NIEUWE ALGEMENE KONST- en L ETTER-B ODE.   NIEUWE ALGEMENE KQMSTö en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFF ENDEN. BEHELZENDE B E R I G T E N, uit de GELEERDE WAERELD, van alle LANDEN: NOPENS Den ~#gé» Staat en ^tgangderG^ ^fnl^SeS, met andere verrigüngen en voorvallen, zo by de énderfcheidene voor name Mademien en gMaatr™PMn van Wetenfchap, als by andere Genootfchappen van Gdeerdmds-en Mnnminnaren ,en H alte openbare en meel afzonderde Stichtingen. Voorts opgave van uitkomende Boeken Akadem\cte en andere Schriften met een kort bcrigt van derzelver inhoud; Land-en Zeekaarlen, lekef niZn en 7renTen lSchilder- en Beeldhouflukken, Gouden- cn Zilveren - Gedenkpenningen, nieuw u"tZo"/en fFerktuigen en Konstftukken, Muzykwerken Toneel- en ander Konstmatig nieuws, ffSorSche en Letterkundige Anecdolen, Geboorte-, Trouw- en Sterfysten Waarnemingen van ' Weder, allerlcye Letterkundige Narigten en Byzonderheden, of t geen van en,g aanbelang en nut kal wezen, zo in de Bebouwing als Beoefening, voor-alle LiejLebben van Wetenfd/.ap, gelyk mede voor den Handel en Scheepvaart Land- en Veebouw, Huishoudkunde, Handwerken en Traficquen, en algemene Induftne, enz. enz. XII. DEEL. te haarlem, by A. L O O S J E S, Pz. MDCCXCIX.   A°. 1799. , N°- NIEUWE A L G E M E N E KONST* en LETTER-BODEf VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDuiG DEN 5 JULT. B E R I G T E N. FKANSCHE REPUBLIEK. rARïs.-' De Minister de- Binnenlandfche Zaken, heeft den eerften van Spruitmaand (20 Mey) het Voorzitterfohap wa»t^ii(ima»-r-J»y—^ inwyHing Uit Zwitlëiland heeit men, aar net uuvucicuu ui-• fecttonejpectata m irwus rucmi»/« jfitn^y^r'^-J"ff : wind aldaar \e boden heeft, om voortaan, opdeAka- re p0ëmatis Jobi, Homero & Osfiano. Dat is: „ Over j' r-„nQ„;„„ .n in^^cfpvc lipt nnHerwvs in de ! v,at- <»oro HiVhtprlvk vernuft. zo als het zich 111 deszelrs „ oorlprongeivKe voimaaiuuciu vwwuuim «"w „ me Dichters, den Schryver v..n het boek Job, lio- „ merus en Osfian." 117.,^^ r^rlo-plpprdheirl- Wis- en Natuurkunde in de Latynfche taal te geven. Een der voornaamite beweegredenen van dit verbod is, om dat het gebruik der Latynfche t al, in het openbaar Akademisch Onderwys, zo men voorgeeft,fchadelyk is, voor de juistheid en duidelykheid, het belangryke der lesfen, en met een woord , voor den goeden fmaak. De Befruurders van het Nationaal Mufeum der Natuurlyke Historie, hebben naar Pérpignari 150 voeten Aloës-doelen uit de Antilies gezonden, om, op het fchraal gebergte daar omftreeks, ene kwekcry aantekenen, ten nutte der Spinnery. 'Een Franiche Kaper op een Engelsch Vaartuig ene verzameling van Pi.int-bollen {.-balbes de plantes Lila- XH. Deel. Perkinismus. (Uit het Fransch.~) 'Er is gene ontdekking van enig belang, welke niet het een of 1 nder nuttig gevolg heeft. Byaldien Mesmer gene achting meer heeft, het Dierlyk Magnetismus heeft ten minden nog enige aanhangers behouden: het houd tot nog toe de oplettendheid der A-tfen gaande. In het jaar 17Q6 gaf Vi.Perkins, m Amerika"! een Engelsch Stukje uit, onder den tytel van A Ce}"  C 2 ) Certificates of the e-fficacy of DoBor Perkins Patent-ine- [ tallic-inftruments ( Uetuigemslen nopens ae Kragr van Dr. Ps. geoctrooieerde metaal - werktuigen) Newburgport, printed by E. M. Blunt. Dit werkje bevat ene menigte van Getuigfchriften van de geioofwaardigfte lieden, nopens de voordelige uitwerkzels der behandeling van dezen Arts, beftaande in het laten gaan van twee metalen naalden over de delen, die door zware verkoudheid of zenuwziekte aangedaan, zyn. Dit gaf aanleidirg tot het in 't licht komen-van een ander Stukje, te Kopenhagen, oorfprongelyk in het Deensch door den Hoogl. Herholdt en den Asfesfor Rafn uitgegeven en vervolgens, door Prof.Tode, in 1798, met enige aantekeningen, in het Hoogduitsch vertaald: ivaar in enige aanmerkingen over deze Geneeswyze voorkomen, met bygevoegde Amerikafche Getuigenisfen en Proefnemingen van Geneesheren, te Kopenha-, gen. Deze proefnemingen, meestal in het Hospitaal aldaar te w erk gefteld, gelukten doorgaans. De Naalden, waar van men zig bedienden, waren te Kopenhagen nagemaakt, en de behandeling derzelve beftond enkel in het punt dier naalden langs de beledigde delen ie ftryken en te laten gaan, van daar tot de meer gefpierde delen, zo verre men zulks nodig hield: op deze wyze geeft Dr. Perkins voor, had hy doorgaans de pynen en ontftekingen in dezelven weten te verdryyen. Wat hier ook van zy, zo veel is zeker, dat, byaldien het Hulpmiddel nier altyü geluiviug üaagt, hei ten minften nimmer kwaad kan doen.' NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Redevoering ter nagedachtenis van Paulus de Wind , door A. van Solingen. Gr. 8°. 55 bi. Te Middelburg by de Wed. 'fV. Abrahams, en te' Leyden by L. Herdingh, 1798. Met een Pourtrait van den Overledenen in medaillon. Met ene gemengde aandoening , niet ongelyk aan die, welke men gevoelt op het zien van de welgeiykende beeltenis enes afgeftorvenen Vriends, werd deze Redevoering door ons gelezen en herlezen: en \vy verheugen ons, dat de nagedachtenis van Paulus de Win» , wiens jeugdige ouderdom reeds zo veel edele en weldadige vruchten gaf, en nog' zp veel meer beloofde, verder uitgebreid , en by velen, die hem niet Lu perfoon gekend hebben, nu ook in zegening zal blyven, even als by die genen, die door bloedverwantfchap, liefde,, vriendfehap, dankbaarheid en hoogacating aan hem verbonden waren. Gelyk het fteeds het oogmerk van dit Wad is, om Vaderlandfchc verdieuften in gedachtenis te houden en verder bekend te maken: ftrekt het ous tot genoegen de aandacht van 't Publiek} zo wel binnen als buiten 'slands, op P. de Wind te bepalen, door de aankondiging ener Redevoering ter zyner gedachtenis gehouden, door enen man, voor dien taak ten vollen berekend ; en die daar en boven door enen gemeenzamen en aanhoudenden omgang, zo wél als door ene naauwe vriendfehap met den afgeftorvenen, in (bat gefteld was om zyne beeltenis naar waarheid aftemalen-. Deze Redevoering verdient dus alszins aanbevolen te worden , dewyl haar onderwerp belangryk, de behandeling van het zelve keurig, en de ftyl, het gehele fuik door, deftig, mannelyk, roerend, verheven en overal volkomen volgehouden -is.s Wy vfnden daar en'boven zulk een wezënlyk genot in die ftille en zoete weemoedigheid, in dat \ertdelend gevoel van zuiveren naaryver en godvruchtigen ernst, by ons door den klaagtoon der vriendfehap,'door her voorbeeld van den afgeftorvenen, en door de wysgerige, zc-Jekundige en godsdienftige overdenkingen van v. Solingen opgewekt, gevoed en verlévendigd; dat wy gaarne elk denkend en gevoelig tydgenoot in dat genot wenschten te doen delen. Hier toe zou echter ene 1'chets dezer Redevoering niet alleen ongenoegzaam, maar volkomen ongefchikt, ja met ons oogmerk ftrydig wezen ; wy vergenoegen ons dus met het plan van dezelve op te geven, volgens het welk de welfprekende Redenaar zynen Toehoorderen te befchouwen geeft, hoe P. de Wind, —. welbehctaglyk voor God; —- nuttig voor zich zeiven ; — nuttig voor ds zynen; — en nattig voor zyne medemenfehen: — ais een voorbeeld van naarvolging voor-allen geleefd hebbe. Het eerfte betoogt de Redenaar doqr de algemene goedkeuring, die zyn afgeftorven vriend by alle menfehen en in alle betrekkingen verworven heeft, ais welke ten waarborge itrekt, dat Z311 zedehke wandel welbchaaglyk geweest zy m het oog der Oppenie W\s!ieiü. cn zulks bewysi de Redenaar dus: „ Gehk de zintuigen van ons lichaam, fchoon ongenoegfaam, om het werktuiglyke maakfel van alle de cleelen der ftoffelyke waercld volkomen aan ons bekend te doen worden , niettemin voor ons gebruik toereikend, en altans in geenerlei opzicht gegeven z} n, om ons te misleiden; even' zoo is het licht der gezonde reden gefchikt, om ons over de natuur en de waardy der voorwerpen, die zich aau onzen geest aanbieden, rechtmatig te doen oordeelen: en kan juist daarom de mensch ook, in weerwil van zichzelve, aan 't gene uit zvnen aart zedclyk goed is zyne goedkeuring niet weigeren. Hetgene dus door alle menfehen word goedgekeurd , moet ook welbchaaglyk aan God zyn:. daar Hy, de volmaaktheid zelve zynde, in het zedelyk goede uit Zyne eigene Natuur noodzaaklyk genoegen neemt; en Hy dezelfde is, die den mensch, ter beoordeeling van het zedelyk-goede, het licht der reden gegeven heeft." Hierop beroept zich de R. ten aanzien dier algemene achting, die P. de Wind werkelyk genoot, (het geen wy uit eigene ondervinding weten) op zyne Toehoorders, en bewyst vervolgens in enige byzouderheden, dat die algemene achting rechtmatig was. Zo rust ook de ontwikkeling van het twede gedeelte der Redevoering op dezen, uisgeiyks wysgengen en hechten, grond: ., Onder alle de redelyke bewoners der aarde leeft die gene het nuttigst voor zich zclven, die zjn eigen géluk  C 3 ) Ie)c best bevordert: hier toe banen deugd en wctenfchap, voorzeker den gereedften weg: " waar op vervolgens aangetoond wordt, dat P. de Wind langs die wegen zyn geluk, hier bevorderde en zich tot een hoger heer.yk toerustte, in de befchouwing van 't welk de R. treffend dit gedeelte eUGe!>k de afgeftorvene in de vorige delen der Redevoering onze achtirig 'won, en wy in hem die groothetd met net levendigst'genoegen befchouwden , waar van reeds herbegin en de gewïsfe voortekenen in zynen gehelen wandel zigtbaar waren; zo hecht zich ons hart aan hem op het lezen .der anndoenelvke trekken, waar mede hy ons als Zoon, Bloedverwnt,'Echtgenoot, Vader en Vriend gefchetst wordt: en wy leggen volvaardig het getuigenis van hem af, dat zyn leven, zo nutt'g voor de zynen, waarlyk een voorbeeld ter navolging was. . . Eindelyk vinden wy in het laaste gedeelte, hoe P. de Wind, tot een leven nuttig voor zyne medenmenjchm, door den Schepper, heerlyk toegerust, zyne uitmuntende vermogens aangelegd en zyn Jeugdig leven met enen voorvi„f pn riiQtPlnypn wfir aan de wetenfchappelv- ke beoefening der Geneeskunst, en de dadelyke aanwen¬ ding cterzeivc ten oesce zynei iiicucniauv.in.u u„uE„ „Snrifn hipr r,p WiKn als Genees-, Heel- en Verloskundigen kort en treffend voorgefteld. In deze fohets _„ „ „,„r rron^orrr.n Hnnr Hpn Redenaar aaneevoerd den kiefchen' fmaak en bevallige elegantie, die P. de Wind met ene uitgebreide en bondige geleerdheid paarde: en wy menen onzen Lezers dienst te'doen door hier het flot van dit . laatfte gedeelte der Redevoering te laten volgen, in 't welk de R. da voorwerpen dör „„A..-^- — Irr^-rM i!r hulp v;„, „K Wind tot getuigen roept van het uitgebreide nut zyner Ontleed-, Genees- en Verloskundige werkzaamheden: een flot dat niet alleen een treffend bewys oplevert van hei voor anderen zo weldadig leven van den afgeftorvenen , maar tevens ene proef is van de krachtige welfprekendheid des Redenaars. . . ., , Hiervan getuigt gy, en u heugt het inzonderheid, bekoorlyke helft van het menschdom! U heugt het inzonderheid , hoe hy, in die ontzachlyke oogenblikken, waarop de worftelehde Natuur van een' nieuwen inwoner der waereld in arbeid was: — hoe hy U daarin, door vnendclykheid , door teederhartig medelyden en zachtmoedigheid, verkwikt en getroost: — hoe hy, door_zyne deelneemende opbeuring en bemoediging, kalmte in uwe ziel verfpreidt, en dien heldenmoed in lyden verlevendigd hebbe, die U zoo natuurlyk eigen is. Een heldenmoed in lvden, die U boven de andere kunne doet uitmunten: — een heldenmoed, die U, onder het gevoel der gneveudfïe fmerten, tot de uitoefening van wonderen van geduld, en van krachten, in (laat ftelt. U heugt het, geduldige, ftandvasiige , vrouwen ! U heugt het : hoe Paulus de Wind op dat aandoeïilyke tvdftip, wanneer Gy, door lyden overmand en afgefolterd , uwe fmerten met luider ftem aan het heelal verkondigdet, en menschlyke zoowel als hemelfche hulp affmeektet: — hoe hy, op dat aandoenlyk tydftip, met het gelaat van een' Engel, die eene goede boodfehap verkondigt, U met den tederen naam yau Moeder het eerst begroette: Gaarne voegden wy hier nog by de verft:ndige er. wySgerige overdenking, waar door de R. de vraag poogt optelossen, „ waarom een man, gclyk de Wind, zo vroeg werd weggerukt," doch my moeten ook ten dien opzichte oen Le?er tot de Verhandeling zelve verwyzen: overcenkomttig ons" beftek het genoeg achtende het onze gedaan te habbcn ter veréring van de nagedachtenis van Paulus de_Wind, en ter bekendmaking der lezenswaardige Redevoering van zynen vriend van Solingen. Beoordelingen van Vaderlandsche Geschriften m Buitenlandsche Journalen. Grondbeginzelen der Proefondervindelyke Natuurkunde , door A. van Bemmelen, A. L. M. Ph. Doa. Lector in de Wis-, Natuur- en Sterrekunde, InfiruSeur der Renswoudfche Fundatie te Delft, en Lid van het Bataafsch Getwodfchap der Proefondervmde.yke JVysbeerte te Rotterdam .;. i .j . Zedert 's Gravefande en Musfchenbroek, is er by de Bataven niet een enig volkomen Werk over de Natuurkunde in 't licht gekomen, als men 'er de Poptiones Phyjica van den Frotesior van uh^.™»..., ~- ~- lanervk Werk, enig in zyn foort, bezit men nog Hechts de twee eerfte Delen, terwyl men het vervolg, zedert vericheide jaren, met ongeduld verwagt heeft. _ Om oer wetenfchaps, vrieudfehaps en des Autheurs eigen roems wille, verzoeken wy ock met allen ernst dien Geleerden en hoogT geachten Onderwyzer (welken de Univerfiteit van Leyden te vergeefsch getracht heeft aan het Illustre School te Amfterd.im te ontrukken ) zyne ten dien opzichte gemaakte verbintenisfen , zonder verwyl, na te komen , en onmiddelyk, na dat zyne Commislie, te Parys, over de Maten en Gej?r 1 „„ oh V.17 tnt Hp 7vnpn im\ wedercekeerd zyn, het vervolgen van bovengemeld Werk tot een der eerfte voorwerpen van Zynen arbeid te maken. De Autheur der Grondbeginzelen der Natuurkunde, welken het voorwerp van deze recenlie zyn , een Discipel en Vriend vau van Swinden zynde , boezemt in zyne Voorrede den zelfden wensen uit. . \s • j . Deze heeft gemeend zyn Werk m zyne Moedertaal te moeten fchryven, om vooral voor zyne Landgenoten van algemenen nut te wezen, dewyl men in Holland ene grote menigte menfehen vindt, die, na het aflopen hunner werkzaamheden , zo in Koophandel als anderzins, zich in de beoeffening der Natuurkunde of Natuurlyke Historie verlustigen hoewel zy nimmer te voren aan enige Hoge Schole leweest zyn , om zich opzettelyk op de Wetenlchappen toe te leggen. Ene voorwaar loffeljke weelde fpoort heu aan tot het formeren van Verzamelingen en Kabinetten; en misfchicu levert geen land van Europa zo vele voorbeelden van dit edel gebruik des nkdoms op. . Lnen wy den Burger van Bemmelen zelvcn in het voordellen der", beweegredenen eu plan van z>n Werk horen: A 2 » D0 /  C 4 „ De reden, zegt hy, waarom ik dit Werk den tytel ge,, geven heb van Proefondervitidelyke Natuurkunde } is „ niet om dat ik daar door de Wiskunde van de Natuur„ kunde wil affcheiden, en de toepasfing der eerde op de „ laatfte als onnut en onuoodzaaklyk wil doen voorkomen; „ integendeel bemin ik niets meer "dan in alle mogelyks ge„ vallen deze toepasfing te doen. Maar begrypende'dat de „ Mathcmatifche bewyzen van Natuurkundige voorftellen by „ vroegere Schryvers genoeg voor handen waren , en dat ,, dezelven uit hunnen aart fteeds onverauderlyk zyn, oor,, deelde ik het overtollig, dezelven te herhalen; te meer, ,, daar die voor een groot gedeelte ju myne Inleiding tot „ de Waterbouwkunde (*) reeds geplaatst zyn. Ik heb ,, echter de voornaamfte voorftellen , die op Wiskundige „ gronden fteunen, in dit- Werk ingevoegd', ten einde dus daar door een gansch geheel te hebben." Het doet den Aiuheur leed, dat hy tot meerdere opheldering van zyn Werk, zich niet van de hulp van Platen heeft kunnen "bedienen, cm dat het zelve daar door te uitgebreid en kostbaar zou geworden zyn. „ Echter heb ik, „ zegt hy, dit gebrek zo veel mogelyk vergoed, door by ,, elke proef aantehalen de Platen van die Schryvers, wel„ ken by ons het meest bekend en in handen zyn, zo ,, als : 's Gravefande , Musfchenbroek , Defaguliers, ., Nol/et, Sigaud en Brïsfon, In de orde die ik ge„ houden heb, heb ik 't gewaagd van de gewone enigzins „ af te gaan. Ik heb vooraf, by wyze van Inleiding, zo ,, kort mogehk, de voornaamfte Scheikundige gronden voor„ gefield, in zo verre dezelven' nodig z}n om de heden„ daagfehe Natuurkunde te verdaan. Na vervolgens de ver5, fcbiiler.de algemene eigenfcbappen der fioi' overwogen te hebben, heb ik dezelve befchouwd in haren onderfenciden daat, te weten, den vasten, "vloeibaren en luchtvormigen „ of veerkraebtigen daat. Hier door , dunkt my, wordt ,, men veel regelmatiger opgeleid tot de verdere onderwer„ pen dezer Wctenfchap ; want naar dezen verfchillenden ,, daat der dof bepaalt de Natuurkunde zich i. tot de v'as,, te ligchamen, hun daat van beweging en evenwigt en de „ grootheid hunner krachten. 2. Tot de vloeidoffen, in zo ,, vene als zy gene of fiechts enen zeer zwakken graad „ van veerkracht bezitten , en wel in dezelfde betrekking „ als die der vaste ligchamen. 3. Tot de veerkrachtige „ vloeibare zelfdandigheden, en wel bepaald tot de eigen- fchappen van de dampkrings-lucht, van de andere foorten „ van dichten, van den waterdamp, van het vuur, van het ,,. licht en van de elecfrieke vloejitof. En emdelyk eindigt ,, zy# met ene toepasfing van een en ander op den damp„ kring en deszelfs verhevelingen." De Voorreden van den Burger van Bemmelen bevat nog enige andere voorafgaande inlichtingen omtrent de inrichting van zyn Werk ; hy eindigt dezelve met de reden op té geven , waarom hy aehter de meeste Hoofddukken een reker getal van Toépaslingen geplaatst heeft, te weten: eensdeels, op dat de Leerling daar* door zou kunnen be- C*) By A. on 'J. llonkoop te Leycltn, m 1795, uitgegeven. ) , proeven of hy den inhoud der voordellen wel begrepen heeft; en ten anderen, op dat hy daar door opmerkzaam zou gemaakt worden om zelf de verfcb_\ nzelen op te lpeuren, zo in de Natuur zelve, als in de 'veri'chillende w erkzaamheden van "Fabrieken, Trafieken en Ambachten. Een Werk van dezen aart is weinig gefchikt, om 'er een uittrekzel van te nrikcii; wy bepalen ons derhalveii om onze Lezeren enen korten inhoud van het zelve op te geven. INLEIDING. Hoofdd. I. Van de Natuurkunde in 't algemeen. II. Van de famendelling en ontbinding der ligchamen, a. Aantrekking van Lmenhung. Aantrekking van famendelling of van affiniteit, h. Oplosling, ontbinding, praecipitatie, uitdamping, distillatie, branding, fublimatie. III. Van de enkelvoudige zelfdandigheden en derzclver famendelling. a. Aardens, brandbare ligchamen , loogzouten, b. Metaalkalken, Zuren, Mkidenzouten, Oliën, Geesten, Alcohol en ./Ether. EERSTE BOEK. Algemeene Natuurkunde. Hoofdd. I. Van de algemene eigenfehappen der ligchamen. Uitgebreidheid, ondoordringbaarheid, deelbaarheid, poreusheid , digtheid , beweegbaarheid traagheid, zwaarte, aantrekking. II. V„i] eten visten, vloeibaren *n hirhrvnnvig_-n of veerkrachtigen daat. TWEEDE BOEK. B E w e e g k u n d e. Hoofdd. t. Van de beweging irt 't algemeen. II. Van de gclykrnatige beweging. Betrekkingen der . fnclheid en hoeveelheid van bewëgipg. III. Van de gelykmatige faamgeflelde beweging. Evenwigt, famendelling en ontbinding der krachten. IV. Van de ongel) kirratige beweging. Gelykmatig verfnelde beweging , gelykmatig vertraagde beweging. Neerdaling langs hellende vlakken, neerdaling langs kromme lynen. V. Van het middenpunt van zwaarte. Middelen om het zelve te vinden. Omwentelende beweging. VI. Van de recht- en kromlynige beweging in 't algemeen. VII. Van de beweging des fiingers." Enkelvoudige fiingcr, faamgeftelde flinger. VIII. Van de beweging der voortgeworpen ligchamen. IX. Van de beweging, door de Centraal-krachten. Snelheid , kracht, betrekkclyke krachten, of betrekking der krachten onder elkander. 1 Eindelyk is hier achter nog een Byvoegfel omtrent de. vas-  C 5 ) vaste bepaling der Gewigten cn Maten; een voorwerp van r zulk eTbeW, dat St thans de -nrfaeln der groot ten n Geleerden van Europa bez.g houdt, en op wek de venna, de Huyghem, reeds meer dan een eeuw ge.eden, m Ho - g land de zyne gevestigd had, en daar over reeds veel lichts 5 VCDPe Cureer van Bemmelen verdient allen lof en aanmoedi- £ Êing. Wy twvnelen niet of de goedkeuring, met welke dit eerftc Stukje 'ontfangen is, zal hem met den moesten fpoed { tot het vervolgen van dit zjn werk aanfpooren. * b Magafm Encyclopedique. j 1 SCHILDER YEN en BEELDHOU- i STUKKEN. J P A r y s. Gedurende zes dagen van de Decade, levert de gro- < te Gaandery van het 'Mufeum der Kon ft en, K Parys, ] het belangtykst Ichouwfpel op Jonge Schildersvan : ■beider kunne, op hoge geftoelten of misfelyke ftakc - : iels verheven, beftuderen en copieren met het pot- . lood of 't penceel de Konstftukken, die op deze traasc plaats verzameld zyn. Op die dagen worden er de Kondenaars, de Vreemdelingen en de Mihtauen a leen toegelaten. Laatst zag ik 'er een Soldaat, die dooi trok, welke 'er zyn Vader, Moeder en Zuster had «ebragti die goede dorpelingen kwamen misiehienvoor 't eerft uit hunne Gemeente en hadefm waaridiynelyk nooit van hun leven enig ander Schildery gezien, dan het uithangbord van hunne herberg of het berookt altaarftuk van het grote ou:er. Ook zagen de goede lieden volftrekt geen onderfcheid tusfehen lePoussin enWATEAU; maar zy waren'er' evenwel recht grootscn opTdat zy zich dlar bevonden; en de Zoon nog gootfehe/dan zv, dat hy hen daar bragt, febeen hun te zeggen: „ velen van die Schüüeryen heb ik vermeestcid^ Van iedere décade veran¬ dert het toneel: dan ftaat de Gaandery voor het publiek open, en levert ene rey van wandelaars op , die even zo behngryk is door de menfehen, die dezerVe famenftellen, als door de voorwerpen, die ze verlieten. Hier ziet men een gek, die niets dan de gebreken in de (lukken bewondert; verder anderen, Sie ftukken uitleggen, waar van zy 't onderwe p zelve niet verftaan; ook aiel men er elegante vrouwen, die, als 't ware, Ichyrcn gekomen te zyn, om door hare bekoorlykheden met de fchonnheclen van Rubens, van der Werf en u BtKAh te ftryden, en zelfs de bevalligheden van Albaa^ en G^do tarten zouden, indien het laatfte gedeelte van ae Gaande¬ ry open geweest ware, en de ItaliaanKlie Sdhbof naast de twee anderen zich vertoonden. Wat de Sehilderyen betreft, die tegenwoordig uitgeftald waren, dezelven kunnen tot de volgende algemene aanmerkingen aanleiding geven : de FranlchÊ School, die zich het allereerst vertoont, bevat lcho N \ RIG T E N k n f B Y Z O N Dj E R HE DEN-, TOT den MANDEI. e N SCHEEP VA A K T, U ANL- EN'iVEEIiOLMV, als MEDE DE IIUISHUUKU.V e, HANDWERKEN EN FABRIEKEN, B E T R E K K E E Y K. • Volgens ene matige betekening worden'er, 'm Zweden, op de onderftellirig dat flegts de helft der Ingezetenen , dagelyks ieder niet meer dan een kleine maat drinkt, jaarlyks 14,400000 kannen biers gebruikt: waar toe 8co,oco Tonnen Graan, ter waarde van 3,200,000' Rth. nodig zyn. NIEUWE MANIER OM DE WOL TE KAARTEN EN TE SPINNEN. De B.B. Kayfer en Delie hebben, aan het Lvceum der Konden, te Parys, ordngs, een rapport'ingeleverd over het kaarten en fpinnen dèrlWol, Déze bekwame Werktuigkundigen hebben de Engellche manier vag Katoenfpinnon op de Wol toegepast, onder zodanige fchrandere raodiricatien, als het <.nderfcheid der doffen nodig ra..akte. Deze nieuwe behandeling is van des te weer waarde, daar de pogingen, om jn Frankryk, de 'Spaanlche Wol te naturai Teren, volkomen gefiaagd zyn; zo dat deze fraai Wol thans ook een inlandsen, vooibrengzel aldaar geworden is. De B. Hejer, overreed, dat men geen beter, voordeliger en te gelyk 'lofwaardiger, gebruik van een aanzienlyk vermogen kan maken, dan het aan de Industrie en detalenten te wyden, heeft ene verbintenis aangegaan met de Uitvinders der bovengemelde Machinery,, en te Isle-Adam een Fabriek aangelegd, alwaar men uit een pond Wol een draad van 18 duizend mêtres lengte (4 mylen) kan fpinnen. ' De grootde lengtens, welke men in dezen, tot dus verre, kon bekomen uit dezelfde hoeveelheid Wol, waren, in Frankryk, van 7 a 8 duizend métres, en, in Engeland, van omtrent ia. Het is te wenl'chen. dat onze Vaderlandfche Fabrikeurs in Lakens en Wolle Stoffen deze machinery ook hier, by hunne Fabrieken, zullen weten intevoeren; gelyk onze Fabriquanten in Bombazyn en Marfeilles, zo te Endfchede als Almelo, reeds met het beste gevolg gedaan hebben. Haarlem. In de Sesfien van de Algemeene Pergadering der Nationale Nëderlandfche HuishoudelykeMaatfchappy alhier, begonnen den 18, en geëindigd den 20 Ju- nu 1799, zyn ae voigencte rryzen en Kemuneratzen toegekend: Aan den Konstfchilder H. Voogd, te Romen, de continuatie der Premie van vyftig Ducaaten , voor het 6de Jaar , wegens 'getoonde blykea zyner vorderingen hl de Sshilderkonst. '• Aan den Burger C. S. -Roos, te Alm fier tam, voor zyne j pocgmgen asngeweiid om de kwvnende Teken- eu Gravetrom Vaderl ud op te beuren enz., ene -Zilvere Medaille. Aan den Burger Frans' Watjes , te Amfierdam , ter verdere aanmoediging, en ten bc-vv)ze van het genoegen der • Vergadering over z>;ne poogingen om ledige handen'werk te verfchjffèn, de Zilvere Medaille. AanJ. Knii>sc;iaar, te Deft, eene tweede Goude Medaille , en de Compagniefchap van J. Beretta eu Cranendoncq.111 den Haag, mede eene tweede Göud'e Medaille, beide ter verdere aanmoediging hunner Proefiieemingen om •Aardewerk te Fabriceren, ter evenaaring aan het En»elfche,.en vrjheid om naar de Prysvraag N°. 716 te moeë klingen. - - - ■ ... b Aan DireSlearen van Middenduin buiten Haarlem, voor het beweiden van Duingronden met Schaopen, ingevolge Prysvraag N°, 7J.1. de tweêde Goude Medaille. Aan de Burgers H. Veen en S. Th. Beets, te Haarlem, voor het mede voldoen aan bovengemelde Prysvraag, iusgelyks de tweede Goude Medaille. Aan den Burger Abr. Stegerhoek , te Noordwyk, wegens het Cukiveercn van meer dan 125 Pond Rhabarber, en het verdebiteeren van dezelve, ter verdere aanmoediging de Zilvere Medaille en 10 Ducaaten. Aan. den Burger J. H. Braun, te Haarlem, wegens zyne kunde en yver in het Fabriceeren van Goederen in de -Kousfc-Redery te Haarlem , welke hier te Lande nog niet vervaardigt worden , een Stuk gewerkt -Zilver . ter innerlyke waarde van 8 Ducaacen, met eene daarop toepasfelyke Infcriptie. Aan den, Burger Gerrit Buis , Huisman 111 de Vogelenzang, voor zyne Proeven genomen met de Saffloers Plant in de Duingronden, eene Zilver e Tabaksdoos. Aan den Burger Jacob Uejf.e, te Leyden, voor het verdebiteeren van 592 Ponden 'Quinette Garens, de Praemie' van li St. per Pond De Maatfchappy in aanmerking neemende, d:tter-verkryging van de nodige inlichting in alle vakken der Natiojriaale -Industrie, om zoo veel mogeUk de welvaart van het Bataaffche Volk te bevorderen, en van het uitgebreidfte nut voor hetzelve te kunnen zyn, het te wenfehen ware dat alle welmenende Vaderlanders zich verledigden om haar door hunne kunde en arbeidzaamheid hierin te onderfteunen , en door hunne inlichtingen in ftaat te Hellen om dé beste, meest gefehikfte middelen daar te (tellen, ter bereiking van haare uitgebreide en welmenende bedoelingen, heeft beüooten, de Jaarhkfche Contributie te verminderen en te bepaalen op Ducaat, in plaats van twee Ducaaten; vertrouwende, dat, d?ar veelligt yverige, kundige Mannén door de hooge Jaarlykfche bylage wederhouten zyn, vooral in de'tegens-' woordige tydsomftandigheden, om deel te nemen in deze Maatfchappy, dezelve thans zich niet.onttrekken zullen, om ook in dit vak het hunne toetebrengen, ter bevordering van den Algemenen bloei en de inwendige Welvaart van ons'kwyneud Vaderland. De woorcnge tjcisomitanclighecten, om deel te nemen in deze Maatfchappy, dezelve thans zich niet.onttrekken zullen, om ook in dit vak het hunne toetebrengen, ter bevordering van den Algemenen bloei en de inwendige Welvaart van ons'kwyneud Vaderland.  C 7 ) 0 0 0 I De Prsemien en uitrustingen voor Zeevaarende Jonge-1 tingen zyn voor een Jaar gecontinueerd. De Inzenders van de Wol, onder de Spreuk: Al doende ^ leert men en hoe heilzaam is ook 't Schaapen Vagt &c,, worden verzoet in te zenden, een uitvoeriger en naauwkeuriger befchrjving der behandeling enz., volgens het geëischte by de Prysvraag N°. 735. 0 0 0 Bchalven de Prysvraagen in voorige-Jaaren opgegeven, eu die, welke van voorgaande. Jaaren weder dit Jaar worden uitgefchreven , om dat .de Termyn der beantwoording 'verfchenen was, heeft de Maatfchappy nog de volgende geheel nieuwe Vraagen uitgefchreven : 1. Daar het aan de Maatfchappy gebleken is, datdcC^rtharnas TinStorius (anders genaamd Floers of Saffloers^ in Zandgronden zeer wel-tiert, zoo beloofd de Maatfchappy eene Pranie van de Zilvere Medaille, of de waarde van dien, aan den geenen-, die ten- minden 200 Roeden Zandgrond, daar mede gecultiveerd, daar van verfiag, met opgave van de manier van behandeling, de kosten en quantiteir die het heeft opgeleverd, gedaan zal hebben, als mede voldoende aantoont, dat dezelve zoo goed is als de Turkfche. De Berichten en Getuigfchriften , bencven de Molliters inteleveren voor of öp ultimo September 1800. Deeze Praemie ftrekt zich uit tot ultimo September 1802. Aan den geenen, die van Inlandfche Wouw of Tnlandfche Hutentuet, Oly daat, of doet (laan, en aantoont dezelve gedebiteerd te hebben, niet hooger in prys dan de ordinaire Oly op gowoone tyden , van ieder Honderd Guldens der aldus door hem verkogte Oly, eene Praemie van vyj prCt. Getuigfchriften inteleveren voor of op ultimo September 1800. Deeze Prsemie ftrekt zich uit tot ultimo September 1801, mits deeze Prsemien niet hooger beloopen zamen dan ƒ 500. Aan den geenen, die de leste Tabak, ten mmften 1500, Ponden, het zy Rook- of Snuif-Tabak, zoo naa mogelyk aan de Amerikaanfche , binnen deeze Republicq zal geteeld, en de behandeling opgegeven hebben, eene Praemie van 25, 50 of 75 Ducaaten, naar gelang der verbetering, ter beöordeeling der Algemene Vergadering, en mits de kosten tot de behandeling op zyn hoogst evenaaren de verbetering daar door bewerkt. Monfters en Getuigfchriften inteleveren voor ultimo September 1800. Deeze Praemie ftrekt zich uit tot ultimo September 1805. Aan den geenen, die vaste kentekens opgeeft, waar aan men ontdekken kan, of een Rundbeest het zoo genaamde Longen- of Miltvuur onder de leden heeft, en het beste middel om die ziekte voortekomen of te genezen, _ en zulks met Proeven ftaaft, eene l\eede Goude Medaille of 25 Ducaaten. De Berichten en Getuigfchriften inteleveren voor of op ultimo September 1799. Deeze Praemie ftrekt zich uit tot ultimo September 1802. Daar men van tyd tot tyd ontdekt, dat op zommige weinige Landen de 'Runder beest en, die op dezelve geweid worden, fterven, en dit waarfbfiynlyk door een giftachtig Onkruid Word veroorzaakt, word gevraagd: welke Onkruiden zyn 'er in ons Land fchadelyk voor de gezondheid van 'het Rundvee, we'ke zyn de middelen om Sëzëlvë r"rr;e komen, of zich reeds gevestigd hebbende nitteroeijerj; en beloofd de Maatfchappy aan den genen , die zulks test zai hebben beantwoord, en met Proeven ftaaft , eene P'ftemie van de tweede Goude Medaille of 25 Ducaaten; het Bericht en de Getuigfchriften inteleveren vóo'i o: op ultimo September 1800. Daar men in den Jaare 1798 heeft opgemerkt eene hecrfchenëe Ziekte onder'de Paarden, dewelke vee'e heeft doen fterven binnen weinige uuren, wordt beloofd een Pramie van de tweede Goude Medaille of 25 Ducaaten, aan den genen, die eene naauwkeurige befebryving opgeeft, der oorfprong dezer Ziekte, en de middelen om die voortekomen of te genezen, met proeven geftaafd; Bericht en Getuigfchriften inteleveren voor of op ultimo September 1800, ftrekt zich iiit tot ultimo September 1802. De Maatfchappy beloofd eene Praemie van één duizend Guldens, aan den genen, welke door klaarblykclyke Proeven , in tegenwoordigheid eener Commisfie van in dat vak van Scheikunde ervaren Mannen te nemen, en door de 'Maatfchappy te benoemen, zal aantoonen : 1.) welke zoorten van Aardens 'er in de Bataaffche Republiek gevonden worden, die, of op zich zeiven, of met andere Inlandfchen vermengd, of indien zulks onmogelyk blykt te zyn, met zodanige Uitlandfche Aardzoorten en voor geen al te hoogen prys verkrygbaar zyn, (en welke door den Proefneemer niet alleen ten aanzien hunner zoorten, maar ook met betrekking tot de nodige hoeveelheid, tot hetdaarftellen der Masfa zullen moeten gefpeeificeerd worden) te zaamen vëreenigt , gefchikt bevonden worden, om onder eene koDstmatige behandeling, zodanig zoort van Aardewerk te verfcharfen , het welke het by ons bekende Engclfche evenaart, of in deugd en fchoonhcid nahy komt en het welk tegen den ü/cccigcn overgang van warmte tot koude cn omgekeerd hofland is en voor alle flarden der Maatfchuppv verkr}gbaar is. 2. Die jamc-ont, welke de beste Stoffen zyn tor her maaken van Vormen, van eer.en goeden finaak, als mede op wat wyze en met welke Gereedfcbappen het gevormde Goed wel gepoleerd en gefchaafd \iordt. 3. Die in ftaat is op zodanig Aardewerk een ,G'izj/?-r te leuren , het welk door proeföndenindclykc bewerking beweezen wordt van alle de gebreken van het tegenwoordig gebezigd wordend Glazuur bcvryd te zyn, maar daarentegen alle de bekende vereiichtens van een volmaakt Glazuur 'te bezitten (*). De (*) Tot voorlichting in het een ëri ander kunnen dieiutig zyn di Proe- vcn, die reen vindt ty 1>. J. Knfielein, in zyne Chym. Ocftïningen, 2de Deel, Art. Ctym. U- werking voor Olconómk, pig. 17. enz., l'ott. LithogeognoTie. J. Cè iftegkb, tiandhich der Alyemeificn Chams, op 't Alt. van Li- tliurgie odcr Tcchm.;che Suh Cnflnïe, p?tg. a3i.. enz. J. le Francq van Birkhey, Nat. ilüt. van Msnd, 2de Deel lire Stuk, p.->g. 293. enz., en 2de Deel ade Stuk, pag. 801. enz.; doch wel by- zonder de volgende: Ferbers, Verfuch einer Orv-ftographie van Dcrjyshire, Wikay 1776. Völlig entdektes geheironii'i der Kunst Ksyence, Enpl'ches Stfiingut, und iichtcs Porccll.n zil maeben, IxipP. ijfe». Gmelin, tbndbucK der techniiclie Chemie, «te Theil, § 345-348., zvev Ausg'abe.' G. A. Su'kmv, Anfangsgronden da.- Oeconornifcn? vind Techinfchs Chemie, a:er Auflage, § 567.  C 8 ) De BcwyzeR eu Getuigfchriften inteleveren voor of op ultimo September 1800. Deeze Praemie ftrekt zich uit tot September 180.1. De nieuwe Druk van alle de thans 100pende Prysvraagen zal zoo fpoedig mogehk gedrukt worden, en by den Algemcenen Secretaris j J. Desfont en den Boekverkooper A» Loosjes Pz. ', te Haarlem, te bekomen zyn. Pryzen der Granen, op i July te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Las Ggld. • Ggld Poolfche bonte en witte 2303280 Vric(clie Wlntergaist -dito rode . . 2103250 Gron. en Oldamrche E'Aing. en Heugfcue . 210a 260 Zeeuwf.en Overm. Winter I-erger . 210 a 250;Dito Zomer Vrieicbe . . 220 a 250 Dantziger en Elb. Bovenlandfdie . 2103240! Voorhndlehe rode . 190 122o| HAVER en BOEKWEYT. Zeelahdfche . 240»270 ROGGE. . r.rnuwhavet . . . 130 a I4< Pini'-fifche . . 190a210'Witte Voeder dito . iioau; K -ninit'-'.ierger . ■ 190 a 210 Boekw. Amersf. en Gooil. £2833: Gedroogde . . i9o:i205'Dito Brab. en Vlaam. £ 2,8 a 3: Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeu'.sch en Ra.ip-Oly, per Aam ƒ 39 Ovém.'iiaM. . £ 85192 Dito Lyn . . - 65} Slag-r.vz. de ton van Dito Hennip . . -73$ 5 Schep. Rigaas . ƒ I3§ai4| Walv. Traan, 't quart. Ileiinipzaati dito . - nai2 van 12. Stek. Nieuwe - 114 Dito Rode . . . - iiz Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. $51 & %b & Cadix - 51 Lislhbon - 5» Nieuwe Dncnt. ƒ5,15,16 Veneüen - 9-tS Oude ger. dito ■ -5,14,15 Livorno —— -lio§ Nieuwe Louis d'Or -11,13,14 Rirys. 2.m.T!nAsfi 6l Guinies -12,14,16 dito kort. ƒ 6 Pillofcn - 10,2 Idem in Specie - Franfche Kronen - 57} a 57 Londen. 2. m. Jj Nieuwe Ryksd. - 6 pCt. Dito kort - _ Hambug 2. m. Ct. fl. 30^.»?,B°- Bank - 92Ï pCt. Dito kort , - 3p'(?aJ. — y * Wenen id. B°. i - 3Ö§ . 180J. O.I.C. 5 prCts. Dito 4 Idem van 1 7ber 1798.65aÖ7 prCt. Rusland 5 prCts. 73Ï a745 prCt. Zweden 5 prCts. 91! a 92 prCt. Dito 4! prCts. 89 a 90 prCt. Dito 4 prCts. 87 a 88iprCt. Denemar~ ken. Tolk 4 prCts. 94^96 prCt. Dito Holftezn 98 a 981 prCt. Dito Leen en Wisf. B. 92 a 93 prCt. Dito Kroon 92 a 93 prCt. Amft. 1 July 1799. GEBOORTE-, TRÓUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amft er dam . . . ; en te Haarlem 8, onder welken laatften 2 beneden de 12 Jaren. In Bohemen zyn , gedurende het jaar 1798 , geboren 129523 perfenen en flegts 84743 overleden. De aanwas der bevolking bedroeg dus 44780 zielen. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der IN- en UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland i\ prCts. 33 a 40 prCt. Zee land 21- prCts. 31 a 32 prCt. fineslana 2 prLts. 32 a 34 prCt. Generaliteit Anticipatie en Marine 3 prCts. 36 a 44 prCt. Bataatfche Ke'cririien 4 prCts. J.ongaar 1799. 94395 1800. 685 a 69'. 1801. 53 a 55Ï. 1802. 464 a 47 43 a 445. 1804. 42a 43. Naden Vrede 361837!. Lot. i785cni7R6. 3 prCts. 35 a 36' prCt. Diverse Buitenlandsche. Amerika. So a 00 orCt. Dito A prCts. 77 a 785 PrCt prCts. met premie. 87! a 88i prCt. Dito Geccrf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 63*3647 prCt. Roomf he Ke 'zer 5 prCts. 54 a ssk prCt. Dit'o 4 prCts. A3 a 46* prCt. Spanje 41; prCts. Losbaar 1799. 891 a gei prCt. 1800. 77 a 78. j.801—1807. 65 a 60 prQ. Dito 5 prCts. 8c a 81 prCt. weerkundige buiten waarnemingen, hAariem. C bar.0-1 ther- hygro-streek luchts- Juny) me- mome- me- der gesteld- I799. 1 tef[_ ter. ter. wind. heid. c 7,0. Oi 6l I óo z. z. w. ' ..." , .. ' < ) A ~i „~ voormtdd. betrokken; 26 \ ei ken der onderfcheidene Leerlingen, en het genoegen hier over was op ieders gelaat zigtbaar te lezen. Vervolgens wierd deze plechtigheid door den Hoofd-Dire eur, die dezelve had geopend, in gepaste bewoordingen gefloten, en daar by de veelvuldige Rukken van Kunst, in dit Gebouw ten toon gehangen, ter bezigtiging aangeboden. Tot Hoofd-Diredteur is, in plaats van den afgetredenen, Wybe Wouters, op den 34 dezer maand, door de Contribuerende Leden , verkozen de Medicina Doctor J. Reynders. VOORLOPEND BERICHT van enige BELANGRYKE PROEVEN, in 't werk gesteldt met GEHEEL UITGEDOOFDE HOUTSKOLEN; Aan den Reda&eur der N. A. K. en L. Bode, Briefswyze medegedeeld, H. W. door. R O U P P E. Med. Do&. Ledtor Chemite et Artis Pl.armaceutices, te Rotterdam. Geacht Medeburger! Onder die zelfdandigheden, welke van de eerfle tyden der gezuiverde Scheikunde, 't verhevenfte voorwerp van onderzoek hebben uitgemaakt, en evenwel nog niet geheel of weinig, wat derzelver natuur aangaat, bekend zyn,-kan men met regt de Houtskolen of derzelver voornaam beftaandeel, de Koolftof', plaatfen'. De veelvuldige en belangryke proeven met Houtskolen, door den onvermoeidden Stahl in het weik gcïleld; de zamenftelüng van 't Kolenzuur, door den fehranderen Lavoisier aangetoond; dit zeKde zuur, door de Engelfche Geleerde Tennant en Paerson , weder in deszell's bedaandeien ontleed; eindelyk het bederf-werend , coletir - afnemend, en zuiverend, vermogen der Houtskolen, door dén 'Eryarëh Lowitz ontdekt; dit alles zyn daadzaken, welke ttit de fraaiite nafporingen den .weg gebaand, en tot de nuttigde gevolgtrekkingen aanleiding gegeven hebben. B 2 Wa-  Waren nu alle deze ontdekkingen belaugryk; verfpreidden zy een helder' licht over verfchillende Scheikundige bewerkingen; leverden zy enen ryken voorraad van befpiegelingen en toepasüngen op, zo ten opzichte van vele CEconomifche verrigtingen, als met betrekking tot onze dierlykc huishouding; ■ . Verre was het 'er van daan, dat deze ftof geheel uitgeput was, of dat men de koolfioffe van naby kende. Met recht zegt dus de grote Scheikundige Fourcroi : ,, La mattere combustible particuliere , qui fait plus de ,, trots quarts du Charbon , ou le carbone proprement „ dit, n'est encore que peu connue." Dikwerf ziet men , dat Proefnemingen, welke in de da3d belangryk zyn, en denflagboom tot een wyduitgeftrekt veld van nafporing zouden hebben moeten openen, door de mindere kennis van den aart der onderwerpen , welke den grondfteun derzelven uitmaken, alsmede, uit hoofde van mindere oplettenheid op de bykomende omftandighedcn , of weinig geacht of zelf in de vergetelheid gedompeld worden: — en dit heeft'in de daad plaats gehad , ten opzichte van de nafpeuringen, welke aanleiding gegeven hebben tot de ontdekkingen, waar over ik u kortelyk zal onderhouden. Ik haaste rny dan, Geachte Vriend! u een kort verllag mede te delen, van enige belangryke proeven, door my en mynen fchranderen, en in vele takken van wetenfchapFen ervaren, Vriend, den Here J. v. Noorden, Stads Med. Doctor alhier, in 't werk gefteldt, en wel om aan te tonen, dat onderfcheidene Gaz-foorten, zich, in verfchillende hoeveelheden, en onder verfchillende omfiandigheden, met de hounkolen kunnen verenigen, en wat wel aanmerkine verdiend, dat zulks gefchied, na dat deze kolen, zonder iykomst der dampkringslucht, langen tyd utgedooft en dus geheel koud zyn, en daarenboven, voor zo verre onze proeven aantonen, dat de kool , met ene gaz soort verenigd, deze laatfte, by de temperatuur van oi\zen dampkring nieuwe verbindingen kan ondergaan, en andere gaz foorten kan ontleden. ' Verwagt, in dit bericht, alleen kortelyk de uitkomst van enige proefnemingen, welke wy meer dan eenmaal herhaald hebben; hopende wy meer andere, als mede een volledige befchryving van onzen toeftel, by ene nadere gelegenheid mede te delen , als wanneer wy het 't eerst zullen wagen, enige thcoretifche verklaringen by te brengen. Fontana, Priestley en Scheele, vonden, dat gloeijeude kolen, by de afkoeling, ook wel in 't luchtledig gebluscht, alle luchtfoorten, met welke men dezelve in aanraking bragt, cpilorpten. — Ook verhaald Morveau (*), dat hy, m een klokje, al de lucht , door een houtskool, had zien opllorpen. — Dan aan den fchranderen Morozzo ( + ) komt de eer toe, van deze proeven, op ene geregelde wjze, te hebben opengelegd. (*) Gaze'te Salutaire 178:. Mey 307?. Ct J "Journal de J>hyfiaue 1783. dvrü et Novembre. ' Morozzo, namenlyk, maakte gebruik van flukjes koo!, welke altyd dezelfde grootte hadden, dompelde deze onder kwik, en bragt dezelve dadelyk over in ene glazen buis, hebbende één duim middelyn, en twaalf duimen .lengte, welke hy van te voren, met de ene of andere luchtloort gevuld, en op den kwik-luchttoeflel, geplaatst hadt. Op deze wyze nu bracht hy in de buis, gevult met damp*, kringslucht, een Rukje houtskool, van ene bepaalde grootte, zjnde een duim lang en hebbende 8 lyuen middélyns'j en zag,, dat de kwik tót de hoogte van 3 duimen en 6 lynen boven 't waterpas opklom, en voegd hy 'er wel uitdruklyk by, dat de bverblyvende lucht geheel bedorven was. — De reden van dit laatlte verfcbynzcl, is zeker toe te fchryven, aan de warmte, welke de kool neg bezat. Met meer andere luchtfoorten deed hy ook proeven , van welke ik, kortheidshalve, enige hier, taielsgeuvze, opgeve. I11 alle was de hoogte der buis 12 duimen, boven de kwik. De opftorping by de Duimen. I Lynen. Dampkr. lucht. ..3:6 Koolzuur gaz. . . .11 : o Niter gaz . . .6 : 10 Waterltof gaz ... 2 : 1 Zuurftof gaz : . . 2 : 2 Ammoniac gaz . . .11 : o Zoutzuur gaz . . .11: o Zwavelaariig Watéxft. gaz- .11 : 0 Vitrioolzuur gaz ..516 Dit is een kort overzicht van de Proeven van Morozzo, welke wy herhaald, en zeer naby onze bevonden hebben. Te meer zal de waarheid hier van bhken , dooi dier. wy fteeds, op ene andere wyze, met enige' der zelve, overeenkomende uitkomften vei kregen. — Gehk men uit het volgende zal kunnen opmaken. Zo dra, namenlek, de opgenoemde proeven bekend wierden, het geen iu het jaar 1783 gefehiedde , kwam de Heer v. Noorden op het denkbeeld , om een werktuig zamen te (teilen, waar in men de kool konde uitdoven, eu dezelve, zonder blootftelling aan de dampkringslucht, met enige luchtfoort in aanraking brengen; hy deed, te dezer tyd, reeds verfchillende proeven met dit werktuig , en nam vele belangryke verfchynzelen waar, zo ten opzichte van de hoeveelheid der opgellorpte lucht, als de wyze, op welke deze weder vry wordt. Ln den laatst afgelopen winter, deelde hy my zyne, reeds over lang genomene, waarnemingen mede; waar na wy beide dezelve, onder verfchillende omltandigheden, herhaalden, en daar en boven een* nieuwen brcu van onderzoek opfpeurden. Kortel;,k merke ik aan, dat het bedoelde werktuig, beflaat uit ene busfe van rood koper, voorzien met een lange fteel van yzer met een houten handvat; — op deze busfe lluit, door middel van een fchroef, een dekzel, insgelyks met een fteel voorzien; zo dat men, door middel van dit dek-  C 13 ) dekzel, de bus Iucht-dic'nt kal fluiten. — Nu is, m het dekzel zelve, een welfluitende kraan geplaatst, welke een kegelvormig uiteinde heeft. Dit uiteinde fluit volmaakt in ene kegelvormige buis, insgelyks van koper, en op een. glazen klok, welke in Taarlingfche duimen verdeeld is, vast gecémenteerd. ■ Orn nu de proef, met dit werktuig, ten opzichte van de hoeveelheid der opflorping te doen, vuile men fchielyk de bus met ftukjes fyne zeer gloeijende houtskool, men fluite H. ■t \ "Hi NIEUW - UÏTGEKOl\lEN BOEKEN, AKADEM1SCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. r Bataafsche Republiek. Elementa Metaphyfca Juris Doblrinte, au&ore Immanuele Kantio. Latine vertit G. L. Koenig , Collab": Gyntnaf.' Otdenburgs. Amftel. apud P. den Hengst, 1799. Hul i.i niet mo6d;it, dat alle Geleerden, boven de oude Talen, zig nog op de hedendaagfehe van alle Volkeren kun-■ nen toeleggen. De thans doorgedronge gewoonte der Duitfchers , om over die takkeif van weteufchappen, die alle Volkeren .even zeer aangaan, evenwel in -het Duitsch te fchryven; moet dan een geweldige hinderpaal zyn tegen de verbreiding van alle nieuwe leerltelzels, in Duitschland uitgedagt: zonder;deze hinderpaal ware de Kantiaanfche Wysgeerte mogelyk in andere Landen meer bekend. Het is dan ene wezen!}ke dienst, welke die gene aan de geleerdheid bewyzen, die de Kantiaanfche Wysgeerte in het algemeen bekend Latyn of Fransch voordragen. De I.eypliger Hoogleraar Fr. Gottl. Born, heeft daarom reeds de voornaamfte en hoofdwerken van dert beroemden Kant, in 't Latyn vertaald, in 1797 uitgegeven, welke vertaling zeer geroemd is. Thans heeft eok de Oldcnburglcho Geleerde , G. L. Koenig, de over nat uur kundige grond/lagen der Rechtleer van Kant, ten dienfte van buitenlanders, in 't Lat) 11 vertaald, welke vertaling over 't geheel, naauwkeurig is. en in goed Lat)n voorgedragen. De Vertaler beroept zig Hl zyne Voorrede te regt op de moeilykheid van deze onderneming: maar hy behoefde hier toe, nog de voortreflykh 'd der Latynfche taal te verkleinen, nog het gebruik der Dunk-beis, van in hunne moedertaal te fchryven, te verdedigen. Immers, zo lang de Duitfche taal geen algemene taal is geworden, fchryft hy, die in 't Duitsch ichryft, alleen voor zy ne Li ndgenotén. Fn waar zou het heen, indien een ieder Vtlk wilde, dat zyn taal de algemene taal van alle Volkeren zoude zyn? Indien het waar Vnogte zyn, dat de Latynfche taal voor de nieuwe Wysgcerte ontoereikende ware, (het geen w,y- egter te minder kunnen taegfit ven, om dat die menigvuldige kunstwoorden, weiken Kant uit het Grieksch ontleend heeft, even zeer in het Latyn te pas en te hulp komen,) dan zou het nog ene pligt'zyn, wilde men ook voor andere Volkeren fchryven, zich veel eer van de Franfche taal, als dc meest algemene, te bedienen. Maar hoe dit Zy, de Geleerde Born en Koenig, er. anderen, die de werken der Critifche Wysgeerte in 't Latyn of Fransen vertaald, uitgeven, doen enen groten dienst aan de uitbreiding der geleerdheid. . De Wetenfchapsleer, ook de Rechtsleer van Fichte , zyn 'mede zeer bcnvmid; het ware dus te wenfehen, dat de Geleerde Heümann te Amfterdam, zo kundig in de Critifehe Wysgeerte, als in de behandeling van zuiver Latyn, die werken van Fickte hl 't Latyn uitgave. Wat dit werk aangaat, vooraf gaat ene Inleiding tot ds Overnatuur kunde der Zeden: hier op volgen twee Delen, 't Eerfle Deel behandeld het byzonder Recht {"Jus Privatuni) met betrekking tot uiterlyke zaken; dus een zamenftel van die hoofdwetten, welken gene afkondiging behoeven. Hiér wordt in 't eerftc Hoofdft. gehandeld van de wyze, om ene uiterlyke zaak voor zig eigen te hebben. In 't twedc Hoofdft. over de wyze, van iets uiterlyks te bekomen. Hier op wordt ene verdeling van -het bekomen van uiterljke zaken voorgefteld , en in ene eerfte Afdeling gehandeld, van het zaaklyk regt; in ene twede, van het perfoonlyk regt; en in ene derde van het perfocn'yk zaaklyk regt, en in ene byvoeging van het zuiver denkbeeldig (ideaal) bekomen- Het derde Hoofdft. verklaart die bekorting voor den regtbank, die ondefwerpeiyk voorwaarde!- k *is. Het twede gedeelte van dit werk, bevat het Staaisregt, dus die wetten, welken moeten afgekondigd wjrden: eu vel in de eerfte Afdeling het eigenlyk Staatsregt,■ of 't recht van ieder Burgerftaat; in de "twede Afdeling het regt der Volkeren; in het derde het regt der Wereldburgers. Deze korte fchets zy genoeg : het is buiten ons beftek, ons breder in de omwikkeling van dit werk zelve in te laten. Wy merken alleen aan, dat de grondoeuinz.len en Hellingen van dit Werk , als zynde de tocpasfingen van de leer van Kant, in zyne Critiek der zuivere Reden; in zyne Prolegomena tot de Ovematuurkunde, in zyne Critiek der oordeCiskr-gt, voorgedragen, hier en daar vreemd zullen toefchynen aan hun, die niet enigzins met do hoofdr gronden dier leer bekend zyn. Hoe zeer wy ons bekorten, kunnen wy egter de zedigheid van den beroemden Kant, die wy in zyne Voorrede van dit Werk, biz. >n en \olg., ontmoeten, niét. genoeg pryzen. Hy erkent niet alleen de duisterheid zyner Leerfiellingen , zo wel als de we; van duidely kheid, door den wyzen Garve, dien hy hrog roemt, voorgefchreven; enverfchooiit zig alleen!)k door ene zeer grondige, en. gepaita-onder-  ( K5 ) derfcheiding tusfehen het geen populair kan zyn, en niet kan- zyn ; tusfehen het geen onder de zinnen valt en niet valt; maar hy zuivert zig ook bL xiv en volg. van waanwyze hoogmoedigheid, door de ooodzaaklykhèid aan ie tonen van, na een nieuw uirgedagr ftelzel van Wysgeerte, deze de erJge Wysgeerte te noemen , terwyl hy aan zyne fchrandere voorgangers, ver van huune verdienden te verkleinen, met zo vele rendborftige woorden het regt toekent, dat hy zonder hunnen arbeid, ook zonder hunne mingelukte pogingen , tot die eenheid van het waar beginzel in alle Wysgeerte, niet zou gekomen zyn. Wy vinden ons genoopt, dit voorbeeld van gematigdheid en zedigheid van den groten Man , aan zyne Leerlingen en Liefhebbers ter navolging ten Loogtten aan te pryzen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de h U i s h o ltkunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 8 July te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Ugld. Poolfche bonte en witte 2303280 Vriefclie Wintergarst di-o rode . . 2:0.1250 Oron. en Oldamfche EIbing. en Heogfche . 210 a 260 Zecuwl. en Overm. Winter Koningsberger . cioa 250 Dito" Zomer Vriefch» . . 220 a 250 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 210 a 24.0 VoorJandlihe rode . 190 a 220 HAVER en BOEICVVEYT. jjeelar.dfche . S40 a 270 ROGGE. Brouwhavcr . . . 1303140 Pniisfifche . . 190 a 210 Witte Voeder dito . iioans Koningsberger . . 190 a 210 Boekw. Araersf. en Gooil. £ 28832 Gedroogde . . 190 a 205 Ipito Brab. en Vlaam. £28832 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 90$ Overm. 't Last. . £86394 Dito Lyn . - 661 Slag-i.ynz. de ton van Dito Ilennip . . - 7ik 5 Schep. Rigaas . / 13*141 Walv. Traan, 't qnart. Hennipzaad dito . - Iiai2 van 12 Stek. Nieuwe - 114 Dito Rode . . . - na Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ 52 smorg. betmkken; 4 S 30. Ik 7Ié 5Qè W. voorniidd. wolken; C.30- ié 59 785 W. Z. W. verder helder. p ) I* 1S &.vf. voormidd. betrokken; 5 <30. a 67i 69 W.Z.W. Verderbewolkt; tegen den C3°- 2* 59 80ï W. N. w. avond zware zeevlam. C30. 2 64 65 W.N. W. " ~ ~ 6 {30. 2* 75 51 W.Z.w. S™"S- vroeg zeevlam; Ijo. li 61 76 z.w. raderb™olkt. C30. li 70 69 z. w. ~— 7 < 3°- ^ 74i 5Ó W. omtrent helder. (JQ. I 61 78 ; * C30. oi 66 09 z. w. "~' ' 8 <] 30. oi 74é 50 — bewolkt. C.3°- 0 59ï 72" — C30. o 64 78 z.w. 9 < 29- 9* 64 85i — legenagtig. (.30. o J 60 1 84 1 N. hoeveelheid van gevallen en uitgewaass e md water, te alkmaar. Gedurende de Maand Junï 1799. Gevallen 4 Lynen: Uitgewaasiemd 43 Lynen. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 290. N I E U W E ALGE M E N E v>''■■L"r' ' MJl'W* • • i -':; f*l — i . • » KONST- en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 19 JLVLT. BERIGT'EN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys. Het Nationaal Infh'tuut heeft tot Buiten-lid voor de Spraakkunst benoemd, den Burger Crouzet, Directeur van de Nationale School in Liancourt; en den Burger Demonstier, Scrryver van de Lettres a Emilie fur la Mythologie, als Buiten-lid voor deD.chtkunde. r : De eerfte Klasfe van het zelve lnftituut heeft ter vervulling der openftaande plaats van Sterrekundigen.■, opengevallen door den dood van den Burger Lemonnier, voorgefteld de Burgers Cassini, Bouvard en LEvêQUE. KORT BERIGT AANGAANDE PHILIPPE NICOLAS PIA, en deszelfs verdiensten als redder van drenkelingen. Philippe Nicolas Pia, geboren in 't jaar 1721., is in Mey laatstleden overleden. Hy onderfcheidde zich XII. Deel. als Artzeny -mengkundige , door zyne kundigheden, door ene ftrenge naauwkeurigheid in het bereiden der Geneesmiddelen, en als mensch, door ene ongemene weldadigheid. Hy vormde ene Stigting, ten behoeve der Drenkelingen, te Parys, die federt 1772 tot in 1790, beftaan heeft, en die hy, gedurende de twee eerfte jaren der Omwenteling, op zyne eigen kosten (taande hieldt. Van 894. Drenkelingen, in den tyd van 18 jaren, zyn 'er 763 in 't leven teruggeroepen, en flèchts 13a bezweken. 'Enzyn weldaden, die door de dankbaarheid van hun, waar aan men dezelve hefteed , kwalyk beloond worden; en onder, die weldaden 'behoort het leven. Pia kwam eens voorby zekere plaats, op het ogenblik, dat een Drenkeling uit het water werd gehaald; hy beyverde.zich om hem hulp toe te brengen,*en dit gelukt» hem;.de Omftanders poogden den .eerften oj'jüag van het oog' diens geredden Drenkelings en zyn eerfte gevoel op Pia te vestigen: Zie daar, zeiden zy hem, den man, die u in 't leven heeft tOTUgg&'oepÊti. Gy -zyt, waarjyk wel geft.kkig, hernam de geredde. Drenkeling, tcrwyl hy zich tot Pia wendde,-, dat ik my. verdronken heb., 0:11 u van uwe kunst een zo milii'g gebruik te doe/i mak?n. . j ' PiA gaf jaarlyks, ene verzameling, uit van waarnemingen, ;tangapnde het goed gevnig van, redmiddelen in alleriei fnort van bezwyming in Frankryk, OostenHolland en Engeland, alwaar Stichtingen ten be'*ieve. der . Drenkelingen beftonden. . Hy had de Tabaks -klisteerfpuit, door de Engellchen uitgevonden, C ver-  C 18 ) verbeterd, en 'er enige dingen bygevoegd, die by el kander, in een draagbaar doosjen, gepakt, ene volle dige verzameling opleverden van alles, wat tot toebrenging van hulp in dergelyke* gevallen fchynt vereischt te worden. Ook vereerden Holland en Engeland hem met ene Medaille, ter beloning van de gewigtige dienden, die hy aan de menschheid bewees; eu het Fransch Gouvernement gaf hem ene verö'Uigwelke, op dien tyd, meest in'den fmaak van het algemeen viel. - BATAAFSCHE REPUBLIEK. * Leyden. Mr. B. Voorda , Hoogieeraar in de Rechten, aan 'sLands Univerfiteit, is alhier, den oden dezer maand July, in den ouderdom van ruim 70 jaren oveileden. Het Haarlemsch Departement der Bataafsche Maatschappy : Tot i\ut van 't Algemeen, heeft, volgens jaarlykfche gewoonte, wederom in eenige Godshuizen dezer Stad, onderzoek gedaan na de vorderingen, die de Kinderen, welke daarin worden opgevoed, in onderfcheiden vakken gemaakt hadden, waar van hetzelve vervolgens een aantal der meest verdienftelyken met Eerpryzen begiftigd heeft. Dus heeft het gemelde Departement door eene daar toe benoemde Commisiie cp den 19 Mey 1.1. na een te voren gehouden Examen, in het Gereformeerde Weeshuis, uit een aantal van 244 Kinderen, de navolgende . met Eerpryzen bekroond, te wee ten van 11 Jongelingen, die in 'tCvfteren waren geëxamineerd: Laurens Hayee en David Zwitfer. 1 Uit een getal van 111 Schryvers en Schryfflers wierd aan de nagemelde een Prys toegedeeld, als aan: Gerrit den Ouden, Willem de Kloet, Willem van der Eist, Adrianus van Dokkum, Comelis van Noord, Jan Hendrik Knoost, Johanna Mey er, Dorothea Rafter, Hendrina Tyd gaat, Maria Snappenburg en Alida Paalder. Voorts wierden nog van de 48 Jongens en 41 Meisjes, die in het Leezen waren onderzogt, met Pryzen beloond: Antonie Zweeris, Jan Bloemendaal, Frans Oudolf, Hermanus Teylings, Hendrik Adolf Vos ter man, Anna Bloemendaal, Anna Droshagen, Catharina du Bui en Johantia ZwitJer. Eindelyk zyn van 33 Kinderen, die in 't Spellen unucrwys genoten nacicien, beKroond , Dirk Emon, Piet er Bernard en Franpntje Rozier. — By gelee eenheid van deeze Prysuitdeeïiug wierdt door den Bu.gerG. ] Voorhelm Sciineevoogt, eene Aanfpraak eedaan, mi-ïMvciiuc lum uc ruimeren onaer net oog te brengen, de voorregten welken zy boven anderen genoten. ■ Een tweede door het Departement benoemde Commisüe, is in het Rooms^cfi-, Wees- en Armen-Huis werkiaam geweest tot het onderzoek na de vorderingen der Jeugd in dat Godshuis, en is aldaar op Zondag den aden vajj Juny insgelyks eene Prysiiirdeeling gefchied, zynde van 6 Kinderen, welke zig in de Rt-kenkLinde Geitenen-, de Prys gefchnnken aan Dirk Noordveen. — v au 02 jongens en 03 meisjes, die in 't Schryven na de Prys hadden gedongen, aan: Hendrik van Gasten, Si ion Faas, Bern. Thune;ii(i/i, Her n). Gerritfen, Jan Sebil, Gerrit Doornenbos, Maria de lVaard, Jansje Jurriaans, Petronella Verlaat, Maria van Beek, Henderymje Sa '.ozmaakcr, Agnes Leveld en Maria Bliemer. Uit een getal van 80 Leezers en 74 L.-ezeresfen aan: Gorn-elis Huig, Pieter Franfen, M. van Noord, J. van Popelen , Joh. Bisfchop , M. van Hucnten , G. Heems, Johanna Bliemer, Jansje Spekkin, Maria van Doome, Jacomina van Soest, Petronella van Huchten en Jansje Bliemer. Van 31 Kinderen in 't Spellen onderweezen wordende: aan Fommetje Borg, Caatje Wolfering en Jan van Wooningen. ■ Zynde by die geleegenbejd door den Burger C. de Koning Lz. de Aanlpraak gedaan, handelende over de verpligting om zich tot'nuttige Leden der Maatfchappy te vormen, Eindelyk is ook door eene Commisfie, na vooraf gehouden Examen, van de Lutherlche Wees- en Avrnen Kinderen, op Zondag den ióden van Juny 1.1, in de Lutherfche Kerk, in byzyn van een aantal A-'nfchouweren, de uitdeeling van Eerpry;en gefchied; zynde van 4 Kinderen, welke zig in de Rekenkunde oefienen, daarmeede bekroond Hermanus Matthifen.— Wvders wierdt uit een ver in alle plichtbetrachting, die hem het eene oog kostede, zyne huivering voor alle burgerbloedvergieting, dia hem zich tegen de terugkomst van Marius binnen Rome, fchoon hy zelf de aanhanger was van zyne party, deed verzetten , zyne dankbaare en byblyvende tederheid voor zyne moeder, die in hem den krygsmau zeven dagen als een kind deed weenen, zyne gelykinoedigheid in voorfpoed en in tegenheid , die hem nooit trotsch noch laag deed worden, en zyne liefde voor zyn vaderland, die hem zelfs zyne wapenen deed verwenfehen. „ Het is waar, hy voerde de wapenen tegen de keurbenden van zyn vaderland: maar hy vattede dezelven op tegen de overheerfching eenes dwingelands, hield ze in handen, om de burgerlyke vryheid en de zaak des Volks te verlosfen van efeendunkelyke onderdrukking en geweld, en was ;gereed, dezelven af te leggen, toen hem de vrywillige ver- llaaving zuier medeburgeren KenneijK wem 111 de gereede zending van nieuwe keurbenden tegen zynen aanhang, op de bloote voorwaarde van veiligheid voor zich en voor de zynen; terwyl zyn wys gedrag in de bevordering der Romeinen boven de Spanjaarden en zyn grootsch befcheid aan Mithridates toonden, dat hem de belangen zynes vaderlands boven alle eigene bedenkingen ter harte gingen.— Wy herhaalen het, welkom is ons in Sertorius de zeldzaame Held geweest, die den zwarten nacht der toenmaalige Romeinfche verbastering geenzins behoefde, om als een fter te flonkeren van middelbaare grootte, maar die in de roemrykfte eeuwen der Romeinfche zedenlyke grootheid met den (lillen luister der maaiie zou gefcheenen hebben tusfehen de fchitterendfte lichten." In het laatfte Hoofddeel, behelzende het verhaal van den voor Rome zo gedugten als fchandelyken Oorlog der Kampvechters onder bevel van Spartacus, vindt men by zonderlyk, ter Inleiding, een zeer lezenswaardig bericht wegens de Kampvechters by de R meinen, in het algemeen; waar toe wy, als te uitgebreid om hier te plaatfen, den Lezer zelve wyzen. Gerandi Vrolik Oratio de viribus vitalibus. in omnt corpore organico obfervandis iisque conftantibus. Am- fteltzdami 1799. De neer vrolik, wiens AKaaemiicne vernanaenngen en Intre-Reden, als Hoogleeraar in de Kruidkunde, aan het Afuenasum Ulustre, te Amfterdam, in dit Weekblad (Nos. 157 en 195.) zyn medegedeeld, heeft 111 deze laatfte Redenvoering , onlangs uitgekomen, en door hem gehouden by de aanvaarding van het Profesforaat in de Ontleed-, Verlosen Natuurkunde van den Mensch, aan her zelve Athenseum , zich ten onderwerp geitozen tiet betoog: „ dat de levens„ krachten, welke in alle bewerktuigde ligchamen worden ,, waargenomen, ftandvastig van denzelfden aart en aan de- „ zeilde wetten onderworpen zyn.',' Na ene gepaste Inlei¬ ding, in welke de Redenaar in het algemeen aantoont, dat, hoe menigvuldig de veranderingen en verwisieiingen, welke in de Natuur plaats hebben, mogen zyp, dezelve echter, vor-  C 23 ) volgens zekere bepaalde wetten, aflopen, maakt hy daar van de toepasdng op de bewerktuigde ligchamen ,. wier onderfcheiden werkingen, hoe zeer zy in derzelver zamenftel van elkander fchynen te verfchillen, dnor dezelfde krachten voortgebragt, eu uit dezelfde beginzels moeten afgeleid worden. Hy üdt vervolgens bet onderfcheid voor tusfehen de algemene natuurkrachten , welke aan alle ligchamen worden toegekend , en die , welke alleen aan bewerktuigde eigen zyn; deze laatfte kunnen, volgens het gevoelen van den Redenaar , als mechanifche befchouwd worden; voor zo verre derzelver aart geheel afhangt van de zamenftelling der organen , waar in ze worden waargenomen; waaromtrent echter men zich niet vertrouwen moet op het uiterlyk verfchil, dat wy in het zamenftel en maakfel van bewerktuigde ligchamen en derzelver delen bef peuren : dewji zulks onder anderen aanleiding gegeven heeft, dat de Irritabiliteit, door Maller met zo vele proeven opgefpoord, niet is toegekend, dan aan fpieren en delen, waar in fpiervezelen zichtbaar zyn; terwyl het ondertusfehen zeker fchynt, gelyk in het •vervolg dezer Redenvoering duidlyker wordt aangetoond, dat die levenskracht ook in het Planrenryk aanwezig is, zonder dat nog ooit in enige plant die vezelen ontdekt zyn geworden. Elke levenskracht afzonderlyk behandelende, noemt de Heer V. in de eerfte plaats de gevoeligheid (fentiendi facutasj waar door hy echter niet wil verftaan hebben het gevoel, waar door de gewaarwordingen van het ligchaam tot de ziel worden overgebragt; maar alleen dat vermogen der bewerktuigde ligchamen of derzelver afzonderlyke delen, Waar door zy by de aanraking van prikkels op ene wyze terugwerken, welke noch aan het zintuig des gevoels, des fmaaks , des reuks, g-eziebts of gehoor.?, toegefcb reven , noch uit de Irritabiliteit ol enige andere levenskracht ver¬ klaard kan worden. Dat bloemen op bepaalde tyden tot elkander naderen, tot bevrugting der wyfjes, gelyk de Vallisneria, de Palmen, en andere planten, de fchoonfte voor beelden daar van opleveren: dat de wortels zomtyds tot der¬ tig paslen onder de aarde voortkruipen, om goed voedzeJ te zoeken: dat de vleermuizen, lchoon van hunne zintuigen beroofd, alle beletfelen in hunne vlugt zorgvuldig weten te vermvden: deze en noe meer andere verfchynfelen kunnen, volgens het gevoelen van den Schryver , niet aan uit die kracht, welke hy gevoeligheid noemt, afgeleid worden, de¬ wyl de uitwerklelen van alle andere levensKrachten geheel anders gewyzigd zyn, dan de opgenoemde verfchy nfelen.— Hy roert vervolgens met één woord de contractiliteit of zamentrekkings-vermogen aan: doch ftaat Lnger ftil op de Irritabiliteit. Hy toont aan, dat dezelve even zo in alle geerganifeerde ligcrrmeii, welker fpiervezelig zamenftel of niet bewezen, of geheel twyffelacbrig is, wordt waargenomen, als in de grovere fpieren van het dierlyk ligchaam. Tot (laving van dit gevreten veigelykt hy de werking van den Polypus en de Mimofa Set/fitiva; en voert de golvende of krampachtige rewegingen aan, welke in de Diontza Mufcipula , de Momordica Elaterium , de Centauren jfaêea, Hedyfatum Gyrans en andere planten by de aanra¬ king van prikkels zich vertonen. Eindelyk fpoort de Redenaar de wyze na, op welke de affchciding der vogten, en de herftelling der verloren delen in het Dieren- en Planrenryk gefchieden; en bewyst len duidlykfte , dat de kracht, , waar door die werkingen voortgebragt worden, overal dezelfde, en in de Dieren en Planten aan dezelfde wetten onderworpen is. | Uit den opgegeven inhoud dezer Redenvoering blykt, dat ' dezelve onderfcheiden nieuwe en niet algemeen aangenomen denkbeelden behelst: zy verlpreidt niet weinig licht over het leerftelfel der levenskrachten; en is zo wel uit dien hoofde, als om derzelver eenvouwdige klaarheid en zuiverheid van ftyl, zeer lezens- en aanpryzenswaardig. 1 De Nieuwe Scheikundige Bibliotheek, uitgegeven te Amflerdam by de Wed. Doll. Daar de Scheikunde thans met recht onder die wetenfchappen mag gerekend worden, welkers beöeffening in het byzonder de aandacht der beroemdfte Mannen heeft tot zich getrokken; en de aanmerkelyke verbeteringen, welke men door een reeks van nieuwe ontdekkingen en waarnemingen, zo wel in het leerftellige als beöeffenende gedeelte dezer wetenfehap gemaakt heeft, onberekenbare voordelen, zo wel aan de Natuurkunde in het algemeen, als aan de Genees- én Kruidmengkunde in het byzonder, hebben toegebracht. Zo was het reeds lange de wensch van allen , die in de bevordering van deze zo algemeen nuttige wetenfehap belang (tellen, dat ook onze Landgenoten, door het voorbeeld hunner naburen, aangefpoord mogten worden, zich meer opzettelyk op de bcöeflèning der Scheikunde toe te leggen, en v.iii de belangryke ontdekkingen, welke men in Frankrek ,. Engeland, ItalienDuitschland, in dit gedeelte der Nitnurkunde gemaakt heeft, een nuttig gebruik temaken.— Om dezen geest van naaryver, by onze Scheikundige Landgenoten , op te wekken , is niets gefchikter, dan .hun met de ontdekkingen en Tydfchriften , welke in de verfchillende linden van Europa, over onderfcheidene Scheikundige onderwerpen , worden uitgegeven, bekend te maken Ene onderneming, waar van men de voordelen reeds lang heeft ingezien , en uit dien hoofde ook reeds begonnen, dan wegens de moeite cn werkzaamheden, welke daar toe vereischjt worden, ook wederom heeft moeten laten varen. Dat 'er ond'ërtüsfchen noch mannen in ons Vaderland gevonden worden , die zich door gene moeite laten affehrikken, om ook in dezen voor hunne Scheikundige Landgenoten nattig te zyn, en alles roe te brengen, wat tot bevordering dezer zo algemeen nuttige wetenfehap ftrekkeu kan. — Blykt uit deze voor ons liggende Nieuwe Scheikundige Bibliotheek, waar van thans het eerfte Deel is afgedrukt. — In de Voorreden , tot het eerfte Stuk, beloven de Schryvers, vooreerst alle Werken, zo in- als uitlandfche, welke tot de Scheikun¬ de betrekking hebben, en Scheikundige Tydfchriften te zullen'bekend maken, uittrekken en beoordelen. Ten tvteden, zullen zy daar in plaatlèn , afzonderlyke Waarnemingen, Verhandelingen, Brieven enz., welke hun over het een «f ara-  C H ) ander Scheikundig onderwerp worden toegezonden. Het is ons oogmerk niet, hier een verflag te geven v*an de onderfcheidene werken , welke in dit Deel meer of min breedvrerig beoordeeld worden, noch ook van bjzondere Verhandelingen , welke daar in geplaatst zyn. Wy veronderftefen mei allen grond van zekerheid, dat zy die zich enigzins gelegen laten liggen aan de vermeerdering hunner Scheikundige kennis, niet meer onkundig daar van zyn. Dit alleen kunnen wy niet met ftilzwygen voorbygaan, dat namentlyk, na ons inzien, de ongenoemde Scbryvers, in hunne beoordelingen,- overvloedige blyken geven, dat zy met de beste Sehi')\ers bekend en in de Scheikunde genoegzaam ervaren zyn, en het hun niet tot oneer zoude verftrekt hebben, zo zy hunne namen daar vóór geplaatst hadden; doch welke re.'.enen zy hier toe mogen gehad hebben, (laat ons niet te onderzoeken. Wy voor ons wenfehen het Scheikundig Publiek geluk met de verfchyning van dit Tydfchiift, 't welk niet anders dan zeer nuttige gevolgen kan hebben, en niet weinig zal toebrengen tot meerdere uitbreiding en verbetering der Scheikunde in ons Land — en hopen tevens, dat de Schryvers in hunne welmenende pogingen door andere hunner kunstgenoten mogen onderfchraagt worden. ( Medegedeeld.) NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 15 July te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 230 a 280 Vriefche Wintergarst dito rode ' . . 2ioa25o Gron. en Oldamfche Elbing. en Heugfche . 2108260 Zeeuwf.enOverm. Winter Koningsberger . 2108250 Dito Zomer Vriefche . . 2208250 Dantzigei'en Elb. Bovenlmdfche . 2101240 Voorlandfche rode . 190a 220 HAVER en BÜEKWEYT. Zee'andiche . 240 a 270 ROGGE. Brouwhaver . . . 1308140 PruiifiTche . . 1903210 Witte Voeder dito . 110.1115 Koningsberger . . 190 a 210 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 23 a 32 Gudro'ogde . . 190 a 205 Dito Brab. en Vlaam. £ 28 a 32 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeemvsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 89$ Qvenn. 't Last. . £86394 Dito Lyn . - <~M Slag-Lvnz. de ton van Dito Hennip . . - 74§ 5 Scheo. Rigaas . ƒ 13814^ Walv. Traan, 't cjuart. Hènnipzaad dito . - naia van 12 Stek. Nieuwe - 112 iDito Rode . . • - 110 Madrid ufo. 2 m. \ 53 $ $ Cadix . 53 r isfabon . 57 Nieuwe Ducat. ƒ 5,15,16 Venctien - 92^92 Qude dit0 \ » Hvomo . iio^am Nieuwe Louis d'Or -11.13,14 aa^Lt f-inAsfign.-6ii»i Guinies - ia^ia dito kort. ƒ » 1 mo]en _ Idem m Specie - ■ Fra,lfch(. Kronen . -8 Londen. 2. m. fj Nieuwe R g a> Dito kort - r Hambug 2. m. Ct. ft. 39fa§ B°. „ t _ Dito kort - 4of — Pct' Wenen id. b°. - 37 Wissel- en Speciecours. GEBOORTE- , TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amjterdam 110; en te Haarlem 15, on¬ der welken laatlten n beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. C BARO-Ï THER- HYGRO-STREEK LUCHTS- Juv ) ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799. ^ TER. TER. TER. WIND. HEID. C 30. Oi Ó2i 72ï N.N.O. T lo 1 30. cï 66 gé bewolkt. / go- o 55ï 66 n. 0. C29. 9\ S9i 60 z-Z-o.. 'voormidd. heldc t II < 29. 9% 74s 45i O.Z.O. verder benevelt. c.2Qj_7j_ 64i 54 o-n.o. C29. 6 66 78 'smorg. regen; 12 (29. si 66i 11 Z.W. verder wolken; £29. 5^ 6\\ 80 'savonds windrig. C29. 61 591 65 woiKen,'zeer wind'ig; 13 < 20 7ï 6? «;<; Z. W. 'sav.h.ude regen en wind; 3 )Z*' k 25i %% WW! &>nn en zware C.29- o 54^ 70 regenbuijenIJ 1 C29. 7 58 6ó w. "."7.. 1 „ ; ) 1 a. rr, wmong; wolken; l 14 ( 29. 95 04 59 'savonds betrokken. 1 / 29. g\ 59i 65 z,w. , , C29. 61 58 i 70 z. z. w. 'smorg. betrokken; win- 15 / 29. 52 65 67 drig; op de middag tegen ) 29. Si 57 75 z- w- met wind; verda wo'k.« C29. 7ï 57 6Si IÖ < 29. 8i 63! Ö5Ï w.n.W. wolken, wir.drig. | C29- 9} I 52 7° 1 .Avonds ftorm met zware regenbuijen. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°, 291. NIEUWE ALGEME NE KGNST- en LETTER.-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. PRTDAG DEN 26 JULT. B ERIGTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Purmerende, den 15 July. Ook alhier tragt het Departement der Maatlchappy: tot Nut van 't Algemeen, aan deszelfs bedoeling, met allen yver, te beantwoorden. Niet alleen is door het zelve ene LeesBibliotheek, ten gebruike van den zogenoemden gemenen man, opgerigt. Niet alleen is, door het zelve, aan Behoeftigen gelegenheid gegeven, om, dooide Wolfpinnery, voor 't minst gedeeltelyk, in eigen behoeften te kunnen voorzien; maar ook was de verbetering van het Schoolwezen, federt enigen tyd, een byzonder doel van de Leden des Departements. Ene Commisfie uit hun midden , gevoegd by ene Commisfie tot het Schoolwezen, door de Municipaliteit aangefteld, en ook meest allen uit Leden van het Departement beftaande, toonde op laatstleden Donderdag, den nden dezer, dat zy niet te vergeefsch werkzaam geweest was. Op dien dag naamlyk , had de plegtigheid plaats van het uitdelen der Eerpryzen aan de'Schooljeugd. D.s 's morgens ten half 10 uren begaven de beide Schoolmeesters, honoraire Leden van ens Departement, zig, met hunne Kinderen, in orde, naar de grote'Kérk; vervolgens wierden de Leden XII. Deel. der Municipaliteit en daar na de Leden van het Departement, door twee Leden van de Schoof Commisfie, plegtiglyk afgehaald, en byzondere, voor hun gefchikte, pïaatfen aangewezen. De Burger G. Habbema, jongde Leeraar der Hervormde Gemeente alhier, en Secretaris der School-Commisfie, deed vervolgens ene korte, doch zeer gepaste Redenvoering, die door de, talryk zaamgevloeide, menigte met zigt- bare blyken van genoegen wierd aangehoord. De Eerpryzen, beftaande in Werkjes, voor de Jeugd gefchikt, wierden, na dat in de vorige week een naauwkeurig Examen had plaats gehad, aan de volgende Kinderen afgegeven: In de derde of hoogde Klasfe, de eerde Pryzen, aan: Pieter Nauta, Hendrik Schaink, Tryntje Pauw en F. J. P. Wormer. De twede Pryzen , aan: Mum Krom, Jan Visfcher, Geertje Gorter en Tryntje Raad; en een Accesfit, aan: Jacob de Reuter, Gerrit Kamman, Jan ter Meulen Comclisz., Jan Comelis Portugees, Elifabetb Schefer en Boortje Hendriks. In de twede Klasfe, de eerfte Pryzen, aan: Comelis Dregman , Gerardus Hulsma , Doortje Klinkers en Antje Kegel. De twede Pryzen, aan: Jan Bakker, Jan van Balen, Grietje Heereman en Jofina Vlasman; en een Accesfit, aan: Sybrand de Vries. In de eerfte of laagfte Klasfe, de eerfte Pryzen, aan: Ferdinant Reyerfe, Jacob K.cne, Antje Bosman en Jannette Berkhout. De twede Pryzen, aan: Jan JT> PW-  Pappol, Gerrit Brinkman, EUfabeth Reyerfe en Chrisüna Wilkom; en een Accesfit, aan; Hermanus Rynink en Tryntje Kortfloot. Terwyl aan alle overige mindere Pryzen, ter aanmoediginge, wierden uitgedeeld. Aangenaam wierd de aanzienlyke vergadering verrascht door den Jongeling Hendrik Schaink, die, uit den naam van alle zyne Medefckolieren, ene gepaste Dankbetuiging, voor de vuist, voordroeg. Een weh.itgcvocrd Orgelfpel, zette aan dit alles luister by. Tranen van ene warme aandoening te zien vlieten, was niet vreemd, en alles wierd voleindigd tot genoegen der aan wezenden, en in 't byzonder van de Leden des Departements. ToPOGRAPHIESCH-HlSTORIESCHE SciIEXS VAN EGYPTE N. (Uit het Hoogduitseh.') Een land, dat over anderhalf duizend jaren bloeide, gedurende welken Griekenland en geheel Europa nog Oogt bosfehen bedekt was, onder welker fchaduw deze en gene Wilden, eikels aten; over 't geheel mogelyk de eerfle, welligtde hefehdafdjfè, Staat der oude waêreld; vol wonderen van Natuur en Konst, en thans wederom het toneel van gebeurtenisfen, welken, hos zv ook eindelyk mogen uitvallen, het late Nagedacht de opmerkzaamheid geenzins onwaardig zal rekenen; — Egypten verdiend tog wel, den Lezeren van dit blad , in ene korte Plaatsbefchryver.de en Gefchiedkundige Schets, van nader by te worden onder het oog gebragt. Egypten, of de lange, kromme, fmalle vlakte, welke de Nyl van Syene af, tot aan de Middellandfche Zee, doorlhyt, en aan weerskanten, door het Arabisch en Lybiesch hoog gebergte, befloten word, heeft de lengte van by de 120 Duitfche mylen, en, tot aan de verdelirg des Nyls, flegts ene breette van 2 tot 3 mylen: tot dat zy zig, van daar, zynde ruim 20 myièn van Zee af, eindelyk uitbreid in een kust van 50 mylen breed. Al het bebouwde land, in deze zonderlinge gedaante liggende, beflaat op zyn meest f)oo Duitfche vierkante mylen, en gevolglyk bykans ene vlakke: ruimte als Portugal ■ met dit alles, telde men aldaar, nog onder de laatfte Pharaöos, 20,000 Pïaatfen en 7 Millioeoen Menfehen (*). Men verdeeld het doorgaans in Opper- en NederEgypten. Opper-Egypten ftrekt zig van da Nubifche grenzen tot aan Kairo uit. De Nyl, na Ednopien en Nubien doordroomt te hebben, loopt hier, ter lengte van byna 100 Duitfche mylen, tusfehen twee vervaarlyke Bergketens door, welken, ter phatf.', waar de vlakte op het breedlle is, niet meer dm ruim 4 maten vijl eikanderen afftaan, terwyl hy, nu eens, ftil en langzaam den loop volgt, door natuur en konst hem aangewezen, dan weder, tot enen fnel vlietenden ftroom opzwelt, zig over zyne oevers ftort, en een langen, reeks van vrugtbare velden befprocid. Hier, in deze vermaarde vlakte, ontwikkelden zig de eerfte kiemen der Menschheid: van daar haalden de Grieken, het eerst, de Wetenfchappen, welken zy, in vervolg van tyd, over heel Europa verbreidden. Hier ftonci het Thebcn, met zyn honderd poorten, de kolosfale Beeldzuil van Memnon, die op de eerile ftralen der opgaande Zon weergalmde (f), en Memphis, in welker nabyheid de eeuwige masfa"s van Pyiamiden zig in de hoogte verhieven. Hier liep de Nyl, met zyne bronnen, om het heilig Eiland Phila, 't geen Of ris gebeente bedekte , nis mede het É'lanel Elcphantine, waar men het klimmen van den Nj 1 mat. Aan het westlyk einde der ■ lakte bevonden zig de beiden wonderen der oude waéreld: het Meir Moris, door men¬ fehen handen geg aven (§), en het Doohiui, "t geen zig aan deszelfs oevers verhief. 'De beiden Bergketens, welken zig door het lange, fmalle , dal van Egypten krommen, openen zig en fcheiden van een omtrent Kairo. De ene, die zig oostwaards wendt, loopt, in fteiie rotfen, tot aan den berg Colzum, by de ftraat van Suez, voort; de aridefH die zvnen weg westwaarts neemd , en Egypten van de Woestynen vanLybien icheielt, beftaat uit kleine zandbergen , op een grondlaag van kalkfteen, en verf est zig eindelyk, by Alexandriën, in loutere zandheuvels. Ter (*) Schlözer's Weltgefchichte. Th. I. f. 170. (t) Germanicus aliis quoque miraculis intendit animum , quorum, praecipua fuere, Memnonis Saxea ejjigies,. ubi radiis Solis i&a est, yocalem fpnum reddens. &.c." Taen'us. ^innal. II. 61. (§) ,, Moer is y aliqunndo Campus, nunc Lacus > vigenti millia pasfuum in circuitu pateus." Mela. Lib. I.  C n 3 'Ter plantfe, waar deze heiden Bergketens van elknr.deren wvken. verdeeld zig ook de Nyl in twee Armen, die in de Middellar.dfche Zee uitlopen, de ene, westwaarts, by Rofette, de andere, oostwaarts, omftreeks Damlate. Hy vormd, op deze uyze, een dneloek, welks baOs omtrent 25 Franiche mylen beflaat, ontdaan zynde uit het flip, 't geen het fwellen der rivier, federt eeuwen, alhier aangeipoeld heeft. Tegenwoordig word wel dit gedeelte niet verder overllroomd; doch, door ene ontelbare menigte van kanalen doorfheden zynde, is het zelve het vrugtbaarfte ïanct op «jOiis-anraDouein. ïxaai ucsi^ua gwaami-, nagenoeg aan een Griekiche A gelykende, noemt men het doorgaans de Delta (*). Dit open gedeelte van Egypten, 't welk zig, in de lengte, van Kairo tot aan de kusten der Middelandfche Zee, en, in de breette, van Alexandriën tot aan den Zeeboezem van Suez, uitftrekt, is Neder-Egypten. In oude tvden, ftortte zig ook nog een aanmerkelyke tak van den Nyl by Pelufium, 20 uren verder ten uosten van z^nen tegenwooraigen uusuya-cn uiuuu, mj de Zee, zo dat de Delta toen byna nog eens zo groot . Was, als thans: maar dit aloude kanaal is nu verdopt, en even daar door dit deel van Egypten, 't geen voorheen even zo vrugtbaar was als de overige Delta, thans ene dorre Zandwoestyn. De Nyl, door derke regenplasfen, opgezwollen, welke, tegen het einde der Lente, in het gebergte van Abysfiniën vallen, begint in het laatst van Juny, aanmerkelyk hoger te worden , en wast vervolgens „ ^« maav . V.nrr>\\TU.r,Ac A Pt, V\r\i\(r{lf*n tYVn WH- 1i1cc1 til 11H_<_1 , uv.ii.mi.jm'. ""f ne overftroming tegen het einde van Augustus, van welk tydftip hy weder begind te vallen. De noogte van net water, waar Dy .egypten zig den rykjltn oogst beloven kan is — volgens opgave 16 Ellebogen lengte (dat is 2.7 voeten, 4 duimen, (*) „ Ita fe findente Nilo, ut triquetram terra; fignram efliciat, Ideo multi, Grecse litterse vocabulo, Delta, appellavere ./Egjptum." Plin. Hifi. Nat. V. 9. (t) Byna in Dichterlyken ftyl zegt Plinius hier van (Hifi. Nat. V.g.y. „Justum incrementum est cubitorumXVI. Minor es aquae non omnia rigant: ampliores detinent, tardius recedendo. Ha ferendi tempora abfumunt folo_ matterne : illa non dant fitiente! Utrumque reputat Provïncia. efurit: quatuordccim cubita hilariiatem adferunt, quinde- tnii oecuru ai¥;/i, ïuxiie'Jini (§) Le Decade Philof. &c. an VII de la Rep. Fr at, N°. 2. p. 93. Franfehe mrat).- BJyft hy lager, dan word niet alles befproeid: klimt hy" hoger, dan loopt het water te laat af. Bereikt de'Nyl'de zo even gemelde hoogte, dan bedekt hy het gehele platte land, vult alle gragten op, en komt tot aan de Heuvels, welken het dal omgeven. De Steden en Dorpen, die doorgaans op kleine verhevenheden aangelegd zyn, de Dyken en openbare wegen, lopen niet ouder. De Stad Alexandria, die aan de Zeekust, 10 of 13 uren van den Nyl, ligt, behoort eigenlyk meer tot de Irytmcne vvoesryne uau tui j^ypu-u. i.uuu ter bekomt zy tegenwoordig alleen door een (legt onderhouden kanaal, welk haar het Nylwater, gedurende de overftroming, toevoerd, en dat de Inwoners bewaren in zeer fraaie Waterbakken, de overblyfzelsvan haren alöuden luister. De Kust, het digst aan Alexandria liggende, laat zig voor de Zeevarenden, die hier aan land ftappen, zeer droevig aanzien: een onvrugtbaar, woest, land, 5* „oor. i,;»f A-m Ae- Pinntpn. wnar van men de Zo¬ den (leekt, en enige Palmbomen draagt. De kanalen, welken voorheen de ommeitreken dezer £>tact vrugrm„rtPn wm vprfl-nnr: df industrie, die hier zo Urtcll juaai\iA.u , — . - veel drukte en beweging veroorzaakte, is geheel vei- Bekend is het, dat Alexanaer de Grote, deze btad heeft laten bouwen, met oogmerk om haar tot den Zetel zynes Rvks, en het Middenpunt des Waereldhandels, te maken. Onder zyne Opvol geren, de Ptolomeusfen, klom zy tot den hoogden trap van luister: ook bleef zy, nog enen geruimen tyd daar na, zo lang zv onder Römen, en na de verdeling des Romeinlchen Ryks, onder Byzantium dondt, ene van de voornaam- tte Steden: nuts oen val van ryruseii ivun eigen kind ; behartigde, en doorliepen genoeg was, om van haar den af- ■ ftand te verkr\gen van dat gedeelte van Holftein , waar- op ; zy tot dien t)d zig een recht had voorbehouden. Gus- ■ taaf III, onder wiens Vader en voorganger het Zweedfche \ Rvk, gcheellyk, door de RushIche Ministers bei'tierd wierd , vJrzcttede zig al fpoedig, na z\ne komst tot den trocn, te' gen dezen invloed, en wist, door de. omv\ enieling ten z;*«ui ' voordele,in 1772, waar van hier een vrj naatiwkeiirig verrrSal ' word gegeven. liet ontwerp, 't geen hier (bk,dz. 12) aan den ' Ruslifchen en Engelfchen Gezmt word toegefchreven, om van ■> Zweden een Wingewest van Rusland te maken , geheel te, verf 1 \delen. Schoon geheel de party v in Frankryk toegedaan , or.r1 veinsde hy enen gcruimen t'yd zyn haat tegen de Rjfctifche; gaf - zelfs Catharina een bezoek in"haar Höfffad, eu brak niet ï openlyk met haar, dan na dat de?e Vorstin op nieuw ia 3 oorlog met de Porie geraakt was. Het zo voor. elig verdrag voor haur, in den j re 1779 > door bemiddeling van den Franfchen Afgezant St. Priest, met de Turken gefloten;, fcheen wel, in den beginne, enen beftendigen Vrede tusfehen deze beiden Mogenhcden te beloven; dog, weldra bleek het, dat Catharina zig niet te vreden hield met de afhangelykheid van de Krim verkregen te hebben, maar dat ' zy niet minder bedoelde, dan dat Schhi-Eiland geheel aan hare kroon te hcg'cn. Middelerw; 1 ontftond het ge- ' fchü tusfehen het 'Wener Hof en dat vaji Berlyn, over de D 3 •  C 30 ) tey&Khé cpvolffcg, '1 geen echter Catharina, ras, door naren invloed wist- té; bemiddelen'; gehk zy almede, gedurende den Oorlog van Engeland, met deszelfs Ameril&fche Volkplantingen , eu verve lgens eok mer Frankryk feeën verbond van gewapende Neutraliteit met de Noordtche Hoven aanging. Sedert gaf een bez/ek van Keizer Jozefh IJ, dien zy te Petersburg genodigd had, haar gelegenheid, om ene geheime affprar.k met dezen tepen de Turken temaken; gelyk zy dan ook kon daar na een'inval in de -Krlm liet doen, en dat Eiland, na deszelfs verovering, in perfoon ging bezoeken. Dit g if aanleiding tot e;:cn nieuwen Oorlog tegen de Turken, d\è echter zo roemnk als voordelig door haar gevoerd en ten laatlle met den Vrede van é~asfi befloten wierd. Alle deze byzonderbeo'en, met meer anderen, ook haar perfoonlyk en huisholidélyk leven betreffende, worden hier in het brede verhaald, van Boek VIII tot aan XII. tervv}! dit laatfte zig voornamelyk bepaald tot den Opftand van Koskiuzko; de laatfte verdeling van Polen ;' den moord van Gustaaf II, mei andere voorvallen, tot en het eindelvk qverlyden van Catharina, De Schryver beiluit het gehele werk met ene 'L\st der Giften, aan hare Gunstelingen: welken, volgens deze opgave, niet minder dan de verb zende fom van 88,820,000 Roebels zouden bedragen hebben; als mede met een Sta 't der vermogens, uitgaven en inkomften van Rusland, gedurende dc regering dezer Vorstin. Volgens dezen bellondt de Rusffche Landinagt, in 1796, uit 550,000 Man: de Zeemagt, uit 40 Linie-Schepen en jó Fregatten, en andere Vaartuigen, behalven de Vloten in de Zwarte- en Kaspifehe - Zeën. De uitgaven bedroegen ii,ooo,oco, dog daarentegen de inkomften 45,000,000, Roebels, zo dat 'er nog een batelyk flot van niet minder dm 34 Mill. Roebels, voor buitengewone uitgave, over bleef: "t geen echter voor Catharina II. niet genoegzaam bleek te zyn, uitwyzeus hare veelvuldige Geldleningen, by de Buitenlanders gedaan. De Portraitten van Prins Potemkin, en den tegenwoordigen Keizer Paul Petrowitz, verfieren dit laatfte Deel. J. M. Schröck, Kort Begrip der algemene Gefchiedenis voor jonge Lieden. Uit het Hoogduitsch , met Platen. D- V. 492 bladz. in gr. 8°. Te Amfterdam by J". A/lart. Dit Vyfde Deel bepaald zig enighk tot de Gefchiedenis der Engelfchen, der Dealen en der Zweden : beginnende de Eerfle van de komst der Anglen of Saxen in Grootbritannien, of het jaar 449 na Krist. Geboorte; de twede van het jaar 800 of de eerfte vernielende Zeerogten der Normannen; en dc laatfte van het begin der '8fl:e Eeuw;, en allen lopende tot den tegenwoordigen tyd. De geachte Schryver gaat hier in op dcnzelfden voet voort, als in de vier vorige Delen: en weet zyne verhalen, op zulk ene klare eu onderhoudende wyze iuterigten , als juist berekend is naar de vatbaarheid der Jeugd en tevens gefchikt om hare leeslust gaande te houden: terwvl ook geöeffenden eu meer in jaren gevorderden dezelve met genoegen kunnen lezen. Daar wy telkens, by ons gegeven verflag van elk afzonderlyk Deel, een rf irecr fttlttl hier vm fevbraeten, bcp-len wt ons thans tct bet flot van elk der drie' Gefchicdenisftn. Die dei Engelfchen eindig .1 op bladz. 266 en volg. met ••ie volgende S.l.ets v.-n den inborst en zeden dezer Natie: „ Na dit ailes, wat wy, fchoon indedaad llech.s met eene fraarzaame hand, uit de zoo ryke ircfchiedenis Jer Engel/ene» verzameld hebben , kan het den leem niet moeijelvk v.llen, èenig derkbecld te vormen van den inborst en 'de zeden deezer Natie. Hréröp fieBben haare liefde voor- eu het genot van- de vnleii, haare. byzoudere Staatsgefteltems, en haare afzondering van bét overige Europa, den voortreflykften invloed gehad. Daar alle de burgers van een Land gekke rechten hebben, gaat een ieder dien weg, welken hy verkiest, zoo lang hy Hechts door de wetten niet weerhouden wordt. Vanhier, dat zich de verfchillende (buiden in Engeland veel gemaklyker onder elkander vermen¬ gen, dan 111 lommige andere Landen. De vcV5röordeelen der j geringeren zyn 'er zeldzaamer, en zelfs onder de laagften is I L-et gezond Verftand vry algemeen. De aanzienlvke wordt Ialdaar niet, op eene flaaffche wyze, maar enkel naar de maate zyner vermogens en verdienften, vereerd; doch een verachtlyk mensch wordt 'er ook openlyk veracht , al ware hy ook de grootfte cn rykfte , en zyne w-'iidaaden kunnen niet zwaarer geftraft worden, dan die van het graauw. Nergens heeft een bekwaam man, fchoon van de minst aanzienlyke afkomst, minder moeite, om zich, door zyne verdienden alleen, tot de hoogfte waardigheden te verheffen, welke onder veele andere Volken Hechts voor den' man van eene voornaame geboorte, fchoon dikwyls van de middeamaatigfte hoedanigheden, fchynen voorbehouden. Nergens gaat men ook zoo gemaklyk van den eencn tot den anderen, byna geheel tegenövergefielden , ftand, ten minften voor een' langen tyd, met een gelukkig gevolg over. Dus is de Engelfche koopman dikwvls Staatsman , Afgezant , en fomtyds Veldheer geworden , en tot zynen eerften ftand wedergekeerd, welke ook in geen ander Land meer geacht wordt, dan in het zyne. Het een en ander is voornaamljk daaraan toetefehryven, dat byna ieder Engelsman zich reeds vroeg met den toeftand en de behoeften van zyn vaderland, dat hy ongemeen lief heeft, bekend maakt, en zich daardoor te meer in ftaat fielt, om hetzelve, op veelerleije wvze, te dienen. Doch het genot der vrvheid vervoert hem ook tot veele zonderlinge bedryven. De wantrouwende vrees voor haar verlies of fchennis maakte hem niet zelden onrustig, partyzuchtig en twistgierig. Eigenlyk gehoorzaamt hy geen* anderen heer, dan de wetten; doch dit heeft hy met andere Volken gemeen, dat duizenden zyner Natie niet weten, wat waare vryheid is, en hoe zy die moeten gebruiken. Deeze zelfde vrvheid heeft den geest der Engelfchen in de weetenfehappen, kunften, en andere edele werkzaamheden , zulk een hooge vlucht doen nemen, dat hen geen ander Volk in meenigte van groote en voortrefhke mannen in allerleije vakken, die meestal zonder de aanmoediging hunner vorften groot zyn geworden, overtreft. De bewustheid hunner voorrechten verwekt wel onder hen eenigen hoogmoed en onmaatig zelfsvertrouwen, welk hun vooral in den oorlog nadeel  C 31 ) deel toebrengt; alsmede zekere geringfchatting van andere v Volken, welken zy in het algemeen niet genoeg kennen, r Hunne trotschheid is, gelyk hunne eigene fchryvers opmer- £ ken, zelfs de bron hunner meeste lorlyke en Hechte hoeda- \ nigheden. Zv zyn veel erniliger en bedachtzaamer, dm de 1 Franfchen, 'van' welke zy eenen byna natuurlyken afkeer 1 hebbeii , en tevens minder gezeliig en openhartig jegens < vreemdelingen, dan deeze. Doch men roemt hen, van den i anderen kant, omdat hunne vriendfehap , welke niet zoo 1 overjld wordt aangeboden , des te duurzaamer is. Schoon zy 1 den krygsdienst met boven den burgerftaat waardeeren, zyn zy, echter, zulke koene en dappere helden, als eenige andere Europttërs. Hunne grootmoedigheid en belanglooze bereidvaardigheid , om het algcmeene welzyn te bevorderen; hunne oprechtheid en weldaadigheid; doch vooral hunne 011bezuisde hevigheid, en de zwaarmoedigheid, waarin zy zoo ligtlyk vervallen, zyn genoeg bekend. Echter moet men hier, zoo min als ten aanzien van andere Volken, gecne in het oog vallende hoedanigheden van veelen _aan allen toefchryven. 