ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- en MIN. GEOEFFENDEN. tweede deel january - Juny 1789. Te HAARLEM, By A. LOOSJES &   ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN: behelzende BERIGTEN, uit de GELEERDE WAERELD, van alle LANDEN nopens Den tegenwoordigen Staat en voortgang der Geleerdheid schone Konsten en Wetenschappen, nieuwe Ontdekkingen, Uitvindingen en Proeven, in enigerhande Takken derzelven: Bevorderingen, Sterfgevallen en Levensbyzonderheden van geleerde Mannen en beroemde Konstenaren: Eerbewyzen en Beloningen , als mede Prysvragen en Uitdelingen, met andere verrigtingen en voorvallen, zo by de onderscheidene voorname Akademien en Maatschappyen van Wetenscbap; als by andere Genootschappen van Geleerdheids- en Konstminnaren, en by alle openbare en meer afzonderlyke Stichtingen. Voorts opgave van uitkomende Boeken, Akademische en andere Schriften, met den korten inhoud van zommigen, Land- en Zeekaarten, Tekeningen en Prenten, Schilder- en Beeldhoustukken, Gouden en Zilveren Gedenkpenningen, nieuw uitgevonden Werktuigen en Konstgevaarten, Muzykwerken, Toneel- en ander Konstvermaak nieuws, Anecdoten van Geleerde Mannen en Konstenaren, Geboorte, Trouw- en Sterflysten . Waarnemingen van 't Weder, nllerleye Letterkundige Narigten en By zonderheden, of v geen van enig aanbelang en nut kan wezen, zo in de Beschouwing als Beoefening, voor alle Liefhebbers van Wetenschap, gelyk mede voor den Handel en Scheepvaart, Land- an Veebouw, Huishoudkunde, Handwerken en Traficquen, en algemene Industrie, enz. enz. II. DEEL TE HAARLEM, By A. LOOSJES, 1789.   BERICHT AAN DEN LEZER. Toen wy, nu zes Maanden geleden, een aanvang van onzen tegenwoordigen Letterarbeid maakten, konden wy ons naauwlyks beloven, reeds ze spoedig zo veel goedkeuring van en aanmoediging in denzelven van zulken, onder het geoefend deel onzer Landgenoten, wier oordeel van het hoogste belang voor ons moet zyn, te zullen ontvangen, als wy, zedert, en tot dus verre, het genoegen hadden, te mogen ondervinden. Wy gaan dus na het fluiten van een eerste halfjarig Deel, met onze laatste uitgegeven Nr. 26. even rustig, ja zelfs blymoediger, en in een meer gegrond vooruitzigt van eenmaal naar vollen wensch, in deze onze moeylyke onderneming, te zullen slagen dan wy eerst begonnen, met het Schryven vanenen Algemenen Konst- en Letter-Bode voort; terwyl wy ons op nieuw, zo in de gunste van het weetgierig en onderzoeklievend Algemeen, als in die van onze meer gevorderde en Geleerde Landgenoten in 't by zonder, op het gediensligst aanbevelen; en den zodanigen onder de laatsten als ons, van tyd tot tyd, met hunne vriendelyke Berigten en belangryke Bydragen wel hebben gelieven te verpligten, daar voor onzen opregten dank betuigen: ons zelven vleyende, dat het gebruik, 't geen wy van de ingezondene Stukken gemaakt hebben, gepaard met het nuttig einde, 't geen zy, langs dien weg, ons helpen bereiken, deze onze begunstigers zal aansporen, om ons, by aanhoudenheid, meer en meer hunnen bystand te verlenen , en anderen uitlokken, om hun spoor, in dezen, te volgen. Voorts agten wy bet nog ongepast, nog ondienstig om, by deze gelegenheid, aangaande ene en andere verdere byzonderheid tot ons Blad betrekkelyk-, den Lezer te berigten. By bet uitgeven van ons voorlopend Berigt of Prospectus schroomden wy geenzins rondborstig te bekennen, dat de eerste inrigting van dit ons Letterkundig Tydschrift, ons, in genen dele, boven alle verbetering en verdere volmaking toescheen en verklaarden steeds genegen te zullen zyn, om zodanige, als onze eigene ondervinding, in de bearbeiding, of de vriendelyke aanwyzing van anderen, ons daar omtrent, in 't vervolg, zouden mogen aan de hand geven, geredelyk te volgen. Reeds hebben wy, in meer dan een opzigt, overeenkomstig met die verklaring, gehandeld. Dus hebben wy, by voorb. ons gaarne naar den door kundigen ons gegeven raad willen gedragen, met, onder den Rubriek van Nieuw uitkomende Boeken, enz. ,ons niet enkel te bepalen tot het opgeven der bloote Tytels van dezelven, zo als ons eerste plan was, maar 'er reeds spoedig en voortaan ene korte opgave van derzelver voornamen inhoud beginnen by te voegen, nevens de beöordeling daar over van de beste en meest geagte Journal-schryveren, ten einde dit Artykel van des te meer nut en belang voor den Lezer te maken. En schoon, Wel is waar, deze bredere melding, tot dus verre, nog maar alleen, doorgaans, en, in enige weinige gevallen uitgezonderd, omtrent de Uitlandsche Boeken en Geschriften word in agt genomen, hoopt men egter met den tyd, ene uitgebreidere opgave van onze Inlandsche immers van de voornaamste Werken, of meest verdienstelyke Schriften onder dezelven, te zullen kunnen mededelen: terwyl intuschen onze Journalen, die in veler handen komen, by de meesten van onzen Lezeren en dit gebrek kunnen vervullen.— Met opzigt tot het Toneel-Nieuws hebben wy, weldra, begrepen de opgave van het gespeelde op den Amsterd Franschen Schouwburg, gelyk ook van 't geen by den Nederduitschen aldaar wekelyks zal vertoond worden, gevoeglyk agterwege te kunnen laten; bet eerste van de weinig belang zynde en het laatste uit hoofde van gedurig tuschenkomende veranderingen, niet nauwkeurig genoeg, op onzen afstand geschieden kunnende. Wy zullen, by de melding van het van tyd tot tyd voorkomende en meldings waardig Nieuws van deze soort, ons voortaan alleen tot nieuwe Stukken, die voor het eerst gespeeld worden, bepalen , en daar omtrent ene bredere opgave van derzelver inhoud en uitvoering tragten nu te te delen. In vergoeding intuschen van ,t geen, uit hoofde dezer veranderde inrichting, min der                Scheepvaart, Land den, op te ben beginnen vermeerderen met ene Maandelyksche Pryslyst van In-en Uitlandsche verre in die   uitgestrektheid in geen onzer publieke Schriften en Uitlandsche Effecten     nemingen is ons eindelyk gelukt, enen verpligtenden e dc1i belpcsteZdt« Vooe de Weerkundige Waarte kunnen plaatsen verpligtenden helper te vinden om dezelve geregeld in ons Blad Hage en Haarlem van onzer lezeren willen voldoen: indien men slegts de goedheid *u > aan den wenScb epgavt daaromtrent te laten toekomen: om wélke wvbvdstJ goedheid wilde hebben, om ons de nodige gelegenheid hebben, gedlen(lig te verzoeken. ' J *' de v^td nemen, zulken, al, daar voor Eindelyk hebben wy, om"het beoogd nut van d!* nn< tj- rrr ? r i , en, by den oplettenclen Lezer, te duidclZker™bet\oVüdSn l^*8 m°^rgt des te meer te vergroten, wyin Hvervolg de Nrs.van elke zei ^aSXoZtSeiT^^ ?2S'« P"1 U"A Registers, zo van de Geschiedkundsee Bermen en vj-.rdJZ nZ, i fZ^f breedvoerige en naauwkeurtge voornaam/Ie Boeken, Kaarten, VSykZerkm en ^ dmr ^voorkomende, als van % En wy twyfelen geenzins of'dit sc^S/S/^^i^ffi 0^^/^^ * goedig, te ^/hSSJ^Si^^^^JS^ ^' i^r,>/e» «» W «F*«r»j ^5 «W««;K2 Zefrdaflt" Ufaï °m nM b^e getroosten viene en byzonderc nuttigheid van ons plLZerti)^ ZJLf JL f km aanêaan<*e de a&e' ten varen: maar in tegendeel gene mot te ^ opgenomen taak, niet ligt, , Q9derA»Me» behoeven onze mke^enTt^J^zts l d "t l VEV? or» ™rflMtn, te betver laden, met ene . vermeerdering van %mS1Sht^^oS^%aÉ^&M,t3iA-i m^ sj jfW* ^/•^ voorbehouden hebbende, zedert, en Z % hSSS^^J^A^ T' sch,T % he^inn& om meer dan ene reden, éne enkele S&de Week S£ZhTs f^/?^^ ÉïH "ltha?,S h v^rraad, voorwaarde!^ beloofd hadden , nu m^t»^s^^^k^f2J^^^ PlaUn' wdken ^Calhoewel voornemens z/n, 0« «jr&^^/L,2* ^ 4"% l^rwege blyven, daar wy van het fraay en kostbaar "nieuw gebouwY^nulyZ Zk^l^t'Jffifi?^ tvyd vermaarden Haar emmer-Hout Dronken df //» «„ïn...»*. ^"wuuius nes tieren nope, aan onzen keurige beschryving van dit pragtig So^^en g^l " ^ " ? ma™' tcvel V°°r f f Dcd Zal m£t deszdf' Nr. op het einde der Maand Juny worden cf^ Haarlem, den i van Louwmaand A L.  1789. No. 27. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 2. January. BERIGTEN. GROOT-BRITANNIEN. Den 10 December, laatstleden, zynde de Verjaardag vande Koningl. Konst-Akademie, waren de Leden by een , wanneer de volgende Pryzen wierden uitgedeeld. Ene Gouden Medaille aan H. Singleton, voor de beste Historische Schildery, in Olyverw: waaraan het onderwerp genomen was uit de Ode van Dryden, voor St. Cecilia's dag. Ene Gouden Medaille aan Cb Horwell, voor een model van een Basrelief, verbeeldende , Achilles in zyne droefheid, over den dood van Patroklus, door Thetis getroost." Ene derde Gouden Medaille aan J. Sanders, voor de beste Schets in de Bouwkunde : bestaande in de platte grond, regte opstand, en doorsnyding van een Kerk met een Spits of Toren; waar na ook ettelyke Zilvren Penningen aan an dere Leerlingen uitgedeeld wierden. Voorts hield de Voorzitter ene Redenering voor de Leerlingen, ten on derwerp hebbende ene oordeelkundige beschouwing van de Genie en Werken van wylen den Heer Gainsborougb. De Vergadering begaf vervolgens de onderscheidene bedieningen voor het volgend Jaar: wordende de Heer J. Reynolds, op nieuw, tot Voorzitter gekozen, en de Heer J. Richards tot Geheimschryver aangesteld, in plaats van F. M. Newton, die zyn ontslag verzogt hadde. FRANKRYK Men is, zedert ruim een Jaar, aan het hermaken en verbeteren bezig geweest van het Koninglyk Obser vatorium, te Parys. 'Er word een kleiner boven op gezet, waar van men het onbelemmerd gezigt over den Horizont hebben zal. De Heer Maarschalk de Segur heeft insgelyks te weeg gebragt, dat het Observatorium, by het Militaire School, volgens een nieuw en verbeterd Plan,zal herbouwd worden. Hy heeft, voor 's Konings rekening de grote muur Quadrant, van 7,1/2 voet Radius, door Bird gemaakt, aangèkogt De Heer Geoffroy d'Affy is thans mede bezig met een zeer gemakkelyk observatorium, ten gebruike van den Heer Lambre, op te rigten. De Heer de Morveau, heeft een Fles met Water, dat met zuure Mephetisch Gas bezwangerd was, gevult. In dit water lag hy 9 Stukken Bergkrystal, nevens een Stuk Yzer van 5 duim lang, en 3 Linien in 't vierkant. De Fles bleef 9 maanden lang omgekeert staan, en, by de opening, vond men dat het Krystal van zyne zwaarte verloren had. 't Yzer was merklyk aangetast, en aan een van deszelfs kanten vond men een glasachtig ligchaam, dat uit regelmatige zyden bestond, die in Pyramiden toeliepen. De Heer M. vermoedde, dat hier wezentlyk een Bergkrystal geboren was. Een schoon bewys, voor de waarheid der Proeve van Achard om Bergkrystallen, door de kunst, voort te brengen; hoewel deze Proeve aan zo vele Chymisten mislukt is. De Abt Rochan heeft de Platina zo wel weten te behandelen, dat hy daaruit reeds een Telescoop van 6 voet heeft kunnen vervaardigen. Men wist al dat een mengzel uit Platina, met 1/2 Yzer en 1/2 Goud A 2 za-  ( 4 ) zamen gesmolten een Metaal voor Spiegels geeft, dat zig voortreflyk polysten laat, en zelfs van de minerale Zuuren, den Wynazyn, 't vlugtige Loogzout en de Dampen van de Zwavel en Zwavellever niet aangedaan word. De uitgestrekte Boekery van den Prins de Soubise word in de Maand January 1789, openlyk te Parys verkogt. Dezelve is oorsprongelyk aangelegd door Thuanus en sedert, van tyd tot tyd, vergroot. De Catalogus bestaat uit niet minder dan 8302 Nos. Hadde men de min gewigtige Werken niet agter wege gelaten, het getal zou tot 20,000 gelopen hebben. De Koningl. Akademie der Wetenschappcn , hield den 15den Decemb. laatstl. hare openlyke vergadering. Daar het groot aantal van stukken, welken haar toegezonden zyn, over de Middelen om de Waterpomp op Notre Dame te verbeteren, tyd vereischen, om dezelven te beoordelen, zal de Akademie daar over gene uitspraak doen, dan in hare openbare zitting na aanstaanden Paschen Zy zal egter gene nieuwe schriften ontvangen , maar enig lyk byvoegzels op de reeds ingezondene. Ook heeft zy tot het Jaar 1791 den Prys uitgesteld voor de compositie van het Flintglas-, zullende die Prys 12000 Livres zyn. De Akademie, te Dyon, geen antwoord, 't welk haar voldoende is voorgekomen, ontvangen hebbende, op't voor Augustus 1786 uitgeschreven Prysvoorstel: Determiner parleurs proprietes respectives la difference esentielle de Phlogistique, & de la matiere de la chaleur (door de onderscheidene hoedanigheden, het wezenlyk onderscheid te bepalen tusschen het Phlogiston en de vuurstofte,) geeft zy het zelfde Voorstel andermaal op, voor het dubbeld van den prys tegen Aug. 1789. Moetende de Antwoorden voor den I. April eerstkomenden, in 't Latyn of Fransch, vragtvry, aan den aanhoudenden Geheimschryver, den Heer de Moroeau, of aan den Heer Caillet, Adjunct Secretaris, gezonden worden. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Abt- Gruber heeft een Luchtschaal uitgevonden, waar mede hy de soortelyke zwaarte der Lucht kan aanwyzen : hy zal 'er berigt van geven in de Schriften van het Boheemsch Genootschap der Wetenschappen en 'er te gelyk ene beschryving byvoegen van ettelyke daar mede genomen proeven. De Keer Henrion, in Florenze, een middel ontdekt hebbende, om de Luchtballen te bestieren heeft deze zyne uitvinding aan opgemeld Genootschap medegedeeld. ©e Heer Bede heeft gelegenheid gevonden, om, in Berlyn, zeer goede modellen van het Zonnen systema voor 2 Frederichs d'Or (vracht en inpakken meegerekend) te laten maken, welken door middel van een houten Raderwerk, 't geen door een Kruk bewogen word, de betrekkelyke snelheid der Planeten die, in derzelver behoorlyke afstanden van de zon daar op geplaatst zyn, aanwyzen Uranus is er mede wel opgebragt maar alleen om voortgeschoven te worden. Den 14 December is, te Hamburg, in den ouderdom van 75 Jaren, overleden de grote Toonkonstenaar Karel Philip Emanuel Bach Kapelmester, en, sedert den jare 1767, Directeur der Muzyk aldaar, ieder Kenner der Muzyk is bewust, hoe ryk hy in grote en nieuwe gedagten , en hoe zeer hy doorgedrongen was , in de diepste geheimen der Harmonie. De voornaamste byzonderheden van zyn leven zyn, door hem zelven de Hoogduitsche vertaling van Burney's Muzykalische reizen beschreven. Hy was in het Jaar 1714 te Weimar geboren, en studeerde te Leipsig en Frankfort, in de Rechten. In den Jare 1740, trad hy in dienst van wylen Koning Frederik II. die hem reeds 2 jaren van te voren by zig genodigd hadde: hy bleef in 's Konings Kapel tot het Jaar 1767,, wanneer hy naar Hamburg ■ beroepen wierd. NEDERLANDEN. Haarlem Enigen tyd geleden, een en andermaal, de waarnemingen omtrent de zogenaamde Herfstdraden , van Dokt. Pereboom, medegedeeld hebbende, troffen wy, sedert in het Gentleman's Magazin , voor Novemb. 1788, het volgend bericht gedagtekend 30 Octob nopens dit verschynzel aan, 't geen wy niet ondienstig geägt hebben , overtenemen, ten einde het met dat van opgemelden Doktor konne vergeleken worden. „ Onlangs, op enen schonen en stillen avond „ met enen myner Vrienden,die in de Natuurl His„ torie ervaren is, in het open veld wandelende. „ zagen wy de Herfstdraden aan alle palen en tak„ ken hangen, en, boven onze hoofden, in de lucht „zweven. Denkt gv" zeide ik, ., dat dit het ,, werk van spinnen is?" — „ Zonder tvyffel "" was het antwoord van myn Vriend, — ,Daar eg„ ter deze draden aan gene van beiden 'de einden „ ergens aan vast zyn, hoe kunnen zy dus in de „ lucht blyven hangen?" — „ Omdat zy, ligter „ dan de lucht zynde, door deze gedragen wor „ den." ,, Maar, daar een Spin gene vleu „ gels heeft, hoe is deze in staat om zich optehou„ den, terwyl zy dien draad maakt?" — Zo be gon  (5) gon hy my  dit keurig stuk te verklaren , wanneer ik een Spin op myne Handschoen ontdekte , van omtrend 2 lynen lengte en een halven lyn in diameter van het lyf. Hier", sprak ik hebben wy een der konstenaaren De Spin viel van myn hand, zig aan een draadje van slegts weinige duimen latende afzakken, en schoot, onmiddelyk, in de lucht Ik wandelde zoetjes, ten minsten 50 Roeden voort, het Insekt en deszelfs draad naögende, tot dat het, gelyk een Vlieger, geheel uit myn gezicht verdween. Ik was ongemeen in myn schik en agtte . my verpligt aan myne kleine bezoekster , daar zy my, door ene onzigtbare hand, scheen toe gezonden te wezen, om my te leren, op welke wyze deze verwonderlyke werking geschiedde. My ne verwondering egter hield daar mede niet op: zynde en blyvende het inderdaad verbazend, dat zulk een klein Insekt genoegzaame stoffe konne bevatten vooreen draad van zulk ene onmeetlyke lengte. Myn vriend was niet minder, dan ik zelve, in zyn schik: daar hy, schoon de zaak zelve niet nieuw voor hem was , nimmer voorheen ooggetuigen van dezelve was. 'Er was, zeide hy, over dit onderwerp, een Geschrift, in de Philosophical Transactions 't geen hy my, by onze te rug komst t'huis , voorlas. Het enigste onderscheid, in het geval, door my verhaald, met de Waarnemingen dier grote Natuurkenneren, den,, Hr. Ray, Dr. Lister en Dr. Hulse, is, dat myn Spin zig op weg begaf, zonder alvorens een overvoerende lyn uittewerpen , of enig ander vehiculum , als de lucht en haar eigen snelheid. Myn Vriend wees my ook nog, in het 29 Deel, Bladz. 376. van het Gentleman's Magazin , een lezenswaardig stukje aan : getyteld, Waarnemingen omtrent de Herfstdraden 't geen byna al het wezenlyke vervat van het bovengemeld Artikel in de Philosophical  Tramsactions. Yards, zynde ene Engelsche Maat, van 3 voeten lengte. Over een onverrot Lyk. De Heer Symmons, een aanzienlyk Edelman in den omtrek van Westmunster te London, bezit een menschlyk ligchaam, dat zig in enen zeer zonderlingen toestand van onbederflykheid bevind. Het lyk is dat van een Kind van 12 Jaren , welk men in' 't Jaar 1742 in een graf kelder onder de Kerk van St. Botholph vond , toen men dezelve afbrak. 