D E JONGE REIZIGER DOOR NEDERLAND, Zynd e een verzameling van brieven, waarin al het merkwaardige der 2even vereenigde gewesten is by een verzamelt, en doormengd mtt zodanige gebeurtenissen, t en gesprekken, als den schryv e r in zyne r e i z e" voorkwamen. III. DEELS, I. STUK. uitgegebven door ' JAN A. B A C K E R. Te AMSTERDAM, Èy 1). M. LANGEVELI). ii d c c x c.   D E JONGE REIZIGER door N E D E R L A N D, IÏI. DEELS, I. STOK. , I. B li 1 É F. Ferdinand aan Ka rel. Amfterdam den 27 Juny 17— as u dan niet mooglyk, fchryftgy, om over te komen. Wel ik kan het niet helpen , evenwel ik ben 'er knorrig om, wy hebben ons hier deeze dagen uitmuntend vermaakt, en gy hebt zo voor uw hart als anders veel verzuimd, dat gy u de gelegenheid hebt laaten ontglippen, om den Heer Goudwaard te leeren kennen; ook hy verlangde om u te zien , uit hoofde van het HL Deel. A a diée  4 de JONGE REIZIGER idee dat ik hem van uw perfoontje gegeeven heb. —Bedank my hier voor. Den 24 's morgens, was ik al vroeg by der handen geene brieven te fchryven hebbende, dan die aan u, en u verwachtende^ maakte ik het volgend versje, op den verjaardag van myne Cbarlotte welke dien dag inviel, en by welke gelegenheid wy allen dien middag by haar ter maaltyd verzocht waaren. Dus luidt het; Wy zullen het hoofd maar weg laaten. Zo ooit natuur zich in zich zelf vftrhcugt, Wanneer ?e een pronkbeeld voor de jeugd, Een meesterftuk van fchocn, van edelheid en deugd, Na wisfe regels fehept, om aan 'c hselal te wyzen, Hoe onbegrensd haar magt in haare werking is, Pan ziet gy jaar op jaar dees dag met wellust ryzen, En beelt op 't fchoon gelaat dees haar geheimenis. Charlotte! wellust van myn leven, minde voor, om over en weder motié te doen, 't geen aangenomen zynde, vraagde het Bel-  door NEDERLAND. ïr h aan Goudwaard, die meede zulks goedkeurde, waar op Predrikjiad zeide: „en wy zus, „ doen het van zelve." 't Slot was dat alle Heeren verloren, en alle Dames wonnen, niet uit toegevenheid maar rein fpel, dan ik meen, dat onze Jufvrouwen 'er iets of wat van zeiden. Kort, zo ik ooit met vermaak a 1'hombre fpeelde, 't was in deeze party, die ten half tien eindigde, toen wy aan het loupé gin* gen, en ons weder tot na twaalf uur uitmun- tend vermaakten. > Zie daar rekenfchap van den 25, nu nog van gisteren en heeden. Men had bepaald dat het gezelfcbap gisteren middag by ons zou koomen dineeren. . Over den voormiddag wordt nooit vooraf gehandelt, om dat Peterfen zyne zaaken heeft, maar nooit gebeurt het of 'er is een plan voor den namiddag en den avond , gelyk dit in een fatzoenlyk huis past, daar men iemand verwaardigt te logeeren. De ochtend bezigheid van den Heer Goudwaard en my, befiond uit hoofde van het regenachtig weder in eene naleezing over 't gebeurde in die coilegietuin, en het maaken van daar op gepaste aanmerkingen. — Wy wenschten een zodanig gegalloneert mannetje wel eens  t» be JONGE REIZIGER; eens afhanglyk te zien van een arm bedaard man, die zyn windbuilery bewust was, zyn grootheid door een gefchonken ampt kende, en geneigd was om in hem een voorbeeld te flellen, voor alle zulke faietrekeltjes, die hun evenmensch verachten, zonder daar toe reden te hebben, en niemand beleeftheid bewyzen dan die met hem omdwaalen in het doolhof van valfche glorie, modes en huichelary. Laag, kruipend laag zou zulk een ding worden. Zo ver geloof ik, dat het medelyden my bezielen zoude, over zyn gegalonneerde rok, anders zou ik hem ten ftraf opleggen veertien dagen in een gaarkeuken ach- 1 ter tafel te dienen^ om dus de eerfte beginfelen Hechts te leeren , hoe menfehen en menichen elkander behooren te behandelen, en dan amende honorabk gedaan hebbende, zou ik hem permitteeren om in zyn ouden kring te ,rug te keereh, ten einde hy zyne medemakkers mededeelde, hoe hy nu geleerd had zyn fatzoen te houden. Stappen wy af van den Jongen die zyn ceremoniemeester te vroeg ontlopen moet zyn. — — Of mooglyk heeft hy 'er geene gehad, en dat al het fraai in üem copy der broeder- fchap is. De  door NEDERLAND. i3 De Heer Goudwaard heden morgen, ge?yk ook gebeurd is, willende vertrekken, be< greep Belle dat wy gisteren middag met ons kringetje hier aan huis moesten eeten. ——• Dus al weder eene aangenaame party, ryk in zyne aanriehting, en ryk in verfcheidenheid van gefprekken die het hart verbeteren, en 't verftand fcherpen en uitbreiden. In den nlmiddag wierd een tour per kap wagen en fargon gemaakt, op de laatfte zat uw vriend met Charlot te, op de eerfte het overig gezelfchap waar van Fredrikfïad de koetzier was. Wy reeden als \ waare, de Stad op een^ardige wyze van buiten rond, name< lyk de Haarlemmer weg op, tot door het tolhek, daar links afgeflaagen na Osdorp, Slooten, den Overtoom, zo de Amftelveeniche weg op, langs de Kalfjes/aan, na Ouwerkerk, en toen recht door na Diemen; en den hoogen dyk te rug, de Muiderpoort in, na huis. Belle en Elize beklaagde zich over de discourfen der Heeren, want het had meest geloopen over het gebeurde in deeze ftreeken, maar Cbarlotte betuigde daar van geen last te hebben gehad; nu Karei, ik dacht ook minst op hatteryen en attacques: wy hadden buiten zulks overvloed van discours, en ik verzeker  14 de JONGE REIZIGER ker u dat ik my niet beter kon de amufeeren, dan ik gedaan nebbe. Wonderbaar kan den*'mensch den mensch bevallen, hart voor hem krygen, en vriendfchap maaken die duurzaam is. Toen 'er by het heen gaan affcheid van den Heere Goudwaard genomen wierde , fchreiden alle drie onze jufvrouwen. Een lief man, een fraai Heer, een edel mensch, en zulke lof fpraken meer, fluisterden zy elkander in het oor, myn Vriend was ook aangedaan en 'ér is bepaald dat het geheele gezelfchap in een volgend jaar, (dewyl het deeze zomer, om meer dan eene reden, niet gebeuren fconj eeni- ge dagen na den Haag zal gaan. - De beste man is deezen morgen ten acht uuren met een fargon vertrokken, de hemel zegene hem. Na ayne afreis; hield ik Belle, die vry wat aangedaan was, tot tien uur gezelfchap, en verlustigden wy ons in het opmaaken van zyn edel caracter. 't Overige van mynen dag is verfleeten aan het huis van myne dierbaare, met wie ik tot half tien alleen was, evenwel ik nam geen af. fcheid, dit zal morgen gebeuren, wanneer ik my met de fargon ten vkr uuren zal laaten over-  o o-o r NEDERLAND. 15 ten overzetten en den nacht in Edam door» brengen, om zo vervolgens het geheele Noorderkwartier door te reizen en u dan een korte vifite te geeven. ——- Ik moet afbreeken door vaak, ook heb ik niets byzonders meer. Vaarwel! met weinig dagen ben ik by u, wanneer ik mondeling hoop te betuigen hoe zeer ik bgn &c.  t6 de JONGE REIZIGER IL B R I E F, Ferdinand aan Chaklotte, Edam den 21 Juny 17— Xk heb reeds veel te fchryven, myne Charlotte, maar het affcheid van u en onze vriendenkring maakt my inderdaad nog ongefchikt om de zaaken zo voortedraagen als zij verdienen. Ik zal echter eene pooging doen om myn hart in te willigen, in myne belofte te ftaa. ven. O Charlotte, waarom is het noodlot ons zo ongunftig? waarom mogen wy, wier harten zo volkoomen vereenigd zyn, niet zaamen lee< yen? Waarde, onze innerlyke fchraapzuchtige voogden beletten zulks, doch welhaast zult gy majorin zyn, en dan, dan zal onze gelukzon daagen, gelyk die der lente by den zuiverden morgen. Wat ik gevoeld heb, toen ik H  door NEDERLAND, t/ ü allen zag weg ryden, kan ik niet befchryven. Ik zsg ook uwe aandoening myne beste, die van Belle was meede niet gering, hoe zag zy uit het portier, zo lang tot de fchuit buiten de laag was? —— "de lieve vrouw! en onze zachte Elize, 6, het edel meisje mikte! «. Peter fin en Fredrikfïad drukten my de hand op eene wyze die ook hun gevoel toonden. - Ik moest af breeken Cb ar lotte, en daarom zeide ik: nu geen •woorden meer, God zegen tt aïlen, vaarwel/ —< vloog de trap af, en fprong in de fchuit. Gy vergeeft my dit hoop ik, het gefchiede om best "jvilJe. Mooglyk hebt gy gezien myne beminde , daÉ 'er maar weinig Menichen in de fchuit waaren, dan het gezelfchap was aangenaam, of wilt gy vermaaklyk. Een der vrolykften was een oud Kapitein, die thans ergens over 't Y zyne renten leeft, en ons zeer diverteerden met de wonderen die hy op zyne reizen gezien hadde. Oni hem te toetzen, na hy ons aanmerklyke gevallen tenbewyzen van de vatbaarheid der Ourang Outangs verhaald hadde,vraagde een bedaard Heer met een zeer gepaste toon: „ maar Mynheer, „ wy hebben in de oude Gef-hiedenisfen van dï£ „ Land, dat hier omtrent eene meermin zou ,5 gevangen zyn; dit is my altoos ongelooflyk III. Deel. ü* voo  i8 de JONGE REIZIGER a, voorgekomen, heeft UEd. 'er ooit eene ge- „ zien ?" < Het antwoord was gereed. „ Gezien? ik heb 'er meer van gezien, dan ik „ thans zeggen durf, ( wyzende op een vrouw „ dietinnen in zat). Wy kwamen eens van „ de kust met fiaaven, en dreeven na wy eerst niet „ ongelukkig geweest waren,omtrent vier weeken ,, met eene doodelyke ftilte; geen wolkje aan „ de lucht j en dus al den dag brandende hitte, „ en raazende dorst, 't geen ten gevolg hadde, „ dat ons water fterk verminderde, en onze „ kapitein, (terwyl ik nog als Huurman voer,) „ ons op rantzoen zette, en dat ten laatften zo >, klein maakte, terwyl hy in de kajuit van geen „ rantzoen wist, dat het volk begon te muiten, s, de jonge roet geweld een flesch water ontnam, „ en den kapitein dreigden te vermoorden. Al„ thans Heeren, 't ging zo verre, dat het wei„ nig gefcheeld hadde, of zy hadden tot aller „ ongeluk de fiaaven los gemaakt, ons doodge- flaagen, en het fchip afgeloopen. De Bootsa, man, die wel is waar, onder de rebellen bej, hoorde, wasechter zo bezadigd, dat hy het gevaar van dien aanflagbegreep,dezelveman„ moedig te keer ging, en het daartoe bragt, „ dat hy en de fchieman, met ons, die ons toen „ reeds in ds kajuit verfterkt hadden, in onder- „ han-  Door NEDERLAND* j, handeling zou treeden, en zien of niet alles in der minne te fchikken was. Eer dit echter! 5, te weeg gebragt kon worden, beproefden dé „ oproerigen een aanval van tusfchen deks op dfi kajuit, dan een paar draaibasjes met fchrood „ gelaaden, deeden hun terugkeeren, dewyl 3, door derzelver losbranding drie kaerels dood 5, gefchooten, en verfcheidene andere gekwetst %i wierden. ,, De onderhandeling nü wierd begonöerï, eri „ het begeerde tot ftand gebragt. Name- lyk, dat de kajuit even zo gerantzoeneert 3, zou worden als de dek - officieren en janmaat* 33 Tot guarantie der Vreede echter bleef aart ons1 b om de gemaakte verfchanfingen te mogen be« ,, houden, mids dezelve opruimende in het ge)? zicht der eilanden, en dat 'er verder geeil rapport van zou gedaan worden. — De vrees dié wy met dat alles by ons hadden, gaf 3, aanleiding dat of de kapitein of ik altoos op 3, het dek was. —— Op zekeren morgen nu, „ daar ik eigenlyk op wil koomen, dat ik de „ wacht op het halfdek had, en het dien nacht niet zeer rustig, zo in de hangmatten als otx* der 't wachtsvolk was toegegaan, dryvends „ wy nog al met doodlyke ftilte, zonder voor* ,, uitzicht, trappelde ik by den dageraad het ,j half dek al op en neder. » -> Over ftunr£ % 3, bs>oi4  co de JONGE REIZIGER „ boord ziende, zag ik van verre eenige verhe* „ venheden op 't water, daar ik eerst geen „ denkbeeld van konde maaken, maar toen her. „ meer aanlichte, bleek het duidelyk, dat het ,, omtrent veertien of zestien zo meermannen als meerminnen waaren, die hand aan hand in „ eenen kring dansten,en wonderbaare geluiden gaven, 't VVachtsvolk hoorde en zag dit met „ my, en fchrikte. ' Zy riepen weldraa hunne „ makkers, en wy allen zagen hun, met drift ;, na ons toekomen. Kortom zy omcingelden „ het fchip, en degden zo veel pooging om te „ enteren, dat wy van zommigen, genoeg dui„ delykl konden zien, dat zy ter halverlyf mensch, „ ter halverlyf visrh waaren. Onze kapitein, „ dat een flimme duivel, en een asfurante vent », was, maakte gebruik van de vrees die in het „ volk zat, en met zo veel kunst, dat hy my „ zelf ook bedremmelde. God dank, zei hy, „ na deeze fchepfels gezien te hebben, nu is „ 'er verlosfing, mannen,gedraag u nu gedwee, gy ziet wat de Hemel voor ons doet. En 'er „ zullen vast meer komen als gy langer revol„ teert. Kort om, het volk wierd als lammeren; „ de Zeemenfchen bleeven omtrent een uur nog om ons heen, trokken al fchreenwende weder „ af.en eer het avond was,hadden wy zo veel. ,, koelte', dat wy zeil moesten minderen, en  door NEDERLAND, ii „ onze reis was binnen drie dagen afgelegd." Gy begrypt myne beste, dat v/y veel moeite hadden,die man zyne wonderen zonder lagchen te hooren uitvertellen. —-— Dan hieromtrent moet ik my verwonderen over de bezadigdheid van dien bedaarden Heer. Zender eenige aanmerkingen op het verhaalen te maaken, zeide hy. ——— 2o dat die weezens dan werkelyk befhan ? „ Maar kapitein, daar gy zo veel ge„ zien hebt, moet ik u nog een vraag doen. — „ Jan Luiken, was zeker een bekwaam zede„ dichter, al fchrcef hy de Duitfche Lier, en ., een goed Christen, maar die vertelt ergens van ,, een Engel, die by een vrouw voor het bed 9> kwam en vrede verkondigde; hebt gy ook „Engels gezien?" — Engels! Engels! „ wacht eens, (was het antwoord) neen, of „ Rodney moest 'er een geweest zyn, maar die ,, was van dat zoort niet. Vraag dat maar „ aan al de St. Euftatiusvaarders van 17'vi." — Dit maakte de toneelen zo ernftig, dat ik niet goed kan vinden, lieve Lot, om die te fchilde.. ren. Alleen moet ik 'er u dit van zeggen, dat de oud-kapitein by die fraaiigheid ook zyn fchip was kwyt geraakt, dus de roemruchtige dood van Krul had bygewoond, en de notabele fchadens van onzen Republicq op millioenen begrooten durfde. B 3 Toen  de JONGE REIZIGER Toen wy naby Buikfloot kwamen, vraagde ik den bedaarden Heer, of zyn reis verder lag? En verneemende dat hy na Monnikken. dam moest, bood ik hem eene plaats in myne fargon, die hy met zeer veel erkentenis aannam. Omtrent een kwartier na ons, kwam Hendrik, en wy vervolgden onze reis, waar van de overige byzonderheden aan onze Heeren, u myne beste, zal ik alleen nog onderhouden over de gefprekken tusfchen dien goeden Heer Hazewind, js zyn naam, en my. Terwyl wy nog in de herberg op Hendrik wachten, betuigden wy onderling onze verwondering, hoe het mooglyk zyn konde, dat iemand al was hy geheel onbekendst geen met den oudkapitein hier zo niet was, zulke onbefchaamde Jogens durft voorbrengen, geloof eisfchen, en denken dat het hart hen zulks inwilligt. . Dit deed ons overgaan tot het byzondere der menschlyke cararfters, „ in allen (zeide die Heer) ,, zyn feilen, menschlyke afwykingen van huna» pe pligten, van braafheid en deugd, Ik ben „ een vyand van haat, (vervolgde hy) maar w drie carafters zyn by myhaatlyk, affchuwlyk, v der menfchelyke maatfchappy onwaardig, naJ? melyk: de Lasteraar, de Logenaar en de „ Dobbelaar. —— Allen zyn moordenaars, de v, €f?ftQ van onze eer, de. tweede van ons edel- M moe*  door NEDERLAND 23 ,, moedig vertrouwen en de derde van onze beurs, „ zodra hy ongelukkig Ipeelt." Gy weet myne Lieve hoe dit met myne denkbeelden ftrookt; en niets is zekerder, dan als wy in zulke gewichtige pointen harmonieeren, dan fympathifeereii wy ten minften in zo verre, dat men met vermaak elkanders gezelfchap geniet, geduurende een zo kort reisje. Laat ik u eens een pourtrait fchilderen lieve Lot, van deezen eerlyken man,die ik hier,toen ik van de by hem genootene beleeftheden iprak, niet weinig hoorde roemen. In houding en gelaatstrekken, heeft hy zeer veel van Vrymond; in kleeding veifchilt hy even zo veel, want zyn zondags pak is een donker blaauwen kneeprok, kamifool en broek, van het zelfde ftuk, een ronde pruik, en wat daar verder by hoort, 't geen de geestige Janus, op zyne wys, even zo befpotlyk (hoewel ten onrechte) heeft voorgedraagen, als de overlevering het af beeldzei van Ezopus tot ons gebragt heeft. . Mooglyk om dat die anders groote Ezopus een fiaaf der voornaamften des volks was. Want waare hy een zo vry werkend weezen als andere gebogchelden, die wy wel gezien hebben , geweest, geen fterveling had ons een minder deftig gelaat van hem durven voordraagen, dan 't geen wy op de penningen der Alexanders, B 4 der  H pe JONGE REIZIGER der Ccefars, of wilt gy het meer paralel, dan der Dsmoftenen en Cicero's zien afgebeeld. _ Keeren wy te rug Lot! Het kleed maakt den man zegt Raabner, gy myne Lieve, hebt my onlangs gezegd dat het aan uw huis zo niet was. ^ J3y niy is het ook gantsch anders, en myn eigen dagelyks figuur bewyst dit genoeg, want ik ben verwaand genoeg Lot om te gelooven, dat zo als ik ben, ik nog alzo iets beteken, dat meer is dan onze hier voor bedoelde Ezopus. Neem my deeze uitweiding niet kwalyk, of verveelt hy u, leg den brief weg, —- gooi hem op het vuur, gy myn lieve Lot moogt alles, -— Doch dat ik niet te fentimenteel worde. - dit is misdaad, hoog verraad en al wat gy wilt by die Vrienden, die het fentimenteele in den grond niet kennen, en verwaand genoeg zyn om het te beoordeelen, By de zulke die het op hunne waarde fchatten, zo als myne Cbarlotte, wordt alleen het overdreevene veracht. Nu, myn Hazewind, zyn carafter js vryheidlievend, dus edel, vriendfchaphoudend, oprecht, zo in bande!, als wandel, zegt ons veel betekenend fpreekwoordmaar — wat fpotachtig —— Dit bericht heb ik van hem, en het ftemt best in met myne ondervinding, in den korten tyd van ons gaanienzyn. Te,  door NEDERLAND. 25 Te Broek vertoefden wy mynendhalven, omtrent drie kwartier,dit is het netfte en zindelyk. 11e plaatsje van mibfchien de gantfche waerelt, zeer bekoorlyk gelegen tusfchen twee meirtjes. Myn Reisgenoot had kennis aan een der voornaamfle kooplieden van deeze plaats, en ging met my derwaard. Zo eenvouwig als het huis van buiten was, zo prachtig en kostbaar wasalles inwendig, goud en zilver, verlakt- en gladhoutwerk, overkropte hier elkander; hoe veele etages vloerkleeden 'er op een "lagen durf ik niet zeggen , evenwel moesten wy de fchoenen aan de deur uittrekken, wilden wy het genoegen hebben hier het bewys van rykdoni te befchouwen. — De Heer en Dame , de laatfte was niet weinig met juweelen behangen, logeerden echter niet dan des nachts in dit huis, maar in een kleinder dat 'er voorftond, iets dat my ergerde. Over 't algemeen genomen is de rykdom hier mateloos groot,zegt men, en de armoede.geheel onbekend. Koophandel, Zeevaart en Asfurantie zyn hier door de geheele waereld uitgebreid, en de gewichtige bronnen van den bloei deezer aangenaame piaatfe. Van hier voortrydende, zeide ik myn oogmerk om my met een vaartuigje na 't eiland Marken te laaten roeien, legge ide dit byna vlak B 5 ovet  25 »b JONGE REIZIGER over Monnikkendam, doch hy ontraade zulks; als der moeite niet waardig zynde, beitaande hetzelve, volgens zyn zeggen, flechts in eenige kleine zeer armoedige buurtjes, allen door visfchers bewoond; alleen de dracht der vrouwen is hier geheel weder afgelcheiden van die van alle andere oorden, doch gy myne Cbarlotte hebt genoeg van die vrouwen zien wande len, om 'er een denkbeeld van te vormen, beter zeker, dan ik u zoude kunnen befchryven. De Dichter Claas Bruin, zingt 'er dus van in zyne Noordhollandfche Arcadia. „ Geen vreemder zag ik ooit in Twent of Drent. „Geen pen behoeft'sdorps oudheid ons teontvouwen, „ Men vind ze klaar in 't huize! van deez vrouwen , „En 't hangend hair dat langs heur wangen zwiert, „ Als of men hier het vrolyk hoogtyd viert „ Van Bachus en zyn dartle Bacchenaalen. „Neen, dees kleedy, hoe nedrig gaat de paaien „Van 'sLands gewoonte en billykheid voorby, „ Zo wel als dio waar in de hovaardy „Haar zetel vest om harten te verheffen. Zo dat de Marker bonton dien dichter ook al niet bevalt. Ik  boor NEDERLAND. 27 Ik heb dus dit tourtje gehaakt, te meer om dat het al wat laat geworden zou hebben, als ik van avond herwaard wilde. — Toen wy te Monnikkendam kwamen, wilde de Heer Hazewind met aandrang dat ik blyven zoude, biedende my bed en tafel, dan ik bedankte, wyl ik myn plan volvoeren wilde. Evenwel moest ik een uurtje by hem doorbrengen, dat ik met zeer veel genoegen fleet, deels om zyne vriendelykheid en die van zyne huisvrouw, een bevallig, zeer netjes, fchoon niet prachtig gekleed boerinnetje; deels dewyl hy my die gefchiedkundige trekken wegens de ftad meededeelde, welke ik den Heer Peter Jen fchryven zal, en dewyl het daar toe tyd begint te worden, zal myne Cbarlotte my gelieven toe te ftaan, dat ik deeze eindige, onder de oprechte verzekering dat myn hart nog eene niet geringe te onvreedenheid met zich om* draagt, voortvloeijende uit de bedenking, dat ik thans weder afgefcheiden ben van het edel voorwerp myner blaakende liefde, en den kring myner achtenswaardige vrienden en vriendinnen. Rust wel beste, ik heb de eer te zyn, &c. IIL  28 de JONGE REIZIGER III. BRIEF. Ferdinand aan Pet er sen. Edam den 28 Juny 17— en uwe Beminde, zy nogmaals hartelyk dank gezegd, voor de betoonde vriendiykheden. Eenmaal hoop ik zal 'er een tyd dagen, welke my de heilryke gelegenheid verfchaffen zal, om «u myne daadlyke erkentenis te betoonen , — en dan - dan Peterfen zal myn hart met dat genoegen flaan, 't geen alleen gevoeld kan worden door de waare vriendfehap in een kring gefield om zich met dien eenvouwigen luister te verwonen , welke haar zo wel als de liefde eigen is. In den brief aan myne Charhtte, heb ik de geringe aanmerkenswaardigheden, van myn tourtje op Monnikkendam gemeld. — Van het eiland Marken ,heb ik 'er nog dit by te voegen, dat het in het midden der dertiende eeuw verkogt wierd, aan het Mariengaarder klooster, toen naby Leeuwaarden gelegen, door Heer Klaas van Petfyn althans gedeeltelyk, Margaretha Gravin»  door NEDERLAND. 20 vinne van Holland, nam het die Geesflyken Ao. 1348 af, en voegde het aan 'deeze Provin* cie, gelyk Karei van Bourgondien, in 1470 omtrent het overig gedeelte verrichte. —— De gelegenheid van dit eilandje, gaf niet zelden aanleiding dat men het tot eene verzamelplaats verkoos, wanneer men voorneemens was een landing te onderneemen, tegens deeze of geene nabuurige kusten of plaatzen. Dan ook hier om had het dikwerf, zo van de Westvriezen, als andere niet weinig te lyden. Byzonder hebben die van Kampen hetzelve, Ao. 1420, deerlyk geteistert, en fchier geheel afgebrand. ■ ■ ■ Watervloeden, behooren mede tot de plaagen van deeze pas boven de zee verheevene buurtjes De Gefchiedenis meld byzonder van het jaar 1665, doch in de akelige nachten van 15 en 20 November 1775 en l7?6 was het hierzekerniet minder akelig. Gy, myn vriend weet beter dan ik, hoe het toen a cosd was, en kunt daar uit genoegzaam oordeelen, dat het hier tot den hemel fchreiend benaauwd moet geweest zyn. Monnikkendam, zo als gy weet, de zestiende der ftem in Staat hebbende Steden van deeze Provincie, en de vyfde vin het Noorder-kwartier , legt aan de Goudzee, het water tusfchen de vaste kust alhier en 't eiland Marken. 't Water zeide my de Heer Hazewind, moet al vry  30 dê JONGE REIZIGER vry hoog zyn opgeduwd als deeze Goudzee voor maar middelmatige fcheepen vaarbaar zyn zal, zo ondiep is zy, en dit is de oorzaak der verzanding van deeze ftads haven. De naamsreden van deeze plaats gelooft meii algemeen oorfprongelyk te zyn van eene Dam welke in het naby geleegen mehtje, het Monnikenmeirtje genoemd, gelegd wierd. De Iladsrechten, fchoon deeze plaats al merkelyk vroeger bekend was, zyn de Inwoonders vergund door Hertog van Beieren, omtrend het midden der veertiende eeuw. — In den twist der Hoekfchen en Kabbelliaauwfchen, kwamen die van Kennemerland de ftad ten voordeele van Vrouw Jacoba inneemen. Brand was ook meermaals hec droevig lut, waar van deeze plaats te lyden hadde. Ao. 1499 en 1515 woede die jammerplaag hier deerlyk, voor al de eerfiemaal toen 'er niet meer dan tachtig huizen in het geheel overbleeven. Dè kerk, een vrouwenklooster en een daar om heenftaand aantal huizen, waaren het overfchot van den tweeden. In 1504 meenden de GelderJcben, Monnikkendam te veroveren, doch men belette hunnen toeleg, en zy moesten met verlies te rug keeren. Beter gelukten het de Watergeuzen, die in Lentemaand 1571 het Texelfche gat binnen val»  door NEDERLAND, 31 vallende, onder anderen ook deeze ftad overmeesterden , plunderden en brandfchatten, neemende voor de voldoening van het laatfte eenige der voornaamfte Ingezetenen gevangen. De Staatfche party kreeg hier in Juny 1572 en wel op den 26 de overhand. Twee jaaren laater kwam een aantal der nog Spaanschgezinde Amfterdammers, hier omtrent plunderen en rooven, doch de moedige uitval by die van Monnikkendam ondernomen, had zulk een gelukkig gevolg dat zy hun niet alleen den buit ontrukten, maar byna de helft der vyandlyke fcheepen, waar mede die ten getale van veertig geland waren, veroverden. Men vindt aangetekend, dat de Regeering alhier,Ao. i6i3 almede verandert wierd, ten einde de vier jaaren te vooren genomene Refolutie der meerderheid van de ftemhebbende lieden, om den vrede in de kerk te bevorderen, en te onderfteunen. De Prins ondernam zulks met omtrent driehondert Soldaaten, en het bedoelde bereikt hebbende, trok hy weder af. Ook hier ter fleede fprong 1623 de kruidmolen, waardoor de ftad geweldige fchade leed. Ziedaar de hoofdtrekken deezer ltads gefchiedenis. De beftaansmiddelen van deeze plaats zyn fcheepsredery, lynbaar.en, zeepfièderyen, zyde- wee-  32' de JONGE REIZIGER weeveryen en bokkinghangen. — De wondere tuimelgeest van 1720 werkte ook hier kragtdadig, zo, dat men my wil doen geloven, als of by deeze Stad alleen zou ingtekend geweest zyn, de fumma van twintig millioenen guldens - Dan dit koomt my geheel onwaarfchynlyk voor. — Dat 'er zo hier als elders een fpoedig einde tot fchade en fchand van duizenden op volgde, behoef ik niet te zeggen. Wat de gedaante der ftad belangt, zy is eenigfints langwerpig, aan de noordzyde merkelykfmalder dan in 'c zuiden, vry luchtig met water doorfheeden en met geregelde ftraaten voorzien, jammer is 't van die fchoone haven, dat hy tot het fchier onbruikbaare en mooglyk onherfteibaare verzand is. - De wallen zyn gedéeltelyk aardwerk, gedeeltelyk oude muuren, uit hoofde van de rondsom leggende vette weidlanden, thans met wel dygende ründers beflaagcn, is het gezicht van dé wal aan de landzyde overheerlyk, en aan den zeekant over de Goudzee , op Marken na 't Pampus, en de Zuiderzee is niet min bekoorlyk. — 't Getal der poorten is vier, te weeten de INieuwepoort. Zakfteegspoort, Noorderpoort en Zuideinderpoort. Van deeze is de eeriie wel het fraaifte gebouw. 'Er  door NEDERLAND» 3g 'Er is maar eene gereformeerde kerk alhier, welke te midden in hoog opgaande boomen, in de zuidwesthoek , naby de wal ftaat. Een hooge en welgebouwde tooren verciert dezelve, wy zyn 'er ter loops in geweest, zy is luchtig, ruim, met een goed koor, en rustende op een aantal pylaaren. Byzonders echter is hier niet. De andere Godsdienftige gebouwen alhier, zyn , de kerk der Lutheraanen, der Waterlandfche Doopsgezinden, een ftatie der Roomfchen en een Weeshuis , zo voor arme als burgerkindertjes. Voormaals pleegen de burgerkindexen afzonderïyk gehuist te zyn, doch in het begin van deeze 'eeuw vond men goed, hun met de arme tot eeh huisgezin te verzamelen. 't Stadhuis alhier is klein, pronkende met een zeldzaam gebouwd tocrentje, in 't laatst der zestiende eeuw daar op gezet. 't Aan- merklykfte dat hier te bezichtigen valt, is de Ridder order van het gulde vlies, welke de Graaf de Bosfu na het verliezen van den {lag op de Zuiderzee, Ao. 1573 aan den toenmaals hier regeerende Burgemeester Cornelis Dir%s« zoon vereerde. Als men de Doek, de voornaamfre herberg alhier uitzondert, zyn my ge ene andere openbaare gebouwen bewust; maar de ftad "heeft III. DfiEu C -ee$  34 de JONGE REIZIGER een goed aantal particuliere hnizen, welke geea geringe vertoning maaken, zo dat het plaatsje over het geheel genomen fraai mag genoemd worden. Na dus de ftad doorgewandelt, en 't genoemde bezichtigd te hebben, kwam Hendrik my van het huis des Heeren Hazewinds afnaaien, en ik vervolgde myn tourtje zonder merkwaardige gebeurtenisfen her waard, koomende ten tien uuren alhier aan, en neemende myn intrék in het Heeren Logement. Dewyl ik my hier niet lang denk op te houden, zal ik alvorens deezen te eindigen, unog eenige gefchiedkundige trekken deeze Stad aangaande meededeelen, en dan uit Hoorn morgen avond, 't geen ik hier gezien hebbe, t zy aan u of onzen Fredrikfïad, aan wien, benevens zyne zachtaarte zuster, myne erkentenis, hoogachting en heilbede by deezen betuigd wordt. Edam nu s de vyftiende ftemmende ftad deezer Provincie, legt na by de Zuiderzee, waar in haare lange voordeelige haven zyn uitwatering heeft. — De naamsoorfprong is al weder zaamen gefield, uit die van het watertje de Purmerle genoemd, en den daar in gelegden Dam. Hier pver valt dus niet meer te zeggen.  door NEDÉRLAND. 35 De gedaante fchynt my uit eene platte grond welke ik voor my heb,even als 'Vomikkendam, langwerpig, op het een einde breede* dan op het andere: de grachten welke de Had ödSt en west doorinyden, zyn zo wel als de dwarsgrachtjes, en voornaame ifraaten zeer geregeld fommige zyn vercierd met fraai geboomte. De wal is zindelyk, maar van geen iierkte. ———* De namen der Poorten, zeven in getal, zyn s de Noorderpoort ,de Westerpoort ,de Monmkkenüammerpoort, de Gevangenpoort, de Keetpocrp, de Oosterpoort en Kaaip-ort. ——- De twee laatfte aan de haven ftaande, zyn fraaije gebouwen. De oudheid van deeze ftad klimt tot geene byzondere hoogte; 't Eerst geloof ik dat men daar van by gefchriften vermeld vind, is in den jaare 1401 by gelegenheid van een handvest van Hertog Albrecbt van Beieren. Hoewel anderen willen dat de ftad al in den jaare 1257 bekend was, door twee handvesten Van Hertog Willem van Beieren, inhoudende, dat een Poorter van Edam het leven verbeurt heb. bende, niet meer mogt verbeuren dan de helft zyner goederen. Even als Monnikkendam onderging deeze ftad de overweldiging der Kennemerlanders ten voordeele van vrouw Jacoba,m ruim vyftig jaaren laater, dus aan het einde der C a vyf;  $6 de JONGE REIZIGER vyftiende eeuw, begon zy zich meede te mosieri in het kaas en broodfpel. In den zoen met den Hertog van Saxen; moesten zy acht hondert gouden andries gul. dens betaalen. Zy bleef de party der Spanjaarden, in de tachtig jaarige beroerten aank'eeven, tot den twintïgften van Juny 1572 toen zy de zyde der Staaten koos, en de dappere Sommy den edele Willem de Graaf als bevelhebber over de ftad aanftelde. Met betrekking tot de kerkberoertens, in 't begin der vorige eeuw, was zy de zyde der navolgers van Calvinus toegedaan, en dus was het onnodig dat de doorluchtige Prins MauritSj hier eenige verandering in de Regeering vorderde of te weeg bragt. De vermaardfte ongelukken van brand deeze ftad overgekoomen, zyn voorgevallen in de jaaren 1587, 1603, 1643 ett 1^9. De voor; naamfte was de tweede, die veroorzaakt was door het inflaan van den blixem in de tooren, welke nevens de keTk en byna dertig huizen geheel in kooien gelegd wierd. Men zag echter telkens het verteerde met vernieuwde glanslèn als uit de asfche verryzen. Daar de ftad zo als wy gezien hebben," gantsch niet ongunftig voor den zeehandel ge-  door NEDE RL A N D. s> léegen is, behoeft men zich niet te verwonderen , dat fcheepsbouw en' daar uit Voortvloeijende Fabricquen en Trafeqóeif niet weinig tot deszelfs bloei toebrengen — De houthandel is ItféÉ van geen minder gewicht, gélyk pemaklyk kan opgemaakt worden, u;c: de menigvuldige en groote verkoopingen, welke hier jaarïyks gehouden worden. Het ruftneeren vrm zout is hier ook een deel der btftbans middelen; dan daar Edam in, het ftuk van handd het meest om beroemd is ,. is de grootheid van zyne kaasmarkt, wordende alle in Noordholland gemaakt zynde kaas, Edammer kaas genoemd. Niet te min verliep deeze tak geweldig, en ging voornamenïyk tot Hoorn over, dan de vigilantie der Regeering is oorzaak dat dit verloop zich allengs aanmérklyk begint te herdellen. Wenschlyk is het voor de ftad en deszelfs Inwoonders dat dit herleevend begin fel tot zyn oude grootheid mogen opiteigeren. Nu myn vriend gaa ik ter ruste, om mor» gen voormiddag hier alles op te neemen, en na Hoorn te ïyden, van waar ik verder over deeze plaats aan Fredrikfïad zal fchryven. ■ Naleezende heb ik nog omtrent Monnikkendam vergeeten te melden, dat het de geboorte plaats geweest is, van eenen Hendrik Meyer C 3 wel-  88 de JONGE REIZIGER 1 welke een befchryving van die ftad opftelde, en onder zekere kaarct by Blaauva uitgegeeven plaatfte. Als ook dat hier als leeraar geftaan heeft, de wydvermaarde Wel Eerwaarde lieer Emmanuel Nieimetiiyd, wiens onvolpreezen Werk getyteld: Het recht gebruik der Waereltbefchouwwg zyn naam onfterflyk maakte , zyn geboorteplaats was Grafdyk, een dorpje gelegen op het zogenoemde Schermer eilana, behoorende onder Graft. Ik eindig,my met hartlyke eerbied noemen* de ens. iv;  door NEDERLAND. 3# VI. B R I E F. Ferdinand aan Fredrjkstad Hoorn den 39 Juny 17— CïTy vergeeft my wel myn waarde vriend, dat ik u en uwe Elize uit Edam alleen myne eom« plimenten heb laaten maaken, zonder zelf pligtelyk te fchryven, de tyd was zo kort, en ik inderdaad niet vlug, door de herinnering van ons affcheidjdaar te boven eenigzints vermoeid. ■ Thans zet ik my om u verflag te doen van 't geen ik in Edam bezichtigd hebbe. p- Doch voor af moeten wy eens een weinig fpreeken over 't beruchte geval, 't welk de Heer Hazewind, tegens den oud kapitein, zo bedaard als gepast aanhaalde, namenlyk dat van de Meermin, die door de boeren hier omfireeks woonende in de Purmermeer zoude gevangen zyn; te Edam gebragt, daar leeren fpinnen, en vervolgens na Haarlem vervoerd. ■ • Wat van deeze gebeurtenis zy is niet wel te C 4 be«  40 de JONGE REIZIGER bepaalen. — Zommigen zo als wy weeten houden dezelve ftyf en fteik ftaande, anderen ontkennen het geheele geval. — Dus laat 'er zich Langendyk van hooren, in zyne Graaven van Holland, en wel in het jaardicht, handelende over Hertog Alhrecht van Beieren , de zes-entwintigfte zo ik meen in den rang der geenen, die de Graaflykheid van Holland gedraagen hebben. Indien 't waarhsid zy 't geen's Lands cronyk vermeld.' Pooreenen Karmeliet te Haarlem opgefield, Is in hei Purmermeer een Meeremin vernomen, - Die in een dykbreuk uiï de zee is opgekomen, Zy wierd door Melkers met verwondering opgevat, En van Edam gevoerd te Haarlem in de StadMen gaf haar brood, zy fpon, deed poging om te fpreken En boog voor 't heilig kruis, ja maakte zelf het teken, Zo dat zy na haar dood op 't kerkhof wierd gelegd, By andere Kerftenen, gelyk de Schryver zegt, De oude Cronykfchryver Casparus Wachtendorp maakt het niet minder erg, doch ik zal hem niet uitfchryven, voor my "vriend, ik durf het beftaan deezer weezens niet te ontkennen de-  poon NEDERLAND. 41 dewyl ik.. Onderfcheidene fchippers gefprooken hebbe, die my plechtig betuigden dezelve ge« zien te hebben, maar altoos op een afftand, en fchuw, geenzints met de vrypostigheid dier reijende fchepfels, waar van de cud kapitein ver» haalde: de "Natuuronderzoekers ontkennen ook meestal hun béftaan niet , maar de eigenfchappen welke men deeze zeevrouw toekeurt, kan ik by geene mooglykheid geioovert. Haare gedaante, zo als men haar afbeelt in aanmerking neen^ende, fohypt het my. eene onmooglykheid dat zy zich recht op, (ten zy in het water) kon ftaande houden, en dit zo zynde veïvilt van zelve de gefchiedenis van het fpipnen, -, De overige nog onnatuurlyke fraaiheden zuilen wy maar overflaan. By gelegenheid uwe gedachten hier over eens in eenen brief. Nu weder tot de plaats zelve. Ik heb de geheele vest niet alleen, maar ook alle voornaame grachten en ftraaten, rondge wandelt en doorgekruist. — De wal is byzonder net en wordt zeer zindelyk onderhouden. De grachten en ftraaten zyn in het algemeen genomen niet minder proper, en wel bebouwd. Men vind hier en daar zeer fchoone huizen, en de publyke gebouwen zien 'er uitwendig allen zeer wel uit. Van het inwendige dadelyk nader. C 5 De  42 db JONGE REIZIGER De Kaasmarkt alwaar de Waag naby ftaat, is een fchoon ruim plein, zeer zindelyk bevloerd; de haven heeft eene aanmerklyke lengte en kan zeker een groot getal fcheepen bevatten, doch ik geloof niet dat zy voor diepgaande vaartuigen gefchik" is, althans van dat foort lagen 'er twee op de rede te losfeu; maar fmakken en koffen zag ik verfcheidecc binnen de hoofden. Ik heb my verwondert Frednkjlad over de groote menigte van houtwaaren, welke hier gevonden wordt, en deeze myne verwondering aan den kaftelein üaatende blyken, kreeg ik nog ten antwoord,dac 'er thans niet veel was, zynde 'er in de afgelopen week eene groote veiling gehouden, en geene fcheepen aangekomen; daar te boven zeide hy dat verre het grootfte gedeelte aan een huis van negotie in deeze ftad toebehoorden. ' . Doch als ik hem wel begreepen hebbe was geen klein deel daar van commisfie werk. — 't Moet echter een huis van aanbelang zyn daar zo veel omgaat,en de Ingezeetenen van zulk een plaatsje hebben zeer veel reden om een man van dat vermogen, die de ftad buiten alle twyfel op hondett onderfcheidene wyzen zo veel voordeel aanbrengt, alle hoogachting toe te draagen, voor al zo hy hier by gelyk ïk hoope, want ik heb d« eer niet hem te kennen, een man is, van een edel en weldenkend caracler. —— Dan philo- fo-  ©oor NEDERLAND. 43 fopbeeren wy hier over niet myn tyd duit my geene groote uitweidingen. Ik zal overgaan tot de befchryving of liever aanftipping der Gebouwen, en dewyl het zondag geweest is, een aanvang neemen met dé Kerken. - • De groote Kerk, die dicht aan de ftads wal ftaat, is een zeer goed gebouw, na dat in 1602 de oude kerk was afgebrand, ftichtre men deeze, die met een aantal fraai befchilderde glaazen pronkt. *£r is nng eene andere kerk, de kleine ge^ noemd, ftaande digt aan den dam, in dezelve ben ik niet geweest. De Lutherfche gemeente bouwde hier Ao. 1740 niet verre van den dam op de zogenoemde voorhaven, een deftige kerk waar^ omtrent als een fraai voorbeeld van verdraag. 2aamheid moet aangemerkt worden, dat de. zelve gedicht is op den grond van het oude ftadhuis, die met het geen daar op ftond door de Stadsregeeringe aan de Gemeente toegedaan zynde de onveranderde Augsburgfche confesfie gefchonken werdt. . Deeze edelmoedige daad heeft men ook vereeuwigd door het opfchrift geplaats m een fteen van den voorgevel 't Stad?  44- de JONGE REIZIGER 't Stadhuis is een nieuw gebouw van een zeer goed aanzien, in den jaare 17 37; uit den grond opgetimmerd en overal met fraaije behangfels in de vertrekken . vercierd. —— De Beurs die tegens het Stadhuis overftaat is klein maar proper. — De Waag die aan een andere hoek van den dam ftaat is ruim genoeg voor zyne beftemming. , Achter het Stadhuis is een aartig Vischmarkje, . , Voorts befiaan.de openbaare gebouwen van deeze ftad in een zogenaamd Prinfenhof, na by de groote kerk, 't zelve heeft zeer veele ruime vertrekken, die tot byzondere inrichtingen, als de vergaderingen van Dykgraaf, Heemraaden en Hoofdingelanden van de Purmermeer, van de burger krygsraad , en de klasficale-zo, wel als finodale vergaderingen ftrekken. Er is ook een vergaderplaats vanDoopsgezin.den, de gemeente beftaat' uit IVaterlandjcbe en Vriefche Doopsgezinden, geiyk zy. zich by onderfcheiding noemen, echter zyn zy yereenigd. Nog vindt men'er een Koomfche Statie, een Oudmannenhuis, en twee Weeshuizen , een yoor Burgerkinderen en een voor die van armen. —— Dan my is niet bewust dat een deezer gebouwen, of uit óf inwendig, of met betrekking van hunne inrichtingen iets byzonders of merkwaardigs hebben. Z:e  door NEDERL A N D. 4S Zie daar myn Vriend alles wat ik u omtrent Edam te berichten hebbe. — Zo draa ik hier of te Enkhuizen weder nieuwe ftoffe voor u gefchikt, bekoomen hebbe, zal ik dezelve, onmiddelyk meededeelen, inmiddels verzeker ik u, dat niemand met meer hoogachting voor ur bezield kan zyn, dan hy die de eer heeft zich tes onderfchryven, enz. V,  4« de JONGE REIZIGER V. BRIEF. Ferdinand aan Charlotte. Hoorn den cp Juny 17- Kfu ik gisteren middag te Edam den maaltyd genuttigd hadde, reed ik herwaard, zonder ee- nige aanmerklyke gebeurtenis. Alleen viel hier eene aartigheid voor by het afvaaren van de jaagfchuit, die my deed lagchen. Niet lang hier geweest zynde kwam 'er een fargon aan, met een jong luchtig Heer, die zich welhaast met my in discours inwikkelde, kort daarna hield een kapwagentje ftil, waar uit een ander heer fprong, die van twee dames vergezeld was. Deeze Heer bezig met het aanfteeken van zyn pyp, wierd door eene der jufvrouwen herinnert dat hy de roef moest gaan afhuuren, 't antwoord was zo draa ik de pyp aan heb. Onze luchtige jonge heer zulks lioorende, gaat, als of hy niets merkte de kamer uit,  door NEDERLAND. 4? uit, en koomt kort daar na te rug, vervolgens zou de andere de roef gaan huuren, maar helaas 1 dit was een oogenbbk vroeger door iemand an. ders gedaan. —J Zie daar de dam 'S ontluist, knorrig, en geheel bui ren haar voorig humeur, de tabaks liefhebber var» zyn kant niet minder re onvreden, en onze jonge Heer al zingende, zonder zich aan het een of ander te ftooren, de kamer doorwandelende. In een oogenblik dat de Dames zich verwydert hadden, en de in zich zelf te onvredene Heer ook de kamer uit was, zeide de luchtige knaap; als zy te rug koomen „ mynheerzal ik heen gaan, zeg hun dan dat „ ik de roef voor my alleen gehuurd heb, en zy „ denkelykwel plaats kunnen krygen, indien zy „ zulks vraagen." Dit gebeurde, men maakte den jongen Heer veele complimenten, maar hy fneed alles kort af met iets dat ik geheel niet verwacht hadde. „Mynheer, zeide hy, ik heb al- 5, le hoogachting voor de Sexe, maar ook voor my zelve, ik zit niet gaarne binnen in de „ fchuit by allerlei flag van menfchen, maar „ neem altoos zo het mogelyk is plaats in de j, roef, of huur die af. Daar ik nu het oog„ merk van het gezelichap ontdekte dacht my „ best in de vcorkans te zyn. 't Zal nu van 't gezelichap of byzonder van mynheer af han?y gen 3 of ik de eer van hunne tegenwoordig- „ heid  48 de JONGE R EI ZI G ER „ heid genieten mag, dan alleen zitjen-,. beant„. woord my alleen deeze vraag met oprechtheid „Mynheer? •— Als gy de. roef gehuurd „ hadt en ik u om plaaats verzocht, zoudt gy „ het my vergund hebben ?"' — Cordaat neen, 5, was het antwoord. Genoeg-, hernam de jon, „ ge Heer, 't zal my veel eer zyn met de dames „ en mynheer te mogen reizen, maar hadt gy „ ja gezegd, ik zou my op myn ziel het ver» „ driet gedaan hebben, van alleen te zitten, en J? my te berooven van het aangenaame byzyn, „ van twee zo beminlyke jufvrouwen. — de gemoederen hier door opgeruimd, fleeten wy nog een: aangenaam uurtje zaamen, en toen reisden de vrienden af, terwyl ik een wandeling ging doen,ten einde de Stad en deszelfs buitencingels omtewandelen en op te neemen waar over nader aan Peterfen. De weg myne Charïotte van Edam herwaards heeft niets bekoorlyks, zynde een open puin weg langs de vaart. Alleen pasfeert men Oosthuizen, een fchoon dorp, 't welk byzonder bloeit door de aanzienlyke kaashandel welke hier gedreeven wordt. . Ook nog koomt men aan eenige huizen den Oudendyk genoemd, alwaar de reizigers die metdejaagfchuit bier langs koomen,van de eene in de andere fchuit overgaan, gelyk aan den Leidichendam of Halfweg Haarlem. Toen-  boor NEDERLAND. 4$ Toen ik gisteren avond van myne wandeling te huis kwam, vond ik de zogenoemde gemeene haard bezet met onderscheiden foorten van weezens, ik befloot een uurtje in het zelve door te brengen, om menfchenkennis te vergaderen. Onder anderen vond ik hier een oud officier, die aan een tafel a 1'hornbre fpeelde, maakte hier geen gering figuur, doch in myn oogen geenzins tot zyn voordeel- —— Vloe. ken, zweeren, by het worden van codillen de kaarten door de kamer te gooiën.en 'er hondert fottifes by te zeggen, zie daar wat hem in dit gezelfchap fcheen te doen brilleeren. Ik- trok met de eerfte pyp af, wel voorziende dat ik hier niets kon opdoen, dan de ruwe natuur door de maatfchappelyke fraaiheden duizendmaal verergert. Dewyl ik myn brieven eenigzins in de maniervan een dagverhaal fchikke, zo overwon ik myne begeerten en fchreef eerst dien aan den Heer Fredrikfiad, om het nog nodige over Edam te melden, eer ik de pen opvatte om mynen bekoorfter te fchryven. Ik kon echter niet ter ruste! gaan, eer ik deezen dus verre had gefchreeven, die zo we l als die aan den Heere Fredrikfïad een dag vroeger dan zyn datum luidt, op het papier is gekoomen. III. Deel. £ tham  50 de JONGE REIZIGER thans zal ik u melden wat ik deezen dag gezien hebbe, 't geen echter niet veel byzonders te beduiden heeft. ï>e groote markt alhier welke de roode fteen genoemd wordt, pronkt met verfcheidene aanzienlyke gebouwen. Vooreerst vindt men aldaar het Stadhuis zekerlyk een gebouw van vroege fikhtinge, hoewel men den waaren tyd niet weet, vermoedende men alleen dat men daar meede omtrent den jaare 1420 *c eerst heeft aangevangen. —— Dit weet men uit aanteekeningen dat 'er Ao. 1544 een toorentje wierd opgezet, en de kapitaale opgang die het gebouw thans geen gering aanzien geeft,'er toen ten tyde wierd voorgeplaatst; de vertrekken van dit huis zyn alles eigenaartig geIchikt na hunne verfchillende inrichtingen,doch hebben niets byzonders dat der moeite waardig is om aan te tekenen. Een ander hier ter plaatze fhand gebouw js de fraaie van arduin opgehaalde Waag, pronkende met eenen Eenhoorn die het wapen van Hoorn, zynde een hoorn met een ftrik daar om vast houdt. 't Derde gebouw is dat der Gecommitteerds Raaien van Westfriesland en het Noorderkwartier, 't geen uitwendig een deftig aanzien heefr^  dooü NEDERLAND. $t Zynde als 't waare een dubbeld huis, waarvan een deel aan de markt uitkoomt, en het ander gedeelte binnenwaard fpringende, met een fraai yzeren hek verfcheidene ornamenten bevattende, vercierd is. ——— De voornaame zaal van dit gebouw is opgepronkt met de afbeeldzels van onderfcheidene zo Nederlandfche als andere Vorstlyke perfoonen, waar onder de Stadhouders uit het tegenswoordig huis. Nog hebben Heeren Gecommitteerde Raaden alhier een ander gebouw, deszelfs Logement genoemd, zynde een gedeelte van hetHieronimiter klooster , ftaande op de hoek van de nieuwe' fteeg en nieuwftraat. Onder de aanmerklyke vertrekken van dit gebouw is de eetzaal. De Schoorfteen in dezelve rust op marmeren pylaa. ten, voor de fchoorfteen ziet men de gewichtige zeedag met den Grave* van Bosfu afgebeeld, in eenen welgefneeden lyst, waarin de wapensder ftemhebbende fteden van Westvriesland , oorlogstuig, en fcbeepsgereedfchappen enz. zyra uitgehouwen. Wat veele andere publyke gebouwen betreft,het is myn pligt om u dezelve optenoemen, niï ik my eens de taak van een dusdanig journaal heb1 opgelegd, maar zy hebben meest al zo weinig belangryks, en vooral voor Dames dat ik my byna verknies a met zulke drooge onderwerper» D ft  $a de JONGE REIZIGER ie moeten bezig houden. Verfchoon dit myne Cbarlotte, andere tyden, andere plaatzen zullen hoop ik andere onderwerpen opleeveren. Staa my toe kortelyk te meiden welke geft.chten meer in aanmerking koomen. Het Oostindisch huis, dat een vry aanzienlyk gebouw is. Het zogenoemde Prinfenbof, eigenlyk de vergaderplaats der Heeren Raaden van het alhier op deszelfs beurt plaatshoudende Collegie van de Admiraliteit in Westvriesland. Dit gebouw is ruim, welgefchikt voor zyn aanleg, en voorzien met een fraaije tuin. De Raadkamer, die met vry kosibaare tapyten behangen is, munt boven de andere vertrekken uit, het ai> beeldzel van Witlem dén III. pronkt voor de fchoorfteen. Als men hier nu by voegt een niet onaartig vervaardigd klein Oorlogfcbeepje, door eenen Stof el Stokman gemaakt, en wel met de linkerhand, dan heeft men alles wat hier te zien valt. Er is in deeze Stad ook een Gemeenlandshuis, of Magazyn, tot berging van allerlei moordtuig waar van ik u maar geen optelling zal doen. Dewyl het heden zondag is, heb ik geen gelegenheid gevonden om de Munt te bezichtigen, wy zullen dus de behandeling van dit werk tot de komst in eene andere Provincie overlaaten. 't Ge-  door. NEDERLAND. 53 '« Gebouw op zich zelve heeft niets byzonders. De groote Kerk is een overheerlyk kruisgebouw van de Roomfche tyden, en dus van een ruim choor voorzien, het orgel dat al vry oud is, mag echter welluidend genoemd worden. — De Tooren van een goed fpeelwerk voorzien,is een fraai en aanzienlyk gefticht van geene geringe hoogte. De andere Gereformeerde kerken alhier zyn de Vrouwenkerk en Oosterkerk twee kleine hoewel nette gebouwen, maar van geen aanmerking voor myn bedoeling. Ik kan niet nalaaten u by deezen te herinneren dat de Gemeente van Hoorn, het byzonder geluk heeft van onder anderen gedicht te worden door den wel eerwaardigen en zeer geleerden Heer Engelbertz aan wiens geleerde pen, en altoos betoonde Vaderlandsch liefde , wy ver« fcheidene keurige werken verpligt zyn, terwyl hy met geen geringen lof de Nederduitfche Taal en Dichtkunde heeft helpen opbouwen als medelid van het veel waardig kunstgenootfehap, onder de latynfche fpreuk Magna Molimur parvis, waarvan het te wenfchen waare dat wy meerdere werken in het licht hadden mogen zien koomen,gelyk eenydermetmyzalinftemmen,die bekend is met de kleine doch fraaije bundel by ditGenootD 3 * fcha  f4 de JONGS REIZIGER fchap uitgegeeven, onder den tytel van Proeva van Mengelpo'ëzy. Dan iaat ik myn onaan- genaame taak vervolgen, uwe goedgunftige aandacht zo weinig gedulds vergende als daar meede eenigzins beftaan kan. —- 'Onder de kristelyke Gezindheden, hebben de Lutherfcben en Rtmonllranten ook yder hunne kerk, de Doopsgezinden twee, en 'er zyn drie Roomfcha Statiën. Men vindt in deeze ftad maar weinige van die liefderyke geftichten, welke men gemeenlyk met d.-n naam van Godshuizen beftempelt. Echter is 'er een Gasthuis, een Weeshuis, Huiszittenbuis, Proveniershuis , en een zogenoemd Klaas Stapels hofje. Aanmerkelyks weet ik van deeze gebouwen niet, dan dat de Graaf van Bosfu,'m het Weeshuis eenigen tyd heeft gevangen gezeeten, en , dat de Doopsgezinde gemeente alhier, altoos een mederegent heeft, in het Huiszittend arme huis. Zie daar myne Charlotte den dorren brief welken ik u uit Hoorn te fchryven hadde, en waar 'van de behandeling nog verveelender is, om dat ik waarlyk droefgeestig ben, en dus weinig lust hebbe tot het fchryven over een onderwerp, dat |n zyn eigen aart niets bekoorlyks, niets vol* $qende voor de ziel heeft. —* Gy zult my, hoop  door NEDERLAND. 55 hoop ik,ditmaal verfchoonen, waarfchynlyk zal het uit Enkhuizen wel beter gaan, dewyl ik daar weder in eene vriendenkring koorae, en ik hier eenzaam omdwaale, geene genoegzaame kennis hebbende aan iemand, om hem lastig te zyn, met het verzoek van my behulpzaam te willen weezen in de by my bedoelde oogmerken. By welzyn gaa ik morgen van hier derwaard, ik betuig u te verlangen ,want, fchoon de plaats als plaats zyne weezenlyke aangenaamheden heeft, verveelt het 'er my, en hoe kan dit anders, daar ik verwydert van het beminde voorwerp, van zo veele my recht waarde vrienden, gewoon aan aangenaame gefprekkeB, en vrolyke byeenkomften, eensklaps van alles verfteeken, my als geheel alleen bevinde? -— o myne waarde! hoe zal ik my haasten te huis te koomen, om t geluk te hebben u daar nog eens te zien, eer ik na Friesland övergaa. Zyt daarvan volkoomen verzekerd, en zo draa het my maar moo glyk is, zal de juiste dag laaten weeten aan haar die overtuigd is van den eerbied en liefde, welke haar wordt toegedraagen door &c. D 4 VI.  5 enmeïzeefchulpjes zeer zindelykgeplaveid. De Wen, myn vriend^ is ruim s en by akft^ fcendlieid gefchikt tot de berging van 's lands fchee>  ©oor NEDERLAND. 