'De bloedige dierengevechten, wier befchouwing den Engelfchen zoo veel vermaaks verfchaft, worden doorgaans ten bevvyze van zekere woestheid in hunne zeden aangevoerd; doch het zyn Hechts overblvffels van vroeger vermaaken, .waarin het gemeene volk overal, en het befchaafder gedeelte der Natie fteeds minder fmaak vindt: Met meer recht kan men beweeren, dat zy hunnen gelukkigen toeHand niet verdragen, of zich niet behoorlyk ten nutte kunnen maaken. Een hunner eigene dichters erkent, 't geen Voltaire reeds zeidc, d ,t zv noch voor de flaverny, nochj voor eene volkomene vryheid' gefchikt zyn: cn dit bevestigt hunno eelchicdcflJs tot rlen tegen woorcligen t)d." Met "foortgclyke Karakterfehcts beiluit de Schryver ook zyne Deenfehe Gefchiedenis: „ Van de vroegfte Eeuwen," zegt hy op bladz. 367 env. hunner gefchiedenis, „ komt den Deenen de lof toe van uitneemende dapperheid: en fchoon zy uien met andere Noordfché Volken deelen, is, echter, geen derzelwen byna altvd ter zee zoo geducht en overwinnend geweest, als zy. In"de laatfte honderd en vyftig jaaren, waren hunne oorlogen op het vaste land, vooral mei de Zweeden, deste ongelukkiger. Dit ontftond geenszins, omdat zy thuids zoo dapper niet waren, ais weleer; maar omdat zy niet, gel*k deeze hunne nabuuren, in byna; onafgebrokene oorlogen geoefend, en door zulk een reeks van voorlrefiyke veldheeren werden aangevoerd. Men voege hierby, dat dc Deenen, federt langen tyd, het gemak en de geneugten des leevens meer beminnen , dan de in alle ongemakken geharde Zweeden. In het algemeen fchynen zy wat te langzaam en fchroom■vallig in hunne belluiten te zyn; doch tot derzelver volvoering moeds cn ftaiidvastigrièid genoeg, te bezitten. Tct onlusten en gevveiddaadig'neoen zvn zy niet geneigd; den Eudngelifchen Godsdienst bartlyk gunftig, zonder vervolgzucht tegen andere Godsdienftige' genootfehappen; en hunnen koning uitneemend getrouw, die hen, niettegenftaande zyne onbepa .1de magt, zeer wél behandelt. Behalven hunne braafheid en vreedzaamheid, roemt men ook hunne beleefde, befcheidene, gastvrye, en vooral zeer milddaadige gezindheden, waarvan zy doorgaands blyken geven. Sommigen hunner medeburgers hebben hun een heerfchende neiging tot pracht, gemak , buitenfpoorige volgzucht van vreemde zeden, en verfcheidene zwakheden der eergierige r.mgzueht toegelchrcven; dóch dit alles hebben zy met veele andere Natiën gemeen. Slechts een gering aantal gioote geesten .verhief zich v wel is waar, onder de Deenen, of maakte zich, -ten minften, buiten hun vaderland beroemd; doch zelfs deeze weinigen, of liever de meenigte achtenswaardige en algemeen nuttige mannen, welken zy in byna alle (landen en weikkringen gehad hebben, kan men voor een bevvys houden, 1 dat deeze Natie voor alles gefchikt is." . Eindelyk ftaat de S. by het Hot der Zweedfché Gefchiedenis, bladz. 475-477, met een kort woord ftil op de nieuwe vorderingen der Zweden in de Wctenfchappcn. ,, Gelyk zy weleer in krygsdeugden roemryk uitmunteden, zoo is, in de tegenwoordige eeuw, hun geest voornaarriyk in weetenfehappen en kunften, niet Hechts op een nutt'ge, maar zelfs dikwyls zoo diep doordringende cn \indingrjke wvze, werkzaam geworden, dat ook'andere, door geleerdheid' beroemde, Volken , uit de gefchriften hunner natuur-, mvnwcrk-, fchei-, huishoud-, genees-, wis-kundigen. cn andere fchryvers , veele nieuwe ophelderingen ontleen! hebben. De naamen 'van eenen Klingens tier na , Kaim, "Wallerius, Bergman, Rosen, van Rosf.nstf.in, zyn uit" deeze' talryke reeks Hechts weinige. Dalin , Ihre en 1'hunman hebben de Zweedfché, en de Noordfché gefchiedenis in het algemeen, als mede de vroegere ta'lkem.ïs en nidere oudheden derzelve, zeer wél bearbeid. De üosterfèe taalkunde hebben Olaf Celsius en Peter Forsiïal, ten mme 'de» NaUu)'r- e" vooral der plantkunde, voort re flyk gebéz'igd. Ook hunne eigene taal, welke door kenners als welluidend en krachtig geroemd wordt', hebben da Zweeden', in de laatere tyden , door welfprekendheid en dichtjcun'st deels verfra .id,'deels ten werktuig van een edeler ge: noegen verheven. Onder de voorbeelden van fraai vernuft behooren. "de dichters Noordenflycht, Dalin, Celsius, en meer anderen, zelf Gustaaf l>e derde. Doch eene byzori. dere pi ais verdient hier, ter eere der Zweeden, eer. groot - man in'het R/k der weetehlciiappen, de riluer Karel van i Liene, gewoor,l)k Linn.cus genaamd. Met ee;i verwoudei rens waardige kunde en naauw keurige fchram ei heid heeft hy,. - zoo veel Hechts de kr..chten van da en'kel li.euscn gedoog1 den, het gmtfche onaïmeeilyke Ryk der Natuur overzien, , ten lecrr\ken gebruik e gefchikt, van file dieren, planten en s oiideraardichc fcli.dtcn de afzonderlvke fouten en plaatfen - aangeweezen, hunne kenmerken ïiaauwkeu.ig befchreeveu, - dezelven met een meenigte ontdekkingen, vooral inde plant- - kunde, verrykt, en ook als arts een' uitneemenden roem - verworven. Door hem is de gelukkige cefeniirg der Na- - tuurbefchfyvh'g en daarmede verbondene \, .-etenfehappen in t zvn vaderland gevestigd, en tevens is hy in dezelve de al- - gemeene leera' ir' der L'.uropifche geleerden geworden." 1 Meer behoeven vvv hier zeker niet aftefchryven. om 08- - ze herhaalde aanpryzing van dit nuttig en aangenaam werk,. - te wettigen. Dit Deel pronkt tevens mat ma aantal \m\ , \ IX. Platen. DMV  r c 3* ) NARIGTEN rn BYZONDERHEDEN tot oen handel en scheepvaart, landin veebouw, a I/S mede de huishoukunde , handwerken en fa¬ brieken, betrekkelyk. Fryzen der Granen, op 22 July te Amsterdam*. TARW. Het Last GERST. HetLaw Geld. . Ggld. Poolfthe bonte en witte 230 a 280 Vriefche Wintergirst . dito rode . . 210.1250 Gron.- en Oldamfche _ Elbing. en Heugfche . 21012(10 Zeeuwl. en Overm. Winter K 1/ TVT I . 1 T A IT TVT C - TT" \ t GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopeue Week, is geweest: te Amft er dam 101; en te Haarlem 9, onder welken laatften 4 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige buiten C baro-i ther- hygro- streek luchts- JUv ) me- mome- me- der gesteld- I799- ) ter. ter. ter. wind. heid. f29. 9ï ~T* 6S-w.n.w. Morgens wolken; 17 {19. 9^ °5 53 w.z.w. verder byna helder. r_29- 84 53 7° — ___ \ 29. 5a ÓOi jjfj voormidd. wolken; 18 s 29. 5 05 55 z. o. verder regen en windrig. 129. 4 5* 77 ^29.34 g| 88i z.z.w. ; 19 < 29. A\ 661 7Lé — Verder buijig. L29. 5i 60 83I — - C29. 6i 60 89. z.w. windria; 'smorg. regen; 20 < 29. 7-r _6oi 76 w.z.w. voormidd. betrokken; _29- 8 55 70! — verder bewolkt. ("29.8 ÓO 66 w.z.w. Zeer windrig en bewolkt; 21 < 29. 8 63! 63Ï w. b. z. 'savonds betrokken, (_£_____ 561 78 w.n.w. u»« "ff1"- ^ C29. 8i Ó2i 73 n. w. 22 < 29. 9 67 63i w.z.w. wolken. (29. 84 56 82 — C29. 61 60^ 90: z. o. windrig;'smorg.regen; 23 < 29. 64 65Ï 681 z. verders bewolkt. £29. 6\ J 59^ 77 w.z.w. ' waarnemingen, haarlem. BEKEN 13 MAKINGEN. V SCHOUWTOONEEL-DER NATUUR; EN NATUURLYKE HISTORIE. Nimmer heeft eenig Boek den leeslust der Nederlanderen meer opgewekt, dan het zoo algemeen bekende en geachte Werk, welk te recht den bovenftaande tytel draagt. Dhmeesterftuk van menschlyk vernuft, of l'iever der NATUUR zelve, thands, voor den man van ftitdie niet Hechts, maar, in één ■woord, voor elk weetgierige» in lederen ftand der maatfchappye , tot den hoogften graad van volkoomenheid gebr.igt, en door de hand der kunst met meer dan TWEE HONDERD PLAATEN en KAARTEN opgehelderd en verlierd, beftaat ia X Vil Boekdeelen in 8vo. en zal, geduurende 3 maanden , verkogt worden voor ƒ'16:0:0, in plaats van ƒ42 : o: o, tot welken laatften prys twee talryke drukken bynaér zyn uitverkogt. — Men acht te minder liöodig'het Werk, hier, breeder te befchrvven; en aan te beveelen, daar het in alle zyne aangenaamheid, uitgebreidheid, bedoeling en nuttigheid, kangekent worden uiteen BERICHT, deswege gratis te krygen in alle Boekwinkels; in de meesten van welken het Boek zelf ook te zien is. De derde uitgaaf d iarvan gefchiedt by GARTMAN, VERMANDEL eu HOLTROP, te Amfterdam. V By F- G. ONDER DE LINDEN, te Amfterdam, wordt met veel fucces gedebiteerd, het ongemeen fchoon uii gevoerde FRANSCHE ZAK - BYBELTJEN, in 185 Formaat, met een fraaije Romeinfche Letter, op'Postpapier gedrukt en een derde dunner dan de Hol]. BYBEL, in dat Fomaat, als ook 'T NTEUWE TESTAMENT met de PSALMEN cn de PSALMEN afzonderijk, in den zelfden fmaak als het BYBELTJEN, en ju alle foorten van de keungfte Banfien. Te Haarlem, ïï a...lü OSJES, Pz.  ■ A°. 1799. N°- 2S>2- NIEUWE algem ene KONST* en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFF ENDEN. VRTDAG DEN 2 AUGUSTUS. BERIGTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Leyden, den July. Den q8 Juny 1.1..hield het Genootfchap ter bevordering van Teken-, Schilder-, Beeldhouw- en Boetzeerkunde, in onze Stad, onder de Zinfpreuk: Ars Mmula Natura, opgerigt, deszells eerfte algemene vergadering. Deze werd door den Hoogleraar S. F. J. Rau met ene fierlyke Annfpraak eeopend, waar in" eerst het levendig genoegen en het P >w In Hp heheti'pninfl dier Weteil- wezeiny* imi, uai v-i j" _ fchapren, welke de voorwerpen zyn, waar toe zich dit Genootfchap bepai.lt, en in de befchouwing der Konstihikken, die als vruchten van dezelven moeten aangemerkt worden , gelegen is , kortelyk wordt aangetoond ; en vervolgens verflag gedaan van den oorlprong, de gefchiedenis, de herftelling, en tegenwoordige inrichting des Genootfchaps. Volgens dit verflag beftond 'er te Levden reeds voor den kam mg dezer Eeuw ene School of Akademie van Konstfchildei s en Tekenaars. In den jare 170a verkregen de toenmalige Dircktcir s Carel de Moor en Willem van Mieris, van de Regering, ene toelage van ƒ75-:-: ter betaling van 't naakt model, welke toen jaarhvks, tot in 1795, is betaald. Frans van Mieris en Hieronymus van der Mey volgden, ir * XII. Deel.' 1736, de vorige Direkteurs op, en in 1761 werd delaatstgenoemde door den dood weggerukt en door Abraham Delfos vervangen. In 1763 overleed Frans van Mieris en legateerde aan de Teken-Akademie een capitaal van/'3000 -: -:, waar van de interesfen eerst na den dood van zekere Erfgename van den overledenen , ten voordele der Akademie vervallen moesten; dat voorleelen jaar voor 't eerst plaats had. De Direkteur Delfos bleef na den dood van van Mieris alleen, en hield het lnftituut op zich zeiven ftaande, en offchoon in 't vervolg aangezocht, om zich met zeker Genootfchap, onder de Zinfpreuk: De wiskunde is cle moeaer aer n>etenjenujipen, <.c vu_- l,™Jo,»n fWrr h\r Hir flf uit Zlicht VOOl- de Ollaf- hano-elykheid der oorlprongelyke Teken - Akademie; die "dan ook eindelyk door een klein getal van beöeffenaars en beminnaars der kunst, weder werd opge¬ recht. Deze kochten een geicniKt geouuw, cn ucuu- ten hunne bezignecien met aueen tc iui w tekenen naar pleister en het naakt model, maar ook tot het ten tóoH ftellen van Kunstdrukken uit alle vakken van Schilder- en Beeldhouwkunde; om zo den Vadert?ndfche Kunftenaren gelegenheid te verfchallen om op ene voordelige wyze bekend te worden en kopers voor hunne ftukken te vinden. ' Des Dingsdags en Vrydags, zal 'er 's avonds van 1-^o uren kunstbefehouwmg plaats hebben, en om het E vie"  C 34 ) vierendeeljaar ene meer uitgebreide van Neêrlandfche Meesterftukken; en voorts zal 'er getekend warden naar 't pleister en 't naakt model. BERIGTEN aangaande HET LEVEN en den GELEERDEN ARBEID van GEORG CHRISTOFFEL LICHTENBERG. (Getrokken uit de Lofrede door A. G. Kaestmer', voor de Vergadering der G'óttingfchc Maatfchappy, in 't Latyn , gehouden.) Den i July des jaars 1744, werd Georg Christ. Lichtenberg, te Oberramftadt, een plaats in HesfenDamfladt, geboren. Hy fproot uit aanzienelyke Ouders, die ai vroeg de zaden van deugd en kennis in het hart hunner kinderen ftrooiden. Zyn vader befkedde den tyd, die hem van zyne ambstverrichtingen en bezigheden overbleef, aan de vorming van 't verltand en hart zyner Zonen, en maakte hen met deNatuurlyke Historie en den Sterrenhemel bekend, voor zo veel hunne vatbaarheid zulks toeliet. Na 's Vaders dood genoot onze Lichtenberg het onderwys van den voortreffelyken Wenk, aan de Darmffadfche School. Hy had van zyne geboorte af een zwak lichaam, dat hem tot een werkzaam leven, of voor de ftudie orgefebikt fcheen te maken. Evenwel ,legde hy zig vooral op de Mathefis toe en was een vlytig befchouv\er van de werken der Natuur. Onder begi.nftiging. van den toenmaligen Landgraaf van Hesfen, trok Lichtenberg, in 't jaar 1763, naar dc. Góttingfche Univerfiteit, alwaar hy onder Kaestner en Meister in deMathelis ftucteerde, en zich deze mannen fpoedig tot vrienden maakte. Vervolgens wyde hy zich aan de beöefTening der Wysgeerte, Natuurkennis, Letterkunde en Wereldkennis oïGeolo-. gie toe. Hy beitudeerde den Büttnerfchen fchat van Naturalicn; oeffende zich in het doen van AsTonomifche waarnemingen , en obfervcerde de Aardbeving van 1767, zo als blykt uit de Gött. Gele/irte Anzeigen. 1767. p. 401: den ingang van Venus ia de Zon, op den 19 Junyi76o, en de Cometeii van 1770, 1771 en 1773, waai van hy den loop voor de Göttingfche Maatfchappy aftekende. Hy bezat een zeldzaam geduld en byzondere bekwaamheid in het tekenen van de figuren, en vervaardigde vele aftekeningen van cte vlakken der Maan. Door zyn vaderland opgeè'ischt, en naar Giesfen beroepen, verkoos hy te Göttingen te blyven, en werd daar, in het jaar 1770, buitengewoon Hoogleraar. Hy bepaalde Astronomisch de ligging van. Göttingen, en 'naderhand ook van Ilannover, Osnabrug en Stadiën, op hoger last; hy verkreeg, door middel van Demainbray, den Sisfnfci.cn jQuadrant, van het byzonder Koninglyk Obfervatoriurii fan Riclnnond, ten gebruike: en deed, in 1776, verflag van zyn werk aan de Göttingfche Maatfchappy, waar van hy, in 1774, Lid geworden tvas. Hy gaf, in 1775, het I. Deel uit van de Opera inedita Tobiae Mayeri, en verrykte dit Deel met enen Appendix van eigene Obfervationes. Hy bezocht Engeland tweemalen, eens m 't j^ar 1770 en eens in 1774: werd door middel van Demainbray, aan wien Kaestner hem had aanbevolen, by den Koning bekend, en kreeg verlof om deszelfs eigen Obfervatonum te bezichtigen. Uit Engeland fchreef hy aan zyne vrienden over het Obfervatorium van Hornsby, en den groten Barometer van. coxe. Na den dood van Erxleben, ram hy deszelfs taak op zich, gaf herhaalde reizen verbeterde ui gaven van zyn voorgangers Compendium uit; ordeiwees de Chemie, de Natuurlyke Historie en de Phyfika; en maakte zich zo nuttig voor de Akademifchè Jeugd, als beroemd in en buiten 'slands;. ook maakte hy ene verzameling van voorwerpen tot de Nat. Hist. betrekkelyk , welke aan de Akademie gekomen is. Daar hy de Mathefis in den grond \erftond, was hy in (laat, om een bondig en nuttig onderwys in de Natuurkunde te geven, doch fchikcè zich echte-naar de vatbaarheid en onkunde zyner toehoorde en, en maakte zyn onderwys zo populair als mogelyk was. Met dat al was hy onvermoeid in het doen van zulke proeven niet alleen , die gefchikt waren , om zyne Toehoorders te vermaken, maar ook om de geheime der natuur voor hun te ontvouwen, en maakte zelfs nieuwe on dekkingen in dit leerryk vak. Zo bedi.nde hy zich van ene nieuwe manier, om de natuur en beweging van de elektrieke vloeiftof te onderzoeken, door de figuren, die develve in den e/eclrop/.ore maakt,, welke zelve duurzaam gemaakt kunnen- worden. Hier  ( 35 } van deed hy der Maatfchappy verflag in 1777 en 1778, gel', k uit het VIII. D. der Novi Commentarii S. R. Sc. G. onder anderen blykt; zo als 'er vele ftukken van hem in die Co^nmentarii en in de Commentationes S. R. Sc. Clasfs Mathematica geplaatst zyn. Zyne zwakke gezondheid echter verhinderde hem menigwerf in het leveren van afgewerkte Disfertatien aan die beroemde Maatfchappy; echter bragt hy aan de dezelve zo veel voordeel toe, als hem mogelyk was, vooral door het meêdelen van buitenlandfche berigten, aangaande de Natuurkunde en al wat tot dezelve betrekkelyk is._ Hy was Kaestner en Meister, ft.eds behulpzaam in het beoordelen van Matheraatifche Werktuigen , en het doen van Astronomifche metingen. . In het jaar 1780, gaf hy met Georg Forster , ene verzameling uit van ftukken, tot onderfcheiden vakken der Letterkunde betrekkelyk (*); waar van federt het jaar 1780 tot 1785, 's jaarlyks, 6 Deeltjes uitkwamen. Ook maakte hy den Gottingfchen Almanach (f), zo veel zulk een werkje daar voor gefchikt was, aangenaam en nuttig tevens; en le erde voor denzelven duidclyke en bevallige ftukjes over Natuur-, Werktuig- en Sterrekunde, die niet alleen den onkundigen tot het beöeflenen dier wetenfehappen uitlokten, maar ook voor meer geöeffènden, in die vakken, dikwerf nieuwe dingen en altyd een leerryk onderhoud opleverden. Sedert meer dan ene halve eeuw bewonderen de Engelfchen het hekelend Prentwerk van hunnen Hogarth en roemen op het zelve. Het is by uitftek zeldzaam, zelfs in Engeland, te krygen. Dit bewoog enen Duitfchen Boekverkoper, om dat Prentwerk in een formaat, dat iets kleiner is dan 't origineel, maar daarom niet minder getrouw en bevallig, door den bekenden konftenaar Riepenhausen , uitgevoerd, in Göttingen uit.egeven. Daar nu gewonelyk de fatyren veel langer in aan wezen blyven, dan de perforien of zaken, welke 'er door geti offen wof den, zo hebben ze dikwerf uitleggers nodig; gelyk uit die van Horatius en Juvenalis blykt , welke dikwerf zonder de hulp van de Grammatici niet wel verdaan zouden worden, even ^Js vele fatyren van Boileau zonder de ophelderingen van Brosset. Tot het verklaren nu van Hogarths werk, kon (*) Göttinger Magazin für Wisfenfchaften and Liter atur. ft) Gnttingifcher Tafchencatender. Tafchenbuch zufo Ntstzen und Vergniigen. 1778—Ï799- niemand gefchikter gevonden worden dan Lichtenberg. Bekend met de Engelfche Zeden en Anekdoten , was hy een vlytig cn fcherp befchomvcr van die platen, welke hy met zo veel vermaak beftudeerde; en deed met zyne pen, het geen Hogarth met zyn penceel en graveernaald gedaan had (*). De fchrilten van Lichtenberg allen hier optegeven, laat het beftek niet toe; men vindt 'er ene lyst van, die hy zeker zelf opgegeven heeft en die tot aan 1787 loopt', in de Gefchiedenis van de Góttingfche Univerftteit door Putter, (f). De zwakheid'van zyn lichaam maakte, dat hy zich aan de ftudien, waar in hy heeft uitgemunt, geheel kon overgeven. Zo lang als hy te Göttingen nog ftudeerde, kwam hy naauwlyks zyne droevige ziekte te boven. Gedurende zyne Astronomische en Engelfche reizen genoot hy echter ene betere gezondheid, dan hy zelf verwagtte. Doch hy leidde een veel te zittend leven , in de laatfte jaren kwam hy de gehele week niet van^z n ftudeerkamer, maar den Saturdag eu Zondag bragt hy in een tuin, buiten de Stad, door, en liet zich dèrwaards met een wagen brengen. Uit hoorde van zyne ftandvastigheid in het verduren van zyne lichaamskwalen, van zyne zeldzaam afo-ebroken werkzaamheid, en van de veelvuldigheid zyner fchriftcn, die volgens zyn oordeel om zjne gedurige zkkelykheid verfchoning verdienden, maar die indedaad dezulken verre overtreffen, die door menigeen, naar lyf cn ziel gezond cn fterk, gefchreven zyn ; moge men hopen, dat hy nog langer leven zou. Ook verftoorde de eerfte aanval van zyne ziekte, die jaaflyks byna op enen vasten tyd weder kwam, die hoop niet geheel; maar nu, daar 'er ene ontfteking in de long bykwam, ontrukte zy, op den 24 February 179°des morgens, Lichtenberg aan zyne geleerde Ambtgenoten, aan zyne Vrienden, aan de leergierige Jeugd en aan zyn Vaderloos en treurend huisgezin. Als Schryver echter leeft hy nog voor de beöeffenaars der Meet- en Natuurkunde niet alleen, maar voor (*) G. C. Lichtenbergs ausführlicïie ErkJartmg der Hogarthifchen Kupferftiche, mit verkleinerter. ader vollftandigen L>pien derfelben , vpn E. RiepenhAusen. Erft e Lieferung. 'Göttingen 1794. Zweyte 1795. Dritfe 1796. Vierte 1798. Fünfte 1799. (t) Verfmh einer academifchen Gefchichte von der Georg-Augufius-Univerfttdt zu Göttingen, vom geheimen jfitdizrath Putter. Zweyter Theil. Göttingen 1788. §. 126. E 2.  C 3<* ) voor zeer vele anderen, die flechts ene bevalliger lectuur beminnen; doch niet zulk ene, die gefchikt is, om, (gelyk de Franfchen het zeer aartig noemen,) den tyd te deden (*), maar veel eer om den geest te verlieren, het kwade te leren vlieden, en de deugd te doen beminnen. ToPOGRAPHIESCH- HlSTORIESCHE SCHETS VAN EGYPTEN. (Uit het Hoogduilsch.~) Vervolg van Bladz. _8. De Torens, die aan den muur gehegt zyn, welken liet eerst in 't oog vallen, zyn het werk der Arabieren, die 't geen 'er op dien tyd van de reeds verkleinde Stad nog over was, op die wyze hebben ingefloten. De lporen, der verfierzels, daar aan te ontdekken, errinneren noch aan de Eeuw van Alexander, noch aan «e Heerlchappy der Romeinen. Weliswaar, dat'er aan deze Vestingwerken ook zeer fraaie pilaar-fchachten zyn gebruikt geworden, maar ze zyn, met. zo weinig oordeel en Imaak, daar aan gebragt, dat men 'ci; zonder moeite, da hand der Baibaren aan onderkennen kan, die de bouwvallen van pragtigc gebouwen, onder hun arbeid mensden. Siegts 10 voeten van deze muur zyn de Obelisken of Naalden, welken, volgens de opgave van verlcheiden oude Sctnyvers, tot het Palets van Kieopatra behoorden, waar van de Ruïnen zig, over de mu:cn heen, diep in Zee uitftiekken, alwaar men ene grote menigte van gebroktne Zuilen en andere overblyfzels van Bouwkunst befpeurd. Een van deze Naalden ligt op den grond, en is, merendeels, met aarde bedekt; de iedere verheft zig omtrent 't midden van de nieuwe Have j agter den muur, waar van wy zo aanftonds melding gemaakt hebben: dezelve beftaat uit een enkel graniet (tuk; de voet-is in den grond gezakt, en zy is tot boven in den top met Hieroglyphen bedekt. Pococke rekend hare hoogte , boven de oppervlakte van den grond, op 63 Engelfche (01" óo Franfche) voeten, en de breette van elke zyde, beneden, op 7 voeten. Waarfchynlyk ftonden de Portico's of Voor- ( *) Ttür- le t ernst portalen, tot het Paleis van Kieopatra behoord hebbende, aan den oever der Zee, en men kwam door dezen, in een tweden ingang, waar voor ter wederzyden een van deze Naalden. Uit de verconing der Ruïnen van Theben, Phila en anderen .j 1'cliynt het namelyk, dat de Egyptenaren hunne Obelisken of Naalden niet in het midden van een plaats of voorplein, maar aan de zyde van de Hoofddeur plaatften. Het is waarfchynlyk, dat' Kieopatra elezen uit enig ander gedeelte van Egypten vervoerd hebbe (*), teneinde de toegangen van haar Paleis daar mede opteliei en: vermits men, ten haren tyde, gene Hieroglyphen meer op openbare Gedenktekens graveerde ; de betekenis derzelven was toen reeds geheel verloren geraakt. Een andere, nog belangryker Bouwval is de zogenaamde Zuil van Pompcjus. Dezelve Haat op een Vtivcl, waar van men over Alexandriën en hare beiden havens heen ziet. Haar volle hoogte bedraagt 114 voeten. Haar Stam of Schagt beftaat uit een enkeid ftuk graniet. Een der oude Reizigers, Paul Lucas, wil, dat haar voet flegts op een kleine fteen, die nog maar alleen van haar grondslag over zou wezen, rust: doch deze opgave is valsch": hare gronelflagen zyn flegts, door de Arabieren, die aldaar fchatten zogtc-n, gelyk zv geloofden, dat alle oude Gedenktekens zo- danigen bevatteden, een weinig befchadig.1. Sayary geloofd, met den Arabier Abulfeda , dat deze Zuil niet voor Pompeus, maar voor Severus, is opgerigt. Zes of zeven uren boven Alexunclricn komt men, langs deze dorre 1 Zandkust, aan een Voorgebergte, alwaar het Kanopus der Ouden lag, en waar men thans een Kasteel ziet, waar op enige kanonnen liggen, cn 't geen den naam draagt van Abukir. By dit Voorgebergte (of Kaap) 't geen op de Franfche Kaai ten, ook Bequier of Bequieres genoemd word, viel, op den 1 Aug. 1798, de verfchrikkclyke Zeedag voor tusfehen de Franfche Vloot, die Bonaparte naar Egypten overgevoerd had, en de Engelfche, onder Nelfon. Enige uren verder op komt men aan den westlyken arm des Nyls, en aan de Stad Rofette, die aan den oever dezer rivier ligt. Hier eerst begint men te befpeuren, dat men in het vrugtbaar Egypten is. Aan de (*) 'Er waren meer dan 80 Naalden van de eerfte grootte ; in Egypten: verfchcidene daar van ftaan of liggen nog heden, in Romen. De grootftc van Rhampfes > 145 palmen hoog, heeft Paus Sixtus V. in het jaar 1588, voor de Kerk S. Giovanni in Laterano , weder oprigten laten. Schlozer's Weltgefch. Th. L f. 183. i  C 3? )' de boorden'van den N\l, byzonder aan den kant den Delta, ziet men de fchatten van Lente, Zomer eiv Herfst, te gelyk, en in overvloed, by eikanderen. De grond is een zwart flib, wiens vrugtbaarheid onuitputlyk is (*), dezelve draagt al wat men wil, zonder ooit te rusten. De Dadel- cn Palmbomen, de Wyngaaiden en wilde Vygen CSycomores) geven de aangenaamfte lchaduuw, Cn, zo verre het oog reikt, ziet men niet dan groen, vrugten en koorn. De tegenwoordige Hoofd/1 ad van Egypten is, door de Ar-bierèn gebouwd, die haar El Kahira (de Zcegryke) noemden, waar van dc Europeanen Kairo gemaakt hebben. Zy ligt een half uur oostwaarts van den Nyl', een weinig boven die ttreek, alwaar de rivier zig in twee takken Verdeeld, waar mede zy de Delta omvat. Men noemt haar ook Groot Kairo, integenoverftelling van de Stad Fosfat, die een vierdedeel uurs daar van, zuid\vaarts, aan den oever des Nyls ligt, en zomwylen oneigenlyk Oud Kairo geheten word. Groot Kairo, of korter Kairo, ftrekt zig uit langs een kanaal, 't geen, gedurende ele overftroming, vol loopt en het water uit den Nyl1 in de Stad voerd. Savary üeld hare lengte van het Noord- naar het Zuiden , op \\ Franfche' ruylerL, en hare breette van het Oosten naar het Westen, op de helft. Volney rekend hare bevolking op 250,000 Zielen. De ffraten zyn 11 aanw en krom: op zekere afila-neien doen zig grote ledige plekken op, die, by het klimmen van den Nyl, onder water geraken, en, gedurende -den overigen tyd van het jaar, boven zyn. In September vaart men 'er met Schepen op, en ih Mey daan zy met bloemen er kruid bedekt. Kairo heeft omtrent 300 Mofcheën, waar van velen meer dan een Minoret hebben: dezen naam geeft men aan de rcr.de, htge en !pitfe torens, die met verfcheidene ganeryen omgaven zyn, waar van het Volk tot het gebed wo d opgeroepen. Omtrent 800 Hemmen, laten zig, in een ogenblik, op zekere, by den Koran bepaalde uien, in die wyken.der Stad horen. : '( Het ver/lerkt Kasteel van Kairo, waar op de Bas fa van den Groten Heer woond, ligt op een fteiton ro e, die met dikke en hoge muren ni;ge\en is. Deszelfs omtrek is meer dan van een v:c r qdeel uurs, en het bevat, behalven ene flegte Cm.,iel, de ruïnen van het (*) „ Cum cseteri amnes abluant terras et eviscereut, Nilus adeo nihil exedit nee abradit, ut contra adjiciat vires. Ita juvat apros dnabus ex causlis, et quod inundat,. et quod oblimat." Seneca Mat. Quaest. IV. 2.. Paleis cler Egjptifciie Sultanes, benevens een bion of put, in de rots gehouwen, die 280 voeten diep is, en 42 voeten micidcilyns heeft. De emmers worden door Oslén naar bóven gehaald, maar he' water is wat ziltig en men drinkt het alleen in gevalle van belegering. Het Kwartier der Janitfaren, op dit flot, Duit in zig de bouwvallen van liet Paleis van den by de Kruistogten zo vermaarden Sol an Sila/i-eddin , gemeenlyk Saladin geheten. Een weinig van deze ruïnen af is eeu heerlyk Belvedère: een Zaal, die op den hoogden top derCitaielle ligt, en van waar men een onbelemmerd gezigt heeft langs den gehelen Horizon. Van daar ziet men den gehelen omvang 'van Kairo, met alle hare Minorets. Naar den Nylkant ziet men ryke velden, met koorn bedekt, en verheid met boschjes van Dadelbomen. Wanneer men, gedurende de overdroming, naar beneden kykt, word men, zo verre het oog reikt, een foort van Zee gewaar, met Dorpen, die alsdan Eilanden zyn geworden, fraai doorfneden en bezaaid (*). Op den agtergrond dezer Schildery, doen zig de Piramicden op, die zig, als bergtoppen, in de wolken verliezen. De Haven van Kairo aap den Nyl. draagt den naam van Bulak. Dezelve vormt een Vlek, dat zig langs je revers van de riviere uitdrekt,, alwaar onophoudeiyk' talleloze menigten van Schepen van allerlei maakzeï cn grootte aankomen. Zommigen, die derk en duurzaam gebouwd zyn, hebben twee masten, en dienen ter overvoering van goederen, welken van Alexandriën cn Damiate komen , of derwaarts afgefcheept worden; in dezen vind men doorgaans ton groot vertrek voor. Reiz gors. Anderen, welken ligt en zonder verdek zyn, worden enkel gebruikt óm menfehen ovtrcevoen.n. De zulken, wa; r van men .zig tot Speeltogtie-' bediend, zyn befchilderd, met ihywerk, en de kamers in dezelven, met tapyten belegd : men ademt op dezelven de aangenaamfte koelte in, wejke doorgaans op den Nyl waaid. Wanneer men van Kairo de beroemde Piramiden wil gaan bezigtigen, laat men zig over den NyJ varen:, aan de overzyden by Giza geland zynde, heeft men nog 3 uren te gaan» Zy veihefren zig aan den voet (*) „ lila f'cies pulcherrima est, cum jam fe in sgrqg Nilus ingesfit: Latent campi, opertseque fuöt valles- oppivia infularum modo exftant. Ntilrum in mediterraneis, nili per havigia, commercium est; majorque est ketkia in gemibus, quo minus terrarum fuarum vident." Seneca Nat. Quasst.  C 33 3 vcet der heuvels, welken het dal aan den'westkant omringen, (taande op een langzaam oplopende verhevenheid, welken de overftrótningen der riv,'er:.n buiten (laat deid , derzelver vnetdukken te befpoelen. Men. weet, dat zy tot Grafdedcn dienden voor de aloude Egyptifche Koningen. Men maakte tot dat einde binnen in dezelve een enkele kleine kamer, die. z'o elra het lyk daar in gezet wat,, zo vast en kondig digt gemaakt wierd, dat men dezelve, niet dan met veel moeite en grote kosten weder open kon krygen. Alle Reizigers fpreken 'er met geestdrift van. Reeds öp den afft.nd van 10 uren, eer men zo verre komt, word men deze door konst opgeworpen Bergen gewaar (*). die hier reeds federt' derdehalf duizend "jaren , ter hoogte van 640 voeten boven de overvlakte van den Nyl, tegen alle aanvallen des weders en der barbaarschheid, onwrikbaar pal donden, en nog duizenden van jaren kunnen daan. Zy fchynen zig,naar mate men haar naderd, te verwyderen; en men is 'er nog wel een uur verre van af, wanneer men reeds aan derzelver voet meend te vezen: en niets is in daat de veelvuldige aandoeningen uittedrukken , welken den geest en het hart bedormen, wanneer men haar tverkelyk aanraakt. De hoogte van derzelver top, haar fcherpe afhelling, de verbazende uitgedrektheid van hare oppervlakte, het gewigt van hare masfa, haar ouderdom, de berekening van den arbeid, daaraan té koste gelegd (f), de overdenking, dat deze onafmeetlyke Steenrotfen het werk zyn van den meiisch, (*) „ Disjectas inter et vix pervias arenas, inftar montium eduCte Pyramides " Tacitus , Annal. II. 61. (t) De hoogfte Pyramide, die vzïiCheop, heeft, volgens de opgave van Chazelles , een Medelid der Paryfche Akademie van Wetenfchappen, welke, in 1693, haar op de plaats zelve naauv. keurig heeft opgenomen , de volgende maat: Ene zyde der Bafis, zynde een vierkant . 110 Toifen. De z\kanten (ftaces) zyn gelykbenige driehoeken ; gevolglyk heeft de oppervlakte der Bafls 12,100 O T. De regtftandige hoogte is ... 77$ T. En de foliditèït . . , 313,5900^0. T. (Zie Rollin, Hist. Anc. T. I.) Honderdduizend werklieden waren 20 jaren lang bezig aan het optrekken van dit byster gevaarte, 't geen nergens anders toe diende, dan, om, in deszelfs midden, voor den trotfen Pharao een Grafkelder, van flegts 3 voeten breetre en hoogte en van ruim 6 voeten lengte, te verlenen. Met hoe veel recht noemd derhalven Plinitss de Pxramidcn: „ Regum pecunia otiofa ac ft uit a ostentatie-!" d;e zo klein en zwak aan haren voet kruipt dit alles brengt de veibeddingskragt in volle-werking, en kan met misfen, verbazing, verwondering en eerbied inteboezemeu. < ([Het vervolg hier na.) XARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, aj.s mede de h u i s h o ukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. NOOD- en HULPTAFEL ter verhoeding der runder-pest of eesmettelyke veeziekte ; ontworpen door DOCTOR F A U S T. |-$ƒ.•!£.. V'«33 *XU f4ViVy/'V fefijty vU;tiW flUi'^ ftV. rA$t De deugdgezinde zorgt voor 't leven van zyn Fee. Spreuken X.U: 10. Vert. van Hamelsveld^ (Uit het Hoogduitsch.) t. Grondbeginselen. I. De ware, landverdervende Veeziekte, Galziekte (Uebergalle), of beter gezegd Runder-pest, (die voorma'als door zieke Runderen uit of door Hongaryen of Polen naar Duitschland , voornamelyk in Oorlogstyden, het allereerst werd aangebragt) onrftaat in Duitschland enkel en alleen door aanfteking of befmetting. TI. Deze aanftekende, vergiftige ziekte, werd in Duitschland door onvoorzichtigheid van de ene plaats naar de andere , voornamelyk door middel van den Veêhandel en de Beesten-markten ',. verder overgebragt en verfpreid. III. Al wie ten tyde der Runder-pest geen Rundvee koopt of verruilt; z\n Rundvee wel in acht neemt; het zelve afgezonderd houdt; gene vreemde menfehen 'er by laat; en 'er voor zorgt,1 dat geen vreemd Rundvee, in zyne ftallen, op zyne weiden, en onder zyne kudde, by het zyne kome; en alzo de befmetting verhoedt: diens Rundvee blyft gezónd. IV. Iedere Gemeente, die ten tyde der pest zorge draagt : dat de gemeenfehappelyke ftallen en weiden, die tusfehen twee Gemeenten in liggen , by tyds verdeeld en van elkaêr verwyderd worden, en dat de kudden worden bewaakt, dat 'er geen vreemd Rundvee in hare Gemeente en by hare kudden kome; .dat haar Rundvee alleen blvve, en dat ieder lid der Gemeente zynen pligt betrachte: bewaart zich vry van de pest. .... . ' V. In oorlogstyden: men verdele alsdan deze Nood- en Hulptafel. Men lette met de gröotfte opmerkzaamheid op de Runder-kudden uit Hongarjen.en Pelen, die op de grenzen dier landen quarantaine houden moeten; men voege aan dezelve opzieners toe, het g aitfche land door; in de plaatfen, waar zy doorkomen moeren, make men zulks 24 uren te voren bekend; men mr.ke voor dezelve voeder en weiden gereed, eu leger plaatfen buiten den omtrek des oorts: men  C 39 ) men houde zyn eigen "Rundvee en dat der Gemeente op het zorgvuldigst van deze kudden , en van derzelver wegen, drenk- en rustplaatfen en weiden af'; men begrave den mest en het overgeblevene voeder dier kudden diep onder den gfonëj-en niemand kope Hongaarscl» of Poolsch Vee. VI. Tot de legertransporten ueme men in tyd en van pest, waar het moogljk is, Paarden; heeft men echter daar tbe Rundvee gebruikt, zo zy men ten uiterften op zyn hoede! Men brenge het zelve in gene grote, met-veel Vee bezette, aan den openbaren weg liggende, verdachte of reeds aangeftokene ftallen, nog op befmette plaatfen, of by enig ziek Rundvee; men geve het zelve geen verdacht of overgebleven voeder, men behoede en verzorge behoorl-yk zyn Vee! en als men terug komt, zondere men het zelve 10 dagen, lang van dat, 't welk t'huis gebleven en van de gehele kudden naauwkeurig en zorgvuldig af. II. Uitwendige kenmerken der Runder-pest. De ziekte begint met enen ongewonen, korten , drogen hoest. Het gantfche lighaam van 't beest wordt meermalen des daags en enige dagen na elkander van ene huivering en be-vittg bevangen; de hoornen en oren zyn dan eens koud [en dan eens heet. Het dier wordt ftiller, trageren fchuwer, als het anders was. De eetlust vermindert; en vele dieren willen niet goed drinken. 't Herkauwen en likken om den mond neemt af. De Koeijen geven minder melk. Het beest wordt treurig, laat den kop en de oren. hangen, fchudt den kop en knarst dikmaals met de tanden. Het hair wordt ruuw en zet zich in de hoogte. De ogen krygcn een verglaasd aanzien, aan die ziekte byzonder eigen. ( Het dier kromt zich dikwyls, vooral by het lofen van water en mist. Het zet cte voor- en agterpoten nader by eikair, en de agterpoten liaan voor op 't hoorn. Het beest is in het begin der ziekte gewonelyk veritopt; de mest is droog. De eetlust en inzonderheid het herkauwen gaat sÈReei weg; en liet dier verlangt hoe langer hoe meer naar koud drinken. ' De Koeijen houden langfamerhand op met melk geven. Op den tweden of derden dag, na het kennel}k uitbarsten der ziekte, beginnen de ogen, de neus, en de muil te vloejen; derzelver uitvloeifel is eerst waterachtig en wordt naderhand dikker en eindeljk etterachtig, motterig en ftiiikend. Het beest haalt zwaar adem en fteunt. De meeste beesten krygen den buikloop, waar by zy enen dunnen en rottig Hinkenden mist kjwyt raken. Deze buikloop is dikwyls met perfing en aandrang verbonden; maar dikwerf loopt de mist ook onwillekeurig weg. Enige beesten krvgen geen buikloop, maar blyven verdopt. Tegen, het eind der ziekte valt het beest de ademhaling uoj; moenyner; ue auein woku miiKena; net dier zucht en fteunt; wordt eindelyk rustig — en iterft, Andere bees'en zyn fomtjds- zeer onrustig eu wild, en fterven onder een gedurig müiven, Rampen, knarsfetauden en ftuiptrekken. JSJB. Alle de voormelde toevallen hebben niet altyd by alle zieke beesten en by elk in 't byzonder plaats. De meeste beesten fterven op den derdenvierden of vyfdendag, na dat zich de ziekte 'geopenbaard heef; weinigen halen den zevenden dag. UI. Inwendige kentekenen der Runder-pest. Als men de beesten, die de nesr vrhuA hoW>m, en derzelver magen onderzoekt: zo vindt men den' derden' maag ^uich men uü pcui> ipjairerj, net ooeü, net menigvoud of de lebbe noemt) byna altyd zeer opgevuld en hard. En als men dezen derden maag'openfnydt: zo vindt men, dat het voeder, 't welk in denzelven en zyne menigvuldige bekleedfels is. fdgf in den nal imrlvkpn ftaaf KW.,>_ Ar achtig is,) meestendeels zo verhard en uitgedroogd, dat men Walmeer men vnnrfK hpt verrlrnno-He vnnAar nif Hon ,„0.,™ wegneemt, dan gaat gewonelyk de inwendige maaghuid mee; pn mpin vinHt- in Aat\ winn- ^ÏI^.m,!.- ..^.,-1.. i.l - ■ . .... ....vil ... ^vu maag umwjjo 1UUC CU UiaUWU , menig¬ maal ook zwarte en brandige plekken. De vierde nin.np- en rie rinnne darmen v-un non-nnol, t mot rode, blauwe, zwarte vlakken bezet; en"de galblaas'bevat veei jjai. NR De ODp-emeldi? tekenen vindf men niet hu alle 7inlro beesten, noch ook in den beginne of in alle de tj den der Nï AlQ He r^Qt' i,l Aan /vmt-rofr b,n „~ r,f ...... ... .iv... füL,^.^ ^ u, uwiuti uuu. heerscht, moot ieder ftukRundvee, dat aan ene ziekte fterft, geopend eh de pens (pfait er} moet inwendig onderzoent NB. Bv de OCenillp- M',.V\ rfode hpesfen . mnefen He min-on en de darmen t'clken reife uir het lighaam genomen worden; wyl men ze anders niets recht onderzoeken kan. NB. Als men ren rvda der nest en in Aprii'Uer mki.ii»;i by een geopend beest verhard en droog voeder in den'pens ^yjit^cr j vujui, iu moei uien --taniiemen, aat net oeest oe pest -heeft .kunnen hebben en aannekend of befmettcud. geiweest zyn. IV. dodelykheid der runder-pest. Uit berekeningen , over gehele landen , gemaakt, leert men, dat doorgaans, Jt zy men geneesmiddelen gebruike o£ niet, van 4 zieke ftukken 3 ftukken fterven. Vele hondertduizenden ftukken Rundvee zyn federt 1795 tot 1798 in Duitscfilaiicl, door de allesverwoestende pest gedood geworden. En Duitschland is weder in gevaar vande Runder-pest. V. Natuur en eigenschappen der Runder-pfst. De Runder-pest is enkel en alleen- ene ziekte van heiRund vee. Zy  C 40 ) Zy is .van alle andere ziekten van het Rundvee onderscheiden. Zy is in den Zomer en in den Winter, by droog en nat weder, cn in alle Landen, wat het wezenlyke aangaat, zich zelve altyd gelyk. Zy overvalt en doo^t oud en jong, zwak en fterk Vee. Vee- of Rundvee-;-iekre, ( Lhferdurre,~) droogte in de maag, galziekte, zyn verkeerde namen ; de rechta, duideljrke en bepaalde naam derzelve is Runder-pest In Duitschland onrJhat de Runder-pest niet door het weder, hitte of koude, droogte of nattigheid, door regen, mist, daauw, voeder, weide, verrot gras, nat en rottig hooy, door Hechten drank, oppasfiug, bezorging, al te zwaren arbeid, honger en gebrek: door alle zulke dingen ontftaat de pest niet. De ware, landverdervende Runder-pest, die t'elkemreize , ] ook in 1795, uit of over Hongaryen of Polen komt, ontftaa't in Duitschland ejdkel en alleen door aanfteking of befmetting, door het overbrengen van het Pestgilt van een *iek op een gezond beest. (Het vervolg hier na.) Pryzen der Granen, op 29 July te Amsterdam. Het Last Ggld. TARW. Het Last: GERST. Het Last Ggld.! Ggld. Poolfche bonte en witte 2308280 Vriefche Wintergarst tjSto rode . . 210 a 250 Gron. en Oldamlche . Elbing. en Heugfche . 210 a 260 Zeeuw!, en Overm. Winter Koningsberger . 2101250 Dito Zomer Vriefche . . 220 a 250 Dantziger en Elb. . Bovenlmdfche . 210 a 240 Voorlandfehe rode . 1908220 HAVER en BüEKWEYT, Zeelandlche . S40 a 270 ROGGE. Brouwliavcx . . . 123*130 Pruisfifche . 185 a 200 Witte Voeder dito . 1053110 Koningsberger . . 185 a 200 Roekw. Amersf. en Gooil. £30833 Gedroogde . . i85a20olDito Brab. en Vlaam. £ 30233 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeemvsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 89I Overm. 't Last. . £ 85 a 94 Dito Lyn . . - 66| Slag-i.ynz. de ton van Dito He mip . . - 75f 5 Schep'. Rigaas . ƒ i3|ai4§ Walv. Traan, 't quart. He'nnipzaad dito . - nai2 van 12 Stek. Nieuwe - 112 Dito Rode . ... - 110 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. % 57 %r Cadix ■ - 57 Lislabon - 57$ Nieuwe Ducat. f 5,15,16 Veneuen - 90 0ude ger, dito . 6,r4,,5 Livomo .110 Nieuwe Louis d'Or -11,13,11 dito kort. ƒ » » i« Piitolen - 10, Idem m Specie - Franfche Kronen -^a -,8 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksdt . Dito kort Hambug a. r, Ct. ft „ . 9I?a02pC, Wenen id. B°. . 36j357 MAANDELYKSCHE PRYSLYST oer IN- en UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Ho''and 21 prCts. 33 a 4? prCt. Zee¬ land 2\ prCts. 29 a 32 prCt. Frieslind 2 prCts. 32 a 34 prCt. Generaliteit Anticipatie en-Marine. 3. prCts. 36 a 44 prCt. Bataaffche Refcriptien 4 prCts. Losbaar 1799. 941a gói. 1800. 61 ï a 6üi. 1801. 47 a 482. 1802. 42 a 43. 1803. 38 a 39. Ï804. 37 a 3*. Na den Vrede 32 a 32}. O. I. C. Lot. I785eni78ó. 3 pr-Cts.. 36 a 38 prCt. Diverse Buitenlandsche. Amerika.- 5 prCts, 91 \ a 92 \ prCt. Dito 4 prCts. 79 a 80 prCt. Dito 4 prCts. met premie. Sgï a 91 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 624 «63! prCt. Roomfche Keizer 5 prCts. 53 a 541 prCt. Dito 4. prCts. 43 8 45^ prCt. Spanje 4' prCts. Losbaar 1799. 92 a 93 prCt. 1800. 79 a 80. 1801—1807. 60 a 63 prCt. Dito 5 prCts. 80 a 81 prCt. Idem van 1 7ber 1798.66367 prCt. Rusland 5 prCts. 75* a 764 prCt. ' Zweden 5 prCts. gok a 92 prCt. Dito 4' prCts. 87 a goi prCt. Dito 4 prCts. 85 a 86'ï prCt. Denemarken. Tolk 4 prCts. 92§a94 prCt. Dito Hot'ft'ein 98 a 983 prCt. .Dito Leen en Wisf. B. 93 a 94 prCt. Dito Kroon 92 a 93 prCt. Amft. 29 July 1799. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amft er dam 92; en te Haarlem 8, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. WEERKUNDIGE w buiten h , T C BARO-l THER- hygr0-STREEK LUCIITS- j JUly / ME- MOME- ME- der GESTELD- 5 l799- ) TER. TER. TER'. wind.: HEID. C 29. 6^ 63 71 i z. w. vooimidd. bewolkt; 1 24 \ 29- Si 69Ï 59 z. 0. verder regen; / 29- 5^ 56 85 z. w. 'savonds btwolkt. $2(ft~6 60 791 z.w. ~~ 25 < 29- 6 635 67 buijig en harde wind. C29- 61 56I 80 w. C29I 81 61 70 n. w. 26 < 29. 9ï 651 68i W. bewolia;'smidd. buijig. I29. 9i 57 .79 n. w. _ __ V29- 9;' 60 734 0. N)ro., betro!:U£11. 27 < 29. 8i 69? gé v;l.der ^woik:. £29. 75 60 765. — C29. 61 Ö4i 09 z.w. 28 < 29. 7 64! 77ï — vele h-arde regenbuijen. ^29. 6t .60 Q2 C"29- 7- 60 2j 1 , n. ^opnnidd, reaenagty; 29^29.8 6oi 71 n.N.w. ^d,,. bevvota. / 29- 9 54! 69 ) n. w. C29.9i 58: 66 »^;:!h£K5S3 30 < 3°- o 635 6i!: w. beide wat'regeu. / ^o. , 1 6s n. w. AARNEMINGEN, a a R L e m. Te iiAAKLEM, nï A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799- N°. 293. N I E U . W E a l g e m.e n e KONST* en LÉTTER.-BODE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FürDAG DEN 9 AUGUSTUS. BERIGTEN. F RANSC HE REPUBLIEK. p x arys, zijuty. Ene kostbare bezending van Konstftukken uit Romen is hier op nieuw aangekomen. De zelve beftaat uit het Munt-Kabinet van den Paus, en 3 a 4 kisten met Handfchriften, benevens nog anderen met Etruschifche Vafen; en eindelyk uit de overfraaie Drukkery met de daar by behorende Oosterfche Letters van de Propaganda, welke verzameling enig in haar foort is. DUITSCHLAND en aanlPsgende landen. Göttingen. Eindelyk is hier, op den derden July, voor den beroemden Dichter Burger, de Gedenkzuil opgericht, hem door zyne vrienden en verecrers toegewyd, doch niet van'Marnier, maar van eenvoudigen Zandfteen. Een Pedeftal van omtrent twee en een half voet hoogte, zonder eenige byzondere cieradiën, ftaat op een bafement van één voet. Op het zelve aanfehöuwt men ene Germania, van omtrent vyf voeten hoogte, in ene treurige houding, met enen traan op de wang, daar zy ten oogmerk fchynt te hebben,, XII. Deel. om de Lykbusch van haren . geftorvenen Dichter te bekransfen. Het 'onachtzaam afhangend gewaad, en het zonder bepaalde fchikking over haren hals verfpreide haair, duiden derzelver rouw nog levendiger aan. De bovenfte rand dier Lykbusch vertoont den naam Burger, en op het ftuk, waar op zy ftaat, zyn de volgende woorden gehouwen: Geb. den i Jan. 1748. — Gest. den 8 JuNy 1794. Hiertegenover, aan de linkerzydc, ziet men een Lier. Behalven enige verbeteringen, van klein belang, zal het geheel nog maar met ene houten balustrade omgeven worden! Dit Gedenkftuk is het werk der Hof-Beeldhouwers de Gebroeders Heyd, in Casfel. Het ftaat in een open tuin by de Albanipoort, in het midden van denzelven op ene ruime plaats, ten Oosten, en ten Westen mede enigzins, van geboomte en heesters omgeven; zynde een oord, dat de Dichter in fchone Lentemorg'enftonden dikwerf plagt te bezoeken, en waar hy aan een zyner voortrefFelykfte werken de gewigtigftë verbeteringen maakte. Iets over den Sneeuwhandel aan den Berg etna , door c. p. s. en medegedeeld door J. c. d. J. te Rotterdam. Op den Berg Fimcchio, die wel zeer aanzienelyk, maar nochtans niets anders, dan een gedeelte van den Et/ia, is, heeft het water eene Grot gegraven, doorF dien  C 4* ) dien het door de Lava zyperde, en de Puzzelana, die deze Lava weerhield, wegwiesch. De Bezitter van het Canton vond, dat deze plaats voor een SneeuwMagazyn zeer gefchikt was; want men maakt in Steilten, Napels, en vooral te Maltha, by gebrek aan Ys, van Sneeuw gebruik, om W\n, Sorbet, en alle Liqueurs aftckoelcn, en inzonderheid om Ys of Ys-gerechten, die men in alle heete Landen zo veelvuldig nuttfgi', te bereiden. Deze Grot wierd aan de Malthefer Orde verkogt of verhuurd, die, dewyl zy Op den brandenden Rots van haar Eiland, noch Ys noch Sneeuw vond, op den Etna verfcheide Halen huurde, alwaar eige, van die Orde bezoldigde, lieden, den Sneeuw moesten ver-zamelen en bewaren, cn van tyd tot tyd na Maltha zenden. Deze Grot is ook, op kosten van de Orde, daar toe ingericht. Men .heeft Trappen gemaakt, en twee zoorten van Bronnen gegraven, waar door de Grot het licht ontfangt, wanneer men den Sneeuw na beneden werpt. Boven de Grot is een groot gedeelte vereffend, en met muuren omringd, op dat de winden, die op deze hoogte zeer fierk waaijen, wanneer zy den Sneeuw van de hooger liggende Rotfen wegjagen, denzelven in dien omtrek zouden opéénllapelen, en de muuren hem tegenhouden. Men werpt dan den Sneeuw, door de voornoemde openingen, in de Grot, daar hy zeer goed blyft, zonder dat de hitte der Zon hem kan doen fmeltcn, ver-' mits de dikte van hetLava-verwulf'zel hem genoeg dekt. Nadcrd de tyd der verzending, dan doet men den Sneeuw in groote zakken, waar in hy met alle magt word ir.gcftampt, en de Sneeuw te vooren zo vast in elkander gekneed, dat hy daar door eene Confiftemie verkrygt, die hem zeer zwaar maakt. Vervolgens worden deze zakken op menfehen - fchouders uit de Grot gedragen, op muilezels geladen, en, zo aan den oever "gebragr, waar kleine fchepen gereed liggen, om denzelven verder te bezorgen. Voor dat men deze .Sneeuw-klompen in de zakken doet, waar in zy getransporteerd moeten worden , , worden zy met zeer versch loof omwonden, op dat dit loof den Sneeuw, geduurende het overbrengen naar het ftrarid, voor de warmte der Zon beveilige en dekke. Deze Sneeuw - brokken zyn zo vast in een geperst, en de Sneeuw is zo zuiver, dat men hem voor het fchoonfte, doorzichtige, Cristal zoude houden. In Sicilien dryft men eenen zeer aanmerkelyken Sneeuwhandel, die veele duizende Menfehen, MuilEzels en Paarden, bezig houdt. Op de toppen der fcoogtte Bergen, worden Magazynen van Sneeuw aan¬ gelegd, van waar men hem na de Steden, Vlekken, Dorpen, en in alle Huizen verhandeld; want ieder gebruikt hem, dewyl men de ververfching en afkoeling van den drank, in deeze 'heete lucLtttreek, voor de gezondheid noodwendig helchouwd. In deze landen vreest men even zo zeer voor gebrek aan Sneeuw, als voor gebrek aan Koorn, Wyn, Oly , enz. of andere Leevensbehóeftens. Toen de tH^pcHftuel, in het jaar 1777, te Syraeu/d was, was 'ergebrek aan Sneeuw. Men vernam, dutemkkin, met Sneeuw geladen, Schip, daar dicht voorby zeilde; ftraks maakte men jagt op het zelve, en begeerde de lading. Het Scheepsvolk zulks weigerende , tastte men hef-aan, en veroverde het, waar by veele Syracufers in het gevecht hun leeven verboren, &c. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Konst-Genootschap te Leyden. aan BE Sc«OR.yv£jR.s van JJIT BiLAD. Geagte Medeburgers! Daar uw blad met het lonyk oogmerk uitgegeven word, om den ftaat en voortgang der Kunften en W.etenfehappen in ons Vaderland, zo wel aan onze Landgenoten, als aan btriterjandfehen, welke dikwyls even verkeerd over dezelven oordeelen, bekend te maaken, hoope ik, dat het u niet onaangenaam' zal zyn, wannecr ik u van tyd tot' tyd berigt geeve, van hei geene alhier in de vakken'van Schilder- en Becldhouwkonst belangryks voorvalt, voor zo ver zulks het Genootfchap ter bevordering van die kunften, onder dc Zinlpreuk: Ars Mmula Natura opgerigt^ belangt. In de zitting van Vrydag 26 July 1.1. had het zelve het genoegen, van 24 Tekeningen te befchouwen van den Vaderlandfchen Kunftenaar Alexandcr Lierenur. Deeze verdienftelyke man heeft zich, geduurende een . erblyf van twee jaaren te Romen, nv:z den grootften yver op de beoefening der Tekenkunst toegelegd. Zyne zedigheid is mogelyk de reeden, dat zyne voortref! yke Meesterftukken by onze Natie nog niet genoeg bekend zyn. Onder dezelve munten uit de twaalf Tekeningen met Oost-lndifchen Inkt gewasfen, naar de oorfprongelyke Schilderden van llolbein, verbeeldende Tafeieelen uit den oorlog der Bataven met de Romeinen, welke in de verzameling op het huis in 't Bosch voortaan bewaard zullen worden. De Kunftenaar  C 43 ) -naar beeft dezelve* nog eens met fapverwen behandeld, en by de vertooning dier .24 ftukken, walen alle tegenwoordig zynde Leeden van verwondering opgetogen. Kieschheid en naauwkeurigheid van behandeling gaan in dezelve met de grootfte kragt van uitvoering gepaard. Het is te wenfchèn, dat' zulke uitmuntende begaafdheden, by onze Landgenoten, aanmoediging vinden mogen. Het Genootfchap heeft al gedaan, wat rn deszelfs vermogen was, door den Kunftenaar het Lidmaatfchap aantebieden. Leyden, 1 Aug. 1799. S. F. J. Rau. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, bet r-e k k e l y k. PROGRAMMA van de MAATSC HAPPY ter - BEVORDERING van den LANDBOUW TE AMSTERDAM OPGERICHT» £« & 1799. De Maatfchappy , ter bevordering van den Landbouw, opgericht binnen Amfterdam, heeft, in haare Groote Vergadering, gehouden den 7 Mey dezes jaars, eenpaarig geoordeeld, dat de Vraag, door Haar ter beantwoording voorgefteld, re weeten » Vermits, op verfcheiden plaatfen in Europa , Vee„ artzenykundige Schooien, onder den naam van Ecöles „ Vétérinaires &c., zyn opgericht, en zodanig eene School „ (waarin de ziekten en kwaaien, zo wel van Paarden , „ als van Runderen, Schaapen, en andere Dieren on„ derzogt, en, indien mogelyk, geneezen worden) ook in „ onè Gemeenebest, niet dan de grootfte matigheid heb„ ben kan ; zó verlangt de Maatfchappy een Plan, naar „ 't welk zulk eene ftichting, onder ons, zoude kunnen „ worden tot ftand ge bragt ? — " Welverftaande, .dat niet alleen worde aangewezen de plaats, ; waar die School, met het meeste nut, zoude dienen te wor- 1 den opgericht, mnar dat ook tenens worde aangeduid de in- I richting van de noodige gebouwen , en die van het onder-- ' wys-, benevens alle verdere vereischten, zo wel als eene, zo i veel doenlyke, uitgewerkte begrootinp de* kosten! zo tot de eerfte .ftjchtmg van zodanig eene Schooi noodiV, als van dat geen, 't welk jaarlyks, tot in ftand houding derzelve, zoude worden vereischt; bet best beantwoord was door den Schryver der Verhanden liug, getekend met het Devies: Bonum unumquodque quo communius eo melitts. Aristoteles. aan welke Verhandeling do Maatfchappy mitsdien haare Goude Medaille, ter waarde van Vyftig Ducaaten, of wel dezelve fomma in geld, benevens eene Zilvere Medaille, ter keuze' van den Schryver, heeft toegewezen) zynde vervolgens by de opening van het Billiet, tot die Verhandeling behoorende, gebleken, dat Schryver van dezelve was De Heer Jan Arnold Bennet , A. L. M. Philofophia ef Aledicina Do&or, Lid van de Bataaffche Maatfchappy der Wetenfchappéh enz. woonende te Leyden. Voorts heeft de Maatfchappy een Accessit , beftaande ih een Zilvere Medaille , toegewezen, aan eene Verhandeling, die, na de bekroonde, het meest in aanmerking kwam, getekend met het Devies, Dulce atque decorum est, pro Patria vivere et mort. biedende mitsdien aan den Schryver van dezelve haare Zilvere Medaille aan, indien hy goedvinden zal, zyn naam aan de Maatfchappy voor den 1 September eerstkomende tc melden, en wyders zyne toeilemming tot de opening van zyn Billiet gegeven zal hebben: — zullende de Maatfchappy van die Verhandeling zodanig gebruik maken, als zy zal vermenen te behoren. ; Voorts heeft de Maatfchappy aan den Zender van een Bericht, zich Gelrus noemende, en welk Bericht Waarnemingen wegens den groei van het Hout bevat, een Exemplaar haarer Werken toegewezen, ingevalle hy zyn naam openbaren en wyders het foort van voordelig Houtgewas, waarvan hy melding maakt, nader aan de Maatfchappy bekend maaken wil, gelyk mede de Gronden, daar voor meest gefchikt, gepaard met de bereiding van dezelve. Aan de Maatfchappy wyders toegezonden zynde twee verfchillende Hulpmiddelen tegen het zo gedugte Schurft der Schaapen, heeft zy, uit overweging, dat beide die Voorfchriften, volgens Theoretifche Gronden, wol als kragtige middelen tegen het Schurft kunnen gebezigd worden, dan dat de zaak zelve, door herhaalde Pra&ikaale Proeven, tot eene meerdere_ zekerheid behoorde gebragt te worden, alvoorens zy die beide Hulpmiddelen, oft,e wel een derzelve opentijk aanprjzen kon; belloten dieswegens nadere Proeven te laaten nemen; gevende mitsdien ëaar van by dezen. zo aan de Zenders van die beide Hulpmiddelen, als aan het Publiek, de behorelyke kennis. En gemerkt het der Maatfchappy gebleken is, dat de Herder Lubbert Lijbbertse , wonende buiten Haarlem, hier in met veel bekwaamheid is te werk gegaan, heelt zy denzelven Lubbert Lubbertse , F'2 ter  C 44 ) ter meerdere aanmoediging, eene beloning, van Een Gouden Ryder toegelegd. En belangende de drie uitgeloofde Praemien voor net Weiden van Schapen op de Zee-Duinen, breder gemeld in baar Programma van den jare 1797, heeft de Maatfchappy ecu derzelve, beftaande in Tien Ducaaten, toegewezen aan Evert Asjes, wonende in de Castrikummer-Diiinen. En gemerkt het grote nut, dat de teelt der Schapen op de Zee-Duinen aan ons Vaderland zou kunnen doen, heeft de Maatfchappy beiioteii'het volgende Voorltel 'weder op te geven.. ... .. . ,i, .• ■. . &■ ■ • het getal van Menfehen , tot het bewerken, of bebouwen, en van Paarden tot den arbeid, gelyk ook de manier of wyze van bebouwing of bearbeiding; als mede het getal van Rund eu ander Vee, tot de beweiding van dezelve, en tot het maken van de alzins benodigde mest, cn ra 't byzonder, of hy met de door hem zei ven gemaakte mest zynen grond genoegzaam kan toemaken, dan of hy, van tyd tot tyd, of jaarlyks, mest kopen moet, en zo ja, hoe veel en van welke fcort van mest. Zes diergelyke Pnemien voor de meest voldoende Opgaven van het getal van Morgens in Zandgronden (het zy de Bruiker dezelve alléén gebruikt, of daar by in gebruik heef , Klei- en Veen-gronden, of een van beide deze laatfte,) almede het getal van Menfehen, Vee, mest enz. als voren en laatftelyk j;p,™i-.i-0 Promim vnnr Ap mofist voldoende Optra-- •yen van het getal Morgens in Veengronden, (het zy de Bruiker imgeiyss aezeive aattn gumuiM, uj u^u u_> lrl de7.er MaatfehaDDV 4 en eer iliCL lll-l v '61JV-' ' loffelyk Getuigjchrijt, of in eene Zilvere Medaille , ter keuze van hen. wtise ceze rraenueii auuen vcjuicucu. ruilende deze drie Prtemien v.orden uitgedeeld: Et» aan die Landman, welke, alléén of meest Kleigron Jt™., „rK,,,;tor 'p ■ hpi v(,llod;pfre en meest voldoende Ver flag yan den ftaat en behandeling van den door hem gebruikten grond gegeven, en zyne Mededingers in dat vak over- Een diergelyke aan hem, die alléén of meest Zandcron- tjen in gebruik hebbende* ..p dezeuoe wyze, ouuei jsyuts Tl/T„^uri;,-in-oro niMTinnr: pn pilidif.k JVJLU».uui|:..iu ....... , — j Een dieraeljke aan die gene, weue aneen oi meesi vuncronden gebruikt en aan het gevorderde het best voldaan zal hebben. De Berichten moeten met den naam van den Zender aan de Maatfchappy ingezonden worden voor. of op den i Ja- nuarv i?oc: behoudende de Maatfchappy aan zjch de magt om des hbods van de'Zenders nader bewys van hunne opgave te vorderen. Nog heeft de Maatfchappy, uit hoofde van de vlyt en yver, waar mede Gerrit Buis , * Huisman aan de Vogelenzang, llccds bez:g is, in het doen van ve.fehihVhde foorten van Proeven, eu zulks onder anderen getoond heelt in het cultiveren van Egypt\fche Rogge, waar door hy de Maat-, fchappy gelegenheid gegeven heeft nadere Proeven dezen aangaande te dijen nemen, welker uitilag de Maatfchappv te eeniger tyd hoopt mede te zullen delen; aan denzelven Gerrit Buis'toegelegd Zes Ducaaten', om daar.voor Mest te kopen, en hem alzo behulpzaam te zvn in het verder voortzetten van zodanige pogingen, als ter bevordering van den Vaderlaridfchen Landbouw zouden kunnen ftrekken. Nog heeft de Maatfchappy beflc-ten het volgende Voorftel te doen. ' ^ ,, Naardien aan de Maatfchappy van den Landbouw te „ Amfterdam met genoegzame zékerheid gebleken is, dat „ de Heul of Papaver Oly, zo in Vraiikryk, als in de „ naburige Landen, met het beste gevolg gek weekt word; „ is dezelve te rade geworden, uit hoofde der onberekenbare voordelen, die voor de Inwoondcrs van deze Repu' bliek uit dezen teelt zouden kunnen vóbrtvloèien, ukte," loven de volgende Pramen aan hen, die pröefondorvindelyk zullen tonen, met dit Zaad een hoeveelheid, niet minder dan een halve Morgen gronds binnen dezelve, te heb" ben betceld, met die'bepaling, d.t de Mededingers na ,' dezelve zullen gehouden zyn optegeven de wyze en ma,' nier hunner behandeling; de aart en bereiding der gro.hr „ den, met de mest daar toe gebezigt; de tyd en _ wyze van „ zaaijing en möogfting'; gelyk mede de hoeveelheid van het „ gewonnen Zaad; met by voeging, hoe veel Oly cn Koeken „ dit Zaad heeft opgeleverd; verder dc kosten, die tot dit „ alles gemaakt zyn, ten einde te konnen beilisfen, of on„ ze gronden, en welke derzelve 'r best, in ftaat zyn , dit ,, nuttig gewas te konnen voortbrengen, en, daar 't alles ,, op aankomt, om wyders te kunnen berekenen , of de „ teelt de kosten en aanmoediging waardig z\ , en in dit ge„ val zou konnen dienen, om onze fomtyds krwynende Oly„ Molens beter aan den gang te houden, en de tugezete„ nen tevens een onöntbeerl; ke en nuttige Oly te bezorgen,. „ die in alten- dele de Boom-Oly zoude kunnen vervangen, „ zo wel tot huishoudelyk gebruik, als tot inftandnpndihg „ van onze Fabrieken. Op deze Voorwaarden dan bied de Maatfch pp) de volgende Drie Pramen, ieder beftaande in ecu Zilvere Medaille en Tien Ducaten aan, toetewyzen. Een aan hem, die dit, hl voege voormeld, het best verrigt zal hebben op een halven Morgen of meerder Kleigrond. Een aan hem, die dit zelfde, in voege voormeld, verrigt zal hebben op een halven Morgen of meerder Zandgrond. Een aan hem, die dit, in voege voormeld, verrigt zal! hebben op een halven Morgen of meerder Veenland. En zal wyders aan hem, difi dit, zo niet op alle dc drts F 3 <»-  C 4* ) «ftferftAeide* Gronden*, ten thiriflen op twee van dezelve, bet best eti wel op-den moesten grond verrigt zal hebben, in plaats van de Zilvere Médaille en Tien Ducaten, toegewezen vorden de Goude Medaille, ter waarde van 50 Ducaten, of dezelve femma in geld, met een Zilvere Medaille, ter keuze van den Zender. De Berichten, met genoegzame bewyzen gedaafd, benevens een Fles Oly en genoegzame Monfters van de Koeken, zullen voor of uiïerhk op den 1 Maart 1801, aan een der Sccretarislèn dezer 'Maatfchappy ter handen gefield moeten zyn. Tot, meerder verftand diend , dat de Voorgeftelde teelt in het naburig Frankryk gefchied in nianiere als volgt. De grond behoord wel gemest en doorgewerkt te zyn; Fvu geegt en verder behandeld als die, welke voor het LynZ'aad word gebruikt. Men zaaid van 15 Maart tot 15 April. Op een Arpent van 400 vierkante Toifes zaaid men een half pond zaad, wel zorgende, dat het gelyk verfpreid word, waar roe men een dillen dag neemt. Het zaad komt gcmeenlvk boven tusfehen den 12 en den 15 dag na de zaaijing, wanneer men den grond wel wied,! en. de piraten dunt, zo dat de een van den ander omtrentI 839 duim verwjderd zy. Op den akker heeft men geen greppels nodig. Evenwei fehaad het nier, een om denzelven te hebben. Het zaad is gcmeeiiiyk ryp half Augustus, wanneer de plant uitgetrokken word met den wortel. Men verzameld zo veel planten als men in zyn hand vatten kan, bind die met ftroo in een fchoof by den ander, en zet die op de wortel-enden, even zo wyd als de tiende van elkander daan. Men bedekt deze met een half voet aarde, om de fchoveu voor omvallen te bewaren. Men laat gémeenlyk het zaad 10 a 12 dagen op 't veld - daan om ten vollen ryp te zyn, na welken tyd houte tobbens op 't veld gebragt worden, waar in het zaad verzameld word , door in ieder hand een fchoof te nemen, en die, omgekeerd met den bol na beneden , tegen elkander te wryven, 't welk de bol doet fplyten en 't zaad in de tobbe doet vallen. Nog diend aangemerkt, dat de Oly, voor den mond gefchikt, koud gellagen moet worden: en dat die genen, die na bovengemelde Pryzen zouden willen dingen en voor eenen convenabele^ prys het echte zaad zouden begeren te hebben, zich dieswegens, om nadere informatie, by een der Secretarisfen dezer Maatfchappy hebben te vervoegen : kunnende men wyders uit het Rapport, hier na volgende(*), genoegzaam oordelen en over het gewigt der zake en over de eigentlyke Bedoelingen der Maatfchappy. Voorts acht de Maatfchappy het nodig, by deze gelegenheid te herinneren, dat zy voor, of op den 1 December eerstkomende verwagt de Antwoorden op de Vraig: „ Welke Ziektens en Gebreken zyn de Graanen in de „ verfchillende Gronden van ons Vaderland, gedurende ,, haare groeijing, onderheevig ? in pLats van de Zilvere Medaille en Tien Ducaten, toe¬ gewezen worden de (joude Medaille, ter waarde van 50 Ducaten, of dezelve femma in geld, met een Zilvere Me- „ Aan welke sorzaaken, of omftandigheden zyn dezel- „ ve toetefchryven? zyn de hesfe midde!é(l „ Ote of voor het zaaijen, of gedurende het te velde „ ft aan , daar tegen, met een gewenscht gevolg, in 't „ werk gefield kunnen worden ? En voor of op den 1 December 1800 de Antwoorden op de Iwee volgende Vraagen: „ Welke gevolgen heeft de Weêrkunde (Meteorologie > „ met betrekking tot den Landbouw? Zvn 'er , ten „ dien opzichte^, ondervindingen, die meêr of min tot „ een vasten regel voor onze Landlieden kunnen dienen , „ om hunnen arbeid, op de voordeeligfte wyze, daar „ naar mtenchten ? , In hoe verre zoude men van „ de waarnemingen, die, zo hier, als elders, in deze „ wetenfehap reeds gedaan zyn, ten hunnen nutte, ge- „ bruik kunnen maken?" en „Welk pra&icaal Nut en Voordeel kan men voor ons „ Vaderland, uit de Landbouwkundige Vorderingen „ van andere Landen, alwaar de Landbouw bloeit, \ „ trekken ? " De Prys, die aan dén Schryver van het beste op een der bovengemelde Drie Vragen inkomend Antwoord is aangeboden, bedaat in eene Goude Medaille, ter waarde van Vyftig Ducaten , op den dempel der Maatfchappy' gellagen, en met des Schryvers haam voorzien, of wel dezelve font in geld, benevens eene Zilvere Medaille, ter keuze van den Schryver. Indien geen der ingekomen Antwoorden op eene, door de Maatfchappy opgegeven, Vraag, hares oordeels, den prys verdiend heeftbehoud zy'aan haar het recht, deze Vraag nog eens, of niet weder optegeven. Daarentegen, wanneer 'er meêr dan een Antwoord haar voorkomt éenige aanmerking te verdienen, zal zy een Accèssit, in eene Zilvere Medaille beftaande, of eeuig ander blyk van goedkeuring' aan den Schryver van het naatst aan het beste komend Antwoord aanbieden, en hem dit befluit, voor dat het verzegeld Billiet , by zyne Verhandeling behorende', geopend wordt, door de openbare Nieuwspapieren bekend maken. De Schryvers, die na den Prys dingen, zuilen, by hunne Antwoorden, een verzegeld Billiet moeten zenden, inhoudende hunnen Naam en Woonplaats, en van buiten getekend met dezelfde Zinfpreuk, die aan het einde hunner Verhandeling zal gevonden worden. De Antwoorden zullen in het Nederduitsch , Latyn, Fransch, Engelsch, of Hoogduitsch (laatstgemclde met eene Italiaanfche of Latynfche Letter, en allen met een leesbare hand gefchreven,) opgedeld, en, gelyk alle andere aan de Maatfchappy toetezentfen Stukken, of Berichten ,Franco toegezonden moeten worden aan één derzelver Secretarisfen, Mr. H. Calkoen , Advokaat, op de Keizersgragr, by de Beeredraat, of Mr. AntonI Warin, op de Colveniers Burg¬ en In onze eerstvolgende No. de Maatfchappy toetezentfen Stukken,'of Berichten ,Franco wal, by het Oude Manhuis. Voorts zvn de Wetten. waar on do A/Ta.-itfoh.irmv ria ppiipii Prys laat dingen, te vinden in het Voorbericht', voor het' Eer-  ( 47 ) Eerfte Peel harer Verhandelingen geplaatst: ■ volgens welke de Maatfchappy van tyd tot tyd een Zilvere Medaille, of andere gepiste beloning, gewoon is te fchenken aan die genen, welke haar eenige nuttige Ontdekkingen omtrent den Landbouw mededelen, met verdere belofte, om de bevordering derzelver, naar bevinding, te onderfteunen. NOOD- en HULPTAFEL TER VERHOEDING DER RUNDER-PEST OF BESMET,TELYKE VEEZIEKTE; ONTWORPEN DOOR DOCTOR t A USX De deugdgezinde zorgt voor 't leven van zyn Vee. Sprêuken XII: 10. Ven. van IIajiblsveld. (Uit het Hoogduitsch.) Vervolg van Bladz. 40. VI. Besmetting en derzelver eigenschappen j2n soorten. Het gehele beest, dat aan de Pest ziek is, en alle de delen van het zelve, (als de hoornen, de huid, hetvleesch, het vet, het bloed, de melk, de ingewanden, de beenderen en de klaauwen ) zyn aanftekend en befmettelyk. Zulks zyn ook, en zelfs in denhoogften graad, de flyrn, de Ihot en de kw.yl, die uit de ogen, de neus en de muil van het beest vloeit; en de etter, die uit de zweren en haairblaasjes van ouder den huid komt. Ook de adem en uitwaasfeming door de huid zyn befmettely k. Ook de pis en vooral de mest der zieke dieren , de laatfie zelfs by enen ouderdom van weinige maanden, zyn zeer aanftekend. Zo ook zyn dode dieren, die in het geheel niet, of niet diep genoeg verborgen, of in ftromen, gragten, of floten geworpen zyn, aanftekend. Of zieke beesten, zonder aanraking, door de vrye lucht op enen afftand van 20 en meêr fchreden, helmetten, is niet bewezen. De befmetting, door middel van aanraking van het pestgif, gefchiedt: 1. Terwyl het zieke beest by en met gezonden beesten op wegen, by drenkplaatfen en bronnen, in ftallen of zelfs op weiden — in gemeeufchap komt, dezen aanraakt, en hun de Pest aanbrengt. 1MB. Dit is het meest algemene en gevaarlykfte geval; een enig ziek dier kan ene grote weide aanfteken en ene gehele kudde verpesten. Men moet dus ten hoogden zorg dragen, dat 'er geen ziek, en ook geen Hongaarsch of Poolsch Rundvee onder de kudde kome. 2. Wanneer gezonde beesten by en met zieken, of met het Pestgif, dat deze agterlieten, — op wogen, aan drenkplaatfen , in ftallen of weiden — in aanraking komen en de Pest 'er by halen. 3. Wanneer menfehen, beesten en goederen, die met het Pestgif heimet zyn, gezonde beesten aanraken en de Pest overbrengen. Het Pestgif wordt overgebragt van de. er.e ftal' na de andere, van de ene weide na de andere, en van de ene plaats na de andere: 1. ) Door de bezitters van Vee, die zich op ene onverftandige wyze in de ftallen verzamelen , deels om hunne nieuwsgierigheid te bevredigen, deels om de werkingen dei gebruikte huismiddelen en artzenyen te beichouweii j en die *. van daar het gif aan hunne handen, in hunne Lederen , aan hunne fehocnen enz., zonder het te weten, het gezonde Vee aanbrengen. 2. ) Door Veehandelaars, Smeden, Slagters en Joden, die van aargeftoken plaatfen komen en gezond Vee naderen. 3. ) Door Lappers en Kwakzalvers, die in zulke tyden rondzwerven, en welke van het zieke Vee, dat zy hunne kwakzalveryen ingegeven hebben, afkomende, by gezond Vee komen, om het zelve hunne zogenaamde, nutteloze voorbehoedmiddelen in te geven, en het ondertusfehen, op die wyze , aandeken. 4. ) Door Herders, veehoeders, en voorai aoor vna.ers. 5. ) Door Knechten en Meiden van befmette plaatfen. 6. ) Door Voerlieden eu Reizigers met wagens, voeder en paardentuig. 7. ) Door Bedelaars en Landlopers, die dikwerf 111 ftallen overnachten. 8. ) Door Paarden, Honden en andere dieren, uit aangeftoken plaatfen. 9. ) Met ruwe huiden, hoornen, vleesch, talk en kjaatiwen van Vee, dat de Pest had. Ook door vosfevellen. En 10. ) Met hooi, ftroo, bede, voeder, wol, klederen, lom- , pen, wagen-, akkerbouw- en ftalgereedfchappen uit aangeftoken plaatfen — wordt de Pest, byz'oiideriyk in oorlogstyd, ligtelyk overgebragt. NB. Vari den tyd, dat een beest befmet is geworden, tot dien, dat het zigtbaar ziek wordt, verlopen gewonelyk 4, 6, 8 dagen en meer, gedurende dewelken hef heel gezond fcliyut te wezen. En . NB. Wyl men een befmet duk Rundvee, gedurende die 4; 6, -8 dagen ligtelyk 20 tot 30 uren ver kan dryven, zo kan de Pest ligtelyk 20 tot 30 uren ver gebragt worden, zonder dat men zulks vermoede. VII. Ongenoegzaamheid der( Passen voor het Rundvee en gevaarlykhe1d der blesten-markten en des veehandels. NB. Als de Pest hecifchende is, gefchïeden 'er vele bedriegeryen in den handel van Rundvee; en men kan ïfet voorzichtig genoeg zyn. NB. In'de landen, waar de Pest beerscht, en ook in die, welke de Pest op 30 of minder uren genaderd is, zyn alle pasfen, die van de gezondheid van 't Vee getuigen., onzeker en ongenoegzaam, (wyl men onmogs avonds helder. j2g. 8 57' 74 z. w. _ C20. 6ï Ó5i 6oi z.z.w. 7 1. . , , - ) 7 a. 2 zeer harde wind;buijig; 5 <2g-SÏ OI 76 'savonds bewolkt. 129- 5? 00 71 z. w. C29. 8 61 69^ w.z.w. wmdrte; 's middags 6 < 29. 9 681 63 betrokken; verder £29. 8ï I 6l 98 bewolkt. hoeveelheid van gevallen en u1tgewaassemd water, te alkmaar. Gedurende de Maand Julï 1799. Gevallen 41 Lynen: Uitgewaasfemd 38 LyneH. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 294 NIEUWE ALG EMENE KONST- en LETTER-BODEf VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 16 AUGUSTUS. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. -Parys. Volgens berigten uit Egypten, was de Generaal Defaix meer dan 160 mylen van Cairo, digt by de Cataracten geweest; hy had in de ruïnen van Thebes laten graven. Ook had de Adjudant-Generaal Boyer , in de woestyne , aan den kant van Feium, ruïnen ontdekt, die door geen Europeaan nog gezien waren. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Harderwyk, den ii Juny. Heden is, door Curatoren en Scholarchen van het Gymnafium, in derzelver vergadering , falvo bonore et ftipendio, emeritus verklaard , de Burger A. de Rooy , Rector van genoemd Gymnafium, en in deszelfs plaats aangefteld de Burger Jan ten Brink , tot nog toe Praceptor de% vierde clasfe van het zelfde Gymnafium. Leyden. Curatoren van 's Lands Univerfiteit alhier, hebben aangefteld den zeer geleerden Joannej van Voorst, bevotens Profesfor Tkcologite te Frane- XII. Deel. ker, en laatftelyk Predikant te Arnficm, tot Profesfor Aniiquitatis Christinnes 6? Histories Dogmatum ; als mede den Hooggeleerden S. F. J. Rau , tot hier Profesfor Theologie aan deze Univerfiteit, tot Profesfor Linguarum Oricntalium, Poëfeos & Oratoricz Sacraj gelyk ook tot Interpres Legati Wameriani. Ook is eloor welgemelde Curatoren de Profesfor Extra-Ordinarius Simon Speyert van der Eyk, aangefteld, tot Profesfor Ordinarius Phyfices & Malhefeos Sublimeo'rps; gelyk ook de buitengewoone Hooglceraar Matthys Siegenbeek , tot gewoon Hooglceraar in de Nederduitfche Letterkunde. Ook is benoemd tot Profesfor Extra - Ordinarius Philof place Naturalis et Mathefeos, de zeer geleerde J. F. van Beek Calkoen. Eindelyk hebben nog dezelve Curatoren den verdicnftelyken Gerardus Sandifort, oudftcn Zoon van den Hoogleeraar Eduard Sandifort , uit aanmerking van deszelfs uitftckendc en veelbelovende vorderingen in de Anatomifche Sectiën, en het vei vaardigen van Prceparaten, aangefteld tot Profe&or in Theatro Anatomico, edque in re Clarisfimi Pat ris Adjutor. Voorts hebben wy het genoegen by deze aankondigingen (*) thans te mogen voegen, het navolgend belangryk BE- (*) Wy hebben opzettelyk tot heden ukgefteld, van deze aariftellingen onzen Lezereu bericht te geven, om dat,  C 50 ) BERICHT wegens den aanleg en uitbreiding van het NQSOCOMIUM CL I NI C U M tot een practicaal instituut voor HEEL- en VROEDKUNDE. Het is bekend (*), hoe in den jare 1786, by gunftige refolutie der toenmalige Staaten, de Curatoren van 's Lands Univerfiteit alhier gevolmagtigd werden. omine, op koste van den Lande, ten dieriue der Academifche Jeugd te doen aanleggen een Gast- of Ziekenhuis, van 20 Bedden, en het zelve, te voorzien van twee Hoogleeraaren, twee Doctoren en éénen Heel meester, nevens de nodige Bedienden ter oppasfinge. Dit hoogstnuttig Gefticht werdt in den volgenden (aa e, onder het cpzicht der Hoogleeraaren N. G;Oosterdyk en N. Paradys, als hier toe fpeciaal by Curaforen verzogt en aangefield, dadelyk tot ftand gebragt, en geplaatst in twee daar toe wel aangelegde ruime Zaaien van het Cecilia Gasthuis, zynde dezelfde plaats, waar ook in de vorige eeuw, voor Stedelyke rekening, Zieken ontvangen, en toen reeds, door de Profesibren in de Geneeskunde Exercitia Pra&ica gehouden werden onder den naam van Collegium Medico PraSVicum, doch het welk federt geheel in onbruik geraakt is. Deze belsngryke inrichting, waar by voornamelyk bedoeld werdt cie Jongelingen, welke zich der Geneeskunde toewyden, allengs met het Ziekbedde bekend te maken, en tot de praélyk opteleiden, beantwoordde volkomen aan die heilzaame bedoeling, en heeft gewisfelyk, nu geduurende 12, jaaren, niet weinig medegewerkt tot de gelukkige vorming dier veele by derzelver eerfte aankondiging in de Leydfehe Courant, ons tevens uitzicht werdt gegeven op het hier by geplaatst bericht, wegens het Nofocomium, het welk wy gemeend hebben, ter gelyktulige plaatling te moeten inwachten. <*) Zie Jilg. Komt- en Letterbode 2de Deel N°. 37. voortreffelyke Jongelingen , welke in dit tydvak uit de Leydfehe Hoogs Schole zyn hervoort gekomen. Het was ook van niet weinig belang's, dat, kort na de vestiging van dit Infthutum Clinicum, der ftudeerende- Jeugd tevens de gaaftige gelegenheid verlchaft werdt tot een meer beptiaid onderwys aan de Univerfiteit in de oefrenendc Heel- en Verloskunde, namelyk door de aanftelling van den Hoogleeraar M. S. du Pui, als welke, behaiven door zyne gewoons lesfen, wel byzondcriyk door het houden van een Collegium cafuale Chirurgicum, en het doen vcrlosfcn van zwangere Vrouwen, door Studenten onder zyn opzicht, zo veel mogelyk getracht heeft, het Vaderland van ervarene Heel- en Vroedkundige Artzen te voorzien; zynde, in den tyd van nu ruim zeven jaaren, door deszelfs Leerlingen, by arme en fchamele Vrouwen, 386 verloslingen gelnkkighyk verricht. Het kunde niet wel misfen, of Curatoren, fteeds den bloei der Academie en het behing der ftudeerende Jaageliagfchap op het' ieverigst ter harte neemende, moesten zich, door dien gewenschten uitfiag der reeds gedaane pogingen, bemoedigd gevoelen ter ' gereedé ■ beproeving van alles-, waar dpor hun sapot doelwit, ;de vereeniging van practyk en'theorie in de verfchillende vakken van Geneeskundig onderwys, al beter en beter konde befei'kt worden. Als zodanig bechouwden zy het gewigtig ontwerp, reeds voor eenigen tyd ter baane gebragt, om namclyk het Noftcv^niiini Clitiicwn mede dienstbaar te maken aan de beoefening van Heel- en Verloskunde; zy verzogten hier op de confideratien der Hoogleeraaren, en het w;s, ovcreenkomftig het uitgewerkt plan, door dezen medegedeeld, dat in het laatst des voorledenen jaars tot zodanig eene uitbreiding of vergroening dadelyk befloten werdt. Ingevolge nu van dit befluit , is het Nofocomium Clinicum, tot hier toe in het Cecilia Gasthuis dezer Stad gevestigd ■> en. ijepaaldelyk voor h.n Geneeskundige ingericht , met het begin dezer maand overgebragt in eene daar toe exprcsfelyk aangekogte fpatieu1'e huizinge, cn aldaar,.onder eene eigene geregeMe ceconomie , by uitbreiding mede aangelegd tot een pra&icaal lnftituut voor Heel- en Vroedkunde, in het elk dus niet alleen, gelyk te vooren. Zieken zullen worden opgenomen, maar ook tevens Lyders met uitwendige ongemakken, welke eene Chirurgicale behandeling vorderen, als mede zwangere Vrouwen, o§n» onder het opzicht des Hoogleeraars, door de meest gevorderde Studenten verlost te worden. Het beduur en onderwys in de beide laatfte takken, het Heel- en Vroedkundige namelyk, is byzonder-  C 5i ) derlyk den Hoogleer-aar du Pui opgedragen, xvelke ten dien einde mede tot P'rofesfor Collegii Medico-Practici benoemd is, blyvende het Geneeskundige den Hoogleeraaren Oosterdyk en Paradys als voren aanbevolen ; terwyl de algemeene directie en het huishoudelyk oppertoevoorzicht zal berusten by de drie Profesibren gezamelyk — alles onder behoorlyke verantwoording aan Curatcen. Wyders zyn den Hoogleeraaren tot medewerkers toegevoegd, de Doctoren R. de Kruyff en J. Sonneveld, voor het Geneeskundige , cn de Heelmeesters J. F. Haver en J. Droese, voor het Chirurgicale. Ter behoorlyke plaatfinge der verfchillende Lydercn, is het getal der bedden van 20 tot 40 vergroot, en zyn drie zeer ruime luchtige ver trekken geapproprieerd, van welke byzonderlyk twee beneden voor Vrouwen, 't zy Zieke, 't zy aan uitwendige ongemakken laboreerende, en het derde, zynde eene ongemeen ruime boven-zaal voor mannelyke Patiënten van verfchillenden aart; bovendien zyn nog drie andere vertrekken aangelegd, als één beneden, in het agterfte gedeelte der huizinge , ter verlosfinge van zwangere Vrouwen, een ander daar nevens ter plaatfinge der verlosten, en eindelyk een derde, naby de groote Mannen - zaal, tot het verrichten der Heelkundige operatien, weshalven by dezen niet flegts in het nodige tot elk byzonder oogmerk voorzien, maar tevens alles zodanig ingericht is, als orde, gemak, welvoegelykheid en eene kunstkundige voorzorge vorderen. Te recht derhalven mng men zich van deze belangryke Stichting, zo geheel tot eene practicale voorbereiding eri vorming van Jonge Artzen ingericht, en dus alle de voordeden opleverende, welke te vooren, niet zonder merklyk bezwaar van kosten, by Buitenlandfche Inftituten moesten gezogt worden, de fchoonfte vruchten beloven, te meer, daar de dankbaare en zegenende loffpraken dier veele honderden Lyders, welke bereids van uit dit hoogst nuttig Gefticht, zo als het tot hiertoe beftaan heeft, volkomen herfteld zyn te rug gekeerd, ten genoegzaamen waarborge ftrëkken, dat het dezer Academifche Genees-Sehole nimmer mangelen zal aan de nodige verfcheidenheid van gepaste én leerryke voorwerpen voor de drie verfchillende vakken van onderwys, gelyk dan ook nu reeds de werkzaamheden in het Heelkundige door den Hoog'leeraar du Pui zyn aangevangen met twee gewigtige kunstbewerkingen, namelyk de Steenfnyding aan een Meisje van 23 Jaaren, en de afzetting van het regterbeen onder de knie aan een bejaard Man, beiden met don besten uitllag. NARIGTEN ex BYZONDERHEDEN, tot den iia nd l e en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken y~ b e t r e k k e l y k. RAPPORT ENER COMMISSIE UIT DE MAATSCHA PPY VAN LANDBOUW, NOPENS De HEUL- of PAPAVER-OLY. NEVENS HET ONSQHADËLYKE EN VOORDELIGE VAN DIT PRODUCT ( * ). Gecommitteerden, by Befluit van dc Groote Vergadering der Maatfchappy van den Landbouw, gehouden in den jaare 1798, onder anderen verzogt zynde, om derzelver Con. ft der at ten en Advys op eene Misfive van den Heer P. Haak , raakende zekere Oly , uit Papaver - zaad gellagen ; hebben de eer te berichten, dat zy gemelde Misfive e.i de daar by gevoegde Monfters of Proeven dier Oly met de vereischte uaauwkeurigheid geëxamineerd hebbende, dit Poinct hun van dat belang voorgekomen is, dat hetzeive, in meer dan een opzicht, een aileruaauwkeurigst onderzoek vorderde: want dat zy in 't zekere geïnformeerd z>n, dat deze Papaver -Oly, by ons bekend onder den naanj vau Heul-Oly, op een aantal plaatfen in Vrankryk, Bral and en Vlaanderen, in zulk eene groote 'menigte, gecultiveerd word, dat dezelve niet alleen zeer veel binnenslands gebruikt, maar by duizende Vaten uiigcvoerd word, en thans alhier, lioe wel onbekend , in een genoegzaam algemeen gebruik is: waar van die Leden dezer Maatfchappy, die zich wel byzonder op den Koophandel toeleggen , niet onkundig zyn. Kon dierhalven ook iii ons Land dit ProdutJ, zo tot binnenlandsch gebruik, als tot verzending naar buiten, in eene genoegzaame hoeveelheid, gecultiveerd, eu ;lzo de Mas fa onzer Producfen, die uitgevoerd worden, met dit nieuwe foort vermeerderd , ofte v.el onze Behoeften vau buiten hier door verminderd worden, fpreekt het vari zelve cn vorderd geen betoog, dat de Voordelen hier van zeer aanzlenlyk zyn zouden: gemerkt daar door, om flegts een punt aanteftippen , de kvvynendc Trafiquen der Oly-Moolens voor verder verval behoed worden, ja zelfs een hieuw leven erlangen zouden. Dan hoe voordelig dit ook op zich zelve vare, zou echter de Cultuur daar van niet behooren aangemoedigd te worden, indien deze Oly, voor de gezondheid der Menfehen , u en (_*) Z'c onze voiige No. 293, bladz. 46. G 2  C 5* ) en de Koeken voor die der Beesten fchadelyk ware, en het vereischt dus een nader onderzoek, of en in hoe verre het waar zy, 't geen de Heer Haak by zyne Misfive verzekerd , dat deze Oly , by onderzoek van twee Doolaren, bevonden is in 't geheel nier nadelig, of ongezond te zyn, zo min als de Koeken voor het Vee; bekend zynde, dat de flaapverwékkende kragt der Papaver, niet in het zaad, en dus noch in de Oly noch in de Koeken, maar in de bol zelve, of liever de fchil daar van gevonden wordt.^ Gecommitteerden maaken geen zwaarigheid ftellig te verzekeren, dat ook, volgens hunne eigene ondervinding, zy volkomen overtuigd, en het alzo met de twee ongenoemde Do&oren volkomen eens zyn, dat noch de Olie, noch de Koeken, fchadeh.k voor Mensch of Dier zyn, en zy zullen, zo uit hoofde van 't belang der zaak, als uit hoofde van her vooróórdeel, waar onder de Papaver- of Heul-0\y veleer gedrukt geweest is, en nog by dezen of genen zyn kon , dc vryheid nemen , der Maatfchappy een fuccinSt Verflag mede te delen , van het geen dezen aangaande in Frankryk en Vlaanderen, gedurende deze Eeuw, heeft plaats gehad. De Maatfchappy gelieve dan geïnformeerd te zyn, dat reeds in 't begin dezer Eeuw in Frankryk dit Produel zodanig hebngryk was, dat het aanleiding gaf tot grooteen langdurige twisten, in zo verre, dat het Gouvernement by herhaling tusfehen beide komen moest, om het gefehil tusfehen dc twistende partyen te beflisfen, en alzo her gebruik van de Oly te wettigen, ofte wel, uit hoofde van deszelfs ich'adelyftheid, te. verbieden en tegen te gaan. De Feftnders vrat de Papaver- ofHeu'-Oh beweerden, nament!)k,' dat het gebruik van dezelve fchadelyk en gevaar,'yk was, als flaapverwékkende en verdovende; grondende hijn gevoelen daarop, dat uit den Bol de Oph:.?n getrokken wierd; daarop verder adfumeerende, dat de Oiy, van dit zaad gellagen, een gelykfoortige hoedanigheid bezat als de Bol zelve, waar uit het flaapverwekkend middel gemaakt wierd; dat dus de Gebruikers bloot ftonden aan 't verlies hunner ziels-vermogens; ten min li en , dat deze zouden worden verdooft; voorts bewerende , dat de Oly opdrogead was, en ook uit dien'hoofde fchadelyk, en alzo alleen bruikbaar voor Schilder- Oly; dringende 'er over zulks op ban, dat het Gouvernement zorgde, dat deze Oly niet voor egtbaar veikcgt, en alleen tot het mengen van Verf gebruikt wierd. Hier tegen wierd van den anderen kant beweerd , dat men, noch door proeven noch anderzins, bewees de fchatfelykheid van de Oly; terw)l men daarentegen des noods met proeven, op Menfehen en Beesten genomen, koude en «ijlde aantonen, dat het zaad die verdovende eigenfehap niet had, ja veel eer eene voedende kragt bezat — dat de Romeinen Geb kken, toebereid uit de honing , de Oh en 't meel van 't zaad van Papaver, by hunne twede gerechten , voordienden, en dezelve zo algemeen in gebruik was, dat cc Papaver daarom by Vircilius Vefcum genoemd wierd; wsar uit vry klaar aftelciden was, dat het zaad niets gemeens bad met den bol, en deszelfs eigenfehappen geheel op zich zelveu Honden, even gelyk dc Orange otChinaas Appelen, waar van de fchil famenirekkend, windbreekend en verwarmend was, het lap daarentegen fraakelyk en verkoelende — dat dierhalven dit zaad niet genoeg kon aangeprezen worden, om 'er Oly uit te liaan , die zoet van fmaak is, doch met een byfinaak naar gelang van 't Land, waar op die geteeld is, niet ongelyk aan de ftvazenoot — dat de Oly ook niet verftyfde voor dat de Thermometer van Keaumur 15 graden, en die van Fahrenheit eene koude van f aanwees, 't geen misfehien de reden is, dat zy niet goed brand, dat is te zeggen, geen voedzel rerfcöaft aan de pit van een lamp, orja 't licht aangeftoken, of brandende te houden — dat zy wyders veel vaste lucht in zicht bevatte en zelden fterk* wierd, offchoon lang bewaard; komende dus het naast aan de fyne Olie, of l'Huile de Provence , en. zeer gefchikt, om de fterke fmaak dier Oiy, wanneer die daar van aangedaan was, te lenigen; dat deze Oly dus de. voorkeur verdiende boven alle Oliën, uit zaad gellagen, en meer dan gcl}k ftond met de Oiyen van Nooten, Amandelen of Boeken, die, hoe zeer'een goede hoeveelheid opleverende, echter te fchielyk fterk wierden; en, 't geen alles afdeed, dat in 'dezelve geen fchyn of blyk van ftaapveiwekkende kracht gevonden wierd, en 'er mitsdien geen redenen waren , om te willen, dat dit zo nuttig gewas gedoemd wierd alieen tot den kleinen kring van Verf-Oly. De zaak in dien onbellisten ftaat z\nde, en de twistende partyen, gelyk het gemeenlyk gaat, eikancleren niet kunnende verftaan , kwam . de zware Winter van 1700 , tusfehen beide. Deze had de Olyf, Noten en Amandeibomen verfchrikkelyk geteisterd, en 'er outitond zuik een groot gebrek aan Oly, dat men toevlugt nemen moest tot die Ryzoorten, welke uit Boeken-Noten, Kool- en Raapzaad gellagen worden. Dan men bevend ras, dat gene derzelve gelyk ftond , met de Oly uit de rode, u itte en zwarte Papavers, welke en overvloediger en overeenkomftiger bevonden wierd met de nog weinig overgeblevene Boom - Oly, waar mede deze gemengd en vermeerderd worden kon, eu waar toe men J, j of de | ongeiioord en zonder eenige tegenftand gebruikte. Dan, toen men de Papaver- oï Heul-. Oly alleen en op zich zelve wilde gebruiken, en onvermengd verkopen, kwamen de Tegen ftanders van dezelve hier tegens met fchotlchriften als anderzins op, in zo verre, dit de Lieutenant Generaal de Police van Parys, in den jare 1717, belloot, het onderzoek hier omtrent optcdragen aan de Geneeskundige Faculteit van Parys, met last, om op de naauwkeurigfte wyze te onderzoeken naar de hoed. nigheden dezer Oly, en van hunne bevinding Bericht te doen. De Faculteit benoemde Commisfarisfen en nodigde tot dit onderzoek 40 van de meest beroemde Geneesheren, in wier tegenwoordigheid alle mogelyke Proeven genomen wierden, met dat gevolg, dat by het Bericht, dieswegens uitgebragt, ftellig gezegd wierd cum fenfuisfent DoStores nihil narcotici aut fanitati inimici in fe coniinere, ipfius ufum tolerandum esfe exiftitnarunt, dat is, d.it deze Oly niets fchadelyks voor de gezondheid, r.icts verdovend voor idcn geest in zich beratte, en dat dus het gebruik toege(Lan kon worden. < Dan  C 53 ) Dan mén was mét deze beflisfing niet te vrede, zelfs in zo verre, dar men, by het Chateiet, een Vonnis van den 18 January 1718 verwierf, waar by het verkopen der HeulGly, gemengd of ongemengd, op eene boeic van L 3000 voor de eeriie keer verboden wierd. ■ In weerwil echter van dit verbod, ging men eerlang weder , meer en meer , met den verkoop voort, 't geen ten gevolge had, dit het Chat e'et in den jare 1735 een nog Ürenger orde gaf, bevelende, dat de Opzichters over de Kruidenieryen in ieder Vat van 1100 tl , waar van Parys alleen 2000 zulke Vaten gebruikte, een zekere hoeveelheid E.xtraët van Terpetityn zouden vei mengen , om dezelve dus voor Menfehen onbruikbaar te maken, welke Voorzieningen federt van tyd tot tyd herhaald en vermeerderd w ler den; alle met geen ander gevolg, d..n dat men den verkoop in 't openbaar belette, doch die in 't heimelyk gefcluedde niet verhinderen kon, 't geen zo 'lang duurde, tot dat een Gezclfchap Beminnaren van den Landbouw, in den jare 1773 ' goedvond, met de hoogst mogelyke naauwkeurigheid alles te onderzoeken, wat 'er voor en tegen deze Oly gezegd en gefchreven was. Na herhaalde Proeven, in tegenwoordigheid van de kundigfte Chimisten van Parys, wierd wederom bevonden, dat deze Oly niets fchadelyks voor de gezondheid in zich be vatte, en even lang goed bleef, als deBoom-Oly. Men bcfloot dierhalven een Verzoekfchrift aan den Minister der Politie in te leveren, en daar in te betogen het grote nut, 't geen uit den VryJen Handel v;n deze Oly voor de Commercie en Akkerbouw voortvloeiien zou. Dit Verzoekfchrift wierd gefield in handen der Gaarder.' of Opzier.ders der Kruidsnieryen cn Speceryen, die zich tegen het zelve en Corps verzet hadden; met hst, om hunne Bedenkingen en Beweegredenen aan de Geneeskundige Faculteit te doen toekomen, die vervolgens alle de Stukke; vau beide de partyen ontving: waar op deze, na het nemei van nieuwe en herhaalde Proeven, in den j:re 1776, eei Antwoord gaf, geheel en al o\ereenkomftig_ met het Beiluit of Decreet der Geneeskundige Faculteit, in den jare 1717 gegeven; verklarende, dat ,, de Heul- of Papaver -Oly in 't allerminst niet fchadelyk was voor de gezondheid; dat „ zv niets verdovends in zich bevatte, en dat zy, na yirye, „ willekeur, kon cn mogt gebruiktworden;" zynde zulks, kort te voren, in den jare 1773, op gelyke wyze befast geworden door de Geneeskundige Faculteit van Rysfel; zt dat, federt dien tyd tot heden toe. de Handel hier in «3 gefield is geworden, zo wel in Frankryk als Braband, alwaar dieswegens foorigelvke tegenkantingen plaats gehae, badden; zynde daarna zodanig in bloei gekomen, dat het reeds een 'Produ& van Ginter geworden is, en den Landbot.weren goede Vooidelen opbrengt; ja zelfs nu, by de duurte der Boom-Olv, een bron van groten welvaart gev, orden is, ,en duizenden werk verfchaft: wordende deze Oh bereids m hei Noorden van Frankryk bovendien nog gebruikt door de Zcepf.eders, die voorheen ver r ligt waren de veel duurdere -Boom - Oly in hunne Fabrieken te bezigen, 't peen ons ook bv ons zou kunnen gefchieden, eu ligt wel ook in andere Fabrieken, die Oiy gebruiken, of nodig heb¬ ben. Wy zwygon van het gebruik der Koeken, waar mede het Vee'in Braland bereids met goed gevolg gevoederd word, en zuilen van andere voordelen, die hiar uit nog meerder -zoud-m kunnen voortvloeijen, niet gewagen. De zaak du> uit een Geneeskundig en Commercieel oogpunt befchouwd wordende, fpfeckt het van zelve, dat dit Produ& niet alleen biet fchadelyk, maar ais zeer voordelig befchouwd kan worden: — waar uit,al verdei' voortvloeit,; dat dit onderwerp de aandagt der Maatfchappy wel byzonder verdiend. Gaarne zouden Gecommitteerden der Maatféhappy, omtrent het Landbouwkundig gedeelte van dit onderwerp, een even omftar.dig en afdoend Rapport gegeven hebben : ■ dan hier in zyn zy , door meer dan eene ouöverkoinehke zwaiigheid, verhinderd geworden; gemerkt zulks niet wel anders te doen is, dan na het nemen van herhaalde Proeven, zo in 't groot als klein te doen , zo met betrekking tot den Bouw zelve, als van den aart en eigenfehap der Oly hier te Lande gewonnen, waaromtrent door Proeven, eenigzins in 't groot en by herhaling te nemen , zal moeten blyken — Of onze Gronden en CHmaat goed voor dit Product zyn, en zo ja, welke wel byzonder daar tóe het best gefchikt zyn ; zynde aan Gecommitteerden te voren gekomen, dat dit Product ook in ons Land en Ciimaat zeer wel groeyen zal, en vooral dan van groot nut zyn kan, wanneet eens, gelyk thans, een ftrtnge winter al het win:er-zaad dood gevroren heeft. — Of de reclftüreekYche en I00rg.1an.de \ oordelen , Comp ar at lef rot andere Pro duit en , ninderj gelyk of gruter, zyn. — Of het gewenoen Zaad, jn mitsdien ook de Oly, van flègter of beter qualiteit is, dan die in Frankryk cn Bj-aband geteeld word. — Voor a elke gebruiken dezelve wel byzonder zou kunnen dienen — 'loc veel meer of minde: deze Oly, in tegenfteHing der andere Olyen, aan de Gebruikers kosten zou '■— en dierge- yke — omtrent alle welke zaken het vry klaar is, dat niets .rulligs bépaajd kui worden, voor en aleer de vereLchte eu lehootljke Proeven géhonjen zullen Zyn, — Dit alleen kunnen zy vari het kleine proefje of Monfter Oly, htm ter onderzoek gege-,en, melden, dat dezelve uit loofde van de mindere waterdelen, die dezelve hl zich bevat, veel-minder door de koude aangedaan word , dan de gemeene Boom-Oly — dat dezelve zeer wel m plaats van tien , als minder "in prys zynde , tot vosdzel in of by de 'pyze gebruikt, zou kunnen worden — dat zy, voor alsnog, ten mini ten, geen reden weten, waarom men van dezelve, zo in de Zeep-Zieoeryen als anderzins, geen gebruik zou kunnen maken — dat deze Oi.. w.ders tot gebruik vpór de Schilders boven de Lyn-Oiy vgrkieeeiyk zou zyn; gemerkt zy de fchoonheid der Covleur. be.ei fehyflt te zullen bedaren, cn by het .opd/og-\ een v«.el ini.iier geele korst Hiaat dan de L/n-OK; Phoon het tevens van den anderen kant waar is, d t zy zt ras niet op.iroogd. Het beo.iit uit ak alle. is. — Pe z.vk is Geneeskundig befchouwd van gene fchidelvks gevolgen — Commercieel v ih zeer grpbt heling, en diende mitsdien wel nader Landkq'uHikftndtg oitderzogt te werdon. Het onderwerp ye diend dus de ïaiidagt der Maatfchappy, waarom GecommitteerG 3 dm  C 5 den geen zwarigheid maken der Maatfcfipppy in Coup derat ie te geven, om Heren Dire&euren te vei zoeken, hier omtrent van wegens de Maatfchappy de nodige Voorftellen asn het Publiek te doen, ten -einde de zaak, zo mogelyk , ook ten opzichte van het Landbouwkundige tor die Zekerheid te brengen, waar toe dezelve door herhaalde Proeven omtrent het Geneeskundige en Commercieele bereids gebragt is. Nota. Dit Rapport, eenpaarig goedgekeurd zynde, is in een Beiluit der Maatfchappy veranderd, en uit krachte van dien het Voorstel , by Programma hier voren te vinden , gedaan. NOOD- p HULPTAFEL ter verhoeding der runder-pest of besmettelyke veeziekte ; ontworpen door DOCTOR FAUST. THjUuidz'tzind! zorgt voor 't leven van zyn Vee. Sprf.uken Kik 10. Vert. van Hameisveld. (_ Uit Let Hoogduitse!;. ) Vervolg van Bladz. 