GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ den moet, door de plegtige deputatie, welke » gij raar Parijs fta.it af te vaardigen; door „ de Regeering met goedkeuring bejegmd, en „ geiieiligd wordt door de Nationaale Conventie, „ kunt gijl eden ftaat maaken op de onverander- lijke trouw van het Ftanftiie Volk, ten aan* „ zien van deszelfs v. rbindteni fen, en u verlaa- ten op de magt en den indruk, welke het zal „ doen blijden, om de onafhanglijkheid en vrij9 heid zijner Bondgenooten te befeiuitten. Gij „ zult geen inbreuk meer te lijden hebben van „ dat heerschzuchcig en trouwloos Staatsbewind, „ het welk maar al te wel geholpen, door de „ bewerking van ettelijke uwer Regeering, bij „ wege eener langzaame en fteeds tocneemende dwingelandij, zijnen toeleg maakte op de be„ magtiging van uwen koophandel; en Frank' „ rijk, dat vrij en geëerbiedigd zijn wil, en „ zulks zal wezen, zal de Rechten en den „ voorfpocd zijner vrienden aan deszelfs roem„ rijk lotgeval verbinden," CWasgct.) Mfaicr. (O Ten dezen tijde, werd, in navolging van de Franfche Natie, en zelfs van de Eng l/che, het een gemeen gebruik, om alle deliberatien vau Hun Hoog Mog., gewestelijke, en ft.delijke Belluuren, met open deuren te doen. Daar (•} Bijvoezel op de Verzameling bi. aöj. 75 \ai; merking.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Daar 'er over dat onderwerp zeer verfchillend gedagt wordt, zal ik over en weder het vooren nadeelige van hetzelve opgeven, om reden, dat het zeer veel invloed heeft gehad op de gebeurtenisfen, zo bij de Franfchen als in ons Vaderland. Niemand kan ontkennen, dat elk burger, zal hij een oprecht beminnaar van zijn Vaderland zijn, verlangt te weeten, boe de zaaken van zijn Vaderland, en die van mindere of ondergefchikte Befluuren, behandeld worden; dit is natuurlijk. Zij, die een land moeten regeeren, zijn Hechts Reprefentanten des Vulks, en dus verpligt rekening en verantwoording van hunne daaden te doen. — Waarheden, gegrond op de Rechten der Menschheid. Maar om deze zaak regelmaatig te vbeöordeelen, dient men het goede en kwaade van het zelve te wikken en wegen, en tot dat einde de Maatfchappijen eerst, als het ware, te ontleden, — van het zeirsbelhiur, tot het huishoudelijke , — van daar tot de plaatzelijke, ftedelijke en eertijds gewestelijke, (maar nu departementaale Befluuren) en tot de reprefentatie van het hoogst Wetgevend Ligchaam opteklimmen. Dit doende, is het onlochenbaar, dat elke flaat van beiluur een zekeren graad van geheimhouding vordert, ter vermijding van tegentland k de werkzaamheid tot een ieders geluk. Daar  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* 77 Daar men nu in de thans meer verfijnde ftantkunde, vooral van die der groote hoven, alle plannen tot overheerfching van andere volken, met de grootfte geheimhouding ontwerpt, en zelfs uitvocrd, zo liggen vrije volken, die met open deuren delibereeren, grootelijks achter tegen dc despotieke Befluuren, welke laatfte daadelijk ontwaar worden, wat tegenftand zij te wagtcn hebben , en daarna weder nieuwe maatregelen kunnen neemen. Ja! hij, die eenigrins met de ftaatkundige gefchiedenis dezer eeuw bekend is, is bewust, hoe het wel of kwalijk gelukken eener ontworpene verovering, veelal afhangt van de geheimhouding; en waarom ook veele Gouvernementen fchatten van geld befteeden, om elkanders ftaatkundige geheimen te ontdekken. — Goede trouw of openhartigheid moet men in de ftaatkunde niet zoeken; neen, door list en bedrog, worden in de duisternis ontworpen plannen van geweld en overheerfching met den langden degen onverwagt uitgevoerd. In Engeland, daar men, wel is waar, met open deuren de vergaderingen van het Parlement, en Huis der Gemeente houdt, gebruikt men nogthans de voorzichtigheid van in oorlog, al wat tot het, of- en defen-five behoort, alleen aan het Ministerie toe te vertrouwen; zelfs is men verpligt geworden, zo bij de Franfchen als ons, zommige zaaken in een geheim Committé Generaal aftedoen. Is  ?S GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Is nu het met open deuren delibereeren zo nndeelig voor de buitenlandfche ftaatsbelangen, — in de binnenlandfchen heeft het geene mindere gebreken. — Het legt den grond tot de grootfte part;;fclrippen, — en ieder partij tragt daar, door weltprekendheid en volks-vleijerij, aanhang te verkrijgen, en daardoor de zegepraal te behaalen ; jwant nooit hoorde men in de Nationaale Conventie te Parijs treffelijker redenvoeringen, dan ten tijde van den dwingeland Robespierre. Alle de fchokken, die de Franfchen in hun ftaatsbeftuur ondergaan hebben, zijn oorfpronglijk uit de r artijfc happen, waarin iedere partij den aanhang en de gunst des volks zogt, intusfchen düt de natie zelve 'er het flagtoffer van werd. Welfpreekende redenaars hebben in dezen veel voor, en weeten, even als bii de Griekfchs gemeenebesten, dikwijls het volk te leiden waar heen zij willen. In zulke tijdvakken tragt ieder uit te munten in redenvoeringen, die fchel klinken , zonder te bedenken dat hier door de nationaale tijd onnut verkwist wordt, (vooral als de Vergaderingen talrijk zijn), te laakbaarer daar het een axioma behoorde te wezen, —■ cm in den kurtst mogelijken tijd tot het wijsfle befluit te komen. Veroorzaaken die welluidende redenvoeringen zo ved verlies 'van nationaalen tijd, — bij de masfa der toehoorderen doet zulks geen minder nadeel, — in het verlies van werkzaamheid, een verlies niet alléén feite"»  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 79 fchadelijk voor de huisgezinnen, maar voor de algemeene welvaard des volks, — welke beftaat in de hoogst mogelijke fom van algemeene werkzaamheid. Hier komt nog bij, dat, bij verdeeldheden, iedere partij in de Regeering een aanhang onder het volk zoekt te verkrijgen, waardoor de natie zelve onderling verdeeld raakt; daar de deliberatien met geflooten deuren gefchiedende, de verfchillen tusfehen de leden minder bekend worden, en daardoor het volk geen deel in de partijfchappen neemt. Ik vertrouw daarom, indien men alle de voordeden onpartijdig wikt en weegt, tegen de opgegeven nadeden, dat dan die zogenaamde verbetering, van met open deuren te delibereeren over ftaatszaaken, meer nadeel dan voordeel oplevert; te meer, daar men immers erkent, hoe nodig het is, dat de toehoorderen zwijgen, en hun verboden wordt om door eenige gebaaren hun goed- of afkeuring te kennen te geven; — dcrhalven komt alles uit op eene onnutte nieuwsgierigheid, fchadelijk voor de werkzaamheden der burgeren. Neen! 'svolks waar geluk hangt, in deze, alleen af van de wijze befluiten, die hunne Volksvertegenwoordigers neemen, en van de naauwkeurige verantwoording der finantien. Eene verantwoording, waaruit ieder burger, 'des kundig, den finantiëelen ftaat van elk plaatzelijk Departementaal, en algemeen 's lands Beftuur zien kan, ten einde te kunnen becbrdeelen (of in  So GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Afneeming van wapenborden enz. » in alle vakken van bewind eene goede ceconomie betragt wordt. In navolging van het Franfche Bewind, werden door ons ganfche Land alle wapenborden uit de kerken genomen, en daar dezelve voor publieke gebouwen of huizen ftonden, uitgehakt: zelfs werden graftomben, van eertijds zich ter zee of te land verdienftelijk gemaakt hebbende burgers, niet onaangeroerd gelaarrn, en op veele plaatzen grootelijks befchadigd; het liverij dragen en gefcbilderde wapens op koetfen te hebben, verboden; met een woord, al wat bij de Franfchen dienaangaande bad plaats gehad, werd getrouw bij ons nagevolgd. Door de Reprefentanten van Utrecht, werd een- Committé tot onderzoek voor den tijd van drie maanden aangefteld, bij welke opgave kon worden gedaan, der geledene fchaden in 1787, wegens verbeurd verklaaripg van goederen, betaalde boeten , gerechtelijke vervolgingen , en meer andere geledene verliezen, ter zaake van liet Patriottismus van dien tijd. Bij laateren tijd is de lijst van die fchade in het licht gekomen, (doch niet tot eer van zommigen, welke die fchaden bij vergrooting opgaven.) Het Staats en Stads Bewind van 1787 had zich in dit ftuk fchandelijk gedragen, wijl, volgens eene Staats-Refolutie van 1717, de verbeurd verklaaring van goederen in die Provintie, even gelijk bij alle de anderen, was opgeheven, en de daa-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, 8l daaden der Burgerij zijn oorfprortg hadden uit de wettige- oproeping van het voorig beftuur tot vernietiging van het drukkend RegeeringsRegleraent van 1674. Daar dit tijdperk vordert, dat de fchoone Staatstukken de vergeetenheid ontrukt worden, kan ik niét nalaaten den zaakelijken inhoud optegeven, der redevoering van Boisfy d'Anglas, gedaan in de Nationaale Conventie te Parijs den 9 Febr. 1795. „ Het oogenblik is nabij, wanneer het uit„ geput Europa den vrede zal vraagen, en „ wanneer de Hoven, welke bij Iret voordzetten ,, des oorlogs belang hebben , maar daartoe „ buiten ftaat zijn, uwe inzichten zullen zoe„ ken te lasteren, met u de fchuld te geven "„ van de rampen des oorlogs, indien de vrede niet geflöoteri wordt. Gij zult uwe bedoëliögen ,, ron lelijk verklaaren, eh de voorige befchul- disingen uwer vijanden afweeren. ,, Dc oudstijdfche formaliteiten van eene ver* 4,'fletene ftaatkunde, zuilen plaats .maaken voor „ dun rondborftigen toon en de krsgtige een„ voudigheid van een vrij Volk. De Mogend„ heden hebben zich verbonden, de Ministers heb- ben zich tot ons verderf zaamgezwooren; hunne „ troepen zijn op ons afgedroomd; doch de „ Franfche kloekheid heeft hen geweerd, ten „ bewijze, dat wij de vrijheid waardig waren. „ Thans doen zich nieuwe zwaarigheden op, IV. deel, F „ men Redevoering /an B 0 i s 1/ 1'Anglas.  8a GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ men kan de Franfchen niet overwinnen, nu „ zoekt men u te belasteren. Wij hebben niet ,, langer de woede der Koningen te duchten, „ hunne gramfchap vermag niet meer, hunne „ dappere troepen zijn weg, op de vlugt. De „ rechten der Volken, hunne gevoelens zullen „ altijd bij ons in heilig aanzien gehouden wor„ den. Maar nimmer zullen wij gedoogen, dat onze inzichten worden gelasterd. Zedert drie „ jaaren zuchten de Volken van Europa, be„ km. ld door den druk der belastingen en der „ rooddruftigheid, en de Koningen maaken hun s, diets, dat alleen wij ons tegen den vrede „ aankanten, dat wij, dorflende naar bloed en „ fchatten, ons niet dan op roof en land-verkec„ ring toeleggen. „ Wij moeten, uit eerbied voor de menfche„ lijkheid, het Machiavels masker afligten, „ dat de gekroonde tijrannen voorhangen. Laat, „ ons toonen, dat wij een einde aan den oor„ log zullen maaken, zonder dien te vreezen, „ en dat wij den vrede willen fluiten, uit „ liefde tot onzen evenaasten; doch dat wij ,, onze triumphen niet zullen opfchorten door „ laffe of onbeduidende onderhandelingen. In ,, het tijdvak, wanneer onze legers zich in „ Holland verbreidden, dat land vermeesterden „ in minder tijd, dan een reiziger nodig heeft „ om het door te trekken , bieden wij onze overwonnen vijanden , den olijftak des vrede?. De  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* 83 „ De listigheid van Oostenrijk, de hoogmoed „ van Rusland en de onmaatige heerscbzucht „ van Engeland, zijn de eenige oorzaak en van „ dc rampen der waereld. De ftaatkunde van „ het IVeener Kabinet is, zedert lange, ontmas„ kerd, altijd is het naar deszelfs vergrooting „ ftreevend^. Zijne heerschzuchtige aanklagten „ zijn openbaar geworden in de verdeeling van „ Poolen, in de overheering, vervolgensin derui„ ling vaq Beijeren, en in den oorlog tegen de „ Ottomarmifche Porte. „ Dat Kabinet heeft tegen ons alle de Euro„ péfche Mogendheden in 't harnas gejaagd; „ zijn oogmerk was om ons den Elzas en Lotha„ ringen afteneemen; maar waartoe hebben zij„ ne laage kunftenarijen hem gediend; het ziet „ zijne legers verfmolten, zijne geldkisten uitv> geput, zijn crediet vervloogen , zijne ka,, nonnen weggeveegd, den roem van zijne „ beste legerhoofden geheel in *$ voetzand. Het „ zoude gaarne vrede maaken, om dat het den „ oorlog niet kan vol houden. w Pruisfèn moet tbans gewaar worden ann „ welke zijde oprechtheid te vinden is. Mis„ leid door het huis van Oostenrijk, zal Fre„ drik Willem zich affchcuren van eene Coa„ litie, die met zijne waare belangens ftrijdfc ,, Er blijft aan Spanje geene andere keuze „ over, dan vrede te treffen, of een gelijk „ lot met Holland te ondergaan. Dat dan de F a Euro-  84 GESCHIEDENIS eer NEDERLANDEN, ,, Europèfche Mogendheden eindelijk de oogen „ openen, en dat zij het gevaar inzien, met is welk hen de twee colosfale magten van En„ geland en Rusland bedreigen; deze zijn de „ twee vijanden, welken men aan het geheelai „•moet bekend maaken. Rusland haakt na „ de •opperheerfchappij te land, Engeland na „ die ter zee. Beiden hebben bebendiglijk de „ omftandigheden te baat genomen tot hunne „ vergrooting, en tot de najaaging van hun doel; „ ja, zo de Franfche dapperheid, hunne heersch„ zuchtige ontwerpen niet had gedwarsboomd, „ was het uit met de vrijheid van Europa. „ Is het niet uit het Noorden, dat die bal„ daadige overwinnaars zijn opgekomen, die de „ Europèfche Volken hebben te ondergebragt? zedert zestig jaaren houdt Rusland het zelfde „ fpoor, zij heeft haar volk befchaafd, Poolen „ gedeeld, de Krïm bemeesterd, Griekenland „ bedreigd, Conflaminopolen verontrust, den s, 'Caucafus beliegen, Pcr/ïën wetten voorgefchreven, den Keizer van China vernederd; „ en in dit tijdïtip voltooit zij de inneeming „ van Poolen, om zich den weg te baanen tot „ in Duitschland. Wel waarlijk, is het een reu„ zen geiïalte met voeten van pot-aarde, praa„ lend en fchraal, doch het kopliuk zal, zo „ het al nederfrort, u de lendenen verbriizelen. „ Deenen! Zweeden! de Moscovitifche ftroom „ bedreigt u, Attila nadert andermaal, en wee „ u!  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 85 „ u! indien gij u niet ijlings verzet tegens de „ u genakende verdelging. Het is uw belang „ u met ons te veibinden, en aan dien verwoes„ tenden ftroom een magtiger dijk tot wederftand „ te bieden. „ Het Engelsch Gouvernement, , befchuldigt „ ons, den oorlog te hebben berokkend, en heeft „ begonnen onzen Gezant te hoonen; het heeft „ bij onze boeren het vuur des burger-krijgs „ aangeftoken, het is onverdraagzaam, en het „ heeft de wapenen aangegord voor de dweeperij „ welke het verfoeit. Het verwijt dus de heersch„ zucht, en het heeft geen middel onbeproefd ge„ laaten, om, door zijn Machiavelismus, Genua, „ Venetien, Deenemarken en Zweeden te nood„ zaaken van eene verftandige neutraliteit afte., gaan. Het heeft de Poolen tot eenen opttand „ bewoogen, en door zijne laffe trouwloosheid „ verlaat het hen in het ongeval. Weiffelende „ Spanjaarden! wat wagt gij om u te verklaa„ ren; ziet gij dan niet het trotfche Engeland „ uwe galjooten wegneemen; Mexico u ontroo„ ven, en, van den top van Gibralters berg u „ om uw onvermogen belagchen? opent uwe „ oorcn dan voor het geen de waarheid u zegt; „ oordeelt over de lasteringen, die men over „ ons uitblaast. Laat den Brit aan zijne eigen „ kragten over, hij houdt zich taai, maar is „ voor den vrede bange; laat ons aan hem onzen „ moed koeien. Wat wantrouwt gij ? Wij zijn F 3 » te  Hó GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ te groot, wij zijn te magtig om hinderlaagen 93 te zoeken. „ Onze afgeloopen gevaaren, onze tegenwoorg, dige overwinningen, de noodzaak van ons te „ befchermen tegen eene nieuwe zaamenfpanning m die onze vrijheid zoude belaagen, het recht s, van onze fcbade te verhaakn wegens meenig„ viildige verliezen, wegers onze talrijke opof9, feringen, hebben ons genoodzaakt onze gren3, zen uittebreiden, ons groote Rivieren te „ bezorgen, fteile bergen, en tot grensfchei„ ding den Oceaan, en ons dus te behoeden 8, tegens alle ontwerpen van overheering van „ den kant onzer vijanden, voor eene lange reeks a, van eeuwen en bij voorbaat. „ En zal men ons nu nog zeggen, dat ons „ Gouvernement, als zijnde enkel provifioneel, s, niet zij om 'er op eene vaste wijs mede te han„ delen ? ons Gouvernement is de gevolmagtigde „ (Plenipotentiaris), welke het geheele Franfche ,, volk benoemd heeft, om de revolutie en den », oorlog te eindigen. „ Wanneer waren 'er ooit Ambasfadeurs met a, ruimer volmagt voorzien ? De door ons te »,' maaken vrede zal zeker te beftendiger wezen, u als zijnde het uitwerkzel van den te zaam ?% gebragten wil van allen. Wat is ons Gou„ vernementf de wil der natie! onze magt, de geregtigheid; onze grondftellingen, de mensch- Jijkheid; onze zekere waarborg, de trouwe 55 en  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN 87 „ en moed van eene groote Natie, welke heeft „ willen vrij zijn. Volgt dat Gouvernement „na, het heeft den kerker geopend, den koop„ handel verlevendigd, de nijverigheid aange-, „ wakkerd, de konften doen herboren worden; „ het heeft, binnen lands de gerechtigheid, en „ omtrent de grenzen de overwinning, alle „ dagen daargefteld. Wie zij* gij, die durft „ in twijfel trekken, of eene Natie, die geleerd „ heeft te overwinnen, onderhandelen kan?"—r Een ftuk dat den fteller eer aandoet, en in veele opzichten bewaarheid is geworden. Op den 28 Februarij deeden de Gedeputeerde Bataaven ter Nationaale Conventie van F, ank' rijk, de navolgende aanfpraak: burgers representanten! De Gedeputeerden van de Bataaffche Pa„ triotten, verzeld van de ongelukkige flagt ' „ offers der omwenteling van 1787, mede denj „ rei houdende in de algemeene vreugde,, wegens„ de roemrijke gebeurtenisfen, welke de Franfche legers onfterfelijke eere geven, beijveren ,, zich om de getrouwe uitdrukking van hunne „ belangen en hunne blijdfchap aan de natio„ naale reprefentatie voortedragen. Ten laatften is aan de beloften beantwoord, thans vervuld door de dapperheid van een Helden-volk! de Stadhouder vlugt, en de „ Brit verbleekt door fchrik en verbaasdheid. F 4 » Er an de Naionaale Veradertng te  88 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, Er is mede beantwoord saan die beloften, 9, welken fteeds door de Bataaffche Patriotten „ gedaan zijn, van zich waardig te betoonen ,, tot het weder verkrijgen hunner vrijheid, „ althans met al hun vermogen daartoe mede te werken; indedaad, Burgers! indien de verdrukking, onder welke het Volk van Nederland -!us lange heeft moeten zuchten, „ hetzelve niet .heeft toegelaaten, de door het •„ geweld gefmeedde ketenen, zelfs, en zonder bij .'land te verbreeken; a'les toont echter nu, en alles doet ons gerust in zijnen naam verzekeren, dat het de weldaaden der vrijheid 5, zal verdienen. „ Overal in Holland ftaat het Volk op; overal 9, verbreekt de Patriot de ijsfélijke keten die „ hem bondt ; overal wordt de verlosfende „ Framchman verwelkomd; uwe legers marcheeren midden onder de toejuichingen van ,, een dankbaar volk; Amflerdam, het volkrijk », e» pi'agtig Am/lerdam, heeft het geluk zijner verlosfing tot de wolken verheven; het heeft „ de Franfchen genodigd binnen zijne muuren te komen; het heeft hen als vrienden, en ?, broeders ontvangen. ,, Burgers Reprefentanten! indien dit tafereel echt is, indien het Hechts de daaden aanftipt, „ waarom zoudt gij dan niet het zegel hechten aan uwe grootmoedige befchikkingen, door aan s, Holland, hetwelk uit uwe handen de vrijheid ' be-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 8p bekomen heeft, den onwaardeerbaaren prijs „ der nationaale onafhangbjkheid te laaten ge„ nieten, als het eenig middel om d.t luisterrijk „ conquest, wezenlijk voor Frankrijk nu tig, en geducht voor de despooten te maaken, „ wier laatfte poogingen ongetwijfeld weldra z.ch ., zullen vereenigen om te tragten het u weder te ontrukken. „ Tot het gemeen geluk der beide Repu,, blieken, tot haar wederzijdsch belang, en „ vooral tot het handhaven van het geene gij „ van onze poogingen te wagten hebt, vraagen „ wij van u, Wetgevers! vraagen wij van de „'nationaale reprcfentatie van Frankrijk, dat „ zij gelieven aan het vrije volk van onze fteden „ en van ons platte land, de fpoedige verkie„ zing van deszelfs gezaghebberen over te laa„ ten. Alle de Regeerings - ligchaamen van ons „ land waren zaamengefteld uit de aanhange- lingen des Stadhouders, uit de vrienden der „ Engelfchen, u;t uwe natuurlijke vijanden, ,, uit onze verdrukkers; het is dringende hen te vervangen; zulks eischt en beveelt het „ phyfique en moreele beftaan van ons land, „ en alles is verboren, indien niet terftond „ eene provifioneelë Regeering zich vestige, „ welke zorgen zal voor de marine, voor de „ commercie, voor de dijken, voor de belas„ tingen en voor alles wat ons land betreft. Hier door alleen, en niet dan door middel F 5 ' »> ^  5ó GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. „ van Magiftraaten, door het volk en provifioneelë „ bijeenkomften, onder het oog van de Re„ prefentanten des Franfchen Volks, verkoozen, „ zulr. gij, Burgers! kunnen voorzien, tegens al „ het kwaad, het welk uit desckganifatie zoude „ voortvloeijen, en het welk bij ons meer dan ,, elders onherftelbaar zoude zijn. „ Tot dien prijs, Burgers! zullen alle opoffe„ ringen aan het Bataaffche Volk ligt vallen: het zal de poogingen van allerlei foort, welken gij recht hebt van zijnen kant te eisichen, ijlings „ te gemoet treeden; de verrukking, wegens dc „ weder verkregene onafhanglijkheid, zal het in ftaat ftellen tot alles. „ Burgers! het recht van conquest geeft u „ nu de aanwinst van een volk, dat zich door ,, zijne nijverheid en vlijt-'betoon heeft te doen j, gelden , en dat door zijne ftreeving van ouds „ voor de vrijheid eenige achting waardig is; eene wel begreepene ftaatkunde, en uwe bil„ lijkbeid zullen het overige doen; de Bataaven „ verdienen vrij te zijn; hunne kluisters ver„ breekende, bereidt de dankbaarheid veel mal„ fchere voor hen; welken zij met eere gewillig, „ in het aanzien des geheel-als, zullen dra- gen. (Was geteekenaV) C7> ff (~x iJdlauvj- en- van ^üam, Am-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 9? Antwoord van den Prefïdent. bataafsche burgers! „ De liefde tot de Vrijheid, het vertrouwen, 5, welke de trouw des Franfchen Volks inboe„ zemt, hebben uwe fchreeden gericht naar de „ Nationaale Conventie; gij wcnscht u geluk 5, over haare verrigtingen, en over den roem „ der Helden, die de legers der gecoalifeerde Despooten te onder brengen en verdrijven. ,, Dit tijdperk, dat altijd gedenkwaardig zal „ wezen in dc Jaarboeken der Volkeren, moet ,, alle vrienden der Vrijheid van vreugde vervullen; alle zijn zij onze broeders: de natuui is derzelver algemeene moeder: zij heeft hur gelijke rechten uitgedeeld; en die, welke ir uw Vaderland niet ontaart zijn van de alöudf deugd, welke het zich verkregen had, moe „ een zeer ftreelend gevoel gewaar warden „ van in Holland het kenfchetfend teeken de „ Vrijheid, den drie kleurigen ftandaart geplan te zien. „ Bataaffche Burgers! rekent op de onver „ anderlijke beginzelen, die het Franfche volk „ los van alle dwingelandij, voordaan zullen lei „ den. Indien zelfs zijne vijanden zich beroe „ pen op deszelfs trouw, op deszelfs edelmoe „ digheid; wat dan hebben zij, die de Vrijhei 9, beminnen, niet te hoopen! weldra wedergcge „ ven aan uw Vaderland: — want ongetwi; Antwoord ;an dén PreIdenu i 1 - i  V* GESCHIEDENIS drr NEDERLANDEN. Aanmerking. : „ feld roept uw ijver u bij de zegevierende 3-, legerbende, — zult gij door uw-jeigen zelven zien, dat de rechtvaardigheid, de,oprechtheid, menschlijkheid, het recht der Volken, „ deugden en pligten zijn voor het Franfche „ Volk, voor zijne legers, en voor zijne Verte,, genwoordigers." (*) Indien men in dc aanfpraak der Gedeputeerde Bataaven leest: — Tot dien prijs, Burgers! zullen alle opofferingen aan het Bataaffche Folk ligt vallen: het zal de poogingen van allerlei ('oort, welke gij recht hebt van zijnen kant te eisfch'n, ijlings te gemoet treeden; de verrukking, wegens de verkregen onaflianglijkheid', zal het in flaat ftellen tot alles; — is het dan wel te verwonderen, dat de Franfchen, voor de vergunling onzer onafhanglijkheid, veel meer bedongen, dan zij voor de onafhanglijkheid van het 'ijke Venepen, van Rome en de Cifalpijnfche Remblieken hebben kunnen bedingen. Het geene gemelde Gedeputeerden in het flot mnner aanfpraak zeggen: — de Bataaven verHenen vrij te zijn; hunne kluisters verbreekende, ereidt de dankbaarheid veel malfchere voor hen, velken zij met eere gewillig, in het aanzien des ;eheel-als, zullen dragen, — is maar al te zeer «waarheid geworden, de Engelfche kluis- 2rs- zijn verbroken, en met dankbaarheid dragen wij C*> B*t, jïaxb. I. D;el bladz. 173,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 5* wij gewillig den zagteren leiband der Franfchen! . Hier voor heb ik reeds melding gemaakt van inkotn'fltn c van den l'iuis de provifioneelë opgaven van Raaden en Roken- van oranj: meesters der Erfgoederen van den Prins van .Oranje en Nas/au, aan de Franfche Rcprefentanten over gemelde goederen. Vervolgens kwam 'er uit, een Staat der vaste Goederen, toebehoorende aan den Prinfe van Oranje en Nasfau, en van de inkomften, fpruitende uit zijne A i pten van Capitein, Generaal en Admira 1 der refpcctive Provintien en Generaliteits Landen, zuiver en onvervalscht opgefteld, volgens de jaarlijkfche opkomften der gemelde Goederen, Ampten en Schulden, waarmede dezelven belast zijn, ingevolge van eene tienjaarige berekening. Erfgoederen. Jaar lij kfche inkomften. (Baronie en Kasteel van Liesveld f 559:11: 3 in iioiiand. ) Onaf bangelijke Heerlijkheid van ( Ameland met het Kasteel . 5760:16: 3 (Oranje Woud, Kasteel en lan- laFriesland. ) , .. ) derijen • . 429:11: 4 Baronie, Stad en Kasteel van Breda,! Efgoedcren . 32816: 4: 5 Renten en Koorn 139:12: r Adelijk Erfgoed . d£8:io: 6 Ker-  94 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften, Redelijke Goederen 9678:14:— Posterijen . 59^3:15: 9 49256:15: 5 Heerlijkheid van Oosterhout . 24706: 1: 6 Goederen van de Ridderlijke waardigheid en Inkomften van Braque . . 9774; r: 5 ■ Heerlijkheid van Dongen 1 . 6804:13: — Hoiuniscj, {^teen^svgen» Rofendaal en Ker- Braband. I keiijke Goederen . 22.788:18: 5" t Prinfeland . . 27383:15: —• fDiest . 5709: 6:11 Adclijk Erfgoed i8g : 4: 5 Heerlijkheid van Li' o«,te«. ch°Ul ' ' 1188: 4: 6 rijkscb uw J Meerhout en Forst 12,77: 2: ^ b*nd. \ 1 ■ r en Ade- 1 lijke Erfgoederen 104:16: 4 I i38x:i8: 9 ■ Adelijke erfgoederen van het \^ Markgraaffchap Antwerpen . 99: 1: — fBuur en, Erfgoederen, Kasteel en Kerkelijke goe- d^en • 7^16: 7: - | ' Petitiën en I andere Inkom- V ftcn j 0300: - :- Buit-  GESCHIEDENIS dek. NEDERLANDEN. 95 Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften. uwen, de Ridderlijke Waardigheid is begeven aan M. van den Bosch. Omftaofc J — Verpondin- Ujk Graat- r fcaap. B gen, gelegen onI der de Stad Does1 burg, RechtsgeI bied van Zutphen 323:19: 9 V. 17240:, 6:11 Het Graaffchap Leerdam, Erfgoederen en Kerkelijke Goederen . . 3532: 8: 1 Tsfeiflein, Erfgoederen en Kerkelijke Goederen 15242:18: 4 Petitiën . 4000: o: — 19242:18: 4 SSt. Mariensdijk, Erfgoederen en Geestelijke Goederen . 6234: 9: 5 Noord Holland . . 5265: —: 4 t Baronie en Heerlijkheid van Cra* jioU9piu\\ nendönk en Eindhoven, Erfraiwi. \ goecieren en Geestelijke Goe- ' deren . . 6867: 5: 5 ■r Graaffchap Vianden . 5513: 2: 1 \ Heerlijkheid van Seibuth en Butluxtmburg. » genbach . . 4097:18; 3 C Heerlijkheden van Dansburg . 3731:13: 4 Heer»  9* GESCHIEDENIS' der NEDERLANDEN. Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften. Heerlijkheden van Nievaart, Erfgoederen en Geestelijke Goederen . . 26014:14: 8 ) Mark graaffchap Veere . 4585: 4:10 ,*■ * * 'vrHeerIijkheid Vlisfingën . 838:13: 4 CGraave . . . 2,1356:14: 3 ■ Oploo. De geringe opkomften deI zer Heerlijkheid werden bcihUaniscb) fteed tot aflosfing van de '1 fchulden van deszelfs inkoop, I maar zij hebben 'er voor als I nog niet mede kunnen worden ^" voldaan, ^ Monfter en Poeldijk, Erfgoede- Hollani. ) t ren . . . 2538: 7: 5 ( Willem ftad, de ftad H.iiandsch \ en Erfgoederen 183 r: 5:11 Braband. J lmp0fitiën . 7625:15: n . ' 9457: 1: 6 zutpien. I BredeVoort . . . 4084: —: 4 r Heerlijkheid en Stad Géertuidèn) berg, Erfgoederen en Geeste- Holland. < ) bjke Goederen . C1718: 6: 1 'Heerlijkheid de Zwaluwe . 17181:11: 9 staan Huifter-ambagt, Erfgoederen 10^1:17:10 Vlaanderen. 1 ' f Heerlijkheid van Naaldwijk, Heiland. / Plonskolredijk en Kasteel, Wa- ' teringen en Hondtrland . 18232:15:10 Dh  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 97 Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften. !Dieren, Fraterwoorden en ColderJiave, Erfgoederen en Kas» teel • ... 87o4:i3:ir ^Heerlijkheid van opper cA Monfoort . 49\ftt:der. them . . . T9. 4 G.^w.[Heerlijkheid '* ^ Kasteel en t Tuine" . . . 2643:10:mundtcb\ Kruitborg, eene Buitenplaats . 139: 5: 2 ar- } Zourpagt van iTatt en Ltó . 379: +: x t iandsei. ^JVomhout, Erfgoederen . n: 2: ^ Kuilenburg, Graaffchap, brengt niets op , dewijl de betalingen der Rekeningen, zo wel van de Erfgoederen als van de ordi* naire en extraordinaire Ampten cn Impofitien ftrekken, tot afbetaling der fchulden, ten lasten van gemelde Graaffchap. IV. deel. G „ He?r-  y3 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften, (Heerlijkheid en Kasteel van Bor- CraafTchap} , „ Zuiden. \ culo . . . 5652: 16: 7 ' Heerlijkheid van Ligtenvoorde . 5537- 4: 7 Behalven de hier bovengemelde Kasteelen en Huizen, zijn 'er nog in ,sHaage het huis alwaar de Domein-Raad zijne Vergadering houdt, en anderen, van welke fpecifique melding zal worden gemaakt in de uitgave, dewijl dezelve geene inkomften geven. De fchatting op hoogftammige boomen in denzelfden tijd als boven gemeld van 10 jaaren, jaarlijks . . 14246: 7: - ƒ446044:13:13 Interesfen van Obligatien aan den gemelden Prins gemaakt bij weege van erfenis, of onder eene andere benaaming . . 12995:15: — De Lijfrenten of Doop - gefchenken, gefteld op het hoofd van den gemelden Prins, door verfcheidene Provintien en Steden der Republiek, bedraagen . 35800: —: —» De gereede Penningen, gefproten uit de in de Erfgoederen ge- ko£-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 519 Erfgoederen. Jaarlijkfche Momflen. kogte Ampten, worden gefchat op z°795'- — : — De jaarlijkfche Recognitiën van zoortgelijke Ampten bedraagen . 113S5: 9:10 ƒ 527921:18: 6 Staat der bezwaaren op gemelde Goederen, ingevolge dezelfde berekening. I. Oude Erfgiften, gegeven voor de Voorzaaten van den Prins, ter bezwaar van zijne goederen . • • 24700: —: — tt. De Penfioenen, zo wel die door de Voorzaaten van den Prins, als die door hem zelve verleend . . • 39500: — : — Dit artieul kan jaarlijks ver. fchillen, en is nooit naauwkeurig bekend geweest bij den Rekenmeester, dan op het oogenblik van derzelver bepaaling door den Prins zelve, met overleg van den Raad gemaakt, g. Jaarwedden van de Raaden en Rekenmeesters, Griffier, Thefaurier en andere Bedienden in den Raad, als mede in de Thefaurie, wijders die van G 3 Re-  ÏOO GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften, Reprefentant van den Prins, zo wel als van eerden Edelman van Zeeland, en eenige andere Bedienden . . 37232: 6: — 4. Uitgaven van den Raad en Rekenkamer van de Griffie en Thefaurie . . 10633: 5: 8 5. Reis- en Beroep - kosten voor Raaden en andere Bedienden in de Erfgoederen . 3532:14: 2 6. Salarisfen voor Advocaaten en Procureurs, als mede Proceskosten . . . 1835:18: 2. 7. Onkosten om de gelden der Erfgoederen intezamelen . 1139:10: *— it. Verfchillende, of op order van den Prins gedaane uitgaven . . . 32844:17: ï c>. Uitgaven tot onderhoud der Kasteelen en Lusthuizen met derzelver aanhoorigheden voor zo verre dezelve niet zijn afgetrokken van de ontvangften hier boven gemeld, te weeten: a. Het Hof en Tuin enz. te Leeuwaarden. 7366:13: 8 b. Het Kasteel, en on. derhoorigheid van • Oranje Woud, en de on-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. $** Erfgoederen. Jaarlijkfche Inktmjlen. onkosten voor de Jagt op het Bildt . 4Ö53: 9: 4 c. HetHofteGro»/»^» 667: 3: 7 d. Het Kasteel te Bun- - ren . • 3966:11:10 e. Het Kasteel te Hons- holredijk . 6011: 9:11 f. Het Kasteel en Park te Dieren . 8470: 9: 2 g. Het Huis het oude Hof in den T/óWg 9148: 4: 3 h. Kasteel, Tuin enz. te Soest dijk . 17681:15: 3 i. Het Huis in 't Bosch, de Oranje-zaal en het Loo bij Abelle 29004:16: — k. Kasteel,Tuin,enz. van 't Loo in Gf£- derland . 31415:10: 1 1. Kasteel van Breda 5872:14: 6 m.De Huizen en het Buitenhof in den Haag, 't Kabinet van natuurlijke ge- fchiedenisfen, Biblo- theek, Schilderijen, en de Stalling . 911:2: — De bovengemelde Kabinetten en Biblio- G 3 theek»  m GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Erfgoederen. Jaarlijkfiht Inkomften theek, zijn niet onder de beftiering van den Raad, maar zijn door den Prins gefield, onder het opzigt van bijzondere aangeftelden. n. Stal en Manege van d e Lijfguardes in den Haag , . 3407: 6: 4 0. Stal en Manege in in het Voorhout te 'sHaage . 304: 4: 7 123917: 9: 8 10. Aan Mevr. de Princesfe de Rente, welke haar is toegezegd door Huwlijks - Contract 20000; — : — 11. De Interesfen der Capitaalen in onderfcheiden tijden genegotié'erd, op Obligatien, de moesten ten voordeele van particulieren in de Republiek, ten laste van het Huis, en op de Erfgoederen en bezittingen van hetzelve in de Nederlanden,hedroegeninï794eenfom van (*) 322173: 1 - Het O Dit maal;t tegen * en een InlfpCc, eene fchuld van ƒ 12,886010 KB. in 1794.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. J.03 Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften, Het is onmogelijk hier van een omftandig en juist verflag te doen, of 'er de redenen van bloot te ftellen, welke vermeld zijn in de hier bijgevoegde Memorie. ƒ617513: 9:Om gelijke reden vindt men zich in de onmogelijkheid van naauwkeurig den ftaat te geven van een Fonds van aflosfing, zedert eenige jaaren opgericht, beftaande in de aflosfing van eenige articulen der Erfgoederen, waar die zich bezwaard bevinden met aanzienlijke fchulden. H E R H A A L I N G. Ontvangst. Erfgoederen - . • ' *#944«'*3*« Andere bijzondere Inkomften . 80977: 4:10 ƒ537921:18: 6 Uitgaven * bedraagen als boven . 617512: 9: fl Waaruit volgt, dat dc uitgave saeer is dan de ontvangst . ƒ89590:10:13 G 4 Staat  i°* GESCHIEDENIS de-r NEDERLANDEN. Staat der Inkomftem van den Prins, aan zijne hier ondergaande bedieningen gehecht. Erfgoederen. Jaarlijkfche MmJU* Als Erfiladbouder en Capitein Generaal van de Unie . iacooo: —: — Als Voorzitter van den Raad van Staat • • • 25000:-: — Als Erfftadhouder en - Capitein Generaal van Braband Haanderen en van het Quartier van Opper-Celder . . 25000:-.—. Idem, van het land Valkenburg en Hartogen -Rade . 3000:—: — De jaargelden van Admiraal Gene- raai van de Unie, bettaan in eene fomme van 5.-75 Gis, onder den naam van Suikergeld gy^S'- — : — Als Stadhouder en Capitein Generaal van Gelderland . 14491:14:—. Idem van Holland . . 6528: — : — Wat betreft het geen de Provintie betaalt voor den Prins, onder den naam van Quartiergeld voor de Officiers en Leverijbedienden van het Hof, hier van is het beloop en verdere omitandigheid onbekend aan de Rekenkamer. Idem van Zeeland . fi868: 4--* Utrecht . . 7475:-:_ Idem  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 105 Erfgoederen. Jaarlijkfche Inkomften. Idem van Friesland . 53OI,: 2: 9 — Overijsfel . 5400: — : — « — Groningen . 2,1191:10: 7 het Landfchap Drenthe 3899: 7: — Men dient aantemerken, dat de x Inkomften van den Prins, als Collonel van eenige Regimenten, en Capitein der Compagniën in dezelven, niet bekend zijn aan de Rekenkamer. Dividenden of aandeelen in de West-Indifche Compagnie . 1288:19: — Het dient te worden aangemerkt, dat de Prins altijd heeft afftand gedaan van genoemde Dividenden, welke niet meer betaald worden aan zijne gelastigden bij het bewind Y*n gedagte Compagnie. Idem, in de Oost-Indifche Compagnie . • 18239: 1: ~* Deze aandeelen zijn in de laatfte jaaren niet betaald geworden. Buitengewoone ontvangst . 36700: — : — ƒ339867:19: a De Inkomften van des Prins Duitfche Staaten kunnen hier niet opgegeven worden. G 5 NB. De  to6 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Befluithier. op. I Erfgoederen. Jaarlijkfche Mmflen. NB. De Colonels en Kapiteins Plaatzen van de Prins bedraagen jaarlijks . . . 54687: — : — De Prebenden ih de oneffe maanden te Utrecht . . 10000: — : — En hier komen dan nog bij buitengewoone kosten van foldij- en fervies ■■ gelden enz. Na deze verkreegen opening, van den ftaat der goederen van zijne Hoogheid den Prinfe van Oranje en Nasfdu, overgeleverd aan de Franfche Volksreprefentanten, gaven Raaden en Rekenmeesters van dien Vorst aan H. H. Mog. daar van bij Misfive kennis, en namen de Gecommitteerden van Holland, voorfz. Misfive copielijk over, om in den hunnen breeder gecommuniceerd te worden. Daarop werd beflooten, dat bet onvoegzaam was, nu de Stadhouder dezen bodem verlaaten had hem eenige onderhoorige Adminiftrateurs te laaten behouden, maar dat de Vergadering, zich verpligt rekende, te zorgen voor de belangen van allen, die iets van den Prins te vorderen mogten hebben , en daarom beflooten , alle de 1 goederen van den gewezen Stadhouder te fequcs* xéren, zijne chartres en papieren te verzegelen, fcn Domein E.aad en deszelfs onderhoorigen van hunne posten te ontflaan, doch onder verplig:ing, van des gevraagd, opening en onderrigting ;e zullen geven. Verder werd het Committé van Alge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 107 Algemeen Welzijn gelast, gem. Raad en onderhoorigen, alle charters en papieren afceëisfchen, en te doen bezweeren, dat zij niets van dezelven hadden achter gehouden. Bevelende aan gem. Committé, het nodige plan tot beheering dezer goederen te ontwerpen, en van dit alles aan de Reprefentanten des Franfchen Volks kennis te geven. Wenfchelijk ware het geweest, dat men had kunnen bewerken, het Kabinet Schilderijen, gelijk ook dat van Naturaliën van den Stadhouder te mogen behouden, maar de waarde van 't zelve was te groot! Rakende de vrijheid van commercie, tusfehen Holland, Frankrijk en de overwonnen Landen, gaven de Franfche Volksreprefcntanten het volgende ter Publicatie in 't Hollandsch en Fransck over. vrijheid, gelijkheid, broederschap. In den Haage. den 30 Pluviofe (11 Februari) het derde jaar der Franfche Republiek, één en onverdeelbaar. De Reprefentanten van het Franfche Folk bij de Legers van het Noorden, da Sambre en de Maas, arresteren het volgende: «. De commercieele betrekkingen tusfehen c „ Holland, Frankrijk en de overwonnen Landen, door de legers van dc Republiek bezet, „ war- Omtrent dc ummeicie.  io8 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Aanmerking. '1 „ worden bij dezen volkomen herfteld; mits men zich gedrage naar de tot den in- en „ uitvoer betrekkelijk geëmaneerde ordonnantiën; „ welke vrije handel egter zich alleen bepaalen ,, zal tot binnen 'slands, en niet over zee, tot tijd en wijlen dat deswegens nadere or„ ders zullen zijn gefteld; terwijl alle arrétés ,, of befluiten, hier tegen ftrijdende, worden „ ingetrokken. Zullende deze gedrukt, gepu,, bliceerd en geaffigeerd worden, daar zulks gebruikelijk is." CGetekeni° GarJ Goclon, 2). V. Eene Publicatie, die op zichzelve geen het ninfte voordeel voor ons land inhield, en voor mzen zeehandel ten uiteifte nadeelig was, en vaarom ook het Committé van Algemeen Wel:ijn, Vivres, Koophandel en Zeevaard, bij hun jedaan rapport, van 6 Maart, op den Requeste 'an Anthonus van Steenfel van der Aa, n Jofeph van Dorfelaar aandrongen, dat üe van Holland bij de Generaliteit zouden voor:ellen, om bij de Franfchen Volksreprefentanïn te bewerken, dat de Franfchen gedoogden, at alles vrij en onbelemmerd uit- en ingevoerd ïogt worden, en geene vrees voor gebrek bij un moest plaats hebben, alzo alleen eene vrije irculatie, en niets anders hetzelve kon voor« ka-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 109 komen. Dit had ten gevolge, dat die van Holland op den ü6 Maart hunne Gedeputeerden bij H. H. Mog. gelastten aantedringen, dat door H. H. Mog-, met ronde en-mannelijke woorden, aan de Franfche Reprefentanten zoude worden kennis gegeven, dat, bij aldien zij voortgaan met te beletten, dat de Hollandfche fchepen uit de Havenen dezer Republiek in zee gaan, zij op die wijze den geheelen koophandel meer ftremmen en nadeel toebrengen zouden, dan zoo wij indedaad eenen oorlog ter zee voerden; met dit gevolg, dat 'er binnen korten tijd onvermijdelijk hier te lande eenen hongersnood zal moeten ontftaan, en het verder onmogelijk zijn, aan de gedaane requifitien te kunnen voldoen, dewijl de meeste articulen over zee, uit andere landen, moeten gehaald worden; en dien volgende aantedringen, dat, onverwijld door de Franfche Reprefentanten, de fcheepvaard ter zee, onder de nodige precautien worde open gefield. Dc tweede Publicatie mede in 't Hollandsch en Fransch afgeleezen en aangeplakt, behelsde:, dat de handeldrijvende Koop- en Handwerkslieden van de Generaliteits Landen, de Asfignaaten tegen negen Huivers Hollands moesten ontvangen. Een tijd, wanneer mert.dezelve in de Belgifche Landen in verkoop van goederen naauwlijks tegens één ftuiv. waarde berekende. Het Bondgenootfchap te Lande advifeerde hierop: dat, alhoewel de Asfignaaten eene wezenlijke Omtrent en.  116 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Aanmerking. ï i lijke waarde Lebben, als gehjfpothequeerd op de nationaale goederen, dezelve egter niet kunnen worden befchouwd, dan als eene vreemde Munt, welke altijd eenen • geëvenredigde cours beeft met de Landmunt, en dat dus die evenredigheid zoude moeten worden in acht genomen, alvoorens eenen vasten Cours te btpaalen; begrijpende verder, dat H. H. Mog. niet wel kunnen op zich neemen, het promulgeren van zodanig een arrété, voor en aleer de. fchikkingen over de Generaliteits Landen, met de Franfche Natie van Gouvernement tot Gouvernement zullen zijn gemaakt; over welke zaak het Committé zich refereert tot de wijsheid der beraadllagingen van H. H. Mogenden. Eovengemelde vergelijking der Asfignaaten als eene vreemde Munt, is geheel abufief. Munten worden tegen Munten vergeleeken, om dat de metaalen, waarvan zij gemaakt zijn, eene innerlijke waarde hebben, en waarvan men, in de vergelijking, de zwaarte, en graad van zuiverheid onderzoekt; maar een Asfignaat, een eenvoudig papier zijnde, heeft geen de minfte innerlijke waarde, en ontleent, nevens allen ntttionaaien papieren - rijkdom, al deszelfs waarde rit het crediet of vertrouwen dat men hecht aan de op zijn tijd te verkrijgen voldoening der ~cbuldbekentenis, en van daar dat alle nationaale napieren 'rijkdom, in waarde rijst of daalt, in :venredigheid het nationaal crediet toe- of afneemt  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, 111 neemt. Hoe het vervolgens met de Asfignaaten is gegaan, zal ik op zijn plaats melden. Voor de Generaliteits Landen vermeerderde het bij hun de rampen des oorlogs, en in alle de gewesten van ons Vaderland ftremde het den koophandel, maakte veelen ongelukkig, intusfchen dat enkelden zich daardoor verrijkten, en gaf aan 'slands en fledelijke finantien, alwaar dezelve tegen 's lands en ftedclijke recepisfen ingewisfeld werden, eenige millioenen verlies. Op den 4 Maart liet de Franfche Reprefentant Alquier, de volgende Memorie bij H. H. Mog. ter hand ftellen. Alquier, Re-prefentant van V Franfche Volk bij het leger van 'f Noorden. aan de staaten generaal! „ Burgers Reprefentanten der Bataaffche Na„ tie! de kennis, welke gijlieden heden ogtend ,, mij wel hebt gelieven te geven van uwlieder ,, Proclamatie aan de krijgslieden, doet mij befluiten, om ulieden openhartig mijn gevoelen voor te ftellen, over een poinct, waaraan 3, de vrijheid des Bataaffche Volks, 'sLands gerustheid en de Alliantie, welke wij verlangen tusfehen onze beide Natiën tot ftand gebragt te zien, ten fterkfte gelegen ligt. De berigten, welke mij van onderfcheiden oorden der vereenigde Provintiën dagelijks toe' „ ko- ■ Voorftelvan 3en Franrcbtn Reprefentant.  na GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* „ komen, Ianten mij niet langer toe, te twij„ felen, of de voorftanders van het Stadhou,, derfchap en van het Engelfche Gouvernement, „ bereiden in ftilte de middelen, die gefchikt zijn tot het voortbrengen eener duchtige beweeging, van welke zij waarfchijnlijk het herftel dezes Regeeringsvorms verwagten, welke „ zij terug wenfchen, en de vernietiging van ., de Patriotten, die zij veraffchuwen. Naar aanleiding der veelvuldige merkteekenen , ,, fchijnt bet mij klaarblijkelijk toe, dat de ,, troepen het werktuig zijn, 't welk men zich' ., voorftelt te doen fpeelen, om aan het volk ,, eene opftands- beweeging in te drukken, en om dezelve vervolgeiis met openbaar geweld te onderfteunen. Zedert weinige dagen ftemt. alles te zaamen, ,, om lieden, die hunnen roem ftellen in het nagaan van den loop der gebeurtenüfen, te „ overtuigen, dat de Opperhoofden en Officieren 3, der troepen een tegengefteld gedrag houden, „ met dat, het welk zij, eenigen tijd geleden, „ hielden, en dat de ftoutheid, die hen fchijnt „ te bezielen, de uitwerking is van de misdaa'dige hoop, welke zij voeden, en zelfs zich de moeite niet meer geven te ontveinzen. Die opmerkingen, welke mij zeer gegrond voorkomen, en waarvan het gemaklijk valt „ de juistheid te vergewisfen, moeten, naar mij dunkt, de gcheele oplettendheid van de Staa- 93 te9 ■  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 113 ,t ten Generaal gevestigd houden. De Bur- „ gers toch, die dezelve uitmaaken, zijn te „ verlicht om riet te weeten dat de krijgs„ officieren, pas weinige dagen geleden, ö'nderworpen aan een opperhoofd, prijkende met „ eenen grooten naam, bekleed met een onmaa,, tig groot gezag, en wiens gunst de bron ,, was van fortuin en van de ftreelendde onderfcheidingen, niet dan met weerzin gehoorzaamen aan Burgers, die, fchoon bekleed „ met het gezag der oppermagt, aan zichzelven alle de middelen zullen ontzeggen, om de heerschzugt te begunftigen, en wier ftrenge ,, zetregels, terwijl zij alles laaten verkoopen ,, aan de verdienden, nimmer ietwes zullen 5, toefban aan de bekuiping. — Ik geloof dierhalven, dat de Regeering zich ongemeen ,, bedrogen zoude vinden, indien zij meende „ te kunnen ftaat maaken op de Opperhoof'en ,, des legers en op de Officieren van allen rang, „ in de tegenwoordige omftandigheden; en bij , aldien dezelve zich niet bevlijtigde haar krijgswezen te vernieuwen, door het wegzenden „ der kwalijkgezinde voorwerpen, en het aan „ zich verbinden der anderen door eene nieu« „ organifatie. — Ik kan u, Burgers Reprefen„ tanten! niet genoeg aanfpooren om de gewig„ tige maatregel te befpoedigen, waar van ik ,, meene de noodzaaklijkheid te hebben aange» ,, toond, en waar vor>r ik de beweegredenen IV. deel. H ,, haal,  U4 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. haal, zo zeer uit het gevaar, dat u bedreigt, ,, als uit mijne geheel oprechte verknogtheid „ aan de belangens van dit land. — Ik moet ulieden doen opmerken, dat 'er geen oogen„ blik te verliezen is; en dat, in uwlieder toe„ ftand, een uitftel van flechts weinige dagen, onherftelbaare rampen zoude kunnen na zich fleeren. ,, Bij r.ldien de reflexiën, welke ik onder- derwerpe aan'de hooge wisheid van de Staatcn,, Generaal, eenige nadere ontwikkeling nodig hadden, zoude ik zeggen, dat de reöorganifatie van uwlieder land- en zee-magt eene operatie „ is, die de politieke fchikkingen, welke gij aan Frankrijk voorflaat, behoorden vooraf te ,, gaan. — Het is indedaad gemaklijk te be- vroeden, in de eerfte plaats, dat het Fransen 3y Gouvernement geenerhande rekening maaken, „ noch eenige krijgsöntwerpen bouwen kan op de magt der Vereenigde Nederlanden, als ,, geallieerde hefchouwd, zo wanneer men lan- ger de officieren aanhoudt, die door de partij. „ zijn aangefteld, welke wij onderling te be- ftrijden hebben; en een krijgsbeleid in wezen 3, laat, het welk onophoudelijk den naam en de. „ magt van den Stadhouder erinnerende, aan de SJ vergetelheid overlaat den geheiligden naam „ des vaderlands en de onverjaarbaare rechten „ der natiën; ten anderen, dat men niet moet 3t toeven met het bewerken van eene algemeene „ ver.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,15 verandering in het leger en met officieren te benoemen, op wier gevoelens men kan ftaat „ maaken, tot op het zeer nabij zijnde oogenblik dat men te velden trekken, en tegen den „ vij md zal moeten marcheeren. — Ik zal met ,, een maar al te billijk ongeduld den dag ver,, beiden, dat ik der Franfche Regeering zal kunnen aarkondigen of dezelve, indien, zo als ik hoop, de door Ulieden voorgeilagene Alliantie tusfehen ons geflxiten wordt, zal kunnen ftaat maaken op den bijftand van de Hollandfche land- en zee-magt, gereörganifeeri naar de tegenwoordige grondbeginzels van het „ Gouvernement. Ik hoop, dat de Reprefentanten der Bataaffche Natie met belangnee,, ming zullen opvatten de confideratiën, welke ,, ik hun met openhartigheid, en onder de dubbelde betrekking van het wederzijdsch belang „ der beide volken, heb onder het oog gebragt. Groete, achting en de oprechtfle yriendfehap. OVasget.) jOfuUr. (O Op dezen tijd was door Holland wel reeds, het voorftel gedaan, tot vernietiging des Raads van Staaten en aanftelling van een Committé van 't Bondgenootfchap te Lande; maar de directe aanftelling, door mij hier voor opgegeven (als meer Bijvoegzel op de Verzameling bl. 36q. H 3 Unmcrking.  MS GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Befluit omtrent Nagel te Lenden, meer de zaak dan tijdorde volgende) door H. H. Mog. nog niet daargefteld. Dat, ten dezen tijde, op onze in dierst zijnde krijgsmagt, zo te land als te water, niet te vertrouwen was, kon zichtbaar bemerkt worden. Het zaad van oproer kwam telkens boven den grond, en de aankleevers van het voorig Bewind, verzekerd van de hulp der nog niet geörganifeerde land- en zee-magt, kwamen zelfs hier en daar tot uiterften, bijzonder in Gelderland, en aan die grenzen, van waar zij meenden dat voor hun de hulp kon opdaagen ; want offchoon zo veel mooglijk overal het beduur veranderd was, de aanhang van het oud bewind had, over het geheel genomen, verre de meerderheid; eensgezindheid ontbrak 'er onder het volk; en van daar dat de best beraamde plannen altijd in de uitvoering op veele plaatzen een heimlijken tegenltand vonden. En deze ongelukkige omftandigheid voor ons vaderland dient men, bij de beöordeeling onzer lotgevallen, nimmer uit het oog te verliezen. Omtrent het gehouden gedrag van 's Lands Envoyé Nagel te Londen, werd door Holland voorgefleld, denzelven zijn verzoek tot rappel niet alleen te weigeren, maar hem te erdonneeren van zich in perfoon te korren verantwoorden, met last aan den Hove van Holland, om verder crimineel tegen hem te procedeeren, zijne goederen in de Republiek, waar liggende of waar te  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 117 te vinden, onder fequeftratie te ftellen, en te zorgen dat aan hem, zo min als aan Hendrik Fa gel, eenige appoinctementen of achterflallen wierden goedgedaan. — Ook werden teruggeroepen alle buitenlandfche Ministers, die de tegenwoordige orde van zaaken niet toegedaan waren. Bij die van Holland werd voor alle geestelijke en waereldlijke beambten den volgenden eed bepaald: ,, Ik verklaafe te erkennen en eerbiedigen „ de onvervreemdbaare Rechten van den Mensch „ en van den Burger, zodanig als dezelven door „ de provifioneelë Reprefentanten van het volk „ van Holland plegtig verklaard zijn bij dcr„ zeiver publicatie van 31 Jan. 1795, en zweere „ dezelve in mijn ambt of bedieninge, voor zo „ veel in mij is, te zullen handhaven: — ook „ zweere ik, dat ik den volke van Holland, „ in welks boezem ik erkenne de eigenlijke „ oppermagt te berusten , als ook deszelfs Ver„ tegenwoordigers, gehouw en getrouw zal zijn, „ en voords, dat ik alles zal doen, wat een „ goed en getrouw .... fchuldig is en behoort „ te doen." Doch die van Amflerdam en Leijden brasten daar hunne bedenkingen tegen in. — Dewijl de Zuid^hollandfohs Synode alleen het land jaarlijks ruim 10000 gl. kostte, zo werd beflooten, dit niet meer uit 'slands kas te be> taaien; doch niettemin toegeftaan, dit voor hun eigen rekening te mogen houden, gelijk ook aan H 3 de  n8 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. de Rnomfchen werd vergund de verkiezing van een Bislchop Daar 'er in Holland verfcheiden requesten inkwamen van bezwaaren, betreklijk de veranderingen van regeeringen in zommige dorpen of heerlijkheden, alwaar de Heeren oordeelden verkort te zijn in hunne rechten, gelijk ook derzelver amptenaaren, waarvan veelen, die ampten gekogt hadden, en nogthans van dezelven ontzet werden, zo namen de Reprefentanten' van Holland, bij publicatie van 6 Maart, daarop eene provifioneelë voorziening, en decreteerden: Art. i. Dat aan de ingezetenen van alle Heden of ,, dorpen wordt toegekend het recht, om hunne ftedelijke of dorps Regeeringen te verkiezen; wordende de verkoozene perfuonen, die in eenen bijzonderen eed ftaan van de eigenaars der heerlijkheden, bij deze van denzelven eed ,, ontilagen, wanneer de ingezetenen van hunne „ ftad of dorp hunne ftads of dorps Regeering ,, veranderen. 2. Dat echter de perfoonen, welken, het zij in „ fteden of in dorpen en plaatzen ten platten „ lande reeds verkoozen zijn, of verder mogten verkoozen worden, om aan het hoofd der crimineele justitie geplaatst te worden, als mede de ,, dijkrechters, aan onze vergadering zullen worden opgegeven, ten einde door dezelve ge- „ ap-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 119 approbcerd of geirnprobeerd te worden, en hunne commisfien van dezelve te ontvangen. Art. 3. ,, Dat alle Ballieuwen, midsgaders Dijkgraaven van eenige te zaam vereenigde diftricten zul„ len blijven worden aangefteld bij onze ver„ gadering, en van dezelve hunne resp.cr.ieve „ commisfien zullen moeten ontvangen, alles „ provifioneel en onvervanglijk, tot zo lange „ dat deswegens bij eene Nationale Conventie „ zal wezen voorzien. 4- „ Dat alle amptenaaren, welke aangefteld waren onder voorwaarde van eene jaarlijkfche „ recognitie uittekeeren, tot deze uitkeering, wan„ neer zij in hunne ampten (het zij onder de„ zelve, het zij onder eene andere benaaming, worden gecontinueerd) zullen gehouden blijven; „ en dat, indien andere perfoonen in hunne plaats „ worden benoemd, dezelve insgelijks gehouden „ zullen zijn tot zodanige uitkeering, als welke in cas van verfchil daarover, door den Hove van Holland in billijkheid geoordeeld zal worden te behooren. 5- „ Dat alle de pecuniééle voordeden aan de „ Hooge en Ambagtsheerlijkheden, volgens der- zeiver oorrpronglijke uitgaven, uitdruklijk ver„ knogt, op den ouden voet zullen worden „ betaald; doch dat 'er van wegen den eigeH 4 5, naar  120 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. naar der heerlijkheid en van wegen de re„ geering, een gelijk getal perfoonen, gegoede „ ingelanden zijnde, zullen worden benoemd, aan welken deze gelden zullen worden overge„ geven; dat deze dezelve gelden zullen be„ waaren tot den tijd toe dat de voorfz. nadere ,, bepaalingen zullen zijn gemaakt, met vrijheid „ echter, om dezelve penningen onder behoorlijke fecuriteit aan den eigenaar der heerlijk! „ heid of deszelfs reprefentant, en aan geen „ ander perfoon of ligchaam overtegeeven, alles onder approbatie van de plaatzelijke Regeering; zullende echter de penningen, welke op den 26 Januarij aan de eigenaars der heerlijkheden moesten worden betaald, hun onver„ hinderd moeten volgen. 