57 fcheepen, welke hier getimmerd worden, miJs men zorge geene te zwaare charters aan te leggen, een andere haven is ten dienfte der Oostin. difche Compagnie fcheepen, terwyl de ruimte vóór allerlei foort van koopvaarders overvloedig is. Aan de haven voor de oorlogfcheepen, vind men de wel aangelegde, en in gefchikte orde gehouden wordende Admi&aliteits Werf en Magazyn; gelyk 'er ook verfcheide goede gebouwen Haan by de Werf der Compagnie, de haven zelve heeft twee monden , de voornaamfte ten zuiden, en eene kleindere ten oosten. Van beide branden des nachts vuuren. '£r zyn verfcheidene goede ftraten, en matig fchoone grachten in Hoorn, over 't geheel echter fchynt my de ftad wat bedompt, en niet zeer luchtig, eenige plaatfen echter uitgczondert. De wal is gedeeltelyk van aarde, gedeeltelyk nog oud muurwerk, op dezelve ftaan torens, dienende tot buskruid magazynen voor Gecom. mitteerde Raaden ter Admiraliteit en het Noorderkwartier , en voor de hier refideerende kamer der Oost - Indifche Compagnie. 'Er zyn vyf poorten in Hoorn, met name de Westerpoort, Noorderpoort , Koepoort, Oost erpoot en Hoofdpoort, de laatfte is een uitgang na hst hoofd, dat meer dan driehondert voet lang en byna veertig voeten breed is, locpende D $ eerst  s8 de JONGE REIZIGER eerst oost zuid oost, en dan met eene elleboog byna zuidwaard. Terwyl ik ftond te kyken, kwam een van die burgermannetjes die meestal in hunnen japon het nieuws van den dag gaan opneemen, dewyl zy niet anders te doen hebben, zeer vriendlyk na my toe, en begon, my gegroet hebbende, het gefprek met: „wel wat dunkt mynheer van „ Hoorn ?" Ik antwoorde zodanig dat de man voldaan fcheen, en hier door raakten wy ingewikkeld omtrent de beftaans middelen der Inwooners, waar van hy de zeevaart,en fcheepsbouwery, met alle deszelfs aankleeven, als meede de ongemeene beroemde kaasmarkt geenzints als de geringde befchouwde>, Hy verhaalde my dat men hier ter plaatfe voormaals veel van dat foort van fcheepen plagt te bouwen, welke byzonder den naam droegen van Hoorn' fcbe katten, gefchikt voor de Oostzee en de bogt van Frankryk, zo tot het haaien van hout en zout als anders, doch dat ze nu byna geheel niet meer gevonden wierden, zedert de fluiten tot die verfchriklyke groote gebouwd worden, en de Friefche koffen de havens in de bogt overal dood vaaren. De Oost - Indifche Maatfchap* py , zeide hy, zo wel als het Collegie van Gecommitteerde Raden■>helpt hier,zo door aantim- tat-  door NEDERLAND. 59 snering van fcheepen, uitrusting van dien, en het houden der verkoopingen van aangebragte goederen, veele menfchen aan brood, evenwel de tyden zyn niet zo als zy geweest zyn, veel van onze handel is na elders verloopen, doch zo gy te Enkhuizen koomtzultgy daar het verval nog klaarder zien. Ik had dikwerf gehoord dat die van Enkhui* zen en Hoorn altoos een zekeren nyd op elkander hadden, en dit bleek my in het verhaal van deezen man,' omtrent den toeftand der beide fteden zo klaar, dat ik het niet langer als eene bloote vertelling behoef aan te merken, toen ik hem deeze zyne lofreden op Hoorn boven Enkhuizen niet volledig wilde toeftaan^ wired de man boos, en ons gefprek wierd vry gemelig van zyn kant afgebrooken. Gelyk overal :zo verfchillen de geleerden ook hier over den naams oorfprongdeezerStad,zonder my uittelaaten wat 'er al van gezegd wordt, zal ik u alleen het gevoelen van Fetius meiden, die vermeent dat één der drie eerfte huizen welke hier ter plaatfe gebouwd wierden, een herberg geweest is, alwaar een hoorn in het bord gefchilderd was; dat ten minften niet ftrydt met de eigenaanigheid der zaake. Het laatst der dertiende eeuw fchynt my toe de geboorteftond van deeze ftad te zyn, hier mo-  6b de JONGE REIZIGER trent althans zou ik oordoelen dat men geloof behoorde te geeven aan een zeker Register van keuren en handvesten, deeze ftad betreffende, 't welk men op 't ftadhuis bewjarr, en aanvangt met 1088, hoewel anderen willen dat de gemelde drie huizen niet voor den jaare 1316 wouden gebouwd zyn^ Hoe het zy, dewyl men hier bekwaamelyk met fcheepen konden aanlanden, en de buitenlanders dus, de goederen die op de dorpen geveild wierden, hier gemaklyk konden laaden, wierd Hoorn welhaast eene marktplaats, en 't getal der huizen vermeerderde hier door fterk, welhaast wierd Hoorn dus eene ftad» zekerlyk met een foort van wallen omringd, dewyl men vindt, dat om de groote toeloop van Inwoonders en bloei des Handels de ftad in «den jaare 150a, toen in i576 en ten derdemaale 16x6 moest uitgelegd worden. Hier toe heeft zeker, tusfehen de eerite en tweede vergroeiing, niet weinig toegebragt dat men de bloedpiakaten tegen de ketters hier ter ftede nooit met die ftrengheiü als wel elders heeft uitgeoefend. — — In myne oogen Peterfen doet zulks de toenmaalige Regeering eer aan, want inderdaad, zulke ftrenge vervolgingen verbitteren niet alleen het tegenswoordige geflacbt, maar de nazaat kan nimmer vergeecen dat zyn voorouder onmenschlyk behandelt is, en zodanig is de al-  door NEDERLAND. 6i gemeene zwakheid der menfchen. geloof ik, dat zy dan vaak terug denkende op het gebeurde , in wraak ontvlammen en alle gelegenheid waarneemen, om zich die op eene geduchte wys te verfchaffen. 't Is waar, de dwingland in der tyd, bewerkt dan zyn hoofdoogmerk , bevordert zyne gewaande grootheid, vormt kruipende fiaaven van zyn natuurgenoten , die beeven uit vrees, en gloeien van wraakzucht. Maar hoe wankel fhat zyn troon ? —— dan genoeg Peterjen, de Gefchieder.isfen,en byzonder van ons Vaderland leveren overvloedige bewyzen. Gaan wy nu over tot die Gefchiedkundige trekken welke ik byzonder heb kunnen aanftip-, pen. Wy hebben gezien dat Hoorn van geene hooge oudheid is, en dus vinden wy dat de ftad het eerfte deel genomen heeft in de Vaderlandfche onlusten, ten tyde der partyfchappen tusfchen de Hoekfchen en Kabbeljauwfchen, zynde in den aanvang van haare deelneeming de laatfte zyde toegedaan, toe vergelding van welke, Hertog Willem in den jaare 1356 hen met voorrechten begiftigde. Ook dit deeden de meeste der volgen» de Hollandfche Graaven zo met betrekking van vryheden, als ten nutte van den koophandel. De zoon van Lambertus Kruif, door de aan.' tyging van eenige kwalyk opgenomene uitdruk. kin-  éi de JONGE REIZIGER kingen op last van Vrouw Jacoba onthoofd zynde , wierd zulks door aanftoken van den Vader by de Burgery van Hoorn zo euvel opgenomen, dat- men befloot zich met alle mooglyke magt tegens het woelen der Graavin te verzetten, en om dit te beter te kunnen uitvoeren, wierd de ftad ten fpoedigften met wallen omringd. De Kermerlanders, de zyde van Vrouw jfacohahuudende, verzaamelden zich onder WUlem Nagel, trokken op, en floegen het beleg voor Hoorn, maar de Haarlemmers en Amfterdammers de ftai te hulp koomende wierden de Kennemers verjaagd , en afgeflaagen, welke heldhaftigheid naderhand door Hertog Philips van Bourgondien,, edelmoedig beloond wïerd , met hec fchenkea van verfcheidene gewichtige voorrechten. Tot den jaare 1477 bleef de ftad de kabbel* jauwiche zyde getrouw, aankleeven, in 't verloop van welke tyd haare burgers zich met rcem kweeten in zodanige krygsgevallcn als hun te beurte vielen. Tweemaalen intusfehen ontftond 'er gevaarlyk oproer onder het graauw, veroorzaakt door het verhoogen der belastingen. By de eerfte 1471 voorgevallen, verloor de ftad een toen voor haar aanmerklyicen handeltak die van Iakenen namentlyk, dewyl men de daar toe benodigde Arbeidslieden, na het ftillen der beroerten de ftad ontzei. Ze.  door NEDERLAND. 63 Zekeren Jan Ban]aart wist(Ao. 1477) 20 lang onder het volk te woelen, dat 'er een volkomen oproer uitbarfte, 't welk ten gevolg hadt de «ffchaffing van alle belastingen, verandering in de Regeering, en de plundering van het huis van den toenmaaligen Schout Maarten Velaar, in wiens plaats Banjaard wierd aan* gefteld, eindelyk verdroeg zich het graauw met de Regeering, en Hoorn wierd van de Kabeljaauwfche tot de Hoekfche party overgebragt. Was het jaar 1481 voor deeze ftad ramp-, fpoedig door de felle brand, welke geheeles ftraaten en burgwallen door de vlam verteer* de, dat van 1482 was het niet minder door de rampen des corlogs. Joost van La- lalng toen ten tyde Stadhouder zynde, veran* derde de Regeering, herftelde Velaar in zyn ambt, en bragt Hoorn dus weder aan de oude party; dit verbitterde de Hoekfchen dermate» dat zy de ftad behendig overvielen, en zich daarvan meester gemaakt hebbende, veranderden zy alles wat Lalaing gefteld hadde. De Stadhouder ondertusfchen op zyne hoede zynde om zich deezer overrompeling te wreeken, viel in den zomer de ftad ftormender hand aan, nam haar in, enrichteeene onmenschlyke flagting aan, onder dat gedeelte der Burgery welke de Hoek-  6jl de JONGE REIZIGER Hoekfchen was toegedaan, en de voorgemelde ver» andering had te weeggebragt. Om nu te zekerder te zyn, dat men de Burgery onder bedwang kon houden, bouwde men een kafteel, 't geen echter maar korte jaaren gedaan heeft, zynde 'er in 1491, toen de kaas en broodsgasten hier zeer veel moedwil bedreeven, weder gedoopt. 1 Twee jaar laater leed Hoorn aanmeiklyk door een foort van pestziekte die meer dan anderhalf duizend menfchen wegfleepte. Een zwaar verlies zeker voor een ftad die toen misfchien nog geen vyfduizend ingezeetenen over 't geheel bevatte. « Thans zegt men my word Hoorn gereekend op ruim twaalf duizend, fchoon my dit getal wat groot voorkomt. ■Ik behoef u niet te zeggen dat de naam van den toenmaaligen Friesfchen Admiraal Groote Pier was, van zyn leven en ftout caraeler zullen wy naderhand fpreeken, alleen moet ik hier aantekenen dat zyne bnverzaagdheid zo verre ging, dat hy zich verftoutte een aanflag op Hoorn te waagen, die zommigen willen dat gelukt zou zyn, doch anderen daar en regen houden het daar voor dat de onderneeming mislukt is. Het jaar 1518 zou het tydftip deezer gebeurtenis zyn. INu begon alreeds het ongenoegen tegens de Graa-  boor NEDERLAND. 6§ Graaven in den boezem des volks te woelen, vooral toen welhaast het licht van Calvyn de flaauwe waschkaarsfen der Roomfche altaaren verdonkerde, en da Priesters zelf hunne choorgewaaden afleiden, om hunne leeken op eene verftaanbaare wys te onderrichten hoe men behoort te leven. Onder deeze was hier te Hoorn de eerfte eenen Kkmtnt Maartenzen, die Paftoor in de St. Antony's kerk zynde, die post verliet en in 1566 de eerfte Gereformeerde leeraar hier tér ftede wierd. Toen het graauw zo wel hier alS elders de beeldftorming wilde aanvangen,Wierd het daar in gefluit, door de gemaatigde Voordellen welke hy deed,en die döor andere braaven, manneiyk onderfleund wi rden. —- Echtef kon men niet beletten dat *er eenigen tyd daar; na, vry veele baldadigheden omflreeks de ftad. in eenige kloosters gepleegd wierden , byzonder: door het volk van Breder ode dat op verfcheidene plaatzen de beelden verbryzelde, en andere1 kerkfchendingen aanrichte. Deeze eigende gasten wilden dat die van Hoorn hun eenige fcheepen zouden byzetten, doch de Graavé van Me* gen belette bun hier in , waardoor zy het be« fluit namen om de ftad aantevallen, dan alzo dè Regeering hier van tydig de weet kreeg, dreef 111. Deeu E iöeo  66 de JONGE REIZIGER men deeze bende te rug, door het omgelegen land door zeewater onbruikbaar te maaken- 'sLands wreedfte geezel, de onmenschiyke Aha in deeze dagen Nederland met galgen en iaders vervullende, floeg de fchrik daar voor zodanig tot Hoorn over, dat 'er zeer veele der Gereformeerde Ingezeetenen de ftad verlieten, en elders hunne veiligheid gingen zoe* ken. 't Gevolg was, gdyk gemeenlyk in zulke gevallen± als men de voorwerpen van wraak niet magtig kan worden, men daagde hun in, bande htm, en verklaarde hunne goederen voor verbeurd. Het overgaan van den Briel, de Hollandfche zaaken een gantsehanderaanzien geevende, en ten gevolg hebbende dat verfcheidene andere fteden zich voor de Staatfche party verklaarden, waar onder zich Enkhuizen bevond, vond ook Hoorn geraaden de Spaanfche zyde te verlaaten, dit viel voor den 10 jtiny 1572, Indien tyd bleef zo als men weet Amfterdam nog Koningsgezind, waarom die van Hoorn de koophandel van deeze ftad alle mooglyke afbreuk ter zee poogden te doen, en ook dikwerf met gantsch geen ongelukkigen uitflag volvoerden. Maar het geen die van Hoorn byzonder alsHel-  door NEDERLAND 6f Helden in onze Vaderlandfche Gefchiedenis doet uitmunten, is de zeeflag geweest van den 11 O&ober 1573 tegens den Spaanfchen Admiraal Grave van Bos fa, die na een hardnekkig gevecht , waar in zeker van wcderzyden veel volks fneuvelden, in evenredigheid van de vlooten, eindelyk genoodzaakt was, zyne Admiraals vlag te ilryken, en zich krygsgevangen binnen Hoorn te laaten voeren. Zulke gebeurtenisfen gaven zéker nieuwen moed aan de worftelende party, en men wisc 'er met beleid gebruik van te maaken. Ondertuslchen yverde Hoorn gelyk ik zeide om Amllerdam afbreuk te doen, doch toen die ftad in 1578 de Koningsparty verliet, en tot die der Staaten overging, gevoelde Hoorn weihaas: het Ichadelyke dat hier in voor haar in 't byzonder gelegen was, nr.demaal veele aanzienlyke kooplieden Amiterdaiu om de nabyheid der Rivieren beter ten handei gelegen vindende, derwaardl trokken, en de bellaansmiddelen van het minder gedeelte der Ingezetenen hier door merkelyk bakrompener wierd. De aanhang van den Graave van Lekester heeft ook hier in 1587 en 1588 eenige woelin. gen te weeg gebragt, wordende het volk door de Soldaaten van Sonnoy toen hier guarHifoeri houdende> geftyfd , doch de onvergelyke Print E q Mdtó-  68 öe JONGE REIZIGER Maurits, met zyne zegevierende oorlogsmannen en getrouwe tochtgenoo'en vergezeld, vertoonde zich in Hoorn, en alles was in rust. Op gelyken maniere herftelde die Vorst hier in 1618 den kerken vrede , da Uemonftranten die hier in het bezit der kerken waaren die ontneemende, en dezelve den contraremonftranten toekeerende, wyders dezulke derRegeeringsleden afzettende, welke of deel gehad hadden aan de genegenheid welke men hier den rernonftranten toonde, of belet hadden dat een zeker aantal krygsbenden op Hoorn argezonden niet in de haven was gelaaten. Ik beken Petzrfen dat men het hier'wat grof gemaakt hadde, immers is het te verregaande'geweest om zekeren Dirk Kris* tiaanszoou die Godsdienaar te Grosthuizen en Avenhorn was, zyn ambt te ontzeggen, en de kerken te fluiten op zulke plaatzen onder Stads of Scheepens Rechtsgebied alwaar zulk foort van leeraars hunne kerkeny^'er uitbazuinden ■ Geftrafc behooren diergelyke] Arminiaanfche Aou. tjgheden te worden, dit is billyk en men beklaagt zich dus ten onrechte over het afzetten, en ket bannen van den Remonflrantfchen Prediker Dominions Sapma, maar is het ook billyk als de wettige Regeering een misdadiger vonnist, en die ongelukkige aan dat vonnis voldoet, dat dan het graauw hem verhindert 9 hem met zwaar-  dodr NEDERLAND. 69 zwaarder ftiaf dreigt, en zelf zyn leven onveilig ftek? — dk geloof ik niet, en echterSapma kon niet dan met merklyk levensgevaar de ftad uitkomen. Daar te boven wierd de door hem begaane misdaad veelvoudig gewroken aan die leden van zyne kerk, die niet volmaakt geloofde dat Sapma een ketter was, althans dit houd ik voor wraak, als men de boeten op eenige misdaad gefteld, boven de plakaaten invordert, en wel door de militaire arm, en zodanig draagen de Gefchiedfchryvers dit tydvak behandelende, de zaaken deeze ftad aangaande in het breede voor. Om niet langwylig te worden zal ik maar van deezen tyd tot op het jaar 167:2 overfpringen, toen Prins Willem de derde, wiens lof en leven ons de zoetvloeiende Rotgans zo meesterlyk befchreeven heeft, binnen Hoorn kwam, en veranderde aldaar de Regeering, waarvan byzonderlyk geboekt ftaat dat de Heer Reinier Langewagen van zyn vroedfehaps ambt ontzet wierd, cm dat hy het eeuwig edict getekend en heëedigd hadt. Gy weet dat het eeuwig ediü in deszelfs derde artikel inhield: „dat Holland nooit zou „ toeftaan, en ter Generaliteit te weege zou „ zoeken te brengen, dat aldaar ook bellooten E 3 „ werdt,  ?o d e JONGE REIZIGER „ werdt, niet te bewilligen dat een Stadhou5, der tot Kapitein of Admiraal Gedetaal verkoren werdt, en dat zelfs het ampt van Stadhouder zou zyn en biyven vernietigd." — Dit zyn de eigen woorden van onzen grooten Wagenaar in die, eer hy de punten van dat eeuwig EdicT: opnoemt, deeze aanmerklyke woorden vooraf laat gaan. «JL „ Doch men oordeelde dat zulk een hoog krygsampt, {kapitein generaal} hem te 'veel gezags zou geeven in den fhat, zo hem nevens het ?, het zelve, ook het Stadhouderlchap opge„ draagen werdt. Men was hierom bedacht „ op middelen, om deeze zwaangheid te 3, voorkomen, en hervatte ten dien einde de ,, raadplegingen over een ontwerp om het Stadhouderlchap voor altoos sfgefcheiden te 3, houden van Kapitein Generaalichap. Uier door zou het gezag des Prince van Oranje, ,3 zo hy met het laatstgemelde mogt bekleed 3, worden, 'merkdyk minder zyn dan dat zyner voorouderen geweest was, en Groot. 3, Brittannien, welk "zo "men vastftelde, haak„ te de volkoomene yerheffing des Prince , „ om zo veel invloeds te hebben op de Regeering van deezen S^aar, zou in dit zyn , oogmerk worden te leur gefteld." . - jjc laat de bondigheid van dit iaifonnement op  door NEDERLAND. 71 zyne waarde Peterfeit, ik wil daar over niet oordeelen, maar wat denkbeeld moet ik my doch van eeuwige befluiten vormen, als ik zie dat dezelve binnen zes jaaren vernietigd woröen, hier immers was alzo het geval. — Want niet alleen dat dit ecuwig edicl in 1672 geheel vernietigd wierd, maar zelf verbrande men het boek waar in de onderteekeningen van het zelve gefcnreeven waaren, op den 11 July binnen de Raadkamer der ftad Amfterdam, keeren wy weder tot Hoorn zelve. De Heer Langeuaagen ondertusfchen was om deeze onderteekening zodanig in den haat van het janhagel vervallen, dat men zyn huis uitplunderde , en het zelve ten eenemaal vernield zoude hebben, indien de fchuttery niet in het geweer gebragt waare, en de geweldige oploop met een fterke hand geftuit. Behalven mindere belangryke gevallen flaat nog aan te merken, dat de ftad op den 1 February 1703 eene fchade leed van meer dan driemaal honderd duizend guldens, veroorzaakt door het fpringen der kruidmoolen ? welke hier even buiten de ftad gefticht was. Eindelyk zal ik fluiten met te herinneren dat de tuimelgeest van 1730 ook hier eene E 4 com-  72 de JONGE REIZIGER commercie - focieteit deed oprichten, die byna zo fpoedig vernietigd wierd, als zy was op; gericht. 't Gedrag der ftad in onze dagen is te bekend om over, te ipreeken, ik eindig derhal • ven, na myne complimenten gemaakt te hebben , met my te noemen &c. vu,  poos NEDERLAND. 73 VII. BRIEF. Fbrdinand aan Fredrjkstad Hoorn den 30 Juny 17— Ik ben laat na bed gegaan, en heb geheel niet kunnen flaapen, zie daar de reden waarom ik nog deezen van hier aan u afzende, ik heb nog de tyd, en dan fchryf ik altoos gaarne aan myne besse vrienden. Alles wat ik van deeze ftad heb kunnen byeen brengen is in myne vorige bevat, behalven het articul van eenige vermaarde mannen, welke de plaats eer aandoen, ik gaa u dezelve noemen, en 'er van zeggen wat ik weet. Die ik niet buiten reden aan het hoofd dier beroemde mannen ftelle, is /Idrianus Ju-nus, zo vermaard door zyne- geleertheid als lotgevallen. Zyn gebooneftond was den 1 July 1511. Haarlem, Löven, Parys en Bologne verwonderden zich in den loop zyner ftudien, welke in deeze plaatzen voortzette, over zyn E 5 vlug-  f4 de JONGE REIZIGER vlugheid en oordeel. Op de laatfte plaats de graad van Geneesheer bekomen hebbende, begaf hy zich na Engeland, en zeker boek by hem gefchreeven aan 'Echuard den IV. opdraagende, verwekte hem zulks vry veele onaangenaamheden aan het Hof van Romen, omdat hy aan Edouard den tytel van Koning gaf, hem van kettery begon te verdenken , waarvan hy zich met veel moeite zuiverde. Zyne dichtkundige talenten zouden hem in dit koningryk tot fortuin gebiagt hebben, door het uitgeven van een bruiloftsvers op Philips den II. en Maria van Engéland, doch de zaaken hier in de war loopende, Verliet hy het R yk en keerde na Hoorn. De tóénmaalige 'Koning van Denemarken van "zyne 'bekwaamheid overtuigd, riep hem aan zyn hof als Gouverneur van zyn zoon, dit duurde maar kórt, de,wyl Junius nog met de Deenfche Natie , noch met de Juchtgelteldheid te recht könde raaken. IN aderhand ging hy te Haarlem woohan als'Geneesheer, en wierd by de S'taateh van Hólland tot Gelchiedfchryvér aangefteld. By fc'hrééf dus zyn Batavia, én andere werken, die na het overgaan der ftad aan de Spanaarden, door de alvernielende plunderhand het oog der'Geleerde waerdt benomen zyn. Hy zelf had ftaande de belegering zich wéeten te redden, en  door NEDERLAND. ?5 en zich by den Prince van Oranje gèvoegd. — Ten laatfte zette hy zich in Zeeland neder, alwaar hy den 6 July 1575 te Arneinuiden overleed deels door het chagrin 'van zyne boeken vernield re zien, deels door de hadeeligheid derluchtgeftéldheid. Middelburg 'heeft de éer zyn lyk tebewaaren, alwaar het met ftatie begraaven is. Rombout Hogerbeets■, cliê doorluchtige Staats» man van wien ik "reëels meer dan eens gefchreeven hebbe, en waarom ik thans niets meer van, hem zal aanhaalen, dan, dat hy in de ongelukkige tydefc der kerkelyke beroerten, na Lbeve. ftein gevoerd is, óp befchuldigingen overeenkomftig met die van de Groot ,eh naderhand vryheid bekomen heeft om zich op het huis ter Var by Wasfenaar te begeven, hoewel als Staatsgevangen, alwaar 'hy kort daarna overleed.' De derde is de kundige cronykfchryver Dirk Velim die Hoorn vereerde met het Wérk d it hy over deeze ftad gëfchreeVen heeft. —-— Waar aan men het recht meet doen van te zeggen, dat 'er groote twyfelingen zyn, óf zommige gebeurtenisfen door hem niet met meer oprechtheid zyn te boek geflagen, dan zy naderhand onder de verbeterde pen van anderen zyn te boek geflaügen. Niet dat ik my "daarvoor by onzen Peter.'  7& (de JONGE REIZIGER terfen of iemand zon willen in de bres (tellen maar het is my zo voorgekoomen in het leezen van onze Landsgefchiedenisfèn , ondertusfchen kan men, 't geen hier meede eenigzints zoude ftryden, van 's mans gevoelen oordeelen, daar hy in V Jaar 16"i8, Zo als zeker Auteur letterlykfchryft, in zyne gehoortefïad, ( Hoorn f door ' den Stadhouder Maurits, van zyn Vroedfchapsampt verlaten werdt, en op den 23 April 1630 overleden is. ■ Dit laatfte doet wel niets tot zyne gevoelens, maar ik volg hier de volzin van mynen autheur. Nog mag Hoorn roemen op de geboorte van den te vroeg overledenen Ir.difch.en Generaal Jan Fieterzoon Koen, een man wiens nagedachtenis nog by de Compagnie in waarde gehouden wordr, gelyk ik onderricht ban door mynen vader, die eenige kennis had aan de laatfte van deszelfs nazaaten zo ik my niet bedriege, zynde geweest eenen Joost Koen, die den lande als Lieutenant, en de Compagnie eenige reizen als Kapitein met zo veel lof gedient heeft, als de omftandighe. den waar in hy zich bevond hem konden aanbrengen. —- Deeze Koen, een waardig nazaat van den Generaal meen ik, dat, behalven dat hy, gelyk ik aanmerkte, ook zelve verdienften had, debyzondere befcherming der Heeren Bewindhebberen , als afftammeling van dien Generaal  dooii NEDERLAND, ff raai zou genooten hebbe, waare hy niet gelyk zyn voorzaat, die maar twee-en-dertig jaaren oud geworden is, en 1587 geboren en i6to ge- ftorven ,te vroeg overleden. • . Dit nog met betrekking tot zulks, deeze Koen, had waare verdienften, maar legt 'er niet iets grootsch in, dat eene gantlche maatfchappy de verdienften van iemand, in zyn nazaat na den afloop van eenige gtflachten, nog met erkentelykheid vereert? — My dunkt zo, doch ook dan wordt vereischt dat de verrichtingen van den voorzaat waarlyk den toets der braafheid kunnen doorftaan, en wie twyftelt hier aan, die immer op den oorfprong van onze Indifche bezittingen gedacht heeft? — Hendrik herinnert my dat het tyd wordt af te breeken, wil ik tydig voormiddag in £.nkhuizen zyn, hy laat dus reeds infpannen, en ik heb geen tyd meer, dan om my zonder complimenten, maar na groete aan onzer allen te noemen ócc. VIII.  fB os JONGE REIZIGER VIII. BRIEF Ferdinand aan ChaRloite. Ènkhuizen den 30 Juny 17— ]01eden mórgen ten 10 uuren myne waarde jen ik van Hoorn hier gearriveert, over de weg tusfchen deeze twee fteden , lchryf ik onzen vriend Peter/en, ik zal u flechts verhaalen, hoe alleraangenaamst ik mynen dag heb doorgebragt. Gy weec dat ik zederc verfcheidene jaaren, eene vriendfchap die men harteiyk noemen mag, onderhouden hebbe met den Ueere Junius. • Ik heb u dikwerf van zyn edel caraéler, zyne Vaderlandsliefde, en zucht tot nutte Wetenfchappen gefproken;zyne gastvryheid is zeer aangenaam wyl hy geene complimenten maakt, maar door gulhartigheid u doet denken dat gy in uw eigen huis zyt. — By myn komst alhier liet ik my aan het logement de Oostindifche tooren brengen, en my daar een weinig verfrischt hebbende, dacht my pligtelyk mynen vriend een bezoek te geeven. Hy  dook NEDERLAND. 79 Hy was niette huis, maar zyne beminde, die bezig was met haar dochtertje, een lief fchoon kind, van omtrent tien jaaren aan te kleeden, ontving my met alle mooglykeblyken van vriend' fchap, zo hartlyk als waare zy myne zuster. — Wy hadden maar kort gefproken, toen zy my vraagde of ik geen koffer of valies hadde, en naanwlyks had ik haar geantwoord, dat myn reisbagage, nevens myn knecht in het logement was, of zy riep haar zoon, om te bezorgen, dat myn goed daar in huis gebragt wierd. lk wilde hier tegen fpreeken, maar het mogt niet helpen. —- Dit evenwel verkreeg ik, dat Hendrik in de Herberg zou blyven. Kort hier na kwam de Heer jfunius te huis , die geheel verwondert waare my te zien, maar tevens zich ongemeen vergenoegd toonde, over myu gegeeven woord dat ik daar aan huis zoude lo- geeren. Het eerfte uurtje wierd verfleeten in herinnering van vroeger dagen, en rolde zo fpoedig heen, dat de middag daar was, eer wy het dachten. — — Myn vriend heeft zeer veelebezigheden,maar tot myn byzonder geluk, was hy heden niet alken vry, maar 'had eenige kennisfen verzocht om des namiddags tegen zes uurerf by hem in zyn tuin te koornen, die even buiten de ftad ■jfe  8o dè JONGE RÈiZlGER ligt aan de zeekant. Hier by kwam nog eene andere aangenaamheid, een dier Vrienden, wilde in den namiddag een zeilpartytje houden, op een binnenwater de Oudegouiv geheeten, en had de Heer Jtinius verzocht om meede te zeilen Gy kent myn zucht voor deeze lief- hebbery, en dus was my dit teurije niet zo ras voorgefteld, of ik nam het aan. Ten twéé uuren dan, gingen wy naar de plaats alwaar het jacht gereed zou leggen. —— By deeze gelegenheid heb ik reeds gezien, dat hier groote zucht is vöor het zeilen met boeiers, én jachten, want èen aanmerklyk deel van de ftad, beftaat uit tuinen, die heel aariig aan th kaar grenszen, maar 'er is bykans geen of voof derzelver Wal vindt men een jachthuis, en myne Vrienden verhaalde my, dat als het op Broekerker v.is maar eenigzins goed weer was, kon men ftaat maaken van ten minften eert paar hon« dert vaartuigjes van allerlei foort, op het water by een te vinden. Deeze Broekerkermis js een foort van feestdag te Enkhuizen, die ik u niet nader weet te vergelyken dan by de Hartjesdag te Amtterdam; al wat leven heeft, is dan na buiten, 't zy wandelende of vaarende. En in al de fchuitjes heersent de vrolykheid op zo veel onderfcheiden wyzen, als de rari. gen en vermogens toelaaten en pasfende zyn, Bui-  door NEDERLAND. 81 Buiten koomende, vinden wy reeds verfchei- den liefhebbers onder de lap. Dit bin. nenwater is wyder dan den Araftel, vloeijende tusfchen weilanden door, die weder door naauwere vaartjes van elkander gefcheiden zyn , op zommige plaatfen, ftaan rietboschjes, en hier aan lagen verlcheidene Heeren met hunne fchuitjes te fchakelvisfchen' anderen waaren bezig met hengelen , deeze vischten met dobbers, en door een van die zagen wy een ongemeene groote fnoek vangen- Kortom het Toneeltje was tekenachtig lief, en de wind zo zynde, dat wy heen en terug zeilen konden, gierden wy nu eens by een hengelaar, dan by een fchakelvisfcher langs, en vermaakten ons met allerlei aariige voorvallen te verhagen, welke in deeze liefhebberyen plaats vinden. Toen wy een gantsch eind opgezeild waaren tot een zeer ruime kom, die men de konkel noemt, zagen wy eenige Heeren en Dames, op een weiland, langs deszelfs wal hengelen. Dit is eigen- lyk tegens de keuren op de Visfchery, en hier door wierden myne vrienden nieuwsgierig om te weeten, wie dit waaren, wy gierden dan daar aan, en het was een der Regeeringsleden zelve met zyn byhebbend gezelfchap. Terwyl wy by deeze Heeren ftonden te ky- 111. Deel. F ken  82 db JONGE R E IZIG ER ken, kreeg eene der Jufvrouwen beet, zy haalde op, maar te digt aan de kant ftaande, 1 en eenigzins onthust, Hoopten haare voeten uit, en zy raakte geheel in *t water, binnen een minuut echter was zy weder op de wal, en ik moet haar de eer geeven, dat zy 'er ïagchende uitkwam, hoewel het zo veel confternatie baarde, dat de Ipullen byeen gepakt wierden, en 't gezelfchap ftadwaard zeilde. Tegens half zes waaren wy aan de tuin van mynen vriend, wordende het jachtje verder door een knecht op zyn plaats gebragt. Gy kent het vermaaklyk Zeeburg, van waar gy over dat altoos woelend Y op de Noord hol- landfcae kust en naar Pampus ziet. • - Nog ruimer is het gezicht hier, enkel water Cb ar lotte , uitgezonden aan de noordoostkim, het Friesfche Stavoren, 't daar by geleegen Clif, (eene natuurlyke hoogte, eenig geboomte van eene in die Provincie geleegen Heerlykheid, 't huis te H ysgenoemd, en zomtyds, gelyk nu, door de ongemeene helderheid van de lugt een blaauw ftrookje aan de oostkim, dat het eiland Urn moet zyn. Een aantal groo¬ te fcheepen laveerden en zeilden in ons gezicht, maar nog grooter was het getal van kleine vaartuigen, die digt onder de wal lanas na en voorby de ftad vieren. De Heer Ju-  door NEDERLAND. 83 Junius houdt hier een zeer fchoone Telescoop, welke zo zeer aantrekt, dat ik 'er zeer duidelyk de menfcben te Stavoren op de haven heb zien loopen, en de vuurtooren op Urk kon ik zo klaar ^ien, als gy die op de hoek van het Y aan Zeeburg zien kunt. Tegens den donker gingen wy na huis, daar de gulle Agatba, myn vriends achtenswaardige huisvrouw, ons op een lekker foupé was wachtende. Zo gy nieuwsgierig zyt myne bes« te, over welke ftoffen onze gefprekken in de tuin geloopen hebben, daar van zal Neef Peterfen u bericht doen, en Fredrikfïad zal u een goed deel van onze discourfen over tafel kunnen meededeclen, ik heb daaromtrent alken nog aan u te melden, dat ik deezen middag onder het eeten verhaalende wat eigenlyk het oogmerk was, waarom iü deeze ftad bezocht, en hoe ik alles wat i,k zag, aan u, en myne andere vrienden meededeelde, van Mejufvrouw Agatba ten antwoord kreeg: „pen, papieren inkt zal op uw „ flaapkamer zyn, want my geheugt uwe fchry„ lust, (ik heb 'er nog eens gelogeert,) en 't 5, aandenken aan eene Cbarlotte zal die zeker „ niet vermindert hebben." —1—■ Toen ik deezen avond hier kwam vond ik ook inderdaad alles gereed, en myne gedachten waaren te veel E a by  U de JONGE REIZIGER by u, myne dierbaare, om niet voor ik ilaapen g'ng deezen aan u te fchryven. De aanvang van mynen brief toont u reeds genoeg dat ik zeer wel gelogeert ben, ik heb affpraak met den jongen Meer Jumus gemaakt, dat wy morgen zamen zullen wandelen en eenige ptiblyke gebouwen bezichtigen. Morgen avond ben ik op een party gevraagd in zeker Godshuis, de Beyer genoemd, l't zal dus misfchien zo drok loopen, dat ik niet voor overmorgen fchryven kan, want ik begryp dat al myn overige tyd wel nodig zyn zal, om de twee reeds gemelde brieven te vervaardigen, en, al ftaat 'er den naam van Charhtte nier boven, zy is het toch aan wie altoos gedacht wordt, ik mag dan fchryven aan wien ik wil. Dit hoop ik dat buiten alle twyfel gelooft zal worden by myne dierbaare, die ik wensch dat d.ezen in welftand ontvangen zal, terwyl myn grootst vermaak is te zyn, enz. IX.  door NEDERLAND. .85 IX. BRIE F. Ferbjnand aan Frïdrikstad.. Enlhuizen-den 30 Jany 17— 'tfjfeen Raahner van de liefde zegt, naraelyk: dat oude liefde niet roest, durf ik op de vriend» fchap toepasten, 't Bevvys vindt gy in den brief aan myne Cbarlotte. Ik meen dat ik u een en andermaal van myne teger.swoordigen Gastlieer gefpróoken hebbe, en u gezegd dat hy een groot beminnaar is van dichtkundige werken,en ook zelf deu naam van dichter voeren mag. Toen wy gisteren avond over den maaltyd zaten, kon het niet anders, of 't gefprek moest die weg op. Al wat nieuw was, wierd aangehaald, en ik betuig u dat het discours zo geestig dichterlek gefchakeerd wierd', dat zelf eene minderjaarige zangfier fmaak in onze bloemetjes zou gevonden hebben. —— Wy'vergeleken by voorbeeld: de geest der Nederlandfche F 3 Dicb-  34 de JONGE REIZIGER by u, myne dierbaare, om niet voor ik flaapen g'ng deezen aan u te fchryven. De aanvang van mynen brief toont u reeds genoeg dat ik zeer wel gelogeert ben, ik heb affpraak met den jongen (Teer Juniusgemaakt, dat wy morgen zamen zullen wandelen en eenige ptiblyke gebouwen bezichtigen. Morgen avond ben ik op een party gevraagd in zeker Godshuis, de Beyer genoemd, \'t zal dus misfchien zo drok loopen, dat ik niet voor overmorgen fchryven kan, want ik begryp dat al myn overige tyd wel nodig zyn zal, om de twee reeds gemelde brieven te vervaardigen, en, al ftaat 'er den naam van Charlme nier boven, zy is het toch aan wie altoos gedacht wordt, ik mag dan fchryven aan wien ik wil. Dit hoop ik dat buiten alle twyfel gelooft zal worden by myne dierbaare, die ik wensch dat dezen in welftand ontvangen zal, terwyl myn grootst vermaak is te zyn, enz. IX.  doos NEDERLAND. .85 IX. BRIE F. Ferdjnand aan Frsdrikstad. Enkbuizen'den 30 Juny 17— \Xj*£ezn Raahner van de liefde zegt, namelyk: dat oude liefde niet roest, durf ik op de vriend, fchap toepasfen. 't Bewys vindt gy in den brief aan myne Cbarlotte. Ik meen dat ik u een cn andermaal van myne tegenswoordigen Gastheer gefpróoken hebbe, en u gezegd dat hy een groot beminnaar is van dichtkundige werken,en ook zelf deu naam van dichter voeren mag. Toen wy gisteren avond over den maaltyd zaten, kon het niet anders, of 't gefprek moest die weg op. Al wat nieuw was, wierd aangehaald, en ik betuig u dat het discours zo geestig dichterlek gefchakeerd wierd', dat zelf eene minderjaarige zangfler fmaak in onze bloemetjes zou gevonden hebben. —— Wy "vergeleken by voorbeeld: de geest der Nederlandj'che F 3 Dicb-  86* de JONGE REIZIGER Dichters by les Pkiades. . De Dicbtlyke handfchriften by les Trefórs du Parnajje. - De minderjarige zang/Ier by veele Pitces fugitives, die'ons in gedachten fchooten, ja zelf by Pancharis en ro/èlyns oogjes,en zo verder. . 't Zou te omflagtig zyn, u hier alle onze para. lellen meede te deelen. maar dit durf ik u verzekeren , dat wy het omtrent de minderjaarige zang/Ier volkomen eens waaren, terwyl wy nopens de geest dir Nederlandjche Dichters, niet anders konden zeggen, dan dat een distelateur die ons zulk foort van fpiritus verkoopt, geen gunst weer krygt, of het moet geblyken dat hy beter overhaalt. — Inderdaad zulk een distellatie, om by deeze allegorie te blyven moet alcohol zyn, en dan kan het van wezenlyk niet worden, maar anders hebben wy genoeg aan 'c geen ons voor lang in de handen is geflopt, by voorbeeld: een Ciioos kraam , een gemengeld Parnasloof, een Apolló's Marsdrager, en een Honigby, die by zommigen ook niet onbekend i$« „Zeker is het, ( zeide myn vriend, _) „ dat 'er onder de oneindige Dichtbundels van „ onze Vaderlandfche Rymkunstenaars, weinige „ zyn, of men kan 'er fchoonheden in vinden „ maar, (vraagde hy vervolgens,) zou het niet be„ ter zyn een werk opteflaan, onder den tytel n yM Rtgufer van Peetifche Schoonheden ,en daar ia  door NEDERLAND. 87 „ in de plaatzen onder zekere rangfchikking, „ alphabetisch aan te haaien , by voorbeeld, Poëiifcbe Schildering. P 0 0 t s, Landleven. Vondel, Rsi van Eubeërs in Palamedes. „ En zo met alles. — Zou dit niet beter „ zyn, dan die fchoone fiukken te copieeren ?" — Ik voor my antwoorde onmiddelvk :ja. want dit is zeker Fredrikfïad, dat men dan niet alleen het fchoone uit alle onze Dichters geclasfifieert kon aanwyzeri, daar men nu maar eenigen uitkipt, maar men benam ook geen ander de gelegenheid om een geheel werk, waarvan hy eigenaar is te verkoopen, daar by de?ze, niemand Fondd of Hoofd zal koopen , veel min andere Parnas- Burgers, daar hy den geest, als het waarlyk zo is, bekoomen kan: een caput mortuum, is immers niemand buiten een /inatomicus, en in dit geval, een Criticus opgefteid. Myn vriend had 'er verbaasd tegen dat men zo de geest uic onze Dichters wegfneedt, „ want(zeide hy'j men moet al veel oordeel ., bezitten, om net te fcheiden waarin de geest „ van een dichter beflaat, en hoe veel quanti,, teit hy bezit, geeft men hem te veel, dan is het oogmerk om jonge liefhebbers het waare F 4 van  ftS de JONGE REIZIGER „ van het valfche te doen fchiften, verydelt; „ geeft men hem te weinig dan benadeelt men „ den dichter," — «Hy haaide by deeze gelegenheideen pasfage aan, uit Vondels Jofephin Egypten, zynde die fchoone fchüdery van Jofephs droom, die aanvangt: Al gaf my het geluk te draagen Den fcepter met den lulleband, En d'eige kroon die Pharo fpant, Al zat ik op des konings wagen, Gcëert als Koningin van 't land; 'k Had tienmaal liever te behagen Uwe oogen, bruin als diamant, Dan 's Konings oogen en de zielen , Die voor deeze aardfche Goden knielen, En hen verheffen hoog in top. enz. Behoort, (vraagde hy) deeze plaats on3, der die waar uit men den geest van Vondel „ mag beoordeelen of niet; in zich zelf is hy „ zeker fchoon, zeer fchoon, maar is zy na„ tuurlyk geplaarst ? is zy eigenaartig voor een „ droom, die toch altoos iets verwards met „ zich voert, en waarin men nooit zo aange- „ een-  door NEDERLAND. 3o „ eenfchakeld redeneert? evenwel is de geest „ der Pcëzy 'er fcboon " Gy ziet uit dit ftaal dat myn Vriend Juritus de Dichters niet zonder oordeel geleezen heeft,. Wy geraakten hier door op de Nederduitfche ouden, als ik hun zo eens mag noemen, en wy kwamen hierin overeen, dat zo- Pondel, Hoofd, Pels, Oudaan en vader Cats zelf in deeze dagen geleefd hadden, waar in men waarlyk wat verder gevordert is, in de naarvolging der natuur, zy nog oneindig grooter zouden geweest zyn, fchoon wy hun den lof niet konden betwisten van alle hedendaagfche verre voorby te ftreeven, ten minften wy konden maar niemand die hun. evenaarde, zonder dat wy een Hicbt-, een van der Waal, een Bilderdyk, een Feith en vooral een Styl in hunne grootheid poogde te benadeelen. — Ik zou meer kunnen noemen die met deezen pi een rangschikking behooren , maar 't zou nutteloos voor u zyn, wyl gy ze alle kent. Indien ik niet nog aan myne Charhtte had moeten fchryven, en de gulhartige Agatha niet op haar ftoel in llaap gevallen was, hadden wy misfehien tot den dageraad gezeeren, maar nu fcheiden wy om twaalf uuren; en ik hier niets hebbende by te voegen eindig ook deezen, met de betuigingen dat ik ben, enz. F 5 X.  90 de jonge reiziger X. Brief. Ferdinand aan Petersen. Enkhuizen den 30 jfuny 17— C3ry weet zeker dat de weg van Hoorn herwaard, geheel beftraat is. — Dat dezelve naby Hoorn ter wederzyden geboord is met eene groote menigte tuinen en tuinhuizen; aan het einde der eerfte laan vooral ligt een fchoon buitengoed, dat nog maar zedert weinige jaaren is aangelegd, dit gepasfeert zynde koomt men in . de zogenoemde driehoomüaan, ( zo ik meene ) die inderdaad fcboon genoemd mag worden, en vervolgens rydt men meest altoos ru^ichen aaneengefchakelde buurten door, die te zaamen een aantal dorpen uitmaaken, ik zal my voor het tegenswoordige met geene derzelve ophouden , maar als ik van hier na Medenhlik vertrek meen ik een of twee dagen te befteeden, om ten minften de voornaamfte op te neemen , en u 't geen 'er merkwaardig gevonden wordt mee- de  boor NEDERLAND. 91 de te deelen- Thans zy het genoeg dat de zogenoemde Jïreek, eene zeer vermaaklyke en pasfageryke weg is, echter niet gemaklyk in het ryden. betreffende deeze ftad, ik heb daar m nog niets bezichtigd, maar geduurende drie uuren gelegenheid gehadt,my wegens deszelfs gefchie- denis en handel te haten onderrichten. Terwyl men my verder om daarvan uitvoerig kennis te krygen, tot Brands Hiftorie van Enkhuizen gewëezèh heeft, die zeker der lèezinge waardig zal zyn. —— Zie hier wat ik omtrent het een en ander gehooid heb. —-— ]\let de naamsoorfprong gaat het hier als elders, men kibbelt over een niets zonder zeker te kunnen bepaalen, deeze wil de naam afleiden van enge zo veel als kleine, bekrompene huizen; die van enkele, en geene van eindhuizen, doch 'er is voor geene der fustenuën eenige beQiiftng, en het is ook geheel onverfchillig^, De ouderdom van de ftad wiUrien hoogerdan het jaar duizend brengen, maar omtrent het midden der dertiende eeuw, wierd zy reeds als een ftad benoemd, gelyk een van het gezeifchap aantoonde met eene plaats uit Gaufredus, en eene andere uit .Alting. —— Al van dien tyd af aan, had Enkhuizen met de landsberoertens te worftelen, gelyk blykt uit een aanval van Jan  9a deJONGE REIZIGER Jan van Ave-rcs, en meer andere. Ten tyde van Vrouw Jacobahie\d zy de zyde van Hertog Jan van Beieren , en omtrent deze tyd begon de Haringvlsfchery.alhier te bloeijen, en deed Enkkuizen in grootheid en rykdom aanmerklyk toeneemen. Aan de zogenoemde Oostindifche toeren alhier hangen nog eenige ankers, welke de Enkhuizenaars hebben opgevischt, ter gedachtenis dat zy in den jaare 1537 de Gelderfchen,welken de ftad meenden te overrompelen, noodzaakten, om met achterlating van deeze ankers de vlucht te neemen. Alva behield hier zyn gezag tot den jaare 1572 wanneer de watergeuzen ook onmiddelyk daar aanlanden, en de Stadsregeering na hun. zin veranderden. —-— Leicester heeft ook een aanfiag tegens de ftad gemaakt in den jaare 1587, doch hy ftiet zyn hoofd, en moest elders in de ftreek zyn verblyf houden, trekkende vervol gens naar Medenblik. In de ongelukkin gen kerktwist in het begin der zeventiende eeuw voorgevallen ,'* had den Remonftranten party hier niet weinig te lyden, die ook zedert hier geene plaats voor hunne Godsdienstoeffening gehad hebben. Ruim eene eeuw geleden, namenlyk in den zomen van 1653 viel alhier eene aanmerklyke opfchudding voor , uit hoofde dat een Tam • bour  door NEDERLAND. 93 bour weigerde volk tot werven uit te nodigen met de woorden: om den Prins van Orange te water en te land te dienen. —- Die gaf aanleiding dat men zich van 't gewoone dwangmiddel der militie bediende, doch het gepeupel hield hun niet fléchts buiten de ftad, maar met fcherp op de naderende vaartuigen fchie. tende, dwong men dezelve te retireeren. — Eenige afgezonderde uit de Staaten Vergadering die herwaard wilden, om de onlusten te ftillen, bejegende ook de weigering van het graauw. Eindelyk moet ik u wegens het hiftorifche nog zeggen, dat Enkhuizen in den 'jaare 1672 beducht voor eene vifite van de Franfchen, met eene ongemeene fpoed verfterkt wierd. ——- Dat de Duinkerkers Ao. 1635 de ftad ongemeen veel nadeel hebben toegebragt door het vernielen der Haringvloot, en dat zulks haar nog eens is overgekoomen in 1703, zedert welken tyd deeze aanmerkiyke handeltak beftendig aan het afneemen is. Onder de andere rampen deeze ftad overgekomen, mag rnen vooral tellen het onweder in 1651, waar van my het verwonderiykfte verhaal is gedaan dat men immer hooren kan, en 't geen ik by Brand naleezende, nog onbe- gryplyker vond. By gelegenheid dat ik dit las, en hetzelve boek doorbladerende, vond ik, fat  n de JONGE REIZIGER dat deeze groote Hiftoriefchryver , hoewel niet beflisfende, vry veel geloof fchynt te flaan aan meermannen en meerminnen , brengende daar omtrent een verhaal by, van eenen Marten Pieiers Proost, wiens Neef GerbranaWilUms Makker met zyn Visfchuit in zee zynde, eenen aan het hoekwant zou gevangen hebben, fchoon hy by ongeluk daar van weder losraakte, en ontzwom, dit zou gewee t zyn in het jaar 160H. Z e diiar wat ik wegens het Geichiedkundige van deeze ftad meende te moeten aanftippen. Aangaande deszelfs gedaante fchynt zy my byna ovaal, is grootendeels met zwaare dykaadje tegens het zeegeweld beveiligd, en aan de landzyde met goede wallen voorzien , dat met fraai gefchut zo metaal als yzer beplant is. — Er zyn zeven Poorten , waaronder de Koepoort , welke men van Hoorn af inkomt, in fraaiheid uitmunr. De Ketenpoort is meede niet kwalyk, doch de Noorderpoort, en de vier, welke aan de zeekant gevonden worden, naamenlyk de Blaauwe- de Zuiaer- Wilgenburger- en Denenb 't Is buiten myn beftek hiervan alles te vermelden, maar evenwel wil ik u die contracten door enkele trekken doen zien. In 't Collegie der Theologanten te Leuven by voorbeeld , hangt een tafreel van zyn leven en lof, (in het Latyn) dat zo vleiend is, als man voor een eerst vernuft en edel mensch zou kunnen opftellen. Zekeren Sc dulius, onder anderen, van de orde der Minderbroeders, noemt hem een Jcherpzinnig Philofhof, een zeer groot Theologant, en een zeer geftrenge voorvechter van het Rechtzinnig geloof. — Een ander van zynen aanhang, gebruikt deeze uitdrukking: dat zyn huis een orakel van geheel Nederland fchynt geweest te zyn. Dat Karej de V. zyn raad menigmaal innam; en dat hy op het Concilie van Trente in de hoogfle achting geweest is. • Hooren wy nu party. • Toen hy zestien jaar oud was , zeggen deeze, wist hy geen onde"fcbeid tusfehen een koe en een korenmolen. —— Een ander noemt hem lomp en boersch, een ftameraar die de R niet kon uitfpreeken, die in zeekere Redenvoering door Maximiliaen van Bobeenten het zwygen geboden was, 6m dat hy hem niet verfiaan honds —— en wat dies  i2Ö de JONGE REIZIGER dies meer is, Met betrekking van de wreedheid in het nitoeffeóen van zyn ambt worden zd veele ftaalen bygebragt, die de mensch* ]ykheid onteeren, dat ik 'er niet meer dan twee van zal bybrengen. — Namenlyk: dat hy te onvrede over de flapheid, zo hy het noemde, waarmede de placcaten van Keizer Karei en Koning Philips wierden uifgeoeifend, den laatsgemelden zou geraaden hebben: om Antiverpen, *t geen uit hoofde van zynen handel, ..de Inquifitle tegenflond 7 met krygsvolk te omringen, en 't zelve dan in den brand feeken, om een voorbeeld te geeven, aan de mindere lieden , die ziende dat het groote nfct ge/paard wierd, bet hoojd wel in den fchoot zouden leggen. Het ander voorbeeld is, de wreedheid, ontrouw en valfche befchuldiging, door hem aan den Heer Engel Merula, Pafloor van Heenvliet gepleegd, die hem zulks openlyk in een verhoor verweer, waartegens hy niets had intebrengen. Wy flappen van deezen man af, geloovende dat hy minder heilig geweest is, dan zyne aanbidders hem voordraagen, en hoopende dat de Hechte daden welke men hem te last legt, vergroot mogen zyn, fchoon het ambt van opper InquiGt.nir in die dagen niet was waarteneemen, zonder het pleegen van gruwelen. Hy overleed te Brusfel, een • en • zeventig jaaren oud zynde, in " den  door NEDERLAND, 127 den jaare 1559, aan eene beroerte, veroorzaakt door een mislukte aanllag van een nieuw bloed- plakaat. Zyn lyk wierd na Leuven gevoerd en aldaar begraven. Hy die thans aan de beurt legt is den beroemde Franciscus Maeljon, Doctor in de Geneeskunde , fchoon hy maar weinig tyds de beoeffening der practyk heeft waargenomen. Zich zedert de gebeurtenisfen in 1572 in ons Vaderland voorvallende, meer toeleggende op ftaatszaaken, ten einde het heerlyk gebouw der vryheid, waarvan toen de grondflagen gelegd wierden, verder met luister optehaalen. Hy wierd tot Penfionaris deezer ftad verkoren, en gedroeg zich daarin met die uitmuntende troaw, eerlykheid en bekwsamheidsblyken, dat hy jaaren achtereen, ordinaris gedeputeerden terdagvaarr is geweest. Hy wierd aangefteld tot Raad van Willem den L, en daarna van Maurits, bakleede verfcheidene gezandfchappen, als twee* maal in 1575 en i$iï§ by Ehfabeth, in 1596 by Cbristiadn de Vierde, Koning van Denemarken. Terwyl de aanfiag van Leicester op Enkhuizen, Ao 1587, voornamenlyk te leur ging, door de maatregelen welke hy voorfchreef, én gevolgd wierden. In kerkelyke zaaken is hy meede betrokken geweest, doch het geen daar in ten nutte beraamd wierd, fcheen niet voldoende aan  ifl8 de JONGE REIZIGER aan de groote oogmerken, en dus is de toen inge.ftelde kerkenorde afgewezen, en heeft in laatere jaaren, zo wy weeten eerst deszelfs vol beflag gekreegen. — Behalvén in veele diensten den Vaderlande aangebragt, was Maelfon een groot beminnaar der zeevaart, moedigde dezelve aan, en was onder anderen geen der geringfteu in de bevordering van den tocht na Nova Semhia om te beproeven, of het mooglyk waaren , aldus by noorden om na China te zeilen Eene onderneeming welke Ao 1591 wierd aangevangen. Ik gaa over tot Lucas Janszoov Wagenaar, meede van hier geboortig en beroemd om zyne uitgeftrekte kundigheid in het zeevaaren. — Vooral door zyne nuttige werken onder den tytei van Spiegel der Zeevaart,, in twee deelen, en Tresorrder Zeevaart, onder de INederlandfche Geleerden gerekend, de vermaarde Blaairjo, erkent in zyn werk bet licht der Zeevaart, dat hy niet weinig aan den arbeid van onzen Wagenaar fchuldig is, en noemt hem onder de allerbeste zeebefchryvers. • Dr. Maeljon fchynt zynen boezemvriend ge. weest te zyn, gelyk ook hy, van wien ik nu kortelyk zal fpreeken, te weeten: Jan Huigen van Linfchooten, die hoewel een Haarlemmer van geboorte, onder de beroemde Enk:  door NEDERLAND. 129» Ênkhuizenaar mag gereld worden, en wiens beroemde tochten, zo in de Indien, als na Nova Sembla, hem groote roemen achting verworven hebben. In byzonderheden omtrent zyne reizen, zal ik my niet inlaaten, dat zy in de flraat van Nasfauw koomende, aldaar een foort van Tartaaren ontmoeten, met wien zy eenigzints konden fpreeken, en die nun vry veel licht byzetcen. Op het Staaten Eiland vonden zy twee houten afgoden, waarvan Linfchooten eenen meedenam, en aan Dr. Paludanus vereerde. Van het zwerven naderhand afllappende, wierd hy Theforier deezer Stede, en overleed den 8 February 1611, nog maar acht-en-veertig jaaren oud zynde.