GENEESKUNDIGE STAATSREGELING. TWEEDE DEEL.   JOHAN PETER FRANK, Med. Doft. Hofraad van Zijne Keizerlijke Kminglijkt Majesteit, Hoogleeraar in de Praclijk der Heelkunde en Direfteur van het algemeen Hospitaal te Weenen , GENEESKUNDIGE STAATSREGELING. O F VERHANDELING van die middelen •, welke tot aanwas der bevolking , en bevordering der algemeens gezondheid by ons en andere volken ZYH in het werk gksteld , of nog aangewend zouden kunnen worden. Naar dtn Tweeden Druk uit het Hoogduitsch vertaald, en met Aanmerkingen vermeerderd, door H. A. B A K E, Med. Doft. Prceleftor in de Verloskunde en Stads Vroedmeefter te Leyden. TWEEDE DEEL. *b leyden bk te amsterdam, bij A. en J. HONKOOP, en J. B. EL WE, JHDCCXCVIL   INHOUD VAN HET TWEEDE DEEL. EERSTE AFDEELING; Van de algemeene voorzorgen voor in Onecht Bezwangerde Moeders en haare Vrugten. ■fy Pag. i — 41 J)eweegreedenen tot meedelyden met in Onecht Bezwangeri de Vrouwen en haare Vrugten. Oogmerken der volgende Aanmerkingen. EERSTE HOOFDDEEL. Van de Onechte Voortteelïng in het algemeen. Pag. 5 — 47. Van de Onechte Voortteeling. Waarde der in Onecht Beswangerde voor de Maatfchappy. Men móet echter de Ontucht zoo veel mooglyk trachten te keer te gaan. Geftrengheid is echter in dit geval van zeer weinig nut. De vermindering van den Ongehuuwden ftand kan hier meer voordeel doen.' Van de fchandvlek die der Ongehuuwde Zwangerheid aankleeft. Aart deezer der Ontucht eigene Straffe. Is hier tegen, eenig middel te vinden? Of men de Onechte faamenwooning openlyk dulden moet ? Nadeel der Hoerery voor het Gemeenebest. Voornamentlyk van wegens de Venusziekte. Maatreegelen tegen de openbaare Ontucht genomen. Oprichting van byzondere Huizen der Ontucht. Zwaangheden hier tegen. U. Deei>, * Gfrr  'Lt Inhoud," Gebrek in de tot nu toe genomen voorzorgen. Napelfche Ordonnantie voor het Huis der Ontucht te Avignon. De Overheid moet het aantal der Ontuchtige Vrouwlieden overal trachten te verminderen. Men moet overal het influipen van vreemde Hoeren weeren. Nodige inrichtingen tegen, de Uitbreiding der Venusziekte. Men moet van de evenredigheid derOnechte - geboorten tot de Echte behooilyke kennisfe hebben. Vermeerdering der Onechte Kinderen. Men moet de Zeden met het aantal der Onechte Kinderen vergelyken. Men moet van de geneigdheid van beide de Kunnen tot elkander tot weering der Tegennatuurlyke Lusten gebruik maken. Van het Pligtverzuim der Ongehuuwde Ouderen. Aanmerking van den Vertaaler. Nadoelen der door Frank voorgeflaagen Maatreegelen teegen de Ontugt. — Wetten in ons Vaderland teegen de Hoerery. TWEEDE HOOFDDEEL, yin het verwekken van Misgeboorten , het te vinden leggen en omhals brengen der Kinderen. Pag. 48 — 136. Toeftand des gemoeds by in Onecht Bezwangerde Meisjens. Gevoelen» van fommige Volken wegens het Afdryven der Vrucht. Oorfprong der verfchillende Gevoelens nopens het toelaten van dit Misdryf. Afkeer der Natuur van deeze Misdaad. Door de Christlyke Godsdienst veroordeeld. Grooterp bedrevenheid in oude tyden in de middelen ter Afdryving. Men moet die by het Gemeen in vergetenheid trachten te brengen. Van de werking eeniger Geneesmiddelen, die als Afdryvende middelen bekend zyn. Van het ter Vondeling leggen , en Dooden der Vrugt. Meenigvuldigen Oorfprong deezer barbaarfche gewoonte. Gewoonlyke wyzen, van het Vondeling leggen. Straffen door eenige Volken, eertyds op het te vinden leggen der Kinderen gezet. Verzwaaring dezer Straffen, ten tyde der Christenen. Verzagting dier Straffe in laater tyden. Franfclie. Wetten, tegeq bet Vondeling leggen , en Omhals . . ven-'  INHOUD. krengen der Kinderen. Verdediging der Doodftraffe , op het Afdryven der Vrugt gefield. Bewys. Aanmerkingen hier tegen. Hoe men deeze Ondeugd op de beste wyze tracht tegen te gaan. Van de ftraffen op de Kindermoord en het te vinden leggen der Kinderen gefteld. Van de Aangeving welke eene in Onecht Bezwangerde van haaren toeftand doen moet. Zwaarigheden. Van de Kerkelyke beftraffing. Nuttige Voorzorge. Ordonnantie in den Palts.' Vernieuwing en nadere opheldering deezer Ordonnantie. Van eene milde Stigting ten voordeele van in Onecht Bezwangerde. Voorbeelden. Of men deeze Huizen als Leerfcholen der Verloskunde moet doen dienen.' Van het nadeel eener al te gefirenge Waakzaamheid jegens het geflacht der Mannen. Of men geftrengelyk op de aangifte der Onechte Zwangerheid moet aandringen ? Het Onderzoek en de Aangifte der Onechte Zwangerheid moet geen onkosten veroorZaaken. Nodige voorzichtigheid by het Onderzoek van verdachte Meisjens. Voorzorgen voor de Vrugt van verdachte Meisjens. Of men met recht eene in Onecht Bezwangerde geduurende de Verlosfing tot het noemen van den Vader haares Kinds dwingen kan. Van eenige verdere aanleiding gevende oorzaaken der Kindermoord. Van de middelen om het te vinden leggen der Kinderen te verhinderen. Aanmerking. Oorzaaken der veelvuldig- onder onze Vrouwen plaatshebbende Miskraamen. — Onze Wetten teegen het te vinden leggen van Kinderen, Welke Maatreegelen daar teegen ia het werk te ftellen ? TWEEDE AFDEELING. Van fommige omjlandigheden, welke van de Geboorte af tot aan het zever.de Jaar op het Leven en de gtzonde Ligchaamsgejleldheid der Kinderen eenen het opzicht der Regeering overvjaar■ digen invloed hebben. Pag. 137 — Uii Zyne kindsheid is veel behoefciger dan die der andere die* 3 renr  Jf I N U O Ü D. ren. Groot aantal der in de eerde jeugd geftorven Kinderen; Noodzaakelykheid van goede voorzorgen. Aanmerking. Onvoldoende en onnaauwkeurigeDooden-Lysten in ons Vaderland. —— Groot getal van Doodgeboornen te Oost- en West- Zaandam. EERSTE HOOFDDEEL. Van het behoeden der jonge Kinderen voor byzondere Ongelukken en voor die gebreken der gewoone Opvoeding , welke hunne gezonde Ligchaamsgejleldheid kunnen benadeelen. Pag. 144 — 206. Voorzorgen der Natuur voor de Jonggeboornen. Derzelver ongenoegzaamheid. Van die Kinderen, Welke óogfchynlyk. dood ter Waereld koomen. Wat men ter redding van zodanige Kinderen moet in het werk flellen. Van het wasfen der pasgebooren Kinderen. Van het befchouwen der Kinderen of aan dezelve. ook eenige gebreken zyn. Onderzoek van het Hoofd der Nieuwgeboornen. Van de Misgeboorten en de Misfiagen die men ten hunnen opzichte begaat. Nadeel van het onnodig doorfnyden van den Tongriem der Jonggeboornen. Dit moet men aan de Heelmeester overlaaten. Van het Dooddrukken der Kinderen. Aantal der op deeze wyze jaarlyks Gefmoorde Kinderen in Zweeden en te Londen. Welke Straffen, men op het Doodliggen der Kinderen gefteld heeft. Inrichting te Florence. Nadeel van het ter Kerke dragen door jonge Kinderen. Nadeel van het losbranden van Schietgeweer by de Doopsplegtigheid. Gevoeligheid van des kinds Hoofd. Uit werking van hét koude Water op het zélve. Gevaar van het Doop^n met koud Water. Algemeene uitwerking der koude op jonggeboorne Kinderen. Voorzorgen hier tegen. Nadeel van het fterk Zwachtelen dei- kindéren op hun ligchaams gefte'. Van het gevaarlyk Wiegen der kinderen. De Ouders ïü«eten hunne &eine Kinderen niet zonder toezicht te huis ïaa- ten.  INHOUD een. Van het te vroeg leeren gaan der Kinderen. Van de Leybanden. Van de Loopwagens. Van het nadeel van zwakke en al te jonge Kindermeisjens. De Kindermeiden moeten gehouden zyn de Ongevallen de kinderen overgekomen in tyds bekend te maaken. Van de ruwe Opvoeding der kinderen. Nadeel van het Be'angftigen der kinderen. Van het nadeel der Snoeperyen. Over de Onzuiverheid der kindereq. Men moet kleine kinderen niet by ten toon geftelde Lyken brengen. Men moet met kinderen die plaatfen myden alwaar gedrang te verwachten is. Men moet de kinderen by tyds voor de gemeende Vergiften waarfchuwen. Nodige voorzorgen by Trappen, Hooyzolders enz. Van Honden en Katten , welke men tot vermaak der kinderen houdt. Veronachtzaaming van de Ziekte der kinderen. Men moet die middelen , welke by het Gemeen tegen de Ziekten der kinderen in gebruik zyn, doen onderzoeken. Aanmerking. Misbruik van den te vroegen Doop voor pasgeboornen. — Nadeelen uit de Oppasfing der kinderen door al te jonge Meisjens. — Van het vervaard maaken. — Onagtzarfmheid weegens de Ziekten der kinderen. — Ordonnantie te Leyden teegen het verkoopen van Slaapverwekkende middelen. TWEEDE HOOFDDEEL. Van de pligt der Moeders , om zelf haare Kinderen te Zoogen, en den invloed hier van op het ffólzyn van den Staat. Pag. 207 —' %66. Groot aanbelang van deeze zaak. Het natuurlykst Voed zet der kinderen is de Melk der Moeders. Offchoon hen dezelve meenigmaal onttrokken wordt. Oorfprong deezer gewoonte. Zy was by de oude veel zeldzaamer. Zy was echter niet geheel onbekend. De Romeinen hielden fomwylen mees dan eene Zoogder tevens. Oorzaaken » wetfse bet aelf Zoo*  yt INHOUD. gen Van tyd tot tyd in onbruik bragten. Hoe groot den invloed van dit misdryf op het Algemeen Welzyn is. De Moeders, welke zelf haare kinderen niet Zoogen, ftellen zich aan veel gevaaren blood. Het Zoogen keert het gevaar in de eerft'e dagen na de Verlosfing'. Het verfterkt der Vrouwen ligchaamsgeftel. Kwaade gevolgen omtrent het nalaaten van. deeze pligt. Op de Hartstogten. Zelf op de Schoonheid derZelver. Op de Baarmoeder. Het veroorzaakt den zoo algemeenen Witten Vloed. Toeftand der pas verloste Kraamvrouwen, Pogingen der Natuur. Door de niet Zoogende Moeder tegengegaan. Gevolgen hier van. In het Herfengeftel. In de andere Deelen. Grooter aantal der Geftorven onder de niet Zoogende Vrouwen. Nadeelige gevolgen voor de Kinderen. Zy koomen in grooter getal om het leeven. VoortrefiVlyke eigenfchappen der Moedermelk. Uit gebrek hier van fterven zeer veele Kinderen. Tegenwerpingen tegen het volbrengen van deezen Pligt. Deeze hebben geenen grond. Nadere Opheldering. Gevoelen der Ouden wegens den invloed der Moedermelk op de Zeeden. Dit wordt door veelen der Hedendaagfchen ontkend. Oorzaaken, welke de meening der Ouden begunftigen. Wat men hier uit kon afleiden. Wat men hier uit niet kan afleiden. Erkende voorrang der Vrouwenmelk. Of het Vrouwlykgeflacht in de daad zoo Ondeugend is, dat men hetzelve het Zoogen der Kinderen verbieden kan. Of der Dierenmelk van de voorgemelde Tegenwerpingen wel geheel Vry is. Of men alle Moeders tot het Zoogen verpljgt moet houden. En welke niet? Zwakke Moeders, en die gebrek aan Zog hebben. Wanneer de Moeder niet Zoogen kan. Nodige Waarfchuwing. Moeders die Ongezonde Vogten hebben. By Tweelingen of meerder Kinderen van gelyke geboorte. Of men eene Zoogende Vtouw , wanneer zy in eene zwaare Ziekte vervalt, het Zoogen toe moet laaten. De Melk van Zieke Moeders is niet altoos fchaadelyk. Het Zoogen moet derhalven in deeze gevallen niet aan alle verboden worden. In welk geval men dit geheel verbieden zal. Hoe men het Zoogea der Zieke Moeders voor kan komen. Voorrechten de Zoogen- /  INHOUD» V« gende Vrouwen toegedaan. Deeze moesten vermeerderd worden. Of men uit hoofde van den Echtelyke Byflaap het Zoogen behoord af te fchaffen. Gevoelens van verfcheide Volken deswegens. De Byflaap is voor het Zoogen zelden nadeelig. Van der Zoogende Vrouwen Stondenvloed als een gevolg des Byflaaps. Of dezelve voor Moeder en Kind gevaarlyk kan worden. Zoogende Vrouwen hebben zelden Stondenvloed. Of eene Moeder Zwanger wordende terflond het Zoogen moet nalaaten. By welke Vrouwen dit plaats moet hebben. By eene meer gevorderde Zwangerheid is het Zoogen zoo wel voor de Moeder als de» Vrugt zeer nadeelig. Of de Zwangerheid geduurende het Zoogen zoo algemeen is dat men daarom het Zoogen zoude affchaffen. Het Kind kan als dan van de Borst genoomen worden. Of het Zoogen in waarheid de VrugtbaarI»eid verminderd. Beweering van het tegen over gefielde. Spoedig op elkander volgende Zwangerheden verzwakken zeer. Een te lang aanhoudend Zoogen is voor de Bevolking nadeelig. Tyd van het Speenen by verfcheide Volken. Algemeene bepaaling der Zoogtyd. Plegtigheid by het Speenen eertyds in gebruik. Of men dit te regt heeft afgefchafd. Overgang tot de volgende Afdeeling. Aanmerking. Het misbruik van Zoogfters in dit Gemeenee best. DERDE HOOFDDEEL Van de beste Inrigtingen aangaande de Zoogfiers, en de eerjle Verzorging van die Kinderen, welke zonder Moedsr opgevoed moeten worden. Pag. 267 — 310. Onontbeerlykheid van goede Inrichtingen wegens de Minnen in volkryke Steden. Van de pligt der Minnen. Van de Buleau des Nourrices te Parys. Oprichting der vier Bureaux des Nourrices te Parys. Regelen voor de Mèneurs en Mènenfes. Vernieuwing van het \+de Artikel. Eerfle invoering der Minnen-Moeders, Vereischten der Minnen-moeders. Bureaux * 4 des  vra INHOUD. des Nourrices te Verfailles. Aanmerkingen wegens de voorge. roeide inrichtingen. Het moet derhalven niet aan elk een vry ftaan , zyn Kind naar zyn welgevallen op deeze of geene wyze op te voeden. Nodige voorzorge voor Minnen. Van de Zoog* fters welke men voor het Kind in huis neemt. Van het be. fteeden der Zuiglingen op het land. Nodige verklaaring wegens de verkoorene wyze van opvoeding. Men moet aan gee« ne andere dan onderzogte Minnen het Zoogen van vreemde Kinderen toeftaan. Bureau des Nourrices te Stokholm. Nood«aaklykheid van eene inrichting in de Steden. ■ Wat men met opzicht tot de verzending der Kinderen naar het land heeft waar te neemen. Voorwaarden, welke men die Ouders voor moet leggen, die hunne Kinderen op het land willen zenden. Voorwaarden en verpligting der Minnen op het Land. Van het nodig toezicht op de Zuiglingen op het Land befteed. Oppasfing by Ziekten. Tafel, die by de Bureau, gehouden moet worden. Welke fchikking men te maken heeft aangaande die Kinderen, voor wien men geene Zoogfters houden kan. Noodzaaklyke vermaaning wegens het gebruik der fchadelyke Melkvaaten. Aanmerking. Gewoone behandeling dier Kinderen , welke onder ons zonder de Moedermelk worden opgevoed en derzelver gevolgen. VIERDE HOOFDDEEL. Van de Vondeling - en Weezhuizen. Pag. 321 ~ 377- Het te vinden leggen is fomwylen onvermydelyk. Wat de Overheid hier tegen in het werk moet ftellen. Of de ontucht en het te vinden leggen door de Vondeling-huizen bevorderd worden. Hoe dit voor te komen? Van de Vondeling-huizen en hunnen invloed op het veelvuldig overlyden der Kinderen. Zeer weinig Kinderen worden in dezelve in het leven behouden.. Oorzaak daar van. Algemeenheid der Venusziekte onder de Vondelingen. Hoe men hier meede in het Vondelinghuis  1 N H O ü ï>. ït huis te Parys te werke gaat. Hoe moeilyk het is voor pas geboorne Kinderen het gefchiktfte Voedfel te bepaalen. Proeven deswegens in het Vondeling-huis te Parys genomen. Gevoelen der Geneeskundige Faculteit deswegens 1680. Ongelukkige Proeven hier van te Aix in Provence genomen. Nader gevoelen der Geneeskundige Faculteit 1775. Proeven wegens het Voedfel voor Vondelingen , in Engeland, en Zweeden genomen. In het Vondeling-huis te Parys houdt men zich by de Vrouwenmelk. Inrichting te Londen. Belooningen aan de Minnen. Nadeel der ilecht geleegen Vondeling-huizen. Nadeel van het te faamenb'rengen van veele Kinderen. Slechte oppasfing in de Vondeling-huizen. Minachting der Vondelingen. Gevolgen van het opfluiten der Vondelingen. Wat men van de Fabrieken in de Vondeling-huizen te denken heeft. Of het hierom beter is de te vinden gelegde kinderen aan hun noodlot over te laaten. Wie de zorgen van deeze Kinderen op zich neemen moet. Myn gevoelen wegens de verbeteringen in de opvoeding der Vondelingen. Men moet de Vondelingen met geen Vrouwen-melk voeden. Ten zy men de Moeder des Kinds fpoedig ontdekt. Hoe veel Kinderen mei» aan de zorg van cine Oppasfter kan toebetrouwen. Wat men in het werk kan fteller» om het aantal der Vondelingen te verminderen. Noodzaaklykheid eener Inftruc"tie voor de Oppasfters. " Haare diensten moeten wel "beloond worden. Men moet het meedelydend Publiek dikwerf wegens den ftaat der Vondelingen onderrichten. En het aannemen dier Kinderen bevorderen. Of het nuttig is de Vondelingen tot vrye lieden cp te voeden. Inrichtingen desWegetrs te Londen. Te Koppenhagen. Nodige toezicht hier op. Verzorging der Vontieliiïgtrn buiten het Vondeling-huis. Zy moeten dikwerf aan de Overheid vertoond Wórden. Voorzorgen voor de op het land gezonde Vondelingen. De Vondelingen moeten eene ftrenge Opvoeding hebben. De Kinderziekte moet Ingeënt Worden. Geneeskundige verzorging der Kinderen in deeze huizen. Waarneeming wegens de aan deeze huizen eigen Ziekten. Badenfche InftiuOie-voor den Mts van hec Weezhuis te Pforz- heim.  £ 1 . N H O u b. heim. Nodige affcheïding der Zieken van de Gezonden» Noodzaaklykheid eener vrye beweeging. Van het Voedfel der reeds groot geworden Vondelingen. Van de nodige reinheid. Van de Straffen der Vondelingen. Gebruik van de Vondelingen Weezkinderen te maaken. De prys waarvoor zodanige Kinderen aangenomen worden moet maatig zyn. Aanmerking. Nadere verbeeterde Inrigting in het Weeshuis te Pforzheim en te Romen. — Geeven de Wees- en Vondeling - huizen aanleiding tot voortplanting der Ontugt ? DERDE AFDEEL ING. Noodwendig toezicht der Overheid op de openbaare opvoeding der School' Jeugd. Pag. 378 — 380, De openbaare Opvoeding een gewigtig onderwerp van de eorge der Overheid. Gebreeken in de gewoone openbaare Opvoeding. Verbeteringen door de Overheid in het werk te Hellen. Bepaaling deezer Afdeeling. EERSTE HOOFDDEEL. Van het Nadeel eener al te vroege en te ernjlige In» Spanning van der Kinderen Ligchaamsen Ziels - vermogens, Pag. 381 — 403; Langen duur van onze Kindsheid. Van de Speelzucht det Jeugd. Dit is alle Dieren eigen. Oogmerk en Nuttigheid. Nadeel eener al te ernftige Opvoeding. Met opzicht tot het Ligchaam. En tot de Ziel. Nadere Verklaaring des nadeels van de te vroege Letteroeffeningen ontftaande. Gewigt deezer zaak. Bepaaling des tyds , wanneer de Kinderen voor de Schooien gefchikt zyn. Gewoontens in deezen opzichte. Nadeel hier van. Nodige onderfcheiding in de Schooien tusfchen zeer tedere en ouder, fterfcer kinderen. Nadeel van het  INHOUD. iet al te vroeg opftaan der jonge Kinderen. Van de middag Schooien. Bepaaling der Schooltyd volgens den ouderdom der Leerlingen. Noodwendige verkorting der Schooltyd in de heete maanden. By ftrenge Koude moeten de jonge kinderen niet in het School komen. Van het zenden der Kinderen naar afgeleegen Schooien. Noodwendige aanmoediging der byzondere Schooien. Behoeding der behoeftige Leerlingen voor de koude. Van het ter Kerk gaan der Kinderen. Noodwendige keuze van zodanige Leerlingen, die uit hoofde hunner grootee bekwaamheden tot de Studie gefchikt zyn. TWEEDE HOOFDDEEL I Jfan de Inrichting der Schooien toe welzyn der Kinder ren, en ten meesten nutte van den Staat. Pag. 404 — 433; Oogmerk van dit Hoofddeel. Naodwendige gefteldheid der Schooien. Het Licht. Gezonde ligging. Luchtigheid. Noodzaakelyk toezicht op de verbetering van bouwvallige Schooien. Verwarmen der Schooien. Nodig onderricht met opzicht tot verkleumde kinderen. Zorge ter voorkoming van brand. Zindelykheid der Schooien. Van de gezonde plaatfing der Leerlingen. Invloed van het zeedelyk Charafter der Leeraaren op haare Leerlingen. Noodzakelyke afzondering van beide de geflachten. Van de School ftraffen. Wreedaartigheid van fommige Schoolmeesters. Gevolgen daar van. Ordonnantie van den Keurvorst van den Palts. Verder inrichtingen. Onbarmhartigheid van fommige Ouders jegens hunne Kinderen. Zieke Kinderen moeten niet uit de Schooien geweerd worden. Zindelykheid der Leerlingen. Het onmatig Zingen der Leerlingen. Nadeel van het Klokkenluyen. Wegens de Zelfsbevlekking. Van het Vechten en Krakeelen der Schoolkinderen. Van de Speelen Rustdagen. Aanmerking. Dwaaze en nadeelige opvoeding by veelen onder ons plaats hebbende. — Schoolorde. DER»  aii i w k o u i>. DERDE HOOFDDEEL. Van het weder invoeren der Ligchaamsoeffèningen en derzelyer nuttigheid in de algemeene Opvoeding. Pag. 4g4 — 482, Van de al te teedere Opvoeding. Nadeel daar van. Voorborgen der Ouden hier tegen. Spartaanfche Wetten. Oogmerk deezer inrichtingen. Van de Ligchaamsoeffèningen, Gym'nafien. Opzieners derzelve. Oorzaaken der hedendaagfche weekheid. Noodzaaklyke verbetering. Waar in die beftaan moet. Van de al te ruwe en gevaarlyke Ligchaamsoeffèningen. De Overigheid moet op den aart der Speelen een waakzaam oog houden. Noodwendigheid van openbaare Leeraars in de Ligchaamsoeffèningen. Bezigheden en pligten van een Leermeester. De kennis der natuur. Krygsoeffeningen. Wedloopen, Werpen. Het Kegelfpel. Scllaatsryden. Het Balwerpen. Het Dansfen. Het Schermen. Het te Paerd ryden. Het Zwemmen. Het Klimmen. Het op Stelten gaan. Of men dus doende de Jeugd niet aan veele gevaaren blootftelt. Van eene openbaare Oeffenplaats. Voorzorgen wegens de veiligheid der Jeugd by hunne Speelen. Voorzichtigheid by de Krygsoeffeningen en het dragen van het Geweer. Van de Loopers. Het Springen over het St. Jans vuur. Gevaar hier by. Het Kegelen , Balwerpen , Schaatfenryden. Het Sleedevaaren der gemeene knaapjens. Voorzorgen by de openbaare Dansfen.' Van de Scherm-Schoolen. Het te Paerdryden. Het Zwemmen en Baaden. Voorzorgen wegens de te rasfe verkoeling van verhitte ligchaamen. Aanmoediging der geneigdheid tot Ligchaams-beweeging. Aanmoediging der Wandelingen. Invloed van het Reizen op de Jeugd. Aanmerking. De Ligchaamsoeffèningen der Jeugd by ons meer en meer in onbruik. — Nuttigheid van het Zwemmen en van andere Ligchaamsoeffèningen, E E R«  EERSTE AFDEELING: van de algemeene voorzorgen voor in onecht bezwangerde moeders en haare vrugten. JL Xy5 die vry van veroordeelen, welke der menfchen noodlot overal en altoos vergiftigen, een wysgeerig oog over al het gefchaapene weiden laat, en ziet, hoe van den j als uit eenen berg gevormden* olyfant af j tot het byna onzichtbaar water fpinnetje toe, van den hooggetopten ceder, tot het kleenfte moschgewasje , elk leevend fchepfel, in wat hoek der waereld het zich ook bevinde, door de alles overheerfchende drift ter voortteeling word meede gefleept ■— die in aanmerking neemt, dat deeze door alle de lioofdftoffen verfpreide drift, even zoo wel als ftorm en onweeder, die door eene zekere gefteldheid des dampkrings veroorzaakt worden , door den alvvyzen Schepper ^ na dat hy de eerfle oorfpronglyke fchepfels daargefteld had, ter in ftand houding van den kring der gefchaapen weezens, in dezelve gelegd is. Hy, die uit de gefchiedenis des menschÜoms overtuigd is, hoe Veele, en hoe groote- nadeden de verfchillende denkwyzen der volken weegens deeze drift hebben te weege gebragt; daar het doch volkomen zeker is, dat deeze doorgaans onwillekeurige opwelling by die fchepfelen, welke bekwaam tot de voortteeling geworden zyn, niet anders ten oogmerke heeft *> dan de inftandhouding der M. D e e l. A by. Stwcegrtt' detien ttp meedelydtn met in vntcht tïz.VJangerdenrouiv•wtn en haare vrugt en-  s Geneeskundige Van de ▼oorzorgenvoor onechtekinderen en hunne moeders. byzondere geflachten, en eene geftadig voortduwende fchepping van nieuwe weezen s: de Wetgeevers der volken zyn doorgaans tot uiterftens overgefügen ; terwyl aan de eene zyde fommige de grenspaalen deezer dierlyke drift veel verder uitftrekten, dan de natuur dezelve gezet had, en dan eens beide de geflachten eene toomelooze vryheid toefhonden , om hunne kragten onderling uit te putten, dan eens de mindere behoeften van het eene gedacht aan de onbeteugelde wellust van het andere onderwierpen, door ongeftoord toe te ftaan , dat het reeds bezaaid, het reeds bloejend veld naar willekeur op nieuw omgeploegd wierd; en eene gewiffen oogst aan het onzeker gevolg eener nieuwe bezaajing wierd opgeofferd : zoo hebben andere door de onderlinge dierlyke drift der geflachten tot elkander onder een verachtlyk oogpunt te brengen, en die klaffe, welke zich in gevolge der diep ingeprente natuurwetten aan de voortplanting des geflachts overgaf, in den rang der minder volmaakte weezens te plaatfen, tot eene, de waarde des menschdoms beledigende, onbetaamlyheid aanleiding gegee- ■ ven : Hy, die daar by in aanmerking neemt, hoe de overal meer en meer toeneemende moeilykheid van beftaan, eene algemeene geneigdheid tot gemak, de vermeerdering van zodanige ftanden, waarin een vrouw, zoo zy niet volftrekt onontbeerlyk is, dikwerf tot een last word, de natuurlyke evenredigheid der beide Kunnen weggenoomen heeft, en het aantal der meisjens, die naar eenen echtgenoot uitzien, tot dat der mansperfocnen , die in ernst om het huuwlyk denken, gebragt heeft als g tot i. Hy eindelyk, die zich overtuigd vind, hoe een eenig noodlottig oogenblik , na het kloekmoedig en gelukkig weder- ftand  Staatsregel! hg, 5 ftand bieden aan de hevige ftormen der driften, het onfchuldigfte meisje kan doen vallen, en door desZelfs deerniswaardige gevolgen haar in eenen rampzaligen toeftand brengen, welke die eener der ontucht overgegeevene ligtekooy eVenaart. Hy, die dit alles met een onbevooroordeeld oog nafpeurt, moet voorzeker met eene treurige gewaarwording doordrongen worden, wanneer hy, daar 'er tot eene ongezonde leevenswyze zoo veelvuldige gelegenheden gegeeven worden, en 'er op veele plaatfen eene, met de wetten der natuur zoo z eer ftrydende, inrichting plaats heeft, door een rampzalig overblyffel van barbaarfche wetten, een dikwerf nog zeer wel te redden lid der Maatfchappy met eewige oneer gebrandmerkt ziet; terwyl in koelen bloede, zonder eenigen tfleÜrik > euveldaaden begaan worden, die de natuur doen yzen, en deeze misdaaden onder een en dezelve iflaffe gefield worden met misflagen, die in een noodlottig ogenblik begaan, en door eene dikwerf onvermydcyke bedwelming der inwendige zinnen veroor* zaakt zyn. $. IL Het is 'er verre van daan, dat ik my in dit weik als voorfpraak der ontucht zoude voordoen, in tegendeel zal ik deszelfs rampzalige gevolgen op de volksgezondheid op het overtuigendst aantoonen, en de hoerery met de leevendigfte verwen, als eene allerfchadelykfte pest der Maatfchappy, affchilderen; maar tevens ook gerechtigheid vorderen, en meedelyden inboezemen jegens de ongelukkig verleide Sexe, en deszelfs onfchuldige vrugten; de oorzaak der kindermoord aantooneD, en waaraan men de buitengewoone A- 3 ver- Van bc voorborgenvoor onechtekindeken en hunne moeders. Cogmer^ der volgende aan7nerkjii£en.  •Van dj Voorzorgenroos on echte kinderen EN hunne moebers EER- 4 Geneeskundigs : vermindering van ons geflacht, ja de uitróejing van talryke klaffen van menfchen, hebbe toe te fchrijven, • voorzeker aan de met de wetten der natuur zoo wei* nig overeenkomende inzettingen, aan de verkeerde, onrechtmatige beöordeeling van het menfchelijk hart; ■ groote mannen hebben vóór my het recht der menfchelykheid tegen de gruuwzaame behandeling der tedere Kunne verdedigd; en ik durve my vleyen, dat de geneeskunde hier toe nieuwe beweegreedenen aan de hand kan geeven, en eene zagter behandeling deezer rampzalige fchepzels aan elk menfchen - vriend kan aanfeeveelen: moogelyk kunnen deeze myne aanmerkingen met 'er tyd aanleiding geeven ter beteugeling van deezen langfaam invreetenden kanker in het binnenfte des menschdoms, die tot nu toe van tyd tot tyd meer en meer voortgaande tot eene ongeneeslyke kwaal geworden is 3 men vergenoegd zich met dit vergif in eenige byzondere perfoonen tegen tegaan j zonder tegen deszelfs algemeene iiadeelige gevolgen de gepaste heldhaftige hulpmiddelen aan te wenden ; dewyl men, myns bedunkens, zich al te zeer bevreesd toont voor die fpooken die men zich voorfteld rond te waaren op die plaatfen ± alwaar het eigentlyk tegengift deszelven, wanneer men op zodanig een moge hoopen, zoude verborgen liggen.  EERSTE AFDEELING. EERSTE HOOFDDEEL. van DE onechte voortteeling in het algemeen, O infelix uterum tuum Pudentilla! O Ster Hit as liberis potiorl Apulei. Apolog. D e byflaap, die volgens de wetten en met derzelver toelaating gefchied, is de gehuuwden ftaat; die, welke zonder toeftcmming der wetten gepleegd word, is hoerery of echtbreuk; daar nu zeer weinig menfchen buiten eene allernaauwfte verkeering met eene andere Kunne het leeven doorbrengen , zoo volgt, dat de ontuchtigen omgang vermeerdert, naar maate de gehuuwden ftand meer en meer in verachting komt; want, offchoon dit misdryf ook wel onder de gehuuwden plaats heeft, zoo zal men doch het grootfte getal der onkuifchen onder hen , die buiten den echtleeven , aantreffen. s. li- De zwangerheid der in onecht bevrugte, op zich zelf befchouwd, en zonder op deszelfs onwettigheid en de billyke voorrang eener gehuuwde zwangere vrouw A 3 het V.n ii onechte t/iorltec Wa/irit ier in s*» teht bezjwitnterdi vsot 'ds Maalt  Van di onechts voortteelingin het algemeen» 6 Geneeskundige : het oog te hebben, deeze zwangerheid is van even zoo groote waarde, als de echte; beide deeze vrouwen dragen eenen burger onder haar hart, een fchepfel Gods, het welk, onafhanglyk van alle menschlyke fchikkingen , op dien akker voortgroeid, waar in het zaad geworpen is. Het is immers de fchuld van het ongeboorne niet, dat zyn vader niet, alvoorens eenen zoo naauwen omgang met zyne moeder te hebben, de huuwlyks plegtigheden ondergaan, en opentlyk heeft laaten afkondigen, dat hy van voorneemen was binnen kort bij haar te flaapen? het is wel zeer beklaagenswaardig, dat niet de liefde en het huuwlyk woorden van eenerley beteekenis zyn, en dat men thans alle zyne tegenwoordige en toekomende bezittingen wel op eene fpeld na te faamen bereekenen en tegen elkander weegen moet, eer het geoorloft is eene wettige verbintenis aan te gaan ? het wast en vermee-, mgvuldigdu is echtereen woord, het welk tot alle meisjens gefprooken is, en welker naklank nog gehoord word in het hart van elk meisje, dat gevoelt,, dat zy eene huuwbaare dochter is: zy, die dit uit: hoofde van haare gefieldheid het meest gewaar wor-. den , Zonder zich echter in zodanige omftandighedem " te bevinden, dat zy een man met haar ja woord kunnen gelukkig maaken, deeze worden wel eens tot: buitenfpoorigheden vervoerd, welke, indien alless gaat zoo het behoort, na 9. maanden een kind tem gevolge hebben, het welk, evenals den vrugt eeness huuwlyks alle deszelfs welgevormde leden, en de gefchiktheid om een meer of minder uitmuntend menschi te worden, met zich ter waereld brengt: men zouden in onze dagen niet verwachten, dat de menschlievendee pogingen , om de onechte kinderen te beveiligen voorr die  Staatsregeling. f die vooroordeelen, die zoo veele kindermoorden veroorzaakt, die zoo veele nuttige en uitmuntende be- v gaafdheden in onechte nuüous verflikt hebben, dat * deeze pogingen „ voor zeer onftaatkundige handelin- j „ gen eener nieuwmodifche menfchenliefde, die zich * „ zelf ten koste der burgerlyke maatfchappy ver„ heft " uitgekreeten zouden worden (a) dewyl door de wettiging der onechte kinderen, en de vermindering der fchande aan het voortbrengen van de zodanige gehecht een der fterkfte beweegreedenen, tot het aangaan van een wettig huuwlyk, wordweggenoomen, en dat derhal ven de fchandvlek, waar meede onze voorvaderen, ter begunftiging van den echt, de geboorte van onechte kinderen gebrandmerkt hebben, ten hoogfte verftandig en billyk is. Ik vraage Hechts, of het met het recht der natuur overeenkomt, dat het in der ouderen magt ftaat hunne kinderen van alle de voorrechten eener wettige geboorte te berooven , en of het niet veel meer eene onverantwoordelyke daad is, de onfchuldige kinderen wegens de fchuld hunner ouderen te ftraffen? „ maar, zal men zeggen, de ftemme der natuur komt hier ', niet zo zeer in aanmerking, wanneer het op de , ftaaving der burgerlyke wetten aankomt " dit zy zoo, maar zal ooit één mansperfoon zich om deeze reeden in den echt begeeven , op dat niet het kind, het welk hem onverhoopt, en]tegen zynen wil gebeuren mogt in onecht voort te brengen, als een ba&tard fommige voorrechten der Maatfchappy zoude moe- («) JüSTVS MüSER Pmittifiht Pb«nuf.en 11. Th. S. l$U A 4 Van ot MECIITB OORT- KEUNÖ * HET LGE- [EEN,  ONECHTE VOORT- TEEI.ING IN HET AtGE- MEEN, Men yüiei ethler de extticht z,oo ueet meogciyk trachten te t^ecr te gaan. % GïlïIÏSKÜNDICï £ moeten miffen , zoude niet veel eer deeze bedenking eenen allerzwaktften tegenftand zyn, ter intoomhouding van den ftrooni der opwellende driften by hen , die, uit gebrek aan genoegzaame verftandelyke vermogens , buiten ftaat zijnde de lighaamlyke aanprikkeling tot wellust op den duur tegenftand te bieden, aan deeze ongeöorlofde lusten den ruimen teugel vieren. Wanneer de verachting, waar in eene onteerde moeder en haare onfchuldige vrugt zich bevinden, in de Maatfchappy eenige uitwerking zal doen, zal die vaorzeker alleen beflaan in de wanhoopjge toeftand van deeze beide; de manlyke Kunne heeft zich reeds federd lang tegen deeze zoo teedere aandoening verhard, deeze buitenfporigheden worden by hen als beuzelingen befchouwd, daar de eerfte verleiding zelfvan een fchuldeloos meisje voor niet meer dan voor een daad van galanterie gehouden word. De ondervinding geeft ons hier van de overtuigendfle bewijzen, de alte groote geftrengheid der wetten tegen eene onteerde moeder en haar veracht kroost heeft wel duizende meisjens, ter redding haarer eer, tot het vermoorden van haar, buiten dit ongelukkig, kind verleid, of wanneer haar geene andere keuze overig bleef, misdaadige handen aan zich zelf doen fiaan, om dus door zoo een wanhoopig befluit een einde te maaken aan een leeven, het welk voor een gevoelige ziel meer dan de fchandelykffe dood te vreezen is. Daar nu door de billykfte, zoo Godlyke als menschlyke wetten de onechtlyke faamenwooning eene misdaad , en daar óp volgende zwangerheid een allerfchaadelykst misdryf geworden zyn, zoo is het natuurlyk, dat  Staatsregeling Staatsregeling* 9 dat in de Maatfchappy hier op acht worde gegeeven: op dat door deeze wetten den gehuuwden ftand vermeerderd, en het aantal van hen , die hunne onkuifehe lusten den ruimen teugel vieren,zoo veelmoogelyk verminderd worde. §. H l, De ondervinding van veel duizend jaaren heeft echter overal ten klaarften doen zien, dat men dit misdryf, waar door onze meisjens, zonder zoo eene uitgebreide toeftemming van Overheid en nabeftaanden, tot moeders gemaakt worden , niet zeer gemaklyk door geftrengheid kan uitroeyen , en dat alle menfchelyke dwang hier in niets meer kan te weege brengen, dan dat men de vengfters fluit, wanneer, den dag te fterk in de kamer fchynt. Wanneer men in eene Mac'tfchappy de zieken en gezonden ongeftoort onder elkander laat omwandelen, word eene befmettelyke ziekte ligtelyk voortgeplant; men moet derhalven, gelyk reeds gezegd is, dit trach ten uittewerken, dat gezonde mansperfoonen te huis iets hebben, waar meede zy zich kunnen bezig houden , om dus het overig vrouwlyk geflacht voor hunne aanvallen te beveiligen 5 men heeft echter hier op geen acht gegeeven, men heeft het aantal ongehuuwde mannen van tyd tot tyd zien toeneemen, en de meisjens zelf daar voor laaten zorgen , hoe zij het maaken zouden, wanneer zy niet meer beftand waaren, om tegen de herhaalde aanvallen der manlyke Kunne weederftand te bieden; hoe het ook met deeze zaak gelegen zy, dit is zeker, dat de fchande het beste hulpmiddel is, het welk men tegen dit kwaad kan inliet A 5 wed Van dk ONfCHTS VOOR.T- TEEIJN3 IN HET ALGEMEEN* Gtjirengbeid is eehter m dit geval van z.eer weinig Bur, De verminderingvan den c-ntehuHVjien Hand ka» hier meer voer** deel doen. Van de fchar.dvlek. die der engehuuvjdezwangerheid atUi* . kMtfi'  Van db ONECHTE VOORTTEELINGin HET ALGEMEEN, \A*1t deezer der <3ntii(.bt ei«»« ftraf. (o)marchais ItefcbryvinivAnCuint ?. 70, 10 Geneeskundige werk ftellen ; 'er zyn landen, alwaar een meisje.niet ligtelijk ten huuwlyk genomen word, die niet tevooren kinderen ter waereld gebragt en dus een daadlyk bewys haarer vrugtbaarheid gegeeven heeft: in geheel Guinée en byzonder op de flaaven kust, is het geene geringe verdienfte buiten echt reeds kinderen gebaart te hebben, dewyl de grootfte rykdom des mans in de vrugtbaarheid zyner vrouwe gelegen is. By ons in tegendeel is een meisje, van dewelke het bekend is,dat zy zodanig eene blyk van vrugtbaarheid heeft opgeleverd, geduurende haar gantfche leeven in verachting, en voor altoos ongelukkig; zoo'er ter waereld eenig middel te bedenken is, om het onbedachtzaame meisje van zoo eene gevaarlyke ftap te rug te houden, het zoude voor zeker dit fchrikbaarend vooruitzicht zyn: maar helaas! welk eene kragt heeft een onzeker toekomend in tegenftelling van de infpraakder natuur, van eene daadlyk aanwezige aanprikkeling tot wellust in zwakke oogenblikken, het meisje vergeet flechts eenige weinige minuten de regels der bedachtzaamheid en-zy word zwanger, §• IV. Is de Staatkunde te zwak geweest, om te beletten, dat de vyand over haar zegepraalde, zoo moet zy ten minfte bedacht zyn, om zich ten allen tydeeenen goeden aftocht te bezorgen. Waarom moet de ontucht, eene misdaad, waar toe in ons werktuiglyklighaam zelf zoo veele aaaladende oor-  Staatsregeling. i i oorzaaken geftadig voorhanden zyn, by het zwakfte c gedeelte des menschdoms zoo geftreng en onhei- i roepelyk geftraft worden; het raisdryf verdiend voor- j zeker ftraffe, maar wat zal het zyn, zoo men be. ; vind, dat deeze ftraffe zelve meer nadeel dan voordeel aanbrengt? federd eenigen tyd heeft men herhaalde reizen zich hier over beklaagd, dat, alhoewel men op zeer veele plaatfen de ftraffe tegen de onechte kinderen zeer veel verminderd, ja zelf geheel en al afgefchafd heeft, echter nog veel meer onechte kinderen door hunne moeders wierden omhals gebragt, dan dat men het aan de vreeze voor eene boete van tien daalders zoude kunnen toefchryven, dat dit misdryf niet reeds geheel en al uit de menfchelyke Maatfchappij is uitgeroeid, de fchande alleen, en het vooruitzicht eener altoos duurende ellende, is de bron van deeze meer en meer toeneemende wanhoop, en men heeft over het geheel nog zeer weinig uitgevoerd, zoo lang men niet in ftaat is deeze hoofd - oorzaak te overwinnen: in Wallis en de Hooglanden van Schotland is het ten huidigen dage voor eene jonge dochter byna geen fchande een onecht kind te hebben; in het laastgemelde land heeft men nog onlangs het eerfte bekende voorbeeld gehad; dat eene moeder uit fchaamte luar onecht kind om hals gebragt heeft, men ziet hier uit dat de deugd der kuisheid aldaar meer en meer aanwast, de eenige reden doch, welke eene vrouw hebben kan, om haare onechte vrugt om het leeven te brengen, is de hoop , om hier door haare begaane zwakheid te verbergen: in denjaare 1707. had eene befmetlyke ziekte het grootfte gedeelte der inwooneren van Ysland ten graave gerukt, om dit verlies wederom te vergoeden, gebruikte de Koning van Deene- mar« Van bs N ECHTE 'oor.t- 'EEUNa N HET LLGE- rlEEN*  12 Gesties kundigs Van d onechte voortteelingin het algemeen. Is hier tegen lenig middel ie vinden ? « marken een Mddél, het welk ik wel niet voor goed keure, 't geen echter het gewenschte gevolg had, men vaardigde eene wet af, waarby het de ongehuuwde meisjens van dat eiland geöorlofd wierd, zonder dat haare goede naam hier door benadeeld wierd, wel zes onechte kinderen te hehben, de jonge dochters waaren met zoo eenen yver bezield om zoofpoedig moogelyk haar Vaderland weeder te bevolken, dat men na weinige Jaaren goedvond, deeze wet wederom aftefchaffen (V), §. V. Maar hoe zal men een daad die op zich zelf fchande* lyk is van fchande bevryden, zonder de ondeugd zelve den ruimen teugel te vieren ? Dit geloove ik niet dat mooglyk is, deeze ftraffe is uit den aart onzer gefteldheid zelve een natuurlyk gevolg deezer misdaad, en deeze ftraffe is voor het vrouwlyk geflacht iets meer dan in verbeelding beftaan-' de, zy is voorzeker iets weezenlyks, en welk vader is zoo onnatuurlyk dat hy de verleider zyner dochter geen zwaarer ftraffe dan alleen deeze fchande zal toewenfehen ? is de onteering van een meisje niet eene misdaad tegen de geheele menfehelyke Maatfchappy en tevens' tegen die onfchuldige vrugten deezer ongeregelde driften, welke doch doorgaans, het vooroordeel ten hunnen nadeele zelf buiten geflooten, vaderloos opgevoed worden ? §. VL  Staatsregeling. 13 §, V I. Men vraagt derhalveh te recht of men tegen deeze ondeugd in allen gevallen met eene evengelyke geftretigheid yveren moet, dan of het beter is, daar het doch voorzeker onmoogelijk is de ontucht geheel en al uitteroeyen, dezelve behoorlyke paaien teftellen, en.de Overheid op het allerernfligst aan te beveelen, datzy met alle naauwkeurigheid zorge, dat deeze grenzen zoo zeldzaam als moogelyk is overfchreeden worden ? niet dat ik deeze buitenfpoorigheden niet altoos als een verderflyke kanker in elke Maatfchappy aanzie; maar, om dat ik ,het beter oordeel een kwaad, het welk voor geene geheele uitroeying vatbaar is, aan zekere banden te leggen; en daar met dit al de onechtelyke faamenvvooning eene fchandelyke en verderflyke zaak is, zo moet men toefteinmen, dat het algetneene hoerenleeven een veel grooter kwaad, ja den gewiffen ondergang eener Maatfchappy na zich ileept. §. VIL De hoerery is in elk Gemeenebest eene invreetende kanker, eene voornaame oorzaak der Verbastering en vermindering van ons geflacht; dit was zy reeds zoo dra als man en vrouw door eenen onverbreeklyken band aan elkander verbonden wierden, en het werk der. voortteeling hier door, als het waare eene wettiging verkreeg: maar in onze dagen heeft eene bykomende oorzaak de ontucht tot een bron der yerfchriklykfte en affchuuwlykfte gevolgen gemaakt, de venusziekte. Alle de bewysreedenen, die men ter verdediging van de huizen der ontucht te berde brengt, zyn zeer zwak, Van m onechte voortteelingin het algemeen. Of tam de tnechte fadmen■witningefenlyk, dulden met £ n.deel derlttereTji Veor hit G wijze kunnen, of uit vreeze voor eene rechterlyke i ftraffe durven voortzetten; zy zyn dus genoodzaakt h haar onderhoud in de verleiding van jonge fchoonen :" te zoeken, en fchandelyke koppelaaresfen te worden : 3 ik weet niet om welke reeden S u s m i l c ii dat r gebruik als eene zeer lofiyke en christelyke gewoonte ; aanpryst, „ dat het by fommige gilden aan een meesa „ ter niet vryftaat een onteerd meisje ten huuwiyk te - „ neemen*' O). Ik weet niet waarom deeze onI deugd alleen, meer dan eenige andere, eene eeuwig3 duurende ftraffe verdiend, even als of in den gehuuw- den ftaat geene verbetering te wachten was, die ech1 ter dikwerf zelf een middel tot kuisheid en onthouding ■■ is; het is immers veel pryzenswaardiger eene burgeres a vee in bello feculari fortem, nee in fide jlabiltm & nee honoraUlem haminihus, nee Deo amabi'im cjje venturam, Petri GreGORii , rff Republica lib. Xlf. ei. p. 1053. («) Göttl. Ordon. iTh. § 240. B a Van ds ONtCHTE VOORTTEELINGIN HET ALGEMEEN.  2.0 Geneeskundigs Van de onechte voortteelingin het algemeen. res te behouden, dan aan haar verderf over te haten. O) en elk meisje, dat uit liefde, of in een zwak ogenblik der verleiding gehoor geeft, en zwanger word - is daarom nog geen hoer. Eindelyk vestige men zyn aandacht op die rampzalige, onfchuldige voorwerpen, die in ontucht van ongehuuwde moeders gebooren zyn ; de uitwerkfels der door wellustige buitenfpoorigheden, door venerifche gebreken, of befmetlyke kwaaien bedorven zaadvochten; (£) het gebrek aan eene moederlyke zorge in de eerfte en tcederfte leevens dagen, of eene behoorlyke verzorging gedüurende de geheele hulpelooze kindsheid, en hoe gruot is niet den invloed eener gefchikte opvoeding op de algemeene z ed:n en op het hier van afhangend, lighaamlyke welzyri onzer toekomende burgers: men befchouwo hoe groot het aantal is der overleeden km- ■ deren in die huizen, waarin de onfchuldige vrugten. der ontucht, tot voorkooming van kindermoord, opi s'Lands kosten medelydend worden opgenomen, en i met groote kosten opgevoed: en, na dat alles gade-, geflagen te hebben, zal men zich geenfints verwon-. deren, wanneer van alle de onechte kinderen,die binnen één jaar opgekweekt worden, na verloop vani min- («) Statuimus, ut omnibus, qui puhlicas mulieres de tupanariri tx'.raxerint & duxerint in Uxores, quod ajunt, in remisfionemn proficiat peccatorum Cap. 20. X de Sponfaübus, my dunkt da,St zoo eene wet der Christlyke Godsdienst veel meer eere aarwdoet. (6) Het aantal der onechte doodgeboome kinderen , is overr het geheel genomen te Berlyn eens zoo groot ,dan dat der echtte doodgeboornen, B aumann in In t derde deel van bet meer'* jfiaj.'fö aangehaalde wei'k i'an susmilch j. 240»  Staatsregeling. &i im'mder dan tien jaaren naauwlyks het derde deel, en ; na twintig jaaren het vylde gedeelte in weezen is , en (dit komt der Maatfchappy, door het verlies van zoo (groot een aantal vrugtbaare moeders, en door het i nadeel, het welk de goede zeeden van zoo eene meemigte van menfchen hier doorlyden, oneindig duur tte ftaan, §. VIII. Het is derhalven niet te verwonderen , dat men by talie volken tegen de zoo nadeelige gevolgen der oni tucht een hulpmiddel gezogt heeft, en het is wel cder moeite waardig eenige der voornaamfte maatregelen (der Overheden tegen de onkuisheid aan te haaien, ): nog onder de eerfte Christen Keizers dulde men te Rome diergelyke openbaare hoerhuizen (c); en deeze vergunning wierd nog in veel laater tyden toegedaan^); zoo dat, zoo wel in het oude, als nieuwe Rome deeze ftand, als een bron van ftads inkomften, geduld en onderhouden wierd,en onder den naam van Hoereniol of Melk-cym, aanmerkelyke fommen opbragt ( e ) ; zodanige inkomften wierden ook in Duitschland mgezamelt en als een leen-van den een op ien ander overgedragen : dus zyn de Graaven van Uenneberg, als' Burggraaven en Maarfchalken des rloogstofs JVirzburg, door den Bisfchcp voor deezen mderanderen met de inkomften van het openbaare vrou-  Staatsregeling. 25 Vrouwenhuis begiftigd geworden, en voormaals had ( deopperfte kamprichter van Osstenryk de inkomst van het huis der openbaare vrouwlieden te Weenen O). i De Negers der Goudkust van Guinée hebben in de ■ meeste hunner Steden, na dat die groot zyn 2 of 3. openbaare vrouwlieden ( Abelere ) welke de Kabofchirs ten algemeenen gebruike koopen, deeze hebben haare eigene wooningen, en zyn verpligt elk by haar toe te laaten; zoo lang zy gezond en in haaren besten bloei zyn, zyn zy in de grootfte hoogachting, en men kan een land niet gevoeliger beledigen, dan door zich van deeze perfoonen meester te maaken, dewyl buiten deeze, zoo zy zeggen, hunne vrouwen aan de verleiding van die geenen , die hunne driften niet kunnen beteugelen, zouden bloot gefteldzyn (Z>): op de Slaaven kust en in het geheele gewest van Whidah zyn zeer veele diergelyke algemeeue vrouwsperfoonen , maar zy behooren aldaar niemand in eigendom toe , ook worden zy niet als aan de Goudkust plegtiglyk tot deeze leevenswyze gewyd; het is gebruik]yk, dat eenige der rijkfte en aanzienlykfte zwartinnèn op haar fterf bedde eenige vreemde flavinnen koopen, (a) Te Tout. (in Lotharingen) moest nog in den Jaare 1430. elke openbaa' e hoer zes ftuivers opbrengen, & cbtcmc femme cjui fe mefaiS , fiit >» »»"*l< • »" f»'" »>">*&' ' A 1ui Pf* " f°* & on puet le fczvoir , & les communes , * fols ToMois Tornal Encycl- 17SS. T. V. f. 14- pouderi nmienilates Jura ftnd«ll* V, f- 96. tb) jLlgcmesM Hifioirt der T{ik.en. t. VIII. 5. IV- &5 Van de INECHTE 'OORT- 'eelinq n het LLGE- keen.  Van de onechte v09rtteelingin het algemeen. i (a) Briefe uier Italiin, Deutfcher Merliur, 177 j. (*) Desoription hilhri^e ér critiaue de flulit cu nouveau mmrire/ur l'etac ailutl de ƒ»» gouvernement por l'yütt K.ICHARO. ( £ ) Bemerk einti \eifendm IJ. Th. ■2.6 Geneeskundige pen, en die ter algemeenen gebruike aan de Maatfchappy fchenken,' om zich hier door als door eene liefdedaad in de andere waereld eene verdiende te maaken. In de meeste hoofdlieden van Italien fchynen de ontuchtige vrouwlieden een allernoodzaakelykst middel te zyn ter bewaaring van der burgeren veiligheid, en men vergenoegd zich aldaar met zodanige meisjens daar meede te fchandvlekken , dat men haar eene byzondere ftraat ter haarer wooning aanwyst O); te Venetien geniet deeze ftand de byzondere befcherming der Overheid, zy is aldaar in geene verachting, en word van elkeen en ten allen tyde bezogt, zonder dat zich iemand daar over ergert , en de nabuuren zullen het zich eene aangenaame pligt reekenen de vreemdeling, die naar der zodanigen wooning vraagt, te regt te helpen (£) in Parys zyn veel honderd huizen, waar in zich twaalf en meer oneerlyke vrouwsperfoonen, onder het opzigtvan ééne oude vrouw, bevinden, van wie zy ook betaald worden, om ten allen tyde het algemeen ten diende te zyn; de Police ziet deeze ongeregeldheid door de vingeren, dewyl tiet bykans onmoogelyk fchynt in zoo eene Stad vol ïngebonde jonge lieden de eerbaare vrouwen voor alle DneerJyke aanzoekingen, die haar, fchoon zy die weederdaan, echter grootelyks tot last zyn moeten, :e beveiligen, zonder diergelyke huizen toe te laa:en (c) : K arel de groote verbande alle ontuchtige vrouw-  Staatsregeling. 27 vrouwlieden uit Parys, maar zy keerden wederom, en maakten een gilde uit, het welk haare gilde - wetten, haare richters had, en elk jaar eene zekere fom moest opbrengen; elk Jaar hielden zy op St. Magdalena dag eenen omgang; men wees haar ter haarer wooning verfcheide ftraaten aan; het is niet wel moogelyk het aantal der ongebonde vrouwlieden van die tyd te bepaalen, maar volgens de lyst, welke de PoUce nog in den jaare 1773. van zodanige vrouwsperfoonen opgemaakt heeft, bevonden zich in en om Parys toen omtrent a8ooo openbaare hoeren O ): de vryheid, welke de ongebonde vrouwlieden in een fpeelhuis of Mufico te Amfrerdam genieten is zeer bekend, en het zelfde heeft in veele landen in de groote Steden plaats. S- ix. Door zoo een huis, moet, wanneer men eens deszelfs nut in groote volkryke Zee-en Koop-Steder toeftaat, in de Maatfchappy, of alle aanleiding tot de onechte by wooning, of de gelegenheid tot voortplanting der venusziekte weggenoomen worden, of d< Overheid maakt zich door zoo eene handelvvyze toi niets meer, dan tot eene bevoorrechte koppelaaresfe, ei gewis zyn alle de zvvaarigheden, die men tegen d< onkuifche verkeering met openbaare vrouwlieden me het grootfte recht in kan brengen, op een zoogenaam< hoerhuis dubbel toepaslyk, wanneer het niet moogelyl is door zoo een middel een veel verderflyker kwaa va (a) Di8h», hiftonqirdc U vilte de Paris & de fes environs, Van de ON11CHTS VOORTTEELINGIN HET ALGEMEEN. Zixaarigbedenhier tegen. I l \ \  28 ' Van d ONECHTE VOORTTEELINGIN HET ALGEMEïN. Gebrek in de to nu toe ge nomen voorzorgen. («) Senecae Cintriyerf. Z. XL ( t) idem de ^Adult. £r Merel,ic. c. 2, ScHEIDIüS l. ti (c) LaüRENTIUS de re veitUria c. 5. (<0 L. 13 § Si tjxis virgmis 15. ff. de injnr. arg. £. MlMAK C. 4. de Episcoj. ^indient, (OTERTULLIANUg 'dl SptSat. cl}. 28 Geneeskundige j van den ftaat af te wenden : de voorzorgen der Regeenng waaren tot nu toe in deeze inrichtingen ten allen tyde met elkander overeenkomftig: by de oude Romeinen Honden de openbaare ontuchtige vrouwlieden geheel naakt voor haare wooningen ( a ), of waa, ren Hechts met een ligt doorfchynend gewaad, het welk men het glaazen overkleed (de toga vitreaj noemde bekleed (£): daar na wierd het haar verboden mttegaan zonder een onderfcheidend teeken te dragen-, en dus waaren langen tyd de rode fchoenen de onderfcheidende dragt der hoeren ( c) , ook vond men, ter gemaklyker onderfcheiding, nodig haar de gewoone kleeding der eerlyke burgeresien te verbieden, de koppelaaresfen zelf droegen eene haar eigene veelverwige kleeding (d), en de Lupanaria mogten nieü dan op een bepaald uur geopend worden (e) In laatcr tyden heeft men deeze onderfcheidingsteekenen op verfcheide plaatfen voor de onkuifche vrouwlieden ingevoerd; maar eene volkomene ordonnantie op een openbaar huis voor ontuchtige vrouwsperfoonen heeft Johanna I. Koningin van Napels afdoen kondigen; daar in het zelve meer dan in eenige andere foortgelyke Ordonnantie, voor zoo verre my bekend is, voor de algemeene gezondheid gezorgd word, zal ik de geheele overzetting daarvan hier by voegen. I.  Staatsregeling 29 L „ In den Jaare 1347. den 8^" Augustus beval >9 onze goede Koninginne Johanna de oprichting „ van eene byzondere plaats voor onkuifche vrouw„ lieden in Avignon , zy verbied hier meede dezelve „ niet om zich in de Stad op te houden: maar zy „ moeten aan eene hiertoe beftemde plaats opgefl >c„ ten worden, en ter onderfchciding een roode ftrik 9, op de linker fchouder dragen." Van bb ONECHl'Ej voor rTEELINGIN HET ALGEMEEN. NapeW fche ordonnantievoor het huis der ontucht te Avignon. I I. ,, Wanneer een origehuuwd vrouwsperfoon , dat i, reeds eenmaal misdreeven heeft, voortgaat verder een fchandelyk leeven te leiden , zoo moet de Stadsdienaar haar by den arm neemen, en met „ trommelflag, met eene roode ftrik op de fchouder ,, naar dat huis brengen, het welk voor ongebonde „ vrouwlieden gefchikt is, en haar verbieden van zich ,, immer in de Stad te vertoonen op ftraffe van eene geheime geeszeling voor de eerfte reize en voor de „ tweede reize van opentlyk uit de Stad gegeczeld en „ gebannen te zullen worden." I I L „ Onze goede Koningin bcv:elt, dat dit openbaar „ hoerenhuis in de ftraat dou Pontroucat naby het „ klooster der Augustinen tot by delleenen poort „ zal opgericht worden, het moet met eene deure „ argt.flooten worden, door welke men de jonge lk„ don zal biiiUen iaaten; maar die voor het ov-rige » ge-  30 Geneeskundige Van di onechte voortteelingin het algemeen. „ geflooten zal worden, zoo dat geen mansperfoon , „ zonderde toeftemmmg der opzieneresfe QLabades„ fo ou Bailloune), die elk jaar door den Stadsraad óp nieuw verkooren moet worden, die vrouvvlie,, den zal kunnen bezoeken: die opzieneresfe moet de „ fleutel in bewaaring houden.,, en de jeugd voor alle „ ontrusting, mishandeling, of affchrikking van de „ zyde der vrouwlieden beveiligen: en op de minfte „ klagte deswegens, de aangeklaagde terftond door „ den gerechtsdienaar in bewaaring doen neemen." ï V. „ Ook wil de Koningin, dat op eiken faturdag „ door de opzieneresfe , f benevens een , door den raad „ hier toe aangefteld, Heelmeester, elk meisje, dat „ zich in dit huis bevind, onderzogt word, en be„ vinden zy dat eene of andere door eenig uit den „ byflaap voortfpruitend kwaad is aangetast (& fefert „ trobo qualcuno, qifabia mal vengut depaillardifo;) „ zoo moet zy van de overige afgezonderd en alleen „ gehouden worden; op dat zy zich niet vergeete, „ en op dat dus de befmetting der jeugd voorgekoo„ men worde (*)." V. (*) Dit gezegde fchynt eenen hoogeren ouderdom der venns kwaal te bewyzen als men gewoonlyk gelooft, maar in heete landen ontftaan door onzuiverheid, en eenen veelvuldigen byflaap zodanige gebreken aan de teeldeelen, welken «onder de venuskwaal te zyn , ook voor andere gevaarlyk zynj ook zoude in den Jaare 11ö5. te Londen in de hoerhuizen , welke toen onder zekere bepalingen in de voorlieden wierden toegelaten, bevolen zyn, om a'.daar ge en vrouwsper-  Staatsregeling.. "31 , v. Item „ wanneer eene deezer vrouwlieden zwanger „ word, moet de Opzieneresfe zorgen, dat aan de ,, vrugt geen leed gefchied , en zy moet hier van „ aan den raad kennis geeven, op dat het kind van het „ nodige verzorgd worde." V L Item ,, de Opzieneresfe moet niet toefhan , dat „ eenig rnansperfoon op goede vrydag, faturdag of „ den heiligen Paaschdag in dit huis koome op ftraffe „ van haar ambt afgezet en gegecszeld te worden." V I I. ;, Item „ de Koningin verbied de aldaar verzamel,, de vrouwsperfoonen alle oneenigheid en jaloezy, „ het ontvreemden van elkanders bezittingen , of „ onderlinge gevechten : in tegendeel moeten zy ,, te faamen als zusters leeven,en de Opzieneresfe ,, moet haar, zoo 'er eenig krakeel ontftaan mogt, „ wederom tot rust brengen en zy moeten zich ,, by onderling verfchil aan haare uitfpraak houden." VIII. „ Wanneer de eene de andere iets ontvreemd heeft, „ zal de Opzieneresfe het ontvreemde vriendfchaplyk ,, doen perfoonen te houden , die met de gevaarlyke kwaal der branding (ferilius infirmity of trenning) befmet waaren. Falk'j nUnnd. ufor ventr. krernkh. Van r>5 onechte voortteelingin het alge— meen»  f Van de onechte voortteelingin het algemeen. (*) Dat deeze Ordonnantie nog langen tyd in gebruik gebleeven is, blykt hier uit; dat nog in den Jaare 1408, een Jood van Carpentras met naame Doupedo, ingevolge het laatlte artikel, te Avignon opentlyk gegeezeld is Le Pornographc p. 371. (b ) .Aiiud es! permisfionem litpanariorum abfslnte ér in thesi confiderare, quod fttciunt doflores moraiium plerique emnes , {? ut: tune tjuestio ex pritxipiis Justitix univerfalis, five fonte omnis boni & mali Juri naturali determinsada est: ita nemiuem tam abfurdum atfl impudei.ttm fore reor, qui eam ajfirmare aufit ; aliud vero est, in bypothefi & respecfivc circa negotium iitud verfari ir ausreri num in V het vil illa republica hpanaria f.nt permittenia, vel num olim in Hep. 1{oma«t rede fuerunt permisfa ; qui contrivcrfi* .flatus hoe modt firmatis; aliuntle dccifiouem non exjpcüat nifi ex principiis prudentia legtsUtith, fecundum fuit maxime reipicicndum est i cura si ingeniura pn- 32, Geneeskundige „ doen te rug geeven; en zoo de misdaadige dit wei- ' „ gert na te koomen, zoo zal dezelve in eene kamer „ door den gerechtsdienaar gcgeeszeld worden, en zich „ aan dit misdryf andermaale fchüldig maakende door „ den fcherp rechter zelf gegeeszeld worden." I X. Item „ de opzieneresfe zal geen jood in dit huis „ toelaaten , en zoo het bevonden mogte worden dat „ een jood des niettegenftaande heiinelyk was binnen „ gcfloopen en eene der vrouwlieden bellaapen hadde, „ zoo zal hy in verzekering genomen, en door alle de „ flraaten der Stad gegeeszeld worden." (0) S- x. 'Men zonde zeer veel zeggen kunnen tot lof van eene inrichting in groote, volkryke en wellustige Steden, die in fiaat was de volgende oogmerken te bereiken (Z>). Voor-  Staatsregeling.. 33 Fooreent, dat zy, die geen vrouw onderhouden kuunen , en echter, niet tegenftaande de infpraak van hun geweeten , niet tegenftaande alle zedekuridige drangredenen , en bedreigde burgerlyke ftraffen, hunne driften niet willen beteugelen, of uit hoofde van hun lighaamsgeftel, zonder daar van kwaade gevolgen te duchten, Biet beteugelen kunnen , door eene zoo fpaarzaam meogelyke toelaating van ongeregeldheden bewoogen worden de onfchuld te verfchoonen, den huuwlyksband te ontzien, en op hunne eigene gezondheid beter acht te geeven f»: niet dat men TA* DE ONECHTS VOORT- TKCL1NA IN HIT ALSK- ME£N. populi, cuilctts prescribuntur , turn ad utllitatem reipublie*, ad quant cmnes leges civiles iiriguntur S. C. TJR.SINI Ctmment. Jurid. de ejutstu Meretricio Hal. Magdeb. 1737. p. i2. alle de tegenwerpingen die men voor lang tegen deeze inrichtingen gemaakt heeft, waaren ten allen tijde tegen de debtuche zelf gericht: en tegen deeze tegenwerpingen ftaa ik eens vooral toe dat volftrekt niets te Keggen valt , maar men ziet, dat, in veronderltelling , dat het onmoogelyk is de ontuchtigheid in groote en volkryke Steden geheel uit te roeyen, men deeze openbaare hoerhuizen met andere drangredenen beflrydên moet, en deeze zyn des te bezwaarlyker uit te vinden, hoe moeilyker het is te bewyzen, dat de byzondere onechte faamenwooning boven die hoerery, die onder een geftreng opzicht der overheid geduld word, de voorkeuze verdiend men roeije, 7.00 het mooselyk is , beide uit de faamenleeving uit, zy zyn ten allen tyde d? bron van het verderf der Maatfchappy , maar men zie wel toe, dat men niet, wanneer men tst eene keuze van twee kwaaden genoodzaakt is, het ergfte kiest. ( * ) Surtt loca in •uibui tam corrupt* est Juuentus ,7ir mores ita impii , ut fi meretrites public* omnino tollantur, futurum ft matronarum SS nuptarum & virrinum periclitari pudicitiam, libidine procacium , ir, quad infandum est, ctiam attentnndum puerorum CoHcubitum, & froinde permittantur ftrdes fordescmtibus & ut qui infirdibus funt, II. Deel. C fi*  ■ Van de OltfCHU VOORTTfc.EMNaIN HET ALS KiiS.SK. fordescant adkuc, nt aliorum aut alianim bonestatcm inccndi) libidinis violare attmttnt petri GreG0B.II de tcpuilica Lib. XIV. Ct.p. I. p. I0J2. [*) Ikachte het zeer ongerymd de Venusziekte, als eene door de Voorzienigheid onmiddelyk gefielde ftraffe der ontucht te befchouwen , en zich dus deswegens in een overmaat van GodsdienftigheiiAils het waare te verheugen; zoo deeze kwaal allcenlyk en altoos het gevolg van eenen ongeöorloofden omgang was 3 kon dit gevoelen plaatshebben; maar daar dezelve op eene geheel andere , dikwerf zeer onfchuldige , wijze overgeërfd word, en dus geheele navolgende geflachten ongelukkig maakt, zoo zie ik niet, waarom men die met den naam van eene heilige wraak der beledigde Godheid zcude vereeren , en in plaats van op middelen bedacht te zyn, om die uit te roeyen, die kwaal veel eer als eene noodzaakelyke ftraffe aanzien, cn a's een kragtig middel tegen de onkuisheid deszelfs vooitduuring wenfchen zoude: men ziet immers dat op veel grooter misdryven van deezen aart op Onanie en Sodomie geene zodanige firaffe volgt; over het algemeen is men by kwaaien veel te fpoedig geneigd, om die vooronmiddelyke ftraffen van het Opperweezen aan te zien : in de daad is het ten hoosfte billyk, dat de Schepper zedelyke misdryven meest altoos door Iighaamlyke kwaaien ftraft; dus word den beestagtigen zuiper door de gevolgen zyner ondeugd in ket bss: zyaes Iceyens, door af.chuwlyi-e bcrstkwaalen en af- 34 Geneeskundige men meenen zoude, op deeze wijze, dc op deeze ondeugd volgende ftraffe te doen ophouden; die doch , al beftond 'er geene Venusziekte, even zoo zeker als op alle misdryveH , ook op deeze misdaad natuurlyker wyze volgen moet; maar dat men ten minfte het volgend gedacht voor de ongelukkige voortplanting van zoo een affchuuwlyk erfgoed pooge te befchutten en de verdere befinetting van onfchuldige leden der Maatfchappy trachte voor te koomen (*). Ten  Staatsregeling. 35 Ten tweeden , dat de opentlyk der ontucht overgeietven vrouwlieden, die thans in groote Steden overal afzichtige waterzucht ten grave gefleept. . De gulzige veelviaat word in het midden der vreugde , in den kring zyner fmulbroeders, door eene beroerte ter nedergeveld — de ongebonde wellusteling teert tot op het gebeente uit en fleept tot affchrik van andere zyn kragteloos geraamte kwynend om—maar eehter zyn er zeer veele oorzaaken, die deeze zelfde kwaaien voortbrengen , zonder dat men den lyder als oorzaak zyner ziekte kan befchuldigen, cn in tegendeel zyn er veel artn deeze misdryven fchuldig, die echter zeer lang geen van deeze fmertelyke en affchuuwlyke gevolgen ondervinden — en nog minder kan men in fommige gevallen de aanfteekende kwaaien als eigenlijke middelen der wraake vart het Opperwcezen aanmerken, wanneer men nagaat, dat de Schepper de eerfte overtreeding zyner zwakke fchepfelen niet op zzo eene vreeslyke wyze ftraft , en de venusziekte even zoo wel die geenen ten deel kan vallen, die zich in een ongelukkig ocgenblik voor de eerfte maal vergeet, als hem, wiens ongebondenheden booven maate en peil gaan. In plaats dat de venusziekte een middel tot weering der onkuisheid zyn zoude , moet men die ,by nader overleg, veel eer als een middel, ter voortplanting deezer ondeugd, aanmerken , daar doch de wellusteling ter yerrayding van het gevaar om door eene openbaare ligtekooy met deeze kwaal befmet te worden, al zyn vermogen aanwend, om een eerbaar meisje of gehuuwde vrouw tot ontucht te verleiden; en om de fchande en onkosten te vermyden, wanneer hy eene ongehnuwde dochter bezwangerd, verkiest hy liever het echte bed van zynen meedebarger te fchenden : zoo deeze rampzalige kwaal niet te vreezen waare , wy zouden misfchïen den ongebonden hoop der oagehuuwden meerder buitenfpoorigheden zien begaan , maar aan de andere zyde zouden de gehuuwde vrouwen en eerbaare jonge dochters in de volkrykfte Steden voor de verleidingen en aanvallen der wellustige n, yeilieer zyn, dan nu de onkuifche mansperfoonen reden Van ic OHSCHT£ VOORTTEELINGIN HET AL8E-  3« Geneeskundige Van di ON FCH 11 VOORÏT KILING IN HET ALGEMEEN. hebben om wegens de gezondheid der opentlyk ontuchtige vrouwlieden altoos in onzekerheid te zyn : over het geheel fchynt deeze ziekte ook zeer veel aanleiding gegeeven te hebben tot de uitbreiding der onnatuurlyke zonde zelf in Duitschland, en tot een afkeer voor dat gedacht, welkers naauwer omgang den wellusteling aan zulk een affchuuwlyk gevaar bloot fleld , het welk hy, wanneer hy zyne lusten op eene andere, hoewel misdaadige , en onnatuurlyke wyze bcvreedigd, niet te dachten heeft; dus dient de flrenge ftraf op fommige misdaaden fomtyds nergens anders toe , dan om zich in het heimlyke aan nog erger misdryven over te geeven , en het vereischt een diep doorzicht om te bepaalen, of een kwaad door geftrenge wetten , dan wel door zagtmoedigheid afgeweerd moet worden, om niet van kwaad tot erger te vervallen. al verfpreid zyn, en dus door haar gezelfchap by onfchuldige en nog onnozele perfoonen., even gelyk fchurfte fchaapen onder eene nog onbefmette kudde, zoo wel zedelyke als lighaamlyke verwoestingen aan kunnen regten,van dezelve zoo veel moogelyk afgefcheiden en dus buiten ftaat gefield worden, om onervarene , onfchuldige , doch door haare valftrikkenr ligtelyk van het pad der deugd afteleiden, jongelingen , of zelf gehuuwde mannen te verleiden. Ten derde, dat deeze van de burgerlyke feamenleeving afgezonderde meisjens door een rsaauwkeurig toezicht, by de minfte teekenen eener befmetting, zorgvuldig bewaard, en tot de volkoomen herftelling haarer gezondheid in de onmoogelykheid gefield worden, het aangeërfd vergif verder voortteplanten. Ten vierde, dat de vrugten deezer ongebondene moeders door eene onvermoeide waakzaamheid tegen alle inoogelyke heimelyke kunstgreepen en moorddaadige aan-  Staatsregeling. 37 aanflagen beveiligd, en op kosten der ontuchtige mannen opgevoed worden. Ten vyfde, dat hier door die ergerlyke en verderflyke gewoonte, het onderhouden van makresfen, waardoor zoo meenig ongehuuwd burger zyn gezondheid en vermogen verliest, voorgekoomen word. Ten zesden , dat ook de eervergeeten echtgenoot, die, tegen de verpligting, welke zynen (land hemoplegd, zonder acht te geeven op die dierbaaren band.', welke hem aan zyn vrouwen kinderen verbind, zich door zyne driften laat meede fleepen , ten minften van den omgang met deeze verleidende perfoonen word afgehouden: en dus ook door haar niet befmet kan worden met een vergif, door welkers meededeeling hy Zyne onfchuldige echtgenoote en zyne nog onfchuldiger nakomelingen in het verderf ftort. Ten zeevenden, dat alle mans- en Vrouws - perfoonen , van wien het blykbaar is, dat zy met de venusziekte befmet zyn , door naauwkeurig toezicht van allen omgang met elkander afgehouden worden , tot zy, na eene volkoomene geneezing, noch wegens zich zelf, noch wegens de vrugten van deezen naauweren omgang , eenige kwaade gevolgen te duchten hebben. Ten agtften, dat de Venusziekte by de opentlyke, onkuifche vrouwlieden zoo fpocdigmoogelyk ontdekt, en alle nodige middelen ter geneezing terftond aangewend worden. Ten neegende, dat deeze , door een onbezonne meisje eens verkooren,leevenswyze, haar daarom niet voor altoos voor de deugd verboren doet zyn, maar dat 'er altoos voor haar eenemoogelykhcidoverblyve, om, na betoond berouw over haar misdryf, zonder een altoos C 3 duu- v*n de onïCbie VOOIITtee.1ngIN wh AtSf  Van bï tJNECHTI VOORTTEELINGIN HET ALGEWEIK. Dc overheid moet bet aantal der Ontuchtigevrouwlieden overal trachten tt verminren. 38 Geneeskundige duurende fchande of verwyt, tot de deugd te rug te keeren, en eene eerlyke, veelligt nog vruchtbaare, huuwlyks verbintenis aangaan; het welk anderlints, wanneer de misflag van een verleid meisje is ruchtbaar geworden, doorgaans onmoogelyk is, en dus word nieenig eene ongelukkige gedwongen in haare fchandelyke en voor het algemeen zoo fehadelyke leevenswyze voortevaaren. In hoe verre echter zodanig eene inrichting moogelyk, en tegen fommige zedekundige tegenwerpingen te verdedigen zy, laat ik aan het oordeel .van anderen over; dit is zeker, dat elke gelegenheid tot ontucht des te fchadelyker is voor de volks gezondheid , hoe meer zy aan het oog der Overheid onttrokken en gefchikt is de nog onhuuwbaare jeugd in haare ftrikken te lokken; hier door doch word de hoop op eene duurzaame voortplanting van gezonde nakomelingen vernietigd, en de beste kragten der burgeren ten nadeele van den ftaat verfpild. §. X I. De Overheid moet met alle moogelyke vlyt de openbaare hoeren, zoo fpoedig zy kan, doen opligten, en in tucht - en fpinhuizen doen bewaaren; zy moet zich nimmer door dc voorftanders derzelver tot oogluikende toelaating kuiten over haaien , wanneer zy niet: tevens, door een verfhndige inrichting de nadeelen, die zy door haare altoos fehadelyke leevenswyze aan de gezondheid en zeden haarer burgeren kunnen toebrengen , heeft weeten aftcwenden : 'er komt my voor geen ander middel, ter voorkooming der nadeelen eener onechte vermenging te zyn, dan, of de on«  S TAATSREGELING. 39 ontucht met wortel en al uitteroeyen, en dus d i venusziekte te fluiten , of deeze ondeugd eene bepaalde woonplaats, aan te wyzen, en deeze, even als eene doelde pest aangetaste plaats zorgvuldig te doen bewaaken. De beveelen der Overheid tegen de ontuchtige vrouwlieden, en die dezelve huisvesting geeven , zyn overal zeer ftreng, maar het gevolg leert, dat derzelver uitvoering zeer bcz waarlyk is, en in geenen deele aan het bedoelde oogmerk voldoet: men heeft, vooral in laater tyden het hoerenlceven op alle moogelyke wyzen getracht te beletten : en , in gevolge dier geftrenge wetten, moesten de koppelaresfen en hoerenwaarden uit elk Gemeenebest gebannen, en zoo wel als haare meedehelpfters aan den lyve geftraft worden O). Men ftelde zelf opzieners der zeden en befchermers der kuischheid aan; deeze inrichtingen hadden gewis de beste oogmerken , maar voldceden echter niet aan het doelwit, het welk men met opzicht tot de algemeene gezondheid der burgeren poogde te bereiken ; niets is voor het ligbaamlyk welzya onzer jonge lieden gevaarlyker, dan wanneer vreemde onkuifche, doorgaans reeds befmettc, meisjens in onze volkryke Ste- Vak bi ONtCHTE VOOET- lEEllSS IN Htl AL6k- MitH| Men moet vocral iet injluipen van vreemie boeren weereit. O) Ordonnanee da faint Louis van den jaare 1254, Ordontiance tfORUANS, DsclaraHon da Roy van den 26. July 1713. en 6 Mey 1734. Ordin. Polit. van 1548- Keur - Saxisch Resc. 1c50. C. A. S. P. I P- 1519. Keurv, Brunschw. Luneb. Rest. van 26 Aug. 1712- Oofienrykfche Ordon. van 25 Fetr. 1762^ In het Scbwabijche tandregt word gefield Cap. 372- » dat da „ ontucht aan herbergiers meiden , of vrouwen gepleegd , met „ als aan andere vrouwen opentlyk zal geftraft worden s «HeLLFEILD SfBttWiM reale praSHum Jttris privati p. I8«X, C 4  Van di ONECHTS V0ORTYEEI.INGIN HET A Ut. 5. XII. 40 Geneeskundige Steden influipen; de inboorlinge, van vvien het bij de losbandige jongeling wel dra bekend is, of zij befmet is of niet, is in deezen opzichte niet zoo fchadelyk, maar eene vreemde iigtekooy trekt door haare vreemdheid zelf eene meenigte jongelingen na zich, en (leekt niet zelden ongemerkt geheele geflachten aan; in Steden, alwaar zich eene ftudeerende jeugd, of talryk guarnifoen bevind, breid zich op deeze wyze de befmetting aller verfchriklykst uit. De Postwagens en andere openbaare Vaar- en Rytuigen voeren niet zelden deeze fehadelyke waar de groote Steden toe, en met de grootfte redenen moet men hier op naauwkeurig toezien, de na by en buiten de Steden gelegen herbergen , de openbaare tuinen en wandelwegen dienen doorgaans tot verblyf ven zodanige vrouwlieden, die wegens haare verleiding en onzuiver lighaamsgeftel door de waakzaame Overheid meest geweerd moeten worden. Ik zal my niet ophouden, met het aantoonen van die middelen , welke de Overheid, ter weering der buitenIpoorigheden met ontuchtige vrouwlieden, in het werk kan (lellen, [het is my genoeg de gevolgen der onliuifcheid aangetoond te hebben , en men zal gemaklyk te overtuigen zyn, dat men ten voordeele der algemeene gezondheid nog zeer weinig uitgevoerd heeft, zoo lang men niet by zoo eene algemeene oerzaakvan verzwakking en befmetting onzer burgeren op eene inrichting gedacht heeft, die in (laat is deeze met meerder vrugt te keer te gaan, dan in de meeste plaatfen tot nu toe gedaan is,  Staatsregeling. 41 £ xir. Op dat echter, daar het onmoogelyk is alle otikuifche vrouwsperfoonen te weeren, voor de gezondheid dier burgers die zich met dezelve te buiten gaan gezorgd en de befmetting zeldzaamer gemaakt worde , zoo moesten in alle welbevalkte Steden zekere plaatfen bepaald worden , alwaar zy, die met de venusziekte befmet worden, en geene middelen hebben om de geneezing te bekostigen, voorniet geholpen wierden; dit alles moest onder de ftiptfte geheim houding gefchieden, op dat niet iemand, uit vrees voor eenen kwaaden naam, zyne ziekte verborgen houde, nog langen tyd met dezelve omwandele en andere befmette : echter moeten de geneesmeesters verpligt zyn de befmette vrouwsperfoonen te waarfchuwen, van zich tot haare volkomene geneezing toe van allen vieeschlyken omgang te onthouden, en, wanneer zy befmette perfoonen in gezelfchap der jeugd op verdachte plaatfen aantreffen , moeten zy de Overheid hier van in hetheimelyk waarfchuwen: daar men immers nimmer, ter begunftiging der ondeugd en benadeling der Maatfchappy, dit als een geheim bewaaren moet. §. XIII. De Regeering moet zich jaarlyks van het aantal der onechte kinderen naauwkeurig laaten onderrichten. In plaats dat men uit het grooter aantal der zulken ' in veele Steden tot een grooter trap van bederf in de zeden moet befluiten, zoo volgt dikwerf het tegendeel hier uit; dewyl beide de geflachten by eenen ongeöorlofden naauwerer omgang ten allen tyd de zwanC 5 ger- Va n t»b JNKCIITE VOO KT rEKLING n HST 11GBVI EEN. Nodioe inrichtingen tegen de. Uitbreidingier Venusziekte. Men moet van de evenredigheid der onechte geboorte* tot de echte behoorlyke kennisfe hebben.  Van de onechte voortteelingin het algeween. Permeer-^ ét-ring der onechte kinderen. 42 Geneeskundigs gerheidj en het ter waereld brengen van een loevend kind trachten voortekoomen; op deezen grond moest de zwangerheid van een meisje zagter geftraft worden, dan wanneer zy niet tegerjffaande een wellustige leevenswyze nimmer bevrugt raakte: alhoewel men hier uit niet altoos tot de misdaad van Onanie befiuiten kan, daar doch de vrugtbaarheid geene algemeene gaave is. Men kan echter uit het aantal der onechte kinderen, taamlyk zeker, tot de algemeene gezondheid der Maatfchappy, het bel]uit maaken,als dewelke door den aanwas in het bederf der zeden zoo veel te lyden heeft, en by de vermeerdering van deeze kinderen der ontucht voorzeker afneemt: de bereekeningen, diewy tot nu toe van de onechte geboorten hebben, zyn onze tyden niet gunftig: Eertyds (zegt Susmilcii) wierden in den tyd van zeven jaaren (van 1718 tot 1724) te faamen 13297 onechte kinderen gebooren, dit maakt Jaarlyks een middel getal van 1900: van 1724 tot 1731, gevolgelyk in acht Jaaren, waaren m den Keur Mark alleen 8027. en deeze Honden tot de echte kinderen als 1 tot 18. in Dresden waaren in den tyd van 6 Jaaren (van 1747 tot 175a) de onechte kinderen tot de echte als 1 tot 9 of 10. in Leipzig in eeven zoo veele Jaaren (van 1740 tot 1745) waaren onder 7kinderen 1 onecht: van 17^2 tot l7SS was de evenredigheid nog ongelyker, als 1 tot 6, 4. in Gotha was van 1740 tot 1748. onder 21 kinderen ééne onechte geboorte: te Hamburg waaren, van 1770 tot 1774, onder de 10668. gedoopte kinderen 873 onechte en gevolgelyk 1 tot 12 , 2. het getal der onechte is daar en tegen in de kleine Ste« den en ten platten lande meikelyk minder. §■ X V.  Staatsregeling. 43 §. XIV. Daar de Overheid eener Maatfchappy uit het grooter getal der onechte kinderen een voordeelig beflu.it met opzicht tot de bevolking kan opmaaken, zoo moet zy ook , wanneer de onechte geboorten in eene Stad verminderen, naauwkeurig nagaan, of dit in de daad door eene verbetering der zeden, dan wel door het de overhand neemen van eene veel erger ondeugd veroorzaakt word; eene ondeugd, die de voortplanting, of fchoon ook de onwettige, verminderd en tot de grootfte nadeelen in de gezondheid en zeden aanleiding geeft; men moet echter hier in met de grootfte omzichtigheid te werk gaan, op dat de onfchuld niet geërgerd , en, door het verbod zelf, tot het involgen deezer onnatuurlyke driften meer en meer aangefpoort worde, „ na de hoerery, zegt van Hess cn de „ hier uit onftaane venusziekte is de onnatuurlyke „ zonde de grootfte hinderpaal der bevolking, dewyl „ zy de orde der natuur om verre werpt en het dier„ lyk inflinÖ vernietigd: de Overheid moet deeze , ondeugd in het diepst geheim ftraffen en onderdruk,, ken, opdat dezelve niet tot kennis van onbedachte „ perfoonen koome; waarfchynlyk was dezelve vooi „ dertig en meer Jaaren in Holland niet zoo algerneei „ geworden, wanneer men die niet met veel toefte „ onderzogt en geftraft had, eene naauwkeurige be „ fchryving deezer misdaad verwekt onreine lus „ ten(>>" ^'Ien doet dernalven niet wel» wannee mei Ca) Freye Gedanken uber Staatsfachen f. 75. Van de ONi-CHiK VOORTTEELINGIN HET ALGE— MEEN* Men moet de Zeden met het aantal der onechte kinderen vergelyken, l 1  44' Geneeskundige Vav de ONI CHTE VOORTTEELINGIN HLT ALGEMEEN. moet van de geneigdheidnan beide de kunnen tot elkander Ut weering der tegennatvurlykebisten gebruik maten. men in de fchoolen de zelfs - befmetting by geile jongelingen opentlyk ftraft, en dus (daar de oorzaak deezer ftraffe niet geheim kan blyven) de nieuwsgierigheid van andere, en de begeerte na te vooren onbekende aandoeningen gaande maakt : men moest veel eer trachten die geen, welke men vreest, dat andere zouden bennetten, ongemerkt van de nog onfchuldige meenigte aftezonderen: men zal by nadere overweging hoe langer hoe meer overtuigd worden van de onontbeerlykheid der ingefchapene toegeneigdheid van beide de Sexen tot elkander ter weering van gevaarlyker ondeugden, en dat men derhalven daar, alwaar men een te groote onverfchilligheid of, afkeer voor den omgang met vrouwen te duchten heeft, liever door eene voorzichtige toegeevenheid ten opzichte van mindere, hoewel gcenfints tebillyken, ondeugden , de gezondheid en zeden der jeugd van gevaarlyker dwalingen moet zoeken te redden, dan dat men door geweld de eene misdaad belet, met gevaar van tot een oneindig nadeeliger uiterfte te vervallen. Van bet pligt - verzuim der engehuuivdetmderen. Niets verdiend zoo zeer het toezicht der Overheid, als dat deeze in ontucht voortgeteelde vrugten tegen de vermeetele onderneemingen hunner eerlooze ouderen ten allen tyde verdedigd, en de rechten des nog ongeboornen burgers, tegen de gruwlyke woede zyner wreedaartige ouders met eenen magugen artn gehandhaafd worden : de zucht, om eene naauwlyks ontvange vrugt, nog eer zy de tot het leeven benodigde rypheid bereikt heeft, uit de baarmoeder uitte dryven, of wanneer dit niet gelukken wil 3 het ki.nd te»!  Staatsregeling. 45 tcrftorid na de geboorte ter vondeling te leggen, 0) fcelf om het leeven te brengen, is eene zaak die de naauwkeurige zorge eener burgerlievende Overheid zoc zeer verdiend, dat vvy die in een volgend Hoofddeel nader zullen onderzoeken ( *)• (*) Alhoewel ik volkomen met den geleerden Schrijver ïnltemme , dat de Overheid in die gewesten , by welkers inwooners ,uit hoofde van de luchtftreek. opvoeding , of leevenswyze,eene grootere neiging tot onnatuurlyke lusten befpeurd word , veel liever, ter voorkoming van zodanig een zeden bedervend kwaad, den onkuifchen omgang met vrouwen,als voor de Maatfchappy en de voortplanting minder nadeelig zynde,oogluikend moet toelaaten, en dat in deeze gevallen eene onder behoorlyke en door den Schryver opgegeven wetten bepaalde faamenwooning der onkuifche vrouwlieden van eenig nut zoude kunnen zyn. Zoo komt het my echter voor dat, voor eerst, zoo eene verbanning der ontucht na zekere wyken. der volkrykfte Steden zelf in die plaatfen geenfints aan het vcorgefteld oogmerk voldoen zal, de verleiding onzer gehuuwde Vrouwen en cerbaare dochters zal hier door niet verminderd , maar veel ligt vermeerderd worden; de openbaare plaatfen der ontucht zullen wel dra ,als veel te gemeen aan de Iaage klasfe der burgeren, aan het zeevolk, en de foldaaten overgelaaten worden, terwyl de fatfoenlyke ligtmis , wiens gekamerde maïtres , nu naar het verblyf der ontucht verbannen Is, onder onze gehuuwde vrouwen en eerbaire jonge dcchters zyn prooy zoekt: de vreeze , om naar de fchandelyke wooningen der ligtekooyen verweezen te werden, zal het meisje, het weikin een zwak ogenblik haare eer ten besten gaf, en nu door de verleidende taal van haare minnaars zich meer en meer aan de ontucht heeft overgepeeven, haare misdaad met de uiterfte fchroom doen verbergen, en , zoozy door befmetting of Zwangerheid de rampzalige vrugten haarer leevenswyze gewaar wori, zal zy door die vreeze genoopt worden , om zich veel liever aan het rampzaligst lot, haare vtagt. ma eenen geweldigen dood te onderwerpen, danhaa- rea Van dï on'c hts voortteelingin het algemeen,  Van de onechte voor.tteeungin het algemeen. 40" Geneeskundige ren toeftand bekend te maaken , en de nodige hulp te zoeken. Ten andere is het eene harde zaak voor de Overheid, wien het welzyn der Maatfchappy, zyns Vaderlands en zyner meedeburgeren ter harte gaat, een kwaad; van welkers ver nitgeflrekte en allernadeeligue gevolgen zy ten vollen overtuigd is oogluikend te moeten toelaaten, ter vermyding van een ander het welk voor zeker van oneindig verderflyker nafleep , en uit zijn aart zelf aller verfoeilykst is , en zoude het niet moogelyk zyn in dit ous Vaderland,der ontucht behoorlyke paaien te ftellen, (die geheel uïtteroeyen ftemme ik volkomen toe dat volftrékt onmoogclyk is,) en door heilzaame wetten derzelver kwaade gevolgen grootelyks te verminderen, zonder aan het involgen der onnatuurlyke lusten hier door aanleiding te geeven, onze Natie is immers over het geheel niet eoo onteugelbaar in haare driften, en (laat hier in. niet'zoo ligt tot uïterftens over; dit was het dpelwit dier geftrenge wetten , welke hier te lande reeds van oude tyden herwaards door onze voorvaderen tegen de onkuisheid zyn vastgefteld, die zich ■ zoo verre uitftrekten, dat de onfchuldige vrugten der ontucht , door het fchandelyk misdryf hunner ouderen, met oneer gebrandmerkt wierden volgens i/Wvestert van Graave floris in 128S. aan Monnikkendam gegeeven, mogten bastaarden in het gerecht niet getuigen, veel min mogten°zy tot rechter of Drosfaard aangefteld worden, volgens den eed der Graaven van Holland aan de Staaten zie Grasjf inkel recht van opperjie macht lib. 2. p. 789. Volgens ordonnantie van Willem i. Prince van Orange op 't ftuck der Politie binnen Zeeland in dato 8 February 1583. word «rt. XXIV. bevolen dat tegen hen, die zich met koppe'ary of hoereryj generen , geprocedeerd moet Worden tot fchavotteering, geefeling en bannisfjnient uit den lande van Zeeland, zoo het nabefcaar.de in den bloede , of voogden zyn, die hunne dochters of pupillen tot onkuisheid exponeeren , zullen zy met de dood geftraft worden , en niemand , hier van bewust zynde mag op de boete van een jaar huur aan de zullen een huis verhuuren» Groet Placaat Boek 1 D. Co'. 35J. Ampliatie by de Ed. Mog. Heeren Staaten van Zeeland in data IS Mzart T.C66- Gr. Pi. Boek 3 D, p- 592. Echt Reglement voor de Steeden en dorpen di-f Generaliteit gejlatueerd den iS. Maart 1Ö5Ö. Art. 74. hoeren en hoeren j:>.gers moeten ter discretie van den Rechter met gevangenis en te water en brood te net.  Staatsregeling. 47 zetten geftraft worden ibid: en de hoerhuizen moeten door alle Overigheden geweerd en uitgeroeid worden. Echt Reglement. 1 Die in zyn eigen huis bordeel houd vervald voor de eerfte \ reize in de boete van ƒ 100 „ ■ „ —. voor de tweede l reize moet hy gegeeszeld en uit den lande gebannen worden J ib:d: art. 78. Ten einde den onervaaren jongeling door de vleytaal der ontuchtige v.