6. ,, Dat, indien het mogt gebeuren dat eenige „ amptenaaren wierden afgezet, welke hunne ampten door het geven van gelden hadden ,, bekomen, de opvolgers, hetzij onder dezelve „ het zij onder andere benaamingen* aangefteld, verpligt zullen zijn, aan de afgetredenen, „ geduurende derzelver Ieeven, of tot den tijd s, toe, dat de Nationaale Conventie omtrent „ het ftuk der fchavergoeding nadere befchik,5 kingen zal hebben gemaakt, te geven be„ hoorlijke intrest der gefurneerde penningen tegen 5 pCt, jaarlijks. Art. 7.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 121 Arr. 7. „ Dat elk nieuw aangefteld Amptenaar van zijnen Praedécesfeur zal moeten afvorderen, „ overgifte van chartres, papieren of gelden, „ voor zo verre dezelve bepaaldelijk het cigen- dom der gezamenlijke Ingezetenen zijn, en „ ter Secretarie worden bewaard; en zal des„ zeis Prasdécèsfeur verpligt zijn, dezelven tegen een behoorlijk recepis met eenen juisten „ inventaris derzelve, chartres en papieren te ,, moeten overgeven. 8. ,, Dat alle Stedelijke- en Dorps-keuzen in haare volle kragt blijven, tot den tijd dat een generaal Wetboek zal zijn gemaakt ;, „ wordende het egter aan alle Steden of Dor„ pen vrij gelaaten, om, wanneer zij eenige ,, verandering volftrekt noodzaaklijk befchouwen, dezelve te maaken, doch niet anders „ dan provifioneel, en tot dat bij eene Nationaale Conventie deswegens zal zijn voor„ zien. 9- „ Dat alle ondergefchikte Amptenaaren, wel„ ke geen deel hebben aan de plaatzelijke Re„ geering , voortaan door de Stedelijke- of Dorps-Regeering zullen worden aangefteld, „ behoudens, dat ook omtrent dezelve worde „ in agt genomen, het geene bij Art. 4, 5, 6 „ en 7. is vastgefteld, en dat zij zo zij, eenige H 5 ad-  na GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. adminiftratie van penningen hebben, behoorlijke cautie zullen moeten ftellen. Art. 10. „ Dat het recht bij Art. i en 9. toegekend, zich geenzins kan uitftrekken tot zulke Amp3, tenaaren, die in dienst van den Lande zijn, „ en dus alleenlijk door de Reprefentanten van het geheele Volk kunnen worden aangefteld, ,, met uitzondering echter van zulke Ontfangers „ van 'sLands gelden, voor welke de Stede„ lijke- of Dorps-Regeeringe perfoneelijk ver„ antwoordclijk zijn. II. Dat alle CoIIegiën, die het opzigt hebben over Dijken en Waterwerken, provifioneel zullen blijven op den voorigen voet, tot den tijd toe, dat hieromtrent eene nadere voor„ ziening zal zijn gedaan. 12. ,, Dat alle Dorps - kerken, Armen- of derge,, lijke rekeningen, welke te vooren aan de eigenaars der Heerlijkheden werden gedaan, voortaan, na voorafgaande tijdelijke adver.. tentie, ten minften agt dagen voor het doen de;zeiven, in het openbaar zullen worden :*an, ten overftaan van de Gecommitteerc^oor de Ingezetenen buiten de Municitéit of plaatzelijke Regeering te verkiezen; ' dat deze, zulks verkiezende, zich een „ be-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 1*3 „ bekwaam perfoon tot hunne adfnlentie zullen mogen toevoegen. Art. 13. „ Eindelijk worden onze Medeburgeren, In„ gezetenen van Steden of Dorpen, bij deze „ vermaand, ten aanzien der veranderingen „ die reeds gemaakt zijn, voor zo verre zij „ daarin nog eenige zwaarigheid zouden ontmoe„ ten, of die zij mogten nodig oordeelen te „ maaken, alles, zo veel mogelijk, op eenen ,, gelijken voet te brengen, en in het oog te houden, dat alle deze fchikkingen niet zijn „ dan provifiöneel. En op dat niemand enz. „ Gedaan in den Haage den 6 Maart 1795." (Was geteekeno $>aJUSf Vt. Het was voorzeker moeilijk, daar de Rechten der Menschheid algemeen bekend gemaakt waren, tot een rigtfnoer der Regeering, om dan zo daadelijk de rechten der Heerliji Hoe veel )pgebrt[jL ütreebls op- irengsc van ;ouü en ziier. Ncgoiiatfn an Ffitivul.  i30 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Als ZeilaitiTsü- nantiëele voorziening. Wisfelbanl te Miiitl iurg. den , ten einde daardoor de minvermogende Ingezetenen te' verligten, en het verlies, welke het land deswegens leed, te vinden in eene gemaatigde belasting op articulen van weelde, beftaande in eene jaarlijkfche betaaling van impost wegens plaizier - rijtuigen, paarden, jachten en boeijers. Bij Zeeland werd op den 14 April bepaald, dat, om de ftremming,welke hun papiere fpecie, ter inwisfeling voor asfignaaten gebruikt, verkregen had, zij dezelve in betaaling der provinciaale imposten van Gemaal, Bieren, Tabak en Brandewijnen zouden aanneemen. Doch, op den7Maij, gaven de provifioneelë Reprefentanten van dat Gewest den nood te kennen, van 'sLands kas, en eischten, in navolging van die van Holland, het ongemunt goud en zilver hunner Ingezetenen op, tot voorbetaaling der door hun te ontwerpen extra ordinaire belasting. Men behoeft dus niet te vraagen, welke Provintien het flegtst in haare finantien gefield waren, en welke van die het eerst toevlugt tot extra ordinaire geldheffingen moesten neemen. De Wisfelbank te Middelburg, zedert ao Novemb. 1794 geflooten zijnde geweest, zo werd, bij Publicatie van 10 Maart 1795, bekend gemaakt, dat dezelve, tegen 15 April, weder geopend en tevens rekening van den ftaat der Bank gegeven zoude worden.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Ï31 Als iets bijzonders in het tegenswoordige tijdvak moet ik hier melding maaken van eene refolutie der Staaten van Friesland, inhoudende uitnodiging ter opgave van plannen, omtrent eenen verbeterden Regeeringsvorm. Eene uitnodiging, die men zeker als iets bijzonders mag befchouwen, — want hoe zeer de oppermagt des volks wel erkend was, zo rekende men nogthans, dat de door het volk verkoorene Vertegenwoordigers, en 'derzelver begunftigden tot deze en geene ampten, de alleen kundige waren, die iets goeds, ten nutte van hun Vaderland, konden voor den dag brengen; de burger was en bleef een wezen van eenen laageren kring , wiens bekwaamheden of gunst men niet anders nodig had, dan om hier of daartoe verkoozen te worden; want om over politieke onderwerpen, ten welzijn des lands, vraagen ter beantwoording voor te ftellen, gelijk de Franfchen thans doen, innavolging van de Maatfchappijen der Weetenfchappen; dit heeft men zekerlijk voor als nog niet alleen vernederend geoordeeld, maar zelfs, zo veel als mogelijk was, wegens aangeboden middelen van heritel, tegengegaan. De Refolutie der Staaten van Friesland was als volgt: „ Daar de tijd van eene algemeene oproeping „ des Volks, tot het verkiezen van zijne Re„ prefentanten, met groote fchreden nadert, en Ia „ de-  133 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ dezelven verkooren zijnde, zich met en benevens die der andere Provintien zullen moeten „ bezig houden, met het vormen eener geregelde, en op gronden van vrijheid en gelijk- „ beid, en het geluk des volks gevestigde Conftitutie; en daar dit geenzins het werk van een oogenblik kan zijn, of de onrijpe vrugt „ van overhaaste, en min doorgedagte beraad- „ dagingen mag wezen; zo hebben de provi- „ fioneele Reprefentanten van het volk van „ Friesland, ten einde, zo veel mooglijk, de nodige bouwdoffen tot dit groote werk in gereedheid te brengen, bedooten de navol- „ gende vraagen ter beantwoording openlijk bekend te maaken, en alle waare verlichte en kundige Vaderlanders, alle vrijheidminnende „ Burger- en Volks - Sociëteiten daartoe op het „ plegtigst uittenodigen; i. „ Of de plaatfelijke ligging .der zeven „ Provintien, derzelver verfchillende vrugtbaar- „ heid, de belangen der Ingezetenen, de heffing „ van lasten, en de algemeene bloei en welvaard 1 „ van geheel Neerland al of niet toelaaten, eene „ wegneeming van allen provinciaal beduur, en eene verëeniging van alle bijzondere deelen „ en landfehappen, onder eene enkele evenredige 9, reprefentatie ? „ Men verwagt, dat alle de zwaarigheden, aan welke dit onderwerp onderhevig is, van „ alle kanten zullen befchouwd en beèlordeeld „ wor-  GESCHIEDENIS t>er NEDERLANDEN. 333 „ worden; en veronderftelt daarbij, als onbe„ twifitbaat, dat 'er in het generaal beduur der „ thans plaats hebbende fcederative Regeering „ van het algemeene Bondgenoodl'chap, ten hoog„ fte gebrekkige inrigtingen plaats grijpen; wel„ ke, zo al het provinciaal onderfcheid in ftand „ bleef, groote en nadrukkelijke verbeteringen, „ ja, eene geheele verandering zullen moeten on„ dergaan. 3. „ Dat 'er een nieuw zoo civiel als crimi„ neel Wetboek voor de Natie, in het alge„ meen moet gemaakt worden; dat het verfchil „ van wetten en gewoonten, overal plaats grij„ pende, moet worden weggenomen, en dat het „ onmooglijk is, een ftelzel van wetten, in tij„ den van overheerfching gemaakt, of wetten „ in eene vreemde en voor de Natie onverftaau„ baare taal gefchreven, het rigtfnoer te laaten „ blijven, waarna de daaden en handelingen „ van vrije menfehen behooren afgemecten en „ geoordeeld te worden; rekent men ontegen- zeglijk te zijn, en wordt op dezen grond ge„ vraagd, een duidlijk, eenvoudig, ondubbel„ zinnig ftelzel van burgerlijke en crimineele wetten op te geven, gegrond op de Rechten „ van den Mensch, de veiligheid van eigen- dommen en perfoonen, en gefchikt voor den aart der inwooners en omftandigheden van „ dit land. i 3 3- »j daar  134 GESCHIEDENIS ber NEDERLANDEN. t 3. „ Daar het van het hoogfte belang is voor „ een volk, dat de wetten eenvoudig en voor ,, elk verftaanbaar zijn; ook de uitvoering „ derzelver, en de handhaving van het recht „ zoo weinig ingewikkeld , zo geheel eenvou„ dig als mooglijk zij, wordt ter beantwoording 3> opgegeven de vraag: — Welke is de beste, „ eenvoudigfte, minst kostbaare en tevens voor „ vrijheid en veiligheid zekerfte en kragtdaadig„ fte wijze van inrichting van eene Nationaale of „ Provintiaale Rechtbank, en de civiele en cri„ mineele Rechtspleging? Welke is de eenvou„ digfte wijze van procedeeren voor dezelve „ en voor alle andere geconftitueerde Recht„ banken? 4. „ Daar geene Maatfchappij beftaan kan, „ zonder dat 'er penningen ten algemeenen nutte bijeengebragt worden; — daar die lasten „ evenredig moeten zijn aan de behoeften van eenStaat; -— daar het nationaal crediet, heilig „ en onfchendbaar moet zijn, en dus 'er groote „ fommen vereischt worden, tot betaaling van de „ intresfen van fchulden, deels door den nood, deels door de dwaasheden en verkwistingen „ van een bedorven Regeeringbeftuur voorheen „ opgelegd; daar het echter noodzaaklijk is, „ dat deze nodige belastingen zo evenredig, „ als mooglijk is geheven worden; zo weinig „ doenlijk [de induftrie, handwerken, koophandel „ en zeevaard belemmeren en drukken, en zo »5 ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 135 „ gering het zijn kan van inzameling kosten; „ wordt gevraagd, een ontwerp van de beste „ wijze van heffing van genoegzaame en voor „ de behoeften van het Gemeenebest toereiken„ de belastingen, hetwelk aan de voorgemelde voldoet. Zo lang de vraage N°. 1. onbe„ frist is, fpreekt het van zelf, dat, om aan deze te beantwoorden, een tweederlei ftelzel „ van belastingen moet worden opgegeven; het „ eene gebouwd op den grondflag eener algemee„ ne nationaale reprefentatie, met wegneeming „ van alle provinciaal onderfcheid, en het an„ derc, dat onderfcheid in eene verbeterde fce.„ derative Regeering onderftellende. „ De tijd, om antwoorden op deze vraagen in „ de Ncderduitfche taal, duidlijk en leesbaar „ gefchreven, intezenden ter Secretarije van de „ Provinfioneele Reprefentanten van Friesland* „ te Leeuwaarden, is uiterlijk bepaald, voor of op „ den 1 Augustus 1795» zullende de verhande„ lingen moeten geteekend zijn met eene zin' „ fpreuk, en een bijgevoegd gezegeld billet „ met dezelfde zinfpreuk, en daar in den, naam „ van den Autheur, zullende die gene, welke , een der bovengenoemde vraagen best en vol' doende beantwoordt, openlijk verklaard worden zich verdienftclijk gemaakt te hebben aan zijn ^ Vaderland." Aldus gerefolveerd op het I.undfchapshuis I * air.-  *3« GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. binnen Leeuw aar den, den ai April 1795, het eerde jaar der Bataaffche Vrijheid. Accordeert met voorfchreven Boek. In kennisje van mij Secretaris (Was geteekend) *ï) Q> CA v > tJJrouw&r} (JJn. Op de eerde vraag zijn twee antwoorden ingekomen , waar van het eerde bewees, het ichadelijke van alle Bondgenootfchappe'lijke, en 't noodzaaklijke van alle één en onverdeelde Beftuuren; de fchrijver daarvan heeft zijn naam opgegeven; maar de fchrijver van het tweede antwoord, dat voor een verbeterd Bondfchappelijk Bewind was, vond niet goed zijn naam bekend te maaken. Hoe flegt het met den daat der Marine gedeld was, blijkt uit het volgende rapport van het Committé der Marine. Veneris den 13 Maart 1795. „ Het Committé tot de zaaken van de Mari„ ne, ingevolge van Hun Hoog Mog. Refolu-„ „ tie van den 4 dezer, hebbende geëxamineerd, ' „ om daar op te dienen van conflderatien en „ advis, eene Misfive van den Schout bij Nagt „ P. Melvill, gefchreven te Vlisfingen den „ 1 dezer; daar bij aan Hun Hoog Mog. ken„ nis gevende, dat hij de diredie over de „berging van 's Lands fchepen, het verder „ desarmeeren van dezelven, en het verder af- „ dan-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 137 „ danken der equipagien op zich genomen had, „ en uit hoofde van den fterken aandrang van „ het fcheepsvolk, dat men geperfuadeerd had „ te blijven, aan dezelven was genoodzaakt ge„ vveest een douceur van drie Rijksdaalders toe „ te zeggen; zich wijders refereerende tot de ,, fcheeps - rapporten , door den Schout bij Nagt „ Haringman aan Hun Hoog Mog. deswe„ gens afgezonden; met verdere communicatie, ,, dat, dewijl de fchepen alzoo waren gedesar„ meerd, hij reeds aan den Franfchen Generaal „Carnier, thans aldaar commandeerende, te „ kennen gegeven had, dat men zich uit dien „ hoofde buiten ftaat bevond, zo tot het vi„ fiteeren als aanhouden van eenige fchepen, „ welke zouden mogen willen uitloopen, veel min „ zich te verzetten tegen eene onverhoopte fur„ prife, bij Hun Hoog Mog. Refolutien van 3, „ 13 en 15 Februari] laatstleden aanbevolen ; het „ welk door gemelden Generaal ook was gead„ voueerd, heeft door monden van eenige Le„ den van 't, gemelde Committé, ter Vergade„ ring zijnde geadmitteerd, gerapporteerd, dat „ van advife zoude zijn, dat het gezegde van den Schout bij Nagt Melvill, dat men na„ melijk door het desarmeeren van onze Sche- pen, in Zeeland, geheel en al buiten ftaat „ is, zoo wel om fchepen, die zouden willen „ uitloopen te vifiteren, en aan te houden , als „, zich te verzetten tegen eene onverhoopte furI 5 » Pri-  138 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. prife van den vijand, volkomen gegrond is, „ en dat de Schout bij Nagt Melvill, ge„ volgelijk met reden van die ongelukkige fitua,„ tie aan den commandeerenden Franfchen Gene„ raai C ar nier kennis heeft gegeven. „ Dat dan ook, indien daarin geene voorzie„ ning wierd gedaan, het onmogelijk is, dat de „ Refolutien door Hun Hoog Mog. den 3, 13,. „ en 15 Februarij laatstleden genomen, om zich „ tegen alle vijandelijke furprife te dekken, „ eenig effect forteeren. „ Dat die deplorable fituatie, welke de Schout „ bij Nagt Melvill opgeeft, niet alleen ia „ Zeeland plaats heeft, maar insgelijks in alle „ zeegaten dezer Republiek. Dat immers, vol„ gens de voorloopige informaticn, door het „ Committé tot de Marine ingewonnen, 'er te „ Helleyoetfluis flechts twee Fregatten zijn, een van veertig en een van twintig ftukken: dat „ 'er in het Vlie flechts één fchip, en dat wel „ een gebrekkig fchip, de Pallas, is liggende;, „ dat 'er op de rheede van Texel geene fchepen „ zijn; dat zij alle in het Nieuwe Diep liggen, „ doch door het afdanken van het zeevolk, „ door H. Hoog Mog. bevolen, zij, meest allen, „ niet met genoegzaame manfehap voorzien zijn, „ om naar de rheede te kunnen worden opgen bragt; vooral daar die manfehappen, al waren ' „ zij op de fchepen, geheel onwdlig zouden j, zijn om de bevelen uittevoeren; daar.hurt 1 de  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 139 ,, de afdanking is beloofd, en de magt ont„ breekt om ze te dwingen. Dat echter het „ Committé tot de Marine, inziende den drin„ genden nood des Lands, reeds per expresfe „ order heeft gezonden aan den commandeeren„ den Officier in Texel, om die manfchappen, „ welke fchulden hebben aan boord of bij hunne „ flaapbaazen, en waarop men des eenig recht „ heeft, tot dat zij de fchulden hebben inge,, wonnen, niet aftedanken, maar deze allen op „ twee of drie fchepen te verdeelen: ten einde „ die fchepen daardoor zo goed mogelijk voor„ zien, en zo fpoedig doenlijk op de rheede ,, gebragt worden. „ Dat de leden van het Committé der Marine „ aan H. Hoog Mog. bij deze gelegenheid pleg„ tig moeten verklaaren, dat zij den aller dcfo„ laatften ftaat, waarin zij de Marine van dit „ land, bij de aanvaarding hunner posten yin„ den, geenzins kunnen neemen voor hunne reke„ ning, of daar voor verantwoordelijk willen „ of kunnen zijn : dat hunne verantwoording „ alleen begint met hunne administratie, en ook „ iet verder gaan kan, dan de middelen zelve „ fourneeren, om het geene nodig is tot de „ Marine in het werk te ftellen. „ Dat bet van het uiterfte belang voor den „ Staat is, dat 'er in allerijl eene Vloot in zee „ gebragt worde, om , gezamenlijk met de „ Franfchen, den vijand afbreuk, te doen; im- „ mers  f40 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. n mers hem te beletten, de Republiek te bena„ deelen; dat de Franfche Republiek zulks van „ ons verwagt, en dat zij deze Républiek niet v als eene geallieerde zal kunnen aanmerken , „ zo lange zij niet ziet, dat door dezelve inder„ daad eenig nut kan worden toegebragt, en „ dus, dat 'er niet uit de vervvaarloozing, maar » Ifs uit het verwijl van een behoorlijk equi„ pement, de allernadeeligfte gevolgen voor de „ geheele Republiek zouden kunnen voortvloei5, jen; dat de koophandel om behoorlijke pro„ tectie fchreeuwt, dat inzonderheid de vaart " °P de Oostzee eerstdaags aan den gang ftaat ,, te gaan; dat daarin geene vertraaging behoort „ te komen, terwijl 'er anderzins binnen kort „ een totaal gebrek aan leevensmiddelen hier te „ lande zal ontftaan. „ Dat die zelfde redenen met andere gepaard, „ even zeer gelden voor den handel op Amev, rika, op onze Coloniën, welke naar voorraad „ en voorziening van alles fmagten; dat op de „ Middelandfchc zee en de Oost-Indien, de „ commercieerende zeevaard volftrekt geen plaats „ kan hebben, indien de fchepen niet naar „ behooren worden geprotegeerd. „ Dat het Committé tot de Marine wel alle „ fchikkingen kan beraamen om manfchappen „ aan te werven, de fchepen, die 'er voor „ handen zijn, in ftaat te ftellen, dezelven te ,* equipeeren, en met het nodige te voorzien; doch » dat  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 141 „ dat het niets van dat alles kan effectueeren, „ indien het niet door de Bondgenooten mee „ de nodige penningen worde voorzien ; dat „ die fommen des te grooter zullen moeten zijn, „ om dat zij niet alleen tot het geene gedaan „ zal moeten worden, zullen moeten (trekken, „ maar ook ter afbetaaling van het geene reeds „ onder de voorgaande Adminiltratie gefchied is, en voor de importante agterftallen aan „ gagien; en dat men, zonder die afbetaaling, noch crediet bij de Leveranciers, noch be„ reidwilligheid bij het Volk, om dienst te „ nemen, zal aantreffen. „ Dat het Committé tot de Marine daarom „ dan aan H. Hoog Mog. op het dringendfte „ voorftelt, dat H. Hoog Mog. alle de Provin„ tien feiïeufelijk en inltantelijk vermaanen, dat „ zij in allerijl ieder hun aandeel in de reeds „ gedaane en geconfentcerde, doch tot nog toe „ geenzins betaalde petitiën, tot de zaaken der „ Marine opbrengen; ten einde daaruit, voor zo „ ver het ftrekke, de meest nodige presfante „ voorziening tot het équipement van fchepen „ zoude kunnen worden gedaan; van welk equi„ pement het Committé tot de Marine, zo ras „ mogelijk, een calculatief aan H. Hoog Mog. „ zal laaten toekomen ; doch waartoe het nu „ nog, den derden dag van zijne aanftelling, „ geenzins in ftaat is. .„ Eu  i42 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ En verder dat H. Hoog Mog. van ftonden „ aan, ter dispofitie van het Committé over „ de Marine, dat volftrekt van alle penningen ,, onvoorzien is, en dus niets kan in 't werk „ ftellen, zodanige fommen zullen gelieven te „ adfigneren, als tot de meest dringende uitga„ ven nodig zijn; het welk des te nood„ zaaklijker is, daar reeds verfcheiden Leve„ ranciers geweigerd hebben, uit hoofde der „ voorige wanbetaalingen, eenig crediet, boe „ ook genaamd, te geven. Dat het Commiué, „ tot nu toe, den ftaat der kasfe in verfchil„ lende Departementen niet kent; doch dat zij „ reeds aan alle de Ontvangers hebben aange„ fchreven, den ftaat van hunne kasfen binnen ,, agt dagen overtezenden: dat bet Committé > ,, niet zal in gebreken blijven, dien ftaat, zo „ rasch mogelijk, in den fchoot van H. Hoog „ Mog. te brengen, ten einde aan dezelven en „ aan de geheele Natie blijke, welke die zij; en het Committé dan buiten alle aanfpraak „ en verantwoording daaromtrent zoude kunnen „ blijven. „ Waarop gedelibereerd, en door de prefente „ leden van het Committé tot de zaaken van de „ Marine zijnde gecommuniceerd, dat zij ge,, meend hadden aan de Reprefentanten van de Franfche Natie te moeten voorftellen, of „ dezelve aan den Generaal de Winter, zijna, de een Nederlander van geboorte, en ken- „ nende  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN 143 „ nende de beide taaien, doch thans in Fran„ fchen dienst, niet zouden kunnen permitteeren, „ om provifionecl zich te laaten emploijeeren als „ Adjudant Generaal, tot organifatie van de „ Marine; het welk door de Franfche Repre, „ fentanten was geaccordeerd, is goedgevonden „ en verftaan, mits dezen te veiklaaren, dat ,, H. Hoog Mog. approbeeren de provifioneelë „ ichikking, door het Committé tot de zaaken „ van de Marine dienaangaande genomen. En „ is wijders goedgevonden en verftaan, dat de „ refpective Provintien bij Misfive, op de drin„ gendfte en ferieufte wijze zullen worden aan„ gemaand en verzogt, met toezending van het „ bovenftaande rapport van het Committé, om, „ zo fpoedig mogelijk, ieder hun aandeel in „ de reeds gedaane en geconfenteerde, doch , tot nog toe geenzins betaalde petitiën tot de „ zaaken van de Marine optebrcngen, en ten „ Comptoire - Generaal van de Unie te fournee„ ren, ten einde daaruit, voor zo ver het „ ftrekken kan, de meest nodige en presfantfte „ voorziening tot het équipement van fchepen ,, zoude kunnen worden genomen.- „ En hebben de Gecommitteerden van Gel„ derland, Holland, Utrecht en Stad en Lande, „ het voorfz. gerapporteerde, voor zo veel aan„ gaat het poinct van het daadlijk ftellen van „ eene fomme van penningen, ter dispofitie van „ het Committé tot de Marine, copielijk over- » ge-  M4 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ genomen, om in den hunnen breeder gecom„ municcerd te worden. „ En zal extract van deze H. Hoog Mog. „ Refolutie gezonden worden aan het Committé „ tot de zaaken van de Marine, om te ftrekken „ tot narigt. „ Waarop, na deliberatie, is goedgevonden, „ de voorfz. Misfive en extract-Refolutie van •»„ H. Hoog Mog. voor zo veel des noods, te „ ftellen in handen van het Committé van Fi„ nantie, tot deszelfs informatie; vermits door „ de desvvegens reeds gehoudene finantieele con» fcrentié'n, en het daarbij van wege deze Ver„ gadering voorgeflagene, en daadlijk gepraes„ teerde, voldoende getoond is, de bereidvvil„ ligheid van dezelve, om met. allen nadruk de „ zeernagt van den Staat op eenen refpectivcn voet „ te brengen." Op den 13 April werd bij een Misfive van H. H Mog. aan de Bondgenooten de zaak, ter fpoediger onderfteuninge van 's Lands kas voor de Marine, nog fterker aangedrongen, met aantooning van den weerloozen toeftand van 's Lands ' zeegaten, zonder fchepen; fchepen, ten deelc bemand met onwillig volk, welks gagien niet betaald zijn, zo min als de Leveranciers, die fchatten van geld te vorderen hebben. Een tafereel, het welk, hoe zeer met zwarte couleuren geteekend, niet dan waarheid behelsde. Maar  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. t45 Maar omtrent het herviel onzer Marine, doet zich eene groote bedenking op, namelijk: —■ daar de Franfche zeemagt naauwlijks magtig Was verweerende wijze te ageeren, zij zich meestal op dc kaapvaard toelagen , en de Engelfchen daar mede de grootfte fchade toebragten ; of het dan in die omflandigkeden, wel met ons ftaatsbelang over een kwam, onze finantien uit te putten, voor eene meer dan verweerende Marine? want, afgefcheiden door het kanaal van de Franfchen, zo kon onze zeemagt zich niet zonder het grootfte gevaar met die der Franfchen verè'enigen, en de Engelfchi zeehavens vlak over ons land hebbende, Was 'er 'geen Vloot van ons in ftaat in zee te komen, of de Engelfchen konden die met eene grooter magt aanvallen, onze zeehavens blok-> keeren, en het uitloopen onzer fchepen beiettcn* Waarheden door de ondervinding bevestigd, In het ftaatkundige moet men altijd raadplegen met de veranderde tijdsomftandighedem In de voorige eeuw was onze zeemagt omtrent gelijk aan de Engelfche; Zeehandel en Marine hadden des tijds hun hoogfte toppunt bereikt; onze Vlooten waren bemand met het geöelfendftö zeevolk, en de Bevelhebbers, van dezelven helden, uitmuntende in beleid en dapperheid; ja! , met" één woord, onze zeedienst verftrekte tot eeti leerfchool voor alle Volken; doch, na dat wij met de Engelfchen geallieerd, onze Stadhouder^ IV. DEEL, K Wit Aanmeifangi  146* GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. W i 11 e m de 3de, Koning van Engeland geworden was, en de opvolgende Stadhouders zich meestal met het Engelsen koninglijke huis vermaagtfehapt hadden, verviel Neérlandsch zeemagt, in evenredigheid dat die der Engelfchen aanwies. Het Brits Gouvernement, de orperheerfchappij over alle zeeën zoekende, om daardoor eenen uhfluitenden koophandel op alle waereld deelen te verkrijgen, werkte door behulp der Stadhouders , tot het geheel verval onzer Marine, waarin het zodanig daagde, dat met het begin van dezen oorlog de Ëngelfche Marine wel ruim jo, zo niet 15 maal magtiger kon worden gerekend dan de onze. Intusfchen dat zij, boven dien, door aanmoediging hunner opper- en mindere Officieren, grootere belooning aan matroozen, en betere behandeling' van het zeevolk, de beste vreemden zeelieden tot zich trokken, en de leermeesters in de zeevaard en zee-krijgskunde wierden. — Daar integendeel Onze Marine in de grootfte veragting gekomen was, dcor de flegtebehandeling, welke ons zeevolk onderging en in den mondkost lijden moest, wijl de Zeekapiteins, eerde Schrijvers en Chirurgijns, alleen maar dienden om zichzelven te verrijken, ten koste der armen matroozen. Hij, derhalven, die onze zeemagt van de voorige eeuw, de heldendaaden toen door de onze verrigt, in vergelijking wil brengen met de tegenswoordige, moet vooral acht geven op de in dien tijd voor on?  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 147 ons gunftiger, maar na dien tijd veranderde ongunftige omftandigheden. — De tijden van eenen de Ruiter en Tromp te willen doen herleeven , zijn droomerijen, die wel met de pen fieriijk befchreven kunnen worden, maar 'er behoort meer toe om eene Marine als uit niet te fcheppen, die beftand is tegen een volk, dat zijne fmantien als uitgeput heeft, om dezelve tot de grootfte volko nenhéid te brengen. Neen! de ondervinding heeft doen zien, dat wij maar fchepen gebouwd hebben voor de Engelfchen, die thans zeer wel in ftaat zijn ons met on/.e eigen fchepen en zeevolk te kunnen beoorlogen* Een zeevolk, voor verre het grootfte gedeelte aanhangers van het voorig Bewind, en dat in veele gevallen betoond heeft te zijn, fnoode verraaders van hun Vaderland. Omftandigheden, die de zaak bij ons grootelijks verergerden; van daar dan, dat onze buitenlandfche bezittingen meest in 'svijands handen gevallen zijn. Dat in tijden van oorlog, wanneer de Republiek neutraal kon blijven, 'er mogelijkheid was, onze Marine zodanig te verbeteren, dat ze onze zeevaard kon befchermen, zal geen des kundige tegenfpreeken, en de thans onzijdige Mogendheden gaan ook niet verder daarin, dan tot verdediging van hunne zeevaard nodig is; maar om in oorlog tegen de Engelfchen, zo lang de Franfchen en Spanjaarden niet magtiger ter zee K 3 zijn,  14O GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. zijn, eene zeemagt te willen daar ftellen, die offenfief tegen hen kan ageeren, en dat in een tijd, wanneer men op ons zeevolk niet vertrouwen kan, het volk flegt betaalt, en onze Marine in een ftaat was, gelijk het Committé van dezelve dien befchrijft, heeft de ondervinding doen zien, onmogelijk te zijn; zo dat met de grootfte daarin beweezene werkzaamheid, fchatten daaraan zijn verfpild, 't welk den burger verarmt, den vijand verrijkt, en het Vaderland ongelukkig gemaakt heeft. Hadden wij, even als de Franfchen, ons voornamelijk bij dezen oorlog op de kaapvaard toegelegd, (daar het toch gebleken is, dat onze zeemagt voor als nog niet beftand tegen de Engelfchen gemaakt kon worden) zulks had immers, met ongelijk veel minder kosten, kunnen gefchieden, en wij zouden daardoor onze vijanden op de Noordzee de grootfte afbreuk gedaan hebben, wijl toch de Engelfchen, hoe groot hunne zeemagt moge wezen, niet in ftaat zijn, overal hunnen uitgebreiden zeehandel te befchermen; met fnel zeilende oorlogs - fregatten of kotters ware die kaapvaard te onderfteunen geweest; want daar, volgens het rapport van het Committé der Marine, onze zeehavens voor jnfultes bloot lagen, konden dezelven toch, in dien weerloozen toeftand, door geene Vloot befchermd worden, welke, gelijk wij bij laater tijd ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 149 gezien hebben, zonder bij de opëisfching den minften tegenftand te bieden, zich aan de Engelfchen over gaf. De zee- en land-tactica is thans bij de meeste volken tot die volkomenheid gebragt, dat de meerderheid van magt, of de zogenaamde langfte degen meestal, de zee- en land - gevechten beflist. In onze zich noemende befchaafde eeuw, is de kunst om menfchen te vermoorden, volken te overheerfchen , hen van haven en goed teberooven, tot die de menschheid onteerende volmaaktheid gekomen, dat het misbruik der befchaafdheid in de ftaatkunde tot een vloek en gcesfelroede voor het menschdom geworden is. Ik weet wel, dat deze aanmerking omtrent onze Marine niet ftrookt met de tegenswoordige denkwijze, en dat de Franfchen in veelen opzichten hier onze raadgevers zijn geweest, maar in zaaken van die natuur, dient men het mogelijke en onmogelijke te wikken en weegen, uit eigen oogen te zien, en niet vergeefsch fchatten te verfpillen, waardoor de omloop des gelds verminderd, en alle takken van burgerlijke werkzaamheden vervallen. Ja! hoe zeer ik in mijne voorige gefchriften altijd een voorftander van het herftel der Marine ben geweest, in zo verre die tot befcherming van den koophandel konde dienen, zo was de magt der Engelfchen ter zee in dit tijdvak zodanig aangewasfen, dat alle onze fchatten niet toereikenK 3 de  159 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Klagten van Gildtrhuil. de waren, eene zeemagt daar te ftellen, beftand tegen die der Engelfchen; te meer, daar een groot gedeelte van ons zeevolk, gelijk wel te voorzien was, betoond heeft, verraaders van hun Vaderland te zijn. Het Enthufiasmus van Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap mag nimmer verder gaan , dan de grenspaalen van het algemeen geluk des Volks aanwijzen, en alle nodelooze geldverfpillingen zijn tot verderf, vooral van een land, dat zijn voornaamfte beftaan uit den koophandel moet haaien. De provifioneelë Reprefentanten van Gelderland, klaagden ten dezen tijde aller fterkst over het gedrag der Commisfarisfen van de Franfche troepen, die zich niet ontzagen allen voorraad van levensmiddelen, vourage, paarden en beesten weg te neémen, waardoor de Ingezetenen van alles ontbloot, in de uiterfte armoede gedompeld werden, en het te voorzien was, dat door dit wangedrag de Franfche legers eindelijk door gebrek in de grootfte verlegenheid ftonden te komen. Klagten, welken van verfcheiden plaatzen in Gelderland, aan haare Reprefentanten dagelijks gedaan werden. Deze Provintie, muntte bijzonder uit, in haare ronde mannelijke taal, tot behoud van 't Vaderland, en zulks had ook ten gevolge, dat de Bondgenooten beflooten, om daadelijk 'sLands onvoorziene kas met geld te onderfteunen; wordende de Committés van land- en zeemagt verzogt,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 15* zogt, binnen twee dagen opgave van het benodigde te doen, het geen door dezelven werd bepaald op 15 Millioenen voor de Marine, en 18 Millioenen voor de Landmagt. Binnen drie maanden moesten 'er tien Millioenen van betaald zijn ; maar ongelukkig bleven veele gewesten hier zo agterlijk in, dat op dien tijd 'er naauwlijks twee Millioenen in kas kwamen. Doch met dit alles was de werkzaamheid zo groot, dat binnen drie maanden op 's lands werven twaalf fchepen van linie, en agtticn fregatten in gereedheid kwamen. In den landdienst werden alle krijgslieden even als de burgers vrij en gelijk verklaard: vrijheid) verleend om zonder verlof van hunne Bevelhebbers in 't huwelijkte treden; van den ftok ontheven, en even als de Franfchen onder geene fiaaffche, maar ordenlijke krijgs- discipline gebragt. Bij den zeedienst kwam vervolgens ook eenige verandering, maar de fchaftgelden bieven als vooren tot een goudmijn voor de Kapiteins; doch de matroos of foldaat, die zijn eigen'plunje naar het voorfchrift niet kon laaten maaken, werd zulks van 'slands wegen bezorgd, met 10 pCf. • bezwaar, (in plaats van 40 pCt. winst, gelijk voorheen). Des fchrijvers loon in voorfchot van geld werd bepaald op 5 pCt., en hem toegedaan, om met voorkennis van den Kapitein, aan den matroos, des vraagende, een vijfde van zijne verdiende gagie uittekeeren; doch teffens verboK 4 den Ovganifatie an Land- en ieedienst.  ip GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Voorwaar, tien. den 10 ftuiv, genever geld 'smaands aftekorten, maar verpljgt 5 ftuiv. 'smaands te betaalen aan het fonds van ongelukkig geworden zeelieden. Wanneer men in 't gevecht, hangmatten- of rantzels verloor, was zulks voor 'sLands rekening, ten ware 'er buitgelden genooten wierden; en eindelijk bepaalde het Committé der Marine de maandgelden en inkomften der Schrijvers en Chirurgijns op de fchepen. Intusfchen was men met de onderhandelingen der Franfchen in Parijs zo verre gevorderd, dat de volgende voorwaarden door het Committé van Algemeen Welzijn te Parijs wérden voorgefteld: „ 1. Eene plegtige erkentenis van de Bataaffche Republiek, als vrij en onsfhanglijk. „ 2. Eene Of- en Defenfive Alliantie tusfehen „ de beide Republieken. „ 3. Aan ieder der beiden Mogendheden de 9, magt benomen , om , zonder wederzijdfche w toeftemming, den vrede te fluiten. 4. De Bataaffche Republiek zal, geduuren%, de den aanftaanden veldtogt, onderhouden twaalf fchepen van linie en agttien fregatten; deze „ magt zal vermeerderd worden, zo 'er een andere veldtogt mogt plaats hebben. „ 5. Geduurcnde den oorlog zal de land- en „ zee-magt der Bataaffche Republiek, gedefti„ neerd om tegen den vijand te werken, onder J? \ beyel van den Franfchen Generaal ftaan.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 153 „ 6. De Franfche Republiek geeft van dit „, oogenblik weder aan de Bataaffche Republiek „ al het land, hetwelk zij overwonnen heeft, en waarvan zij in het bezit is, voor dezen „ behoord hebbende aan de Vereenigde Prov'.n„ tien, en gelegen over den Rhijn en de „ Waal. „ 7. Het land, gelegen aan deze zijde van „ de Waal en den Rhijn, buiten dat geene, „ waarvan in het volgende artikel zal gefproken worden, zal militairlijk bezet worden door de Franfche troepen, tot dat deszelfs eigenlijken „ ftaat bij den vrede zal beilist worden. „ 8. Zijn uitgezonderd de navolgende plaatfen „ en territoiren, te weeten: Maeftricht, Venlo, „ Breda, Bergen op den Zoom, en de rest van „ 't land van deze laatfte plaats, tot aan het „ Marquifaat van Antwerpen; de landen, uit„ maakende aan de twee oevers van den Hond, „ te weeten: regts de eilanden Zuid Beveland „ en Walcheren, en links Hollands-Vlaanderen. Deze plaatfen en territoiren zullen blijven in „ der Franfchen magt, tot dat hun het lot vuige, „ 't welk over Belgie'n zal beflooten worden. „ 9. De Franfche Republiek zal, tot aan den s, vrede, van het terug gegeven land, zodanige „ fterktens in haare magt houden, als zij, tot „ dekking van dat land, zal nodig oordeelen. K 5 ïo- De  154 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 10. De vaart op den Rhijn, de Maas, de ,, Schelde, en al derzelver takken tot aan de zee, zal voor beiden de Natiën vrij liaan. „ ii. De Bataaffche Republiek zal aan de Franfche Republiek de kosten van den oorlog ,, betaalen, die zij tegen dezelve heeft moeten „ voeren. De Bataaffche Republiek zal zich ,, hiervan kunnen vrijkoopen, mids eene fchade„ loosftelling, welke dit zou kunnen evenaaren, s, hetwelk in der minne /tusfehen de twee Republieken zal gefchikt worden. Er zal zonder uitftel een eerften termijn moeten betaald worden op rekening, welke niet minder zal ,, kunnen wezen, dan twintig millioenen Hol}, landfche guldens, klinkende munt, of goede wisfelbrieven op Frankrijk of neutraal land." De Provintie van Zeeland, ziende hoe zij hiermede alleraanmerklijkst benadeeld zoude worden, bragt daarop haare gegronde bezwaaren in, bij misfive aan hun H. H. Mog., ten einde bij de verdere onderhandelingen dien, voor haar verderflijken, flag voorgekomen mogte worden. Een brief, waardig de vergeetenheid te ontrukken, en luidende als volg: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Medeburgers ! „ Het langduurig achterblijven van een defi„ nitief verflag van den ftaat der onderhande„ lingen te Parijs, en dc ongunftige berigten, die  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 155 „ die bij ons van tijd tot tijd inkwamen, aangaande het (ücces der poogingen onzer Ministers aldaar, hadden zins lang niet kunnen nalaaten ons veel bekommering te baaren; maar. nimmer „ hadden wij ons voorgefteld, dat de goede „ trouw van het Fransch Gouvernement zich zo ver zou hebben vergeeten, als ons uit uwe „ ontroerende misfive van den ia dezer te jam- ' merlijk is gebleken. Hoe! zouden wij, geru;tgelteld door de „ openbaare en vrijwillige proclamatie van de „ Reprefentanten der Franfchi Natie, waarbij „ zij voor het oog van gansch Europa plegtig „ verklaarden, dat zij alleen den oorlog tegen den Stadhouder gevoerd, en het Bataaffche „ volk, in 't midden van de rampen des oorlogs, als hunne vrienden en bondgenooten befchouwd hadden, dat zij niet kwamen om hun ,, tot üaaven te maaken, maar dat de Franfche'Na.ÜQ hunne onafhanglijkheid zou eerbiedigen; —■ zouden wij, gerustgefteld door de capitulatie „ met deze Provintie geflooten ; zouden wij, „ fteunende op de edelmoedigheid der Franfche „ Natie, die ons volk haare broeders noemde, „, die hetzelve in het ongeftoord genot van de „ rechten van den mensch en van den burger „ beloofde te herftellen, en in de Nationaale „ Conventie, als eene grondwet der Regeering, „ had vastgefteld, dat \itt\Franfche volk niet „ bedoelde zijn territoir uittebreiden, door het maa-  156 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. maaken van conquesten; — zouden wij, Me. „ deburgers! hebben durven in twijfel trek- ken, dat de vrijheid en ongelimiteerde onaf„ hanglijkheid van het Nederlandfche volk, niet „ zoude geweest zijn de bafis der vredes-onder- handelingen'? ,, Ondertusfchen zien wij met ontroering, uit „ uwe misfive en haare beide bijlagen, dat het „ Franfche Gouvernement dit alles fchijnt te s, vergeeten, en boven zo veele andere buiten„ fpoorige vorderingen, twee notabele eilanden dezer ongelukkige Provintie in bezit wil hou„ den, om dezelven naderhand bij den vrede „ een gelijk lot te doen ondergaan, als de Belgifche Provintien ten deel zal vallen. Hoe zeer de kortheid des tijds, die'er over „ bleef, om onze aandagt, door veele andere gewigtige zorgen afgemat, te bepaalen tot het „ onderwerp van voorfchreven ftukken, en u „ het refultaat onzer deliberatien daaromtrent „ medetedeelen, ons niet heeft toegelaaten de „ gepaste gelegenheid, welke de groote impor„ tantie der zaak verdiende, aarfelden wij nog- thans niet om u te verzekeren, dat wij, ons ,, zei ven befchouwende als Vertegenwoordigers „ van een vrij en onafhanglijk volk, nimmer zullen toeftemmen in het concludeeren van „ zulke onrechtvaardige préliminaire vredes-arti- kelen, als door het Committé de SalutPubliek, 95, als een ultimatum, worden voorgefteld, waarop „ het  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 157 „ het uiterlijk antwoord begeerd wordt binnen tien dagen, te rekenen van den 6 April, ge„ lijk zulks aan u blijken zal uit de opening „ der inftru&ien, die wij aan onze Gedeputeer- den gegeven hebben. Wij zullen daarom kortheidshalve niet tre„ den in eene discusfie der onderfcheidene poincten, maar wij vraagen, wat 'er van onze ,, rampzalige Republiek zal overblijven, wanneer „ 'er door den ftaat der vredes-onderhandelingen „ tusfehen Frankrijk en Pruisfen, niets anders „ overgelaaten wierd, dan zich die harde en ont- eerende voorwaarden "te laaten welgevallen, en nog onzeker te zijn, aangaande het equivalent, „ dat voor de kosten des oorlogs het Bataaf, j, fche volk zou worden afgeperst. Wat het „ einde zijn zal van deze weleer bloeiende Pro- vintie, wanneer daarvan de twee aangelegend„ fledeelen worden afgefcheurd? ja, wij vraagen, „ wat 'er van ons land komen zal, wat efforrs „ wij zullen kunnen doen tegen eenen vijandi- gen en magtigen nagebuur, al was het zelfs, „ dat men door het uitlooven van onnoemelijke „ geldfommen, eenige verzagting in de condi„ tien van vrede konde bewerken? „ Onze verbeelding bezwijkt bij de befchou„ wing van zo veel jammer en rampen, en wij „ verkiezen het gevoelig en vaderlandsch hart van ulieden, onze medeburgeren, met een „ breederd .tail daarvan niet nodeloos te ontroeren. Maar  i58 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Maar wij kunnen niet nalaaten uwe aandagt ,, te bepaalen op het geheele agtde artikel der meergemelde préliminaire artikelen. ,, Onze ,, „ voornaamfte frontieren, Bergen op den Zoom „ en Staats- Vlaanderen, zullen onherroepelijk ,, afgedaan worden aan Frankrijk, immers, tot ,, ,, bij den vrede derzelver lot, of dat der BeU ,, ,, gijche landdreeken zal beflischt worden." —• Dan ligt onze Provintie, al bleef zij binnen haare oude paaien, al wierden geene haarer ,, eilanden van haar afgcfcheurd , blootgedeld aan den eerden fchok en invafie Van die a, Mogendheid, aan welke bij den vrede die „ landftreek zou worden afgedaan.. ,, En wat Walcheren en Zuid-Beveland aan„ gaat, — woorden ontbreken ons, om het bui„ tenfpoorige van dien eisch aantetoonen. Wij zullen althans liever alles kloekmoedig afwag,, ten, dan zulk eene onverdraaglijke voorwaarde te onderfchrijven. Hoe, zoude wij indemmen, om de twee ,, aanzienlijkfte en vrugtbaarde landftreeken on- zer Provintie, de beste zeehaven en dok van ,, Nederland, dien grond, die vaak befproeid is „ met het bloed onzer dappere voorouderen, die wieg en bakermat der wakkerde zeehel,, den; dien grond, daar Nederlandsch vrijheid ,, zich het eerst vestigde, aftedaan, en overte',, geven aan het noodlot, voor de ongelukkige „ Oostenrijkfche Nederlande» befchoorcn. „ Neen,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN.. 159 „ Neen, Medeburgers! dat eer de. zee onze „ kosfbaare dijken verwoeste, en door haare gol,, ven ons noodzaake een ander verblijf optezoe- ken; dat eer het geweld en overheerfching een einde, maake aan ons beftaan, dan dat wij tot zulke gruwelen de hand leenen. Gij zult ook, dit vertrouwen wij, met ons in deze gevoelens inftemmen, en door het „ geven der nodige inftructien aan de Ministers te Parijs zorgen, dat de vrijheid en onaf,, hanglijkheid der zeven Vereenigde. Gewesten „ ongefchonden blijven ; dat Walcheren en Zuid' Beveland niet worden gedenembreerd van de „ overige leden dezer Provintie en van het Eohd- genootfehap. „ Wij bezweeren u bij de heilige banden der ,, Unie van Utrecht, bij het bloed onzer braave „ voorouderen, bij den godsdienst, dien wij be,, lijden: wij bezweeren die van Holland, onzen oudften bondgenoot, wiens vrijheid en onaf,, hanglijkheid, zonder den heldenmoed der oude „ Zeeuwen, nimmer ontlooken en gevestigd war ,, re; wij bezweeren denzelven bij de Unie, ,, die onze beide Provintien meer dan twee eeuwen gelukkig verbindt, om toch niets on„ beproefd te laaten, al ware het door een ad- dres of expresfe commisfie aan de geheele ,, Nationaale Conventie in Frankrijk, ten einde s, de conclufie van dit voordel, met alle magt ,, aftewijzen en te verhinderen» God,  I6b • GESCHIEDENIS dek. NEDERLANDEN. God, Nederlandsen eenige Redder, boezems ?, ulieden daartoe de nodige wijsheid, moed en beleid in, en verijdele, zo als Hij meermaaa, len deed, de maatregelen der geenen, die „ onzjen ondergang begeeren! „ Wij althans verklaaren plegtig, voor het oog van het alziend Opperwezen en der gea, heele waereld, dat, bijaldien onverhoopt, in „ weerwil dezer en meer andere gronden, die wij zouden kunnen aanvoeren, eene conclufie genomen wierd, ingevolge het voordel, en „ dus de eilanden van Walcheren en Zuid„ Beveland, zouden worden gedeld onder Franscfi Bewind, om eindelijk te volgen het lot der Belgifche Provintien; wij ons voor het tegenwoordig en toekomend gedacht, onfchuldig „ houden van alle de verwarringen, jammeren „ en nadeelen, die onfchuldige medeburgeren ,, over het hoofd hangen, en dat wij ons in s, zodanig geval ontdagen rekenen van alle verbindtenisfen en engagementen, tot fournisfement ,, onzer quota's in de gemeene lasten, en fpeciaal ,, in de petitie van tien millioenen; waarin door onze Gedeputeerden, op onze approbatie, „ was aangenomen eene fomma van twee tonnen ,, gouds, binnen drie maanden te fourneeren. Maar wij hebben reden, om van ulieden „ beter gevoelens te wagten. Uwe misfive geeft „ 'er ons alle hoop op. En dit zal ons onze „ poogingen doen verdubbelen, om alles opte- zet-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. l0-r ,% zetten tot gemcenfchappelijk behoud des va„ derlands. ,, Eindelijk, Medeburgers! laat toch de cap.tulatie tusfehen den Franfchen Generaal en de Gedeputeerden dezer Provintie, ten voordeele der ingezetenen plechtig gefloten, en waarvan zelf, in cas van duisterheid, de uit,, leg ten voordeele van dezelve ingezetenen moet gefchieden, haar kragt behouden voor de geheele Provintie, in alle haare deelen. Dit vordert de eer en "het fyftema der Franfche Natie, het belang onzer ingezetenen, de glorie van Nederland." Kort daarop werd de volgende Alliantie tusfehen de Franfche en Bataaffche Republiek gellooten. Alliantie-Tra&aat tusfehen de Franfche en Bataaffche Republiek, 16 Mal 1795. De Franfche Republiek en de Republiek ,, der Vereenigde Nederlanden, door hetzelfde y, grondbeginfel bezield, om aan den oorlog, die zelve tot nog toe verdeelde, een einde te maaken, en door eene ^gerechte verdeeling en fchadeloosftelling, en wederzijdfche voordeelen, het kwaad, daardoor veroorzaakt, te herftellen,en door eene eeuwigduurende Alliantie, „ op de belangen der beide Natiën gegrond, zich te verëenigen, hebben tot eene eindelijke „ handeling van dit groot ontwerp, met voorbehoud van de ratificatie van de Nationaale IV. deel. L „ Coil- Alüïtnie der Franfche fflut XtBataaffebt Republiek.  ïöa GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN.- Conventie en der Staaten - Generaal der Ver* „ eenigde Nederlanden, benoemd, te weeten: - De Franfche Republiek, de Burgers Rew„ bell en Sieyes , Vertegenwoordigers des „ Volks. En ,, De Republiek der Zeven Vereenigde Nes, der landen, de Burgers Paulus, Lesteve- non, Pous en Huber, Leden van de Ver„ gadering der Staaten Generaal, dewelke, na ,, het uitwisfelen der beiderzijdfche Volmag- ten,* de volgende articulen gearresteerd heb- ben. 1. ,, De Franfche Republiek erkent de Republick der vereenigde Provintien voor een „ vrije onafhanglijke Mogendheid, en guarandeert aan dezelve haare vrijheid en onaf- „ hanglijkheid, en de affchaffing van het Stad- ,, houderfchap, door de Staaten • Generaal, en door elke Provintie in het bijzonder gedecre- ,, teerd. 2. „ Er zal ten eeuwigen dage tusfehen de twee Republieken, die van Frankrijk en der ,, vereenigde Provintien, vrede, vriendfehap en ,, goede verftandhouding zijn. 3. ,, Er zal tusfehen de twee Republieken „ tot aan het einde van den oorlog, eene of- en defenfive Alliantie plaats hebben, tegen alle derzelver vijanden zonder uitzondering. . 4. ,, , Deze of- en defenfive Alliantie zal „ altijd plaats hebben tegens Engeland, in alle  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. t6% ,, gevallen, dat eene der beide Republieken ,, met hetzelve in oorlog zal zijn. 5. „ Geene der beide Republieken zal noch „ vrede, noch verbond kunnen maaken met ,, Engeland, zonder medewerking en toeitemming der andere Republiek. 6. ,, De Franfche Republiek zal geen vreii de kunnen maaken met eenige der andere „ gecoalifeerde Mogendheden, zonder in dezelve „ de Republiek der zeven vereenigde Provin„ tien te doen begrijpen. 7. „ De Republiek der vereenigde Provirt91 tien■> 23.1, geduurende dezen oorlog, voor haaf „ contingent voor dezen veldtogt leveren * twaalf fchepen van oorlog en agttien fregatten, om voornamelijk geëmploijeerd te wor4, den in de Duitfche Noord- en Oost-zees „ Deze magt zal voor den volgenden veldtogt „ vermeerderd worden, indien die plaats zal >, hebben; daarenboven zal de Republiek def „ vereenigde Provintien, in gevalle dezelve daar„ toe gerequireerd wordt, de helft haarer land,, troepen, welke zij op de been heeft, leve„ ren. 8. „De land- en zeemagt der Vereenigde Nederlanden, die expresfelijk beltemd zijn om met die der Franfche Republiek te agee* „ ren, zullen onder de orders ftaan van Franfche Bevelhebbers. L 3 9. „ De  iö4 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 9. „Da gecombineerde militaire operatien, „ zullen gefchikt worden door de beide Gou,; vernementen, en ten dien einde, zal een ,, Gedeputeerde van de Staaten Generaal fesfie en delibereerende ftem hebben in het Fransch s, Committé met die directie belast. 10. ,, De Republiek der vereenigde Provin„ tien keert van dit oogenblik in het bezit ,, terug van haare Marine, van haare magazij- nen, zoo der land- als zeemagt, en van dat gedeelte haarer artillerie, waar over de Franfche Republiek niet heeft gedisponeerd. 11. „ De Franfche Republiek geeft op ge,, lijke wijze, en van dit oogenblik af, aan de ,, Republiek der vereenigde Provintien terug, „ al het Territoir, Landen en Steden, uit„ maakende een gedeelte, of afhanglijk van de ,, vereenigde Provintien, behoudens de referves „ en uitzonderingen, in de hier na volgende artikelen begreepen. 12. ,, Döor de Franfche Republiek worden „ als eene billijke fchadeloosftelling van de geconquesteerde, en volgens het voorig artikei te restituëercn, Steden en Landen uitgegezonderd. 1. „ Staats-Vlaanderen, daar onder begree„ pen al het Territoir, welk aan de linker- zijde der Hond of Westerfchelde ligt.. 3. Maastricht, Venlo, en derzelver af„ hanglijkheden, gelijk ook de andere ingefloo- „ ten  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 165 ,, ten Landen en Bezittingen der vereenigde ,, Provintien, ten zuiden van Venlo gelegen, ,, zo aan den eenen als den anderen kant der Maaze. 13. ,, In de Stad en Haven van Vlisfingen zal bij uitfluiting een Framch guarnifoen liggen, zo wel in vrede als in oorlog, tot dat daar over op eene andere wijze tus- ,, fchen de twee Natiën zal overeengekomen zijn. 14. ,, De Haven van Vlhjingen zal gemeen „ zijn aan beide Natiën, met vollen vrijdom. „ Derzelver gebruik zal ondergefehikt zijn aan een Reglement, tusfehen de gecontracteerde partijen overeengekomen, het welk als een fupplement aan het tegenwoordig tractaat zal ge,, hecht worden. 15. ,, Ingevalle van vijandelijkheid van de zijde van eenigerhande Mogendheid, welke, het zij de Republiek der vereenigde Provin- „ tien of de Franfche Republiek mogt attaquëeren, aan den kant des Rhijns of van „ Zeeland, zal het Franfche Gouvernement „ Fransch guarnifoen mogen leggen in de vestingen van 'j Bosch, Grave en Bergen op Zoom. 16. ,, Bij den generaalen vrede zal de Frait' fche Republiek van de geconquesteerde en ,, aan Frankrijk verbleven Landen, aan de „ Republiek der vereenigde Provintien afftaan, zodanige Hukken Territoir, als in oppervlakte „ egaal zullen zijn aan die, volgens art. ia» L 3 »> S£*  ?64 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ gereferveerd worden; welke ftukken Terri„ toir zullen gekoozen worden in de bekwaamde „ ligging voor de beste affcheiding der weder^ zijdfche grenzen. 17, „ De Franfche Republiek zal voortgaan „ om met een bepaald, tusfehen de twee Na„ tien overeengekomen getal van troepen, al„ leen geduurende den tegenwoordigen oorlog, „ die plaatfen en pofitien te bezetten, welke „ het nuttig zal zijn ter verdediging van het ,, Land te bewaaren, i3. De fcheepvaart op den Rhijn, de „ Maas, de Schelde, de Hond en alle derzelver ,, takken tot aan de zee, zal vrij zijn voor „ beide de Natiën, de Franfchen en de Ba„ taaffche. De Franfche fchepen en die der „ vereenigde Provintien, zullen 'er zonder on„ derfcheid, en op dezelfde conditiën ontvangen worden. 19. ,, De Franfche Republiek Iaat aan de „ Republiek der vereenigde Provintien over, „ alle die vaste goederen van het huis van Oranje, gelijk ook zulke roerende goederen a, en méubilen, waarover de Franfche Repu„ bliek oordeefen zal niet te moeten dispo„ neeren. ao, „ De Republiek der vereenigde Provin. tien, zal aan de Franfche Republiek tot „ fchadeloosilelling en vergoeding van de kos„ ten des oorlogs , betaalen. honderd Millioenen „ Gul-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 167 Guldens hollands courant geld, 't zij in klin„ kende fpecie, 't zij in goede buitenlandfche „ wisfelbrieven, volgens de wijze van betaaling, tusfehen de beide Republieken bepaald. 2.1. „ De Franfche Republiek zal bij de ,, Mogendheden, met welke zij in het geval „ zal zijn om te handelen, haare goede dien„ ften aanwenden, om aan de Ingezetenen der ,, Bataaffche Republiek de geldfommen te doen ,, betaalen, welke zij hun wegens directe nego„ tien voor den tegenwoordigen oorlog met de- zelve Regeeringen gedaan, fchuldig zijn. 22. ,, De Republiek der vereenigde Neder„ landen verbindt zich, om aan geen Franfchen „ Emigrant eene fchuilplaats te vergunnen; — insgelijks zal de Franfche Natie geene ver„ blijfplaats aan oranje - gezinde Emigranten ge„ ven. 23. ,, Het tegenwoordig verbond zal geen „ kragt hebben, voor dat het door de con,, tracteerende partijen zal geratificeerd zijn y en zullen de Ratificatien binnen den tijd van „ twee decaden (20 dagen), van heden af te ,, rekenen, of eerder, indien het mogelijk is-» te Parijs uitgewisfeld worden. „ Tot nakoming van al het geene voor,, fchreven is, hebben wij ondergeteekenden Reprefentanten van het Franfche Volk, era wij ondergeteekenden leden van de Vergadering der Hoog Mogende Heeren Staaten GeL 4 „ as  ïóS GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Reglement omtrent bet gebruik der Haven van Viiifi>'£in, „ neraal uit kragte van onze refpective Volmagten, dit verbond van Vrede , Vriendfchap en Alliantie geteekend, en onze zegels ,, daaraan gehecht." Gedaan in den Haage den zeven en twintigfte Floreal, het derde jaar der Franfche Republiek, den iö Meij 1795. Q/lcycj. ^W. J^&i tevenon , CL- S.) & ZMatLu, ÏPow, (L. SO REGLEMENT. Ten einde het gebruik der haven van Vlisfingen , ingevolge het veertiende Artijkel van het Tractaat van Vrede en Alliantie van den 27 Floreal, het derde jaar der Franfche Republiek, den 16 Meij 1795, tusfehen het Fran> Ïcht-Gemeenebest, en dat der verëenis- O de Provintien geflooten. Art. r. De beide, zo wel de Franfche als Bataaf„ fche Natiën, zullen zich op gelijke wijze van ,j de Haven en het Dok van Vlisfingen, tot ,j het bouwen, kalfaten en uitrusten van der„ zeiver fchepen, bedienen. a. Elk  Alliantie der Pra»fche met de JJalaaische Repuliliels, p'eilotenden ib" Mei 1705. bi. ii)8 .   GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. tfy 3. „ Elk der beide Natiën zal daar afzon„ derlijke afgefcheidene en eigene Arfenaalen, „ Magazijnen, Werven en Werklieden heb„ ben. 3. „ Ten einde van nu aan de Franfche „ Natie gemeenfchappelijk in de voordeelen van „ de Haven van Vlisfingen te doen deelen, zal „ het Gemeenebest der verëenigde Provintien „ aan dezelve het gebouw op het Dok, 't welk „ tot een magazijn voor de Oost - Indifche Com„ pagnie dient, afftaan; als ook zal het aan' „ dezelve bovendien den nodigen grond inrui- men, ten einde daarop Scheepstimmer-werven „ en Arfenaalen aanteleggen: en tot zo lang „ dezelve in ftaat zijn, om daarvan het gebruik „ te kunnen maaken, zal het aan dezelve de „ Scheepstimmer-werven, welke thans werke'„ lijk daar beftaan, tot derzelver behoeven „ overlaaten. ' 4. „ Wat het bezigen van verdere Erven en het oprichten van Gebouwen betreft, welke , ieder der beide Natiën in de Havens en het ], Dok van Vlisfingen nodig oordeelt, ten „ einde derzelver eigene Magazijnen, Arfenaalen en Werven te vergrooten, of nieuwe aan te " leggen, zullen de kosten der vernieuwing of „ vergrootingen van de gezegde Arfenaalen, , Magazijnen en Werven, als mede de uitgaven, welke het bouwen, kalfaten en uitrusten ]] der refpective fchepen, met alles wat daartoe L 5 „ be-  170 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ behoort, vereisfchen, ten laste van iedere bijzondere Natie komen. 5. „ De onkosten der nodige reparatien aan „ de Haven, 't Dok en de Kaaijen, daar de- zen ten gemeenen voordeele van beide Natiën „ (trekken, zullen ook ten laste der beide Gouvernementen komen: deze reparatien zul„ len bepaald geordonneerd en beftierd worden „ doör de directie der vereenigde Provintien, „ terwijl men die van het Franfche Gemeene„ best alleen zal verwittigen van de verbete„ ringen, welke "er vereischt worden, en de „ laastgemelde zich zal bepaalen, wanneer de„ zelve werklijk voltooid zijn tot het confta,, teeren daarvan, en het overzenden van een „ proces verbaal dienaangaande aan het Fran„ fche Gouvernement, met bijvoeging van een „ ftaat der onkosten, ten einde 'er dus terftond in de terug gave van de helft der voorzegde 5, uitgaven voorzien worde. 6. „ Men is overeengekoomen, dat geen der „ beide Natiën in deze Haven, noch Admiraal„ fchip, noch Wagtfchip leggen zal. 7. ,, In alle gevallen, wanneer 'er eenige „ gefchillen, betreffende de uitvoering van dit „ Reglement, ontftaan mogten, die niet in der „ minne konden bijgelegd worden, zullen deze „ door vijf te benoemen Scheidsmannen beilist „ worden, te weeten, twee van de FranJc/te, a, en twee van de Bataaffche directie verkoo- ,r zen, .  ,-ESCHIEDENIS der NEDERLANDEN.' 171 ,, zen, waar bij ieder der beide directien nog „ een onzijdigen perfoon zal voegen, Wanneer „ het de tusfehen deze beide verkoozene on- zijdigen beflisfen moet, wie van beide de ,, vijfde zijn zal. „ Dit Reglement zal volgens deszelfs vorm „ en inhoud ten uitvoer gebragt worden, als „ uitmaakende een gedeelte van het veertiende „ Artijkel, van het Tractaat van Vrede en „ Alliantie, heden tusfehen het Franfche Ge„ meenebest, en dat der vereenigde Nederlan„ den tot ftand gebragt. „ Aldus gedaan in den Haage, den fi7 Flo,, real, het derde Jaar der Franfche Republiek» „ 16 Meij 1795." £ftewif,ii} fïPau/tts f GlPie-y.es. tyV. *y£ J^ettev-enon } Zfëuêer. (L. S.) ,, In den Haage, den 27 Floreal, het derde „ jaar der ééne en onverdeelbaare .Franfche „ Republiek, den 16 Meij 1795. (O. S.) De Gevólmagtigden tot het fluiten van een Tractaat van Vrede en Alliantie, tusfehen ,, het Franfche Gemeenebest, en dat der ver„ è'enigde Provintien, het tijdftip tot teekenen daar zijnde, hebben die van het Gemeene- ,, best Nadervoot» el.  17* GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ best der vereenigde Provintien gevraagd, d»t men in hetzelve zouden invoegen, een Artij„ kei, het welke guarandeerde. i. Aan alle crediteuren der Inwooneren der Landen, welken Frankrijk zich heeft voof,, behouden, de betaaling der fommen in gel„ den, coers hebbende, op dato van den tijtel „ hunner in te vorderen penningen. 3. ,, Aan de Inwooneren dcrzelfde Landen, de magt, om zich met hunne wooning en }, goederen naar elders te begeven, of daarover te befchikken, zo als zij het zullen voegzaam 3j oordeelen. „ Hierop is geantwoord, dat, daar deze onderwerpen niet gefchikt waren, om gevoegd „ te worden in het Tractaat, het welk thans „ ter teekening gereed lag, naardien dezelve „ veeleer tot wetgeving, dan tot eenige ftaat,, kundige betrekkingen behoorden; dan, terwijl „ het echter erkend werd, dat dezelven van een wezenlijk belang waren, is men daaromtrent overeengekomen, dat dezelve zoude in orde gebragt worden, gelijk zij in .orde „ gebragt zijn bij deze, en dat men daarvan „ zoude maaken een dubbel, ten einde hetzelve ter hand te ftellen, aan het Committé van „ Algemeen Welzijn, van Finantien en Wet9S geving, welke zullen verzogt worden, daarop „ derzelver aandagt te vestigen, hieromtrent „ een arreté uktebrengen, of een decreet te „ ver-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN* • m „ verzoeken* het welk alle onzerkcrheid ten dezen opzichte uit den wegruimt. (Was geteckent) CL' S.) $ uffiaitiias ZPout , (L. S.) Groot was de vreugde bij veelen in ons! Land, over onze onafhanglijkheid en Alliantie^ met de Franfche Republiek. ] De Gemeenebestgezinde Burger-Sociëteit te Kotter dam, verzogt zelfs bij haar adres aan de. provifioneelë Reprefentanten van 't volk van HoL] land, dat niet alle Ingezetenen zonder onderfcheid, vernligt mogten worden, tot goedmaaking- der ïoo Millioenen, op welke fom de vergoeding der oorlogskosten bepaald was, maar alleen de voornaame en gedecideerde oranje-factie, wier gedrag genoeg getoond had, dat zij hartelijk deel in dien oorlog nam. Doch zeer wijslijk hebben de Vertegenwoordigers des Volks, hier anders over gedagt, wijl nimmer, hoe verfchillend men in het ftaatkundige denken moge, het een Régent of Burger tot misdaad kan gerekend worden, getrouw aan eene bezwooren Conftitutie des Lands te zijn gebleven, al is het dat anderen oordeelden, dat die Conftitutie ftreed, Vrcugdeledrijven orer de gelootenc Aliantie. Verzoek ian de Bur;er-Sociëteite Rotterlam.  174 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Aanmerking ftreed, met de belangen des Vaderlands; neen! het zou aanloopen tegen de grondbeginzelen der Vrijheid, zijn medeburgeren te beroovcn van eene vrijheid van denken, welke men ten fterkfte wil voorftaan. Maar daar dit tijdftip der onafhanglijk verklaaring en Alliantie met de Franfche Republiek, een der gewigtigfte in de gefchiedenisfe van ons Vaderland is en blijven zal, dien ik, volgens mijn plan in het befchrijven der gefchiedenis van ons Land, mijne aanmerkingen medetedeelen. (*) Door (*) Het is waar. veele publieke beöordcelcrs der uitkomende gefchriften in ons Land, laaken zulks, en willen van een Schrijver, dat hij zich beijvert de gebeurtenisfen te boeken, en de beöordceling aaH den Lezer oveitelaate; doch het is te verwonderen, dat die zelfde Recenfenten mijne zes eerfte deelen der gefchiedenis van ons Land, gedrukt bij van den Brink te Utrecht, en waarin ik genoegzaam een dergelijk plan gevolgd heb, in der tijd niet hunne goedkeuring begunftigden, en het nu daarmede overeenkomende laaken, daar immers in het tegenwoordige tijdvak, alwaar men in 't ftaatkundige zo verlchillend denkt, de voorlichting niet onnut, maar zelfs noodzaaklijk is. Doch ik kan hier niet voor bij, de recenfie te beantwoorden van de Schrijvers der Vaderlandfche Bibliotheek C3 Deel N°. 14. bladz; 702.) alwaar die gelichte Schrijvers zeggen, dat de tijtel van mijnWerk moest zijn: Beöordeelend of beredeneerd Gefcbicdverbaal van de voornaamfle gebeurtenisfen in Europa, voornamelijk ook net betrekking tot de vereenigde Nederlanden, van de oorlogsverklaaring der Franfchen aan Engeland en Willem den $de* ttt enz. Een tijtel aan welken ik mijne goedkeuring niet wei-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 175 Door het inneemen van een gedeelte onzes Lands door de Franfchen, en de daarop gevolgde omwenteling in veele gewesten en lieden, verkregen de Franfchen het recht, om dit Land als een met de wapenen overwonnen grond te weigeren kan , wijl dezelve volkomen voldoet aan mijn oogmerk, namelijk om de gefchicdkundige gebeurtenisfen te beöordeelen naar de grondregelen van Menfchenkennis, even als de natuuronderzoeker zulks doet in het Pbyzieke. — In het Pbyzieke zijn de Wetten der Natuur, — eu bij de gefchiedenis de daaden der Menschheid, het onderwerp van beöordeeling voor Schrijvers en Lezers; want een Schrijver behoort niet minder een denkend wezen te zijn, dan een Lezer. Maar wie verwondert zich niet, na dezen opgegeven tijtel, wanneer hij eenige regels verder leest, dat zij, Recenfcnten, liet werk wel zouden goedkeuren, — „ in„ dien de Burger Zillefen zijn oordeel, zijden goed- of afkeu„ ring voor zich gehouden, en alleen de daadzaaken, benevens „ de dasrtoe betrekkelijke ftukken, zijnen Lezeren medegedeeld „ had." Wie dwaalt hier? mag ik geene zaaken beöordeelen, dan was het geen ik fchreef, na die vooifchriften, zonder beoordeeling , immers itrijdig tegens den door hun opgegeven tijtel voor mijn Werk; — en omgekeerd, het werk fchiijvenda naar den tijtel, ver. dient, volgens het zeggen der Recenfentcn,'hetzelve geen goedkeu, ring, en ik worde "berispt, om dat ik het waag.de gebeurtenisfen te beöordeelen. — Is die correctie nu geene contradictie? Befchuldigt men mij van partijdig te fchrijven, het zal vervolgens blijken, dat ik bij de tegenswoordige orde van zaaken zo min een vleier ben van hun die regeeren als van hun die geregeerd worden, en dat met verzaaking van alle partijfchappen, mijne hoofd - bedoeling alleen is, om mede te werken tot het algemeen geluk van mijn Vaderland, eu daarin zal ik altijd de daadzaaken beöordeelen naar de voorkomende veranderde tijdsomftandigheden,  176 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. tc behöuden, —— 0$ hetzelve vrij en onafhanglijk'te verklaaren. In het eerde geval konden zij van hetzelve, als van een vijandlijk land, requifitien vorderen, en contributien eisichen, of ons land als een wingewest in hunne groote Republiek, even als de Belgifche landen en Savoyen, inlijven. Doch de Franfchen kenden den ftaat van ons land te wel, om niet bewust te zijn, dat, indien zij dit land vijandlijk behandelden, zij zich dan, de hun toegedaane Patriottiiche partij, tot vijand zouden maaken, met dit gevolg, dat bij de minfte verandering van oorlogskans dit land zijn oud beftuur herftellen, als voorheen zich aan Engeland verbinden , en de onverzoenbaare vijand der Franfchen worden zou, waardoor zij dan gevaar liepen, hunne aangewonnen Belgifche landen, bij den eerst ontftaanden oorlog weder te verliezen. De inlijving onzer Republiek in die der Franfchen, ftrookte ook niet met der Franfchen belang, om dat zij bet land aanflaande, ook de fchulden daarvan gehouden waren te voldoen, en hier zouden de - * Franfchen veel bij verlooren hebben; want ware dit land bij hun ingelijfd, dan zouden zij van hetzelve geen meerdere belastingen kunnen vorderen, dan zij zelf betaalden, en dit doende zouden zij jaarlijks , wegens het kostbaar onderhoud van ons land en 't betaalen van den interest der ftaatsfchulden, geen voordeel daarvan getrokken, maar hetzelve integendeel hun tot een groot bezwaar geftrekt hebben. Aan  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. iff Aan de zijde der Franfchen fchoot derhalvert niet over, dan de Bataaffche Republiek onafhanglijk te verklaaren, mits haar de oorlogskosten latende betaalen, en tot eene óf en defenfive A'Üanrie met hun te doen befluiten. Maar nu ontftaat de vraag: daar de' Franfchen met onze Republiek, door de alliantie volkomen hun ttaatkundig oogmerk bereikten, of aan onze zijde, ook even ffaattcuridig gehandeld is, in het geene, dienstbaar kon zijn tot des Volks algemeen geluk? Het onderwerp dezer vraage is zeker allergewigtigst, maar ook niet minder nuttig om onpartijdig beoordeeld te worden; want hoe zeer men de tegenwoordige orde van zaaken mag toegedaan 'wezen, moet een oprecht Vaderlander niet- goedkeuren , dan het geen bij de uitkomst blijkt, met de waare belangen van het Vaderland overeentekomen. Dat het belang van ons, Vaderland, welks yoomaamfte bejlaan de koophandel is, —— vordert, dat wij bij alle buitenlandfche oorlogen onzijdig blijven, is eene waarheid, welke geen tegenfpraak lijdt, om reden, dat de onzijdigheid de goudmijn voor onzen koophandel is, —* daar integendeel de oorlog, 's Lands fi antien uitput, en alle bronnen van welvaard flopt. . Da gelchiedenisfen onzes lands hebben zulks geleerd, en het was een der grootfte bezwaaren tegen het voorig Bewind, dat het door den Stadhou- IV. deel. M der.  .170 GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. derlijken invloed, en rietfluiten van of- en defenfive -alliüntien met het oorlogzuchtig Engeland, onze Republiek in meest alle oorlogen van het vaste land wikkelde. Het geen de patriottifche flaatspartij in die van den Stadhouderlijken aanhang met recht ten allen tijde gelaakt had, moest men dus ook als het allerfchadelijkfte, dat voor de burgerlijke welvaard te bedenken was, voor altijd vermijd hebben. Ik weet wel, men zal zeggen, dat na de omwenteling, alle onze Afgezanten aan de vreemde Hoven last kregen, kennis te geven van de omwenteling, en te declareeren, dat de Republiek genegen was de voorige vriendfchap met hun te onderhouden. ■— Maar ftrookte die betuiging, met het verbranden der voorheen geflootene alliantie met Engeland en Pruisfen ? ja! was 'er, om een onverzoenbaaren haat tusfehen die Hoven en onze Republiek te verwekken , wel een grooter hoon uit te denken ? Was het ftaatkundig, als wij de onzijdigheid zogten, om dan in redevoeringen ter Staatsvergaderinge, en relblutien daarop genomen, het gedrag der Mogendheden, met welken de Republiek de onzijdigheid zogt te onderhouden, in een allerhaatelijkst daglicht te plaatzen? Als particulier burger en menfehenvriend, mag men, ter befchaaming, naar waarheid de ftaatkunde ontmaskeren, maar de Gouvernementen voegt zulks niet, en zij behandelen eikanderen daarom altijd  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. *& 'altijd over en weder, in fchijn, met de grootfte inlchikkelijkheid, ten minfle zo lang zij fchijnvrienden blijven. De waarheid wordt daar gemaskerd , tot dat het zwaerd openbaar uit de fchede getrokken is, dan, en niet eer worden de pennen verfneeden, waarbij ieder zijne daaden tragt te rechtvaardigen. — Om van de Franfchen voor een onafhanglijk volk verklaard te worden, kwam zeker met de belangen der Republiek overeen, wijl wij door de of- en defenfive alliantie met Engeland en Pruisfen,. ftrijdig tegens onze waare belangen, in de coalitie tegens de Franfch.n betrokken waren geweest; maar van die banden ontflagen, vorderde ons ftaatsbelang ook zo onafhanglijk te zijn, dat wij ons geene nieuwe kluisters, al ware dezelve met fluweel bekleed, op nieuw lieten aandoen, en waardoor wij met de Franfchen het zwaard moesten trekken, tegen de met ons eertijds vereenigde Mogendheden. De toeftand van ons Vaderland liet zulks niet toe; want wie, die maar het minfte doorzicht had, kon niet voorzien, dat het roofzuchtig Engeland, welk ten allert tijde den ondergang van onzen koophandel gezogt heeft, loerde op de toen voor zich gunftige oogenbükken, om door zijne geduchte zeemagt, (eene zeemagt, genoegzaam om geheel Europa ter zee te beoorlogen) alle onze buitenlandfche bezittingen te veroveren, ons geheel zeewezen te vernietigen, en dit land, als zijn grootfte medetlinM » ge'r  180 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ger in den koophandel zodanig te vernederen, dat wij magteloos wierden en bleven, om immer in den koophandel eenige mededingende rol op het groot waereld - tooneel met hen te kunnen fpeelen. Dit trotsch Cathago, heeft geene andere bedoeling, dan om alle volken onder zijn koophandel drijvend juk te onderwerpen, en daartoe put hetzelve zijne finantien ut, koopt menfchen tot dien krijg, en onderhoudt de oorlogen van her vaste land , om, volgens der Romeinen grondregel, ye deel en heers, h, alle volken van zijn commerc'ëel belang afhanglijk te maaken. .In deze voor ons Land rampzalige oogmerken, ïs het B itfche Gouvernem nt maar al te wel g Haa rd. En daar deze oogmerken van 't Engel' fchfHof ten dien riide niet ongegrond waren , moest men getracht hebben, zulks met negotiatien, indien mogelijk , voor te komen. Want deel in eenen oorlog reneemen, toen 'slands kas ledig, de marine geheel vervallen en het volk, dat tot den landen zeedienst nodig was, het voorige bewind bleek toegedaan re zijn, was ongeraaden, een oorlog, •welke de takken van den alreeds kwijnenden handel geheel moest doen verdorren, en dat eindelijk met het beloofde contingent aan de Franfchen, eene reeks van voortduurende extra ordinaire belastingen ten gevolge ftond te hebben: belastingen, die veele reprefentative rijkdommen der burgeren meer dan de helft in waarde doen ver-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 181 verminderen, tot verrijking der Agioteurs, waar door het geld uit den omloop raakte, de armkasfen uitgeput werden, en voor den middelftand des volks, die fteunpilaar van den ftaat, alle bronnen van werkzaamheden verftopt werden. Gevolgen, welke de ondervinding heeft doen zien, dat alle uit den oorlog oorfpronglijk zijn geweest. Dus, hoe zeer ook de zaak der vr.jheid allen roem verdiende, had men de grondbeginzelen van ons waar belang nimmer uit het oog moeten verliezen; want al hadden wij ons verbonden, om aan de Franfchen het dubbeld van de bepaalde 100 Millioenen, op billijke termijnen te betaalen, indien de Republiek, volgens haar ftaa sbelang, onzijdig had kunnen blijven, zouden onze Coloniën niet in 'svijands handen gevallen zijn, maar onze koophandel, in plaats van te vervallen, even als bij de andere onzijdige volken, alfchoon meer dan ooit belemmerd, gebloeid hebben; en waarom? de Engeljche goederen verkregen dan over ons land het nodige ver-? tier, en de Franfchen zelve zouden aan niets gebrek hebben geleden, daar zij nu een magteloozen Bondgenoot te befchermen hebben gehad, dien zij bij de laatfte landing der Engelfchen, van den rand zijns ondergangs hebben moeten redden. Indieu men de oude en nieuwe gefchiedenisfen raadpleegt, wat nut hebben dan kleine Republieken M 3 ooit  **a» GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ooit getrokken uit het deel dat zij namen, in den oorlog tusfehen groote en magtige volken? niet anders dan dat zij bij verwisfelende oorlogs - kanfen , een arm uitgeput land aan hunne Overheerfchers na lieten. Vroeg of laat overheeren de groote de kleine volken, die als dan aan den ftaatshemel hun aanwezen verliezen, door ten prooi van den overwinnaar te verftrekken. Ik wil niet als zeker bepaalen, dat zich geene groote zwaarigheden, aan de zijden der oorlogende volken, omtrent onze onzijdigheid, zouden opgedaan hebben; maar heeft men wel, door eene onpartijdige houding, daar al in gedaan wat men kon? Heeft de Franfche invloed, even als voorheen de Enge/fche, niet heimelijk onze raadsbefluiten beftuurd? en hebben de overdreven denkbeelden, en verhitte hartstochten voor de vrijheid, in dien tijd, niet het opperbewind boven de reden gehad? Alle Regeerings - omwentelingen gaan met die zwakheden gepaard, en de nadeelige gevolgen daarvan, worden eerst van achteren ontdekt. '■ De 100 Millioenen aan de Franfchen ten deele voldaan, en op welke jaarlijks nog eenijü Millioenen te betaalen ftaan, hebben met en benevens de requifitien, geleden verlies aan Asfignaaten , gepaard met bet kostbaare onderhoud der Franfche troepen, en deelneeming in den oorlog, in ons land zulken, de burgerlijke welvaard uitmergelende belastingen, veroorzaakt, dat de te-.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 183 tegenswoordïge geflachten de fchade daarvan nirnrner zulten kunnen te boven komen, en dat alles boven en bebalven het provifioneet verlies van Staats Vlaanderen, Maastricht en Venh, met de landen daar onder behoorende, maar waar voorde Republiek, volgens Art. 16. der Alliantie andere landen zal verkrijgen: inmiddels was bet eene porvifioneele fchade, zo als de Zeeuwfche Volk* vertegenswoordigers met eene meesterlijke pen, niet dan naar waarheid, gelijk wij gezien hebben, opgaven, op een tijd toen de Franfchen hunne voorbereidende eisfchen deeden. Ik heb de reden, waarom de Franfchen zo veel eischten en verkregen, in mijne aanmerking op bladz. 92. opgegeven. Het voorig Bewind -was in veel geld te bieden voorgegaan,, en mi diende de Patriottifche partij niet minder te beloven. • De rijkdommen van ons land waren te groot opgegeven, daar wel de helft diei rijkdommen alleen beftaat in Obligatien op ons Land, Colonien van Oost en West, en gele aan'vreemde Mogendheden opgefeboten. Eer papieren rijkdom', enkel op crediet ïteunende-, er waar- van de mindere waarde, gevoegd bij dc geleden verliezen ter zee en te land, wel oj duizend Millioenen gerekend mogen worden Een land welks fïaatsfchulden reeds onbetaal baar, en de vermogendfte Provintie, jaarlijks voor de omwenteling , ruim twee Mlltioerie; ïaeerder uitgave, dan inkomften had., Isdiei M 4, ï°e Verfoor» Landen. j I ►> 1 t  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, toen aan de Franfchen, de op de tegenswoordige manier gekogte onafhanglijk hcid geweigerd, en de inlijving in hunne Republiek verzogt was, kan ik niet vinden, dat onze ftaat hier door verergerd zou zijn geworden ; wam de Franfchen hebben, tot heden, nog maar ééne geforceerde, geldligting nodig gehad, daar bij Hol. la»d, de negende heffing reeds heeft plaats geh d. Hier komt nog bij, dat men dan niet hun in de BJgifche Landen eenen onbelemmerden handel had kunnen drijven, daar men integendeel de in ons land woonende eigenaars der bezittingen van Staats Vlaanderen, daadelijk belet heeft gebruik van hun aldaar te goed hebbend geld of goederen te maaken, door te verbieden, niets van dien, hier in te mogen voeren; intusfchen, dat onze reeds zieltogende zeehandel, nog door Franfche kapers geheel ontrust werd. Ik beken, het tafereel dat ik geteekend heb, is niet bevallig, doch in de volgende tijdvakken bewaarheid geworden, en onze zogenaamde onafhanglijkheid en vrijheid is tot zo een duuren prijs gekogt, dat 'er wel eene drie dubbelde werkzaamheid zal nodig wezen, om ons nieuw fchip van ftaat, overlaaden en zinkende onder zijne ftaatsfchulden, met aanhoudend pompen boven water te houden. — Maar dit neemt niet weg, dat de zaak der vrijheid, de rechten der menschheid, waar voor de groote Franfche Na tie geftreden heeft, altijd achtenswaardig is e„ zal  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 185 zal blijven. Regeeringen, op die fundamenten gebouwd, - hebben flechts eene hervorming in de ontdekte gebreken en misbruiken nodig. De Franfche omwenteling is voor alle vrije volken, bet leerfchool van goed en kw, Mogendheden zal zijn geratificeerd geworden, ,, het welk ten langden in eene maand zal ge- fchieden." Volgens geruchten waren 'er nog geheime articulen bij, welke tot heden niet bekend zijn geworden. Pruisfen trok zich dan hierdoor uit de coalitie, maakte zijne onderdaanen, even als alle onzijdig gebleven volken, en zij, die onder de onzijdige demarcaats - linie vielen, door dezen vrede gelukkig. Een gedrag, dat lof verdiende, en bij welk ftaats •■ fyftema de thans met roem regeerende opvolger van Koning Frederik Willem volhardt. Dit tractaat van vrede met Pruisfen en de Franfchen van 5 April, had zeker tot onze voorlichting kunnen dienen, omtrent onze vervolgens met de Franfchen geflooten alliantie, en levert het fterkst bewijs op, dat, als een groot Koning, die de eerde rol in de coalitie gefpeeld heeft, tot geluk zijnes volks, het Dorlogs-toóneel verlaat, dat dan eene kleine Republiek , welks voornaamlle beftaan de koophandel is, al was het voor geld, had moeten tragten onder de demarcaats-linie betrokken te zijn ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. i9x geworden» Doch de gefchiedenisfen der waereld hebben geleerd , dat bij revolutien, de nieuw aankomende Gouvernementen, even als alle andere menfchen dwalen kunnen. Omwentelingen van Regeeringen gaan meestal gepaard met nadeelige ftaats - fchokken, en de zegepraalende partij, heeft dan gemeenlijk zo veel aandagt nodig met het binnenlandfche Beltuur, en om zichzelve en goede vrienden aan voordeel gevende posten te helpen, dat het niet te verwon* deren is, men de waare buitenlandfehe ftaatsbelangens uit het oog verliest, waardoor dan ook zodanige volken van de eene af hanglijkheid in de andere vervallen. Het zogenaamde diplomatieke is eene ftudie op zichzelve, het volk niet genoeg verligt zijnde, kiest daarom meenigmaalen Reprefentanten, die, hoe zeer de zaak der vrijheid toegedaan, nogthans nooit een voet in de diplomatieke loopbaan gezet hebben gehad, door onkunde in de waare belangens des Vaderlands op een dwaalfpoor komen. Deze vrede van Pruisfen met de Franfchen, was van zeer veel gevolgen op het Duitfche Rijk, aiwaar verfcheide Rijksvorflen zich dien vrede ten nutte maakende, de coalitie verlieten. Doch op de hier over gehoude Rijksvergadering te Regensburg, liet de Keizer niets onbeproefd om de Rijksttanden bij de coalitie te houden, ten hoogfte kakende het gedrag van den Koning van Pruisfen, met opzicht tot der ge Gevolgen van dezen vrede.  103 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Gevolgen van de terugtrekking dei Pruiififibt troepen. gfflooten vrede met de Franfchen. Een vrede die te wenfehen geweest ware, dat door alle de oorlogende Mogendheden getroffen had kunnen worden. Saxen, Hesfen en Wurtenburg, volgden het voorbeeld van Pruisfen. en trokken kort daarna zich mede uit de coalitie, maar meest alle de andere Rijksvorften onderwierpen zich aan den vrede, welken het opperhoofd des rijks op zijn tijd met de Franfchen mogt komen te fluiten. Maar de Engelfchen, zich verrijkende met den buit op de Hollandfche fchepen behaald, of nog te verkrijgen, en meer andere ontwerpen ter bemagtiging onzer Coluniën in de Oost- en Westindien hebbende, befteedden fchatten bij den Keizer, ter voordzetting van den oorlog, zo dat men rekende» dat zij alleen meer dan 100,000 man troepen betaalden ; intusfehén, dat zij door hunne groote zeemagt niet alléén in ftaat waren, hun land, coloniën en fcheepvaard te befchermen, maar den koophandel der onzijdige volken alle mogelijke afbreuk deeden, en als overheerfcher op zee, dezelve aan de onbilbjkfte wetten onderworpen , of anders fchepen en laadingen verbeurt verklaarden. Na den vrede met Pruisfen, en de terugtrekking Imnner troepen uit bet leger der gecoa'Iifeerde Mogendheden, maakte die ontruiming eene geheele verandering in de ftand plaatzen der legers, en waarvan de openkomende vakken door dc  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 193 de Keizerlijke moesten aangevuld worden. Schoon ten dien tijde de Keizerlijke wel groote verfterkingën hadden verkregen, verzwakte hun het terugtrekken der Pruisfifche troepen zodanig, dat zij naauwlijks verweerende wijze het verder indringen der Franfchen konden beletten, die met den regter vleugel hunnes legers tot aan de regter zijde der Moezel, aan den Rhijn-oever gelegerd llonden. In Belgien werden de goederen der Ingezetenen, die uit angst voor het Schrikbewind, ten tijde van Robespierre, de wijk naar Duiischland en Holland genomen hadden, aangellagen om openlijk verkogt te worden, welke daad van geweld de Franfchen in den allergrootften haat bragt bij de Belgen, die, als een bijgeloovig volk, zich al verder door de geestlijkheid tegen hen lieten opzetten. Gelukkig keerden de Franfchen van dezen misftap terug, trokken het decreet van veiling der aangeflagene goederen in, en 't gevolg daarvan was, dat veele uitgeweekene rijke f'amilien daadlijk terug keerden. Ten tijde van het Schrikbewind was die verbeurd verklaaring der goederen van uitgeweekene burgers, meestal ingevoerd ter verrijking van hun, die de hoofden en goede vrienden der heerlchende factie waren. Tijdvakken die ten fchandvlek van het Patriottismus dienden, en waardoor de zaak der vrijheid in het vervolg veel geleden heeft: vlekken van die na- IV. deel. N tuur-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. llitlooper der Fratifcbi Vloot. tuur ontëerden de fchoone grondbeginzelen der leer van de rechten der menschheid, maakten veelen,die in het eerst de Franfche zaak toegedaan waren, tot afvalligen, en veroorzaakten, dat hunne vijanden nu gebreken konden aanwijzen in d» nieuwe ftaatsleer, die aanliepen tegen het geluk der volken, wijl de befchermirfg der eigendommen, het heiligfte pand der burgerlijke vrijheid, dikwijls ten roof-leus verllrekte van verfchillende factiën. Op den i Maart liep 'er eene Franfchrwloot uit Toulon in zee, van 15 fchepen van linie, en 11 fregatten, om het invallen van een convooi graanfehepen uit de zuidelijke Departementen te begunltigen, en na dit oogmerk bereikt te hebben, kwam de Franfche vloot weer binnen : maar andermaal uitgeloopen zijnde, viel hun het Engehch oorlogfchip Berwik van 74 ftukken kanon in handen; doch de Franfche vloot , door een ftorm van een gefcheiden, werden vijf verftrooide fchepen van dezelve, door dertien Engelfche oorlogfchepen aangetast, met dit gevolg , dat na een allerhardnekkigst gevecht-,, twee Franfche fchepen zich aan de Engelfchen .moesten overgeven, doordien het ander gedeelte der Franfche vloot, door ftilte niet kon naderen tot hulp hunner door overmagt aangevallen fchepen. Nooit heeft 'er zeker een oorlog plaats gehad, waarin de Engelfchen gelukkiger ter zee geweest zijn, dan in den tegenwoordigen. De reden is niet verre te zoeken. De  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ■195 De Marine hunner vijanden, was vervallen, daar integendeel de hunne dagelijks aanwies in Merkte, zo dat zij in (laat waren geheele ylooten uit te rusten , enkel van fchepen op hunne vijanden veroverd. — Hierdoor Hout en moedig geworden, beletten zij vervolgens het uitloopen dei Franfchen-, Spaanfche en Hollandfche fchepen, en,voerden hun overheerfchend gezag over alle zeeën. Doch zo ongelukkig als de Franfchen ter zee waren, volgde hun het geluk te land. In{j Italië lagen zij op Spaanfchen bodem, hadden* Fontarabie ontmanteld tot dekking hunner grenzen, en St. Sebastiaan aanmerkelijk verfterkt. Weinig of geen weêrftand werd hun door de Spanjaarden geboden. Eene Natie die, voor ruim twee eeuwen, het ltrijribaarfte volk van Europa was, betoonde nu alien moed, beleid en dapperheid verlooren te hebben. Een blijk welke veranderingen een flap dweepachtig ftaatsbeftuur bij een volk kan veröorzaaken. la 'Parijs woelde de onderliggende partij der Jacobijnen allerfterkst om hunne tegenftanders wederom uit het beduur te krijgen, en het Schrikbewind te herftellen, blijkens het volgende origineele ftuk: De Nationaale Conventie aan het Franfche Folk wegens de gebeur tenisfen van 1 April. „ Wanneer de Nationaale Conventie verklaard,. „ dat zij verdrukt is geworden, is het een blijk Na „ voor De Fran- ben gelukg op de ianjaarm. Onlusten Parijs.  iQó* GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. ,, voor bet Franfche volk, dat zulks niet meer plaats heeft. „ Ja, Burgers! bijna ware de 11 Germinal „ de dagteekening geweest van het uiteinde der 3, nationaale reprefentatie, en der Republiek, ,, deze aanflag was door weinige factiedrijvers ,, gefmeed. Deze organifeerden zedert eenigen „ tijd den opftand en den burger - oorlog; zij gaven den naam van Thermideriaanfche factie, aan de zuivere en moedige meerderheid der ,, Conventie, welke de fchavotten en bastilles „ van het Schrikbewind om ver gerukt, en het „ onverwinnelijk vermogen der rechtvaardigheid en der wijsheid in de plaats heeft gefield. ,, Nooddruft, die maar al te wezenlijk beftond, „ ftrekte der kwaadwilligheid tot voorwendfel; de toevoer der beflaanmiddelen, ter verzor,, ging van Parijs beflemd, onderging hoe lan,, ger hoe meer belemmeringen en hindernisfen, ,, welke verwekt werden door die geenen zel,, ven, die met eenen huichelenden ijver zich „ aanmatigden de Regeering van nalatigheid te ,, befchuldigen. ,, Hunne zendelingen, gehuurd tot het ver,, fpreiden van kommerlijke tijdingen, onder,, 1'chepten door den fchrik de voorraadmiddelen, welke het vertrouwen had doen verkrijgen. De boosdoeners! zij verweten aan de Nationaale „ Conventie, die oogenblikkelijke fchaarsheid, en ,, waren de eenigen die deel hadden aan de inroe- „ Ping  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. *97 ,, ping van het fpook des hongersnoods, akelige „ voorlooper van alle de plaagen die zij bezig waren wederom in requifitie te ftellen. „ Zedert een paar dagen, icheenen 'er be„ weegingen in til; het verleidend goud was „ overal in zwang, en het was niet zeldzaam lieden aantetreffen, die, dik van wijn en „ Asfignaaten, hunne waggelende treden richtten „ naar de Conventie, om haar beftaanmiddelen aftevraagen. In 't eind, na beftookte en met „ veele kosten aangebragte beweegingen, heb„ ben de Schrik- en Koningsgezindheid te zaam verbonden, geheel het masker afgeligt. ,, Aterlingen waren de berokkenaars der opfchudding; verdoolde burgets voegden 'er „ zich onder. De ganfche doldriftige menigte, door haare fpreekers, zich voordoende als man,, nen van den 31 Meij, hebben de wacht der „ Conventie geforceerd, de zaal haarer zitting ,, overftroomd, en door oproerig fchreeuwen, geduurende vier uuren, geheel het zedelijk aanwezen der Conventie verlamd, door haar ,, buiten vermogen te ftellen van te deliberecren, zelfs over hunne eigen behoeften. En ia dit oogenblik, Burgers! nu vijf en „ twintig millioenen menfchen te. vergeefs bin, nen d.eze nmuren naar de afbeelding hunner ., reprefentatie zouden, hebben omgezien, hebben „ de Regeerings - Committés, gelast met op de „ uitvoering der wetten toetezisn, hunne pligN 1 M ten  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ten waarteneemen, en de goede burgeren van Parijs eene leus gegeven, welke door „ derzelver Patriottismus volvaardig is beant,, woord. In alle wijken is de trom geroerd, de alarmklok geluid; geheel Parijs is gewa- pend opgekomen, de dus fchandebjk ver,, drukte Nationaale Reprefentatie heeft het vrije „ hoofd weder opgeftoken, en haare deliberatien „ hebben wederom den toon aangenomen van ,, kalmte, wijsheid en werkkracht, die tot zoda,, nigegewigtige omftandigheden paste: des zagen „ onze vijanden bij het aanbreken van dien dag, en bijkans op deszelfs middag, den tweeden ,, 31 Meij; de vrienden der Republiek hebben in deszelfs uitgang en avondftond, een ander j, 9 Thermidor waargenomen. ,, Konde men wel mistasten, omtrent het oog„ merk der vloekverwanten, wanneer men in de zaamenzweeringen dezelfde menfchen hoorde, „ door een vreemd contrast, verlangen naar hst „ Koningfchap en de Republicainfche Conftitu- tie van 1793, naar brood en de verdwijning ,, der nationaale Cocarde, en te gelijk naar de opening van den tempel .en het hol der Ja- cobijnen? „ Kende men daaromtrent mistasten, wanneer „ de vloekverwanten, om al verder doorteflaan, der Conventie eene wet dorften opdringen ,, om de vrijheid te doen weder bezorgen, als „ aan verdrukte Patriotten , aan hunne oude me-  GESCHIEDENIS . der NEDERLANDEN. 199 medepligtigen, die zedert den 9 Thermidor „ gevangen zaten ? Er bleef hier niet meer overig, dan Robéspierre uit het graf te „ haaien, of liever den troon der tijrannie, ,, dien zij met hem bekleed hadden, weder te „ bezetten met mannen, die door geheel Frank- rijk geacht wierden ftrafwaardig te zijn. Die mannen, hoe zeer befchuldigd, fcheenen, „ zelfs in hunne verdedigings'pleit, nog de Con„ ventie te verdrukken, uit de hoogte van den ,, fpreekftoel, van waar zij nog onlangs decree,, ten, bij duizenden, van uitbanning gaven; 5, die voor hun eene ongenaakbaare verfchansfing „ geworden was, van waar zij ons geduld terg„ den. Zij hadden zich omringd van al den ,, haatelijken trein hunner eigene euveldaaden, en „ der hulp-misdaaden van hunne medeftanders. ,, De nationaale gerechtigheid heeft 'er het hei- ligdom der wetten van gezuiverd; zij heeft hen voor eeuwig uit den boezem der Repu- bliek verbannen. ,, Konde men nog daaromtrent mistasten, wanneer de Conventie in de eisfehen der „ factiedrijvers, dezelfde voorlbellen vond be9> greepen, welke zedert eenigen tijd, als een „ tweedragt-fakkel, door zomraigen van haare leden onder haare deliberatien geworpen, het „ punt waren geworden, rondom, welk zich „ bij hen alle de vijanden der Republiek ver- eenigden? N 4 ,, Nieu-  aoo GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Nieuwe aanfhgen werden 'er beraamd, „ en bijkans onder de ougen van dc Nationaale ,, Conventie uitgevoerd. De hoofden van ver„ fcheiden Reprefentanten werden openlijk ge„ eischt. Een lid der Conventie, die in het hollte van den nagt, zich onder eene zaamen,, fchooling had begeven om 'er de wet te „ doen ontzien, was miskend, gehoond, gefla„ gen, en als gijzelaar gehouden geworden, ,, door een hoop ontzinden. Een ander, was „ hetzelfde bejegend, na dat een fnaphaanfehoot, ,, onder het bereik van den kogel, op hem gc- lost was. De barrieren van Parijs waren „ geflooten, op dat niemand der Reprefentanten den moord ontkomen zou. „ De publieke opinie maakte aan de Conven,, tie de voornaamite autheurs dezer handelin„ gen bekend; zij heeft hen weeten te bereiken „ en te ftraffen, tot zelfs in haare zitbanken. „ De fchuldigen zullen overal opgefpoord en „ geflraft worden, en de gerechtigheid, gelijk ,, de pijl van Willem Teil, niet dan 1'chul„ digen treffende, zal de kinderen des Vader- lands weeten te eeren. „ Meer dan eens, Burgers! befchuldigde uwe „ ftem ons, van tegens de inwendige vijanden, „ welke ons meer fcheenen te belaagen, niet „ die nationaale werkkracht uitteöeffenen, die onze overwinningen op vreemden bodem heeft „ doen voortplanten; wij zullen dat verwijt 55 be-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. aoi beantwoorden met het niet meer te verdie„ nen. De hoofden van zo veele complotten „ zijn in hegtenis, en 'er is aan hunne duistere ,, medeftanders enkel wanhoop en onvermogen ,, overgelaaten. ,, Weder verlevendigd door die maatregelen, „ die het door haar verbeeld volk waardig zijn, zal nu de Nationaale Conventie met nieuwe werkzaamheid den loop haarer wer„ ken weder opvatten: koophandel, finantien, ,, publiek onderwijs, vredestractaaten, organieke „ wetten der Republicainfche Conftitutie van „ 1793, .beftaan-middelen, alles zal voortaan „ in het onderzoek der Vergadering worden opgenomen. De maatftaf der gevaaren zal „ altijd die van haare kloekmoedigheid zijn, „ thans, nu haar gang van alle valftrikken ontheven is, fpreekt zij niet meer van haaren „ post te veriaaten; zij hernieuwt den eed van „ dien vol te houden, en zij legt dien eed af in uwe handen. ,, Deze dag, de revolutie bevestigende, moet „ (trekken tot (laving van het nationaal crediet. ,, De asfignaaten, door het vertrouwen verle„ vendigd, zullen die beftaan - middeien, welken ,, door den fchrik bedolven waren, en welken „ door de nooddruft op de gemeene markten ,, geroepen worden, gemakkelijk verplaatzen. „ Hoe! zoude het nationaal crediet kunnen wan„ kelen, wanneer mede de overwinning aan het N 5 » ?el.  303 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,, zeiven haaren (leun biedt? Het komt u toe, ,, dappere verdedigers van het Vaderland! uwe „ roemrugtige loopbaan te vervolgen; en om ,, u tot heldhaftigheid aantefpooren , kunnen ,, wij niet dan uwe eigen voorbeelden u voor ,, oogen houden. Fransch Volk! de Nationaale Conventie, ,, fterk door uwe onderfteuning, zal haare ver„ bindtenisfen weeten te vervullen, alle de fac,, tiën te verdelgen, alle de wonden te heelen, alle de fmerten te verzagten, de Vrijheid ,, en Gelijkheid te handhaven, in alle nooden te voorzien; en zij twijfelt geejizins of de Departementen der Republiek zullen , om ,, eindelijk der kwaadwilligheid allen voorwend,, fel te beneemen, doof voor de leugenachtige geruchten, welken men zal trachten te ver„ fpreiden, zich in dit oogenblik van gebrek ,, volvaardig betoonen, door het verëenigen ,, hunner edelmoedige poogingen, om aan de in., wooners der groote gemeente, alwaar de nationaale reprefentatie haare zitting houdt, den gantfehen bijftand der broederfchap te ver„ leenen. Fransch Volk! de Nationaale Conventie zal nogmaals de vrugten van alle de „ overwinningen van buiten weeten te verzeke,, ren, en te gelijker tijd, met een onvermoei,, den en fteeds opgeheeven arm, den geenen ,, te bedwingen, die fpreeken mogt van weder oprichting, het zij van den troon der oude J5 «i-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 503 „ tijrannen van Frankrijk, het zij van de fchavotten van het Schrikbewind." (Was geteekend) %J~ai£ht-n Prefident; fuodin; G 2§/,zd} <£. 3\&. tUte-v-d/ie-rc. ^f. Qfcrrcs; Secretaris. Daarop werden in de zitting van den 1.., April de volgende wetten bij de Nationaale Conventie gedecreteerd: Wet, betrekkelijk een attentaat tegens de vrijheid der deliberatien der Nationaale Reprefentatie. De Nationaale Conventie na het raport „ gehoord te hebben van haare Committés van Publiek Welzijn, Algemeene Veiligheid en Militair, decreteert het volgende: Art. 1. „ De Nationaale Conventie verklaart „ aan het Franfche Volk, dat 'er heden atten„ taat geweest is tegens de vrijheid haarer ,, deliberatien. 3. „ Het Committé van Algemeene Veiligheid zal de beftookers van dit attentaat doen agterhaalen, en voor het crimineel tribunaal „ van het Depaitement van Parijs doen bren„ gen." Provifiöneel werd den Generaal Pichegru aan- • Decreeten.  304 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. < ( i Befluiten. < < ( ï ( f f 1 aangefteld tot Generaal en Chef der Nationaale Gardes; en de Volksreprefentanten Barras en Merlin (van Thionville) hem toegevoegd. Verder decreteerde de Nationaale Conventie, 3at de Volksreprefentanten Collot^d'Herbois , Billaud-Varennes, Barrere en Vadier, /an ftonden aan uit het land gezet zouden worlen, en dat de Volksreprefentanten Choulieu, Chales, Tousfidoïre, Huguet, Leonard Bourdon en Ruamps in ftaat van irrest"gefield, terftond naar het kasteel van Ham rvergebragt, en hunne papieren verzegeld zouden vorden. Na het ftipt uitvoeren der genomen decreeten ;an de Nationaale Conventie, werd de rust n Parijs wederom herfteld; doch het gebrek lan brood bij de bakkers bleef nog al voordluuren. Daar ten tijde van het Schrikbewind veelen inrechtvaardig ter dood gebragt, en hunne goeleren verbeurd verklaard waren, zo werd door Ie Nationaale Vergadering het loffelijk befluit ;enomen, om dc naaste bloedverwanten dezer ngelukkige flagtölfers in het bezit der daar bij erlooren goederen te herftellen. In de Vendèe was en bleef de geest van oprand nog heerfchen, 'er vielen aanhoudend evechten voor, waarbij over en weder veel loed geftort werd. Jo-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 205; Joh anno t deed op den 16 April een zeer ampel rapport omtrent de middelen tot herftel r der Asfignaaten, toonende, dat dezelven geen andere waarde hadden dan het vertrouwen , welke eene zaak was, die niet opgedrongen- kon worden, maar dat dit crediet of vertrouwen alleen afhing van de nakoming der overeenkomften door de Natie met particuliere aangegaan. Tot herftel van het crediet oordeelden hij nodig, het verminderen der uitgaven, en het afichaffen van die tallooze menigte Amptenaaren, die door de Republiek bezoldigd werden, en welker getal toereikende zijn zoude, om alle de Staaten van Europa te administreeren; voords toonde hij de noodzaaklijkheid aan, om een exacten ftaat der nationaale goederen op te maaken, met bepaaling der zodanige, die ten onderpand der Asfignaaten moesten ftrekken. Hierop werden 'er verfcheiden decreeten genomen, en uit voorzorg nog voor 3100,000000 Asfignaaten gemaakt, doch met belofte, dat men dan de ftempel verbreeken zoude, en bepaald op wat wijze nationaale goederen voor Asfignaaten ingekogt konden worden. Gelukkig werd 'er op den 18 April weder een groot verraad ontdekt, door een der medepligtigen kort voor de uitvoering geopenbaard. De oproerleus was Vive la Montagne, en hun plan om de Committés van algemeen Welzijn, algemeene Zekerheid, en het Militair Committé te Rapport au J olïan- o t over de isfignaaten. Nieuwverraad.  aofj GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Decreeten deswegens genumen. te omcingelen , de Conventie in het midden van den nagt te doen vergaderen, het in trein voeren van de Conftitutie van 1793 zonder eenige de minde verandering te vraagen, met opgave, welke der gevangenen losgelaaten, en wat voor Reprefentanten in hun plaats gezet moesten worden. Er was een menigte geld, om brandewijn te koopen, uitgedeeld; eenige gendarmes en kannonniers waren van het complot; -— de zaamenzweerders maakten op de hulp van eene compagnie uit de Wijk van den tempel ftaat, — moesten zich van de Telograaph meester maaken, tot het algemeen fein van opftand. Sabels en geweeren waren voor de muitelingen in gereedheid. Een wit laken zou 'er uithangen -in het huis hunner bijeenkomst, en aldaar zouden ook de fcherpen patroonen uitgedeeld worden; verder zouden zij de gevangenis, fen open breeken, voords op de Conventie aanvallen, een gedeelte der Volksvertegenwoordigers om bals brengen, en de winkels uitplunderen. En toen men de aanvoerders van dat complot arresteerde, vond men dezelven van het hoofd tot de voeten gewapend. De Conventie nam daarop de volgende decreeten : 1. Dat de Reprefentanten Cambon, Thuriot, Ruamps, le Vasfeur de la Sarthe, Maignet, Mozes Bayle en Heutz, die zich aan het decreet van arrestatie tegens hen ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ao7 geveld, door de vlugt onttrokken hadden, zich binnen den tijd van 24 uuren na de Publicatie dezes, in zodanige ftad of plaats, waar zij zich ook mogten bevinden, in hegtenis zouden hebben te begeven, op pcene, van naderhand in handen geraakende, te worden gedeporteerd. a. Dat het Tribunal Revolutionair permanent zal bij ven, tot dat het proces van Fouquier Tain vil le, en zijne mede-bcfchuldigden zal zijn afgeloopen. 3. Dat Maribond, Mantaine op ftaande voet zal worden gearresteerd. Enn aanzienlijke burgerwacht bleef onder de wapenen, en. da?rmede werd de rust herfteld. Kort daarna kwam 'er een groote toevoer van graanen met fchepen van Algiers en andere plaatzen, ter vervulling van het gebrek, en waar onder een, zedert eenigen tijd door de Engelfchen in de baai van Pertnis geblokkeerde kostbaars vloot van 140 fchepen. liet is opmerkelijk, dat, daar 'er zo veele opftanden bij de Fanfchen hebben plaats gehad, tot herftel van het Koningfchap of Schrikbewind, het verraad altijd in tijds ontdekt is geworden, en het beste gedeelte der Natie, zich aanhoudend afkeerig van eene zodanige omwenteling getoond heeft. Opftanden, onderfteund door Engelsch goud, en aangelegd door fortuinzoekers, om door de Regeering zichzelven en hunne goede vrienden gelukkig te maaken. Op Aanmerking;  ao3 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Vrpde met de Cbouam. Op den 23 April werd den vrede met de Chouans geteeketid, en waarbij zij zich verbonden, hun te onderwerpen aan de wetten der eene en onverdeelbaare Republiek, en nimmer tegens dezelve de wapenen te zullen dragen. D aar onder het Schrikbewind, monden en pennen geflooten waren, of zich niet dorften roeren, vond men thans leden ter Nationaale Vergadering, die met de grootfte welfpreekendheid zeiden: „ Men moet alle meeningen vrijelijk laa„ ten uitdrukken, zonder beletzel of agterhou,, denheid. De waarheid is de grondflag van „ elk Gouvernement: zij behoort aan allen: zij „ is een ieders eigendom; het ftaat derhalven' „ een ieder vrij, dezelve te zoeken en publiek „ te maaken. Men vreest voor dwaalingen, „ welker publiciteit fchadelijk zoude kunnen „ zijn; maar de dwaaling is het gevolg van de „ menfchelijke zwakheid; een ieder heeft dan ,, het regt zichzelven ongeftraft te bedriegen. „ Het Gouvernement is dat onfeilbaar? zo men ,, alles wil dirigeeren, alles beöordeelen, alles „ beftuuren, dan zal men niet meer befluuren, „ men zal heerfchen."'' Het. sou mij te verre van mijn bedoeld plan afleiden, indien ik al de merkwaardige discusfien van de Franfche Nationaale Vergaderingen wilde opgeven. De revolutie had zekerlijk de Franfchen fchatten gelds gekost, en de gevlugte vermogen-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 309 gende Edelen en Geestelijken veele comptanten en andere kostbaarheden medegenomen; maar volgens berigt der Committés bedroegen de Nationaale eigendommen meer dan 15000 Millioenen Livrés, -—- hunne legers werden betaald met papier, intusfchen, dat het door de Engelfchen gekogt verraad, telkens door hun ontdekt wordende, het land verrijkte, en de vijandlijke opkoopingen, tot verwekking van hongersnood, hoe nadeelig voor het volk, des niet te min het geld deeden vermeerderen. Neen! een zo vrugtbaaren grond, gelijk de Franfchen bewoonen, kan niet uitgeput worden. De Franfchen konden dus den oorlog uithouden, tegen hunne vijanden, vooral daar zij, aan de overwonnen volken, Asfignaaten in betaaling opdrongen, die vervolgens alle waarde verlooren, —<- hunne nationaale fchuld uitwischten, terwijl zij daarenboven zich verrijkten met de contributiën en requifitiën der Landen, waar zij als vriend of vijand kwamen. Op den 5 Meij werd het doodvonnis over Fonquier Tainville en vijf zijner medepligtigen uitgef roken. In Lyons hadden wederom oproeren plaats gehad, doch die nog gelukkig, fchoon niet dan met ftorting van menfchen bloed, geftuit werden. IV. DEEL. O DER-  DERTIENDE HOOFDSTUK. Binnenlandfche gebeurtenisfen yan den tijd deï maf hanglijk-verklaaring der Bataaffche Republiek, tot het vast feilen eener Nationaale Vergadering. Indien men eenïgzins met aandagt de gebeurtenisfen in dit tijdvak onpartijdig wil beöordeelen, dient men nimmer uit het oog te verliezen, dat Neérlands Patriotten niet eensgezind over de intevoeren Staatsregeling dagten. Eenigen waren aanhangers van een verbeterd Bondlchappelijk Beftuur, en weêr anderen voor een één en onverdeeld Bewind. De eerften waren dus openbaare of heimelijke beftrijders der bijè'enroeping \ eener Nationaale Vergadering, — en de laatften Voorftanders van dezelve. Ja! van daar veele bijzondere gebeurtenisfen in dit tijdvak, welke door zommigen gelaakt, en weder door anderen noodzaaklijk geoordeeld werden, om eene Nationaale Vergadering, gegrond op eene evenredige reprefentatie daar te ftellen. Want hoe zeer ten dien tijde van alle Provintien geene, ■ -dan  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. au dan gemeenebest-gezinden tot de Staats -Collegiè'n gecommitteerd waren; zo was 'er te veel Van het voorig Regeerings-Befluur overgebleven, om niet in dezelfde gebreken te vervallen. Gebreken, te belangrijk, en die zonder herftel de revolutie onvolkomen zouden gemaakt hebbem Is alle magt uit het Volk afkomftig? en maakte dit grondbeginzel eene evenredige reprefentatie noodzaaklijk ? dan was het niet genoeg, dat zulks in ieder Gewest ingevoerd wierd. Neen! in het voorheen provinciaal ftemmen had mede de grootfte onevenredigheid plaats, wijl zouder aanfchouw van meerdere of mindere volkrijkheid en betaaling van ongelijke lasten, nogthans de ftem van het kleinfte Gewest, bij H. H. Mog. zo veel gold, als die van de vermogendfte Provintie. Doch daar in alle; tijdvakken het eigenbelang de grootfte drijfveer van 's menfchen daaden is geweest, kon het niet misfen, of zulks moest in de ftaatkundige bedrijven niet minder blijkbaar zijn. De ongelijkheid in dezen te herftellen, was voordeelig voor de groote, maar nadeelig voor de kleinfte Gewesten; en hoe zeer alle gemeenebest-gezinden wel verpb'gt waren, getrouw aan de grondbeginzelen van de Rechten der Menschheid te blijven, het eigenbelang fpeelde in het openbaar of geheim, de hoofdrol, en iedere ftad, plaats of gewest, hield zijn ten onrechte verkregen voordeel^ van verdeelde fouverainitek, Os zo  fcx& GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN» zo lang vast als mogelijk was; te meer, daar" inen wel voorzien kon, dat eenheid van beftuur, en inëenfmelting van ftaatsfchulden, eene invoering van algemeene lasten ten gevolge moest hebben, en waarbij zommige, zedert de Unie van Utrecht, in het Bondfchappelijk Keftuur, te min betaald hebbende Gewesten, hun interest niet vonden» Doch daar zich in dit tijdvak zo veele verfchillende gebeurtenisfen opdoen, die, indien wij ons flipt aan de tijdorde binden, aanleiding tot verwarring van denkbeelden zouden geven, zö zal ik mij eerst bepaalen tot de voornaame bijzonderheden in ieder Gewest voorgevallen, geduurende dit loopende jaar. — Dan, ten tweeden, tot het voorgevallene bij het algemeen Staatsbeftuur; en ten derden, tot de debatten over de Nationaale Vergadering, en waarvan men de vastftelling eerst rekenen kan op 30 December te zijn gefchied. In Gelderland, eene Provintie verdeeld in de drie Kwartieren, Nymegen, Veluys, (of Arnhem) en Graaffchap Zutphen, ontftonden uit die verdeeling, al daadelijk gefchillen tusfehen deze Kwartieren, want daar betaalt van ioo Gis. in de provinciaale lasten. Het Kwartier van Nymegen . 46:19: 5 *- "' —■ '•- Zutphen . 21:18:5a ƒ xoo; —: — Ny-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. «15 Nymegen oordeelde niet meer hier in te kunnen betaalen, dan een derde; alzo uit eer» Borderel, behoorende tot Kwartiers lasten en inkomften over den jaare 1794, blijkt, dat de ordinaris generaliteits lasten voer den jaare 1794 zouden hebben bedragen . 5^3434- 8:7§ De extra ordinaire generaliteits lasten , • 605255:— :s| Voorts de domeftique en Kwartiers lasten . . 