- Nu moet ik hier den beroemden Dr. Bernardus Paludanus laaten volgen, fchoon hy eigenlyk te Steenwyk geboren is, maar den meesters tyd .van zyn leven hier heeft doorgebragt, eri Enkhuizees naam niet weinig de waerelt doen rond klinken, om de ongemeene groote, fchoone en ryke verzameling van al wat wonderlyk es zeldzaam in de natuur gevonden wordt, welke hy bezat, en die zo uitvoerig was als men misfchien toen nog nooit in deeze landen gezien hadde. Veele dier keurige trekken had hy zeli in zyne beroemde reizen , door Europa* Azia en Africa by een verzameld. ~—— Zyn III. Deel. I  130 de JON&E REIZIGER caracter wordt by Brand edel en beminnelyk op gegeeven, en zyn verftand en oordeel zeer gepreezen. Indien ik nu hier by zoude voegen zo veele beroemde en ervaren zeekapiteinen, als Enkhuizen heeft opgeleverr, ik zoude naauwlyks weeten waar te beginnen, waar te eindigen , want dit getal zo ais het by Brand word opgefield, is ongemeen groot. —— In de zeetochten na verfcheidene kusten van Afrika, na de Oost-en Westindiën in de verfchiiklyke zee£aagen, der voorige eeuw, waar in geheel ons vaderland,een onfteiflyken roem behaalde, waar in wy koningen de wet fielden , andere op hunne eigene kusten, in hunne eigene rivieren , havens en baayen aantasten; deeze op hunne waggelende of reeds mgeftorte troonen iiaande hielden, of heritelden. Kortom in alle die groote gebeurtenisfen, waarvan geen land op den gantlchen aardbodem, de weerga befchreeven vindt, hadt Enkhuizen zyne vryheid en vaderlandlievende helden, waar van zommigen gefneuveld op het bed van eer nog met erkentiyken eerbied in Je harten van Nederlanders gedacht worten , zo wel als zy, die alle gevaaren hebbende door ge ftaan, hunnen mannenmoed alom getoond, en hun beleid ten fehrik der vyanden uitgeoefend, zacht op hunne legc-rfteden den adem uitbliezen. Ik  t> ó o r NËDERLANDi 13* Ik vergenoeg my dus mee de opgenoemde ^ alleen daar nog toevoegende, den onlangs overledenen Schipper Jan Rood, die tevens een beroemd fchilder geweest is van zeeitukken,. gelyk my door mynen vriend Junius bericht is. — Hy was een geboren Erkhuizer, en men loopÉ vry hoog met zyne kunstftukken, die zeker na wel in waardy zullen ryzen , gelyk het meest al gaat met de werken van vournaa wt Mee it s„ Ik eindig myn fredrikfïad, met aanbeveling in uwe vriendfebap, na myne complimenten aan de zachte blize, en geheel onze vrienden!' kring my hartelyk noemende enz. I * XIV;  132 de JONGE REIZIGER XIV. BRIEF. Ferdinand aan Charlotte. Médênhlik den 5 Jaly 17— 33Tet was niet alleen laat gisteren avond, toen 'ik hier aankwam9 maar het geval was oorzaak dat ik niet voor twee uur na bed kon gaan. De dag van gisteren myne beste isgeenzins, eene der aangenaamfte voor my geweest. Ten twaalf uuren verliet ik, dat voor my zo aangenaam finkhuizen, na een teder affcheid genomen ie hebbén, vau mynen braaven vriend Junius, zyne zachtgeaarte vrouw, en welopgevoeden zoon, een aficheid dat my de traanen uit de oogen perste wegens de hartjykheid waar meede dit drietal my vaarwel zeide, en ik vo r elk hunner gevoelde - 't lieve kleine Vleisje, had onder 't ontbyt ons -allen in eene zekere verwarring gebragt, die be c  door NEDERLAND. 133 liet hart met een gemengeld gevoel van aangenaamheid en frnart overftdpt. — De Moeder . was betfg met haar te kleeden. —— Vrolykheid blonk alle andere morgens op haar gelaat, zy was gefpraakzaam, w ieug, en gelyk gezonde weigehumeurde kinderen gemeenlyk, vol van die kleine grappige kuuren, die het moeder hart treffen, en de onnoozelen menigwerf fchaterend do n lagchen. Thans was zy (lil, min of meer treurig, floeg haare lieve oogiesgeduurig op my, en verborg dan haar aangezichtje in den fchoot van haare tedere moeder. De altoos bezorg Je Agaatha, vreesde dat zy nier wel was, echter blonk de gezondheid op haar gelaat. Zy, de vader, en de jonge heer Junius, deeden haar, nevens my hondert vraagen, die allen daar .op uk k wamen wat 'er mogt haperen? Eindelyk borst zy in een vloed van traanen uit , zonder te kunnen fpreeken, my telkens aanziende. —Na menigvuldigmaal gevraagd te hebben, wat 'er toch aan fcheelde? kwam 'er uit: om dat oome Ferdinand vertrekt. —:— Men wilde haar beduiden dat ik fpoedig weerom zou komen; maar zy gaf ten antwoord: neen ! oome Gys zou ook weerom komen, maar hy is dood. — Dit trof Agaa- tha zo fterk dat zy^er naauwer nood in ftaat was de kleine Alida verder aan te kleeden. Wy ï 3 wen-  Ï34 de JONGE REIZIGER wenden alles aan om haar en de kleine tot bedaren te brengen, 't geen eindelyk gelukte. . o Myne lieve Lot, weinig vindt men zulke harten als deeze myne vrienden, trouwens ik ben ten dien opzichte niet ongelukkig, en eene befchouwing daarover hield my inderdaad ruim zo veel bezig, als 't geen my eigenlyk gefproken tot myn oogmerk aanging, evenwel heb ik dit niet geheel verwaarloosd , gelyk gy uit myne brieven aan de vrienden zult kunnen zien. Aan het Tolhek koomende, flapte ik een oogenblik af, om myn beestjes, zo wel als my zelve een weinig te verfrisichen, want om u de waarheid te zeggen , de dag was brandend heet. Terwyl ik bezig was een glaasje karnemelk met zuiker te gebruiken, kwam 'er een boer in , de man keek my van myn hoed tot myn fchoenen. Hy vraagde een glas genever en bragt het my toe. — Ik bedankte, maar wat was zyn antwoord : „wel God in de warrelt, wy binnen 3, ommers allegaer mengfchen, en mengfchen „ motten elkaer niet verfmaede. Kayk, „ al bin 't je hum juist niet, daarom wil ik toch „ wei met je drinken. Nou kedaer dan" Jk begreep smans oogmerk, en my dacht beter hem genoegen te geeven, dan hier verder in te treeden Doch het bleef 'er nier by, hy rpeide dezelfde fuaar zo lang tot de Kastelein hm  door NEDERLAND. 135 zeide: ,, als gy nu, dien Heer niet met vr?eden „ laat, gooi ik u de deur uit." —■ Dit kwam om een verzoek van hem, dat ik eenige nutteloze woorden zou nazeggen, waarin ik geen behagen hadde, en toen ik het weigerde, dreigde hy, zo ik het niet deed de teugels van myn paarden te zullen (tuk fnyden. Hoe onvoorzichtig dit ook zyn mogt, ik fprong op dit dreigement van myn ftoel, en zeide in drift: „dat hy „ niet weer te huis zou komen, als hy dat on- „ dernam." 't Liep echter beter af, wyl hy afdroop met een: ,,welnou dit borstje is „ nog al een haaneveêr ook. Hier koomende had ik al weder een ander toneel, minder gevaarlyk om op klop onthaald re worden , maar coch niet minder lastig, wyl het geheele huisgezin 'er om op de been moest biyven. Ik gaa het u vernaaien myn lieve, en gy zult u moeren verwonderen dat 'er zulke carac. ters in de waerelt zyn. Weinige oogenblikken voor ik hier aankwam, was hier een niet onvermaard Heer uit eene nabuurige Provincie met zyne dochter, en nog een neefje gekomen. — De Man zag 'er deftig uit, hoewel wat fiyf. 't Meisje was zacht in het voorkomen, gefchikt in alle haare handelingen, maar met een meedelydendverwekkende kwyning in haare git zwarte oogen, die buiten kwelI 4 ning  Mtf de JONGE REIZIGER 1ing vol vuur moeten zyn. - 'c Neefje, was öf liever fcheen een jong van oom te zyn. - Eenige toevallige zamenkomiten, veroorzaakt door eene verkoping, in het logement, (de Valk,) gehouden, waare oorzaak, dat de kasteleines belet voor my vraagde by dat gezeifchap, wyl zy my anders nog vooreerst niet konde bergen. Men had de beleefdheid my toetelaaten, en dus foupeerdeiTwy te zaamen. Onze gefprekken waren niet zeer belangryk, maar myne aandacht viel op de gedienftigheid waar meede Neefje de jonge Juffer oppaste,en de afkeerigheid waar meede zy dezelve beantwoorde, terwyl de oude als een Dwingeland misfchien hondert maaien een vergramd gezicht op haar wierp, en met een forfche toon haar toegraauwde: nou Mietje! — 'C geen het fchaap telkens beantwoorde met: ik doe immers niets vader! — -—en dan Honden haar de traanen blykbaar in de oogen. ~ Mietje ondertusfchen dronk nu en dan haar glaasje, en wierd evenredig ftuurfcher tegens Neefje, doch het Godsblok bleef dezelfde. — Ten laatiien kwam de kastelein ons zeggen, dat 'er nu eene andere kamer voor my gereed was. Niet lang had ik daar geweest, of ik hoorde op de kamer myner buuren, een ge. mor dat van oogenblik tot oogenblik aangroeide, even als die donderbuien, welken eerst i ' ?.acb.t-  door. NEDERL AND, 137 jachtjes rommelen, maar welhaast met ver* fehrikkende ratelfiaagen uitbarlten. Zeer duidelyk hoorde ik : „ nu Mietje, zal 'er „ eens van na bed gaan inkomen ?" —- „ neen, was het antwoord, als ik myn lieve Joost by „ my had dan wel, maar nu, nu volftrekt niet." ■ Na eenige onaangenaame woor- denwisfeling, wierd de Vader kwaad, nam haar op, en zeide; „ dan zal ik u met kleederen met „ al te bed gooien." — 't Schaap gaf een gil, en riep herhaalde maaien achter een om haar Joost, haar lieve Joost, dat zy die wilde heb» ben, dat die komen moest, dat zy dan te vreden zou zyn, en niet eerder. De Vader daar en tegen wierd woedend, vloekte op Joott. als, waare hy Joost zelve, maar zy lagchte daarom met zulk een fchaterend geluid, dat het ilerk aflteekende by de brommende item van den ouden , zo wei de aandacht van het huisgezin , als van my trok, en de goede kasteleines deed bp. ven komen, vraagende wat 'er toch te doen was 3 Myn Joost, myn lieve Joost wil ik hebben, riep zy, eer de oude tyd had te antwoorden , die moet hier komen, dan zal ik te vreden zyn - en eer niet. — Des Vaders woede, (teefje zuchte in een hoek van de kamer) verdubbelde zich, doch de Kasteleines wende alle moeite, aan om hen zo ver tot bedaaren te 1.5 '  I3Ü de JONGE REIZIGER1 krygen, dat hy zich overreeden liet. Mietje voor eenige oogenblikken aan haar overtelaaten en het vertrek te ruimen, terwyl Mietje behendig om haar lieve Joost riep. - Toen de oude met Neefje na beneden was, vervoegde\ ik my by de kasteleines - Ik was nieuwsgierig Lot. - Dat wyf is ilim; zy zette zich naast het ledikant van Mietje neder, begon haar van onder op te onderhouden. en deed haar zo veel vraagen, die niemand dan eene vrouw verzinnen kan, om achter het geheim van eene zaak te koomen. Mietje beantwoorde die, met alle de oprechtheid van een meisje, dat kwynt van liefde, door dwang ingetoogen is, maar door het gebruik van eenige wyn uitbarst. . Haar lieve Joost moest 'er zyn, kusfchens, dekens alles wierd byeen gefcheurd, hartlyk inde armen gedrukt, en altoos daar by gevoegd: 5, Kyk zo zou ik hem pakken." -—_ Vergeef my deeze misfchien te losbandige befchryving myne Charlotte! 't was een wondertoneel,dat ik in zyn geheel, noch durf, noch kan, noch mag afmaaien. Maar dit my wel altoos in ge. heugen blyven zal. Mietje wierd eindelyk door den goeden invloed der kasteleines bedaard,raakte in flaap,en wy gingen beneden verneemen, hoe jonker Yzegrim het had. - Wy vonden hem in de gemee. ne  door NEDERLAND. 139 ne haard, met een pyp, ( zo men het noemt, al peiniend) op en neder wandelen , Neefje naast, hem.) — De Kasteleines nam den man mee zich in een afzonderlyk vertrekje, en my dacht het niet onvoegzaam, (tot voldoening van myne nieuwsgierigheid) Neefje op zy te fcheten- — De goede ziel, die op zyn zeventiende jaar Doctor in de Wysbegeerte was, maar even el vaders tuin nog op een ft. kpaardje rond ree 1. Was in het verhaal dat hy deed . zo deftig als oom, maar in deezen geloof ik ook zo oprecht als Mietje, 't kwam hier op uit: Mietjes Vader is een man van geboorte, aanzien en rnidde* len, O'erfland heb ik zo zeer niet kunnen merken) Joost, heeft wel al de vier hier voorgenoemde hoedanigheden, maar de Vent is Roomscb, en een ryke Neef in Amfterdam heeft gezegd Mietje geheel te zullen onterven, als zy niet iemand van de kerk trouwde, ik vraagde Neef, of hy niet van de kerk was, en dit met ja beantwoord zynde, vervolgde ik: wel nu, dan moest gy de plaats van Joost zien te bekomen. Dit was de wensch van de geheele familie, hernam hy, maar Mietje wil niemand hebben als Joost, nu zal zy eens een tyd lang te Amfterdam zyn, en als het dan niet wii gaatzy na het verbeterhuis. De  *40 de JONGE REIZIGER De goede Kasteleines ondertusfchen , had den cuden tot bedaaren poogen te brengen, maar te vergeefs, alie haare redenen tegens dien beul waartn oly in het vuur, zyne deftigheid verliep zich in vloeken, raazen, en dreigen tot z » verre dat het arme Mitje 'er door ontwaakte, en als in doodsbenaauwdheid om hulp lchreeuwde de Tyger vloog na boven, doch Wy ook, en beletten hem de handen aan haar te Haan. gelyk hy meermaals poogde, ten laaiden had ny uitgebuldert, en wy gingen te bed . behalvtn de Kasteleines, die by Mietje bleef waken Het gezelfchap ïs deeze morgen ten zeven uur vertrokken, de arme Mietje was zo ongefteld dat zy ter naauwer nood konde reizen. Ik beklaag haar in myne ziel, en verfoei een vader wiens hart zo wreedaartig, zo gelyk aan dac van een monfter is. Ik gaa de Stad bezichtigen myne lieve, en zo draa ik weder Hof heb, de pen opvatten, om u te fchryven. Ik ben &c. B E  B E R I C II T, Verfcheidene onzer Leezers hebben zich be; klaagd., over het lang achterblyven van dit Stukje en wezenlyk niet zonder reden, de uitgeevei vraagt daar over in zo verre verfchoning als hy oordeelt aan het publiek verfchuldigt te zyn, dat door dteze geduurige aanvraag na dit Stuky ten minften toont in de voortgang van het werk belang te ftellen. Gewichtige bezigheden, toevallige omftandigheid. en andere den Verzamelaar belangende redenen, zyn de oorzaaken van het vertraag, maar daar de voornaamfte van die th.ns ophouden, verzekeren wy onze Leezers, dat wy in het vervolg de ftukjes fppediger op een zullen laaten volgen, en ten minften niet meer dan twee maanden het een na het ander uitgeeven. jMet zeer veel genoegen is ons ter ooren gekomen dat kundige mannen in ons Vaderland, de hoofdoogmerken van ons werk goedkeuren, enJ de behandeling meest al voldoende vinden. Wy melden dit hier niet om onzen arbeid een loffpraak toetezwaaijen, maar om met een enkel woord aan te flippen, dat 'er ook dezulke zyn, wier hart min gallig dan dat van zekere maandfchriftfchry ver, (wiens kwaadaartigheid, fchoon hy die verdubbelde, wy met verachtendftilzwy. gen zouden beantwoorden,; ten minften hulde d-. en  li BERICHT, doen aan de poging der zulken,die de jeugd nut., tig willen zyn in de kennis van ons Vaderland, zonder ditop onderfcheiden manierenfystematicc| dor en ongevallig te doen. Hier by hebben wy nog te voegen, dat het afzyn van den Verzimelaar, oorzaak is van eene menigte drukfeilen in dit Stukje, waarover de Leezer zo wel als wy ons met reden beklaagen zal. Maar de byzondere vriendlykheid van een bekwaam, taalkundig en verftandig Heer op zich genomen hebbende, de proeven in het vervolg natezien, durven wy ook onze Leezers itï dit opzicht verzekeren, dat wy hunne verdere klagten zullen voorkomen.  D E JONGE REIZIGER DOOR NEDERLAND, Zynde een verzameling van brieven, waarin ai het merkwaardige der zeven vereenigde gewesten is by een verzamelt, en doormengq met zodanige gebeurtenissen, en gesprekken, als den schryver in zyne r.eize voorkwamen. III. DEELS, II. STU$; u1tgegeeven door JAN A. B A C R E R. Te AMSTERDAM, b dat men fchier met zorg over ftraat gaat, uit vreeze dat er een vengller, een topje van een huis, een goot, ja een gevel zal inflorten, of van boven koomen. Ik  door NEDERLAND. 147 Ik ben verlangende iets meer van de omftandigheden van het huisgezin, waarby ik gt weest hebbe te weeten, want hoewel man, vrouw en kinderen alle teekenen, dat zy wellievend en heusch zyn, kwamen my den toeftand juist niet zo overvloedig voor, als ik, by myne oppervlakkige befchouwing van hunne caradlers wel wenschte. Van avond hier over nader, men brengt myn eeten op tafel. . *$ Avonds ten vervolg. ——— Myne maaltyd gedaan zynde, zette ik my neder tot het fchryven van den brief aan Peter • /en, en eenen aan Fredrikfïad, waaraan ik tot vyf uur bezig was, toen my die beleefde Heer kwam af haaien , wy deeden nog eene kleine wandeling na de haven, waar de zee vry onftuimig infpoelde , 't geen evenwel voor my , gelyk gy weet, geen onaangenaame vertooning maakte. Ik zal my ditmaal nïet ophouden, met u de woeling die hier op eenige afftand plaats hadde te fchetzen, maar alleen zeggen, dat er verre af zich eene groote menigte, zo veel wy tellen konden naby de hondert vaartuigjes zich opdeeden, die myn vriend my onderrichte allen waarfchynlyk uit Groningerland te komen, en K 4 met  143 fis JONGE REIZIGER met turf gelaaden te zyn voor deeze Provin-" cie. Het verdere van ons gefprek betrof de zwaare kosten, waarmede en de kundige wyze waarop de dykwerken in geheel Noordholland in fland gehouden wierden, dan dit is geene ftof om aan u te fchryven. Van de ha. ven terug keerende, deden wy ndg eerst eenkorte vifite by de zieken vriend, die zo het my toefcheen, gantsch niec beter was. Gy kunt u niet verbeelden myne lieve Lot, hoe zeer ik aangedaan was over den toeftand van die beminde vrouw, en haare drie lieve fchepzeltjes, een meisje van zeven en twee jongetjes vanvyf en drie jaaren, alle zo frisch gezond, fchoon en welgemaakt, dat het een lust was om te zien. i Toen wy inkwaamen, zat de bedrukte vrouw aan het voeteinde van het bed, waarop haar dierbaren lyder worfteldé, het kleinfte zoontje op den fchoot, het andere benevens het meisje aan haare knieën. Allen fchreiden de lieven, zeker om dat moeder fchreide, want zy hebben nog geen bezef van den toeftand waarin zy ftaan gedompeld te worden, indien de braaven vader hun met den dood mogt komen te ontvallen. Ja iieve Lot, die flag zou zwaar, zeer zwaar zyn, dewyl de beftaansmiddelen van dit huisgezin' eenig van 's mans vlytigen arbeid afhangen.  door NEDERLAND, 149 Zy ftond op, en een glimlach van vergenoegende aandoening ftraalde uit haar betraand gelaat. Wy moesten een oogenblik plaats neemen, en hoorden van haar, dat hy omtrent een uur, na wy 'smorgens waaren heen gegaan, zwaars zenuwtrekkingen gehad hadde, waardoor hy nu zo geheel was afgemarteld, dat zy verzocht wy wilden hem niet aanfpreeken, hoe zeer beliefde het haar daar by te voegen, onze vifitc hun ook anders vereerde. Myn nieuwe kem;is bood" zich aan den nacht by hem te waaken, en men kon zien dat dit hartlyk was, dewyl het gevoel eener waare vriendfchap in alle fpieren van zyn gelaat uitblonk, — Ik was geheel aandoening. Kort hierna namen wy ons affcheid, de lyder drukte ons alleen de hand, geen lust hebbende om een woord te fpreeken. Het vrouw- tje fchreide tot fnikkens toe, haar vriend fprak haar pasfende troostredenen toe, maar ik myne lieve, ik kon niet, myn hart bonsde geweldig, het kropte my tegens de keel, en myne oogen waaren geheel beneeveld. Toen wy buiten het huis waaren, duurde het nog eenige minuten, eer een van ons een woord korde fpreeken, toen ik eindelyk vraagde welke menfchen dit waaren? — Gy moet u bedroeven myne lieve Charlotte, als gy de leeven?geK 5 val.  i5o Dii JOKGE REIZIGER vallen deezer menfchen hoort, de menigvuldige! bewyzen welke daarin vooikomen, dat een goed vertrouwend hart, 't welk deels gelooft dat alle menfchen even eerlyk en oprecht zyn , deels door omstandigheden genoodzaakt wordt, om het oor te leenen, aan vleiende voorftellingen, met groote beloften vergezeld, dat zeg ik zulk een hart meest al het offer zyner eigene goedheid, en de fpeelbal van geveinsde eigenbaat, teugellooze gloriezucht en meer andere fchand- fchriften is. Hunne gefchiedenis is te langA om in eenen brief vermeld te worden, ook be* noord die niet eigenaartig tot myn bellek, maar ik kan echter niet voorby te zeggen, dat ik zulke caracters, welke zich orgevergd aanbieden, cm ons byftand te verleenen, om door vleiende: •beleefdheden daarvan poogen te overtuigen, en inmiddels by zich zelve reeds het gullig vooruitzicht voeden, dat deeze de weg is om aan hun; ne trotschkeid te onderwerpen, en als 't waare daardoor den kring hunner fiaven te vergrooten, by my pesten der LVIaatfchappy zyn, wier uitvioeizels vergiftiger zyn, dan de vermoordende purpeikoortfen. En ik heb meenigmaal bemerkt dat die voor my ondraaslyke weezens, louter fteunende op de grootheid van hunne fchatten * inwendig de ha ghartigftefchepzels zyn, die voor u kruipen zullen als aard wurmen zo draa zy uwen byfiand nodig hebben, uit de natuur flaa'ven zyn, en zei-  d o o ii NEDERLAND. 15! Zelve te midden in hunne gewaande grootheid, nog niet dan in het duister hunne gefmeedeont. werpen durven uitvoeren. '——- Iemand aan dit ponrait gelykende, is zedert jaaren de oorzaak van de rampfpoeden waarmeede dit huisgezin te worftelen heefc. —-—— De Hemel hoop ik zal den braaven man , wiens caracter my als het tegenbeeld van het voorig fchildery wierd voorgefteld, fpoedig uit het krankbed doen opftaan, en hem wedergeeven aan zyne liefhebbende vrouw en onnooz'le kindertjes. Geloof my, myne beste, de weinige oogen' blikken, waarin ik dit huisgezin gezien hebbe, en de korte fehets hunner lotgevallen en omftan-, digheden, leide my op tot een groot aantal befpiegelingen, welke niet allen even veel eer aan het menschdora toebrengen. Als ik binnen wei. nige dagen het geluk hebbe, my in uwelievetegen swoordigheid te bevinden, en my te verlustigen in de u gevalligfte gefprekken, zal ik u liiondling veel van dit huisgezin, van hunnen 'gewaanden weldoender, en van myne aanmerkingen over beiden mededeelen. —— Thans gaa ik u mynen avond affchetzen. Aan het huis van mynen beleefden gastheer koornende, wierden wy aan de theetafel opgewacht, door eene fraaije jonge juffer, in de landfmaak zeer netjes,en zelfs vry prachtig gekleed, 't Was  jgö de JONGE REIZIGER 't Was de dochter van het huis. De Vadef bood my haar aan met zeer veel wellevendheid, en de jonge juffer toonde zo wel door haare ■woorden, als door haare houding en manierwaarop zy myne complimenten ontving, dac zy buiten iXiedenblik had fchool geleegen. De Vader haar na zyne beminde vraagende, antwoorde zy, dat moeder haar excus liet maaken van niet tegenswoordig te zyn, door dien eene vriendin, haar tot aoodzaaklyke hulp had laaten roepen. . Toen wy omtrent een kwartier gezeten hadden, kwaamen er nog twee Heeren, den een na den' anderen in, de laatfte bragc de tyding mede, dat de vriendin van onzen gastheers vrouw reeds verlost was van een welgefchaapen zoon, dit gaf by die Heeren een onderling genoegen, doch myns oordeels liep het gefprek een weinig te los over dat onderwerp, byzonder zo ver de eene Heer daarover fprak, in de tegens <.oordigheid van eene i;og niet wél achttien iaar ud zynde Juffer. Ik meende duid. lyk te beipeuren dat zy niet alleen bloosde, maar tot t-ee reizen toe het vertrek verliet, om haare verwarring te bedekken. Dit, ik kan hetniet ontkennen myne lieve Lotje, floot my altoos geweldig, en ik heb te veel eerbied voor de fexe, om my in dat opzicht niet geftreng in toom te houden. —— Dan gy zyt des zo wel over-  door NEDERLAND. overtuigd, dat gy geen oogenblik in bedenking zult neemen, of ik iets toebragt tot het bloozen dier oniuikende roos, dan of ik hier aan geheel onfchuldig was. —- Het nieuws van de ftad en der couranten volgde tot moeder te huis kwam ,een hupfe ronde Noordhollandfche vrouw, maar zo ik gisfe eenige jaaren ouder dan haar man, toen had men de ipüllen weder gaande, dc ch de jonge juffer luisterde moeder iets in, en verdween met eene zedigheid die haar zeer bevallig ftond. Dan het fchynt of deeze dag gefchikt was, om my door gevallen van buitengewoone aart in een gedurige befpiegeling te houden. Na het aflopen van een aantal glosfen ovet deeze gebeurtenis, was de vraag: wel nu, hoe maakten het de kraamheer, was hy niet bly, niet fterk aangedaan?" maar wat was het antwoord: „weg, is dat ook een vent? 't is waar, 't heeft maar kort geduurd met 'Neelsjs, maar 't ging fcherp, en de kaerel ftond alzo bedaard aan het raam, in ik weet niet wat boek te leezen, als of hy alleen in het vertrek was. --. Hy draaide er geen roer na, al hoe 't armefchaap kermde. Ik had hem de oogen wel willen uit. krabben, en kon het op 't laatst niet langer verdraagen,maar fcheurde hem het boek uit de handen, en zei, kom! 't is nu geen tyd van leezen,  154 de JONGE REIZIGER zen, ftaat uw leidende vrouw liever by; . maar wat hielp het? niemendal." . Men maakte niet weinig aanmerkingen op dit onbehoorlyk gedrag van een man, die zo wel in zyn fchik behoorde te zyn zo men dacht met deeze gebeurtenis, dewyl hy reeds eenige jaaren getrouwd was, en dit het eerfte kraambed was. Men ontleede vervolgens het caracter van dien man, en zo het na waarheid gefchildert wierd, waaraan ik niet durf twyfelen , dewyl men hem zo wel eene witte, als eene zwarte zyde toekeurde, dan is hy ondanks de eerfte, een valsch en dubbelhartig mensch, waar voor ik nooit vriendfchap feil kon hebben, ja die my de achting van eik fatzoenlyfc man onwaardig is ; en ik drukte my hier over fterk genoeg uit, om hun allen myne waare meening te doen bevatten. Ik kan r.iet anders zeggen, ef tot hier aan toe fleet ik mynen avond met weinig vermaak, want geen der tot nu gehoudene geiprekken, beteekende voor my iets van aanbelang, dan alleen dat zy my aanleiding gaven tot menfchen kennis, eene myns oordeels zo nuttige ftudie, dat ik my daaraan geheel zou kunnen overgeeven, terwyl ik hoe langs hoe meer ondervind, dat de meeste caraclers dér Romans, zy mogen zooverdreeven fchyner. als zy willen, hunne origineelen in de natuur hebben, en zomtyds noch te flaauw zyn, als men dezelve daarby vergelykt Nu  door NEDERLAND. 155 Nu liet zich een Heer van Purmerend aandienen, die zo als het geleek een oud vriend was, van den Heer van den huize, 't Duurde niet lang of hy toonde zich een vrolyke bol te zyn, in wiens hersfens men gantsch niet zeggen konde dat het Mei avond was, integendeel, alles lag wel netjes op zyn plaats, en zo vroJyk als hy was, men hoorde niets van hem dan ' gezond verftand, behalven, 't geen my inderdaad ergerde, en gy myne lieve zyt hiervan wel overtuigd, dat hy zomtyds wat fterk profaneerde. Ik haat een dweeper en een fynbaard om dat zy doorgaans bedriegers zyn, maar hy die werk maakten om te profaneeren, zyn by my even haatlyk, om dat zy van eene andere zyde, alle godsdienftige beginzelen ondermynen, en uitroeien, gevaarlyk zyn voor de jeugd, door de geestigheid waarmede zy hun flaagen voortbrengen, en dus fchadelyk voor het welzyn der maatfchappy. 't Ging hier gelyk het gemeenlyk in zulke ge« zelfchappen gaat, wy hielden geen bepaald onderwerp in ons gefprek, maar ik kreeg nieuwen ftof voor mynen tot aanmerken zo geftemden geest, toen wy onder anderen op de dichtkunst raakten, en herinnerde my by die gelegenheid eene plaats uit Horatius, die men gemaklyk op onze eeuw en ons vaderland kan toe* pas-;  156 de JONGE REIZIGER pasfen. Welke hier op uitkomt, dat Romen te dier tyd van versfemaakers en uitfchreeuwers van dien overvloeide." —— De vreemde Heer bragt een der twee anderen op zyn tfokpaardje , en het duurde niet lang of zyne zak - portefeuille kwam op tafel, en hy rammelde ons een aantal erbarmlyke yersfen voor. Niet te min de man wierd overlaaden met loftuitingen, hy kon naauw een zogenoemd couplet voleindigen, of de Purmerender viel hem in, om ons te doen opmerken , [welke fraaije trekken dat rymend vernuft opleverde, en dit deed hy met zo veel geest, dat wy niet alleen ons van lagchen konden onthouden, maar ik waarlyk eens genoodzaakt was het vertrek te verlaaten , wilde ik mydoor het heevige lagchen geen wezentlyk ongemak aandoen. Na deeze fraaiheid omtrent een uur geduurd hadde, was het als of de man begon te begrypen , dat hy gefopt wierd, althans hy pakte zyn fpulletjes in, en de portefeuille gleed in de zak, zonder dat men hem tot het voorleezen, (en dit was volmaakt in den trant van Cats,) van noch een ftukje kon overhaalen. Men hield echter niet op hem lof toetezwaaiën, en en liet het hier berusten by het opvyzelen van de voorgeleezene of van my te beklaagen, dat ik deeze en geene andere, die zy kenden niet gehoord hadden. —— Maar de Putmerenter, een  door- NEDERLAND. 15? rechte fpreeuw, nam eene emftige houdingen toon aan: „is het niet jammer Mynheer, (vraagde hy aan my,) dat een man van zo veele talenten , die als onder de aarde begraaft, en de waereld niets meededeeld van zyne vernuftige, en diepe hersfenvruchten ? ik noem ze diep, voegde hy er by, om dat ze al dikwerf myn begrip te boven gaan, en verftomd ftaan, hoe iemand het dus byeen kan krygen." -—« De hals wilde aan den eenen kant dien breeden lof wel van zich affchuiven, als begrypende dat nedrigheid de verdienften welftaat, maar aan den andere kant ftreelden zy zodanig zyne eigenliefde, dat het vergenoegen ais een waas op zyn gelaat lag. — De Purmerenter liet ondertusfchen niet los. „ Ik heb daarenboven al menigmaal tegens onzen vriend gezegd, (zeide hy,) dat hy zyne bekwaamheden eens aan uitgebreider onderwerpen en dichtltukken beproeven moest, by voorbeeld aan het heldendicht of het treufpel. Tot het eerfte gaf ik hem die Reuzin op, waarvan Casparus Wachtendorp verhaalt, in zyne rymkronyk, dat zy door de zee na Engeland wandelde , en tot het treurfpel het vrouwtje van Ephezen, of om het onderwerp uit de Vaderlandfche gefchiedenis te putten;de ondergang van Stavo. ren of anders de Gravin van Hennenberg." ■ Gy zoudt u ziek gelagchen hebben, myne lieve Lott III. Deel. L als  i$8 de JONGE REIZIGER als gy h;er by tegenswoordig geweest waart. Onder anderen vraagde die geestige vriend, of my niet dacht, dat bet een vol toneel zon geeven, en veel effect doen, als men die drie honderd vyf enzestig kindertjes door zo veele bedienden gedraagen, met de moeder aan het hoofd, in procesfie ren doop geleide V — De ondergang van Stavoren, verdeelde hy in vyf bedryven. —— En wel dus, in het eerfte bedryf geeft de vrouw order tot het inkopen van eene kostbaare lading in de oostzee; in het twee* de handelt de fchipper over den inkoop; in liet derde koomt hy te huis en krygt order om die lading in tarw beftaande, buitenboord te gooien; liet geen in 't vierde, wanneer zich een fchip op het toneel moet vertoonen gebeurd en daar op verzinkt, in het vyfde bedryf, de geheele ftad Om het eigenlyk naïve van zulke invallen te fmaaken , dient men daarby tegenswoordig te zyn, om de houding, mines, ftem en wat diesmeer is, van de voornaamfte daar in deel hebbende perfoonen gade te fi ian, 't is onmooglylc daaraan die aartigheden onder het fchryven by te zetten, welke wy gevoelen als wy er tegenswoordig zyn, tusfchen koomende aanmerkingen, gedachten die ons, fchoon wy die niet uitdrukken , infchieten; en honderd andere dingen, geeven  door NEDERLAND. ï<9 Ven hier aan een onnoembaar iets, dat ons daarin behaagen doet fcheppen. : Evenwel ik'was té Vol van deeze gebeurtenis om haar niet tot myn geheugen aauterekenen. Dewyl de gastheer, by zynen zieken vriend Zoude waaken, feheiden wy voor tien Uuren « anders hadt het ligt wel diep in den nacht geworden, want wy waaren allen zeer vrolyk, en reeds geftemd om noch een paar uurtjes ons te Vermaaken} met de dolle inbeelding van den mar* die niets weet,en zich alles op zyn verftandkrat voorftaan. De Vrouw van öftzën Gastheer^ zo wel als" de jonge juffer, die vervolgens weder in hets gezelfchap verfcheenen was, tooüden beiden * dat zy de feinlte flaagen van den Purmerender in alle volheid gevoelden. —!-**> Een der' Heeren gaf my te kennen, dac de jonge juffer zelve j nu eri dan èert heel lief versje frfaakte.' Hoe zeer ik my met het hoofdonderwerp onzer converfatie vermaakte ,• was ik echter nieuwsgierig, ook daar van iets te zien. — Dé juffer verlchoonde zich met eene bevallije nedrigheid . een lief btoosje fierde haare wangen^ dat tevens eene zekere belemmering iiitdrüktev hóé haare eigene begeerte örii myfi verdoek te Voldoen, en de zachte tegenitand >van eene' kleine befchrcomdheid te doen overeenlterrf. L 2 ÉMÉ£  6b n e JONGE REIZIGER men. —— Iets dergelyks myne lieve Charlotte tekent by my veelal een goed hart, vooral als men daarin gelyk by dit meisje de zuivere natuur ontwaart, vry van die verkunfteling, waaraan veele liefhebbers der dichtkunde en muzyk zich fchuldig maaken, dat is, dat men hun moet dwingen, om ons *t een of ander van hunne liefhebbery meede te deelen, maar als men hun, (om eene uitdrukking te gebruiken, die my voormaals eens benaauwde ,) den mond openbreekt, hun niet ligt weder totzwygenkan brengen. — 't Gelukte my eindelyk, door tus. fchenkomst van den vader een klinkdicht van haar te hooren leezen, 't geen gantsch niet ongevallig gefchiede. Men vergunde my op myn verzoek een affchrift, oordeel myne lieve over hetzelve, dus luidt het: OP DEN MENSCH, Het Beeld van God, Na het fransch van Drelincourt. Als 'k op het tydftip denk, alwetend alvermogen! Dat gy den fterveling gefchapen hebt uit niet; En als myn oog het fchoon van leest en geest beziet, Dan (laat mjrn geest verrukt, verwondert,opgetogen. Het  door NEDERLAND. i gaangenaamheid, als veele andere fteden. Want ma hetzelve ten einde gelopen was, moesten zy (de genaade des Keizers Maximiliaan, en des .Aartshertog Filipt, door den perfoon van sten i toenmaaligen Hertog van Saxen verbeeld afIkoopen, niet alleen door een boete van driehundert goude Andries guldens, maar daar te boven door de grievende vernedering, dat tien der voornaainfte ingezetenen, ongegord, blootshoofds, en met een wit ftokje in de hand, die genade op hunne knieën, voor den gemelden Hertog van Saxen moesten komen =aflmeeken, tevens met overreiking van hunne ftadshanü^esten en privilegiën. Fredrikfïad, zo dikwerf ik diergelyke uitoeffeningen van eene overheerfchende magt leeze of overdenke, voel ik iets in myn gemoed opiyzen, dacmy duidelyk zegt, dat ik ni;t gefchikt zou zyn, om onder zulk een tiental meede te wandelen, en op my in perfoon de fchande, die op myne Medeburgers zo wel, als op my behoorde nedertedaalen, voor dat tiende deel te laaden. Moest de ftad nu ten deezen tyd die jammerlyke vernedering zich laaten welgevallen, zy onderging geenen minderen ramp ten dage, dat de ftrydbaare Gelderfchen haar in den jaare vyftienUondert zeventien, ftormenderhand veroverden, en  ito de JONGE REIZIGER en behalven het kafteel ten gronde toe af bran. oen. Wy weeten dat Enkhuizen zich in Mei vyftienhonderttweeënzeventig de Staatfche party tegen, die van den Hertog van AhaJLnhk aannam, in Juny daaraanvolgende trok een L deelte dier ftedelingen herwaard, en de goede verftandhouding, welke er tusfchen deezen, en die van de Staatsgezinden binnen Medenbïik plaats vond, was oorzaak dat de ftad fpoedig en byna zonder bloedvergieten, in handen°van derzeiver verïosfers overging. Evenwel, fcheen de bezetting en de weerbaare manfchap die nog de Spaanfche Regeering aankleefde, eene Poging te willen aanwenden, om deeze over meestering door middelen van geweld te doen omkeeren. Ten dien einde wierpen zy zich op het kafteel, dat tamelyk wel van krygs en mondbehoeftens was voorzien, en van waar zy de ftad zeker zouden hebben kunnen dwingen of vernielen, ten waare de overwinnaars dit duidlyk bevroedende, daar tegens een middel hadden uitgedacht, dat die van het kafteel den moed benam, om een eenige geweldige poging tegens de ftad te onderneemen, of een fchot te doen. Namenlyk, de Staatsgezinden haal. den de vrouwen en kinderen der geenen die zich op het kafteel bevonden, uit hunne hui- zen,  door NEDERLAND. i69 zen, deeden haar voor de krygsbenden optrekken', zo dat het onmooglyk was, eenig nadeel aan de optrekkende benden toetebrengen, zonder eerst deeze weerlooze fchepzelen door hunnen aanval te vermoorden. Natuurlyk was het hart van vaders en echtgenoten, te teder om -zulk een gruweldaad te begaan, men ysde van het gezicht en het denkbeeld hoe veel hun de , overwinning, zo zy die mogten behaalen,zoude moeten kosten, vervulde niet alleen hunne harten met fchrik en afgryzen, maar baarde eene niet geringe verwarring, zo dat men.genaden vond, het flot aan den vyand over te geeven. Van dien tytt at aan nam uc ^«ufche Regeering alhier een einde, hoewel men in den jaare vyftienhonderdvierënzeventig, nog eene vruchtelooze poging deed, om het kafteel door verraad aan de aanhangers des konmgs overteleeveren. Toen de Leicesterfche party in den jaare vyttienhonderdzevenëntachtig, door de Hollandfche en Zeeuwfche fteden, op last der Staaten in verzekering te neemen, den billyken tegen, ftand ondervond, wilde men ook Medenbïik aan dezelve ontrukken, ten welken einde men Jonkheer Arend van Duivenvoorde, met ge- noegzaame manfchap daartoe afzond. • Dan hy vond de poorten geflooten, men wei- ger.  i?o db JONGE REIZIGER gerde zyn patent aanteneemen, en hem intelaten. Sonnay die hier het bevel voerde, en zich meestal hier ophield-, wüde volftrekt daartoe niet verftaan, dat men deeze afgezondene bezetting zoude inneemen. Hiertoer was wei voornaamelyk de reden, dat de Predikanten de aanhang van Leicester waaren toegedaan , en alle zeilen byzette, om die te doen boven dryven, daartoe gebruik maakende, van het in zulke gevallen veelal gebruiklyk gefchreeuw, dat de kerk daardoor in gevaar zoude raaken, en Sonnoy, wilde hy Gods eer , de zuiverheid der kerke en het heil des Vaderlands bewerken, voiftrekt het oor niet moest leenen aan de beveelen, welke hem in deezen van de Staaten wierden opgelegd. De eerbied die ik voor zommige geestelykeiï hebbe, wederhoud my, Fredrikfïad, hierover myne gedachten te uiten, ten aanziea van anderen doe ik zulks met een cubbeld ge'noegen , want eigenlyk zyn er by my al weinig Hechter weezens, dan deziiike onder die achtenswaardige orde, welke, door zoorcgelyk gefchreeuw de onkundige gemeente tegens hunne wettige overheden opruien, en tiet vuur van twist, uit eigen baat en heerschzitcht, 'zo kragtig aar, blaazen, dat de vlam van ftad tct itad, van tanddistricT: tot landdistnct voonflaande, over ai deuiierft* ver-?  door NEDERLAND. i?i verwarring verfpreidt, en het Gemeenebest ten gronde helpt. Maurits, gehoord hebbende, dat men Jonkheer van Duivenvoorde , het hoofd had laaten ftooten; trok iii perfoon derwaard vergezeld van genoegzaame Manfchap maar Zyne Hoogheid onderging het zelfde lot, weigerde hem volftrekt, en Sonaoy liet zich door vleiende aanbiedingen of dreigementen van zyn voornee. men niet aftrekken. Hier op volgde, dat Maurits de Stad omcingelde, en belegerde. Hy ving hier meede aan op den 27 February 1587 Maar Sonnoy, denkende, dat hy eenen ontwyffelbaaren bylTand uit Engeland te wachten hadde, wilde maar geheel van geen overgaaf hooren fpreeken, dan nadat hy het beleg met nog geen zeshondert man, meer dan zeven weeken hebbende geduurd, zich in zyne verwagting op den Engelfchen byftand te leur gefteld vond. .— Toen gaf hy het op en de Stadhouder binnen getrokken zynde, liet aanftonds het ontroerde gemeen tot rust vermaanen. In de kerkelyke beroerten heeft uok Medenbïik gedeeld, zo in haar eigen fchoot, als by voorbeeld tusfchen Sonnoy en de Wethouderfchap, in 't Jaar 1584, enkel om het beroepen vaneen Predikant — Laater 1590 tot 15(^3 over een diergelyk geval, eenen Tako Sybrands betreffen-  i;ffi de JONGE REIZIGER de, welke beide Hukken echter de moeite niet waardig zyn dat ik u dezelve breedvoerig voorftelle, gelyk die even noodloos is, omtrent het geen zy in de Jaaren i6"i8 en 1619 meedewerkten, tot dat groote ftuk, 't geen nog als op onwrikbaare zuilen fchynt te ruften. Brand en watervloeden , waaren ook door het noodlot deeze plaats befchooren. — Cyzonder leed zyzeer veel indien beruchtenhoogen vloed, welke Ao. 1334 d*eeze Landen in het algemeen teisterde, — In 1555 vernielde eenen zwaare brand hier een aanmerkelyk getal huizen , benevens de kerk , doch de tooren wierd door de vlyt der burgery voor de verwoefting be waard. — En in 1620, wierd de Wierdyk welke de Stad tegens de aandruisfehende zee beveiligd, dooi" de zwaare ysgang welke daar langs fchuurde, buitengemeen befchadigd. — Dat de ftormen van 1775 en 1776 beide inde maanden November dier Jaaren voorgevallen, hier de fchrik en verbaasdheid alom verfpreiden is gemaklyk te be. grypen , als men maar haare legging in aanmerking neemt. Ziedaar myn Fredrikftad, alles wat ik in myne fituatie nopens de g-fchiedenis van Medenblik heb kunnen byeenzaamelen. — Ik gaa u eene korte befchryving van de Stad, en deszelfs gebouwen mededeelen. Me-'  Möti NEDERLAND. i?j Medenbïik dan nu legt aan de noordzyde van Wesivriesland 9 zodanig dat zy byna zo veel ten noordwesten van Enkbuizen , als ten noorden van Hoorn is afgelegen. — Buiten allen twyffel zou zy van de aan de Zuiderzee gelegene Steden de gefchikfte mogen geacht worden om tot eene bergplaats van 's Landsfcheepen in den winter te verftrekken, 'r. geen ook eens door derzelver gecommiteerden ter Staatsvergadering wierd voorgedraagen, doch men floeg 'er weinig of geen aeht op; 't gewoone lot van kleine weezens,als zy iets tegens de belangens van grotere hebben in te brengen, al fchynt her. dat hunne waardig, heid dezelfde zy: — dit viel voor in den jaare 1688. De gedaante der Stad is eirond ftrekkende in dö kngte byna oost en west, en dus zuid en noord in de breedte. De ingang der haven is aan de Noordoosthoek, voorzien van een vuurbaak: de binnenhavens zyn vier in getal, te weten de oude haven, de nieuwe haven, wesierhayen, en Eilandshaven : de eeifte is de minstdienftigfte voor groote Scheepen, doch de overige zyn za ruim dat men 'er een genoegzaam aantal van allerlei charter in kan bergen. Zo zommige meenen van drie hondert — De tegenwoordige vestingwerken zyn vooreerst van geen belang en daarenboven geheel vervallen; in den oorlog met M Span-  ï74 de JONGE REIZIGER Spanje, waaren zy ii zulk een goedeftaat van te, genweêrdarmen dezelve vooronverwinnelyk achte. In dezelve zyn vier poorten, die alle van geen aanzien zyn, ende Wester-Ooster-Baan en Breukof Keetenpoort genoemd worden. Van de Oosterpoort tot de Westerpoort is de Stad met eene taamelyke gracht omringt, en verders met een d}k die van buiten met een riem van wier of zeegras omgord is. < Behalven de havens is de Stad overal naar en akelig, de ftraaten zyn ilecht bevloerd, naauw, en vertoonen in haare gebouwen, een deerniswaardig verval. — 'Er ftaan echter eenige zeer goede huizen, 't Getal der pub'icque gebouwen is zeer gering. H.t kasteel, dat omtrent de Oosterpoort, aan de vest gelegen is, en zo wy reeds zagen, door de ongelukkige Graafurn den VJe» omtrent den jaare 1287 wierd aangevangen te bouwen,fchoon zommigen willen dat het al door Radbvld geïticht zou zyn, is in den jaare 1579 °P hst der S.aa:en ontmantelt, en heeft tegenswoordig niets meer van die ftaatelykheid welke het verblyfder oude graaven doorgaans vertoonde. ~— Integendeel ziet het 'er bedroefd vervallen uit, en dient thans zo ik meen eenig tot de veagaderplaats van denburger-krygsraad, daar het voormaals eene der -beroemfte kastelen yen was, die door de eerfte edel-  door NEDERLAND. if$ edellieden des Lands bekleed wierd,en waarvan Sonnoy de laatfte geweest is. — Het bailluwfchap der Noorderkoggen en Drechterland, pleeg aan deeze kasteleny verbonden te zyn, doch dit is al zedert i4r3 daarvan afgefcheiden. Ik heb geene gelegenheid gevonden om eenig publicq gebouw te bezichüngen, maar men zege my dat de kerk, zo wel inwendig als uitwendig van eene fchoone fchikking is, de tooren mag men recht fraai noemen. Het Stadhuis, dat ook nog een toorentje heeft? is een taamelyk gebouw, vierkant, met een ter wederzyden opgaande entree of Bordais. 't Eenige aanmerkelyke dat 'er te ziert is, zeide men my, is een fchilderftuk, met een Latynsch gefchiedverhaal daar onder, verbeeldende de 0* verbekende Koning Radbold. - Men wist den naam des meellers niet. 't Gebouw waarin de Munt gehouden, wordt is zeker van een taamelyke oudheid doch van geen byzonder aanzien,het zelve ftaat niet verre van de Kerk, voor 't tegenswoordige wordt daarin nies gewerkt. De Ingezetenen deezer Stad be¬ roemen zich, en al op goede oudheidkundigs bewyzen, dat hier ter plaatfe de eerfte Westfriefche Munt geflaagen is, en de waarfchyuelykheid daartoe wordt afgeleid uit nog voorhanden zyndg Munten, die Floris de V, anderen willen zelf M a Fk«  176 db JONGE REIZIGER Floris de IV, zouden hebben laaten 11 ah, op dezelve vind men de woorde M o n e Medenblaek , 't, welk geen gering bewys is, dat zy daar gewrocht zyn. Niet verre van de baanpoort, vindt men nog een vry goed gebouw, het Gemeenelands Koggen huis genoemd, waarin het collegie van Dykgraafen Regenten, of anders Superintendent geheeten, van de vier noorderkoggen, en daartoe behoorende dyken vergadert. De Admiraliteit van 't Noorderkwartier heeft in deeze Stad, cok gebouwen, zo IVlagazynen als andere, en de Werf die aan de zuidzydevan de Westerhaven is aangelegd, heeft zedert den En. gelfchen Oorlog merkelyke verbetering ondergaan, zo dat het nog wel der moeite waardigis, dezelve te bezichtigen. De overige gebouwen, welke in deeze Stad in aanmerking koomen, zyn de Luterjche Kerk, die der Mennoniten, eigenlyk Waterlandfche en Vfieïfche Doopsgezinden, ea een IVeesbuis. —• De eerfte ftaat aan de Eilandshaven, de tweede in een ftraat, waar van ik de naam niet weeta, en het Weeshuis tegens over de Munt. — Geene deezer heeft, zegt men my iets byzonders. Eindelyk vind men hier ook nog een Roomfche Stacie, door een vvaereltlyk Heer bediend wordeade. Men  door nederland. 177 Men denke echter niet, dat dit getal van Godsdienftige gehuchten, het gebrek aan voorzorg, voor byzondere armen ten gevolg hebben . geenzins; 'er zyn hier ohderfchéide fondsfen, welke onder verfcheidene namen worden geadminihreerdt, en waaruit de behoeftigen na behooren verzorgd worden, alleen daartoe zyn geene byzondere gebouwen. Nu Fredrikftad zal ik 'eindigen. Met weinige dagen hoop ik U te zien, en U en uwe Elize omhelzende, U by monde te verklaaren 't geen ik thans met de pen doe, uamenlyk dat ik ben, en altoos hoopteblyven.&c. m 3 ui. brief;  178 de JONGE REIZIGER III. BRIEF. Ferdikand aan Peters en. Medenbïik den 5 July 17— Xk heb u maar zeer weinig te fchryven myn waarde Petersfen, dewyl ik alles omtrent deeze Stad aan myne dierbaare Charlotte, en onzen Fredrikfïad heb raeedegedeeld: Evenwel kan ik my niet te vreden ftellen, dat ik geheel de pen niet zoude opvatten, om u eenige oogenblikken toe te fpreeken. Zo draa men onderneemt door deeze Stad te wandelen, en dus de fchoone welaangelegde havens befchouwt en aan het vergelyken raakt 3 hoe veel bloei hier zyn konde, indien dezelve maar half waaren opgevuld met Schepen, waar van deeze laaden, die losten , geene zich calefaaier, of wat dies m\:er is; en daartegenftelt, de dood. fcha ledigheid welke daar in nu plaats vindt, als zo eb en vloed byna de eenige bewegingen hier vexocrzaakea, om haar van een ftilftaand water te  door NEDERLAND. 179 te onderfcheiden, dan bekruipt ons eene huivering , die onze Vaderlandfche liefde geene geringe onaangenaamheid toebrengt. De ligging van de plaats zelve , zou men zéggen dat genoeg was, om hier den Zeehandel, en Scheepsbouw, tot een zeker toppunt te verheffen, en de geregeldheid om hier fpoedig en in evenredigheid der gevallen, vry onkostbaar geholpen te worden, was, dunkt my , zo gemaklyk in orde te fchikken, uit hoofde der aanleg,dat ik tot nog toe weinig plaatzen kenne, welke Medenbïik hier in overtreffen. 1 Ondertusfchen vindt het tegendeel plaats, . Uier is byna geenen Handel; en zeer weinig Scheepsbouw, vooral niet van nieuw werk. In den Herfst, en Wintertyd, zegt men my , gaat hier zomtyds nog al iets om, vooral, wanneer de ftormen, zo op Zeey als ter reede van Texel, eenige aanmerkelyke fchadens aan de zwervende , cf daar ter plaatze geankerde Scheepen toebrengen. De zulke in avery vervallende , des dat zy moeten op. zeilen, treffen zeker geene eerdere Haven aan, en zyn dus in de verpligting alhier binnen te loopen , om hunne geledene fchade te doen tauxeeren, opmaaken en herftellen. Doch dit is ook byna het al, als men de kleine werking der Admiraliteit uitzondert. M( Aan  i8o de JONGE REIZIGER Aan tafel zittende, deezen middag, deed de Kastelein my de eer , my te koomen zien. — Hy vraagde onder anderen , hoe my de Stad in het wandelen bevallen was ? ïk zeide hem d; ronde waarheid, en dit gaf aanleiding tot een gefprek over de kwynenden toeftand van de Stad, Vervolgens geraakten wy aart de averyen , maar Peter/en, hoe zeer ik my altoos verbeeld hebbe, dat de asfurantie, of liever het verzekeren , een der beste, en rykdoin opwerpende vakken van uwe beurs was ; hy verhaalde my zo veele ftaalen van fchaamtelooze bedriegeryën > welke in het Avery tekenen plaats vinden, en zo veele kunstjes, om de dingen in iavery gros te brengen, die maar eigenlyk avery particulier zyn , dat ik my verwonder hoe nog iemand befluiten kan, op eenige Polkes te tekenen. De Buitenlanders, voornaamlyk de Deenen, Jutten, en Zweeden , hebben, den naam, zeide hy, en 'er is ook veel aan; maar 'er zyn onder de Nederlanders ook wel, die het kunstje verftaan, om zich ten kosten van den a§ftiradeur te verryken. Hy haalde eene menigte ftaalen aan, die, ?o zy waar zyn , tot den Hemel fchreeuwen. ; «Onder anderen verhaalde hy van een vun  door NEDERLAND. 181 vuuren blaas, die alhier van Amderdam afkoo- , mende, eenige fchade geleeden had onder de vlieten, en daarom hier was binnen geloopen. 't Geheele vaartuig , zeide hy, was geen drieduizend guldens waardig, en echter beliep de avery verre boven de zesduizend , en nog was het zodanig gefield , dat het naauwlyks betrouwd was , om zielen meede over zee te Ituuren. Hy verhaalde van eene Fluit, welke alhier overwinterd hadde , die men in het algemeen fchatten , zeven a achtduizend guldens waardig te zyn; hy wierd hier geballast^ om na de Oostzee te zeilen; doch eer hy buiten gaats geraakten , kwam hy te ftooten , raakte pal aan den grond,met zulk hoog water , dat 'er geen afbrengen aan was, en hy als een wrak verkogt wierd. —— Naderhand beroemde zich de eigenaar , dat hy van den Asfuradeur daar voor achtienduizend guldens ontvangen hadde. • Ik ftond verbaasd, op dit verhaal, en antwoord eenig, dat heet ik. de Fortuin gebruiken. Ik zou verdrietig worden, als ik langer ftïl ftond op diergelyke ongehoorde geldfchraapingen; en ik verwonder my niet meer, dat men de Asfuradeurs gemeenlyk het fpreekwoord: de Asfuradeurs zyn Chicaneurs te last legt; die menfchen moeten wel, willen zy niet verfnielM 5 ten  i8s de JONGE REIZIGER ten voor de duizenden flordigheden, waar door men hun bedriegt. Nu, de Actiehandel in 1720 werkte ook hier, doch was van korte duur. Naderhand richte men hier een portie Rederye na Groenland op, dan die verliep ook: men heeft hier echter nog iets dat na Redery gelykt; maar van geen aanbelang. De Kaasmarkt, welke hier gehouden wordt, is verre beneden Hoorn en Edam. En anders is hier in de handelvakken van aanbelang niet te doen. Nu waarde Vrind,- groet uwe beminde Belle van my , morgen gaa ik by welzyn na Alkmaar, van daar op Purmerend, en dan koom ik zonder verhindering van aanbelang, my voor weinige dagen weder verlustigen in den boezem myner waardfte vrienden en vriendinnen, die ik zo gezond hoop te zullen aantref. £en als ik my bevind. ■ Ik ben enz. IV. DRIEF  door NEDERLAND. 