-ouv/Iieden uiet verleid worde , om ,ten nadeele zyner nabefcaanden , aan haar, by zyn'overlyden zyne goederen geheel of gedeeltclyk na te laaten, beval Keizer Ka Rat, V. by placaat van den 4 O'laber ij4d. art. 12. dat alle erfmaakingen, van jongelingen beneeden de 25 Jaaren aan htmne concubinert van geener waarde zyn; zoo echter, dat het hen vryftaat aan door hen gsdefloreerde dochters hunne goederen geheel of ten ceele natelaten Anseimus d. C. 62. N. 7. art. 14. Het oogmerk deezer wetteu was voorzeker de ontucht op alle wyzen tegen te gaan, gelyk ook door de Stedelyke regeeringen by de een meer by de ander minder maatregelen ter ftuiting van dit kwaad genomen zyn: uiteen Staatkundig oogpunct befchouwd kan deeze ondeugd in alle landen niet - even geftreng veel min door dezelfde middelen geweerd wor1 den, in fommige Steden zelf is men genoodzaakt, of ter verrayding van een grooter kwaad, of ter bereiking van een nuttig en noodzaakelyk oogmerk, de huizen der ontucht oog» luikend toe te laaten , by voorbeeld in de groote en velkryke Zeehavens; maar in die plaatfen zy het ook der Overheid aaribevcolcn alles in het werk te Hellen, ten einde deeze ondeugd zich niet verder voortplante, dan tot bereiking der bedoelde oogmerken vereischt word, en vooral zoo veel moogelyk zorg te dragen, dat de fchandelyke venusziekte zicli h.er door niet rftcer en meer verfprejde; de middelen; welke onze Schryver in dit Hoofddeel hier toe aan de hand geeft, verdienen voorzeker onzen aandacht en de ernftige overweeging van hen, die zoowel het lighaamlyk welzyn, als de verbetering der zeden hunner Mcedeburgeren ter harte gaat, zy zyn in zeer vele opzichte ook op Nederland zeergemaldyk toe te pasfen. Kan men het verderflyk kwaad der ontucht niet geheel uitroeyen, men trachte echter het binnen zoo e:,ge paaien te houden als moogelyk is , en deszelfsratnpzalige gevolgen met alle magt af te keeren. Vertaaler. T W E E- Van db nechtb oort- 'EEL1NG n het .LGE- 4ESN»  Toejland des getnoeds by in onecht bezwangerdemeisjens. 48 Geneeskundige TWEEDE HOOFDDEEL. van het verwekken van misgeboorten, iie t te vinden leggen en om hals brengen der vrugt. L Infanticidio e Veffctto di una inevitabile contra-dizione, in cui »posta una perfona, cheper de-bolezza, o per violenza abbia ceduto. Chi tro— va/i tra Pinfamia e la merte di un eJJ'ere incapa-ce di fentirne i mali, come non preferira questai alla miferia infallibile, a cui farebbaro exposti' ella, el'f infelice frutto? la miglior mauiera dii privenire questo deMtto , farebbe di proteggers con leggi efficaci la debolezza contro la Tiran-' nia, la quale efagera i vizi, che non poffono i coprirfi col manto della virtu. 13 e c c a r i a dei Delitti e delle pene. §. XXXI. In gcenen toefhmd toont zich de magt der driftem op de ziel des menfchen zoo fterk als dan, wanneerr een anderfints wel opgevoed meisje voor het eerst gewaar word, dat zy in haar binnenfte een lecvendig; fchepfel draagt, het welk zyn aanweezen aan haarei ongeregeldheden verfchuldigd is; dit voor haar, diee buiten echt bezwangerd is, zoo verfchriklyk ogenblik „ neemt haar geheele ziel in, fchaamte, vreeze, fehrikc en wanhoop vervullen die beurtelings, de dood z-elfiss v001t  Staats uèselin 0.. 49 voor deeze zoo vreesachtige kunne nu een begeerlyk voorwerp haarer wenfchen, en wat is hier Van de oorzaak? het vooruitzicht van fchande en ellende is de vermogende dryfveer van die onbefchryflyke aandoeningen ; beide zyn zy gevolgen onzer Maatfchaplyke faamenleeving, waar door het recht tot de voortteeling binnen zekere wetten bepaald moet worden, welkers overtreeding ftraf vordert. §. ii. Hoe verfchriklyker deezen toeftand in de verhitte verbeeldingskracht van het meisje zich voordoet, des te fterker word zy genoopt, om het gedreigde onheil van zich afteweeren, en wee het beflooten en der waereld nog onbekend fchepfel, welkers aanw-ezen zoo eenen verfchriklyken, maar tevens zoo ongr-lyken zclfftryd veroorzaakt hoe weinig onteerde meisjens zyn 'er, die hier, ten minfte in den eerden aanval deezer ziedende driften, onfchuldig gebleeven zyn, en niet in haare eigen ingewanden gewoed hebben, om, waare het moogelyk, zich nog in het heimelyke van eenen vyand te ontflaan, wiens dagelykfchen aanwas het dreigend gevaar van dag tot dag zekerer maakt. Quas non herbas, qua non medtcamiHA dttuïït audaci fuppofuitque manu? §. II L Wanneer men de algemeenheid Van het afdryvéti der vrugt by alle befchaafde volken nagaat, en de gevolgen in aanmerking neemt, die bier uit ten nadeele II. Deel. © &i Van hét" afdryv£n der vrugt y enz. Gevnf- lens van fommigê volken •Ivegens bet ajdrf*  Van- het AFDRYVtN der VRUGT, ENZ. ven der vrucht. ( a ) A. L. ScH LOZER Nieuwe Erdbefchr. von Amerika X Tb. S k. s. 29. (b) La HontaN Relations du Canada. {-O Knox Relations du CeUcrn. 50 Geneeskundige der bevolking en algemeene gezondheid dier Maatfchappyen moeten voortvloeyen, kan men niet nalaaten by zeer veele volken eene droevige tegenftrydigheid te befpeuren in het zeedelyk begrip, het welk men zich van deeze daad vormen moet, cri der menfchen dcnkenswyze over eene zaak van zoo veel aanbelang: wie doch zoude, zoo hy niet ten vollen overtuigd wierd , durven vermoeden , dat een bedryf als dit, zelf by gehuuwden, zich zoo op geene opentlyke befcherming der wetten, ten miniie op eene onverfchillige toelaating derzelvc zoude kunnen beroemen? de inwooners der westlyke Hudibns-baay zetten hunne vrouwen , uit een byzonder Staatkundig oogmerk , aan, om zich door het gebruik van een aldaar zeer gemeenzaam gewas, haare vragt af te dryven ; om zich dus van den drukkeriden last eenes hulploozen huisgezins te bevryden (a) en dit is , geiyk die Schryver aanmerkt, nog minder wreed, dan,het geen te vooren by deeze volken in gebruik was, om de reeds gebooren kinderen om het leeven te brengen, dit is ook by de vrouwen en meisjens der Iroquoifen zeer in zwang (£): In myn voorig deel hebbe ik reeds melding gemaakt van die zeldzaame wet der Ceilaneezen, volgens welke eene zwangere vrouw verpligt is voor haar 3611 Jaar de vrugt te laaten afdryven(c) en dit weeten zy, zonder de minfte zwaarigheid hier over te maaken, zeer handig te verrichten  Staatsregeling: £i ten O); de Indiaanfche vrouwen dry ven telkens, als zy dit goedvinden, haare vrugt af(Z>), hiertoe zich veelmaalen van de Ananas bedienende (O? veele vrouwen der wilde volken doen dit om geduurende haare zwangerheid haare mannen niet te mishaagen (rf); het gemeene volk in Siberien bediend zich tot hetzelfde oogmerk van de Adonis Apenina (e) en de Franfche Geneesheer te Adrianopolen, de Heer Paris, bericht ons, dat ook de Turkfche gehuuwde vrouwen, zonder fchroom haare kinderen afdryven, en zich niet ontzien deeze daad opentlyk te erkennen, zonder dat de Regeering zich dit aantrekt, of de kwakzalvers , die zich om ftryd op hunne kunde in dit werk beroemen, wegens dit hun vermeetelbedryf ftraft(/) men kan dit zelf de oudfle volken nageeven. Arist o t e i. e s zegt, ,, 'Er moet in eene Republiek een „ bepaaling zyn van het aantal der kinderen, die ge„ booren moeten worden, en zoo 'er boven dit getal „ eene vrugt ontfangen word, die moet afgedreeven „ worden, voor dat dezelve aanvangt gevoel te toonen „ en te leeven (g~)" Plato was van hetzelfde gevoelen (-A); te Rome wierd het afdiyven door aaneienlyke vrouwen dagelyks in het werk gefield: S e- ne- ( a ~) Oastindifcbe Reizem (ij Discurjus medicus de Abortu Gf Medicamentis Abwtivis auS, ï. n. l, m. D. ( c ) OosHndifche Reizen. (rf) Lettres Perfanes vol. II. p. i8ï. te) PaLLAS reizen II. Tb. s- $6. (ƒ) Journal de Medecine Avril 1770". (g) Politica lil. VIL C 16. (h~) De Legibus lib, V. D a Van het afdry- VEN DER. VRUGT, ENZ»  51 Geneeskundige ' Van het afdry- VEN DER VRUGT, ENZ. (tij Confolat ad Helviam Martsm e. ifi. ( & ) Satyr. 6. v. 500. ) In Orat. pro C/uentio Avito. (d)Jv$T. HenniJiS BOKHMER. difftrt dt Caede infant* neca maakt melding van deeze misdaad, als eené zeer gevvoone zaak, en waarop geene ftraffe gefteld was ,, nimmer", zegt hy tot zyne Moeder Helvia, „ hebt gy u wegens uwe vrugtbaarheid ge8, fchaamd, als waare zy een verwyt uwes reeds be„ reikten ouderdoms, nimmer hebt gy, gelyk ande„ re, die niets als eene fraaye geftalte pryfenswaardigs „ hadden, uw gezegend lighaam als eenen wanvoeg„ lyken last verborgen , of zelf de hoop des Vader„ lands, uwe vrugt met eigen handen in uw inge„ wanden verfmoord (0). " Juvenalis zeide van zyne tydgenoten , dat men te Rome zeer weinig voornaame kraamvrouwen had, federd dat het vrouwlyk gedacht het gemaklyk en voordeelig gevonden had, zich onvrugtbaar te maaken, en het kind in de baarmoeder om te brengen O); het behouden van eene fchoone geftalte was de voornaame reden van dit misdryf; maar meenige vrouw dreef ook, uit haat tegen haaren man , van wien zy gefcheiden was, het welk toen ter tyd meermaalen voorviel, haare vrugt af; en die Milesia waarvan Cicero gewaagt, (c) liet zich met geld omkoopen, om door deeze daad zommige bloedverwanten dienst te doen, weshalven het in gebruik geraakte dat een man een buik-bevvaarer by zyne vrouw aanftelde, wanneer hy haar oordeelde zwanger te zyn. (_d) §. I V.  Staatsregelin» £3 5. I V. Dat het afdryven der vrugten, by anderfints befchaafde volken zoo ftraffeloos geduld wierd, is grootelyks aan het algemeene , zelf by den Romeinfchen Rechtbank aangenoomen , gevoelen toe te fchryven, dat de vrugt, zoo lang zy zich in de baarmoeder bevind, geen levend fchepfel, maar flechts een deel van des moeders ingewand is O );de Stoïfche Wysgeeren ftaafden deeze mening (7>), en men kwam hier meede zoo verre, dat men in het algemeen, zoowel een zoo even gebooren (Sangiunolentus) kind, als een nog niet gebooren niet onder de menfchen telde (c), zoo lang het van de ouders niet aangenomen, aan de mocderlyke borst gelegd, of ter minne befteld was (); ten deezer dage maaken de wetten onderfcheid tusfehen leevende, en nog niet leevende vrugten , in het 1'aatfte geval is de ftraffe veel minder (O- $. V. Afbeet der natuur wan dei ze misdaad. Offchoon echter in vroeger tyden geene openlyke of burgerlyke ftraffen op het afdryven der vrugt gefield waaren, de ftemme der natuur verhefte zich echter ten allen tyde, tegen deeze daad: Seneca achtte het eene fchande zyner eeuw, wanneer hy het nalaateu van dit misdryf zyne moeder tot eer reekende, zelf O vidius, verdacht zyne minnares van deeze' daad, als van een misdryf buiten zyn weten begaan (V), en Juvenalis telt die ongeregeldheid der Romeinfcl.e vrouwen onder de losbandigheden zyner eeuw. (n) Sachs diff. ie rfficio & jure medic. argenl. i~o6. Conim. in Const: crim : Caroli V, (6) Uit deeze oorzaak wierd Meiefia ter dood veroordeeld Cicf.ro l. c. Tryphon.ius /. 59. D. de pocnis. (c) Volgens de geestlyke rechten , non est bomicida, qut - abortum procurat antequam anima corpori ft infifa. CauJf.XXXIL e. vin. ( d) L, 11. amor. Eleg- 14.  Staatsregeling. 55 §. VI. Eindelyk, dank zy der Christe'yken Godsdienst, wierd het afdryven der vrugt ais een mi;daad gereckend,en ftraffe daar opgefteid: Noodt jftelt dat onder de regcering der Keifers Severus en Antoninus het afdryven der vrugt het eerst, wei niet met doodftraf, maar flechts met een banr.isfement voor een tyd gcftraft is, dewyl men hetzelve nog niet als een doodfbg wilde erkennen (> ): de Christlyke Schryvers gaaven van het begin af aan deeze zaak een .geheel ander aanzien, en bedienden zich van defterklle drangreedenen ter beftryding eener Godsdienst, die zodanige gruwelen duldde. Van het afdryven der vrugt , enz.' Door de Christlyke Godsdienstveroordeeld. %. VII. Men was eertyds over het geheel veel bcdreevener in het vernietigen der kinderen in de baarmoeder, dan wel ten deezen dage: en echter fchynt te dier tyde geen middel bekend geweest te zyn, waar door men altoos en met zekerheid dit godloos oogmerk bereikte. . Nimium vivax admotus restitit infans. Artibus o3 teclus, tut as ab hoste fuit ( b). daarenboven waaren toen, gelyk nog in onze dagen , de krachtigfte middelen van dien aart, dat het leeven der moeder door dezelve, in een even zoo groot gevaar Groot ere bedrevenheid in oude tyden in de middelen ter afdryving. 00 * O) ovidius Epist. Heroic. IL D 4  Van het afdryven der. vrugt, enz. Men moet die by bet gemeen in vergetenfreid trachten te brengen. (<0 Ovidius Amor. Lib. LI. Eleg, 14. (*) P«rg, Med. fac. (. é, g6 Geneeskundige vaar gebragt wierd, als dat van het kind, het welk men poogde aftedryven. « Tenercs faclunt, fed non impune pueïïct Scepe fuos u-tero quct necat, ipfaperit. ( §. V I I I. By deezen toeftand van zaaken , moest men (of fchoon volgens eenpaarig getuigenis aller Geneeskundigen , alle bekende inwendige afdryvende middelen, zeer onzeker in haare werking zyn) in elke Maatfchappy de naauwkeurige onderzoekingen, van zodanige middelen , ten minde in de volksfpraak , den Geneeskundigen verbieden : daar door dezelve zeer weinig nut, maar wel de grootfte ongelukken kunnen veroorzaakt worden. Zoo bericht ons Galenus dat, toen ten zyn en tyde eene plant ontdekt wierd, welks gebruik eene doodlyke bloedftorting veroorzaakte , de Overheid zorg droeg, om dezelve onbekend te doen bly ven (£)> het is genoeg, dat wy weeten, dat, inweerwil van alle de onzekerheid dier middelen, het echter aan zeer veele perfoonen gelukt haar fchandlyk doelwit te bereiken , en het zal genoeg zijn dat geen voor te ftellen, wat ter afweering der gebruik!yk(te middelen, om deeze misdaad uittevoeren, kan aangewend worden 5 tot het overige is als dan ligt van zelve het befluit op te maaken, §. I X.  Staatsregeling. £7. §. IX. De hevige braak-en purgeermiddelen, de laurier- v beffen, verhittende kruiden en esfencen, die door appothekers, drogisten, baardfchrapers, en vroedvvy- v ven onverhinderd verkocht en gekocht worden, voor- e al die gewoone purgeerpillen en poeders, welke door \ de vreemde oliën-verkoopers, van huis tot huis, uit- £ gevent worden , hebben , fchoon zy niet altoos deeze * uitwerking hebben, reeds meenige roisdragt veroor- , zaakt, de aloë- of zogenaamde bittere brandewyn, die in elk dorpswinkeltje voor handen is, kan, door deszelfs byzonderen aandrang op de vaten van het pnderlyf, het afdryven der vrugt bevorderen ; ik hebbe een meisje, van 8 of9. Jaaren gekend, zegt de Heer Weickard, welke dagelyks van brandewyn , die met verhittende kruiden, en wortelen en 'niet fuiker toebereid was , fnoepte, dit meisje kreeg haare ftonden , die echter ophielden , zoo dra men haar de gelegenheid benam, om deeze brandewyn te fnoepenO), is dit middel in ftaat, om by een zoo jong meisje de ftonden te verwekken, hoe veel lichter zal het dan niet by een volwasfen meisje de vrugt afdryven , vooral, om dat zoo eene tevens zich ook alle gelegenheden , die ter bereiking van haar heilloos oogmerk dienftig zyn, ten nutte maakt: Luowig ontkent niet, dat de fevenboom de kracht heeft, om ' de vrugt aftedryven , en te Parys ftaat het geen kruidenverkooper vry, aan eenen onbekenden, of bedienden , zonder fchriftlyk getuigenis van zyn Heer, dee- (a) Verm'titbii Medicia. Schriften St. i. s, 7§. D 5 7an met FDR.YEN DER R.UGT , ■iZ. Van de 'erking ?niger ^nees- liddeten, ie alsaf- ryvende liddelen ekend yn.  Vanhct AFDRYVEN DER VSUGT, ENZ. f<0 RJHt. Medic. forrtis. (b) Eltm. Phyft0i, t. VU, LH, XXVUL §. Xt §8 Geneeskundige' deeze kruiden te verkoopen O), ook gebruikt men in Bohemen deeze voorzichtigheid: de Polei (Pukgmm) zelf,- offchoon in veele boerenhooven voorhanden, houdt Hai.ler, voor een krachtig middel ter bevordering der irmndftonden O). De faflraan , die in Duitschland zeer algemeen onder de fpyzen gemengd, en in veel winkels in meenigte verkocht word, veroorzaakt zeer veele ongelukken, van deezen aart; zy is by zeer veclen een gereed huismiddel, wanneer de ftonden te rug blyven, en als zodanig word dezelve als dan door meisjens, die zich niet zuiver achten, zeer fterk als thee gedronken ; in zeer veele dorpen in Duitschland, fchaft men geene vleeschfoupe, dan die door faffraan geel geverwd is, men zoude die anderfints niet gebruiken; deeze gewoonte moest, uit hoofde van het nadeel, bet geen die by zwangere vrouwen veroorzaaken kan , afgefchaft worden. Het veelvuldig aderlaaten; daar het de voedende fappen verminderd, kan op de vrugt een allerfchadclykften ja doodelyken invloed hebben; alhoewel deeze middelen, zoo wel als de meeste andere, in weikers onderzoek ik my voorbedachtelyk niet in laate, niets minder dan onfeilbaar zyn, om eene zwangere vrouw, van haaren last te bevryden, en meer moeders, onder het in het werk ftellen deezer pogingen om hals brengen, dan wel werklyk haare vrugten afdryven, ik ga derhalven over, tot het geen van het te  Staatsregeling. 59 -te vondeling leggen, en vermoorden der kinderen, • nos; te zeggen is, waar na ik ook die maatregelen, , die"tegen dit misdryf in het werk gefteld zyn, of be- J raamd zouden kunnen worden, zal aautoonen. 5. X. Wanneer alle de pogingen, om de vrugt door de allerftrydigfte middelen, nog voor dat dezelve haare ; rypheid bereikt heeft, uittedryven , mislukken; blyft j 'er voor de wanhoop van het rampzalig fchepfel, niet , over, dan zelf de moordende handen aan haar kind te Haan, of zoo de natuur nog van fchrik, voor zulk eene gruuwzaame daad, te rugge deinst, hetzelve te Vondeling te leggen, en dus aan zyn onzeker -noodlot overtelaaten, daar 'er immers voorbeelden zyn, dat zodanige aan eenzaame plaatfen, ter nedergelegde kinderen, door honden of zwynen leevend verflonden zyn; de meeste derzelve immers , komen rampzalig om het leeven. j Deeze ,zoo zeer tegen de natuur ff rydende misdaad , heeft denzelfden oorfprong, als het moedwillig afdryven der vrugt , de vreze namenlyk voor fchande en ellende , het kan eehter van nut zyn in de gefchiedenis van dit moorddaadig gebruik, de andere oorzaaken van hetzelve na te fpeuren, om des te heilzaamer middelen tegen deez?, voor der menfchen denkwyze zoo fchandelykc , misdaad te kunnen vinden, of de by de vonrnaamftc volken, hier tegen aangewende poogingen , te beter te beöordeclen. Het is zeer waarfchynlyk, dat de vermeetele on■derneeming, om zich door de dood van het pasgebooren kind te ontdaan, zyn oorfprong verfchuldigd is, aan haat tegens de moeder, achterdocht, of zekerheid Van hCT fdryxv dcr. rugt , nz. Pan het 'er vernieling leg\en, en iooden der irugt. Mcenig- vuldiven oorfprong deezer barhaarfche gewoonte.  Van he AFDRYVEN DEI VRUGT, ENZ. (a ) Dn Rppublica lib. 7. e, ie, {b^j Giograpbia lib- XV. 60 Geneeskundige r heid haarer ontrouw, aan een onmoogelykheid, om by , eene zwervende leevenswyze, meerder kinderen op te voeden, of dezelve, by gebrek aan toereikende leevensmiddelen, te kunnen onderhouden: krygshaftige , vooral Repubhekeinfche volken, hadden hunne byzondere redenen, waarom zy eene al te groote vermeerdering hunner burgeren voor fchadelyk, en dus de kindermoord minder ais eene gruweldaad aanzagen j Aristoteles, ftelde tot eene wet, dat elk Gcmeenebest eene bepaaling moest maaken, op het aantal haarer leden, en beletten moest, dat zwakke en gebreklyke kinderen, groot gebragt wierden O); en volgens de Wet van Lycurgus was dit laatfte artikel ook in gebruik: Strabo verhaalt hetzelfde van de inwooners van Cathea, alwaar de knaapjens op de tweede maand hunnes ouderdoms door een Magiftraats perfoon, opentlyk onderzocht wierden , of zy door hunne goede geftalte het leven verdienden , of om hun zwak of gebrekkig lighaams geitel ter dood moesten veroordeeld worden (£) : de ftichter van Rome liet het aan de ouderen over, om hunne kinderen , wanneer die zeer gebrekkig ter waereld gekomen waaren , en dit door vyf nabuuren een* paarig getuigd was, van het leven te berooven, zoo echter, dat de moeder geen magt had, om haaren echtgenoot het' uitocffenen van dit zyn recht te betwisten; eene hoere, die geene flaavin was, kon, even als de vader, haar kind te vondeling leggen, dewyl zy, als ongthuuwd zynde, het recht haares mans,  Staatsregeling. fit ttans, hier door niet benadeelde O); deeze wet is naderhand in de twaalf tafelen ingelyfd : S ene ca zegt, 'er wierden gewoonlyk meer kinderen weggeworpen, dan wel te vinden geleid, wanneer zy niets voordeeligs beloofden: (Z>) bv de oude inwooners van Tsland was het te vondeling leggen der kinderen meede in gebruik ( c ). Het is nog, uit vreeze voor gebrek, aan de nodige middelen ter opvoeding, by de Chineezen algemeen in zwang,hunne kinderen, vooral de meisjens, waar van men zich begeert te ontilaan, op de ftraat, of in het water te werpen (4); en dit is niet te verwonderen , wanneer men nagaat, wat de Jefuit Premare, van dit volk zegt „ Het rykst en „ bloeyendst land der Waereld is tevens het armst „ en ongelukkigst, zoo vrugtbaar en wyduitgeftrekt „ dit Ryk ook is, zoo is het echter niet voldoende „ zyne onderdaanen te voeden , en viermaal zoo „ veel land, zoude hier toe naauvvlyks toereikende .„ zyn; de armzaligfte êllende , brengt hier ook de „ gruwlyklie ongeregeldheden voort; wanneer men „ zelf in China is , en de zaak met eigen oogen „ waarneemt, verwonderd men zich in geenen dee„ le, waarom de moeders haare kinderen, gedeelte„ lyk te vinden leggen, gedeekelyks , met eigen „ han- (fl)DlON. H ALICARN ASS. Lib. II. (i) Lib. 5. Contror- 33- f « ) KhvslpRUS anliq. Select. Septentr. & Critit. (cf) Recherches Pbile/oph. fur lts Egypt- & '« Chin'Js, Tbm, II. p. 383. Van hes AFDRYVEN der VRUGT, ENZ.  6-2 Geneeskundigs Van het afdryven oer vrugt, enz. (a) Lettres edif.antes & curieufes irecuilp. IJl, „ handen om hals brengen, en waarom de ouders „ hunne dochters, voor eenen geringen prys verkoo,, pen; in onvrugtbaare Jaaren, en deeze zyn hier „ niet zeldzaem, vergaan millioenen van menfchen; „ een Chinees, zal den geheelen dag door, met alle „ magt in het aardryk vroeten, en tot over de kniën „ in het water ftaan , cn zich s'avonds gelukkig „ achten, wanneer hy een fchaal vol gekookte ryst, „ tot zyn belooning krygt, en het fmaaklooze water , waarin dezelve gekookt is , toe mag drin„ ken — Ik zwyge van die kleine kinderen, die door ,, de armoede hunner ouderen in de Stad en op het „ land te vinden gelegd, en waar van veelen, door „ de wilde dieren Verflonden worden; 'er zouden „ weinig dagen omgaan, waar in iemand, die 'er „ zyn werk van maaken wilde, om die op te zoe„ ken, niet één of meerder vinden zoude: veelen „ zien het verlies deezer ónïchuldigen aan, voor ee„ ne noodwendige verligting van den Staat, en nie„ mand .geeft zich de moeite om deeze rampzalige „ ïlachtoffers op te nemen, en der dood te ontruk,, ken; voor al worden de meisjens, door haare ou,5 deren , veel al te vinden gelegd , wanneer deeze „ bevreesd zyn, dat naar geflacht te zeer zoude aan„wasfen;" deeze yverige Zendeling, nodigde de Pranfche Vrouwen uit, om in vyfof zes Hoofdlieden van het Chineefche Ryk, Vondeling huizen te ftichten, tot onderhoud deezer rampzaligen, en om hen in de Christelyke Godsdienst op te voeden dee-  Staatsregeling. 63 deeze gewoonte heeft echter, volgens andere berichten Hechts onder de laaeite klasfe des volks plaats (V). " Romulus ftond toe ; wanneer dit nodig geöor- ' deelt wierd, alle da dochters, (de eerstgeboorne uitgezonderd), terftond na de geboorte om te brengen, dewyl deeze doorgaans de ouders, zeer tot last waaren en dit verlof wierd naderhand uitgeftrekt,. tot alle de kinderen, van de welke men met 'er tyd, overlast te vreezen had ( c ). De Athenienfers waaren hen hierin, met hun voorbeeld voorgegaan, en van Atalanta wierd, volgens Aelianus, gezegd, dat haar Valer haar alleenlyk hierom te vinden gelegd had, om dat hy zeide niet meer dochters , maar wel zoonen -van noden te hebben (j): andere wierden tot ftraffe der ouderen te vondeling gelegd, of ter dood gebragt, Augustus verbood de vrugt, van zyn klein dochter Julia op te voeden f»: men weet, uit de gefchicdenis van Mos es, dat de Israëlitifche knaapjens, tot dit noodlot verwezen waaren; justin ia mus beval, dat de ouders met verpligt zouden zyn kinderen, in bloedfchande verwekt, te onderhouden, (f) By- (a) Memoires concernant l'bifioire Sfr. des Cliinois par ies Misfionaires de Peking T II. (J) DlONYS. H ALICARN ASS. /. C. (f)NoOfi.T t. c. (<0 Mft-r. L. XIII c. x, (t)SOETON(US in Ottaviam' c. 6j. C f) Primum quiJem omnis, qui ex complexit ( non enim hoe vo~ ■camus nuptias) aut nefjriis, aut incestis, aut damnaiis procesferit,.iste neque nati.ralis nominator, ncque almdus est a parentibus „ in Nov. 89. e. uit. Vid Noodt Comm. T. II ad Lib. XXV, Ut, LU' de agnoscendis Cf adendis Hberis. Vanhiet lFDRY'sn der rRUGT , -nz. .  Van het afdryven der vrugt, enz. (a) Ros ini antiq. Rom. I. x c. i. (fc) ClaUdianus in Ruff.nium l. 3. M. MULLER, ViJ. Jurid. de Expofit. Infantum Alt. 1727 5, 16, (O Dtjertation fur les Africnins (. 76. 64 Geneeskundige Byzondere volks vooroordelen waaren meede dikwerf oorzaak, dat kinderen, zoo haast zy gebooren waaren, door de ouders om het leeven gebragt wierden, de reden, waarom de Romeinfche wet toeftond, die kinderen van het leven te berooven, welke als een (partus portentofus') misgeboorte ter Waereld kwamen, was.., om dat men geloofde, dat 'er het geheele Gemeenebest aangelegen was , dat diergelyke kinderen , die van tyd tot tyd,als zichtbaare teekenen van der Goden gramfchap , ter Waereld kwamen, uit den weg geruimd wierden ( a ) : de oude O lten , deeden hunne pas gebooren kinderen naar den Rhyn, of naast bygelegen vloed brengen, en op een fchild in het water leggen, naar het geen deeze kinderen wedervoer, maakten zy het befluit op, aangaande derzei ver echtheid, en lieten die genen, die door den ftroom meedegevoerd wierden, ten prooye der golven (b): de Inwooners van Madagascar , werpen alle kinderen weg, die op dingsdag, donderdag, of faturdag, gebooren zyn, als meede die genen , die in de maand April, geduurende hunne vasten, of op uuren , door hunne fterren wigchelaars, als noodlottig aangekondigd, ter Waereld komen, (c) Van de Hottentotten hebbe ik reeds aangeteekend , ' dat zy alle hunne tweelingen wegwerpen , dewyl zy die voor ontegenfpreeklyke bewyzen van overfpel aanzien : by de veroveringen door den Portugefchen Admi-  Staatsregeling. <% iSiraal; Lopes-Suares in de Oost» Indien ge(daan, vond hy in de Provincie Travancor by Cnlicut, ide 'gruvvlyke gewoonte, dat die volken, by de geboorten hunner kinderen, een .tovenaar tegenwoordig ündden, en hunne kinderen, indien hen door denzelven !'eenig groot ongeluk bedreigd wierd j terdond om het •letVen bragten i xi. De wyze, om de kinderen te vondeling te leggen, < of om het leeven te brengen, was by de volken, alwaar deeze gruweldaad in gebruik was, zeer verfchili lend; echter was dezelve op die plaatfen, alwaar men (deswegens, geene ftraffe te duchten had, veel ruurwer, dan die, welke door onze hedendaagfche kirti dermoorderesfen, word in acht genomen; die dikwerf . zoo behendig is, dat zy de kundigfte Geneesmeesters, in onzekerheid laat, wegens de oorzaak van ihat omkomen der kinderen (Z>). De gewoonde wyze van wegwerping der kinderen was, dat men de pas geboornen aan den oever ■ der zee, of eener rivier (c), in bosfchen(^), o; an- ( a ) R a. i n a l Ui/1. Pbilofopb. {? Polii, des Etabljjements dei tEurópeetis dansles deux Indes T- i. p 03. (MlGN. ru th dij. de Infanticidio Prag. 1759. 5- 8 'Klink osch dijert. med Pragens vol. T. (O Dus zegt Strabo l. c. dat Romalus en Remus, voljgens s'landa gebruik, op den oever van den Tiber nede/i'gelegd waaren,. (rf) . . . . Teste damnavït parens Ét in altd nemora pabülum mifit feris. Aviii', avibtsqut, qujs Cytbéraeón noxius alif. S'encca in QeiSp- U. Deel; É' Van het AFDRYVïN DER. vrugt ; ENZ. Gewoonlyke ivyzen , van bet {^vondeling leggen.  66 Geneeskundige . Van hi t ac0ryvkn dir vr.ugt , enz. ( Straffen door eenige volken, eerlyds op het te vinden leggen der kinderen gezet. (a) L. Cornel. de Siccariis cmt Pompeja de parriciis Cotre, per d. I 4. D. Cod. Tit I, 15 (i>) Lactantiüï Lib. 6. dwin, JustH, e. 20, andere eenzaame plaatfen neder leide, alwaar dezelvsdoor honger of koude weldra omkwamen, of door wilde dieren verflonden .wierden; gelyk men uit de in kater tyden hier tegen gefielde wetten kan opmaaken (a~) ; andere wierden zonder zoo veel omflag, in de heimlyke gemakken of in het water geworpen, of den honden voorgefmeeten (Z>): fomwylen gebruikte men de voorzorge , om het kind, in een met pek beftreken teenen korfje te leggen, en daar by eenige kostbaarheden te voegen voor hem, die het kind opneemen, en opvoeden, of, geflorven zynde, begraa.ven wilde; deeze gewoonte, was zo wel by de Romeinen , als eertyds by de Hebreërs in zwang. §. XII. Dit misdryf, wierd echter niet overal flraffeloos geduld; 'er waaren Uog Wetgevers, die de rechten der Menfchlykheid handhaafden, of bedacht waaren-om, daar dezelve fedcrd lang gekrenkt waaren, die wederom té herdeden.: die van Thebe, even hetzelfde volk, het welk, tot verzadiging van de lusten der Jeugd, duizend openbaare vrouwlieden in eenen daartoe gedichten tempel onderhield, fielden de doodflraffe, op het te vinden leggen der kinderen, en befchouwden dit, uit het zelfde oogpunét als het omhals brengen ; en op dat niemand zich deswegens, met zyne armoede zoudè kunnen verontfchuldigen, beval de wet, dat een behoeftig vader zyn pas geboren kind ter- flond,  SïAATSREOEilWG. 6? ftond, en nog in de windfelen , voor de Overheid zoude -brengen , die hetzelve aan een ander, ter voeding en verzorging, voor eenen,zeer billyken prys overliet, welke het aldus gekogtekind, zoO 't het leeven behield, in zynen dienst kon houden, en zich zelf op deeze wyze, voor zyn uitgefchooten penningen kon voldoen. O) men zegt dat by de Jooden het te vinden leggen niet geöorlofd was O), hoewel dit echter niet klaarlyk beweezen is O), Noodt Helde het verbod wegens de kindermoord by de Romeinen, eerst onder de Regeering der Keizers valent inianus, valens, Hl GrATI" anus, echter, gelyk Byn kers hoek, en na hem Boehwer, daar tegen aangemerkt.hebben, word deeze meening , door een plaats uit t e rtullianus, die reeds ten tyde van Septimius Verus, op. het einde def tweede Christelyke,. eeuw leefde , wederfprooken , „ daar wy „ Christenen , zegt hy," van u het verwyt hooren „ moeten, dat wy kindermoorders zyn, zoo zyt gy ,, Zelf aan deeze misdaad fchuldig, daar gy, offchoon „ het omhalsbrengen der pasgeboorne u door wetten „ verbooden is, echter voortgaat, die te vermoor„ den:" zoo dat men hier uit- ziet-, dat deeze wet, reeds lang aanvveezig was, voor dat dezelve, wierd naargekomenO/), cn dit hield nog geduurende een ge- O) Aelianus var; Hifi- Lib. Z. e. VLI. , Philü de Specialibvs legibys. Noodt tunica retponfKj. (O Rosini /. c, Lib. 1 c. i. r^rf) Boehmer. d'tjf. de taede irifanWm in «tera §.. IV. Van mt afdryven BH vrüüt, enz,  6*8 Genebskündiöé Vw iTft 4FÜRYVtN DER Vnuor, EÜ.z. . («) L. I. Cod. H>eod. het verioopen van zodanige kinderen , wierd echter töegeflaan. ' ( * ) Lib. IV. Tit. 4, e c c a r d de Legib: Franetjr: Salie ■ tjf Sipuar, T. XXIV. N. 4. paSus legis falicce p. 124. Si vero in ven- ' fro matris luie oecijus fuertt, aut ante quód nomen babeat funt div. IV. Tas. Solid. C- Culp. jud. en in een andere wet, Siqufcparfum interfeeerit, fétt tiatum prlustfudm nomen babeat, centumfotidii culpabilis Judicctur , quod ft matrem cum partu interfeeerit, feptingentis fo'idis multetur l. c. Tit. XXXVI. Qey HfilNSCCiUS Mlem, Jur. Germ. Lib. II. Tit. 27. j. 29.J» geruimen tyd (land, zelf na het beVel van Justïnïanus, ,, dat die geen, die uit armoede niet ver,, mogten hunne kinderen op te voeden, deszelfs on* „ derhoud uit de openbaare fchatkist vorderen konj, den, en genieten zouden(«);" tot dat eindelyk de verdere uitbreiding van den Christelyken Godsdienst het geZag der wetten $ en de eere der menschlykheid tegen de gruuvvzaame gebruiken der barbaarfche tyden, gehandhaaft heeft. De Duitfchers ftraften in oule tyden het té vinden leggen der kinderen niet, zoo lang zy het leeven daar niet by infehooten, gelyk uit de Wetten der Wrsigothen duidlyk blykt; in nog vroeger tyden, toen de meeste nrisdaaden by de Duitfchers met geld geboet wierden, wierd ook hem eene geldboete opgek gt, die zyn kind, voor dat het eenen naam ontvangen had,, om het leeven had gebragt. In laater tyden echter ftrafte men met de dood, wanneer het kind hier door om het leeven was gekomen (c): men ftrafte deeze misdaad altoos met de dood, wanneer het bewezen kon worden, dat het dood-  Staatsregeling. 09 1 dooJgevonden kind na de geboorte geleefd had, dat de plans, alwaar het was nedergekgd , geene waarfchynlykheid overliet, dat het kind tydig gered kon Worden, en offchoon het zelf was nedcrgelegd op een plaats, daar het fpoedig kon gevonden worden, echter wierd deeze misdaad zeer geftrcngelyk geftraft: in den Jaare 1576. wierd in Frankryk een meisje, het welk haar kind voor de deur haares nagebuurs had nedergelegd, veroordeeld voor de wooning der minnen -befleedfters, (Recommenderesfes,) opentlyk gegeezeld te worden («); nog inden Jaaie 1739. wierd op bevel van het hof een burger, die op eene openbaare wandelplaats een kind had nedergelegd, verweezen in een boete van 100. Livres ten voordeele. 1 van het vondeling Hospitaal te Parys. In Sardinïèn, is de geeszeling de gewone ftraf, van , het te vinden leggen der kinderen, zoo die geen, \ die deeze misdaad begaat, van burgerlyken afkomst j is; eene adelyke moeder word voor één Jaar of lan; ger, naar vereisch van zaaken, in een klooster ge1 bannen, (c): volgens het Ditmarfche landrecht was i in Deenemarken een geftrenger wet ingevoerd, „ die „ zyn eigen kinderen om het leven brengt, die zal „ levendig onder de galg begraaven worden" (J) : in Zweeden , wierd eene kindermoorderes levendig ver- (a) Biblhtheque de bouchf. i. verbe Ex pof es. ( b ) Rccueil de jurisprudenee verb. Expofes, ( c ) Wetten van k»IEL EMANUtL Koning van SatdfnP#» IV B- XX&IV. Tit. iy. Cap. 5. 3 4 J. (li) G. A. Joachimi Ditfert, Jurid. de vivi fepidtur» deIhlo & poeiia §. VIII. Cap. 2, p 40 , 41. Ê 3 Van uxr afdryven der. itrügt. £nz.  Van het afdryven der vrugt, enz. Ver- zvia'aring dezer firajen, ten tyde der Christenen. (ü)Boehmeh medit. in lotijl. crimin. Carolin p, 568, (&) henne dij. tit. (>) Canon, 90. ?ö "Geneeskundige verbrand (a): reeds in de twaalfde eeuw, was in Schwaben en Saxen de doodltraf gefteld op laen, die een kind te vinden leggen, zoo dat het daar door om het leeven komt, het zy het op eene eenzaamc, of eenen door menfchen veel betreedene plaatfe, was nedergelegd (£)» i xii h Daarna wierd door byzondere wetten, zoo wel tegen .het afdryven der vrugt, als tegen het te vinden leggen, en om hals brengen der pasgeboornekinderen1, meer en meer met nadruk gewaakt; vooral om dat behalven de misdaad van ecne.11 eigentlyken doodflag , men daar 'en boven het onfchuldig wigtje van den, Volgens de gronden der Roomfche Religie, volftrekt ter zaligheid noodzaaklyken doop, beroofde: zoo dat dit geloofs artikel, vooral in de eerfte Christen ecuWen , op de beöordeeling van den aart van zodanig eene misdaad, eenen zeer gewigtigen invloed had. Het Concilie van Elvir, verbood reeds in den Jaare 305. aan moeders, die aan het afdryven haarer vrugt fchuldig waaren , zelf m doodsnood het Avondmaal toetereiken: het Concilie van Jncyra, in den 'Jaare 314. ftelde eene tien jaarige boete op de misdaad van. het afdryven der vrugt (cj, dat te Lerida in 524. beval eere zevenjaarige boete, en weigerde geduurende die tyd, het gebruik des nachtmaals, de Kerk» > ver--  Staatsregeling. 71- verzameling, die in 692. te Conftantinopcl gehouden wierd, beval , dat het afdryven met even zoo eene ^ geftrengheid , als eenen wezemyken doodflag , zoude ^ behandeld worden. 3 Het Concilie van Ments, bevestigde 847. de befluiten der Kerkverzaameling te Elvir en Lerida, dat van IVorws, ftelde op deeze misdaad even dezelfde ftraffe, als op den doodflag O) Sixtus V vaardigde eene bulle af in dato 16 November 1588. waar by hy de doodftraffe, op het afdryven der vrugt gezet, l-, vestigde, en eene altoos duurende ontwying, zoo het door een gëestlyke begaan was, eene affnyding van de Gemeente, (excommunicatie ipfo faclo") indien een vvaereldlyke dit bedreven bad, op deeze misdaad ftelde: Gregorius XIV, herhaalde in zyne bulle van 9. Juny 1591: dit bevel, hy liet echter aan eiken priester de magt over, om deeze zonde vry te fpreeken, welke magt Sixtus alleen aan zich zelf gehouden had (b) , de Heer van Ludwig merkt aan, dat ingevolge de Christelyke Regeerings-wyze, de echtbreuk, hoerery en overlpel, meer en meer zyn afgefchaft, maar dat daar en tegen het afdryven en vermoorden der kinderen zoo veelvuldig ftand gegrepen hebben , als naauvvlyks by het ongebonden Heidendom plaats had: dit is zeker, dat de Christen Keizers, eerst van dit gevvoonlyk gebruik der oude Romeinen zyn afgeweken, by wien de kindermoord niet O) Cap. fi aliquis de homicid: & Canon ConfuMsti 2 queest ï. (*)VERDiER,to Juris pr. partic. de la Chirurgie en Fra«r m r TT *. £ia et t. II. o. 6io* E 4 Van wef FDRV'LN DER. 'RÜGT, ;nz. .  ft Geneeskundigs KAN I7CT /FDRYY/EN DER 1'R.CJGT, ■ tS£, (a) Nci"? gtadio fybjugetur , fea\ inficius luleo & int er ejm ƒ«-. ya'es augustias eomprebenf.iS , ferpentum contubemiis miseeatur, ut emni etementurum ufu Tivus e-nrere ineipint, ut cneirim fuper/fiti, ïfrra mottuo aufèratur Coci. 1'beoiiaf. Lib. JX. 77/. 15. Qb}l. e. Art. CXXXU. s. «9. niet zwaarder dan eenen anderen doodflag geflraft wierd, in den Jaare 3x9.' veranderde Constantyn de. Groote de ftraf des zweerds, die op de kindermoord gefteld was, in de ftraf van even gelyk de vadermoorders met een ilang in een zak genaaid, en in het water geworpen te worden en dit wierd,hoe* wel met eenig onderfeheid, in hater tyden bevestigd, „ de vrouwsperfoonen, die haare kinderen, welke reeds het leven, en de volkome lcdemaaten „ ontfangen hebben, heimlyk en moedwillig om het „ leven brengen, moeten leevend begraven en een „ ftaak door het lighaam gedreven worden, om ech„ ter de wanhoop voor te komen, moogen zy op die „ gerechts-plaatfen , alwaar daar toe gelegenheid is, „in het [water gefmoord worden: daar echter, air „ waar. deeze misdaad mcermaalen gepleegd word , „ willen wy, om deste grooter fchrik inteboezcmen , ^ de ftraf van het leevendig begraaven, en met een „ paal doorfteeken toclaaten, of dat de misdaadige, ,, voor dat zy in het water word geworpen , met „ gloeiende tangen geneepen word, alles naar goed-, ' vinden der Regtsgelcerden O)."- §. XIV. Deeze ftraf bleef lang in alle geftrengheid ftaridnouden , in den Jaare f480. den 22 December wierd in Frank-  Staatsregeling. 73 Franl-ryk een meisje, het welk haar kind om het leven gebragt had , veroordeeld om leevendig verbrand , te worden: in Tyrol, luid de wet, „ dat een vrouws- ^ 2, pcrlbon, het welk haar eigen kind vermoord, om „ haare fchande te verbergen, leevend in het aardryk gedolven, en een paal door haar lighaam gefiagen „ zal worden," naderhand in onze tyd, en nog vroeger, begon men de gevolgen van zoo verfchriklyke ftrafoefeningen intezien , in de Ordonnantie van Keizer Ka rel V op het halsgerecht zegt hy: „ wanneer een vrouw haar kind, op dat het omkoome, van zich j ,, weg legt, en het zelve gevonden, en opgevoed word, j „ zoo eene moeder zal, wanneer zy van demisdaad ,, overtuigd, of op de daad bevonden word, naar toe?, dragt van zaaken, en volgens Advis van Rechtsgeleer„ den geftraft worden; Zoo echter het kind door dit ,, wegleggen fterft, zoo moet de moeder, naar vcr?, eisch der omftandigheden va.n dit ter vondeling leg- gen, aan lyf of leven geftraft worden :" nog voor4C% Jaaren, zegt Ludewiq, had men voorgenoomen, eene kindermoorderes , in een zak te verdrinken , zy wierd echter wederom in het leven gebragt, en was van alle verdere ftraffe bevryd, by eene byzondere ordonnantie des Konings van Pruisfen, in dato 31 July 1740. beval zyn Majefteit, „ dat voortaan geene kin„ dermoorderes in e,en zak verdronken, maar met „ het zwaard , ter dood gebragt zoude worden," pp het afdryven der vrugt voor de eerfte helft der zwangerheid was flechts eene willekeurige ftraffi gefield; de Franfcbe wetten, ten tyde van Hendrik II, namen alle onderfcheid van ftraffe wegens het afdryven der vrugt geheel en al weg, en op bevinding dat eene ongehuuwdc haare zwangerheid verborgen E 5 {ga- Van Hl» FDRYEN DER. RUGT , NZ. Verxttf* \n% dier Iraffe in (tater tyr en.  74 .Geneeskundige Van het AFDRYten der VRUGT , ENï. Franfcbe Wetten, tegen bet te vondeling leggen | en om bals h-engen der kinderen. gehouden, en de vrugt afgedreeven , of het kind onv het leeven gebragt had, zoo dat het noch doop , noch begrafenis heeft kunnen genieten, was de ftraffe des doods gefteld: en in dit geval diend nog heden ten dage tot rigtfnoer een Edict door Hen rik II afgevaardigd, en door nieuwe byvoegfels van Hek» rik III, 1586. van Lode wyk XIV. in dato den H$ February 1708. van Lode wyk XV. den 16 Maait 1731. en 27 April 1733. vermeerderd , het welk nog elk vierendeel Jaars van alle de predikftoelen des Koningryks moet afgekondigd worden; dit bevel fchynt hier eene byzondere plaats te verdienen, al was het Hechts om hetzelve te vergelyken met een nieuwer Ordonnantie eenes Philofophifchen Monarchs van onze dagen, die de waarde zyner meedeménfchen gewoon is, veel hooger te ftellen. „ H e n r 1 k door Gods Genade, Koning van „ Frankryk, alle zyne tegenwoordige en toekomende ,, burgeren heil! / „ Onze voorvaderen, de Allerchristlykfte Koningen ,, van Frankryk, hebben door deugdzaame en ten al„ gemeenen nutte , dienftige handelingen elk voor „ zich, met den lofwaardigften yver bevveezen, dat „ de hen byzonder eigen bynaam, van Aller christ„ lykfte, hen met volle recht gegeeven is, deeze wit„ len wy ook tot ons voorbeeld necmen , en hebben ,, reeds deor verfcheide goede en heilzaame inrichtinT gen getoond, hoe veel 'er ons aangeleegen ligt, j, die hcmelfche en voortreffelyke eernaam te behou„ den, welkers hoofd verrichtingen daar in beftaan , „ dat die reedlyke fchepfelen, welke God in onzen „ Lande, Koningryke, Goederen, en in die Heer„ tykheden, die ons onderworpen zyn, laat geboo- *> ren  Staatsregeling. 75" „ ren worden, door de van hem gefchonken Sacra,ï inenten ingewyd, en wanneer het hem goeddunkt, „ die vin de Waereld afteroepen, met" de overige „ ons hiertoe verleende geestlyke goederen bedeeld, „ en op eene eerlyke wyze begraaven worden: daar „ wy echter nu op eene behoorlykcwyze onderricht „ zyn, weegens eene in ons Koningryk niet wei„ nig in zwang gaande aller gruuwlyfte en verfoei* „ lykftc misdaad, hier in beftaande, dat veele op eene.. ,, ongeoorlofde wyze zwanger geworden vrouwsper„ foonen, met voorbedachten wil en raade, haare zwan* „ gerheid verheden en verbergen, zonder daar van ,, iets in het minfte merken te laaten of kennislè te „ geven; dat de zodanige voorder, tegen den tyd „ haarer bevalling, zonder byzyn Van andere men„ fchen, haare kinderen ter waereld brengen , die ,, verfmooren, of op eene andere wyze om het leven „ brengen', zonder die den heiligen doop te laaten „ genieten; daar benevens haare vrugten, of in ver;, borgen en onreine plaatfen wegwerpen, of ten rnin„ fte i;i eene ongewyde aarde begraaven, en die op „ deeze wyze, van ,éenc Christelyke begraafenis ver„ fteeken: dat, zoo wanneer zodanige perfoonen ,, desweegens voor onze Rechtbanken ter verantwoor„ ding geroepen worden , zy zich hier meede ge„ woon zyn te ontfchuldigen , dat zy alleen uit ,, fchaamte haar misdryf niet bekend gemaakt hadden i ,, dat haare kinderen dood, en zonder eenig blyk van „ leeven ter waereld gekomen waaren : waar door; „ by gebrek van kragtiger bewyzen , de raad van ons „ opperst Gerichtshof, en andere Pachters in de"wettige „ beöordeeling van zodanige gevallen , in verfchillen•„ de gevoelens gebragt zyn; daar fommige derzclvs 5» d« Van het At-DRV- ' ven der VRUGT, enz.  Van het AFDRYVEN DER VRUGT, 7) : .de oojzaak deezer al te groote geftrengheid in deezen opzichte, kan veelligcbier uit ontftaan „dat, .„ gelyk Camper zegt, deeze wetten over het „ algemeen gemaakt zyn door mannen,. die, door ry„ per Jaaren wyzer en ervarener. geworden -, mis„ dryven-, uit.dierlyke driften ontftaan, door voor„ beeldige ftrafren. zoeken tegen, te gaan, terwyl zy „ vergceten, hoe hevig de drift ter voortteeling in „ de eerfte jeugd is * voornaamlyk by het vrouwiyk „ geflacht, hét-welk in deszelfs,minderjaarigheid te ,, zwak is de verleidingen te wedérftaan, of by ge„ brek eener behoorlyke opvoeding,, of van' wegens „ haare laage- geboorte,' ligtel'yk door geld verblind ,, en overgehaald word, de öngeöorlofde lusten inte,, voigen van hen, die, wanneer zy haar bezwangerd .hebben, wreedaartig genoeg zyn, om, zoo -> geen  S. T A A T & E. E G E L I M S. 79 jr geen befpottffrs, ten minfte onverfchillige aanfchou„ wers te zyn der lydende onfchuld, die zy door list verleid hebben, en thans hun bloed, het ramp„ zalig wigtje , met veele fnaerten onder het hart „ draagt.O) $. X V. Het ontbreekt in onze dagen aan geen geleerden, welke de doodftraffe op het afdryven der vrugt gefteld, tegen de daar tegen aangevoerde gewigtige tegenwerpingen verdedigen. Wat de uitwerking aanbelangd,zegt van Sonn enfel s, is het hetzelfde, of een kind dan, wanneer het werkelyk leeds het daglicht aanfchouwd heeft,'^m .hals,word gebragt, of dan, wanneer het zich nog in des moeders lighaam bevind door artfenyen of uitwendig geweld van het leven beroofd , of afgedreeven word, wanneer de wetten tusfchen eene levende, en nog niet levende vrugt onderfcheid maaken, en de afdryving der laastgenoemde in minder maate ftraffen, zoo fchynt dit eene onvolkomenheid in de Wet zelve te zyn. ( b ) Het is gewis, dat de meening der ouden, als waare het kind in s'moeders lighaam geen mensch, of op vooroordeel, of op eenen louteren woordenftryd berust; 'er is geene reeden waarom ik een leevend, van een man en vrouw voortgebragt, en met eene mensch■lykc. geftalte voorzien fchepfel, den naam van mensch weigeren zoude, om dat het door middel der navel- ftreng, (a") l. e s, 5. (i>; A f. 5. iéa. s. sjf„ Vanhw afdryven dek. vrugt , enz» Verdediging der doodjlraffe, ep bet afdryven der vrugt gefield. Betvpl  ' *f AN HET AFDRYVEN DER VRUGT j ENZ. (a ) P. Z \ c H I A s /. c. T. i. q. 3. N. 12. (b) De Natura Pueri l. Sect- JU. ' {c) Miscbnatb i, Bracboib, c. o. M. §* ?ó Geneeskundige ftreng, nog met de moeder vereenigd is, en baareaM invloed behoefd j om tot rypheid te geraaken ; deeze onvolkomenheid veranderd doch het wéezen van dit: fchepfel even zoo min , als dat het uitlpruitende: ftammetje , niet tot het geflacht der eiken-boomen. zoude behooren, om dat het nog aan den gepooteni eikel vast is, maar wil men alleenlyk hier meede te: kennen geeven, dat een foetus, met opzicht tot de: burgerlyke pligten en verrichtingen; nog geen mensch i is (aj-j. dit zal niemand u betwisten. Dat echter , in Weerwil der algemeene en in de mee- ■ fte gerichtshoven nog aangenome ftelling, een kind l voor de helft der zwangerheid even zoo goed leeft',, als na dezelve, is eene waarheid, welke in onze dagen weegens de algemeene overtuiging, aller Genees-liundigen, geert verder bewys nodig heeft , men heeft: immers vooraf als een grond waarheid vastgefteld, dat: het leven eenes kinds in de baarmoeder afhangt, vatii de volkomenheid van alle deszelfs deelen en ledemaa-» ten; Hippocrates ftelde deezen tyd, waarin: de lighaamsdeelen der vrugt gevormd waaren, by het: manlyk geflacht op 30, by het vrouwlyk op 42. da-gen « Wanneer iemands huisvrouw reeds zWan-''„ ger is, zegt den Thalmüd\ en hy wilde eerst Godl ?, bidden, dat zy een zoon mag baaren , zyn gebed is i j, ydel en vrügteloos: maar tot den veertigften dag; „ toe, rtag men 'daarum bilden(c)" dit was ook: het gevoelen der Joodfche Geleerden,' dat het fbétdit Op!  Staatsregeling. 8 i op deezen tyd dat geen word, wat het worden zal en tot op deeze tyd bepaalde Paulus de daatftelling van alle de deelen der vrugt. O) Hippocrates meende in een Foetus van zes dagen de navel reeds bemerkt te hebben, en het ontbreekt ons aan geene waarneemingen, die even het zelfde bevestigen ,van Haller echter, welke de naauwkeurigfte waarneemingen in deezen opzichte gedaan , en met die van andere vergeleeken heeft, zegt, dat hem alle die verhaalen van menfchelyke vrugten, voor den twintigften dag waargenomen, verdacht zyn voorgekomen,en dat het menschlyk fpruitje, voor den 26ften dag niet kenbaar is; na dien tyd echter begint men hetzelve te herkennen, en omtrent den 35ften dag zyn de deelen der vrugt te onderfcheiden; nu komt het eigenlyk daar op aan, wat men des menfchen leven noemt, en of men dit van de ziel zelf onderfcheiden moet: de Geneeskundige zeggen , dat een dier leeft, in welker vaten eene regelmatig voortgaande beweeging der vochten befpeurd word : in deezen zin leeft, gelyk Haller zegt, een kind altoos, en reeds terftond na de ontfanging, dewyl reeds in de even zichtbaare deelen der vrugt, een beweeging der vochten voorhanden is, en het punElum faliens (het fpringend ftip) befpeurd word(Z>): 'er zyn ( a ) L. fuum beeredem ff. de ) / e. p. 177. ex Anatome & Pbyfologia eert! fumus, fjetunt ttiam prioribus menfibus, imo mox in prima conceptione , vel primo imprcegnationis tempore jam vivere , ubi enim in animali motus tordis V accretie , ibivitu: fine matu cordis enim Gf vita, nullum potest Jieri foetus intrementum, quis enim bodie in tam Jplendida II. Deel. -F Van het afdryven der vrugt, enz.  82 Ge neeskundige v vn het afdryven der vrugt, enz. Pbypotogice luce credere , aut fibi perfuadere poferit, foetum primti menféus, dum primovix formicam fuperat pojfe erescere & tarnen non zivsre? L. Heister dijf, de Medecine utilitate in Jurkprudentia Eilmjlad. IJ39. J, 40, PloUco,ue't /. e. zyn Wysgeeren geweest, die ftaande hielden, dat een nrnsch, reeds voor de ontfangenis leefde, uit deezen hoofde roept Martialis den onanitifche Pontius toe Hoe ,quod tu digitis, Pdfftt.ceJ perdis, home ejïl Dat Homo est, qui futurus est, van Tertulli anus fchynt meede op het zaad, nog voor de vermenging, toepaslyk te zyn. Offchoon dat gevoelen ongegrond is, daar men doch anderfints, den invloed der moeder op het kind, voor denkbeeldig houden moet, en het zaad van een Eezel,waar uit, wanueer hy zich met eene merrie vermengd, een twecfoortig dier voortkomt, voorzeker .niet anders, dan eenen Eezel zoude moeten voortbrengen , zoo fchynt egter de menfehelyke ziel reeds in de eerfte dagen het lighaam der vrugt te bewoonen ; en ik weet niet waarom zy hier meede wachten zoude,tot dat het Foetus in ftaat is,de volkomen ledematen naar zynen wil te beweegen, daar ik hetzelve, geduurende de geheele zwangerheid niet veel overleg by zyne bewegingen toefchryve, en een mensch, die geen zyner leden naar zyn wil bewegen kan: echter , wanneer het bloed nog omloopt, voor bezield gehouden word. Dus befchouwd zynde, word het afdryven der vrugt een  Staatsregeling 83 een grooter misdryf, en men zoude met Sonnenfels twyffelen , of het onderfcheid, het welk de wetten maaken in het ftraffen deezer daad voor, of na de eerfte helft der zwangerheid, gegrond is of niet, „ men befchouwe, zegt hy, de zaak van wat j, zyde men wil, in beide de gevallen zal men bevin„ den, dat eenen kindermoord plaats heeft, in beide „ de gevallen word de Staat van eenen burger, de „ Maatfchappy van een ( hoewel nog zeer onzeker) mee„ delid beroofd , neemt men de boosheid der daad in „ aanmerking in beide de gevallen woed de moeder „ op haare eigen ingewanden , het moorddaadig voor„ nemen verdiend in beide de gevallen het zwaard „ der ftraffende rechtvaardigheid."O) §. XVI. Hier tegen fchynt met zeer veel grond aangemerkt te kunnen worden, dat het hard zoude zyn haar, die zoo eene daad gepleegd had, op eenen gelyken voet te behandelen met den moedwilliger! moordenaar , die zyn evenmensch den kop gekloofd heeft (Z>); dewyl ik reeds aangetoont hebbe , dat 'er geen middel is, het welk onfeilbaar de vrugt afdryft, in zoo verre dat O) /. c 5. 162. (6) Si eapitis poena ajjici debet bomicidii reut, duo requiruntur , J. Dolus ,ftve propofttum ac volant as alterum occidendi l. c, §. 3. 'ff. ad L. Cornet, de Siccar. /■ 7. Cf 16. ff. eod. conf, G. N00DT probab.jur. civil Lib. IV. e. VII & VUL Carpzov. Pr. crimin P. 1, Qa 1 ^ 3 — S tri c K »'» ufu mod. ff. T. de privat, delta. C. W. StrackeRS diff. jurid. de fide & legalitate m*~ diei in investiganda vulnerum Utbalitate Erf. 173S. F a Van het 4FDRYÏES DER yRUGT, ENZ. Aanmer* bingen biertegew  Van het afdryven der. vrugt, enz. (a) Anthon: Thesaurus in Descis XII. n 3. 4. s. Menochius de arbitr. Jud. Quiest c. II. cas 357. Decius Ctnfib 535. «. 3. fit. 576. V. J. H. M ej e r Dij. Jur. de Jur* Infantum Erfard 1725. {. 12, 84 Geneeskundige dat het aanwenden daar van de doodftraffe verdienen kan: en het integendeel zeker is, dat de meeste misgeboorten uit andere of onvermydlyke, of ten minfte tot geen doodfchuldige misdaad aan te reekenen oorzaaken, ontftaan, daar men nu zeer zelden met zekerheid de belediging door de moeder haare vrugt aangedaan , als ( abfolute kthalis) volftrekt doodlyk kan opgeeven , zoo fchynt het bepaalen der doodftraffe op alle verwekte misdragten, zonder onderfcheid, of deeze daad voor of na de helft der zwangerheid gepleegd is, aan de grooifte zwaarigheden onderworpen te zyn, en men zoude dikwerf gevaar loopen, om een naar het uiterlyk aanzien doodfchuldig meisje wegens een natuurlyk gebrek , of louter toeval, den dood te doen ondergaan. 'Er zyn Rechtsgeleerden en mannen van groote kunde, die van gevoelen zyn, dat men eene perfoon, die zich aan deeze misdaad heeft fchuldig gemaakt, offchoon zy zelf bekende, dat de afgedreeven vrugt geleefd heeft, niet met de dood, maar met ballingfchap, of op het meest met geesfeling ftraffen moet O): het misdryf van het afdryven der vrugt, zegt Baleman, moet, in plaats van met den fcherpen ftaak leevend door het lighaam te dryven, flechts met het zwaerd geftraft worden, dewyl wy niet zeker kunnen zyn, dat de vrugt in de daad door de aangewende middelen afgedreven is, en een kin d d aor honderderley oorzaaken in de  Staatsregeling.. 8$ de baarmoeder fterven kan, terwyl het door de moeder nog voor levend gehouden word(«): en voor zeker die gedachte alleen , dat een meisje," wanneer haar kind door eene natuurlyke oorzaak reeds geftorven is , nog fomtyds afdryvende middelen kan gebruiken , daar zy doch van het leven haarer vrugt meent verzekerd te zyn, en dus in de daad geen moorderes harer vrugt is, deeze gedachte moet ons te rug houden, om over de kindermoord, door afdryving gepleegd, het doodvonnis uit te fpreeken: de ftrafte des ■ zwaerds, die Boleman hier op ftellen wil, moet ■ uit hoofde van deeze onzekerheid, nog te geftreng fchynen; zal men in onze dagen met de zwakheid van een meisje tot deeze daad door wanhoop aangedreven, zoo weinig medelyden hebben ? men zal, dit ftaa ik i toe, op deeze wyze hier en daar een meisje te zacht ftraffen , het welk in de daad door afdryvende middelen haar kind om het leven gebragt heeft, het welk , zy anderfmts leevend en voldragen ter waereld zoude gebragt hebben: maar, uit hoofde der aangetoonde onI zekerheid deezer middelen, zal men honderdmaalen ge, vaar loopen eene fchreeuwende onrechtvaerdigheid te I begaan, en vooral in dit geval moet men ten voordee! Ie der befchuldigde de zachtfte zyde kiezen. Ik laate het gaarne aan het oordeel van Menslie- ■ vende Rechtsgeleerden over, om te beflisfen , of niet i de toeftand van een ongelukkig en wanhoopend meisje : tot verzachting der ftraffe dienen kan, wanneer zy in den i (a) HENR. BALEMAN, defceminci ex Antiquitatibus Legi- l busque Romanis, Germanicis & prefertim LkbaenfMs ; Alter/ F 3 Van het i FORTZEN DER 1RUGT, ïNZ.  Van het aedryven der vrugt, enz. Hoe men deeze ondevgi op de beste wyze tracht tegen te gaan. ( a ) Contract Secial Ch- J. 86" Geneeskundige Jen hevigen ftorm der gemoedsaandoeningen eene laad begaat, waar tegen haar hert zich in bedaarder aogenblikken ten fterkfte en vol affchrik verzetten zouie, -— of zodanig een perfoon op geenerley wyze te verbeteren zouden zyn , — en of 'er geen zachter middel zoude zyn, om deeze zwakheid voor de Maatfchappy minder nadeelig en gevaarlyk te maaken, dan de doodftraf, een uiterfte, waar toe men, zoolang 'er nog hoop over blyft, om zyn oogmerk door zach" ter middelen te bereiken , nimmer komen moet. ., men heeft, zegt Rousseau, geen recht een „ mensch, zelf niet ten affchrik van anderen, van het „ leven te berooven, ten zy dan, wanneer men hem ;', niet zonder gevaar van anderen in het leeven kan „ laaten. §. XVII. Eene kwaal, welke voor geene volftrekte geneezing vatbaar is, moet men echter trachten door verzachtende middelen tegen te gaan: Ik twyffele of men wel ooit een middel uit zal vinden, waar door men het afdryven der vrugt by de zodanige ongehuuwde vrouwen veel zal verminderen , welke , offchoon zy door de zwakheid van een ogenblik tot eenen misftap gebragt zyn , echter haare eer boven haar leven achten. Een gemeen vrouwsperfoon, het welk eenmaal zoo laag vervallen is, dat zy haar lighaam om gewin ten bes-  Staatsregeling. $7^ beste geeft, zal, wanneer zy zich zwanger gevoelt, niets meer verlangen, dan dat men haar eene veilige plaats aanwyze, alwaar zy in flilte haar kind ter waereld kan brengen, dat men haaren misflag in vergetenheid begraave, en haar gelegenheid geven haar kind op te voeden of te verzorgen ; in tegendeel vind eene gegoede burger dochter of meisje van aanzien in den openbaaren fchandvlck eene onoverkomelyke hinderpaal , die het haar onmoogelyk maakt, om, daar zy haare vrugt voelt aangroeyen , onbekommerd te blyven ; de vreeze voor fchande verkrygt ligtelyk de overhand boven alles, wat het gewesten en de moeder liefde (die voor de geboorte van het kind niet, dan in eene geringe maate, plaatsheeft) hier tegen kan inbrengen, en zy poogt weldra alle middelen aan te wenden, om dit gevreesde onheil voortekomen; deeze middelen moet de Overheid trachten uit den weg te ruimen, dit is echter alleen niet voldoende, de voorzorgen der Regeering voor het beftaan van zodaanige moeders en haare kinderen is hier toe van veel beter uitwerking. • Foor eerst, trachte men, volgens het geen ik reeds in het eerfte deel gemeld hebbe, alle gelegenheid, om zich door het veelvuldig aderlaaten eene miskraam te verwekken, af te fnyden. ( «) Ten tweede, moet men alle Apothekars, Drogisten, Baardfchrapers , Badmeesters, en Vroedvrou- wer O) 1. D. 3. A{d. dit verbod van al te veelvuldige aderlatingen ftrekt zich in Frankryk ook uit tot die vrouwen , wier Kannen langen tyd afwezig zyn Dia. de Poiice p. iSO, F 4 Van het vfdry- ven der vrugt, enz,  S8 Geneeskundigs Van het afdryven der VRL'GT, bnz. ( a~) Deeze lieten zich in voorige tyd meede tot dit oogmerk gebruiken, Z.ACH Platner de arte obflet, veterum en ik twyfTUe niet of de regeering zoude hier in thans ook wel ïe:s te verbeteren vinden J. E. H fcB£ n S TR&it Mtropal, for. S. II. Membr. II. e, 2. j. 10. wen (a) op het ftrengst verbieden eenige middelen zonder voorfchrift eenes Geneesheers toe te dienen of te verkoopen, die op eenigerhande wyze de zwangere vrouw zouden kunnen benadeelen. De olyen verkopers, de Tyrollers en diergelyke lieden, die in de dorpen van huis tot huis geneesmiddelen te koop dragen, moeten , alleen uit deez-en hoofde, geweerd, en hunne waaren, na gedaan onderzoek , verbeurd verklaard worden: de purgeerpillen Elixirs en tincturen , welke zy den ligtgeloovigen landman verkoopen, beftaan doorgaans, daar den boer met geene zachte purgatie te vreden is, uit de heevigst werkende inmengfels, als de hars van Jalappa, Elaterium, Gummi Gutta, Scammoneum, aloë en dergelyken, en hoe ligt worden, door het aanhoudend en herhaald gebruik van zodanige hevige middelen, misgeboorten veroorzaakt, vooral wanneer het elk een geöorlofd is een voorraad van deeze geneesmiddelen optedoen, en dus naar welgevallen in ftilte, alhoewel niet zonder levensgevaar, een dubbele gifte derzelve intenemen. Ten derde, moest aan elk een een algemeen verbod bekend gemaakt worden, om, wilde men niet eene ftrenge ftraf naar vereisch van zaaken ondergaan , aan geene zwangere vrouw, onder welk voorwendfel het ook zyn mooge , eenige geneesmiddelen te geeven of zelf  Staatsregeling. S9 zelf aan te raaden. De vrouwen hebben zich het recht aangematigd, om tegen vrouwlyke kwaaien, vooral tegen de opftopping der maandftonden, allerley middelen op eigen gezag toe te dienen, of ten minfte voor te fchryven, daar nu de in onecht bezwangerde hunne godlooze doeleindens hier door zoeken te bereiken , dat zy wegens dergelyke ongemakken klagen ; zoo worden haar onder de hand de hevigst afdryvende middelen toegediend, waar meede zy zich zelf en haare vrugt benadeelen; het is derhalven zeer billyk, dat men dit misbruik met alle magt tegen gaat: wat kan anderfints het verbod aan de Apothekers en Vroedvrouwen baaten? naauwlyks klaagt een ongehuuwd vrouwsperfoon over pyn in den buik, of ziedaar een oud grootje in beweging, om haar met bitteren brandewyn, moederdruppen, voet en dampbaden enz. te hulp te komen , en onder den naam van het ftilftaand bloed voorttehelpen, een voor de vrugt ten hoogden nadeeligen vloed te veroorzaaken: waarom moet zulk een misdryf door de wetten ongeftraft blyven ? Ten vierden, daar de zevenboom niet vry is van het vermoeden , van op de vrugt eenen nadeeligen invloed te hebben, en in de huishouding van geen aanmerkelyk nut is, zoo moet men deeze plant uit de hoven trachten uitteroeyen, en 'er zyn nog meer planten, welke even gelyk de zevenboom, de vochten in eene heftige en fehadelyke beweeging zetten kunnen , die echter in eiken boeren hof geduld worden ; maar wie kan aan eene eerlooze alle verhittende fpeceryen, brandewyn en alle heftig werkende middelen ontnemen ? men trachte echter hier in te doen zoo v :el men kan , zonder daarom den fchyn te geeven, dat men uit deeze beweegreden handelt, om de opF 5 merk Van het AFDRYVEN DEfc VRUGl' , ENZ,  Van hei afdryven der vrugt, snz. O) 3. Afd 1. HoofJd. 5. 33. H. Bodini Dijf. Jurid, de Anticipato Concubita in Acad. Frederic. 1701. Tbes. XVI. XVII. 90 Geneeskundige merkzaamhcid der onkundige niet op deeze voorwer-. pen te vestigen, men moest op alle de verhittende fpeceryen, die den ftevigen landman ter verteering zyner groove fpyzen niet behoefd, voor al op den op de maandftonden zoo fterk werkende faffraan, waar meede elk boeren wyf in Duitschland haare foupe eene fchoone couleur tracht te geeven,zeer hoogepachten ftcllen, daar deeze in de daad een groot deel der weelde by het landvolk uitmaaken en door deeze klasfe meest gekocht worden. Ten vyfden, daar niet zelden gehuuwden, die voor de plegtige inzegening des huuwlyks hunne lieldensdrift te zeer den teugel gevierd, en nu, by eene te vroege verlosfing , befpotting, eene geldboete of opentlyke kerkelyke beftraffing te vreezen hebben, om dit te ontwyken hunne ontydig ontfangene vrugt afdryven , of omhals brengen, moesten, ter voorkooming deezer euveldaad, de opentlyke ftraffen des te vroegen byflaaps of geheel nagelaaten , of in eene andere wyze van ftraffen veranderd worden; dit heb ik reeds in het voorig deel aangetoont. (a) Ten zesde, moet men hierop acht geeven, dat men den landman geene boeken over de kruidkunde, of huislyke geneeskunde in handen geeft, dan na alvorens van derzelver fchadeloosheid ten vollen overtuigd te zyn , dewyl in de meeste de afdryvende middelen in groote menigte onbewimpeld opgenoemd, en dus meer dan op eenige andere wyze ter kennisfe van het arglistig meisje gebragt worden. §. XVIII.  Staatsregeling. s>i> 5. xviii. Die maatregelen, welke door de Overheid ter ftuiting van het om het leven brengen en te vinden leggen der kinderen genomen zyn, verdienen nu onze opmerking; de ondervinding heeft geleerd, dat in alle landen , alwaar men dit met geweid getracht heeft door te dryven , de galg en het zwaerd zelve ontoereikende middelen geweest zyn, om dit kwaad te fluiten ; men ftraft daarom in Zweeden geene kindcrmoorderes aan het leven, maar Hechts .met het tuchthuis en eene Jaarlykfche geesfeling, de onteerde meisjens Haan , geftraft wordende , voor geenen fumd bloot ,• men heeft in laater tyden niet dan te lang deeze ondeugd door geftrenge middelen getracht te keer te gaan, ik zegge te lang, geenfints om dat de kindermoord niet, meer dan eenig ander misdryf, den dood verdient, maar dat men veel liever op andere middelen bedacht moest geweest zyn, ten einde deeze misdaad zoo zeldzaam te maaken, als de echtbreuk eertyds te Sparta was — het is de pligt eenes Wetgeevers veel meer op middelen bedacht te zyn, ten einde het misdryf voor te koomen, voor al wanneer door eene natuurdrift tot het plegen van dit misdryf eenige aanleiding gegeeven word , en deszelfs aart zodanig is, dat eene grootere geftrengheid de daaderes Hechts aanfpooit om op fyner konstgreepen bedacht te zyn, en deeze worden in dit geval veel gemaklykei uitgevonden, dan de fcherpziendfte wetgeever in ftaat is, door zyne wetten te verhinderen. §. xix. Men heeft federd lang eene tydige ontdekking dei 01 Van het AFDRYVEN DER, VRUGT, ENZ. . Van de firaffen op de kindermoord en bet te vin-* den leggent der kinderen utfield. Van de aangeving l- welke tent  03 Geneeskundig! Van het afdryven der vrugt , enz. in onecht bezwangerde van baaren tpejland doen moet. O) *• Setl. I. e. t. f. 11. onwettige zwangerheid aangezien als het zekerst middel , om de in onecht bezwangerde te beletten, om lan haare vrugt geweld te plegen, en voor zeker kan een onteerd meisje geen duidelyker blyk van de ohuldeloosheid haarer oogmerken geeven , dan door haaren toeftand der Overheid bekend te maaken , echter kan men, wanneer zy dit doet, het niet eerder verwachten, dan na dat zy, na veele vrugtelooze pogingen, om haare vrugt af te dry ven , de hoop daar toe opgeeft. Hebenstreit zegt „ een onge„ huuwd vrouwsperfoon, het welk haare zwanger„ heid verbergt, geeft duidlyk vermoeden, dat het „ haar voomeemen is, haare vrugt omhals te bren„ gen "O): maar men moet tevens in het oog houden de hoop, welke zoo eene ongelukkige nog tot op het laatfte ogenblik haarer zwangerheid koestert , dat haare vrugt nog wel fterven zal, en zy op die wyze daar van ontflagen zal worden; of dat zich eene gunftige gelegenheid zal opdoen, om haar kind zonder :>pfpraak ter waereld te, brengen, en te doen opvoeden ; ik voor my houde een meisje,' het welk, ter /oldoening aan de wet, zonder voorafgegaane pogingen , om zich van haare vrugt te ontflaan , haare zwangerheid by de Overheid aangeeft, voor eenevvaare heldin, zoude men het geene heldenmoed noemen, Dver de hevigfte hertstochten, die in eene menfehelyke ziel woeden kunnen , te zegepraalen, zy offert haare eer, haaren goeden naam, haar geluk, al wat haar dierbaarst is op aan haare gehoorzaamheid aan de wet-  Staatsregeling. 93 wetten; de ftraffe welke op den eerden misftap van zoo een ongelukkige gedeld zyn, zyn van dien aart, dat zy aan de ontdelde herfens van het meisje de gelegenheid als ten uiterde aanlokkelyk voordellen, die haar nog overig is, om zich in dilte van haare nog aaauwlyks bemerkbaare vrugt te ontdaan. O) Hoe zal men eene in onecht bezwangerde beletten, dat zy geduurende de vier eerde maanden deezen haaren toedand verborgen houd en zich alle moeite geeft om zich in het geheim hier van te bevryden ? de eene misflag brengt de andere voort, het Geweeten, de Godsdienst, dit alles moet na eenen korten tegendand voor de driften vvyken, voornamenlyk wanneer de zelve onderdeund worden door het befef, van het verlies haarer eere, aanzien en alle toekomdige voorfpoed ,, men befpeurt ( zegt de Baden Durlachfche Geheimraad Re in hard) ,, dat de ondeugd der „ onkuisheid met de menfchelyke natuur zoo naauw „ verbonden is, dat nimmer eenige rampfpoed, ee„ nige draffe iets meerder heeft kunnen te weeg bren,, gen, dan om te doen uitzien naar zekere middelen ,, ter verberging van dit misdryf, nimmer om dezel„ ve uitteroeyen, by het vrouwelyk geflacht hebben » de- ( a ) O» veut, qn'une file , oubliant ce qu'elle fe doit a elle meme , „ vienne reveler fa bonte , pour jouir du bienfait des laix on veut eteindre en elle Ie fentiment de l'bonneur par un fentiment plus „ vive que la mie, onnefail pas attention que la loi qutfarce les files a fatrifer l'bonneur a la vie, n'est faite que pour celles , qui ont perdu toute puder. " Memoire fur la necesjite'a L''Hotel dien de ffantes, de tecevoir tous les enfant trauves Cf d'abolir l'ufage des detlarctiians des files tnceintes. Vav hit APtRYven BER vrugt , ENZ. Zvlaarigbedeu.  94 Geneeskundigs Van het afdryven der vrugt, enz. „ dezelve het rampzalig gevolg, dat de middelen ter „ verberging haarer fcnande niet dan al te dikwerf in „ het voor eene moeder onnatuurlykst misdryf, het „ om hals brengen der kinderen , gezogt worden 5 „ deeze misdaad word by ons te recht met de dood „ geftraft, wy zouden dit echter met geruster ge,, moede doen 'kunnen, indien wy overtuigd waaren, „ dat wy onzen pligt gedaan hadden, om zoo veel „ moogelyk is de oorzaaken uit den weg te ruimen, „ welke een reeds ongelukkig voorwerp noodzaaken ,, zich in grooter ongeluk te ftorten —-, men weet dat „ zoo eene misftap eene vrouwsperfoon voor altoos in verachting brengt, en van haaren tydlyken wel„ vaard grootendeels beroofd ; wanneer zy nog daar„ enboven de kaak en het rondvoeren op de hoeren„ kar te wachten heeft, wanneer het haar te duchten „ ftaat, dat zy gebannen en als balling uit het land „ gedrceven zal worden; wanneer een beledigd va„ der, onbarmhartige bloedverwanten , een vertoornd „ meester het "zwangere meisje uit den huize jaagen , „ zonder dat zy weet wérwaards zich te wenden, „ wanneer elk een het arme fchepfel als een fchaade„ lyk ondier van zyn deur jaagt, zoo vraagt men bil„ lyk, of een Vorst of Richter zoo een meisje zonder ,, inwendig yerwyt ter dood kan veroordeelen, wan„ neer zy zich in deeze allerrampzaligfte omftandig„ heid bevonden heeft', om tusfchen de jammerlykfte „ ellende en het om 'het leven brengen haarer vrugt „ te moeten kiezen , en dan in deezen aanval der „ wanhoop het laafte als het eenigfte middel ter haa-^ ,, rer redding verkiest: het is waar wy kunnen alle „ deeze oorzaaken niet wegneemen; maar gedaane zaa„ ken zyn niet te veranderen; wanneer men wilde, „ dat  Staatsregeling. dat een onteerd meisje aan haaren goeden naam geen , ?, fchaade moest lyden , en dat zy dus van deeze mis,, flap geen nadeel moest te wachten hebben, zoo ,„ moest men tevens ook zeer onbezonnen begeeren, .,, dat de hoerery geene fchande meer was, zoo een !;„ gevoelen zoude het duidlyk kenmerk der dwaas.„ heid met zich dragen; maar ik geeve in bedenking „ of niet de geftrenge ftraffen, als bannisfement, V» openlyke befpotting en diergeiyken in dit geval l.„ meer nadeel dan'voordeel te weeg brengen." Ik fpreeke hier meede van de kerkelyke beftraffing, h welke in diergelyke gevallen nog aan de meeste plaatjifen in gebruik is, in de Schotfche gemeenten moet de |< overtreeder van het zevende gebod zich aan de kerikelyke tucht onderwerpen; op de Hebridifche eilanJtden moeten zy in een nat wit hemd voor de kerkdeur jlftaan tot dat de gemeente vergaderd is (tf): in BoheInnen en Moravien zegt van Sonnenfels, is nog jlheden de gewoonte in zwang, dat een onteerd meisje ilhaare fchande door het dragen van eene muts openlyk jttoonen moet, tervvyl de overige ongehuuwde haairjwlechten dragen — dit heeft ook in veele gewesten ijwan Duitschland plaats , maar meest die aan den ilRhyn gelegen zyn, alwaar de ongehuuwde vrouwen Jwooral in den Needer Elzas in de konftige haairvlechIten haaren fieraad en pronk ftellen: geene onteerde «durft zich by ons op de meeste plaatfen verftouteri ■by plegtigheden, by bruiloften of kinderdoop, zelf jmiet by haar eigen huuwlyk met een zeker uit konjiftig gemaakte bloemen vervaardigd kransje te verfchy- nen, (<0 GStl, Anxeigen 16. St. 1779. Van het AFDRV- * VïNT der VRUGT , enz. Van de kerkelyke bejirajing.  Van hei afdryven der vrugt, ssz. I pö Geneeskundige nen, welke andete meisjens by foortgelyke gelegenheden op haar hulfel hechten, 'er zyn zelf plaatfen , alwaar een onteerd meisje , zoo zy zich dit vermeet, door den fiscaal in rechten word betrokken: wanneer een onteerd meisje zoo gelukkig is een huuwlyk aan te gaan, en haare verlooving cpentlyk van den predikftoel aan den volke verkondigd word, zoo fteekt nu de geheel gemeente, hoe diep zy ook geduurende de leerreede in flaap mooge gedompeld geweest zyn, de ooren op, of de Leeraar de verloofde ook met den naam van Jonkvrouw betytelt, in dat geval heeft de ongelukkige eene nieuwe belediging te wachten, daar de geheele gemeente tegen den prediker aandruischt, wanneer hy de eere der verloofden fpaaren wil: het fchynt een zeldzaam middel te zyn het welk, gelyk Camper zegt, op fommige plaatfen in Holland ter vermeerdering van den afkeer voor deeze ondeugd in gebruik is, het weigeren van den doop aan in onecht gebooren kinderen ; dit geeft, gelyk men ligtelyk voorzien kon, meerder aanleiding tot het pleegen der kindermoord, ten minfte zwerven deeze ongedoopte ellendelingen, als tot geene gemeente behoorende, in armoede en ellende om O): door hoe verkeerde wegen tracht men fomwylen den afgedwaalden op het pad des deugds te rug te brengen. Wat zal een meisje, by wien eer en fchaamte nog niet is uitgekust, zich niet vermeeten om niet door haaren yverigen (maar daarom echter niet boven alle menschlyke zwakheden verheven) leeraar met eenen ftrookrans in het midden der gemeente tot eenen on- uit-  Staatsregeling. 97 uitwisbaaren fmaad ten toon gefield te wordeu ? alhoewel deeze ftraf reeds van zeer oude tyden af in gebruik fchynt geweest te zyn, zoo kenne ik doch, myns bedunkens, de menschlyke zwakheid al te wel, om niet te vreezen, dat de afkeer voor eene altoos aankleevende fchande, tot een veel gruuwlyker dubbel nadeelig kwaad de naaste aanleiding geeven kan , hy, die zich, by naauwkeurig onderzoek van zich zelf, fterk genoeg oordeeld, om in zoo benaauwde omftandigheden het beste te kiezen, neeme den fteen op , om daar meede die rampzalige bezweekene te verpletten ... in de Pruisiifche landen is ingevolge eener Circulaire van den 4. December 1714» de openlyke bevreedigmg der verloofden, die voor het huuvvlyk te faamen in ontucht geleefd hadden, met de gemeente, aan alle Predikers verboden. Zoo zeker het derhalven is, dat de gewoonlyke ftraffen , welke men de in onecht bezwangerde doet ondergaan , hoe billyk die ook in den eerften opflag fcbynen moogen, eenen nadeeligen invloed in de zwakké gemoederen hebben , en dezelve doorgaans tot het volvoeren van haar onnatuurlyke en gruuwzaame misdaad aanzetten; zoo nodig is het egter, dat men op andere hulpmiddelen tegen deeze in de Maatfchappy zoo hoogst nadeeüge kwaal bedacht zy. %. X X. Wanneer de maatregelen hier tegen dusdanig ingericht worden, dat de Overheid, in plaats van , zonder eenige menfchen kennis, die ellendige onder de bedreiging der ftrengfle ftraffen te dwingen tot het openbaar maaken haarer zwakheid, dezelve veel meer met meedelyden te gemoet komt, zoo zal men zeer II. Deel. G ge Van hm afdryven der vruqï , enz. Nuttigt voorzorgen  Van hei afdryven der vrugt, inz, 98 Geneeskundige gemaklyk de onmenschlyke en fehadelyke gevolgen der geheim gehoude zwangerheid voorkomen. Vooreerst en vooral moeten die bekende oorzaaken , die het onbezonne meisje veel eer geheel en al tot wanhoop, dan tot erkentenis haarer gedaane misftap brengen zouden, zoo veel moogelyk uit den weg geruimd worden: men moet, al was het Hechts uit aanmerking der onfchuldige vrugt, voor de eere van zodanige perfoonen, zoo veel moogelyk is,zorge dragen , en haar gelegenheid verfebaffen, om met de minst moogelyke opfpraak haare vrugt ter waereld te brengen; het is niet genoeg, dat men al die geenen, welke zich omtrent eene perfoon, die men verdenkt buiten echt bezwangerd te zyn, bevinden, beveelt, om by de minde verdenking de Overheid daarvan kennisfe te geeven ; maar, daar de gewoone wyze waarop deeze aangeeving gefchied, voor zodanig eene perfoon ten hoogden beledigend is , zoo dat zy alle kunstgreepen in het werk dellen om haaren daat op het zorgvuldigst te verbergen; zoo moest men beveelen, dat zodanig eene aangeeving niet anders dan met de drengde geheimhouding, en alleenlyk te dier plaatfe gefchieden moest, alwaar men in daat was een grooter misdryf van het door fchrik en wanhoop byna onzinnig meisje door Vaderlyken bydand voor te koomen. Ik zal ten voorbedde eene Ordonnantie bybrengen, waarin voornamelyk acht gegeeven word, op een vooroordeel , het Welk dikwerf zeer veel toegebragt heeft , om de zwangere, verre van haar aan te zetten tot het openbaaren haarer toeftand, veel eer door eene harde behandeling te noodzaaken van woonplaats te veranderen , en zich naar eenen ooit te begeeven, alwaar haa*  Staatsregeling. pp haare misftap minder bekend is, en zy beter gelegenheid heeft om de afdryving haarer vrugt in het Werk te ftellen. In alle de landen van den Keurvorst van de Palts wierd in den Jaare 1760. een herhaald bevel aan alle gerichtshoven afgevaardigd, om de kindermoord met alle magt tegen te gaan, waar by gezegd word ,, dat, „ wanneer een ongehuuwd vrouwspeifoon in het geval i, mogt komen , dat zy uit menschiyke zwakheid „ aan haaren verleider gehoor gegeven heeft, en zich „ heeft laaten bezwangeren, (waar voor zy echter zoo „ lief haar haare eere en toekoomend geluk is zorge „ moet dragen ), zy van deeze haare zwangerheid by „ de Overheid kennisfe moet geeven , die dan ver„ pligt is zagtelyk met haar te handelen , en alles in „ het werk ftellen om haar, het zy door het huuw„ lyk, of op eene andere wyze naar bevind van zaa„ ken in haare eere te herllellen. " Dat echter deeze verftandige en vaderlykeinrichting niet genoegzaam geweest is blykt uit het volgend in deeze zelfde landen gegeeven edicl van den 9 April 1767. „ Alhoewel, ter voorkooming van hetaffchuuwlyk „ misdryf der kindermoord, eene gedrukte Ordonnan„ tie van den 9. Ju'y 1760. alomme is afgekondigd, „ houdende, dat wanneer een ongehuuwd vrouws„ perfoon in het geval &c; — dat ook al die geencn, „ in wiens huizen of nabuurfchap dergelyke verdachte „ vrouwlieden woonen, of die anderfints uit hoofde „ van ontftaane vermoedens , argwaan of geruchten „ van de zwangerheid van zodanige perfoonen kennis9, fe vermcenen te hebben, dit terftond by de Over», heid of deszelfs aanweezende ambteuaaren omftanG 2. „ dig Van het AFDRYVEN DER VRUGT , ENZ- Ordonnantie iti den Paltti Vernieuwingen nadert opheldering deezer Ordonnantie*  ioo Geneeskundige Van het AFDRYVEN DER VRUGT, SNZ. 9 „ dig moeten bekend maaken, zoo zy niet, wan„ neer zy overtuigd worden tegen hunnen pligt dit „ verzwegen te hebben, aan den hierop volgende kin„ dermoord meede - pligtig willen gehouden , en naar „ toedragt van zaaken aan den lyve of op eene andere „ wyze ftrengelyk geftraft worden; zoo heeft men „ niet te min uit de kort op elkander gevolgde ,, voorbeelden moeten zien, dat zodanige bezwan„ gerde meisjens in plaats van de middelen, ter red„ ding van haar en haare eer beraamd, aantegrypen , „ door middel van eene allerzorgvuldigfte verberging ,, en loochening haarer kommerlyken toeftand, de „ onfchuldige pasgeboorne kinderen om het leven ge,, bragt en op deeze wyze zich tydlyke en eeuwige „ ftraffen op den hals gehaald hebben: de Ouders, „ Heeren en nabuuren daar en boven vermyden, van „ wegens allerley zwaarigheden , vooral uit hoofde „ van den waan, als of het onderhoud van zoo een „ bastaard kind ten laste kwam van het huisgezin, ,, alwaar zoo eene vrouwsperfoon tot onkuifche ver,, keering gebragt, of haare onechte vrugt gebaard „ heeft, de Overheid van de gepleegde ontucht, of „ daar uit gevolgde doch verborgene zwangerheid „ kennisfe te geeven, en dus zyn zy meermaalen oor„ zaaken van een veel grooter ramp, van de dood „ zelf van moeder en kind." „ Om nu hier tegen naar vermogen te waaken, , word in gevolge van het reeds gemelde EdiEt van ,, den 9. Tuly 1760. aan alle Overheden, Schouten, „ Gerechts en Gemeenslieden te faamen en elk hunner , aanbevolen, dat wanneer dergelyke vrouwspcrfoo, nen zich by hen ophouden, en zy flechts het minst , vermoeden ihebben, dat zy zwanger zyn, zy ten „ eer*  Staatsregeling. ioi „ eerden het vrouwsperfoon deswegens moeten on„ dervraagen , en zich bevlytigen met vermaaningen „ en goede woorden achter de waarheid te komen: ,, wanneer zoo eene haaren misftap uit fchaamte of onbefchaamdheid in geenendeele erkennen wil, maar „ die tracht te verbergen, moet haar Heer, haare ,, huisgenooten, of elk een, die van haaren toeftand „ eenige waarfchynlyke kennis heeft, dit zynvermoe„ den in dilte aan den Schout bekend maaken, deeze moet hier na onder de hand vernemen , het „ zwangere vrouwsperfoon by zich ontbieden , enwe„ gens alle omftmdigheden fcherpelyk ondervraagcn, „ en naar bevind van zaaken haar zelf door gezwoore „ vroedvrouwen doen onderzoeken, en wanneer de aanklagte gegrond bevonden word, daar van aan het „ gerichte kennis geeven, en de eer en goede naam „ van deeze perfoon zoo veel moogelyk bewaaren. ,, Men ziet hier uit, dat elk een zyn gcweetens „ pligt des te naauwkeuriger betrachten, en dit vernieuwd gebod promptelyk moet doen uitvoeren, „ daar niemand voor het onderhoud deezer bastaard ,, kinderen beducht moet zyn, of dat hy deswegens ,, in eenige ongelegenheid zoude kunnen koomen , 9, maar veel meer des Keurvorsts hoogde genade en „ welgevallen te verwachten heeft. " Men heeft wel door deeze verdandige inrichtingeenen grooten deen des aandoots uit den weg geruimd: daar men de vrees voor draffe, welke meenig huisva der of ander getuige vermeende zich door de ontdek king dat het misdryf der ontucht of de geboorte var een onecht kind in zijn huis was voorgevallen, o[ den hals gehaald te hebben, hier door heeft weg geno men ; men heeft zelf eenen grooten dap ter geheeli G 3 uit Van het AFDRYVEN DER VRUGT, ENZ.  Van het _ afdryven der vrugt. enz. Van eene milde ftigting ten yoordeele van in onecht bezwangerde. 5 io* Geneeskundige uitroei jing der kindermoord gedaan; daar men elk meisje, het welk van haare zwangerheid kennis geeft, belooft haar in het herkrygen haarer eere en het aangaan van een huuwlyk behulpzaam te zullen zyn; daadlyke voorbeelden van diergelyke vaderlyke zorge zouden eenen zeer grooten indruk maaken, deezen fchynen echter tot nog toe te ontbreeken; daar en boven word een meisje, het welk haare zwangerheid by haare overheid heeft bekend gemaakt, het leven by haare vertoornde ouders dermaate verbitterd, daaglykfche vervvyten, geftadig misnoegde gezichten, ja zelf lighaamlyke mishandelingen, ten deele verdiende , maar echter de grootfte onheilen dreigende omftandigheden fchilderen zich in eene vergrootte geftalte voor het oog deezer rampzalige fchepfels, en wederhouden haar, om eene fchrede tot de deugd te doen, die haar zoo duur zal te ftaan komen, zoo lange 'er eene fcheemering van hoop overblyft, dat zy in het heimlyke van haaren last kan bevryd worden, zal zy het als eene blyde verlosfing aanzien deeze hoop vervuld te krygen, én dus trachten door eenen tweedenen veel grooter misftap de ftraffe des eerften heimlyk te ontduiken. §. XXI. Het is derhalven volftrekt noodzaakclyk, dat men op zagter middelen bedacht zy, en men kan voorzeker in dit geval geen beter ontwerp vorderen, dan het welk reeds eenige Jaaren geleden door den boven ge* noemden Geheimraad Rheinhard wierd voorgefteld, en onder den tytel van Milde Stichting van eenen  Staatsregeling. 103 ften byzonderen aart ten merkelyken voordeek van eene 1 middelmaatige Stad „ wierd meedegedeeld O)." v Het beftaat eigenlyk in een gefticht, alwaar aan ^ onvermogende inboorlingen , ook aan vreemde ongelukkige , maar vooral aan de bovengemelde medelydens waardige vrouwsperfoonen voor eenigen tyd een menschlievend verblyf verleend word; maar laat ik deezen verdienstlyken fchryver zelf laaten fpreeken , daarhy in de bovengemelde dichting aan deeze laatften een meedelydend verblyf aanwyst. ,, Tot myn ont„ werp behoord meede eene voorzorge wegens de on„ fchuldige onechte kinderen , ten einde de eerfte „ misdaad hunner moeders niet door eene tweeden „ het om hals brengen dezer onfchuldige wichten „ verzwaard worde , en dit oogmerk zal het best be„ reikt worden, wanneer diergelyke perfoonen eeni„ gen tyd voor haare bevalling een veilig verblyf en „ onderhoud bebben 5 wanneer zy haar kind in ze„ kerheid kunnen ter waereld brengen, en na de ge„ boorte dit verblyf zoo lang genieten, tot dat zy in ,, voorige krachten herfteld zyn en gelegenheid heb,, ben , zich naar eene andere plaats te begeeven en „ haare kinderen te verzorgen; hierdoor zalmeenig „ kind in het leeven behouden worden ;.te meer dewyl „ het eene zekere waarneeming is , dat de kinder* „ moord, wanneer die niet in de eerfte opwelling „ der ziedende driften gepleegd word, doorgaar s ach„ ter wege blyft; eenige weinige uuren zyn genoeg, „ om (a)Ook heeft Mirabfacj eenen diergelyken vporOag gedaan L'ami ie L'bumme T. 1U G 4 rANHET 'DRYÏN DER R.UGT, HZ»  Vanhh afdryven dei vrugt, enz, • Voorbeelden. 