'T wonderbare van 't zelve bestaat hierin, dat de huid, de vezelen en ingewanden, van dit ligchaam volkomen droog zyn; 't weegt omtrent 12 pond; de verrotting heeft het niet in den geringsten graad aangetast, zo dat zelvs de mergachtige stof der oo gen zo droog als 't overige is, en in dezen toestand zeer duidelyk waargenomen kan worden. In andere Landen vind men hier van meer voorbeelden, maar niet in Engeland-, waar de vogtigheid van 't klimaat zodanig ene uitdroging byna geheel onmogelyk maakt. De lyken van Humphrey, Hertog van Gloucester en Robert, Graav van Esfex , heeft men wel is waar lang na hunnen dood ook onverteerd gevonden: maar, zo ras men ze aan de lugt blootstelde, gingen zy tot stof over; daarentegen is voornoemde ligchaam niet alleen zeer vast, maar heeft zelv de vastheid en hardheid van 't sterkste leder, zo dat men 't zelve behoorlyk ophangen kan, gelyk men 't ook wezentlyk aan enen voet in de vrye lugt gehangen heeft, zonder dat het de minste schade geleeden heeft. Men gist dat het in 't Jaar 1665 begraven is. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. DUITSCHLAND Jesaias neu Ubersetst &c. Jesaias, op nieuws overgezet, met aanmerkingen van Chr. Gotthilf Hensler buitengew. Hoogl. in de Godgeleerdheid te Kiel. Te Hamburg en Kiel, by C. E. Bohn, 1788. Men vind, in dit Werk, niet slegts het voornaamste, uit andere Uitleggers, gelyk Lowth, Michaëlis, Döderlein, Dathe enz. kortelyk by een getrokken, maar ook verscheidene aanmerkingen van den Autheur zelven. Op de overzetting, volgd ene korte verklaring van het gehele Boek: vervolgens worden de verschillende lezingen bygebragt , en het geheel besloten met geleerde uitlegkundige Aanmerkingen over deze en gene plaatsen. Tot een kleine staal diend het volgende: Jef. 7 vers 8, waar de tydsbepaling van 65 Jaren zo veel zwarigheids veroorzaakt, leest de Heer H. dus: In zes of zeven, „ dat is binnen weinige Jaren, zal het Ryk van Israël ten ,, gronde gaan." De aanmerkelyke plaats vers 15 en 16 , in dat zelfde hoofdst. word dus van hem vertaald en opgehelderd: „ Tot dat het Jongske ('t geen een toen nog onbekende Vrouw zou ter waereld brengen) een jaar, of iets „ daar boven, oud geworden zal zyn, zal het Land nog „ de gevolgen der vyandelyke overheersching ondervinden." Het MelK en Honing eten beschouwd nam. de Autheur, volgens vers 22. als een teken van de verwoesting des Lands. Het gezegde Hoofdst. IX. vers 5 en 6 word op Hiskias geduid en luid in de Vertaling aldus: „want ons wierd een ' „ Jongeling geboren, een Zoon geschonken , op wiens schou„ ders de Koningl waardigheid eenmaal rusten zal, en men ' „ noemt hem Wonderlyk-wys, Gods kragt, aanhoudenden „ Vader, Vredevorst, dien, die het Ryk vergroot : geluk, „ zonder mate, zal op Davids troon wezen, in zyn Ryk; ; „ hy zal het handhaven, en het bevestigen door regtvaardig „ rechten, van dien tyd af tot in late jaren." Tarfis, waar van in het 23. Hoofdst. meermalen gesprokken word, houd de Heer H. niet, met Bochart, Michealis en de meeste nieuwe schriftverklaarders, voor het hedendaagsch Terasse maar zoekt dit in Ethiopien, of op een der A 3 ei-  ( 6 ) Eilanden in den Arabischen zeeboesem aan de Ethiopische Kust. ' Philosoph. Theol. Abbandlung & Wysgerige en Godge leerde Verhandeling over de waardy van den Kristel. Godsdienst, met betrekking tot de Leer van de onsterfelykheid der zi le Leipzig 1788 Deze Verhandeling is in 6 Hoofdst. afgedeeld Het 1ste vervat de gevoelens der oude Wysgeren over den staat der ziele na den dood wordende daar in de voorname bewysredenen voor haar bestaan na de afscheiding van het lighaam geroetst. Het 2de houd de Leer in der O. Test. en der Joodsche Wvsgeren, aangaande de onsterflykheid der ziele: verschillende de Schryver hieromtrent met Warburton In het 3de worden de bewyzen der hedendaagsche Wysbegeerte klaar ontvouwd. In liet 4de de Leer des N. Test. ten aanzien van dit stuk voorgedragen; en in het 5de de waardy van den Krist. Godsdienst, met betrekking tot deze Leer, aangetoond: terwyl het 6de het geheel besluit deze en met gene bedenkingen nopens dit onderwerp M. Jo. G A. Oelrichs Commentatio de Doctrina Phlatonis de Do, a Christianis et recentioriubus Platonicis varie expli cata & corrupta Marburg 8vo 1788. In deze Verhandeling wyst de Schryver, in zeer goed Latyn, en met zeer veel belezenheids, den zamenhang aan van de oorzaken, welkeaan de Platonische Leer aangaande de Godheid zo vele gedaanten gegeven hebben, en geeft hier mede, een belangryk byvoegzel op dit deel der Wysgeerige Geschiedenisse, Grundriss der Philosophischen Wissenschafte Grondbeginsels der Wysgerige Wetenschappen: door Godl. Ern. Schulzem Hoogl. de Wysbeg. in Deel II 413 Bladz, te Witten berg 1788 Schoon de Schryver dit Werk voornamelyk opgesteld heeft om er, by zyne Akademische Lessen gebruik van te maken, is het egter van uitgestrekter nut. Het onderwerp word in 3 Delen afgedeeld, nam. in de Natuur- de Bovennatuur- en de Zedenkunde: gaande dit Deel alleen over de eerste Prof. Günther spreekt niet ongemenen lof van dit Werk [Am. Liter. Helmsladienses.) Nederlanden Algemeen beredeneerd Register op alle de voornaamste Rechtsgeleerde Advysen Consultatien Advertissementen Decisien Observatien en Sententien in eene Alphabetische order geschikt en zamengesteld door Jr. L. Th. Grave van Nassau la Leck Lid van verscheide genootschappen te Utrecht by G. T, van Paddenburg. Judiceel Formulierboek van allerhande Schriftuuren Dagelyks in de Praktyk gebruikelyk voor Hoogere en Lagere Rechtbanken in de Provincien van Holland en Utrecht. benevens de Utrechtsche Manier van Procedeeren, als ook eenige Formulieren gebruikelyk voor subalterne Collegien, zeer geriefelyk voor Practicyns dienende tot een Supplement van de Papegaay of Formulierboek van Mr. Willem van Alphen Secretaris voor den Hove van Holland, verza meld door Willem Mr. Hessen Advocaat, 4 Deelen; te Utrecht by Jacob van Rossum Karel van Karelsberg of Tafreel van de Menschelyke Vaderlandsche Historie vervattende de Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden, zins aanvan der den Noordtusschen Engeland en dezen Staat tot den tegenwoordigen     genaars Vaderlandsche Historie Derde deel te Amsterdam Memoire pour le Rhinsgrave de Salm avec un Introduction Berekening der voordeeligste keuze in het Fourneren van J. Kok Pietersz B " van 5 Pct, te Amsteldam by de verscheidene Talen van Europa met nieuw gebragt uit alle Bussching Karakter - van Frederik den II, te Amsterdam Bybel der Natuur ontworpen door J. J. Scheuchzer, in leven Hoogleeraar der Genees- en Wiskunde te Zurich, in   't   Nederduitsch overgezet en met bijgevoegde aanmerking-     gen, door Laurentius Meyer, S. Theol. Doctor en Professor Ordinarius, aan 's Lands Hooge School te Franeker       Een deze huwelyken zijn zekerlyk niet in den   Hemel ge duitsch met plaaten, ^ sts-ciï.h" **>■ lin? 'hlr JP?eGs I1" de gewone Nederdul febè Vertaling, nier en daar, vo pen? tip Ni»i mnu »> verta ^tee^ taMS5 S TLVt7'door ^ voorgefteld door A /fSS J^f ^Fffi **ï0?Wto gever, 3de d/el tê fifsft ÏT^Hol™. ^ üit' LAND- en ZEEKAARTEN. Itinéraire de L'Europe een Landkaart, door den Heer Brion de la Tour, waar op de onderscheide langere en kortere wegen, worden aangewezen van Parys naar de buitenlandsche Hofplaatsen als mede een  ( 7 ) TEKENINGEJN en PRENTEN, parys. Ingevolge. 's Konings bewilliging aan het voorstel van den Maarschalk de Castries, om de voor Frankryk zeeghaftige Zeeslagen , gedurende den laatsten Oorlog, in plaat te brengen, heeft de Marquis de Rossel, Oud Scheeps Kapitein, verlof van zyne Majesteit bekomen, om op zyne kosten 18 Schilderstukken deze Zeegevegten verbeeldende , en door hem zelven vervaardigd, in het koper te laten brengen en uittegeven. Hy heeft zig, hiertoe, voorzien, van een bekwaam konstenaar, en zal, eerst daags een breedvoerig berigt , nopens deze onderneming in 't ligt geven, wanneer de aflevering stuks- | wyze zal geschieden. AMSTERDAM. Zesde Stel Vaderlandsche gezichten, of afbeeldingen, behoorende tot den tegenwoordigen Staat der Vereenigde Nederlanden, naar 't leven getekend door J. Bulthuis, en in 't koper gebragt door K. F. Bendorp, waarvan de originele tekeningen berustende zyn, in het Kabinet van een voornaam Liefhebber, by Gartman, vermandel en Smit, NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel EN scheepvaart, land- en veebouw, als mede de HUIShoudkunde, handwerken en FAbrieken, betrekkelyk. De jongste Staat der Wollen Manufakturen , in Engeland, word, in een Engelsch papier, in dezer voegen opgegeven. 1. De waarde der uit Engeland vervoerde Wollen stoffen bedroeg, in 7 jaren, door elkanderen gerekend, te weten. Van 1776-1782, in 't Jaar, 3,162,428 Pstr. In 2 Jaren, van 1783-1784, Jaarlyks 3,427,984 Pstr. In 3 Jaren, van 1785-1787, Jaarlyks 3,697,653. Pstr. 2. Die der zogenaamde Broads en Narrows, welke in Yorkshire gefabriceerd worden, beliep. In de 4 jaren, van 1779 - 1782, Jaarlyks 6,072,120 Pstr. In de 2 Jaren, van 1783, 1784, Jaarlyks 7,648,180 Pstr. In de 3 Jaren, van 1785 - 1787, Jaarlyks 8.544,961 Pstr. 3. Eindelyk, ten bewyze van de grotere hoeveelheid van fyne Lakens , aldaar bewerkt, heeft de vaarde der ingevoerde Spaansche Wolle bedragen:. Van 1776 - 1782 Jaarlvks 1,578.085 Pstr. Van 1783 - 1784 jaarlyks 2,116,183 Pstr. Van 1785 - 1786, Jaarlyks 2,995,389 Pstr. En in het Jaar 1787 Jaarlyks 4,188,280 Pstr. De in Engeland geteelde Wol beloopt, volgens de berekening vnn den Heer Erskine. Jaarlyks, ongeveer 600,000 Balen van 240 Ponden ieder. In' een Brief vnn New-York , uit Amerika , van 26 April 1. 1. word het volgende gemeld. ,, Kapt. Thomas Read, commanderende het Schip Alliance naar China bestemd zeilde van Philadelphia in de maand Juny 1787, en arriveerde te Kanton, den 22 Decemb. deszelsden Jaars: hebbende een weg bevaren langs welken, tot dien tyd, geen Schip gepasseerd was. Van Kaap de Goedé Hoop stevende hy Zuid - Oostwaard's aan, zeilde alle de Ooster- en Zuiderlyke Eilanden der Indische Zee rond, en voer de Zuidkaap van Nieuw Holland voorby. Op de te rug togt naar 't Noorden , omtrent Kanton, ondekte hy, tusschen de Lengte van 7 en 4 graden Zuidw. en tusschen de Lengte van 156 en 162 graden ten Oosten , een aantal Eilanden welker imvoonders zwart waren, met hair, als w. gekruld. En omtrent de lengte van 8 gr. Noordw. en van 160 gr. Oostw, ondekte hy 2 andere Eilanden, bewoond door een bruin koleurig Volk, met zwarte ongekrulde hairen. Deze Eilanden schenen ongemeen vrugtbaar en wel bebouwd te zyn, en het Scheepsvolk giste uit het gedrag der bewoneren, dat zy de eerste ondekkers derzelven waren. Zy noemden het een Morris en het ander alliance Eiland. ,, By' Nieuw Holland komende, hadden zy doorgaans den Wind uit den Z. W. Hevige koelte, verzeld van Regen. „ Den 17 Sept. 1788 kwamen zy te Philadelphia te rug , hebbende op de t'huis reize den gewonen weg 'der Europische Schepen, tot aan de Atlantische Zee, gevaren. Prys der in- en uitlandsche Effecten. Inlandsche. Holland. Recipiss. 25ste Penn. ordin. 2 l/2 prCts. 79 a 80 pCt. Dito 30 jar. Rent. 5 prCts. 79 a 80. Dito Lotery 1787. 2 1/2 prCts. 77 a 80. Oblig. op naam en met Pap, 2 1/2 prCts. 74 a 79. Zeeland. 4 prCts. 90 a 92. Dito 3 prCts. 75 a 77. Dito 2 1/2 prCts. 62 a 64. Friesland, 2 prCts. 61 a 63. Utrecht. 2 1/2 prCts. 73 a 75. Generaliteit. 3 prCts. 82 a 85. Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 89 a 91 Dito 2 1/2 prCts. 80 a 82 O. I. C. Lot. 3 prCts. 80 a 81. Engelsche Bank-Act. 160 3/8 O. Ind. - Z. Zee. O. Z Z. Ann. Dito nieuwe 3 prCt. Gecons. 73 1/2 Dito gerd. 72 5/8. Dito 1751. 4 prCts-Gecons. 92 1/4 1/8 a 5 prCts, dito gesl. Lange dito — 30 jarige dito 1770 Loten, 16 Pflr. 11 f. o d. Lond. 13 Dec. FRAN-  C « ) Fna»sch e, O. I. C. Aft. van e>C 250a c£*——1 Dito van erC iooooC 'C2S. Disc. Kas 4070. Lotery April 1783. c< Dito Ocïob. 480. Oito Empr. 200 Miil. prCt. Diro 125 MiiL goprüt. Dito 80 MiH. prCt. Dito zonder Bullet prCt. Dito 120 MilJ. 602. Paryf s8D>.r. Uivekse Büitrnlandsche. Amerika. 5 prCts, 95 a 97 pCt. Dito 4 pCt>. 96 397. Kwik en Wenerbank 4§ prCts. 99 a 100. Dito 4 prCtü 96 a 93- Spanje. 5 prCts. icoa tol. Dito 3§ prCts. 84 a 85 Frankr. Gener Gnar. 4 prCts. 07398^. Rusland. 5 prCts. 100 pCt. Dito 4§ prCts. 97 3 98. Dito 4 prC s 95 a 96 Zzveden. 5 prCts. 99ïa ioo|. Dito 4I prCts. 08Ja 99 Dito 4 prCts. 95 a 97 Denemarken. Toll. 4 prCts. 96 a 97 J. Dito Holft. 4 prCts. 96 a 97!. D.to Leen. en Wisf. J3r. 4 prCts. 95 a 06. Dito Kroon 4 prC;s. 94 a 95. Polen. 5 prCts. 96 a 99 .V«en. öpverWikf S'-uer 3 pCts. 34 a 3J§ ltv. Dito Ordin. 3 pCts. .36336! ftv. Dito Kamerit. 3 prCts". 35 a 35§ Dito 2 prCts. 31£ a 32 ftv. LETTERKUNDIGE ANEKDOTE N. Tot de van Herfchel gedane ontdekking van enen brandenden Vulkaan in de Maan behoord de volgende Anecdote, die de Heer Majoor vah Zach aan den Heer Prof. Bode medegedeeld heeft. Doctor Lind was op een avond met zyne vrouw ten bezoek', by den Heer Herfchel in Datchet. Er viel juist dien avond een bedekking van ene vaste Ster, door den donkeren rand der Maan, voor. De Heer H. en Dr. L., deden deze waarneming. De Vrouw van den laatften wilde evenwel ook zien wat 'er gebeurde, ftelde zig aan een voorhanden zynde Telescoop en nam de Maan zeer aandagtig waar. Naauwlyks was de Ster agter de Maan' gekomen, of Mevr. Lind hield ftaande , dat zy dezelve nog altoos zag; meende zelfs, dat de Ster niet agter, maar voor, de Maan gekomen wis. Men wilde haar hier over ene kleine Aftronomifche les geven, dan zy wilde niet horen - om dat zy zag. Eindelyk treed de Heer H. aan 't Telescoop en ziet indedaad een hellichtend punt, op de donkere fchyf van 9 IS Zuid sneeuw 1789- Jan. ("29. 5 rs Zuid betrokken Donderd. i. < 29. 5! 27 omt. helder L29. 5' 26 West • betrokken T29. Tl 24 N7~G\ rbetrokkea Vrydag 2. < 29. 10 23 Oost ■■ (.30- o | 16 -'"> ■- < sm f30. I 10 Oost bëïdëF*"" Saturdag 3. j^o. $| n| fs°' fi rJf Osst helder^ Zondag 4. ^30. 7 pj — ~~ *~ (30. 7i 31 N. O. helder Maandag 5. -j ——_ g , L3Q- 6 13 Z. O. j betrokken f30. 6 17' n. ©. betrokken" 30. 7j j4 .helder i Te Haarlem, by A. L OO S JE S.  1789. No. 29. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN Vrydag den 16. January. berigten SPANJE. De dood van den Infant Don Gabriel, derde Zoon des laatst overledenen konings was zo wel een zwaar verlies voor het Gemenebest der Letteren, als voor dit Koningryk: naardemaal die Prins een der kundigste Vorsten van Europa was. Men is aan hem verschuldigd een aller fraaiste druk van Salustius, nevens ene Spaansche Overzetting, uit zyn eigen pen gevloeid, en door hem verrykt met zo keurige als geleerde Aantekeningen, nopens de Punische gedenkstukken en oudheden , gelyk mede over de aloude taal der ' Pheniciers. 't Geen deze Druk "te waardiger maakt, is, dat, behalven een groot aantal van schone Platen, die de treffelykite aftekeningen opleveren zo van oude gedenkstukken en opschriften, als van onderscheidene Veldslagen, de Text niet minder naauwkeurig is dan die van den zo beroemden Glascowschen druk van Homerus, en der fraaie uitgave van Caesar, door Clark, die in 't algemeen voor het pronkstuk der Engelsche Boekdrukkunst gehouden word. Ten blyke kan dienen dat dit werk, slegts een enkel Deel in 4to bestaande te Parys, boven de 600 Livres verkogt is. ITALIen Gelyk de Groothertog van Toscanen nog, by aan 11. deel. houdenheid, de Antieke Konststukken en Zeldzaamheden, die zig op zyne Landhoeve de Medici, by Romen bevinden, van daar naar zyn Museum, in Florenzen, laat overvoeren; (*) word, op gelyke wyze, de Landhoeve Borghese, aan den Koning van Napels toebehorende, meer en meer van derzelver fraayste Sieraden Ontbloot. Romen verliest dus, van tyd tot tyd, zeer veel van het schone, Welk, tot dus verre, zo vele Vreemdelingen derwaarts lokte. Ondertusschen troost men 'er zig, daar over, met de zorgen, die de Paus aanwend, om zyn Klementynsch Museum, van dag tot dag te verfraayen, en met nieuw ontdekte Stukken te verryken. De Heer Spallanzani, Hoogl. te Pavia, van deszelfs Reize naar Napels, Sicilie, en de Liparische Eilanden onlangs te rug gekeerd zynde, heeft, in ettelyke Kisten, enen aanmerkelyken schat van Natuurlyke Zeldzaamheden medegebragt. Men vleidt zig nog steeds, met het in 't ligt komen van ene naauwkeurige Beschryving Van het beroemd Kabinet, zo van Oudheden als Natuurlyke Zeldzaamheden, 't geen, door wylen den Prins van Biscaris, te Catanien, over ettelyke Jaren was aangelegd en verzameld, en thans in bezit is van deszelfs Zoon Monsign. Giov. Francesco Paterno Castello di biscari een Heer van de uitmuntendste Talenten en uitgebreidste Kundigheden, en die reeds sints enigen tyd, by herhaling, aan zyne geleerde en kunst lie (*) Zie onze voorgaande Nr. 28. C  ( 18 ) lievende vrienden, deze Beschryving, gepaard met de nodige Aftekeningen der voornaamste Stukken , uit zyn eigen pen beloofde. Men weet tog, dat dit Kabinet een der rykste en fraayste van geheel Italien is (*); alhoewel . de beschryvingen, die 'er tot nog toe van in 't licht kwamen, zeer gebrekkig zyn, en op verre na niet beäntwoorden aan de Rykdommen en Kostbaarheden, welken het zelve bevat. De overleden Prins hadde een afzonderlyk Gebouw, aan den Agtervleugel van deszelfs Paleis, voor dit Museum, laten opregten, 't geen, in verbintenisse met deze Fascade, een gesloten vierkant vormd, welks ruime en vrye Binnenplaats in drie Vakken verdeeld is: waar van het middelste overdekt is, terwyl de beiden overigen open zyn. Hier worden , by goed weder, in het gunstig Jaargety, de Vergaderingen ge houden der Akademie van den Aetna, door wylen opgemelden Prins opgeregt; zittende, als dan, de Direkteurs, in het overdekte Vak. De plaats zelve pronkt met de schoonste Marmer- en Granit Kolommen, en is rondöm versierd met Sarkophagen, Lykbusschen en Antieke Brokken, die in reyen staan. Om deze Binnenplaats loopt de Gaandery, die deels door antieke, en deels door moderne, Pilaren onder schraagt word, waar in de voornaamste Schat der aloude konst bewaard word. Onder dezen teld men, ten minsten, 50 Standbeelden, 40 Koppen en 70 Borstbeelden, uit Marmer gehouwen. De Grieksche en Latynsche Opschriften worden op omtrent de 300 geschat, waar van alleen 50 Grieksche in Catanien gevonden zyn. De verzameling van zogenaamde Etrussische Vazen is mogelyk de grootste die ergens gevonden word. Men teld 'er meer dan 840, die grotendeels, op Sicilien, opgedolven zyn. Het Kabinet van Medailles en Penningen bevat een reeks van 4500 gebronste Medailles, van Pompejus af tot op Emanuel Comnenus, behalven nog 300 Zilvren Keizerlyke Munten : voorts omtrent 1000 stuks Roomsche Burgem. Penningen, en 300, deels Grieksche, deels Latynsche, uit de Keizerlyke Wingewesten : en nog boven dien ettelyke van Syrische Koningen, gelyk mede Joodsche, Arabische en Etrussische Munten. De verzameling van Romeinsche Gedenkpenningen, en die der Siciliaansche Munten, is zeer aanmerkelyk, als ten minsten een getal van 1500 belopende. — Onder de Natuurlyke Zeldzaamheden, welker aantal mede niet gering is, bevinden zig Horens en Schelpen, nevens Koraal- en andere Zeegewassen uit de Middelandsche Zee, en van de Sicili (*) Men vind van dit Kabinet, schoon slegts met een kort woord, gewag gemaakt, in de Reizen door Sicilië en Malta, van den Heer Brydone, en den Graaf de Borch, uit het Engelsch en Franscb vertaald, in de Jaren 1744 en 1783, by de Boekverk. Yntema en Tjeoel, te. Amsterdam uitgekomen. aansche Kusten: desgelyks ene volledige verzameling van Siciliaansch Marmer: verscheiden Barnstenen, dieaan den Oever van den ouden Vloed Simethus gevonden zijn nevens Lava uit den Aetna en Vesuvius. By dit alles komt nog ene aanzienlyke Verzameling van Planten, en ene menigte opgevulde Dieren, die in het laatste Vertrek aan de Gaandery geplaatst zyn. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Te Berlyn, staat een Monument opgeregt teworden voor Letbnitz, L. Sulzer en Moses Mendelsson: zynde men, sedert enigen tyd, bezig met de kosten daar toe by Intekening te vinden. In Wenen is reeds, door verscheidene lieden van aanzien en Geleerden, ene som van 463 Florynen daarvoor ingeschreven en, deels door den Heer V. Archenholz gedurende zyn verblyf aldaar, ingezameld, deels aan den Heer Nicolai, in Berlyn, overgezonden. De Predikant Hermann, te Frankfort aan den Oder, is, door zyne Pruisische Majesteit, tot Hoogl. in de Godgeleerdheid, aan de Universiteit aldaar, aangesteld. De Koningl. Maatschappy der Wetenschappen , te Göttingen, hield, den 29 Novemb. a. p. hare gewone Vergadering ; wanneer zy te gelyk den Verjaardag harer Stigting, nu 37 jaren geleden, vierde. De Heer Hofraad Gatterer, las by die gelegenheid ene Verhandeling voor: de Insignibus Austriaco-Ungaricis (d. 1. Over de Oostenryks Hongarische Wapenen.) Hy toonde hier in aan, dat de Wapens van „ Keizers, Koningen en Vorsten, en in 't algemeen van den „ gehelen hogen en lagen Adel, Hieroglyphen of Beeldspra- ' ken zyn van de Landen, Goederen, Geregtigheden , waar„ digheden, enz. waar mede men den eigendom daar van „ of het regt daar op, gewoon is te bewyzen: zulks men „ dezelve als ene zeer belangryke, onontbeerlyke en eerwaardige soort van Gedenktekens te beschouwen hebbe. „ Tot dus verre vernoegden zig de Wapenkundigen , om ,, de Wapens slegst naauwkeurig te Blazoenen en geschiedkundig te verklaren. De aanmerkelyke misslagen egter „ welken de Tekenaars der Wapenen, byzonder van grote „ Heren, tegen de regels der Wapenkunde, hoe langer hoe ,, meer, en voornamelyk in latere tyden-, gewoon zyn te ,, begaan, maken insgelyks de kennis en het gebruik der „ Wapenkundige Kritiek hoogst nodig, om geen verminkte ,, Wapenen, waar mede de Geldspecien gestempeld, de verdragen der Vorsten, Regerings Ordonnantien enz. verzegeld worden, tot schande van onzen tyd, aan de Nakomelingen over te brengen. De Heer G. bepaalde zig, „ ten dien einde, byzonderlyk by het Wapen van de Keizerin Koningin Maria Theresia onsterfelyker Gedagtenis, ,, als niet slegts een der pragtigsten, maar ook inzonderheid ?, tot  ( 19 ) £ tot zyn oogmerk dienstig, zynde. De Keizerin voerde, ' volgens gewoonte, naar de onderscheidene Landen, en !! waardigheden, een meerdertal, zo grotere als kleinere Wapenen, gelyk ook, als Roomsch Keizerin, den dub" belen Adelaar. Een der Middelsoorten wierd door den " Heer Hofraad bepaaldelyk overwogen , verdelende zyne " Verhandeling over dezelve, in 3 Hoofdstukken. In het " eerste van welken hy ene naauwkeurige beschryving van het zelve gaf; welke, in het twede, uit Zegels, Gedenk" stukken, Gerichtshandelingen, Geschiedschriften, met een " woord, historisch opgehelderd en gestaafd wierd; terwyl hy dezelve, in het derde, volgens de regels der Wapenkunde, krietisch ging onderzoeken. Vervolgens wierd, door den Geheimschryver. Hofr. Heyne, volgens gewoonte, de veranderingen, by de Maatschappy voorgevallen, den Leden bekend gemaakt; houdende dit berigt in: dat de Heren Ernst Benjamin Hebenstreit, Doct. en Prof. der Heelkunde, te Leypzig, en Joh. Hieron. Scbroter, te Lilienthal , die zig, door verscheidene Sterrekundige Waarnemingen, heeft bekend gemaakt, reeds in February, tot Correspondenten aangenomen waren: by welken nog vervolgens waren gevoegd : de Heren Joh. Goltlob Schneider, Hoogl. in de Redenkunde, te Frankfort aan den Oder; Johan Uphagen, Gerechtssenior, te Dantzig, wiens Parerga Histo rica enen zo ryken schat van geleerde navorschingen bevatten; en Joh. Friedericb Westrumb , Stads-Apothekar, te Hameln, die zig ene plaats onder de beroemste Scheikundigen van Duitschland heeft weten te verwerven: hebbende de Maatschappy, gedurende het lopend jaar, een waardig Corresponderend Lid, den Heer And. Cbr. Hwiid, Hoogler. te Koppenhagen, door den dood verloren. De Hoogleer. Tychsen overhandigde aan de Vergadering enige Proeven der nieuwe Arabiscbe ontdekkingen, welken men op Sicilien gedaan heeft, of, geloofd gedaan te hebben. Dezelve bestonden in enige afgedrukte Penningen van Siciliaansche Emirs, meest onder de Fatimisten; nevens ene proeve van een zogenaamd Codex Diplomaticus Siciliae opgemelden Hoogleeraar, met een omstandig berigt nopens het laatste, door de vriendelykheid van den Ridder Landelina ter hand gekomen. Eindelyk wierd de uitspraak der Maatschappy bekend gemaakt over de 5 ingekomen Antwoorden op de Oekonomische Prysvrage van dit jaar: welke van dezen inhoud was: „ Welken zyn de zekerste, en, naar de tegenwoordige inrigting der Duitsche Staten, de gemakkelykste „ en min kostbaarste middelen , om de openbare wegen ,', tegen de Roveryen en andere Geweldenaryen te beveiligen?" Zynde, van deze Antwoorden , aan de Verhandeling, welke ten Zinspreuke voerde: Interest reip. Cognosci Malos, met eenparige Stemmen den Prys toegewezen, en by de opening van 't Billet gebleken, dat de Schryver dier bekroonde Verhandeling de Heer Woldemar Friedericb, Grave van Schmettow, , Ridder der Keurpaltzische Leeuwenörde is. In beantwoording der Wiskundige Vragen over de Vebetering en het verder gebruik van het Waterweegkundig Werktuig van Vera, was, bv de Maatschappy, slegts één antwoord, en wel in de Fransche Tale, onder de Zinspreuk: ad effec tum Caufa, ingekomen. Welk antwoord egter, hoe zeer de Schryver zig daar by toond een man te zyn van gene gemene kundigheden, hoe veel goeds het zelve ook bevatte, en zelvs, met opzigt tot de netheid van voordrage, uitmunte, over 't geheel en in ettelyke byzonderheden (*) by de Maatschappy niet voldoenend genoeg geoordeeld is, om het zelve te bekronen. NEDERLANDEN. Amsterdam. Het nieuw Gebouw van de Maatschappy der Weetenschappen, Fraaye Letteren, en schoone Kunsten, onder de Zinspreuk, Felix meritis, den 31 October 1788 plegtig ingewyd zynde (zie No 19. bl. 147 en 148 van den A. K. en Letterbode) verscheen, op den avond van Woensdag den 7 January 1789, de bepaalde tyd, op welken de Directeuren van het Departement der Letterkunde met meedeweeten van Heeren Commissarissen en verdere Gecommitteerden tot den opbouw van het gemelde Huis, hadden goedgevonden, dat, in de Nieuwe Gehoorzaal van het gemelde Departement, de eerste plegtige Redevoering zoude, geschieden ; waartoe de Wel Edele Hooggeleerde Heer Mr. H. C. Cras, Professor in de Rechten , aan het Athenaeum Illustre dezer Stad en Honorair Lid der Maatschappye, door Heeren Directeuren van dit Departement, verzogt was; gelyk zyn Hoogg. deeze taak dan ook hadt op zich genomen. Eenige dagen te vooren waren, door de Heeren Directeuren aan de Wel Edele Groot Achtbaare Heeren Hoofd-Officier, Burgemeesteren, Regeerende Schepenen, en Raaden deezer Stad, de Heeren Professoren, gelyk meede aan alle de Heeren Leden der Maatschappye en eenige Kunstminnaars en Vreemdelingen, gedrukte billietten rondgezonden, by welken zy van de Inwyding der nieuwe Gehoorzaal, wegens dit Departement, verwittigd, en, ter bywooning deezer plegtigheid, genoodigd werden. De Heeren van de Regeering, Professoren, Honoraire Leden, verzogtte Heeren nevens die van de Directie , werden by derzelver aankomst in de kleine-, en de Heeren Leden in de greote Entrékamer ontvangen. Wegens het groot aantal der laatstgemelden, (als, zedert de algemeene Inwyding, nog met vyftig vermeerderd zynde geworden) was de groote Entrékamer, dezen dag, niet genoegzaam tot derzelver verblyf. De Muziek-zaal was, des, mede in gereedheid gebragt, ten einde de Heeren Leden zig van dezelve konden bedienen, tot den tyd toe, dat deRedevoering zoude beginnen. (*) Deze byzonderheden zyn sedert, in bet 206de Stuk van 27 Dec, 1788 der Gottingischen Anzeigen, bepaaldelyk aangewezen en kortelyk ontvouwd. C 2  ( 20. ) Alles gereed zynde, werden eerst de Heeren Leden van het Departement der Letterkunde en vervolgens de heeren Leden der andere Departermenten , uit de groote Entrékamer en Muziekzaal, door Heeren Directeuren, verzogt, zich in de nieuwe Gehoorzaal te begeveen, alwaar dezelven plaats namen vervolgens werden de Heeren der Regeering, door Directeuren, uit de kleine Entrékamer in de Gehoorzaal geleid, alwaar, zich terstond, by derzelver aankomst een fraai Muziek liet hooren, door den kundigen Heer Schmidt voor de plegtigheid van deezen dag gecomponeerd. Terwyl welgemelde Heeren binnen een halfcirkelrond perk plaats namen, en de Muziek, by voortduuring , het gehoor streelde, werden ook de Heeren Professoren, Honoraire Leden en verzogtte Heeren, benevens de Heeren der algemeene en byzondere Directie der Maatschappye uit de kleine Entrékamer ter Gehoorzaale ingeleid. Deeze fraay gebouwde Zaal, wier platfond op 12 Colommen van de Iönische orde rust en met de thans bekende Lampen van den Heer Argand tusschen dezelve verlicht was, bevattede deezen avond ruim 400 persoonen. • Naa dat alle de Voorgemelde Heeren hadden plaats genomen en het Muziek nog een kleinen tyd hadt aangehouden, deedt de bovengenoemde kundige en Welspreekende Hoogleeraar Cras eene zo fraai bewerkte als juist ter gelegenheid voegende Rede- ' voering, over: Eenige verschillende soorten van het Schoone, zo in de Natuur, als in de Kunsten en Weetenschappen : en over de toevalligheden, die het gevoel en den indruk van het Schoone dikwyls of versterken of verflaauwen. '■ Naa het eindigen derzelve, werdt 'er weder een fraai Muziek aangevangen, onder welks voortduuring, de Heeren van de Regeering, de Professoren, Honoraire Leden, en verzogtte Heeren, weder in de Entrékamers werden geleid, alwaar hun Wel Edelens door Directeuren voor de Eer, aan het Departement der Letterkunde bewezen , op de welmeenenste wyze werden bedankt. Met gelyke statigheid, en nagenoeg onder dezelfde plegtige omstandigheden, geschiedde, des avonds daar aanvolgenden zynde Donderdag, den 8 deezer lopende Maand, de inwyding der Gehoorzaal, voor het Departement geschikt voor den Koophandel, Zeevaart, Landbouw, Fabrieken en Trafieken; welke Zaal, met die voor het Departcmant der Letterkunde op dezelfde verdieping van 't gebouw staande, gelyk deze niet minder in fraaiheid en trotschheid uitmunt, dan de staatige Rotunde, of Concertzaal. De Heeren Leden van de Achtb. Magistraat en 3or tfl al het overige hpt , n2, w'e,Jfe<1' gelyk Se- avonds te ïï^rttf^^^™ ? jör &n£?fS'-aLs Seoordeeld wordende, by deze J? )or icgc ueid mmder te voegen. Een der A,w " ov van het Departement, zyïde dHeeWr, an- tendorp Eekman, dee lt thans de nStiS pl/^' -ring; dezelve handelde, ^^f^^ ïf * Li fC ^odzaahlyke aanwezigheid van Kdbihan. X f' risfeyen , "Landbouw, FabZ.• fe*r « ^'^fo; Burgèrfyke zamenlevi V f oeffemng ah Beroeps- en Handwerk-Konden L l- Pt ^lT van Konflen en sf^ml e ^,Na hCt a"ia,ndeIen van welk onderwerp, de Rr>t ^naar een9 beknopte opgaave deed der uitniMteSJ de en nuttige werkzaamheden van dit Dep • eme.it • (en daarnazyneaanspraak btfloot met plecnSe Dankbetuigingen en Zegenwenschen, naarde <3£r5ffi." | , dene betrekkingen, waar in zulks te pasfe kwam i ^Sf; H ,de 5"* "^egevene PMÓ/vsbï. \ rZLfTf &iï"S?Vmdt men een bericht, van een aanmerkelyke Masfa natuurl. Yzer, gevonden in Amerika, door Don Mm* de opmerking van alle Minnaren der NatuuJvkelifs?' tone overwaardig s, en zaaklyk hierop u jimt Aan de zuidzyde van de Rivier e , tm ' . westen van de grote Rivier Parana, is een zcéruft geftrekte vlakte, alwaar zich gene Bergen nog emJe" Meen, op den affland van ten minsten 100 Engelsche mylen, bevinden ; levende hier omtrent £ enige zwervende Indianen, die hun beSaan vsnden 2 £ ™TZSa?^n van Honig en Wasch , "vaar van de Bosschen m dezen oord overvloeyen. Jn het midden van deze vlakte, wierd een verbazende V^pÏ klomp ontdekt, en Don Michael, door ÏÏ Onderko nmg van de Rivier Plata afgezonden, om de Se onderzoek te doen. De breedte der plaats beV«ul men te zyn 27 grad. ^8 fee. zuidw. De klomp was schier van alle zyde begraven in zuivere k eifïn ische: de uitterlyke gedaante was die van %lmaak 'vast Yzer, maar wanneer men 'er ènïge^ftiSSaf! bytelde, was het inwendige gedeeltegvol lol!"heden, even als of alles voorhein in enen vlöeRn staat was geweest. Na dat men de aarde haS weggeruimd, vond men de lengte van de4? klomp 9, de breedte ?l* en de dikte 1 voet. De Benchter schryft du voortbrengzel, met veel waarschynlykheid, toe aan een Volkaan, en voegt 'ei7by„ het is een uitgemaakte zaak, dat in deze onmere »j Iy-  < (21) lyke Bosschen, een Massa van zuiver Yzer ge „ gevonden wordt, in de gedaante van een Boom met „ deszelfs takken,;" het geen mede door hem van dezelfde oorzaak wordt afgeleid. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN Duitschland. Niet algemeen genoeg schynt nog bekend te wezen, een klein Stukje, reeds in den voorleden Jare te Berlyn, by Fr. Nicolai, in 8vo. uitgegeven, namelyk: Moses Mendelssohns, beknopte Verhandeling over de onsterfelykheid der ziele uit het Hebreeuwsch vertaald, door S F. Dit opstel wierd onder 's mans Nagelatene Manuscripten gevonden. Men vindt hier den wezenlyken inhoud van zynen Phädon, op ene meesterlyke wyze, kort in een gepakt. Dit Stukje moet inzonderheid ten uitersten aangenaam zyn voor zodanige Lezers, wier geest, ongewoon aan het bestuderen van diepzinnige wysgerige Schriften, niet dan met moeite, de aaneenschakeling der denkbeelden in het groter werk kan volgen en overzien. Vermits die genen, welke, uit behoefte of verkiezing, zig in de Italiaansche Taal wilden oefenen, zig deswegen , tot hiertoe, van geen bekwamer middel konden bedienen, dan van de Grammatica van Veneroni, een Boek, dat by alle deszelfs verdiensten, niet vry te spreken is van ene te grote uitvoerigheid, of liever lastige langwyligheid; menen wy den zodanigen geen ondienst te doen, hen bekend te maken met een ander allernuttigst Werk van dien aart, zeer onlangs, te Göttingen, in 8vo. uitgegeven, onder den Tytel: Nouvelle Methode, pour apprendre la langue Italienne, par Mr. Calvi, Lecteur de la langue Italienne et Espagnole. Hetzelve behelst, eerst, enige algemene regelen over de uitspraak, zo verre zulks namelyk door beschryving kan geschieden; en voorts de verscheide delen der Spraakkunde, onder welke tevens de voornaamste regelen der Syntaxis gevonden worden; vervolgens een verzameling van Voorbeelden, bestaande in Samenspraken, Brieven en enige Dichtproeven; eindelyk een beknopt Woordenboek, of Verklaring der moeyelykste woorden en spreekwyzen , welke in de Italiaansche Dichters voorkomen. De Heer Thurneissen, te Basel, blyft voortvaren in zyn nuttige onderneming, om de beroemdste Engelsche Schryvers, in fraaye uitgaven, aan zyne Landgenoten te bezorgen; waar van, op nieuw, ten bewyze strekt, de Geschiedenis van Keizer Karel den Vyfden, door Robertson; een Werk, dat in de latere Historien geen geringe plaats verdient. Nederlanden. Reize door Duitschland, in 't Hoogduitscb beschreven, door den Baron Riesbeck , in den Vorm ener Vertalingen der Brieven van enen Franscben Reiziger, aan zyn Broeder, te Parys. Naar de 2de Hoogd. uitgave in het Nederduitsch vertaald, te Leyden, by L, Herdingb, 1788. gr. 8vo. jfte d. groot 218 bladz. De Nederl. Vertaler van dit Werkje berigt ons, in ene korte Voorrede, dat hy, op gezag der Engelsche Schryvers van The Monthly Review , deze Brieven , over welker inhoud zy een zeer zeker gunstig oordeel vellen; schoon in 't oorspongelyke zonder naam uitgegeven; aan den Baron Riesbeck heeft toegeschreven; 'er byvoegende, dat hy de 2 oorsprongelyke Delen, by de Vertaling, in 4. kleinere Deeltjes heeft verkozen te splitzen, zulks men nog drie dergelyke, als dit eerste te wagten hebbe. Het voorhanden zynde gaat merendeels over de Zwabische en Beyersche Kreitzen, en leverd ene beschryving op van de voornaamste Steden en Gewesten, welken daar in liggen: met bygevoegde byzonderheden, met betrekking tot de Staatsen Landgesteldheid, Volksgeäartheid en Zeden, en het verdere merkwaardige by elke Stad en Gewest. De Vertaling pryst zig aan, door enen vry goeden styl en zuivre taal. ROBB. CHR. ERMERINS, Tentamen Medicum inaugurale, ad depellendam infalubritatis calumniam de Regione Zelandica etc. Geneeskundige Inweidings Proeve, ter wegneming van den blaam, wegens de Ongezondheid in Zéland, ter verkryging der Doctorale waardigheid opentlyk verdedigt. Te Leyden, by S en J. Luchtmans, 1788. 