meetedeelen; ten einde men zich het door my beproefde, waar men .thans ter bereiding van foupe voor behoeftigen werkzaam is, fpoedig ten nutte zoude kunnen maaken. Om zodanig eene pot zonder gevaar van uitbarfting, die door de geweldige kracht van den beflotenen en hier door verdikten damp ligtlyk veroorzaskt zoude kunnen worden, te kunnen gebruiken, behoort dezel1 ve niet alleen van dik metaal gemaakt te worden, maar ook, waar het voornaamlyk op aankomt, van eene wel ingerichte veiligheids-klep, ter uitlaating van den te zeer verdikten damp, voorzien zyn. Meermaalen heeft men ook dergelyke potten van veiligheids-kleppen voorzien; dan, na al het geen ik hier omtrent tot nu toe heb kunnen opfpooren, geloof ik, dat het aan de gebrekkige inrichting der veiligheids-kleppen, en de daar uit ontftaande gebrekkige, ongeregelde of gevaarlyke werking is toetefchryven, dat de Papiniaanfche pot nog zo weinig in huishoudlyk gebruik geraakt is. Aan de pot, voor Teylers Sichting onlangs vervaardigd, heb ik voor de veiligheids-klep een koperen kegel laaten maaken, die omgekeerd £aat, en Kichtdigt geflepenis, in eene kegelachtige holte .op het dekzel der pot. Eerst had ik deeze klep geplaatst op het vlakke koperen dekzel, welke met ia fchroeven op de vlak geflepen omgebogen rand der pot van B dm. breedte is vastgefchroefd; doch, in deezen ftand, by de rninfte opryzing der klep, te veel vocht uitgedreven wordende, heb ik op dit dekzel een koperen cylinder geplaatst, 11 duimen hoog en 3 duim. wyd, welke van boven met een dekzel gefloten wordt, en hier op ftaat nu de l veiligheids-klep. De na boven ftaande grondvlakte des - kegels heeft 1 duim middellyn; deszelfs hoogte ia - iiöduim; de top van den kegel is zo verre afgefne- 4 den*  den, dnt di damp werkt op eene oppervlakte van § duim. Deeze klep wordt neergedrukt door een hefboom, welke aan het eene eind door een fcharnier en een recluftandig (luk koper verbonden is met de buitenzyde van den cylinder; aan het andere eind hangt het gewicht. De afftand tusfchen het fcharnier eh het midden van de klep, waar op de hefboom drukt, is $ van deszelfs geheele langie, zo dat een gewicht van a ff, aan het eind des hefbooms gehangen, de klep neerdrukt met een vermogen van ia ff. De damp opent deeze digtfluitende klep (die wegens haare gedaante zich gereedlyk los geeft) zo dra dezelve met eenig meerder vermogen dan van ia ff tegens derzelver § duims vlakte aanwerke. Zodanig behoort,'volgens myne waarneemingen, de fluiting en aandiukking der klep v.,n eene geflotene pot te zyn, om het best aan het oogmerk te beandwoorden; dan om de kracht van den damp, tot dien graad verdikt, te kunnen weerftaan, behoort de pot, indien men dezelve van koper neemt, van rood koper te zyn, wegens zyne bekende meerdere fterkte. De door my gebruikte pot is van rood koper van T§ duim dikte gemaakt, en het geen ik van het vermogen van belloten damp ter uitzetting van het koper in de voórleeden week gezien heb, doet my, ter voorkoming van ongelukken, een iegelyk, die dergelyke p oeven herhaalen wil, aanraaden, het koper niet dunner te neemen. Door de befchrevene pot heb ik van a tl runderbeenderen , met 4 pinten water en 4 loot zout, flegts 2 uuren gekookt, 4 ff 1 lood dikke geley van eene bruine kleur verkregen. By het tweede kookzel van deze fde beenderen, met 4 pinten water, verkreeg ik in twee uuren weder ten naastenby 4 ff geley van eene bleekere kleur. Dus te zamen ruim 8 ponden, waar van omtrent § ff vet. By herhaaling heb ik weder, ten naasten by, dezelfde hoeveelheid verkregen. Dit zo aanmerklyk produel: heeft my aangemoedigd eene veel grootere pot te doen vervaardigen met eenige verbeteringen, waar van ik welligt, in het volgende nummer van dit weekblad, de befchryving en afbeelding zal, meededen, indien dezelve by tyds vervaardigd zal zyn, om ze vooraf behoorlyk te beproeven. Gezien hebbende dat men, door middel van digtgeflotene potten, eene zo aunmerkelyke hoeveelheid van. krachtige geley uit runderbeenderen verkrygen kan, heb ik beproefd, door welke vermenging dezelve tot eene min kostbaare en fterkvoedende foupe zoud* kunnen gebracht worden. De waarnemingen van den Graaf van Rumford omtrent de meest voedende voortbrengzels van planten raadpleegende. vond ik, dat het garftenmeel door hem boven alles wordt aangeprezen. „ lk heb, zegt hy, gegronde reden om te beflui,, ten uit den uitflag van een onnnemtyk aantaj van ,, proefneemingen, welke in den lnop van verfcheiden „ jaaren, onder myn beftuur, in de keuken van het ,, werkhuis te Alunchen gemaakt zyn, dat de garst ,, verre het beste koorn is , het geen ter bereid in g ,, van foupe kan gebruikt worden. Wanneer Men ,, my myne gedachte vraagt' over de voedingskracht ,, van het garftenmeel in vergèbking tot die van het „ tarwenmeel, in 'foupe gebruikt, neem ik niet in „ bedenking te zeggen, dat ik denk, dat het eerfte „ ten minfte drie of viermaal zo voedend is als het ,, laatfte." (B. C. of Rumfort Esfays politicaI, economical, & philofophical. London 1798. Vol. I. p. 391.) De aanpryzing van een man, die zo veel geleegenheid gehad heeft de verfchillende voedende krachten van verlcheidcne fpyzen, veele jaaren lang, waarrencmen, en aan dit onderwerp zo veel oplettenheid be fteed heeft, verdient, dunkt my, boven al gevolgd te worden; waarom ik dan het garftenmeel, tot eene dikke geley of brey gekookt, ter vermenging van de geley uit beenderen verkozen heb, neemende van beide gelyke deelen, en hier mede laat ik een weinig fyn gewrevene aardappelen vermengen, zo veel als nodig is om aan 't mengzel eene genoegzaame lyvigheid te geeven. Dit mengzel, met wat zout en een weinig uien bedeeld, fmaakt op zich zelve vry wel. Volgens Kumford's waarneemingen is een portie van 30 oneen van zyne foupe , die hoofdzaakiyk , wat deszelfs voedende deel aangaat, uit garftenmeel beftaat, een goede maaltyd voor een volwasfen mensch. (Zie 't aangehaalde werk bladz. 29a.) Dat dikke geley uit runderbeenderen niet minder voedend is, dan brey van garftenmeel, zal wel niemand in twyffel trekken. Een portie uit \ pint van 9 oneen zodanige geley uit runderbeenderen, en J pint brey van garftenmeel beftaande, en met 3 of meerder oneen gekookte en fyn gewrevene aardappelen vermengd, is voorzeker een ten minften even toereikend maal, als de Rumfordfche portie. Doch wil men deeze portie vergrooten, kan men dit doen door 'er meer fyngewrevene aardappelen by te voegen en 'er evenredig water in te mengen, terwyl de fterkte van het af kookzel der beenderen zulks, met behouding van goeden fmaak, wel toelaat. De geley, die uit 2 ff runderbeenderen kan verkregen worden, zynde 7! i# of 120 Bb a on-  C 196 ) oneen,is dus toereikend voor 13 portien. —Van Jfêgarftenmeel heeft men in myn keuken herhaalde ryzen 40 oneen , en dus van | f§ 120 oneen dikke garftenbrey verkregen. De runderbeenderen kan men, by grootére hoeveelheid, tot i| fluiv. 'r- pond, en het garftenmeel tot 4 ftuiv.ers 't pond, volgens bericht van deskundigen, bekomen: dus kosten de 2 të Runderbeenderen, tot 13 portien 3 ftuiv. 2 oneen Zout by dezelve . . T"| | {g Garftenmeel .... 3 —- 2 f£ Aardappelen . . . 1 Uien i 3 oneen Zout by 't mengzel . . r| 13 portien kosten derhalven. . ' 8 ftuiv, en dus elke portie omtrent 5 duiten, behalven het vuur en het werk van de bereiding (*)• Rumford, die zich zo veel moeite gegeeven heeft om den behoeftigen, tot de minfte pryzen, krachtige voedzels te verfchaflen, zoude voorzeker een dergelyk mengzel, voor omtrent de helft uit geley van runderbeenderen beftaande, boven zyne garfienmeel-foupe verkazen hebben, indien hy tot zo geringen prys geley uit beenderen had weeten te bereiden: dewyl het uit zyn fchryven blykt, dat hy van de inmenging van d'erlyk voedzel in zyne foupe alleen heeft afgezien wegens de geringe hoeveelheid van vleesch, welke tot fotipe van laagen nrys kan gebruikt worden, (bladz. 218.) Daar de prys van elke portie deezer foupe, volgens de bovenftaande berekening, gering is, kan men 'er des te ligter het een of ander byvoegen , om dezelve fmaaklyker te maaken. Rumford raad tot dit oogmerk met zeer veel reden aan, het geen eenig kaauwen vordert: vermits ook hier door de fpyzen langer in den mond behouden, en dus het vermaak van het eeten verlangd wordt. Hier toe pryst hy aan — of weinige zeer dunne fneedjes oudbakken of geroosterd tarwenbrood in de kommen te leggen , waar in de portien gefchept worden — of in plaats van dezelven brood tot kleine doppelfteenen van grootte als erwten te fnyden, en in eenig vet bruin te bakken (bladz. 215.) Beiden heb ik laaten beproeven, en 'er deeze (*) Een zak Zout, weegende 143 fg, is hier by berekend met de onkosten op 11 gl. 6 ftuiv., en een zak Aardappe- e len, weegende 80 |g, op f 2 -;-: Ir foupe zeer door verbeterd bevonden. Ook heb ik beproefd de inmenging van een weinig meel in runderver in een pan brü:n gebraden, en vervolgens met water gekookt (op welke wyze men in Duitschland zeer fmaaklyke foupe bereidt) en ook hier door wordt de fmaak, althans volgens het getuigenis der meesten die deeze vermenging geproefd hebben, aanmerklyk verbeterd. Daar het afkookzel van % fg ruhderbeenen meesttyds omtrent \ m vet, uit het merg ontbonden, oplevert, en dus veel meer dan tot gemelde bereidingen nodig i.s, kan hier door de onkosten niet aanmerklyk bezwaard worden. Men kan ook, gelyk Rumford aanmerkt (bladz. 217.), door inmenging van goedkoope groentens , als wortelen , kool, of anderen, eene verandering van fmaak aan deeze foupe geeven. Het is niet nodig de verbeetering van den fmaak, die ook wel op andere wyze zal te vinden zyn, te zoeketi in het geen op zich zelve voedzaam is, daar eene vermenging van gelyke deelen geley uit beenderen en irarftenmeel, waar uit de door my opgegeevene foupe ïigenlyk beftaat , voorzeker de voedzaamfte fpyze jeeft, die men verlangen kan. Haarlem, 15 Xber 1800.. KORTE BESCHRYVING DER VOORNAAMSTE GEDENKSTUKKEN van EGYPTE.