183 IV. BRIEF. Ferbinand aan Charlotte. Alkmaar den 6 July ij Myne beste zal my wel vergeeven, dat ik den ganfchen dag nog geene pen in de hand genomen hebbe , om aan haar of Lmand onzer vriendenkring te fchryven , als ik haar zegge, dat ik zedert zes uuren deezen morgen, tot op dit oogenblik , ['s avonds tien uur] daar toe geene mooglyke tyd heb kunnen vinden. Eer ik van Medenbïik verreisde, liet ik nog eens verneemen na den zieken vriend, hy had eenen taamlyken nacht gehadt,doch was doodïyk zwak; ik vrees voor hem, en ben in zeker opzicht in myn fchik, dat ik geene nadere betrekkingen tot hem hebbe , want het is my, reeds genoeg verdrietig, aan zynen naaren toe* ftand te denken, en alle naauwere bekendfchap, verzwaart maar de aandoeningen , welke men gevoelt by het lyden van een deugdzaam en on-  184 d e JONGE REIZIGER ongelukkig huisgezin, dat men echter by geene mooglykheid hulp of verlichting kan toebrengen, en geen gering deel zyner rampen, aan het goed vertrouwen , op ydele beloften , en overredende uitnodigingen verfchuldigd is. — My dunkt dat ik de hartenwemch van myne geheele Lieve, in opzicht van dit huisgezin volkoomen bewust ben. . „ Waarom, „ hoor ik haar zeggen, is myn Pcrdinand, in „ alle omftandigheden, geenen Phuf of Abram Blankhart ? — Dan immers zou hy in „ ftilte , zonder dat iemand het wist, die on„ gelukkigen byftaan." Ja myne dierbaa¬ re, dan zou uw Ferdinand toonen uwer waardig te zyn; uwer, wier edel weldenkend hart, geen zuiverder voldoening geniet, dan door het bewyzen van heimelyke weldaaden, verfpreid met eene kieschheid , waar van te weinige Stervelingen het rechtte gevoel in hunnen boezem omdraagen. • Lotje ! dit immers is uw ca^ rafter, daar van ben ik hoogst mooglyk overtuigt , fchoon gy my nimmer openlyk met voorbeelden hebt toegelicht , ik ken uw hart in deezen , en by al het verbindende , dat uwe fchoonheid , uwe geestigheid, uw oordeel en kundigheid aanvoeren, is de uitmuntendheid van uw hart, en de tedere gevoeligheid voor al wat aandoeniyk genoemd mag worden, zekej het  door. NEDERLAND. 185 het overtreffenst. Deeze hulde ben ik, is u elk verfchuldigc , die gelukkig genoeg is, u van na by te leeren kennen, r en eindeiooze geneugten te fcheppen , in uwen altoos genoegen en vrolykheid ademenden omgang. Zo als ik gereed was afteryden , liet my een onbekend Heer, die deezen nacht, met een vaartuig hier. uit- de Lemmer , en verder van Groningen was gekoomen, verzoeken, of hy een plaatsje in de Fargon mogt hebben. Ik vond geene reden hem zulks te weigeren , en trof het heel tot myn genoegen, 't Was een jong Heer van Middelburg, die te Groningen in de Rechten gefludeerd had, en nu den naam van Meefrer voeren mogt. Hy had zyn tyd zo het my toefcheen , gantsch niet onnut verkwist , althans, indien hy zo doorkneedkundig in zyne hoofdftudie is, als in veele andere wetenfchappen, zal hy ontwyffelbaar fpoedig rang bekleeden , onder de beroemde Advocaaten van zyn Vaderland. Zyn inneemend voorkoomen , eene zekere vrypostigheid, die met wellevendheid gepaard, altoos eene betaam. lyke bewustheid van zelfwaardigheid vertoont; maakte dat wy welhaast zo gemeenzaam wierden, als of wy airede weeken achter een met elkander gereisd hadden, 't Geen onze converfatie veraangenaamde, myn lieve Lot, was eene  185 de JONGE RE I ZIGE R tene zekere overeen (temming in denkwys, met betrekking tot de bevalligeSexe, namenlyk dat de regel by zeker Dichter in een ander opzicht gebezigd; Het fchoonst is niet altoos 'tgéen meest wordt toegejuicht. Na onze gedachten al dikwerf betrekking hadden tot de heilfcheppende kunne; niet, dat wy het fchoone van gelaat en leest verwierpen , integendeel, alle fchoonheid zet de Sexe luister by; maar leuter fchoonheid, zonder geest, gevoel, en redeneerkunde, is en blyfr. gelyk aan die beelJen , welke door de hand eens kunstenaars gevormd, een Dioon of .Hebé befchaamen, en door ingeftokene machines zich verwonderlyk bevveegen kunnen. — Dit onderwerp hield ons geduutende den maal* tyd, aangenaam bezig. Hy maalde het afbeeldfel van eene jonge Groninger Juffer , met zo veel vuur en bevalligheid, dat 'er geen twyffel meer overbleef, of zy was de beminde van zyn hart. Behoef ik u te zeggen myne beste , dat ik hem ter vergelding , myne Charlotte affchetfte met die bekoorlykheden van ziei en ligchaam , welke haar in myne oogen, en die van veele andere , als de uitmuntende van het gantlche beminnelyk geflacht doen voorkoomen ? Neen, gy kunt des niet twyff-len , want hoe hoog hy ook zyne Eupbro/jtie, gelyk hy  door NEDERLAND. 187 hy haar noemde, verhief , kon zy toch voor myn hart niet in gelyken rang ftaan, met myne uitmunde Charlotte. —— Beider welzyn lieve, wierd al klinkend met een glaasje lekkere wyn gedronken, en hier op volgde eenig ililzwygen, 'c geen onze hanlyke verrukking duidlyk te kennen gaf. Voor my , ik ben altoos met myne gedachten om en by u; maar zulke oogenbLkken voeren eene electrifche aandoening roet zich. Toen wy deezen namiddag in den bekoorlyken hout, buiten de Kennemerpoort deezer Stad wandelden , en ons op eene der bankjes neêrz.tten, herinnerden wy ons in eenen adem; hy zich eene avondwandeling met zyne Euphrofyne, in het Sterenboschje buiten Groningen, en ik my die afdoende in den Haarlem: merhou-,die ik tot myn levenseind den grond- flag van myn geluk hoop te noemen, . In 't kort myne Charlotte, wy gingen niet dan wel over elkander voldaan van een, terwyl het ons weerkeerig fpeet, dar. wy nies langer te zaamen kot.den reizen. Zynde den tyd van zyn Ed. daar toe te bepaald, anders had hy gewis myn reismakker geblceven, tot ik het genoegen had kunnen hebben, hem aan u aantebieden. — —. Hy vertrok met de nachtfchuit op Amfterdam. £yn naam is Crappius. , Eer ik van hem af-  188 de JONGE REIZIGER afftappe, moet ik u nog zeggen , dat wy weerkeerig in elkanders Album Amicorum ge- fehreeven hebben, Zie hier wat ik in hes zyne plaatile. Onbeproefde vriendfchaps banden t Door het ligt geloof geltrikc, Slippen als men 't minfle wrikt, Éer men 't denk vaak van de handen } Zo haar de ondervinding legt, Zyn zy duurzaam, flreelend, hecht* Toch gebeurde 't menigmaalen, Dat dén opflag van het oog, Ons tot zeker iets bewoog, *i Geen men naauwlyks kan bepsalen. En als 't in ons boezem ftroomt., Aan de grens der vriendichap koonïÉa Crappiusl te weisige uuren, Hebben wy elkaar gezien,. Om een vriendiehap aan te biên, Die ten levens eind zal duuren, Vriendichap die het noodlot tart, Vraagt na kennis van het hart. heb]  ööör, NEDERLAND. tg? $ Achting kan men nimmer weigren, É Daar verdiende ryklyk blinkt, f . Als die glans nu niet verzinkt, I Voelen wy de vriendfchap fteigren. 3Wag *t my dus met u vergaan,V.9 'k Bied u myne vriendfchap aan. Het Symbolum, gelyk men gewoonlyk daar een toevoegt, was: La flatterie est la plus dangéreuref riponne pour le gtndrs humain, 't Geen door zyn Ed. In het myne gefchreeVen is, zal ik de eer hebben u te laaten lee* zen , als ik weder die uuren van gelukzaligheid fmaake, welke ik boven alle andere van den Hemel affmeeke , als ik my in uwe tegenwoordigheid verrukke, en een têteatête, my uw hart ontwikkelt, door gevoelvollen uitdrukkingen, die my op myn aanftaand tourtje by herinnering , voor uw afzyn, eénjgermaate vergoeden, en zo veel mooglyk zaligen. Van Medenbïik gaf ik zeker aan u geene jzeer gunftige befchryving ; maar dit Alkmaar voldoet my eindeloos beter. De Stad, die eene $ lang-  ioo de JONGE REIZIGER langwerpige gedaante heeft, met een fraaie aarden wal en gracht omringd, en met binnengrachten hier en daar doorfneeden is, terwyl de gandfche aanleg zich zo geregeld voordoet» als men weinige Heden vindt, vertoont overal eene netheid, welke het oog bekoort. De huizen , waar onder veele aanzienlyke zyn goed onderhouden, en men ziet 'er overal, dat de bloei zich nog niet geheel van hier verwydert heeft. Myn nieuwe vriérid Crapphts en ik, hebben omtrent drie uuren doorgebragt met de Stad , vest en buitencingel te doorkruisfen en rond te wandelen, en ons overal vermaakt met de zindlykheid , welke hier plaats heeft. Nogthans is het hier fül,.men ontmoet 'er weinige Menfchen langs de ftraaten, in vergelyking van het getal der Inwoonders, dat men op byna , of zo anderen willen, over de vyftien duizend begroot. — Ik wil wel bekennen dat het een Stad is , waar in ik van myne Charlotte vergezeld myne dagen met zeer veel genoegen zoude kunnen flyten, re meer, dewyl ik geloof, gelyk ik uit berichten mag opmaaken , dat Alkmaar onder de Noördhollandfche Steden , verre het aangenaamst is voor de converfatie , en men 'er veel lief hebbery heef. voor de Muzyk , die toch eene der hoofdvoorwerpen van de fnïaak myner Charlotte is. «— Ik  door NEDERLAND. i9i Ik zal u een korte befchryving meede deelen van eenige voornaame gebouwen, welke alhier gevonden worden. . Daar koomt myn hos«: pes boven nut hondert nederige excufes, door* weeven met nog eens zo veel en Myn Heers, de' reden is dat zyne bedienden al vroeg in den avond een brief van my ontvangen hadden, en dezelve laaten omflingeren, zo dat hy gemaklyk had kunnen verboren raaken , indien hy hem niet toevallig gevonden hadde. De brief is van' Karei, hy bericht my de geduurige verfchillen die hy met myn tuinman heeft, en verzoekt nu ik toch in de nabuurfchap ben, myne te huiskomst, al was het maar voor eenen dag. ' Dit fpyc my, dcch als myne heele lieve, benevens Belle {Petersfen zal toch niet kunnen)Fredrikfïad en Elize% my geliefden te vergezellen, dan zou die fpyt in eene aangenaamheid verkeeren, die my den last van met dien dwarshobfdige Tuinman te moeten haspelen, dubbeld 'ver goede. Ik verzoek daartoe met al de aandrang der liefde by U, en die der Vriendfchap by de overige van het genoemde gezelfcliap, ik vlei toy dat uwe goedheid my dit genoegen niet ontzeggen zal, en dus daar ik Karei moet beantwoorden, zal ik hem onze komst berichten , op1 dat wy geen Dorp zonder huizen mogen vinden. Doe my inmiddels de eer de overige vari ons" N a juin.  iga de JONGE REIZIGER kringetje daar toe te folliciteeren. ■— Nn Lot lief' weder ter zaake. Wy zullen met de Groote Kek een aanvang maaken. Dezelve is niet meer dan ruim drie eeuwen oud. Zynde toen van den grond af aan nieuw opgebouwd,uit hoofde dat de vorige ^elke men meent dat al in de negende eeuw gefticht zoude zyn,byna onherftelbaare fchade leed,door, het inftorten van den prachigen tooren welke daar voor gebouwd was ,*t geen in October i $68, gebeurde, toen hy nog maar tien jaaren geftaan hadde, weshalven hy buiten twyffel,of in zyne fondamenten, of in zyne houvasten, ( ankers ) flecht moet voorzien geweest zyn. By dit ongeluk verlooren tweebagyutjes,het leven, wordende door dien val deeriyk verplettert. Thans ftaat 'er een niet onaartig toorentje op de kerk. De Kerk zelve is een fchoon en ruim gebouw , pronkende met twee Orgels waar van het groofte, gezegd wordt een konstftuk te zyn, 't andere is minder aanzienlyk. 's Middags van elf tot twaaif uur word altoos op het groot orgel gemucieert. Behalven de fraaie ban¬ ken, pronkt deeze kerk nog met een Schilder-; fluit verbeeldende de zeven werken van barmhartigheid Behalven dat de beroemde Mannen Pieter vat) 'Foreest, Floris van Tellingen, en Fredrik (Pest- pbaa~:  door NEDERLAND. 193 phaalen , alhier begmaven leggen , vindt men hier een foort van Tombe, waarin volgens het opfchrift den ongelukkigen Graaf Floris de Vde 1 zoude be^raaven zyn. —— Dus luidt het in zeer oude letteren daar gefteld. Hier onder h 'J ingewor* Craavc Floris van Holland. ■ Verflagen wort van Heer Gerrit van Velfen x zden Juny. Wy bezichtigden dit gebouw in het uur dat j 'er op het orgel gefpeeld wierd , en de Heer I Crappws , die een liefhebber der Muzyk is , r zo hy my zeide, vermaakte zich uitermaaten» , roemende zeer de behandeling van den Orgel* list. 't geen aanleiding gaf dat wy , (om de 1 waarheid te zeggen Lotje l boven myne kunde,) . . onder het wandelen , vry breedvoerig over de t : Muzyk in gefprek aeraakten. — Uit de' mut :zyk volgde ce Dichtkunst, waarin hy gandsch' s niet onervaaren is. — Dan 't geen daar over t voorviel,, zal U de Heer Fred.'ihjiad* uit den ,. brief welke ik aan hem fchryve buiten twyftel , wel voorleezen. U Het ander gebouw dat by de Gereformeerde Gemeente deezer Stad tot een Godsdienftig y ;gebruik is ingericht, wordt deCapél genoemd, ,. iwaar van ik U niets byzonders té vermelden ■ " N 3 weet.  194 de JONGE REIZIGER weet, dan dat het een nët gebouwtje is, voorzien met een vry fchoon Orgel, en pronkende met een fr ai toorejitje. De oudheid van deeze Capel brengt men tot den jaare 1443. doch mooglyk is zy ouder, grondende deeze berekening zich alleen op het jaartal van de groote klok DeLutberaanen,hebben,hier meede eenfraaje vergaderplaats, pronkende met eene fierlyke predikffcoel, een wel geordonneert doophek , fchoon gefchilderde glaazen , en prachtige Kerkkróónen. ' 't Is dunkt my de moeite waardig hier aantetekèn hoe het dèeze gezindheid der Kristenen alhier vergaan is', eer zy dus ongeftoord hunnen Godsdienst mbgten belyden. 'tWas omtrent den Jaare 1640, dat men hier het eerst van het Godsdienltig vergaderen deezer Hervormden vernam. Maar het fcheen' dat -Viv eb ' 1. n ïi^j ' - " de vreeslyke haat der Contraremontrantfche geesüykheid tegens alles wat van haare grondftel- lingen afweek zo fte'rk yverd^, dat men deeze anders nog.als broeders Lutheranen genoemd, zelf niet dulden konde, ten minfte men durfde zich niet onderwinden om openlyke dienst te verrichten. In ftilte derhalven by een koomende nu door deezen, dan door geene Leeraar gefticht wordende, kon dit nogthans zo heimlyk niet ge:  door 'NEDERLAND. 195 gefchieden, of de Wethouderfchap bekwam daar van bericht. Welhaast vond deeze goed, de* zelve te verbieden. Wy zullen niet onderzoeken, uit welke beginzelen. Maar of de iLutherfchen, niet dachten dat dit- verder dan flechts eene aankondiging gaan zoude, dan of zy door andere beweegredenen gedreeven wierden , zy lieten? niet na hunne Vergaderingen vry geregeld te doen duuren. —- Inden Jaare 1641. Vond de Regeering goed Stads arbeiders te gelasten, om dit Bedehuis om verre te rukken, 't geen gefchiede onder dekking van een fterk Detachement Soldaaten, die toen men dit heerlyk werk verricht hadde, een geenerale Salvo defcden, als ten triump der ongefhorde vernieling van een Gebouw, waarin men met weinig wezenlyk onderfcheid, gewoon was denzelven Godsdienst te verkondigen, welke men op goede gronden voor de Leer ter zaligheid alomme zag aangenomen. Toen de Werklieden en Soldaaten aftrokken wierden zy op het Stads Huis met eenige Tonnen bier vergast, 't Is te denken, dat hier op, ten mi fte wei eenige kleine, ongeregeldheden zullen gevolgd zyn, want het graauw tot zulke dingen aangemoedigd, blyft zelden in het voorgefchreeven perk. Hoe zeer dit nu, gelyk men denken zou, de N 4 Augsr  t96 de JONGE REIZIGER Augsburgfche Geloofsbelydenis moest afTchrikken, te meer daar men de leden dier Vergadering, met ballingfchap dreigde, lieten zy niet alleen niet na hunne byeenkomften geregeld te vervolgen, maar waaren ftoutgenoeg om hun bedehuis weder op te bouwen, en 'tgeen zeldzaam is, van dien tyd «f aan, liet men hun volkoomen in rust, zo dat het tegenswoordige gebouw, in den Jaare 1693, met die luister bykans wierd opgehaald als het zich thans vertoont. De Remonftranten hebben hier mede eene Kerk, die reeds in den jaare 1658 van fteen wierd opgebouwd, daar het vroeger Hechts een houten huis was. — Van waar mag men vraagen die verdraagzaamheid in tegenfteliing met de Lutheraanen ? Immers hadden de Kerkberoerten in het begin dier eeuw aangevangen, in 1618 en 1619 ten toppunt gevoerd, wel het meest hun oorfprong uit de ftoutigheden dier dryvers van de gevoelens der verdraagzaamen Jacobus Arminus, in tegenHelling van diederGommaristen, gelyk men toen plagt te zeggen, Twee kerken zyn hier voor de Vlaamfche Wa* terlandfcheen FriesfcheDoopsgezinden, die zich onderling verdraagen. Ook hebben de Roomschgezinden hier vier Stacien.  de JONGE REIZIGER 197 Eer ik u eene optelling doe van de andere gebouwen welke alhier uit Godsdienftige inzichten gefticht zyn, zal ik kortlyk [eenige waereltlyke aanftippen, en aanvangen met het Stadhuis. — Men mag het zelve met recht een fraai gefticht noemen , verfierd met een fchoonen Tooren, 't is byna drie eeuwen oud, en gebouwd op den eigen grond vanher oud Stadshuis. Men vindt 'er een goed aantal vertrekken welke met fmaak, elk na zyn tyd,^behangen zyn. Men gaat 'er van vooren op met een dubbeld bordois,; van hardfteen, met diergelyke Leuningen. Ach-. ter het gebouw is een welaangelegde Tuin j waar op de Kamers van Burgemeesteren en Scheepenen uitzien. — Het merkwaardigfte alhier is een put, gebouwd van fteenen welke herwaard gebragt zyn, uit het beroemden Klooster van Egmond. Een andere ingang heeft dit gebouw, boven welke twee beelden ftaan verbeeldende de Gerechtigheid en Voorzichtigheid. De Waag deezer Stad is aanmerkens waard om de daaropflalnde tooren, zynde dezelve verfierd met een fraai Klokkenfpel, en onder den eerften ommegang vertoonen zich, y der uur vier Rui.' tertjes te Paard, met een Trompettertje dat een airtje blaast. "j Ammonnitie Huis, dat over 't geheel wel N § van  ip8 de JONGE REIZIGER ; van wapenen voorzien is, is daarom te merkwaardiger om dat men daar in nog alhier wapentuigen, zommigen van vreemden aart, bewaart door welke men de Stad in de bekende zwaare belegering verdedigde. Alkmaar heeft nog veele andere openbaare gebouwen als het zogenaamde Frinfenhof, de twee Doelens V Hof van Sonnoy, en Excynshuis. Zo ook een zeer beroemd Latynsch School, waar onder anderen de Geleerde en in de Dichtkunde zo ervaaren. Ernst Willem Hkht zyn onderwys als Keélor gegeeven heeft. » Ik weet dat gy zynèn fchoonen Lentezang, uit de keurige vertaling van den Heer Piiter Fhüzinga Bakker kent in dus zal het myne Charlotte niet verwonderen, dat ik my met veele andere liefhebbers der Dichtkunde hartelyk beklaag dat wy 's mans werken niet in eene geregelde bundel by een vinden, maar enkel in verftrooide ftnkken terwyl men zegt, dat 'er onder zyne familie nog veele ongedrukte kunst Juweelen bewaard wor« den. |j • Zy die met deeze familie in een genoegzaam Daan we betrekking ftaan, om vriendelyke aanzoeken hier toe in het werk te Hellen, zouden zeker den Nederduitfche Dichtkunde eenen weezenlyken dienst doen, wanneer zy hun invloed hier toe be-  door NEDERLAND. 19? bezigden en dezelve met een gelukkig gevolg vereert wierd. De uitmuntende Dichter van der Waal, die vo|f de liefhebbers der Dichtkunde meede te vroeg Overleed, heeft, alhier een zeerbloijend Fransen, Kostfchool gehadt. 'tGeen nog met veel lof wordt voortgezet. ——— Ik meen dat het Stads» wegen is opgericht. Men pleeg het Tuchthuis, meede tot een verblyf voor arme Weeskinderente gebruiken, doch deeze verkeerde infteliing wierd in den Jaare 1684, afgefchaft * hoewel men by de wegruiming vandeeze verdei flyke gewoonte , in eene andere dwaasheid verviel, namenlyk om zo wel de gevangenen boosdoenders los te laaten, als de kinderen een ander verblyf tegeeven. -— Van deeze dwaling echter is men ook weder te rug gekomen, en het Tuchthuis is op nieuws in fiand gebragt. Het Weeshuis is gelyk veele onzer openbaara gebouwen, voor de Reformatie, een geestelyk gefticht geweest, te weeten een Bagypen Hof, in 1 576 maakte men daarvan voor bet eerst het tegenswoordige gebruik. Er is hier ook nog een Aalmaefeniers Weeshuis, en 't getal der hofjes, is zeer aanmerkelyk» £—- Ik zal my met de optelling niet bezig houden^  zoo de JONGE REIZIGER den. maar alleen u fpreeken van het zogenoemd miclematis Hofje, gefticht door eenen Gkrri t ^Slhêman. Een Wildeman, tuslchen twee Vrouwen beelden, Ouderdom en Armoede verbeeldenvelevensgroote uit fteengehouwen ftaan boven den ingang. De Regentenkamer pronkt voor de fchoorfteen met des Stichters beelte. nis , de geheele aanleg is ruim en fraai, en de inrichting toont dat de Heer Wiloeman bezield was met de edelfte denkbeelden van God en Godsdienst. - Twintig arme Wedu- wen, of • ongehuwde vrouwsperzoonen worden hier in voor gebrek behoed. Niet alleen bepaalt zich de keus der voorwerpen hier toe, m-x tot eene eukele Gezindheid, zo dat men 'er Gereformeerden Remonftranten , Mennonieten , en Room*gezinden in vindt, maar zy behoeven zelf geene Ledematen, by eenige dier Gemeen. tens te zyn, genoeg als hun gedrag geregeld en zedig is, en zy eene genoegfaamen ouderdom be. reikt*hebben: alle belydenis waartoe zy verpligt zyn, is te verklaaren, „ dat zy Jefus Christus als haaren Zaligmaker aanzien en belyden." " „ Zodanig wenschte ik dat alle onze Gods. dienftige L ftelhngen waaren, zy doen het mensch. lykhaneeraan, en als het algemeen waare zou de verdraagzaamheid in den Godsdiens daardoor niet weinig bevordert worden.  door N E D E R L AND. aai Nu myne beste gaa ik volgens gewoonte aan de Heeren Pererfen, en Fredrikftad fchryven, of liever aan den eer!ten want dan zal het al tyd worden om ter rust te gaan. Vaarwel , nog maar weinig tydt en ik vlieg in uwe armen. !k hoop dat gymy daartoe op myn buiten goed de gelegenheid verfchaffen zult. en fmeek u daarom met ai hef, vuur, dat het hart bezielt van uwen &c. V. BRIEl?  202 os JONGE REIZIGER V. BRIEF. Ferdinawd aan Fredrikstad; Alkmaar den 6 July 17-. o nader ik dan allengs weder tot U en on. ze Vriendenkring myn waarde Fredrikftad, myn verlangen daarna is groot, en nu moet nog de onredelyke handelwys van dien tuinman tusfchen beide koomen, om die vuurige begeerte te rekken, ten zy gy myne Charlotte, Belle en uwe Zuster wist te overreden om my een bezoek te geeven. Doe uw best, en gy zult toonen my een waare Vriend te zyn, op wiens byftand ik my vertrouwen kan, als het van hem afhangt om de genoegens van myn hart te bevorderen, — Ik heb deezen gandfchen dag rond gezwor. ven, myn Charlotte bericht gedaan van het geen my ontmoet is, en nu gaa ik u vernaaien.  d éo r NEDERLAND. 203 len, wat my bewust is van der Stede gefchie. denis. • Doch eerst iets van deszelfs omtrek, en ïifjamsoorfprong. ' • Men begroot het getal haar ingezetenen op ruim twaalf 'duizend, zommige rneenen dat zy Wel vyftiert duizend! mönfchen zoude bevatten, doch dtt kooair my te veel voor. cle Siad heeft zeven pöorten-alsde'rïelche • Geester; Kennemer ■ Nieuwlander - Doom Schermer en Waterpoort. Aan de Zuidoöstzyde is eefi foorc van fraay haven die bet Zegeis genoemd wordt het verdere dé Stad aangaande fchreefik aan myn beste. .. De naamsoorfprong wil men dat afkoomt van de menigte Meiren, welke deeze Stad ten getale van dertig toe plagten te omringen. — dOud> heid Wroeters zegge dat Ah en Allic eertyds al betekende, en mare zo veel is als meery en daarom willen zommige dat de plaajs voortyds al meer zóu genoemd geweest zyn, dat naderhand in Alkmaar verandert is. — Ook vindt men dat het dorp waar uit het ontflaan zou zyn, Al. tena genoemd was. Adgild der Friesfchen Koning zou het zelve met muuren omring,d hebben 9 en deszelfs oorfprong zou in de zesde eeuw te zoeken zyn. Anderen zoeken de begin. zeis van Alkmaar in 't laatst der tiende eeuw, ten  JONG REIZIGER. ten tyde van Odelbold, en haaien hunne bewyzen, uit den blaffaart der Kerklykegoederen van Utrechts Bisdom. — Doch de daar opgegeeven zeden heeft , weinig waarfchynlykheid dat zy Alkmaar bedoelen zou, maar veel eer het Haarlemmer meir, uit hoofde dat op die plaats gefproken wordt van de ftroom Vennep, en 'er in de meir nog een Eilandje van dien naam gevonden wordt. — Genoeg echter dat Alkmaar toen reeds bekend was, want in den Jaare 1063 ftond 'erreedseene . Kapel. Govert met de Buhv wierd alhier in den Jaare 1072door de Westvriezen belegert;in 1132 hield Graaf Dirk de VI zich hier een geruimen tyd op, na hy de Westvriezen deerlyk geflaagen hadde* — Eenige Jaaren later geraakte de Graaf met zynen broeder Floris de zwarte in gefchil, 't geen ten gevolg hadde dat deeze laatfte Alkmaar overviel, en de Kerk benevens de huizen die rondsom de markt ftonde verbrande. — Men herbouwde echter de fchade terftond. Ao. ïi 66 leed de Stad weder geweldig, door het pionderen en brandftichten der Westvriezen > blyvende 'er niets behalven de Kerk ongefchon« den. De geduurige verftatidhouding van Alkmaar met de Hollandlche Graaven, verbitterde de Westvriezen, en ichoon daar door deeze  döör NEDERLAND. 3d> ze geduarig op hunnen hals. — Dezydevari Vrouw Jacobs wierd in de Hoekfche en Cabbelliaauwfche tyd by die van Alkmaar gekoozen. Met die vtfn Hoorn in gevecht geraakt zynde Ao. 1426 verlooren zy der Stads banier, en wonnen die niet weder voor de jaare 1482. In 1491. Deelde de Stad niet Weinig in de gebeurtenisfen van het kaas en broodfpel, voor al wierd zy op een verregaande wys geplundert. • De Hertog van Saxen verzoende niet met de Stad dan op de Vernederende voorwaarden * te weeten:dat toörens,poorten en nluUrenmoesten afgebroken worden, en de grachten gedempt. 3n I5i7 pionderden de Gelderfchën de Stad géheel uit. —: in 157 j kreeg de Stad Spaanfche bezetting, die er door Sohnoy het volgend jaar' wierden uitgedreevert, daar deeze de plaats voor de Staatschgezirtden in bezit nam. —— Dé Spanjaars rukten in 1573 weder voor de Stad, ] maakten het dén' Jnwoofideren verfchriklyk b^ inaauwd, doch men hield het door dapperheid, •waar in de vrouwen oitmünten, wyl zy de vylanden in het beklimmen der Vesten fluiten, door Ihun ziedend kalkwater, branden hoepelspekkran*llen, en andere brandende (tollen op het tyf tte gooien. — Verders had men de Landen ibenoordeti de Stad onder water gezét -en na 0 f«u  aio de JONGE REIZIGER verloop van zeven weeken deinsde devyandmes groot verlies af. Om de Soldaaten te be- taalen floeg men tinnen geld, dat naderhand tegens gangbaare zilvermunt wierd ingetrokken. Van deeze uur af aangingen 's Lands zaaken by de Staatsfehe party merkelyk voorwaard, Zo dat 'er een fpreekwoord uit onffond, namenlyks van Alkmaar begint de Viclorie. Adolf Venator in den jaare 1608 hier predikant zynde, verwekte hier veel opzichts, door het weigeren der aanneeming van den Cathegismus, en andere Geloolsarticulen. —- — Dit had veel invloeds in de volgende jaaren met opzicht tot de verandering der Regeering. De Ke> mondrandche party poogde ondanks alle verbod in den jaa^-1619, hier hunnen prediktrant door te zetten, na eenige van hun, vry wat moedwil gepleegd hadden ; doch het wierd hun van hooger hand met geweld belet. De Burgemeester Zieman, verdacht zynde dat hy den vyand hennip, touw, yzer , timmerhout, en verdere behoeftigheden toezond, geraakte zodanig in den haat vanher gemeen, dat men zyn huis wilde pionderen, en fchoon d ez© oploop [1653] eerst gelyk gemeenlyk door kwaade Jongens, Wyven, en de heffe des Volks zyn begin nam, fcheen het gefcltaapen dat de gandsche Stad  bnott NEDERLAND, stt Stad in verwarring zou geraaken, doch de Re* geering vond 't gelukkig middel om de verdere bal4 dadigheden te ftuiten. 'tGeen in onze dagen plaats gehadt heeft, is ü te wel bekend, dan dat ik daar over iets behoef te melden. Laat ik u liever eenige voornaame Mannen noemen, welke den roem van Alkmaar niet wei • mg verbreid hebben. De eerfte die my voor den geest fchiet is Jacob Met rus, of Jagob M e 'i s, aan wien men de eer toe keert van de verrekykers te hebben uitgevonden. — 't Is waas dat dit van anderen ontkend wordt, doch zocht men niet ook de eer der uivinding van de druk. kunst aan Haarlem te ontrooven ? — Descartes houdt het daar voor, en my geheugt zelfs ergens geleezen te hebben, dat hy eene zyner konsi werktuigen, aan de Staaten ten gefchenk gaf, ten tyde dat zy vergadert waaren, om over hec Twaalfjarig beftand met Spanje te handelen. «— Schoon nu van der Wonde, in zyn Cronyk van! Alkmaar de eer der uitvinding aan Metius wei>ert, geloof ik dit even zo min, als het geen hy in opzicht van deezen Kunftenaar zegt, namenlyk dat hy alleen verrekykers maakte, en wel van die kragt dat men op den afftand van drie myleti taamefyk groote Letteren daar medi kon kezen.***  g'tt de JONGE REIZIGER- Dit uitvoerige der Kunst is tot kater tydbefpaardj en zo ik denk tot onze eeuw. De besce Telescoopen, van Dollon, van der'Bilt, van Vliet, en anderen althans vinden geloof ik hier mede reeds hun non plus ultra. ( Zyn broeder A » r i a a n M e t i us, was mede een groot en vermaard Wiskunitenaar. Hymaakte zynen naam onfïerfiyk door verfcheidene geleerde werken, onder anderen Ichreef hy zes botken over de Geometrie , een over de platte Driehoeksmeeting , en een zo ik my niet bedrieg over de eerfte oorfprong dvr beweeging. —— Zy leefden in de 16 en i;de eeuw. Coknelis ürebbel, wierd ook alhier in 1572 geboren. Moe groot een Wysgeer hy was, mag daar uit blyken dat Keizer Ferdinand de U,hem tot Leemieefter van den jongen Prins zyn zoon aandelde; en hy uit hoofde van de roemryke waarneeming deezer eeren post, tot 's Keizers Raadsheer verheeven wierd. He:n volgde het geluk tot zyn 4U jaar, toen hy in Praaggevangen genomen wierd, doch op voorfpraak der Staaten, en den Koning van Engeland weder vrygelaaten wierd, zendende men hem aan din laatstgenoemden als een gefchenk. Dit viel voor n iöüo. Zyne erkentenis deed hem eene globe van glas vervaardigen die zo veeie oorzaaken der na-  „oor NEDERLAND. = 13 nntuurlyke verfchynzelen vertoonde, dat ik dezelve niet zal optellen; ditftunstftuk, dat de ryk. fte verbeelding te boven ging, fchonk by den Kbning. — Een ander konstvverktuig van hem x was een fchip waarmede hy onder water door kon roeien. Men verhaalt meer andere aartig. heden, en zelfs wondere uitvindingen en bewerkingen van hem, zo dat hy wel [gerekend worden mag onder de fcherpzinnigfte vernuften, die ooic op bet Tooneel der Aarde veifcheenen. P1 eter van F oreest, uit het aloude geflacht van dien naam afftammende, wierd meede alhier geboren , hy had zich eerst op de rechten, naderhand op de Mcdicynen toegelegd, en wierd zo door zyne gelukkige en door kundigheid onderfteundePraétyk, als door zyne gefchreeven geleerde werken, door geheel Europa beroemd. Hy reisde veel, hield zich lang op in Parys, doch keerde weder na Holland en flierf alhier in den jaare 1597. Zyn broeder Nanning van FöR-$Est,was Raadsheer in den Hoogen raad, en fchreef de bovenaangehaalde belegering der Stad. Hy over¬ leed Ao. 1572. Meerdere geleerden kan ik my thans niet te binnen brengen. En is het niet al genoeg, als een S-.ad zich beroemen kan, van vyf zulke O 3 groo-  «4 BE JONGE REIZIGER} groote mannen te hebben voortgebragt ? — En dat wel in zulk een kort tyd beftek, dat zy allen als tydgenooten kunnen worden aangemerkt. . . .. Weinige Steden in ons Vaderland, en wa^rfchynlyk in geheel Europa, zullen na evenredigheid van dgrzelver groote, Alkmaar hier in overtreffen. Zo ik den tyd gehad hadde, zou ik fchoon onbekend my de eer gegeeven hebben , den Heere Panders een bezoek te geeven. Gy weet dat zyn Genie my bevalt, maar het gezelfchap van den Heere Crappius heeft my hier in belet. N6 lieve Vriend gaa ik morgen na Purtnerend, en van daar vlugtig na huis, om vervolgens myne reize na Friesland te ondernee* men. Groet uwe waardige Elize, en geloofdat ik ben# P. S. Deeze met de brieven aan Charlotte en Peterfen vertrekt morgen zo vroeg, dat ik U bidden meet my met de laatfte fchuit op Purmerend te fchryven, of ik U allen by my mag Opwachten. VI, BRIEF.  door NEDERLAND. 215 VI. BRIEF. Ferdinand aan Petersen. Alkmaar den 6 July 17— 30Coe laat het in den nacht is, ik kan niet gaan flaap'ii voor ik nog ook aan U eenige weinige regels gefchreeven hebbe. Dit Alkmaar lieve Vriend iseen ze:r aangename plaats, en na het my voorkomt handel en neering 'ryk. Kaas en graanen zyn echter de voornaamfte producten welke hier rer markt koomen. Maar de omleggende dorpen maaken dat hier veel vertier is van allerlei nooddruftigheden, en de Winkels een goed beftaan hebben. Hoe aanzienlyk de Kaasmarkt is mag men daar uit afleiden dat 'er in deeze eeuw verfcheidene op O 4 eea  a}6 du JONGE REIZIGER, een volgende jaaren geweest zyn, waar in men van zes tot zeven Millioenen ponden ter wage bragt. Is het niet jammer Peterfen, dat deeze handeltak zeker eene der voornaamfte en eigenaartigfte van ons Vaderland ook zo fierk aan 't kwynen is? Dan wat vak is het niet, als wy ons pog vesten op Fabricquen ïrafiquen , handwerken, neeringen en handteeringen , en dezelve vergelyken met de vroeger tyden, helaas; dan vinden wy nu de Sieletten van die gandsch Europa in het oog loopende fchoone beelden. Ik zou hieromtrent in myne berichten aan U wel eens wydloopiger zyn, maar waar ik myn oog wende zie ik in deezen opzichte verval, nergens bloei of ï:er,enhoebenaauwd is het daar aan te denken? — De bronnen daarvan op te fpooren en vruchteloos op middelen te peinzen die hier in eenig herftel te weeg konden brengen. ——- Behalven dat ik jn veele gevallen te onkundig ben, om dit ftuk door te zien, heb ik geen lust my zelve in zulk een pnderzoek in te laaten, my daarover te verknier zen, en by flot van rekening uitgelagchen te worden, van mannen die de ondervinding beter moest geleeraard hebben, dan myne Theorie my ooit konde onderrichten. Neem niet kwalyk dat dit briefje zo kort is, ft  - door NEDERLAND. 217 de flaap overvalt my, en eer ik opkoom moet deezen al een end weegs heen zyn. Ik kan derhalven hem ook niet tot morgen laaten leggen Groet myne Nieht Belle, help aan het verzoek dat ik Charlotte en Fredrikftad gedaan heb, koom zelf meede zo gy kunt, en geloof dat gy zeer veel eer en genoegen toe zult brengen aan uwen O 5 VII. BRIEp  ai8 db JONGE REIZIGER Vir. BRIEF. Ferdinand aan Charlotte. Put-merend den 7 July 17— *^VeIk een bekoorlyke landftreek is deeze myne Chariocte, drommen van Zwart- en roodge* gevlekte koeijen, gaan hier ten kofem toe in 't gras. — bofirdery aan boerdery, en eene menigte Dorpen, wier bloei da oogea verlustigt. — Telkens zegge ik tegens my zelve: 0! mogt myne Charlotte by my zyn, met hoé veel meer wellust zou ik alle die ichoonheden der natuur waarneemen; dan eenmaal hoop ik zullen wy deeze weelde fmaaken, en dan houd ik my verU. .. 55 O ze-  door NEDERLAND. 219 zekerd dat de beminde van myn hart, hoe hoog zy thans met het prachtig Amfterdam ook loopen mag meer genoegen zal vinden in de be* koorlykheden die de ongekunstelde natuur aan. biedt, dan in dat blinkende 't geen de mode en de ton voorftelt. Wat evenwel de kleeding, houding en manieren van de inwooners van Noordholland aanbelangt, daarin kan ik niet zeggen fmaak te vin» den. 'Er heerscht in alles eene ftyfheidj die, hoe zeer ik daar aan gewoon moest zyn, my altoos ergert. De Kapzels der Vrouwen alleen, daar in heb ik wel zin. Zy zeiten de fchoonheid luister by/ en maaken een lelyk aangezicht draaglyk. Laat ik n uu iets van myn dag vernaaien, maar vooraf zeggen dat ik morgen al vroeg hoop te huis te zyn, en my reeds in dé verbeelding het geluk fchilder, dat my den volgenden dag zal te beurt vallen, als ik U omhelsfen mag, met U door de laanen en fterreboschjes wandelen, en my baaden in de zaligheid die uwbyzyn, aan myn minnend hart fchenkt. Zeer aangenaam reed ik deezen morgen van Alkmaar herwaard , te Schermerborn, ftapte ik voor een oogenblik af, om de kerk te bezichtigen, welke voor een Dorpkerk tamelyk fraai is,  22o de JONGE REIZIGER. is, en eenige gefchilderde glaazen heeft. - ~—. Het is over 't geheel een goed dorp ,• de koster welke my de Kerk bezien lier, verhaalde my, dat de oude Kerk die in Noord fchermer plagt te ftaan in 't jaar ióia by ftormwêer was ingcftort, en deeze daar voor in de plaats gebouwd in de jaare 10.34. Hier is ook een Weeshuis, en zogenaamd Raadhuis. Ik begon al lagchende aan de meid van den Hospes te vraagen, in welken tyd van het jaar hier de vry dfter markt gehouden wierd, mydatklugtfpel 't geen men nog al in myn tyd op den Amfterdamlchen Schouwburg plagt te vertoonen te binnen brengende, maar het fchepzel gaf zulk een ruw antwoord, dat ik eensklaps van myn voorneemen, om hier over een weinig tefchert- zen afftapte. ~ Vervolgens reed ik langs aangenaame welbeplante lynrechte weegen dour de zo zeer beroemde Beemftcr en hield my te midden beemfter alwaar de Kerk ftaat een weinig op. — Dit dorp weet gy was voor weinige jaaren de woonplaats van onze Nederlandfche, Saffo, wier menigvuldige werken haar naam vereeuwigd hebben, en wier Sara Burgerbardt zo wel als den IVillem Levend, u zo menig aange'. «aam uur verfchaft heeft —— Ik fprak over haar met iemand, die ik in de herberg aantrof, en  door NEDERLAND, 22 en zo het fcheen haar lang gekend hadde, en het bericht dat ik van haar Caracler kreeg voldeed my in zeer veele opzichten. — Met alde- fcherpte, zeide hy my, was zy gul en rond, zy ftoorde zich weinig aan de denkbeelden der Maatfchappy maar veroorloofde zich alle zodanige vryheden, waar by zy een fchuldeloos harr behie'd. — Haar temperament was driftig, maar nooit zou zy opze:telyk beledigen. Van haare talenten, voegde hy 'er by behoef ik geen loffpraak te maaken, haar fchilderende pen heeft die genoegzaam aan de waerelt getoond, >— Het fpeet hem dat zy de beemfter verhaten hadde, en hy geloofde dat 'er veele zo waaren. Ik wil U niet ontveinfen myn lieve Lot, dat dit getuignis van Mevrouw Wolf te hooren geeven, my aangenaam was. Dewyl ik niet zelden, welligt uit nyd over haare verdienften, een veel ongunftiger Caracler aan haar had hooren toekennen; byzonder is 'er een haarer kunstgenooten, die zeer gemeenzaam met haar plagt om te gaan, en nog ai beleefdheden van haar genooten heeft, die haar •pourtrait in lange zo fraai niet afmaalt, mooglyk om dat Mevrouw Wolf even zo weinig geduld had om hen den gandfchen dag door van zyn elgen hersfenpopperjes tc ho ren reutelen, als hy ©m een der fchoonib Dichtftukken die wy be, zit  222 de JONGE REIZIGER. zitten, in een daartoe gefteld uur te hooren voorleezen. 't ,Zal niet nodig zyn dat ik U den man noeme. Myna Lot, heeft hem by de vertoning zvner ftukken al dikwerf door den Schouwburg z en pierewaaijen, om de lauwerblaadjes diehy bekoomen kon, zo wel van de ftaanplaats als de loges, Balcons, en vooral der eerfte bank in de bak op te zaamelen, en met die krans der in. beelding verzierd, op yder met een oog van meer. derheid neer te zien. Maar genoeg hier van. Ik reed vervolgens langs de ryper en purmerenderweg herwaard. Na my wat verfrischt te heb en, deed ik eene wandeling zo door de Stad, als langs de vest. . Ik telde er vyf poorten, die my naderhand door myn hospes genoemd wierden, zynde de Amfterdamfche - Furmer- Hoornfche Beemfter . en Neckerpoorr — De wal is van weinig aanbelang, hoe wel met geboomte beplant, en de gracht die 'er om heen ligt fcheen my toe niet zeer zindelyk te wörderf onderhouden. . De Stad zelve is ongemeen net, geregeld gebouwd, en bevat eenige zeer fraaije huizen. -— Het Stadhuis de algemeeneen kaaswaag ftaan by een op een fraai plein. Le Kerk en Tooren hebben een goed aanzien. *~—- Behalven deeze hebben 'er de Luiherfchen, en vereenigde Vriesfche en Waterland- fche  door NEDERLAND. 223 fche Doopsgezinden , als ook de Roomfchen hunne Godsdienftige vergaderplaatfen. ,. Voorts, is er een Weeshuis en Armenhuis. . In het noorden der Stad plagt voormaals een Kaüe 1 te ftaan waarvan de beroemde Rochman en andera nog tekeningen gemaakt heboen. Dit is alles wat ik U omtrent deeze Stad zeggen kan. want het gefchiedkundige zal ik beter aan onzen Peterfen meededeelen, — Na het volbrengen, myner wandeling keerde ik in de herberg terug, en vond 'er den Vrbnd die ik in Medenbïik had aangetroffen. — Naau#lyks zag hy my of na my toefneüende, drong hy my om 'smiddags by hem ;e koomeu eeten, 't geen ik aannam en volvoerde. Hy woont zeer vermaaklyk op de beste gracht van de Stad. In zyn huis heerscht de Noordhollandfc.he zinde. lykheid, zonder byvoe^zel van die zotte heiligheid welke veele bewooners van deeze landftreek omtrent hunne huizen uitoeffenen. Gy gelooft wel dat wy ons nog eens te goede deeden over den Dichter die te Medenbïik ons de lever zo had doen fchudden. Voor 't overige liepen onze gefprekken over verfchillende onderwerpen, en daar myne geheele ziel altoos vol is van myne Charlotte, miste het niet of 'er wierd een geruimen tyd over haar ge- fpro.  *»4 dé JONGE REIZIGER. fproken. De aanleiding hier toe was eed pourtni dat in de Zykamerhing, in olyverfkeüna gefchildert. —— Ik kon niet nalaaten 'er op te Itaaren, zo zeer ilelde het my het beeld voor oogen dat die indruk op myn hait gemaakt heeft, welke z. Jang ik adem niet weder is uittewis. fchen. — Ja lieve Lot , het geleek u volkoomen, u'fgezondi-rf dat de wenkbraauwen een weinig flaauwer waaren. De Gastheer merkte dat ik 'er bedendig myne oogen opveste, zeide my dat het zyne Zuster was, en vraagde al lagchen! de of ik 'er zin in had. Ik antwoordedat iknim. mer een pourtrait gezien had, 't welk my zo zeer beviel, dat zo het wd getroffen was, Mejuffrr zyne Zuster zeker eene beminlyke Dame moest zyn, wyl alle gelaatflrekken zulks hoogst mooglyk aanduiden. — En, voegde ik 'er by, 'er is zo eindeloos veel gelyk in dat pourtrait,en het gelaat der Juffer die ik boven alles bemin, en van wier edel hart ik overtuigd ben, dat ik er myn oog niet af kan houden. — Nu waaren wy op het gehefsch onderwerp, en gy zult niet twyffden of uw Vcrdir.and uwe Eloges maakte in evenredigheid der liefde welke hyU toedraagt. De Jonge Juffer wier pouirrait het verbeelden moet kwam 's middags aan tafel, ik kan rsietont* kennen, dat de fierkfle trekken van haar gelaat me»  böör NEDERLAND. 22! fhet het afheeldzel overeenkwamen , maar dö Schilder heeft haar zo fterk geflatteerd, dat zo ik niet gehoord hadde, datzy desGastheers zuster was, ik haar niet ligt voor 't origineel van het pourtrait zou genomen hebben. Neen Lot lief, als het onverwacht by Neef Peterfèu op de kamer gezet was , zou ik veel eer gezegd hebben: dat is eene eedele verrasfching, dat is myn 'Lotje. — Dewyl ik het echter met betrekking der in het oog loopende trekken in waarheid zeggen konde, maakte ik de dame een compliment over de fchoonheid van haar afbeeldZel, en 't was zichtbaar genoeg dat haar zulks in geenen deele mishaagde. 't Meisje, zo ik gisfe achtien of negentien jaar, toonde dat zy een lief zacht humeurtje had, was eenigzins bloode, doch niet hinderlyk; beleefd, maar niet zeer gefpraakzaam, en keek als zy iets zeide haaren broeder geduung na de oogen, om hem als 't waare te vraagen. of het zyne goed» keuring verdiende. — Met dat al blonk 'er eene fchalkachLigheid in door, die ik geloof dat hun die de eer hebben gemeenzaam met haar omtegaan zeer wel bevallen moet, en ik twyffel niet of zo gy haar kende , zoudt gy fpoedig haare vriendin zyn. Hoe zeer ik betuigde weinig tyd te hebben, de vriendlykheid van den Gastheer hieid my tot P acht  92a de JONGE REIZIGER acht uuren, toen ik hier te rug kwam, en my neder zate om deezen te fchryven, hy gaat on. der couvert van Neef Peter jen, aan wien ik zo aanvang te fchryven, inmiddels herhaal ik myne bede U overmorgen op myn landgoed te mogen aantreffen. — Doe het lieve Lot/ en houd u verzekerd dat dit het gelukkigfte levens uur zyn zal, dat tot hier aan toe nog ooit genooten is by Owen. VJII. BRIEF.  door NEDERLAND. 223^ VIII. B R I E F. Feroinand aan Petersen. Purmerend den 7 Jttly 17 — ^/ie daar my dan eindelyk in de laatfte der achttien Hemmende Steden van Holland, welk recht dezelven op fchriftelyk aanfchryven van Prins Willem de /, na eenige tegenftribbeling in den Jaare 1573 het eerst bekwam. Gy weet dat deeze Plaats aan het einde der grasryke Purmerlegt, dat de Wormer en Beemfter dezelve omringen, en 't gezicht van de wallen den rykdom der omgelegen Landbewooners in de menigte Runderen , die hier de weiden beflaan, duidlyk aantoont. Zeer zeker heeft de Stad haaren naam, naderzelver gelegenheid, na by het voormaals vkch* P a ry-  *94 db JONGE REIZIGER ryke Meir de Purmer, welke in den Jaare i6"3o bedykt is. De Stad was lang een Dorp, en my geheugt niet dat ik ergens de nette tyd geleezen hebbe, dat zy 't eerst met Stadsrechten befchonken wierd. Eenen Willem Eggerts, die aan den Beierfchen Hertog Willem , voornaame dienden beweezen hadde, wierd door dien Vorst met de Hetrlykheid Purmerende en veele aankleeven van dien begiftigd Deeze Eggerts bouwde alhier het Slot Purmerftein, 't geen tot den Jaare 174 c in flartd geweest is, maar toen op last der Regeering afgebioken, behalven het Koetshuis en de Stalling, die eenige Jaaren laater tot een Pak» huis verandert zyn. RudolfSmids in zyn, Schatkamer der NederlandfcheOuJheden verhaalt dat de beroemdePaus^rw_ nus van Utrecht, uit deezen Eggerts afflamt. .— De Heer Eggerts wist zelf in den Jaare 141a» te bewerki n dat de Ingezetenen van Purmerend, van de Graaflyke en Wasfenaars Tollen onthee. ven wierden , en 't is van dien tyd dat men de voorname bloei der Stad rekenen mag. Verfcheidene Heeren volgden elkander in de bezitting van Purmerend op, omtrent alle welke ik niets byzonders weet aantemerken , dan dat Heer jfan van Montfoort, de Heerlykheid van  door NEDERLAND. 22$ van zynen Vader geërfd hebbende , in 't Jaat 1470. met de Ingezetenen dezer Stad in een he* vige twist geraakte over het gevangen neemen van eene der Stads Poorters, die van meineedt beichuldigd , doch daar van by den Hove van Holland was vry gefproken. Maximiliaan , Aartshertog van Oöstenryk verklaarde kort daar na de Heerlykheid verbeurd, om dat Heer Jan van Montfoort de zyde derCabelliaauwfchen verharende, tot de Hoekfche party overging; en fchonk dezelve aan Heer Balthafar mn Valksftein, mids leenroerig blyvende. —- Twee Jaaren laatcr, dat is 1473 kwam de Heerlykheid door verkoop, aan den huize van bgmond, aan welk geflacht het in eigendom bleef toebehooren, tot den dood des ongelukkigen Lamm-aak Graave van Egmond, die in het Jaar 1568 , op last van Alva te Brusfel onthalst wierd. - De Schryver van Alva's leven welke anders niet van partydigheid is vry te p'eiteaj noemt den Heer Lamoraal, dapper, mildadig, edelmoedig en gemeenzaam; op eene andere plaats befchryft hy hen, als de confiderabelfte in de Nederlanden, zo door zyne verdienften, oprechtheid des harten, als fchoone daaden. -— Dan dit alles baate den groo;en Man niet, de wreedheid van Granvelle en Alva iloeg daar P 3 °P  az6 de JONGE REIZIGER. op geen acht, maar wist zich ten fpyt der geheele JNatie door etn onverwacht vonnis over hem, te gelyk met den Graave van Hoorne te ontdoen. De Schryvers verfchillen hoe het verder met de opvolging der Heeren van Purmerend gegaan is, zommige willen dat de Wednw van Lamoraal de Heerlykheid aan de Staaten van .Holland zoude verkogt hebben. Anderen dat Heer Filip, 's Graaven oudften zoon, na. derhand de Spaanfche party aankleevende, dit ten gevolg hadde, dat men de Heerlykheid ten behoeve der Graaflykheid verbeurc verklaarde. Nog anderen vermeenen dat een jonger Zoon van den Grave, ook Lamoraal geheeten, in het bezit geweest is. ik moet dit derhalven onbeflist laaten. De Stad was tot 1573 toe onbewald, zy had «ich echter reeds in het voorig Jaar tot de Staatsgezinde party gevoegd, en toen nu tiaarlem overging , befloot men in alleryl eenige Vestingwerken, zo goed en kwaad men kou- de optewerpen. 't Geen dan ook werk- fteliig gemaakt wierd, en geenzints zonder vrucht, want in het volgende Jaar beraamden de Spanjaarden een aanilag op de Stad, die zonder deeze voorzorg weliigt gelukt zou zyn, d>.ch  D«on NEDERLAND. 427 doch nu ten gevolg hadde, dat zy met bebloede koppen te rug moesten keeren. In den Jaare 1585. wierd de Stad by toe(lemming van Gecommitteerde Raaden beter verfterkt, en met Poorten voorzien. In de Kerkelyke beroeiten tuslchen de Remonftranten en Conti aiemonftranten , voorgevallen van 1614 tot 16to, was men hkr fterk voor de laatstgenoemde party, en dreef zo al" gemeen op hot houden dier beruchte Nationaale Synode, dat de Regeering ten eenemaal in de gunst van den Stadhouder Prins Maurits bleef, blykens dat daar die Vorst overal rond trok om de ketterfche Regenten te removeeren, hy ook wel in deeze Stad kwam, doch geen een eenig Lid der Regeeringe, van zyn Ambt ont. zette. Onder de voornaamfte rampen, welke deeze Stad zyn overgekooraen, mag men voor al tel. lén den Brand van het Jaar 1519, die zo geweldig was , dat de Kerk tot een puinhoop gemaakt wierd, en niet meer dan zeventig Huizen in het geheel van deeze vernielende plaag bevryd bleeven. ■ Tot nu toe fchynt het dat Purmerend meest uit houten Huizen beftaan heeft, dewyl Vrouwe Magdalena van Waardenburg, Moeder van Graaf Jan den 11. van Egmond, die P 4. toen  328 de JONGE REIZIGER' toen Heer van Purmerend was, de Heerlykheid in haar Zoons naam geduurende zyne uitlandigheid beftierende, aan de Burgers tot fchaaver- goeding veele Vryheden verleende. Met dien byzonderen last: dat zy hunne Huizen op te timmeren hadden, met fteenen voegen, en harde daken, zander dat ze ter zyden ofte ergens van huiten houten berderen mogt en maaken, met deeze woorden verhaalt het Rudolf Smids in zyn hier voorens genoemde Schatkamer. Een laatere ramp was die van 1701, den 18 April, toen aldaar de Kruidmolen fprong/tgeeh vry veel fchaade alom in de Stad toebragt, en waardoor drie Menfchen deerlyk om het leven geraakten, en twee beklagenswaardig gekwetst wierden. Nu nog een woord van den Handel deezer Stad. Toen nog de Beemfter zo wel als de Furmer onbedykte en onuitgemaalen Meiren waaren, was hier zulk een overvloed van Aal en Paling, dat men daar meede zwaaren Handel, het vak in aanmerking genomen, op Londen dreef, doch de heilzaame verbetering door het droog maaken dier Mcerasfen te weeg gebragt, heeft deeze Handeltak vernietigd, en die der Runderteelt, en het maaken van Kaas in de plaats gefteld, des men daar nu desDing fterflyke roem verfchaft. En Zyne fmaak in de Proefondervindlyke Natuurkunde bragr den Nederlander geen g ring licht aan, in dat zo nuttig vak der Geleerdheid. Zyne fraaije Werken, over de onredelykheid der Ongodistery, en het Spinofismus, doen hem geen minder eer aan. Hy beleefde den ouderdom van byna vierenzestig Jaaren , bekleede het Burgemeesterfchap alhier, en ftierf onder 't beklag van alle Ingezetenen der plaats niet alleen, maar van geheel Nederland, ja Europa mag ik zeggen, dat nog heden 's Mans nagedachtenis in eerbied houdt. Ik eindig, ook U myn bede herhaalende, dat gy meede weckt, om my overmorgen de gelukP 5 kif»  ö3o de JONGE REIZIGER kigfte aller ftervelingen te maaken, door te bevorderen, dat myne lieve Charlotte, myne dierbaare Nicht Belle, en de zachte Elize, door U en Fredrikfïad vergezeld my een bezosk op myn Landgoed geeven. — Vaarwel groet allen, verzuim niets tot voldoening van myn hart in de gemelde bede, en geloof dat ik zo het mooglyk zyn kon, dan nog meer dan ooit zou zyn Uwen enz. IX. BRIEF.  „oor NEDERLAND, 231 IX. BRIEF. Ferdinand aan Petersen. Welgelegen den 8 Juïy 17 — ^0 gy ooit een fchepzel gezien hebt, dat van zyne hoofdichedel tot zyne voetzool, van 'e geluk doordrongen was, verbeeld het U, en gy Zjet my> ö Welk een overtreffende ver- rasfching. 