306167:10:8_ Dus uitgave in 1794 • f M%A^<19'$ Waar tegens de inkomften over 1794 zouden bedragen hebben , * * 710516: 1: SS Te kort , ƒ 724340:17:14 Zeggende het Kwartier van, Nymegen in deszelfs genomen ref. van 19. Julij, *795> „ En daarbij, in overweging zijnde genomen, dat, van het oogenblik dat ons Gemeenebest onder het voorig Regeerings-Beftuur in een ,, rampzaligen oorlog is gefteept, de nnantiën „ door aanhoudende geldverfpillingen zodanig 3, zijn uitgemergeld, dat men door den drin? genden nood gedwongen wordt, zonder, verwijl, „ de beste middelen aantegrijpen om de kwartiers „ kasfa op de prompfte en fpoedigfte wijze van penningen te voorzien.;, te meer, daar„ alle omftandigheden, zo binnen als. buiten,. SJ het doen van opofferingen verëisfchen, tot 3A oudejfchraging van het lieve. Vaderland% en,  *f# GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ bewaaring van 'de pas herkreegene dierbaare Vrijheid en onafhanglijkheid, ,, Voorts rer deliberatie gebragt zijnde, het „ Placaat op de heffingen van den honderden „ penning, gearrefieerd den 5 September 1794, ,, met de daarbij geconcipieerde veranderingen. „ Is goedgevonden en verdaan te confentee„ ren in het ligten van eenen vijftigden penning „ binnen dit Kwartier, bij wege van eene geforceerde negotiaqe , en dus van twee per,, cent. van ieders bezittingen, tegens eenen „ jaarlijkfchen interest van drie percent: onder „ approbatie nogthans van de Burger Commit„ tenten der deden Thiel, Bommel, Over Betuwe, Maas en Waal, Neder - Betuwe, Thiel. „ rewaard en Bommelrewaard, en van die „ geenen, die intusfchen, door oproeping des „ Volks als Vertegenwoordigers binnen de dad „ Nymegen mogten worden aangedeld, intebrengen op de aandaande Kwartiers - Vergadering, die ter occafie van den Landdag binnen Zutphen daat gehouden te worden. „ Op het geproponeerde door den Magiftraat „ der dad Nymegen, dat, bij aldien eene ,, geforceerde negotiatie zal worden gedatuëerd, „ en van de opgefchotene capitaalen een jaar„ lijkfchen interest, men vooraf behoort zeker te zijn, dat die interesfen uit kwartiersfondfen zullen kunnen worden betaald, dewijl anderzins nieuwe belastingen tot dip* „ port  GESCHIEDENIS dbr NEDERLANDEN^ port der renten zouden moeten worden ge„ vorderd, waardoor de hoofdfom der lasten-. „ grootelijks vermeerdert, en eenen voortduuren„ den last op de fchouderen der Ingezetenen ge„ legd zoude worden, 't geen zo veel mogelijk, , behoort te worden vermijd, en dat gemelde „ Magiftraat daarom eene heffing van den 5often penning, zonder betaaling van interesfen, ,, boven eene geforceerde negotiatie zoude oor„ deelen praeferabel te zijn. „ Is goedgevonden en verftaan met inhaefie „ van 's Kwartiers refolutie van 30 Maij laatst„ leeden, aan de ordinaire Gedeputeerden te „ verzoeken en te auctorifeeren, ten dien einde „ te doen opmaaken, een ftaat van 's Kwartiers. „ finantie, om te weeten, hoe veel de jaarlijk„ fche inkomften van hetzelve zijn, en wat daar tegens zo aan interesfen, lijfrenten, ton„ tines, tractemènten, als anders, ftedig in uit9, gaave komt: als mede om optegeven, wat het , Kwartier omtrent het een of ander, mitsgaders , op de petitiën ten agteren is, en hoe veel nu „ wederom in de honderd Millioenen en andere petitiën zal moeten betaalen. . ■ Waarmede het Kwartier op lieden is gefchei„ den." Ter ordonnantie van de Volksvertegenwoordigers des Kwartiers, van Nymegen. getekend) £ ^ $,tci,m O 4  9X5 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Hoe het met de finantie van Gelderland gefield was, bleek uit deszelfs genomen refolutie van 25 Meij, en daar op gefchreven brief aan H. H. Mog. van dien zelfden datum. Staats Hukken. waardig om uit bet reces des Kwartiers van Nymegen over te neemen. Saturdag den a$ Maij 1795. „ Gp het geproponeerde door de ordinaris „ Gedeputeerden ter Vergaderinge gedaan, dat „ door het tweede Bataitlon van Weideren, en >, dc ox eene Compagnie Arteleristen, beiden op „ de repartitie dezes Kwartiers geadfigneerd, op, ,, het ernftigfte om betaalingen was verzogt, „ tot voorkooming van eene volflagen muiterijs „ van het gemelde corps; en teffens gelet zijn, „ de, dat het Kwartier zich buiten ftaat bevindt ii om oogenblikkelijk eenig furnisfement van. penningen te doen, is goedgevonden Hun „ Hoog Mogenden dezen gedelabreerden toeftand „ voor te draagen, en te verzoeken, dat, door. „ het voorfchieten van eenige penningen, den „ uitecften nood, waartoe die ter dezer repartitie „ ftaande Militairen gebragt zijn, moge wor„ den voorgekoomen, bij dc volgende Misft. ve:" gelijkheid, vrijheid, broederschap 1 a3 Maij i7%. Hoog Mogende Heer en ! „ Daar U Hoog Mogenden door het Com„ mitté tot de algemeene zaaken van het Bond- » ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ai? ,, genootfchap te Lande reeds zijn geïnformeerd, a, hoe zeer het Kwartier van Nymegen uit hoof„ de des oorlogs en andere rampfpoeden, die „ hetzelve boven de overige gedeelten van ons s, dierbaar Vaderland, door de jongde gebeurte,, nisfen hebben gedrukt, en als nog ten hoogden drukken, in derzelver finantie is ,, gekrenkt, achten wij het onnodig daarvan een „ ampel detail bij dezen te doen: vooral wan-: neer U Hoog Mog. als op den i Novem„ ber des gepa feerden jaars hebben ontvangen ,, gehad, eene Misfive van den geweezen Raad „ van Staaten, ten geleide van twee Misfives, ,, door ons aan gemelden Raad gefchreven, refpective den 13 en 20 October daar te voo-? ,, ren, en waar bij wij in het breede kennisfe ,, hebben gegeven, hoe door de i omftandighe« den, waarin toenmaals het Kwartier, zo door ,, de plunderingen van een groot gedeelte van „ het platte land, door het roofziek leger van „ eenen Bondgenoot, als door de aannadering, j, van een ander magtig en alles overwinnend ,, leger was gebragt, wij ons buiten daat be,, vonden, om voor het tegenwoordige, en zo, „ lang die omdandigheden voortduurden, eenige „ betaaling te doen op extra ordinaire petitiën, „ en dat wij de militie, op de repartitie van ,, het Kwartier geadfigneerd , niet verder dan ,, tot den 2 December, toen aanftaande, zouden, „ kunnen voldoen, met verzoek, dai de Raad O 5 „ geen  ■na GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN; „ geene acquiten of acten van verzoek op het Kwartier van Nymegen zoude gelieven afte„ geven, en in de betaalinge der militie, het *» ziï door middel van eene negotiatie, het zij „ op eene andere wijze van Generaliteits wegen te voorzien. i „ Hoe zeer nu ook de gewezen Raad van „ Staaten ons die justitie wel heeft willen doen, „ van te erkenneü, dat wij tot hiertoe in de „ betaalingen op loopende petitiën niet agterlijk „ waren geweest, en ook ligtelijk begreep, dat „ de fituatie van het Kwartier, het continuëeren „ in het opbrengen van deszelfs aandeel in de s, lasten van de Unie, voorliet tegenswoordige 9, zeer moeijelijk, zo niet onmogelijk, zoude ,, maken, heeft de Raad nogthans vermeend „ gehad, niet anders te kunnen doen, dan dezen toeftand ter kennisfe van U Hoog „ Mogenden te brengen, ten einde daaromtrent „ bij U Hoog Mogenden zodanig in voorzien te worden, dat wegens het onbetaald laaten van „ dat gedeelte der militie geene confufie mogte s, ontftaan, en aan het derlcit, het welk aan" $i de quota van Gelderland in de petitie zich 9, voordeed, wierde geremedieerd. „ Onze Misfives wijders door Uwer Hoog-, „ Mogenden Gedeputeerden tot de zaaken van* de finantiën, met en nevens eenige Gecom„ mitteerden uit den Raad van Staaten geëxa9, mincerd, e.n van derzelver bevinding aan fJ u Hoog  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. «ty ,, Hoog Mogenden aan deze Provintie wel gelieven kennisfe te ga ven ; dat U Hoog „ Mogenden de Provintie van Holland bij Mis„ five op den 15 November hadden verzogt, ,, om, onverminderd Uwer Hoog Mogenden re„ folutie van den agtften daar te vooren, ftrek,, kende hoofdzaaklijk, ten einde te beproeven, ,, of niet eene capitaale fomme van het Groot„ brittanniseh Gouvernement tegens recipisfen „ van het Comptoir- Generaal ter leen zoude ,, kunnen worden bekomen, met opzicht tot ons verzoek bij voorfchieting, de troepes ter onzer repartitie, na den 3 December, toen ,, aanftaande, provifioneel ..wel te willen betaas, len, ten ware de Provintie van Gelderland, van gedagten mogte zijn, dat die betaalingen 5, zouden kunnen gefchieden uit een der petitiën tot de legerlasten, aangezien de kas van de ,, Generaliteit buiten ftaat was, om zulke voor„ fchieting te kunnen doen; dan, U Hoog Mogênden is mede bekend, dat de Landfchap van dezen eventuëelen voorllag zich heeft vermeend te moeten excufeeren, alzo op de gedaane petitiën tot de legerlasten reeds zo veele betaalingen waren gefchied, en dat in „ de laatfte tijden der defe;ifie van deze Pro,, vintie, zulke aanzienlijke fommen voor de Generaliteit hadden moeten worden gefurneerd, ,, dat op de quota van Gelderland in de vooiv 9, fchreven petitiën geene andere posten konden „ wor-  b20 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ worden geadfigneerd, met overlaatingen aar* „ U Hoog Mogenden, om tot betaalingen der „ militie ter repartitie dezes Kwartiers, het zij „ dan door het voorfchot van de eene of an„ dere Provintie, het zij door eenig ander „ middel van Generaliteits wegen, zodanige voor„ zieningén te doen, als ten dezen opzichte, in het welk voer eene prompte betaaling diende ,, te worden gezorgd, meest gefchikt en conve, nabel zouden oordeelen. ,, Wij conveniè'eren dan allerdings van ds „ hoogfte noodzaaklijkheid, dat alle fc-hroomer „ lijke gevolgen, welke, door wanbetaaling der „ foldijën, zo voor 's Lands dienst in het ge„ meen, als voor de militie, ter repartitie vaa „ dit Kwartier in het bijzonder, te wagten zijn, „ behooren te worden voorgekomen, en daf „ door eene prompte betaaling alle redenen tof a, misnoegen over de agterlijkheid behooren te ,, worden ontweekea. „ Maar wij moeten daarbij tevens betuigen, „ dat wij ons voor het tegenswoordige buiten „ ftaat bevinden, om die betaalingen, zo als „ wij wel wenschten, oogenblikkelijk op zijnen „ tijd te praesteren, daar zedert het afgaan van „ onze voorfchreven Misfives aan den Raad „ van Staaten de toeftand der finantien van het „ Kwartier niet verbeterd, maar aanmerkelijk „ verergerd is, de In- en Opgezetenen zich v als nog onvermogend bevindende, om ieis  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN.. N ast ten voordeele van het gemeene Land te ,, kunnen furneeren, in zo verre, dat van de è, verpagte en gecollecteerd wordende impofi„ tien geene fommsn van eenig belang in 's lands. i,, comptoiren worden ingebragt, en de gelden uit de comptoiren naar elders geborgen zijni? de geweest, en al nu herwaards getranspor4, teerd, niet eens toereikende zijn om in da allernoodwendigfte uitgaven te voorzien. „ Dezen gedelabreerden toeftand der finantien, „ dan in confideratie genomen zijnde, en daar „ bij gelet op de dringende noodzaaklijkheid * om te voorzien in de betaaling der militie „ ter repartitie dezes Kwartiers, hebben wij onze ordinaris Gedeputeerden wel gelast, bij i5 de twee andere Kwartieren de nodige reprae„ fentatiën te doen, met allerërnftigst verzoek, om ons in dezen momentaneélen nood bij te fpringen, eu dat, daar toch de lasten van ',, de Unie worden aangemerkt als provinciaal „ te zijn aangeilagen, door het voorichieten van eenige penningen de uiterfte nood , „ waarin die ter onzer repartitie ftaande militairen gebragt zijn, moge worden voorgeko^,, men; daar men de twee andere Kwartieren „ thans konde verzekeren, dat het tweede Ba5, taillon van Weideren op het punt ftond van „ te revoltéren, en anderen reeds weigerden te „ dienen, en aan de orders van hunne Officie„ ren openlijk refiftcerden; doch van welke con-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* convenabele fubfidie, bij wijze van leeninge* aan dit Kwartier voortefchieten, voor zodani,, gein tijd, als tot restitutie en vereffening ,, onderling bet gefchiktst zoude bevonden wor„ den, de Kwartieren, immers bet Kwartier van Veluwe, zich hebben geëxcufeerd gehad. Wij worden nu wederom met het begin 9, onzer tegenwoordige Landlijke Vergaderingé »» do°r het voorfcbreven Bataillon van Welde,, ren, op het ernftigfte om betaalingen verss zogt, en hebben om te praeveniëeren het 9, geheel verloop, Zo niet volflagen muiterij van het gemelde corps, onze ordinaris Gej, deputeerden geauctorifeerd, om alle efforts 4, te doen, ten einde een duizend Guldens aan ,, iedere Compagnie van het tweede Bataillon, 9, en dus aan zeven Compagniën van het Re^ „ giment van Weideren te doen geworden, zeven duizend Guldens, mitsgaders aan eene 9, Compagnie Arteleristen een duizend of vijftien honderd Guldens, gelijk dan ook door middel 9, van den Solliciteur Poelman aan iedere Compagnie de gemelde ƒ iooo-:-: reeds zijn ter „ hand gefield: en daar wij verder rondborftig „ moeten declareeren, geene middelen te wee9, ten, om verdere betaaling aan troepes, op ,, dit Kwartier (taande, te kunnen doen, vinden ,, wij ons in deze onaangenaame omftandigheden genoodzaakt, bij U Hoog Mogenden, gelijk wij reeds bij het Committé tot de  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. a&) 9, algemeene zaken van het Bondgenoodfchap 5, hebben gedaan, op het kragtigfte, en als 9, van nieuw aan te dringen, dat in de betaa,, ling der militie, op dit Kwartier gerepartitiè'erd, door voorfchot, bij wijze van leening, „ negotiitie, als anderzins moge worden voor* „ zien. Wij verzekeren intusfcïien Ü Hoog Mo9, genden van onze aanhoudende bereidwilligheid en geneigdheid, om alle mogelijke kragten in te fpannen, en middelen bij de hand te s, neemen, ter onderfchraaging der lasten van het Bondgenoodfchap, welke van een getrouw, doch door plunderingen van de Inge}, zetenen, beroovinge van publieke comptoiren, fchadelijke gevolgen van doorbraaken van dijken, totaal gebrek van guarnifoen van 9, eigen troepes, gelegen hebben, en alnoch ligj, gende in de Provintie van Holland, die dus daarvan de voordeden heeft genooten, ge„ brek aan circulatie van geld, ontvangen van ,,; papieren gelda geduurige en enorme requifi„ tiën, en andere rampfpoeden, uitermate vermagerd gedeelte van eene Provintie eenigzins „ te wagten zijn. „ Waarmede eindigende, bidden wij God „ Almagtig, Hoog Mogende Heer en! „ U Hoog Mogenden te willen houden in 5, zijne heilige befcherminge.-  s34 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN» Klagten ovei de Franfcbm , wegens het ligien van geld uit 'sLands Comptoiren. i ! t „ Gefchreven te Zutphen op eenen extraördi* „ nairen Landdag den 23 Maij 1795, het eerfta j, jaar der Bataaffche Vrijheid; Uwer Hoog Mogenden goede vrienden, ,, de provifioneelë Vertegenwoordigers van het Volk des Kwartiers van Nymegen. „ Ter ordonnantie yan dezelve.'" Dat deze klagten niet ongegrond waren, bleek nog nader uit de volgenden ref. van 28 Maij 1795- «, Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan* of niet, daar dit Kwartier door bet ,i ligten der gelden uit 's Lands Comptoiren te „ Nymegen, Thiel en Bommel, en door alle „ andere rampfpoeden des oorlogs boven raaate „ is gedrukt, de billijkheid zouden vorderen, ,j dat die geligte gelden uit de Comptoiren gc„ bragt worden in computatie van de quote „ dezes Kwartiers, in de honderd Millioenen, „ bij het 23 Art. van het tractaat van vrede 4 en alliantie tusfehen de Republiek van Frank:, rijk ter eene, én deze Republ.ek ter andere , zijde, tot fchadeloosftelling en vergoeding 1» van de kosten des oorlogs uitgeloofd. „ Is na gehoudene deliberatie goedgevonden, , de Gecommitteerden van wegens deze Pro, tie. uit dezen Kwartiere ter Generaliteit te , aucrorifeeren, om ter Vergadering van H. H. , Mog., en daar zij het verder van de meeste m vrugt  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. z-5 „ vrugt zullen oordeelen, de ernftigfte pogingen „ aantewenden, en het daar heenen te helpen „ dirigeeren, dat alle die geligte penningen, „ verftrekken mogen in mindering van de quota „ dezes Kwartiers, in de voorfz. honderd Mil„ lioenen aan welgemelde Franfche Republiek „ uitgeloofd. „ En zal mitsdien hiervan extract enz." Ter bezuiniging werden de volgende commisfiën afgefchaft. x. De commisfiën van zes extra ordinaire Gedeputeerden uit dit Kwartier bedragen . f 3066: —: — 2. De vier Auditores tot het afneemen der rekeningen van de Ontvangers . . 42a: — ;—> 3. De commisfie tot het benificeeren van den Neder-Rhijn en Ysfel . . . 6000:—: — 4. Het douceur van den Commandant te Nymegen . . 2000: —: —\ 5. Het tractement van denMonfterCommisfaris . . 600: —: — 6. Het tractement van den Kamerjonker bij den Stadhouder . 600: —:—• ƒ 12688:-: — Nog afgefchaft de volgende zogenaamde keuken Ampten. 1. Het tractement van extra ordinai • ren Raad in den Hove Provinciaal 900: —: —1 IV. DEEL. P o. De Bezuinigineiu  aaÖ GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN Premie gefield opz uide ras. Publicatie tegen onëemghedentusfehen Roomfchen en Gereformeerden. 2. De Charge van Houtvester . 700 : —; 3. Ontvangers van den tol te Nymegen, 7hiel en Bommel . iaoo: — : — 4. Bezienders van gem. tollen . 550:-_:_ 5. Tolfchrijvers van dezelve . 550: — : — Te zaamen ƒ 16588: - : — Er werd verder geèischt eene opgave van al de tractementen der verdere Amptenaaren, ten einde te onderzoeken, wat daarin bezuinigd zoude kunnen worden. Bezuinigingen noodzaak* lijk, en die wenfchelijk geweest waren, door alle Gewesten nagevolgd te zijn geworden. Op den perfoon van August Rob bert van Heekeren tot Zuideras, werd eene premie van duizend Ducaaten gefield, voor die hem levend, en duizend Ducatons, voor die hem dood in handen der Juftitie leverde. Den 25 Maij was het Provintiaal Collegie van Politie, Finantie en Algemeen Welzijn verpligt eene fterke Publicatie uittegeven, tegen de Roomschgezinde burgeren der Ambte van tusfehen Maas en Waal, welke, zonder naar vermaaningen tot rust te luisteren, zich gewelda'adig van de Kerken en Schoolhuizen der Gereformeerde Gemeenten meester maakten. Wordende in gem. Publicatie bevolen, dat zij, welke zich aan de bovengm. wanorde , met betrekking tot de Gereformeerde Gemeenten, Predikanten of Kosters, of wel aan de Kerken, Schooien of huizen derzelven, of aan wie, of waar  • GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. «7 waar zulks anders mogt zijn gepleegd, hebben fchuldig gemaakt, zullen gehouden zijn, al hetzelve te herftellen en in zijn geheel te brengen, zo, en gelijk dit rcfpectivelijk voor den tijd dier gepleegde onwettige daaden zich bevonden heeft. Een blijk, tot wat fchadelijke uiterften Religie-gefchillen kunnen komen, indien men door te zagte wetten, in deze te toegeeflijk is. In de Veluve werd 'er een provifiöneel Reglement van beduur voor het platte Land vastgefteld. Doch ik kan niet voorbij de volgende fchoone Publicatie dezer Provintie te plaatzen. „ Het Provintiaal Collegie van Politie, Fi„ nantie en Algemeen Welzijn , in naam en „ op fpeciaale authorifatie van de provifioneelë „ Vertegenwoordigers van bet vrije Volk van „ Gelderland, aan hunne Medeburgeren, Heil'. „ Eindelijk dan,'Volk van Gelderland! kon„ digen wij u den Vrede, kondigen wij u de „ Vrijheid aan-: het tractaat van Vrede en Al„ lüintie tusfehen de Franfche en Nederlandfche „ Republieken, den 16 der voorige maand Maij „ in 'f Haage geliooten, is thans door de Na„ tiönaaie Conventie, en door alle de Bondge■ „ nooten der vereenigde Provintien plegtig ge„ ratificeerd, waarvan de refpective ratificatiè'n „ op den 4 dezer'maand te Parijs plegtig zijn „ uitgewisfeld. Pa „ Het Publicatie over tic Alliantie met le frtsn' rib*».  228 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. i, Het genoegen waarmede wij u dit heilrijk i, nieuws aankondigen, is te flreelende, naar3, maate wij de doorgeftaanen gevaaren ons le>, vendiger voor de aandagt brengen. „ Zeer zeker toch, Medeburgers! zijn wij van „ de eerïle oogenblikken der ftigting van ons „ Gemeenebest af, , nimmer, nader aan den „ rand van onze vernieling, van onzen geheelen „ ondergang geweest. „ Vooral was het lot dezer Provintie, toen „ uwe Vertegenwoordigers, op den altijd ge„ denkwaardigen Landdag te Nymegen, den „ 6 Febr. dezes jaars begonnen, het flingerend „ roer van het beftuur te aanvaarden, dubbel „ zorglijk. Menigwerf ftonden zij, wanneer zij „ hunne kragten en pligten, 't gevaarvolle van „ het tijdperk, en het onzekere van den uitflag, „ tegen elkander overwoogen, verflaagen, moe„ deloos, maar nimmer wanhoopend, want had' „ den zij gewanhoopt, wij waren verlooren ge„ weest. „ Maar dank zij de eeuwige Voorzienigheid! „ dank zij de hartelijke medewerking van onze „ braave Medeburgeren, en van zo veelen on„ zer Franfche Broederen! onze Provintie, hoe „ zeer zij ook het drbevig fchouwtooneel der „ oorlogsrampen, boven alle anderen, geweest „ is, hoe treffend, en zwaar onze verliezen ook „ mogen zijn, is bewaard, is boven alle menj, fchelijke verwagting behouden gebleven; de „ rust,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 229 „ rust, de goede orde, de veiligheid der per„ foonen en eigendommen zijn zelfs onder het „ gekletter der wapenen, zijn, zins de geluk„ kige omwending van zaaken, vrij algemeen „ gcconferveerd , en geëerbiedigd geworden; „ onze Provintie, die meer dan andere gevaar „ liep om van *elkander gefcheurd, van het „ voornaamst, van het vrugtbaarst gedeelte van „ haar land beroofd te worden, is geheel, is „ verëenigd gebleven, ja, naauwer verëenigd „ dan immer te vooren, daar toch onze gemeene „ rampen en gevaaren die banden meer en meer „ toehaalden. „ Maar wij willen niet dan in het voorbij„ gaan een oog op het voorleedene werpen. „ Volk van Gelderland! de draaien van ons „ geluk mogen ons wel verblijden, doch moeten „ ons niet verblinden; de beginzelen van ons „ geluk mogen ons wel vrolijk, maar niet wer„ keioos maaken. „ ln aanmerking van tijd en omftandigheden, „ is 'er, ja veel, zeer veel verricht, maar meer „ blijft 'er nog te doen. „ Wij zijn veele gevaaren ontkomen, maar „ hebben 'er nog veelen te duchten. „ Onverfchrokken moed, waar, zuiver patriöt„ tisme, broederlijke eensgezindheid, en oude „ vaderlandfche trouw, zijn 'er nodig, om het „ inwendige van ons nog onvolkoomen Staats„ Gebouw te bevestigen en te voltooijen. P 3 » De  esc GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN: „ De partij, die ons op den rand van onder„ gang bra'gt, en nog te verblind en te hard„ nekkig fchijnt, om ter goeder trouw tot het „ algemeen geluk , en dus ook tot het haare „ te willen mede werken, de oogmerken, de „ beweegingen dier partij, veièisfchen onze werk„ zaamheid en zorgen, willen wij andere fchud„ dingen voorkomen, die voor ons al te geteis„ terd Vaderland niet dan doodelijk zijn kun* ,7 nen. En deze onze zorg en waakzaamheid tegen „ die partij, zal ook vooral daardoor aan den „ dag moeten gelegd worden, dat alle begin„ zelen van ftrafbaare beweegingen, van onrust en fchending der goede orde, naar de let„ ter, en met het zwaerd der wet, zonder „ toegevenheid, die in dit geval ftrafbaare laf„ heid wezen zou, vervolgd en gewroken wor„ den. „ Maar vooral, Medeburgeren, willen wij on„ ze eens verkregene vrijheid, die wij u thans „ aankondigen, behouden, laaten wij ze verdie„ nen, laat ons nimmer van rechten, dan te „ gelijk van pligten fpreeken. „ Willen wij dit kostbaar gefchenk der GoJ^ „ heid aan onze kinderen overbrengen, dat dan ft de deugd, goede zeden, nijverheid en waare „ Godsvrucht, oe waarborgen van ons geluk „ zijn; gedenken wij geduurig aan de gulden „ fpreuk: Zander goe-de zeden kan men da  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 431 \ „ Vrijheid verkrijgen, maar zonder dis, kan „ men ze nooit behouden. „ Laaten wij nimmer ons vertrouwen ftellen „ in den loop der nog mogelijk aanftaande Staats„ beroeringen, dan op Mannen van beproefde „ braafheid en erkende zeden. „ Nimmer, dit leeren ons de Jaarboeken der „ eeuwen, is een Volk ongeftraft van dien on» ,, twijfelbaaren Staatsregel afgegaan. „ Met een woord, verblijden wij ons, in de- beginzelen onzer ontlokene Vrijheid, maar laaten „ wij niets verzuimen, oin dezelve op onwrikv baare grondflagen te vestigen, op dat wij, „ die een zo veel verlichter eeuw beieeven, dan „ onze vaderen, die vrijheid en dat geluk, zo „ veel zuiverer en duurzaamer aan ons dankbaaü „ nagefl-acht mogen overbrengen. „ En zouden wij, om daartoe te geraaken, „ ons niet geduldig de nodige opofferingen ge- troosten. Hiertoe moeten wij met onze getrouwe „ Bnndgenooien der overige Provintien, met g- welke wij toch Hechts één belang- moeten heb. „ ben,, harten en handen verëenigen. „ Of zou de bevestiging van. waare- burger„ lijke vrijheid niet de opoffering van een klein „ gedeelte onzer bezittingen waardig zijn?- „ Dan-, door hieraan een oogenblik te- twijfe» , len, zouden wij den vrijheid - lievenden Neder* „ tanderden Gelderschtnan beledigen. P 4. M Lic*'  f$3 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Liever willen wij u thans plegtig oproe-' „ pen tot teekenen van vreugde, blijdfchap en dankbaarheid. „ Wij ftatuëeren en beveelcn dan, in naam „ als boven, dat op eerstkomende Woensdag „ den 17 van Junij, door deze geheele Pro„ vintie, driemaalen des daags, en op zodanige tijden en plaatfen, als door de refpective „ Regeeringen zal worden bevolen, voor zoo „ verre dit in de refpective lieden en plaatfen „ doenlijk zal zijn, alle de klokken geluid en gefpeeld, het canon gelost, de refpective ge1, wapende Burger - corpfen met alle ftaatfie op„ trekken, en deze onze Publicatie, zo veel „ mooglijk, onder plegtig muziek, afgekondigd worden. „ Maar, terwijl het tevens rechtmatig en „ billijk is, dat wij openlijk onzen dank betui„ gen aan den God onzer vaderen, die ons, „ toen menfchelijke hulp iedel fcheen, zo zicht„ baar en merkwaardig gered heeft. „ Zo decreteeren wij ook wel uitdrukkelijk, „ dat op denzelfden dag, 0p zodanig uur, als „ bij de plaatfelijkc Regeering zal worden be„ paald, in alle de Kerken der onderfcheidene „ Gezindheden dezer Provintie, eene openlijke „ Godsdienftige Dankzegging en korte Redevoe»» rinS» voorlezing dezer onzer Publicatie * V;1" de Predikftoelen, zal worden gehouden, n ten einde ieder, die oprechtelijk, en met „ vol*  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. «1* „ volle overtuiging van zijn hart , voor deze ,, onfchatbaarc zegeningen, openlijk het Opper„ wezen danken wil, daartoe gelegendheid moge hebben. Verzoekende wij tevens alle Regeerings,, Collegiën, en publieke Amptenaaren, zo veel ,, mogelijk, deze Godsdienftige verrichting te willen bijvvoonen. „ En , op dat niemand hiervan onkundig zij, „ zal deze onze afkondiging alömme, op voor„ gem. wijze, worden gepubliceerd en geaflï- geerd, daar zulks gebruik!ijk is. „ Des ten oirkonde is bet geheim zegel der „ Provintie van Gelderland op het ipatium ge„ drukt, en deze door den provintiaalen Secre„ taris geteekend. „ Gegeven te Arnhem den ir Junij 1795, „ het éerfte. jaar der Bataaffche Vrijheid." (Ondeiftond) Op last van hetzelve. (Was getekend) De Arnhemfche Sociëteit verzogt aan het Landfchap, dat de aanhangers van het Stadhouderfchap, bij uitfluiting dc kosten van den oorlog zouden betaalen, en 'er. eene medaille ter gedagtenis der geflootene Alliantie met de Franfchen, zou geflagen worden. Het eerftc poinct P 5 werd Verzoek ier Sociëteit e Arnbttn.  *34 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, Voorftel van 'i Kwartier van iVjiategen. j ] ( £ b % ti v ui Oproerigheden te, literewaar- Il( den. re lil aa Gefchillen over de in- . Jiiving van VI Buuren in , Gelderland. iC' m( we or ku en in werd in advies gehouden, en op het tweede beflooten, het voorftel van dien aan H. H. Mog», te doen. Het Kwartier van Nymegen ftelde voor, om He Engelfche Manufactures, waar van foortgeijke alhier gemaakt worden, met een inkomend echt te bezwaaren; doch dat daarentegen alle asten en beletzelen, van de eene Provintie toi Ie andere weggenomen, en 'er tusfehen de Geresten een wederzijdfehen vrijen onbelasten handel logt plaats hebben. Doch daar iedere Provintie aare bijzondere belasringen bad, kon dk laatfte,, ) lang 'er geen plan van algemeene coniumpve belastingen plaats had, niet eenpaarig inge)erd worden, dan alléén zo verre de in- eu tgaande rechten betrof. Te Heerewaarden waren, bij de viering van :t Alliantie-feest met de Franfchen, zeer vengaande oproerigheden voorgevallen, en onder :t Kwartier van Zutphen, eenige verdagten nftookers van dien in hegtenis genomen. Omtrent de inlijving van Buuren in de Prorfcie van Gelderland, reez-en zeer veelen geïillen, die van Buuren begeerden zich niet t die van Kuilenburg te verëenigen, maar 1 afzonderlijk onder Gelderland te worden genomen, mits zij hunne eigene fmantie zullen nnen heffen. — Dat het huishoudelijk beduur justitie zal ftaan ter hunner beheering, alleen civiie en cwmiiieele zaak'en, bij. appel zich, . on-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. »3$ onderwerpende aan de uitfpraak van het Hof van Gelderland, — en dat zij voor de befcherming door Gelderland jaarlijks zouden betaulen 7000 Gis. — Die van Gelderland beweerden daarentegen, dat de Heeren van Buuren zedert 1298, Leenmannen zijn geweest van de Graven en Hertogen van Gelre, en dat Buuren oud' tijds, immers in het jaar 1448 onder bet Kwartier van Nymegen behoord heeft; en naar eenige onderlinge bijëenkomften hier over, werden de articulen ter veiëeniging ontworpen. Kuilenburg en Buuren in het Kwartier van Nymegen ingelijfd zijnde, was zulks zeer ten voordeele van gemelde Kwartier, vooral in 't finantiëele. Bommel en Thiel begeerden , dat de Kwartiers-. ^ Vergadering bij tourbeurte in Nymegen, Bom , mei en Thiel gehouden, en de ftad der tourbeurt, als dan zou voorzitten; doch Nymegen beweerde daarentegen haar oud recht over die fteden, alzo Bomm.l in 't jaar 1316 eerst van een dorp tot eene ftad gemaakt, en dat Thiel enkel door ruiling tegen Hemden, in de veertiende eeuw, aan Gelderland gekomen was. Het is opmerkelijk, dat, hoe zeer volgens dc grondbeginzelen van de Rechten der Mensch, heid, 'er geene voorrechten kunnen of mogen beftaan, men nogthans ftrijdig tegen deze grondbeginzelen, als het op eigenbelang- aankomt, zich wil bedienen van oude voorrechten, ten, on- Begeerte an Booime. 11 Tbisl.  236- GESCHIEDENIS ekr NEDERLANDEN. Voorffe van Thiel, onrechte in tijde van overheerfching verkregen. Omtrent de billijke vraag van Thiel, aangaande het finantiëele, werd de volgende opening gegeven: ,, De Gecommitteerden der Stad Thiel ter „ Vergaderingen geïr.ftcerd hebbende, te mogen „ wezen geïnformeerd, hoe veel dit Kwartier ,, moet betaalen voor de Land- en Zeemagt; '» tot de IO° Millioenen aan de Franfche Republiek uitgeloofd; voor de Franfche troepen ,» in dienst der Republiek overgenoomen; en ,, in het generaal van alle uitgaven, met de „ inkomften over dit jaar: voord? hoe veel pen„ mngen in 'sKwartiers kasfe zijn, ten einde ,, hetzelve ten fpoedigfte door den druk gemeen ,, gemaakt, en aan het volk getoond wierde, „ de noodzaaklijkheid van het heffen van extra ordinaire belastingen. Is goedgevonden ten recesfe te infereeren; „ Dat de drie eerfte ter„ mijnen van de 100 Millioenen, aan de Franfche Republiek verfchuldigd, bedragen ƒ 30,000000: -: ,, Dat voor de Land- en „ Zeemagt is gepetitioneerd 10,000000:-: — ,, Dat de 25000 man Fran,, fche troepen in foldij van deze Republiek overge,y nomen, beloopen in 't  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 337 ,, jaar ƒ 12,000000; waar van ,, dezen loopende jaare 1795 omtrent een half jaar zal moeten betaald worden, dus 6,000300: —: — ƒ 46,000000: —: — Dat hier in is de quota ,, van de Provintie van Gel- derland . . . 3,938250: —: — En die van het Kwar„ tier van Nymegen . 1,380120:10:2! Hier moet bijkomen, ,, 's Kwartiers quota voor de „ geörganifeerde nationaale „ armée, doch waarvan nog geene berekening kennelijk ,, is, en dus ook het mon,, tant niet kan worden op„ gegeven. ,, Dat, daarenboven het ,, Kwartier nog moet aanbe„ taaien de Militie, ter re«, partitie van hetzelve ge„ ftaan hebbende, 't welk ,, falvo calculo wel zal be,, draagen . . . 150000:-—: — Zullende dus het Kwartier van Nymegen, (behalven deszelfs quota in de geörganifeerde armée)moeten betaalen . . 1,530120:10:2! „ Daar-  »8$ GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN» Voorftel Kun Gelder land. „ Daarop is betaald in den ,, eerften termijn in de 100 Millioenen ■. . 21000: — :-- ,* In de petitie voor 10 f% Millioenen, voor zo verre „ de Zeemagt betreft . 21000: — : — „ Voor de Franfche troe4, pes in foldij van deze Re- Publiek . . , 457?8; j. 9 i, Voor de nationaale Mirt Iitairen • • \ 21000:-:- ƒ x ,087787 y:~9 ,, En zijn tot deze betaalingen geëmploijeerd „ ƒ 100000:-:- van de /aoosco:-:- Guldens „ bij 'sLandfchaps refolutie van den 4 Augustus „ laatstleden aan het Kwartier uit de provin,, eiaale casfe geaccordeerd." De foldij der Franfche troepen was zeker «iet gering, want onder het voorig bewind kostten ruim 40000 man nog geen 9 Millioenen, en dus per duizend ruim tweemaal zo veel dan voorheen. Ja! indien de Franfche legers in evenredigheid zo veel geld kosten, dan moet ieder 100000 man omtrent ico Millioenen Livres bedraagem -— Docb volgens hunne opgaven is zulks naauwlijks de helft. „ Op het geproponeerde ter Vergadering gedaan, concerneerende het rapport der Com„ misfie, tot het maaken van arrangementen met kooplieden dezer Republiek, om te ffaan in „ ac-  'GESCHIEDENIS öer NEDERLANDEN; 3-39 j, acceptatie ter voldoening van de vervallen 30 Millioenen, mitsgaders van de in het aanftaande jaar te betaalene 10 Millioenen ,, aan de Franfche Republiek, en de middelen, op welke men zoude mogen hoopen, dat bij de kooplieden de acceptatie der mandaten , j, door het Franfche Gouvernement getrokken, zoude worden aangenomen; en daarbij in i9 agting genomen zijnde, de te gevene fecu- „ riteit aan de kooplieden en andere Ingezetenen, die hun vermogend crediet tot behoud van het veege Vaderland interponeeren; als mede de onmogelijkheid om de volle quota des Kwartiers in de verfchuldigde Millioenen ,, te kunnen furneeren, binnen den tijd, door ,, de Gecommitteerden der kooplieden voorge- ,, flagen. Is goedgevonden aan Hun Hoog Mogende te 1'chrijven, de volgende Misfive:" VRIJHEIDj GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Hoog Mogende Heer en ï «, Onder de zaaken, welke zedert eenige tijd 1 5, onze bijzondere aandagt hebben gevestigd, „ is voorzeker het poinct van de finantie dezes ,, Kwartiers een van de voornaamfte voorwerpen ,, onzer ferieufe overweegingen geweest. ,, Overtuigd aan de eene zijde van de hoog„ fte noodzaaklijkheid, dat wij onze uiterfte „ efforts aanwenden, en met alle bereidvaardig- ,, heid / Brief aan [. H. Mog.  24» GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. heid de prompfte furnisfemenren, zelfs boven „ ons vermogen, opbrengen to: praeftarie onzer engagementen, en niet minder penetrerende ,, aan den anderen kant den allerdeerlijkst ver,, vallen ftaat van de geldmiddelen dezes Kvvar,, tiers, hebben wij Uwer Hoog Mogenden Misf. ,, van den 7 dezer maand aan deze Provintie ,, afgezonden, met het bijgevoegd rapport der „ Commisfie, naar Amfterdam gedecerneerd, om j, met eenige kooplieden arrangementen te ma- ken tot betaaling der reeds verfchenen termij,, nen der geconfenteerde 30 Millioenen, mitsga,, ders van de in het aanftaande jaar te betaa,, lene 10 Millioenen aan de Franfche Repu. 5, bliek, benevens de Memorie door Gecom,, mitteerden uit de kooplieden van Amfterdam aan voorfz. Commisfie overgegeven, met de ,, uiterfte attentie, en dien ernst, welke eene zaak van dat groot gewigt verè'iseht, in deliberatie genomen ; gelijk U Hoog Mo- genden ook te recht met den meest mogelijken ,, nadruk infteeren op de formeele acceptatie ,, der voordragten, door de kooplieden geprc,, poneerd, als het eenig middel om het Vader- land voor de fchrikbaarendfte gevolgen te behoeden. „ U Hoog Mogenden zijn thans uit de refo„ lutie, door de Gecommitteerden wegens deze Provintie ter Vergadering van U Boog Mog. „ den 19 dezer ingebragt, gunfouneerd geworden. „ Dat  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 341 ,, Dat het Kwartier van Zutphen aangenomen ., heeft, om voor het uiteinde van November ,, deszelfs volle quota in de 30 Millioenen ter ,, dispofitie van het Committé van Bondgenoot,, fchap te Lande te ftellen, en te zorgen, ,, dat ook deszelfs aandeel,in de, in het aanftaan,, de jaar vervallende, tien Millioenen, tijdig worde voldaan. „ En dat het Kwartier van Veluwe mede „ daartoe order had gefteld, en zich vleidde, ,, eerlang, en voor dat de fchikkingen met de ,, kooplieden in werking zouden komen, deszelfs quota te kunnen furneeren; begrijpende dus beide' de Kwartieren, dat zij niet in het geval „ zijnde, om van de vaderlandlievende tusfehenkomst der kooplieden gebruik te maken, ook over zulks niet in het geval waren, zich „ over dezelve eenigermaaten in- en uit te laaten. ,, Dan, daar het nimmermeer gemangeld heeft „ aan den goeden wil van bet Kwartier van Ny„ megen, 't welk bij alle gelegenheden denzei ven „ heeft gereaiifeerd gehad, en wij ook als nog, fchoon aan den oever van den ondergang genaderd, met die zelfde principes zijn „ bezield, hoewel buiten ftaat, om zulks, zo ,, als voorheen , met de daad te betoonen, ,, hebben wij vermeend U Hoog Mog. boven ,, het geen bij voorfz. Landlijke refolutie door ,, ons is gedeclareerd en verzogt, te moeten ,, herinneren en voor te ftellen. IV. dr&l. Q „ Dat,  '342 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,, Dat, dit Kwartier door deszelfs ligging aan de Maas en aan de Waal eerst veel geleden hebbende door de troepen, tot de,, fénfie gefchikt, en lange hebbende gezucht ,, onder'den drukkenden last van een confidera„ bel aantal Efigelfche, en in Groot - Brittan„ nifche foldij ftaande troepen, en de daarmede ,, gepaard gaande enorme txactiën, de publieke ,, kasfen door' de voorzieningen, welke men genooddrongen wierd te doen tot het ver,, zorgen van requifitien, en voords door andere ,, zaaken, al bij den aanvang van bet tooneel „ des oorlogs, zijn geledigd geweest. ,, Dat vervolgens de Franfche broederen het ,, eerst in dit Kwartier zijnde doorgebroken, „ alles in requifitie is gefield geworden, en „ naar den Bosch en Majorie van dien, tot on„ derhoud van de zich aldaar bevindende Franfche armée vervoerd. ., Dat die overwinnende troepen voorwaards trekkende, het Kwartier grootendeels in het ,, benodigde van de armée (heeft moeten voor„ zien, en van rondsömme aan de requifitien „ voldoen, waarvan geene der Ingezetenen tot „ nog toe eenen duit tot betaalinge genooten „ heeft; behalven dat van de opgedwongene „ Asfignaaten geen Kwartier of Provintie, zo „ aanmerkelijk als dit Kwartier, en in het bij,, zonder de ftad Nymegen heeft gedeeld gehad, „ waar bij nog is gekomen, de fchade, die de In-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 343 Ingezetenen van tusfehen Maas en Waal, Over- en Neder - Betuwen, en Thielrewaard, „ door de doorbraaken der dijken en inundatien hebben geleden: zodanig, dat de ruïne van ,, de Ingezetenen van de fteden en van het „ platte land ten hoogden top is gedegen, daar „ die lang den zwaaren last van inkwartieringen zonder betaalingen, ondraaglijke requifi* tiën, en alle andere oorlogs - rampen hebben moeten verduuren , terwijl de deden des ,, Kwartiers gebombardeerd, dorpen verwoest, „ dreeken uitgeplunderd, en de comptoiren van gelden geligt werden, waar door ton,, nen gouds, die anderzins 'sLands comptoiren ,, hadden kunnen vullen, zijn geabforbeerd geworden. „ Edoch, hoe zeer ook het Kwartier, 't welk ,, dus oneindig meer geleden heeft dan andere ,, Provintien en Kwartieren, bedorven en verwoest is, en hoe zeer ook onze kragten zijn , gefleten, hebben wij echter, daar alle ordi„ naire middelen onvoldoende zijn, eene extra ,, ordinaire geldhefling van den 50 penning „ gearresteerd, waarvan wij den eerden termijn „ niet eerder dan op den 1 December aandaande hebben kunnen bepaalen, om dat de burgeren ,, en neeringdoende lieden, die onder de gevol,, gen hunner overgekomene calamiteiten nog zuch„ ten, van geld ontbloot, niet dan Asfignaaten, en de landman niet anders dan ledige fchuuQ a ren  »44- GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ren hadden; en dat dus de burgeren vooraf ,, eenigzins moesten bij adem komen, cn het ., koorn bij den landman gedorst, eer men tot de heffing konde overgaan, en eenig foutiën aan ,, de finantiën door dezelve kunde worden toe• „ gebragt. Wij verklaaren dan, belangende de opga,, ve van de bijzondere belastingen, waaruit ,, de furnisfementen aan de acceptanten zouden ,, kunnen worden gedaan, het geheele provenue „ van deze extra ordinaire heffing van den 5ofte" penning, waarvan de laatfte termijn op den ,, i April 1797 is bepaald, op het kragtigfte, „ mits dezen te affecteeren en te verbinden tot fpeciaale fecuriteit der kooplieden en andere ., ingezetenen dezer Republiek, die hun ver,, mogend crediet tot behoud van het veege Vaderland wel hebben willen interponeeren, en om hetzelve te ftorten in de algemeene „ kasfe, ons vleijende, dat uit het furnisfement ,, van den eerften termijn, bebalven de aicoo Guldens, reeds ter dispofitie van het Com„ mitté tot de algemeene zaaken van het E-ond- genootfchap te Lande gefield, in de generaale „ kas binnen twee of drie maanden geftort zal ., kunnen worden, een en een halve of twee „ tonnen gouds, en dat in het geheel, na afloop „ der beide termijnen , ongeveer vijf tonnen „ gouds in dezelve zullen zijn gefurneerd. „ Het  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 045 ,, Het grieft ons ondertusfchen met de ge- voeligfte aandoening buiten ftaat te zijn, om ,, onze volle quota in de 30 Millioenen, gelijk ,, de twee andere Kwartieren hebben gedecla,, reerd te zullen doen, binnen den bepaalden ,, korten tijd, na dato der gemaakte engagemen,, ten daar te ftellen, en daardoor niet alleen ,, onder de onmagtige en gebrekige te moe- ten worden geplaatst, maar ook gehouden te „ worden »ls aanleidingen te kunnen geven tot ,, ongelukkige gevolgen, die op het Kwartier van Nymegen zouden moeten redundeeren, ,, doch die wij niet afkeeren kunnen, en waartoe „ wij de hulp en bijftand der Bondgenooten moeten inroepen. „ Wij hebbert echter, om zulke'rampen voor „ te komen, al voor langen tijd, zo ras de inkomften van het Kwartier , geduurende „ eenige maanden, genoegzaam hadden opge„ houden, en ons bij de verpachtingen van de „ generaale middelen in Junij laatstleden blijk„ baar was geworden, dat die wel ƒ 120,000 ,, minder, dan in het voorig jaar zouden opbrengen, bij de twee andere Kwartieren, edoch }, vrugteloos geïnfteerd, tot het vastftellen van eene algemeene geldheffing over de geheele Provintie, en, daar doch de lasten van de Unie worden aangemerkt als provinciaal te „ zijn aan geil aa gen, bet ganfche provenue daar „ van in de provineiaale kas te ftorten, ten einQ 3 » de  24* GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ de daaruit zonder de kwartierlijke quota's in „ acht te neemen, te betaalen de geheele quota „ dezer Provintie, inde 100 Millioenen aan Frank„ rijk verfchuldigd, en voor zo verre dezelve „ rtrekken mogt, in de petitiën voor de zee- en ,, landmagt. „ Wij vertrouwen derhalven, dat U Hoog ,, Mogenden volkomen zullen overtuigd zijn, dat 9, het voor het Kwartier van Nymegen onmo„ gelijk blijft, om het volle aandeel in de ver,, fchuldige 30 Millioenen te kunnen furneeren ,, binnen een zo kort tijdsbeftek, als de Gecom„ mitteerden der kooplieden dezelve zouden „ verlangen: doch dat wij echter in den geld,, loozen ftaat, waarin zich de Ingezetenen de9, zes Kwartiers bevinden, alle mogelijke mena„ gementen in de adminiftratie onzer finantien » zuilen obferveeren, om met infpanning van ,, alle kragten, deze enorme lommen, welke „ wij voor ons onevenredig aandeel in de pro„ vinciaale quota in de reeds vervallen 30 Mil„ boenen aan de Franfche Repubikk fchuldig „ zijn, te kunnen furneeren, en na afloop van „ de termijnen des uitgefchrevcnen 50^» penning „ voort zullen gaan tot het heffen van nadere ,, extraordinaire belastingen, waaruit het te kort „ komende zoude kunnen gevonden worden. „ Ilitusfchen zullen U Hoog Mosenden uit „ de furnisfementen, welke wij te vooren ten behoeve van de Generaliteit hebben gedaan, » ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. iff „ genoegzaam overtuigd zijn van de bereidvvil„ ligheid, die bij ons altijd heeft geheerscht, „ om aan de behoeften van het Vaderland met „ alle kragten te gcmoct te komen, en ten „ gevolge van dien, ook genoegen zullen nee„ men daarin, dat wij belooven zo veel in deze „ te prasfteeren, als immers in onze magt is, „ en onze quota, zo fpoedig als het de deerlijk „ uitgeputte ftaat der finantien eenigzins zal toe„ laaten, te berde te zullen brengen. „ Terwijl wij nogmaals U Hoog Mogenden „ met allen aandrang imploreeren, de tusfehen„ komst en hulp der refpective Bondgenooten, „ of van die onder dezelven, welke zich daartoe „ genegen mogten bevinden, tot provifioneelë „ fuppletie van het defect voor het Kwartier „ van Nymegen interoepen, en dezelve door „ Uwer Hoog Mogende pooging tot broederlijke „ bijftand te disponeeren, onder belofte van „ prompte reftitutie zelfs met de interesfen „ van dien, zodra de omftandigheden van het „ Kwartier en der Ingezetenen zulks zuilen toe„ laaten. „ Hier mede eindigende, bidden wij God „ Almag'tig. „ Hoog Mogende Heer en! „ U Hoog Mogenden te willen houden in „ zijne heilige befcherminge. „ Gefcbreven te Zutphen op eenen gecon„ tinuëerden extraöidinairen Landdag den aSOctoQ 4 » ber  W GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Her■ i795, het eerfte jaar der Bataaffcf^ 5, Vnjheid. J Uwer Hoog Mogenden goede vrienden. „ De provifioneelë Vertegenwoordigers „ van het Volk van het Kwartier van Nymegen. »* Ter ordonnantie van dezelve Zeer ampel beklaagde zich bij eene Misfive van 20 November 1795 dit Kwartier over deszelfs te grooten aanflag in de quotaas van Gelderland, en welke gefchillen voorheen daar al over plaats gehad hebben. Hieruit ziet men de gebrekkige inrigting van het voorig Eeftuur, in de quotaas gevVIjze inZtmehng van belastingen. De minfte ramp 0f ongelukken, welke het eene Kwartier boven het andere treffen, ftellen hun dan buiten ftaat om aan de provinciale-, zo wel als generaliteits behoeften te voldoen. Van daar dat veelal de pennen fchier nooit op haar bepaalden tijd i„kwamen, en Holland, om 'slands crediet ftaande te houden, als dan de voorfchieter moest wezen waardoor die Provintie meer dan de anderen zich m enorme fchulden, ten behoeve van haare Bondgenooten, geftooken heeft. De gebeurtenisfen in Holland, in gemelden tijd voorgevallen , zijn niet minder gewigtig. Te Amftcdam werd door de Regee'ring den 19 Junij bepaald, ter viering van het AUhntiefeest met de Franjchs Republiek, en in meest alle  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 349 alle fteden en gewesten, werd op daartoe bebenoemde dagen door burger - feesten zulks gevierd, waarin bijzonder de Sociëteiten uitmuntten. Daar het Committé Revolutionair te Amftel* dam, nu zijne verrigtingen tot de omwenteling voleind had, gaf het den 3 Julij 1795, bij de volgende Publicatie daar kennis van aan de •Burgerij. vrijheid, gelijkheid, broederschap. Het Committé Revolutionair aan de Burgerij der Stad Amjteldam. medeburgers! ,, Onder het voorig willekeurig flaafs-bewind, ,, onder den gehaaten dwang, waar door iedere vrijheid • zucht gefmoord werd door dwin,, gelanden, die, ten gevalle van een ondank„ baar huis, onze welvaard hielpen vernietigen, „ en daarvan de kruipende afhangelingen waren. Onder die onderdrukkende beftiering, welke ,, de rechten des Volks verkragtte, werd onj „ de opftand, de geheiligfte, de onvermijdelijk„ fte onzer pligten. ,, WJ namen bij de aannadering van onzt ,, moedige vrije Franfche Broeders, ook moe ,, dig de gelegendheid witar, om ons van diet ,, aller eerften pligt te kwijten, verdreven d< ,, trotschheid en het geweld van hunne zetels, ei Q 5 brag liet Comnitté Revoutiö air geeft kennis, lat zij tot ien Burgerkring terug teeren. l I  »5o GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ bragten op dezelven, uwe gelijke Medeburgers, welken met 0ns, zich jaaren lang, met reden, „ over de flavernij beklaagd hadden. Wij hadden het onbefchrijflijk genoegen u toeteroepen: Medeburgers! gij'zijt Vrij! gij „ zijt gelijk! en gij, braaven! op wien wij ons ,, vertrouwen Helden, zetteden het zegel uwer * goedkeuring met blijde toejuichingen op onze verrigtingen. „ Van dat oogenblik af, gingen wij met vasten tred voort, om voor uwe belangen ,, waakzaam en werkzaam te zijn, en het ver„ flag onzer handelingen bevat de verantwoor>, ding van ons gehouden gedrag. In dit tijdllip, waarin gij dc beffieri „ uwer ftedelijke belangen hebt toevertrouwd, ,, aan door u zeiven verkoorenen mannen, waar „ door bet zo noodzaaklijk geweest zijnde pro,, vdioneel, i„ een daadlijk bellier, door u „ zdven is veranderd; leggen wij onze functiën, . als Committé van Revolutie, neder, begrii„ pende in die betrekking van geen m meer „ te kunnen zijn, en vertrouwen met u op „ de bra,fheid der door-ons allen verkoorene Stadsbellierders. „ Wij keeren dus weder tot onze beroeps. „ bezigheden, welke na eene m Jai1g? wer. „ keloosheid in dezelve, onze tegenwoordigheid ' ,, en vernieuwden ijver eisfehen, offchoon wij, „ als vrije Burgers, ons verpligt rekenen, om „ te  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, 351 te blijven waaken tegen alle'Ondermijning der „ zo gelukkig verkregene Vrijheid, en te blij,, ven de t'zaam gezvvoorene vijanden en ver„ volgers van alle dwingelanden en ariltocra,, ten. „ Burgers! blijfc met ons waaken, tegen alle zodanige intriguanten, fchreeuwers en geluk„ zoekers, welke te vooren, zich den eernaam „ van Patriot fchaamende, zich nu onder u „ zullen trachten te vermengen, in uwe Verga,, geringen in te dringen, aldaar de plaatzen van braave lieden inteneemen, en daardoor „ onder u wanorde en verdeeldheid te zaaijen, ,, de beste oogmerken zullen zoeken te verijde,, len, en de heimelijke belagers der Vrijheid van Volk en Vaderland in de hand te wer„ ken. „ Burgers! zijt dan met ons oplettend op uwe belangen, naijverig omtrent uwe ver„ kregene rechten, waardeert, bewaart en ver„ deedigt dezetven, en gij zult'vrij zijn en vrij „ blijven, uw geluk, 't geluk van 't Vaderland zal onze heerlijkfte belooning zijn. „ Jmfteldam, den 3 Julij 1795, het eerfte 5, jaar der Bataaffche Vrijheid. ,, Heil en Broederfchap! ,, Uit naam van voorn. Committé." (Wassend) ^ ^ Secretaris. Daar  252 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Publicatie tegen de misbruiken der zogenaamde Bons. i < i i V C g s Publicatie tegen liet voorgevalle- *> ne in Amfit/dam. j« 91 99 Daar 'er in Amfleldam zeer veele misbruiken plaats hadden, omtrent het inwisfelen van de zogenaamde Bons der Franfche Asfignaaten , werd bij Publicatie van io Julij 1795 door de Regeering aldaar verboden, het koopen, verkoopen of verruilen dezer Bons, op pcene van de tien dubbelde waarde van dien te verbeuren, eerbiedende de Reprefentanten dier ftad, van ie Franfche militairen te koopen, of tegens iets mders te verruilen eenig lijfs - toebehooren, nitsgaders van alle ftoffagie hoe ook genaamd, vaarvan zodanig lijfs - toe behooren kan gemaakt rorden, gelijk mede van alle fpijs en drank, n inzonderheid van het zogenoemde ammunitie 'rood, alles op ftraffe aan den lijve. Die voorzorg was nodig, nadien eene menigte igezetenen onzes lands, zich hierdoor hebben 'eeten te verrijken. Op voordragt van wegen de Bataaffche lubs, eenige Burgerwijken en Vaderlandfche izelfchappen, deed de Regeering op den 19 :ptember de navolgende Publicatie: VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP, „ De Reprefentanten van het Volk van Amfieldam vinden zich verpligt, ter kennisfe der Burgerij te brengen: „ Dat zij van wegende Bataaffche Clubs, eenige Burgerwijken en Vaderlandfche GezelIchappen binnen deze ftad ontvangen hebben- „ de  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 253 ,, de, zekere voordragt, inhoudende in fubftan,, tie: zo om als eene corporatie erkend te ,, worden, als op de remotie van alle Oranjeamptenaaren, hoe ook genaamd, en van ,, M alle die, na de noodlottige omwenteling van 5J 1787, mogten zijn aangefteld, en eindelijk ,, j op de bekend- en publiekmaaking der ver,, „ raaders en befpieders der Clubs, die on,, „ der het bewind van den gewezen Hoofd„ „ fchout Eli as, en verdere leden der jufti,, M tie, in der tijd, tot verijdeling der heil„ ,, zaame oogmerken der vertooners zijn in 't „ n werk gefteld." ,, Dat zij Reprefentanten, na rijpe deliberatie, hadden gemeend aan de vertooners voorn., te ,, moeten geven het navolgend antwoord, gelijk zulks op gisteren fchriftelijk is gefchied. ,, De Reprefentanten van V Folk van Am* „ flelaam, in overweging genomen hebbende: 1. ,, ,, Dat het geheele Volk van Amjiel,, „ dam ben vrijelijk hebbende verkoozen, aan ,, ' hun alleen heeft toevertrouwd, de uitöef,, 5> fening der fouverainiteit, voor zo verre het ftedelijke betreft, oorfprongclijk in den ,, „ boezem van dat volk berustende, en zij ,, 5J dus niet vermogen, dezelve over te geven „ „ aan eenig gedeelte van dat volk, ligchaam „ of corporatie , maar integendeel verpligt ,, zijn, die fouverainiteit te bewaaren en te „ „ handhaven, tot zo lange het geheele volk „ „ van  054 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. »»van Amfteldam zal goedvinden, de aan „ „ hun, Reprefentanten, gegeven last, wéder „ intetrekken, en daaromtrent anders te dis,, „ poneeren. 