104 Geneesktjnbigb 1 „ om de natuur te doen zegepraalen, hierop volgt wel dra eene bedaarde en verftandige overweging en „ het misdryf blyft fteeken; want gewisfelyk doet „ zich elke omftandigheid , waar naar men vuurig „ wenscht, of waar voor men een grooten affchrik „ heeft, in den eerden opflag in eene vergrootte „ gedaante of begeerlyker of verfchnklyker voor, dan „ dezelve in de daad is: een kort tyd verloop is vol„ doende deeze geweldige beweging des gemoeds ,, van vreugde of fmert te matigen,en van tyd tot tyd „ geheel en al te dempen. ., Op dat men d; paaien der menfchenliefde zoo ,, verre moogelyk uitbreide , kon men ook alle de „ vreemde meisjens, die zich aanmeldden, aannemen , ,, mits voor af eene billyke fom betaalende , zonder „ aan de andere zijde wegens haare gvboorte-plaats, ,, afkomst, of wegens de vader haarer vrugt eenig on,, derzoek te doen, men kon haar, wanneer zy haar „ kraambedde zes weken uitgehouden hadden, we„ derom laaten vertrekken." Verfcheide foortgelyke dichtingen zyn in onze dagen in veele landen opgericht, welke wegens hun uitgebreid nut der navolging overwaardig zijn: in Itaïïèn vind men verfcheide hospitaalen voor zwangere meisjens , welke in dezelve haare zwangerheid voor het ong der waereld verbergen, en haar kind ter waereld kunnen brengen, in de meede Steden zyn vondeling-huizen, alwaar die rampzalige jonggeboorne, die door hunne behoeftige ouders niet onderhouden kunnen worden \ of hunne moeders tot fchande zyn , gewillig aangenomen, opgevoed, in konden onderwezen en zoo lang het nodig is onderhouden worden, te Parijs worden zoo wel ongehuuwde als gehuuwde zwangere in het  Staatsregeling. 105" Hotel-Dieu voor niet verlost en verzogt, men vind aldaar ook vroedkundige die tegen eene matige betaaling diergelyke meisjens in huis neemen, verlosfen en in alles verzorgen te Weenen worden de onge¬ huuwde zwangere even zoo liefderyk in het Gasthuis van St. Marcus ontfangen : dit heeft flechts deeze fout, dat op den St. Marcus dag alle die ongelukkigen zich Voor het oog en den moedwil deronbefcheide nieuwsgierigen moeten bloot geeven §. XXII. Ik keure het niet voor goed, dat men in zodanige huizen by alle de daar in aangenoome zwangere ongehuuwde vrouwsperfoonen de verloskunde als in eene leerfchoole beöeffend, wanneer zy zelf daar toe niet bewilligd hebben; vooral niet zoo de leerlingen van het manlyk geflacht zyn: men kan niet altoos alles by één vinden , en daar meenig meisje, niet tegenftaande zy zich in eene omftandigheid bevind,die geene geftrenge deugd doet vermoeden , echter nog fchaamte genoeg bezit, om liêver zich zelf te verwaarloozen , dan zich aan zoo eene behandeling van vreemden over te geeven; zoo zoude het eerfte en voornaame oogmerk deezer ftichting hier door lyden , en zoo eene inrichting zoude veel eer dienen, om de fchroom, dat haaren toeftand openbaar zoude worden, by buiten echt bezwangerde te vermeerderen, vooral wanneer (a) Etat de Medccine, Chirurgie & Pbarmacie en Europa 177S. p. 269. (i ) S onn en fels /. e. §. 164. G $ Van het aedryven der VRUGT j enz. Of men deeze huizen als teerfeholen der verloskundemoet doen dienen.  Tan het afdryven der vrugt, enz. Van het nadeel eener al te geflrenge •waak zaamheid jegens bet geflacht der manttett. 'i,o6 Geneeskundi © e neer het eene algemeene wet by deeze ftichting is, dat alle de onechte zwangere vrouwsperfoonen zich in dat huis tot het bovengemelde einde moeten laaten verlosfen; verharde ligtekooyën, of de zodanige, die wegens uitgeftaane armoede alle gevoel van eere , en dus ook van fchaamte verlooren hebben, zullen des niet tegenftaande zeer gemaklyk over te haaien zyn, om zich ten deezen einde in dit huis te begeeven, om haare onechte vrugt aldaar ter waereld te brengen: maar een anderlints wel opgevoed meisje, het welk voor de eerfte of zelf voor de tweede maal haare zwakheid, en de verleiding bezwangerd is, zal niet dan met de uiterfte afkeer daar aan denken, zy zal de eene poging na den anderen in het werk ftellen, om zich van den last, die haar zoo veele bekommernis veroorzaakt te ontilaan. §. XXIII. Daar nu tot diergelyke ftichtingen een toereikend inkoomen vereischt word, het welk niet overal even gemaklyk te verfchaffen is , zoo zal men het nog langen tyd hier by moeten berusten laaten, dat men ten minfte de grootfte vreeze voor verdiepde ftraffe en fmaad als meede voor dringende armoede by de in onecht bezwangerde tracht uit den weege te ruimen , zoo lang men zich buiten ftaat bevind, om haar op hnds kosten een verblyf aan te wyzen en de opvoeding haarer vrugt op zich te nemen, en de al te geftrenge waakzaamheid, welke op veele plaatfen jegens de mannen , wanneer een hunner een meisje ten val gebragt heeft, plaats heeft, wel verre van het geflacht der vrouwen van het involgen der begeerte haarer veraderen af te houden, veroorzaakt veel eer by dat ge- flacht  Staatsregeling. 107 flacht eene zorgelooze gehoorgeeving aan de verleiding der wellustigen; en het kan niet misfen, of de ' onverfchilligheid der mannen wegens het ongeluk van '. het door hen verleide voorwerp hunner lusten , de wanhoop wegens deeze onbillyke behandeling en het vooruitzicht van verlaaten te worden, dit gilles geeft de kindermoorderes het moordgeweer in banden: ingevolge van een onlangs in Napels afgekondigd Koninglyk Edi£t mag in het toekoomende geen vrouwsperfoon , het zy zy van eenen aanzienlyken of geineenen rang is, klagten in brengen tegen hem, die haar onteerd heeft, of fchoon hy ook op het plegtigst haar beloofd had te zullen trouwen , het eenige geval, wanneer men bewyzen kon, dat 'er gewold gepleegd was , uitgezonderd; ter beweegreede van dit Koninglyk bevel wierd aangevoerd, dat die toegeevenheid der wetten in het gehoor geeven van diergelyke klagten, welke tot heden in zwang geweest is, gelegenheid gegeven heeft, dat de rust en eere fommiger geflachten door verleidende ligtekooyen meermaalen geftoord is , de nog hangende rechtsgedingen van deezen aart moesten volgens den inhoud van dit nieuw bevel beflist worden. „ 'Er word voor het noodwendig onderhoud van „ onechte kinderen en hunne moeders, zegt Bau„ mann» overal veel te weinig zorge gedragen. ,, Wat zal een vrouwsperfoon, het welk met die,, nen of arbeiden de kost moet winnen, in zodanig „ eene omftandigheid aanvangen ? de Vader van haar „ kind bekommerd zich om het zelve of om haar in gee,, nendeele,het is veel zoo zij na een rechtsgeding van „ een half Jaar of langer vonnis verkrygt, waarby „ hem opgelegd word, om haar Jaarlyks 5 of, en „ dan Van hbi L.FDR.YrtN DER fRUGT , ENZ*  Van kit afdry- VïN DER VRUGT , enz. 108 Geneeskundige „ dan is het zeer veel, 10. Ryksdaalers tot onderi% houd van haar kind uit te keeren; hier van kan zy „ met haar kind niet leeven, geduurende welken eerfte „ Jaaren zy zeer weinig met haar handen werk verdie-,, nen kan, dus komt het kind, zoo het al niet regt„ ftreeks vermoord word, echter door gebrek en on„ gemak om het leven; het zoude derhalven zeer bil„ lyk zyn , wanneer men de kostgelden voor moeder „ en kind hoger ftelde, of de vader moest, wanneer hy „ van zyne inkomften niet meer misfen kon, zonder „ veel omflag genoodzaakt worden de moeder te trou„ wen; het is immers beter een gedwongen huuwlyk, „ dan een kindermoord, het gemeen laat zich hier in „ ligtelyk vinden, als het ziet, dat het niet anders „ zyn kan, en voor zulke ongebonde lieden zoude ,, dit de beste beftraffing zyn, om hen in orde te „ houden , meenig kaerel zoude nimmer tot die „ buitenfpoorightid vervallen, wanneer hy te duchten ,, had , dat hy de onteerde perfoon zoude moeten „ trouwen , en hier van alleenlyk vry gefproken wor„ den, wanneer hy bewyzen kon , dat het vrouwsper„ foon hem door flinkfche ftreken in haar net gelokt „ had, en in dat geval kon het toe te leggen kost„ geld ook minder gefield, zoo niet geheel en al achtergelaaten worden: ook moest, wanneer een „ meisje bezwangerd was , en men bewyzen kon, „ dat zy en de befchuldigde met elkander hadden te „ doen gehad , geen eed van zuivering van de laatst„ gemelde aangenomen worden, en zoo het bewezen „ wierd, dat zy het met meer dan een perfoon gehou„ den had, moesten die alle zonder onderfcheid het „ onderhoud met elkander bekostigen: op deeze wyze „ zoude de kindermoord en het omkoomen der kinde- ren  I S TA.ATSREGELING. IOp „ ren door gebrek voorgekoomen, de opvoeding der kinderen bevorderd, de ondeugd in veele gevallen „ tegen gegaan , en de verleiding verminderd wor„ den."O) Wat het dwingen tot een huuwlyk als eene ftraffe aangaat ik kan my by de meening des Schryvers in deezen opzichte niet voegen , de kindermoord word hier als onvermydlyk voorgefteld , daar echter de Overheid nog gemaklyker middelen in handen heeft, om dezelve te verhinderen, de vrugten van zoo een gedwongen huuwlyk achte ik voor de Maatfchappy van geene waarde, het zy men die van de natuur-of zeden - kundige zyde befchouwe, de ruuwe behandeling der vrouwen door hunne misnoegde mannen is vooral ten platten lande een voornaame oorzaak der mindere vrugtbaarheid, en grooter fterfte onder de kinderen, men voege hier by de ergernis en affchrik voor het huuwlyk , welk dit by de overige leden der Maatfchappy geeft, gelyk ik in myn vorig deel hebbe aangewezen , het geen door de verleider zelve tot onderhoud van moeder en kind niet kan gegeeven worden , moet uit 'slands of Stads kasfedaar by gelegd worden , en hier toe is het billyk dat de huuwlyks verachters het grootfte gedeelte toebrengen, men kan de onderftand gelden zonder de grootfte onbillykheid niet wel verminderen, gelyk Bauma nn, ter ftraffe der verleidende ligtekooyën voorfteld, dewyl dezelve niet zoo zeer als eene ftraffe, maar veel eer als {(a) In zyne byvoegfeten by htt wtrk van SUSMUCH IJl. C&) 2. Ajd. 3. Hoofd*. Van heï AFDRYVRN DER. VRUGT, ENZ.  110 Geneeskundige Van het AFDRYVEN DER VRUGT , SN 2. Of min gefircngeiy k op de aangifte der onechtezwangerheid moet aandringen. a^s eene billyke fchatting geacht moet worden, tot onderhoud van een fchepfel , het welk men goed gevonden heeft het leven te geven, offchoon de moeder hier toe de eeifte flap had gedaan. Volgens de Franfche wetten moet door den Rechter voor het onderhoud en het kraambedde van elke in onecht bezwangerde gezorgd worden , dit word echter weder van hem gevorderd, die door de bezwangerde als Vader word opgegeven, gefield zynde , dat hy dit ontkennen wilde, of bewyzen, dat het meisje het met meer dan één perfoon gehouden had, zoo word echter altoos die geen voor de benodigde uitgaave aanfpreekelyk gehouden, die volgens de grootfte waarfchynlykheid de Vader is(#). §. XXIV. Nu is de vraage, wat de Overheid in het werk moet ftellen, om het aangeeven der onechte zwangerheid gemaklyk te maaken. Men heeft voorzeker, ik herhaale het nogmaals,de gewigtigfte redenen om niet met die geftrengheid als weleer te begeeren, dat zoo een onteerd meisje in eigen perfoon voor het gerecht verfchynen moet, om daar haare fchande openlyk te bekennen en te doen aanteekenen. ,, by vrouwlieden, zegt van Son„ nenfels, die alle fchaamte hebben afgelegd, „ zyn deeze maatregelen overtollig: by een ongeluk,, kig flachtoffer haarer zwakheid zonder eenig nut." Dit (a) Diaionaire des Arrets, i/erhe Grosfesfe N. 3, Peleös Questions Illustres Qvi jï.  Staatsregeling iii Dit alles heeft eenen te gewigtigen invloed op het leeven en de inftandhouding der menfchen, dan dat ik in deeze Geneeskundige Staatsregeling niet dat geene, hetwelk deswegens bevoolen is, zoude invoegen. Het Koninglyk Prijisfifche bevel van den 8February 1765. verdient zoo eene algemeene goedkeuring, en is naar den waaren ftaat der zaaken zoo zeer gefchikt: dat ik niet in twyffel ftaa het zelve in zyn geheel hier in te voegen, als op zeer veele plaatlen nog niet genoeg bekend zynde. „ Wy Frederik door Gods genade Koning van „ Pruisfen, Markgraaf van Brandenburg. &c. &c. „ Doen kondt en te weeten: Nadien federd eenigen „ tyd het misdryf dat vrouwsperfoonen haare onechte „ pasgeboore kinderen, met een boos opzet, of door „ verwaarloozing, zoo als uit het geheim houden der „ zwangerlieid en verlosfing vermoed word, om het „ leven brengen, meer en meer is toegenomen, worden wy in de noodzakelykheid gebragt dit kwaad door een geftreng bevel tegen te gaan. I. „ Elke moedwillige kindermoorders zal met het „ zwaerd ter dood, gebragt worden , men zal hier by geen onderfcheid maaken, of zy de hand moorddaadig aan het kind gelegd heeft, of het zelve eene „ doodlyke wonde heeft toegebragt , dan of zy „ flechts verzuimt heeft het kind het nodige voedzel „ en verzorging te doen genieten, insgelyks, of een „ kind na de geboorte frisch en gezond of zWak en }, reeds ftervend geweest is , of de toegebragte bele„ diging en het onttrekken der nodige verzorging de 5, dood Van het afdry- vkn der. vrugt, enz.  na Geneeskundige Vanhjs ArDRYVEN DE VRUGT, enz. r „ dood alleen veroorzaakt heeft, dan of dezelve teL „ vens door toevallen en omtlandigheden, welke aan „ het kwaadaartig opzet der moeder niet eigenlyk ,, toegefchreven kunnen worden , bevorderd is, dan „ of dezelve aan het eerstgemelde alleen moet worden „ toegefchreven, maar in alle deeze gevallen zal de op eenen kwaadaartigen kindermoord gefielde dood„ ftraf plaats hebben, met even dezelfde doodftraffe „ zullen ook geftraft worden die vrouwsperfoonen, „ die aan haare pas geboorne kinderen, of fchoon niet met voornemen om die te vermoorden, eene behandeling in het werk ftellen, welke elk ver„ ftandig mensch zien kan en moet, dat voor kinde„ ren nadeelig zyn moet, en ook daadlyk de dood „ ten gevolge gehad, heeft, by voorbeeld, wanneer „ eene kraamvrouw omhetfchreeuwenvan haar kind te „ beletten, het zelve de mond toehoud, toeftopt, of: „ op eene andere wyze de vrye ademhaaling belet, en: „ hier door het kind verfmoort, zoo zal in zulk-een „ geval het voorwendfel, dat de dood flechts toeval- • „ liger wyze op de voorgemelde behandeling gevolgd. „ is, tot geen verfchooning dienen. „ Zodanige vrouwsperfoonen, die me" opzet haare verlosfing op zodanige gevaarlyke plaatfen afwach- ■ „ ten, of voor dezelve zodanige toebereidfelen maa- • „ ken, dat het kind, zoo dra het uit de baarmoeder: „ komt, noodwendig het leven verliezen moet, zul-„ len insgelyks met den zwaerde ter dood gebragt: „ worden, alhoewel men niet beflisfen kan, dat het: ,, kind leevend ter waereld gekoomen is, en de ver„ ontfchuldiging eener onverwachte en overhaaste: verlosfing zal dan alleen van nut zyn, wanneer de: „ be--  Staatsregeling. 113 ft befchuldigde met geloofwaardige getuigen bewyzen „ kan, dat zy „ 1. by het aankomen def baarensweëen om hulpe „ geroepen heeft. „ 2. terftond na de verlosfing dezelve, en wat het „ kind wedervaaren is, bekend gemaakt heeft en „ 3. alle moogelyke middelen tot behoudenis van het- „ kind heeft aangewend. „ Wanneer een vrouwsperfoon binnen de eerfte 24. „ uuren na de geboorte haar kind vetbergt, of weg „ werpt, of op eene plaats, alwaar het verftikken of „ door koude om komen moet , neder legt,of wan„ neer zij haar kind iets doet ondergaan waar door „ het noodzaakelijk fterven moet, zoo het al te dier „ tijde nog leevend was,en men bevind by het onder„ zoek, dat het kind in of na de geboorte nog daad,, lijk geleefd heeft: zoo moet zoo een vrouwsperfoon „ als eene moedwillige kindermoorderes aan het leven „ geftraft worden , ongeacht haar voorwendfel dat zy „ geen leven aan haar kind befpeurd, maar hetzelve „ voor dood gehouden had* „ Indien echter plaats had „ 1. Dit offchoon een vrouwsperfoon met opzet op „ eene boven gemelde gevaarlyke plaats gebaard „ had, de Geneeskundige echter als zeker flel„ den, dat het kind reeds in de baarmoeder overleeden was. s, 2. Of-dat met geene genoegzaame zekerheid bewe„ zen kon worden dat in de hier boven aangeveer„ de gevallen het kind levend ter waereld geko„ men is, of geduurende de geboorte geleefd „ heeft. II. Deel. II }> 3- Van het afdryven der trugt , enz.  Van het afdryven der. - vrugt ï 1nz." ,114 G E, N E E S IC ü N D ï O E I 3. Of dat de misdaadige ontkende, en op geene wijf„ ze overtuigd kon worden, dat zy die beledi„ ging, waar door het kind om het leven gekomen „ was, hetzelve heeft toegebragt, of dat zy on,, natuurlyk met haar kind gehandeld had, alhoe„ wel zy deszelfs geboorte verborgen gehouden „ had, en men niet bewyzen kon, dat de teeke„ nen aan het kinds lighaam gevonden, gevolgen „ waaren van het verhooien houden dt r verlosfing. 3, 4. Of dat de befchuldigde Hechts ontkende en niet ,, overtuigd kon worden , dat zy met moedwil . ,, haar kind eenig doodlyk geweld heeft toege„ bragt, of onnatuurlyk behandeld, en echter ,, niet bewijzen kan dat de befpeurde belediging. „ door onachtzaamheid, of bij toeval veroorzaakt .] » is- 3, 5. Of dat de misdaadige bekende en overtuigd kon „ worden, dat zy met moedwil aan haar kind ,, eene doodlyke belediging toegebragt en het„ zelve op eene onnatuurlyke wyze behandeld had, „ terwyl aan de andere zyde de Geneeskundige „ getuigden, dat het kind dood ter waereld geko„ men-was. „ 6. Of dat eindelyk de befchuldigde haare verlosfing ,, verborgen, of zich niet volgens het hier na te „ melden voorfchrift gedragen heeft, zonder daar«, om van eenen moedwilligen moord overtuigd te „ kunnen worden, maar dat het veel meer zeer „ onzeker is, of' het kind met opzet om het le„ ven gebragt of door toeval om hals gekomen 3, is, daar doch het lighaam door de misdaadige 3J verborgen niet te voorfchyn gebragt kan wor- . .: » den ?  Staatsregeling.. 115 l, den, en zy hardnekkiglyk weigert de regte „ plaats, waar het lighaam te vinden is, aan te „ wyzen. «j, In alle deeze gevallen moet de misdaadige wel niet met de dood geftraft, maar met roeden gegeeszeld en „ voor al haar leeven tot den vestingbouw verwezen, worden.' I I. „ Elk in onecht bezwangerd vrouwsperfoon moet haare zwangerheid, wanneer haar dit gevraagd ,„ word, of de tyd haarer verlosfing nadert * ten mini£ fte aan ééne eerbaare en verftandige vrouw, die zelf !„ kinderen gehad heeft, openbaaren, en hier door ', zich van de nodige byftand by haare verlosfing .„ trachten te verzekeren (a~). Ge- fa) Men kan onmoogelyk een bevel geeven , het welk zagter, en tevens meer naar den aart der zaake gefchikt is, het is altoos iets hards voor een meisje, het welk nog eenige eerbaarheid bezit, wegens haaren ongelukkigen toeftand voor mansperfoonen , die daar en boven dikwyls nog onbefcheiden genoeg zyn, om haare nog overige fchaamte door nutlooze vragen fmaadlyk te beledigen, verklaaringen te doen opmaaken; men weet hoe moeilyk het voor fommige vrouwen is zelf met deri Geneesmeester te fpreeken wegens omflandigheden, welke men van de jeugd af gewoon is vöor het ander geflacht te bedekken , hoe zwaar moet het dan niet deeze ongelukkige vallen voor eenen onbekenden,- met eene rechterjyke waardigheid bekleden , mansperfoon , wegens eene zaak «r vêrklasren. welke zy niet in ftaat is zich weder voor de Van het afdryVEN DEft VRUGT ' ' enz.  Van het afdryven der vrugt, enz. gedachten te brengen zonder op nisuw' tot w»nhoop te vei» vaten. 116 Geneeskundige „ Gefchied de verlosfing met den byftand van zoo „ eene vrouw, en fterft het kind in of na de geboor„ te, zoo moet het doode kind terftond aan het ge„ recht der plaats getoond worden, en de kraam,, vrouw is verpligt hier voor naar vermogen te zor„ gen, of zoo dit buiten haare fchuld word nagelaa,, ten , dit vernemende, en haare krachten het toe,, laatende zelf hier van aangeeving by het gerecht te „ doen; zoo zy dit nalaat moet zy met eenen tien,, jaarigen arbeid in het tuchthuis geftraft worden. „ Insgelyks moet in zoo een geval een vrouwsper,, foon, met wiens hulp en in wiens tegenwoordigheid „ het kind gebooren is, op ftraffe van eenen tien jaa„ rigen tuchthuis - arbeid zorgen, en daar voorinftaan, „ dat' het doode kind terftond aan het gerecht ver„ toond word. ,, Zoo de verlosfing gefchied in de tegenwoordig-i ,, heid van twee eerbaare Vrouwen, waar onder de „ moeder der kraamvrouw ook gefteld mag worden, ,, en de kraamvrouw zich geduurende haare zwanger„ heid en voor het begin haarer verlosfing aan der ,, zodanige zorge heeft toevertrouwd; zoo zal het niet „ nodig zyn het kind, wanneer het dood ter waereld „ gekomen, of kort na de geboorte overleden is, aan ,, het gerecht te toonen, maar de zich tot byftand ,, aangeboden hebbende, of te hulpe geroepene vrou„ wen zullen op nadruklyke ftraffe en de aan de bele„ digde vrouw fchuldige voldoening te moeten gee„ ven, verpligt zyn, aan niemand behalven aan de ,, Over-  Staatsregeling. 117 „ Overheid, wanneer dit gevorderd word, hiervan j^yhet „ iets te zeggen, voor al word de Vroedvrouwen in ven der. „ het voorgemelde geval eene allernaauwkeurigfte ftil- ' „ zwygenheid opgelegd. £1?) I I I. £ a ) Men ziet haar dikwerf zoo een geval terftond van huij :ot huis in alle deszelfs omftandigheden uitbazuinen, dus verdroot men zonder noodzaake de ergernis , en het moet een onteerd meisje gewis allergevoeligst treffen , haare oneer door naar, die gefteld was, pm haar menschlievend te hulp te (tomen, verraaden te zién, zal dan zoo een meisje niet al doen wat moogelyltiy, om niet onder zulke handen te geraar,en, men moet 'er veel meer voor haar eene verdienfte ïnlellen , dat zij in tijds eene vroedvrouw te hulp geroepen tieeft , dewyl zoo een meisje haaren edelmoedigen moorse :oont en alle vermoeden van een voorneemen tot kinder moord oeheel en al wegneemt: by zodanige ge'.egenheden moet het getuignis eener beëedigde Vroedvrouw wegens de uitfpraak of een kind geleefd heeft of niet , ten vollen geloof verdieeen , en het moet derhalven ook genoeg zyn , wanneer zoo eene vrouw alleen by de verlosfing tegenwoordig is: daar en tegen worden 'er altoos twee andere vrouwen vereischt om ide kraamvrouw buiten alle verwyt te ftellen, dewyl het ligt gebeuren kan , dat het kind zich in eene tegennatuurlyke geIftalte voordoet, of een of ander gevaarlyk toeval het nood:zaak'yk maakt, dat een haarer 'naar byftand moet omzien, :en dus de vrouw a'-leen moet laaten, gedurende welke tyd haar of haar kind een ongeval wedeivaaren kan, het welk :door tydige hulp had kunnen voorgekomen worden. Wanneer men op de geheimhouding der Vroedvrouwen Iftaat kan maaken , zal een meisje in deeze omftandigheden : zich veel liever aan haar, dan aan andere wyven toevertrouwen van wier ftilzwyjen zy niet zoo zeer verzekerd kan zyn, .oflehoon ook deeze in dit geval door de boven gemelde wet het ftilzwygen op eene onvermydlyke ftraffe is opgelegd. H 3  n8 Genees kundige Van het afdryven der vrugt, snz. ' I I 1. „ Wanneer een in onecht bezwangerd vrouwsper?; „ foon het voorgemeld bevel niet in acht neemt, zoo „ zal zy alleen hier om tot den arbeid in het tucht- • ?, huis, zoo het kind in het leeven blyft, voor (>, in? ■ „ dien het dood ter waereld komt, in of kort na de: geboorte fterft,voor 10 Jaaren verweezen worden,, „ ten zy dat zy, by het aannaderen van den tyd haa-> „ ier verlosfing en voor dat zy van den arbeid over-„ vallen is, de hulp van ten minden eene eerbaare: vrouw ingeroepen heeft. „ Daar en tegen zyn zy ook met de bovengemelde: 5, 6 en io Jaarige tuchthuis arbeid ftrafbaar, die well „ haare zwangerheid geopenbaard, maar echter daarr ,, na met opzet haar kind heimelyk ter waereld ge,, bragt hebben, het voorwendfel van door den ar„ beid overvallen te zyn zal niet aangenomen wor- ■ „ den, wanneer een onteerd meisje of haare zwanger„ heid niet geopenbaard heeft, of wanneer zy flechtss „ een vierendeel uurs zich onpaslyk of fmertlyk be— „ vonden heeft, daar doch een in onecht bezwangerd! „ vrouwsperfocn op boven gemelde ftraffe verpligtt ,, is, zoo dra zy die ongemakken befpeurd , uit all ,, haar' vermogen hulp te zoeken, en het voorwend„ fel, dat zy deeze ongemakken voor geen beginfelen vam „ arbeid gehouden, maar aan andere oorzaaken hadl „ toegefchreven, zal haar tot geen verfchooning dienen.. „ Zelf in gevalle een onteerd meisje in waarheid! „ door den arbeid overvallen word, moet zy op bo— „ vengemelde ftraffe, na bevind van zaaken , op) „ ftraffe van geeszeling of des zwaerds zelf, zoo drai „ haar de baarensnood aankomt , om hulp roepen „ ,i eni  Staatsregeling; ïi£' „ en het kind, het welk zy gebaard heeft, terftond „ na de geboorte, het zy dood of leevend, te voor„ fchyn brengen, en zoo dra dit gefchieden kan, aan „ her Gerecht vertoonen. „ De verontfchuldiging als of het onteerde meisje „ van haare zwangerheid niet verzekerd geweest is, „ maar daar aangetwyfeld heeft, kan hier geen plaats ■ „ vinden, I V. „ Wanneer ongehuuwde, of van haare mannen af„ gezonderde vrouwen in verdenking koomen van in „ oneere bezwangerd te zyn, moeten de ouders, „ vooral de moeder, of die haare post bekleed, wan„ neer zy zich met haare dochter aan ééne plaats be„ vind, of de naafte bloedverwanten, deHeeren, of L zoo deeze afweezend zyn , of zelf het opzicht over „ hun huisgezin niet hebben kunnen, die bedienden, „ wien het opzich over de vrouwlyke dienstbooder „ voornamentlyk is opgedragen, hier naar on« „ derzoek doen , ja zelf by land - of gemeene „ handwerks lieden is de Overheid verpligt, de ver„ dachte perfoonen wegens haare zwangerheid U „ ondervraagen , en door het herinneren der ftraffi ,, in deezen ediéte op de verberging der zwangerheid „ en verlosfing gefield tot bekentenis te vermaanen, en, zoo zy dit weigeren, met eenen ervaaren Arti s', raad te pleegen, of zelf de verdachte perfoonen dooi „ eene beëedigde vroedvrouw te doen onderzoeken. " „ Zoo nu deeze verdachte perfoon" haare zwanger „ heid bekend, of by onderzoek zwanger wordbevon , den, moet zy tot haare verlosfing toe geftadig ii „ het oog gehouden worden, op dat zy geene gelee 114 «ëcr Van met afdryven db^ vrugt i RNZ, ' l  1ZO Geneeskundig! Va iv het 'afdryven der vrugt, 9 9 f s' I „ genheid hebbe, om in ftilte te baaren: en het is „ voornamelyk de Overheid aanbevoolen op haar, „ van welker zwangerheid aan haar aangeeving ge„ fchied is, of zy kennis gekreegen heeft, het nodige „ toezicht te hebben. „ De Vroedvrouwen word op haaren eed bevolen, „ zich van het doen van zodanig een onderzoek niet „ te onttrekken, en, wanneer de verdachte perfoon „ by dit onderzoek onfchuldig bevonden word, dit „ vooral ftiptelyk geheim te houden , gelyk ook hen, „ die hier toe aanleiding gegeeven hebben , dit op „ geftrenge ftraffe bevolen word. „ Ook moeten de Onders, Heeren en Vrouwen „ zich ten fterkfte wachten, om zodanige onteerde „ vrouwsperfoonen, door eene ontydige en onmatige „ geftrengheid hunner willekeurige ftraffen, tot wan„ hoop en tot het pleegen van een grooter euveldaad „ te brengeu; voor al moeten zodanige vrouwlieden „ met uit haare dienften weggejaagd worden, voor „ dat alle nodige voorzorge ter voorkoming eener „ heimelyke verlosfing door haare Heeren of Vrou„ wen is aangewend, en zy aan de Overheid der „ plaats van hun vermoeden omftandig kennis gegee„ ven hebben: verder is het de pligt van hen, die „ een meisje in onecht bezwangerd, of ontucht met „ dezelve bedreeven hebben, dat zy, wanneer zoo , een vrouwsperfoon hen, als is het op eene bedekte , wyze, haare zwangerheid, of de vreeze, dat zy , zich zwanger mogt bevinden, te kennen heeft ge, geeven, op alle moogelyke wyze haar overhaalen, , om haaren toeftand aan twee eerbaare vrouwen toe , te vertrouwen , of zoo zy haar hier toe niet be, weegen kunnen, moeten zy de moeder van het ' ont-  Staatsregeling. itr n onteerde meisje, zoo zy nog in leeven is, eninde„ zelfde plaats woont, van deeze zwangerheid ken„ nis geeven, of wel haar Heer of Vrouwe, en deeze „ ontbreekende, de Overheid der plaatze; zulk eene „ kennisgeeving mag hem nimmer tot nadeel zyn, en „ voor geene bekentenis zyner gepleegde ontucht kunnen aangenomen worden. „ D: Moeders, of die haare plaatfen bekleeden, „ zullen, wanneer zy in den haar opgelegdenpligt „ geheel of tm deele in gebreken blyven, en het in ,, verdenking geweest zynde vrouwsperfoon deswe„ gens volgens dit edict aan het leeven , of met gees„ feling en tuchthuis-arbeid geftraft word, met het „ tuchthuis, zoo de misdaadige aan het leeven ge„ ftraft word , voor 5 Jaaren, zoo zy met geeszeling „ geftiaft word, voor 3, met een 10 Jaarige tuchthuis „ arbeid, met 'i, met een zes Jaarige tugthuis arbeid „ met 1 Jaar geftraft worden, zoo de ftraffe van we„ gens het door deeze nalaatigheid dood gebooren, of ,, in de geboorte geftorven kind , gelyk hier voor „ reeds gezegd is, niet verzwaard moet worden. „ Even zeer, en in dezelfde evenreedigheid moe„ ten zy geftraft worden, die op de bovengemelde „ wyze van dc zwangerheid van het onteerde meisje „ kennis gekreegen hebben, en haar echter de haaren „ in dit geval, in de vorige %, opgelegde pligt uit „ het oog doen verliezen, daar het echter uit hun„ ne bekentenis of op eene andere wyze beweezen „ is, dat zy 8 of 9. maanden voor de bevalling van „ het onteerde meisje, met haar vleeschlyken omgang „ gehad hebben. „ De overige nabeftaanden, de Heeren en Vrou„ wen, of die hunne plaatfen bekleeden, als meede H S » d' Van het AFDRYVEN DER VRUGT, enz,  222 Geneeskundige Van het XrDRY- V£N DER VRfJGT , ENZ. „ de Overheden zullen, in gevalle van nalatigheid „ aan hunnen pligt, naar vereisch en toedragt van „ zaaken echter geflrengelyk geftraft worden; daar „ en boven zullen als dan de Heeren en Vrouwen» „ of hunne plaats bekleeders, insgelyks de Overheid „ voor de onkosten van het gerechtelyk onderzoek en „ het onderhoud der verweezene in de tuchthuis of „ vestingarbeid, voor zoo verre zy door haaren ar„ beid haar onderhoud niet kunnen verdienen, aan* fpraakelyk zyn. ,, Daar en boven moeten de in deeze afdeeling opge„ noemde perfoonen niet nalaaten om, zoo dra zy aanleiding tot vermoeden wegens een vrouwsper„ foon hebben, de hier voorgefchreven maatreegelen „ naauwkeurig in het werk te ftellen, niet tegenftaan» „ de 'er andere perfoonen by de hand waaren wier „ pligt het volgens dit edict voornamelyk is voor de „ heimelyke verlosfing van verdachte perfoonen zorge „ te dragen. „ Zoo een in onecht bezwangerd vrouwsperfoon „ voor haare verlosfing uit haaren dienst, waar in „ zy zich tot nu toe bevonden heeft, vertrekt, of „ daar uit ontflaagen word; zoo is reeds hierboven „ bevolen , dat haare Heer, Vrouw of derzelver plaats „ bekleeders verpligt zyn, zoo zy alle verantwoor* „ ding, fchuld en ftraffe ontgaan willen, alles aan,, tewenden, wat moogelyk is, om de heimlyke ver* „ losfing voor te koomen , of de overheid van de „ zwangerheid en het vertrek van dit Vrouwsper„ foon terftond kennis te geeven. „ Insgelyks kan het eene Regeering nimmer tot „ verontfchuldiging en vermindering haarer verant* „ woording dienen, wanneer het bezwangerd meis* «>}  Staatsregeling 12.3 w Je zich voor haare verlosfing onder een ander ge„. recht met 'er woon begeeft, wanneer zy niet, zoo „ dra dit ter haarer kennisfe gekomen is, hier van „ terftond aan de Overheid van dat gerecht , wer„ waards het zwangere vrouwsperfoon vertrokken is,, „ kennisfe geeft; en in geval zy niet zoo fpoedig, „ als de waarfcbynlyk kort aanftaande tyd haarer be„ valling vereischt, de plaats haarer verblyf kan ge„ waar worden, zoo moet zy dit geval met eene ., naauwkeurige befchryving der perfoon driemaal na „ elkander in de nieuwspapieren dier provincie bekend „ maaken; en, ten bewyze dat dit alles behoorlyk „ gefchied is, moet zy, in het eerfte geval een ge„ tuigfchrift der Magiftraat, in wiens rechtsgebied de „ zwangere zich heeft te neder gezet, in het tweede , geval de nieuwspapieren, waar in die bekendmaa-» „ king gevonden word , te voorfchyn brengen, en de Overheid, in wiens rechtgebied zich zoo een in „ onecht bezwangerd vrouwsperfoon onthoud, is s, verpligt de nodige maatreegelen te neemen, om terftond naricht te bekomen, wanneer zy zich uit haar gebied begeeft of van woonplaats verandert, V. ?, Op dat eindelyk in onecht bezwangerde vrouws,, perfoonen te minder zwaarigheid zouden maaken, „ om haare zwangerheid te doen bekend worden, en „ dezelve volgens dit Edict uit vryen wille zelf aan „ te geeven : zoo zullen, ter voorkoming van grooter „ kwaad, van nu af aan alle ftraffen wegens hoere„ ry , van welken aart zy ook zyn mogen, geheel en „ al afgefchaft en dhr gelyke Vrouwsperfoonen „ var, VANHE'f AFDRYVEN DES, VRUGT, wit.  I24 öïNiesKüNDiai VaRhbt AFDRYVEN DER VRUGT, ENZ, Het onderzoekt» de aangifte dtr onechte zwangerheid moet geen onkostenvereqrzaaken ,, van wegens dit misdryf aan geene ftrxjfe onder „ worpen zyn, ook zal haar deswegens niet het min„ fte verwyt, of eenige fchande aan gedaan werden. „ Dit Edict zal terftond overal afgekondigd, en „ twee maanden na gedaane Publicatie in gebruik ge„ bragt worden, en, daar wy tot beter begrip voor 3, den gemeencn man deszelfs hoofdzaaken daar uit „ byzonder hebben laaten uittrekken , zoo zullen „ deeze in plaats van het geheele edict alle de boetda„ gen beurtelings dan in den voormiddag, dan in den „ namiddag Godsdienst, het geheele edict echter „ Hechts éénmaal in het Jaar op een der drie hooge „ feestdagen openlyk voorgelcezen worden. ,, Ter ooirkonde deeze door eigenhandige onder„ teekening en afgedrukten Koninglyken Zegel be„ vestigd, gegeeven te Berün den 8February 1765. (L: S.) Frederik. XXV. Op deeze wyze word de tweede beweegreeden tot kindermoord , namelyk de altoos aankleevende fchande, uit den weg geruimd; men werpe vry tegen, dat men dus doende de ondeugd eene wyde deure openzet, zoo men flechts verzekerd is, dat men op deeze wyze van twee kwaadden het minfte gekozen heeft: Gefteld zynde dat de fchaamagtigheid ofwel hardnekkigheid van het onteerde meisje zoo verre ging, dat zy in weerwil van het fterkfte vermoeden, in weerwil van alle van wegen de Overheid gedaane ondervraagingen, voortging haare zwangerheid halflarrig te loochenen: zoo moet deeze perfoon op last der ve r>  Staatsregeling. i»5 Overheid onderzocht worden , dit onderzoek moet. «enter even min ais ae aangeeving uci «wauguuau , noch by de vroedvrouwen, noch by de gerechtshoven voor deeze ongelukkige eenige onkosten veroorzaaken, volgens de bevelen der Canfelary in Frankryk word aan alle gerechtshoven in de Provincie van Languedocq aangezegd, voortaan by de aangeeving der onechte zwangerheid niets hoegenaamd aanteneemen, op dat het onteerde meisje zich niet ontzie, uit vreeze voor deeze onkosten bekentenis van haaren begaanen misftap te doen Het is in fommige plaatfen gebruiklyk, dat de Kerkelyke rechten by den doop van een onecht kind tot eene buitenfpoorige hoogte worden gevorderd, tegen dit misbruik is een Koninglyk Pruisfisch bevel afgekondigd, waar by verboden word in dit geval iets meer, dan by eenen gewoonen doop, le eifchen. §. XXVI. Men moet vooral met het onderzoek van ongehuuwde en verdachte vrouwsperfoonen, zoo lang men niet zeker is, dat zy daadlyk met een mansperfoon vleeschlyken omgang gehad hebben, zeer omzichtig te werk gaan; de rechten van den maagdelyken ftaat, waarop zy, zoo lang het niet beweezen is, dat zy dezelve verbeurd hebben , aanfpraak kunnen maaken , laaten niet toe, dat men de inwendige deelen ter voortteeling gefchikt op eene onbefcheide wyze onderzoekt: de-, AFDRYVEN DER VRUOT, KMZ. Nodige voorzicbtigbeid bf bet onderzoek van verdachte meisjens. ( «~) Recueilt dei Edits, Declarationt & Arrets. du Gottfeil 9 du Parlement de lïulnfe depuis 166-7 Jusqutn 174^. p, jo>.  IStf • GENEESKUNDIGE Van het afdryven der vrugt , ensj. ( a J Zie de voorgaande Pru'Jf. Ordonn. J. 4. ^rTf f rf« PtrirV $gTiï, de Touloufe 11 Dceemb. tsfi. dewyl daar door het uitterlyk teeken des maagdomst met zonder nadeel haarer lighaamlyke volkomenheid , en krenking van haaren goeden naam, beledigd kan worden, wanneer men het meisjen onfchuldig mogt bevinden; het is derhalven beter, wanneer zich geene uitwendige kenteekenen der zwangerheid voor doen, en de bewyzen nog zeer onzeker zyn, het onderzoek uitftellen tot men met meerder grond hier over oordeelen kan. De Fiscaal van Montreuil befchuldigde een achtien Jaarig meisje, dat zy heimelyk gebaard, en haat kind, het welk men zeide in eenen bron gevonden te hebben , Van het leven beroofd had, de aangeklaagde verdeedigde haa'rd onfchuld, en beweerde nimmer zwanger geweest te zyn, de Richter beval een onderzoek door eene vroedvrouw en Heelkundige in het werk te ftellen,- dit gefchiede in de gevangenis, en zy wierd ongefchonde maagd bevonden, zy beriep zich vervolgens op' het Hof en dit verbood 1687. door een byzonder bevel aan alle Rechters in het algemeen voortaan Zodanige onderzoekingen in het werk te ftellen ; de onfchuld van het beledigde meisje moest by de predikatie opentlyk aan den volke bekend gemaakt worden (a): hoe veel meer moet zoo eene behoedzaamheid plaats hebben, wanneer de vraage alleenlyk is, of zoo eene vrouwsperfoon zich zwanger bevind pf niet: en daar het zeer gemaklyk is op zoo een verdacht meisje, vooral na dat men deswegens reeds gewaarfchuuwd is, ten minfte zoo lang een waakzaam oog.  Staatsxegïling. IQ.J oog te houden, tot dat de tyd leert, of dat men zich in zyn vermoeden bedrogen heeft, of dat hetzelve ons meer en meer gegrond voorkomt, en hier van kan men in de zevende of achfte maand door louter uitwendig onderzoek genoegzaam zeker zyn. %. x x v i l Hoe ook dit onderzoek afloope, het zy dat men hier door ten volle van de zwangerheid overtuigd word, of dat 'er nog eenigen twyffel over blyft, het meisje moet onder het opzicht van eerlyke lieden gefield worden, die over haar een waakzaam oog houden , op dat zy geene gelegenheid hcbbe, om. aan zich zelve of haare onfchuldige vrugt gewelddaadige handen te leggen; deeze voorzorg blyft nog noodzaakelyk na de geboorte van het kind , het vooruitzicht eener dringende ellende en geduurige fmaad zouden veelligt de overhand op de moedcrlyke teederhartig* heid behaalen, en het kind het flachtoffer deezer neederlaag worden; om dit voor te koomen is in de landen van Spiers bevolen, dat geen onecht kind, het welk binnen deszelfs eerfte Jaar overleeden is, ter aarde befteld mag worden, zonder door eenen Heelmeefter onderzogt te zyn, of het eenen geweldigen, of geheel natuurlykcn dood geftorven is. De Regeering verdeedige derhalven ook in dit geval de rechten der zwangerheiden verbiede dat niemand eene in onecht bezwangerde met woorden of daaden beleedige* $. xxviii Men heeft op veele plaatfen de gewoonte^ om de in v'as ma *rDRYten DER KRIJGT, , SNZ. , , -■ * •V» *■ » Pbertor* \en vóer\ ie magt' van '■'ver*' dacht e ' meisjenu OfmeH met recbi eens in on-  n8 Geneeskundige Van het AFBRY- Ven der VRUGT , ENZ. etbt beüwanger'ée geduurende de • verlosfing 'tot het noemen van den Vader baares iinds dwingen *«».' in onecht bezwangerde, vooral geduurende dejverlosfing, tot het noemen van den waaren vader haarer vrugt te noodzaaken, en dus bediend men zich van den barensnood als van eenen pynbank, om achter de waarheid te koomen % is het niet de grootfte onbillykheid dat men dit tydftip waarneemt, om de ongelukkige tot eene bekentenis te dwingen, die daarom niet meer naar waarheid is; is het geene klaarblyklyke onrechtvaardigheid met opzicht tot het • ongeboorne , voor het welk een gering uitftel der verlosfing doodlyk zyn kan , wanneer men de behulpzaame hand weigert aan-eene ellendige moeder, die dikwerf in dat tydftip geen tegenwoordigheid van geest genoeg bezit, om op deeze vraagen te antwoorden. En eindelyk van welk nut is zoo een bekentenis, wanneer den daader goed vind het te ontkennen ? men zal immers de baarende vrouw niet aan haar fterflot overgeeven, indien zy blyft weigeren hierop te antwoorden; en waarom zal men dan den tyd met nutlooze vraagen vcrfpillen en het gemoed van de buiten dien reeds half onzinnige moeder met fchrikbeelden vervallen , die op haar kraambedde en toekomende gezondheid zoo eenen nadeeligen invloed, kunnen hebben ? maar, zegt men, laat zy de waarheid bekennen, dan is alles voorfcy, goed, maar zoo zy hardnekkig blyft is het dan mi den tyd om haar op de pynbank te léggen, misfchien ten koste van haare onfchuldige vrugt! in Frankryk is het den Rechter niet meer geöorloft tegen een meisje , het welk haare zwangerheid aangegeeven heeft, zonder haaren verleider te noemen , of tegen haare nabeftaande ter ontdekking van dit geheim eenig gerechtelyk onderzoek in het werk te ftellen, dewyl niemand bevoegd is haar totNhet openbaaren van het-. zei-  Staatsregeling. 129 zelve te noodzaaken f»: hoe tegen over gefield is het geen ons Camper bericht, dat de Vroedvrouwen in de vereenigde Nederlanden is opgelegd, om namelyk z-?o eene ongelukkige de bebulpzaame hand niet te bieden ,-voor dat zy de Vader haarer vrugt genoemd heeft: hy zegt „ gefield zynde, dat moeder ,, en kind den byftand der Vroedvrouw volftrektelyk behoeven, zal dan in dit geval het onfchuldig kind , wanneer de moeder deeze bekentenis weigert, we„ gens de zogenaamde hardnekkigheid der moeder „ met de dood geftraft worden ? zal het in onecht baa- rend meisje wegens eene misfehien uit een lofwaar- digen oorfprong fpruitende ingetoogenheid met ,, de dood geftraft worden , het welk niet alleen zeer „ ongerymd, maar ook met de doorgaans zagte w§t,, ten van ons Vaderland ten hoogden flfydig is'i of ,, is de weigering der nodige byflasd Hechts eene bloote bedreiging zonder kragt of uitwerking, dan ,, kunnen andere vrouwen hier uit leeren, dat eene „ vrouw alleen Zonder menfehelyke hulpe baaren x, kan; en ongelukkiglyk heeft deeze wet ook wel die' „ rampzalige uitwerking, dat een ongehuuwd meisje uit 'vreeze voor deeze afgeperffe bekentenis liever „ zonder hulpe baaren wil en hier door dikwerf in ,, eene verzoeking komt, welke door het affchaflen van deeze Wet kon voorgekomen worden (£)•" Elk verftandig merifchenvriend vvenscht dus te recht de affchafïing Van dit gebod, als meede dat alle de Vroed- <\a~) Arret du 28. Mars 1637. Diaiov- de Polk» Vt Grosfesfi (*) /. t. f. 6. 7. IL Deel. ï Van het afdryven dek VROGTy enz,  Van het aedryven der. vrugt ,• ïnz.' Van éeriige verdere aanleiding gevende oorzaaiender liindermtord. 130 Geneeskundige Vroedvrouwen ten ftrengfte gelast worden, om alle zodanige zwangere zonder onderfcheid op den eerften wenk, in alle moogelyke ftilte ter hulpe te koomen en door zodanige nutloos herhaalde vraagen geen tyd te verfpillen, of het gemoed der baarende moeder te ver • ontrusten.- §. XXIX. 'Er is nog eene hinderpaal, die het fchaamachtig meisje van het openbaaren haarer verlosfing te rugge houd, en hier door aanleiding tot het heimlyk baaren en den kindermoord geeven kan; ik meene de open-» baare plegtigheden des doops. By ons in Duitschland moeten ook over onechte kinderen peeters ftaan , en het kind moet openlyk ter Kerke gebragt worden , om aldaar den doop te ontfangen; ik ftaa toe,- dat zoo een kind wel eens van hen, die over het zelve als peeters geftaan hebben, nog eenige weldaaden te wachten heeft , maar door dit verkiezen van vreemde gevaders word de fchande van het meisje des te ruchtbaarer, en dit is eene reeden te meer om haare verlos-, fing vcihoolen te houden. Men koude, myns bedunkens, in dit geval, om' grooter kwaad voor te koomen, den doop door een geestlyke aan het huis der kraamvrouw in het bywezen der vroedvrouw met alle moogelyke ftilte bedienen laaten, hier door zoude de ergernis in de gemeente grootelyks verminderd, de eere der overtreedfter, om haar tot geen meerder en grooter wanbedryven aan te zetten, zoo veel moogelj k verfchoond en het gemoed* der beahgfte moeder gerust gefield worden; niet Hechtsde Geestlyke en de Vroedvrouw maar het geheele huisgezin moest de geheimhouding opgelegd worden, zy moe=f  Staatsregeling. 131 moeten de ftraffe van dit misdryf alleen der Overheid overlaaten, een misdryf, welker beftraffing , zoomen die in enkele gevallen befehouwd zeer billyk fchynt, maar die echter in het algemeen genomen van zoo gevaarlyke gevolgen vergezeld kan gaan , dat zy wel verdiend met de grootfte naauwkeurigheid overwoogen te worden. . Even zo draagt het zich toe met de begraafnis van het kind, wanneer het kort na de geboorte, of geduurende de kraam overleeden is; de geheele ftad of dorp moet het weeten,dat thans het onechte kind van een onteerd meisje zal begraaven worden , en hier meede word als dan nog veelmaalen den ipot gedreeven; dit is gewis eene omftandigheid , welke zoo eene ongelukkige gevoelig treft, en haar al wat moogelyk is in het werk doet ftellen, om den dood graaver de moeite van het ter aarde beftellen van haar kind te befpaaren; de Regeering trachte dus zodanige middelen in het werk te ftellen , die het openbaar worden van zodanige fterfgevallen zoo veel moogelyk verhinderen. Dus is ook die inrichting dat de lyken der onechte kinderen aan de beöeffenaaren der ontleedkunde moeten gekeverd worden, uit hoofde van het vooroordeel, het welk by het gemeen tegen het openen der lyken plaats heeft, en door het geen de goede naam der kraamvrouw , door zulke openlyke overgiften lyden moet, voor het onteerde meisje eene zeer gewigtige drangreede, om veel eer zich door het omhalsbrengen haarer vrugt aan zoo veele zwaarigheden te onttrekken, dan volgens de wetten met kennis haarer Overheid haare .verlosfing af te wachten; men trachte dus J a het Van het afdryven der vrugt. enz.  Van het AFDRYVEN DER VRUGT, ENZ, Van de middelen »m het te vinden leggen der kin leren te verhinderen. 132 Geneeskundige het gebrek aan kinder lyken, zoo dit plaats heeft, op eene andere wyze t; gemoet te koomen. Het geen ik in §. 27. van de Sprerfche Ordonnantie gezegd hebbe, moet of onder den naam van eene algemeen in te voerene fchouwing der dooden in ftilte gefchieden, of ik geloove dat deeze wet, die hier reeds in onbruik geraakt is, alleen dan in het werk gefteld moet worden, wanneer de dood van zoo een kind zeer plotslyk gefchied is , of van byzondere kwaad vermoeden baarende omftandigheden is verzeld geweest. §. XXX. Hier zoude het de plaats zyn , om van de midde* len tegen het te vinden leggen der kinderen te fpreeken, maar daar hier toe niet alleen het onderhoud der onechte moeders, maar ook dat der te vinden gelegde kinderen betreklykis, zal ik hier alleenlyk aanmerken, dat de ondervinding geleerd heeft, dat alle middelen om dit te verhinderen ongenoegzaam zyn j dat men dan liever het ter nedeiieggen der kinderen moet begunftigen, en de onechte of armc,fchoon gehuuwde, moeders alle gelegenheid beneemen , om haare kinderen aan eenzaame en afgelecgene plaatftn ter neder te leggen: 'Er moest dus eene byzondere plaats aangeweezen worden, van de overige wooningen eenigzints verwyderd, op dat niemand uit vreeze of fchaamte te rug mogt gehouden worden, om het verlaate kind aan een daar tocgefteld perfoon over te geeven, zender dat deeze bevoegd was, eenige vraagen w agens de herkomst van het kind, of den ftaat en emft mdigheden van die geen, welke hetzelve bragt, te moogen doen. Het  Staatsregeling. 133 Het geen verder deswegens te zeggen is zullen wy breedvoeriger verhandelen , wanneer wy over de Weez -en Vondeling- huizen zullen fpreeken. ( * ) Het onfchüldig wichtje, dat zynen oorfprong aan eenen ongeöorlofJen vleeschlyken pmgang verfchuldigd is, is, het zy het zich nog in den fchoot der rampzalige moeder bevind, het zy het reeds ter waereld gekomen is, tot de meegaande zorg der Overheid ten rollen gerechtigd, en het is gewisfelyk de pligt eener rechtgejiarte Regeering alle moogelyke maatreegelen te beraamen en te doen uitvoeren, waar door het afdryven der vrugt, het te vinden leggen en om hals brengen der k'nderen op het kragtdaadigst word voorgekomen. Wat de eerstgemelde misdaad aangaat, wy kunnen onzen landaart even min als andere volken van deezen gruwel vrylpreeken , echter zyn de beweegreedenen tot dezelve zeer verfchil'end, by fommige word die gepleegd zonder erg , zonder kwaad voprneeraen , men vind Vrouwen, die , tot hun uiterst leedwezen zelf, nimmer of ten minfte zeldzaam voldragen kinderen ter waereld brengen, en dit is in vee's gevallen hergens anders aan toe te fchryven, dan aan eene voor de zwangerheid zeer nadeelige leevenswyze: het meisje van aanzien, de gegoede burger dochter zelf genieten dikWyls eene opvoeding, in geenen deele gefchïkt, om het voor de Maatfchappy zoo wenschlyk oogmerk haarer fchepping, het Voortbrengen van gezonde kinderen, te bereiken; gehuuwd zynde blyven zy, geduurende de zwangerheid zelf, yoortvaaren met een leevenswyze, die zeer gemaklyk tot het veelvuldig veroorzaaken van m sdragten aanleiding geeft; by de laagere clasfe omer landgenooten den arbeidsman en landbouwer zyn de vrouwen ook yeelmaalen het zy door eene knellende kleeding , veelvuldig gebruik van verflappende dranken, misfehien ook door het gebruik der fafFraan , welke onder hen by de thee veel gedronken word , aan mïs'.;raamen onderhevig; zy, die zich op deeze wyze aan dit misdryf fchuldig maaken ,offchoon niet geheel en al vry te fpreeken , zyn echter in geenen deele zoo misdaidig als die Vrouwen , die ter behoudenis, van haare bevalligheden, cf om z.ch te ^ l 3 , Vrv- VAN HET AFDRYVEN DER VRUGT , ENZ,  Van hi afdryven de vrugt, enz, 134 Geneeskundig! t vryër aan de vermaaken te kannen overgeeven, en zich van der zorg van een aanwasfend huisgezin te ontflaan, met voorbedachten raade zich niet ontzien alles in't werkte ftellen , het Welk zy zeer 'wel weeten, dat haar eene miskraam zoude kunnen veroorzaaken; — heeft dit ftrafbaar gebruik by gehuuwde Vrouwen plaats, hoe veel meer zal men dit niet by ïn onecht bezwangerde aantreffen , en hoe veel ftrafwaardiger zyn zy niet, die, na hunne geile lusten den teugel gevierd , of met het verzaaden der onreine begeerten eenen fchandelyken handel gedreven te hebben , zich zwanger bevindende , het pas ontfangen vrugtje door aüe moogelyke middelen, al Was het zelf met gevaar van haar eigen leven , weder trachten uit te dryven: de eerstgemelde moeten door hen,' die Üit hoofde van hun ambt of andere betrekkingen op haar eenen gewigtigen invloed hebben, van hun misdaadig gedrag afgeraaden , en voor deszelfs gevaarlyke gevolgen gewaarfchuuwd worden; de tweede moeten door ernftige vermaanïngen en beftraffingen van haar godloos voorneemen te rug gehouden worden ; maar tegen de derde ontaarte moeders Waake de Rechter , wicn de zorg over alle de meedeleden der Maatfchappy zonder enderfcheid is toebetrouwd. Het te vinden leggen der kïndsren is hier niet zoo algemeen als wel by nabuurïge volken in zwang, zy, die haare kinderen te vondeling leggen worden meest met geesfelen, brandmerken en bannisfement naar toedragt van zaaken geftraft, Wanneer zy uit armoede hunne kinderen' neder.'eggen op plaatfen , alwaar die fpoedig kunnen gevonden , en het nodig onderhoud bezorgd worden; maar zy, die zonder noodzaak haar kind op eene eenzaame plaatfe nederleggen , daar het van honger of koude fterven kan worden met de dood geftraft Arg. U 15. ff. ad Leg. Corn. de Sicariis. I. 4. ff de agnosc. fel alend. lib. even dit word ook door de Regeering der Stad Rotterdam by eene ordonnantie in dato den 10 November 111$. geftatueerd, waar by tevens eene premie van ƒ300,,—1 beloofd word voor de ontdekkers van deeze misdaad , en vastgefteld, dat de daader, het kind ftervende , met de dood zal geftraft worden, zonder dat armoede tot eenige verfchooning zal kunnen dienen: door deeze wetten trachte men voor het leven van het pasgehoorne onfchüldig wichtje zorge te draagen , terwyl men tevens de ontaarte moeder, die aan haar pasgebooreri kind rr.oorddaadig de hand leidde, met de dood  Staatsregeling. 135: dood ftrafte; zoo eene word gewoonlyk met de koorde ge- i worgd en haar lighaam aan een paal gezet zie Thefanr decis. A 13. Ant, Faber Cod. lib. 9. tit. 11. Berlich practic. Concl. ^ part. 4. Concl 7. N, 20. San de 5. #S 9- 3- e Maar moet men, om het aflryven der vrugt, te vondeling leggen en om het leeven brengen der kinderen voor te koomen den weg van geftrengheid inflaan, of door zagtheid dit oogmerk trachten te bereiken ? deeze zeer gewigtige vraag kan, myns oordeels , geenfints met eene algemeene beflisfing beantwoord worden, elk gewest moet in deezen opzichte met de regeeringswyze des lands , en den aart der inboorlingen te raade gaan, het kan zyn, dat de maatreegelen, die onze Schryver ter bereiking van dit oogmerk aanpryst, in Duitschland de beste gevolgen kunnen hebben, echter komt het my voor , dat ook in deezen opzichte de middelweg verre de beste is, men redde zeker, zoo veel moogelyk.is, de "eer van het ongelukkig bedrogen meisje, haare toeftandisons mecdelyden meer , dan eene onmeedogende geftrengheid waardig , de vondelinghuizen, waar over nader zal gehandeld worden, zyn hier van het hoogfte nut, maar de losbandige ligtekooy, die met de ontucht handel dryft, heeft op deeze Vaderlyke zorge geen aanfpraak, men houde op hair een waakzaam oog, ten einde, was het moogelyk, haare onfchuldige vrugt voor haare godlooze en moorddaadige pogingen te beveiligen , en het in ontucht geteelde kind tot een nuttig meedelid der Maatfchappy optekweeken, maar eene al te groote toegeevenheid kan niet anders , dan eene verdere voortplanting der onkuisheid en deszelfs heilloozen nafleep ten gevolge hebben, en by de zodanige verdiend eene opzettelyke kindermoord gewisfelyk de doodftraffe. Maar aan de andere zyde ftel'e men geene ongepaste geftrenge maatreegelen in het werk; het aangeeven der onechte zwangerheid, waar van de Schryver in §. 24. fpreekt, kan in ons Vaderland niet ingevoerd worden,en zoo dit moogelyk was, zal men het bedoelde einde, de vermyding der kindermoord , hier meede niet bereiken; zat het onteerde meisje , de onbefchaamde ligtekooy zelf niet al in het werk ftellen, wat zy vermag, offchoon zelf met leevens gevaar, om zich van de ontfange vrugt te ontdaan, veel liever dan zelf haare fchande aan den dag te leggen , al was het aan perfooï * *** Tan heï 'drysn dcr iügt, mz.  136 Geneeskundige Van het nen, die onder eenen eed van geheimhouding Haan, dan VEN^der zelf $. V. Men ziet hier uit hoe noodzaakelyk het is op de nodige voorzorgen bedacht te zyn, om het verlies van zoo veele kinderen zoo veel moogelyk in elke Maatfchappy af te weeren. Ik (a) Robinet Parallele de la Condilion & des Facultes de VHamme avec fa Condilion & les Faiu'.m des attlres ar.imattx f. 33. 23> Van »e ZORGS VOoRJONGE KINDEREN. NotsJzaa* lielykheid van goede voorzorgen,  142. Geneeskundige Van de Z0RGE VOORJONGE KlNDEÏIEN. (*) In dit Hoofddeel geeft onzen Schryver de evenredigheid op, welke men op veele plaatfen tusfchen de geboorne en dood ter waereld gekomene, of in hunne eerfte kindsheid reeds weder wcggeiukte kinderen heeft waargenomen ; zodanige waarneemingen, hoe veel nut wy ook van dezelve verwachten moogén, kunnen in ons Vaderland met de vereischte naauwkeurigheid niet genomen worden ,' uit hoofde van de gebreklykheid onzer geboorte-en fterflysten, deeze lysten, welke in fommige Heden maandelyks vry wydlopig worden' uitgegeeven, zyn echter aan zeer groote gebreken onderhevig; het artikel der geboornen, het welk uit de doop boeken , van fommige Kerken word opgemaakt, kan niet anders , dan zeer onnaauwkeurig zyn, daar aan het zelve het getal der Joodfche, Mennoniten en by de meeste der Roomsgezinde kinderen ontbreekt, en welk een aanzienlyk aanta!. maakt dat niet uit in de groote lieden! het is dus niet te verwonderen, dat men in deeze fteden het aantal der geftorvenen, welkers opgaave met meer naauwkeurigheid gefchied, dat der geboornen zoo aanmerkelyk ziet te boven gaan , terwyl men op die plaatfen, alwaar deeze godsdienJlen niet of zeer weinig gevonden worden, eene veel grooter evenreedigheid tusfchen de geboornen en overleedenen befpeurd : zal men uit deeze jaarlykfche opgaave het begeerde nut trekken, zoo is het nodig, dat ook tevens de ziekten , waar aan de opgegeeven perfoonen overleeden zyn, gemeld ■Worden, dit vind mea ook op de lysten van fommige fteden , Ik kan my nu niet uitlaaten wegens die maatreegelen , welke tot beter ondefwys der vroedvrouwen moesten genomen worden; hier van zal ik handelen, wanneer ik over de Genees en Heelkundige Inrichtingen fpreeke ; ik gewaage hier alleen van dat geen, het welk onder opzicht der Overheid in het werk gefield kan worden, om de kinderen voor groote en algemeene g^vaaren te befchermen en te bewaren. (*)  Staatsregeling. 143 den, maar hoe gaat het toe met zoo eene opgaave? gefchied die door des kundige, door de genees - of Heelmeefter? in geenen deele , het is doorgaans de verrichting van een bedienaar der begraafnïsfe, onze geboorte en fterflysten moeten dus, zullen zy van het gewenschte nut zyn, meer algemeen gemaakt en van veele gebreken gezuiverd worden: de in fommige fteden uitgegeeven lysten ftellen my echter eenigiintsin ftaat, om de evenredigheid tusfchen de geboornen en doodgeboornen op te geeven,in Amjltrdam, wanneer men de geboorte en fterflysten van vyf achter een volgende jaaren met elkander vergelykt, ftaat het getal der doodgeboorten tot dat ter waereld gekoomen kinderen als i: 25. te Rotterdam als 1: 32. te Haarlem als 1: 23. de waarneeming van den Heer Frank, dat het getal der doodgeboornen ten platten lande veel geringer is, dan in de Steden,word veel ligt ook in óns Vaderland bevestigd , 'er zyn Hechts zeer weinig dorpen s aie ons door juiste geboorte-en fterflysten de gelegenheid verfchaffen, om dit na te gaan , — ik zie met verwondering dat in de aanzienlyke dorpen van Oosten West-Zaandam, de eenige door welker opgaave der doodgeboornen ik in Haat gefield ben hier over te oordeelen, het getal der dood ter waereld gekomen kinderen tot dat der geboornen in het algemeen ftaat als 1 tot 9. een getal, het welk, zoo men op de opgaave eenig vertrouwen ftellen kan, dat der grootfte Steden merkelyk te boven gaat; zoude men de leevenswyze der Noordhollandfche Vrouwen, het onmatig gebruik van verflappende dranken gevoegd by haare zwaare , ftyve en knellende kleeding niet als zeer waarfchynlyke oorzaaken kunnen aanmerken, waar door zoo veele ongeboornen in den fchoot der moeder worden om hals gebragt? Van de zorge voor jonge kinderen. vert aaxer. TWEE-  TWEEDE AFDEELINÖ. VbttzW' gtn der natuur voor de jonggeisornen. EERSTE HOOFDDEEL, Van het behoeden d è r jonge kinderen voor byzondere ongelukken en voor die gebreken der g ewoone opvoeding, welke hunne gezonde lig haam s-gesteldheid kunnen benadeelen. Ec.ce mihi asfurgunt pasfim appïauduntque canenti Matres atque viri, quorum pia pe&ora tangit. Pro/is amor. —— —- Servdnti cives, cïf fünera acerba moranii. Samarthanus L. III. p. 89. §. I. D e Natuur zelve fielt oVer elk nieuwgebooren eene zoo zorgvuldige wacht, dat de grootfte vorst met alle zyne fchatten zich geen getrouwer zoude kunnen verfchaffen ; de teederheid der Ouderen jegens hunne kinderen * der dieren jegens hunne j mgen , heeft iets zoo treffendst, dat zy, na de drift ter voortteeling , de edelfte en nuttigde onder alle de dierlyke driften uitmaakti zie de zwakke vreesachtige' klokhen , hoe zy met een doordringend gefchrei de lucht doet weergalmen, om den zeer hoog boven haar zweeyenden roofvogel van haare heldhaftige waak-"  Staatsregeling. 145 waakzaamheid, haare teedere kiekens van de grootheid van het hen boven het hoofd hangend gevaar te verwittigen, zy bereid zich , niet tegenftaande haar onvermogen, tot eenen zoo ongelyken ftryd met dien bloedgierigen, en wie heeft ooit gezien dat zy zich niet getrouw gedraagen, en haar leven niet voor dat van haare jongen in de vvaagfchaal gefield heeft. Dit gevoelt de geheele natuur voor de behoudenis haarer jonggeboorne, en de mensch zelf is hier van nog niet geheel ontaart. $. II. Nog niet geheel ontaart! mogte ik geen reden hebben , om den vorst der dierlyke wezens zodanige vervvytingen te doen, welke hem verre beneeden zyne geringere meedefchepfelen vernederen! maar leert niet de ondervinding, dat de verwaarloozing der teederfte jeugd in de gevaaren der eerfte kindsheid by de meeste ouders plaats heeft, en is niet het ja'arlyks aantal der flagtoffers van deeze gruuwlyke nalaatigheid even zoo groot, ja nog grooter,dan dat van die kinderen, die door toevallige en onvermydelyke oorzaaken geftorven zyn ? §. III. Ik hebbe reeds aangemerkt, dat zeer veele kinderen , wanneer zy lang in de geboorte blyven ftecken , als dood ter waereld koomen, dit heeft vooral plaats , wanneer de navelftreng te vroeg voorkomt; of het kind, gelyk thans zoo algemeen in gebruik is, by eene moeilyke verlosfing gekeerd moet worden; dit keeren der kinderen behoud in onze dagen vuor- II. Deel. K z«i Van db coa GE ifOORJOV3e kindeKEN. Verzetver ongenoegzaamheid. Van die tinderen B welke ooiJehynlykdood ter Waereld koomen.  Van de zorge voor jonge kunderen. \ (0) Rapport fyr les effets des vapeurs mephitiques p. 8j. 8$, 146 Geneeskundigs zeker een groot aantal derzelver in het leeven, die nog!in de voorige eeuw, dewyl men hunne tegennatuurlyke ligging in de baarmoeder niet zonder inftrumenten konde verhelpen, reeds by hunne geboorte het leven infchooten, maar aan den anderen kant moet men ook bekennen, dat een verkeerd begrip wegens de noodzaakelykheid der keering by moeilyke verlosfingen, in de herienen der half ervaarenVroedmeesters en Vroedvrouwen ten minfte aan even zoo veele het leven kost, en als eene voornaame oorzaak van het overlyden van zoo veele kinderen in of kort na de geboorte te houden is, dit hebbe ik meermaalen ondervonden , en hier voor moet met alle moogelyke voor-. zichcighcid by het aanftellen der Vroedmeefters en Vroedvrouwen zorge gedragen worden. De flym, welke zich in den mond en luchtpyp der kinderen in de baarmoeder al te zeer ophoopt, is by zwakke jonggeboorne dikwerf oorzaak der moeilyke en fomwylen onmoogelyke ademhaaling ; dus vond Portal in drie dood ter waereld gekoomen kinderen een dikken llymprop, die de luchtpyp verdopte de meeste kinderen toonen by hunne eerfte ademhaaling eenige moeite,om de borst te verwyden, en dit is voor fommige zelf onmoogelyk: zoo dra de eerfte pogingen , om zodanige kinderen weder op te wekken, de onervaarene Vroedvrouwen, miflukken , geeven zy alle hoop daar toe verboren, die ongelukkige worden ter zyde gelegd tot dat de tyd komt, om die onder de aarde te delven; 'er zyn zeer veele voorbeelden voorhanden ,jdat zodanige verwaarloosde, oogfchynlyk dood ge-  Staats regeling. 147 gebooren kinderen van zelf door hun gefchrey blyken van leeven gaaven , en nog behouden wierden ( a ); Hebf.nstreit verhaalt van een oogfchynlyk dood gebooren kind, by welkers opening de darmen zich nog bewoogen , men wachte zich dus in dit geval zorgvuldig van eene overyling ik geloove te kunnen bewyzen , dat dit verzuim aan meer kinderen het leven kost, als het getal bedraagd van alle de verdronkene en geflikte te faatnen genomen. Daar men nu op de redding van diergelyke verongelukte overal eene belooning fielt, zoo moest men ook door zulk eene aanmoediging de herflelling der fchynbaar doodgeboorne trachten te bevorderen, gelyk de Koning van Pruisfen dooreen bevel van den 19. Novemb. 1775. eene belooning van 10. daalers beloofd aan hem, die zonder bepaaling op wat wyze, het leven van een mensch gered heeft, en vyfdaalers zoo zyne poging hem mislukt is. Ten minfte moet de Regeering acht geeven, dat de aanteftellen Vroedvrouw wegens dit gewigtig gedeelte van haar ambt wel onderricht, en van de werktuigen daar toe nodig voorzien is; men vordere van haar een bewys , dat zy in dit geval alles ter redding heeft aangewend. Men zoude de Inftruclie der Vroedvrouwen met opzicht tot liet herftellen der oogfchynlyk dood geboorne kinderen , op de volgende grondwaarheden kunnen vestigen. Het kind oogfchynlyk dood ter waereld gekoomen, is fomtyds zeer bleek, het hart flaat niet of is naanw- lyks Van ds ZORGE VOORjONGE KINDEREN. Wat men ter redding yan zodanige kinderen moet in bet werk Jlelien. (a)SMELLlE Midwifery 2. v; (fr) Funie. Umbil. hum. patlol, Lips 1737. §, 14 p. zi;. Iv ï  Van de BORGE VoORJON6e KINDEren. (<»} H; l!%ENSTREiT fumic. UmbcU Eum. patboi §. XF: 148 Geneeskundige lyks te voelen, de fpieren der ademhaaling zyn door de indringende lucht niet in beweeging te brengen ,en over het geheel ziet men de gedaante van een zonder verflikken of verworgen geftorven mensch. Of het is in het aangezicht zeer opgezwollen en heefc eene donkerroode blaauwachtige couleur, even als men aan geworgde of gehangen menfchen befpeurd. In het eerfte geval zyn de krachten van het kind niet toereikend, om deszelfs vochten om te dry ven, en het heeft den moederlyken invloed nog volftrekt nodig; de Vroedvrouw moet derhalven een kind in deeze gefteldheid niet terftond van de moeder affcheiden , ten zy dat de nageboorte reeds geheel of ten deele losgemaakt waare, in welk geval moeder en kind door bloadftorting het leven zouden verliezen , maar zy wachte met het afbinden der navelftreng nog eenige minuten, geduurende dewelke zy het kind alle hulpe toebrengt. In het tweede geval word het wegblyven der ademhaling veroorzaakt door het in het herfengeftel of de longen ftilftaand bloed , en het kind fterftaan eene beroerte of verftikking, als dan moet de Vroedvrouw, volgens den raad der ervaarenfle mannen ) de afgefneden navelftreng niet afbinden voor dat zy by wyze van aderlaating een half drinkglas vol bloed uit dezelve heeft laaten vloeyën: het gevoelen van de Heer Gardane, om dit bloed te laaten loopen tot het kind teeken van leeven geeft, keure ik als zeer gevaarlyk af  Staatsregeling. 149 af O), maar het geen DuFFé in dit geval aanraad Verdiend hier gemeld te worden (Z>). „ Zoo dra, zegt hy, als het kind gebooren is, „ voor dat men de nageboorte afhaalt, legge men het„ zelve op de zyde met het aangezicht na de moeder „ gekeerd, zoo dat de navelftreng, die doorgaans te „ lang is om in eenen rechten lyn te liggen, golfs wy,, ze waterpas ligt, dus herneemt het bloed wel dra „ deszelfs afgebrooken omloop, en het kind geeft ,, teekenen van leeven. „ Zoo dit binnen 3 of 4. minuten niet gefchied, „ opene men met een lancet of punt van de fchaar de „ bïoediider der navelftreng omtrent drie vinger breed „ van de navel, wel acht geevende, dat men de fiag, ader niet voor de bloedader neeme, het welk men „ door de klopping der eerstgemelde ligtelyk onder„ fcheiden kan, het ftilftaand bloed hier door vermin,' derd houd op de flagaders te drukken, en verkrygt „ eenen onbelemmerden omloop. „ Eindelyk, om des kinds krachten en leevensgees„ ten te fpoediger op te wekken, neeme men eene „ middelmaatige hand vol koud water en werpe dit „ met eenige kracht op de borst van het kind, deeze „ fchielyke prikkeling werkt zoo krachtig op de huid„ zenuwen , dat ook alle andere in het lighaam zich ,] beweegen, de fpieren der borst tot het verwyden 5, derzelve doen werken en dus de ademhaaling her„ ftellen." Wat ( a) Avis au peuple fur let morts apparentes §. X p. 89. (i) Detail du fucees de l'Etabtlffement que U ville de Paris « fait tn faveur dei Noyêcs par M. P1 a. V, T. p- T* VL f- i6> K3 Van b« zorge voor jonge kin »kb.kn.  Van de inxa.i poorjon3E kindeken, / C*)l. e.T. Vip, j5. 150 Geneeskundige Wat de raad van het aderlaaten aanbelangd, men behoefd onze dikwerf grof geknuiftc Vroedvrouwen Hechts aan te zien,om overtuigd te zyn,dat men hen de hier toe vereischte handigheid niet kan toekennen, maar daarenboven zoude eene langfaame uitfbrting van het bloed door eene kleine opening in de navelftreng voor zeker by het kind van een geringer uitwerking zyn, dan een even groot verlies van bloed , het welk in veel korter tyd door het affnyden der geheele navelftreng gefchied, dat fpoediger bevveeging in het ftïlftaand bloed verwekken , en door afbinding even fchielyk gefluit kan worden : dus raad Pia aan, ingevallen, alwaar eene opening met het lancet niet genoegzaam is, de navelftreng op verfcheide plaatfen te Scarificeeren(a) , dit is echter in geenen deele boven de geheele afnyding te verkiezen. In alle gevallen moet de Vroedvrouw zonder verzuim de volgende hulpmiddelen in het werk ftellen. Zy m'oet de taaye flym , die zich in de holte des monds en voor de luchtpyp der kinderen vergaderd, met de vinger daar uit haaien , hier door word de tong , die zich wel eens boven aan het geheemelte vastheyd, losgemaakt, en in ftaat gefield, om tot de ademhaaiing meede te werken ; het kind worde uitgeftrekt, men houde deszelfs neusgaaten toe en blaaze hetzachtjens of met een pyp of, het geen beter is, mond tegen mond een en ander maal lucht in de longen; dit middel is een der voornaamfte, op deeze wyze, zyn door Port al, Smellie Duffot,Faissole, en anderen kinderen gered, welke men reeds voor ge- ilor-  S T A a T 8 REGHiSB Igl ftorven hield • maar het moet met voorzichtigheid gefchieden, Levret zegt, dat men dit inblaazender lucht in den beginne met eenigen aandrang in het werk moet ftellen: het eerfte en eenige teeken van' eenen gelukkigen uitflag is, wanneer de borst alleen hier door in de hoogte geheven word ; het is echter niet raadzaam dit inblaazen meermalen te herhaalen en de ondervinding heeft my geleerd, dat, wanner men éénmaal de borst behoorlyk met lucht gevuld heeft, men hier nieede uit vreeze van eene waare verftikking te veroorzaaken, moet ophouden en andere middelen in het werk ftellenf>) : het is zeker, dat men dit middel met verftand moet aanwenden, en dat het niet dan ten hoogften nadeelig zyn kan, wanneer een lomp vroedwyf met alle magt haaren adem in de zwakke longen van het kind by herhaaling,'en zonder tyd te geeven tot uitademing, inblaast: by eeu kind, het welk by eene vorstelyk moeder half dood ter waereld kwam, volgde na zoo eene opblaazing der longen door de Vroedvrouw eene neusbloeding en üitftortiflg van bloed boven het linker oog, welke waarfchynlyk door eene inwendige belediging veroorzaakt was(i); men beproeve dus dit middel,maar wachte zich wel van de zaak hier door te willen dwingen; men kan de inblaazing der lucht door het fondament met Veel nut in het werk ftellen, ook de tabakscly fleer, waar toe ik in het Voorige deel de nodige werktuigen hebbe aanbevolen , het befpreflgcn met bran¬ ie s ) Detail des fucces de L'Etablijfement pour les NoyèeS pdK. Idr. pi a /. c. p. 168. ( fc) Nova Ada Phftco Medica t. IFi Okf> UI. pi 33* K 4 Van de 'ORGE fOORJON3E kindê-. k.en;  Van de ZORGS VOORJON'. kindeken, Van het •wafen der pasge- * booren kinderen, ] ] j ^ i 1 c ( l Van bet hefchou- t wen der i kil deren " of aan de- % zelve ook eenige ge- a breken z/n. c 1 r. e o k i^a Geneeskundige jrandewyn en laaten rieken van prikkelenden gees:en kan van zeer veel nut zyn. §. I V. Het kind uit des moeders baarmoeder voortkoomenle, alwaar het zich in het flymig vocht binnen de vliezen bevat, bevonden had, is met eene fmeerige witichtige flym overdekt, waarvan het zorgvuldig gereiïigd moet worden, zal men voor hetzelve geene ongenakken der huid te duchten hebben : het reedenloo:e vee gaat ons hier in voor,daar het zyn pasgebooren ong al likkende door middel van het zeepachtig {peekei van deeze onreinigheden zuivert; en voor zeker vord dit einde het best door zeepagtige middelen beeikt, men gebruikt hier toe warme wyn, bier met oter of pomade,fomtyds zelf Hechtslaauw water met ;eep, wat men cok beezige het jonge kind moet met en fpons of zachte doek zeer naauwkeurig voor al onter de oxelen en tusfchen de vingers en teenen gezuierd worden. $. V. Geduurende deeze afwasfching zie men met de ui-rfte zorgvuldigheid toe, of ook aan het pas gebooren ind eenige gebreken te ontdekken zyn, welke vertiimd zynde, voor het zelve doodlyk, of ten minfte Hernadeëligst zouden kunnen zyn, en door eenekunige en tydige hulpe uit den weg geruimd zouden unnen worden, dus ftaa men naauwkeurig acht op de atuurlyke openingen , deeze doch vind men wel ;ns met een vlies of op eene andere wyze verftopt [g-, floten , om dit uit den weg te ruimen word eene Luidige hand vereischt, welke deeze geflooten openin-  Staatsregeling. 153 gen opend; men vertrouwe dit geenfints aan eene onweetende Vroedvrouw: eene moeilyke en tegen natuurlyke verlosfing, vooral zoo die door eene onkun- 1 dige Vroedvrouw met geweld en door middel van eene onhandige keering van het kind volvoerd is , heeft dikwerf ten gevolge, dat een arm of been van het Wichtje gebroken of ontwricht is,. hier voor moet terftond gezorgd, het ontwrichte door eenen Heelmeefter in het lid gebragt, het gebrooken by elkander gebragt , en met een verband naar da omftandighe den gefchiia verzorgd worden. §. V 1. Onder die deelen van het kind , welke by eene moeilyke geboorte aan het grootfte geweld zyn bloot gefteld , en dus ligtclyk eenige belediging kunnen ondergaan, is gewisfclyk het hoofd als het voornaamfte aan te merken; de wyze Schepper fchikte het faamenftel des hoofds zodanig, dat deszelfs beenderen, by eene geweldige drukking geduurende de geboorte over elkander kunnen fchuiven, en dus zonder benadeeling van het herfengeftel den omtrek van hetzelve merkelyk verminderen, dus neemt het by eene moeilyke geboorte eene fpitfe langwerpige gedaante aan, zoo dra echter is de pasgeboorne niet ter waereld gekoomen, en heeft deleevensadem indeborstgehaalt ,of de gedaante des hoofds herftelt zich allengskens; dit kan men geduurende het wasfehen door een zachte wryving met de hand te hulp koomen, en 'hier door de beenderen des hoofds van elkander affchuiven; men wachte zich echter hier van , dat men door windfelen en banden aan deeze teedere bewaarplaats der herfenen K 5 eene Van dé' SORGE fOORJONïE KINDEKEN. 1 V r»v< > Ondifzock vatt iet hoofd der niewwgehoornen.  1^4 Geneeskundige Van d korge voorjo?' ge KINDï HEM. ' P"an dé tnisgebom ten en de misflagen die men ten buntien opzichte be §aat, t eene tegennatuurlyke, en met het oogmerk des . Scheppers geheel ftrydige gedaante geeve, gelyk by " fommige volken plaats heeft, die door windfelen en plankjens zelve de hoofden hunner kinderen eene platte, lange, of fpitfe gedaante geeven, zoo als by hen voor de grootfte fchoonheid gereekend word. §• VIL Men vind fomwylen vrouwen, welke kinderen ter '" waereld brengen, die naauwlyks eene menschlyke gedaante hebben; in dit geval moet gewisfelyk de fchrik op alle de aanweezende, maar vooral op de gevoelige kraamvrouw, de verbaazendfte en nadeeligfre uitwerking hebben ; gelukkiglyk zyn deeze wangeboorten zeer zeldzaam; de inbeelding eener onnozele bygelovige Vroedvrouw, der verfchrikte ouders of omftan-* ders vergroot weldra eene geringe waufchapenheid door de knelling des hoofds by eene moeilyke geboorte veroorzaakt, tot eene monfterachtige gedaante : echter leert ons de ondervinding, dat 'er in de daad fomwyle wanfchapen kinderen gebooren worden, eö dit vordert de aandacht der Overheid; Vooreerst is het zeker, dat de berichten én befchryvingen van zodanige misgeboorten, het zy die waar of valsch zyn, by de vreezachtige vrouwen niet anders dan fchrikken en andere kwaade gevolgen kunnen te weege brengen s dit word door eene veelvuldige ondervinding bevestigd, niemand immers zal een oogenblik in twyffel trekken, dat fchrik op de teedere kraamvrouw, op de zwangere zelf eene aller nadeeligfien ja dikwerf doodlyken invloed hebben kan: het moet derhalven elk een verboden worden, om van ZO'  Staatsregeling. i$s «o'danige wangeboorten ergens elders , dan by den gecstlyken of beëedigden Geneesheer melding te maaken ; vooral fnoere men ten deezen opzichte met alle nadruk den mond der praatachtige Vroedvrouw. Ten tweeden , en daar het hier voornamelyk op aan komt, is dit: daar men by ondervinding weet dat eenvoudige lieden , zonder de gevolgen van dit hun beftaan in aanmerking te neemen, zich gerechtigd houden , om met zodanige wanfchape echter nog leevende kinderen naar willekeur te handelen, ja zelf die terftond na de geboorte heimelyk in het bedde te fmooren; zoo moet men de Vroedvrouwen aanbeveelen, dat zy de ouders van zoo ongelukkige kinderen, en alle de omftanders waarfchuwen, dat zy met zoo eene onnatuurlyke daad hun geweeten niet bezwaaren moeten , maar afwachten wat hen in dit geval van wegens de Overheid zal bevolen worden; de menschlykheid en Godsdienst verbieden ons, om, even gelyk wy hier voor van de oude Romeinen gemeld hebben, de wanfchapen kinderen terftond na de geboorte te vinden te leggen, of om hals te brengen. Ten derden moet terftond van diergelyke voorvallen by de Overheid kennis gegeeven worden,op dat zodanige misgeboorten door de hier toe gerechtige Geneeskundige naauwkeurig ohderzogt, en hier van behoorlyk bericht gegeeven worde; geen wanftallig kind moest dood zynde begraaven worden, voor dat het aldus geopend, en in allen deele bezichtigd was : I dit is ter bevordering der Geneeskunde en ten algemeenen nutte zeer dienftig; door zodanig onderzoek kan men beflisfen, of zoo een wanfehapen kind als wettig erfgenaam kan gehouden worden. Uil VAN DB ZORGE VOOR JONGE RINSE", REN.  Van de zorge voorjonge kinderen. Nadeel van het 9nnodig doorfnydcn van den tong- 156 Geneeskundige Uit deezen hoofde zyn in de landen van Baden de volgende Inrichtingen vastgefteld: Voor eerst heeft de Regeering by een byzonder raadsbefluit van den 21 Augustus 176a. bevolen „dat, zoo wanneer eene vrouw van eene wezenlyke mis,, geboorte, bevallen is, deeze terftond aan den door „ de Regeering aangeftelden Vroedmeester getoond, „ en niet eerder begraaven moetworden, voordat dezel„ ve door den Vroedmeester in tegenwoordigheid der „ naast by zynde Vroedvrouwen bezichtigd en geö,, pend is." Verder wierd den 15. july 1767. den Genees Heel-en- Vroedkundigen bevolen „ dat zy alle de „ voorkoomende merkwaardige gevallen in hunne konst „ aanteekenen, en met daar by te maaken aanmerkin- gen by de Geneeskundige Faculteit jaarlyks moesten inleveren;" en eindelyk heeft men den 24. January 1770. aan alle Gerechtshoven en Collegia Medica aangezegd „ dat zy alle Vroedvrouwen op „ het ernftigst vermaanen moeten , om, wanneer „ haar een wanfchapen kind voorkomt, hier van aan ,, de Geestlyken en de Overheid dier plaatfe kennis „ te geeven, op dat deeze, volgens het hen meede,, gedeeld bevel, hier van terftond aan het Collegium „ Medicum het behoorlyk bericht doen toekoomen." §. viu Het is een vry algemeen vooroordeel, dat men alle kinderen , zullen zy te eniger tyd leeren fpreeken , van den tongriem moet fnyden , en meenige waanwyze Vroedvrouw meent zich al zeer wel afgefloofd te heb»  Staatsregkli js g. 157 hebben, wanneer zy deeze operatie met eene fcherpe nagel of eene fchaar verricht : Op de eerfte wyze geeft zy aanleiding tot verhardingen en verzweeringen in de onder de tong liggende klieren, door de fchaar loopt zy gevaar de kinderen, die geduurende deeze konsi bewerking zich niet ftille houden, te kwetfen, de onder de tong gelegen flagaderen te befchadigen, en op deeze wyze eene doodlyke bloedftorting te veroorzaaken , welke zy niet in ftaat zyn tegen te gaan; de kinderen zuigen op de rug liggende ongemerkt hun eigen bloed in, tot dat zy fterven , of verflikken, door dien zy de al te veel losgemaakte tong al zuigende in de keel haaien. Het doorfnyden van de tongriem is zeer zeldfaam, en alleen in dit geval noodzaakelyk, wanneer het kind van wegens de kortheid des tongriems niet wel zuigen kan, als dan is deeze band fomwylen vast en vleeschachtig, zoo dat het doorfnyden van dezelve zoo wel fmertlyk als gevaarlyk is; het is derhalven noodzaakelyk het verrichten deezer operatie aan alle Vroedvrouwen fcherpelyk te verbieden, en haar aan te zeggen, datzy deeze op het uiterlyk aanzien gantsch niet moeilyke , maar echter door de gevolgen wel eens gevaarlyke, konstbevverking aan de Heelkundigen moeten overlaaten. Het is een gevoelen in Duitschland onder het gemeen plaats hebbende, als of het kind, voor dat het gedoopt is, de magt des duivels en der toverhexen onderworpen waai'e, waarvoor het, door by de moeder in het bedde te liggen, beveiligd kan worden. Daar Van »s zorge voor jonge kinderen. riem eter jongge- bcornen. ' Dit moet men de Heelmeester enoveT' laatew. Van bet ■ doodirukken der kinderen'  Van bb zorge voor jonge kindeken. 'Aantal der op deeze nxyze jaarlyks gefmoordt Kinderen in "Zweeden en te Londen, (a)R. A. Vogel neue Me die. Bibliotb, Vy B, 3 St. ï. 31 f» Susmilch /. (. in. t. 13. I58 uENEBsKUBDIes Daar nu de door den arbeid zeer vermoeide moeder zeer ligtelyk van eenen diepen flaap overvallen word, zoo doen zich verfcheide voorbeelden op, dat zy haare kinderen , of door het gewigt haares lighaams, of door het beddedekfel in den flaap verfmoord hebben. Zelf na den doop is een kind van dit gevaar niet ontheven, daar de moeder of zoogfter, om niet, om hetzelve de borst te geeveu, telkens op te ftaan, het kind veel liever by zich onder de deekens neemt. Het aantal der op deeze wyze van jaar tot jaar omgekoomen kinderen was ten allen tyde zeer groot, volgens het getuigenis van Sghulz bedraagd het middelgetal derzei ver iri Zweeden, behalven dat der verborgen gehouden gevallen , (het welk ongetvvyffeld eens zoo 1 ( e ) Praet,, Criminx qu. ij. «, 33. Menoch 1. qu. e. 356. Van db | zorge voorjovge kin de». ren. Welke firaffen, men op bet doodt leggen der Underett gefield beeft.  Tan de zsrge • voor jon•gekimde' hen. Inrjcb•ting te Florence t6o Geneeskundige de bygeloof en- vooroordeel gewaarfchuwd, zy, die . toonen daar meede befmet te zyn, worden van wegen de Overheid de Communie ontzegd , en de kraamvrouwen moeten hier tegen door de Geestlyken en Vroedvrouwen gewaarfchuuwd worden. Om dit zoo algemeen en treurig misdryf des te krachtdaadiger tegen te gaan, heeft de Hertoglyke Regeering in Florence een algemeen bevel afgevaardigd, dat op ftraffe van bannisfement nog moeder nog zoogfter een kind nevens zich aan de borst in het bed neemen mag, ten zy het in een zoogenaamd Arcucch of huisje ligge, waarin het tegen alle beweegingen der moeder of zoogfter beveiligd is; dit eenvoudig middel is ten deezen opzichte van zoo veel nut , dat Krunitz met recht wenschte , dat hetzelve in Duitschland algemeen was ingevoerd, ik zal ten meerder nutte eene afbeelding en uitvoerige befchryving van hetzelve uit de Oeconomifche Encyclopedie overneemen, en hier by voegen. Deeze machine is zeer eenvoudig, en beftaat in het geheel uit vier plankjens a. b. c. d. en een yzer boogje,gelyk uit de nevens gaande afbeelding blykt. aa._) Is een recht opftaand plankje, van onder 14 duimen breed, halfrond, in het midden 13 duimen hoog; dit is het hoofdeinde. bb. cc.) Twee meede regt opftaande plankjes tegen het bovengemelde aangevoegd, 3 voeten a duimen lang, aan het hoofdeinde 7, aan de voeten 4*. duimen breed. dd.) Een even zoo lang plankje d, d, word by a in het plankje aan het hoofd einde, alwaar het 5* duim breed is, vastgemaakt, en aan het voeten eia-    StAATSREGEEIN G. IfJl einde daar het 4 duimen breed .Js door het yzere boogje ee.) Onderftut, dit boogje word aan beide de zy. plankjens (by e,* e*) vastgemaakt ff, ) Zyn twee holtens gefchikt om het kind te beter de borst te kunnen geeven. Zoo nu een zuigeling by de moeder of' voedfter in het bedde gelegd word, kan men, door deeze machine daar over heen te zetten, hetzelve tegen alle drukking der moeder of minne, zoo wel als tegen het verfmooren van het kind door middel der bedde dekftls volkomen beveiligen, en daar het ter wederzyden open is, kan het kind aan beide de zyden genaderd worden. Men zorge echter niet alleen ter voorkoming van dit ongeluk, maar men trachte ook die middelen bekend te maaken , weike men ter redding van die kinderen, die nog niet geheel en -al plat gedrukt zyn , en dus nog hoop op herftelling geeven , kan aanwenden, door zodanige kinderen aan eene wezenlyke verdikking, en dus al te fterke ophooping van bloed in het hoofd fterven, zoo doet zich eene gegronde hoop op, om even zoo wel als by andere verflikten of geworgden een groot gedeelte daar van te kunnen redden, en het is gewisfelyk eene tweede misdaad de zulke zonder hulp te laaten liggen. De hier voor § 3. wegens de doodgeboorne kinderen aangeprezen handelwyze kan hier ook te pas gebragt worden, echter met dit onderfcheid , dat de aderlaatirg uit eene andere ader dan die der reeds geflooten navelftreng gefchieden moet; het befprengen van het hoofd met koud water kan van nut zyn; z 10 dra het kind zwelgen kan kan een flap aftrekfei II. Deel, L v:tr» Van de zorge voor jonge kindsren,  7. "L- GEKIMDE KEN. Nadeel Wam t f fc» I n-f* dragen •door jengi is aderen* Nadeel «r/ss bet losbranden Sthiefgevseer by de duoptptegtigteïd. 