4to. Het oogmerk, welk de Heer E. hadde, met het schryven dezer wel opgestelde en lezenswaardige Verhandeling, is, ■ volgens zyn eigen opgave, om de waarheid te verdedigen, en de vooroordelen tegen te gaan, welken by velen, zelfs by ervaren Geneesheren plaats hebben, als of de Provincie Zéland veel ongezonder zoude zyn, dan de overige Provincieën onzer Republiek, en als of vele Inwoners en Vreemdelingen aldaar, door ene Najaarskoorts, welke men alge meen den naam van Zeeuwsche Koorts heeft gegeven, zouden aangetast, en uit het leven weggerukt, worden. Het eerste Hoofdstuk handelt over de Galkoorts in het algemeen In de eerste Afdeling geeft hy op, wat men, vol gens den beroemden Hr.Stolt, wiens gevoelen hy hier overneemt, door de Gal moet verstaan. Vervolgens teld hy de algemeen bekende kentekenen dezer Koorts op, en merkt aan, dat dezelve in enen ware Rotkoorts kan overgaan; schoon zulks zeer zeldzaam, en niet dan door verkeerde hulpmiddelen, schynt te geschieden. Daarna maakt hy gewag van de Oorzaken dezer ziekte; en eindelyk, besluit hy dit Hoofdstuk, met, in de twede Afdeling, over de Geneeswyze te handelen, welke by de beroemste Artzen in gebruik is. In de eerste Afdeling van het twede Hoofdstuk, tragt de Heer E. aan te tonen, dat de Najaars-Koorts in Zéland, geenzins zodanig onderscheiden is van de gewone Galkoorts, welke in andere Provincieën onzer Republiek plaats heeft, dat dezelve met den naam van Zeeuwsche Koorts verdiend bestempeld te worden; gelyk zommige Geneeskundigen gedaan hebben: daar uit de Kentekenen en Geneeswyze duidelyk blykt, dat 'er byna geen plaats in Europa bekend is, waar deze zelfde Koorts niet nu en dan waargenomen wordt. Hy bevestigt zyn gevoelen met het getuigenis van de voornaamste Geneesheren, en met de nieuwste Proeven, te vinden in de Verhandeling van de Nat. en Geneesk. Corresp in de Verenigde Nederlanden. C 3 In  ( 22 ) . In de twede Afdeling wederlegt hy de bewyzen, welken enige Geleerden hebben aangevoerd, om de ongezondheid van Zeland te betogen; als, de bedorven Lucht, door verrotting van Visschen en andere Insekten op de Stranden , als mede door de stinkende dampen der Slikken en Schorren, gedurende de Ebbe, veroorzaakt. Hierop merkt de Heer E. aan, dat de aangevoerde oorzaken wel nadelig zyn, en Rotziektens voortbrengen, maar dat de zelven in Holland en Friesland niet minder plaats hebben , en dat de Slikken en Schorren te kort droog liggen , om daaraan een wezenlyk nadeel toe te schryven: waar by komt, dat de weste en zuidweste Winden, welke in het najaar het meest heerschen, deze uitdampingen geenszins naar het Eiland Walcheren kunnen voeren, daar zy over deze Slikken byna niet waaien. Byaldien ook deze Lucht zo nadelig ware, dan zouden zekerlyk de Soldaten en Zeelieden, die in het Jaar 1747 op de Engelsche Schepen , welke tusschen Walcheren en Zuidbeveland ten anker lagen, alwaar de Slikken en Schorren gevonden worden, zo gezond niet gebleven zyn, als werkelyk plaats gehad heeft. De aanmerking van den Heer Pringle, dat naamlyk zeer vele Soldaten op het vasteland aan den Rodenloop, en remitteerende Koortsen, jammerlyk geleden hebben , doet zeer weinig af, daar deze ziektens moeten toegeschreven worden aan ledigheid der Soldaten, aan te kleine tenten, welke voor hun waren opgeslagen in binnenpolders, alwaar op dien tyd veele hoge bomen stonden, en aan hunne morsige levenswyze. Dat vele Inwoners door de ; zelfde ziekte aangetast, en uit het leven weggerukt werden, moet men met den Heer Pringle niet aan de ongezondheid van het Land, maar aan de besmetting toeschryven, veroorzaakt door het groot aantal van zieken en gekwetsten, die van Bergen op Zoom te Zuidbeveland in het Lazaret gebragt werden, en alle hunne oppassers besmetteden. Zommigen zyn van gedagten , dat het Zeezout veel tot de onzuiverheid der Lucht toebrengt. Dan, zulks wordt door de scheikunde tegengesproken, daar dit zout nooit zo vlug word, dat het zich met de Lucht verenigt. De vermenging van Zeewater met zoet rivier water, waaruit enigen menen, dat een byzonder soort van rotting in moerassige landen ontstaat, en waar aan men mede de onge- , zondheid van Zéland toeschryft, heeft volstrekt aldaar geen plaats; want in de Rivier , de Schelde , welke door Zéland stroomt, is zout water, en deze vermenging geschied alleen boven Antwerpen en by de Willemstad. De hoeveelheid van Regenwater, welk zich met het zeewater vermengt, is te gering, om deze rotting te veroorzaken, al konde dezelve wezenlyk uit de vereniging van zout- en zoetwater ontdaan; 't geen echter by zeer velen ontkend wordt. Anderen geven onder de redenen ener groter ongezond heid van Zéland op het onmatig gebruik van Schelpvisschen en van andere versche gedroogde of gerookte Zeevisch. Hier tegen brengt de Heer E. in, dat het gebruik en de invoer daar van zo groot niet is, als in vele Steden van Holland. Dat het menigvuldig eten van Aardappelen tot deze ziekte aanleiding zoude geven, wordt geheel wederlegd, door derzelver onschadelyk gebruik in andere Provincieën. Dan, de voornaamste reden, waarom deze Provincie enen zo kwaden naam gekregen heeft, schynt gelegen te zyn in het groot aantal Soldaten, die jaarlyks aldaar ziek worden, en sterven. Deze aanmerking egter wordt niet zelden door de ondervinding tegengesproken; want, volgens getuigenis van den Heer Dachs, telde men in het Jaar 1766 te Sluis in Vlaanderen, welke Stad men gemeenlyk boven Zéland voor de ongezondste plaats houdt, geen meer zieke Soldaten, dan in de overige Guarnizoens plaatsen onzer Republiek. _ Omtrent de menigvuldige ziektens, welke 'er nu en dan in Zéland onder de Soldaten waargenomen worden, is de Heer E. met Dr. Callenfels van één gevoelen; hy schryft dezelve toe aan de grote hette; aan de moeijelyke togten, waar aan de Soldaten bloot gesteld worden; aan het langdurig verblyf in opgepropte Schepen, en aan onmatige Exercitien &c. Tot een bewys voor de Gezondheid van Zéland brengt de Heer E. by, dat de Rode Loop, welke in de gezondste Provmcieën dikwerf vreeslyke verwoestingen aanregt, aldaar nooit algemeen geheerscht heeft, en dat de Protestanten, die uit Frankryk, alwaar de Lucht zeer gematigd is, aldaar komen wonen, een gezond leven leiden, en enen hogen Ouderdom bereiken. Tot Slot zyner Verhandeling toont de Schryver, uit de Verhandeling van de Nat. en Geneesk. Corresp. aan, dat 'er naar gelang der Inwoneren, te Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Amersfoort, tien jaren door een gerekend, meer Menschen sterven, dan in Middelburg en Zierikzee. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. By ene Keizerl. Ordonnantie van 27 Dec. a. p. is, onder herroeping des 3den Art. der vorige Ordonnantie van 8 April deszelfden Jaars, den Invoer langs het Compt. Lillo, gedurende de maanden Jan, Febr. Maart en April 1789, toegestaan, van ene bepaalde hoeveelheid vreemde Aberdaan (of gezoute Visch) , te weten: 750 Tonnen voor de Stad Antwerpen., 300 dito voor Mechelen, en 950 voor Brussel; zullende het provenu der inkomende Regten, hier van te betalen, gebruikt worden, om Praemien uit te delen, ter aanmoediging van de Nationale Visschery. Gedurende het voorl. Jaar 1788. zyn uit de Maas en Goerêe, behalven de Yslandsvaarders , Haringbuizen . en Zeelandsche Schepen, uitgezeild 1483, en ingekomen 1511. Zynde van het eerste Getal 95, en van het laatste 71 minder dan in het vorig Jaar 1787. In dat zelfde Jaar, zyn in de Haven van Oos-  ( 23 ) Oostende binnen gekomen, 1009 Schepen, en uitgezeild 981. en te Koningsbergen 809 Schepen aangekomen, en 807 van daar vertrokken. Ten Comptoire van de Heeren Goll en Comp te Amsterdam, is , den 12 dezer lopende Maand, ene Negotiatie geopend van 25 maal Honderd Duizend Guldens, Holl. courantgeld, tegen 1/2 pCt. 4 interest, op Hypotheecq van Weener - Bank Obligatien, voor rekening van zyne Keizerl en Apost. Majesteit. Dezelve zal voor den tyd van 8 jaar geschieden, ingaande met Primo January 1789, na verloop van welken tyd de Aflossing in vier jaarlyksche Termynen, ieder van 625000, zal plaatshebben. De Interessen zullen, jaarlyks, met 1 July, op Coupons, te Amsterdam betaald worden. — Voorts zullen de Obligatien op 15 Febr. dezes jaars in gereedheid zyn , en de Interessen van dien dag af ingaan, doch kunnen de Fournissementen ook direct op Recepissen geschieden. Gelyktydig is mede aldaar, ten Comptoire van de Heren Jan en Carl Hasselgreen, ene Geldlening geopend, voor het Koningryk Zweden, groot Drie Millioen Guldens, Holl. Courantgeld, en wel voor den tyd van 12 jaren het eerste Millioen, het twede voor 13 en het derde of laatste Millioen voor 14 jaren, aanvang nemende 1 January 1789, tegen den Interest van 5 p. Ct., in 't jaar, betaalbaar op Coupons, alle zes Maanden, den 1 July en 1 January, ten Comptoire voornoemd. Zynde, behalven de Kroon- en Ryks inkomsten, inzonderheid hier voor verbonden alle de in- en uitgaande Tolbelastingen; gelyk mede aan genoemde Heren, tot meerder zekerheid, in handen gesteld is f 3000,000:- Holl. Cour. Capitaal aan Obligatien, gepasseerd door het Zweedsche Ryks- Staats Comptoir, op order ven ingevolge de originele getekende Koninglyke Obligatien, mede onder hun Ed. berustende. Specificatie van Goederen, in 1788, zo te Water als te Land in Koningsbergen ingekoomen. Aluin 79970 sg. Amomizaad 34241 sg. Amandelen 59013 sg. Blaauwzel 2340 Azyn (Wyn) 336 Oxh. Blik 404 Centn. Brazieliënhout 126902 sg. Boomöly 88 Pypen. Foely 238 sg. Gember 41251 sg. Haring (Hollandsche) 321 Tonn. Noordsche en Deensche dito 27771 Tonn. Indigo 24238 sg. Kalk 1006 Last 11 Ton. Kaneel 1152 sg; Kardemom 153 sg. Koffybonen 302816 sg.. Koperdraad 4170 sg. Korenten 54384 sg. Krapp. 14250 sg. Laken (Hollandsch) voor 52552 Rthlr. Leder (Engelsen) 8751 sg,. Lood 212675 sg. Lootwit 27075 sg. Nagelen 485 sg. Oesters 1500 Stuks. Oranje- en Chinaasappelen 252039 Stuks. Peper 55608 sg. Pruimen (Fransche) 31136 sg. Razynen 83460 sg. Ryst 384524 sg. Saffraan 191 sg. Schroot 206580 sg. Staal 349162 sg. Syroop 229815 sg. Tabak (diverse) 877341 sg. Thee 5541 sg. Tin 44230133. Traan 1089 Tonn. Vitriool of Spaanschgroen 75779 sg. Wyn (Fransche) 12549 Oxh. dito Frontinjak en Muskaat 80 Oxh. dito Rhynen Moesel 181 Oxh. dito Spaansche 73 Pyp. dito Champagne- en Borgonje voor 20543 Rthl. Yzerdraad 94093 sg. Yzer in Staven 8415 Schipp. Zout (Fransch) 727 L. 11 Ton. Zuiker 1279540 sg. Daarentegen zyn van daar afgescheept. Borstels 8497 Steen. Deelen 450 Schok 30 Stuks. Erwten 140 Last 6 Sch. Garen 11154 Schok. Gerst 255 L. I Sch. Haver 6 Sch. Heede 660-27. Hennip 3463-7. Hennipöly 390 Aam. Juchten 126 St. Mout 2 L. 28 Sch. Potasch 6656 Schipp. Rogge 3899 L. 32 Sch. Talk 1724 Steen. Tarwe 2092 L. 36 Sch. Vlas 476 L. 7. Wasch 4573 StWiedasch 73 L. Zaad (Zay) in 't Voorjaar, 267 Tonn. dito in den Herfst 2153 Ton. Zaad (SlagLyn) 3827 L. 18 Sch. - dito Hennip 636 L. 8 Sch. LETTERKUNDIGE ANEKDOTEN. Toen in den jare 1783 , by ene Keizerl. Ukafe of Bevelschrift, de inrigting der Petersburgsche Akademie, ene zo aanmerkelyke als heilzame verandering onderging, en het bestier over dezelve aan de Vorstin van Daschkaw, geboren Gravin van Woronzow, wierd overgedragen; was 'er deze opgesteld, dat de Heer L. Euler, als oudste Medelid, dezelve invoerde. Zy haalde hem dus, in persoon, met haar rytuig af, en bragt hem naar de vergadering. In de zaal gekomen, bespeurde zy, op het ogenblik als zy zig nederzetten ging, dat Euler zig niet op de plaats bevond, welke aan zyne jaren en verdiensten paste. Om hem egter niet verlegen te maken , of de moeite te laten nemen om van 't ene einde des Tafels naar het andere by de stoelen om te lopen (*), maakte zy hem deswegens het volgend, inderdaad niet weinig vleyend, compliment: " Gy zit niet op uw stoel, Myn Heer " Euler! Doch, welke plaats gy ook moogt inne " men (*) De Heer Euler had het ongeluk, in zynen Ouderdom, ten blindheid te vervallen.  ( 24 ) » men , spreekt het van zelve, dat deze terstond de eerste word." [uit het voorlopig Historiesch verslag in het Iste Deel der Nova Acta Acad Sc Imp. Petropolitana.] GEBOORTE. TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 280: in 's hage 48: en te Haarlem 16, onder welken laatsten 11 beneden BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. Heden is in de voornaamste Boekwinkels in Nederland te bekomen: de navolgende Verhandelingen, alle voorgelezen in de Maatschappy Felix Meritis Vergaderende binnen Amsterdam, als 1. in het Departement van Koophandel, Zeevaart enz. Verhandeling over den invloed der Natuur op den Koophandel, enz. door W. W. Eekman. - Over het verval van zommige Fabrieken hier te Lande, door H. Spille. — Over de voortkweking van Tarwe en Rogge, door J. Bouman Egbertusz. met een fraaye Kunstplaat. - Over de Vaderlandschee Munten, door G. Brender a Brandis,- met een fraaye Kunstplaat. Over den Mercurius der Ouden, door A. Fokke Simonsz. met een fraaye Kunstplaat. Over de Garst, door J. Bouman Egbz. Over den Engelschen Koophandel, vergeleken met dien der Nederlanden, door G. Brender a Brandis. Deze Verhande lingen zyn allen onder den Tytel van VADERLANDSCH KABINET van KOOPHANDEL, enz. door den Heere G Brender a Brandis uitgegeven. Voorts zyn byzonder uitgegeven. Verhandeling over den Fortuin, ten betooge dat de Ouden onder dien naam, als mede onder den naam van Fatum of het Noodlot, de Voorzienigheid verstaan hebben, voorgelezen in het Departement des Koophandels, door A. Fokke Simonsz. en de verscheidene Tydperken des menschelyken Levens, als zyn: de Geboorte, Kindschheid, Manlyken Ouderdom, Grysheid en Dood, in een zestal Redenvoeringen voorgelezen in het Departement der Letterkunde, door denzelfden: als ook Verhandeling over den Lach en het Lachwekkende, door denzelfden; welk Werkjen eerstdaags alomme in de Buitensteden zal te bekomen zyn By den Uitgever dezes is reeds op de Pers, en zal eerstdaags het licht zien, RAPPORT van den Heer NECKER, Minister der Finantien &c. in 's Konings Staatsraad van den 27 Decemb. 1788. gedaan, nevens het RESULTAT van gemelden Staatsraad: uit het Fransch vertaald. In onze vorige No blz. 15. onder den Rubriek van Narigten en Byzonderheden tot den Handel, enz. betrekkelyk, staat op regel 20. . 400 nieten ' * moet zyn . . 500 nieten WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN te Haarlem. 1789 Jan. l AA*°~ TnER- [ ^REEK luchts. i^p. Jan. me- MOME-1 DER. GESTELDI TER. TER. ( WfXD. HEID. wr T3°- 31 12 N',ea0' betrokken Woensd. 7. 1 _____ 14. l3o. I 1 9\ helder r, 1 . „ f29- 11 6 N.tenO. helder Donderd. 8. \ 29. 10 9 Oost , 129- 8 7| N. O. . -, . f29" 6 ^| WT~Ö. "betTokkei Vrydag 9. j 29. 5| IO Zuid . 1*9- 3 24 West . ju Q'A f29" *§ 28 "West betfokkea Saturdag 10. < 29. _ ^| 1_ , (_ 26| W.Z.W. . T~ f29' 2* 2^ z71)7~lnTelïw~ Zondag 11.1 29. 3 29 Oost . (-29- 3§ 23 Noord betrokken ._[£ f a I i^ld k J2| j N. O. betrokken Dinsfsdarr 1, Sl9' 4i I "ï I Öost I WtroWröf Dingdag 13. j 29. 2| 24 | N_ 0 snteiiwr L 2f• 5 I 26 Z. O. betrokken Vervolg der Waarnemingen, de nopens dikte van het Ys, in een Vyver, buiten Haarlem gedurende den tyd van 24 uren, dat is, van 's morgens 8 uuren, tot hetzelfde uur van de volgende dag, gemaakt. 1788. Dec. Rhynl.-Dm. , 1789. Jan. Rhynl. Dra. '3. 6. is 3°- »! 7. 2« 1789. Jan. 9> f • .1 J3 IO. 0| 2- 41 11. rf 3- 4i 12. i| 4- 41 13. 4 ■*3 14- 1' . Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 30. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 23. January. BERIGTEN. GROOT-BRITTANNIEN   Litton, In het Kerspel van Lauterdine,     in Herefordshire, is, onlangs, onder het     rooijen van Aardappelen, een Goud Stuk   geld gevonden, wegende zo veel als 5 Penningstukken. Op deze Munt ziet men een Keizerlyk hoofd, met dit Omschrift T. J. Caesar Aug. F. Aug. divi. Het revers vertoond een Beeld, met een Lans in de regter, en een Lauwerkrans in de linkerhand, waar by dit Opschrift: Pentif. Maxim, De plaats, waar dit Stuk gevonden is, meend men dezelfde te wezen, waar de Romeinsche Stedehouder Ostorius den Britschen Koning Caractacus overwon en gevangen liet nemen. DUITSCHLAND en naburige Ryken. Ten blyke hoe veel vermaak men aan het Hof van Rusland schept, om de Duitsche Zanggodinnen aante moedigen, kan dienen, dat Mevr. van Klenk, geboren Katschien, die onlangs als Dichteres zig opgedaan heeft, van beiden hare Keizerl. Hoogheden, den Grootvorst en de Grootvorstin van Rusland, ter betuiging van hoogst derzelver genoegen in de Uitgekomene Verzameling van hare Dichtstukken, waar Op hare Keizerl, Hoogheden wel hadden gelieven in te tekenen, de Gouden Medaille, op de inhuldiging van den Krim en Kuban geslagen, ontvangen heeft. II. DEEL. Zyne Pruissische Majesteit heeft den Heer von Catt, voorheen Lector by den overl. Koning, en Medelid, voor de Akad. der Wetenschappen, ene eerst open vallende Prebende in het Stift Sebastiaan te Magdenburg, toegezegd, en hem, intusschen, verlof gegeven, om het Ordenskruis te dragen. Den 2den January is, te Jena. zo spoedig als onverwagt, aan ene Beroerte overleden, de Heer Wideburg, Hoogl. in de Wiskunde aldaar. De Akademie verloor in hem een man van veel bekwaamheid; en geleerdheid. Ook is den 5den dezer maand, te Berlyn, aan verval van kragten, in het 81ste Jaar des Ouderdoms, overleden de beroemde Geheimraad, Koningl. eerste Lyfartz en Generaal Veld- Staf-Dokt. C. A. Cothenius, Hy was in 't Jaar 1708, te Anclam, in Pommeren, geboren, alwaar zyn Vader, die zelve voor heen Chirurgyn te velde in Zweedschen dienst geweest was, zig nedergezet hadde. Hy beleefde aldaar de Pest, welke daar omstreeks uitborst, en kort daar na het innemen der Provincie, door de Russen. In het Jaar 1732 wierd hy op de Universiteit te Halle, onder den beroemden Frederik Hofman, tot Dokter in de Medicynen, gepromoveerd, en kwam vervolgens als Stads-en 's Lands Dokter te Havelberg. — Kort daar na wierd hy bekend by den overleden Koning, die hem een Patent als Hofraad toeschikte, en een Burgemeesters plaats opdroeg. Hoogstdezelve verhief hem 1747 tot zyn Hof-Dokter te Potsdam, en tot gewoon Geneesheer by het Weeshuis aldaar: en in 1758 tot werkelyken Lyfartz en Generaal Veld D Staf-  < 26 ( ) Staf-Dokter, als mede tot twede Deken van het Op per Collegium Medicum, en tot twede Direkteur by het Colleg. Medico-Chirurgicum, In dat zelfde Jaar wierd hy tot Lid van de Kon. Akademie der Wetenschappen, gelyk ook van het Gezondheids Gollegie aangenomen. Gedurende den 7jarigen Oorlog, was hy by de Armée, als Generaal Veld Staf-Dokt., en kweet zig, met zo veel yver, in dezen Post, dat de Koning hem een Patent tot Geheimraad , in vergelding zyner getrouwe diensten, gratis deed afgeven. In den Jare 1770 bekwam hy de aanzienlyke plaats van Direkteur der Keizerl. Akademie van Natuurl. Zeldzaamheden,, waar aan de waardigheid des Adelstands van het H. Roomsch Ryk, en enes Paltsgraven, gelyk mede die van Lyfartz en Keizerl. Raad verknogt is. In den Jare 1784. benoemde de Koning hem tot werkelyken Direkt, van het Opper Coll. 