48. IX. Verhoeltng der Runder-pest. NB. Als de Pest tot op 30 of minder uren genaderd is; zo is het gevaar aanwezig! De in- en doorvoer van vreemd Rundvee en van ruwe Runderhuiden moet verboden worden; de ftaat van het Rundvee in het land opgenomen, en de inrichtingen tot behoeding van het Rundvee in orde gebragt; aan eiken bezitter van Rundvee wordt ene Nood- en Hulptafel gegeven ; de plaatfen, waar de Pest heersebt, worden wekelyks bekend gemaakt: en ieder moet oplettend en voorzichtig zyn; het naauwlïe toezicht over zyn Rundvee en over de kudden houden; ziek Rundvee aan de Overheid aangeven; en de een moet den anderen tot voorzichtigheid en vervulling zyner pligten vermanen. I. Als de Pest tot op 30 tot 15 uren genaderd is. A- Maatregelen van voorzichtigheid, door ieder Jnwoonder der Gemeente te nemen, f!) Hy kope en verruile geen Rundvee uit Hongaarfche öf Poolfche kudden, op Beestenmarkten of van Veehandelaars, Slagers en Joden. Ziek Rundvee, of Rundvee uit aangeftoken plaatfen te kopen , te ruilen , o f te herbergen, is ene misdaad. 2. ) Nieuw aangekocht Rundvee uit andere Gemeenten, geeft hy der Overigheid aan , en fla het, om te zien, of het ook werkelyk gezond is, 10 dagen lang, in ftallen op, êer hy het by ander Vee en by de kudden brengt. 3. ) Hy late geen vreemd Rundvee by ,her zyne komen, en neme het ook niet in zyne ftallen en weiden op. B. Maatregelen van voorzichtigheid, door iedere Gemeente te nemen. 4. ) Iedere Gemeente maakt naauwkeurige iysten van haar Rundvee; en al het bykomende of afgaande Vee wordt daar by op- of afgefchreven. 4 5 5. ) Zy beveelt: asn hare Herders of Veehoeders : bet naauwkeurigfte opzicht op de kudden te houden, en het zieke Rundvee teritond van het andere aftefebeiden en aantcgeven. 6. ) Zy verbiedt aan hare Herders of Veehoeders: vreemd of nieuw aangekocht Vee, eerder, dan na dat.het, io dagen in ftaJlen opgeslagen geweest zynde, gezond bevonden is, by de kudden te laten komen. II. Als de Pest op 15 tot 5 uren na gekomen is. A- Maatregelen van voorzichtigheid, voor ieder Imvoonder ener Gemeente. ü. 7. ) Uit HpiigaarTche of Poolfche kudden, van Veehandelaars en op Beet tourna rk ten, koopt hy geen Rundvee, en allerminst voor half geid. . NB. De goedkoop moet achterdocht baren en ieder een affchrikken. 8. ) Al wie uit ene nabyliggeudc, onbefmette , Gemeente Vee kopen wil, onderzoekt eerst: of de verkoper het ftuk, dat hy te verkopen heeft, reeds een geruimen tyd in eigendom heeft gehad, en of'er geen Vee van hem, of in die Gemeente, gefïorven is. 9. ) Die uit ene andere Gemeente Rundvee gekocht heeft, zet het gekochte ftuk alleen en naauwkeurig van de anderen afgezonderd, en houdt al zyn Rundvee 14 dagen lang op flat. 10. ) By kudden, waar by meer andere Gemeenten of afzonde rlyk liggende Hoven hun Vee dryven , laat hy zyn Rundvee niet komen. 11. ) Zulk Rundvee, dat niet tot de Gemeente behoort, cn vreemde Menfehen, inzonderheid Veehandelaars, Vec'Dofters, Paarden-Smits, Slagters en Joden , laat by niet by izyn Rundvee, in zyne ftallen en weiden komen. 12. ) Hy leeft zeer zuinig met zyn voeder , ten einde hy 'zyn Vee op ftal houden en voêreu kunne. B. Maatregelen van voorzichtigheid} voor iedere Gemeente. 13. ) Iedere Gemeente vraagt van hare Overheid «*) datzy de Beestenmarkten verbiede, b~) den Veehandel beperkc, en c) de ftallen en weiden, die door meer dan ene Gemeente gemeenfchappel)k werdén gebruikt, verdele. 14. ) De grenzen der ftallen, weiden, dreven, ene ledige ruimte van die, welke daar naast aangelegen zyn, afgefcheiden , worden door ftrooboslèn getekend. 15. ) Zy houden Iysten van al het Vee, dat tot ene kudde behoort. 16. ) Zy fielt verftnndige mannen en geen jongens tot Vee^ hoeders aan ; en gebiedt hun, om het kranke Vee terfiond van de kudde aftezonderen. 17. ) Zy verbiedt dén Veehoederen: enig Vee, dat niet op de lyst ftaat, of de Beesten van hem, die nieuw Vee gekocht en die al zyn Vee niet 14 dagen op ftal gehouden heeft, by de kudden te laten komen. 18. ) Zy tot nlle d^'g, door iemand pit haar midden, de kudden, ftallen en weiden, nazien en fchouwen. 19. ) Iedere Gemeente zorgt, dat haar Vee afgezonderd en alleen zy. ■ > ■ ■ ■ I III. Als  C 55 ) III. Als de Pest in de uabvheid van Hechts 5 of minder | uren gekomen is. A. Maatregelen van voorzichtigheid, door elk lid ener Gemeente te nemen. 20O Ieder braaf lid ener Gemeente koopt en verkoopt geen Rundvee. (De Koe-kalveren fokt hy aan.) 21. a~) AL het mogelyk is, houdt hy al zyn Rundvee op ftal. En 21. e-) Heeft hy 8 of meer ftuks Vee, dan verdeelt hy het, 'als 'het mogelyk is, in onderfeheiden ftallen, en houdt het bcftenuig, met alle naa uw keurigheid, van elkander afgezonderd. 22. ) Als dry onmooglyk al zyn Vee op ftal zetten kan; zo zoekt hy 'er de helft van en voornamelyk de Koeijen, die met kalf zyn, op ftal te houden. 23. ) Het. Vee, dat uitgedreven wordt, houdt hy thans in ene kucfle afzonderlyk. 24. ) Het Vee, dat uitgedreven is geweest, laat hy niet by dat, 't welk op ftal ftaat, komen. 25. ) Hy laat zyn Rundvee niet afzonderlyk of heimelyk hoeoen. ... 26. ) a) Vreemd Rundvee en andere dieren, b~) vreemde Menfehen, (inzonderheidVeehandelaars, Slagters, Vee-Doctors en Joden) en c) zulke dingen, die ligtelyk aangeftoken zyn kunnen (verfche huiden, hooi, voeder, ftroo, wolle coederen, lompen van andere Gemeenten), laat hy noch by zyn Rundvee, noch in zyn huis, in zyne 'ftallen of op zyne weiden komen. 27. d) Hy laat zyn Rundvee en zyne andere dieren op gene aangeftoken plaats en by geen ziek en ander Vee komen of gaan. 27. b~) Hy drenkt zyn Vee op ftal, niet aan de gemene bronien. 28. ) Hy en de zynen, zyne knechten en meiden komen op gene aangeftoken plaats of ftal, noch by ziek Rundvee. 29. ) Hy houdt het naauwkeurigst opzicht over zyn Rundvee ; en als 'er een ftuk van begint te hoesten en niet recht tierig fchynt te wezen, dan fcheidt hy het terftond van het gezonde Vee af, geeft het aanltonds aan de Overheid aan, en houdt al zyn Rundvee op ftal. 30. ) De een zet den ander zo veel mogelyk tot het vervullen van zyn pligt aan. B. Maatregelen van voorzi:htigheid, door iedere Gemeente te nemen. 51.') Zy vermaant tot de grootfte voorzichtigheid en maakt, ender verlof der Overheid , met alle hare Gemeente-leden het verdrag: van geen Rundvee te kopen of verkopen, uitgenomen des noods onder elkander; en geen 32. Rundvee, dat niet tot de Gemeente behoort, of zulke dingen, die ligt aangeftoken kunnen zyn, (als verfche huiden, vreemd Rundvleesch, hooi, voeder, ftroo, wol, lompen) niet in of door de plaats te laten brengen, noch ook in ftallen of weiden op te nemen, of te herbergen. 33.) Zy houdt de Iysten (Art. 4 en 15 gemekf) in de best mogelyke orde, 34. ) Zy vermaant een teder tor het op ftal zetten van al, of van het meeste van zyn Rundvee. 35. ) Zy laat beurtelings een lid uit haar midden den gautfchen dag dc wacht by de kudden houden, ten einde die met den Herder toezie, dat geen vreemd Vee, of zulk, dit t.ict. opgefchreven is, by de kudden konie; dat de kudden de gemaakte greusfcheidingen niet overfchredeö, en d ,t he; zieke of kucaeade Vee ogcabiikkelyk van de kudde afgefchci- den worde. 36. ) Zy verbiedt enkele ftukken Vee afzonderlek of hei-* melvk te weiden. 37. ) Zy verbiedt het dryveu van Vee uit of naar de kudden en naar de drankplaat'fen , vau alle zulke landhoeven, waar Vee ziek of geftorven is. 38. ) En wanneer eens in ene naburige Gemeente de Pest uitgebarften is: verbiedt zy het uttdrvven van he. Rundvee en van de kudden, en bewaart en fluit hare grenzen en alle toegangen en wegen op het zorgvuldigst. X. Verhoeding van het verbreiden der Runder-pest. Wanneer in ene Gemeente een ftuk Vee aan de Pest ziek geworden is: zo moet men, om de verdere verbreiding Vaii de Pest in die Gemeente en door het gehele land te verhoeden , het volgende doen. 39. ) Het beest, dat volgens de uitfpraak vau den aange. (leiden Opzichter, die der zake kundig zyn moet, ziek is: wordt op ene algelegene plaats gedood, cn (als de fest eerst begint te .woeden, met huid eu hair) 8 voeten onder den grond begraven. En 40. ) Al het Rundvee, dat gedurende de ziekte van het beest, met het zelve enige gemeenfeh *p gehad heeft, wordt, indien het nier meer dan 10 ftuks is, gedood. (Het is waarfcbynelyk aangeftoken en zou toch aan de Pest fterven.) Maar 41. ) Wanneer het meer dan 10 ftuks bedraagt: zo moeten ze, wel niet gedood, maar in troepen van 10 ft'uks verdeeld , en op het naauwkeurigst van al ander Rundvee in byzondere ftajlen of weiden aigefcheiden en op het naauwkeurigst 20 dagen lang bewaakt worden- En wanneer de Pest onder enen hoop uitbreekt, dan wordt de gantfche hoop (gelyk Art. 39.) gedood. N"B". Het 'doodgefljgen Vee meet getaxeerd en betaald worden. En ten dien einde moet eik land de nodige inrichtingen maken tot asfucamie van het Rundvee. NB. Het oogmerk vari het Ueojfjji.in van enige zieke of befmette beesten is: zeer vele beesten Vali de Pest eu den dood te redden. | In Vlaanderen wierden 'er 552 - beesten, die aan de Pest 'ziek wareh', gedood, en 137229 bleven onaangeltoken en ge' zond. In Hollapd en Vriexand doodde men de.eerfte zieke;beesten niet, en 'er ftiefven daar (ttisfehsn 1769 ëa. 1770) 111 Ceitjiar 210249 uuks aan eie mt. Wat was nu beter * NB. Het doodliaan yan.de eerfte zieke beesten is her besto en zekerfte "middel, om de Runderpest in hare begiufelea te fluiten. ' • 142.) Niemand koopt of verkoopt Rundvee. Het een en ander is duii zeer Hecht gedaan.. 430 Öe  ( 5* ) 43O Dc grenzen der Gemeente en alle wegen en toegan- gei worden bewaakt cn gefloten; ten einde 'er geen Rundvea uit de Gemeente, of in en door dezelve komei Den uitvoer van huiden oi' vteesch uit dezelve wordt ook niet toegeftaan. 44.) Al het uitdryven van Rundvee om het te weiden of te drenken, is verboden. ■ 45.) Ieder lid van de Gemeente (laat zyn Rundvee in onbeftnette ftallen op, en dat ten miuften zo lang . tot dat men in 40 dagen niets meer van de Pest gehoord heeft. Vee, dat dag eu nacht, (zo als in de lage landen) op byzondere weiden , die volkomen van de naastgelegene weiden afgezonderd zvn.'des Zomers in 'o land blyft, kan, als de Overheid zulks toelaat, op deze weiden blyven. 46. )'Op ftallen of weiden, waar op ziek Vee geweest is cn die befmettelyk zyn, moet in de eerfte 40 dagen geen Rundvee gebragt worden. 47. ) De aangeftoken tlal, kribben, ruiven, waterbakken en alle gereedfc'bappen>, die tot de (la) behoren , moeten 40 lagen lang doorgelucht, of in de open lucht gezet, met een fcherp loog dikwyls en veclm- len gewasfen en op het zorgvuldigfte van alle Pöstgift gezuiverd" worden.; de touwen moeten verbrand, de ketenen uitgebrand worden ; de muren moet men affchrabben met kioy en kalk beltryken en witten., de vloer wordt opgenomen, de grond 3 ol 4 voeten diep uitgegraven en - het opgegraven z^tnd weggebragt en onder den grond gedolven, vervolgens legt men een nieuwe en fchone vloer. 48. ) Hooi, voeder, ftroo, dat in of op de aangeftoken ftallen was, moet verbrand worden; de mist van her kranke beest, die na vele maanden nog befmet ten kan, mag niet op de mesthoop gebragt worden, maar moet 6 voet diep, op ene afgelegene plaats worden bedolven. NB. Het is noodzakelyk dit en het voorgaand artikel naauwkeurig in acht te nemen, ten einde de Pest niet weder op nieuw losbarste. 49. ) Al wie de zieke beesten heeft opgepast, mag niet by het gezonde Rundvee komen of daar by gelaten worden. 50. ) Het huis, de landhoeve en de ftal, daar het zieke Vee was, worden 20 dagen lang bewaakt en het uit- en ingaan van dezelven is volftrekt verboden. Zaad, Oly en Traan.: Koolz. Zeeuwsen eii Raap-Oly, per Aam ƒ. 873 Overm,. 't tót. . £ 86.194 Dito Lyii . . - 65^ Slag-Lynx. de ton van Dito iïemiip . . - - 7*<5| 5 Schep. Itigaas . / 13*314} Wslv. Tia n, 't quart. Hemupzaad dito . - nai2 van 12 §tek. Nieuwe - 118 Dito Rode . . . - 116" . Wissel- en Sp-eciecours. Madrid ufo. ara. ^75 %k $k %k Cadüi . 75 Us&bón - 53 * f Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 Veneuen ..:88a 8> Oude ger. dito i &Zh üyonjo - 109 , Nieuwe Louis d'Or - 11,13,11 tóL?r™'l'«Asfto.-6i5% Guinies - 12,14,12 . iitokoit. ƒ » * Hiloltn . IO, denim Specie - Franfche Kronen -57358 Londen. 2. m. Q nieuwe r. ^ . 6 pct. Dito kort DiSteft2' m'Ct' a:34ofa| -Bank - PCt' Wenen ld. B°. - 37 Pryzen der Granen, op 12 Augustus te Amsterdam. TARW. Het Lastl GERST. Het Last Ggld.! Ggld. Poolfche bonte en witte 230 a 280 j Vriefche Wintergarst dito rode . . 2ioa250;c^mn. en Oldainfcbe Elbing. en Heugfche . 2ioa26o;Zeeuwf.enÖverm. Winter Koningsberger . 210 a 250 Dito Zomer Vriefche . . 220 a 250 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 2103240 Voorlandfche rode . 1903220 HAVER en BuEKWEYT. Zeelandfche . 260 a 280 ROGGE. Brouwhaver . . . 1303140 Pruisfifche . . 1901205 Witte Voeder dito . noaiao Koningsberger . . 100 a 205 15oekw. Amersf. en Gooil. £ 30 a 33 Gedroogde . .': 1953210 Dito Brab. en Vlaam. £ 30333 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week,' is geweest: te Amfierdam 70; en te Haarlem 5, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige yvaarn buiten haarle emingen, m. . C RARO-l TH ER- HYGRO-STREEK LUCHTS- All£- ) ME- MOME- ME- DER GESTELD- l799- ) TER. TER. TER. WIND. HEID. C29. 8 682 ■ 86 Z.W. 'smorg. regen met don- 7 < 29. 82 68 71 der; verder bewolkt; C.30 oi 59 72 N.W. harde wind. C30. l\ 6l 692 N. O. voormidd. bewolkt; 8 < 30. O 65 60 O. N. O. verder regen met donC29- 82" 55ï 86 N. O. der en harde wind. C29. 84 63 75$ Z.W. voormidd. bewolkt; na- • 9 \ 29. 84 67! 6l 5 — midd. omtrent betrokken; C.29. 84 58 74' tusfehen beide wat regen* f29. 9I 622l 723 Z. W. voormidd. bewolkt en 10 ( 30. 0+ 66j 64Ï zeer windrig; verder £30. pi 57 82 Z.Z.W. wolken. C"30. 0+ 62 72h Z. 11 -(29.94 76 47 — wolken. £29.84 61 78 z.z. o. C29. 9 61 73 w.z. vV. • 12 stverlopen tlrengeu Winter, enz_,nde by die gëlegendheid omgekomen. Foor, Mestten cn na de Redenvoering, zongen ruim 90 Kinderen eenige Gezangen , toepas.elyk op de plechtigheid, volgens de daar voor gecomponeerde Muziek, door den Organist ff. Hafs. Uit een aantal van 213 Kinderen, die dagelyks in twee Scholen onderwezen worden, werden 'er 94 met Eerpryzen bekroond, namelyk 8 uit cie eerfte Clasfis, die Spellen; 52 uit ae 'tweede tlie Lezen en Schryven; 9 uit dc derde-, die Lezen, Schryven en Rekenen, en 25 uit de vierde Claslis, die in itaat waren, de Scholen te verlaten. Een van hun, uit iedere Cltisüs, deed in 't openbaar eene gepaste dankbetuiging, waar na de gemelde Zangers en .Zangeresfen zich weder op eene vei-rukkelyke wys lieten horen. Hier op deed de Redenaar oneiencneictene Aampraken, zoo aan dc Ouders der bevoorregte Kinderen, aan 'beide de Schoolmeesters, als ook aan den Raad der Gemeente; aan Kerkmeesteren, voor de vriendelyke vergunning van het Kerkgebouw; aan zyne Mede - Beftuurdereri en Leden van dit weldadig Inftitut, en eindelyk aan de faamge-, loeide menigte toehorers; waar op de Kinderen den Slotzang gezongen hebbende , de Vergadering tot müdadigheid werd aangefpoord, en waar aan by het uitgaan, ook zo wel voldaan werd, dat wy onzen welmcnenden dank-daar voor by deze betuigen. Na crën «Hoop van alles, werden alle de Kinderen, dien zelfden avond, in liet Logement het Pier huis, uit de algemecne Kasfe des Fonds, op eenige verver'chingen onthaald; het een en ander werd door hun met blyken van dankbare vergenoeging en onder eene ;epaste vrolvkheid genoten, Wy vertrouwen, dat alles met veel genoegen zal zyn aangehoord en bygewoond - en zulk eene algeuieene goedkeuring zal hebben weggedragen, dat nog vee len zullen worden aangefpoord, om Leden van dit Inftitut te worden, op dat het zelve meer algemeen, nuttig zy, voor een nog groter aantal Kinderen, binnen deze Stad, die verlangen en groten lust hebben, om ook dagelyksch onderwys te mogen genieten. Uit naam-van bovcngemelden. G> ten Brümmeler, Secretaris. Ah-  ( 59 ) Algsmet.n Bewys van de fteliing van Fermat., dat her riet mogelyk is, twee rationaale gelyknaamige magten xn en jw> in getallen , te vinden, welker fom eene rationaale magt van denzelfden naam, zn is; wel verflaande in die gevallen 3 waar in n > 2 ïs*- J A C 1 door OB de GELDER, Mathematicus in den Haag. zene Hellingen te Lebben misgetast voor eich zelven een aigemeen bewys zal gehad hebben,' dat hem met zo veele ftoutheid de algemeene fteliing deed verzekeren : dat hy r.tl in het bezit van een algemeen bewys kan geweest zyn, zal het mlgende betoog, waar door deeze overgebleevene gaaping in het vak der onbepaalde analyfis kan worden aangevuld i zeer waarichynlyk maaken: ik heb dit betoog gewigtig genoeg geoordeeld, het zelve aan het oordeel der Wiskundigen te onderwerpen. Het zal niet nodig zyn, hun welke in ftaat zyn dit betoog te velgen, te herinneren, dat zo de formule x1*^- ,yn — zu in ha .algemeen mogelyk is, dezelve ook mogelyk zal moeten zyn in het geval wanneer x en y gcheele en onderling ondeelbare getallen zyn: zodanig, dat de opmogelykheid van dit eene geval betoogd zynde , het ook niet mogelyk zal zyn, de tormulc in gebroüene geunen gaar te tienen r.t\n indien clan x het rati Op oneindig verfchillende wyzen is het mogelyK twee ra-: tionaale quadraaten te vinden welker fom een rationaal qua- j draat is; maar is het nu in het algemeen mogelyk twee ra-i r^mno-Pk-kp daar van verzekerd: doel-., het ffeen meer zvne dat Kal1 gcltela vvoiaen gewoonte was, het bewys zyner fteliing voorbedagtelyk agterwege gelaaten (*). De groote Euler was de eerfle, welke in zyne Algebra II. Deel van pag. 520—528 bewees , dat het niet mogelyk is, twee cuben te vinden, welker fom of verfchil eene rationaale cubus is; en in II. Deel pag. 431—439, van dat zelfde werk, dat het niet mogelyk is; twee rationaale biquadraaten te vinden, welker fom of verfchil een nationaal biquadraat is: dan hoe deugdelyk de bewyzen zyn, welke die groote man voor beide deeze Hellingen heeft bygebragt, zyn dezelve echter zo ingewikkeld, dat voor den eerstbeginnende de klaarblykelykheid, tot de verftandelyke overtuiging zo hoognoodzaaklyk zynde, dooide menige middentermen, tot dat bewys vereischt worden¬ de zo zeer wordt verdonkerd, dat reeds meer gevorderde over de waarheid van de ftellmg 111 twyffel gebleven zyn ■t v n-pKpplr. nn nnrWHnir nnrh.plhanrp 5 J «• — --— 10 het ontcgenzegi.jit zeieer, xn + yn — O -f- O n. Zynde t kleiner dan y, en, zo de formule mogelyk is, een geheel getal. De ontwikkeling van de magt (.r + t) n gee.t ons eene vergelyking, waar van aan beide zyden x» kan worden afgetrokken, als wanneer de volgende vergelylJng outftaan zal: yn n xn-i t -f- r. — .v«-2 /2 -f- n. - ■ ■ 2 23 -)- enz. + t>'. (A) xn-ó to Het moet nu mogelyk zyn, dat in deeze vergelyking x en t zodanig genomen worden, dat derzelver laatfte lid eene ra- Het is waar: de verdienftelyke le Gendre , welke zich m Uinnaai? n. -— x 4- »• —• — -v t + efiz. -f- i t . 2 23 '4 — een heel getal; en dit laatfte quotiënt wederom door t gedeeld zynde, moet op nieuw het komende derde quotiënt: nx k-i x n-i n-2 k-3 «-3 — -j- ti. .—. — -f- ti. —. — x -f- enz. -|- t een tt 2 t 23 geheel getal zyn. . Wy zullen deeze deeling niet verder voordzetten; maar opmerken, dat hoewel het eerfte quotiënt noodzaakelyk ëèn geheel getal zyn moet, wat waarden voor x en t ook worden aangenomen, het tweede quotiënt nimmer een geheel geta! kan worden, dan in deeze twee gevallen , waar in t of als-een deeler van x of gelyk n of gelyk een' factor van n wordt genomen: het eerfte geval lielt tusfehen x en y eencn gemeenen ticeier t en moet dus als ftrydig met de algemeene voorwaarde, waar onder xn -f- yn — zn mogelyk zyn moet, vei worpen worden: ftelt men t — tt, is het twede quotiënt wel een- geheel getal; maar het derde wordt door deze oncierfteliing ti-t X b-i b-2 k-3 — +. —. x -f- enz. -f- t — een geiieel getal. waar aan wederom niet kan voldaan worden zonder wederem t als cenen deeler van x aan te neemen, het welk wy als ftrydig met de algemeene voorwaarde zynde reeds verv, orpen hebben: eindelyk t als een faftor van n aan te neemen is nog minder mogelyk, vermids als dan eenige coëfficiënten der termen van de algemeene uitdrukking gebrolerie getallen zouden worden;, om dan. niet te fpreeken van n. wordt genomen: het eerfte geval lielt tusfehen x en y men is nog minder mogelyk, vermids als dan eenige coef- dc weinige waarfehynely khcid , die 'er zich opdoet, dat de grootheid / van den exponent der magt zou kunnen afhangen, is het, zo dra n grooter dan t wordt, in geene hypothefe mogelyk dat y» of derzelver waarde n xn-i t -(- enz. + tn door te .deelen , zodanig dat het quotiënt een geheel getal zy ; en wy kunnen dus veilig belluiten , dat Xn -|_ yn = z» indien n grooter dan 2 en het verfchil tusfehen z en x geene rationaale magt is, in geheele en rationaale getallen niet mogelyk kan zyn. II.■ Geval. Maar ^~kam = 1 zyn: en in dit geval komt deeze geduurige deeling doör / niet - te pas en nu zal moe¬ ten beweezen worden , dat n xn-i 4- enz. + /« geene ra¬ tionaale nie magt zyn kan; doch wy kunnen de moeijelykheid, welke aan dit bewvs zou verbonden zvn, weffiiemen, indien wy onder het oog houden, dat x:> -\-y^ =(a.--{- i)n zynde, ook kan gelteld worden xn -{- yn — (_y + t)n en vermids nu x en y geene gelyke getallen kunnen zyn , f grooter dan 1 moet zyn, is dit tweede geval tot het eerfte herleid, en deszelfs onbeftaanbaarheid onnodig op nieuw te betoogen. III. Geval. Moeijelyker, maar niet te min even duide!yk is het betoog , indien t — nu is. In dit geval is xn -|_ yn — (.r _|_ an~)n ; door de ontwikkeling van het laatfte lid deezcr vergelyking, hebben wy wederom, na, aan beide zyden, x" te hebben afgetrokken .- n n-\ n k-i n-2 211 nu y zzz nx a -}- n. — x a + enz. -{- a (B). 2 ' ■ Daar nu het tweede lid deezer vergelyking door a» deelbaar is, en 'er na de deeling een quotiënt" ontitaat dat, wat waarde x en hebben mogen, altyd een geheel getal is, zal yn door au eu gevolglyk y door a moeten deelbaar zyn. By een weinig overweeging , kan men terftond inzien, dat y kleiner dan an -\- x en grooter dan ^'moet zyn en n p dat men gevolglyk y = a -| * zal kunnen ftellen, on- 1 P der deeze uitdruklyke voorwaarde dat vooreerst — eene q eigenlyke en onverkleinbaare breuk zy; dat is q grooter dan p en p en q onderling ondeelbaar; en ten tweeden, dat y .loor a deelbaar zynde, om aan deeze voorwaarde almede te voldoen p een veelvoud vau a zy: cn ten derden, op dat lies 5 naar behoren, in geheele getallen kome, q een deeler van x zy. n p Laat ons nu de vergelyking y — a -| x tot de « '2 magt verheffen, dan zullen wy hebben: n nn n (k-i) P n-l n Q1-2*) p* 2 y — a -f- n a . — x -(- — a . — x -f- n-i n n p n-i p n enz. -f- n. a — x -\ x k-i n • Si ' ■ ï " ' " Hier  Hier van de verMykin* (B) afgetrokken zynde , en alle]naai, maar nog-daar en boven een geheel getal zy. Hoewel Hier van as veig.iyK.uig id; *>$ > i nu „jet jn ftaat zyn, deeze vergelyking algemeen op te de termen met — vermenigvuldigd hebbende, zal men na losfen, als doende onsderzelver zamengefielde gedaante aan de termen met vermunbvuiu,bu algemene oploslmg wanhoopen, is echter, by geluk, , , , , . , ■ / •„ . „ de vergelyking op zodanig eene wyze te zamen geheld, dat behoorlyke herleiding vinden: °y fa ^ £*m aje&rengfteu te betoogen, dat boeda- BI s j n.x k-i k-2 k-i 2» P nig ook de letters a, h, p, q en « (welke al tyd heele ge- ^ na'. — (q —p ) x — »• — * — tallen verbeelden,) mogen gegeven zyn, de vergelyking mm- . pn 2 pn mer eenen wortel in geheele getallen kan hebben. Om dit betoog in deszelfs uucerften graad van klaarheid k-2 k-2 »-3 «-1 k"2 "("'ti 1 "'3 te doen bevatten. zullen wy de vergelyking (C) onder de vol- (q — p ) x . — -ƒ> deelbaar ; dan daar het quotiënt beh.Jven de term Ellende-wvders, vermids x door q deelbaar moet zvn «**É«D op nieuw door f - ƒ deelbaar is, cn dus uit dee,S"d!n zullend eindelyk deL meer eenvoudige ^^SSX^r^^t^^S^ vergelyking verkrygen: baar ware, het geen niet mogelyk is, zo niet a mede door B.i „_2 »-i b k-2 k-2 /deelbaar is: het geen even zeer als het voorgaande s »" , „ (^ — » ) u — n. a (q -p ) c;eval onmogelyk is. Dezelfde tegen ft rydighcid zal-men • a ontdekken, indien men u zzz n of 0 = a ol « r= a' ftél- - le - en wy befluiien, dat het niet mogelyk is, dat u een peb-3 «-1 »(»-3) 2 2 0(0-2) heel j worde . eu aiz0 00k. ju ons geval de formule u enz. n. a Qq —p )u ma ^ 6 __ ^ onmoge]yk is. 2 IV. Geval. De overige gevallen zyn nu byna door de be- — p~) zzz o. (C) handeling van de voorige afgedaan; want indien z ~ x + ap en ö grooter of kleiner is dan n; moet, vermids.v alUit den aart van het voorgeftelde is te bevroeden, dat dee- , otei. dan aP ;Si y door ap deelbaar zjh , zo p kleiner ze finaale vergelyking (C) eene waare worel ('t zy dan ra- d^n ^ js. gn grooter dan » zynde, is 3? 'ten minften door tionaale of irrationaale) moet hebben , welke het laatfte ud " ' . van de vergelyking (B) gelyk aan yn maaken zal: hier a deelbaar: in beide gevailen moet de vergePykmg y — omtrent kan "geen twvffel vallen: maar met betrekking *£ p pp p tot de formule, welker mogelvkheid wy thans onderzoeken , „x a + enz. + a meer dan eenmaal door f deelb.Mr is het ganrsch niet onvetfchillig van welke form deeze wor- zyn, en wy vervallen dus m dezelfde tegenftrydigheden als. tel zy: alles moet ten dien einde in geheele getallen mogelyk ju het eerfte geval. zyn en daar toe wordt vereischt, niet alleen, dat u ratio- v^ G^  C De mensch kali bvnn onder alle Luchtftrcken oud worden: ouder ondertusfchen in matig koude, dan ui heete, op matig hoogliggende, dan op lage landen, op Eilanden, dan op vast land? Engeland, Denemarken, Zweden en Noorwegen leveren de voorbeelden van den hoogften ouderdom op. AUe zeer hoogbejaarde lieden waren gehuttwd, eu wel meer dan eens, gewoonlyk nog in hun hogen ouderdom: en men heeft geeu voorbeeld, dat enig ongehuuwd mensch een zeer hogen trap vau jaren beklommen heeft. Ook worden, over >. „i,«.mpOI, mpp.- Hrnnurra. don mannen oud, fchoMi nog- thans alleen mannen den hoogften trap van ouderdom be¬ reiken. , ,r In de ene helft des levens is ene meer werkzame, zelfs harde, levenswyze; in de laatfte helft, ene meer ftiüe en geiykmatige, tot een nogen ouueiuum uKmu6. — ^ fte menfehen leefden in hun jeugd alleen van Planten , cn h-ddeu dikwyls nooit Vleesch gegeten. — Om een lang leven te bevorderen, is ene zekere trap van befchaving volftrekt nodig. — Het verblyf op het land en in kleine Steden, is gunftiger voor een lang leven, dan het wonen m grote Steden. Noodwendige vereischtens in het maakzel en hchaamsgeftel des menfehen voor een lang leven zyn: r. een goede maag en gezonde tanden; 2. een ruime borst en gezonde longen; een niet al te prikkelbaar hart; 4. een behoorly1— ♦ ...rjoiirn. Acr ïavpnsk-rnirr in een eematisd tem- perament: s. een welgevormd en geevenredigd Lichaamsge- itel; o. geen ensei zwaie ueei, ucuuuii^v ......... ~— en vloeibare beftanddelen; 8. volkomen teeikragt. De ware kunst, om het leven te verlengen, beftaat in t-^ j„_ .— „n„o ,„,t' tnc -Hpi.-7.pUs verkorting, en ïr. het aanwenden van 't geen tot verlenging van het zelve. kan (trekken. Dit kort verflag zal genoeg wezen, om onze Lezeren hei belangryke en lezenswaardige van dit Werk, te doen bezelfen • terwyl wy ons verzekerd houden, dat zy, na de doorbladering van dit Eerfte, nevens ons, met verlangen naai het vervolg zullen uitzien. Redenvoering ter gelegenheid van de plegtige Promotie van de Leerlingen der Stads - Armen - Schooien , (te Amftcrdam) gehouden den 27 van Sprokkelmaand 1799, . ui.. m .^rT,Tj»iT^r.Bi. VtkMAN. nitpepeven ten voor- dele van de voorfchrevcn Scholen. ïe Amft er dam by J. ten Brink Gz. ' , Ene aaumerklyke verandering en verbetering heeft er zo ten aanzien van het i.eltuur ais unaerwys, ju hc ouma men-Scholen, te Amfterdam, zints enigen tyd, plaats gegrepen waaromtrent in deze alzints welopgeftelde en aan haai oogmerk beantwoordende Redenvoering, nauwkeurige be,„ vinH,.n -rxn • henevens ene uitvoeriec opg-ve van ™r.V«,:,ü F.y.-.mPll bctieft. 't MOCt elk. alle.) , WuL ni-t. 'wi«5v(,«— — — _1 ƒ. wien de- befchaving van de minonderwezen VoDcs-Uasje , m de volkrykftc Stad dezer KeputmeK, maai «ugxiuw «™ natte gaat, aangenaam zyn ie vernemen, welke zorge en vlyt 'er aangewend worden, om ae vernanaen eu naiteu jvm deren uit die Chsfe 20 veel mogelyk tot die hoogte op te beuren, waar door zy waarfcbyulyk nuttiger Leden der Maatlchappy zuilen uitmanen, uau uuuue uuuua. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishuukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Parys. De Burger Chanorier, Reprefentant en Medelid van het lnftituut Nationaal, heeft aan die Ma-at- idiappy den uitllag overgelegd van ene vooi ucu Landbouw en de Nationale Industrie zeer belangryke ondervinding. Men beweerde, in de Lakenfabrieken, dat, hoe fchoon ook cle Wol van Kudden van ztuvci Spaansch Ras, m f rankryk genatiinuizeera, zyn mugi, men 'er geen Laken van de eerfte qualiteit van kon maKen, en uat net mei ui uc wui w». 5^"- ,^..r niWn nan her ftuk. Dit denkbeeld, door UVll, de Fabrikeurs aangenomen, zette den prys van onze: fynlte Wollen, oeneaen enen, weih.cn zy wa.uu.5 «w» -en, beroofde de cultivateurs van een gedeelte der voordelen , die zy zich van de verbetering hunner 'cudden kunnen beloven, en fcheen onze Industrie te veroordelen, om altoos, wat de fyne Wollen betreitr tfh.nglyk te zvn van den buitenlander, ündertusfchën wist de Burger Chanorier, die, tet«q< ppii int-iT-r-konrlp kudde van zuiver Soransca Ras bezit\ zonder enigzints daar aan te kunnen twyf- elen, dat cle vvoiie ener laicicie, venc vau ju v ..-i, „^aetfrA tp v\m 7o]fv fVnov was !'Ée.vord.cn. Se¬ dert lang liet hy tot de voortteling zyner Rasten «ene van zyue Rammen toe, cian cie zoqamge, wici «uiio ny'ot <\p Mirrninerer iiemeten - bevonden werdt te zyn een zestigfte van de Miilimétre, 't geen de hoog¬ de graad van tynneia is. ny net zien , ti.i.nuiu.iïui, flaléh bezorgen van de aüerfraaifte Wolle die Spanje rpleyerd, en verzekerde zich, door de vergelyking met de Micrometer, dat die der kudden van Ram* bouillet en Croisfy daar niet beneden was. Desnietterrenftaande waren de fchoonfte vliezen van de kudde van Croisfy , in een beroemde Fabriek , geoordeeldgeen Laken dan v«n de .wede qualiteit te kunnen opleveren. Dc Burger Chanorier is te verlicht-,, om zich na vooroordelen te fchikkèn, tegen welke hy ene pnyfique zekerheid heeft, en, om niet te weten, hoedanig de heerfchappv der gewoonte z , zelfs op den o-éest van Menfehen, die zich boven het gemeen verheven achten. Fly liet dan de vliezen, die hy aan deze Fabriek gezonden hadt, te rug komen, om de-  zélve aan ene onrechtmatige vernedering te onttrekken. Andere Fab ikeürs van Sedan, de Burgers Leroy er .Rcw.r, deze zelfde vliezen gezien hebbende, oordeelden, dat ze yen de eerfte qualiteit waren, en floegen voor om daar van een fraai blaauw Laken te maken, in de Wol geverfd. De uitflag beantwoordde volkomen aan het oogmerk : en de Burger Chanorier heefr aan het Nationaal lnftituut een monfter van dat Laken overgelegd, dat, na onderzoek van Commisfarisfen, verklaard is, alle de qUaJiteiten in zich te veréénigen, die gevonden worden in Lakens, gemaakt van Wol¬ len uit de meestbcroemde delen van Spanje. Het Na tionaal lnftituut heeft den Burger Chanorier verzocht, deszelfs proeven, voort te zetten, en de Minister van Inwendige Politie heefr. den goeden uitflag dezer onderneming aan de Departementen laten weten. Pryzen der Granen, op 19 Augustus te Amsterdam. TARW. Het Ustl GERST. Het i.ast Ggjd. Ggld. Poolft'he bonte cn witte 230a280'Vriefche Wintcrgarst . dito rode . . 2iö*2So|G«m'. en Oldamfche Elbing. en Htugfdie . 270 a 260 Zeeuwf. en Overm. Winter Koningsberger . 210 a 250 Dito Zomer . . Vriefche . . 220 a 250 Dantziger en Elb. . Bovcnlandfche . 210.1240 Voortmdlche rode . 190.1220 IiWER en BOEKWEYT. Zcelandfche . 260 a 280 ROGGE. Brouwhaver . . . 1308140 Pruisfifche . . 190a205 Witte Voeder dito . iiou.io Koningsberger . . 190 a 205 Boekw. Amersf. en Gooil. £ M a 33 Gedroogde . . 1953210 Dito Brab. en Vlaam. £,'joa33 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeemvsch en Raap-Oly, per Aam ƒ 87! Overm.'t Last. . £ 85892 Dito Lyn . . - 65I S!ag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - iCi 5 Schep. Rigaas . ƒ 13314.^ Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - na 12 van 12 Stek. Nieuwe - 120 Dito Rode . . . -'nö Wissel- en Speciecours. Madrid ufö. a in. \ 75 Cadix ■ - 75 Lisfabon - 5-a6J Nieuwe Ducat. ƒ5,15,16 . yenetien -88 Oude gef. dito - 5.14,15 jjvomo - io3|aio9 Nieuwe Louis d'Or - ïi.12,14 dito kort. S & s Pilooien - 10, Idem m Specie - Franfche Kronen -57258 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 5^5pCt. Dito kort Hambu-g 2. m. Ct. ft. 39?a| B°. „ , o„r, Dito kon . 401240 - Bank • 9'f ^pCt. Wenen id. B°. . ofi\ i\ GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amft er dam 99; en te Haarlem 9, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. - STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. C BARO-j ti1f.r- HYGR0-,STREEK LUCHTS- 5-/ ME- MOME- ME- der GESTELD- ) TER. TER. TER. wind. HEID. C30. oi 57^ 82 z. z. 0. " *" 14 <| 30. oi 76 465 z. o. omtrent helder. ^29- 8t 63! 74 o. z. 0. C29. 6i 67 70É O. Z.O. bewolkt; voormidd" r5 < 29. 6ï 74 56 w.z.w. windrig;. verder C.29. 7 sg\ 5Si O- z. O. zeei^haide wind. C29. 7 585 78 Z. w. 'smorg. zware buijen; ' 10 ^29.81 65i 58 verder bewolkt; C.29. 84 53I 75S voormidd. harde wind. C29. 61 63 68è Z. o. "bewolkt; zeer harde J7 S 29. 5 67 721 wind; 'smidd. zware C.29. 61 , 5S\ 661 Z.w. regen met donder. C29. 6\ 59i 68 Z. w. 18 O9. 7 661 59'i — buijig. I29. 6% 56Ï 76 - — _ " S29' 01 if 1° Z' W' bewolkt, windrig; 19 l 29. 7 66 62 'smidd. wat buijig. £29. 7l BS 7°' — ___„ V29. 7§ 591- 78 z. w. 20 < 29. 7Ï 67 5%i w. wolken. (_29. 8 / 54 78 w.n. w. BEKENDMAKINGEN. \* Van het Magazyn voor de Critiftche Wysbegeerte , en de Gefchiedenis van dezelve, uitgegeven door PAULUS' van HEMERT, is thans het TWEEDE STUK DES TWEEDEN DEELS van de pers gekomen, te Amfterdam by M. Schalekamp. —Dit Stuk bevat het vervolg der Proeve eener opheldering van de Critiek der zuivere Rede, door Mr. joh. Kinker, Advocaat te Amfterdam; Beantwoording der vraag Wat is verlichting? uit het Hoogduitsch van den beroemden Immanuel Kant, vertaald door Mr. Meinardus Siderius, Lid van het Wetgeevend Lichaam in den Haag; Ethica Philofophite Critica , Audore HfERONYMO de BOSCH, ejusdem notae ad Carmen. Kost 18 ft. Daar de voorraad van dit Werk ten einde loopt, gelieven de Boekverkoopers in andere Steden alle de nog onverkogte Stukjes ftpoedig terug te zenden. By gemelde Boekverkooper is onlangs van de pers gekomen, een voor de Bataaftjche Natie gewigtig Stuk, getyteld: Tafreel van de Zeden, Opvoeding, Geleerdheid, Smaak eu Verlichting in het voormalig Gewest van Holland, aan het einde der agttiende Eeuw; Eene Bydrage tot de Hervorming, van Opvoeding en Schoolwezen, in de Bataaffche Republiek, door ecu COSMOPOLIET. Gr. S°. a 18 ft. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799- N°. 296. NIEUWE A L G E M E N KONST- en LETTER- E BODE 3 VOOR MEER- em MIN-GEÖEFFENDEN. P~RTDAG DEN 30 AUGUSTUS. B E R I G T E N. FRANSCIIE REPUBLIEK. D. I„ »-«»_.. fï. j„ T o.»,-l-,,r.,V Fraaip Knnf>f>n - van het Nationaal lnftituut der Wetenfchappen, heeft hare Vraao: „ nopens de oorzaken der volmaaktheid van „ ch/Mloude Beelelhouwkonst, en de middelen om de ... Ua^lbon " tnt Tipt- iiinr VTII vprlprwd • ver- ZtiVC 11- , ivi J—- - - — ■ £>-• --- mits zy wel voldo. nde Antwoorden op het eerfte. lid, maar gene zodanige pp het twede lid, dier Vraag had onefangen. Een onzer bekwaamfte Dichteresfen, bekend door verfcheidene van hare Werken, Mariene Moreau Monnet, is onlangs, in den bloei hares levens, te Parys, overleden. Ook heeft het Nationaal lnftituut, dezer dagen, een van deszelfs leden, door den dood, verloren, zynde de B. Le Blanc, waar door 'er weder ene plaats by de Afdeling der Dichtkunde is opengevallen. DUITSCHLAND en AANLIGGENDE LANDEN. De bekende Natuurkenner, M. E. Bloch, die zig, door zyn klasfiek werk over de Visfen, zo beroemd .maakte, is, den 6 Aug., te Carlsbad, aan ene beroerte, in den ouderdom van 76 jaren, overleden. * XII. Deel. De beroemde Kanunnik Paauv, fchryver van verfcheidene agtenswaardige Wysgerige Stukken, onder nderen van de Recherches ftur les Americains, lesEgyptiehs, les Grecs (*), is, onlangs, te Xanten, zyne woonplaats, in het 6ofte jaar zynes ouderdoms overleden. B ATA AFSC HE REPUBLIEK. PROGRAMMA. Amsterdam, 14 Augustus. De Bataaffche Maatfchappy: Tot Nut van 't Algemeen , heeft gisteren en heden alhier, naar gewoonte, haare algemeene vergadering gehouden. Dezelve nam Dingsdag 's morgens ten 9 utiren, eenen aanvang, in He t.nthprfche Oude Kerk. met een treffend Vocaal en Inftrumentaal Muzyk, gecomponeerd en gedirigeerd door den Organist en Orchestmeester Bartholomeus Kuloffs; onder welk Muzyk, eene aanzienlyke Commisfie, zo uit het Departementaal Beduur van den Amft el, de Municipaliteit van deze Stad, als uit het Committé van Juftitie, benevens derzelver Secretarisfen, in de Vergadering ingeleid werden. De (*) Van deze beiden Werken heeft men ene zeer keurige Nederd.. Vertaling, onder den ty tel van: Wysgerige Bespiegelingen over Amerika, in 3 Delen 8°. en Wysgerige Befpiege/ingen over de E^yptenaren en Grieken, 2 Delen, dito.  ( 66 ) De Voorzitter Mr. Nicolatjs Sinderam, opende dezelve daar op met eene Redevoering, (trekkende ten betooge: dat eene Verft'and/ge en Godsdienftige Opvoeding der Jeugd, een zeer voornaam middel is, ter bevordering van het Volksgeluk. Welke Redevoering telkens door de Muzyk vervangen en ten if puren gefloten werdt; waar na de Medailles aan Ds. Johs. Clarisse, Van Enkhuizen; Johs.Btjys, te Amfterdam , Ds. J. A. Wilkens, van Eenrum; J.van OowERKERK de Vries , te Amfterdam , en den gemagtigden van Ds. W. Beckeri g, te Tsbreelitam, voor hunne iu het voorgaande jaar bekroonde Verhandelingen, werden ter hand gefield. De Vergadering zelve hunne werkzaamheden des namiddags ten 2 uuren betonnen hebbende, is uit.derzelver handelingen gebleken: -rist de Vraage: Naar dién de voaroordeelen omtrent de Wa arzeggeryën , als mede omtrent de Duivelsbezweringen, Tooverycn en Spookeryën , by het grootfte gedeelte der menfehen nog niet overwonnen, en evenwel voor Godsdienst, Zeden en Maatfchappelyk Geluk, allernadee/igst zyn, vraagt de Maatfchappy: Een bondig , zo veel mooglyk , kort en voor de gemeene vatbaarheid en tot overtuiging van üngeoe)'enden , gefchikt Betoog; waar in het ongegronde, het onredelyne en het fchddeyke, van deeze en andere hier mede verbondene vooroordeelen , worden aangetoond, en tevens de twvfelingen worden epge 'eït\ die tot ftaavirg van dezehen, 'ëii de tïéiligé Schrift, gewoonlyk , worden bygebragt ; het best beandwoord was, in tv.ee Verhandelingen, getekend met de Spreuken: Gens fuperftitioni obnoxia , Religioni adverfa. Tacitus. Ter leverde dng eener heilzaame verlichting, a (Zynde een derde, getekend met de Spreuk: Beproeft alle dingen, behoudt het goede , onvoldoende gekeurd.) Weshalven aan de eerfte de Gouden en aan de tweede de Zilveren Medailles waren toegekend ; en is by het openen der Naam-Billietten gcbleeken, dat derzelver Schryvers waren, Gerbrand Bakker, Stads Doctor en Stads Vroedmeesiflt'r te hnkhuizen , én Willem Beckhuis, Leeraar der Hervormden te Guryp. De Vrage: 1\ aar dien het van het uiterfte belang is, voor zulk een alervezcnlykst en nuttigst deei der JSedertandfhe Maatfchappy, als de Boerenft'and uitmaakt, dat hy zyne waarde en voorrecht en , zyne eigent i yke beftemr/iing en zyne byzonder e pligten Lenne ; van de gewoone vcoroordeelen , onder deeze menfehen plaats hebbende, geneezen worde; en door de befchouwiug der Nai uur en door zyn daaglyks werk, tot Godsdienftige Gevoelens en Betrachtingen worde opgeleid; zo vordert de Maatfchappy :. Een Buekjen, dat levens voor een Schoolboek in de Eand-Schóofen dienen kan , en dus geheel naar de vatbaarheid en de behoeften der Boêren-Kinderen gefchikt is, waar in het bovetiftaande gepast worde lygebragt : door het onderwys des Bybels aangedrongen ,. en het wek, tevens tot alles,, wat verder tot het oogmerk van zuik een Land-Schoolboek, dienen kan, gebruikt worde. I Was het best beandwoord in eene Verhandeling getekend; | Prodesfe docendo; aan welke men den Gouden Medaille , h .d toegekend: (zynde een tweede Verhandeling getekend: Salus Populi Supreina lex esio, onvoldoende geacht.) cn is by het openen van.het.Naam-Bjllet gebleken, dat deszelfs Schryver vva's Oerardus Besthem K.ed£ü\gils, Leeraar der Hervormden, te Schildv,olda>. De uitgefchrevene Prysvraag : Van hoe veel belang is de waare Volksverlichting te achten, tot het vormen der Volksze'détn ï Welke zyn de a gemeene , -en de hier te. Lflnde byzonder werkende oorzaanea, dat dezeMa geen meerder opgang ma&Mm ï '— Ln van welke middelen zou men, in dit geval, inzonderheid in ons Vaderland, den meest en dienst k unnen wagten? was het best en voldoende beandvvoord in eene Verhandeling\ getekend met de Spreuk: Eedle vraagbaak van 't verft and, Morgenzon van 't heilryk ±.den, Waar dst gefhënk van 's Hougfle handt & Schat des S. erf'ings , dierbre Reden ! Dat uw licht, in zegepraal, Onzen geest met. ticht beftraal! Chfisteiyke Gezangen by Sepp. aan welke men derhal ven den Gouden Med ille had toegewezen, ën is bV de ópcninÊf vanthet JÈu.m-'fiillet gebleken, dat deszelfs' Schryver was H. W. van der Ploeg , Leeraar by de Doopsgezinde Gemeente te Creyfeld. Zynde eene tweede Verh. ndeling, getekend: Hst is iets Goddelyks, vreemde Gelukzaligheid te bev„rderen ,"door de Beoordeelaars onvoldoende geoordeeld. Dc verdei c opgegevene Rrysvraagen orbchndwoord zyr.de gebleven, beeft de Maatfchappy goedgevonoen cm als nti devolgende Vraagen op te geeven, om te beknriw"oorden voor den eerften van Sprokkelmaand igco. 1. Hoe zal men ; inzonderheid den minkundigen, op de klaarfte en gemakkelykfte wyze , den 6 hepper leer en kennen , in zyne volmaak/heden uit zyne verken ? Men vordert, ter beanduoording deezer Vraage', eene Verhandeling., in welke het gevraagde, op eene leerzame en opmerkkelyke wyze, worde aangetoond, y.oprnanielyk in de fchoon e. orde, welke in de inrichting der Jaart.e;-den, inde voortbrenging en groeijing Van Dieren en lianen te befpeuren is; waar in tevens d;e vooroordeelen wcderlegt worden j welke eenige uitwerkingen der Natuur willen aangemerkt hebben, als door den goeden en wyzen Schepper gebruikt wordende, cm'zyne Schepzelen te lhaffen; en waar in, in tegendeel worde aangetoond , dat dezeive dienen tot vermeer* dering van het heil en den welvaart der Menfehen. 2. Daar Kinderenden jonge Perfoonen , voor veele verleidingen , tot bederf van hunne Zeden en Ligchaai.'.sgeftei , b'out ft aan , veile zyn de beste midde en , die , o ereenkomftig met hunne vatbaarheid} men hen kan vaorfle len , o:n zich voor dezelve ie lehoeden eu te bewaaren? 3. 'Min Schoolboekjen , hande.ende over alle foorten van Ambagten en Handwerken. 4. Een dito, handelende over alle foor ten van Fabryken  C *7 ) en Trafyken: zullende fn het vervolg een derde over de Kunften, en de werkzaamheden daar aan verknocht, worden opgegeven. --Deeze Schoolboekjens moeten .op zulk eene wyze ingericht zui, dat de 'jeugd door dezelve al vroeg een denkbeeld bekome , van alle die foorten van werkzaamheden, welken in de Burgerlyke Maatfchappy voor handen zyn en geoerfend worden; op dat zy hier door ook, al vroeg , eene aanleiding krygen, om te denken over een Handwerk, Kostwinning of middel van Beftaan, gefchikt voor haare vatbaarheid cn vermogens, en in 't vervolg door haar te kiezen. 5. Welken zyn de pligten der Zamenleving ? Hoe , en waar door, worden dezelve op de heilzaamfte wyze wor allen uitgeoef end f - Men vordert, dat de beandwoording deezer Vraage gefehiede, door het vervaardigen van een Volksboek, waar in deeze pligten op eene bevattelyke en onderhoudende wyze worden ontvouwd, en door voorbeelden opgehelderd. 6. Een Schoolboek over de Gefchiedemsfen van den By- bel. In dit boek behoort altes wat in den Bybelgefchie- denis is, en dat gevoeglyk aan het oordeel der Jeugd, door verklasring en opheldering, kan toebetrouwd worden , naar de beste en bevatbaarfte tydorde, en wel in tydvakken verdeeld, te worden voorgedragen. 7. Een Zedekundig Schoolboek. Het zelve behoort een beknopt zamenftel te zyn van alle Zedenlyke pligten, welken door elk mensch, in onderfcheidene ftanden en betrekkingen , zo als die van Mensch, Burger en Christen behooren beöeffend te worden. Het moet echter op Euangelifche gronden rusten, op dat het eene Christelyke Zedekimde bevatte, doch in allés algemeen; en geen pligt behoore op cenig b\zonder leerftelzel gegrond te zyn, of van het zelve afgeleid te worden , dewyl het Boek hier door die algemeenheid zou verliezen, welk het zelve, volgens het oogme. k der Maatfchappy, moet hebben. 8. Een Schoolboek over de Geftchiedenisften van ons Vaderland , 't welk klaar , voor den weinig ervaarenen bevatbaar , in één woord, geheel in den Volksftyl, of populair , zamengefteld zy. - 9. Een Aardrykskundig, of Geographisch Schoolboek. 10. Een Handb ek voor de Onderwyzers in de Schooien. Dit boek behoort eene volledige befchouwing te bevatten van het Nationaal Onderwys; ten einde het zelve tot een Algemeen rigtfnoer, voor alle Onderwyzers in de Schooien zal kunnen dienen. En om te beandwoorden vddr den eerften van Sprokkelmaand- 1801, geeft de Maatfchappy de volgende Prysvraagen op: 1. Welken zyn de gefchikt ft e en tevens best uitvoerlykfie middelen , om de meer en meer toeneemende losheid in grondbeginfelen en zeden, zo verderflyk voor den Staat, te ft uiten, en den eerbied voor den openbaaren Godsdienst en deszelfs gezag te her ftellen ; ten einde alzo ook het zo zichtbaar toeneemend zedenbederf, onder de kinderen van minvermogenden , met vrucht tegen te gaan ? ■ 2. Het leven van Jezus. Een Schoolboek. Men verlang, ten aanzien van dit Schoolboek, dat het zelve: i. word opgefteid in den fmaak der Gefchiedenis van Joseph, door ^W. Oosterwtk Hulshoff ; 2. dat %&& enkel de Gefchiedenis der Perfoonen, maar ook derzelver characters worde gefcheist; en dat dit Bóekjeh tevens dione. om eenigetmaate het land en de zeden van dien tyd te leere.tr kennen, waar in die Gefchiedenisfen voorvielen; moeiende, de Zedenleer, uit de gebeurtenisfen en lotgevallen der be. fchreetene Perfoor.en getrokken, zo wel tot verbetering der. Jeugd , als tot vermeerdering van derzelver kunde ver-, ftrekken. 3. Het Nationaal Nederlandsch Gezang, van een' minder bevalligen fmaak zynde, dan dat van veele andere Natiën , zo wordt gevraagd: kan men ook in de Schooien, den kinderen, by tyds, eer hun gehjor bedorven wordt, goede gronden van de Muzyk - en Zangkunde inprenten , zo als zulks in DuitsehLnd, byzonder tn byna alle de Schooien, met vrucht in het werk vordt gefteldl en welken zyn de beste middelen, om dit ooginerk te be- a. Een bevattelvk en voor den gemeenen Man gefchikt Vertoog, waar by , pp eene onderhoudende wyze , volledig worde aangetoond, het fchadelyke der vo.rcurdeelen omtrend het Horoscooptrekken en Planeet - Leezen, met een kort en zeker betoog, dat noch Comeeten , noch Planeeten , op de lotgeval/en der menfehen, eenigen onmiddely- ken invloed kunnen hebben. De Maatfchappy behoudt aan haar, om, wanneer één of meerder Verhandelingen op eene of andere opgegeevene prysftcffe mogten worden bekroond, van de óverige op die ftoffe «gezondene, fchoon niet bekroonde Verhandelingen, dat gebruik te maakeu , het welk zy, ten oir-baare van het Algemeen, het meeste nuttig zal achten; het zy door dezelven , als Accesftts, by de bekroonde Verhandelingen' te laaten drukken, het zy door uittrekzels uit dezelve te maaken, of die, by wyze van Nooten, of Byla.agen, agtcr gemelde bekroonde' Verhandeling, of Verhandelingen, te voegen. De Maatfchappy voornamelyk werkzaam zynde voor het welzyn van den minvermogenden Burger en het Schoolwezen, vordert van de dineers naar denEerprys, ineeneGou- 'den Medaille beftaande, of voor de naastbykomende en mede goedgekeurde Verjiandeling, zynde eene Zilveren Medaiiie, vooral en uitdrukkelyk een bevattelyken en onderhoudenden ftyl; zo veel mogelyk naar den Volksfmaak gefchikt; zonder deeze is elke Verhandeling, hoedanig ingericht, voor haar nutteloos. Zy vordert ook eene naauwketirige en volkomene vermyding van alle Godsdienftige en Staatkundige gefchilleu, als komende deeze geheel met overeen met den waaren aart haarer bedoelingen. De Stukken, welken naar den prys dingen, moeten vóór, of op den bepaalden tyd, zo kort en zaaklyk als mogelyk zy., ingericht, met eene andere hand dan dié des Schryvers gefchreven, met eene Zinfpreuk getekend, en vergezeld van een verzegeld briefjen, waar in de naam en woonplaats der Schrwers, en van buiten met dezelfde Spreuk gekenmerkt, ï 2 wel-  C *8 ) welke onder de Verhandeling geplaatst is, vrngtvry verzon den worden, aan G. Brender a Brandis , Secretaris der Maatfchappy, op den Cingel over het Leydfehe Veer, te sim teraam. Voorts herrinnerd de Maatfchappy, dat zy geene Werken voor de hunne erkend, dan die op deszelts tytel voorzien zyn met uitdrukkelyke aanwyzing van te zyn uitgegeeven d or de Maatfchappy: tot nut van 't algemeen , en die daar en boven aruMswyze gejtempetd zyn met de onder tekening van den tydelyken Algemeenen Secretaris. VROEDKUNDIGE WAARNEEMING, ter. gelegenheid van eene GELUKKIGE VERLOSSING door de KEIZERLYKE SNEDE, verricht in den haag op den 5DEN may j 799 , door B. J. S C H U U R I N G, Le&or in de Verloskunde, Stads Heel- en Vroedmeester in den Haag. Pet is eene ontegenfpreekelyke waarheid, dat de Se&io Ceffarea,. of Keizerlyke Snede , eene der gewigtigfte Kunstbewerkingen is, welke men immer heeft kunnen uitdenken: eene Kunstbewerking, die, uit hoofde van haare gevaariyke gevolgen, zoo zelden met eenen goeden uitflag wordt achtervolgd. Het ware te wenfehen, dat elk Verloskundige, zoo dikwerf hy dezelve uitoeffende, een naauwkeurig verflag deed van alles, wat door hem wierd waargenomen; hier door zou¬ de men mogelyk deze Kunstbewerking merkelyk kunnen j vciueieieu eu ue gevaanyjEC gevolgen, oie zens oneer net beftuur van de behendigfte en bekwaamfte Mannen, de moeders elendig doen omkomen , verhoeden. Dk is het oogmerk van deze myne waarnceming, daar ik myne poogingen, in diergelyke Kunstbewerking, met den besten uituag heb mogen bekroond zien, niets anders tot oogmerk hebbende, d. n liet behoud van de noodlydende Vrouwen en de bevoordering der edele Verlo.'ktinde. Ik z 1 my gelukkig achten, wanneer myne Kunstgennoten, in liet vervolg, eenige vruchten hier van mtgen plukken, door te beproeven dat geene, het welk door my is waargenomen en mogelyk met weinig tot den gelukkigen uitflag heeft teegebragt. Barendina Voogt wierd in haare vroegfïe Kindsheid door de Engelfche Ziekte aangetast, zoo dat zy niet dan voor het zesde_ jaar van haaren ouderdom heeft kunnen loopen; welke ziekte voornamelyk haaren fcrndelyken invloed op den ruggegraat en het bekken heeft uitgeöeffjnd , 't welk, men weet, dat by Vrouwen, in haare vcrlosfing, van de allerfclL,delvkfte gevolgen zyn kan. Zy is van eene kleine gelhlte,'zyn¬ de vier voeten en vier duimen groot; de linker heup meer verheven dan de regter; het uiteinde vau den ruggegraat,. ter plaatfe waar deze zich met de bafis van het Os facrum vereeiiigd, aanmerkelyk, als met een puntige holte of indeu-, king ingedrukt, en de Ledcmaaten eenigzins krom gebogen. Deze Vrouw, 23 jaaren oud en 9 maanden zwanger zynde , gevoelde op Donderdag den 2den May 1799 eenige lig— te pynen in de lendenen, welke het begin van den barensnood fcheenen aantekondigen; het Water was reeds van tvd tot tyd afgeloopen; men zond om Cornelia Hanse , op dién tyd nog leerling iii de Verloskunde, maar kort daarna geëxamineerd en door het Collegie met veel lof als eene bekwaame Vroedvrouw erkenden aangenomen; deze vond eene kleine ontfluiting. der Baarmoeder en eene aanmerkelyke vernaauwing aan het bovenlle gedeelte van het kleine bekken;, zy verklaarde buiten ftaat .te zyn eenige hulp te kunnen bieden, en dat men zoo fpoedig doenlyk een Vroedkundigen moest raadpleegen ; waar tegen de .Vrouw 'zich bleef verzetten tot Saturdag morgen , w anneer men eindelyk haar daar toe overhaalde. Men raadpleegde haaren gewoonen Geneesheer Schönburg, die haar hetzelfde aanbeval: waarop bovengemelde Vroedvrouw my een omlhndig bericht van den toe-, ftand dezer Vrouw kwam brengen, met verzoek om haar 'met mynen raad te wijlen byftaan, waaraan ik dau ook dadelyk voldeed. Ik onderzogt de Vrouw en vond, even gelyk de Vroedvrouw my bericht had, een zeer naauw bekken, zynde de baiis van het Os facrum aanmerkelyk voorwaards naar de Osfa pubis gedrukt; ik vond na een oplettend en herhaald onderzoek, dat de afftand tusfehen . et Os facrum en het Os pubis, (dat is de kleine diameter van den ingang van het bekken,) volgens myne gisting niet meer dan ruim een en een halve duim uitgeftrektheid had, en de mond van de Baarmoeder eenigzins om boten, komende het Kind met de kruin des hoofds in de dwartte voor, het welk ik veel moeite had om te kunnen bereiken, dew\l hetzelve,, uit hoofde, van' de groote vernaauwing van het bekken , niet konde doorzakken. Ik ondervroeg de Vrouw, of zy haar Kind voelde leeven ? het welk zy met ja beantwoordde, eu nog nader door de Vroedvrouw bevestigd wierd, die my verklaarde, het, door middel van haare h nd op den. buik der Vrouw te. leggen, te hebben voelen beweeg-aiDe droevige om ft mdigheid waar in deze ongelukkige Vrouw, die myne- hulp affmeekte, zich bevond, deed my beiluiten, de twee, in de Vei f -kunde, ervaaren Geneesheeren van de Laar. en Ml&andoule. van. Ghert te verzoeken*  C ) ken, my met hunnen raad te willen verëeren, waaraan zy met'alle bereidwilligheid voldeeden. Op Saturdg den 4oen iviay, d.™^ ^» ^ , wierd het eerfte Confult bepaald, benevens ook met haaren j gewoonen Doctor Schönburg; en na herhaald onderzoek,, zoo uit als inwendig, van het bekken, wierd bevonden , dat, de omftandigheden waren, even gelyk hjer boven gemeld is.! - Naauwkeurig-alles overwogen hebbende, wat tot behoud van Moeder en Kind zoude kunnen dienen, mgevalle het; leefde, waar van niets bleek, als het getuigenis der Moeder vermits geen zwelling aan het hoofd van het Kind kon ontdekt worden; en in atnmerking genomen zynde, dat de omilandigheden der Vrouw niet zo dringend waren, om op dit ooecnblik te befluiten , wat wy in dit neiehg geval doen zouden; f waarin de SeEtio Cafarea , Sedtiu jymphyfts osGum pubis, of de Haak, de drie hulpmiddelen waren, waar van gebruik kon gemaakt worden, terwyl ze allen even gewichtig wierden geoordeeld, om nader in overdenking te komen-) wierd het tweede Confult bepaald op Zondag morgen ten ii uuren. Na wederom alles onderzogt te hebben kwam het ons voor, dat deSe&io fynchondrofis os ft urn pubis in dit geval geen plaats kon hebben, uit hoofde dat de ruimte tusfehen het Os facrum en de Os fa pubis op zyn ruimst a duimen was, en dus verfcheuringe zou volgen der zamenvoegingen van 't Os facrum met de Osfa liet, ïngevaile de Osfa pubis met geweld verwyderd wierden. . De Haak kon het hoofd en lighaam van het Kind met doorhaalen , zonder verkleining der deelen, dat door de naauwte van het bekken allermoeijelykst zoude zyn, en de Vrouw aan de ysfelykfte fmerten en gevaaren bioot ftelde, terwyl het Kind, indien het leefde, zeker veilooren zou z>n. Waarom cenpaang Deuuicu wiciui ^ ^^-j ~. ~~ . -~ , als ons het veiligst voorkomende, om beiden, of een, te behouden, en deze zoo fpoedig doenlyk in het werk te ftellen. Wv vervoegden ons b\ de Lyderesfe, haar affchetzeude de droevige omftandigheden, waarin zy zich bevond; baaitevens berichtende, dat wy alles overwogen hadden, wat tot behoud van haar en van haar Kind, (dat zy ons als toen nog verzekerde te voelen leeven) konde veritrekken; maar dat 'er niets overfchoot dan eene Kunstbewerking, die in der daad gevaarlyk was, maar waar van men echter verfcheiden voorbeelden had, dat ze met vrucht was m het ■werk gefteld. Zy was zeer aangedaan op ons voorftel, fchoon anders zeer genegen alles te doen wat tot behoud van haar leven dienen konde ; waarop wy haar zeiden, dat wv des avosds om 6 umren zouden wederkomen , en dan da'tdclvk de operatie doen, iodien zy daar toe bereid was. Ik had zorg fjedragen , ?lles in gereedheid te hebben, wantieeT z\ toi de Kunstbewerking, (waar aan ik niet twyffelde ) wilde bef.niicn; en in der daad, het blyde vooruitzicht, om welhaast rret den zoeten naam van Moeder beliempeld te worden, deed haar tot de vo< rgedelde Kunstbewerking overhellen, zich aan onze zorge aanbeveelende. Wy flviüen de" Vrouw op eene tafel, van eene bekwaame hropte, met een M tfas vooizien. De Baarmceder was fterk naar vooreii overhellende. Na alvoorens de blaas door middel van de Catheter geledigd te hebben , maakte ik met een regtftaande Snymes eene infnvding in de aigemcene bekleedzelen, en het peezig uitbreidfel waar uit de Linea alba is te faamengedeld; welke fnede zich uitftrekte een duim breedte onder de Navel, tot twee duimen boven de vereeniging vau de Schaambeenderen, en wel ruim zes duimen lang was. Hier op verroonde zich de Baarmoeder; ik maakte in dezelve zeer voorzichtig eene kleine opening, waar in ik myn vinger bragt, op wel¬ ken ik de,-Wonde op- en nederwaards verlengde, ter lengte van ruim vyf duimen; 'er vertoonde zich een gedeelte van eene dunne darm aan de bovenfte hoek van de uitterlyke wond, welke een medehelper te rugge bragt. Het Kind vertoonde voor de wond de Lendenen en Bil¬ len, en met deze laatfte neder eu te gelyk voorwaards tedrukken, fchoot het Onderlyf buiten de wond, de beenen wierden gevat en het Kind uitgenaaid: net zelve was reeas eenige dagen dood geweest, dewyl zich de opperhuid 'er van atlcbeide: zoo dat wy nier oevesngu zagen, noc wenng men op het getuigenis der Vrouwen omtrent het leeven van een Kind kan ftaat maaken, en dat het voor een Vroed-, kundigen onzeker blyft, als 'er geen zwelling op het hoofd kan ontdekt worden. De nageboorte had zich reeds losgelaaten en volgde met weinig moeite. Dottor van de Laar onderzogt, door zyn vinger in da wond te brengen, het kleine bekken aan de bovenkant, eu kon niet meer dan drie gefloten vingers dwars tusfehen de bafis van 't Os facrum* en de Osfa pubis zetten ; hier door wierden wy nog nader overtuigd, dut 'er niet meer ruimte dan twee duimen was. üe Baarmoeder toegetrokken zynde, behield de grootte van een klein eerstgebooren Kinderhoofd, en de uitwendige wond der bekleedzelen was, na gisiing, drie en een halve duim- Onder of na de operatie is geene bloedftortmg geweest, ten minde van weinig aanbelang. Na de wond met fponfen van het ujtgedorte vogt, zoo veel mogelyk, gereinigd te hebben, bragten wy de uiterlyke woud tot e;lkander en' vereenigden haar door middel van twee bloedige hegiingen, zorg draagende, dat 'er aan «de onderkant eene opening bleef, waarin wy een deekwiek, met een draad voorzien, bragten, tot ontlasting-van de uitgefiorte vog'en: wy verbonden de woud, voor 't overige, met eenige Kleefplaasters, droog plukzel, twee vierkante drukdoeken, en een om den buik gaande m iaiig aangeboren laakeii; waarna wy de Lvderefe in haar bed bezorgden. Zy heeft zich', geduurende de Kunstbewerking, die een quartier uurs geduurd heeft, zeer kloekmoedig gedraagen en bevond zich, na de Verlosling, zeer welvaareude. Het Kind was zeer kloek en van het Vrotiwelsk gefkcht,. zynde twintig duimen lang; de geheele omtrek v. n het hoofd, dat ik nog onder nivne bewaaring heb, heelt dertien en een halve duim; de gr'ootde lengte van het Voorhooft tot aan het achterhoofd vier d'iimen en act l.nen;. de breete van het opperhoofd drie duimen en vyt lynen, en cte auwuu w 1 S 4e  ( 7' ) ('e Kin tot aan de achter la fontanel vyf duimen: ter we- derzyde van de pylnaad zyn twee aamaerketyke induikingen te-zien, het «elk die pLadèn zyn, waar bet'hoofd ft de vernaauwing v?n het bekken is ingeperst geween. Wy lieten de Vrouw een Anodynum en 'Emvlpn Communis gebruiken en fchrecven een ft ren ge dieet voor, geheel uit ryst en diergelyke beftaande, met verbod van alle verfterkende en verhittende fpyzeir of dranken , en bezorgden haar eene goede oppasling. 's Avonds ten n uuren haar bezoekende, vonden wy haar zeer bedaard en zonder pyn. Detl 6den MaV wind nv hprir-lir A-.t Ac T ,J0™C -j„„ gep..sfeerden' nagt weinig gerust had. In den middag was zy zeer onrustig en pynlyk. Ik liet weekmaakende cmfiagen oln den buik leggen. 't Avonds ten 6 uuren was de buik meer opgezet en pyulyk, de pols was hard, zy gevoelde aandrang tot wateren; wy omleedigden de blaas door middel van den Catheter, en makten de onderfte hegting los; hier op ontlaste zich, door de wond, een menigte bloederig en in den buik uiteeftort vogt. fc Ten 10 uuren 's avonds was de Vrouw merkehk bedaarder; doch dc pols bleef vol, zo d.tt wv goedvonden eene kleine aderhating van 3 a 401:0011 te dien." ^ Dingsd;_g morgen. De Vrouw h;d veikwikkelyk gerust; er had zich wederom een menigte bloederig vogt door de' wond Olltlasr. Wv deeden infnnifino-en m„r loon,',, :.. de fehede, langs welke de Kraamzuivetii.g begon te vlotyen -,.._.___„„ ..... ^ v^viivMiuai jiadliw lens , IUK eu braaking van eene groene doffe; waar voor, door haaren gewoonen Geneesheer, de gepaste middelen wierden toegediend. fa 'sAvonds ten 10 uuren. De toevallen hielden aan, de pols was vvol, eu de buik meer opgezet en gefpannen. Wy maakten de tweede hegting los, vermoedende dar deze niet weinig tot de toevallen toebragt; wy deeden eenige infpttitmgen 111 den buik met laauw water, het welk zich, door de Vrouw op de zyde te plaatfen, wederom ontlaste, onderdeunende de lippen der wond alleenlyk door eenige Kleefplaasters; wy deeden wederom eene ade'rlaating van 4 oneen en appheeerden een lavement, daar het voorige weinig of geene ontlasting had te weeg gebragt: haar Geneesheer diende haar een Anodynum toe van de Syr. papav. alb. Woensdag morgen. De Lyderesfe had eenige uuren gerust , _ de buik was nog opgezet en pynlvk, doch de hik en braakingen waren merkehk minder. Wy verbonden even als den voorigen dag, en deeden infpuitingen met laauw water. De borsten begonnen pynlyk te worden en optezetten. Tegen den avond was de braaking minder, doch de hik hield aan, de buik pynlyk maar minder opgezet. * Donderdag morgen. De Vrouw had maatig geflaapen. heel op Gn braaklDgen hielden tot blydfchap nu ge- 's Avonds ten 10 uuren vonden wy den pols hard en vol: ^ww. CCIIC «.ucuaatmg van $ & 4 oneen en appliceeroen een lavement. rr Vrydag morgen. In de gepasfeerde- nagt was 'er een foe- dc ftoeigang van eene kleyucluige lio.fe geweest. .De Vrouw bad daarop zeer wel geOaapen. Wy vonden hair 111 eene gundige o,n,t .udighc-id, de bu.k me.kdyk ontte vMeyen' ' ^ra;™zwvering begon meer cn meer Saturdag morgen. De nagt was vry rustig doorgebragt, er w aren wederom twee doelgmgen van -een "h .rde kleiachtige doffe geweest. Wy verbonden de wond eten als de voorige dagen met droog plukzel en wel kleevende hetrtplaasters. en bedienden nnc aU •»> ,.,.1 ..„ : j * , - , - ..... ..... uwi vcieeuiKUiiu ver- fa md, waar mede wy de lippen der wond meerder by elkander bragten. * ! 'sAvonds ten 10 uuren openbaarden zich wederom pvnen (ia den buik; doch welke, na het appliceeren van eenweck,maKend Lavement, eu het toedienen van een once Syr. papav. alb. bedaarden. I Den i2den. De Wond dond zuiver, en begon zich zooaan de boven als onderkant te fluiten. I In de eerde dagen vertoonde zich aan het bovende gedeelte der wond, voor de Baarmoeder, een klein gedeelte ! der Inteftina, dat binnen weinige dagen niet meer kon gezien warden, zoo dat zich als toen niets anders dan een gedeelte der Baarmoeder voor de wond vertoonde, welke, uit hoofde van de naauwte van het kleine bekken, niet konde inzakken, en aan de linker yvde Hmdnivi- k.n„ ,™ m den, en zelfs zeer pynlyk op het aanraaken was; dat lang- uicuuc ue wierus genas, mmoer wierd. Den iiden. De f.vderesfe hnri u-»imn- m,„of a„ u„:t. was pynlyk, zy had eene kleine Diarrhaa gehad; wy lieten haar Amandelmelk drinken en voor voedzel wat bloempap gebruiken. Den i4den. De ontlastingen verminderden ; de Vrouw verlangde naar meer voedzel; zy was vrol/k en welgemoed : de natuur volgde, in alles, derz.-Iver gewoonen loop. Van den isden tot den 2oden viel 'er niets aanmerken.ks voor, als dat de Baarmoeder zich minder vertoonde, naar maate de wond meer en meer gevuld wierd, door de van boven en van onderen opkomende Vleesheuvelen , die de wond eindelyk geheel floten, en een witachtig Lidteeken maakten Den i4den Juny reed zy, met een koets, een h.Tf uur buiten den Haag, zonder dat zy daar van eenigen hinder ontwaar wierd, maar integendeel verkwikte. Zy- verricht thans haare gewoene bezigheden even als te vooren. en heefr on den snften hmu Hen ^„«„u „ r^~jr. ' -r o 3—-J U(,UIU.M1U1 VJTUUi- dienst bygewoond; dat vroeger zoude kunnen gefchied zyn. ware her weêr haar minlliwr o-eujeaer Deze Vrouw is van zoo eene gevaar!)ke Kunstbewerking, 111 den tyd van een-en - veertig dagen, geheel herfteid geweest. Het Lidteken, dat zeer hard en vast is, heeft drie du]J men lengte en vier lynen breedte. Daar ik den raad van een meenigte Verloskundigen , wat het doen der hlnedio-e heoiiiio-en hntrofV In Aar, ~„ volgd heb, zoo beeft de ondeivinding ons, in dit geval, de nutteloosheid en fchadelykheid' daar van doen keiinen. Wat  ( 7i ) Wat het eerfte aanbelang!, zoo* hebben wy "gezien, dat goede Kleefplaasters en een behoorlyk verband voldoende waren, en dat de Natuur de gantlche woud gevuld heeft niet vleeschheuvelen , uit de regte fpieren voortkomende, waar door het Lidteken wel eenigzins breeder is, maar nog thans geene mindere vastheid en hardheid bekoomen heeft, dan andere Lidtekenen, daar de bekleedzelen met eikanderen waren vereenigd geworden ; waar door, ik voor my, gelooi , dat men, by deze Vrouw, minder voor eene buikbreuk , die anders al dikwerf het gevolg van deze Kunstbewerking is, te vreezen heeft. Dat de bloedige hegtiugen, by het doen van deze Kunstbewerking, fchadelyk zyn, blykt mede uit dit geval: want zoo dra waren deze niet losgemaakt, of 'er ontlaste zich e'en menigte bloederig en in den buik uitgeltort vogt, en de toevallen bèBaarqèn: zoo dat ik geloof, dit wy aan het losjnadkeu van de hegtiugen,. waar" door de uitgeftorte vogten Zich vryelyk konden ontlaste.,, eu de fchielyke kleine Aderlaatingen by alle opkomende infl mm.itoire dispolitien, voor eten-groot gedeelte, den goeden uitil; g te diiikcn hebben. . Zie daar, Land- en Kunstgenooten! eene gelukkige verlosling door middel van de Sectio Cuefarea of Keizerlyke Snede, waar van in ons Vaderland zeer weinig voorbeelden te vinden zyn; wtwr uit men ziet, dat dezelve met vrucht tan uitgeöeffend worden; en zonder welke, deze ongelukkige Vrouw, wanneer men haare omitandigheden in" aanmerking neemt, waari'chynlyk reeds den tol der natuur zoude betaald- hebben. Ik vinde my verpl-igt om dc Geneesheeren, die by het doen der Kunstbeweiking, zyn tegenwoordig geweest, als: van de Laar , Mirandoiee van Gheut , 'Ierbrucgen, Groen van Prihistereh , Schönburg , de Kemienaer , eu de Riemer , zoo veov hunne adliiteutie als hun gewillig bydnagen tot hulp en verkwikking der Lyderesfe, zoo ,n als na de Verlosung, opentfyic myiien oprechten dank te betuigen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land£ n veebouw, als mede de huis ho ukunie, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Göttingen. De Könjngfi Maatfchappy der Weten ebappen heeft de 3 volgende nieuwe huishoukundige Prysvr.^ cn ojog vc n: Voor July 1800. „ Onder welke omftandigh deti is het raadfaam, in ene Stad, de Meesters of Bazen van enig Ambagt, voor altoos of voor zekeren tyd, tot op een bepaald get 1 te verminderen? Welke voor- en nadelen zyn da. r vi n te wagten ? en op welke wyze zyn de Jaatfie te vciinindcicn?" Voor November van het zelfde jaar. „ Door welk middel, kan de Moefery, of het telen van Tuingewasfea, op de Dorpen, ten mcestcn bevorderd worden?" , - - \ Voor July 1801. „ De jüistfte en volledigfte Natuurlyke Historie dier Infecten welken men Aardvlooijen (Cfiryfomela') noemd, cn de zekerftc middelen, tegen de nadelen, die zy veroorzaken." De Prys voor elk voorlïeHs van 12 Dukaten, en de Antwoorden moeten voor die van July, met den aanvang van Mey, die voor November, mee primo September, ingezonden worden. Pryzen der Granen, op 26 Augustus te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. HetLa*t Ggld. Ggld, Poolfche bonte en witte 230H280 Vriefche Wintergarst . dito rode . . 2103250 Gron. en Oldamfche . Elbing. en Heugfche . 21011260 Zeeuwl.*n Overm. Winter Koningsberger . 210 ;i 250 Dito Zomer . . Vriefche . . 220 a 250 Dantziger en Elb. Bovenlandfche . 210 1 24.01 Voudandlche rode . 1903220 HAVER en BuEKWEYT. Zeelandiche . 260 a 280 ROGGE. Brouwhaver . . . 1303140 Pruisfifibe . . 190 a 205 Witte Voeder dito . noat.o lv >ningfberger . . 190.1205 Boekw. Amersf. en Gooü. £ 30 a 33 Gedroogde . . ln5a2iolDito Brab. en Vlaam. £ 30333 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zceuvseh en Raap-Oly, per Aam f 8-f Overm. 't Last. . £ 85392 Duo Lyii . . - Slag-Lynz. de ton van Dito licnnip . . . 75* 5 Schep. Rigaas . ƒ i2}ai4 Walv. Traan, 't qnart. flennipzaad dito . - jiai2 van 12 Stek. Nieuwe - 120- Dito Rode .... 116 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2tn. % 72 3jïr ^ l^r -Sr Cadix zo| vS. — ;85^55i Ni-we Ducnt. f 5^,l6 ve.ieuOT 00^ Oude ger. dito - <5,'4.. i« VIvomo . io3 Niemve I-ouis d,0r t %jjt dito kort. S -» mokn . ^ "* Idem in Specie - FiaWahe Kronen -5-ïac5ï Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. - &3*pBt. Dito kort - J" 31 Hambug 2. m. Ct. ft. 39$ B°. „ . ■ Dito kort -39?a| - Um* ' 21* pCW Wenen id. B°. . 36^ a 3Ö GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopeie Week, is geweest: te Amfterdam 58; en te Haarlem 6-, on» der welken laatften 4 beneden de 12 jaren. ' STER-  C 7* ) STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. BRIEF van den sterrekundïgen M E C H A I N aan den hoogleeraar J. W. van-S WIND EN, nopens de ontdekking ener nieuwe comeet. Parys, 34 Thermidor /i. 7. (11 /lug. 1799.) Ik heb, federt uw vertrek van hier, ene Comeet ontdekt. Den 20 de/er (7 ugustiis), ten twee ircn des morgens, ontdekte ik eensklaps ene kleine onbe¬ kende Ster, onder de confiellatie van de Ljnx; zy had genen-Haart, hare nevelagtigheid was met zeer intgeftrekt, maar zy" was tamelyk heider: met htt blote oog kon men haar niet zien, of'er iets vim gewaar worden. Ik heb ze met et ige naburige Sarren vergeleken, doch dezen waren in geen ene lyst opgetekend: ik wachtte dus op andere bekende Stèren; maar de dageraad en volle dag bJett n my wolrasch ci anucicii ni nij-uen kjkci ie m jagen. l>c ctirgei Lalande zal, zo hy zegt, de onbekcnt'e Ster,en vinden onder de veertig- en enige duizenden van . \ naNeef. Den volgenden dag vv s de lueh betrokken: eergisteren 22, (9 Ai;g.) ten 2» 33 40' midden-t. d. bepaalde ik de rechtfche opklimming van de Comeet op .... 1090 15' 48 hare zuidelvke declinatie . . 45° ^4 20'' Gisteren elen 23 (10 Aug.) ten in 37' 33' middentyd, neb ik gehad voor dc rechte opklimming 109° 5e;' noordelyke declinatie . . 440 27 4' het geen onderfteld, dat de ftand der Ster op N°. 31. der Lynx, volgens Flamsteed, juist is : maar de grote nieuwe lyst of andere middelen zullen dit weldra nader doen blyken. Heden was ik te middernacht op; doch daar de lucht niet gunftig was, ben ik naar bed gegaan, om een beter dag aftewachten; tegen twee uren liep myn wekker af, maar maakte my niet wakker, doordien waarfchynelyk, vermoeid van federt den 7 dezer maa'ïd tusfehen twee en drie uren des morgens op te ftaan, myne kleine machine afgewerkt was. Messier en Bouvard, aan welke ik de verfebyning dier Comeet had medegedeeld, hebben baar heden waargenomen: doch daar zy niet anders dan zulke Sterren in den kyker gehad hebben, die aan bet gemeen onbekend zyn, zal men nog in het grote Magazvn moeten zoeken, en afwachten, tot dat men zelf in ftaat zv, om den ftand dier onbekende Sperren te bepalen: gy begrypr, dat de dag onze waarnemingen al Ipoedig deed eindigen. Doch hoe het zy, 'er is reeds genoeg opgegeven ona die Ster ten uwent te doen wedervinden, indien fommige Stcirekundigen lust mogtcn hebben, om haar op het fpoor te volgen. Gy merkt, dat zy thans nier, zeer ipoedig voo tgaat en dat zy naar het Noorden opryst, het ge.n ons in de gelegenheid zal ..ellen, om haar "s avonds zo wel als'smorgens, en misfehien nog wel lang, te laten zien. Indien gy gelegenheid hebt, om aan de Engelfche Stencktindigen, of aan andere Geleerden, buiten 'slands, te fchryven, zotidt gy hen daar van kunnen verwittigen: misfchien is zy1 het waakzaam oog. van Mi s Herschel wel ontfnapt. JJaar het argaan van dezen brlei een dag vertraagd geworden is, heb ik van de grote lyst van 40,000 Sterren velen van die genen k .nncn krygen, waar mede ik de Comeet vergeleken had, en heb daar uit de volgende Handen berekend: 1 Aug. Therm. MidJentyd I Schynbare Noordelyke te Rirys. j rechte opklim- declinatie. | ming. 6 — 19 — 1411 58' 14" L70 55' 24" 420 49' 20" 8 — 21 — 14 33 40 1 1: 9 15 48 143 54 20 9 — 22 — 13 37 33 I 109 sf 34 I 44 27 17* 10 — 23 — 15 26 31 | 110 47 7 I 45 4 9 *"Door de 31de van de Lynx gereótiflceerd. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem, t baro \ ther- hygro- streek luchts} me-. mo me- me- der gesteld- ' '799- / 'ter. ter. ter, wind. heid. '\ 29. 8i 57. 80 w.N. w. ——————— 21 .29. 9% 691 55i w. omtrent helder. ^30. 1 52; 78 N.W. ) 30- 1 60 781 Z. W. omtrent betrokken; 22 S 3°- 1 69 582 — 'smmidd. tu^enen f C 30. O 63 7 6 Z.Z.W. beide wat regen. C30. of 63 70 z.w. . , . .. * 2? s„ n. fCk- rt, wiiidng; betrokken; a ) JUi u' "O' UJ 's avonds rege.iagtig. (.30. ü 00; 78 \ 29. 91 61 j 71 w.z.w. voollnijjj betrokken; 24 < 30. o 64 65 w. vcnla. büW0,kt. C.29- 9t 51 77'; W.Z.W. C29. 92 591 t>5\ w. ,. ... 25 30.0I j& SU W.b.N. (_7,Q. Ij 53 00 W. n.W. C"3cTTr 581 ~~67 z. w. * 26 <30. 2 65\ 53. w. omtrent helder. £30- 1'; 58 68 ) — V30. Oj 60. 662 z.z.w. , _ ~~ ' „_ ) 1 ^ 1 a x bewolkt, omtrent 27 { 30. Ol 65I 63i — bet,.okken. I29. pj ) 62 65 — Te Haarlem, by A. LOUSjES, Pz.  A°. 1799. N°. 297. NIEUWE ALGEME NE KONsST- en LETTER-BODE» V O CLR MEER- em MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 6 SEPTEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, 18 Augustus. De Minister der binnenland fche Zaken heeft aan ieder der buitenlandfche Geleerden, die herwaarts gekomen waren om mede te arbeiden aan het werk van de Gelykheid der Maten en Gewigten , een Exemplaar laten aanbieden van den fraaien druk van Virgilius, die dezer dagen van Didot's pers gekomen is. Deze Geleerden hebben den Minister bedankt voor dit gefchenk, en tevens voor het minzaam onthaal, 't geen zy, in de gehele Republiek ontfangen hebben. Onder de Handfchriften, die by de laatfte bezending van Konstftukken uit Italien (zie No. 293.) zig bevinden, zyn ook die van Dante, met commentarien verrykt; de Firgilius, insgelyks met aantekeningen; Brieven en Verhandelingen van Galileus, Leonard de Vinei enz. De B. Casfini, Lid Asfocié van het Nat. lnftituut, heeft ene befchryving in het licht gegeven van een nieuw Kompas , dienende om meer naauwkeurig de afwyking van de Magneet-naald aantewyzen. In het Mufeum der Natuurlyke Historie, te Parys, js gedaan het volgend verflag, wegens enige Zaden XII. Deel. van trillende (Vacillans) Klaver van Bengalen, volgens de handelwyze van den Burger Bonnemain, gezaaid in iene Stookkas. De Zaden van het zelve zyn opgekomen ; de ftengen, de bladeren hebben reeds enen aanmerklyken wasdom gekregen, en men kan de gedurige beweging der bladertjes waarhemen. Deze byzondere Plant is te Bengalen ontdekt geworden in vochtige en kernachtige plaatfen, in den omtrek van Decca, door Milady Menfon, die befloten had een reis in de Indien te ondernemen, om hare kundigheden in de Natuurlyke Historie uit te breiden. De' Indianen noemen deze Plant burum Chandali; Linneeus heeft dezelve geplaatst in het gedacht der hedyfara en hare byzondere fpecies girans geheten. Zy bloeit zeldzaam in Europa, waar hare aankweking veel zorg behoeft. Men zag haar voor de èerftemaal in het jaar 1777, in den tuin van Lord Bute, te Lutonpark. Geen gedeelte van deze Plant geeft tekens van prikkelbaarheid, wanneer men in dezelve fteekt. By dag is het blad in het midden horizontaal en bewegingloos uitgeftrekt; des nachts kromt het zich om, en legt zich tegen de takken aan. De bladeren op zyde zyn altyd in beweging, beurtlings na de hoogte en laagte bewogen: alle de beweging" is in het bloemblad, dat zich niet om wil draaijen. Zeer dikwerf beweegt zich ieder blaadjen in ene tegenovergeftelde richting; fomtyds is het ene ftil, terwyl het ander zich beweegt. Als men het vast houd, dan begint het zich te be^ K we-  C 74 ) wegen, tot dat het beletfel is weggenomen. Deze beweging heeft niet meer plaats, wanneer de grote bladeren door den wind bewogen worden; dezelve houd nog op, wanneer de Zon zeer heetfchynt; maar wanneer het weêr heet en vochtig is, vertoont het zich or ene zeer merkbare wyze. Deze beweging blykt voor de Plant volftrekt noodzaaklyk te zyn ; want van dat zy hare eerfte blaadjens'uitfehiet", begint het zich te vertonen, en het blyft voortduren ftaande den nacht; maar het verminderd door den tyd. In onze kasfen heeft het bovenal het eerfte jaar plaats; in het twede is zy maar zeer weinig gevoelig; de Plant. beweegt in haar geboorteland alle hare bladeren; in onze kasfen zyn het niet anders dan de zybladeren, die zich zo bejegen. Op dien tyd, wanneer de bevruchting van het Zaad gefchied , worden zy heviger bewegen; na de bevruchting en voortteling houden zy op zich te bewegen. . Dit verfchynfel is by de Indianen een voorwerp van een byzonderen eerdienst geworden. Zy plukken, op een zekeren dag van het jaar, twee zyblaadjens, op het ogenblik , dat zy digtst by elkander zyn. Zy ftampen die onder een met de tong van een lbort van fteenuil, en de gelovige Minnaar meend door deze toebereiding, zich in de gunst van het voorwerp zyner liefde te dringen. Verfcheidene dezer Planten bevinden zich in de Stookkasien van het Mufeum der Natuurlyke Historie. De Uitvinding van den Telegraaf. Niets nieuws onder de Zon. De uitvinding van den Telegraaf, waar van zich de Franfcben tegen het einde van de 18de Eeuw, de eer hebben toegefchreven \ en die zo nuttig onder de handen van hun Gouvernement geworden is, is reeds een eeuw te voren ge¬ daan, cn in werking gebragt door enen Franschmar. JJcze is LrUiLLAüME Amontons, geboren te Farys in bet jaar 1(63, en geftorven in het jaar 1705; waar van rontanelle het aandenken bewaard heen in zue Elogc-s. Zie hier het gedeelte van de Lofrede opAiuoNtons dat wy op het oog hebben. „ Men zal misfehien voor niets meer dan voor een ■fpel van de verbeelding houden, maar toch ten min¬ nen voor een zeer vernuftig lpel, het middel, dat hy uitvondt, om alles, het geen men wil op enen zeer groten afftaud b. v. van Parys tot Romen, binnen zeer korten tyd, als in twee of drie uren, te ween, en zelfs, zonder dat het nieuws in de gehele ruimte tus- tcnen oeiae geweten word. Uit voorlid, noe won derfpreukig, en in fchyn een harsfenfernm, is in werking gebragt in ene kleine uitgeftrekthoid lands, eens 111 tegenwoordigheid van Mouftigneur en op een andermaal in byzyn van Madame. Het geheim beftond in op verfcheiele elkander^opvolgencje poften lieden te piaaucn, uie,...«oor ve^gKyKers,/^uere tekens van den voorgaanden post verftaan Hebbende, die aan den volgenden overbragten, en al zo verder; en deze verfchillende tekens waren 30 veie letters van het Alphabet, waar van men alleen her Cyffen-te Romen en te Parys had. Het verfte bereik der kykers maakte den afftand der posten uit, waar van het getal zo weinig zyn moet als mogelyk. En daar de twede post de tekens .voor den derden maakte, naar dat hy dezelve aan den eerften maker zag, werdt het nieuws van Parys naar Romen overgebragt byna in zo korten tyd, als men 'er de tekens -te Parys van maken kon." TOPOGRAPHIESCH - HlSTORIESCHE SCHETS van EGYPTEN. (Uit het Hoogduitsch.') Vervolg van Bladz. 38. Na deze algemene plaatsbefchryvende Schets van Egypten, zullen wy nu ook, de Inwoners van het land zelven , de Omwendingen , die hun Regeringsvorm' hebben ondergaan, de verfchillende klasien, waar in zy verdeeld zyn, nevens derzelver Zeden, wat nader befchryven. In de oudfte, alle gefchiedkundige berigtcn voorafgaande , tyden, wierd Egypten door Pharad's, of Koningen , geregeerd , wier Wy sheid en praal ongetwyiTeld zeer groot moet geweest zyn: want, tot nog toe, is 'er, in geen land, iets groot chers voorgebracht geworden, dan 't geen zy, ten algemenen nutte, of ora. igen plorie, hebben uitgevoerd. Deze werken, zyn liet enkel, in 'smenfehen geheugen, of in de Ge, chiedbocken, overgebleven, maar beft aan nög heden. Iet oude bed van den Nyl, die voorheen door Lybien droomde, het Meir Moris, de ontelbaie Kanalen, waar van nog enigen, tot op dezen dag, Eg pten bevogtigen, de Pyramiden, de kolosfale bouw.r.llen van Thebcs enz. zyn onvergangelyke en onwedcleggelyke bewyzen, niet alleen van den rykdom en het vermogen der oude Egyptenaren, maar bok van hunne Industrie;. Ge-  C 75 ) Gedurende dit tycTperk leerden de Grieken by hen de gronden en beginzels der Wetenfchappen en Konften: ook kwamen toen de Hieroglyphen (of beeldfprakige Letters; by hen in gebruik. De meeste Schryvers houden dezen voor ene heilige, en Voor her gemeen onverftaanbare, Schryftaal: maar waartoe bedekte men dan daar mede alle opentlyke Gedenktekens, de Stadsmuren, en zelfs de Rotfen, langs den Nyl, byaldien zy voor het vdk, 't geen overal dezelve ontmoettede, geen zin hadden. Men hield het voor een der zonderlingfte verfebynfelen, dat een volk, 't welk op de gehele oppervlakte van het land, door hun bewoond, het zegel ener hoge befchaving drukte, ten zelfden tyde zulk een zinneloos ftelzel van Godsdienst omhelsde. „ Maar," zegt een Wysgeriger Geichiedfchryver van onzen tyd (*), „de Egyptenaren waren zo gek niet, om zig door Grieken, Romeinen en Kristenen, te laten befpotten. Zy baden gene menfehen, maar Hemelfche lighamen, als gepaste Zinnebeelden der onbegrypelyke Godheid, aan. Vervolgens perfi .nififeerde n zy de Goddelyke Eigenfehappen; en eindelyk maakten zy van heilzame leefregels en goede politieke inrigtingen, een foort van Geloofs-Artikelen. Was dit laatfte, niet zo als he. behoord; het was echter verfchoonlyker, dan dat hunne verbasterde naneven, de Monniken der Middeleeuw, den menfehen de domfte en nuttelooste over: natuurkundige grollen, op ftraffe van verbranding, als Geloofs-Artikelen, opdrongen. „ De Godsdienst nam hier den Ichneumon, de Ibis en den groten gouden Tor, onder zyne hoede; gelyk de Polizy, in Londen , de Gier , en, in Penfylvanien, de Kraay. De Zee-Uyen, deedden meer kuren aan Ingezetenen Lngs het ongezonde Syrbonisch Meir, dan de Slang van Epidaurus aan de Romeinen: en gevolglyk was het ver choonlyker de eerfte aantebidden, dan de laatfte. Voor het overige geloofden zy aan een Vagevuur en hadden zo vele Duivels als Zonden: (gelyk byna zo vele Artfen als Kwalen.) — By dezen Godsdienst waren de bewoners van het Nyldal, meer dan duizend jaren lang, een gelukkig en magtig Volk. Htm Pharaö kon in geen Afiatisch Despoot ontaarten: vermits de Geestelykheid hem in bedwang hield. Eindelyk ontftonden (omtrent den tyd Van Troyens ondergang) gelyk het altyd gaat, uit eppermagtige Priesters, baldadige Papen. Met de vertoning van den gewyden Stier Apis, in het jaar 1171 VOor'Kristus, nam de Hildebrandery (f) in hetNyl- (*) Schlözer's Weltgefchicbte, Th. I. f. 176 f. CO Bisfchop Hildebmnd, naderhand Paus, onder der. dal een aanvang. Weldra volgde het bouwen der Pyramiden, dat is, de weelde, met alle de natuurlyke aanhangzels, onderdrukking van binnen en zwakheid van buiten. Het flot. was, een ftilftand en daar op veragtering in de befchaafdheid, welke voorheen hier tot zulk ene hoogte was geklommen, als nergens in een der bekende landen van de oude waereld." In het jaar 528 voor Kristus, viel de laatfte Pharaö , Pfamme/iit , in handen van den Perfiaanfchen Dwingeland Kambyfes. Van dien tyd af, tot op heden, en dus gedurende volle 23 honderd jaren, zugtte Egypten, zonder tusfehenpozing, onder den dwang van vreemde heerfchappy. Van onder het juk der Perfianen geraakte het onder dat van Alexander den Groten, die het, nog voor zyne overwinningen in het Oosten , bemagtigde , cn Alexandriën, welke hy ten oogmerk had tot de hoofdftad van de waereld te maken, ftigtte. Na zyn dood verdeelden zyn Legerhoofden alle zyne veroveringen onder eikanderen. Egypten kwam aan Ptolomeus: onder wiens opvolgers het bleef, tct de Romeinfche Colosfus ook dit Wingewest inzwolg. De laatfte Vorftin , uit het bloed der Ptolomeèrs, Kieopatra, kon, nog door hare Staatkunde, nog door hare honykheid jegens Cafar en Antonius, de onafhangelykheid harer Staten kopen. Wie is onkundig van haar treurig einde? Onder de Ptolomeèrs hadde Egypten een bloeijenden welvaart genoten: de Kunften, door de Grieken eerst van daar gehaald, waren 'er door dezelven, toen op nieuw verfraaid en veredeld, te rug gebragt. 