't Is onmöoglyk U te fchilderen 't geen ik gevoelde by myne aankomst, en beftendig blyf gevoelen. Alles was zo wonderbaar geprepareert, om my geheel aan my zelf te ontvoeren, dat ik als betoverd ftond. Ik zal trachten u eene flaauwe fchets te geeven van het voorgevallene. Ik kwam ten twaalf uuren deezen middag hier. Toen ik de laan inreed, (zo hoorde ik naderhand . wierd Karél gewaarfchuwd, die daar op van achteren het Huis in flapte, èn met een pen  23* »e JONGE REIZIGER pen achter het oor; even alsof hydrok gefchreeven hadde, de voordeur uitkwam, en my op bet Baslecoür verwelkoomde. — Wy gingen werklyk in het Kabinetje, dat ik hem tot zyn Studcervertrekje had overgelaaten. — Wy fpra. ken over zaakeD, en hy hield zich zo bedaard dat ik niets bemerkte, -r— Klagten o^er den tuinman waaren het voornaamfte waar over wy fpraken. Na hy my daaromtrent veel verteld hadde, ftelde hy voor om nog het een en ander te gaan bezichtigen, hy deed dit alles met eene kunftige bedaardheid , die my niets vermoeden deed. Wy gingen de broeiery bezichtigen, dezelve was zo in wanorder, dat ik befloot den Kaerel nog heden te laaten gaan, gelyk ook gebeurd is. Nu zeide hy moeten wy na den doolhof, en gy zult niet minder verwondert ftaan. Wy deeden zo, maar hemel hoe, verwondert ftond ik toen wy in het Prieeltje in traden dat in deszelfs midden op eene opgeworpene hoogte ligt, en in de manier van een hermitage gebouwd is > en daar myne Charlotte , uwe Belle, Elize en onzen Fredrikfïad vond. De zyde van waar wy naderden is ge. flooten, ten zy men een luik dat voor het glasraam der deur heen fchiet vallen laat. Karei, bad zich verkouden geveinsd, dus nu en dan gehoest, ook dit gebeurde zo als wy de Slingerlaan  door NEDERLAND. S33 laan des kleinen heuvels optraden, en juist zo i; als wy de deur naderden wierd nog eens geij hoest, en dezelve ging open, myne engelach- :! tige Charlotte voor myne oogen Hellende. I Myn uitroep geheugt my niet meer , maar dit i wee. ik, dat ik alle etiquette veronachtzaamde, gilf lende tot haar fnelde en haar omhelfende, met : een verwildert gezicht rond keek, Karei, bei wonderde en bei'chuldigde, Belle en Elize roeI knikte, en Fredrihftad een hand reikte, terwyl i, myne andere den middel myner beminde omvatI te , maar alles zonder een woord te kunnen i fpreeken. Uwe fchalkachtige Belle lagchte; Eli* i ze had de zakdoek aan de oogen Fredrtk* \ fiad was bedaard genoeg Charlotte en my een !; glas Mallaga aan te bieden. Karei fcheen half I berouw te hebben van de aangebragte verras- I fching. En myne Charlotte en ik waren : even diep verzonken, in het denkbeeld.: zo zien wy dan elkander weder. Eiudelyk kwamen wy van onze verrukking te rug, ten minften zo verre, dat wy fpreeken konden, ik miste U uit dien bekoorlyken vrienden kring, maar kreeg de voldoende rei den, waarom gy niet tegenswoordig waart. Het overige van den dag, is verfleeten in aangenaame wandelingen , zeker hebben alle Vrienden reden om zich te beklaagen, dat ik ten  23+ de JONGE REIZIGER ten hunnen opzichte niet genoegzaam pligtma- tig handelde, dan zy zullen het my ver- geeven, daar zy zelve myne verrukking ten top voerden, door die onbefchryflyke verras- fching. Allen groeten U, beveelen my u hunnent wege veele complimenteu te maaken, terwyl ik deezen in den nacht fluite met U te betuigen dat ik hoogst dankbaar voor de aangebragte geneugte altoos met de volkoomenfle hoogachting zyn zal Uwen, enz.  235 BYZONDERE AANTEKENINGEN OVER HOLLAND. (*) Generaale Verdeeling. C^udtyds verdeelde men de Provincie Holland in vier deelen, te weeten, in: NooiiDHOLLANo, waar onder toen behoorden, Rynland, Delfsland, Schietend, 't Waterfchap van Woerden, en de Steden welken daar in gelegen zyn. Zcid- (*) Wy hebben in ons Voorbericht voor het Eerde Stukje reeds gezegd dat de Schryver al wat hy zelf niet gezien hadde, en wel byzonder het platte Land betreffende, in afzonder lyke Brieven afhandelde, welke hy aan het eind van elke Provincie zou meedüdeelen. — Onder het versaamalen en uitgeeven is het ons voorgekoomen, beter te zyn hier den flyl der Brieven weg te laaten, en het gefchreevene te verfchikken in zodanigen maniere als den Lsezer hei vervolgens zal aantreffen. —• Den Uiicëever.  ft&<6 BYZONDERE AANTEKENINGEN, Zciduolland, hield toen in zich de Steden, Dori,ó?rcum,Wouclrtcbemi Schoonhoven, Heatden en Geervliet, benevens het Land van Putten. 't Land van Voorns maakte met het Eiland Gvederedè het derde deel uit. KürvNEMERLlND itl WESTFRIESLAND , fflet Am ft eiland, Goiland. fFa ter land en de Eilanden waaien het vierde gedeelte. Thans wordt Holland in twee voornaame Deelen afgedeeld, te weeten: Het Zuiderkwartier in zich bevattende alles wat bezuiden den Y ftroom legt, en is dus begrensd: Ten Noorden door dien Rivier, die hoewel noch van eene byzondere lengte, breedte of diepte, met recht vooreen der aanmerklykfte van den geheelen Aartbodem mag gehouden worden, uit hoofde van deszelfs onfehatbaare Scheeprykheid , een luister welke hy door het aan deszelfs boord gelegen, buiten alle vergelyking ftaand Amsterdam ontleend. Aan de Oostzyde paalt bet aan de Provincie Utrecht, en vooreen klein gedeelte aan die van Gei^erland. Zui dwaard , wordt het deels bepaald door' Staatsbraband , en door het zoogenoemde Volksrak, dat het van de Provincie Zeeland fcheidt. Tea  door NEDERLAND. 241 ten Westen, wordt het langs heen door de NoorJzee. befpoeld, wiens woedende golven zomtyds bergshoogte cpftygende, hunne alvernielende kragt hier alom door eene reeks van duinen verbryzeld worden, hoewel zy* zedert eeuwen daar aan knaagende, een groot deel lands aan die zyde verzwolgen. Daar veelen deezer duinen echter uit louter zand beftaan , en dus dikwerf door't geweld des wiuds plagten te verftuiven, en geheel van plaats veranderden , beplant men dezelve thans met een zeker gewas, 't geen He'm of Duingras genoemd wordt, zynde een foort van fcherpe biezen, die hunne wortels zeer verre uitfpreiden en door een oneindig geral vezels, het zand voor verftuiven bewaaren. Het Noorderkwartier bevat allés wat b.noorden den Yltroom gelegen is, tot aan den uithoek de Heldert deszelfs grenzen zyn; Ten Noorden, het zogenoemde Marsdhp, een van 's Lands vermaardlle zeegaaten, en de Heidenzee rot aan de Gelderfcbe Hoek een weinig Noördwaard van Enkhuizen. Ten Oosten wordt het omringt van de Zuiderzee en Goudzee, die achter het eiland Maf* ken langs de kust ipoeit.  s42 de JONGE REIZIGER Ten Zuiden is het beperkt door het Y en een klein gedeelte van Zuidholland. Ten Westen heeft het even als dat kwartier de Noordzee. Het Zuiderkwartier of Zuidholland is weder in een menigte onderdeden verdeeld, welke wy in eene ons voorgellelde orde zullen afhandelen. Beginnende met I. AMSTELLAND. Het zelve is gelegen langs het Y, loopt oostwaard tot aan de Muiderhan, Weespercarfpel en de Bylemermeer, vervolgens paalt het aan de Provincie Utrecht en ftrekt zich na Kennemerland. Men noemt een zodanig deel der Provincie gemeenlyk Bailluwfc happen , die wederom in Ambagten gefmaldeelt zyn. — Onder Amftelland nu behooren Amftelveen, Diemen, IVaverveen, Waveren, Botshol en Ruige Wilmisfe. Het getal der Dorpen in dit Bailluwfchap is niet groot, het zelve beltaat uit: * Am-  boor NEDERLAND. 243 * Amftelveen (*), dat gelyk wy reeds «voorheen aanmerkten zeer lommerryk geleegen is, omtrent anderhalf uur gaans van Amfterdam. * Diemen, een weinig ten oosten van de Diemer of Watergraafsmeer, is van weinig belang , maar heeft aan de zogenaamde Diemerbrug, een vermaaklyke voorbuurt, die veel door de Amfterdammers op een namiddagtochtje bezocht wordt. * Ouderkerk aan den Amflel,*t geen aldus genoemd wordt ter onderfcheiding van andere Ouw er kerken. Waveren, Botshol en Ruiger Wilnisfe, zyn drie door een leggende heerlykheden, meest: beftaande uit vergraaven veenlanden, en gelegen ten zuiden van de ban van Oumerkerk. IVaverveen, dat nog een weinig zuidlykef ligt, is mede een Dorp van weinig aanbelang De grondgedeldheid is door dit geheele baiÜ inwfcbap los en breekachtig, veel als vergraaven, vooral na de zyde van Amftelveen è\x Waveryeen-, men zie over dit turfgraaven de Uitvoerige beichryving van Jobanne, Ie Francq van (O De Plagen in deeze aantekening nut eea * ea «ertt, zyn alle in het Weik zelve [e vinde £ «odig was befchreeven.  244 de JONGE REIZIGER. van Berkbey, in zyn Werk over de Natuurly. ke Hifloriè van Holland. Behalven de menigte nog daaglyks toeneemende waterplasfen in Amflelland, met veel beperkte flooten en vaarten doorfneeden, doch den dmftelvloed welke dit gedeelte in tweeën fcheidt, die men Nieuwer- en Ouder - Amjlel noemt, waar van het eeifte ten westen, het andere ten oosten de ftroom ligt, verdient vooral genoemd. Deszelfs bekoorlykheid door de menigte lnstplaa fen aan derzelver boorden pronkende, en het onóphoudelyk gewoel op deszelfs'oppervlak is een yder bekend die immer in Holland geweest is. Zong de groote Antonides den lof des Yft r oome ds Heer N. S. yan Winter vermeit dien des Amftels mede op eene zeer bevallige wyze. De eenige Stad in dit bailluwfchap leggende, is het alom beroemde Amfteldam. Van Zeeburg en de Diemermcer hebben wy elders g fpioken. p 11 GOOILAND. Dit bailluwfchap is het oostlykfte der geheels Province, en loopt dus van Diemerdm naby Die-  door NEDERLAND. 245 Diemen, langs de Zuiderzee, tot aan de rivier den Ecm, langs een gedeelte van Utrecht, wordende verdeFS door onderfcheiden rechtsgebieden van Holland ingeflooten. Wy begrypén hier onder mede de Muiderban en 't Weesperkerfpel, en als zodanig hebben wy in dit gedeelte de drie Steden Naarden , Muiden en Weesp. In het eigenlyk Gooiland vinden wy de volgende Dorpen, als: Blarikum, zynde omtrent anderhalf uur gaans ten Z O. van Naarden, (trekkende de huizen hier onder behoorende zich byna uit tot de grenzen van Utrecht. Busfum , 't welk onder de vermaaklykfte Dorpen van geheel Holland behoort, zo uit hoofde van eenige vermaarde landgoederen, als om de menigte van oogverrukkende boschjesen laanen, van buitengemeene lengte, de behoorlyke bouwlanden en heuvelen, van welke men het gezicht over de Zuiderzee heeft, 't geen de bevalligfte afwisfeling maakt, die men zich verb.elden kan. 'sGraveland, dit Dorp behoort zeker onder de jongde van de geheele Provincie, zynde in 't begin der voorgaande eeuw, nog niets daarvan in weezen. Toen men ondernam om deeze woeste, zo als men altoos fcheen geloofd te Q 5 heb  a+fj de JONGE REIZIGER hebben, niets beduidende velden , tot weelige en vruchtbaare akkers, en, als 't waare eene enkelde lustplaats te maaken, waaren die van het nabygelegen Hilverfum, daarover zodanig te onvreden, dat zy de arbeiders op allerlei wys, tot met fchietgeweer toe, in hun werk ftoor.ien. 't Werk ging echter voort onder de befcherming der Staaten. Thans is het een zo fraai als bloeijend dorp, alwaar men zo wel vermaarde bleekeryen vindt, als te Haarlem en elders. De voornaamfte Amfterdamfche familliën hebben hier lusthuizen, en onder deeze munten wel uit, het vermaarde Trompenburg, dat weleer de beroemde Lieutenant Admiraal Komelis Tromp behoorde, die hier, van zyne zo zuure als glorieryke zeetochten zich verpoosde. In den kryg tegens Frankryk welke in den jaa« ?e 167a en 16/3 zo hevig woede, wierd dee2e pla3ts tot een puinhoop gemaakt, en al het geboomte uitgeroeid, naderhand verrees zy als eenen Fenix , en wierd vercierd met de afbeeldzelsder fcheepen, waarmede de Admiraal 'sLands vyanden zo groo;moedig als zegepraaiende onder de oogen zsg. Men ziet dit namenlyk in de groote koupelzaal van het prachtig huis — Ock de plantagiën wierden grootfeher herplant. HU  door NEDERLAND. 247 Hilver/um, is een der grootfte dorpen van Gooiland , en zeer vermaard om deszelfs weeveryen , het legt byna omringd van heuvels die men meest alle tot bouwlanden gemaakt heeft, en dus kan men over de aangenaamheid gemaklyk beflisf.n. In den jaare 1766" leed dit dorp onbepaalbaare fchade door brand, dieniet alleen by de tweehondert huizen zodanig verteerde, dat er niets dan de bloote muuren van te zien waaren, maar ook de kerk en tooren dermaate vernielde dat de klokken fmeltende na beneden kwamen, en de zerken der graaven door de hitte fprongen. Op een der hoeken van het kerkhof ftond een klein houten zomerhuis, 't geen hoe zeer aan alle zyden van de vlam omringd, te midden in die verfchriklyke verwoesting,byna onbefchadigd bleef. —— Het dorp is naderhand weder opgebouwd. Huizen is mede een zeer vermaaklyk en taamlyk groot dorp, aan de Zuiderzee geleegen, aan een ongemeen vlak ftrand. De grond hieromtrent is zo onderfcheiden hoog en laag, dat zulks een niet onaartig gezicht oplevert. Men maakt hier veel werk van den landbouw. Ook wordt hier veel feilgoed en ander grof doek geweeven , en het fpinnen van katoene kaarsfen pitten is hier een Q 4 ge;  948 di JONGE REIZIGER gemeene handteering. • Er woonen ooi? veele visicliers, en de Both die zy uit de Zuiderzee vangen, en zeer vermaard is, wordt op karren door het gantfche omleggende platteland, zelf tot in Utrecht, rtndgevoerd en verkogt. Men rookt er ook Bokking, doch hoe zeer men die voor Harderwyk wil doen door. gaan , heeft men er echter hier ter plaatze geen zo goede behandeling van. Laar en is mede geen onvermaaklyk dorp, en zo men zegt het oudfle; omringd en b^ plant met geboomte en graanryke akkers. Het kerkhof alhier legt buiten het dorp, en is onder de Roomschgezinden zeer vermaard. * Muiderherg niet verre van Muiden, ten oosten, niet min aangenaam dan de andere Gooilandfche dorpen, niet zeer groot, maar bloeiend om de menigte bezoeken, welke die yan Amfterdam beftendig aan dit plaatsje, ter hunner verlustiging verleenen. De omtrek is verrykt met verlcheidene lusthoven, en men vindt er al de verfchillendheid van gronden en gezichten ? welke het verrukkend Gooiland oplevert. Men v;ndt hieromtrent de Naardermeer, wier bodem tot g-ene droogmakery gefchikt zynde, hjeft men daar rondsom eenige vogel-  boor NEDERLAND, 249 gelkooijen aangelegd, die veel voordeel aan. brengen Weesper kerfpel, dat wy onder de verdeeling van Gooiland neemen, is verdeelt in Overvecbt en Uitermeer, het Gein, de Gaasp en Bylemer, Men vindt in Wetspetkerfpel twee fchansjes, welke voor Holland van zeer veel belang zyn, pamenlyk de Uiter- en Overmeerfche Schans. — Ooervechs en Uuermeer leggen ten oosten van Weesp, Het Gein dat den ftroom van deezen naam ter wederzyden bevat is zeer bekoorlyk : de Gaasp legt ten westen van Wcesp, en wordt dus genoemd na het water dat daai door heen ftioomt. Bylemer is een klein diftriett aan 't Gein en de Gaasp paa'ende. De Meir daaraan grenzende is in de voorgaande teuw droog gemaakt, maar thans weder water, dat in plaats van uitgemaalen te worden, door het inwerpen van flyk allengs tot land fchynt te zullen veranderen, aan de zyde van de Gaasp zyn reeds eenige moe tuinen daarop aangelegd. Wat de grondgefteltenis van Gooyland be. treft,dezelve is zeer ongelyk in vruchtbaarheid, meestal hoog en heuvelachtig, heideryk, doormengd met koorenlanden. —*— Vooral is de boekweitteelt hier aanmerklyk. Nergens 1*0 deeze Provincie is de fchaapfokkery van zo veel aanbelang, en er wo;dt ongemeen veel Q 5 wasch  a5o ne JONGE REIZIGER. wasch en honig verzamelt. •■- De gezichten vormen verrukkende tooneelen, die ons doen wenfchen geheel oogen te zyn. Vooral op een der hoogfte heuvels de tafelberg genoemd, waarop een ronde blaauwe fteenen tafel geplaatst is, waarin de naam van zestig onderlchciden fteeden, dorpen, gehuchten en heerenhuizen zyn gegraveert, wdke by klaare luchten van daar gezien kunnen worde*, en in die volgreeks gefchikt zyn dat zy de ligging dier plaatzen aantoonen. ■ De oudheid maak.- zeer veel ophef van de dapperheid der Gooilar.ders, wier overblyizels zommigen nog waanen te vinden in die onderlinge vechtpartyen met het mesje, welke nog hedendaagsch in deeze ftreeken te menigvuldig voorvallen. III. LOOSDRECHÏ. Het bailluwfchap van Loosdrecht, bevat onder zich de ambacütsheeriykheid van Mynden en Tek* koop, hetzelve legt ten westen van Gooiland,. paaiende ten zuiden aan de Provincie van Utrecht. Hetzelve bevat maar twee dorpen, te weeten ,  door NEDERLAND. 251 ten, Oud en Kieuw Loosdrecht, die beiden in de lengte gebouwd zyn. De beroemde porce- lein fabriek, welke thans nog aan den Amftel gedreeven wordt, is hier het eerst opgerecht door den Wel Eerwaarden zeer geleerden Heere Moll, Leeraar in de Loosdrecht, wiens zucht tot voortzetting van dezelve hem eindelooze moeite en kosten veroorzaakt heeft, en hem als een beminnaar van nutte kunften heeft vermaard doen worden, doch niet gevolgd is van dien gunftigen uitflag, welke zulk een onderneeming behoorde te beloonen. Onder de beide Loodrechten is de turfjravery wel van het grootfte aanbelang, waardoor dit bailiuwfehap veelal uit vergraaven landen be- ftaat, die vischryke wateren opleveren. De dorpen leggen fraai in het geboomte. In de Heerlykheid Mynden, plagt voormaals niet verre van de Vecht, en aan de Drecht, (een watertje dat van de Loosdrecht na de genoemde rivier iïroomt, tn aldaar door een (luis wordt afgefchut,) hier, zeg ik, pla^t voormaals een taamlyk fchoon heerenhuizinge te ftaan , waar van nog een aftekening der ruine te vinden is in de Scnatkamer van Lur>. Srvuns, zynde niet anders dan een heuveltje met vervallen muurwerk. Thans is er geen oveiblyfzel vaft, dan twee of drie brokken hardfteen. 't Zelve was van  252 de JONGE REIZIGER. van eene vermaarde oudheid , zo men meentreeds omtrent den jaare 1327 door het gellacht van Amftel gefticht; men weet niet door welk toeval het vernietigd is, maar in het begin deezer eeuw, wierd kort aan de vecht, een nieuw ge. bouw opgehaald, 't welk thans als het rechthuis Van Myn den gebruikt wordt. Wy zouden hier ook van Loenen en Kroonenburg kunnen fpreeken,als gedeeltelyk in dit bailluwfchap leggende, doch fpaajen dit bevallig dorp en vermaaklyke omtrek tot wy met onze reize in de Provincie van Utrecht, waar mede het zo zeer verknocht is, zullen zyn ge vordert, *-* Wy gaan over toe IV. RYNLAND. Van alle de onderdeden waaruit Holland beftaat is Rynland verre het grootfte, grenzende ten noorden aan Kennemerland, ten oosten aan Amflelland, de Provincie Uttecbt en 't Water- febap van Woerden. Zuidelyk wordt het door Delfsland en Schieland bepaald, en ten westen dopr de Noordzee. De  boor NEDERLAND. 253 De Ryn die door die landfehap heen loopt, ett zich wel eer in cie Noordzee uitftorte,maar thans in de duinen van Katwyk gefluit wordt, hèefc hier aan zekerlyk den naam gegeeven. Ten deele en wel voornaamelyk aan de wesc zyde is het land hoog, omringd van duinen, en voorzien met goed bouland en uitnemend fchoon weiland. . Oostlyker is het Jager, en veel. al veengrond, die hier als elders fterk vergraa. ven wordt, waardoor het van veel water voorzien is, en uit een aantal meinjes en polders beftaat. Onder de'Meiren is wel de voornaamfte de bekende Haarlemmer Meir, die op verfcheidene plaatfen onderfcheidene namen draagt , maar echter een zeer uirgebreid water uitmaakt, dat thans meer dan negentien duizend en vyfhondert morgen lands zoude uitmaaken , en nog jaarlyks grooter wordt, door de afknabbeling der oevers. Men heeft meermaals in overweeging genomen deeze meir droog te maaken, dochbyzondere reden laaten tot nog dit kankerend warer in weezen. Adrman Leegwater van de Ryp in Noordholland heeft hiervan een keurlyke berekening „ en kaart gemaakt. Van welke men voor weinige jaaren gebruik maakte, om daaruit een fonds aantetoonen tot het onderhouden  254 de JONGE REIZIGER. den van 's Lands navale magr. —~~ . Een plan dat niet zonder oordeel gefield was. Men vindc in Rynland de volgende Dorpen, te weeten: Aarlanderveen zynde een zeer net en lustig dorp, met veel plantagie omringd, hebbende vry wat uitgebreidheid, en is voorzien van een fchoone kerk en tooren. Achtienhoven , zynde flechts een gehucht leggende ten oosten van de Heerlykheid Nieuw* koop. Alkemade is eene Heerlykheid, beftaande uit een aantal dorpen en buurten, waar van echter maar twee met kerken voorzien zyn, namenlyk mel\ k goed, het grenst aan Hillegcm. Veur is éene Heerlykheid en Dorp, 't geen alleen om zyn oudheid in aanmerking koomt. — Onder deeze Heerlykheid behoort ook de noordzyde van den L,eidfchen Dam. Voorburg is een zeer voortreflyk Dorp naby ■ 's Gravenhage, zo aangenaam als er weinige gevonden worden, zo door de menigvuldige lustplaatzen daar omtrent geleegen, als door de bekoorlyke weide en bouwlanden, welke hetzelve omringen. Ook hier vond men gedenkpenningen, omtrent de fondamenten van den ou'en burgt aan den Delffchen vliet. —— Men wil dat  door NEDERLAND. 363 dat het zyn naam ontvangt van het Forum Adriani, het Gerichtshof of de markt van ALltus Ha- drianus. Dit Dorp is het eenige in Holland alwaar een franfche kerk gevonden wordt, die van zo veel aanbelang is, dat dezelve door twee leeraars bediend wordt. Voorfchooten aan den weg van Leiden na Delft is even zo bekoorlyk als Voorburg., en men wil ook zyn naam van het zelfde Forum afleiden. De voornaamfte flraat heeft zeer veele fraaie huizen, en eene uitmuntende rei hooge lindeboomen. — In het begin deezer eeuw vernielde de blixem een gedeeUe des toorens met de klokken, die naderhand herfteld zyn. ■— In de fpaanfche beroerten heeft dit Dorp mede niet weinig geleden, en vooral de kerk, die verwoest zynde, nimmer tot haaren voorigen luister verrees. — De oude omtrek is drans een Kerkhof, omringd door de aloude rnuuren. Voshol is een zeer uitgeftrekt Baluaadje, en heeft voorrechten welke men elders zeldzaam vindt. De Dorpen en Heerlykheden on¬ der hetzelve behoorende, zyn Zwammerdam, Langer en Korter Aar, benevens Recvoyk en Raamburg. —— Zie van alle deeze op hunne letter. R 4 » Vrye  i54 n e JONGE REIZIGER, Vrye Hoef, meede een Heerlykheid by Korter Aar , van geene merklyke uitgebreidheid. Het Dorpje is eigenlyk maar eene Buurt zonder Kerk. Zy heeft echter halsrecht gelyk zulks, door de galg , die niet ver van Aarbrug ftaat blykt. Waddinxyeen, is verdt?eld in twee Ambachtsheerlykheden te weeten, Zuid- en Noord • Wad* dinxveen, die echter zamen maar een Dorp uit- maaken. Door de fterke veengraveryen al- ' hier, is het oude dorp byna weg, maar langs de zogenoemde Goudkade, die de Gouwe beperkt, is eene zeer bevallige en nette buurt, waar zeer veele handwerken, neeringen en handteeringen gedreeven worden. Boven al maakt men hier allerlei gereedfehappen voor huislieden enden landbouw. Warmond, eene Heerlykheid naast die van AU kemade, het dorp van denzelven naam, munt uit in bekoorlykheid van, wandel ep rywegen , ï; is gelegen aan de Sasfenheiwfchen weg. Toen Leiden zo zwaar belegert wierd, als geene Stad in ons Vaderland, ooit ondervonden heeft, leed pok dit dorp geweldig, doch byzonder van de Staatfche zyde, welke party hierin Augustus;^, het flet en de kerk verwoeste. Thans be- ftaatde kerk alleen uit het oude choor, dat na dien  door NEDERLAND. 505 dien tyd weder opgebouwd is. Op eene der hier omftreeks leggende buitengoederen, namenlyk de Riddermaatige Hofltede-cwi /iïkewade vindt men nog het afbeeldzel der op een na jong. ile Abtdisfe van Rynsburg, genaamd Vrouwe ffl, burg, anderen zeggen Gabrielle van den Boet zelaar. Wasjenaar- is eene der aanzienlykfte hooge Heerlykheden deezer Provincie, het Dorp van dien naam hebben wyin onzen Reiziger breedvoeriger gedacht. Woubrugge is een.dorp behoorende tot Eslykerwoude. Hetzelve is zeer vermaaklyk om dbs* zelfs doortocht van de Maas ,m de Zuiderzee die hier door de zogenoemde Woudwaterin,'' waar langs de huizen ter- wederzyden gebouwd zyn, plaats vindt. ~ Voor 't overige is het zeer net en neeringryk. Zwammerdam , ook wel Zwadenburger. en Zwanenburger-Dam, genoemd , dog by den eer. ften naam, of zo Hubners Geographie, door.ba" chiene Anno i75S uitgegeeve.n zeer naauw- keurig zegt, Damme, meestal bekend. \ Dat hetzelve onder -Voshol behoort hebben wy reeds aangetekend, zie boven, hetzelve iigt.omtrent vyf kwartier gaans van Alphen, en is een zeer aanzienlik Dorp, de wreedheden welke de R 5 be-  z66 de JONGE REIZIGER fjeffhsaffte der Natiën, hier in de voorige eeuw pleegde, zyn te uitvoerig voor ons bedek. Genoeg ; zy waaren onze vyanden, het recht van oorlog duit zo het fchynt alles, en men kan dit riet kwalyk neemen, als men in buislyke gefchillen gewoon is, infoientiën van zyne buuren die vriendlyke vereenigers heeten, te ondergaan. . IVleeni* huisvader in Nederland zal zich wel herinneren dit lot den een of anderen tyd te hebben ondergaan. Nadieby de Franfchen gepleegdé verwoesting is het Dorp geheel opgebouwd, en wel met meer fierlykheid dan voorheen, het zogenoemde kerklaantje is een zo bekoorlyk berceau, die ten deele op weiland, en ten deele op het Dorp ziet, dat zy byzonder gefchikt fchynt voor fentimenteele wandelingen. Ook is de weg na Bodegraven zeer vermaaklyk. Den oimrek beftaat uit veenlanden, broekveiden, wei- en hooi - landen, en eenig bouwland, waarop zelf hennip geteeld wordt. Zevenhoven tegens de grenzen van Utrecht geJeecren, maakt met Noorden en andere kleine di» flricttjes eene Amba; stsheerlykheid uit. — 't Beftaat meest uit uitgeveende plasfen, echter is het Dorp dat deezen naam voert tamelyk wel bewoond, byzonder vindt men hier veele fmee- de»  boor NEDERLAND. 267 deryën , zo zommigen zeggen meer dan dertig, waarin allerlei gereedfchappen tot den landbouw vervaaraigd worden. Zoetermeer en Zegwaard zyn twee tamelyk welgeftelde Dorpen , niet verre van de Zwet. Hier omtrent is veel land uitgeveend geweest, doch weder droog gemaakt, en dus verwisfeit in zeer aangenaame polders. Omtrent Zoetermeer zyn echter nog veel plasfen, zo dat het Dorp flechts op een fmalle ftreek lands ligt. Zoeterwoude is mede eene Ambachtsheerlykheid, waarin een Dorp van dien naam, gelegen naby het evengemelde watertje de Swet. ' Men wil dat in dit Ambagt de beste Leidfche bo. ter valt, doch wy geloven, dat dit niet zo juisc aan zulk een klein diftriet bepaalt, en het wel hier als elders zyn zal, dat de meerdere of mindere bewerking der boerinnen, hier aan zeer veel toebrengt. Het land in dit Ambagt is ze» ker ongemeen fchoon. Het Dorp is van eene taamlyke groote en heeft verfcheidene molens. Zuidwyk is eene hooge Heerlykheid, doch zonder Dorp, men onderfcheide het van Zuidzvyk by Wasfenaar. Leiden waar van breeder in ;het werk zelve » ia  ^8 de JONGE REIZIGER ... . r.i..„ / is de ecn'ge .ctad, welke in Rynïar.d gevonden wordt. V. DELFLAND. Delfland is buiten twyffel een der bevalligfte oorden in gantsch Holland, deszelfs grenzen zyn: ' Ten Noorden Rynland, ten zuiden de Rivier. ^e'Maas, en ten westen langs de Noordzee. — De" vVornaamfte Dorpen en Plaatfen zyn hier in. etn alphabeüfche orde de volgende: Abtrecht, is eene Heerlykheid ten zuiden van Delft, zonder eenige kerkbuurt en dus ten op. zichte der Dorpen van geen aanbelang, echter is hieromtrent aanmerkenswaardi'g 'de buiten buurt Abtsivond anders padpfo'u 'genoemd, uit hoofde dat hetzelve de geboorteplaats is, van den voor•trenykeö landman en dichter huibbrt kornelisz poot. w:ens lofipraak te meiden,hoe zwierig men dit ook ondernam, altoos een flaauwen indruk zoude maaken, in vergelyking van het geen men voelt, wanneer men 's mans verrukkende di-'htftukken met aandacht leest. Wy  hooR NEDERLAND. 269 Wy fielten, dus hier niets meer hem aangaande, dan dat wy hem onder de roemwaardigrte geniën tellen, welke ons Vaderland, geduurende deeze eeuw iri het vak der dichthunde heeft zien bloeien. Akkersdyk of Vrouwenrecht is een klein Dorpje in het Ambacht vau dien naam, zo ver wy weeten van geene aanmerking, dan dat het eertyds ondeE de Abtdy van Rynsburg behoorde , van waar waarfchynlyk deszelfs laatstgczegde naam oorfpronkelyk is. Bahhers is eene Ambagtsheerlykheid naby Tiaar dingen, zonder dorp , hebbende alleeen een buurt van weinige huizen. Berkel in Rodenrys maakt zamen eene Heerlykheid uit. Het Dorp Berkel is tamelyk wel bebouwd. Veengraveryën zyn hier wel de voornaamffe befhansmiddelen. — De kerk is nog nieuw, doch het choor en tooren niet, in de kerk is een fraaie tombe voor V aeflacht van Naaldwyk en veele wapenborden. De Remonftranten hebben hier ook eene kerk, voor dewelke gefcureeven ibat de Gereformeerde Kerk der Remonflranten. —. Deeze Heerlykheid ligt gedeekelyk aan Schieland. Het Ambagt Dorp grenzende aan Schipluiden, heeft  47© de JONGE REIZIGER heefc fl-chts eene geringe buurt van twaalf df dertien buizen. * 'f Gravezande in het Zogenoemde Westland gelegen, is thans maar een vlek, eertyds was het eene voornaame Stad en Hofplaats, zie verder hier van den Reiziger. Groer-eveld, is eene Ambagtsheerlykheid aan dc Syuffi waarin weleer een flot van dien naam geftaan heeft, doch thans is er geen overblyfzel meer van. Hodenpyl is meede eene Ambagtsheerlykheid die aan de eene zyde tegens Woud en Hoog' harnasch grenst, waarin voormaals een voornaam flot ftond , dat in de Jonker Franfen Oorlog met veele andere verde'gd wierd. Hoogeveca is een ambagtsheerlykheid zonder kerkdorp, tegens Rynland gelegen. Meer dan de helft van hetzelve is uitgebeend. De lustplaats Hondsholderadyk by ons vermeld heeft rondsom zich een taamelyke buurt. t Zelve legt niet verre van Naaldwyk. Ketel grenst ten zuiden asn Schieland, en is zeer uitgeftrekr. Het dorp is-tatuelyk fraai .en omtrent hondert huizen groot, die in de manier van eene kruisftraat gebouwd zyn. Lier is een heerlykheid, die ten Noorden aan Naaldwyk paalt, het dorp dat mede dien naam voert,  door Nederland. a7i voert, is fraai en vermaakhk, leggende aan de Lee, eertyds de Lier ouder Liora, de kerk is een fchoon gebouw, en de tooren heeft deeze zeldzaamheid, dac deszelfs wenteltrap van buiten opgaat. Zy is dikker dan eenige andere in Delfland. * Loosduinen gelegen in Haag-Ambagt en de Heerlykhtid Monfler,is een niet zeer groot,doch ongemeen vermaaklyk dorp, omringd van alles wat men genoegen aanvoerend ncemen kan. Het woelig 'sGravenbage, dat hier zeer naby ligt, contrafleert verbaazend met de kleine zandwoeftyne die zich ten noorden van deeze plaats uitftrekt, terwyl de welige akker-en wei-landen die het van andere zyden omringden eene zeer bekoorlyke afwisfeling maaken. — Zie verder 't werk. St. Maartensrecbt, is eene kleine Heerlykheid niet eene buurt van weinige huizen. Maasland,eene Ambagtsheerlykheid ten zuid- westen van Schiplui. Het dorp is wel niet groot, maar fraai en bloeiend. . Landbouw benevens boter en kaashandel, zyn hier de voornaamfte handceeringen. Maas-  27s de JONGE REIZIGER * Maaslandfluis, niet verre van het dorp Maasland, een der overheerlykfte dorpen van I de gantfche Provhcie, waaromtrent wy niets | buiten het werk hebben by te voegen. * Monfler is eenediooge Heerlykheid die tevens Pceldyk, ter Heide en half Loosduinen in' zich fluit Het dorp dat den naam van de Heerlykheid veert, is gantsch niet gering, wy hebben het in het werk vermeld. * Naaldwyk eene heerlykheid, belent aan de .heerlykheid Monfler, het dorp zelve, hebben wy befchreeven, als meer dan gemeen bevallig in zyne ligging, en niet onbekooriyk in zyne eigene bebouwing. Nieuwveen is eene Ambagtsheerlykheid tegens Tedingerbroek in Rynland, zonder kerk, en alleen voorzien van eene verftrooide b«urt van ruim vyftig huizen. JSieuvoland eene Ambagtsheerlykheid, waartoe Kortland en ""s Graveland, die met hetzelve drie Polders uitmaaken, behooren. Nooddorp, eene Ambagtsheerlykheid ten zmden 'van Nieuwveen, van omtrent twee hondertmorgen groote, het dorp is klein, als nog geen zestig huizen bevattende, en voert den naam van Heerlykheid, Over*  door NEDERLAND. 273 Overfchie maakt met Scbieveen een zeer arnzienlyk ambagt uit, dat zelf voor een gedeelte in Schleland ttrekt. Met dorp Overfcbie is buitengemeen vermaaklyk, en vry bloeiend uit hoofde van de menigvuldige doortocht van Rotterdam, Delft en andere plaatfen. De kerk deezer plaats is zeer aanzienlyk, hebbende drie chooren, en een fraaie tooren. 't Leed zeer veel in de beroerten der Hoekfchen en Kabbeljaauwfchen , ten dage van Jonker fiuns van brederode, die zyn party in Rotter, dam met ongelyken uirflag dapper ftaande hield , -tot hy eindelyk gedwongen wierd da ftad overregeeven, en te verlaaten, - Potldyk gelyk gezegd is, tot Monfler behoo rende legt dus in die ambagtsheerlykheid, is zo zeer geen dorp a!s wel een vermaaklyke buurt aan de vaart na Lcosdainen. Verfcheidene fraaie land wooningen, bouw en teellanden omringen hetzelve. Men kweekt hier veele moefëryën, en allerlei veldvruchten. Jn geheel Delfland is geene zo groote Ropmfche kerk als hier ter plaatze. Pynakker is eene ambagtsheerlykheid ren oosten van Delft. Dezelve beftaat voornaamlyk uit vecnlanden, vooral aan de zyde van Ryn,land, alwaar het reeds grootendeels is uitge;yeend. * Rh Deel. s - - h  274 de JONGE REIZIGER Het dorp van deeze ambagtsheerlykheid > 't | geen denzelven naam heeft, is vry uitgeftrekt, gebouwd langs de vaart, voornaamlyk het beste i gedeelte. De kerk is er eenigzins van af¬ gezonden , ftaande een weinig landwaard in, i dezelve is voorzien mee een hoogen fcherpen tooren. Ruiven mede een ambagtsheerlykheid die aan de zuidzyde tegens Abstrecht paalt. Zy is nog geene derdehalf hondert morgen lands groot, en heeft op zyn hoogst niet meer dan tien of twaalf huizen zonder kerk, welke buurt echter den naam der ambagtsheerlykheid voert. ken land¬ huis van dien naam, 't welk hier weleer gevonden wierd is vernietigd, fchoon deszelfs gedachtenis nog bewaard wordt in een laantje, "t welk : zich uitftrekt tusfehen Delfsgaauw en Over- j gaauw, Ryswyk is eene der grootfie ambagtsheerlyk- • , heden van geheel Delfland. 't Legt tent . oosten van Vo.rburg, en het dorp van dieni j naam is niet verre van den Haag zeer vermaaklyk: gelegen. ■— üe weg van deeze hofplaats derwaardl . is ook zeer aangenaam, en wordt dus door de: inwoondefS van 'sHage en voord van vreemde» tingen. welke hier menigvuldig komen al dikwerf bezogt. ——— Men heeft in den omtrek van dit dorp een aanzicnlyk geul fchoone lust hé- 1  door NEDERLAND. 0.7$ huizen, waaronder Belvidere of het huis teRyswyk, alsvorstlyk zynde, de eerfte plaats verdient. Wy vermelden hetzelve in hec werk, omdat het voornaamenlyk merkwaardig is, door de aldaar geflooten vreede in den jaare 1697 tusfehen Spanje, Frankryk, Engeland, Duitschland en den Staat der Vereenigde Nederlanden. Naby hetzelve ligt het Huis te Werve, 't geen om deszelfs overheerlyke plantage, der bezichtiging waardig is. Bet Huis te Burg is aanzienlyker, als zynde een groot flot, echter mag men zeggen dat het eenigzins in verval is. Met voorbygaan van veele anderen,, noemen wy hier nog Sion, 't welk voormaals een kloos« ter geweest is, waarin den zo hooggeroemden Rotterdamfchen Erasmus zou gewoond hebben. — Voorts was het merkwaardig om dat hier in het midden der vyftiende eeuw, het capittel van alle de kloosters der reguliere kanunniken in Holland wierdt opgericht. Doldriftigen ftaaken het Ao. 1544 in brand, dan het wierd weder opgebouwd, maar de Delvenaars braken : het af, geduurende de Spaanfche beroerten uit • vreeze voor vyandlyken overval. 't Is 1 thans een uit zyn asch verrezen lusthuis, wyl liet eerfte gebouw van dien aart alhier kort na S 2 des-  476 db JONGE REIZIGER deszelfs ftichtinge door de vlam verteerde. ——De plantagiën zyn van een goeden fmaak, en doorfneeden met vyvers en vischkoramen, zo dat het der bezichtiging waardig is. Spaland is een ambagtsheerlykheid, die zo wel tot Schieland als Delfland behoort, zonder dorp, en zelf byna zonder huizen, zo dat het van geen, aanbelang is. Schipluiden, dit ambagt paalc aan Hodenpyl. — Het dorp ligt naar den kant van Vlaardingen en Maasland/luis, 't is vry levendig door de doortocht van verfchillende Jaagfchuiten. 't Is ruim en vrolyk bebouwd. De kerk die een fpits toorentje heeft is een tamelyk goed gebouw. —. De hier voorgenoemde groote Poot heefc hier fchool gegaan, gelyk in de voorzangen van het eerfte deel zyner werken, door hem zelf zeer aartig verhaald wordt. Niet wyd van hier legt het hoog adelyk flot Kenenburg, vermaard door de beurtlykfche inneemingen van hetzelve, nu door Keizer Hendrik den lil. dan door Graaf Dirk den IV. omtrent het midden der elfde eeuw. 't Te. genswoordig huis echter fchynt van jonger tyd en wel van den aanvang der vyftiende eeuw,, wanneer men meent dat het door den Ridder Filips van Dorp zou gedicht zyn. Tem*  boor NEDERLAND. 277 Tempel is eene Heerlykheid aan den Ryweg, ïangs den Delfsfcben Schie, en is grootendeels verveend, 't welk niet heeft mogen gebeuren, zonder dat de hoffteede leenroerig gemaakt wierd, aan de Scbieveenfcke Polder. * Ter Heide, het uiterfte zeedorp aan den hoek van Holland, niet verre van Monfler is van gering aanbelang,'t geen er ons van bewust is, zeiden wy in het werk zelve. * Wateringe, is een vry uitgebreid ambagt, wordende omringd door Haag ambagt, Ryswyk, Woudharnas en Lier, van het dorp dat deezen naam voert, is het noodige in den Reiziger vermeld. 'tHof te Wateringe, een lustplaats,weleer het Hamhuis dier Edelen, legt ten westenvan het dorp. Woud, waaronder Hoog- en Woud- Harnasch , wordt door Wateringe , Ryswyk , de Voordyksbornfchen Polder, Hodenpyl en Groene* veld ingeflooten. — 't Dorpje in hetzelve is zeer klein, maar wordt gemeenlyk Rykswoud genoemd , leggende iets meer dan een half uur van Delft, 't Heeft een kerkje na evenredigheid van zyne groote. Zouteveen is een ambagt dat ten noorden aan Dorp ambagt, ten oosten Vryeban, ten zuiden Vlaardinger ambagt, en ten westen aan Maasland paalt, van geengrcote uitgeftrektheid, en s 3 nief  9?S de JONGE REIZIGER niet wel veertig huizen bevattende, die geene kerk voor zich hebben. Delft is de eenige ftad in die geheelen oord, en van welke het zeer waarfchynlyk zynen naam ontvangt, op zyn tyd is van dezelve breedvoerig gefproken. VI. S C H I E L A N D. Sc hiel and is ten opzichte van deszelfs grondgefteltenis geenzins de beste, en vruchtbaarfte deezer Provincie, dewyl het grootendeels beftaat uit Veenland, of reeds uitgeveende piasTen^ behalven dat er aan de Maaskant eenig hooi en weiland valt. Hetzelve heeft Rynland ten noorden;ten oosten £iedeeltelyk '/ Land van Gouda, waar van het water de Gouwe hetzelve affcheidt, gelyk den ftsfel tusfehen dit land en de Krimpetier Waard ftronmt. De Maas fpoelt hier ten zuiden, die het land van Rboon en Tsfelmonde fcheidt, terwyl het ten westen aan Delfland paalt. De dorpen in Scbieland voorkomende* zyn de volgende: Berg-  boor NEDERLAND. 279 Bergfcbenboek, 't geen vry aanzienlek is; het vergraaven der veenlanden heeft hier den bloei aangebragt, en na het in het midden der voorige eeuw afbrande, is het fraaier zegt men herbouwd. De kerk heeft een aantal vry goed befchilderde glaazen. Broek, Tbuü en */ Wegje is eene heerlykheid naby Gouda. Bleiswyk dat niet onaanzienlyk is, legt in de hooge Heerlykheid van dien naam, welke de uitgeftrektfte van geheel Scbieland is. Het dorp is maar twee uur van Rotterdam gelegen. Hillegersberg legt maar een uur van die ftad, 't zelve heeft even als Bergfchenboek verfcheidene gefchilderde kerkglaazen. Ook is er een rechthuis. Hoogeban is een kleine ambagtsheerlykheid, die geen kerkdorp heeft, in hetzelve lag eertyds het fterke Hot bet buis te Spangen genoemd, waar van nog overblyfzels zyn. Kool is eene ambagtsheerlykheid naby Rotterdam, na den kant van Delfshaven, die hoewel van geen kerkdorp voorzien, echter een aanmerklyk aantal huizen bevat, die meer dan vierhon» dert beloopen, benevens een aantal bleekeryen, en eenige molens. Kralingen is eene ambagtsheerlykheid vanaanS 4 be-  a8o de JONGE REIZIGER belang, als hebbende mede byna vierhondert huizen, 't Zelve legt ten oosten van Rotterdam, do^r welks nabyheid het hier bloeiende is,in het dorp van dien naam is een fraai rechthuis. — En de kerk pronkt niet gefchildërde glaazen. Kapeüe bygenaamd op den Tsjel, is een goed dorp omirent twee uuren gaans van Rotterdam, 't heeft zyn naam na de ambagtsheerlykheid; men vindt er eenige fteenbakkeryen. — h Zogenoemde flot van Kapelle ftaat een weinig ten zuidwesten van het dorp Ouden Nieuw Matenes, ten oosten van Schiedam gelegen , hebbende geene kerk, hei laatfte zelve geene huizen, men noemt dezelve hooge Heerlykheden. Moerkapelle ten oosten van Noordwaddinxveen grenzende, maakt met Wildeveenen, eene ambagtsheerlykheid uit, dit geheele ambagt is byna weggegraaven , echter voor een gedeelte weder drooggemaakt. 't Dorp is wel niet groot, maar uit hoofde der menigvuldigepasfage vry levendig. * Moordrecht, is een ambagt tusfehen Rotterdam en Gouda, het dorp van dien naam, dat ter wederzyden van den Ysfeldyk gebouwd is, behoort onder de fraaifte en vermaaklykfte van de gandfche provincie. De gezichten over den veel bevaaren w ordende rivier zyn verrukkend en de  door NEDERLAND. &8i de bloei is taamlyk fterk, door de menigvuldige neeringen en handteeringen die hier gedreevtn worden. Onder deeze zyn de lynbsanen eü Jteenbakkeryen, die veel handen werks verlee- nen. Wolhandel is hier ook nog al aan* merkelyk, en de veeneryen zyn hier van aanbelang. — ■ Zie omtrent het gefchiedkundige het .werk zelve. Nieuwer kerk aan den Tsfel legt in een ambagtsheerlykheid van dien naam, ten noorden van Moordrecht. Het is een tamelyk dorp met eenige fteenl akkeryen. Overfchie dit dorp hebben wy vermeld onder Delfland. Schiebroek is een ambagtsheerlykheid zonder keikdorp, ten zuiden van Overfchie gelegen. Scboonderkois mede een klein ambagt ten zuidoosten van Delfshaven, nog'geen halfuur van Rotterdam. Men vindt er niets merkwaar¬ digs van aangetekend, dan dat het dorp in den jaare I693 door ontftaane brand in eene traankokery, geheel verteerd wierd, wyl men geen genoeg, zaam Ipoedige hulp van Rotterdam kon aanbren. 'gen. Ook zegt men dat de oude Kapel, welker overbly'zels hier nog zyn ten gebruïke der kerk van Delfshaven vern etigd is, en de klokken daar in zyn opgehangen. s 5 Zö-  s8a de JONGE REIZIGER Zevenhuizen, ook eene ambagtsheerlykheid ten zuiden van Moerkapel, in dezelve is zeer veel land uitgeveend, en maakt de vergraaving nog het voornaamfte beftaansmiddel van het dorp uit, 't welk deezen naam voert, en tamelykzindelyk bebouwd is. Schieland wordt docr het water de Rotte, die door den zoetvloeienden d chter Smids zo zwierig «en kunstmatig bezongen is zuid en noord waard, hoewel in ongelyke deeien doorfneeden. De Schie is een ander water, dat van Delft na Schiedam firoomt, en hoewel het Schieland maar weinig langs loopt, is het waarfchynlyk, dat men daar uit de naams oorfprong vanditoord te zoeken hebbe, 't LAND van VOORN, V Land van Voorn beftaat uit eenige eilanden, die vooreerst verdeeld worden in Oostvoorn, Westvoorn en Zuidvoorn. » De onderdeden zullen wy onder yder deezer hoofddeelen opnoemen, en de plaatzen daarin leggende aantetekenen. Oost.  boor NEDERLAND. 283 Oostvoorn heeft den Lande van Putten ten oosten. Ten zuiden is het door de Meningen, de Krammen en het Volksrak, drie benaamingen van de rivier aldaar, afgefcheiden van Zeeland en Braband, ten westen wordt het door de Noordzee befpoeld, en de Maas fcheidt het ten noorden van Delfland. De grondgefteltenis is hier zeer vruchtbaar, als zynde zwaare vette klei, waarop de uitmuntendfte graanen, aardappelen, meekrap enz. in grooten overvloed gebouwd worden. Twee voornaaaie zeegaaten bevorderen hier de Scheepvaart voor Hollandsch handeliteden aan de Maas. Nanienlyk ï Gat van Goeder ede dat tusfehen 't Eiland van dien naam en Oostvoorn invalt, en gefchikt is voor dezwaarfte fcheepen die hier binnen lopende, langs de Flakkee, Haringvliet en Hollands Diep, verder na Rotterdam% Dort enz. kunnen opzeilen. V Gat van de Maas is ondieper, loopt tusfchen Oostvoorn en den hoek van Holland in. Roozenhurg ten noorden Oostvoorn geleegen, veroorzaakt hier twee armen, waarvan de zuidlykfte na den Briel, en de noordlykfte na Maaslaudt fluts fchiet. Verfcheidene eilanden, en in deeze weder ambagten enz. maaken Oostvoorn uir, wy beginnen met de polder of het ambagt van dien " naam,  284 de JONGE REIZIGER raam, die ten noorden of iets oostlyker aan Oosterland paalt , ten oosten heeft het den Briel, zuidwaard Rokwee en west waard de Noordzee. Dit ambagt is niet onbekoor- lyk, dewyl er nog al vry veel geboomte gevonden wordt, cn de liefhebbers van de jacht hier al veele zoorten van wild kunr.cn aantreffen. In hetzelve legt ccn dorp mede Oostvoorn genoemd ,'t geen niet geheel onaanzicnlyk is, heb* bende een tamelyk goede kerk en tooren, de eerfte vercierd zynde met fraai gefcbilderde glaa» zen. — De tooren is een baak voor de fcheepen die uit zee de Maas willen inloopen. Het Slot van Oostvoorn of anders het Hof van Voorn genoemd, plagt weleer hieromtrent te ftaan, volgens Rochmans aftekening der ruïne moet het zeer aanzienlyk geweest zyn, en dit is buiten zulks te denken wyl het ter befcherming van de Maas diende tegens vyandlyke aanvallen. Op.een heuvel die aan zyn top een der verrukkendfte zeegezichten levert, ftaat een fraaiecoupel, die den naam van Zeeburg draagt, en geien ik t is voor een vergaderplaats van Dykgraaf en Heemraaden. Rugge is een klein diftrict ten zuidoosten van Noordvoorn t waarin alleen een gehugt, 't welk Tin te genoemd wordt, men vindt hier nog gewelde graaven, denkelyk oveiblyfzels van eene Paro. chie  door NEDERLAND. 285 chie kerk, die hier weleer by een klooster van kanonniken, niet ver van het toen in weezen zynde huis te Rugge geftaan heeft. Ook is hier nog een Put in een weiland, die den Roomschgezinden in eerbied houden, om dat zy den naam van heilige droeg. Klein Oosterland, waaronder men Oud en TSlieuw Kleiburg telt, heeft nieis aanmerkelyks, behalven dat daarin de baakens tot het inzeilen van het Brielfche gat ftaan, 't zelve legt ten noordoosten van Oostvoorn. * Rokanje ten noordoosten van Oostvoorn, heeft verfcheidene polders" rondom zich. Van het dorpje, 't geen tegens het duin aangelegen is, en het zeldzaame verfchynzel der natuur en het watertje de Waal, hebben wy alvoorens reeds gefproken. St. Anna Polder en Schaapengors zyn diftricten die westwaard aan de duinen, en zuidoost van Rokanje leggen, hebbende geen dorp, en zelfs maar zeer weinige huizen. * De nieuwe Hoorn, legt oostwaard van de St. Anne Polder, en heeft een dorp van dien naam, 't geen door de veelvuldige doortocht van den Briel na Hellevoet/luis en omgekeerd, vry levendig is, en een kerk en tooren heeft. De Nieuwe Goote, lege tusfehen de Nieuwe Hoorn  386 de JONGE REIZIGER Hoorn en St. Anna Polder. In dezelve ftaan Hechts een gering getal huizen. Nieuwland of de Fierpolders die het Nieuw, land, Vekboek, Oud Hellevoet en Oud Goote genoemd worden, legt westwaard van den Briel. Men vindt hierin een klein dorpje Brielsck nieuwland genoemd,dat een aanmerkenswaardig wapen voert, te weeten: een degen op een rood veld, waar naast vier en vyf en op des degens punt een gouden penning gevonden worden, welk wapen ten dage toen Alva de tiende penning wilde heffen, als zinnebeeldig op hun befluit om die niet zonder weêrftand te geeven zou uitgevonden zyn. In Nieuw Hellevoet, welks ligging rondom Hellevoet/luit is, legt een dorpje van dien naam, waar de tooren een weinig van de kerk afftaat, 't geen men meent dat door brand veroorzaakt is. Van het fort Hellevoet/luis hebben wy uitvoerig gefproken. De Kwak, de Weergors en de Struiten leggen allen langs de Flakkee, en hebben niets byzonders. Oudehoorn dat zuidlyk of zuidwestlyk aan de Flakkee grenst, heeft een klein dorp dat van weinig belang is. Zwartewaal ligt ten noorden aan de Maas, en  door NEDERLAND. a8j*. en heeft een fraai dorp van dien naam, 't welk met een vry gemaklyke haven voorzien is. De uitmuntende gelegenheid ter vis» fchery is oorzaak dat de ingezetenen hier uit hun beftaan vinden. Heenvliet dat aan de noordzyde door de Maas befpoeld wordt, fcheidt aan de oostzyde door het water de bormisfe voorn van Putten, grenst ten zuiden aan Abbenbroek en den nieuwen Hoorn en westwaard aan Oud Hellevoet en Zwartewaal. Men vindt in hetzelve de ftad Heenvliet, welke onbemuurd is„ een half ronde gedaante heeft, en voorzien is van een ruim marktveld, 't welk aan de haven paalt, die in de Bornisfe uitloopt. — Op dit marktveld ftaat het ftadhuis, en het aanzienlyk huis van den Heere van Heenvliet, keurlyk met onderfcheiden plantagiën omringd, zo uitgeftrekt dat in deszelfs midden de tegenwoordige gevangenis, rondom uit het water opgehaald, gevonden wordt; zynde dit gebouw een overblyfzel van 't huis te Ravenftein. De kerk is groot en tamelyk fraai, voorzien met een kapeltoorentje in het midden, en een andere vierkante voor dezelve. —-*«*» Men .weet dat Merula hier priester geweest is. Na.  388 de JONGE REIZIGER fraters en Pankrasgors leggen byeen , na de kant van Rokanje, beide deeze Polders hebben geen kerkdorp, en in 't geheel niet boven de twintig huizen. Abbenbroek, legt ren westen van V land van Putten, de grond is hier cp zommige plaatfen zo moerasflg, dat men door de eerfte korst heen zynde, die zo los is, dat zy niet dan met geheel drooge zomers bevvandeibaar is, en met een ftok ter lengte van twintig voet nog geene vastheid bekomen kan. —« Het dorp legt naby de Bornis/e, is tamelyk bebouwd, en met gefchooren lindeboomen vercierd. De grondllaagen van gebouwen welke men hierom. trent vindt, bewyzen dat het merkeiyk grooter moet geweest zyn. In den jaare 1644 omfcond hier een felle brand. Men vindt er een fraaie kerk en rechthuis, ook is het Heerenhuis door zvrie rondsom leggende wandelweegen vermaak, lyk. Landbouw, planten van Meekrap, en zuivelhandel nevens de vlasteelt zyn hier de voornaamfte middelen van beftaan. Rooztnburg is een eiland, 't geen wy reeds gezegd hebben, ten noorden van Oostvoorn te leggen. - Hetzelve is buitengemeen vruchtbaar en heeft ln de Polder Blankenburg een kerkje, doch de huizen hier onder behoorende, ftaan zo  » o o fc NEDERLAND. *fJ wyd en zyd verfpreid, dat men dezelve geen ] dorp kan noemen. —> Men moet dit eiland jpasfeeren als men van Maaslandfluis na den j Briel wil. Zie het werk. Westvoorn of het La>d van Goederede, is een eiland dat het zuidwestlykfte van geheel Holland uitmaakt. De-zelfs grenzen Zyn ten noorden bet Goereefcbe Gat, ten oosten Zuidvoorn of Over flakkee, ten zuiden het Brouwersbavenfcbe Gaten de Bienningen ofGt ecvelingen, en ten westen aan de Noordzee. De Hinder een der gevaarlykfte plaaten voor de fcheepvaart legt hier ten noordwesten in ze.1, en fchynt my toe voor dit land van veel nut te izyn, alzo de kragt der aandruisfchende golven, daarop eer zy het ftrand bereikt, merkelyk ge-' broken wordt. Eene aanëengefchakelde reeks duinen bei fchermt dit land ten westen tegens de kanker* n:de Noordzee, en verder Noordöostwaard langs ,het Gat. Voor 't overige moet men hier die waterpest door onnoemlyk kostende dyken tekeer i gaan , op dat het land niet geheel daardoor worde ingezwolgen, 't geen voor 't verder zuidelyk ge;deeltevan Holland ten uiterften gevaarlyk zoude kunnen worden. • 111. Deel. T De  soo de JONGE REIZIGER. Be grond is hier by uitneemendheid vruchtbaar, op zommige plaatzen is ook nogal vry veel, hoewel laag geboomte, op het vlakke land, bouwt men allerlei zwaare graanen, vruchten en meekrap , men teelt er vlasch, en heeft er ongemeen flhoone weilanden, die met zwaare runders be^ llaagen zyn. De verdeeling van Westvoorn is het Rechtsgebied van Goedereede en de polders het oade Land van Diepenhorst. « —. Het oude Nieuwland. Ouden Oostdyk en West Nieuwland. Wy zullen den een na den anderen doorwander len beginnende met Het Rechtsgebied van Goedereede. — 'c Welk gelegen is aan het Goereejcbe Gat. Ten oosten aan de 'Scbarre Zee, ten zuiden aan 't Brow wershavenfche Diep, dus over Schouwen in Zee» land, en ten westen aan de Polders het oude Land van Diepenhorst bet oude en nieuwe Nieuwland. Hetzelve is in verfcheidene polders verdeeld, en bevat daar te boven de ftad van G ceder eede, waarvan wy voorheen in het breede gefprooken hebben. *ü Oude Land van Diepenhorst, de grootfte van de hier gevonden wordende polders, legt ten westen van het voorig rechtsgebied. De plantagien van Elfenbomen zyn hier menigvuidi ger dan el der  door NEDERLAND. 