'Medicum. De Heer Hofraad en Hoogl. Reinhold, te Jena, heeft, in Nr. 231 der Algem. Litterat. Zeitung van 1788, korte Stellingen of Aphorismen, tot de Zedekundige Godgeleerdheid betreklyk, bekendgemaakt, met welker mededeling wy menen, dat wy ook onze Lezeren gene ondienst doen zullen. Hy heeft naamlyk, door de gevoelens.der vier Partyen, die men tot hier toe gehad heeft, met elkanderen te vergelyken, ontdekt, dat drie van dezelven altoos- de vierde tegenspreken, en dat de daar uit voorkomende vier elkanderen tegensprekende Stellingen, te zamen genomen, dezelfde vereisehtens bezitten, op welkende Heer Kant op den weg van bespiegeling gevallen is, en waar aan hy, door zyn Zedekundig Godgeleerd bewys, voldaan heeft. Ziet hier zyn Opstel, hoewel verkort, om ruimte te sparen. De Vrage; is 'er genoegzame grond, om het bestaan van God als bewysbaar aan te nemen? werdt door twe Hoofdpartyen met ja, en door de twe anderen met neen beantwoord.: a) Dogmatische Theïsten, die dezen grond, of dit bewys, binnen het bereik der gezonde Reden menen gevonden te hebben. b) Overnatuurkundigen, die het buiten het gebied der gezonde Reden, te weten, in ene nadere Openbaring, stellen. c) Dogmatische Twijffelaren, die alle bewysbaarheid verwerpen , dewyl zy deze Vrage voor volstrekt onbeantwoordelyk verklaren. d) Atheïsten, die van oordeel zyn, dat deze Vrage met neen moet beantwoord worden. De twee Partyen a en d zyn het eens, voor zo verre zy beweren , dat de gezonde Reden deze Vrage werkelyk beslist heeft. b en c zyn het in zo verre eens, dat, naar hare Gedachten, ten opzichte van deze Vrage, door het licht der gezonde Reden niet kan beslist worden. De Oordeelkundige Scepticus behoeft zig niet by ene van deze beide Partyen te voegen, hy let slegts op het gevoelen, het welk aan elke byzondere Party eisen is, en neemt daar omtrent de Stemmen. der drie overige Partyen op; waar uit dan blykt, dat 1) Het gevoelen van a,door b, c en d. 2) b, door a, c en d. verworpen 3) — _,—— >— c, door a, b en d. wordt. 4) d, door a, b en c. Dus zyn het altoos drie Partyen tegen de vierde eens, in de volgende Stukken ; 1) Tegen de Twyffelaren (c) beweren de drie overigen, dat de Vrage, rakende het bestaan van God, volledig kan beantwoord worden. 2) Tegen de Overnatuurkundigen (b) beweren de drie ove rigen, dat deze Vrage niet door ene Openbaring Kan beantwoord worden. 3) Tegen de Dogmatische Atheïsten ( £t ervatonum geplaatst, daalde dien dag tot op>Tónde- n t geen over een komt met rjrg gr. volaena & 1 ' Reaumur. De koude van '1-Jaar x74Z, was reeno«?„"' J*2 zelfde plaats, ging niet boven de r S . ,°P 2 e aldaar waargenomen, was niet meer dan van daar, m den nagt, tusfehen 30 en 5i Decemb laatstleden ' s morgens ten 5 uren, de Thermometer van' het KoJZ' Obfervatonum tot op r7| grad. beneden het VriesDunt l dus 2 gr. lager daalde, dan in 't Jaar 1709 VnCSpJnt' e» De dikte van het Ys, is, naauwkeurig gemeten zvndp den 22 Decemb in de grote Vyver van Ferfaill s " ol ver'. fchetdene plaatfen, van io§ duim tot af duim bevorfden. Ir\ Duitscbland, waar, in 't algemeen, de Sneeuw, en bv zonderlyk ^ Wenen, dagen aan eikanderen, en in ne -7o. tere hoeveelheid gevallen was,kon zulks niet anders dan de koude vermeerderen. Dezelve was, in opgemelde Hoofd! «ad, op den 19 Decemb. zo vinnig, dat aldaar de Thermo. .. me- (f) O/ bet Vriespunt, overeenkomende met 32 gr. op de Schaal van Fahrenheit. b r (*) Overeen komende met en 17I gr. «p dt Schaal twiRe. auaur, en met omtrent 8 gr. onder 0, of die vm gahrenheie. '  ( 29 ) meter van Reamur tot op 10 grad. beneden het Vriespunt daalde: na genoeg overeenkomende met de 11 gr. onder 0 , op die van Fahrenheit, Te Munich, in Beyeren, stond de Thermometer, den 18 Dec. 's avonds ten 8 uren, op 19 gr. 7/10 en daags daar aan volgenden, 's morgens ten 8 uren, was dezelve op 21 gr. gedaald De Barometer stond er, den 18de op 26 duim. 5 lyn. 3/10 en den 19de, op 26 dm. 4 lyn. 1/10. Met' dit .alles was de koude nog veel heviger in de naburige Oorden en Landen, schoon na genoeg op dezelfde breedte liggende. In Frankenland, te Anspach, Bareuth en Erlangen, daalde de Thermometer tot op 23 grad. Te Dresden, in Saxen, is dezelve, den 15 Decemb. op den middag, op 24 1/2 gr. en des avonds op 23 grad. waargenomen ; ja zelfs, 's morgens van den 17den, op 25 3/4 gr. of volgens de; Schaal van Fahrenheit op 26 gr. onder 0; staande zy, opdien zelfden dag, te Leipzig, op 22 gr. Van Nieuw Brisak, in den Elsas berigt de Graaf de Caire, Colonel en Chef der Brigade, by het Corps Royal de Genie, dat den 18 Decemb. 's. morgens, een uitstekende Kwik Thermometer op 24 1/2 gr., beneden het Vriespunt, tekende. Te Bremen, stond de Fahrenheitsche Thermometer, den 16 Decemb. 's morgens half 8 uren, op 12 gr. en ten half 10 uren 's avonds, op 14 1/2 gr. onder 0, zynde 10 1/2 grad. lager dan dezelve in 1740 aldaar was waargenomen. Te Berlyn stond de Thermometer van Reaumur, gedurende al den tyd der felle Vorst meestal op 17, 18 en 19 1/2 gr; onder het Vriespunt; en zelfs op den 28ste Decemb. 's morgens ten 7 uren, op 23 gr. onder 0, met een Zuidoosten Wind. Men heeft aldaar de naauwkeurigste Waarnemingen gedaan met verscheidene Kwikthermometers, naar verschillende Schalen wyzende, en in de open en vrye lucht, op. ene gepaste hoogte, opgehangen: op de Schaal van Fahrenheit tekende de Kwik, dien dag 20 gr. onder Nul, op die van Celjus 129 gr. van de l'Isle 193, en van Rosenthal 829 1/2 gr. allen gelyk des kundigen weten na genoeg met de 23 gr. van Reaumur overeenkomende. Het blykt dus uit alle deze bygebragte Waarnemingen, gepaard met die van onderscheidene plaatsen, in onze Republiek, zo by dit ons Letterkundig Tydschrift, als by de Nieuwspapieren, mede gedeeld, dat, hoe nypende ook de koude hier te Lande moge geweest zyn, egter dezelve in minder graden by ons gevoeld is, dan in ettelyke andere Gewesten en Plaatsen, boven gemeld. (Het Vervolg in onze eerstkomende.) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. ■ Frankryk. By Bastien, Rue des Mathurins, te Parys, is ene Overzetting gedrukt van de Oeuvres Complétes de Lucien , Waar van reeds 5 Delen in gr. 8vo. ieder 500 a 600 bladz. groot, het licht zien, en die, met het 6de Deel, 't geen nog te volgen staat, ingebonden op 30 Liv. te staan komen: doch waar van een 4to. druk, op fraai papier, 72 Liv. kost. De overzetting is met alle oplettenheid en naauwkeurigheid Uitgevoerd; hebbende men, daar by, zes Handschriften der Koningl. Boekery nagezien, en niets verzuimd; om deze uit gave by Kenners en Liefhebbers aan te pryzen. Het 6de Deel 't geen voor een toegift op de 5 Delen, en dus gratis, geleverd word, zal de Letter- en Oordeelkundige aanmerkingen van den Vertaler behelzen, die zig, daar by, over alles, wat nopens den oorsprongelyken Schryver, deszelfs Werken in 't gemeen, en de uitgaven en overzettingen van dezelven, kan gezegd werden, in 't brede meend uit te laten. ' . ' Duitschland. Het Publiek is op nieuw, voor verscheiden Geschriften, aan den werkzamen geest van den Hr. Raad Campe verpligt. Van het Brunswykscbe Journaal, waar van de Heren E. Chr. Trapp, Job. Stuve, Conr. Hensinger en Job. Campe, de gezamentlyke uitgevers zyn, zyn thans de 12 Stukken, voor het eerste Jaar, in 't licht. Het bestek van dit Blad laat even weinig het uittrekken der afzonderlyke Stukken als Verhandelingen toe. Het merendeel derzelven is belangryk, nuttig en gewigtig. Van de Reifebeschreibungen furdie jugend is het 5de Deel, gelyk mede het 17de Stukje van de Kleinen Kinder Bibliothek, insgelyks uitgekomen. Nog is te Bronswyk uitgekomen: Der Garten Kalender. Hoveniers Almanach, voor den Jare 1789. uitgegeven door C. G. L. Hirschfeld, zeventienjarig Stuk,, in 12mo Het zelve bevat niet weinig aangenaams en Leerzaams, onder de volgende Opschriften: Hoveniers Letterkunde. Niewwste Hoveniers Narichten uit verscheidene Landen: inhoudende velerley Beschryvingen van Planten en Plantzoenen: onder welken een Narigt omtrent een Vaderlandschen Hovenier in Noorwegen, met name Broenstedt, die, op zyne eigen kosten, en ten enemale belangeloos, het aanleggen van Tuinen en het Planten van Bomen, in Noorwegen, ingevoerd heeft._ • Wyders. Vorderingen en Verbasteringen in den Hoveniersmaak. Nieuwe Schriften over de Hovenierskonst Narichten nopens nieuw aangelegde Tuinen: Bekendmakingen van nieuwe Afbeeldingen van Hoven &c. Korte Verhandelingen en Vertogen. TEKENINGEN en PRENTEN. LONDEN. De Kroon-Princes heeft, toen hoogstdezelve zig te Cheltenham bevond, ene tekening gemaakt van de Bronnen aldaar, welke, door deze en genen, waar aan zy dezen arbeid in vertrouwen vertoond heeft, niet. weinig bewonderd is, — Men zegt, dat Fittler dezelve in Plaat zal brengen. Bartolozzi, zedert hy zyn fraaye Prent van Lord Chatham afgekregen heeft, houdt zig meest bezig met Portraitteren. Men ziet reeds van hem de Afbeeldingen van Lady Salisbury, naar een miniatuur van Bowyer, als mede van de Hertogin van Devonshire, naar denzeldden Konstenaar; en van Lady Duncannon, naar een Schildery van Downman. Sharp heeft byna zyn Konstplaat af, van den GeD 3 neraal  ( 30 ) neraal Monk: men wagt deze, met die van Hall, verbeeldende het ontslaan van het Parlement door Cromwell, naar de Schildery van West, by de aanstaande nieuwe ten toonstelling van 1789 te zullen vinden. Een Jongeling, van slegts 14 Jaren, zo men zegt, Edinsor geheten, is thans bezig met het Craijonneren van Portraitten, in ene manier, waar over alle Kenners zullen verbaasd staan. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. londen. De Konstschilder Rommey heeft zyn twede Stuk uit de Shakespear begonnen: het zelve is uit the Winter's Tale ontleend. Hy munt uit in het Schilderen van schone Vrouwenbeelden, byzonderlyk van armen en handen. West heeft, in weerwil van zyne onpasselykheid, zyn groot Stuk, Lear verbeeldende, afgekregen. De Heer Joshua Reynolds is begonnen aan een groot Stuk uit Makbeth, 't geen Bedlam van binnen verbeeld. Hamilton heeft kortlings zyn fraay Stuk, uit As jou like it, voltooit; 't geen reeds in handen is van den Plaatsnyder Fittler. Brown, zedert hy een Jaargeld van den Hertog Van York trekt , is zo yverig, om voor zyn Meester te arbeiden, dat hy vier Portraitten van zyne Koningl. Hoogheid onder handen heeft. Een derzelven verbeeld den Hertog, als een Krygsman, zittende op een zwart Paard, met de Osnabrugsche Lyfguarde op den agtergrond. Een ander vertoond denzelven in een Parlements tabbaard. Bowyer schildert Miniatuur - Portraitten van de Deensche Koninglyke Familie, naar Schilderyen, die de Heer Juel, ten dien einde, overgezonden heeft. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Men maakt staat dat de nieuwe Vaart, welke men zedert Octob. 1783, in Engeland bezig was te gra ven, ten einde den Theems met de Severn te verënigen, in den Herfst van dit Jaar zal voltooid wezen. Dezelve loopt door een Plek van 30 Mylen, van Strood tot Lechdale, vallende, by de eerstgemelde plaats in de oude Vaart naar de Severn, te Framilo de. De Sapertons Berg leverde de grootste hinderpaal op: men heeft dien geheel moeten onderdoorgraven, en de opening bekluizen. Deze Kluis beslaat ene lengte van 3860 Engelsche Roeden, en is 15 voeten hoog en breed. De diepte van de oppervlakte des Lands tot op den bodem van deze Kluis , is 245 voeten. De Boog is van Klinkerts en gehouwen Stenen opgehaald, dog op zommige plaatsen word zy door de Rots zelve gevormd. Van het ene einde tot het andere, staan, om de 30 Roeden, Stylen, tusschen welken de openingen gemaakt zyn, om licht en lucht te scheppen. De gewelfde Vaart loopt voor 't grootste gedeelte, onder het Bosch van Lord Bathurst henen. In een Londensch Nieuwspapier word de volgende byzonderheid verhaald. ,, Een geboren Amerikaan heeft den zonderlingen " inval gekregen, om van daar, voornamelyk over " Land, oostwaarts te reizen; wordende in deze " onderneming ondersteund door ene vrywillige In" schryving van verscheidene Liefhebbers, van wel" ken de President der Koningl. Maatschappy, de " heer J. Banks, een der voornaamste gevers is." Hy was van mening om door Siberien te reizen, " en van Kamschatka op het naauw van Nootka over " te steken, om van daar tot Philadelphia door te " dringen. Men heeft laatstleden Herfst een Brief " van hem ontvangen uit Jobolski in Siberien, wel" ke plaats hy reeds bereikt hadde op deze verba" zende en romaneske Reize." Specificque Lyst der Imposten; welken, in de onderscheidene Provintien, van dezen Staat, ten behoeve van het Gemene Land, geheven worden. In Gelderland, hebben de volgende Reële of Grondschattingen plaats, als: 1. De Verponding. 2 Alienatien van onroerende Goederen. 3 Collaterale Successie; wordende nog boven dien 4. in het Quartier Nymegen, een Impost op de Redemptie der nonAlienatie en Collaterale Successie, om de 33 en 40 Jaren geheven. Voorts zyn in die zelfde Provincie de volgende Personéle Belastingen ingevoerd, als: 1. Op de Wynen 2. Bieren. 3. Azyn. 4. Gemaal. 5, Beestiaal of Slagting. 6. Zout. 7. Zeep. 8. Oor- of Paardegeld 9. Hoofdgeld. 10. Haardstedegeld. 11. Bakkers- of Tappers-Neringen, 12. Bezaaide Landen. 13. Hoorngeld. 14. Schapengeld. 15 Brandewyn en Gedisteleerde Wateren. 16. Tabak. 17. Passagiegeld. 18. Amptgeld en 19. Klein-Zegel. Met dit onderscheid egter, ten aanzien van de 3 Quartieren. dat in het Quartier Veluwe, geen Impost op de Bakkersen Tappers Neringen, nog Schapengeld, nog KleinZegel; gelyk ook niet in 't Graafschap Zutphen, alwaar mede geen Haardstede, Passagie- of Amptgeld, plaats  (31) plaats heeft; terwyl daar en tegen in de Graafschap. het Waaggeld, en op de Veluwe een Mout accyns, nevens een Impost op de ontgronding en het Waaggeld, is ingevoerd. Holland. De Gemene Middelen, welken aldaar geheven worden, zyn in beschreven of onbeschreven Middelen verdeeld; wordende de eerste, door middel van beschryving, by Quotisatie, zonder enige Compositie, geheven, en zynde: 1. Het Hoorngeld. 2.Paardegeld. 3. Koehouders Zout. 4. Bezaaide Landen. 5. Heren- en Redemtiegeld. 6. Koffy- en Thee- < geld. 7. Karossengeld, waar onder ook begrepen is een impost op Vaartuigen van vermaak of gerief. 8. De Consumtie van Tabak. De onbeschreven Middelen zyn: 1. Het Brandhout. 2. De Fruiten. 3.Boter. 4 gedrukte Papieren. 5. Consumtie Zout. 6. Inkomend of doorpasserend Zout. 7. Consumtie Zeep. 8. Tonne Zeep. 9. Waag. 10. Rondemaat. 11. Inkomende Granen 12. Gemaal. 13. Beestiaal 14. Binnen Gebrouwen Bieren. 15. dito buiten Gebrouwen. 16. Wvnen, Meede en Azynen. 17. Brandewynen. 18 Grove Waren, zynde Kalk, Tras en Steen ; mitsgaders Lood, tot Bouwstoffen gebruikt 19. Zalm en Steur 20. Veergeld. 21. Inkomende Tabak, 22. dito Pypen. 23. Turf en Kolen. 24. Ontgronding en doorvaart en 32. Het Klein- of Collective Zegel. Wyders a. de Tienden, b. Collateraal, c. Belasting op de Alienatie van Goederen, d. Verponding van de Huizen en Landeryen. e, De 40ste Penning op de Schepen. f. 100ste en 200ste Penning op de Ampten, Obligatien, Los- en Lyfrenten. g. Middel op het Trouwen en Begraven , en h. Op de ongefundeerde Processen. Zeeland. In deze Provincie worden de volgende Belastingen geheven: 1. Wyn. 2 Brandewyn. 3.Tabak. 4. Bier. 5. Azyn. 6. Gemaal. 7. Zeep. 8. Zout. 9. Boter. 10. Blestiaal. 11. Turf, Kolen en Brandhout. 12. Waag. 13. Hoorngeld, vermengd met dat van bezaaide Landen. 14. Veer- of Passagiegeld. 15. Amptgeld 16. Klein-Zegel. 17. Dienstbodengeld. 18. Karos- Wagen- en Paardegeld, 19: Tienden. 20. Dyk- en Schoreltingen. 21. Alienatie van roerende en onroerende Goederen. 22. Collateraal. 23. Huisgeld, en 24. Landeryen; zynde boven dien aldaar nog ingevoerd. 25. Het Familiegeld, zynde 2 pCt. van elks zuivere Revenuen, 't geen jaarlyks onder Ede betaald word, ook is aldaar de Kaas nog belast met ½ ? per ?? en van buiten inkomende Bokking met 3 st. per 100 ?? de Snuiftabak met 6 st per ??; de Carotten met 3 st. per ??; gekorven Tabak van buiten 3 st. per ??; en het Verkopen of Vermangelen van Paarden, met den 12den Penning. Utrecht. Aldaar zyn belast: 1. De Wynen. 2. Brandewynen 3. Tabak. 4. Bieren 5. Brouwers Gemaal. 6. Azynen. 7. Gemaal 8. Zeep. 9. Zout. 10. Boter. 11. Beestiaal. 12. Turf en Kolen. 13. Koffy en Thee. 14. de Waag. 15. Fruiten. 16. Hoorngeld. 17. Veer- en Passagiegeld. 18. Amptgeld. 19. KleinZegel, 20. Dienstbodengeld. 21. Paardengeld. 22. Bezaaide Landen. 23. Grove Waren. 24. Tienden. 