162 Geneeskundige van de armca of laauw water met exymel fquïllstïcum gemengd zeer dienflig zyn: zoo dra het kind meer ■ bekomt, is de moederlyke borst het beste laafmiddel, en men moet zoo dra moogelyk eenen Arts te huip roepen, wiens kundige byftand de verdere kwaade gevolgen veelligt kan voorkoomen. i x. Het is op veele plaatfen gebruiklyk, dat jonge kinderen van 6 of 8 Jaaren het peter - en meterfchap bekleeden , en dus ook, ter verdubbeling van hunne Vreugde desvvegens, het kind te kerke dragen, om gedoopt tè worden j ten dien einde word het kleine kind door middel van een draagband om de hals en fchouder van het grooter kind vast gemaakt; men heeft verfcheide voorbeelden dat de zuigeling in dit geval door vallen merkelyk benadeeld is ; met het grootfte recht moest derhalven dit misbruik afge* fchaft, en het ter kerke brengen der kinderen alleen den volwasfenen aanbevoolen worden. §. XL Het gebruik, om tereeren van de Ouders of maag* fchap van het jonge kind by de doopsplechtigheid Schietgeweer los te branden, is zoo wel uit hoofde van de ongelukken, welke door een onkundige behandeling van zoo gevaarlyke werktuigen ten allen tyde ontftaan kunnen, als van wegen de nadeelige uitwerking welke de fchrik, die dit geweldig geluid op het teeder geftel veroorzaakt, ten gevolge kan hebben, ten hoogden af te keuren, ja zelf op ftrenge ftraffe te verbieden. t* xn.  Staatske&eliks. 1G3 §. XII. Het hoofd is by den pasgebooren mensch met betrekking tot alle de deelen des lighaams voor het voornaamfte en gewigtigfte deel te houden: en echter is hetzelve van wegen de onvolkomenheid der herfenpan tegen alle uitcrlyk geweld zeer weinig beveiligd, elke drukking, elke uitwendige oorzaak, hoe gering die ook fchyne, kan derhalven op hetzelve een allernadecligilen invloed hebben (tf), men kan zich dus ligtelyk verbeelden, welk eene uitwerking het hebben kan, dat men het hoofd van een zoo even uit de warme baarmoeder hervoortgekoomen wicht, met een goed deel koud water begiet, om het dus te doopen s*a hoe trekt zich by ons niet alles te faamen , wanneer wy volwasfene ons naakt in een koud bad begeeven ■—- hoe langfaam gaat dit toe, hoe dikwerf trekkeu wy fidderend den voet te rug, hoe hygen wy en ondervinden zelf fluipachtige beweegingen eer wy ons aan het koude water gewend hebben; die zich , zonder een Rus te zyn, op een maal naakt en warm zynde in koud water wilde dompelen, liep gevaar om eene onvoorziene dood te fterven (Z>); en echter gebruikt men met de teedere wichten fomwylen geen meerder voorzorgen; Tavernier. bericht ons, dat de Armeniërs de gewoonte hebben, om voornaamelyk op Kers = dag hunne kinderen door eene driemaal her- O) Pet. Gerieke DiJJ. de Regimine Capitisprtecipaeliuoaé calorem & frigus Helmfl. 1745. (h) Kuxham effay on f evers Cap. ƒƒ; L 2 Van isê zorge voor jonge kinderen, Gevoe~ ligheid van des kinds bOojd, Uitwerking van bet koude water op bet zelvei.  ió"4 Geneeskundige Van de zorge voorjon. oe kinderen. ' Gevaar van het doopen met koud ■water. Algemeene uit' 'werking der koude herhaalde indompeling in koud water te doopen ik heb in de hevigfte winterkoude met eene ruime maate byna bevrooren water op des kinds hoofd uit te ftorten den doop zien toedienen, en by de landlieden geeft men daar geheel geen acht op, ja zeifin de fteden, ten zy de teederheid by voornaame lieden hier voor zorgt, word dit in den wind gefiagen. De kinderen geeven doorgaans door eene fchielyke fchreeuvv getuignis van de onaangenaame aandoening, die zy gewaar worden; die ongelukkige kunnen zich door geen ander middel doen verftaan ; Mauriceau,(£) Brouset(c) Sylvius, Anhorn(J) maaken melding van kinderen, welke uit deeze oorzaak geftorven zyn , kunnen zodanige waarnemingen geen zorge doen dragen, dat het water, waar van men zich tot den doop bediend, een weinig laauw gemaakt worde, en dit niet alleen geduurende de winterkoude, gelyk dit op fommige plaatfen gefchied , maar zelf des zomers, daar in fommige kérken het water door het ftaan in de fteenen doopvonte een koude heeft aangenoomen, die meer dan genoegfaam is, om op het gevoelige hoofd der teedere wichten eenen nadeeligen invloed te hebben, en het kind aan den doopvonte zyn graf kan doen vinden. Zeviani heeft aangemerkt, dat de meeste kinderen door de gevolgen der eerfte koude, vooral wanneer zy by koud weeder terftond na de geboorte ten doop («) Foyages e» Perfe t. i,£ch. II. p. 408. (*0 o*/. 422. ' i ( O De l'Education medicinale des Enfans eb. rl ( al) Miscetl. Nat. Curios, Ann. I, de cury 1IL Obf. 8*.  Staatsregeling 165 doop gedragen worden, om hals komen, en dit meent hy is de reeden, waarom geduurende de winter bykans de helft meer pasgeboorcn kinderen om het leeven komen, dan des zomers tut deezen hoofde raad deeze geleerde de kinderen by koud weeder niet ter kerke te dragen om gedoopt te worden ; ik verheugde my zeer in den jaare 1774. deezen raad door een Italiaansch Geneesheer en dus in een zoo veel warmer luchtftreek gegeeven te zien, daar ik reeds m den jaare 1768. de zaak voor zoo gewigtig gehouden had, dat ik die reeds toen voorgenomen had dit artikel afzonderlyk te behandelen, het waare, namelyk in onze koude luchtftreek, vooral by guur weeder zeer te wenfchen , dat men de pasgeboorne kinderen aan het huis der kraamvrouw doopte (<3) en de overige kerkelyke plegtigheden tot gematigder weeder, of tot den kerkgang der moeder, wanneer het kind eenigermaate aan de lucht gewend is, uitftelde ——hoe veel moeite kost het niet, zelf in eene wel gewarmde kamer, en van genoegfaam dekfel voorzien, het teeder wichtje in eene behooriyke warmte te houden , hoe dikwerf vind men het in weerwil van alle deeze voorzorgen met yskoude voeten , en hier aan heeft men die zoo dikwerf plaats hebbende buikpynen toe te fchryven; en hoe zal men dan by eene geftrenge koude een kind over de ftraat naar eene dikwerf ver af- (a) Belle numerofe morti dei beimbini dij. academ. del Sign. D. G. Verardo Zeviani alcto fila i. g. Simoni dij. jurid. de juribus ohfietr. Jen, 1740. ' (i>) Dit hebbe ik u't de nieuwspapieren vernamen datreeds ia 17-711 in Deeneinarkeii aan de Ouders is toegelaaten, L 3 Van de zorge voorjovge kinderen. °P j°»ggf boorne kinderen.  i66 Geneeskundige Van de ZORGE VOORJON«ïe-k inderen. Voorzorgen bier tegen. (a) Historyof cold bathing p. i p. 173. (i>) De Educatione libcrorum medica Go'tt. 1763. § V afgelegen kerk dragen, en zich daarin met het zelve eenen geruimen tyd ophouden, zonder gevaar te loopen, dat door deeze verkouding van het geheele ügr haam, vooral door de inademing der koude lucht , het geheele gevoelige zenuwgeftel en de nog zoo teedere longen door de nadeeligfte toevallen worden aangetast 'de Engelfche Geneesheer Floyer was van gevoelen, dat men alle de kinderen terftond na de geboorte geheel en al ia koud water moet dompelen, hier door, dacht hy, dat men niet Hechts alle ontfteeking-ziektens , die zich kort na de geboorte voordoen, maar vooral de zoo rampzalige engelfche ziekte zoude voorkoomen, deeze, zegt hy, begon in Engeland zich eerst in den Jaare 1600. te vertoonen, toen men het oude gebruik van indompeling der kinderen in koud water begon na te laaten ( a ): deeze lofreeden van het koude bad zal elk Geneeskundige toeftemmen, dat al te vergetrokken is, offchaon het dagelyks gebruik van hetzelve by kinderen van eenen meergevorderden ouderdom van het grootfte nut zyn kan(Z>). Ten platten lande, alwaar dikwyls verfcheide dorr pen tot één kerfpel behooren, en men met het kind verfcheide uuren gaan moet , eer men de kerk bereikt, word het tecder wicht hier door des te meer benadeeld , hier van hebbe ik meermaalen de hartroerenfte voorbeelden gezien. Het beste, het eenige middel, om hier in te voorzien, is, dat, vooral geduurende het koude jaargety,- de  Staatsregeling. 167 de Geestlyke verpligt zoude zyn by den doopeling, he kind geenfints by hern te koomen , een kranke be- , geert het nachtmaal te genieten , dit word tot hem ' gedragen en hem liefdenryk toegediend, ,en kan men dan niet een zwak teeder gevoelig kind uit hetzelfde oogpunct als volwasfene kranken befchouwen, en voor hetzelve dezelfde maatregelen beraamen , ik begryp zeer wel, dat dit een Geestlyke in een wyd uitgeftrekt kerfpel by zoo veele geduurende den winter gebooren kinderen zeer veel werks zal verfchaffen: maar hoe kan men aan de andere zyde onverfchülig aanzien, dat het leven van zoo veele kinderen hier door aan zoo een oogfchynlyk gevaar word blootge- fleld in Engeland word het doopen ten platten lande dikwerfs zeer lang, en wanneer de kerk ver af gelegen is, drie, vyf, zes maanden,ja fomwyien jaaren lang uitgefteld; dit is meede een der reedenen der onvolkomenheid van de lysten der geboornen dit raitflel zal men in de Protcfhntfehe landen by een ongunftig jaarfaifoen doorgaans aantreffen, maar daar de Roomfche Godsdienst hcerscht zal men uit Godsdieuftige beweegreedenen den doop niet ligt lang verfchuiven. %• XIII. D2 Geneeskundigen hebben zich reeds veelmnaïen alle moeite gegeeven, om aan te toonen,dat hetfterk Zwachtelen der teedere kinderen voor hunne gezondheid en toekomenden wasdom ten hoogfèen nadeelig is; ( a ) Pbilofepb. MiJic. mi Experiment, es/ais ff Th, PtfCk v AL» p. 340. L 4 Van ds ïoück it-ii, NaJrri van bet flerb ZTSTLlcbtP- ten der lixJerns op bu»  I6§ Geneeskundige Van de zorge voor jon. ge kinde. rein. ligbaams gejlel. Daar is; zy hebben aangetoond, dat deeze onverflandigegewoonte ftrydig met de natuur is, en in die landen, alwaar men de welgemaaktfte menfchen aantreft, niet gevonden word; men heeft ontegenzeggelyk beweezen , dat het flerk zwachtelen de kinderen aan beroerten doet fterven, de fpysverteering belet , en eene geftaadige drukking op de uitwendige vaaten veroorzaakende, de vochten met geweld naar de inwendige deelen dryft, waar door meenigmaal verftoppingen in deeze ingewanden ontftaan moeten: dat de leedemaaten zelf, welke men door zoo eene omzwachteling regt meende te houden, dikwerf hier door een wan» ftaltige kromming aanneemen , en veele mismaakten hier aan hun gebrek te wyten hebben , dit alles is ontallyke maaien gezegd en herhaald zonder dat dit misbruik hier door verminderd is. Ik waage fret de hulp der Overheid in te roepen tegen een misbruik, het welk op het lighaamsgeftel onzer kinderen eenen zoo onmiddelyken invloed heeft. De recdenen waarom het zwachtelen in weerwil van al het voorgemelde in zwang blyft, is dat de kinderen in zoo eene omkleeding te warmer blyven en gemaklyker aangevat en behandeld kunnen worden , dan wanneer zy ongezwagteld zyn; hier in heeft men niet geheel en al ongelyk, en zoo dit alleen het oogmerk waare , kon het zwachtelen op eene voor het kind gemaklyker en onfehaadelyker wyze gefchieden, en hst waare als dan de moeite niet waard deswegens met de bakers in gefchil te koomen; maar dit zwachtelen gefchied ruim zoo veel, om de zuigling de van oudsher gebrüiklyke pyramidaale geftalte te geeven, en de leden in eene regt uitgeftrekte houding te knellen.  Staatsregeling. 169 Daar nu de Overheid zich hier meede niet in zoo Verre kan bemoeien, om in elke huishouding na te gaan, of de jonge kinderen ook te fterk, of op eene onbehoorlyke wyze gezwachteld worden, zal het genoeg zyn, dat zy gelaste, dat het jonge paar by het onderricht wegens de pligten der gehuuwden, waar' van in het voorig deel gefproken is, dit op het ernftigst onder het oog gebracht worde, en de Vroedvrouwen gelast worden, om by alle vrouwen, die zich aan haare hulp toevertrouwen, ten fterkfte voorteftellen, welke allerfchaadelykfte gevolgen men van het fterk zwachtelen der kinderen te wachten heeft. S- xiv. D; wieg is voor het pasgebooren wicht de bekwaamfte flaapffceede, en de beweeging derzelve, zoo lang die maatig Sis, en niet, terftond na dat het kind de maag met melk gevuld heeft, met zoo eene hevigheid gefchied, als of men boter wilde maaken, deeze fcweegiDg is vior het kind zeer gezond r» het is echter ook aan de andere zyde ontegenzeggelyk, dat onverftandige moeders en voedllers dikwyls in deezen misflag vervallen, dat zy een kind, zonder dat het flaaperig is, door eene geweldige beweeging der wiege tot flaapen dwingen, en dit is voor des kinds gezondheid allernadeeligst; maar voor dit alles kan de Overheid geen zorge dragen, zy kan alleenlyk.trachten te verhinderen, dat ouders of voedffers, het laugduurig en dikwyls onnodig wiegen moede, dit werk over- 0)Zacii. Platner de fommo infantum ex aeitation* er m&atit cunarum. L 5 Van de Zorge voorjonGE KlNÓft: ren. Van bet gevaarlyk wiegen der kitlde^ ren.  Vand* Zorge voor jonGE KINÜEXen, De om-" " ders moeten hunne tleinekin lieren niet zender toezicht te .buis laaten. ( a~) N E h r. Biffert. euare plures moriuntur infantes & eorum , jp adolescunt, quare plures fuut moUofil Hrsga 1778, p. 79. z?o Geneeskundige oveiiaaten aan kinderen van drie of vier jaaren oud deeze doch worden ook wel dra ongeduldig, vooral wanneer het jonge kind niet flaapen wil, en haar dus van haaren fpeeltyd beroofd ; naauwlyks zien deeze, kleinen zich alleen, of zy wiegen te harder naar maa-. te zy knorriger en ongeduldiger worden , en dit heeft dikwerf ten gevolge, dat zy het onnozel wicht mishandelen , of met wieg en al het onderfte boven ftorten, waardoor het gezond lighaamsgeftel voor altoos, kan benadeeld worden, of het kind zelf, zoo het niet fpoedig te hulp word gekoomen, onder de omgefforte wieg kan fmooren O): het is dus nodig, dat men de ouders en voedfters verbied, het wiegen van den zuigeling aan kleine kinderen toe;te vertrouwen, en hen wegens de hier uit ontftaane ongelukken aanfpraaklyk maakt, die men ook ter waarfchuwing in de nieuwspapieren moet openbaar maaken. §. X V. Dus is het meede gelegen met die gewoonte ten' platten lande, dat de boerinnen, wanneer zy op hef veld aan den arbeid moeten, haare nog zeer jonge kinderen , na die te vooren nog eens de borst gegeeven te hebben, zonder eenig toezicht alleen in huis fluiten, dezelve in de wieg nederleggende , of wel op den grond laatende rondkruipen, en na dezelve niet eerder weder omzien , voor dat zy des middags of zelfs wel des avonds wederom naar huis keeren; —- dee-  Staatsregeling. 171 deeze rampzalige fchreeuwen zich byna te bersten, om nu niet van de aandoeningen van angst en gramfcbap, waar aan één en twee jaarige kinderen meede. onderhevig zyn, te fpreeken, zoo is dit ontwyffelbaar zeker, dat hier door veelvuldige breuken ontftaan kunnen; zoo een kind lyd honger en dorst, vergaat in zyn vuil, eer het eenig voedfel of hulp erlangt; aan deeze ongemakken zyn ook die kinderen bloot gefield, welke door hunne weeldige en zorgr looze moeders ter voeding op het land befteld zyn; hier by komt dat deeze ontaarte vrouwsperfoonen haare wooningen of wel deegelyk fluiten, en dus haare nabuuren beletten het om hulp fchreyend wicht eenigen byftand te kunnen bieden, of haare deuren zorgeloos open laaten, en dus haare weerlooze zuigelingen aan hun noodlot overgeevea; de ondervinding heeft meermaalen doen zien dat deeze zwakke ellcndigen door zwynen, honden of katten verfijnden of deerlyk gewond zyn, zoo als in verfcheide week en maandfchriften deeze gevallen meer dan te veel gevonden worden — kinderen van eenen eenigfints meer gevoiderden ouderdom, die wel alleen rond kunnen loopen, maar echter voor hunne veiligheid niet kunnen zorgen, zyn door zoo een achteloos gedrag der ouderen aan de jammerlykfte toevallen door vallen, ftooten, door het v.5tir of water onderhevig. Hier voor moet zorge worden gedragen ; het is waar den landbouw, vooral den oogst, vereifchen in dat jaarfaifoen alle de werkfaame handen, zoo dat men in fommige dorpen geen tien boeren huizen zal aantreffen , die door volwasfene bewoond worden , als dan zal men meest alle deuren gtflooten vinden, en in veele een jammerlyk verltaaten wicht, uuren lang Van db zorge VOüRJONGEK.ndeP.en.  172 Geneeskundige Van de zorge voorjonge kinderen lang uit alle magt hooren fchreeuwen — de nog kleine kinderen met zich in het veld te neemen, is noch moogelyk, noch raadfaam; de met werk overlaaden ouders kunnen aldaar op dezelve geene behoorlyke acht geeven: zoo het kind nog niet gaan kan, zal bet nederliggen op de koude aarde voor hetzelve zeer nadeelig zyn, of, wanneer 'er geen fchaduw te vinden is, kan men bet teeder wicht voor de brandende hitte der zonneftraalen niet beveiligen. In de aangenaame en warme luchtftreek der Stad Hieres in Provence dragen de moeders haare zuigelingen in de wieg op het hoofd meede, en brengen die s'avonds op die wyze wederom in de Stad ; zy hebben op hunne akkers kleine fteenen gebouwen, waarin zy geduurende het middag uur uitrusten, en voor hitte en regen beveiligd zyn: is het kind reeds zoo oud, dat het alleen loopen en fpeeïen kan, zoo kan eene na by gelegen put, een voor by vlietende beek, eene fteilte oorzaak geeven tot de droevigfte ongevallen , en het verlies van zeer veele kinderen des nuttigen en arbeidfaamen lanimans; maar welk middel zal men in het werk ftellen, om beide deeze eindens te bereiken, beide deeze dikwerf tegenflrydige pligten te vervullen, om den tot s'leevens onderhoud noodzaakelyken arbeid te behartigen , en tevens de weerlooze zuigeling voor alle ongevallen te bevei. ligen? Ik geloove dat men hier tegen de volgende maatree gelen zal moeten neemen, offchoon ook deeze niet van alle zwarigheden ontbloot zyn. Voor eerst. Geene zoogende moeder zal in het eerste jaar haar kind op eenen grooteren afftand moogen verlaaten, dan dat zy in ftaat is hetzelve in het eer-  Staatsregeling. 173' i eerfte vierendeel jaars elke twee uuren, in het tweede I elke drie uuren, in het derde en vierde ten minfte 1 drie maaien daags, zonder zich te zeer te verhitten, I de borst te geeven, en in deszelfs verdere noodwenI digheden te voorzien. Ten tweeden. Het zy dat een kind door zyne moeder gezoogd worde of niet; zoo mag zoo een kind echter niet zonder opzicht eener volwasfene perfoon alleen gelaaten worden; twee of drie huisgezinnen , naar maate van het aantal der zich daar in bevindende jonge kinderen ; kunnen hier in eene fchikking maaken, zoo dat de moeders beurtelings deeze kinderen oppasfen, of met haar alle eene hier toe gefchikte perfoon aanftellen, dewelke op haar gegeeven woord tot de zorge voor deeze kinderen even zeer moet verbonden zyn, als of het haar eigen kinderen waaren ; zoo echter, dat de ouders voor de veiligheid i hunner kinderen, aanfpraaklyk zyn, en dat vooral de : moeders dezelve niet zonder noodzaaklykheid moo; gen verbaten ter volvoering van zulke zaaken, welke < voor de moederlyke pligten verre moeten onderdoen. Ten derden. De vuilnisbakken en mestputten beIhooren, zelf uit hoofde der algemeene gezondheid, 1 niet na by de wooningen of vengfters te zyn; maar 1 dit is tevens ook noodzaakelyk, om het gevaar voor ide kinderen uit den weg te ruimen ; de Overheid moet (derhalven met alleen ernst hier op bedacht zyn: even Igelyke voorzorgen verdienen ten opzichte der welputten , regenbakken , kelderdeuren , trapluiken , 'vuurfteeden en diergelyke plaatfen , welke tot de ! rampzaligfte ongelukken aanleiding kunnen. geeven , :in acht genomen te worden: hierom beveelen de bron- Van d< zorge voorjonge kinderen,  Van de ZORGE VOORJONfeE KIN BEren, (a) Sghildt exerclt. 19. §. 27. Glqff ad art. j8. ff*, c. Landrecht lib. 2. (u) JE.T £. 2S. pr. ^ flrf L- Aquil. r\d") L. 1. %. V ff. de his , qui effud: vel. dejccer. t. 2. 5de leg- rhod. (e) L. 3. ff Si quadrup. pauper, feciffe dicatur. (ƒ) i. B. FrieseN Diff. Jurid. de Jure fonlium Jen. 171w j. XXV. ?.XFI. 174 Geneeskundig è bron wetten in het algemeen , dat de putten behoorlyk gedekt en verzorgd moeten zyn : Het Duitfche recht zegt ,, die welputten of kuilen graaft, (gej, volgelyk ook die diepe gooten, die by de boerenj, wooningen ter afleiding Van het vuil water gemaakt „ worden) zal de kanten daar van ophoogen tot bo- ven de hoogte van een mans knie, zoo hy ditver„ zuimdi zal hy voor de daar door veroorzaakte j, fchaade aanfpreekiyk zyn(»." Het Saxisch recht drukt zich deswegens noch duidelykcr uit „ de waj, terputten moet men een knie hoog boven de grond „ omheinen, anders komt de hier door veroorzaakte „ fchaade voor reekeniug van hem, van wien deuitj, watering komt; waar door verdaan moet worden $ „ zoo iemands vee of ook een mensch in zoo eene onverzorgde put viel en daar in om het leeven „ kwam(£)" óït deezen hoofde beweerde Friese n, dat elk eigenaar eener bron, waar in een mensch gevallen en verdronken is, gehouden is dé fchaade te boeten (c), en daar volgens het Roineinfche recht hét leven van een vry mensch niet gefchat kan worden (dj, zoo moet men zodanig eene fchaade - vergoeding volgens eene anderewet (O bepaa- len(/> §, XVI.  STAATSREGELING. X7S $. XVI. De meeste dieren kunnen terftond » of ten minfte zeer kort na de geboorte zich van de eene plaats naar de andere begeevcn; de mensch alleen heeft doorgaans meer dan een jaar nodig, eer de zwakke voeten het flingrend lighaam kunnen torsfen ; en veele jaaren worden 'er vereischt, eer hy met zekerheid in eene opgeregte houding van zyne voeten gebruik kan maaken ; in den ftaat der natuur, alwaar de mensch by zyne geboorte] reeds fterkeris., en de kinderen, zonder, gelyk by ons, gekluisterd te worden , in het gras rondkruipen, tot dat zy het gaan van zelf leeren, in deezen ftaat word hier toe geenen zoo langen tyd vereischt, der menfchen beenderen en fpieren verkrygeu door eene vrye beweeging des te eerder eenige vastigheid: van Weert zag in de ftraat van Maggelaan een kind , het welk niet ouder dan 6 maanden zyn konde , het welk reeds veele tanden had ën alleen liep O) s dit ziet men ook dat by de Maleyers by kinderen van die ouderdom plaats heeft: by ons gaat het geheel anders, wy berooven onze kinderen , zoo dra zy gebooren zyn, van haare vryheid 3 tvy beletten met de uiterfte zorgvuldigheid alle beweeging der fpieren, en zoo dra zy drie vierendeelen jaars oud zyn, komt het ons eensklaps in het hoofd , om hen op hunne voeten te zetten, even gelyk een wondheeler met zyne lyders handelt, welke hy na eene beenbreuk zes wecken lang in het bedde gehouden heeft. Het Van de zorge voorjon- ge kinderen. Van het te vreeg teeren gaan dep kind'eren, £> ) Jlgtm. Hisime der Reizen 12, ff.  Van m Zorge voorjon. G!i kinderen Van de ïeybanden. 'Van de loopwagens. 170" Geneeskundig! Het is zeer lastig de kleine kinderen te leeren loo* pen , en om niet genoodzaakt te zyn dezelve in eene gekromde houding achter na te gaan, bediend men zich van leybanden, welke om de borst en over de ichouders van het kind gaan, en aan de einden vastgehouden worden,een kind, dat nog niet op zyne voeten ftaan kan, en dus methetbovenfte deel des lighaams altoos voor over helt, ligt als zweevend met zyne geheele zwaarte op het voorfte gedeelte van de lcyband en dus word het zoo buigzaam borstbeen en de kraakbeeninge einden der ribben door zoo eene geduurig herhaalde en aa'nhoudende drukking meer en meer ingedrukt, de holligheid der borst zeer verminderd, en den gelykmatigen groei van dit zoo gewigtig deel belet , dus geeft men oorzaak tot de jammerlykfte borstkwaalen , die den ellendeling een kvvynend leeven doen leiden en door eene vroegtydige dood in het graf Horten; deeze fchaadelyke werktuigen moeten dus met het grootfte recht verbannen worden. Nog een ander middel, waar van de moeders zich bedienen , om het genoegen te hebben van haare kinderen vroeger te zien loopen, of ook wel om die van den hals te fchuiven is, dat zy dezelve uuren lang in zoo-genaamde loopwagens laaten rond dwaalen, het maakfel deezer werktuigen is elk een bekend, de herhaalde ftooten , welke zich de kinderen daar door aan de borst geeven, wanneer zy tegen den wand fluiten, ja zelf de drukking van het voorfte deel der borst tegen den rand des loopwagens kunnen niet dan een allernadeeligfte uitwerking op het maakfel der beenderen, de holligheid der borst uitmaakende, hebben : wanneer daar en boven deeze nog zwakke kinderen langen tyd in eene opgeregte geftalte in zoda- ni-  Staatsregeling. 177 nige loopwagens (laan moeten, zoo buigen zieh de nog byna kraakbeenige fcheen- en kuitbeenderen meer en meer tot dat zy zoo krom als een fikkei zyn , hier door word de goede lighaamsgeftalte van de zodanige merkelyk benadeeld ; waarom zouden wy dan deeze fcbaadelyke werktuigen niet geheel en al uit de huishoudingen verbannen, en de ouders doen waarfchuwen , dat zy zulke middelen niet in het werk moeten ftellen, maar veel liever zich de moeite geeven om voor een korten tyd het kind onder beide de armen te onderfleunen, en dus te leeren gaan, dan zich ten deezen einde van de fchaadelyke leybanden en loopwagens te bedienen. §. XVII. Ten einde by de opvoeding der jonge kinderen de onkosten zoo veel moogelyk te befpaaren, bediend de middelmaatige burger en den landman zich van zyn eigen zes of acht jaarige kinderen, of huurd voor een gering loon meisjens van dien ouderdom, door welke hy zyne hulplooze en tot eene vrywiliige beweeging nog onbekwaame kinderen laat rondfleepen ; in die huisgezinnen, alwaar men veel om handen heeft zoekt men deeze kinderen zoo veel moogelyk is van denhals te fchuiven, en men geeft die geduurende den gantfchen dag over aan het opzicht van deeze jonge dienstmaagden^ deeze haare zucht tot fpeelen , die in geenendeele by haar is uitgeblust, zoo veel moogelyk trachtende in te volgen, flaat zeer weinig acht op het hulploos wichtje, het welk het eenig voorwerp haarer zorg moest zyn. II. Deel* M Dee-- Van bi zorge vookjon-. ge kinderen. Van bei nadeel van zivaike en al ié jonge kinder meisienii  Van de zorge voor jon« ge kinderen. 178 Geneeskundige Deeze zaak is van geen gering belang, men geeve in de meeste plaatfen flechts acht op de mismaakte en gebrekkige , en men zal by naauwkeurig onderzoek bevinden , dat ten minfte het derde deel derzelve in den burgerftanJ, (voornaame lieden weeten hunne kinderen op eene andere wyze te verwaaiioozen en met meer kunst te mismaaken,) door de zorgloosheid en het onverftand der te jonge kindermeisjens tot dien ongelukkigen ftaat gebrngt zyn : Hoe zal een 6 of 7 jaarig kind, een kinder meisje van 8 of 9 jaaren, zoo een op den arm doorgaans onrustig, en daar by niet ligt fchepfeltje , als een kind van een of anderhalf jaar is, dagen lang op den arm rond dragen, zonder gevaar te Ioopen, dat het door fchielyk om te draayen het evenwigt verliest of een lid vcrr.kt? zelf nog niet vast ter been, vallen zy op eenen elfen grond met het kind ligtelyk ter neder, elk een zal zich diergelyke voor het wichtje vaak noodlottige gevallen ligtelyk kunnen te binnen brengen. Maar deeze gewoonte word nog fchaadelyker wanneer wy in aanmerking neemen, dat een kind, het welk op den arm gedragen word, met zyne geheele zwaarte rust op den voorarm van haar, die hetzelve draagt, ten zy het meede op derzelver borst fteunt, wanneer de fpieren dei borst en van den arm den arbeid met elkander deelen; men zie flechts hoe zeer de ruggraat van een nog zwak meisje, het welk men met een te zwaar kind overlaaden heeft, zich achter waards krommen moet, om het evenwigt te vinden en de fpieren van den arm een vast fteunpunct op de eene zyde der borst te verfchaffen , hier by bedenke men, dat de meeste deezer jonge kindermeisjens de haar  Staatsregeling. 179 haar toevertroude kinderen flegts op éénen arm dra- gen kunnen, en men zal wel haast overtuigd zyn, , dat hier uit een allerwezenlykst nadeel ontftaan moet, j en voor de draagfter, die hier door krom moet worden , en voor het kind zelf, het welk geftadig op ééne zyde gedragen wordende hier na fcheef zal groeven ; de eene zyde der borstholte zal ingedrukt, de andere uitgezet worden, en men kan zeker befluiten, dat, hoe meer men het kind draagt, hoe minder men het op den grond laat omkruipen, het des te eerder een hoogen fchouder en gebogen ruggegraat zal krygen: maar nog nadeeliger is het gevolg, wanneer het kind van het vrouwlyk geflacht is; het zwakke kinder meisje zoekt haaren last hier door te verligten, dat zy den arm om des kinds heup legt, en hier door den anderen arm te hulp komt, maar op deeze wyze worden de beenderen van het bekken in eene geftadige knelling gehouden, en haar noodzaakelyke uitzetting verhinderd; het bekken behoud in eenen tyd, dat denzelve 't zich merkelyk verwyden moest, haare grootte of word zeer mismaakt; naderhand verkrygen de beenderen te veel vastheid, om zich nog uit te zetten, en dit geeft oorzaak tot zoo veele moeilyke ja onmoogelyke verlosfingen,die moeder en kind het leven kosten,en die veelmaalen uit deeze oorzaak , geenfuits altoos uit de Engelfche ziekte, ontftaan. Men zoude dus zeer billyk door eene wet kunnen verbieden meisjens beneeden de 10 of 11 jaaren tot kindermeisjens te huuren, en die ouders, welke hunne kinderen door hunne andere kinderen beneeden dien ouderdom geduurig laaten dragen, moeten wegens de daar uit voortfpruitende ongelukken geftraft M 2 wor- Van di ,orge oorjonE kindeen.  Van de Zorge voorjon- Gli kinderen. De kindermeidenmoeten gehoudi n \ zyn de on- , gevallen ' de kinderen overgekomen ] in tyds bekend te maaken. . ( : i < i i ] 180 Geneeskundige worden, als lieden, die hunne pligten jegens hunne kinderen verzuimd hebben, dit kon echter eenige uitzondering lyden in die arme huisgezinnen , alwaar man en vrouw genoeg te doen hebben, om de hunnen het nodig onderhoud te vërfchaffen, by deeze doch moeten de meisjens, zoo dra zy maar eenigfints jaaren van onderfchcid bereikt hebben, zoo wel voor de oppasfing haarer jonger broeders en zusters, als voor de overige huishouding geduurende.de afweezigheid der ouderen zorgen. 5. X V I 11. Daar het meermaalen gebeurd, dat de kindermeiien, zy zelf,die eenen behoorlyken ouderdom bereikt lebben , door verzuim of nalaatigheid tot de ongelukten der haar toevertrouwde kinderen aanleiding geeven , smder dit te willen bekennen, en hierdoor meermaaen oorzaaken zyn, dat een gering ongeluk, het velk, was de oorzaak flechts bekend, met weinig noeite geholpen zoude zyn, tot een gevaarlyke, ja loodelyke kwaal word, zoo zoude het zeer billyk ^yn de volgende maatregelen hiertegen te beraamen. De kindermeiden moeten gehouden zyn op zwaare traffe elk ongeluk aan de haar toevertrouwde kinderen, lit welk eene oorzaak ook, overkomen terftond en .onder verzuim aan de ouders of nabeftaanden te ontlekken , en de overige dienstbooden , ja de nabuuren -elf, tot wier kennis hetzelve gekomen is , op zwaae ftraffe gehouden zyn de ouders hiervan kennisfe te ;eeven, op dat men terftond de nodige hulpe zoude ;unnen in het wak ftellen; daar nu de verheeling dee:er ongevallen doorgaans ontftaat uit eene vreeze voor  Staatsregeling. itfi ■voor mishandeling, zoo moet men de ouders verhielden eene dienstmaagd in zoo een geval met eene al te jgroote geftrengheid te behandelen, en haar niet voor Ihet eindigen van haar vierendeel jaars uit den dienst Ité mogen zetten. §. xix. Een geestig Schryver zegt „ ik ben van gevoelen, „ dat men eene wet moest vastftellen, waar by ver,, boden word, met zwakker kinderen in de opvoe„ ding eene meerdere omzichtigheid te gebruiken ; is „ eene fpoedigc dood niet verre boven eene eeuwig, „ duurende gevangenis te verkiezen ( a ) ?" deeze rede. kaveling kan fchertzende doorgaan , maar ik hebbe zwakke kinderen, welke men door eene min omzichtige opvoeding om hals zoude gebragt hebben, dooi eene gepaste voorzichtigheid zeer wel te regt zien komen , en dan kan men van langfaamer hand deeze zwakke fchepfckjens aan eene minder teedere levenswyze gewennen : hoe zeer dit waar zy, zoo blyft het echter aan de andere zyde ontegenfpreeklyk, dal men eene al te teedere opvoeding als de grootfte vyand der toekomende welvaard der maatfchappy befchouwen moet; onder die kinderen , welke met d< grootfte zorgvuldigheid voor alles, wat hen fchaadenkan, befchut worden , zullen de meeste fterven, terwyl di ruuwe boerenknaap alle die nadeelige oorzaaken, di< den weeken ftedeling wegfleepen , zonder hinder door ftaat; Locke wil, dat men het geheele lighaam. gelyk hy zegt, tot aar gezicht maaken zoude en ett dee («O Ueber die Ebe s. 229. m s Van bb zorge voor jonge kinderen. Van de ruwe opvoedingder kinderen. I  iga Geneeskundige Van de zorge voorjonge kinderen. Kadert vat hel bedngftigen der kinderen. deel zoo zeer aan de veranderingen der lucht gewennen , als ons aangezicht daar aan gewoon is , een voorbeeld daar van zien wy in onze teedere meisjens, die zonder nadeel de ontbloote borst aan de felfte winterkoude bloot ftellen : hoe ruwer de opvoeding is, des te meer ftaat kan men maaken op hen, die dezelve doorftaan : intusfchcn moet meti echter niet eensklaps van het eene uiterfte tot het ander overgaan, daar men doch met langfaame fchreden by de meeste kinderen dit oogmerk bereiken kan, en men immers niet ten oogmerk hebben kan in deeze onze gematigde luchtftreek zodanige menfchen aan te kweeken, die voor de luchtftreek van Lapland gefchikt zouden zyn. %. X X. Het is een algemeen misbruik in de opvoeding, dat men de kinderen door eenen fchrikbaarenden toeftel, of vervaardmaakende vertellingen tot hun pligt tracht te houden of van een fchaadelyk opzet af te brengen ; dit was reeds van oudsher de gewoonte onder de bakers en kindermaagden, om de kinderen hier door in ontzag te houden; de Grieken hadden reeds hunne bullebak kenen bytebauwen. Cum puelïarum aiiqua immorigera aciverfus matrem fecerit, Mater quidem Cyc/opes fuam contra filiam advocat. Ar gen aut Ster open: e domo vero interiori. Prodit Mercurius carbone obütus atro Statim pitellam temtat: at ipfa genitricis Subit in gremium , ponens fuper oculos utramque manumQaj. De (a) homerus ia Dianam y. é-f, M. gesnerus dijfert. de lerrieulis gucrorum Geit. 1745.  Staatsregeling. 1S3 De Romeinen hadden ten deezen einde de Lamia met de Grieken gemeen, maar daar en boven waaren voorjon- • GEICINDE- zy nog van eenen mandux of kindervreeter voorzien; REN> dit alles heeft in onze dagen nog plaats; overal weet men nog door zulke kindervreeters , zwarte mannen en diergelyken de kinderen door fchrik ftuipen op het lyf te jagen, — naauwlyks begint het kind eenig begrip te vormen, of men tracht het met fchrik en vreeze te vervullen, — het ftcekt naauwlyks de hand uit naar iets, hetwelk men vreest te zuilen fchaaden of men fchreeuwt het met eene fchrikbaarende ftem toe, laat leggen, het zal u hyten, het zal u opvreet en: Praxino'è fchrikte reeds haar zoontje met het mordet equus af; by de Grieken bedienden zich de voedfters van een maske Qmormonj om de kinderen in ontzag te houden , dit gebruik ging, gelyk men by den H. Cu rysostomus zien kan , weldra tot de Christenen over(>):de Geneeskundige hebben van deeze dwaaze en nadeelige gewoonte zoo veele kwaade gevolgen reeds voor lang aangetoond, dat ik het voor onnodig houde meer waarneemingen dien aangaande by te brengen , daar het door de daaglykfehe ondervinding overbekend is, dat hier door by gevoelige kinderen de hevigfte ftuipen en vallende ziekte zelf ontftaan kan, en offchoon de gevolgen niet zoo geweldig waaren, zoo laaten deeze fchnkbeelden een zoo diepen indruk na, dat men dezelve geduurende het ganfche leeven te vergeefs tracht uit te roeyën , er zyn zeer weinig menfchen , die niet m:ermaalen, in weerwil van alle redekaveling , in gevallen, alwaül eenige onverfchrikken- heid («) Gesnerus /. t. J. XIV. M 4  1^4 Geneeskundige Van di «orge Voor jon. gè kinde- Van bet uadeeldev fnoepery*»•. heid vereischt wierd, deeze diep gewortelden indruk ondervonden hebben. Het affchaffen van zoo een voor het leven van zoo veele kinderen hoogst nadeelig misbruik, is derhalven van het grootfte aanbelang , en eene verftandige Overheid moet, zoo veel moogelyk is, by deeze kleine kinderen zelf die rooroordeelen trachten uit te roeyën , die tot zulke vervaardmaakingen den grond leggen : de Godsdienst zelve zal hier by winnen, wanneer in de fchoolen en byzondere ondervvyzingen, de jeugd door verftandige Leeraars van het belagchelyke van zodanige zotternyen by tyds overtuigd word, daar het immers maar al te waar is, dat wanneer de jongeling, tot ryper jaaren komende, van zelf de dwaasheid daar van gewaar word, hy ligtelyk tot het ander uiterfte, van ongeloof, overflaat, en ook hen, die het zy direct, het zy door hun ftilzwygen hem in dien waan gehouden hebben, met verachting aanziet: In het Bisdom Wurzburg, is hier tegen op den 13 December 1756. een bevel afgekondigd, houdende een Verbod van zich by gelegenheid van den kersnacht of het feest van den H. Nicolaas te vermommen, of verkleed langs de ftraaten te loopen, en hier door de kinderen eenen fchrik op het lyf te jagen en andere ongeregeldheden te bedryven , op ftraffe van het tuch;-? huis en bevel aan alle hooge en laage rechtbanken hier op behoorlyke acht te geven , de overtrecders aan te houden en geftrengelyk te ftraffen. §• X X I, Van de fchrikbaarende vertooningen op St. Nico-, aas avond kom ik natuurlyker wyze tot de fhoeperyen, welke op dien dag doorgaans aan de kinderen uitgedeeld  Staatsregeling. 1S5 deeld worden , en ter benadeeling der gezondheid ftrekken: In zeer veele Steden word op die dagen een markt van veelerley fnoeperyen gehouden , dit fuikergoed word met allerley verwen verfierd, en het gebak met blad-goud bekleed; even gelyk het de gewoonte is het fpeelgoed der kinderen met rood geel groen en blaauw op te fleren. Om nu niet van het overlaaden der maag, waar uit te dier tyde zeer veele ziektens der kinderen ontftaan, te fpreeken, zal ik hier alleen dat geen ter nederftellen, het welk door de Overheid geweerd kan worden. De fuikerbakker, voDrnamelyk de vreemdeling, neemt in het algemeen het uitwendig fchitterende meer in acht, dan wel het gezonde zyner waaren ; bedorven meel , vervalschte fpeceryen , en fchaadelyke verwen zyn doorgaans de hoofdingrediënten deezer fnoeperyen ; deeze deegachtige fpyzen ondergaan in de zwakke maagen der kinderen eene gisting, het hier uit ontftaane zuur kan het metaalachtige der verwen en het verguldfel derzeive eenigfints ontbinden, en tot een zeker werkend vergif maaken: deeze lekkernyen in grooter hoeveelheid gebruikt verwekken braakingen , waar door de kinderen nog in tyds aan het gevaar, het welk zy anders van dit vergiftigd deeg te duchten hadden , ontrukt worden , maar de weldaadige natuur is niet ten allen tyde zoo werkzaam, en dan hebben wy wel eens reden om ons te verwyten, dat wy, om onze kinderen voor een ogenblik door vermomde vergiften te vermaaken , den grond tot fleepende en dikwerf doodlyke kwaaien gelegd hebben. W.is het niet beter het verkor pen van dit ongezond tuig, vooral den vreemden, te verbieden, en hetzelve, wanneet M 5 hel Van dï zorge voorjon ge kinde ren.  Van de ZORGF VOOR JONGE kinde.ren. i%6 Geneeskundigs het te koop geveld word, weg te neemen? men moest de fuikerbakker het befchilderen van hunner fuikerwerk verbieden , ten zy zy by hunne Overheid op het plegtigst beloofden, daar toe niets auders te gebruiken , dan het geen door de Geneeskundige goed wierd gekeurd; de met fpeceryen zoo fterk aangezette koek moest, als een verhittend middel, en dus voor de kinderen allernadeeligst, niet anders dan in de Apotheeken verkocht worden: en daar de ondervinding heeft doen zien, dat de verwen, waar meede het fpeelgoed der kinderen beftreeken is, dikwerf een fcherp vergif in zich bevatten, zoo zelf dat vogels, welke men van een zodanig befchilderd plankje gevoed had, binnen 24 uuren fterven ; daar kinderen doorgaans gewoon zyn dit fpeelgoed in den mond te fteeken, zoude het derhalven niet van zeer veel nut zyn, het befchilderen van het fpeelgoed met zodanige fchaadelyke verwen te verbieden. Het gebruik der geverwde en hard gekookte eyeren, waar meede men op het paasch-feest de kinderen tracht te vermaaken, kan hen niet alleen wegens het onmaatig gebruik der harde, dikwerf niet verfche eyeren, maar ook wegens de verw, waar meede zy befchilderd zyn , benadeelen; deeze beftaat doorgaans uit brafilienhout met aluin , waar meede de eyeren in een koperen keetel gekookt worden, hier door kan ligtelyk een vergiftig koopergroen ontftaan, het welk door de fchaal en het vlies tot in het wit der eyeren doordringen, en dus het ey eeniger maate vergiftigen kan. §. XXII. Hief voor handelde ik reeds van het gevaar,het welk men loopt met de kleine kinderen in één bed met de vol-  Staatsregeling. 187 Lolwasfenen ter ruste te leggen, thans zal ik dit byeenliflaapen uit een ander oogpunct befchouwen. Men heeft by fommige kinderen opgemerkt, dat zy Lvan hun tweede tot hun zevend of achtte jaar in weerjiwil van overvloedig en gezond voedfel en behoorlyke Loppasfing van dag tot dag in krachten en gedaante afj.naamen, en eindelyk in eene doodlyke uitteering verWelen; de oorzaak deezer toevallen beftaat dikwerf I alleenlyk hier in, dat men zodanige kinderen by on|gezonde, zwakke of ftokoude lieden in één bed doet 1: flaapen. Het is bekend,dat wy gefladig uit de geheele opperI Vbkte van ons lighaam eene dunne vochtigheid uitwaa1 femcn ; maar tevens zuigen wy , in daar toe gefchikte ] vaaten, ook een aanmerkelyke hoeveelheid van deeze i onze uitwaafemingen met andere dampen gemengd j wederom in; dat geen, het welk wy gezond zynde j uitwaafemen, is voor het grootfte deel water, maai 1 tevens is hier meede iets fmeerigs, flymagtigs ver 1 mengd, gelyk uit het vuil gedragen linnen blykt; by f jonge menfchen, vooral by kinderen, die van zelf vee | fterker uitwaafemen, is het geen zy door deezen we£ I loozen geen geheel nmlooze ftof, en gelyk dezelv I doorgaans by oude lieden is , Hinkende en van eei fcherpen reuk, maar vermengd met veele nuttige ei voedende deelen(«). Wy zien dus, dat de natuu by die dieren, welke gefchikt zyn om eenigen tyi zonder voedfel door te brengen, deeze uitwafemin ook geduurende die tyd doet ophouden: by jonge gc zoi ( Sanitats tuenda Lib, i. €ap. 9, 19a Geneeskundigs tens der kinderen is voor zeker de onzuiverheid én haare gevolgen, waar aan zorglooze moeders haare kinderen ten prooye laaten , een doorflaand bewys hier van vind men door Galenus reeds aangeteekend, hy zag een kind, het welk by aanhoudenheid fchreide en verdrietig was wat men ook in het werk ftelde, zelf de borst, was niet in ftaat hetzelve ie bevreedigen, tot dat G al e n u s , opmerkende dat het bed en linnen van het wichtje ten uiterfte onrein waaren, gebood hetzelve te wasfehen en van fchoon linnen te voorzien, wel dra verdween alle onrust en het knaapje geraakte terftond in eenen aanhoudenden verkwikkendeu flaap O): ik bedoele hier geenfints eene zindelykheid, die alleen den aanzienlyken ftand eigen is , en by den laageren burgenftand vergeefs zoude gezogt worden; men kan niet verwachten , dat het kind van eenen daglooner even zindelyk zal voor den dag koomen , als, dat van den voornaamen burger ; geheele volken zelf zyn aan zoo een algemeene morfigheid overgegecven; de Hottentotten befmeeren hunne kinderen met koedrek zoo dra zy geboren zyn, en vervolgens even gelyk alle zwarten met olyj de Laplanders gebruiken hier toe vischtraan en echter wasfen deeze op tot fterke en gezonde menfchen : ik heb voornaamelyk dit misdryf in het oog, waar door in behoeftige huisgezinnen en by den gemeenen man de kleine kinderen door bet ongedierte als,het waare opgegeeten worden, en by gebrek aanbehooriyke reiniging kwaad* aartige verzweeringen op het hoofd en in den hals veroorzaakt en jaaren lang gaande gehouden woiden, waar door  Staatsregeling. 193 door deeze verwaarloosde fchepfeltjens als uitgeteerde geraamtens ronddwaalen , zoo eene nalaatigheid der ontaarte moeders zal niemand ontkennen ten hoogften ftrafbaar te zyn, en dat het zeer billyk is, dat door wyze wetten voor die ellendige fchepfeltjens gezorgd worde; ik heb tot verontfchuldiging dier morfige moeders op het land meermaalen als een fpreekwoord gehoord, dat een zeer hoofd voor kinderen gezond is; dit komt naar alle Vermoeden daar van daan, dat zelf de domfte zien, dat wanneer men dit ongemak zonder behoorlyke voorzichtigheid door te rug dryvende middelen verwon, dit wel eens gevaarlyke, ja zelf doodlyke gevolgen had, en men aan de andere zyde veele ziekten s der kinderen op deeze wyze door eene gelukkige fcheiding heeft zien ten einde loopen : maar wanneer het blykbaar is, dat dit ongemak door eene grootere zorgvuldigheid der moeders had kunnen voorgekomen worden , zal men moeten tocflaan, dat foort* gelyke waarncemingen in geenen deele ter verontfchuldiging der nalaatige moeders kunnen ftrekken ; de fehoolhouders moeten diergelyke onreine kinderen zorgvuldig van de overige afzonderen , welke zy door meededeeling met deeze hunne kwaal zouden bennetten , of zy moeten dezelve met een behoorlyke waar* fchuwing aan hunne ouders te rug zenden, en zoo dit niet baat moeten deeze moeders doof de geestlyke hunnen pligt indachtig gemaaktt en by verdere nalaatigheid beftrafc worden. Ter voorkoming van die onheilen, welke uit eene Onvoorzichtige behandeling van deezen hoofd - uitfljgby' anderfmts gezonde kinderen kunnen voortfpruiten , moest men de ouders verbieden,om zonder voorfchrift van een geneeskundige geene uitwendige middelen II. Deel. H Me* Van db zorge voorjon* ge kinderen.  IP4 Geneeskundige hier tegen in het werk te ftellen, wanneer eene grootere zindelykheid niet in ftaat is de geneezing uit te werken: in die fchriften, welke van elk geleezen worden, b. v. de almanakken, moest men de kwaade gevolgen hier van het volk voor oogen ftellen, en hoe nodig het is tegen deezen uitflag by eenen ervaaren Arts hulpe te zoeken.. Van de zorge voorjov- gs kinderen. §. XXI V. Ttfen moet kleine kinderen niet byten toon gefielde lyken brengen. Men heeft op veele plaatfen de gewoonte, om kleine kinderen uit verfchillende oogmerken by de ten toon gefielde lyken der in de nabuurfchap overleedenen , vooral zoo het kinderen zyn, te brengen , men doet hen zoo dicht by dezelve treeden als moogelyk is, en meent hier meede hen godvreczende gevoelens of ftoutmoedigheid in te boezemen , daar echter meermaalen het tegen overgeftelde gebeurt, en de kinderen hier door met eenen fchrik bevangen worden, welke hen geduurende hun ganfche leeven byblyft; daar en boven loopen zy meenigmaalen gevaar, om door de ziekte, waaraan de ten toon gefielde overleedene geftorven is, befmet te worden, dit heeft vooral plaats wanneer zoo iemand aan de mazelen of kinderziekte overleeden is. §. XXV. Men De begeerte der ouderen, om hunne kleine kindede°eki«7e- ren ooggetuigen te'doen zyn van alle de openbaare ren die vermaakiykheden, en hen by gerechtlyke ftrafoeffemyden"al- ningen, ter inboezeming van affchrik voor de gcpleegdrZgfe' de misdl7ven•> te doen tegenwoordig zyn, veroor-. verwacb- zaakt« dat zy hunne kleine kinderen niet zelden oo ten is. r zul-  Staatsregeling 195 . zulke plaatfen brengen, alwaar zy gevaar loopen door (den toeloop van volk verdrongen te worden, waar wan veele voorbeelden zyn, het is derhalven raadzaam ede ouders te verbieden, om hunne kinderen aan.dit [gevaar bloot te ftellen, en geenen toegang tot talryke wolksverzamelingen te vergunnen aan hen, die kleine Ikinderen by zich hebben. §. X X V I. Ten platten lande, alwaar de kinderen van hun derfde jaar af doorgaans zonder opzicht aan zich zelf worden over gelaaten, en op het veld rond dwaalen, iis het ten hoogften raadzaam alle fchaadelyke planten iin den omtrek der wooningen uit te roejen, of, zoo Ihet moogelyk is , de kinderen van de nadeelige pitiwerkfels deezer welfmaakende vergiften te onderrichiten, en hen daar voor te waarfchuwen; de aangenaaime fmaak van de dolbesfen, zoo wel als het bilfenïzaad , heeft aan mcenig kind het leven gekost: hier [toe behoord meede de CobaU, welke overal by de [boeren met fuiker en water gemengd als een vergif ivoor de vliegen, word ter nedergefteld; men heeft weele voorbeelden dat dit onvoorzichtig blootftellen ivan een zoet fmaakend vergif aan verfcheide kinderen ;zoo niet doodelyk, ten minfte hoogst nadeelig gerweest is, 'er zyn andere middelen ter vernieling der wliegen, die veiliger zyn: men waarfchuwe hen op Ihet ernftigst voor de fchaadelyke Champignons, zy ;zien fomwylen hunne ouders of bekenden deeze padtdefloelen opzoeken, en aan den ftedeling verkoopen, inieuwsgierigheid dryft hen aan om meede 'de fmaak [deezer lekkerny te beproeven, maar ongelukkiglyk ide fchaadelyke van de eetbaare niet behoorlyk kunnenN 2 de Van de :orge toorjon3E kinderen. Men moet Je Ytnderen by tyds •voorde gemeenftevergiften vjetarfebu■wen.  ic6 Geneeskundig e zorV* de or>derfcheiden, haaien zy zich de grootfte onge- vooRjoN- makken ja den dood zelf op den hals. ge kinde- REN- 5. XXVII. Nodige voorzorgen by /rappen booyzoldtrt enz. Van honden en batten, •welke men tot vertnaek der bin deren houdt. In de huizen, waarin kleene kinders zyn , moeten de trappen van boven en beneden met deuren of hekken behoorlyk afgtflooten worden, ter voorkoming van zodanige ongelukken, waarby de kinderen zoo niet hun leven , ten minfte hunne gezonde leedemaaten kunnen verliezen ; even dit moet ook ten platten lande in acht genomen worden met opzichte tot de hooyzolders, welke ook ter voorkoming van ongelukken met valluiken moeten voorzien zyn: de vengfters der tweede en hoogere verdiepingen moeten , zoo zy niet meer dan 2 of a\ voeten boven de vloer der vertrekken verheven zyn, met yzere hekjens verzorgd worden: de haarfiecden en kagchels moeten om deeze zelfde reeden, vooral in de kinderr kamers, met een hek omringd zyn-. %. XXVII I; Ik hebbe hier voor reeds aangeme;kt , dat katten door de warmte uitgelokt zich wel eens in de wieg op de jonge kinderen neederleggen, en dus dezelve verfmooren : het gezelfchap der honden- is meede voos de kinderen niet zonder gevaar, hoe zachtzinnig engemeenzaam ook deeze dieren zyn jegens kinderen , waaraan zy gewoon zyn , zoo zyn 'er echter verfcheide voorbeelden, dat zy eensklaps kwaadaartig wordende de niets kwaads vermoedende kleinen deerlyk g(bieten hebben; en hoe veel erger gevolgen heeft men niet te duchten, wanneer zoo een huishond dol  Staatsregeling. 197 dol word! de kinders zyn niet in ftaat de teeken van deeze gevaarlyke ziekte te onderfcheiden, en dus op hunne hoede te zyn, en de ouders geeven veeltyds daar op geen acht, dan wanneer het te laat is; hoe veele voorbeelden zyn 'er niet, die de rampzalige gevolgen van eene al te groote gemeenzaamheid met honden aantoonen; het is derhalven raadzaam , dat ook uit deezen hoofde het houden van zoo eene meenigte van honden wierd tegen gegaan, en hen, die dezelve nodig hebben gelast, om die op eene veilige plaats vast gebonden of ten minfte van eene al te gemeenzaamen omgang met de kinderen afgezonderd, te houden. XXIX. Zonder my met de befchouwing der mazelen of kinderpokken ter deezer plaatfe in te laaten , als waar van ik in het vervolg fpreeken zal, zoo is het hier de plaats, om van een byna algemeen vooroordeel met opzicht tot de ziekten der kinderen in het algemeen gewag te maaken, een vooroordeel, het welk veelligt oorzaak is van het om hals komen van een derde gedeelte der zoo jonge ftervende kinderen; ik meene die valfche Helling dat men de ziektens der kinderen , niet volgens de regels eener verftandige Geneeskunde behandelen kan; uit deezen hoofde hebben bakers en vroedwyven op de meeste plaatfen het behandelen deezer ziektens op zich genomen; deelsom dat zeer veele Geneeskundige uit eene onverfchoonlyke nalaatigheid zich op de kenteekenen en geneeswyze deezer ziekten niet hebben toegelegd, en dus deeze pvactyk, ook uit hoofde van veele daar meede verzeld gaande moeilykheden, gewillig aan die oude doctoresfen hebben afgeftaan, deels, om dat in de daad eene geduuJN 3 ii- Vandi ZORGE VOOR JON. GE KINDEREN. Veron- aehtzaaming van de ziekten der kinderen.  i9§ Geneeskundige Van de eorge voor jon ge kinde ken. rige verkeering met kleine kinderen deeze vrouwen in ■ ftaat gefield heeft, om uit byzondere teekenen en beweegingen der kinde.en meer te kunnen op maaken, dan voor het oog van den aan duidlyker merkteekenen gewoonen Arts blykbaar is. Deeze zwaarigheden moesten de Geneesheer niet afgefchrikt hebben, nimmer moest hy dit nuttig gedeelte der practyk aan bygeloovige oude wyven hebben afgedaan; hier van daan is het, dat de meeste ziekten der kleine kinderen voor betoveringen en boven natuurlyke ongemakken worden aangezien, en dus door geene natuurlyke hulpmiddelen, maar door zegeningen, onttooveringen en andere bygeloovige middelen worden tegengegaan: jammer is het, dat de meeste Geestlyken, in plaats van dit de Godsdienst onteerend bygeloof tegen te gaan, het zelve meer en meer voet geeven, zeer veele kinderen komen om het leeven, die, waare men overtuigd geweest, dat hunne ziekte uit eene natuurlyke oorzaak ontftaan was, zeer wel hadden kunnen behouden worden , even zoo een bygeloovig vooroordeel heeft omtrent de vee-ziekten by den landman plaats. De Overheid moet naauwkeurig acht geeven, dat de Artfen deeze , offchoon veeltyds zeer lastige, practyk niet van den hals fchuiven en in tegendeel die geneeskundige, welke zich met allen yver op dit zoo uitgebreid en nuttig gedeelte der Geneeskunde toeleggen , aan moedigen en beloonen; men moest de Ouders beveelen, of ten minfte hen door de geestlyke op het allernadruklykst doen aanmaanen , dat zy uit hoofde van een fchaadelyk vooroordeel het behoud hunner kinderen niet moeten verwaarloozen , en by voorkomende ziektens hunnen toeviugt tot geene kwak-  Staatsregeling. i99 i kwakzalvers , oude wyven of bezweerders neeimen moeten, maar tot zodanige kundige mannen,die \ iin ftaat zyn over de oorzaaken deezer ongelukken te J !kunnen oordeelen , en die door eene verftandige geineesvvyze te keer te gaan. 5. XXX. Ik wil echter hier dior deeze vroutvlyke Artfen ; niét in eens geheel en al uit het bewind ftooten, en ] hen de magt beneemen , om in onverwachte geval'. len de kinderen hulp te bieden, maar ik wilde, dat de in zwang zynde geneesmiddelen voor kinderen naauwkeurig onderzocht wierd. n, daar doch onder den naam van onfchuldige hulpmiddelen dikwerf de allerfchaadelykfte mengfels worden toegediend : zoo herinnere ik my dat onlangs een allerfterkst loodmiddel als eene remedie tegen het fcorbut by'jonge kinderen in de openbaare nieuwspapieren wierd aangeprezen , geen middel veroorzaakt by den landman en gemeenen burger meer nadeel, dan de zogenaamde kindz; - mithridaat, de Theriaak de Requies Nico/ai en meer foortgelyke mengfels, welke wel, uithoofde van de daar in vervatte opium, het fchreyën dei kinderen doen bedaaren, en de leuye moeder of minne geruste nachten verfchaffen, maar den toeftand van het ellendig wichtje erger maaken , daar zy door eene gedwonge flaap van eenige uuren, het zenuwgeftel in wanorde brengen , bet gevoel verdooven, de ontlasting verhinderen, de fcherpe prikkelende ftoffé in de ingewanden opft tppen, en het bloed in eene gisting brengen, welke het herfengeftel der maate aangrypt, dat de kinderen in eenen dóodlyken Öiap vervallen, N 4 sa» Van sc :orge 'oorjonIEK1NBS- Men moet die middelen, welke by bet gemeen tegen de zit kt en der kinderen in gebruik zyn , doen onderzot ken.  20O Geneeskundige Van db zorge voor jonge kinderen. r f>) van Swieten Comm. Tom. IV. §. 1352, (*) De Aanmerkingen door onzen geleerden Schryver in dit Hoofddeel meedegedeeld, en Arekkende , om het hulpT loos wichtje door de nodige voorzorgen te beveiligen voor de gevolgen eener nadeelige of onachtzaame opvoeding, welke deszelfs broosch beftaan eenen fpoed'gen ondergang of hun gezond lighaamsgeftel een allerwezenlykst nadeel kunnen veroorzaaken, deeze aanmerkingen zyn voor het meerder deel qp de behandeling van onze Nederlandfche jeugd toepaslyk ; het zy my echter geoprlofd eenige aanteekenin.gen wegens het voornaame in die hoofddeel vervat in die orde zoo alsde zaaken in het zelve gerangfehikt zyn, te laaten volgen. Na eene langwylige en moeilyke geboorte kooruen dikwerf de teed?re wichten of ten eenenmaale krachteloos en flaauw, of met opgezwollen en docr eene aanhoudende persfing opgevulde bloedvaaten ter waereld j de middelen in beide deeze gevallen door de Heer Frank aangeraiden za! elk ervaaren Genees-en Vroedkundige ten vollen goedkeurenyooral hst voorzichtig inblaazen der lucht,door, na des kinds gsoni behoorlyk. van flyrn gesuiyerd te hebben, de mond op aan eene beroerte fterven, of zoo zy het leven 'er afbrengen voor altoos dom en verftandelbos blyven. Ca ) Het verkoopen der fhapmiddelen moet derhalven even als van de weezenlyke vergiften aan de Drogisten en Apothekars op het ernftigst verboden worden; men moest in de Almanakken den gemeenen man en de landlieden van de nadeelige gevolgen deezer geneesmiddelen op eene duidlyke wyze onderrichten , en , daar de Regeering onmoogelyk het onverfchillig kan aanzien , dat de kinderen door hunne naastbeftaanden vergiftigd worden, moet men eene belooning toezeggen aan hem, die aantoonen kan, dat zodaanige fehadelyke middelen zonder voorfchrift van een Geneesheer aan kinderen zyn toegediend (*),  Staatsregelin g. 201' d-ss kinds mond te leggen en dus beurtelings zachtjens in deszelvs longen te ademen; aan dit voortreflyk middel betuigde de Geleerde van Dok veren in zyne Academifche lesten de redding van een groot aantal voor dood gehouden kinderen verfchuldigd te zyn; het fchuyeren met een borstel onder de voetzooien herftelc meenigmaal fc'.iynDaar doodgeboornen kinderen. Het middel in het tweede geval aangeraaden , om de opgezette vaaten door middel van den navelftreng van een gedeelte bloeds te ontlasten , kan zeer nuttig , ja ter behoudenis van het kind volftrekt noodzaakelyk zyn, men zorge dus dat de Vroedvrouwen by hun onderwys en examen van beide deeze hulpmiddelen behoorlyk onderricht worden , en van deeze haare kunde in zoo een gewigcig ftuk duideiyke blyken geeven. Wy kunnen onze Landgenooten grootendee!s vry fpreeken van dat vooroordeel, hetwelk onzen Schryver, zoo in het algemeen zyne meedeburgeren te laste legt , dat een kind, zal het leeren Ipreeken , te vooren van den tongriem gefneeden moet worden , deeze Operatie word by ons niet dan zeldfaam verricht en is dan geenfints het werk der Vroedvrouw, maar van den hier toe gerechtigden Heelmeester , wiens pligt hei is wegens de al of niet noodzakelykheid van deeze , door deszelfs gevolgen wel eens gevaarlyke, konstbewerking te oordeelen , ter welkers verrichting men in de Nederduitfche Vertaaling der Handleiding tot de Chirurgie deorP l atNkR een uitmuntend werktuig vind afgeheeld en befchreyen, het welk echter door den Franfchen Heelmeester P fr» tit eenige verbetering ondergaan heeft. Verbaazend en voor den menfehenvriend hoogst bedroevend is de lyst, die de Heer Frank ons opgeeft van die ongelukkige flachts/fers der achteloosheid , welke in Z zonder zich te bekommeren, of men uit zoo eene bandekvyze niet de gevaarlykfte fleepende kwaaien te wachten heefc; en dikwerf is het nog gelukkig, zoo men die ongelukkige alleenlyk aan de natuur overlaat, neen, men tracht deeze, die nog dikwerf goedgunftig het zieke kind door eene weldaadige poging redden zoude, naar zyne grilligheid te dwingen en door eene nadeelige leevenswyze of fchaadelyke geneesmiddelen te dwarsboomerr-. De misbruiken door onzen Schryver in dit Hoofddeel vermeld zyn veelal van dien aart, dat het niet wel moogelyk is , uit hoofde van onze volksgefleldheid en regeerir.gswyze, dezelve door wetten en hier by bepaalde ftraffen tegen te gaan , dank zy echter de menschlievende Ordonnantie van Leidena Burgervaderen van iö july 1781. waar by geftatueerd word, dat niemand, het zy Apothekar, Drogist, Kruidenverkooper, of wie hy ook zy, zal vermoogen eenige flaapmiddelen te verkoopen , dan alleen op voorfchrifc van een Doftorin de Medïcynen, de eerfte keer op boete van 50 guldens, de tweede keer van hunne winkels gefiooten en zich van de markt geweerd te zien, als waar door het toedienen van fchaadelyke geneesmiddelen in die S ad zoo veel moogelyk beperkt word; ter afweering der overige misbruiken zoude men zich moeten vergenoegen, om in zodanige gefchrifcen,welke eV.i een , ook den gemeenen man , in handen koomen , op eene verllaanbaare en overtuigende wyze de nadeelen daar van aan te toonen: een beknopt en vooreenen geringen prys verkrygbaar werkje , door eene kundige pen gefchreven, waar in onder anderen ook het nodig onderricht in dit gedeelte der opvoeding vervat fras, kon van het grootfte nut zyn> Van db zorge VOORJOf*gekindeREN.  Van de zorge voorjonge kinde' «.en. VERT A ALER. TWEE- 0.06 Geneeskundige zyn; zoo een werkje zoude den waaren menfchenvriend , den beminnaar van zyn Vaderland , welke uit hoofde van zyn ambt of kundigheid by zyne meedeburgeren eenen overtuigenden invloed heeft, tot eene handleiding kunnen dienen, om hen by alle voegzaame gelegenheden weegens dit gewigtig gedeelte van hunnen pligt a's mensch , als Burger , ais echtgenoot als Vader of Moeder te onderrichten.  TWEEDE HOOFDDEEL. Van de pligt der moeders, om zelf haare kinderen te zoogen, en den invloed uier van op het welzyn van den s t a a t. Debent au tem, meo quidem confilio, partus ipfce nutrire genitrices hisque pnebcre ubera: majori enim Studio & cura nutriënt. Pl utarchus de Inftituendis liberts. §. f. D e voeding der pasgeboornen is eene zaak, welke voor de Maatfchappy niet onverfchillig zyn kan, daar dezelve op het leeven der kinderen eenen allerblykbaarften invloed heeft; het derde gedeelte onzer meedemenfchen komt door hier in begaane misdagen om het leeven; geen verffaradig menfchen Vriend zal derhalven vraagen , of zy , wien het befhmr eener Maatfchappy is toevertrouwd, zich wel zoo verre mogen verneederen, dat zy zich met zodanig eene zaak zouden inlaatcn. §. II. Het natuurlykst voedzel voor den pasgebooren mensch is de moeder-melk: ik geloove met, dat onze voorvaders immer hebben kunnen voorzien , dat het bederf der zeeden by hunne naneeven zoo verre zoude gaan, dat men te eeniger tyde onder- ftaan Groot tpanbelang van deeze zaak. Het natuurlykstvotdzel der kinderen is de melk dit moedert.  Van de moederxykeïügt , het zoogen der kinderen. -Offeboon hen dezelve meenigmaalonttrokken word. Oor- ftrong deezer gewoonte 208 Geneeskundigs ftaan zoude die overvloedige bron , welke terftond na de verlosfing, zoo wel ter beveiliging der moeder in dit gcvaarlyk tydftip, als ter voeding van het pas gebooren wichtje , ontfpringt , op te droogen, in weerwil van alle die rampzalige gevolgen, welke men uit zoo een onnatuurlyk gedrag dagelyks ziet voortfpruiten; naaulyks vind de moeder zich van het kind, -tegen haaren wil in de baarmoeder ontfangen, ontflaagen, of zy ontrekt zich, onaangezien het gevaar, waaraan zy zich blootfteld, in weerwil van de Itemme der natuur, die haare rechten tracht te doen gelden , aan het zwakke wichtje, en geeft het in plaats van zyn natuurlyk voedzel, haar moeder-melk, de melk van een dier of op zyn best die van eene gehuurde minne, een vrouwsperfoon, het welk, gelyk Roussf.au zegt , nimmer een moederlyk hart hebben kan, daar zy voor een ftuk gclds haar eigen kind de borst onttrekt,om die aan eenen vreemden zuigling aan te bieden. Geen dier, hoe wreedaartig ook beroofd haare jongpn van dit aangebooren voedfel. 5. I liBa oorfprong van dit zoo ftrafwaardig gebruik is waarfchynlyk zeer oud en onfchüldig; men moest voor een kind, het welk by of kort na de geboorte zyne moeder verboren had, of, wanneer zy niet in ftaat was haar kind te zoogen, eenig ander voedzel zoeken: men zag fomwyien dat het uitneemend wel flaaadc , wanneer eene meedelydende gebuurin het lorftig wichtje haare borst aanbood, en het dus met ïireemde melk opkweekte, en dit was veelligt zeer lang het eenig geval, waar m men zich van dit middel  Staatsie selino. 209 del bediende; van tyd tot tyd, de weelde meer er meer de overhand neemende, kreegen eenige, waarfchynlyk leuije, moeders den inval, om zich tot haa gemak van dit tot nog toe onfchüldig middel te bedienen, en, gelyk de rykere en aanzienlyke gewoor zyn veele van hunne pligten door de armere te laaten vervullen , fchooven zy ook deezen last van haare halzen. Geduurende langen tyd in de vroegere eeuwen ontrokken de vrouwen van den hoogden rang zelf ziel niet aan deezen moederlyken pligt, en het is bekend, dat het woord nutrix, het welk thans door voedftervzttaald word, by de oudfte Schryvers niet anders beteekende, dan eene verzorgder der kinderen, waai toe veel tyds oude vrouwen, die tot het zoogen niet in (laat waaren , genomen wierden («); dit blykt ook hier uit, dat dc voornaame Romeinen hunne kinderen aan manlyke flaaven toevertrouwden, die zy den naam van Nutritons gaaven (bj, gelyk ook de Grieken on- (a) Das zegt by Ovidius de reeds zeer jong onteerde Canaci tot haare zeer bedaagde' Oppaster Nee noram , quid amans esfet, at illvd erant Primaque malum nutrix animo prcefenfit anili Prima mibi nutrix, Aeoli '■ dixit, amas. en verder Fontihus infantem ramisque albentis »tivtt, Et levibus vitiis fedula calet anus. Epist. Heroie, Ep. XI. (i) iABll. PiGNORlUS de Servis Cf earum apud Veteree Minifltriis Comment. p, lS6y. II. Deel. O Van »« molderlyke. pugt het zoogen der, kinderen. £v was [ by de oude veel zeldzaamer.j  Van di MOKDER- xyke VLÏGT , HET ZOOGEN DtR KIN BEREN, Zy was. eihter niet geheel onbekend. f ( a) Dé moeder van HeScr trachtte zich van het vermogen , het welk zy uit deezen hoofde op het gemoed haares zoons jneende te hebben, te bedienen, om hem van den tweeftryd, Biet Achilles af te houden. Mater rurfus ex alia parte lugebat lacrymans. t Sinum denudans, altera manu mammillam exbibuit Ex ipjum lacrymans verbis velocibus allocuta est: Heitor', Fili mi.' bee reverere & me mlferere Ipjam , ft unquam tibi vagitus fedatricem mammam pnebuh Hcec reminiscere cbare fili ..,„..,. . Homerus Itiad. l, XXII. lb) Disfert. fur l'education. (O Plutarchus in vita lycufgi p. 66. Sf AUtbiadisp. zfó. 210 Geneeskundige onder den naam van Tedinitur Trophos de zodanige voor hunne kinderen plagten te houden : de gehuurde zoogfters waaren dus by de ouden niet zoo zeer in zwang, als de dikwerf voorkomende naam van »«trjx wel fchynt te kennen te geevenO); Balle xerd maakt gewag van een geval uit D e mosthe nes, het welk der oudheid eere doet; eene vrouw wierd voor den rechtbank, als van eene misdaad , befchuldigd, dat zy haare borst aan een vreemd kind verhuurd had, en het was alleen het nadruklyk voorftel van haare nooddruftigheid, het welk haar van een gefirenge ftraffe wegens een zoo veracht!yk misdryf bevrydde(Z-). §. V. Men' vind echter by de oudfte Grieken reeds deeze fchandelyke gewoonte ingevoerd; eenige huurden voor hunne kinderen Spartaanfche minnen (dus , wierd Amicla van daar geroepen om AUibiades te zoogen (e), om dat zy zeer wel met de kinderen wis-  Staatsregeling. air wisten om te gaan, en dezelve eene goede en tegens alle ongemakken gehardde lighaams gefteldheid en onverfchrokken geiiartheid wisten te geeven; dat had meede fomwylen by de Romeinen plaats; Aulus Gellius gewaagt van eene treflyke redenvoering, waar by ten zynen tyde Favorinus eene voornaame eerstbaarcnde vrouw trachtte over te haaien , om haar kind zelf te zóogen; uit deeze redenvoering blykt, het geen hier meede te pasfe komt, dat de Romeinen de gewoonte hadden, om by voornaame kinderen meer dan ééne zooglter tevtns te houden; en daar en boven , dat het by hen meede aan neuswyze en bemoeizieke oude wyven niet faalde, welke haar best deeden om de kraamvrouw haar van ouds hergebragte dwaasheden in te boezemen ,, de moeder der „ kraamvrouw, zegt A. Gel lius, voerde den „ Wysgeer te gemoet, dat men haare zwakke doch„ ter verfchoonen, en zoogfters voor het kind aan„ neemen moest, om de reeds uitgeftaane finerten „ der verlosfing door de moeilykheid van het zelf ,, zoogen niet te doen afwisfeleu («): " de geneesheer Actii'S zeide reeds datl het beter was, warneer ryke Ouders tevens meer dan ééne zoogfter hielden (Z>) : Plato befchreef de eigenfchappen van eene goede minne, en wilde dat men voor een fterk kind meer dan ééne zoogfter moest aanneemcn (c). §• VI. <\a) Noties Atticee Lib, XII. e. l p. 234* (b) Lib. IV. c. 5. C*5 De legibus, i. VIL O 2 Van dï MOEDERLV KE PLIGT, HET ZOOGEN DER KINDERLNi De Romeinenbielden Jomveylen meer dan eene zoogfier tevens*  212, Geneeskundige Van db KlOEDERLYKï PLIGT , ï?l'.T ZOGGEN DER KINDEREN. Oorzaaken , welke betzelf zoogen van tyd f8f tyd ia onbruik jragten. ( a ) P L u T A R c H U s in Catonem, (&) Ha tarnen o" partus fuieunt diserimina & omms Nusricft. tolerant, fort una urgente, luberts. Satyr. Lib. Il Sat. VI. i. VI. Toen daar na de weelde, de wellust en de voor-; oordeelen de overhand nameu, ontzag; men zich niet ook deezen band der naoederlyke liefde van een te. ryten: de Romeinfche dames waaren in deeze, zoo wel als andere buitenfpoorigheden, groote heldinnen» en wel dra overtroffen zy de vreemde, die hen het voorbeeld gegeeven hadden; Plutarciius merkt als iets ongewoons van Rome aan, dat de gemalin van den ouden Cato haare eigen kinderen zoogw de O); ten tyde van juvenalis was het zoogen der kinderen alleenlyk de beezigheid van geringe moeders, welke niet vermogend waaren de voornaamer vrouwen na te aapen (£)• Bydejooden verfchooude. meede 'rykdom en aanzien de moeders van deezen haaren voornaamften pligt; niemand dan een gemeen Israëliet kon zyn wyf noodzaaken haar kind zelf te zoogen, „ dit is' „ den arbeid, die een wyf voor haaren man verrich„ ten moet; het meel maaien, bakken, wasfehen, „ kooken, haar kind zoogen, het bedde maaken en „ in wollc arbeiden; heeft zy eene dienstmaagd met „ zich gebragt, of zo veel, dat men zoo eene daar voor koopen kan, zoo behoeft zy niet meer te „ maaien, bakken, wasfehen; heeft zy twee dienst„ maagden, zoo mag hy haar niet vergen te kooken « of  Staatsregeling. 213 ,„ of haar kind te zoogen; zoo zy 'er vier heefc kan ^ zy op den zetel zitten blyven, en behoeft niets 1 te verrichten, zeif niets te haaien0>" 1 Zoo zeer waaren toen ter tyde de zeeden der < :Duitfche vrouwen nog niet bedorven, de grootfte 1 i hoop der zoogende moeders beftond toen niet, gelyk thans, uit onteerde vrouwlieden en geldzuchtige zoogfters, fervum pecus, „daar, zegt Tacitus, , „ zoogt elke moeder haare vrpgt uit haare eige bor„ ften en de kinderen worden aldaar voor geen be,„ dongen loon aan dienstmaagden en zoogfters overge, „ geeven ( b ):" deeze plaats zoude Tacitus even gelyk veele anderen in onze dagen moeten doorftryken , onze Duitfche vrouwen hebben te veel liefde voor de mannen, dan dat zy de fchoonheid van haaren boezem aan de vervulling der moederfyke pligten zouden opofferen. $. VII. Nu ftaat my te onderzoeken, in hoe verre de Overheid deeze zoo nadeelige zceden der vrouwen onver fchillig kan aanzien, en of het haar pligt niet is de beledigde rechten van den onnozelen zuigling, wiens befchermfter zy is, door wyze wetten te befchuttefi. Gewisfelyk, dewyl voor eerst de Vrouwen , die haare kinderen zelf niet zoogen, uit hoofde van dit pligt* ver- fa) Talmud. Ü. Etafotb V. Cap. Misebnab i.' (fO Dsf'tu, moribus &'populis Germania c, XX, O 3 Van ss IQEDiRntELIGT , [£T ZOO* EN DER, .INDKt LSNk Hot grolt den invloed van dit misdryf'op bet algemeenewelzyn ift  Van di moederi.ykepligt, het zoogen der kindeken, . De moeders , welke zelf haare kinderen niet zoogen , fielten zich aan veel gevaarenkloot. (a) Esfais fur les probabilite's da itt durêe de la zie bumaine p. 56. (*) /. e. p. 34' 214 Geneeskundige : verzuim aan zeer veele gevaaren onderworpen zyn, welke zeer dikwerf de dood ten gevolge hebben. Ten tweede dewyl de kinderen , by gebrek van een door den alwyzen Schepper voor hen beftcmd voedfel , in veel groater aantal der Maatfchappy ontrukt worden. Hy, die van deeze waarheden overtuigd is, zal gewisfelyk toeftaan, dat het allernoodzakelykst is zulke wetten te beraamen , welke de pasgeboornen in de. hen aaugeboorne rechten handhaaven , en de haaren pligt vergeetende moeder tot reeden kunnen brengen, fioedanige Deiiar.cieu/x(/i) en Ballex* erd(Z') aangemerkt hebben, dat in Frankryk zyn vastgefleld. 5. VIII. Myn oogmerk is niet hier eene door anderen reeds ten vollen beweezen zaak wederom op te haaien: ik beroepe my op de grootfte Geneeskundige in alle eeuwen ,xlie eenpaarig getuigen, dat eene moeder, welke haar kind niet zoogt aan veel meer en oneindig grooter, ja den dood zelf dreigende gevaaren zich blootftelt, dan eene moeder die deezen pligt vervult: daar ik echter niet zoo zeer voor Geneeskundigen fchryvc, wien de hier over handelende gefchriftcn bekend zyn, maar ik voornaameljk m het oog hebbe de hoofden der Maatfchappy van de waarheid myner aanmerkingen te overtuigen, zoo zal ik hier die hoofdzaaken, wel-  % I Staatsregeling. 21 g 1 Welke het meest hunne opmerkzaamheid verdienen, te I berde brengen, om daar uit myne gevolgtrekkingen l 1 Iten nutte der Geneeskundige Staatsregeling af te lei- * (den. < De toevallen, welke het voor eene moeder gevaar- j :iyk maaken haar kind zelf niet te zoogen, zyn of . plaastlyk in de borsten of in de baarmoeder, en de ! • voor het vrouwlyk geflacht zoo allergewigtigfte afi i fcheidingen, die in dezelve plaats hebben. 1 Terftond na de verlosfing, wanneer de kraamvrouw , van den uitgeftaanen arbeid uitrust, en de baarmoe. der zich van de gevolgen der hevige beweegingen 1 eenigermaate herfteld heeft, dan wend zich den toevloed der dierlyke vochten tot de twee grootfte klieren in het menschlyk lighaam, tot de borsten, door een niet gemaklyk te verklaaren oorzaak zetten zich 1 derzelver vaaten uit naar maate die der baarmoeder zich faamentrekken , en deen, met eene fmertelyke fpanning in de borsten, en huivering over het gehee: le lighaam, de melk voerende buizen van dit voedend ' vocht opzwellen; zoo dra dit door het zuigen van het ' kind afgeleid word, houd weldra alle fmert en fpan* ; ning geheel op, ik hebbe by eene groote meenigte 1 kraamvrouwen waargenomen, dat telkens, wanneer > het kind aan de borst gelegd wierd , en aanving te zui1 gen, de kraamzuivering fterker voortging , zelf fchoon die reeds geheel of gedeeltelyk opgehouden 1 had, dit hebben meer dan honderd moeders my verzekerd Daar (a)LANGOüTH Diff. de officia matris froUm laSandt Wit', ttmb. 1732. §■ Xrll O A. ITands BEDEK.-» t'KE LIGT, ET ZOO* !EN DER, :iNDK«<, .EN. Het zoo* gen keert hetgevaet in de eerfle dagen na de ver* losftngs  Vands MOPJDSR. lyke PL'OT , «kt zoogen BER kinderen. Met ver- Jicrkt der Vrouwen ligbaamsgejlel. : ] c i Kwaade gevolgen Omtrent t betnalaa- r ten van deeze c fttgt. - \ \ C ( (a') Morton opera med. e VI- p. 24. Ballejserd /. e. p. 44. ( b ) Parallele de tbmme & des' animaux p. 29. sitf Geneeskundige" Daar en tegen blyven de vrouwen doorgaans geduurende het zoogen van de maandstonden bevryd, de baarmoeder heeft gelegenheid om tot voorige krachten te komen, en zich tot eene volgende zwangerheid voor te bereiden, de maandlykfche zuivering word na het zoogen beter en meer geregeld, dit is de reeden, waarom zieklyke vrouwen geduurende en na het zoogen eene betere gezondheid genieten; gelyk Morton aanmerkt van de Engelfche vrouwen, fat zy, die wegens een teeder borstgeftel op het punt waaren om de teering te krygen, door het zoogen aaarer kinderen uit dit gevaar gered zyn O) ; men bemerkt, zegt Robin et, dat de vrouwen geduu•ende den tyd dat zy zoogen, 'er veel fchooner uit:ien, vroJyker zyn, meerder eetlust hebben en over iet geheel fterker zyn , dan wanneer zy dit niet ben, het is eene zeer gewigtige waarneeming, dat nen geduurende het zoogca zoo wel als geduurende de wangerheid zeer weinig vrouwen ziet fterven (£). Geheel anders is het, wanneer eene moeder zich urft vermeetel! , de wetten der natuur te dwarsbooïen, en eene zoo overvloedige affcheiding te willen pdroogen, zy, die met eene genoegzaame voorraad an dit voedend fap door de natuur beweldaadiad zyn ; rorden by zoo een gedrag welhaast eene ftilftand der ochten in deeze deelen, eene fteekende pyn, drukken e zwaarte, verharding, en onverdraaglyke fpanning ntwaar, het dunfte gedeelte der melk woid met geweld  Staatsreoelin g. 217 ! weid door de van fmert gloeijende tepels uitgeperst, dit veroorzaakt wel een fchynbaare verligting, maar, daar echter het dikfte, kaasachtige gedeelte in de melkhuizen verdopt blyft, zoo dat men volgens de de berichten van HAt,lek. nog langen tyd ns de verlosfing het zelve in de geopende borsten gevonden heeft («), en het zelf, volgens de waarneeming van Boerhaave, eene heoruachtige hardheid aan kan neemen, zoo ontftaan hier uit gezwellen en verhardingen die, hoe gering zy ook fchynen , met 'er tyd en door de minfte aanleidcnde oorzaak in kan» ker gezwellen kunnen ontaarten ; dit heeft Zimmerman na verloop van 20 of 30 jaaren zien gebeuren eene vreeslyke kwaal, welke men by zoogende moeders zeldzaam aantreft; indien na zoo eene verftopping de ontfteeking , gelyk doorgaans gefchied, de overhand neemt, kan de daarop volgende verettering in deeze deelen in weinige dagen zoo eene verwoesting aanrichten, als men geduurende dengantfchen zoog - tyd niet te wachten had: daar dezelve van klier tot klier voortloopende niet ophoud , voor het geheele kiïergeftel der borsten vernietigd, en derzelver fchpoaheid weggenomen isf>) doorgaans gaat in diergelyke gevallen het geheel inwendig geftel der borst, het welk ter affcheiding van het zog gefchikt is, verboren; en by elke zwangerheid en verlosfing heeft men aan deeze borst nieuwe zwarigheden te duchten. Maar O) Elem Phyf- T. VII. Lib. XXVIII. Sed. I. %. XIII. (b ) Van de ondervinding in de Geneesk. 3 O, H»ofd. X. (f) P U ZO S dn Uit repandu. o s Tan b* moeder— lyke pligt, hit zoögen der kinderen. Op de borsten. Zelf op de fchoonbeid derzelver% j  ai? Geneeskundige Van db moïderlykbPLIGT, het ZOOGEN oer kinderen. Op de baarmoeder. ' Het veroorzaaktden zoo algemeenen witten vloed. Maar gefield zynde men bragt het zoo verre, dat men door allerley afleideude middelen den toevloed der vochten van de borsten afweerde, zoo zal het natuurlyk gevolg hier van zyn, dat de baarmoeder met die vochten, welke in de borsten tegenftand ontmoeten , opgevuld word , en zich dus van de geduurende de zwangerheid geleeden uitzetting niet kan herftellen, hier uit moet eene zeer langduurige en overvloedige kraamzuivering ontftaan (^), welke daar dezelve by zoogende vrouwen zelden langer dan veertien dagen duurt, by niet zoogende tot den veertigften dag en dikwerf nog langer aanhoud de vaaten der baarmoeder bevinden zich echter niet altoos in die gefteldheid, dat zy zoo eenen hevigen toevloed kunnen wederftaan, hier uit kunnen derhalven , meede uit hoofde der grooter gevoeligheid deezer deelen in dit tydgewricht, de gevaarlykfte verftoppingen , ontfteekingen, verzweeringen en verhardingen ja kankergezwellen in de baarmoeder veroorzaakt worden. De witte vloed is by de meeste deezer pligtverzuimende moeders een gevolg der grooter toevloed der van de borsten te rug gedreeven vochten naar de baarmoeder ; wel drie vierde deelen der niet zoogende vrouwen zyn aan dit walchelyk ongemak onderhevig, het welk by de zoogende zoo zeldzaam is, dat men weinig zoogfters vinden zal, welke hier meede in eenen aaumerkelyken graad geplaagd zyn. De (o)JaGER Disf. de metastaft laSea Tuhing. 1779, p, 14, O) h aller /. c. lib. XXVUI. Sed. 1. 5. 2J.  Staatsregeling. 21^ De pas verloste kraamvrouw bevind zich, daar alles by haar geduurende dit gewigtig tydperk in de hevigfte beweegingen gezet was, in een toeftand, welke tot de zwaarfte en gevaarlykfte ongemakken en ziekten aanleiding kan geeven , zoo de weldaadige natuur hier voor niet recht moederlyk gezorgd had; de bloedftorting voorkomt eene gedreigde ontfteeking, en geduurende eene verkwikkende rust wend de natuur de toevloeijende vochten van de eedelite deelen tot die, welke van minder aanbelang zyn, dat geen, het welk dus de moeder tot beveiliging diend, ftrekt tevens tot onontbeerlyk voedzel van het pasgeboorne wichtje. Deeze zoo weldaadige pooging der natuur tracht de niet zoogende moeder te wederltreeven, door den zoo nuttige melkvloed van haare borsten af te wenden , nog echter laat de langmoedige, goedcrtierne natuur zich niet af wyzen, zy waarfchuwd door eene fmertelyke zwelling en fpanning der beide de borsten voor de verdere allernadeeligfte gevolgen ; eindelyk ontflaat, door het gereedlyk te rug vloeijen der melkvochten uit de borsten in het omloopend bloed, eene volfappigheid, en door de prikkeling, welke de melk als eenigermaate een raauw vocht veroorzaakt, eene koorts, welke de fchadelykfte gevolgen hebben kan. Der natuur arbeid echter veeltyds nog met al haar magt, om deeze prikkelende ftoffe uit het bloed te dryven, daar dezelve, door zich in fommige edele deelen te verplaatfen , de allergevaarlykfte toevallen kan te weeg brengen, dus voorzegt II1 p p oc r. a t e s uit deeze oorzaak eene krankzinnigheid Vands moederlykepligt , het zoo-! gen der kinderen. Toeflatut der pas verloste kraamvrouw. Pogingen der natuur. Door dé niet zoogendemoeder tegengegaan% Gevolgen bief van.  220 Geneeskundige Van de mcederx.yke ks.t zoogen dbr kindeken. /. Ar; hrrfengeAdInde andere deele». Groeier aantal e/ergeftorvene onder de niet zoogende•urouviin. heidf>); de waarheid van deeze voorzegging heb ik en andere Genees-en Vroed-kundige meermallen ondervonden; Levret zegt, dat, indien men by zodanige zogverplaatfingen verzuimd afleidende middelen , voor al het zuigen door volwasfen perfoonen in het Werk te Hellen, men een doodlyke beroerte te vreezen heeft ( b ). Geen deel des vrouwlyken lighaams is in dit geval voor eene zogverplaatfing \ beveiligd; de gefchiedbocken der Geneeskunde geeven, hier van oneindig veele voorbeelden. Lang hans verhaalt van eene kraamvrouw, die terwyl zy niet zoogde, alle maanden tot dat de ftonden wederom aanvingen , na voorafgaande hevige fmerten uit de toppen der vingers en teenen door de huid een theefchotekje vol zuivere melk loosde f». Van Swieten merkt aan, dat het in het bloed te rug gevoerde zog zich dikwerf door de pis of afgang eenen weg baand(rf): Leake getuigd dat een wit geerst uitflag wel eens het gevolg is van in het bloed te rug gedreeven zog(e). De meeste zogverplaatfingen zetten zich volgens Puzos in het celachtig faatnenweeffel van het buikvlies en in de holligheid des buiks daar deeze deelen voor en geduurende de verlosfing zeer veel geleeden hebben: uit alle deeze hier voor gemelde ongemakken , ( a) Apborismi lib. V. Jv". XL. ( b ) Art. des accoucb. %. S86. (O Von krankb. des Hf es p. 18. Geneeskundige sunnen navolgen? (« ) en wanneer wy dit niet vermoogen, zullen dan niet zeer veele kinderen , daar eene verandering van voedfel zelf voor volwasfenen zoo fehadelyke gevolgen hebben kan, deezen overgang met de dood bekoopen ; welke voorzorgen men in dit geval ook gebruike, dan zelf, wanneer men wegens de keuze eener minne met den Arts raadpleegt, dan nog kan even min-de borst eener gehuurde zoogfter de plaats der moedermelk vervullen, als-de oppasfing eener gehuurde dienstmaagd de teederhartige zorge eener regtfehaape moeder vergoeden kan. Men heeft derhalven in het algemeen waargenomen, dat het aantal der geflorven kinderen grooter is, naar maate 'er meerder aan de zorge van vreemde minnen worden overgegeeven; uit deezen hoofde mispryst Susmilch ten hoogden het gedrag dier Geneesheeren, welke zonder alvoorens alles beproeft te hebben , om de moeder tot het zoogen in ftaat te ftellen, reeds verfcheide, maanden voor de verlosfing eene minne befpreeken; en gewisfelyk befchaamt de noodlottige uitflag dikwerf den al te gedienffigen Geneesheer , die , in weerwil van zyn eigen geweeten , meer aan eene heerfchende mode en de ongeneigdheid der aanzienlyke vrouwen tot het zoogen , dan aan de wetten der natuur en het welzyn van .de moeder en haar omthuldig wicht het oor  Staatsregeling. 223 oor leent „ indien de Overheid, zegt een voornaam „ Staatkundige, eene opgaave liet doen van het „ overlyden dier kinderen, welke door hunne eige „ moeders, en van die, welke door gehuurde min„ nen gezoogd worden , zoo zoude men weldra „ het nadeel gewaar worden , het welk de bevol„ king door dit misbruik lyden moet, de eerstge„ melde ftaan tot de laatften als 3 tot 5. £a}v en deeze uitreekening ftrekt zich alleen uit tot de zoogtyd, maar hoe uitgebreid zyn niet de fchaadelyke gevolgen van deeze gewoonte op het lighaamsgeftel en de gezondheid der kinderen, zelf geduurende hunnen ganffchen leevenstyd: de eerfte melk der moeder heeft die hoedanigheid, dat de in de ingewanden der kinderen opgehoopte zwarte drek, even als door een buikzuiverend middel, hier door uitgedreeven word, verre derhalven van dezelve, gelyk men voormaals pleeg, als fchaadelyk te verwerpen , trachte men het jonggeboorne wicht zoo dra moogelyk aan de moederïyke borst te leggen: de roode couleur van de geheele oppervlakte des h'ghaams by jonggcboorne kinderen toont ten klaafften dat de vaaten der huid nog met bloed zyn opgevuld , deeze vaaten moeten binnen weinig dagen niet dan dunner vochten voeren (Z>); als dan bevinden [zich dezelve in een foort van roosachtig ontfteekmg, dit tydftip is voor veele kinderen doodlyk en na verloop van 5 of 6 dagen neemt de huid zyne natuurlyke verwe aan, in deeze omftandigheden is een vloeibaar warm voedfel, het welk eene oplosfende en (a)SOSMHCH (.