291 ders in dit land, dat anders heerlyke bouwlan- den heeft. — Het dorp van deeze polder Ouddorp of' Heer Adriaans Ouddorp genoemd , is niet groot, doch tamelyk fraai, leggende op eene hoogte. De kerk is een goed gebouw, een weinig van de tooren afftaande. Men vindt hier op een grafzerk den naam van Jan Magchielfen Du fel met een vischnet en kaakmes, ter gedachtenis zo men wil, dat hy de eerfte haring zou gevangen hebben. —— Dit echter dunkt ons niet zeer waarfchynlyk. In het dorp ftaan zeer fchoone lindeboomen , die na gedachten meer dan twee hondert jaaren oud zyn. . Er is hier ook een gasthuis,en een vergaderplaats voor de doopsgezinden, behalven een heuvel Spreeuwefiein genoemd, die een byzonder foort van roode fteen oplevert, en voormaals tot een wier of weer diende, tfm by hooggaande vloeden, lyf en have te bergen, is hier niets aanmerkelyk, echter zyn er eenige vermaaklyke lustpiaatzen. Oud en West Nieuwland, ten zuiden van de voornoemde polder, hebben niets aanmerkenswaardig, zynde zelf het getal der huizen zo klein, dat de twee polders zamen geen gering kerkdorp kunnen uitmaaken. Oude Oosidyk, paalt Noord en Oostwaard aan T 2 't Rechts-  a92 de JONGE REIZIGER. 't Rechtsgebied van Goedereede. • De polder is mede zonder kerkdorp. De ovede- vering zegt dat hier omtrent een bosch geleden heeft, waarin zich veel wild gedierte ophield. — Niet verre van die plaats ligt nu een zindelyken en by uitftek fraai gezichthebbende lustplaats Zeezicht genoemd. Zuidvoorn of 7 Land van Overflakkee. —*—« Wordt omringd door 't Haringvliet, de Krammer, Bieningen of Grevelingen, en eindelyk grenst het ten westen aan de Hals, die het langzaam met Goedereede door aangroei vereenigt. Zommige gedeeltens van dit eiland behooren niet onder V Land van Voorn, als by voorbeeld Sommelsd)k, 't geen onder Zeeland ftaat, in de meeste oostlyke polders die tot het Land van * Putten betrekkclyk zyn, deeze zullen wy op zyn tyd nader vermelden. Niet min vruchtbaar dan de andere landen van Voorns is ook Zuidvoorn, dat in het byzonder zwaar en veel raap- of kool-zaad oplevert, de fchoonfte vrucht voor het oog zeker, als zy met haare -eele bloemen een tapyt vormt, die wy in onze landen vinden, en ten minften met de fneeuwtartende boekweid gelyk ftaande. De voornaamfte polders zyn: Dirksland dat, uitgezondert ten oosten, daar het  door NEDERLAND. 293 het zich van Ouwaard affcheidt, aan alle zyden door Meliszand omringd vindc. .— — Het heeft een ongemeen fraai dorp van denzelven naam waar van men de inwooners op duizend begroot. — De kerk en tooren zyn ruim en fchoon op het choor ftaat een coupeltoorentje. Het huis van den ambagtsheer ftaat aan een ruim plein, dat zindelyk met verfchilknd foort van hoornen beplant is, en heeft voor 't overige goede tuinen en boogaarts. De waag en het dorpfchool zyn de andere openbaare gebouwen. Meliszand grenst zo als wyzagen aan Dirksïand , verder aan Roxenis/è , Kraaierspolder, Herkinge en Sommelsdyk. 't Heeft een klein dorpje met kerk en tooren, als mede een raadhuis. De gemeente te klein voor het onderhouden eens predikanrs zynde, wordt hierflechts viermaals 's jaars geprtêkt. ■Herkinge grenzende aan Meliszand en Dirks- land. In deeze polder le^t mede een klein doch vermaaklyk dorpje van denzelven naam Men reist van hier af na Zeeland, en fchoon dit ook van elders uit Ozerflakkee gefchieden kan, houdt men dit veer voor het beste. Onwaard is mede zonder dorp, leggende tegens Sommelsdyk, Dirksland en den ouden R, aaierspolder, die zeer klein is, en nog gedeeltelyk T 3 on-  294 de JONGE REIZIGER onder Sommslsdyk behoort. De Heerlykheid Grysocrt grenst aan Sommclsdyk, Middelharnas, Oeltgensplaat, de Krammen, Herkinge en Meliszand. Daar in zyn: a Oudetonge een groot ambagt, met een zeer regelmatig gebouwd dorp dat verfcheidene ftraaten heeft. Als ook een kerk die een zeer ruim choor heeft, en een vierkanten Hompen tooren. fVlcn vindt er een raadhuis, waag en gevangenhuis, die zich als een gebouw vertoonen, en met een toorentje pronken. Verders is er een fchoolhuis, gasthuis en oude Vrouwenhuis. b Nieuwe Tonge, dat onder anderen aan de Bienningen grenst, op de flikken van welkeheer■lyke oester en mosfelbanken zyn. Het dorp is luchtig met een kruiskerk voorzien, en een niet zeer aanzienlyk Raadhuis. St. Pieters Polder of de hooge heerlykheid Kiingeland, legt aan zeer veeie onderfcheidene polders, en wel op driederlei gronden , zy heeft niets aanmerkelyks. VIII.  dook NEDERLAND, 595 VUT. 'T LAND van PUTTEN. *t Land van Putten is gelegen ren oosten van *t Land van Voorne , zo aan de zyde van de Bomisfe als in Over flakkee, en is weder in onderdeden afgeperkt. Men begrypt dat de grondgefteltenis dus naby gelyk aan die van het laatst befchreevenlanJs,en er derhalven de manier van beftaan door gelyke middelen wordt te weeg gebrast. Wy zullen hetzelve zo meermaals gebruiklyk is, verdeden in volgende manieren. ■ z Putten binnen den Ring. b buiten den Ring — c over de Maas en d in Overflakkee. Putten binnen den Ring in het zelve leggen: Geervliet een ftadje naby de Bomisfe, in welken ftroom deszelfs haven uitloopt. > Heenvliet legt vlak over, hetzelve ten westen van de rivier, er zyn thans noch wallen, noch poorten, fchoon het daarmede in vroeger dagen voorzien was. De kerk heeft behalven de iombe van Klaas van Putten die korc na den jaare 1300 hier een kapktel van kanonnikken oprfte, en waarvan het opfchiift onleesbaar is niets merkT 4 waar-  296 de JONGE REIZIGER waardigs. — Het ftadhuis is mede van geen aanbelang — Het kafteel van Putten, dat uit het water is opgebouwd , moet nu bykans de ouderdom van vyfhondert jaaren bereiken, waar uit men kan afleiden , dat het geene, hedendaagfche fieraaden bevat. Spykenis en Brdband zyn twee polders welke byeen leggen, en waar van de eerfte alleen een dorp van dmzelfden naam bevat, gelagen bezuiden de Maas, 't geen zo ver wy wee ten n ets aanmerk'yks heeft. Hekelingen en Friesland w aaronder den ouden en nieuwen uit/lag van Putten, zyn polders van geen aanmerking, hebbende de eerfte alleen een dorp. Deszelfs ligging is ten noorden aan de Maas. Simonshaven en Scbuddebeurs grenst weder aan verfcheidene polders en loopt zuidwaardi met een punt die de Bomisfe ftroomt ten wes. ten, en 't Spuiwaier ten oosten heefr, ontvangende de laatfte de eerfte aldaar in zich en vallen dus zamen in 't haringvliet, 't Dorp in deeze ambagtsheerlykheid is tamelyk göed, en heeft een kerk. Biert met ouden nieuw Stompaart, maaken een ambagtsheerlykheid, ten noorden Simonsha* yen ? hebbende een dorp van geen aanbelang. b Put*  door NEDERLAND. §97 b Putten buiten den Ringdyk, daar in zyn: Zttidland is eene ambagtsheerlykheid van meer belang, paaiende ten noorden aan de Bomisfe en aan Abber.broek. Het dorp is vry goed', en heeft deeze byzonderheid, dat hier ecrtyds een St. Joris doelen plagt te ftaan, waarvan den grond nog aan de Burgery behoort, die zich jaarlyks voor de opkomften daarvan vermaakr. Vogelsdyk daaraan grenzende , heeft geen dorp -9 gn maakt met Zuidland eene heerlykheid. 1 Koorendyk of Goudswaard le^t ten zuiden van het fpui. Het dorp den eerstgezegden naam voerende, is vry wel bebouwd,voor de huizen ftaan vruchtboomen, en uit de kleine haven die in 't fpui uitloopt,kan men altoos door tweehiervast bepaalde veeren, of na de Landen van Putten of na de Willemfiad en Overflakkec, en zo verder tot in Zeeland komen. tVten vind er een rechthuis, dorpfchool en een foort van armehuis voor acht behoeftiQe huishou» dingen. De kerk is fraai. Piershil paalt ten noorden aan het fpui. Het dorp dat nog tamelyk fraai is, en een haven heeft, was voormaa's zeer bloeiend en vermaaklyk, in 1738 leed het veel door den brand. — 't Heerenhuis is aanzienlyk} en de kerk nevens de tooren van goed aanzien. T $ c "tLand  £08 de JONGE REIZIGER c V Land van Putten over de Maai behelstPortugaal leggende onder anderen tusfehen de twee vohende diftriéten. Het dorp van dien naam heeft een haven in de oude Maas. Hoogvliet legt ten westen van Portugaal. 't Heeft een kerk en coupeltoorentje dat zeer netjes is, ook vindt men er een haven, die in de cade Maat uitwatert. ——- Over 't geheel is het niet onvermaaklyk: Pernirfe legt noord waard van Portugaal. - 't Dorp heeft een haven aan de nieuwe Maas, ook pronkt het met een goede kerk en Hompen toren. 's Gr avena mbagt en Heide zyn twee polders, westwaard van Pernisje beide zonder dorp. Charlois maakende eene ambagtsheerlykheid met Dirkmetgfiland , Robenoort, Plompaart., Karnemelksland en de Hitte , leggende aan de nieuwe Maas. Het dorp is wegens de vruchtbaare landsdouw en fraaie wandelwegen vermaaklyk; ook is bet tamelyk wel betimmert, en heeft een goede kerk. 't Legt over Deljsbaven. Katendrecbt legt tusfehen Charlois en TsfeU monde, het dorp dat tegens over Rotterdam gelegen is, is vrolyk uit hoofde der overtocht van die  door NEDERLAND. 299 die ftad herwaard, die voornaamlyk veel bevaaren wordt door de pasfagiers na en van Antwerpen, rydende des zomers alle morgens van hier een postwagen, gelyk er 's avonds een aankoomt. Roon en Pendrecht, een hooge Heerlykheid. aan de oude Maas, de landftreek is aangenaam, en het dorp tamelyk; in de kerk is eene graftombe. En 't Heerenhuis dat van hoogen ouderdom is, ftaat met geboomte omringd. Albrandswaard en de Kyvelanden maaken eene hooge Heerlykheid tusfehen Roon en Portugaalt aan de oude Maas, zonder Kerkdorp. d Putten in Overflakkee behelst: Oeltjesplaat en Bommel te zamen eene ambagtsheerlykheid uitmaakende in het zuidoost van Overflakkee. \ Zelve een digt aaneen, hoewel met ru'me ftraaten voorzien, betimmert dorp. Dat behalven een goede kerk, een deftig raadhuis, een waag en een weeshuis heeft. — De haven is fchoon met paalagie voorzien, en heeft zyn uitwatering in het Folksrak. Fraaie tuinen en bogaarts vercieren hetzelve alom, 't heeft een jaar en weekmarkt. -—- Het bouwen van aardappelen, is hier een hoofdzaak. Bommel heeft mede een goed dorp, waarvan de haven in het Haringvliet uitloopt, 't zelve is bloei-  Soo de JONGE REIZIGER bloeiend door Visfchery en Scheepvaart. ——E'ft, fleur en zalm worden hier rykelyk gevangen. Men vindt hier behalven de kerk, een zegenoemde p-lders raadkamer en lands magazyn. 't Is even als de Plaat, ryp in tuinen en bogaarts. Verfcheidene andere buurten en gehuchten worden in deeze ambagtsheerlykheid gevonden. Stad aan 't Haringvliet. ■- ' • De naam deezer ambagtsheerlykheid drukt deszelfs ligging ge- noegzaam uit. Behalven de voort breng- zels welke in de omgelegen landen gevonden worden, kweekt men hier voornaamlyk ajuin en aardakkers, doch wel het meest van allen de meekrap. 't Dorp heeft een haven van eenig aanbelang, groot genoeg om Fransvaarders, die met wyn enz. gelaaden zyn, by nood te bergen. Er is een rechthuis, een kerk en tooren, en een foort .van wachthuis, 't Js bloeiend door allerlei neeringen en handteeringen. * Middelbar nas legt aan 't Haringvliet in 't noordoost van Flakkee. Het dorp m;est onder dien naam bekend, heet ook St. Micbiel in Putten en Mynheerfen, 't is zeer fraai, met verfcheidene ftraaien bebouwd, waaronder devoor- ftraat  ööor NEDERLAND. 301 ffraat uitmunt, die met twee ryen boomen beplant is, in deszelfs midden ftaat een fteene pomp, en 't Raadhuis , uit welks dak een roorctdiC ryst, aan het einde. —— Zie verder het werk. IX. HOEKSCHENWAARD. Al her land dat tusfehen de oude Maas en Hol* •landsdiep, tusfehen de Dortlche Kil en het Spui is gelegen , wordt den Hockjchaniaard genoemd. In den vervaarlyken ftorm des jaars 14&1. die den bieschbosch vormde, wierd ook deeze gantfche uitgeftrekiheid door het water overloopen. Doch naderhand weder boven gekomen zynde, is hec behocrlyk in een ringdyk bellooten. Hier leggen: 'Beierland, dat in drie ambagtsheerlykheden verdeeld is, die wy vervolgens zullen behandelen. Zy worden genoemd Oudbeierland, Nieuw en Zuidbeicrland. Dit land dat een enkele aanwinst uit de rivieren is, cn in vruchtbaarheid zeer veele andere overtreft, ontving zyn naam van  S02 de JONGE REIZIGER van de gemalin van den ongelukkige VAmoral Gfave van Hoorn, die Sabina van beieren heete. Het zelve grenst noordwaard aan óeoudeMaas en het Spui, oos twaard aan Stryen, heeft het Ha* ringvüet ten zuiden, cn Goudswaard, nevens Piersèil ten westen. Oudbeierland, heeft een zeer fraai en uitge. fïrekt dorp, eene kleine ftad gelyk , voorzien met een ruime haven, die zeer veel bezocht wordt door Groninger tjalken, ter inlaading van vlas, waar van de teelt in deezen omtrek onge> meen groot is. Het marktplein is ruim en fchoon. De kerk en toren aanzienlyk; men kan de laatfte door deszelfs hoogte op een verren aflland befchouwen, en de eerfte die een kruiskerk is, pronkt behalven met een fraai glas verbeeldende egr?ono en zyne Gemalin, biddende-, eene grafkelder, waarin eene des Graaven dochteren sabina genoemd, begraaven ligt. De landftreek is bekoorlyk zo door de lommerrykheid der breede wegen, als de fchoone vlas en koorenlanden, en menigte wel beplante boomgaarden, die de Jekkerfte vruchten opleveren, vooral zwarte krieken, die nergens beter gevonden worden, en zo eigenaar tig aan deezen grond  door NEDERLAND. 303 zyn, dat zy nergens na toe verplant willen worden, zonder merkelyk te verbasteren. JSieuvobdetland aan Oudbeierla,id en bet Spui gelegen, i, met het laatfte in vruchtbaarheid en aangenaamheid gelyit, doch het dorp dat ten westen ligt is veel minder aanzienlyk, evenwel niet vau de kleinfce , en omringd met fchoone wandelweegen. Zuidbcierland ook aan Oudbeierïand en het haringvliet fluitende, heeft een difrricl; in zich dat de Hitzert genoemd word, hier in legt heC eigenlyke dorp, dat tamelyk fraai, aangenaam en met een goeden kerk en tooren voorzien is. V Land van Stryen legt aan de oostzyde langs de Kil, ten zuiden aan het Hollands Dtep\ en ten westen aan de Beierlanden. Het zelve oevat verfcheidene ambagten, die wy den een na den ander zullen opnoemen, als: Stryen aan het Hollandsdhp gelegen, heeft een aanzienlyk dorp met een kerk, et* is van eene goede haven voorzien. — Niet verre van hier ligt een vermaarde fiuis, het bloeiend gehucht, het Stryenfcbe Sas genoemd, zynde de gewoonlykfte ovtrtocht na Braband, en wel op de Moerdyk, deeze plaats is vermaard door het verdrinken van Prins jan willem fiuso die op  $04 de JONGE REIZIGER op den 14 July 1711 uit het leger by Ryzelkoomende alhier zoude overvaaren , wanneer het vaartuig hoedanige men hier bengften noemt, door een rukwind omver floeg, zodanig dat de Prins die in de koets zat, ondanks alle aangewende moeite niet te redden was. Cillersboek, dat by oud Stryen legt, heeft een klein kerkdorp, en anders niets aanteke* nenswaardig. *s Heeren Huigeland of de St. Antonies Polder legt tegens Cillershoek aan, en is aanmerkelyk, omdat alhier het eenigland is, dat door den watervloed van; 1421 niet is bedolven geweest. Einde van het Derde Deels Tweede Stukje,  D E TONfïP RF.T7,TnPR DOOR NEDERLAND, Zynde een verzameling van brieven, waarin al het merkwaardige der zeven vereenigde gewesten is bi een verzamelt, en doormengd met zodanige gebeurtenissen, sn gesprekken, als den schry- veb in zyne k.eizx voorkwamen. III. DEELS, III. STUK. UlTGEGEEVEN door JAN A. B A C K E R. Te AMSTERDAM, iy D. M. LANGEVELD. 1 ï C C I Cl.   D E JONGE REIZIGER o o O * N E D ERLAND. III. DEELS, III. STUK. Vervolg van de HOEKSCHENWAARD. nriry &y estmaas en Groep zyn twee ambagtsheerlyk-' heden van weinig aanbelang, grenzende aan V oude Land van Stryen, in het eerfte ftaat een kerk, voor de twee ambagten. Kromftryen is verdeeld in oud- nieuw- klein en i groot - Kromftryen, en Numampolder. In oud Kromftryen is een tamelyk goed dorp Klaaswaal genoemd. ■— Oe drie andere Krom* i/lryens hebben niets aanmerklyks. III. Deel. y a |rj  3o8 d« JONGE REIZIG E R In Numanspolder ligt tegens den dyk aan een tamelyk net Dorp, dac Numansdotp genoemd wordt. 'i Gravendeel en Leerampt is een ambagt, dat zich langs de Kil uitftrekt, en een fraai dorp dat zeer levendig is. Moerkerkerland is de algemeene benaamlng der ambagtsheerlykheden. Puttersboek dat aan de oude Maas lig1:, en met een Dorp van dien naam verfierd is, 't welk een goede haven heeft, en zeer bloeiend is, zo uit hoofde van de doortocht der fcheepen , als het overvaaren na Heer Jans Dam. Kerk en tooren is fraai. Maasdam is gelegen aan Puttersboek ,en heeft een klem dorp van denzelven naam. Myris Heeren Land van Moerkerken, is een aanzienlyk ambagt, tusfehen Puttersboek en Maasdam, in hetzelve ligt een niet zeer groot dorp. • Heinenoord legt aan de oude Maas tusfehen Puttersboek en Gooidfcb alksoord. 't Heeft wel een Dorp maar daar in is niet byzonders. Gooidfcbalksoord is een vrye heerlykheid tusfehen Heineoord en Oudbeierland, zonder kerk« dorp, "doch aanmcrkelyk omdat het onleen of allodiaal is, 't geen zelden plaats heeft. X. Nier-  door NEDERLAND. 309 X. Nieuwaart, Zevenbergen, hooge en laage zwaluwe, Geertrui oen berg en Lan- GESTRAAT. De Heerlykheid van Niervaart of de Klunêert legt ten noorden aan 't Hollandsch diep. — Voormaals was hier een fchoon en bloeiend dorp, vol koophandel, byzonder om dat de groote fcheepen hier voorby heen moesten. Dan twee kort op een volgende rampen als zwaare brand en watervloed vernielden het. De eerfte viel in 1420, de tweede in 1421 voor. Thans heeft de polder geen dorp, maar in de Heerlykheid legt : De Klundert, eene kleine ftad aan de ro?de vaart gelegen, niet verre van de IVillemftad. Door het gemelde watertje heeft zy communicatie met het Hollandsch diep. Aan deszelfs mond pleeg ter dekking een Port te leï>gen, dat NoordJchans genoemd wierd, doch thans geflecht is. Het ftadje legt zeer netjes in zyne wallen , die vier bolwerken hebben, omringt zyn van eene gracht, en door halve maanen en een contraV 3 fcharp  3io de JONGE REIZIGER fcharp gedekt worden. Over den ftroom ligt het Fort Suikerberg. . Van binnen is de ftad met rechte ftraaten bebouwd, waarvan de voornaamfte de ftad in tweeën deelt. In 't midden is een taamlyk fraaie gracht, die men de kreek noemt. De kerk is van deeze eeuw, als zynde de oude in den jaare 1737 afgebrand. Zy ftaat op een ruim plein, en is wel van aanzien. -—- Het ftadhuis ftaat mede op een plein met boomen beplant. — Hier wordt de msrkt gehouden. — Voorts is er een huis van den Prins en een landsmagazyn Zevenbergen eene Heerlykheid die ten noorden aan de roode vaart paalt, heeft in 't geheel geene dorpen, maar een ftadje van dien naam, weinig grooter dan K/undrt, het zelve is zeer vermaaklyk en netjes bebouwd. — De doortocht na Antwerpen maakt het hier bloeiend. — Eertyds zou het een groote ftad geweest zyn, waarvan men laater de grondflagen ontdekt heeft. . Thans is zy onbemuurd. — Zy leed veel door den watervloed in 14 21, en deelde in de beroerten ten tyde van vrouw Ja co b a toen zy door Gerrit van Zevenbergen, den Gravinne fterk toegedaan, verdedigd wierd tegens Hertog Filips, voor wien hy eindelyk moetende bukken, wierd hy na Rysfei gevoerd, en tot den dood der Gravin gevangen gehouden. De  boort NEDERLAND. 311 De Schans Noor dam die hier by legt is ftcrk, zo dat de Graaf van Mansfeld dez lve in. 15K9 vergeefs belegerde. De kerk is taamlyk fraai,maar 't ftadhuisheeft niets aahmerkenswaardig, gelyk ook. geene der andere gebouwen. In deeze heerlykheid legt nog het gehucht de Moerdyk, alwaar men aan land, als men van het Stryenfcbe Sas na Braband wil. De Hooge Swaluwe ligt ten oosten van Zevenbergen en heeft een goed dorp. De laage Swaluwe, is etn ambagt dat omtrent een uur ten uoorden van de hooge Zwaluw* legt, en van een tamelyk goed dorp voorzien is, van waar men over kan vaaren ove de biesbosch op Dordrecht. Driemylen of Dremmelen en Stanharen legt tusfehen de hooge heerlykheid Van de Swaluwe en Geertruidenberg. 't Zelve is eene ambagtsheerlykheid. 't Heeft Hechts een klein dorp, waatvan de ingezetenen zich met Steur, Salm- en Elft • visfehen op den biesbosch geneeren. De heerlykheid * Geertruidenberg, heeft een ftad van denzelven naam, van welke wy hier voor in het werk gelprooken hebben. V 4 Maz  312 de JONGE REIZIGER Made is een ambagtsheerlykheid en dorp; da£ onder 't Rechtsgebied van Geertruidenberg behoort , doch zo ver ik weet niets aanmerkenswaardig heeft. De Langeflraat voor zo verre dezelve tot Holland behoort, is gelegen tusfehen Geertruiden» berg, tTaalwyk, de oude Maas, debaronnyvan Breda en de Meiery van den Botcb. De» wyl in dit oord eertyds een zeer lange rechte ftraat gebouwd was, welke nog op zommige plaatfen bekend is, fchoon de zwaare watervloed van i+ai dezelve inzwolg,alleen de toorens van Baartwyk en Raamsdonk overlaatende, mag men daaruit vryelyk de naamsoorfprong gisfen. Dit land brengt een verwonderlyke menigte hooi voort. De rivier de Dongen, die in de Meiery de Turnhout ontfpruit, door de baronny van Breda na Geertruidenberg vloeit, en aldaar in de biesbosch valt, fcheidt het ambagt Raamsdonk van de laatstgenoemde heerlykheid, het zelve bevat een dorp van dien naam, waarvan de kerk reet eenen fraaien tooren pronkt, die in het begin deezer eeuw door den blixem afgebrand zynde, weder vernieuwd wierd. 't Is over 't geheel aanzienlyk en heeft een fchoon marktveld, waarop men de jaarmarkten en week- mark-  door NEDERLAND. 313 ttarkteri houdt. Van het oude Karthuzer klooster,'t geen hieromtrent te ftaan plagt, zyn nog de grondflagen te zien. Een nieuw gebouw met fchoone plantagiën, draagt daar den naam van Chartroije. Groot Waspik legt ten oosten van Raamsdonk, en heeft een taraelyk goed dorp. Klein Waspik legt weder oostlyker, hierin zyn zelf geene huizen. Grevelduinkapel dat mede aan oud Waspik paalt, heeft in tegendeel meer dan tweehondert huizen en daaronder een dorp dat met kerk en tooren Vercierd is. Nederwynkapel dat aan Grevelduin grenst, is enkel hooiland en heeft geene hnizen. Zuidewynkapel dat hier ten oosten legt,is mede in denzelven toeftand. Bezoyen dat aan Grevelduin en Zuidewyncapel legt, hteft weder een kerkdorp, dat wel beiiraat isj men vindt er nog eenige overblyfzelen doch zeer gering van een oud kafteel. Sprang aan Bezoyen grenzende , heefc een kerkdorp van dien naam, waar van de kerk ruim is, en die een zwaare tooren heeft. —- De boomrykheid maakt dit ambagt vermaaklyk, In een boschje niet verre van het dorp, legt hec huis te Sprang. V 5 '* Gf*  SH de JONGE REIZIGER 's Gravenmoer is een ambagt tegens de grenzen van Braband, met ruim tweehonderd huizen en een kerkdorp. XI. 'T LAND van HEUSDEN. V Land van Hemden, wordt door de Maas van de Bommeler Waard gefcheiden. Deszelfs omtrek is by de zes uuren gaans. — De grond is hier verfchillend. — Zandachtig aan de zuid- zyde, die tegens heilanden paalt. ; Klei^ aan den noordkant, langs de Maas en westlyker veengrond. —- — Behalven dat hier zeer veel goed bouw- en wei-land is, mag men de teelt A'an Hoppe hier als het voornaamfte product aanmerken. — Hierin leggen. *'Heusden een fterke ftad, waarvan wy in het werk zelve wydloopiger gefproken hebben. Htrpt is een dorp met een klein kerkjen,zeer naby Heusden, waarvan ons niets byzonders be; kend is. Beerne is mede naby Heusden gelegen, en voor 't tegenswoordige van geen byzonder belang. Hedikhuizen legt een uur ten oösten van Heusden aan de Maasdyk. 't Is door deszelfs boom- rykr  boor NEDERLAND. 315 rykheid een zeer vermaaklyk dorp , hoewel klein. Engelen drie naren van Heusden na den kant van den Bosch aan de Diere, naby Crevecceur, een bekende fchans, is een klein dorp, fchoon aangenaam om zyn geboomte , en voorzien van kerk en tooren. Vlymen is een voornaam ambagt, ten zuidoosren van Herpf. Het dorp des ambagts naam voerende, legt zeer vermaaklyk in 't geboomte. Hopkweekery is hier de hoofdhandteering. De kerk is van een hoogen tooren voorzien, was eertyds groot, doch een aanzienlyk gedeelte daarvan legt in puin , zedert den oorlog met Spanjen. Oud Heusden en Elshout maaken eene heerlykheid uit. Het dorp dat den eerften naam voert is klein, en legt byna aan de poorten van Heusden, in een zeer vermaaklyke landftreek. Elshout legt een half uurtje bezuiden de ftad, en is ook niet groot, de kerk is eigenlyk maar een kapel. Baartwyk is een aanziedlyk dorp in de heerlykheid van dien naam. jvkn kan ten deezen opzichte aanmerken , dat dit het eenige dorp in deezen omtrek is, alwaar men een oud mannenhuis vindt. 0no  3i6 de JONGE REIZIGER Onztnoord is een vrye heerlykheid zo wel als Baartwyk in de Langeftraat gelegen Het dorp van dien naam brande Ao. 1346 af, door een voortgaande vlam, die te Vlymen zyn begin nam, en ruim driehondert huizen verteerde. — Hier is een oud deftig kafleel, dat vermaaklyke wandelwegen heeft. Heesbeen \s een ambagtsheerlykheid, waarvan het dorp ten zuidwesten, Hechts een vierendeel uurs van Heusden ligt, aan een vermaakelyke ryweg, die geheel met boomen beplant is. Het dorp is k'ein gelyk men kan afmeeten, als men weet dat hetgeheele ambagt maar vier - en - twintig huizen bevat. 't Huis te Heesheen in 1589 gefloopt, en naderhand weder opgebouwd ftaat by het dorp en is met eene gracht omringd. Doeveren legt aan de oude Maas, ten zuiden van Heusden is zeer klein, en heeft een oude bouwvallige kerk. Het omleggend land is laag en broekachtig, byna niets voortbrengende dan gras en hooi. Genderen iets noordelyker gelegen is klein, maar vermaaklyk, zo om de boomrykheid als het bouwen van Hop en Hennip. Het heeft een fraai, hoewel klein kerkje. Drongelen een uur gaans van Heusden aan de westzyde, is naby de' oude Maas geleegen, is tamelyk groot, rondsom in geboomte, bouw en teel-  door NEDERLAND. 317 teeltenden bevat. De kerk is nog vry nieuw, maar niet groot. Babilonisnbroek legt naby het Land van Altena is klein en omringd van laage weilanden. Wyk ten noorden van Hensden, aan de Moerdyk geleegen, is een deftig dorp, op een zeer vruchtbaaren en ryk met boomen beplanten grond. Men heeft het tot een ftad willen maaken, waarvan men nog de bepaalingen zien kaT1. Dan tusfehenkomende zaaken beletten dit. 't Is echter vry groot, heeft een fraaie kerk en hoogen tooren. — Een aantal adelyke huizen omringen het, waarvan wy alleen het afgebrande flot op den Berg noemen , uit hoofde van deszelfs recht als een vryplaats voor de doodflaagers, 't welk nog in 't laatst der voorige eeuw is waargenomen, met betrekking tot twee edellieden , die een manflag begaan hebbende, her waards vluchtten cm lyf berging, die hun ook vergund wierd. Aalburg legt ten zuiden van Wyk, en het dorp ftrekt zich langs de Maasdyk uit. —« De kerk daarvan is klein. Veen ten noorden van de laatsgenoemde heerlykheid heeft een dorp van dien naam, dat taroelyk groot is. 't Is omringd met fraai geboomte en bogaaids. Eetben  Si8 i>e JONGE REIZIGER £ethen is eene hooge heerlykheid aan Heesbeen paaiende, her heeft een goed dorp, waarvan echter niets aanmerklyks. Meeuwen legt meer west waard, is ook eene hor.ge Heerlykheid, waarin hop vlasch en hennip in ruime maate gekweekt wordt. — Men vindt er ook hooi en weilanden, 't Meeste ge. boomte alhier is willig, waardoor van hier veel rys en teenen komen. ~ Nooteboomen groeien hier ook welig. Het dorp is bloeiend, met deftige huizen vercierd. JNiet verre van de kerk ligt het adelyk flot het Huis te Meeuwen, dat zedert deszelfs opbouw byna gelyk gebleeven is, het is groot, welbetimmert, en uit grachten opgehaald. — Het zelve wierd Ao. 1300 gefticht. Bokhoven, dat eene vrye onafhanglyke heer. lykheid is, legt eigenlyk aan het Land van Heus* den aan de Maas. In het zelve is een klein dorp met een kerk die by de Roomschgezinden bezeeten wordt, als zynde alle inwooners bier van dien Godsdienst. —- Het kafteel is groot, doch vervallen en onbewoonbaar. - Alleen is het Voorburgt daarvan nog in dien ftaat dat het bewoond kan worden. Hetzelve heeft een zwaare voorpoort met fraaie zeskante toorentjes, en is met goede tuinen omgeeven. — Van het eigenlyk flot is niet over dan ruïnes vantoorens,gewelven en muuren. XII.  boor NEDERLAND. 3ï9 XII. 't LAND van ALTENA. 7 Land van Altena wordt noordwaard door de Merwe befpoeld * en gefcheiden van bet land van Arkei; de Maas fchiet ten noordoosten tusfehen Altena en de Bommeler waard, ten oosten heeft het het land van Heusden, west waard loopt het tot aan de Biesbosch. - De grond is matig hoog, vruchtbaar, vooral in rogge, garst en koolzaad. Vlas en hennip wordt hier ook aangekweekt. De meeste wegen in dit land zyn beplant met wilgen-, zommige met noote- hoornen. Hierin legt de ftad * Woudrichem, ook Wor* hum genoemd, over Gorcum aan de Merwe, wy hebben dezelve in het werk zelve befchreeven. En gaan dus over tot de ambtsheerlykheden. Almkerk ligt aan het watertje den Alm, waarvan het zyn naam ontleent, 't Is zo wel ten aanzien van de heerlykheid zelve, als van het dorp grooter dan eenig ander ambagt in dit land. De landftreek is vermaaklyk en vruchtbaar, 't Dorp legt omtrent vyf kwartier van Workum, is yolkryk en leevendig, wyl er van hier veel fcheep"  3ao de JONGE REIZIGER Icheepvaart op onderfcheiden Hollandfche lieden is , en de postwagens die van Utrecht over Corcum na Breda ryden hier pasfeeren moeten. De kerk was voormaals groot, nu is alleen het choor nog ten godsdienst gefchikt. Het flot der Heeren van Altena waarvan zedert 1680 byna niets meer te vinden is, plagt hierop een heuvel te ftaan, die het gezicht heeft over 't geheele Land van Altena, thans is deszelfs kruin regelmaatig met lindeboomen beplant. Sleewyk ligt ten noorden aan de Mervaedyk. Het dorp deezer ambagtsheerlykheid is niet groot, leggende fchuin over Gorcum. — Het veer waar men na de laatstgenoemde ftad overvaart legt een kwartier hier van daan, alwaar de rivier een tamelyke breedte heeft. Werken is een ambagt zonder dorp, westwaard van Sleewyk, 't geen echter voorraaals een kerk plagt te hebben. Emmikhoven, Gonsivyk en Waardhuizen zyn drie heerlykheden onder een Rechtbank , een uur gaans ten zuidwesten van Workum, in een vruchtbaare landsdouw, doch allen zonder kerkdorp , hoewel Emmikhoven en Waardhuizen Voormaals een dorp plagten te hebben. - Uit.  öööR NEDERLAND. 3ftj Uitwyk aan den ouden loop des Almflrooms, heeft een klein Dorp, drie kwartier van Wor~ hum. De Rille legt ten zuiden van Waardhuizen t het zelve heeft een zeer klein Dorp, daar de geheele Heerlykheid maar twintig huizen in zich bevat. Andel. —1—^ Een Ambagtsheerlykheid met twee Dorpen, die Opper- en Neder-Andel genoemd worden, leggende vry naby een, en beide zeer vermaakelyk aan den dyk, ruim vyf kwartier vart Woudrichem. Giejen legt aan Neder Ar,del heeft een vermaaklyk dorp aan de Maasdyk die met nooteboomcn en andere vruchtSoomen beplant is, ook is de landsdouw hier bekoorlyk* Ryswyk zuid waard aan Giefen palende, heeft een zeer vermaaklyk dorp. Loeveftein eene vesting aan de Merwe over VI oudrichem, van welke wy in bet werk zelve gefprooken lubben. HL Deel, % XlHi  322 de JONGE REIZIGER XIII. ZülDHOLLAND. *T ElI/AND VAM Dordrecht. Zwyndrecht- SCHEN WAARD en RlBDERWAARD. In Zuidholland, gelyk men dit dèel der Provincie met onderfcheiding noemt,vindt men bezuiden de Met we, en dus oostwaard van den Bies* bosch, vooreerst: Werkendam, eene ambagtsheerlykheid met een ta^elyk welgefteld dorp van dien naam , •westwaard van Woudrichem geleegen, 't welk in da voorige eenw kort na elkander tweern,al is afgebrand. 't Zelve heeft een foort van ha¬ ven, die n g al vry veel bezocht wordt. Visfchen, vogel vangen en het aankweeken van willige boomen, die hier zeer tierig groeien, is der ingezetenen voornaame bezigheid. De kerk is ruim, zynde in deeze eeuw merkeiyk vergroot. De ambagtsheerlykheid zelve paalt van het noorden beginnende aan de Merweflroom, het Land van Altena en de Biesbosch. Dusfen Munfterkerk en Dusfen Muilkerk zyn twee ambagtsheerlykheden welke te zamen maar eene kerk hebben ? welke in het laatstgenoemde di-  dóór NEDERLAND. 333 diftriól ftaat, Dtttfenmvnlerkerk heefc een vry aanzienlyk Hot, niet fchoone plantagiën en vy« Vers verfierd, de landsdouw" hier omtrent beftaat uit weide en bouwland, en is zeer vruchtbaat tri vermaaklyk. . Het Eiland van Dordrecht j dat beperkt wordt door de Merwe, de Biesbosch en de 's Graven* deelfche Kil, heeft eigenlyk maar een dorp gelegen in de ambagtsheerlykheid Dubbeldam, en ook dien naam voerende, 't zelve is meer dan honden huizen groot, en de uitgeftrekthehi van dit ambïgt is vry aanzienlyk, als van het oost tot het west, de gantfche lengte des Eiiands beflaande. Wieldrecht, de Myl en de Merwedepoldsr, maaken het overige van dit eiiand uit. Wieldrecht ftrekt zich langs de zuidzyde vart Dubbeldam en westwaard langs de Kil. 't Is 'aanmerkenswaardig om dat in dit ambagt, dö Zjl of Sluis zou gelegen hebben, weikers onverfchoonlyke verwaarloozing de eerfte aanleiding zou geweest zyn, tot de doorbraak en overftrooming der grooie Hollandfche Waard, in den Jaare 1421, door welke die verfchriklyke verwoesting in dee2e ftreeken voorviel. — Van de andere ambagten is niets byzonders gantemerken. X & De  3H JONGE REIZIGER De Zwyndrechtfchen Waard, legt tegens over en wel ten noordwesten van Dordrecht, op een eiland, 't welk algemeen met den naam van Tzelmonde beftempeld is. 't Is hier zeer vruchtbaar en vermaakelyk, terwyl die oord door twee fraaie binnen waateren doorfneeden is, dezelve heeten, de Devel en de Waal. In deezen Waard leggen verfcheidene Ambagtsheer- • lykheden als: Heer Jansdam, 't welk een dorp van denzelfden naam voert, en geenzins onaanzicnlyk is, zynde net betimmerd, en zich in Qe lengte uitftrekkende, men vindt hier een veer op Hei* tienoord om verder na 't Stryenjcbe Sas te kunnen koomen. De Lind le-^t oostlyker, en onderfcheid zich in de groote en kleine Lind; 't eerde van deeze ambagtsheerlykheden heeft een kerkdorp. Heer Oudelands Ambagt legt aan het watertje de Devel, heeft een klein kerkdorp, doch geen eigen leeraar. * Zvoyndrecht dat men ook Schohbelands am* hagt noemt, is gelegen vlak over Dordrecht, en wel het meest betimmerd in den gantfehen Waard. Van het dorp, derzelfs vermaak- lykheid, grootte, neering enz, daarvan lubben wy in het werk zelve gefproken. Meer-,  door NEDERLA ND. 325 Meer dervoort is eene ambagtsheerlykheid tusfehen Zvoyndrecht en de groote Linè\ dezelve heeft geen kerkdorp, maar haar fieraad is de buitenplaats van dien naam, welke reeds honderden jaaren bekend was, en welke byzondere aangenaamheden heeft van fonteinen, en vy« vers. Kyfboek aan den Devel tusfehen Heer Jans- dam en Oudelands ambagt. Hoewel men hier nog geene twintig huizen telt, is er eenter een kerk. Hendrik Ido en Schildmanskinderen ambagt. ■■ Dit ambagt heeft een groot dorp met een eigen kerk, en grenst aan Zvoyndrecht. Rysoord en Strevelsboek zyn twee ambagten met een kerkdorp in het eerfte ambagt, doch het zelve is zeer klein. Men heeft hier een Tolbrug over de Waal op den weg na Rotter. , dam.. Sandelings of Adriaan Pieters ambagt heeft geen kerkdorp, hoewel er circa dertig ! huizen in zyn. Het zelve is gelegen san ide Waal, tusfehen Hendrik Ido ambagt, en' . Rysaort. De Riederwaard, ten zuiden van den Zvoyn,drecht/cben Waard gelegen,heeft alleen het ambagt Riederkerk, zynde talryk in gebouwen, en met een goede kerk VGorzien. X 3 TzeU  326 de JONGE REIZIGER Tzelmonde, beflaande uit Oost en West Tzeh monde, het zelve legt ten westen van Biederkerk, en heeft zyn naam van dat het aan den mond des Yfels legt. Qostyzelmonde heeft een fraai dorp, dat over het Kralingfche veer ge* legen is, alwaar ongemeen veel pasfage is, 'na Dordrecht en daardoor tamelyk bloeiend. ——— | Westyzelmonde is zedert hondert jaaren merkelyk in het getal van huizen afgenomen, zynde van honderd en vyftien op zesendertig vermindert. Oost en West Baarendrecht en Karnisje z^n; drie ambagtsheerlykheden. Het eerfte grenst ten noorden aan Riederkerk, het tweede legt als natuurlyk afteleiden is, ten westen van het eerfte, en Kar nisfe legt tusfehen West Bar endr echt en Charlois. De drie ambagtsheerlykheden: hebben te zaamen maar eene kerk, die in West Barendnscbi ftaat. De huizen zyn meestal Vfrftrooid, echter is het zeer levendig. XIV.  door NEDERLAND. 327 XIV. ALBLASSER WAARD. De Alblasferwaard is gelegen tusfehen de Lek en de Merve , de eerfte rivier fcheidt dezêi. ve van de Krimpenerwaard ;ten oostsn heeft zy de landen van Arkel en Vianen. Het land van dit vry uirgeftrekt oord, is niet van het beste, meestal laag hooiland, gedeeltelyk met hennip bebouwd, en op veele plaatzen enkel gefchikt tot Wilgen, waarvan men gewoon is de hoepels te, maaken. De hennip die hier omtrent groeit valt op een en dezelven grond tweezoortig, waarvan de eene alleen tot zeildoek, en de andere tot touwwerk verbezigd wordt. < Zeker fchryver zegt dat deeze hennip niet goed is tot Kabels maar wel tot flaandwand,wy gelooven dat men best doet zich in het gebruik van deeze heonip tol loopendiouwerk tebepaalen, althans zo zy niet goed is tot kabels zal zy voor flaandwand^fat mede nog al wat telyden heeft, ook niet veel betekenen. Men noemt deeze on. derfcheidene foorten Gellingen en Zaadlingen, men plukt eerst de. Gelling en daar na de andere, omdat men van den eerften nooit zaad erlangt. Men verdeelt deezen Waard in twee deelen, de Over en Nedervcaard genoemd; hebbende de eerfte fiechu een Waterlchap, maar de andere X 4 twee,  3*8 »e JONGE REIZIGER twee, te weeten: het Waterfchap van de Graaf en Aïblas en het Nieuwe. ZwaetiQ dyken omringen deezen Waard, doch aile mogelyke voorzorg heeft dezelve niet voor veele overflrooroingen kunnen behoeden. Zom» mige zyn door hooge zeevloeden, doch de va-> fchriklykfte door 't opkroppen van 't bovenwater by ysdammen veroorzaakt, dezelve optetellen gaat buiten ons beftek. —* Die van het Jaar 1741 was een der aanmerklykfte in deeze eeuw. De ambagtsheerlykheden van deeze Waard ?yn de volgende; Slydrecbt, en daar onder Naaldwyk en Lokhorst met Niemandsvriend. —r-—- 't Zelve legt langs de Merwe, tusfehen Giezendam en Papen-, drecht. Naaldwyk is het oostlykfte, Slyarecht het middelfte- en Lokhorst en JSiemandivriend bet westlykfte. — Het dorp van dit ambagt legt in bet middelfte gedeelte, en voert dien naam. 't Is gebouwd langs de Merwedyk,viy lang, en matig van timmerage. De beftaansr middelen zyn hier de Salmvangst, biezenfnyden enjandwaard de hennip teelt. Alblqs ten noorden van Papendrecht, wordt door den ftro.m van dien naam dooifneeden, Jegge de ook het dorp daar aan, 't geen matig gebouwd is. 4h  ©OOR NEDERLAND. 329 AMasferdam ten oosten van Alblas, heeft een groot en fraai dorp met een goede haven, die door een fchoone fiuis de uitwatering van den ftroom Alblas in de Merwe bevordert; Lel kei land legt ten noorden aan de rivier de Lek, en grenst ten zuiden aan Alblas en A-blas* ferdam. In hetzelve legt een klein dorp, dat in de Nederlandfche cnlusten van vroeger tyden af» brande. — In deszelfs nabuurfchap vindt men een gehucht het Elshout genoemd,zynde daarin de twee welgebouwde Gemeenelandshuizen van den Over en Nederwaard. Streefkerk een der aanzienlykfte ambagten , legt ten oosten van Lekker land, het heeft een fraai dorp, dat zeer aangenaam langs de Lekdyk gebouwd is. ' Molenaarsgraaflegtby Hofwegen'zm de Graaffroom en heeft een kerkdorp, frandwyk en Gybland maaken eene ambagrs* heerlykheid tusfchtn de twee laatstgenoemde, hebbende een kerkdorp dat in Brandwyk ftaat. Bleskingfgraaf, legt ten zuiden van Streefkerk en werd van den Graafftroom doorfneden. — Het dorp is fraai met geboomte beplant, maar de kerk en tooren zyn oud. X 5 Cid-,  330 de JONGE REIZIGER Giezen Otidkerk legt ten oosten van Giezen. dam j en het dorp ten noorden van de Giezeftroom. Giezendam ten zuiden van de voornoerr de ambagtsheerlykheid, is vry groot; heeft een dorp met een niet zeer ruime kerk, maar een haventje dat in de Merwe uitloopt, het legt langs den Hcgendyk. Liesveld is eene Baronny, die verfcheidene ambagten en dorpen heeft. Zy ftrekc zich langs de zuidlyke oever van de Lek, beginnende by Nieuwpoort, en loopt voort tot Streefkerk. In het zelve legden: Gelktnes aan de Lek, hebbende geen dorp. Ammsrs- Graveland, Achterland en Peuhvyk te zaamen een ambagt uitmaakende, 't welk achter Gelktnes legt, op welks grond zelf het dorp ftaat, dat tamelyk groot is. Otteland legt meer zuidwaard, zynde het dorp gering. Peur [urn nog meer zuidelyk, heeft geen kerk , en fleehts weinige huizen. Papendrecht is eene hooge heerlykheid ten zuiden van Alblas en paaiende aan de Merwe. Het dorp is zeer uitgeftrekt, en beroemd wegens de voornaame Salmvisfchery, ook heeft men hier een veer op Dordrecht. Wyn-  door NEDERLAND. 331 Wytigaarden en Ruigbroek mce^e een hooge heerlykheid,leggende ten zuiden van Slydrscht,er • is flechts een gemeen dorpje in, dat daar te boven wo? zeer verftrooid legt. Giesfen Nteuwkerk grenst ten noorden aan de Baronny van Liesveld, — 't Dorp dat ten zuiden van de Giesfenltroom legt is vry goed. 't Slot Gitsfenburg, dat men de oudheid der Ro« meinfehe tyden toekent legt hier omftreeks. Hofwezen legt tusfehen Molenaarsgraaf en Bleskinsgraaf is zeer klein en heeft geen kerkdorp. - Slingeland grenst aan Gies/ènnieuwkerk. ——— Is een hooge heerlykheid zonder kerkdorp, met een kleine buurt, waar aan een veer is, het pinkeveer geheeten. Nederblokland grenst onder anderen aan Gies- fennieuwkerk* Deeze hooge heerlykheid heeft geen kerkdorp,maar een zeer vermaaklyke buurt. Goudriaan dat in Oud en Nieuzv Goudriaan verdeeld is, grenst gedeekelyk aan de Baronny van Liesveld. —— Het heef een klem dorp, houdende de geheele heerlykheid flechts een en zestig huizen. Noordeloos is eene hooge heerlykheid van een Kitgeftrekien grond j onder anderen aan Slingeland en Goudriaan grenzende. Hier plagt voermaals een oud flot ie liaan, waar voor nu een fraai heeren  33* de JONGE REIZIGER renhuis gebouwd is, met zeer goede plantaadjen. vercierd. Hardinksveld grenst aan het land van ArkÜ, Ciesfetimmvokerk enz. Het dorp dat langs de Merwedyk heen fehiet, is gantsch niet onaanzienlyk, woonende hier vcei aanneemers van dykwerk, in de kerk is eene niet geringe graftombe, ter eere van den Heere Pompejus db roverce. Wy hebben hier by deezen Waard nog aantemerken, dat het geflacht van Breder ode hier weleer zulke aanzienlyke goederen bezeten heeft, dat zy van Noordeloos af tot Dordrecht toe, over eigen grond konden gaan , 't welk aanleiding geeft, dat zommigen hier de eigenlyke heerlykheid van Brederode willen geplaa.st hebben, daar anderen die in Kennern.rland zoeken. XIV. K R I M PENERWA A R D, De Krlmpener-ovaard is geleegen ten noordwesten van de Aïblasjerinaard, wordt dus omringd ten zuiden van de Lek, ten oosten van de Plïst, ten noorden en westen van den Tzel. Deeze Waard zal byna een derde kleinder zyn dan de yoorige, heeft een laaien broekigen grond doch  boor NEDERLAND. 333 doch is niet onvruchtbaar vooral in hooi, weide en henniplanden De handel in hoepels is hier zeer aanmerklyk. Niet minder dan den Alblasferw aard ftaat zy bloot voor inbreuken en overflroomingen, die ïiit dezelve oorzaaken voortfpruiten. De Heerlykheden, Ambagten en Dorpen van deeze Waard zyn de volgende: Krimpen op de Lek, waarvan de Waard zyn nsam ontvangt, legt aan de zuidwesthoek. en heeft dus de Lek ten zuiden, Lekkerkerk ten oosten, Krimpen op denTzel ten noordwesten. Het dorp 't welk als gemeenlyk den naam van het ambagt draagt, is zeer vermaakelyk aan de rivier de Lek gelegen, juist op de hoek daar deeze in de Merwe valt. —* Veele der inwooners van deeze plaats zyn aanzienlyke kooplieden, en doen in zeerederyen. De zalmvangst en landbouw zyn hier ook van aanbelaug. Krimpen op den Tzel dat hier ten noordwesten ligt, heeft een buurt zonder kerk, die ech. ter van aanzien is, uit hoofde der fteenbakkeryen, fcheepstimmerwerven en matteweeveryen. —— In dit ambagt is een pont op Kapelle iri Schieland. Ou-  53?. d e JONGE REIZIGER Ouderkerk op den Tzd, ftrekt zich zuidtlyk uit tot aan Lekkcrkerk, en ten noordwesten langs den TzeL IJet dorp is van eene groote uitgeftrekrbeid langs de rivier gebouwd, waardoor het zeer vermaaklyk geleegen is, te meer wyl ook de post. wagens van Dort en Gouda hierdoor pasleeren s de kerk is oud, doch deftig, met kroonen, geftoeltens en wapenborden vercierd. Ook is hier de begraafplaats der Graaven van Nasfaula Lekt men vindt in een fleen van de Conüliorie: anno, r. b. c in. t. je. dat is: Anno redemtionis dpminis of bet Jaar der Verlosfitige des Heeren 909. 't Geen zeker tene ongeoieene oudheid aan* duidt. Le plaats moet bloeiende zyn, als men in aanmerking neemt, hoe veelerlei hier de bertaammiddelen zyn. - Want behalven het hoepelmaaken, en andere neeringen en handteeringen, welke deeze omtrek eigenaanigzyn, vindt men hier lynbaanen, wolwasfchery, fajetfabrieken,koorenwasfcheryen en leerlooieryen. Stormspolderft geen men voormaals Kralingen noemde, legt ten zuidwesten van Krimpen, en is niet onder de Waard beflooten, maar een eilandje, door de zogenoemde llikflooc van dezelve  door NEDERLAND. 333 ve afgefcheiden. 't Heeft eene bloeiende buurt, met eene fcheepmakery. Berkwoud en Achterbroek maaken een ambagt uit, dat ten zuidwesten aan Krimpen paalt. Er is een kerkdorp van omtrent de tachtig huizen, doch het heeft niets byzonders. Jn den jaare 1708 wierd het grootendeels door de vlammen verteerd, doch naderhand weder opgebouwd. Stolwyk ten noordooften tegen de Vl'ut gelegen, 't Heeft een taamfyk groot dorp, dat vermaard is, door deszelfs lekkere kaas, alom by den na?.m van Stolfche Kaas bekend. Bergambagt ook Heer Aartsberg en klein Ammers ook Ammerftol geheeten, is een hooge heerlykheid. -— Bergambagt grenst aan Lekkerkerk ênz. Het dorp is taamlyk bebouwd, en op een vry hoogen grond geleegen. ■ Klein Ammers heeft meede een dorp dat vry vermaaklyk legt, en taamlyk boomryk is. Zo men zegt, is de toeleg geweest om er een ftad van te bouwen. Lekkerkerk en Zuidbroek zyn twee ambagren die noord en zuidwaard aan één grenzen, en te zaamen eene hooge heerlykheid uitmaaken. «■— — Het dorp Lekkerkerk is een wel aange-, legd dorp; dat beroemd is om zyne Salmvangsc. — •— Ook bewaard men hier een been en dye lenen»  336- de JONGE REIZIGER fchenkel, benevens een muil, van zekere Ger' rit Bastiaans die agt voer. en drie duim Rynlandfche maat lang was. Men ziet zyn afbeelding in de heiberg. Haastrecht lege ten westen van de Vlist. Men wil dat het dorp een ftad geweesc is, en dit word eeniger maa;e bevestigd door de oveir gebleevene namen, van hier geweest zynde plaaczen, als de Doelen, de Brugftraat, 'c Kloofter en een heuvel Steenbergen genoemd ^ waarop hec kafteel zou geftaan hebben. Ook is er een Stadhuis. Zeildoekrederyen, en henniphandel zyn hier wel de voornaamfte beftaansmiddelen. Vlist en Bonnepas aan het water de Fitst geïeégèfi maaken een Ambagc uit, waarvan het laatfte eene buurt heeft. Gouderak is aan den Tzel gelegen, hec dorp is geihchc vlak tegens over Moordrecht. — 't 1$ aangenaam omtrent deszelfs fituatie, en verdient byzondere aanmerking, uit hoofde van eene verpligting waaraan deszelfs ingezeetenen onderworpen zyn Namenlyk: dat zy, ingevalle er te Gouda iyfftraffe geoefend wordt, rondsom het fchavo; de wacht moeten houden, vervallende de noncomparar.t:n by de rolleering in eene boe« te van drie guldens. Men fchryfe dit tóe aan eene  door NEDERLAND. 337 eene oproerige beweeging der voorige bewooriers van dit dorp, die te Gouda een misdaadiger van het fchavot zouden gehaald hebben. XV. os VYF HEERENLANDEN. Het diftricl: bekend onder den naam van de vyf lleerenlandcn, legt met den Alblasferwaard oostwaard aangerekend in eenen gemeenen ringdyk, bevattende V Land van Arkel, van Hanen en't Graaffchap Leerdam, zo ver het Holland betreft, Hagejlein in Utrecht en Everdingen in Gelderland. Wy zullen derhalven hier alleen van de drie eerfte fpreeken. V Land van Arkel legt aan de Merwe, o ö r NEDERLAND. 339 Nieuwland ten noorden aan Rticrskoop geleegen, heefc een klein dorp van dienzelfden haam, x Oostefwyk is ten oosten aan Nieuwland geleegen , en heeft een gering dorp van dien naam. Kedichen legt ten westen van Oosterwyk, het dorp is niet onbevallig, hoewel klein, tellende voor dit en het voorgenoemde ambagt te zaamen niet meer dan omtrent veertig huizen. V Graafschap Leerdam, grenst ten noord westen aan de Janden van Fianen en Arkel. De 1 paardefokkery is in dit land van zeer veel aanbelang. Behalven de ftad Leerdam, waar van reeds gelprooken is, zyn hier nog zevenge- , bochten , en twee hee;rlykheden worden er mede j onder begreepen. De namen der eerfte, alle van weinig belang zyn: Schalk, het hoog . einde van Middelkoop, Bruinsdecl, hoog Oester. t u'y%» de Geer, over Heikoop en over Boeikoop. Scboonderwoerd is de eene heerlykheid welke | hier toe behoort, leggende nog geen uur gaans jj ten noordoosten van Leerdam, in hetzelve legt | een dorp van dien naam. | Aquoi is eigenlyk eene baronny tusfehen Leer. :3 dam en Asperen, de meeste der landen zyn ge- fchikt tot de koorenbouw, het dorp waarin Ao. 15M5 de Richter der orde van Janfenhten, co aji< Y a ne-  340 de JONGE REIZIGER kelius Jansenius gebooren wierd, legt niet verre van Asperen aan het riviertje de Linge. Heer Jan den VIII van Arkel, (lichtte hetjna zyn terug komst uit het heilige land, werwaard hy ten kruistocht getoogen waar, eenige jaaren voor het midden der twaalfde eeuw. Het nedere'mde van Spyk behoort ook hier toe, als zelfs eene leenroerige heerlykheid van Leerdam zynde, welke aan de Linge gelegen is. — In hetzelve vindt men een klein, zeer vermaaklyk in net geboomte gelegen dorpje. De vrye Heerlykheid van Fianen grenst tegens de Provincie van Utrecht. Van de ftad is op zyn tyd gefproken. De Environs zyn hier zo bekooriyk alsmisfchien ergens in Nederland, voor al het zogenoemde bosch ——- tot deeze heerlykheid behooren: Heikoop en Boeikoop. leggende , gelyk men uit het voorige kan afneemen, tegens het Graaffchap Leerdam. In het zelve is een dorp van omtrent tachtig huizen. Lexmond en Achthoven. ——— Hierin heeft men het dorp Lexmond, aan den Lekdyk. Wy flemmen hier niet in met hun die dit dorp aanzienlyk noemen, integendeel fchynt het ons naar hoewel na de kant van Lakeveld een aangenaame wandelweg is. La*  boor NEDERLAND. 34! Lakenveld een ambagt naby Lexmond, zonder kerkdorp, maar met eene verftrooide ftreek huizen langs den weg op Gorkum, het aan kweeken van hoenders is hier misfchien groöter dan elders in de Provincie. Meerkerk, dit ambagt heet ten deele Bloemendaal, grenzende ten oosten aan Lakenveld. Het dorp is niet onaanzienlyk, hoewel niet groot. — Dc wegen in dit oord van Gorcum tot aan Lexmond, zyn uit der aart by regenachtig weder zeer flecht,en door het weinig onderhoud by winterdag naauw bruikbaar. Ameide is een dorp, dat echrer veelal den naam van ftad gegeeven wordt, leggende nog geen half uur van Vianen. Tienhoven een ambagt aan Ameide grenzende; van anderen denzelfden naam voerende, als gelegen in 't fticlu van Utrecht omtrent Maarsfen, en in Gelderland omtrent Kuilenburg wel te on- derfcheiden. . Het dorp is klein, en legt aan de Lekdyk. y 3 XVI.  342 de JONGE REIZIGER XVI. ASPEHEN en HEUKELOM. De Baronr.y van Asperea en de HeerlykhJd van Heukelom , niet anders bevattende dan de tWee daar in gelegen lieden, dezelfde naamen voerende, hebben wy hier omtrent niets, na ons bellek aan te merken, dan dat het land hier onn fneeks niet zeer vruchtbar is, uk hoofde vam deszelfs laage ligging. ■ Ailerleie waterge- vogelte tiert hier ongemeen. Men teelt er nog al vry veel hoornvee aan, dog in het algemeen valt het ligter dan in de overige deelen van Holland. Zie over de fieden het werk Zelve. XVII. db BARONNY YSSELSTEIN en LOPIKERWAARD. De Baronny van Tsfelflein} welke in de Lopikerwaard gelegen is, bevat , behalven de ftad fsfelftein waar van reeds getproken is, Benskoop een fchoutsarapt westwaard van de ftad Tsfelftein gelegen, het dorp is van een groote uirgeftrektheid, loopende kort van de ftad af tot aan Pols. bras-,  poon NEDERLAND. 