„ AANGEBODEN AAN DEN EERSTEN CONSUL BONAPARTE, DOOR DEN BURGER C. R I P A U L T. (Vervolg van Bladz. ipi.) Het ontwerp van hunne fraaifte Tempels, is even eens ie navolging van dat der kleine, op verfcheiden zuilen, jsteude, Tempels der Egyptenaren.. Zc  Zo zou het verwftig verdichtfcl cnn Vitruvius vervallen , die den oorfprong der Bouwkunst toefchrvft aan de navolging der hoeten hinten, die de eerfte volkeren van Griekenland bewoond hebben. Hunne af komelingen, navverig om zich alle foort van ontdekkingen toe te eigenen, is niets ontllipt, dat hunne verpligtingen jegens de Egyptenaren in deze kunst kon doen erkennen. 'Zonder enige der kunften aan te wyzen , die zy in een groot getal van hun overnamen, hebben zy in het algemeen, en onbepaald hen geprezen over ene wysheid, die men vervolgens gepoogd heeft in twyffel te trekken. Dc fmaak der Egyptenaren verfchilden van dien der Grieken en van den onzen daar in, dat het hun behaagde, grote gevaarten by elkander te plaatfen, die wy zorgvuldig van elkander zouden afzonderen. Te Luxor, ziet men, in ene tusfehenruimte van 30 voeten, twee Obelisken van twee en negentig voeten hoogte; agter twee Colosfen van vyf en dertig voeten, en wat verder twee muren van yyf en vyftig voeten-hoog. Niemand kan den indruk van het grote wederftaan , die de opeenhoping dezer Gevaarten voortbrengt. Byaldien het eerst gezigt van een Tempel op den geest ene levendige verwondering verwekt; de tafrelen, die de oppervlakte van alle derzelver delen vergieren, verlengen deze ontzetting en breiden haar uit. Allen zyn zy betrekke- lyk tot den eerdienst der Goden van Egypte; zy vertonen offeranden, toeheiligingen, onderwerpen, die tot"de Sterre- 1 kunde en Landbouw behoren. Wy hebben 'er verfcheidene : Godheden ontdekt, waar van men alleen het beftaan ver- ■ moedde, en verfcheiden anderen, waar van de Gefchiedenis 1 geen geheugen heeft oveïgelaten. . De tekening van de basreliëfs heeft zyne onvolmaaktheden, gelyk de afdelingen der bouwkunde bare fouten heb- t ben. Men kan op het een en ander toepasfen, het geen ; Winckelmann, by gelegenheid van het eerfte, gezegd heeft. > „ De Egyptenaren hebben aan alle Godheden geofferd, uit- 1 gezouderd aan de Bevalligheden." c De cieradien zyn grillig van uitvinding, dat men in waar- \ heid niet dan aan den Godsdienst kan toefchryveu, en plomp a •van uitvoering ; zy laten geen rust aan het oog. De teke- k ning van de gedaanten den Menfchen is fomtyds lolyk; die der dieren komt dikwerf naby de volmaaktheid. ' z Ieder tafreel beftaat gemeenlyk uit drie perfonen: de God- v heid, waar aan men offert, de Priester, die offert, en ene 0 Godheid van den tweden rang, agter de eerfte geplaatst, d Hun houding, oyer het algemeen, is ftyf en gemaakt. De ft kunftenaars van dit land konden de kunst van het perfpectief niet, en wisten de beelden niet in groepen te plaatfen. b Met alle deze fouten behagen deze basreliëfs en hebben hun- z ne aantreklykheid door de voorwerpen, die zy voor onze r< ogen vernieuwen. Daar en boven, zo het geheel onvolko- v< men is, de delen, die het zamenftellen, zyn dikwerf van le ene naauwkeurige en kostbare uitvoering. Zonder twyftèl, benadeelden enige Godsdienftige vooroor- g< delen den voortgang der kunften in dit land, en belemmer- di den hunne vorderingen. Hoe is het zonder dit te begrypen 01 dat na 5 of 600c j.-ren aanhoudende neffening in het tekenen, dezelve niet enige aanzienlyke kunftenaars zou hebben voofrrgcbragr, bekwaam.om ent: ftoute vlucht le nemen, en de volkomenheid te bereiken, tot welke hunne kwekelingen vervolgens zo fpoedig gekomen zyn? De ucnen, die hint verbonden tot er.e llaaffehe navolging van de eerfte ;.f beeldingen , gevormd in de kindschheid der Monarchie en der kunst, ftiekken zich waarfchynlyk niet verder dan tot de dieren uit. Üe afbeeldingen dezer laatfte zyn dus ook oneindig verheven boven de anderen. De tafrelen, die de paleizen verderen, [trekken zo zeer om het onderfcheid aan te tonen," dat tusfchen dezelve en de Tempels gevonden wordt, als de verdeling der kamers zelfs. Byna allen vergoden heldendaden en krygsbedryven ; overtogten van rivieren , belegeringen van fterke plaatfen,' Land- en Zeegevechten; togten van Legerbenden. De gedaante der wapenen en derzelver getal , kondigen genoeg tan, dat, van die tyden af, de middelen ter vernieling, zo /erfcheide en uitgebreid waren, als in onze dagen. De basreliëfs , die de triumphes van den Overwinnaar ,'oorftellen , volgen op die, welke zyne overwinningen verenen. Men brengt de gevangenen in zyne te^enwoordigséid , en men telt voor zyne ogen de ftompen van handen , >n de voothuiden. Men moet zich uit deze tafrelen geen wgunftig denkbeeld van het karakter der Egyptenaren vcrnen. De voorhuiden, waar van men deze optelling doet, :yn die van vyanden, op het fiagveld gedood, en aan de -oeten van den held op een geftapeld, als dc tropheën zvïer zegepraal. Alle gevangenen, voor hem gebragt, dro'e;en gene blyken van deze fchennis ondergaan te hebben. Men befctmldigt de oude Egyptenaars, menfchen geofferd e hebben: de basreliëfs, de geheugenis van dit barbaarseri ;ebruik bewarende, leren ons, dat'bet vyanden waren, die y dus opofferden. Misfchien dat deze afbeeldingen tot iet anders dienen, ddti om de Offerhanden in het' gehelen te houden , die gefchieden in tyden voor hunne befenaing. Hebben byna alle volkeren niet, ten enigen t\Je, enefgryslyk gewoonte gehad? Is dit het misdryf niet \an ds indschheid der Maatfchappy? De doden deelden met dé Goden en de Koningen . in de :trgcn en offeranden der oude Egyptenaars. Het langst iem van een Monarch liet hem naauwlyksch tyds genoeg, m zyn graf te bouwen. Ook zyn de begraafplaatl'en van 3 Vorften van Thebes die, welke de bewonderenswaardig. 2 pogingen van verenigden arbeid en geduld vertonem. Men kon, tot het uitholen der grotten, niet dan een zeer :paald getal werklieden gebruiken; en ondertusfehen zyn /, tot in hunne minfte delen r voorzien van tafrelen en hfeiglyphen, waar van de koleuren alle hare frischheid en lemdiglieid behouden hebben. De beelden r die niet gekourd zyn, zyn zo glad gepolyst, als het fraaifte girft. De oude Egyptenaren geloofden, dat zy, naar een bepaald ■tal van eeuwen , in het leven te rug zouden komen, inm hunne lighamen in de graven gene verandering hadden dergaan. Van daar de baifcjning, en de byzondere zorBb 3 f ■ Men»  C 19.8 ) pm, die- zy d - oefen, om dr mummies boven 3e overftrp-i niing dor rivier te bewaren. De monarch en de onderdaan de nke en de arrre, namen, in de hope van deze toekomende opftandiug, dezelfde vooizorgcn met dezelde angstvalligheid. De Libyfche bergkeren is tegen over Thebes doorgraven , niet een ongeioofi)k getal van graffpelonken. De geleerden, die rins zyn voorgegaan , hebben het onderzoek daar van verzuimd , en deze alleen waren het waardig voorwerp van ene belangryke reize. De rang der r.ykdommen heeft de order van hunne Hellingen aan de zyde van dezen berg geregeld; de digst by den grond ge'egcv.cn behoorden aal! de meest gegoeden; hunne groone cn hunne ciéradiën kondigen het ook aan; die van Burgers van den middenftand, waren gt-graven op het midden Haw de hoogte der rots. De armen namen de hoogfte gedeeltens in; dezen zyn ook de behngrykfte. Men leest 'er de gefchiedenis van den loop en voortgang der befchlafdheid in de basreliëfs, of de Schilderyen in fresco, die de onderfcheiden werken voorftellen, waarmede zich de oude Egvptenaren bezig hielden. De jagt, de vischvuugst, de akkerbouw, de oogst, de fcheepvaarr, de handel by ruiling, de krygskundige ocffeningen, de voortgangen van zekere kunften en handwerken, de huwlyksch- en begraveuis-plegtigheden, zyn 'er afgebeeld op duizenden plaatfen. Overal, waar men in Opper-Egypte de plaats en de overblyffels van ene oude Stad ziet, kan men met zekerheid de graven van hare inwoners zoeken, in den fchoot der naburige bergen. Men kan ook in elk der graven de gefchiedenis zoeken van den Egyptenaar, die 'er begraven is geweest: zy is op de muren afgebeeld. Deze fpelonken dienden tot de eerde fchuilplaatfen aan de eerfte menfchen , die de boorden van den Nyl bevolkten. Zy werden vervolgens hun laatfte verblyfplaats, de bewaarplaats van die lighamen, die eenmaal weder bezield moesten worden. Enige eeuwen daarna begroeven onze vromen en dwaze Kluizenaars zich 'er levendig; zy veranderden dus niet van beftemming. Het vervolg en flot in onze eerstkomende. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. BATAAFSCHE REPUBLIEK. ERNST EN BoERT voor DE XIX Eeuw, of Almanach van Befchaafde Kundigheden, voor den jaare 1801, met Platen. Te Amfterdam, by TV. van Vliet en J. van der Hey. Wanneer Letterkundige voortbrengfels, tot welke ene klasfe zy dan ook behoren, door hunne voortreflykheid uitmunten , maken wy gene zwarigheid, om dezelve aan de byzondere aandacht van het publiek, aan te bevelen. Deden wy onhngs zo orr.*-r?nt den eÜmenach d;r Kruidkunde, wy achten ons bevoegd thans van bet bovengenoemde Jaarboekjen byzondere melding te maken. Daar het onder alle Voik.-boekjens van dien aart uitmunt in keurige zindelykheid van uitvoering en in fraaiheid wan plautjeas, terwyl*de aanleg, wat den inhoud betreft, zodanig is, dat wy wel durven wenfehen, dat het publiek door ene genfiige ónder(leuning, deze onderneming llagèn doe. Men vindt, na den Almanach zeiven , de volger.de Rubrieken: I. IVysbegeerte; ene Zamenfpr.iak over het Vermaak in den Socratifehen (maak Een Diebtftukjen op I. Kant, met deszelfs fraai Pórtrait. 