3- «> „ Dat ieder burger, wie bij ook zijn „ „ moge, het onvervreemdbaar recht heeft, aan „ „ deszelfs Vertegenwoordigers zijne belangen „ „ voortedraagen, en dat dierhalven, overeen,, 55 komrtig de grondbeginzelen van ieder vrij ,, Gouvernement, de Vertegenwoordigers des ,, „ volks, nimmer ongenaakbaar voor dat volk „ vermogen te zijn. ,, ,, Dat dit vermogen van voordragten te „ „ doen, uit het natuurlijk recht van ieder »» 5, burger voortfpruitende , niet behoeft te „ „ worden erkend, en dat deze erkentenis ,, ,, zelve een hoon zou wezen, den vrijen ,, burger aangedaan , nadien daardoor zou ,, fchijnen vooronderfteld te worden, als of ,, „ hij dit recht oorfpronglijk niet bezat. Verklaar en: „ „ Dat de burgers, hier tegenwoordig, ge„ lijk alle andere Sociëteiten, zich binnen ,, „ deze ftad bevindende, geene authöfifatie ,, ,, of permisfie van hun Reprefentanten nodig „ ,, hebben , om zich tot een gezelfchap te ,, conftituè'eren, onder welken naam zij mo„ gen verkiezen, en dat, zo de burgers ,, voorn, gebruik maakende van hun onver„ „ vreemdbaar recht, eenige voordragten aan ,, „ hen  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 255 ,, • hen Reprefentanten mogten te doen hebben, altijd bereid zullen zijn, en het onder hunne ,, M eerfte pligten rekenen, dezelve, even gelijk „ • die van alle andere burgeren, te ontvangen ,, en aan te hooren. ,, ^ Dat, wat voor het overige betreft, de ,, ?5 verzoeken der burgers tot remotie der Amp- M tenaaren, toegedaan het fysthema van het ,, J5 voorig beftuur, als mede dezulken, die na den jaare 1787, zijn aangefteld, de Repre- M fentanten daarop zodanig zullen refolvee» ,, „ ren, als zij in recht en billijkheid zullen 5J meenen te behooren, — terwijl zij ein9, ,, delijk, met opzicht tot het verlangen der ,, ,, burgeren, om te mogen weeten, wie de ,, ,, perfoonen zijn, die door den burger Eli as „ „ tot fpions in hunne Vergadering zouden »> ,, Ziln gebruikt, moeten' verklaaren, buiten „ ,, ftaat te wezen , daaraan te kunnen vol,, J5 doen; dat het daarenboven, zeker is, M dat, zo de fpions van het voorig beftuur ,, n eens konden worden opgegeven, het tegen- ,, woordig beduur in de ónmogelijkheid zou ,, „ worden gefield, om perfoonen te vinden, „ die zich tot zodanige altijd haatelijke Com- „ misfiën zouden willen laaten gebruiken, ,, „ en daardoor de Maire, het Committé van „ M Waakzaamheid, zo wel, als de Procureur ,, „ der Gemeente, in eene volftrekte onmo,, „ gelijkheid zouden worden gebragt, om de laa-  356 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,, „ ïaage en gevaarlijke onderneemingen van „ de tegenpartij te ontdekken en met kragt ,, „ tegen te gaan." Dat dit gegeven antwoord is geweest van ,, dat gevolg, dat de vertooners hebben ver,, klaard, niet alleen daarmede geen genoegen ,, te neemen, maar dat ook het een meer on,, behoorlijk dringend addres, om cathagorisch „ en toeftemmend antwoord, wel rasch het an,, der verving; in welke men, onder anderen, „ zich niet ontzien heeft dreigementen intevlech„ ten, en te verklaaren, dat, indien geaarzeld ,, wierd aan de rechtvaardige vordering der ver„ tooners te voldoen, revolutionair naar betere ,, handhavers van 't belang der Bataaven zou „ omgezien worden. Dat, hoe zeer zij Reprefentanten niet na„ lieten "alle middelen van perfuafie, w'elke in „ hun vermogen waren, te bezigen, ten einde „ zo aan de meenigte burgers, welke op het „ huis der Gemeente de vergadering van hun Reprefentanten omringden, als aan de vertoo,, ners zelve, het vertrouwen op derzelver vrij „ verkoozen Vertegenwoordigers inteboezemen; ,, hen van hunnen ijver voor de belangen des volks te overtuigen; voortehouden, hoe mee,, nigvuldig de werkzaamheden van hun Repre„ fentanten zijn; interoepen hetgeen zij Repre„ fentanten onvermoeid reeds, blijkens hunne „ bekend gemaakte handelingen, yan hunne zwaare  GESCHIEDENIS dek. NEDERLANDEN» 6j# , zwaare taak hebben afgewerkt; voorteftel(, len, höe onvoorzichtig het zou zijn met „ éénen flag het oude te vernietigen , zonder den nieuwen opbouw voortebereiden; dat bij de burgerij bekend zijnde middelen zijn aarigewend, ten einde eene geregelde volkftem bin„ nen deze ftad te doen plaats vinden; dat zij Reprefertanten wel expresfelijk eene commisfie tot orde en redres hebben daargefteld, welke ,, reeds diverfe amptenaaren en bedienden, aan „ het voorig Beftuur verkleefd, onder approbatie i, van hun Reprefentanten, van hunne posten heeft gedimitteerd; dat de meenigvuldige re„ questeii, welke reeds, en wel ten getalle van meer dan 2000, bij hen ontvangen zijn, ter bekoming van posten en bedieningen, het on„ derzoek noodzaaklijk maaken naar de meest bekwaame, de meest verdienftelijke, de meest bevoegde in ieder vak, en daaruit, in weer„ wil eener onophoudelijke werkzaamheid, ook ,', ten dien opzichte eene onvermijdelijke ver* ,, traaging moet geboren worden; dat op nieuw door hen Reprefentanten eene commisfie van „ zes leden is benoemd, ten einde te examineeren, welke amptenaaren zouden behooren te ,j worden gedimitteerd, en de wijze öp wel-< ,■, ke. —- Dat, in weerwil van dit alles, in „ weerwil, dat aan de vertooners, zoo wel als i9 aan de diverfe burgers uit de me-enigte, welke de vergadering omringden,plechtig, in gemelde IV. deel. R „ ver-  258 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ vergadering zelve, was verzekerd, dat men „ zou voortgaan, met den meesten fpoed werkzaam te zijn in de remotie dier amptenaaren, „ welke werktuigen van de voorige overheer,, fching zijn geweest — dit plechtig gegeven woord van hun Reprefentanten voor onvol- ,, doende gehouden , veracht is, en om van „ andere gebeurtenisfen, welke directelijk ftrijdig met alle goede orde, en in verfmaading der „ geconftitueerde Magt hebben plaats gehad —de wettige uitvoerders van 's volks gezag op „ eene verregaande wijze zijn gehoond; ja! aan „ hun, Reprefentanten, is aangezegd, dat zij hunne vergaderplaats niet zouden hebben te verlaa„ ten, en dus niet alleen hunne vrije delibera„ tien volkomen verhinderd, maar zij zeiven in „ een ftaat van arrest zijn gefield geweest. „ De Reprefentanten midsdien door een diep „ gevoel van hunnen pligt getroffen, maar tevens aangedaan en ' verontwaardigd over de „ handelwijze, welke eene meenigte (ondanks de uitdrukkelijke afkeuring van zommige bur„ gers onder hun, die zigtbaar gevoelig waren „ voor eer en orde) zich veroorloofd heeft, met „ niet alleen openlijk de vrije deliberatien van 's volks vrij verkoozen Vertegenwoordigers te „ flooren, maar ook dezelven het vrij acces en ,, reces tot en van hunne vergaderplaats door „, middelen van dwang te beletten, waardoor de „ magt des volks van Amfteldam in hunne 5, com-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. *59 „ committenten openlijk aangerand en gcfchon- den is, verklaaren, zich alle deze mishande„ lingen ditmaal wel te hebben willen getroos„ ten, uit aanmerking der zo dikwerf betuigde liefde en van het vertrouwen hunner cornmit„ tenten tegen hen, zo wel als uit diep gevoel „ van de zuiverheid hunner oogmerken en van een rein geweten, en dat zij uit dien hoofde „ niet geaarzeld hebben, voor als nog rustig en ,, manmoedig in hunne zeer moeilijke loopbaan „ voordtegaan, zonder zich in het minfte door „ de geweldige bedreigingen, hen gedaan, te ,, laaten ontmoedigen, en zonder gebruik te „ willen maaken van die magt, welke in hunne handen, ter handhaaving van orde,' gefteld isj „ dan dat die zelfde gefchondene eer en waar„ digheid hunner committenten • niet gedoogt, dat zij Reprefentanten in hunne functiën we„ derom gevilipendeerd, en hunne deliberatien door dwang van buiten geftoord en belet worden; weshalven de Reprefentanten voorn, „ doordrongen van het fïezef van hunnen duu„ ren eed en pligt, bij'dezén openlijk en plech„ tig voor 't oog hunner committenten en van „ de ganfche burgerij dezer ftad, verklaaren, „ dat, ingevalle hunne vergadering wederom „ door de allerminfte daadlijkheden in de vrije „ deliberatiën geftoord, of de leden derzeive het vrij acces en reces tot en van de verga„ dering, op eenigerhande wijze belet wierde, R fl „en  »°u GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. en zij daardoor in de uitöeffening der gewig„ tige posten en fundiën, aan hun toevertrouwd, „ eeriigermaate geftoord of belemmerd wierden, „ de Reprefentanten voorn, als dan zich in de ,, grievende noodzaaklijkheid zullen bevinden, gebruik te moeten maaken van die magt, ,, welke door hunne committenten in hunne „ handen is gefteld, ten einde daardoor de „ waardigheid, eer en belangen der burgerij „ dezer ftad op alle mogelijke wijze te hand„ haven en te bevestigen, tot zo lang hunne „ gezegde committenten, door openlijke en wet„ t'ge daaden, van hunne gevoelens, contrarie „ deze handelwijze en intentie van Rcprefentan- ten voornoemd, zullen hebben doen blijken. „ Gearrefteerd, en gepubliceerd den 19 Sep„ tember 1795. het eerfte jaar der Bataaffche „ Vrijheid." CGet° J. & STarra, * Ter ordonnantie van de Reprefentanten voorn. Hieruit ziet men, dat de aanmerking, welke ik hier voor gemaakt heb, over het delibereeren met open deuren, niet ongegrond is. Neen! het heeft zo wel bij de Franfchen, als in onze Re- O J**r*- iv d. bi. acg.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. » mond, niet dan de fhoodfïe bedoelingen in ,• het hart kunnen voeden, zich niet hebben ont, zien, de zodanige hunner ftadgenooten, wier „ warme  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. tö7 „ warme vaderlandsliefde ligtelijk te hevig ont„ brandt, en die dikwerf niet genoeg het gelaat „ van het masker onderfcheiden, tot fchandelijke „ uiterften aantefpooren, laffe wraakzucht inte„ boezemen, en een allerfchadelijkst mistrouwen „ omtrent de wettig geconftitueerde Magt bin„ nen deze ftad aantekweeken, al het welk ten „ gevolge heeft gehad, dat de ftem der wetten „ door de aangehitfte hartstogten gefmoord, de „ geconftitueerde Magt, door de dreigende voor„ ftellen in haare. vrije deliberatien belemmerd, „ ja gehoond en aangerand, en door deze daa„ den, welke in een welgeordend beftier geen „ plaats mogen hebben, de fouverainiteit zelve „ van 't Volk van Holland, openlijk is gefchonden. „ Dan, dat zij Commisfarisfen, aan de andere „ zijde, met geene mindere voldoening tevens „ zijn ontwaar geworden, dat die vergadering, „ welke, door de vrije keuze van Amflels bur„ gerije daargefteld, het ftedelijk beftuur uit„ öeffent, met verachting van alle gevaaren, de „ goede orde en het gezag der wetten, waar„ door een vrij volk alleen kan zegepraalen, „ ftandvastig heeft gehandhaafd, en de poogingen „ der kwaadwilligen ontzenuuwd, terwijl de „ weldenkende ingezetenen overtuigd, dat, voor. „ al in groote omftandigheden, de waare vrien„ den der vrijheid zich tot welzijn des vader„ lands moeten veréénigcn, met ijver tot deze weldaadige doelëjndens hebben medegewerkt. , » Zo  *68 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ Zo is 't, dat zij Commisfarisfen, in naam „ van 't Volk van Holland, veridaaren: volkoo„ men goedtekeuren, zo wel het ftandvastig ge„ drag, door de Municipaliteit dezer ftad ge„ houden, in de handhaving van de orde, de „ rust, en het gezag der wetten binnen dezelve, „ als het mannelijk gedrag van het weldenkend „ en verre het grootst gedeelte van Amflels „ burgerij, het welk met haar in den roem 3, deelt, deze ftad bewaard te hebben voor die „ fchandelijke uiterften, welke voor altijd een „ G uvernement zouden ontëeren, dat tot grond„ Hag heeft, de Rechten van den Mensch en „ Burger, en tot eenig doeleinde de algemeene „ welvaard- Terwijl zij Commisfarisfen de voor„ noemde Municipaliteit aanmaanen, en des noods „ gelasten, om ftandvastig in den post, haar door „ de goede burgerij toevertrouwd, en ftcrk door „ derzelver goedkeuring, op het eigen fpoor „ voordtetreeden, en met allen ernst de ver„ ftoorders der publieke rust optefpooren, en, „ conform de wetten dezer landen, te doen „ ftraffen. „ Achtende zij Commisfarisfen zich eindelijk „ verpligt, de goede Ingezetenen te herinneren, >, dat vooral de meer moeilijke omftandigheden „ des Vaderlands eene meerdere verééniging „ der braavén behoort te doen geboren vvor„ den; dat deze dan vooral door denzelfden n geest bezield, door denzelfden wil gedreeven, „ en  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 269 „ en met die bedaarde flandvastigheid, welke „ aan vrije menfchen voegt, die niets boven „ zich kennen dan de wetten, alle hunne bij„ zondere kragten behooren bijéén te brengen, „ ten einde daaruit eene algemeene kragt te „ vormen, welke alle hinderpaalen omverre kan „ werpen, en dat, daar een manmoedig geno„ men befluit der gezamenlijke Bondgenooten in „ de tegenwoordige omstandigheden der Repu„ bliek, dit groot doeleinde bewerkt, en ieder „ goed ingezetenen met grond mag voorönder„ fteld worden', met goed en bloed de verkre„ gen vrijheid te zullen helpen bewaaren, het „ ftreelend vooruitzicht zich opdoet, dat, indien „ het den vijanden van Neérlands vrijheid mogt „ gelusten dezelve met de wapenen aantetasten, „ zij ondervinden zullen dat een Gouvernement, op de vaderlandsliefde rustende, zo weinig te „ verdelgen is, als die vaderlandsliefde zelve. „ Aldus gedaan en geproclameerd van de „ puije van het Huis der Gemeente, binnen de „ ftad Amfleldam-, bij ons Commisfarisfen voorn. „ den 7 Novemb. 1795. het eerde jaar der Ba„ taaffchs Vrijheid." , J t&cn verben. Ten  270 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Partijfchip pen on'dq de Gemee neb es gezinden. i t t 1 \ i i e d e g Vi Foor- Ten ongelukke van ons vaderland waren, al kort na de omwenteling, de Gemeenebestgezinden onderling verdeeld in zogenaamde revolutionairen en moderaaten of bedaarden. De eerften wilden uit wederwraak der fcbanddaaden van 1787 al wat van eene andere denkwijze in het ftaatkundige was ten ftrengfte vervolgen, ten einde zij in de van hunne ambten ontflagen posten der orangep.irtij konden worden gefteld. De moderaate partij, daarentegen, betoonde zich in alles zeer sagt en toegeeflijk. Die tegenftrijdige gevoelens jaarden eenen grooten haat en partijfchap tusfehen le patriotten, en heeft den grond gelegd tot veele ^aangenaamheden, welke in ons vaderland ver/olgens gebeurd zijn. Wenfchelijk ware het geveest, dat beide partijen zich onderling hadden ■erzoend, maar neen! ieder hunner zogt het betuur in handen te krijgen, en werkte daartoe 1 't heimelijke zo binnen als buiten 's lands, n de op zijn tijd zegepraalende partij verzuime dan niet om al het gehouden gedrag zijner ïgenpartij in 't haatlijkfte daglicht te plaatzen, 1 hierop dient men in het beöordeelen der ïbeurtenisfen bijzonder acht te geven. Van veel belang voor ons vaderland was het )lgende voorftel:  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 271 Voorfiel van het Committé van Koophan-, del en Zeevaart te Jmjleldam, aan de Reprefentanten van 't Folk van Amfleldam, bij gelegenheid dat de Regeering in Engeland 't befluit genoomen had, de Nederlandfche bezittin gen, in haare havens zijnde, prijs te verklaaren, 16 November 1795. Aan de Reprefentanten van het Volk van Amfteldam. medeburgers! „ Uw Committé van Koophandel en Zeevaart, „ met zo veel aandoening als verontwaardiging' vernomen hebbende de Refolutie, door de „ Regeering van Engeland genomen, om niet „ alleen die fchepen, die, op de trouw der „ volkeren, ten tijde toen de Staat nog Bond„ genoot van dit Rijk was, hunne toevlugt in „ derzelver havens genomen hadden, met der„ zeiver laading voor goeden prijs te verklaaren» maar zelfs haare ingezetenen te verbieden, „ aan de inwoonders van dit Gemeenebest hunne „ regtmaatige vorderingen te voldoen, en dus „ als het ware het zegel op alle haare voor„ gaande onrechtvaardigheden te drukken, en, „ zo veel in haare magt is, het commercieerend „ gedeelte onzer medeburgeren van het hunne „ berooven, heeft geoordeeld, dat het ook des„ zelfs pligt was in overweeging te neemen, „ welke foorffel van t Committé fan Koophandel.  27a GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN; welke middelen best gefchikt zouden zijn te„ gen de verregaande onrechtvaardigheden, waar„ van zelfs de berbaarfte Mogendheden tot hier „ toe altijd een grouwel hadden, reprefailles te „ gebruiken. „ Dan, het is hen voorgekomen, dat het j>, Bataaffche Gemeenebest zich daardoor aan „ het Engekch Ministerie gelijk ftellen, en „ beneden den rang der befchaafde volkeren, „ wij willen niet zeggen van een christen na„ tie, zoude verlaagen, en een aantal van in,» dividus in Engeland ongelukkig maaken, die „ misfchien, zo zeer als wij, die wederrechte„ lijke daaden van hunne Regeering verfoeijen. „ Dat het zich veel meer moet toeleggen, „ aan geheel Europa te toonen, dat het, hoe „ zeer wenfchende de onvermijdelijke rampen „ des oorlogs, zo veel mogelijk, te verzagten, „ echter ook weet van die magt, die God en „ de Natuur ons gefchonken hebben, gebruik „ te maaken, om, overeenkomftig het recht der „ volkeren, aan haare vijanden te doen gevoe- len, dat het Bataaffche volk nog niet van „ het bloed zijner voorvaderen ontaart is, en „ zich op eene billijke wijze weet te wree„ ken. „ UW Committé is echter van meening, dat „ het gepast zoude zijn aan geheel Europa, „ ja, aan het geheele Menschdom, door een „ kort en waarachtig betoog van die on recht- „ vaar-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. £$g „ vaardigheden, die dit vreedzaam Volk van de „ Engelfche beftuurders en hunnen aanhang, in „ dit land hebben moeten lijden, op onweder„ lpreeklijke gronden te overtuigen, hoe zeer „ het mishandeld en getrapt is geworden, en „ dus als het ware het geheele menfchelijk ge„ flacht uit te nodigen, zich met hen, ter be„ veiliging van het recht van eigendom, te „ verëenigen, en die middelen, die wij tot „ afbreuk van dezen onzen vijand in hét werk zullen ftellen, te billijken. „ Het oordeelt derhaiven aan deze Vergade,i ring te moeten vöordraagen, of het niet raad„ zaam ware, de Gedeputeerden dezer ftad in „ den Haags te gelasten , deswegens bij de ,y provifioneelë Reprefentanten van het volk van „ Holland eene propofitie te doen, en, is het „ mogelijk het daarheen te dirigeeren, dat bij „ Hun Hoog Mogenden wierd gerefolveèrd , „ eene Proclamatie daar te ftellen, waarbij deze gronden in fterke termen wierden uitgedrukt, ,, die in alle taaien te doen overzetten, en aan „ alle volkeren te doen kenbaar maaken. „ Het neemt de vrijheid, hiervan eene ruwe „• fchets te overhandigen, die, vermeerderd, ,i verfterkt en befchaafd, alleen nog als het „ doek moet aangemerkt worden, waarop het „• tafereel van Engelands gruweldaden met de „ fterkfte kouleuren kan worden afgemaald. IV. deee. $  S74 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Plan. Het onderwerpt echter zijne propofitie, zo wel als dit plan, aan het meerder verlicht oordeel, dezer Vergadering. ,, Heil en Broeder fchap! Uit naam van voorn. Committé." k^C. Stroef. Secretaris. het bataafsche volk aan alle volkeren! Het algemeen belang der Volkeren, uit den „ handel geboren, en op de onderlinge goede trouw gevestigd, doet geheel Europa deelneemen in alle de betrekkingen haarer Natiën, en rekenfehap afëisfcben van alle derzelver „ onderlinge verdeeldheden. , ,, De heerschzucht geve noch telle die reken,, fchap; de trouwloosheid brenge, door haare drogredenen, alle volks - verklaaringen in ver,, denking; de rechtvaardigheid zal zich gaarne „ voor het oordeel der volkeren bloot leg}i gen, wanneer zij allen argwaan, door fpreekende feiten kan verbannen. „ Nederland, aan alle volkeren, door den handel, vermaagfehapt; bij alle om deszelfs „ goede trouw, beroemd; doch met Engeland weder in krijg gekomen, wil dien rechtmatigen eisch weerltreeven noch ontduiken, maar ,, roept integendeel het algemeen belang van »» B.u^  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* i# Europa op, om deze nieuwe vredebreuk te befchouwen. De rechten van den oorlog en den vrede, die bij u reeds heilig waren, ö Volkeren! „ eer de handel u aan elkander verbond, eer ,, de befchaaving uwe zeden verzagtte, zijn „ zins lang gefchonden en vertreden door Ne- derlands vijanden, en kunnen u zeiven dus ,, nooit ten waarborg {trekken tegen hunnen „ onverhoedfehen aanval, —voor hunne duurst bezwooren verbonden. Met een Stadhouder belemmerd, door En„ geland zelfs, zins Willem den Derden, ten „ teeken der fchandelijkfte afhanglijkheid ge,, bruikt, moest Nederlands lot u Hechts ten ftillen fpiegel {trekken van Engelands ftaat,, kunde. Na de affchudding en verbrijzeling van dat verachtelijk juk, zal deszelfs flem ,, voor het eerst vrijelijk de gruwelen van het Engelsch Ministerie verkondigen. — De gru- welen, echter dezer dagen alleen: het ,, afleezen van derzelver geheele lijst, zins het aangewezen tijdperk, zou die flem veel te vroeg „ doen bezwijken, om uw decreet haarer tegen„ woordige verfoeijing te doen hooren. ,, Neerlands gefchiedenisfen, fchoon met hui„ verige of vleijende handen, onder het Eas, gelscbgezinde oog des Stadhouderfchaps ge- fchreven, hebben de vijf en twintig Millioenen „ Guldens niet verzwegen, den Nederlanderen, Sa „te  276 GESCHIEDENIS Der NEDERLANDEN, ,i te midden van den vrede, door de Engelfchen ,, in 1757, geduurende derzelver oorlog met „ Fiankrljk, ter zee ontroofd, en door eene Engelfche Princesfe, de weduwe van Willem „ den Vierden, openlijk aan haar landverraadend s, poinct d'hvnneur opgeofferd; noch de tachtig Millioenen Guldens, door hen den volmaakt onzijdigen handelaar in den Amerikaanfchen oorlog ontdooien; noch den onrechtvaardigllea „ en woesten krijg, tegen de verbrijzelaars van „ het Spaanfchen juk gevoerd, om dat zij da 5, broederhand gereed hielden voor den zieli ,, vrij vechtenden Amerikaan, die het Engehch 5, Ministerie zelfs tot zijne eerbiediging gedwon„ gen heeft; noch den verraderlijken onderdand van eenen wederfpannigen Staatsdienaar, tegen zijnen Meester, geduurende- de vernederende „ worftelingen des Souverainen, doch listig „ verdeeld gehouden NederlandJ'chen Volks, tc„ gen den eerften uitvoerder van deszelfs wil; „ aldaar, waar de gefchiedenisfen zwegen, om den afloop der gebeurtenisfen aftevvagten, of 5, meer nog, om de worgende vuist der over„ heerfching van hunnen iïrot te houden, als. „ Nederland zelf bij alle Volkeren Engelatids gruwelen uitkrijten. Frankrijk wilde vrij zijn, en het was vrij. — Het baatzuchtig Engeland, wangunftig. tegen alle Volkeren, alle eeuwen door, vijan» dig tegen Frankrijk, beproefde vrugteloos  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ftfjr „ dé helfche listen der verfoei jelijkfte, aan'het zelve geheel eigen ftaatkunde, om het vrij geworden volk jammerlijk vaneen te fcheuren, „ en de nieuwe veerkragt eener Natie, wier 1 wraak het moest duchten, wier herftel het 99 3, vervloekt, naar binnen te doen werken, ', en alzo het geheel nieuive Gemeenebest aan „ duizende ftukken te doen flaan. Min geluk„ kig in dien verraderlijken aanflag, dan onlangs „ in Nederland, onderfteunde het Ministerie :■ eens volks, het welk met ondraaglijken boog- moed, op eigen fehijn-vrijheid pocht, de „ woede der overheerfchers tegen de omverruk- kers eenes willekeurigen troons. Nog bevreesd „ voor den dolzinnig gcwenscbten uitflag, trok „ zich Engeland de zaak der overheerfchers „ aan, fchond de heiligde rechten eenes onaf- hanglijken en vrijmagtigen Volks, en dwong, „ door deszelfs Stadhouderlijken invloed, het „ vrijgevochten Nederland mede deel te neemen , in, den zinneloozen reuzenftrijd, tegen de rechten desmenschdoms,de eeuwige wetten des Hemels. „ Het misleid, Verblind, gedwongen Neder- land, grijpt de onzalige wapenen aan, en voert ze met den ouden heldenarm, wiens „ flagen echter weleer voor de dwingelandij „ geducht, op het fchild der Franfche vrijheid, „ pijnelijk terug fluiten. Engeland houdt zijn ge wapenden Bondgenoot weerloos ter zee, delt 59 hem vooraan in den volken fchat-verfpillendea S 3 „ krijg;  278 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ krijg; befpot openlijk zijne ftille onverfchrok'„ kenheid, en rooft en moord, of vlugt laf„ hartig, terwijl het bloed diens trouwen Bond,, genoots ftroomt. „ Weldra ontrollen de legervanen der Fran„ fche vrijheid op den Nedcrlandfchen bodem; het afhanglijk Stadhouderlijk beftuur blijft „ trouw aan het doemwaardigst verbond; de „ rivieren en zeeën worden ontkerkerd, om \ „ de overwinnaars te keeren; dc fchoonftc lan9f derijën verzinken in verdervende poelen, voor », de heldenftappen der Franfchen' de welvaard van duizenden wordt opgeofferd, om de zijde „ der Engelfchen te houden: God alleen fcheurt die verfoeijelijke banden; zijn adem ftolt alle ftroomen, droogvoets geleidt hij de herftellers van de rechten des menschdoms ,, over de kunstmatige zeeën; — de Stadhou„ der vlugt, het oud Beftuur doet geene wan„ hoopige pooging meer; — maar de Engely, fchen zweeren de vernieling van Nederland, „ het geen nu voor hunne heerschzucht, onder s, fehijn van Geloof- en Bondgenoot, verlooren „ is; zij plunderen, moorden en brandftichten „ op hunne lafhartige vlugt; en de fchrik hun„ ner vervolgers, die hen weg drijft als kaf, „ voorkomt alleen de geheele vervulling van „ hunnen doemwaardigen eed. ,, De Nederlander, te rechtfehapen, om die „ gruwelen van roofzieke benden aan het Mi-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 379 „ nisterie eenes befchaafden volks te wijten, „ wagt, zonder de minfte vijandelijkheid des„ zelfs gedrag af, en ondervindt eere heiligfchen„ nis tegen alle rechten der Volkeren, die om „ de ftraf van alle Natiën fchreeuwt. „ Zijne fchepen gerust in de bondgenoot„ fchappelijke havens van Engeland liggende, „ welke de confuls des Nederlandfchen volks, „ op last van het toenmaalig beftuur, in herfst„ maand des voorigen jaars, als de veiligfte „ verblijfplaats hadden aangewezen, ziende gast„ vrijheid der befohaafde volkeren ., het goed „ vertrouwen op bondgenootfchappelijke veilig„ heid, de volftrekte onafhanglijkheid des vrijën ., Nederlandfchen volks gefchonden, door de '„ fchandelijkfte opfluiting; andere, rijk belaaden, „ naar het Vaderland keerende, kielen worden „ verraderlijk in de roofnesten binnen gelokt, „ of door het onrechtvaardigst geweld gedre„ ven; onberekenbaare fchatten worden aange■ flaagen, onder het tergendst voorwcndzel eener „ onbevoegde bewaaring, tot dat, welk eene „ lastering! de vrijheid van Nederland met de „ herftelling des overheerfchenden Stadhouders „ herfteld zou zijn, en worden weldra ver„ beurd verklaard, eer de godloosfte oorlog van „ Engelands zijde op nieuw is aangekondigd;. „ terwijl de rechtvaardigfte oorlog zulk eenen „ fchelmachrigen, zulk eenen blooten overval- lenden handel niet zou [kunnen wettigen. * " S 4 » Te  m GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. n Tc vroeg, ö Volkeren! fïeeg uwe verönfc« wa^g ^fchien ^ teggn ^ Ministerie ten top! bewaart uw verder afrrijzSfl, om den voordgang der Engeljche trouw?> loosheid te hooren. " We£tige, fchulden, door het Goup vernement bij Nederlands burgers gemaakt- „ fchulden, waar voor de eer des vijandiger, P. lands borg bleef; — fchulden, die de geld>» fchieters zorgvuldig onthieven van alle wis„ felvalhgheden in de betrekkingen der volke" ren' en die tusfche" volkeren, even min, als „ tusfehen bijzondere peifoonen, afhanglijk zijn » van alle onderlinge vriendfchnp 0f vijand" fiap' worden ftrWdjg niet het gemaakt ver?, drag, — tijdig tegen alle goede trouw, — P tijdig tegen het heiligst recht, den wettigen .» 9genaaren onthouden; — onthouden, eer de ft PPrlog alle gemecnfchap heeft afgellooten; — ?, ontbonden, met het yerfoeijeljjk oogmerk al„ leen, om gebrek te doen heerfchen onder p duizenden, die hunne fchatten eenen meinee3, digen ftaat toevertrouwden. " Het Engelsch Ministerie verbiedt zelfs den . zogenaamden vrijen Brit, deszelfs bijzondere icnulden aan bijzondere fchuldëifchers in Ne. „ dcrland te betaalen, en dwingt alzo den eerp '#ften zelfs, die 'er onder zulk eene natie v,. Wmag, om deel te neeruen aan de algemeene n trouwloosheid, y  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN; a3r „ Beteugelt nog eenmaal uwe uiterfte ver- foeijing, o Volkeren! de laatfte trek ontbreekt „ nog aan het affchuwelijk tafereel der Engel,, J'che ongerechtigheid! „Willem da Vijf da, . de lafhartige' ont„ vlugter zijner vijanden, te groot een bloodaart „ om zelf zijn Vaderland te komen beflrijden, „ maar niet te min het fchandelijk werktuig van bet Engelsch Ministerie, teekent op des„ zelfs last, orders aan de Gouverneurs van de „ buitenlandfche bezittingen zijns Vaderlands., „ om ze verraderlijk in de handen der Engel,, fchen te ftellen, die de kaperbrieven gereed „ hebben, om verder alles in hun roofnest te „ lleepen; die deze kaperbrieven afgeven, zon,, der Nederland als nog den krijg te hebben „ verklaard. „ Beoordeelt nu vrijelijk, ö Volkeren! . de „ gruwelen van het Engelsch Ministerie! Toetst ,, Nederlands aanklagt aan alle wetboeken der „ menschheid, laaten de gebruiken der barbaar„ fte Natiën van vroege eeuwen, of in be„ fchaafde Gewesten, het pleit beflegten; zij „ allen zullen voorzeker het vonnis wettigen, „ het .welk Nederland van u, tegen Engeland t ?, afëischt. „ Maar welke wetten, onder' de volkeren nu „ of ooit ftand grijpende, zijn 'er, die de wraak „ aan zulk een lang getergd, getrapt en geteis?, terd volk ontzeggen? welke wetten, die de S s „ ver-  S8a GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ verwoedenfte wraak eener natie, welke zich „ nu voor het eerst ongedwongen kan doen „ gelden, in ftaat zijn te beteugelen? „ Zulke wetten, zulke teugels vormden de vol„ keren zich nimmer; — Nederland ontvangt „ die wetten , gehoorzaamt dien teugel al„ leen van deszelfs eigen rechtfchapen karak„ ter. Het wil gefchonden rechten hertellen, „ geen eigen onrecht pleegen, — trouwloos„ heden ftraffen, geen gruwelen wreeken; — „ en zal nooit om het verfoeijelijk voorbeeld „ van Engelands Ministerie, al kon het ook „ door geheel Europa gevolgd worden, in eeni„ gen opzicht die goede trouw fchenden, waar „ door het, hoe fchandelijk ook onder Enge„ land vernederd, roemrijk in geheel Europa „ bleef. „ Willende, dat alle burgers rechtvaardig zullen zijn, jegens alle hunne wettige fchuld„ eisfchers, onder Engelands ingezetenen, ver„ klaart het geheele volk, zelfs openlijk, de on„ fchendbaarheid der aandeelen en vorderingen, „ die bijzondere Engelfchen in Nederland, of „ derzelver volkplanting mogen hebben; geene „ afzonderlijke nadeelen van eenigen vreemdeling „ begeercnde, beloofde hetzelve aan alle de „ eigenaars, vergoeding der waarde van laadin„ gen der fchepen, welke de Franfchen bij „ hunne aankomst alhier, in beflag genomen „ hebben. Eene  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. a&3 Eene edelmoedige gezindheid, waarvan hetzelve reeds het beflisfender blijk, in de uitlevering van de Rusfifche en Portugeefche „ fchepen aan derzelver refpective eigenaars ,, gegeven heeft, waarvan het wederkeerig ont„ flag van alle Hollandfche fchepen in de ha„ vens van Rusland het rechtvaardig gevolg „ behoort te zijn, daar Portugal zich inmid„ dels op de goede trouw der Nederlanderen verlaatende, nimmer het vertrek hunner kielen heeft belemmerd. „ Het Bataaffche volk door geen Stadhouder„ fchap gebonden of belemmerd, maar door der ,, Franfchen voorbeeld bemoedigd, en door der„ zeiver fteun gefchraagd, wil alleen rechtvaar„ dige wapenen voeren, en bezweert daartoe op „ nieuw alle rechten des oorlogs en des vredes. „ Geheel Europa, voor wier oplettend oog, „ die duure eed gelchiedt, zij getuige van des„ zelfs opvolging en wijze , na deze rekenfchap „ der onderlinge verdeeldheden tusfehen Neder„ land en het Engelsch Ministerie, alle rampen „ van dezen nieuwen krijg aan het laatfle, en „ geenzins aan het eerde wijtende, het welk zich ,, voor den Almagtigen Richter der Volkeren „ onfchuldig verklaart, van deze rampzalige ver„ meerdering der menfchelijke elenden. „ Amfleldam, den 16 November i/Oi»" C*) Ter («) Baf. jaaib, Y. Rsel bjndz. iqQ.  a»4 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Gebeurt;;lis in Rot.' sidam. « 1 ? »' 5! 5! i: »5 55 55 55 55 55 L *» Ter voldoening aan de Publicatie van de provifioneelë Reprefentanten van het Volk van Holland, in dato ra October 1. 1. werd door de Reprefentanten des Volks van Amfleldam de Burgerij opgeroepen, ter benoeming eener Commisfie ter remotie der Oranje-Amptenaaren. In Rotterdam, alwaar de Regeering beftond, uit zulke leden, die belangloos, zonder eenige emolumenten of voordeelen te begeeren, de moderate partij toegedaan waren, ontfiond' een ^efchil op den 14 Junij, met de revolutionaire gemeenebest gezinde burgeren , dat onsan*enaame gevolgen had. De laaffte eiscbten loor hunne Gecommitteerden, van Wethouderen ip het Raadhuis vergaderd. 1. ,, Dat alle de Regenten van het voorig , Bewind zouden worden gefteld in ftaat van , huisarrest, uitgenomen den gewezen Hoofdofficier R. F. van Staveren, wiens perfoon men verlangde, dat in ftrikte gijzeling, in den Doele zoude worden bewaard. 2. „ Dat alle de geenen, die Ampten, Officiè'n en Beneficiën, van ftads vvege genieten, en der Oranjepartij zijn toegedaan , daadHjk zouden worden gererrïoveerd; hunne naarr.en, twee dagen daar na van de puije van het ftadhuis worden afgekondigd, en in derzelver plaatzen aangefteld, behoeftige en kundige Patriotten , wier naamen insgelijks aan het volk moesten worden be- „ kend  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 285 kend gemaakt, en aan het volk aangenaam „ zullen moeten zijn. 3. „ Dat alle de Stadswerkers, der Oranje„ partij toegedaan, mede daadlijk van hunne „ posten vervallen verklaard worden." De Wethouders, om te delibereeren over het voorftel, verzogten hierop, dat Gecommitteerden ecnisren tijd zouden buiten de raadkamer ftaan. Gecommitteerden weder binnen geroepen zijnde, floegen Wethouderen het eerfte verzoek af, hetzelve itrijdig oordeelende met de Rechten van den Mensch en Burger, en zeiden: dat zij Gecommitteerden hun last maar van een gedeelte en niet. van de ganfche Burgerij verkregen hadden. Wat het tweede en derde poinct der voordragt betrof, werd geantwoord, dat men daarover in onderhandeling was met de wettige Gecommitteerden der ganfche Burgerij, en aan welke zij Gecommitteerden verwezen wierden. Hierop eischten Gecommitteerden eene oproeping van alle wijken tegen 's namiddags ten 4 uuren, en dat geduurende dien tijd de Regeering zo wel als de patriottifche partij vergaderd zoude blijven. Dit alles ging met eene dreigende houding vergezeld, indien Wethouderen niet daadlijk hun toeftemming daar aan gaven. Duizende burgers ftonden voor en een meenigte op het ftadbuis, begeerende dat de orders, aan den Franfchen Commandant gegeven, wierden ingetrokken.. In  236 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN ,In deze omftandigheden vonden Wethouders en Raaden zich wel genoodzaakt, de eifchen van de Gecommitteerden toeteftaan; intusfcken werd 's n middags den gewezen Hoofd - officier Van Staveren uit zijn huis naar des. flads-doele gebragt, doch kort daarna wederom in zijn huis gebragt en door eene burgerwacht aldaar bewaakt. Dit een en ander had ten gevolge, dat de provifioneelë Reprefentanten van Holland eene Commisfie naar Rotterdam Zonden, om die zaak te onderzoeken, en daar komende, na over en weder partijen gehoord te hebben, de volgende mediatie voorflelde. » Wethouders en Raaden voorneemens zijnde, „ op aanftaande donderdag den 18 dezer, hunne „ respective posten nederteleggen, zullen door „ gecommitteerden van bovengenoemd gedeelte „ der burgerij van Rotterdam, of door zodanige „ andere perfoonen als hetzelve zal nodig oor„ deelen, verzogt worden, provifioneel in hunne „ posten te continueeren. „ Het huisarrest, aan de leden der voormaa„ lige Regeering, den 14 dezer aangezegd, zal „ worden afgedaan, en de zaaken gefield in dien „ ftaat, waarin dezelven voor dato van het arrest „ waren. „ Bij aldien deze poincten door het meerge„ meld gedeelte i der burgerij van Rotterdam „ worden geaccordeerd, neemen Commisfarisfen „ uit de provifioneelë Reprefentanten van het » Volk  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 287 , Volk van Holland, thans in loco, aan, ter • voornoemde Vergadering te proponeeren, en, voor zo veel in hun vermogen is, het daar heen te dirigeeren, dat het principe der fchavergoeding, door de leden van het voorig Gouvernement te prefteeren, bereids ter wel- j5 gemelde Vergadering gedecreteerd, onverwijld n op de convenabelfte wijze worde ter uitvoer s gebragt, en te gelijk zodanig, eene nadere } mefure worde vastgefteld, waardoor alle de 5J zodanige bijzondere perfoonen, die ten tijde, „ of na de geweldige omkeer van zaaken, van , den jaare 1787, door toedoen van de voormaa„ lige Regenten, mogten hebben fchade geleden, , zich kunnen verzekerd houden, uit derzelver • goederen, de geledene fchade te zullen gebeJ} terd krijgen. „ De burgerij van Rotterdam zal, op de gefchiktfte en geregeldfte wijze, een committé 3, van waakzaamheid benoemen, beftaande uit „ braave en vertrouwde perfoonen, en zullen )} Commisfarisfen voornoemd, ook in dit geval, ; hunne devoiren aanwenden, dat hetzelve Com„ mitté, door Wethouderen en Raaden, als zo5J danig worde erkend, en aan hetzelve in het „ uitöeffenen van deszelfs funct-ien en werk„ zaamheden, alle adfiftentie, zo van burger- als , militaire-magt, des noods worde verleend." Gecommitteerden, dit voorftel in overweging genomen hebbende, ftelden voor: 1. „ Dat  *S8 GESCHIEDENIS deb. NEDERLANDEN. t. „ Dat van wegen het beste gedeelte der fi burgerij aan de tegenwoordige Wethouderen en Raaden behoort aangezegd te worden, 3, dat zij in hunne ondericheidene posten zullen „ continueèren, zo lang dezelven, ingevolge hun „ eigen voorftel, door haar geremplaceert zullen 4> zijn. a. Wat het andere belangt, dat de in huis ti gewefteerde Regeerings-leden van het voorig ii Bewind, uit dat arresj: ontflagen kunnen wor- den, mits gezamenlijk cautie ftdlende ter Ü, fomme van twee millioenen Hollandfche gtil- dens. j, BetreiTende den perfoon van R. F. var* « Staveren, gewezen Hoofd - officier dezer „ ftad, dat hii aan de bewaaring der provifioneelë „ Reprefentanten van Hollands Volk fecuur zou « kunnen overgegeven, en even als Van der „ Spiegel en Ben tink in hechtenis genomen „ worden, of dat zijne tegenwoordige detenfie „ ten zijnen koste blijvc, zo als die is, tot „ maintien van de rust der ftad, en om de cu„ veldaaden door hem begaan, waarvoor hij si bgtelijk een facrifice van 's volks lang getergd „ misnoegen konde worden: en zo lang, totdat „ het op laatstleden zondag gerequireerd tribunaal „ Revolutionair uitfpraak over zijne daaden zal „; hebben gedaan. 3- „ Dat de geproponeerde febavefgoeding ,i geheel overéénftemt met den wensch der 5j bur»  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. burgerij, en dat Gecommitteerden op dezelve „ nader zullen aandringen. 4. „ Dat het voorgeftelde Committé van Waak„ zaamheid geformeerd worde uit weldenkende, en vóór de omwenteling reeds bekende pa„ triotten, en dat hetzelve, zonder orders van ,, Wethouders en Raaden te behoeven, zal kun- nen disponeeren over de fchutterlijke en mili- taire magten. 5. „ Eindelijk, dat ten fterkfte geïnfteerd „ worde op de fpoedige remotie der orange- cabalisten, die ambten, beneficiën en bedie„ ningen bekleedeu." Dóch omtrent deze zaak werden bij de provifioneelë Reprefentanten van Holland, bij Proclamatie van 22 Junij, de volgende artikelen vastgefteld: 1. ,, Het voorftel, op den 14 Junij Itfatstle,, den, van wegen eenige burgers en inwooners van Rotterdam, aan Wethouders en Raaden ,, aldaar gedaan en doorgedrongen, is geheel en al informeel, illegaal en nul. 2. ,, De Refolutie van Wethouders en Raa„ den van Rotterdam, voldoende aan gemelden aandrang, en aan Gecommitteerden van dat gedeelte der burgerij, eindelijk voorgelezen, en daarna met klokkengeflag afgekondigd, wordt ,, ingetrokken, vernietigd en gehouden voor niet ,, genomen. IV. deel. T 3. „ De  apo GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 5. „ De gevolgen derhalven van gemelde Re„ folutie worden insgelijks ingetrokken, en de „ gedaane perfoneele arreften der Leden van de „ voorige zogenaamde Regeering worden opge„ heven, en alles, ten-dezen, tot dien ftaat te ruggebragt, waarop het was vóór den 14 Ju- nij laatstleden. 4. „ Wethouderen en Raaden van Rotterdam zullen niettemin moeten zorgdragen, dat de „ gewezen Hoofd-officier R. F. van Staveren ,, onverwijld in behoorlijken ftaat van arrest „ gefteld worde, want het ongenoegen van Rot„ terdams burgerij fchijnt tegen denzelven ten „ toppunt gerezen. „ Wethouderen en Raaden van Rotterdam „ zullen eene commisfie benoemen, om intezame„ len en overteneemen alle de bezwaaren, welke „ 'er tegen gem. VanStaveren zullen inkomen. 6. ,, Binnen 14 dagen na de afkondiging dczer, zal gemelde commisfie eenen behoorlij- „ ken inventaris met de ftukken aan ons over„ zenden, en zullen wij als dan, naar examinatie, de zaak van den gearresteerden overgeven „ aan zodanige rechtbank als bevonden zal wor„ den te behooren. 7. Hiermede zal deze zaak zijn en blijven „ afgedaan, en wij vleien ons dat, langs dezen s, weg, het zo nodig vertrouwen in de gemeente „ van Rotterdam volkomen zal herfteld zün, „ en de rust en goede orde, zo nodig in elke maat-  GESCHIEDENIS DER. NEDERLANDEN. aot maatfchappij, en zo onontbeerlijk In eene ftad van dien uitgeftrekten koophandel, ten vollen „ zal herfteld zijn en blijven, en de woelingen verijdeld der fchuldigen of verdwaasde voor„ ftanders van 't ftadhouderlijk juk." Omtrent de fchavergoeding der berokkenaars van voorige onheilen en verliezen, daardoor aan hunne medeburgeren toegebragt, werd belooft, dat deswegens de nodige maatregelen zouden worden genomen. Kort daarna kwam 'er eene verdediging van dë gecommitteerden der burgerij in het licht, doch die door de Regeering mede in druk beantwoord werd. Te Dordrecht was naauwlijks het gebeurde te.; Rotterdam bekend geworden, of de volk-focieteit, vorderde het gevangenneemen van eenige Leden van het voorig Bewind, en dat de overige huisarrest aangezegd zouden worden. De Raad weigerde zulks, om dat zij de focieteit niet voor de geheele volkftem erkende: en welke focieteit i de burgermagt in haare belangen krijgende, op 't raadhuis haar verzoek herhaalde en ten fterkfte aandrong. Hierop ftelde de Raad voor, om eene commisfie hierover naar den Haag te zenden, maar het volk verwierp het voorftel, ert de Raad inmiddels gefcheiden zijnde, had fchriftelijke order aan den Commandant gelasten 4 om fchildwagten voor de huizen der bedoelde perfoonen te plaatzen. T È> ï« 'en te Dor* Irecht;  202 Onlusten te Schiedam. Haarlem begeei t een veibelerd ItegeeringsReglement. Te Leyden bepaald hoe de grondvergaderingen te houden. i ( ] 5 ! 5 i e d GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. In Schiedam tusfehen de zogenaamde revolutionairen en moderaaten hevige gefchillen ontftaan zijnde, over het verkiezen der Regeeringsleden, waarin de èerften de laatftenbefchuldigden, van kuiperij in 't fternmen gepleegd te hebben, zo werd bij klagten daarover aan de provifioneelë Reprefentanten van Holland, door de commisfie tot dat einde naar Schiedam gezonden, de aanftelling der Regeering op den 21 Aug. voor die keer gedaan. Te Haarlem ftelde de provifioneelë Regeering voor, om eene commisfie te benoemen tot bet ontwerpen van een verbeterd Reglement op de Regeering. Op den 5 Meij deed de Raad der Gemeente van Leyden eene nadere Publicatie, over de wijze :n orde hoe de grondvergaderingen te houden. 3p den 6 Julij werd bepaald de wijze hoe de )penvallende ampten te begeven. Den 3 Aug. naakte gemelde Raad bekend: „ Dat alle plun, deraars, of zulken, die na de omwenteling van , 1737 den braaven patriot door wóórden of , daaden konden bewezen worden beledigd te , hebben, en ampten bekleedden, van hunne , posten zouden ontzet worden. Dat hiertoe was , aangefteld eene commisfie van zeven leden de, zes provifioneelen Raads, welke deswegen het , fcherpst onderzoek zou moeten doen." Mitsaders dat bijzonder reguard zou grflagen woren op die amptenaaren, welke de prange-re- ques-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 393 questen, nog vóór de omwenteling in den jaare 1787, mede ondertekend hebben. In Gouda werd 0? den aa September bekend gemaakt, dat binnen gem. ftad zou worden opgericht en daargefteld eene ftemgerechtigde grondvergadering, die te gelijk de gedaante had van eene volks-focieteit, waarin de burgers delibereeren en elkander onderhouden over zaaken, het belang van 't algemeen betreffende, mits ieder lid het volgende declaratoir teekende: „ Wij ondergeteekenden, ieder voor ons hoofd, verklaaren toegedaan te zijn de beginzelen van „ vrijheid en gelijkheid, gegrond op de onvervreerndbaare rechten van den mensch, zoda,, nig als dezelve door de provifioneelë Staats„ vertegenwoordigers reeds openlijk verklaard „ zijn, en door eene Nationaale Vergadering. „ over onze geheele Republiek behoorlijk zuller „ toegepast worden op de naderhand intevoerer „ Conftitutie, welke wij declareeren, niet an „ ders te zullen gedoogen, dan, voor zo verr< „ dezelve gegrond is op eene volks-regeerinj bij reprefentatie, en niet te zullen toelaaten ,, dat eenige andere Regeerings-vorm worde vast „ gefteld; en zweeren wij, ieder voor ons hoofd „ deze beginzelen, met derzelver billijke toe pasfingen, tegen eiken aanrander, hij zij wi „ hij zij, met goed en bloed te verdedigen „ gelijk wij tevens verklaaren, dat niemand „ in eenigen post, hoegenaamd, 't zij honora T 3 »>'' Te Couia, uit welke leden de volk - focieteit moetbettaan. r » i e j •> r )f  m GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. rjccifictcn bif de Repre llmaruci) van UollaaA Ë'j^iüen. I 1 h f< ü F' r» of" lucratif, zal worden gefteld, dan die deze „ acte met zijn naam en dagteekening zal hebben ,, bekragtigd."' Na dus korteb'jk te hebben aangeftipt, het merkwaardige in de fteden van Holland, zal ik zaaklijk opgeven, de voornaamile decreten bij de provifioneelë Reprefentanten van die Provintie genomen. Daar bij Holland ftond geiirrefteerd te worden eene extra ordinaire geldheffing, zo werd voor die geenen, welke gebrek aan comptanten mogten hebben, eene generaale bank van beleening in Amftcldam opgerigt, onder directie van zes Commisfarisfen, kunnende aldaar tot de waarde iran 80 pCt. beleend worden, alle de effecten in het 7 art. van het plan opgenoemd, en kunrende de bank-billetten, aldaar verkregen, aan ien Lande in betaaling gegeven worden. Bij Publ. van zo Maij werd geordonneerd, ot voorkoming van bedrog der in omloop ;ijnde valfche recepisfen, dat voor den 1 Junij eder burger, welke Recepisfen onder zich iad, dezelve moest vertoonen bij 's Lands Ontvangers ter onderzoek van echtheid, op peee, dat zij, welke hunne Recepisfen na den jd ongeè'xamineerd mogten bewaaren, de dubelde waarde van dien verbeuren, en deze val;he en piet geëxamineerde Recepisfen in betaatig uitgevende, zonder aanzien van perfoon, iblici gegeeafeld en gebannen zouden worden. AI-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. &95 Alles onverminderd de ftraffen, welke de maakers en eerfte uitgevers dezer valfche Recepisfen naar rechten verdiend hebben. Op den ao Maij werd, uit hoofde van gebrek en duurte van graanen, den uitvoer daarvan verboden. Bij Proclamatie van i Junij, werd bepaald om over de geflooten Alliantie met de Franfchs Republiek, eene plegtige Godsdienfiige redenvoering aan te hooren op den 7 dier maand. Daar voorheen, uitgezonderd de Gereformeerde kerken, die van de andere Godsdienften, verpondingen van hunne kerkgebouwen moesten betaalen, zo werden bij Publ. van 3 Junij, alle de daarmede nog belast zijnde kerken, van het betaalen der verpondingen vrijgefteld. Volgens Publ. van 8 Junij werd het begraven van de afgeftorvenen in kerken (*), het plaatzcn van wapenborden voor huizen of op koetzen, banken of geftoeltens in de kerken, ten teeken ,van onderfcheiding, en het draagen van eenig lcverij voor dienstboden verboden. Den 11 Junij kwam 'er een Publicatie van de provifioneelë Reprefentanten van Holland, tot het doen eener vrijwillige negotiatie, dienende tot voorbetaaling der extra ordinaire geld- hef- (*) Doch hoe loffelijk die inrigring was, is dezelve tot heden toe niet i.i algemeen gebruik gekomen, en wel om het verlies van de inkomften der kerken.  206 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, heffing, welke eerstdaags ftond te volgen, noodzaaldijk om het geldgebrek in 's Lands finantie; zeggende zij Reprefentanten bij gem. Publicatie: En, op dat de ganfche Natie weete, im„ mers zo veel nu nog mogelijk is te zeggen, „ welke die behoefte der Republiek en van de „ Provintie zijn, waarin noodzaaklijk moet wor„ den voorzien, zo zijn wij verpligt bier ron„ delijk bij te voegen, dat aan de Franfchen „ Republiek, volgens het geflooten tractaat, nog r> dit jaar moet worden betaald eene fomme „ van dertig Millioenen, Hollands geld, zo in „ comptanten als in goede wisfelhrieven; voorts * noS tien Millioenen, in de zes eerfte maan„ den van 't jaar 1796, het welk, met de tien „ Millioenen, aan geleverde, maar nog te be„ taaien requifitie, uitmaakt vijftig Millioenen. „ Waar bij tot herftel van 's Lands zeemagt „ nog vijftien verëischt worden, en voor de „ landmagt, met de in foldij overkomende Fran„ fche hulptroepen, tot het afloopen van dezen „ jaare twintig Millioenen, zijnde dus in alles „ voor de geheele Republiek vijf en tagtig Mil„ boenen, in welke alleen de Provintie van „ Holland zal moeten dragen, de fomme van, „ na genoeg en gros berekend, vijf en vijftig ,, Millioenen; doch waar boven nog voor deze ,, Provintie in 't bijzonder komt, eene rekening „ van circa vijf en twintig Millioenen, aan on„ derfcheiden fchulden, zo ter generaliteit, als ■>■> aan  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 297 „ aan agterftallige foldijè'n, interesfen, Recepis„ fen, dijkgravingen en. doorbraken, in den „ oorlog veroorzaakt enz. rriaakende dus te zaa„ men de enorme fom van tachtig Millioenen „ Hollandfcbe Guldens, waarvan ten minften de '„ grootfte helft, gedeeltelijk ten eerden, en „ gedeeltelijk binnen weinige maanden bij de „ hand moet wezen, of de Republiek moet zo goed als voor verloeren worden gerekend, „ uit hoofde van de allerpernicieufte en ruïneu„ fte gevolgen, welke het gebrek aan geld in „ dezen aller hoogftsn' nood zoude na zich „ fleepen, doch waar tegen men ook verzekeren „ kan, dat deze fom van tachtig Millioenen, „ door eene extraordinaire Patriottifche pooging „ bij elkander gebragt zijnde, dezelve ftiptelijk „ tot voldoening der opgegeven artikelen zal „ worden gebruikt, en ook daartoe toereikende „ zal wezen. „ Met de vrijwillige infchrijving, die wij „ door deze Publicatie openen, bedoelen wij dus „ niet anders, dan door een edelmoedig voor„ fchot provifiöneel in ftaat gefteld te worden, „ tot de betaaling der opgenoemde artikelen, „ zijnde onze opregte intentie, de voorfchieters „ of infchrijvers fchadeloos te Hellen, bij de „ geldligting of belasting, 't zij door de bij „ hen ontvangcne quitantiën, wegens hunne ge„ daane voorfchieting in de betaaling, als comp„ tant geld, naar derzelve volle inhoud aanteT 5 nee-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ neemen, »t zij door dezelve uit de genoemde „ belasting te rembourfèeren en te voldoen, „ indien zij meer bedragen mogten, dan der „ infchrijvers en voorfchieters aandeel in de „ meergemeld belasting beloopen zal." Van den dag der infchrijving, tot aan den dag der vergoeding of afbsning, worden aan de voorfchieters bij art. 3. beloofd, den interest, gerekend tegen vijf ten honderd in het jaar. Eene NegotÜtie, die, om dat dezelve flechts tot voorbetaaling diende, aanneemelijk was, maar vijf dagen daar na op den 16 Junij, kwam 'er eene tweede Publicatie, waar van ik een gedeelte moet overncemen, wijl dezelve dienstbaar geweest is, om de doodfteek aan het nationaal crediet te geven; zeggende zij Reprefentanten: „ En eindlijk, voor zo verre in de twee „ laatfte afgeloopen jaaren buitenfpoorige geldlig„ tingen tot hooger intresfen hebben plaats ge„ had, dat de houders der effecten daar uit „ fpruitende, reden hebben, vergenoegd te zijn, „ dat die effecten worden gelijk gefteld, en bebandeld als de oude wettige fchulden van de „ Provintie; zonder dat wij echter hier onder „ willen begrijpen, de geld - Recepisfen, van „ dato den 1 December 1794, fpruitende uit de „ Publicatie van de gewezene Staaten van Hok „ land en Westvriesland', gearrefteerd den 19 Novemb. 1794, en aangenomen wordende in de » betaaliag van eenige daarin uitgedrukte lasten, „ wel-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 599, „ welker invoering en omloop te recht de ver„ ontwaardiging, van het Volk van Holland „ hebben na zich getrokken. Om welke reden ?, wij ten opzichte van deze Recepisfen verklaa„ ren, dat de beloofde interest tegen 5 ten „ honderd in % jaar, met den laatflen dezer „ maand Junij zal eindigen, en dezelve zo wel „ als de hoofdfom in de betaaling der uitge„ drukte lasten zal büjven aangenomen," enz. Dus werden wel alle gedaane Negotiatiënhoegenaamd, van het voorig Bewind voor nationaale fchulden erkend, maar niet de daarbij bedongen hooger interest, welke men op den interest van af pCt. bragt, en van de Recepisfen van 5 pCt., uitgegeven tot voldoening van flaats fchulden, zou de 5 pCt. met Junij eindigen. Recepisfen die ingewisfeld konden worden bij betaalingen van daartoe bepaalde ftoatslasten, ftaatslasten meerder bedragende dan de vrijwilligs in omloop gebragte Recepisfen rendeerden. En van deze voor den Burger fchadelooze negotiatie, wordt gezegd, dat derzelver invoering en omloop, te recht de verontwaardiging van het volk van Holland hebben na zich getrokken! \ Dat de Rusfifche, Keizerlijke, Zweedfchs en Deenfche Monarchaale Regeeringen nooit hunne interesfen verminderd hebben, zonder alvoorens de houders der Obligatien, de aflosfing der genegotiëerde gelden aan te bieden, indien zij niet genegen waren, de verminderde interest te Unmetking. I  3°« GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. accepteeren, is bekend. Dit gedrag was rechtvaardig en verdiende roem; want een Wetgever is even zo gehouden tot nakoming zijner verbindtenis, als ieder Burger. Ja! nog meer! om dat de minde ontrouw hierin het nationaal crediet benadeelt. Het voorig Bewind als verkwistend hierin te willen befchuldigen, is, hoe zeer men de tegenwoordige orde van zaaken moge toegedam wezen, ongegrond; het had bij tijde van gelds gebrek, het zelfde recht, om tot hooger interest geld te negotiëeren, als het tegenwoordig Beduur, en om die reden heeft men vervolgens ook goed gevonden, het daaromtrent bepaalde, van de verminderde interesten in te trekken, en dezelve op den genegotiëerden voet te laaten. Waarom? men berispte daaden van het voorig Bewind, daar men kort daarop, uit hoofde van gelds gebrek zelfs in moest vervallen. De daaling der effecten, door verval van nationaal crediet, maakte een beloofde hooger interest noodzaaklijk, en de meerderen val van het nationaal crediet had boven, en behalven wanbetaaling, aan de fchuldëisfchers van den daat, ook teffens zijn grond, in de niet nakoming der verbindtenis van den beloofden interest. Eene daad zo willekeurig en onrechtvaardig, dat ieder capitalist, om niet andermaal misleid te woidcn, liever het geld iu zijn koffers hield; en door dien weg ,raakte het geld al meer en meer fchuil en uit den omloop. ° In»  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 301 Indien men onpartijdig het, bij Publicatie van 16 Junij, met de zwartte couleuren afgemaalde Plan van 19 Novb. 1794 inziet, zo was die voldoening of voorbetaaling in Recepisfen, volgens die inrigting, voordeeliger voor den Burger, dan de in laatere tijden uitgedagte belastingen op bezittingen en inkomften; want door van bezittingen en inkomften te betaalen, drukt men de bezitters der eigendommen dubbeld, door eerst van de waarde der eigendommen te laaten betaalen, en dan nog van de vrugten of inkomften daar uit fpruitende. Nadeelen welke ik op zijn plaats zal bewijze. Alle Negotiatiën, die voordeelig voor den Burger zijn, verdienen meer roem, al zijn dezelve eenigzins nadeelig voor 's Lands finantiën, dan zulke Negotiatiën, die de rijkdommen des volks in waarde doen verminderen; want het hoofd - oogmerk van alle Regeeringen is, de befcherming der eigendommen, en daartoe behoort vooral de inftandhouding der waarde van dien, om dat bier bet grootfte gedeelte van 'svolks geluk in beftaat. Zo zij, die aan het roer van Regeering zijn, verzuimen daarop acht te geven, en om 'sLands finantiën te bevoordeelen, liever verkiezen, dat de burger ao en meer percentoos op zijne bezittingen verliest, dan een weinig interest voor het Land meerder te betaalen, berooven zij daar mede op eene indirecte wijze den burger van een gedeelte zij-  3oa GESCHIEDENIS dsr NEDERLANDEN* i 1 \ i r * C ti C v n r< Benoemde Commisfie tot onder» v zoek. 55 ?