243 broekenUm, 't geen byna twee uuren gaans is, langs een vaart, die aan de eene zyde een kleicn aan de andere zyde een zandweg heeft, beide aan de buurtkamen met boomen beplant. De kerk ftaat na genoeg in het midden van de buurt. Noordpolsbroek meede een fchoutsampt, ten westen van Benskoop, heeft, even als het zelve eene uitgeftrekte buurt. Zuidpolsbroek is eene Vrye heerlykheid, gelegen tegens Lopik in het ftichtvan Utrecht. In hetzelve legt maar een klein dorp van dien naam. In de Lopikerwaard vindt men voor zo verre zy Holland betreft, en dus ons voor 'ttegenswoordige aangaande de hooge heerlykheid: Jaarsveld, leggende ten zuiden van Tsfelftein, zynde het hier gelegen dorp zeer aangenaamaan de Lek tegens over Ameide gelegen. Zevendereen.* vrye heerlykheid,paaiende aan Belois en Bonnepas, van geen groote omtrek en zonder kerkdorp. Kabaauw mede eene vrye heerlykheid ten zuiden aan Willig en Langerak paaiende, heeft een klein kerkdorpje, dat geheel van geen aanbe. lang is. X 4 XVIIL  m de JONGE REIZIGER XVIII, eenige VRYE H E E R- L YK HEDEN. Niet wyd van den ftroom de Gouwe, leggen eenige hooge en vrye heerJykheden, welke" wy hier laaten volgen, te weeten. Bloemendaal dat door gemelde rivier van Waddinxveen wordt afgefcheiden, en na deszelfs uitgeflrektheid vry wei bebouwd is. Kort Haarkm en Willens hebben niets aanmerklyks. Vryhoef ^ Kalverhroek ftaan hier meede gelyk. . b Het Land van Stein, ten zuiden langs den2jJel loopende^ is aanmerklyk om dat alhier een klooster Emmaus plagt te ftaan, waar in de beroemde Rotterdammer Desiderius Er asmus het geestelyk [gewaad heeft aangenomen. Na dat het zelve Ao. 1549 is afgebrand, wierd het in eene Hofltede verandert, XIX.  door NEDERLAND. 245 XIX. 't WATERSCHAP van WOERDEN. *t Waterfchap van Woerden en deszelfs Bailluwfchap. Is gelegen ten deele in de Pro. vincie Utrecht, te» deele in Holland, zich (trekkende langs den Rvn. —— Wy zullen hier alleen het HoIIandfch gedeelte afhandelen. Behalven de ftad Woerden, waar van wy leeds gefproken hebben, behooreii onder deszelfs ïechtsgebied. Oudeland en Tournoi'sveld. ——- Snel en Middelland. Geestdorp en Braveld met Kroonwyk en Bullezvyk, doch het aanzienlykfte ambagt is: Bod:graa-cen by de inwooners Boref, alwaar de rivier den Ryn door heen loopt. —- Westwaard grenst het aan Zi-jawmerdam. De landsdouw is zeer vermaaklyk, beftaande uit goede weilanden. ■— Het dorp is fraai en wel bebouwd, en vry groot. In den jaare 1672 leed het veel door de vyandlykheden der Franfchen. Men vindt 'er verfcheidene lynbaanen , en houtzaagmolens. Een der meest hier beoeffend wordende ambsgten, is het maaken van houten hieltjes onder de vrouwen fchoenen en muilen. Y 5 In  S4Ö d e JONGE R E I ZI G ER. In deszelfs omtrek legt de tVtriker Schans. ' Waar der is een ambagt, dat ten westen van de Provincie Utrecht legt. Het heeft een kerkdorp, / Barrewouder Waard en Bekenes zyn twee am. bagren, die ten noorden aan denRyn paaien,en aangezien deszelfs omtrek redelyk bebouwd zyn. Onder andere^ vindt men 'er eenige fteenplaatfen. Rietveld en de Bree maaken eene Ambagts. heerlykheid uit, leggen aan de noordzyde van den Ryn, het laaife paalt aan Bodegraauen. Jndyk is een Ambagt dat tusfehen Gerwerskoop en Hondyk, die beide in Utrecht leggen, heen fchiet, men vindt in hec zelve omtrent zestg huizen. XX. 't BAILLXJWSCHAP van OUDEWATER. Behalven de ftad Oudewater, die wy reeds vermeid hebben, bevat dit Bailluwfchap, fchietende tusfehen zo.nmige diftriéten van de Provincie Utrecht, eenige hooge heerlykheden, die wy zullen opnoemen. — 't Voornaamfte produel: is hier hennip. He-  door NEDERLAND. 34? Hekendorp is eene heerlykheid, die ten westen van Oudewater en ten zuiden aan den Ts/elWgz. Bevattende tusfehen de zestig en zeventig huizen. Lindfcbooten legt ten oosten van Oudewater, en wordt door het water van dien naam door- fneeden. 't Heefc. wel een dorp doch het zelve legt eigenlyk in de Provincie van Utrecht. Vliet legt tegens over Hekendorp aan den Ts/el, 't is klein van omtrek, en heeft nog, geen tien huizen. TIET  3^8 dé JONGE REIZIGER HET NOORDERKWARTIER O F NOORD HOLLAND. CS'elyk liet Zuiderkwartier in eene me» nigte onderdeden verdeeld is, zo bevat ook het Noorderkwartier een aantal onderlcheiden Diftri&en en Rechtsgebieden , onder ver. fchülende benamingen. Wy zullen daar mede op een gelyken voet als met Zuidbolland voortgaan, en dus niet ongevoeglyk beginnen met I. KENNEMERLAND. Dit Diftrict houden wy ten noorden te grenzen, aan het uiterfte rechtsgebied van Noordbolland  door N E D Ê R L A N D. 349 tand, namenlyk dat van Huisduinen en de Helder. Ten oosten heeft 't beven aan de landen vatt Westfriesland en Waterland, en beneden, dat is len zuiden van hetY,paalc het aan Amflelland. Zuidiyk heett het Rynland, en ten westen ftrekc het zich langs de Noordzee. De grondsgefteidheid van geheel Kennemer. land is zandig, doch in zo ver verfchillende dat het langs de zeekust,dor,en met een reeks van duinen bezet is, die onafgebroken tot in de ban. van Huisduinen doorloopen, maar oostvvaard is de grond vruchtbaarder, en uitdien hoofde vindt men er fchoone weilanden. Verfcheidene wateren doorfnyden he. zelve, als de Tftrooni, het Spaa■ien, de Zaan en eene menigte andere die die land gelchikt maaken, om allerlei waaren en koopgoederen, zeer gemaklyk van de eene plaats na de andere te vervoeren. Dewyl Kcnnemerland weder in onder deelen verdeeld is, zuilen wy dezelve in een zekereorde voortdraagen, en noemen het eerst: a. Het Hcogbailluwfbbap van 'ttennttnerïdnd', welks ligging, zich gemaklyk zal laaten bevatten , door de ligging der dorpen, dewyl het aan zo veelvuldige diftriften grenst, dat het maar vermoeijing zyn zoude,dezelve vöor het geheugen hier cp.etellen. Hierin leggen: Aker>_  35o de JONGE REIZIGER Ahrfloot, omtrent een uur gaans bezuiden dè ftad Alkmaar, 'tgeen men wil dat oudtyds het hoofd dorp geweest zoude zyn, en veel handel in kaas dreef, daar nu byna niets meer van is, zynde de beftaansmiddelen thans de landbouw en moeferyc'n. . Uitgeest en Marken binnen, leggende ten oosten van Aker/loot, dit dorp verdient, aanmerking uit hoofde, dat alhier door zekeren Cornems Cormeliszoon, in den jaare r^92 de eerfte houtzaagmolen wierd uitgevonden,' welke hy op een dryvend vlot plaatfte, om dezelve na alle winden te kunnen ftellen. 't Is jammer dat men van deeze eerfte vinding geene tekening zo ver wy weeten over hebben, dewyl men daar uit de verwonderlyke aanwas ter verbetering van deeze zo veel waardige, als na de grootheid van deszelfs werk eenvouwige rnachiene, met zeer veel vermaak zoude kunnen , afleiden. Rondsom het dorp vindt men zeer goede bouw en weilanden, en meer molens van verfchülende foort dan elders in dit diftricl ,als men de dorpen aan de zaan uitzondert. De pubiyke gebouwen beftaan uit een nette kerk met een ipitze tooren. Een doopsgezinde en roomfche kerk, een rechthuis, weeshuis en waag. Engel Arentszoon van DoREGEiisi, wiens kamp-  dóór NEDERLAND- S5* kampfchriften mee Prcfesfor Spanhribi bekend zyn, wierd hier geb; ren. Marken binnen, zynde een afgezonden gehucht van Uitgeest; is zo wonderlyk door een verflrooid in de bouwing der hu zen, dat men het byna als een doolhof kan aanmerken. Limmen paaiende met de oostzyde aan Akerfloot, het dorp zelf is klein, maar er zyn behalven het zelve in deeze ban vyf buurten, genoemd de Forst, West zyde, de Laan, Dusfeldorp en de Koog. In Dusfildorp is de ha ven, voor al van de groenboerboeiera, en andere fchippers, zo die van 't ftrand ,nrei visch als andere met wild enz. na de fteden vaaren. Heiloo met Oesdom legt ten zuiden van Alkmaar de overleveringen maaken dit dorp zeer oud, wyl men wil dat Bisfchop willebrord hier reeds een kerk zou gefticht hebbtn, en men fpreekt hier van een put de Willebrords Put genoemd , die door des bisfehops gebed zou ontfprongen zyn; ook is hier naby een heuvel, op welks midden een armbösch ftaat, ter plaatze daar voormaals een kapel aan onze lieve Vrouvi ter nood, toegewyd, gedicht was, men noemt deeze heuvel de kruisberg en dezeive wordt zo wel ala de put, door de Roomschgezinden zeer veel mee godsdienftigen eerbied bezochtj maar nog vreemdee  *5* ö* JONGE REIZIGER het, dat men in 't begin deezer eeuw, geloofde, dat er op deezen grond een nieuwe bron ont' fprong, welks water tegens-de veeziek e een onfeilbaar geneesmiddel zou zyn geweest 't welk dus alom wierd weggehaald, en ten 'gevolg had, dat men hier gehcele proceshen aan«chte, met vaandels, waschkaarsfen enkruizen vergezeld, tot 's Lands hooge overigheid dituic- werkzel der bygeloovigheid verbood rn den omtrek van Heilo vindt men een aantal fraaie buitengoederen, die fierlyke plantagièn hebben. Heemkerk deeze legt tegen de Noordzee, nonrdwaard van ffyk in V Duin, Het dorp is oud, doch aanmerklyk om het fteenwerk van het hoog altaaar, 't welk hier in de kerk plagt te ftaan, en nog te zien is, ook vindt men op het belommerde kerkhof een arduiufteenen graf. naald ter gedachtenis van den Heer Jacoc Willemsz. van Veen opgericht. In een der kapellen is een glas, toonende de beeltenis vaa den Schilder Maartkn van Heemskerk, ook is er de grafkelder, en in de kerk de geftoeltens van den Huize van Marquette. ISy Nooddorp eene der buurten in de ban van Heemskerk, is een heuvel het huidtoneel ge noemd pm dat hier oud yds de Graaven van Hel-  door NEDERLAND. 353 Holland, als Heeren van Kennemerland wierden ingehuldigt. In den omtrek leggen weder verfcheidene aanzienlyke buitengoederen, waaronder Marquette met deszelfs oude burg geenzins het min^t aanzienlykst is. Verder vindt men hier nog hec huis van Afamburg en andere. % Kasiricum, legt benoorden Heemskerk, het dorp is klein en behalven deszelfs oudheid, welke zich tot de tiende eeuw uitftrekt, niet zeer merkwaardig. Groei is een klein ambagt aan de nootdzie met een gering dorpje omaent twee uuren gaans van Alkmaar, Warmer is een zeer aanzienlyk ambagt, tusfehen de Zaan en Wormermeer, de dapperheid deezer vroegere inwoouers verfchafte hun de tolvryheid onder Graaf Floris den V. Het dorp is in de lengte gebouwd, heeft een Wees- en Recht-huis; 't heef. een goede kerk met een fraai orgel. Voormaals was debelchuitbakkery hier in een zodanige bloei, dat 'er hondtrt bakkeryen geteld wierden, die jaarlyk veertig duizend guldens aan melk,en denig duizend aan gest verbruikten, wordende meer dan zeventig vaartuigen tor verzending gebezigd, welke niet alleen door de republyk plaats vondt, maar zelf tot in Hamburg vertierd wierden. jjan nu is UL Düel. Z die  354 de JONGE REIZIGER die neering geheel verloopen. 'Er is nog een tooren in het dorp, waar van de klok geluid wordt in het uur als de bakkers hunne ovens moeten uitdoven, een voorzichtige inftelling om tegens brand te waaken. Het reeden van zeildoek en het werken op de byzondere fabricquen en traficquen maaken hier thans de voornaamfte middelen van beftaan uit. Jips legt ten noordoosten aan de Beemfter, en is een welgefteld dorp, dat in 1664 voor meer dan een derde gedeehe afbrande. 't Is in het laatst der voorige eeuw,voor al beroemd geworden door den zo grappigen alsby uitneemenheid kmdigen Chirurgyn Kornelis Ploeg, toe wien alles wat maar eenig ongemak tot zyn kunst betrekkelyk gevoelde, toevloeide, en van wiens geneezingswys men verfcheidene aartigheden verhaalt. Hy ftierf den 14 Mei 1696. Oostzaanen, is het groo:fte ambagt van geheel Kennemerland, het zelve is beperkt ten westen doos de Zaan, ten noorden Purmerland en de IVormer, ten oosten Waterlana, en ten zuiden den Tftrbom. In het zelve leggen twee dorpen en twee buurten. *t Eene dorp is Oostzaanen zelf, 't welk in de lengte gebouwd is, op een zo losfen broekachtigen grond, dat het water in de llooten trilt, als men langs deszelfs kant gaat. 't Getal van kleene fmalle houten brugge- tjes  dooii NEDERLAND. 355 tjes is hier buitengemeen. —— Men vindt et een goede Kerk, Recht en Weeshuis, Unnenbleekeryen, Styfzelm,akeryen, Traankokeryen, Lym21'ederyen, ülyflaan, Vullen enz zyn, benevens het visfchen hier de voomaamlle handteeringen. Het Kalf en de Oostzaaner Overtoom , zyn twee bloeiende buurten , en daar Oostzaandam met Westzaandam een dorp uitmaakt, zullen wy daar van onder den generaalen naam van Zaamdam fpreeken Aalsmeer een ambagt aan de Haarlemmer Meer met een dorp van dien naam, voorzien met een deftige kerk, en beroemd om deszelfs fraaije boomkweekeryen en uitmuntende aardbeien. * Sparendam is een klein dorp, gelegen in het ambag van dien naam, aan den mond van het Spaaren, daar deeze ftroom in het Y valt. * Heemfteede is een fraai dorp m de ambagtsheerlykheid van dien naam. gelegen ten zuiden van Haarlem. Wy hebben hier van reeds voorheen gefprooken. Bennebroek grenst hier aan, en heefc een klein vermaaklyk dorp, dat een fraaie kerk heeft en in welks omtrek een aantal fchoone lustplaatzen gelegen zyn Berkenrode is eene kleine ambagtsheerlyk. Z % heid  S56 i) e JONGE REIZIGER heerlykheid zonder dorp, maar met een fchoon adelyk huis pronkende, en geleegen tusfehen de Leidfche trekvaart en ryweg. * i>looten, Slooterdyk en Osdsrp, hebben wy meede van gefproken. Nieuwerkerk, Zuidfchalkwyk en Vyf huizen, maaken een ambagt uit, geleegen aan de Haarlemmer Meer, Nieuwerkerk zr\Z, worde van tyd tot tyd zodanig door de Meer opgeknabbeld dat die heerlykheid meer dan de helft verkleind is. Zo ftaat het ook met Rietwyk en Rietwyker oord, welke ambagtsheerlykheid by Slooten geleegen is. Schootervlieland, Schooierboscb en Hoogerxooerd zyn drie ambagten waar omtrenc wy niets byzonders hebben aan te tekenen. ^ Zo meede niet van de ambagtsheerlykheid Zaanen, leggende tusfehen het Spaarne en den Helft. b. 't Ealjuwfchap van Brederode *t welk vry uitgeftrekt is, maar in deszelfs liggi'g weder zo tusfehen andere diitricïen heenloopende, dat wy geene naauwkeurige paaien zullen opgee* ven, maar de zelve door de plaatzing der am. bagtsheerlykheden en dorpen nader aanwyzen. Hier  door NEDERLAND. 35^ Hier in zyn geleegen: Sandvoort aan de noordzee, een elendig visfchers dorp, te midden in de duinen, die hier eene geheele zandwoestyne vormen. Vogelenzang legt onder anderen tegens Noordwykerboat ,is zeer boomryk, en heefc eon aantal lustplaatzen. * Tetroode beter bekend by den naam van O verveen. * Jalbrecbtslerg gezegd Bloemdaal, welke beiden met de Vogelenzang' een ambagt uitmaaken, hebben wy in het werk zelve vermeld. Schooten legt tusfehen Scbootervlieland ^n Zaanen, maar heeft niets aanmerklyks, 't geen mede gezegd kan worden van x Zuidakèndam, behalven dat hier het Huis te Kleef plagt te ftaan, dat door de Spanjaarden verwoest is. Noordakendam legt aan Sparendam, en loopt tot Velzen enz. Haarlemmerleede legt tusfehen de Spiering Meer en de Haarlemmer Vaart, alwaar inden weg een doorfneede is, waar over de Liebrug legt, welke in den ftorm van den jaare 1717 in December geheel wegfpoelde, en in 1787. afgebrand is. Z% HoP,  358 de JONGE REIZIGER Hofambagt legt tegens het Y en heeft niets aanmerklyks. * Vehen van dl vermaaklyk dorp, of liever ui: de aroi agtsheerlykheid van dien naam, vin« gen wy onze Reitbefchryving aan, en fpraaken dus daar van by die gelegenheid, Scboorl met Hargen en Kamp eene ambagts« heerlykheid uitmaakende, legt geheel in *t noorden van Kennemeriand, Scboorl zelf heeft een oud dorp, met een zeer eenvouwige kerk, 't zelve ligt tegens de duinen, die nergens langs de kust hooger of breeder zyn Hier omtrent leggen twee buurten Scboorldam en Ecbtrop. Kamp heeft een taamlyk dorpje, waar omtrent de beroemde Kampenduin ligt, die de zeelieden van zo veel nut ls, in 't verkennen van *t ïand. Harg n h eft flechts een kleine buurt. c. 'i Baiduwfc ap van Blois. Wy vin¬ den ons hier weder genoodzaakt de legging van dit baiiluwlchap uit deszelfs dorpen enz. te doen kennen, in het zelve dan liggen: Wyk op Zee, in deeze Rechtsban ligt het dorp van dien naam, waar van de kerk zeer vervallen is, gelyk het alles wat deeze plaats aan hela gt, die byna geheel uit visfchers befhat '•'iets dan armoede vertoont. Wyk  boor NEDERLAND. 359 Wyk aan 't Dain, deeze Rechtsban heeft geen kerk, maar men vindt daar in hec adelyk huis Adrichem. Spaarnewoude tusfehen het Y en de Spiering Meir gelegen, heefc een klein dorp een weinig landwaard in, achter Spaarendam. Het plaatsje is bekend, door de geboorte van den ongemeen grooten reus, Klaas van Kyten, Krommenie en Kromtneniedyk maaken een ambagt uit, waar in twee zeer gegoede dorpen leggen. — Het zelve grenst onder anderen aan de ban van Westzaanen. — Het eerst genoemd dorp loopt van 'c noorden byna rechtlynisch tot aan Asfendelft, deeze ftraat wordt zo zindclyk onderhouden, dat men die nooit met rytuig, zelf niet te paard pasfeeren mag. In 't begin deezer eeuw leed Krommenie veel door een zwaare brand. Men vindt er een Raadhuis, School, Waag, Weeshuis en Kerk. Ook hebben 'er de Doopsge. zinden een kerk en weeshuis, en de Janfenisteo eene ftaatie. De voornaamfte handteering is hier zeildoekredery, welke zeer aanzienlyk is, doch in vroeger tyden nog veel uitgebreider. Het dorp Krommeniedyk paalt genoegzaam aan Krommenie, deszelfs kerk is kleinder, en ver« toont nog hier en daar brokken van meerdere uitgebreidheid, die ingekrompen isdoordefpaanfche beroerten. Z 4 Wat*.  360 DE JONGE REIZIGER Westzaanen een lchoon ambagt, van omtrent zes uuren gaans omtrek, ten zuiden aan het Y Trekkende , in het zelve leggen verfcheidene •fchoone dorpen, waar van het hoofddorp den naam van het ambagt draagt^ hec zelve legt een weinig ten westen van de Zaan, in ce beroertens met'de Spanjaarden heeft hec veel .geleeden. Men vindt een kruiskerk, recht en •Weeshuis, benevens twee doopsgezinde vergaderplaatzen. 't Getal der molens onder dit dorp behoorende, zal, zo niet meer, tenrfiinllenvyftig ui maaken. * Zaandam, 't welk in Oost en Westzaandam .na deszelfs legging verdeeld wordt, en zich langs tde Zaan/hoorn uitfirekt, is zo bloeiend als zindelyk en digt bebouwd. Wy hebben daar van al vroeg gefproken, waarom wy het hier flechts aanftippen. De Krog, een dorp dat aan Zaandam grenst, is een zeer goed dorp, 't geen verfcheidene nuttige openbaare gebouwen heeft, en alwaar een groot aantal molens gevonden wordt. Zaandyk , wat noordlyker geleegen, is meede een bloeiend dorp van meer dan derdehalf hondert huizen, met ean kerk en weeshuis. Wormerveer legt weder ho^er op langs de -Zaan, en draaft mede geen geringe kenmerken van de Nocrdhollandfche ieindeiykheid, in het jaar  door NEDERLAND. 361 jaarr578wierd het door de Spanjaarden inbrand gedoken , na zy de hier toen leggende fchans by verrasfching hadden ingenomen, waar toe een zwaare mist hun niet weinig gehulpen hadde. Knollendam legt mede aan de Zaan, en is een goed dorp van minder aangelegenhein dan de reeds genoemde. Js/endelft is eene vrye heerlykheid van aanbelang. Het dorp heeft een groote fchoone kruiskerk, met een hoogen toren. Hier is ook een fraai Raadhuis. De handel in boer en komyn- de kaas is hier zeer flerk, volgens zommigen zou hier toe dagelyks acht duizend ftoop melk gebruikr w rden, waar uit men af kan leiden, dat het aantal rundvee in dit oord groot moest zyn. De arbeid op onderfcheiden moolensen de zeildoekredery zyn de voornaamfte middelen tot het beftaan der ingezcetenen. Beverwyk een vlek met ftads rechten, gelegen tegens het Y ,daar die rivier aan het Wyker Meir paalt. Den oord hier omtrent is zo bekoorlyk als misfchien nergens in Holland, door deszelfs weelig groeiend geboomte en fchoone weilanden. De plaats zelve, die over 't geheel luchtig en fraai betimmerd is, mag men zeer vermaakelyk achten. De zogenoemde breedftraat, voert dien naam met veel recht, en is fierlyk met lindebooZ 5 men  36a de JONGE REIZIGER men beplant, In hetzelve is hec ffadhuis, 't geen men niet meerder dan een eenvouwdig gebouw noemen kan. De kerk ftaataan 't einde van de plaats en en is voorzien van een kerkhof rondom de kerk , is vry ruim en heeft een hogen toren. Men vindt 'er een Vergaderplaats van Doopsgezinden, als mede een Weeshuis. Zedert eenige jaaren is hier een huis voor krankzinnigen, 't geen zo men ons bericht heeft, van een goede inrichting is. —— Wyl het zelve als te raidden in het Bailluwfchap van Blois geleegen is, oordeelden wy het hier op gevoeglykst te laaten volgen , zonder beoordeeling of het daar toe behoort. d. Hei Bailluwfchap van de Egmonden — i beftaat uit Egmond op den Hoef, Egmond binnen, Egmond op Zee en de Egmonder Meir. benevens eenige heerlykheden hier na te melden. Deeze oorden grenzen ten noorden aan Wimmenum en Bergen, ten oosten aan Heitoo, ten zuiden aan Bakkum en ten westen aan de 'Noordzee. Egmond binnen is een overoud dorp, leggende anderhalf uur van Alkmaar. . De beroemde abdy welke alhier geftaan heeft, en ten minften in de tiende eeuw al gefticht wierdt,toenzy voor nonnen diende, en naderhand de woonplaats wierd van Benediclyner monniken, is de eerfte oorfprong van dit dorp. Dit  » 0 o R. NEDERLAND. 363 Dit prachtig klooster was de bewaar en verzamelplaats van 's Landsoudfte gedenklchriften, de boekery was uitgeftrekc, doch verteerde met het grootfche gebouw in den jaare 1567, toen bkederode het door zyn krygsvolk in brand liet fteeken. Men vindt nog fchoone aftekeningen van de ruïnes deezer abdy, en zelf nog eenige werklyke brokken, waaronder de vervallen buurtkerk behoort. Een der toorens van deeze abdy is thans hec gevangenhuis van dit Bailluwfchap. Egmond op den Hoef legt een half uur van het genoemde dorp, ten noorden, de ruïnen van het adelyk flot zyn zeer gering; 't wierd gebouwd van den jaare 1080 tot 1307, onder het ondergaan van veele ra rpfpoeden. Acht jaar laater wierd het verbrand, doch naderhand herbouwd, maar sonnoy verwoeste het in 1574 om de Spanjaars te beletten, dat zy daar in nestelden. De kerk ftaat naast het kafteel, en fchynt volgens eene infcriptie Ao; 1431 gefticht. 't Is een kruiskerk met een toorentje. In het choor vindt men op een houten ledikant de beeltenisfen van Jan den I. Graave van Egmond, en zyne huisvrouw Magdalena van Waarden burg. Het volk van Sonnoy, verwoeste de tombe tot welke deeze beelden behoor-  3*4 de JONGE REIZIGER hoorden, wierpen dezelve in een floot, waar uit zy eenige iaaren daar na opgevischt, en hiergeplaats wierden. Wyien den Amfterdamfchen Burgemeester Ni col aas Witzen heeft hier ook een zoort van gedenkteken met een marme. ren rand Egmond op den Hoef is zeer vermaaklyk gelegen, en in deszelfs nabyheid was eenige jaaren lang de verblyfplaats van den vermaarden Descartes, de buurt Rynegom behoort hier onder. Egmond op Zee. legt omtrent een half uur westlyker, het dorp plagt een bloeiend dorp te zyn, maar is thans geheel vervallen. De ouda kerk en tooren zyn door de zee verzwolgen, ge* lyk ook een aantal huizen. De nieuwe kerk is in 1749 gebouwd, de oude tooren plagt een zeebaak te zyn, maar nu heeft men daar voor een groote kaap geplaatst op een der duinen. hgmcnder Meir is een ingedykt Meir naby Alkmaar, met maar weinige huizen. De vrye heerlykheden zyn : Bakkum legt met de westzyde tegen de duinen van de Noordzee. Zy heeft geen eigenlyk dorp, maar Hechts twintig huizen. Wimmtnum, legt ten noorden de Egmonder Mein Vroeger plagt er een kerkdorp te zyn,  door NEDERLAND. $£5 zyn, doch de kapel woidt nu tot een fchool gebruikt. Bergen is eene aanzienlyke vrye heerlykheid, ten noorden van Schoort, Warmbuïzen en Oud Karfpel. De tegenswoordige kerk van het dorp is het oude choor, dat in 1599 herbouwd wierd na de oude kerk in 1574 was afgebrand. De Heeren van Bergen hehben daar in een grafkelder. —— De gandfcha heerlykheid bellaar, uit vier gehuchten, met naame Oudburg, Zaanegeest, Oostdorp en Westdorp. Men vindt in deeze ban het fchoone buitengoed Bergen, als meede Rampenboscb, beide vercieidrnet fchoone heeren huizingen. Betten , legr met deszelfs ban ten oosten aan de Zyp en ten westen aan de Noordzee, waaraan ook het dorp ligt, onder deeze ban behoort de drooggemaakte Meir Nollemeerban. ■ Het oude Petten waarvan Willebrord de kerk zo» gefticht hebben, is in den zo dikwerf vernielden vreeslyken watervloed van 1421 ten eenemaal weggefpoeld. INaderhand wierd het meer binnenwaard herbouwd, doch het zeeftrand nam hier geduurig zo af dat men in het begin deezer eeuw reeds de vierde kerk mosst bouwen. Nog daaglyks knabbeld de zee hier het ftrand weg,zo dat men in 't midden deezer eeuw of iets vroeger»  &6 du JONGE REIZIGER ger, niet alleen het Raadhuis , maar meer dan vyftig huizen moest afbreeken, door dien de zeeweering meer binnenwaart moest gebrast worden. De edelmoedigheid van de toenmaalige Vro uw van Petten , kwam de arme ingezetenen met zes duizend guldens te gemoed. ——- De beitaansmiddelen vl eien uit visfchen en lootzen, en het vaaren ter Koopvaardy, Groenland, ter [veering enz. Hier is een fraaie inrichting voor de Zeelieden, beftaande in een asfurantie kas, dienende tot reftitutie voor verongelukte Vischfchuiten of voor in den oorlog genomene matroozen. Deeze kas wordt geformeen uit de veertigfte penning van de aangebragie visch, terwyl een tweede veer 'gfte penning ftrekt tot onderhoud van de vuurbaak, weike hier tot zulk een nuttig einde is ingericht. Petten is in Nieuw en Oua Petten verdeeld, in 't eerile is 't gemeene landshuis van Hondibosjcbe, een Hoogheemraadfchap aan de zuidzyde van Putten. H er is eene der gewkhtigtle zee « eeringen voor het Noorderkwartier, en dat men daar omtrent reeds voor eeuwen zo gedacht heeft, blykt, wyl dezelve reeds in den jaare 149j wierd aangelegd, bellaande toen uit drie regeis zwaare eiken paaien, welke diep in den grond waaren ingeheid, en zo als denk-  BOOR NEDERLAND, tf? denklyk met rimmen, of ribben en yzeren bouten , by zommigen rongen genoemd, aan een gekoppeld, en by manier van kistwerk met kei- fteenen gevuld. Dan de zee zwolg die reuzenwerk in , en men ging over tot het aanleggen van zwaare dyken, de buitenfte noemt men de waterdyk, loopende van Petten zuidwaardna Kamperduin. Binnenwaard legt nog eenjlaaper. De Wakerdyk, die eene zeer vlakke glooing , na de zeekant heeft, is aan die zyde met keifteenen geplaveid, een werk zo moeilyk als kostbaar, doch wel aangelegd, indien er uit de natuur geen verzinking plaats heeft, de beste van alle tot nog uitgevonden zeeweeringen, wyl de aandruisfehende golven daardoor gebroken wordende, zondes fpatten, 't geen de eigenlyke knaaging veroorzaakt, als dood rollen. ——> Om nog een bewys van het gewicht deezer zeeweering by te brengen^ dient de manier waarop de kosten hier toe gevonden worden. Namenlyk dezelve worden gedraagen door de zes fteden, Haarlem, Amfterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkbuizen en Medenbïik,nevens de zogenoemde Duinkavels, welke beftaan uit de bannen van Oost en IVestzaanen, Ahfendeljt, Krommenie, Warmer, Jisp, Schermer ei* land, Oosthuizen,Etersbern, Geestmer-Ambagt, Scbagerkogge, Niedorperkogge, de vier Noorderkoggen en Drechtetland. , Kat  368 de JONGE REIZIGER Kalandsoog is een vrye heerlykheid ten noorden van Petten, paaien Je boven aan Huisduinen, en vormende dus hec hoo fte deel va;i Kennemerland. Het dorp is van weinig aanbelang, meest bewoond door visfehers, lootsluiden en andere zeevaarende perloenen, hoewel er ook nog e< nig werk gemaakt wordt van het aanfokken van fchaapen, en dus van het bewerken vaa kaas. HUISDUINEN en de HELDERE Huisduinen en de Helder lis een Bailluwfchap aan de Noordlykfre punt van geheel Holland. — Van hoe veel gewicht deeze punt voor de gandche Provincie is, zullen wy in het vervolg van dit werk nader befch uwen. In dit bailluwfchap leggen twee dorpen,het eene binnenwaard, niet verre van de beroemde Kyk' duin, die 's nachts door zyn vuur,'en des daags door zyn hoogen top, de zeelieden zo nuttig is. Het dorp Huisduinen genoemd, heeft niets byzonders, en is klein. De Helder, is het tweede dorp van meer aanzien, leggende aan het zogenoemde Marsdiep tegens den dyk.  nöörA NËDERLANÖ. 30V Zy die vermaak feheppen in zeegezichten, en de eindelooze woeling , welke daar by plaats' heeft, kunnen zich hier meer dan ergens in Nederland vermaaken, wyl de zo beroemde Texelfche reede, in her gezicht van dit dorp Lgc, en geene fcheepen door eenig Zeegat tusfehen deezen hoek van Holland, en het ftrand van Texel kunnen d;  door NEDERLAND. 373 yitgeftrektheid is, behooren de volgende ambagten en vrye Heerlykheden. Ouddorp, dat ten oos en aan den Heer Hui' genswaard Ifgt, voert deeze naam niet ongepast, dewyl he t reeds in bet midden der elfde eeuw by dien naam bekend was. In den Spaanfchen oorlog leed het dorp veel, waartoe deszelfs lig-. ging, die zeer naby Alkmaar is, niet weinig toebragt. St. Pankras, meede aan den Heer Huigensivaard paaiende, is een klein ambagt. 't Dorp heeft een taamelyk net kruiskerkje. Men wil dat dit het herbouwde Vroonen zou' zyn , 't welk in den jaare 1297 door Graaf Jan den I. verbrand wierd. Broek op Langendyk, ten zuiden van St. Pankras, heeft een dorp van dien naam circa anderhalf uur ten noordwesten van Alkmaar, met een klein kerkje. Zuidfcberwotide en Ngordfcherivoude, zyn twee aan een grenzende ambagtsheerlykhéden, ydermet een kerkdorp voorzien, de kerk van het eerfte is een fchoon oud gebouw , meestal van duivenfteen, welks choor op eene vreemde wys is befchildert. — In de kerk van 't laatfte dorp vindt men een fraaie predikftoel; ook hangt er een fcheepje van veertig ftukken gefcüut, Ai 3 Men  374 de JONGE REIZIGER Men geneert zich zo hier als te Broek en Pan-. kras meest ai met den aanbouw van Maankop of papaver en allerlei groemens, Koedyk cn Huiswaard te zamen een ambagtsheerlykheid, grenst onder anderen aan Zuid en Noordfcherwoude. 't Heeft een kerkdorp van dien naam, pronkende de kerk met een koepeltoorentje, 't zelve legt omtrent een uur van Alk' maar. m Huiswaard is een gehucht nog wat nader aan Alkmaar gelegen. Het maaken van bo;er èn kaas is hier de hoofdhandteering. Wy zullen elders meer van 't Geestmer ambagt fpreeken, zynde deeze plaatzen hier genoemd , om dat het bailluwfchap van Nieuwburgc», daar over het hooge rechtsgebied oeffent. IV.  goot NEDERLAND. Z75 IV. Heer HUIGENSWAARD. Deeze Polder welkers indyking in den jaare 1631 zo verre gevordert was, dat de kaveling den 20 Juny van dat Jaar op het ftadhuis te Alkmaar voorviel, beuaat eene uitgeftiektheid van byna drie duizend morgen gronds. Zekeren Hans van Loon, zynde een Amfterdamsch Koopman, wes de hoofdonderneemer van dit werk in 1625. Doch hy had geene geringe tegenftnbbeling, daar die van Alkmaar, Hoorn en een aantal dorpen gaarne in die onderneeming wilden deelen. Men vindt dezelve thans met ruim hondert huizen bebouwd. Deszelfs gelegenheid en ftrekking laat zich dus het gemaklykst bevatten. Van het JNoord.n afterekenen, ftrekt hy zich uit langs de heerlykheid Veenhuizen, de Berkmeer, Opdam, Hensbroek en Ursbem, Ouddorp, de bedykte Schermer, St. Pankras , Broek op Langendyk, Zuidfcherwoude, Noor dfcberw oude en Oudkarjpel. De naam deezer Polder, (die zich voor debedyking met de Schermer vereenigde) wil men afleiden van Heer Hu go van Assendukt, Aa 4 die  S?6 de JONGE REIZIGER die bailluw van Medenbïik was, en aan het einde der dertiende eeuw, door de Westvriezen yer(laagen wierd. H.ie zeer het aantal huizen hier wel eene kerk yereischten, is 'er tot nog geene in deeze Waard gefticht, V. de Z Y P E. De Zype is een der uirgeftrektfie Waarden van geheel Noord Holland, beginnende van hec Noordtn af, loopt deszelfs bedyking langs het zogenoemde Koegars en PFieringer waard. ontmoetende de bannen van Schaagen en Barfingerborn, St. Maarten en Benigenburg tot aan Krabbendam, dan langs Scboorl, Groot Har gen en Petten, en westwaard langs het ftrand der Noordzee tot aan Kalangsoog en daar by heen. Men verdeelt gemeenlyk deeze landftreek in da Noord en Zuid Zype , zy bevat tusfehen de vyf honden: en vyfhondert vyftig huizen, waaronder veele fchoone lusthuizen die fraaie plantagiën hebben. De huizen ftaan echter zo verftrooid, dat hoewel men hier vier kerken vindt, men nergens een geregeld doip heefc Deeze Jterken ftaan aan St. Maarten, zynde een taa.  boor NEDERLAND, m roelyk goed gebouw, van een kerkhof met boomen beplant omringd, en voorzien met een koepelsgewysde tooren. Een andere flaat aan de Schagtrbrug, doch heeft geen aanzien, cle derde is aan de Oude/luis, en de vierde aan de Metiftiste buurt. Behalven deeze zyn 'er twee vergaderplaatzen voor de Vlaamlche Doopsgezinden,en twee Roomschgezinde flatiën, ook is er een Weeshuis, dat voor hec platte land taamelyk aanzienlyk is, tuslchen de Schaager en St. Maartensbrug. De buurten in deeze bedykirjg plaats vindende, hebben allen hunne byzondere benaamingen, doch wy vinden niet nodig, dezelve optetellen. VI. de WIER 1NGERW AARD. De Wieringerivaard lerjt gantsch in 't Noorderdeel van Koord Holland, paaiende zo wy gezien hebben aan de Zype. Voor dezelve heen fchieten zeer veele gronden, die men de Waardgronden noemt. Men begroot het getgl der huizen op omtrent anderhalf honderr, en de kerkbuurt üaat aan de Vaart, die uit de Aa 5 Zy--  378 de JONGE REIZIGER Zype na de Nieuwefluis loopt, alwaar ook het Gemeen landshuis is. — Nergens in gantsch Nederland zegt men worden fchooner landeryen gevonden, dan in deezen Waard die in het begin der voorige eeuw uit llykgronden gewoekerd wierd. Vil. WESTVRIESLAND. West friesland, onder deeze benaaming komt al dikwerf die geheele landflreek voor, welke wy met die van het Noorder kwartier en Noord Holland benoemen, byzonder geeven zich de Staaten deezer Provincie d,n tytel van Holland en Westvriesland, 't geen zomtyds aanleiding geeft tot het misverftand als of de Regeering dat is de Staaten van Holland, tevens Staaten der Provincie van Friesland waaren, van welk abuis,al dikwerf opzettelyk misbruik gemaakt is, in de ui legging van veele onlangs geflaagene vonnisfen, van welk misbruik wy de reden liefst niet willen aanvoeren, fchoon het ons dikwerf geërgerd heeft, daar wy er geene dan haatlyke, de Regeering zelf benadeelende, en de menschlievendheid ombeerende redenen .voor hebben kunnen opfpooren. 't Geen  dook NEDERLAND. 379 't Geen wy thans onder den naam van Westvriesland verdaan , is flechts een gedeelte van Noord Holland en bevat de Schaager en Nieuw dorper Koggen, V Geest mer Ambagt, de vier Noorder Koggen, en Drecbterland. Het ftrekt zich uit ten westen langs Kennemerland, ten noorden langs de Wieringerwaard en de Zype, ook gedeeitelyk, hier zo wel als ten oosten langs de Zuiderzee, ten zuiden heeft het mede de Zuiderzee, als ook de Zeevang, IVa- terland, en eenig deel van Kennemerland. De breedte van deeze landflreek is omtrent drie uuren, en de lengte byna agt. Het land is laag, doch vruchtbaar, en meest beflaande uit bedykte Meirenj fchoon omtrent Enkhuizen, nog vry veel waterpoelen zyn. Aan den zeekant U het van een zwaare dyk omringd, die ,in vorige eeuwen dikwerf is doorgebrooken, doch hoezeer befchadigd, in deeze, altoos daarvoor door de goe • de toeverzlchc bewaard gebleeven. Geene der gcringfle doorbraaken vielen voor in den jaaren 1375, 14Ó4» en vooral in den bekenden allerheiligens vloed in 1570. —- De uitvinding om zeilen re fpannen voor die plaatzen alwaar men een doorbraak vreest is buiten twyffel van een ongemeen nut, doch by zwaare ftormen, zo moeilyk als gevaarlyk,ten minften op die wyze gelyk wy  S8o de JONGE REIZIGER wy dat op andere plaatzen hebben zien te werk ftellen Misfchien zou men die op een ge- maklyken manier , die tevens minder gevaar'yk was kunnen uitoeffenen. — Zie hier op welk een wys wy ons dit verbeelden. De zeilen welke len dien einde altoos gereed en by de hand leggen, moesten boven aan taaie fpierrjes zyn vastgemaakt, aan welks einden fcroppen waaren, om met paaltjes in'den grond te worden geftooken, Het zeil moest op die fpier rond gewonden zyn,en aan de onderhoeken touwen met de lyken verbonden, die een genoegzaame lengte hebbende, door de ringen van ligte drie* klaauwde dreggen wierden geftooken, dit gedaan zynde, moest men de dreggen, hoeksvan elkaar en een recht in de midden beneden den dyk laaten zinken,dan de raabanden waarmeede 'tzeil om de fpier beflaagen was, los fnyden, en 't zeil vervolgens, met de genoemde touwen, als fchooten uitnaaien , waardoor het overllaan , 't geen anders dikwerf gebeurt, en gevaarlyk is wierd weggenomen, ook zóu het uitbrengen dier dreggen gemaklyker zyn, dan van het geheele zeil, met da zwaare ringfteenen welke men daar aan verknogt. 1 - Deeze bedenking is ons ingevallen, by eenen zwaaien ftorm , en wy dachten 't niet on. gevoeglyk dezelve hier te plaatzen. Dc  ööor NEDERLAND. $i De Zeedyk waar van wy hier fpreeken, moet met zulke zwaare kosten onderhouden worden dat het byna onbegrypelyk is, hoe deeze landflreek zulke enorme fumma's kan opbrengen. Men begroot dezelve in den tyd van hondert jaaren, namenlyk van 1650 tot 17^0 op byna achttien millhenen. —Voormaals was zy even als in Friesland geheel me: paalwerk b flaa« gen, maar zedert de verdervelyke worm het houtwerk tusfehen water en wind doorknaagt, een verfchynzel dat men niet voor het jaar 1/31 opmerkte, heeft men een andere glooing aan den dyk gegeeven, en dezelve van den voet af tot de kruin toe, met Noorweegfche keifteenen gevloerd i 't geen zeker onnoemelyke onkosten ver* eischt, maar ook tevens als het wel wordt aange* legt, op den duur minder kostbaar, en buiten verzinking,voor eens is. Wy vangen aan met de befchryving van; De Sckaager eu Nieuw dorper Koggen, grenfende aan verfchllende gerichtsbannen,a]s ten noorden aan de Zype en IFicrinherwaard, wat oostlyker aan de Zuiderzee, verder aart Etrtswoude en Hoogwoude, ten zuiden aan den Heer Huigens'joaard enz. In opzichte van elkander leggen zy Noordoost en Zuidwest. De grondgefteldheid der Scbaagen kogge is in zich zelf by- zon-  $2 de JONGE REIZIGER Zonder vruchtbaar, dan, hoe yverig de landman hier ook zyn mag, de zwaare belastingen welke men g . noodzaakt ge weesc is deezen grond opteleggen, zyn oorzaak dat hy hier het kouter met weit ig voordeel door den grond kan haaien, en b;er uit or.tfproot dat de knderyen, die hier eertyds in zeer hoogen prys waaren allengs gedaald zyn, en fommigen landen zelf gehe.-l ver'aaten. JMen kan dit niet beter betoogen, dan door de opgaave van de vermindering van de huizen ge.duurende eene eeuw, Ao. 1Ó32 telde men hier -vyfhondert en in de dertig en. hondert jaaren laster nog geene vierhondert. .De Hoofd- .plaats is Scbaagen, reeds zedert 1427 met ftads .rechten befchonken, uit welk voorrecht zy ook zomtyds haare afgevaardigden ter Staaten.vergadering plagt te zenden. De Stad legt omtrent even verre van Medenbïik als Alkmaar , en is fraai bebouwd, en met buiten buurten omringd. In deszelfs midden is het marktveld, aan welks zuidzyde het aloud en adelyk fiotder Heeren van deeze plaats gevonden wordt, ryzende temid. den uit eenen vyver,en pronkende met verfcheidene torens. —— 't Aanmerklykfle alhier is een fehoorfteenmantei welke onderfteund wordt door twee pylaaren die» uit de puinhopen van het beroemd  door. NEDERLAND. 383 roemd Kartbago opgedolven en herwaard ge; bragt zyn. Het Raadhuis alhier is een gebouw van deeze eeuw. De kerk is zeer groot en fraai, pronkendé met eenen deftige fpitfen tooren van meer dan hondert vyftig voeten hoopte Het kerkgebouw heeft een kunnïg gewerkte pre'dikftoel,en onder de verfchiüende voornaame graftóttpi bes munt die van wylen Hëer Jan van Scbaagen en deszelfs Gemalin byzonder uit, als zynde van louter toetsfteen. Verders is hier een vischmarkt, weeshu's en waag, als mede een Roomfche kerk. • Het maaken van mesten was hier altoos een voornaam beftaansmiddeL Burghorn. is een kleine polder van wéinig aan* belang. Barfïngerhorn tegens de Zuiderzee gelegen , heeft een groot dorp van dien naam, 't geen in de leng'e gebouwd is. 't Raadhuis is een tamelyk goed gebouw van de voorige eeuw. De kerk is oud, de doopsgezind n hebben hier twee vergaderplaatzen,en zo wel a!s dè hèerfchende gezindheid een weeshuis. Kol  8Ö4 Di JONGE REIZIGER Kolhorn is een dorp en haven aan c'e Zuiderzed alwaar zeer veele ligters die op Texel en de redei van het Vlie vajren te huis hooren. — Dit dorp htefc voor korten tyd door een zwaaren brand deerlyk geleeden. Haringbuizen, dat ten noordén aan Scbaagen legt, heeft een klein dorp voo.zien van eene greote en oude ke k, met een vierkante tooren» . De Nieuwdorper Koggen leggen tusfehen de Zuiderzee, de bannen van E'ort.swr.nde, 'Ü»og* Wöude, Veenhuizen, Huigenswaard, Haringcarfpel en de Schaager Kogge , reen vindt tt Nieuwe Nieuwdorp , in we k ambagt eert dorp vaa dien namn gelegen is, zich (trekkende langs een vaart. *— Hetzelve heeft een kerk en raadhuis. Oude Nieuwdorp Is een eenigzins verfpreid dorp van weinig aanbelang, voorzien met fcéik én tooren, men vindt in deszelfs rabyh.id eui buurt die Zydenskerk ook wel Zydewindgmoem& wordt. Winkel, desze'fs gerichtsban legt tusfehen de Zee en Nieuw Nieuwdorp, in het zelve leggen twee voornaame buurten li inkel tn Lutkewinkel, in de eerfte van welke de kerüftraac, rondsom van geboomte belommert, en met een fpits tooremje Voo?.  door. NEDERLAND. 385 voorzien. Men vindc er een vry goed Raadhuis, dat met een toorentje; pronkt. Geestmetambagt , een gedeel de JONGE REIZIGER lyk Valkkoog legt aan de bannen van Burghorn en Scbaagen, en heefc een klein dorp van geen. het minde aanbelang. St. Maarten dat ten noorden aan Valkkoog paalt, heeft een tamelyk goed dorp, meteen oude' kerk die in 1462 zou gebouwd zyn. Men vindt er ook een Rechthuis. Enigenburg, ten noorden aan het voorig Rechtsgebied geleegen, is klein van omtrek en heeft een evenredig dorp, dat zo men als des- zelfs kerk en tooren eenig aanzien heeft. - . Floris de Vyfde, ftichte hier een flot van dien;naam, 't welk de Westfriezen na zynen dood floopten. De vier Noor derkog^en, deeze zyn de Medenbükker Koggen, Hoogwoudez, Wognummer, en Middel Kogge, derzelver legging is ten noorden aan de Zuiderzee, ten oosten aan Dr echterland, waaraan zy ook ten zuiden paaien, en ten westen fluiten zy aan de' Nieuwdorper Koggen en Geesimer-ambagt. In dezelve vindt men de volgende plaatzen. Abbekerk, een dorp met ftederechten, 't welk met deszelfs ban omring is van Ttvisk, Benningbroek , Sybekarfpel, Opmeer en Lambertfcbaagen, De plaats is. omtrent hondert huizen groot, heeft een  door NEDERLAND. 387 een oude kerk en fpitze tooien. Ook vindt men er een raadhuis. Twisk zo ais wy gezien hebben, met zyneambagtsheerlykheid aan het voorige grenzende, het dorp van dien naam is in de lengte gebouwd, langs een watertje, de kerk en tooren zyn oud. Hier is eene byzondere foort van kristenen, die uit de doopsgezinden is voorrgekcomen. 't Zyn eigenlyk geen kwaakers, maar hucne leerflelzels, en manier van zamenkomst heeft daar mede veel overeenkomst. Midwoude ftoot met deszelfs ban aan Twisk. 't Heeft onderfcheidene buurten, die verflrooid zyn, in een derzelver ftaa: een oude kerk. Latnbertfchaagen tusfehen de zeedyk en Abbekerk, het dorp is van weinig aanzien. Sybekarfpel is een rechtsban ten noordwest van Benningbroek, 't heefc een kerkdorpje van omtrent zeventig huizen. Benningbroek aan het bovengezegde zo wel als aan Midwoude paaiende heefc mede een dorp van omtrent die groote. Opperdoes, welks ban ten noorden tegens de Zuiderzee fluit, is van zeer kleinen omtrek en heeft een dorp van omtrent de hondert huizen, 't Gerecht der vter Koggen, heeft alhier zyne zitting. Bb s Oost-  3B8 de JONGE REIZIGER Oostwoud aan de voorige ban paaiende, heeft een dorp van dien naam, 't welk na gehng deszelfs grootheid in den jaare 1710 veel geleden heeft,alzo er toen dertien huizen door denbrand verteerden. Zwaagdyk beftaut alleen uit twee buurten , die hooge en laage Zwaagdyk genoemd worden. Wognum is een der grootfte rechtsbannen van dit diftricf, paaiende onder anderen aan Syhekar[pel, heeft een taamlyk groot dorp dat al in de elfde eeuw bekend was, doch behalven de oudheid heeft het niets aanmerklyks. Nieuwbokswoude legt aan Wognum, en het dorp in deszelfs nabyheid , de tooren deezer plaats gelykt alleen een klokkenhuis. Bauwen, met deszelfs ban aan Nt'euwhoks» woude geleegen, heeft een dorp dat inde lengte, hoewel eenigzins met tusfchenruimten gebouwd is. Hoogwoude, dat met de vyf volgende dorpen, ieder op zich zelve, den tytel van heerlykheid draagt, is van eene meikelyke uitgeftrektheid, [leggende langs Abbekerk en Op. meer. Het dorp dat in vyf buurten verdeeld is, mag den naam van fraai draagen. Na het om ver waai-  door NEDERLAND. 389 waaien der oude kerk in de voorige eeuw, pronkt het met een nieuwe, die zindelyk gebouwd is, en' een hoogen vierkanten tooren heeft. Willem den II. Graef van Holland, trok in den jaare 12.56 in de nabyheid van deeze plaats heen, toen hy over 't ys willende, daar in viel en verdronk, waardoor zyn volk door de Friefen verflagen wierd. Men wil, zo hec zmimgen vermelden, dat Koning Radboud hier heen getrokken was, om zich te laaten doopen, (Ao. 719) en desweegen vertoont men hier nog de doopvond, die echter gefcho&« den is. Eertswoude is veel kleinder van uitgeftrektheid en het dorp in twee buurten verdeeld, in eene van welke een tooren ftaat. *c Zelve legt aan den zeedyk benoorden Hoogvooude. Opmeer leggende tusfehen Hoogwoudeen Spanbroek. Het dorp is fraai, leggende ter wederzyden langs een waterje de Veekenvaan genoemd. Spanbroek legt ten zuiden van Opmeer, het dorp heeft een fraaie ke*k die aap Bonefacius geheiligd is. Obdam aan Spanbroek grenzende , heeft een dorp Bb 3  Jgo db JONGE REIZIGER dorp dat in de lengte gebouwd, en taamelyk fraai is. Hensbroek legt ten zuiden van Obdam , zynde het dorp mede in de lengte gebouwd, en voorzien van eene ruime kerk. De Wogmeer behoort ten deele onder Op' dam, en ten deele onder Hensbroek, dezelve wierd Ao. 1607 bedykt, en heeft maar weinige huizen. DREGTERLAND. Dregterland is geheel aan de oosthoek van Westvriesland geleegen, wordende grootendeels aan die zyde en aan het zuiden door de Zuiderzee omvat. Men vindt in het zelve verfcheidene met Stederechten befchonkene dorpen, en eenige ambagten. De vyf eerst volgende zyn alzo opene fteedjes, als: Grootebroek, waaronder Bovenkarfpel, Lutjebroek en Hoogkar/pel behooren, begint zyn rechtsgebied van de banne van Enkbuizen, en ftrekt zich westwaard tot aan dat van Westwou- de. De eigenlyke ban van Grootebroek legt ten westen van Bovenkarfpel, en het dorp in de zo-  boor NEDERLAND. 391 zogenoemde Streek tusfehen Enkhuizen en Hoorn, zynde de geheele weg tusfehen die twee fteden beftraat, meerendeels ter wederzyden betimmert, en voor 't overige met boomen beplant, 't geen eene aangt-naame pasfage geeft. Men heeft hier een fraaie kerk, mei een fchoon orgel, de tooren is van den grond tot aan de windwyzer over de twee hondert voet hoog. —7— Men vindt 'er een Raadhuis, Weeshuis, Oudman' nen- en Vrouwen.huis, als mede een Waag. — Ao. 681, 1694 en laatst op den 15 Ju'y 1750 leed deeze plaats telkens zwaar door brand. De laatfte ontftond in het Weeshuis, dat met drie en dertig andere huizen, door de vlam verteerde. De ban van Bovenkarfpel legt tusfehen Enkbuizen en Grootebroek, en is het dorp daarvan alzo de eerfte plaats bewesten gemelde ftad. ——• *t Heeft een goede kerk en eenigzms ongemee- nen tooren. Zuidlyk van het zelve lege een gehucht Broekerhaven genoemd, van waar die van Bovenkarfpel, Grootebroek en andere hunne iandsproduclen over zee vervoeren. Lutjebroek met deszelfs ban ten wasten van Grootebroek geleegen, is alzo het derde dorp van Enkbuizen afgerekend, leggende merendeels aan de ftreek. - ••<• In deszelfs ban legt mede Bb 4 An.  Sp» dï JONGE REIZIGER Andjk, dat eenige gehuchten uitmaakt,als Ua»i gert, Krimpen, Munnikey, Kerkbuurt, Geuzebuurt en Broekoort. Hoogkarfpel de laatfte en westlykfte bannevan de Stede Grootebroek, hec dorp is lang, djch min of meer verttrooid, en verfierd met een goede kerk en tooren. fVestwoude, leggende west waard van Hoog' kar/pel, heeft een dorp van dien naam, meteen klein kerkje, dat zommigen tot den ouderdom van de vierde eeuw brengen, doch zeer onwaarfchynlyk. Hier op volgt de ban van Binnenivyzert, die klein van omtrek is, en een dorp heeft aan de ftree^k dat van geen aanbe? lang is. Oos ter blokker t, omtrent eens zo uitgeftrekt als de voorgenoemde ban, leggende deszelfs dorp meede in de [treek. iVesterblokkert, ten westen het voorige gelegen, is in omtrek iets grooter, doch het dorp van geen groot aanbelang, met een kleine kerk en vierkante tooren. v Hem, de derde ftad in Drecbterland, grenst aan Oosterblokkert, het dorp legt aan de zogenoemde korte ftreek, en de kerk is een oude kruiskerk. Ouder deeze banne behoort * - Ven:  boor NEDERLAND. 393 Venbnizen, welks ban langs de zeedyk loopt, een tamelyk groot dorp heeft, in welks midden de kerk ftaat, ook is alhier het Raadhuis van Hem en Venhuizen. M-7ydenes en Oosterleek maaken de vierde ftad uit, paaiende ten noorden aan Hem, en zo tot aan den Zeedyk ten zuiden. Het dorp van Wydenes is niat zeer groot, maar heeft een tamelyke uitbuurt, de Zuider Uitweg geheeten. De kerk is een weinig landwaard in gebouwd. Leek of Oosterleek is een dorp tegens den zeedyk van geen byzonder aanbelang. Schellinkbout Is de vyfde en laatfte ftad in Dregt er land, leggende ten oosten aan Wydenes. De plaats zelve heeft eene betimmerde uitgeftrektheid vaa omtrent zeshondert roeden , in welks midden de kerk ftaat. Ook is hier een zwaar gebouw de Steenen kamer genoemt, waar aan men groote oudheid toerekent. IVerwerhoof is met deszelfs ban geleegen aan den Noorderdyk niet verre van Medenbïik. Het dorp is als veele in deeze landftreek in de lengte gebouwd. Dampten, dat mede hier omtrent legt, deeze banue heeft geen eigenlyk dorp maar flechts weinige huizen. Bb 5 v De  39+ de JONGE REIZIGER De volgende ambagten en dorpen van Dregteriand, zyn te zaamen bekend onder den naam van de Veenhoop. Zy zyn: Berkhout, tusfehen Urshem en Dampten, in dezelve legt een tamelyk goed dorp, met een vry groote kerk. Groshuizen, ten zuiden van Berkhout geleegen, heeft een zeer verbreid kerkdorp van denzelfden naam, Avenhorn ten noordwesten van de laatstgenoemde ban , is byzonder klein, 't dorp legt tegens de kant van de Beemfter. Scharwoude, niet grooter dan Avenhorn, legt tusfehen de zuider Zeedyk en Groshuizen. Het dorp is aan den Dyk gebouwd, en van geringe waarde. Schardam, ten zuiden van Scbarwoude, mede aan den Zeedyk, 't is klein van omtrek , en heeft eeu daarmede overeenkomftig dorp. Oudendyk paalt tusfehen Groshuizen en Beets, de ban is maar iets meer dan twee honden morgen groot, de kerk van het dorp lege digt aan de Beemfter, men moet alhier in het vaaren met de jaagfehuie van Hoorn, door den daarleggende dam van fchuit veranderen. Beets legt hier ten zuiden, deszelfs uitgeftrekt- heid is omtrent eens zo groot. . Aan den ring-  noos NEDERLAND. 