11. Schonne Kunften. Over de Schilderkunst der Ouden, byzonder der Grieken en Romeinen. III. Fr aatje Letteren. Aantekeningen, betreffende de Taal-' kunde. IV. Dichtkunst. Ene korte Verhandeling over den Dichter Mufastis Grammaticus; en daar op volgende ene overzetting van het Gedicht Hsro en Leander van dien Dichter. V. Korte Verhaaten. De fchoon e Kantiaane. VI. Het Dansjen: byzonder over de Fangando der Spanjaarden. Enige aanmerkingen betreffende het To-. neel. VII. Zeden en Gebruiken: De Stad Herculaneum en Pompeji. De Burger A. 1'okke Sz. blykt de Verzamelaar van deze ftukken te zyn, en wy twyffelcn niet, of hy zal hier door, gelyk door zyne overige letterkundige voortbrengfels, de goedkeuring der Natie wegdragen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de hutshoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Zierikzee. Het Genootfchap Tot Nut van Stad en Land, alhier, in het jaar 1798 opgericht- is yverig bezig om aan zynen titul te beandwoorden: het ziet, behalven voor den Landbouw nuttige inrichtingen, door het zelve gemaakt, ook, onder meer andere vrugten van zyne aangewende pogingen, hier ter Stede eene uitgebreide Spin- en Wol-Fabriek aangelegd, waar in allerlei Sujetten , Linnen,. Koufen en Baajen vervaardigd worden, door de handen van kinderen en volwasfcnen, die men in dezelve werk en brood verfchaft, terwyl men al mede voor een oordeelkundig onderwys der Jeugd , in het Lcezen en Schryven, in dezelve heeft gezorgd. Wy hadden hier op den 24 Och L }. eene aangenaame en voor den waaren Mcnfchenvriend aandoeniyke plegtigheid, ,toen , by gelegenheid, dat de Burger Paulus Ball, eene fchoone Redenvoering hield , over de fchaadelykheid der onkunde , door den Burger N. /I. Hart. man ,  C m ) mttn, van wege de Dircétie der Fabriek, met gepaste aanfpraalceo voor het eerst pryzen werden uitgedeeld aan vyf jnnge lieden, leerlingen in de Fabriek, die, deels door bekwaamheid en vlyt in het werken, deels door hunne vorderingen in het leezen en fchryven, boven anderen hebben uitgemunt. De ganfche plegtigheid, die in de St. Lievens Monfterkerk alhier gehouden werd, cn van tyd tot tyd met het Orgelfpel, en door een fraai gezang der kinderen uit het Spinfcbool, over dc ftligten der armen, uit de Gezangen, by de Mcnnoniten te Amfterdam in gebruik, veraangenaamd werd, liep ten algemeen genoegen van alle de Toehoorders en Aanfchouwers af, welker getal zeer aanzienlyk was , terwyl de tegenwoordigheid der beide Collegien, van den Stads Raad en der Juftitie, deeze plegtigheid geen geringen luister byzettede. Joh. de Wit. Secretaris, Pryzen der Effecten. Op Maandag den 15 December 180c, in Amfterdam. BüITENLANDSCHE. Amerika 5 prCt. . 96} 898 Keizer 4 prCt. . 52853 dito 4 prCt. . 86|a37| dito Coupons. . 5oa^;o| dito dito met premie. . 991100 Spatje 5 prCt. van 1798. 74$ 375 dito geconfolid. by Stap- dito 4i prCt. losb. 1801. 93 a 94 horst a 4} prCt. . 67}a68} dito dito losb. van 1802--7. 87 a 76 Rusland 5 prCt. . 82} a 82I Engeland. Annuïteiten 3 Zweden 5 prCt. . 97 a 98 prCt. . . 62 a 63 dito 4{ prCt. . 96 ag6} Franfche Rep. Geconfolid. dito 4 prCt. . 94 a 95 tenten . . 35 a 36 Denemarken, Toll. 4 prCt. g6J a 98 ditoLeeuen Wis(èIb.4prCt. 95 a.y& Wislèlcours. dito Kroon 4 prCt. . 93ïao4 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 59}a6i — Londen. . .ƒ10:9} dito 4} prCt. . 54 a 55 — Parys- • . Banco 60} BlNNENLANDSCHE. Bataaffche Republiek. Voormali? Holland. Obligatien en Recepisfen a Nationale Schuldbrieven a 3 2} prCt. . . 37 341 pi'Ct. . . 43i«4a4 Dito vryvvillig a 5 prCt. öi^aóil ; Dito uit de heffing van 98 3 3}prCt. 553* 5°"! Voormalig Zeelana. Recepisfen nit de heffing Obligatien a 2} prCt. 38 a 39 van 1800. a 3 prCt. . 42|a44^ Refcriptien Losb. 1800. 9639^ Voormalig Friesland. d°. uitgetr. 98 ay8| Obligatien a 2 piCt. . 36 a vr 1 82^83} I i a 68| a 69" O. /. Comp. t 1 3 59U60 LoteryasprCt. 1785 en 85. 45 a 46 L 4 55i3 56! ; - — na den Bankgeld. . . 93} J Vrede. . . 44|a44|' Beleenbankgeld. . 58^93 STER RE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige WAARNEMINGEN, buiten haarlem. 3ec f BAll0-i THER- hygro-streek LUCHTS-' Rnn S ME" m0me" me" der gestixd- ' ter' ter. ter. WlKDt HEID. C29. 6i 36* IOO z. Z. W. ' " 10/29.74 38 ico z.o. mist; omtrent betrokken. C?9_7i_ 39' ico — C29. 8è 36} 100 z.o. ' 11 <29- U 42 94 — oma-ent helder. (29. 8i 38! 96 o._. C29. qh 33 100 z.o. 12 < 29. 1\ 41 i 88 — helder. C.29. 8 32} 100 0. ^29. 8i 34 ico n. o. 77T~, ~~" n /,„ 51 ,„1 ,rn voormidd. bewolkt; ) 9 ol 39 — verder mist. C.29- M 33 100 — C29- 81 33i ico o.n. 0. ... . „ ~" u 1,„ «i „1 ,on voormidd. bewolkt; 14 e 29. »» 371 100 — verder mist_ ^29. 94 32 igo — CïO. Oi 51 IOO O. n. O. ' j ) ,0 ji ,,1 ,00 zware mist; 1 1 A , 'savonds zeer windrig. ^30-- 2j 325 ioo O. a V30.2^ 32 100 o~. ïó" / sn 21 35 mn - wmdng; mistig; 10 < 30. 2ï 33 IOO 'savonds helder. (.30. 2i J 31 \ 100 l — hoeveelheid van gevallen en U1TGEWAASV semd water, te ALJtMAAR. Gedurende de Maaud Novemb. 1800. Gevallen 74 Lynen: Uitgewaasfemd 19 Lynen. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, ; geweest: te Amfterdam 214; en te Haarlem 20, onder velke laatlten 15 beneden de 12 Jaren. Gedurende de maand Nov. zyn, in Alkmaar, overleden y 54 perfonen, nam. 13 mannen, 14 vrouwen en 27 kinderen,, raar onder 4 doodgeb. 9 beneden 't jaar; 9 van 1 tot 5;, \. van 5-10; 2 van 10-20; 6 van 20-30; 4 van 3.0-40 j, . van 40-50; 2. van 50-60; 7 van 60-70 en 3 van 70-80 tren. %  ( 200 ) Dc hefmettelyk? ziekte, die onlangs fe Cadix en iO andere 'j 'e-ke van Spanje, zo hevig woedde, dog, volgens dela; :rle berigten uh dat Ryk, fterk aan liet minderen cn op zommige plaatfen zelfs geheel geweken was, heeft, iu flegts 2 Maanden, in den omtrek van 40 a 50 mylcn, 30,000 Menfchen, eu voornamelyk Mansperfoncn , in het graf gefieept. BEKENDMAKINGEN. BERICHT. Daar onlangs door zekeren E. T. JONES te Bristol, is uitgedacht, eene geheel nieuwe methode van (KOOPMANSBOEKHOUDEN, zo wel enkel, als dubbel, of zogenoemd ITALIAANSCH, welke even zeeker als de gewoone, en oneindig gemaklyker in 't gebruik is, en dit nieuw Engelsch Systema van Boekhouden voor Banqtiiers en Kooplieden van 't uiterfte belang, en in Engeland zeer gunilig ontfangen is, zó zelfs, dat de Direfteuren der Bank van Londen, en de voornaamfte Kooplieden van Bristol, 'er het lofiykst getuigenis van hebben afgelegd; — in Amerika reeds een tweede druk van 't werk van JÓNES is uitgeseeven, en m Hamburg, Frankfort en andere Plaatfen van Duitschland, onderfcheiden Vertalingen daar van, zyn aangekondigd; zo heeft de Ondergetekende, binnen Amfterdam woonachtig, op aanmoediging van verfcheiden voornaame Kooplieden binnen deze Stad, en uit aanmerking van het nut, en de belangrykheid van het bovengem. werk op zich genómen, deze nieuwe manier van Boekhouden ©p onzen Nederlandfchen Koophandel van applicatie te maaken, en door een gehee: OTfgevverkt MEMORIAAL en GROOTBOF.K in onze taal. volgends het nieuwe Systema van JONES ingericht, optchelderen. — De uitgave van dit werk zal gefchieden by der Boekverkooper JOH. van der HEY, op 't Rokkin, by dc Beurs, te Amfterdam, alwaar men, van heden af, tot hei einde dezes Jaars , kan intekenen tegen f 4: -: - per Exemplaar, en voords te Rotterdam by D. Vis en J. Pols , Dordrecht, A. Blusfé en P. van Braam; Schiedam, J G. Poolman; Leyden, A. e.\\J. Honkoop en L.Herding, Haarlem, A. Loosjes Pz.; Utrecht, PVed. J. van Terveei en Zoon; Middelburg, PVed. W. Abrahams; Groningen 2'h. Spoormaaker cn alöm. Amsterdam, N. A. Vestieu. den 10 November 1800. V By P. d. HENGST, te Amfterdam , wordt Gratis uit gegeven en is in alle Steden bv de Boekverkopers te bekomen een BERIGT VAN INTEKENING op eenen ATLAS voor d GESCHIEDENIS van alle EUROPISCHE STA ATEN, vai derzelver oorfprong af, tot aan het jaar 1800. ten gebruik der ftudeerende Jeugd, en andere beminnaars der Gefchiede nisfen, naar aanleiding der beste oude en nieuwe Gefchied t —■—1 Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. Rdhryveren ontworpen, en door bygevoegdcTyd- en Gedachtrekenkundige Tafelen opgehelderd, door C. KRUSE. \* Daar de Verzameling van Berichten der voornaamfte omftandigheden van den hevigen STORM, van 9 November laatstleden, byna gereed is ter perfe, worden by deezen allen , die nog eenige bizonderheden deswegens, het zy van groote Ongevallen of PVee'rkitndige 'IVaarneemingen , hebben mede te deelen, verzocht, dezelve uiterlyk voor het einde deezes jaars toe te zenden aan den ondergetekenden, zullende alsdan van dezeivl nog gebruik kunnen gemaakt worden. Haarlem, 14 Dec. 1800. A. Loosjes Pz. *.* In de Boekwinkel van A. LOOSJES Pz. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Boeken, enz. Nederduitfche. Charlotte Blanford, door M. G. Engelman, Tonticellp. ƒ o - (5 - O Middennacht, naar 't Fransch van Defaadras, Blyipel. - o - 6-0 Elilè of de Vrouw zo als zy moet zyn, nieuwe Druk, met pl. gr. 8°. . . . - 3 - o - o Leevens van Romeinen voor Kinderen, ifte Dl. 120. - 1 - 5 - 0 Magazyn van Spreekwooiden, een Leesboek voor de Jeugd, 8°. - o - 16-0 Kr'ctschmann {F. AT.) De Oude booze Generaal, Tóon.p. _ - 0-15-0 Bydtage tot en Naleezing op eene Recenlie, voorkomende in N°. 359. van de N. A. K. cnL.Bode, door J. Kwker, 40.- o - 2-8 Zedelyke, Nuttige tn Leerzaame Verhaalen voor kinderen, met pl. ifte St. 8°. . . - o - 8 - o ■Rogge CC.) Leevensgefch. voor Jonge Lieden, 2de Dl. - 0-14-0 Steplianopoli's Reize in Griekenland, het 2de en laatfte Deel. - 2 - 0-0 ZUkfeii Gefchiedenis der Vereen. Nederl. 4de Dl. . -3-12-0 Leêr om Leêr, klugtig Blyfp. door Henzler, 8°. . -0-6-0 Eugeuius Erfprins van Dalmatiën, door C. Sauer, Tooneelfp. - 0-12-0 De Repetitie van het Liefhebbery Tooneel, Blylpel door Al- breckt. . .' . •• -0-6-0 De VV'eldasdfge Rechter, Tooneelf. door van Ray. . - o - 10 - o Catechismus "(kleine) voo'- Eenvomvig/n ,8°. . . - o - 2 - o Lavater Cf-Cl) Twee Woorden van een' vryen Zwitfèr, gr. 83.- 0-12-0 (——) Vrymoedige Brieven, ille Stuk, gr. B°. ■ - I - 10 - o Masman (G.) Brieven van den'Heer J. nan de Gemeenten van Afien. • • • - 1 - 4 - o Heringa (J. .?-) Practica-tle Aanmerk, en Byv. op Bergens Gedenkw. uit het Leevcn van Jefus. . - 1 - 16 - o Weêrvoorfpellendc Tafel voor het jaar 1801. plano. ' . -0-4-0 Pasteur Bekiv Nat. Historie der Zogende Dieren, III.Dl. gr.8°.- 3-12-0 , Zedelyke Geiptekken. 8°. . . - o - 14 - o Gec. Pl. . - o - 18 <■ o ; Staart Reize van Anacbarfis, ode Deel, gr. 8°. . -6-10-0 1 Steilmans Reize, 4de Dl. gr. 8°. . . -3-12-0 Koiillen en Handwerken afgeb. in 100 Pl. 8°. . - 1 - 16 - o Kisfelius de Kluizen ars in Mtircia, 8°. . . -0-18-0 Kratter (F.) De Vrede aan den Pruthfhoom, Tooneelfp. 8°. -0-16-0 De Nieuwe Moeder de Gans, 8°. . • -0-18-0 Kotzebue (A. van) De Befchermgeest, 18°. . . -0-12-0 'IV'tte (de) Eduard Stanlev, Tooneelfpel, 8°. . . - o - 12 - o — Valmond de St. Priemt. . • -0-12-0 : Witzen (P. G.) Geysbeek de Hoop, eene Boertige Paradoxe. - o - 11 - o I Gedenkfchriften tot de Gefch. der Jacobynen, 2 Dl. >>t. 8°. -3-0-0 1 Michaclis (J. L>.) Overzetting van'tN. Teliatn. 3de St.gr. 3°.- 2-0-0 . Bitaubi De Bataavcn, gr. 8°. • • -3-16-0 Franfche. ■ Campe (A. B. C. MkuéHf par) 8°. . • -0-14-0  A°. 