'Er was een fterke Handelvaart op de rode Zee naar Indien geopend. Hoe aanzienlyk deEgyptifcheScheepsmagt, in dattydperk, was, blykt uit den flag by Actium, waar in 60 Egyptifche Schepen, met niet minder dan 22 duizend koppen bemand, vogten. Als Romeinsch Wingewest was Egypten de Koomfchuur der Waercldbeheerfchers. Augustus trok 'er, jaarlyks 20, en Justiniaan niet minder dan 48, Millioenen Schepels uit. Romen wierd met Hongersnood gedreigd, wanneer de Nyl niet flegts eenmaal buiten hare oevers fteeg ( §). Gedurende datTydperk kwam de Kristelyke Godsdienst in Egypten, alwaar dezelve - fnel- naam van Gregorius VII. is befaamd door zyne geweldige pogingen ter uitbreiding van het Kerkelyk Gezag, en de invoering ener onbegrensde Hierarchy. Zie Mosh. Kerkcl. Gefch. D. IV. Aant. van den Reda&eur. (§) „ Superbiebat ventofa et infolens natio, quod in fuo „ flumine, in fttis navibus, vel copia nostra t vel fames „ esfet," zegt Plinius in zyne lofreden op Trajaan. Ka , --. •>  C 76 ) fnelle voortgangen maakte, en de woestynen van Thebes, of Opper - Egypten, wierden vermaard door de Kluizenaars, die, ten tyde der vervolging, derwaarts de wyk namen. De Kristenen, welken men 'er nog heden vind, verfchillen zeer veel van de Westerfehe. Een deel derzelvcn beftaat uit arme Boeren, die van de Mameluken en Janitfaren onophoudelyk geplaagd worden; een ander woond in een foort van Kloosters, in het midden der woestyne (*), anderen wederom leven als cle Beduinen van den roof. Toen het Roomfche Ryk in het Oosterfche en Wesferfc/.e verdeeld wierd, maakte Egypten, uit hoofde van deszelfs ligging, een gedeelte van het Latfte uit, en bleef den zwakken en hygelovigen opvolgeren van Konftrntyn onderworpen, tot aan de grote omwending, door Mohammed, onder de Arabieren, bewrogt. Nu wierd Egypten een Wingewest van het groot Ryk der Kalifs: dezen zonden Vezirs derwaards, om in hun naam te regeren. Enigen daar van poogden zig onafhangelyk te maken: maar hun dood of nederlagen bragten Egypten geftadig weder onder het geweld der Kalifs. Terwyl de Arabieren zig eikanderen op deze wyze dit land betwisteden, poogde Lodewyk de Heilige (zynde de Negende van dien naam onder de Koningen van Frankryk) het zelve , in den jare 1249, te bemagtigen, „ ten einde de aarde v.m On„ gelovigen te zuiveren." Aan het hcofd van enen dapperen doch woesten Adel, ging hy een oorlogzugtig en befchaafd volk bevegten. Hy wierd gefiagen, en na het grootfte deel van zyn Leger verloren te hebben, en zelfs gevangen geraakt te zyn, reddede hy, door een 1'chandclyk verdrag, zyn leven, 't geen hy, enige jaren later, aan de kusten van Barbaryen eindigde, na dat hy, overeenkomftig de vrome zeden van dien tyd, ettclyke millioenen menfehen had opgeofferd en zyn land in den grond geboord. Het jaar, onmiddelyk op het onheil van Lodewyk volgende, maakte een einde aan de heerfchappy der Arabieren, en een aanvang aan dat der Mammeluken: Deze laatfte tot op onzen tyd hebbende voortgeduurd, zal het wel der moeite waardig zyn, een \ einig flil te (laan op baren aart en de wyze, op welke zy ontftondt (Het vervolg hierna, j (*) Het eerfte reguliere Klooster wierd, te Tabenna , in het diepfte van Opper - Eg) pten , door enen Pachomius, een afgedankten Zoldaat, in het jaar 325 geftigt. Op het einde dier 4de Eeuwe waren 'er reeds over de 96000 Monniken en Nonnen, alleen in de grote Kloosters vau Egypten. &ohiözer'5 Weltgef. Th. I. f. 173. GESCHIEDENIS DER ASTRONOMIE IN HET JAAR 179?. {.Uit het Hoogduitsch.} Met den aanvang van het jaar 1798, werd de gewigtige ontdekking algemeen bekend, dat Herfchel, buiten de twee reeds in het-jaar 1787, waargenomene, nog vier andere' trauwauten van de nieuwe Planeet, door welke zyn naam vereeuwigd werd, had waargenomen. Men kend dtts tegenwoordig zes trauwauten van Uranus, van welke Herfchel reeds affland , omloop en helling tot de Hoofdplaneet bepaald heeft; de vier nieuwe, in rang de 1, 3, 5 en 6, had reeds federt 1790 en 94 ontdekt, maar eerst na 8 en 6 jaren, wanneer hy zich.van de omftandigheden ten naauw-, keurigften verzekerd had, deswegens zyne waarnemingen bekend gemaakt. Herfchel geloofde oók enen, en fomtyds twee, geconcentreerde ringen om Uranus gezien te hebben ; maar verzekert zelf, dat zyne vroegere waarnemingen tegen het aanzyn van zulke Ringen bellisfen :.'intusfchen zoekt doch, de fchrandere Uitgever van de Góttingfche Zak-AJmanach,. voor 1799, de Herfelfehe waarnemingen met het aanzyn dezer Ringen onder zekere voorondertrellingen te veréénigen.. De gedaante van Uranus vond Herfchel platvormig , dat een tamelyk fnelle draaijing van den as aanduidt. De teruggang der Maanen van Uranus, of haar loop van het Oosten naar het Westen, is, zo de waarnemingen van Herfchel anders juist zyn_, ene alleen febynbare uitzondering van dfe: algemene wet, die anders by alle Hoofd- en minder Planeten onzer Z'onne ftand grypt, aan de grote zeer rechthoekige helling op de loopbaan van Uranus toetefchryven; ook errinnert la Place, met recht, dat men de richting vau. den loop op de alt)d plaats hebbende vlakte van den Equator der Zonne toepasfen moet; en, zo losfeji zich alie fchynDire ongeregeldheden van zelfs op. In het verlopen jaar 1798, werd de grote onderneming der Franfchen, om een boog der A irde van 9 gr. 39' tusfehen Duinkerken en Barccllona te meten, gelukkig ten einde gebragt; reeds federt 1.792 wis men daar mede bezigge.veest, en de Omwenteling had meermalen dezelve doen ftaien. - Méckain en Delatnlre, twee der gefchiktfte Waarnemers, volbragten de hen opgelegde taak met buitengewone zorgvuldigheid en naaa.wketirigheid. Méchain m^t van het Zuiden naar het Noorden; Uelamère omgekeerd , tot dat zy eindelyk elkander in hunne driehoeken ontmoetten, en zy elkander bereiken konden. Het eerfte Refultaat der tusfehen Lieurfimt en Mei tin, omflreeks Parys, genieten Balis, Helde Delambre■■, op den 3 Juny, enen jongen Duitfcher, Dr. Buckhardt , in handen, die met den jongen • Hut»'  C 77 ) Hümbold mcdeeegaan was. De lengte der bafis bedroeg, oÏTet vriespunt lebragt (♦), 6o76,8 toifem De andere grondlinie werd by Perpignan gemeten, en den lóden Sepfèmber voleindigd ; beide? ftandlynen hadden de volkomenfte SeènkCst met de van beide Sterrekundigen, geaietene d ehoeken. Het iyd geen twyffel, of uit dff>.nieuwe JJ ting van zodanigen omvang, als nimmer plaats hadt, en met de «trootfte nauwkeurigheid gedaan , moet, een voor de Natuuronderzoekers allergewigugfte zaak, de ware gedaante der Aarde, nieuwe ophelderingen ontvangen; en dat leeds dit voordeel alle de daar aan bellede kosten eu vlyt rykclyk vergoeden zal. Men weet voorts, dat,in Frankryk een ander doel met deze metingen gepaard ging, namelyk, om de eigenlyke grootte van de nieuwe maati, of van de Metre Srait At te leiden, die by voorraad reeds op 3 voet, -11 Ai 100 Men, oude Paryfche maat, aangenomen was. t ls bekend d t Frankryk ook buitenlandfche Mogendheden tot Sewerking in dit nieuw fystema van Maten eu Gewigten Dene^Xi ö V^&kTW; van de Helveti- KSSffirr^; van de ^^ff^fZi van de LigurifcheM?/^; uit Piemont Graaf Balèo, van iZcZ^Fabroni; van de Romeinfche Repubhek Iranchi ™n Spanje Zisk* en' Petrajes. Aan deze bu.tenJndfche Comm sLrisfen zyn ook de by de hoek- en bafisinëtS gebruikte Inftrumenten, ten onderzoek, gegeven geworden Op den iaden April ontdekte Mes fier een woraeu. , den 2. ten van hare loopoaan, u«i &~ "~' \ la'.rsieemelueii uigevonden , berekend; Bouvstt d /.ag een wede l^wè Komeet op den 6den December, te Parys, .11 Srkuès, cn Olbers den gften December, te Bremen, in Cerberus Hy nam haar waar tot den 11 den December, en Kénde toe loopbaan ; men kent nu reeds 92 berekende £ pf.ner van Kometen.' Op den i8den januaij meend nalees te Tarbes, een Komeet 20 minuten lang voor de £n fis een zwarte vlek gezien te hebben ene zeer merkwaardige waarneming, indien zy zekerheid genoeg hadde 1 Ma- hare onbepaalde en onzekere opgaaf verwekt twsffel; ei veelligt zag Dang s een lbort van vuurftoffe, in de. hoen vccu^l ".8» _ .„„ j.mI,tr;n<, onzer A.irde . voorby de gere gewesten vau uw. ^ D - . - , In ..mrfllori ol.OS. f>VpnOM1S fAx de Schwabers, in het jaar 1630, voor een Komeet, verwachten den ondergang der waereld, en 1 potten, toen net ge.vaai vuuiuy wa», nu*., ne vrees in een daar op vervaardigd Toneelfluk, dat op het Toneel des Vaudevilles gefpeeld wierd: dit gaf gelegenheid tot een Astronomisch onderzoek van den grootftcn glans vau Venus, in de Alg. Geograph. Ephenteriden van Oct 1798, waar de pcrioancne terugkomst vau uu het hesr onderwezen deel van het publiek treffend verfchyn- fel. od einze Eeuwen berekend word. Herfchely\on Zon K, ten minden, het kaïv, volgens ged .an onderzoek 4jju g.i..u, <•«- 7 „„,.,„ hnrpkpndp Kometen ee- SE5 %*het ekTdè van Jannary heersehte in Parys ^ zonderlinge Komeet-vrees; de Par^feuaars hielden Venus ■ De invW der vvrmte en koude, op alte iigcfjaroen, verooizaakt, Mï bv on eWke temperuur, eene afftand tweema. fchoon naauwkeuSl' JX- aeSe maattï F r nieten, nimmer Juist gelyk zyn kan. rheong, door clez irae w« k n-amvkeuiigheid. met 'mornet r-' r ad gfvondehIfnde. a»e gemetene afflandb' ais op denvan waU en koude Cb« ^-««^ Zfo/i» cn Schröter zetten niet grote Reflectors" hunne na¬ tuurkundige waarnemingen omtrent de vaste i ter ren voort. De Ilerfchellche Verhandeling over de eigenlyk zogenaamde Nevelvlekken, die grote in de waereldruimte verftrooide Lichtklompen en een foort van Laboratorium voor toekomftige Sterrengedaanten fchynen te zyn , is door den Landmaarfchalk von Hahn, te Remplin, in Bode's Aftrom Jaarb. voor 1801 , in het Hoogd. overgezet. In den noordlyken vleu»el van de Maagd, over welken, volgens Hahn s waar¬ nemingen, ene donkcrer nevei venpreiu ^)"'.^ *>^'~ der natuur tot aus verie euc gcin^c.s., , «■ «r — kende nevelvlek van den Orion, die, volgens Schröter, merkbare toevallige veranderingen vertoont, reeus ent ëiutere volkomenheid bereikt te hebben. Zo begluurt de peinzende Waarnemer de fcheppende Natuur in hare diepfte geheimenisfen , waar zy nieuwe Geitemtens vormt, waar zy verftrooide enkele Lichtklompen in onmeteUke ruimten zich verzamelen, verdikken, of door Chemifche voortgangen met vervvan'dte ftoffen zich veréénigen, en nieuwe waereldcn daar n««a«n Hr,pt.: 7.0 beftemt hv door een ftout voorgevoel den hogeren of lageren trap van Voleindiging, die hare fchep- pmpcai bcreilcen. ni ue iuiuuyiw. j >""6—■"-. n...... »*.... v.oKUan Xrhrniev r-n Olhe.rs. enen uitftckend riaueci iviui.->, umu^" u..,., — — -- Iflvendigen glans waargenomen; op die gordel was het toen lente; men kon daar by enigzins aan het witte wmteikleed der Aarde by analogie denken. Kohier en Schrot er hebben ook onlangs, op nieuws, het platter worden van Mars onderzocht, en niet boven l,8o gevonden ; Herjchel vondt denzelven op enen geheel anderen tyd TJ; maar Schrot er vermoedt, dat Mars, even ais jupuci , awuw"" ^^ re tydelyke en toevallige afnemingen kon onderworpen zvn Volgens de waarnemingen van onderfcheidene- :.L „ a ['n-miAmJcton frhvnr hot kleinst rretal Hechts der ! Kometen ene digte vaste kern te hebben;. verre de meesten zouden van ongemeen aooricnjiieuuo, uu »r meneeweven, en van binnen van ene zeer hgte ltorle z>n, van welke dus onze Aarde maar. zeer weinig zou te vrezen hebben; misfehien komen zy in hunne zeer elhpufche Joop- banen nader oy ae z,on , uuk m "-l , ..... - . fvue lichtftof, die in hun ftaart en hchtnevel zigtbaw word, op te zamelen, en dezelve, op hun reis, aan naburige waereldcn, die van dezelve, zo veel nodig, naar zich trekken,. W6 uyaiiwit: iwicu inAsfign.-64 Guinies .12,12,10 dito kort. ƒ ,40j Hem in Specie - Franlche Kronen -57§a6i Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 5^5 pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 40 B°. „ . fi„ _ Dito kort - 4oJa| — Bank ' 88 PCtl Wenen id. B°. . s6i MAANDELYKSCHE PRYS LYST der IN- en UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland 2' prCts. 36 a 44 prCt. Zeeland 2f prCts. 29 a 32 prCt. Friesland 2 prCts. 32 a 34 prCt. Generaliteit Anticipatie en Marine 3 prCts. 36*344 prCt. Bataaffche Refcriptieii4prCts. Losbaar 1799. 59365. 1800. 32 a 35. 1801. 25è a 28i. '1802. 22I a 24L 1803. 2113235. 1804. 21 a 22. Na den Vrede 19*321. O. I. Ü. Lot. 1785 en 1786. 3 prCts. 36 a 38 prCt. , Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 92' a 93 prCt. Dito 4 prCts. 79 a 80 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 89! a 91 prCt. Dito Geconf. Fondf. 41 prCts. by Staphorst. 62*363} PrCt. Roomfche Keizer 5 prCts. 60 a 62 prCt. Dito 4 prCts. 52 a ss prCt. Sfiante 41 prCts. Losbaar 1799. 92! 3 93* prCt. 1800. 70 a 80. 1801—1807. 69 a 63 prCt. Dito 5 prCts. 80 a 81 prCt. Idem van I7ber 1798.66367 prCt. Rusland 5 prCts. 8oa8oi prCt. Zweden 5 prCts. 90'i a 92 prCt. Dito a\ prCt* 87390! prCt. Dito 4 prCts. 85 a 86iprCt. Denemar¬ ken. Tolk 4 prCts. o2§ao4 DrCt. prCt. Dito Leen en Wisf. B. 93 92 a 93 prCt. Amft. 3 Sept. 1799. Dtto Holjiem 98 a 981 a 94 prCt. Dito Kroon GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de Iaatstverlopene Week-, is geweest: te Amfterdam 89; en te Haarlem II, onder welken laatften 4 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige buiten waarnemingen, haarlem. Anrr C BAit0 \ v'-*«- i»*e»ïih»i* «jchts- 'au&-/ me- mome- me- der gesteld- !799- ) ter. ter. ter. wind. HEID. 0 S 29' l\ *i l6 Z- W' ~vi"dng; voormidd. ' 28 <" 29. 8i 082 65 — betrokken; verder ( 29- 7% 60 74 bewolkt. C29. 9 62 701 w.z. w. " 29 S 30. ci 66 60 n.w. bewolkt. 130- li 531 79% w.n- w. C30. 1 571 91 £ z.z.w. 1 30 < 30. ol 69 $6i z. w. bewolkt. C.29- 9i 57 74 — $"29. 7i 59i 77* z.w. harde wind; voormidd. 3' < 29. 7 62 i 69 betrokken;'snaimdd.be- (.29- 6§ 58! 79 wol'.t; 'savonds buijig. Sept. C29. 8 ~p óJT ÏTb^F. tarief. ' 1 129-9% 62 56 n.w. voonnidd. betrokken; / 30- Ij 55ï 63! verder buijig. C30. 2ï 5ÓI 77 n.b. w. ~ \ 2 < 3°- 3 i 645 61 w. b. n. bewolkt. / 3°- 3* 57' 70 w. z. w. ('30.3 6\, 651 z.w. " 3 < 30- 3 63 i 6oï — bewolkt. £30, i\ \ 54 76 — Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 298. NIEUWE ALGEME NE KONST* en LETTER-BOBEf VOOR MEER- er MIN-GEÖEFFENDEN. PRTDAG DEN 13 SEPTEMBER. BERIGTEN. B ATA AFSCHE REPUBLIEK. Ctrave, den 16 Augustus. Heden werdt, alhier, het eerfte jaar van oeffening, in de Latynfche Tale, en andere vakken van Studie, geëindigd, door het houden van een openbaar Examen op het huis der Gemeente. De Jongeling Nicolaus P. van Ham opende het zelve met ene plechtige Redenvoering: over het •welbefteden van den Tyd, en over het onherftelbaar verlies van denzelven zich niet ten nutte te maken. Hier op werden de ftuderende Jongelingen, in deRedenrykkimde, Tydrekenkunde, Wysbegeerte, Redeneerkunde , Bovennatuurkunde, natuurlyke Godgeleerdheid, Zielkunde, en mindere vakken van Studie der Latynfche Tale onderzocht, welken, in 't algemeen, zodanige blyken van vordering, elk in zyn vak, aan den dag leiden-, dat de gantfche vergadering van horei's, daar over, niet weinig, getroffen was. Dit gedaan zynde, beklom de" Jongeling Jacobus v. dc la Geneste het fpreekgeftoelte, en hield mede ene zeer wel gepaste Redenvoering : over de voortrejfelykhcid der Wysbegeerte: waar op de Pryzen, door de kundige en yverige Reftores, rtitar verdienden, werden toegekend, en door den Pnefident der Municipalitcit, met ene toepasfelyke aanfpraak, uitgereikt; wordende deze plechtigheid gefloten, door een uur luidens der XII. Deel. klokken, en zullende de ftudië'n weder een aanvang nemen met den eerften O&ober aanftaanden. Haarlem. Wy zyn verzogt ene plaats, in ons Blad, interuimen, voor het volgend BERICHT. GELTKHEID, VRTHEID, BROEDERSCHAP. De Commisfie van Superïntendentie over het onderzoek der Duinen, gevolmagtigd door het Adminiftratief Beftuur van het voormaaïig Gewest Holland, by deszelfs Refolutie van 4 Maart 1799, om aan zodanige verdienftelyke Burgers, welke door eigen vlyt en arbeidzaamheid woeste Duingronden ten nutte hebben aangelegd, van wegens het gemelde Beftuur een Exemplaar van derzelver Algemeen Rapport ten gefchenke aantebieden, als een vereerend blyk van onderfcheiding en ter aanmoediging van hunnen vlyt; heeft vermeend ter kennisfe van het Publiek te moeten brengen, dat zy, ingevolge van deezen last, een net gebonden Exemplaar van het gemelde Rapport, met een toepasfclyk opfchrift en den Naam des Duinbebouwers op den band geplaatst, en in welk Exemplaar gevoegd is een getuigfehrift der Commisfie, ingericht 'naar elks verdienften en omftandigheden, heeft doen toekomen aan elk van de navolgende Burgers, door L mm-  C 82 ) middel van de Municipaliteit, onder welker resfort zy behooren, als Evert Asjes, te Castricum. Jan Gyzen Middelkoop, te Overveen. Gerrit Buys, in de Vogelenzang. Kryn van Linden, te Katwyk. J. Doferlof en J. van Eckhart, te Katwyk. Leenden van der Jdarjt-, te Scheveningen. Cornelis van der Harst, te Scheveningen. Willem Bhytfeld, onder Haagambacht. De onderneemingen van welke Burgers in de Buitenduinen, zyn opgegceven by het Eerfte Deel var. het gemelde Algemeen Rapport bl. 173—175, 178, 184—188. Ter Ordonnantie van de Leyden, Commisfie voorn. 3 September 1799. Jan Kops, A. L. B. 5. Secretaris. B E R I G T WEGENS DE GELUKKIGE REDDING van een DRENKELING, door den BURGER J. C. de JON G H , KOOrMAN op de GLASHAVEN te rotterdam, DIE, daar op, door de MAATSCHAPPY der drenKELINGEN, met den GOUDEN EEREPENNING IS BESCHONKEN. Het was op den derden April 1. 1., dat de Burger J. C. de Jongh, 'smorgens tusfehen 8 a 9 uren, èloor een zeer akelig en ichrikb.,rend geluid, geroepen wierd, om tog fpoedig om laag tè komen, wyl 'ei een Drenkeling in zyn Liqueur-Stokery gebragt, en waarlchyrlyk reeds dood was. Hy begaf zich op liaanden \oe na beneden; voor zyne deur zag hy ent menigte van menlchen ftaan , en agter in zyne Brardeiy, waar zjne Disteleer - ketels Honden (die juis: beide genookt wierden) was een aangename en luchtige Zomerwarmte, dus ongemeen gefchikt voor zyner Drenkchrg, die, op het ogenblik dar hy na agterer. liep, do _. -ri - j t- & ^yui- nue-gis, uui ipoe¬ dig aïle de linnen cn woile .zaGkèn, die 'er in zyne Brandery te vinden waren, bo.en op de helmen van zvne Disteleer-ketels tp ip(roï>n rw0„ —=.„ui.i.i.„i..i. i langs dien «eg de-*ereischte warmte bekomen heb- j£«uc, vvciucu op ucn grona gelegd, tusfehen de hete ketels. — De Drenkeling, ontkleed zynde, wierelcn,met laauw watCL.jgyn hoofd, mond, neus en oren. v«u us ucvjuic niK cu vungneia, zo goed mogelyk, K^-H-llilLlU , CU IIV vltv 'UiOS Ilm u't m, r f> old-on dergelegd, ten-jiaaswnby in eon horizontale rigting en met zyn hoofd en -Highaatn éen weinig na de regterzvde eckeerd. Nu viusr bv aan m« a i^mpnon -».,ir doeken, die beurtelings -twee aan uwp o-oivarmH ,w,Vr. den,' zachtelyk borst en buik op cn ieder te wryven. De fchvndode zao- V>r vphorUri- oi r.it™ de bvkans z.varr. her hnntn •«.*»,- ,ij i'J lmg lucht in de long, houdenae met zyne vingers zyn uy.uo £aj xaii^ iu.c, ui uuiKKcnue aan een weinig daar na zachtelyk op de borst, om dezelve weder te doen uitgaan. Na aldus circa een groot halfuur, zoneier enige blykbare ver.ndciing ten goede, in zyne konstbewerking te hebben doorgcbr.igt, zag hy, tot zyne •mbefcbryvelyke blydlchap, dat de zwarte en paarfe > lekken begonnen te verminderen; fchoon het ra-haam nog yskoud en zonder enige beweging bleef. Hier op nam de Joi.gh een zeer hete doek, wreef en kittelde den Drenkeling daar mede zee zacht onder de voetzolen ; dit deed ene onverwagte en zeer b>. zondeie werking, want hy fprong enigdnta vt.n zvn plaats on — gaf een vervaarlvk n i-.v ovluiH Ann Kioof„„Q„ blikkelvk daar on woiW {rntu,7f ah ^X^a Na de wryving met warme doeken, op dczelf.'e minier vuicjt, ecu ge-i tumen tya weder Herhaald te heb- nam ny uogmaai ac proei onder de voeten; nu gaf  C 83 ) gaf zyn Drenkeling een verVaarlvke harde gil; begon bitter te fchryen en te, fchreeuwen; de koleur van zyn aangezicht begon natuinlyk te worden, en een aangename warmte \ erfpreide zich over zyne naakte leden. Intusfchen bleef men nog met wryven aanhouden; van ogenblik tot ogenblik nam de natuurlyke warmte toe en de klopping van het hart kon men thans zeer duidelyk voelen. Na aldus circa i| uur op bovengemelde wyze, zonder tus chenpozing, met zynen Drenkeling te hebben doorgebragt, kon deze reeds, met behulp van zyne 1 Handlangers, op zyne voeten (laan. In deze houding gaf hy hem ene halve roemer beste Conjacque Brandewyn, die hem goed fmaakte en zeer Wel bekwm. Hiep op liet hy hem, met hulp, tweemaal zyn Brandery, op en neder gaan, en vervolgens alleen: kort vooraf was hem fchoon en warm ondergoed, en droge bovenkleding aangedaan, door zyne Moeder, die, vervolgens, met dezen haren geredden Zoon, in ene vrolyke en dankbare houding, het huis van den Burger de Jongh verliet, en naar het hare ging. De herftelde Drenkeling is een Jongeling van tusfehen de 14 en 15 jaren, met name Evert Louwcrens, zynde een Schoenmakers leerling, die, m den Zomer des voorleden jaars, nog eens in het water was gevallen, en daar uit gered, dog, door de fchrik, federt nu en dan aan een foort van vallende ziekte was onderhevig: van welke kwaal hy echter, na zvne laatfte redding tot op 31 August. J. I. flegts - . . .- 1 __ . - . „ l ... ,1 V100-M- een enKeien, ïcnoon ugtcu, aauvai &tuau iwwh PROGRAMMA VAN HET BATAAFSCH GENOOTSCHAP DER PROEFONDER.FINDELTKE JVTSBEGEERTE te rotterdam. In een Vergadering, gehouden op den voet der drie laatst voorgaande Jaaren, by beiluit tan Preses Magnificus , Administrateurs en Directeurs van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelyke Wysbegeerte , op S-aturdag den 17 Aug. 1799, is, na dat de Prefident Dilecfeur, J. D. Huichelbos van Liender, verflag gedaan had van de Verrichtingen des Genootfchaps zedert de Vergadering des voorigen Jaars, het volgend befluit bepaald: I. Dat het'Antwoord op Vraag 49. Welke zyn de natuurlyke tarnen ft ellende deelen der P'fs van een gezond Mensch ? ingekomen onder het Opfchrift r In Phyficis uit defperandum; ditce Chemld omxia bona fperanda in Medicis. Boerhave. fchoon hetzelve veel goeds bevat, en eene voor zulk foort van Vochten nog niet zeer gemeenz am gebruikte methode van analyfeeren aan de hand geeft, echter niet zoodanig aan de voorgeftelde Vraag voldoet, dat men diar aan den uitgeloofden Prys eener Goudene Medaille kan toewyzen; zoo om dat de door de Schryvers gevolgde manier van analyföeren alleen niet kan gezegd worden volftrekt genoegzaam te zyn tot het oogmerk, als om een meenigte grondige bedenkingen, die men hier en daar tegen hunne genome. ;e proeven en de befluiten, die zy daar uit afleiden, kan aanvoeren. Den Schryveren word derhalven eene Zilvere Medaille , op den ftempel des Genootfchaps gellagen , aangeboden, byaldien zy binnen den tyd van zes weeken zig aan het Genootfchap 'bekend maaken. II. Dat de Verhandeling ingekomen in Antwoord op Vraag 57- Welke teekens of verfchynfels doen 'er zig op in de veranderde gefteldheid en werkingen van de Oogen der Menfehen, zoo wel derzelver algemeene als byzonder e deelen, waar uit men den verfchillenden aart en oirzaaken der Sleepende Ziekten (morbi chronici) kan onderkennen en derzelver onder fcheiden uitkomften en gevolgen opmaken ? onder het Opfchrift: Si fpecificam morborum genericorum diagnofln &c. * Stork. fchoon dezelve nog voor Verbeteringen vatbaar zyn zoude, voornamelyk met opzicht tot de volledigheid der befluiten, uit de opgegevene waarnemingen opgemaakt, echter derwyze voldoet, dat men aan dezelve den Gouden Eereprys niet ontzeggen kan; weshalven het Billet, daar by behoorende, geopend is, en is bevonden Schryver daar van te zyn David Heilbron Cohensz. , Med. Doft. Lid van verfcheidene geleerde Genootfchappen , in den Haag. III. Dat van de twee Antwoorden ingekomen op Vraag 63. „ Daar men om verfchillende redenen voor „ de Masten van Oorlog- en andere zwaare Schepen geen georuiK. «.au maaR.cu vau aiM» nvniu , ...ca. *..6 tot dat einde moet bedienen van het hulpmiddel om ver" fcheidene ftukken aan elkander te verbinden, waar van de' zamenftelling, zoo in getal, als wyze van verbinding by , onderfcheidene Natiën en Scheepsbouwers verfchillend is; „ zoo vraagt men Op Wis- en Natuurkundige gronden , zoo veel mogelyk door ondervinding en proefneemingen bevestigd, aantetoonen, welke wyze van zamenftelling de beste en onkostbaarfte is ? de Verhandeling onder het Opfchrift : Tot bevordering der Scheepsbouwkunde j L 2 als  C 84 ) als behelzende een kort, beknopt en welpasfend Antwoord op de opgegevene Vraag, de bekrooning met den Gouden Eercmunt verdient, terwyl men van des Schryvers yver verwacht, dat hy dac gedeelte'zyns werks, het welk nog als eenigzins gebrekkig zou kunnen worden befchouwd, geheel zal verbeteren en zoo veel mogelyk volledig maaken. Het Naambjllct dus geopend zynde bleek daaruit, dat Schryver dier Verhandeling was Pieter Glavimans , Conftru&eur Generaal by de Ba(aaffche Marine, in den Haag. Terwyl de andere Verhandeling, fchoon mede blyken van 's Schryvers bekwaamheid in dat vak dragende, echter zoo uit hoofde ccrer min noodige omflagtigbeid in het befchryyéh van de practicaale manier van het ihéénftellen der Masten, ais uit hoofde der mindere volledigheid in het opgeven tier oïiderfcheidene vvyzert van zamenftelling by den Scheepsbouw in gebruik, en het vergelyken vau dezelve onderling, minder voldoende word. bevonden; weshalven aan deszelfs Schryver wordt aangeboden de Zilvere Medaille , mits zig binnen den tyd van zes weeken na 't uitgeven van het Programma bekend maakende. IV. Voor nieuwe Prysvrageu worden dit Jaar opgegeven: Vr. 64. Welke zyn de redenen of oorzaaken, dat de Droogma akeryen doorgaands veel langer duuren en veel »ieer kosten naar zig feepen , dan men voor af berekend en neuroot heeft? En welk is het beste plan om plas jen m menen op de fpoedigfe en minst kost ba are wyze, en in 't geheel ten meeste» voordeele droog te maaken ? ■ Vr. 65. „ Daar men tot nog toe zoo verre niet gevor„.derd is, om de hoeveelheid watérs, dewelke in een be„ paalden _ tyd , en by een bepaalde fnelheid" door eeltig „ Werktuig tot een bepaalde hoogte kan worden opgebragt', „ op Theoretifche gronden met zekerheid te begrooten, en „ het der'ialven, zoo ter onderlinge vergelyking, en waar„ neeming van de verfchillende bekende Watertuigen , als „ om daaraan de reeds geformeerde, of nog te formeerene „ Theoriën ter toetfe te brengen, van het uiterfte belang „ zyn zoude dezelve hoeveelheid Proefondervindelyk te kun„ nen bepaalen, zoo vraagt het Genootfchap: Is het mogelyk by de hier te Lande meest beproefde Watertuigen (Scheprad-, Vyzel-en Pompmolens &c.) in het groot zoodanigen toeftel te maaken, dat men daarmede Proeven kan neemen, die met volkomen zekerheid het vermogen dier Werktuigen in het opbrengen van water doen blyken? Zoo ja, op wat wyze moet deze toeftel % orden ingerigt ? Zoo neen , welke zyn de be- letjèlen , die d.t oumooglyk maaken? „ Men diene onder het oog te houden, dat het Werktuig „ onder het doen der Proeven in dezelfde omftandigheden „ blyve, waarin hetzelve zig by eene vrye ui/loozing be„ vindt; des, dat niet alleen het voor- en achterwater, ge„ dutircude den tyd der Proefneeminge, geene aanmerkelv„ ke verandering in hoogte ondergaa, maar ook, dat de „ droom van het opgebragte water niet worde verminderd, „ vermeerderd of geftuit door den toeftel, waar by men „ zomwylen mogt goedvinden het water in een Maatboezem „ te leiden. Beide om beantwoord te worden voor den 1 Maart i8or. V. Het Genootfchap nog geene Antwoorden ontvangen hebbende Op Vraag 54 en 58. (Zie deze Vragen in het Programma des laatstvongen jaars, of onze jjjf. 245. bladz. 77.J Op Vraag 59. „ Daar in het algemeen erkend word, dat de afneming „ en verlaagmg onzer Zeeftranden het behoud der aanpaa„ lende Zeeweermgen niet alleen zeer kostbaar. maar ook „ ten hoogften gevaarlyk maaken, zoo word gevraagd: Kan deze af'neeming en verlaaging van het Strand alleen door de beiiende middele/i ter belettinge der Zandjluiving, t. w. door Stroo- en Helmplantingen of Rietfchuttingen te keer gegaan worden? Zoo neen; zyn 'er dan ook andere middelen, dan de met Steen gedekte Rysdammen, of zoo genaamde Steene Hoofden voorkanden , waar door het gemelde oogmerk bereikt zou kunnen worden ? Zoo ja , welke zyn die middelen ? Op Vraag 60. (Zie als boven aangewezen.) Welker beantwoording bepaald was op den 1 Maart 1799, fielt de eerfte (Vr. 54.) voor een onbepaalde tyd voor, terwyl het op de 3. laatfte ( Vr. 58, 59 en 00.) tot 1 Maart 1801, Antwoorden zal inwagtengelyk'ook nog voor een on bepaalden tyd blyven ophangen: Vraag 37. Welke_ zyn de bekwaamfte middelen en •werktuigen om in de Rivier de niemve Maas den verderen aanwas der Plaaten, even boven en beneden Rotterdam, 00 eene min kostbaare yiyze te voorkomen, dezelve te doen verminderen, en, zoo ver mogelyk is', wegtenemen? NB. Deze met uitlooving van eene dubbele Goude Medaille , ter zwaarte van 60 Ducaaten. Vraag 48. (Zie als boven.) Vraag 50. --=— Op wat wyze zoude men in Polders, dóór Stoom-^erk- tuigen drooggemaakt en droog le houden , de opkomende Landen moeten ver deelen en aanleggen, op dat daar uit voor de Onderneemers der Droogmaakinge by den verkoop het meestejrofyt, en voor de Bewaoners het meeste nut en voordeel, zoo met opzicht tot hunne gezondheid als ten aanzien van het gemakkelyke en aangenaams voortvloeije ? Vraag 51. (Zie als boven.) En voor 1 Maart 1800. Vraag 61 en 62. (Zie dezelven mede als boven aangewezen bladz. 75 en 76.) Deze alle met uitlooving eener Gouden Medaille ter zwaarte van 30 Ducaateu. Ins.  C 85 ) Insgelyks blyven nog voorhangen tot 1 Maart 1800', de beide Voorftellen, gedaan in 1794, met belofte van een Zilvere Medaille ,■ op den ftempcl des Genootfchaps gellagen-, aan , I. De volledige Befchryving met de nodige Teekemngen opgehelderd van de vinding , waar van men in Engeland, zedert het aldaar zeer algemeen in gebruik brengen van ronde , vier , vyf, zes of agtkante hotgegotene yzere Molenasfen , zig bedient, om de zeilen der Molens op hunne wieken te doen zwigten en ontzwigien, in- of uitrollen door den meer of min fterken aandrang der Wind alleen , zonder dat de Molenaar daar mede iets te doen heeft, en waar door ook de Molen een altoos ger egelden en 'gelyken gang behoudt. . IL De beste Befchryving met de noodige Teekenmgen gepaard van de onderfchelden wyzen ; waarop men in Engeland , door 'zoogenaamde Gouverneurs of Regulateurs , de Steenen der Windmolens, die Graan maaien^, naar de 'kragt of flapte der Winden doet daalen of ryzen, zonder dat zulks aan de oplettenheid der Molenaars, be/ioeve te worden overgelaaten. Dit Jaar zyn verkozen tot LEDEN-CONSULTANTEN. J. H. van der Palm , Agent der Nationale Opvoeding, m aen Haag. ^ •m n ^ t7n^».T.DV xt 1 KT T>hit Ft? Med. Doctor : Medicina;, Chèmite, Hifi. Natur. nee non Ar lis Pharmaceuticte Prof. Ordin. te Utrecht. LEDEN-CORRESPONDENTEN. J. van Boekholtz, Gouverneur en Oud Gezaghebber van de Provincie Banda. Sage , Membre du Confeil des Mines a Paris. Sylvestre, Secretaire de-la Societé Philomatique, & d'Agriculture b Paris; Membre de la Societé d'Hifloi- re Naturelle, & de plujieurs autres Socieiés fcavan- tes & litteraires. LEDEN. J van Noorden , Med. Dod. Lid van verfcheidene geleer' de Genootfchappen , te Rotterdam. Pieter Glavimans, Conflructeur Generaal by de Bataaj- fche. Marine , in den Haag. Pieter Curten , Koopman te Rotterdam.. NB. Het overige van het Progn.mma komt overeen met het flot van het laatstvorige. Zie bladz. 78 van ons meermalen aangehaald N°. 245. PROGRAMMA. De Bezorgers van het Legaat van w\len Johannes Monnikhoef, hebben in derzelver onlangs gehoudene Vergadering bellooten x het volgende bekend, te maaketf; 1. Dat op den bepaalden tyd, voor den eerften Maart deezes' iar.rs, by hun zvn meekomen twee Verhandelingen, in antwoord, op de in, September 1797, opgegeevene Vraag: „ Naardien onder de uitwendige hulpmiddelen tegen de „ Breuken, buiten den Breukband, de meeste ,der overi„ ge geene a.npryzing verdienen; doch fommige derzelve „ van nut zouden kunnen zyn, vooral ten platten lande, „ en by het gemis van Breukbanden, voor or.derfcheiden „ ouderdom, inzonderheid van jonge kindereu; zo wordt „ gevraagd: „ Welke zyn de eenvoudigfte, gefchikfte en gereedfte" „ uit- en inwendige middelen, en de beste levensregel, .. welke men tot het inbrengen van Breuken, en daarna, „ tot tcgenhouding en geneezing deezer uitzakkingen, „ met hope op goed gevolg kan aanwenden?" vau welke de eerfte ondergetekend was met de Zinfpreuk: De Gezondheid is een onbekende Rykdom; ziekte eene bekende. Armoede ; — De pooging , om het eerfte te behouden, en het laatfte aftewenden, is zo lofwaardig als derzelver nut te cegeeren. En de tweede: Eenvoudigheid is wysheid. Van der Haar. 2. Dat zyl. beide die Antwoorden aan het voornaam doel der Vraagc, het nut voor het platte land, getoetst, gedeeltchk gebrekkig , gedeeltelyk overtollig , en dus naar den eisch des Testateurs niet geheel voldoende geoordeeld hebben. 9. üat echter, mede naar de letter der uiterfte wjïïe des InfteJIers van dit Legaat, jaarlyksch de beste der ingezondene Verhandelingen bekroond moetende worden , diensvolgends ook de gouden Medaille is toegeweezen aan den fchryver van het eerfte antwoord, onder de Zinfpreuk; De Gezondheid is een onbekende Rykdom , enz., welke by het openen van zyn verzegeld Billet, bevonden is; te zyn, G. J. van Wy , te Arnhem; waarna het tweede: Billet 01 geopend is verbrand geworden. 4. Di t ter zeiver tyd beilonten is de volgende nieuwe' Vraag omtrent het beöeffenend gedeelte der Breukenkennis" voorteftellen, om beantwoord te worden voor den eerften. Maart 1801: „ Wat is in het algemeen- de Taxis, en welke rege„ len verdienen daflby'ftt acht genösmetr. te worden; zo „ ten aanzien van de voorbereiding des Lyders, deszelfs „ allergefchiktfte plaatzing , en daarby zomt)ds noodzaa„ kelyke veranderingen derzelve , onder de bewerking „ voor de onderfchendene foorten van Breuken ? Welke „ z>n de beste én minst feru.delyke handgreepen daartoe; „ eïi welke de ongelukkige gevolgen , die de Breukmees'„ ter daar by moet tragten te vermjden en te voorkoo„ men?" 5. Dat ingevolge het bsflnit der Vergadering van het voorleden jiar voorgefteld bi}ft, om be ntwoord te worden voor den eerften Maart 1800, het volgende; L 3. « Weïfe  C 85 > „ Wo!': U de algemeene A^mvyzing (inAicatid) by dc g behandeling der Breuken; welke zyn de byzondcre aan* y, wv zingen si de verfchillende gevallen cn dei-2eher otr„ derfcheide tydperken ; op welke omftandigheden behoord „ de Breukmeester daar by oplettende te z)ii; en hot „ veel licht hebben de Heelkundige fchriften ca waarnee- laingen over dezelve verfpreid?" 6. Dat op gel)ke wyze herha-.ld wordt het voorfte! der Vraage, opgegee'ven om beantwoord te worden voor dei centen Maart 1801, namejyk: „ Onder de uitwendige hulpmiddelen tegen de Breuk ei. , uitgedagx. en aangewend, is onbetwistbaar de eigeml)k , gezegde Breukband de gebruikhkfte; de gefcniedei.f „ van dit werktuig, tot op onzen t)d, is met volledig be.„ kend; „de vergefking der ond'érfchekjene fumeiutellir,, gen derzelve is otidcrtusfchcn geviicotig voor den Heel„ meester; de Vraag is derhuiven: „ Omtrent welken tyd is de Breukb, nd uitgevonden; „ welke veranderingen en verbeeterii gen van maakfel „ heeft dezelve vSÉ tyd tot tyd ondcigaan; en uelke „ vroegere en lastere Schryvers verdienen mer over nader „ geraadpleegd te worden?" 7. Dat de 'Schryver van het meest voidoenend Antwoord op elk deezer voorgeftelde Vraagen, naar den wil des Testateurs zal begiftigd worden met de gewoone gouden Me daille, ter volle waarde van drie honderd, guldens; en tot mededinging naar dezelve alle Nederlandfche en Btiitenl ndfche Genees- en Heelkundigen genoodigd worden ; ouder voorwaarden, dat die Antwoorden leesbaar gefchreeven zyn in de Latynfche, Fnnfche, Hoog- of Nederduitfche Taaien, en dë- Hoogduiifche met eene Latynfche Letter; niet met den Naam des Schryvers, maar met eene'Ziilfpreuk ondertekend , en vergezeld van een verzegeld Billet, met bet zelfde opfchrift, en bevattende den naam, tytels eu woonplaatfen des Schryvers; moetende voorts die Antwoorden, voor den bepaalden tyd, vragtvry toegezonden worden ban A. Bonn, Prof. Anat. et Chir. aan het Atheneum IIlustre, of aan F. E. Willet, Med. Doelt, en Jnjpeclor van het voormaalig Collegium Medicum, te Amfterdam. GESCHIEDENIS -9-591 :;" '\ I WferaWï 'latL■ ü~?i 'ke verzameling van voortref!) ke Astronomifche Verhandelingen. l'Obferv. Roya, , gefchied wis, die van Casfini IV uitgeo-even en met het jaar 1701 beflbtèrf wierden. De in het jaar 1798 vörfchenen Jiargmg van de Connoisfance pour l sinnee vin 01 isoo, behelst weJer verlcheidene (lukken heeft uitgemtmt, rs de 20fte laargang, voor liet jaar T801, verfchenen , met Verhandelingen en Waarnemingen van Herfchel, Maske/yne , Bode , Schrot er , v. Hahn , Klügel 3 Kohier, Olbers, Wurm, David, Triesnecker, Burgy 1 Dersfiingen, Koch , v. Utenhove, Brunings enz. H—■ Van V  C $7 ) Van -Bedes meuwe Hemel-Atlas c in :het grootst formaat, een werk, tot dus verre met algemene goedkeuring ontvangen , het geen zelfs, door zyne uitwendige pracht en fraaiheid , Duitschland tot eere ftrekt , ziet tegenwoordig de twede Afdeling het licht, waar mede het noordlyk gedeelte van den Hemel, boven de Dierenriem , gefloten is. De toe¬ komende Afdeling zal ook dp twee ,nieuwfte, eerst kort ■voorgeflagen, Sterrebeelden behelzen , de jE»oit.aat tusfehen. den zuidhken Visch en Microscoop; en de Boekdrukpers .tusfehen de Eenhoorn en de grote Hond. i— De oorfprong» Jvke Waarnemingen van den groten Lneellchen Sterrekund; -een Bradley» een voor -de Sterrekunde ten uiterften die'r-i ba r werk, en een federt 20 jaren door lage Kunftenaryen te rug gehouden fchat, worden eindelyk op kosten .van dei TJiuverineit, te Oxford, gedrukt, er is reeds een Ueel van uitgegeven, behelzende het eerfte Quinquennium (de eerfte yyf jaren) van Brad/ey s Waarnemingen. tr is een aanvang gemaakt met het drukken van de Mecanique Geleste van Simon Peter la Place , een werk van naam in de nienwfte Gefchiedenis der Astronomie. Buckhart, een yrieud en .medehelper \;\n .la J>lace, geeft ter gelyker t\d, onder het oog van den Schryver, ene Duitfche Overzetting van dat werk uit, fvergezeld gaande van zyne Aanmerkingen en Ophelderingen.. De Franfche Newton geeft, in dr Werk , een tot dus lang ontbroken hebbende algemene cn te zamenhangende Theorie der Attractie Rekening, met volledige toepaslingen op de oneffenheden, door de onderlinge aantrekking der Planéten', in ons' Zonneftelfel voorvallende. Slechts de geest van enen la Place, kon, ( even als Newton eenmaal uit Keplers Wetten) uit het eenvoudig Ncu- toiliaanscb Eeginzel der zwaarte zodanige Theoriën afleiden . cn zulke ontdekkingen d tar op gronden. De berekening der oneffenheden door onderlinge aantrekking. in de 'lo >pkringen der Planeten en der Maan, die dit Werk Bevatten moest, en die aan onze Tafelen ene nieuwe zeer verbeterde gedaante geven zal, wierd, tot dat men voikomene- zekerheid van drie onderfcheidene Sterrekundigen, Buckhardt, een Duitfcher, de Lambre, een Fraiischman en Oriani, een Italiaan, zal "ontvangen hebben, te rug gehouden. Dr. Schröter, Koninglyk Grooibririmifche Opper - Amptman, in Lilienthal, hééft een vervolg van zyne Beitrage zu den neuesten Astronomifchen Entdekkungeh , uitgegeven, d r, gelyk het eerfte Deel, o;.gemeen vee) nieuws tot uitbreiding v: n onze Phvfifche kundigheden, omtrent de ligfaamen der Planeten, behelst. Deze nieuwe Bydragen , en de daar by gevoegde Mergelwerken, helderen byzonder veel op nopens den natuurleken Aanleg, Grootte, Omwending en Dampkring van de Trawanten, van Jupiter , "gel\k"ool nopens de natuur der Kometen, Zonnevlekken, en de pl vormige ged.mte van Jupiter; en de uit de Waarnemii g 11 afgeleide Reftiltaien en Belii.iten, zyn voor de Wysger: en Natuuronderzoekers van veel belang. Door deze waarnemingen van Schrot er, vergeleken met gelykfoortige v \ Herfchel, bevestigt zich meêr cn mtêr de algemeenheid der Nituuruet in ons Zonneftelfel, die reeds Hartfoeker , Kies en Li htenöerg veimred hadden, dat alleTr. uwanten, juist in den t)d dat zy enen omloop om de Hoofd-Planeten vol biergen, tevens zich eenmaal om hunne as bewegen. Omtrent de Maan, die uit dien hoofde alt^d dezelfde zyde aan de Aarde vertoont, was deze .onderbinding reeds hnge bekend.. Ook, in het jaar 1798, Beeft Theodor. Frie- drich Schuiert, Medelid van de Akademie der Wetenfchappen, te PetersbuFg, aldaar zyne'Théoretifche Astronomie, in drie Delen, in 40. uitgegeven. Het is in onxe dagen een ftoute onderneming, daar de veihetfen-rte Wetenfehap, 'dis' alle de diepten van den menfchelyken geest uil-' put, ene zo onoverzienbare uitgebreidheid en zodanig enen trap van volkomenheid bereikt heeft, een Svstemi der Astronomie te fchryven. De Schryver heeft dit werk met zo grote (in Astronomifche Leerboeken dus verre, dikwyls, agtergelaten) orde 111 voordragt, zo verre bet..ckiuatuur der' zaak toeliet, als gegrondheid en kragt ya» bewyzen , met ene alzkrs - voortrcflyke volkomenheid ter uitvoer gebragt, Het laatfte Deel' van zyn werk is van uitftekend groot belartg, cn voor het grootfte gedeelte nieuw, het geen de gronden, en toepasfing der berekeningen van de onderlinge aantrekking der Hemelfche lighamen, in zulk ene uitvoerigheid behelst, dat de Astronomie van la Lande, daar by, in dit opzigt, verre agteraan komt. Hier is bet, waar de Sterrekundige, .met de .verrukking van enen Dichter (wqnt, gelyk de Schryver zegt, de Sterrekunde grenst dikwyls aan de verhevenfte foort van Dichtkunst) en gedragen op de ftoute vleugels van enen la Gratige en la Place, zich boven het ogenblik van het hem vergunde menschlyk leven verheft, den toeftand en gedaante van ons Zonneftelfel voor en na ^eie-duizenden van Jaren, zynen nafporenden blik als voorby "laat gaan , en zwaaijingen en flingeringen van de Loopbanen der 'Planeten berekend, die honderd- en duizendjarige tydkringen hebben, en waar toe ons Zonneftelfel, dat den aanleg tot «ne eeuwige duurzaamheid in zich omdraagt, altyd op nieuws te rug moet keren. — De Astronomifche Wetenfchapjen fl Hebben, in het jaar 1798, een-venlies geleden in den perfoon van Hesfe, een jong Duitfcher uit 1141'e, waar van men'zich, uit de West-Indien, algerryfle nuttige Astronomisch-Geographifehe Waarnemingen had mogen beloven. Hy ftierf op St. Thomas: en op den 14 November Ibierf te Parys Francais Gallet, een N .neef. vandan beroemden Llescartes, en Uitgever van de ISiereotypifche Logarithmen Tafels. NARIGTEN en B YZOND'ERHEDEK, röT den handel en scheep vaaut, LANj;> en veebouw, als mede de h ü i S h O lilt u nd e, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen , op 9 September- te Amsterdam. ' Pooirche bonte en witte '260a£90,Vriefche Wi'.-.retgarst dito rade . . 24joaj8ojGroa.""cn Oi&imxhe Elbiug. en Heugfche . 24.0a 280'zeeuwr. f.) O.vc-im. Winter Koningsberger . 240 a 27b Dito Z'iiner Vriefche . . I 240 a 270 Dariuiger eu Elb. Uovenündlche » 240 a a.80 Voorl idlcherode . 230a=60 HAVER en BuEKWEYT. Zeclandfche . 280 a 300 ROGGE. Broirwhaver . . . 1452155 /Prukfifche .- . 185 ao95 Witte Voeder dito . 1401^45 I K iningsbergcr . . 180 a 190 Boëkw. Ajnerjf. en Goofl. £28.139 /ütdroogde • . 185 * 200 Dito Brab, en Vlaaui. £28232 ZaaDj,  ( 88 ) Zaad, Oly en Traan. Hocfe. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam / 87 Overm.'t Last. . £85394 Dito Lyn . - 64j Slag-I.ynz. de ton van Dito Henmp . . - 751 5 Schep. Rigsas . f i2§au Wslv. Traan, 't quatt. Hennipzaad dito • -ie*an| van 12 Stek. Nieuwe - 120 Dito Rode . . . - 118 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. \ $k & & Cidix $5 Lisfabon - 55 Nieuwe Ducat. ƒ 5,l5,l5 Venetien -9: Oude ger. dito - 5.74,15 Livomo - W» Nieuwe Louis d'Or - 11,13^1 Parys. 2.m.-ï, Asfi Cuinies -12,12,10 duo kort. J s 3 Piltolc-11 - 10, Idem in Specie - Franfche Kronen - 57§a6ï Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 4§ pCt. Dito kort Hnmbu'g 2. m. Ct. ft. 4° B°. Hmk . ^3 pCtt Dito kort - 40J — "TT7-si Wenen id. B°. h*W. •■ van den groten Beer. Even over 10 uren betrok, de Lucht; dus ik de Comeet niet verder konde oblerveeren; intustcnen was dezelve met het bloot oog (indien men haar plaats door allegnements bepaald had) aan den Hemel te zien. Eergisteren avond, na het ondergaan der Maan, omftreeks denzelfden tyd, ontdekte ik haar ter andere zyde van S grote Beer, digt by deeze Ster. Zy ftond in een Rhombus met deeze, en nog twee kleine Sterren; dog was veel flaauwer, na gisiing ruim 40. meer in regte opklimming, dog flegts zeer weinig (omtrent il°) in Declinatie afgenomen. Gisteren (Zondag) avond was de Comeet merkelyk flaauwer, zo dat ik haar met het bloote oog byna niet zien konde, doch door den Kyker vond ik haar weder eenige graden in regte; opklimming voortgegaan, maar in declinatie verminderd. Omftreeks 10 uren ftond zy by de 2de Ster of e, in de ftaart van den groten Beer een weinig meer en vlak tegen over, doch wat verder dan de Ster der 5de grootte by, gemelde e grote Beer. De Comeet neemt merkelyk in licht af. — Veelligt zal dezelve niet lang meer te zien zyn. Doordien de plaatfing van het pasfage Inftrument, alhier, my. geene obfervatien na het Noorddeel des Hemels toelaat, en de Comeet te flaauw was, om haren afftand van twee Sterren door het fextant te meeten, ben ik buiten ftaat oin baar plaats Astronomisch te kunnen te bepalen. — Noeme my met agting Amfterdam, UDWVR. 9 Sept. 1799- ',' Van Beeck Caucosn» h 1 anhaiir «/«raï tl 03 firn; weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. r ba.ro- \ thf.8- hygr0- streek 1 luchts- Sept. 1 me_ mome- , me- der gesteld- 799. ï ter. ter. ter. wind. heid. C 30. 3 61 S{< z.w. J 4 ^30. 3i 69 635 n.w. helderts avonds bewolkt, L 61 . 86 w.n. w. _____ C^cTlï" 64 «B O.N.O. bewoüu; omtrent 5 <" 30. 4t 00 69 w. betrpkken. ^30. 42 ÓP 782 N.W. . C30. 45 59 73 z- ü- voormidd. betrokken; o l 30. Ai 691 54 0.n.0-. 'verder omtrent helder. ' Cgo- 4 55 77 N- „ V30- 4 58" 67! voonnidd. bewolkt; 7 < 3°- 3* W 5^2 verder helder. (.30- 3* 55 65 n. O. G_9- 3 57 67 «i 0. 8 / 30. 2i 68 5' helder. [ ) 30- . 57' _ 75l n. ("30. §4 56. 84 o. n.o.- 9 k dezelfde Comeet, welke Méchain , in het begin van Augustus, het eerst ontdekte. Zy is niet groot, en (fchoon vry uitgebreid) van een zwak ligt, 't welk dit van een Ster der 5 of 6de grootte naauwlyks evenaart. Circa 10 uren ftond zy in het Gefternte vau den groten Beer, en na gisfing omtrent cp 175° rechte opklimming, en 58'i0 N. Declin. nagenoeg in de kruisfing van de lynen, getrokken uit y van de gr. Beer, tot x van de Draak, en een weinig boven die van £ tot S  A°. 1799. N°. 299. NIEUWE A L G E M E N E KONST- en LETTEH-BODE. VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDslG DEN 20 SEPTEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Nieuwe Waarnemingen , gedaan in het Nationaal Museum der Natuurlyke Historie. 7. Jaat. 4. Trimestre 30 Mesfidor. Bloei van nieuwe Planten. D e Pothos. Deze plant, die een foort in het genacht der Arums uitmaakt, is, voor de eerftemaal, in de Stookkasfen van het Mufeum gebragt, na de terugkomst der Natuurkundige Reizigers, van den togt met den Kapitein Baudin, die dezelve levendig van de Antines gebragt hebben. Zy begint te bloeijen. De Casfine Spheero-Carpa, dat is, met rondachtige zaadhuizen, ook van deAntilles komende, is een heester van acht voeten hoog, altyd voorzien vaii bladeren, van een fchoon groen. Hare bloemen, van dezelfde kolenr, zyn geplaatst in de hoeken der bladeren. Hare vrucht, van de grootte van een kers, is rondachtig, waar van zy den bynaam gekregen heeft. De B. Redouté maakt van dezelve ene afbeelding, om dezelve te plaatfen in de Verzameling der Afbeeldingen van Planten by het Mufeum. Zy bloeit hier voor de eerftemaal. XII. Deel. Men kent wel enige parafiten-planten (*) in Europa. Maar de bosfehen van Amerika brengen een groter aantal voort. De Natuurkundigen van de reis naar de Antilies, hebben een zeer groot ftuk van de Bucida-Buceras, vznLinrieeus, medegebragt, op welks fchors de Tillandfia bromelioides is vastgegroeid. Deze plant, zo in gedaante als bladeren, genoegzaam gelyk aan den Ananas, blyft leven en groeit met den boom, waar uit zy haar beftaan trekt. De fchone Varen, die als bomen opwasfen, laten., onder de bladeren, de vruchtmaking van hun geflacht zien. Onder de Zaden, die de vreemde Correspondenten van het Mufeum, jaarlyksch, in ruiling tegen die, welke zy van deze Stichting ontvangen, verzorgen, bevinden zich enige nieuwe foorten voor Frankryk. Zodanig zyn de twee volgende, die het laatfle voorjaar gezaaid zyn. Het eerfte is een foort van Oenothera: men heeft haar den bynaam gegeven van de witte Oenothera Candida, om dat haar ftam en bladeren bedekt zyn met een wit dons. Hare bloemen zyn vleeschkleurig. Zy komt van Peru. De twede is een foort van Chryfanthemum, Chfyfantticmwn Carinatum. Zy trekt de aandacht door de grootheid en de fraaiheid (*) Parafiten - planten zyn zodanigen, welke op andere gewasfen groeijen, waarom zy parafiten (tafelfchuimers) geheten worden, als van andereu levende. M \  C 90 ) held harer bloemen: hare bloemen hebben al duim diameter ; de bloembladen, firaalswyze geplaatst, zyn wit aan den top voor twee derde van hunne lengte \ en voorts geelkleurig tot aan derzelver bafis: de fchyf is in haren gehelen omtrek purperverwig, en doorzaaid met helmflyltjens, die gouden ftjjjpen gelyken: het centrum is lilas koleur. De fteng is recht; dc bladeren zyn zeer fraai ingefneden. By de komst van den nacht, fluiten zich.de- bloembladen op den cal^x (kelk); over dag zyn zy zeer wyd oppn. Zy is ene j.aihk.che piant; en zal een ejeraad onzer bloemperken uitmaker;. De Panorama. Het is zeven of acht jaren geleden, dat een Engelschmaiv, genaamd. Barker, te Londen, in Leicesters-Fieid een zeer fraai Schouwfpel beftondt te geven; hy deedt een cirkelronde Zaal bouwen, alleen van omhoog verlicht. De trap, waar mede-jnen ?er in kwam, was in het midden der Zaal, op ene plaats, omringd door ene balustrade. Op deze foort van belvedère gegckonicn, veruit men zich omgeven door ene Schildcry zonder begin en zonder einde, dat geheel de grenfen van het locaal, waar in men geplaatst was, bedekte. Aan gene zyde van dc balustrade ging de vloer van de Zaal" rondom, na de laag\e, in den trant van een dak. Ene brede parafol belette, dat men het licht niet zag, waar door de Schilderv verlicht wie d. Dit Schouwipcl werd Panorama geheten , een woord uit het Griekseh afgeleid, en betekenende, gezigt van het geheel. De betovering, door deze Schildery voortgebragt, was zo groot mogelyk; niets waarfchuwde clen Aanfchouwer voor dit bedrog. Geen lyst bepaalde dit Sehilderfluk; men zag noch den muur, waar op het zelve geplaatst was, noch de opening, die toegang tot het licht gaf; men kon zich niet rondom de Schildery keren, daar zy zich rondom den Aacfchouwer wendde, en alle de voorwerpen, die zich vertoonden, vlak van voren gezien werden; men had dus maar weinig middelen, om zich van den afftand te verzekeren, en te weten, of derzelver kleinte on.ftondt uit den afftand of uit hare wezenlyke grootte. Geheel Londen moest deze nieuwigheid zien; geheel Parys kan thans aan zyne nieuwsgierigheid voldoen , op ene volftrekt gelyke wyze. Een Amerikaansch Ingenieur, de Burger Fulton, van elders mede gimftig bekend, heeft een Brevet van Invoer (*) (*') Loor Brevetten van Invoer, even als die van Uitvinding toe ie „aan, begunftigt de Franfche Wet ene foort vau van deze uitvinding gekregen, en vertoont ten Panorama in den voormaligen tuin der Capucyncn, thans den tuin varj Apollo. Deze vertoont de Stad Parys, gezien van den top van het gebouw d'Unité op de Tuilicries. Van daar meent,zich het oog in den; tuin te verliezen, en in de lanen van dit paleis; het vliet henen me: de ïivier; het wandelt door de talryke gebouwen der hoofdftad en de oragelegene landen. 'Er is^geen voorwerp van dit verheven punt zigtbaar, dat men daar niet kan wedervinden en herkennen. De getrouwheid'is. met de unerfte naauwgezetheid betracht; cn als deze vertoning op ene andere plaats gefchied, zal bet het volmaakt-te denkbeeld van Parys. geven, dat men daar van krygen kan, zonder het zelve ooit gezien te hebben. Zodanig een Schouwfpel zal ook degelyk hare aantreldykhed_n,hebbi_a=voor hun, wier pligten of de w et:en hen verre van het Vaderland verwyderet houden! Zy zouden zich in deszelfs middenpunt verplaatst achten. Men kan uit de naauwkeurigheid der afbeelding afnemen het belang dat die van de voornaamlte hootctff eden der waereld zou inboezemen. Het eerfte Schilderlluk , dat wy. na dit zuilen te zien krytgen, zal een gezigt van Totrlon zyn, op het-ogenblik, dat de Engelfche Vloot genoodzaakt werdt, die Stad te verlaten. De tegenwoordige Panorama zal bewyzen tot welk een punt de getrouwheid der navolging kan gebragt worden. De uitwerking van verfcheidene pr.rtyen is verwonderensvvaardig; men gelooft het Pantheon zelve te zien door enen lichtftraal befchenen; deJange gaandery van de Louvfe- biergt dezelfde' bcgocheling te weeg, niettegenftaancie de grote moeijelykheid om een regte lyn op eeri cylindriquc oppervlakte te vertonen. De toppen van het Paleis der Tuilleries, waar op nun zich wanen zou geplaatst- te zyn, zyn zo akins natuurlyk, dat men by het naderen der balustrade een foort van. vreze onelervind: men heeft- vreze om op de daken, en van de daken op de ftraat, te vallen. De bomen der Tuilleries zyn uitffekend- fraai; gelyk ook de lucht; en de gehele uitvoering van deze Schildery doet de grootfte eer aan de Franfche Krnftenaars. Men zal waarfchynlyk in toekomende proeven enige onvolkomenheden, verbeteren, die de tyd daar in zal doen opmerken; doch die ligt te herftellen zyn; by voorbeeld : men mag bedagt zyn, om het licht te Industrie, die dikwyls niet minder nuttig is, dan die van > den Uitvinder, 't Is ene volmaking van het gebruik, dat oy de Eugeifchen plaats heeft , dat wel Brcvcts van Uitviniding, maar geenzints die- van Invoer, vergunt.  C 9 te vermeerderen; dat misfchreii niet genoegzaam is, bovenal voor de Aanfchouvvers, die uit het volle daglicht komen. 't Is ene waarneming, die opmerking verdiend, en die zich niet gemaklyk laat verklaren, dat namelyk de begocheling, door de Panorama voortgebragt, merkbaar toeneemt in dezelfde evenredigheid, als men 'er by blyft vertoeven. Na verloop van een vierdedeel uurs, is zy zeer treffende; en wy fchron.cn niet te verzekeren, dat het ene der fraaifte vertoningen is, die de menschlyke industrie door de toverkunst der fchone kunften kan voortbrengen. TOPOGRAPHIESCH - HlSTORIESCHE SCHETS VAN EGYPTEN. (Uit het Hoogduitsch.~) Vervolg van Bladz. 76. De befaamde Waereldbeftormer Dfchinkis Cham, fleepte, na dat hy omtrent het jaar 1200 den fchrik zyner wapenen van China tot in Perlien en Rusland verfpreid had, moede van pionderen en worgen, ene menigte van Slaven, van beider kunne, uit Georgien weg, waar mede hy de markten van Afiën -vervulde. De Arabifche Vorst, toen in Egypten regerende, die den geest en moed van deze Tartaarfche Stam kende, liet omtrent 12000 jonge luiden van deze flaven opkopen, en in krygsoefteningen opvoeden. Binnen een korten tyd had hy een Corps van de beste, fchoon ook de woestfte, Zoldaten van Aüa. Weldra fchreef dit krygsvolk, gelyk de Pretoriaanfche benden het oude Romen, hun Gebieder de Wet voor. Hunne vermetelheid fteeg nog hoger onder zynen Opvolger, dien zy afzetteden. Eindelyk, vermoorden zy, in den jare 1250, den laatften Arabifchen Vorst, en ftelde, in diens plaats, een hunner Aanvoerderen, wien zy den naam van Sultan gaven; terwyl zy zeiven dien van "Mammcluken, dat is Slaven, behielden. De uitwerkzels dezer omwending waren het middel , door welk zy daargefteld wierden , ten volle waardig. Zonder énige andere verbintenis aan eikanderen, dan het belang van het ogenblik, zonder enig ander recht op dit volk, dan dat van den fterkften, was de Regering der Mammeluken niets dan een reeks van Geweldenaryen. Zwaard , koord , vergif, openbare cn heimelyke moord, bepaalden het lot van enen reeks van dwingelanden, waar van men, in een tyd- I ) vak van _,ne, is aan verfcheidene oorzaken toetefchry•ven. Sints enen langen tyd had de laatfte te weinig oplettendheid op Egypten. Zy liet, om de Basfa's in toom te houden, dè Bevelhebbers der Janitfaren en de-r overige Ottomannifche Corpfen, hun gezag van tvd tot tyd uitbreiden. De Zoldaten wierden door liuwelyken, en andere foorten van verbintenis, genauiralifcerd: hunne Officieren kwamen in 't bezit van Landeryen en Dorpen. Daar nu deze goederen onder 'de Stadhouders, ofBeys, die allen Mammeluken zyn , ftonclen, moest men dezen ontzien, op dat zy niet bezwaard mogten .worden. De invloed eler Beys nam des te meer toe, daar hunne uitzuigingen hun aanzienlyke rykdommen verfchaften, waar mede zy, des noods, de Janitfaren en de Basfa's zclven omkogten. Ohdcrtttsfchen moet men begrypen, dat zy byna ge- . ftadig onder eikanderen in oorlog waren, en het is hier aan, dat de Porte nog heden haar fchaduw van Opperheerfchappy over Egypten te danken heeft. Elke Bcy oefïende zyne Mammeluken in zulke kundipheden , waar op dézen bwonderlvk prys ftellen, voornamelyk in de behandeling der wapenen en het engaan met paarden: vervolgens lchonk ny min cte vryheid, en onderiteunde hen met ai zyn magt, om een krygs - of regeringspost te bekomen. Deze fortuinmakers behielden voor hunne weldoeners enen eerbied, dien de zeden van het Oosten heiligen, en leverden paitven op, die van hun hand vlogen. Volgens de berekening van deskundigen, beliep het getal der Mammeluken over het geheel, niet boven de 8500 man, zo wel Beys en Kaf/chefs, als blote vrygtlatenen en Mammeluken, die nog Slaven waren. Onder dit getal bevond zig ene menigte van jonge liet en, die den ouderdom van 20 of 22 jaren nog niet bereikt hadden. De Bey's, wier get 1 van 24 was, bezaten, naar mate van ieders vermogen, van 50 tot 600 Mammeluken. Bovendien waren 'er ook nog zullcen, die aan urgeftorvene huizen behoorden, en d e zie; dan, ieder naar dat hy het van zyn belang rekende, by dezen of genen, voegden, altyd gereed, om het met-dien te houden, die hen het best be aaide. De gehele hoop, enige bedienden te paard daar by gerekend, maakte nog gene 10 duizend Ruiters uit, en waren de enige tro.pen, die zig tegen enen vyaridelyken inval konden verzetten. Voetvolk is in liet Oosten, alwaar de krygskimde in niets anders beftaat, dan in de kunst om te vlugten of te vervolgen, geheel onbekend en in gene agting. De kleding der Mammeluken is de volgende: over het hemd dragen zy een foort van japon van ene lig- te ltor, die van den hals tot aan de hielen pangt, en van voren tot aan de toppen van de vingers reikt. Over dezen nagtrok trekken zy een aneler aan van ge- lyke gedaante en wydte, die zy Ce/tan noemen. Een lange gordel maakt deze klederen aan de heupen vast, en deelt te gelyk het lichaam in tween ar. Over dit dubbele! kleed komt nog. een derde, nagenoeg van gelyk fatlóen, uitgezonderd, dat armen en ellebogen uitgefneden zyn. Des Winters, en dikwyls zelfs in den Zomer, is dit kleed, 't welk van laken is, met bont gevoerd. Over deze drie rokken komt eindelyk nog een vierde, dat het ftaatzy * kleed is. Het lyf van enen, op die wyze'uitgedoschten, Mammeluk, ziet'er volmaakt uit als een lange zak, waar uit een naakte hals en een kop zonder hairen, met een tulband gedekt, voor den dag komt. De tulband der Mammeluken is een gele Cylineler, van buiten, kunftig, met neteldoek gegarneerd. Aan de voeten dragen zy een overlap van geel leder, en loslè pantoffels, die zy alle ogenblikken, onder weg, verliezen kunnen. Het zonderlingfte ftuk echter van deze kledy, beftaat uit een foort van pantalons, die zo wyd zyn, dat zy tot aan de kin reiken, en dat elke helft, in plaats van een been, het gehele lighaam kan omvatten. Om te beter te kunnen gaan, pakken de Mammeluken het geheel neerhangend gedeelte der boven befchrevenc klederen, daar in. Men kan naargaan, hoe moeilyk het valle, in een heet klimaat zulk een pak te torsfen. Ook is ieder Ruiter, zodra hy zyn paard verliest, voor verloren te houden. De wapenen der Mammeluken beftaan uit een karabyn, van omtrent 30 duimen lengte, die op eenmaal 10 tot 12 kogels fchiet, en uit een paar grote pistolen, die met een koord aan hunne klederen hangen, zo dat ze, gevuurd hebbeneie, die ove den fchnuder werpen: op zyde dragen zy een krommen fabel. Alle morgens oeffénen zy zig, op- ene vlakte, by Kairo, in verfcheidene krygskundige fpelen. De Zeden der Mammeluken zyn dermate bedorven, dat, gelyk Folney zig uitdrukt, ene juiste be chryving daar van ene ware Satyre op hen zou uitmaken. Vreemd onder eikanderen, zonder Ouders of Kinders, door  ( 93 ) door geen dezer banden, weiken-anders den menfehen zo dierbaar zjm, aan de maatfchappy en aan het land, dat zy bewonen, gehegt, zyn zy, uit hoofde van hunne opvoeding. onkundig en bygelovig, door moorden en oproerigheden aan de ruuwlh woestheid gewoon, in alle foorten van ongebondenheden verzonken. Wat hunne Hoofden, de Beys beffeft, hun opperheerfchappy beftond in genen delen, in de verfchillende Haristogten aller individus der Natie tot een doel te brengen, maar veel eer in het voordeel, om een groot aantal van Vrouwen, kostbaarheden en Haven te bezitten en in alle hunne lusten te kunnen voldoen. Hun hoofdbezigheid was, zig geld te verfchaffen, en het eenvouwdigfle middel daartoe, het te roven, waar zy het vonden. „ De Bey van Bene„ fuef," zegt Savary, „ legert zig, gelyk de overi„ ge Egyptifche Stadhouders, met zyne Zoldaten ver„ fcheidene maanden , in het jaar, om de Dorpen, „ die in zyn gebied liggen. Wanneer hy de mond„ behoeften der Landluiden opgeteerd en door vreze of met geweld alles, wat de inwoners bezitten, van „ hun afgedwongen heeft, dan trekt hy naar een anT „ der Vlek, om foortgelyke kontributien optehalen." Het in- en uitwendig beftuur wierd geheel in dezen geest gevoerd. Een gelukkige fabcihouw, meer list of koenheid, dan hunne Spitsbroeders, verhieven de Beys tot derzelver waardigheid. De zwakkeren voegden zig by de party van den fterkeren. Dikwyls raakten zy aan het hoofd hunner party, op de ftraten van Kaiio, handgemeen, en hun gedrag onder eikanderen , was een geftadige aaneenfchakeling van moord, trouwloosheid en verradery. De Basfa, of Opperltadhouder van den Groten Heer, was, in den grond, een loutere fchim, die flegas zo 1 ng zyn post behield, als hy de inzigten van den Bey begumtigde, of de kunst verftond, om ze te verydclen. Waagde hy het, om zyn ftem te verheffen, ter verdediging van de belangens des Sultans of van het Volk. dan was hy eeu Landverrader, en wierd weggezonden. In dit geval was alles, wat de Porte deed, — dat zy een anderen heen zondt. (Het yervolg hierna.) NIEUW - UFTGEKOMEN BOEKEN, AKAU-MISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Repohliek. Disput at io Juridica De MaTR'Monio , ex fententia releberr. ïmm. Kant et Jon. I Gottl. Fichte, quam divino favente Numine, prtejïde IIenrico Constantino Cp.as . . ad publicam disceptatianem proponit Anton Reinhard Fajlck, TrajeStinus:, die Luntf, qua er't 17 jfunii, in majore Athenai auditoria , hora meridiand. Amilel. apud P. den Hengst. 1799- 8°. Deze Verhandeling is door den jeugdigen Schryver, ten blyke zyner vorderingen in de Wetenfchappen, opentfyk aan het Athenxum Illustre, en , naar wy vernemen, ongemeen vlug en m.rilyk, verdedigd. Ouder den geleerden Duitfcher, J. H. Heumann , Phil. Doét. te Amfterdam , byzonder zig op de Kantiaanfehe Wysgeerte toegelegd hebbende, verkoos hy tot onderwerp ene iioffe, waaromtrent de gevoelens van den Koningbergfchen Wysgcer en zynen voornaamften Leerling Fichte, opmerklyk" zyn, te veten: Het Huwe/yk; wordende de gevoelens dier beide Wysgeren door hem, in zuiver Latyn voorgefteld, vergeleken, en vervolgens zedig beoordeeld. De gehele houding der Verhandeling is manlyk, cn men zou kunnen vermoeden, of ene rypere pen daar in niet zomtyds deel had, indien niet, voor eerst, de jonge Falck aan het Athenaeum voor uitftekend bekwaam bekend fiond, en wy, ten anderen, niet wisten en verzekeren konden, dat nimmer, dan eigen werken der Jeugd, ouder den Hoogleraar Cras verdedigd worden. Vertonen zig dan reeds in zo vroege Jeugd zulke gelukkige vermogens, wat mag men van dezelven iu ryperen leeftyd niet verwagten ? Vooraf gaat ene Inleiding, waar in de onvolkomenheid der Overnatuurkunde, van Plato, Aristoteles, Epicurus eu Zeno af, tot op Des Cartes, Locke, Leibnits en Hume toe, wordt voorgedragen. Daar het aanleidelyke dezer onvolkomenheid den Koningsbergen Wysgeer bewoog, om op nieuws onze kenvermogens in zyne Critiek der reinen vemunft, te onderzoeken , vinden wy hier diens gevoelens omtrent de Zedekunde , de Vryheid , de Practifche Reden , het Hoogfte Goed, het Leven na dit leven, zo beknopt als klaar en niet min fierlyk voorgefteld. Gelvk Kant zig voornamelijk verzettede tegen het algemeen aangenomen beginzel 'van geluk, als maatfiok der pligten: men leze §. 13.'14. herinneren wy ons ,. by deze gelegenheid, dat de Hoogleraar van de. Wynpersse , te Leyden, in ene Redenvoering, onlangs uit het Latyn in 't Nederduitseh vertaald en uitgegeven, ook dit be^inzel van geluk, öp het voetfpoor van andere Wysgeren, heeft afgekeurd. Na deze Inleiding volgt: I. Hoofdd- 't Gevoelen van Kant over 't Htrvielyk. De. leer diens Wysgeers komt kortlvk hier op neer. Het regtmatige kan niet beoordeeld worden, dan, met verzaking van allen ondervindlyken grond, alleen uit de Reden, welker hoogfte beginzel deze is: Die daad is regtvaardigr %elke beftaanbaar is met ieders Vryheid. Om zyn regt te genieten, moet men zig in Burgerftaten verenigen. Het Burgerregt is of Staatsregt. of Byzonder Burgerregt: bet Staatsregt weder of Byzonder Staatsregt, of 't Regt der Volken; of TVaere'ld-Burgerregt (Jus Cosmopoiiticum): dit laatfte, heeft Kant in een klein , vry algemeen bekend Stuk: gemeld : Die ewige Vrede, het allereerst verklaard. In 't byzonder Burgerregt (Jus privatum) wil Kant, dat men, of ene lighamelvke zaak verkrygt , of ene daad, of een perfoon: dus of een zaaklyk regt ^ of een perfoonlyk M 3 regt  C 94 ) regt of een r>gt, 't welk of ene 'zaaïlyke 'wyze per fooi:-' lyk is. Dit itatst genoemde, nam, om iets te bezitten als ene zaak, en te gebruiken als ene perfoon, is hier het bepaald onderwerp. Z. I. Hoofdft. §. 3 en 4. Kant meent de moogh kheid van dit regt te 'bewyzen uit het onderfcheid tusfehen een denkbaar mensch, (homo noumenon) en zinlyk mensch. {homo phanomenon'); dus tusfehen het regt der menschheid in onze perfoon, en het. regt der menfehen: het eerfte zou behoren tot de pligten jegens ons zeiven; het laatfte jegens anderen: waar uit dan ene wet, welke zou toeftaan, om iets, 't geen men gebruikt als een perfoon, te bezitten als ene' zaak.- De 'Man zou dus de Vrouw verlengen, of liever, (volgens Falck bl. 28. not.) de Egtgenoot zou den Egtgenoot verkrygen, en de Egtgenoten verkrygen gezamehlyk. Kinderen, maken een Geflagt uit, en met de Dienstboden een Huisgezin , enz. Hier uit Huwelyksregf, de Oudertyke magt, en het Regt van meester of huisheer. Een redelyk mensch kan geen zaak zyn, nog als zodanig, eigenlyk bezeten worden, zonder krenking der menfcheljke waardigheid: evenwei de Vrouw wordt de zaak van den Man. Dog' 'Kant lost deze zwarigheid aldus op, dat de Vrouw, op haar beurt, insgclyks den Man , als ene zaak , verkrygt, en dtrs hare waardigheid weder te rug erlangt: het welk egter niet anders mogelyk is, dan door het Huwelyk, in welks bepaling Kant opzettelyk het voortbrengen van kinderen, Sis oogmerk dos Huwelyks, weg laat. Zie daar het gevoelen van Kant, welk wy echter twyffelen, of onze Regtsgeleerden wcLbo geredelyk zullen aannemen. De Schryver ftelt verders in dit Hoofdd. nog de gevoelens van Kant voor, nopens de verlating; de goederen; de byzitting en de veelWyvery, omtrent welk laatfte ftuk het bekend is, hoe de gevoelens wankelen, en waaromtrent de hier bygebragte reden nog al opmerkèlyk is. II. Hoofdft. 't Gevoelen van Fichte over 't Huwelyk. Na in 't algemeen van den Jenafchen Hoogleraar Fichte , van zyne Wysgeerte en zyn onlangs ongelukkig lot gefproken te" hebben (*), maakt de jeugdige Schryver gewag van (*) Hoe zeer Fichte is vercngelykt, word kort, dog kragtig, aangetoond, door den Spectatcur dr. Nord voor de maand Juny bl. 385. In cle daad, niets is voor 't gehele menschdom belangryker, dan dat de eerbied voor den Godsdienst, en voor wettige Burger-regering bewaard blyve. Maar ook niets is onregtvaardiger en meer gefchikt, om redelyke menfehen tot Haven en bygelovice domoren te maken, dan geleerde mannen, die ever 't een of ander onderwerp, van befchouwing, hun eigen oordeel durven volgen, teiftond voor ketters en ongodisten; niets verderflyker, dan hem, die den minften zugt voor Vryheid durft flaken, dadelyk voor «en anarchist, een voorflander van regeringloosheid, uit te-.kiyten. Dit zy ook vooral tegen den Abt Barritx en zyne Memoires pour jïrv'tr a Vhistoire •■du Jacobinhme, dit jaar in 't ligt gekomen, aangemerkt, wiens werk wy hier niet willen beoordelen, maar alleen opmerken, dat deze Barruei. zo ver gaat, dat hy Montesquieu en andere grote en beroemde mannen voor Uluminaten en JacoKynen uitmaakt. De man ontmoet naauwl ks iemant op weg, of hy befpeurt in hem de trekken en 't gelaad van een Jacobyn; even als de SpaarrTehe Ridder Cervantes alles voor reuzen aanzag. Hadt hy voor aoo jaren geleefd, voor zeker allj Protestanten waren door den Abt mede op den lyst der Illuminaten, en onze Voorvaderen, die dappere tegenftanders van Plïilips II. op die der bevegters van alle regering, geplaatst. Is 'er iets uittedenken, 't welk meer nadeel aan redelyke Godsdienst en aan betametyk Oppergebied, in tcgenftelling van bygelöoi' en ongodsdienftigheid, ook van dwiiiglandy en regeringloosheid, toebrengt, dan dusdanige buitenfporjgheid? Fichte's" Grund'age des Ndttirr echts ttach prbichiet: -/er IVisfenfchaftslehre , eu pryst dit werk om de?zelfs duide1) kheid. I [et ware te wenfehen , dat de geleerde Heumann , (die niet lang _ geleden zyne Principes Moraux de la philofophie Criiique, developpés et appliques d une hgislation externe, fondée fur la jfufiice, la Liberié , e£ l'Egalité naturelle, te Amfterdam by de'Weduwe Changition en den Hengst heeft uitgegeven, en zo ervaren in da nieuwe Wysgeerte is , als bekwaam, om zuiver Latyn te fchryven,) dat werk van Fichte in 't Latyn vertaalde eu uitgaf. Maar (om tot onzé Verhandeling te rug te ke¬ ren) de vreemdheid der gevoelens zo wel van Kant als van Fichte, nopen ons om op dezelve hier nog een weinig feil te ftaan. Fichte verklaart den oorf'prong van 't regt uit dit fJegiuzel: Een vry wezen, buiten my gefield, moet als zodanig , door my, erkend worden. Anders: Jkmoet myne vryheid beperken door het denkbeeld der vryheid van anderen. Maar deze wet houdt dadelyk op voor hem, die' beledigd is, jegens den belediger. Hier uit het dwangregt, welks grenzen egter weldra zouden worden overtreden ; dus blykt de noodzaaklykheid van Regters en Burgerftaten. Zie §. 12-14. Wy kunnen dit zonderling denkbeeld van Fichte niet voorbygaan. ., Om het onregt te keer te „ gaan. moet de onregtvaardigheid tegen enen ene onregt„ vaardigheid tegen allen worden:" met andere woorden: „ De wet moet niet ophouden te werken; zy zal niet op,, houden, indien , wederkerig , eens ieders daad ene wet „ worde; dat is, indien al dat geen, 't welk door enen ,, en eenmaal ftraffeloos is bedreven, door alle anderen, ins„ gelyks, kan bedreven worden. Hier door zou iedere on„ regtvaardigheïd terftond allen drukken , eu iedere mis,, daad een algemeen kwaad worden, en iedere belediging, ,, daar na, aan allen kunnen worden aangedaan. Het is „ daarom eens ieders belang, de regten van anderen als,de „ zynen te handhaven, en de fchenders derzelver tegen te „ gaan." Het Huwelyk houdt Fichte voor oorfpronglyk vau de natuur en reden, niet van menfehehke inflelfingen. Ene Vrouw geeft zig over aan den Man, niet om haar eigen, maar des Mans, lust te voldoen; zy gehoorzaamt dus aan haren eigen wil, en daarom vermindert zy geenzins hare waardigheid, maar voldoet flegts aan ene zuivere en edelmoedige liefde, haar alleen eigen, terwyl de Man niet bemint, maar alleen zyne lust zoekt te voldoen. Dc liefde der Vrouwen daalt van haar af op 't geheel menschl)k geflagt, en verwekt dus ene overeenftemming tusfehen natuur en reden. Van deze fchets der Vrouwen, verfchilt zeer veel die van den Man. Z. 5. 16. Gelyk aan de Vrouw de liefde, zo is aan de Man de grootmoedigheid, eigen, die de gehoorzaamheid der Vrouw tot ene Hare last 'maakt. Hier op volgt ene bepaling van het Huwelyk .§. 17. en de hoofdtrekken van de leer van Fichte zyn deze: Het Huwelyk is zig zelve tot oogmerk; geen Veelwyvery kan plaats hebben ; het Huwelyk moet befiendig zyn; en onder het opzigt der Overheid voltrokken worden , welker gezag egter niet te ver moet gaan. De Vrouw, zig aan haren Man overgevende, verliest het regt van perfoon; ftaat onder zyne voogdy, en leidt niet dan een huizelyk leven. Eie wegens overfpel SI. 53-  C 95 )■ . 53. waaromtrent, volgens ;FicfrTE-, een merklyk onderfcheid is tusfehen den Man en de Vrouw,: wegens egtfeheiding zie bl. 54-56V III. Hoofdft. Vergelyking dér leer/tellingen van K. enF. Kant brengt de Regtsleer, met de'Zeden-of Deugdenleer, tot de Zedelyke Overnatuurkunde;. maar Fichte verwerpt alle verband; tusfehen dezelven. F.uck wederlegt de zwarigheden van F. door het onderfcheid tusfehen volkomene en onvolkomene pligten. Kakt fpoort de regtswetten op van*vorens uit de-enkele reden; dog Fichte volgt hier de natuur der menfehen, naar de ervaring: dus levert R. ene forml)ke,'F. ene daadlyke wetenfehap. De eerfte wyst, waar toe men moet pogen; de laatfte, den weg, om 'er toe te komen; bewerende zelfs, ('t geen opmerking verdient), dat alle afgetrokken en zuiver formlyke Wysgeerte nutloos en zelfs gevaarlyk is. Z. bl. 60. not. De' jeugdige-,- maar fchrandere, Falck, vermj dt de beflisfing tusfehen zo beroemde manneu, maar keurt egter de leer van F. meer gefchikt veor het algemeen. Hy oppert zyne. twyffcling §. 24. aan Kant's J'us perfonale ratione reali ,,ci\ verwerpt te regt het denkbeeld om een 'perfoon tot ene zaak te maken ■ hy wederlegt ene andere misvatting, en fchynt, over 't geheel meer tot F. over te hellen, zonder nogthans.alle de gevoelens vari dezen goed te keuren. Z. bl. 65-67. Hy wederlegt hem §. 28.'ah of het Huwelyk geen oogmerk hadde; maar keurt F.- leer goed nopens de egtfeheiding. Omtrent het regt der Overheid, wordt Fichte's gevoelen wel verdedigd §. 29, maar teffens erkend, dat ene geheel afgetrokkene leer, niet dan met de hoogfte omzigtigheid, en aanmerking der zeden en gebreken der Volkeren, kan worden toegepast. Volgens js. grenst wel de Byzitting aan het Huwelyk , maar verfchilo egter wezenlyk. Volgens §. 34 en 35. is de verpligting: tot het Huwelyk'onvolkomen, de aanmoedigende wetten zyn egter pryslyk. 't Is onregtmatig de Vrouwen minder te' agten, §.36 en 37. De Vrouw is, by de-Zedenlyke wet, gelyk aan dén Man; dog moet geen posten bekleden, nog zulke wetenfchappen beöeffcnen welken tot ambten leiden. §. 39. ook niet haar letterlof dingen, dan alleen in het onderwerp van Opvoeding en verbetering der Zeden: de Dichtkunde en gefcliriften van fmaak zouden ook hier uitgezonderd hebben kunnen worden. Hier mede eindigen wy ons verflag dezer buitengewoon fraai gefchrevene Verhandeling: welke de kenmerken draagt Zo van vernuft als fchranderheid en kennis; voortekens buiten tw) ffel van veel goeds, welk men van de bekwaamheid dezes Jongelings, met'er tyd, te wagten heeft. Men verwondere zig dus niet, dat wy in dezen breder dan naar gewoonte waren. Dit was nodig om te doen zien, dat de jonge Schryver geenzins de gevoelens van de twee beroemde Hoogleraars, zo maar brmcfeiings volgt; de manlyke en gierJyke fchryfwyze verdiende hier ook wel ene uitzondering. P. S. De Rccenfcnt agttc zig verpligt , regt te doen aan het vernuft van den jongen Schryver, die in dezeVerhandeling waarfchynlyk meer zyne kragten eens heeft v illen beproeven, dan beflisfen. Althans de Rccenfent is in het zekere onderrigt, en vindt zig daarom verpligt te verklaren; 1. Dat de gevoelen, in üeze Verhandeling voorgefteld, geenzins de gevoelens van den Hoogl. Cras zyn, onder welke zyverdedigd is. 2. Dat Prof. Cr'as nimmer, zo als zommigen geloofden, anderen verfpreidden , de Kantiaanfche Wysgeerte heeft geleerd. 3. Zo veel heeft', de Rccenfent vernomen, dat de Hoogleraar Cras zig aftee%k heeft' voorgefteld, aan die van zyne Studenten , weiken daar toe byzonderc geneigdheid mogten hebben, eu ' zulks verzoeken, enige lesfeti weeklyks, op byzondere uren, te geven, ter 011derrigting in die Wysgeerte, wat de Zedekunde en Regtsgcleerdheid aangaat, eu zulks zo wél ter waarfchouwing tegen 't ongegronde, als aanpryzing van., 't goede. De Christen bevestigd in zyn Geloof; door T. van Hamelsveld. I. Deel, bchalveu de Voorrede 454 bladz. gr. 8°. Te Amfterd. by M. de Bruyn, 1799. De loflyke bedoeling van den werkzamen van Hamelsveld, met het fchryven en uitgeven van dit werk, waar aan hy den vorm van Gefprekkcn en Brieven gegeven heeft, is niet', het Ongeloof tot reden te brengen of Ongelovigen tot bel} dors van het Kristendom te maken: maar onopmerkzame jonge Lieden en onvaste mingeöeffende menfehen voor de verleiding van het Ongeloof te behoeden, en in het Kristen-geloof te bevestigen, door hun de bronnen, ter oplosling van alle. de tegenwerpingen van het- Ongeloof, aantewyzen, eu de onkunde en kwaadwilligheid der Ongelovige Schryvers aantetonen. Simplicius, een bedaard, maar in zyn Celoof wankelend, .Joi^iiiig, en Ligthart, een Jongehssr. die los en bevooroordeeld is, maken tegenwerpingen, uit de Schriften der Ongelovigen ,, en' wel b) zonder, uit Volt air e, de Eeuwder Rede van 'Paine, cn de Ph'lofbphifche onderzoekingen over den Godsdienst &c. van J. 'H. Schu/z, ontleend. Deze tegpnwerpingen worden opgelost, door Aletojllus, enen kenner en opregten beminnaar der waarheid. Wy oordelen', om onze Lezers bekend te maken, met den hoofdzaaklyken inhoud van het gehele werk, te moeten affehryven , 't geen door Aletofilus bladz. 26 en .27. van dit. Deel gezegd wordt. „ My dunkt, (merkt hy aan) dat wy de. gcregeldfte orde zullen volgen, wanneer wy aanvangen: ir.et de echtheid der Bybelbockén tot ons onderWerp'te nemen. Waar .by wy in aanmerking zullen nemen., dat het ons, tot. het zaaklyk verftand van den Bybel niets hindert, fchoon dezelve in voor ons vreemde Talen befchreven is. „Vervolgens zullen wy' de gefchieden'isfen, die"in den Bybel voorkomen, befchouwen , zo die des Ouden als des Nieu-* wen Testaments, waar by de wonderwerkeu, die hy verhaalt, onze aatidagt byzonder zullen bezig houden. „ Dan overwegen wy , de getuigenisfeu. die de Bybel geeft van de grete Mannen, van welken hy gewaagt. „ Waar na wy nader den inhoud des Bj bels, ten aanzien van het lèerftéllige, en byzonder de verborgenheden, cn voorzeggingen, zullen betrachten, en alle die legeiwerpingen 5 w lke - denzeiv-en van duisterheid,.ftryd'sgheid cnzs befcbuldigeu. „Uit  C 9* ) Uit dit alles '"uilen wy, eindelyk, kunnen vastftellen, of de''Bvi 1 he" zy Van P^^^Ö? Staatkunde als ook wat wy van de mooglykhetd, nuttigS2 ennoldTaallkheid van de Godlyke Openbanng, in den %ï Sfiffi», - de Gefehiedenisf. des Ouden Testaments worden, in dit Deel, m twa,lf Gefprekken en twee Brieven, behandeld, zullende de overige zaken , in nog twee Delen, van dezelfde dikte, als dit Deel, afgehandeld worden. '. -. . Schoon alles wat m dit ueei vooikoiu, "'^ " , zelfden bvval van allen zal hebben, uit hoofde van de onderfebeiden denkwyze , over zommige der verhandelde zaken geloven wy echter, dat, overeenkomftig de bedoeling en den wensen des Schryvers , het zelve met veel vrugt, over 't geheel, zal kunnen gelezen worden. _ Dit Deel levert wel niet veel op, dat met reeds behandeld is, in de Brieven van eenige Jooden aan Voltatre, in die van Kou/ran, en venuiciuai rtuu^.v. ^.....w., ;r&«de Deïsten. maar daarom merkt de Schryver aan, in de Voorreden bladz. 5- „ herhalen de Ongelovigen hunne oude tegenwerpingen, fchryven zy malkanderen uit, wie zal het dan den vriend der Openbaring , die van_ derzelver waarheid en heilzamen invloed voor den mensch in gemoede overtuigd is, kwalyk nemen, dat.hy oude en nieuwe dingen, uit dei? goeden fchat van zyn hart , in overeenftemmmg met andere Verdedigers der waarheid, voortbrenge, en Zich. ter handhaving der waarheid dienstbaar make ?" NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, - ;i .:Ar.- --e: 5SK'ï«i&i.! VAAK i,- L/nVt" "en veebouw, als mede de huishou- kunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op i6 September te Amsterdam Madrid ufo. 2 fti. 64 $k %k Cadix * '64r Lisfabon -53^53 Nieuwe Ducat. ƒ 5,i5>i° Venetien - 91 Oude ger. dito - 5,T4»'5ï Livorno . io5§aio5 Nieuwe Louis d'Oï -11,13,11 Parys. 2. m.1 ■ AsC . 6iM Cuinies - 12,12,10 dito kort. ƒ 10 Piltolen - 1°> Idem in Spede - Franfche Kronen - 57§a6ï Londen. 2. ra. fj Nieuwe Ryksd. - 4§ pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 39ïa!r B • Batik • 9Ji*X PCt» Dito kort - 39ïat — Wenen id. B°. - 351 Wissel- en Speciecours. GEBOORTE-, TROUW-en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Am ff er dam 85; en te Haar Urn 8, onder w elke laatften 2 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, BUITEN HAARLEM. TARW. oglü. I ~»— Poolfche bonte en witte ^»3»;Vrfe^W«Mer^t . Mm ™Ap . 26oa2QO Gron. en uiuamicne W£ en Heugde . 260 a f95, Zeeuwf. en Over™. Winter KnnmUbereet . 2503285 Dito Zomer . Se . . 255a285 DantZigerenElb. . SSrode \ gS$ HAVER en BOEKWEYT. Zedandfche . 28°3 3'° BroUwhav« . . . Pmisnrche . • 18^200 Witte Voeder dito . USjgg g§" . •. • &SBStó2«?* f£C t Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Kxnp-Oly, per Aam ƒ Kj Overm. «t Last. . £ 85 «92 Dito Lyn . • «4* GERST. Het Last Het Last Ggld. C BARO-i THER-I HYGRO-STREEK LUCHTS- SePl- ) me- | mome-[. me- der , GESTELD- 1799. S XER. TER. TER. WIND. HEID. r "0 0| cöi 75* O. N. O. omtrent helder ;'s avonds ) ^ n3 (50i C4I o betrokken en windrig; 11 < 29- 9* V» s-*1 * 'snagts harde regen en ^29-JSi. 61 _12 z- °" . wind. C29. 7* 57 70 z- o- " "~ 12 < 2Q. 61 62 79' O. Z. O. harde wind en buijig. ! C29- 5* _ËSL-- 8? - "~ - C20. 5 6oi 891 O. N.o. voormidd. betrokken; t, ri 6" 8l W.Z.W. regenagtig; verder IS 6i _57i__I£- ^'^ '"^ - ci^ToT 53 85 . 14 < 20 61 62 62! Z. O. omtrent helder. ^29' 7| _4g_ .851 Z.W; 5 C29- 8ï 58 77i vv. betrokken; voormidd.re- 3 ic } 20. 81 6l ï 67 5 Z.W. genagtig; verder regen; 3 '5 \^ 1- „\ 'sav. weerlij met donder. 0 L^Jl_ _54 d C29. 7ï 55i ^4 W. Z.-W. *smolens ïeuen; .£ ) 0fl 8+ ó'^k 67 5 N.N.W. vooraiidd. wolken; iliLlL 49 85 zirt,er o!nti'ent hdd^ C'20 9i "52 -92 Z.Z.O. 'smorgens helder; i ) ,n o 6*^ d! Z. O. verder omrent betrokken; 7 lig lil èh 1 82 - '-vonds regen. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 300. NIEUWE ALGE M ENE KONST- en LETTER-BOBE* VOOR MEER- em MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 27 SEPTEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Vervolg van nieuwe Waarnemingen, gedaan in het Nationaal Museum der Natuurlyke Historie, te Parys. 7. Jaar. 4. Trimestre Thermidor. Bloei van nieuwe Planten. D e Zaden, in onderfcheidene plaatfen van Afia verzameld , door de Burge: s Bruguière en Olivier, en door den laatften aan het Mufeum gefchonken, hebben verfcheidene Planten, van een nieuw foort, opgeleverd. Die wy nu zullen aankondigen zyn dadelyk in vollen bloei. Vélar of herbe au chantre, Eryfimum; een kleine plant met grote gele bloemen, en met zeer lange peulfchellen. Zy word gevonden op den weg van Bagdad naar Kirmanha. Mufie de Veau (Kalfsmond) Anthirrïnum. Ene fraaie plant met purperverwige bloemen.- zy is geplukt in de velden tusfehen Hitt en Ana. Anacyclus, een plant van het geflacht der beziedragende (Corimbifères). Hare eerfte bladen ftrekken XII. Deel. zich op de aarde uit, als een roosjen, uit welks middenpunt een tros kleine gele bloempjens te voorfchyn komt, in de gedaante van een hoofd, dat onmiddelyk rust op den rand van den wortel; benedenwaards groeijen de takken, die zich geheel in het rond verfpreiden, zich twee duimen boven de oppervlakte der aarde verheffen, en eindigen in foortgelyke bloemtrosfen. De Jusquiame, Hyoscyamus, aanmerkelyk om deszelfs diep ingefneden bladeren, en door hare kleinheid. Haar bloemen zyn geel in den mond der bloem en purperachtig van binnen. Zy wascht op den berg Albours. Ene kleine plant van het geflacht der Zamengeftelden (Compofées), welke blykt tot het geflacht der Crepis te behoren. Haar gehele hoogte is in alles twee duimen. Haar (leng en bladeren zyn zeer haairig. Zy groeit in de woestyn tusfehen Bagdad en Hitt. Lunaire, Lunaria, een kleiner fooi t, dan tot heden bekend, groeijende mede tusfehen Bagdad en Hitt. Bunias, aanmerkelyk orti haar minder ingefneden bladeren dan die van andere foorten; groeijende ter zelfder plaatfe. Giroflée, Cheiranthus, ene kleine plant met bloemen van lilaskoleur; zy groeit in de velden van Athenen. Senecon, Senecio, met gele bloemen. Zy onderfcheid zich door hare kleinheid , en hare diep ingefneden bladeren. Zy groeit in Peffië. Gunde/ia Toumefortii. Deze plant is niet nieuw, N maar  maar wy kondigen dezelve aan, om dat zy niet altyd in de tuinen van het Mufeum is aangekweekt, en dat zy zich 'er heden in al haren luister vertoont: voorts erinnert zy aan Tournefort, en draagt den naam van den Geneeskundigen, die hem op zyne reize vergezelde. Zodanig drukt zich die. Natuurkundige ten haren opzichte uit: „ Dezer dagen gaven wy dien naam aan een der fchoonfte planten , die de Levant voortbrengt , en om dat de Heer Gui:cktfcJ:ei;ner , een Duitsch Geneesmeester, haar het eerfte ontdekte, kwamen wy overeen, dat zy uit erkentenis dien na^w dragen moest. Ongelukkig hebben wy niet dan wyn, ■om het feest te vieren, maar dit komt best met'die plegtigheid overéén, om dat de plant niet groeit dan op fteenachtige en droge plaatfen. De Muziek van den Pacha zal zich niet dan op dien tyd laten horen, het geen wy voor een goed teken houden 5 ondertusfchen hebben wy veel moeite gehad, om enen Latyntchen naam te vinden, die aan dezen braven man voegde.. Eindelyk is befloten die plant Gwiddia te noemen. Lettre fur VArmenië et la Georgië.. Tournefort bragt 5er zaden van in Frankryk , en zaaide dezelve in den tuin van het Mufeum; hy heeft, het genoegen gehad van het zaad te zien opkomen, en een plant voortbrengen, waar op hy zo veel prys fteldc : maar men heeft haar niet lang bewaard. Zy groeide 'er weder na de terugkomst van de Reiziger .,Labilh:rdière uit Afia; doch ook dit was maar voor korten tyd;. eindelyk hebben Brugière cn Oliyier haar op nieuws daar gebragt, en zy ftaat thans in vollen bloei.. De Diergaarde. De Leeuw met zyn wyfjen, van Conftantine, twee jaren geleden, gebragt door den Burger Felix, geeft aan zynen Oppasfer(, of liever aan zynen Vriend, blyken van genegenheid en erkentenis, die- verdicten gemeld te. worden. Sedert enige dagen was Felix ziek cn kwam niet voor den dag; een ander had zynen plaats ingenomen en verrichtte het nodige by de Dieren. Geen hunner gaf blyken dat het deze verandering bemerkte; alleen de Leeuw was droevig en fchuuw en bleef gedurig op den grond van zyn hok liggen, geen gebruik willende maken van de bezorging van den vreemden Oppasfer. Deszelfs tegenwoordigheid was hem hatelyk, en roet een dof gebrul bedreigde hy hem uit de diepte van zyn hok. Het byzyn van zyn wyfjen zelfs mishaagde hem, of ten minften hy gaf geen acht. op haai". De onrust, het junerlyk ly- C 98 ) den van dit dier, deden denken, dat hy door ene ziekte was aangetast, maar niemand durfde hem naderen. Eindelyk kwam de dag, waar od Félix herfteld was, en hem een bezoek ging geven/ Hy wilde de verwondering van zynen Leeuw zien, en zich zatrt- jens langs het ..hok bewegende, vJSponde hy alleen het noold voor de tralie: nem te zien, en ene fprong tot hem te doen, was voor den Leeuw niet dan ene beweging-;- hy ging voor Felix opzitten, hy drukt», hem met'zyne poten, lekte hem de handen en het gez-igt, en brulde van genoegen.1 Het vrolyk wyf,eu kwam 'er by. De Leeuw weerde haar af; hv maak¬ te zich gramftorig, vrezende, dat zy iets van de gun'ften van -Felrx hem- onttrekken zou ,'waaromtrent zy zo jaioerscn is: er ontitonü een gclcnil: maar Felix kwam in het hok om beide genoegen te geven. Hy ■ ttreelde hun beurt om beurt, en ontving beurtelings derzelver vrtendf(chaps-betoningen. : Men ziet den Burger Felix dikwyls in het midden van dit fchrikverwekkend paar, waar over hy zich tle magt heeft weten aanteinatigen; dan verkeert hy met den man , dan met het wyfjen ; hy vleit hun , en kuscht hun, zelfe- voor- den puik Wil hy dat zy zich van elkander begeven, ch dat'elk in zyn hok gaat; hv heeft maar één woord te fbreken. Wil hv, dat zy zich anders om leggen,, om-aan de omftanders de poten, met verfchnkkelyke klaaiïwen gewapend, en hunne borftelige muilen met dreigende tanden, te kren zien; op den minften wenk,'gaan zy op den rug liggen , Heken belcefdelyk hunne poten een voor een Uit, openen den muil, en tot beloning Word hun de gunst verleend om hem de hand te likken. Deze twee Dieren, van een lterk ras, Vyf en een half jaren oud, zyn van dezelfde moeder"; zy zyKr tweelingen , en hebben altyd te zamen geleefd; de hokken, waar in zy zyn opgefloten, hebben gemeenfchap. met elkander. • Zy zyn- den- gehelen nacht by eikanderen en een gedeelte van tien dag,. Dikwerf lief-, kozen zy elkander, en meermalen.heeft men hun ver.» rascht, terwyl zy paarden. BATAAFSCHE REPUBLIEK. 'sBosch, 19 September. Heden is, alhier, in den ouderdom van 83 Jaren en ruim 7 Maand n, overleden, de verdienftelyke , en door zyne II ...lkvndige Schriften, alom bekende cn geagte Jacob van der Haar, oud 'sLands en Stads Heelmeester, mitsgaders Lid van verfcheidene geleerde Genootfchappen. PKQ-  ( 99 ) PROGRAMMA voor het jaar 1799. Het Genootfchap tot verdediging van den Christelykcn Godsdienst, opgericht in 's Graevenhaege, heeft deszelfs Algemeene Vergadering gehouden op Donderdag den iaden September 1799. De Aenfpraek aen de Leden is gedaen door den Heer Hermannus Royaards , Hooghcraer der H. Godgeleerdheid te Utrecht, waer van het onderwerp was: De verkeerdheid, en het gevaer dier denk- en leerwyze, waer door men de leer/lellingen en plegtigheden van het Christendom fchynt te willen behouden , en echter dezelve geheel naer den natuurleken Godsdienst verklaert en vormt. Nae het eindigen deezer Aenfpraek, is verflag gedaen van de ingekomen Andwoorden op de uitgefchrevc Vraegen en Voordellen, federd de vorige Algemeene Vergadering, hier op neder komende. 1. Op het Voorftel in 't jaer 1797 voorgedraegen: Naerdien fommige hedendaegfche Schriftverklaerders dikwyls fpreeken van het Locaele der Bybeileere, vraegt het Genootfchap: In hoe verre zyn het onderwys en de inftellingen van Jefus en de Apostelen alleenlyk betrekkelyk tot de perfoonen, tyden en plaetzen, onder en in welke zy leefden, en in hoe verre moeten dezelve van een algemeen en altyd verbindend gezag gereekend worden? zyn wel eenige Andwoorden ingekomen, maer aen welke de liitgeloofde eereprys niet kon worden toegewezen; weshalven deeze Vraege op nieuw wordt uitgefchreven, om beandwoord te worden voor den eerften January 1801. a. Op de Vraege van het zelfde jaer, zyn er gegronde redenen, om vast te ftellen, dat er in de begrippen der menfehen omtrend het wezenlyke der voornaemfte waerheden van het Christendom, van tyd tot tyd, verandering behoort te komen, en dat men, by den toeneemenden trap van kunde en befchaeving, thans onmoogelyk daer omtrend zoo mag denken, als men, voor twee eeuwen, of vroeger, gedagt heeft? zyn mede verfcheidene Verhandelingen ingekomen, doch allen van dien aart, dat aen geene derzelven de uitgeloofde Eereprys kon worden toegekend, waerom het Genootfchap thans op nieuw vraegt eene wederlegging van het gevoelen der geenen, die ftellen , dat er gegronde redenen zyn, dat in de begrippen der menfehen, omtrend het wezenlyke der Voornaemfte waerheden van het Christêifdoni, van tyd tot tyd, verandering behoort te komen, en dat men, by den toeneemenden trap van kunde en befchaeving,, thans onmoogelyk daer omtrend zoo mag denken,j als-men voor twee eeuwen, of vroeger, gedagt heeft. Verwagtende de Andwoorden hier op voor den eerften September 1800. 3. Onder de And woorden op de derde Vraege van dat jaer, wat kan er uit de echte gedenkftukken der ongewyde Griekfche en Latynfche Schryveren worden bygebragt, tot opheldering, bevestiging en verdediging der gefchiedenis van Jefus cn de Apostelen? is eene Hoogduitfche Verhandeling door het Genootfchap ontvangen, getekend met de fpreuk: "Y.siv <¥ &'5ï I.ivomo - I05f Nieuwe Louis d'Ot - lM3i" Parys. a.m.ij ijj— 62iljt Guinies -12,10,» dito tart, j,,nAsi'Sn- 02™ Piftrfen - i°» . Idem in Specie - Franfche Kronen - 57a 5" Londen. 