25. Alienatie van Goederen. 26. Collaterale Successie. 27, Huis- en Haardstedengeld. 28. Landeryen. Vriesland. In deze Provincie worden gevonden de volgende Belastingen: 1. Op den Wyn. 2. Brandewyn. 3. Tabak. 4. Bier. 5. Brouwers Gemaal . 6 Azyn. 7. Gemaal. 8. Zeep. 9. Zout. 10 Beestiaal. 11. Turf en Brandhout. 12. Koffy en Thee. 13. de Waag. 14. Fruiten. 15. Hoorngeld. 16. Veer- en Passagiegeld. 17. Ampt- Officiegelden en Equivalenten 18. Klein-Zegel. 19. Familie- of Hoofdgelden. 20. Paardegeld. 21. Bezaaide Landen. 22. Haven Specien 23. Lood. 24. Alienatie van roerende en onroerende Goederen. 25. Collaterale Successie. 26 Reëel- of Schoorsteengeld. 27. Florenen, zynde ene Belasting op de Landen. Overyssel. Men vind aldaar belast: 1. de Wyn. 2. Brandewyn. 3. Tabak. 4. Bieren. 5. Azyn. 6 Gemaal. 7. Beestiaal. 8. Waag. 9. Hoorngeld. 10. Passagiegeld 11. Officiegeld. 12. Dienstbodengeld. 13. Paardengeld. 14. Bezaaide Landen. 15. Alienatie. 16. Collaterale Successie. 17. Vuurstedengeld 18. Verponding. 19. Contributie. 20. Hoofdgeld. 21. Varkens, Schapen, Beyen, onder den naam van Reliqua. Stad en Lande. De Belasting in deze Provincie in gebruik, zyn als volgt: 1. Op de Wvnen. 2. Brandewyn. 3. Tabak. 4. Bieren. 5. Azyn 6. Gemaal. 7. Zeep. 8. Zout. 9. Boter 10. Beestiaal, 11. Turf. 12. Koffy en Thee. 13. Waag. 14. Fruiten. 15. Hoorngeld. 16. Passagiegeld. 17. Amptgeld. 18. Klein-Zegel 19. Dienstbodengeld. 20. Paardengeld. 21. Bezaaide Landen. 22. Grove Waren. 23. Alienatien. 24. Collateraal. 25. Huis- en Haardstedengeld. 26 Landeryen: kunnende hier nog by gevoegd worden; a. Het Neringgeld. b. Breuken, c. Hoofdgeld. d. Molengeld. e. Manufacturen. f. de Goedschatting of 400ste Penning van alle vaste en losse Goederen en Effecten, 3 maalen 's jaars geheven, van elk die boven de 200 Guldens bezit, en g. de Spilsluizen, een Passagiegeld op de passerende Schepen, GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: in 's Hage 52; en te Haarlem 29, onder welken laatsten 14 beneden de 12 jaren. Uit  C 32 ) V!t.Engeland word het volgend voorhc^l zonderlinge vrugtbaarheid gemeld- V00rt5CeId v<™ Vn r» Dmtfd]e Vrouw, Zynde ene Herbergierfler " lïïtó lie-' mct het z^e Schip/waar op « de Ki'aam beval en: 't geen het t&riPieWujr geschriften. ttrtifö, heeft nevens myn Broeder,S Konin^6"^^"1 diker JVfc. Sneden*; dit werk op zie SnÏÏ"» k pre" dien heeft de Ridder en W ft^»(S&^b000S,, om alles voor het afdrukken, naauwkeurig "" te zien en ter volmaking va» het Werk alles by te dLe„ 3 " De Test van dezen nieuwen Druk zal niet over de iAI yhabets, of omtrent 60 Bladen beflaan, en in""stuHeaof «aar omtrent in 't licht kónen, by ieder KtK Platen, gevoegd zullen worden: zullende egter bvïï iJr fic Stukje flegts 8 Platen, mét den Tyiel en de Voorre* komen. Tegen het einde van het Ja, ƒ 1790 zal h« JeSle. Werk compleet zyn. Over druk, Paper, Inrichtin?ï Formaat kan uit de Troeve, die by ene: LatvnfrhJnlS ? «aking gevoegd is geoordeeld worden £ be ff S" derheid tot bet opftellen van het Werk dl,1 \ ",' verkozen, als bes^efchik"zyndeTo2 dïbefiK^ vit d£ oi^emerpen. Liefhebbers die van dit WerkSwS ra diend te wezen, betalen 5 Hollandfche Dukaten voSrirf Men kan aiglner toe, by de vóomamïte BoekvP?knn£' id Europa vervoegen D«? n,en voornemens eSïsTd' vWWiB toffidtaSfi JS van IlltekeninsV Stockholm 20 Sept. 1788. MagnusSwederus, BoekhandtIaar te&ortAo/w.en van deAk» demten van l7/>/aJ en I »^o^vfe ** uit en ! mud, Mercier, erz rneVkt,^ re.r*a'«. getrMen uit d'Ar. I Deel in 8ro a 5« ff„ u 'F p,1Ien V3n Xle. 1 -nkort by den Boekhande^ men, te vinden zyn. * n°s ftïat ui^e ko- WEERKUNDtGE WAARNEMINGEN te haareem. ' I VS» f" I baro- f THEP.» i STREEK LUCHTfi 1789. Jan. me- ,„ome>) mr geISS , I TKIt. | TKii. f w, vn j ggg0 V/oensd. I4.fë ? J« . RH** f ] ^y- 2 3ö Zuid betrokken (,29. 2 — Donderd. I(5,|ff f j; J Ï^TPE^ , -1 " 3f5__ West _} ' helder Vrydag 16. Tl ^ ^ bTtrokke» ' 7 I 37 omtr.helder Saturdag rJ^ « ^ ^ I betreen l29- *f 35 ,— Zomdag ,g.(;i:'j[ ff Ö5 bm°k,'e» —— ^-*8' 5 ".-irziz^— Maandag 31 J j "|J' I ^W. ggga£ ^ML_*J_J7 W, betrokken' Dingdag 20, L'i' 54f( ^T^uS7^^ T« Haarlem, by A. L Q Q s.J E S.  1789 No. 31. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 30. January. BERIGTEN. RUSLAND. De Keizerl. Akademie der Wetenschappen, te St. Petersburg, hield, den 4. Dec. 1788. ene buitengewone Vergadering, waar in dezelve de toewyzing der gestelde Pryzen over de Voeding, als mede ene nieuwe Prysvraag voor het Jaar 1790, door een Latynsch Programma van volgenden inhoud, bekend maakte. Onder de allerhoogste bescherming harer Majesteit Katharina, Keizerin aller Russen, de grootste Bescbermster der Wetenschappen en Konsten, heeft de Akademie der Wetenschappen, te St. Petersburg, onder het opzigt van hare Doorluchtigheid, de Vorstin Daschkaw, Keizerlyke StaatsDame, en bekleed met de Ridder orde van St Katharina , voor den Jare 1788. reeds ten derdenmale, de volgende Prysvraag opgegeven: Vermits de gelykmatige Voeding van het dierlyk Lighaam, in deszelfs kleinste delen , tot welken de Vaten zich niet uitstrekken. als mede de voeding des Op perhuids (Epidermus), der Nagelen, van het Hair en der Horens welken gene Vaten hebben, en andere verschynzels leren: dat het Voedingsap wel eerst. middelende de beweging van het Hart, door de Vaten, vervolgens egter, door ene van het Hart onderschei dene kragt, verder , tot aan de kleinste deeltjes waar aan de Vaten niet reiken, voortgestuuwd word; daar insgelyks in de Planten, by welken men niets ont dekt, 't geen met de kragt van het Hart kan verge II. DEEL. leken worden, ene volkomen gelyksoortige Voeding en afscheiding van het voedend sap plaats heeft; zo is de vraag;: door welke kragt geschied deze afscheiding van het voedend sap in de Planten, en in de genoemde delen des dierlyken Lighaams, en in welk een verband staat dezelve met deze kragt? Alhoewel onder de vierentwintig Verhandelingen, welken over deze Prysvrage van de Voeding zyn ingekomen , gene volkomen aan de verwagting der Akademie beantwoord heeft; schynen egter twee derzelve, beiden in het Hoogduitsch geschreven, welken enige meer dan gewone kundigheden in deze zaak aan den dag leggen, enig licht over deze nog zo duistere en weinig bearbeide Stoffe, in velen opzigte, te verbreiden. De Eerste, zynde onder de ingekomene Schriften de achttiende, draagt, zeer beknopt, een begrip voor, 't geen, naar allen aanzien, slegts weinig van de waarheid afwykt. Dezelve is getekend met de Zinspreuk: Aggredior, non tam persiciendi spe, quam experiundi voluptate. De andere, zynde in order de tweeëntwintigste, en van uitgebreider inhoud, zameld alles by een, wat slegts dienen kan voor de kennis der verdere beweging van het sap, wanneer het zig uit de Vaten ontlast heeft. Dezelve voerd de Zinspreuk; Felix, qui potuit rerum cognoscere causas. De Akademie heeft aan deze beiden Verhandelingen den Prys, om onder beiden verdeeld te worden, toegewezen. By de opening der verzegelde Biljets is gebleken, dat de schryver der eerste Verhandeling, de Heer Prof Blumenbach, te Göttingen, en die der laatste de Heer Hoogl. Born. te Kroonstad, is. Behalven deze twee Geschriften , bevind zig nog, onder de ingekomene, ene Derde, in het Fransch geschreven, Verhandeling, met de Zinspreuk: Multa renassentur, quae jam cecidere, welke , in rang, de Derde was, en waar van reeds , by een vorig Programma , melding gemaakt is. Dezelve bevat niets, zo als in het zelfde Programma gezegd word, 't geen E op  (34) op enigerhande wyze tot oplossing der Prysvrage dienen kan: veel eer is de voorgedragene onderstelling, by het nagezonden Byvoegzel, met de Ontleedkunde en ondervinding strydig. Daar egter desniettegenstaande, zo wel de Verhandeling zelve, als in 't byzonder dit Byvoegzel, dat geen uitgezonderd , welk ter beantwoording van het Voorstel word bygebragt, zeer goede, en in allen opzigte gewigtige, aanmerkingen, bevat, heeft zy het Accessit bekomen, en is waardiggeoordeeld, om gedrukt te worden. Het is een byna algemeen aangenomen begrip, zo onder de vroegere als latere Scheikundigen, dat de Koleuren der Lighamen, onder welken zy zich voor het gezigt opdoen, niet zo zeer aan de Lighamen zelven, dan wel aan ene by- . zonderlyk tot de zamenmenging der Lighamen behorende Zelfstandigheid, welke men met alle regt de Koleurgevende Zelfstandigheid mag noemen, toe te schryven zyn. Frederik Hoffmann heeft onder anderen zeer fraaye aanmerkingen daar. omtrent nagelaten. Het vernuft egter eniger oude Scheikundigen heeft by deze algemene Stelling geenszins berust. Dezelven hebben getragt om de natuur der koleurgevende zelfstandigheid te bepalen, terwyl zy dat geen, welk den Lighamen de Koleur byzet , een Zwavel heetten. Vermoedelyk hebben zy, door dezen Zwavel, wel niets anders, dan een met zeker zout en zekere aarde verbonden Phlogiston verstaan, zulks dit Phlogiston eigentlyk dat werklyk bestanddeel der koleurgevende zelfstandigheid uitmake, 't welk, uit hoofde van deszelfs byzondere betrekking tot het licht, deszelfs byeengevoegde Stralen opneemd, enige koleurende Stralen uit dezelven, of ook slegts ene enkele terugkaatse, doch de overigen inzwelge; dat het zout het Phlogiston fixeerd, en het aardagtig bestanddeel dit door deszelfs zout gefixeerd Phlogiston opneme, en het zelve tot een Basis diene. De Konst der Scheikunde gaat nog verder. Dezelve schynt ook niet onduidelyk aan te wyzen, waar uit in 't byzonder de verscheidenheid van Koleuren, in 't algemeen, ontstaat: te weten uit Zout, waar door het Phlogiston opgeloscht en gefixeerd word. Men kan ook aan een en 't zelfde Lighaam, wanneer het wat rykelyk van het koleurgevend beginzel voorzien is, door enkele byyoeging van onderscheidene zoutagtige oploschmiddelen, velerhande koleuren geven, zonder dat het wezentlyk bestanddeel der koleurgevende zelfstandigheid daar door veranderd word,; gelyk zulks by Koper, Yzer, by Kwikzilver, en andere Metalen, klaar blykt. Men kan in het gekoleurd sap van Planten, zo als het tot verwen van Linnen of Wollen-Doeken, Lakens en Fluwelen, gebruikt word, door verscheidene bygevoegde middelen, de koleur, naar willekeur, veranderen, geheel doen verdwynen en weder voortbrengen: by aldien slegts de grondmenging der koleurgevende zelfstandigheid in de sappen niet geheel, door al te bytende middelen, verhinderd word. En wanneer 'er daar en tegen weinig of niets van dit koleurgevend beginzel, by enig Lighaam, by voorb,, in het Kryt, voorhanden is, zal men, hoedanige oplossensmiddelen men ook moge aanwenden, nimmer enige koleur uit dezelve ten voorschyn brengen. De Akademie is in 't algemeen begeerig, daar nog zeer veel, in deze voorgaande Scheikundige Theorie der koleuren, duister, twyffelagtig en gebrekkig is, naar ene meer volkomene en naauwkeurige Verklaring derzelve, door wel ingerigte proeven bewezen. In 't byzonder verlangt dezelve de volgende punten beantwoord te hebben: 1. " Onder welk soort van gemengde Lighamen behoord " eigentlyk de koleurgevende Zelfstandigheid? Is zy te regt van de oude Scheikundigen een Zwavel geheten ,, geworden? Waar in komt dezelve met de gemene ,, Zwavel over een? Of behoord zy misschien tot ene " andere soort van gemengde Lighamen? Of maakt zy .; ene afzonderlyke Zelfstandigheid uit, welke onder ge" nen der bekende soorten kan gerekend worden ? 2. ,, Van hoedanigen aart is het Zout, waar door het ,, Phlogiston gefixeerd word? Is het een Zuur of Loog" of Middelzout? By aldien het, gelyk waarschynlyk, ,, een Zuur zy, hoedanig een Zuur is het dan, 't welk " voornamelyk het Phlogiston tot deze buiging der Licht,, stralen bekwaam maakt? 3. ,,Van welken aart is het aardagtig Bestanddeel, 't geen voornamelyk diend, om bet Phlogiston, welk door ,, deszelfs Zout opgeloscht en gefixeerd is, op te ne" men? 4. Waar uit ontstaat de verscheidenheid der Koleuren? " Hangt dezelve enkel af van de onderscheidene menging ,, van ene en dezelfde bestanddelen der koleurgevende ,, Zelfstandigheid , dan welligt van de verschillende even,, redigheid van het fixerend Zout, met betrekking " tot het Phlogiston? of, hangt dezelve veel eer, daar " 'er, zo verre wy weten, slegts een soort van Phlo" giston in de Natuur bestaat, louter af van de ver" scheidenheid des fixerenden Zouts zelven? of brengt ,, ook het aardagtig bestanddeel iets by tot de bepaling " der koleur? 5. ,, Eindelyk, hoedanig ene Menging, wanneer de verscheidenheid der koleuren van de menging afhangelyk is, of hoedanig een Zout, by aldien dezelve enkel " daar uit ontstaat, word 'er vereischt, wanneer 'er ene rode, of ene blaauwe, of groene, of andere koleur, voor den dag gebragt zal worden? Immers houd de " Akademie het geenzins voor onmogelyk, om ook dit laatste, door deze en gene wel ingerigte proeven, te bepalen." De Akademie nodigt hier op de Geleerden van alle Natien uit, om derzelver Antwoord voor den 1sten Dec. des Jaars 1790. in te zenden, zullende dat geen, welk naar het oordeel der aanwezende Leden, die zelven nimmer naar den Prys mogen dingen, voor het beste en bondigste gehouden word, den gewonen Prys van 100 Hollandscbe Dukaten bekomen. Voorts errinnerd de Akademie, by deze gelegenheid, de Prysvrage, uit de Wiskunde (*), by een vorig Programma bekend gemaakt, en waar op een Prys van gelyke waarde als (*) Zie Algemene Konst- en Letterbode, 1ste Deel, Nr. 2. bladz. 9. b.  ( 35 ) als de bovengenoemde, aan het beste Antwoord, 't geen voor 1 July des jaars 1789 zal ingezonden worden, was toegezegd. De Verhandelingen moeten leesbaar, in de Russische ,Latynsche, Hoogduitsche of Fransche Tale geschreven, niet met den naam des Schryvers, maar met ene Zinspreuk, getekend zyn, verders van een verzegeld Biljet verzeld gaan, waar op van buiten dezelfde Zinspreuk, en van binnen de naam des Schryvers te lezen is, en, in diervoege, voor den aangewezen tyd aan den aanhoudenden Geheimschryver Joh. Albr. Euler gezonden worden: van wien de Schryver een Ontvangbriefje met aanwyzing van het Nommer, waar onder zyne Verhandeling gebragt is, bekomen zal, zo dra hy slegts zyn Adres zal opgegeven hebben. De Verhandelingen egter, welken, na verloop des bepaalden Termyns, nog mogten inkomen, zyn van den Prys-verstoken. SPANJE Te Cordua is een Leerschool van Dieren-Geneeskunde (Art Veterinaire) opgericht, volgens een ontwerp van twe jonge Inlandsche Geleerden, die zich ter oeffening in dien tak vooraf enigen tyd in Frankryk hadden opgehouden. GROOT-BRITANNIEN De Universiteit van Oxford heeft, onder zeer voordelige voorwaarden, het uitgeven toegestaan van enen nieuwen Druk van Plutarchus Zedenleer, met aantekeningen van den Heer Wytenbach, Hoogleraar te Amsterdam FRANKRYK De Koningl. Akademie der Byschriften en fraaye Letteren, te Parys, hield, daags na St. Maarten, den 14 Nov. laatstl. hare openbare Vergadering. Dezelve heeft de Prysvraag, welke zy dien dag moest beoordelen en bestaande in te onderzoeken: welke kundigheden ons de Ouden nagelaten hebben omtrent de Konst van Verwen? ingetrokken: overmits zy op dezelve geen enkel Antwoord ontvangen hadde, en een van hare Leden, die zig enen geruimen tyd bezig hield met een Werk, waar in hy de Konsten der Ouden, met die der Hedendaagschen, vergelykt, haar, na het aflopen van den tyd, ter mededinge bepaald, ene Memorie heeft mede gedeeld, in welke hy het opgegeven Stuk op ene wyze behandeld, dat men daar omtrent niet meer verlangen kan. De ingekomene Verhandelingen op de Prysvraag, tegen Paschen van dit jaar te beoordelen , nopens de Romeinsche Volkplantingen van Barbaren aan de Grenzen des Ryks, (*) niet in allen dele aan de oogmerken der Akademie beantwoord hebbende, geeft zy hetzelfde onderwerp andermaal op, voor Paschen 1790, en nodigd de Schryvers. dit Stuk behandelende, om zig te bepalen tot de Volkplantingen, die naar (*) Zie deze Vraag in haar geheel, op bladz 2.a. van Nr 2, Deel 1 van dezen Algem Konst en Letterbode. de Grenzen der Wingewesten van het Ryk vervoerd zyn, of zich aldaar nedergezet hebben, zedert den tyd van Augustus tot aan de Zesde Eeuwe. De Prys zal verdubbeld zyn, en de Verhandelingen moeten, Vragt vry, voor 1 Dec. 1789. ingezonden worden. Het Fonds voor de Letteren, het geen de Akademie in handen heeft, is, dit Jaar, aanmerkelyk vermeerderd geworden. De Heer Abt Raynal, een gedeelte der middelen, welken hy aan zyne bekwaamheden verschuldigt is, ter bevordering der Letteren willende opofferen, heeft de Akademie verzogt om ene Constitutie van 1200 Liv. perpetuele renten te willen aannemen, waar van de inkomst ,jaarlyks, aan den Schryver zal uitgedeeld worden, die zy oordelen zal het onderwerp, by haar tot een prys gekozen en opgegeven, best behandeld te hebben. De Akademie, niets meer ter harte nemende, dan de nuttige Letteroeffeningen aan te moedigen, en den genen, welken zig daar op toe leggen , nieuwe sporen van naaryver aan te bieden, heeft zig gaarne naar dezen wensch van den Abt Raynal willen schikken. Ingevolge van dien geeft zy tot een Prysvraag op, om voor de eerstemaal beoordeeld te worden op St. Maarten 1790, na te vorschen: Quels étoient les soins & les précautions, que les prenoient Grecs en les Romains pour la police & la salubrité des Villes & d'examiner, si l'on peut tirer quelque avantage des lumieres qu'ils nous ont laissées sur cette partie de l'administra tion. [Hoedanige voorzorgen en behoedmiddelen de Grieken en Romeinen genomen hebben, omtrent de Policie en de gezondheid der Steden, en te onderzoeken of men ook enig nut kan trekken, uit de ophelderingen, welke zy ons nagelaten hebben, omtrent dit deel der bestieringe?] De Verhandelingen moeten, Vragt vry, uitterlyk, voor 1 July 1790, ingezonden worden. NEDERLANDEN. Amsterdam. Gedurende de laatstvoorgaande week, hebben, in Felix Meritis, verhandeld: Woensd. 