1800, No ^ NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 26 DECEMBER. BERIGTEN. FR/tNSCHE REPUBLIEK. P JE arys. De B. van Noorden, Geneesheer te Rotterdam, heeft aan het Letterlievend Genootfchap (Societê Philomatiquè) alhier gefchreven, dat hy 'van een Wondheler, onlangs uit Surinamen gekomen, had vernomen, dat de Broodboom aldaar zo welig tierde, dat men 'er gehele Lanen van zag, en dat hy tevens boven verwagting vrugten droeg. Men maakt 'er al-1 daar een zo goed brood van als van Tarwe. Tot dat einde fnydt men de vrtigt in reepjes, die men in de Zon laat drogen en vervolgens fyn ftampt. Het meel, I tot deeg gemaakt, ryst gelyk Tarwe meel, en kan lang goed blyven. Iets over de Koepokken. (Uit een Hoogduitsch Dagblad.') De vreesfelvkAe aller Harpyen, die uit Arabien f> ,;.ïdft»f jare 1572) tot ons overvloog, de Pokfurie, heeft : ook' in dit jaar, byna door ganisch Europa, zo vel- 1 i XIV. Deel. flagtoffers uitgekozen (naar een groven overflag verloor alleen Duitschland 40,000 kinders, door de Pokken en Scharlaken koorts) dat 'er dringende reden voor het Menschdom is, om telkens op nieuw tc gewagen van de blyde uitzichten, die van alle kanten nopens t!e| verbanning van deze befmertevke ziekte door hare meer zagtaarde Zuster, Vaccine, ofKoe'pokken, door de oordeelkundigffe Geneesheren worden aangekondigd. Ongemeen troostelyk zyn, in dit opzigt, de door den druk gemeen gemaakte, berigteti van den onvermoeiden Arts Odier, in Geneve door wien 600 kinderen, met het gelukkiglte gevoK de Koepokken zyn ingeënt: waar van allen, uitgezonderd 8, die reeds door de plaatshebbende Pokken-Epidemie waren befmet, byna zonder de minde zwartheden^ de proef doorkwamen ; terwyl, gelyktydi"-galleen in Geneve, 150 kinders een offer van de toen"woedende Natuurlyke, en zelfs van de Ingeente, Kinderziekte wierden. Geen van de kinderen, welken de Koepokken waren ingeënt, eer zy door de Natuurlvken konden b fmet worden , is naderhand door de Epidemie zelve aangetast. Even gunftig luidt nok het berigt van de Paryfche Commisfie ter inëntino- van de Koepokken, 't welk door Dr. Thouret, op^den "3 ^endimaire van he: negende jaar (20 Septemb. 1800) 11 alle Dagbladen is bekend gemaakt, nopens de, rónder uitzondering , gelukkige gevolgen der nieuwe jroeve, met de Koepokftof, door den Èngelfchen Arts Cc Waad-  ( 202 ) Wnhét naar Boulonge, en van daar naarJa is' Se K. Opmerkelyk is het geval ener Moedei,, in de laats genoemde Stad, welker kind met de Koepokftot laatstgcnoei , ^ o{ zy rnatSvS'ftikS gehad had , in ftilte aan haar kfnd zich n entte7en zich tevens met het goed gevolg E van mogt verheugen. Ook in Duitschland (*) | re-ds vele proeven, allen met een gelyken gefnl ki«en uiuïag, zo in het Holfteinfche, als te WeÏS, Snffi «! Berlyn, in dezen genomen, en'er zouden reeds verfcheiden meer gedaan zyn, had me5? bekwaam Geneesheer zich goede Stol^ weten te bezorgen Op geen plaats is men met meer overleg S werk gegaan f dan in ffannover Een uittrekzel uit Se Verllndeling van den Hof-Medicus Ballen (f) aldaar, verdient, voorzeker, ene meer algemene be- kHÏnS-was, voor ongeveerde jaren, de eerfte «laats m Duitschland, waar de inenting der KinderSi wortel vattede. Aanmerkelyk zyn de voortgan?en Se ook de Inenting der Koepokken reeds al ISr' Saakt hebben. Meer dan 900 kinderen zyr met dSfSve Stof ingeënt geworden; verfcheide St men, federt, met de Kinderpokjes getragt < befmetten, zonder dat dit gelukte. Ook heerscht ei ta de Plaats, fints ettelyke maanden, de Pojken-Ep demle zeer fterk, zonde/dat by Ö^^^SS rU-ni.ur een enkel der kinderen, die de Ko-pok^e ^Wghadden! door communicatie is aangeftoken. I ft land zvn von? 't minst reeds vyf tienduizend St nde oorden inwon, heeft men nog geen echt voo bedd aangetroffen, waar door het vv-ezenlyk^gedeel dezer ontdekking, is tegengefprokenü)—KoeP° m «*te m Te vinden in het Hannoverifches Magazin.. « De waarheid en onzydigheid echter gebieden ons f u J TT ^orirpn d.t in de u teegevene Brieven van. < gSfeni eï " andere Kunstgenot, ïugke gevVllen worden bygebragt, waar uit het: tegenc gebleken is- Zie 754* Monthly Review van Sept. 17 ISo. 4- Vol. XXX. ^ ^ Reda9eur. een zyn een ziekte van gene de minfte bediudems. — Er is nog niemant, aan de ziekte zelve, ol aan hare aevolgen geftorven. Ook had tot dus verre niemant gelegenheid, om enige andere nadelen van deze ziekte te befpeuren. Volgens de laatfte berigten , uit Londen, kortiings, ontfangen, waren de voornaamste Artfen voor de inenting der Koepokken, en verfcheidene der oudfte en vrjorzigtigfte Geneesheren van Dtutscnlmd gelvk een Wici.mann en Lentm in Haunoyer, behoren onder tere voorftanders. Dr. IFoodwil/e is onlangs naar Frankryk, Dr. Marfehal naai- Italien gereisSd, ook heeft men Stof naar Oost- en WestJndien gezonden, zo dat zy weldra over den gehelen aardKern zal verfpreidyZyn. Ondertus chen u: daar by deze omftandigheid van aanbelang, dat de Stolfe zig niet door uitwaasfeming mededeelt, zo dat men er ^iï^S'Üiï™, dat de ervaat-nisfen omtreSt dit ftuk, nog in vele opzigten gebrekkig zyn1, doch dit doet niets* aften nadele van deze voor het meÏÏchdom zo gewigtige «««««SSrf^^iC dervinding is wel volkomen, by den eeilten aanvang. i fnonvooringenomen beöordeelaar zal toeftemmen, SïhTSmfr zou wezen, wanneer iets zo nuttigs door ontS geruchten in de mening van hetpu- ■ ' fik aan ien zyde gefchoven wierd- Berlyn heeft " mogelvk door zulke* deels valiche, deels onvoldoen; rSb &en en bedenkingen, de voordelen der in» tine van de Kinderziekte3 niet in die mate genoten als de overige befchaafde waereld ten deel gevallen , En ï hft kinderlyk alles wat nieuw JjlW , Sg aantevatten, het is. aan den anderen k m, zeer e nadelig voor de verlichiing, wanneer men uit angst- vSeid° vooroordeel, onkunde of gehegtheid aan r- dï^kfehen fknder, elke ontdekking, van hoe veel n aanbelang ook, veronagtzaamt, of erzyg zeft; tegen r- te verzetten poogt: daar tog aan de veidert onaervni [e ding en vordering der Menlchen, tot nog toe, God k- lof, gene palen gefield is.. ... ier Ien m, eel 39- KOR*  C 203 ) KORTE LEVENSBESCHRYVING VAN GEORG COOPMANS, DOCTOR IN DE GENEESKUNDE TE FRANEKER EN CURATOR DER HOGE SCHOLE ALDAAR 't GETROKKEN uit de latynsche lyk- en lofrede, op denzelven gehouden DOOR den hoogleeraar JOHANNES MULDER. ê Georg Coopman was den 27ften van Wicdemaand 1717, te Makkum, in Vriesland, geboren, en de Zoon van Gaose Coopmans, die aldaar handel dreef, en van Hillegonda Abbema. Toen zyn Vader weinige jaren daar na o erleedt, trok deszelfs Weduwe, met hare twee kinderen, met der woon naar Franeker, alwaar zy vervolgens in een twede huwelyk tradt. Deze verwisfeling van woonplaats, fchynt wel de eerfte en éénvoudige aanleiding gegeven te hebben, dat Georg zich aan de wetenfchappen wydde. Daar ter plaatfe v\ierd hy weldra naar de Latynfche Schole gezonden ; en, van deze bevorderd, woonde hy 'er de Akademifche lesfen by. Hoe zeer hy zich ook, van het begin zyner oeffeningen af, aan de Geneeskunde toewydde, verwaarloosde hy echter geenzins de beoeffening van alle die voorbereidende wetenfchappen, die enen Geneeskundigen niet alleen tot fieraad ftrekken, maar zelfs, naar 's mans eigen overtuiging, tot ene grondige kennis van zyn vak en in den loop van deszelfs werkdadige beöeffening, hoogst onontbcerlyk zyn. Door een nyveren vlyt reeds op de Latynfche School in de oude Talen grotelyks gevorderd, was hy voorbereid om met het meeste nut de lesfen van Hemsterhuis, Wesseling en Bukman bytewonen, en, onder derzelver leiding, als ook onder begunftiging van zynen, tot befchaving en zuiveren fmaak geftemden, aard, zich te vormen tot een kenner en beminnaar der Ouden. Ook hielden verfcheiden takken der Wysgeerte hem bezig, en daar onder voornamelyk de Wis- en Natuurkunde. Aldus toegerust, gaf hy zich met het beste gevolg over aan de wetenfehap. waar voor hy zich beftemd had. In den aanvang was Wyer Willem Muys daar in alleen zyn leermeester, maar vervolgens, na dat G. du Bois, ook tot Hoogleeraar in de Geneeskunde bevorderd was, vondt hy, in dezen, door Boerhave zeiven aangeprezen, man, een tweden leidsman en voorlichter op zyne Geneeskundige loopbaan. Onder dezen leide hy zich op de Ontleedkunde en onder genen op alle de overige takken der Geneeskunde toe. Na zyne met den meesten lof volbrachte Akademifche oeffeningen, wierdt hy, in het jaar 1740, te Franeker, tot Doctor in de Geneeskunde bevorderd. Evenwel hieldt hy zich zeiven met zyne verkregen en algemeen erkende kundigheden niet te vrede, maar begaf zich ter uitbreiding zyner kennis naar de Hoge School van Leyden, alwaar hy in het onderWys van van Swieten en in het gemeenzaam verkeer met Abraham Raau Boerhave, beide doorkneed in de leer wyze van den beroemden Boerhave, het gemis van het onniiddelyk onderwys van dezen, voor weinig jaren overleden, groten man zodanig vergoed vondt, dat hy byna voor deszelfs leerling kon gehouden worden. Aldaar hieldt hy zich weinig langer dan één jamop, en zettede zich weldra, in het vierentwintigfte jaar zynes ouderdoms , als beöeffenend Geneesheer, binnen Franeker, neder. Groot was de toeloop, die zyn goed gerucht hem al aanftonds bezorgde, en door zyn welingericht gedrag wist hy het zelve fteeds ftaande te houden. Zyne voorzichtigheid, in dc behandeling van Zieken, maakte hem gelukkig in derzelver genezing; zyne bereidwilligheid om den raad van ouderen en meer ervarenen interoepen, moedigde de zulken aan, die zyne jongheid nog mistrouwden; zyne minnelyke toefpraak lokte de genegenheid uit; zyne zedigheid en gepaste ernst boezemden vertrouwen in; het getrouw en naarftig bezoeken zyner lyderen, en vooral zyne bereidvaardigheid om hun ten allen tyde ten dienst te ftaan, wonnen hem de algemene liefde en achting, en ayn onbaatzuchtig gedrag jegens minvermogenden, voltooide de gunftige gevoelens die men omtrent hem had opgevat. Door zyne kundigheden gerugfteund, en door dit alles geholpen, wierd hy dus weldra in volgende jaren de algemene vraagbaak en de man, tot wien groot en klein van naby en van verre, zelfs na de vruchteloze pogingen van andere beroemde Geneeskundigen, de toevlucht nam, en van wien men in de moeilykfte en meest hopeloze omftandigheden hulp en