> 9» »ï ü> 5» »1 »» zijner eigendommen, bewerken bierdoor den oridergang van bun Vaderland, maaken alle middelen van herftel hoopeloos, en brengen het nationaal crediet des Lands veel meer verlies :oe, dan zij door hunne verkeerde économie del inantie voordcel meenen te doen, want door 'e verval van 't nationaal crediet moeten alle ftaatsloodwendigheden veel duurder betaald worden. — ïen verlies, ongelijk grooter, dan daf van een 'erhoogden interest. Het is waar, een hooger iterest benadeelt de prijscours der laager inte* ïst gevende Obligatien: maar dit kan voorgeomen worden, door minder interest gevende >bligatiè'n, met toelagen van eenig bepaald geld : verwisfelen voor hooger interest gevende •bligatië'n. Doch hiervun op zijn plaats naden Tot onderzoek van het gedrag der Regenten an het voorig Bewind, werd bij de provifiöeele Reprefentanten van Holland, de volgende folutie op den aa Junij genomen. „ De Burger Hoynck van Papendrecht, bij gelegendheid der deliberatien over bet Rotterdamfche werk, een verhaal gedaan hebbende, van het geen in dc voorleeden week te Dordrecht, wegens het arrefteeren der voorige Regenten, was voorgevallen, en bet gedrag, dat door den Dordjchen Raad ter dier zaake was gehouden, heeft Vervolgens ten fterkften aangedrongen, dat eindelijk eens omtrent de gedragingen van de leden van het „ voo-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. '303 voorig Beftuur cn derzelver Ministers, zo in „ het politieke als financië'ele gehouden, een ftrikt onderzoek wierde gedaan, waartoe de „ Raad van Dordrecht reeds te meermaalen aan„ leiding had zoeken te geven. Vervolgens op verzoek van den Prefident, de deliberatien over dezen voorflag, eenige „ oogenblikken uitgefteld zijnde, vermits zich 3, eene commisfie van de Burger-Sociëteit, tot behoud van Vrijheid en Gelijkheid, te Dord„ recht, voorde vergaderzaal bevond, als zijnde „ door den Prefident aan dezelve toegeftaan, 3, om dezen avond in de Vergadering te ver„ fchijnen, om insgelijks, betrekkelijk deze zaak „ eene voordragt te doen, waarop dan ook de gemelde Burgers binnen geleid zijnde, eene aanfpraak ter dier materie hebben gedaan. ,, Deze aanfpraak door den Prefident korte,, lijk beantwoord, en aan die Burgers de eer der fesfie verleend zijnde, zijn vervolgens de deliberatien over het bovengemelde voorftel ,, van den Burger Hoynck, begonnen! En is, in agting genomen zijnde, dat deze „ Vergadering, bij het fecreet befluit van den 14 April reeds het principe van eene ver- fchuldigde fchadevergoeding der voormaalige ,, Regenten had gedecreteerd, goedgevonden en ,, verftaan, ten einde het gemelde decreet, als „ nu behoorlijk ter executie te brengen. „ Dat  304 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ Dat 'er zal zijn, eene Commisfie, om na de finantiëele en politieke gedragingen der ,, Leden en Ministers van het voorig Gouver„ nement onderzoek te doen. ,, Dat die Commisfie zal beftaan uit 24 leden, ,, genomen buiten deze Vergadering, waarvan ,, door ieder der voormaalige agttien Hemmende ,, fteden, een, en dus te zaamen agttien leden ,, zullen worden benoemd, door de refpective „ burgerijën van de voorfz. fteden, waartoe dezelve burgerijën, door de Municipaliteiten, „ op zodanig eene wettige wijze zullen wor„ den opgeroepen, als bij ieder in den haare „ gebruikelijk is; terwijl de zes overige leden, als reprefenteerende het overige gedeelte de„ zcr Provintie, door de Gecommitteerden van „ de fteden, die voormaals geen ftem. in Staat ,, hadden, en van het platte land, fesfie ter „ Vergadering hebbende, zullen worden be- noemd; van welke refpective aanftellingen aan ,, deze Vergadering door. de Municipaliteiten en ,, bovengemelde Gecommitteerden, zal moeten „ worden kennis gegeven. ,, Voords zal deze Commisfie gehouden zijn, uiterlijk voor of op den 1 September aan„ (taande, een volledig rapport over deze zaak, , „ ter dezer Vergadering uittebrengen, welk rap„ port door den openbaaren druk aan den volke zal worden bekend gemaakt. „ En  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 305 ,, En zal dit decreet in het dagblad worden „ geplaatst, als mede aan de agttien daarin gemelde Municipaliteiten, en aan de Gede- puteerden, van het overige gedeelte dezer „ Provintie, ter dezer Vergadering fesfie heb,, bende, worden gezonden, om zich daarna te ,, gedragen, en hetzelve ten fpoedigfte tot effect ,, te brengen. ,, Accordeert met de yoorf. deer eet en." Den 24 Junij werd daarop de navolgende refolutie genomen. Door den Prefident nader in deliberatie ge„ legd ziinde, de gedetailleerde propofitie van „ den burger Hoynck van Papehdrecbt, j, nopens bet onderzoek naar het gedrag der ge- wezene Regenten, waaromtrent op eergister de hoofd-poincten waren gearrefteerd. ,, Is na voorgaande deliberatie goedgevonden, ,, zonder refumptie te decreteeren. ,, Dat de op den 22 dezer bepaalde commisfie ,, tot onderzoek als bovengemeld, deszelfs zitting ,, zal houden, alhier in den Haage, wordende „ het Committé van Algemeen Welzijn bij deze ,, geiiuthorifeerd, om tot dat einde eene ge„ fchikte plaats in gereedheid- te doen brenw Sen- ,, Dat de betaaling van die commisfie uit s, 's Lands kas zal gefchieden, en wel op den „ voet van ƒ7-:-: daags voor ieder lid van de „ gezegde commisfie, van den dag af aan, waar IV. keel. V „ op  3oö GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. op derzelver Vergadering zal zijn geconflituëerd, en mits in loco prefent zijnde, van „ welk laatfle in de notulen dier Vergadering zal moeten blijken. „ En dat, zodra bij deze Vergadering zal ,, zijn ingekomen, communicatie van de aan- gefielde leden, als dan bij dezelve nader den dag van derzelver eerfte zamenkomst alhier zal worden bepaald. Terwijl verder is verdaan, dat, omtrer.t de overige poincten der gemelde propofitie, ,, geene deliberatie bij deze Vergadering kan ,, vallen, vermits die relatief zijnde tot het geene te doen zal flaan omtrent de fchuldi- gen, zulks behoort tot de werkzaamheden van 3i de bepaalde commisfie. ' En zal dit decreet in het dagblad wor- den geplaatst, als ook benevens het decreet van eergister verzonden worden, zo als daar„ bij breeder is vermeld; gelijk mede hiervan de Committés van Algemeen Welzijn en van „ Finantie zullen gediend worden tot derzelver informatie en narigt. „ Accordeert met de voorf. decreet." (*). <*) >*ri. III D. bi. S95. Infiruc-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 307 InflruStie voor de Commisfie tot onderzoek, bepaald bij decreet dezer Vergadering, den 22 Junij 1795. Art. ï'ï „ De commisfie zal befiaan uit 24 leden, genomen buiten deze Vergadering, expresfe„ lijk daartoe gekozen door de Ingezetenen dezer Provintie; en door de leden dezer Ver„ gadering,van het platteland gedeputeerd, zo als „ bij het voornoemde decreet breedcr is bepaald. 2. ,, Dezelfde commisfie zal haare zittingen hou„ den alhier in den Haage, op eene zodanige gefchikte plaats, als aan dezelve door 't „ Committé van Algemeen Welzijn zal worden aangeweezen. 3* „ Dezelve zal haare werkzaamheden beginnen ,, zodra alle de leden, benoemd zijnde, met „ eikanderen in den Haage, daartoe te zamen ,, gekomen zijn. 4- „ Ingevalle het een of ander lid dan nog „ niet prefent mogt zijn, zullen zij hetzelven of dezelven ten eerften tegen zekeren bepaalden dag befchrijven, en bij foute van derzei ver overkomst, daarvan aan de Vergadering kennis geeven, en intusfehen met derzelver werkzaamheden, tot voorkoming van allen verwijl, een begin maaken. V a Ait. 5.  3o3 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Art. 5. Dezelfde commisfie zal bevoegd zijn, om 3, ten koste van den Lande aanteftellen, een Secretaris en Klerk, den eerften op een dag„ geld van vijf Guldens, en den tweeden op een daggeld van drie Guldens. 6. De werkzaamheden dezer commisfie zullen „ beftaan, in een fcrupuleus onderzoek naar de „ financiëele en politique handelwijze en gedra,, gingen der Leden en Ministers van het voo- rig Gouvernement, en in zo na mogelijk, 3, ingevolge van derzelver bevinding, trachten ,, te bepaalen, wat door ieder van dezelve in het bijzonder, en door alle gezamenlijk tot „, eene verfchuldigde fchavergoeding, ingevolge het decreet van den 14 April laatstleden , aan den Lande zou behooren betaald te „ worden. 7- „ Zij zullen tot een begin der epoque, waarop dit onderzoek zal worden toegepast, neemen den tijd, om en bij de Pruififche invafie ,, hier te Lande in 1787, en het geen daaraan ,, dependeert, tot aan de tegenwoordige omwen„ teling toe. 8. ,, Zij zullen, om in dit onderzoek des te beter te flaagca, toegang hebben tot alle „ Registers, Notulen, Charters, Papieren, Re- „ fo-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 309 „ foliitiën en Documenten, zo fecreete, finan„ ciëele als anderen, van welken aart die ook „ zouden mogen wezen, het zij dezelve aan „ den Lande in het generaal of aan particu„ lieren, collegiën, ftedelijke of plaatzelijke Re,, gceringen in het bijzonder toebehooren, of ,, dezelve concerneeren, en daar onder berus- tende zijn; met authoriteit op dezelfde com,, misfie, om die Registers, Notulen, Pa„ pieren te requireeren, onder behoorlijke Re» „ cepis overteneemen, en daaruit te extrahee- ren, ofte doen extraheeren, al het geen zij tot bereiking van het voorfchr. oogmerk dien„ ftig oordeelen zullen; injungeerende voords „ allen en een iegelijk, dien zulks zoude mo„ gen aangaan, daarinue aan dezelfde commisfie „ alle hulp en adfifientie gedienttelijk te ver- leenen. 9- „ De Commisfie zal met allen mogelijken ijver deze haare werkzaamheden trachten „ voordtezetten, en is het mogelijk dezelve ge- ' „ ëindigd hebben vóór den eerfren December „ dezes jaars; zullende dezelve verpligt zijn, om een gedetailleerd fchriftelijk rapport van „ haare verrigtingen en bevindingen, met de nodige ftukken, daartoe relatief, aan deze „ Vergadering, of aan zodanige andere, alsdan „ deze wettige Vergadering vervangende, inte- leveren, met bijvoeging van haare confideraV 3 tiën  gw» GESCHIEDENIS dkr NEDERLANDEN. De Commisfie van 24 bedankt. „ tien en adv's, ten einde daardoor vervolgens ., zodanig zoude kunnen worden gerefolveerd, als bevonden zal worden te behooren. (Ondeiftond) Accoort met het origineel. cwas getek° a oM^cr- m , Hct berigt hiervan ingeleverd zijnde bij de Reprefentanten van Holland, zo werd de Commisfie van 24 bedankt, en bij refolutie van 27 Jan. 1796. uit dezelve eene commisfie van zes leden benoemd, „ ten einde alle de papieren, welke tot hiertoe onder de commisfie tot onderzoek zijn berus- tende geweest, tegen behoorlijke recepis, naar „ zich te neemen, en daaruit, als mede uit alle „ verdere befcheideu, die zij nuttig en nodig „ oordeelen, met den meesten fpoed doenlijk, een rapport te vervaardigen en ter dezer Ver- gadcring inteleveren." Doch deze zaak is tot hiertoe in advis gebleven. Een onderzoek, 't welk het land, volgens opgaave van den burger Bouwens bladz. 5i9, circa ƒ 32000 gekost heeft. ïn het ampel berigt van het aangehaalde werk van Bouwens, vindt men zeer veel weetenswaardige zaaken, die anders, onbekend zouden gebleven zijn. Zo Q) R- L. Bouwens, aan zijne Committenten, bl. 629.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 311 Zo blijkt uit bladz. 46a, dat de oorlog met de Franfchen, zederd 1793 tot de omwenteling in 1795, gekost heeft ƒ 59'692,905 -15 - §• Het misbruik van 's Lands penningen zederd 1787. wordt op bladz. 476 opgegeven te bedragen ƒ 7'945i5<54 5 ei1 zederd 34 Sept. hebben de PruisJïfche troepen aan Holland, volgens zijne opgaave bladz. 483, gekost ƒ i'9ϧ,035 gl.; en als iet bijzonders ter leezing is ook de jaarlijkfche uitgaave van bladz. 497. Op den 17 Julij T795 werd bij Publ. van de provifioneelë Reprefentanten van Holland, de gearrefteerde geforceerde geldhcffimg wegens die Provintie bekend gemaakt. Bij de inleiding ge ven gemelde Reprefentanten te kennen, dat d< vrijwillige negotiatie van n Junij aan hunn verwagting niet voldaan heeft, en daar zij uit he opgebragte van den 25 en 50 penning kunnen be rekenen, dat wanneer ieder het zestiende zijner bt zittingen opbrengt, als dan daaruit de nodige ta« tig millioenen te vinden zouden zijn, zo arré ■ fteeren zij eene geldheffing van 6 ten honderd va ieders bezitting tegen den interest van a| pCt. in welke negotiatie de quitantien , gefprote uit de vrijwillige negotiatie van 11 Junij, i betaaling zouden vaiideeren. Doch het is vervolgens gebleken, dat de b< pr< oting naar 't opgebragte van voorige extraörd naire geldheffingen, tot geen bafis voor de vo gende. kan dienen, om dat iedere geforceerc V 4 b. Wat de oor- og met de Franfchen gecost heeft. Gi forceerde _ geld igtingbij "Heiland. t I ) n n 1- e 3"  |i| GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Verboden, (reene Franfchen Aslignaaren meer •anceiitcmen voor atc; pisfen. hgtmg ftrckt tot verarming der burgers, vermindermg van-dc waarde der bezittingen, verbooging van den interest - cours , en verval van alle vakken van werkzaamheid. Een verlies, dat het meest fchadelijk wordt voor den middeiftand des volks, wijl rijke en vermogende burgers zich gedeeltelijk, zo niet geheel, fcaadeloos ftellen door aankoop van laag m prijs gedaaLe effecten, zodanig dat zij driemaal hooger interest dan voorheen kunnen berekenen, want daar men twintig jaaren te vooren naauwlijks met iooooo gl. 0p 3 pCt. of 3cco gl, inkomften kon ftaat maaken, geeft ioocco comptant thans bijna 8003 inkomften. Waarheden, door de ondervinding bevestigd, en het is daarom 't belang der vermogende* Acteurs orn aanraaders en voorftanders te zijn ° en bhjven van geforceerde geldligtingen, die dienen ter daaling der bezittingen en verrijking van hunne middelen van beftaan; van daar de tegenwoordige ongelukkige toeftand van ons vaderland; een toeftand, die eindelijk niet dan doodarme of fchatrijkc burgers ten gevolge zal hebben, bij welken vrijheid en gelijkheid iedele klanken zijn, om dat de eerften, door nood geperst flaaven van de laatften 'zullen moeten worden. Bij Publicatie der provifioneelë Reprefentanten van Holland, in dato 3 Augustus, werd verboden geene Franjchi Asfignaaten meer aanteneemen of intewisfelen voor ftedelijke of provintiaale Recepisfen. De  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. De volgende refolutie is te merkwaardig om niet in zijn geheel overgenomen te worden. Extra® uit het Register der Refolutiën van de provifioneelë Reprefentanten van het Folk van Holland, in dato 4. Augustus 1795; behelzende een brief van Directeuren der Colonie van Suriname, en bijgevoegde brief van Willem den Vijfden, order gevende om die Colonie aan de Engelfchen overteleveien. ,, De Gedeputeerden ter Generaliteit hebben „ aan de Vergadering voorgeleezen, de volgende Misfive van de Directeuren der Colonie Suri„ name, benevens de, Bijlage. Hoog Mogende Heer en! Wij hebben de eer aan dc verontwaardiging van U H. Mog. aantebieden, co' ie eener Mis„ five, door den geweezen Stadhouder, op den „ 7 Februarij laatstleden uit K. w, aan den Gon„ verneur der Colonie Suriname, J. F. Friderici gefchreeven, en door dezen aan ons toegezonden ; wij zijn, dank zij den Almagtigen ! blijde hier bij te'kunnen voegen, dat deze misdadige pooging, ten einde de braafheid des Gouverneurs te furpreneeren,het voorgeiteld fucees „ niet heeft gehad, dat deze, integendeel gehoor„ zaam aan de gevenereerde beveelen van U H. ,, Mog. bij hem ontvangen, ons bij herhaali g „ deze plegtige betuiging gedaan heeft, alles V 5 „te 3J3' Brief wegéns de o. vergave van Surinam».  3H GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ te zullen verrigten, wat men van een man „ van eer, die alle zijne pligten kent, en het behoud der Colonie voor het Moederland boven alles fielt, kan en mag veiwagten. „ Brengende voords de laatst bij ons ontvangen Misfive, in dato 25 Maij laatstleden, het aangenaam berigt mede, dat de goede orde en rust in deze importante Colonie, onafgebrooken bleef voordduuren. Waar mede ,, Hoog Mogende Heer en! „ God Almagtig biddende, de Regeering ,, van U H. Mog. gezegend en voorfpoedig te „ maaken, blijven U Hoog Mog. Dienstwillige en onder,, danige Dienaar en. „ De Directeuren der Colonie Suriname en ,, in derzelver naam." ■ 'sfïaage, % August. 1795. Het eeifte jaar der Bataaffche Vrijheid. (fy £ B IJ L A A G E. Edele Erentfeste, Vrooms, onze lieve Getrouwe! ,, Wij hebben nodig geacht, UEd. bij deze „ aantefchrijven, en te gelasten, om zo te Pa;, rimaribo, als verder in de Colonie van Su.„ riname te admitteeren, de troepen die van „ wegens zijne Grootbittannifche Majefteit der- waards zullen gezonden, en op de rivieren „ zodanige Oorloglchepen, Fregatten of gewa- „ pe».  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 3X5 „ pende Vaartuigen, die van wegens hoogge„ melde zijne Grootbrittannifche Majefteit der„,waards zullen worden gezonden, en dezelve „ te confidereeren, als troepen en fchepen van eene Mogendheid, die in vriendfchap en „ alliantie is met H. H. Mog., en die der„ waards komen, om te beletten, dat. die Co„ Ionie door de Franfchen worde geïnva9, deerd. Waar mede Edele, Erentfeste, Vroome, onze lieve Getrouwe, wij UEd. beveelen in Go des heilige proteblie. Uw goedwillige vriend fyV. gen. ,, Dat echter, wel verre van ons in deze ,, onze regtmatige verwagting bevestigd te zien, ,, wij integendeel, tot onze uiterfte veröntwaar„ diging hebben moeten verneemen, niet alleen, dat de lust tot zodanige ongeregeldheden ea geweldenarijen als nog is blijVen voortduuren, maar dat ook aan deze meer en meer toeneemende neiging tot wraakzugt en wan» „ orde in zo verre de ruime teugel is gevierd, „ dat men zich in de voornaamfte fteden dezer „ Provintie, niet heeft ontzien, de perfoonen en bezittingen der ingezetenen, op de gewel- „ da-  320 GESCHIEDENIS df.r NEDERLANDEN. dadigfte en boosaartigfte wijze aanteranden en ,, te mishandelen. Dat elders deze verfoei jclijke handelingen zijn u:tgeloopcn op een volflagen oproer en „ muiterij, als hebbende men aldaar durven «, beftaan, zich te vergrijpen aan de per,, foonen, wooningen en bezittingen van die geenen, welke met de invordering van 's lands impofitiën zijn belast, of daar aan zijn gea'ttacheerd; niet tegenftaande dezelve altijd zijn geweest, en nog zijn in de bijzondere fauve,, garde der wet, en alle refiftentie, feitelijkheid en geweld aan dezelven, ter zaake van hunne ,,, officie gepleegd, moet gehouden worden di„ redelijk tegen den volke van Holland begaan ,, te zijn. ,, En dat eindelijk, of dit alles nog niet ,, genoeg ware, de losrukking van alle banden der Maatfchappij zo verre is gegaan, en alle 5, ontzag voor de wet en voor de justitie zoda,, nig is veracht en met voeten getreeden, dat ,, men zich hier en daar, openlijk en feitelijk, ,, bij notoire rebellie heeft verzet tegen de S, gewapende burgermagt, op order van de Municipaliteit, volgens haaren eed en pligt „ werkzaam zijnde, ja, elders tegen de Muni„ cipaliteiten of derzelver Gecommitteerden zel„ ve; en zich vervolgens nog heeft vcrftout de Justitie te willen noodzaken, om de in of ,, ter zaake van de voorfchrecven gêwéïö%n*rijël „ ge-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 321 „ geapprehendeerde perfoonen wederom los te „ laaten. „ Dat wij mer de diepfte verachting hebben „ moeten ontwaar worden, dat deze euveldaadcn' zijn gepleegd, of de violente uitvoerders van „ dezelven daartoe zijn aangehitst en opgezet door „ zodanige ingezetenen, welke, onder het voor„ geven van aan de goede zaak der Vrijheid „ en Gelijkheid te zijn toegedaan, niet dan te lang zich onder de waare voorftanders van die heilige panden hebben vermengd, indedaad „ met geen ander oogmerk, dan tot bejaging „ van hun eigen belang, of om toomelooze los„ handigheid, voor alle wettig gezag in de plaats „ te Hellen. „ Dat ook niet ongegrond kan worden ver„ moed, dat alle deze tumultueufe beweegingen „ in het heimelijk worden aangeftookt door de„ zulken, die, onder de uiterlijke gedaante, „ van aan bet tegenwoordig fyftema te zijn toe„ gedaan, en in ijver daar voor uit te munten, „ welligt de fnoodlte intrigues fmeeden. Dat, wat 'er van dit alles ook moge zijn, „ dit althans zeker is, dat zodanige gevveldena„ rijen en desörders, niet alleen in een lancf, „ waarin goede juftitie plaats heeft, niet kunnen •„ worden getollereerd, en dat de voordduuring daarvan ten uitcrfte fchandelijk zoude zijn; maar dat ook dezelve op niets anders zoude kunnen uitloopen, dan om den haat en tweeIV. deel. X „ dragt  323 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ dragt meer en meer te voeden, de rust en „ veiligheid, zo noodzaaklijk in een land van „ commercie, gansch en al uit hetzelve te ver,, bannen, het gezach der wetten te verbreeken, „ alle goede orde om te keeren, de vijanden ,, van onze vrijheid en welvaard op de zekerde ,, wijze in de hand te werken, en alzo dit lieve Vaderland onherftelbaar te bederven. „ En alzo wij dierhalven op het levendigfte „ onze verpligting gevoelen, en daarom ook ,, vastelijk gezind zijn, om alle diergelijke mis„ daaden efficatieusfelijk tegen te gaan, en ten „ dien einde het gezach der wetten en der ,, gecondituè'erde Magten behoorlijk te bevei„ ligen, mitsgaders om die genen, welke zich „ aan zodanige buitenfpoorigheden hebbes ichul„ dig gemaakt, na verdienden, anderen ten voor,, beelde te doen draffen, en alzo tot onze „ eigene verantwoording aan de tnatie en de „ posteriteit, van ons af te weeren, alle ver„ keerde verdenkingen, als of wij daarin met „ oogluiking of flapheid zouden willen te werk ,, gaan, en daarin op onze beurt de verkeerde „ en zo zeer gefchandvlekte voetdappen van „ het voorig Gouvernement zouden willen na- volgen; en om, integendeel, aan een iegelijk „ op de overtuigendde wijze te toonen, dat „ wij aan zodanige geweldenarijen en muitzucht op alle mogelijke wijze een einde willen „ maaken, op dat een ieder, wie hij ook moge ,, zijn,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 333 ziin, zich onder de befcherraing der wet veilig ,, kan rekenen Zo is het, dat wij, na ingenomen advies van Prefident en Raaden in den Hove, ons „ met hetzelve advies conformeerende, eerfte„ lijk hebben goedgevonden, de refpective Offi„ eieren in de lieden en plaatzen, alwaar dier„ gelijke oproerige beweegingen en geweldena„ rijen hebben plaats gehad, voor zo veel des „ noods, bij deze op bet ferieust te gelasten, om deswegens een naauwkeurig onderzoek te doen, en tegen de genen, die bevonden worden, zich daar aan te hebben ichuldig ge„ maakt, zonder eenige disfimulatie o: ooglui„ king zodanig te procedeeren, als tot m j'ntiën „ van het recht van den volke van Holland', „ ingevolge de vigeerende wetten zal bevonden „ worden te behooren, op pcene, van in cas „ van nalatigheid, van htm officie te worden „ gepriveerd. „ Wijders hebben wij goedgevonden, nog bij „ deze, ten overvloede alle ingezetenen van ,. deze Provintie, of andere zich daarin bevin* „ dende, van welke conditie dezelve ook zouden „ mogen zijn, of welke qualiteit dezelve zich „ ook zouden mogen aanmatigen, wel expresfe„ lijk te waarfebouwen en te gebieden, dat zij „ zich voortaan zorgvuldig zullen hebben te „ wagten, van, om welke reden of onder welk „ voorwendzcl zulks ook zoude moge wezen, X a s> bun-  324 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ hunne mede ingezetenen of anderen feitelijk te „ beledigen, het zij door dezelve eigendunklijk „ en buiten publieke auftoriteit te arresteeren, „ hunne perfoonen of goederen aanteranden, en „ daaraan geweld te pleegen, of andere moles„ ten te doen , of ook anderen aantezetten; op „ pcene dat de geenen, die bevonden zullen wor„ den zich daaraan te hebben fchuldig gemaakt, „ als verftoorders van de publieke rust en vei„ ligheid, zonder eenige conniventie, aan den „ lijve met geesfeling, of zwaarder, ja zelfs * „ naar exigentie van zaaken, met den dood zul„ len worden geftraft. „ Zo als wij mede allen en een iegelijk bij „ dezen, voor zo veel des noods, nog waar. „ fchouwen, lasten en beveelen, dat zij de in „ elke ftad *of plaats geconftitueerde Magten, „ het zij van Politie of Juftitie, zullen hebben „ toetedraagen, behoorlijk refpecï, derzelver be„ veelen te obtempereeren, en zich vooral ftip„ telijk te wagten van aan dezelven, of ook aan „ die geenen, welke met derzelver, het zij mi„ litaire, burgerlijke of justitiëele beveelen zijn „ gechargeerd, eenige opentlijke belediging, veel „ min feitelijke refiftentie of geweld te plegen, „ op pcene van daarover, naar exigentie van zaa„ ken, rigoureuslijk aan den lijve, en, wanneer „ zulks mogt gefchieden bij wijze van een „ complot, zamenrotting, of ten tijde van tu„ muit of oproer, als dan, zonder eenige „ ver-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 325 „ verfchooning, met den dood te worden ge„ ftraft. „ Zullende ten opzigte van de geenen, welke „ door de fuppoosten der Justitie, en andere „ daartoe behoorlijk aangeftelde en gequalificeer„ den, het zij burgerlijke, het zij militaire „ Magten, in het bedrijven van eenige van de „ hier vooren gemelde zaaken, op heeter daad „ worden betrapt, de vonnisfen of fetentiën „ moeten worden geweezen, het zij op confes„ fie, het zij op genoegzaame, en het gemoed „ van den Rechter voldoende convictie, zonder „ dat het nodig zal zijn, daarin de gewoone „ form en train van procedeeren in acht te nee„ men; als mede dezelve vonnisfen of fenten„ tiën. tegen de gecondemnearden worden geëxe„ cuteerd, zonder dat eenige appellatie, refbr„ matie, of andere' provocatie daartegen zal „ worden toegelaaten. , „ En op dat alle pretexten en gelegenheden „ tot zodanige fchandelijke gebeurtenisfen ten eenemaal worden benomen, hebben wij dien,, ftig geacht alle ingezetenen te vermaanen , „ om, wanneer zij zich met eenige handelwijze „ van hunne Municipaliteit vinden bezwaard, j, als dan zich daarover eerst op eene behoor„ lijke wijze, en in gepaste en decente termen „ aan dezelfde Municipaliteit te addresfeeren, en „ zo, wanneer zij van dezelve geen redres er„ langen, als dan hunne vermeende redenen? X 3. **  3-6 GESCHIEDENIS eer NEDERLANDEN. » van khgte aan onze Vergadering voor te draa„ gen, of 'wel om, zo wanneer zij eenige be« „ fchuldiging tegens een particulier perfoon „ meenen te hebben, als dan zich daarmede te „ addresfeeren aan de Justitie of aan het Com„ mitié van waakzaamheid in de refpective fte„ den en plaatfen, naar mate van de omftandig„ heden en den aart der zaaken. „ Terwijl wij wijders aan den anderen kant, ,, en ten einde alle hoop van fucces op zoda,, nige ftrafbaare onderneemingen, als reeds heb„ ben plaats gehad, voor het vervolg aftefnij„ den, alle Municipaliteiten en alle Collegie'n „ van Juftitie wel expresfelijk aanmaanen en „ recommandeeren, en, voor zo veel des noods, „ gelasten, om met alle vigeur en fermeteit, „ overeenkomftig hunnen eed en pligt, de aan „ hun toevertrouwde magt te handhaven, en zich „ daarvan door geene bedreigingen van geweld te laaten aflchrikken; nemaar, integendeel, alle beweegingen, welke zouden dienen om van „ hen eenige ongepermitteerde zaaken af te vor„ deren, of hen door geweld tot het neemen „ of intrekken van deze of geene befluiten te „ noodzaaken, het zij dat zulks gefchieden mogt „ door bijzondere perfoonen , of door, of op „ n am van deze of geene corporatiën, kragt„ dadig tegen te gaan; en zo, wanneer zij zou„ den vermeenen daartoe met de hulp van hun„ ne gewapende burgermagt of guarnifoen niet «» ge-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 3»7 ,, genoegzaam in ftaat te zijn, als dan zich ia „ tijds des wegens aan onze Vergadering of aan „ ons Committé van Algemeen Welzijn, te adres„ feeren, op pcene, dat, wanneer zulks door „ hen niet in tijds zal zijn gefchied, zij lieden „ als dan zeiven voor de gevolgen daarvan ver„ antwoordelijk zullen worden gehouden. „ En, vermits wij weder' met de uiterfte „ verwondering hebben moeten verneemen, dat ., in eenige van de hier vooren gemelde „ oproeren, zommigen van die geenen, welker „ eed en pligt notoirlijk medebrengt, het pu„ bliek gezach te handhaven, en allen oproer „ en geweld te keer te gaan, wel verre van „ daaraan te voldoen, integendeel, hebben ver„ koozen de obediëntie aan de beveelen der „ Municipaliteit te weigeren, en daardoor als „ het ware, de oproermaakers in derzelver „ vermeetele bedoelingen te ftijven en aan te „ moedigen. Zo is 't, dat wij nog mede hebben dienftig „ geacht te verklaaren, dat wij zodanig gedrag „ altijd met de uiterfte verontwaardiging zullen „ aanzien; en voorts bij deze alle gewapende „ magten, en alle anderen, welke in eed en „. dienst van eenige ftad of plaats zijn, wel „ expresfelijk te beveelen en te gelasten, om „ de orders der Muaicipaliteit of plaatfelijke „ Regeering ftiptelijk te gehoorzaamen en nate„ koomen, op pcene van, ter contrarie doende, X 4 >» of  33» GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. of bij weigering, als meinëedig en fchuldig ,, aan openlijke rebellie te zulten worden geftraft. „ Vermaanende en waarfchouwende voorts als „ nog alle ingezetenen, met al dien ernst en „ nadruk, dien het gewigt der zaaken vordert, », tegen alle losbandigheid,, die gevaarlijke vijan„ din der waare vrijheid, welke derzelver masker aannemende, de gemoederen, van vrij„ heidsliefde blaakende, maar al te dikwijls tot " de fchandelijkfte buitenfporigheden vervoert. Ordonneerende wijders den Procureur Ge„ neraal dezer Provintie, en alle andere Officieren en Justicieren, op pcene van privatie v«i „ hun lieder officie, om deze onze Publicatie „ behoorlijk te executeeren, en te doen execu' *» teeren en nakoomen, en tegen de geenen, welke zich aan de overtreding daarvan zouden mogen fchuldig maaken, zonder eenige ooglui,, king of verfchooning te procedeeren, zo als in „ goede justitie bevonden zal worden te behooren. „ Zo als wij ook denzei ven Procureur Gene»» raaI' en verdere Officieren, mitsgaders alle „ Rechters, op het ernftigrte vermaanen, alle „ adiën en procedures, welke uit hoofde van „ deze Publicatie mogten worden, of bereids „ zijn ondernomen, zonder verwijl, en zo fpoe„ dig als eene goede rech.tsöeffening immer toe„ laat, aantevangen, voordtezetten, en ten einde ,, te brengen. „ En op dat niemand hiervan ignorantie pre- „ ten-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. '3=9 „ tendeere, zo begeeren wij, dat deze alömme „ zal worden gepubliceerd en geaffigeerdli daar „ zulks .behoort en te gefchieden gebruikelijk is. „ Gedaan in den Haage, onder het klein „ zegel van den Lande, op den 19 Novbr. 1795, „ het eerfte jaar der Bataaffche Vrijheid." (Was geteekend) q/> ^ Cjj/^J^ ; Vt. Ter ordonnantie van dezelve. G. QfcLfer. Bii decreet werd door die van Holland bepaald, dat de burger Krijgsraaden contributiën kunnen vorderen,' van de niet wacht doende burgers, — dat de plaatzelijke Regeeringen hun de behulpzaame hand in het invorderen der penningen van dien, moeten bieden, en de daar in te hoog sangeflagenen voor hunnen dagelijkfchen Rechter deswegens kunnen doleeren. Te Amfteldain werd de volgende overéénkomst met de Franfche Reprefentanten getroffen. „ Overeenkomst ter betaaling der vijftig Mil „ lioenen, welke moesten worden betaald is „ den tijd van twee jaaren, volgens het gemaaki „ tra.ct.aat van Vrede en Alliantie, tusfehen dt Franfche Republiek, en die der verëenigd* „ Nederlanden, in dato den 16 Maij 1795 ge „ flooten, tusfehen de ondergeteekende burger: „ D. V. Ram el en Thibaud, Commisfarisfei „ der Franfche Republiek ; en de burgers C. v X 5 » d« Hoop. Burger Kriigsraaden kunveii contribude.ivorderen. Overeenkomst van liet te betaalen geld aan «ie Franfchen, l  S3Q GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 5, d. Hoop, Gysbz., N. van Staphorst en „ C. H. van Grasveld, Commisfarisfen van de Republiek der vereenigde Nederlanden. Ar. i. „ De twee en een half Millioen Guldens , „ welke de Franfche natie aan de Republiek „ der vereenigde Nederlanden fchuldig is, zal aan dezelve flrekken in mindering van de „ vijftig Millioenen. a. „ De Republiek der vereenigde Nederlan„ den neemt aan te betaalen aan de Franfche „ Republiek drie Millioenen Guldens jaarlijks, „ geduurende den oorlog, en het dubbeld van « dien, of zes Millioenen jaarlijks, zodra de „ vrede zal gellooten zijn. 3. „ Daarenboven, de Republiek der verw eenigde Nederlanden zal jaarlijks een intrest 5, van drie percent betaalen, voor de fomma, » welke intrest aanvang zal neemen, met den „ eerden Nivofe aandaande. 4. „ De betaaling van den eerden termijn ,, van het geheele capitaal, zal gefchieden op „ den eerden Vendimaire van het zesde jaar „ der Franfche Republiek, of den 22 Septem„ ber van het jaar 1797, en de intresfen der „ negen verfcheenen maanden, op den 22 Sep„ tember 1796, zullen ten zelfden tijde worden „ betaald, en de intresfen, welke op het nog „ te fourneeren capitaal loopende zijn, zullen •« betaald worden op denzelfden tijd als weder- ,, om  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 33^ „ om een gedeelte van het capitaal zal worden „ afgelo.t. 5. „ De bewijzen, welke de Republiek der „ vereenigde Nederlanden aan de Franfche Re„ publiek zal geeven, zullen beftaan in Refcrip- tiën (of Obligatien te betaalen aan toonder) „ in dewelke men van het regenswoordig accoord „ zal melding maaken. en bij gevolg van de „ bepaalde tijden van betaaling of aflosfing. 6. „ Deze Refcnptiën zullen van zodanige „ fomme i zijn, als de Franfche Republiek die ., zal begee en, en van welken zij eene lijst zal „ geven aan de verëenigde Nederlanden. 7. „ De Refcriptiën zullen geuommerd zijn, „ ten einde men die zal kunnen uitboten op „ ieder tijdftip van betaaling, tot het volle „ beloop der fommen, welke losbaar zijn zal, „ volgens dit accoord, of zo dikwijls als de „ Republiek der verëenigde Nederlanden, die „ zal willen aflosfen op de wijze, hierna voi„ gende. 8. „ Aan de Refcripties zullen de coupons „ van de intresfen worden gevoegd voor het „ geheele beloop der zestien jaaren, welke cc»- „ pons in geval van betaaling of aflosfing, zul- 1 „ len worden terug gegeven. 9. „ Het zal aan de Republiek der verëenig„ de Nederlanden vrijftaan, die Refcriptiën in „ te wisfelen tegen Asfignaaten tot een cours, „ welke door de Gouvernementen der twee Re- „ pu-  S3a GESCHIEDENIS dkr NEDERLANDEN. Het voorgevallene in Zeeland. Plan van Regeering in Middelburg. i „ publieken zal worden geregeld, volgens eene „ fchikking, aan deze overeenkomst gevoegd. 10. „ Deze tegenwoordige overeenkomst zal ,, geene kragt hebben, voor dat dezelve van „ wederzijds door de twee Gouvernementen zal „ aangenomen zijn, welke ratificatie binnen den „ tijd van twee decades gefchieden zal. „ Overeengekomen en geteekend te Amfteh „ dam, den 10 November 1795, het vierde jaar „ der Franfche Republiek." (Was geteekend) Gorn. vanger ZFCo&p.f (^^.iêcrta. Wie. van Ofiapiorót. G. Zfê. van (^.rasvdd. Kortelijk het voornaamfte dat 'er in Holland voorgevallen is aangewezen hebbende, zal ik nu laaten volgen, de gebeurtenisfen in Zeeland. De hoofdftad van dit gewest, Middelburg, arresteerde een provifiöneel plan van Regeering voor haare ftad. Het voorheen beftaan hebbende Collegie van Wet en Raad, werd vervangen door een Collegie van politie van vijftien leden en twee Sc:retarisfen, aangefteld voor een jaar, met genot /an ƒ500 'sjaars. Deze, leden en Secretarisfen eerden verkoozen door de ftemgerechtigde burgers, 211 aan welke Municipaliteit de begeving van alle ftelelijkc ampten en amptenaaren werd overgelaaten. Het  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 335 Het tweede Collegie, genaamd dat van Juftitie, vervong het beftaan hebbende van de Wet. Een Collegie van negen Leden-; twee Secretarisfen, en aan welker 'hoofd was de Maire, bekleedende de plaats van Bailliuw. Deze alle werden door de ftetngerechtigde Burgers voor een jaar verkoozen: de Leden van Juftitie gcnooten ƒ300 's jaars. Op den 1 Julij nam bij. Publicatie gemelde Municipaliteit de nodige voorziening tot bewaaring der rust, zo omtrent burgers als militairen, en op den 14 Sept. verkregen de Commisfarisfen Vredemaakers eene inftructie, waarna zich te gedragen. Daar het provilioneel Provintiaal Bewind een reglement op hun beftuur gemaakt had, kwam 'er te Vlisfingen op den 6 Julij eene allerfterkfte .memorie uit tegen het buiten 's volks kennis gemaakte Reglement, het welk ten gevolge had, dat gemelde Reprefentanten op den 8 Aug. het volk daarop ter beflisfing bijéén riepen. In Ter Goes onéénigheden tusfehen eenige burgers en de Municipaliteit ontftaan zijnde, zonden de provifioneelë Reprefentanten van Zeeland eene commisfie uit hunne vergadering naai gemelde ftad, doch welke, na alle middelen van verééniging beproefd te hebben, in deze hunne qualiteit door de Municipaliteit niet erkend werd, De commisfie, oordeelende dat hierdoor de fouverainiteit des ganfehen volks van Zeeland. waar- Ter bewaring der rust. Verfchii met Wijio- Onéénigheden in Tir Gut.  334 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Verbod van Uitvoer. Omtrent de Wisi'elbank. waarvan zij Reprefentanten waren, gefchonden was, nam daarop het befluit, provifioneel de leden der Municipaliteit van hunne posten te ontzetten, en anderen, ter voorkoming van rcgeeringloosbeid, in hunne plaats aanteftellen, tot dat de bursrers van Ter Goes eene nadere verkiezing zouden gedaan hebben. Doch zodra waren deze nieuwaangeftelde leden niet in functie getreden, of de van hunne posten ontzette Municipaliteit, onderfteund door eenige burgers, zouden geweldaadig zich zeiven weder herfteld hebben, indien de Franfche Commandant met zijne troepen, hen niet in arrest genomen bad, van welke gebeurtenis de Reprefentanten van Zeeland een zeer ampel rapport op den 8 Sept. uitbragten. Cjaarb. IV D. bl. 202.) Op den 22 Meij verboden de Reprefentanten den uitvoer van tarwe en het maaken van ftijf-, zei. Doch daar deze Provintie achterlijk was gebleven in het betaalen van haar aandeel aan de Franfchen, bij dc alliantie bepaald, had dezelve eene overeenkomst met de Franfchen gemaakt, om hun quota daarin aan tarwe te leveren, de manier hoe, bij Publ. van 31 October, het volk van Zeeland bekend maakende. Inde Jaarboeken (III D. bi. 211) vindt men een zeer fchoon gefield request aan de provifioneelë Reprefentanten van 't Volk van Zeeland, omtrent de Wisfelbank der ftad Middelburg; zij toonen daarin aan, hoe de voor fchulden vetpan-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 335 pande effecten in de Wisfelbank bij executie verkogt wordende, zouden dienstbaar zijn tot krenking van't nationaal crediet, benadeeling der kapitalisten in de waarde hunner effecten, en om hunne comptanten met meer voordeel buiten 's lands uittezetten. Verzoekende zij derhalven een edelmoedig declaratoir, wegens de erkentenis voor eigene en geguarandeerde kapitaalen en interesfen, met furcheance voor een jaar vaa alle reeds geëntameerde of anders nog te entameeTen procedures, tot verkoop der verpande effecten. De goederen van den gewezen Stadhouder, in gemelde Provintie liggende, werden op den 4 Julij onder eene bijzondere adminiftratie gebragt, doch op den 8 December daarbij bepaald dat zij, even als alle andere bijzondere eigendommen, volgens de met de Franfchen geflooten kapitulatie , de befcherraing zouden erlangen, doch maar alleen zodanig, om op zijn tijd het recht dezer Provintie en haarer ingezetenen, ten aanzien dezer goederen, te doen gelden. Op den a7 Junij arrefteerden de Reprefentanten van dit gewest eene vrijwillige negotiatie van 5 pCt., deels in gelden en in quitantien van bereids opgebragt goud en zilver. Niet zonder reden klagen gemelde Vertegenwoordigers over het nadeel hunner finantien, door het gemis van het Zeeuwsch Vlaanderen, mitsgaders dat niet alleen de opbrengst des ssfien pen- Omtrent cte joedeienvait ien Prins. Vrijwillig» negotiatie.  33ó GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Alle private wapeningen verboden. pennings verftrekt is aan de Oostindifche Coro* pagnie ter kamer Zeeland, maar nog daarenboven, eene importante fomme van 26360:17 P. Viaamsch uit de Provintiaaie kas daarbij is gevoegd, en voor t welk zij vier obligatien op gem. Compagnie verkregen heeft. En wat betreft den opgebragten 5often penn. ten beloop van 270282:18 P. Viaamsch, die was hefteed tot goedmaaking der kosten van den laatstgevoerden oorlog, zo ter voldoening van de Provintiaaie quota's in de petitiën van den Raad van Staaten, als ter verzekering van de binnenlandlche defenfie. Na de provifioneelë gedaane opening volgt dan de negotiatie, in welke de quitantien van 't opgebragt goud en zilver als geld worden aangenomen , gelijk ook tot een derde bankgeld en Provintiaaie asfignaaten, tegens derzelver volle waarde, en twee derde comptant, tot betaaiing verftrekken. Doch daar de opbrengst van goud en zilver, zo min als de vrijwillige negotiatie, voldoende was aan den nood des lands, was deze Provintie op den 17 Nov. genoodzaakt, in navolging van holland, eene extra geldheffing uittefchrijven van 6 pCt. van een ieders bezittingen. 'Bij Publicatie van 1© Sept. verboden die van Zeeland den uitvoer van alle amunitie van oorlog. Volgens Publicatie van 25 Sept. werden alle privative gewapende Burgercorpfen verboden, en de in h heimelijke beftaande geordonneerd, hunne wa.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 337 wapenen binnen vier dagen te overhandigen aari de Municipaliteiten, waai- onder dezelve bëhoo-> ren. Te Utrecht werd bij een ampel Placaat van 29 Maij opgegeven, hoedanig het ongemunt goud en zilver optebrengen. Om alle zaamenfpanningefi ten ha&eëlé des Vaderlands voor te komen, nam de Raad der' Gemeente bij Publ. van 17 Aug. daarin de n"ö« dige voorzorg; en om van de vrijheid der jagt geen misbruik te maaken, werden bij Publ. vari ïo Oétb. door de Reprefent. nten 's Lands van Utrecht, de vereischte bepaalingeh gemaakt,' gelijk ook door dezelven den 28 dier maand i eenige verordeningen omtrent de voltrekkingen der huwelijken voorgefchreven. Op den 21 Octb. waren de Rep'réfentanteri dezer Provintie mede genoodzaakt, een fyoü"n penning te vorderen van de bezittingen hunner ingezetenen. Friesland efchte mede, in navolging van andere Provintien, het opbrengen van 't ongemunt goud en zilver, en deszelfs Reprefentanten Helden een Committé van agttien burgers aan, belast met de volgende gewigtige bezigheden : het maaken van onderfcheiden inrtrufticn; het reguleeren van zommige tractementen; het bepaalen van de vaste commisfië'n, welke bij de Vergadering behooren te verblijven ; bet beraameri van huishoudelijke fchikking van de Vergadering j IV. peel ¥ SS Het vor'r[evailehi ld UtriiUll Geoénftr" Frieslahd.  333 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. de voorfiag van middelen tot herftel, van het ■oud vertrouwen op het Hof van Juftitie; het voordragen van eenige perfoonen tot het opmaaken van eene Conftitutie, en tot het ontwerpen van een crimineel en civiel Wetboek; het opgeven van de wijze tot het formeeren van eene gewapende burger militie ; het regelen van de verzorging der armen en ongelukkigen; gelijk ook van den publieken arbeid en de uiterlijke Godsdienst-oeffening. Hoe, en op wat wijze die burgers, welke uit hoofde der onlusten van 1787 crimineel vervolgd zijn, vergoeding van fchade kan verzorgd worden, en op wat manier aan het publiek onderwijs op de Hooge en laage Schooien eene betere inrigting kan worden gegeven. Hoe de provifioneelë verkiezingen van de Regeeringen en derzelver Rechtbanken te doen, in de bijzondere plaatzen en difi.rict.en. Op wat wijze de open vallende Predikant- en Schoolmeesters plaatzen te begeven. Te concipié'eren een antwoord aan de Bondgenooten, over het plan van oproeping voor de Requbliek. Het reguieeren van de vrije jagt en visfeherij. Het ontwerpen van eene Publicatie over de vrijheid van de Drukpers; en het zorgdragen voor alle mogelijke bezuinigingen. Door de Volks-Sociëteit te Leeuwarden werd de volgende Misfive gefchreven: VRIJ-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* 339 vrijheid, gelijkheid, broederschap. De Folks • Sociëteit te Leeuwarden aan alle Vaderlandfche Sociëteiten en Wapengenootfchappen in Friesland. burgers broeders! „ In onze zitting van gisteren vestigden wij v*"^£** „ onze aandagt op nevensgaanden brief van den „ Franfchen Reprefentant bij het noordelijke le,, ger, Richard, welke op order van de Ver„ tegenwoordigers des Franfchen volks gedrukt, „ en dus met alle echtheid voorzien is. „ Wij zien hierin, Burgers! niet minder dan „ een voorloopigen ftap , om weldra de vernieti„ ging van alle openbaare Vaderlandfche Gezel„ fchappen te volvoeren, en dus de billijke „ invloed der burgeren op het bellier, in de „ wieg der vrijheid en onafhangelijkheid van „ dit Gewest te fmooren. „ De gewapende Burgermagt, zo naauw Vef„ bonden met de Sociëteiten, zoude dus ook, „ gelijk wij vreezen, weldra vervallen, en tot „ niets anders ftrekken, dan tot onderdrukking „ van die vrijheid, tot welker vestiging en be„ fcherming de burgeren zich zo edelmoedig ver„ bonden hebben. „ Wij willen niet onderzoeken, welke heil„ looze geesten zich beijveren, om den Bataa„ yen nieuwe ketenen te fmeeden, terwijl zij „ nog de knellingen der oude boeijen gevoelen. Y * » Maar  34° GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ Maar menigvuldige voorvallen hebben getoond, „ en geven nog dagelijks de duidclijkfte bewij„ zen, dat de Sociëteiten, in de oogen van „ veelen in het bewind gefielde perfoonen, als „ een fteen des aanftoots zijn, en dat zij, zon,, der iets tot_ regeling en beguntTiging dcrzel„ ven toetebrengen, allerlei middelen infpan,, nen om dezelven haatlijk en nutteloos te maa„ ken. „ Dit is immers zo waarachtig, Medebur„ gers! dat 'er tot hiertoe weinig of geene aan„ dagt op de billijkfte en dringendfte klagten „ en voordragten der Sociëteiten en Wapen„ Genootfchappen, is geflagen. Dit is zo waar, „ achtig, dat men ohze verlosfers zelfs, een haa„ telijk denkbeeld van onze vaderlandfche gczel„ fchappen heeft ingeboezemd. „ Voegt hierbij de berichten, welke uit alle „ ocrden van het Bataafsch Gemeenebest, bijna „ uit alle Sociëteiten gegeven worden, en gij ,, zult met ons eene algemeene overeenkomst „ gefpannen zien, tot vernietiging van den in„ vloed der beste vrijheids vrienden. „ Wel aan, Burgers en Broeders.' wij hebben „ gezwooren de Vrijheid en Gelijkheid , de „ Rechten van den Mensch en burger te zullen „ handhavenen! . . . Laat ons dien eed geftand „ doen! vertoonen wij ons het geen wij waar„ lijk zijn, in fpijt van den vuigen laster der „ nieuwervvetfche ariftocraaten, welke alleen vijan- „ den  QESCHÏEDEMS der NEDERLANDEN. 34- „ den van onze oude Regeering waren, om „ zichzelven in hunne plaatfen te dringen, en „ daarna, onder den dekmantel van eenige fchoo., ne woorden, hun eigen trotsch en eigenmin „ te voldoen, en geene andere vrijheid dulden, „ dan hunne ihtrigues van gevlock'e bedekte „ ftaatkunde; vervoegen wij ons bij onze Ver„ tegenwoordigers, op eene eerbiedige wijze, „ maar met eene den Republikain en de on„ fchuld pasfende vrijmoedigheid; laat ons de „ gegronde vooruitzichten open leggen, waarin „ wij de vernietiging der Sociëteiten zien berei„ den, en de waardige leden der Vertegen„ woordiging waarfchuuwen, tegen de listige la„ gen onzer vijanden; —- die van de openbaare „ vrijheid. „ Wij ftellen dus voor, aan alle Sociëteiten „ en Wapen - Genootfchappen in Friesland, om „ op aanftaande Saturdag, den n dezer, uit „ elk Corps en Sociëteit, Gecommitteerden te „ Leeuwarden te zenden, in eene buitengewoone „ Hoofd-Vergadering, met volmagt voorzien, „ om zich, naamens hun Corps of Sociëteit, „ het zij door het benoemen van eene commis„ fie uit die algemeene Vergadering, het zij en „ corps, te begeven bij de Vertegenwoordigers „ van het Franfche volk, ten einde te vra»- gen; X 5 *> » De  34* GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. r. „ De meening dier Vergadering, aangaan„ de dc Vaderlandfche Sociëteiten. 2. „ Verzoek, om eene, met de rechten der „ Burgeren, en de gronden van eene vrije Maat,, fchappij overeenkomltige, befcherming der „ Volks - Sociëteiten, 3. ,, Dat dezelven aldus onder de befcherming „ der wet mogen worden genomen, en 'er bij „ Publicatie eene grensfeheiding moge worden „ vastgeiteld, waardoor de nuttigheid der Socie,, teiten gehandhaafd, en tevens de misbruiken „ derzei ven geweerd worden. 4. „ Dat daarbij mede moge bepaald wor„ den, de wijze en order, door de Sociëteiten „ en Wapen - Genootfchappen te obferveeren , „ in het voordragen van algemeene of afzonder„ lijke bezvvaaren, overëenkomftig de gronden „ van eene wettige erkentenis eenes behoorlijken „ invloed van dezelven. „ Wij nodigen ulieden insgelijks uit, om in „ die Vergadering uwe gevoelens te kennen te „ geven, over het plan van verbroedering der „ Sociëteit met de gewapende Burger-magt, te „ vinden in de Stichtfche Courant N°. n. van „ den 10 Julij 1795. naardien de onmiddelijke „ vereeniging derzei ven, onzes bedunkens, allen fpoed verejscht. „ Laat ons, als Broeders, handen in een liaan, „ en ons niet doen affchrikken door de kunftenarijën « ** „ on-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 343 „ onzer vijanden, op dat zij hunne heillooze „ oogmerken niet bereiken, door ons onderling „ te verdeelen! „ Heil en Broederschap ! „ De Volks - Sociëteit van Leeuwarden ter „ handhaving der Rechten van dep „ Mensch en Burger." Utuwardin d. 5 Juli) WS- (G«0 Het eerlle jaar der Bataafcbc ViJjheul. ^ y^ ^/)a(^n f prefident. 2>r ordonnantie van gemelde Sociëteit. CGet-> J3. J^Jcama, Secretaris. Daardebewooners dezer Provintie zelfs in deonhefchaafdfte eeuwen, ieverige voorftanders hunner rechten en vrijheden zijn geweest, zo was het nier. te verwonderen, dat, de oppermagt des volks, bij de bekendmaaking van de Rechten der Menschheid , erkend zijnde geworden, een volk als de VHezen, geene de minfte onderdrukking wilde dulden. Zij kenden hun goed beftuur en de gebreken van dien, en dat veele hunner Reprefentanten, vijanden van een één en onverdeeld beftuur voos het Bataaffche volk waren, en niet anders zogten dan de provinciaale Souverainiteit, gezuiverc van voorheen plaats gehad hebbende gebreken te handhaven. De verfchillende denkbeeldei hieromtrent, en waarvan ieder zijn aanhang on der het volk had, lagen den grond tot de ver Y t ' deebi Vwmetking.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Hqe deze fjirusrirn te ftelifciien. v (