(. («OHALLERr. VUL l. XXIX. Se3. IV. §. 41. p. 369, Van de MOEDER, LYKE PLIGT , HET ZOO-" GEN DER, KINDEREN, Voortreffelykieigen fcbappen der moeder melk.  Tan di moebeR- iyke PLIGT , HET ZOOgen der kindeREN. Uit getrek bier van flerven zeer veele kinder tn. Tegenwserpinger,tegen bet volbrengen ): de Franfche dames en zy der onze , welke deeze trachten na te volgen, moogen hen hier voor danken, de Maat-  Staatsregeling. 22$ Maatfchappy heeft hen voor deeze hunne fchaadelyke Hellingen zeer weinig verpligting .* Brouset beweerde, dat de koe-melk, waar meede in de noordelyke landen veele moeders hunne kinderen op kweeken, even goed is als het ffioederlyk zog, hy ftelt niet flechts, dat men door het gebruik der dierlyke melk de kwaade gevolgen der bedorven moedermelk zoude voorkomen , maar daar en boven de bevolking hier door merkelyk bevorderen, en uit deezen hoofde hoopt hy, dat het zoogen der kinderen Welhaast door wetten geheel zal afgefchaft worden; dus wil hy op valfche gronden , dewyl men weet, dat in die noordelyke landen, alwaar de kinderen meestendeels met koe-melk gevoed worden, de bevolking zeer gering is , den mensch, gelyk Vogel zegt(«), wyzer maaken dan zynen Schepper, die de moeder ter voeding van haar kroost met melkryke borsten voorzien heeft Daar ervaren Artfen deeze dwaling op geneeskundige gronden reeds ten vollen wederkgd hebben, zoo blyft my niets anders overig dan dat geen daar by te voegen, het welk de aandacht der Overheid verdiend. Namentlyk, dat den Staat vah het Volbrengen deezer moederlyken pligi geen der gedreigde kwaade gevolgen , maar in tegendeel niets dan voordeel te wachten heeft, wanneer men door wetten bepaalt. Voor eerst welke moeders gehouden zyn deeze pligt te vervullen, en welke daar van zullen bevryd ' zyn. Teti (a) Vogei. neue Med. Eibl. V. B. 3 St. r. 3*< (*) / c III. B. i St. s. 236 . II. Deel. P n 1 Van db mo ederi.yketligt , het ZOOgen der. kinderen. Deezé hebben geenen grmdi  22.6 Geneeskundige Van de moederlyke; pligt , het 200gen der. kinderen. Nadere Opheldering. CevoeIn der ouden wegen' den invloed der moedermelk op de zeeden. (a) s T u c K 11 antiq. 'eonviv. lib, I, e. 17. (i)DlODORUS Ltb. II, Ten tweede wanneer men eene vaste bepaaling maakt van den tyd hoe lang het eene moeder zal vry daan haar kind te zoogen. S- xi. Men heeft onlangs de Maatfchappy het zeldzaam voordel gedaan, om de voortplanting der kwaade neigingen, welke door de moeder-melk tot het nakroost wierden overgebragt , door het gebruik der dieren - melk voor te komen ; ■ dit gevoelen wegens den invloed der moeder-melk op de zeeden heeft reeds den ftempel der hoogde oudheid: Phoenix verwyc by Homerus uit deezen hoofde den ontembaaren AchUles zyne harde gemoedsgedeldheid. Nee tibi parens nee Dardanus auctor Perfide, fed duris genuit te cautibus horrens Caucafus , hyrcanceque admorunt ubera Tigres. Wad. Justinus verhaalt van een mensch, welke door eene hinde gezoogd was, en hier door een wilde geaartheid had en in gezelfchap van deeze dieren berg en dal afliep(a) ; de geneigdheid tot dronkenfehap van Tiberius wierd aan den invloed van zyne zuipachtige zoogder toegefchreven; de wreedaartkjheid van Caligula hier aan, dat zyne voedder, wanneer zy hem de borst gaf, haare tepels met bloed beftrceken had(£); Macrobius geloofde, dat dit de  Staatsregeling. 22.7 de oorzaak was der ontaarting van veele voornaame kinderen, dew> 1 de kwaade eigenfchappen der zoogfters met de melk zoo ligtelyk tot de zuigelingen overgingen (aj: Helmontius verhaalt, dat hy eene uitgelaatene diefachtige , gierige en gramftoorige zoogfter gekend had , welke alle deeze kwaade hoedanigheden met de melk aan haare zuiglingen had overgezet Groote mannen hebben echter aan de waarheid Van deeze byna algemeen aangenoomen ftelling getvvyffeld, en men kan niet ontkennen , dat de beflisfing deezer Zaak voor ons geflacht van het uiterfte belang is. Desessarts ftaat toe, dat dit gevaar met recht te duchten is, en 'er in de daad veele voorbeelden daar van voor handen zyn; maar dat ook aan de andere zyde de verhaalen daar van zeer vergroot zyn, zoo niet met opzicht op den toedragt dei zaak, ten minfte met opzicht tot derzelver veelvuldigheid (e); Brouset zegt van zich zelf, dat dt melk van zyne zuipachtige minne in hem geene begeerte tot den drank heeft nagelaaten (d); ook Hailee ver- fa) Saturnalia tib. V- C. 6. Qb) De Infantis nutritione ad vitam totigam. Petrus Gregorius zege. Nee f rustra creditum est, peut valeat ad fingendas animi atque eorporis fimilitudines, vis 6" natura fimilis: non Jeeus ad eandem rem , taais quoque ingenii & proprietates vattri Neque in hominibus id folum, fed in pecudibus quoque animadverS fum , nam fi ovium laBe hoedt. aut Caprarum agni alerentur, canfiat ferme in bis lanam duriorem, in illif capetlum gignl ienetiarem „ de Repuülica e. 3. p. 1062." {\e) l. c. Cap. 3. p. 163- id) l.t.p. i7Sé P i Van de moederlykepligt , het zoogen der kinderen. Dit wordt door veelen der beden daagfehen ontkend.  Van de MOkDERÏ.YKSPUGT , HIsT ZOOGEN DtR KIN BEREN.. Oorzaaken , welke de meenin% der ouden begunjiigen. (a) /. t. T. VII. Lib. 28. Sta. I. 5. 23, (i) Ju VEN ALIS Sat. V. 240. 2&8 Genees kundige verwerpt dit gevoelen en zegt, dat het eene gevaarlyke proefneeming zyn zoude zoo men de kinderen alleenlyk deswegens met koe-melk wilde grootbiengen{>). Het is zeer moeilyk deeze zaak te beflisfen, dit is echter zeker , dat de overgt ë fde ondeugden der moeders meermaalen de gevolgen der opvoeding dan wel van het zog zyn. Scilket exfpecias, ut tradat mater honestos Aut alios mores, quam quos babetPC^bj 'Er zyn zeer veele drangreedenen die ons , zoo lang deeze zaak niet geheel en al bdïïst is, by het gevoelen der ouden doen blyven. De werking onzer driften is zoo heftig, als onbegryplyk , deeze onbegryplykheid kan derhalven geen oorzaak zyn waarom wy dezelve zouden ontkennen. Eene geweldige fchrik en droefheid kan veroorzaaken, dat de borsten eener zoogende vrouw byna eensklaps opgedroogd worden: het is nog vcrwonderens waardiger, dat fchrik en toorn in (bat zyn het zog zoo fchaadelyk te maaken, dat men genoodzaakt is de borften door eene vrouw of jongen hond te laaten uitzuigen, en dat men- eene met ftuipen overvalle moeder gezien heeft, welke dit toeval aan het kind, bet welk aan haare borst lag oogenblikiyk meede deelde; ziet men niet eene foortgelyke uitwerking in het  Staatsregeling. 229 het fpeekfel van een gezond dier,, het welk door hevige gramfchap in een wezenlyk vergif ontaart. Zoo het nu waar is , dat de driften zulk eene uitwerking op het zog kunnen hebben, zoo is men, rayns bedunkens, 'er niet verre af, om overtuigd te zyn , dat hetzelve ook pp; het aanftaand zeedelyk cbaractcr des zuiglings,invloed kan hebben(«). . Het is zeer zeker, dat opze neigingen en.driften grooten deels van ons temperament afhangen,en wy ons weezen aan dat geen verfchuldigd zyn, hetwelk ons tot voedfel dient (Z>); wy zouden voel ligt zeer gemaklyk het character eenes volks te v »oren kunnen opmaaken, wanneer wy een naauwkeurig bericht van derzelver leevenswyze konden magtig worden (e); de Braehmannen en inwoqners van den Indostan, als geheel van het plantenryk leevende, zyn van eene zeer zachtzinnige gemoedsgefteldheid, terwyl by na geheel en al van vleesch leevende volften wreedaartiger zyn(d), de zich byna alleen met vleesch voedende Tastaaren zyn zelf hedendaagsch zoo wreedaartig, dat zy het bloed hunner veiflaagen vyanden greetig inzwelgen(e). De O) F. HoffMan med. rat. Systh. T. II. c. 2. p. 173. J. VIII AëHUS lib. IV C. 4. van swieten §. 1354. (4) PlatNER, de viltu & regim, laSantium §. III{ c ) Ita namque ad animi quoque ajeüus non nihil lucri faeiet, ipja nlmirum reet* viSus ratione mores quoque prohos reddente. GaLENUS de Sanitate tuenda lib. I Cap. 7. ( d ) Recherchesphilojoph. fur les Americ par Mr. deT.ï .p 227, (O Dit is reeds door de diekfche Theopompus waargenomen. Carnibus multis vesci, ralionem adimit animosque ejicit. Tardiores eosque ira, immani duritie Stultitia comph t, PlaZII dij. defanitatis pub.icee obftacuiis p. 26* Van pa moederlykepligt, het ZOO— GEN der kinderen.  Van de M0EDERLYKEPUGT , HET ZOOGEN DER KINDERBN. (a) V- H alle.r T. II. lib V. SeS. IV. §. III. T. IV. lib. XXVIII. Sett. i. §. XVIII. P a l l a s reife t Tb. (i) Obfervamus etiam ipfos ar.imi motus ordinarios non agitatos, varie in jiytum agere pojfe: id quomodo fiat, fublimioribus ingeniis ferquhendum relinquimus; boe faltem notantis, quod in deleSu lactis etiam attendere debeamus ad inclinationes animalis ttnde illud defumitur, quia inde ipfe infans varie ofiici potest J a c. Re in b, Stielman dijf. de optimo infantis recens r.ati alimento §• IX, 230 Geneeskundige De melk is op zich zelf befchouwd een nog onbearbeid voedend fop , en behoud nog geduurende langen tyd de eigenfehappen van het voedfel; hoe duidlyk openbaard zich de fmaak b. v. des knoflooks in de koe-melk, wanneer deeze zich onder het voedfel bevind , de eyeren zelf bekomen den fmaak van het voedfel der hoenderen, de melk der vleesch vreetende dieren is dunner, ftremt niet, gaat tot bederf over en verkrygt een pisachtige reuk, zoo dat dezelve even zoo wel als de pis tot het reinigen der laakenen gebruikt kan worden O). Alle deeze waarneemingen te faamen genomen , zal men moeten toeftaan, dat de lighaams gefteldheid van een kind door het voedfeLzyner minne groote veranderingen kan ondergaan. Wanneer men zegt, dat de neigingen der zoogfter tot het kind overgaan, moet men dit op deeze wyze begrypen, dat de overeenkomst der vaste en vloeibaare deelen , door het voedfel ontftaan , ook eene overeenkomst in driften en gemoeds neigingen in het zelve verwekken(b). Zoo men tegenwerpt, dat zodanig eene gelykheid der vochten tusfchen de voedfter en haaren zuigling. en  Staatsregeling. 431 en rde daar uit voortvloeijende gevolgen wel dra ophouden , wanneer het kind ophoud te zuigen , en ge- , heel ander voedfel geniet; zoo kan men dit hier mee- j de beantwoorden , dat dit uitwerkfel niet altoos achter- 1 weege blyft, zoo dra de oorzaak ophoud; daar men meermaalen ziet, dat een zuigling , die door fchrik zyner zoogfter in ftuipen vervalt deeze gefteldheid van het zenuwgeftel, in weerwil van alle verandering der leevenswyze, geduurende zyn geheele leeven behoud, offchoon zelf dit kind uit gezonde oudeis gebooren is; en zoude dan niet het kwaadaartig character der minne op het gemoed des kinds, het welk daaglyks door haare fappen gevoed word, invloed hebben ! de lighaams kwaaien worden meede door haare melk aan het kind meede gedeeld, en zoude het dan minder moogelyk zyn, dat de geneigdheid tot deeze of geene hartstocht, welke doch veelmaalen zoo zeer van de lighaams gefteldheid afhangt, door het zog der minne aan het kind ook medegedeelt wierd. Men zal zich dus met het grootfte recht zorgvuldig wachten, om zyn kind eene kwaadaartige en tot ondeugd geneigde zoogfter te geeven; en daar eene aan haare hartstochten overgegeeve moeder dus ook uit deezen hoofde de Maatfchappy benadeelt, dat zy met haare verdorve melk ook tevens aan haaren zuigling haare onftuimige zielsgefteldheid meededeelt , zoo kan men met het grootfte recht hier uit dit belluit opmaaken, dat de opvoeding van het vrouwlyk geflacht voor den ftaat geene zoo belanglooze zaak is, als men gewoonlyk denkt, en dat men de verbetering der algemeene gezondheid met eene hervorming in de zeeden der fchoone kunne moet aanvangen. Deeze gevolgtrekkingen fcheenen die geneeskundiP+ g< Van db ■10EDER.yke'LIGT , IET zoojen der. flNDEs.en, Wat men hier uit kan afleiden. Wat me->t bier utit  2^2 GenEESKUNÖI'SE Van de jwoederi.vkepligt, bét zoogen der. kinderen. ■ piet tan fifieiden. Erkende voorrang der vrouwen melk. Of bet vrouwlyt geftasht in de daad zoo ondeugendis, dat men hetzelve het zoogen der kinderen verbiedentan.. ge, welke het zelf zoogen afraadden, zeer beflisfend toe, en zy onteerden het vrouvvlyk geflacht, of liever de fchoone kunne van hun Vaderland in zoo verre,'dat zy haar onwaardig en onbekwaam keurden , om haare kinderen zelf te zoogen; is het niet eene onvergetflyke befchuldiging tegen de eene helft van het menschdom uit het hier voorgemelde af te leiden, dat zy door haare verbastering de duidlyke oogmerken des Scheppers in de voortplanting van ons geflacht verydelt en de andere kunne genoodzaakt hebben op middelen te denken, welke de Schepper zich in zyn ontwerp niet had voorgefteld. De geneeskundige geeven eenflemmig de vrouwenmelk , wanneer dezelve uit gezonde borsten gezoogen word, boven [alle andere den voorrang, zelf zy, die het zelf zoogen wilden afgefchaft hebben, ei kennen echter, dat die vrouwen van vroeger tyden , wier zeeden nog onbedorven waaren zeer kwalyk gehandeld hebben, wanneer zy haare kinderen met de melk der dieren in plaats van met haar eigen zog voedden. Och of deeze gelukkige tyd met zoo verre van on«» ze bedorve eeuw veiwyderd waare! een tyd toen nog Multa pudicitix veteris vestigia forfan Aut aliqua exftiierint & fub jfoye,fed Jove natfdutn Barbato ( a ). dit heuglyk tydperk is zeer micilyk ); en dit kan op het kind ligtelyk eene nadeelige uitwerking hebben; kan niet in het vooijaar de melk der dieren, welke met het jonge gras, dat ook zelf eene buikzuiverende kragt heeft, gevoed worden, eene gevaarlyke buikloop verwekken ? zoo deeze dieren geene vryheid. hebben om hun voedfel in de weide te zoeken, worden zy tot eene flilftaande leevenswyze in eene onzuivere lucht gedwongen , dit alles moet op de gezondheid der dieren en gevolgelyk ook op hunne melk en het teeder wichtje, het welk daar van leeven moet, eenen fchaadelyken invloed hebben. Hier by komt, dat, wanneer de melk niet onmiddelyk uit de borst gezoogen word, maar over het vuur moet worden warm gemaakt, zy gewisfelykhaare vlugge deelen verliezen moet, die veelligt voornamtntlyk het verkwikkende van dit voedfel uitmaaken. §. XII. Daar nu de niet zoogende moeders aan zeer groote gevaaren , aan de dood zelf veel meer dan de zoogende zyn blootgefteld §. 8, en men de kinderen, door ren dit hun natuurlyk voedfel te onttrekken , ten hoog-  S T A A T S R E G ELI MG. 23^ ihóógften benadeelt §. 9., moet men dan het zoogen, lafs een önvermydelyken pligt, aan alle moeders oplleggen of zyn fommige hier van uitgezonderd , en iwelke ? ■ Hier in moet men naar billykheid handelen, en het ?zoogen niet voor eene zaak van weinig belang houden; eene moeder moet in ftaat zyn zoo een overwloed van voedend fap te kunnen bereiden , dat zy thaar kind voeden kan zonder zelf, in eene verzwakiking en uitteering , die zeer bezwaarlyk geneezen \word, te vervallen; het is een meedelydens waardig f gezicht eene uitgehongerde moeder het dorstig wichtje aaan haare drooge borst te zien leggen, en met moetderlyke teederheid den laatften drup van het voor haar ;z"elf zoo noodzaaklyk voedend vocht aan haar kind meidedeelen; maar met veel grooter aandoening befchouiwe ik eene zwakke moeder, welke het durft onderIftaan haar kind te zoogen, terwyl haar geheel geftel Itén duidlykfte een gebrek aan genoegzaame vochten tte kennen geeft, en eene zwakke barst , droogen ] hoest en voorafgegaane bloedfpuwing een teering (doet duchten ( a ); men moet derhalven, offchoon , jgelyk ik hier voor hebbe aangemerkt, weieens eene : moeder door het zoogen zelf van deeze gevaarlyke i gefteldheid tot gezondheid gebragt is, door zoo eene f gevaarlyke proef het leven van moeder en kind niet :in de waagfchaal ftellen. Het ( a) Medical Confultations on various difeafes', publisbed front . the letters of Thomas Thompson. Morton Opera Mtdi1 ca c. VI. p. 2-j. Van dé moeder— lyke plig r, het zoogen der kinderen. En welke niet ? Zwakke moeders, en die gebrek aan zog hebben.  Van ds JVL0EBSRLYKEPLIGT, HET ZOOGEN DER. KINDEREN.Wannee de moedei niet zoogen kan. Nodige waarfcbti iving. '•z%€ Geneeskundige Het is meede onweederfpreeklyk , dat men" eene j moeder, in wier borsten geen melk word afgefcheiden , niet noodzaaken moet haar kind daar aan te leggen, even gelyk ook deeze zaak zich zelf verbied, wanneer, als een verderflyk gevolg der keurs- • lyven de lepels ontbrceken, en het kind dus de moederlyke borst niet vatten kan. Men draage echter wel zorge van in dit geval , niet ligtgeloovig te zyn; ik heb dikwerf met verwondering gezien , hoe listiglyk onze wellustige lieedfehe vrouwen haare jonggeboornen , onder de plegtigfta verzekeringen van haaren goeden wil, van zich verftootcn , en haare teederhartige echtgenooten, die voor hun kind het moederlyk voedfel wenfchen-, wysmaaken dat niets minder, dan eene volftrekte onmoogelykheid, haar terughoud, om haar moederlyken pligt, en tevens vuurigfte; begeerte , te vervullen, alhoewel ik nog geduurende verfcheide weeken haare. borsten van zog zag opzwellen, en door de opgeftopte melk verhardingen ontftaan, welke daarna nog moesten opengefheeden worden. Veele jonge moeders leggen met het beste voorneemen haare zuiglingen aan de borst; maar, daar zy dit in den eersten of tweeden dag niet gedaan' h.-bben , daar de tepels in de daad nog niet genoeg Viiikoomen, of het kind met het zuigen nog niet te regt kan geraaken ; zoo zwelt de borst intusfchen heftig op, en word pynlyk, de tepels worden met klooven en het zuigen word by zodanige omftandigheden zoo fmertlyk, dat zy ia haar goed voorneemen begint te wankelen, haar echtgenoot en nabeftaanden worden weekhartig, tot dat eindelyk het b-fluit genomen word het kind aan eene zoogfler over te  Staatsregeling. 237 • te geeven, of op eene andere wyze op te voeden; van : nu af aan is over alle de volgende kinderen het zelfde vonnis uitgefprooken, zelf zonder andermaal een ;zoo fmerteiyke proeve te waagen. Dit alles fpruit 'Voort uit eene te groote verteedering onzer fteedfche vrouwen, en geene genoegzaame overtuiging, dat men ter vervulling van een zoo gewigtigen pligt ook wel eenige fmert geduldig dragen moet: men moet in . z idanige gevallen alle moogelyke voorzorgen in het uvjrk Hellen , en de vroedvrouwen behoorlyk doen (onderlichten van alles, wat tot verligting der moeder 1 dienen kan, en haar kan aanmoedigen, om haar goed 'Viornecmen niet zoo ligt vaardig] yk te laaten vaaren ; ien vcoial moet men hier voor zorge dragen-, dat ; geene van zodanige verteederde moeders zonder drinjgende reedenen onder het getal van die geenen geteld 'worden, welke van het zoogen zyn vrygefprooken. Alle die moeders, van welke ik in het hoofddeel tover de huuwlyken tusfchen ongezonde perfoonen !gezegd heb, die tot het huuwlyk niet behooren toe[gelaaten te worden , deeze alle moesten, wanneer zy iin den echten flaat getreeden zyn , niet flechts bevryd :zyn van het zoogen haarer kinderen, maar het moest Ihaar zelf verboden worden ; men kan echter in dit [geval met moeders niet op dezelfde wyze als met geIhuurde minnen te werk gaan; de moeder zelf kan haar [kind dan nog zoogen, wanneer de melk eener ong> ;zonde zoogfter voor het kind fchaadelyk zoude zyn; :de overeenkomst, die tusfchen de moeder en haar [kind plaats heeft, daar het zelve in de baarmoeder reeds imet de fappen der moeder gevoed wierd, en dus daar raan der maate gewoon is , maakt dat men het zelve ;zondt.r gevaar de moederlyke borst geeven kan, ter- wyl Van de moederlykepligt, het zoogen der, kinderen. Moeders die ongezonde vog. ten hebben.  238 Geneeskundig e Van Di MOEDERlykePLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEren. By tweelingen of meerder kinderen van gelyke geboorte. wyl het zeer gevaarlyk zyn zoude het met de melk eener even ongezonde minne te voeden. Zeer gewigtige inwendige gebreken der moeder, welke meest altoos tot het kind overgaan , zyn voor zeker gewisfe hinderpaalen, welke het zoogen beletten , deeze hebbe ik in het hoofddeel over de huuwlyken tusfchen ongezonde perfoonen reeds opgeteld 5 vrouwen , welke reeds bejaard zynde kinderen baaren , moesten meede van het zoogen verfchoont zyn. Moeders , welke meer dan één kind tevens ter waereld brengen, moeten, zoo zy geen zeer fterk hghaamsgeftel hebben, niet gehouden zyn, die alle te zoogen, offchoon de natuur ook dan voor eene ruimere affcheiding van het zog zorgt, zoo kunnen zeer weinig moeders een zoo groot en daaglyks verlies van voedende fappen geduurende een behoorlyken tyd uithouden, en zy loopen zoo wel als haare kinderen gevaar, om onder dit verlies te bezwyken ; men kan echter eene moeder, die de nodige vereischtens tot het zoogen heeft, toeftaan, dat zy deeze kinderen geduurende de eerfte dagen na de verlosfing tot zich neeme, hunne behoeften zyn als dan niet groot, het eerste zog is hen volftrekt noodzaakelyk , en men kan daarna te gemaklyker eene gefchikte zoogfter vinden : men begrypt van zelve, dat men by arme moeders in deeze gevallen, wanneer zy door geene gevaarlyke befmettende kwaal zyn aangetast, niet zoo naauw zien kan, de nood kent hier geen wet; echter waare het te wcnfchen, dat 'er in de Maatfchappy voor behoeftige zoogende moeders meerder zorge wierd gedragen, en dat men de onnozele zuigling voor een meedclid der Maatfchappy hield „ het  Staatsregeling. 239 i het welk gerechtigd is, om door de onderfteuning .zyner moeder onze meedelydéndfc hulp te genieten. Wat moet men doen, wanneer eene zoogende moe-, der ziek word, en welke maatreegclen moet men : met opzichte tot het welzyn des kinds in acht neeimen ? Deeze vraage is van zeer groot aanbelang; het fchynt voor zeker in den begiune zeer veel gewaagd 'te zyn, dat een kranke moeder voortgaat met haar Ikind te zoogen; deels dewyl zy deeze of eene an. (b) Medic. Naebricbten vott dem allgem. Dispenfat. in Lond. i., 23, 44- c. tobe Medic. Oir. Bibl. I. B. 3 St. 240 Geneeskundige „ ke ik zeer hoog fcbatte, die in eene zeer gevaar„ lyke kwaadaartige koorts baar kind zonder eeni„ ge kwaade gevolgen geduurende veertien dagen „ zoogde ; ik zag adelyke knaapjens, welke , niet „ tegenftaande hunnen zoogfter met de venusziekte „ befmet was , geheel gezond bleeven; men heeft zelf „ gezien, dat hondsdolheid, ja zelf de pest, zich „ van de minne op den zuigling niet heeft voortge„ plant ( a )". dit zelfde nam Letsom waar in eene zeer kwaadaartige kerker koorts O); Tode in eene gevaarlyke rotkoorts ( c ); ik zelf hebbe zeer veele voorbeelden gezien van gezonde kinderen, welke zonder eenig blykbaar nadeel in de gevaarlykfte ziektens zelf door hunne moeders gezoogd wierden, anderen echter vervielen in krankheden , die ik echter niet kan verzekeren , dat geheel en alleen door het zog veroorzaakt waaren. Men kan derhalven niet begeeren , dat elke moeder zonder onderfcheid, zoo dra zy ziek word, haar zuigling de borst ontneemen zal; het is best deeze zaak aan het wel wikkend oordeel van den ervaaren Geneesheer over te laaten, op dat hy beflisfe, of het ten nutte van moeder en kind best is haar krank zynde het zoogen toe te laaten ; wanneer men nagaat hoe fkcht doorgaans in de meeste huishoudingen de kinderen geduurende de ziekte der moeder opgepast worden, zoo kan men hier uit af- lei-  Staatsregeling. 241 Heiden, dat veele kinderen uit deeze oorzaak ruim • ;zoo veel door deeze onachtzaamheid, als door de 1 :ziekte der moeder om het leeven komen. 1 In die kwaadaartige ziektens, waar in den hoog- < !ften graad van bederf in de vochten plaats heeft, zal j «elk Geneeskundige met het hoogde recht het zoojgen afraaden , en de moeder moet gehouden zyn dee;zen raad op te volgen ; in toevallen van minder iaanbelang, in het begin zelf van heete ziekten, moet imen na behoorlyke waarfchuwing het aan de moeder (overlaaten , of zy voort wil gaan met haar kind te zoo:gen, terwyl men echter, ingevalle het kind by de 1 moeder geen genoegzaam voedfel mogt vinden, niet : af moet laaten eene gefchikte drank van ryst-watef 1 met melk, of iets diergclyks, behalven het zog, : aan het kind te geeven : dit verlies van vochten 1 fchynt de vrouwlyke fexe zelf geduurende haare :ziektens niet zeer te verzwakken, en men gelooft met : recht, dat het integendeel Voor de kranke moeder ge'vaarlyker zyn zoude haar kind eensklaps te fpeenen, ■ wanneer de borsten nog voorraad van zog opleeveren , 1 de koorts kan hier door vermeerderd en eene zogver1 plaatfing of andere hier uit ontflaande gebreken ver* (oorzaakt worden. De Geneeskundigen moeten verpligt zyn deeze gevallen naauwkeurig aan te teekenen ,~ en benevens hunne daarby gevoegde waarneemingen jaarlyks aan den Raad der gezondheid, of het opperst Geneeskundig Collegic te zenden, op dat men dus by vervólg van tyd in ftaat gefteld worde over dit zoo gewigtig ft uk met genoegzaame zekerheid te oordeelcfl. De moeders moeten gehouden zyn by een ziekte van eenig aanbelang haare kinderen , wanneer die II. Deel. Q r"ds Van db MOEDER— LYKE PLIGT , HET ZOO» GEN DER KINDEREN. In welk geval mêa dit geheet  242 Geneeskundige . Van de MOEDER.» LYKE PLIGT , HET ZOOCEN DER KINDEREN. verbieden zal. Hoe men bet zoogen der zieke moeders voor kan torsen. (*) In die ziektens, welke geene beimettiog doen duchten, kan het kind deeze dienst de moeder bewyzen, mits niet meer zuigende, a!s tot voorkoming dier ongevallen nodig is, en met de krachten der moeder overeenkomt; zoo de ziekte haaren voortgang neemt zal het zog weldra van zelf verminderen , en dus alle vrees voor zodanige gevolgen doen op houden (Vertaaler). reeds éen half of geheel jaar bereikt hebben, en'gezond zyn , van de borst te neemen, zodanige kindo ren hebben des moeders melk niet zoo volftrekteiyk meer nodig, en kunnen gemaklyk op eene andere wyze gevoed worden; de moeder kan, wanneer zy van eene te groote toevloed van zog nadeel te duchten heeft, zich de borsten laaten uitmelken of op eenige andere wyze zich van het over vloedig zog ontlasten (*}. §. XII I. In de fteden kan men zeer gemaklyk beletten, dat de vrouwen ziek zynde haare kinderen zoogen, onze fteedfche vrouwen zullen zich zeer zelden hier tegen met geweld verzetten; op het land heeft nien deswegens het meest te duchten. De vroedvrouwen moeten behoorlyk onderricht zyn van die gevallen, waarin het zoogen voor moeder of kind nadeelig is, zy moeten by alle gelegenheden by haare kraamvrouwen onderzoek doen na den ftaat der borsten , en al wat tot het zoogen betrekking heeft, dus kunnen zy by tyds haar het nadeel, het welk zy van het zoogen z mden te wachten hebben , voor oogen ftellen; zoo zy des niettegenftaande dit wil-  Staatsrege.ling. % 243 willen onderneemen, moeten zy in ade ftilte hier van j aan de opzieners der minnen kennis geeven, en de : moeder moet zich aan het onderzoek van een Genees- j heer , Vroedmeester of Vroedvrouw onderwerpen: dus moet ook aan de andere zyde eene moeder, die vermeent reeden te hebben, waarom zy haar kind haare borst moet onttrekken, van een geneeskundig getuigfchrift voorzien zyn, zoo zy dit ongeftraft beftaan zal: het zoude gevoeglykst zyn, zoo zy van haar voorneemen, om haar kind zelf te zoogen of niet, tevens aangifte deed, wanneer zy haare zwangerheid of verlosfing aan de daar toe aangeftelde perfoonen bekend maakte, dit CoUegie moest tevens aanteekening houden of de aangegeeven kinderen, door de moeder of door eene minne gezoogd zyn, of met ander voedfel zyn opgekweekt, das zoude men de lurje moeders van haar,die haaren pligt betrachten, en de gezonde van de zieklyke leeren onderfcheiden 5 men zoude de geheele clasfe der minnen, welke een zoo belangryk deel aan onzer kinderen opvoeding heeft, bnder een oplettend toezicht houden; men zoude nauwkeuriger bepaalen kunnen, by welke wyze van opvoeding de meeste kinderen en moeders het leven hebben ingefchooten; en eindelyk zal men hier door in ftaat gefteld worden de regtfchaape moeders, die op de volkomenfte wyze alle haare pligten vervuld en de •Maatfchappy hier door met zoo veele welgevormde burgers verrykt hebben, den welverdiende voorrang * welke haar boven de overige Hechts halve moeders toekomt, te doen genieten. Ö2 §• XiV. Van pb dOEDER..YKE'ligt , 1ÜI zoo'skn der, cindeien.  '244 G E n E E S K U n D i G E Van de moed-r.ivkepligt, ii et zooohn der kinderen.' Voorrechtende zoo. gende vrouwen toegeftaan. Deeze moesten §. X I V. liet is hier de plaats melding te maaken van de voorrechten, voormaals de zoogende moeders toegekend, en welke men, wel verre van diemonbruik, te laaten vervallen, veel eer meer en meer vermeerderen moest. Eene zoogende konde men niet zonder de grootfte onrecht vaerdigheid op den pynbank brengen O)» en aan een zoogend vrouwsperfoon , het welk te Leipfig ter Stad uit gegeeszeld moest worden , moest deeze ftraf' volgens oordeel der Scheepenen der maate verricht worden, dat dezelve het voedfel van het kind niet benadeelde deeze ftraf moet derhalven geëevenreedigd zyn aan de meerder of minder gevoeligheid der misdaadige volgens het oordeel der Geneeskundigen: volgens Teicumeyer is zelf het bea!igft:gften eener zoogende ongeöorloft, en hy befchuldigde Carpsovius en Brunnemann Van eene groove' dwualing, welke fielden „ dat men ,, eene zoogende op eene zagter wyze pynigen kon„ de, wanneer flechts de zuigling niets van zyn „ voedfel daar by verloor" daar doch dit uit de natuur onmoogelyk was. Het is onnodig te bewyzen, dat eene fchuldige moe- fa) Jut. Clar d. n. 23. P. G, Tholos: Synt, Jur. I. 4?. e. 12, n. 28 F. BrinkMann at-t. 14 n. 13. FaRINac. d. q. 41, n 80. i. V. B e c hm a N N. dij. de privileg. mulierum Jenct 1667. O) Richter d. decad 7. K. 6. mens. Jun. an. 1628. B e c hm an n Disf cit. J. 28. G. A. S i ru vil Disf. 3ur. dt Jure miferaiiljum, §. 17.  Staatsregeling. moeder', wanneer zy een zuigend kind heeft, echter eenige verfchooning verdient ; dit is eigcntlyk de ] zaak der Rechterlyke Geneeskunde; dit echtct moet ) ik hier nog aanmerken , dat men in het algemeen i meer acht daar op moest geeven, wie van onze burge- , resfen ten vollen haaren pligt met opzicht tot haare, kinderen vervuld, en dat men die vrouwen, welke als regtfehaape moeders van een aantal gezonde kin deren, die zy alle met eigen melk gevoed, en met de teederfte zorge tegen alle gevaar befchut hebben , niet op den zelfden voet moet behandelen, als die halve moeders, welke haar pasgebooren wichten ftraks weder zorgloos aan deszelfs wisfelvallig noodlot overlaaten ; om met des te meer gemak haare wellust, luiheid of ongebonde zeeden den ruimen teugel te vieren, §. X V. ' ' Hier verdient de vraage „ of de byflaap by eene „ zoogende moeder voor den welftand van het kind a!„ toos nadeelig is" des te naauwkeüriger ondéizogt te worden, dewyl men hier uit het nadael voor de Maatfchappy, om de kinderen met de moeder-melk te zoogen, heeft getracht te bewogen O). ,, Het ge„ brink", om de kinderen met vrouwen-melk op te „ voeden, dient, zegt men, tot nadeel der bevol„ king, is voor de moeder zeer moeilyk, en een last „ voor den echtgenoot, kurtom een groot ongemak » in Van db moeder- LYKS PLIGT , HFT ZOOGEN DbR H N DEREN. vermeerderd u/orde». Of men uit hoaf.it van den eehtelyken byflaap bet zoogen bebjord af te (thaffen. (a) Traité de la eommv.nieation des maladies & des pasftoys, avec un esfai pour fervir a l'hijloire naturelle de l'Momme (h. lig, p.44. Q3  S4^: G E N E E S K U N D' I'G E „ in dé faamenleeving." Na te vooren als zeker ge-" field te hebben, dat de bezwaarlykheid van eenen door den Schepper duidlyk vastgeftelden pligt deszelfs uitoeffening in geenen deele moet verhinderen, en dat eene niet zoogende moeder even zoo wel als eene zoogende aan haare dikwerf zeer gewigtige zwaarigheden onderhevig is, zal ik zoo naauwkeurig doenlyk is de noodzaaklykheid of onnoodzaaklykheid der onthouding van den echtelyken byflaap trachten te beflisfen. Ik heb toen ik van de zwangerheid handelde, van den invloed gewaagt, welke de liefde op het vrouwlyk lighaams geftel heeft, men ducht de nadeeligfte gevolgen van de hier uit ontflaande verhitting, de verzwakking, het hervoortbrengen van den Honden vloed of, eene nieuwe zwangerheid. De ouden fielden zich de gevolgen der liefde by zoogende zoo fchrikbaarend voor, dat F u l v i u s Sa: hjna, welke aan Drufia de borst gaf kort na dat zy met haaren boel had te doen gehad, in het wate¥ deedjverfmoren, en haaren minnaar doorzaagen:(« Galenos waarfchuwt uitdrukfyk tegen het zog, het welk door het byflaapen bedorven is(£): Paul. Zachias geeft elke moeder het recht om geduurende den geheelen zoogtyd haaren man, ten nutte van Van ds MOEDERLYKEPLIGT , HET ZOOP-~N DER KINDEREN. Gevee-, lens van verjekeide volkendes» Wegens, (0) GARMANN miratula mertuerum p, 653. ( b) A vettere omnino abflinendam ejfe ,x quatcUmque lac pr&. leiit, moneo; nam & menfes viri confuctudine frovoear.lur, Gf lat edcris gratiam in delerius mutat, quin etiam aliquee in utero ecntipiunt^ que notentius puello adbuc laBanti nihil est, Interim enim, auidquid farguinis est optimum , in foetum abfamitur ■ de Sanit, tufxd. lib' !• t, ?.  S 'T A A T S -R E G E L I N G. «47 van haar kind, den huuwlykspligt te weigeren( aj : Sagar 11 os een hield eene zoogfter die zich aan de wellust der liefde overgaf, of flechts begeerte daarna had, voor ontuchtig O): en Ballexerd, die dit zeilde gevoelen toegedaan is, raad een man niet.voor in de vierde maand na de verlosüng tot zyne echtgenoote te naderen (c): in het Koningryk Angola onthoud de vrouw zich van den man tot haar kind tanden heeft; by de Negers van de West-kust van Afrka blyft de vrouw geduurende 3 jaaren van harren man gefcheiden (i> Daar en tegen zyn zeer veele ervaare Geneeskundige van een ander gevoelen ,en de ondervinding leert ook aan alle oorden, dat zoogende vrouwen zonde) eenig nadeel haarer zuiglingen zich aan de liefde kunnen overgeeven; daar doch zeer veele zoogende vrou wen binnen tien of twaalf'weeken.na haare verlosfing wederom zwanger zyn, zonder dat hier door haan zuiglingen ongelukkiger zyn , dan die van zodanige vrouwen, welke niet dan na het fpeenen haarer kmde< ren zwanger wordende, eene langere ontrVu lins fchyuen in acht genomen te hebben: dus zegt Vo gel te regt, dat, zoo de byflaap met zoogende een voor het kind nadeelige zaak waare, als dan allezufc, lin ( a ) Itaque non inconveniens dixerim, ut viri a frequenti exatr tfone (coilus) ahfiinere debeant 6" muiier es ad frequentem redditb* onem non teneantur Q, Mei. leg. lib. VII. Tit. UI. q. 3- p- 599van het zelfde gevoelen was a t B E R t i in zyn Systb. Jurispr:-. med. c. IV. 8. VIL (_b) Systbeme pbyfique & moral de la femme* (_c) De 1'E.iucaiion pbyfiqae p. 49. (d) Hist. Reizen UI. B. VI b. Q.4 VAlV »b MOEDERLYKEpligt , het ZSOgen der KINDEREN. De byflaap is voer bet •zoogen zelaen na■ deelig.  Van de moeder,lykepligt , het zoogen der kinderen, fan der zoogende •trouwen ftonden vloed als een gevolg des b/~ Jlaaps. ( o) Dus zegt platner eertum est, oeeulta defideria pejora & magis noxia esfe, quam plena honestarum fceminarum gaudia & rarum mideraHimque veneris vfum, Disf, de viftu & regimine Iadantium j. 3;. (b) De Genitura Se3. Hf, (e~) Men weet, dat zeer veele meisjens, welke na by de voltrekking van haar huuwlyk zyn , de ftonden vroeger, kïygen t da.n zy gewoon zyn. a^S Geneeskundige lingen zieklyk moesten zyn(«); en uit deeze oor. zaak heb ik nimmer eenig kwaad gevolg zien ontftaan ; hoewel ik erkennen moet, dat het in dit geval moeilyk is achter de zuivere waarheid te komen, en men de onpaslykheid der zuiglingen, uit deeze oorzaak werkelyk ontftaande, zeer licht aan andere oorzaaken kan toefchryven. Met den ftonden vloed der zoogende vrouwen is het even zoo gelegen, deeze ziet men aan als een gevolg van den byflaap en Hippocrates zegt reeds, ,, dat de byflaap het bloed verhit en den weg „ baant tot de bloedvloeijngen der vrouwen ( b )," echter leert ook de ondervinding, dat de byflaap geen zoo onfeilbaar middel is om deeze vloed te verwekken ; dat de geftadige toevloed der vochten naar de borsten van grooter vermogen is, dan eene ogenblik* lyke en by echte lieden niet zoo hevige prikkeling der teeldeelen ; eene geduurige begeerte tot het genot der liefde kan het bloed met ongelyk grooter drift naar de baarmoeder dry ven, dan wanneer aan dit verlangen op eene maatige en met de behoeften der natuur overcenkomftige wyze voldaan word(c). En gefield zynde de byflaap verwekte den ftonden-  Staatsregeling. 249 denvloed, is dan nog deeze affcheiding van zoo. veel gevaar verzeld , als men wel heeft voorgegeeven ? of kan men dit meede onder de ingebeelde gevolgen ftellen, dier kwaadaartigheid welke men aan het bloed der vrouwlyke ftonden heeft toegefchreven. • De oude Geneeskundige hebben eene meenigte voorbeelden aangeteekend ter betooging van het gevaar, welke het zoogen geduurende den ftondenvloed vergezeld ( a) , van Swieten heeft zich zeer fterk tegen dit gevoelen verzet, en het tegendeel door zeer veele voorbeelden betoogt ( b ) ; gelyk ook B r 0 u s e t dit aan de vooroordeelen , die ten deezen dage zoo wel by de Geneeskundige, als by het gemeen nog diepe wortels gefchooten hebben, toefchryft(c). By vrouwen, welke niet bloedryk zyn , kan eene te veelvuldige en overvloedige ftonden vloed het kind Van het noodwendig voedfel berooven , of de moeder loopt gevaar van door twee zoo gewigtige affcheidingen in eene uitteering te vervallen; by zodanige moeders en zoogfters , by de welke de ftonden altoos met koorts, walging , hoofd en lenden pyn en andere moeilyke toevallen vergezeld zyn, kan ook het zog hier door bedorven en voor den zuigling nadeelig worden; offchoon by deeze en nog veel zwaarcr toevallen % 13. zelf geduurende de kraamzuivering, die O) P. Zachias lib. VII. T. IX. q. 3. p. 399. gist, Morb. JVratislav. ann. 1699 p. 34. E tt muller, yatetud. Infantf j. tfk Des ess'atts p. 22s. (6) l, c. T IV. J. 1354- P- C74. (* (. X. 1, Cb. V. Q5 Van dk moeberlykkpugt % het zqogen der. kinderen. Ofdezeli'e voor moeder en bind gevaarlykban worden.  Van ns moeder1ykëpligt , Het" zoogen der. kinderen. Zoogende vrouwen hebben zeider. den ftonden vloed. - Of eent moeder zwanger wordende terftond bet zooger. moet na- laaten. (a) Ettmuller /. e. § ij. Fontani op: cmnia lib. VI. p. 765. Schenckius de natura taais p. 102. P. Zachias /. e. p. 599. onder de later Schryvers Lieüfaüd fynops, unh. prox. med. lib. 3, p- 4S6-. Rosenstein /, f. Balles»» s e r d p. 49. S^O G E N E E S K U N V I fi E die zelden zonder koorts afloopt, zeer veele kinderen; de teederfte zelf, zeer gezond blyven, en oogfchynlyk in krachten en geftalte toeneemen. Zoodanige vrouwen zyn echter in geenen deele tot huur-minnen gefchikt. Men denke niet, dat, vooral by het geregeld leevend landvolk, zeer veele vrouwen geduurende het zoogen aan den ftonden vloed onderhevig zyn, van de 50 moeders vind dit naauwlyks by eene plaats,' hier van zyn ook de vrouwen overtuigd, daar zy. de verfchyning daar van geduurende het zoogen voor een ongemeen voorval houden, en die vrouwen, by wien dit gebeurd , zyn ook doorgaans zeer vol bloedig , zoo dat zy wegens deeze dubbele affcheiding geen gevaar van een al te groot verval van krachten te duchten hebben, ik hebbe meermaalen gezien, dat de moeders des niet tegenftaande voortgingen, met het beste gevolg haaren zuigling de borst te geeven. Met de geduurende het zoogen ontftaane zwangerheid is het byna even eens geleegen: de ouden voorzagen hier uit, zoo voor de moeder als het kind, niet dan louter rampfpoed ; zy zeggen, dat de melk als dan eene walchelyke fmaak en voor den zuigling zeer nadeelige hoedanigheid aanneemt , dewyl het beste daar van ten nutte der vrugt befteed word (V); doch van Swieten en zeer veel van onzelaate- re  Staatsregeling.1 a.$i re Geneeskundihe betoogen j dat de melk geduurende t de eerste maanden der zwangerheid voor den zuig- i ling even zoo voedzaam en gezond is als te voren (»?)• h Beide deeze met elkander zoo zeer ftrydende gevoe- « lens der Geneeskundige zyn, myns bedunkens, zeer.i wel over een te brengen; van Swieten zegt, ^ de- vrugt vind in de baarmoeder van wegens zyne ,, geringe grootte ligtelyk zoo veel voedfel, als tot „ deszelfs onderhoud nodig is, of fchoon dagelylcs ,, eene goede hoeveelheid zog naar de borsten gt,,, voerd word; en wanneer eene moeder ééa of meer„ der kinderen in haar baarmoeder voeden kan, zoo' ,, moet het haar ook moogelyk zyn twee kinderen , „ een welk zich nog in haaren fchoot bevind, en een „ ander, het welk reeds gebooren is, te onderhou„ den (ZO." Hall er. heeft te regt aangemerkt, dat by zeer veele zoogende moeders eene verbaazenden overvloed van zog plaats heeft (c). • Daar echter van S wieten aangetoond heeft, dat het terug blyven der ftonden by eene voorvallende zwangerheid niet flechts tot voeding van de vrugt, maar ook ter uitzetting van de vaten der baarmoeder, en vermeerdering der aldaar zoo noodzaakelyke warmte dienen moet(J), zoo ziet men duidlyk, dat eene zwakke , niet bloedryke moeder beide deeze oogmerken der natuur de voeding det , vrugt en het zoogen van haar kind niet zoo wel te ge- (a) l.cp. 674. CO Riem. T. VII. !. 28. SeS. 1. 5 XV. (<Ó l- T- &> $' i2?4- ï2 97- Van OS ioederykeligt, et zoden der. indeen, . . * By welke vrouwen dit plaats moet hebben.  »5* Geneeskundigs ?W BE MOEDERIYKePLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEREN. By eene meergevorderdezwangerheid is het zoogen zoo wel vo jt de moeder cis de vrugtzeer nadeelig. Of de zwangerheid gem gelyk vervullen kan , als eene gezonde vol fappige vrouw, dit bevestigt ook de ondervinding, en hier van hebbe ik zeer veele voorbeelden gezien: wat echter de ontaarting der melk eener zwangere moeder aanbelangd, dit is niet meer dan eene Hypothefe; en wanneer men bemerkt, dat de zuigling van zelf de borst der zwangere moeder vaaren laat; zoo gefchied zulks waarfchynlyk meesten tyds, om dat de toevloed des bloeds naar de borsten op die tyd minder, en dus ook de affcheidng van het zog geringer is, waar door de kinderen, wanneer zy zeer lang voor niet zuigen moeten, dit eindelyk moede worden; by het begin der zwangerheid is by veele moeders de eetlust bedorven, of zy kunnen de fpyzen niet in de maag, houden, hier door word den toevloed der voedende lappen geftremd, en het zog verliest zyn aangenaamen fmaak. . . ; . By eene verder gevorderde zwangerheid, wanneer de zuigling ciok in ouderdom en fterkte is toegenomen , is het zoogen, uit hoofde der reeds hier voor gemelde oorzaaken, zoo wel voor de moeder, als voor beide de kinderen zeer fchadelyk; het is derhalven noodzaakelyk hier tegen door verftandige inrichtingen te waaken , en vast te ftellen , dat geen zuigling van zyne moeder zal mogen gezoogd worden, zoo dra zy verzekerd is wederom zwanger te zyn, daar nu deeze zekerheid zelden voor de helft der zwangerheid plaats heeft, zoo is óp die tyd de zuigling ook reeds flerk genoeg , om de moederlyke borst te kunnen misfln, die hy niet dan ten nadeele der moeder en vrugt verder zoude kunnen genieten. By geluk is het niet gewoonlyk , dat zoogende vrouwen zwanger worden . zoo dat men dit zelf als een  I Staatsregeling. 253 teen bewys gebeezigd heefc, om het zoogen als eene pvoor de bevolking zeer nadeelige zaak te doen befifchouwen; de beflisfing van zoo een gewigtig vraagjjiftuk kan de Maatfchappy met recht van de Geneesf ikunde eisfchen, men zal dus -billyk verwachten, dat jwy ons hier deswegens vcrklaaren zullen. Voor eerst is htf zeker, dat, wanneer eene zoofcgende vrouw zwanger word , dit doorgaans plaats llheeft op een' tyd,, wanneer het nog voor haar, nog Ivoor haaren zuigling, zoo nadeelig niet meer is eemige verandering in het voedfel te onderneemen, en Ihet tevens ook niet moeilyk is, om des noods eene rmeik te vinden, die met het moederlyk zog meest overeenkomt, en het zelve zoo niet geheel, ten minsten gedeeltelyk vergoeden kan. Het is op de ondervinding gegrond, dat zoogende wrouwen zelden zwanger worden, maar hier uit ivolgt echter niet, dat alle de zoogende moeders gc*» .Winnende haaren geheelen leeftyd minder kinderen voortbrengen , dan zy, die niet zoogen , om hier van overtuigd te zyn, behoefd men llegts na te gaan, hoe veel kinderen jaarlyks van een zeker aantal bewooneresfen van het platte land en het zelfde getal inwooneresfen der fteden gebooren worden, of liever, een einde alles naauwkeuriger overeenkoome, eene verwelyking te maaken tusfchen twee (leden, alwaar in 13e eene een zeker aantal vrouwen haare kinderen zelf zoogt, in de andere die aan eene vreemde minne overgeeft of op eene andere wyze opvoed. Men zag, dat deeze of geene moeder, wanneer zy in iet zoogde, eerder zwanger wierd, dan wanneer zy !zulks deed, hier uit heeft men een zeer onzeker grvolg getrokken, dat in het algemeen meerder kinderen van Vandï Mr>EDERL\ KE PLIGT , HET ZOOGEN DER. KiNDE-j REN. duurende bet zoogen zoo algemeen is dat men daarom bet zoogen zoude aff haffen. Bet Had ban als dan van de horst genomen worden. Of het zoogen in waarheid de vrugtbaarheid•verminderd. Bcweering van btt tegen over gefielde*  Van m moederlykeriJGÏ, ' "het zoogen der kinderen; 254 Geneeskundige van niet zoogende, dan van zoogende vrouwen ge- ■ boren worden \ zoo men dit bewyzen wil, zoo moet: men door uit de ondervinding gebaalde bereekeningen i de Maatfchappy betoogen, dat in een geheel gewest: in eén tydverloop van 30 jaaren, geduurende de i welke eene vrouw aanvangt en ophoud kinderen te: teelen, meerder kinderen van de niet zoogende, dam van de zoogende vrouwen voortgebragt zyn; en zoo» men al deeze "zeer moeilyke, maar echter nog iets be— ■wyzende opgaave konde te voorfchyn brengen, zot» zoude hier uit nog in geenen deele volgen, dat hett voor den Staat nuttiger zoude zyn, met opzicht tott het voedfel der jonge kinderen een andere inrichting tee beraamen ; er ligt immers der Maatfchappy meer ge-.leegenaan twee duizend gezonde, welgefchaapen kin-.deren , dan aan het dubbel getal van de zodanige., waar van met het tiende jaar reeds wederom tweee derde verdweenen zyn , en de overige meestendeels!! zoo zwak en gebrekkig zyn, dat zy een groot aantall tot kranken oppasfers nodig hebben, en dus der Maat» fchappy onttrekken. Stellen wy een gelyk getal zaogende en niett ■zoogende moeders , zoo moeten wy van dj komt, dat by de moeders , die niet zoogen , ddi kraamzuivering zeer lang aanhoud, en zy daarna dikk wyls aan den'witten vloed onderhevig zyn ; beidli omftandigheden, welke volgens het getuignis van Hl»  Staats re g e l i 'n g. 255 IMippocrates en C-ALENus(fl) der -vrugt itbaarhcid zeer nadeelig zyn; Mauriceau drukt Iszich hier over aldus uit ,-, de baarmoeder, zegt hy^ word door de witte vloed als het waare met vocht .,, 'overftroomd, haare inwendige oppervlakte word zoo ,,, flymachtig en glad, dat het manlykzaad, offchóon uit de natuur kleevend , zich aan de baarmoeder ,„ niet hechten kan, of daar in te rug gehouden kan ,„ worden ; en zoo dit al gebeurd, fterft de vrugt en ,„ gaat fpoedig tot bederf over(&)" dit komt met Ihet gezegde^ yan Hippocrates(c) vry naauwfikeurig overeen. \\" Hoe natuurlyk ook het kinderbaaren aan eene vrouw ïis, zoo word zy hier dcor echter zeer verzwakt, eri > ( offchóon het by veele moeders de gezondheid bevor1 ;). Het is dus zeer billyk, dat men op zoo een gewig■ tig misbruik de aandacht vestige, en eenen vasten tyd bepaale, hoe lang het eene moeder vry zal ftaan haar ■kind te zoogen. §. X V I L By de oude volken wierden , volgens de berichten van Moschion(c), de kinderen geduurende één jaar en zes maanden, of twee volle jaaren gezoogd (^)j de Joodfche vrouwen zoogden haare kinderen twee jaaren en nog langer, dus roept de moeder den, zoo de 24 maanden nog niet om waaren, zoo kon Je zy het weder daar aan leggenO); by de Romeinen pleegen de kinderen drie jaaren lang gezoogd te worden (z-); zelf eene onechte moeder was verpligt haar kind drie jaaren lang zelf te zoogen (c); dus meende Carpsovius, dat men zonder reeden , de moeder het onus aUmtntationh (de last van , het onderhoud ) tot dat het kind drie jaaren oud was Opleide, om dat de woorden der aangehaalde wet alleen op het zoogen toepaslyk waaren (üT); hier uit vólgt meede, dat, wanneer een kind voor het derde jaar gefpeend word, de onteerder (Stuprator) tot bemaling van het onderhoud en der overige onkosten , zoo die gevorderd worden , genoodzaakt kan worden (O 5 de vrouwen der wilden van Canada gaan met het zoogen haarer kinderen voort, tot het vyfde $n fomwylentot het zesde en zevende jaar (ƒ); dit ge- (a) MilMONlDES rff cibis vetitis p. 42. . (4) Go TOF RED US ad L. nee filium 9. vtrb. trima. Cod. de Patris poteit. H UT M. PiSTORlUS Obf. 97- «• 3- (O BERGER in refilttt. ad ff. quast. «n. BRüNNEMai U g. ff. eod. Cd) Part- 4. Const. 27. definit. j- n. %. (^Carpsovius /. * i. F. Hertling Hs W#tWks» que jttre HeideW. 1712, (ƒ) Dhi. Eneyel. v. Hamme> R 3 Van tit, ioeder- ïke ligt, iet ZOOr !en dep, indelen,  Van de moeder.- lyke pligt , het zoogen dek, kinderen, Algemeene bepaalingder zoegtyd. 1 1 1 3 (b ) De Principum eura circa Sanitatem Subditorum p, ii.' CO Sura II. v. 234- Maimonides /, e. i6ö Geneeskundige gebruik vond Pallas dat ook by de Sibeiifche natien plaats had O). §. XVIII. De Schryvers verfchillen zeer veel onder elkander in het bepaalen der tyd, geduurende dewelke het kind de borst genieten moet; Heister ftelt dezelve ten minste op een jaar(£) j, dit tydperk kan men van wegens de ongelykheid der kinderen, waar van het een veel fterker is, dan het ander, een weinig ruimer neemen , en anderhalf jaar is eene gefchikte algemeene bepaaling op het zoogen; zoo echter, dat men geene moeder noodzaaken kan, om, zoo dit niet door de Geneeskundige voor het kind nodig geöordeek word, haar kind zoo lang de borst te gèeven; het moet haar vry ftaan haar kind na de achtfte maand, of zelf, wanneer zy door het zoogèn in gevaar geHéld wierd, na de zesde maand van Iangfaamerhand Van de borst af te wennen; de {lichter der Mahomeüaanfche Godsdienst verbood zyne navolgers de kinderen langer dan twee jaaren te zoogen ; offchoon zy net toeflemming van beide de ouderen ook vroeger tonden gefpeend worden («■}. Daar de leuiheid van fommige moeders tot allerley mnstgreepen aanleiding geeven kan, waardoor zy laare kinderen vroeger de moederlyke borst zouden roeken te onttrekken, zoo is het noodzaakelyk vast te  Staatsregeling; ad"» i te ftellen, dat het geene moede vry ftaat haar kind 'voor de achtfte maand te fpeenen, zonder hier toe een Ibyzonder verlof bekomen te hebben, het welk haar echter, na het vertoonen van een getuigfchrift, dat haar voor niet door eenen Arts moet gegeeven woriden, door de Overheid terftond moet gefchonken worden. $. XIX. Voormaals, ten tyde van onze vooronders, vierde mende fpeentyd met groote plegtigheid, men zette dus deeze moederiyke pligt, het zoogen, hier door eenen luister by, welke by eene voor de Maatfchappy zoobelangryke verrichting, zoo wel voegt; Abraham gaf ten dage, toen Izaak gefpeend wierd, een pragtig gastmaal(>); ten deezen dage, zegt Rabbi Salomo, „ bewees Sara proefondervindelyk voor het oog „ haarer gasten , dat zy in haaren ouderdom werke„ lyk een kind geteeld had, en dat het geenfin ts on„ dergeftoken was, daar zy alle de op dit feest meede „ gebragte kinderen ryklyk uit haare borsten zoog„ de(Z>)" : dus zond ook Manna haaren zoon Satnuel, na dat hy gefpeend was, met een offer naar den huize des Heeren te Silo (c); de Tidinidia der Spartaners kwamen met deeze plegtigheid over een, als dan droegen de minnen haare zuiglingen naar den Tem- (a) Gene/is 31. (*) Stückius, antiq. ConvivciU lib. i. e. 17, (f) Semuii /. U Ra Van d* MOEDER,LYKEPLIGT , HET ZOOGEN DER KINDEREN. Plegtigheid by het fpeenen eertyds in gebruik»  £o2. Genebsktjnbiös 'Van de W0KDERtYKËJïUGT , HRT zoogen DER kinderen. ' Of min dit te regt heeft affrfchojd. Üver- ' Gefteld zynde, dat het niet raadzaam, dat het zelff felltgen- omnoogelyk is, een kind de borst der moeder te doem 'de afdee- genieten; dat men zich daar en boven in ftaat bevind ,, l'"g' om het zelve het jvoor de kinderen gezondfte voedfel, de vrouwen melk, te verfchaffen: zoo blyft nog; al¬ fa) Athaen eus lib. 4. (*)lochnerüsj de fes"> TiAinidiorum Dinana Corytba!» liar. Tempel der Diana Corythallia, alwaar op de wyzevan Sparta een maaltyd gehouden, eh aan deeze Godin een Speenverkentje geofferd wierd O): Cato noemde de Edufa en Pontina als Godinnen , befchermeresfen der kinderen , welke gefpeend wierden, wanneer zy door de zoogfters wierden aangeroepen (Z>). Dit alles hebben wy afgefchaft, en deeze voornaamfte pligt der moeders, het zoogen, valt flechts het gemeene volk ten deele; ik denke echter, dat het eene méér algemeene en nuttige voorzorge voor het; welzyn onzer nog onnoozele meedeburgeren zoude te: kennen geeven, zoo men het tydperk, waarin de; kinderen van de moedèrlyke borst genoomen worden,, even zoo een plegtig aanzien byzette als wel eer; tem minste wanneer men in de faamenleeving die moeders! eene 'foort van minachting betoonde, welke uit louter ■ grilligheid en tot haar gemak het welzyn haarer kinderen in den wind floegen. §. XX.  Staatsreöelin <\ 2% akoos' de gewigtige vraag over: welke inrichtingen de regeeringen in groote en kleinere Steden in het werk kunnen ftellen , om de pasgeboornen te beveiligen voor die gevaaren, welke zy loopen kunnen , wanneer zy in handen van godlooze, ongezonde en pligtvergeetende zoogfters vervallen: dit zal ik in het volgend hoofddeel onderzoeken (*). (*) Het geen het onderwerp van dit Hoofddeel uitmaakt, :zal een ieder erkennen eene zaak van het uiterfte aanbela gs , voerfters {[Mèneurs en Mèneufes} moeten op een „ derde door de Minnen - moeder te houden register ,, aangeteekend worden ; dit register moet zonder „ onkosten door den Ambtman bekrachtigd, en door „ de Lieutenant de Poiice van Verfailles op alle „ bladzyden geteekend worden; ( cottè parafé) „ hunne voor en toenaamen, als meede de woons, plaatfen zullen op eene byzondere lyst in de Buit reau des Nourrices opgeteekend zyn, op boete 9, van 50. Liv., zoo wel voor de Minnen -moeder 9, als] voor de Mèneurs of Mèneufes. XV. „ Niemand, wie hy ook zy, zal zich met ï, het ambt van Mèneur of Mèneufe moogen inlaaten , „ zonder het bovengemelde getuigfchrift van zyn „ Geestlyke in de Bureau des Nourrices te hebben „ doen aanteekenen, op boete van 50 Liv.' XVIII. „ In gevalle de Zoogfter niet fchryven, „ en dus zelf geene quitantie geeven kan van het „ loon, waar voor de Ouders haar kind by haar be„ fteed hebben, zullen de aanvoerers haar dat geld „ met overhandigen , dan in tegenwoordigheid van „ den Prediker, Capellaan of eenig ander Geestlyk „ 0l Waereldlyk Ambtenaar van het Kerfpei, welke » op zyn register fchriftelyk getuignis moeten gee„ ven, dat zy by het overhandigen van het geld zyn „ tegenwoordig geweest, in gevalle van nalaatigheid „ moet men zich aan de uitfpraak der Zoogfter, we" het seen men haar n°S fchuldig is, houden. XIX. „ Het is den bedienden en onderhoorigen j, de.f  Staatsregeling. 283 „ der Minnen-moeder verboden, onder welk voor„ wendfel het ook zy, by wyze van gefchenk iets, hoe gering ook, aan te neemen van die Minnen; die door de zorge der Bureau ztiiglingen bekomen hebben, op ftraffe van iod Liv., voor wdke boe„ te, als meede voor de teruggaave van het geen „ haare bediende ten gefchenke ontfangen mogten „ hebben, de Minnen-moeder aanfpraaklyk moet 3j zYn- XXII. „ Alle de Zoogfters , welke alleenlyk op „ begeerte der Ouderen na Verfailles in der burgeren „ huizen komen om zuiglingen af te haaien, word „ hier meede verboden, de gemelde kinderen van ,, zich te geeven, en Verfailles te verlaaten, zonder „ van beide Ouders een, getuigfchrift bekomen te „ hebben, waar in hunne voor-en toenaamen, hun„ ne kostwinning, woonplaats Kerfpel, als meede de „ naam 'des zuiglings naauwkeurig opgeteekend zyn, „ op-boete van 50 Liv., voor de Minne; op gelyke „ ftraffe beveelen wy, dat de Zoogfter terftond na „ haare te huiskomst het gemelde Certificaat in han „ den van haaren Geestlyken zal overgeeven , de ,' welke deeze getuigfchriften by elkander voegen „ en ten langften binnen veertien dagen na de terug„ komst der Zoogfter hier van fchóftelyk aan onzei „ Procurator voor den Rechtbank van Verfailiesken „ nis moet geeven en hem tevens doen weeten , wel „ ke Minnen zich by hem niet hebben aangemeld op dat door denzelven onzen Procurator de noch' „ ge maatregels genomen en door den Ambtman va „ Verfailles dat geen bevoolen worde wat recht e „ billyk is. XXIII. „ Geene Zoogfter, Mineur of Mèneuj » z Van 1 zoogsters, i t • ' \ 1 1 e \l  Van de eooGsters: „ nomen worden,) en zonder van wegens de Min- ■ „ nen - moeder met een verloffchrift,-om het kind op. „ het Land te brengen Qcertificat de renvoi") voor-. „ zien te zyn, op boete van 50. Liv., voor de eerr „ fte, en veel zwaarer ftraffe voor de volgende over- ■ „ treeding deezer Wet. Op den 10 January 1779. verfcheen deswegens eene byzondere Koninglyke Ordonnantie, die de. menschlievende gevoelens van Lode wyk XVI. eeuwige eere aandoet, de hoofdzaakelyke inhoud is; deeze. Zyn Kon. Majefteit in ervaaring gekomen zynde, dat jaarlyks in het Vondeling hospitaal te P/irvr _ mppp- dan 2000. kinderen gebragt worden, die,in zeer ver-re van de hoófdftad verwyderde- landfchappen ter waereld kwamen, dat deeze teedere en aan zoo veele.' toevallen onderworpen kinderen, zonder eenige voor-zorge in alle jaargetyden met de gewoone en open-. baa- 284 Geneeskundige „ zal onderdaan de door haar aangenome zuiglingen by ,, haare te huiskomst aan andere zoogende vrouwen „ over te geeven; of met behulp van een yalsch ge„ tuigfchrift eenen zuigling trachten te bekomen; ,, wy verbieden meede op ftraffe van 50 Liv.. alle „ Zoogfters om zwanger zynde zuiglingen aan te nee„ men, en voor deeze boete zal de Man aanfpreeklyk « zyn. XXIF „ Den Mèneurs of Mèneufes word by „ deezen verboden, de pasgehoorne kinderen op het „ Land te brengen of te doen brengen, zonder door ,, eene Zoogfter vergezeld te zyn, die dezelve geduu„ rende de reize de borst kan geeven , zonder „ fchriftlyk bevvys, dat het kind gedoopt is, (zul„ lende ten deezen opzichte geene uitvluaten aange-  Staatsregeling. 285 baare voerlieden worden meedegegeeven , die dik- j werf zich zoo lange op den weg ophouden, of zoo , veele andere zaaken te befchikken hebben, dat deeze ongelukkige flagtoffers van hunner Ouderen onbarmhartigheid door zoo eene reize dikwerf zoo veel lydcn, dat meestal het icde gedeelte derzelver fterft eer zy drie maanden bereikt hebben : zyn Majefteit heeft ■meede by nader onderzoek met ongenoegen bemerkt, dat het aantal deezer vondelingen van dag tot dag toeneemt , en het grootfte gedeelte dexzelve echte kinderen zyn , zoo dat deeze Gedichten , die by hunne eerste oprichting alleenlyk ten oogmerke hadden de misdryven, welke de ongelukkige onechte Moeder, ■uit vreeze voor fchande aan haar onfchüldig wichtje pleegen kan, voor te komen, van tyd tot tyd kweekhoven der ondeugd wieiden , welke der Ouderen misdaadige zorgeloosheid begunftigen; waar uit eindlyk de treurigfte gevolgen, zoo wel voor de onnozele wichten, die doch nergens zoo wel verzorgd zyn , dan in de handen van rechtaarrige Moeders, als voor den Staat ontftaan zouden, wanneer op deeze wyze het aantal der vondelingen tot in liet oneindige aangroeit en dus voor den ftaat eene ondraaglyke last word, zyn Majefteit beval dus om dit misbruik voor eerst met zachtheid tegen te gaan, dat de Geestlykheid bevolen wierd, hunne kerfpel-kinderen op het ernftigst voor oogen te ftellen, wat in dit geval de Wetten van natuur en Godsdienst van hen vorderen, zoo echter deeze ernftige voorftellingen der Geestlyken , zoo de znchte middelen in dit geval Kiet vermogende g no-g zyn , zoo zal men genoodzaakt zyn geftrenger mrecgelen in het werk te ftellen, en ten dee?.. G lé beveelt zyn Majefteit, dat voor tcrstv^ ft . Hen Vamdë üog'1'lrs. -  Van de xoog- Sl'Jb&S, O) Nog binnen kort wierd in Franiryk zoo een ontaart: vrouwsperfoon leevendig verbrand, die te Laval en mainei woonde, en van daar dikwerf kinderen naar het Vondeling; hospitaal te Parys bragt,in plaats van deeze onfchuldige wichten a'daar over te geeven bragt zy dezelve om hals en be-. pipef die in een kelder. -Frati'-furter Zeitung 1779. Nu. 77,, 280 Geneeskundige den eersten Oétober af aan, geen voerman zich on-' derftaan zal op boete van 1000. Liv., een pasgebooren of te vinden gelegd kind aantcneemen, ten zy dat. hy het by eene Zoogfter of in het naast by geleegen. Vondelinghuis brengen moest. Ten tweeden moeten door dit bevel de Vondelinghuizen in de Provinciën,, met geen grooter aantal van kinderen belast worden , dan hunne inkomsten toelaaten, zullende de benodig- ■ de kosten voor het eerste jaar uit des Konings fchat— kist vergoed worden, tot dat er voor het onderhoud 1 der arme kinderen in de Provinciën de nodige in— komsten zyn vastgefteld. XXF. „ de Zoogfters Mèneurs of Mèneufes, zul-9, len onder geen voorwendfel hoegenaamd zich ver- ■ t, Houten de hen aanbevoolen kinderen te vinden te leggen, zullende diergelyke overtreedingen ten al— lerftrengfte beoordeeld en geftraft worden (a);, „ voor het overige beveelen wy de Zoogfters, dat: zy voor de haar toevertrouwde kinderen, allemooge- • „ lyke zorge dragen , en van alles, wat hen mogt: overkomen , aan de Ouders, of die haar dezelve i aanbetrouwd hebben , behoorlyk kennisfe geeven ;; „ indien zy zelf niet fchryven kunnen, moeten zy „ dit door den Geestlyken haarer parochy aan hen ,, die hier by belang hebben , doen meededeelen ,, ,, zoo 1  Staatsregeling. 287 i> zoo men bevind dat een kind door het toedoen der Minne om het leven gekomen is, zoo zal dezelve t naar alle geftrengheid der Wetten deswegens ge1 „ ftraft worden. a XXFI. Dat artikel wegens het overlyden der , zuiglingen op de reize is het zelfde als Art. Xlï. , der Ordonnantie van 1715., waar by iïog gevoegd »■ is „ dat in gevalle een zuigling fchielyk en onvoor{< s, ziens ftierf, de Zoogfter hier van aan de OpperrechJ „ ter der plaats of zynen gemagtigden bericht moet 1. „ doen toekomen, op dat dit behoorlyk aangeteekend worde: wanneer de Zoogfter eenige noodzaaklyke ]. ,, uitgaave voor den zuigling gedaan heeft, zoo moet r, „ dezelve door de Ouders of verzorgers van het kind ï s, te rug gegeeven worden. :• XXVII. „ De Zoogfters zullen gehouden zyn de Ij „ zuiglingen, wanneer dit van de Ouders of verft 5, zorgers dezelve geëischt word , binnen veertien {• j, dagen te huis te brengen, offchoon zy ook diekin;t j, deren van eene andere Minne hadden overgenomen , * waar by echter het achterftallig zoogloon betaald ; moet worden : wanneer de Meneur of Meneufe :y j, een kind ter befteeding aanneemt, moet eene dub, „ bele aanteeking gemaakt worden van het linnen en ; ,, de kleederen, welke aan-het zelve medegegeeven 10 „ worden , de eene lyst blyft in handen der Ouderen „ of die het kind befteeden, de andere moet aan de „ Zoogfter overhandigd worden, zoo het kind fterft * „ is de Zoogfter verpligt de gemelde kleederen, "be-* " „ nevens het fchriftelyk bevvys van des kinds over-. ,! „ lyden, binnen veertien dagen aan de OudeYs of verzorgers van het zelve over te geeven , op „ ftraffe van 50. Liv., voor de eerste , en zwaa-* Van ris zoogsters.  VA.N DE ZOOGSTERS. 288 Geneeskundige „ rer ftraffe voor de tweede overtreeding deezer „ Wet. . XXIX. „ Ter voorkoming van dat misbruik', „ waar door fomwylen eenige Zoogfter ten platten ,, lande, welke, daar het haar aan een getuigfchrift „ haarer Geestlyke ontbreekt , aan de Bureau de „ Nourrices geenen zuigling kunnen bekomen, zo,, danige kinderen van andere overneemen , welke „ reeds gefpeend zyn: als t meede ter voorko- ,, ming dat fommige Mèneurs of Mèneujes , zodanige ,, kinderen of by de Zoogfters brengen , of zelf voor „ zich neemen, -zonder dat zy op de naamlyst der „ Bureau aangeteekend zyn, hier door word het de ,, Geestlyken ten platten lande onmoogelyk te wee-. „ ten, tot welke Ouders deeze kinderen behooren, en zoo zy overleeden zyn hunne waare naamen, op het register aan te teekenen, waar door aldus „ in deeze gcflichten groote wanorders ontftaan moe,, ten; ter voorkoming deezer misbruiken verbieden „, wy aan alle Zoogfters, Mèneurs of Mèneufes , „ zodanige reeds gefpeende kinderen op eene andere „ plaats, als aan die Bureau des Nourrices aan te nee,, men , aan welke de voornoemde Zoogfters Mèneurs „ oï Mèneufes, telkenreize een voldoenend getuig„ fchrift ( als in het VII. Art. bevolen is ) hebben ,, overgegeeven, dit alles op boete van 50. Liv., en „ daar en boven , voor de Minnens op verbeurte van „ het bedongen loon en kostgeld , voor de Mèneurs, „ of Mèneufes om , wanneer zy aan dit bevel niet j, gehoorzaamen , in hechtenis genomen te worden. XXX. ,, Wy verbieden de Minnen -moeders, om ,, aan eenige Zoogfter Mèneur of Mèneufe, welke „ zich by haar ter aanneeming van zuiglingen of 3, kin-  Staatsregeling; kinderen om te fpeenen aanmelden, zodanig een z ,, kind over te geeven, zonder dat hst voorgemelde »■ Certificaat aan haar vertoont is, en zy door haar „ zelf op het daaglyksch register (Art. VI.) aange„ teekend zyn, op ftraffe van 50. Liv., opfehorsfing ,, voor een vierendeel jaars van haar ambt en des., zelfs inkomsten, of een geheele afzetting Van haare bediening, zoo zulk een, misflag meermaalen vooi>, viel. XXXI. „ Den Ouderen en Verzorgers der kinde„ ren , word hier meede bevolen het loon der Zoog- fters zonder uitftel maandelyks of zelf, of door ,, middel van een ander, ook zelf door middel der „ Mèneurs of Mèneufes, die hier voor van ieder „ Livre een Sol genieten zullen, te doen toekomen; „ daar en boven word de Zoogfters M&netirs of Mè„ neufes hier byop Arbitraire ftraffe verboden, haar „ loon langer dan -een vierdeel jaars te laaten ftaan en oploopen. I XXXII. „ Op dat de Ouders of Verzorgers der „ kinderen, welke zich by de Minnen-moeder ver„ voegd hebben, de Zoogfters en derzelver woon„ plaats behoorlyk kennen, en weeten zouden, aan wien haare kinderen zyn toevertrouwd, zoo beveelen " wy, dat de Minnen-moeder aan de Ouders, of .' die de kinderen befteeden, een uittrekfel uit haar " register geeven zal , van het geen hen betreft in \l het getuïgfehrift des Geestlyken aangaande de zee" den , leevenswyze, voor- toenaam en wooning der haar' aangeweezen Zoogfter zonder eenige andere " belooning, dan de in het V, Art. haar toegelegde! 30. Sols. XXXV. „ In alle de hier voorgemelde gevallen II. Deel. ï »^ Pan di x>0-  Van de zoog. tt'ers. flpo Geneeskundige „ zullen de Manen der Zoogfter , Mèneufes of „ Minnen-moeders voor de haar opgelegde boetens, zonder nader vonnis aanfpraaklyk zyn, zy zullen ,', echter deswegens zonder nader verhoor niet in „ hechtenis genomen mogen worden. Sederd eenige jaaren zyn echter in deeze inrichtingen merkelyke veranderingen voorgevallen ; de gewigtigde en nuttigde verbeeteringen zyn onder beide de Waardige Magidraatsperfoonen de Heeren de SarTine en Albert tot fland gebragt; het is hielde plaats, om daar van melding te maaken. Door eene nieuwe verandering van den 24 July 1769. zyn die vier Bureaux des Nourrices tot één gebragt en dit gebouw is op eene gezonde plaats met behoorlyke ruimte voor de Zoogfters en Zuiglingen aangelegd; daar en boven is er eene Bureau de Di* reèjion gedicht , welke het zoogloon telkens eene rn/and voor uit betaald, met beding om het van de Ouders wederom in te vorderen; hier door heeft tevens tusfchen de Ouders der kinderen en de Zoogders gedaadig eene wederzydfche Correspondentie plaats , waar door zy beiden in daat gedeld worden, om onderling voor het welzyn des zuiglings zorg te dragen; beide deeze Bureaux wierden met den aanvang van het jaar 1770. geopend de eene wierd door een Opziener , de andere door eene Opzieneres onder den naam van Minnen - moeder beduurd; in deeze laatda moesten de burgers ten allen tyde Zoogders voor handen vinden. Van dien tyd af aan wierden de Minnen gez3mentlyk in eene zaal, QLa falie de location) de verhuursaal genaamd, by een gebragt : deeze is zoo groot, Jat zy bekwaamlyk' honderd Zoogders, welke ziel * daar  «I Staatsregeling. 291 t'daar fomwylen bevinden, bevatten kan, waar uit de [burger zoo eene kiezen kan, welke hem met opzicht itot haare woonplaats of perfoonlyke eigenfchappen het fbest aanftaat, naast deeze zaal bevinden zich in dit IMinnenhüis verfcheide flaapkamers, alwaar de Minnen [flaapen en ter' rechter en linker zyde wiegen hebben (om de zuiglingen in te leggen. De Minnen-moeder houd een register van alle de, ;aan de onder haar geftelde Minnen, toevertrouwde kinkderen, de Zoogfters zelf kunnen aldaar niet aangenomen worden, zonder een getuigfchrift in te leveren, ■waarin door den Geestlyken van haate woonplaats de tyd haarer laafte bevalling, benevens haar tot haare bediening vereischte zedelyke hoedanigheden aangegeeven en bekrachtigd worden : tevens moet zich ook elke Minne van eene wiege en vuurmande voorzien. Deeze inrichting kan echter voor de gezondheid der zuiglingen ten hoogfte nadeelig worden , men ftelle dat flechts vier Minnen met haare zuiglingen in ééne kamer woonen en men zal moeten toeftaan, dat in zoo een vertrek geene voor een kind zoo noodige ftilte, geene behoorlyke zindelykheid plaat: kan hebben, daar de lucht geftadig met allerley oi> reine uitwaafemingen en koolendamp vervuld word: zulk eene inrichting krygt dus het aanzien van eer Hospitaal of Vondelinghuis, alwaar altoos het aanta der overleedenen grooter is, naar maate zich eengroo ter meenigte perfoonen in eene naar evenreedighei. te engen omtrek bevinden* By deeze ftichting zyn door de Regeering twe Artfen geplaatst, deeze moeten zich daaglyks in hf vertrek der Minnen begeeven, om naar haare gezonc heid onderzoek te doen, en zoo de Ouders het bege< 1 » « Van us zoogsters. i t ( l ri  Van be zoogsters, ( J . i 1 1 l r d e k d c d h 01 tc w vo pri gel dei (g Cs moeten ook de klagten , welke over de Minnen off &o2 Geneeskundige ren den toeftand dier kinderen te onderzoeken, welke; /an de Minnen weder te rug gebragt worden , zy noeten ook de klagten , welke over de Minnen off DuJers plaats kunnen hebben, bifhsfen, dit alles gefchied zonder onkosten voerde Zoogders of Ouders, Dit heeft ook, plaats met opzicht tot het geneezeri Ier venusziekte , om welke oorzaak men wel eer de Viinnen naar de Bicêtre zond : deeze kwaal word, ;egt men , thans zeldzaam by de Minnen waargeno-. nen; en wanneer nog, in weerwil van het naauw:eurig onderzoek van des kundigen een hier meede •efmet kind influipt, en dit kwaad aan zyne Zoogter mededeelt, zoo worden de hier toe Vereischte liddelen haar in haare wooning toegezonden; geuurende de cure ontfangt zy weeklyks een daalder; n de Heelmeester word wegens zyne moeite be>ont, zy worden naar de manier van de Heer Garan e (een by de Bureau des Nourrices aangefHden reneesheer) behandeld, met wien de Heelmeester er plaats, alwaar de Minne woont, briefwisfeling mdt. 5 Van s'morgens ten n. uuren tot des middags ithoud de Geneesheer van het huis zich in een hier e gefchikt vertrek; wanneer de Minnen aankomen orden zy door hen, die dezelve aanbrengt, of eene diende der Minnen * moeder aan hem ten onderzoek orgefteld. Ma dat de A«s de getuigfehrifren heeft nagezien, >eft hy haare melk, en fchryft terftond op de omLeerde zyde des gemelden getuigichrifts zyn oor■1 met deeze woorden : geproefd en goed gevonden , wté &> approuvê. ) 0f: geproefd en verworpen, wié refufé le lait de la dit e nourrice.'). Dit  Staatsregeling. 293 Dit alles voorafgegaan zynde, kan de Minnen-moeder eerst eene Zoogfter verhuuren; ten zy dat de 1 Ouders eene Minne begeeren zon .Ier dat men voor Ihaare deugdelykheid in ftaat; in welk geval de Quiders een getuigfclirift geeven moeten, dat de Bureau voor niets verantwoordelyk is. Des Konings Ordonnantie bepaalt welde ouderdom , welke het zog hebben moet, maar in fommige jaargetyden, b. v. in den Oogst, zyn de Zoogfters van wegens den arbeid op het land,in Parys zeer zeldzaam : men moet derhalven deeze wet op dien tyd met dien verilande uitleggen, dat men een eenigzims ouder zog, zoo het maar anderfints goed is , echter voor voldoende houd: de ouderdom der melk moet echter tot onderrichting voor de Ouders door den Arts in het getuigfchrift aangeteekend worden. Men kan niet te zorgvuldig zyn , zegt Gardane, om by het onderzoek der Zoogfters zoo min omflag te maaken , als moogelyk -is , op dat deeze doorgaans vreesachtige Vrouwsperfoonen, die op de minste vraag zich ligtelyk ontftellen, hier door niet benadeeld worden : men moet haar derhalven met veel zagtmoedigheid ondervragen , en gerustftellen, op dat men uit deezen hoofde in het beöordeelen de: Zoogfters niet dwaale. Voor het infchryven van eenen zuigling moet aar de Bureau des Nourrices een livre en vier/i/f betaali worden, waar van de Minnen - moeder dertig , ei haare meedehelpfteis {factrices) eenen fol bekomei zullen. Dit moeten de Ouders betaalen en tevens ook dc doopcedul van het kind aan de Bureau overgecven het geen door de Minnen , by haare aankomst in ac T 3 8 van : zoogsters, I I l n » at  Van di zoogsteks. 1 ■294 Geneeskundige genomen moet worden, is in de hier voorgemelde; inrichtingen reeds voorgefchreven. Daar en boven is de Bureau de Ouders en Zoog-fters borge voor de invordering en uitdeeling van het Zoogloon , zoo wel door de handen haarer amb». tenaaren, als door de handen der Mèneurs of Mèneu- • fes; de Opziener geeft aan de laastgemelden by elke: reize die zy naar Parys doen de geheele fomme meerde , welke de Minnen voor het Zoogen en verder on- ■ derhoud haarer Zuiglingen geduurende die maand! verdiend hebben, offchoon zelf dit geld nog niet vani alle de Ouders'is ingekomen. Verder is de Opziener gelast alle de onkosten van zyn bcftuur, de belooningen en jaarwedden der On-' deropzieners, Heelmeesters en Infpeclor der zuiglingen , waar van ftraks zal gefproken worden , en die honderden beloopen, te betaalen. De Beftuurder mag wegens onkosten, aangewend, om nalaatige of behoeftige Ouders tot betaaling te dwingen, niets in reekening brengen; om hem echter in ftaat te ftellen dit alles te betaalen, en hem wegens het verlies en uitftel der betaaling en de bovengemelde gerechts onkosten fchaadeloos te ftellen ; Zoo wierd hy volgens de laatfte Ordonnantie van den "24. July 1779. gerechtigd, na aftrek van het geen de Mèneurs en Mèneufes toe gelegd is, een even gelyk procento voor zich te behouden. Zoo men derhalven het Zooggeld op 8. Lir., s'maands reekend, brengt hem elke Zuigling .s'jaars met meer dan 4. Liv., 16. So/s op. Het ftaat den Ouderen wy, of zelf aan de Bureau iet Zoogloon te betaalen, alwaar men een dubbel redster yan elk der Mèneurs of Mèneufes houd , of zy  Staatsregelin g. 295* zy kunnen het zelve door een van die zenden, wanneer zy, by elke reis,die zy naar Parys doen, by hen komen, om hen van hunne kinderen naricht te geeven , waar van de Mèneurs of Mèneufes , door de onderteekening der Ouders op hunne registers by het artikel hunner zuigling bevvys moeten geeven; in gevalle dat de Ouders noch zelf, noch door middel des Mèneurs of Mèneufe het loon voor de verloopen maand voldaan hadden, zoo moet de Opperbeftuurder hetzelve voldoen , en als dan wegens het te rug geeven aan de Ouders fchryven; zoo de Ouders hunnen Zuigling te rug begeeren te hebben, zoo moet een van hen zich aan de Bureau vervoegen, om van deeze begeerte kennis te geeven: de Befhiurer reekent met alle de Ouders en Zoogfters naauwkeurig af: hy moet geftadig briefwisfeling houden met de Waereldlyke en Geestlyke Overheid, met de rigters der plaatfen , alwaar de Zoogfters zich met 'er woon bevinden, met de Bevelhebbers der Marecbausfêa wegens de uitvoering van de beveelen der Overheid. In plaatfe der vier Opzieners, {infpcBeurs} welke te Parys zich ophielden, en eertyds op een verkwistende wyze van de eene Provincie naar de andere reisden, om de zuiglingen te bezoeken', wierden meerder Onder opzieners op het land aangefteld , welke aldaar woonden, alwaar zich de Minnen ophielden , van waar zy zonder moeite het oog kunnen hebben'op alle de zuiglingen, welke zich in dien omtrek bevinden, en acht kunnen geeven, of de Zoog fters hen iets laaten ontbreeken ; op dat echter deezi berichten zoo volkomen als moogelyk zouden zyn, zo< wierden tot onder-Opzieners zodanige lieden verkoo ren, die in de Heelkunde geöeffend, en in ftaat waa T 4 ïcn Van Df soogster.s, \ I  Van i zoogsiem. *pö Geneeskundige" e ren, om van den toeiland der Zuiglingen naauwkeurig te kunnen oordeelen , de oorzaaken hunner gebreeken met zekerheid te kunnen bepaalen, en de beste middelen tot hunne geneezing aan de hand te geeven. Dus wierd dit opzicht door de Lieutenant de Poiice aan fommige Heelmeesters toevertrouwd, aan welker zorge de zuiglingen, die zich in den omtrek van zeven of acht uuren rondom hen bevinden, zyn aanbevolen ; zodanige Opzieners zyn gehouden in elk vierendeel jaars de zuiglingen in den hen aangeweezen omtrek eenmaal te bezoeken, en een dagboek in te leveren, waarin den dag van hun bezoek en eene naauwkeurige befchryving van den waaren toe. Hand der zuiglingen, hunner behoeften, hunner verzorging, de gezondheid hunner Minnpn enz. aangeteekend is. Tevens moeten ook in dit dagboek alle die aanmeikingen vervat zyn, welke op de geneezing van de ziektens der kinderen betrekking hebben, ten einde het gevoelen des Geneesheers van het Zoogfterhuis, wegens de in het werk gefielde of voorgeflagen hulpmiddelen aan den Heelmeesters kunnen meedeae» deeld worden. Eindelyk moet ook in hetzelve melding worden gemaakt van den tyd, wanneer de Mèneur of Mèueufe het laatfle geld aan de Zoogfter heeft overrebraaf en federd hoeveel maanden zy nog het achlerftaliis Zoogloon te vorderen heeft, waar van de Mèneur of Mèneu/e reekening moet houden. Dit dagboek word op gedrukte bladen ingevuld welke de Opziener in een genoegzaam getal 'aan dj nor toe aangeflelde Heelmeesters doet toekomen & ictzelve moet door een lid der Geestlyke of Waereld  Staatsregeling. 2,97 lyke Overheid van de plaats, alwaar de Zoogfter ; woont, onderteekend zyn. Het is de pligt der Heelkundige Opzieners by hunne aankomst te Parys kennis te geeven, of de Zoogfters haare getuigfehriften , haar door de Minnenmoeder wedergeeven, in de daad volgens Ordonnantie aan haaren Geestlyken hebben overgegeeven. In gevalle de Zoogfters geene genoegzaam gemaklyke wiegen hadden; zoo moeten de Heelmeesters haar noodzaaken zich van deeze, zoo wel als van de nodige vuurmanden te voorzien. D) Heelmeesters moeten meede nagaan, of de Zoogfters haare Zuiglingen behoorlyk zindelyk en hun linnen in eenen behoorlyken ftaat houden , en tevens ook acht geeven, of de Mèneurs ten behoorlyken tyde de Zuiglingen bezoeken, en de Zoogfters in tegenwoordigheid haarer Geestlyke voldoen; zy zyn verpligt om by hunne bezoeken de kranke Zuig' hogen voor niet hunne hulpe te laaten toekomen , zoo echter,dat zy dezelve geene Artfeny geeven mogen, ten zy zy door de Ouders van het kind of de Geestlyke der Minne eigenhandig hier toe verzogt zyn , gelyk by het XV. artikel der Ordonnantie van 1769 bevolen is. 'Gefteld zynde, dat echter de Heelkundige Opzieners by hunne bezoeken van de Zuiglingen aan dezelve geneesmiddelen hadden toegediend zonder door de Ouders of Geestlyke hier toe verzogt te zyn, zoo zullen zy niet gerechtigd zyn voor dezelve of voor hunne moeite iets te vorderen : het oogmerk der Overheid hier meede is, dat de Heelmeesters zich van deeze hunne bezoeken" niet zouden bedienen , om hunne Ariftnyën aan den man te brengen, maar T 5 dat Van dk ,000- TER.s.  Van di zoogsters, i 1 «KM 2oS GENEKSKU»DIGa dat zy zich alleenlyk vergenoegen zouden, om zicft als Opzieners over de Zuiglingen te gedragen , en mets meerder vorderen, dan hetgeen hen voor hunne moe-te van wegen de Overheid is toegelegd, namelyk een Sol van elke Livre; echter word aan de Ouders de vrye keuze gelaaten, wien der wondartfen zy hunne kranke kinderen ter verzorging toevertrouwen : Zoo dra de dagboeken der Heelmeesters aan de Bureau zyn overgegeeven, moet aan de Ouders dat geen, het welk daar in hunne kinderen betreft, bekend gemaakt worden; alle toevallen van groot aanbelang worden hen terftond gemeld. De Opziener heeft zoo wel zelf, als door zyne bedienden, zeer oplettend het oog op het gedrag der Mineurs, welke van wegens het gewigt hunnesambts zoo zeer de befcherming des Konings, de gunst des ministers en de toegenegenheid hunner medeburgeren verdienen; daar zy 'er hun werk van maaken, om de Minnen op het land op te fpeuren, zoude Parys zonder hen hier aan wel dra gebrek hebben; in zoo verre zy het oog op de leevenswyze der Minnen hebben dragen zy ook tevens zorge voorde Zuiglingen; zy zyn der Ouderen plaats bekleeders, door hunne" handen vloeit der Zuiglingen hulp toe; zy vorderen iet zoogloon en deelen het uit; zy zyn de Canaalen, waar door de omwandeling van het geld uit Parys tot op 50 uuren in het ronde bevorderd word , en a^aar van meer dan twaalf duizend huisgezinnen uin onderhoud hebben: tot dus verre de verhandeling 'an den Heer Gak. d a,ne. §• IV, Zoo wydloopig, zoo belangryfc zyn de maatreege-  Staatsregeling. 299 len; welke men nodig vind in eene groote Stad, al- j waar het zelf Zoogen iets ongemeens, en ra de hui- , zen der aanzienlyken zelf iets verachtlyks geworden , is: zy doen het doorzicht en de menschlievendheid van « die waardige Magiftraats perfoonen eere, en verdie- r ' nen alle groote Steden als een voorbeeld voorgefteld te worden; echter niet ter navolging, God verhoede , dat men ergens elders dan te Parys zodanige voo'rzorgen tegen het nadeel, het welk uit het verwaarloozen der Moederlyke pligten te duchten is, nodig hebbe, dat men die verlaate zuiglingen in eenen omtrek van vyftig uuren in de rondte behoeft te verfpreiden, om die door vreemde Minnen te doen zoogen; welk eene verbaazende verwoesting moet er, in weerwil zelf van het naauwkeurigst opzicht, onder zoo veele duizende rampzalige wichten door verzuim , onmeedogendheid, geldzucht der Minnen,haare Mannen en 'zelf der Onderopzieners geen plaats hebben! In Londen, het welk in grootte en bevolking aan Parys weinig of niets toegeeft, zyn zeer weinig Ouders, welke hunne kinderen op het land ter minne belteeden en die dit doen, trachten dezelve zoo na by zich te houden, als moogelyk is, het grootfte deel der Moeders zoogen aldaar zelf haare eigen kinderen. Moeten de Opzieners deezer inrichting aan het algemeen eene naauwkeurige aanteekening van verfcheide haren herwaards voorleggen, dier kinderen, welke op deeze wyze op het land gezonden zyn zonder ooit te rug te keeren, om, door het aantoonen van het yerbaazend aantal der aldus om hals gebragte kinderen , den Staat te beweegen tot het uitvinden van andere middelen, waar door de pasgeboorne ir de rechten, welke zy meede ter waereld bragten, hei Van db OOGl'ERS. negens de worgeiclde in'.ibtingen.  3°o Geneeskundige Vandb zoogsters. Het moet derhalven herteld, en de wreedaartige Moeders verhinderd worden zich op deeze wyze van haare kinderen te ontüaan(ö). Hoe is het moogelyk, dat niet een wyf, het welk zien als Zoogfter verhuurt, wanneer zy zoo verre van de Ouders of bloedverwanten des haar toebetrouwden Zuighngs verwyderd is, zonder fchroom, zoo dikwyls zy wil , -een vreemd kind in de olaat^ le van het haar overgegeeven ftellen zoude? zal niet deeze bedenking uit het Vaderlyk hart een groot gedeelte van die teedeiheid wegneemen , welke in het vervolg tot het groote werk der opvoeding zoo zeer benodigd is? en wanneer zelf dit alles met gebeurd • word met hier door, dat eene Vrouw aan haar eigen nog leevend kind de Moeder-melk onttrekt, om °die aan een vreemd kind voor geld aan te bieden, aan den genieenen hoop eene laage denkwyze ingeboezemd? en welke moeten de gevolgen h,er van voor het rampzalig aan der Moeders eigenbelang- opPcöfferd kind zyn , wien de Moeder- melk ontdooien word, om dezelve aan de ryken te verkopen. §. V. Zoo men de rechten der menschheid verdeedigen wil. 00 „ Quoique les Officiers, que le Magijlrat vigifant a pr,pofi „ a l execution des reglemens » tien»,„t „ d • Pr°P°J* , * eK ' r "enn™* a Parts une main fevè- „re, cela u empecbe. cependant pa', a«e les r „ «je, par les nourrices ^eis JZ£?%Ï „ « les Jours les viaimes de l^exa^de » Jla l ^ „ de c,f tntres merce.aires » Etal de la Medeeine ,„<, ^ I  Staatsregeling. 