395 ringfloot van de Beemfter legt het dorp, met een goede kruiskerk, voormaals plagt hier veel handel in kaas gedaan te worden. Oostmyzen, is eene kleine en wel de laatfte ban in Dregterland, dezelve heeft geen dorp» maar Hechts vyf of zes huizen. Eer wy van Dregterland afftappen, moeten wy hier nog byvoegen, dat deszelfs grond ongemeen vruchtbaar is, veeitl uit fchoone wei. landen en warmoefenierderyen beftaat, doch daar het morgen hier voorheen van de eerfte wel tot twee en de laatfte tot vier duizend gulden verkogt wierden, hebben de rampen des oorlogs, verval van neering en fcheepvaart, doorbraaken, en daar uit gevolgde zwaare verpondingen , dien prys tot eene beklaaglyke laagte gebragt. —— Ja zelfs liggen zommige landen door de hooge belastingen verlaaten. WA-  jo5 db JONGE REIZIGER WATERLAND. Waterland is geleegen ten noorden aan West' vriesland, ten oosten aan de Zuiderzee,ten zuiden aan de rivier het T, en ten westen aan Kennemer land. De voornaame verdeeling van dit diltridr, beftaat in de Zeevang, waarvan wy de ligging weder gemaklykst uit de dorpen zullen leeren kennen. In het eigenlyk bailluwfchap van Waterland fat legt tegens het T, Purmerland en llpendam midsgaders de hier omftreeks leggende Meïren. Zeevang, de grondgefteldheid van dit oord i3 veenachtig, echter op veele plaatzen vruchtbaar, brengende onder anderen ongemeen lekkere groentens voort. In het zelve vindt men War der, 't welk aan de Zuiderzee en Middelde legt, deeze banne heeft een dorp van dien naam, dat in de lengte gebouwd is, en een iajnelyk goede kerk heeft. Mlddelye en Jxwyk loopt met zyn ban van Edam tot Oostbuizen. Het dorp Middelye genoemd ,  » o © *. NEDERLAND. 397 «oemd, legt geheel in het land en is in eene afgebrokene dubbelde ry huizen gebouwd. Axvoyh is een aanzienlyke buurt, waar men yeel kaas maakt, de Vriefche Doopsgezinden hebben hier een vergaderplaats. Kwadyk legt aan Middelye het dorp plagt eertyds zeer bloeiende te zyn, doch brand en ongelukken der zeevaarenden hebben het gantsch in verval gebragt, De veelheid der Zeevaarenden heeft hier een beurs gemaakt, voor de zulken die. buiten ftaat geraaken van langer te kunnen vaaren. Oosthuizen en Hoohreede, vormen eene aanzienlyke vrye heerlykheid ter eene zyde langs de drie voornoemde bannen , en ter andere langs de Beemfter ftrekltende. Het dorp Oosthuizen, is meestal in"de lengte gebouwd, het fraaifte gedeelte legt aan de Beemfterringflcot, alwaar een fchoone luchtige kruiskerk ftaat,met een zeskant uit het dak ryzend toorentje. ïn een der hoeken van de kerk is de graftombe van Fra». cois van Bredenhof, Vryheer van Oosthuizen ckc. dezelve is prachtig van wit en zwart marmer, zyn beeltenis praalt boven dezelve, door Ballas gehouden. Hier is ook een aanzienlyk Raadhuis, een gevangenis, waag en wachthuis. De  393 de JONGE REIZIGER De buitenlandfche handel in kaas wordt hier fterk gedreeven. Eoobreede dat ten zuiden van Oosthuizen legt, M een klein dorpje, doch heeft echter een kerk. Etershem is eene vrye heerlykheid tusfehen Oosthuizen en de Zuiderzee, het dorp is zeer gering. De Zuidpolder is eene bedyking van weinig waarde. Vottendam, dat tegens den zeedyk legt,heeft een vry lange haven van Paalwerk, men vindt hier eene menigte zogenoemde Botters, (vischfchuiten) geneerende zich de meeste ingezeetenen met visfehen op de Zuiderzee. Er is een klein kerkje met een fpits toorentje. Kafwoude is een ban tusfehen de Steden Edam en Monnikkendam, zy heeft alleen een getal van by de veertig huizen. 't Bailluwfchap van Waterland Riekt zich langs Oostzaanen, Purmerland, Katwoude, de Gouwzee en het T. Het bevat zes Rechtsbannen, die wy hier laaten volgen, als: Kansdorp, by de zeelieden Raarop, leggende langs de Zuiderzee en het T. Het Hoofddorp veert den naam na de banne, 't zelve legt landwaard  r> o o r NEDERLAND. 399 waard in op een vcrmaoklyke wyze in *t geboomte. De tooren die van boven plat is, heeft zulk een ongemeene dikte, dat de kerk met dezelve van gelyke dikte is. In de tooren is een gat met drie deuren, een van koper, een van yzer en een van hout, alwaar men in een kist de handvesten „van Waterland bewaart. Het dorp heeft een aanzienlyk Raadhuis. Het weiden van koeijen, waar van de melk meest in Amfterdamves* kogt wordt, is hier de hoofdzaak. . Voormaals was het veel bloeiender, zo dat hier veelebuitenvaarders woonden, men deed er iaken en ziiverfmidswinkels, ook was er een brouwery, doch dit alles, is thans te niet. . Onder Kansdorp behooren de twee volgende dorpen. * Burgerdam aan het T, op de hoek by de vermaarde droogte het Pampus genoemd, wy hebben yan 't zelve in het werk gefproken. Hely floot is een dorp van weinig aanzien,alleen merkwaardig om dat de kooplieden van Amflerdam, dikwerf hunne fcheepen voor deeze plaats laaten losfen, 't is daar door bv de zeevaarenden bekend onder den naam van de Holle Sloot. Zuiderwoude is de tweede ban in 't Bailluwfchap van Waterland, paaiende mede aan de Zuiderzee. Het dorp van dien naam, legt om-  40o i>E JONGE REIZIGER omtrent een uur van Monnikkendam landwaard in, en beftaat voornaamlyk uit het maaken van boter en kaas. Onder deeze banne behoort. Uitdam of Tdam, 't zelve plagt een haven te hebben, docb deeze door de paalworm vernield zynde, is hier door het getal der waterfcheepen, die de groote fcheepen over Pampus boegfeeren, of liever zeilende fleepen, zeer afgenomen, 't Heeft een kleine kerk. Landsmeer, welks ban ook gedeelelyk aan het T paalt heeft twee dorpen, 't eerfte van naam als de banne, legt een half uur van Buikfloot, landwaard in, en heefteen tamelyke uilgeftrektheid, de kerk is nog niet zeer oud. ——• Men leeft er in 't algemeen van den Landbouw, en 'c visfehen in de binnen wateren. Watergang is een klein kerkdorp by eenigen een gehucht genoamd. Sunderdorp de vierde hoofdban in Waterlands Bailluwfchap, legt tusfehen Broek en het T. Het hoofddorp is wedar in naam ge. lyk aan de banne, 't legt omtrent een half uur van Ransdorp, 't heeft een fraaie tooren en kerk, is eenigermaate verftrooid van huizen. De  door NEDERLAND. 401 De kerk brande in 't begin deezer eeuw byna geheel af, doch wierd herbouwd, het voornaamfte beftaansmiddel is hej melktappen in Am[lerdam. * Nieuivendam aan het Y geleegen, tusfehen Buik/looi en Schellingwou, is by ons reed3 vermeld. * Broek is de vyf de hoofdban van dit diftricT:, dezelve pa?lt onder anderen aan de Stads vryheid van Monnikendam. Het dorp van dien naam meeval Broek in Waterland genoemd, is misfchien hec beroemdfte van geheel Noordbolland ,1 wy hebban er in het werk zelve van gefproken. Schellingwoude aan het Y paaiende is de zesde hoofdbanne en dus de laatfte van het meergenoemde bailluwfchap. Het dorp legt tusfehen Nieuwendam en Durgerdam aan den Ydyk in de lengte gebouwd, en dus zeer vermaakelyk over de rivier ziende,er is een klein nog nieuwachtig kerkje. Landbouw is hier de voor¬ naamfte bezigheid. * Buik floot, waar van mede gefproken is behoort ook onder deeze banne. Verder vindt men in dit bailluwfchap verfebeidene drooggemaakte Meiren,%b de voornaamlyk de Buikflooter, Broeker en Beilemermeer. III. Deel, q c Pur  4ö2 dr JONGE REIZIGER Purmerland en llpendam gaven wy als de derde verdeeling van geheel Waterland op, deeze vrye heerlykheid legt tusfehen hec rechtsgebied van Purmerland, Landsmeer en Oostzaanen. 't Zelve bevat twee dorpen, beiden genoemd na de Banne, als: Purmerland, waar van de huizen langs eene vaart ftaan, de kerk is een half kruisgebouw, met een hogen toren, waarvan de top door een vrceslyk onweder afgefhagen wierd, hier is ook een rechthuis. llpendam aan de trekvaart van Buikfloot op Purmerend is kleinder dan het voorige derp, 't heelt een kerk en tooren als mede een raadhuis. De groote Waterlandfehe Meiren, maakende vierde hoofdverdeeling van Waterland uit. ■ Zy zyn drie in getal: De Beemfter, die tusfehen de Purmcrender en Oostbuizer Ban ten oosteu en ten westen tusfehen het Schermereiland legt, was in den jaare ïóift volkomen bedykc. Men vierc hier dat. cydttip jaarlyks op den 30 Jnly, wanneer het Beemfter kermis is. De manier van kaveling en doorfnyding in deeze Meir is zeer net eu fraai alles in den haak aangelegd, er is in dengeheele Meir maar een kerkdorp, waarven wy gefproken hebben. De  door NEDERLAND. 403 De Purmer legt tusfehen Edam , Monnikendam en Purmerende, In 1622 was de bedyking in orde voltooid. Het zogenoemde Hof van 11pendam legt zeer vermaaklyk in deze Meir en is een aanzienlyk Heerènhuis niet verre van llpendam. De Wormer of Wyde Wormer legt tuslchen de bannen van Purmerende, Purr.ierland, Oostzaanen en Wormer. Zy wierd in den jaare 1626 gekaveld, 't geen al vroeger gefchied zou heb., ben, indien geen inbreuk de nieuw drooggemaakte Meir weder onder water gezet hadde. Cc a KOR-  KORTE INHOUD. der BRIEVEN van de drie EERSTE DEEL EN. van den JONGE REIZIGER door NEDERLAND. EERSTE DEELS EERSTE STUK. I. Brief. Uit Amfterdam aan Karei. Inleiding. Komt te Velzen. Ontmoeting aldaar. Andere ontmoeting in 't zvandelen na de Sandpoort met een Bloemendaler Boer. Spaarendam. Soldaten die van guarnijoen veranderen. Vindt kennis te half voeg Haarlem. Gezelfchap in de fchuit op Amfterdam. Aankomst aldaar. . . Bladz. i. n.  INHOUD. II. Brief. Uit Amfterdam aan denzelven. Zyne ontvangst door Belle aan V huis van Peterfen. Befchryfi zyn logeerkamer, en 7 gezicht van daar over 'f T. De ISieuwe/ladiherberg aan het T. Deszelfs vermaaklykheid, en aangenaam gezelfchap al daar. Wandeling na Schoonzicht. Gefprek over de oudheid der Stad. Losheid van den grond"t Boschje aan de Muiderpoort. De Poort zelve. De Plantage. Wandelt door de Stad. Heerlyk gezicht op de Amftcljluis, Woeligheid alom Gaat op de groote zaal van V Stadhuis, en na. het torentje. Het gezicht aldaar befchreeven. De Fier/chaar." Den Dam. De Beurs. Tour met de koets langs de buiten cingel. Vertoning van \K omeo en Julia, Oordeel daar over. De Schouwburg. Gedachten over de Opera's in V Algemeen. * Bladz. 10 III. Brief. Uit Amfterdam aan denzelven. De Haarlemmerpoort. De Leidfchepoort. Zaagmolenspoort. Raampoort. Weesper en Utrechtfchepoort: Weteringspoort. Sluiting van de Stad langs 'dén Tkant. De Festingw•erken. Kruidmagrzynen. Tour na Buikfioot en JSlieuvcendam. Bejchryving Cc 3 dier  INHOUD. dier Dorpen. Uitmuntend gezicht van daar. Gefprek wet de ISieuwendammer Schipper. De Overtoomfcbe Weg. De Wetering. Ontmoet eene jonge Juffer Charlotte genoemd aan V huis van Peurfvii. . . • bladz. H IV. Brief. Uit Am fier dam aan denzelven. De Bloemmarkt. Munt. Munttooren. Botermarkt. Oudmannenhuis. Ontmoeting met Charlotte' Wordt terwyl hy fchryft door Belle verrascbt. De Dicmermeer. Charlotte's aanmerking aan de Diemerhrug. Anecdcte aldaar voorgevallen in 1787. De Caasop. Het Gyn. Abcou. Het gezelfchap aldaar. V Kafteel van Abcon. Zotte handelvoys van ouders met een jongen van elf jaaren. Aanmerkingen daarover in het na huis ryden. De Hortus Medicus. Zeeburg. Vischlust. Dim n. Gezicht over de Zuiderzee. De Po'celeinfahicq aan den Amftel. Vermaaklykheid van de Steenen brug aan den Amftel. Gewoel aan de Becrebyt . • • 31 V. Br 1 e f. Uit Amfterdam aan denzelven. Wandeling door de  INHOUD. de Duivelshoek, Ridder en Jonkerfiraat en > Franfche Pad. Tooneel van brand in de Duhehhoek Maakt kennis tnet een jong Heer. Weeklyks kransje. Gefprek over da oudheid en andere zaaken de flad aangaande Befchryving van het liefhebbers tooneel Utile et Amufant. Stadlander. Gefprek over den ftaat des tooneels. 't Vermasten van een Fluit door de Kraan. Schreierstooren. V Zeerecht. Haringpakkerstooren. Kleine Viscb ■ markt. Felix Meritis. Nomiddag party by Charlotte op den binnen Amftel. \ Postcomptoir. bladz. 46. VI. BRIEF. Uit Amfterdam aan denzelven. Mozes en Aaronskerk. Aanmerking. Middagparty by Vry. mond. Gaan het Stadhuis bezichtigen. Groote Zaal. Bnrgemeeeterskamer. Burgemeestersver. trek. Thefaurie. Scheepenskamer. Raadkamer. Juftitiekamer. Konstkamer. Krygsraadskamsr. "t Afleggen van den Eed aldaar. Wapenkamer. Gaan by Hoogaart foupeeren. Bezoeken de fpeelhvizen. Bejcbryving daarvan. Befluit om na den Scbotnvhurg te gaan, en Anecdote van Ga« brielii. . . . • bladz. 60. Cc 4 yïL  INHOUD. Vit BRIEF. Vit Amfterdam aan denzehen. Bericht over het fpeelen van Hypermnestra. t Onbefuisd ap. plaudijceren. V Datijen en de Pantomime, 't Naplukje. Vifue van Charlotte aan Btlb. Amflelkerk. Zuiderketk. Nieuwekerk. Tombe van c!e Ruit.r, Jan van Galen en David Sweers. Gedenkteken voor Vondel. Aanmerking by deeze ge. hge.iheid. De. Westêrkètk. Noorderkerk. Zeilen met eer. Jacht tot over Pampus. Durgerdam. Gefprek over de Godsbuizen. Aalmoesnier sweeshuls. 't Burgenveesbuis. Versje van Vondel 3 0 r de Jongens ingang. Andere liefdadige Sticlu tingen. Gefprek met Fredrikllad over het 'tooneel en de Dichtkunst. Krygt bezoek van Kareis broeder. . . , bladz. 74, VIII. BRIEF. Uit Amfterdam aan denzelven. Gaat na Zaanda iv. Schets van een Gefprek in overvaren op de Schuit. Befchryving van Zaandam. Dryven in 't terugkeeren een Pregat voor de boeg. Gaan op gezelfchap by den Plèer Ouwerkerc. Bericht van den Aart tan dit kransje. Tv.ee.koereis voorden by nacht opgebragt, , . bladz. 90.  INHOUD. IX. BRIEF. Uit Amfterdam aan denzelven. 't Cabine! van den Heer Goudftroom. Viervoetige dieren. Vogels, hilandfche Capellen. Buitenlandfche Vogels. De Manege. '/ Pesthuis. Fabricquen en Warmoesnierderyen aan den Weg na Slooten. Ge. zicht buiten dat Dorp over de Haar lemmer meir. Ryden door Osdorp na Halfweg Haarlem. Aartige verrasfcbing by hunne nadering. Keeren terug over Sioterdyk, Het dorp. Buitenland daarvoor leggende. Avondgezicht over dit gedeelte van het T. Nieuwe ontwerpen tot Vermaak. De Oudskerk. Tombe van Jacub van Heemkerk, Van der Hulst, Van d.r Zaan, Ifaak Zweerts, Cornelis Jansz. de Haan, Wirtz en Graffohrift voor den Kunstfchilder lange Pi.r. 'f Famiellie» graf van den Heer vau Zuidpolsbroek. Gofprek ever de genoemde Pielden. Gefchut uit de baai van Gibralter opgeviicht, 't welk wonderlyk gefmolten was. Lutherfche nieuwe Kerk. Ontmoet Kaptein Vlieger in de Nieuwe Stads Herberg. Anecdote over Woeker. Vechtparty op de Tbrug en aartige uitdrukking over de oorzaak.« bladz. 105, Cc 5 X.  INHOUD. X. BRIEF. Uit Amfterdam aan denzelven. 's Lands Ma. gazyn. De Werf. Bezichtigen een Oorlog fchip en de Hulk. De Lynhaanen. Tour na Amftelveer. De weg derwaard. Het Dorp. Begraafplaats van Johan van Broekhuizen. Minnedicht' jes uit zyne Werken aangehaald. Korte vergely. hing tusfehen Broekhuizen en Hooft. Ouwerkerk. Aangenaamheid van de plaats, 't Reigerhosch. Menigte Lustplaatzen alhier. Weina. Kerkhof der Jooden te Ouwer kerk. Mislukt oogmerk om het Atheneum te bezichtigen. Portugeefche en Hoogduitfcbe Jooden Kerk. Fredrikftads bericht over het Atheneum en de Bibliotheek. Bustes van Cezar en Cicero. Keper en plaat van Palmyra en rei van af beeldzeis van veele zo beroemde Staatsmannen als Dichters. . bladz. 125. XI. BRIEF. Uit Amfterdam aan denzelven. Gaan navaarden. Gefprek tusfehen Ferdinand en Fredrikfïad. Weg na Muiden niet zeer vermaaklyk. De Stad van geen aanbelang. Schoone Sluis. Haven. Sleepheliing met Paarden. V Slot te Muiden. Keulenaars, Muiderzand, Buitengoed van den Bar.  INHOUD., Burgemeester Henrik Hooft Danielsz. Korte eloge. Muiderberg. Zeldzame echo op een Buitenplaats. Wandeling langs het Strand. Stoeiparty. De weg op Naarden akelig. Schoone vesting. Kaarden zelf.een vervallen Stad. Slecht middagmaal. Weesp een tamelyk wel verfterkt Stadje. Zindelyk bebouwd. Heeft een fchoon Stadhuis. Charlotte fpot met de ingefpannenheid van Ferdinand omtrend de vesting van Naarden, doeh hy beantwoord haar op een dubbelzinnige manier. Ryd na Amfterdam terug. . bladz. 140. E E  ï ■ N H O U D. EERSTE DEELS TWEEDE STUK. I. BRIEF. Uit Haarlem aan Karei. Ferdinand durf zyn gezèlfchap niet wekken om den dageraad te zien aankomen. Extemporé. 't Voorgevallene tusfehen Amfterdam en Haarlem. Aankomst op de laat/Is plaats. V Huis van den Heer Hope. Aanmerking daaromtrent. Wandeling na Heemftede. De Vuurmachiene aldaar. Ryden terug na Haarlem. Wandeling in den Hout, en Verklaaring van zy ne liefde aan Charlotte. Morgen ftond en dejeuné. Wandeling weder in den Hout. Gefprek onder die wandeling over Haarlem. Het Spaaren. De groote Markt, Huis van Laurens Koster. Uitvinding der Drukkonst. Korte gefebiedenis van Haarlem, 't Stadhuis. De groote Kerk. De Waag en Vischmaakt , bladz. 151. II  I N H o u a II. li R I. E F. Uit dezelve Stad aan Karei. Namiddagtour na Övcrveen, Kraantje Lek en Bloemendaal. Befchryving daarvan en wandeling. Ontmoeting van den Boer in het eerfte Stukje Brief h gemeld. Verfchrïklyken trek uit de gefchiedenis van Haarlem. Kerken en liefdadige geftichten aldaar. Byzondere gewoonte ten.opzichte van Kraanhuizen. Liet Mujceum van Taylor. Ver-gadarplaats van de Rjaatfchappy der IVetenfchappèn. Cabtnet van .de Maatfcbappy. Namiddag bezoek by een Vriend. Lief hebbery Tooneel. -Slot van deezen Brief . . . bladz. 169. III. BRIEF. Uit Amfterdam aan Karei. Bezoek van Charlotte. Gaat met Hooghart na V Oude Vrouwenbuis. Armoede onder de Jooden. *t Collegium Medicum. 't Groot Werkhuis. Voorafgaande aanmerking over 't Kweekfchool ter Zeevaart. 184. IV, BRIEF. Befchryving van liet Kweekfchoól en verdere aanmerkingen daaromtrent. Uitflag eener rête è !ête met Charlotte. Affcheid van zyne Vrienden in  INHOUD. i in Amfteldam en Vertrek na Leyden. bladz. 195- V. B R I E F. Uit Leiden aan Charlotte. Aankomst aldaar over de Haarlemmer Meir. Val van een der Reisgenoten op het Schip. Gefchiedenis van dien man en zyne vrouw. Wandeling langs de huiiencingel en door de Stad. Be Burgt. Gefprek met eenige Heeren en (lot ran deezen brief . 20^. VI. BRIEF. Uit Leiden aan Karei. Aanmerkingen ever de Hiflorie van den Burg. Leidens ouderdom verkoren door 't inflorten der St. Pieters tooren. Naamscirfprong van Leiden. Befchryving van de Stad enz 213. VII. BRIE F. Vit Leiden aan Pererfen. Aangenaame morgen in den Burg. Gefchiedverhaal omtrent de ftad. Ontzet van Leiden Ao. 1574. Oprichting der Acamie Ao. 1576. . ... Vlij.  INHOUD. VIII. BRIEF. Uit Leiden aan Fredrikfïad. Inleiding. Uitvoeriger Verbaal van het gehouden gefprek met eenige Heeren in den Burg Brief V aangehaald, hopende over de Dichtkunde en Dichtkundige Genoot, fchappen. . • • a24* IX. BRIE F. ' Uit Leiden aan Charlotte. De Hooglandfhhe' Kerk. Lutherfche Kerk. Marikerk. Walekerk. St. Pietenkerk. V Stadhuis. Ryd te Paard na Foorhout en Sasfenbelm. 't Huis te Tellingen. War. monderhek en Warmond. Komt te Leiden terug. . . • 235. X. BRIEF. Uit Leiden aan Fredrikfïad. Wandeling langs de Buitencingel en na Leierdorp. De Academie. Hortus Medicus. Zeldzaamheden aldaar. Chemisch Laboratorium. Wetten voor het intreeden der Academietuin. De Anatomie. Zeldzaamheden aldaar en Anatomifche Werktuigen. Recht der Academie tot bet bekomen van Cadavers. De Bibliotheek. Kunstzaal van het Genoodfcbap Knnst •wordt door Arbeid verkreegen. Snyders tafel van Jan van Leiden. Manege. Doelen. Waag en Boter-  INHOUD. terhuis. De hlaauwe Steen. Huis ten kenmerk der Vest. 't Verhandelde in een tuin aan den lijn. 't Katharynen Klooster* Mennoniten, Remonflranten en Roomschgezinden Vergaderplaatzen. Cicilia Gasthuis. yt Pesthuis. Gefprek over de Dichtkunst. Slot. . .... £53. XI. B R I E F. Uit Leiden aan Charlotte. Aanhaaling van een Graffchriftje uit Feith. Verval van Leiden. Befluit om na den Leidjchendam te gaan, en voorneemen om terug te komen. . . 273. EER-  INHOUD. EERSTE DEELS DERDE STUK. I. Brief. Ui, 'sGravenhage aan Charlotte. Tourtje na den Leidfchen Dam, en bezoek aan den Heer Viftor". Leert de Heer Goudwaard kennen. De Vaart van Leiden na den Dam, Ontmoeting in de Jaag' fchuit. Vertrekt van Leyden over Oestgeest en Rynsburg. Befchryving dier Plaatzen. De Abdy aldaar. Befchryving van de inftelling der Collegianun. Modritz en de Maurier, ontmoetende Gebroeders van der Kodde. Noordwyk binnen. Noordwyk op Zee. Katwyk op Zee. Katwyk binnen. Wasfenaar en komt in 's Hage. • . bladz. 278. II. Brief. | Uit 'sGravenhage aan Peteriën. Befchryving van Oesrgeest, Rynsburg. Noordwyk binnen en buiten. *t Huis te Britten. Uitloop van den Ryn III. Deel. D4 in  INHOUD* in Zee. Katwyk buiten en linnen. *t Garnatt vangen. Wasfenaar. De tooren van Kalla. Vtr~ fcheidene-lustplaatzen in deszelfs omtrek* bl. 291 III. BRIEF. Uit 'sGravenhage aan Charlotte. Wandeling door den Haag. 't Foorhout. Vyverberg. De Gevangen Poort: 't Buitenhof. De Parade. Üf Huis van Conftantyn Huigens. Deszelfs aanJpraak aan de Zon. Groote Markt, Waag, Boter huis, Vtschmarkt, Groenmarkt, Groote Kerk en Stadhuis. ... bl. 301. IV. BRIEF. Uit '* Gravenhage aan Belle. Namiddag tour te Paard na Scheveningen. De Scheveningfcbe Weg door. Huigens ontworpen. Deszelfs bekosting. Zorgvliet. Scheveningen. Gefprek met een Visfcher. Voorval met een Pisfcher en zyn Meisje. Aanmerkingen daarover. Ontmoeting van een gezelfchap in de Herberg. Jufvrouw Welmond. bl. 309. V. BRIEF.  INHOUD. V. BRIEF. Vit *j Gravenhage aan Peterfen. Bekoorlyk* beid van V Gravenhage. Oudheid. Gefchiedenis. bl. 318» VI. BRIEF. Vit 'sGravenhage aan Charlotte. *t Huis van Prins Maurits , waarin de Vertrekken van '< Dichtlievend Genootschap Kunst liefde fpaart geen Vlyt. Verder gebruik van dit Gebouw. Het Hof van Holland, door Koning Willem de II. gefticht. De Raadkamer. Vergaderkamer van Hunne Hong Mogende. De Treveskamer. Schilder yen van Holbeen. Vergaderkamer van Holland bl. 324. VII. BRIEF. VU 'sGravenhage aan Fredrikfïad. Vifite aan Corver. Zyn voorigen (land en tegenswoordigen. Voor/lag om hem te helpen in de manier van Garrick met den Diretleur Fisker. Gefprek met Cot* ver over 't Amfterdamsch tooneel, en onderfcbeide91e Aileurs en Aclrices, als Pasfé, Bingli, Sarder, de Jufvrouwen Wattier, Sardet, van Til, Keetje Bouhon en andere. Aanmerking wat het Tooneel is. Werenfelds en Hicht. Concept tot een Prys. D d a vraag\  inhoud; vraag. Vraag wat is verdienften? en Redenering daarover . . . bl. 332. viii. brief. Uit 'sGraveuhage aan Pererfen. Over verfchei* dene hooge Collegien. De Heeren Staaten Generaal. V Collegie van Hun Ed. Groot Mogende de Heeren Staaten van Holland. Gecommitteerde Raaden. Raad van Staaten, enz. Bezoek van een Dorp Bredicant aan den Heer Goudwaard. Belagcblyk figuur van denzelven. Zyn voor/lag omtrent Jufvrouw Welmond. . bl. 341. ix. brief. Uit "sGravenhage aan Karei. Regeering van den Haag, Bailluw, Burgemeefteren, Scheepens en Vroedschappen, 't Ammunitiebuis. Gejchutbuis. Klooster kerk. St. Jacobs kerk Tombe van den Lieutenant Admiraal Wasfenaar Obdam. Die van Gerard van Asfendelfc. De Franfcbe Kerk. De Nieuwe Kerk, Engelfche en Hoog. duitjcbe kerk. Remonftranten kerk. Rcomfche kerken, en Portugeefcbe Jooden kerk. bl. 349. x. Brief. l/it 'sGravenhage aan Fredrikfïad. Tour'te paard  INHOUD. paard door V Haagfcbe Boscb. Bericht over d Meiboomen en derzelver Figuur. Geleerde Mantien alhier geboren'. Corftan yn en Christiaan Huigens. Justus Velfius. Wilhelmus Gnapens of Fallonius. Janus Secundus. Van Swinden. Weg na Ryswyk. hoornbrug. Het Dorp Ryswyk. Behidere. Zonderlinge loffpraak van Van der Does over dit Dorp. . . bl. 358. Befchryving der Zinnebeelden en Byfcbriften van de Meiboomen in 'sGravenhage bl. 365.. XI. BRIEF. Uit 'sGravenhage aan Charlotte. Belaglyk geval met zekeren Burgemeester Fabricius aan bet huis van den Heer Goudwaard. 't Huis te Ryswyk wordt gefloopt. Aanmerkingen by die gelegenheid. De Environs van Ryszvyk. De Heer Viclor en zyne Vrouw koomen by den Heer GoudWaard. Vriendlyke verwelkoming, &c. bl. 370. XII. BRIEF. * Uit V Gravenhage aan Fredrikfïad. V Kabinet van den Prins. Sicletten van Viervoetige dieren en vogels. Kunstwerken in ivoor &c. Apen van allerlei foort, enz. Berkemeyer van Brederode? Dd 3 enzs  inhoud. enz. Magneet die honderd pond draagt. Capetten en Infetlen. Coraalen. Mineraalen. Hoorens en Schulpen. Viervoetige dieren. Mummis Misgehoortms* Slangen, enz. In en Uitlandfche Vogels, enz. enz. enz, * . • bl. 379. XIII. BRIEF. Uit 's Gravenhage aan Elize. v Kabinet Schilderyen van den Stadhouder. Eén Badzeba van Rembrand. Eden van Breugel en Rubbens, de andere voornaame Meesters zyn , van Mieris, Wouwerman, Mda de Vois, Potter, Douw, Gratta. Van Os, Van Brusfel, Wenik, Vernet, Vcrlieeg, Schalkeus enz. • bl. 388. XIV. BRIEF. Uit ''sGravenhage aan Belle. "tOude Hof. Marfcbalks eetzaal. Vorstlyhe eetzaal. Danszaal. Kabinetje van Pleisterbeelden en Bustes enz. Kleine geproporiionnetrde Oorlogfcheepen , een van den Admiraal Schryver en een van een Bakker in Friesland. Geval omtrent dit laatfte. De groene Gallery. . bl. 3q6* s XV.  INHOUD. XV. BRIEF. Uit "s Gravenhage aan Charlotte, *t Huis in V Bosch. Cbineesch Vertrek. De Audiëntie Zaal. Famillie kamer. 'Kabinetje.'Eetzaal. Antichambre van de Princes. Kleedkamer. De Oranje Zaal. .... bl.405. XVI. BRIEF. Uit 'sGravenhage aan Charlotte. Ongemeensftilte onder V Gezelfchap by den Heer Goudwaard. Vertrek van Viélor en zyne Vrouw. Voorburg. Bibliotheek, Tekeningen en Prentwerk van den Heer Goudwaard. Wandeling ma van der Does. Jiunflig pourtraiteeren met de fcbaar door zekeren Tesfier. De Franfche Schouwburg. Een flecht ge> houw, zo van buiten als binnen. Goede Aiïeurs en Aiïrices. Versje in het Album van den Heer^ Goudwaard. bl- 4*5< Dd 4 twee;  INHOUD» * TWEEDE DEELS EERSTE STUK, I. B R I E F. Uit Delft aan Charlotte. Aankomst te Delft. Locsduinen, deszelfs aangenaame ligging. Geval van de Gravin van Hennenberg. Olkenburg, lustplaats van de Ridder Westerbaan'. Ter Heide kerk. Gefprek met een oude Vrouw. Monfler, oudheid, de Kerk, Tombe van Pieterfun, Schoolmeester. V Gravefande. De Verblyfplaats der Graaven, Kerk en Tooren. Marktveld. In den omtrek wordt uitmuntende Tarwge'o-.avd. Naaldivyk. Kerk en Tooren. Oudmannenhuis, Mzttinus Dorpius , Pieter van Naaldwyk. Tombe van den Baron 'de Smettau. Höndsholleradyk. Befchryving van een Schildery door een Mof. En. deldyk. Watering. Lekkere Meede, welke aldaar gemaakt wordt. 't Hof te Wateringen. » Bladz. 3, II. BRIEF. Uit Delft aan Peterfen. Rang tan Delft on- '. ■ • der  I N H O U D. der de Hoïïandfche Steden. Wandeling cm de Stad, en door dezelve. Groote Markt. Beate Markt. Vhchmarkt, Vleeshal, enz. Naams, oorfprong van Delft. Oudheid. Verdere Hiftorje. 't Springen van t Kruid Magazyn. Handel van Delft. De Doelenfchieten na den Gans aldaar. Zeldzaam uit der Confrérie bl. 1 Bm III. B R I E F» Uit Delft aan Fredrikfïad. Vermaarde MenHen. Frédrik Hendrik, Christiaan van Adrichefh, Diik Graswinkel, Gerard van Loon, Antonie vsn Leeuwenhoek, Hugo de Groot. Schilders. Van der Venne, tekenaar der Planten van QzxsZinnebeelden. • bi. 32. ^ •-■ ■ . . IV. B R t E F. Uit Delft aart Charlotte. "Oüdekerk en tooren, zeldzaame bouwing der tooren. Tombe van Piet Hein. Elizabeth.{Morgaüs. Q Manen Harpensz Tromp. Antony van Leeuwenhoek, 't Prinfen* hof. 1 Landshuis van Delfland. Liefde van een Ooijevaar jegens zyn jongen, 't Stadhuis. Nieuwe kerk. Tombe van Willem 'de I. die'van Hu«? go de Groot. Infcriptie van Burman door den Canfius onder de Wyngaart vertaald, bl. 35. Dd 5 y.  INHOUD. V. Brief. Uit Delft aan Fredrikftad. Ontmoeting van eenen Heer Zwarteveld. V Graf van Poot niet te vinden. Gefprek over dien Dichter , als meede over t Genootfchap Studium Scientiarum GenitrIx- • - . bL 47. VI. BRIEF. Uit Delft aan Peterfen. Het Oorlogsmagazyn van Holland. Artillery Magazyn. Generaliteits Magazyn. Kruidmagazyn. Huis van de OostIndi/che Compagnie. Deszelfs Pakhuis. De Waag en "t Boter buis en Hal. Anatomie en Hor-" tus. Hoogvliet vers op de Sendbrkven van Leeuwenhoek. Waale Kerk. Graf van don Emmanuel. Gasthuiskerk. Lutherfchekerk. Roomfchekerken. Andere liefdadige gebouwen. Regeering. . - bl 53, VIU BRIEF. Uit Delft aan Charlotte. Byfchriften op de Afbeeldingen van Charlotte, Belle en Elize. Zyn oogmerk om van Delft te vertrekken. bl. 6o. VIII.  I N H O U D. VIII. BRIEF. Uit Delft aan Charlotte. Ongejleldheid van Ferdinand. Zyn Dicht/luk aan Charlotte. Wordt verrascht door de komst van Victor en zyne Betje» en bejluit daar door veroorzaakt. bl. 6$. IX. B R I E F. Uit Maasland(luis aan Charlotte. Vindt den Beer Goudwaard alhier. Tour na Delfshaven, zyn reisgezeljchap derwaard, en terug. Reist na Maasland/luis over Schiedam , Vlaardingen en Maasland. Begraafnisparty aldaar. Gedachten van iemand na het overlyden zyns Vaders. .Viétor en zyne Vrouw keeren na huis. . bl. j6. X. BRIEF. Uit Maasland/luis aan Peterfen. Gefchiedkundige trekken met opzicht tot Over/chie en Schiedam. Aanhaling uit Langendyk. Dapperheid der Scbielandfche Vrouwen. Het beroerd Schiedam. Comedie in de Werken van Alkemade. Oudheid, van Vlaardingen. Hiflor ie. Aanhaaling uit Casparus Wachtendorp, Verdere Gefchiedenisvan Vlaardingen. • . bl. QS± XI.  INHOUD. XI. BRIEF. Uit Maasland/luis aan Fredrikfïad. Befchryving van Delfsbaven. Gezicht over de Maas. Befchryving van Schiedam. Aanhaling van eenige regels uit C. Huigens. Befchryving van Vlaardingen. Landsdouw van deezen omtrek. Befchryving van Maaslandüuis. . bl. 97. XII. BRIEF. Uit Hellevoetfluis aan Peterfen. Hiflorie van Maasland. Fan Maaslandüuis. >t Eiland Rozenburg. Hiflorie van den Briel. Landsgefteldheid tusfehen den Briel en Hellevoetfluis. JSieuwenhoorn. Hellevoet linnen. Burgt van Oostvoorn. Tzeren /laveren aldaar roesten niet. Kor+ te opgaaf van Hellevoetfluis. . bl. 106 XIII. BRIEF. Uit Hellevoetfluis aan Fredrikfïad. Aankomst van een Paquetboot uit Harwitz. Afbeelding van Ml. Garrick. Rokanje Dorp. Natuurlyke zeldzaamheid van verfleend riet aldaar. Befchryving van den Briel. Haven. Grachten. Straaten en W*Uen. Kaap. Raadhuis. Groote Kerk. Graf. kei-  INHOUD. helders. Tombe van den Admiraal Philips van Almonde. Die van den Huize van Leiden. Andere Kerken. Handel. M. H. Tromp, Witte Kornelisz. de Witte, Engel Merula. Brielfche Lootzen. Omflag tot verkrygen van een Wagen. Aangenaam Vertrek in de Herberg te Hellevoetfait' . . . bl. iio*, XIV. BRIEF. %Uit Hellevoetfluis aan Charlo;te. Oogmerk om na Goedereede te zeilen. Overtocht van MaasIqndjluis herwaard. Gefprek met den Heer Goudwaard over de Landedouvo. Over de liefde. Wordt door florm belet te vertrekken. bl. 124' XV. BRIEF. Uit Hellevoetfluis aan Fredrikilad, Befchryving van het Fort. Was eerst een gehucht. Gelykt in gedaante van een Bot. Haven. Hoofdivacht. V Lands Magazyn. Brug. Werf. Dok. Gcfchutplaats. Admiraiiteits Magazyn. Kerk. Barakken; Scheepen, toen in en buiten de haven leggende. Verdere Befchryving van de voornoemde Gebouwen en het Dok. Spoedige wooglykbeid om een Schip van 36 /lukken te equipeeren. Gast en Pesthuis. Gezicht in bet terug keeren. . bl. 130. TWEE-  Inhoud. TWEEDE DEELS TWEEDE STUK, I. BRIEF. Vil Hellevoetfluis aan Charlotte. Ontmoet eetien beer Waalwyk, vertrekt met denzelven in een Kopjacht na Goeder ede. Overtocht derwaard. Ry. den het Eiland rond. Gfondsgefteldheid. Heldenmoed der Goereefche Vrouwen. Stadhuis en kerk.Fondamenten van een groote Stad, die geheel onbekend in de Gefcbiedenis was. Vertrekken van daar na Sommelsdyk. Bezichtigen het Eiland Overflakkee , en keeren terug na Hellevoet/luis. Senlimenteele Gedachten. . bl. 143. II. BRIEF. Uit Hellevoetfluis aan Peterfen. Zeegaten tusfehen 't Land van Voorne en Goedereede. De Hinder. Goeree thans vervallen, eertyds bemuurd. Oorlogs en andere rampen. Beftaansmiddelen. Deszelfs oude en tegenswoordige legging. Weleer zo  I N H OUD. zo woelig. V Zouten van Visch bier uitgevonden* Weg van Goeroe na den Briel. Sommelsdyk, eett aangenaam dorp met een haven. Kerk. Tombe van Francois van Aarlen. Raadhuis, Waag, Gastbuis en Vischmarkt. Dirksland, een Dorp met een haven. De Kerk. '/ Huis van den Ambagtsheer. Oeltjesplaat. Geweezene Schans aldaar. Raadhuis en kerk, Waag en Weeshuis. Middelharnas, een fraai dorp. Befchryving van hetzelve. Vruchtbaarheid en Visehrykbeid. Negen duizend KabelUaaumn. . . . bl. 152, III. BRIEF. Uit Geertruidenberg <5W« Charlotte. Vertrek v^n Hellevoetfluis na Geertruidenberg. Dageraad. Komen in de Klundert. Befchryving daarvan. Ontmoet zyn Dordfchen Vriend. Juliana Co;nelia de Lannoy en Simon van der Waal. Versje van de eerfte op de Vriendfchap van den laat ft en, op bet Pourtrait der Baronnes. Komt te Dordrecht. bl. iCio. IV. BRIEF. Uit Geertruidenberg aan Peterfen. V Haringvliet. Het Spui. Vaarwater tot op Dord. Aan  I N H O ü D. Aanmerking over de Willem ft ad. De Laage Swaluwe. Naamsreden van Geertruidenberg. Deszelfs Hiflorie. Oorlogs en andere Rampsn. Strydige eden by zommige Graaven van Holland gedaan. Postronnerie van een Officier bl. 169. V. BRIEF. Uit Dordrecht aan Fredrikflai. Vaarivater . van Geertruidenberg na Dord. De Kil. 's Gravendeel. De Krap. Vêrmaaklyke ligging van Dordrecht. . . . bl. 177. VI. BRIEF. Uit Dordrecht aan Charta,te. Eerfte onttaoe. ting met de Vrouw van den Heer i31yenoorc. Gaan een Verjaaringsparty bywoonen. Fragment van een vrrs by die gelegenheid. Versje uit Feich. CaraSlertrek van Juffrouw Blyenoort. Zyn Logeerkamer. . ■ bl. 180. VII.  INHOUD. VII. BRIEF.' Uit Dordrecht aan Peterfen. Aanvang onderfchèicl eener Savante en met kundigheden verrykte Dame. Oudheid van Dordrecht. Naamsoorjprong. Verfchillende Vergrootingen. Graaf Dirk de IV. te Dord vermoord. Wolferd van der Veer en A'and door 't Graauvo omgehragt. Versje van Langendyk op Floris den V. De Dordtenaars helpen Eduard den III. op den Troon van Engeland. /Jndere Gefchiedkundige trekken. Datheen C 1575) Voorzitter van een Kerklyke Vergadering. Kerktwist omtrent dm Jaare 1618. Voorfpel van de Witten. Stapelrecht. ft Heffen van Exue, Recht der Munt. 't Houden van een eigen Scherprechter. Handel en Zeevaart. Overvloed van Salm eertyds aldaar geweest, nu fchier zomtyds. bl. iu. VIII. BRIEF. Uit Dord aan Fredrikfïad. Wandeling rondsom de Stad en door dezelve. Drinken Thee te Zwyndrecht. Klein getal fcheepen vsor de Stad. Menigte Tjalken die aldaar om Vlas bevracht worden. Zoutbranderyen te Zwyndrecht, Vermaarde Mannen van Dordrecht. Adriaan van deo III. Deel. Ee Myl,  INHOUD. Myl, J. van Beverwyk, Daniël Jonélys, Jeremias de Decker , Broer Cornelis, Bogerrmn. . bl. 204. IX. BRIEF. Uit Dordrecht aan Charjorte. Morgen tafreeltje. Ontvangt brieven. Hooft by die gelegenheid aangehaald. Befchryving van een Gezelfchap. Vlucht eener Dame uit Gorcum by het overgaan in 17^7. Soupé. De Gezangen van Tyrteus van de Baronnes de Lannoy aangehaald. bl. 212. X. BRIEF. Uit Dordrecht aan Peterfen. Groote Kerk, een zeer fraai gebouw. Mishandelde beelden in het Choor. Plaaten van Jan Stradan, en dweepzuchtige behandeling aan dezelve in den zevenjaa* rigen oorlog. '/ Orgel. Capellen tot Familie begraafplaatzen gefchikt. Gefcbenk van Deodati om gouden fchcteh en bekers tot het avondmaal te gebruiken. De tooren. V Stadhuis. De Beurs. Vleeschbal. Vischmarkten. Kraanen. Munt. Waagen. Reuzenhuis. Kolveniers Doelen. Merkwaardigheden aldaar. St, Joris en tleelhaaks Doelen, Gefchuthuis. Nieuwe Kerk. Augufliner Kerk. Andere Kerken binnen Dordrecht.. Zaamgefield Schildery door Vermeulen, Anecdo- te  INHOUD. te van een Schilder. Verfchil over V eindeloos neuriën van Preludios. Regeering en Slot. . . bl. 220. XL BRIEF. Uit Dordrecht aan Peterlen. Wandeling ter bezichtiging van de Houtvlotten. Befchryving daar van. 't Huis te M er wede. Conventie van deeze Heerlykheid met de Stad Dordrecht. Papendrecfjt. . . . bl. 439. XII. BRIEF. Uit Dordrecht aan Belle en Elize. Korte beantwoording baarer Brieven. Iets over de Dordfche Dames. Contrast van Waalwyk en zyne Vrouw. . . bl. 246. XIII. BRIEF. Dit Dordrecht aan Charlotte. Dubbeldam. Plaats der Sluis die de inbreuk 2421 veroorzaakte. C arabier van Juffrouw Waalwyk, afgeleid uit de Schildery die zy gaf van Mevrouw Roiïana dere. Onaangenaamheid tusfehen haar en haar Man. Vertrek van Dordrecht na Corcum met een Ee » jacht.  INHOUD. jacht tot den Engel. Lompe Voerman. Weg van daar tot Gorcum. Slydrecht. Giezendam en Harteveld. Wandeling langs de Buitencingel en Environs van Gorcum, als meede door de Stad, Gaan Loeveftein bezichtigen. Befchryving van de Vesting en 't Kafteel Woudrichem van geen aanzien. Avondwandeling na de Vest. bl. 25 a. XIV. BRIEF. Uit Gorcum aan Peterfen. Befchryving van Gorcum. Vestingwerken. Poorten. Wandelwegen. Naamsoorfprong. Oudheid. Onlusten tusfehen die van Gcrcum en Meerkerk. Brand in 138 8 voorgevallen. Hiftorifche trekken. Woudrichem. Naamsreden. Vestingwerken. Hiflorie. Stadbuis. Wapenmagazyn. Kerk en Tooren. Nieuwe Kruidkelder. Loeveft.Jn. Hiflorie. Onvertfaagdbeid van eenen Osfenkooper de Ruiter genoemd, en Spaanfche Wreedheid. Naamsoorfprong verkeerd afgeleid van de Scheepsterm Loeven* bl. 265. XV. BRIEF. Uit Gorcum aan Fredrikfïad. Gefprek met den Heer Goudwaard over Heusden. De Groote Kerk  INHOUD. Kerk van Gorcum* Tombe van Jan van Arkel: Kapel van Paffenrode. Kunftige Ketkkroon door Willem van. der Burg gemaakt Stadhuis, Waag en Vleescbhal. Parade, 't Kafteel der Heeren van Arkel. Overbly fzels van 't huldigens Tooneel van Karei van Bourgondien. Handel van Gorcum. . , . bl. 2/8. Ee 3 s TWEE;  INHOUD. TWEEDE DEELS DERDE STUK. I. BRIEF. Uit Woerden aan Charlotte. Loffpraak over Gorcum. Asperen een vervallen Stadje. De Kerk, Begraafplaats der Heeren van Asperen, Stad. buis. Heukelom. Leerdam. Aangenaame ligging. Kerk. Stadhuis, 't Huis van den Drosfaart. Gasthuis. Dobbelparty van een Boer en een Jood. Aanmerkingen daarover. Anecdote. Aangenaamheid der Weg van Gorcum tot Woer. den. Vianen Kerk- Stadhuis. Vermaaklykbeid der Buitencingels en Environs. V Vianerlosch. Amalienflein. Helsdïngen. Yztlftein, Markt. Stadhuis. Kerk. Tombe van Aleida van Kuilenburg. Lexmond. Ameide. Tienbo. ven. V Huis te Her la ar. Nieuwpoort, Stad' buis aldaar op een fluis gebouwd. Waag. Kerk. en Tooren. Voorigen Handel. . bl. 291. II.  INHOUD H. BRIEF. Uit Woerden aan Fredrikfïad. Schoonhoven. Legging, gedaante en bebouwing. Poorten. Opjcbrift boven de Kruhpoort. Raadhuis. Steenen kring daarvoor. Marrigje Ariens om tovery verbrand. Uittrehzel uit haar bekentenis. Tydvers op de groote Klok. Kamers van het Stadhuis. Waag. Infcriptie voor een Vakbuis. %Doelen. Kerk. Begraafplaatzen van Olivier van Noord, Jan van Wynbergen , Klaas Louwrenz Blom. Hunne Graf/cbriften. Andere Kerken. Natuur, lyke zeldzaamheid in het Hof. Oudewater: Stadhuis. Wapens in de Voorgevel. Schildery van Storp. Kerk. Begraafplaats van Rudoïph Snellius van Royen. Jacobus Arminius alhier ge-, boren. Waag. Privilegie van Karei de V. om-, trent het wegen van Toveraars. Naamlyst van. geworgene Perfoonen van 1644 tot 17^-9' Certificaat by Burgemeefteren verleend. Leges. Mislukte vlucht van twee gelieven uit Amfierdam, en aanmerkingen daarover. . bl. 304. III. BRIEF. Uit Woerden aan Peterfen. Asperen, deszelfs gefcbiedmh en oorlogsrampen. Leerdam Ge/chiedenis Ee 4 Br.  I N H.OU D. Bvgelovige overlevering Cornelius frn&mas.Fianen Bateftein uit Jaloerfy gefticht. Be tooren Simpol. oorfprong Gejcbiedenis van Fianen onder den huize iwzBred rode. Souverainueit v inVianen. Munten aldaar geflaagen. Brederode bedankt dm Keizer om Vianen tot een Graajfchap te verhefen. De Heerlykheid verkogt aan den Graaf van der Lip. pe 1771. Gefprek over Hendrik van Brederode, zyn fmeekfehrift aan die Landvoogdes. Proces over de Souveraimteit van Fianen. Twee bewyzen daar tegen. Tzelftein. Rampen des Oorlogs. Verdedig onder Vrouw Baarte. Overgaaf onder Heer Aarnoud van Ysfelftein, enz. hlieuwpoort. Oorlogsrampen. Wordt afgebrand door Jan den XVl. Ontmantelt door Cor:relis van Blyenburg. Onderfcheidene andere rampen. Wordt in 1673 op nieuw verflerkt. Schoonhoven. Naamscorfprong. Oudheid. Nicolaas Kats, Heer van Schoonhoven. Krygsge. vallen. Aanflag der Zeeuwen tnder Jan Renesfe 1300. Gui van Dampiere wint het voorde Vlaamingen. Gcfchiedenis van Albert Beiling, Wreedheid van jacoba aan ben gepleegd. Be Scboonbovenaars verhaten de Phek/cbe party voor die der Kabbeljaauw/cbe. Handden even zo omtrent de Spanjaarden en Staatsgezinden. Verydelde aan-  inhoud: flag der Franfchen in 167a, Al'iiehandel aldaar. Is tweemaal afgebrand. Leed meermaals door Watersnood. . .bi. 327. iv. brief. Uit Gouda aan Charlotte. Bericht van zyft aankomst aldaar, en een woord over een van Fredrikitad omvangen brief. • bL 350. V. BRIEF. Uit Gouda aan Fredrikfïad. Antwoord aan dien Vriend op een ontvangen brief, betreffende deszelfs ontmoeting met Jaqueline Pronkharc. bl. 352. vi. brief. Uit Gouda apn Charlotte. Vertrek van Woerden over Bodegraven na Gouda. Geestige Schipper van de Jaag fchuit. Onnozelheid van een jong Heer over het fcbutten van een fluis. Befchryving van Gouda. Be Buitencingels. Poorten. Wallen. Straaten en Grachten. Maaktveld. Stadhuis. Waag. Boterhuis. Vleeschbal. Koornbeurs. Be Kerk, Koperen Hek en Orgel. Begraafplaats Ee 5 van  INHOUD. van Hieronymus van Beverning. Der Zeehelden de Sitter, de Haan, de Meyer, Vlacq, van der Zaan en Verveen. Djrk Volkaartz Koornhart zyn Graffcbrift door H. L. Spiegel. Gefloeltcns. Gefcbilderde Glaazen- door de Gebroeders Crabeth. Pypemakery van Aty van den Berg. Een gelukkige huishouding. . . bl. 357. VIL, BRIEF. Vit Gouda aan Fredrikftad. Woerden, deszelfs Wallen en Poorten. Het Slot. Deszelfs flichting door Godefridus van Reenen. ; Stadsgefchiedenis en oorlogsrampen. V Stadhuis, de Kerk. Lutherfche Kerk. Bodegraven. Anecdote van Partyzucht, Ao. 167a. Zwammerdam. De omleggende landsdouw. Kerk. Grafkelder der Heeren van Voshol. Gevangenis. Tafreel. . . bl. 371. VIII. BRIEF. Vit Gouda aan Peterfen. Naamsoorfpreng van Gouda. Oudheid. Gefchiedenis. Aanflag op Gouda 148 8. Kerkelyke Beroerte. Mislukte poging der Spaanfche om Gouda te herwinnen» Brief van Adri-  INHOUD. Adriaan Pietersz bier over. Gouda fluit nevens Amfterdam de opdragt der Graaflykheii aan den Ptins 583 ) 't Voorgevallene in 1672. Zwaare branden aldaar Bierbrouweryen. Lakens en andere Fabricquen. Koorenhandel. Kaas, Vlas en Henniphandel Pypemakery en. Befchryving van de Manier der Bewerking. Vermaarde Mannen. Hycronimus van Beverning, Kornelis en Willem Harmansz van der Goude, Reinier Snoy, Pietet Cornelis Broekberg, Kornelis en Fredrik Houtman, Dirk en Wouter Crabedi. bl. 380. IX. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Aankomst aldaar. Weg van Gouda derwaard. Moordrecht. Vermaaklyke ftand van het Gaoot Schippershuis en Slot • • bl. 393. X. B R I E F. Uit Rotterdam aan Fredrikftad. Naamsoorfprong. Oudheid. Vergrooting der Stad. Twist der Hoekfchen en Kabeljaauwjche. Jonker Franszen Oorlog. Brand in 1563. Spaanfche Ontrouw. Beeldflorming. Kerklyke Beroerten 1618 en Oproer in 167». # _ • bl. 39S. xr.  I N H O U D. Xf. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Ontmoeting aan de algemeene tafel van een ongelukkige femimenteele, Gedachten over 't fentimenteele, Aankomst van twee Heeren en twee dames. Wand lUg langs de huüencingel, en door de Stad. Lycas Herdershla& • . bl. 408, XII. BRIEF, •Uit Rotterdam aan Fredrikftad. He St. Laurenskerk , Witte Cornalis de Wit, Mooi Lammen, Johan de Liefde, Van Brakel, Kortermr, Van Nes, Cornelis Mate/ief. V Stadhuis. Beurs. Groote Ma; kt Beeld van Erasmus. Andere Kerken.. Waag. Boter huis. Vlasmarkt. Beest emarkt. Varkenmarkt. Hoender markt. Boter en Green", markt. Vischmarkten. Landshuis van Schieland. Admiraliteitshof Ammunitiehuis. Werf Oosten Westindifche Compagnie. Tochtje op de Maas. Fyenoord. Gefprek over de Arcadifche Dichtkunst. Avondftond . \ . bl. 424. XIII. BRIEF. Uit Rotterdam aan Charlotte. Afbeelding der Brie-  INHOUD, Friefche Heeren en Dames, ^Gefprekken met hun. En byzondere ontmoeting over tafel. bl. 336. XIV. BRIE F. Uit Amfterdam aan Karei. Ontmoeting te Amftelveen. 't Voorgevallene op den laatften dag in Rotterdam. Retour na Atnfterdam./ilfen. bl. 442. DER, <  INHOUD. PERDE DEELS EERSTE STUK. I. BRIEF. Uit Amfterdam aan Karei. Verjarings versje voor Charlotte. Boet vifites, gaat by Charlotte ter maaltyd, Pasfeeren de namiddag in een collegietuin, Ontmoet daar Jaqueline Fortuin geboren Pronkhart, Wandeling door de Meer, Het Toor ent je aan de Nienwenbrug, Be Franfche Schouwhug, Gaan by Fadrikllad,' Gefprek over 'tvoorgevallene in de Collegietuin, Tour rondom de ftad, Affcheid van Goudwaard. Be/luit tot Ferdinands vertrek. . . bi, g. II. BRIE F. Uit Edam aan Charlotte, Affcheid en Vertrek. Vermaaklyke Overtocht na Buiklloot, Maakt gezelfchap met een bedaard Heer , Hunne Aanmerkingen over eenige Caraclers, Pourtrait van dien nieuwen kennis, (, Hazewind;, Broek, Marken, Klaas  INHOUD. KIass3rijïtfs, Befchryving van de Marken klee* ding, Komst te Monnikendam bl. iö. III. BRIEF. Vit Edam aan Peterfen, Gefchicd ven Marken, Monnikendam, De Goudzee, IS aamsreden van Monnikendam , Brand en Oorlogsrampen, Springen der Kruidmolen, Beftaansmiddëlen, Gedaante der Stad, Wallen , Omgelegen Land, Poorten, Gereformeerde Kerk, V Stadhuis, Doe • len, Komst te Edam, Legging, Naamsoorfprong, Gedaante, Wal, Poorten, Oudheid, Gejchiedkund'ige trekken , Zwaare Branden, Scheepsbouw, Houshandel, Zoutketen, Kaasmarkt, Hendrik: Meyer van Monnikkendam . bl. 28. IV. BRIEF. Vit Hoorn aan Fredrikftad, V Geval der in de Purmermeer gevangen Meermin, Langendyk hier over aangehaald,Zindelykheid en nette bebouwing van Edam, Kaasmarkt en Waag, Menigte van Houtwaaren, Groote kerk, kleine Lutherfche Stadhuis, de Beurs, Vischmarkt, Prinfen Plof, Doopsgezinde Vergaderplaats en andere Godsdienfiige liefderyke gebouwen, . bl. 38. y.  INHOUD, V. BRIEF. Uit Hoorn aan Charlotte, zyn aankomst te Hoorn, Geval aldaar - by 'f afvaaren der Jaagfchuit, Weg van Edam na Hoorn , Gemeene Haard van 't Logement, Groote Markt te Hoorn, Stadhuis, Waag , 't Huis van Gecommitteerde Raadenvan V Noorderkwartier, Deszelfs Logesnent, Oostindisch Huis, Gemeenelandshuis, groote kerk ,■ Vrouwenkerk en Oost er kerk, Engelbens, Lutherjcbe, Remonftrantfche, Doopsgezinde en Roomfche kerken, Andere publyke gebouwen, Slot. . bl. 46. VI. BRIEF. Uit Hoorn aan Peterfen, Legging van Hoorn, Omgelegen Oord, Haven, Admiraliteits gebouwen, De Stad van binnen, Wal, Poorten, Gefprek met een Burger over de Beftaansmiddëlen, Naamsoor fprong, Oudheid, Uitleggingen van de Stad, Onlusten ten tyde der Ploekfchen en Kabbelliaauwfchen, Verdere gefcbisdkundige trekken, Klement Maartens, eerfte gereformeerde Leeraar, Kerklyke Onlusten, Eeuwigeditl by Langewagen getekend, Wagenaar daarover aangehaald, V Sprin-_  INHOUD. 't Springen der Kruidmolen 1703, ABiehandel en Commercie fbcieteif. . • bl. 56. VII. B R I E F. Uit Hoorn aan Fredrikftad, Beroemde Mannen, Adrianns Junius , Ronibout Hogerbeets , Dirk Velius en Jan Pieterszoon Koen. bl.73. VIII. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Charlotte. Aankomst te Enkhuizen. Gaat logeerenby zynen Vriend Junius. Zeilparty na de Oude Gouw en Avondgezelfchap in een tuin aan de Zeekant. bl.78. XI. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Fredrikftad. Gefprek met Junius over de Dichtkunst. . bl. 85. X. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Peterfen Weg van Hoorn na Enkhuizen. Eaamsoorfprong. Oudheid &n III. Deel.; Ff  INHOUD. Gefchiedkundige trekken. Gedaante. Wal. Poorten. Drommedarls. Oostindifche tooren. Infcriptie aldaar. Handel en Be/laansmiddelen. Economia Enkhiriiaria. . . Dl. 90. XI. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Peterfen. Wandeling door de Jlad. O. L Huis. 't Huis van berouw. Krabhersgat. Ncordend. Klokgietery. Stadhuis. Zuiderkerk. Westerkerk. Kleine kerk. Munthuis. Admiraliteits Hof. Klinkdichten van Vondel op het overgefprongen (luk gefcbut aldaar te vinden. Admiraliteits Werf Ruurds. Westin. disch Pluis. Aankomst van een Haringjager. Be ■ fchryving der Buizen Bededag. Namiddag wandeling eri Onthaal in den Beyert. bl. 98. , XII. BRIEF. Uit Enkhuizen aan Charlotte. Wandeling Bezoek by een Vriend van den Heer junius. Be. hlag over den dood eens ouden Vriends. Lykklagt over hem. Caralïer van Juffrouw Agatha. Haare nieuwsgierigheid men Charlotte is, en Ferdieands voldoening daar aan . bl 113, xm.  INHOUD. XlIL BRIEF. Uit Enkhuizen aan Fredrikftad, Lof van Enk' huizen, Beroemde Mannen, Fredrik Westphalen, Ruardus Tapper, Franciscus Maalfon , Lucas Jansz. Wagenaar, Jan Huigen van Linfchooten, Bernardus Paludanus en Jan Rood. bl. 123. XIV. BRIEF. Uit Medenbïik aan Charlotte, Vertrek van Enkhuizen, Ontmoeting aan bet Tolhek, Andere ontmoeting te Medenbïik . bl. 132. Ff 2 DER*  I N H O U EL DERDE DEELS TWEEDE STUK. I. BRIEF. Uu Medenbïik aan Charlotte. Tafreelvan een in ongeluk gedompelt huisgezin, Wandeling na de hafeu, Bronnen van 't ongeluk des gezegden huisge% zin, Bezoek by een Vriend van dat huis, Komst van een Purmerender Heer, Gefprek over de Dichtkunst, Dichterlyke houding van een Rymeiaar. Vertaald Klinkdicht eener jonge Juffer uit Drelincourt. . . bl. 143. II. BRIEF. Uit Medenbïik aan Fredrikftad, Oudheid der Stad , Radbouds dooping, ISaamsuorfprong van Medenbïik, Gefchiedenis , Kerklyke beroerten, Branden Watervloeden, Gedaante der Stad, Het Kafteel, Kerk , Stadhuis, Munt , V Gemeene Lands Koggenhuis, Admiraliteits Gebouwen,Andere puilyke Gebouwen, enz* . bl. 163. UI:  INHOUD. KL BRIEF. ' Uit Medenbïik aan Peterfen, Over den Handel en Zeevaarti- gelegenheid der Stad, en het verval daarvan, Avery gevallen, Abliehandel, "Portie* redery op Groenland, Kaashandel bl. 178. IV. BRIE F. Uit Alkmaar aan Charlotte, Vertrek van Mei der/blik, Maakt "gezelfcbap met een Zeeuws Heer, Hunne Gefprekken over de Sexe. Versje in het Album Amicorum van dien Heer9 Gedaante van Alkmaar , Netheid der Stad, leis over een Brief van Karei, en befluitom na huis te gaan, Verzoek om met de Vriendenkring hy hen te koomen, Groo» iekerk, Capel, Lutherfchekerk, Anecdote omtrend die gezindheid , Remonflrantfche , Doopsgezinde en Roomfchekerken, Stadhuis, Waag, Ammunitiehuis. Andere openbaare Gebouwen, Hicht, van der Waal, luchtbuis, Weeshuis, Aalmoefe* niersweeshuis, Hofje van Gerrit Wüdeman, Tolerante inftelling daarvan . bl. 183, V. BRIEF. Uit Alkmaar aan Fredrikftad , Aani vang , Begrooting der ïnwooners\, Poorten Haven 9 Naamsoorfprong , Oudheid, GefchiedFf 3 kun.  INHOUD. kundige trekken en Oproerige Beweegingen, Beroemde Mannen, Jacob Metius, Adriaan Metius, Comelis Drebbel,Pieter en Nanning vanForeest. bl. 200. VI. BRIE F. Uit Alkmaar aan Peterfen, Neeringrykheid en ïiandel, vooral van Kaas, Aanmerking over het verval in Nederland . bl. 215. VII. BRIEF. Uit Purmerend aan Charlotte,Scboone Landsdouw van Noordholland, Iets over de [maak aan deszelfs hewooners, Schermerhorn, de Beemfier9 Elifabeth Wolf, Purmer-End, Poorten, Wal, Netheid, Stadhuis, Kerken en andere Gebouwen, Vindt kennis, Bezoek by hem aan huis bl. 218. VUL B R I E F. Uit Purmerend aan Peterfen, Legging der Stad, Naamsreden en Oudheid, Willem Eggerts Gefcbiedkundige trekken, Springen der Kruidmolen, Handel, JNieuweniyd. . bl. 223. IX.  INHOUD. IX. BRIEF. Fan Welgelegen aan Peterfen, Behelzende een Verhaal van de aangenaams verrasfching hem toe' gebragt, door V aldaar vinden van Charlotte ccc. bJ. 231. BYZONDERE AANTEEKENINGEN b OVER HOLLAND. Generaale Verdeeling bl. 235. I. Arnftelland. a