2. m. fj Nieuwe Ryksd. - 4- PCt' Dito kort - Hamburg 2. m. Gt. ft. 39fa* Batik . oo|a§ pCt.' Dito kort -39?a* — Wenen id. B°. - 35i Wissel- en Speciecours. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 108; en te Haarlem 8, ouder welke laatften 2 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen', BUITEN haarlem. C BARO-j THER- HYGRO- STREEK EUCHTS- SePt- / ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799' / TER. TER. TER. WIND. HEID. (f29. ói 60 78 W.Z.W. ~" 18 / 29. 7i 63 68 —— omtrent helder; windrig I^JL 58 78 —■ ("29. 4? 61 83 z. w. 19 / 29. a\ 64I 67I — wolken; zeer harde wind. C29- 3*. 60 66 — C29. 3* 54* 87 z. w. 20 3t Sfee-I.vnz. de ton van Dito Henmp . • - 73? f Schep. Rigaas . ƒ 12**14 Warv. Traan , 'tquart. Hemipzaad duo . -io}ani van 12 Stek. Nieuwe - 120 Dito Rode . . . - 116  A°. 1799» N I E U W E A h G E M E N KONST* en LETTER-BODE VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. N°. 301. E P-RTDAG DEN 4 OCTOBER. BIE R I G T E N., FRANSCHE REPUBLIEK. Vervolg van nieuwe Waarnemingen, gedaan in het Nationaal Museum der Natuurlyke Historie, te Parys. 7. Jaar. 30 Thermidor. Bloei van nieuwe Planten. JJjpidendrum Ciliare, een nieuwe foort. Een parafite-plant, die op de bomen in Zuid-Amerika groeit. Het nedtarium van den bloem is met hairtjens omboord Sn zyne uitgeftrektheid. Accacie-Griffe de Chat. Mimofa Unguis - Cati, een nieuwe foort. Een heester van onder den verbranden keerkring, aanmerkenswaardig om zyne bloemtrosfen, waar van de bloem zelve naauwlyks zigtbaar is, terwyl de helmftyltjens zeer lang zyn. Hare bladen hebben ook ene byzonderheid, daar in beftaande, dat zy uit vier kleine blaadjens zyn zamengefteld. Ha/ophyllits - Racejnofi/s van Cavanilles. Jmfieu heeft in zyne Gedachten der Planten, 'er een nieuw geflacht van gemaakt, onder den naam van Omitropha. Het Mufeum bezit -er niet van dan ene enkele, die ene XII. Deel. manlyke is; by gevolge zal dezelve door middel van zaden niet vermenigvuldigd worden ; maar men zal het kunnen doen door middel van loten. Cordia Subcordata, een nieuwe foort. Een heester, waar van de bladeren, van een fchoon groen en ene fraaie gedaante, overblyven. Hare bloemen, die zeer klein, zyn, maken een groten tros aan het uiteinde deitakken. Homalium Raccmofum. Jacquin. Een nieuw geflacht. Hare bloemen groe'ijen in trosjens, de hoeken der bladeren, tegen het uiteinde der takten; de helmftyltjens zyn verenigd by kleine bundeltjens tusfehen de infnydingen! geplaatst aan den omtrek der bloem, die klein en groenachtig is. Mathiola Scabra. Dit geflacht is toegeheiligd aan de gedachtenis van Mathiole, een van de Vaders der Kruidkunde, 't Is een heester uit den verzengden Luchtftreek. Hare bloemen zyn in de gedaante van hoofdjens verenigd, en worden gedragen door lange fteeltjens, die uit den ftam, tusfehen dc hoeken der bladeren, voortkomen. RmdeUctioides. Een nieuw geflacht, dat door den B. Rkliard, Lid van het Nat. lnftituut, in Amerika, is waargenomen , maar dat nog niet aan het publiek is medegedeeld. Dit geflacht blykt te behoren tot de familie der Rabiacéas. Hare bloemen, van de lilaskeféitr, zyn van één bloemblad, buisgewyze, en laten vier verdelingen zien. Hibiscus, èen nieuwe foort. Hare bladeren zyn van O ene  C 106 ) ene gele citroenkoleur; van binnen met purper getekend De helmftyltjens hebben dezelfde koleur. De bladeren zyn nu eens geheel, dan in twee en nu m dan in drieën gedeeld. ' . .,' JI Pe&is Ciliaris, een nieuwe foort. Ene kleine kruipende plant, van het geflacht der trosdragenden, zynde de bloemen geel, en de bladeren aan hun balis ^mnnirrl mpt kleine haairtiens. Deze planten komen van den togf van Kapitein Bmv- din, uit de AntiHes ; üc voigenae is mcucgcuia^e un den Kruidtuin van Florence. '„'■,""* ei™,,™;* Smnde.m. ene nieuwe foort. Zv draagt den naam van Gromvius. Oorfpronglyk behoort zy in Zuid-Amenka te mus. Onder de Bolgewasien uit de Botanybaai, is een fluv/tninm van een zeer bvzonder foort gevonden, waar van zich de- bloemen beginnen te laten zien. Hare bladeren gelyken volkomen na cue van enige sijr/agahn; terwyl hare bloemen wel degelyk die van een Geranium zyn. Zy zyn ten getale van zes of zeven verenigd, in gedaante van Zonnefchermen. De bloemen zyn ligt geel; de bloembladeren zeer klein, en bykans'regelmatig gefchikt. De plant is zes voeten hoog; de wortel is knobbelachtig. Alle deze planten zyn dadelyk in bloei: en de B. Roudin is bezig met dezelve voor de Verzameling van het Mufeum aftete kenen. Over de laatste Luchtreize van den Burger Blanchard. niet fchynt vermoed te hebben, en zonder welke het uitwcrklel van twee ballons, voor zo verre de belturing betreft, niets betekent. In myn ontwerp ver- ïcnnieii ue twee Dauons m geuuanre: ik. vooizjc ueu ballon-conducteur van vleugels of zeilen, bekwaam om utn wma meer oi mm op re vangen, ik. tuig uu- venai voor ue gemaKieeiyiaieia, om zo wei nier. oeli»irl. nl.« srpywind en zeker te werken: in hor kort. zonder falies van gaz, wend ik den ballon, dien ik den beituurttcr van eten oatton-porte naceue ^ aen gallon, die het fchuitjen draagt) noem, op zyde af, of- laat aenzetven ryzen oi aaien naar Degeci te. ik noopte-, te Meudon, deze proef te nemen, toen men het Cörps Luchtbal - voerders afdankte. De roem van aan myn Gouvernement, als Tydingbrenger by Bona¬ parte, cuenst te aoen, priKiieiae myncu mocei dezer Natiën vermengde zig een gedeelte met de ove-, rigen: velen echter van dezelven, te vast aan hunne, eigen zeden en vooroordelen gekleefd, bleven op hen zch en. De: Hoofd rklasfen, in welken men'de inwoners van Egypten kan verdelen, >zyn de volgende: Arahifclie Boeren of Landbouwers: zynde aiftammelingen der genen, welken, ten.tyde van den eerften in-, val der Arabieren in Egypten, aldaar landeryen ver-, kregen cn 'er zig van onderhielden. Zy zyn groot van gcltalte eir zien 'er fchoon en rustig uit, alhoewel door de 'zon verbrand. ■Barbaryfhe Arabi&rciv, dat is aframmelingen dier: Arabieren', welken, na 4e gehele Noordkust van Afrika, langs de Middellandiche Zee (of het zogenaamdBarbaryen> veroverd tte hebben, :door de vrugtbaarhcid van Egypten. gelokt, van tyd tot tyd derwaartste, rug keerden en 'er zig neder Uoegen. Enigen van hun,'in Opper-Egypten, hebben nog hunne arzonclprlyke Vorften. ArabifcLe Beduiden; derzelver zwervende ftamtnen zetten zig nu eens neder in woeste en onbebouwde oorden, alwaar zy den grond tot Weiland of iets anders gebruiken, dan eens rukken zy, met hunne ten-, ten, tot in het midden der vrugtbaarfte velden voort» en beroven de Landlieden en Reizigers. Zien zy ech- • ter _(*) Een tiittrekzel van deze berigten nopens Park'3 reize, heeft de Lezer reeds kunnen vinden in onze vorige N°. 271. s~  C I09 ) j u,.M-An ™ den rus le™en , en honderd ftokflagen op der ipoeoig mu. x^üvx ~k,>,,nmpli,10.en van enig meng-, Wee den genen, uien ...cu 'r.ï'öm.,.,,,i ito/Wf»; w"»^^„-^rt~ en Griekfche Kriste-;Honderd verlpi bieren zig meester, va i -p ■ schrvvers fi TM? B 7£»Z Hun Godsdienst een ^"^Veroveraars des lands. £i wier ^^.^)SSS^^&beichrevcn hebben, en uit ^S^SSZ^* V3De EgypteSn waren tot heden aan alle knevelaren J!%mm^^fi^^k^ dier oorzake, was oeitoetranu r - T andman *o rvk land ten uitterften ellendig. Waar dei.anamui feen hoop h eft om de vrugt van zynen arbeid te g nieten waar gene zekerheid van eigendom is, waar E3S>Si& baten, en daar en tegen de vuist vanden fterkften alles beflist, daar moet, natuurlykei mf alle'Industrie verlammen, en de ziel m woeste SterAeiAwyllén. Het volk van Egypten Jeeft eniglykvan ^^^^^^^ Honderd verlpieders ^f'^^ÉlSt om Hem aantegevcu : nuuuuu vu.^ >»e een ogenblik gereed, om hem te pionderen. . vf.ii wn is- -zv is ongemaakt uit de «je leiiets l«- uvi_i.«-.4.«-.w*. -j -ro berieten der geloofwaardiglte Reizigers. En met du alles is en blyft Egypten het vrugtbaarfte land van den Aardbodem. Schoon derzelver TjTannen ydc Bev's, alles deden wat zy kuuucu, «v,. en handel te onderdrukken, trokken zy nog fteecU aanmeikelvke voordelen daar van. Men rekend dat Sten jaarlyksch by de 60 Mill. hvres aan ördinai'chattingen aan hun betaalde, zonder de buitengeic i\m*v» 6 . —.,..„„. n;pr tp kanalen is. wone belastingen, wki ufu'"'s« *, f, , of , .... *Ao o.r,Mo^v.,n-t nf nimtn der Bev s al¬ daar zy van ui_ i^i.i""jr.^..0v ~- hingen, hier by te rekenen De Stad A««rü auccu «.1 jw")'" -r*~ ■J livres om. _ , _'* , , Wat kon 'er nog weaer van cm lanu wu.* ., »~» „eeV men eens de geheel of half verftopte kanalen , S ünTde, en langs dien weg den vrugtdragenden boopiuimae c « ^ menfehen handen ge- aem vcigi^v *r."~; " ~ ?„P„ de vmetbaar- m-aven, Jianaien» waai vau "'«m^"' — - r „„„ onwetenneiu nwyiwi. • ^„.. vön r;Pr«n (rravrn. Kanalen, waai vau a»""«ö"' — p eniglyk vanflegt brood ui^ ^ uren verfp,eiden, zyn er nog geb^ken, van Üyd» « W^^ett^SdSlï£ zes overgebleven, die het water van den Nyl gcu en alle deramvoor de wiaakyan vjan > Burgerkryg. Pe0rin Ses'teden neer!cht ene algemene ellende onder de" lagere volksklasfen, waar mede de weelde Groten een ontzettend contrast op everd. Naar fchillig het Menicnenoiocu , •".p ~, d. Pfhe. ° e* vanéén ogenblik. Agter hem fep een Cl met een ledren zak, waar in men de hoofden Sp der ongehikigen, die ter dood veroordeeld "Sien—, die voor den Bey^gebrag. wierd zyn maar zes overgebleven. voortleiden. _ _ - „„n^keirl en Wat kon Egypten woraen , wai«c«v Keif deh Landfouw en Industrie deed herleven! wanneer dit land, zo voortreffelyk wel gelegen voor den Handel met het voorfte gedeelte van Azia door de Middellandfche Zee, met Arabièn Perfien Indien en de Zuidclvke kusten van Afrika door de Rode z^ee, cte a,uiu^v ^*iwiy»„ IvotkIpI mer deszelfs eisen nog eens aezeu uutu^jftui rvKClommen vcicmguv* . . ...; Het SüÏÏerrtet, 't welk in verfcheidene ooMqn van Eevptcn in het wilde groeid, en byzonder in de Deit0 Kekend tierd, zou, met zorgvuldigheid geplant SoSende, een zeer ryke tak van h^tonenW, den. ' Ook teeld men 'er de Katoen (O, die Sem^- (*) Een oud Produkt van Egypten, blykens he zeggen van Punius (Hifi. Nat. XIX. 2.) „ Superwr pars ti n Arabiam vergens , gignit fruticem, quem aliqiu " GosLon vorant, pmtes Jylon, ParVus est, fimilemque '* StaS nucis defèrt fn.aum, cnius exinteriore bombyce ffig?nS Nee ulla fuut eis candore molknave pr^ „ ferenda." O 3  C HO ) toélyt in overvloed kon verbouwd worden. Voorheen was Egypten zeer beroemd wegens deszelfs Vlas (*) en VVvnen r*+l n» M^nmtn^«nnr/.i,. lieert, wel is waar, den bouw der laatften doen ophouden, maar m weinige jaren zou deWyn van Alexandriën weder tegen die van Syrakufen kunnen monfteren. Ook zyn nog de Myne'n, waar van in dc Schriften der Ouden, met zo veel ophefs, gefproken word, bekend: de onkunde alleen in de vereischtc konften, om de Metalen te verkrygen, gepaard met de vreze om er van beroofd te worden, hielden ze tot dus verre gefloten. Ondcrtusfchen veclienen ™ ™ ™i als de heerlyke Smaragd-, Marmer- en Porphyr-groeven van Egypten, onder zo vele bronnen van rykdom, naamvlyks genoemd te worden. Uit al het tot hier aan toe bvgebragte blykt genoegzaam, van hoe groot belang het bezit dezes lands voor ene grote handeldryvende Natie zou wezen en wat het zelve, onder een verftandig beftuur, zou kun- ,, uinnen ene Eeuw" — heeft Scldozer (O reeds voor lang te regt aangemerkt, „ zouden Drie Freclc„ rik Mefr. (**) weder tot Egypten maken." Saatten.Chtigrte 't ' ■** ^ dertigfte De la Condhinn d?* ï?*,»,,,.', j r._ ~ par l'Theremi.m. a Paris. * ^puvhques, u~ joureer t ; NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN akademische en andere schriften.' IJl ir r^»lihe; °ZraseJ°Jihume de J- M. Roland ancien Infpecleur des Manufatlures de Franee. et Mi mstre de l'Interieur , 6 Vol. in 120. De achting, en het geen meer zegt, de wezenlvke verdienften van Roland, geven niet dan een gunftig vooroor deel ten aanzien van dit werk. Roland, een der Stichters vau de Republiek, viel als een flachtoffer van de dwintrelandy der Tienmannen. Zyne wederhelft, ene Vrouw van een groot karakter en veel geest, waar van de Memoires posthumes in het licht g-ep-evpn 7™. i,r.r>fr v,»r -,„»^„ ... dergaan. °° J ' . fT"5 '"L V* Memoires de Marie - Fr ancoise - DuivréNiL, en reponfe mix Memotres d'Hvppolite Clairon , fuivis d'une lettre du cecebre Lelain et de plufieurs anecdotes Curieules, relattves an 1 heat re Francais. 1 Vol. a Paris chez Man weet dat de Schryffter van deze Memoires, die zeer wel gefehreven zyn, Coste d'Arnaubat heet: ook weet men dn Hippoli te Clairon geen RedaQeur voor de bare heeft nodig gehad. Deze Vrouwen haten elkander nog op Sta^unSrrStóf' ZmjPLV^te goede geland heeft nu wederom i^SiSS mer den ftaat der Vrouwen in de Repub/iefefHv "1,.,,. " .f I *" ïiiaauciiappeiyKc orde van SSi «" • >at- ,hct Cen RcPuWiteinfehen S aa voegt haar uit a e nietigheid optebeuren, wftar in haar dc 2,,'nZ ueaeu van alle landen nedcrploffen. Hy verlangt vonr h™ gcenzms enig aandeel in de uitoeffenin/varht t o nS W zag; maar hy verlangt, dat zy bevoegd Jouden geacht lor den tot het bekleden van zekere posten, haa dToi het on" Pcsgezag opgelegd; zo als de bedieningen, betrek,in!-°t bende op het openbaar onderwys, ten mfri^^SS van haar fexe, en m de befturing van liefdadige GeSi e Hy pryst m vele opzigten, de Stichting van Saint-C r "n boezemt den wensch mr-. n,n -\r' ea menigvuldigd te zien. «KS^ pen^ïiar^f Tëf **% ^if Ja SeIeerdü Genooüchappen, daar zy om hare kundigheden, waardig geacht worden, om 'er zitting te hebben. ö ë » -f^gyptio lino plurimum lucri. PI. XIX. 2 i r,Im 'k- f-"F?t^ Vdinum ""fcitur tribus generibus uvai< rum ibi nobile, Thafia, tetbalo, peuce. PI? XIV 0 (|) In zyne Welt Gefchichte. a. a. O " 9' *) De nieuwe Turkfche naam van Egypte». ■ BaTAAPSCHP RfDrinrTt.^ 9i.-tdj.is. J*l «. . - -. Dr. Renlinp- Ine Hn^o T^^^.,^!:-- i _ brnirv j "^'"'".^""g voor, clen 3deu Fe- SftéV^Z ^a^e'iö«: Vai! .het Amftérdamseh gemeen en heeft dezelve uitgegeven met voorkennis pn toeuemmine- van Hpc^ifc c»r.„...^..„ vuuitennis en o «^.^^^...u j.»>-ii.i.iuiuc:i e>. ie recht noemde hy_dezelve ene Zielkundige Verbande Ime. Voor 7n vpm. Ac nkn,,j a , o h v<-'iiauue- kmgen over den aan 7^»^» en uit bedenkingen, daar mede, in ene naamve (SfÉW ftaande. Het voorftel echter, dat betoogd is en dus Is Dat het geloof aan een toekomend zalig leven een fterke drvfveder on pvr-rr h» n,,, & __c^c" neiKe , , --—-•).•'-• 1 wn-1-1 anuuiu zwangneden re vermvden. hppfr * Voriv.n.u.,.,. . , . s . e met alle de oezig geiaoudea „v...^ ..^.uvnut iiiiuueien optenelcteren , en de wegen aantewyzen, die tot het toekomend 'ieveu leidenmaar. zo vee rinpnlvlr. ™no \rnru„..a..v. ' — • ^r"^- v Ulllrlliu^jllltr ()p ynen WVSEte- rip-eu toon ppfemd r», ,i-w^ „„j-b'__f_._ ■ .- fc. /> 1 D—* ' ' luc 1JU1-'ig ge von oen , m de eerfle r .-ists. mi » m™rhr,A™ . . b . . , ' — --b- «CU..11-UC11, jücl (ipzigr. tot oen aart en de werkzaamheden der .Ziel te betogen, om, in de twede plaats  C in ) plaats, aantewyzen, welke kundigheden zy in dit leven vfer: zamelen kan, "die haar, door den dood, niet ontnomen kun-.1 : nen worden, en van welk ene geaartheid dezelve behoren te :zyn: en in At derde plaat-s, deze kundigheden, als ten hoogften nodig en nuttig voor het volgend leven, in overweging te nemen. Het beftek van ene Verhandeling liet geenzins toe, zomi mige aanmerkingen in dier voegen te ontwikkelen, of te beI togen , als in een gefchrift van minder bepaaldheid zou 1 vereischt geworden zyn; en hoe zeer zy, die in denkwyze ■ van Dr. Renjing verfchillen, door deze Verhandeling waar:fcbynlyk niet tot andere gedagten zullen gebragt worden, ; doet dezelve hem echter eer aan, voor zo verre de blyken ivan ware belangneming, in het verhandeld onderwerp, 'er ,zeer duidlyk in doorftralen. Ook heeft hy de Verhandeling iin 't licht gegeven, alleen door aanmoedigingen op aandrang 'van velen die zulks van hem begeerden. In het uitvoerig Voorbericht, houdt Dr. Renfing zich Ibezig, met ene Verhandeling te wederleggen, van denEerw. H.v. Voorst, Leeraar onder de Doopsgezinden, te Oost,zaandam, te vinden in het iode Deel van Teyler's Godge\leerd Genoodfchap. Hy betoont, in deze wederlegging, ;zich een yverig voorftander te zyn, van de volftrekte on. Iftoflykheid der Ziel, voor welke, volgens de Verhandeling 'van den Eerw. van Voorst, gene voldoende bewyzen zyn. !Schoon nu wel alles, wat de Dr. in dezen aauvoerd, naar :ons inzien, niet even voldoende kan gerekend worden; veridient nogthans een en andere aanmerking van hem, byzonider het Genees- en Ontleedkundig betoog, dat ons redelyk ivermogen geen eigenfehap van het lighaam kan wezen, zeIkerlyk elks oplettende overweging. J. van Voorst, de Scriptorum veterum Chrïstianorum iStudio prudènter ac Liberaliter exeolendo. Te Leyden Iby S. en jT. Luchtmans. 1799. Deze Redenvoering, over het voorzigtig en vry gebruik 'van de Oude Kristen Schryvers , federt den aanvang des ^Kristendoms tot aan de Hervorming, in de 16de Eeuw, leverde den Hoogleraar van Voorst ene zo gepaste als ruime ftof op, by het aanvaarden van het gewoon Hoogleraarambt, : in de Oudheden der Kristenen, en de Gefchiedenis hunner i leer. De Hoogleraar dringt vooreerst aan, op de beöeffening zelve der Oude Kristenfchryvers. Hy merkt aan i°. dat hunne Schriften nuttig zyn,'tot het recht verftand der vreemde Talen. 20. Dat dezelve onmisbaar zyn, in de beöeffening, ' der Algemene Gefchiedenis, Rechtsgeleerdheid , Kerkelyke Gefchiedenis, Oudheidkunde, enz. 30. Dat men dezelve ten \ hoogften nodig heeft tot het onderwys in de Godgeleerdheid en het vormen van een Kristelyk leerftelfel. 4". Dat vele gedagten voor nieuw gehouden worden, welke men, in de Schriften der oude Kristcnfcbryvers reeds aantreft: by voorbeeld van Kants pradtifche regel van Uitlegkunde vindt men reeds een fpoor by Origenes (*). 50. Dat die Schriften by goede Uitleggers niet kunnen ontbeerd worden, en (*) De Hoogleeraar heeft In ene aantekening, nader verklaart, in welken aan, het aangemerkte ten opzigte van Kant moet opgevat worden» de behoorlyke beceiTening van de:elven enen Voltaire, tVolney, Paine en anderen, waarfehynlyfe voor het ongeloof zou behoed hebben. Vervolgens doet de Hoogleraar de noodzaakh kheid opmerken , van het voorzigtig en vry gebruik dier Schriften. Hy pryst ene voorzigtige beöeffening van dezelve aan: i°. om dat in die Schriften vele verdigtzels gevonden worden, en fommige ten ouregte voor geloofwaardig zy 11 gehouden; terwyl, in de geloofwaardige, niet weinige ingelaste zaken voor handen zyn. 20. Om dat men tot het recht gebruik van dezelve moet letten, op den t_\d, waar in die Schriften gefehreven Z}ii , op de echtheid der lezingen» voornamelyk met de aanhalingen van Schriftuurplaatfen, gelyk ook op de mening met de gezegden, en den aart van de verhalen eu gevoelens der Ouden. De noodzaaklykhcid van, zo wel op ene vrye, als voorzigtige wyze, de oude Kristenfchryvers te beöeffenen, word door den Hoogleraar, op de volgende wyze, aangetoond. i°. Het gebruik der oude Schriften laat de verwaarlozing niet toe van andere nuttige Schriften. 20. De onpartydigneid is, in 't beöeffenen der oude Kristenfchryvers, een 011vermydelyk vereischte, dewyl die Schryvers over dezelfde onderwerpen, fomtyds, zeer verfchillend hebben gedagt: en velen, naar mate van het hoog gezag, door 't welk zy befchermd of veroordeeld wierdeu, gelyk, ook niet zelden, ingevolge van ene eenzydige beoordeling van hunne gevoelens, hoog of laag zjn gefenat geworden. 3°. De waarheid heeft het niet nodig, dat men geloof zou liaan, aan 't geen duidlyke kenmerken van dwaling en bedrog oplevert , ai (temt het, voor het overige met onze denkwyze overeen; maar met eerlykheid en verftand, zonder te zeer vooringenomen te zyn, met eigen gevoelens, moet men tragten,. het gebruik der oude Schriften zich ten nutte te maken, op het gezag der Ouden niet alleen afgaande, maar altoos de waarheid boven alles fchattende. J. H. Pareau, Oratio de Literis Orientalibns minima injucundis. Te Deventer by jf. H. de Lange. 1799. De Redenaar beklaagt zich, in deze Redenvoering, in rt openbaar uitgefproken, by zyne wederkomst, te Deventer, om aldaar andermaal, aan het geven van onderwys, in de Oostcrfche Letteren , zich toetewyden , over de minagting 'welke men doorgaans heeft, voor Schriften, welk in 't Hebreeuwsch, en in Talen daar mede in naauwe verwandfehap ftaande, gefehreven zyn; en beweert, door voorbeelden, die gezag hebben, gelyk ook door ene befehouwiug van den aart der Oosterfche Schriften, dat, offchoon de Griekfche en Latynfche Letterkunde boven de Oosterfche te fchatten is, de beöeffening der Oosterfche Schriften echter geenzins , als onaangenaam, moet aangemerkt worden. De bygebragte voorbeelden zyn, dat de Oosterfche Letterkunde altyd in eere is gehouden onder alle Volken, di* van Konften en Wetenfchappen hebben werk^ gemaakt: ea dat voorname geleerde mannen, byzonder in Frankryk, Engeland en ons Vaderland, op dezelve zich hebben toegelegd» In de befehouwiug van den aart der Oosterfche Schrif1 ten, word aangemerkt, dat men, voor geen gering gedeeiV Ite, aan die Schriften de vorderingen in de kennis der Nastuur te danken heeft, ea dat bet gebruik yau dezelve en-* om  C 112 D ontbeerlyk is in de beöeffening der Godgeleerdheid cn de verklaring der Heilige Schrift. Dat de Oosterfche Schriften niet m'oeijelyk zyn om te leren verftaan, dewyl men, uit hoofde van het groot verfchil met andere Talen, de Oosterfche Talen gemaklyk leert; terwyl die, hoewel niet zo bet oor ftrelende, als het Grieksch en Latyn, door fchoonheid en verhevenheid zich zeer aanpryzen', eu alleen de grote eenvoudigheid dier Talen dezelve ten on regte als onbefchaafd doet voorkomen. Dat de ftyl der Oosterlingen niet te laag is, of te veel opgecierd, en men door behoorlyke kennis, aan hunne zeden en gebruiken, niet alleen zelfs hunne Dichters gemakJyk leert verftaan, maar ook dan die fchoonheden ontdekt, welke men in de overblvfzels der Hebreeuwfche Dichtkunde, de Pfalmen van David, het Hooglied van Salomo, het Bock van Job enz. zo overvloedig aantreft. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 30 September te Amsterdam. TARW. Het Litstl GERST. Het La Ggld.' Ggl Poolfche bonte en witte 2803310 Vriefche Wintergarst dito rode . . 2608290 Gron. en Oldamfche Elbing. en Heugfche . 260 a 295 Zccuwf. en Ovenn. Winter Koningsberger • 250 a 285 Dito Zomer Vriefche . . 255 a 285 Dantzigcr en Elb. Bovenlandfche -» 2603290 Voorlandfche rode . 2303270 HAVER en EOEKWEYT. Zeelandfche . 2803310 ROGGE. Brouwhaver . • • i5oaI.' Pruisfifche . . 1909210 Witte Voeder dito . 14521; Koningsberger . . 1903210 Boekw. Amersf. en Gooil. A3aa; Gedroogde . . 1903205 Dito Brab. en Vlaam. £ 32 a: Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-Oly, per Aam f «5| Ovenn. 't Last. . £ 85 a 92 Dito Lyn . " 63t Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . - - 73? 5 Schep. Rigaas . f 12^314 Walv. Traan, 't quart. Itauiipzaad dko . -io4an| van 12 Stek. Nieuwe - 120 Dito Rode . . . - 110 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. a m. \ 66 & %k & Cadix - 65 Lisfabon - 53 Nieuwe Ducat. ƒ S^'ö Venetien - 91$ Oude ger. dito - S.H.'Si Livorno - 105Ï Nieuwe Louis d'Ol' - 11,13," Parys. a.m.1 ■ A;f . Ö2 Cuinies - 12,12,10 dito kort. J * Pittolen - I0' lilem m Specie - Franfche Kronen - 57a 5<5 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hambu'g 2. m. Ct. ft. 39È B°. B k . Qc4 pCt. Dito kort - 4oJa} — Wenen id. B°. - 35$ MAANDE LYKSC HE PRYS LYST der INen UITLANDSCHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland i\ prCts. 35 844 prCt. Zeeland 2j prCts. 29 a 32 prCt. Friesland 2 prCts. 32 a 34 prCt. Generaliteit Anticipatie en Marine 3 prCts. 36 a 44 prCt. Bataaffche Refcriptien 4 prCts. Losbaar 1799. 73376. 1800. 29 a 32. 1801. 24 a 25. 1802. i\\ 323. 1803. I9ia2i. 1804. 17 a 181. Na den Vrede 15316!. O. I. C. Lot. 17850111786. 3 prCts. 36 a 38 prCt. Diverse Buitenla-ndsche. Amerika. 5 prCts. 924 a934 prCt. Dito 4 prCts. 81 a 82 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 89! a 91 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 6243634 prCt. Roomfehe Keizer 5 prCts. 59 a 6oi prCt. Dito 4 prCts. 52 a 55 prCt. Spanje 41 prCts. Losbaar 1799- 98 a 99 prCt. 1800. 81 a 83. 1801—1807. 73 a 67 prCt. Dito 5 prCts. 98 a 99 prCt. Idem van 1 7ber 1798. 70! 371^ prCt. Rus/andsprCts. 77* 3784 prCt. Zweden 5 prCts. 93! a gdl prCt. Dito 4! prCts. 91 a 92 prCt. Dito 4 prCts. 87 a 89 prCt. Denemarken. Toll. 4 prCts. 92U94 prCt. Dito Holftein 98 3 98! prCt. Dito Leen en Wisf. B. 93 a 94 prCt. Dito Kroon 92 a 93 prCt. Amft. 30 Sept. 1799. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 133; en te Haarlem 9, onder welke laatften 7 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige BUITEN waarnemingen, HAARLEM. C BARO-\ THER- HYGRO-STREEK LUCHTS- Sept. ) ME- MOME- ME- DER GESTELD- I799' ) TER. TER. TER. WIND. HEID. j C30-0* 56 86 Z.W. 's morgens regenagtig; 5 25 < 30. Oj 62i 6g voormidd. bewolkt; 3 {_ 30. Oj 48 %6i z. Z. W. verder omtrent helder. C29. 9 552 89 o.z.o. 26 < 29. 8 69I 661 — bewolkt. 029^7 °~4 . 64I 'z- C29. 7 59 85 z. z. w. lm.de win dat de feconden aanwyst. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsche Repubufk. Natuurkundige Verhandelingen van de Batae-lTehe Maatl'ehaoov der IWeie/jfchae- pen , te Haarlem. Iffe Deels ifte Stuk, met afgezette Maten; beh .lven her Voorwerk, 131 bl .dz. in gr. 8°. Te Am¬ fterdam by J. Allart, 1799. Onder dezen nieuwen tv'.el begint thans de Haarlemfche Maatfchappy der Wetenfchappen hare Stukken in het licht te geven; na, gedurende de jaren 1795 tot 97, uit hoofde der byzondere tydsomftandighéderi, niet de uitgave van hare Verhandelingen te hebben uil "gezeten. - Z) heeft, blykens het Voorberigt van haren Secretaris, dezen tv tel verkozen, ingevolge van een by haar genomen p 3 be-  C 118 ) befluit, by het Programma van T798 bekend gemaakt, „om( „ zig voortaan, meer byzondérlyk, op de bevordering van] „ Natuurkundige Wetenfchappen toeteleg'ten:" dog zal zy echter, gelyk wy aan her flot dier Voorrede iezen; ,, onder „ dezen tytei, verve Igens ook gaarne plaatfen, al wat de „ Natuurkunde van 't menfchelyk lichaam betrefr , zo ais „ ook Scheikundige Schriften , 'in zo verre de Scheikunde „ als een tak der Natuurkunde is aantemerken; mits zy, „ naar haar oordeel, enig nieuws van aanbelang bevatten, en „ in een goeden ftyl, kort en bondig gefehreven zyn<" Gelyk dit Stuk zig," aan de ene zyde , door Typografifche fchoonheid, byzondérlyk aanpryst; pronkende, by den fraaien letterdruk, mer een groot aantal keurig uitgevoerde Platen, onder welken nier minder dan 30 Afbeeldingen van MetaalCryllaliifatien, naar bet leven getekend en gckoletird; moet, aan den anderen kant, de belangryke inhoud van hetzelve de nieuwsgierigheid van eiken liefhebber der Natuurkundige Wetenfchappen gaande maken, en hem, 01.der het doorbladeren, het aangenaamfte genoegen verfchafien. Vvf afzouderlyke Stukjes, waar van de 3 eerfie door wy- len den verdienftelyken Predikant A C. Swaving, het 4de door Dr. % Willemfe cn bet 5de door den Secretaris M. van Marv.m, allen Leden der Maatfchappy, waren ingediend, m ken dezen inhoud uit. Het Eerfte en uitvoerigfte behelsd van bladz. 1-41. enige keurige Microscopifche waarnemingen over de Cryftailifatie der Metalen. De beroemde Baker had reeds, hieromtrent, enige proeven genomen (zie zyn Microscoop gemakke'yk gemaakt, D. II. bl. 198-216.) maar zy ne navorfchingen bepaalden zig alleen, tot enige onvermengde Metalen , als tot het Koper op zig zeiven, of met Kwik of Tin vermengd, tot het Zilver en tot het Yzer. Ook gaf hy daar van flegts weinige afbeeldingen, zonder verder iets van derzelver koleur te melden. Doch de onderzoeklievende Swaving gaf zig de moeite, om zyne proeven in dezen veel verder uitteftrekken, en leverd ons hier een aantal van 30 zulke waarnemingen, opgehelderd met afbeeldingen, door hem zeiven getekend en gekoleurd, van zodanige Metaal-Cryftallifatien, en met byvoeging eindelyk van enen tafel, waar uit men, met een enkel opllag zien kan , welke Metalen Cryftalliferen; — welke Zuren of Scheivogten tot derzelver ontbindingen worden vereischt; — om welke Metalen zy deze Cryftallifatie volbrengen; welke de koleur zy , die zy aannemen; — en boe veel tyds 'er nodig zy, eer de takfehietingen zig in haren meesten glans vertonen: wordende alles hier zo duidelyk en naauwkeurig befchreven, dat elk liefhebber van het Microscoop, die maar enigzins de behandeling van dit werktuig verftaat, zig ligtelyk daar door in ftaat geheld zal zien, om deze zo fraaie en vermakeiyKe proefnemingen te herhalen. De Metalen, tot welker oplosfing eu cryftallifatie , deze onze vlytige Waarnemer zig bepaald heeft zyn i.Goudj 2. Goud en Koper; 3.Zilver; 4.ZH■ ver en Koper; 5. Zilver, Koper en Zink; 6. Zilver en Lood; 7 Zilver en Tin; 8.Zilver, Kwik en Tin; 9.Zilver , Tin en Lood; 10. Zilver en Kwik; 11. Zilver, Kwik en Koper; 12. Koper ; 13. en 14. Koper en Tin; 15. en 16. Tin; 17. Tin en Lood; 18. Tin en Bismuth; jp. Lood; 20. Lood en Goud; 21. Lood en Kwik; 22. Tzer en Koper; 23. Tzer en Lood; 24. Platina, Lood en Kv.ik; 25. Kviik en Goud; 26. Kwik, Koper , Goud Bismuth; 27-en28. K»ik , Koper en Tin; 2g.Ziuk,Kwik, Lood en Koper; 30. Bismuth. Een twede Stukje, bier op volgende» van bladz. 41-48. van dezelfde hand, leverd ons ene Aanwyzing op om ondoo fchynende voorver pen, in het zamengefttld Microscoop , behoorlyk te verlichten; wordende de Toeftel, hier voor, door den virdii.gryken Swaving uitgedigt, insgelyks met een bvgaande Aftekening in Plaat opgehelderd. Dit Stukje verdiend al mede de uitterfte oplettendheid der Liefhebbers van het Microscoop, als die by ondervinding weten , hoe moeilvk de waarnemingen zyn omtrent ondoorfchynendc Voorwerpen, vooral waar by ilerke vergrotingen vereischt worden, wegens gebrek aan genoegzame verlichting , door middel van den gewonen toeftel by het zamengefteld Microscoop : en de Recentent, wien," met andere Liefhebbers, door Dr. van Mar urn, zo by de Maatfchappy als by Teylers Mufeum, gelegenheid gegeven is, om den hier befchre¬ ven nieuwen toette! re zien en te beproeven, kan, uit eigen ondervinding . van het voldoende dezes toeftels getuigen: terwyl men verder uit de befchryving en afbeelding zal zien, dat "dezelve zeer gemakkelyk aan de meeste zaïnengeftelde Microscopen kan aangebragt worden. Dezelfde onvermoeide Natuuronderzoeker, wiens fchranderheid, fcherpziend oog en taai geduld , hem zo byzonder gefchikt maakte voor Microscopifche waarnemingen, leverd ons hier, in een derde Stukje, van bladz. 49-84. ene niet min belangryke en keurige Verhandeling (wederom door 6 Afbeeldingen in Plaat opgehelderd) over de Infuftediertjes, dat is van zulke levendige Schepzelfjes, als in inftifien of vermengingen van Dierlyke of Plantaartige ftoffen,. met allerlei foort van water, na verloop van enigen tyd, ten voorfchyn komen. Ook dit Stukje is niet minder de oplettendlle lezing , dan de beiden vorigen , waardig , zo uit hoofde van den aart der ftoffe, als de manier van behandeling, in welke niet alleen des Waarnemers fchranders oordeel en zonderlinge bekwaamheid, maar ook zyn diepe* eerbied voor de Almagt en Wysheid van den Schepper der Natuur, allerwege doorftraald. Het vierde Stuk, van bladz. 85 tot 114 , vervat een uitvoerig en lezenswaardig berigt van ene aanmerkelyke fteenagtige omkorfting in den mond, door jTohannes Willemfe , Gz. Stads Doel. mitsgaders lid der Miatf. te Haarlem. Deze omkorfting was door den Dr. waargenomen by ene Vrouw, oud 36 jaren, die hem, van Stadswege, in het jaar 1797, over ene ligte ongefteldheid kwam raadplegen, en, by die gelegenheid, dit ongemak in den mond liet zien, en wierd vervolgens, na dat dezelve in twee ftukken was uitgevallen , door haar aan gemelden Geneesheer overhandigd. —Na ene korte befchryving en toedragt vau het geval, ftaat de Dr. in het brede uil op de oorzaak van zodanige kalkagtige aangroeijing aan de tanden, waaromtrent hy de waarnemingen en verfchillende gevoelens van vroege en latere en Genees- en Heelkundigen bybrengt, zonder in dezen ftellig te beflisfen; fchoon hy ten flot zich nier vreemd toond van het gevoelen van Brouzet en van Ge^fcher , „ dat deze „ kalkaartige ftoffe het gevolg is van ené byzondere, en niet „ wel  ( "9 ) „ wel verklaarbare Lichaamsgefteldbeid, of van voorgaande ,, ziekten." By dit berigt, 't geen alle bly ken van de kunde en belezenheid des Opftellers draagt, is al mede aan bet einde, ter opheldering, ene fraaie af beelding in Plaat, met ene bygaande verklaring derzelve, gevoegd. Eindelyk word dit Stuk beiioten met waarnemingen en aanmerkingen omtrent den oor fprong van het Veen, door Dr. M. van Marum, Secret cn Lid der Maatf. Deze waarnemingen dienen ten betoge, dat de Veenen, die in deze Gewesten en elders gevonden worden , niet door over-| ftromingen zyn aangevoerd, maar op de plaatfen zeiven ont-1 Haan uit aldaar gegroeide planten. Ter opheldering hier van1 verhaald de Dr.ene waarneming, doorhem zeiven, in 1789, toevallig gedaan, by het laten uitmodderen van een Goudvisch-kommetjen in zyn Tuin, waar in hy federt enigen tyd een fterken aangroei van Waterplanten, inzonderheid van de gewone Flap ( Conferva rivularis~) en het fVaterduizendêlad (Myriophillum Spicatttnï) befpeurd had, en op wel-i ker bodem een laag Veen gegroeid was; gelyk na het uit-: baggeren daar van en het drogen klaarlyk bleek', als zeer goede brandbare turf opleverende: 't geen vervolgens nog nader door hem word opgehelderd met het verhaal van de Lac , in zyne Lettres Phyjlques &c. betreffende het weder aangroeien van het Veen in het zogenaamde Duivelsmoor, tusfehen Bremen en Stade , hoe gebrekkig ook in zeker opzigt de befchryving van dien Natuurkenner, als geen Plantkundige zynde, moge wezen : en eindelyk door nog ene ■waarneming van den Schryver zei ven, in het voorleden jaar, op het Hesftfche Gebergte, den Meismer, alwaar, gelyk ook op den Bloksberg aan den Ilartz, op het bovenfte gedeelte, het Veen voornamelyk uit het Stagnum palaftre , om die reden door de Duitfchers Turfmosch (_Turfmoos^ geheten, blykt ontftaan te zyn. Uit welke waarnemingen, byzondérlyk de eerften, de Dr. ene nuttige onderr'igting afleid voor de eigenaars van onze lage Veengronden, op welke wyze zy den aangroei van het Veen kunnen bevorderen. Dit kort verflag zal, menen wy, genoeg wezen, om dit werk, byzondérlyk den zulken onzer Lezeren, die liefhebbers der Natuurkunde zyn, aantepryzen. De buitengewone kosten, door den Uitgever hefteed tot deszelfs zo keurige uitvoering, als de Vaderlandfche pers voorzeker gene geringe eer aandoet, verdienen ook wel ene behoorlyke fchadeloosftelling, door een ruimen aftrek. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN. tot DEN HANDEL EN SCHEEP VA ART, LAND¬ EN VEEBOUW, ALS MEDE DE HUISHOUKUN'.E, HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK. Van hoe veel aanbelang de Paardcnftoetery voor Denemarken en onderhorig'» landen is, blykt daaruit, dat dit Ryk, aan 1600c Paardek, die in 1707 uitgevoerd zyn, te weten 5948 Deenfche, 3646 Schleeswvkfche en 630/5 Holueinfcbe, niet mineer dan een fchat van een Millioen Ryksdak rs gewonnen heeft. Ondanks dezen uitvoer, mag men van de genomene maatregelen hopen, dat het land van gene goede Paarden zal ontblt iot woiden. Dc Regeling loofei, alle jaren , een aanzienlyk kapitaal aan premiën uit, voor ui ge^ogte Stoet-Hengften , en betaald 3K. ïaf. lubsch voor elk Veulen, dat van zulke Henglfen gefokt word. Men kan, om het andei jaar, de premie voor denzeilden Hengst winnen. De hoogfte premie bettaatin een Gouden Medaille, ter waarde van iqo Rtiil. en men houd alle jaren een Schouw. Ook geeft de Regering Hengften uit de Koninglyke Stoetery, waar de omftandigheden het voi deren. Men kan van den tvveedaagfehen brand, in het jaar 1795, te Koppenlutgen voorgevallen, een duidelyk begrip maken, uit het volgend berigt. Omtrent 960 Huizen wierden, daar door, in de asfche gelegd of omver gehaald. Van dezen wierden 'er, reeds in dat zelfde jaar, 163, in 96 - 172, in 97 - 130 en in 98 74 wederom opgebouwd, waar onder 27 Brouweryen, 37 Geneverftokeryen, 9 Bakkeryen, 4 Verwerven, a Leerlojeryen en 1 Apotheek. 'Er ft. an nog vele Erven ledig, echter op verre na zo velen niet als men uit het getal der nieuw gebouwde, vergeleken met dat der afgebrande, huizen zou opmaken, overmits zornmige Erven tot publieke pleinen en verwyding der ftraten gebruikt zyn, behalven dat een herbouwd huis dikwyls thans verfcheidene Erven befiaat. Voor 't overige zyn de nieuw opgebouwde huizen zo veel hoger, dan de voiigen, dat men zig weinig vergisfen /al, wanneer men onderfteld, dat 'er thans evut zo vele kamers, in Koppenhagen, aanwezig zyn, als voor den brand. Hamburg , den 3 OcJober. Met onzen Handel begind het 'er droevig uittezien. De buitengewone winden van onze Kooplieden, ia het vorig jaar, by het verbazend ftygeii' van den prys der aieeete goederen, heeft hen tot zeer grote Speculaties verlokt, die hen thans zuur opbreken. Alle Pakhuizen en Magazynvn zyn daar door opgepropt, en de goederen ze-r laag gedaald,; ook ontbreekt het aan Kopers, vermits de Commercie op Rusland en Holland, zelfs op Zweden, geftrèrnd is. Bv- zonder js de Zuiker cn de Tabak, deze by de 50 en gene by de 60 per Cent gevallen; waar dóeriverlehefc. dene Huizen honderdduizend.n verliezen. Hier by komt nog het f.llifement van aahjtientjfte Huizen in Londen. De gevolgen van een en ander 2yn, dat 'er reeds to: heden by tle 40 B..nk .-roeten zyn aangegeven, waar van zommigen van 1 tot 2,'ja zelfs cot over le 3 Miilioenen Mark: en men vreesd met reden voor nog veel meer Bankbreuken,  Pryzen der Granen, op 7 October te Amsterdam. , wind. De gehele Atmospheer ftond , om zo te fpreken, door eensKiaps uit ae caeetneiet; wuineu vuuiuciiieiciiuc Blixemftralen , als in vuur. 'Er viel een fterke regen, vermengd met hagel. De windrukken waren, daar by, zo hevig , en volgden eikanderen zo fchielyk op, dat men naauwlyks een ogenblik tusfehen beiden kon tellen. De meiheid des winds mag op 60 a 62 voeten in éne feconde gerekend worden. Men kan hier uit over deszelfs geweld oordelen. Tusfehen k drie en i over drie, was hy op het fterkst. Ondertusfehen was de Donder nog verre van ons af: fchoon de gehele Dampkring zo fterk elektriek bleef, dat het geftadig blixemde. Tegen 3 uren begon de florm te bedaren, maar het Donderen en Büxemen hield nog 5 minuten aan. Gedurende den ftorm, viel de Barometer llegts weinig, en de lucht Weef nog zoel. De (trekking des winds ging van het Z. W. naar het N. O. De Luchtftroom, daar door in beweging gezet, had, zo verre men konde befpeuren, gene aanmerkelyke breette : op het hoogst belloeg dezelve, van O. naar W. in onzen oord , flegts ene ruimte van 4 Geographifche mylen. By ons deed de Orkaan twee huizen inftorten; ettelyke bomen wierden met den wortel uit den grond gerukt, en verfcheiden Schepen op de Elbe raakten driftig, waar van zommigen verongelukt zyn. Een Molen by Blanckenefe is om verre gewaaid. Met één woord, het was een Orkaan, van welken men, onder zulke omftandigheden , flegts weinige voorbeelden in dezen oord kan hebben. Enkele windrukken hadden zeer veel gelykheid met de fchuddingen ener Aardbeving. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. „ C baro \ ther- hygro- streek luchts- O"- ') me- mome- me- der gesteld- I799- ) ter. ter. ter. wind. heid. C 29. 6} 5u 70i w. 2 < 29- 7§ 56 5<5ï — bewolkt. £39. 7* 5i 75 z. w. _ ^29. 7 5Iï 77* w.z.w. Wat buijig; windrig; 3 ( 29- 7% 58 60 'savonds harde wind. 629 6 54 83 . — C29. 4i 56 683 w.z.w. ZWare regen-, hagel- 4 \ 29. 3^ 55* 641 — en flurmbuijen. 629. 4* 50 73 w. C29. 7 512 663 w.n.w. bewolkt; omtrent be- 5 S 20 82 55 69' trokken; tusfehen beida C.29' 9! 49 ?'' wat regen en harde whd. C29. gi 52 goi z. o. betrokken; regeftagtig; 6 < 29- gi 56 86 'savonds harde regen '29. $i 59 _ 95 w-z- w. e" wind- C29. 8i 5^ 87^ w.z.w. voonnidd. betrokken; 7 < 29. 85 60 85 ï verder regen; J39. 7t 57' 9l%- — J C29. 5* 575 94 w.z.w. .,„„„„,.„5 re„en; 8 < 29. 5 61 88 l~ w. verder bewolkt. £29. 3 ] 52i 75 Te Haarlem, bï A. LOÜSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week , is geweest: te Amfterdam 131; en te Haarlem 11, ouder welke laatften 3 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. Hamburg, den 30 September ï^gg. Des Nagts tusfehen den 26 en 27 deze'r, verhief zig, in dezen oord, een hevig Orkaan , waar door gene geringe fehade veroorzaakt wierd. De wind was', op Donderdag, den 26ften, Zuid-Oost; de Barometer viel en de Thermometer ftond, op dien dag, nagenoeg op 170. 'sNamiddags wierd het flegts een weinig koelder, zo dat de Thermometer, des avonds om half elf uren, nog 120 warmte tekende. De lucht was fterk electriek; voor 't overige Sterrenbelder; en zo bleef ze tot 2 uren des morgens. Tot dien t>d bleef de wind Z. O. Doch, toen, draaide dezelve eensklaps naar het Z. W. De Lucht betrok ogenblikkelyk, en 'er ontftoud een geweldige ftorm- TARW. Het Last GERST. HetLas. Ggkl. Poolfche bonte en witte 28oa3io Vriefche Wintergarst . rtimrode . • 26c.a2.Qp Graji.,en Oldamtcbe . Iwng. en Hengfche . a. pede drie maanden oud was, is.men niet zonder re- ^""«-iu, uul uc aanrewenaene pogingen te Iaat zullen zyn. Iets over Landingen en de wyze daar van. Daar de tydsomltandigheden veroorzaken, dat aller monden vol zvn van Landino-pn fn h^, van het ontfehepen van Zoldaten en Matrofen tot ene vyaimeiyKe onderneming, en dezelve onder de moeilykfte Militaire manoeuvres met recht geteld worden, daar ook velen het juist denkbeeld ontbreekt, hoe dezelve worden te werk gefield, neem ik de vryheid u uit the Manoeuvrer or Skelful Seanienl tranjlated of Mr. BoURDé DE VlLLEHTTET 1>v SattqUtt Ji»t- mede te delen, egter enigzins omgewerkt. „Landen betekent, in enen Militairen ftyl, met Schepen aan enen vyandelyken oever varen, en Zoldaten en Zeevolk, tot vyandelyke ondernemingen, ontfehepen. Het gefchied gewoonlyk in bogten en baaijen, Q waar  122 waar dc branding Cfurfj van weinig, beteken s is. Want gaat de vloed hoog en onftuimig, dan s het byna zo onuitvoerlyk, als aan een kust met fteile ro zen Het eerst dat de Admiraal, of wel de Aanvoerder bv zodanige ondernemingen te doen heelt, is, dat hv'de gclieltenis der kust naauwkeung onderzoekt. Dan ontwerpt hy zyne plans tot vafcheen daddyke aanvallen, uan maant ny uc^^-» kinken op de verdeling en plaatzmg der platbodemde Vaartuigen, waar op de manfehap ingeicheept wordt. Vindt hy den oever en het oord, waar de hooid-landina gefchieden zal, bezet met batteryen en andere middelen van tegenweer, .dan laat hy -Linielchepen,, Fregatten en Bombardeergaljoten komen , dezelve, door kabeltouwen , tegen over de Batteryen en Ver/•„i,„.,n oiif» Rnt-pn. die niet vollttekt onmisbaar .tP nntCrhpnina. weo-frezonden worden, om aan. een anderen kant, door ene dreigende houding, den wand te misieicen. iimisicucii ya.ui ui. pmiuu- , j.,., gefchikt, fboedig na den oever, terwyl het, tot dat het denzelven bereikt heeft, de voorzegde orde naauwkeurig blyft in acht nemen. Het kan gebeuren, dat, ondanks het vuur der grotere Schepen, de vyanden zich nog m minne vencnammgen iiuuucn, vm u<~ («ui dende troeven te ontvangen; in dit geval moet 'timet de kleine kanonnen , zynde 'er op ieder Boot een geplaatst, om zich des noods van te bedienen, vuur gemaakt worden ; ook moeten de Kanonneerboten, die, zo veci mogelyk , na voren moeten va¬ ren, het Landings-Eskader met alle kragten byfland L/icucn TVpIrt- -rifT, ^p \7irnnrl tp riltr. don tninpn ollf» rli» Boten ten fpoedigften aan den oever. De Zoldaten fpringen, als het water niet meêr dan éne kniehoogte diep is, uit de Vaartuigen , de ..laphanen omhoog en de patroontas op fchouder houdende, en fchikken zich In VTiön pn n-plprlpi-pn _ 7n vppl rlp nmftondiolipHpn rrp- dogen. -Is die Landing gelukt, dan volgen omnidde- lyk de rsoten van tie uveeie, urne tusieueii eiie eiei eerlte, en zetten nun mantenap aan aen oever, uan volgt daar op, zonder tydverües, de Referve. Indien ° . t« . 11 . i ^ ...i j„™ er ook raarcien aan iana ge oi agt moeten woieicn, u^n moet mien dezelve voorat ment geven, en met watci begieten; anders zou hun de lpoedige overgang uit UC UUllipi^C UI LU. Vtlll Ul.1. imm, Vï.iui UI hebben, in hat kon***rater, nadelig zyn. „Maar wat.ftaat 'er te doen, wanneer de eerfte aan- val afgeflagen wordt, dan moet men een tweden op dezelfde plaats voorwenden, terwyl men by de dus verre gebruikte Vaartuigen nog de Agterhoede (kearboctts) voegt, en te gelyk de Barkasten Qaunches) het teken geeft, ©m zich aan te fluiten. Hier door word i,pc nn»mptl; '"hprfflkr^ dat de Wand den post gelooft te móeten verlaten, waar op de ware aanval gefchied, -of dezelve .ten minften zwakker bezet houd. Als de twede poging om te landen (waaromtrent de fchikkingen met kloek overleg wat langwylig gefchieden,) ondernomen word, dan fchikt men de iSoten, voor enen w.ueu .uui.di ui.ijiuuu, »uunut teren de uitgekozen 'landings-plaats. De Boten zelve zvn met Grenadiers bezet, maken o, pararelle lyncn met cte Kusten, eu wumtu "^"w v"" •»» v"."i der Liniefehepen,. der fregatten en eomDaraeergaijo- ten, maar ooic m nun iiuuucupum cu up uc vn.uguo door Kanonneerboten onderfteund. Op het zelfde ogenblik, als de manfehap der eerfte linie poogt aan land te fpringen, moet de twede linie met al haar vermon™ r/,nu hpweren - om. in die tusfehenruimte, de eer- tte te bereiKen, waar uueu uc uucjj«.h, aio aan den oever in orae ïcnaren, enuinuci uiiucnu-unen, en zich zo verder verfchanfen kunnen. Dan komen de Vaartuigen van den valfchen aanval hier by, en verfterken de gelanden. Voorts moet de Aanvoerder van het .Landings-Eskader zorge dragen, dat ook j:„ tj rm*r monfflTonnpn uitgezet worden. altVfl U1C uului, vu" ........ _..„rr— —-a - , - vlot en bereid gehouden worden, om in dezelve ue veelligt ten laatften nog te rug gellagen Zoldaten we- . ?. • T»„ ,,„„.ftm,ons Anr Voortui- der te Kunnen innemen, ut ïuunavv™ rioorr.m tpcrpn Hpn npver pericht zvn, en yen ~ö-" o derzelver Draaibasfen CSyhxhj moeten tot vuren ge-  C I23 33 reed zyn, naar dat de omftandigheden Het vorderen. De Schepen zelve blyven, door hunne kabeltouwen, zo lang met elkander verbonden, tot dat cle Admiraal ze te rug ontbiedt. over de meting van een BREETTE-GRAAD OP DE AARDE " door WILLEBRORD SNELLIUS; VERBETERD door PIETER van MUSSCHENBROEK, nevens daar uit afgeleide bepalingen der voornaamste hollandsche steden van J. F. van BEECK CALKOEN, TE amsterdam (thans buitengewoon hoogl. te leyden.) ( Overgenomen uit die Allgem. Geogr. Ephemeriden. i B. ds. 6 f. Juny 1798.) De metingen des beroemden W. Snellius, Hoogl. in de Wiskunde, te Leyden, tegen het einde der 17de Eeuw, hebben met 'er daad epoche gemaakt in de Sterrekunde en Wiskundige Geographie, als ongetwyffeld de eerfle Graad-meting geweest zynde. Dikwyls hebben de Ouden beproeft, om de ware gedaante en grootte des Aardkloots te vinden, doch het mangelde hun aan alle hulpmiddelen, werktuigen en methoden, om enen zo moeilyken arbeid met de vereischte naauwkeurigheid uittevoeren. In vroegere tyden (in het jaar 1525 (*)) had Femel, een vermaarde Franfche (*) Zo berigt ons- Lulofs: (in zyne Inleiding tot de Wisen Natuurkundige befchouwing des Aardkloots) doch het eigentlyk jaar dezer Meting is niet bekend: want Ferner, hoe vreemd zulks ook zy, maakt nog hief van, nog ook van de plaats, werwaarts hy zig van Parys begaf, het minfte gewag. Alleen zegt hy, dat hy een fchonen dag, zynde' den 25 Augustus, ter waarneming van de Poolshoogte had uitgekipt, en dat hy, zo veel mogelyk, in een regten 1311, tot op een graad ver (de luiden hadden hem gezegt 25 my- Arts, de grootte der Aarde en de lengte enes Graads getragt te bepalen; zeer gebrekkig echter en ruuw ging hy daar mede te werk, metende den afftand van 'twee plaatfen, door den omloop van een wagenrad, welks omvang hy kende. De la Lande heeft hem in de Paryfche Memoires een eerzuil geftigt. Minder bekend is de Graadmeting van enen anderen Nederlander, wiens gedagtenis, de zo verdienftelyke Wiskundige Kastner, nog kortlings, in zyne IVeitern Ausfuhrung der Mathematifchcn Geographie. Göttingen 1795.! f. 05, heeft gepoogd levendig te houden. Wilhelm Jansz. Blaeu , Amlterdamsch Burger, een Zoon van Johannes Blaeu, was een Leerling van Tycho, een uitmuntend Wis- en Werktuigkundige, en beroemd door zyne Landkaarten' en Aardgloben. Picard fprak hem in Amfterdam, op zyne reize naar U'ranienburg, en geeft van dit gefprek het volgend verhaal (Voyage d^Uranienburg , dans les Ouvrages adoptées Tom. 4. p. 64.) „ vernomen hebbende, zegt „- hy, dat, niet lang geleden, Blaeu, in Amflerdam, „ gelyk ik, aan ene Aard-meting gewerkt had, was ik „ begerig, om 'er eens met hem over te praten. H „ kan '^r alleen van zeggen, dat wy beiden, de goede „ ou- len) gereden was, JVe.idler zegt in zyn Hifi. Aflron. bl. 342, dat hy, in het Jaar 1650, dit werk heeft ondernomen: maar deze vergist zig hier blikbaar, vermits Femels werk, 't geen zeldzaam voorkomt, waar in hy zelve zyne metingbefchryft, in. 1528, te Parys, gedrukt is. Het zelve voerd den tytel: Joan. Fernelii Ambianatis , Cosmotheeria lil/ros duos complexa. fol. 46. Riccioli maakt , in zyn Almag. Nov. Tom. I. p. 589. gewag van.een klok cn een hamer, die zo dikwyls aanfloeg, als het wagenrad was omgelopen. Revolutiones fwgulai flngulis tympani icJibus numerata. Van waar mag R. dit berigt hebben? Femel rept 'er geen woord van. R. herhaald ook deze byzonderheid niet in zyne Geogr. et Hydrogr. reform, pag. 146,' die 10 jaren later uitkwam. Men is byna in het vermoeden gevallen, dat Femel deze mering niet werkelyk gedaan, maar flegts een proeve heeft willen geven, hoe men de grootte der Aarde meten konde, en, om zulks optehelderen, maar gezegd, dat hy dit ondernomen had. Dat zyn Refultaat zo na aan de waarheid komt, is alleen daar aan toetefchryven, dat hy zig, by zyne berekeningen en vooronderftellingen , bediend hebbe van de geloofwaardigfle opgaven van dien tyd. Doch la Lande verdedigd zyn Landgenoot, in de boven aangehaalde Memoire, tegen deze verdenking , en beweerd zelfs, dat hy juist dat geen berekend heeft, wat men 250 jaren later, door de naauwkettrigfte waarnemingen, heeft gevonden. Aantek. van v. Zach.  C "4 ) ,, oude man en ik, niet weinig in onzen fchik waren, „ toen wy befpeurden , dat wy , in de bepaling der ,, grootte van enen Graad over de Aarde, byna over,, eenkwamen, en dat het verfchil tusfehen onze metin„ gen rug gene 5 Roeden of 60 Rhynlandfche Voeten, ,, bedroeg?'' Hy voegt 'er by: „ Ik weet niet of het 1, Handfchrift, 't geen hy my liet zien, in het licht ge„ komen is, maar ik ben wel verzekerd, dat Snellius „ zo veel niet uitgevoerd beeft."' Lulofs haald deze berigten aan, in zyn werk: Inleiding tot de Wis- en Natuurk. befchouwing des Aardkloots, 1740, bl. 7a, cn zegt, dat dit alles was, 't geen hy van Blaeu s meting wist, en dat hy nergens anders daar van enig gewag gemaakt vind. Doch Kastner geeft ons , in zyn boven aangehaald uitmuntend werk , uit Gcrh. Joh. Vosfius de Mathefeos natura et Conftitutione. AmIterd. 1650. Cap. 44. §. 40. p. 263. nog andere berigten van Blaeu's meting, welke Lulofs over 't hoofd gezien heeft cn die hy by zy n landgenoot had kunnen vinden. Vosfius woonde in Amfterdam cn was een boezemvriend van den Zoon van dezen Blaeu: hy verhaald dus, dat Blaeu, door middel van een twaalfvoets roede, den gehelen oever van dc Noordzee, van den mond der Maze tot aan Texel, gemeten heeft, die meer dan een Graad in Breette bedroeg, als mede, dat hy tevens, aan die beiden punten met een /.emen-öcctor, cue een noog van ia Graden had, de Poolshoogte had waargenomen: 't geen hy daar over op het papier had gebragt, zou zyn Zoon in druk uitgeven (*). Foppens verhaald van Wilh. Blaeu, in zyne Biblioiheca Belgica , het volgende: „ Erat Typographus, „ Mathematicus & Gcographus Ccleberrimus, • Tychonis ,, Brahel quondam discipulus ac familiaris amicus, non „ modo typis elegantisfimus, fed et variis libris editis „ fumrnum fibi no?nen acquifivit: obiit ï8 OU. 1638. „ Act. 67.- filios reliquit Joannem & Cornelium, pa„ ternce artis et industria. hceredes." Dezelfde Schryver heeft ons ook ene lyst van alle Sterrekundige fchriften van dezen Blaeu nagelaten, doch geen woord gerept vau zyne Graad-meting. Zyn (*) J"ac. Friedr. Reinmann, maakt, in zyne Einleitung in die I-Iiftor. Litteratur der Teutfchen, Halle 1710. Hl. Th. f. 439. ook enig gewag hier van. Kastner zegt: Reinmann beeft meest Vosfius overgezet, en doet hem dus in het Hoogduitsch vsnRlaeu zeggen: Hv fchaamde zig niet, den gehelen oever tusfehen de Maas en het gat van Texel aftemeten. K. vraagt dus: waar over hy vig in dezen behoefde te fchamen? Vosfius zegt: non ■refugit laborem. v. Z* Zoon Johannes Blaeii was een der vermaardfle Boekhandelaren zyner Eeuw, in Amfterdam: dus is het te vermoeden, dat, byaldien 'er enig werk van zyn Vader over de Graad-meting voor handen ware geweest deze het wel in druk zou hebben uitgegeven. Ond.-r! tusfehen kunnen deze Handfchrif'ten wel een ander lot ondergaan hebben. Ik heb, op de plaats zelve, alwaar de oude Blaeu gewoond heeft, onderzogt, of 'er nog iets van zyne Graad-meting te vinden was: doch ik ben, in deze myne navorlchmgen, niet zeer gelukkig gedaagdwant vooreerst vernam ik, dat 'er geheel gene afftarnmelingen van Blaeu s familie meer aanwezig zyn maar dat het gehele Geflagt is uitgeftorven: by wien kon ik dus de Nalatenfchappen zoeken V Ten anderen ontdekte ik ene zekere byzonderheid , welke my alle hoop ten enemaal beneemd , om iets van deze Handfchriften voor den dag te brengen. Volgens Picard's verhaal waren, in het jaar 1671, toen hy, op zyne reize naar Uranienburg, door Amfterdam kwam, Blaeu's metingen nog niet gedrukt: hy verhaald alleen, dat, by zyn gefprek met Blaeu, deze hem het Handfchrift' had laten zien. Doch\ Picard vergist zig, wanneer hy geloofd, den ouden IV. Blaeu, die de meting gedaan had, gefproken te hebben: zynde deze toen "reeds 33. jaren dood.Het was zyn Zoon, Joh. Blaeu, met wien Picard in gelprtk was. In het daar nr> \m}, by z ne meting, 'niet van de Methode van Snellius bediend hebbe, maar dat de zyne veel meer gelykheid hadde met die der Arabieren, toen dezen, in de vlakte Fingar, aan de Rode Zee, een Graad maten. CWeldler. Hiftor. Aftr. Cap. VIII. p. 206.) Picard zegt, in zyne Verhandeling over de gedaante des Aardkloots, dat Snellius ene Geometrifche, en veel zekerder Methode, om de grootte der Aarde te bepalen, had uitgevonden, doch hy voegd 'er niet by, dat zy dezelfde is, waar van hy zig bediende, gelyk met 'er daad het geval geweest is. Casfini de Thury fpreekt in de Mem. de PAcad. de Sc. 1748. p. 123. in ene Verhandeling over la janStlon de la Meridienne de Paris d cel-  C 125 ) ceïïe que Snellius a tracée dans la Plollande, met groten ophef van Snellius arbeid, en zegt, dat hy zig van dezelfde Methode, als de Franfche Sterrekundigen, bediend heeft, namelyk van Driehoeken, welken op ene gemene Standlinie gegrond waren. Kastner merkt echter hier by aan (a. a. O. S. 28.) ,, de Thu„ ry heeft Cronologisch gezegd, dat de Franfche Ster„ rekundigen op gelyke wyze te werk gingen, als Snel„ lius gedaan had.'"' Om de waarheid te zeggen, heeft Snellius ene eeuwe vooraf deze Methode uitgedagt, en den Franlchen den regten weg gewezen, om de ware grootte enes Graads te meten : ook hebben zy deze methode gevolgd by alle hunne metingen, zo wel in Frankrj k, als onder de Pool en ./Equator. Tevens hebben zy zig daar van bediend by hunne tegenwoordige keurige metingen, gelyk mede de .Engelfchen by de verbinding der beiden Sterrewagten van Greenwich en Parys. De metingen van Snellius zyn wel niet zeer in naam en fchynen bykans vergeten te zyn: doch de reden hier van is te zoeken in zyn eigen werk , 't geen den naam voert van Eratosthenes Batavus, waar in zeer vele feilen by de waarnemingen en berekeningen zyn ingeflopen. Musfchenbroek heeft die echter verbeterd, en alle waarnemingen van Snellius herhaald. Ik zal hier nu een uittrekzel laten volgen van Snellius's en Musfchenbroek's arbeid, in het brede te vinden in des laatstgenoemdens Disfertatlones phyficce et gedmetriae, Leyden 1728, en wel in de Verhandeling de Magtiitudine terra. , en vervolgens deze refultaten vergeiyken met onze tegenwoordige metingen, en met de meuwfte Theoricn der Aarde, als Spharoisch befchouwd. (Plet vervolg hierna, j NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek:. Romeinsche Geschiedenissen, door M. Stuart, met Kaarten en Platen. Veertiende Deel. Behelzende de Gefchiedenis van het Gemeenebest van de mededinging tusfehen Crassus en Pgmfejus tot aan den ondergang van Catilina. Gr. 8vo. 560 bladz. Te Amfterdam by Johannes Allart, 1799. Het Vide Boek, .waar vau wy den inhoud in N°. 290. van onze N. A. Konst- en Letterbode opgaven, wordt, in dit veertiende Deel , vervolgd , bevattende daar van vier Hoofditukken: naamlj k het 4de, 5de, 6de en 7de. Het 4de Hoofdftuk befchryft de mededinging van Crassus en Pomïejus; het 5de den Oorlog tegen de Zeerovers; het 6de den laatften Oorlog tegen Mithridates ; en het 7de de zamenzwering van Catilina. Pompejus de Groote , zig voor de Cenfors verantwoordende ; Monjma, het ko- ; ninglyke hoofdlint zelfs tot ftrop onbruikbaar vindende ; j Tigranes , op zynen throon; en Tigraines aan de voeten van Pompejus, worden hier in vier onderfcheidenc Konstplaten vertoond: ferwyl 'er tot beter verftand van dit gedeelte der Romeinfche Gefchiedenisfen, een Kaart van Armenië en Medie is agtcr gevoegd. Ryk was toen het Romeinfche Gemenebest in zeer gewigtige zaken en gebcurtenisfën: geen wonder, dus, dat dit Deel llegts een tyd vak van agt jaren bel laat. Het was het tydvak, waar in een Pompejus zig in, zyn grootften luister, doch tevens als Mededinger naar de hoogfte Magt begon te vertonen; waar in, onder dezen, de Zeeën 'geheel gezuiverd werden van die gedugte Rovers, die, van meer dan duizend welbemande Vaartuigen voorzien, en reeds vier honderd Steden aan de kusten in hun geweld hebbende, overal gebrek en verwoesting, en zelfs Italië en Rome met het uiterfte bederf dreigden; waar in, mede onder Pompejus, de laatfte Oorlog tegen Mithridates geëindigd, en, in den val en dood van dezen, Rome verlost werdt van haren gevaarlykllen uiterlyken vyand ; doch waar in te gelyk, by deze gelegenheden, aan haren Redder ene magt werdt opgedragen, die, zo onbepaald als immer iemand bezeten hadt, niet dan gevaarlyk , en vooral door mededinging van anderen, dien zulk ene magt wclligt nog minder was toebetrouwd, niet dan ten laatften doodlyk konde worden voor de Vryheid. van het Gemenebest. Een tydvak, waar in het te minder aan zulke Mededingers konde mangelen; daar de Rykdom van enige byzondere Perfonen, te Rome, reeds tot zulk ene hoogte geftegen was, dat een Crassus , na, ten dank voor zyn verkregen Confulfchap, het Volk op enen maaltyd van tienduizend Tafelen onthaald te hebben, en ene koorn - uitdeling voor drie maanden, ten behoeven van het zelve, kort daar na zyne bezitting, waar van hy, by die gelegenheid , nog een tiende gedeelte aan Hercules; hadt geheiligd, by de Schatmeesters opgaf, als bedragende ƒ 12,780,000-:-: van onze munt; terwyl 'er echter nog zoveel van de Romeinfche Spaarzaamheid cn Huishoudkundewas overgebleven, dat die zelfde Crassus ; het geen hem des te gedugtcr maakte ; wiens Vaderlek Erfgoed flegtsƒ540,000-:-: bedragen hadt, deze vermeerdering van r\kdom, goeddeels, aan eigen fchrander Httisbeleid te danken hadt. — Een tydvak, waar in zig C. Julius Caesar en M. Porcius Cato, van Utica, reeds op ene zeer ouderfcheidende, doch tevens, naar het verfchil hunner Karacters, denkwyzen cn bedoelingen , onderfcheidene , wys vertoonden; waar in Cicero's luister, beide als Redenaar en Staatsman, zig op- het grootst en waardigfte vertoonde; derwyze, dat, welken ook zyne gebreken, feilen en zwakheden toert en in 't vervolg mogen geweest zyn; hy fteeds, by de Nakomelingfehap in 't gemeen, aanfpraak behouden ztijle, om onder de meest verlichte, bekwaamfte en beste Romeinen geteld te worden. Een tydvak, eindelyk, waar in de voor Rome's Vryheid en Gemenebest-beftuur, niet flegts, maar ook voor het leven, de veiligheid en eigendommen der voornaamfte eu waardigfte Romeinen, ja, voor het duurzaam aanzyn van den Romeinfchen Staat xelven, gevaarlykQ 3 *•  flc zinienzwerirg, in Rome zelve j gefmesd en voortgezet, voornaamlyk door het beleid, den moed en de redcnkuööige bekwaamheden van Cicero; die zig reeds, in dit zelfde tydvak, in zo een voordelig licht voor erien CosWruus. en tcgens enen VSStBfi vertoond hadt, ontdekt, geftuit en ten vollen gcde;npt werdt; de zarrjöftzwering naamiyk van Catilina : van Catilina , die, de bedof ventte onder-den zwerm van bedorven Groten , waar van toen reeds Rome krielde, te gelyk in dapperheid-en werkzaamheid en allé die konftenaryen uitftak, gefchikt, om zig enen gethigteri aanhang te vormen; en die , daar anderen tot hier Rome's j Vryheid belaagden, uit heersch-eerzugt, of onderlinge nayvor en -afgunst; zig met zynen aanhang alleen Meester i'cfcynt te willen gemaakt hebben, om den Staat te pionderen en te vernielen, en met deszelfs roof zig zeiver. en zyne berooide vrienden uit hunnen bedorven ftand te redden, en zig tevens aan alles te wreken , wat hun immer in hunne gruwzame oogmerken tegenftond ; van Catuina, aan wiens ontdekte zamenzwering wy die Meesterftukken van Cicero's Latynfche welfprekendheid, deszelfs drie Redcnvoe ringen tegens dien Verrader, te danken hebben. Aati het gewigtige van dit tydvak, beandwoord, als naar gewoonte, ten vollen , de meesterlyke Pen van den Gefcfiiedfchryver Stuart. Breed is hy, in 't byzonder, in de befchryving van den aanleg en het karafter der voornaamfte Lier voorkomende, Perfoncn, byzonder van die van Cicero , en van deszelfs uitftekendfte Redenvoeringen en bedryven; waar in hy, zonder hem echter den duidlyk verdienden lof te betwisten, zig vooral genen partydigen "Bewonderaar van dien Romein betoont ; daar hy, zo dikwyls zulks te pas komt, het zwakke en dc eerzugtige en zelfszoekende bedoelingen in deszelfs karafter en handelingen aanwyst, en zelfs nu en dan , daar de waarheid en onpartydigheid der Gefchiedenisfe den Schryver zulks tocfchynt te vorderen, opzetlyk zyn werk maakt, om hem in een'min gunftig licht te doen voorkomen, dan waar in hy doorgaans befchouwd is: iets, waar toe zeker Cicero's nagelaten Brieven aan zyne gemeenzame Vrienden, en byzonder die aan zynen boezemvriend Atticus , maar al te veel gelegenheid geven. Een in 't oog lopend ftaal hier van vinden wy bladz. 426-434, het geen wy hier alleen zullen affchryven; daar wy van het mededelen der befchryvinge van Cicero's aanleg en gefchiedenis tot aan dit tydperk, zo als van die van andere grote Mannen, in dit Deel voorkomende, om derzelver uitgebreidheid moeten afzien. — De bedoelde plaats luidt dus : „ Catilina zelf, reeds eenmaal wegens heiligfehennige ontucht in zyne vroege jeugd, en in den voorigen jaare nogmaals wegens knevelaaryen in zyn Africaanfche Praetorfchap, rechterlyk vervolgd, doch in het eene door veelvermogende voorfpraak, in het andere geval door fchandelyke kunstenaaryen aan den eisch des rechts onttrokken, ftond nu ten derden maal te recht', als fchuldig aan den moord vau Q. Ceciuus, M. Volumnitjs, L. Tantasius en M. Marius Gratidianus, waaromtrend geene ontkenning gold, hebbende hy zelf met het afgehouwen hoofd des laatst¬ genoemden op dc markt rondgelopen. Ook' in dit gericht . werd Catilina vrygefprokeii. „ Daar de gefchiedenis natmirlyk duister zyn moet in eene rechtspleeging, welker ganfche beleid, by "zulke fprekendc feiten, een werk der, duisternis moet geweest zyn, en echter, daarom zelfs, het naarvorfchend oog der waarheid' te fcherper wii doordringen, maar eindlyk eigene verbeelding voor wezenhke ziaken opneemt, is het geen wonder, dat vooringenomenheid met of tegen perfoonen zich gereedlyk ter *gewaande opheldering heeft aangebooden, fchoon zy niets anders, dan misleiding en bedwelming, kon voordbrengen. Die vooringenomenheid opzetlyk van ons verw\dcrende, vinden wy geene geringe opheldering aldaar,waar zy ons dezelve nimmer kon hebben doenzoeken. Cicero, als Staatsman niet minder, dan als Kedcn^ar, door zynen handel tegen Catilina vereeuwigd, is het zelf, die ons, ter zyner eigene fchande, den fieutel daartoe in handen geeft. 'Er zyn nog twee brieven van Cicero aan Atticus gefehreven overig, die zeer veel moere aan de overdrevene Lofredenaars van zyn charakter hebben verfchaft, maar die voor elk, wien de waarheid onvooringenomen aantreft, zeer duidlyk zyn. „ Het is dus, fchryft hy in den „ eencn , met onze mededinging naar het Confulfchap, „ waarin ik wete, dat gy veel belang ftelt, zoo ver ik gis— „ fen kan, gelegen. P. Galba is de eenige, die openlyk „ rondgaat. Benevens hem zullen Antonius en Cornifi,, cius naar allen fchyn myne mededingers zyn. — Zommi„ gen denken ook aan C^esonius : van Aquilius , die zelf. „ het ontkent, geloove ik het niet. — Maar Catilina zal „ zekerlyk myn mededinger zyn, indien eene rechterlyke „ uitfpraak beflischt, dat de dag niet licht op den middag." De andere is vm dmen opmerkhken inhoud. Gy weet, „ dat onder het Confulj fiap van L. Julius Caesar en C. „ Marcius Figulus myne Terentia gelukkig van een zoonï tjen is verlost. — Weleer onderhield ik u veelvuldig over „ myne belangen. —- Op dit oogenblik ben ik voornemens ,, de verdediging van Catilina, mynen mededinger, opte„ vatten. Wy hebban juist zulke Rechters als wy wensch„ ten, en met volkómen genoegen van den Befchuldiger „ zeiven. Wanneer hy vrygefproken wordt, zal hy my daar „ voor, hoope ik, te gehegener in onze gezamenlyke me„ dedinging zyn: valt'het anders uit, wy zullen het ons g'e„ troosten. Ik hebbe uwe fpoedige overkomst hoognoodig,' „ want de algemene verwachting is, dat uwe gemeenzaame „ vrienden, allen mannen van Adel, zich het fterkst tegen „ myne verkiezirg zullen verzetten. Om derzelver goede „ gunst te winnen,.zie ik duidlyk, dat gy my van grooten „ dienst zult zyn. Zorg dus vooral , dat gy, gei)k uw „ voornemen is, in Louwmaand te Rome zyt." De inhoud van beide deze brieven en de jaarteekening inzonderheid van den laatften , bellisfchen vo'komen , in ons oog, dat de rechtspleeging tegen Catilina, waarvan in beiden gewaagd wordt, die zelfde moet geweest zyn, welke ons de gefchiedenis voor dit -jaar opgeeft. De eerfte ftelt de zekerheid der ! fchuld des vervolgden met de klaarheid van het middaglicht ,gelyk: de laatfte onderftelt echter de mogeljkheid -ecner vrv| ' fpraak  .foraak, öp dè gunst der Rechters gegrond. Zoo lang het \ by den eerften aanval tegen Catilina bleef, en Cicero zy- d nc veroordeeliug vast ftelde, fcheen hy niets te vrezen van <] 'zvne mededinging, zoodra de rechtbank was benoemd, enj hy de mogelykheid van vrvl'praak inzag, begon hy dezelve, -tl duchten, en was'hy teritond op list bedacht, om zich dc uitkomst diensrbaar te maaken. Daar toe.meende hy nu, | gelyk hv fchreef, zyne verdeediging op zich te nemen; zoo = toch zoii Catilina, wiens aanhang groot was, uit dankbaarheid, wanneer h.y vrjgefproken werd, voor hem zoo wel, c als voor zich zclv'cn werken; en werd hy al, 't welk voor 1 zulke Rechters niet zeer waarfchynlyk was, veroordeeld, ; dan kon hy zulks daarom te geduldiger dragen , om dat hy t dan zeker van alle .nadeclige mededinging zynentwege was j ■ ontllageu, om dat men het toch zyner welfprekendheid mm- < ■mer ten fchaude zou kunnen duiden, dat zy met had kun- , neu bewyzen, dat het op den middag geenzins lichtede. en om dat z\ ne pooging daartoe in dit geval toch ftrekken zou, om den Adel, met wien Catilina naauw was verbonden, en die aan Cicero het meest zou in den weg ftaan, gelyk .hy fchreef, door zyne dienstvaardige verdeediging van de J gevolgen der Staatsomwenteling vau Sylla op zyne zyde te i trekken. Het blykt echter niet, dat Cicero daadlyk voor Catilina heeft gepleit, hy zelf gewaagt daarvan niet, en , nergens komt ons eenig gedeelte uit zulk eene redevoering voor, als hy voornemens was geweest, ten zynen voordeele te houden: in tegendeel bezitten wy fragmenten uit eenö rede, welke hy als mededinger tegen den vrygefprokeii Catilina heeft gevoerd, overladen van zoo veel verwyts tegen hem, en wel inzonderheid tegen zyn beulenwerk en tegen die fchandelyke vryfpraak zelve, dat het Volk den Redenaar zou hebben mvsied fi» bet s&ioicht vliegen, die, na eene 'openbanre verdeediging van dien zelfden booswicht, nu deze taal had durven voeren. Cicero zelf fchrvft ook elders die vryfpraak enkel daaraan toe, dat zich de aanzienlykfte leden vari den Raad, en veele oud Confuls voor hem in de bres ftelden, wier gezag en invloed, by eene geuegene en cerlooze rechtbank en by eenen omgekochten befchuldiger, de welfprekendheid van eenen Cicero , die naauwlyks eenen Verres had kunnen veroordeeld krygen, niet behoefden, om eenen Catilina , fchoon hy het aangetygde feit zelf erkende, aan de wet te onttrekken. Deze aanmerklyke misreekening deed Cicero teritond over eenen anderen boeg wenden by het Volk, het welk nu mislchien zoo min, als nog iemand anders, behalven Atticus , iet wist van de veracbihke kunstenaar) en, waardoor zich de nieuweling van het Confulfchap had willen verzekeren." NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en SCHEEPVAART, LANIijen veebouw, als mede de huishouKUN"E , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Koppenhagen , den 28 September. De zuivre winst der Kon. Geoctrooieerde Afiatifche Comp. voor het 'nnpnivnrp verdeedieine van dien zelfden booswicht, nu deze Zuiker bereid worden. verlopen Handeljaar, van 12 Apr. 1798 tot 11 April dezes jaars, bedraagd in alles 336151 Rth. 10 Sch. eu dus 70 Rth. voor elke Actie. Londen, den 27 September. Alle Pakhuizen cn Magazynen zyn thans, alhier, zo opgepropt met Zuiker en andere West - Indifche waren, dat men de nieuwlings aangekomene Jamaica-Vloot niet heeft kunnen ontleden. Volgens een Adres, door de West-Indifcha Kooplieden, by het Parlement ingeleverd, waar by zy een voorfchot van \ Mill. Sterlings, nevens teruggave van Tol voor de uitgevoerde Zuiker verzoeken., leggen 'er, alleen inLeverpool, zekerlyk voor 3I Mill. Steil, aan West-Indifche producten onverkogt; en alleen meer dan 130,000 Oxhoofden Zuiker, 111 Engeland, waar van in de laatfte 10 dagen, gene 100 verkogt zyn. Deze ftremming in den afzet van Zuiker, doet de gevaarlykfte gevolgen dugten. Reeds hebben verfcheidene voorname Huizen moeten ophouden , met betalen. Heden ft.aan de eerfte Kooplieden en Planters deswegens by eikanderen te komen, om te overleggen , op welke wyze het dreigend onheil voortekomen. Berlyn, den 1 October. De Koninglyke Commisfie tot onderzoek van de Knol-(Runkei-Ruben) Zuiker, heeft thans haar werk ten einde gebragt. 15 Centners van deze Knollen of Rapen leveren 398 ponden welfinakende Syroop , waar uit 57 ponden ruwe Zuiker bereid worden. Dezelve is wit van koleur, eu [ kan, zonder raffineren, als Zuiker gebruikt worden. De behandeling is gemakkelyk en vereischt weinige ; kosten. | Hamburg, den 7 Oclober. Den 4den hebben weder drie Handelhuizen, een met ongeveer 2,200,00a, \ een twede met 1,540,800 en een derde met circa . 17,000 Mark. Banco, zig infolvent verklaard. Het 5 aantal der gefailleerde Kantoren bedraagt reeds 7#. 1 eenvouwdig middel tegen de wratten. Men werpe een ftuk Ley in het vuur, en hale het ' 'er weder uit, zo dra het verkalkt is, om het fyn te ftoten. Van deze poeder make inen, door middel van fcherpen Wyn-Azyn, een foort van pap, waar mede men de Wratten een tyd lang moet beftryken, die dan zekerlyk allen zuilen afvallen. PMi-  C "8 ) Prykn der. Granen, op 14 October te Amsterdam. TARW. Het Last GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 2808310 Vriefche Wimergarst dito rode . • 260 a 290 Gron. en Oldamfcne • Elbing. en Heugfche . 260 a 2951 Zeeuwf. en Ovenn. Winter Koningsberger • 2503285 Dito Zomer Vriefche . . 255 a 285 Dantziger en Elb. Bovenland ithe . 2603290 Voorhndfche rode . 230.1270 HAVER en BÜEKWEYT. Zeelandfche . 2802310 ROGGE. Brouwhavet . . • 150 a 155 PruisftTche . • 190 a 210 Witte Voeder dito . 145a 15° Koningsberger . . 1901210 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 32335 Gedroogde • . 1903205 Dito Brab. en Vlaam. £32335 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, perAara f 86| Overm. 't Last. . £83390 Dito Lyn . . -63$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . -731 5 Schep. Rigaas . / I2|ai3ï Walv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . ■ 10 au van 12 Stek. Nieuwe - 118 Dito Rode . . . - 110 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. ^ & ^ & Cadix ■ Lisfabon - Nieuwe Ducat. f 5,i5rf Venetien .91 Qude djw . 5J4;,5| Livorno -103!af Nieuwe Louis d'Or -11,12,10 ^'^"'•^'"Asfign.-ssi linies .12,8,6 dito kort. ƒ 8 p.(loIen fi Idem in Specie - Franfche Kronen '-57«# Londen. 2. m. ƒ] Nieuwe R ksdi . 3'a 2 pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Cc ft. 4°t h°-Bank -89} pCt. Dito kort - 41 a 42 — Jt Wenen id. B°. . 35^ HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTES. Burger had, by zyne lesfen over de fraaie Wetenfchappen, juist geen zeer kiefchen voordragt, doch echter ie.s bevalligs; en de jonge luiden konden voor zeker nog al wat by hem leren. Inzonderheid waren zyne aanmerkingen op de ftukken, by hem ingeleverd, zeer juist en leerzaam. De Profaïfche en zulken inzonderheid, die over (Economifche onderwerpen liepen, zag hy naauwkeurig na, en beoordeelde ze op enen bemoedigenden toon. Poëtifche werken , daar en tegen , wierden, met onbermhartige ftrengheid, en niet zonder opzettelyke kwaadwilligheid van hem behandeld. „ Wan„ neer iemand (zeide hy eens daar over aan een goed „ vriend) zo een weinigje voor den gemenen man wil „ leren fchryven, dien moet men voorthelpen : maar s, die Verfen maken wil, verdiend by my geen het minfte medelyden: vermits hy het kan laten." Zeker iemand, die, tegen dank van Apollo, Dichter wilde wezen , en ongclooflyk veel papiers met rympjes beklad had, wierd door Burger dikwyls uitgejouwd, over zyne misgeboortens. Eens hing Burger zulk een b abbel Poèzyftukje, tot aan het einde der les op, las het toen, zeer deftig, onafg.broken voor, en trad, daar op, van zyn katheder af, onder het vry pathetiek uitfpreken dezer regels: „Alle men„ fchen moeten fterven; alle vleesch vergaat als hooi." * r * * * Men fprak eens, in het byzyn van Lesfing, met groten ophef van een werk, dat, gelyk men voorgaf, vcei waars en nieuws Deneisae. „ tiet is maar jam„ mer," zeide Lesfing, „ dat het ware niet nieuw, ,, en het nieuwe niet waar, is." GEBOORTE-, TROUW-en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 165; en te Haarlem 14, onder welke laatften 5 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige buiten waarnemingen, haarlem. 061 S bar0'| ther- hygro-streek luchts- 70o' \ me~ m0me" me- der gesteld- 'W f te». ter. _ ter. '•éi-du._ hetd. C29. 4 53 73* w.z.w. ' 9 < 29. 5 5<5i 72 w. wat buijig. ^20- 7 49 66 w. n.w. C29. 8i soi 59 w. " -—' 10 i 29. 95 53 56 — bewolkt. C3Q- 49' 7^ — y3°- 1 53 79ï w. ' H < 30. i| 58§ 69 — bewolkt ;'savondshelder. C3Q- li 49' 88 z. C30. 1 46^ 885 z. o. J2 < 20 oi kó ia o z o 1J00ïmidd- heMer* ) 9' l 5 f,4 °-z-°- verder betrokken. C.29- 8 f5 85 z. o. C29. 7! 581 93 z. o. ~ ' Tï' / 20. 7ï 60 n2 1 w regen' savonds bSJL JL Jk.-!±L omtrentbetrokken- C29. 6\ 55 8y z.w. 7 ~ Z ia c in 1- ert fiS bewolkt; wat buijig■ ) l 1 5 2, 'savonds donder. C39- 9+ 47 T9 — C30. oi 45 91 i z.z.w. ~~ 15 <3°- Oi 53I 69 z.w. omtrent helder. C.30. i ] 43 1 87 z.z.o. 4 NB. In onze vorge No. 302. p:!i». 119. col. a. peg. 31. ftaat Stat>mtm palulire, lees Sphagmim paluflye. Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 304 N I E U W. E al gemene KONSTB P LETTER-BOBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 25 OCTOBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. jParys. In het belangryk Relaas van den Veldtogt naar Syrië, dezer dagen, door onze Regering, opentlyk gemeen gemaakt, vindt men, onder anderen, de volgende byzonderheden, betrekkelyk de Wetenfchappen. ,, Bonaparte had een lnftituut te Cairo (*) opgerigt; hy verzamelt 'er thans eene Boekery, en laat 'e'r een Scheikundig Laboratorium maken ; wyst de Fondfen , tot het onderhoud dezer Etablisfementen, aan, en laat de Geleerden in die delen des Lands reizen, waar de fteliing der Armée hen beveiligen kan. Nonet cn Mechain bepalen de breedte van Alexandriën , van Cairo, van Salchich, vÜn Damiaten, van Suez enz. Bey re, cn andere Ingenieurs van Bruggen, zyn belaft met. de Waterpaszing van het Canaal van Suez. Lefebure en Malus recoguosceercn het Canaal van • Moes. 1 Lefebure cn Bouehard vergezellen den Generaal Andrdosfy, in het recognosceren van het Meir Menzali. (*) Zie over deze geleerde Stigting onze No-s. 262611281. XII. Deel. Peyre en Girard meten dc Platte Grond van Alexandriën. Lanorey recognosceert het Canaal van Abou Manége; hy is belast met de directie van de Werken van het Canaal van Alexandriën. Geofroi onderzoekt de dieren van het Meir Menzalé, en de Vislchen van den Nyl. De Lille, de Planten, die in Neder-Egypten gevonden worden. Arnolet en Champy de jonge, zyn van de expeditie op de Roode-Zee, om aldaar ontelekkingen te doen en de Mineralen waar te nemen, te rug gekomen. Zy gaan nu naar Cosfeir. Girard is belast met een werk op alle tle Canalen van Oppcr-Egypten. Denou reist in het Taeyum, en in Oppcr-Egypten, om de aldaar zynde gedenkftukken te tekenen. Dutertre tekent die geene, welke te Alexandriën en te Cairo gevonden woreicn. Contérigt een werktuigkundige werkplaats op, maakt Windmolens, en andere nieuwe Zaken, welke voor Egypten geheel nieuw zyn. ïkauchamps cn Nouct maken een Almanach , vyf tydrekeningen bevattende , die der Republiek, der lioomfche, Griekfclie en Koptlfche Kerken, en de Turkrcl.e. Savigny maakt ene verzameling van Infecten uit de Woestynen en uxt Syrien. Cotsar redigeert een Journaal. R Fou-  C 130 ) Fourïer, de Secretaris van het lnftituut, is de Franfche Commisfaris by den Divan. Men fpreekt niet van de Burgers Monge en BerthoIct, zy zyn overal, en houden zig met alles bezig en zyn de eerfte beweegraderen van alles, wat de wetenfchappen verfpreiden moet. Bonaparte maakte alles tot zyne expeditie in Syrien gerqed, maar voor zyn vertrek wilde hy meester van "Suez zyn, cn in perfoon deze voor den handel op de Indien zo gewigtige plaats recognosceren , het vraagftuk oplosfen, wegens het beftaan eens Canaals, welke de Middelandfche en Rode Zee zou verenigd hebben, en waaromtrent de gefchiedenis tot op dezen dag niets dan twyffelingen heeft overgelaten." BATAAFSCHE REPUBLIEK. PROGRAMMA van het GENOOTSCHAP TER BEVORDERING DER HEELKUNDE, te amsterdam; Foor het Jaar 1799. Het Genootschap ter bevordering der Heelkunde , te Amfterdam, heeft in deszelfs algemeene Vergadering, gehouden den aden September 1.1., be- floten: i.Om onder aanbieding eener gouden Medaille, op den ftempel deszelven gefchroefd, aan den fchryver van het zyns oordeels genoeg voldoend antwoord, de tot nog toe onbeantwoord geblevene vraag : Welken zyn de ziekten der Slymbeurzcn? waar ter plaatfe en ingevolge van welke oorzaaken, worden zy metrder of minder gemeenzaam waargenomen? Voor hoedanige wezenlyke yerfcheidenheden zyn dezelve vatbaar? ^ Welken zyn haare foort - onderscheidende kenmerken, zoo onderling, als met opzicht tot alle andere daaraan fchynbaar gelyke ziekten? Welke eene behandeling cindehk* is in elk dezer ziekten, overeenkomfig met alle opgemelcle by zonderheden , of v/elbeweezen, of vermoedelyk, de beste? By herhaling op te geeven, om beandwoord te worden'voor den iften Mcy van het jaar 1800; en de vraag over de Mondklem, voor dit Iropend jaar ten uciueiimaaK vruenrtoos uitgeicnreven, mtetrekk.cn. 3. Om, "Onder 'aanbieding eener dergelyke zilvere Medaille, aan eenen zelfden fchryver, tegen denzclfdentyd, insgelyks by herhaaling ie vordereu: E'eli kort, "zaaklyk eit oordeelkundig Ulttrekzcl, uit alle, oorfpronglyk Nederlandfche, waarneeningen, betreffende de wonden der Lcdcmaaten ; met byvoeging eener naauwkeurige op gin-c van den tyd'waarin dezelven gefehreven zyn , cn der werken in welken zy voorkomen. 3. Om, onder uitlooving wederom eener opgemelde goude Medaille, voor ekn ïltua Mey van hetzellde jaar, uit te fchryven de vraag: Welke zyn de algemeene en by zonder e, meest gewoone en zeldzamere zitplaatfen, oorzaaken en verfchynfelen, zoo wel als de OnSerfcheiden aart, der waare en onwaare ülagddcrbreuken (Aneurismata) ? welk is voor ieder derzelven, de eenvoudig/Ie, voordeeligfte en zeker ft e wyze van behaildeling? Hoe veel lic/its, hebben de waarnemingen der vroegere en laatere Heelkundige fchryvers, ook onder onze Lanclgenooten, over dit onderwerp verfprcid; en wat ontbrctkt nog aan cle volmaaking der Kunsthulp, in die gevallen ? En, onder uitlooving eener zilveie, dit voorftel: Onder de iiilgcgeeven fchriften der Nederlandfche Heelmeesters, welken eenen fchat van praliicaale ondervinding bevatten, verdienen die van den vermaarden Abraham Titfingh inzonderheid geteld te worden; doch waarvan de waarneemingen, zoodanig in zyne werken verfprcid zyn, dat hel den Heelkundigen moeilyk valt, dezelve, met gevallen, in cle Kunstoefening voorkomende, ter handleiding te yergelyken. Het Getiootfchap vermeent daarom, den Nederland- fchen Hcchneesteren dienst te doen, door het uithoven eener zilvere Medaille, aan aen geenen, ctie aan hetzelve, vóór den eerften Mey 1800, daarvan een zaaklyk ulttrekzcl zal inleveren, naar de beste Leerftellige rang fc hikking der gebreken gefield, en met achter laating der niet rechtsftrecks tot die waarneemingen betrekking hebbende byvoegzelen en byzonderheden. Het Genootfchap, van opgemelde befluiten by deezen kennis geevende, heeft gedacht, als voormaals, daar te moeten byvoegen: dat geene dan Nederlandfche Heelkundigen zullen toegelaten worden, te dingen naar eenigen Eereprys van hetzelve , hoegenaamd; ■ dat men geenerleie gefchriften zal aan- neemen, ten zy gefteld in het Nederduitsch, en zeer leesbaar gefchreeven ; dat de Andwoorden op voorgeftelde Prysvraagen, gelyk ook, de naar eene Pramie dingende byzondere Verhandelingen en Ver- za-  c m ) zamelingen v.n Waarneemingen, met eene Zinfpreuk moeten ondertekend zyn, en vergezeld gaan van een verzegeld Billet, ten opfchrift hebbende dezelfde Zinfpreuk, en inhoudende den Naam, Tytel en Woonplaats des Schryvers; • dat alle Gefchriften, zonder onderfcheid, vrachtvry moeten gezonden worden ; aan den Secretaris des Genootfchaps D. van Gesfcher; dat alle byzondere Verhandelingen, Waarneemingen , of Verzamelingen van Waarneemingen, \ uiterlyk vóór den eerften July van ieder jaar, moeten i worden ingeleverd,.begeert men anders, dat daarover beflist worde in de eerstvolgende algemeene Vergadering, of dezelve geplaatst te zien in het naast uitkomend Deel der Werken van het Genootfchap; dat alle Stukken , welken het Genootfchap worden medegedeeld, het volftrekt eigendom zullen zyn van hetzelve; en derzelver Schryvers daarvan geen afzonderlyk gebruik zullen mogen maaken, buiten deszelfs toeftemming; dat alleen de goedgekeurde Prys- fchriften, in hun geheel, dcor den druk zullen worden gemeen gemaakt; en men van de overigen, voor zoo veel zulks nodig geoordeeld wordt, by wyze van Uittrekzels , of Aanmerkingen op het goedgekeurd Prysfchrift, den meest wezenlyken inhoud zal mede- deelen; dat men op dezelfde wyze zal handelen, omtrent tlle Gefchriften, het Genootfchap ter beöordeelinge en gemeenmakinge toegezonden, en niet vallende in den term eener volftrekte goed- of afkeuring; dat men echter altoos een iegelyk deszelfs recht zal doen wedervaaren; en ten dien einde, van niets eenig gebruik maaken, dan met melding van den naam des Schryvers, als deze bekend is, en onbekend zynde, van deszelfs Zinfpreuk, geplaatst onder zyne Verhandeling, Waarneeming, Verzameling van Waarneemingen, of hoedanig Gelchrift het ook zyn moge; dat de verzegelde Billetten der niet voldoende gekeurde Prysfchriften, ongeopend zullen verbrand worden; dat Beftuurders des Genootfchaps niet zullen mogen dingen naar eenigen Eereprys van hetzelve; dat ook geen van deszelfs Leden zulks zal geoorloofd zyn, dan onder voorwaarde , dat zyn Prysfchrift, en het opfchrift van het daarby gevoegd verzegeld Billet, een ander dan zyn gewoon Cachet draagen, en met eene vreemde hand gefehreven zyn; dat eindelyk, de naam eens ie- gelyken, wien, uit welken hoofde ook, eene Pramie gefchonken wordt, ten fpoedigften door middel der gewoone tydfchriften zal bekend gemaakt worden. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Fsansche Republiek. Relation du voyage a Ia re¬ cherche de. la PéitousE, fait par erdre du Gouvernement , pendant les anne'es 1791-94. Par M. Labillardiere. 2 Vol. grand in 40. avec une Carte, et 43 planches gravées. Paris chez H. jT- Janfen. rue de Péres. N°. 1195. F. G. Prix 80 Francs, en feuilles, & 85 papier fat ine. La mème ouvrage en de 2 Volumes in 8°. fur papier carré fin avec 1'Atlas, prix 40 francs en feuilles. Na verloop van drie jaren had men gene tyding ontvangen van de beiden Schepen, door la Pe'roufe, op zyne reize rondom de Waereld, gecommandeerd. Men agtte het niet onmogelyk, dat deze Reiziger, na met enigen zyner ongelukkige lotgenoten de geledene Schipbreuk ontkomen te zyn, zig nog in leven bevondt, op het een of ander onbewoond Eiland, of aan deze of gene kust, door Wilden bewoond , en op hulp hoopte, welke het Vaderland hem eenmaal zou toezenden. De hoop, om, ten minften , enige overblyfzels' te zullen wedervinden van een togt, ondernomen ter bevordering der Wetenfchappen, deed de Regering befluiten, om twee andere Schepen uittezenden, naar den weg, dien deze ScheepsiReiziger; na zyn vertrek van Botany-baay, had moeten nemen. De Generaal Dentrecasteaux kreeg het bevel over deze nieuwe expeditie; en men verzuimde niets om haar nuttig voor de Wetenfchappen en Konften te maken. Natuuren Sterrekundigen, Geographifche Ingenieurs en Schilders, deed men infehepen. De Hr. Lakillardière, een der Natuurkenners van dien togt, heeft, in het boven vermeld verhaal, voornamelyk ten oogmerk , om de zeden der verfchillende volkeren, door hem bezogt, benevens al wat hy nopens de Natuurlyke Historie der landen , welken hy doorkruiste, heeft kunnen ontdekken, te ieren kennen. Buiten verfcheidene nieuwe Eilanden, op deze reize ontdekt , zal men ongetwyffeld, onder ene menigte van Aardmeetkundige waarnemingen, welken een gedeelte uitmaken van de vrugt dezes togts, met veel deelneming zien het opnemen van ene landftreek van meer dan 320 Mylen aan de Zuid - Oostkust van nieuw Holland, van een Straat aan het Zuidlyk einde dier kust, van het West lyk gedeelte van Nieuw-Calcedonieu, van een groot aantal Eilandjes, de Archipel van Salomon, het Noordelyk deel van Louifiade, nevens een reeks van Eilanden en Banken tusfehen deze kusten en die van Nieuw-Guiné, van het We.stiyk gedeelte des Eilands Bougainville, de Noordkant van Nieuw-Bretagne, enz. wordende het een en ander opgehelderd en verlierd 1. met een Kaart, op groot Adelaars - papier, waar op dc reisweg der Schepen is afgetekend, en 2. een aantal van 43Platen, in het koper gebragt door Copia en andere bekwame Meesters, verbeeldende Gezigten, klederdragten , Portraitten, voorwerpen van Nat. Historie, Werktuigen, enz. Bataafsche Republiek. Nederduitsch Taalkundig Woordenboek, door P. Weiland; a. behalven het Voorberigt, 196 bl. Inleiding, 269 bl. Woordenb. in gr. 8°. Te Amfterdam, by J. Jtllart', 1799. Tot nu toe heeft het ons aan een volledig en ten algemeenen gebruike dienftig Woordenboek onzer moederfprake ont. broken. Dat vau Kiliaan, het beste voorzeker, 't welk R .2 voor-  C 132 ) voorhanden was, is, zoo om de Latynfche verklaringen der woorden, als het gemis van alles, wat behalven de aanwyzing van den zin der woorden in een Woordenboek vereischt wordt, voor dat oogmerk weinig gefchikt. Voor verfcheidene jaren werd door de verdienftelyke Maatfchappy der Nederlandfche Letterkunde, te Leyden , den Taalbemhmaren hoop gegeven, dat in dit gebrek, door de vereenigde pougingen van hare kundigfte leden , op eene uitnemende wyze zou voorzien worden. Dan deze hoop is tot heden toe niet vervuld geworden; en het ftaat grootelyks te duchten, dat die vervulling, zo niet geheel, althans nog een gertiimen tyd zal achterblyven. Wie derhalvcn zal den arbeidzamen, Weiland niet den grootfteti dank weten , die in het werk voorhanden deti taalüevenden het eerfte gedeelte van een volledig Woordenboek onzer moederfprake aanbiedt? — Waarlik een ieder, die de moeielykheid van deze taak en het wenfehelyke van hare volbrenging levendig gevoelt, zal niet kunnen nalaten, een man toe te juichen , die dezelve op zich nam en aan zynen arbeid, offchoon ook in alle opzichten niet even naauwkeutig en volkomen , den verdienden lof toe te zwafen. — Dan laat ons dezen arbeid wat vrn naderby befchouweh, en door die befehouwiug ons ter juistere heöordeeling van 'smans rerdienften in ftaat ftellen. — In een kort voorbericht doet hy verllag van 't geen hy zich by de vervaardiging van zyn W< ordenboek heeft voorgefteld en de vereischten, welke hy daar by heeft willen in acht nemen. Zyn oogmerk namelyk was, ,, .om by ieder woord aanteteekenen, of het een fub- flanthum , adje&ivum , of een verbum ,of een adver„ Hum enz. zy; by de fubftantiva de genera en de de- clinatie: by de, adjccliva de gradus comparationis ; „ by de verba de vorming van het Imperfe&um & prce„ tèrilum , en in welken zin zy als aSiiva, pasfiva, of „ compofita , waar de praepofttio feparabilis , en waar „ infeparabilis zy, op te geven; en daarby ieder woord, ,, volgends zuien oorfprong te fpellen, voor zoo veel die te ,, ontdekken is, en tot het zelve die fluitletters te bezigen, ,, welke in het meervoud en de derivata voorkomen, uit„ gezonderd de V en Z, welke men in F en S zal verwis„ félen; wyders iederen klinker, die eene verlenging noo- dig heeft, met zyns gel)ken te verlengen, en voords het „ onderfcheid tusfehen ei en y, e en ee, 0 en 00 met alle mooglyke nauwkeurigheid'in acht te nemen." \Vy- cers werd hy, zoo als by ons in 't vervolg bericht, te race, ,, om, in navolging van J. E. Adelung, tevens dc \er„ (chilier.de beteekenisfen der woorden op te geven, en der„ zeiver oorfprong, voor zoo ver hy dien konde ontdekken, „ aan te w_\zen." Een gedeelte van het Woordenboek, de letter A nameljk, volgens het ontvouwde plan, 't welk wy volkomen goedkeuren , afgewerkt, w ordt ons in dit boekdeel, aangeboden. Vooraf gaat eene algemeene Inleiding, behelzende de Taalgronden , waarop het Woordenboek rébouwd is. Wan deze Inleiding, welke over 't geheel met veel oor-j deels is opgefteld en in een beknopt beftek de belangnkfie regelen en aanmerkingen vervat, in de fchriften der kun- digfte taalbeoefenaars ginds en elders verfpreid, moeten wy, alvorens tot het Woordenboek zelf over te gaan, een kórt verflag mededeelen. In het eerfte gedeelte-van dezelve handelt onze Schryver over de Letteren en derzelver gebruik. Te recht merkt hy in den beginne omtrent de klinkers aan, dat dezelve by ons niet meer dan vyf in getal zyn. zynde dejr, gewoonlyk als de zesde opgegeven, niets anders dan eene verdubbelde i. De y, dour de ouden altyd in plaats van de enkele i, nimmer van de y gebruikt, wordt door hem alleen by de fpelling van uitheemfche woorden toegelaten. By deze gelegenheid verdiende , onzes achtens, het ftelzel van Huidekoi'er , op bl. 20. Hechts met een woord aangeroerd, al ware het alleen om de achtbaarheid van dezen beroemden taalgeleerden, eenigzins breeder vermeld te worden. Volgens dit ftelzel namelyk, door Lelyveld in zyne Aant. op Huidek. Pr. Ilde D. bl. 188 en volgg. voorgefteld en verdedigd , moet de y overal gebezigd "worden, waar eene enkele vokaal ter volle klankvorming genoegzaam is. Dan laat ons met 'het aangevangen verllag voortgaan. Na eene korte verklaring van den aart der on- derfebeidene klinkletteren, gaat de' Schryver tot de yérjhelding der tweeklanken en de befchouwing der medeklinkeren over. Hierop handelt hv bl. 16 en iotgé. van de verlen¬ ging of verdubbeling der klikkeren; waar van het hoofd- zakelyke hierop uitkomt, dat, wanneer de vokaal niet op eenen medeklinker fluit, 'er geene verdubbeling, noodig is, dan alleen' by de fcherpe e en 0 , welke door oie verdubbeling van de zachte moet onderfeheideii worden. Op b). 