301 Wil, moet men de Moeders in haar onnatuurlyk gedrag jegens haare kinderen de hu iden niet vry geeven; men moet derhalven zodanige wetten ontwerpen , volgens wélke eene Moeder zich jegens haar kind en jegens de Maatfchappy gedragen moet: het zal niet nodig zyn alvoorens aan te merken, dat ten deezen opzichte een zeer naauwkeurig toezicht bepodigd is; dewyl 'er daaglyks zoo veele gevallen voorkomen , waar in deeze wet;en zouden kunnen overtreeden worden. Deeze volgende wetten fchynen my toe van het grootfte nut te zullen zyn. Foor eerst moet geene gezonde Moeder, op zwaare ftraffe. haar eigen kind zyn natuurlyk en voor hem door God beftemd voedfel uit haare borsten ontrekken; en op dat niemand zich zonder oorzaak wegens eene gebrekkige gezondheid zoude kunnen verontfchuldigen, zoo moet, Ten tweede, eene zieke Moeder , zoo zy van den pligt, om haare kinderen zelf te zoogen, omflagen wil zyn, haare ongcfchiktheid hier toe door een voldoend getuigfchrift van eenen bcëedigden inlandfchen Geneesheer bewyzen; daar echter de ondervinding leert, dat meenig-eene al te teederhartige Moeder, tot .mcrkelyk nadeel van zich zelf en haar k,nd, zich vermeet haar kind zelf te zoogen, terwyl echter haare leevensfappen zonder merkelyk gevaar geene vermindering lyden kunnen, of in zoo eenen graad bedorven zyn, dat het kind hier van geduurende zyn geheele leeven fleepende kwaaien te duchten heeft, zoo moet ook Ten derde, seene zieke Moeder , zoo eene namentlyk, die niet geduurende het Zoogen door eene ziektf ov.r Van d» zoogsters,niet aan elk een vry fiaan,zyn kin i na zyn wel* gevallen op deeze of geme wyze op te voeden.  302 Geneeskundige Van de zoogsters. Nodige •oorzorge mor Min'en. i f overvallen is, ($. 8.) zich met het Zoogen van haar kind inlaaten, ten zy zy een diergelyk getuigfchrift kan irrleeveren, dat het Zoogen noch voor haar, noch voor haar kind, nadeelig kan zyn ; by langduurige en fleepende kwaaien moet zoo eene verklaaring reeds in de laatfte maanden der zwangerheid gefchieden. Ten vierde moet geene Moeder toegelaaten worden haar kind voor het einde der achtfte maand te fpeenen, ingevalle eene tweede zwangerheid, of eenige andere oorzaak haar noodzaakte, om dit vroeger te doen,zoo is haar dit voor de helft haarer Zwangerheid niet geöorldfd, zonder door een getuigfchrift eener Vroedkundige of Geneesheer van deezen haaren toeftand kennis gegeeven te hebben. Ten vyfde, geene Moeder zal vermogen haar kind na verloop der eerste helft haarer Zwangerheid meer te Zoogen ,zy moet echter alvoorens hier van bericht geeven, eer zy het zelve fpeent. S- v i. Daar nu zeer veele Moeders uit hoofde van goede en gewigtige oorzaaken haare kinderen niet kunnen of mogen zoogen, en aan de andere zyde meenige Moeder door de dood aan haaren zuigling ontroofd word: zoo moet men niet flechts in de groote, maar Dok in de middelmaatige Steden zorgen, dat de ongelukkige pasgeboorne, in plaats van den hem ontroofde, of voor hem vërlooren Moeder-melk, een mder gefchikt voedfel genieten kan. De inrichting te Parys bevat ten deezen opzichte alles, wat men in eenen zoo bedorven flaat der moeïerlyke zeeden in het werk kan ftellen ,• zy veronder;elt echter, gelyk gezegd is, een zoo aanmerkelyk als  Staatsregeling. 303 als onvermydbaar verlies van kinderen, en dus dienen deeze maatreegelen alleenlyk daar toe, om van twee kwaaden het minste te kiezen. Zoo flechts twee derde deelen der burgeresfen haare eigene kinderen zoogden, zoude men niet nodig hebben toe te Haan, dat de kinderen zoo verre van der Ouderen toezicht verwyderd wierden; en by zoo eene gefteldheid van zaaken is het in veele gevallen onmoogelyk de onderlinge befmetting van de Zoogfter en haaren Zuigling, de nadeelige veranderingen , welke haare melk ondergaan kan, voor te komen, het welk echter aan de Regeering der kleine Steden moogelyk is. Wanneer een kind met of zonder reeden van zyn Moederlyk voedfel verftoken word, zoo blyven 'er twee wegen over om het zelve op te voeden. Voor eerst, dat men het zelve van eene Zoogfter voorzie, of Ten tweede, dat men het met dieren-melk of ander voedfel trachte groot te brengen. In het eerste geval neemt men eene Zoogfter in huis, of men befteed het kind by eene Minne op het land, aan wie men het zelve geduurende eenigen tyd overlaat. Voor dit alles moet de Overheid zorge dragen; het is voor die Ouders, welke eene Minne kunnen en moeten houden, zeer moeilyk zoo eene te vinden, welke Voor haar kind gefchikt is, het loon moet meede bepaalt worden, dewyl anderzints de meeste Ouders zich flechts met de eerste de beste Zjogfter zullen trachten te behelpen. Het huuren eener Minne , welke men in huis heeft, valt zeer kostbaar, dewyl men behalven het Zoogloon nog kost en wooning geeven moet, en van Van de ZOOGSTERS, Van de Zoogfters. •welke men voor bet kind in buis vetmt,  Van di Zoogsters. Van bei befteeden der Zuiglingen op bet land. Nodige verklaariyg wegens de verkoorene wyze 304 Geneeskundige van de gemoedsneigingen der Minne zeer veel moet in* fchikken, zoo men zyn kind niet wil benadeelen: de afweezenheid van haar huisgezin verwekt der Minne zorge en bekommernis, of wel eene begeerte naar wellust, die, zoo zy ongehuuwd is, aanleiding tot ongeregeldheden- geeft, of by gehuuwde Minnen zodanige veranderingen in haar lighaamsgeftel kan te weege brengen, welke voor het kind veel nadeeliger zyn, dan het gematigd genot der echtelyke omhelzing; zie daar een deel der zwaarigheden, waar meede elk een weet, dat het houden eener Minne in huis doorgaans vergezeld is. Het befteeden der Zuiglingen op het land, vooral uit de groote Steden, alwaar, wegens den onzuiveren dampkring een veel grooter aantal van kinderen fterft, dan ten platten lande, fchynt in den eersten opflag zeer veele voordeelen te hebben ; maar wan-! neer men overdenkt, dat dus doende niet flechts de Moederlyke borst, maar tevens ook de zorgvuldige en onontbeerlyke Moederlyke teederhartigheid, voor den Zuigling verboren gaan ; wanneer .men acht geeft, aan welke gevaaren een kind,in vreemde handen overgegeeven , vooral in ziekte, onderheevig is , zoo moet men erkennen , dat de Overheid het befteeden der kinderen op het land.met het grootfte recht voor zeer bedenklyk en- eene wel wikkende overweeging ten hoogden waardig houden moet. S- VIL De Ouders moeten , wanneer zy het bewys in le* ' veren , dat het kind door de Moederlyke borst niet zonder groot.nadeel kan gevoed worden, tevens zich jok fchrütelyk verklaaren wegens den weg, die zy  Staatsregeling. 305 ter opvoeding van het zelve verkooren hebben, en ten deezen opzichte moeten zy zich onderwerpen aan ■het geen de Overheid ten nutte hunner jonge Meedcburgeren heeft nodig gcöordeelt te beraamen. §. VUL In beide de gevallen loopt men gevaar, dat de Minnen met de venusziekte befmet zyn; het getuignis der Geestlyke van wegens de zeeden en opvoeding der Zoogfter, zoo wel als wegens haare gezondheid, kan aan veele tegenwerpingen onderworpen zyn; de overige gebreeken der Minnen zyn wel van minder aanbelang , zy verdienen echter van wegens hunnen veelvuldigen invloed geene mindere opmerking: van de ouderdom der melk zoo van de Moeder als Minne leid men doorgaans de gefchiktheid van het voedfel af; de Overheid moet derhalven niet toeftaan, dat eenig Vrouwsperfoon zich als Minne gebruiken laat, zonder zich alvoorens ter beftemder plaatfe aangemeld , en een behoorlyk onderzoek ondergaan te hebben ; dit onderzoek zelf weet het listig Vrouwsperfoon met opzicht tot de Venusziekte nog dikwerf te leur te ftellen , door voor den beftemden tyd van het zelve zich zorgvuldig té Wasfehen en te verfchoonen O): het moet niemandgeöorlofd zyn een Vrouwsperfoon zonder behoorlyk getuigfchrift als Zoogfter aan te neemen. ,, Zweeden, zegt Murry, kan andere landen ,j biet (3) Strack fermo aiad. Plenck /. c. p. 118. 11. Deel. de fraudibus conduclarum nutrituni* V Van dé zoogsters. van op' voeding. Men moet aan geene andere dan onderzogte minnen bet zoogeri van vreemde hinderen toejlaatt' Surean des Naftf  3oö Geneeskundige Van d Zoogsters.rices te Stokholm Noodzaaklykbeid v). \ \ IX. De nodige voorzorgen met opzicht tot de Zoogfters zyn de volgende. Zoo de Minnen gehuuwd zyn, moet de Man voor de gezondheid zyner Vrouw, wat eene venerieke befmetting aangaat, inftaan, en de gewoone Vroedvrouw haarer woonplaatfe , moet een getuigfchrift geeven, dat haar niets van zodanig eene kwaai ten opzichte deezer Zoogfter bekend is: zoo het Vrouwsperfoon ongehuuwd is, is zoo een getuigfchrift alleen , voor al in de groote Steden, niet voldoende, de  Staatsregeling, 307 !jé Overheid moet overal, alwaar een Minnen Comp- ' :toir opgericht is, eenen beëedigdcn Geneesheer , of s, Vroedmeester en twee Vroedvrouwen aanftellen, welke het uitwendig lighaamsgeftel van zoo een Vrouwsperfoon naauwkeurig onderzoeken moeten , sn daar na een getuigfchrift Van de gezondheid der Zoogfter aan dm Opziener der Bureau ter hand ftellen; dit heeft te Frankfort aan den Main plaats, alwaar .de Zoogfters van eenen hier toe aangeftelden Heeltmeester onderzogt, en in haare pligten onderweezen iworden, in zodanig een getuigfchrift moet den Ouderdom , hghaamsgefteldheid, Vaderland, en de tyd (haarer laatfte verlosfing naauwkeurig aangeteekend, zillit tot  Van de Zoogsters, de vertending der tinderen vaar bet (and beeft waar te veem eg. Voorwaarden , welke men die Ouders voor moet leggen , die bunne binderen Op bet tand tviden Zenden. ] ] ( e I 810 G E^N EES KUNDIGE fteed, kan zich met niets anders, dan met zyn onvermogen , om eene Zoogfter by zich in huis te houden , verontfchuldigen ; men kan immers met een kind niet onbarmhartiger handelen, dan wanneer men het zelve in zoo teederen ouderdom terftond in vreemde handen fielt , en aan lieden toevertrouwd, welke niets gevoelen van die Moederlyke teederhcid, door de natuur in het harte der Moeders ingeplant, om voor de veiligheid der pasgeboornen zorge te dragen. De Overheid moet bepaalen, op welken afftand het den Ouderen vry zal ftaan hunne kinderen van zich te verwyderen, en deezen omtrek moet niet verder zyn, dan dat eene Moeder in ftaat is haar kind éénmaal in elke maand f e bezoeken; hoe moeilyk ook deeze voorwaarde zy,zoo fchynen de rechten van het kind deeze echter onweederfpreeklyk te vorderen, en men handelt voorzeker niet volgens billyke grondreegels , wanneer men in de wetten meer het gemak der Moeder, dan de behoeften der rampzalige wichten in het oog houd. Zoo echter de Moeder terftond na de verlosfing geflorven is, zoo is de Vader zelf verpligt zyn kind te bezoeken 5 zoo een bezoek heeft , behalven andere voordeden, ook dit, dat niets het onderfteeken van vreemde kinderen zoo zeer voorkomt, en de teedere zorg der Ouderen zoo zeer gerust fielt, als de hier uit ontflaane zekerheid, dat het zelfde fchepfeltje, iet welk men by zoo eene Zoogfter befteed heeft, iog in leven, en volgens onbetwistbaare blyken het •elfde kind is \ zoo dra een kind ziek word zyn de kiders gehouden het zelve of in perfoon te bezoeken , f van tyd tot tyd een ervaaien Geneesmeester te  Staatsregeling. 311 zenden, die, benevens de Geestlyke der parochy , alwaar de Minne woont, een getuigfchrift aan de Bu- s reau zenden moet, dat de Ouders voor hun ziek kind eene pligtmaatige zorge gedragen hebben. Daar en tegen moeten de Zoogfters op het land zich fehiiftelyk by de Bureau verbinden en een ' affchrift deezer verbintenis meede naar huis neemen , i om haar tot naricht te dienen; zy verbinden zich,om behalven de haar aanbefteede Zuigling geen tweede te zoogen, dezelve even a!e eene Moeder zindelyk te houden en op te pasfen , dezelve niet met zich in het bedde te neemen, of met andere kinderen in ééne wieg te leggen, en voor alle gevaar van verbranden te bewaarcn; zy moet zich verbinden de Zuigling nimmer alleen in huis of aan de zorge eener kindermeid beneeden de twaalf jaaren over te laaten: dat zy van elke de ongefteldheid haares Zuiglings, die van eenige gevolgen konde zyn, niet flechts aan de Ouders, maar ook aan de Bureau des Nourrices kennis zal geeven : zy zullen zonder byzonder verlof geen kind langer , dan anderhalf jaar by zich houden, veel min zoogen: wanneer zy zich op nieuw zwanger bevind , of door eene ziekte aangetast word, moet zy zonder uitftel hier van aan de Ouders of verzorgers van het kind, als meede aan de Bureau kennis geeven, in het eerste geval zoo dra zy van haare Zwangerheid door waarfchynlyke en door haare Vroedvrouw bevestigde teekenen overtuigd is, in het tweede geval zend de Bureau een der Geneesmeesters derwaards om te onderzoeken, of het kind by de Minne bly« ven kan; in beide de gevallen moet zy dit by tyds doen, op dat voor den Zuigling de behoorlyke zorg< kan gediagen woiden. V 4 Di VAN DS OOGÏËRS. Vmrvaarden'h ver- •ligting ier Minnen etp ket land. :  Van de £00gïtsrs. Vmt bet nodig toezicht op de Zuiglin gen op bef f"nd hefteed. i 31a Geneeskundige Dit onderricht voor de Zoogfhrs op het land moest met groote letters voor haar gedrukt , den inhoud moest haar behoorlyk verklaard en de nakoming daar van ten fterkften aangedrongen worden, als dan moest de Zoogfter deeze inflruclie zoo zy ongehuuwd is alleen zelf, zoo zy gehuuwd is, ook haar Man onderteekenen. Het toezicht op de Zuiglingen ten platten lande befteed, moet door de Overheid aan den yverigen Zielzorger, de Vroedvrouwen, en het welk nog'heteris, aan den naast bygelegen Stads of lauds Geneesmeester toevertrouwd worden, daar deeze , gelyk ik nader zal aantoonen, verpligt moet-zyn ter bevordering der algemeene gezondheid ten minste alle twee maanden de hem toevertrouwde deftricten door te reizen; zoo vorderd zyn pligt, dat hy als dan de jonge fpruiten der Maatfchappy bezoekt, en acht geeve»of niet een of ander fchaadlyk iafect aan deszelfs wortel knaagt, en hoe dit te verbeeteren is : daar de Vroedvrouwen bj zonder gefchikt zyn, om met kinderen om te gaan, en hunne behoeften te raaden, ZOo is het zeer raadzaam , dat in elke plaats eene Vroedvrouw aangefteld word, die tweemaal in de week op onbepaalde degen de Zuiglingen bezoeken, en met de Geestlyke deswegens fpreeken moet: die ook de Lands-geneesheer op zyne voorgemelde reize by de Zuiglingen moet brengen,. en hem van de gezondheid zoo van ■ het kind, als van de Zoogfter behoorlyk onderrichten gelyk zy ook van hem een fchriftlyk onderricht moet mtfangen, hoe zich met opzicht tot elke zuigling in iet byzonder te gedragen; de Geneesheer moet van lit zyn bezoek , of zoo hy wegens eenige ziekte des Zuiglings of der Minne dei waards geroepen is, zonder  Staatsregeling. 315 der verzuim aan de Bureau kennis geeven; dit is ook ^ de pligt der Ouders en verzorgers van den Zuigling: 1 het is billyk dat de Geneesheer en Vroedvrouw voor het bezoeken van het kind, of in het geheel voor de znrge en toezicht op deszelfs gezondheid eene billyke belooning of van de Ouders of van den Staat ont- . fangt. ■ By ziektens, welke eene byzondere oppasfing vereifchen, moet de Vroedvrouw voor haar dagelyks J bezoek, als meede de Geneesheer eene billyke belooning ontfangen : wat het voorfchry ven der vereischte geneesmiddelen aanbelangd, dit moet men aan den geördenden Genees-of Heelmeester geheel en al over* laaten; maar aan de andere zyde moet ook de Gcneesof Heelmeester verpligt zyn , in het voorfchryven der Geneesmiddelen by arme en middelmaatig gegoede lieden het zoo goed koop te fchikken , als zonder nadeel voor den lyder moogelyk is; en in dit geval worden de reekertingen van Geneesmeester en Apothekar door de Regeering naar billykheid gewaardeerd. ' De Bureau des Nourrices moet eene lyst houden van alle de nieuwgeboornen , waarop naauwkeurig aangeteekend word of dezelve van hunne eigene Moeders, of van Minnen gezoogd worden, of zy onder het oog der Ouders, of op het land, met of zonder Vtvuwen-melk worden opgevoed; waar by tevens de bjweegreedenen daar van kortelyk vermeld worden; niet flechts moeten de voor -en toenaamen , als meede de woonplaats en ouderdom, zoó wel der Ouderen als der kinderen, welke op het land befteed zyn, gemeld worden, maar de Vader moet daar en boven ook eene naauwkeurige befchryving der weezenstrekken, of andere meer kenbaare teekeneu van V 5 den Van di oou- i'üRS. Oppasing by Ziektt n. Tafel, die by de Bwreau , gehouden moet viof'. den.  Tan bi zoogsters. Welke ftbikking men te maaken beeftaangaande dit kinderen , voor wien men geene Ziegfiers houden kan. 314 Geneeskundige den Zuigling opgecven, een^ affchrift hier van moet ter hand gefield worden aan den Geestlyke dier plaats, wenvaards het kind gezonden word , en aan deeze word het opzicht over den Zuigling tevens met de Vroedvrouw der parochy aanbevolen. De tyd van het terugkomen des Zuiglings, word op deezen tafel der Bureau aangeteekend, als meede zoo dezelve geduurende het zoogen overleeden is , en aan welke ziekte volgens het getuignia van den Geestlyken der patochy; zodanig eene lyst moet jaarlyks aan den Opperambtman overgegeeven worden, om hier door hoe langer zoo meer, wegens den inyloed der verfchillende wyze van opvoeding op het algemeene welzyn door de ondervinding te kunnen oordeelen. §. X. By onvermogende Ouders , wanneer de Moeder haare kinderen of niet zoogen kan, of niet zoogen mag, moet men toeftaan, dat de pasgeboomen op eene andere wyze opgevoed worden: de zeldzaam' heid van goede Minnen veroorzaakt echter, dat men den middelmaatig gegoeden burger , offchoon het bewezen is, dat zyne huisvrouw niet in Haat is haare eigene kinderen te zoogen, tot het houden eener Minne niet noodzaaken kan; echter moet men doch by zoodanige voorvallen hier op aandringen, dat hy aan de Bureau kennis geeft, op welke eene wyze hy voorneemens is het kind op te voeden , eti het gevolg daarvan; als waarvan in het register der Ènreau melding gemaakt moet wordeu, op dat voor het oog van een ieder ook der Overheid het onderfcheid blyke , het welk 'er plaats heeft, wanneer de kinderen met Vrou-  Staatsregeling. 315 Vrouwen-melk of met andere fpyzen opgevoed worden. In dit ceval kan echter de Overheid niets sneer doen, dan dat zy het volk door de geneeskundige, en voor al door middel der Vroedvrouwen en Bakers wegens het gezondfte, en voor de kinderen bést gefchiktfte voedfel, zoo veel moogelyk doet onderrichten , wetten kan men hier in niet in het werk Hellen: hoe fterk immers de geneeskundigen federt dertig en meer jaaren tegen de meelfpyzen geyverd hebben, zoo hebben zy doch op het geflacht der Vrouwen niets kunnen uitwerken; en het is zeer wel te voorzien dat men met svoorflagen, die met de leere onzer grootmoederen ftryden, in de kinderkamer niets zal uitrechten, men kan wel niet ontkennen dat men door de kinderen metkleiachtigermeel-fpyzen geftadig op te vullen aan den flaat zeer veele jonge meedeburgers ontroofd, echter heeft men zich door zynen yver ook hier in te verre laaten vervoeren, dat men een voedfel, het welk zoo veele duizend kinderen onder ons oog met het beste gevolg gebruiken, geheel en al achter den bank wil werpen. Gewisfelyk moet geduurende de eerste drie of vier weeken zoo eene bry nimmer gebruikt worden, een dun en met de Vrouwen-melk overeenkomstig voedfel is als dan dienftig, om der kinderen ingewanden van de onreinigheden te zuiveren; echter moet een kind, zoo dra het ouder word , ook fterker voedfel genieten, en offchoon fommige Moeders met een goed gevolg onderftaan hebben haare kinderen alleenlyk met haar eigen melk groot te brengen , zoo twyffele ik echter of zwakke Moeders, en die daar by arbeiden moeten s wel in flaat zyn, om ■> wanneer zy niet zeei lyk Van de zoog sters.  Vandk zoog- NooJ- Zaaklyie verman wir.g wegens het gebruik der fehadelykemelk-vaa- tlH. 316 Geneeskundige ryklyk gevoed worden , dit voorbeeld na te volgen. Men zoude derhalven gevaar loopen de Moeders iets op te leggen, het welk haar ten hoogden nadeelig zoude kunnen zyn, indien men haar, ten minste na de twee eerfte maanden, het gebruik van alle vaste fpyzen behalven het zog ter voeding der kinderen , verbieden wilde , en eene wel toebereidde pap is ten deezen einde niet ongefchikt," wegens de gebrekkige toebereiding van dit anderfints nuttig voedfel kan men het gemeen in die gefchriften, welke in een ieders handen komen, b. v. de almanakken,onderrichten, dit zonde in dezelve een'nuttige plaats beliaan, alleenlyk moet men den landman en gemeenen burger geene moeilyke of kostbaare bereiding van dit voedfel voorfchryven ; de nadeelige gevolgen deezer fpyzen zyn veel meer aan de onmaatigheid der kinderen of eene onreegelmaatige toediening derzelve en gebreklyke fpysverteering , dan aan dit voedfel zelf toe te fchryven, 'B. xi. Het is noodzaakelyk die geenen, welke de kinde^ ren zonder de Moeder-melk opvoeden , te beveelen , zich ten deezen einde van geene tinnen, koperen , modes of blikken vaaten of pyp kannen te bedienen , waar in de melk. eenigen tyd , voor al geduurende de nacht, voor de kinderen bewaard, of uit dezelve geZ >ogen word, deeze vaaten moeten veel eer uit doorfchynend glas beftaan , en behoorlyk zindelyk gehouden worden, de melk word in warme vertrekken, voor al in. het bed, en geduurende de zoele zomer- nach-  Staatsregeling. 317 nachten, zeer fpoedig zuur, dit zuur ontbind de nietaale drinkvaaten, en deelt dus aan de melk een Voor het leven en de gezondheid der kinderen allergevaarlykst vergif meede; zoo zelf, dat de melk hier door ftremt : het weinige , het welk, na dat dezelve uitgegooten is, nog in de vaaten overblyft, is genoegzaam om de versch daar in gegooten melk terftond zuur te maaken, en te doen ftremmen, waar uit de hevigfte buikpynen en zelf doodlyke ftuipen ontftaan kunnen: de Heer Thierry heeft te Parys en de Heer Schultz te Neurenberg waargenoomen, dat de vallende ziekte by zoo veele kinderen zoo zeer de overhand genoomen heeft federd men de gewoonte gehad heeft de melk in kooper vaatwerk van buiten naar de Stad te brengen. Doch hier van zal ik op eene andere plaats wydloopiger handelen (*). (*) Het is en blyft altoos de onverrhydlyke pligt van gezonde Moeders, dat zy haare kinderen met eigen melk voeden , geen rang', geen rykdom kan haar hier van vry fpreeken , gelyk in het vGorgaand hoofddeel uitvoerig betoogd is; et zyn echter gevallen , gelyk aldaar meede wierd aangewezen, waar in eene Moeder van deeze verpügting ontflaagen kan worden , waarin het haar zelf niet vry ftaat haar kind zelf te zoogen, in zodanige gevallen moet men befluiten, bet kind buiten s' buis by eene Zoogfter te befteeden, of voor bet zelve eene Minne in buis te neemen, of eindelyk het wichtje met cider voedfel op te kweeken. Wat het eerfte geval aanbelangd, het is ten uiterfte verbaazend ea voorden menfchen-vriend zielgrievend te zien hoe weinig het leven van den onnoofelen Zuigling in Frankryks Hoofdftad, in liet zoo befchaafd Parys, gefehat word, hoe veele Moeders aldaar haare eerfte , haare dierbaarfte pligt fchandlyk veronachtzaamen , meer dan twaalf duizend huisge- aiis- Van BK zoogsters.  S18 Geneeskundige Van dï zoogsters. zinnen winnen in dien omtrek hun leevenonderhoud, niet voor een fober loon deeze zoo dierbaare pligt der Moeders, God weet op welk eene wyze, te vervullen! zelf tot vyftig uuren in het rond worden deeze ongelukkige flachtoffers der weelde , leuiheid en ondeugd rondom de zoo Volkryke Hoofdftad veripreid , niet om aldaar eene zuivere gezonde landlucht in te ademen, maar om in de armelyke dikwyls bouwvallige hutten hunner fchaamele Zoogfters door gebrek aan genoegzaame oppasfing door raorfigheid en ongedierte jammerlyk te vergaan; de maatreegelen tot behoud deezer rampzaligen, in dit Hoofddeel door onzen Schryver aangehaald, zyn voorzeker uitmuntend , en doen de fchrandere en menschlievende bewerkers daar van eene onfterflyke eere , maar zal men na een naauwkeurig onderzoek dezelve voldoende bevinden , om alle de laage bedriegeryën, welke, zoo wel door de bedienden der Bureau, als door de Zoogfters , Mèneurs of Mèneufes uit fchandelyk eigenbelang in het werk gefteld worden, genoegzaam en met die nadruk tegen te gaai, welke evenreedig is aan het nadeel, het welk aan deeze rampzalige wichten, aan hunne Ouders of verzorgers , en aan de geheele Maatfchappy hier door word toegebragt. Het befteeden der Zuiglingen op het land is by ons zeer Zeldzaam , onze Nederlandfche Moeders zyn nog niet der inaate verbasterd, het voorbeeld onzer nabuuren heeft op dezelve nog zoo veel invloed niet gehad, dat zy haare ortnoofele wichten verre van zich verwyderen en geduurende weeken, ja maanden uit het Moederlyk oo g verliezen : zy, die uit verkiezing, of noodzaaklykheid haare kinderen de Moederlyke borst onttrekken, huuren doorgaans eene Minne, zoo zy dit bekostigen kunnen, welke zich by haar geduurende de zoog-tyd onthoud: maar word in het huuren van eene Zoogfter, wier dienst voor het wichtje van zoo oneindig groot gewigtis, de behoorlyke omzichtigheid gebruikt? dit is in fommige gevallen zeer bezwaarlyk , dewyl men niet altoos zoo veel keuze heeft, en zich veelmaalen in de noodzaaklykheid bevind, om met eene Minne, die niet alle de vereischte hoeia.iigheden bezit, genoegen te neemen; maar ook gebruiken fommige Ouders veel meer oplettenheid bjf het huuren eener dienstmaagd, dan by het aanneemen eener JvJinnc; «n hoe veels gewlgtige omftaadigheden moeten niet in  Staatsr.egei.in*. 319 in aanmerking genoornen worden in de keuze van zoo iemand , aan wien men niet flechts de eerste opvoeding en verzorging zyner dierbaarfta panden toevertrouwd , maar met wiens Tappen deeze teedere wichten gevoed worden. Zy moet van een jeugdig en gezond geflel, zoo veel moogelyk met dat der Moeder overeenkomende, en met geene Zielsgebreken of lighaaraskwaalen befmet zyn, die haare vochten bedarven , en dai voor den Zuigling nadeelig zyn kunnen; haare borsten moeten met een gezond en naar evenreedigheM der krachten van den Zuigling niet te dik of te waterachtig zog gevuld zyn, — haare leevenswyze zy zoo veel als met den welftand van het kind overeenkomt gelyk aan die , welke zy in haar eigen huis gewoon is; de borst van zoo eene Minne kan voor den Zuigling een heilzaam en gezond voedfel opleeveren; en zoo zy met eene oplettende zor?e onder het nafpeurend oog eener teederhartige Moederde Zuigling gadeflaat, hem ter behoorlyker tyd reinigt, deszelfs ongemakken zoo veel moogelyk voorkomt , en daar zynde tracht te geneezen , of het oordeel van des kundigen hier over raadpleegt, dan kan men venvachten, dat het teeder Wichtje voorfpoedig zal opwasfen, en zoo in zyn gezond lighaai.i eene rechtfehaape Ziel gehuisvest is, een nuttig raeedelid der Maatfchappy zal uitmaaken. Als eene derde manier van opvoeden ftelde ik voor de die' ren - melk, de meel-fpyzen of de pap. Veele Moeders, door de ongemakken, die het zoogen verzeilen , af^efchrikt, of volftrekt buiten Saat haar kind met eigen melk te voeden, zyn tevens ook onvermogend, om de onkostïn , aan het in huis houden eener Minne gehecht, goed te maaken , en het moederiyk hart duld niet, dat zy haaren Zuigling van zich af, en buiten haar oog zonden doen opvoeden; andere Vrouwen, offchoon wel vermogend om eene Minne te houden, zien met fchroom de last te gemoet, welke zoo een Vrouwsperfoon, die zich op de post, die zy bekleed, zeer veel laat voorflaan , en door wien dikwerf oneenigheden in de huishouding veroorzaakt worden , «a zich fleept , en zy neemen het befluit', om haar kind zonder Vrouwen - melk op te voeden; dit is veeltyds van geen minder ongemakken verzeld, en het rampzalig-wichtje is dikwerf het onfchüldig flachtoffer der gierigheid of onbezonnenheid zyner Ouders: de k\val>k beieUe melk,-fpyzen veroorzaaken J»et~ Van r* zoogsïe&s,  3*s> Genbeskundige Van si soogiter8. vertaaler* HET hetzelve veelmaalen een bytend zuur in de ingewanden^ waar door het door de hevigfte buikrmerten , de vreeslykfte ftuipen gefolterd word. De kleiachtige meel-fpyzen geeven aanleiding tot de hardnekkïgfte verftoppingen, de buik zwelt op,terwyl het geheele lighaam tot een geraamte uitteerd: zie daar dan den grondflag gelegd voor een geheel heirleeger van fl.epende kwaaien, die het kind , na een kortftondig en kwynend leven, onvermydlyk in het graf ftorten. Zoo het, om eene gewigtige en onvermydlyke oorzaak, de Ouderen onmoogelyk is, het kind met de borst van Moeder of Minne op te voeden, en men tot de pappot den toevhigt moet neemen, als dan moet men het kind ook met een dubbele oplettenheid gaade liaan , om den aart van het voedfel te fchïkken naar de gefteldheid, waar in het wichtje zich bevind, en eene luchtige, doch tevens voedzaame , brood of befchuit pap met ongekookte melk, water, bier of zodanige byvoegfels toe te bereiden, als een kundig en opmerkzaam oog voor het kind het meest dienftig oordeelt: de waarfchnwing van onzen Schryver wegens het gebruik der koperen, tinnen of looden vaaten, om de melk te bewaaren of het kind daar uit te laaten zuigen , verdiend voorzeker onze opmerking en om aan elk een wien de zorge voor jonge kinderen is aanbeyoolen, op het ernftigst te worden ingeprent,  HET VIERDE HOOFDDEEL. Van de Vondeling-en Weezhuizen. % t i^oo lang eene knellende armoede door den ondraagJyken last van een talryk huisgezin nog onverdraaglyker gemaakt word; zoo lang de onkuisheid niet uitgeroeid kan worden, en echter een onecht kind ten eeuwigen dage een fchandelyk verwyt blyft; zoo lang moet men zich ook getroosten, dat het te vinden leggen der overtollige ert nadeelige kinderen zal ftand blyven grypen , en nimmer tegengegaan , zal kunnen worden; men zie deswegens het tweede' Hoofddeel der eerfte Afdeeling van dit deel %. 17 , 18, 19, stö, — Eene veeljaarige ondervinding heeft de meeste Vorsten overtuigd, dat in dit geval met enkel verzachtende (palliative} middelen moet te werk gegaan worden, en dat de Overheid in plaatfe van wreedaartig en zonder overleg deeze ondeugd op te fpooren en met vuur en zwaard te vervolgen, zy veel liever flechts hier op bedacht moet zvn , hoe best het leeven der vondelingen gered kan worden, zonder dat der Moeder in gevaar te brengen , dat zy veel liever het te vinden leggen , het welk doch onvermydlyk is, eeniger maate moet begunftigen , dan tot grooter misdaad, het vermoorden der rampzalige wichten, aanleiding geeven... II. Deel, X Het Het te Vinden ■ leggen is (omwyleto onvcrmydi Ijk. Wat de overheid ■ hier tegen in h, t 1 tui!xk,moe$ /lellen.  Van de vondeling - en weezhü1zen' > 322 Geneeskundige Het te vinden leggen der kinderen is wel ten- al- i len tyde voor eene misdaad gehouden, echter wierd 4 de geftrengheid der wetten tegen dezelve altoos door in verftand en menfchenliefde gematigd, en de Overhee- ! den waaren ten vollen overreed, dat eene overdree- h vene geftrengheid in dit geval een groot aantal aller li nadeeligfte gevolgen na zich fleepen zoude : veele t; deezer ramzalige wichten worden als flagtoffers van der Ouderen valfche eerzucht op eene wreedaar'üge ji wyze aan eene door de ondeugd verdiende, maai i« \ haare uitwerking allernadeeligfte fchande opgeofferd: 1 andere, offchoon uit eenen wettigen echt gefprooten, 0: worden door de Ouders veriaaten , of zelf wel 111 b wanhoop om het leven gebragt,- het te vinden leg- ft gen der kinderen is dus met het hoogfte recht ten al- ï len tyde voor eene misdaad gehouden, offchoon de t Overheid door zagter maatreegelen daar tegen van b twee kwaaden het minste koos; of zoude men het 1 voor beter gehouden hebben , dat in eene Stad als in d Parys jaarlyks meer dan 3000. onechte kinderen om j het leven gebragt, en veele derzclver Moeders ter f ftraffe opgehangen wierden, dan dat de Overheid de 1 ondeugd der onkuisheid, niet veroorloofde, niet goed- g] keurde,maar flechts haare fchaadelyke gevolgen tegenging ; offchoon het ook waar waare dat een meisje tl aan haar verleider eenige oogenblikkcn eerder gehoor al gaf, het welk zy evenwel gedaan zoude hebben, alhoewel er geen Vondeling, huis in de Waereld was. In Stokholm, zegt van Hess, verzette zich de Geestlykheid zeer lang tegen de zoo nuttige oprich- 1 ting van een Vondeling.huis , als eene drangreeden aanvoerende, dat een Vondeling-huis een vryplaats " voor echtbreuk en bloedfchande was, als of deeze { zon-  Staatsregeling. 323 -zonden niet zouden bedreeven worden, wanneer zocdanig een Gefticht geen plaats had, en als of de Over ; 1 heid niet tevens verpligt was de kindermoord zoo 'wel als de voorgenoemde misdaaden op alle wyzen te :keer te gaan, het gezond verftand en de menfchen: liefde zegepraalde echter over het vooroordeel en bygeloof. De Overheid van Parys fcheen ook met het te vinden leggen oogluiking te gebruiken, en dus hadden Vader of Moeder geen voorwendfel, om zich op eene zoo onmcnfchelyke wyze van hunne kinderen te ontllaan , en het leven der onnozele wichten was nü in • zekerheid en federd deeze inrichting aldaar tot ftand gekomen is . hoort men byna niets meer van kindermoord; dit word ook in Stokholm .waargenomen ( a ), elk een was gereed het zyne tot zoo een heilzaam oogmerk toe te brengen; de natuur deinst met fchrik te rug op het denkbeeld van vernietiging: de. Godsdienst verzet zich daar tegen als tegen eene openbaare overtreeding der Godlyke wet; de Maatfchappy ftraft dezelve als eene misdaad, die haar van haare medeleeden, in welker talrykheid haar krachten gloriebeftaat, beroofd(Z>). Men heeft de in waarheid verbaazende aanwas der te Parys in het Vondeling-huis gebragte kinderen, als een verwyt tot alle de Vondeling-huizen willen , uit- O) Diaion. Encyclop, verb. Fxpofaion d Enfant. Etat de la Medecine, Chirurg. & Pbarmac. en Europe pour lannle 1777. p. 216. ' •• (&) Tableau d'humanile & de la bienfaisr.nce, ou precis btstotriqtie des cbarijes, qui fe font dans Paris p. 64. X 2 VAN Dl VONDEJNG - EN ,VEEZ iUIZEN. Ofdeon^ tucht en bet te vinden leggen door de Vondi-  Van di VONDEtTNO- EN WïEZ HUIZEN. ling • buizen bevorderdWarden. I ( a~) Supplem. a fhiftoire naturelle t. 7. p 517. O) Reeherthes & etnf,deratians fur la population de lei Franct tab, F. tb. 13, p. 280. / 3»4 Geneeskundige i uitftrekken, als of hier door niet flechts de ontucht aangemoedigd, maar ook de arme Ouders daar door verleid wierden hunne eigen kinderen te verftooten. Het aantal der Vondelingen is te Parys van den jaare 1745. tot 1766. van 3233. tot 5604. toegenomen, en het zelve groeid nog van jaar tot jaar aan 5 in het jaar 1772. wierden te Parys over het geheel 18713. kinderen gebooren, waar onder 7676. Vondelingen, hoewel de Buffon klaarblykelyk aan* toont;; dat meer dan de heift derzeiver echte kinderen waaren (a). In den jaare 1749 was het aantal der Vondelingen 3775 in . . 175° 3785 • • 1761 ...... 3783 • • 175* « • ... 4 4127 • • 1753 ....... 4329 • • *7H . 423r [ • • *765 ••«.'.. 4273 • ' 'J** ,5560 . ,\ • I76f ' 54950) hoewel in geen deezer jaaren het getal der geboornen dat van 't jaar 177*. overtreft. Te Lybns wierden in het jaar 1772. 5320. kinderen gebooren, waaronder 977. Vondelingen waaren, dus was van de 5. kinderen 1.. voor het Vondeling - huis. Maar wanneer men bedenkt, hoe weinig meisjens op het oogenblik, dat zy, door haare driften overheerscht, zich aan haaren verleider overgeeven, zich over  S T A A T S R E S E 1 I N 6. 32£ over 't lot van het kind, het welk uit deeze omhelzing ^ kan gebooren worden, zullen bekommeren , zoo zal h men weldra overtuigd zyn, dat de zwaarigheid, ] wat men met het kind zal aanvangen, die doorgaans te laat komt, eene zeer zwakke bevveegreeden tot eene deugdzaame leevenswyze zyn zal: daar en boven zyn het zelden de ontuchtigfte Vrouwsperfoonen, welke aan het Vondeling - huis de meeste inwooners verfchaffen , deeze verachtiyke fchepfels weeten zich genoeg van middelen te bedienen, om ter behoudenis haarer bekoorlykheden het zwanger worden voor te komen , en zien met verachting neder op die geene haarer meedezustercn , welke in die godlooze kunst, nog niet zoo zeer bedreeven zyn. Van de gehuuwden , geloove ik met S o nn enfels, heeft men zoo zeer niet te duchten, dat den Staat door derzeiver verflootene kinderen te zeer zal belast worden, „ de liefde, zegt by, zal in het hart der Ouderen,, die in ftaat zyn hunne kinderen op te voeden , fterk genoeg fpreeken, en zyn 'er de zulke, welke de rechten der natuur dermaate verloochenen, dat "' zy hunne kinderen van zich verftooten, zoo zyn " dit ook nietswaardige fchepfels, by wien het arme " wicht in zyn leeven en goede zeden het grootfte ge" vaar loopt, en dus des te meer ons medelyden waar~ " dig is: " zoo de zodanige niet in hunne eerfte jèugd om het leven komen, zoo wacht hen doorgaans een rampzalig noodlot , het worden veeltyds ledigloopers, beedelaars of dieven. _ ' Zoo elke Vrouw, ook de gehuuwde, verpligt is van haare Zwangerheid kennisfe te geeven zoo de Regeering zich van elk der geboornen behoorlyk doet onderrichten, en van tyd rot tyd op derzeiver opvoe% 3 dl"8 Van OK ONDE- :ng - en rEEZUlZïN, Koe dit. voor te kür men f  Genéeskundiöï Van ds vonde-. iing - en weez- huiZen, Van de Vondeling - buizen en hunnen invloed op het veelvuldigoverlyden der kinderen. Zeer weinig kinderen ding en lotgevallen een Waakend oog houd; zoo zy van de Ouders wegens hunne kinderen, als hen ten nutte des Vaderlands toebetrouwde panden, verantwoording afeischte, zoude de misdaad van het te vinden leggen , zelf in de grootfte Steden, by de gehuuwden véél zeldzaamer worden. Men kan immers wel in andere gevallen, by voorbeeld in het invorderen van het hoofdgeld en dergelyke, niettegenftaande de grootfte volkrykheid op elk perfoon acht geeven, en zoo deeze oplettendheid verder gaat, zoo men tevens ook menschlievend zorge draagt den behoeftigen met een talryk huisgezin belaaden Vader daadelyk in het onderhoud daar van behulpfaam te zyn ; hoe kan men alsdan gelooven , dat immer eene Moeder haaren pas geboornen Zuigeling, zoo zy hem flechts een maal in de armen gevat, en aan het Moederlyk hart gedrukt heeft, weder verftooten , en zonder. noodzaak in vreemde handen zal overleveren ? s- u. -iHoe zeer ik ook de zorge der Overheid met opzicht tot de Vondelingen pryze; zoo weinig ben ik echter met de Vondeling-huizen en hunne gevvoonlyke inrichting te vreden ; zy geeven het grootfte rechtt aan de tegenwerpingen, die tegen dezelve en in het: algemeen tegen alle Hospitaalen gemaakt worden; datt zy namelyk den omliggenden dampkring befmetten,, en de verdere verfpreiding der aanfteekende ziektens; in de Maatfchappy hevorderen; daar en boven verdient: het aantal der kinderen, het welk in deeze huizen om het leven komt, met alle recht onze opmerking. Men heeft over het algemeen bereekent, dat zeer' weinig kinderen in de Vondeling-huiz.n den ouder-' dom  Staatsregeling; 3*7 dom van vyftien jaaren bereiken, Baumann heeft ^ door de lysten van het Charité - huis te Berlin, waar 1 in de onecht bezwangerde vrouwsperfoonen, ter voor- ' koming der kindermoord, ontfangen worden, beweezen , dat onder de 67. aldaar geboornen reeds in de eerste maand wederom 10. overleeden waaren: het getal dier onechte kinderen, welke in de eerfte maand reeds weder om het leven geraken, is twee of anderhalfmaal zoo groot, als dat der echte binnen die tyd overleeden kinderen : volgens de tafels van M oheau, is het getal der overleeden Vondelingen tweemaal zoo groot, dan dat der in echt gebooren en door hunne Ouders opgevoede kinderen. In het Hospitaal te Rocheïïe wierden geduurende vyf jaaren 517. kinderen aangenomen, waarvan in hun eerste jaar reeds wederom 286. ftierven, dat is dus 11. van 20. In het tydperk der eerfte io. jaaren is het onderfcheid tusfchen het aantal der overleeden kinderen in beide de clasfen reeds zoo groot niet meer; dewyl de Vondelingen , wanneer zy de eerste jaaren hunnes levens doorgeftaan, en het Vondeling-huis verlaaten hebben , als dan flechts aan het algemeen noodlot van alle menfchen onderworpen zyn : echter is nog in dit tydvak het getal der overleeden Vondelingen een derde grooter, dan dat der andere kinderen, en zoo 'ei eenige van dezelve doorkomen, zoo zyn 'er flechts zeer weinige onder, welke de Maatfchappy ondei haare nuttige leden tellen kan O): in Rouan bereikt. vol- t (O) m OHE AU /. t. P- S22. X 4 Vav M 'ONDEING - EN irEEZ1UIZEN. worden in iezelve in bet leven iebwdetit.  ▼an i VONDE. KING - E WETHUIZEN, Oorzaa . lidar van Alge- meenheid der Venusziekteonderstele Vondelingen. 328 Geneeskundige % volgens eene ervaarenis van tien jaaren, naauwlyks * het s/fte gedeelte der in het Vondeling-huis opgevoede kinderen den manlyken ouderdom , en van deeze zyn nog ten minsten twee derde deelen in eenen ellendigen toeftand, zoo dat van 108. kinderen, na verloop van 15. jaaren op het hoogst twee , als werkzaame leden der faamenleeving, kunnen geteld worden: volgens Raulin fterven, onaangezien alle zorge, welke in zodanige huizen voor de Vondelingen gedraagen worden; te Grenobh 25. te Lyons 36. te Montpellier zelf 60. van de 1.00. kinderen: volgens het bericht van Justi word in het burger Hospitaal te Weenen niet tegenftaande deszelfs Vorftelyke inkomsten, van de 19. kinderen naauwlyks een in het leven behouden , van 13229. Vondelingen, die te Londen van den jaare 1741. tot 1774. in het Hospitaal waaren aangenoomen, bereikten niet meer daa 2353» den ouderdom van 5 of 6. jaaren. §. I I I. j De oorzaaken van dit groot getal der overleeden • kinderen in foortgelyke Gedichten zyn meenigvuldig; de volgende verdienen byzondcr in aanmerking geno-' men te worden. 1. Veele kinderen zyn door de Ouders met de Venusziekte befmet. De algemeenheid der Venusziekte, vooral onder de ongehuuwden, die doch het grootfte aantal Vondelingen aan het Hospitaal leveren, is eene der voornaamfte oorzaaken van dit gi'oot getal der overleeden kinderen , en dit heeft vooral plaats in groote en wellustige Steden: in Parys bevinden de meeste Vondelingen  STAATSREGELING. 35» jgen zich in zoo eenen toeftand, dat zy aan de Ve; nusziekte fterven, eer men in ftaat is hen van de weinige gezonden af te zonderen, en hier by blyft het nog niet berusten, deeze kinderen, het zy men : hen in het Hospitaal houdt, het zy men hen op het :iand befteed, befmetten hunne Zoogfters, die menig-, maal wederom geheele geflachten aanfteeken, intusfchen is de geneezing van zodanige kinderen, welke niet gezoogd worden, gelyk men hen te Aix in Pro: vence geene Minnen toeftaat, wegens het bezwaarlyk inkrygen der geneesmiddelen, zeer moeilyk; Gard a n e zegt, dat* men zelden diergelyke wichten , Voor dat zy een jaar oud zyn, met eenige waarlyke hoop op eenen goeden uitflag kan onder hauden neemen , men moét zich tot die tyd vergenoegen, met de toevallen zoo veel moogelyk te keer te gaan; zeer dikwerf word het fchuilend vergif niet geopenbaard, voor dat het op éénmaal met doodlyke toevallen geweldig uitbreekt: en dit is de reden , waarom men in het eerst de kinderen niet by elkander moet leggen, of zonder nodige waarfchuwing aan de landlieden overleveren; alle die kinderen, welke te Parys in het Vondeling- huis aangenoomen worden, moeten terftond door een hier toe aangefteld Heelmeester op een bepaald uur onderzogt worden, of zy met de Venusziekte befmet, of zy krank of gezond zyn: de laatstgemelde komen in de groote zaal, de eerste worden terftond, om alle verdere befmetting voor te komen, naar de Salpetriere gebragt, en de overige aan eene Oppasfter in. het naast gelegen vertrek overgegeeven. X 5 %. Hei Van vondeling - en weez huizen, Hoe me», bier meede in het Vondeling - huis te Parys te werke gaat.  339 Geneeskundige Van de Vondeling - en weezhuizen. Moe moei. lyk bet is bet voor pas geboornekinderen gefchiktfle voedfel te bepaalen* fl. Het gebrek aan Moeder-melk. Hier van heb ik op eene andere plaats wydloopig gehandeld, en er alleenlyk nog dit by te voegen.1 Het is zeer moeilyk, om vcor die kinderen, welke van de moederlyke borst verfrollen zyn , uit verfcheide Zoogfters de zodanige te kiezen, welke met hunne gefteldheid over een komen, en wat moet men zich dan wel voorftellen dat het gevolg moet zyn , wanneer veele kinderen dcor flechts weinige Minnen gezoogd moeten worden ! zes of acht Zoogfters moeten in de groote zaal van het Vondeling-huis te Parys beurtelings aan een veel grooter getal van kinderen de borst geeven; en hier over beklaagt men zich in alle de Franfche Vondeling-huizen dat ééne Minne fomtyds 2 of 3 kinderen zoogen moet; te Aix in Provence was men zelf genoodzaakt 4. kinderen door ééne Vrouw te doen zoogen, en 'er zyn in de Waereld zeer weinige Hospitaalen , die, gelyk dat van Milaan voor deezen had, jaarlyks 25000. kroon en, in* komsten hebben, en tot het zoogen en oppasfen van arme-kinderen 500. Minnen kunnen onderhouden: men kan zich gemaklyk voorftellen , hoe fober deeze arme wichten , offchoon de Minnen op het ryklykst gevoed worden , zich moeten behelpen, en wat de reden is, waarom zy, offchoon met geene Venusziekte befmet, echter naauwlyks naar menfchelyke fchepfèrs gelyken, hierom heeft men het op fommige plaatfen willen beproeven, om de kinderen zonder Vrouwen - melk, met ander voedfel groot te brengen. De Proeven, hier van genomen en van de welke ik eenige zal bybrengen, kunnen het fterkst bewys opleevcren, dat ik de zaak niet vergroot heb, wanneer ik  Staatsregeling. 331 ik de Vrouwen - melk, als byna het eenig voor den pasgeboornen mensch gefchikt voedfel opgegeeven en alle de overige wyzen van opvoeding verworpen hebbe. In den jaare 1680. deed men aan de Opzieners van het Vondeling-huis te Parys den voorflag, om zich Voor de Vondelingen van een foort van brood - gely in de plaats van de melk der zoo duure Minnen te bedienen, het Parlement benoemde daar op den 19. Augustus van dat jaar, den deeken der Geneeskundige Faculeeit te Parys benevens 7. Doctoren en twee Vroedvrouwen, om over deeze zaak te faamen raad te pleegen, en daar van bericht in te leveren. ■ Het gevoelen der Faculteit was in deezer voege: „ De Faculteit is van gevoelen, dat de voorgeftel„ de wyzen van opvoeden niet dan by kinderen, die „ reeds krachten hebben en gefpeent zouden kunnen „ worden, plaats kunnen vinden; dat, daar de on„ dervinding de Moeder der Geneeskunde is, het „ ten uiterïten gevaarlyk zoude zyn een middel in '„ het werk te ftellen, het welk nog door geene on„ dervinding goed gekeurd was, voornamentlyk by zwakke en teedere kinderen; dat, wanneer men '„ zonder roekeloos te zyn iets onderneemen wil, dit alvoorens door zeer gewigtige bewyzen dient geftaafd te worden; dat liet niet verftandig zoude gehandeld zyn de voorgeftelde ontwerpen in te ' volgen, dewyl,wanneer men den toeftand der pas' gebooren kinderen, hunne geringe warmte, de zwakheid hunner maag, de overvloed van vochten indezelve , waar door het voedfel als het waare krach" teloos gemaakt word, in aanmerking neemt, dal voedfel, het welk men in de plaats der Vrouwen- „ mell Van ra vondeling - en weezhuizen. . Proevea deswegens in bet Vondeling - buis te Parys genomen, Gevoelen der GeneeskundigeFaculteit desvaegent 1ó80.  Van i VONDELING-EIWEESHUIZEN. Ongelukkige proeven bier van te Aix in Provence genomen* 332 Geneeskundige « „ melk wilde invoeren , van het zog zoo weinig ver} i „ i'chillen moet, dat tot deszelfs verteering geene de „ minste warmte nodig moet zyn; dat het eeriigen „, tyd in de maag zich moet kunnen ophouden zon„ der de voor zwakke wichten zoo nadeelige gevol„ gen eener al te fpoedige verandering na zich te Heess pen: dat tusfchen dit voedfel en dat, het welk de „ kinderen geduurende hun verblyf in s'Moeders lig„ haam genoten hebben, zoo veel moogelyk overeen„ komst zy: en , daar men volgens deeze ontwer„ pen in plaatfe der Vrouwen-melk dieren-melk „ neemen moet, zoo is het volftiekt noodzaakelyk, „ dat, voor eerst, dezelve zich in die gefteldheid be* „ vind, als of zy onmiddelyk uit de borst eener ge-' „ zonde Minne vloeide, dewyl der kinderen maag, „ die anderfints niet verteeren kan, en ten tweeden, „ dat dezelve altoos in eene gelyke maatige graad van ' „ warmte gehouden word. Zelden doet zich de gelegenheid voor, om zich met grond te overtuigen, dat het in geenen deele onverfchillig is, welk een foort van voedfel men by gebrek der Moeder-melk voorden teederenZuigling ver. kiest: in het Vondeling - huis te Aix in Provence ftierftot nu toe jaarlyks omtrent de helft der aange-'' noomen kinderen,- maar van alle die geenen, welke men met koe-of geiten-melk, die in die ftreeken zeer flecht en fchaars is, trachtte op te voeden, zag men geen één het leven langer dan 4. maanden rekken, by het openen der lyken bevond men de maag met eene geftremde en zeer ftinkende ftoffe gevuld; men ging toen over om de kinderen met een pap van gekookte witbrood en diergelyken te voeden, doch alle deeze proefneemingen liepen vrugteloos af, en men zag,  Staatsregeling. 333 Zag zich genoodzaakt andermaals de Geneeskundige ■Faculteit te Parys raad te pleegen. Het hierop meedegedeeld gevoelen is in den jaare $775. op bevel van het Hof op de Koninglyke drukkery algemeen gemaakt; ik zal den voornamen inhoud deszelfs hier aannaaien, dewyl dit antwoord der Faculteit alles in zich bevat, wat men -met grond wegens deeze zaak kan aanmerken. „ Daar de kenmerken eener Venerifche befmetting by pasgeboorne kinderen zeer onzeker zyn, raad de Faculteit aan, om aan geen der Vondelingen eene Minne te geeven , ten zy men taamlyk zeker is van de gezondheid der Ouders, vooral moet men die gewoonte geheel en al affchaffen om door ééne Minne 'meer dan één kind te doen zoogen, dewyl men hier door de Venusziekte ligtelyk voortplant, en het zeer nadeelig is het gebrek der melk met andere fpyzen te vervullen." Dewyl verder de Faculteit het bcrooken der kinderen met den damp des quikzilvers, als het beste 'middel ter geneezing dier kinderen, welke met de Venusziekte befmet zyn, aanraad, zoo ontwierp zy tevens ook de volgende wyze van opvoeding voor dezelve. • Het is verftandigst in eene Provincie, al waar de geite-en fchaapen-melk de eenige foorten zyn, waar van men zich ter voeding bedienen kan , ook ander voedfel als vleeschfoupen , broodwater en diergelyke hier by te voegen, vooral de melk met waterachtige vochten te verdunnen, ten deezen einde kan men zich van een af kookfel van 'graswortelbedienen; het gerftenwater is by het gebruik der fchaapen-melk nadeelig,; by die kinderen , welke fchrophuleus , met de Venus- of Eneelfche ziekte befmet zyn, kan inen een flap,aikook& • fel Van öb vondeling-enwfezhuizen. Neier gevotlen der Geneeskundige Faculnit  §34 "Genïesküsdioe fel der China-of klitten - wortel gebruiken, en dus ook in andere kwaaien het water eene hier tegen dienftige medicinaale kracht mededeelen." ,,, De Geiten, van wier melk men zich tot het voedfel der kinderen bediend , moeten op eene vetten en -waterachtigen grond geweid worden, op dat de melk des te dunner zy , zich echter wegens het buikopenend vermogen der melk in het voorjaar wel in acht neemende: men moet de melk van verfcheide Geiten niet met elkander vermengen , en zoo veel moogelyk zorg dragen, dat een kind altoos door dezelfde Geit gevoed word, (deeze raad is in groote Vondelinghuizen byna onmoogelyk: )daar men de melk, voordat men dezelve aan de kinderen geeft, eenigfints laauw moet maaken, moet men die of telkens op het vuur zetten, of men heeft de gewoonte die geftadig daar op te laaten ftaan, dit maakt, dat veelmaals de melk 5 eer men dezelve aan het kind geeft, reeds geflremd is ; het best is, dat men die niet kookt, maar flechts het gras-waater, waar meede men die vermengd, telkens behoorlyk warm maakt, dus word de melk vooral zoo de vaten zindelyk zyn, niet zoo ligt bedorven , en gemaklyker verteerd." „ Niettegenftaande hier de melk ter voeding der kinderen, die zonder Minne groot gebragt moeten worden , word aangeprezen , zoo zoude men die echter ligtelyk kunnen ontbeeren, de ondervinding leert, dat de kinderen welke met dieren-melk opgevoed worden veelvuldiger aan buik fmerten onderheevig zyn, en om deeze reden geeft men aan een dun afkookfel van witbrood den voorrang, het welk men eenen fpeceryachtigen fmaak meededeelt en met fuiker zoet maakt, ten deezen einde neemt men tar- wen Van br vondeling -en weezhuizen,  Staatsregeling. 33^ wen of witbrood, dat wel gereezen, goed uitgebak- Van bs , , . ,. r vonde- ken en regt droog is, dit moet fyn gewreeven zyn ,en l-ing-ent van dit fyne poeder moet men, even gelyk men de crème de riz bereid , een pap maaken, waar by men eenige droppen orange-, anys-, venkel-of caneelwater voegen kan, dit voedfel kan men aan alle de kinderen, de kleinfte niet uitgezonderd, vyf of zesmaaien daags geeven , echter zorg dragende, dat deeze pap telkens op nieuw gereed gemaakt word-; het broodkruim kan op den oven gedroogt worden; behalven dit voedfel kan men de kinderen, vooral in eene heeter luchtftreek, om de fpysverteering te bevorderen , daaglyks eenige leepels vol gras - water met een vierde gedeelte wyns gemengd geeven ; men moet alle de Vondelingen, eer zy aan de borst gelegd worden, een zagt buikzuiverend middel doen gebruiken; daar nu veele derzeiver honger geleeden hebben , zoo kan men hen water met wyn en fuiker gee-: ven, het welk aan beide deeze oogmerken kan beantwoorden; daar na gewenne men hen echter aan het voorgeflagen voedfel." ,, Men kan dit op deeze wyze aanleggen , dat men, na het toedienen der bovengemelde buikzuiveTing, het kind voor eerst niet anders dan geiten - melk met gras-water gemengd geeft, daar na voede men "het zelve met pap van witbrood, en ga eindelyk tot de foupe van kalfs-, fchaapen-ën rund-vleesch over: echter zorge dragende dat het kind in het eerst zeer weinig van de witbroods-pap gebruike, ten zy het zelve buiten gemeen hongrig waare." „ In de derde maand, dat is omtrent 4. weeken voor dien tyd, wanneer de melk gewoon'.ykindemaag . zuur begint te worden, moet men dezelve geheel ach-  Van de vondeling - en ' weezöüizen. I 335 Geneeskundige ichter weege laaten, als dan geeve men de kinderen. nets anders dan, vleesch-foupe en brood-pap met: water gekookt en daarna met de foupe vermengd,, iewelke dikwyls versch gemaakt moet worden, als i die, vooral in de heete zomermaanden, ligtelyk be-derft; dit voedfel moet men na evenreedigheid van desi kinds ouderdom vermeerderen en een half jaar oudl zynde , het zelve eenigfints vaster voedfel toedienen.'" „ Alhoewel men in de eerste maanden geene vaste: uuren bepaalen kan, om het kind zyn voedfel te geven , zoo moet men het echter van tyd tot tyd gewennen, om het zelve op geregelde uuren, en niett anders dan by dage te nuttigen; men geeve hen flechts > weinig op één maal, ten einde zy de maag niet over— laaden, waar door tot veelvuldige ongemakken aanleiding gegeeven kan worden, zoo zy over dag dikwyls en weinig tevens eeten, flaapen zy des nachtss geruster; ten einde hier van des te zekererte zyn,, moet de Oppasfler des avonds om tien of elf uuren „ eer zy zich te bedde legt, het kind uit de wieg neemen, by het vuur brengen , droog leggen, en te eetem reeven." „ Het gebruik des leepels heeft allesfints den voorrang boven de zogenaamde pypkan 3 het laatst gemelde fchynt wel meer overeenkomflig met de natuur te; zyn; maar hier door worden by de kinderen hevige; suikpynen en al te groote loslyvigheid veroorzaakt,, leeze buikpyn kan men ook veelmaalen voorkomen,, loor aan het voedfel, aan de melk zelf, eene fpeceryachtige fmaak meede te deelen , zoo echter, dat mem hen hier door niet verhit, of, zöo zy hardlyvig zyn,, ben minder of zelf geheel niets daar van laat gebruiten." Tott  Staatsregeling. 337 Tot dus verre gaat de raadgeeving der Paryfche . (Geneeskundigen, om het gebrek der Moeder - melk in j ide Vondeling-huizen , door eene betere inrichting , iaangaande het voedfel der kinderen te vergoeden; (deeze hier aangeweeze methode leert ten duidlykfte, Ihoe veel moeite het kost de plaats der Natuur te ver*, 'vangen, en welk eene gereegelde orde in die huizen 3moet plaats vinden, zal niet eene meenigte van kin1 deren door misdagen, die op,het uiterlyk aanzien van j geen belang zyn, om het leven komen; het gewigt (deezer zaake bewoog de Koninglyke Academie van .Bourdeaux in den Jaare 1779. de volgende prysvraage op te geeven: Indiquer le moyen de prevenir dans l'uJage ordinaire de nourrir les enfant expofes, lesperils ' qui refultent tant pour les nourrifons, que pour leurs nourrices & par une Confequence necessaire pour la population generale: Indiquer en mime tcms la meilleure methode £f la 'mins cotrteufe, de fuppleer au iait des femmes peur la nourriture des Enfans: om de middelen aan te wyzen ter voorkoming dier ge^ vaaren, welke uit de gewoone wyze van Opvoeden der Vondelingen, zoo voor de kinderen i als. voorde Zoogfters, en by gevolge in het algemeen voor de bevolking ontftaan: en tevens het minst kostbaar, eii voor de kinderen heilzaamst voedfel op te geeven , het welk de plaats der Vrouwen-melk vervullen kan: de prys, op de beantwoording deezer vraage gefield, is 1200. Livres, waar by den Intendant van Bourdeaux de Heer Du pre de S. Maur nog 800-. Livr. gevoegd heeft-. • Men heeft deswegens ook in Engeland proeven genomen , die echter in geenen deele gunstig voor de II, Deei« t °P- Van bb 'ONDE.ING IN .VfcEZ iUIZENé Proeven wegens het voedfet voar VomieM-  ■ Van de VONDELING- en WEEZliüIZEN.gen, in Engeland en Zweedeti genomen. ( Tn h-ef 'Vondeling - buis te Parys houdt men zich byde Vrouwen melk. 338 Geneeskundige opvoeding der Vondelingen door middel der pap,'zyn. uitgevallen. De Heer Scuulz, welke in 1753. a's Geneesj; heer door het Genootfchap der Vrymetfelaars in het Vondeling-huis te Stockholm geplaats wierd, meld, dat in het Engelsch Vondeling - huis van 56. kinderen in één jaar,45. om het leven waaren gekomen: daar1 in tegendeel van 80. , welke men op het land te minne befteed had, flechts 29. Om het leven kwamen; hy bericht tevens, dat men in het Vondeling-huis te Stockholm, de pas geboorne kinderen met eene pap van ongereezen roggen - befchuit met half water en melk opvoedt, maar hen echter, wanneer zy onrustig waaren, een al kookfel van ryst te drinken gaf; den uitflag bewoog echter de Opzieners van deeze methode af te zien, daar de meeste kinderen na voorafgegaan braaken aan beroerte en de loop geftorven zyn ; federd heeft men in het algemeen voor de Vondelingen Zoogfters gehouden: Desessarts meld van eene andere proeve by de Vondelingen met ie koe-melk gemaakt, maar die echter meede eenen ongelukkigen uitflag had. Deeze en diergelyke beweegreedenen bewoogen het Parlement van Parys, om de Vondelingen met de Vrouwen-melk te blyven opvoeden, en men zend nog daadlyk elk jaar bezoldigde Minnen in Normandie en Picardie, die om de twee jaaren door de zusiers der barmhertigheid, bezogt, en met het vyfde [aar wederom in het huis genomen worden. B er. giüs bericht ons, dat in het Vondeling -huis :e Londen de kinderen niet wederom genomen woriéri, voor dat zy ten vollen 5. jaaren bereikt hebben; In den jaare 1757. bedroeg het getal der aangenomen kin-  Staatsregeling. 339 kinderen weekelyks van 80. , tot 90., en dus jaar- Vandb ilyks meer dan 4000; zy worden, totdat zy weder- ling-in • , . T\/r- WEE» - (Oin in het huis genomen worden, met hunne film- HUiZEN. men, die onder zekere Opzieners fbian, op het land imuh- {gezonden, alwaar zy biyven, tot dat zy 5. jaaren 'l»itik (oud zyn; deeze Opzieners zyn lieden van aanzien, 'welke op die plaatfen woonen en zonder belooning «de zorge voor de kinderen op zich neemen, oe ïviin: nen haare toegelegde bezoiding betaalen, zoo het no¬ dig is nieuwe Minnen aanfehaffen, en die op eenen beftemden tyd naar het Vondeling-huis zenden, (dus is ook in Zweden het opzicht over de Vondelinghuizen aan het Capittel der Seraphyner-orden opgedragen , en twee Ridders zyn als over-Opzieners door den Koning aangefteld.) Deeze Opzieners in Engeland worden van drie of vier der onontbeerlykfte geneesmiddelen voorzien , en hen word tevens een kort onderricht meedegedeelt , hoe deeze middelen aan te wenden, en het geen verder de bezorging der kinderen aangaat; zy geeven aan elke Minne, die het haar toevertrouwde kind geduurende het eerste jaar in welfhnd gehouden heeft, eene vastgeftelde belooning van ticri fchellingen; maar, dewyl de kinderen in de volgende 4. of 5- J^ren nog aan zeer gevaarlyke ongemakken onderhevig zyn , moesten deeza belooningen, volgens de meening van Berg ius langer, dan voor het eerste jaar, uitgedeeld worden (en dit zal elk een toeftemmen, zoo flechts hier toe niet zoo aanmerkelyke lommen zouden vereischt Worden! ) zy voorzien de Minnen jaarlyks met nieuwe klceding en .linnen voor de Vondelingen, eri zenden de oude naar het Hospitaal te rug. Y a 3- EU Kingen, aan de Minnen  Va.n ds vondeling- en weeshuizen. "I I Nadeel der flecht j geleegen Fonde- C ling - huizen, i l r(a) Medecine Èxperimentale. GenneTb pur-ficatian de l'air treupisfant. 340 Geneeskundige 3. Eene onzuivere lucht. Dit gebrek hebben alle de Vondeling-huizen niet Hechts met alle andere Hospitaalen gemeen; maar zy overtreffen dezelve daar in door de veelvuldige uitvvaafemingen en onreinigheid der jonggeboorne en zelf meer volvvasfen kinderen ; dit word men wel dra zeer duidlyk gewaar wanneer men in dezelve komt, en in weerwil van alle moogelyke voorzorge, befpeurt men in dezelve overal die walchelyke pisreuk, die in het Paryfche Vondeling-huis zelf ontteekingen der oogen veroorzaakt O). Dit zoo gevvigtig artikel zal ik, wat de zuiverheid Ier lucht, der flaapfteeden en van het linnen aanbelangd,, in een ander Hoofddeel afzonderlyk verhandelen, wanneer ik van de Hospitaalen fpreeken zal; alleenlyk voege ik hier dit by, dat de gevolgen deronichtzaamheid in dit artikel op de zoo gevoelige en teelere kinderen doodlyke gevolgen hebben moet. 4. Di ongezonde ligging van zodanige huizen, hunne ongefchikte wyze van bouwen en flechl te verdcellng. Ook over dit onderwerp zal ik op een andereplaats lader handelen; dit is zeker, dat, wanneer men Vonelinghuizen fticht, men best zal doen hier toe geene ;roote Steden te verkiezen,alwaar door den bedorven lampkring zeer veele menfchen om het leeven komen; )ok zouden op het land die morsfige en de Vondeling-  Staatsregeling. 341 w-hm^n «m eip-en huidziekten niet zoo veelvul- v»»» [h'g zyn O): het blykt van zelf, dat men die op um-ss reen vochigen grond, naast hooge muuren oi oum»- HÜISKN. rr^hfm, nf in pnjre ftraaten. alwaar de lucht geen poortoch't heeft, moet bouwen; vooral wanneer de be[,^«,(1a „prHiVni-mr o-ewoone verblyfplaats der kin- lieren is. Het is naauwlyks 40. jaaren geleeden, dat liet Vondeling-huis te Parys van alle zyaen aooi uou- be muuren en oude gebouwen ingelioten was, ww» :aare 1739. heerschte in het zelve een oeuaww» z.*tfp Hip PPn arnnr. aantal deezer kindiren ten grave rfippnrp: He Geneesheeren bcweezen, dat dit kwaad Idoor gebrek aan zuivere lucht ontftaan was. en nu wierden verfcheide oude gebouwen om verre gewor^ „n ïLvcniraal wierd vergroot; hier door wierd faet Vondeling-huis veel gezonder; maar ue uuu*«- jder grond in eene groote Stad is voor aen uimwu^ ter altoos eene groote hinderpaal, om awwu^ * L. „„„ oni-™pm nnn te leesten , dat voor de ge- [-„^„jj w „AnrHppli.ast zvn zoude: ook maakt de fduurte der leevensmiddelen in eene groote Stad, de oppasfing der kinderen kostbaarer. . _ Wat de afdeeling van het huis aangaat, .niets is zoo [ftrydig met het oogmerk, om de kinderen gezond op te voeden, dan dat men hen alle te faamen in een of ttwee groote zaaien op elkander ftuuwt alwaar het gefchrei van één al de overige u,i 'de geheele menigte in eene geftadige onrust houd , ' & daar I1763. Nadeel* van bet tefaamenbrensen•van veêto kinderen^  342 Geneeskundige daar meer als honderd Vondlingen in één vertrek opgedooten zyn, hoe fpoedig moet zoo eene zaal, offchoon dezelve zeer ruim is, voor al des nachts, wanneer deuren en vengfters geflooten zyn , met ftinkender uitwafemingen vervuld, en als in een vuil dampbad veranderd zyn , het welk het fterkfte geitel eenes volwasfenen naauwlyks wederdaan kan, voor al zpo men niet naauwkeurig zorge draagt, dat de doeken en' deekens op eene andere plaats gedroogd worden; — daar zeer weinig Vondeling-huizen van afgezonderde zieken zaaien voorzien zyn, hoe fnel moet dan niet elke aandeekende ziekte onder deeze kinderen voortloopen, en hoe ligt verkeert eene eenvoudige ziekte niet in eene allergevaarlykde Hospitaal of kerkerkoorts; eene ziekte, die hier des te gevaarlyker is, dewyl. men deeze kleine patiënten de nodige geneesmiddelen niet in kan krygen, en men na de oorzaaken yeeler toevallen flechts blindelings raaden moet. 5. Gebrek aan nodig opzicht, inhaa/igheid, vooroordeehn, onverfchilligheid en onbarmhartigheid der Opzieners of mindere bedienden. Gewigtige gebreken, die het aantal der overleeden, kinderen in de meeste Vondeling - huizen zeer doen toeneemen! De eerste Oprigters deezer Gedichten , door menfchenliefde en zucht tot volmaaking van hun ontwerp gedreeven, lieten niets ontbreeken, wat hen tocfcheen, eenen gelukkigen uitüag van hun plan te beloven; maar men weet hoe het met de menfchen in het algemeen geleegen is? wel dra dringen ei» genbaat en gierigheid zich in de heüzaamde imichtih- Van ee yonde« uno - en wsez- hlnzen. Slechte »pp«sftng in (ie Vondeling - huizen.  Staatsregeling. 343 {gen, dan word het leven van eenige honderd men- Y«j ifchen in tegenoverftelling van het voordeel van zoo un weel honderd daalders voorniets gtiicht, en wei haast w„ (dient het geheele Capitaaldes menschlievenden Stichters nergens anders toe, als tot eene belcöning van bevoorrechte menfchenmoorders: en hoe kan het onderzoek in zoo een huis op beftemde uuren , de verhooien misdaaden der baatzuchtige bedienden te keer gaan, misdaaden gepleegd tegen onnozele wichten welkers fpoedige dood men altcos op rekening van hunne Ouders meent te kannen ftellen: te Lisfabon wierd | in I?72> eene Bu'ifa de frfus, 22. jaaren oud, opgehangen, dewyl zy in het Vondeling-huis te Coim'bra 33. kinderen om het leven gebragt had, omdat zy van elk nieuw ingebragt kind een bed, een wieg , en een Ryksdaalder aan geld genoot ( a ). De gering achting deezer ongelukkige fchepfeltjens, de hier uit onvermydlyk vdörtfpfmteride onverschilligheid der meeste Oppasfters, de ingewortelde vooroordelen , doen het- aantal der geftorvcne kinderen tot in het orgelooflyke aanvyasfen; Ballexserd verhaald van eene Dame, welke, daar zy zich wegens het jammerlyk uitzien der kinderen in een beroemd Vondeling-huis verwonderde, van eene der Oppasfters eene vroome Nonne, de Ücfderyke verzekering ontfo'ng, dat alle deeze lieve kinderen regt gelukkig waaren , dat zy zoo vroeg fterven, en dus reeds zoo !ong eene eeuwige gelukzaligheid deelachtig wierden , dit het voor het overige zeer wenfchelyk voor het Vondeling-huis was, dat de kinderen niet langer leefden. (a) Meisnee. /. e. s, 114. ï' 4 ide- ,, 3 - en ez [zen, Mluaeh- ling der Vendel})}* gen.  344 Geneeskundige Van d vondeling - St weez. huizen. Gevolge ca» bet vfiuiten der Von delingen. (a) Ballexserd Disf. fur l'tduiathn pbyfque des enfant. . SC: t den, dewyl anderfmts deszelfs inkomsten niet toerei. kend zouden zyn, tot het onderhoud van zoo veele bedienden als daarin vereischt wierden 6. Gebrek aan beweeging,en eene al te gr oo^ te eenvormigheid der leevenswyze. » Deeze'oorzaak heeft in de volgende leevenstydzyne meeste uitwerking: in de meeste huizen, alwaar zoo ■ veele kinderen onder het oog van zoo weinig Opzieners opgevoed worden, worden de kinderen als in een klooster opgevoed, men neemt de moeite niet, men kan die ook niet neemen, om de jeugd alle de voordeden eener werkzaame leevenswyze te doen genieten , waar zy tegen alle veranderingen , welke het menfchelyk leeven verzeilen , gehard zyn: bleeke aangezichten , opgezwolle zwakke lighaamen, zyn doorgaans veel eer de gevolgen eener al te weeke opvoeding en van het gebrek aan beweeging, dan van het oorfpronglyk lighaamsgeftel der kinderen ; de al te groote geregeldheid in alle deelen der leevenswyze, ik meene vooral in het eeten en drinken, de rust en beweeging, het waaken en flaapen, gewend de jeugd aan zoo eene werktuiglyke naauwgezetheid, dat de minste afvvyking deezer leevensreegelen, vooral by de manlyke kunne , die uit het Vondeling-huis komende , zich aan alle ongemakken eener werkzaame leevenswyze , waar door zy de kost verdienen moeten vinden blootgefleld , een dikwerf doodlyk gevolg heeft;  Staatsregeling. 34£ i heeft; en dus heeft de Maatfchappy, met groote kostten , niet anders dan een hoop nuttelooze wezens . grootgebragt, welke het menschlyk geflacht meer en meer door de voortplanting van zwakkere fchepfels 'verbasteren. 7. Deeze kinderen worden dikwerf tot ongs* zonde handwerken opgeleid. Dat men die kinderen, welke men aan de geleerdheid toe wil wyën, by tyds van de eerste grondbeginfelender wetenfchappen doet onderrichten, is nog te verdeedigen , offchoon ook veele hier door zieklyk worden, of het voorgeftelde doeleinde nimmer bereiken ; maar niets kan die gewoonte verontfchuldigen , waar door teedere kinderen, die nog in hunnen groei zyn, genoodzaakt worden konsten of handwerken te leeren, die, gelyk de meeste Fabrieken, geftadig eene houding vereifchen, waar door het lighaam, zelf dat der volvyasfenen, eene tegennatuurlyke geftalte aanneemt, eene geftalte, die voorzeker der gezondheid op het alleraanmerkelykst benadeelt: ik zal op eene andere plaats bewyzen , dat men de algemeene gezondheid der Burgeren op geene andere wyze herftellen en bevorderen kan, dan door het zooveel moogelyk affchaffen van het groot getal der ongezonde konsten en handwerken, of ten minste de jeugd aan dez.lve niet over te geeven ,voor dat zy zekere jaaren bereikt heeft, en deeze verderflyke gewoonte , om de Vondelingen in plaats van hen tot den nuttigen boerenftand op te brengen, alle tot fabrikanten te fchikken, maakt, dat men, behalven de aan de Vond ding-huizen eigen zieken van kwaadfappigheid , fcortut, kliergezwellen, ook eene geheele menigte Y 5 aan Van de iTONDEjlNG - EN 1VEE2SÜIZEN, Wat men van de Fabrieken in de Vondeling buizen ie denken beeft.  Van de ; vondeLING - en weez- ' j huizen. Of iet hierom beter is de te vinden gelegde 5 kinderen aan bun noodlot over te laaien. J 5-46 Gene eskuwbigsp lantreft, welke aan fommige handwerken eigen zyn, lis de huidziekten den wollen-fabrikanten eigen, de jreuken, engborstigheid, teering en andere toevallen, die voorzeker het getal der jaarlyks overleedenen merkelyk vefgrooten; zoo veele en nog veel meer oorzaaken zyn 'er, welke de edelfte oogmerken in de opvoeding der Vondelingen te leur ftellen , en het ongelukkig lot deezer kinderen niet verbeteren , maar veel eer langduuriger maaken, en deswegens heeft men tegen deeze inrichtingen op reekenkundige grón* den fteunendc en onwéderfpreeklyke tegenwerpingen gemaakt, dat den Staat hier by het aangewende capi-j taal geheel en al verloor, of ten minsten hiér van zoo geringe intresfen trok, dat men nog zeer veele oneindig betere inrichtingen in de Maatfchappy werkftellig konde maaken, waar aan het geld veel beter befteed, en zekerer aangelegd was. Men wachte zich echter wel , om in de befchouwing der Vondeling-huiden toevallige gebreken met de zodanige, die aan deeze huizen onaffcheidlyk eigen zyn, te vermengen. Si iv. . Echter moet men, van wegens het mislukken eeni*er gedaane proeven, de redding van zoo groot een lantal rampzalige fchepfels niet geheel en al laaten vaaren, het is ,zelf ftaatkundig befchouwd, de moeite log wel waard een mensch van de geboorte af op te weden en op algemeene kosten tot een nuttig Burger Le maaken; offchoon de ondervinding ons leert, dat liet overlyden van zoo veele Vondelingen, ons meeoigmaal moeite en kosten doet verliezen, zoo blyft iet echter altoos onze pligt deeze ellendelingen hulpe te sleden, en hen waare het moogelyk van den dood te redlen. «. V,  Staatsregeling. 34/ ' ' §• V. Het is de Overheid des lands, welke ten deezer dage de Vondelingen aanneemt. De Cancelier von Lu de wig trachte wel, uit hoofde dat de Vorsten en Koningen te deezer tyde veele zeer groote inkomften misfen , welke de Romeinfche Keizers genooten, té bewyzen , dat geen Landsheer volgens rechten genoodzaakt kan worden uit zyne inkomsten , alle de Vondelingen te onderhouden ; dat men zich derhalven zonder grond beroept, op de /. 1» & 2. Cod. Theod. de alimentts, qu*. inopcs parentes de puhüco petere Aebent, het is voorzeker zeer natuuriyk, dat men geene uitgaaven vorderen kan, daar geene inkomsten zyn: echter noopt de denkwyze der meesten onzer tegenwoordige grooten, uit hoofde hunner menfchen liefde en zelf uit befchouwing van hun eigen voordeel , hen aan om aan zodanige Stichtingen ten minsten eenen aanzïenlyken onderfland te doen, of te verwachten, dat men. hen zodanige bronnen aantoont, waar uit met het minste nadeel voor den Staat deeze kinderen kunnen verzorgd worden. In Frankryk Wierd door een byzonder bevel van den 10. Juny 1664. aan elk, wien, onder s' Koning? befchermmg, het Opper-gerechts-ambt is toevertrouwd, bevolen, dt Vondelingen op te neemen en te doen opvoeden O), gelyk meede in den jaare 1667. door eene algemeene Ordonnantie van het Hof wierd vastgefteld; dooreen bvzonder Edict, wierd in 1670. eene zekere fomm( J ' be ( a) "Journal des Audienm 11. Tome liv. 6. cb. 34- Van de vo^dkung-emweeshuizen. Wit de zvrge vcor de. ze kinderei. op zich neemen moet.  34^ Geneeskun d i a e Van de vondeling -en weez - ' huizen, ( a) Tableau d'bumanité p. 63. (i) Pr* omnibus Bispalenfts ecclefta (in Hispania') omnium orbis Cbristiani in proventibus, quos Fabric* dicimus, ditior snif edibili expofttarum numero, nutricum distent a ubera , amplifimo & perennifumtu administrat. Carranza e. IV. de partu expofito n. 133. Dit is tevens een bewys, dat aldaar de Vondelingen ook met Vrouwen - melk opgevoed wierden. — In de eerste Christen tyden ,was aan de kerkdeuren een wyd bekken geplaatst, ■waarin die kinderen , welke men van meening was te vinden te leggen, geplaatst wierden; daar deeze plaats zeer dikwyls bezogt wierd, zoo vond men altoos meedelydende lieden, welke deeze kinderen tot zich naamen en groot bragten , het Coneilivm Vajenfe zegt, de expojilis querela procesftt, eos eanibus exponi, qulsquis expofitum colligit, ecclefiam eontestetur, de Attar minister annuntiet, ut fciat ecciefia, expofitum ejfe colledum, & ut intra X. dies recipiat,fi qtiis comprobaverit eum agnovisfe, fedft is calumniator extiterit; ut homicida ecclefiastka distrisiane bepaald, welke de Lieutenants de Poiice van Parys i uit hoofde van hun ambt, volgens de wetten van het Ryk, tot onderhoud der Vondelingen in het onlangs opgerichte Hospitaal, betaalen moeten, en in 1675. wierd ook de fomme, welke de Koning ten deezen einde aanbood uit zyne eigene inkomsten te betaalen , jaarlyks op ao,ooo. Livr. gefchat(«). Door een bevel van den 13, November 1723. wierd in het Oostenrykfche den Overheden] opgelegd, om voor de kinderen, die van zwervende Ouders gebooren waaren, of wier geboorte plaats niet recht bekend was, zorge te dragen. Het zy nu dat door den Vorst zelf, uit s'Lands kasfe, door de moedwillig ongehuuwden , of eenige vroome (lichting de fom, tot onderhoud der Vondlingen njdig, opgtbragt worde (£), zoo moet doch >^ door  Staatsregeling. 349 door de Overheid gezorgd worden, hoe men best de talryke oorzaaken van den ondergang zoo veeier Vondelingen vaderlyk zal afwenden, en welke inrichting het beste is, om hun beftaan en welvaard te verzekeren ; hier in heeft de Geneeskundige zyn item te geeven , en ik waage het, om in eene zaak die , hoewel dikwerf behandeld, echter nog in geenen deele afgehandeld is, myne gedachten vrymoedigmeede te deelen. > S. vi. Ik heb hier voor reeds myn gevoelen wegens de Vondeling-huizen te kennen gegeeven, dat ik van wegens het groot aantal der kinderen, die daar in om het leeven koomen, voor dezelve niet zeer ingenomen ben, ik wilde dezelve tot geen ander oogmerk doen dienen, als tot Hospitaalen, waar in de Vondelingen tot algemeene beveiliging en, zoo zy krank zyn, tot hunne geneezing verblyf gegeeven wierd; die kinderen. ferialor §. 9- Men teekende den dag aan, waarop het kind te vinden gelegd was, en men zogt, onder bekrachtiging des Eisfchops, iemand op , die het kind tot zich nam, en wiens lyfeigen het als dan wierd. DiBionaire Encycl. verb, Enfans expofes in de ABa SanBorum Jul. T- H. p. 335- zegt men , Venit puer, (uTta A. 567.) de clero Treverorum , nomine Seobgis U s, portans in braccbio fuo infantem tres noSes habentem, qui fuit eonjaBatus in Ma concba murmorea ante ostium eccle/i*, fi cuti est canfuetudo Treverorum, nt paupercults fceminee infantesfuos foleant jaBnre. Heie autem erat confuetudo illorum , ut quanda aliquis bomo ipfos infantes projeBos, quos nutricarios vocant, ah iilis matriculaiiis S Petri enumerare videbantur , Episcopo ipfum infantem prcefentare deberent, & pesten Episcopi auBoritcts ipfum hominem de Hls nutricario confrmabat. Van de vondeling - en weezhüizen'. Myn gej voelen wegens de verbete* ringen in de opvoeding der Vondelingen*  350 Geneeskundige Van de vondeling - EN WEEZHÜIiENê Mm moet de Vondelingen met geenVrouwen- melk voeden. O) c. Strak Serhto Aidd, defraudibus canduHarum nulrb\ eam p. 28, ren, welke verdacht waaren van door de Vennsziekte befmet te zyn, moesten in dezelve hunne quarantaine houden, en, zoo zy deeze kwaal wezenlyk hadden , tot dat zy geneezen waaren, het welk by de meesten eene geruimen tyd vereischt, daar in blyven: elk Vondeling heeft in groote Steden het vermoeden tegen zich, dat hy van Ouders door de Venusziekte -befmet gebooren is, ja zelf, wanneer het Vondelinghuis cp het land gefticht is, heeft men geene zekerheid dat het kind niet derwaards gebragt is van eenen oort, alwaar deeze kwaal meer gemeenzaam is, dan ten platten lande. Hoe kan men een geheel vreemd kind, na een zoo oppervlakkig onderzoek , in de eerste dagen, aan de borst van eene in het Vondeling-huis of op het land zich bevindende Zoogfter leggen, en daar door gevaar loopen , om haar en veel ligt een geheel geflacht met deeze affchuuwlyke kwaal te befmetten ? om niet te fpreeken, van het verzuim , waar aan diergel>ke kinderen van wegens de Minnen, wien zy zyn toebetrouwd , in dien haar geen reekenfehap aangaande het leeven der kinderen gevergt word, zyn blootgefteld ( a )i $. VIL Ik zoude derhalven , met de Geneeskundige Faculteit te Parys, het voeden der Vondelingen met Vrouwen-melk volftrektelyk afraaden ; de quarantaine, welke zy alle zonder onderfcheid in het Vondelinghuis  Staatsregeling. 351 huis houden moeten moet by hen, die zich gezond voordoen, ten minsten 6. weeken beloopen ; byhen, die verdacht zyn, een vierendeel jaars of zoo lang tot dat alle verdachtmaakende teekenen verdvveenen zyn ; by weezenlyk befmetten, tot dat men van hunne herftelling ten vollen Verzekerd is ; geduurende deeze quarantaine moeten deeze kinderen op de hier voor verhaalde wyze gevoed , en door den Geneesheer van het huis met de vereischte geneesmiddelen zorgvuldig voorzien worden. §. VIII. Zoo de Moeder des Vondelings nog by tyds, dat is op den eersten of tweeden dag, ontdekt word; zoo geeve men haar het kind te zoogen , offchoon zy zelf met het Venusgif befmet waare; dewyl het kind dus gemaklyker door geneesmiddelen, de Moeder toegediend, geneezen word: men begrypt ligtelyk, dat men allen boozen toeleg der Moeder op het leven van haar kind, zoo die uit armoede voortgefprooten is, hier door verydelen en tegengaan moet, dat men haar in het onderhoud haares Zuigling de behulpzaame hand bied , ol wel de Moeder als Minne van haar kind in het Vondeling-huis neemt, tot dat het genoegzaam blyke of men dit kind verder aanneemen of in handen der Moeder laaten moet; en dit alles kan met het hier v&or ontworpen plan ter veihoeding des kindermoords, en van het te vinden leggen, zeer wel over een gebragt worden, dat men, namelyk, de in onecht bezwangerde meisjens, den toegang tot een huis verfchaft, alwaar zy haare vrugt met veiligheid ter waereld brengen, en haar kraambedde ge^ rust Van d» VONDELING - EN wr.KZ - huizen. Ten zy men de Moeder des kinds fioedig ontdekt.  35* Geneeskundige Van de Vondeling - en weezhuizen. Hoe veel kinderen men aan de zorg pan ééne oppasfier tan toebetrouwen. Wat men in bet werk kan ftellen om bet aantal der Ven* aelingen te verminderen. rust houden kunnen; op deeze wyze kan men zich tevens van de gezonde of ongezonde Hghaamsgefteldheid der Moeder en kinderen verzekeren; en zoo het kiud fterft de Moeder als Zoogfter eene plaats verfchaffen; dus konde in middelmatige Steden een en dezelfde Stigting tevens tot een kraam-hospitaal , Vondeling, en Minnenhuis dienen, en op deeze wyze , word het te Vondeling leggen der arme kinderen. voorgekomen. Dit was echter in groote Steden geheel ondoenlyk: men moet zich aldaar hier meede vergenoegen, dat men aan een zeker getal opgenoomen kinderen, geduurende het eerste jaar, of, wanneer zy ziek zyn, tot hunne geneezing toe, eenige Oppasfters geeft: welkers getal geëevenredigd zyn moet aan dat der kinderen, zoo dat één derzeiver niet meer dan 4. kinderen, in een afgezonderd vertrek van ten minstent 14. voeten hoog onder haare bezorging heeft ; opi deeze wyze zoude zoo een huis niet ligt meer dan 40. kinderen en 10. Oppasfters bevatten; maar daar in. zodanige gebouwen geene andere dan zeer kleine kin* deren opgevoed worden, kan men des te gemaklyker' plaats tot meer foortgelyke niet kostbaare Geftichten. vinden. §• IX. Op dat een al te groot aantal van Vondelingen*, eene foortgelyke inrichting voor groote Steden niet. ondoenlyk maake : zoo waare het beter dat men zoo 1 eene Stichting hier toe deed dienen, om het te vinden 1 leggen der kinderen,zoo veel moogelykvoortekomen. „ De Koning van Pruis/en, zegt Meizner,, „ geeft aan alle de echte kinderen zyner folda'aten,, M van  Staatsregeling. 353 ,„ van het Potsdam's guarnifoen, die een getal van .„ 7000. mannen uitmaaken, van 12. g. grösfchen tot .„ 1. Ryksd. 16. g. gr. maandlyks voor elk kind: ,,, Wanneer een Vondeling - huis vart onderhoud jaar.,, lyks 24000. Ryksd. kost, en men deeze fom jaar. „ lyks onder behoeftige Ouders, die drie of meerder . „ kinderen hadden, verdeelde, zoo dat men hen voor „ elk kind, het welk Zy boVen het genoemde getal .,, hadden , jaarlyks, al was het flechts met 10. „ Ryksd., te hnlp kwam , tot dat die kinderen 10: „ of 12. jaaren oud waaren, zoo zoude men met zo„ danig eene fom 2400. behoeftige kinderen op ,, deeze wyze onderfleunen kunnen." Wanneer men in waarheid bereekend hoe hoog elke Vondeling, zoo hy gelukkig groot gebragt word , te daan komt, tot dat hy op zyn vyftiende jaar in flaat is het huis te verlaaten, zoo moet nien toeftaan, dat eene veel geringer uitgaave , welke ter verhoeding der kindermoord aan behoeftige huisgezinnen uitgedeeld wierd, veel meer nut en zegen zoude aanbrengen; §. X: De Oppasfters moeten haare byzondere onderrichting nebben, volgens welke haar aangewezen word, hoe zy aan haare Zooglingen moederlyke diensten bewyzen, voor hunne zekerheid, voeding, zindelykheid en gezondheid dag en nacht alle moogelyke zorge moeten dragen , en by de geringde onpaslykheid hier van bericht moeten geeven; een zeer goed voorbeeld van zodanig eene Injlruciie vind men in de Vorstlyke Ordonnantie, volgens weike het Weezhuis te Pforzhcim ingeticht is: het is zeer nuttig, dat de wooning der li. Deel. %~ °p- Van 1» vondelino - en WüEZ huizen \ Noodzaaklyk- , heit: eener JnjlrtBi* _ vaordeOpi pasjiers.  Van e VONDELING - EJ WEEZHU1ZEN. Haare diensten moeten viel beloond WOt den. Men moet tet meedf 354 . Geneeskundige e Opzieneres zoo geplaatst-is, dat zy elk uur het oog i over de Oppasfteis kan hebben en zelf van haa1?- goed of kwaad gedrag ooggetuigen zyn kan ; voor elk kind , het welk zyn tyd in het Vondeling - huis heeft uitgehouden , konde men aan de Oppaifler eene belooning toeleggen, wanneer het in goede gezondheid uit haare handen komt; van wegens het Vondeling - huis te Lyons word aan elke Oppasfter, die haar kind zoo verre cpgevoed heeft, dat het voor de eerstemaal ter Communie gaat, behalven het loon en de kleeding 6. Livr. en wanneer het tot het 18. jaar gebragt is., 50. Livr. tot een gefchenk toegelegd. Zoo zy een zeker getal Vondelingen in welftand 'heeft groot gebragt, moet zy hier door recht hebben , om in haaren ouderdom op een zeker onderhoud te kunnen hoopen. In landen, alwaar deRoomfche Godsdienstheerscht, is men zoo gelukkig lieden te vinden, die voor eene zeer geringe belooning, uit bloote Godsdienstyver , hun geheel leeven aan zulke liefdediensten wyën. De Zusters der barmhertigheid, welke in de Vondeling-huizen en Hospitaalen in verfcheiden groote en kleine Steden in Frankryk de zorge voor kinderen en kranken op zich neemen, boezemen elk een zulk eenen eerbied voor haare heilige roeping en charatler in, dat ik uit deezen hoofde alleen de vorige duiftere eeuwen al het kwaad , het welk zy het menschlyk geflacht gebrouwen hebben, van herten vergeeve. S- xi. Het a:ntal der Vondelirgen en hunnen ouderdom, «le  Staatsregeling. 