daar men gewoon is zulks te „ doen. „ Aldus gerefolveerd en gearrefteerd op het „ Landfckapshuis binnen Leeuwarden, den 22 „ October 1705, het eerde jaar der Bataaffche „ Vrijheid. „ De Reprefentanten van het Folk van „ Friesland." (Was getek.) % G\ CT> ff ut van o&r iJOanit; uu Ter ordonnantie van dezelve. Last van Gedi-pmeer- . den, te in-. formeeren naar het ge-■ zegde van den Prefident va 11 Hollands Sfaats ' Vergaderirg. ^ 3 j 1 3 » ] 1 i Bij ref. van 10 Novb. gelastte de Friefche Reprefentanten aan hunne Gedeputeerden bij H. rl. Mog. ten fterkfie te informeeren naar het voorftel van den Prefident ter Vergadering van bolland gedaan, over het gedrag van den Koning ?an Pruisfen, met order, om, naamens deze 'rovintie te declareeren, dat wij geenzins onverchillig zijn omtrent de openbare aanklagt van 3 e voornaamjle leden van ons tegenwoordig Gou'trnement, als medepligtigen van 'sLand vijanlea, welke wij in meergemelde aanfpraak, in iet berigt van den meergenoemden correspondent eezen. Deze aantijging, hoe weinig beduidend ook, n eene ongedrukte Misfive, kan de rampzaligfte uit- C) 3a»rb. V D. bl. 65.  GESCHIEDENIS dek. NEDERLANDEN. 351 uitwerkzelen hebben, wanneer zij niet flechts door den druk verfpreid, maar ook in eene aanfpraak van den Prefident van Holland ingelascht, en daardoor in een geaccrediteerd gefchrift, als daar zijn de Dagverhaalen der onderfcheidene Reprefentanten, worden geplaatst. Infteerende zij Vertegenwoordigers van het Friefche volk ten ftcrkfte, dat 'er onderzoek gefchiede en bewezen worde, wie onder de leden van het tegenwoordig Beftuur die geenen zijn, die zulk eene verraderlijke rol omtrent hun Vaderland fpeelen, ten einde dezelven naar verdienden openbaar geftraft mogen worden. Daar de volgende Publicatie den grond lag tot zeer veele verdeeldheden tusfehen de Friefche Volksreprefentanten en Burgers , zal ik dezelve hier woordelijk overneemen. PUBLICATIE. „ De Reprefentanten des volks van Fries,, land geïnformeerd zijnde, dat 'er tegen den| „ 24 Decb., op aanfehrijvinge van eenige,, zich noemende Gecommitteerden uit de ge-, „ wapende Burgermagt van Leeuwarden, hier „ op de Stads Schutters Doele, Gecommitteer,, den uit al de gewapende Burgers dezer Provintie zijn opgeroepen, om te befogneeren „ over een concept plan, gefchikt ter orga„ nifatie voor de geheele gewapende Burger„ magt onzer Bataaffche Republiek, in der- „ zei- Publicatie egens de nganiiatie ;an op eigen ;ezag gewaande Kuilers.  352 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ii zeiver verdediging als één en onverdeelbaar „ befchöuwd. Een plan, het welk, bij dé „ gewapende burger corpfen te Leeuwarden f) ter kennisfe aangebragt is door twee Bolland„fche burgers, Druiveftein en D. Merel 1, i, daartoe, naamcns de gewapende Burgermagt van Bolland, onder bekragtiging van Bol„ landsch Volksvertegenwoordigers, blijkens hun„ ne vertoonde qualificatie, wel expresfelijk af,, gevaardigd, gelijk in den brief van aanfchrij„ ving gemeld wórdt; tevens met uitnodiging, „ om eene commisfie te helpen daar ftellen, die „ met volmagt voorzien, gezonden zal worden }, na den Baage, ter bijwooning eener groote „ algemeene Vergadering van Gecommitteerden „ uit de gewapende Burgermagten dezer Bai, taaffche Republiek, kunnen deze onderneemingen niet anders, dan zeer tot nadeel van „ deze Provintie befchouwen, en hebben, na „* ingenomen ad vijs en conlideratien van den }, Hove Provintiaal, gerefolveerd, gelijk zij refolveeren bij dezen, deze Vergaderingen „ waar dezelven ook zouden mogen worden gehouden, te verbieden; als mede het delibereeren over voorfchreven zaaken; het houden van eenige correspondentie daar over met eenige andere collegien van de gewapende Burger53 niagt» en het zenden van Gecommitteerden „ naar Holland of eenige andere Próvinfie, om a iets, nopens de Burgerwapemng te beiaadfl» J3 gC»  GESCHIEDENIS der. ÏVEDERLANDÈN. 353 gen of te onderneemen; bij poïne, dat hij,- die zich daartoe mogte laaten Committeeren,,, ipfo fdclo, voor den tijd van vijf jaaren bui,j ten déze Provintie zal gebannen zijn, zonder1 ,, binnen dien tijd daar, in te mogen komen,,, bij pcene van zwaarder ftrafFen. „ Wordende het Hof Provintiaal bij deze „ gelast, tegen allen, die, niettegenftaande deze ,, onze refolutie, deze Vergaderingen zouden „ willen doordringen, of hunne item daarin tot ,, het committéeren van een of meer te geven, ,, criminaliter te procedeeren, zo naar rechten behoort. ,, En wordt onze Commisfie, waarneemende de >? zaaken van het collegie, gelast, deze onze Publicatie, zo fpoedig mogelijk, heden te laaten publiceeren in de ftad Leeuwarden, en voorts ,, op alle plaatzen, daar men gewoon is te publi* „ ceeren; en wel bijzonder deze onze welmeening op alle mogelijke wijze effect te doen hebben j dewijl wij het te keer gaan van dergelijke onderneemingen als onze hoogde pligt befchouwen. „ Aldus gearresteerd op het Landfchapshuis 3, binnen Leeuwarden, den 23 Decb. 1795. De Reprefentanten van het Folk van '" „ Friesland." CGct° J. Wis/ski, vt. Ter ordonnantie van dezelve. cfsma. IV. DEEL, . Z , Zo  354 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Zo is het, dat wij, ter voldoening aan de wtlmeening der Reprefentanten, hebben goedgevonden u te gelasten, zulks doende bij deze, „ om dezelve, na den ontfngst dezes, op de ge„ woone wijze, direct te doen afkondigen. Leeuwarden den 23 December 1795." ^Ctnè-, Ganaegieter; Ter ordonnantie van de Commisfie, waarneemende de zaaken^ van het Collegie. (Get.) p cjrf Cf- t?. Uib. van UDcyma. „ Wij ondergefchreven verklaaren mits dezen, ï> geprotesteerd te hebben tegen eene refolutie „ door de meerderheid der Reprefentanten des „ volks van friesland, genomen den 23 De„ cember 1795, om eene Vergadering van Ge„ deputeerden van de gewapende corpfen van „ Friesland te beletten; oordeelende, dat deze „ demarche, zonder genoegzaame redenen ge- daan , geene goede gevolgen zal hebben. „ Leeuwarden den 25 December 1795." (Get.) &£ Cncides, Qf.Qf. &€offir«, 2). G. SCuilcn, CW. Zflin^ma, ver de Aliantie. Negolialie.  358 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Gebeurte. nisfe in Ba< tffitb Eratutti, i 9 9 » tie eene belasting van 4 pCt. uit, te betaalen van de bezittingen hunner ingezetenen. Hier voor, op bladz. 34, heb'ik het fchoon addres van de Reprefentanten van Bataafsck Braband aan 't Bataaffche volk opgegeven, en maar even aangeftipt, hoe dezelve kort daarop ter Vergadering der overige Bondgenooten zijn toegelaaten; doch daar die toelaating in 't eerst zulk een merkwaardigen tegenftand gevonden heeft, dien ik alhier de gewigtige gebeurtenisfen, bij dezen agtften nieuwen Bondgenoot voorgevallen , uit origineele ftukken optegeeven. Na dat die van Bataafsch Braband zich eerst Dnderling verëenigd hadden, namen zij de volgende Refolutie, vrijheid, gelijkheid , broederschap ! De Vergadering van Gedeputeerden, provifïóneel reprefenteerende het Folk van Bataafsch Braband fesfie houdende te Tilburg, aan De Staaten Generaal der verëenigde Nederlanden. hoog mogende heeren! Wij hebben goedgevonden van wegens onze , Vergadering te committeeren, gelijk wij com, mitteeren bij dezen , de Burgers S. van , Bronkhorst, Willem van Lelyveld , van Cingelshoek, J. T. Havermans, „ Del-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 359 ., Delcourt, L. Brederoode, J. A. Krie„ ger, Engelbertus Heymans, W. J. „ Heercn, Francois, H Verhaagen, en „ Pieter Vree de refpectavelijk de twee eer„ fte uit de ftad en landen van Bergen op den Zoom, de derde en vierde uit de ftad en „ lande van Breda, de vijfde en zesde uit de ftad Grave en den lande van Cuijk, de ze„ vende en agtfte .uit de ftad 's Bosch, en de „ drie laatfte uit de Meijerij van VBosch, ten einde zich te begeven naar 'jHaage, met i, last om uit naam van onze Vergadering zich • te vervoegen aan en bij U Hoog Mogenden, ,, om dezelven geluk te wenfchen, met de zo „ gelukkige tot ftand gebragte Alliantie tus„ fchen de Franfche en Bataaffche Republie„ ken, en wijders aan U Hoog Mog. te ver,, klaaren, dat onze Vergadering als provifiöneel „ reprefenteerende het volk van Bataafsch Bra* „ band, wettiglijk op den u Junij van dit ; jaar, zijnde geconftituëerd, hun heeft afge„ vaardigd, om daarvan aan U Hoog Mog. „ plegtig kennis tè geven, en te declareeren, „ dat het volk, het welk wij vertegenwoordi„ gen, toetreed tot het Bondgenootfchap van ,5 het Bataaffche volk, en uit dien hoofde re„ quireert, om als een integreerend lid van , het gemelde Bondgenootfchap bij U Hoog „ Mog. en de Bondgenooten, welke U Hoog „ Mogende reprefenteeren, te worden erkend. Z 4 5> Vuorts  $9 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ Voorts begeeren en vorderen wij al me„ de, in .naam van het' voïk, het weik wij „ als voornoemd reprefenteeren, dat U Hoog „ Mog, aan gemelde onze Gecommitteerden » jennen, en doen genieten, zodanige fes„ fie, ftem en verdere rechten, als de ove»» riSe Gedeputeerden van de refpective Re3, prefentanten der verdere gewesten van het „ Bondgenootfchap, ter Vergadering van U „ Hoog Mogende fesfie hebbende , zijn ge„ nietende; om alzo daar te helpen delibereef ren' reiolveeren en conchideeren, zodanig, „ als tot algemeen welzijn van het Bataaf. „ fche vojk zal worden bevonden te behoo„ ren. „ Verzoekende wij dien volgens, om aan hun „ Gecommitteerden, en aan ieder van dezelven „ in het bijzonder, volkomen geloof te geven „ in alles, wat zij in onzen naam aan U Hoog „ Mogende zullen voordraagen. ., Waar mede wij, na toewenfcbing van „ Heil, en aanbod van Broederlchap, U°Hoog ,, Mog. beveelen in de protectie van God Al„ magtig. „ Aldus gedaan ter Vergadering van voorn „ Gedeputeerden, provifiöneel reprefenteerende het volk van Bataafsch .Braband, te Til » burg den n Junij 1795, het eafte jm d Bataaffche Vrijheid, Heb-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 361 Hebbende wij deze door den Burger, in ,, onze Vergadering prefideerende, doen para„ pheeren, en door onzen Secretaris laaten on,, dcrteekenen. . (Waage,) g?Tf^rtas Sfëcyman*, Ter ordonnantie van de voorn, provifioneelë Reprefentanten. (Wasger.) $>«nndJIe-r. (Op de kant fond O „ Vermits bij de Vergadering van „ de provifioneelë Reprefentanten, ,, nog geen zegel voor dezelve Ver,, gadering is gecreëerd, heeft deze daar mede niet kunnen worden ,, gemuniëerd. In kennisfe van mij. (Was get.) £ $>annJJdcr. Gemelde Committeerden in den Haag komende, hadden verfcheiden vrugtelooze conferentiën met den Prefident en eenige Leden van Hun Hoog Mog., en werd uit Hun Hoog Mog. een commisfie naar de Generaliteits Landen gezonden, welke in de Generaliteits Landen de volgende circulaire Misfive lieten publiceeren. Z 5 Cir- Commisfie ran Hun Hoog Mog. naar Bataaficb Braband , en hate verrigtinjen aldaar.  S<52 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Circulaire Misfive door Gecommitteerden van Hun Hoog Mog. gezonden aan de Municipaliteiten der rsfpe&ive plaatfen van Staats Braband, inhoudende verbod cm de zogenoemde provifióneele Reprefentanten van Bataafsch Braband te erkennen, enz. 29 Junij 1795. Aan de Municipaliteiten der refpeclive plaatfen van Staats Braband. vrijheid, gelijkheid, broederschap, Burgers ! „ Ingevolge de Publicatie door Hun Hoog „ Mog. de Staaten Generaal der veréénigde „ Nederlanden, den 8 Junij 1795, gearrefteerd, ,, bevinden wij ons thans ais derzelver Gecom„ mitteerden binnen de muuren dezer hoofditad „ "sliartogenbosch, om zo hier als elders aan „ 't heilzaam oogmerk, daar bij genoegzaam aan „ den dag gelegd, te voldoen. „ Niets voorzeker, dan het bezef van onze „ pligten en de betrekking, waarin wij tot het „ geheele Bondgenootfchap ftaan, heeft ons kun„ nen aanfpooren, om deze moeijelijke taak op 3, ons te neemen. „ Wij ftonden gewesten intetreeden, welke, „ zo lang dezelve, in de gefchiedenisfen be„ kend zijn geweest, altoos min of meer ge„ drukt zijn geworden , wij moesten met en „ onder volkeren handelen, die nog nooit de „ hel-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 363 „ heldere vrijheids-zon boven hunne hoofden „ hadden zien opgaan, en welke nog onlangs „ aan het lot des oorlogs onderworpen, alle „ deszelfs rampen in ruime maate ondervonden „ hadden; doch het denkbeeld, dat wij geroe„ pen worden, om ook hier den eerften Heen „ te helpen leggen aan een Staats - gebouw, het \\ welk alle braaven, niet alleen in de zeven „ veréénigde-Gewesten, maar ook wel bijzon„ der in Staats Braband, op eene geregelde „ wijze reikhalzend wenfcnen , daargefteld te „ zien, en het vooruitzicht, dat wij harten „ zouden vinden, die voor ons zouden open„ ftaan, en handen ter onzer hulpe bereid, heb„ ben ons aangefpoord, om den last door Hun „ Hoog Mog. aan ons opgedraagen, hoe zwaar dezelve, dan ook voor onze fchouderen we9, zen mag, gewillig op ons te neemen. „ Niemand, die flechts de minfte kennis heeft van het recht der volkeren, zal kunnen loocbcnen, dat, indien Hun Hoog Mog. wiklen gebruik maaken van de magt, welke dezelven, volgens den inhoud van het Tracbat van „ Alliantie, onlangs met de Republiek van Frankrijk gellooten, over de Generaliteits Landtn , en in het bijzonder ook over de Stad en 3} Meijerij van 's Bosch zouden kunnen ukoeffe„ nen, dezelve Landen, niet bevoegd zouden „ zijn, althans iets meerder te vorderen, dan „ ora weder op eigen voet, als voor den tegen- wuor-  364 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ woordigen oorlog plaats had, bertierd te wor„ den; doch geheel andere grondbeginzelen zijn „ thans bij Hun Hoog Mogenden aangenomen, „ grondbeginzelen, die aan de eene zijde wel ,, de waare Gelijkheid en Vrijheid voor de „ volkeren onder hun beftuur moeten daar ftel„ len, maar ook aan den anderen kant, alvoo„ rens dezelve in eene geregelde werking kun„ nen worden gebragt, niet behooren te ftrekken, ,, om alle orde van zaaken omtekeeren, de „ heiligde banden der Maatfchappij te verbree„ ken, eene fchrikbaarende regeeringlooshcid „ te veröorzaaken, en onder den fchoonfchij5, nenden naam van Vrijheid, een wetteloos gezag intevoeren, terwijl de woorden, Ge~ „ lijkkeid, Vrijheid, Broederfchap, die Hun„ Hoog Mog. zelfs tot eene zinfpreuk hebben „ aangenomen, geheel andere denkbeelden in ,, een wel geplaatst hart en een verlicht verftand „ verwekken. ,, In deze begrippen hebben Hun Hoog Mog. in de Generaliteits Landen, en ook aan ulie„ den ter Publicatie gezonden, het Tractaat van „ Alliantie met de Republiek van Frankrijk „ geflooten, ten einde gijlieden daaruit zoudt „ kunnen zien, waartoe Hun Hoog Mog. nu „ weder ten opzichte van dezelve Landen, vol„ gens het recht der volkeren, geregtigd waren „ geworden, doch te gelijk daar bij gevoegd ,, derzelver Publ. van den 3 Junij 1795, op >■> dat  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 3*5 „ dat gijlieden ook daaruit zoudt kunnen vcrneemen 5 dat het de welmeenende en als nu „ gedeclareerde intentie van Hun Hoog Mog. was, om de Generaliteits Landen volftrekt „ niet langer, ten opzicht van het juftitiëele en „ finantiëele te bellieren, als ter bereiking van „ het groote oogmerk, in het daarftellen van ,, het plan van Regeering, voor het geheel Ba„ taafsch Gemeenebest, oogfchijnlijk nodig was, „ daar Hun Hoog Mog. nogthans, ?aanftonds het ,, oor zouden leenen aan de wettige bezwaaren, „ welke door de goede' ingezetenen zouden wor„ den ingebragt. „ Met geene geringe verwondering vernamen wij derhalven, bij onze aankomst alhier, dat „ zommige Municipaliteiten, welker gedrag wij ,, ter zijner tijd ter harer verantwoording laaten, „ terwijl wij dat van alle de anderen bij deze „ laudeeren en ratificeeren, wel het Tractaat van Alliantie met de Republiek van Frank,, rijk, maar niet met de voorfz. Publ. van den 8 Junij 1795. hadden doen bekend maaken en affigeeren, niettegenftaande het een, zo wel als het ander, aan dezelve ten voorfz. „ einde door Hun Hoog Mog. is toegezonden, „ en dat vooral het laatfte eene plegtige toe,, zegging behelst, dat ook Staats Braband, „in de aanftaande Nationaale Conventie, zeer ,, zeker zal begrepen worden. „ En  $66 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. En het was alleen om intusfchen eene vol„ ftrekte regeeringloosheid en derzelver geduchte 9» gevolgen voortekomen, dat Hun Hoog Mog. zo lang 'er geene andere wetten waren gemaakt, noodzaaldijk hebben geoordeeld, om „ die geene, welke voor het oorlog in Staats Braband kracht hadden, voor zo verre de„ zelve, 'als ftrijdïg met de waare Rechten van „ den Mersch en Burger, niet reeds zijn, of „ zouden worden afgefchaft of veranderd, weder s, provifiöneel in werking te brengen, terwijl „ Hun Hoog Mog. aanftonds hun werk hebben 5, gemaakt, om ul. tot het deelneemen in de „ voorhanden zijnde Nationaale Conventie niet „ alleen voor te bereiden, maar ook dadelijk, „ doch op eene geregelde wijze, zodanig, dat „ de door het geheele volk van Staats Bra* 5, band, te benoemen Reprefentanten van be„ hoorlijke qualificatiën, worden voorzien, daar 5> toe, benevens alle de ftemgerechtigde ingezetenen van de verëenigde Provintiën en van „ het Landfchap Drenthe te gelijkertijd opte„ roepen. — Wij verwagten derhal ven op deze gronden , dat gijl. zonder verwijl, de „ Publicatie van Hun Hoog Mog., in dato den 8 Junij 1795, alleen tot het voorfz. heilzaam „ oogmerk ingericht, als nog, en wel ten „ froedigfte zult laaten doen, terwijl wij ulie„ den in dat vertrouwen hier nevens aanbieden, „ een plan van oproeping voor het geheele volk „ van -  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 3°7 „ van Nederland, om zijne wettige Vertegenwoordigers in de aanftaande Nationaale Con- ,, ventie te verkiezen, ten einde als daar. bij „ breeder vermeld. „ Wij verlangen niets anders, dan dat bij ulieden daarop zo fpoedig mogelijk gedelibe- „ reerd worde, en dat gijl. hetzelve plan geëxamineerd hebbende, even als nu de refpective 9, Provintiën zullen doen, daarop uwe confide- 5, ratiën en bedenkingen aan Hun Hoog Mog. ?, of aan het Committé tot de algemeene zaken van het Bondgenootfchap te Lande, ten fpoedigfte laat toekomen, op dat eene zaak van zo veel aanbelang door het geheel Bataafsch „ Gemeenebest, op eene te vooren geregelde „ wijze worde tot ftand gebragt, en overal eene wettige reprefentatie in zodanige algemeene Vergadering daargefteld. „ En vermits Hun Hoog Mog. ulieden dus aan de eene zijde in dezen een gelijk recht, als aan alle andere ingezetenen van dit Gemeenebest volvaardig toekennen, en dat wij ulieden als nu plegtig kunnen verzekeren, „ dat, indien al, onverhooptelijk, geene Natiönaale Conventie konde worden tot ftand ge- ,, bragt, of dat dezelve onverrigter zaaken „ mogte fcbeiden, Hun Hoog Mog. geenzins voorneemens zijn, Staats Braband weder als een wingewest te befcbouwen en te behan- „ delen, zo hebben wij nogthans aan den anderen kunt  368 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ kant in fpeciaalen last aan ui. met al den „ ernst, die de natuur van de zaak vordeit, te declareeren. „ Dat Hun Hoog Mog. niet kunnen erkcn„ nen, zodanige perfoonen, als zich zonder voorgaande geregelde en alleen wettige oproe- ping van het geheele volk van Staats Bra„ band tot deszelfs zogenoemde provifioneelë „ Reprefentanten hebben opgeworpen; interdi- ceerende ulieden en alle andere Municipali„ teiten in Staats Braband, om voortaan eenige „ Publicatiè'n, Refolutiën, of eenige andere ft.uk„ ken, onder welke benaaming dezelve ook zou,, den mogen voorkomen, ten naame van ge„ melde geheel ongequalificeerde perfoonen, te publiceeren en affigeeren, en ernftig gelasten„ de, dat gijl. die Publicatiè'n, welke wij ver„ nomen hebben reeds op verfcheiden plaatfen, en ook alhier, ten naame van dezelve te zijn' ,, gedaan en gejiffigeerd, aanftonds aan receptie „ doet affcheuren, en ulieden onthoudt van ge» „ lijken meer te doen. „ Referveerende Hun Hoog Mog. het recht cn „ de digniteit van het algemeene volk van Neder„ land. ten dezen te maïntineeren naar behooren. „ Tot flot moeten wij hier nog bij voegen, „ dat het onnodig zal zijn, ulieden onder het „ oog te brengen, de fchroomelijke gevolgen, • „ welke uit een tegengefteld gedrag noodwen„ dig moeten voortvloeijen, en waarvan wij in „ dat onverwagt geval geheel onfchuldig willen »» ge*  GESCHIEDENIS der NEDERLANDER 309 gehouden worden, als moetende in dezen alleen onzen indispenfabelen pligt betrachten. ,, 'fBosch, den 29 Junij 1795, het eerfte jaar der Bataaffche Vrijheid." 2. Qf. -yjtmtd ~u cfttvenon. W. ff)u«j/e». Gedeputeerden van wegens Hun Hoog Mogenden. (f) Hieruit was genoeg te befpéuren', dat men de Aimnerki zaak der toelaating der Reprefentanten van Bataafsch Braband, zo lang zogt uit te ftellen als mogelijk was, ten minfte tot dat'er eene Nationaale Vergadering zou verkooren worden, waartoe veele gewesten mede allerfterkst tegenwerkten, Op de belofte, aan die van Bataafsch Braband gedaan, van 8 Junij (waar van de zaaklijke inhoud in de Misfive van 29 Junij vermeld is,) was dus niet te vertrouwen, en die van Bataafsch Braband, beflooten daarom tot de volgende Misfive: Circulaire Misfive van de Gedeputeerden uit alle Vaderlandfche Sociëteiten van Bataafsch Braband, binnen 'sBosch vergaderd, aan alle Vaderlandfche Sociëteiten. ~, De burgers, leden der Vaderlandfche So- cie>> (*) Bat. jaarb. v. d^cl bladz. 926. IV. deel. Aa  3ro GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,', eiëteït te VBosch, aan de burgers, leden der Vaderlandfche Sociëteit te ... . Burgers, broeders! „ De burgers zijn hier, gecommitteerd uit *s Haage, zedert vierdagen hebben zij zich geoccupeerd met een deel oranjekraijers, ge,, wezen Regeerings leden onder het despotiek „ Beftuur, Adminiftrateurs en Ontvangers te „ ontvangen; waarbij van Breugel, de Agent van Brantfen en Rep el aar de eerften zijn: ,, verder eenen weggejaagden Drost, en gevlug„ ten Schoulmeester; van dit alles zal de Secretaris D. Curtius een corps formeeren, ,, om onze braave Reprefentanten en cordaate „ Municipaliteiten, met de goede Vaderlandfche „ Burgerij, het hoofd te bieden; wanneer zij „ door het haatelijkst geweld, een of meerdere ,, van de wettige bewoonders gedrongen heb„ ben, om de onderdrukking perk te ftellen, „ het geen bij hun als dan voor eene verbreeking zal uitgebazuind worden. „De komst van de burgers, Jordens, „Veldman, Lestevcnon en Queyfen, werd gegist door het inrukken van een getal ,, jagers te paard uit VHaage, en bij arrivement „ 't losbranden van 't kanon, en oader de wa„ pens ^trekken van 't guarnifoen, en eergisteren „ avond vertoonde zich de quartiermakers van „ 't Regiment van Waldek binnen deze ftad, dan, .,, vertrokken dien zelfden avond marVugt, waar „ zij leggen blijven, tot ordre op hun ontvangst 5> ge- , Vaderlandfche Sociëteit te ... .  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 371 „ gefteld is, terwijl de barakken of cafernen „ voor die befchermers in order gefteld zijn; „ gisteren morgen fchreven dezelfde burgers, „ Gecommitteerden, een brief aan de Municipa„ liteit, dat zij bet Placaat zouden hebben te „ publiceeren van 8 Junij 1. li, teffens daar bij infteerende, dat de Publicatie van 't recht van „ den mensch wierd ingetrokken of afgefcheurd; „ dat door onze brave provifioneelë Reprefen„ tanten was rond gezonden, en door de Mu„ nicipaliteit was aangeplakt, dit is commisfo„ riaal gemaakt, doch twijfele niet of onze Mu,, nicipaliteit zal ftand houden: „ Voor lang hebben wij de geweeren die ons „ in 1787 ontvreemd waren, gevraagd; dan „ de flooten, onder de bewaaring der Franfche „ militaire directie, hebben de Municipaliteit ,, niet dan voor gisteren. Wanneer de distri„ butie aan de burgers, van deze propriëteit gefchicden zou, reclameert de Franfche Corn,, mandant die nogmaals. Ziet daar! kort, doch zaaklijk onzen toe« „ ftand; uit nevensgaande gedrukte ziet gijlie,, den onze handelwijs; of ze wettig is, laaten ,, wij het Opperwezen, en ulieden beöordeelen. ,, Wij verwagten van ulieden, als van onze „ broeders, om, met allen mogelijken fpoed, de ,, nodige inftanties te doen bij de refpective Municipaliteiten, Reprefentanten als anders, ,, der Steden of Provintien: dat zij lieden het daarheen dirigeeren, dat onze provifioneelë Aa 2 Re-  37* GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN» Bataafsch Brdband verkrijgt ces. fie Irij H. H. Mog. i i 1 1 ( ] 3, Reprefentanten erkend worden, en dat men „ daar, en ter plaatze waar het nodig zal zijn, in „ al zulke onderhandelingen trede met dezelven, j, als dienftig zal wezen om defastres te beletten, „ het verkragten der rechten van den menseh, „ en de verwarring daaruit te ontftaan, voor„ tekomen. „ Ziet daar, Broeders! wij vertrouwen dit aan }, ulieden, maakt ftaat op onze fermiteit, de „ Maagd zullen wij nooit een floers omwerpen, 4, en opgegeven, zo vereischt de orde, om, bij iet vervolg van dit Hoofdftuk, in het vijfde Deel iok intezien, de gewigtigfte befluiten bij Hun loog Mog. genomen. (*) Bataaffche. jaarboeken Uf. Deel bi. 330. EINDE VAN HET VIERDE DEEL.          GESCHIEDENIS DER VEREENIGDE NEDERLANDEN, NEVENS DE VOORNAAMSTE GEBEURTENISSEN I N EUROPA ZEDERT DE OORLOGS- VERKLARING DER FRANSCÏffiNl AAN ENGELAND EN WILLEM DEN VIJFDEN , TOT DE VESTIGING DER EENE EN ONVERDEELDE SATAAFSCHE REPUBLIEK, IN 1798.   GESCHIEBENIS dei* Y E I E E N I C D E N £ J} E li 1. A N D E K Sevms de vo0rna.a3n.fte gebeurteuislen in #E U H O P A. door C. Z I L I E S 1 N. VIEKUE DEEL. In den HAAGE,bij J . C . LEEUWESTIJN. MICCC.   INHOUD der HOOFDSTUKKEN van het VIERDE DEEL, ELFDE HOOFDSTUK. Van het tijdjïip dat de omwenteling in alle de gewesten yolbragt was, tot den tijd, dat de Franfchen dé Bataaffche Republiek voor vrij en onafhangüjk yerklaarden. .... bladz. i TWAALFDE HOOFDSTUK. Buitenlandfche gebeurtenis/en zeden de bemagtlging der Bataaffche Republiek, tot den tijd haar er onafhangüjk verklaaring door de Franfchen. . i8ö DERTIENDE HOO.FDSTUK. Binnenlandfche gebeurtenisfen van den tijd der onafhanglijkheid der Bataaffche Republiek, tot het vaststellen eener Nationaals Vergadering. . sio DRUK-  DRUKFEILEN. Bladz. 178 reg. s van boven ftaat alliantien lus Guaramie op de oude Conffitutie BERICHT voor den BINDER. Plaat I. te plaatfen tegen over bladz. 124 II. 168  ELFDE HOOFDSTUK. Van het tijdftip dat de omwenteling in alle de gewesten voibragt was, tot den tijd-, dat de Franfchen de Bataaffche Republiek voor vrij en onaf' han'glijk verklaarden* J)it tijdvak is te merkwaardig, om zonder eene algemeene aanmerking den draad der gefchiedenis te vervolgen; ik zal daarom eerst de veranderde buitenlandfche betrekkingen met de voor.naamfte Mogendheden van Europa aanwijzen, en dan de gevolgen daar van voor ons vaderland opgeven. Niemand kan ontkennen, dat, zo lang de oorlog tegen de Franfchen, op een zekeren afftand van ons land bleef, of de binnen- en buiten - landfche koophandel bloeide in ons vaderland; want ons land verftrekte tot eene verzamelplaats van behoeftens voor de vereenigde legers. Hooi, haver, boter, kaas, rundvee, en meer andere noodwendigheden, welke ons land oplevert, werden tot dubbelde verhoogde prijzen uitgevoerd, IV. DEEL. A ZO \aiiraeïking.  a GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. zo dat 'er naauwlijks fchepen ter vervoering te bekomen waren. De doormarsch van Engelfcfie troepen, met hunnen aanzienlijken trein en bagagie, bragt het Engelfche goud, ten voordeele der burgerlijke welvaard, in omloop. Onze producten van Oosten West-Indien kwamen ongeftoord binnen, en gaven een voordeeligen handel met andere volken. Ja.' onze landbouw beeft in alle zijne vakken van werkzaamheid, nooit een grooter bloeiftaat genoten, dan in dit tijdvak. Waarheden, welke niet gelocheud kunnen worden; maar daarentegen puttede de oorlog 'slands flnantien geheel uit, wijl ons Gouvernement aan den leiband der vercenigde Mogendheden liep. Onze buitenlandfche betrekkingen waren dus in allen opzichten overeenftemmende met die onzer Bondgenooten en verdere onzijdige volken. Hierdoor was en bleef, koophandel, zeevaart en visfeherijen, die rijke bronnen van der burgeren beftaan , op haaren ouden voet. Doch dit ftaatstafereel veranderde ten onzen nadeele, zodra de Franfche wapenen tot onze grenzen naderdenDe vlugtende vereenigde legers moesten toen op onzen grond gevoed worden, en zij, hunne verdere vlugt en verlaating van ons land voorziende, namen alles mede wat zij krijgen konden, ten einde zo weinig mogelijk voor hunnen zegepraalenden vijand overtelaaten, waardoor dan een groot gedeelte van ons land, ten roof en prooi van  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. van vriend en vijand werd. De weleer vereenigde Mogendheden met onze Republiek, waren te wel bewust, dat dit land , door de Franfchen veroverd wordende, daadelijk in de belangen der Franfchen zoude treeden. De verandering van het bewind in de lieden en gewesten, de zegepraal der patriotten, en vreugdebedrijven deswegens, dit alles deed hun dit land niet alléén als verboren befchouwen, maar als een verklaarden vijand tegen de coalitie. De Engelfchen begonnen met een embargo op alle onze fchepen in hunne havens liggende, of vervolgens komende, en bedienden zich van die voor hun zoo gunftige omftandigheden, om alle fchepen van ons, op zee vaarende, wegteneemen. Intusfchen daadelijk maatregelen neemende, om, door list of geweld, onze buitenlandfche bezittingen te bemagtigen. Onnoemelijke fchatten geraakten daardoor in 'svijands handen. De Hooge Magten onzes lands, gaven wel terftond kennis aan alle Hoven van de verandering hunnes beftuurs, en dat zij niet anders dan vrede en vriendfehap met hun zogten. te onderhouden ; doch alle deze betuigingen vonden weinig ingang bij de mogendheden die zich tegen de Franfchen verè';nigd hadden, als te zeer bewust door welken buitenlandfchen invloed ons land toen beftuurd werd. Ons vaderland kwam hier door in de allerongunftigfte omftandigheden. 's Lands kasfen waA a ren  1 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ren ledig, de magazijnen onvoorzien, onze landen zeetroepen voor het grootfte gedeelte aanhangers van het voorig bewind, die door wanbetaaling tot muiten genegen, bezwaarlijk in ber dwang gehouden konden worden; waarom wij al fpoedig, ten kosten van den lande, een aantal Franfche troepen in dienst moesten neemen, die, benevens het ganfche Franfche leger, aan alles gebrek hebbende, bij ons van het noodige voorzien werden, te kostbaarder voor de burgers, wijl telkens verwisfelende Franfche troepen bij de burgers geinkwartierd werden, en dat alles in een tijd dat de bui- tenlandfche koophandel daadelijk geheel ffiil ftond: een tijd, waarin veele vermogende ingezetenen, die de tegenswoordige orde van zaaken niet toegedaan waren, het land verlieten: een tijd, 'waarin de meeste takken van vooiige welvaard geheel of gedeeltelijk ftil ftonden. 's Lands ordinaire inkomften waren aanmerkelijk verminderd, de uitgave vergroot, en dit maakte extra ordinaire belastingen noodzaakelijk. De in- en uitwendige welvaard van het land had de gevoeligfte fchokken geleden. Het nieuw bewind kwam in een hagchelijk tijdsgewrigt aan de regeering. Eene grijze ervaaring was 'er nodig, ten einde het fchip van Staat zodanig te befiuuren, dat het land tegen buitenlandfche vijanden befchermd en de rust bewaard bleeve. De nijpende armoede, veroorzaakt dóór verval van werkzaamheid,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. S heièi endooï cenen allerftrengiten winter vermeerderd, vorderde onderfteuning uit 's lands en ftedelijke fmantien. Kunst en het grootfte beleid moesten aangewend worden, om, door geforceerde geh'.ligtingen, de reëele rijkdommen des lands in waarde niet te verminderen, en, ten minften fchade van den burger, 's lands fmantien met het noodige geld te ftiiven. Ieder gewest zijne bijzondere provinciale inkomften , en meer of mindere ftaatsfchulden hebbende , waren de buitengewoone geldheffingen zeer ongelijk , ten minften zo lange de eenheid van battuur geen plaats had, en de betaaling in de gemeene lasten quota's -gewijze gefchiedde. Doch om den waren toeftand van ons vaderland te fchetzen, zal ik hier overneemen, de Misfive van Hun Hoog Mog. aan die van Holland van 18 Maart 1795. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Burgers, - Frovifioneele Reprefentanten van hei volk van Holland l De voorloopige en ruwe fchets , dewelke ons Committé tot de zaaken van de Marine ons gegeven heeft van de zorgelijke fituatie, „ waarin 's lands Zeekusten en Marine zich be' vinden, en het welk de inhoud heeft uitge3, leverd van onze misfiven van den 13 dezer, „ heeft ons natuurlijk aanleiding gegeven tot het examheeren van de ganfche fituatie van A 3 's lands Adres aan de l'-cp e:eiitancen van  6 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ 's lands zaaken en connextie met eikanderen, „ en wij hebben dezelve zodanig in alle op„ zigten gekankerd gevonden, en zo na bij aan „ den oever van een totaal bederf, dat 'er „ niets minder noodig was, dan een recht va„ derlandsch hart, dat door geene gevaaren of „ opofferingen, arbeid of iets diergelijks zich „ laat, affchrikken, om niet te bezwijken onder „ de van alle kanten opdruisfchende akelighe„ den! want, laaten wij ons oog gaan, om de „ zuil"n, op welke ons ftaatsgebouw eertijds „ gerust heeft, landmaat met al wat daar toe „ behoort, zeemayt, finantien, credit, overal „ vinden wij het treurigst tooneel dat te beden„ ken is, en het welk een eerlük hart, een hart dat om de natie denkt, doet beven en fiJderen. De landmagt tot in haare diepfte „ aderen bedorven door de kostbaarc inrigting „ van dezelve, en door de allerverkeerdfte en „ ongerijmdfte inboezemingen, die men haar „ heeft ingeprent; overlaaden met de fchreeu„ wendfte fchulden, dewelke betaald moeten „ worden, wil men niet duizenden onfchuldige „ flagtoffers van de voorige directie daantellen; „ de magazijnen ontbloot van al het noodige, a, door plundering van gelooft- en bondgenoo„ ten, door verwaarloozing of onnuttige verfpil5» h'ngen, om eene rol in Europa te fpeelen; door zogenaamde leeningen tot voortzetting sj van ecnen onbezonnenen en alleen uit eigen- . be-  GESCHIEDENIS der' NEDERLANDEN. 7 „ belang en blinde drift ondernomen oorlog; ',' eene'zeemagt, blijkens onze featfte misfive, „ bijna niet meer exterende, en zig eenig \, en alleen bornérende tot onbeweeglijke kie„ len; 't Finantiewezen zodanig uitgeput, dat de dagelijkfche en allernoodzaakelijfcfte uitgaven niet langer kunnen gedaan worden, en het „ tijdftip nabij is, dat een nationaal bankeroet „ de plaats zoude moeten vervangen van voorige deugden en Nederlandfche trouw; eindelijk, 's lands credict allerwankelbaarst en volftrekt niets beduidende; om dat men die „ zelfde Nederlandfche trouw in de laatfte jaaren ], als eene befpottelijke zaak heeft befchouwd, „ doch zonder evenwel de applicatie daar van " te willen toegepast hebben op de lievelingen en aanhangers van eene alles ondermijnende directie, die de natuurlijke gelijkheid zodanig durfde tegenftreven, dat men zich niet ;| fchaamde om openbaar te declareeren, dat T, de lasten niet gelijk moesten gedragen wor5] den, en dat de goede God den eenen mensch L tot een lastdier, en den anderen tot een be11 voorregt fchepfel had geformeerd! Tot in onze ziel getroffen, door al het „ voorgedragene, en voelende' het vaderlandsch \ hart gloeiende van fpijt en 'verontwaardiging, V hebben wij gebruik gemaakt van de eerflé oogenblikken, dat wij het ftfeelend genoegen „ hadden onze Vergadering, welke zoo lang A 4 » ceu  GESCHIEDENIS oer NEDERLANDEN. „ een zamenftel is geweest van ariftocraten of „ van laage vleijers van den eerften dienaar van 9, Staat, als nu vervuld te zien met Vertegen„ woordigers van de vrije inwooners der zeven „ vereenigde Provintien; om aan onze beide „ Committé's opteleggen de moeilijke, doch al„ lernoodzaaklijkfte taak, van aan ons, binnen „ weinige uuren, optegeven eenen ftaat van het „ geene volftrekt benoodigd is, om land en zee„ magt in zodanigen ftaat van defenfie te „ brengen, dat wij van onze vijanden gedugt en „ van vrienden geacht mogten worden. »' Medeburgers.' het is het diep befef van den 9* hier bove" aangeftipten treurigen en allerake3, ligften toeftand van ons zo fchandelijk verraa» den vaderland: het is de brandende begeerte, „ om dit boven alles dierbaar Gemeenebest met „ alle kragt van den rand des afgrond? terug 9, te trekken; het is die voorouderlijke zucht, „ om aan onze nakomelingfchap ook eenen va„ derlandfchen grond natelaaten; het is, eindelijk, dat levendig gevoel van de deugd en braaf„ hetd, van de zuivere vaderlandsliefde onzer 99 Nederlandfche Medeburgers (want wij fpreken „ bier niet van het verkankerde deel van de „ Natie), welke ons de item tot ulieden doet „ verheffen, en bij den klemmendften nood van „ volk en vrijheid, de ronde taal van de Ver„ tegenwoordigers van een vrij volk in den mond „ leggen.. „ Wi. J  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. S> , Wij zenden dan aan Ulieden, als mede aan , de andere Bondgenooten, de aan ons door onze v beide Conimitté's respeftivclijk overgeleverde ftaaten, en bezweeren de vaderlandfche Reprcféntanten der onderfcheiden gewesten, en dus '„ ook Ulieden, bij het behoud der even ver„ kreegene vrijheid, bij de politieke exiftentie „ van dit onfchatbaar Vaderland , en bij de tedere belangen van ons onfchuldig nakroost, „ de handen broederlijk inééntcilaan , en met „ ter zijde ftehing van alle provintiaale, terri„ toriaale en huishoudelijke finantiële diftinftiën „ en exceptiën, het algemeen bederf te keeren, krachtdaadige en welmeenende mefures in 't ,9 werkte (lellen, en, daarzonder geldmiddelen, „ zonder klinkende fpecie, geene de minfte heil„ zaarne operatie mogelijk is, het zij Uwlieder „ ordinaris Gedeputeerden, htertoe door Ulieden, .„ zonder verwijl, te nominééren, en met eene '„ zodanige ampele magt geïnftrueerd, als de „ nood het vordert, te gelasten, het houden van eene ferieufe conferentie, alhier in den Hage, te beginnen den i April aanftaande, ten einde zodanige middelen te beraamen en vastteftellen, waardoor, niet in woorden of beloften, of op den ouden voet van gelimiteerde * confenten, maar in effefte worde daargefteld eene behoorlijke en ruim voorziene kas van het gemeen Bondgenootfchap, waaruit de drin" oinfte behoeftens der landmagt en (der marine A 5 » vvor*  m GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ worden gefourneerd, en onze Vergadering dus „ in ftaat gefteld, de rechten van den mer/sch „ en burger te verdedigen, en de onontbeer„ lijke bron van algemeene welvaard, den koop„ handel en zeevaard, voor een geheele vernie„ tiging te bevrijden. „ Wij zijn, Medeburgers? zoo zeer door„ drongen van het geen wij Ulieden hebben „.voorgedragen, zoo zeer overtuigd van onzen pligt, om Ulieden de naakte waarheid te zeg„ gen, en van de dringende noodzaakelijkheid, „ dat 'er onverwijld niet alleen gedelibereerd, „ maar geld gefourneerd worde, dat wij plegtig „ voor het oog der Almagt en voor het Volk „ van Nederland moeten verklaaren, ons onfchuldig te houden aan de tallooze en onbe„ rekenbaare rampen, welke dit Gemeenebest zullen en moeten overkomen, indien 'er niet „ fpoedig krachtige en buitengevvoone middelen i, worden bij de hand genomen, en dat wij ons „ verpligt achten hen, die het daarftellen der voorfchrevene middelen mogten tegenwerken, aan de natie en aan hun geweten ter verant„ woording overtelaaten: terwijl wij, fchoon in „ het algemeen bederf deelénde, ten minften die „ voldoening zullen genieten, den laatften zugt „ voor vrijheid en vaderland, uit een blank 3, geweten, uitteboezeraen. „ Wij vleijen ons echter met de ftreelende hoop, indien de waare mannenmoed en zuiver » ge-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. " „ gcraeenebestgezinde ijver de plaats van vitte" rij, van talraerij en van zogenaamde confti" tutioneele refolutien en deliberatien vervangen, " dat de zon < der vrijheid over de ganfche Ne*, derlandfche Natie met vollen luister zal fchijZ nen, en de toekomftige rijke overvloed in „ dit Gemeenebest, door liefdekoorden van den „ rand des verderfs terug getrokken, en geves„ tigd op vaderlandsliefde en burgertrouw, de „ fchaduuw zelfs der menigvuldige, doch wel„ mecnende en blijde opofferingen, bij dit Ge„ meenebest zelfs nog zal uitwisfchen. „ Daartoe geve God Almagtig zijnen zegen! „ Hij geve Ulieden eene verdubbeling van „ wijsheid en goeden raad, en Hij doe alle on„ ze beraadflagingen tot heil ftrekke van het „ Nederlandsch Volk!" Waarmede enz. , 'sHage, den i8 Maart 1795- Niet minder merkwaardig was de befchrijving, welke de Reprefentanten van Holland gaven, omtrend den toeftand van hun gewest. vrijheid, gelijkheid, broederschap. De provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland allen den geenen, die deze <■ zuilen zien of leezen, Heil en Broederschap! " doen te weeten: Dat zij, overtuigd zijnde, dat " het uit de bij hen zoo plegtig erkende rech- „ ten («) Verzameling van PublicatiOn, bl. 220-  W GESCHIEDENIS oer NEDERLANDEN. „ ten van den Mensch en den Burger notoir „ voortvloeit, dat het Volk recht heeft om van „ zijne Reprefentanten opening te eistenen van „ den ftaat van 's Lands Finantien, mitsgaders „ rekenfchap van het gebruik, het geen zij van „ de penningen, door hun opgebragt, hebben „ gemaakt, dan ook van het eerfte oogenblik „ af, waarin door hun de regeering, in den „ naam en op last des vrijen Volks van Hol„ land, aanvaard is, zich verpligt geoordeeld „ hebben, om het daartoe noodig onderzoek bij „ de hand te neemen, „ Dat, ten gevolgen van dien, door het Com„ mitté van fmantie daartoe benoemd, ter dezer „ vergadering een fummier verflag is gedaan „ van den toeftand van 'slands finantien, hoofdzaakelijk daarop neerkomende. „ Dat zedert den jaare 1787 tot het tijdftip, „ dat de Franfche wapenen, door het zigt„ baar. beftel der Goddelijke Voorzienigheid „ begunftigd, het volk van Nederland in ftaat „ hebben gefteld, om aan het voorig willekeu„ rig beftier een einde te maaken, door bui„ tengewoone heffingen van allerlei zoort van „ ongehoorde en ruineufe operatien, welke de „ een de andere onafgebroken hebben opge„ volgd, boven en behalven de gewoone jaar„ lijkfche inkomften, eene extra ordinaire fomme „ van ruim 80 millioenen Guldens door de goede « ingezetenen in 's lands fchatkist is opgebragt. „ Dat  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 13 Dat van het gebruik dier penningen een „ ampel en gedetailleerd verflag aan de natie „ zal worden gedaan, zodra de tijd het daartoe „ noodig onderzoek zal hebben toegelaaten. ,, Dat ondertusfchen die geheele fchatkist „ niet alleen niets tot eene grondige herftelling „ van 's lands Finantieweezen, noch tot onder„ fteuning van zo veele vervallen takken van „ 's lands welvaard heeft toegebragt, maar dat „ daarenboven nog verfcheiden nieuwe belastin„ gen, tot groot bezwaar der goede ïngezete? nen, hebben moeten worden ingevoerd, zon„ der dat zulks echter in ftaat geweest zij, „ om de zaaken naar behooren gaande te hou„ den, en de totaale uitputting van 'slands ,, kasfe voortekomen. Dat, hoe zeer deze fchrikbaarende toeftand „ van 's lands vermogen natuurlijk de gcmoede, ren van 's lands voorige Regeerders hadden „ behooren te neigen, om op vrede en ver„ zocning met de Franfche natie bedagt te „ zijn, nogthans de drift, om, onder het mas, ker van gevaar voor godsc'icnftige en bil* gerlijke vrijheid, de zaak der Koningen en „ zogenaamde Grooten te helpen volhouden, , zo fterk en onverzettelijk is geweest, dat, „ bij aldien het God niet had behaagt, om „ de raadflagen der heerschzugt en des eigen„ belangs te verijdelen, in het midden van de „ droevigfte tooneelen van eene algemeene ver- „ woes-  14 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ woesting, goed en bloed bij aanhoudenheid „ zouden hebben moeten worden opgeofferd, om de bijzondere inzichten van het huis van „ Oranje en der Hoven, welke met hetzelve „ zarnenfpanden, bevorderlijk te zijn; inzigten, 3, waarvan de bewijzen van agteren nog zo „ veel duidelijker zijn geworden, na dat men „ te weeten is gekomen, dat, toen de nood „ aan de lippen was gebragt, en de Goddelijke Voorzienigheid het onmogelijk had gemaakt, om zig langer ftaande te houden, den vrede ?, aan Frankrijk, fchoon met gereede opöffe5? ring van onnoemlijke fchatten, echter op »> geene andere voorwaarde door hun is aangesp boden geworden, dan met behoud der vooss rige onbelemmerde uitöeffening van het Stad„ houderlijk alvermogen, ten kosten van de „ algemeene welvaard en het waarachtig heil „ van het Vaderland. Trouwens het elfde arti„ cul der fecreete inftructie aan de burgers „ Brantfen en Repel aar, ter gelegenheid „ hunner zending naar Parys, bij het afloopen „ des voorleden jaars, medegegeven, hield onder „ anderen met zo veele woorden in. „ Het zelfde (weigerend) antwoord zullen „ „ zij ook geven , ingevalle propofitien of „ ,, infinuatien wierden gedaan, om eenige de „ „ allerminHe verandering in de Confitutie „ „ en Regeeringsform van dezen Staat, of „ „ van eenige Provimien te brengen; en „ „ wan-  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 15 j „ wanneer daarop van de Franfche zijde „ geweigerd wordt, zullen zij met discretie „ te kennen geven, dat dit het middel zoude ,, zijn, om de negotiatie te doen afbreeken, „ „ dewijl men alhier liever het uit er(le zal „ waagen, dan zich in dit poinct de wet te „ „ doen (lellen, ter zeiver tijd, dat de Re„ geering van dit land verklaart, zich niet „ „ te willen mengen in de Franfche Confti„ tutie of Regeeringsform." " „ Dat het natuurlijk gevolg van zodanig „ roekeloos gedrag, niet anders heeft kunnen „ zijn, dan dat het land met onnoemlijke fchul„ den is overlaaden geworden, en de finantieele „ vermogens tot zulk eene laagte zijn gebragt, „ dat men in het laatst van het afgeloopen jaar tot eene zoort van papieren geld de toevlugt heeft moeten neemen, als de eenige resfourcen om zich uit den hoogstgeftegen nood nog eenigen tijd te kunnen redden. Dat door dit een en ander den ftaat der capitaalen dezer Provintie, zedert Januarij 1788, „ dan ook fuccesfivelijk met meer dan zestig ,, millioenen is vermeerderd, en thans tot die „ verbaazende hoogte is aangegroeid, dat tot be„ taaling der interesfen, mitsgaders der lijfrenten „ en dertig jaarige renten, jaarlijks bijna twaalf „ millioenen noodig zijn; om niet te fpreeken van de guarantien door deze Provintie van „ tijd tot tijd, tot foutien van het vervallen „ ere-  Iö GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. crediet der Oostindifche Compagnie, bij di„ verfe negotiatien, zo voor capitaal als inte,, resfen gedaan, waarvan het beloop meer dan 3i zeventig millioenen Guldens komt te bedra„ gen. ,, Dat deze Provintie daarentegen, wegens uitgefchooten capitalen aan verfcheiden Steden, „ Colonien, Heemraadfchappen, Oost-en West„ indifche Compagnie, de Staaten van Zeeland, „ het Comptoir van het last- en veilgeld, en ,, den gewezen Stadhouder, aanzienlijke pre,, tenfien, welke te zaamen meer dan dertig ,, millioenen beloopen, heeft intevorderen; dan, „ dat uit hoofde van den llegten ftaat van de meeste dier debiteuren, het zeer ligteïijk is te voorzien, dat deze Provintie nimmer, al„ thans niet fpoedig, aan haar agterwezen zal „ kunnen geraaken. En dat gevolglijk mede van de invordering der daarop te goed zijnde „ veelvuldige interesfen, en de tegenwoordige „ algemeene flegte gefteldheid der geldmidde„ len, even weinig of geen ioulaas tc verwag„ ten is. „ Dat bij het opneemen van den ftaat der „ kasfen van alle de Ontvangers wel gebleken is, dat de penningen daarbij op ultimo Janua„ rij laatstleden voorhanden, op bijna vier mil- lioenen kunnen worden begroot, onder welke „ fomme echter begrepen zijn, alle die geld„ recipisfen, die tot betaaJing der daartoe fpe- ciaal  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. i? ciaal betaalde lasten in 'slands comptuiren moesten worden aangenomen. „ En dat de Provintie boven dien nog van voorlge jaaren, en vooral van het gepasfeerde ,, jaar eenige gelden te ontvangen heeft, als van agterftallige verpondingen, vooral van de laatfte ,, drie a vier jaaren, welke, zo dezelve konden geincasfeerd worden, omtrent 3,400000 Gl. „ zouden beloopen, gelijk ook van de middelen, ,, die, over het jaar 1793 en 1794 geheven, nog moeten inkomen, welke, naar voorige ,, jaaren gerekend, mede wel. een milÜoen zul- len bedragen. ,, Dan dat dit een en ander vergeleken met den ftaat der fchulden van het voorig beftjer, ,, welke daaruit zouden moeten kunnen worden ,, afbetaald, al kon daarvan een daadelijk ge„ bruik worden gemaakt, op verre na niet ,, toereikende kan zijn om alle de gemaakte ,,, fchulden en veroorzaakte behoeften, die zich „ van alle zijden komen optedoen, te kunnen ,, vereffenen. ,, Dat het in eene huishouding, zo omflagtig ,, en ingewikkeld, als is het finantieele huishou,, den dezer Provintie, voornamelijk met b££ ,, trekking tot de generaliteits lasten (waarom,, trent de Amplificatie niet te zagt kan worden ,, ingevoerd) ondoenlijk is geweest, zo fpoedig ,, een precifen ftaat optemaaken van alle de ,, fchulden, die nog tot lasten dezer Provintie IV. DEEL. B „ ÏOO-  18 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,, loopen. Dan dat echter, voor zo verre zulks heeft kunnen worden naargegaan, de agter„ ftallige fchulden, waar voor de ordonnantiën ter finantie van Holland, bij de aanvaarding ,, van het beftier der zaaken door ons, bereids ,, waren opgemaakt, of aangenomen, zo wegens „ foldij en andere onkosten der militie, als wegens menigvuldige presfante objecten bij de ,, refpective Admiraliteiten en anderzins, ruim beloopen op ƒ 12,300000. „ Dat deze opgemaakte en aangettoomen or„ donnantien nog dagelijks met nieuwe, door „ den Raad van Staaten, uit het beloop der ftaa,, ten van oorlog en der petitiën, waarin door „ de voorige Regeering is geconlenteerd, en waarop deze Provintie voor haare quota nog „ meer dan negen millioen ten agteren is, ftaan „ te worden agtervolgd, waaromtrent, hoewel door de tegenwoordige omftandigheden van „ zaaken daarinne veel verandering zal kunnen worden gemaakt, echter met genoegzaame ze* kerheid kan worden geavanceerd, dat de be„ taalinge daaruit refulteerende, tot lasten dezer ,, Provintie, de verwagting en het finantieel ,, vermogen derzelver Provintie verre zullen te boven gaan. ,, Dat wijders nog aan agterftallige interesfen ,, van voorige jaaren resteert, te voldoen eene ,, fomme van ƒ640000. 39 Als  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN 19 ■ Als mede aan generalitens interesren over ,, 1793 en I794 ƒ mitsgaders aan rant- foenen der gcmeene middelen voor de Gods4 ,, huizen en het Geestelijk comptoir per resto „ gecalculeerd op ƒ gooooo; en dat ook wegens agterftallige foldij der oude militie, welke, „ volgens een langduurig gebruik, vier Heeren ?, maanden ten agteren is, als eene oude fchuld behoort te worden opgegeven, de fommè „ van ƒ 1,403000. „ En dat eindelijk geheel incalcülabel zijn de „ kosten, welke tot de binnenlandfche defenfie b, dezer Provintie zijn geinpendeerd geworden, „ zo min als de geenen, die daar van het onmiddelijk gevolg zullen wezen, tot herftelj, ling namelijk van geruineerde vestingen, eit ,, gecoupeerde dijken, tot aanvulling van ontle„ digde magazijnen en aanfchaffing van zo veel „ verkwiste ammunitie, en eindelijk tot zo veele importante fchade, zo door de inundatien als s, door de roof- en plunderzucht der Engelfclie „ benden, aan den lande in het gemeen, en „ aan de ingezetenen in het bijzonder toegebragt;, „ al het welk, mitsgaders de verdere nadeelen en bezwaaren door de plotzelijke inrukking der zo-talrijke Franfche armeen, en daaruit ^ voortgefprootene verpligting, om dezelve, in een „ zo ftreng faifoen, van inkwartiering, vivres „ en noodwendigheden te voorzien, alsmede „ het in circulatie brengen van asfignaten, voor Ba „ hun-  20 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ hunne volftrekte benodigheden, veroorzaakt, „ immers als een notoir gevolg der onberaaden ,, flappen van het vcorige bellier, noodwendig hier nog moet worden bijgevoegd, en zeer ,, zeker op verfcheiden millioenen zal moeten worden gerekend. „ Dat eindelijk ook met opzigt tot den ge,, woonen ftaat der finantie, voor zo veel dezel„ ve ook niet verder dan bij raaming van voo,, rige jaaren kan worden opgegeven, is geblee,, ken, dat het jaarlijks inkomen dezer Provintie doorgaans drie millioenen minder is, dan de „ ordinaire lasten of uitgaven; dan dat, bij „ aldien de ftaat van oorlog, zo ordinair als „ extraordinair, welke zedcrt den jaare 1792 tot „ over de dertien millioenen heeft bedragen, ,, en dus voor de quote van deze Provintie, , 5, circa ƒ 8 30CC00 jaarlijks heen beloopen, zal zijn gerevideerd, de militie op een veel min„ der kostbaaren voet gebragt, en andere daarop ,, gebragt zijnde posten of geheel daar van af- gelaten of aanmerkelijk zullen verminderd zijn, het niet ten eencmaal onmogelijk is, „ om als dan het gemelde kort in gevvoone tijden, zo al niet geheel weg te neemen, het zelve althans aanmerkelijk te verminderen, ,, en dat voor het overige, door een gepaste ,, menage te maaken in de provinciaale huishou„ ding, en door verbetering in de heffing van de middelen, de drukkende lasten op veele nood-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. M „ noodwendige middelen van beftaan ten genoe„ gen der goede ingezetenen zullen kunnen verminderd worden. „ Dat, gelijk aan den eenen kant deze on„ bewimpelde voordragt van den ftaat der geld9, middelen naar bun inzien -genoegzaam is, om die geenen, aan welken het volk van Holland het opperbewind próviiiofleel heeft toever,, trouwd, of in het vervolg toebctrouwen zal „ voor het tegenwoordige en voor de volgende „ genachten buiten verantwoording te (tellen, „ wegens die'verbaazende geldverfpillingcn, wel„ ke, bijzonder in de laaide jaaren van het ge- v „ fubfideerd hebbende bewind, plaats hebben „ gehad, en die, wel verre van ten nutte des „ volks, ter verdediging van zijne vrijheid, ter „ bevordering van de Commercie en Navigatie, Trafriquen en Fabrieken, Kunften of Weetenfchappen aangewend te zijn, alleen gediend „ hebben, om dien kostbaaren zetel van den Stad„ houder, en van het van zijnen wil en wenken afgehangen hebbend Gouvernement, zo „ lang mogelijk, ftaande te houden. Dat, zo „ ook aan den anderen kant deze openlegging „ van den ïlaat der finantien, naar hun oor„ deel, het gefchiktfe middel is, om de natie „ te overtuigen, dat, om het zo deerlijk vervallen prov.nciaal crediet te herflellen, de „ nodige veerkragt aan alle de 'takken van het publiek beftuia te geven., de wettige fchuldB. 3 „ ci>  as GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ eisfchere van den Staat, en bun, die den lan5, de gelden hebben voorgefchoten, omtrent de 3, zekere inkomften van de, vrugten van hunne „ vlijt en bezuinigingen gerust te ftellen, de „ nodige aanmoediging en befcherming aan de „ Commercie en Zeevaart te verleenen, en de „ Lnndmagt teffens op een refpectabelen voet ,, te brengen en te houden; dat 5er, zeggen 3, wij, om in dit alles promptelijk te voorzien, „ buitengewoone maatregelen zullen moeten wor„ den genomen, zonder welke aan den opbouw a, van den bloei en welvaart van het Vaderland niet alleen met geen hoop van gelukkig ge,, volg zal kunnen gearbeid worden, maar, zon-, der welke kt: gtdadige maatregelen en voor- 2, zieningen, hetzelve voor eenen geheelen onder • 9, gang niet langer meer kan worden bewaard. ,, Dat zij derhalven vertrouwen, dat het vrije a, volk van Holland de onvermijdelijke noodzaa,, kelijkheid daarvan gevoelende, ten duidelijkcn 9, betooge zijner waare vaderlandsliefde, geene zwaarigheid zal maaken, om, dit gevraagd 3, wordende, door pecunieele opofferingen, zijne ,, Vertegenwoordigers in ftaat te ftellen, zijne „ opgenoemde gewigtige belangen te kunnen 3, bevorderen, en alles voor een onherftelbaar,, bederf te bewaaren: — op dat het gebouw. ,, der vrijheid verder kan worden opgetrokken ,, en voltooid, en deze onafhangelijke Republiek „ gelukkig voor haare bewooners, nuttig voor haare  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 23 „ haare Bondgenooten, en geducht voor haare „ vijanden- kan worden gemaakt. — Terwijl „ het volk van Holland, dat aan ons deszelfs ,'' provifioneele reprefentatie heeft toebetrouwd, fteeds zal gelieven te bedenken, dat de tegenV, woordige ftaat van zaaken, mitsgaders de „ maatregelen, die daaruit noodwendig moeten voortvloeijen, aan het tegenwoordig beftuur „ geenzins te wijten zijn, neen, maar alleen „ gevolgen zijn van het hier boven opgenoemde „ fijftetna, welke het voorig bewind met alle „ hardnekkigheid tot op de laatfte oogcnblikken „ toe van deszelfs beftaan heeft vastgehouden. „ En op dat niemand van dezen ftaat der „ zaaken met alle de gevolgen en aankleven van „ dien, zo als wij denzelven gevonden hebben, onkundig zij, hebben wij gemeend, daarvan " bij deze Publicatie aan den volke te moeten " kennis geven ; welke dan ook alomme zal ', worden gepubliceerd en geafligeerd, daar zulks te doen gebruikelijk is. „ Gedaan in den Hage 4 Maart i?95 enz- Bevond de Provintie vmHolland, die, onder de Bondgenooten,devermogendftewas geweest, zich in zulk eenen deerlijken toeftand; die van Overijsjcl fchil- (;*) Bataaffche jaarbo-ken ii. Deel w, 79. B 4  24 Klagten van Ovuijifel. 