redding verwachtte. Niet alleen oeffende hy de zogenaamde inwendige Cc a Ge-  C 2°4 ) Geneeskunst. Veelmalen ftond hy, in zware gevallen, den Heelkundigen met wyzen raad by, en verrichtte zelf onderfcheiden bewerkingen, die tot de uitwendige Geneeskunde behoren, inzonderheid de paracentefis of aftapping van het water , waar van hy met Oüwens de uitvinder was, de inenting der Kinderziekte, die hy grotelyks voorftont en met het gelukkigst gevolg dreef, daar 'er van de meer dan duizend perfonen; die hy heeft ingeënt, niet één geftorven is, en eindelyk de Vroedkunde. Deze man, hoe zeer in drukke bezigheden ingewikkeld, liet zich echter daar door niet verhinderen zyne eigen oeffeningen voorttezetten en der Maatfchappy nok op andere wyzen voordelig te zyn. Van het eerde getuigt deels zyne onverzadel Ae leeslust, die hem dreef tot het onderzoek der voornaamfte uitkomende Schriften, zonder dat hy zich nogthans, met verwaarlozing van bet oude en beproefde, door al wat nieuw was, liet wegliepen, deels eenen ander werk, door hem in het licht gegeven. Te weten, daar onder de verfchillende delen zyner wetenfehap, de Ontleedkunde en onder derzelver takken die welke over de Ze nuwen handelt, zyne geliefdkoosde ftudie was, befreedde hy in het 'lezen van oude en nieuwe gefchriften over dit moeilyk onderwerp en in eigen navorfebingen van het geen tot de leer der Zenuwen betrekking heeft, veel tyd en moeite. In het jaar 1754 gaf hy het werk van den Engelfchen Schryver MonRor de nervorum anatome contra&a, in ene Latynfche vertaling, en agt jaren daar na voor de twedemaal, met ene doorgaande verklaring en een hooidfi ik de Cerebri et tiervorum adminijlratione anatomica vermeerderd, in het licht. Dan ook hier by liet hy bet niet. Een voortgezet onderzoek van dit gewichtig onderwerp, en byzonder de naauwkeurige vergelyk ng tusfchen een gezond en zieklyk lighaam, verfchafte hem nieuwe en ryfce ftof, die hy dan ook ten laatften, in het jaar 1789% aan de geleerde waereld mededeelde, in zyn boek de Neurologia, het welk hy vvf jaren daarna, toen 'er ene twede uitgave van gevaderd wierd, aanmerkelyk verbeterd en verrykt, op nieuws uitgaf.. Behalven dit werk, het welk hem altyd onder de geleerde Geneeskundigen zal doen rangfchikben,. ziet geen afzonderlyk gefchrift van hem het licht; maar in de Nova Acla Fruditorum, van het jaar 1749, vindt men van hem ene befchryving der beimettelyke koorts, die in het voorgaande jaar, voornamelyk te Franeker, geheerscht hadt. En wat zyne zucht aangaat, om der Maatfchappy ook op andere wyze voordelig te zyn. Daar van ftrekken ten bewyzen, het. onderwys, dat hy gaf zo aai: lieden van beide gedachten in de Vroedkunde, als aan Heelkundigen in de inwendige Geneeskunde, zyne belangftellende zorg voor de Jeugd, die zich op de Franeker. Akademie tot Geneeskundigen vormde, en aan welke hy zynen rsred en leiding nimmer onttrok, als ook zyne bereidvaardigheid, om, niettegenftaande zynen hogen ouderdom, van 80 jaren, den post van Curator dezer Hoge Schole, en dat in een tyd, waar in dezelve ftond te wankelen en dubbelde waakzaamheid vorderde, te' aanvaarden ; by welke gelegenheid hy aan derzelver Bibliotheek zyne Handfchriften van Tibullus, Ovidiiis en Juvcnalis, als mede ene keurige verzameling van uitgegeven en onuitgegeven brieven, door Nicolaas Heinsius , aan onderfcheiden. geleerden van naam gefchreven, ten gefchenke vereerde. In zo vele werkzaamheden, van allerlei aard, beftendig bezig, leefde deze doorkundige en. verdiendelyke man hoog gefchat en gezocht, door alle die zyne bekwaamheden kenden, en vereerd met de openlyke blyken van algemene goedkeuring en hoogachting, waar) van die der Haarlerafche en Utrechtfche Maatfchappy van Wetenfchappen, welke hem tot hun medelid verkoren, onder anderen, ten bewyze (trekken, tot in een hogen en zeer gewenschten ouderdom. Hy toch ftierf den 30 van Bloeimaand dezes jaars, m het 83de jaar zynes levens, aan een verval van krachten. Gelyk deze man zich aanprees door zyne kunde en goede gefchiktheden als Geneesheer, zo prees, hy zich niet minder aan door zyn nederig en liefdadig karakter, door zyn rondborftigen aard, door zyne aangename, en van alle .verwaandheid vrye, verkering met lieden van allerlei rang, en ook in zynen ouderdom door zyne levendige en geestryke gefprekken. In het wetenfehappelyke gaf hy niet toe aan losfe veronderftellingen, maar fpeurde de redenen en oorzaken der verfchynfelen na en bouwde dan eerst zyne grondrtellin^en. In het Godsdienftige behoorde hy tot de Gezindte der Doopsgezinden ,. en in het Staatkundige was hy, doch met bezadigdheid en verdraagzaamheid jegens anders denkenden, de thans plaatshebbende orde van zaken in ons vaderland toegedaan. Welk laatfte, na ene veertigjarige vriendfehapsbetrekking met den beroemden Camper, de oorzaak wierd van de verwydering tusfchen deze twee waardige Geleerden. In den jare 1746 was Coopmans in het huwelyk getreden met Johanna Wildschut, doch verloor, na twee jaren, deze zyne Vrouw, die. hem een Zoon,. Gadse geheten, naliet; welke Zoon, na den post van Hoogl. in de Scheikunde, enigen tyd, te Franeker te hebben waargenomen, vervolgens, het twistend va..  ( 2°5 ) de-land ontweken, eerst te Koppenhagen cn chnrna te Kiel, in Holftein, dezelfde waardigheid bekleedde, en thans, een Landgoed in laatstgemeldc Hertogdom, als Eigenaar, bewoont. Na den dood zyner eerfte Vrouw , hertrouwde hy, in 1755, Aurelia Fontein, Weduwe van Jacob Braam, met welke hy 44 jaren gehtmwd was en by welke hy twee Zonen kreeg, waar van de ene, na reeds, met groten lof, totDojtor in de Rechten te zyn bevorderd geworden, ftierf, en de andere in zyn geboortefiad , Franeker, nog heden handel dryft. KORTE BESCHRYVING DER VOORNAAMSTE GEDENKSTUKKEN van EGYPTE, aangeboden aan den EERSTEN CONSUL BONAPARTE, door DEN BURGER C. R I P A U L T. «r ( Vervolg en flot van Bladz. 198.) Na dat, met den Setel der Monarchie, de bevolking naar Beneden-Egypte afdaalde, zeiden de Koningen, die zich te Memphis vestigden, vol van den indruk van het vermogen en der grootheid , die het geheugen der graven van de Opperheren van Thebes by hun liet: Laten wy de werken van onze voorgangers evenaren; laten wy iets doen, om de achting uit te tarten, dat geen doen 't welk zy deedden, om zich aldaar te verfchuilen en aan het oog te onttrekken; en zy richtten de Pyramiden op. De zucht voor het reusachtige, byzonder eigen aan de Natiën van de Levant, deedt de een en andere van deze Gedenkftukken geboren worden. De Griekfche Koningen 1 van Alexandrie verachtten niet, de eerften na te volgen. Wanneer men deze Tempels, deze Paleizen, deze Graven , alle deze onverganglyke Gedenkftukken befebouwt, I vraagt men, onder welke Regering zyn zy opgericht? en < wanneer men weet , dat zulks gefchied is onder die der 1 Priesters, zou men zich verwonderen, dat het priesterlyk ; gezag immer iets zo groot en zo goed heeft kunnen voort- 1 ,' • ■ • brengen, wanneer men niet bedacht, d it de Eg^ptcnnirs toen tot d'it punt van befchaafdheid gekomen warén , waar op het' moeilyk is niet onderworpen te worden aan godsdienftige iHfteltipgen; Cambyfes heeft het Govcrnement der Priesters omvergeftoten; hy heeft de Gedenkftukken gêüoopf, die zy hadden opgericht. Men ziet nog de l'poren der behels, die den Coio.sfus van Memnon hebben afgehouwen en de Obelisken van Thébcs verbryfeld. GcCchicdde dit" uit onkunde, of' uit Staatkunde? Wat verfchilt het, zo de uitwerkfels dezelfde zyn! Ondertusfchen het belang der waarheid billykt dit onderzoek. Het kan ftrekken om te doen gisfen, hoe verre de invloed en de magt der Priesters zich over de Egyptenaren uitftrekte. Cambyfes fchynt fmaak in de kunften gehad te hebben. Hy bragt de kostbaarlie Beeldhouwftukkcn, wat de ftoffe of het werk betreft, in Perfie. Hy verzamelde, in zyne Sta^ ten, de volkplanting van kunftenaars, die de Paleizen oprichtten, welke nog te Perfepolis beftaan. Hy hadt dus geen ander oognierk, dan om den eerbied te verminderen en te vernietigen voor hunne Priesters, door voor hunne ogen de Gedenkftukken te vermorfelen, die ftrekten om deze verering te onderhouden. Hy ftrafte in deze klasfis alleen , en in de voorwerpen van derzelver eerdienst, de opftanden der' Curgers; gelukkig nog hadt hy nooit ander bloed dan dat. van den Stier Apis doen vloeijen! Voltaire trekt in twyfiel, of dit bedryf verftandig of dwaas ware, en hy helt over tot het eerst gevoelen. Hy; betuigt weinig achting voor dat, het geen hy de voorgewende wysheid der Egyptenaren noemt. Misfchien hegttehy ene'te uitgeftrekte betekenis aan dit woord, dat zich byzonder fchynt te kunnen uitftrekken tot die wetenfehap. in dezen zin verdienden zy de lofredenen , waar mede hun de Grieken overladen hebben. Zy hebben ook misfchien, in den ftrikien zi« van het zelfde woord r dat geftreng oordeel van Voltaire niet verdiend. De Egyptenaars, gehoorzaam aan de wetten, die hun. gegeven waren , zich febikkende na de Staatkunde, hen opgelegd, en de voorfchriften van Zedekunde volgende, welken door hun geheiligd waien, leveren, in deze drie opzig-. :en, grote en 'achtingwaardige Modellen op. HetoudfteGoverncHtent der waereld. was het duurzaamlte. Dit zou bui— :en twjffel een vermogend bewys zyn ten voordele van de! ivysheid der Priesters, die wetten voorfchreven , gefchikt laar de lugtftreek van Egypte, naar het karakter van des— selfs i 11 woon de ren; en zou 'hoogachting verwekken voor het. /olk, dat zich met leerzaamheid daar aan onderwierp, en aaar met flandvastigheid opvolgde, ftaande een lydsverloop iat de verbeelding verbaast, byaldien ene enige.bedenking, liet in ene grote mate dit gevoelen zwenken deedt. De Priesters , na de Egyptenaren tot den ftaat van bechaafdheid gebragt te hebben, die, hunne eigeliefdc vleijenle, hun gezag begunftigde, deden, om hen op dit fpoor e houden, pogingen, gelyk aan die, welke zy reeds gebe-. ,igd hadden, om hun den trek inteboezemen, dien zy reeds laddeo; en deze bleven by hunne gehoorzaamheid volharden. CC 3 £>$•  ( 2C<5 ) op dat tydftip, wanneer zy, zich wegens hunne zwakheid befehuldigende, opgehouden hadt ene deugd te zyn. Byaldien de natuurkundige geftcldheid van een land, byaldion de invloed der luchtftreek niet toepasfelyk zyn