355 als tneede de tyd, wanneer zy het Vondeling-huis ^ Weder verlaaten hebben, moet elke veertien dagen, l door eene aan het Vondeling-huis aangeplakte lyst, ] bekend gemaakt worden, op dat die geen, welke { zodanig een kind tot zich zoude willen neemen, zich < ten deezen einde by den Opziener van het huis.zoude , kunnen melden. , i $. XII. Zoo eene heilzaame befteeding van den rykdom der vermogende ingezeetenen ter opvoeding der Vondelingen moet door alle moogelyke aanmoedigende middelen bevorderd worden. De bevryding der onfchuldige onechte kinderen, van de fchande, welke hen geduurende hun geheele leeven aankleeft, moet de vrugt zyn der menfchenliefde Van onze meer verlichte eeuw, men heeft overal gevoelt hoe onrechtvaardig het is, de groote meenigte van onechte kinderen onverdiend met fchande tö brandmerken,als doode leden van defaamenleeving üit te fluiten, nutteloos, ja fchaadelyk voor de Maatfchap» py te maaken, van welkers voorrechten zy beroofd * en dus ais het waare gedwongen wierden om met bee= delen of (helen de kost te winnen; in verfcheide Ryken heeft men deeze onbillyke wetten afgefchaft, eil de onechte kinderen gerechtigd om in alle gilden, broederfchappen en handwerken aangenomen te worden , zelf by de zoo bygeloovige Jooden wierd een onecht kind (Mam/erj, zoo hy een Schriftgeleerde was boven eenen minder geleerden Priester voorgetrokken f halmud 3 Th. X< Horajoth 3 Cap. s. 306. Reeds in 171 u wierd op den Maart uit krach* te vaü een KcUrvorstlyk Erunswyk- Lüneborgs EdiB % 3 al3 Van de ONDE.NG - EN CEtZUIZEN. idendpiiliek dikverf weens den laat der Vondelingen onderlichten. Èn bet lannemeit Her kinderen bevordttett'  35ö Geneeskundige „.Y.A* Di alle Vondelingen en kinderen van landlonnprs. wplfc* i VUNUJS- , " r 3 •■»«!■ lino-en op s Vorsten kosten opgevoed en onderhouden wier- WEES- . . huizen. aün ' gewettigd , en een diergelyk bevel van den 23 December 1711. verklaarde alle kinderen, die in: Weez-huizen opgevoed waaren en nog wierden, Of het ututt'n is de Vondelingen tot vrye lieden op te voeden. Ik voor ecnt; ik wil gewisïelyk zulke edelmoedige in-, richtingen niet berispen, dit echter meene ik met grond te kunnen aanmerken, dat, wanneer zodanige onechte kinderen, ten minste geduurende een gedeel- ■ te van hunnen leeftyd, voor de van vreemden genooten weldaaden dienstbaar waaren, en na eenïgen tyd eerst voor vrye lieden erkend wierden, 'er oneindig meer zorg voor hunne opvoeding gedragen, en een veel grooter aantal in meedelydende enkinderIooze huisgezinnen aangenomen zouden worden. Niet tegenftaande het medeelyden, het welk ik'wegens het noodlot deezer verlaaten wichten gevoele, zoo geloove ik echter dat het beter zoude geweest zyn de wetten der verftandige Romeinen, ten hunnen opzichte gemaakt, na te volgen, wel is waar dat de Vondelingen dus naar het uiterlyk aanzien ongelukkig zouden fchynen, maar echter zouden zy van eene noodwendige verzorging veel beter verzekerd zyn dan in onze dagen. Het te vinden gelegde kind wierd te dier tyde een foort van lyfeigenen van hem, die het zelve uit meededogen had aangenomen , op deeze wyze wierd eene meenigte van Vondelingen ten nutte van het gemeenebest opgevoed, en zoo eene dienstbaarheid voor eenen bepaalden tvd fchynt my toe het beste middel te zyn, om de Vondelingen eene gezonde opvoeding te bezorgen; dus heeft ook den aanneemer van het kind eene vergoeding voor de kosten tot deszelfs opvoeding aangewend.  Staatsregeling: 357 ,, Ik twyffele zeer, zegt von Ludèwig, of „Justinianus M. toen hy Noveïïa 153. alle „ Vondelingen voor vrye lieden verklaarde, zyn „ menschlievend oogmerk wel bereikt heeft, by vee1,, len moet hier door de lust,om Vondelingen tot zich , te neemen , merkelyk verminderd zyn , daar hen van „ dezelve in plaats van nut en dankbaarheid voor de „ beweezen weldaaden, wel eens ondank en nadeel „ konde te beurte vallen; en dus handelde men myns 1 „ bedunkens veel verftandiger met, gelyk in de West; „ gothifche wetten Lib. IV. T. 4- de Infantibus ex«„pofitis, vastte ftellen, dat, wanneer iemand een te L vinden gelegd kind tot zich neemt, en de knaap „ daarna van zyn Ouders herkend word, deeze OuL ders verpligt zyn een knecht in zyn plaats te verL fchaffen, of zyne waarde te vergoeden: anderfints i „ zullen de Ouders ten allen tyde afgeweezen worI den. Zoo zy geen vermogen hebben zullen zy L voor het kind dienen, die kinderen echter, welke „ door het meededogen van vreemden opgevoed zyn, ;>? zullen hunne vryheid genieten. Dus maaken de Opzieners van het Vondeling - huis ! ;e Londen een fchriftlyk verdrag met hen , die hunne 1 Vondelingen ter opvoeding aanneemen, deeze kinderen blyven onder voogdyfchap van het huis, tot dat iie van de manlyke kunne 24., de meisjens 21. jaaren oud zyn, behalvcn wanneer zy zich vroeger in iet huuwlyk begeevcn; zoo iemand zyn kind te rug regeert, moet hy het jaar en den dag dat het in het , mis is aangenomen , benevens alle de omftandighcJen, die tot kenteekenen dienen kunnen, aantoonen, m tevens bewyzen , dat hy in ftaat is zyn kind te i'-.nd.erhoudtu, als dan moet hy ook de door het Von. Van ds vondeling - en weezhuizen* Inrichtingen des wegens t» Londen.  Van de vondeling - en WtE7. huizrn. Te Koppenhagen. Nodig toezicht Her op. u x IV, 35S Geneeskundigs deling-huis gedaane onkosten vergoeden — zoo dra een knaap in het Vondeling* - huis te Koppenhagen in ftaat geworden is eenig werk te verrichten, het welk, naar maate van hun verfchillend lighaamsgeftel, tusfchen het twaalfde en vyftiende jaar is, word hy in gevolge van zyne verkiezing of gefchiktheid, aan een fabrikant, koopman of zeeman , die hem begeert of aanneemeu wil, tegen eene vergoeding van 50. Ryksdaalers overgegeeven , om hem alleeniyk voor kost en kleeding zonder verder loon tot zyn 24fte jaar ten dienste te ftaan, na dat zy 24, jaaren bereikt hebben worden zy als vrye lieden aangezien, en kunnen zich in alle oorden van het Koningryk ter. nederzetten , echter niet zonder byzonder verlof zich buiten s'lands en nog veel minder in vreemden dienst begeeven, §, X I I I. De Overheid moet in dit geval voor de handhaving van de rechten der menschheid zorge dragen, en verhoeden, dat de jeugd uit eigenbaat, door het al te fterk in het werk ftellen haarer nog onvolkomen krachten, bedorven word: eene voorzorge welke in de landen der Oostenrykfche kroon met opzicht tot alle kinderen en dienstboden van de manlyke kunne plaats heeft, op dat dezelve niet door onbarmhertige Ouders of Meesters tot zwaaren arbeid genoodzaakt worden .welke hunnen grocy en goede gefchiktheid tot den krygsdienst, waar toe zy alle opgefchrevcn zyn, konde verhinderen; om dit voor te komen worden zy jaarlyks door hier toe afgevaardigde officieren bezigtigd,  Staatsregeling. 359 §. XIV. Die kinderen, welke in het Vondeling-huis niet aangenomen en opgevoed kunnen worden, alhoewel : zy van eene gezonde gefteldheid zyn, moeten op het : land aan eene yverige en deudgzaame Vrouw overge: geeven worden , om voor een billyk kostgeld by de; zelve tot op eenen zekeren oudeidom opgevoed te \ worden. Deeze Vrouwen moeten gehouden zyn hunne Voedfterlingen ten minsten 1 of 3 maaien in het jaar aan de Overheid te vertoonen, op dat naauwkeurig onderzogt worde, of zy ook aan voedfel, zindelykheid , of oppasfing eenig gebrek lyden, de ondervinding heeft geleerd, dat dit onderzoek ook daarom noodzaaklyk is, dewyl anderfints deeze kinderen dikwerf verlooren gaan. Toen de Heilige Fincent de-Paula,de eerste Stigter van het Vondeling-huis te Parys, met hulpe eener\Godsdienft:ge Dame, 1638. begon de Vondelingen voor niet op te voeden , verftoutten die Vrouwsperfoonen, aan wien dezelve ter verzorging waaren toevertrouwd, zich deeze kinderen aan bedelaars te verkoopen, welke zich van dezelve bedienden om meededogen te verwekken , andere vet» kogten dezelve aan Zoogfters welker Zuiglingen geftorven waaren, of aan familien welke geene kinderen hadden en vreemde kinderen wilden aanneemen, Zoo dat eindelyk niemand zyn kind in een huis betrouwde, alwaar hetzelve aan zoo groot een gevaa onderhevig was, tot dat dit kwaad door wyze wetter geftuit wierd. S. xv. Voor de gezondheid der op het land befteede kir Z 4 d Vand*! VONDELING- EI* WEEZBU1ZEN. Verzorging der Vondelingen buiten betkonde— littg - buis. Zy moeten dikwerf aan de Overbeid vertoond ixor. den. Voerzer. goit itor  jöo Geneeskundig* Van nu 70NDE- irNa- en W>?EïHUIZEN. rf» op bei land gezondeVondelingen. De Vonm tdelingen shotten eene flrenge opvoeding Rebben. < ! s deren moet van wegen de Overheid op dezelfde wyze.; gezorgd worden, als ik hier voor hebbe opgegeevem dat door de Ouders zelf, met opzicht tot de van hen i vervvyderde kinderen, gefchieden moet; de Opzieners; van het Vondeling-huis moeten nimmer uit het oog; verliezen , dat zy voor deeze ongelukkige wichten de i plaats van Vaders bekleeden ; aan de Overheid der.; plaats, de Geestlyke en zelf de Schoolleeraar, kan deeze zorge , welke voor elk menfchenvriend een waar vergenoegen uitmaakt, toevertrouwd worden: om op de inachtneeming van het geen Oppasfters ten opzigte der Zuiglingen in acht moeten neemen, en van welk voorfchrift haar een gedrukt Exemplaar moet toegezonden worden , acht te geeven en 'deswegens met de Opzieners van het Vondeling-huis briefwisfeling te houden. $. XVI. By de opvoeding der Vondelingen, het zy in Vondeling-huizen, of op het land, moet men voornaa-t melyk in het oog houden, om hen een ftevig en ge-, zond lighaamsgeftel te bezorgen, en het is in dit geval dat myns bedunkens als eene wet in acht genomen zoude kunnen worden , dat men wegens zwakker kinderen van de gewoone wyze van opvoeden niet moest afwyken; geen der Vondelingen moest in deeze luchtftreek fchoenen of kousfen dragen, ten zy in eene ftrenge winter koude, zy moesten zoo wel by, lage als des nachts blootshoofds zyn, zelf waare het jest, dat hen het haair afgefchQoren wierd; men kon lus daaglyksden kop borstelen, met eene zindelyke liet al te warmen muts dekken, dus konde men gelaklyker het ongediert weeren. Door.  Stiatuiiuino. 3ÖÏ Door zoo eene opvoeding zoude men met 'er tyd eene clasfe van menfchen bekomen, die tegen allen invloed van het weder gehard waaren; ter weering der huidziekten en van het ongedierte zoude het goed zyn zich van blaauw geverwde hemden te bedienen , die ook wegens het veelvuldiger wasfehen gemaklyker en beter koop zyn. 5. XVII, Om zich zoo veel moogelyk van het duurzaam leeven der Vondelingen te verzekeren, voor dat van wegens de Maatfchappy veel aan dezelve te kosten gelegd is, is het noodzaakelyk de Vondelingen, zoo dra zy alle hunne tanden hebben, de kinderpokken te doen inenten; na dat dit voorafgegaan is, kan men eerst met grond op het leeven deezer kinderen hoopen: dit (telt men ook in het Vondeling-huis te Londen in het werk, en volgens het bericht van Schutz is den uitflag aldaar zoo wel als in het Vondïling - huis te Stokholm zeer gelukkig: te Gottenburg en Christianflad zyn door eenige menschlievende vrymetfelaars, inenting-hospitaalen opgericht, waar in de kinderen van het gevaar voor deeze befmetlyke ziekte ontheven worden , eer zy in de faamenleeving verfchynen x en ditachte ik voor Vondeling-huizen aller noodzaa-, kelykst. 5. XVII \ De Geneeskundige verzorging der kinderen in Von« deling - en Weez - huizen verdient hier billyk eene plaats. In groote Vondeling-huizen heeft men ten deezen einde een of (het geen echter niet aan tepryzen is) Z 5 rneer- Van d* (TONDEJNO - en l/TEEZHUUfiN, De H*r ierziekte moet ben Ugeïnt worden. Geneeskundige,verzorging der kin- ' deren iii.  Van db vondeling - en weez huizen. deeze kuizen. Wnar- fieeming •wegens de aan deeze buizen eigen ziekten, Baienfcbe In@r«aievoor den -Iris van bet kï'eepr huis te Pfirzhetm,. 362 Geneeskundige meerder Genees en Heel - meesters; de Geneesheer moet dagelyks en, zoo 'er zieken zyn, die meerder toezicht vereisfchen, meermaalen het huis bezoeken en elk kind met behoorlyke aandacht gadeflaan. Het is zeer nuttig, wanneer in een algemeen boek elke Vondeling zyn eigen plaatsheeft, alwaar onder zyn naam alles, wat zyne ziekten of toevallen aangaat, word aangeteekend; dus kan men wegens de hghaamsgefteldheid en hebbelykheden van elk kind onderricht worden: elke weck moet aan de Beftuurders van het huis eene tafel overgegeeven worden wegens de ge^ zondheid of ziekte van elk der kinderen. Voornamelyk Vestige de Geneesheer zyn aandacht op die heerfchende ziekten, die aan zoo een huis eigen zyn: het is-dus noodzaakelyk de overleeden kinderente openen en het waargenomene in een byzonder boek aan te teekenen, het welk met opzicht tot de ziekten der kinderen en der aan het huis eigen gebreken binnen eenigen tyd van de grootfte nuttigheid worden kan, dus worden de gebreken in het opvoeden en verzorgen der kinderen bekend, dus word men in ftaat gefteld, om dezelve met een gewenscht gevolg * voor deeze onfchuldige wichten, ja voor de ganfche Maatfchappy te keer te gaan. De inhoud der tnflruSth des Markgraafs van Baden voorden Geneesheer van het Weezen • Dol -en Werkhuis te Pforzheim verdiend hier aangehaald te worden. I. De Geneesheer is verpligt één maal daags het Weez-huis te bezoeken, en zich in het jongens en meisjens vertrek te vervoegen , ten einde hy weete, hoe het met hunne gezondheid geftelt is, of zy ook eenig voorbehoedings - of geneesmiddel nodig hebben , dan of de ongeftelden, ten einde . ee-  Staatsregeling. 363 eene betere oppasfing te genieten, naar het Zie- ^ ken - tuis moeten overgebragt worden. 1 III. Vooral moet hy acht geeven, dat de fchurft onder de \ kinderen geene doorgaande ziekte worde, maar dezelve met alle nodige middelen tegengaan, en zoo veel moogelyk afwceren. ÖI. Zoo de kinderen in hunne vertrekken , bedden , kleederen of andeiiints in geene behoorlyke. en voor de gezondheid zoo noodwendige zindelykheid gehouden worden, moet hy hier van terftond kennis geeven , op dat hier voor terftond gezorgd worde. IV. Daar beneven moet de Arts het Zieken-huis dagelyks bezoeken en elk der Zieken, op zyn geweten, na zyne beste wetenfchap trachten te geneezen of, dit niet moogelyk zynde , zynen toeftand draag!yk te maaken. V. Vooral moet hy hier op acht geeven, dat de zie- : ken Oppasfters het voorgefchrevene aller naauwkeurigst nakomen: zoo zy aan zyne vermaaning. niet terftond gehoor willen geeven; zoo zal op zyne aangifte door den Opziener al het kwaade verholpen worden. VI. De zindelykheid moet een der voornaamfte meedewerkende middelen ter geneezing zyn, hierom moet de Arts voor al daar voor zorgen, dat de zieken eene gezonde lucht genieten, die met de gefteldheid hunner ziekten het meest overeenkomt, VII. De voorfchryving der geneesmiddeien moet men aan zyne kur.de overlaaten, als meede het voorfchryven eener gefchikte léevensregèl, op welks in acht neemen hy meede een waakend oog houden moet. Het Van d* ON DE— ' NG- en 'EEzu1zen.  Van d VONDEIIMG - EN WEEZMUIZEN. Nodige affcbeiding der Zieken van de gezonden. NoodS-Jaklykb id eener •prye be^deeging. 3^4 Geneeskundige ■ Het VIII, IX, X, XI, XII, en XIII. artikel beheizen dezelfde regels voor den Geneesheer van het Dol-en Werk-huis, §. XIX. De afzondering der zieke kinderen van de gezonden is, gelyk gezegd is, van de hoogfle noodzaaklykheid, wanneer verfcheide te faamen in één vertrek opgevoed worden, de kinderpokken, mazelen, de oop,~fcorbut, fchurft, de venusziekte en diergelvke kwaaien erven by kinderen zoo ligtelyk over, dat een Vondeling-hms ten deezen opzichte voor kinderen een allergevaarlykfte plaats is; wanneer in het P-ryfche Vondehng-huis een kind met zodanige toevallen overvallen word, welke eene aanfleekende ziekte doen duchten , moet de Geneesheer terftond fchikking maaken om zoo een kind naar het algemeen Hospitaal te doen overbrengen: zoo dra, volgens de Badenfche Inftrume, een kind ziek word, moet het alleen in afeonderlyke bedfteede gelegd en aan den Genees - of Heelmeester, wanneer hy des morgens de kamer bezoekt , aangeweezen worden , die als dan beflisfen moet of zoo een kind naar het Zieken-huis overee* bragt moet worden of in de zaal kan blyven, in kleiner (lichtingen kunnen eenige welgeleegen luchtige Zieken kamers aan dit oogmerk voldoen, §• X X. Niets is m de Vondeling-huizen zoo noodzaakeyk, als de daaglykfche beweeging der kinderen in de wye luent; de overige lighaams-oeffeningen moeten op bepaalde tyden gefchieden: het is derhalven nood- Zaafc»  Staatsregeling* §6$ zaaklyk, dat men op zekere uuren de kinderen eene vrye lighaamsoeffening toeftaat zonder dat zy in hunne oni'chuldige verlustigingen door vreeze of ontydige geftrengheid hunner Opzieners geftoord worden; de kinderen moeten na hunne maaltyd ten minsten één uur vry hebben , 1 zonder echter geduurende hetzelve eene al te fterke beweeging te moogen neemen; om» trent ten 5. uuren des nademiddags in dezoomer, moeten de kinderen in den hof op het vrye veld na hunne verkiezing onder opzicht van verftandige Opzieners te faamen fpeclen, om hunne leeden leeniger te maaken, en de fpieren door oeffeningen te Herken; wanneer het weder ongunstig is, moeten zy echter wanneer zy 6. of 7. jaaren oud zyn , deswegens niet binnen 'shuis gehouden worden, om hen by tyds aan de lucht te gewennen. $. XXI. Nu kome ik tot het voedzel der Vondelingen of Weez-kinderen; daar het niet te vermoeden is, dat de kinderen in huizen , welke zoo veele uitgaaven vereifchen , ta lekker zullen opgevoed wordenzoo is 'er veel meer oorzaak om toe te zien, dat voor dezelve geene al te harde of ongezonde fpyzen opgedischt worden , het welk des te meer noodzaaklyk is, daar men naar de verfchillende ouderdom geene byzondere geregten kan opfchaffen, de eerste zorge moet zyn, dat de kinderen genoegzaam voedfel en dat ter rechter tyd krygen; het ontbyt, de middagmaal tyd , het'vieruuren-ftuk en avond - eeten , zynde viemoodzaakelykfte tyden om te fpyzen : al wat de meer dan drie jaarige kinderen hier boven gegeeven word, is overbodig en fchaadclyk: He Van db vondeling - en weez huizen, Vdn Bef voedfel der reedt groot geworden * Vandelüi* g'n% I  Z66 Genees kundige / Van de vondex'nü - en weez huizen. Het water, wanneer het goed is, is de gezondfte drank voor kinderen; nu en dan kan men hen goed en met niet al te veel hop toebereid bier geeven: wyn wilde ik alleen als een geneesmiddel op voorfchrift van den Arts aan zwakke kinderen toeftaan, in het Weez-huis van Pforzheim krygt ieder kind des'middags een kwart pint wyn. De Arts moet dagelyks het brood onderzoeken, dewyl dit het voornaame voedfel der kinderen uitmaakt , en, zoo het niet behoorlyk gebakken, en van goed meel bereid is, tot zuur, verftoppingen in de ingewanden, fiym, buikpynen en dergelyke kwaaien aanleiding kan geeven: de groenten moeten het hoofdzaakelyk gedeelte der middag-maaltyd uitmaaken, deeze moeten zorgvuldig fchoon gemaakt, en wel opgekookt worden. Zuurkool is, offchoon voor volwasfenen zeer gezond, echter voor kinderen in geenen deele dienftig , peulvrugten, boonen, erwten , linfen moeten flegts een of twee maaien des weeks opgedischt worden, het is zeer goed niet veel vleesch den kinderen voor te zetten : behalven dat het op zich zelf geen zeer heilzaam voedfel voor kinderen is, zeer hoog in prys loopt, zoo zoude het veele der Vondeling in hunnen volgenden leeftyd zeer vreemd voor komen, wanneer zy, gelyk onze meeste landlieden, het zelve geduurende verfcheide maanden moeten misfen; bedorven vleesch kan in zodanige huizen de nadeeligfte uitwerking hebben; men moet derhalven zorgvuldig het oog houden op het vleesch , het welk in dezelve geleverd word: meelfpyzen zyn gezond en voedzaam, men drage echter zorge, dat 'zy van geen flecht meel, of al te dik bereid Worden i de vérfche en gekookte boomviugten geeven een def  Staatsregeling. 367 der beste voedfels, men drage echter wel zorge, dat zy lar.gs geene ongeöorlofie wegen önrype vruchten ■bekomen: op dat de fpyzen in het algemeen niet ongaar of aangebrand opgedragen worden, is het nodig, dat iemand van wegen den Opziener aangefteld is, die hier voor zorge draagt: door fterke, al te oude, in kopere, flecht vertinde vaten bewaarde boter, loopt het leven der kinderen groot gevaar en hierop, zoo wel als op de zuiverheid van het keukengereedfchap , moet fleeds een waakend oog gehouden worden, waarvan ik op eene andere plaats nader zal fpreeken: de aanbefteedingen van het leveren der fpyzen in diergelyke huizen in handen van fchraapzuchtige lieden, die hier door fchatten trachten te verkrygen , komende, zyn doorgaans de hoofdoorzaakcn van het flechte voedfel, het welk men veelmaalen in dezelve aantreft en vereisfchen dus dubbel onzen aandacht. §. XXII. De morfigheid is by de kinderen een der hoofd oorzaaken hunner ziekten; het wasfehen en kammen is dus dagely ks des te nodiger, als het ongedierte, door het zelve na te laaten ,de overhand neemt, zich aan alle de kinderen voortplant, de beste vochten verteert, tot kwaadaartig hoofduitflag aanleiding geeft, en de nachtrust der kinderen ftoort; het zoude zeer wenschlyk zyn, dat in alle diergelyke huizen voor de kinderen gelegenheid was om zich dikwyls te kunnen ba. den; het zwemmen is onder behoorlyk toezicht een der nuttigfte lighaams - oeffeningen (a): ten minsten moe- fa) Plans 6? ftatuh des difftrens etabli'femens ordonnes pqr S, M. I. C at h£ p. 1 m je II, puur fidmafm de la jmnesj* T lp. 2 Van de vondeling- en WEEZHUUKtf, Van de nodige reinheid.  Van d vondeling - e: Weez- huizen. / 3<58 Geneeskundige « moeten de kinderen verpligt zyn tweemaalen ter' wee« ke, het ganfehe" lighaam met koud water te wasfehen: van de duizend huidziekten, zegt Lorry, waar aan de kinderen onderhevig zyn, zal men voor zeker meer dan het derde deel onder de boeren kinderen, of die van morstige Ouders aantreffen; onder de voorbehoed - middelen verdienen de lighaams - oeffeningen , de vrye lucht, de koude baden de eerste plaats, deeze doch zyn het, welke de huid zuiveren, het lighaam verfterken en alle verftoppingen voorkomen , de zuiverheid van het linnen, der kousfen, der overige kleeding en van het huis raad is van geen minder aanbelang, de bedden, welke het best zoude zyn op yzere voetftukken te doen rusten , moeten elke dag behoorlyk onderzogt worden, of dezelve ook door morsfige kinderen bevuild zyn, tegen deeze kwaade gewoonte moet gewisielyk ftraffe of^ zoo het eene ziekte is , de nodige geneesmiddelen in het werk gefteld worden ; de ftroozakken moeten dagelyks wel omgefchud en dikwerf met versch ftroo gevuld worden. In het Weez - huis van Pforzheim heeft men tef bewaaring der reinheid dê volgende inrichtingen gemaakt; Alle de vertrekken worden des Woendags en Satürdags tusfchen één en twee uuren, met geöpendé deuren en vengfters uitgeveegd, en de gangen gereinigd , de uitgeveegde kamers worden , behalven in de maanden Mey, Juny, July, Augustus en September, alle met jeneverhout gerookt, de glaazen raa* men worden in het VQorjaar voor paafchen , in de herfst omtrent Michaëlis door het gantfche huis gewasfen ; van het begin van Oïtober tot het einde van Maart $  Staatsregeling. 369 ' krygen de bedden alle 6. weeken fchoone overtrek- ' ken , in de overige maanden alle vier weeken, de bed- i den worden geduurende de Zomer twee maaien in de zon gebragt en uitgeklopt , een bed, waar op eene kranke weder gezond geworden of geftorven is , word op de zolder opgehangen en niet weder gebruikt, voor dat het op deeze wyze geduurende eenige maanden wel gelucht, en, zoo het weder het toelaat, in de zon gebragt en uitgeklopt is. Der kinderen hoofden worden tweemaal in de week gereinigd, zy zelf moeten dagelyks hunne fchoenen fchoonmaken en twee maaien s'weeks fmeeren, voor de nog te jonge kinderen moeten het de ouder doen. De fpyszaakmoet dagelyks voor de maaltyd fchoon aangeveegd ," de muuren elke week met een [toffer afgeftoft en de vengfters geduurende de maaltyd opengezet worden , om de reuk der fpyzen te verdryven; by ruuw weeder worden de vengfters na het eeten open gezet en de zaal met jenever hout gerookt. §. XXIII. Wegens de ftraffen, welke by de openbaare opvoeding plaats moeten hebben, hebbe ik op eene andere plaats gefproken; en men kan gewisfelyk met geen fchyn van billykheid van de regels door de menschlykheid voorgefchreven ten aanzien der Vondelingen en Weez-kinderen afvvyken, de Opzieners moeten derhalven op de Meesteis en Oppasfters deezer kinderen een waakend oog houden , dat zy van de armoede en laage geboorte deezer kinderen geene aanleiding neemen, om dezelve hard te behandelen, en dus de voorfchriften van eene zoo meedelydende en liefde- II. Deel. Aa ïy- VaN db VONDELING -kit WBFZ HUIZEN Van de ftraffen der Vondelingen.  Van d« VONDELING - EN WEEZHUiZEN. Gebruik van de Vondelingen en Weez hinderen te maaken De prys waarvoor 37O ,G,E N E E S K TJ N D I G É ryke ftichting overtreeden en de rechten der mensch-' heid beleedigen. §. XXI V. Wanneer men die kinderen, welke op kosten der Vondeling-of Weez-huizen op het land zyn opgevoed , na eenige jaaren wederom in dezelve wil te rug neemen, moet dit met alle moogelyke behoedzaamheid gefchieden, op dat niet eene al te fpoedige overgang van de landlucht tot de ongezonde dampkring der Steden, op deeze kinderen eene noodlottige uitwer-"' king hebbe(a). Wanneer men de kinderen , dan eerst te rug neemt, wanneer zy zonder zoo groot een "nadeel te duchten te hebben , in de Fabrieken gebruikt kunnen worden, dat is wanneer zy den ouderdom van 12. of 14. jaaren bereikt hebben, heeft men geene zoo kwaade gevolgen hier van te vreezen; echter is het beeter de op het land opgevoede kinderen aldaar te laaten; uit deezen hoofde heilboten de Beftuurders van het Vondeling-huis te Lyons 1767, dat voortaan alle de daarin aangenoomen kinderen , niet alleen op het land opgevoed zouden worden , maar ook gefchikt zyn, om aldaar in den boerenftand te blyven, dus vergoeden de groote Steden wederom eenigfints het verlies, het welk door hen aan de Maatfchappy door het na zich trekken deezer arbeidzaame leden word toegebragt. §. XXV. Daar onder die g:enen , welke uit verfchiüende oor-  Staatsregeling. 371- 1 (oorzaaken hunne kinderen te vinden leggen , veele :zyn, die gaarne 'eenig geld zouden willen en ook 1 Ikunnen befteeden, waneeer zy daar meede hunne oi> , [gelukkige kinderen , zonder hunnen goeden naam I (daar meede te benadeelen, befteed konden krygen , en ' ■ imen het aanneemen van zodanige kinderen op geen te, i thoogen prys ftelde, zoot is het de zaak der Overheid , 1 Ite zorgen , dat de bepaalde prys , waarvoor deeze ; Ikinderen door de Vondeling-en Weez-huizen aange[ iftoomen worden , niet te hoog gefield word, waar ■ [door meenige Moeder tot het om het leven brengen 1 (Van haar onfchüldig, hoewel onecht, kind over ge<» t Ihaald word, of de Vondeling-huizen zich genoodH izaakt zien een kind voor niet aan te neemen , het ■ iwelk door eene geringer betaaling niet ten hunnen , üaste zoude gekomen zyn. e[ In Strasburg worden honderd daalders by het overei|geeven van zoo een kind betaald; deeze fomme is niveelligt, wanneer men het aantal der overlydende kin, :deren nagaat, vooral in eene plaats, alwaar geene , [fchaarsheid heerscht, wat groot ; te Geneve moet , men, om een kind in het Vondeling-huis te befteei den, meer dan honderd en dertig daalders betaalenj n als dan word de naam der Vader en Moeder voor al• loos verborgen : maar, gelyk ik meermaalen hebbe e aangemerkt, eene groote Stad is de plaats niet, om zodanige {lichtingen met eenen gewen schten uitflagbea kroond te zien(*> (*) Qnz? geleerde Schryver vernam, na dat deeze zyne :erhandeling reeds ter drukpersfe gebragt was , dat men irt iet Badenfc'he Weez-huis te Pforzbeim eerte zeer gewigtige , :n met zyn gevoelen zeer wel ftrookende verandering geisa&kthijdj welkers inhoud zaakelyk hiqr op «itkorat. Van m iTONDEJNG - EN iVEEZ1UIZEN- zodanige inderert \angenO' Tien woiv ien moet naatig  Van di vondeling - en weez huizen. .3-2 Geneeskundig e ; Men vind nodig , ter Verhoeding van alle verkeerde uït, leggingen, van wegens de Vorstlyke Gemagtigden , ter • „ verbetering van het Weez-huis bekend te maaken, om welke redenen men de arme vaderlooze weezen niet meer „ in het Vorstlyk Weez-huis te Pforzbeim, maar buiten het ,, zelve zal doen opvoeden. 1) „ Het is eene in openlyke Schriften dikwerf beweezen , en door de ondervinding bevestigde Helling , dat veele kin„ deren in een huis, alwaar zy volgens algemeene voor- fchriften zonder eenige onderfeheiding behandeld moeten „ worden, voorzeker geene zoo goede opvoeding kunnen „ genieten ,dan in byzondere huisgezinnen, alwaar zy flechts in een klein getal by elkinder zyn. 2; ,, Het blykt uit naauwkeurige lysten, dat in de Weezen Vondeling-huizen, ahvaai in weerwil der beste voor„ zorgen geen oplettend oog op den welftand van elk kind „ in het byzonder kan gehouden worden, en alwaar de be'„ fmetlyke ziekten veel gevaarlyker woeden» der kinderen ge„ zondheid veel meer gekrenkt word, en zy in grooter aantal „ fterven dan in de byzondere huisgezinnen. 3 ) , De kinderen worden, zoo niet altoos, ten minsten „ doorgaans by hunne Moeders of naast bellaande met meer„ der liefde en zorgvuldigheid behandeld , dan wel in Weez- of Vondeling-huizen gefchieden kan. 4 ) „ Men kan de kinderen in hunne geboorte plaatfen „ blyven laaten,en veelliever aan de arme met veele^kinde, ren belaade Moeders , die eenigfmts onderfteund wordende „ dezelve zeer gaarne by zich behouden , een billyk kostgeld voor haar jonge kinderen toeleggen en haar dus werklyk „ onderfteunen. j) „ Men zal dus doende een veel grooter aantal gefchilue „ dienstboden, daglooners en arbeidslieden aan kweeken , dan te vooren by de opvoeding in het Weez - hu s, uit het welk de jongens in het algemeen op handwerken befteed wierden, de meeste echter gaan buiten s'iands , en berooven dus den Staat van de vrugten der gemaakte onkos- ,,tén; de meisjens zyn o'nbedreeven in het geen tot den ar- „ beid in byzondere huisgezinnen behoord, en worden der- ,, halven nergens gairne in dienst genomen. 6) „ Door deeze nieuwe inrichtingen kan men met die „ fom, welke het Wees-huis van deszelfs inkomsten misfen „ kan ,  Staatsregeling. 373 „ kan, een veel grooter aantal van Weez-kinderen opvoe- VAM » „ den , dan het moogelyk zoude zyn in aat nu« a*u ] „ men en daar in groot te brengen. 7) „ Op dat echter deeze buiten het huis befteede kinde- i „ ren'eene goede en Christlyke opvoeding zouden genieten , „ heeft men niet alieen aan elk kind, behalven hem, die „het zelve de kost geeft, nog eenen Voogd toegevoegd, „ die aan de Geestlyke en Waereldlyke Overheid van zyne , zorg voor het hem aanbevoolen kind verantwoordlyk is; ', maar daar en boven moeten by de jaarlykfche Kerk - en „ School - vifitatie deeze aanbefteede kinderen in oogfchyn genoomen , en naauwkeurig onderzocht worden , waar van jaarlyks bericht moet worden ingeleverd. Karlsrube 22 Jan. i; 1780." Het te vinden leggen der kinderen, voorat van de zodanige , die in ontucht geteeld zyn , is een misdaad , waar van wy in dit gemeene best in geenen deele zyn vry te fpreeken, alhoewel de Staats-en Stads-Regeeringen dezelve door ftrenge wetten getracht hebben voortekomen; dus beval het Echt Reglement door de Staoten Generaal in dato den 18 Maart 1656. vastgejield art. 88. „ dat de geboorte van onechte kin„ deren door de Vroedvrouwen met de naam en wooning „ der Moeders binnen 24. uuren aan den Officier moet wor„ den aangcbragt, de Staaten van Zeeland Helden op de na„ laatigheid hier van eene boete van ƒ100. „ — „ ^ Ampliatie op de Polit. Ordonn. pan 18. Maart 1666. art. IS. door deeze wetten wierd zoo wel het te vinden leggen der kinderen, als de kindermoord tegen gegaan ; meer regtftreeks is de keure hier tegen door de Regeering der Stad Rotterdam op den 10 November 1725. gejlatueerd, luidende : „ Die kinderen te Vondeling leggen zullen met openbaare 4, geesfeling en bannisfement, het kind ftervende met de dood „ geftraft worden, zonder prstext van armoede , de aan- brengers hier van zullen eene premie van ƒ300 „ „ „genieten, gelyk ook by dezelfde keure, aan de burgers „ gerecommandeerd word , om , gewaar wordende dat ge, trouwde Vrouwen, na dat haare Mannen negen maanden „ afweezïg geweest zyn, of ongetrouwde zich zwanger be„ vinden, en in de kraam eeleegen hebben, zich te infor„ meeren waar het kind gebleeven is." Bus trachtte men hier door geftrenge middelen voor te ka ING - EN VtEZ- . IU1ZEN.  Van ee vondeling - en weezhu12en. 374 Geneeskundigs ' men , dat de liefdelooze Moeder zich, het zy door het te vinden leggen, het zy door het omhals brengen, van haar onfchüldig pasgebooren wichtje ontfloeg, terwyl men in andere landen op eene andere wyze het verlies van .zoo vee'.e leden der Maatfchappy trachtte voor te komen ; men ftelde met sen menschlievend oogmerk weldaadige geftichten oopen, waar in die onnozele door hunne Ouders verlaaten wichten met oopen armen notfangen, en in het eene meer, in het ander minder , overvloediglyk opgevoed wierden , ïk kan niet afzyn het goen J. G: Keyvzler in zyne reizen van twee dergelyke Hospitaalen heeft aargetekend hier aan te haaien. „ L'Ospitio de Poveri FanchUli di S'Micbele a ripa grande te „ Romen, is een gebouw aan de eene zyde over de 50q. fchreeden lang , en vier verdiepingen hoog; hier vind men „ de uitmuntenlte fchikkingen tot opvoeding der Weez-kins, deren, die naar hunne genegenheid kiezen kunnen welk „ handwerk zy leeren willen; wanneer zy 20. jaaren bereikt, en een handwerk zoo begreepen hebben , datzy hun brood „ daar meede. kunnen winnen, krygen zy een uitzet van een ,, nieuw kleed en 25. Scudi aan gereed geld. a. D. p. is?. „ Het Hospitaal, aan de Kerk van 5. Maria Annunziata te „ "Napels behoorende, is een der rykfte van de Waereld eft 3, deszelfs uitdeelïngen aan zieken , armen en Vondelingen „ zyn zeer milddaadig, men vond dus met recht boven d$ „ hoofd ingang), ,, Lac Paeris, doïem innuptis, vetumque pudicis ± „ Datque medelam aegris, hese opulenta domus , „ Sim merito Sacra est HU, quce nupta, pudica, „ Et lactans orbi vera medela fuit. , Het getal der Vondelingen hiet opgekweekt bedraagt 3, dikwerf meer dan 2500. , men vind fomwylen in éénen 3, nacht 20. kinderen in daar toe geplaatfte werktuigen, die 3, dag en nacht openflaan, dagelyks mceten zich 8. Minnen ge„ reed houden, om deeze Vondelingen te zoogen; de kinj, deren worden in handwerken onderweezen, en zelf tot den A Geestlyken ftand opgevoed, uit kracht van zeker privilegie ,, van Paus Nicolaas IV., waar door zy , niet tegenltaan„ de hunne twyffelachtige geboorte hier toe bekwaam vcr„ ktaard warden ! de meisjens wo/den tot huishoudlyke be-  Staatsregeling. 37S „ aighedsn , de opvoeding en onderwyzing van kleine kinde- 1 ren gebruikt, in de kloosters aangenomen , of met eene ^ „ aanmerkelyke bruidfchat uitgehuuwlykt; die op deeze wy- w „ ze het huis verlaaten hebben, worden, noodlydende weJu- H wen zynde , weder in het zelve aangenomen , zy verkrygen eene byzondere wooning : de zieken worden op kosten „ van dit Hospitaal naar tde warme baden gebragt. 2 D. p. >, 429- Hoe zeer de menrchenvrïend zich verheugd, wegens de welmeenende pogingen tot behoud zyner onfchuldige natuurgenoten door zodanige milddaadige ftichtingen in het werk gefteld kan echter het aantal der door hunne Ouders verlaaten kinderen niet nalaaten hem met fchrik en meededogen te verVullen ; het kan niet anders zyn, of die vraagen moeten by hem opkoomen; geeven deeze zoo ryke ftigtingen geene sanleiding tot ontucht en, derzeiver heillooze gevolgen ? verwekken dezelve niet eene liefdelooze nalaatigheid der behoeftige Ouders in het verzorgen hunner kinderen? de eerste deezer vraage Ibhynt onze Schryver met neen te willen beantwoorden, hy Begt, dat geen meisje , op het ogenblik, wanneer zy zich aan haaren verleider overgeeft, door de zorg voor haar aanftaand kind zal te rug gehouden worden. — Wanneer echter een ïneisje zich voorftelt, dat het kind, het welk uit haaren ongeöorlofden minnehandel kan gebooren worden, haar zoowel tot een altoosduurende fchande , als tot eene_geftadige last blyft, zal zy zich voor de gelegenheid) om verleid te kunnen worden , zorgvuldiger wachten , zy zal den verleider voorzeker moediger tegenftand bieden , dan wanneer zy verzekerd is, dat zy zich zonder oneer van haar heimlyk ter waereld gebragt wichtje ontdaan kan, en dus zoo wel van het verwyt als van de last der opvoeding voor altoos bevryd kan blyven, en met het denkbeeld der ondeugd eens gemeenzaam geworden zynde wat zal haar dan verder in den band der eerbaarheid houden? Eene al te gemaklyke aanneeming der verlaaten kinderen ïn a'toos openftaande Vondeling-hulzen, kan gewislyk aanleiding geeven , dat behoeftige Ouders, een talryk huisgezin van jaar tot jaar nog ziende aanwasfen, in plaats van op middelen bedacht te zyn, om door zuinigheid fin vlyt voor deaEelfs onderhoud te zorgen, veel liever den gemaklyker weg Aa 4 m' rANDt >NBENG - EN EEZUIZEN»  Van d: vondeling - e^ weez huizen. 376 Genees kunöigé i inflaan, om hun pasgebooren wichtje in het Vondeling - hui* ie te brengen, hier doch waanen zy, dat het in allen deele ver- m zorgd is, hier meede trachten zy hun geweeten in flaap te w fusfen en dus fchuiven zy deeze last gemaklyk van hunne de halzen : zoo men nu hier by in aanmerkiug neemt, hoe zeld- bit zaam men in fodrtgelyke huizen, hoe goed ook derzeiver1 oorfpronglyke inftelling is , zoodanige inrichtingen aantreft,, welke verhoeden kunnen, dat niet jaarlyks een verbaazendl getal deezer onfchuldige wichten de flachtoifers van de mis- ■ daaden liefdeloosheid der Ouders of der fchraapzucht en onverfchilligheid der Opper of minder Eelluurers van zoo een. Hospitaal worden, zoomen daar en boven op de meeste lys-ten, die van foortgelyke huizen voorhanden zyn het oog flaat,, zal wel dra de gegronde twyffeling in ons gebooren worden ,, of de Vondeling - huizen niet veel eer als voor de Maatfchappy allerfchaadelyfte geftichten, dan wel als heilzaame toevlugteni der verlaatene onnozelheid moeten aangemerkt worden, De voorflag van de Heer Frank, om de Vondeling-hui— zen flechts tot Hospitaalen voor zieke of ter afzondering dermet de Venusziekte befmette kinderen te doen dienen, eni met de inkomsten dier huizen grootendeels de behoeftige en 1 met kinderen overlaaden huisgezinnen te onderfleunen, de: Vondelingen op het land, of ten minfte buiten de Vondeling-huizen, te belleeden, alle deeze ontwerpen zyn derr ernftige overweeging van den kundigen menfchen-vriendl ©verwaardig. Eigenlyke Vondeling - hospïtaalen* kunnen wy in ons Vaderland niet aanwyzen, en de zeeden dier groote Stéden in 1 andere landen, alwaar dezelve gevonden worden, kunneni ons geene beweegrcedenén opleveren, waarom wy het oprichten van zodanige gebouwen als iets wenfchelyks zoudem aanpryzen, die rampzalig verlaaten fchepfeltjens, welke doorr hunne ontaarte Moeders meedogenloos ten prooye aan de; nachtkoude op de firaaten nedergelegd worden, genieten in 1 onze ter opvoeding van behoeftige kinderen gefehïkte Godshuizen, eene menschlievende verzorging. De Inrichting van onze Weez-huizen is over het geheelb2— fchouwd ten hoogften pryzenswaardig , en wie kan verwachten ook hier in geene gebrceken te zullen aantreffen, deeze: gebrecken ayn echter niet van dien aart, dat de uitwerkfels; der--  Staatsregeling. 377 1 Uerzelver op het aantal der in deeze huizen overleedenen een ■jmnerklyken invloed hebben; over het geheel tracht men zoo i Uel onze Vondelingen als Weez - kinderen tot nuttige leden Neder Maatfchappy op te voeden, en doorgaans bereikt men .jHiier in dit menschlievend oogmerk. J VsRTAALER. - Aa 5 DER- Van db vondeling-ENwee2hu1zjsn,  DERDE AFDEELING, Noodwendig toezicht der Overheiö op de openbaare opvoeding der School ■ jeugd. De opett' haare opvoedingleengewigtig onderwerp van de zorge der Over. ieid, fiebree%ert in de getvoone qpenba&re ir 'e vsoe* se in pa^mng ) er jeugdelyke/ermobens. Nadert vri klaaring des nadet Is , van d'- té vroege let» tero'ffetiï'qenontftaand»  Van de TE VROEGE INSPANNINIDER JEUG' BELYKE VERMOGENS. 3I0 Ge neeskundigb Zielsgefteldheid vorderen, byna gefmoord word, zoo mist men al die voordeden, welke uit eene behoorly* 1 ke vermenging van bet bloed met de daar by komende vochten ontftaan, het bloed word waterachtig, het dunfte gedeelte blyft in de fyne vaatjens, en het cellagtig faamenweeffel fteeken , en het ganfche lighaam verkrygt eene opgeblaazen gedaante 2 daar de fpieren zeldzaam met de vereischte kracht naar alle zyden bewoogen worden zoo blyven dezelve klein, zwak en tot allen arbeid onbekwaam: wy zien zeer duidlyk by arbeidzaame menfchen hoe zeer eene vlytige beweeging de fpieren in grootte en kracht doet toeneemen , daar in hun ftevig lighaamsgeftel zich alle de fpieren zelf op de oppervlakte des lighaams teekenen, een geleerde kan maar zeer zeldzaam den fchilder of beeldhouwer tot het model van eenen Hercules verftrekken, hebben wy in ons lighaam niet een leevend betoog van het uitwerkfel der beweeging , daar die arm, welke wy het meest gewoon zyn te gebruiken, niet Hechts in de daad veel fterker, maar ook op het uitwendig aanzien veel dikker en fpierachtiger is, dan de andere? die jongelingen, welke het zy uit eigen drift, het zy door eene ontydige begeerte der ouderen zich reeds van hunne eerfte. jeugd af aan , met een grooter ernst, dan met hunnen ouderdom overeenkomt , op de weetenfchappen hebben toegelegd ^ onderfcheiden zich door eene bleeke dood-verw eri zwaklyk lighaamsgeftel; men heeft veel voorbeelden, dat de fchoonfte en gezondfte kinderen, onder het opzicht van knorrige leermeesters, tot aanhoudende ftudie gedwongen , in droefgeestigheid en zwakheid Vervielen , die met eene geheele uitteering en de dood een einde nam ; zoo een byzonder fterk lighaamsgeftel,  Staatsregeling. 3S7 ftel, dit doodlyk uitwerkfel voorkomt , zoo is dit doch zeker, dat eene te vroege werkzaamheid van den geest, gepaard met eene geftadige werkeloosheid ides lighaams , de zenuwen tot eenen hoogen trap van 1 gevoeligheid fpant : de zodanige vroeg rype verftan iden zyn op hunne manlyke jaaren reeds afgefleeten, ! alle die geleerde kramery verdwynt, en'er blytt niets (dan eene zeer middelmatige , zoo geen geheel domme Ikop over; of men ziet diepzinnigheid, en hypochon1 drie de overhand neemen , die veelen al te geleerden 'vlaagen van krankzinnigheid veroorzaaken. 5. I V. Deeze gebreken der opvoeding, zyn het waakzaam ■ toezicht der Overheid gewisfelyk waardig, zy behooren 1 helaas ! thans tot de voornaamfte oorzaaken der meer en imeer toeneemende verbastering des menschlyktn geIfiachts; onze kinderen wil men dat jongelingen, onze jongelingen dat zy mannen zyn, en het gevolg hier van :is, dat wy byna geen mannen, maar kinderen met (vlasbaarden, en jongelingen met giyze hairen onder ions zien: in voorige tyden, toen de weetenfchappen ;alleenlyk door Monniken beöeffend wierden, was de ïzaak van minder aanbelang, wanneer de klasfe der gelleerden , die zich doch meestendeels met de voortplanting des geflachts niet inlieten , zich door een bedorven lighaamsgeftel van de overige menfchen onderfcheidden : thans, nu de weeten fchappen door eèn ieder beöeffend worden, maaken de ziektens der geleerden een allergewigtigst gedeelte dier oorzaaken uit, welke de volksgezondheid benadeelen , en de lighaamlyke volkomenheid van ons geflacht meer en meer verbasteren: daar Bb 3 te Van r>t te vroege INSPAN'» IN6 der jeügdelykevermogens. Genvigt deezer zaak.  Van r>« ÏE VROEGE INSPANNINGBERJEÜGBELYKEVERMO«EM». BepaaXing des tyds,ivanneer de kinderen 388 Geneeskundige te vooren in eene middelmaatige provincie zich ïö« kinderen aan de weetenfchappen toevvydden, leevert thans eene kleine Stad,een dozyn van zodanige recruten voorde Weetenfchappen op, zelf den boerenhand is hier van niet uitgeflooten. Het is naauwlyks 300. jaaren geleeden, dat op de meeste hooge fchoolen de Profesforen in de vier faculteiten alleen Geestlyke waaren, op eenige Proteftantfche Univerfiteiten gelyk te Straatsburg, zyn de Profesforen gedeeltelyk nog Choorheeren, de meeste Artfen 'waaren Geestlyken, voornaamelyk in de tien eer-» fte Christen - eeuwen, tot dat op het einde der iade eeuw, door Clemens Ili en Alexander, IIf. aan alle Monniken en Geestlyken de beöeffening deezer weetenfchap verboden wierd, de Geestlyke van Waereldlyke ordens behielden de vryheid om te practifeeren nog langer, echter met dit beding, dat zy zich van de Heelkunde moesten onthouden: het is ook bekend, dat de Rechtsgeleerde Faculteit byna geheel en al met Geestlyke perfoonen bezet was, zoo dat men nog ten deezen dage in Frankryk de Schryvers des gerechtsperfoonen Clercs ( van Clerus ) noemt, daar zich over het algemeen de leeken zeer weinig met leezen en fchryven bemoeiden. §. V. r Het is dus nodig vooraf den Ouderdom te bepaalen, waar in men de jeugd tot ernftige beöeffening der Weetenfchappen kan noodzaaken. Tevens met de fpraak verkrygen de kinderen ook het vermogen, om eenige voorftellingen of begrippen te bevatten, het is dus zeer natuurlyk hier uit op te maa-  Staatsregeling. s&V nrnaaken, dat deeze hoedanigheid van eene lighaamlyite gefteldheid der herfenen afhangt : de nieuwsgierigheid , aan kinderen van vier en vyf jaaren zoo natuurlyk eigen, verfchaft gelegenheid, om hen eene meenigte van denkbeelden in het geheugen te pren ten, die op het geheele volgend leeven, denkwyze en neigingen eenen allerfterkften invloed hebben , en naauwlyks uit het zelve uitgewischt kunnen worden. Het is dus zeer gemaklyk te begrypen , waarom 'er tik een werk van maakt, om zich dit gunftig tydperk lies mensch] yken leeven op de best moogelyke wyze ten nutte te maaken, en, daar men niets van meer oelang reekend, dan de beginfelen der Godsdienst.en Weetenfchappen, zoo .haast men zich, om het teeder brein der kinderen met woorden vol te proppen, even als of de geheele kunst hier in beftond, dat het kind over deeze gewigtige zaaken even als een pappegaay met eene meenigte woorden, die hy zelf niet verftaat, mappen kan. De heedendaagfche Leeraars der jeugd hebben aangetoont, dat by zoo eene handelwyze de Godsdienst en Weetenfchappen niets winnen, en deeze uitfpraak word door de ondervinding bevestigd. De gezondheid, welke altoos het hoofddoeleinde tier opvoedings reegelen zyn moet, lyd, gelyk hier voor is aangetoont, het grootfte nadeel, en elk menTchen-vriend moet van harten wenfchen, dat deeze -zoo verderflyke handelwyze tegengegaan worde. Volgens eene Ordonnantie, moeten in Saxen alle i'Ouders, die voor hunne kinderen geene eigen Leertmeesters houden kunnen, dezelve, zoo dra zy hun (Vierde jaar bereikt, of ten langfte, wanneer zy het ^voleind hebben, naar de openlyke fchoolen zenden: Bb 3 vol- Van n* re Vroese inspanningder jeugdelykevermogens. voor de Schooien gejcbikt zy», Gewoon' tens in deezen opzichte.  Van de TÉ VROEGE INSPANNINGPERJEUGDELYKEVERMOGENS. Nadeel kier van- 39O G E N E E S' K Ü üï D I 6 B ! volgens de fchoolorde van den Hertog van Brunswyk Wolfenbuttel, in dato den 22. September 1753. wierden de Ouders gelast hunne kinderen van hun vierde jaar of aan ter fchoole te zenden, in de Abdy van 1 Fulda, is dit op 5. jaaren bepaald, in Pforzheim eni Stein, moet dit met het zesde jaar gefchieden; op andere plaatfen zyn foortgelyke wetten meede ingevoerd „ men meende voor de eerste opvoeding der kindereni niet te kunnen zorgen, zonder die teedere wichten tea noodzaaken, om, even als volwasfen knaapen, dee openbaare fchoolen te bezoeken, en zich ui dezelvee krom te zitten. §. VI. Men zoude gewisfelyk zeer onverftandig handelen,, indien men de eerste jaaren van een fchrander kiarü verzuimde, en mefhet inprenten der eerste beginfelerr van Godsdienst en de nodige kunde zoo lang wachten wilde, tot dat de herfenveezels reeds wederom een deel hunner leenigheid verboren, en giheel ftrydig;t indrukfels reeds in dezelve onuitroeibaar wortels gee fchooten hebben ; maar ik vinde, dat een Ouderdom van 4. of 5. en zelf van 6. of 7. jaaren nog te wcii nig is, om de teedere leerlingen zunder onderfcheii aan alle de fchoolwetten te onderweipen; dit heeff men reeds in 1743. in eene Ordonnantie voor de Unit vsrfiteit van Wirtzburg in acht genomen, waar in bot volen word, dat de kinderen, op dat hun onderwyss uit hoofde van hunne nog onrype jaaren , niet nuttct loos zy, in de Latynfche fchoolen niet gezonden ERJEUQDELYKKVERMOSENS.Van dt niddag (boaltn.  394 Geneeskundige Tan de te VROEGE inspanningBERjCUÜeel.YK.ETERMO«ENS. Bezaaiing der Schooltyd volgens denoudct dom der teerlingei. Qa) Ratio edacatior.is per Regnum Hungaria Vol, Lp, 138,, Ij<5. %. VIII. In het algemeen moet de Schooltyd op eene verftandige wyze bepaald worden, in fommige plaatfen beginnen de fchoolen des zomers s'morgens om 7. uuren, en eindigen om 10. of half elf, des nademiddag duuren zy van één tot 4. uuren, in het Brunswyk Wolfenbuttelfehe moeten de Schooien des winter om " acht uuren, en des namiddags om één uur beginnen , ■ en s'voormiddags om 11. des nademiddags om drie uuren eindigen, en dus vyf uuren op een dag duuren; in de landen van Baden ftaat de Schooltyd inden zomer aan het goedvinden der Geestlyke en Waereld-, Iyke Overheid, zy mag echter niet korter zyn , dan vier uuren daags; geduurende den winter, moet dezelve voor die kinderen, welke de reeken - en landmeetkunde leeren (en dit onderwys moeten alle de leerlingen der eerste klasfe, de Ouders mogen dit verkiezen of niet, bywoonen ) dagelyks zes uuren duuren ; in het geheele Koningryk van Hongaryen neemen de Schooien des zomers hunnen aanvang des morgens om 7. uuren, en eindigen om 10. uuren, des winters van 8. tot 11. uuren, des nademiddags begint de Schooltyd het geheele jaar door om s. en eindigt om 4. uuren : de Latynfche Schooien moeten zoo wel des voor als nademiddags telkens i\ uuren duuren ( a ), Deeze tyd zal ik toegeeven, dat voor kinderen van 9. of 10. jaaren niet te lang is, echter moet de Overheid zorgen, dat men het de kinderen niet moede. maakt;  StAATSREGBtlïïG. 395 maakt, en dat eene nuttige verandering van onderwys s plaats heeft; zoo dat het denkvermogen en geheugen t niet afgemat worden; gelyk dit ook door de Beyerfche » Schoolwetten bevoolen word. \ ■ Het komt my echter het nuttigst voor, dat men c de leerlingen in drie of vier klasfen moest afdeelen, op dat geen kind langer dan één uur in het School behoefde te blyven, ten zy het dit zelfverzogt: dit heeft men eeniger maate in de Voistlyke Reüdentie Stad Fulda ingevoerd, daar men de jeugd volgens den ouderdom , verftand en bekwaamheden in klasfen heeft afgedeelt, volgens Ordonn. op de laager Schooien van den 3. January 1775- ingevolge het bevel van de Keizerin van Rusland Catharina II. mag het onderwys der kinderen dagelyks, uitgenomen de zon en feest dagen,niet langer dan twee uuren voor, en twee uuren na den middag over het zelfde onderwerp gehouden worden, zie Ordonnantie voor,het Rusüfche Ryk §. 383- »• ix. Het is insgelyks zeer raadzaam in de heete zomermaanden de namiddag School of voor de helft te verkorten, of dezelve niet voor 5. uuren te doen beginnen : daar de zomerhitte eene verzaameling van zoo ryklyk uit waafemende kinderen voor de gezondheid zeer nadeelig maakt, de vadzige jeugd heeft van het droomig voordel hunnes halfflaapenden Leeraars zeer .weinig nut, en terftond na het middagmaal drie uuren lang in zoo een onrein dampbad door te brengen moet gewislyk de vaste deelen verflappen, en de vochten tot bederf doen overhellen; men moest dus de middag Schooien van den eersten July tot den laatften Au- gu; Vav 1» £ vroe- ■E 1N'ANNINOhil j£US>ELYK£'ER.M9£N i. Nood' •wendige verkorting derScbaot. iy j in ae heete maanden.  Van de te vroege inspanningPERJEUGbelykevermogens, Byflren- ge koude moeten de jonge kinderen niet in bet Scbooikotactt, j (a) Propter inerescentes ealores etiam neeesfarium temporis rationem commutare , ita ut altero femeftri injiitutionum prineipium tnane a media feptima post meridiem a media tertia dueatur. Ratio EduMionis per Regmm üungariee T, Lp. 42.0. 5. 233, 396* Genees kundige gustus toe in avondfchoolen veranderen ; men konde ook met die klasfe van leerlingen, welke het langst in het School blyven moet, als dan des morgens reeds om 6. uuren aanvangen en om 9. uuren eindi« gen, dit kon meede in de Latynfche Schooien ingevoerd worden: in de Badenfche Schoolorde word bevoelen , in den zoomer zoo veel moogelyk den vroegen morgen tot het onderwys uit te kiezen S- x. De ftrenge winterkoude vorderd niet minder onzen aandacht, is het een fchaadelyk misbruik de teedere jeugd geduurende verfcheide uuren in den ongezonden fchooldamp in te fluiten ; zoo is het gewisfelyk voor derzeiver gezondheid niet minder gevaarlyk in koud ruuw weeder kinder van 4. tot 8. jaaren des morgens Vroeg ter fchoole te zenden, men heeft flechts het bibberen en klappertanden van deeze ter School geIreeven ongelukkige te zien , om overtuigd te zyn, lat deeze misflag voor hen de nadeeligfte gevolgen hebben kan , was het voor deeze kinderen niet be:er, wanneer zy geduurende den winter alleen des naJemiddags ter Schoole gezonden wierden? ik voorzie, lat men my te gemoet zal voeren, dat ingevolge deeze vo'orflagen 'er zeer veel tyd van het onderwys der eugd verlooren zoude gaan , maar dit verlies zal ten Matten lande geen nadeel doen, die tyd, welke de kin-  Staatsregelin <ï. 397 kinderen, niet tegenftaande deeze afkorting, geduurende hunne 5. gewoone leerjaaren in het School doorbrengen, is overvloedig voldoende, om dat geen te leeren, wat zy nodig hebben, en daarenboven kan de tyd die zy thuis doorbrengen tot het herhaalen hunner lesfen befteed worden; de kinderen van den arbeids-en land-man moeten vooral tot een fteevig lighaams-geftel en kundigheid in het handwerk, waar toe zy beftemd zyn , opgebragt worden: de Keizerin van Rusland beval in de ftraks aangehaalde Ordonnantiën §. 384., dat wel het Ctlkgium tot algemeene voorzorg verpligt zal zyn om in alle fteden en volkiyke dorpen voor hen, die vry willig onderwys begeeren, openlyke Schooien te doen oprichten, dat echter niemand tot dat onderwys genoodzaakt zal worden, maar dat het de Ouders vry zal ftaan hunne kinderen ter Schoole te zenden of te huis te houden. S. xi. . Het zenden der kinderen naar ver afgeleegen Schooien verdiend de opmerking der Overheid , wie de gezondheid der jeugd ter harten gaat, in kleine ge huchten of in die landftreeken, alwaar de wooningen zeer verftrooid en ver van openbaare Schoole verwyderd liggen, genieten de kinderen of geen onderwys, of zy genieten het doorgaans ten koste hunner gezondheid , de kinderen worden genoodzaakt fomwyl uuren lang in het flechtfte weeder in den fcherpen noordenwind over fneeuw en ys ter kerke of naar de Schoole te gaan, men kan zich ligtelyk voorftellen, welke ongevallen hier van te duchten zyn, wanneer deeze zwakke fchepfeltjens verfcheide maaien terwec- ke Van we te VROEge inspanninoderjeugDELYfCEVERMOGENS. Van bet zenden derkinderen naar afgeleegen Sfiwlin,  39* Geneeskundigs Van de Te VROEge inspanningderjeugdelykevermogens. Noodwendigeaanmoe~ diging der byzondere Seboolen. EeSoeding der behoeftige leerlingen moor de boude. Van bet ter Kerke gaan der hinderen. ke diep befneeuwde en onbruikbaare wegen doorwaaden moeten, en daarna in een iïnoor heet geftookt vertrek koomen , of by eenen gloejenden kagchel eensklaps ontdooyen. In dit geval moet men de byzondere Schooien trachten aan te moedigen, en by elkander geleegen wooningen poogen te overreeden, om met elkander pp algemeene kosten eenen Schoolmeester aan te nee* men , dit zoude meede zeer nuttig zyn in dorpen, wélke zeer uitgeftrekt en uit elkander geleegen zyn: en hier door zal men eene voornaame oorziak van ziekten op het land uit den weg ruimen ; dus zy in het Osnabrugfche behalven de openbaare kerfpelfchoolen , nog zeer veel byzondere Schooien ingevoerd , dewyl verfcheide kerfpels omtrent de aooo. inwooners bevatten , en dus zeer uitgebreid zynde diergelyke voorzorge noodzaakelyk maaken. Men kan met geen ftilzwygen voor by gaan , dat een taamlyk groot aantal van arme kinderen hier door gebreklyk worden en te gronde gaan , dewyl zy in de heevigfte koude dikwerf byna naakt ter Schoole gezonden worden, hier om word ingevolge de Brunswykfcke, Schoolorde de gemeente vermaand, om uit Christlyke liefde deeze behoeftige fchepfeltjens van kleeding te verzorgen , of dit moet uit de arme kasfe sefchieden. §. XII. Het is by ons de gewoonte de kinderen uit de voormiddagfchool dagelyks ter kerk te brengen, eene gewoonte , die , binnen de paaien blyvende, zeer pryzenswaardig is. De kinderen blyven daar doorgaans een groot half mr, en deeze tyd zoude niet te lang zyn, indien men  Staatsregel! n' 399 men hen niet noodzaakte geduurende deeze ganfche tyd op de harde koude fteenen te knielen, het welk zoo wel wegens de koude als wegens de drukking der nog teedere kniegewrichten en gefpannenheid der buikfpieren tot zeer veele ongemakken aanleiding kan geeven. Ik raade derhalven, dat men de kinderen tot hun achtfte jaar, in den winter Van deeze Godsdienst - oeffèning verfchoone en de meer volwaslene toeftaat om of op ftoelen te knielen, of fiaande té'bidden, de ontblooting des hoofds is zelf in koude luchtfireeken niet zonder gevaar: in' Frankryk is het gebruiklyk,. dat oude en zieklyke menfchen de Godsdienst met gedekten hoofde, even gelyk in de -meeste Proteftant-' fche Kerken, bywoonen; dit zelfde heeft ook by begraafnisfen en procesfien plaats, wanneer jong en oud het bloote hoofd aan de brandende hitte der zomer zon blootftellen , het welk de nadeeligfte gevolgen hebben kan. S. X I I L Daar ik aangetoond hebbe §. 3., dat eene al te fterke verfpilling der zielvermogens voor de volkomenheid des lighaams zeer nadeelig is, hoe veel meer moet dit plaats hebben, by de zodanige, die zonder natuurlyke gefchiktheid zich met geweld aan de beöeffening der weetenfchappen willen of moeten toewyën , het gevolg hier van moet zyn, dat zy hun oogmerk nimmer bereiken, of dat zy door het verfpillen hunner beste krachten het aantal der gébreklyke geleerden vermeerderen, en dus van deeze zyde een bewys opleeveren, dat de geleerdheid gewisfelyk geen middel is, ter lighaamlyken welvaart. De Van rat te vroege inspannin3 der Teug— delyee vermogen». 1 wenaigë keuze vaM zo tanige leerlingen, elle uit hoofd* hunner grooter bekwantt* beden t~1 ae Jluiie gejebiU zyn.  Van de te vroege inspanningï>er jeuguelykevermogens. 409 Geneeskundig^ De Overheid zal derhalven het menschlyk gefiachtE eenen weezenlyken dienst doen, wanneer zy den on— tydigen drift der Ouderen om alle hunne kinderen tott geleerden of ten minste tot leediggangers op te voeden, op alle moogelyke wyzen tegengaat, en tem minste twee derde deelen , zonder eene aller byzonderfte gefchiktheid, niet veroorlofd zich van den boeren of burgerftand aftezonderen, om het aantal vam half geleerde windbuilen en hongerige broodpoëten tee vermeerderfn, daar zy in hunne nuttige, arbeidzaam me klasfen blyvende, gezonde en voor de Maatfchap* py aller nuttigde leeden zouden uitmaaken. In de Ordonnantiën voor de Beyerfche Lyce'èn em Gymnafien 1777. word bevoolen, die jongelingen, welke tot de ftudien gefchikt zyn,aftezonderen van hen., die tot het burgerlyk en arbeidzaam leeven beftemdd zyn, en hen een byzonder onderwys te doen genieten ; onder de eerstgemelde mogen alleenlyk zodanigee kinderen aangenomen worden , die met de vereischtee bekwaamheden, een gezond lighaamsgeftel en genoeg-;zaame goederen voorzien zyn, om in den voorgang hunner ftudien door gebrek aan dezelve niet verhindeicd te worden; men had aldaar eene klasfe der eerstbegim' nende de voorbereiding klasfe genaamd ingefteld, al-1waar de. begaafdheden der kinderen zorgvuldig onderf zogt wierden, voor dat men hen tot kweekelmgerr der wetenfchappen aannam: dit is ook in het Munsterfche volgens Keurvorstelyke Schoolorde ingevoerd., en in de Wirtzburgfche Univerfitcit mogen meede geeene gebrekkige of onvermogende jongelingen, ten zjj men in hen zonderlinge , voortreflyke begaafdheden! befpeurde, in de Schooien tot beöeffening der Weeten-ifchappen aangenoomen worden , dewyl de zodanigee huns-  Staatsregeli ng. 401 hunne Ouders, zich zelf, en de Maatfchappy tot last worden , daar zy in tegendeel, tot den arbeid of andere kostwinningen opgevoed zynde, voor zich zelf een beter onderhoud verkrygen kunnen, en voor de Maatfchappy tevens goede, nuttige, en gezonde burgers uitmaaken, of ook ter befcherraing des Vaderlands in den kryg hun geluk kunnen zoeken. $. XIV. Ook hier' voor moet de Overheid zorg dragen, dat niet onverftandige, onbarmhartige Ouders hunne teedere onvolwasfen kinderen tot Zeer vermoeijende en 'gevaarlyke handwerken noodzaaken, waar door hunnen groei verhinderd , en hunne gezondheid voor altoos gekrenkt word j hier van hebbeik iri de voorige afdeeiing reeds melding gemaakt; wanneer ik een half Volwasfen twaalf jaarigen knaap, door zyn Ouders by eenen fmit, metfelaar of1 timmerman als leerjongen Zie beftellen, of hem by eenen fnyder geheele dagen in eene gekromde houding op de tafel, even als een roeiflaaf aan zyn bank , zie vasthechten , is het niet 'moeilyk voor uit te zien, dat zy ten eenigen dage als verminkte, ziekelyke; zwakke burgers iri de faamen» leeving zullen te rug keeren, om niet te fpreeken vari hen, die, als flagtoffers eener ombarmhertige baatzucht, door de gevolgen eetter aan hunne krachten oneevenreedigen arbeid, aan bloedfpuwingen, teering en andere Ongemakken in den bloei hunnes leevens om hals komen; ik heb thans nog een fnyders jongen on der handen, die met zyn tiende jaar gezond en welge maakt dit handwerk begon te leeten, doch by wiet thans de wervelbeenderen van den hals Zoo gekron* zyn te faamen gewasfchen, dat men niet dan met d II. Deel. Cc groo Ihunne Ouders, zich zelf, en de Maatfchappy tot last Van ij* te vroege inspanningperjeu gpelvke vèrmogens. [ t 6«  4©a Geneeskundige Van bz te vroege inspanningDERjEÜGdelyke Vermogens. grootfte moeite de kin anderhalve duim van het borst* been verwyderen kan; Ramazzini befchryft uit* voerig alle de nadeelige toevallen , welke fommige handwerken, het zy uit hoofde van de daartoe vereischte tegennatuurlyke houding, of het nadeelige der ftoffen , welke in dit handwerk gebezigd worden , of de ongezonde plaatfen, alwaar dezelve verricht moeten worden, eigen zyn, maar my komt niet te binnen, dat hy aangemerkt heeft, dat deeze nadeelen des te fchaadelyker uitwerkfels doen, naar maate de jeugd in eene nog teederen en tot deezen arbeid onge: fchikten ouderdom tot zodanige voor de gezondheid en voorfpoedigen wasdom nadeelige handwerk&n ge* noodzaakt word. Wanneer de Ouders hunne kinderen in hun eigen handwerk onderrichten, zoo heeft men deswegens zoo groot een nadeel niet te duchten, alhoewel baatzucht en een norsfche aart wel eens de kinderliefde veidooven; en in zoo een geval zoude het van de grootfte nuttigheid zyn door eene Wet de jaaren te bepaalen, wanneer kinderen in fommige handwerken aangenomen moogen worden, en, voor al by de zodanige, die de geftalte en gezondheid der jeugd benadeelen kunnen, en om volkomen gekend te worden geene zoo jonge beöeffening vorderen, zeer zeldzaam toeftondonvolwasfene teedere kinderen tot dien arbeid te noodzaaken ; nog onverantvvoordlyker is het, dat Ouders, door eene laage baatzucht bezield, toeftaan, dat hunne kinderen tot de verachtlyke kostwinning van koorddanfers , fpringers en postuurmakers afgericht worden , waar- door de gezonde leeden, ja het leven elk oogenblik om eenen föberen penning in het grootfte gevaar gefield word: van deeze halsbreekende kostwinning  STAATSREÖEtiHG. .403 rhing zal hier na verder gefprooken worden , eene Ikostwinning die zeer vvyslyk door den grooten Frkqderik van Pruisfen in zyne Staaten verbooden is. Maar ten hoogden ftrafwaardig is het verfoeilyk [gedrag der bedelaars en landloopers, die moedwillig thunne kinderen zodanige mismaaktheden en gebreken verwekken,, die fterk in het oog vallen , waar meede zy zich dan, om mededogen te verwekken, en aalmoezen te verwerven, op de ftraaten * aan kerken, [poorten en bruggen plaatfen, ten einde op deeze godllooze wyze in leuyheid.' hunne onverdiende kost te winnen. Hier toe behoord meede het te vroeg onderwyzen (der jeugd in het behandelen der blaas inftrumenten , •waar door de nog zwakke borst der jongelingen dik* ■werf zoo zeer aangetast word, dat hieruit bloedfpu- ■ wingen en longeteeringen ontftaan; het moet derhal-ven aan elk een' niet vryftaan zyne kinderen in deeze !konst te doen onderwyzen; Van het 18- tot het ao*të jaar konde men gevoeglykde teedere volb!oed;ge jon\ gelingen het behandelen van trompetten, waldhoo- ■ rens °, dwarsfluit en andere blaas inftrttmenten 4 welke ieene fterke beweeging der longen vereisfchen, verbieden , daar doch de meerder kundigheid, welke door het vroeger leeren deezer konst verkreegen word,voor de Maatfchaappy van weinig aanbelang is, en geenfints in vergelyking ftaat met het geen dezelve hier ,door aan het verlies van veelen, ja al was het flechts yin een haarer nuttige leeden lyden moet/ £c§ TWÉÉ Van d» te vrobge inspanningderjeuq. delyke vermq" cens,  Oogmerk van dit Hoofddeel. Noodwendige TWEEDE HOOFDDEEL. Van de inrichting der Schoolen tot welzyn der k inderen , en ten meesten nutte van den ST aa t. S* & ïn het voorgaand Hoofddeel hebbe ik van de te vroege infpanning der jcugdelyke vermogens gehandeld; thans zal ik den invloed veelcr misdagen in de onderwyzing der jeugd, op derzeiver gezondheid, aantoonen eh fommige voor de beveiliging der kinderen door de Overheid aan te wenden voorzorgen aar.wyzen. Het is zeer bezwaarlyk by de groote meenige gcfchriften over de opvoeding , die tevens van het Schoolweezen melding maaken, iets nieuws voor te brengen; ik zal dus van niets anders fpreeken, dan van dat geen, liet welk op de gezondheid eenen onmiddelyken invloed heeft. Das komt hier in aanmerking de gefteldheid der Schooien zelf, die der Schoolleerraars, van de hen toevertrouwde leerlingen, hunne ftraffen en algemeene behandeling, hunne zeeden, in zoo verre zy op derzeiver gezondheid eene byzondere betrekking hebben. §. i t Di plaats, alwaar de leerlingen by elkander komen, moet  Staatsregeling. a°S rrpoet aan hun getal evenreedig zyn, en by gevolg iruim, licht, en luchtig. De uitwaafeming is by kinderen zeer ryklyk, en cdit vorderd eene zorgvuldige oplettenheid met opzicht ttot hunne zindelykheid, wanneer zy in regenachtig weder met door natte klederen , en daar en boven (fterk zweetende ter Schoole komen , zoo moet dit Ihet Schoolvertrek binnen zeer korten tyd in eene ;zeer ongezonde bad ftoove veranderen, waarin de ge:zondheid zoo wel van den Leeraar als der leerlingen imerkelyk gevaar loopt, zoo hier tegen geene genoeg. ;zaame voorzorgen in het werk gefield worden : het is (ongelukkig, dat de meeste Dorpsfchool- gebouwen opjgericht zyn, wanneer zy nog niet zeer volkryk waa: ren, en het aantal der kinderen nog niet zeer groot ■was, dus zyn de meeste derzeiver voor het aanwas:fchend getal der leerlingen te eng geworden; zy moe■ ten zich dus niet zeer lang in zoo eene enge plaats (ophouden: de kinderen in verfcheide kleiner vertrekken van elkander af te zonderen is wegens de onmoogelykheid om voor elk deezer afdeelingen eenen afzonderlyken Leerraar te onderhouden, onuitvoerlyk , men moet derhalven, zoo het moogelyk is, dit gebrek op. eene andere wyze te keer gaan; en het beste wat men, behalven eene daadlyke vergrooting van het Schoolgebouw, hier tegen zoude kunnen in het werk ftellen, is vvaarfchynlyk het hier voor reeds aangeweezen middel, om naamelykde kinderen van verfchillenden ou derdom niet te gelyk en even lang in het School tc houden ; zoo dit ook onuitvoerlyk is, blyft ons ech: ter nog het onkostbaare hulpmiddel overig, om d< Schooivertrekken meer voor de vrye lncht open tt ftellen, waar van hier na meer. C c 3 He Van m Schooien. geftrldbeid der Seboolem t  4oS GENEESKUNDIGE Van de Schoo- LfcN' Hstlhbt. \ Gezotidf iigg>»g- luebtig. Wh Het licht is in een School vertrek allernoodzaakïykst, :e weinig, te fterk of op eene verkeerde wyze te rug gekaatst licht kan tot veelerley gebreken der oogen, /oornaamentlyk tot het fcheelzien, aanleiding geeven: ;en verblindend licht vermoeid het oog, en veroorzaakt eindelyk een foort van blindheid of zwakheid les gezichts; de kinderen neernen door een valsch licht zeer fpoedig de kwaade gewoonte van fcheelzien aan, de vengsters moeten derhalven eenigfints in de hoogte en zoo geplaatst zyn , dat het licht van boven af op i de fchryf of leestafel fchynt; dit heeft tevens ook: die nuttigheid, dat de kinderen niet afgetrokken worden i door zaaken, die buiten het School voorvallen; het is i beter dat het licht van achter en van de linker zyde,, dan van vooren en van de rechter of van alle zyden te; gelyk invalle, Zoo het moogelyk is geeve men acht, dat zichtegeni over het oog der leerlingen geene fchitterende gewitte: muur bevind, de venfters moeten wel digt zyn eni geen tocht of water doorlaaten, als waar door de kin*deren aan verkoudheden en hoofdziektens bloot ftaan „ offchoon zy door eene geftrenge opvoeding aandevryee lucht gewoon zyn. Het Schoolgebouw moet zoo veel moogelyk is, opp eene verheven, luchtige en gezonde plaats gefticht „ vry en tegen het oosten gelegen zyn, aan de züidzyde moet het geene of zeer weinig vengfters hebben „ en die moeten met goede luiken tegen de hitte gefloo-iten kunnen worden; het vertrek moet naar ev.nree*digheid van het aantal der leerlingen hoog van verdieping zyn, zelf kan het zeer nuttig zyn, voor al im groote Schooien, in de zoldering eenige tochtgaatem $n yentUaims te maaken, waar door de lucht gezui-i-  Staats RÏ8UIK8. 407 verd word; wanneer dit niet gefchied, moet men dikwerf een vengfter openen, of wel uit elk derzeiver l , eene ruit uitlaaten en in derzeiver plaats een met gaa* ten doorboorde blikke plaat ftellen, waar door, vooral wanneer de vengfters tegen elkander overftaan, de | lucht boven in het vertrek in eene geftadige gezonde t beweeging gehouden word. , Elk School moet van eenige geheime gemakken voor e zien zyn, werwaards de leerlingen zoo wel kleine « als meer volwasfen zich zonder gevaar begeeven kun\ nen om hun gevoeg te doen ; deeze moeten zoo zinn delyk als moogelyk is gehouden worden, op dat daar 3 door den dampkring niet verontreinigd worde, men l 'kan dezelve echter, om hier na te melden oorzaaken ;e 14., niet ver van het Schoolgebouw verwyderen. ;. S- Ut 1 ' Het is vooral nodig wegens de verbetering van t> bouwvallige Schooien een naauwkeurig toezicht te 1, hebben , behalven de gewoone ongemakken van tocht je en doorlekking aan oude gebouwen eigen, zag men in den jaare 1776. op den 13 September te Grenobk op een fchrikbaarend gevolg deezer onachtzaamheid, het t, algemeen School ftortte aldaar op éénmaal in , 'er be- f vonden zich in de boven en beneeden verdieping van ), het zelve honderd en vyftig kinderen, de benedenfte '0 helft wierd eensklaps onder de puinhoopen begraven, * de bovenfte bleeven op één kind na onbefchadigd, ie- door de vlytige hulp van de bezetting bragt men we« Ü der 56. kinderen zeer befchadipd te voorfchyn, dt ra overige 13. beneevens 2. volwasfen perfoonen waarer t. dood| het guarnifoen floc-g de hea desweegens va« i Cc 4 bun Vaw nm choo-. en. tfooizaakelyitoezicht op de verbetering van bouwvallige Scbooien.  4oS Geneeskundige VaM DB Schooien. Verwar, Pt'» der Sfboalen. («) Gafette de Deux fonts 1776. No. 79. ■ hunne Stafs - officieren 'gefchonken belooning van de hand, en verzogt, dat dezelve aan de Ouders der omgekomen kinderen zoude ter hand gefield worden (a): een eenig zoo rampzalig voorbeeld is genoeg om de noodzaaklykheid van deeze voorzorg aan te toonen. §. IV. De Schooien moeten geduurende den winter in eene voor het jeugdig lighaamsgeftel gefchikte warmte gehouden worden, dewyl het aanhoudend fiilzitten de kinderen voor de koude veel aandoenlyker maakt, en verkoudheden, wintergezwellen , buikpynen en diergelyke ongemakken kan veroorzaaken; het is dus op veele plaatfen gebruiklyk, dat de kinderen zelf hun aandeel houts meede brengen , daar nu de Schoolmeesters doorgaans zeer veel acht daar op geeven dat dit aandeel vooral niet te weinig is, worden dikwerf jonge kinderen met eene zwaare vracht houts belaaden, waar meede zy op den gladden weg wel eens ter neder ftorten; arme Ouders moeten zich zelf van hunnen benodigden voorraad beroven, of hunne kinderen te huis houden; uit deezen hoofde wierd deeze gewoonte in de landen van Baden by een byzonder raadsbefluit van den 17. Mey 1754. geheel afgefchaft, waarby bevolen word „ dat de Schoolmeesters met „ de gemeenten der Dorpen een overeenkomst moeten „ aangaan , waar door hen van dorpsweegen , in „ plaats van het hout, het welk elk dér leerlingen „ moest aanbrengen, eene zekere bepaalde hoeveel- „ heid  Staatsregeling. , 409- .„ heid houts tot verwarming van de School jaarlyks .,, gekeverd word," de Meester moet gehouden zyn ' jgeduurende de winter de kagchel in het Schoolvertrek iten minste een uur voor den Schooltyd te laaten aanIftooken; op dat het niet nodig zy voor een plotslyk :aangebragte hitte het vertrek in eens te verwarmen en Ihier door de lucht te bederven, ook mag men zich •van deezen kagchel niet bedienen, om rondom dezel•ve natte kleederen te doen droogen: het moet geen ! Meester vryftaan geduurende den Schooltyd zich van 1 de leerlingen tot zyn gebruik tot hout en waterdra:gen en dergelyke bezigheden te bedienen. Eene diergelyke voorzorge wegens het verwarmen der Schooien moet ook by de meer volwasfen jeugd in de zogenaamde Latynfche Schooien plaats hebben: ik hebbe vernomen dat eertyds op fommige plaatfen * vooral in Frankryk, de Schoolvertrekken met fteen gevloerd en zoo koud waaren, dat de inkt bevroos, en men genoeg te doen had met zich dermaate in een te krommen, dat de geftrenge koude het ganfche lighaam niet verflyfde ; het is onmoogelyk by zoo eene koude zich tot de Weetenfchappen te bevlytigen, en men heeft hier van de nadeeligfte gevolgen voor de teedere nog onvolwasfen jeugd te duchten. Aan de andere zyde kan een al te groote warmte hn lighaam te veel uitdroogen , het bloed verhitten, en den overgang in de koude gevaarlyk maaken , een herhaald bezoek zoo van de Geestlyke der plaats als van de Opzieners der Schooien kan tot het beraamen der beste maatreegelen aanleiding geeven. Men moet de Schoolmeesters onderrichten, dat zy de leerlingen, wanneer die des winters, als zy door ys en fneeuw naar de SchoM moeten waaden, verkleumd Cc $ in (jgeduurende de winter de kagchel in het Schoolvertrek Van bs >CHOO.EN. ' Nodig onderricht met op- < zicht tot verkleumde kinderen'  Van de StHÖO- JLtN. Zorg» ter voorkomingpan brand, Zindelykheidder Seboi f»H. 4IO G ENBESKUND 18 B in de School komen, niet toeftaan zich terftond na-by den heeten kagchel te begeeven, de ichoenen uit te doen , en hunne voeten onder de kagchel te drogen en te verwarmen; het eensklaps ontdooijen der verftyfde leeden verwekt win tergezwellen, welke wel eens in langduurige zweeren ontaarten ; de uitwaafemingen der fmeltende fneeuw uit onzuivere kleeding vervult den dampkring met onreine vochtigheid. Men begrypt ligtelyk, dat in Schooien, al waar de jeugd in zoo groot een getal by één komt, tegen het gevaar van brand op het zorgvuldigst gewaakt moet worden ; mpn moet dus nimmer toeftaan, dat de leerlingen zelf het hout in de kagchel leggen , en Vooral zorgen , dat deszelfs pyp fchoon gehouden word: maar men moet ook acht.geeven, dat het in het Schoolvertrek niet rookt, daar dit aan veele Schooien eigen ongemak voor de oogen der kinderen zeer nadeelig is: uit hoofde der moogelykheid van brand moet 'er meer dan eene deur aan het vertrek zyn, en die moeten naar buiten openflaan; zoo het School op eene bovenverdieping is moet de trap van fteen, en ter voorkoming van ongelukken met eene vaste leuning voorzien zyn, §. V. De Schooien moeten, gelyk gezegd is, zindelyk gehouden worden daar de meenigte van kinderen dezelve anderfints met veel onzuiverheid kan vervullen, vooral zyn die ftofdeeltjes, welke zich in een niet zindelyk gehouden School door de geftadige beweeging der kinderen in de hoogte verheffen voor de borst en oogen zeer nadeelig ; dus moeten telkens na den Schooltyd deuren en vengfters opengezet ? en eiken avond  S T AATSREOEI.INÖ. 4" avond het vertrek, vooral onder de tafels en banken, fchoon uitgeveegd worden „ In elke School, zegt de „ Ruskeizerlyke Schoolorde " moet hierop acht gegeeven worden, „ dat het vertrek altoos zindelyk gehou„ den en dagelyks uitgeveegt worde, en dat de lucht „ door het openzetten der vengfters, des zomers ge„ duurende den gantfchen dag, des winters dagelyks „ een korten tyd, gezuiverd worde, op dat de leer„ lingen doo'r den met onreine uitwaafemingen ver„ vulden dampkring in hunne gezondheid geen nadeel „ lyden." §. V I. Men moet ook het oog laatsn gaan over de ftoelen, banken en tafels der leerlingen, derzeiver plaatfing hangt af van het invallen des lichts en de nabyheid des kagchels ; zy moeten van deugdzaam hout wel gewerkt zyn, op dat zy door de woelzieke jeugd niet liet verbroken, of om verre geworpen zouden kunnen worden , het welk oorzaak tot ongelukken zoude kunnen geeven; fchryf-en leestafels moeten van onderfcheide hoogte naar de verfchillende -grootte der leerlingen ingericht zyn,de banken en ftoelen moeten fteevige niet al te rechte rugleuningen hebben , op dat de kinderen niet gedwongen zyn voor over te zitten, en dus de borst benadeelen ; de Meesters moeten acht geeven, dat de leerlingen zich by het fchryven of leer zen aan geene ongezonde houding gewennen, het geen noodwendig plaats moet hebben; wanneer de tafels te hoog of te laag of de Schooien zoo duister zyn, dat het met een betrokken lucht moeilyk valt de letters behoorlyk té onderfcheiden, Ballexserd zegt, men moet de kinderen, zoo by het eeten als het Van ds Schoqlsn. Pan de gezonde plaalfing der leerlingen.  JLÏt Geneeskundige Van di Schooien. Invloed van bet seedeljk Het zeede'yk charaéter der Leeraaren ftaat in geene geringe betrekking, niet flechts tot het daadlyk onder- (a ) Vhjert. Sur L'Educalio» pbyfque des Enfans £>. i8i. „ leeren , aan het ftaan gewennen; deeze houding „ verfterkt hunne leeden ; het ftaan noodzaakt de „ kinderen zich regt te houden , waar door hunne „ geftalte verbeterd word(rf)" het al te langduurig ftaan kan echter voor zwakke kinderen fchaadelyk zyn , en verftoppingen in de buik , zwellingen in de onderfte leeden-maaten veroorzeaken, ik vinde het zeer raadzaam, dat men geen kind noodzaake langer dan een half uur te zitten, men fta het toe nu en dan te ftaan, ten einde den vryen omloop des bloeds bevorderd worde. Deeze reegelen zyn ook op de opvoeding der meisjens toepaslyk, vooral met opzicht tot de naai-en brei-Schooien ; de meisjens in een eng keursl-yf geprangt, in eene bezigheid, waarby het lighaam geftadig in dezelfde houding blyft, worden wel dra moede om zich regt te houden, zy laaten het lighaam over de een of andere zyde zakken en bekomen dus zeer fpoedig eene ongelyke hoogtte der Schouderen en mismaakte borst; moest het niet een voornaam gedeelte van ( de inftruétie ) het onderrigt voor de leermeesteresfen der meisjens uitmaaken , dat zy belooven moeten in haar onderwys nimmer een meisje in zoo een verderflyk harnas geprangt te zullen aanneemen, en altoos acht te zullen geeven, op het geen eene gezonde welgemaakte geftalte kan nadeelig zyn of bevorderen. §• VII.  Staatsregeling. 413 iderwys, maar vooral ook tot het lighaamlyk en zie(delyk welzyn der leerlingen: 'er zyn fommige Leer;aars, onder wien de kinderen alles met vreugde kenen, om dat zy zeer menschlievend en vriendlyk zich iin eene zekere gemeenzaamheid met de jeugd inlaaten, len hen al fpeelend weeten te onderwyzen: hoe belawaarlyk gaat aan de andere zyde het keren onder Iftuurfche, knorrige Meesters, hoe lang vallen de leeft 1 uuren niet v^or kinderen, die onder de plak van zo1 danige School-dwingelanden zuchten, en wanneer by (de kinderen de vrolykheid weggenoomen word, word ook hunne gezondheid benadeeld. Maar welke eene verwoesting richt eenen algemeein'en of by zonder Schoolleeraar onder de ligt. bedorrv •ven jeugd niet aan, wanneer hy een bedorven hart ! heeft! welke treurige voorbeelden zyn 'er niet van al; Ier fchandelykfte verleidingen in het werk gefield door hen, wier pligt het was de kinderen deugd in te boe-: : zemen: zullen ,niet de overige ondeugden van oploo■penheid, haat, onmaatigheid en dergelyken, wanneer ; zy den Leeraar bezielen, op de kinderen eenen vermo, genden invloed hebben, en den grond leggen tot zielsgebreken, die hen geduurende den gantfchen kevensloop onaffcheidelyk byblyven? men ziet dus dat ook vit deezen hoofde het van het grootfte aanbelang is , eene goede keuze van Schoolleeraars te doen, en dat eene bezadigden Ouderdom en onberispelyk bevonde leevenswyze een der eerste vereischten zyn moeten, niet flechts in een Leermeester of Meestresfe,wien men eene algemeene School, maar zelf in hen, wien men het onderwys van kinderen in byzondere huisgezinnen zal aanvertrouwen. In die fteden, alwaar men de jeugd van het mar- lyk Vanm SCHOO- L.EN. CbaraBer ier Leeraaren ep hunne 'eertingen. Noodzake'.yke afzsndeiïng  Van de Schooien. van beidt degeflacb. ten. Van dé Sebool firajfen. TVreedaartigheiaVan fom - (a ) Journal dei Audienset T. IV. L, 3. Cap. 4. 414 Geneeskundige lyk en vrouwlyk geflacht van elkander kan afzonde* ren, zal men best doen, om alle ongeregeldheid tegen ti gaan, de meisjens door Vrouwen, de knaap* jcns door Mannen te doen onderwyzen; reeds in den Jaare IÓ80. beval een raadsbefluit der Stad Amiens * van den 23. January, dat geen Man het onderwys van jonge meisjensgeen Vrouw dat van manlyke kin* deren vermogt op zich te neemen O), volgens Kerkenorde van Wirzburg in dato den 30. July 1693„ moeten de jongens en meisjens van elkander afge„ zonderd, en de eene van den Schoolleeraar ^ de „ andere van de Schoolmeestres onderweezen wofden, j4 zoo men geene Schoolmeéstres had, die hier toe ,, bekwaam was, moet ten minste de afzondering al„ toos in acht genomen worden, opdat men dus by „ tyds de kinderen eerbaarheid inboezeme" dit heeft in zeer veele fteden plaats, men heeft echter die zaak nog van zoo veel aanbelang niet gehouden, om die door eene Wet algemeen in te voeren. %. VIII. Om de buitenfpoorige ftrafoeffeningen van omloo^ pende of wraakzuchtige Schoolmeesters te beletten, is het zeer nodig, de nadeelige gevolgen van zooeenen norsfchen aart op het algemeene welzyn nader te on* derzoeken , en zodanige inrichtingen voor te ftellen^ waar door dit in waarheid gewigtig kwaad met vrugt kan tegengegaan worden. Ik kenne Schooien op het land, alwaar de Meesters in plaats van zich van de gewoone roeden te bedienen, dik-  Staatsregeling, 41^ ?dikke haazelaare ftokken gebruiken, waar meede zy de tkinderen gaaten in den ontblooten kop liaan; het is rniets ongewoons fommige Meesters, die te luy zyn, om op te ftaan, lange buigzaame ftokken te zien geIbruiken, waar meede zy in plaats van eenen fchuldifgen verfcheide onfchuldige ftraffen; ja het is iets zeldizaams zoo 'er in fommige Schooien op het land en Zelf in de fteden geduurende een jaar geen uit eene :onmaatige ftraffe ontftaan ongeluk is voorgevallen. 