5 ! " J1 JJ 5' 51 ;j 55 55 51 55 55 55 5» 55 55 55 5» 55 9> GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. fchilderde met geene mindere zwarte kouleuren hunne ftaatsgeftelténis af, ter tafel van Hun Hoog Mogenden, zeggende: „ Dat, gelijk de provifioneele Reprefentanten » des volks van Overijs/èJ, altijd den rechten » prijs gefield hadden op de menigvuldige blij, ken van cordate vaderlandsliefde en van be, reidvaardigbeid- tot groote opofferingen van , hunne Hollandfche bondgenooten, zij in de , vernieuwde voordellen bij monde eener plegi tige Commisfie, door hun den 16 dezer ter ' vergadering van Hun Hoog Mogenden gedaan, ook weder nieuwe prcuves hadden mogen aantreffen, dat deze vermogende Bondgenoot in het kririekfte oogenblik, waarin de Republiek, zede)t haare erectie geverfeerd had, niet alleen door alle gepaste middelen en motiven den bijna gansch ter neêrgefiagenen moed hunner mede Bondgenooten tragtte op te wakkeren, maar ook door fpreekende daaden toonde, alles te willen en te zullen doen, wat onder Gods hulpe ejj bijftand zoude kunnen ftrekken om het zinkend fchip van Staat boven water te houden, en, zo mogelijk, voor eene geheele verbrijzeling te behoeden; — Dat de Re, refentanten van Overijsfel, krom gebukt onder alle de moeiten, lasten en aandoeningen van verdriet en hartzeer, die hun provifiöneel beduur vergezeld hadden, het zich echter voor eene kortftondige verligting toerekende, dat s- deze  GESCHIEDENIS des. NEDERLANDEN. $5 „ deze propoficie der Reprefentanten van Holland, hun eene gefchikte gelegenheid aan de „ hand gaf, om voor hunne mede Bondgenoo,, ten een tafereel op te hangen van de fituatie „ waarin hunne ongelukkige Provintie, en der„ zeiver geheel uitgeputte ingezetenen zich be„ vinden; een tafereel, dat, hoe zwart ook ge„ kleurd, echter altijd nog te flaauw gefchetst „ zoude zijn, om de Reprefentanten der andere „ Provmtien een toereikend denkbeeld te geven „ van de rampen, die deze Provintie drukten, „ en waarvan het einde nog in 't duistere te „ zoeken was; dat de ongelukkig en kostbaar „ gevoerde oorlog de provinchale kasfen nage„ noeg ten bodem toe had geledigd, niettegen„ (taande de ordinaire middelen boven het vermogen der ingezetenen verhoogd, en met „ nieuwe lasten vermeerderd waren; dat eene „ door de voorige Regecring geopende vrijwil„ lige negotiatie geen toeloop had gevonden, „ en met eene geforceerde geldligting was ver., wisfeld, die door de kort daarop volgende „ invafie der Engeljihe armée, en inrukking der „ Franfche troepes, in deszelfs aanvang reeds „ buiten werking was gebleven ; dat ieder der „ toenmaalige Regenten, Ministers en Amptenaaren wel gebragt balden, boven en beha!ven „ de gedeclareerde gedwongen geldligting, ƒ 50a „ in de provinciaale kasfe; doch dat deze pen„ ningen al zo ras waren geabforbeerd, als inB 5 »> ge*  «6 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. » gebragt; dat daarop een gedebandeerde vlug-, „ tende Engelfche armée de geheele Provintie, „ in een der hardde en bmgduurigfte winters, „ waarvan het tegenwoordig geflacht heugnis. „ draagt, had overftroomd; dat de meerdere con„ fumptive vernielingen van zo' veele duizende „ monden, op welker voeding men niet bedagt ■ „ geweest was, wel ras den gewoonen winter„ voorraad der goede ingezetenen had verminderd, „ en dat de roverijen, plunderingen en brandftich„ tingen van dien fchandelijken hoop, een groot „ gedeelte hunner medeburgeren, vooral op het „ platte land, hadden gebragt tot armoede en „ wanhoop. „ Dat de hen op de hielen volgende Franfche „ troepen hun wel de vrijheid hadden gebragt, „ doch door een noodlottig gevolg des oorlogs „ hunne ongelukken hadden vermeerderd; geene „ Provintie zo veele, en zeker geene zo lang„ duurig, zo een aantal troepen hebbende moe„ ten voeden, als Overijsfel; dat het weinige, „ door de Engelfchen overgelaaten , door de Fran,, fche armée geheel was geconfirmeerd, en meer „ dan een derde der Provintie thans reeds aan „ een woedenden hongersnood ten prooije zoude „ zijn geworden, hadden de provifioneele Volksvertegenwoordigers niet met allen fpoed die „ ongelukkigen met de eerde noodwendige levens* 5a middelen doen voorzien, „ Dat  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 3? „ Dat de eindelooze inkwartieringen de inge, „ zetenen moedeloos maakten en hun tot op bet „ gebeente toe uitzoogen; dat de quafi betaalihg „ in asfigraaten van alle andere behoeften, als „ eetwaaren en fourage, die alleen van Provintie „ wegen, of ten koste der ingezetenen, werden „ aangefchaft, den handeldrijvenden burger, die, „ na zijne magazijnen te hebben leedig verkogt, „ geen nieuwen voorraad van koopwaaren uit „ Holland of elders erlangen kon, als tegen „ klinkende penningen, die hij niet had, ruïneer„ de. Dat de betaaling van de gewoone 's Lands „ lasten en impofitien in zommige diftri&en „ geheel ftilftond; dat in anderen men den ter„ mijn van voldoening maanden lang moest rek„ ken, en de geringe voorraad van nog geen „ tonnegouds, die bij den inmarsch der Franfchen „ troepen in deze Provintie en alle de Comp„ toiren te famen genomen, voorhanden wis, „ reeds zedert lange, door.de nooit ophoudende „ Franfche rcquifitien, door de handen was ge„ droopen. Dat eene nieuwe getendeerde vrij„ willige negotiatie geen noemenswaardige toe„ loop°had gevonden; dat de elders getendeerde „ geldligtingen, zelfs op de onereutle conditiën, . „ van de hand geweezen; dat de tegens inwis„ feling der Franfclx asfignaaten uitgegevene „ Provintiaale recepisfen, weder in betaaling van „ 's Lands lasten bij de Comptoiren moesten wor„ den aangenomen, en dus voor een goed deel „ fub-  *S GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ fubintreeren dien voorraad van klinkend geld „ waarop men anders" nog eenige reekening maa„ ken kon;en dat deze asfignaaten en recepisfen, tot hunne fmerten, en zonder dat 'er eenig „ hulpmiddel in hunnen boezem tegen kou gevon. „ den worden, onmaatig vermeerderden , daar de » Franfche troepen in het nabuurig graaffchap „ Zutphen gecantonneerd, hun uitgezogen© „ landfchap nog bezwaarde met de fournimres « van bier, genever, tabak en andere noodwen- < „ digheden, tegens betaaling in asfignaaten, die „ niet als tegen zeer geringe waarde weder kon„ den worden uitgegeven. „ Dat de requifitien en diefftallen van paar„ den door de Engdfchen, en de daarop dage„ lijks gevolgde requifitien door en ten dienfte „ van de Franfche armée gedaan, den landman „ hadden verarmd, den akkerbouw verhinderd, „ de voorteelt van dit nuttig dier geltremd, en ,, daar dit gebrek weder minder was, geen koorn „ om te zaaijen, en geene aardappelen om te -> pooten, meer waren overgebleven. „ Dat de provifioneeie Volks - reprefentanten „ van Overijsjel alle die akeligheden niet zou« „ den vermeerderen met een verhaal, van gewei„ denarijen, overheerfchingen en onrhaatige vor- . „ denngen, die hun door verfcheiden commisfa„ risfen en officieren der bijzondere gedeeltes ,, der Franfche armée op een gebiedenden toon, „ en zo als een overwinnaar zijne overwonnenen „ toe-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 95 „ toefpreekt, waren te vooren gelegd, en waarvan de dringendite adresfen en klagten nog „ nimmer met eenig antwoord, men zwijge met „ eenig redres, waren verwaardigd geworden. „ Dat zij verbergen zouden de aandoeningen „ en grievende fmerte, die zij op nieuw had„ den moeten ondervinden, daor het hun door „ hun Hoog Mog. bij derzelver misfive van den „ 18 dezer toegezonden arreté en misfive van „ de Roprefentanten des Franfchen Volks hier ,, te lande, houdende algemeene, doch immers ,, voor deze Provintie zo onverdiende, klagten „ over kwaadwilligheden, in het prefteeren der „ requifitien, met de ontzettendfte dreigementen „ van militaire executien, en dat zij alles, wat „ hun in hnnne qualiteiten en perfoonen onaange« „ naam en vernederende was overgekomen, ge„ ring zouden achten, als zij maar iets mogten „ toebrengen om het vaderland en dit landfchap „ te redden. Dat, indien hunne krachten in „ deze waren geëvenredigd aan hunnen moed, „ ijver en vaderlandsliefde, zij dan deze redding zouden kunnen houden voor zeker; dat zij alle „ de motiven, in de Hollandfche propofitie ge„ premitteerd, de hunne maakten, en dat het was „ om aan alle de Bondgenooten een overtuigend „ blijk te geven, dat, hoezeer oneindig minder „ magtig dan het vermogend Holland-, hoezeer „ oneindig meerder gedrukt dan dat landfchap, ,. hoezeer oneindig minder resfources hebbende „ dan  30 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ dan dat commercieerend Gewest, waarvan dé „ ingezetenen door duizende kanaalen kunnen te„ rug winnen al het geld en zilver, aan den „ lande opgefchoten, het geen hier eenmaal „ weggegeven of nimmer, of nier dan na een „ reeks van jaaren konde worden terug verkree„ gen, hoezeer het uitzigt alle hoop op fpoedigë „ betere tijden moest doen verdwijnen; echter het, niettegenfhande dit alles, de provifioneelë Reprefentanten van het Volk van *ö»erijsfet „ waardig waren, in den hunnen te bcwcrkftelli„ gen allé buitengewoone opofferingen, zo met '„ betrekkingen tot het ongemunt goud en zilver „ der ingezetenen, als met relatie tot andere „ geldligtingen', welke zij na den aard hunner Provintie, enden hun bekenden allerdrukkend,, ften toeftand hunner ongelukkig gewordene „ medeburseren, uitvoerlijk zouden vinden. „ Dat Hun Hoog Mog. en de provifioneelë „ Reprefentrnten van 't Volk van Holland deze „ bereidvaardigheid, om in dusdanige financieele ,, mefures te treeden, aangemerkt in famenhang „ met het b&venftaande Tafreel van de akelige, „ doch waarachtige fituatie van het landfchap „ van Overijs/èl zouden moeten houden voor „ een bewijs, dat geen der Bondgenooten die van OvtripfeU in goeden wil en zucht voor „ 'slands behoud, kan voorbij ftreeven; maar „ dat ook de Vertegenwoordigers van hunne „ Provintie, na alle hunne hulpmiddelen uirge« » put  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 31 put te hebben, billijk verwagten, dat, zo dit „ land bij den Almagtigen Befchikker van het „ lot der natiën nog mogt beftemd zijn, weder „ te worden een vrij en onafhanglijk volk, hoe „ vernederd en verkleind het dan ook zijn mogt, „ dcrzelver Bondgenooten hen op alle mogelijke „ wiize zouden te hulp komen, en niet toelaa„ ten dat zij, buiten hunne fchuld, meer dan ,, eenige andere Provintie verarmd, echter daar„ om een minder nuttig gedeelte van dit gemee„ nebest zouden moeten uitmaaken." De toeftand van Gelderland was niet mindert akelig, door de kunst-inundatien, tot befcherming dier Provintie gemaakt. Het land van Altena trof bijzonder die ramp in September 1794, een tijd dat de landman maar een gedeelte van zijn oogst binnen had, en hij zijn koorn ontijdig van het veld moest haaien, wijl intusfchen zijne aardappelen meest ongerooid onder water verrotten, en het vee vroeger naar de Hallen gehaald wordende, de landman zijne voordeden moest misfen van het zomerfaizoen. Ja! de doorfnijdingen tot de kunst-inundatien voor den daar op ingevallen ftrengen winter niet gemaakt hebbende kunnen worden, zo raakten veelen dezer landen bij het losgaan van 't ijs in de rivieren, en ijsverftoppingen, daaruit ontftaande, op nieuw allerongelukkigst geïnundeerd, tot vermeerdering der al reeds geledene fchaden, en waar bij nog kwam, dat door de veelvuldig gemaakte ver- Iagten van '•eUerhnd,  3- GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Aanmerking, verhakkingen 'er geen brandhout te bekomen was, zo voor hun die op het platte land als in de lieden woonden , terwijl intusl'chen het gebrek der brandftoffe toenam, naarmaate het getal ter franfche troepen vermeerderde. ' Een tafereel van zaamenloopende ongelukkige omftandigheden, waarin alle de overige gewesten meer of minder deelden, en dat in de daar op volgende tijdvakken niet herfleld kon worden, wijl door het ftilftaan van koophandel en zeevaard alle takken van voorige welvaard vervielen; door de geforceerde geldligtingen het voornaamfte geld uit den omloop raakte, ' en de onontbeerhjkfte levensmiddelen zodanig in prijs verhoogden, dat de behoeftige (tanden des volks, door gebrek aan beitaan, uit arn.enkasfen of ftedelijke finantien bedeeld moesten worden. Dit alles, gevoegd bij de ongunftige buitenlandfche omftandigheden en vooruitzichten van oorlog met de tegen Frankrijk faamverbondene Mogendheden, welker Ministers onze Republiek verlieten, maakten den toeftand van ons vaderland allerzorgelijkst. Doch fchoon ik in de meeste Provintien de voorgevallene verandering, welke in veele gewesten, fteden en plaatzen, zeer verfchillende was, heb opgegeven, zo acht ik mij nogthans verpligt ook aantewijzen, welke provifioneelë bepaalingen "er in het Bondgenootfchappelijk Staats- * beltier gemaakt werden, noodzuakelijk, om' dat daay  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 23 daar uit voorgevloeid zijn partijfchappen, waardoor het eerfte ontwerp van Conftitutie verworpen, en het ftelzel van één en onverdeelbaarheid den grootftén tegenftand vond. Hoe zeer wel, ingevolge de refolutie van Hun Hoog Mog. van 16 Febr. 1795, het Sradhouderfchap vernietigd, en de Oppermagt des Volks erkend wordt, zo behield nogthans dit collegie zijn gezag, doch met eenige verandering. Zelfs bleven, gelijk in het voorige Deel al gezien is, (zo lang de omwenteling in alle gewesten nog geen plaats had) de oude leden hunne zitting behouden, tot dat zij van hunne principaalen terug geroepen, door anderen vervangen wierden. Hun Hoog Mog reprefenteerden dus de vereenigde Gewesten als van ouds, uitgenomen dat de Vertegenwoordigers der Generaliteits Landen vervolgens toegelaaten werden, even als de bijzondere Gewesten, te ftemmen en zitting te neemen. Doch daar het voorgevallene omtrent de Generaliteit te merkwaardig is .voor de gefchiedenis onzes Lands, zal ik het voornaame daarvan aanftippen. Het provifioneelë Staatsbeftuur, meest ingerigt zijnde op den ouden voet, zo zogten Hun Hoog Mog. insgelijks de Generaliteits Landen in den voorigen ftaat van afhanglijkheid te houden; en toen zelfs de vereenigde Gewesten door de Franfchen voor een onafhanglijk volk verklaard IV. deel. C wa Omtrent de Gtneratlitl Landen.  34 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. waaren, ftelden Hun Hoog Mog. de toelaating der Reprefentanten van Staats Braband nog uit, tot den tijd dat 'er eene Nationaale Vergadering door het geheele Bataaffche volk zou opgeroepen zijn, — maar die van Staats Braband vernieuwden hunne aanzoeken, door een allerfchoonst geileld adres van de 6 Junij 1795, luidende als volgt: vrijheid, gelijkheid, broederschap. De Vergadering van Gedeputeerden, provifioneel reprefsnteerende het Volk van .Bataafsch Braband, aan het Bataaffche Volk. „ Overwinnaars van Philips! gij, wien de „ Vrijheid dierbaarder is dan het.leven, zoudt „ gij de poogingen niet goedkeuren, die wij aan„ wenden om een juk te brecken, waar onder „ wij zins bijna twee eeuwen gebukt gingen? „ Wij waren zins dien tijd uwe Landgenoo„ ten, uwe Medebroeders. Met u deelden wij „ in alle de lotgevallen der tijden, en alle de „ rampen van het Vaderland, en ondervonden „ vaak alle de ijslijkheden des oorlogs op uwe „ grenzen, terwijl gij in het hart van 't Vader„ land veilig zat bij uwe haardfteden en altaaren. Wij betaalden met u ons fchot en lot, en ,i ontbloot van eenige voorfpraak in de verga,, dering van onze gezamentlijke beheerfchers, „ moesten wij te dikwerf alleen verligtiug zoe- „ ken  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ° 35 „ ken in onze heete traanen, bij het ondervin„ 'den van hunne onmededogende fchraap- en „ heersch - zugt. Zo ooit eenig volk mishandeld „ en geteidord is, zo ooit eenig volk werd „ uitgezoogen, onrechtvaardigheden en knevela„ rijen ondervond, zo ooit eenig volk vertrapt „ cn veracht werd , het waren de bewooners der „ Generaliteits Landen. Te meermaalen tragtten „ wij dan ook het harde juk van onze fchouders „ te werpen, de jongde pooging die wiideeden, „ was in 1651; doch, fchoon Nederland toen, „ door den onverwagten dood van eenen der „ Oranje geweldenaaren een oogenblik adem haalde, de aridocratie dier tijden dulde onze ,, vrijheid niet; wij werden te fchandelijk voor „ het hoofd gedooten. Bataven! Broeders! zou„ den wij dan geen beter uitflag hoopen, in „ deze gelukkige oogenblikken ? Toen waart „ gij lijdelijk; thans hebt gij de oppermagt in „ handen. Thans kunt gij niet gedoogen, dat „ wij weder in de oude flavernij zouden gedom„ peld worden. Thans, daar gij fouverain zijt, „ en dus alle magt aan uwe magt is onderwor„ pen, en in uwen naam wordt uitgeöeffend, „ kunt gij niet willen, dat, terwijl gij juicht „ over het bekomen uwer vrijheid; — wij „ handen wringen; dat de fchijnvrienden der „ vrijheid alleen haar aanwezen zoeken in een „ baatzuchtig eigenbelang ; haare waare zoonen „ vinden geene vrijheid, dan in het bevorderen Ca „ van  3>> zen of Mederiblik, Middelburg, Vlisfingen en Harlingen. Op ieder dezer plaatzen was een Subftitut Fiscaal, en verder een Generaal Advocaat Fiscaal. De leden van het Committé der Marine wer3en 4000 Gis. tractement, en in commisfie zijnde to Gis. daags toegelegd, en aan den Generaal \dvt. Fiscaal, en Secretaris ieder 6000 Gis., sjaars. Alle de buiten commisfie zijnde leden moesen hunne refidentie in den Haag houden. Door deze groote verandering in de Marine, verd de algemeene werkzaamheid ter verkrijging ener aanzienlijke zeemagt zeer bevorderd. Op voorftel der Provintie van Holland, werd nsgelijks bij H. H. Mog. bij refolutie van p Maart, het Collegie van den Raad van Staaten ernietigd, en in plaats daar van aangefteld en Committé tot de algemeene zaaken van het ondgenootfchap te Lande, beftaande uit 21 leen, welker werkzaamheid in dezer voegen werd ;paald. Dat zeven hunner bijzonder gechargeerd zouden zijn, met de directie van 'slands Militie, de Magazijnen, Arfenaalen, Hospitaalen, Fortificatiën, Frontieren, en het geene van dat alles dependeert, en derhalven ook bijzonder met het beleid van den oorlog te Lande.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 43 „ Dat zeven anderen bijzonder zouden zijn gechargeerd met het werk der Finantie, of „ de directie der penningen door alle de Pro„ vintien opgebragt, en dus het geheele Bond,, genootfchap betreffende, mitsgaders van die, „ welke uit de Generaliteits Landen herkomftig „ zouden mogen zijn. „ En dat wijders de zeven overigen zich „ bijzonderlijk zouden moeten bezig houden met ,, het formeeren van een plan, ingevolge waar „ van de ingezetenen van de ganfche Republiek ,, tot eene algemeene vergadering zouden kun„ nen worden opgeroepen, om hetzelve, zo „ fpoedig mogelijk, aan H. H. Mog. te com„ municeeren; ten einde vervolgens alömme „ verzonden, en alzo aan de refpective ingezetenen te worden bekend gemaakt. En dat eindelijk, dit laatfte Departement ,, nog zoude hebben de beheering van de zoge„ naamde Generaliteits Landen, zo lang dezelve „ van wegens H. H. Mog. zou moeten plaats „ hebben: terwijl intusfehen de generaale en opperbeheering van alle voorfz. objecten zoude blijven berusten bij het Committé gezament,., lijk; wordende het werken in Departementen ,, in voegen voorfz , alleen gemaks- en ordenshalve, geftatuëerd." Behalven een algemeenen Secretaris, verkreeg ieder Departement nog een zogenaamde Subfiftur. Secretaris, en het recht om zo veelcn van de= voo-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Aanmerking. i 1 1 i 1 voorige amptenaaren des Raads van Staaten tot dienst en onderrigting te gebruiken als zij nodig zouden oordeelen, met last, dat 'er doorgaans twee of meerdere leden zich op reis moesten begeven, om de Magazijnen, Arfenaalen, Hospitaalen , Fortificatiën, Frontieren, en wat de Militie aanging, in loco te infpecteeren. Ieder lid werd 4000 Gis, en de algemeene Advt. Fiscaal en Secretaris 6000 Gis. tractement, en voor de op reis zijnde leden voor verteeringen nog tien Gis. 's daags toegelegd. Bij een nader ref. van 16 Maart bij H. H. Mog. genomen, werd de wijze bepaald, hoe Gedeputeerden van gemelde Committés hunne voordellen bij H. H Mog. zouden doen. Door de inrigting dezer Committés werden de zaaken van het algemeen Staatsbeftuur grootelijks verbeterd, te meer, daar bij H. H. Mog. de gedeputeerde leden der Gewesten de meeste presfante zaaken, op voordel door die van Holland, bij meerderheid van fternmen afdeeden. Doch daar de Gedeputeerden van hunne principaalen bijzonderen last hadden, hoedanig in de /oorkomende poincten te Hemmen, zo was en )Ieef in den grond de geest van het voorig betuur in wezen, en elk Gewest behartigde joven al zijne bijzondere belangen. De wortel tzxi het fcederalismus bleef zitten, en dit fchalelijk onkruid kwam telkens boven den grond, reroorzaakte alle de onaangenaamheden ter weering  GESCHIEDENIS per NEDERLANDEN; 45 ring eener Nationaale Vergadering, en daardellfng eener Staatsregeling, op één en ondeelbaarheid gegrond. Ten dezen tijde werd ook het beduur der Oost-Indifcho Compagnie vernietigd, gelijk ook dat van de West-Indifche Maatfchappij, en door bijzondere Committés vervangen. Ik zal mij niet inlaaten over het voor en tegen, of de Vertegenwoordigers des volks recht hadden om eene handeldrijvende Maatfchappij, gelijk die van de Oost - Indifche Compagnie, hun bewind afteneemen, en onder een politiek beftuur te ftellen; de fchriften hier omtrent over en weder zijn waardig geleezen te worden, maar zouden ons te verre doen afweiden van den draad der gefchiedenis. Neen! liever wil ik nu voortgaan oin aantewijzen, wat 'er is voorgevallen, na de omwenteling van 1795, binnen onze Republiek, tot dat wij door de Franfchen voor een vrij volk verklaard werden. Onder alle de Gewesten verdient met recht Holland den roem, dat het de nuttigde voordellen bij Hun Hoog Mogenden deed, zich het werkzaamde in alle opzichten betoonde, en dat deszelfs leden op de openhartigde wijze de eerde waren, die den daat van hunne finantien opgaven. Op den 2.5 Januarij werd bij Holland het recht van de jagt vernietigd , en een iéder x vergund op zijn eigen grond en wateren, hun toebehoorende, te mogen jaagen en visfchen, en bij eene Publicatie van den volgenden dag ter pro- 't Recht an de jast etnietigd.  0 geschiedenis der Nederlanden Belasting! opden oudt voet. Geen oud Regemen buiten con fent te vei trekken. Publicatie omtrent de Wisfelbank. n rovifioneele continuatie van alle ordinaire en extra ordinaire bela-tingen, tot dus verre m Holland geheven, btfluoten. Alle vonnisfen, ter zaake van het patriot* tismus, zedert 15 Septb. 1787 geweezen, werden ingetrokken, en de gebannenen en uitgeweekenen : genodigd terug te keeren. Verder werd 'er . de nodige voorzieninge genomen tegen het naar 'buiten 'slands verhuizen of vertrekken der gewezene Regenten, Amptenaaren of Ministers, buiten expres confent der Regeeringe hunner woonplaatzen. Het geheele land door werdert alle Burgerijen, de voorige Regeering toegedaan, ontwapend, en nieuwe Krijgsraaden en Burgerijen aangefteld, en in meest alle fteden en dorpen, met plegtige vreugde, Vrijheidsboomen geplant. Ik zal' mij niet inlaaten in eene befchrijving der, vreugdebedrijven van dien, of aanfpraaken ter dier gelegenheden gedaan. Een ftof te eentoonig, en die de aandacht der lezeren zou aftrekken van gewigtiger gebeurtenisfen. De fïad Amflerdam deed daadelijk een hun eer aandoende Publicatie over den ftaat der Wisfelbank van 5 Februarij 1795, die ik te gewigtig oordeele om alhier geen plaats te geven. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. „ De provifioneelë Reprefentanten van het „ volk van Am/ïerdam, in aanmerking genomen „ heb-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN.' 47 „ hebbende, dat het van het uiteifte belang„ voor de Beurs dezer ftad is, dat het publiek - van den ftaat der Wisfelbank worde gein„ formeerd. en dat het credriet van dezelve „ Wisfelbank niet, door crroneufe begrippen, „ geheime ménées, of door de eerfte verkeerde ,, indrukfelen, welken de deswegens verfpreide •• geruchten, dienaangaande, zoude kunnen maaken, worde benadeeld of verminderd, hebben goedgevonden en gerefolveerd bij deze „ te notificeeren: dat, ingevolge de deswegens „ ïngekomene rapporten van het Committé van ,, Koophandel en Zeevaard, het welk tot exa„ men van den ftaat der vermelde Wisfelbank, „ door de provifioneelë Reprefentanten gequa„ lificeerd is, in het algemeen fummierlijk is „ gebleken, dat, bij aldien de opgave, dooi Commisfarisfen van de Wisfelbank, aan het „ gemelde Committé, op deszelfs requifitie ge; „ daan, mitsgaders de laatfie deswegens gefor„ meerde balance accoord zijn, het geen in de „ bijzonderheden nader zal worden nagegaan ent „ geëxamineerd, en als dan geen deficit in de „ voor-gemelde Wisfelbank zal exteeren; maar „ dat als dan het active en pasfive van dezelve „ Wisfelbank met elkander zeer exactelijk zul„ len fluiten; behoudens, dat 'er in plaats van fpecie, als pand voor notable fommen, wel„ ken, zedert het verloop van eene halve eeuw, „ fuccesfivelijk uit voormelde Wisfelbank zijn  4§ GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. j» geligt, eene ze-r aanzienlijke kwantiteit van Obligatien , in meergedachte Wisfelbank, „ van tijd tot tijd is aangenomen, als, name„ lijk, zes en zeventig fluks Obligatien, ten lasten van de Oost-Indifche Compagnie ter kamer Amflerdam, onder guarantie van de Staaten dezer Provintie, ieder a honderd duizend Guldens banco, loopende tegen 3 pCt. interest, mitsgaders nog een dito groot vijftig duizend Guldens banco, waarop, volgens opgave van de Commisfarisfen voorm., aan interesfen te goede zoude zijn, . eene fomme „ van tweemaal honderd negen en veertig duizend Guldens banco, voor alle, welke Obli3, gatien de .Thefaurie dezer ftad, op.de voorfz. „ balance, gedebiteerd ftaat, met banco ƒ 6,273000 Gis. En wijders nog vijftig ftuks Obligatien ieder a vier en twintig duizend Gis. ten las»? te van Holland en Westfriesland, behoo„ rende aan dezer ftads Beleenkamer, waarop „ de Bank, volgens opgave van Commisfarisfen voornoemd, conform de voorfchreven balance, „ geavanceerd heeft eene fomme van banco ƒ838857 „ Gis. waarop aan interesfen te goede zijn zou„ de, eene fomme van ƒ30000 Gis. courant; zijnde deze ftads Beleenkamer, volgens op„ gave als vooren, wijders nog met per faldo „ aan de Wisfelbank verfchuldigd, eene fomme „ van banco ƒ 1,71500. „ Dat  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN* 49 Dat voor het overige, alles conform de j, bovengemelde opgave bevonden, en het kasgeld en bankgeld gereduceerd wordende, de Th^taurie dezer ftad, per faldo, aan meergedagte Wisfelbank nog fchuldig zoude zijn, het geen dezelve, bij de voorige fluiting, debet ,, is gebleven ter fomme van » ƒ 38358-2-J „ En het geen dezelve, bij de », tegenwoordige flji.ing, fchuldig zoude zijn, bmco . . . 1^314-6-8 Dus te zaamen . ƒ 193672 - ü - 6 ,, En eindelijk dat deze ftad nog, aan. meer,, gemelde Wisfelbank is verfchuldigd, de fom,, me van ƒ 207364 2 8, waar voor Obligatien „ hebben geëxteerd, die, volgens zeggen van Commisfarisfen, verbrand zouden zijn, doch ,, waar van des niet te min, de ftad jaarlijks de interesfen aan de Bank heeft goedgedaan. ,, Dan, daar het notoir is, dat de ftad daar/ voor, gelijk voor het geheel moet vastftaa'h 5, en respondeeren, als moetende ten dezen „ opzichte, niet alleen worden aangemerkt als „, Guarandeur, maar daarenboven wel degelijk ,? worden geconfidereerd, te zijn debiteur van „ de Wisfelbank, in 't generaal. „ Dat ondertusfehen in meer gedachte Wis* „ felbank, onder meerder, in 't bijzonder, in natuure voor handen zijn alle de fpecien, welke volgens eene daar van door de Corrt^ „ misfarisfen van de Wisfelbank opgemaakte * IV. deel, D w en  50 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ,, en aan het Committé van Koophandel en „ Zeevaard, gecxhibeerde lijst, op Recepisfen „ loopen: en dat mitsdien alle dezelve fpecien, „ door de houders van zodanige Recepisfen, tegens overlevering derzelven, ten allen tijde, des goedvindende, zullen kunnen worden terug gehaald, ,, En dat laatftelijk, door de provifioneelë Reprefentanten voornoemd, niet alleen de vereisch- „ te en kragtdaadigfte orders zijn gefield, ten einde voordaan geene fpecie, hoe ook genaamd, op wiens authorifatie het ook zijn moge , bij ,, leening, of andere zoortgelijke gansch onbetaamlijke manieren, uit de voorfz. Bank, te- „ gen den aart van deszelfs primitive oprichting, geligt en afgegeven worden; maar dat ook de in voegen voorgefchreven aan de Wis- 9, felbank, tot onderftand afgegevene obligatien, ten fpoedigfte doenlijk geconverteerd zullen worden in comptanten, mitsgaders dat in het a, generaal door de ftad, als debiteur van de „ Wisfelbank, al het geen dezelve, per faldo, „ aan dezelve Wisfelbank fchuldig zoude mogen worden bevonden, mede, ten fpoedigfte doenlijk, in fpecie zal worden goedgedaan; en „ dat de provifioneelë Reprefentanten voornoemd, declareren, dat 'er als dan geen deficit, van ,, welke natuur ook, verder zal kunnen plaats hebben; zullende zij de middelen, daartoe dienende, ten eerften in ferieufe overweging „ nee-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. f „ neemen, en daadelijk doen in het werk ftelten. Verklaarende niettemin de provifioneelë Re* „ prefentanten voornt., dat deze notificatie alleen gefchiedt, om het crediet van deze Wisfelbank y, naar behooren te bandhaven, en het commer- cieerend gedeelte van de ingezetenen dezer ftad, zo wel als alle buitenlanders, deswegens „ gerustteftellen; doch geenzins om daardoor verftaan te worden van goedtekeuren of te ho- mologeeren, het gebruik dat van het gedepo3) neerde in deze ftads Wisfelbank mogte ge„ maakt zijn, en nog minder om die geenen, ,, welke deswegens verantwoordelijk zouden mo„ gen zijn, daarvan, bij dezen, te oiuhelTen. Gearresteerd en gepubliceerd den 5 Fe- ,, bruarij 1795, Het eeifte jaar der Bataaffche „ Vrijheid. Ter ordonnantie van voornoemd: Rtprefent:inicn«, tWas cc teekend;) /:> CJ> <é\ , Ch  51 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, : Aanftellirg van Committés. 1 "l ( i i < i 1 j Voorzorgen putrem de visciifcliuiten ' i j < offchoon geguarandeerd door Holland, hadden geen pari prijscours, en de finantien van de ftid Amflerdam waren, gelijk vervolgens gebleken is, in geene gunftige omftandigheden. Neen ! zodra ;en politiek bewind zich veroorloofd, over eigendommen van eene bank te disponeeren en voor :omptanten te verwijfden effecten, welker waarde )p crediet fteunen, zo is het niet te verwonde•en, dat de agio der bank, die voorheen boven iet pari was, vervolgens onder hetzelve is ge/allen en gebleven. In de meeste groote fteden werden zo /eele bijzondere Committé's aangefteld, dat het jij een burger de grootfte oplettenheid vereische, indien hij* iets met dezelve te verrigten had, m dan te weeten waar hij wezen moest; trouvens dit was alles in navolging van de Franfchen; Iwaalden deze onze broeders van den naasten weg, vij ook, en veele gunftelingen genooten daar /oor een daggeld van zeven gulden. Gelukkig lat men in 't vervolg het onnodige van veele Committé's heeft leeren zien, en de ftedelijkc >eftuuren tot grooter ftaat van eenvouwdi«heid jebragt zijn. De vischfehuiten op de Noordzee, zedert :enigen tijd niet hebbende mogen vaaren ter vischrangst, uithoofde hunner co-respondentie met de ïngelfchen, werd zulks weder vergund, mits ■oorzien va?) een paspoort, en dat zij zich verbonlen geene brieven, papieren, of eenigerhande koop-  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. SS koop ] ansgocdercn medeteneemen, om aan EngelJche fchepen overtegeven, of van dezelven te ontvangen brieven of papieren enz. alles op poene van a's verraaders van bun vaderland geftraft te worden. Bij die van Holland werden vernietigd alle v Graaflijkheids Tollen en plaatzelijke privilegiën, op de pasfage van personen, fchepen cn goederen gcftcld, of van dezelven eenig plaatzelijk recht vorderende. Verklaarende de Reprefentanten, te vernietigen de Graaflijkheids Tol van Geervliet, te Dordrecht; de Graaflijkheids Tol te HaaHem, op de wachten te Spar en dam; de Graaflijkheids Tol te Leyden, fTasjenaar/rhe Tollen te Gouda; de Graaflijkheids Tol te Rotte)dam, zo die voor de zoute als die voor de zoete wateren; de Graaflijkheids Tol te Gorinchem, lVoudrkhemy Ai kei, Schoonhoven, JVeeip en Heus den; de JVasfenaarfche Tol aan de Zeilbrug en op den Does; de Tol aan VMolenaars en tot Alphen; de Tol van de Goudafche Sluis bij Alphen; en alle verdere Graaflijkheids Tollen, die onder de benaair.ing van zwijgende, vliegende, brandtollen, of onder welke andere benaamingen het ook zoude rmgen wezen, bekend zijn en geheven worden; voorts alle zodarige Tollen, welke eertijds aan de Graaflijkheid behoord hebbende, van dezelve op eene illegale en onwettige wijze moeten verkregen zijn, en door eenige perfoonen of corpora mogten bezeten of geheven worden, en waar onD 3 der Vernietiging au Tullen.  II GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Pubt van de frnnfcb, Volksrepre- fsuianceu.' der ook het ftapelrecht, zo te Dordrecht, als daar her plaats mogt hebben. Tollen, die zekerlijk tot een aanmerkelijk beswaar van den koophandel verftrekten, en meer dienden tot verrijking van deszelfs amptenaaren; want, volgens ingekomen fpecifique lijsten , zo hadden de tollen, tien jaaren gemiddeld dooréén genomen, Hechts jaarlijks opgebragt de geringe fom van ƒ 27435 7 - '■> prijzelijk was het dierhalven dat men dezelven, daar toch alle bijzondere voorrechtttn aan lieden, plaatzen of perfoonen gegeven, waren ingetrokken, als ltrijdig tegen de gelijkheid in rechten, ook deze bezwaaren voor den koophandel werden opgeheven. Ten dezen tijde lieten de Franfche Volksreprefentanten, omtrent de goederen der Emu granten en verdere vijanden der Franfche Republiek, de volgende Publicatie bekend maaken; gelijkheid, vrijheid, broederschap! 'sHage, den ti Pluviofe (30 Jan.), het derde Jaar der Franfche Republiek, één en ondeelbaar. De Reprefentanten van het Volk bij de Legers van het Noorden en van Sambre en Maaze, arresteeren het geen hierna volgt: Art. 1. „ Alle goederen, zo roerende als onroerende., fchepen» koopwaaren van allerlei aart, effec- 22 2t  GESCHIEDENIS dhr. NEDERLANDEN. 55 „ ten, prctentien en eigendommen, van welken „ aart ze ook mogen zijn, toebehoorende aan Gouvernementen in oorlog zijnde met de Fran„ [che Republiek of van Franfche geërnigreer„ den; zoo ook die van priesters, van monni,, ken, leden van kerken of van geestelijke cor„ poratien, geëmigreerd zijnde uit de'overvvon- nen gewesten tu fchen den rbijn en de zee, „ gelijk mede alle goederen hoegenaamd in be„ waaring gegeven door leden van kerken of „ corporatien, worden in beflag genomen en ge„ confisqueerd ten profijte van de Franfche Re„ publiek. Art. 2. Alle de geenen, welke depofitaires, fch'ul„ denaars, heelders of aanhouders zijn van bet geen in het voorgaande artikel vermeld ftaat, zullen daarvan fchriftelijk opgave moeten doen „ aan den Magiftraat van derzelver arrondisfe„ inenten, biunen agt dagen na de Publicatie de- }■> zes- Alle die geenen,welke nalaatig zullen blijven hier aan te voldoen, zullen betaalen eene „ boete der dubbelde waarde van het geen, '„ waarvan zij, in voege voorfz., geen opgave „ zullen gedaan hebben, , Het vierde gedeelte van de boete, gelijk ook het vierde gedeelte van de waarde der „ niet opgegeven goederen, en van de fommen, hier boven omfchreven, zullen aan de ontD 4 „ dek-  0 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN, „ dekkers of aanbrengers van dezelven toegelegd worden, Arr. 3. „ Er zal een Agent-generaal benoemd worden „ voor alle de Vereenigde Provimien, die be„ last zal zijn met het inzaamelen der voorn, opga„ ven, en met het disponeeren over de daarin 95 opgegevene zaaken, ingevolge de inttruftie, die 3, hij van de Volksreprefentanten ontvangen zal. „ De Magiftraaten zullen aan dfrnzelveri moeten „ overhandigen alle opgaven, welke aan hun gedaan zuilen zijn. 4- „ Het is verboden eenige biljetten of wisfel„ brieven te accepteeren, of negotiatlen en geld„ leeningen te doen, voor rekening van Gouver„ nementen, in oorlog zijnde met de Franfche »% Republiek, op poene van de confiscatie van ,> de geheele waarde der zodanige voorwerpen. „ De overtreders hiervan zullen aangezien en gehandeld worden als vijanden van de Fr au- fche Republiek. 5- Het is verboden aan alle civiele en militaire -,, Agenten van de Franjche Republiek, om eenige „ kasfa, toebehoorendc aan lieden, gemeenten of aan het Gouvernement der Vereenigde Ne„ derianden, in beflag te neemen, op poene van jS afzetting en arrestatie, .Art 6,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 57 Art. 6. Het gearresteerde bij dezen zal geadresfeerd wor"en aan de Staaten Generaal, met verzoek om hetzelve te doen geworden aan „ de res edive Staaten van de Vereenigde Pro„ vintien, om in de beide taaien gedrukt en zonder uitilél verzonden en geaffigeerd te worden in alle ftetien, gemeenten en havens van de Vereenigde Provintien. Ingevolge deze Publicatie kwamen 'er veele t goederen, bijzonder van de Engelfchen, die door de ingevallen lterke vorst met hunne fchepen in het ijs bevroozen, of welke in de pakhuizen opgeflagen waren geweest, in handen der Franfchen, bijzonder in Rotterdam, alwaar in een pakhuis eene menigte kleederen, linnen en andere noodwendigheden gevonden werden, agtergelaaten door de Engelfchen, die men kort daarna publiek verkogt, en zo zelfs de Regeering van het oud beftuur het niet belet had, zouden de Engelfchen al hunne goederen, in fchepen of pakhuizen te Rotterdam liggende, in brand geftooken, en daardoor eene der fchoonfte (leden van Europa aan het gevaar van in de asfche gelegd te worden blootgeiteld hebben; trouwens dit beproefde de D 5. En- Aanmerking.  58 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN Geene betaaling meer te doen aan het Sta hou erlijk Hof. Engelfchen, bij hunne vlugt, op meer plaatzen, maar zulks werd meest overal door de waakzaamheid der burgers belet. Dat de Franfchen, ten voordeele van de Franfche Republiek, confisqueerden alle vijandüjke goederen, hiertoe wettigde hun het recht des oorlogs; maar om hunne Emigré,s, daar vrouw en kinderen uit liefde den man hadden gevolgd, even 2waar te ftraffen, kan de toetze der rechtvaardigheid niet doorftaan, om dat daardoor onfchuldige vrouwen en kinderen geftraft werden over de begaane misdaad van den echtgenoot en vader. Doch in de Franfche revolutionaire tijdvakken dienden die verbeurdverklaringen veelal om fortuinzoekers te verrijken, ten koste van vermogende burgers. De fchaal van 't recht floeg dikwijls alleen door, aan die zijde, daar het zwaard des gewelds, de rechtvaardigheid te ligt deed worden. En dat deze Publicatie ook nadeelig voor ons land was, en niet ftrookte met de vrijverklaaring onzer Republiek, toonden Gecommitteerden van H. H. Mog. bij hun hierna te melden rapport. Bij een decreet der Reprefentanten van Holland, van 5 Februarij, werd gerefolveerd, geene betaaling meer te doen aan den gewezen Stadhouder, zoons en kleinzoon, van penfioenen, tractementen, emolumenten, gagien of domeinen, gelijk ook niet aan de Kamerheeren, Hof- en Stal-meesters, of andere bedienden; en daar de Franfche Volksreprefentantea het Hotel van den  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. $9 den Stadhouder hadden betrokken, en ten zijnen kosten onderhouden incest wordenzo bragt, het Committé van Algemeen Welzijn daarop het volgende rapport uit: Den 5 Fehuarij 17^.5. Het Committé van Algemeen Welzijn, ter „ voldoening aan het gerefolveérde op eergis„ teren, hebben gerapporteerd, dat de Thefau,, rier van den gewezen Stadhouder, Mr. Ru„ dolph van Ü1 den, gerequireerd zijnde, had „ verklaard: „ Dat hij, op order van zijnen Meester, s, „ voor deszelfs vertrek, al het geld en boe„ ken in kisten gepakt, naar Scheven'mgen „ „ gezonden en in pinken gelaaden had, zo„ „ dat hij niet alleen in die qualiteit geen „ geld hoegenaamd had, maar dat zelfs het 5» „ geheel comptoir weg was. „ „ Dat 'er mitsdien geene betaalingen konden „ „ worden gedaan, ten zij 'er eenig geld in„ „ kwame, het geene hij niet wist of gebeuren zoude. „ „ Dan, dat hij, op verzoek van het Com„ ,, raitté, met de overige perfoonen zoude „ „ fpreken, welke met eenigen ontvang waren «. seclvmeerd, en daarvan nader verflag zoude 5, „ doen." „ En voorts, dat het Committé aan gemelden 3, Van O ld en, ingevolge daartoe bekomen last, ss had gedeclareerd, dat, daar de Franfche natie „ den Rapport.  &s GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ den oorlog tegen den Stadhouder, en niet te„ gen het volk voerde, en de Franfche Rerre„ fentanten het gewezen ftadhouders- kwartier ,, betrokken hadden, het van zelve 'fprak, dat „ dezelven ook aldaar ten diens kosten behoor,, den gefptjzigd en van het nodige voorzien te worden. „ Dat de Raad der Domeinen van den ge„ wezen Stadhouder vervolgens, op voordragt van gemelden Van Olden, ten antwoord had gegeven: „ Dat dezelve zich in de volkomene onmogelijkheid en onbevoegdheid bevond, om tot de „ gerequireerde betaalingen eenige orders te ftellen; om redenen: „ ,, i. Dat alle betaalingen, van gelijken aart ,, als deze, (printende uit huishoudelijke on„ ,, kosten, niet zijn van het departement van ,, den Raad, aan wien de onderwerpen daar,, van geheel onbekend zijn; 'maar van die „ ,, der Coinmisfla van de Hofhouding; wes„ ,, hal ven de Raad als Raad geene betrekking ,, hebbende tot die onderwerpen, noch eenige ,, ., bevoegdheid van zijne Hoogheid bekomen, „ om dienaangaande orders te ftellen, ook „ ,, des wegens geene dispofitie, zonder pligts „, ,, overtreding 3 konde uitbrengen. ,, 2. Dat, al ware het dat door den Raad ,, eenige ordonnantie tot die betaaling op den „ „ Thefaurier- Generaal wierde geflagen, dezel- „ vc  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ „ ve onbetaald zoude moeten blijven, uit oor„ " zaake, dat zijne Hoogheid, bij zijn ver„ „ trek, alle de comptanten bij faldering der „ „ boeken, met zich had genomen; behalven ,, dat ook „ „ 3. Dc Reprefentanten der Franfche natie, „ „ mondeling aan den Raad geïnjungeerd had- „ den, om, hoe zeer in deszelfs genie con„ „ tinuërende, echter geene penningen te de- ,, manueeren.1' ,, Dat eindelijk de Hof Commisfie, of liever ,, het eenig daarvan overgebleven lid, de Heer „ Voegt van Elspe ten antwoord had gcge„ ven: dat hij zijne dcmisfie hebbende, zich ,, nergens mede konde inlaaten. Voegende de „ Thefaurier van 01 den 'er nog tot éiucida„ tie bij, dat de Hof Commisfie nimmer eenige „ dispoütie over penningen gehad hebbende, „ dan , na dat alvoorens op fpeciale ordonnan,, tien van zijne Hoogheid, de gelden, in haare „ kas geftort waren, gemelde Commisfie ook „ niets zoude kunnen presteeren, als voor haar „ ook geene comptanten voor handen'zijnde. „ En wijders gedelibereerd zijnde, j 1. „ Of van wegen deze Provintie zoude „ worden betaald het geene door de Franfche „ Reprefentanten, en door den Generaal Pi,, c h e g r u werd verteerd ; 2. „ En zo, ten minften provifi meel, ja! „ of het Committé van Algemeen Welzijn niet „ zou  tfa GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. ., zou worden verzogt, langs eenen gefchiktcn „ weg te effectueeren, dat in die huishoudin„ gen eenig menagemcnt wierde geïntroduceerd, „ ten minften in opziet van het getal der be„ dienden, die genoegzaam op denzelfden voet „ aangenomen zijn, als voorheen bij den gewe„ zen Stadhouder plaats had , en zich aan „ gelijke verwaaïloözing als hij hunnen voorigen meester, fchuldig maakten. 3. ,, Of, in alle gevallen, het Committé 3, niet zoude worden verzogt, daaromtrent met ,, gemelde Reprefentanten op eene befcheidene wijze te fpreekcn: en eindelijk ten 4. ,, Of, vyanneer tot de voldoening, voor „ rekening van deze Provincie, wordt beiloten, „ geene maatregelen behooren te worden geno„ men, om, daar het notoir en zeker is, dat de oorlog alleen is gevoerd tegen Willem den 3, / ij'fden, zijne goederen in beftag te neemen, „ zich meester te maaken van alle boeken, „ charters en papieren, onder den Domeinraad berustende, die te verzegelen, den Domein,, raad, Rekenmeester, Thefaurkr, en het gee- ne daartoe relatie heeft, te demitteeren; alles ,, onder eene geregelde adminiftratie te brengen; 'de inkomende penningen te incasfeeren, en ,, op die wijze het gedaan uitfchot terug te „ bekomen: is uitwijzende het navolgende, „ In opzichte van het eerfte poinct gerefol„ veerd, vermits den dringenden nood der Le- ve.  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 6$ veranciers , de gerequireerde betaalingen te doen (*), doch niet anders, dan onder uit„ drukkelijke protestatie van ongehoudenheid, „ en zonder daardoor eenigzins aftegaan van „ het recht op de zodanigen, aan wier zorge- loosheid of kwaade trouw dat alles te wij- ten is. ,, En met betrekking tot het tweede en derde „ poinct, het Committé van Algemeen Welzijn „ daartoe dien conform verzogt en geautori* feerd. „ En eindelijk ten aanzien van het laatfte poinct, na deliberatie, goedgevonden, het„ zelve te ftellen in handen van het Committé „ van Algemeen Welzijn, om der Vergadering te dienen van zijne confideratien en advia. En zal extract dezer enz." (f) Die van Holland, gelijk ook de andere gewesten, ontdoegen alle de leden hunner Gerichtshoven van hunne posten, gelijk ook derzcïver ministers, als oordeelende, dat het belang des volks , én de gerustheid hunner provinciale Regeeringe zulks vorderde. Na de affchaffing der Oranje Cocarde voor 's lands £*) Zijnde dien ten gevolge, in mindering der kosten van voorfz. verteeringen j bij twccderliande ddcreeten van den 72 dezer, refpectivelijk geordonneerd en geapprobeerd provitioneele voldoening, van de aldaar voorkomende presfante posten. (f) Bijvoegzel op de verzameling der genomj doeresten bladz. 85, Leden vr-n iet Hof afgezet. Cocarde der Militie.  GESCHIEDENIS ber NEDERLANDEN. Bedenkingen bii die van Holland. _ „ Ea 's lands Militie», zo werd bij die van Ho'land beflooten, tot het doen draagen der Nationaale Cocarde, overeenkomftig de Nationaale Vlag, welke gemeenlijk zeer verkeerdelijk genoemd is geworden, de Prince Vlag, maar waarlijk is de opregte Franfche, van welke die natie zich voorheen heeft bediend, en aan Prins Willem den I., door Hendrik den III., Koning van Frankrijk, is toegedaan, te voeren op de ichepen, die hij liet uitrusten, om ter vrijbuit tegen de Spanjaarden te kruisfen. Een tijd, toen 'er geen -Hollandjche Vlag bekend was, en de Engelfchen weigerden onder hun Vlag ter kaïp te laaten vaaren. Kort daarop werd bij Hun Hoog Mog. bepaald, hoedanig de tekens der Militaren te draagen. Die van Holland gaven ook bij eene plegtige Commisfie aan de Franfche Volksreprefentanten kennis van hunne voornaamfte genomen decreeten, met betuiging van het eenftemmig verlangen der Vergadering naar eene gevestigde Alliantie tusfchen de beide Republieken. De Pubb'catie der Franfche Volksreprefentanten van ij Pluviofe, waarvan de inhoud hiervoor is opgegeven, veroorzaakte zeer gegronde bedenkingen bij die van Holland, die zij door hunne Gedeputeerden bragten ter tafel van H. H. Mog., die zulks in commisfie fielden, en op den 10 Febr. rapporteerden. ■  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 65 En daarop ingenomen hebbende de confideratien en het advies van de aanwezende gecommitteerden uit de respective Collegien ter Admiraliteit dezer Landen; hebben ter Verj, gadering gerapporteerd: ,, Dat zij Heeren Gedeputeerden van advijs „ zouden zijn, dat, conform den voorflag, door ,, Gecommitteerden van Holland, ter Vergade,, ringe gedaan, van wegen H. H. Mog. aan de „ Reprefentanten des Franfchen volks, in de „ meest beleefde termen zoude behooren te worden vertoond en in overweging gegeven, „ voer • eerst: of zij niet gefchikt zouden oordeelen, om, wanneer zij zouden verlangen, ,, dat het een of ander wierde gedaan, of eenige ,, orders wierden gefield, in plaats van daartoe }) een decreet uit te geven, en hetzelve door H. H. Mog. aan de refpective Staaten van de vereenigde Provintien te doen geworden, 9, liever zich daarover aan H. H. Mog. te. ,, adresfeeren, op dat H. H. Mog. gelegenheid 3, mogen hebben, vooraf, over het geene verlangd wordt, als het nodig is, met de Repre, fentanten in overleg te treeden, en daar na, „ op naam van H. H. M. zei ven, de verlangde beveelen te geven; als zijnde zulks meer „ ftrookende en overeenkomftig met de volledige en onbewimpelde erkentenis door de „ Franfche natie en derzelver Reprefentanten gedaan, van de independentie des Bdtaaffchen IV. deel. E volks,  66 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. , volks, bet welk als eene independente natie, geene andere beveelen fchijnt te kunnen ont,, vangen, dan van de geenen, bij wien het „ reprefentatief der fouverainiteit dezer landen ,, refideert; zijnde dit het waare blijk van der„ zeiver vrije exiftentie; te meer, daar deze handelwijze ook meer quadreert met het be,, lang der Franfche natie, en het but, het welk de Reprefentanten zich, bij het doen „ van eenige verzoeken, kunnen voordellen ; ,, om dat dezelven onmogelijk onderrigt kunnende zijn van den aart en waare bornes en auctoriteit van de verfchiliende Departementen j, van adminiftratie binnen deze Republiek, altijd „ gevaar loopen, door dezelve te confunderen, de executie van hunne verzoeken minder ze„ ker te roaaken, gelijk al reeds bedenkingen zijn voorgekomen, als of dezelve de Admira„ liteiten voor de executie van het decreet van ii Pluviofe art. 3. eenigzins veranuvoordelijk hebben gefchat, of fchoon de executie „ van hetzelve, conform deszelfs teneur, aan de „ plaatfelijke geconftitueerde auctoriteiten is ge„ demandeerd. ,, En ten tweede, dat het verbod om eenige billenen of wisfelbrieven te accepteeren, of „ negotiatien en geklleeningen te doen voor rekening van Gouvernementen, in oorlog zijn,, de met de Franfche Republiek; zo als het s, zelve in het vierde artieul van gem. arreté «, is  GESCHIEDENIS dkr NEDERLANDEN. éf „ is uitgedrukt; bij de commeroe eerrige du,, hieteit heeft veroorzaakt, te weeten, of daar door allen wisfelnandel met Enge'and en ,, Spanje zoude moeten worden gehouden voor „ verboden, of alleen, gelijk H. H. Mog. meenen zeer dui lelijk daar door te moeten verftaan, het accepreeren van billetten of ,, wisfelbrieven voor directe rekening v.m die ,, Gouvernementen zelve; met verzoek aan de- zeken, om hunne meening deswegens nader en duidelijk te willen verklaaren; alzo dit ,, land van zich zelf niet rijk zijnde in voort,, brengzelen van zijn eigen grond, zijne ge- heele welvaaid en fource van beftaan moet „ vinden in de induftrie en commercie van des- zelfs ingezetenen: en daar de handel, met 3, Engeland en Spanje-, een voornaam gedeelte ,„ van de commercie dezer landen uitmaakt, „ met geene mogelijkheid zonder commercieelé „, relatien met die landen kan blijven; terwijl ,, indedaad Engeland, door de ftremming des „ wisfels, minder dan dit land zoude zijn ge„ prejudiciëerd, en de interruptie der negoiie „ met Spanje , in vrugten, wijnen, wol- len , lakenen en fpecerijen, de bron van „ welvaard onberftelbaar zouden kunnen aflei- den. Waarop gedelibereerd zijnde, hebben de Gecommitteerden van Holland het voorfz. gerapporteerde copielijk overgenomen, om in E a „ den  68 GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. Blaauw en M e y e r tot Ministeis Plenipotentiarisfen te Parijs benoemd. Deputatie van H. II. Mog. aan de Franfibt Volksreprefeuumcn. „ den hunnen breeder gecommuniceerd te wor„ den. O Op den 19 Februari] werd bij H. H. Mog. beflooten, de burgers Blaauw en Meyer onder den titul van Ministers Plenipotentiarisfen te benoemen, ten einde 'slands belangen te Parijs waarteneemen. Den ao Februarij zonden H. H. Mog. weder eene plegtige Deputatie aan de Franfche Volksreprefentanten, belast met eene commisfie van den volgendeu inhoud: BURGERS, REPRESENTANTEN VAN . DE FRANSCHE NATIE.' „ De Staaten Generaal der vereenigde Ne* „ derlanden, Reprefentanten van de Bataaffche „ Natie, en waardig zich te vervoegen aan de „ Reprefentanten van eene groote vrije Natie, „ zins dat zij zelve hunne ketenen verbrij„ zelden; hebben tot deze plegtige deputatie „ beflooten, om ulieden te betuigen, de gevoe» „ lens, welke zij verfchuldigd zijn aan de „ Franfche Natie, en waarvan zij ten hunnen „ opzigte doordrongen zijn. „ Vermengt ons niet met dat beftuur, het y> welk, onder een gelijknaamigen titul niet het „ onze, de zaak van zijnen eerden Staatsdienaar, indedaad zijn dwingeland, omhelzende, des* „ zelfs magtelooze poogingen, gevoegd heeft bij „ dfe O Bijvodgzel op' de verzameling bladz. I4r.  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 69 „ die van Europa,, . vrugteloos te faam gcfpan„ nen om uwen zegevierenden tred te (tuiten. „ De decreeten, welken wij gelast zijn ulieden „ aantebieden, kunnen niet anders dan ons op „ het voordeeligst onderfcheiden in de oogen „ der natje , welke het rijk der vrijheid op de „ waarheid heeft weeten te vestigen. Daar wij „ ons grondden op de onverjaarbaare grondda„ gen van de Oppermagt des volks en der Rech„ ten van den Mensch en van den Burger, „ welke wij plegtig komen te verklaaren, viel „ de afgod van 't Stadhouderfchap van zelve in „ het (lof. — Hij, die zich de verontwaardiging „ der Franfclie Natie op den hals haalde, be„ ftaat niet meer voor ons! „ De gelijkheid van rechten, welke even zo „ zeer plaats heeft tusfehen de onafhangelijke „ Natiën als tusfehen de menfehen, verhindert „ ons niet, Burgers Reprefentanten! vrijmoedig „ en met gevoel te erkennen, dat wij de Fran,,/chen befchouwen als onze verlosfers, dat wij „ van hun hoopen, dat zij onze befchermers zul,, len zijn, „ Onze verlangens ftrekken zich verder uit. — „ Uwe grootmoedige Natie heeft haare vriend„ fchap, haare goedwilligheid aangeboden aan „ vrije volken, of die zulks waardig zijn te „ wezen. Welaan! wij beroepen ons op die „ onfehatbaare aanbieding, — laat onze vriend„ fchap, onze erkentenis, onze bewondering E 3 » u  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ u welgevallen — belooft ons eene wederkeerigheid van Broederfchap — vervult onze „ verlangen?, door met ons de naauwfte verbindteais te fluiten; waartoe wij u aanzoeken „ met dier aandrang, welke zij verdient, dezelve „ befchouwende als de overmaat van uwe wel- ,, daaden. „ Gijlieden zult, Burgers Reprefentanten! het verzoek niet afflaan, 't welk wij u doen, „ om onze wenfehen in den fehoot te llorten „ van de Nationaale Conventie de. Franfchen „ Volks. Gij zult haar aankondigen, dat Wij ons zullen haasten met eene plegtige. „ deputatie te zenden, om onze verlangens en „ onze gevoelens te betuigen. — Dat de plaats „ der onderhandelingen te Parijs zij, of dat dezelve door zulke handen gaan als van ulie,, den, die ons regtmaatig vertrouwen hebt ver- worven; de fchikking, welke ons op het ,, fpoedigst de verbindrenis, na welke wij zo „ vuurig haaken, zal kunnen doen verkrijgen, „ is die, welke wij verkiesbaar achten. Zij is „ onze eerfte behoefte, Burgers Reprefentanten.' en terwijl wij Ir are verkrijging verbeiden, „ leggen wij ons volijverig toe op de reörga„ nifatie van ons leger en de herftelling onzer „ zeemagt. „ Hoe zwak en ontbloot wij ons nu ook „ bevinden, door de misdagen van het voorig beftuur, durven wij egter ons verzekerd bou- „ den,  GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. 7i „ den, dat onze liefde tot de vrijheid, de klem „ van uwlieder voorbeeld, het opwekkend denk„ beeld, van vrienden, van Bondgenoten te zijn „ van de eerfïe Natie der waerctd, ons de „ nodige middelen zal aan de hand geven, „ om geen nutteloos Bondgenoot te zijn, en „ om ulieden wederkeerige voordeden te doen „ ondervinden , ter gedeeltelijke vergeldingen „ van de verpligting t'uwaards, in welke te „ belijden wij onzen roem (lellen. Wijst ons „ de (treek der overwinning op het element, ,, het welk ons eigen is, en wij zullen ons „ geluk (lellen in u te volgen; gelukkiger nog „ van mede te kunnen werken, om den vrede aan Europa weder te geven, door de fpoe„ digfte en kragtdaadigfte middelen, en aan het „ Menschdom te doen fmaaken de weldaadig„ heden eener Conftitutie, door de Natuur ,, voorgefchreven, geheiligd door de rede, en „ door het algemeen geluk verordend. „ Wat zal het bekoorlijk zijn, de door eene „ broederlijke verbindtenis herëenigde volkeren, „ hunne hulde, en de uitdrukking van hunnen „ eerbied, van hunne bewondering en van hun„ ne erkentenis te zien bieden aan de verwon„ derlijke Natie, die, noch poogingen, noch „ opofferingen gefpaard heeft, om de zaak des „ Menschdoms, welke geen andere dan die der „ waarheid en der Godheid zelve is, te doen „ zegevieren, en op onwrikbaare grondflagen E 4 » te  7i GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. Artwoord van den Re pn 11 ntajit A'qnier. » te vestigen. — De Bataaffche Republiek 9, zal het genot van uwen roem hebben; zij „ zal zich de tijden te binnen brengen, in „ welke onze voorvaderen ook hunne onafhang„ lijkheid wisten te verkrijgen, ten koste van „ tagtig jaaren oorlogs, tegen de toen ontzag„ lijkfte Mogendheid van Europa. — Maar „ geen titul zal haar dierbaarder noch eerwaar„ diger zijn, dan die van voor altijd de vrica„ den en geallieerden te zijn van de Franfche. „ Republiek." De FranfcheReprefentant Alquier antwoordde daar op als volgt: burgers representanten der bataafsche NATIe! „ De Reprefentanten van het Franfche Volk, „ aanvaarden in naam van hunne Natie dc „ verzekeringen van vriendfchap en de voorftel„ lingen van Alliantie, welke aan hun gedaan „ zijn door dc plegtige deputatie van de Staa„ ten Generaal der vereenigde Nederlanden, „ befchouwen die gebeurtenis als de voorfpel„ ling van heil der beide Volkeren. „ Het zal die Nationaale Conventie, aan wel„ ke wij de verlangens, die gij koestert, zullen s, overbrengen, niet onbekend blijven, dat de „ Alliantie met Frankrijk thans gevraagd wordt, „ door de Staaten Generaal vernieuwd en herboren. <— Zij zal met eene helaugneeming, „' vvaaj  GESCHIEDENIS der. NEDERLANDEN. 73 ,, waar voor wij bij ulieden borg blijven, vcr„ neemen, dat zij niet heeft te handelen met „ de Regeering," welke de hand geleend heeft „ aan de ontwerpen van den voormaaligen Stad„ houder tegen de Franfche vrijheid; welke den vrede niet gezogt heeft; dan onthutst „ door de fnelheid onzer overwinningen, en „ min met uitzigt om het bloed en de fchatten der„ volkeren te ontzien, dan om, door een trac„ taat, den luister haares afgods te behouden; „ met die Regeering, welke gedoogende, dat haar gezag gekluisterd werd door de lang„ duurige' geweldplegingen van een heerschzug,, tig huis, overttelpt door uwlieder weldaaden; „ voor het oog van gansch Europa niet anders „ meer opleverde, dan de misfelijke tegenftelling van het weidfche haarer tijtels, met de niets „ beduidenheil van haar vermogen; met die „ Regeering eindelijk, welke bekleed met de „ oppermagt van het Bataaffche Volk, te ge„ lijkef tijd den nek boog onder het gebied vaa eene vreemde Mogendheid, en onder eene vol„ ftrekte willekeur van eenen Staatsdienaar , „ bezoldigd om haar te dienen. - „ Wij zullen ons beijveren, om aan de Nationaale Conventie te doen toekomen, de „ belangrijke decreeten, ons door ulieden zo „ vriendfchappelijk als gulhartig medegedeeld. „ Zij zal in uwlieder verklaaring der Rechten f, van den Mensch, en de openbaare afkondiE 5 „ ging  74 GESCHIEDENIS der NEDERLANDEN. „ ging van de Oppermagt des Volks, en in de ,, vernietiging van het Stadhouderfchap, die „ grondbeginzelen aantreffen, welke zij zedert „ lang heefc aan den dag gelegd, dan, waarvan ,, zij nimmermeer de toepasiing zal vergen in ,, de andere Staaten, als fteeds getrouw aan „ haare plegtige geloften, van zich niet te be„ moeijen met het beftuur der vreemde na„ tiè'n. „ Uwe befluiten, nopens de reörganifatie van „ uwlieder leger en herfleliing uwer landmagt, zullen haare opmerkzaamheid niet ontglippen, „ in het oogenblik, waarin gijlieden haar een „ tractaat van bondgenootfchap voorttelt. „ De Nationaale Conventie zal den moed „ eens Volks weeten te waardeeren, 't welk tagtig „ jaaren lang geilreeden heeft om vrij te zijn. „ Zij zal niet uit het oog verliezen, de ta„ lenten en behaalde overwinningen uwer zee„ helden. — Haar is bewust wat men van de „ Bataaven te wagten hebbe op dat element, „ waarop zij zo menigmaalen de overwinning „ voor hunne vrijheid bevogten; aan 't welk „ zij den grond ontrukt hebben, dien zij bewoo,» nen, en dat tevens de getuige is van hun„ nen dapperen moed en nijverigheid. „ Indien, gelijk wij zulks verlangen, het „ tractaat van bondgenootfchap, voorgefteld door „ de Staaten Generaal der vereenigde Neder„ landen, en waartoe op nieuw verzoek gefchie- „ den