35 eu volgg./preekt hy van de verlenging der k/i,tieren mep hun ge/yken, meldende d iarbv de gev.ooine der üudcni Toni e en i ter verlenging te bezigen, welk gebruik thans alleen met opzicht tot de a door.fommigen gevolgd wordt, fchrvvende aen voor aan eiiz.' tegen welk- gebruik- de Schryver zich ncgthans , en naar ons oordee'l j te recht verklaart. Men zie daar over, behalven de Schryvers,'door 'Weiland aangevoerd, L. Bolhuis in zyne Aanmerk, op fiyl bl. 19 en volgg. —:— Op het gezegde omtrent de verlenging der vokalen volgt eene afzonderlyke befchouwing der medeklinkeren, byzonder van die, welke met eik-anderen verwantfchapt zynde, alleen door .meerdere of mindere i'ehcrpte van uitirraak ouderfcheiden zvn. Van dezen aart zvn de b eu p. d eu /, g en ch, v eu f, f en z. Het gebruik dezer letteren worst mer door f^eiiana, op het yoetrpoor der beste Schryveren, over de Taalkunde, met groote' nauwkeurigheid aangewezen. Het een eu ander nogthans vin het daar' gezegde komt 'my voor eenige nadere overweging te verdienen. In 't b\zonder moet dit worden toegepast op het, bKkens het voorkomende op bl. 46 en 61, door Weiland aangenomen ftelzel, om, zonder rugzicht op de uiti'praak , de afleiding tot den grondregel dei fnelling te ma¬ ken. Hoewel wy dit ftelzel met voor ongegrond verU ,ren , kunnen wy cehter geenszins voorby, hier aantemerken , dat tegen het zelve verfcheidene, niet geheel verwerpe\, ke redenen zyn aantevoeren , zoo als onder anderen blykt uit het geen de Hooggel. Kluit |aarömtrent heeft in het midden gebragt in zyn Vertoog over de tege/nvoordige fpelling der  ( 133 ) der Nederduitfche taal; gedrukt m \mJ™»?f*J'\ MaZf happy ia» Nedelandfche Letterkunde te Leyden, iiihp ri hlxx en vol"K. — Wy moeten ons hier met Jffi&J^SySfe»* daar ons bedek niet gedoogt, ons in heTmiderzoek dez°er vrage, welke zeker alleszms ve - wllke hy ter bevestiging van zyn gevoelen aanvoert komen on onvoldoende voor. Of vindt men met >n alle talen om de welluidendheid, nu eens eene letter $g™&> J4»^ fchryven, waarom gebiedt deze wpp-latinff en invoeging anaers, u.w om -~ ■■ . dendS te bevorderen? Het zelfde treft men in de La tvnfche en verfcheidene andere talen aan, zoo als wy, 1 iet de ruhnte zulks toe, door vele voorbeelden zouden beve ti%mëS£. 'Eri' om 'welke andere reden dan de wel ui Sbeïd heeft het algemeene gebruik ,n onze moeder ta 1 gewild, dat men meerder, verder, meen, *«r"£t> loo als de grondregel door Weiland aangenomen, zou vu/uu M° e ? _ ketst vari meer cn vet '^'^Wlland, even als anderen, T metyhcm van het zelfde gevoelen zyn, d»«nrite gvoeging en weglating in deze woorden toe, ik kan met bevroeden , waarom men niet om dezelfde rede hoorder s hoorer en zoo in andere woorden zou mogen fchryven — Dan gedachtig, dat bet hier de plaats met is over dit onSrwefp b eeder uit te weiden, gaan wy• voort, met ons vpZJ der Inleidinge te vervolgen. Na het een en an- •elrncrkt, gaat de Schryver over tot de befcbonwmg van l'n gè dèr overige medeklinkers-van bl. 64-73, vervö ens van de laatstgemelde bl. tot p, 75. iets 111 het midden omtrent de fpelling van woorden, tut andere talen ontfee ld° 1_ Daarna komt hy op bl. 76. tot de befehouwiug van de algemeene taaldeelen deelen der rede, welke hy tot de tien volgende brengt;-als 1. Zelffhndige naamwoorden. .2. Lidwoerden. • 3. By\oeglyke naamwoorden. 4. Voornaamwoorden. " g. Werkwoorden. 6. Deelwoorden. 7. By woorden, g. Voorzetlels. 9. Voegwoorden, ïöi 1 usichenv. erpzels. • Over elk dezer taaldeelen handelt de Schryver in t ver■ volg afzonderlek, daarbv de voornaamfte byzonderheden tot de el e betrek'kel)k, vermeldende. Wy. zouden tot eene te eroote wvdloopipilcid vervallen moeten , indien wy den Sunv-.Ê'°°ue. , ! 1}Kinderbeden volgen wilden. Genoeg "derhaivcn zy bet in 't algemeen aantemerken, d Sommigen nogthans zouden mislchien, daar de Inleiding in vele opzichten eener volledige Spraakkunst nabvkomt, eenige byzonderheden, daarin niet vei meld, m dezelve willen opgeteekend hebben. Zoo b. v. had op bl ot bv de vry uitvoerige opgave van iki &JTjZ .,„^1,, n,™»,k. i.otr rfeszélfs sebruik aciver DTUIK. uca —n o .. fommige werkwoorden kunnen gevoegd worden: dit gepiUiK, 't welk b. v. bv ae werKWOOiuen ver neten, 6o»b»«-c",7.- wonderen en verfcheidene andere plaats heeft, vindt men in het breede opgehelderd in de Taalkundige Mengelingen, onder de Zinfpreuk: Lingua Patrio; excolendf amore, lilde Stuk bl. 261-266, in de Taal- en Dichtkundige Bydragen Ifte D. bl. 562 en volgg. en by Retts 111 zyneü ttri™ OreecUfans bl. 372 en volgg. Andere wegla¬ tingen van minder belang gaan wy met ftilzwygen yoorby. Ook zuilen wy niet tang nmiaau uy cu«,.v , . _ ...„n,„ ^..n «nnro-pl-nmnn. Zoo brengt b. v. de nee.en , wemi; j. j..„„ u„. n^.fvri-101-ic vpVpr is. Hat daarin zachte e neöDenue, uaai nu ..u6...a.... de harde « plaats vindt, zoo als uit het adject. gtst ig. vai dPti zelfden oorfprong zynde, ten overvloede blykbaar is. -Zoo ook is het gezegde op bl. 71 , omtrent de gewoonte der Ouden, om de * achter de g « voegen minder naauwkeu- rig, daar de oucilte ücnryveis, f ken vetUe dehk als by de oudfte Schryvers met gebruikelyk voorkomen , daar het intusfehen, uit eene JtAntiek, van Huidet rper in zvne Prö^vé van Taal-- en. Dichtk. Tfte D. bl. 34 en volfg. ten klaarften blykt, dat kyn, naderhand tot ken yecr zaeirt, by 'de Ouden de doorgaande uitgang der verk.emde naamwoorden is. Dan wv naasten ons, tot de bclchou- wing van het Woordenboek, zelf over te gaan.- Herontwerp, naar 't welk het'zelve is famengeftejd, hebben wy bo...j. ,„„r a„ oitrpnn snorden des Schrvvers ontvouwd veil lecua in^-i . -— - j Tk en onze goedkeuring van het zelve te kennen gegeven. 1 luns derhalven Haat ons te onoeizoenen•, m nuc jwt , f handen zvnde gedeelte oes vvoorueiiooen^ a«. y —- antwoorde. Wanneer wy ten dien einde het Woordenboek daarmede in vergelyking brengen, dm ontdekken wy, dat aan eenige der voorgeltelde vereischten ten vollen, aan anderen minder volkomen, voldaan is. — Dit laatfte gc.dt: in¬ zonderheid omtrent de voiieoige opgave^1 WWuu, v.. ne onderfcheidene beteekenisfen. \ erfcheidene woorden en beteekeuislen van woorden hebben wy in du gedeelte van Weiland*, werk vruchteloos gezocht, ae kajhe lomwylen niet met de vereischte nauwkeurigheid en juistheid uiteengezet en onderlcliêidên gevonden. Ook hebben.wy enke» woorden, zonder eenige neven?ga^de^]^£BWW£* zelve geplaatst gevonden , welker deugdehkheid uklims m den fciyfftyl <%s zeer verdacht voorkop Van aart l .. ,„^^rri ,ianTr.h/irreien od bl. .i4)i t weilS.wy v. 10 u» J zeer R 3  C 134 ) zeer hvyfelen, of eenig'kirsch Schryver wel zal willen gebruiken. Te/ nadere bevestiging van het zoo even gezegde omtrent de mindere volledigheid van het Woordenboek, ten aanzien van de opgave dér verfchillende woorden eii beteekenisfen, zal het, onzes oordeels, meest dienflig wezen, hier eene lyst vcan de voornaamfte derzelve te laten volgen, welke ons in het werk van Weiland niet zyn voorgekomen, met by voeging van de Schriften, waar in wy ze hebben aangetroffen. Aal fubula, een priem. Zie Kiliaan in zyn Woordenb. Aalwagtig voor onmagtig by Kiliaan. -— Naar >t ge_ voelen eens ervarenen • taalkenners, my medegedeeld is dit te houden voor eene verbastering van amagtig. ' Aalwaren. Dit woord is, naar de meeniog van°den ftraks vermelden geleerden, famengefteld uit het zinflerkende aal cn waren, dolen, dwalen. — In de beteekenis van tegenllriblelen komt het voor bv Hooft in zynen Hendr. de Gr. bl. 126; van dat geflaght zynze, die teren 't gebodt aalwaaren. 0 Aalwarig, aalwerig of aalwaardig. Zie Kil. in zyn Woordenb. _ Cats Gedachten op flap. nacht. bl. 114. Voltreck het noodig werek met foo een volle macht, Dat myn aelwaerdig hert geen werelt meer en acht. Aalwarigheid. Hooft in de Granida Ifte Bedr. 2de Ton. Deez' vlugge gauwigheidt; Daar gryz' aalwaarigheidt Gaat zonder reên op gnorten. Aalwarren komt by Hooft meermalen voor in den zin vm morren, misnoegde, muitzieke taal voeren, als Ned. Hifi. Vilde B. bl. 299: „ de lyftoghtmeester hief 2?£rie ffa^rr™ enz. Zie ook Vllïfte B. bl. 518. eu XlXde B. bl. 847. Aalwitte, aalwele -> ~. , . Aalwittig, aalwetigSLlz ^ KtL in ZW Woordenb. Aan — aan ende aan, an end'an d. i. gedurig. „ Zich an en dan beter quyten" leest men bv Hooft Ned. Hifi. XIHde B. bf. 581. f, J Aanbyten, wordt by Hooft en anderen overdrachtelyk gebezigd , als b. v. in de volgende plaats van Brand Lev v. d. Ruiter, Ifte B. bl. 13: „de Spaanfchen hadden geen lust, om meer aan te byten. Aandragen voor aanhouden, duren. Hooft Ned. Hifi. Vllïfte B. bi. 333: „ in vier uuren tyds, die de ftrydt aandroegh." 1 Aandwingen. Hooft H. d. Gr. bl. 22: „ ook is 't geloof geen ding, dat men yemmdt aandringen kan." a^vt\a7Ï V00r naderens toefpreken. Hooft Ned. Hifi. XX Vfte B. bl. 1065: „ Zy gingen den Graaf van Hoonenlo met een fmeekfebrift aan." Gelyke beteekenis heeft dit woord, onzes achtens ook, in de plaats van Vondel door Weiland bygebragt. Aangang voor toegang. Hooft H. d. Gr. bl. 122: „ de Cardtnaal, alle aangangen gegoten ziende." Aanhangig. Zie Kil. in zyn Woordenb. Heemskerk #at. jfre. bl. 208: „ De Cabeljauwfchen wierden aanhangig haren oom." —- 1 Aanhechten overdrachtelyk by Hooft Ned. Hifi.. XÏÏMe'B. aavondttoe"6 fchermutzmg ^angeluchf duurde tot den Aankwikken voor aankweeken. Hooft Ned. Hifi. Vilde «• bl. 287: ,, zjnde de verbittering dus aangekwikt." — Kwikken is het zelfde als kweeken Zie Kit Aanmoedig voor aanmoedigend. Hooft Ned. Hifi. XXIIfte ÈLt 9 51 " wlar?p hua zyne Majefteit zoo aanmoedighe noope gegeeven had." — Aanmoediglyk. Zie by denzelfden XXfte B. bl. 896 Aanmoedinge affe&us, animi motus, volgens Kiliaan. Aanmoeien voor aanzoeken. Hooft Ned. Hifi. IVde B bL I7T= n Hy zoude zyn maaghen aanmoeien" Aanranzen. Cats lyarig Leven, bl. 140, 4°. De man was aangeranst ook tegen fvnen wil. Wag. Vad. Hifi. *D' bL'68j. " de Kaminefaatcn ranften de vloot aan. 1} k dioofe en Brand is dit woord zeer gebruike- Aanranzer. Hooft Ned. Hifi. XXIIfte B. bl. 1004: „een Ichip , dat zyn aanranzers afhield." Aanreden afloqui, affari. Kil. Aanreken, anereefen , of -anerelfen, d. i. aanvallen , aantasten. Melis Stoke IVde B. V. 249. Hi voer voert al omtrent, En ane reisde de Vriefen. Zie Huidekoper aldaar, en Kil. in zyn Woordenb. Aanspreken in de beteekenis van aanraden by Hooft H. a. Lrr. bl. 120: „ Deze vond zyne Majefteit voorbarigh, om tot eene handeling te komen, die zyne Heiligheidt haar aanfprak." Zie ook Ned. Hifi. XXIfte B. bl. 913. w-^EMMEN V0°r Zyne toeflemming geven. Hooft Ned.Hifi. XXIIfte B. bl. 962: „ zy wisten dit uittezetten met fiemdT" Windvang vau woorden > dat yder het aanAanstemmer ibid. XXfte B. bl. 860. Aanstemming ibid. Xlde B. bl. 4=4 en Xflde B. bl. 514 Aanstending d. i. aandrang. Hooft Ned. Hifi. XIXde B. bl. 844: „ de Regeerders 't zyner aanfiendingh droeghen verlof." Aanstendiglyk. Hooft ibid. XXIfte B. bl. 910. Aantaal by Weiland door aanfpraak in recht verklaard k°mi "i eene algemeene beteekenis voor by Hooft Ned. Hifi Xde B. bl. 446: „ Zachter was hy van Zeeden, bevallyker van aantaal." Aantroosten aanmoedigen. Hooft Ned. Hifi. Vilde B. bl. 294: „ Elk troostte den anderen tot ftand vastigheid! aan. Aantroost bemoediging. Hooft ib. XXTIfte B. bl. ioo6. Aantuigen, verklaren, verzekeren. Hooft Ned. Hifi. Xlde B. bl. 493: „ de gemaghtighden tuigden hem fchriftehk aan, hoe 't aan hun niet gefchort had" enz. Zie ook XIXde B. bl. 814. Aan. Aantroost bemoediging. Hooft ib. XXTIfte B. bl. 1006.  C "ijs ) Aantuig-enk. Heaft ibid. XVdeB. bl. 636: „ die van Hol-j landt en Zeeland deeden a^tntuighenis, hoe zy de vereening — van geener waarde kenden. ( Aantuicing komt onder anderen voor by Brand h.v. d.R. bl. 51 en 955. van de ukg. van 1691. Aanvangen^ Dit woord wordt in eene beteekenis, na grenzende aan die, weike Weiland het laatst uit Wachter opgeeft, gevonden by Melis Sloke lilde B. V. 20. Si wilden hem in lladen ftaen, Op dat hi 't lant wEde ane vaen. d. i. zy wilden hem byftand bieden,_ indien hy 't land wilde aanvaarden, zich toeëigenen. Zie Huidekoper. Aarde wordt door Weiland afgeleid van het Keltifche ar " of er; doch onzes achtensis het in de eerfle plaats afkomftig uit het imperf. van het oude aar en, eeren, ploegen, over welk woord men zie Kil. in zyn Woordb. Huidek. Br. over den Abl. abfol. in de werk. v. de Maatfch. v. Ned. Lett. te Leyd. Ifte D. bl. 7 en 8, en de Taalk. Meng. onder de Zinfpreuk: Lingua patrio: exco/endai amore Ifte Stuk bl. 30 en volgg. Achterzorg, Hooft Hendr. d. Gr. bl. 74 : „ de landtfchappeu — onderftonden zyn gezagh te fwichten, voorflaande van achterzo.rgh en waarborgen. Zie ook ]\T„J Ut/} Wrta W KI ifir, Achting. In achting nemen voor eerbiedigen komt voort in onze tstoeiverz. Jnoj. tv: 10: ,, iy ucuucu iwjuuiui, den Heere in' achtir.ge te nemen. Hoogst zeldzaam en opmerkelyk is het gebruik van dit woord by Maer• lant in de beteekenis van begeerte, als Sp. Hifi. Ilde D. bl. 322. %. 53- m 1 J " Want ht defen Achtinghe hadde fekerlike Tv» lafpiiR d.ir Rnemfche rike. over welke plaats men zie de Aant. van Steenwinkel Afbernen voor afbranden. Hooft Ned. Hift. XVIIde B. bl. 717: „ naa 't afbernen der poorten, liet hy ze fellyk beftormen. Afberning. Zie ib. bl. 720. Afdragtelyk lasterlyk. Hooft Ned. Hifi. XXlIIfte B.bl. 1034: Hoe dezelve koopman — van hun zeer afdraghte'lyk en fmadelyk gefprooken had. Afdragtig ongunftig, afkerig, lasterlyk. Hooft Ned. Hifi. Vllïfte B. bl. 341 : „ dat hem ( Alva) met zwaarders wedervoer, baarde in de Nederlanders een afdraghtig gevoelen van Philips." Zie ib. XIXde B. bl. 842. en XXIfte B. bl. 958. ■ . Affoolen. Hooft H. d. Gr. bl. 89: „ Ben ik der Koningen geen, die ghy in uu en toorn geeft; maar gefchapen , om de gemeente te verlosfen van den last, waarmede zy afgefoolt worden." Over fooien en deszelis verfchil¬ lende beteekenisfen zie Fortmans Taalk. Aanmerk, bl. 77 en 78. Afgaan iemand een geheim enz. d. i. uit hem lokken. — Hooft Hendr. d. Gr. bi. 4 en 121, Ned. Hifi. XIXde B. bl. 813. 't geloof, iemand afgaan d. i. verzaken H. d. Gr. bl. 103. Ned. Hift. XVde B. bl. 628. Afles aflezing, afkondiging. —— Hooft Ned. Hifi, XlIIde B. bl. 578: „ Garden komt ter puve verfchynen, daar men plagh afles te doen. Afmompen iemand iets, d. i. door list of bedrog iets van iemand verkrygen. Hooft H. d. Gr. bl. 165: ,, men vermoedde, dat ze ten deel niet behooriyk gckof't, maar den voorgaanden Koningen afgeinompt waren. Afscheid eindelyk befluit. Hooft Ned. Hift. XlVde B. in 't begin: „ Het verdroot nu dien van Antwerpen, langer naa affcheydt en 't gevoelen van )der gelest te beyden." — Afspreken voor afraden. Hooft H. de Gr. bl. 145: „ de Baroen vau Lux Jprak de reis af. Aftycen voor aftrekken. Hooft Ned. Hifi. XXfte B. bl. 89Q: „ op dat de gemeente 't hart ganschlyk van den pays aftooghe." Aftrompen geld. — Hooft Ned. Hifi. XVde B. bl. 601 : „ la Motte trompte hem tweehondert kroonen af. Afwendig voor afkerig. Hooft Rampz. d. Verh. v. d. Huize Med. bl. 126: „ deze ellende deed hy zorghvuldelyk verbergen, op dat het gerucht de gemoeden der menfehen niet afwendigh van hem maakte." Afwendigueid by den zelfden Ned. Hift- Ifte B. bl. 15. Al aleens d. i. eveneens. Hooft H. d. Gr. bl. 155: „de Koningin had zich al aleens nevens gelyk getal vrouwen uitgezonden." Ande een verouderd woord, herkomftig , naai- 't fchynt, van aan, en in 't gemeen beteekenende dat gene, waar van men aandoening heeft, 't welk men zich aantrekt; in 't byzonder droefheid, leed, toorn, fpyt enz. Zie Huidek. op Mei. St. Ilde D. bl. 451 en volgg. Anden het verouderd werkwoord van het voorgaande fubftantivum. Melis Stoke IVde B. V. 1494 : Dit mochte den Grave fcer anden. Deze lyst van woorden, grootendeels uit Hooft getrokken , zalvertrouw ik, voldoende „geacht worden ter bevestiging der voorgedragene aanmerkingen. Men ziet uit dezelve, dat het gedeelte des Woordenboeks, 't welk th; m het licht ziet, nog voor eene merkelyke uitbreiding vatbaar is. Wy hopen, dat de Heer Weiland ons deze aanwyzingen ten goede houden, en eene genoegzame aanmoediging vinden zal, om zyn nuttig en loff'elyk werk voort te zetten, 't welk wy vertrouwen, dat zoo door de mededeelingen van andere .taalgeleerden, als door de vermeerdering van 'sSchryvers eigene aanteekeningen, in 't vervolg, eene nog grootere volkomenheid erlangen zal. NARIGTEN en BYZONDER. HEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de HUISHQttkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Hamburg. Den 11 October hebben zig weder 4 Handelhuizen, een met. circa 6,20,000 a een twede met  C 13* ) met 67,300, een derde met 1,34,00x5 en een vierde met 1,37,900 Mark Banco itifbhctit verklaard. Middel tegen de Podagra. Het menschlievend Genootfchap, in Londen, heeft onlangs een middel tegen de Podegra, als onfeilbaar, bekend gemaakt. Het beftaat in kousfen van Hondshair. Men moet de uitftekende hairen niet affnyden, vermits het dezen zyn, die door het kittelen een ruim z eet veroorzaken,'t geen, in 34 uren, het ongemak wegneemt. Pryzen der Granen, op 21 October te Amsterdam. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Oo. C BARO-j THER- HYGRO-STREEK LUCHTS- / ME- MO ME- ME- DER GESTELD- 1799- f TER. TER. TER. WIND. HEID. C30. Oi A6ï 8oi Z.Z.W. ~. ~ \ " ' ,/;)?.„ 7i- eü -7 v r, bewolkt;'savonds tus- 10 <3°- ° i5 65 Z.Z.O. fchen beide wat regen. £30. o 49 82 z.z.w. ("29. gi 47i 91 z. o. * L7 < 29. gi 53 71 o.Z. O. bewolkt; omtrent helder. 629- gi 45 86* — C29. 9i 40 92 Z. O. 'smowens dampig} Is c 29. gi 5li 74 —~ verder bewolkt; C.29. gi 42 87 omtrent helder. C29T9I 43 89 Z. O. " 19 <. 29. 9ï 50 67Ï — bewolkt;omtrent helder. C.29- 8* 43 78 — . C29. 8i 4öi 87 o. z. o. 20 l 29. "9 512 75 z.z.o. bewolkt. ^29. gi 39 88 o. z. o. S29- 7* 42 9' Z-O'' windrig; betrokken; 21 < 29. 7 49^ 75 O.Z. O. 'savonds regen. (_2g- 6 47\ 91 z. o. y29- 7j 4.8~~ 78r Z-Z-W- windl.ig;betl.0i;ken; ttl 22 <29-7ï 53 711 — fchen beide wat regen. c.29. 7i I 50 «O BEKENDMAKINGEN. *** Voor DOCTOOREN , APOTHEKARS, derzelver LEERLINGEN, en andere Liefhebbers der MENG- en SCHEIKUNDE, word heden in de Boekwinkel van L. van ES, te Amfterdam, afgelevert het allernuttigst Werk: K G- HAGEN, Leerboek der geheele Apothekarskunst, 2 Deelen in groot Octavo, compleet/'6-10-0. Het is onnodig de nuttigheid van dit Werk te willen bewyzen. NEGEN Uitgaaven, alleen in Duitschland, kunnen zulks géiföégzasrri bevestigen; JA de Commisfie van GENEESKUNDIG TOE VOOR ZICHT, yoov Am flerdam , heeft het zelve meede waardig gekeurd, om het de Leerlingen aan te bevoelen. Dezelve geeft uit, CATALOGUS van Meer dan Duizend NATUUR-, GENh.ES-, HEEL-. ONTLEED . VERLOS*. KRUID-, PLANT- en .Sc Hl IK UNDJGE ROEKEN, met derzelver Pryzen; deeze CATALOGUS oi NAa.vILV^T, is in Arpnsbefjfche order, en dus.zee.-, gcJchiln voor Liefheb¬ bers der NATUURLYKE HIS'iORiL, gelyk ook vtor GE¬ NEES- en HEELKUNDIGE, en derzelver LEERLINGEN, om, op een gemakkelyke en minkostbiare wss, de hun nog mankeerende BOEKEN te kunnen bekomen, a 2 St. Te Haarlem, bï A. LOOSJES, Pz. TARW. Het last GERST. Het Last Ggld. Ggld. Poolfche bonte en witte 2803310 Vriefche Wintergarst • dito rode . . 270 a 300 Gron. en Oldamfche _ . Elbtng. en Heugfche . 270 a 300 Zeeuwf. en Overm. Winter Koningsberger . 260 a 295 Dito Zomer . . Vriefche . . 260 a 290 Dantziger en Elb. . Bovenlandfche . 265 a 200 Veorlandfche rode . 245,1280 HAVER en BOEKWEYT. Zedandfche . 2903310 ROGGE. Brouwhaver . . . 136a 160 PmisfiTche . •• 185 a 208 Witte Voeder dito . 110 3115 Koningsberger . • . 1858208 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 32335 Gedroogde . . 1853200 Dito Brab. en Vlaam. j£32a35 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Rr>ap-OIy, per Aam f 9oJ Overm. 't Last. . £84391 Dito Lyn . • - 65$ Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 73i 5 Schep. Rigaas . / 121313! Walv. Traan, 't quart. HenniDzaad dito . - 10 a n van 12 Stek. Nieuwe - 118 Dito Rode . . . - 110 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. ^ ^ Cadix Lisfabon - Nieuwe Ducat. ƒ5,15,14 Vettenen -80 Oude ger. dito - 5-'4-.'3 Livorno - ioaf Nieuwe Louis d'Or -11.12,10 ?f.ryt ::m']-mAsfign.- 59^59 <'"':n'<--s -12.4,2 dito kort. ƒ » p;(Wc.n .9,i5 Wem m Specie - Franfdié Kronen - 5- a 5<5 Londen. 2. m. JJ Nieuwe Ryksd. - 3.i2pCt. Dito kort Duota^2, m' Ct' ft:442| .9o^PCr. Wenen id. B°. - 35^35 GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTER Het getal der Doden , gedurende de laatstverlopene Week . is geweest: te Amfterdam 149; en te Haarlem 9, onder'welke laatften 3 beneden de 12 Jaren.  A°. 1799. N°- 3°5- NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTEIt-BODE* VOOR MEER- en MIN.GEÖEFFENDER FRTDAG DEN 1 NOVEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. -Parys, den 14 Odtober. De Koninglyke Maatfchappy van Londen, neemt het vierde gedeelte van den cirkel des Meridiaans, voor den grondflag van het Metrisch fystema, niet aan; doch heeft zich voor den flinger verklaard. Hare Verhandelingen, over dit onderwerp, zyn onlangs by de Commisfie over de Maten en Gewigten ingekomen. Het zal belangryk zyn om de discusfien tusfehen deze Maatfchappy en het Nationaal lnftituut, welks arbeid door de Geleerden van alle de met Frankryk geallieerde Natiën is goedgekeurd , te lezen. Parys, den co O&ober. De Comeet, die de Burger Mechain ontdekt heeft (van dezelve maakten wy in onzen Letterbode Nos. «96611298. gewag) blyft nog fteeds Zuidwaards voortgaan; zyis den /Equator reeds doorgetrokken, en wy zullen haar te Parys^weldra niet meer zien. n„ w,„.K.ir» iTPrnrtuAmo van Sterren on het Ublerva- torium van het veld van Mars, is nu tot 49,000 gebragt. De Conjunctie van Venus is zeer gelukkig gedaagd: dat vcrfchynzel, 't welk dechts om de negentiende maand plaats heeft, bevestigde my, tot myn genoegen, in de naauwkeurigheid myner Venus-Tafelen. . . Lalande. XII. Deel. PROGRAMMA VAN DE MAATSCHAPPY der WIS-, BOUW-, NATUUR- en TEKENKUNDE, onder de spreuk DE WISKUNDE IS DE MOEDER. DEK WETENSCHAPPEN, TE LEYDEN. Alzo de Boeken over de Werktuiglyk Natuurkunde veelal te kostbaar zyn voor Jongelingen, in wier handwerk de Werktuigkunde hoogstnodig is ; biedt de MaatfchatvDV eene Praunie , ter waarde van 10 Goude Ducaten, aan hem, die voor den eerften Maart t«™ hpt o-pfH-iiktfre en minst kostbaar Leerboekie met de nodige Figuuren over dit deel der Kunst, inlevert, a , De Schryvers , welke lust hebben om naar den uitgeloofden Eerprys te dingen, behooren in het oog te houden , dat dit Leerboekje alleen dienen moet voor jongelingen, die tot ae DurgenyKc-, mmuure-, Scheeps- of Waterbouwkunde, opgeleid worden. . , , _ De beandwoordingen moeten uitenyk voor bovengenoemden tyd , vrachtvry, met een Spreuk getekend, van een bygaand briefje, waar m de Naam des Schryvers, en waar op dezelfde Spreuk gelteld 'is, voorzien zynde, gezonden worden aan A. van der Snoek, Secretaris dier Maatfchappy, te Leyden voornoemd. g over  C 138 ) OVER DE METING VAN EEN BREETTE-GRAAD OP DE AARDE DOOR WILLEBRORD SNELLIUS; VERBETERD DOOR PIETER van MUSSCIIENBROEK, nevens daar uit afgeleide bepalingen der voornaamste hollandsche steden VAN » J. F. van BEECK CALKOEN, TE AMSTERDAM (THANS gUITENGEWOON IIOOGL. TE LEYDEN.) (Overgenomen uit die Allgcm. Geogr. Ephemeriden. 1 B. ds. 6 f. Juny 1798.) Vervolg van Bladz. 125. Snellius maakte een Grondlinie van 32,6 Rhynlandfche Roeden = 650,3 Franfche Toifen, tusfchea de Stad Leyden en het Dorp Zoeterwoude. Aan de beiden einden nam hy, met enen halven Cirkel van'3 voeten (*), zonder kyker, den hoek met bovengemelde beiden nlaatfen ivaar . Pn vnnrlt- rlanr uit sffiand van 1092 Roeden of 2111,2 Toifen. Op deze Stancllinle grondde hy een reeks van Driehoeken, in welken de voornaamlte Steden vnn Hnïionri kn,™»,, waren, en die vm. Alkmaar tot aan Bergen op den j.i.uhc„, waar uoor ny emaeryR den atitand dier beiden Steden opmaakte. Vervolgens nam hy, mer een Quadrant van 5I vt. haken diameter, door mid, del van de Poolftar, de Poolshoogte van Alkmaar vvaaop 40.' en die van Bergen op Zoom op 51% oQ De Driehoeken wezen den afitana tusfehen deze beiden Steden aan op 33978 Roeden (f), of 2-918 Toi- jé|2 Ly°-z ZCgt Cen Quadrant van 2ï voet- hab-en mid- (-p Lulofs geeft 34018 Roeden op. by hem plaats te hebben, v. Z. De rnisflag fchynt fen, overeenkomende met een Hemelboog van 1°, 11* 30 breett. , waar uit dus Snellius de Graadkngte op t TS bSSdc"1 r°lld °f <^™*55°« | 7Pnrt ^A^tt^TZZZ?'fi1-"™?" uvci "ie veroa- j «uuuiujuii msicnen oe metingen van hem en fSÏÏrZflTft j- ^^itu«nisten, met die van Snellius i beiloot hv die van dpn fiöW-«n *o ,,„,w,.,„i n' mat gevolglyk enige^ Driehoeken, welken in het Zui- «.uvdu uct iriangei l\et waren, en nam daar bv den afftand van r, „ ^/i -i_ ^3 . j- f. 11. iMuuuiuii , ais uic dooi .^//«/j was gevonden, op 274-83 Toifen aan. In Raltp.rrlnm pn 2t)%„ ..„.„ il.. J. ™ , , —V , --"■«•'«""/ Jidtn ny ae i^ooisnoogten waar, en VOlldt daar ,1a» \/t;^J. »;_:.. "i ' WttP felde," phat(bn' 42', 5". Hie? medé, en met den afftand van Rotterdam en Leyden, bepaalde hy den graad op 58245 Toifen, verfchillende 3000 van ónelliuss opgave. GVwyfo», hier mede niette vreden, wilde zig nog op ene andere wyze van Snellius s misllagen verzekeren; dog vondt by de twede proefneming een verfchil van tt^o t\/r.„, „:„ /-._. /«/j Verhandelingen in de Paryzer Mem. de lAcad. ,uu' ^weieiyiY ncniaaiae oasjim 111. den arbeid zyns Vaders; terwyl hy een graad in Holland mat, en deze meting met de Franfche Driehoeken veibondt. Hy nam zyns Vaders Poolshoogten vau Alkmaar en Beraen op Zoom aan. en vnnrl m, A\p lm,7B a,„, ^,^a .57145 Toifen. De Rcfultaten van Snellius kwamen dus, op gene wyze, onderling, nog met Casfini's nog Picards beoalins-en overeen. H7»t- Kï^pt f„« t/t^d?. ften, dat Snellius zeer grove feilen moest begaan im- dcii, waarom aan ook ae kranlche Akademis en (Merri 1718) te reet oordeelden. by Suellcus's Aard - metingen op genen zekeren grond(lag koude bouwen. Echter had reëels Snellius z-lve, lang te voren, eer men dit oordeel over hem kon vellen en deze navorlchingen gedaan waren, gevonden, dat er, by zyne meting, zeer aanmerkelyke-raisfWn \.aren mgeflopen. Immers toen hy eens, met zvne toehoorders, welken hy in het practikaal Landmeten onderwys gaf, op een veld omtrent Leiden, een van de Hoeken mat, waar van hy zig ook by zyne G-aadmeting had bediend, ondekre hy, met eene geringe ••erwondenng, dat hy zi£ Van een geli.el vjichen Hoek bediend, en hv t™? h.,p^ ,.„,.,„,-„„ fcheidene aanmerkelyke fouten begaan, had. Hy nam tevens voor, om dezen gehelen arbeid te herhalen, en nam alle Hoeken van ■jühnmir r^r on„ »....„„.. Z. Zoom, van nieuws op waar, brengende het Net der Driehoeken tot aan MeebeHn. Hy tekende alle zyne  C 139 ) gevonden verbetcringen (*) en aanmerkingen op den rand enes Afdrukzels van zyn Eratostheues Batavus aan- dog zyne grondlinie had by nog niet geverifieerd. Dit'laatfte deedt hy eerst in den Winter van 1622, wanneer zig ene goede gelegenheid daar toe aanboodt, bv het onder water lopen en hard bevriezen van alle landeryen rondom Leyden. Hy mat diensvolgens ene geheel nieuwe bafis tusfehen het flot van Douza en Foorfthoten, van 475 Roeden of 918 Toifen, en gevolglyk 287,7 Toifen langer, dan zyne eerfte Grondlinie. Hy nam de Hoeken zeer naaüwkeung, en meermalen op, en bevondt toen de linie van Leyden tast 'ï.j. „ . TniG*n m-ntPT' dan hv zvne eerfte me- a/t„. Af,dl .,p*Up<-p,-Ap o-rnnrl ime en hoeken wilde lint;, raci ue/.!. ïuu^huv f,»"- --- - j . , Snellius nu zyne gehele berekening herhalen; doch het j„. Ji,„ „^mm nier heeft ter uitvoer ïcnvnt, eiui. u\ uii. ïwiu^.w.. gebragt. Mogelyk zag hy tegen dezen zwaren arbeid te zeer op, tiaar, m ^yn ij"? -- S*.*...,— .: -.^ ;„ ^oVu-nit nrarpn. en hv ziff van de moeilvke en langwylige Multiphcatien en Diviüen ook verdrietig on- der het werk geworden. Hoe dit ook zy, Snellius verbeterde zyne Driehoeken niet (f), wees ook nergens zvne verbeterde Hoeken aan, en overleedt 1626, fL a~J mApvArs™ mn pc laren, bekend als de uir- voerder van ene zeer gebrekkige Graadmeting, welke jn zyn j^ratostnenes naiavus ac .«w.».». - 2 Leyden 1617, 40- voor handen is. iroei, Hoogl. in de Wiskunde, te Utrecht,, om $uZ ï. >.'..;„„„„ f0 „PvKpt-prpn Tn zvne Verhandeling hv. in de eerfte slaafs, r „j„on ,,prKpt-prHp Hoeken od. zo als de- Ge UUUX l>. £*-iv*-u -x . zeiven op den raneï enes befchrevenen Exemplaars van dai Eratosthenes Batavus voorkomen. Hier mede echter niet te vreden, onderzogt hy nogmaals deze Hoeken, en herhaalde ten groten dele derzelver waarneming vindende zelden een feil, boven ene minuut gaande. Na dat Musfchenbroek zig, op die wyze, van f*5 Het Punt, dat Snellius voor Amfterdam nam, was de Toren der Oude Kerk, die nog aanwezig is; ik zal de lengte daar van berekenen, zo dra ik die van het Obferva- torium by" Pens mer nis De,;aaiu ncu. v. u. (t) Onder Harriot's Handfchrifteil (Ai G. E. vanFebr. bladz. 2?o.) bevonden zig ook papieren over Snellius's Eratofthenes Batavus. Harriot had alle Driehoeken nagerekend , ene menigte vau tegenftrydigheden en rekenfouten ontdekt en aangetoond, en uit zyne berekeningen nieuwe refultaten afgeleid. Tegenwoordig bevinden zig deze .Haudfchriften by de Bodleifche Boekery, te Oxford, v. Z. de Hoeken verzekerd had, berekende hy, met de verbeterde grondlinie, van 2121 lonen, alle unenoeken, en deze arbeid maakt het 2de Deel zyner Ver- handeling uit. Hy nam nu ae isoog van ucu ivicn- A;nn„ mtvtriai tnefphert Alkmaar eil BerSCtl 0t> ZoO.'ll, volgens de waarnemingen van Casfini II. aan, nam. i°, 9', 47' , en bevoncit, aat aaar meuc i>y uc a«ui, een afftand van 34326,7 Roeden overeenkomt, waar uit de lengte van een graad 29514 Roeden of 57061 Toifen word opgemaakt, ue veroeceiuc, u± utvci ware, refultatcn der meting van Snellius, wyken diensvokens even zeer af van zyne eerfte opgaven, als van die der beiden Casfnis, aocn kouicu vuikuuich uvueen met PicarcPs refultatcn. De Theorie echter_geeit ons den Graad in Holland op 57104 ionen, ui u= onderftelling van de afplatting der Aarde (; ■ ge¬ volglyk geven 34320,7 rcoeuen 1 y *y \ verïchil der Breettens, 't geen flegts 4" van de waar- fenomenen vei'lchilt; ot men moeste een venum va», 40 Toifen aannemen, wanneer men vooral aannccuu, dat de Theorie juist is. Het komt my echter meer waarfchynlyk voor, een misuag van 4 ui ««. lin«" «»" — S 3  C 140 ) lius, door Musfchenbroek verbeterd , volkomen proef beik, daar uit, de Geographifche plaatfelyke ligging der voornaamfte Hollandjche Steden, en derzelver verfchil in Lengte en Breette met Amfterdam, aangewezen. In myne berekening, hebbe ik den graad van 520 Noordl. Breette, volgens de Theorie op 57104 Toifen, en dien der Lengte on 25014. Toifen. aanrrpl nomen. Volgens dezen heb ik de onderftaande refiil taten voor 9 der voornaamfte Hollandfche Steden o-e. vonden: ° ] vêrlcbil met Amfterdam. der , Stedt-'n- I I" Breette In Lengte. In Tyd. ^en • • -I— 13'49" Ifio" west!. ' ZZZ~Z~Z a*.v — % w zz »zwesti- — ° * Rotterdam . 28 t ZZ Jjj £ ZZZ ZZ 1 2' 8 fetV. = H° 5z;;«jg ~,~ %%\ Alkmaar . . f*-ƒ *fi 4 J*~ " 4° ƒ- o 46,7 ! 1 «- 15 7 " 20 <— o 45, 3 Bergen op Zoom 1 ^ ,7 _L_ £ 2* t- I 33. 5 .™l]Vr.0T m ma3r cP/C U^ va» Amfterdam aan, om de overige Steden juist te bepalen (f). * Deze verfchillende opgaven en onzekerheden zyn toetefenryven aan twee verfchillende Hoeken , die Masfchen Jrastó rrc niet benischt kan wo ge die genoegzaam bekend is. Men heelt dezelve voorna melyk te danken aan de verenigde pogingen van den Baron v.C/tenhoven en Dr. Triesnecker. Gene nam koneïnes volge daar .«W^BÏ wy^feS vencliu tusfehen Parts en ritrerhi- ™ .„/ • nT nemen deze Lengte ten meeste flegts 2 a , feconden vm de waarheid kan afwyken. Men ka* eevnloK t /v voor een Hoofdpunt 111 flwgj SJgj^S. 22* Sn tbrS if b'inneTLt 1, è }a,en gebragt is. Daarentegen is 'er geen Stad in fft>i/„Jj v M Grt*. vondt'onlang ff Jrrtnjetta^t, met verre van het Obfervatorium van fuS Nieuwïand heeft de Breette vry naauwkeurig waaw ze.rniviPn ^"gte niag,nog <^e™e onfete #S fP hn,M a kaT ?veTel ÓP enkele dunden voor de bovenftaande berekeningen niet wel bo,o-e fW* wanneer mpn Ae> T„a,.„„ , . fL..ltaan- M.„fi.ü li- . *u WC1 van Snell us a s Musfchenbroek, in aanmerking neemt. Intus chen 2 het mv aanp-enaam. 4* «ioo*f£,i„i^ 1;„„:.._. i JCX1 IS naamffp ffTii' Jni * *7""",-lJ""- Heffingen aer voornaamfte Hollandfche Steden, mét enige naauwkeurigheid, te hebben n™m«™ nio ^ ,°_ * - , "i'fc>^öv-v^"' aia ë>-"e»cü/.a;iin zvncie om een generale Kaart van Holland°te oriënteren'- tevens ' ",r'7&u|5 om aan ae geaagtenis van een onzer grootfte JMeetkundigen regt te doen. NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN.' geleerd Genootfchap?^ ïn 4" «4 if"^£È iwii,. oy jen. *.»jc/ieae en Zoonen s eaV.van fValré 1707 o-/>r/v* nZn,,"' b 6- ' iaae-en eehoort het Bur- Het Meritis, waar C/ilbn**, «>V.-i<—■ „„1 . de van ^^^r'l^SSgï IS' zo„re^"e Jfc De gehele onzekerheid kan op het hoogst'8" bedraeen' Deze beiden genoegzaam voldoende opgaven van zïïrtS Breette nu hebbe ik fpn or™,Hn..„„^i»,^ ^ent,te en ming der bovengaande, ^^"S^KfiP Lengte- en Breette-verfchillen van Amfterdam, de vfi 2 s^öf ïttd?„te^?.ïL>« a den voorrang boven alle tot ^^«^^3 dat volgende waarnemingen, of de Franfche Driehoeks me tine, welke thans in wprkino- ^„„i '^'enoe^s-me- gcu of verbeteren zullen. 6 [ ^ ^ m t)evestI- "aatfeB- J | Ferro. Breette. Amfleid.im . . 0' t»r! n..° ZZZ, ,17 Leyden l Z'l ~ 2f 5i° 22' 5" Gouda . . ° £7>5 22 44 23 52 5 39 Haarlem ... 2 "j1. ~ 20 l? 5' 59 51 Kotardam . . 88 $ - ? g 52 22 ,p UXcht*. : 1 gï g s t« £3 5 Alkmaar . ? ^ g ^ l 5' 47 52 frSgnj^n f 2-:; 2" 1 g? |g? v. Z.  C 141 ) Hot eerfte Antwoord , den Gouden Eerprys waardig gekeurd,'is van B. van Rees., Sta ds Secretaris en Leeraar k/er Remonftrantschgezinde Opstenen te Leyden Als *;,'hrvver van net iweue \ —r ., r 1 Hfsskunk A. L. M. Phil. Dr. Lid van de Maatftchap*v der *Wetenfchappen te Haarlem, en Hoogleeraar tn % GidgeleerLeiden Wysbegeerte, by de Doopsgezsnw,« vergaderende by den Toren en het Lam te AmfterTm HeAderde Antwoord bleekte zyn van Mr R Feith ie Zmf ili, als Schryver, van de laatfte Verhandeling, ontdekt zich C. Rogge,3Leeraar der Remonjr anten , te ËTde». ÖireÉteuren en Leden van Teyler'sStichting , hebben ,! aan elk der drie laatstgemelden, een Z.lvren Eer•Drvs toetjewezen. . . . , ,'> Het belangrvk onderwerp is, naar ons inzien, in deze lezenswaardige Verhandelingen, zo bondig cn volledig behande 1 d t wy dezelve, met recht, overeenkomftig den wensch der Leden, ,in het Voorbericht geuit, volkomen gefchikt mogen rekenen, om de kundigheden, onzer Landgenoten ™e|cns ««. zaak van veel gefpreks en gcfch.ls 111 on Vaderland , behoorlyk opteklaren, te richten en te verbeteien De Verhandeling van van Rees , is een zeer uitgewerkt, ftuk Hv is, onder het bearbeiden der ftoffe, tot een ander «voelen overgegaan, daft hy eerst meende te beweren, en houdt daarom zelf zyn Antwoord minder befchaafd en afgewerkt, dan het anders zou verfchenen zyn. ' . Hy beweert, dat, aan het Burgerlyk Beftuur , allen invloed op zaken van den Godsdienst moet ontzegd, en daar aan alleen toegeKenci mag «i ~ - plieting om Godsdienst, onder hunne Landgenoten aanteLeken, door zodanige middelen, als, overeenkom(hg den £ut der zaak, daar toe gefchikt zyn. Om deze fteliing tc bew\zen, is de Verhandeling in twee delen gefphtst. Bet eerfte Hoofdft. van het eerfte Deel behelst, aanmerkingen ovir de magt van een Burgerijk Beftuur m 't algemeen en over het ftuk van Godsdienst in het byzonder. Uit den oorfprong en het oogmerk der gezellige zameruevinV, het ongeltoord genot en de vrye bcfchikkmg over leven cn Vryheid, met de vermogens van Geest en Lighaam! benevens derzelver voortbrengfels) leidt de Schryver den oorfprong en het oogmerk af der Burgermaatfchappy; eu befluit, daar uit, dat het eigenlyk doel van een BurgerTk Beftuür alleen ftrekke , om aan de Maatfchappy die rust en veiligheid te bezorgen, welke buiten dezelve of in 't geheel, of zo volkomen niet. verkregen kan worden: en d-t de afftand derhalven, die men aan een BurgerlykBefluur behoord te doen, gérykfoortig met, enjeevenredigd moe z'n aan, die goederen, welker behoud ol verkrjg.ng moeielsk, of niet mooglyk is, buiten ene Burgerlyke Maat fchappy'; en welker behoud of verkrygmg, men zien, by Let aangaan van het Burgerlyk verdrag, voorftelt. Hier utt lord verder afgeleid, d,t, onder anderen, de Godsdienst o.X het bedvv ng des Butgerlyken Beftuurs niet afgeftaan woi-den, rog onder deszelfs magt en gezag behoren, kan. N der wordt dit o twikkeld en vnlgender wyze aangetoond. 1° Dat de Godsdienst niet behoort tot die dingen, die aan hef Bnrgerlvk Beftuur, moeten afgedaan worden, vermits het oogmerk' der Burgerlyke Maatfchappy dezen afftand met vordert, eifchende het zelve flegts daden, en zich niet oekreuneude over de beginfelen waar uit die voortkomen-, nog over de gronden waar op die rusten. 2°. Dat, wat meir ook door Godsdienst vcritaan wu neDDen, ct-^jai» u.uuui genen afftand aan anderen gedoogt, nog opdragt van magt, om, daar over, naar willekeur te befchikken. s.VDat, indien de afftand al mooglyk ware, die echter nutteloos, voor de UlirgeriyKC ivtaaucnappy, ïuu iju, ucvyyi u™ïc u.i^v... met daden te doen heeft; en het voor haar, als Burgerlyke, Maatfchappy, volkomen onverfchillig is, op welke beginfelen die daden verrigt worden. 4°. Dat, overeenkomst in daden ™tr -jitvH hnt hednelde is . met de befchikkiiipen van enig Burgerlyk Beftuur over den Godsdienst, en 5°. Dat door Heilige belehiKKingen nooit ware uousuieiisi is voouguuugi. Op zodanige wyze ontzegt van Rees aan het Bm-gerlyk Beftuur allen daadlyken invloed op den Godsdienst, maar hy erkent tevens, dat aan het zelve nogthans enen zekeren zylingfchen invloed kan en behoort toegekend te warden. Hy toont daarom in het twede Hoofdft. aan, dat de Burgerljke Maatfchappy ftaat onder de befcherming en het bettuur der Godlyke Voorzienigheid, van welke dc algemene onzigtbare invloed altyd werkzaam is, eu dat geen Volk, zonder Godsdienst beftaau, of gelukkig zyn km. In het derde Hoofdft. worden de middelen voorgedragen, door welken een Burgerlyk Beftuur Godsdienst onder eeu Volk kan en behoord te bevorderen. «:nrdpn rli? middelen oDMeeven. welke uit den aart ener Burgerijke Maatfchappy voortvloeijen , als: • leder Burper bv zvne Vryheid in bet ftuk van Godsdienst te befchermen. —— Daaromtrent gene ftelligc bpfchikkin- gen te m;.ken. Een ieder de onbcperKtlte \ ryiieja te verlenen (*\ ■ Gefchikte Burgerlyke Wetten te maken en die naauvvkenrig ter uitvoer te brengen. Ten anderen worcien ae miaaeien voorgeemigen, uieiecu», in den eenvoudigen ftaat der Gezellige Zamenleving, invloed op den Godsdienst hebben, als: — Zorg voor genoegzame werkzaamheid, voor den zogenaamden Gemenen Man. Volksverlichting en Befchaving. De bevordeiing ,■ op cue geheel vrye wyze, van Konden eil Weteufcliappen. — Dc beloning' van brave daden. J In het twede Deel, toont van Rees nader aan, dat een Burgerlyk Beftuur omtrent z;.ken van den Godsdienst, ( m ; onderfcheiding van het woord Godsdienst ailean gebruikt, ;„ j„„ hpnaaWerj zin v..ii zcaenlvke è.eupd, rui¬ tende op "het Geloof in God, zyne Voorzienigheid, en jga Eeuwig Leven; gene ïtctnge maken. en bepaalden ztn v..n zejeniyxe o.euga, zvne \ oorzienigheid oefchikkingcu kan oir mag Hy r* 1 Hier maakt de Schryver ene uitweiding, over het houden van God=dienstoeffeninacn, binnen daar toe beltemde gebouwen, met ontfloteii1 dearen Oordelende by, dat cle bepalingen daaromtrent, boewei vooizigtighe:in mnct nam ndvk de bol cn !' met het hakfeï-«e« klein fn .den en vervolgens het „' zaad door ene zeef afzonderen. Op deze wyze ve.- „ krygt men het geheel zuiver. My is onbewust, of ,, ik "de eerfte uitvinder vau deze behandeling ben : „ doch ik heb dezelve voor dezen nergens gezien „. noch geleerd. „ Wanneer de Papaver van 't land genomen is, „ worden dc Wortelen weder van 't onkruid gezui„ verd, wanneer zy een uitmuntend voeder voor 't „ Vee opleveren. „ By 't liaan van de Oly, moet de voorzorg gë„ bruikt worden, dat cle Breek-ftenen en de Pers „ (Hey), zorgvuldig fchoon en zuiver zyn, indien „ voorheen ander zaad dan Lyn- of Raap-zaad cp de„ zelve gellagen is geworden. Verders moet men ge,, hele nieuwe doeken daar toe gebruiken. En eincle„ lyk moeten dc koeken niet te warm geflagen wor„ den, wanneer de Oly niet branderig, maar zagt en „ zuiver, van ftnaak blyven zal. Het is dierhalven „ raadzaam, de Papaver, kort na dat zy ingeöogst „ is, te laten (laan, vermits het jaaigety alsdan nog „ warm is, en men meer Oly, dan kat-in 't najaar, „ verkrygt. . „ Men moet de Papaver-Oly vier of zes weken Ia„ ten (laan, alvorens dezelve te gebruiken, op dat het melkagtig fap, dat ib dezelve, is, naar den „ grond-zakke: en alsdan moet men de Oly m ande„ ie vaten overgieten. Terwyl zy zo-ftaat, mogen „ dc. vaten niet digt toegemaakt'worden, maar men „ moet dezelven met enen iosien imnen ooe.K, oi met „ ene .doorgeitaken blaas, toemnden, op aat etc uiy ,, vry- kunne uitwaasfemert. Hoe ouder de Papaver„ Oiy' wórd,' hoe beter zy word. ,-, Óp een Calenbergfchc, ..Mprgeo (183 vierkante „ Rhynl.- Roeden t worden gemeenlyk gé tonnen (*) ,, Papaver-zaad geoogst. Uit een Tón worden 70 pon„ den Oly geflagen. Tegenwoordig is de Oly ren „ minften 8 a 9. duivers waard, en word gretig ge„ kogt. Men kan dus her gewas.van enen Morgen „ op" 105 Guldens (f) berekenen.. De gele Worte„ len, ais'voeder voor 't Vee- gebruikt, zouden wtft„ ligt de' mest en de onkosten vergoeden. „ De (*) Deze maat, zo wel ais de volgende geldfpecien , zyn o- na mogelyk van de. Calcnbergfche tot de Amllerdamfcha vergebragt. * \Aimf. V. d. Kxntaler. (t) Dit zoude .voor een Morgen,..hier te lande, omtrent 344 Guldens uitmaken. ; , ■ ' dmtt. v. 4. Vertaler.  C 144 3 Pryzen der. .granen , oi> 20 u^uhj» »• «--s , tarw. HetUstl GERST. HetUst' EMng.% Heugiche '. 27° S 300 Zeeuwf. en Overm. Wmter . Koningsberger . 260.1205 Dito Zomer . VriértSè . 260 a 290 Dantziger en Elb. , • liov-nlandfcbe . 265 a 290 „„„.„■„ i,, .FTfWFYT. Voorlandfcbe rode . 245*280 HAVER en BüEKWLYl. Zeelandfcbe . 290*310 ,,6aifo ROGGE. ' Brouwhaver ..... 130 a iou Pruisfnche . • 1^^195 Wirte Voeder dito . J|o« i~ Koningsberger . . ^5 a 195 Boekw. Amersf en Gooü. 4 32 * 35 Gedroogde • • 185 a 200 Dito Brab. en Vlaam. £32*35 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsen en Raap-OIy, per Aam f Sof Ovenn.'t Last. . £ 84 a 91 Dito-Lyn _ . • <*| Slae-Lynz. de ton van Dito Henmp . . • - /-ï r Scheo. Risaas . / tétitst Walv. Traan, 't qiwrt. üluSl dfto • >W*if van ,2 Stek. Nieuwe *. i^né Dito Rode na Wissel- en Speciecours. Madrid uro. 2 m. % ^ . ^ Cadix ■ . Lislabon - 48Ï Nieuwe Ducat. ƒ 5;x4) Venetien - 87ï Oude ger. dito - 5«''3« Livorno ■ - i°3 > Nieuwe Louis d'Or -11,11,9 Parys. 2.m."t • . n , enx«i " Girinies -12,4,2 dito kon. >,nAingll-5^a* Pifblen r**5 tj Jdem in Specie - Franfche Kronen -57*5<\ Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. -3a2pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. 41 B°- gawi . 92? pCt. Dito kort - 42j a i — Wenen id. B°. - 34i «i- 'i .Mnrt vrcrHP PT?VST,YST der IN- prCt. Generaliteit Anticipatie en 7kfor*« t\vn wyk Den 10 October is alhier mei: Wt . gJehad hebbende Landing, ontmoet hebben: iets ?c Godgeleerdheid bevorderd, de Heer Pia** jenoegzu-mi aanbelang voorkwam,. om T t conüiïiWKAMP, ff" Giffen c &|_ bla'•> komt, moeren, by zulk ene verdediging, in het '„Landen echter de Engelfchen aan dit punt vair „•„■ oog gehouden . worden: nam. i. Het bezit van „ de k st niet, zo is de gehele onderneming van zeer „ „ het Terrain. .a. Het.bewarcn van de Schepen en L verre uitzigten, en in de gevolgen zelfs zeerheden- „ „ van dc Haven: gévolgehk moet de vyand, door „ kelyk. Van geen ander'punt kunnen zy, by het .,, „ middel van de verdedigings-inngtingen, vcr-ge„ verder voortrukken in het land , door hunne Oor- „ „ noeg van .het .Nieutvdjcp gehouden worden, om „ Wsfchepen in diervoege onderfteund worden, als'.,, „ 'er gene Bomben in te kunnen werpen. Zal het „ uit het Marsdiep. Zelfs niet van de Hclvoctfc.be „.„.opwerpen van nietsbcdmdende Batteryen en Ver„ Reê! By het zwaarlte ongeluk , 't geen hen belo- „ „ fchanhngen aan dit grote doel beantwoorden? een „ pen km, — bv enen aftogt — kunnen zy zig, aan >, „ ftouten en kloeken vyand afweren? En hoé zeer ., de H.ven van het Nieuwdiep en aan de Het'der, in- „ „ ook het inlopen ener vyandelyke Vlote weinig te ,, fchepen, zn lang zy den post tusfehen Kalantsoog, „ „ duchten zy, fchoon, in zamenvoeging met ene „ en den Noorder Sci.enkeldyk, verdedigen, die zy, „ „ landing fteeds met .onuitvoerlyk lchynende te wc„ na de vermeesteiing van de Helder, moeten ver- „ „ zen, eischtnogthans zo wel het aanbelang v?.'n het s, fterken. ' •>■> locaal als de veiligheid der Republiek, dat men „ Op deze wyze zal, met de Landing ten Zuiden „ „-allen aanval, fchóon- ook. dadelyk door ene lan„ van het Marsdiep, de Bataaffche Republiek groot- „ „ ding onderfteund, konn.e, afkeren; cn hier toe „.deels veroverd, en de Hollandfche Zeemagt een „ „ zouden, ten minften, twee Forten, niet verre van „ roof der Engelfche geworden zyn. «i »• de Helder , nevens een derde op het Eiland „ Hoe zeer echter de'verdediging van deze gewigtige „ „ Texel (*), — voorzien van toereikende Bezcttm„ plaa;s, waar op tegenwoordig het oog van geheel „ „ gen en allerlei foort van Magazynen, vereischt „ Europa is gevestigd, verwaarloosd word,' zal on- „ „ worden. — Errinncrd men zig aan het gefoiceerd „ der anderen blyken uit de aanmerkingen van Wie- „ „ inlopen van den Admiraal Duguay Trouin in Öe „' beking, over de veiligheid' der 'Marsdieper Reê, „ „ Baai van* Rio Janeiro, alwaar de kust-batteryen L in diens allgemeinen Wasfer-Baükiinst f. 424. De- „ „ van geringen dienst waren, aan /lbukir, aan Mal„ zelve luiden aljs .volgd: " ' m ■>•> tha, aan Karthagena, door .Drake in 1585, en „ „ Deze met 'er daad voortreffelyke Reê, welke, „ „ Petj? in ïff95„ffe laatfte volgens een on w..u-pen i,, „ tegen de holle Zee , deels door de voorliggende „ „ plan van Pointjs, ingenomen, in welke Haven „ ■„ Banken, deels door-ie hoge kust .en duinen, be- „ „.'de ,Admiraal Vernon, in 1741, jnlkp, -niettegen„ 1'chut, —.een goeden-ankergrond hebbende; wel- „ „ ftaande de Forten 'hocca-ctda- en. Jofeph aan den „ ,-, kc zeer ruim voor de grootfte Vloten is; waar „ „ mond lagen; errinnerd men zig aan deze gebeur„ „ by 'tegenwoordig' een zeer 'goede- haven (het „teni-sfen, dan zal het zeggen van Montalem„ „ Nieuwdiep) ligt; en aan welker ingang een vuur- „ ,, bert van tle Spanjaarden en Franfchen (in'zyne „ „ baak op Kykduln brandt en waar verfcheidene „ „ Fortificatiën perpendiculaire, 'Tom. III. p. 96.) ■' " '?, ten opzigte van het verwaarlozen van toereikende ► . ' "' " - ~ , ~~ " " vcr" (•*) Ook dit'is gelukkig gekeerd ; dank' beb'We -de dapper- -—. -heid ónzer' Bataaffche). en Franfche Kngshelden, die eindelyk den gelanden vyand tot den aftogt hebben genoodzaakt. (*) Het Fort, op dit Ftland liggende, is te verre bmAant. van den Redacteur, nenwaarts en Van het Marsdiep verwyderd. I T a  C H8 ) „ „ verdedigingsmiddelen by de Havens hunner Ko„ „ lonien, de ernirigfte oplettendheid verdienen; en, „ „ met de woorden van dezen Klaslieken Schryver, „ „ zullen wy van deze zaak afftappen: „ „ Vindolence Espagnole, portee è un point quc la „ „ légireté Francoife peut feule égaler, fe plait a re„ „ garder les plus foibles remparts co-mme des obfta„ „ cles infurmontables."" NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Verhandelingen raakende den Nat uur ly ken Godsdienst, uitgegeven door Teylers Godgeleerd Genootfchap. 17de Deel, in 4°. 534 bl. Te Haarlem , by Joh. Enfchedéen Zoonen , en J. van JValré, 1797. (_V~ervolg van Bladz. 142.) De Hoogleeraar Hesselink, wiens Verhandeling te recht, in het Voorbericht, een net en in naauwkeurigheid uitftekend, Andwoord genaamd wordt, heeft het eerfte gedeelte der Vraag met j"a, beandwoord, en zyne Verhandeling in twee Hoofditukken gefchikt. Het eerfte Hoofdft. behelst een algemeen betoog dat het Burgerlsk Beftuur invloed moet hebben , op zaken van den Godsdienst. De Godsdienst is wel niet, en kan nimmer zyn, een voorwerp van Burgerlyk Beftuur, voor zo verre men denzelven befchouwd, als enen natuurlyken pligt van den redelyken mensch, jegens zynen Schepper, waar van de bedoeling is, om den mensch, tot het genot van duurzaam en beftendig heil, tot een hoger en voortreflyker leven opteleidcn: maar, voor zo verre de Godsdienst, met liet heil der Maatfchappyen, in een allernaauwst verband ftaat, en de belangen van het algemeen, aan bet gevestigd Burgerlyk Beftuur, zyn toevertrouwd, mag het zelve niet alleen, maar het behoort, zynen invloed uitteöeffenen, op zaken van den Codsdienst. Dat de Staat geen Godsdienst heeft, wil zeggen dat het Burger!}k Beltuur , uit naam des gehelen Volks, gene openlyke belydenis doet van deze of gene God.--dicnfiige gevoelens, geen afzonderlyk Kerkgenootfchap als het zyne heeft aangenomen; maar het kan niet betekenen , dat de Godsdienst geen voorwerp is van het Burgerlyk Beftuur. Ene Maatfchappy, zonder Godsdienst, zou zich zeiven verwoesten. 'Er is gene zedenlykheid en genoegzame aandrang tot Deugd , zonder Godsdienftige grond- beginzeis. De Eerzugt kan het gemis daar van niet vergoeden. En, de Burgerlyke Wet kan , zonder invloed van den Godsdienst, den Staat niet befchermen. In zo verre de invloed van den Godsdienst, op het welzyn cn behoud van den Burgerftaat, niet is te ontkennen, is, derhalven, de Godsdienst met den Staat verbonden, en dus een voorwerp, omtrent welk het Burgerlyk Beftuur zynen invloed mag en behoort uitteöeffenen. De Hoogleeraar erkent het misbruik van deze fteilmg, ten allen tyde, onder alle volken gemaakt, en toont daarom in het twede Hoofdft. aan, van welk een aart en uitgeftrektheid de invloed des Burgerlyken Beituurs op zaken van Godsdienst mag en behoort te zyn. Hy befchouwd de Kerk, of beter een Kerkgenootfchap, als een afzonderlyke Maatfchappy in den Staat, in oogmerk t daar van geheel onderfcheiden. Dusdanig een Gods- dienftig Genootfchap, kan zich zulk een gedaante geven en zich zulk een vorm van Beftuur uitkiezen, als het goedvindt, en is dus geheel onafhanglyk van den Burgerftaat.-'Er mogen, zo vele dusdanige Maatfchappyen worden opgericht, als 'er verlchillende Gezindbeden bnder de Burgers zyn, ten opzigte van het Godsdienftige. Elk Godsdier> ftig Genootfchap heeft dus hare Rechten; en, zy allen, die zich tot het zeilde Genootfchap verenigen, ontwerpen zich zeiven wetten. Het Burgerlyk Beftuur mag daar op geen invloed uitoelfenen. Nog omtrent het Leerflellige, nog omtrent de Kerkelyke 7'ugt, mits, het een of het ander niet ftrekke tot last of wezentijk nadeel van den Staat. ~ Wanneer, in enen Staat, (legts één Godsdienftig Genootfchap beftond, moest ook alsdan beider beftuur onvermengd zyn, maar* geen gedeelte van de Maatfchappy zou, in dat geval, 'er enig nadeel by lydeu , wanneer bet Burgerlyk Beftuur de Kerken en Leeraaren onderhield , Fecstd- gen vastftelde enz. echter blyft de vraag over, of zulk ene in- . neming, om ae gevolgen, zens m aat geval, verKiesiyk zyn zou. Anders ondertusfehen is het met de zaak gelegen, wanneer zich, in den Burgerftaat, onderfcheiden Godsdienftige Genootfchappen bevinden , want , in dat geval, moet de invloed van het Burgerlyk Beftuur, op zaken van ! den Godsdienst, beftaan in Befcherming, Aanmoediging en Algemene Schikkingen. • Het Burgerlyk*Beituur moet den Godsdienst befchermen.— Het moet, aan alle onderfcheiden Godsdienftige Gezindten, gelyke Rechten verlenen, ook aan de Joden , en aan weerloze Burgers , die, gewetenshal ven, zich tegen het voeren van Oorlog verklaren. Het moet aan, alle Godsdienftige Gc- jnootlchappen, gelyke befcherming verlenen, zonder dat het te maiten neen met iverneiyice vericniiien, 111 zo verre die zuiver Kerkelyk zyn ; offchoon 'er voorziening gebruikt mag worden, wanneer die vereischt wordt, ter bewaring van goede orde en veiligheid, en ter handhaving van Recht en Billykheki. Het Burgerlyk Beftuur moet ook door deszelfs invloed den Godsdienst aanmoedigen. — Zy, die, uit naam des gehelen Volks, den Staat beftureu, en deszelfs welzyn, zo veel mooglyk, moeten helpen bevorderen, zyn ook verpligt, zo veel zy kunnen, voor de aankweking van den Godsdienst zorg te dragen. — 't Is wel hachlyk den invloed der Burgerlyke Overheid zo verre uitteftrekken , om, op Hoog Gezag, het verfpreiden van Ongodsdienftige Schriften te voorkomen ; maar, door gepaste middelen, kan en mag dezelve werkzaam zyn, om Ongodsdienftigheid te keer te gaan. • Het onderbonden en bekostigen van den Openbaren Godsdienst, 's Landswegen, zou niet zonder fchending der na~ tuuriyKe icecnten van clen burger kunnen plaats hebben, en het Buigerl}k fieituur kan, door andere middelen, ter bev  C 149 ) bevordering van den Openbaren Eerdienst medewerken, als: •Door te zorgen voor de Armen. Door invloed te hebben op de Hcgere en Lagere Scholen, zo ver zulks kan «rekken, ter bevordering van Godsdienftige gevoelens. —— En door, als Volksbeftuurders, hoogagters en voorftanders van den Godsdienst te zyn. . j - Eindelyk, het Burgerlyk Beftuur behoort enige Algemene Schikkingen te maken, nopens den tyd en de wyze van de Openbare Godsdienstoefening. Het mag verbieden, t eeen de behoorlyke waarneming van dezelve kan itoren. — Het mag de oude gewoonte wettigen en fchikkingen maken, dat de openbare Godsdienst op den Zondag kan waargenomen worden, met vr)baring aan de Joden, om den Sabbath, naar hunne wyze, te vieren, en aan alle Gezindten, om, buiten den Zondag, op andere tyden en dagen, Godsdienfti- ee vergaderingen te houden. Het Burgerlyk Beftuur heeft wel geenszins een Recht om Dank- of Bededagen te gelasten, maar het heeft de bevoegdheid echter, om, tot het houden vau dezelve, alle Ingezetenen vau den Staat, door ene algemene Uitfchryving, optewekken. De wyze van Openbare Godsdienstoefening moet worden overgelaten aan elke Gezindte: alleen heeft, 111 elke gemengde Maatfchappy, de Wet te bevelen, dat alle Godsdienstverrigtingen zich, binnen den omtrek der Kerken, hebben te bepalen. , , . Het Antwoord van Mr. R. Feith, waarlyk in1 enen meesteragtigen ftyl, en vol gevoels gefc reven, verfchilt van de twee vorige Verhandelingen, en ook van de laEtfte Verhandeling, voornamentlyk daar in, dat, in het zelve, het onderwerp alleen, of bepaaldelyk, van den kant der zeden is behandeld. , „ . Het ontkennend beantwoorden der Vraag wordt aangemerkt , voorttevloeijen , uit het miskennen van den Godsdienst van Jefus; want die zeden, welke vereischt worden, om de ware Vryheid onder een Volk te bewaren en het geluk van het zelve te bevorderen, worden door de Leer van Jefus uit de egte bronnen afgeleid, en door de kragtigfte be^r^orftonr.H. ?n dat de invloed van den Krist- h ken Godsdienst, onvermydelyk, nodig is voor de ware Vryheid en het geluk des Menschdoms, en dus het Burgerlyk Beftuur dat de verbetering van de zeden des Voiks voor het eerfte hoofddoel zyner zorgen moet ftellen, mag en behoort invloed te hebben op zaken van den Godsdienst. Het Burgerlyk Beftuur echter mag. ook volgens Feith, zich in eeen öpzigt en onder geen voorwendzel, hoe ook genaamdf met het byzondere Leerftellige van den Godsdienst bemoeijen, maar het moet wel invloed hebben op de Leer wvze der Zedekunde van het Euangelie, en alle zorgen aan wenden om dezelve, in hare oorfpronglyke zuiverheid, te doen leren en betragten. ' Aangamde de wyze, op welke die invloed moet werken, komt Feith , in zommige opzigten, met de Schryvers der overige Verhandel ineen , geiyk men verwagten kon, zeer vel overeen; maar in mdere opzigten verfchilt hy met hun zeer aanmerkelyk. Hy wil by voorbeeld, dat niemand een Lid van het Burgerlyk Beftuur zal worden, ten zy hy zich belyde een Kristen te zyn. Dat het Burgerlyk Beftuur de grondwaarheden inoet handhaven, met welke de Kristelyke Zedekunde ftaat of valt. —- Dat het Burgerlyk Be¬ ftuur zorgen moet voor ae bezoldiging acr i^eeraarb cn/.. n„ u™rAw?iri\,Vp inhnnH dpr krme. maar zaakrvke . Ver¬ handeling van Rogge komt hier op uit. Het Burger¬ lyk Beltuur heett nog reent nog verpuguug, ™ chcm ^v-'"ftreekfehen verpligtenden invloed op zaken van den Godsdienst uitteöeffenen, die verder gaat dan tot de befcherming van elks Vryheid in denzelven , welke befcherming weder niet verder moet g ian, aan tot ae nauauavmg vau uc u^nbare Rust en Orde der Maatfchappy. : Het Burgerlja; Beftuur mag o! behoort zens genen zyaeuugiuieu nmucu uitteöeffenen op zaken van den Godsdienst, die aan denzel—„ ,„i...A Kt..~.:r „„utroeTnvit relehprrimi . NntóE ad 7H- tuks Digeftorum. De verborum fignificatione, et De Re- gulis Juns: t,atait, atque ammattveryuna juui u»j*oy Nicolaus Smallenburg , in eddem Academid Jur. Cfv. Prof.Ord. Lugduni-Batavorum, typis Honkopianus. 1799. in 8vo. , . . Het is al veeltyds het geval, dat nagelatene aantekeningen, brieven en andere vrugten van vernuft, van mannen van naam, na hunne dood, worden opgezameld en in 't lichl gegeven. Zien wy op latere tyden; de Franfche geleerde, Beaumarchais , zamelde alles op, wat de pen van Voltawe ooit hadt op het papier gebragt, en maakte van 't vernuft en de vermaardheid diens Schryvers ene Koopmans-berekening van winst. Men weet, dat, vau tyd tot tyd, ook na- r,f lievpr munndpiif» wprkk>s van MoiMTESOUIEÜ. en andere beroemde* Schryver, zyn uitgegeven. Ziet men vr^mro tvApn . vpr l,pr ornotsr pedeelte der werken van Cujaciüs beftaat uit nagelatene fchriften, die na 'smans dood van alle Kanten zyn opgezogt, Dy een i-iüui-«, w uitgegeven. Deze weinige voorbeelden zyn hier genoeg; maar de vraag is, of, in 't algemeen befchouwd, deze reeds door 't gebruik enigzins gewettigde gewoonte voordeliger zy aan den naam en roem der afgeftorvene Geleerden, dan voor de beurs der Boekhandelaren? Het beantwoorden dezer vraag, in't rlgemeen, is niet wel mogelyk, daar deziak zelve van ene toevalligheid afhangt, namenlyk van de voorzigiigheid der verzamelaars en' uitgevers en derzelver achting en eerbied voor de namen der overledene geleerden. In de daad, zy , die alle aanmerkingen, brieven, en, ineen woord, alle verftrooide papieren van een geleerd man opfnuffelen en uitgeven, doen weinig dienst aan zyne nagedagter.Ls. Welk groot man is 'er, die z ne zwakke zyden niet heeft? Welk, die teil allen tyden even wys en doorzigng T 3 B'  C 150 P ;,5 \y;^ tarfhabt r;et het een of ander, in een vlug ogen- ghts , nis eigenaar van dit boek, gefehreven is, en waar m blik voon l in 'icn hv niet kan gisfen , dat het geen hora veie aantekeningen van denzelven gevonden worden, en zelfs ■uit'den ten'fild, waereldkundig zal worden? Zag merrve- do'drukfeilen, in het werk-, op den rand wórden-verba-le Lerocmdc mannen in hun daagfyks bedryf, hoe vele ge- terd. treken zouden zi°- niet vaak vertonen ? Dit is, en algemeen De geleerde Smallenburg heeft er ook verfcheidene gewaar en bx'z^.der toepasfelyk oti pemeenzame brieven, tus- leerde aanmerkirgen op de aantekeningen van Schulting feftén Éêédé vrienden gewnfcld. ' Waren de brieven van Cl- bygevocgd, waar toe of enige agterlatingen van dezen geer o0 fn da radheid 'van z\n hart, of in kommervolle ogen- leerden-man, of uitleggingen, na zyne dood eerst m 't ligt blikken van %n leven, aan Atticüs , en andere vrienden verfchenen, aanleiding gnven, bladz. x. Op gemelde bladz. re'chrevcn, niet overig, men zou zo veel ftofs niet gevoit- x en xi. geeft hy tevens reden, waarom hy met de aaniden'hebben on dien groten man met beritningen als te over- tekeningen van Sciiülting, op de twee laatfte tytels van de laden', "aan werk™ andere beroemde mannen alleen daarom Pandecten, juist heeft aangevangen. Hy'wilde namelyk lieonrfnapt -zmi om dat, of geen, of weinige gefchriften, al- ver met deze proef eens toetfen, of het geleerd Publiek in thans fcftö gemeenzame brieven, van hun overig zvn (*). deze foort van vrugten fmaak genoeg vondt, om hein tot Ook zelfs geleerde aantekeninp-cn van beroemde mannen, het uitgeven der andere aantekeningen.-op het Romeinsch t^rd'n veelnds alleen voor hun ciaen gebruik, en zouden, Wetboek san te moedigen. Wy wenfehen van harte, dqt bv;-M;Wi zy al irfttYier een voori-emcn gehad hadden,-daar m\ deze billyke veruagting moge beantwoord worden, en iH 'vc'V 't publiek -«brink te- maken, doorgaans nog ene dat dan ook de geleerde waereld da uitgave van de overige nerkelykV vei lezing, zuivering en befchaving, hebben onder- aantekeningen van den door en dooi: geleerden Schulting 'traan, tot"welken andere uiieevers, «fa hunne dood, minder moge ontvangen: terwyl zy reeds aan den arbeid van den gefchikt en bevoegd zyn. " Hoogleraar Smallenburg, voor het uitgegevene, dankfchul- Dcze aanmerkingen, welken by ons altyd zwaar gewogen dig is. Dit zy, voor ons beftek, en naar den aard van dit hebben, en ook by zommit-e beroemde manneti van da be- werk genoeg. Immers, daar het aantekeningen zyn op ioslaftg zvn geoordeeld, dat V.v, bv hunne uiterllc willen, te- fe en niet te zamen hangende wetten *it dc twee laatfte tr'geii zodanige uitgaven van hunne nagelatene gefchriften niet teis van de Pandecten, zo voelt een iegelyk, dat het werk zeiden tragtten te zorgen; deze aanmerkingen zyn ons rui- zelve voor geen geregeld uittrekzel vatbaar is. 'mer uit den pen gevloeid, 'd m wy gedagt' hadden , en zyn . ook , fchoon voor een gedeelte minder, echter enigzins toe- NARIGTLN en BYZOINDE kilEDLN , pasfelyk op deze uitgegevene aantekeningen van den beroem- tot den handel.en scheepvaart, land-. den Schultingius. Immers is 'er geen hlyk, dat deze ge- en veebouw, als wede de huishofileerde man vermoedde, dat het geen hy toen fchreef,- ooit kunde, handwerken en fahet licht zcude zien. Ook verfchilt het veel, in welk tyd- brieken, betrekkelyk. perk van zyn leven een geleerd man zyne gedagten-op 't ' • papier brengt; even gclvk men de onderfcheidene levenstyd- Londen, den 4 OBober, 'Er is' te Cofoor, dig»- hy perken der beroemdfte Schilderen naauwkeurig opmerkt. De •j)et port van Cond/vir, in dc Gr/ ./or, ene grote me'Hooggeleerde Uitgever merkt in zyne Voorrede bl. iv. zei- ni te Diamanten, vry goed van water, gevonden, ve op , den tyd der aantekeningen van den beroemden Schulting nier te kunnen bepalen, ja ook zelfs niet te twyf- Hamburg, den 28 Oclober: ' Ondanks alle aangefelen, of hv heeft dezelve reeds vroeg begonnen: het welk weiKie middelen, om, waar het mogelyk den vo< rtzeer waarfchynlyk is. Ook erkent de Uitgever bl. ix. dat der Bankbreuken te fluiten cn liet cixd.t Van «.n- Schulting die aantekeningen, niet voor anderen, maar al- * g hei Hellen, ze-fs .in wechvil van de ei ar S ^ ^reeds uit fo^^^sÉS ftipt te behandelen; waarom dan ook verfcheidene «rnhalin- Geldfommen., gaan dezelve >«* annfioudend vomt, gen door den Uitgever verbeterd zyn; het welk te meer 110- hebbende weder twee Handelhuizen, tm opeen tuiten dig was, om dat. het anders dikwyls moeilyk is te onderfchei- J. 1. het een voor omtrent q.oSooo jen bet ande- voor den, op welk woord of zin van ene wet, de aanrekening 40000 Mark Banco, die op den agfferl door nog drie van den groten Schulting moet t'hnis gebragt worden. Het ancleren, zamen voor 4,37850 M. B. gevolgd zyn, infchynt de gewoonte van. dezen geleerden Uitlegger van het %fyeh't verklaard/- ' Romeinsch Recht, te zyn gewéést, op vele zyner boeken, ■ ' '' ■ ' 'aantekeningen te fchryven. Met heugt ons een Bachonat JETS over 1 H^t'Maïs oV. Trte zotffifTA -\mde . ad'Treatleritm gezien te hebben, waar fir, voora-n op bet TüRKSCHE Tat.we (UfUideCiun l.;dkui:i.~) zogenaamd fchutblad , de naam van Antonius Schultin- y • ; _ - ,- 1 . , ,„«.' 5 - De Aardappelen en het ttfais,, zyn de m.utig:ic'ge1 i 1— fchenken, die Europa van dc ontdekking: .der. nieuwe C) Zie Lettcrb. No. 303. bl. tz6. col.». waereld ontfing. Het laatfte j uit Amc-iku ******  c m 3 de, heeft men, -zeer verkeerd, TurxfrfkTarwe genoemd. Toen de Spanjaarden te St. Do.ningo aanlandden, was Mc.is het eerfte voedsel, dat de Inwoonders hen aan¬ boden. In het vervolg van hunnen Togt, vonden zv d I Koorn, op de At/tl !lifa.e Eilanden, te Mexico en Peru .weder , daar liet overal het voornaamfte voed zelf was, en alom met enen heiligen eerbied wierd ge¬ waardeerd. Onder ahe itaüeii , tct voedzel van den mensch geichikt, is er geene, wier uiterlyk voorkomen meer ia het oog \ alt cn majestueufer is, cLn van het Mais By de Tticm maakte het ook een cieraad van -de Hoven uit. De ftand der tiitgclcezenfte Maagden bereidde daar van het Offerbrood , het wierd in dc zamenleeving en koophandel in plaats van munt gebruikt, en men ruilde, daar voor andere Lee vemhehoeftens. Ook de wiidfte menfehen der nieuwe waereld vierden , uit dankbaarheid , jaarlyklche Feesten, ter g Icgendheid van den Mais-oogst. Dit Koorn diende den Indiaancn niet flegts tot fpys, maar ,zy maakten tiaar uit ouk. eenen gegisten dtank, Ticcha genoemd. Hier op onthaalden de oude Peruaanen hunne vrienden , op dagen, tor openbaare vreugde beftemd; doch hy maakte zo fchielyk dronken, dat de Inca's het als een ftuk van Godsdienst befchomvden,. zich van den zeiven te onthouden. Zy fchreeven hem zo wonderbaare werkingen toe, dat de verzamelde Naastbeftaanden, by Begravenisfen, het Grai met dien drank begooten, die door aangebragte pyp jes in den mond van het lyk liep. De. Heer Par men tier, wiens belangryke Verhandeling Over het Mais de Akademie, te Bourdeaux, voor eenige jaren bekroonde, heeft, met den Heer cle Longchamps, eenen der voornaamfte Bierbrouwers te Parys , eene Proef genomen, Bier van het Mais te brouwen. Dit Bier, is uitmuntend uitgevallen, en geeft, door de distillatie, eenen zeer vuurigen Spiritus, eenen waren Brandewyn, die naar alle gedachten de Ticcha der Peruaanen was. Het Mais, het voedzel van den Peruaan, in gezonde dagen, was ook zvn Geneesmiddel in die dei- krankheid. Men vervaardigde daar uit Dranken voor hen die aan de beterhand w. ren, en de Mexii xicaau- fcle Artzen verordenden Souppen en Bry van het zcive. r,n, m ue ciaaci, er is geene luoitantie mogelyk, die gemakkelyker te verteeren is, en noch in onze dagen, word, in denJE^a, het gebruik van Maisgrutte, voor zwakke en ar.ir'oenelyke maagen aangepreezen. De Eetlust van den mensch pleit ook ten voordeel van het Mais. De fterkfte mannen van halten , Bourgondien en Franche Comié, maken daar van hunne voornaamfte dagelykfche maaltyd. De Ptifane, the de Amerlcaaneu met water, van het Mais knoken, noemen zy Atole. Ja, het Mais is het eenigfle voedzel in vérfcheide Cantóns van het zuidelvk Frank¬ ryk. De Mexicaancn maaken daar van eens zekere zoort van koeken , door dien zy de korrels, na "dat zy dezelve in water hebben laatcn weekeu, met de handen in ftukken wryven, tot een deeg bereiden, cn in aarde pannen bakken. De Wilden gebruiken de korrels meestal tot een Bry gekookt, en of alleen, of met Booneji .vermengt, of'met Vleesch cnVisch. De Air kan, noch groen zynde, of gekookt of geroosterd , als eene aangenaame Spys' gegeeten worden. Uit dcii Steel word, Wanneer by noch groen is, een Honing geperst. De heilzaajhe uitwerkingen van het Mais, zyn ook by het Vee zichtbaar. In halten word dit Koorn fterk geteeld,, en of tot Bry gebruikt, of om het Vee daar. mede. te mesten. Het is een hecrlyk voedzel, voor het Rundvee, Paarden, Zwyncn, en inzonderheid voor het Gevogelte. Dit laatfte eet bet zeer gaarne , en wel met het beste gevolg,.het vleesch word tederder en fyner, en het vet vaster en zappiger. De Dieren, in het gemeen, cetcn het zo gaarne, dar zich ver- lcheiclc daar mede laten vangen. Met het zelve' vangen de Negers, die in de Goudmynen aibeiden, ele Aapen. , \ Dewyl de Mais-bry zo gemakkelyk, zelfs van de zwakfte maagen, kan verteerd worden, ware bet te wenfehen, dat veele aan denzelven bv kinderen de voorkeur gaven, voor den nadeeligeren Tarwe'-meef- bry. De Mais maaut vet, en geeft een vast en ge¬ dwee vleesch, terwyl eene fiegte verteermg eene zoort van marasmus en vermagering veroorzaakt. De Heer Gendron, te Parys, verkogt koeken en toefpys van Mais-meel, 'by maakte ook een ligt gebak, dat in. mandjei-s wierd verkogt, hy veranderdede gedaante cn toebereiding van dit gebak naar welgevallen, en deed 'er wat zuiker by, zo dat het eenefpys voor Dames, herftellende kr nk-.n . Gn-siiart*, en vooral voor kinderen was, welke laatfte" he als een nieuw, en even zo aergenaam als gezond, Boni- bon gebruikten. Rott. 27 Oct. 1799-. C. P. S. medegedeeld .doen : j. c. pL |  ( 152 ) faas deh GtATffiN, op 4 November te Amsterdam. TARW. Het Lastl GERST. Hettor Ggld.' G?ld- Poolfche bonte en witte 2803310 Vriefche Wintergarst . 130 a 145 di .0 rode . . 270 u 300 Gron. en Oldamfclie . 130 a 145 ElMng. en Heugfche . 270a 3» Zeeuwf. en Overm. Winter 130a 145 Koningsberger • 260a 295 Dito Zomer . • I3°* !45 Vriefche . . 260 a 290 Dantziger en Elb. ttSÈU \ ÏK£ HAVER en BüEKWEYT. Zeelandfche . 2908310 ROGGE. Brouwhaver . . • 908105 Prui«fifche . . 17^ a 195 Witte Voeder dito . 7°»*° K.ningsherger . . 175 a 195 Boekw. Amersf. en Gooil. i32a3.1l Gedroogde . . 185 a 200 Dito Brab. en Vlaam. £ 32 a 35 Zaad, Oly en Traan. Kook. Zeeuwsch en Hv.p-Oly, per Aam f 8r>$ Overm.'t Last. . j£84a9i Dito Lyn . • - o3| SUg-Lvnz. de ton van Dito llennip . . - 72* 5 Schep. Rigaas . / I2*ai3f Walv. Traan, 't quart. Hènrwjzaad dito . - 10 a n van 12 Stek. Nieuwe 117a 118 Dito Rode . . . - 112 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 4 m. \ # <Ê & Cadix Lisfabon - 49 Nieuwe Ducat. ƒ 5>l4>ï3 Venetien - 87} Oude ger. dito - 5.'2'10 Livorno - 103 § Nieuwe Louis d'Or - 11,8,6 Parys. 2-m.T- ^r;- ,0» Guinies - 12, dito kort. 59* ,9)I4 Hem m Specie - Franfche Kronen -57a5s Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. . 3aaJpCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. B°. „ k . coiaOOpCt. Dito kort - a | — Wenen id. B°. - 33§a34 zig, zo veel hy kan, van al wat diplomatisch en ministerieel is. Hy zegt, dat de pen niet voegd aan een Zoldaat; en uit dien hoofde zyn zyne rapporten en orders ongemeen kort. Dikwyls maakt hy ze in Rusfi1'che Verfen. Na het innemen van Ismailow, fchreef hy aan zyne Souveraine: Eer zy God! eer zy u! de Stad is genomen, en ik ben 'er in. Na de verovering van Praag, fchreef hy dezen regel aan den Koning van Pruisfen: Praag is veroverd en Warfchouw beeft. Suwarow is ten uitterften naauwziende omtrent alles wat den dienst betreft, en ftraft elks verzuim zeer ftreng. Hy vertoond zig als een man van onge- m»t,» nn^crliVnfl-iorhpirl. F.lk Officier moet bv hem. 'savonds een gebed voor de Zold ten doen: en word, by v rzuim daar van, ftrengelyk geftraft. Het merendeel der Europeanen zou hem voor een belachlyk man houden. Maar hv kend zyne Natie, en weet zig van de gefchiktfte middelen te bedienen, om zyne oogmerken, met haar, te bereiken. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te jimjieraam 12 3 ; en te naariem 0 , der welke laatften 2 beneden de 12 Jaren. dik wis zeer kluetig is, maar altoos hun geestdrift maande maakt. Hv heeft van zvne kindsheid af in den dienst geweest, en weet van niets anders. Hy onthoud 011- STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. Te Haarlem, by A. LOOSjES, Pz n„ r baro-1 ther- hygro- streek luchts- ott- ) me- mome- me- der gesteld- '799' f ter. ter. ter. wind. heid. C29. 8i 42 92t o.z. o. .smorsens dampig; 30 < 29. 7^ 49 °75 verder omtrent helder. c.29- 6 45, 93 — \29-5^ 53 95 Z" W' 'smorg. betrokken; 31 S29. 5$ 5"5 »2ï Z. verder bewolkt. ' ?9^J_ _ilL _23_ j Nov.C20. M 50 91 voonnidd!1g regen; 1 \ 29. i 54 93 z,0> verder bewolkt met wind. c.29- 1 __gj_L. 82 i- z.z.Q. 1 L V29- 2\ 5^ ??* Z_^' h!,rde wind> \ 29. 3* 50 «3 'smorg. en'sav. buijig. U9. 6 86 w. z w. b S29' V til 5f VwW' hard"wind, betrokken? 3 < 29- » 52* 63 tusfehen beide watregen. [29. 6\ 54 _. 83 _ cTn~n «5 72i w.z.w. voornidd. bewolkt: na- K 29. 7 5" /« midd. regen;'savonds 1 4 I19. 6i 54 71 z- w> hagelbuiien met zeer ! ^29- 5 47 84 w. banfe «ind. c V29' ^ 47 w. b.n. Vöorm. bewolkt en zeef 1 K < 20 o 50 .64 w.z.w. windrig; verder ha.de re- i [29. 6 I 46I 87 1 z.w. gen en fto.magtig. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTES. enige karakter-trekken van den Russischen Generaal SUWAROW. Een Hoogduitsch Schryver, die naauwe kennis heeft aan Suwarow, heeft ene Levensbefchryving van dien Generaal in 't licht gegeven, waarin, onder anderen, deze trekken voorkomen. „ Suwarow is een kort, mager en krom oud man van 70 jaren; flegts weinige witte hairen bedekken zyn fchedel; maar zyne ogen zyn nog vol vuurs, en alle zvne bewegingen kenme ken ene gevoelige ziel. Hy fpreekt weinig en byna altoos by wegen van Spreuken. By zyne Opper-Officieren is hy niet bemind, maar zyne Zoldaten aanbidden hem. Hy voerd ze nooit in den ftrvd. zonder voor hen een aanfbraak te doen, die  A°- N°. 307. nieuwe a l g e m e n e KONST- en LETTER.-BODE, VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FRTDAG DEN 15 NOVEMBER. berigten. RUSLAND. ■Alle Boekcenfeurs, te Riga, zyn Rusfifchc Priesters, die gene andere, dan hunne moedertaal kennen: om deze reden moet elk Boek, 't geen men toelaat intekomen, in het Rusfisch vertaald worden, om vervolgens door deze Geleerden onderzogt te worden. Byaldien het een of ander in een werk hun niet behaagt, word het aanftonds op het vuur geworpen. Een jong Heer uit Lyfland, die uit Duitschland weder t'huis kwam, had een keurlyk ingebonden Exemplaar van Wielands werken by zig. Ongelukkig viel oen Priester op zeker Deel, dat enige trekken op de Grieklcle Kerk fcheen te bevatten: en uit dien hoofde wierd dit Deel, met de fraaifte platen verfierd, ' onbermhartig ten vure verwezen: zo dat de Jongeling met een defect, werk, 't geen hem 26 Guiniès gekost had, kon heen gaan. ■ 7— Mcn lieeft den invoer van 'vreemde Journalen ,m het gantfche Rusfifche Ryk geheel verboden. BATAAFSCHE REPUBLIEK: Amsterdam. Hoe zeer ook het oorlog tegen de belangen der fchone Kunften en Wetenfchappen ftryd, XII. Deel. is, egter het Genootfchap: ter bevordering der Teken-, Schilder-, Beeldhouw- en Graveerkunst, 't welk nu een jaar geleden, binnen deze Stad, in het Huis van Trip, onder adminiftratie van C. S. Roos, opgericht werd, ondanks de benaauwende tydsomftandigheden, vry gelukkig in deszelfs pogingen tot bevordering der opgenoemde Kunften, geftaagd; daar 'er, uit de drie iwjMzaien, wemen in gemelde Gebouw, viermaal ter week, naamlyk des Zondags, Maandags, TVoensdags en Vrydags, voor den Intekenaren, ter bezichti°fn?, open ftaan, zo wy vernemen, behalven een aantal lekenmgen, Prenten en Beeldwerken, ruim twintig ltuks> Schilderyè'n , van thands nog in leven zynde Meesters, tot e;een .o-erinrrp MU uiiucijLucjuciie r^ieineooers verkogt zyn geworden. Uit dit bygebragte voorbeeld blykt, hoe veel onderfteumng de Kunst in deze Stad te wagten heeft, als flegts ene gevestigde rust en langgewenschte vrede den welvaart en met dezelve de zucht tot de fchone Kunften uit derzelver verdoving doet ontluiken. ■ Daar nu deze Zalen tevens ror pup Mn»™o,iW t-*d lustiging van het kunstlievend oog verftrekken, zyn dezelven dan ook, op de daar toe geftelde dagen, gewoonlyk door een aantal Intekenaren, waar van elk het recht heeft om Dames mede te brengen, bezogt geworden; een genoegen, het welke men zig, tegen de geringe bydrage van ƒ 6-:-: 'sjaarlyks, verfchaffen en tevens daar door den rmpnVn fmaot rirw w befchouwen der fraaie Taferelen en Papierkunst van v , de 1  C 154 ) de beroerndfte, zo oude als hedendaagfche Meesters, ft niet weinig aankweken en den bloei der Kunften in a deze voorname Stad, die altyd tot voedftor derzelven * geftrekt heeft, met vrucht bevorderen kan. ^ H IETS jj aangaande V CICERO; { Voorgedragen aan den Redacteur van de Letterbode J DCOll 1 Mr. HENRIK CONSTANTYN CRAS. c Zeer Geagt Medeburger! * Met genoegen lazen wy fteeds den lof, in uw Weekblad, \ aan den welfprekendcn Stuart te regt toegekend. Het is , een aangenaam gevoel voor beminnaars van 't Vaderland, te ] zien dat de Lettereer , in 't vak der Gefchiedenisfen, wel- i eer door voortreffelyke Vaderlandfche Schryvers behaald, cok- thans nog door waardige opvolgers gehandhaafd wordt. ! Intusfchen ia cle Gefchiedkunde de allermoeilykfte der wetenfchappen: niet de grootfte onvooringenomenheid is het nog onrr.oogljk, alle misvattingen voor te komen omtrent gebeurtenissen , voor eeuwen voorgevallen , en waaromtrent het geboekte , of onnaauwkeurig, of vermist is. Het is derhalven geoorloofd, en zelfs billyk, die duistere voorvallen op het saauwst te onderzoeken; vooral indien het de eer en algemeen verworven' roem van een der fclntterendfte vernuften , die zig immer vertoonden, betreft. Niet dat deze grote vernuften ook niet hunne zwakke zyden hadden; maar om dat de gronden,' op welken wy hun een euvel mogen toekennen, zo veel zekerer behoren te zyn, als hunne verworvene roem en agting algemener is. De geleerde Stuart meent, als getrouw Gefchiedfcliryver, in 't verhaal nopens Catilina, een voor Cicero's eer geheel ongunftig voorval biet te mogen verbloemen, in het verflag cn mtttekzel yan uwen Letterbode, voorkomende N°. 303. bl. 126 en 127. Is dit geval met 'er daad van dien aart, als het zelve wordt voorgedragen ; de bekwaamheid van den Gefchiedfcliryver verkrygt nieuwen luister, welken geen grootfche naam van de hulde der waarheid te rug houdt. Dog is het mooglyk, dat in zo duistere zaak, omtrent welke de beroemdfte Uitleggers wankelen, ene misvatting kan zyn ingeflopen, die zelfde waarheidsliefde des Gefchiedfchryvers is ons borg, dat ene befcheiden' twj Heling by hem ten beste zal worden opgenomen, zo lang 'er gene volftrekte noodzaaklykheid is, enen groten naam met ene onvergeeflyke fchande befmet te- agten. Maar ter zake. Tweemalen was Catilina , de mededinger van Cicero naar het Confulfchap, beichuldigd,. en tweemalen vryge¬ fprokeii, eens van heiligfehennis, en eens van knevelary in Ainca. len uerueuiaie uuuui ny ie i<-gi. wegen., muuiu, en wierdt wederom vrygefprokeii; omtrent welke zaak de geleerde Stuart erkent , dat wel veel duisterheids plaats heeft, maar egter aldus fchryft: Cicero, als Staatsman, fwiw^*. Anti ah Rp.dp.tt/7./7.r . AnnV vvnp.f? h/rjiAsl fppp.it f^tiHn/i . twetuiwin /i. «* hf.t rt/f. Ai* nas. tp.r r.vatu* eeuwige fchande, den feut el daar toe in handen geeft, te Wcteil 111 twee unevcu van uüii z.jin.u uuiiv-iu- vriemd Atticus, I. B. 1 en 2. In den énen brief fchrift Cicero, dat Catilina da-n ijne mededinger zou zyn, (en rins vrvf*efnroken worden."V indien ene rezterhke uit- Vfpraak bejlistte , dat de dag. niet licht op den middag, (over de lezing vau weifce plaats ae uitleggers zeer vericnii- len.J z,o zetter iteiac cicero, aai uaiuina nier ïciiuiuig was. uog niet ie mui ïcniyu uezenue v^n-tttu, m um anderen brief: Op dit ogenblik ben ik voornemens de verdediging van Catilina , mynen mededinger, optevatten, enz. Het lchandelvK gearag vau aen groten vvysgeer, tee- denaar en Staatsman, beftaat dan hier m, dat hy by zig zeiven overlegde (cogitabat) om Catilina te verdedigen in die zelfde zaak, waar,"} hy hem zo fchuldig hieidt, als het licht op den middag fchynt. Maar is het dan volftrekt ze¬ ker, dat Cicero, m aie Deiae Drieven, van ene eu uc*cuub regtzaak lprecK.tr' JJe geieerae ötuaki icuou, um. ue i«u„„a A.di "kpirio ' hn'pvpii. en inzonderheid de laanekenins van den laatften, in zyn oog_ volkomen beflisfen, dat de regtspleging tegen uatiuna in oeioe oneven , u^t^u* moet geweest zyn, nameljk tyegëhs moord,' en bouwt op die betiisiing' verfcheidene oogmerken, welken Cicero tot a\a Chmripivkp handplwvs zonden kunnen bewoaen hebben. liet komt dan hier, In de oordeelvelling omtrent enen der pront fre mannen der waereld. Zo wel by zyne tydgenotcn, ja zelfs by zijne benyders, als in latere tyden, hoog geroemd, alleenlyk aan op ae taentiieit, op ue eenzen neiei uer twee ranira^pn . in cp.melde twee brieven aan Atticus voorko¬ mende : dat is, de vraag is enkel, of het geheel cnmoge'yk zy, dat, in die twee brieven, twee onderscheidene regtsza- ken bedoeld worden * Ane anaere uitweiuenue aanmerkingen fchynen ons toe, hier overbodig te zyn. De bedenkelvkheid, die weldra opkomt, of Cicero zo fchandelyke ban- * . . ... vj^.-.... u„u1 ,, .J,,....™, «nralor..^ . An detwyze, aan jiiiicui, ïuu ucuucn uuivu. u^ti-n-ggt.., aaligenomene gewoonte der Romeinen, omtrent het verdedigen van befchuldigden; ja, het gevoelen deswegen zelfs van den geftrengen Stoicyn Panaetius, by Cicero \\. De offic. 14. zyn alle zaken, die, hoe zeer mogeiyk voor Cicero pleitende, egter hier kunnen, worden ter zyde gefield. Na alles, met de gezetfte naauwkeürigheid onderzogt te hebben komt ons de zaak aldus voor. In 't jaar van Ro- mnii 6Zn. h.iriden reeds a eezonaenen, tut Atnca , i^aiiii na u,, a^ b^moinri-iipii r.,.iri van knpvp.i-irv in dat Win¬ gewest, aangeklaagd: vervolgens is uattnna, 111 t jaaiuao, wegens dit misdryt, door r. l-ioaius vour ueu ivegiu-ma. betrokken, in welk jaar L. Cotta en L. Torquatus Con- fuls waren: men zie de aantek. op Cicero pro Csulta c. 29. In dit jaar 688 fchreef Cicero zynen brief, (in 'iI.B. i.br )  C * aan Atticus, wanneer tiy zig voorbereidde naar de mededinging van het Confulfchap, 't welk men prenfare heette , en welk woord ook by herhaling in dezen brief voorkomt. Hy fpreekt ook in dezen brief van zyne mededingers, als aanftaande mededingers, en onderfcheidt die duidelyk van anderen, welken in dat zelfde jaar 688 reeds dadelyke dingers waren, naar het Confulfchap, niet voor 't jaar 690, waar op Cicero oogde, maar voor 689: hy zegt daarom: de lis, gul nunc petunt, nfmelyk Catfar en Thermus, dat is Figulus. Wierdt Catilina nu in 688 van die aangetygde knevelary vrygefprokeii, dan koude hy in 't volgend jaar 689 de mededinger van Cicero naar het Confulaat voor 690. zyn. Maar Cicero geeft hieromtrent in 688 zyne weinige bekommering te kennen, fchryvende, dat by dan eerst zyne aanftaande mededinger zoude zyn, (namelyk in 689), indien 'er (nu in 688) wierdt uitgefproken, dat het licht op den middag niet fchvnt. Evenwel, door de ondeugd van den befchuldiger Clodius, is Catilina, tegen Cicero's verwagting, vrygefproken, en daar door, in 't volgende jaar 689, werkelyk zyne mededinger geworden. Cicer. de Jdarufip. refp. c. 20. Dit bevestigt Manutius op de woorden van dezen brief: Jl judicatum erit: en op de woorden : qui nunc petunt. In de tydrekenkundige orde der brieven van Cicero , vindt men ook dezen brief onder het jaar 688 gebragt. Fabricius , brengt ook alle deze zaken, en de befchuldiging van Catilina, over knevelary, tot het gemeld jaar van Romen 688 , in zyne Gefchiedenis van Cicero , volgens de Confuls befchreven. In deze regtszaak over knevelary, verfchenen , naar de wys van het Romeinsch Volk, vele aanzienlyke mannen, als voorftanders van Catilina, ook de Conful £. Torquatus ; men zie Cicer. pro fulld. c. 29. De regtszaak dan, van_ welke Cicero in dezen brief fpreekt, als zo klaar zynde, als het middaglicht, was niet de befchuldiging van moord, gelyk de fchrandere Stuart heeft geoordeeld, maar over knevelary; 't welk ook door Manutius, in zyn Inhoud der redenvoer. tegen Catilina, bevestigd wordt. De twede brief aan Atticus, is, gelyk het begin daar van aanwyst, gefehreven in 't volgende jaar van Romen 689. wanneer L. Cafar en C. Figulus Confuls waren, en Catilina nu, van knevelary vrygefproken, de werkelyke mededinger van Cicero was. In dit jaar fchreef Cicero , in gedagten te nemen, om Catilina te verdedigen. Wy (temmen hier, met den oordeelkundigen Stuart volkomen in, dat deze regtszaak, in welke Cicero hier fchreef, van Catilina te verdedigen, de derde befchuldiging tegen Catilina , wegens moord, is geweest. Cicero fchryft, zulks in gedagten te hebben genomen ; aldus word het woord cogitamus door Muretus , opgevat. Catilina, hoe fnood anders , was een man van vele bekwaamheden, en die zig by1 zonder in de vriendfehap van vele, ook voorname, mannen, wist intedringeu. Cicero zelve, geeft in Or. pro Coelio. c. 4. te kennen, voorheen Catilina nimmer voor zo groten booswigt erkend te hebben, als hy hem daarna, vooral na de ontdekte zamenzwering, hadt bevonden: hy belydt openlyk, dat hy} met vele anderen door Catilina misleid 55 ) was. Met dit a!, heeft Cicero nimmer Catilina verdedigd. Maar, (waar op het hier vooral aankomt) deze regtzaak wegens moord, is geheel van de vorige, over knevelary, onderfcheiden. Dit bewyst Cicero zelve, op de aangehaalde plaats pro fulld. c 29. alwaar hy zegt, dat die Torquatus , die in het een geregt (namelyk over knevelary) Catilina, als vriend en voorftander byftondt, in het ander geregt, (te weten over moord) afwezig was. Men zie ook P. Manutius op de plaats_ van Cicero op de woorden-: alio judicia. Deze regtszaak, in dezen tweden brief, is dan niet dezelfde, van welken in den eerften brief wordt gewag gemaakt. In den eerften brief is de regtzaak, die van knevelary, maar hier, in den tweden, is het die van moord, in welke het mooglyk is, dat Cicero in 't eerst gedagt heeft, Catilina te verdedigen, dog daar van vervolgens heeft afgezien. Het befluit is dan, dat de twee regtzaken, in deze twee brieven voorkomende, geenzins, voor ene en dezelfde regtszaak wegens moord moeten gehouden worden, en dat die identiteit, voor den grond, ja den enigften grond van vermoeden tegen Cicero aangevoerd, vervallende, dan ook noodzaaklyk, hier door, alle reden van dit vermoeden, en van deze 'befchuldiging tegen Cicero, is weggenomen. 't Is zo, wy hebben, niettegenftaande vele gebreken, van welken de menfehelyke zwakheid de grootfte mannen naauwlyks konde bevryden, zeer grote agting zo voor de uitftekende bekwaamheden van vernuft, als voor de andere hoedanigheden en deugden van Cicero: wy tragtten hem reeds voor vele jaren in ene Verhandeling, pro gradu, van de befchuldiging, van, ten gevalle van Caecina, ene ongegronde zaak verdedigd te hebben, tegen den hoogagter van Cicero zeiven, tegen den door en door geleerden Schultingius te verdedigen (*); wy hadden eenmaal voorgenomen, zyne gevoelens en fteilingen, rakende het Burgerregt, uit zyne werken te verzamelen en uittegevcn; met welk voornemen het even als met vele anderen van die natuur is afgelopen; te weten, het is by enige pogingen gebleven. Onze agting voor Cicero is egter fteeds met het lezen zyner gefchriften, en het nafporen van zyne gefchiedenis, toegenomen , en nog byzondérlyk verfterkt en bekragtigd geworden door verfcheidene fchone Verhandelingen over den aart, denkwyze, bekwaamheden en 't caracter van dit groot vernuft , door den geleerden en fchranderen D. Hooft, weleer myneu Leerling, en vervolgens mynen Vriend, in deze Stad, in het geleerd Gezelfchap Concordid, van tyd tot tyd voorgelezen, en welke Verhandelingen ik ten hoogften wensch, dat eenmaal het licht zullen mogen zien. Maar uiettegenftaande die hoogagting voor Cicero , haat ik alle blinde vooringenomenheid. En ik fchreef deze myne twyffeling nopens den grond van vermoeden tegen dien groten man, enkel in het vast vertrouwen, dat de geleerde Stuart zelve j oneindig liever verkiest, den groten Wysgeer, Redenaar (*) In [pccimine Jurisprudetitiit Ciccroniantt, quo Ciceronem ju[iam pro A. Caecinit ccusfam defcnJisfe ostenduar. X.ugU. Bat. 1769. Va  C *5<$ ) mar en Staatsman, van zo groten fchande onfchuldig te kunnen houden, dan te moeten fchuldig verklaren. Met de plaatfing van dit fchryven aan U, zal zeer verpligt worden, Geëerd Medeburger! Amfterdam, Uw beftendigen Lezer, den 4 November 1799. Henruc Constantyn Cras- NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep va art, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. THEEHANDEL der EUROPEES.C HE NATIËN in c a n t o n. {Uit het Hoogduitsch.') In de eerfle tien jaren der vorige Eeuw, werdt in Europa nog geen Thee gedronken, en Reizigers, die van dezen drank fpreken, hadden denzelven in China, of in andere landen van Aha, geproefd, zonder Imaak in d it aftrekfel te krygen. Zy fpreken ook van het Theedrinken, als ene opgekomen Oost-Indifche Mode, die in hun vacienana nog gene uavmgcis hadt De Sp. njaard Texeira, die omtrent dezen tyd in Oost-lndie was, zag de getrokken Theebladeren eerst in Malacca, en hoorde dat men daar van in China een drank bereidde (*). De Duitfcher Olea«Wvondt, in 1633, het Theedrinken by de Perfianen in gebruik, en geeft daar van de volgende befchryving: Zy drinken een zwart water, dat zy van een k< uid, Cha of Chid, koken, en de Usbekfche Tartaren uit China brengen. Het heeft lange ipitze bladen, omtrent een duim lang, ziet 'er, als het gedroogd is, zwart uit, verflescht en krult zich als wormen in elkander (f). Omtrent dezen tyd was ook de Thee in Rusland volkomen onbekend, lchoon deszelfs Afiatifche Onderdanen en Bondgenoten reeds van de Chinezen het Theedrinken hadden overgenomen. Starkow, die, in 163e), zich als Rusfifche Afgezant by den Mogolfchen Chan Myn ophieldt, dronk by Aa*an -irm Tiof ironne TTi-ï-ioï Tt- n'PPf nipt _ rpfft-liT' of het bladeren van een boom of plant zyn. Men 1 i.i :„ .. ,_;„.. j;t,. i„ u— u.. KOOK.C III WiUCl , cil £ic(. Cl uiivwyia uiuiv uy. Aaevpife MPrrrpb h/-inrlf hpin rlp Chin lis Ppn opfHlPnlr voor den Czaar Michaël Komanof 200 BachtfchaThee aan, ent van vyr viercnetcei ponnen, uiuui eic tje^cmu wilde dezelve, als ene onbekende, onbruikbare waar niet aannemen (*). Wie cle mee eerst m europa invoerae, en m wei- lro linrlpn lipt- Tbpr.HritiL'pn nnnano- nam _ 7.\ n vraoen. die nog niet onderzocht zyn geworden , en ook niet ligt te oeantwooracn zyn. rsaaruien ue hot cciai als een Geneesmiddel gebruikt werdt (want volgens' r,o^r rmAp norirewn vnn rlpzpn r1rnnk. dip ons Ramu- fio (Raccolte dclle Navigazioni e Viaggi T. III.) uit ae eenre neut aer zesucuue r,cuw gu^evcu uau, wei dt de Thee by de Chinezen gebruikt tegen de Koorts en tegen noora- cn maagpyn^ kou hcl vyuci. derzelve niet groot zyn. Zy moest zich met tien fmaak voor warme dranken uitbreiden, tot dat Bontekoes aanpryzingen, aan het einde der vorige Eeuw, een algemeen vertier bewerkten. Zo veel is intusfehen zeker, dat wy ons veel later aan deze bladereu, dan aan Chokolaad en Koify gewend hebben, en dat zy waarc^i-.