1 • Dikwerf ftaan de lompe Schoolmeesters met de' ivlakke hand, ja zelf met de 'vuist hunne leerlingen in met aangezicht, of op een ander gedeelte van het nog iteeder hoofd des kinds: men heeft kinderen gezien, :die op hun geheel lighaam naauwlyks eene plaats konden aanwyzen die geen kenmerken der Schoolmcesrterlyke mishandeling droeg; men heeft de zachtmoexügfte fchepfeltjes in de uiterfte wanhoop voor de svoeten dier barbaarfche dwingelanden in het ftof zien :omkru:pen(ö). , >, In een onzer bygeleegen plaatfen floeg een Schooïimeester een zevenjaarig knaapjen zoo erbarmlyk, dat Ihet geheele beneeden deel zyns lighaams zwartachtig blaauw (h)Montagne zeide reeds Ceste poiice de la piaspart ide «os colleges m'a tousjours dcsplue. On eust failly a l'advanture moins dommageablement, s'inclinant vers l'indigence c'est une vrayt •geaule de jeunesfe eaptive: on la rend desbaucbee, l'en punisfant ■ mishandeld zyn , dat men tot hunne geneezing "de hulp'der Heelmeefteren nodig gehad heelt, zoo , verbied het Overambt te . ■. * * ■ alle de in deezen omtrek zich bevindende Schoolrectoreö en Mee■, fters, op ftraffe van afgezet te zullen worden, dé , leerlingen' met ftokken of vuiften te ftrpffen, zy , moeten hen alleenlyk met wooiden beflraffen oi vleijen, en zoo de nood vorderd met roeden kasty , den Mannheim i6. Sept. 1/66. Dus is meede in het Koningryk Hongaryen aan alk cchoollceraaren het liaan der kinderen over het algeïeen in de meefte gevallen verboden («)4 In ((«_) i.y Magifiris omnibus feveriffime interdiitum J!t,ne duriter ajpere tra ff ent adolefcentes, eosdem trudenio, capillos vellendo , itres intorquendo , virgis , Scutica, aut quoque medo caetlendo c. Satius erit loco agrejlium id genus poenarum praemia ad. tmpus iisdem fubducere. :ï.) Si nihil bac via proficitur, ab injlittiiionibus extraordina; is excludendi erunt, intentatis praeterea minus fore , ut anno juente adfcenfu ad clajjem altiorem prohibenntur, id quod re ipfa mehari oportebit, cum buiusmodi feveritas illis admodum profi' ta Jit, ac faltitaris. Eodetn acc.dere poterunt caftigationes quaedam literariae u/u Ifcbolis receptae cum Praefeiti tarnen confcientia & ajfentione , ft r.nae carïigcndis moribus defervire debeant, non eft buic inftitutpropojitum , omnem plane feveritatem e ludis literc.riis elimina- . fed abtifui duvtaxat immoderatae ac noxiae eaftigationis prae■rtere, cum igisür adohfcentum deliita, quae praemijfts cr.ftigavnibus corrigi tiequeant, minoris majorisve momenti ejfe pcfintf m comparate ad ipfos delinquentes, quam fpeStata exempli conta- Van ök schoolen. den Keurvorst van den Palis. ! Verdek inricbiin* gen.  Van ds Schooien giane qua univerfae juventnti nocent , triplex paterit conjjiit caftigationum gradus prudenti praefidum judicia reliilus, qui prr ^ culpae modo eundem moderentur. fa Primus animadverfionum btijusmodi gradus fitus erit in ufu cm garum apttd Tirones grab\maticae, bacillorum vero in gymnajiii ijui tarnen arbitrio ipforum Paeiagogarum nnmquam permittetuu verum ji deliêlum ea poina dignum, ad paucorum duntaxat perrz uit notitiam, ea praefente magijlro & praefeSlo clamirrogabitt )j! pre transgreffionis menfura, fin aut cm apertum vel faepius iterr. ^ turn fuerit, in confpe&u ejusdem pttnietur, adbibita ante £? ptt ^ caftigationem brevi admonitione, qua reus quidem ad entendatti Item deliöti, caetcri vero ad deteftationem exempli permoveantur.\ Si primum hoe cafiigationis genus emendatio exfpebiata non een 1, fequatur, adhibenda erit degradatio feu ad clajfem inferiorem ei _g. pulfio, de qua adhibenda praefeülus in conventu literaria cnm fft , eonfejforibus deliberabit, ac rerum, fi nandum plans defperatt poenaque duntaxat aliquot dierum cajligandus fit, folus ipfe absqq ^ arbitris; fin autem poena annua fit, adfeitis in focietatem mag% Ik ftris publico apparatu in clajfem inferiorem deducat, ad quam _yj in eodem loco, vel in quovis alio recipietur, exbibitis tarnen literr :j teflimanium perhibentibus, fine quibus nullus unquam advena et) etdmittendus. "' Si demum ne hae quidem de prifiino gradu deturbatione quti Kl guam proficiatur, nee ulla alfa ftiperfint correctionis adminicull, vtendum erit Relegatione feu a Scbolis emgndatione, ita ut imptr j_ bus efusmcdi dijcipulus vel univerfe in nullis amplius vel fi cau/f ? fabfint particulares , falt.m in priJTinis Scbolis minime tolereturr Cum vero baec profcriptio ejusmodi fit, ut vel cogitatio ejusdêt ll^ vehementer terreat , nee nifi ob gravijfimas rationes fit adbibend.li Olè femper omnino requirit exprefum Regii Pravincialis Directorr confenfum , qui de tota accufationis fumma rite erit edocenduss. Ratio Educatianis per Regnum Hvngariae §. 241. 430 Geneeskundigs In het Rusfisch Ryk is het aan alle Schoolmeeftetr ^ volftiektelyk verboden de kindereu mee iyfftraffen it * kastyden («). In de Landen Van Baden is het g<<11 bruii dl  Staatsb.egei.in g. 421 Juk derftokken, ter ftraffe der kinderen, afgefchafd, , 1 alleen de roeden overgelaaten, de leerlingen moe- i met overleg en" in byzyn des Predikers geftraft ! rrden, de Meefters moeten zich zorgvuldig van al- malligheid en toorn wachten, en de kinderen zon- fchelden of flaan wegens eene niet geleerde of niet }, rrepen les beftraffen. . (, Zulke menschlievende inzettingen moeiten m aüe iien ingevoeld worden, ti * §. IX. l Daar zelf de Ouders menigmaal in eenen onmaatigen V\ )rn hunnen pligt jegens hunne kinderen gantfchebjk , ;! : het oog verliezen; zoo is het voorzeker nood"ikelyk, vooral ten platten lande, toezicht te hebJa» dat zy door lighaamlyke mishandelingen aan de ' zondheid en welgefchapenheid hunner kinderen geen •' deel toebrengen. "J Het is zeer moeilyk het ouderlyk gezag paaien te ,'lllen, zonder in het oog der kinderen den fchyn te »-ven, als of men hier door hunne ongehoorzaam"' id wilde begunftigen; wy beleeven echter die ty"n niet meer, dat de vaderlyke magt zich tot de „codftraf uitftrekte, en de grenzen derzelve kunnen J ader het vaderlyk oog van goede wetten nog vry wat «geperkt worden, zonder hier door de Ouders de " iddelen te benetmen om hunne kinderen op eene Jllyke wyze te kas ydeu: de Ouders, die overtuigd borden, dat zy door eene wreedaartige ftraffe de ge- * radheid hunner kinderen benadeeld hebben, moeten %or hier over gefielde Opzieners ter verantwoording -roepen worden, die, wanneer zy zien. dat de kinDd 3 de' Van bx >choo- Onbarm- 'artigbeiti >an Jomnige ouoers jrgenl hunne kin" ieren.  Van dk schooj.en. tinaeren •noeten uii de Schoeien gewardwarden' 4^2 Geneeskundig 1 deren door zagte middelen niet te verbeteren zyn..)' eene andere wyze van opvoeding in het-werk ftellen Ét en dus tevens de rechten Zoo wel van Ouders als dee P Kinderen handhaven. Ook verdient die gewoonte vaai f1 fommige Ouders, om hnnne kinderen door honger tt i ftraffen, en hier by ook de dwaaze bedoeling bebbem S om hunne geftalte hier door te verfraaijen, uit de og ^ voeding geheel en al verbannen te worden. . «n §• X. k K Men moet die kinderen, welke met fchurft of zees a re hoofden befmet zyn, de intreede in de openbaait u Schooien volftrektélyk verbieden, tot dat zy volkcc ^ men geneezen zyn , daar zy anderfints de geheee ^ School befmetten, en door de walchdyke ftank (( » luchtbederven: nimmer is echter deeze voorzirg n«<4 diger, dan wanneer kwaadaartige pokken heerfcherr »' en kinderen, die van*dezelve naauwlyks geneezei» zyn, en zelf de verdorde pokken nog aan het lighaaa »' hebben, ter Schoole gezonden worden, en dus deee; 1 gevaarlyke befmetting aan kinderen, die de pokka I nog niet gehad hebben, kunnen meededeelen; dit heei»: ook plaats in de kerken, alwaar zodanige naauwlyïl » herftelde zieken, ten nadeele van zeer veele gezondee « te vroeg verfchynen: de Heer Paul et heeft ditttf »' klaarften doorproeven beweezen; Bouillet, cc i te vooren de befmettende eigenfehappen der pest I Marfeille geloochend had, na dat hy in 1770 deG > fchriften van Paulet, le Camus en Can; » well ever deeze belangryke zaak geleezen had, fth ^ de in zynen ouderdom al zyn gezag in het werk , co 1 de Magiftraat van BszUrs daai toe overtchaalen, cd  Staatsregeling. 443 }y beval, dat telkens de naam en woonplaats der geeeen , die daadlyk met de pokken befmet waaren, «entlyk bekend gemaakt wierden, en dat zy, die nog net kortten en andere overblyffelen der kinderziekte sfmet zyn, uit alle openbaare faamenkomften uitgefloo„ ta moeften zyn. Te St. Omer moeften, volgens de , fpenbaare berichten, alle perfoonen, die door de kin' eerpokken waaren befmet geweest, zich op verbeurte aan 500 Livres van alle gezelfchappen onthouden, tot lat er 40 dagen van den aanvang der ziekte af verloopen waaren. Nog duidelyker zyn de voorzorgen- ten dee,, een opzichte door de Overheid van Dyon genomen, 1 tn dato 25 Septemb. 17.79. waarvan ik hier eenige arL iikelen zal aannaaien. - Art. 3. „ Alle die geenen, welke buiten de Stad of l ,„ in de Voordeden, het zy door inenting of natuurkté lyke befmetting, door de kinderpokken zyn aangemm tast geweest, moogen zich voor den 4often dag, • van den aanvang der ziekte af gereekend, niet bin' !5, nen de Stad begeeven. 4. „ Zy, by wien de verfche merkteekenen deezer f .4, ziekte, of de opgedroogde pokken nog zichtbaai zyn, zullen in deeze boete vervallen, tenzyze dooi m >9i een fchriftlyk bewys van hunnen Geneesmeefter 0! | ']„ Leeraar kunnen aantoonen, dat de hier boven ge- , „ melde 40 dagen reeds voorby zyn. ' 5. „ Alle perfoonen, die de natuurlyke of ingeënt „ te pokken gehad hebben, worden gewaarfchuwc !r „ zich buiten hunne huizen, in kerken, wandelplaat 1 n fen, openbaare vergaderingen of gezelfchappen ziel !i 0 voor den 4often dag hunner ziekte, en zonder ge 1 tuigfehrift van hunnen Arts niet te vertoonen. °. (,. Aan de Meefters-en Overften van Schooien 0 Dd 4 »s Van 5CHOI len. I l I»  V^TJ DB SCHOO» LEN. O) Gafette Sahtairt Annèeiii?. Jf. 49. 424 Geneeskundige „ Kloofters word bevolen hunne met kinderziekte be„ -fmette leerlingen zorgvuldig van de gezonden af te zonderen, en geduurende 40 dagen allen omgang „ met elkander te beletten; zy vermogen ook geene „ kostkinderen dan na den 4often dag der ziekte in „ hunne Schooien ol Kloofters aanneemen. 7. „ De overtreeding der vier voorgemelde artike„ len zal naar bevinding van zaaken, een herhaalde „ overtreeding derzeiver op het allergefbengfte ge„ ftraft worden; de Ouders zullen voor hunne kinde„ ren, de Voogden voor hunne pupillen, Meefters „ voor hunne kostkinderen , Koop- en handwerks-„ lieden voor hunne knechten en leerlingen, Heeren „ voor hunne bedienden, kortom elk een voor de „ vreemden die by hem inwoonen verantwoordlyk „ zyn" O). In gevolge dit voorbeeld wilde ik aanraaden , dat men terftond, zoo dra zich eene kwaadaartige befmetting der kinderziekte openbaarde voor hen, die dezelve nog niet doorgeftaan hadden, Kerken en Schooien geheel en al liet fluiten, daar anderfints geene voorzorgen toereikend zyn, om de gezonden voor dit beftnettend gif te beveiligen; by goedaartige kinderpokken kon men volftaan met de kindereu eene genoegzaame quarantaine te doen houden. In groote Steden , alwaar die befmetting genoeg-. zaam nimmer ophoud , zouden de voorgemelde maatregelen onuitvoerlyk zyn, hier zoude het misfehien noodzaakelyk zyn eene Wet intevoeren , waar van ik te zyner plaatfe nader fpreeken zal, dat geen kind in optn-  Staatsregeling. 415 1 topenbaare Schooien, Kloofters of opvoedings • huizen i jnmag aangenomen worden, dan na dat het, het zy uit ! rde natuur, het zy door inenting deeze ziekte heeft jcdoorgt ftaan, •I Aangaande de voor kinderen zoo noodzaaklyke zin: rdelykheid moeten byzondere wetten bepaald worden. • De Meefters moeten de Ouders, wier kinderen niet •Laltoos behoorlyk gekamd, gewasfchen en gezuiverd iliter Schoole komen, waarfchuwen, en, zoo deeze ■ rwaarfchuwing door hen in den wind word geilagen, li: zonder verzuim hier van aan de Opzieners der Schoojllen kennis geeven, die als dan hier tegen moeten waaï\ ken: volgens de Ordonnantiën van het Weeshuis te Jforzheim moeten de Schoolmeefters acht gee•j ven dat de leerlingen altoos behoorlyk gekleed en zinJ delyk ter Schoole koomen, van de nalaatigheid hierin i aan de Opzieners kennis geeven, en, zoo het dei ,. kinderen fchuld is, hen des wegens naar bevind van e zaaken kastyden. it %. XII. Het zingen is voor de jeugd zoo wel een nutti r. konst, als gezonde lighaams oeffening, de borst won '. hier door gefteikt, en de ftem kracht bygezet. Daa „ dit ook in veele Schooien zeer gebruiklyk is, moe \ men zorgen , dat hetzelve niet in het uiterften ge „ dreeven word , zoo dat dit de borst der kindtrei ,. benadeelt, en tot longkwaaien , bloedfpuwingen e _ breuken oorzaak geeft. Dd5 S- XI1 1 ViV bs Sortoo. LEN. lyibeiiidt? leerlinge». ! Hef en- 1 matigzia- ' gen 'ier ■ leerlinge». : 1 1 i.  Van b schooien. Kadee van bet ilekken- i-.-yt.U ïVegfi ge zelf vtskkjnt (a) OpiT' omn, p. 694. 4Ï<5 G E N E E rfi KUNDIGS * §. X II I. , ' ' Ten platten lande is elk Schoolmeefter ook tevens Klokkenluyer, en hier toe word door hem de School-, jeugd dikwerf gebeezigd, dit geeft oorzaak tot veel moedwil, niet flechts kan dit vermoeyend werk zeer nadeelig voor de kinderen zyn, maar men heeft ook verfcheide voorbeelden van deerlyke ongelukken door, het ilingeren aan de touwen der klokken, het welk een gewoon fpel der Schoolknaapjens is, zien ontftaan ; Ramazzini merkt aan dat liet klokkenluyen, hoe zeer voor de veeltyds zittende Geestlyken eene gezonde beweeging, echter voor de zwakker vrouwen een al te zeer vcrmoeyenden arbeid is: ik zelf kenne een jongen Edelman, die, nieuwling in een kloofter zynde , alwaar het luyden der zwaare klokken de post der nieuwlingen is, zich döor deezen arbeid eene hevige bloedfpuwing op den hals gehaald had, §. XIV. rd een dag in de week aan de kinderen vry gegeeven. In Rusland mogen de lesfen dagelyks, zon- en feestdagen uitgezonderd, niet langer dan twee uuren voor- en twee uuren na den middag duuren, Woensdag en Saturdag namiddag is het fpeeltyd. Des Donderdags is in Hungaryen den geheelen dag ter uitfpanning gefchikt; het ftaat echter den Leeraar vry des zomers zyne leerlingen een of meer dagen vryheid te geeven, of dezelve met hen in eene nuttige uitfpamiing doortebrengen. Men moet zorg dragen, dat geduurende deeze tyden van uitfpanning de kinderen niet al te zeer door hunne knorrige Leermeefters door al te groote opgegeeven lesfen beezig gehouden worden; ik weet dat fommige, die de tot fpel geneigde dagen hunner jeugd leeds w der uit geheugen v.rloorea hebben, hunne kei Van os schoolen, fan dt fpeet- en rustdagen.  Van de Scaco» AEJVv (*) fiat geen, waarover de Schryver in de twee voorgaande Hoofddeelen zich beklaagd, dat men naamentlyk er 2ich op toelegt, om van kinderen babbelende wyshoofden te maaken, heefc ooi? by ons veelvuldig plaats,- de een wil ïh deezen opzichte den ander de loef afileeken in het vertoöfien van door konst en geweld voor hunnen tyd vroeg uitgebroeide verflanden, hier aan offert men zonder bedenken de gezonde lighaamsgelteldheid der kinderen op; men acht het zeer fraai, wanneer het ftaamelend wicht reeds eene gantfdhe reeks van Voor hem en dikwerf voor elk een onVerltaanbaare versjens, texten en gebeden van buiten kan opzeggen, wanneer het reeds leest in eenen ouderdom als andere kinderen gewoonlyk naauwlyks de lette-s kennen, dit kryt men als een wonder van opvoeding uit, en fpoort daar door a dere Ouders aan, die zwak genoeg zyn om aan hun getergde eigenliefde, ten koste van han kroost, gehoor te 430 Geheeskuwdis £ leerlingen op deeze fpeeldagen met zoo zwaare lesfen overlaaden, dat hen naauwlyks eemgen tyd tot uh> ipanning overblyfu Door zoo eene ftrenge handelwyze leéren echter de kinderen niets meer, in tegendeel zy werken met minder vergenoegen, en eindelyk ftaan hen de letteroeffeningen geheel en al tegen; terwyl tevens hun lighaamsgeftel geheel en al bedorven word; eene gepaste uitfpanning zet ziel en lighaam vernieuwde krachten by, en dient dus ter bevordering der wee» tenfchappen. Ik zoude het gevoeglyker oordeelen de herfst Va* cancy die in meest alle Schooien, zoo wel ten nutte iler Leeraars als der leerlingen, plaats heeft, ten voordeele der gezondheid te verplaatfen in de heeter zomermaanden, wanneer de brandende zomerhitte, zoo wel Leeraar als leerling meer lust tot flaapen. dan tot de letteroeffeningen inboezemt (*).  Staatsregeling. 431 te geeven, om dit voetfpoor, hoedanig ook de verftand9 ver- ï jriogens hunner kinderen gefield zyn , blindelings te volgen ; S de kinderen kunnen naauwlyks ftaamelen, of zy worden by L hïrhaaling genoodzaakt versjens, texten en gebeden in huh fpeelziek -brein in te prenten, zoo dra zy eenigfints ouder zyn moeten zy zoo veel moogelyk den tyd in de School doorbrengen , thuis komende wacht hen reeds het byzonder onderwys van eenen buitengewoonen Meefter, of zy moeten zich : In hun vertrek begeeven tot het leeren van door de Ouders Cpgegeeven lesfen ; dus bereikt men tevens twee oogmerken-, wen dwingt het kind om zyn herfens met woorden op te Vullen, en tevens is men van het gewoel en de zorg voor zyne kinderen zoo lang moogelyk ontflagen; en wat is de öitwerking van zoo eene geftrenge opvoeding? hoe zeldzaam ssiet men1 goede vrugten Van dezelve-voortkomen; het beate wat men Her van verwachten kan, zyn, gelyk de Keer Frank 'zegt, Mond - Philofophen , die van der jeugd af gewoon aan den u'terlyken klank der woorden een denkbeeld ♦an weezenlykheid te hechten , nimmer tot de kern dcf zaaken doordringen , en hier aan offert men , gelyk onzen Schryver zeer wel heefc aangetoond, de gezondheid der kinderen gewillig op. Zoo dra verkrygc een op deeze wyze opgevoed jongeling niet eenigermaate zyne vryheid, of hy fpat uit als een breidelloos paard in alle baitenfporigheden, en bederft Weldra ziel en lighaam. Veele Ouders zouden zeer gaarne, om flechts van de moeite om hunne kinderen met ee,n oplettend oog gadeteflaan, ontheven te zyn, dezelve van des morgens af tot des avonds toe onder het lastig bedwang der Schoolmeefterlyke achtbaarheid in het School doen blyven , hier om is het zeer nuttig, dat de Schooltyd door Wetten bepaald is. Dus word by Ordonnantie voor de Steden en Dorpen der Generaliteit, in data den 3. Mey 1C5J. vastgefteld, „dat de Schooltyd drie uuren „ voor- en drie uuren na den middag duuren moet: twee hal„ ven dagen van de week moet aan de fcholieren verlof ,, gegeeven worden , behalven eene Vacantie van twee wee5, ken pens in het jaar. " Het waare te wenfehen, dat op de keuze" der SchoolJneefters meer acht gegeeven wierd, dit word vooral ten platten lande met de grootfte onachtzaamheid behandelt^ zeer zelden werd het zeedelyk ehara&cr of de gemoedsge- fteld- Tan Bh I  43* Genees kundige Van de schooun. fteldheid in aanmerking genoomen van hem , die tot zoó eene gewigtige post word aangefteld, zoo hy een goede hand fchryft, tamelyk reekent, op eenen dreunenden kerktoon voorleest, en in het psalmgezang braaf fchreeuwen kan , bezit hy alle de gevorderde vereischtens: volgens Ordonnantie van de Staattn van Zeeland, in dato 8 Fehruary 1583. ,, mag niemand tot den Schooldienst aangenomen of toege„ laaten worden , dan na voorafgegaan onderzoek in leer, „ leeven en bekwaamheden , zy moeten ook hunnen post zelf, en niet door eenen Ondermeefler waarneemen": Straffen moeten zqo min als moogelyk is uitgeöeffend worden , en in geval van noodzaakelykheid niet flechts met de mis? daad, maar ook met de gefteldheid des leerlings evenreedig zyn, zy moeten, volgens hier boven aangehaalde Ordonnantie voor de Generaliteit, gematigd zyn, en daar toe moet de roede en plak gebeezigd worden. Zoo het moogelyk waare was het gewisfelyk raadaaam , dat de jongens en meisjens in byzondere Schooien onderweezen wierden. Zoo zy zich in het zelfde vertrek bevinden , moeten zy echter zoo veel doenlyk van elkander afgefcheiden worden, dus zegt de zoo even genoemde Ordonnantie , „ knecht„ kcns en meisjens mosten van elkander afgezonderd zyn, „ die jongens in de kost houd , zal geen dochters daarby in „ huis houden, boven de 8 of tien jaaren , die dochters in „ de kost houd, geen knechtkers boven de 12 of 13-jaaren." Zoomen dc opvoeding onzer jeugd, zoo men onze Schooien , vooral onze Kostfchoolen voor beide de geflachten (van dié der meisjens hebbe ik in het voorig deel reeds gewag gemaakt) oplettend gadeflaat, en die vergelykt, met het geen onzen Schryver in dit en het voorgaand Hoofddeel heeft aangeteekend, zal men weldra gewaar worden, dat dezelve meede aan veele der door hem opgenoemde gebreken onderhevig zyn, en dus het waakzaam en verbeteiend opzicht onzer Overheid wel verdienden. By de Heeren Staaten van Holland en Westfriesland is op dato den 1. Oftober 1625. gearrefleerd eene Schoolorde over de Latynfche Schooien, by welke deeze Schooien verdeelt zyn in zes Ciasfen, waa by tevens ook de uuren der te houden lesfen, en de Auteurs, die in dezelve verhande'd moeten worden, zyn' aangeweezen. By deeze orde is ook tever.» een tyd bepaald ter beöeffening der Muzyk voor de hier toe  Staatsregeling. 433 itoegefchikte jongelingen, onze Landsvaderen , achten het ,dus ook nodig voor de uitfpanning der jeugd te zorgen,en, cdaar men dé fchoolen als kweekhoven zoo Wel van een geizond, als van een wel onderwezen nagedacht, moeten aanimerken, en dus by de befchaving der ziel den we'ftand des Ilighaams in geenen deele moet uit het oog verliezen, zo» iis dit een onderwerp , het welk ik met het grootfte recht op Ihet allernadruklykst aan de overweegïng van elk mentbhen■ vriend, in welk eene rang hy ook door het Albeftuur ge■ jplaatst mooge zyn, aanbeveele, Vkk.ta.alek> JI. Deel. PE^ Van bs schoolen.  Van de dl te teedere op. weding. DERDE HOOFDDEEL, Van het weeder invoeren der Lighaam*«effeningen en derzelter nuttigheid in de algemeene opvoed inc. h' lil l Ques vero ex recla ht&a a cervicum Ji manuum £f laterum motu, cum con— k tentione & decora memlrorum com- ie ftitutione adhibentur , ad confenta- If neum robur fanitatemque comparan- k dam: ea profeeto ut ad omnes vitcse fa partes utilia , nequaquam fane pree- \? termitteada. P l a t o de Legibus Lib. I. c. I. % i w * W anneer door eene ontydige verfpilling der jeug-. ft dige krachten door onevenreedigen lighaams of zie-- ^ len arbeid, zeer veele kinderen bedorven worden t zoo is ook aan de andere zyde niets nadeeliger voor' [ eene gewenschte ontwikkeling des lighaams en ver- ft ftands , dan wanneer door vooroordeelen, weekheid , k of leuiheid de kinderen in hunne vrye beweegingen jt verhinderd worden, hier van hebbe ik in het voorige ^ deel reeds met opzicht tot het vrouwlyk geflacht en ft in het eeifte Hoofddeel deezer derde Afdeehng in het K' algemeen gefproken, thans zal ik dit onderwerp aan | de aandacht der Overheid nader aaabeveelen.  Staatsregeling. 435 §. I L Ik zal my hier met de voordeden eener ruuwer, vtit fterker lighaamsbeweegingen vergezelde opvoeding niet breedvoerig inlaaten, hier over is door HoFFMANN, hebenstreit, krijger, JUnzer, Ballexserd, Tissot en andere i. Geleerden uitmuntend gehandeld, en het is voldoenf,. ide , dat men het ondeifcheid tusfchen zoo eene Jweeklyke en arbeidzaame opvoeding in het gezonder, j. 'fterker lighaamsgeftel van den in den arbeid opgevoett den landman als in eene levendige fchildery ten duidt. iykfte voor oogen heeft , wanneer de jonge ftede Hingen met hunne bleeke aangezichten, opgeblaazer ■. huid, gezwolle klieren en zwakke leedemaaten b} :de minfte beweeging in onmagt ter nederzinken, o « tin zweet wegfmelten, terwyl de vlugge boeren jong< ;hier van niets ondervind, wanneer men het groote: iaantal der in de fteden in vergelyking der op het lan :overleeden kinderen gade flaat, zoo zal het niet nc l' ;dig zyn door Geneeskundige reedekavelingen de na f :deelen eener weeklyke opvoeding overtuigend aan |> i ttoonen. X Daar nu de vraage door het Koninglyk Genoot [< [fchap der Weetenfchappen te Dyon in den jaare 1775 i[ii:0pgegeeven ter onderzoeking van den invloed, welk ide by de ouden gebruiklyke lighaamsoeffeningen e; 'ï; [openbaare fpeelen op de zeeden hadden , onder de ge :üi,wigtigfte belangrykfte vraagen behoort, zoo zal elk i menfchen vriend de uitwerking deezer fpeelen op d< 1 algemeene volksgezondheid befchouwende met Tis •s o x wenfchen, dat deeze zoo nuttige uitfpanning . welkers affchaffing een der voornaamfte oorzaakei Ee % Vi Van di Lig- haamsOEFFfcningen. Nadeel daar van» t i 1 » 1 D  Van i Lighaams. oeffeningen VoOTZl gen dei vu Jen hl tegen. Spetrtaanfchete til en. ft 435 Geneeskundige * van den aanwas der fleepende kwaalenis, ten minfte? [?1 in die plaatfen wierden ingevoerd, welke men thanss e allerwege ter bevordering der opvoeding heeft aange-- "i legd; dat de worftelkonst wederom een nuttig tyd— ^ verdryf der jonge lieden , en dus ook een middeM 1 wierd, om de verboren veerkragt in de fpieren derf H befchaafde volkeren wedeiom te vernieuwen. ü ik $. III. :£! . si r' De voorzorgen der ouden tegen de verteederingg 1 er hunner jonge lieden waaren met zoo veel ernst em il voorzichtigheid genomen, als of zy door eenen voor- £'s! zeggenden geest al het nadeel voorzien hadden», hett * welk eene verwyfde opvoeding onze hedendaagfchee£r befchaafde volken heeft toegebragt. 1 Lycltrgus, die met zyne Wetten hoofdzaake- s' lyk bedoelde, om alle de Burgers van zyn Gemeene*10 best tot volkomen menfchen te vormen, en hier opp s hunne magt over hunne verteederde nabuuren tee !' grondvesten, beval, dat men van de eerfte jeugd aff * aan het daarop toe moest leggen , om de kinderem Skl hard en ruuw op te voeden; hierom moesten im & Sparta alle de knaapjens blootsvoets loopen, zy droe- f gen het geheele jaar door flechts een en altoos hett S' zelfde kleed om hitte en koude even gemaklyk te lee- 1 ren verduuren ; het voedfel, het welk hen gegeevem $ wierd, was van dien aart, dat men van hetzelve; geene overlaading der maag te duchten had , maart dat daar door hunne lighaamen geftadig gezond, rankt" ~ en leenig blyven moesten , geen Lacedaemonier mogtt (4' eene uiterlyke weekelyke gedaante hebben, of dikken \\ zyn , dan Ly hu ine gtwjone ligbaamsoeff.ningeni l'i voeg-  Staatsregeling. 437 ■*gde, daar dit als een blyk van ledigheid, het voo- ' Jee als het teeken eener verwyfde ziel wierd aangeven; hierom, moesten alle de jongelingen zich elke linde dag aan de Opzieners naakt verwonen , en zelt è meisjens waaren aan deeze Wetten onderwortJnr>); dus zegt P lutarchus van LycurIrs , dat hy door wedloopen, fpieswerpen en boogJkieten de meisjens in eene geftadige lighaams betoging hield, op dat de vrugt in haaren fchoot geLder en voorfpoediger groeijen zoude en zy zelf teJu de baarensweeën te beter gehard zouden zyn leze groote Wetgeever gebood, dat zoo wel jonge ïeisjens als jongelingen by fommige offerhanden naakt Lfchynen, en aldaar dansfen moesten, op dat wanler hun hghaam fterk, vast, welgefpierd en tot In wortelftryd en wedloopen bekwaam bevonden Jderd. zy deswegens geprezen zouden worden, foo het door eene weeklyke opvoeding of ledigheid fLzwakt of te vet bevonden wierd, zy deswegens itlf met flagen geftraft zouden worden (i); misïhien was de voorzorge, om door beweeging het imaam rank en leening te houden, ook tevens oorlaak van de fchranderheid, die by de Spartaanfcre lued wierd waargenomen; Hoffmann verzekert 'Xn minfte, dat hy door het voorfchryven van beweeging L i^h^m^nerTeninff. bv verfcheide lieden het Lftand merkelyk had doen toeneemen ()> dlls zeSt ,^->v0MnBHnN Latedaemomorum RespuMica. ((i) ae li anus var. Hiji XV. '*• 1' De motu tyt- eorp. s> *« 7AN DB Ll6HAAMS)EFFEMINGEN.  Van di i.ighaamsoeffen in gen. Oogmerk ieezerinrichtingen. (a~) Neet. Jtt. Cap. XIX Celsus zegt: Ignaviatorpusbeh tot. Icbor firmat. Ma maturam feniüutem , hic longam adole tentiam reddit Med. lib. i. c. i. Aaolpbi de Eqidtatior.is ufu «h imio niedico $. 3. (*) Aelianus /. c. lib. tl. e. V. (*) De re Medica lib. t. Cap. 14. 438 Geneeskundigs ook Aultjs Gel lius dat de jongelingen die; veel eeten dommer en trager van verftand, zoo wel: als ongezond van lighaam worden() ; volgens - Buret te waaren deeze Gymnafien der ouden in de twaalf deelen afgedeeld: Het eerfte was het buitenst voorhof, alwaar de Wysgeeren, Redenaars, Wiskundigen Geneeskundigen en andere Geleerden hunne lesfen gaven, hunne werken voorlazen en hunne ftel< lingen Verdeedigden. Het tweede gedeelte was het Ephebium alwaar de jeugd des morgens vroeg te faamen kwam, om zonder byzyn van vreemde aanfehouwers in allerley lighaams-oeffeningen onderwezen te worden. Het derde was het Gymnafterion, alwaar de klee-. de- (aj De Sanitate tuenda. Ja NI CoRNaR.1 Guft. uuneupa-' tor, ad Aè'iii edit Lat. tb) I. d. I. (. Uk & e. 2,  Staatsregeling. 441 deren afgelegd, en, na het verrichten der fpeekn, ^ wederom aangetogen vvierden. » Het vierde de zalf-plaats. _ t, Het vyfde was het Coniflerium, alwaar men zich met zand en ftof bedekte, of om het zweet en de oly af te wisfen, of om worftelende beter vat te hebben. Het zesde, de eigenlyke kamp-plaats. Het zevende, de kaats-baan. Het agtfte, de ruime plaats tusfchen het voorhof en de muuren, die het geheele gebouw omringden. Het negende deel maakten de Xyfii of voorhoven uit, waar onder de worftelaars zich in den winter of by fiecht weder oeffenden. * Het tiende , eenige open pleinen met of zonder boomen voor den zomer en by fchoon weeder tot deeze oeffeningen gefchikt. Het elfde, de bad gewelven. Het twaalfde was eene halfronde met zand beflrooide en voor de aanfchouwers met trappen omringde fchouwplaats O) ; onder de Opzieners waaren de Gymnasia en Pacdotriba de voornaamfte; de laatstgemelde onderwees de lighaams - oeffeningen zonder op de byzondere lighaams-gefteldheid en gezondheid der leerlingen acht te geeven; de eerfte wees den aart en de fterkte der beweeging aan, welke voor ieder ouderdom , gefiagt , temperament en verdere omftandigheden gefchikt was; hiertoe wierden voornaamelyk Geneeskundige genomen, en Galenus, die het zich eene eere reekende, dat het opzicht over het wor- (ö) Hip. de UAcad. Roy. dis Tnfcript. & bril, Lettres \\. Ee 5 7 AN DK IG- AAMt- ÏFFE1NGE* Opzie- linsdef zelve.  443 Geneeskundigs Van di JrlG- HAAMï- OEFFEKINGEN. (ö)PlatneR de arte Gymastica Veterun. ( b~) J. J. Bo s E de gejlatione Romanorum. Bibliotbeque GtrmSH' t. aft. art. XII. Tissot l. c §. 54. De Sauitate tuenda lib. II. c. 12, worftel -huis te Rome aan hem toebetrouwd wierd, nam deeze zaak zoo ernftig ter harte, dat hy zelf nog in zyn vyf en dertigst jaar zich den fchouder ontwrigtte. "Herodicus was, volgens getuignis.van Plato, de eerfte, die kort voor den tyd van Hip po» c r a t e s, de lighaams - oeffeningen tot het vak der geneeskunde bragt O); Plinus zegt van Asclepiades, die ten tyde van Pompejus de groote leefde, dat hy, door de bedden der kranken in de lucht te hangen; en aan dezelve een wiegende beweeging meede tc deelen , de fmert zyner lyders verminderd en hen flaap verfchaft had: dit heeft ook Celsus met den gelukkigften uitflag in het werk geftelt(Z>); Gacenus verzekert, dat hy alleen door de beweeging veele menfchen van gebreken in fommige ledetnaaten geneezen heeft (c); en zien wy niet dagelyks kinderen, die door hunne dikke buiken, duidlyke blyken van verftoppingen in de ingewanden geeven , alleen door de beweeging geneezen j P l a t n e r fchryft met recht het in onbruik raaken deezer gcneeswyze aan de Arabieren en de Monniken toe; de eerst gemelde, offchoon zy alle hunne kunde van de Grieken ontleend hadden, fchreeven al het geneezend vermogen aan de onderfcheiden vermengingen der geneesmiddelen toe; de laatfte, zelf in hunne enge cellen aan lighaam en geest lamgezee- ten,  Staatsregeling. 443 ten , verminkten de Geneeskunde door hunne gebrekkige overzettingen der Arabiefche en Galenifche Schriften (0). S- v. Men had echter niet kunnen vermoeden , dat de naneeven der yzerharde Germaanen en forsgefpierde Galliërs tot eenen graad van verwyfdheid vervallen zouden, die naauwb/ks door de Aftatifche volken overtroffen word; Niebuhr zag op zyne reize te Schiras in Perfien een huis, alwaar eiken morgen op een bepaald uur, zeer veele en zelf zeer aanzienlyke lieden te faamen kwamen ,om zich in het worftelen en andere lighaams-beweegingen teoeffenen, ter behoudenis hunner gezondheid en vermeerdering hunner krachten; dit had hy meede in Egypte» aangetroffen O). De uitvinding van het buskruid en dier werktuigen, waar door men op eenen verren affland malkander den hals kan breeken, heeft wel de wyze van oorlogen minder bloeddorftig gemaakt, en het verlies van manfchappen verminderd, maar daar en tegen is hier door deperfoneele heldenmoed en oeffeningen dei lighaams-krachten ook merkelyk verfiaauwt, daai een erkelen vingerdruk van den zwakften bloodaard den ftcrkten krygsheld ter neder kan vellen; zoolang elke Euitsch burger ter verdediging zyner bezittingen te velda trok, zoo lang denadePerzyneneenigeti roem en belooning in ftelde, om zyne door hetgeftadh ja (0) Recherches fur les maladies Chroniqaes torn. L pref* ÏIATNEK /. C. §. XVIL (fc) Reizen l Dtel. Van uk Lig- haams- OtFFEKINGEN. Oorzaaken der heden- daagfcbe vjicbesd.  Van de HAAMSOEFFENINGEN» Nooi- xaaklyke verbeterir.g. O) T i ssot I. (. 5- ï4« 444 Geneeskundig» jagen verharde afftammelingen dapper aan te voeren; zoo lang by groote plegtigheden de Ridders elkander in de touruooi fpelen met de lance heldhaftig te keer gingen, en den fterkeren den zwakken trachte uit het zadel te werpen; zoo lang genoot ook de jeugd ' eene opvoeding, waar door alle de leedematen tot de vermogendfle beweegingen gehard en het geheele lighaam als het waare verftaald wierd,hier toe waaren de heir- en kruis - vaarden meede va»groot nut. Het is thans zoo verre gekomen, dat alle lighaams beweeging van voornaame lieden verbannen is , en dat, gelyk Tissot zegt, verfcheide lighaams-oeffeningen der ouden weldra naauwlyks meer, dan by naam, bekend zullen zyn O), Het by onze voorvaders zoo weinig bekend kaartfpel, hecht op een bepaald uur een aanzienlyk aantal menfchen op hunne ftoelen vast, en doet het tot laat in den nacht ftokftyf zich krom zitten: de grooter geneigheid, die wy voor de muziek hebben, verhindert ook onze zoo nodige lighaams-beweeging. S- vi. De groote en gelukkige verandering, welke op de meeste plaatfen in de wyze van opvoeding befpeurd word, kan ter overtuiging dienen, dat men thans overal het voordeel eener werkzaame opvoeding begint in te zien; al waare het dat Mo,ntagne Locke, Rousseau en andere hunner navolgers geene andere verdiende hadden, dan dat zy het lighaamlyk welzyn hunner leerlingen in het oog gehouden,  Staatsregeling. 445 den , en getracht hebben de wetenfchappen met gezondheid , gevoeligheid van ziel met een ftevig zenuwgeflel te doen gepaard gaan, zoo zouden zy hier door alleen onzen hartelyken dank verdienen; het was tyd die al te overdreven gevoeligheid , die by mannen tot in het verwyfde , by de vrouwen in vapeurs en flaauwtens ontaarte , met manlyken ernst tegen te gaan. $. VII. Voor de klasfe der arbeidzaame menfchen heeft de Natuur zelve gezorgd, en zoo zy met geene te groote armoede te kampen hebben , zullen zy den hier door verkreegen fchat van gezondheid en fterkte tegen de lekkernyen der verzwakte ryken niet willen verwisfe* len, op dat echter de ryken, of zy, die, wegens hunne beöeffening der weten fchappen, meestal eer zittend leeven leiden, niet verder hun gezond lighaams -geitel verliezen mogen, moet de Overheic maatreegelen beraamen, om het algemeen op de zorge voor zyne gezondheid door middel der lighaams-oef feningen oplettend te maaken. Het is niet gertoeg, dat men die jongelingen, wel ke aan de ftudie gewyd zyn, rustdagen geeft, en hei de vrye lucht laat genieten, men moet trachten zoi danige fpeelen voor elk geflacht en naar eiken ouderdori in te voeren, waar door het nadeel, het welk de Wee tenfchappen door de daar aan verknochte zittend levenswyze op de gezondheid kunnen veroorzaa ken, zoo veel als moogelyk is by tyds word voorge komen. §. VIII. Van t>« Lio- IIAAMS- ouffe- JINGEN Waar in die befiaanmoet. [ l > 1  44  STAATSREGELING. 453 nog onder ons plaats hebben, tot 'een der noodzaaklykfte oeffeningen voor jongelingen van zekeren rang, en is by hen ook even zeer als het dansfen in aanzien; daar het echter een der hevigfte en fterkst verhittende lighaams-oeffeningen is; zoo moet van wegen de Overheid daar voor gezorgd worden; dat de jongelingen hier niet terftond toe ©vergaan, maar door ligter oeffeningen allengs hier toe voorbereid worden; het is dus ook hier om nodig, dat een Leermeester ia de lighaams-oeffeningen wegens de krachten en ouderdom zyner leerlingen een verftandig oordeel velt; Het al te vroeg leeren deezer konst, daar zyden onervaren jongeling een vertrouwen op zyne krachten en kunde inboezemt, heeft reeds veelen het leven gekost ; het onderwys in dezelve moest zeer langsaam voortgaan, en hier meede moesten ten minsten twee jaaren doorgebragt worden ; men moest zich op de fchermzaal niet flechts in het gebruik des Degens, maar ook in het fwadronneeren en het Haan met ftokken oeffenenf>). Van het te paerd ryden, door de voornaamfte Geneeskundigen als eene heilzaame beweeging aangeprezen (*), zal ik niet wydloopig handelen , daar de kostbaarheid deezer oefïening flechts zeer weinig jongelingen toeftaat daar van gebruik te maaken, de Overheid zoude de prys der lesfen in de rydfchoolen maatigen kunnen, en daar door het aantal der leerlingen vermeerderen. Voor die geenen, die met ver- fa-) Eneyclopedie Edit. de Gerieve art. Eeole Militaire. \b) Ca. M. Abolph. disf.de Iquintiems utu Het. Ff 3 Van db LlGhaamsOEFFFnimssn. Bet te paerd rydeay  454 Geneeskundige ▼ab de HAAMS- OEFFE- NJNGEN, Met zwemmen. mogend zyn eigen paerden te houden, of de lesfen in de rydfchoole by te woonen, zouden zekere werktuigen vervaardigd kunnen worden, welke eene foortgelyke beweeging veroorzaaken. In Egypten zyn, gelyk meede in Perfien , verfcheide openbaare huizen in de groote Steden aangelegd , waarin lieden van alle ftandeu by een komen, om eene gezonde lighaamsoeffening met elkander in'het werk te ftellen: Nieïuhr heeft verfcheide werktuigen, ter bevordering der lighaams-beweeging ia de Ooftcrfchc landen in gebruik, laaten affchetfen, en derzeiver invoering zoude onder ons, alwaar zoo veele tot eene zitten de leevenswyze veroordeelt zyn , aller nuttigst zyn; men zoude meede welhaast ophouden het gebruik deezer werktuigen als iets kinderagtigs aan te zien; hoe belagchelyk is niet het fpel met de met mislyke figuuren befchilderde kaarten, waar by zich mannen en vrouwen tot kinderen zitten en zich zelf moedwillig van die voordeden berooven, welke de wyze Schepper aan de Dieren , door het vermogen eener willekeurige beweeging , boven het ryk der planten en delfftoffen heeft toegeftaan. Wat het zwemmen aanbelangd, niemand zal ontkennen , dat dit voor zeer veele menfchen eene zeer gewigtige zaak is, en dat duizende hun leven zouden gered hebben, zoo dit gedeelte der lighaamlyke opvoeding niet meest overal verwaarloosd wierd, „ wanneer men (zegt Gardane) de jaarlykfche „ lijsten der te Parys verdronkenen leest, en be„ denkt hoe veele menfchen op deeze wyze hun le„ ven verliezen; zoo moet men zich verwonderen, y, dat hier tegen zoo weinig hulpmiddelen in het „ werk gefield worden, het is niet genoeg, dat men „ de  Staatsregeling. 455 ,„ de reeds verdronken op alle moogelyke wyze tracht,,, te in het leeven te brengen; men moet middelen * „, aan de hand geeven, om de ongelukken voor te o ,„ komen, en hier toe was het eenige, de reeds in de .„ gafette de f anti 1774. voorgeftelde zwemfchooL, len; zoo eene inrichting zoude niet kostbaar zyn , L, en die zich van der jeugd af in deeze konst geöefL, fend hadden, zouden zich, zoo zy in het water .„ vielen, weeten te redden (f?)." Daar en boven zoude zoo een koud bad voor de I gezondheid zelf voordeelig zyn, gelyk ik hier na zal i aantoonen ; men had eertyds te Rome eene kom , | waar in het volk tot baden en zwemmen by een ■J kwam , en men moedigde deeze oeffening zoo veel I moogelyk aan: Plutarchus bericht ons, dat de 1 oude C a t o zyn Zoon onderwees, om over fnelle I ftroomen en draaikolken te zwemmen ; Caesar ■ zwom gemeenlyk zyne krygslieden over de ftroomen, welke zy in hunne krygstochten ontmoetten , zelf voor; van Keizer Augustus bericht ons, Suet o n 1 u s , dat hy zelf zynen neef niet flechts in de weetenfchappen , maar ook in de zwemkonst onder wees O) : Lodewyk^ elfde Koning van Frankryk baadde zich, en zwom by ligten dage met zyn geheel Hofgezin in deSeine(c) Kar el de groote was bekend als een bekwaam zwemmer , en men weet (o) Gardane avis au peuple far les mms apparentes p. 27. 28- Code de la Poiice U e, §. 3- P- 60. (fr) Cap. LXLV. J ust. Lipsii de Militia Romana lib. V, dial. XIV. ( e ) Recherches fur lei malai. cbnm. T. x. f>. 63. Ft 4 Van ds 10- aams- EWE-  Van de JylG- HAAMS- OEFFE- KINGEN, Wet klimmen. l(a) Goett. Gel Anz. (,b) liet was dus by hen een fpreekwoord nejue natures ueque litteras didicit. (f) Alex ab Alexandro lib. 11. e. i$. lib. 1. c, 2ot Cd) De L'Edaieiien pbyfque des Mnfansp. ï8ï. 456 Geneeskundige weet hoe veel tyd de oude Duitfchers tot deeze oeffening befteedden, in heete landftreeken is het baden en zwemmen het eenige middel tegen die afmatting, welke door de brandende zonneftraalen, en heete winden veroorzaakt word; in de Noordfche landen vermindert het baden zelf de fcorbut ( a ). Het was by de Romeinen, even fchandelyk niet te kunnen zwemmen , als in de noodzaaklykite konsten en weetenfchappen onbedreeven te zyn (i<) , vooral was deeze bekwaamheid den jongen krygslieden nodig (O 5 ge]yk dit ook nog hedendaags voor hen on* ontbeerlyk is. Het klimmen opboomen en muuren'kan de gezonde lighaams - gefteldheid, en dus ook de gezondheid der jongens zeer bevorderen, de Natuur fchynt den mensch, die zyn voedfel dikwerf van hoogen boomen zoeken moet, hier toe in.ftaat gefield te hebben, derhalven is ook deeze oeffening van nut, alwaare het flechts, om de jeugd onder behoorlyke voorzorgen, met fommige gevaaren, welke het niet moogelyk is altoos te vermyden , meer bekend te maaken , en de groote konstteleeren ,om het evenwicht in agt te neemen; voor lieden van laager clasfe, is het van de grootfte nuttigheid hier in vroegtydig bedreeven te zyn: hierom raadde Ballexserd, dat men de kinderen van hun tiende of twaalfde jaar af, zich hier in moest laaten ocffenen ( d); dit ziet men zeer veel in  Staatsregeling. 457 in Zwaben, men plant eenè lange ftaak zonder zy- J takken in de aarde, aan hetbovenfte is de prys, ge- ™ woonlyk in vrouwen kleeding -(lukken beftaande, op- ™ gehangen en zoo men het nog moeilyker wil maken word de ftaak met vet gefineerd, als dan beyveren zich de jongelingen, om beurtelings hier tegen op te klauteren, veele bereiken de helft, en glyden dan, daar hunne krachten bezwyken , van den gladden ftaak nederwaards ; eindelyk verwerft den overwinnaar den prys, die hy zyne beminde vol vreugde toewerpt. Hier toe behoord meede het op fielten gaan, het .vermaak van fommige onzer jonge knaapen, ineen:- g ge heete landen, in het Biskaayfche en andere landftreeken loopt oud en jong op Stelten over het heete zand met een vasten tred voort, fpringt over flooten en graften , en gewend zich dus om het evenwigt te houden. §. XII. Hier tegen kan men inbrengen, dat het gevaarlyk is de jeugd zodanige fpeelen niet iïechts toe te laaten, maar hen zelf daar toe aan te moedigen. Het is hier meede geleegen even als met het inenten der kinderpokken , wanneer men by deeze altoos alle gevaaren van befmetting, en by de eerstgemelde alle ongelukken, die men door een geöeffendlighaam leert ontgaan , met zekerheid kan vermyden; wanneer de gezondheid by eene leedige en dus ook niets waagende leevenswyze van ons ongeftadig luchtgeftel en andere onverwachte toevallen geene kwaade gevolgen te duchten heeft, wel aan dan! laat de jonge melkmuil op zyn moeders fchoot blyven, hy zal dan Ff $ AN M AMS- ?FE- *1GEN» Hel op- elten aan. Of min dus doende de jeugd niet aan veelt gevaaren hlootjiell.  Van di Lig- haams- OfcFFENlN6£iV. Pan eene openbaare oeffenplaats. (a) M. Montagne zegt. „ It n'y a remede. qui e» veut faire ([d'un Enfant) un bomme de bien, fans doublé il ne te „ faut espargner en celte Jeunesfe , & faut fouvent cboquer les rest g,es de la medecine: vitamque fubdio &trepidit agat — in rebus „ Ce n'est pas asfez de luy roidir l'ame, il luy faut ausfi roidir les muscles Endurcisfez le a la fueur & au froid, au „vent, au foleil, aux bafards, q-t'il luy faut mesprifer. Ostez „ luy toute molte'sfe & delicatesfs au vestir & eoucber, au manger „ & au boire, accouflumez le a tout: que ce nefoit pas un bean „ garpon & Dameret, mais un qarcon vert & vigoureux: enfant, „ bomme, vieit, fai tousjours creu & jugéde mesme." Esfaisliv.Z. Cbap. 2j. p. i03, I24, 4jS Geneeskundige zyn been niet verftuiken, maar van welk nut zal het zyn het kind op het zorgvuldigst voor al wat hem fchaden kan te beveiligen, om naderhand den verwyfden man door eene verkoudheid om het leeven te zien komen, of over een hek van een fpan hoog den hals te zien breeken ; al wat men met grond eisfchen kan , is, dat men de onbezonne vermetelheid der jeugdige waaghalzen paaien fielt (0). f. XIII. Voor al moet voor de fchooljeugd op eenen geruimen affland van de Stad, om des te zuiverer lucht in te ademen en niet terftond na de oeffening in rust te komen , eene ruime, veilige en na het aantal der leer-, lingen gefchikte fpeelplaats aangeweezen worden, zo» men ook tevens een gebouw bezit , het welk tot deeze oeffening geduurende de koude of by flecht weeder gefchikt is, zoo is het des te beter: het Geestlyk Seminarium te Mets heeft ten behoeve der jonge aan- kwee-  Staats reiselino. kweekelingen tot den-Priefterorde, een, eigen Fresca- \ ti (Lusthuis), een ruim gebouw, hetwelk een uur « van de Stad geleegen is, derwaards moeten zich alle ^ de Leerlingen eiken donderdag, hoedanig ook het weeder mooge zyn, te voet heen begeeven, hier vinden zy gelegenheid, om zich by flecht weeder met eene betaamlyke vryheid door fpeelen te vermaaken; diergelyke inrichtingen heeft ook te Straatsburg plaats; de orde der Jefuiten bezat meede foortgelyke huizen tot dit einde ingericht; de groote Exercitie huizen ter oeffening der bezetting by flecht weeder in Darmftad en elders opgericht, zyn voorzeker voorde gezondheid der foldaaten allerwenfchelykst. De openbaare fpeelplaats moet in het vrye veld op eenen verhevenen grond zyn aangelegd, en ter voorkoming van ongelukken moet op de zelve geene bron of eenige andere gelegenheid zyn , dat de verhitte knaap zich het oog van zyn Meester onttrekken, en zyne gezondheid benadeelen kan, de fpeelplaats moet met zooden of met zand bedekt zyn, ten einde de leerlingen door het vallen geen nadeel lyden, men moet hen naar maate hunner ouderdom of fterkte in zekere klasfen afdeelen, fteiltens en diepe ftroomen moeten by den aanleg van zodanige plaatfen zorgvuldig vermyd worden; zy moeten met fchaduwryke linden-of andere boomen, zoo ter befcherming tegen de zon, als tot gebruik in fommige lighaams-oeffeningen, omringd zyn; voor dit alles is in het Koningryk Hongaryèn weldaadig gezorgd (0). § XIV. t» &»'»'• M»'' 'ef B*w- T- 6 s' "4' AN Dt IG- AAM3- SFFÏ- INUEN.  Van di Lighaams. «effeningen. Voorzer gen wegels de veiligheid der jeugc ij hunne fpteien. Voorzichtigheid ij oe krygtm oefeningen en ke dragen van bet geweer. fa) Qrdin. Torneam. de gladio. (<•) Goth.fr.. Süiri disf. de ludis Equestribui Jen. iö88. 4«?o Genees kundige S. xiv. De Opziener of Leermeester moet zorgen, dat onder de fpeelende geene oneenigheden ontftaan, allerley befchadigende werktuigen moeten van hen verwyderd worden ; Zoo moesten voor het begin der ; Tournooy-fpellen de Ridders, hunne wapenen en casquetten door den Wapenkoning den Opziener en twee gemagtigden doen onderzoeken, men mogt, volgens de wetten, geen zwaerd gebruiken , dat meer dan 2* of 3. vinger breedten aan de punt breed was, her. moest ftomp afgefleepen zyn, zoo dat men zich aan het zelve niet fnyden kon(#); men mogt aan het zadel, toom of gebit niets hebben, dat wonden kon veroorzaaken : hier by was nog een wet, dat alle kwaadaartige paeiden in het tournooi»fpel verboden waaren (Z>). De Krygs-oeffeningen "moeten zonder fchiet ofzyc'geweer door de jeugd geleerd worden, men kan het boogfehieten in deszelfs plaats invoeren, waar door ' meede het lighaam en het gezicht verfterkt worden i het komt my ongerymd voor , dat men de ftudeerende jeugd toeftaat een Degen te dragen; hen moest ook het gebruik van windroeren , dolken, ftokken met yzeren pennen en dergelyke op het fcherpst verboden worden : in Frankryk mag men op zwaare ftraffe geen jongeling eenig fchietgeweer in handen geeven, zoo lang hy nog geen achtien jaaren bereikt heeft, en de Ouders, Voogden en Meefters moeten voor bun- ,.' .  Staat sRËöstiMa. hunne kinderen, papillen en leerlingen inftaan(>) : de piftooltjes, kleine kanonnetjes, voetzoekers, kruid en diergelyke zaaken moesten niet aan kinderen verkogt worden, daar hier uit dikwerf de grootfte onheilen ontftaan; de in Duitschland zoo in zwang zynr de fchietgezelfchappen, waar in de jeugd in het fchieten afgeregt word, bereiken zeer zeldzaam het voorgefielde doeleinde , daar de Overheid hierop geene genoegzaame acht flaat: zy dienen dus voor het meerderdeel tot zuip-gezelfchappen en geeven gelegenheid tot allerley ongeregeldheden ; zoo men hier nu i byvoegt de ongelukken, die door eene onvoorzichtige behandeling van het fchietgeweer zoo wel onder de aanfchouwers als fchutters voorvallen, zal men ovef| tuigd zyn, dat in onze tegenwoordige tydsomftandigI heeden deeze konst voor .den burger niet zoo nodig | is en alleen aan den foldaat kan overgelaaten worden ; I ten zy dat 'er onder de fchutters eene volftrekte krygs1 tucht wierd in acht genomen, en alle buitenfpoorigI heden belet wierden, als dan kan dit van nut zyn, 1 voor al in vestingen, alwaar de nood wel eens vordert , dat elk burger foldaat is. By het wedloopen moet men acht geeven, dat de uitgeftrektheid der loopbaan aan de ouderdom en krachten der loopers geëevenredigd is, men zorge, dat de een den ander niet doe vallen, om het eerst het einde te bereiken; na dat zy ten einde geloopen hebben, moeten zy , ten einde niet te fchielyk te verkouden, terug gaan naar het begin der loopbaan: Lycurgus 'liet ook de meisjens in deeze ter ontwik- ke- O) C>a, i* U Poli" T. i. Tit. VII. 5. 1.1- »4* Van bb Lighaams-* oeffeningen»  Van de ï/ighaamsoeffeïiingen Van de inpers. 46* Geneeskundigs keling des lighaams zoo nuttige oeffening deelen, onze Schoonen zyn hier toe geenfmts gefchikt, de helft haarer fpieren zyn voor haar van geen gebruik. Te Bretten een Steedje in den Keur Palts is het nog in gebruik, dat jaarlyks op St. Laurens dag onder de herders meisjens een wedloop gehouden word , het geen met eene groote plegtigheid en onder eenen aanzienlyken toevloed van aanfchouwers gefchied, de prys beftaat uit een hamel en fommige kleedingsftukken, die aan het einde der loopbaane aan het vlug* fte herderinnetje door den Ambtman worden overgegeeven. Daar ik hier van de wedloopen fpreeke, kan ik niet nalaaten gewag te maaken van de loopers, die door voornaame lieden tot grooter ftaatfie gehouden worden, en waartoe veele geringe lieden hunne welgemaakte zoonen opleiden, dewyl deeze foort van bedienden grooter inkomften hebben; de oorfprong der loopers of postbooden is te zoeken in die tyd , toen de posteryen nog niet zoo zeer ingevoerd waren, en men de brieven door vertrouwde dienaars naar vergeleegen oorden zenden moest: de Heeren ftelden 'er eer in, wanneer hunne loopers of booden den weg in korter tyd afleiden, dan die van anderen: en dus wierd de post van looper eenen arbeid, welke zoo eene hevige infpanning der krachten vorderde, dat zeer veele jongelingen zich daar door bedorven hebben; hier by kwamen nu hooge weddenfchappen, 'waar van de ongelukkige loopers de flachtoffers waaren; ook dit, als waar in den welftand van zeer veel welgefchaapen jongelingen betrokken is , verdient het waakzaam opzicht der Overheid; dat regeerende Vorsten hunne loopers ter afzending hunner beveelen altoos, ook dan wan-  Staatsregeling. 463 hwanneer zy door geene ruiters verzeld kunnen zyn, Jby zich hebben, kan men dulden, maar dat elke jon: iker gerechtigd is, om, ter voldoening-aan zyne iidwaaze trotschheid, zyn meedemensch tot zoo eenen l, gevaarlyken, zoo wel als nutteloozen , dienst te ge: I bruiken, is beneeden de waardigheid van den mensch, ; 'er moest dus eene zeer naauwe bepaaling zyn , wien ilhet geöorloft is eenen looper te houden, en de wed11 denichappen zoo wel tusfchen de Heeren, als de looj;pers moeten volflrekt verboden zyn.- Onder deeze oeffeningen behoort meede , dat in I: meest alle de gewesten van Europa de kinderen op jilSint Jan's avond by elkander komen, en groote vuuren aanfteeken , over welke meisjens en jongens of ji één voor één of by paaren heen fpringen; het was by s,de oude Romeinen reeds in gebruik, dat zy by de I ftichtingen eener Stad de inwooners, die gefchikt waa1 ren om dezelve te bewoonen , door water en vuui | reinigden; dit heetten zy lustratio; Ovidius zegt ihier van Vivo perlue rore manus; Moxque per ardentes ftipulae crepitantis acervos. Trajicias celeri flrenua memhra pede (a). Deeze plegtigheid wierd op den verjaardag van de ftichting der Stad herhaalt, en veel ligt is het gebruik onder de Christenen hier van af komftig. Ik was te Mets op deezen St. Jans dag ooggetuf gen van eene zonderlinge plegtigheid, des avonds wier (*) Fatt°r. IK F. 77»- Van ra Lighaams- oeffeninosn. . Bet fpringep over bet fint Jaat vuur.  464 .*G'B;N' E'ESKUNDIGE Van-be i.1ghaamsoeffewgen, 'Gevaar fier by. Het kegelen , balveerpen , fchaatfenryden. wierden onder eenen zeer grooten toeloop van volk op eenen hoogen houtftapel vyfof zes katten, in een houten kooy geflooten , leevend verbrand; het geheel Garnifoen was hier by in de wapenen, en de Gouverneur en eerfte Burgemeefter ftaken den houtftapel aan; na dat de katten verbrand waaren, wierd door alle de regimenten afgevuurd; deeze zeer oude gewoonte word jaarlyks herhaald, ik kon geene andere oorfprong van dit gebruik te weeten komen, dan dat die Stad eertyds jammerlyk betoverd geweest, en door dit middel gered was. De oude gewoonte van door het vuur te fpringen, is wel eens oorzaak van jammerlyke ongelukken , wanneer door kinderlyke dertelheid en moedwil de een den ander in het vuur ftort; dit gevoegd by het gevaar van brand is eene genoegzaame reeden, dat zoo een nutloos en dikwerf fchadelyk gebruik van wegen de Overheid geheel verboden moest worden. Met opzicht tot het kegelen, balwerpen en fchaatsryden zyn de volgende inrichtingen zeer nodig. Geen kegelbaan moest zonder verlof en bepaaling der plaats aangelegd worden, en moest aan het einde met een wel verzorgd affchutfel voor den aanloop der ballen voorzien zyn , op dat geen der fpeelers ofaanfchouwers van den geworpen of te rug loopenden bal gevaar te duchten had. Het bal-werpen moet meede met alle moogelyke voorzorgen gepaard gaan, dat niet door het treffen van het hoofd of andere lighaams-deelen gevaarlyke, ja zelf doodlyke ongevallen ontftaan, de ballen moeten derhalven van geene te harde ftoffe zyn. • Het fchaatsryden eifcht een naauwkeurig toezicht, dat de onvoorzigtige jeugd zich niet te vroeg op diepe  Staatsregeling. 405 pe en nog niet vastgenoeg bevfoozen waters begeeft, hier van zyn honderde allerrampziligfle voorbeelden; die plans, alwaar de gewoone baan der Schaatsryders is, by voorbeeld de doorflroomende Rivier, moet van wegen de Overheid onderzogt worden, of dezelve fterk genoeg beyröozen is, eer het iemand toegeftaan word, zich op dezelve te begeeven. In bergachtige landen ziet men de gemeene knaapjens zich by meenigte met fleetjens op de toppen der heuvelen begeeven, om zich over de fneeuw van die hoogte te laaten afglyden, zy ftellen zich dus aan zeer groote gevaaren bloot en het is niet zeldzaam, dat zoo een roekeloos fpel den jongen waaghals in het fchroomlykst ongeluk ftort — zelf onderneemen zy dit in de fteden, zoo dat de hoogtens hier door zodanig glad gemaakt worden , dat men dezelve niet zonder het grootfte gevaar betreeden kan; dit behoorde dus door de Regeering belet te worden; dit is te Fulda by eene Ordonnantie van den 3. January 1,775- gefchied, waarin dit glyden op de gladde ftraaten, zoo wel als alle moedwil der Schooljeugd, verboden word, hier op moet door de Stadsdienaars acht ge even worden ; de Ou Iers zyn gehouden hunne kinderen deswegens te ftraffen, of moeten zelf, het zy eene geldboete , gevangnis of tuchthuis-ftiaffe hier vx>r ondergaan. Wegens het dansfen hebbe ik verfcheide voorzorgen aan te beveelen; daar het zelve eene hevige beweeging des lighaams is, is het voor den zomer|hei minst gefchikt, als dan zyn de vrste deelen verflapl en de vochten meer tot bederf geneigd;' het zweeten. de begeeite om zich met eenen koelen dronk te ver frisfen, alles loopt te faamen, om de danfende in een< JI. Deel. Gg gf VM» Dt Lighaams©effeningen. Het fleedevaarender %emeeneknaapjens, Voerz-rgm {) de openbaareda,.sfen.  Van di Ï.IGïiAAMSOFFFEjNINGEN. •466 Geneeskundige gevaarlyke zitkte te ftortcn, het zoude dus raadzaam zyn in den zomer het dansfen niet toe te ftaan. Duizend voorbeelden hebben beweezen ,1 dat het dansfen voor de vrouwen geduurende den tyd haarer maandftonden nadeelig is, dit kan wel door de Overheid niet verboden worden, maar de Ouders kunnen door zoo eene waarfcfiuwing bewoogen worden hunne dochters geduurende die tyd dit vermaak niet toe te ftaan: Dit vermaak kan voor zwangere vrouwen nuttig zyn, zoo echter dat, wanneer zy op de helft haarer zwangerheid zyn , zy door geene hevige dansfen .zich en haare onfchuldige vrugt in leevensgevaar brengen. Daar de fhelle overgang van rust tot beweeging en Van beweeging tot rust nimmer van gevaar ontbloot is, is de raad van Unzer zeer heilzaam, dat alle danspartyen met menuetten eenen aanvang moesten neemen, en met dezelfde dansfen moesten eindigen; •niemand, die gedanst had, moest de danszaal verlaa* -ten, dan na een' vierendeel uurs na het eindigen der laatfte dans, om hier door zoo veel moogelyk de zoo dikwerf doodlyke verkoudingen voor te komen; dat deeze partyen den gantfehen nacht door duuren, maakt het gevaar nog grooter, daar de koude des nagts het hevist is, dus is volgens Keurfaxifche Ordonnantie van den jaare 1612. gelast , dat op Hoogtyden de openbaare dansfen des avonds om 10. uuren eindigen moeten. Het dansfen in de open lucht onder fchadauwryke boomen, fchynt my toe het gezondfte te zyn , alhoewel dit in Saxen, om welke reeden is my onbekend , verboden.is. Men moet niet tcefiaan, dat alle fooiten van dan- • ■ • .lferj  Staatsregeling. 467 Ifen rveral naar willekeur ingevoerd worden, de he'Vig rond draayende dansfen zyn voorzeker voor de jgezondheid njdeelig, vooral voor vrouwen , deeze :zyn ook in het (lift Wirzhurg by Ordonnantie van 18. Jury 1765. en te Fulda in den jaare 1767. verboden, ifommige engelfche dansfen Vorderen meede eene al te lievige lighaams - bt Weeging. Er is een tyd gi Weest, dat de raazerny der tweegevechten nergens meer dan op de hooge Schooien in .Zwang was, duizende hebben op zoo eene fchandelyke wyze hun leven geëindigd , de Duitfche en . Franfche Univerfiteiten hadden veel meer het aanzien van Vechtplaatfen, dan van zetels der Wetenfchappen 3 en men was genoodzarkt het grootfte gedeelte van den tyd aan het leeren der Scherm- konst te befteeden ; dit gaf aanleiding tot alleiley buitenfpoorighe1 den, zoo wel onder de ftudeerende jeugd, als ondei de kiygs-en handwerks-lieden; het is best alle open» baare vechtplaatfen te verbieden , en het fchermen niet verder dan tot oeffening des lighaams en behoud der gezondheid nodig is, toe te ftaan. H t te paerde ryden, alleenlyk als eene lighaamsoeffening befchouwd , verdient een naauwkeuri'0 opzicht ; de Leermeester moet voor eene goede foort ■ van rypaerden zorgen; het naar buiten ryden, waar toe de jongelingen zoo zeer geneigd zyn , veroor:zaakt veele ongelukken; de paerden die hier toe gej geeven worden hebben dikwerf gewigtige gebreken , iof kwaadaartige nukken, en men durft uit vreeze •voor het misbruik, dat daar van gemaakt word , hen Igeene goede paerden toevertrouwen, men moet derhalven zorgen, dat Gg a Foor Van st ligHAAMS—OEFFEJUINQEM Van d» Eeberm ScbQQllttt tiet te den.  Van ni Lra- HAAMS- OEFFE- njmgen, ( «) Coi» 4« te Po.'iet T. x. Zïf. ra. J. x. 468 Geneeskundige /^or aft** tot het naar buiten ryden aan geenen i losbandigen jongeling een paerd verfchaft word. il T/n tweede, dat geen paerd, het welk zodanige Ie ondeugden heeft, die den hier van onkundigen ry» < f der in een ongeluk kunnen ftorten, tot het naar bui- • ü| ten ryden gegeeven word. Ten derde, dat niemand zyne paerden door kin-' 1" deren naar het water laat brengen; dus wierd te Pa- iJ rys by eene Ordonnantie van 21. Juny 1732. aan alle j' Herbergiers, Stalhouders, en dergelyke op verbeurte: ,i der paerden en zwaarer ftraffe verboden hunne paer- < „ den aan een hunner kinderen of dienstboden toe te ,1 vertrouwen , om dezelve naar het water te brengen. 1 of af te ryden , voor dat zy hun achtiend jaar bereikt; oei hadden f>). « Onvoorzichtige Ouders onder den boerenftand, f zien met het grootfte vcunaak hunne vierjaarige knaap- ■ Jï jens te paerde zitten en den wagen mennen, de kin-, m deren zelf zyn hier meede zeer in hun fchik, en de: f Ouders verheugen zich zoo vroeg! moogelyk eenige : f hulp aan hunne nog jonge kinderen te hebben , of' 1 fchoon zoo eene handelwyze door het afvallen van het, & paerd, of den wagen jaar op jaar menig knaapjen voor ■ I» zyn geheele le evensloop ongelukkig maakt, of zelf: ui het leven kost; ook dit verdiend het Vaderlyk op*' pel zicht der burgerlievendcOverheid. Die konflen, welke: tit federd eenige jaaren eenige rondreizende Engelfchem in het ryden op verfcheide paerden en in wonderbaar- ■ pi» lyke houdingen door gantsch Duitschland vertoond! to heb—  Staatsregeling. 4*9 eebben , hebben meenig jongeling de zucht tot navoliingingeboezemd, de nadeelige gevolgen hier van heelt ce overleeden Koning van Pruisfen zeer wel ingezien, rn daarom alle deeze halsbreekende konsten, nog on■nngs dooreen eigen Kabinets - Ordonnantie verbaleen, waarin hy zegt „ willen zich diergelyke heden L den hals breeken, zoo kunnen wy dit in vreemde „ landen niet beletten; maar.in onze eige Provin:„ cien gedoogt onze menfchenliefde en vaderlyke zorf ge voor het leven en den welvaard onzer onderL daanen niet, dat wy hier toe aanleiding zouden l„ geeven/' Hoe nuttigook het baden en de zwemkorst voor het jmenschdom is , zoo moet echter de Overlieid zoo jveel moogelyk zorg dragen, om alle gevaaren daar van ee weeren ; een hier toe gefteld Opziener zorge, dat :;reen knaapje verhit zynde zich in het water begeeft, en hierom moet het baden niet anders dan onder beuoorlyk opzicht en op beftemde plaatfen* geöorloft f.yn(ö). Dus wierd door een bevel van den Keurvorst van haxen in dato ai. July 1766. aan alle de inwooners lier Stad en voorlieden van Dresden verboden zich ftn de Elve te baden, van wegens de veelvuldige onfeelukken; geen Ouders of Handwerkslieden mogten {dit hunne kinderen of leerlingen toeftaan. Het onderwys in het zwemmen moet op eene Jpjaats, van waar men de noodlydende fpoedig hulp Lan bieden, door kundige en voorzichtige mannen gé- gee- (j)IockeU. A. Plaz dtfttt. dt Qthaamtn*. iaevam bmodis Ligf, *?4* $• «fi é , Van d* Lig- HAAMS- OIFFK- n1nuen. Hel zwemmen en badem  47® Geneeskundig e Van de Lig- BAAMSOpFF JNLNGEN, geeven worden, voor de pas beginnende beeft men werktuigen nodig, om htt lighaam in de hoogte te houden (kfi de Heer La Motte v nd te Bourdeaux een foort van broek van Schaapsleeder uit, waar meede men in het waterkan voortgaan, dez-.l-. ve bedekt de gantfche beenen en reikt tot aan den buik, daar in zyn zeer veele lange, naauwe zakken, benevens een zak, die om de lendenen gaat, in de. zakken doet men looden kogeltjens om overeinde te blyven en in den gordel kurk; een lang fterk riet, door een ring aan den gordel gaande en met een foort Van ftygbeugel aan de broek vast gemaakt , bekleed de plaats van een mast, aan het boven eind van dit liet is aan een Huk zeer ligt hout een vierhoekig zeil vast gemaakt, welker beide einden met touweq aan de brotk vast zyn, onder de armen heeft men een klein roer: Zon ca een Venetiaans Ingenieur beeft een diergi lyk foort van broek uitgevonden, die veel i eenvoudiger, maar niet zoo ve'b'g was, men blies i dezelve tusfchen de voeringen het bovenftof met windl op, zoo deeze wind, gelyk mooge'yk is, hier uit onU* fnapt , moet de zwemmer zinken ; over net geneei is: de grondflag van alle deeze werktuigen, om eene ze-- kere hoeveelheid luchts in riet ligt beidende zakkeni te bevatten; - onze knaapjens bedienen zich van twee: bosfen ftroo , die zy met een band aan elkander voe-, gen , op deezen band lcgge" zy de borst, zoo dat on-der elke arm een bos ft oo komt; kurk kan tot het! zelfde oogmerk dienen (£). Bry-- fa) Code de Poüce Tom. i. Til. lil p. 6a. (b~) Vort de vager ou l'inventitm a f aide de bquelte an peut i t»u—  S TAATS REGELING. A^fjt '.Brvdone wil, en met recht, dat men in de .zwem-konst zich daarop toelegge, om de kleederen ] iin het water te kunnen uittrekken, of zich gewoon < imaake, om met dezelve te zwemmen, geen van beiede is zeer moeilyk. ,, Ik ben verzekerd, zegt hy, dat wy, aan deeze ,„ oeffening gewend zynde, in geval van Schipbreuk, . „ een groot voordeel zouden hebben boven anderen , , „ die dat nooit geleerd hebben; want het is door de ,, belemmering der kleederen, en de angst en ont„ roering, waar door de menfchen in zodanige gele„ genheden bevangen woiden, dat zoo veele verloo„ ren gaan, die door voorgaande oeffening en de be„ daardheid, die daar van een gevolg zoude zyn, be„ houden hadden kunnen worden(>)." In het algemeen moet men by alle lighaams-oeffeningen naauwkeurig acht geeven, dat geen leerling yryheid hebbe, zoo lang hy nog eenigfints verhit is, zyn dorst met eenen verkoelenden drank te flillen, of zich op eenen kouden grond ter neder te leggen, dit toujours fe fauver de naufrage par M r. Bachstrom Amji. 1741. het is belagchelyk, dat deeze Schryver wil, dat mende pasgeboorne kinderen van tyd tot tyd het ademhaalen belet, ten einde het eivormig gat in het hart open te houden en hen dus in ftaat te ftellen, om geduurende eenigen tyd onde? het water te kunnen leeven. La C hapelLe over de bereiding en. het gebruik, der Seapbanders. kolbe getuigt in zyneefe— ilLNGEN» Voorzorgen wegens de te rasfe verkoelingvan verhitte ligbaamen»  47* Geneeskundigs Van di , V \AMS- | OEFFE- | MAGEN. 1 I 1 Aanmoedigingder f>enei^dbeidtot /;'?• baams benzeeging. iit is honderde maaien van de aller gevaarlykft?, ja dotslyk doodlyke gevolgen geweest ; uit deezen loofde moeten de fpeelende by eenigffuts vermoymde effeningen hunne kleederen uit, en na dezelve weJerom aantrekken , en de Opziener moet zorgen , lat de feugd na het eindigen der fpeelen van langfatierhand wederom tot rust gebragt word. §. X V. Eene verftandige Overheid moet de geneigdheid tot ighaams -beweeging zoo veel moogelyk trachten aan te kweeken ; de Natuur zelf fpoort ons hier toe aan , ..oor ons uit te lokken tot het befchouwen van alle laare fchoonheden ; de ongetemde dieren, welke , wanneer zy overvloed van voedfe 1 vonden, niet hgS hunne landftreeke zouden verlaaten, vinder, flechts zeer zeldzaam zoo een overvloed, de Natuur heeft hun voedfel wyd en zyd verfpreid en hen dus tot hun eigen voordeel genoodzaakt hun leeven in eene geftadige plaatsverwisfeling door te brengen; de ryke, wiens levensmiddelen hem van rondom aangevoerd worden, en wiens aanzienlyke inkomften hem buiten zorgen wegens zyn onderhoud ftellen , verydelt dit oogmeik der Natuur, alle lighaams-beweeging, welke met eenige moeite vergezeld is, word den wellusteling tot last, ja zelf, wanneer deeze verwyfdheid algemeen word, tot fchande; gelyk Brydone dit van den Jtaliaanfchen Adel aanteekent. De Overheid, wien de gezondheid der onderdaanen ter herten gaat, moet zoo veel moogelyk in haar land alle die fpellen tegen gaan , welke het lighaam in eene beftendige rust houden. Hoe zullen de kaarten, dohbelfteelen, het dam fchaak-  Staatsregeling. 473 fchaak-en verkeer-bord eene gezonde uitfpanning opleeveren voor hen , die buiten dien het grootfte gedeel të hunr.es levens in een zittende houding en leuye weikloosirid doorbrengen , voor al voor hen, die zich in den bloei hunnes leevens bevinden , en van wiens gtzonde lighaams-gefteldheid de wcivaard van ons nakroost afhangt; de kwaade gevolgen van zoo eenen bedorven* fmaak heeft men reeds voor lang ingezien; Jtjstinianus verbood alle fpeelen om geld, ten zy die met lighaams-oeffening vergezeld gingen (<*), Karei VII, verbood meedS 136;. in Frankryk alle dobbelfpeelen , welke noch tot lighaams-oeffening, noch tot den adel voegende krygskunde dienden ( Z>). Het 59(1. Artykel der Ordonnantie van Moutim 1566. beval, dat, daar de nog onvolwasfen jeugd zich tot dobbelfpeelen verleiden liet, en hier door hun vermogen, zoo wel als hunne beste jaaren, fchandelyk doorbragt, de Ouders en Voogden recht zouder hebben, al het op deeze wyze afgewonnen geld vat den winner wederom af te eisfchen; in Saxen mag geen kaart of dobbelfpel aan iemand beneeden de ach tien jaaren geöorlofd worden, en daar in meest alle we ingerichte Staaten alle foortgelyke fpellen door herhaal d (a) D'tgefl. dit 5. de Aieat. Senatus Conftiltum vetuit in peetitilam ludere, frater quam fi quis tertet basta, vel pilo jariende-, vet eurrendo , falieada, lusando, equitando, quod virtutis laufafixtt. jpAUtus '/. n.ff. de aleatoribus. D. SotJTERlUS /. t. Cag. yil. Edit. Gronov. T. VII p. "08. (*) Jodoc. Damhouder prax p. 307. Soüteriv* de aleateribéis e. X, Gg 5 Van b Lig- haam3- oeffe- n1nqen- l t l  Geneeskundigs de Wetten verboden zyn, zoo heeft men zich verge» noegd de billiard, - keegel, - kaats, -en malie - fpeelen flechts aan billyke Wetten betreffende den tyd van derzeiver aanvang en einde, de bepaaling der plaats en diergelyke , te onderwerpen, dit is :eehter in geenen deele voldoende , ■ en kan de plaats der zoo nuttige Gymnastifche fpeelen in geenen deele vervullen. De wandelingen zyn zeer goede middelen, om de leedige Stadsbewooners uit hunne bedompte verblyfplaats te lokken, en eene verftandige Overheid moet deeze tra^jtèn aan, te moedigen. Het wandelen is voor alle menfchen in gematigde luchtftreeken eene allernuttigfte oeffening; de leuye Perfiaan mooge dit belagcheiyk vinden, inde heete landen zyn de invvooners doorgaans vadzig, zy brengen hun leeven grootendeels zittend door, daar de Natuur in die heete gewesten gezorgd heeft, dat zy van zelf dat geen uitwafemen, waar toe wy beweeging nodig hebben; fraaye gezichten en eene goede orde tot gemak der wandelaars, moet elk een tot het genot van zoo een nuttig vermaak uitlokken; eene frisfche lucht is een voornaam vereisfehte 9 daar en boven moeten voor zwakker en oude lieden hier en daar gemaklyke, zindelyke rustplaatfen gefield zyn-, op dat de vreeze van vermoeying de wandelaars niet te rug houde, of het gebrek aan goede zitplaatfen hen -niet noodzaake , dikwerf ten nadeel hunner gezond.Jaeid, zich op. den vochtigen grond te plaatfen; lieden , welke binnen kort van befmetlyke ziekten her» ■fteld zyn, moeten daar in niet toegelaaten worden. •Het houden van zoo groot een aantal paerden en wa-gens is voor lang als een voornaame oorzaak der on* Biaatige verkwisting, het bederf van veele aanzjenly-: 8 ;0 ^ANpE. i.IGBAAMS- OEFFEV diging der wonde- iittgen.  Staatsregel! ir a. 47$. kefemilien; aangemerkt, men had dit alleen uit een ftaatkund.g oogpunkt befchouwd, en getracht door. hooge belastingen te verbeteren ; deeze brengen Voorzeker verbaazend gruute fommen op, maar verhinderen daarom de weelde niet, hier toe zouden andere Wetten nodig zyn : welkeen verfchil (ik kan niet nalaaten dit te hei haaien) by één en het zelfde volk in een tydverloop van nog geen derde half honderd jaaren! toen was de krygsoeffening te paerde de meestgeachte zoo wel als meest beöeffende bezigheid der Vorften, en van den dapperen wel toegerusten Adel; de beweeging te voet was alle (landen eigen , een fterk manlyk lighaam de roem en cieraad van Duitschlands Jonglingfchap; de zorg voor den Moesen Ooft-hof, voor de keuken en het huisgezin de gelieidfte meest g achte bezigheid der ryzige welgevormde meisjens 5 thans laat zich elk, die zich boven -het gemeen verheven acht, in zachtlyk wiegende rytuigen voortfleepen: 15000. koetzen vind men in Parys en naar evenredigheid een gelyk aantal iii de ■ andere. Steden van het K ming-yk. Duitschlands verwyfde Heldenzoonen met glinfterende witte zyde kousfen, het lighaam met het fynfte borduurwerk, het hoofd met weitsch gekapte hairen verfierd , huppelen door het Opera" huis of Concert 3'ial, of leeren aan de fpeel tafel tot ongeluk voor h.n en hun vermogen de naamen der oude H'lden «oer het eerst op de fpeelkaarten kennen; naauwlyks hebben zy zoo veel kracht, dat zy, wanneer zy het wagen durven zich uit hun fchicterend iytuig te be. geeven, in ftaat zyn het zyde zpnnefcherm boven hun gepoederde breinkas te houden 5. de aanftaande Moeder van Z.oonen, die de eer van Duitschland moeste; Van te Lighaams-» OtFFEningen, t'  Van de Lighaams- ■ oeffeningen. Tvvheél Ten bet reizen1 0} oe 470" Geneeskundige ten verdeedigen, ligt den gantfchen dag met bleeke, maar door behulp der konst roodgefchilderde, wangen vadzig op een Sofa nedergezeegen; — al, wat mar huislyke bezigheden zweemt, jaagt haar een fchrik op den hals, dit is ver beneeden haaren rang,— in gezelfchap der blinkende petit maitres den avond aan de fpeeltafel, of op eene of andere openbaare vermaak - plaats door te brengen, is de geheele bezigheid deezer ontaarte vrouwen, die ongelukkig Moeder geworden zynde , even onnatuurlyke Half-moeders zyn. Men moest, was het moogelyk, deeze weelde beteugelen , alle middelen in het werk ftellen, om het aantal en gebruik der tot leuyheid en pracht aangeleide rytuigen te verminderen, en hier door de aanzienlyke lieden aan het gaan gewennen; zulke fpeelen invoeren die lighaam soeffening vorderen , en die leuye weekbakke jongelingen eene verdiende verachting too-: nen, terwyl men hen, die.met eenftevig geitel in lighaams-oeffeningen uitmunten, alle eer aandeed; en zelf by de opvoeding der vrouwen moet men hier op acht geeven, dat zy niet door haaren opfchik, ongezonde meest zittende leevenswyze, en beuzelachtige bezigheden tot weekbakke pronkfters, maar door eene naar'Tiaare omftandigheden gefchikte kleeding, gezondheid voedende leevenswyze en huishoudlyke bezigheden tot vlugge meisjens, nuttige Huisvrouwen en rechgeiiarte Moeders van gezonde kinderen worden opgevoed. 5. XVI. Eindelyk heb ik nog iets van het reizen te zeggen, waar door onze jongelingen, zoo wel uit den Adel^ als  Staatsregeling. 477 als Burgerfland , terftond na het afbopen hunner Schooljaren door de omliggende landen verfpreid worden. Ik zal deeze gewoonte flechts van de zyde der gezondheid beöordeelen, zonder my met het nafpeuren der oorzaaken van deeze drift der Duitfchen, om hunBe jongelingen naar vreemde landen te zenden, in te laaten, deeze drift, om onze kinderen in hunne gevaarlykftenleevenstydhet Vaderlykoog te onttrekken, en in gevaar te ftellen, om fchoonfchynende doch veelal lighaam en ziel bedervende zeeden van vreemden over te neemen, is eene groote oorzaak der ontaarting onzer zeeden; hoe veelen brengen, behalven duizend zotternyën en vreemde ondeugden, een vergil in hunne aderen meede, het welk zy in onfchuldige geflachten voortplanten, zoo zy buiten flands niel reeds de flachtoffers hunner ongeregeldheden wor den , en den vaderiyken grond nimmer weder betreeden: Hoe veele nuttige burgers uit alle Handen worden hieridoor voor het Vaderland nutloos, ja fchadelyi gemaakt. In verfcheide verftandige Regeeringen word he thans ingevoerd de jaaren te bepaalen, op welke he geöorlofd is zich tot reizen te begeeven, en tot di tyd moeten zy op de Vaderlandfche Academiënblyven. zoo het Schoolweezen in deeze landen niet op een uitmuntenden voet is, zoois zulk eene Wet voor di jeugd zeer nadeelig; offchoon men daar door niet be let, dat men zyne kundigheden buiten flands gaa vermeerderen, en hier door veroorzaakt, dat jonge lingen in ryper jaaren, wanneer zij niet zoo zeer voi verzoekingen bloot ftaan , reizen. Het was echter zeer nuttig , dat de Overheid ke n V*1V o LICHAAM!ÖEl'FEWINOEN. t ir i- is  Van de Lig- haams- oeffe- NiMGGN, (*) Dit laatfte Hoofdtak , waar meede onze menfchen» Vriend , de geleerde Frank, dit deel zyner Geneeskundig» Staatsregeling befluit, bevat gewisfelyk de weetens • en navolge ns- 47S Genees kundigs nis had van het aantal en de perfoonen dier geenen,welke, het zy om te reizen, of andere oorzaaken zich buiten flands bevinden, en de landen, werwaards zy zich begeeven hebben; om dus te kunnen nagian, in hoe verre den ftaat hier door bevoordeelt, of b.nadeelt word, en of het niet beter zoude zyn zodanige mannen in ors Vaderland te trekken, welke onderwys kunnen geeven in die .kundigheden, die de j.ugd nu met groot gevaar en onkosten buiten flands moet leeren. Wat de handwerkslieden aanbelangd, men moest geen jongeling toeftaan zonder byzonder verlof voor zyn vier en twintigst jaar zich naar vreemde landen te begeeven; de goede werklieden , welke in elk land gevonden worden, kunnen zeer wel voldaan om zonder zoo een aanmerkelyk verlies van nutte burgers, als het Vaderland hier door lyd ,aan de behoeften van het algemeen te voldoen; de Overheid zoude de Gilden op eenen beteren voet kunnen brengen , en het Zal altoos gemaklyker zyn voor een groot aantal menfchen, zoo wel met opzicht tot hun beftaan, als ten opzichte van hunne goede zeeden en lighaamsgezondheid te zorgen, wanneer zy zich by elkander bevinden , dan wanneer zy onder alle volken verftrooid Zyn, alle indrukzels van vreemde zeeden ligtelykaannéemen en daarna deeze uitlandfche gewoonten , ondeugden en lighaams - kwaaien in hun Vadeiland invoeren ( *),  Staatsregeling. '47*0 gens -waardiglfce aanmerkingen en voorfchriften ook voor onze Landgenooten. Dat geen , waar over hy zich wegens Duitschland beklaagt, is ook helaas! maar al te veel op ons Nederlanders toepaslyk, ook wy zyn van het rustig lighaamsgeftel van onze aloude Voorvaderen verre vervallen , ook wy hebben onze meerder befchaafdheid ten kosten van onze beflendigér gezondheid en eenvoudiger, doch min bedorven zeeden, zot) wel als andere 'Natiën, gekogt, en gewisfelyk, zoo deeze befchaafdheid tor. in het verwyfde gedreven word, zoo het bederf der zeeden •een heirleger van ziel en lighaam verwoestende kwaaien ten lieilloozen gevolge heeft, als dan hebben wy voor zeker de grootfte reeden om zoo eene rampzalige verbastering met heete traanen te befchreijen , doch, zoo er echter moogelyklieid was, cm zonder tot den ftaat der wilden neder te daalen, en devoordeelèn door Konsten en Weetenfchappen verkregen vaartwel te zeggen, een gezond en tegen de meeste ongemakken des leevens gehard lighaamsgeftel te verkrygen, al bezaaten wy de yzeren knuisten der oude Germanen of Batavieren niet, wy zouden ons met dit voorrecht gewisfe-lyk voor ten hoogften gelukkig moeten fchatten. Dit was hec Voornaame doeleinde in beide deeze deelen van dit zoo nut» •tig werk, dit trachte Hy door het beraamen van die middelen, waar door gezonde kinderen voortgebragt, en door eene "hier toe gefchïkte opvoeding tot werkzaame en nuttige Bur'gers gemaakt worden, te bereiken en door het aanpryzen vari gezonde lïghaamsoeffeningen in dit laast voorgaand hoofddeel te bevorderen. ■ De gewoone kinderfpeelen, welke by onze jeugd gebruiklyk zyn, komen met die, welke, onze Schryver in dit Hoofddeel, als in Duitschland in zwang zynde, opgenoemd heefts groocendeels over een, veele derzelve zyn ter bevordering der gezondheid en verkryging Van een Hevig lighaamsgeftel Van het grootfte nut, alhoewel zy dok wel van eenig gevaar Voor hen, die onvoorzichtig te werk gaan, verzeld zyn en dus een' zorgvuldig opzicht vereisfchen; maar die fpelen, welke van eene gezonde lighaams - oeffening verzeld gaan , als by 'Voorbeeld, het keegelen , kolven, kaatfen, balwerpen, loopert • en dergelyke , geraaken by ons meer en meer in onbruik , de zoontje rïs onzer aanzienlyke en vermogende lieden zyn van veel te teeder geitel, dan dat zy zich met zulke vermoeijen- d< Van bi Ligbaamsoeffeningbn,  Geneeskundige Van r fclGHAAMSoeffen JA gen. e de Jpeelen zonden vermaaken , deeze laaten zy voor de lompe, maar tevens echter gezonde, vastgefpierde Boeren over. Het dansfen, fchermen , te paerd ryden behooren nog onder de uitfpamingen onzer aanzienlyke jeu^d , zeer zeldzaam echter worden deeze lighaams oeffeningen in d'ervoege waa genomen, dat zy ter verbetering van het lighaamsgeftel dienert kunnen, het dansfen gefchied doorga;ns in ta'ryke byeenkomflen, in bedompte met aller'ey uitwafemingen opgevulde vertrekken, en geeft derhalven veel meer aanleiding tot gevaarlyke , ja doodelyke kwaaien , dan dat het zelve een bron van gezondheid 'yn zoude ; het fchermen flechts door weinigen , en voor een korte poos geöeffend, kan meede nimmer tot dit oogmerk dienen: het te paerd ryden is voor de meeste jonge lieden te kostbaar, en zy die het zelve bekostigen kunnen, maaken daarvan zeer weinig gebruik, of doei het zoo onregelmat'g , dat het op hunne gezondheid niet dan eene zeer geringe uilwerking hebben kan ; eene andere oeffening is er , welke noch by den aanzienly ken , noch by den landman raaar fleohts onder de gemeende, op zyn best onder de middelbaare, c'asfe onzer burgeren in gebruik; is, het zwemmen, en van welk een uit'ebreid nut is niet deeze lighaams oeffening! hier in word beweeging gepaard met het zoo verfterke d koud bad , en de zuivering des lighaams, waar door zeer reel huid - ziektens worden voorgekomen , daar en boven van welk eene byzondere nuttigheid is deeze konst niet in ons Vaderland; alom met water doorfneeden, zyn zelf zy, die hunne kostwinning op het vasteland hebben, duizendmaalen in de gelegenheid, om door hunne kunde in deeze lighaams-oeffening of hun eigen i leeven, of dat van hun meedemensch te redden; eu hoe veele duizerde onzer meedebmgeren verdienen hun onderhoud op de binnen of buitenlandfche wateren, ter bevordering van . onzen binnen en buïtenlanöfchen handel of visferyën, deezer zyn immers elk ogenblik in de gelegenheid om hun heil ini het zwemmen te moeten zoeken, en hoe groot is het getall zelf onder d eze klasfe, welke in die, voor hen zoo on— ontbeerlyke, konst onbedreven zyn! andere , vooral die vani hooger aa-izien, en grooter vermogen zyn, meenen deeze: konst volftrekt te kunnen ontbeeren; mr-ar kunt gy voorzien ,, myn waarde Meedeburger! in welke omftandigheden gy doorr de aanbidlyke Voorzienigheid op het geftadig afwisfelend toneel!  - Staatsregeling. 481 weel des leeveris geplaatst zult worden?, of gy u tot nw eigen 'jsfu'ves naaste 1 behoud niet van deeze konst zult moeten ] tbedienen? en of gy het u te èeniger tyd niet te laat bek'aafgen zult daar in onbedreven te i, derwys en de beöeffening dier konst geheel van gevaar ont«j bloot? ]• Het Schaatsryden eene zeer gezonde en zeer nuttige lig- tril haamsoeffening , die met fnellen vaart den vluggen reiziger LI. Deel. Hh w«i Van e* AG- IAAMS- 5effe11ngen.  4pa Geneeskundige Staatsregeling. Van pe 1,10- HAAMS- ' oeffe- K.'ngen. over de verftyfde ftroomen doet voortvliegen, deeze kois*;, is onder onze landge.ioo en van een veel algemeener gebruik , dan de voorgaande , offchoon van een veel grooter gevaar verzeld ; men draage naauwkeurig zorge , dat het door deeze voor zeer veele zoo hevige en vermo.ijende oeffe 1715 verhit lighaan aan geene fnerpende winterkoude worde bloorgefteld , zeer veele hebben zoo eene- onachtzaamheid réeds met eene fpoedige of door fleepende kwaaien aa/ige-r bragten ' dojd betaald, en hoe veele duizende hebben nie( ónder het ligt breekbaar ys een rampzalig einde gevonden, Sal men daaiom deeze konst als gevaarlyk en nadeelig verWerf ei? geenfincs, het moet ons alleenlyk aanfpooren, onj alle moogelyke voorzchtigh'eid in het beöeffenen derzel^e in het werk te ftellen, en hier' toe moet zoo veel moogelyk de. Overheid1 meede werken, door op zwaare ftraff; den toegang tot het ys te verbieden, totSdat zy van deszelfs genoegzaame fterkte door hier tóe aangeftelde perfoonen bericht bekomen heefc; dus word te Rotterdam , wanneer ee.nè buitengewoone vorst de Maasftroom dermaate ove-korst heeft, dat dezelve met paerden en wagens bereeden kan worden, de flagboomeri, welke aan de bruggen, die tot het ys toegang geeven geplaatst zyn, des morgens niet geopend, voordat dö Magiftraat van de genoegzaame fterkte van het ys bericht betomen heeft. Het wandelen moet, als eene algemeene en voor elke qlasfè. van menfch n gefchikte lighaams- oeffening, waaraan de vrouwlyke Kunne, de byna afgeleefde grysaard , de verzwakte onlangs hertelde lyder zelf deel kan neemen, van wegens de Regeering zoo vee' moogelyk aangemoedigd worden;, hier toe moesten in de nabyheid der fteden luchtige, befchaduuwde en wel gevloerde wandelwegen, met bekwaaBie zitplaatfen voorzien , worden aangelegd, op dat hier door de vadfige ftedcling uitgelokt wierdt, pm met .vrouw en kinderen zich naar buiten te begeeven, en onder het genieten van eene gezonde beweeging buiten den rookigen damp der Stad een frisrche buiten lucht in te ademen; veele van onze Steden mogen op diergelyke verrüklyke war.delplaatfén roemen , die den tot wandelen geneegen inwooner eene zielea:ighaam verkwikkende uitfpanning verfchaffen. Vertaaler. Einde van het Tweede Deel.    ■