op het onderzoek, aangaande het karakter van alle volkeren van den aardbol, zyn ten minden deze oorzaken genoegzaam, om dat van'de inwoouders van Egypten optehelderen* De waarborg van de vruchtbaarheid hunner gronden, de Nyl, was ook die van hunne llaverny. Hy verzekerde het bezit van het land aan den Overwinnaar, die zich meester van deszelfs loop gemaakt hadt. De woestynen, die hem omringden, aan de Egyptenaren de middelen benemende, om zich aan de flaverny te omtrekken door de verhuizing , en de aanhoudende invloed van de hitte, hun tot ene zedelyke en natuurlvke traagheid veroordelende, maakten hen gefchikt tot ene 'flaaffche gehoorzaamheid. Gewoon aan ene kloosterlyke levenswyze, onder het opzigt hunner Priesteren, (laven onder de Perfianen, onderdanen onder de Maeedoniers, bogen zy zich vervolgens met dezelfde onderwerplykheid onder het juk van de Romeiufche Keizers, en onder de Griekfche Vorften van Conftantinopelen. Ten tyde van den inval van Alexander, waren zy reeds verre beneden hunne vooiouders; zy hadden hun nationaal karakter verloren. De deftigheid , de ftrengheid, die zy aan hun geregeld en monnikachtig leven fchuldig waren, wierden , onder de dwinglandy der Perfianen, de fombere er flroeve geest van enen misnoegden en lafhartigen (laaf. Dit gebrek van geest en karakter moest hun gefchikt maken, om hen op alle de zypaden van menfchenhaat en bygeloof te vervoeren. Het land, waar de menfchen zich het eerst in Maatfchappy verbonden, is dat geweest, waar zj eerst dachten, om dezelve te_ontbinden , of ten minften on 'er zich geheel van af te fcheiden. De boorden van den Nyl zagen de eerfte Monnikker en de meeste Martelaren. De bewoners derzelve haddei toch niet meer dan den moed der zwakken: de onderwer ^Egypten., de wieg der Kunften en Wetenfchappen, is ooi die der Godsdienften geweest ; de eerdienst zyner Godei verfpreidde zich byna over de gehele aarde. Wy hervindei in de basreliëfs zyner Gedenkftukken den oorfprong de meeste plegtigheden van den Kristlyken Eerdienst (*); d oetrouwe afbeelding van de geheiligde Vaten, de ondei fcheidene cieradiën van zyne Priesters en de kledingen zyne Monnikken. . Van alle tyden heeft de geest van onverdraagzaamheid c menfchen bezield , die dit Land bewoonden. De onkunr en de barbaarschheid ftrekten 'er de uitwerkfels van uit ti f*) Dat het geen de Schiyver hier Kristelyken Godsdienst belieft te nc men niet anders kan betekenen, dan de byvoegzels en aanbangzels, ws mede het Bygeloof denzeiven. van tyd tot tyd, heeft weten te vertast ren en te ondieren, blykt duidelyk genoeg uit het onmiddetyk volgende. Aait. van den Redalicur, de onbezielde figuren , die de oude Tempels vercierdell. Kristenen en Mufelmannen in het enig punt, de vernieling, overeenkomende, fchonden om ftryd de beeldhouwwerken. Dezen meenden het beeld der demons weg te doen, door de hoofden der dieren te vermorfelen; terwyl de vóorfteliingen van den mensch, om aan de naauwgezetheid der anderen te voldoen, vallen moesten. De Tempels der Egyptenaren zyn by opvolging die der navolgers van Jefus en M'.homet geweest. De afbeeldingen der vier Evangelisten, vercierd met hun ftraalkransfeii, hebben de plaats vervuld vaii^ie van Cnuphis, en van Phtha, van Ofiris en Ifis. Op de>uin van het altaar van Kristus heeft men, in de Moské, de nis gebouwd , die tot de heilige Kaba behoort. Ondertusfchen zyn deze heilige plaatfen tegenwoordig niet meer dan (tellingen. _ De tydsorder hadt ons fpoediger tot deze bedenkingen over het karakter der Egyptenaren hebben moeten leiden. De Gefchiedfchryver Joftephus zegt van die van zynen tyd, dat zy noch de vastheid van geest der Macedoniers, noch de voorzigtigheid der Grieken hadden, en dat hunne zeden bedorven waren. Ammianus Marcellinus fchildert, dne eeuwen na hem, hen af als ernftig en fomber, gloeiiende m alle hunne bewegingen, kibbelachtig, lastig, onmeedogende, verzoekers, aanhoudend het hof der Keizers belegerende met terug-eifchingen vaii geld. „Het is," zegt hy, „ene „ fchande bv hun, het geld goedwillig betaald te hebben, „ en zonder 'er met zweepllagen toe gedwongen geweest te „ zyn." Kenmerken niet nog deze trekken de inwoners, die hun opgevolgd zyn? Deze zyn, Burger Eerfte Conful! de eerfte bedenkingen, geboren by onze befchouwing van de Tempels, de Paleizen, de Graffpelonken, de Standbeelden, de Basreliëfs, de Schilderyen, die nog Opper-Egypte verryken. Zo zy uwe goedkeuring wegdragen, zal ik my geluk wenfchcn, als Lid van de Commisfie der Kunften, iets toegebragt te hebben, om i de gunftige gedachten en hoogachting te doen ftandhouden, . die gy altyd wel voor dit Gezelfchap hebt willen betuigen. Door u te vergezellen, heeft zy zich onder ene gewigtige • verpligting gebragt; de verbintenis, die zy met Europa heeft i aangegaan, is niet minder groot, niet minder uitgebreid. Zy i zal niet waardig fchynen aan den held, die zy gevolgd heeft; r aan het magtig Governement, dat haar befchcrmd heeft, ' dan voor zo verre hare werken, niets zwaks, niets middelmatigs aan den dag leggen. Ten dezen opzigte durf ik hor pen, dat de Leden, die haar uitmaken, enig recht zullen hebben op de achting , verfchuldigd aan talentenna die e verdiend te hebben, welke men aan moed en opoffering toe- e kent. ■ • _ ,. ,, lt Burger Eerfte Conjult Heil en Achting! RlPAULT, t- Bibliothecaris en Lid van het *r Inftituut van Egypte. TE-  ( 2C7 ) TEKENINGEN en PRENTEN. LlEFHEBBERY VOOR AsiATISCHE KUNST i n ENGELAND. Wat eens de Romeinfche Hekeldichter Van de AfiatiTche weelde der Romeinen zeide: de Orontes is in de Tiber gcflroomd, laat zich zeer gevoeglyk op de Engelfche Eilanden overbrengen : de Ganges en Indtis zyn in de Theems gevloeid, en men moet toeftaan deze dromen voeren het goudftof, meer dan ooit, de Pactolus, of de Taag in de Geographie der Oudheid. De ryke Nabobs vermeerderen by elke vloot, die de fchatten van Indie overbrengt. Dit moet ook natuurlyk op de Kunst en Letterkunde der Britten enen bellislenden invloed hebben. Sporen daar van vertonen zich byna by elke fchrede in Londen. Niets is tegenwoordig gewoner dan de zogenaamde Oriental Drawings of Oosterfche Tekeningen in de Portefeuilles der Liefhebbers, en by de Prentverkopers. Daniels, die het het verst daar in gebragt heeft, en de kunst, om zyne grote zagte Aqua Tinta Platen te vermenigvuldigen , tot het boogfte toppunt gevoerd heeft, leverde nog 50 grote Platen met Indifche Gezigten en Landfchappen , waar by het zo geroemd werk van Hodges kinderfpel is. In Hamburg, in het groot Engelsch Magazyn, is tegenwoordig grute voorraad van deze Oosterfche Gezigten, die, in vergelyking met Duitfche Aqua Tinta Platen, boven alle befchryving goedkoop,, en des wegens der Duitfche kunst, die zich op deze Behandeling nog niet verftaat, ten uitterfle nadelig zyn. Na Daniels Platen, acht men de van de Artillerie Kapitein Charles Gold, in Indien op de plaats zelfs gemaakt, en aan den Marquis van Cornwallis toegewyde, Indifche Afbeeldingen het hoogst. Harrel heeft ze in Aqua Tinta gebragt. 'Er zyn tegenwoordig 4 Stukjes (elk van 10 Sch.) daar van in het licht gekomen. Een Plaat onder dezelve trekt byzonder de aandacht der Befchouwers tot zich. Zy ftelt een boetedoenden Gentoo, voor, die de gelofte gedaan hadt, om van den Braminifchen Tempel,, te Trichonopoli, naar de beroemde Pagode op den berg Pylney, op de aarde, voort te rollen (een afftand van 100 Engelfche mylen.) Twee Bediender gaan voor hem uit en zuiveren en effenen de ftratei, op welke hy zich, alleen om de fchaamdelen me: een flukjen boomwol bekleed, voor het overige geleel naakt en gefchoren, voortrolt. De Tekenaar was ooggetuigen van deze dweepachtige boetedoening. Bt het voor de Engelfche zo voordelig Treurfpel van de Verovering van Myfore, behoren twee nieuwe Historifche koperen Platen, die 1'oxter geichildesd, en S. G Reynolds gefneden heeft, en welke beide by Daniël te bekomen zyn. De eerfte ftelt het ogenblik voor, waarop het lighaam van Tippo onder de verllagenen gevonden wordt; de andere van Stat hart gclchilderd en door Turner gefneden , vertoont de overlevering van de kinderen van Tippo, aan de zegepralende Britten. Alle pracht der Oosterfche tonelen cn rykdommen wordt voorgefteld, om aan den Gouddorst der Brit ten, op deze Plaat zelfs, volkomen voedfel te geven. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishou* kunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der. Effecten. Op Maandag den 22 December 180c, in Amfterdam. Buitenlandsche. Amerika 5 prCt. . 96! a 98 Keizer 4 prCt. . 53 a 54 dito 4 prCt. . 86|a87j dito Coupons. . 51 352 dito dito met premie. .. 99 a 100 SpatjJe 5 prCt. van 1798. 74^ a 75 dito geconfolid. by Stap- dito 4§ prCt. losb. 1801. 93 a 94 horst » 4§ prCt. .. Ö7§a68$ dito dito losb. van 1802-7. §7 » 76 Rusland 5 prCt. . 82^382! Engeland. Annuiteiten 3 Zweden 5 prCt. . 97 a 98 prCt. . 62 a 63 dito 4{ prCi. . 96 zc,6\ Franfche Rep. Geconrolid. dito 4 piCt. . 94 a 95 renten . . 35 a jó Denemarken, Toll. 4 prCt. 96^398 dito Leen en WislèIb.4prCt. 95 396 Wisfelcours. dito Kroon 4 prCt. . 93ïa94 Op Amerika. Keizer 5 prCt. . 6o*a6ii — Londen. . . ƒ 16: pi dito 4i prCt.. . 54 a 55 L _ Parys. . . Baaco öoj Binnenlandsche. Bataaffche Republiek. 1 Voormalig Holland.. Obligatien en Recepfsièn a Nationale Schuldbrieven a 3 2} prCt. . . 3814? P'Ct.. . . 43|a44| Dito vrywillig a 5 prCt. 62$a di Dito uit de heffing van 98 a3jprCt. 55la5Öf Voormalig Zeeland. Recepisfen uit de heffing Obligatien a 2$ prCt. 38 a 39 van i3oo. a 3 prCt. . 43 msï Refcriptien Losb. 1800. 96 agói Voormalig Friesland. d°. uitgetr. 97$ a 97I Obligatien 2 2 prCt. . 36 a 37 1 84! a 84$ 3 70 a/i O. /. Comp. > 3 60 a6i Loterya3prCt.i785en8ó= 45 ï 45 . 4 , 56**57* ——— — na den Bankgeld. . . 93J Vrede. • . 453*453 Btleenbankgeld» . 98as8Ï GE-  C 208 ) GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. „Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week. is geweesr: te Amfterdam 265; en te Haarlem 21, ouder welke laatften 15 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. r BARO-i THER- HYGRO- STREEK | 1UCHTS- Dec- ) ME- HOME- ME- DER GESTELD- iSOO. \ TER. TER. TER. WIND. | HEID. C30. 