<,nn,ir uit T-Toliun^l in crmt.-> hnpvcelhedcn na ande- jre landen gezonden zyn geworden. Dc Oost-Indifche Compagnie aldaar dreef lang den fterkften handel op 1 China, en hare beampten leefden in Batavia en hare -andere Indifche Veroveringen, midden onder de Chinezen , het geen ftrekte om derzelver geliefden drank ' mede aangenaam te vinden. Die in de gelegenheid is om de boeken der uost-tnaucne compagnie te amfterdam, en in de andere Kameren, te raadplegen, dien zal het ligt vallen, het jaar op te geven, wan¬ neer de mee eerst in grote menigte uu cmna ge-naaia werdt, en hoe zich die uitvoer mer het groot vertier dier bladeren vermeerderd heeft. Tegenwoordig z 1len wy ons met enige Fragmenten dienaangaande ver„«nnomi, Vr„„! T/Ttléntvn. ppii Npd pvTanrW. dip zirfi zeer verdienftelyk gemaakt heeft door het licht, dal hv over de Chinefche en Indifche zaken verfpreid heelt, zegt {Uuct en ïvieuw uost-inaicn, iv. ucet, u. Stuk, bl. 8.) dat men in de Stad Dordrecht, zyne getJOOrteuaU, lil lO/U, nug uicia v.ui 111^ giwii.«.u Uopf' • i-lot- rpn Hipn rvde. dc Heren van den- Broeke en Doétor de Lsonardis, waarl'chynlyk twee Genees¬ heren, het meeannken ingevoerd, maar m ucn aan¬ vang * (*) Relaciones del Origen de los Reyes de Perfia y de 'Hormuz Ambores ióio. bl. 19. (t) Perlianifche Reifebefchreibung f. 325. (*) Fifcher's Sibirifche Gefchichtc Th. 2. f. Ö94 enf.  C 157 5 vang daaromtrent maar geringen byval hadden gevonden, dat men den nieuwen drank den fpotnaam van hooiwater hadt gegeven. In Dordrecht is gene Kamer der Oost-Indifche Compagnie. Misfehien werdt in die Steden het Theedrinken vroeger ingevoerd, misfehien ook in andere landen, want Simon Pauli fchreef reeds, in 16Ó5, in Straatsburg, zyn Traktaat over het Misbruik van Tabak en Thee: beide vreemd? v/wi-hvpnn. fels moeten dus reeds liefhebbers in menigte gevon- uen iieooen. uit nonana Kwam ook met de Lords drlingtön en Osfory, in het jaar 16(6, reeds Thee na Engeland, maar dezelve was zo duur, dat het pond drie P. Sterf, kostte. (Lettfoms natural hiftory of the Ten tree bl 13.) Maar het duurde nog een geruimen tyd, eer de invoer van Thee van dat aanbelang wierdt, dat men op denzelven ene belasting legde, gelyk in het j ar 1695 gefchiedde; zo dat de Londenfche Oost-Indifche Compagnie, in het begin dezer eeuw , ilegts 50,000 m pleeg te verkopen. Valentyn integendeel verzekerd, dat in het iaar T79.T. nit Chi¬ na 4,100,000 f6 Thee naar Holland, Engeland, Frankryk cn Ostende verzonden werden. (Oud en Nieuw Oost-Indien, IV. D. II. St. bl. 18.) Deze uitvoer is m onze dagen zo boog geftegen, dat Europa en de Vrye Staten der Nieuwe Waereld, zelfs daar van tegenwoordig dertig m llioenen ponden en daar boven, iommige jaren ontvangen. Deze laatfte ousraven zvn. inT7f!i. hv tfeWenlirMH der toenmalige Ptulements-debatten, over de zo ongehoorde fchulden der Londenfche Compagnie , en °de middelen om dezelve uit zo grote verlegenheid te redden , in het openbaar ver dienen, en de Iysten der Chinefche Thee-uitvoer werden in Canmn van aP rtn gelfche Supra - Cargo's gemaakt.- Maar zy bevatten flegts het tydvak vïh 1772 tot 1781; ook onderfcheiden zy niet, hoe veel Thee ieder Natie jaarfyksch uitvoerde, maar zy geven flegts op, hoe veel door elkander an Engelfchen, en alle overige Europeanen, te zamen genomen, uit die haven werdt uitgevoerd. Daar tegen heef Sir George Staunton, die Lord Macartney vergezelde, en de re/^e van het laatst Gezantfchap aan der Keizer van China uitgaf, gelegenheid gehad om daaromtrent nauwkeuriger berigten op te doen. Hier na maakte het jaar 1784, waar in Pitt de bekende Thee-Acte doordrong, waar door de belasting op de Thee v.,oreen wyl aanmerklyk verminderd Q"$ jen de grote Contrabande-handel met vreemde Thee uiv.-c ui, cu wuiic-i werat uitgerooid, ene der grootfte omwentelingen m den Euiopefchen Thee-handel Voorheen kogten de Engelfchen dooreen ene grotere hoeyetineid dezer bladeren, dan ergens enige andere Natie, die met China enen onafgebroken handel dryft. Alleen de overige Europeèrs gebruikten, zamengeromen, meer Schenen in dezen handol. ri ,n v^^u^a . zy bragten ook jaarlyks ene grotere hoeveelheid Thee na huis, waar van byzonder, ftaande den Noord-Amerikaanfchen Oorlog, tien a twaalf milioenen ponden, als Contrabande naar Engeland gingen. Van 1772 tot 1784, haalden 138 Hollandfche, Franfche, Decnfche, Zweedfche en andere Srhennn trn „q„ tpn hdt nwn ru; nefche Vaartuigen naar Batavia en andere'Eilanden brengen; dat in deze rekening niet mede begreoen is. Grootbritannien haalt federr rh'pn „„ ,,;\,.,„„ .1 meer Thee, dan het. anders binnen-zyn gebied wegens de vreemde Contrabanden kon afleveren, en de handel der vreemde Compagnien is in die mate verminde d, als "de Engelfche vermeerderd is. Zy kopen niet meer zulke aanzicnlvfcp h<-ipv,v»ihprw „Zi- . . . j * iv.h«,u«u, heen, in, en vinden dikwyls voor den Thee, die zy in hunne verkopingen aanbieden, genen aftrek. Het laatfte Engelfche Gezantfchap aan den Keizer van China, heeft wel zyn oogmerk niet bereikt, om ook in de noordelyke Zeehtvens van het Ryk te mogen handelen; doch dit en andere voordelen zal de OustIndifehe Compagnie waarfebynlj k verwerven door een ander Gezamfch-p, dat de Keizer -Ktenlong, omftreeks bet jaar 1796, verwagtte, • in welk'jaar by de regering wilde ncderleggcn, of door de verovering van Malacca en de tegenwoordig voor de Hollanders gefloten vaart naar Canton. Zy trekt ondertusfehen van den (*) De oflnoemlyke kosten van den nog aanhoudenden oorlog met Fr-i;kr\k, nordziakten den Minister, om den OUden Thee , het hoofdtransport, en van 17/0—1795 hadden daar van de volgende Schepen, grotendeels voor Europa, aan boord: 1702 n Engelfche Schenen igjt*»p|$? fll Tnee. 1793 16 — — 16,005.4!4 ' 1704 18 — — 30,728.705 : r-55 21 — — 23,733,810 T-v6 k Engelfche Schepen 3,402,415 f8 Thee. % 5 5,673,434 ' \m l zz ~ 56',292> — * 4,372,021 -—■ 1779 7 — zz - li^i zz zz wMzzz: l l zz *2 Ï786 18 - - 13,480,69,— „87 27 — — 20,610,919 — 4 — — 22,096,703 — Ï789 27 — — 20,141,745 1 1700 a — — 17,991,03a - as __ _ 22,369,620 r*y In deze fom is de Tol, die m de gemelde jaren ü 852 180 P. St. bedroeg, mede begrepen. 4' rft ïombav pleeg jaarlyks , behalven andere Waren 275 000 Centners Katoen, naar China tc verzenoe^Zf re's Narrative of an Expedition agatnst the Sultan oj Myfore, bl. 381. ,, . . Thee bragten, was de invoer in 1781, zo aanzienlyk. | Ten gelyken tyde werdt 'er door de andere Natiën, nu meer dan minder , in deze Waar gehandeld , en buiten de bekende Oost-Indifche Corapagmen, zeilden fommige jaren ook uit zulke landen Schepen, voor byzondere rekening, naar Canton, die anders aan den Indifchen Koophandel geen deel namen. Zy haalden, de Noord-Amerikaanfche daar onder beprepen, die federt 1*785 Canton regelmatig bezoeken, zamen genomen 239,742,540 $ Thee, namelyk: 1770. Zweden met 2 Schepen 2,562,500 fj Denemarken' — 2 2,833,700 - | Holland — 5 4,923,700- Frankryk - 3 ^h^- l2Mh5co i 7 7 7- Zweden met 2 Schepen 3,049,100 Denemarken — 2 2487,300 - Holland — 4 4,856,500 - Frankryk - 5 ^ jW'»*»™ 1778. Zweden met a'Schepen 2,851,200 $ Denemarken — 2 2,098,300 - Holland — 4 4,695,700 - Frankryk - 7 — J^75,5°° - 1779. Zweden met 2 Schepen 3,258,000 fg Denemarken — 1 1,388,400 - Holland — 4 4,553,100 - Frankryk - 4 ^2,102,800 - 'n 1 7 8 o. , Zweden met 2 Schepen 2,626,400 68 ' Denemarken — 3 3,983,610 - 9f Holland — 4 4,687,800- Frankryk — - • ' Tt e. Oostenryk - l *Hft*» 12,673,7oo en . - Tranfportere 66,231,800  ( «59 ) Tranfport 66,231,800! 1 7 8 r. Zweden met 3 Schepen 4,108,900 gg Denemarken — 2 2,341,400 — Holland — 4 4)957>6oo — Frankryk — - — — Oosteuryk — 1 —— 317,700 — 11,725,000 1783. Zweden met 2 Schepen 3,267,300 fjg Denemarken — 3 4,118,500 — Holland — - — - Frankryk — - — — 7,385,800 ; 1783- Zweden met 3 Schepen 4,265,600 §8 Denemarken — 4 5,477,200 — Hollmd — - — Toskanen — 1 —— 933,300 —. Portugal —'8 3,954,110 — — 14,630,200 1784. Zweden met 3 Schepen 4,878,900 Denemarken — 3 3,204,000 — Holland — - — - Frankryk — 8 4,231,200 - Oostenr>k — 5 3,428,400 - Pruiifen — 2 3,3.29,800 - „ _ 10,0723300 1785. Zweden — - — — Denemarken met 4 Schepen 3,158,000 ffi Holland — 4 5,334,°°° - Frankryk — 4 4,960,000 - Portugal — 4 3,J99,°°° ~ Noord-Amer. — 2 • - 880,100 — • J 7,53 i,i°o 1786. Zweden met 4 Schepen 6,212.400 gj Denemarken — 3 4,578,100 - Holland — 4 4,458,800 - Frankryk — 1 466,600 - Noord-Amer. — 1 —— 695,000 - . 10,410,900 ,Traufportere 152,987,700 Tranfport 152,987,700 1787. Zweden met 1 Schepen 1,747,700 §§ Denemarken — 2 2,092,000 — Holland — 5 , 5,943,200 — Frankryk — 1 382,260 — Noord-Amer. — 5 1,181,8 60 — 11,347,020 1788. Zweden met 2 Schepen 2,890,900 fg Denemarken — 2 2,664,000 — Holland — 5 5,943,200 — Frankryk — 3 1,728,900 — Noord-Amer. — 2 750,900 — Pruisfen — 1 499,300 — 14,328,900 1789. Zweden met 2 Schepen 2,589,000 fg Denemarken — 2 —- 2,496,800 — Holland — 4 - 4,179,600 — Frankryk — 1 • 294,300 — Noord-Amer. — 4 > 1,188,800 — Spanjen — 2 —— 318,400 — —— «1,064,700 1 790. Zweden — - — — Denemarken met 1 Schepen 1,773,000 Holland — 5 5,106,900 — Frankryk — 1 294,300 — Noord-Amer. —14 3,093,200 — ■ 10,267,400 2 7 9 1. Denemarken met 1 Schepen 520,700 fg Holland — 3 —— 1,328,500 — Frankryk — 2 —— 442,100 •— Pruisfen . — 3 743,100 — Genua — 1 -— 260 — 3,034,600 1792. Zweden met 1 Schepen 1,591,330 fg Denemarken — - — — Holland — 2 25051,33° - Frankryk — 4 ■ 784,000 — Noord-Amer. — 3 1,863,200 — Pruisfen • — 1 5,070 - , 6,394,930 Tranfportere 209,325,31c  Tranfport 209,325,31° 1 7 9 3- Zweden met i Schepen 1,559)73° £B Denemarken — 1 852,670 - Holland — 3 2,938,53° - Frankryk — 2 i,54°>67° - Toskanen — 1 393,87°- Noord-Amer. — 6 1,538,4°° - Spanjeu — 3 ' 4°° - Genua — 2 ■ 578,93° - 9,403,200 1.7 9 4- Zweden met 1 Schepen 756,130 f£ Denemarken — - — — Holland — 2 > 2,417,200 — Frankryk — - • — — Noord-Amer. — 7 1,974,230 - Genua — 2 < 289,370 — " 5,43(5?93°; 1 7 9.5-.. , ... ü;. Zweden — - . — Denemarken met 1 Schepen 24,670'®-.. Holland — 4 4,096,800 - Noord-Amer. — 7 I 1,438,270 — Genua — 1 ■ 17,460 - 5.577,200 Te zamen 229,7^^,640 Prtzen der. Granen, op n November te Amsterdam. TARW. Het Last! GERST. Hellast Ggld.' GSld- Poolfche bonte cn witte 280 a 3 ro Vriefche Wintergarst . 130 a 145 dito rode . . 2733300 Gion. en Oldamfche . 1303145 Elbing. en Heugfche • 270a 300 Zeeuvvf. en Ovenn. Winter 1303145 Koningsberger . 260 a 295 Zomer . . 1303145 Vriefche . . 260 a 290 Dantziger cn EIb. Bovenlandfthe . 2652290 hmtznmf^T Voorlandfche rode . 2453280 HAVER en BOEkWEYT. Zeelandfche . 2903310 ROGGE. Brouwhaver . . . • 90 a 105 Pruisfifche . • 175 a 195 Witte Voeder dito . 70 a 8c Koninssbetser . . 175 a 195 Boekw. Amersf. en Gootl. £ 32 a 35 Gedroogde . . 1853200 Dito Brab. en Vlaam. £3233; Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en Raap-OIy, per Aam / foj | Overm.'t Last. . £84891 Dito JLyn . • - 64 Slsg-Lynz. de ton van Dito Hennip . • - 7H 5 Schep. Rigaas . / I2§ai3è Walv. Traan, 't quart. Henmozaad dito . - 10 a ïi van 12 Stek. Nieuwe - 118 Dito Rode ... - 112 Het Last Ggld. 130 a 145 1303 145 130 a 145 '1303 145 HAVER en BOEKWEYT. Brouwhaver . . . • 903105 Witte Voeder dito . 70 a 80 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 32 a 35 Dito Brab. en Vlaam. £ 32 3 35 Msdrid ufo. 2 m. % # $ & Csdix Lisfabon ■ - Nieuwe Ducst. f 5,ï2,la Venetien - 87! 0ude ger. dito - 5.r°,8 t.ivorno - 1031 Nieuwe Louis d"Or - 11,6,4 Parys. 2. m.T, ■ 6{ Guinies - 11,18,16 dito kort. S 6 Piftolen - 9>H Idem in Specie - Franfche Kronen - a 55! Londen. 2. m. Jj Nieuwe Ryksd. -3a2jpCt. Dito kort Itimbu g 2. m. Ct. ft. ^ Bank -ctóaoipCt. Dito kort - 4aa4ii — Wissel- en Speciecours. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 107; en te Haarlem 6, ondet welke laatften 3 beneden de 12 Jaren. STERRE- en. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige w buiten h aarn aarle emingen, m. O C baro-1 ther- hycro-streek luchts- - rsi0v- / me- mome- me- der gesteld- O. I199- ) ter. ter. ter. wind. heid. ^29- Si 49 78i 7- w- -harde wind; voormidd. 6 < 20- 4 47* ' è7i — .betrokken; nam. regen; 629- 3ï 47 ■ 82^ _. . 'savonds buijig. * \2-fïT 4öi 66, w.z.w. harde w;il(i.buijig; 5 7 < 29. 2| 48 045 'savonds ftorm. 5 129- l\ 46^L ... 61 W. ^ 5 V29' 3 38^ 871 -Z. 2Ware regenbuijen met 8 < 29- 3 48 74 W.N.W. hagel en'fneeuw. L29. 4^_ _4°1__79_ L_ | C29. 6i . 43 . 75Ï w. 5 9 S 29. 6i .48 65 buijig. 'o (.29- 61 .40 85 — ______ * C29. 8, -4° , *7i voormi-dd-wat buijig; ' 10 <29- 94 '46ï 75 W. b.N. verder bewolkt. / 29- 81 41 85 W. z. w- ____, C29. 5j 49 l1* "w- voormidd. betrokken; 11 <" 29. 64 48 0 6 w.N-W. vel-der omtrent.helder. ?.29- 7 42 69', f:— ' -J. C'29. 6i 44^ 93 ..Z. dampig en regenagtig ; 12 < 29. 6 535 95 W.Z.W. ,'savonds bewolkt en c.29. 5l j 52 76 . KÖ harde wind. Te Haarlem, bv A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 308. NIEUWE ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE» VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 22 NOVEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. -Parys. Een bekwaam Cachetfnyder heeft 3 Medailles van Platina, door hem zeiven vervaardigd, aan het Nationaal lnftituut gefchonken. Men heeft één derzelven aan het Wetgevend Lichaam, een twede aan den Generaal Bonaparte gegeven, en de derde voor de Stigting zelve behouden. De overgave aan dien Held gèfchiedde met veel plegtigheid. Bonaparte verzuimd gene openbare Zitting van het ïnftitiiut, en woond tevens de afzonderlyke vergaderingen van de Klasfe, waar van hy lid is, vlytig by. In één derzelven gaf hy een nader verflag omtrent Egypten en de Oudheden aldaar nog aanwezig. Hy heeft tevens verzekerd, dat het beroemd Kanaal van Suez werkelyk beftaan heeft, en dat deszelfs herftelling voor gene onuitvoerlyke zaak te houden zy. Hy had reeds order gegeven, om een plan daar voor te ontwerpen, 't geen eerlang verwagt word. Monge en Benholet hebben naderhand , insgelyks, belangryke berigten over Egypten medegedeeld. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Amsterdam, den ti November. Op heden voormiddag, heeft de Hooglceraar David Tacobus van XII. Deel. Lennep , als Profesfor Hisloriarutn , Antiquitatum, Eloquentia, Poëfeos, Literarum Gracarum et I^atinarum, in de grote Gehoorzaal van het Atheneum IIlustre, en voor ene talryke vergadering van Toehoorderen , deze waardigheid plegtig aanvaard met ene Redevoering: De praclaris vita. praftdiis contra adverfam fortunam, quibus veterum Jludtorum, cum Gracorum turn Latinorum , fcripta abundant: dat is : „ Over de voortreffelyke hulp- en troostmiddelen in „ tegenfpoed, welke in de Schriften der oude, zo „ Griekfche als Latynfche, Schryveren overal gevou„ den worden." Bevoegde Oordeelaars, welken deze Redenvoering bywoonden, hebben ons verzekerd, dat deze jonge Hoogleeraar, Zoon van den Reprefentant en Lid der Twede kamer C. van Lennep; zynde een Leerling van de Hoogleeraren Wyttenbach en Cras , en thans de opvolger van den cerstgemelden; die in het jaar 1793, onder den laatften, zyne fchone Verhandeling : de loco Ciceronis, de Finibus bonorum & malorum zo mannelyk verdedigde, en reeds op dien tyd blyken gaf, wat men van zyne natuurlyke gaven en yver te wagten had (*), die ook, vervolgens, op de Hoge School, te Leyden, in 1796, met de verdediging ener doorwrogte Latynfche Disfertatie (f)* het Mees- ter- (*) Zie Alg. K. en L. Bode N°. 160, bl. 197. voori793. (t) Zie N. Alg. K.enL. Bode N°. 175, bl. 142. voor 1797.  ( 1*2 ) terfchap in de Rechtsgeleerdheid bekwam, de aanzienlyke vergadering zyner Toehoorderen (.onder welken zig ook de Agent van Nationale Opvoeding en Hoogl. van der Palm, benevens de LeydfeheHoogl. in de Nederduitfche Letterkunde, M. Siegenbeek , zig bevonden) van bet beginitot aan het einde als in verrukking opgetogen hield, door een meesterftuk van uitgezogte gedagten, cierlyk Latyn en ongemeen kragtige uitvoering. . - ii s l . . •' /,iï .; ,. i " l BRIEF .,. VAN • .. ~ PROF. P. DRIESSEN aan D O C T. van MA RUM, ovlr den oorsprong der luchtbellen in het ys. Schoon ik federt eenige jaren myne Scheikundige Icslcn naar de nieuwe Theorie heb ingerigt, bleef my evenwel nog altyd eene zwarigheid over, de ontleding van het water betreffende, welke ik niet wel in ftaat was optclosfcn. Het bekend vcrfchynfel van uitzettingen ronde holligheden in het ys, welke eene aanzieniykc hoeveelheid gewoone lugt bevatten, gaf tot deeze myne zwarigheid aanleiding. Ik bevond naamlyk, cn anderen hebben dit nevens my bevonden, dat het water.. door destillatie en langduurige kooking of andere middelen, zoo veel mogelyk, bevryd zynde van die lugt , welke in eenen meer of min veerkragtigen Haat in het zelve mogt aanwezig .zyn geweest, beftendig evenwel het zelfde verfchynlel vertoont, zonder geduurende zyne bevriezing eenige gemeenfehap met den dampkring te hebben; — dat dit water na affcheiding dier lugt ontdooyd zynde; zig wederom by de bevriezing nieuwe bellen vertoonen, en dat dit \erfchynfel'zonder ophouden telkens aanhoudt, zoo lang 'cr eenig water overig is. Daar ik nu volgends het algemeen aangenomen denkbeeld geloofde, dat deeze lugt zig uit het water ontwikkelde, kon ik dezelve niet wel anders befchouwen, dan lugt, waar van alleen de grondftoffen bajes met het water vereenigd waren; dat het water naamlyk zuur- cn ftikflof bevatte, welke geduurende de bevriezing door de alsdan vry wordende warmteftof in eenen veerfragtigen ftaat gebragt wierden. Is 'er, dagt ik, zuurftöf in het water; is dezelve in zoo eene groote hoeveelheid verbonden met het water; hééft men d;u> wel volkomen regt, om het vermeerderd gewigt van het yzer in de bekende proef aan die zuurftof toe te fchryven, welke men als een zaamenftelhnd beginfel van het water aanneemt?.. Zou niet het yzer wegens meerdere verwandfehap een gedeelte deezer met het water verbondene zuurftof na zig kunnen trekken? Dog gy gevoeld ligt, dat ik hier by van den anderen kant geene mindere zwarigheid moest ondervinden, in het verklaren naamlyk van.de geboorte der ontvlambare lugt. . Uit deeze alleronaangcnaamfte tvvyffelingen ben ik deezen voorleden Winter volkomen verlust. Opzettclyke proeven hebben my aanleiding gegeven, om te denken, dat deze lugt haren oorfprong niet uit het water heeft; — dat deeze bellen enkel een uitwerkfei zyn van de fpecifique warmteftof, welke men weet, dat vry wordt geduurende den overgang van het water uit den vloeibaren tot den vasten ftaat; — dat naamlyk dezelve eenige waferdeelen voor een ogenblik in eenen lugtvormigen ftaat uitfpant, even als zulks beftendig geduurende de kooking plaats heeft; — dat deeze lugt tf damp zeer.fchielyk rtot den ftaat van water cn.ys wederkecrende, de builenlugï teritond in die ledige ruimten indringt;— dat dérhalven het water „an de geboorte deezer. lugt .geen-deel heelt. . . Zie hier, volgends belofte , een kort verflag dier proeven, waar over ik onlangs het genoegen had u mondeling te onderhouden. Met oogmerk om de lugt te onderzoeken, welke ik onderftel.de,' dat vooral by eene ftrenge koude in groote boeveelheid zig uit het vriezend water zoude ontwikkelen, nam ik op eenen der koudfte dagen van den voorleden winter een zuikerglas, met ongeveer twee ponden gedestilleerd en gekookt water geheel gevuld, cn bond om deszelfs,rand eene blaas,welke eene gclyke hoeveelheid water bevatten konde, zoo veel mogelyk zorgende , dat 'cr geen lugt van belang in overbleef. Ik plaatfte dézen toeftel midden in den tuin van bet Laboratorium , en na eene zeer korte afwezigheid te rug komende , was niet alleen het water tot op den bodem toe bevroozen, maar ook de blaas geborften. Deeze proef na eenige dagen herhalende, toen de Thermometer maar weinige graden onder het vriespunt ftond, dagt ik beter te zullen Hagen ; dog vond tot myne verwondering, dat, niettegenftaande het water tot den bodem toe bevroozen was', de blazen evenwel geheel niet waren uitgezet; zynde de glazen niet van een geborften. Verders liet ik ten dien tyde water bevriezen in eenen grooten ontfanger, van welken het byna ï0- vulde, en waar  C 1*3 ) waar aan van "sgelyken eene groote blaas was vastgemaakt. Den volgenden morgen vond ik het water geheel bevroozen, het glas was geheel gebleven, dog geene uitzetting hoe genaamd; maar de geheele inwendige oppervlakte van den bals van het glas was met zeer kleine droppelen als van daauvv bezet. .Deeze proeven gaven my veel reden om te denken, dat het berften van de blaas niet was veroorzaakt door gewoone lugt, of andere beftendig veerkragtige lugtftof, maar alleen door water tot den ftaat van eene veerkragtige lugtftof of damp geduurende de bevriezing uitgezet. By zulk eene fterke vorst fchynt alle warmteftof des waters als 't ware op eens vry te worden, en dus alle kragt van uitzetting op eens te werken, waar door dus de blaas kon berften; daar in de andere gevallen , bet water langzamerhand bevriezende , deeze fterke en fchielyke uitzetting geen plaats konde hebben; toonende evenwel de waterdroppelen duidelyk, dat het water hier was uitgezet geweest, en verkoelende tot den ftaat van water was 'wedergekeerd. Daar ik evenwel het denkbeeld van ontwikkeling van lugt nog niet geheel konde laten varen, en naauwlyks konde gelooven, dat de lugt geheel geen deel had gehad aan het berften van de blaas, deed ik de volgende proef. Een pond (16 once) gedestilleerd water wierd in eenen retort gedaan, van welken het'byna f vulde, en geplaatst aan den gewoonen toeftel voor de konstlugten; ik plaatfte een omgekeerd glas met water gevuld , boven de opening van den retort, en dezelve wierd gezet in een mengfel van murias magneftce en gefloten ys. Het water in den retort bevroos zeer fchielyk, en op dat ogenblik kwamen 'er eenige bellen in het glas opklimmen, op het oog niet meer dan drie vierkante duimen beflaande; dog kort daarop klom ook het water in den hals van den retort een weinig, en het verlies van lugt in den retort, welke het opgeklommen water aantoonde, was op het oog gelyk aan de lugt, welke zig boven het water aan den bodem van het glas vertoonde. De retort was in gewigt niets verminderd, en deszelfs inwendige oppervlakte geheel met kleine droppeltjes bezet. — Het water was, gelyk altyd, bevriezende uitgezet, en vervuld met lugtbelletjes; dogde lugt had geene vermeerdering ondergaan, en was tegen den avond, toen ik verpligt was, uit vrees dat myn toeftel door de vorst zoude benadeeld worden, de glazen weg te neemen , nog volkoomen in denzelfden ftaat ; zynde de Thermometer toen, gelyk des morgens , even boven bet vriespunt. Hier is dus uitzetting geweest; een gedeelte lugt is daar door uit den retort gedrongen; — 'er is inkrimping op gevolgd, aan die uitzetting geëvenredigd; — cn de waterdroppclen toonen wederom, welke de oorzaak van die uitzetting geweest zy; en het blykt dat de lugt aan dezelve in dit geval geen deel had. Uit deeze' 'proeven meen ik te moogen befluiten, dat de verbazende uitwerkfels doof de uitzetting van het vriezend water veroorzaakt, wanneer het zelve zuiver en vooraf van lugt bevryd is, in geenen deele aan de uit het water zig ^alsdan ontwikkelende lugt zyn toe te fchryven; maar dat veel eer de lugtvormige uitzettingvan liet water de voorname oorzaak"van dezelve zy; — dat de lugt derhal ven, welke wy in deeze bellen waarneemen, niet wel anders dan de buitenlugt kan zyn, welke, zoo dra zy tot het ys eenen vryen toegang heeft, öogenbliklyk in deeze, door de verdikking der waterdeelen geledigde^ holligheden moet indringen; eene zaak, welke men, door water in het lugtledige te doen bevriezen, volkoomen zoude kunnen be'lisfen; — dat verders het verlies in gewigt, \ welk het vriezend water zoo aanmerkelyk meer ondergaat, dan het vloeibaar' water in den Zomer, vooral aan de uitwaasfeming dei waterdeelen door de gezegde oorzaak moet worden toegefchrceven , cn het verlies van lugt aan het zelve geen deel hebbe. Na het eindigen dezer proeven bcgcerig zynde, om. de denkbeelden van de voornaamfte Natuurkundigen over deeze ftof na te gaan, nam ik onder anderen de Naturlehre van Erxleben in handen, cn zag met genoegen, dat Lichtenberg in eene aantekening by §. 426, fchoon hy de medewerking der lugt als onwederfpreekelyk befchouwt,- evenwel twyfielt, of de lugt wel alleen die holligheden in het ys veroorzaake, en of niet de uitzetting van het water zelf hier aan deel hebbe, krygendc hy tot deeze gisfing aanleiding door water, zoo veel mogelyk van lugt gezuiverd, in bet lugtledige te doen bevriezen , wanneer hy bevond , dat evenwel het glas , even als zulks gêwoonlyk plaats heeft, geborften was, en 'er zigoene veel grooter dan gewoone menigte bellen vertoonden. Gre.n in de laatfte uitgaaf van zyne Naturkhre was van dit denkbeeld ook niet vreemd. Ik vleye my dus het genoegen te hebben gehad, de gegrondheid deezer gisling eenigermate tc bevestigen , en beveel het verder onderzoek aan u en andere Natuurkundigen aan, u tellens de vryheid gevende dezen brief aan het publiek mede te deelen. Een enkel woord zal ik hier nog byvoegen. Gy zult mogelyk vragen, wat myn oogmerk was by het doen vafl de eerdé proef, en waarom ik die lugt wilde onderzoeken; zie hier dezelve. Ik was begerig tc wecten, in wat evenredigheid hier de beide lugtzoorten des Dampkrings véreehigd waren, wyl ik voor eenige jaV 3 ren  C 1*4 ) ren eene frnntê li tilleerd water onderzoekende, bevond, dat dezelve vry nicci imungt Devatte, ais ae lugt van myn Laboratorium , en naauwlyks f levenslugt had. — Ik befloot ten Air.,, a„. a„ Vl:i./l_j? 1 • i . . , ijui., u,u lil iukuui, ui evenreaigneia tot ae zuurftof, in het water meer was, dan in den damp¬ tuig, un wnue ik natter onderzoeken, dog wierd, fchoon zeer tot myn genoegen, hier in te leur gefield. Wanneer deeze eigenfchap van het water, om geduurende de bevriezing de Zuurftof of het beginfel der Levenslugt aan te trekken uit den dampkring, door nadere proefneeroingcn mogt worden bevestigd, waar toe de proeven van Hassenfratz, over de fneeuw, veel aanleiding kunnen geeven, zouden wy wederom een nieuw middel kennen, waar van de Natuur zig bedient om de zuurftof, het eerfte en algemeenfte beginlèl der vrugtbaarheid, aan de oppervlakte des aardbodems mede te deelen op dien tyd, wanneer, dezelve verftyfd zynde door de vorst, de aarde alleen niet in ftaat zal _yn, die kragt te kunnen uitoeffenen, waar door zy by aanhoudenheid dit beginfel uit den dampkring na zig trekt; eene eigenfchap, welke von Humbolt ons onlangs zoo overtuigend beweezen heeft. Groningen, ia Nov. 1799. NIEUW- UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsche Republiek. Tafereelen van de Staatsomwenteling in Frankryk. Zesde Deel. Gr. 8°- -285 bladz. Te Amfterdam, by ff. AU art, 1798. Dc laatfte melding, wegens deze lchone Tafereelen, door ons gemaakt, in onze N. A. Konst-en Letterbode , D. IX. bladz. 178. b. env. en 205. a. env. betrof het 4de en 5de Deel. Wy vervolgen thans met dit 6de. De Poogin¬ gen der Staat s-fsyanden , de arbeid der Nationale Vergadering cn de algemeene Verbroedering der Franfchen , allen niet betrekking tot het jaar 1790,- zyn 'er de drie Hoofd - onderwerpen van. Even zo vele Konstplateu veriie- **•" "<-L ■ *ei-cemeiKw ue eerue, ae neiaenaaaa van den Onder-Luitenant Desilles, by het inrukken der Troepen te Nancy, die, om het daadlyk uiibarlten van den Burgeroorlog, aldaar, te keren, als een andere Decius of CurTius, fchoon te vergeefsch, zyn jeugdig leven aan het Vaderland opofferde: de twede, de vermoording der Nationale Gardé te Montauban, als eerfte Martelaars der Vryheid, die, voor een goed deel Protcstansch, en meestal door Protestantfche Hoofden aangevoerd , op aanhitzing van dweepzieke en huichelende Priesters, met het Christusbeeld in de hand , door hunne Roomschgezinde Medeburgers, op ene deerljke wys werden omgebragt, of gruwlyk mishandeld: en de derde, ene tegenovergefïelde en alleraangetiaamlle gebeurtenis, de algemeene Verbroedering der Franfchen ep het Veld van Mars, op den eer.len verjaardag van het veroveren der Bastille: terwyl ons dit Deel tevens de Pourtra.tten Vertoont, van F. M. A. Fezensac de montesouiou. die. nnrler An a~ „.„r„._:n_.. Conltitueerende Vergadering, door zvn gematigd, doch tevens verlicht en fchrander advies, tot het in dien tyd best mooglyk beünit bragt, nopens het voorftel ter vernietiging van het Monniken-wezen: van den bekenden, zig noemenden, Anacharsis Cloots , Redenaar van het menfchelyk G-eJlacht, die, een Pruisch van geboorte, tegens bet erote Peest der Verbroedering, zig aan het hoofd van ene menigte Uit meer dan tu/intitr i™»mHn m„,;^„* .. .. " ,, , , , , t> "VWJ""' milieu, mei ene, wet zwellende, doch echter om de gepastheid van het ogenblik treffende aanfpraak, in de Vergadering vervoegde: van E M. M. P. Freteau. en van dpn in Hlpn t,A 1 lofs vermaarden J. P. Rabaut de St. Etie'nne, die zig' vooral de laatfte, ter dezer gelegenheid, zo zeer onderlcheidden. om de verreo-ann.le twUt tc a„a„ — en een voegzaam befluit tot ftand te brengen wegens, de' tniwomng uci .nucryK.e eu _eesreiyKe iituis. Op den zelfden voet, waar op dit werk begonnen cn tot hier was voortgezet, gaat men in dit Deel voort. Dezen in t brede te beicbrjveii zou dus loutere herhaling zvn. . Lodewyk de XVIde is bier nog de Vorst, die'het voor zie zeiven wel mer het Vnllr mnr a* \t^,™,a~.;u~ j_ nieuwe Inrietinp- van 7.nk-pn mpm-^ r\n a„~ 1/ j.. nnge en van het Volk is nog, behoudens de nieuwe wyzigingen, over het algemeen, Koningsgezind, cn , fchoon meer en meer tegens ene heerfchende Kerk, goed Catho- uck. , ic vicue mei uien trap van verdraagzaamheid, dien de nieuwe orde der dingen medebrengt. Doch men merkt tevens by een goed deel der Vergaderinge, by den Adel, de Gecstlykheid, eu, aan den anderen kant, by een gedeelte vau het Volk, dus genoemd in tegenfteliing der tot bier bevoorrechte Raiip-e.n . zulke vr.rfi-.ln.iivnio a;„ i.i._ -— -— o—- J ~— ui^, nel _VVaKh.ü en voor zulk enen allergewigtigften en neteligen toefland 011- ueic„wuv. ivaid^iet ue* „omngs m aanmerking genomen • den doorzietieen voor sllerweu-ioricrftr. en 1* gen moeten doen vrezen. De -heirhlyke woelingen der Uitgewekenen en Buitenlanders tegens de met moed en beleid voortgezette hervorming, byzondérlyk aan het Hof van 7V- rin , vertonen zig reeds voor den nnmprk-Mmpn n.. n-™,-^ den tot het weldra gevolgde dcerlykc verval in de Financiën worueu iceuo geiega. Met dit al, heeftalles, over het geheel, tot hier nog een vry gunftig aanzien. Het Fepst van de Verbroedering der-Franfchen op den I4den July, in _ het Veld van Mars, is op zig zelf zulk ene fchone en énige gebeurtenis, en wordt hier zo eigenaarde en fraai bcfchrevcn , dat men 'er al her tu-aHe m, a»;™^,, „„„ a:— tyd by vergete en over het hoofd zie. Wy zullen, en kunnen hier ook, alleen een gedeelte van het flot dier Befchryvinge, ter Proeve, plaatzèri. Het is de Schets, welke ons de Schrvver p-eefr v;,n her ninrlr.. ..«r, A;r rr„„^ j„.. de plegtige Eed op de Conftittitie, in zo ver ze'toen tot ftand was, door de Gewapcndcn en Volksverteeenwoordi* gers, en ten laatften door den Koning x was afgelegd; bet ' zyn  C 1*5 ) zyn voorts enige Aanmerkingen op dit Feest; beiden te vinden bladz- 275-281. Dus luiden die Schets en Aanmerkingen: „ Geene pen is jn itaat, de gevoelens uit te drukken, wier beftaan thands het uitwendige verzekert. Geen Franschman zelf kan woorden genoeg vinden, om het gevoel te befchryven , dat hem thands beheerscht. Dit z-elfs, dat de Koning, op dit ogenblik tot zyne zitplaats wederkeerende , zyne Gemaalin en Kinders tederlyk omhelst, .... dat de Koningin den Kroonprins in de hoogte heft, om ook hem, als 't ware, te doen deelen in dit feest, dat de Voorzitter der Nationale Vergadering, en de Koning, elkanderen den gullen broeder-kus geven ,... dat dit door alle Leden gevolgd wordt, — dit alles is voor den vtiurigen Frank te groot, om koelbloedig te worden aangezien. Zelfs met opoffering van het welvoeglyke, of liever, door zyne behaagl}ke manieren, zelf net welvoegiyke lcheppende, kan by de vervoeringen van zyn hart niet langen fluiten binnen den engen kring zyner ftandplaars. Het is hem niet genoeg, te deelen in het uitbundig vreugde-gejuich : leeve de Natie! leeve de Koning ■' leeve de Koningin.' fchoon door de gantfche Meenigte aangeheven : het bezef zyner waarde dringt hem, om ook zyn dankbaar hart uit te ftorten voor dat Altaar, vanwaar reeds de offers der verbroedering ten hemel zyn opgeftegen. Hy ftaat gereed, om aan deze infpraak van zyn hart te voldoen , zo niet een nieuw tooneel zyne aandacht uitgelokt, en hem aan andere bedenkingen had overgegeven. Thands ziet hy ae rriestericnaar, weike cut i trekken der beelden en de Sterren in het wit op een zwarten grond bevattede. Het ontwerp van de Hr. v. Z. vond weldra den byval der Sterrekundigen, in Duitschland; de beroemde Kaeslner prees het zelve openlyk, in het gemeld Maandw. voorNovcmb.' aan , en het Industrie Comptoir, te Weimar, nam dadelyk de uitvoering der nieuwe Sterrekaarten, door de Hr. Goldbach hier toe vervaardigd , op zig. Wat deeze uitvoering betreft, de gravure is zeer zuiver; de wiN te letters zyn fiks en lteeken helder af op den zwar¬ ten grond ; dc beelden zyn alleen door de omtrekken aangewezen, en verdeelen dus de aandagt der Leerlings niet, of vallen te zeer in het oog des Sterrekundigen. Deeze voordeden der nieuwe manier fchynen my te groot, om tegen de mogelyke gebreken, die de tyd het best aan den dag zal léggen, voor het tegenwoordige althans te doen opweegen. Een ander voordeel, 't welk deeze Atlas, boven an- Forften, te Parys, de eerfte, Bode, 1782, de twee- deren, heeft, beftaat in de dubbele afbeelding des de, la Lande en Meenam, ftcd uit. de derde na Flam-\Hemels; by ieder Kaart, welke de Sterrenbeeldenen Ster-  C '*7 ) Sterren, freletrêrd n-ewnnnt-e vnrv<%eu *nr. ..„„..„i hand, is, aan de linke hand, het zelfde de'el des He- meis, uui'ii zonaer enig beeld ot letter, m een m>n,ki formaat; ieder regte en linkfe bladzyde field dan het zelfde deel des Sterren - Hemels voor, doch ter linke hand geheel zo als het zelve aan den Hemel gezien word; terwyl, aan de regte hand, die zelve Sterren, in hunne groepen geplaats, eu mer haare naamen, van het Latv of Grieks alphabeth, als in de gewoone Atlasfcn, voorzien zyn. Hier door nu word het vinden .üer bterren gemaklyker gemaakt, cn het echeinren. ne¬ vens de voorftellingskragt, vooral by eerstbeginnenden, niet weimV echoluen. De K&artroi ter link*. h™A zo volkomen met den Hemel overeenkomende, dat het oog j als met een opflag, dezelve vergelyken en hier op den naam van liet beeld, en de gezogte Ster, in de Kaart ter regte hand, gemaklyk kan vinden. Nog ai.ui.ik. vuuiuecicn van ueeze aucoeie maarten geert de Hr. v. Z. in de Voorrede zelve op; de manier zelve jö iirtvuigiug van ujc van raspan, welke, zedert cm ge jaren, tot het Geographisch onderwys, in de be roemdlte Schooien van Duitschland, met zeer veel nut gebruikt is. Eindelyk bevat deeze Atlas een veel grooter aantal Sterren, dan een der vorisen. en veele derzei ver ver¬ beterd. Verfcheidene, die in de oude Kaarten van Jtiamjtea voorhanden waren, zyn aan den Hemel niet meer te vinden, en zyn uit deeze Kaarten weggelaten. De Hr. Goldbach lag de Atlas van la Lande en Mechain (de nieuwfte) ten grond, en bediende zig van de nieuwfte en naauwkeurige Lysten van le Frangois, la Lande en von Zach. Alle Sterren, des Noordelyken Hemels en die des Zuidlyken tot 350 afwyking; vooral in den Dierenriem van de ifte tot de 8fte gr. als ook de Nevel- en Dubbel-Sterren (meest door Herfchel ontdekt) zyn in deeze Atlas aangewezen; hun aantal bedraagt 10,570. In die van Bode zyn flegts 5058 en dus bevat deeze Goldbachfche Atlas nagenoeghet dubbel getal van deeze, welke men met regt voor eene der volledigfte en besten, tot nu toe, gehouden heeft. Het geheel beftaat uit 30 Kaarten, drie derzelve zyn vlakke Spheercn, de eene van het Noord]., de twee andere van her Znirll hnHVrmrl rW Qi-«,-,-«> m^i,Q . öe eene bevat ae manier om, door allegnements, de Sterren te leren kennen, de Noord. Hemel van 230 N. D. tot de N. P: is in de 12 eerde bladen; de Sterren van den Dierenriem in de 9 volgenden; de voornaamfte Zuidlyke Sterren zyn in de 6 laatfte vervat. Wat haare groote betreft, zy ftellen den Hemel even zo voor als een Globe, van 13,2 duim Rhynl. Middelyn. Het formaat is langwerpig groot octavo, iets groter dan dat van Bode.. Tk „in* „*• ,j„„„„ nieuwe aanleiding tot kennis des Sterren-Hemels, zal «ei uugmmii en moeite van Upttellers en Uitgevers uMuueu, cii uw vvcuciiicuap (.mogt zulk ook onder onze Landgenoten gebeuren!) geen gering voordeel aanbrengen. Geloof dat ik met veel agting ben: 1 , , Uw Dw. D. en Vriend Leyden, 12 Noy. 1799. Van Beeck Calkoen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheep va art, lan den veebouw, als mede de huishou- kunde , handwerken bn fabrieken, betrekkelyk. Pryzen der Granen, op 18 November te Amsterdam. TARW. Het Lasti GERST. Het Last „ ,,, . . Gg'd- Ggld. l'ooirche bonte cn witte 2803310 Vnefche Wintergarst . 1253140 dito rode . . 270.1300 Gron. en Oldamfclie . 1253140 Elbmg. eu Ileugfche . 270 a 300 Zeeuwf. en Overm. Winter 1253140 Koningsberger . 2603295 Dito Zomer . . 1253140 Vriefche . . 2502285 Dantziger en Elb. Uovenhndlche . 2503286! Vooi-Luidfche rode . 2303265 HAVER en BOEKWEYT. Zeelaudfehe . 2503300 ROGGE. Brouwhaver . . . 1003120 Pnusfifche . . 180,1200 Witte Voeder dito . 80390 Koningsberger . . 1803200 Boekw. Amersf. en Gooil. £28332 Gedroogde . . 1853 200'Dito Brab. en Vlaam. £28332 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwseri en Rsap-OIy, per Aam / 85Ï Ovemi.'t Last. . £84391 Dito Lyn . . . ö4 Slag-Lynz. de ton van Dito Bennip . . - 68i 5 Schep. Rigaas . / ia§a 13J JValv. Traan, 't quart. Hettfflittaad dito . - 10 aioj van 12 Stek. Nieuwe - 118 Dito Rode . . . - 112 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. ^ 54 ^ ^. jg. ZZT * &'? Nieuwe Durat. £,,n,io Kf ZZl :85M Oude ger. dito {£,0,8 Parys. a.m.1. . - KZ ïfSE6 Lüuis d0r ' "'V * dito kort. } "J sy zmc aan au verzoen gaarne willen voldoen, daar het zelve met de bevordering van het oogmerk, vaat toe uw vreenttaa is ingericht, volkomen overeen /temt. Heil en Achting! De Agent der Nationale Opvoeding Van der Palm. . Ter ordonnantie van denzelven Wenckebach. Secretaris. Aan de Maatschappyen van Wetenschappen en Konsten binnen de Bataafsche Republiek. Vrydag den 15 November 1799. Het 5de Jaar der Bataaffche Vryheid. Medeburgers ! Het lot van .den Riiro-pr r\njnn»:„.. 1 , _ „„ „ r , . ----. . jh— — uiu,,.tOH} uciuema wegens ?vne navorfchingen m het vak der Natuurlyke Historie l d van het Nationaal lnftituut te Parys en Tochtgenoot v n'J naparte naar Egypte,'is buiten twyffel-reeds door de nieuws" papieren1 u ter oore gekomen: met zoo veel fmprt aTs vl, ontwaarding hebt gy vernomen, dat de haat van kortzich" tige Despoten, tegen de voorftanders der Franfche Vr heid reeds m zoo vér geene grenzen meer kent, dat zy ook den vreedzamen beöeffenaar der Wetenfchappen, alleen tra doê hebbende, het Menschdom door de Wclit zynef on Sekkto SKSÏÏ teDeZ3ee'b°Hhet fe** ™ ^W^oogt te maken! De eerbied voor den man van Letteren wipns 5h »flV dS ^m^W°m4 nuts het aanlichten van befchaafder eeuwen met ontzach voorbv ging dien nórW voerende Mogendheden nimmer als Vvanda Ss der, SS a " vcrd«.vnen, welhaast zal dezelve voor verachting,, eindeljk voor vervolging plaats maken, en een kn g al een.nteuw gevaar, als een nieuwe aanfiyg 0p waggelende throonen befchouwd en geftraft zal worden Het Franseh GnuvpnwmMu Uca„„u* ' , — —w,„w.. uwuv.ul vuui net vereer nood- lot van den geleerden Dolomieu, in wien het niet enkel den verdienftelvken Rnr^r a»r u,..,„r,.K„ ™ 'T.Y.? ? ■ -el - - j „^.bw. j.ituiiv.i!u iteptioneK, maar ï£Ïfc Bu:gher/Ua" de Srü0te *e?Sbliek der Letteren en .;——'*ri(R! eu eerrjieaigr, neett deszelfs M rfrln val\b?.tenlandfche betrekkingen gelast, om by eene Qrculaire Misfive, alle de Gezanten der Republiek by de Geallieerde en onzydige Mogendheden uittenodigen, om zoo wel by de Hoven en Gouvernementen, by dewelke zy geaccrediteerd zyn, als by de Geleerde in alle de landen, waar zy rendéren,, eene nnotincr tc „™»n ' , '■ . - r-cr-b .~ ..u5v.11, Ltu eniue eene algemeene deelneming m het Lot van dien Geleerden optewekken, met eene ümmppiw nn ,.Q-„,„:„,i„ 1 . _ - . — >v-ictuit;i.ie iLeiii nem te rut' te doen eisfchen tut de handen der wraak, die hem heelt overgeleverd, of der barbaarsheid, die hem in boeiicn gefloten met een nnrpo-rv.mrri;• ..._,„rw,,.^ „w i»>-Lciin,udi.'pei], nog tvaig genoeg heelt kunnen aangewend worden, om den fchandelvken hoon altewenden, dien mpn *. haothuh :,, v,^ „_i IT- I . ' — "^..miitiu JIJ iLt ^<-n.v.n,)'oien : iiy zuil cr einde- lyk uit ontwaren, hoe groot een verlies aan het geheel Gemeencbest der Letteren en Wetenfchappen zal toegebragt worden, mdipn deve r.r.iM^n „„., „..„'.. , ute^'«ëi wrn*/ v,J a~ï7^™::.r^S:M" W™. Y^eren arbcu xj„ÜV' 7 'Jal"Jl""c' wy>1^ eener vertoeijelNke Staatzucht. Hebt gjl. clan de pogingen toegejuicht vaii het Nationaal If, T Xu-I^y%'r ff om d^elfs. Medelid te behou- V, deIVRldder J°feph Banks, thans Voorzitter der Konmkhke^ Sociëteit te Londen, heeft aangezocht, om het Enge sch Gouvernement ter medewerking aan het ontfiag en behoud van den onfchuldigen Dolomieu te bewegen; ook dergelyke middelen zyn in uwe magt gefield, om eenen Burger yan het nk der Geleerdcir, om een Lid vau uwe aanzieniyke Orden, de eenige, welker luister van den Wislelkeer der tyden niet afhankehk is, aan de wreedheid des bygeloots te helpen ontwringen om eenen man 1 die alle de gevaren en moeiiekkhprfpn v-n fon i,^„i,„i,i,^ .„.L. • . " -• -—j-vn; "tf" jic^^ui.i_m>.cij IUCI1L Z1CU getroostte, op dat hy 111 ver gelegen Geuesten de natuur in hare w ei kingen zou kunnen befpieden , voor zynen yver en opofferingen met te doen beloonen met boeijen en den dood. «^vul _ , uji by uuor eene aergelyke poging u zult mengen m aangelegenheden ■ welke niet behooren tot den 2 " vreed-  C 172 ) vreedzamen kring uwer werkzaamheid. Want het is immers de Wysgeer alleen, dien gy hebt weder te eisfchen; de Man die met de krygsverricbtingen van Bonaparte, met de vermeestering van Maltha, met de verovering van Egypte niets gemeens had, die, onkundig van de oogmerken zyns Gottvernements, onzeker van den tocht, dien hy ging ondernemen, alleen gezonden was, om daar, waar de overwinning de Franfche Vanen zou planten, ontdekkingen te doen in het ryk der kennis eu waarheid; ontdekkingen, waar uit de Yyanden der Franfchen even veel nut moesten trekken, als de Franfchen zelve. Wjsbegecrte en Wetenfehap laten Volken en Vorften hunne Gefch'iJlen mer het zwaard beflisfen, en treuren in ftilte over net bloed en de tranen die men vergiet, maar zy kennen onder hare beöeffenaars geene Vrienden of Vvanden, geene Voorftanders van Gcmcencbesten of Monarchen; hare Voedfterlingen zyn door den band eener verbeven Broederfchap aan elkander verbonden , onverbrekehk , ook dan, wanneer hunne landgenooten elkander bevechten; zy vormen eene afzonderlvke Maatfchappy , verfprcid over alle' Natiën, wier Leermeesters en Leidslieden zy zyn; door de bevordering van waarheid en kennis arbeiden zy gemeenfchappelvk aan het geluk des Menschdoms, terwyl verdeeldheden het verfcheureu, cn Oorlogsrampen het verwoesten. Het lot van den Geleerden , 't welk hem als zoodanig treft, moet dan de belangneming opwekken van alle zvne Broeders, van alle die het Gewigt van dien grootfehen titel befeffen; en kan de zending van Dolomieu als Lid van het Nationaal lnftituut der Wetenfchappen en Konften, als Onderzoeker der Natuur, die geen anderen dan dezen last bad, geene andere dan deze hoedanigheid kon aannemen, hem nimmer tot een misdaad gemaakt worden, hoe men ook. anders over den Krygstocht van Bonaparte dénken moge, dan is het ook voor ü Medeburgers, een waardige taak, alle uwe pogingen aantewenden , om de aanflageu der wraak en partyfehap, indien het neg mogelyk is, te verydelen,om langs dezen weg voor u zeiven het nut zyner belangryke | ontdekkingen, en voor de Wjsbegeerte een harer gelukkige en yverige beöeffenaars te fparen. Voor zoo ver gy derhal ven .door uwe betrekkingen tot andere geleerde Maatfchappyen, door uwe verbintenisfeu en Correspondchtien met Geleerden, wier invloed by de Hoven Aan Petersburg, Londen cn Napcis iets zou kunnen golden, liet zy dezelve Leden uwer Maatfchappy zyn , of iii eenig ander verband tot dezelve ftaan; voor zoo ver gy, door openlyk de zaak der Onfchuld en der Wetenfchappen u aantetrekken, bier in werkzaam kunt zyn, noodig ik u daar toe met allen ernst uit, en bevele uwe wysheid aan, bet overleggen van alle andere maatregelen, welke gy tot bereiking van het voorgeliagen doel voeglyk en dienftig zult oordeelen. Heil en Hoogachting. Copie. (L. S.) Buitenlandfche Betrekkingen. VRYHEID. GELYKHEID. Parys, den 23 Vendemiaire, het %fte jaar der ene en onver'deeJare Franfche Republiek. De Minister der Buitenlandsche Betrekkingen aan Den Burger .... Burger! Ik moet u onderrichten van ene nieuwe fchending van het recht der Volken, door het Hof van Napels begaan, en' die niet dan'op het lsvendigst treffen kan hen allen , die met rechtvaardigheid en menschl)kheid enigen fmaak voor WeteufcTiappcn en Kutiften paren , of enige agting voor zodanige menfehen die dezelve beöeffenen, en daar van de voortgangen verfnellen. De B. Dolomieu, een bekend Geleerde en Lid van het Nationaal lnftituut, had den Generaal Bonaparte in Egypte vergezeld, ten einde 'er navorfchingen en waarnemingen te doen, betrekkelyk de Natuurlyke Historie. Hy kwam van daar te rug, na een verblyf van zeven maanden, met enige andere Franfchen, wanneer het Vaartuig, waar op hy was ingefcheept, door den ftorm gefchokt eu vau alle zyden lek, genoodzaakt geweest is in de haven van 'Tarente in te lopen. Terllond in arrest genomen tevens met zyne reisge•V. >S»*?\ >.*\ "\v»u»3. v.\ ' -• .1 no- Copie. (L. S.) Relations > ' , , Extéïieures. LIBERTE. yg. EGALITE. Paris, le 23 PinJemisirt, an 8 de la RdfuliHque Fran(aife, utie et indiyifibte. Le Ministre des Relations EXTdiuEfREs, Au Citoyen .... Je"'dois, Citoyen, vous mformer (Tune nouvelle viol.uion du droit des gens commife par Ia cour de Naples, et qui ne peut qLi"affliger vivement tous ceux qui, a 1'amour de la juftice, de rtiumanité, joignent quelque gout pour les iciences et les arts, quelque eltime pour les hommes qui las culcivent et en accélèrent les progrès. Le Citoyen Dolomieu, favant diflinguc" et membre de lTnftitut National, avait accompagne le Général Bonaparte en Egypte, dans 1'objet d'y faire des recherches, des obfervations relatives h PHiitoire Niturelle. H en revenait, il y a enviion Sept mois, avec quelques autres Francais, lorsque le batiment fur lequel il etait embarqué, battu par la tempête et faifant eau de toute part, tut force' de relacher dans le port dc Tarente. Arrêté ausfitót, ainfi que fes compagnons de voyage, i] fouffrit d'abord avec EUX une captivitd- de tem-  ( 173 ) noten, onderging by eerst met hun ene gevangenis van drie en zestig dagen, waar na zy overgevoerd werden naurMesfina, van waar, zo men zeide, alle de Franfchen, geen Militairen zynde, naar hun Vaderland moesten te rug gezonden worden: maar daar is de B. Dolomieu. weldra van zyne landgenoten gefcheiden geworden, gearresteerd, als Staatsgevangenen opgefloren, en waarom? Om dat enige perfoonlyke vyanden, enige Ridders van Maltha, SiCih'anen, hem befchuldigden hunne Orde verraden te hebben, waar toe hy te voren behoord hadt, hem befchuldigden van te hebben toegebragt tot de overgaaf van hun Eiland, en eischten dat ny aan een Criminele Procedure zou worden onderworpen 't Was op het ogenblik, waar op men deze arrestatie zou in net werK ïteiicu, dat de H. Uolo.meu , onderricht van het geen men tegen hem brouwde, aan zyne Familie en aan zyne vnenuen kon lchryven, om hun le onderrichten van het lot, dat hem dreigde, en ftelde zyne brieven in handen ■van een dier Franfche Burgers, die men in de daad toeitond dat na hun Vaderland te rug gezonden werden. Ongelukkig bejegenden dezé Franfchen, duizend tegenheden op hunne reize: zo dat zy, vertrokken van Meslina ftaande :rrairial, zy niet te Parys konden komen, dan nu enige da¬ gen geleden; en bet is nu ook eerst over enige dagen , dat het Gouvernement het treurig lot van den Burger Dolomieu vernomen heeft. Wat is 'er in die lange tusfehenruimte van tyd gebeurd ? Hoe verre zal zich de ftrengheid tegen dien ongclukkigen }!urger hebben uitgeftrekt? Welke zal het gevolg geweest zyn van die Criminele Procedure, die hy heeft moeten oncergaan? Men weet dit nieu, want federt zyne arrestatie heeft hy geen foort van gemeenfehap met zyn Vaderland gehad : maar wat moet men niet vrezen van den haat van zy¬ ne vyanden, en van een rechtsgeding, dat begonnen is met een aanfiag tegen het recht der Volken? Het gerucht heeft zich zelf verfpreid , dat hy met den grootften aller ongelukken bedreigd is geworden'; dat hy namelyk door Paul den I. fqixante- trois jours; après quoi ils furent tous transportés a Mesfirie , d'ou, difin't-on, tous les Francais non militaire* deviient être renvoyés dans leur patrie: mais la, le Citoyen Dolomieu fut Mehfót f'e^aré de fes compatriotes , arrfité, renfermé comme prilonnfer d'Etat; et pourquoi! paree que quelques ennemis perfonnels, quelque Chevaliers de Malte, Sidlieris, I'accufèrent d'avoir trahi leur ordre, aaquel il avait jidis apj artenu, lui imputérent d'avoir contribué h la reddition de leur tle, et deitiandèreht qu'il lut foumis a mie procédure criminelle. C'est au moment ofi cette arrestatïon nllr.it fè faire, que Ie Citoyen Dolomieu, mftruit de ce qu'on tramait contre lui, put écrire h fa familie, h f=s amis, pour les informer du fort qui le menacait, et lemit fes lettres a 1'un des Francais, que 1'on confentit en effet de renvoyer. Malheureufement ces Francais épouvèrent mille contrnriétes dans leur voyage; de forte que, partis de Me: fine dans le courant de pmiriat, ils ne tont arrivés a Paris que depuis quelques jours; et ce n'cst que depuis quelques iours ausfi que le Gouvernement a eu connaisfance de Ia trifte destinée dü Citoyen Dolomieu. Que sest-il pasfd dans ce long ihtervalle! jusqu'ofi aura-t-ori porté Ia rigueur envers ce Mallieureux Citoye",! quejlë aura été 1'isfue de cette procédure criminelle qu'il devait fubir! C.'est ce qu'on ignore; car depuis fon atrestatjon, il n'a eu aucune forte de communication avec fa patrie: mais que ne doit-on pas craindre de Ia haine de fes ennemis, et d'une procédure qui a commencé par un attentat conue le droit des gens! Le bruit s'est raême is opgeëischt geworden, en dat hy dezen moest uitgeleverd worden. In deze onzekerheid behaagd het aan het Fransch Gouvernement hoop te blyven .\ ocden , en hetzelve heeft my bevolen pogingen in het werk te ftellen. die de kraetdadip-fte ('.-he¬ nen, om, zo het nog tyd is, den B. Dolomieu te behouden. Maar de goede uitflag zal zonder twyflèl veel meer verzekerd zyn, zo deze pogingen onderfteund worden door de goede dienden van onzydige Gouvernementen, door de tusfehenkomst van Geleerde en Letterkundige Ma.- door de reclamatien van verlichte Mannen van alle Landen, 't Is in dit denkbeeld ook, dat men het voegzaam geoordeeld heeft, het gedrag van het Hof van Napels tegen dezen achteuswaardigen Burger te verklagen eu bekend te maken. Deze zamenftemming van opëisl'ching, die men verlangt, zal zeer gemakkelyk te verkrygen zyn. Wat Gouvernement in de daad, indien het niet verblind is door enen onrechtvaardigen haat, wat Volk, welk individu, zou niet wenfchen, dat men handhave, dat men in acht neme, deze wetten en die gewoonten der menschhkheid, aangenomen door alle befchaafde Volkeren, die zich zo lorlelyk onderfcheiden van de barbaarfche horden , welken by wylcn de rampen des Oorlogs verzagten, en die de vyanden van Frankryk fchynen te willen vernietigen. Te vergeefsch zou men, ter verfchotiing van de fchending de¬ zer wetten, door het Hof van Napels begaan , zig beroepen op de befchuldiging door enige Ridders van Maltha tegen den B. Dolo¬ mieu. Het zal genoegzaam z\ n te antwoorden „dat by niets meer aan die Orde verfchuldigd was, waar van hy lang afi'cheid hadt genomen, en oat ny alles aan Frar.krvk was verfehuldigd, waar van hy Burger was. Maar daar" en boven . is 'r wel bekend, dat, wanneer de B. Dolomieu met Bonaparte vertrok, by, even zeer als de gehele waereld, onkundig was van het geheim van het Gouvernement en den Generaal i het is te wel bekend, dat, zo hy enig deel nam aan de on- der- repandu qu'il etait menacè du plus grand des malheurs; qu'il avait été-demande' par'Paul I. et qu'il devait lui être l,vié. Dans cette incertitude, le Gouvernement Francais fe plajt a concevoir des espérances, et il m'a ordoimé de faire les démarches oui oaraititmt lesnln» etficaccs pour (auver, s'il en est encore tenips, ie Citoyen .Do. o.:.i;u. M •.'. :e fuccès fera bien plus asfurc fans doute, rt (til ftaat r.n Hi» K..1-..1, ' . artv kelen van het Verbond met Karei li. van 1674. Hy onderzoekt hier ook den ftaat van den Koophandel onder de oiaveu, uou insnoeren aart van den Handel aer Nederlanders; van TusfèHenhandel,. en het zogenaamde Ca'jotage. Hy fpeurt hier bet oude ftelzel omtrent de onzjdige Vlaggen, en tevens het nieuwe,. met veel BaaiLwkèhrigheid op; (preekt ook van de bcrugte A&e van Navigatie van Cromvvell; wat eigenfvk, volgens-de Verdragen derNederi inders, Contraiande goederen zyn; wat. omtrent geblokkeerde Havens plaats heeft,.en diergelyke gewigtige ftukken meer. Dat anderen, vry ondphoudelj*, het Rcmeinsch Recht, ophemelen. Wv neren-ook dat Reeht ve?v h.vw nu.r >'..n dan, na zo vele eeuwen, dat Recht nu nog niet genoeg cp- gcuuiueiu eu veiMuaru zyn e /.ou men gouurig J .urunitrtait oude kost moeten opwarmen? "Zou'iemant daiil'(ten zy hy niets buiten dat Romcinsch Recht mogt geleerd hebben ,) kunnen euvel nemen, dat een Jongman, die pjoe.en v;-n zynen vlyt te berde brengt, op zulke gewigtige punten, als Zeevaart en Koophandel, voor de Nederlanders zyn, zvne aandagt vestigt, en zynen arbeid befieedi ? Een j'ongnrm', die zig tot. de praöyk in ene der voornaamfte Koopsteden der waereld, met zo veel yver, en gelukkig gevolg heeft voorbereid? VVaarlvk die zulks znnrie «.Hlpn i*Icmuu; kon van geen béi ispelyke vooringenomenheid, eu redenloze.* biinde en bvgeloviue aanbidding van h'pr aniWs vnm-ri-efi.i- -Romcinsch Recht, worden vrygefproken 1. NA-  C '7* ) NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukun'ie, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Hamburg. Den 4den November, hebben zig wederom 3 Handelhuizen, zamen met 739,400; den 6den een met circa 170,100; den often een met 88,600; den nden 3 met 1,260,100; den i8den 3 met 736,700 en den aorten a met 158,000 M. B. infolvent verklaard. Zie hier een Lvst van alle de Bankeroeten, federt 6 Sept. tot 30 Novemb. in deze Stad voorgevallen. Huizen. Sommen. Sept. 6. 1 zamen met 762,000 M. o. - • o- 2 13. 2 . • 2,584,000 _ 16. 4 4,282,000 . 18. 1 • . 320,000 20. 6 ■ . 5,152^00 23. 3 655)300 , 25. 5 1,986,400 ■ 27. 2 3,166,300 30. 3 395)000 Oei. 2. 6 1,445)475 4. 3 . . 3>757)8oo 7- 3 • • 227,200 9. 2 96,000 ii. 4 . . i,859>IO° 14. 5 1,008,100 16. 3 935)638 , j2. 1 • • 225,000 ■ 25. 2 . . 248,000 28. 3 437)850 Nov. 4. 3 739)400 6. 1 • • • 170,100 . 8. 1 88,600 II. 3 . . 1,260,000 18. 3 • • 736,700 , 20. 2 . . 158,000 27 3,800 Zaad, Oly en Traan. 74 Huizen met 32,929,863 M- B Pryzen der Granen, op 25 November te Amsterdam. TARW. Het Lastl GERST. Het Last Ggld.j °g|d- Poolfche bonte en witte 2803310 Vriefche Wintergarst . 125314° dito rode . . 270a3001 Gron. en OJdamfche . 1258140 Elbing. en Heugfche . 270 a 300 Zeeuwl. en Ovenn. Winter 125 a 140 Koningsberger . 260 a 295 Dito Zomer . . 125 a 140 Vriefche . . 2503285 Dantziger en Elb. Bovenland fche . 250 a 28(5 Voorl mdfche rode . 2303265 HAVER en BUEKWEYT. Zeclandfche . 250 a 300 ROGGE. Brouwhaver . . . 100 a 120 Pruisfifche . . 180 a 200 Witte Voeder dito . 80390 Koningsberger . . 180 a 200 Boekw. Amersf. en Gooil. £28332 Gedroogde . . i85a2oo'Dito Brab. en Vlaam. £28332 Koolz. Zeeuwsen en Raap-Oly, per Aam ƒ 83$ Overm.'t Last. . £83890 Dito Lyn . . - 61 j Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . - 67 5 Schep. Rigaas . / I2iai3§ Walv. Traan, 't quart. HemÜDzaad dito . - 9$a io£ van 12 Stek. Nieuwe - 118 Diro Rode . . . - 112. Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. % U)r 'Sr Cadix ——— Lisfabon - Nieuwe Ducat. ƒ5,10,9 Venetien - 87! Qude ger. dito - 5,9 7 Livomo - ic2j 'Nieuwe Louis d'Or - 11.4,2 Parys. 2. m.l . m _ 6o. Guinies - 11, t8,12 dito kort. S & Piltolen - 9,9 Idem in Specie - Franiche Kronen -56 a 55 Londen. 2. m. JJ Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hambug 2. m. Ct. ft. B°. g y . pafa* pCt. Dito kort . 38 — 8 Wenen id. b". - 33i weerkundige waarnemingen, buiten haarlem. T t~ baro-\ ther- hygro-streek luchts- i\ov. ) me_ mome- me- der. gesteld- I799- / ter. ter. ter. wind. heid. C30. 4i 38 9Jè o. " 20 l 30. 42 46 75 — helder. c.30- 4* 37 87 — : ; C30. 4 33 83! z.z.w. vooimidd. helder; 21 , ol smorgens dampig; 22<3°-3* 49 8fl o. n. o. Verdei'betrokken. C.30- 3* 43? _8.9_ N 0- . 5*39- 2* 39» 85» o.n.o. voormidd. beti.okke 23 < 30. 3t 42 79 o. verder helder. Ij0!2* 34 ._92_ n.0. _ CS°- 322 95 z- o. voormidd. mistig; 24 < 30. ol 37 89 'snamidd. helder; ) 30. o 34 89 7..Z.0- 'savonds betrokken. C29. 9} 35 95 z-z. 0. ~ 25 < 30. o 41 95 betrokken, mistig. c.3g_o.- 40^ 93 — C'30. iï 42 95 n. d'inpig; voorin, betrokk. 26 < 30- 2 48 92 n. o. iets regen; verder om)\o.2\\ .32 1 94 1 trent helder. 'Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 115; en te Haarlem 8, onder welke laatften 4 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN.  A°- 1799- N°. 310. IN I E U W E alg e m e n e KONST- en LETTERBODE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 6 DECEMBER. BERIGTEN. E G T P T E N. Uittrekzel enes Briefs van den Burger Descotils , Lid van het lnftituut te Cairo, gefehreven uit Kenneh, den 7 Juny 1.1. 'e Burger Denon heefr ons de tslrvV/» VnMomoiin/r \au xcjiciinigeu vertoont, wettten ny, gedurende zyne reis, gemaakt heeft. Die van Denderah waren, onder anderen, zo fchoon, dat wy brandden van verlangen, om de prachtige overblyfzeJs der Egyptifche Konften te bezichtigen, en ons derwaards begaven, zo dra wy gelegenheid hadden door enige manfehappen geëscorteerd- te worden. Wy hadden ons een grootsch denkbeeld van die ruïnen gevormd ; doch derzelver fchoonheid ging, by een nader onderzoek, onze verbeelding ver te boven. De ruïnen van Denderah beftaan in drie Tempels en drie afzonderlyke Poorten. De grote Tempel verdient de meeste opmerking en heelt het minst geleden; dezelve is 81 mètres lans en omtrent q6 mètres hrppd. afnw^oi/i twee vakken, waar van' het voorfte gedeelte een portaal is van 24 kolommen, ftaande in vier reiien. elk van zes naast elkander. XII. Deel. De kolommen hebben omtrent 17 mètres hoogte op twee mètres Middellyn boven het kapiteel en zyn fpits toelopende, in de gedaante van ene kegel.- Het voetftuk is een cylinder van een groter Middellyn dan het benedendeel van de kolommen; onder aan zyn wederom twee foorten van dunne voetftukken, waar van het benedendeel enige centimètres verder uitfteekt dan het andere, dat een vierkant is, en waar van de vier verticale voorzyden vier bas-reliefs vertonen. Het twede gedeelte van den Tempel, minder verheven en breed dan het oortaai. hevni- wWr."Ji»?^««^ zalen in zich, die in elkander lopen, en geen licht ontvangen dan door kleine naatuve venfters. Boven vindt men verfcheiden andere vertrekken, die, even als het overig gedeelte der twee andere Tempels en uci uiic rootten, met nrerogivpmche en andere figuren bedekt zyn. Het merkwaardigfte van deze figuren, die byna allen boven de oppervlakte uitfteken, is, dat dezelven, onder anderen, twee f1ff»wnri«tï*n verbeelden, waar van de ene in een der bovenfte vertrekken, en de andere aan het plafond (of zolderftuk) van het portaal, gevonden wordt. De eerfte is een kring , vol van gedaanten van menfehen en dieren, verbeeldende , onder anderen, in den omtrek, één Ram, één Stier, twee digt by elkander ftaande Mannen, één Kreeft, één Leeuw, één Landman, die een Koornair m ae nanet neett, één Weegfchaal, éénScorpioen, één gevleugelden Cehtaurus, wiens'hoofd met een foort van myter bedekt is, en die, door middel ^ van  C 178 ) van een boog, ene pyl affchiet, van de gedaante als die, welken men te Cairo verkoopt, één dier, dat den kop van een Bok en het lighaam van een Visch heeft, één Man, die een vaas in de hand hotfti en daar uit water giet, het welk met bcojen naar beneden loopt, even als wy den Waterman .afbeelden, .en twee Visfehen, wier (taarten met een foort van lint aan elkan¬ der gebonden zyn. De overige figuren zyn meest omringd met Sterren, in onderfclreidcne richtingen geplaatst. Rondom dezen kring zyn 12 figuren, welken die foort van Memel-Atlas fchynen te- onderdennen. De grote Dierenriem loopt lynrecht, doch is voor het overige zo ingericht als de andere. De Leeuw ftaat, aan den rechterkant, het eerst en heeft het aangezicht gekeerd naar de vyf tekens, die daar op volgen; aan den linkerkant zyn de zes andere tékens-geplaatst, in welken niets bvzonders is op te merken, dan dat de Kreeft een weinig boven de voeien van een zeldzaam gedrocht geplaatst is, wiens lighaam de zes tekens aan den rech erkant omvat. Deszelfs voeten, hoofd en armen, zyn alleen uitgehouwen, het overige gedeelte des lighaams is gefchilderd en met bogten, even als een ftromend water, afgebeeld/De Z«.n ftaat vlak naast cle Kreeft, wnar uit men zou kunnen opmaken, dat hier enige betrekking op de overftroming van den Nyl bedoeld wordt. Behalven' deze tékenen zyn in de htchtftreek , die dezelven omvat, nog verfcheidene figuren', met Sarren omringd, welken ongetwyffeld vaste Sterren zullen verbeelden. Uit dit een en ander blykt, dat dé Egyptenaren in dc kennis der Astronomie ver gevorderd'geweest zyn, tn Jat men alle reden heeft om het vetlies der ïlfeloalyphifche Taal te betreuren. 'Er is, geloof ik, gene plaats te vincien, oaai men ecu tm^uiueu ±ju<-iy heeft dan te Denderah, Alle de muren, plafonds en kolommen, der drie Tempels en Poorten, zyn bedekt metHicrosiyphifche figuren, welken dikwyls niet meer dan 2 a 3 centimètrcs hoogte hebben , cn men kan,, zonder vergroting, rekenen, dat ten* minften ene oppervlakte van 12c00 mètres, in het vierkant,' uitgehouwen is. Verfcheidene figuren zyn weggehakt; van de kapitelen is, onder anderen,, geen enkele in zyn geheel gebleven: die der muren zyn insgelyks tot^op ene aanzienlyke hoogte byna geheel onkenbaar. Enige tekeningen, gelyk aan die, welken men fomtyds in Frankryk , op muren, ziet, cn die mannen met 1-ruisfen vejbee1 'in, zouden kunnen doen geloven, dat men dc verminking van een der fchoonfte Monumenten, die op de aarde gevonden worden, aan de Ducpery te danken heeft. De figuren, die ongefchon- den gebleven zyn, tonen aan, dat 'er in dien tyd, toen dezelven gemaakt wierden, allerbekwaamfte werklieden., geleefd hebben. Men zou met de afzon- derlyke befchryving, van alle die Gedenkftukken, een groot Boekdeel^ kunnen vullen. Men vindt onder dezelven verfcheicjjen veiriejfelen, die'door de Grieken overgenomen zyn, als dc Narren - koppen, den Palmtak en een ander vercierfel, dat men naderhand de Griekfche Krul genoemd heeft, enz. 'B AT A A F S C IIE* R E PUB L I E K. Haarlem. De Leden van Teyler's Godgeleerd Genootfchap hebben,, in! hunne jdBgfte Zitting, goedgevonden, de volgende Vrage voor te ftellen. Kunnen Deugd en Goede Zeden, by een Folk, vooral in dien txap van zuiverheid en algemeenheid, waar in zy, byzondérlyk onder ee/P sneer vryen en Republikein' fchen Regeertt/gsyoAn , fchynen gevorderd te worden, eenen genocgzaamen deun cn duurzaamen waarborg vinden, in de beste menschlykc voorzorgen, cn hulpmiddelen van Wetgeeving, Befchaaving, en Opvoeding, zonder eetiigen hoogcren en meer ki'agtdaadigen invloed van Godidueuflige Begrippen en Praktyken moxlig te hebben, — en wat heeft de daadlyke Ondervinding, onder vroegere en laalerfi. Folieer en, hier omtrent, geleerd? 1 De Prys, aan het best gekeurde Antwoord op deze Vraag toegelegd, i.j. ene Gouden Medaille,, ter waarde 'van Vierhonderd Hollandfche Guldens buiten den Stempel. Die rra dezen Prys wilfrn dingen, moeten hunne Antwoorden zenden aan het Fundatiehuis van wylen pie.ter Tevler van der Hulst, op het Slccpersheofd te Haarlem , voor den eerften December 1800, om beoordeeld tc kunnen worden voor den achttien April igot. De Antwoorden, moeten in goed leesbaar Neder-, duitsch, Latyn, Fr arisch , of Engelsch , gefchreeven zyn; verzegeld met een Cachet, en alleen ondertekend met een Spreuk; waar by een insgelyks geca-chetcerd Briefje, dezelfde Spreuk ten opfchrift hebbende, en van binnen des Schryvers Naam en Adres bevattende. Aan den Redacteur van den Nieuwen' Algemenen Konst- en Letter-bode. Zeer geacht Medeburger! Aangenaam was my het iets aangaande Cicero door Mr. H. C. Cras, in uw weekblad No. 307. Schoon . het  C 179 ) het zelve m\v. voorgcd-ngen gevoelen wegens twee brieven van "Cicero en mjne beüordeeling van deszeils daar in voorkomende charakter. («) tegenfpreekt, heeft het zelve my, wiens waarheidliefde als Gefchiedfcliryver alle andere zucht onvergelyklyk overtreft, nog oneindig meer verplicht; dan de vereerende toon, waar in de zoo hooggeachte als hooggeleerde eu wydberoemde Cras zyne 'myfeMng, gelyk hy het zeer bescheiden noemt,, wel heeft willen voordragen. Gun my, biddc ik u, eene plaats in uw weekblad, om op dat iets het volgende tc kunnen andv/oorden. Het fchynt dan, als of de twee bedoelde brieven CJ?) dezelfde ftruikclblokken moeten blyven voor de meesten der laatere Schryvers over Cicero , welke zy reeds Voor zyne oude Commentators geweest zyn. Gelyk Fenestella en Asconilis Pedianus geloofden, dat in beiden van eene en dezelfde rechtzaak tegen Catilina, cn wel van die wegens knevelaary gewaagd werd, doch onderling verfchilden in gevoelen, of Cicero daadlyk Catilina verdeedigd had of niet, bewcerende Fenestella het eerfte, Asconius het laatfte (c): alzoo hielden zich ook de Abt.ST. Real, MoNGAULT, MoRABlN Cd), MlDDLETON (e), de Brosses (ƒ), Ferguson (g) verzekerd, dat beide de brieven van eene en dezelfde rechtzaak, en al mede van die wegens knevelaary gewaagden, terwyl zy overigens onderling ook al niet weinig in hun gevoelen over dezelve verfchilden. St. Real hield te recht den tweeden brief in het jaar 689 van Rome gefchreeven, na dat men denzelven lang met den eerften tevens tot het jaar 688 had teruggebragt, maar moest van Mongault, die by dit oude gevoelen bleef, de onwederleglyke aanmerking hooreri, „datCatilina in 688 vrygefproken was onder het Confulfchap van Cotta en Torquatus." Om dezelve te ontwyken en de jaarteekening van Real te houden, verfchoof Morabin de vryfpraak van Catilina tot in 689, maar vergat daar by, dat Torquatus in het volle Costum van werklyken Conful voor Catilina in 688 opkwam en Clodius zich toen tevens reeds den mond had laten ftoppen (h). Middleton, die met Real den ([a) Myne Rom. Gefchied. D. XIV. bl. 427-434. (b) Cic. ad Attic. L. 1. ep. 1 & 2. (c) Ascon. in Cic. orat. 'in toga cand. p. m. 145-147. Edit. Hachii 1644. - Cd) Aangeh. by Hoche Rom. Hift. Vol. VIII. p. 186-192. (e ) Middl. life of Cic. Vol. I. p. 146. ( ƒ*) De-Brosses Hift. de Sallust. T. III. p. 49. Cg) Fergus. Gefch. der Röm. Republ. Th. II. f. 286. (h) Cic. pro Syel. c. 29. ld. pro Cceeio c. 4. tweeden brief in 689 gefchreeven acht, en in 688 Ca» tilina over knevelaary laat vry fpreken, begaat de onoplettendheid, om.Cicero in Ó89 aan de verdeediging eener rechtzaak te laten denken, die in 688 reeds vrygefproken is (O- De Brosses, die al mede Catilina te recht laat vryfpreken in 688 wegens knevelaary, fchynt al wedeiom den tweeden briefin 688 gefchreeven te achten, zonder een woord van deszelfs geheel anders luidende iaarteeken.ng te gewagen (.i), terwyl Ferguson llechts met een enkel woord den tweeden brief aanhaalt, wanneer hy van Catilina's rechtzaak wegens knevelaary gewaagt , maar tevens toont, denzelven tot het jaar 689 te brengen, fchoon Catilina in 688 vrygefproken is. Crevier ( /) en Hoche , die den eerften brief te recht tot 688, den tweeden tot 689 bragten, hielden, met den voortreflyken Cras, de aamneiking in den eerften alleen betreklyk op het pleit wegens knevelaary , in den laatften op dat wegens moord: maar terwyl Crevier, fchoon anders mild met zedenlyke beoordeelingen, niet een enkeld woord fchryft over dezen trek uit Cicero's charakter, is Hoche ter dezer plaatfe niet minder fcherp, dan elders, tegen den Romeinfehen Staatsman; welke ftilzwygcndheid van" den eenen in een geval, dat zoo onmiddellyk fluit, en fcherpte van den anderen tegen eenen man, die zoo algemeen geëerbiedigd wordt, my beider voordragt opzetlyk van my deeden verwyderen, om de brieven van Cicero zelf geheel op nieuw te befchouwen en te beöordeelen. Maar hier door juist is het gebeurd, dat, fchoon'Crevier en Hoche my reeds vooraf zeiden, het geen de Hooggeleerde Cras zoo minzaam aanwyst, dat ik, al mede in eigen oordeel faalende, wel den eerften brief in 688, den tweeden in 689, jaarteekende, maar, met de agt opgenoemde oude cn nieuwe Gefchtedkundigen, aan eene identiteit van echtzaak denkende, beiden als het rechtsgedirg wegens moord bedoelende, opgegeven heb. Een nieuw en nader onderzoek, voor welks aanleiding ik myne verplichting aan het iets van den Hooggeleerden Cras erken, heeft my dien feil doen inzien: en de zuiverde waarheidliefde doet my dien nu erkennen, zal my dien weldra doen herftellen. Wilde ik toch voor myn gevoelen ftryden, ik kon my op het aangevoerd gezag voor de identiteit der rechtzaak in het algemeen be¬ roe¬ te*) Middlft. life of'Cic. p. 146 conf. p. 155. (_kj De Brosses Hift. de Sallust. T. III. p. 49-50. (/) Crevier Hift. Rom. T. XI. p. 348,349. Z a  C 18* ) roepen, de gronden, waar op ik echter aan moord dacht, verdeedigtn, als zynde geenzins zoo onbeftaanbaar met de jaa'rteekening dier brieven , als het gevoelen van anderen wegens knevelaary, en eindelyk gisfe/dtig tegen gisfehing ftaande houden. Men vergunne my nu flechts, na myne hulde aan de waarheid, deze zorg voor myne eer, dat ik door de aanwyzing der gronden, waar op myn eerfte gevoelen (leunde, den lchyn vermyde van niet even ligtvaaidig als verkeerd geoordeeld te hebben. In 687 was Catilina reeds befchuldigd wegens knevelaary, wanneer hy naar het Confulfchap van 688 wilde (laan Cm). Cicer.0 fchreef den eerften der twee brieven tia den \7der1 van Hooimaand 688 en fprak toen van eene nog onbellischte rechtspleeging. Indien hy hier de rechtspleeging wegens knevelaary bedoelde, dan moet die negen of tien maanden geduurd hebben. Dir fchynt veel te lang voor de Romeinfche rechtsbediening, en pnbegryplyk , wanneer men nadenkt, dat de befchuldiger zich den mond liet doppen, waartoe Catilina, na zyne eerfte mislukte zamenzweerir.g in Spokkelmaand van 688, wel terfbnd zyne omkoping zal beproefd hebben, en dat de Confut Torquatus zelf z . n voorfpraak werd («). Her gedrag van Cato als Penningmeester van Caesar , als Bouwheer in 688, van den eenen tegen alle cle bezoldigde handlangers van Sylla, van den anderen voor de herftelüng der eerebeelden van Marius Co) kon eenen C cero ligt doei vermoeden, dat 'er eerlang een openbaar rechtsgeding tegen den beulenftoet van Sylla, als eene Staatkundige wederwerking, zou worden rangevargen; indien Cïesar zelf, tot nog toe door zyn Bouwheerfchap daarin verhinderd, zig deswegens niet reeds geuit hadde, en alzoo kon Cicero dan ook in Hooimaand 688, met een enkcld woord', gelyk 'er ma: r door hem wordt gebruikt, gewagen van een rechtsgeding, 't welk eerst in 689 werd gevoerd, doch waar voor reeds in Louwmaand de geheele rechtbank benoemd was; tot welke daadlyke ondeiftelling my dan ook het.bezef der zeldzaame en onverklaarbaare langwylighcid van Catalina's rechtsgeding oMti knevelaary gebragt heeft. Daar het my geenzins zou bevreemden, wanneer deze redenen ook nu nog anderen konden doen overhellen tot myn beftreeden gevoelen, achte ik het nodig, met een enkcld woord de gronden aan te wyzen, waar («) Sallust. in Catil. c. 18. O) Cic. de refip. c. 20. Id. pro Svlla c. 29. (0) Plut. in Cat. Min. p.767. ld. in'QjES.. p.709,710. voor ik, by nadere m'erweging, (tuitede. Een derzelven is de grootere langduurigheid dei Rechtsgedingen over knevelaary by de Romeinen - dan over eenige andere misdaad, cn derzelver dikwyls opzetlyke vertraaging, waar van dc 110 dagen, aan Cicero ter aankïagt van Verres toegedaan, getuigen Cp). Een andere grond is, het niet vinden van Catilina onder de mededingers voor het jaar 689, waar onder wy hem vry zeker zouden gevonden hebben, indien hy veel vroeger; dan den i7den van Hooimaand 688 was vrygefproken. De laatfte is, de verplichting, om van twee even onbewysbaare vermoedens het gunftigfte boven het ongunft gfte te omhelzen. Nog oneindig Lever keerde ik nu ook daadlyk terug van het door my gevelde oordeel over het, in deze brieven bloot komende, charakter van eenen man, wien het algemeene gevoelen der geleerde waereld fchier heiligen eerbied toedraagt, wien Hechts enkelden.nu en dan to: hunne eigene oneer fcheenen te berispen, onder welken een C. Meiners zelf betuigde, met blydfchap terug gekomen te zyn van zyne veroordecÜng eenes onberisplyken charakters (.7). Maar, fchoon het den Hoogleeraar fchyne, dat myn oordeel enkel rus e op de identiteit der rechtzaak in beide de brieven van Cicero bedoeld , moet het uit den aard der zaak zelve zoo wel, als uk myne voordragt Cr) blyken, dat de eer van Cicero, voor het tegenwoordige geval, geenzins in myn oog kan gered geacht worden met de bloote verwerping van de identiteit der rechtzaak. Daardoor vervalt wel het onmiddelljk fluitende, van Cicero gezind re zien, iet te wederleggen, 't welk hy zoo onwederleglyk als het licht op den middag verklaard had; maar geenzins het niet min ergelyke, by het minfte nadenken, van Cicero gezind te zien, om een misdryf te verdeedigen (O, het welk voor het oog van gansch Ro-me even klaar als het middaglicht was gebleeken, en het welk hy zelf, op zyn langst een half jaar daarna, in den vollen Raad als eenen gruwel uitkreet (t); geenzins het diepvcrachtlyke eener eerzucht, die aan zulk eene ver- dee- (p) Cic. in Vf.rr. Act. L c. 2,9. ( q ) Gefclièchte des Verfalls der Sitten und der Staatsverfasfung der Romer. f. 1-12. Leipz. 1782. (r) D. XIV. bl. 430-432 en de daar by behoorende aan- teekening. Cs) Plut. in bYLL. p. 472. en onze Gelen. D. XIII. bl. 237-240. {t) Cic. m loga Landt da ad Se nat.  f C 181 ) deediging alleen denkt, om eigene gunst by anderen en toegevelykheid van eenen ihooden mededinger te bejagen («); geenzins het fchaamtelooze van eenige ■jaaren laater openlyk te verklaaren, Catilina nimmer voor zoo grooten booswigt erkend te hebben , als hy hem na de ontdekking der zamenzwering, en dus een geheel jaar laater, dan hy hem zyne gruwelen in den blinkenden tabbaard verweet, had bevonden (v). Het is waar, Cicero had de verdeediging van Catilina's beulenwerk en moordbedryf, een half jaar vroeger, dan zyne openlyke verfoeijing daar van in den Raad dag:eekende, flechts in gedachten genomen, zonder dit voornemen daadlyk te volvoeren: maar dit in gedachten nemen, uit bloote Staatkundige kunstenaary, met verklaarde onverfchilligheid omtrend de vryfpraak des befchuldigden, gelyk dit duidlyk uit den tweeden brief aan Atticus blykt; over zulke gedachten zich niet te fchaamen, maar ze mede te deelen in eenen brief, zonder hier eens by te voegen, het geen hy in den eerden brief ter ontfchuldiging eener bloote onbeleefdheid gezegd had, quod fi voles in me csfie durior, ambitionem putabis mild obilitisfe, kenmerkt voor my een charakter, 't welk ik niet kan eerbiedigen. Het gevoelen van den ótoicyn Pan^etius , door Cicero zeiven eenmaal als zoo toegevelyk voor de Romeinfichen pleitbezorgers verklaard, dat hy zelf zulks zonder het gezag van dien man, in een geichrift over de plichten niet zou hebben durven voordragen, mag in deze ganlche zaak zeer wel befiisfchen, indien men my anders eene tc groote ftrengheid zonder opzicht op de denkw ze van Cicero's tyd, wilde wyten. „Men „ maake 'er echter geen geweten van, zomtyds eenen „ fichuldigen , te verdecdigen , indien hy maar geen ,, ficaelm en booswigt is (w). De Hoogleeraar Cras, wien ik mynen dank welmeenende betuige voor het door hem aan u medegedeelde iets over Cicero, houde het alzoo, nevens alle vereerers van Cicero's zedenlyke waarde , my ten goede, dat ik blyve denken en verklaaren, dat Cicero zelf ons, ter zyner eigene (niet eeuwige, zoo als verkeerd in dat iets is afgefebreeven) fchande den fleutel voor de gefchiedenis van Catilina's vryfpraak in handen heeft gegeeven. Het fmart my, dat myne achting voor Cicero , by het naarfporen zyner ge¬ fchiedenis , uit zyne eigene brieven , na het ftellen dier verklaaring, ;.1 meer is afgenomen, om dat niemands eerbied voor zyne geleerdheid, fcherpzinnigheid en welfprekendheid grooter zyn kan. Mogt ik eenmaal met Meiners kunnen terugkomen, ik zou niet minder, dan hy, de fchim van dien vereeuwigden Romein trachten ue verzoenen: maar het oordeel zelf en de onpartydigheid der ge chiedenis laten hier in geene wilsverkiezi?ig toe. Ik ben met hoogachting Amflerdam, Uw Medeburger den 18 Nov. 1799. M. Stuart. O) Cic. ad Attic. 1. 4 ep. 2. (v) Cic. pro M. Ccel. c. 6. (w),,Nec tarnen item habendum est religioni, meentem aliquando, modo 11e nefarium impiumque defeiidere." Cic. de ojfic. L. II. c. 14. Asiatische Letterkunde en Konst in Engeland. Met de fchatten van den Ganges zeilen niet alleen Oosterfche verwyfdheid en Zedenbederf, maar ook meer vernuftige 'liefhebbery voor dc Oudheden, Talen cn Konden van het Oosten, naar de kusten van Albion, die, in ruiling daar voor, het overfchot van hare fchone dogters, op fpeculatie , naar Calcutta en Madras zenden. De fehatryke Nabobs van Engeland begunltigen althans uit trotschheid vele ondernemingen , die anders voor zeker in derzelver geboorte fmoren zouden. Het behoord tot de Bibliotheek-weelde dezer nieuwe Crefusfen, om ten minften enige Perlifche Manufcripten, in pragtige banden, in hunne Boekenkasten te plaatfen. Verfcheidene fraaie Schryvers, zo in Oxford als Londen, winnen, uil dien hoofde, hun kost, met het namaken van zulke Handfchriften, die doorgaans deze en gene uittrekzels, uit Sadl, Hafiz, Shah, Nameh enz. nevens ettelyke Astrologifche figuren , Horoscopen en dergelyke met kakelbondkleurige aartigheden afgezet, bevatten. Voor zulk een gecopieerd Handfchrift, dat voor een kenner , veelal, geen duit waardig is, en dat dikwyls flegts uit 20 a 30 bladen pergament beftaat, geeft men 10 of meer Guinies. De Boekhandelaar Clarke, in Newbondfireet, handeld het drukst in zulke Artikels. De beroemde Schryver der Indifche Oudheden, Maurlce, die Vice - Direcleur by het Britfche Mufeum t eworden is, had, over enige jaren, een meer gepre-v zen, dan wel gelezen, Ode aan den PerliaanfchenZonne-God, Mlthras, afzonderlyk uitgegeven; van deze Ode is thans, nevens nog een anders Vers op het fraai uitzigt van Grovehille, met 16 keurige houtfneden, Oosterfche Gez;gtcn verbeeldende,'by Ander- Z 3 f0»*  C 18a ) fon, een nieuwe druk uitgekomen; en nu eerst, d'.ar; •dezelve i P. Str. kost, word ze getrokken en in dej Bibliotheken geplaatst. Deze zelfde Nabobfche kwistigheid maakt liet ook mogelyk, dat het inderdaad nuttig Oosterseri werk, 't ge. n de Major JVilliam Oufely, onder den tytel van: Oriënt al Collcctions, federt 1798, by Stpkjes, in 410, die geregeld om de 3 maanden veiTchynen, uitgaf, onafgebroken kan voortgaan, fchoon elk Stukje, van omtrent 100 bladzyden, 10 Schellingen kost. Deze verzameling is met veel fmaak byeengebragt, cn de Oos erfche fchatten van het Britsch Muleum, waar in Plyde's Handfchriften zyn, nevens de Bodlevaanfche Boekery, worden hier, voor 't eerst, ten gemenen nutte, gebezigd. De Gufifche geleerde Ty elfen, uit Rostnck, verfchynt hier ook, onder den naam van enen Jonathan Schoft, • Hcnley, Moody, Franklin, Falancey en andere Britfche Oosterlingen. De Platen, gelyk b. v: ene Indifche Faquiresfe, Chinefche muzyk enz. zyn lokazen voor de ongeletterden. Om gelyke reden kan nu ook de kostbare druk van alle de werken des ovei ledenen vermaarden Voorzitters by'het Geleerd Genootfchap, te Calcutta, JVilliam 'jones, in 6 groot 4° Delen, met een groot aantal Platen, voortgang hebben; ook ziet men met het eerstvolgend jaar 1800 een afzonderlyk Aftatisch Jaarboek (Afiatic Annual Register) onder het opzigt der Oost-Indifche Compagnie, en van den Minister Dundas, haren Voorzitter, te gemoet. Dit laatfte/werk zal voor de Afiatifche Statistiek van ongemeen veel belang wezen, als mede afzonderlyke afdelingen voor de Letterkunde en Handel-policie van 'Hindostan bevatten. Ook trekken de beeldende Konden geen gering voordeel uit den voorrang dien men aan deze Hindofche producten geeft. Hodge's pragtige Gezichten, in 100 bladen, op Royal folio papier, zyn, door jde ongelyk fraaiere grote Aqua tinta bladen, in helder bruine manier van Daniell (tegenwoordig reeds 40 in getal) verdrongen geworden. Men kan niets fraaier, en in vergelyking met het betoverende, *t geen zig hier opdoet, niets beter koop zig aanfehaffen, (het blad kost 1 Guinie) dan deze Oriënt al Scenery, gelyk hy ze zelve heet. Men verbeeld zig waarlyk, by het befchouwen derzelven, onder den warmen, dartelen hemel van Bengalen verplaatst tc zyn; en men kan naargaan, hoe zeer vertrekken, met zulke platen opgefierd, der verbeeldinge de graauwe nevels en deenkool-dampen van Engeland kunnen vergoeden. Op gelyke wyze laat zig de buitengewone indruk verklaren, dien een ftuk, dat geheel in Indien fpeeld, gelyk de beroemde Ramah 'droog, door Coob, voor den Schouwburg in Ccnvcmgarden gemaakt, op de aanfchouwers, door deszelfs echte Oosterfche tonelen en dccor..tien, weet te maken. Hoe grqtë liefhebbers cle Engelfchen zyn van Oosterfche afbeeldingen, blykt niet alleen aan de kostbare herpetologifche en plantkundige Werken, uit de Indifche natuur, van Roxburgu, den beroemden Heelmeester der Oost-Indifche Compagnie te Madras, en anderen, die voor 't merendeel in Calcutta zelve getekend en vervaardigd zyn, maar aan nog meer andere ondernemingen, die enkel zig tot kostbare plaatwerken uit het Oosten bepalen. Hier toe behoren de Gallereyen der kledingen en gebruiken van de Indifche Casten op Coramandel en aangrenzende kusten, welken, door den Artillery - Kapitein , Charles Gold, die een geruimen tyd in dienst der Qpst-Ind. Compagnie was, in ia Stukjes uitgegeven worden. Elk Stukje, in 40., met 4 gekoleurde Platen voorzien, kost to Sch. Men kend ze onder den tytel van: Oriental Drawiugs. Gelyktydig zet ook de Schilder Alexander, die met Makartney in China geweest is, zyne verzameling van Chinefche Klederdragten, nevens ene twede van 53 Gezigten, op de reize naar China verzameld, en allen door Poisncey in 't koper gebragt, met zeer veel goedkeuring, onafgebroken voort. Reeds is 'er een grote Plaat van de onlangs plaats gehad hebbende Moordtonelen in Benares aangekondigd. Natuurlykerwyze heeft men, by alle deze Prentwerken, mmder gelet op Gefchiedkundige waarheid, dan om het oog te behagen en de beurs te vullen. Men moet dus wel oppasfen, om zulke afbeeldingen van vreemde plaatfen en tonelen, voor echte Copyen te houden. Maar al te dikwyls zyn ze opgefmukte en goeddunkelyke navolgingen van oude platen, door een Londenfche Konftenaar op zyn kamer vervaardigd. Een der voornaamfte Fabrikeurs van dat flag is de vermaarde Landfear , onder wiens opzigt en directie tegenwoordig de meeste platen voor Reisbefchryvingen vervaardigd worden. Alleen de Platen voor Vancouvcr''s en IVeld's Reizen, kan men, onder de jongde produkten, voor echt houden. Daar en tegen is al het geleverd Prentwerk voor Parlds fabelagtige Afrikaanfche Reizen , en voor die van de Bezending naar de Zuidzee, met het Schip Duf, louter het werk van de Londenfche verbeeldings-fabriek; gelyk de bekende Kapitein JVilfon zulks het eerst aan den dag gebragt heeft. Hoe belachlyk is het derhalven, wanneer Duitfchers en Franfchen, by hunne vertalingen, zulke aan den Theems uitgebroeide Hersfenfchimmen, getrouwlyk overnemen en die nog eens, door ligtgelovige kopers, betalen laten. NIEUW-  C 183 ) NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, akademische en andere schriften. Bataafsche Republiek. Corn. Fransen van Eac, Oratio de prcecipuis causfis Ethica Christianae, a plurihvs christianis ritmis negleStce. Te 'Deventer by J. II, de Lange. 1799. De Hoogleeraar van Eek betoond zich, in deze Redenvoering , door hem uitgefprokeu,. by 't aanvaarden van zyn ampt, in het illuster School te Deventer, ecu zodanig hoogagter van de Kristelyke Zedclcer , dat men hem kennen leert, ais den waariyk gefchiktcn perfoon, voor bet geven van onderwjs, zo wel in die leer, als in de Natuurlyke Godgeleerdheid. Het verwaarlozen van de Kristelyke Zedeleer, door zeer vele Kristenen, gaf hem aanleiding om dc voornaamfte oorzaken daar van optegeven. Hy vindt dezelve, in de eenvoudigheid der Kristelyke Zedeleer, in de ongegronde twjfïeling aan de nuttigheid van dezelve, :'iè de even ongegronde vrees, dat men, door het icvrig voorilaan der Zedekunde, gevaar zou lopen, van tot het Heidendom te vervallen , en eindelyk in de handelw) ze der Leeraars van den Kristelyken Godsdienst. ■Men treft, in de behandeling, van elk dezer "opgenoemde zaken, menig een fchone aanmerking aan, en, wy kunnen niet nalaten, den hoofdzaaklyken inhoud van het aangemerkte, omtrent de laatstgemelde oorzaak, aan onze Lezers mede te delen. „ Voor de Hervorming wierd 'er zo veel werks gemaakt van de barbaarfche Schoolfche Leerwyze, van uitwendige plegtigbedeii, en van inftcllingen, niet, uit de Heilige Schrift ontleend, maar op de Kerkvergaderingen vastgefteld , dat men uaauwl}ks meer een fpoor kon vinden van dc Zedekunde, door Jezus en de Apostelen geleerd. Bv het doorbreken der Hervorming, moest de Kristelyke Zedekunde wel veel winnen, maar de ongelukkige gefteldheid der Tjdcn hield de voornaamfte verliandcn, op zodanige wyze, met gefcbillen bezig over de leerilukken, dat de vreedzame beöeffening der Zedeleer daar by onvermydelyk groot nadeel lyden moest. ■ Offcboon Calvinus in zyn voortreflyk werk: Inftitutiones Christiana Religienis, de Zedekunde niet heeft verwaarloosd, gelyk die ook in de Heidelberg fche Catechismus, voor zo verre de beknopte inbond van dezelve het toeliet, behandeld is, moet men echter toeflaan dat nog de behandeling van Calvinus, nog die van zyne Navolgers, voor voldoende kan gehouden worden. — Maar, terwyl de gelleldheid der Zedeleer in onderfcheiden oorden ongunftig was, wierd dezelve vooral beklagenswaardig , in ons Vaderland, na de twisten met Arminius en zyne Aanhangers ontftaa». „ De Remonftranten , afkerig van de Schoolfche leerwyze, maakten van de Zedekunde veel werks; maar, gelyk dikwyls het geval is, wanneer 'er gefchillen plaats hebben, de Contrarcmonftranten keurden in hunne tegenftreevers ook dat geen af, waar over zy tc pryzen waren, en verwaar¬ loosden de Zedeleer naar mate zy van de Rcmonftranten zig verwyderden. De pogingen van VoetiUs en anderen, die de beöeflfenirïg der Zedekunde befbanbaar oordeelden met deRegtzinnigheid, waren niet genoegz.am om het kwaad te .bentellen, daar men in deze Eeuw nog de openbare voorftanders der Zedekunde, voor heioüyke aanhangers der Remonftranten gehouden heeft. Daar van daan dus, dat dc Gereformeerde Kerk, in ons Vaderland, ter n.tatiwernood iemand heeft voortgebragt, die in 't br-öefFenen der Zedeleer met Pillet, Stap/er , Til.otfon, Vernet, Zollikofer, kan vergeleken worden; en dat 'er naauwlyks een Zedekuudig boek voorhanden is, waar in men de Zedekunde naar de regels van de verbeterde Wysbegeerte en Uitlegkunde, behandeld vindt." Na deze voordragt erkent de Redenaar ondertusfeheu, met blydfchap, dat het, in het Gereformeerd Kerkgenootfchap, thans niet ontbreekt aan de zodanigen, die een ware zugt voor de Zedekunde betonen ; tcrwjl de predikwyze meer en meer verbeterd word, en, van dag tot dag, het getal toeneemd van zodanige School- en Kerk-Leerrrs, die den al te lang gebroken band van Geloof en Zeden tragtea te helen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. MAANDELYKSCHE PRYSLYST der INen UITLANDS CUE EFFECTEN. Inlands che. Holland 2* prCts. 36843 prCt. Zeeland 2' prCts. 30 a 33 prCt. Friesland 2 prCts. 34 a 35 prCt. Generaliteit Anticipatie en Marine 3 prCts. 3934c? prCt. Bataaffche Refcriptien 4 prCts. Losbaar 1799. 99a99i. 1800. 79 a 8oT. 1801. Ó2 s 635. i8c2. § a 53. 1803-. 46 a 47. 1804. 40 a 45. Na den Vrede 39 339. O. I. Gi Lot. 1*785 en 1786. 3 prCts. 38a4oprCt. Diverse B u i t e n l a n d s c h e. Amerika. 5 prCts. 92-U93§ prCt. Dito 4 prCts. 81 a 82 prCt. Dito 4 prCts. met premie. 90 a 92 prCt. Dito Geconf. Fondf. 4| prCts. by Staphorst. 65 a 66 prCt. Roomfhe Keizer 5 prCts. 61 a'62 prCt. Dito 4 prCts. 55 a 56 prCt. Spanje 4§ prCts. Losbaar 1799- 96 a 97 prCt. 1800. 86 a 87. 1801—1807. 74 a 65 prCt. Dito 5 prCts. 99 a 100 ptCt. Idemvan 1 7ber 1798.70.171 prCt. Rusland 5 prCts. 2 : ?i prCt. Zweden 5 prCts. 941 a 95* prCt. Dito 41 prCrsi 92 a 93 prCt. Dito 4 prCts. 88 a 90 prCt. Denemarken. Tolk 4 prCts. 93 l a 96 prCt. Dito Holftein 97; a gg| prCt. Dito Leen en YVisf. B. 92 a 93^ prCt. Dito Krooti 92 a 93 prCt. Amft. 2 December 1799. Pwr- /  C i«4 ) Pryzen der. Granen, op 2 December te Amsterdam. TARW. Het List! GERST. HetLast Ggld. I Gsld. Poolfche bonte en witte 28oa3iolVriefche Wintergarst . 125a 140 dito rode . . 270 a 300 jGron. en Oldamfche . 125 a 140 Elbing. en Heugfche . 27c a 300: Zèeuwf. en Ovenn. Winter 1251140 Koningsberger . 260«295 Dito Zomer . . 1258140 Vriefche . . 2503285 Dar.rager en Elb. Bovenlandfche . 250 a 286 Voorlandfche rode . 2303265 HAVER en BOEKWEYT. Zcclandfche . 250 a 30c ROGGE. Brouwhaver . . . 100a 120 Pmisfifche . . 105a2is Witte Voeder dito . 70af5 Koningsberger . . 1953215 Boekw. Amersf. en Gooil. £28332 Gedroogde . . 200a21 '5'Dito Brab. en Vlaam. 2.'28332 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zceuwsch en iRaap-Oly, per Aam f 84 Ovenn.'t Last. . £79387 Dit? Lyn _ . -61? Slag-Lynz. de ton van Dito Ifcnnip . . -66 5 Schep. Rigaas . / 11313} W.üv. Traan, 't quart. Henmpzaad dito . - 9310 \-3n 12 Stek. Nieuwe - 118 Dito Rode . . . - 112 Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 ra. 52 # $ ^ Csdix Lisfobon - Nieuwe Ducat. ƒ5,10,0 yenetien - 86§ 0udc gel, dit0 . ^ Livomo - 1023101} Nieuwe Louis d'Or - 11,6,4 Parys. 2. m.l . fi _ fi GtliriM - n, 18,14 dito kort. f ° poolen -9,10 Mem in Specie - Fiarjchc Kronen -56355 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 37? B°. Rank n^i^nCr Dito kort . 