21 Jan. Letterk. P. Pypers, de 2 eerste Bedryven van een nieuw Treurspel Stephanus, of de eerste Bloedge tuigen. Dond 22 - Kooph. C. van Beevoord: over den koophandel enz. der meeste Vol ken : vooral die der Nederlanden. Vryd. 23 - Natuurk. H. Aenae: over den Tyd, Vervolg en Slot der WAARNEMINGEN omtrent de KOUDE van dezen tegenwoordigen Winter, in verscheiden Landen en Plaatsen. De laagste stand der thermometer hier ten Lande waargenomen, was van 7 grad. onder 0, volgens de onder ons E 2  (36) algemeen gebruikt wordende Schale van Fharenheit op den 16 Dec. 's morgens ten 7 uren, te Harderwyk (*), zynde een berekende middelstand van 3 beproefde Kwik- Thermometers. De Heer Dr. Bicker, te Rotterdam, berigt ons egter, in zyne medegedeelde Waarnemingen by de Rotterdams. Courant van 10 Jan. dat zyne Thermometers niet lager dan 2 gr. onder 0 gestaan hebben, schoon 'er, in die Stad, ettelyke goede 2 a 3 gr. lager getekend hadden. - Een onzer goede Vrienden, even buiten onze Stad wonende, en gewoon zynde naauwkeurige Waarnemingen te doen, heeft de zyne (+), die na genoeg gelyk tekend met die van den Heer Bicker, in een der nagten van December desgelyks 2 grad. onder 0 gezien: en voorts opgemerkt, dat de koudste nagt alhier tusschen Maandag en Dingsdag, den 22 en 23 Dec. a. p. geweest is, wanneer hy, ten 2 uren, zyne Thermometer zag tekenen 4 gr onder 0 Wy agten het niet on dienstig, de volgende aanmerkingen van dezen oplettenden Liefhebber, uit zyne aan ons medegedeelde schriftelyke aantekeningen hier by te voegen. ,, De schielyke afneming der Koude, op herhaalde tyden ,, van dezen Winter, verdiend ene byzondere opmerking. ,, Des avonds van den 23 Decemb. wanneer 's nagts te vo,, ren, zo als boven gemeld is, de Thermometer 4 gr. on,, der 0 getekend hadde, rees dezelve zo sterk, dat dezelve ,, 's nagts om 2 uren, reeds op 33 gr. kwam, en den 24 ,, en 25sten hadden wy, zo als bekend is, een sterke dooi. ,, Desgelyk op 5 Jan dezes jaars, toen de Thermometer ,, des morgens op 2 gr. getekend hadde, rees zy 's avonds ,, ten half 7 uren, op 8 gr. en 6½ uur daar na, dat is ten ,, 1 uur in den nagt, op 31 gr. wanneer dezelve wederom ,, ging dalen, tekenende, 's morgens ten 8 uren van den 6, ,, 17 grad Deze verzagting schynt ene byzondere oorzaak ,, gehad te hebben, welke egter niet in de verandering des ,, windstreeks kan gezogt worden, blyvende de Wind N. ,, O. met ene harde koelte en betrokken lucht. De schielyke afneming van Koude op den 9 Jan. was niet minder ,, aanmerkelyk. 's Morgens ten half 9 uren van dien dag, ,, stond de Thermometer op ½ gr. en 's avonds ten 11 uren ,, reeds op 28 gr.: aan den anderen kant was de daling, op ,, den 12den daar aan volgenden niet minder sterk. Dien dag stond, des middags ten 12 uren, de Thermometer nog op ,, 20, en 2 uren daar na, op 22½ gr. en 's avonds ten 11 ,, uren, was dezelve tot op 4 gr. gedaald. Van dien tyd af ,, egter begon zy op nieuw, en by aanhoudenheid te ryzen; ,, hebbende zedert de nog voortgaande dooi, tusschen den ,, 13 en 14den, een aanvang genomen. Ik hebbe, zo in de ,, zen, als meer andere voorgaande Winters opgemerkt dat een extra lage Thermometer, met stil weder, een voorbode van ontlating is" Vreemd is het ons voorgekomen, dat, volgens het Gentleman's Magazine voor de Maand Dec. 1788 de graden van Koude, in Engeland, zo ongelyk minder zyn geweest, dan (*) Zie Nr. 26 van den Alg. Konst en Letterbode, bladz. 203 a. (+) Wy nemen deze gelegenheid waar, om onzen Lezeren den narigt te geven, dat de WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, welken wy ,zints een geruimen tyd, het genoegen hadden hun in dit ons Blad te kunnen mede delen, in 't vervolg, naar deze Thermometer aangetekend zullen worden. elders, in de reeds genoemde Landen: de laagste stand der Thermometer, 70 mylen buiten Londen waargenomen, was, zo als daar word opgegeven, die van den 18 Dec. a. p. 's morgens ten 8 uren, zynde niet meer dan 17 grad onder het Vriespunt, volgens de Schaal van Fharenheit. Schoon egter by de Engelsche Nieuwspapieren van veel lager stand gemeld word. Hoe ondertusschen dit ook zy ; in de meer Noordelyke Gewesten, was de Koude, gelyk gewoonlyk zo veel te vinniger. Te Dantzig tekende de Thermometer den 18 Dec a p op 17 gr. onder 0 op de Schaal van Reaumur: te Stockholm , op den 20sten dier maand, 23 grad. onder 0 op die zelfde Schaal: en volgens de Metreologische Waarnemingen, die wy, tot dus verre uit Petersburg ontvingen, was de laagste stand der Thermometer aldaar, na dat zy een en andermaal op 24 gr. onder 0 was waargenomen, 's morgens op den 12 Dec. die van 24 gr. 5. onder het Vriespunt, op de Schaal van Reaumur, en van 196 op de Schaal van d'Isle, na genoeg over eenkomende met 23 grad. onder 0 op die van Fharenheit : zynde de Wind als toen N. O. heldere lucht, en staande deBarometer op 28 Duim. 0 0 Het blykt dus, uit alle de opgemelde Waarnemingen , dat de Koude die van alle vorige harde Winters, zo niet overtroffen, gelyk nogthans zulks op vele plaatsen, buiten allen twyffel, het geval was, ten minsten geëvenaard hebbe: terwyl haar vroeg begin en langdurige strengheid, dezen Winter, in 't algemeen van alle bekende strengen onderscheid. In den Jare 1740 is de Thermometer, hier ten Lande, niet lager dan 2 gr. onder 0 en in 1776 niet lager dan 4 onder o, waargenomen. In het eerste gemelde Jaar was de Vorst wel langdurig, dog slegts, gedurende weinige dagen, tot enen aanmerkelyken trap van strengheid geklommen. Die van het laatste gemelde Jaar hield 24 dagen aan, te weten van 9 Jan. tot aan 2 Febr. daar de Vorst van den tegenwoordigen Winter reeds den 24 Nov. begon, en, onder enige korte verpozingen van slegts weinige dagen , tot den 14 Jan. zynde in de 50 dagen, heeft aangehouden. De ongemene trap van Koude kan ook nagegaan worden uit hare uitwerkzels, waar van enige byzonderheden der optekening wel waardig zyn. Een Stalhouders knegt, te Rotterdam, met name Ary Wilders, is, op den 8. Jan. dezes jaars, met ene Slede met 2 Paarden en 5 Passagiers, over het Ys van het Hollandsch Diep, van de Hoge Zwaluw, tot aan Drimmelen gereden: ook hebben vele menschen de Rivier de Schelde, van Vianen tot Stavenisse, als mede van Zype tot op St. Anneland. te voet gepasseerd: welk eerste zelfs in de harde Winters van 1709 en 1740 niet gebeurd is: terwyl het laatste, by stokoude Lieden, verhaald word , nog eens in 1716 plaats gehad te hebben. Desgelyks is de Zuiderzee zo vast bevrozen geweest, dat men van Medenblik en Enkhuizen, over dezelve, naar Staveren, gegaan is: De Noordzee lag aan onze Stranden ,een aanmerkelyke breedte geheel digt, zulks men van Santvoord, tot op 3 uren verre, over het Ys konde gaan. En uit Zweden is berigt, dat, zedert 2 Decemb. de Grote Belt zo sterk was toegevrozen, dat men 'er over gaan en ryden konde men ging den 18, van Calmar tot Oeland, over 't Ys, als mede over den zeeboezem tusschen Zweden en Finland. De Vaart van Calais op Douvres is geheel gestremd geweest, hebbende het Kanaal, tot op ene tusschenwydte van 2 uren na, aan de Kust van Engeland, geheel digt gelegen. Alle Fransche Havens, ook die dez-  ( S7 ) *r meest zuidelyke delen ^^SÈsI^S^ B; P^fySife Duimen ^n S aio van rfeklfae duim. bevonden, zynde he: B |,ve Se ,«melde Rivier, in den Jare 1776 met meer d T«;:K IX o, oHe Sclml van öond, li W*k °P Ip en te \ neer 4* 'r Ir op de Schaal van Reaumur wierd waargenomen, 1 i^dSvfte KÏ ÖP flegts 8§ volgens dezelfde Schaal , Hond dezelve te ™ 'derb0, op Je Schaal van Fbarenbeit; j ] .IhStóT-ïW no" en wï.UBop93.gr. Tdsfchen , 2 ~o Hh- hier te F^rlra 4 onder c, en te Londen op ^Lenbeü, en £ Londen op 17, 28 en 29 gr. Pir'derï WAARNEMINGEN en AANMERKINGEN mtre^i» Sojde, h.bd.bwy,t dlenende ten vervolge op de reeds medegedeelde in Nr. 26. biz. 202.) die van het Laatjte ^artier meest voor doo. had p.a-is g 'maakt, zich weder fc,heen;.n te Mlen. deze nieuwe .van graden der drie gemelde en nog tvcn zo S P momerers.clr^ ^fr^d», avonds,o. BaSm^^ Betreen iucht, Barom gerezen tot 30t4-,«■ ° n idd. l8a, avonds 170Dingsdag 30 Dtcemh. s morg. 3 , » Baron, 30^ W. Z.'W vry ^ Woensd. 31 Decemb. smorg.iS . ™° ^ Barom geStotJ29ïts ^^Sjg^W^ *• Saturdag 3 January, 's morg. midd.T6» ,av.i'ondero. Barom. al Voort gerf tot 30^. O. Helder, üd en fchoon Zondag 4 Jan.% morg. 2° onder o, midd. »° . «o«dsp' Barom. neg gerezen tot 3©M- O. zeer fchoon,helder en ful. Heden Eerjle Quart. Maan. o„7rt„(ici5° Maand. 5 fan. *s morg. i° onder o,midd. 10°,avondsia . Ba om voorin Miï* dat is genoegzaam de Schaal ten eind! •s avönds 3o"i, m« min helder wordende Iucht,en watmeer '^dag 6 January, 's morg. 15% !0°* BaroS -y wiUgen fchraal O. ^Q- 6<5 Woensdag 7 January, 's morg. 9° , midd. 4 , avonds 6 . Barom. zakk. tot 3oTS- Schrale fterke wind. O N. O jWd r. Dond. 8 Jan. 's morg. i° onder o, midd. 10 .avond* 1 • Barom voorts dalende tot afg. Helder en M. O. Vryd 9 Jm. 's morg 30 onder o, midd. 16 , avonds 2 . Barom. ai dalende tot O. N. O. voorts naar c Z. Uil , betrokken , daarna mist en wat fneeuw._ Saturdag 10 January *s morg. 27°, midd. 33 ï*^*?*^ ' Barom als fister, veel fneeuw gevallen. Z Vv. Stilledonkere S, mist; de Huizen ruig uitflaande, tegen den nagt wac "■"ffiÏÏtt lamiSy/smorg. 23°, midd 34% »»opd.^ ! Ba^m iets ryïende29t!. de gantfehen dag donkere lucht met 1 fneeuw. O. N. O. Heden FW/e Maan. i'.ro .i 20-"- ftejerj, voorls betrokken. L. h D.;ti.1"j.~».y, -5 «..-e- 3Ï<°°. a'»"ds 35 • l Barom. valt tot i9.1l- Stil, mistig. Zön&s 18 January, 'srnorg 410, midd. 46 ,*vonqs« . , Barom xakt verder tot .29. Sterke rukwinden. Zuid. heden • | L^£iS";£ january , .morg. 36°, midj f avonds 36°. R^rfwii rnt lo. Wind en repen. A. j„,,o ; I Bl3onderd 322 January,'srnorg'° ^idd. 4S»,avond. 41 • Baiom wi% Wind en regen Z- Z O Vrvdaa i3 January, s rrorg. 38 . m dd. .,7 , Vfm • Bair% j-Vindig % Z W. avond, nelder. _ >,. Saturd. 24 January , s moig. 4? , Wg-.5' - Barom. 29l§ Morgens flil en 1 elder, ™ Kcht. ~ Ë 3  (38) zyn geklommen was tot niet minder dan 102 graden! daar wy nu andermaal met onze Waarnemingen een geheele onze berichten eindigen met de volgende bygevoegde Aan (Deze Aanmerkingen in onze-eerstkomende.) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN akademische en andere schriften Italien Memorie della pubbl. Societa Economia de Spalato, Proeven en Waarnemingen dan wel omslag van woorden Dus vindt men 'er een Verhandeling van den Heer Cialich over de zaaijing van zommige Granen , een van den Heer lyken afstand met de gewone wyze van zaaijing De vermenigvuldiging van het geplantte Graan stond tegen die van het gezaaide met betrekking tot de uitgestrektheid van den grond als 6 tot 32 , en met betrekking tot de hoeveelheid van zaad als 90 tot 224. Aan het einde van het Boek is ene Afbeelding geplaatst van het Werktuig waar van de Heer Caronelli zig bediend heeft tot het maken der vorens den in grond Delle Antichita Ita'iche, parte 1 Milano 4to. 1788 250 blz. Dit Deel betreft inzonderheid de oudste bewoners van Italie voor den tyd der Romeinen, Istria Gallia Cisalpina de en den Heer Volta over zyn nieuw Stelsel aangaande de vorming der Kristallen, ene van dezelfden over Electrische de Meteorologie, en ene Verhandeling van den Heer over Baronio de beste wyze om het Vlas en den Hennip te macereeren Van dit Werk komt om de twee maanden een Deeltje 't licht in Van de Vertaling der Iliade van Homerus door den Abt Cesarotti is het derde Deel dat den 5den en 6den Zang behelst, te Padua uitgekomen beursjes des Menschelyken waarin Lighaams derzelver maak zel verklaard en vergeleken met word de Beursbanden der Gewrigten, en dier Beursjes welken de holligheden van Borst en Buik vullen met aanmerkingen over de toevallen en ongemakken waar aan deze onderscheidene Beursjes bloot   staan als mede   over de operaties die ter genezinge nodig   zyn, opgehelderd met Platen door   Alexander Monro M D Hoogl in de Genees- Ontleed en Heelkunde aan de Universiteit te Edinburg klein folio te Londen en Edinburg ste niet toe van de eerste ontdekker der Snotbeursjes te zyn   schoon hy 'er niet minder dan 100 by de 32 die reeds door Albinus en anderen gevonden waren   gevoegd heeft onder-         tusschen is het publiek niet weinig aan hem verpligt we Snotbeursjes, derzelver getal ligging maakzel n gebruiken   elk der bovenste en 37 in ieder der benedenste Extremi teiten liggen, worden in 5 platen afgebeeld voorts zyn 'er nog 4 andere bygevoegd, waar van de eerste derzelver inwendig maakzel aanwyst de twede de gevolgen van derzelver   ongemakken; diendende de derde ter opheldering van het maakzel der Gewrigten en de vierde ; om de kraakbe-   nige lighamen aftebeelden die zomtyds in ongestelde Beurs jes gevonden worden. [Analytical Review]   Frankryk De l'Ensemble ou Essai sur les grands Prin cipes de l'Administration Over het geheel of Proeve over de voorname Gronden van Regering Parys 2 Del. 8vo. dat men nieuwe beginzels zal dienen te omhelzen De Schryver van het voor handen zynde Werk, meend dezelven gelukkig gevonden te hebben, en geeft dus niet slegts middelen van herstel maar ook zodanigen aan de hand als naar zyn inzien in staat zullen wezen , de Financies van het Ryk op enen bestendigen vasten voet te brengen Ene volslagen omkering van 's volks Zeden is een van de middelen, wel ken  C 39 ) ren hy opgeeft, en hy geloofd,  dat dezelve, door het prikkelen der Nationale eerzugt, niet moeilyk zoude in te voeren zyn. Den Soldaten stand wilde hy gebruiken tot de publieke Werken, met ene kleine verhoging van Soldy; het geen , naar zyn inzien, zo wel tot verbetering hunner Zeden zou dienen, als veel gelds, thans daar toe besteed, uitwinnen. De Geldleningen wilde hy, by wege van inschryving, in publieke Huizen laten doen; waar ieder vry moest staan ene som naar goedvinden, van 500 Liv. en daar en boven, intetekenen, tegen een matigen interest. Enige oude belastingen wilde hy behouden; dog voor ene nieuwe de Natie in 12 klassen verdelen, waar van de laagste, van 500 tot 1000 Liv. gegoed, jaarlvks 1 prCent. moest betalen, naar evenredigheid opklimmende by elke 5000 Liv. Hy slaat ook een verandering in den vorm van het Bestuur voor; willende, voor de velerleye afzonderlyke Departementen, een algemeen ingevoerd hebben. Do schryvers van het Journal Encyclopedique spreken met veel lofs van dit Werk, 't geen zy sterk. aanpryzen aan alle Staatslieden. . DIUTSCHLAND. Charakteristick des Frauenzimmers &c. Karakterschets der Vrouwen, voor Jongelingen en Jonge Dogters, die enen vasten grond voor het geluk des Levens willen leggen, 8vo. 239 bladz. Gotha, by Ettinger, 1789. prys 16 gl. Deze Karakterschets is geen zamenhangend werk , maar bestaat in korte stellingen, welkende Schryrer uit ene langdurige ondervinding, gelyk hy verzekerd, opgemaakt heeft. Het schone Geslagt word, daar by, in velerleye op zigten, en uit onderscheidene oogpunten, beschouwd. Men kan den Schryver den lof niet betwisten, vaneen zeer goede opmerker te zyn. Gothaiscbe gelerhte Zeitungen. Nederlanden Euangelische Leerredenen, door J. A. Hermes, uit het Hoogd. vertaald, Eerste deel, in gr. 8vo. gr. 403 bladz. te Haarlem, by A Loosjes 1788. Het Godsdienstig Handboek van dezen zelfden bekwamen en Godvrugtigen Schryver, is, in deszelfs waarde, genoeg bekend, by de zulken onzer Landgenoten, die, voor Godsdienstige Huisoeffeningen en het lezen van Stichtelyke Boeken , nog smaaks ge noeg hebben over gehouden, dan dat het nodig zal wezen, deze uitmuntende Leerredenen, welken by het voornoemde Handboek gevoeglyk geplaatst, en daar mede by afwisseling, tot een zelfe heilzaam einde, de bevordering namenlyk van enen redelyken Godsdienst en ongeveinsde deugd, kunnen gebruikt worden, byzonderlyk aantepryzen. Wy bepalen ons des tot de enkele opgave der gewigtige onderwerpen, welken in dit eerste Deel, behandeld worden. Dezelven zyn als volgt: 1 De groote waardy onzer Aardsche Levensdagen. 2. Twee Waarheden: De eerste, God kent, bestiert en vernietigt de aanslaagen der Godloozen, de tweede; hy kent en beschermt de Vroomen. 3. De Voordeelen eener vroegtydige Godzaligheid: 4. De geoorloofdheid der aardsche en gezellige vermaken. 5. God een goed Vader en rechtvaardig Rechter van alle Menschen. 6. De Natuurlyke schroomvalligheid van het Menschelyk hart. 7. Waarom is 'er zoo veel kwaad in de Wereld, daar God toch in den hoogsten graad goed is ? 8. Drie Regels voor Christenen, die gaarne het goede doen willen. 9. Over de werkzaamheid van het Godlyk Woord. 10. Over de rechte heilzaame beschouwing van Jesus Lyden en Dood. 11. heil- De zame beproevingen der Deugd. 12. Twee verkeerde Opvattingen ten aanzien van de kragt des Gebeds. 13. De gebrekkige bekeering van veele Menschen. 14. Hoe moet een Christen zich in behoeftige omstandigheden gedraagen, wanneer hem de daar uit ontstaande zorgen voor zyn bestaan nuttig zullen worden? 15. De Heerlyke Vertroostingen van een goed geweten. 