2 28 IOO O. Z. O. j 17 < 3°- 2 34 85" helder. / gO- 2 281 92 .30. I* 2Öi 90 O. Z.O. 18 betrokken; tusfchen 20 ^29. 8 ï 33 90 beide regeMgtig. (_2Q- 8f 35 100 z.z. w. • T29- 8i 44 100 w.z.w. 21 (29. 8} 47 100 — beWö—ti ) 29. oh 43 -'co — . C29- 9t 45 98 w.z.w. 22 < 29- Oi 475 95 Z. w. betrokken. ______ 42 98 ...__ C29. 9 42 98 z. z. w. 23 < 29. 81 42 95 — betrokken. £29. qï I 38 100 z. BEKENDMAKINGEN. Le fecond N8. Journal general de la litterature etrangére vient de paroltre chez TREUTTEL & WURTZ. Ce Journal continue a ètre trés inftructif & doii vivement interesfer les hommes, qui aiment a connoitre toui ce qui dans les fciences, les lettres & les arts pnroit de nou- ■veau. Les Redacteurs publient dans le même goüt ur Journal General de la Litterature de Franee. Le) deux Journaux reünis prefentent une Bibliographie complet» des ouvrages intéresfants de la litterature de toute 1'Europe.— On peut s'abonner pour les Journaux, ainli que pour d'autre au Bureau general des Postes a Leide. Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz. ***** By den Boekverkooper A. LOOSJES Pz. te Haar* lem en zyne Correspondenten , zyn de volgende nieuwe uitgekomen Werken te bekomen: I. TYDPERKEN van den Dag, Morgen- ftond, Middag en Avond, met 3 plaaten. ƒ 2-18-0 II. T. COGAN De Rhyn of Reize van 'Utrecht na Franckfort, 3, 4 en 5 en laatfte Stuk -2-14-0 III. A. LOOSJES Pz. Roosje, met pl. 2de druk, er. 8°. Schryfmediaan. . -2-12-0 IV. PIETERSONS (II.) Gcflachtlyst der Zeifftandige Naamwoorden. Tweede druk 88.- o - 12 - o V. Historie van de Vlucht van H. de Groot, Schoolboek , met houtfnefig. - o - 3-0 VI. HORSTOCK Bericht wegens het vermommen van Olyverw-Coleuren, en het Wasfen zonder Uitfpaaren. . . -0-3-0 VII. BUYS en LANGEVELD Over het bezaaijen van één Morgen met/Egyptifche Rogge .-0-1-8 VIII. MEISZNER Leeven van Epaminondas, ifte Stuk - o - 15 - o Gr. papier. . . . . -1-4-0 (het tweede Stukje is op de pers.) IX. J. MOORE Mordaunt Leevens en Characterfchetfen en befchryving van onderfcheide gebruiken in verfchillende Landen. . . • . . • -0-18-0 (het tweede Stukje is byna afgedrukt.) X. XENOPHON GedenkwaardigeGefprekken van Socrates over God, de Voorzienigheid 6cc. compleet. . . . - 3 - 12 - O XI. J- B. SAY Olbios of Proeve der Middelen om de Zeden eener Natie te verbeteren. 8° 0-18-0 % * In de Boekwinkel van A. LOOSJES I'z. zyn onder anderen te bekomen, de volgende nieuw uitgekomen Hoeken, enz. Nederduitfche. Perponcher (ff. E. de) Gedichten, 2 Deelen, gr. 8°. ƒ 3 - 12 - o Kemp CF. A. v. dl) Lofrede op G. Washington, gr. 8°. -0-5-8 Water (J-W. te) De Vaderl.Mirt. v. Wagen." ve k. 4Dl.gr- 8°.- 2-10-0 Veilbodter (V. K.) Overdenkingen by het H. Avondm. gr 8°. - 1 - 8-0 Vertrouwdé Brieven van Adelheid B, uit het Hoogd. door E. Dekker Wed. A Wolf, gr. 8°. . . - I - 10 - o Dibbetz en Ontyd Proeven en Waarn. over de Inenting der Koepokken, gr.-fif. . . • - o - 11 - o Bode Befchoüvnig vin het Heelal, 120. . - o - 10 - o Huislyke Toontelen, 2 Dn. tweede uitgaaf, er. 8°. - 1 - 16 - o Anton of de Joigeling zo als hy beh. te zyn, gr. 8°. - 1 - ió - o Salzman Reizei der Kweekelingen van Sclicpfentb.il, 8°. - 1 - o - o De Franfche Donsclubb of Revolutionaire |acobyhen, Blyeind. kl. fp. • • • " 0-15-0 Beoordecling (vym.) der nadeel, gevolgen van de Converlie, gr. 8°. . • • • - o - 5 - 8 Latynfche. 1 Hufeland (C. G) Pathologia ad Acad.micarum pneledVionum uliim adornat:, gr. 8°. • ■• - 1 - 16 - e  VEERTIENDE DEELS, EERSTE REGISTER. BERIGTEN en B T Z O N D E R II E D E N. Van July— December 1800. De Letters a en b. duiden de eerfte en twede Kolom aan. A. Aartshertog KAREL (van het Borstbeeld van) door Prof. Danncckcr vervaardigd, zullen afdrukzels in pleister gemaakt worden. . 54. a Agent (de) van Nationale (Economie geeft berigt van zyne terugkomst in de Refiderrtie. ... 146. a AKADEMIE (de voormalige Franfche) word als ene vrye Maatfchappy weder betiteld. 34. a. Namen en verblyfplaatfcn der nog overgeblevene leden, en verkiezing van enige nieuwen, ibid. (de gewezene) van Lions, word onder den naam van Atheneum herfteld. . . . 65. a Akker- en Landbouw (Befchouwing van den Engelfchen) . 174. a ; Almanak (ongemeen fterk vertier van Moore's") in iEngcland. . 113. a Amerikafcbe Vry-Staten (toenemende bevolking, met andere Statisti- fche byzonderheden van) . . . 54- b Anecdote van Vrouwelyken moed. . . 135- b Armenwezen (berigt der Direkre van het) te Kopenhagen. . 163. b ARNTZENIUS C! (te Cairo word ene) <=»-).•■.'-. .y nineseveo. 9. a. DESALX (Latvnscne"ïe.Ue^"n Zielen van den Franfchen Generaal) door P. H. Marron. _ . . 17. b DINGEMANg (M.) behaalt de gouden Medailje by het Hee'.k. Genootfcliap te Amfterdam. . . 123. b Doofheid (Dr. IValcoi, te Londen, zal een Verhandeling uitgeven over de oorzaken en geneesmiddelen der)' . . 113. a Dwergbomen (manier der Chinefen om) voort te brengen. . 117. a D d Edel-  C aio ) E. Edelmoedigheid ((bal van) onder vyanden. : i ?i- b- Eevpte (korte befchryving der voornaamite Gedenkftukken van) door C. RIPAULT. 189. a. 196. b. en 205. a. -acdaiiï Ephemeriden (de Geograf.) van van ZACH, worden door GASPARI en BERTUCH vervolgd. . • !33" a (Nautifche) zullen met i8o.i in Denemarken uitkomen. 137- a EÜLER (de Akademie-Secret.) te Petersburg, overlydt. . *33> * F. Flora (de) del Peru T Chvle, waar van reeds enige Delen het licht zien, zal met nieuwe, inZuid-Amerika verzamelde,Planten, aanmerkelyk vermeerderd worden. 129. b. 130. a. FRANKLIN (oordeel van) over het verbod van Granen mttevoeren. 166. b FUSS (de Collegie-Raad) word Secretaris der Petersburgfche Akadem. 145. a G. rtilvmismus (nieuwe proefnemingen omtrent de Theorie van het) 113. f gSrD (dc Predik. J. G.) behaalt de gouden Medailje by de Ber-^ ^ G'bo^nenASTder) overledenen en getrouwden te Parys, geduren- ^ GENOOT^ CH^P^het ^mitelyk' Jablonoirivkysck) te Leypzig, "geeft 9' nieuwe Piysvragen rp. • • IO" 1 ("het Ulrcchtsch) v.m Koutten en Wctenf. houdt deszelfs algemene vergadering. 25. a. Het verngtte in dezelve, ibid. _„„ van Waarnemers (Societé des Obferyateurs) te Pa- rvs ongerigt. ■ • " 34" Cecn nieuw) ter bevordering van de Ooster.che Taalkennis (Orhntal Society) te Londen, opgericht. 41. a. Namen van enigen daar toe reeds behorende Le- ?het ^Koninsh) der Wetenfchappen, te Kopenfta- gen, herhaald, met enige veranderingen, hare onbeantvvoo.d geblevene Vragen des vangen ]aars. 81. ___, CBataafsch) der Proefondery. Wysg. te Rotterdam, i u--riogiiimma van 1800. in t licht. In- o, houd van het zelve. . „, , _ KZucfe.7-i.hnk Kri^di K keren. 89 a. Nader meer gunftig bengt daaromtrent, ifp. b. , iot yrdedieing van den Christe'yketi Godsdienst, in den Haag", houdt deszelts algemene vergadering. 07. b. Het verratte in de.'-lv. ibid; (het) ter bevordering der Heelkunde, te Amfterdam, houdt deszelfs jaarlykfche algemene vergadering. Üet verrigtte in dezelve». • I23« 1 GENOOTSCHAP (een Delfftofkundig) te Londen opgericht. Hoofddoel van het zelve. . . 137. » . (een)' van Landbouw, te Straatsburg opgericht, zal eerlang een ltuk over de Veepest uitgeven. 137. b ___ (TEYLER'S Godgeleerd) geeft ene nieuwe Prysvr. op. 169. a Genootfchappen (de Taal- en Dichtkundige) van Leyden, Rotterdam en Amfterdam, verenigen zich in ene BATAAFSCHE MAATSCHAPPY Van taal- en Dichtk. . . 9°" * Gent (geestige fpeling op den naam der Vlaamfche Hooflltad) door KAREL den Vyfden. 149. b. Onder in de Aaniek. Gezel -hap (het) van Genees- en Heelkimst-oeffenaren aan den Zaan, doet uitdeling van Eerepryzen aan enige Kwekelingen. . 114. b GIANNI (de Italiaaniche Dichter) bezingt voor de vuist het beleg van | Genua en den Feldflag van Maringo: terwyl gelyktydig een ander improvifoor deze Verfen in Latynfche Hexameters overzet. 137. b. Enige ftalen uit deze laatfle vertaling. • • 154- ö GOLDBERG (de Agent ].) word Lid - Confultant van het Bat. Genootf. te Rotterdam. ■ • • °f • * Goud (nader berigt nopens het in Ierland gevonden gedegen) ó0. t> Granen (belemmering van den uitvoer van) nadelig befchouwd door FranHin. • • . _ * a ' \ Grafichriff (een Grieksch en Phoenicisch) te Athenen gevonden, word, door den Zwecdlchen Gezantfchaps- Secretaris Akerblad, aan de Kon. Maatf. te Gottingen medegedeeld. , 9 GUER (Le Cheralier de) behaalt een zilvren Med. by .LYLlUiS Twede Genootfchap. • • « *(' 0 HAGEDORN (Levensbericht van den beroemden Dichter F.) 67. bi Hitalfiiyden (nieuwe Patent-MaeHné voo* tiet) . 175. V uKU (Mr M C. vam) opent, met ene redenv. als Voorzitter de abcmene vergadering der Maatfchappy Tot Nut &c. • 73- * H u deli (ovCr den oorfprong van den) en der Mislen in Duitschland. 148. > IERET1ER (de v rmaarde Franfclie Kruidkenner L.) word vermoord. 65, a HRRMANN (de Hoogl.) te Straatsburg, overiydt. • 132. b i PRMBSTADT (de Hr.) trekt Zuiker uit verfcheidene Plantgewis en. 133. a HFUSDE ('de Student Pu. W. van) zal, op aanzoek van Curatoren det Levdfche Univerfiteit, deAmittadv. ad Scholia in Platanen, van 1 wvlen den Hoogl. Ruhnkenius, in. fret licht geven. 14S. b. Vergunningen daar toe door Curatoren aan hem ve. eend HÉU Eli (A van LINDE van oen houdt s: gr* deling van Pryzen door be JUdd. j r byzondelllcden Hongaren (dne veirclnllerdgid ra2_ ibM^ nooensdcrzelv^-^ . . . l8_. _ Hongaryen^ ^ IloogtO tot KoninglykÊn Lyfarts enz. naar a ''JSyn beroepen. . .»■... > . i§3- * Huizen (getal der) Kelders en Kamers, m 1793, te Hamburg. 181. b ) HUMBOLDT (Brief van denHr.) uit de Spaant: West-Indien, aan den B. Fourcroy, over ve fcheidene onderwerpen van Natuurlyke Historie en Sclieikunde. . 107. s _____.__—- uit de Spaanf. West-Indien, aan den Baron van Forell, over g lyke onderwerpen. .. • J7°" a 1 Ink  C an ) i. fmprovi Peren van twee Italiann 'cbe Dicbtcf*. . 137 b DJÖENJJOUSE (kort levcnsl-ttigt van w>lö» KMtANN) . 130! b bikt (nieuw föort van) in Funiryk uirjj;«<„ïii. . . jgi b INSTITUUT van Doven cn Stocmcn (_»iot:iicn fcuvtnru by het Groninger') . . . 10. b ter genezing van Bccatku-kii, tolf litciion. te P.irys, opgeritM, . . 17. a (liet Nationaal) te IlryD, dolt atvryrinj; omiftos enige mgekomene AnruwnJcn. . . m b Intekenaren (dc bekende Wal,field Vrygi, binnen nUn vwkm, op ' zyn Giick.sdi Woordenboek, e:t: _n;;' v.tii niet iiu'nJ_ d: 1 j.vo) 33. . ItJliaanfcbe Rui stwerken (ecb_ 01 raDett» L,„ d_) _k nur ftrvs vervoerd zyn. . . . I05. a K. KAESTNER (de Hoog!. A. G.) overlydt. ; . i0. a Kantoor der Lengten (een) te Kopenhagen, naar het plan van den Ovcrften van Zach, opgerigt. ■ . 