38 — aa,M ' PGt. Wenen id. B°. - 33Ï HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTES. De Jonker en Koetsier. „ Daar hebben wy het al!" riep de Koetlier, die met zyn ouden Jonker, een gewezen Overften, by een donkere nagt, over een grote Heide reedt. „ Daar „ hebben wy het al! met dien verdoemden Lantaarn. Heb ik het niet gezegd, dat ik met dat kleine licht „ van den weg zou d.valen. In het donker zou my „ dat niet gebeurd wezen." —- ,, Wel nu," riep de oude Heer, die voor het eerst van zyn leven niet verdwaald v/as, „ blaas dan het licht maar uit, en bind „ dan nog maar een doek voor de ogen, zo gy dan „ beter zien kundt. Genoeg, indien wy flegts ko- „ men, daar wy wezen moeten." ■ Hier op keerde hy zig, op enen zegep; alenden toon tot zyn Neef, die hem verzelde. ,, Merkt gy het wel, Couün, dat „ is uwe verlichting!" „ Het mag," hernam de an dere, ,, de verlichting van velen zyn, maar niet de „ myne." Hy wilde voortgaan, toen de Koetlier hem in de reden viel, en met een aantal vloeken verklaarde, dat hy zo niet verder voort durfde ryden. 'Er liepen, regts en links, honderd wegen, die eikanderen kruisten, de een even flegt als de andere; en hy kon eindelyk wel in het veen geraken en met koets en paarden verzinken. „ Ik moet ftil houden," voegde hy 'er by, „ tot dat de Maan opkomt." •—„ Regt zo," fprak de Neef, „ zie, waarde Heer „ Oom, dat is myne verlichting; geen handlantaarn, „ die flegts tot op weinige fchreden verlicht en enkel ,, op de plaats fchynt, waar men ze draagt; maar „ Maanfchynzel van enen blaauwen hemel, dat zig „ over de gehele ftreck verfprcid, wel veel in de fcha„ duw laat, dog elk genoeg licht verfchaft, om op „ den regren weg te blyven. Zonlicht is, wel is waar, ,, nog beter: dog ons leven is een reize by nagt, en „ onze ogen zyn thans nog te zwak om den vollen „ glans des lichts te verdragen. In de toekomst zul„ len eerst de zodanigen, die zig de fchemering der „ Mane ten nutte maken, ter plaatfe komen, waar „ men by helder Zonnefchyn wandeldt." GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te Amfterdam 134; en te Haarlem 17, onder welke laatften 9 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerk1 weerkundige waarnemingen, ^ BUITEN HAARLEM. V NOV S BAR0"1 TH ER- HYGRO-STREEK I LUCHTS- r7nnS ME~ M0ME~ ME- DER GESTELD- / TER- TER. TER. wind._ HEID. c 30. 2+ 34 06 N. O. 7, '. ~ —1 27/;^? aI mi ^ , ■ s morgens mistig; 27 <30- 3r 42 92, o. n. 0. verd£-, ,d 8' t-2£Jl. LiZ__§L__^_ S 30- 3+ 32 89" o. ~, 7~ ' 28 ^c.21 4o 784 o.z. 0. bh^« C 30- 24 35 87 z. 0. C30. 14 36 83 z.z. o- ~ 29 é 30. i 455 87 Z.w. ^Pokken;'savonds L 30- o _ 37" 9'* — er' C29. 94 41J 92 z.w. 3° \ 29. 9 46 89 betrokken; dampig. c.29- 8 42 90 — Dec.C29.04 34 88 z.z. 0. , i ' t ) r' *n S-, helder; savonds 1 <^ 29. 5, 42 83 — bcn,olk( t_2_9_4J_ 40 91 — C29. 3I 40 89 z.z. o. ' 2 < 29. 34 45§ 8 1 i z. o. bewolkt. C20- 4 39 87 — C29. 4 35' 88 n.o. 3 ( 29- 3 f 39 84 ^— betrokken. c.29. 4 j 37? 87 — Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.  A°. 1799. N°. 311. NIEUWE ALGEMENE KONST* en LETTER-BGBE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. FUTDAG DEN 13 DECEMBER. BERIGTEN. BATAAFSCHE REPUBLIEK. Dc ordrfcht , den 9 December. Het Genootfchap PicTt ra, bier ter Stede opger'gt den 1 October 1774, door den Konstlchilder A. v in Mry , IV. van der Koogh en enige andcie beöeifenaren der Schilder- en Tckenkonst, en aldus gedurende het tydvak van 25 jaren beftaan hebbende , vierde deszelfs Jubel , het welk om gewigtige redenen voor een wyl verfchoven was, op den 4 December 1. 1. De werkende en honoraire Leden, ten dien einde op de Tekenzaal, des avonds ten 6 uren, by den anderen gekomen zynde, werd de vergadering door den thans voovzittenden Directeur, bovengem. A. van Stry, met ene gepaste aanipraak geopend. Vervolgens deed de Secretaris C. van Braam, in een $.tr gelegenheid gefchikt vertoog, verflag van den oorfprong, voortgang, lotgevallen, aart en bedoelingen van dit Genootfchap. Da- r na werd het Gezelfchap vergast op eene keurige Verzameling van Kunstproeven, welke alleen door Leden van dit Genootfchap vervaardigd waren, zo met de Tekenpen , als met het Penceel; met OostIndifchen Inkt, of met koleuren, op het papier, of XII. Deel. met olyverf op het panneel; met de etsnaald en 't jraveeryzer in het koper gebragt; als ook met den 'lamer in dit of edeler metaal gedreven. Daar na werd door het honorair Lid , den zoetloeienden Dichter, J. A. Repelaar, de lof der Dichten Sch'lderkonst bezongen, en de zusterlyke konden onderling vergeleken. Door het werkend Lid, den Konstfchilder J. van Stry, werd mede, in Dichtmaat, het levencbgst gevoel van genoegen uitgeboezemd , dat dit Genootfchap, Picti'RA, door konstyver gedreven, door heil- j zame wetten beltuurd, onder een iteeds toenemenden bloei, thans zyn 25 Jarig Jubel vieren mogt. Deze plegtigheid werd, door den Voorzitter, met ene korte Narede, en ook met enige Dichtregelen befloten, na dat hy alvorens den bedienden N. van de Velde, die zynen post gedurende deze afgelopen 25 Jaren trouw, eerlyk en oplettend, had waargenomen, met ene zilvren Tabaksdoos, waar op de dagtekening en de rede van dit gefchenk , gegraveerd was, uit naam van alle de Leden overhandigd hadde! Waar na alles, onder de duidelykfte blyken van genoegen , vermaak en algemene tevredenheid , ten einde liep. Aa Aam  ( i8<5 ) Aan een Redacteur van den Algemenen Konst- en Letter-bode. Medeburger l In den Letterbode van den i November, heb ik gezien, dat u, uit Parys, in dato den 14 Oetober, bericht ts : dat „ de Koninglyke Maatfchappy van „ Londen, bet vierde gedeelte van den Cirkel des „ Meridiaans voor den grondfiag van. het Metrisch „ Systema niet aanneemt, doch' zich voorden Slinger , verklaard heeft: en dat Haar Verhandelingen over \ „ dit onderwerp, onlangs, by de Commisfie over de j „ Maaien en Gewigten, ingekomen zyn.. Deeze ty- , ding moest my, natuuriyk, zoo wel uit den aart der zaaken, als ook hier uit, dat het by die Maatfchappy eene vaste wet is van nimmer, als zodanige, haar gevoelen over iets hoegenaamd te geeven , vreemd voorkomen: dan, daarliet eene daadzaak is, of die Maatfchappy waarlyk afkeurende Verhandelingen aan het ïrrïlfttait gezonden hebbe, gelyk wordt opgegeeven, heb ik geoordeeld daaromtrent eenig bericht aan een en ander myn er Vrienden te Parys, leden der Commisfie voor de Maaten en Gewigten, en dus in dat opzicht, voormaals myne Confraters, te moeten vraagen. De Burger la Place, thans Minister der B nnenLndfche betrekkingen , antwoord my in dato den 27 November (6 Primaire), in deeze woorden: „ Rien de plus faux que tous les bruits qui oin erm„ ru fur la Societé de Lonclres rclativement a 1 um., té des Mefurcs. Quant a moi, vous devez penfer „ mon citer confrère , qu'appellé au Ministère des „ fciences et des Arts, je n'ai rien tant a cocur que • le fuccès géneral de cette belle inftitution : notis , pouvons espérer maintenant que rien n'entravdra „ plus notre marche." Ik verzoek u deezen mynen brief in uw Weekblad ie willen plaatfen. Heil en Achting Am fier dam, 7 November 1799. J. W. van Swinden. Indien het antwoord van mynen Vriend Vafalli, dat ik nog verwagt, eenige nadere byzonderheden over deeze zaak mogt inhouden , zal ik niet in gebreeke blyven, ze u medetedeelen. Over het vermoeden van de verrukkingen der Polen, en de veranderingen in de Helling van de Asse der. Aarde. Getrokken uit ene Verhandeling van den Heer J, E. BoDE,,^tw hem voorgelezen op den 2 Maart 1797 , in de Koninglyke Akademie der Wetenfchappen le Bcrlyn , en geplaatst in zyn Astronomisch Jahr Buch fur das Jahr 1800. biadz.' 192 env. Het is merkwaardig, dat alle Planeten in een en dezelfde rigtir.g om de Zon lopen en om hare eigen Asfen draaijen, als mede dat hare Asfen één befte.-.dige' Evcnwydigheid (Parallelismus) met haar zei ven behouden; terwyl echter, in de hoeken van de helling, de ligging van derzelver Asfen, en de tvden van hare omwentelingen om dezelven, grote verfcheidenheden gevonden worden. Van zes Planeten kunnen wy hier' over zeker"," of waarfchynlyk , het volgende opge- _ ven : Omwent. Tyd. Helling der Asfen. Rigting der Asfen. Venus . 23 ur. 22 min. i5j tegen 200 ut en cQ> karde .23 — 56 — '66 $< o° 5B en \ Mars . 24— 39 — 61 18 19° X en W Jupiter 9 — 55 — 87 14° »1e» V Saturnus to— . . \ F9 ij^ l£cn4* Uranus onbekend *flegts weinige gr. i8,+^ofó0H | ' en i8°Hofó3lI». De grotere of kleindere afwisfeling der Astronomifche SaTfoeuen, op ene Planeet, hangt nu yan de helling fiarer Aife af; terwyl de Middagshoogte de;r Zon op elke plaats van hare oppervlakte, 'gedurende haren omloop om de Zon, of haar. Jaar, om den dubbelden boog van het Complement dezer hdling, verandert. Verder ligt , wegens dc verfchillende rigtingen dér Asfen, de evfennagtslyn van ieder Planeet, ' in andere Gefterntens; en by de daaglykfche omwenreling zoj \\f& als by den jaarlykfehen omioop om,.de Zon, vertoont gig de l'chjnbarc beweging der. vaste Sterren en der Zónjzeerverfchiiiendc; fchoon deze van het Westen naar het Oosten n en gene van het Oosten naar het Westen, voortgaat. Hoe kleihder de helling der Asfe van'een Planeet is, hoe verder de Zon yan de Eveimag!.-a\n naar de Polen verwyderd word ; de zogenoemde verzengde lugtftrcek word breder; de gematigden, integendeel, w orden fm- lier'; de %o\x^ de klimaten (zonen) nefnen in breedte tee, 'en de'hal {/jrige» Naet onder de Polen (op Uranus 42 vau onze Jaren lartg> ' ö ; ;;.'' > • 1 ' f . breid - — :— — ; 1 * Afgele'd uit de waarnemingen van Dr. t&rfcHel wegens de Iiggity vaii «fel loopbanen zyner SaKlliten»  C 187 ) luVftrekcn mee • ^ d(J Evennagtslvn , *gJUjkt vallen op icAr ge eikanderen • 18 * ^ gZon Zyn, Thtode 2 in de 1^£°£ï£& ^0 de rigün keen De «erktnge'l fce» a Msata, »> 1 kien Ml te" R!k ta.™""L' „hele Scheikundige de ÏLKaK der Natuur, en het ™r«'"c°dl, «mailde khma- N S nende hoeken met de a.fe , daar zy, d «J^ltK^b met de asfe; daar « - tó de en met dat alles blyft de ^«^SSk^ Kin gelyke ^n^f.^^&Kben deze zo zeer S beweegt, onverande;yk Ge olgi invlüed_ H verfchillende hoeken daar op geen ae de kragt moet St derhalven, dat 'er een «g^T™ * in fiaat „. de %, die, ft^flsI'K&rlyk te bewaren: en rigting cn helling der Asie «uv zoekcn. deze is, gelnof ik' insëe>ks 1 bv deze flegts te blyven, dLNamentlyk, onze het Westen naar keert, by haren jaarl>kicneii » f fa opperv akte heOosten, allengskens, alle ^ ^YS^hen, uit de „aar de Zon, en draait z,j>gvg middelpunt gaande Zon gezien, eenmaal om de «i loopbaan, gevolgljk i en altyd regthoekig op het vak^arer v dus , d" e ykfche onBcmdinss-Asfe. Stelt ■e m!cbi „,, boog "» *» °ml°?' Vbk de. Ecliptica, M „ SSoetde dmijins «edSl^e .ctkUinü te ]]L daagl)kfche omwen telmg «gw h,ren kloot, Hl PB wigt blyven, dewyl de Asfe eisr.5rfe ZoU uan its de . ■ " " 0P e" " " ' v aL Airde om hare Asfe, tkings- m„,1P karlvkfe omwenteling der planeten neten msg^y" k—— 1  C i83 ) zouden veroorzaakt worden °0U' °P de Aarde> g,e,ldre Geiterntens. De pumen ^^Jf' Q°°r ^k dezelve partnifSA «^iKnd^hi? ^ 7™ Ww«>rdige hef Nooïï 'c z' I de P,°len ^ van £ veranderde duurzaarnheuT<3e7 WettSn betrckklnS ener , Nu is de vraag of'e z ch aan ,f0l'd^n, aau«W a^de^^te'deff6' ^oor' e3",-" ter^eT°"d-zoekers hebben «and dfr Zo;? ^ttSf' °f " *" ^ ? ~ JS± £-*2T% ^^S^ 4- Wierd eclie,\fe SS 67™"™,zamengelteW. lende beddingen '£ ££"'< zyn; hoe de .enchil- heuoge,,, 2„ „„«„, *ef * 3~,^*k ™ * 2™ diergelyke ÏK^S^S^™* " worden, zo verandert wel de rnhSli f!. iar,de verplaatst; band de lig|iuR vm de w t! W5teö' 111 welf< een ver- s»s»g?&ehi€S~ held, tt beo,, &2 tS£ ij*?*» d»»™>- ™ hei ulstef Sbfcef ?,-"'g *! E»™8«-pnn™ alm bnden, in Khk» n!ïJK„?r ï?, ? *» mm™r omloop der Asfe i, ,L 5 ' en * nt" u't «otondê TM* lege.. deUe , ge 4 "! ' °f ■ "» «■»• *r Aard ' 3e ZZtZ.'t^"" <* * k'°»'f=:« f.diden, en dj, med^ *8oSig^SmSi£„N™',!CT e"Kira> "»* ™ 5 °» tli iTZ^T'1' *" «™«« Ecüptica onveranderd Géfch èdfHVfJykt?°k 1e êeheIe «* voor werken is 'er 1° ^ Zon en Maan gelykfot-. ) Niet  C 189 ) uAd dat menZonr.efteizel dezelfde is en blyft;, ztfbn-ook deze kleine en . Niet te min, ^J^^ boog», Rj*^ftójS§^ bedrfag, dai ttSSS2^ g»aagd £ »o«d. ^ „„4 ,„ w «rtrAW-^ tfeg «"<^iS&-S: S SS TEKENINGEN PRENTEN. ïl'«i« d:ul ^hÏÏStet geheel genomen, zeer gewig- tors, in het koper gebragt door  dien ^liyMT»?*»». dM >&» voor dien dag mor , S nVe «**• R(^lGeZ,gVV^ den Rheenenfchen Berg over de m« ^tfoo en he? ander metTorSM ^ ten van ons land SkffS^ff^V^ G™gl waé^Sffikte verzeker- zy" •dat zy ge<* v! S C H - Z E E P ^^^^ , Jioort van Visch kan hier toe dienen. De Hr., Dat  rjmple heeft een uitvoerig en voordelig berigt nopens deze oudekkïng en bewerking by het Lagerhuis ingeleverd.-—— Op zommige plaatfen van Duitschland, by voorb. in Bror/swyk tnLunettburg, maakt men reeds deze foort van Zeep. Pryzen der Granen, op 9 December te Amsterdam. TARW. Het Lasti GERST. Het Las, Ggld.' Ggld. Poolfche bonte cn witte 280^310 Vriefche Wintergirst . 125:1140 dito rode . . 270:1300 Gom. en Oldannche . 1251140 Elbing. en Heugfche . 270:1300 Zeeuwi. en Ovenn. Winter 125.1140 Koningroérêa . 260 a 205 \ Dito Zumer . 1 . 12.5 a 140 Vrictche . 25o.a2i55 Uantziger en Elb. Boyeniandfcbe . - 250:1285 Voorlandfclie rode . 2303265 HAVER ejj BOEKWEYT. Zeelandiche ,.«, 2508300 ROGGE. Brouwhaver . . . 160 a 120 Pniisfifche . . 2001220 Witte Voeder dito . 70185 Koningsberger . . 200 1220 Boekw. Amersf. en Gooil. £ 28 a 32 Gedroogde . . 203-3-225 Dito Brab. en Vlaam. £ 28 a 32 -* Zaad, Oly en Traan. ■Koolz. Zeeuwsch en ttaap-Oly, per Aam ƒ 84 "Overm. 't Last. . £ 79 a 87 Dito Lyn . . - 61 ï Slag-Lynz. de. ton van Dito Ilennip . . -66 5 Schep. Rigaas . / 11H3J Wafv. Traan, 't quart. Hennipzaad dito . - 9110 van 12' Stek. Nieuwe - 11S jpiw Rode . . . - 11a Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 in. 52 & Cadix — • 52 Lisfabon —■— - Nieuwe Du'cat. ' f 5,*%9i Veticuen ■ - 85 oude gcr. dito • 5,9,8 Livorno • - ioi| Nieuwe Louis d'Of - 11,4,5 m'~t m Asfign.. ,6o| a 61 Grimes - 11,18,12 dito kort. J f Piftolen «9,12 Hem in Specie - Franfche Kronen -56155 Londen. 2. m. Q Nieuwe Ryksd. - 3 pCu Dita kort Hambug 2. in. Ct. ft. 37? Bank ftêllïi pCt. Dito nut - 38 — ntif .fi Wenen id. B°. - - 33i - 4 vdu su-go; 5 van 00-70 eu 1 van 70-so jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE 'WAARNEMINGEN. Waainemins der laatste bedekking van Venus j door de Maan, zo te Amsterdam als Utrecht. jlriefswyze- medegedeeld aan den Schryvervan dit Blad door. j- F. tan BEECK CALKOEN, hcogleeraar te L.eyden. Ik kan niet in gebreke blyven , u eer, kort verflag te geven van de waarnemingen , zo door my en den Heer Keyzer, op het Obfervatorium van Felix Meritis, te Amper lam, als door den. Hr. Utenhoven , te Utrecht, geiaan, omtrent de laatfte bedekking der Planeet Venus door de Maan, h. den nagt yan- 23 en 24 der voorledene M'and November. Schoon het weder by uitftek gunftig was, wierd ik echter, door het voorfte gedeelte van het gebouw, als bedekkende «en aanmerkelyk deel van den Ooster Horifon, verhinderd, cm den ingang der Planeet, die kort na' het op-' konten der Maan voorviel, als naar gewoonte, waar te nemen. Iutusfchen gelukte het Wfr, met behulp van den Hr. Keyzer, Leertmv der Wiskunde als mede Liefhebber der prakticale Sterrefeundt, aldaar, den tyd ven dezen ingang, op het plat van het gebouw door ons waargenomen, fchoon met ene onzekerheid .van 4 a. 5 feconden,' te bepalen. Zie tier onze waarnemingen nevens die van den Hr." Uten'.oven. , .„ :. Waarneming veri den ffii Ütenh. f ' Van de? Th: Keyzer en my te nrecht. ^ I te Amfterdam. 13 , tv."» , 1799. 23 r>w. Middeib. tyd. MlUiUb. tyd. iöti I ï.44 'U aanr. ■ \",n de n. Hoorn ro.e& o' 59",4 (Alg.Geogr. I. Ephem. Tit, ïi.tib'. r,l!->Y 10 1 : . • ,)' j/" . k," ! GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende dë 'laatstverlopene Week. is geweest: te Amfterdam rgtgveft te Haarlem 14, onder welke laatften 8 beneden de 12 Jaren. : Gedurende de maand Nov. zyn, in Alkmaar, overleden, 38 net-forten, nam. 11 rrianhèm, 10 vrouwen en 17 kinderen, waar onder 4 Doodgeb. 6 beneden -'t ja-r; f» van 1 tot 5; I van 5-10 , 2 van 20-30 ; 6 van 30-41 ; 3 van 40-50;  C'l02 ) Eèhtht. i b. p. 6*S ac.) De Hr. Utenhovens verwtmy, |« b/deze gelegenheid, aan u te melden, d ,t het tnendnun- ÏJrfchil turfc&n Utrecht a Parj*, bet wf tot nu toe DcCi meestal 10' 57" »n. '>d Se,fteld w?rd' ««KjS 1799. beste waarnemingen, door hem gedaan , groter 1 , en 1V' ft ^ bedraagt, zo als zyn Ed. zulks uit de bedekking van SaTurnus, in de Connaisfance van 1801, en die yan Mars, 4 reeds genoemd, gevonden heeft. Zulks temt ook nagenoeg . overeen, met de lengte, welke Profr. Renner t, m zyn Disfertations Phyficques & Mat hem. p. II8". opgee t, 5 £s «ordende, aldaar, op 11' tg" gerekent. Dfe bepaling heeft daar door te meer nauwkeurigheid, daaJ uit de bedekking van Mars, den 31 July t798 , mt nync fi waarneming, door den Hr. Triesuekker-en ^ ; rekend, volgt, dat 80*316' 8" 'beoosten i^rv, ligt, en Utrecht, uit dezelfde bedekking, volgens de warneming en berekenidg van den Hr. Utenhoven, 10 13 ' beoosten P^;'terwvl, volgens de Driehoekmeting jan . Snellius en Musfchenbr ek , de laatfte 59" bcoost. Amfterdam 'is. In mvne Verhandeling over de Metingen van . g Snellius, die gy uit de Geograph. Ephem. m uw_ geerd weekblad hebt willen aan ons publiek mededelen, heeft de Hr. von Zach, in ene aantekening, de lengte van Utre-ht 9 op io' 57" aangenomen, en daar na, volgens hit berekend verfchil uit deze .metingen, door my , aldaar opgegeven , de lengte van tien voorname Steden van ons Vaderland bepaald. IQ Volgens de nu aangenomene lengte van Utrecht en Amper dam, moesten dan deze lengtens aldus ve-beterd v. arden : beöost. Parys in tyd | Lengte vm Ferro. Amtleriam ... 10' 34' 53" Lmtfen . . . » 41 J *2 10 3° Utrecht . . 11 13 22 5° -3 Gouda . . 9 37 I 22 24 17 Haarlem . . 10 n 1 22 17 51 * = Rotterdam . . 8 - 4+ 22 10 " .„ 1 j, Den Haag . . 7 59 22 59 4» re Dorércht . . 9 29 22 2* *T }• P- . . 9 2» =3 22 3 Je, n Bergen op Zoom . • 8 « la 10 51. haai chiiit De lenp-te van Amfterdam, tot nog toe op enige fecon- , tot den onzeker, is gemiddeld, uit de meting van Snellius, en TENK mvne waarnemingen van de bedekking van Mars, 31 July WINK 1708, vergeleken mer de waarnemingen van den Hr. U. 4> p] jo' 11" (Ja Lande ftelt 10' 7") dus i' 2" verfchil met de ^ Utrecht; de overige lengten zyn, door die van Utrecht, k 3_ 16" in tyd groter gefield dan in het tafeltje van den Hr. Zelï yc# Zach. - ' ** ,, „ , dam Ik noem my (leeds : di,r. . U Dw. D. en Vriend ^ WAM Leyden, iDecemb. 1799. Van Beeck Calkoen. TRI Te Haarlem, bij A. , WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, I- •- ■ BUITEN ' HrtAMEM. •e _ C baro-i THER- HYGRO- STREEK LUCHTS- U ^eC' ) ,ME- MOME- ME- DER GESTELD- " l199- ) TER. TER. TER. WIND. HEID. *- C 29. 4- 3ó 8Ü *<• o- '' 4 < 29- 4+ 3Ó 88 ^- betrokken. * ' 'c.29- 5 37^ 9°' — 'n (29.64 37 y- °-N'°- 5 \ 29. 7? 40 .88 o. betrokken; dampig. % 129- 9 ?« _?ü_ _ ïC , ) 3°' 0 39 94 N-0, betrokken;'savonds e_ O < 30. Oj '41 921 wat regen. ys U°- 1 39' 9* TL_ r- )30. I 37' 93* N- ' • betrokken1; vooimidd. t' 7 yiii>ui^.t.>'>,: i»w>;.j<'u* 3 3-:-: 5- 1 ISOUl , V Cl U.illUCJUig uvci li^l vsMimewvo «« Zelfsbevlekking, oerue urus a 1 -10-: * * By den Boekverkooper W. van VLIET, te Amiterd?m*, wordt nitgegeeven en is alöm verzonden ; Merkviaardige voorbeelden ter bevordering der kennis van de Zielvermogens der Dieren voor de meergevorderd Jei^d en ■weetgierige Beminnaars van Dieren , dotr }01L. UU1 il.. TR1M0LT, a /' 1 -: -:  A°. 1799. N°. 312. NIEUWE .ALGEMENE KONST- en LETTERBODE* VOOR MEER- en MIN-GEÖEFFENDEN. VRTDAG DEN 20 DECEMBER. BERIGTEN. FRANSCHE REPUBLIEK. Parys, 10 Frimaire, An. 8 (1 December 1.1.) De twee volgende Rapporten over de invoering van het nieuw Stelzel van Maren en Gewigten, en het vervaardigen van een Gedenkpenning op deze gebeurtenis, zyn by de Confuls goedgekeurd en aan de Wetgevende Commisüe van den Raad der Vyfhonderdcn verzonden. Rapport gedaan aan de Confuls der Republiek , door den Minister van Binnenlandfche Zaken. Burgers Confuls! Toen de Nationale Conventie overging tot het heilzaam ontwerp enes Stelzels van Gehkheid in Maten, nam zy, by voonaad, tot een Bafis an dc lengte van 3 voeten irT^ lynen, welke men hield voor het tienduizendfte gedeelte van het vierde deel an de midtiellyn der aarde, en waar aan men den naam var Mctre gaf. Om, onder tusfehen, aan dit nieuw Stelzel het merk van ontegenzeglyke echtheid te geven, gaf dc ConAll. Deel. ventie last tot ene nieuwe uitgebreider en meer naauwkeurige meting, dan men voorheen gedaan had. Dit grote werk wierd, door de Burgers Delambre en Mechain, met ene tot dus verre onbekende juistheid, volvoerd, en de uitkomften leverden flegts een zeer gering verfchil op' in de lengte der Mêtre, die men bevondt niet groter te wezen dan van 3 voeten ii-riss lynen: een onmerkbaar, en in zekeren zin niets beduidend, verfchil op de Maten voor het gebruik, als niet meer bedragende dan rï van ene lyn, en enkel uit het verfchil ontftaande van de temperatures, onder welken men de provifionele en de eindelyke Mêtre heeft opgemaakt. De provifionele Kilogram zou bepaald worden door proefnemingen, wélken de Commisfie tot de Gewigten en Maten voor hadde, te herhalen; gelyk gedaan is met ene zonderlinge zorgvuldigheid, en in groten getale, door den Burger Lefevre-Gineau, lid der Commisfie, aan wien deze taak was opgedragen. De Maatftaf, ten model gefchikt, zo van de Mêtre als Kilogram, naar deze ondei;fcheidene werkzaamheden vervaardigd, wierden door het Nationaal lnftituut aan het Wetgevend Lichaam, in de maand Mesüdor 1. 1. aangeboden; de Commisfarisfen, door de vreemde Mogendheden gezonden, om. zig by die van het Nationaal lnftituut te voegen, hebben dubbelden van deze Maatftavcn mede genomen, en men heeft alle reen, om te hopen, dar dezelven, doDr hunne refpecuve Governementen zullen worden aangenomen. Men Bb liet,  C 194 ) liet, op den iaden dier zelfde maand, door ene bezending, den Raad der Vyfhonderden verzoeken, om ene uitleggende wet voor alle zulken, welken voorheen nopens dit onderwerp by denzelven gemaakt waren, ten einde de grondflagen van het-nieuw Metrisch Stelzel eens voorai vastgefteld mogten worden, Deze Boodfchap is tot nog toe van geen gevolg geweest. Ondertuslchen heeft dit uitftel niet weinig vooroordeels te weeg gebragt omtrent de invoering van de gelykbcid der Maten; en kan niet langer gerekt iyven, zonder het uitteifte nadeel. 'Er behoord, ten dezen, geen fchaduw zelfs van twyffel langer over te blyven, en de ingediende Maten van lengte en zwaarte dienen door ene wet het zegel te omvangen, 't geen haar reeds, naar het oordeel van kundige lier den, verzekerd is, door de naauwkeurigheid van de manieren, langs welken zy bepaald zyn. Het is volftrekt nodig, tot ene fpoedige invoering van het Stelzel der Gelykheid in Maten, t geen men federt zo lang in Frankryk, enjrj geheel Europa gewagt heeft, dat 'er, zonder verwyl, ene wet gemaakt worde, waar by, met aanhaling van de artykelen van die van i Apiil 1793, en van 18 Germinal, an 3, Betrekkelyk de bepaling van dc Mêtre, verklaard Worde, dat de Mêtre en de Kilogram van Platina., den 4 Mesfi'dor, aan het Wetgevend Lighaam, door tiet NUtionaal lnftituut , overhandigd, de Bepaalde Maatftaven zyn van lengte en zwaarte,' en dat daar van naauwkeurige Copy en zullen worden ter hand gefield aan het Ccnfulaat, om ten rigtfnoer te dienen by het vervaardigen v.m nieuwe Maten en nieuwe Gewigten. By de inwydüig der onveranderlyke grondflagen van het nieuw Metrisch Stelzel, door deze'wet, zal het voeglyk wezen, het plan, reeds By het Wetgevend Lichaam hekend, ter uitvoer te Brengen, door het doen vervaardigen van een Gedenkpenning, die het beginzel van het nieuw Metrisch Stelzel, en den tyd van deszelfs aanneming, aan de nakomelingfchap kan overbrengen. De klasfe der Letterkunde en fraaie Konften van het Nationaal lnftituut, hier over geraadpleegd zynde, heeft, in het hygevoegd Rapport, den ftempel van dezen Eerpenning gearresteerd. Naar myn inzien, zoude dezelfde wet, welke gemaakt zal worden tot de eindelyke Bepaling der grondflagen van de gelykheid der Maten, gelyktydig last kunnen geven tot het flaan van deze Medailje. Heil en achting! De Minister van Blnnenlandfche Zakengetekend La P,lace. Uittrekzel uit de Registers van de Klas/5 der Letterkunde cn Konfen van hel Nationaal lnftituut. Zitting van 28 Vendémalre (20 OctoBer 1.1,5 Een der ledjea leest, {j| naam van ene Commisfie. het volgend Rapport: De Burger Hetirlaut-Lanwyille, .Verfegemvoord'ger des Volks en hu der Conunisüe yan het openbaar Onderwys, in defe Raad der 500, fchreef, den 12 Vcndémaire, aan de klasfe der Letterkunde en fraaie Konften, haar, uit naam dier Commisfie, verzoekende, om een .Schets van enen Gedenkpenning, dienende om de gedagtenis te Bewaren van de bepaling der nieuwe Gewigten en nieuwe Maten. De klaslé benoemde, daar toe "Commisfarisfen , e« befloot de overige klasfen te verzoeken, om zig hier by te voegen. Diensyolgens wierden de Burgers David, Moittc* \-Leblond, Mongez, Laplace,' Dclambrë*, Lcvesque cn Gosfelin Benoemd; en ik ben gelast het volgend ontwerp aan ijw pprdeel te pnder,verpen: „ De- vooreyde van dezen Gedenkpenning zal vertonen de Franfche Republiek, in de gedaante van ene ftaande Vroitw, biedende,.met hare. rechte hand ,. een Mêtre,-en met hare flinker een Kilogram, aan. „ Het Byfchrift zal wezen: A tous les temp,' 4 tous les peuples (*); en .onder aan den rand: Repub! i que FrahpaïfeX an 7 (t)- „ Om de Medailje tot'een zeker model van onze Maten té doen dienen, zal het beeld der Republiek geplaatst zyn op een Plint van vyf Centimeters in lengte.', op welk men Lzen zal: Cinq Centimetres: dezelve zal verdeeld zyn in 5 delen en elk deel in tien mille-mètres. „ De figuur, van de Mètre, door de Republiek aangeboden, zal in 10 gedeeltens verdeeld zyn. „ Op de tegenzyde der Medaille zal mén zien een Aardkloot, waar van de Asfe ene helling heeft van 45 graden. Een open kompas zal met het ene punt itaan tegen den Middellyn (Equator) en met het ander tegen de Noordpool, om aanteduiden, dat het vierde van den Meridiaan ten bafis heeft gediend van de bepaling der Maten. HetGefternte van de kleine Beer, boven de Pool geplaatst, geeft te ( * ) Aan alle tyden en alle volkeren. (t) Franfche Republiek 3 qde jaar.  * C ips > fe kennen, dat alle de Sterrekundige waarnemingen, betrekkelyk deze maat, tegen de Noordpool gedaan zyn. ",, Het byfehrift zal afgedeeld zyn in twee gedeelten van even middenpuntige Cirkels. In het eerfte zal men, met grotere letters, lezen: Unitê des mefures (*); in het twede: Dix mlllionieme du quart du meridicn ( f ). „ De Miekiellyn der Medaille zal van zeven Centimètrcs wezen." Uwe Commisfarisfen hebben gedagt, dat de Medaille, geflagen ter gedagtehis van deze grote gebeurtenis, tegelyk een gedenkteken behoord opteleven van de volmaking der Konften in Frankryk. Allen komen zy daar in overeen, dat de klasfe haar verlangen behore te kennen te geven aan het Governement, om het vervaardigen van deze Medaille te zien opdragen aan den Burger Jeujfrey, Fransch Konllenaar, wiens bekwaamheden hem in den eerften rang plaatfen voor dit flag van werk. Gedaan in het Nationaal paleis der Konden en Wetenfchappen, den a8 Vendémaire, 8fte jaar. De klasfe keurt het Rapport goed en omhelsd de befluiten. Komt overeen met het oorfprongelyke: Parys den 8.6 Brumaire (17 Nov.) 8fte jaar. De Minister yan Binnenlandfche Zaken. getekend La Place. Over met vermoeden van de verrukkingen der Polen, en de veranderingen in de Helling van de asse der aarde. Getrokken uit ene Perhandeling van den Heer J. E. Bode, door hem voorgelezen op den 2 Maart 1797 , in de Koninglyke Akademie der fVelenfchappen /eBerlyn, en geplaatst in zyn Astronomisch Jahr Buch fur das Jahr 1800. bLdz. 192 env. (Vervolg en flot van Bladz. 189.) Zonden omwentelingen, die in dit buitenfte bekleedzel van den Aardkloot voorgevallen zyn, ooit in ftaat geweest zyn, het zwaartepunt van denzelven, en daar door zyne Polen en Asfe, zo grootljks te verplaatfen, als men ter \ erklaring, .hoe b. v. geraamtens van Olyfanten in Duitschland (*) Eenheid van Maten. (t) Tienduizendfte van liet yierde deel der Meridiaan. en Siberien gevonden 'worden', aangenomen Feefr; of sis zfg ook in het een of ander tyd perk Bergen over Bergen w entelden, en de Zeeën en het droge Land htre plaatfen verruilden, zouden zulke, voor het toen aanwezende Menfchelyk Geflagt, zeker zeer bedenke!)ke omkeringen, de plaatfen der Polen en Asfe der Aarde hebben kunnen veranderen ? In genen dele. Zy waren nog altyd' veel onbeduidender, dan de vernieling die een Mekt aanrigt, dat het papier, waar mede een Globe, van één voet middellyn, overtrokken is, doorknaagt: en wie zal het invallen te beweren, dat daar door het zwaartepunt van zulk een Globe merkelyk zyn onderfteuning zoude kunnen verliezen ? Aan een verandering in de ligging van de Asfe der Aarde of hare Polen kan dan eerst gedagt worden, als de geheie masfa des Aardkloots inwendig en uitwendig omgekeerd en hare gelykzoortige en ongelykzoortige delen door eikanderen gewoeld wierden. Hier door zou echter de buitenfte fchors y die wy bewonen , geheel van gedaante verandert worden Bergen, Landen en Zeeën zouden mylen hoog en diep uit hare plaatfen en hare beddingen verzet worden, en hoe ware het den Mensch mooglyk, in de geringe diepte tot'welke hy in ftaat is intedringen, daar van nog overblyfzeis te ontdekken ? Voorts draait de Aarde van een klootfcbe gedaante, in 24 uren, om hare by de 8 mylen korter middellyn. Veranderde nu de helling van deze Asfe, op eenmaal of van lieverlee, zo wierde wel de klootfcbe gedaante, door deze veran-' dering, niet verbroken; dog een hier uit volgende verandering in de fchuinsheid der Ecliptica'beeft nog gene waarneming, geleerd. Maar verlieten de Polen zelve hare plaatfen op de Aarde, zo ontftond er een nieuwe Asfe, de daaglykfche omwenteling ging naar de rigting van een andere Évcnnagtslyn voort, en de klootfcbe gedaante der Aarde wierd vérwisfeld. Maar hier van zoude de febrikbarendfte omkeringen te vrezen zyn, cn de ruïnen vaneen voorheen plaats gehad hebbende bevolking, zouden te di<$ verborgen in den fchoot dér Aarde zyn, j om door een volgend Menfchelyk geflagt te kunnen nagefpoord worden. De tegenwoordige- Polen-fchynen ook de gefchikfte plaatfen op de Aarde in te nemen; want, daar zy voor wezens van onze zoort, wegens d£ koude, niet bewoonbaar zyn; de helling der Asfe zy ook zo zy wil; is haar de Oceaan tot een verblyfplaats aangewezen, en de landen liggen om' haar haar het Oosten en Westen heen verfprcidJ op dat zy alle, door de daaglykfche omwenteling en jaarlykfchen omloop der Aarde, voor de weldadige werkingc der Zonne, van de Evennagtslyn tot aan de Polen, bloot geftelt mögten zyn. Verplaats men, by voorbeeld, de Noord-Pool midden in Afiën, zo valt de Zuid-Pool in Zuid-Amerika, en daar door worden op eenmaal vele icoooo rmlen lands, van de nu gecultiveertfë Aarde, wegens de koude, onbewoonbare woestynen. Hoogstwaarfchynelyk waren derhalven. de tegenwoordige Pblen, zedert de fchepping des Aardkloots, zo als wy ze heden kennen, de Aspunten van denzelven. Zo verre zekere waarnemingen gaan (en derzelver ouderdom gaat tot 4450 jaren, toen de Chinefche Sterrekundige B b 2 2 a~  C 196 ) ■Tu-Chi, de Ster ce in de (taart van den Noordlyken Draak, digt by de Noord-Pool, juist volgens de terugwyking der Evennagtpunten, waarnam) zyn aan den gefternden Hemel geen verfchynzels gezien, die ene aanmerkelyke verandering in de helling der Asfe, of verplaatfing der Polen te kennen geven. Wat ook b. v. Herodetus uit een Egyptifehe Priester . Legende vertelt, is een fprookjen. Want, byaldien de Zon in 11000 jaren wezenthk driemaal haren fcliynbaren Ljop eu opgang zoude verandert hebben , zo moesten intusfchen de Polen hare plaatfen even zo veelmalen, en Egypten liet elimaat, verwisfeld hebben. Maar hoe hadden de bevoonders van dit allezins vlakke land zig , by deze herhaalde omkeringen vau Landen en Zeeën, van haren volllagen ondergang kunnen redden ? By ene enkelde toe- en afneming der tegenwoordige helling der Asfe van 66i ° kan , by voorbeeld, Duitschland nooit onder de zogenoemde verzengde Lugtftrcek komen. En wanneer ook, in het eerfte geval, de helling tot 90° ging, zo zoude de Zon in den Zomer nog 23^° naar het Zuiden van bet Zéhith van dit land verwyderd blyven. Verder, als, in het twede geval, de helling zig tot op 300 ver minderde , zo zoude zeker de Zon 6o° van de Evennagtslyn wykéa cn in den Zomer twemaal in een loodrcgten ftand over Duitschland gaan; maar daar en tegen ook in den Winter , gedurende enige maanden, niet opgaan; en de koude zou zo veel te ftrenger heerfebcn. Hier by konden veel minder, dan nu, de tegenwoordige zoor ten van Olyfanten, als ook de zuidelyke Planten, in Duitschland voortkomen. Lag dus Duitschland onder de verzengde Lugtftreek of naby de Linie,» zo moest de Noord-Pool, noordwaarts inden ftillen Oceaan, tusfehen Afiën en Amerika, in de ZuidPool by de zuidl)kfte punt van Afrika, 750 mylen van hare tegenwoordige plaatfe, af liggen. Maar dan lag hetNoordOosl_\k Aliën nog nader dan heden by de Noord-Pool en' Siberien in de Noorjyke gematigde Zonen. Daar men nu in het noordlyk gedeelte van Siberien, zo wel als in Duitschland, geraamten van Olyfanten, onder de Aarde, vindt, zo moesten wel beide Landen te gelyk in de verzengde Lugtftreek gelegen hebben. Dit zoude plaats hebben, als de Noord-Pool by California en de Zuid-Pool by Madagaskar, 1050 mylen van hare tegenwoordige plaatfen gezet wierden. Stellen wy ons nu voor, dat de Polen eens werkelyk daar gelegen hebben, zo vraagt men, indien Olyfanten toen in Duitschland en Siberien leefden, waar hielden zig dan de Voorouders der gene op, die nu in OostIndien en Afrika zyn-, daar die landen te dier tyd, verre in de Zuidlyke gematigde en gedeeltelyk in de koude Lugtftreek, lagen. Dus doen zig loutere tegenftrydigheden op , als men het verplaatfen der Polen zo geredelyk aanneemt, al wil men niet eens agtllaan op al het onheil, dat het zelve op de Aarde zoude aanrigtcn. Het is immers blykbaar; Lagen de Noordlyke landftreken eërtyds onder de verzengde, zo üam een deel'van de tegenwoordige verzengde (want van de gehele verzengde Lugtftreek was het niet mooglyk, zo als te voren opgemerkt is). de Zuidlyke gematigde, ja de koude Zonen, in. Kondea ook_ enigzins de Olyfanten voormaals in deze Zuidlyke gematigde cn koude Lugtftreken het uithouden ? of als eensklaps, de koude Noord-Pool Duitschland en Siberien meer dan 1000 mylen naderde, gevolgl)k haar geboorteland onder de verzengde Lugtftreek raakte, de algemene omkeringen en verwoestingen op dc Aarde ontkomen ? Of wierden by deze Cataftrope enige van deze zware dieren, over land en Zee, van daar naar hunne tegenwoordige verblyfplaatfen .ter voortplanting van haar geflagt, verzet ? Deze vragen zyn niet te beantwoorden, en gelukkig is het niet nodig, zo ras men door de hier boven bygebragte bewyzen overtuigd is, dat, aan herhaalde verplaatlingen van de Polen der Aarde, niet kan gedagt worden. Daar wy egter Olyfanten -geraamtens en zuidlyke Planten onder den grond, in noordlyke landftreken , vinden, zo kan men dit laógs den korden weg der Natuur daar door verklaren , dat 'er in vroege eeuwen een zoort van deze grote Landdieren en tegenwoordige zuidlyke Planten, in de gematigde noordlyke Climaten , geweest zul; geljk wy, buiten die, nog vele verfteende Schelp-Visfclien , Planten en Infekten-afdrukzels, onder dc Aarde vinden, welkers originelen onbekend zyn. Of wel deze thans gematigde kringen van den Aardbol hadden in vorige tyden ^en warmer Phjfisch klimaat. Hebben wy gene fporen, dat, over het geheel genomen, de koude zedert eeuwen in 't Noorden toeneemt; dat het ys om de Noord-Pool zig .al meer en meer aanhoopt; dat zelfs de groeijing (vegetatio) by ons niet meer die volmaaktheid en vaardigheid toont, fchoon niet de geringde verzetting der Polen., en gene jop het klimaat werkende verandering in de helling der Asfe, vooraf gegaan is. Is niet buiten dien de koude in den zuidelyke halven kloot der Aarde veel verder verfprcid dan in den noordlyken, daar dog bea.de, ouder gejyké Lugtftreken der Zonne liggen , en. nug boven dien die zuidelyke'Landen en Zeeën de Zon by de 700000 mylen, des Zomers, nader by zig hebben dan de noordlyke. Nogthans fchynen de Phylifche klimaten van den Aardkloot, byzonder de beide gematigde en koude, daar zy de verfchillende werkingen der Zonneftralen veel. meerder ondervindeh, dan de verzengde Lugtftreek, grote veranderingen , veelligt na lange perioden , onderworpen te zyn. Zy hangen tcg zeer van plaatfelyke en tydelyke omftandigheden af, en de jaarlykfchè wederkerende invloeden der Zonne' bepalen zulks in genen dele enig en alleen. -Zy zyn te gelyk het uitwerkzel (aggregat) van de Chemifche, door warmte en vermenging veroorzaakte, gistingen, oploszingen en verplaatzingen der zo grootlyks verfchillende beftanddelen te weeg gebragt, die de buitenfte met dierlyke en groeijende lighamen opgevulde klootfche oppervlakte van de Aarde en, van de Zee uitwaasfemd , gedeeltelyk in den Dampkring voert en door dezelve in andere.' ftoflen. verandert als vrugtbare bevogtigingen te rug gelevert worden. De Heer Overfte Berg-Raad von Humboldt, bekend als een ieverig en bekwaam Onderzoeker der Natuur, drukt zig over dit onderwerp , in een brief aan my, gedateert Goldkrouach den 2 Fcbr. 1795, aldus uit; » Jk  C IP7 ) Tk geloof nu zelfs 'niet meer aan de zo bystere veran-j denng van de fchuinsheid der Ecliptica, en Vinde met u, j dat als de Asfe der Aarde en de Ecliptica in een vielen,, de lange Winter de Palmtakken wel weder zoude doen fterven, die de Zomer voortgebragt bad. Ook moest, gel>k ik j ' ;„ .„«th» c-t^iL-iniHIcri» Anhorismcn ectoont heb, BUUT piUCVHi m mj.^ uwjv.......-.bv..r.. -- warmte, die Planten en Dieren deed ontluiken. Deze welige wasdom der Planten'duurde inmiddels niet lang. De in het noordlyke Hallrond opgehoopte warmte ftof verdeelde zig, naar het evenTiet zoekende, fchielyk in de overige Lugtftreken, of wierde tot nieuwe oploslingen bewaard. Zo hield allengskens de hete temperatuur weer op en de Dampkring behield hare eigene hoeveelheid warmte ftof. Deze nieuwe wyze van verklaren, die gy uwe goedkeuring niet zult weigeren, is gene loutere onderftclling. Zo ras men toeftemt, dat vaste ltotfen fmasfen) eertyds vloeibaar waren, dat zy fchielyk hard wierdeu (en bewyzen dit niet ontelbare verfteningen r1) zo kan men zig het denkbeeld van ene verhardende masia, evenredig aan de ontbondene warmte ftofte, met onttrek- kC.Eindclyk heb ik nog te tonen, dat wy, overeenkomftig met alle gedane waarnemingen, ook buiten onzen Aardkloot, eene kragten kennen, die ooit in ftaat waren verandenn- gen, in de roten en Asie ue-i ah*, ^ .^....w. — Zedert langen tyd zvn de Staart-Sterren verdagt, dat zy diereclvk onheil berokkend zouden hebben. Liep met een, dus fpreekt men, eenmaal onzen Aardkloot zo na op zyde voorby, cn buigde, met fterke aantrekkingskragt gewapend, heimeiyk zyne Asfe om, en verfchuifde zyne Polen of zy «oot haren ftaart op ons uit, of zettede alles in brand, verwoestende Landen en Zeeën, verrukte het zwaarte punt der Aarde en rigtede algemene omkeringen aan? Alleen onze tegenwoordige betere kennis van den loop en d» natuur van deze Hemel-lighamen, laten zulk ene ftrenge behandeling van dezelve met onze Aarde geenzins_ toe. Wy ■weten, uit zekere waarnemingen en gevolgtrekkingen, dat «y weinig zoortelyke zwaarte en ftoffe bevatten, by gevolg een kleine aantrekkingskragt hebben moeten. Zy fchynen fieets uit ene fvne, met aetherisch ligt vermengde, hghaamlyke zelfftandigheid of ftoffe te zyn zameiigefteld; ook hebben derzelver (laarten flegts ten uiterfte fjne of dunne, alken ligtende en doorfchyueiide, beftaiiddeleu, zo dat wy zo weinig van derzelver lighamen , als ftaarten , te vrezen hebben. . ' Geloofwaardige Gefchiedverhalen hebben nog ooit van icnadelyke werkingen der Staart-Sterren, op de Aarde, iets gemeld; en wat, in oude tyden, veroordelen, bygeloof cn onwetendheid hier van gebeuzeld, hebben , kan ons tegenwoor¬ dig niet meer misieiaen._ Ook in latere tyden nepen enige Maart-sten eu yuac n >de na voorby, zonder dat zelfs in den Dampkring of m den loop van het weer buitengewone, op haar betrekking hebbende, veranderingen, daar by voorvielen. Veel minder waggelde, by hare naderingen, de Polen en Asfe der Aarde; immers blyken daar van zouden de opmerking der nieuwe Sterrekundigcn gewis niet ontflipt zyh. Men heeft integendeel ondervindingen, dat Staart-Sterren , die onze Aarde of andere Planeten, op haren weg na de Zon, digt voorby liepen, van derzelver aantrekkingskragt iii haren ioop enigermate geftoort zyn. Zo bleef by voorb. de He p-efchiedetlis reikt. j„ ka*. ,,^ni ,„D,tnrVpf>iTlp. hv Hp tin datren langer weg, dan men verwagtte, alleen om dat zy, gelyk rant. berekende, jupiter eu oatuwm» ucje^uus, «... ze beide grootfte Planeten in haren loop opgehouden_ wierd. Ik heb met dit alles nier. willen beweren, dat met eenmaal, eer onze Aardkloot ter bewoning volkomen ingerigt was, en alle deszelfs delen in volmaakt evenwigt en vaneen vaste gefteldheid waren, omkeringen en veranderingen van grote gevolgen voorafgegaan zjn, en deszelfs Polen en Asfe daa: door niet meermalen ontrust geworden zyn; maar alleen, dat alles, wat wy in de dunne klootfche fchors dar Aaide, die wy onder ons bereik hebben, als gedenktekens van deze omkeringen aanzien, enkel, over'tgeheel, veroorzaakt is geworden, door onbeduidende, van tyd tot tyd voorgevallene , gedeeltclyke veranderingen in de gedaante der oppervlakte van Aarde en Zee, die in genen dele vermogend waren, om het zwaartepunt der Aarde te verrukken en hare Polen en Asfen te ver. etten. Daar kunnen cn moetei van de ene duizend jaren tot de andere omwentelingen vr 1 deze zoort op en onder de bier .,„.l„,.ov, knireiiAdn fH-inrs det Aarde pebenrpn. al7.fi VUUl Vdiuai^n uli..^'»..^.. *. r> 7 daar toe velerlei Chemifche oploslingen eu veranderingen van aardfche ftoften z\n, die aitya ae werkzame uragten uer Natuur in ftaat zyn optewekken. Maar het gemelde evenwigt en de vermogende kragten der Natuur, waar door de Almagt Waerelden met Waerelden verbonden heeft , laat geeuzins verplaatzingen en verzettingen van de Polen en, Asfe des Aardkloots toe, cn beveiligt de duurzaamheid derzelven. • NIEUW - UITGEKOMEN BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Bataafsche Republiek. Verhandelingen raaiende den Natuurhken en Geopenbaarden Godsdienst, uitgegeven Bb 3 d0Qr  C ?«« ) «Dor Tevler's GodgeleerdGenoot fel; a*. igrïcDeel, in 40. 370 bladz. le Haarlem, by Joh. Enfchedé en Zoonen en jr'. van Watré, 1799. _ Dir Boekdeel bevat drie Verhandelingen , ter beantwoording^ van de Vra; g: Is 'er in den Mensch geen ander Beginfel van werking dan Eigenliefde en Kan men alle de Neigingen en Hartstochten, die zich by hem opdoen, daar toe brengen ; of huisvesten 'er in hem ook Beginfelen van Goedwilligheid , die zich door geene Eigenliefde verklaaren laaten , en volftrekt belangloos mogen genaamd worden ? De gouden Eerprvs wierd toogewezen, aan den Sc-hryver der eerde Verhandeling, den by Teylers Godgeleerd "Genootfchap reeds zo verdienftelyken Jan Brouwer, Leeraar der Doopsgezinden, te Leeuwaarden. De Schryver vin de twede Verhandeling, de zilvren Medaille waardig geoordeeld, is, de mede, by het Genootfchap, reeds met veel lafs bekende, Willem Bruin, Leeraar der Doopsgezinden, op het Koordeind van Westzannen. De derde Verhandeling, van den Franfchen Burger Sature , in 't Fransen gefehreven, welke te haat ingekomen , cn tevens, met zyne naamtekening vergezeld was, bclloot men, uit hoofde van hare waarde, door ene bekwame hand, te doen vertalen , en door den druk gemeen te maken. Alle Beminnaars van Memchkunde , Godsdienst en Zedelyke Wvsbegeerte, zullen ongetwyffeld met ons, zich aan den Eerw. Brouwer verpligt agten, dat hy de vrugten zyner overdenking , nopens een onderwerp, dat hem dikwerf bezig hield en vermaakte, niet heeft onthouden, aan die Vatderlardfche Oordeelkundigen, wier uitfpraak beüisfen moett, of zy der waereld van enigen 'dienst zyn konden , en die daaromtrent gaarne ene gunftige uitfpraak hebben gedaan. Men vindt in de daad, in deze Verhandeling, zeer veel ligt verfpreid over een duister ftuk der wysgerige Menschkunde; ook is dezelve in enen fraaien ftyl gefehreven; terwyl men 'cr overal zeer fchone gedagtenen overvloedige bh ken van de oordeelkunde en geleerdheid, des Schryvers, in aantreft. Het kon niet wel misfen , of de bekende leer van Schaft sbury , Hutfchefon , Hume, Hulshof enz. nopens den Zedelyken Smaak, of het ZedelykGevoel, moest, ter behoorljke beantwoording van de vraag, wel degelyk in aanmerking komen, offchoon 'er al gene regelrechte wederlegging van dezelve gevorderd wierd. De Eerw. Brouwer heeft daarom deze leer te recht, en, naar ons oordeel, met een goed gevolg, bedreden. Hy beantwoord het eerfte iid der vraag ftelligerwyze, en verdedigt de Eigenliefde onbepaald, als het énig algemeen Beginfel van verhing in den Menschwaar uit hy alle Neigingen en Hartstochten, welke in denzelven gevonden worden, tragt te verklaren en afteleiden. De gehele Verhandeling is uit drie Hoofddelen te zamengedeld, waar het eerfte Hoofdd. een onderzoek behelst, nopens den zin van fommige twvffelagtige woorden , met voorlopige algemene Bedenkingen over de Natuur des Menfehen. Na ene behöarlykc bepalintr van hef woord Begïr,,rel, alS net énig oorfpronglvk ingechapen Beginfel van werking',, wordt de Eigenliefde in enen gnnftigen zin oprevat, moetende men door dezelve veiftaan, niet flegts de Zelfs liefde of Eigenbaat, welke op gemak nf voordeel b"t,gt, tnuar ook de uitgeltrekde najaging van Geluk, welke den mensch oezaeld, en waar door hy deeds zyn genoegen of heil, het zy wezeulyk, het zy ingebeeld, het zy toekom/lig en afgelegen, het zy tegenv.oordig bedoek en najaagt, en wat hier tegen, zyns oordeels, inloopt, zorgvuldig fchuuwt cn te vermyden rracht. Hier op volgen enige Bedenkingen over de Menfchelyke Natuur, ten einde te doen opmerken, dat een werkzaam Beginfel van Eigenliefde, in den Mensch, zich door de befchomving van zyne Natuur genoegzaam kennen leert, dewyl het zelve van zelve voortvloeit uit de verenigde werking, van Zinlykkeid, (uit hoofde van weike het gevoelig) Beginfel, de Eigenliefde, als ingefchapen, kan aangemerkt worden,) en Rede (welke het Gevoel, de Eigenliefde nv. zigiiigen en leidingen doet aannemen) zonder dat men een zeker onbekend vermogen, een fmaak, bezef of zedelyk gevoel, van onze Rede en zinlyke Natuur, onderfcheiden behoeft te vooronderftellcn. In het 2de Hoofdd. wordt de Eigenliefde befchouwd alshet énig beginfel van werking in den Mensch. en de Hoofdbron van alle zyne Neigingen en Hartstochten. Redelyke wezens (merkt de Schryver aan) zyn verpligt, in alle gevallen, de betrekkingen waar in zy zeiven zich bevinden , en voorts den aart, de gevolgen of eigenlyke ftrekking' der d iden niet uit het oog te verliezen, en na hun eigen geluk ook het heil van anderen, zo veel zy vermogen, te bevorderen. _ Ry hun derhalven, die verdandelyk handelen , inzonderheid wanneer zy de voorlichting van KriituS' wet genieten, en den wil der Godheid, zo wel als hare .be-. loften, duidlyk kennen, word ene welgeregelde EigenliièHe de enige en toereikende dryfveer hunner daden. Opden zelfden grond, naar voorlichting des verfhnds, regelt' de Eigenliefde het inwendig oordeef de infpraak des gewetens, dat is deszelfs aangename of knagende beoordelingen. ~ En verders valt het niet te ontkennen, d it zo 'er gene andere reden is, dan de gegronde of ongegronde uitzichten op geluk, welke den wil des menfehen, ten goede, of ten kwade^ bepalen, hier in dus ook de enige dr)fveer tot werkzaamheid , by hem, zal moeten gezogt worden. De Neigingen eu Hartstochten der Menfehen zovdei, ten onrechte, vcor zo vele Beginfelen hunner daden opgegeven worden. 1. Sommige Neigingen en Hartstochten zvn al. onmiddehk onzer Natuur in het algemeen eigen, of wellen regelrec'it cp, uit de Eigenliefde. , 2. De byzondere geaartheden, jaren en opvoeding van den mensch, maken verandering in zuie Neigingen en Hartstochten, met opzigt tot de voorwerpen waar op zv doelen, en daarom is 'er gene reden, dat wy die Neigingen enHartstochten voor iets anders zouden aanzien, dan voor zo reis  C m ) «He takken vari een en bet zelfde algemeen Beginfel der Eigenliefde. 3. De Eigenliefde is de grond vau het belang, 't welk wy fteL'en m den Naasten , en oeszclts gevoelen ons aangaande. Zinlvk en uit kragt zyner Eigenliefde, is de mensch, ia elk gevoelig Schepzei, eerst met zich zeiven , en onmiddelyk daar na, oi boven andere voorwerpen, ingenomen met zyn getyken. — Ln de gedurnre ervareuis omtrent de noodzaak iykheid en nuttigheid heiden van de hulp des Naasten ver¬ pligt de Ligenlieide een vezen!)k belang te nellen, m den Naasten, en zyiie beoordeling over onze daden, welke weerkerig aan dezen niet onverfchillig zyn. 4. De ongezellige en gezellige gemoedsbewegingen, met een woord , die Neigingen en Hartstochten, welke boven al in de Vraag bedoeld worden, zyn ook uit de Eigenliefde oorfpronglyk. 'Er is gene reden om enige van dezel¬ ve voor aangeboren te houden. Ue ware grootheid derMenfchelyke Natuur ligt hier in, dat zy, welke, boven de Dieren , met Rede begaafd wierd, zonder de minfte noodzakende aandrift of inftinbl, dat geen kiest, wat zy tot haar geluk meest dienftig keurt. Gezellige of ongezellige Hartstochten eu Neigingen kunnen in ons binnenfte huisvesten, naar gelang de Mensch zich in deze of gene toegeve, en zyne Eigenliefde, met verftand of onverftand, herwaarts •f derwaarts zich zeiven bepale. Wanneer wy, by voorbeeld, te recht of onrecht, ons door den Naasten beledigd agten, wordt 'er, in onzen boezem, een ftryd van Belangen geboren, die lichtelyk ons deelnemend gevoel overmant, en, in meerdere of mindere mate, de flem der Rede fmoort, aan de ongezellige driften van Jaloersheid 1 Toorn enz. den teugel viert. Schaamte en Eerzugt hebben het oordeel des Naasten, over. onze daden, tot enen gentenen grond, ontdaan uit het ontzag voor den Naasten, met een woord, uit het belang dat wy in des Naasten gevoelen, ten onzen opzigte, dellen. Even dtiidlvk is de Eigenliefde de bron van die gezellige Neigingen en Hartstochten, welke den mensch tot Goedwil- 1 eid of Meiifchcnliefde nopen. De Liefde tot het Vaderland, by voorbeeld, is geheel het werk van verheelding, gewoonte en Rede. In de d ndv.-stigheid, dap¬ perheid en grootheid, uit de Liefde tot het Vaderl id onr- ft ruide, iteld de Held boven alles zyn geluk. ü at de voorbeelden daar v..n , vooriiamel)k b) pnbefchaafde Volken, .voorhanden zyn- is aan den ftaat yan oubefchaafdheid zelve toetefchryven, die te meer verrrjoeijenisfeu en opofferingen I vordert, gelyk ouk de Staatzugt en bei B. geloof, doorglans, I ten zelfden einde medewerkten. De goedwillige Nei-j •ging tot Dankbaarheid, ontfta t by ons uit een bezet en ge-' voet van verr.ugting, en is. 1 Hartstocht ol aandoening befchouwd, in waarheid niet' mders dan ene blyde of verrukkende gewaarwording v Eigenliefde , welke ook deszelfs trappen en leidingen beminrt en regelt, en dus het wezenlyk beginfel is, dat den Mensch noopt tot erkentenis en wedervergelding. ■ Het redelyk bezef van pligt, de iufpraak der Eerzugt of ons gezigt en levendige verbeelding nopens dea toeftand des Naasten, roert onze Harten, en dringt ons jtot vrywillige goedheid, tot Ede 'moedigheid, door aftezien van cijjg »uuu)k ïecnt, en meer te doen dan gevorderd mag worden, zo dat zich daar in geen ander Beginfel, dan' de voor vele leidingen vatbare Eigenliefde, aan onze befehouwiug voordoet. Het gezigt eu duidlyk bezef van lyden , brengt noodwendig ere on aiigenameaandoening voort, wier afwending of matiging onze Eigenliefde eigenaarti"zoekt, door derzelver oorzaak wegtenemeu of hare kwelling te verzagten. Doch hier toe biedt zich geen ander, althans geen gefchikter, middel aan, dan zodanig hulpbetoon, als men, in den ftand des Naasten verplaatst zynde, voor zich zeiven begeren zoude, of met een woord, het gezond verdane en wave Godsdienst voorfchryven, en pligmatig keuren. Daai van daan dus de Mcewaarigheid of het Medelvden j de moeder van Ontferming, Barmhartigheid ei, Weldadigheid, welke dus uit denzelfden bron, de Eigenliefde, ontfiaau. In het derde Hoofdd. toont de Eerw. Brouwer , de o-eri bodigheid en ongerymdheid aan, der in de vraag onderitelde Begmfelen van Goedwilligheid. Het is onwysgerig (merkt hy aan) naar enige andere oorzaak te zoeken, indien het waarlyk geiioeg is, een enkel oorffronglyk Beginfel van werkzaamheid te erkennen, en waar toe alle Neigingen en Hartstochten der Menfehen met 'er ciad te brengen zyn. Zy die de ouderliefde Bégfil- fejen van Goedwilligheid, welke den Mensch tot onbaatzugtige bedryven zouden aanzetten, voor ingefcliapen a nzien„ kunren ligtelyk gevaar lopen om de uitnemenhcid des Menfcher, boven het Redeloze Vee, in blote aandoening te zoektn. Duister en verward, en onderling verfc illend, zyn de begrippen der genen, die voor het ZedelvM Gevoel en de Beginfelen van Goedwilligheid ten fterkiteu pleiten, wanneer het aankomt op ene behoorlyke bepaling of orafchryving. Een Zedelyk Gevoel of fmaak v in fchoon- heid, als een oorfpronglyk of ingefchapen Beginfel aangemerkt, en dus als een initinct of drift befchouwd moetenda worden, zou altoos zich zeiven gelyk blyven, en o'o erer- leie \v)ze werken, hoe zeer de voorwerpen, waar op het doelde, verfchilden. Hoe zeer 'er Beginfelen van Goed¬ willigheid , by den Mensch , licht wortelen fehietcn, en dat we! naar gelang der befchaving van zyn verftand en zeden , is het 'er nogthans verre van daan, dat men zich op de algemene ondervinding met genoegzamen grond zou kunnen, beroepen , om te bewyzen, dat die Beginfelen iügefch..pon, den Mensch aangeboren zyn. In een Aarihangfei eindelyk, over de Liefde of Natuurdrift tusfehen de allernaauwfte betrekkingen, merkt de geleerde Schryver aan, dat die niet algemene, maar zeur naauv bepaalde Goedwilligheid, fchoon men de wyze en gelukkige inrichting onzer gevoelige natuur, daaromtrent, met volle dankbaarheid jegens den Schepper erkennen moet, geenszins kan befchouwd worden, als onafhanglyk van den invloed van ons verftandig vermogen of ene goede voorafgaande leiding der Eigenliefde. (Het vervolg in onze eerst komende.J. NA»  N\RIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de huishoukunde , handwerken en fabrieken, betrekkelyk. „ „ra, r...™. r>P Tf) december te AMSTERDAM. (_ 200 ) GEBOORTE-, TROUW- EN STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week TARW. TARW. Het^tt GERST. He^t Poolfche bonte en witte 280a.310Vriefche Wmergarst . M#i4° Sim nÏÏe . 270 a 300 iGron. en Oldamfche. . i2r,ai4o ging en-Heug che . 270 * 3=o Zeeuwf. en Oven,. Winter »5 .40 Sngsberger . 260 a 295 Dito Zomer . • w3i'4o Vriefche . . 450 a 285 Dantziger en Elb. . Bovcntmdfche . 250 a 286 „AVF.R pn BUEKWEYT. VoorHidfche rode . 2303265 HAVhll en uutuwjiM. Zeebndfche . 2503300 ,0omo ROGGE. Brouwhaver . • • 10°"f _ . rr. „m,,it Wstte Voeder dito . 7oat5 • . *. « Boekw. Amersf. en G00U. f J3S GcZSe' . • "5 a 230 Dito Brab. en Vlaam. £ 28a 3= Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwsch en . Raap-OIy, per Aam ƒ 86 Overm. t Last. . £79*87 Dito Lyn . . - «3 ■sas* . ? >& ^A"?r. :i Wissel- en Speciecours. Madrid ufo. 2 m. i\ 52 & $f ^ Cadix — - 52 Lisfabon -47 Nieuwe Ducat. ƒ5)11'12 Venetien - 84I Oude ger. dito - Livovno - ici Nieuwe Louis d'Or - n,4 " Parys. 2. mA fc Asfi . 6of Guinies - ia,** dito kort. J a Piftolen - 9>x~ Idem in Specie - Franfche Kronen - fo a 55» -Londen. 2. m. Jj Nieuwe Ryksd. - 3 pCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. ft. 38 a | b°. Bani .95?a95PC Dito kort - 38ia| — Wenen id. B", - 33} GERST. Het Last is geweest: te Am teraam 145: en ie siaariem 13, our- der» welke laatften 6 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige w buiten h aarnemingen, A A r L E m. O- 18 -: BEKENDMAKINGEN. V Byden Boekverkooper A. LOOSJES Pz., te Haarlem, en deszelfs Correspondenten verzonden, het onderftaande: L DIRK de BEKKER, Tooneelfpel, in 8°. ƒ 0- 8-: II. DE BATAAVEN, Eerfte en Tv eeie Zang, met een titelvignet van /--itineies, oy ueca Schryfmed. gr. 8°. • • ■ III. DE MORGENSTOND; met eene, door IV. Hendriks,naar het leeven getekende endoor R. Vinkeles in bet koper gebragre afbeelding van Middenduin buiten Haarlem , in m- s° (lm hp.r vn/pend iaar zule:'. de drie overige Tydperken van den Dag: DE M1D- UAU, AVU.MJ en iNAUit vu %en < IV Burgerlyke en Hande 'kundige G fchiedtnis van de Èrigelfdhe Volkfi• •' - 1- 0- r BARO-\ THER- HYGRO-STREEK LUCHTS- UeC- ) ME- 1 MOME- ME- DER GESTELD- I799. \ TER- TER. TER. WIND. _ HEID. 1 \ 30. Oj 34: ol* O'N'°' 'smorgens dampig; 11 1 30. oè 371 8 4i verder helder. / 3_q- 3' 91 . — _ „ C30. 12 28i 93 N.o. yoonnidd. wolken, 12 c 30. li 34 89 dampig; verder helder» ( 30. li .8* 92 _ — C30. Oi 24 93 O. Z. O. 'smorgens helder; 13 deel heeft aan 't geen men eigenbelang noemen kan, te weCc 3, ten,  C 205 ) ten. iets" te doen, om voórdee] of er, te verwerven, uit bczeffing der waarde van Zedchkc Verbetering of volmaking, . of uit infpraak van een geöcü'end geweten. 2°. Dat het Berou in enig geval niet minder dan dc opgegeven Bewegingen, maar veel eer nog meer, en zelfs zo wel als bet Medelyden, volftrekt bclangsloos kan wezen, te weten, wanneer men met het allerbeste oogmerk iets on dérneemt, doch naauwlyks het ter uitvoer gebragt hebbende , ziet dat men zyne bedoeling riet bereiken kan, en d it de onderneming- voor een ander de rampzaligfte gevolgen heefr. 3°. Dat dc -meeste andere HsrtMogtco cn Neigingen , in fommigc gevallen, uit het ingefchapen beginfel van Goedwilligheid , en in andere gévallen, uit dat van Eigenliefde ontftaande, (zo dat de Goedwilligheid en Eigenliefde beide, de bronnen van Bewegingen in den Mensch zyn,) het Medelyden cn de Schaamte op dezen algemenen icgel ene uitzondering fchynen te maken, ontftaande de eerstgenoemde beweging, in alle gevallen, alleen uit dc Goedwilligheid, terwyl de laatfte, in alle gevallen , haar beftaan aan de Eigenliefde fchynt verfchuldiga te zyn. Hier op volgen enige aanmerkingen, betrekhk het nut en gebruik van deze Verhandeling, als: Óffcftöon de Menfehen zo dikwyls alleen uit eigen belang werken, zyn zy echter beft cm d, en hun is daarom ook de aanleg ingefchapen tot edeler bcdryven, die voortkomen uit Goedwilligheid. Alleen uit eigenbelang te werken , is ecu misbruik der Zedelyke Vryheid, een misbruik van den Mensch ingefchapene grondbeginfelen ; ene afwykmg van het oorfpronglyk en best ontwerp__dés AlwyzcuScheppers. Zy, die dus werken, zyn niet onfchuldig te hóuden , dewyl zy een hun. ingefchapen eerst Beginfel van werking verdringen en buiten werking houden, wesbalven elk Mensch bedagt moet zyn, om het hem ingefchapen evenwigt te bewaren, of zo het verbroken is, tc herftellcn. De Kristelyke Open¬ baring is , uit hoofde van hare inrichting, een gefchikt middel om de Eigenliefde in hare werking tc regelen en de Goedwilligheid in werking tc houden cn aantekweken. De Franfche Burger Sature, een warm voorftander van de Theophilanthropifche Maatfchappy in Franknk, verfchilt, in de derde Verhandeling, zeer veel van den Eerwaarden Brouwer cn Bruin , en geheel cn al van den eerften, immers wat de uitkomst van zyne redeneringen of voorftellen betreft. Hy is een voorftander van verfcheidene Gevoelens in den Mensch, die als zo vele Beginfels van werking in hem zyn aafttemerken. Dit is byzonder zyne gedagten omtrent de gezellige of deugden van Goedwilligheid. De Gevoeligheid (merkt hy aan) der bezielde wezens, moet noodzaaklyk het beginfel van hop aanwezen, en van hunne daden zyn. Deze gevoeligheid gaat van de zinnen in het hart en al deszelfs organen over, en vertoont zich naar buiten door deze twee üifwerkfefén, de ztigt naar vermaak en den afkeer van hnatf. Van alle de waar¬ heden, die de mensch van zyne Zelfkennis ontleent, is doge voor het verftand en hét hart de duidelykfte, dat hy niets wil cn niets doet dan vermaakswege en vermaakshalvcn. . Het eigerhk onderworp der Verhandeling is, dc hoedanigheden en omftandigbedtn te bepalen, waar in onze Ziel vermaak fcheppen kan, en te onderzoeken of 'er ook anderen zyn dan die , welke met het eigenbelang iu ecu onmiddel\k verband ftaaiï. be uitkomst van dat onderzoek is , op het einde der eerfte Afdeling, dat de Liefde, welke de mensch heeft voor Zyhfe denkbeelden , onafhanglyk is van de Eigenliefde, en het Zelfbelang, dat de Üéfqe voor de hoedanigheden der Ziele,, die door de rede worden goedgekeurd, een.gevoel is aan onze natuur eigen , en dat de Liefde voor onze Medemenfehen, \ an hunne behoeften en zwakheid afgeleid, een zuiver vermaak is , geheel belangloos van aart ;'■ waar aan het inwendig gevcekons geen twyffel overlaat, dewyl de Goedwillig, .eid uit het Menschljk hart ontfpringt, even als een heilzaam. wa,ter uit zyne bron en het merendeel onzer Hartstochten zeer veel kragten en luister van een edelmoedig Medelyden ontleend. In de twede Afdeling tragt de Schryver de uitwerkingen van dc Goedwilligheid, in tien loop der Menfcbelyke zamenleving ,• optefporen, om te beweren dat de Maatfchappy aan haar, hare inftandhouding, zo wel als hare geboorte, verfchuldigd is, en daar uit afteleiden, dat zy, die de Eigenliefde en het Zelfbelang als de oorzaken van onze Gevoelens en Hartstochten befchouwen, niet anders hebben voor den dag gebragt, dan éne van die Zcdekundige Magtfpreuken, wier algemeenheid derzelver verontfchuldiging uitmaakt, doch die, ernftig eu naar den letter opgenomen, ftrydig zyn met de byzondere ondervinding en liet algemeen gevoelen der Menfehen. De Goedwilligheid word dus, in deze Afdeling, aan 's menfehen wieg opgezogt., en haar verband met de Deugden, die tot den Mensch op zich zelven en tot zynen evennaasten betrekking hebben ,• als ook met de Deugden vaii het afgezonderd en gezellig leven, gevolgd. Onze Lezers zullen, ingevolge van dit aangemerkte, ligtelyk bezeffen, dat de Eigenliefde, by den Burger Sature, geheel wat anders is dan by de eerfte Schryvers. Hy heeft dezelve in enen onguniligen zin in dien van Zelfsliefde of Eigenlaat opgevat. Het is daarom niet vreemd, dat hy, wanneer dc Eigenliefde met z\nc gezellige Begir.fels in ftryd . komt, zeer fterk op haar afgeeft; maar wy vinden het enigzins vreemd, dat hy zich Voornamelyk by den onguniligen zin der Eigenliefde bepaald, met een woord, dat hy het voordel der Vrage op zodanige wyze opgevat heeft. Voor het overige is deze 'Verhandeling in enen zeer zoetvloeijenden en innemenden liyl gefehreven; rerwyl men 'er ene -menigte van treffende \\oorbeelden eu fchone gedagten in aanireft, zo dat dezelve zekerlik overwaardig is om gelezen te worden. NA-  1 ( 207 ) NARIGTEN en BYZONDERIIEDEN, tot den handel en scheepvaart, landen veebouw, als mede de hl'isho ukunde , handwerk lvn e n fae rieken, 13etrekkelyk. Nieuwe manier van' Scheepsbouw. Kopenhagen, 3 Decemb. Men' gelooft het Publiek geen ondienst te zullen doen, met het zelve berigt te geven van ene alhier genomene, zeer merkwaardige, Droef, waar van de m flao- hu-/nnrlr.rlvi/ Wn ,.n»i un lans is voor Scheeovarendé Nariftï TWp ^ni>r ic met een Schip genomen, dat enkel van Dennenblanken ia «nn-.»,, n-afl,»)J- 1 1 • J jo ««muj &uluü vrftt cch geneei nieuw latzoen is. De Uitvinder daar van , de Marquis Duerest, is op net ucuKBotnu uaar van gcKomen, door de ontwikke1'ng ener nieuwe theorie, welke gegrond is op den tegenstand van. het water aan de beweging van alle dryvende lighamen. Het voornaamfte verfchil tusfehen deze manier yan bouwen en de gewone, zal in een gedrukt werk nader worden opgehelderd , 't geen hy thans, over zyne nieuwe Theorie en hare toepasfing Op den Scheepsbouw, onder de pers heeft, en dat eerlang'by den Boekhandelaar'Seidelin, alhier, zal te bekomen zyn. Met dit Schip, van 500 tonnen, 't geen opgemelde Duerest voor rekening van de Heren. Coninck gebouwd had, zyn 2 proeven, met gelukkigen uitflag, op de Recde van Kopenhagen genomen. De eerftemaal veroorzaakte de flegte verdeling van den ballast, met enige onagtzaamheid omtrent de zeilen en het touwwerk, dat het Schip met moeite aan het wenden gebragt wierd: dog voor de twedemaal gelukte alles naar wensch. Men is thans bezig met dit Sclrp reu Kupicu iJLiiu te geven. Het gewigt van Holland, in de Schaal des Handels. Sedert men door het blockeren onzer Havens, en vooral by het vermeesteren van de Zuiderzee, onze Negotie ten enemale heeft getragt te vernielen, is de balans des Koophandels geheel onklaar en defect geivorden. Wie haar ook in handen houdt, zeker°is het, dat zy, buiten hulp der Bataaffche Werkbazen, niet te herftelleii is. Makintosch berekend de circulatie van het Hollandsen Kapitaal op 300 Mill. Sterlings 's jaars. Dit zou dus maandelyks ene omzetting van 25 Millioenen opleveren. Is het dan vreemd, dat Hamburg, Bremen, Frankfort, ja de gehele handeldryvende waereld, de deerlvke gevolgen ondervinden van het ftüzitten onzer Kooplieden en'het te rug hou¬ den van hun Kapitaal? Engeland in 't byzonder is thans opgepropt met Oost- cn West-lndifche Waren en ftaat zulks eerstdaags nog meer te worden zo dri Sunnamen deszelfs Pakhuizen, in de Britfche Maga- zynen, zal ontiedigd hebben. . Zonder het Hul- lanaicne fonds is het niet mogelyk, dat deze Waren gedebiteerd worden, Maar, gefield al, dat men een weg wist te vinden, om ze herwaarts te zenden • zullen met onze chrandere Kooplieden op zien komen lpelen, en wys genoeg wezen, om zig niet aan Engellche lokazen te vergapen? Bovendien zal niet de op handen ftaande Winter, weldra, de vaart herwaarts en naar het Noorden, geheel en al, voor een tyd, ltremmen? en wat moet hier van, naar allen vermoeden , het onvermydelyk gevolg wezen? Voorzeker ene aanmerkelyke, algemene, daling, in den zo hoo»opgejaagden prys van alle produkten: die wederom" onvermydelyk, de ruïene van een groot aantal van Handelaren moet na zig Hepen , en eindelyk al de fchade, geheel en alleen in Engeland, doen t'huis komen. Vrugteloos hebben de Britten getragt den Hollandfchen H ndel ■ op Hamburg en Bremen te verleden, en, langs dezen weg, zig van hunne overvloedige Waren te ontlasten. Het geldfonds dier beiden Steden is .reeds gebleken, geheel ontoereikende te wezen, om dit gaande ie houden. Een Westphaals Koopman had onlangs zyne Linnens te Bremen voor Koffybonen verruild, om dat hy ze anders niet kon verkopen Nu zit hy met circa 10,000 ponden Kbffy te aagten, die hy, om aan geld te geraken, verpligt is naar Amllcrdam te zenden. Wie ziet niet, dat zulk een fcandel op den duur niet los kan lopen? Pryzen der Granen, op 23 December te Amsterdam TARW. Het Last, GERST. Ifctljöt > ^' ] Poolfche bonte cn witte 290.1330 Vriefche Winttraarst i«-at ,ó ;;';f!rodc „ • • 2809320 Gum. cn Old*m1a.e . lïfaiïo Elbipg. en ffepgrche . 280a320 Zeemvi.en Ovenn. Winter 1«a iio u-mn-jsberger . 2Öoa3k3 Dito Zqmer . . ,ÏÏalTX • Vriefdie . . 270a 300 Dantziger en Elb. . üovonlanclfche . 070 a 300 Voorlaiidfcbe rade . 240 a 285 HAVER en BOEKVVEYT. Zeekndfche . 290 a 320 D . r-. ROGGE. BrouwhBver . . . 1003120 Prmsfia-he . . 22oaa45 Witte Voeder dito . 7.5 a 00 Koningsberger . • 220 a 245 Boekw. Amersf. en Gooil. £ ,u a Gedroogde . . 230 a 250! Dito lirab. en Vlaam. £38*35 Zaad, Oly en Traan. Koolz. Zeeuwscli en Raap-OIy, per Aam ƒ 86" Ovenn. 't Last. . £ -0 a 87 Dito Lyn . . .63 Slag-Lynz. de ton van Dito Hennip . . „ <$ei . 5 Schep. Rigaas . / n a 13I Walv. Traan, 't miart. "* ïfemupzaad dito . - 9 a 10 van 12 Stek. Nieuwe . 116 Dito Rode . . . i na Wis. dito rode Koningsberger' . Vriefche Bovenlandfche Voorlandfcbe rode Zeelandlthe ROGGE. Pruisfiftiic Koningsberger . Gedroogde Koolz. jZeeuwsch en Ovenn. 't Last. Slag-Lynz. de ton van 5 Schep. Rigaas tfenrapzaad dito M  f* 208 ) Midrid ufo. s ra. ^ 5^ $é $k #$r Cadix - 52 Lisfabon - 47j Nieuwe Ducat. ƒ5,131,14 Vencuen -84! Oude ger. dito -5,12,13 Livorno -98*398 Nieuwe Louis d'Or -n.6,8 I^rys. 2.t71.-)jnAsfi 6o CiU;nies -12,8,12 dito kort. ƒ s wio]ga _ Idem 111 Specie - Franfche Kronen - 56 a 55? Londen. 2. m. g Nieuwe Ryksd. -3a2ipCt. Dito kort Hambu g 2. m. Ct. il. 383 B°. „ . „ , „ , „r.. Dito kort .g£$ -MïMpCt. Wenen id. B*. . 34 Wissel- en SpcêiKCorms. f" BARO-1 THER-1 HYGRO- STREEK LUCHTS- *^eC- / ME- MO ME- ME- DER GfïsTELD- I799- ) TER. TER. TER. WIND. HEID. C2Q- 5* 27 9° z- voormidd. wat (heeuw; 18 .£29.62 26 77 N.O. verder wolken; '20' 9 18 80 'savonds helder. C30. oi 18 82 N. O. 19 < 30. IÏ' 23Ï 72 — windrig; helder. ( 3°iJi_ J7 74 —" C30. Si 15 74ï ij.O. 20 \ 3°- 3^ 23* 7°^ „ — windr.'g; helder. C3°- 3* 15 69 — ^ C30. 24 I 3 ^ 69 i N.O. 's morgens helder; verde 21 30. 2$ 26 74 — bewolkt; windrig; 'sav (,30- 2i 2<; 84 helder; harde wind. (f30.2 21 i 85 N.O. harde wind; 22 c 30. 2 21 ï 8t voormidd. betrokken; ) 30. Iï 15Ï 78 , verdei' hélder. >3°- 1 "4 84 N.O. omtI.ent helder; 23 < 3°- °ï 21 79ï — 'savonds betrokken. C22l_£L 25'~ 83 — C29. 91 26! 90 z.w. voormidd. fneemvagttg; 24 \ 29- 9 34 90 verde'' bewolkt; £29. 8 / 33Ï 1 91 W.Z.W- 'savonds vv.it regen. BEKENDMAKINGEN. *** „ De LETTERGIETERY van JOH. ENSCHEDE en ZOONEN, te Haarlem-, merkelyk vermeerderd en uitgebreid zynde door den aankoop en overneeming van de aanzienlyke LETTERGIETERY te Amfterdam, onder de Fir- ma vdu ucuiucueu rouuo van /vivro 1-Cju tot niertoe ge- „ exerceerd geweest, welke overneeming met primo January „ eerstkomende volkomen tot ftand zal zyn gebragt; recom„ mandeeren de ecrstgemelden zich by vernieuwing aau hun„ ne Correspondenten , en inzonderheid aan die geenen , wel,, ke laatstgemelde Firma met hunne orders hebben gelieven „ te vereeren. *** By den Boekverkooper W. van VLIET, te Amfterdam , wordt uitgegeeven en is alom verzonden : Merkwaardige voorbeelden ter bevordering der kennis van de Zielvermogens der Dieren voor de meergevorderde Jeugd en weetgierige Beminnaars van Dieren , door JOH. GOTTL. TRIMOLT, a/ï-T-j V By den Boekhandelaar J. Elwe, te Amfterdam, is gedrukt en wordt uitgegeven: Verhandelingen van het Genootfchap ter bevordering der Heelkunde, Fyfde Deel; van het welk de navolgende Verhandelingen den inhoud uitmaaken. 1. VELTKAMP, over hoornagtige en kalkaartige Gezwellen. 2. ALSTORPHIUS, Heelkundige waarneemingen. 3. VAN DER BOGE en VAN WY, Verloskundige briefwisfeling. 4. VAN DER LEEUW, over Wormen in de blaas. 5. JAS, over de Hakwonden. 6. 7. ROGGE en FORSTEN, over Darm-Net-breuken. 8. VAN WY, Vroedkundige waarneèming. 9. LEURS , over de gebreeken der Opperkaakboezems. 10. BONN, over eene benedenwaardfche Dyeöntwrichting, en eene nieuwe' en gemaklyke wyze van herltelling derzelve. / *** By den Boekverkooper A. LOOSJES Pz., te Haarlem , en deszelfs Correspondenten verzonden, het ondergaande: I. DIRK de BEKKER, Tooncelfpel, in 8°. ƒ o- 8-: 11. DE BATAAVEN, Eerfte cn Tweede Zang, met een Titelvignet van Vinkeles, op best Schrvfmed. gr. 8°. . . . - 0-18-: III. DE MORGENSTOND; met e^ne, door W. Hendriks ,naar het leeven getekende endoor K. Vinkeles in het koper gebragte nfbeel,iiing van Middenduin buiten Haar lei?, in gr. 8°. (In her volgend jaar zullen de drie overige Tvdper ken van den Dag: DE MiDI DAG, AVOND en NACHT volgen.) 1-0-: Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz. GEBOORTE-, TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene Week, is geweest: te. Amfterdam ió6; en te Haarlem 14, onder welke laatften 7 beneden de 12 Jaren. STERRE- en WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN. weerkundige waarnemingen, buiten haarlem.  TWAALFDE DEELS, E2RSTE REGISTER, BERIGTEN cv BYZONDER HEDEN. Van July—December 1799. Dc Letters a en b. duiden de eerfte en twede Kolom aaH. A. AKADEMIE van Teken-, Bouw- en Zeevaartkunde, te Groningen. Prvs-uitdeling by dezelve. ... • 11. s. Aloës-ftoelen, 'uit de Antilles, ter kweking gezonden naar Perpignan. 1. a Afiatifche Compagnie (zuivere winst AexDeenfche') voor het jaar 1798. U7. a Astronomie (Gefchiedenis der) in 1798. 76. b. en 86. a. B. BAKKER. (GERBRAND) behaalt den gouden Eeipr. by de Maati". tot Nut &c. • • .• 6°- a Bankbreuken (menigte van zware) by de Commercierende Huizen tc Hamburg. . • • "9- b . vermeerderen nog van tyd tot tyd. 127. b. 135. b. 142. a. 150. b. 176. a. 190. b. » ; BEEKHUIS i'Do. W.) behaalt de zilvrcn Eerpr, by de Maatfchappy tot Nut &c. - 66' a BENNET (Dr. J. A.) behaalt den gouden Eerprys by de Maatfch. van Landbouw, te Amfterdam. • • 43- b Bier (hoeveelheid van) jaarlyks in Zweden gedronken, nevens het daar toe benodigd koorn. • • . 6. a TiLANCHARD'S laatfte Luchtreize. • • i°6. a BUNC (le) Dichtkundig kd van het Fransch Nat. lnftituut., over- jydt, . • Ö5. ï ELOCII (M. E ) te Carhlv.d, overlydt. . • 65. a Bock-Cenfeui's (onkunde cn domme yver der Rusfilche) . 153. a Boekhandel tc Petersburg ftaat byna geheel flil. . 169. a BOEKHOLTZ (de Govemeur F. van) wordt lid Corrcsp. van het Bat. Genootf. te Rotterd. • • 3j. a BOF.YE (LAMB.) houdt ene Redenv. by het Zeeuwsch Genootf. te Ziedkzea. . • • „, , • , "5. b BONAPARTE ontvangt een Med. van Platina ten gefchen.w van het Nat. Inftit. Deszelis vlytige bywoning der vergaderingen van deze Stigthg. • • • a BRINK Q. TEN) wordt Refter der Latynfche School te Harderwyk. 49. a BURGER (Gedenkzuil voor den Overledenen Ditbtor) te Göttingen opgerigt. ' . • • 41. a . was byzonder ftreng tegen Ue Verlenmakers. . 128. a XO. Deel. c. 1 CALKOEN (J. F. van BEECK) wordt Prof. Extra-ord. PMlof. Net. & Mathefeos, te Leyden. . 49. & ——'" ' aanvaardt dezen post met ene pleg- tige redenv. . irö. a • (uittrekzel enes Briefs van) aan den Overllen v. Zach. . 116. b CASS1NI (de B.) geeft ene befchryving uit van een nieuw Kompas. 73. a Cataract (konstbewerkingen omtrent de) te Parys. . <;7 b CICERO (dubbelzinnig gedsg van) omtrent Catatha. '. 126 a verdedigdt in dit zyn gedrag, door den HoogJ.CRAS. 154.' a antwoord op deze ve-dediging door M. STUART. . 178 b Clinifche School (iuwyding der) te Parys. . . 1 a CROUZET wordt buitenlid van het Nat.lnftituut, te Parys.' . 17' a CURTEN (P.) wordt lid van het Bat. Genootf. te Rotterdam. . 85! a ü- DEMONSTTF.R wordt buitenlid van het Nationaal lnftituut, te Parys. 17. S Denen (karakterfchets der) . . . 31. a Diamanten, te Coloor, in de Gtintor gevonden. . 150. b DISCOTILS (uittrekzel enes Briefs van den B.) uit Egypten. 177. a DUI.OMïEU (de Franfche Geologist) raakt by de Malthezer Ridders gevangen, iai.a. Middelen, door bet Nat. lnftituut, aangewend, ter Zyner redding, ibid. Brief, hier over, vau den Agent van deiPalm, aan den Redacteur van dit Blad, als mede aan de Geleerde Maatf. binnen deze Republiek. Misfive van den Minister der buitenl. betrekkingen, te Paiys, aan de Agenten by de buitenlandfche Mogenheden. 170. b.—175. a. Drama (liet) by de oude Hindo's in hoge agting. 145. a. Beneden in de Aantek. Drenkeling (oen) te Rotterdam gered. • . . 82. a .— te Zienkzee, door een Jood gered. . ïi6. a Drukkery (de over fraaie) van de Propaganda, uit Komen, naar Af- ryi vervoerd. . ... 41. a Dêinkwekers (enige verdienftelyke) in het voormalig Gewest Holland, ontfangen ten geichenke, van de Commisfie van Superintendentie over het onderzoek der Duinen, een Exemplaar van haar Rapport. 3r. b Dd Eeuw  E. Eeuw (ophelderende aanmerkingen over het einde der 18de) 202. b Esypten (Topagrafiesch - Histonfcbe Schets van) 26. a. 36. 3. 74. b. or. a. en 108. b. (berigten nopens) door MONGE en BERTHOLET, by het Nat. Inftjt. . . . 161. a Engelfche (Karakterfchets der) Natie. . . 30. b Examen (openbaar) op de Latynfche School, te Grove. . 81. a EYK (S. SPEYERT van der) wordt Prof. Ordin. Phyfices & Math. Subl. te Leyden. . 49. b , aanvaart dezen post met ene pleg- tige. Redenv. . 106. bf F. F; briek (een Brey-KDt:sC:n) te Zicrikzee opgerigt. ' 115. b j-amat (algemeen bewys van de gegrondheid der Stelling van) door J. de Ge'lder. . • • 59- a F1QRELLO (JOH. DO.M1N.) wordt buitcngew. Hoogl. in deWysbeg. te (lotring.n. . • • **4* b FREMERY (de UtKcrrtfebe Hoogl. N. C.df.) wordt lid Confnltant van het "Bat. Geiroc>tf. te Rotterdam. . . 85. a G. GAlÖtlCK'S Standbeeld, in den Schouwburg van Druryiane geplaatst. 190. b Ge' ejikrjenping (ontwerp en befcinyving ener) op de invoering der n etrwe Maten en Gewigten, in cc Franfche Republiek. . 194. a r gij eidcn ConderTclieidcnc Franfche) worden, door Bonnpurte, naar ver" 'chillendè delen van Egypten, gezonden, om nuttige ondekkingen TC t'CCH» • " *■ * * J2(J» n G) NOOTSCHAP (het) ter bevordering van Teken-, Scbild.r-, Beeldhouw- en Boetzecikunde, te Leyden. Kurt Verflag van den oorfprong, heiliel eu tegenw. inrigting van het zelve. 33. a. Kynstbelcliouwing in de zitting van 26 july 1799.. 42- b. (l', .laafcli) der Vro-.fcnderv.lVysbig. K Rotterdam. Programma van het zelve voor 1799. 83. a. Brief van deszelfs Secretaris ten geleide vari het Rapport des, Genootf. aan den Agent der IHerine, over den vooiflag van den Ifcxlm. Husfem, om • het drinkwater op de Schepen te zuiveren.. IQI. a . , ~- iot Verdedightg yan der.Chrifl.Gudsd. in den Haag houdt deszelfs algem, verg* Programma . van het zelve voor 1759- - • 99' a Üi ■ _ (een nieuw) onder dc Spreuk: 2'oi Nut van Stad en Land, te Zierikzee.opgerigt. 115. a. Aart eiij inrigting van het zelve ; eerfte Redenvoeringen 4aaï by gehouden, ibid.. GENOOTSCHAP (het) ter bevordering der Heelkunde, te Am (lerdam, geeft deszelfs Programma voor 1799 in 't hcht. / . . j30, a •"• ter bevordering van Teken-, Schilder-, Beeldh.. en Graveerkunst, in het huis van Trip te Amfterdam. Nader verflag van het zelve. . 153. h r————— —r—1 (TEYLER'S Godgel.) geeft ene nieuwe Prysvraag op. . 178. b filtura, te Dordecht, viert deszelfs Jubel- 185. a GLAVIMANS (P.) behaald den gouden Eeipiys by het Bataafsch Genootf. te Rotterdam. 84. a. Wordt, lid van het zelve Genootf. 85. Denzelven word vervolgens nog ene ziivren Med. toegewezen. 101. h Graatmeting (de) van Snellius wordt op nieuw verbeterd door den Franfchen B. Perney. 139. b. onder in de Anntek. H. HAAR (de verdienftelyke Wond-Aits J. van der) overlydt. 98. h Hamburg (zware ftormwind tusfehen 26 en 27 Sept. te) . 120. a Handel (droevig uitzigt met den) te Hamburg. 119. b. Veelvuldige Banqucroeten aldaar, ibid.. Handei's (bet gewigt van Holland, in de fchaal des) . 207. a Handfchriften", by de laatfte bezending van Konstll. uit Italien naar Parys. . . . - 73. 1 HEILBRON (Dr. D.) Coiif.n«z. behaalt den gouden Eerprys by het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam. . 83. b Hemel-Atlas (verflag van een nieuw uitgevonden) door Profr. van BEECK CALKOEN. . . 166. » HORNEMANN (Brief van Prof. BLUMENBACH, betreffende de reis- togt van F.") naar de binnenlanden vin AlV'c.i. . 106. b> HOSBACH (de Kasfelfche Opperl'ehool-Raad G.) ontdekt, op zvne reize in het-Oosten, een nieuw origineel Handfch. van het N. Teil. 115. 3 Houtskolen (vöorl'miar berigt vau enige proeven, met uitgedoofde) door Dr. ROUPPE," te Rotterdam, . » * 11* b. INSTITUUT voor Doven en Stommen (9de Examen, bv Het Groninger) 9. b (NATIONAAL) te Parys, Clasfe der Lê'lerk. herhaalt de vraag over de 'volmaking der Beeldhouwkunst. 65. a . der Wctenf. te Cairo. Werkzaamheden van deszelfs onelerfcheidene leden, zo in Egypten als Syrien. 129. a JONGHQ.de) te Rotterdam redt een Drenkeling en woirit deswegens door dé Maatf. eier Drenkelingen, niet de gouden Med. bekroond. 82. a jonker (de) met «vn-Koetiiaf. Een Anccdotc. '. 184.3 journalen.(vreemde) mogen in Rusland niet inkomen. . 15?- a  C w* > K.- Karw-'l (het oud cn verdopt) van Suéz is niet Miherftelbaar. l<5l. a KANTFRfJOH.oE Philz.) houdt ene Redenv. by bet Gen. teZicrikz. 115. b KANT (verklaring van den Hoogl. I.) nopens FICHTE'S Weten- fchapslécK . . • . 201. a Keizerlyke Snede. (welgefhagde) Zie Vroedkundige waarneming. Kerk (nieuw gebouwd wordende) te Petersburg. . 169. a KIavbr (bewegende) in de Nat. Kruidtuin, te Parys, gekweckr. 73.3. Korte befchryving van deze plant. ibid. Koepokken, verdere nafporingen vau en inenting derzelven op menfehen in Engeland. . 9- a Komeet (ontdekking ener nieuwe) door Méchén, tc- Parys. 72. a. Waarneming dier Komeet door J. F. v. Beeck Calkoen, te Aniitcrdam. 88. a. Dezelve blyft (leeds Zuidwaarts voortgaan. 137. a. Konstftukken (ene nieuwe bezending van) komt uit Rome», wl'arys. 41. a Koppenhagen (herbouwing der in 1793 afgebrande huizen te) 119. b Kolzebue (een' Toneelfpel van ) in Engeland vertaald cn voor een bystcr hogen prys verkogt. . • 9- 3 L. Landingen (iets over) en de wyze daar van. 1 . 121. b Landing (over de) der Engelfchen aan onze kusten. . 146. a Latynfche taal (de) mag voortaan, in Zwitferland, by bet Akade- misch onderwys niet gebruikt worden. . . 1. a Léeuw (zonderlinge gedweeheid en dankbaarheid van een) en Leeuwin in de Diergaarde tc Parys. . ' . . 93. a Lengte van 10 voorname Bataaffche Steden. 140.3. Nadere eu meer naauwkeurige opgave van deze lengte. . . 192. a LENNEP (D. 1. van) aanvaart den post van Hoogl. in de Historie, Oudheden, Welihrekendheid &c. te Amfterdam, met ene plegtige en overfraaie Redenvoering. . . if>i. b LESSING (geestig zeggen van) . . 128. b Letterkunde (de Duitfche) begint in Engeland langs hoe meer veld te winnen. . . . 113. » (Afiatifche) en Konst in Engeland. . 181. b LICHTENBERG (G. C.) kort berigt van diens leven en geleerden arbeid. . . . . 34. a Luchtbellen in het Ys (Blief van Prof. P. DRIESSEN aan Dr. v. MARUM over de) 162. a M. MAATSCHAPPY (Nat. Nederlandfche Huhhottdelykc} te Haarlem, houdt hare Algemene vergadering; Pryzen en Rcmunerarien door haar uitgedeeld. 6. a. Nieuwe { . > , Prysvragen char by vastgefleld. Ibid. ■ 1 - yan Landbouw, te Amfterdam. Programma van dezelve veior 1799. • 43. a . ' 1 [— Rapport ener Commisfie uit dezelve nopens de Heul-of Papavei-Oly. 51. b .MAATSCHAPPV Tot Xiit van %lt Alv-n -ut, \ ioudt liars algemene. . : . vergadering. Programma van d.-zelve voor 1799. 65. b — 1—■—-—— Qti kmnglP) der H'etenf. te Goui./gen, geeft 2 nieuwe Huishouw!;. Vragen op. . 71. 9 1 — (de Kom.igh') te Londen, geeft den vorvTang aan den Slinger en verklaart zig tegen den grond van het Metrisch Stelzel, 'e geen de Franfche Geleerden hebben aangenomen. 137. a. Onwaarheid van dit berigt. 186. a. j ... vmlPis-, Bouw-, Nar. enTckei'kunde , kg Leyden, geeft een nieuw prysvoorftel op. . 13". a Mais (iets over het) of zogenaamde Turkt-'k Tarwe. . 153. b Maten cn Gewigten (de buitenl. Gejceïden, die te Parys, aan het grote werk van de gelykheid der) mede w ogten, otltfangeii een Boekgelcherik van den Minister der Binnenlandfche Betrekkingen, aldar-r. 73. a — ■ . (rapport van den Frarifcb'eii Minister der Bïnn< n- Lmdlche Zaken, omtrent de invoering der meuwe) 193. a. Als mede nopens een Gedenkpenning op die gebeurtenis. . . 194. a MAYER (J. F.) wordt gewoon Hoogl. in de Wysgeerte, met den tytel van Hofraad, te Göttingen. . . 114. 1» Medailjes van Platina, te Parys vervaardigt en aan het Nat. Inffiltiut gefchonken. . . . 161. a METELERKAMP (|. J.) verdedigt, by zyne bevordering totTa. Dr. ene Latynfche Disfe'rt. . . 146. a Meting (over dc) ener Breette-graad op de Aarde, door Snellius en Musfchenbroek, van J. F. van Beeck Calkoen. 123. a. 138. a. MEYER (J. A. G.) te Hannover, behaalt den gouden Eerpr. by het Haagsch Genoocfchap. . . . 99. b MONGOLFIER (E.) overlydV. 170. a. Vindt het eestt de Luchtbal uit. ibid. MONNET (MARIETTE MOREAC) ene Franfche Dichteres, óvërlydt. 65. * MONXJKHOF (bezorgers van hetl.egaat van)bekronen een ontfangen Antwoord, en geven ene nieuwe Prysvraag op. . 85. l>' N. NOORDEN (Dr. j.van) wordt 'lid van het Bat. Cenootf. te Rotterd. -'85. a Nofocomium C/i.v/«.'w (Berigt wegens den aanlegen uitbreiding van het) tot een Practicaal Inffituut voor Heel- en Vroedkunde, te Leyden. 50. a 0. Oly (Heul- of Papaver-) is bewezen onPehadelyk en zeer voordelig te zyn. . . . 51. b Orkaan (hevige) tusfehen 26 en 27 Sept. tc Hamburg. . 120. a Oudheidkundige nalporingen der Franltiie Generaals in Egypten. 49. a P. Riarden-fokkery (voirc'e'ige) in.Denemaiken: aanmoediging daar van door de Regering. . • . 119.aenb Dd2 PAALHV  C «*2 ) ÏSde1Ka°l,11r!kt),t£ Zantm< ^l'^V ru ' , . 6S' b P^^^^orftdUn. Over de r*tó en 't geen daar bv in acht PALM (de Agent ). H. van der) wordt lid Confultant van het Bat. te nemen is Genootfchap te Rotterdam. . . 85. a . Wederlegging van het gevoelen - dat de Ptmoranta (befcmyying derj te Londen uttgedagt. . 9o. a Apostelen in zommige vLname pumen de Papaver (over het bouwen van vyitte) in grote hoeveelheid . 142. a taf van tan Meestet vetteen en hun etan Ênitn' Cn Vmi' U1 aan; nU"lgheid to begrip gevolgd zyn; - aamvyzing van e" ■ PAIJLLINUS (de Oosterfche Geleerde B.) reist van Romen,' over We- 57' * deT'o % 'om af 7 nen, naar Padua. 145. a. Zyne bedrevenheid in de Sancritfikc . verklaring van de Lfe desBybeb'aa'nSS laai. ibid. de een algemeen Oordeel door onzen Za- Perkummus (iets over het) . . . 1. b ligmalser PIA (Kort berigt aangaande P.) en diens Drenkelings lnftituut tePaiys. 17. a ■ \ Over'de'Slagaddbre'uk-n ( ineürisnat tv- °'* Plaatfelyke ligging (Geographifche) van 10 Hollandfche Steden. 140. a. 192. a zaakryk uitt.ekzel d;r IcI.riVten'van 7 Ti7 Veifcinl van 9 derzelven 111 Breette, Lengte en Tyd met Amfterd. ibid, a fingh Pbnt-boUcn(ettelyke fooiten van) zovtmBotttnybaai Port jackfin, , Ken'minst kostbaar Leerboek è over de' aan het Muleum der Nat. Hift. te Parys medegedeeld, en aldaar ge- Werktuigl. NattmiR. " -. . 1 , . kweekt. _ . . . •. 1. b of een Volk genoegzame deugd'kan bezit- o,nrrC^ry,n«rWe) " Parys 89 a. 97. a. 105. a. 113. b ten, zonder Godsdienst. • . I78. b PLOEG (Do. H. W. van der) behaalt den gouden Eerprys by de ' Maatfchappy Tol Nut enz. . . 66. b Podegra (nieuw middel tegen de) • • ' 13Ó. a Polen (over liet vermoeden van de verrukkingen der) en de veranderingen in de Helling van de Asfe der Aarde, door I. E. »■ . i BODE. 1S6. a. 195. a. R Poolshoogte van Amfterdam. . . . n7. a Piysuixdeling, aan Schoolkinderen, door het Baarlemsch Departement der B: Maatf. Tof N«t && i3. a ■ door het Departem. dier Maatf. te . ' Purmerende. . hk, n Dit. m-^c c p . ^ . bv het Départem. dier Maatfch. te C 10 * S' F- 10 &S*S$ zyn,T"eira-e» P0It van Hoogl. in de Gouda. . . 58. a Oosterfche Talen, 'aan de Leydfehe, Akhde- PrysyregetisttFoorfiellen. (onderwerpen van opgegeven). Telen van Wie, met ene pbgtige Redenv. . 1. h Saffloers, hier ten lande; — flaan var, Oly • ppent de Ifte algemene.vergadering van liet tót Inlandfche Wou* of Hutcntuet; telen R0OY rde-Latvdfi** n .q 'I fektn-Genoiitfchap te Le den. 33- a van Tabak, evenarende de Amerikalche; "erUaSd t'v 1 W tl tC mdt£ihtftji$ befchryving en genezing Van het Longen-of Rmvi 'ru.-h-h, ,'.'„;'„„ '.ws • . r> j „ - * 49-a Mutyuur, by de beesten; aanwyzen van tontonSSmT? tf ni ™. m Egypten. . i77. a fchadelykc onkruiden voor het Rundervee; 38. b a. il' 7 hnWd • r • ^ zekere, Sn- .708 , geheerscbd hebbende f**"* W,penS dcn lb'!t d=r Wacvf- ziekte onder de Paarden; het maken van /■t,./ ' * - ,*,., . , I9- a Aaadwerk, het Engelfche evenarende. 7.aenb veTvarO gt' "evuis I^Wf» Wm** en uitga- 1 — Het kweken van Heul- of Papaver-Olv, tu-,t a*. t>^-^tt.l.Jjki.i ai j • ' , ■ 30, a hier ten lande, zo op Klei-, Zand- als _ ~ ^,n|„e,^ , Ku";tal ^ • *8'a Veengronden 4- !, ongunttige toeltand der Letteik. aldaar nevens enige Stat t- , . v-engionuen. , . . 4^.0 t:eke byzonderheden. " , *-> ■ 1 De beste wyze, om mmkundigenGod tc le- liv'-.lnm fu«-hi™n,lpS ril„ r>^ ■ n ^ <•, ^ ' ^ a ren kennen ; beste middelen om de Jeugd y'ill°m Cveib^ende) van den Romeinfchea Conlul Crasfis. 125. b voor het Zedenbederf te bewaren; School- - -. : . ,. , Taoekjen over Ambagten; een dito over Fa-A tiykcn; Pligten der zamenleving; Bybelsch jtefchiedkundig Scho iboek; dim Zetieiikun- * '■ . kundig; dito over deVadeiï. Historie; dito Aaidrykskundig; Handlioek voor Schoolhouders; de beste middelen tot ftujting van losbandige grondbeginzelen; het Leven van Jezus, een Schoolboek; ele beste midilelen . cm * Schoolkinderen op ene bévalhger wy- SAGE (de B.) te Parys, wordt lid Correspondent van het Bat. Ge- ze te leren Zn cn; een vertoog over het nootfehap te Rotterdam. . . 8- a Horoscoop trekken enz. 66. b en 67. a en b: ■ Saneritsch (de Kloosterbr. Paumhu's geeft ene eerfte Afdeling üit van • ' ' "et verminderen of tot een bepaald getal een) Woordenboek. . . ■ uc a brengen van Meesters of Bazen van enig SANDIFORT (G.) wordt Proficfor in Theat.Anmomico, te Leiden. 49. b - Ambagt m ene Stad 1 middel om het telen ilreepsbönw aieuwe manier 'vari) ' ' y \07 a van groenteiia op ele Dorpen^ te bevorderen; Schilder - Ganeïv van het Mufeum der Konden te Parys,'cn opgave" Natuur!. Histoiie der A-.ruv.oorn. 71-aenb Van enigen der voornaamfte ftuMten, aldaar ten toon gehangen. «5. a " ' Vhn om ?P door de Maan, zo te Amfterdam als Utrecht, door den Hoogl. van BEECK CALKOEN medegedeeld. . • _ V)*. b Venus-Tafelen (nieuwe blyk der naauwkeurigheid van la Lande's") 137. a VOORDAP(de Hoogl. B.) te Leyden, overlydt.' .' J«! a \zwedtn (nietv.vftc' vorderingen'der) in de Wetenfchappen. . 2i. b Dd 3 T'VAAXf-  TWAALFDE DEELS, TWEDE REGISTER. BOEKEN, KAAKTEN, KON STB LATEN en MUZTKJFERKEN. Van July—December 1799. B- Jt ... BELLEN CA. van) Groidb^inïefen der ftoef-onderv. Natuur- HAMELSVEtb ff. van) De Christen, bevend in m Geloof * „ Bibliotheek (Nieuwe Scheikundige) . h HUFELAND CC. W.) Konst om het menschlyk leven 'te verlengen ■ D. /b.V;i^:VC^É^W KANTIUS (J.) Elementa Metaphyfica Juris DoBrina. Latin. verat. DONKER CURTIUS fH. H.) de JpocafypJ! ah indole &c. Johannh °' *" ' ' «* ■ ApoU. non abhorrente. . . . I0, a Duin-Rapport van de Commisfie van Superintendcntie. 2de Deel. 102. a L. E. Leven (liet) van Ctcthm ma n. Keizerin van Rusland. 3de D. 29. » ECK CC. F. van) pracipuis causfis Ethica Chrifl. a pluril. Chritl. nmns negleBa. . J r ^ j<- EEKMAN (D. VVAGTENDORP) Redenvoering. ' . "3. t M, F. f AFicBTEA' R"') * mtr'mnio-> ex Sententie. KANT £f . 10. 3 93. a P. G. Prtfons («*«) de Philadeiphia. . * ° GOLDBACH CG. F.) Neufler Hlmmel-Atlas &c. | l6ö. a REN-  ( 215 3 R, RENSING (c.) Zielkundige Verhandeling. . • 110. b ROLAND CJ. mo Lettres fur la Suisfe &c. . no. a S. SCHULTINGIUS (ho Nota ail Titulos Digejlorum. Ed. n. SMAL- LENRURG. • • • . '49-b SCHRöCK (J. mo Kortbegrip der Algem. Gefchied. voor Jonge Lieden. D. V. . • • • 30- a S0I-1NGEN (A. van) Redenv. tergedagtems van PAULUS de WIND. 2. a STUART (m.) Romeinfche Gcfchièdenisfcn. D. XIII. . si. a . ' — D. XIV. . 125. a r. Taferelen van de Staatsomwenteling in Frankryk. D. VI. 164. a V. Verhandelingen (Natuurk.) van de Bataaffche Maatf. der Wetenf. te Haarlem. . . . 117. b . van TEYLER'S Godgel. Genootf. D. XVII. 140. b en 148. a _ . ü. XVIII. 197. b en 205. a VOLLENHOVEN (H.) De jurilus a'.que offdis Gentium in liello me- diarum &c. - . . 175- a VOORST (J. van) De Script, veter. Chrhtian. /India &c. 111. a VROLIK (G.) Oratio de yiriius yitalibus Sic. . 32. b W. WEILAND (PO Nederd. Taalkundig Woordenboek. Letter A. r.31. b WIT (J. de) Jansz. Plan van Intekening op 12 Prenten. . 189. b Te Haarlem, by A. LOOSJES, Pz.