137. a KERBERT (C.) behaalt den gouden Eerprys van het Motmickhofs Legaat. . . . . 87. a Kinderpokken (kort berigt aangaande de Inenting der) in het Weeshuis te Delft; medegedeeld door Dr. A. v. STIPRIAAN LUIQIUS. 100. b Kinderziekte (uitflag der ingeente, vergeleken met de Natuurlyke) te Harderwyk. .... I0,. a Koepokken (waarneming omtrent de inenting der) door Dr. Davids. 21! b Een Genootfchap tot inenting 'dezer pokken, te Parys, opgerigt. 34. a. Commisfie by dat Genootf. daar toe aangefteld. 131. a. inentingen daar mede begonnen, te Hamburg en elders in Duitschland. . . . 80. b Men loopt in Engeland zeer hoog met deze konstbewer- king. .... I3Ii a — De invoering van derzelver inenting in Spanje, door den Koning aangemoedigd. . . l2„ a . — moeten, op order der Britfche Admiraliteit, aan de kinderen der Zeevarenden worden ingeënt. . . [bid. . ■ Men btfluit ook te Stockholm met de inenting daar van ' : een aanvang te maken. . . ^r. a ' (iets °ver de) . . , 201! a > Konftenaren (namen der bekroonde) in de Schilder-, Beeldhouw- en ' 1 Bouwk. volgens de uitwyzing van bet Nationaal Inftituut te Parys. 131 b KOTZEBUE (de vermaarde Toneelfpel-Dichter) wordt aan de Rusfifche grenzen aangehouden, gevanglyk naar Petersburg vervoerd, en 1 van daar naar Siberien gebannen: dog weldra door den Keizer teruggeroepen en beloond. 113. b. 133. a. Kruidkundigen (de Spaanfche) komen van Peru te rug met ene uit- ! bundige verzameling yan Planten, Dieren en Ertfcn. . 129.13 j t L. p 1 £#nd- en Zeemagt (tegenwoordige) van Zweden. . 163. a ' LaerpeSe op weg door Straatrovers owiv'lm ér) van itviw pin'er-n beroofd. 131, a. die hy echter kort daar na cisolciuWen ie'vrr ontvangt. . . , J(», Leder (nieuw middel, in Engeland uitgevonden, om iiefj zagt m le nig te houden. 1 . . • . . ~i 1, Leeuwin (dc) in de Die -gaarde te Parys werpt twee jongen! '57, A t " 7" -—- ' : Byvoegzel op dit berigt. 'co. a " (verdere byzonderheden van de oude") te Londen. . 1 b LENGEJEK (j.) een bekwaam Mechanicus fn Hongaryen, ïZ6. b. Enigen van zyne voornaamfte uitvindingen, ibid. Letterkunde (over den tegenwoordigen ftaat der) in Rusland. 121. a LOGGER (J.) word lid van het Heelkundig Genootf. 1». Aaherdara. 124. ■ M. MAANEN (Prof. P. J. vw) word lid van het Heelk. Genootf. teAmft.i-u. »• MAATSCHAPPY (Nationale Nederl. Huishoudelyke) houdt hare algemene vergadering. 3. b. Pryzen en Remnnerstien daar in uitgedeeld, ibid. ■ • ter bevordering van den Landbouw, te Amfterd.'m, houdt bare grote vergadering. 4. b. Het verrigtte in dezelve, ibid. ' ter aanmoediging van Konfien, Fabrieken en/Cooph. te Londen, maakt hare uitgeloofde prèmiéh voor i8co bekend. . . . 54. b ■ 'Pot Nut van'tAlgemeen, houdt hare algemene vergadering; piyzen daar in uit«edet-id en'toegewezen en nieuwe vragen daar in opgegeven. . . 73. a : 1 (ene Bataaf,'che) van Taal- en Dichtkunde, ontftaat uit de vereniging dei' drie Genootfchappen van Leyden, Rotterdam en Amfterdam. 114. a. Geeft, in hare eerlte vergadering, twee Prys-ondenverpen op. ibid. b. ~— (het Departement der Tekenk. in dc) Felix Meritis , bcfluit tot de jaarl. uitdeling van een of meer Eerpenningen ter aanmoediging en bevordering van , . . de Tekenkonst. . . 126. a Machine in Zweden uitgevonden, om getyktydig een Dubbcld Schrift temaken. . . \ , 163.-b 1jr;S^N-d^Gl0RÏnsei' Uoo£l R A- VAN DER) overlydt» . 153. a vlARTON (de Hoogl. van) doet ene reize door Hongaryen, ten (inde een Hongaarsch Woordenboek te vervaardigen. . 187. a tlARUM (Dr. van) komt te rug van zyn Vurig gevoelen nopens de kaakbeenderen, uit den Ma-istrichtfchen berg gedolven en in TEYLER'S Mufeum bewaard, die hy eerst beweerd had, te behoren tot den kop van een Blaasvis. . . . 152. b .laten en Gewigten enz. zullen voortaan in Frankrvk wederom derzelver oude namen voeren. . " . \6\. b Maykever (NatuurlykeHstorie van den) door OTHMAR TEN CATE. 99. b .leyery (de Koninglyke) van Windfor. . . 174.8 Mengelingen uit Londen. . . . i~. b Iercurius (de omloop-tyd van) nader ontdekt en bepaald door den Hr. SCHROETER. . . . 4I. b ietré (nadere bepaling dei') in Frankryk. . . 57. a lis - Catalogus op Jubilnte 1800, 44. a. 49. a en 66. a. !" (puige byzqpdérheden aangaande de laatfte Miclmels-) inDuitschl. 18". a IOENS (ANNA MARIA) behaalt den gouden Eerpr. by de Maatfch. Tot Nut &c. .. . . . 7^. a löLLER (A. W. P.) .behaalt den gouden Eeipr. by het Haagfche Genootrchap. . , , . 98. a £>d2 pion.  Mowkhofs Legaat' (Bezorgers van het) f^JfCLTuken^n komene antwoorden op de gevraagde Indicat.e by de Breunen, en ^ ^ geven ene nieuwe Prysvraag op. ■ -« -' Monument van Burgertrouw te .rtcife//» opgericht. • « a Muziek (gefchiedenis der) N. NAUMAN O- S. B.) behaalt den Eerpr. van het Legaat van, Cortarfw. "4- ' (genezing der) by kinderen, door den Heelm. C. H.^ ^ NuoSé Staten (Mengelingen betrekkelyk de) ■ • IÓ2- b O. OEVER (de Predik. H. H. TEN) behaalt enen gouden Eerprys by de ^ ^ 01v-R''fn?7d°-i'y van 'de'Gebroeders van NIEVERVAART, teDordrecht.fy. 1 ONDERDEWYNGAART CANZIUS (Bericht van Mr, J. HO te Delft, rangaande zyn Inftrumeiit-Fahriek, aldaar. . 177- 1 Ouderdom (voorbeelden van zeldzamen) .. *5« ! P. I Paarctenfbkkery (voordelige) in het Departement van de'■ Berm. WPAP BE S'.ATIIMAS (de Hoogl. SIGISM.) behaalt de zilvren Eerpenning by TEYLER'S Twede Genootfchap. . • 75v?Uct (de ongehoorde duurte van het) is oorzaak, dat, m Engeland , vele voorname werken traaglyk uitkomen of wel geheel ag- Papiu'^ult'ene menie te'van verfchillende zelfftjndighed'en gefabric. 182. Penne (dubbelde) te Londen, uitgevonden. . 95Pbtina (nieuwe manier uitgevonden om de) te fmelten. . iöi. Tokken (vreesfelyke verwoesting der Kinder-) m Duitschland. aoi. rolviechnifclie School (korte befchryving der) in Parys. 34- b. 42. b. 57. PONCI' (N.) behaalt den Eeipr. bv het Nationaal Inftituut te Parys. 131. PomHitteh (dc) van een itokoud Hongaarsch paar in het Londensch ^ pt^SS*l,doof de Londenfche Maatf. van Fabr. en Kooph. uitgeloofd. 54. PRIESTIEY (Dr.) ftigt ene Akademie in Amerikaansch Northhum- beriand,' geeft een nieuw ftuk uit ter verdediging van de oude leer van het Phlogiston. • • . Bote-tant 'che I.eer-lnftituten, in Hongaryen (verbeteringen aan de) lbo. Pl-ys-Hamel (voli< men gewicht van enen Engelfchen) . 175Prys-Otfen en Schapen, in't koper gefneden. . • 175' Prvs-uirdchV by het Middelb. Depart. der Maatf. Tot Nut &c. r. a ^ by de Groninger Teke*Atademie. . 11, ■ . by ]ict Teken- en Sclulder-Genootl. te Dordrecht. 65. b \ by Departements-School van de Maatf. Tot Nut, te PurmerenJe. « • 75- * ._ bv het Genees- en Heelkundig Gezelf. aan den Zaan. 114. b by de Spin- eu Wol-Fabriek te Zierikzee. . 198. b Prvsvrasen en Foor/lelien. Telen van Wouw, m Zandgronden: piysvra^en eu rov 1 ontdekking van een Gewas, in kragt ge- . ryk aan de Schotfche Mos; —'gfcutfen van Li. ten; .— glanfig verwen van Catoene gaens, 3. b. 4. a. . Zuiker halen uit Irilandlche Planten en Gewaslèn. • • • i , t Korte Schets der Gefchiedenis van uen Poollenen Handel; gefehiedk. verflag der toepasfingen van Newton's wetten van aantrekkingskragt ; invloed des Damp• knr.gs op de vruchtbaarheid van den grond. • • • • 10. a .Over de grasferende koortfen van dezen tyd. _ de beste middelen om de Tweegevcgten voor te komen en te weren. _ 25. a i , Het'te keer gaan der Losbandigheid in grondbe inzelen; — het leven van Jezus, een Schoolboek; — de beste middelen om de Jeugd een goeden fmaak voor de Muzyk inteprenten; — een vertoog tegen het Iloroseotiptrekken euz^ — behoedmiddelen tegen de verleiding der kinderen; — Schoolboekje over de Ambachten en Handwerken; — dito over de Fabrieken en Trafieken; — ditoAardrykskundig; — regelen tegen het zondige der vermaken; — Schets der veiplig' tingen van jonge lieden; — Gefchiedenis 1 der Uitvindingen in ons Vaderland; — over de onfchuldigfte en miiKtgcvaarlyke Lichaams-oeffcningen der Jeugd; — Bybels Gefchiedkundig Schoolboek. 7 . a en b Over het intappeu van troebel Rivieiwa- ter in de Krilnpcne1 waard. . 83. b Over de B enk-beklemming. ■ 87.. 1 i , Over de Bybelfche benamingen van Geest enz.- — de Borggerechtighcid van Chris- . , , tuS; — ve dedighig der Gefchiedverhalen in Mofes Boeken, uit ongewyde Schry-j vers. 08. b en 99. a. . Over 'de Euangcl. aanmoediging tot het 3 wel hefteden van den tyd; — hetbelang ener Christelyke opvoeding. ib:d. r , _: Eeuwzang voor dc iGde Eeuw; — Ver- a handej. over het ZangfpeL . . 114-b b Over de Aderlating aan zwangere en bafa rende Vrouwen. . ■ . t24- b b Over het onbeftaanbare van enen Natwn. b Godsdienst, in Maatfchappyen op gelyk- a beid vai) Rechten gegrond. .. 109. a, b Pryzen der Effecten m elke No.. a b Q. a b Quarantaine aan alle inkomende Schepen binnen deze Rcpubfiek ge- ï *gd, . r > - • '^j  C 213 ) R. RAPHAcLS Cartons, worden op nieuw, door den Engelfchen Graveur Hollmvay, in 't koper gebragt. V001 waarden van Intekening op dit prachtig vvcik. . ■ • 47- a REICH (de Hoogl. D. G. Ch.) krygt een Jaarlyksch pennoen van den K .nitig van Pruislèn voor de ontdekking zyner gèrieeswyze by de koorts. « . • . Zj. b RUYTER (een minneten Borstbeeld vin de) wordt te Parys, op last van den Iftcn Conful vervaardigd. 105. a. Latynfche Dichtregels van den B. Marron op net Boetfeer.ze! van het zelve. ibid. Rykdom (waardering van den tegenw. Nationalenj vau Grootbritann. 127. a r 'S. SANTHEUVEL (wylen de Oud-Burgem. Mr. P. van den) te Dordr. •Legateert ene romme gclds aan het Genootf. PiCrura, aldaar, tot jaarlykfche premien voor de beöefffenaren van Teken- en Schilderk. (5. b Sch ldéryen (het beroemd Kabinet van) des Heitogs van Olieans, bevindt zich thans in Engelfche handen. . . . 3*» * Scbool-examen by het Rotterd. Depart. der Maatfchappy Tot Nat &c. cö. b SCMROETER (de Hr.) ontdekt den waren oratoopstyd van Mercuriut met andere merkwaardigheden, die flaneet betreffende. . 41. b Schuld (verbazende aangroei van den Nationale)] Engelfchen) ledert de laatfte Eeuw. . . • 'Si- b SICARD (terugkomst vau) in de Nationale School der Doofftommcn te Parys. . . . . 27. b SIEGENBEEK