16. Over de gehoorzaamheid van Gods Zoon jegens zynen hemelschen Vader. Het 2de Deel, 't geen met de Paaschstoffen begint, zal nog voor Paschen, volgens Berigt des Uitgevers, het licht zien, en het gehele Werk, uit 4 Delen bestaande, voor het einde van dit lopend Jaar, afgedrukt zyn. James Barton, Anglus: Diss. de Dysentaria contagiosa, praecipue de illa Specie , quae in Indiis Occidentalibus observatur. [Over de besmettelyke Buikloop, en voornamelyk over die soort, welke in de West Indien word waargenomen ] te Leyden , 1788. By deze Akademische Verhandeling word het gebruik van de Oleum Ricini, boven andere Purgeermiddelen, geroemd. — En in der daad, het ware te wenschen, dat dit voortreffelyk middel, welks uitgebreide nuttigheid zo dikwyls betoogd is, ook in ons Vaderland meermalen gebezigd wierde • vooral, zedert men het Zaad zelve uit Surinamen heeft aangebragt, om 'er de Olie telkens, by het vereischt gebruik, versch uit te kunnen perssen, en voorenen zeer matigen prys te leveren: waar van de kundige Heer Juliaans, Apothekar te Utrecht, reeds het edelmoedig voorbeeld gaf. Dit binnenlandsch perssen van deze Olie is des te noodzakelyker, door dien de Olie, die in Surinamen geperst en herwaarts overgevoerd word, meestal rancide (of garstig) is, ja zomwylen ene zo grote scherpte bezit, dat zy op de tong en het verhemelte een heet en brandend gevoel nalaat, welk naauwlyks door enig vogt is weg te nemen ; waar uit men ligtelyk over de nadelige gevolgen , welken het onvoorzigtig gebruik van zodanige Olie moet na zig slepen, zal kunnen oordelen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, alsmede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. LYST der Nommers van Obligatien, a 2 1/2 en 3 prCt. ten laste van de Generale Oost-lnd. Compagnie, als der respective Kameren, welke in de 4de Lotery, op 20 en 21 Jan. 1789 gedaan, tof Aflossing zyn uitgetrokken. Obligatien van 2 1/2 prCent. Nr. 3749. 1781. 5116. 6214. I991. 5033. 3795.2537. 4409. 4505. 2199. 4836. 50. 254.3025. 6414. 908. 851. 1157. 4312. 3405. 2636. 834. 946. 3759. 4787. 3886. 5058. 5059. 248. 2590. 1997. 5121. 4897. 2084. 233. 1795. 1356. 624. 4335. 4077. l672. 1763. 2385. 1916. 2413. 4789. 439. 4707.3821. 6928. 3235. 2137. 3451.  (40) Obligatien van 3 prCent, gesproten uit de Lotery, den 24 Jan. 1789 gearresteerd. Nr. 2719. 2062. 7495. 5584. 5025. 4209. 6327. 7203. 2836. 6821. 5718. 7257. 3545. 1173 1053 735 1643. 8275. 5502. 2876. 7151. 466. 7452. 6755 1982. 7994. 6946 7735. 8131. 5820 8125. 7587. 1203. 1745. 553. 6945. 6890. 2875. 7453. 7742 1252. 7043. 517. 3000. 3009. 7702. 4456. 3464. 7094. 1425. 6014. 794. 1355. 7102. 2308. Te Lïvorno zyn onlangs binnen gekomen twe Toskaansche Schepen, in negen maanden uit Bengalen, geladen met Lywaten, Salpeter, Drogeryen, Porceleinen, en andere Goederen. Een blyk, dat de Koophandel in de Toskaansche Staten, niet minder dan de Wetgeving, Landbouw, en Fabrieken behartigd wordt, en in bloei en uitgestrektheid toenam . GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 244, en dat der vorige Week 274: in 's Hage 35: en te Haarlem 33 onder welken laatsten 10 beneden de 12 jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN Van in- en uitlandsche boeken en geschriften. B. SCHEURLEER, Boekverkoper in 's Hage, geeft uit: Sermons sur divers Textes de l'Ecriture Sainte, par feu M. C. CHAIS, Pasteur de l'Eglise Walonne de la Haye, Tom. le. groot 8vo. de Naam en Verdiensten van den beroemden en waardigen Autheur zyn eenen zekere aanpryzing voor 's Mans Leerredenen: die in allen opzigte aan de verwachting welke men van dezelve hadde beantwoorden. By de Boekverkopers A. Loosjes, te Haerlem, G. T. van Paddenburg, te Utrecht, en M. Schalenkamp, te Amsterdam is heden van de Pers gekomen en alom verzonden. Het RAPPORT, door den Heer NECKER, Minister der Financien van Frankryk gedaan aan den Koning, in deszelfs gehouden Staatsraad te Versailles, op den 17 Decemb. 1788. Vooraf gaat het RESULTAAT van opgemelden Staatsraad; beiden uit het Fransch vertaald, naar een origineel Exemplaar der Koninglyke Drukkery, gr. 8vo. a 8 st In de Boekwinkel van A. LOOSJES, te Haarlem, zyn eenige dog zeer weinige Exemplaren te bekomen, van: F. G. C. RUTZ Animad versiones in definitionem imaginis in Genere Philosophis receptam. gr. 8vo. . . 12 st J. C. BIEL, Exercitatio de Lignis ex Lihano ad Templum Hierosolymitanum Aedificandum petitis gr. 8vo. 11 st Clarorum Valentinorum P. J. Nunnesii, Em Martini, G. Majansii, Joh. Insulae, aliorumque Orationes Selectae 8vo. 12 st BEATTIE Wysgerige Verhandelingen over het Geheugen de Verbeelding en de Dromen, 2 deelen, gr. 8vo. f 3 - 12 Characterkunde der Vaderl. Historie, 3 stukken f 3 - 15 Verhandeling over de Zedelyke Vryheid van den Mensch groot 8vo. . . . . .11 st In onze laatstvoorgaande Nr. staat, bladz. 27. a regel 5 en 6 , van onderen; J. F. Helmens, de dood van Seneca. moet zyn J. F. Helmers, de dood van Socrates, IIIde Zang. en op bladz. 28. a. reg. 3 van onderen. De Heer Messier, Astrologist, 't geen had moeten zyn De Heer M. Astronomist. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, te Haarlem. BARO- THER- STREEK LUCHTS ME- MOME- DER GESTELD TER. TER. WIND HEID 29 7½ 34 Zuid betrokken Woensd. 21 38 West 29 8 42 Zuid 29. 7 42 Zuid betrokken Donderd. 22 29. 8 44 Z. W. 29 8½ - 29 8 36 Zuid betrokken Vrydag 23. 29. 4½ 43 Z. Z. O. 29. 4 40 Z. O. 29. 4 40 Zuid omt. helder Saturdag 24.< 29. 3 44 Z. ten W. 29 1½ - Z. W. betrokken 29. 0 40 Z. W. betrokken Zondag 25. 29 1 29. 2 38 29. 6 26 Z. Z. W betrokken Maandag 26.< 29. 5½ 42 West 29. 8 42½ Z. ten W. 29. 8 41 Z Z. W betrokken Dingsdag 27. 48 z. te W. 53 W Z W Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789 No. 32. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN Vrydag den 6. February. BERIGTEN. RUSLAND. Moskaw en St. Petersburg word van Duitschers overstroomd, die hun Vaderland verlaten, om Rusland voor Onderwyzers te dienen. Men schynt zig de zonderlingste begrippen van dit land te vormen. 'Er komt by na geen Schip uit Duitschland te Petersburg aan of men ziet 'er ten zoeken Het is hier voornamelyk aan toe te laag volkje en de Geleerdheid voor een veragtelyk onlangs in de Petersburgsche Hoogd. Courant, de volgende Advertentie: Een by de Allerhoogst Keizerl. aangestelde ,, Schooldirektie geëxamineerde Meester heeft nog ,, enige uren voor Onderwys open, Hy geeft Lessen in de Hoogduitsche, Fransche en Italiaansche Talen in derzelver grootste volkomenheid, in ,, de Aardryksbeschryving de Geschiedenis de ,, Fabelkunde, de beschouwelyke en werkdadige II. DEEL ,, Wysbegeerte, en inzonderheid in de Natuurkun,, de en Natuurl Historie, de Zedenkunde, als ,, mede in het Natuur- en Volkeren-Regt en de ,, Staatkunde. Die van hem gediend wil zyn &c. Men kan hier uit opmaken, welke Waar hier getrokken is. De Vrye Oekonomische Maatschappy , te St. Petersburg, vierde, den 28 Oct. a. p. het Feest harer stigting, en bekroonde, by die gelegenheid, een Antwoord op de Prysvrage: Waar in is eigentlyk het schadelyke van het bewonen van nieuwe Huizen gelegen? waar van de Schryver gebleken was te zyn de Heer Born, Geneesheer en Hoogl. te Kroonstad. Dien zelfden dag lag de Vice-Kanzelier, Grave van Ostermann, den post van Voorzitter, dien hy zedert 4 Jaren, tot volkomen genoegen van 't Genootschap, bekleed hadde, neder, en sloeg tevens, naar ingevoerd gebruik, 3 nieuwe Candidaten voor. De keuze viel op den Ryksgrave van Anhalt, die denzelven dan ook, ter liefde en bevorderingen der Wetenschappen, aannam. De Graaf Ostermann, ten einde een bewys te geven van deszelfs aanhoudende deelneming in ene Stigting, welke hare oprigting voornamelyk aan hem te danken heeft, schreef ook voor 50 Exempl. in van het Weekblad, 't geen de Maatschappy uitgeeft. De Geheimraad en Ridder van Vietinghoff telde 25 Dukaten uit voor een nieuwe Prysvrage. Gedurende de 4 jaren, in welken de Graaf Ostermann, als Voorzitter van het Genootschap diende, zyn 'er verscheiden nuttige en fraaye uitvindingen aan het zelve medegedeeld, of door hem zelven aan de hand gegeven. Onder dezen , muntten inzonderheid uit: 1. De gemaklyke Vragtwagen voor den Landman, van den Heer Altherr 2. Ene uitvinding van den Apothekar Lowitz, om den Genever desF  42 zelfs byblyvende brandige reuk en smaak, op ene gemakkelyke en spoedige wyze, te benemen. 3. Ene andere uitvinding van dezen, om de Hennip-oly beider en blank te maken. 4. Ene derde van denzelven, om den Honig in dier voegen tot Syroop of Suiker te maken, dat dezelve niets van zyn eigenaartigen smaak behoud. 5. Proeven van den Heer Georgi, Hoogl. en Lid der Akademie, om 't Zweedsch Steenpapier na te maken, die ongemeen wel gelukt zyn. Men bespeurd hier uit dat ons Oekonomisch Genootschap voornam, op het Locale gesteld is, en zig toelegd; uit wel ken hoofde het zelve steeds den dank van het Algemeen en de oplettenheid der Regeringe verdiend. De nieuwe Prysvrage, voor het volgend Jaar 1789 uitgeschreven, bestaat in het volgend Voorstel: te bepalen, op welke wyze de Kamerkachels voor het klimaat te Petersburg, om het meeste hout uit te winnen, gemaakt en ingerigt moeten worden. De Prvs is ene Gouden Medailje van 25 Dukaten. SPANJE. Men beloofd zig niet weinig goeds van de Redering des tegenwoordigen Konings, voor de bevordering en bloey der Wetenschappen en Konsten, van welken zyne Majesteit een bekende Vriend en Voorstander is. Deszelfs bedrevenheid in de Muzyk is ongemeen voor een gekroond hoofd. Hy speeld meesterlyk, zo wel op de Bas als het Klawier. De onvergelykelyke Boccherini Was zyn Meester op het eerst genoemde Instrument. De Zonen zyner Majesteit worden, door de beroemdste Meesters, in de fraaye Letteren onderwezen, en staan eerste lichten aan den Letterkundigen Hemel te worden. ITALIEN. Den 4 Decemb. a. p. hield de Akademie der Arkadiers ene openbare vergadering, om der gedagtenis van haar overleden Medelid , den beroemden Wiskundigen, Francois Jacquier, Fransch Minderbroeder, de laatste eer aan te doen. De vermaardheid des overledenen, en zyne gehegtheid aan het Genootschap, waar by het hem' zo vaak behaagd hadde, Stukken van zyn eigen maakzel voortelezen, leverden ene ruime StofFe voor zyne Lofreden op, welke door den Abt Hyacinthe Ceruti, werd opgezegd. De Redenaar gaf 'er nieuwe proeven in van zyne bekwaamheid en gevoelig hart: en gaf daar by : den verdienden lof aan de Schriften en deugden des Franschen Wiskundigen. Meer andere Leden van 't Genootschap paarden hunne lofspraken met die van t den Abt, en zongen , in Latynsche cn Italiaansche Verzen, op de talenten en bekwaamheden van Vader Jacquier. Hare Doorluchtigheid, Mevrouw de Hertogin van Saxen Weimar de vergadering met hare tegenwoor digheid vererende, wierd, by die gelegenheid, met eenparige Stemmen, tot Arkadische Herderin verkoren. FRANKRYK zynde een o^i^T^t& ' £d$nTrdat deHeer ^Buffal vergeefsche moeite■ sdsan heeft, om ze te bekomen, tenTeinde daar vin , ene beschryving in zyne Natuur,Hiftori T te gevèn • otTiï t \ 5 ZT£IS\?lZ °P hec Ys v™ Spitsber' scr- J LaP°ni£Gbe Alpen onthouden, en 's Wincu.,, zig naar de Sneeuwhopen van Siberiehbegeven. gemenen Arend, van 6 voeten omtreks, die, buiten twyffel, door honger en afgematheid, in een Tuin by Metz neêrgestreken was. Men kan zig niet erinneren, een dezer Vogelen ooit, over die Provincie, te hebben zien vliegen. ZWITSERLAND. Het Natuurkundig Genootschap, in Bern, in het 2de en 3de Deel van het Helvetischen Magazin, ene Prysvrage opgegeven hebbende, van volgenden inhoud: Wat is de Basalte, u dezelve Volkaniscb of niet Volkanisch? heeft, in antwoord op dezelve 6 Verhandelingen ontvangen; en aan een derzelven ten Zinspreuke voerende: Opionum commente . dies delet, iudicium naturae confirmat, cicero, den prys, en aan ene Twede , welker byschrift was: Qua presenti opusculo defunt, suppleat aetas, quintilianus , het Accessit toegewezen. De eerste welke de Vraag ontkennend beäntwoord, bleek, by de opening van 't Billet tot Schryver te hebben, J. F. W. Wiedenmann, Opper Berg Ampts Secretaris te Stuttgart, die van de andere waar by de tegenoverstaande mening beweerd word, Berg Secretaris Voigt, te Weimar. Beiden deze Verhandelingen zullen in het 4de Deel van bovengemelde Magazin geplaatst worden, en te gelyk verzeld gaan van ene opgave der gronden, waar op het Genootschap deszelfs uitwyzing gebouwd heeft. DUITSCH De Basalte, weet men thans, een gespleten Lava te zyn, gevormd in gehele reijen van gebroken Kolommen, waar uit de zogenaamde Reuzendyk, in het Graafschap Antrim in Ierland bestaat, en die insgelyks op verscheidene plaatsen in net zuiden van Frankryk, aan den voet van gedoofde Vuurbergen, gelyk derzelver nog zigtbare Craters uitwyzen, (ten klaren blyke dus, dat de Basalte, met 'er daad een Lava, en van enen Volkanischen aart is) ontdekt zyn: gelyk ook de Ridder Hamilton dezelve, in soortgelyke gedaanten, by een lage Zee, aan het Eiland Sicilie, by den AEtna, heeft waargenomen. Die van Bern schynen dus, in het Vak der Natuurl. Historie nog merkelyk agterlyk te zyn.  (43) DUITSCHLAND en naburige Ryken. Op de Universiteit te Praag, is met hoge bewilliging, een Collegie over de Huishoudkunde aangelegd; 't geen Dr. Schinbauer, die onlangs tot Lid van het Genootschap der Natuuronderzoekende Liefhebberen, te Halle, verkoren is, by zyn Professoraat in de Natuurl. Historie en Technologie, gehouden word. Men is thans in Hannover bezig met het oprigten van een Monument voor Leibnitz , waar voor het Publiek, door middel van ene Inschryving, die zig egter niet verder dan de Keurvorstelyke Landen heeft uitgestrekt, een somme van 4000 Rthlr. heeft bygebragt. Dit Gedenkteken zal uit een open Koepelgebouw bestaan, op 12 Pilaren rustende, en 40 voeten hoog, en 32 voeten in diameter zynde. De hoogte der Pilaren is van 22 voeten. Het zelve komt, op een verheven grond, aan het einde van een open Plein te staan, digt by de Gebouwen, die de Kon. Archyven en Boekery bevatten, waar Leibnitz het merendeel van zyn werk verrigtte. Het Marmeren Borstbeeld des Wysgeers, door den beroemde beeldhouwer Hewetson, te Romen, naar een origineel geschilderd Afbeeldzel vervaardigd, staat daar in ten toon gezet te worden. De grondslagen van 't Gebouw zyn reeds gelegd, en het geheel zal uitterlyk in 't Jaar 1790 voltooid zyn. Te Frankfort aan den Main is, onlangs, een uitgebreid Leesgenootschap opgeregt, 't geen reeds uit 180 Leden bestaat. Drie Kamers, in 't Huis van den Boekhand. Esslinger, aldaar staan voor dezelven dagelyks open, van 9 uren des morgens, tot 9 uren 's avonds. Men vind 'er niet slegts de beste Hoogduitsche, Fransche, Italiaansche en Engelsche StaatsNieuws-Papieren en Journalen, maar ook ene menigte van de nieuwste Werken , over alle takken van Wetenschap, zo van in als uitlandsche Schryvers, die om de 8 dagen verwisseld worden. Vreemdelingen , door een der Leden medegebragt, of die met den Heer Esslinger kennis maken, hebben enen vryen toegang, zonder iets te betalen, gedurende een half jaar tyds van hun verblyf aldaar. De Heer Hofraad en Prof. Meister, te Göttingen, is den 18 Dec en de Heer Prof Perold, te Leipzig, den 30. dier maand, a. p. overleden. Den 19 Dec. stierf op het Lustslot te Salzdalum, aan den Hertog van Bronswyk toebehorende, de Heer N. Ch. Eberlein Inspector der Gallery aldaar. Hy was een goed Schilder en Schryver van den Catalogus der Beelden Gallery te Salzdalum, die in 1776, te Bronswyk, in 't licht kwam. De beroemde Land schap- en Vee-Schilder, Profess. Weitsch, is in de plaats des Overledenen getreden. NEDERLANDEN. AANMERKINGEN op de by onze vorige Nr. medegedeelde WAARNEMINGEN omtrent de Koude, uit Harderwyk, dienende ten vervolge en slot van dezelven. I De Vorst heeft dan, zo als wy by 't slot der vorige Waarnemingen (Letter-Bode Nr. 28.) vermoedden, met de Nieuwe Maan, in 't laatst van Dec., zich weder hervat, zo dat zy thans reeds op den dag van 't Eerste Quartier, als ook onmiddelyk daar voor en na, d. i. van den 2 tot op den 5 Jan. zeer hevig was en bleef, tekenende doorgaande tot 1 en 2 gr. onder 0 , en door deze aanhoudenheid vinnig treffende te meer, daar zy voorts, na een paar dagen iets geminderd te zyn, op den 8 en 9 Jan. andermaal zo fel werd, dat zy tot 1 en 3 gr. onder 0 aanwies. II. Dan met dezen fellen neep, als een laatsten zet, scheen zy schielyk te zullen aftrekken, daar reeds 's volgenden daags, den 10 Jan. de eerste beginzelen van ontlatend weer gezien werden. Terwyl verder, om en by de Volle Maan, den 11, 12 en 13, wel eenige hervatting van scherpe Vorst plaats greep: maar doch de Dooi, reeds met den 14, den tweden dag der afnemende Maan, zich zodanig instelde, dat hy voorts bestendig, en vooral na het laatst Quartier al aan, geregeld heeft toegenomen, en nu, weder aan de Nieuwe Maan zig geheel gevestigd schynt te hebben. III Hier in verschilde dan alleen de loop dezer Vorst van die des vorigen Maankeers, dat de tegenswoordige bepaaldelyk woedde met wassende Maan; daar de eerste ook wel met wassende Maan zich scherpte, maar doch eerst na Volle Maan zo vreeslyk sneed, dat zy een enkelen morgen tot 7 gr. onder 0 doordrong, waar na zy, met het Laatste Quartier, in Dooi veranderde, schoon niet zo eenparig en sterk als thans. IV. De scherpheid op het gevoel van deze laatste Vorst vooral is dan ook aan de langere during harer grootste hevigheid toe te schryven. En hier by is vooral ook te letten op de te gelyk plaats gehad hebbende zo grote digtheid of zwaarte van den Dampkring, dat de Barometer tot eene byna onvoorbeeldelyke hoogte klom en staan bleef. Immers heeft de Barom. niet alleen van den 27 Dec tot den 8 Jan. d. i. 12 dagen agter een (alleen Nieuwjaarsdag uitgezonderd) bestendig boven 30 Eng. dm. (mooi weêr getekend) gestaan; maar ook meesttyds vele lynen daar boven, vooral de drie koudste dagen, ja, den 5 jan. op een halve lyn na, op 31 duimen, het uitterst der schale. V. De Wind is, gedurende de strenge Koude, weder bestendig uit den Noorden en Oosten geweest, zo als te voren, en deszelfs indrukzelen moest onze Stad, om hare vlakke ligging, by uitstek voelen Zo dra zy uit het Zuiden, over land, kwam, den avond van 9 en 13 Jan. was ook de Vorst ontlaten En by den doorgaanden Dooi, van 14 tot heden 25 jan , is en blyft de Wind uit den zuidlyken hoek onafgebroken. Thans meer naar het Westen gedraaid, met stormagtigheid, stuuwt hy 't water op doet het F 2 Ys  ( 44 ) Ys breken en opkruijen. Mogt dit verder zonder rampen aflopen! s VI. De dikte van 't Ys heb ik niet wel kunnen meeten. Op Zee is geen staat hier op te maken, om het gedurig oplopend en weer bevriezend water, waar door de dikte op zommige plaatsen ongelooflyk groot is. Dog in het zoet en by na stilstaand water onzer Stadsgragt, was hier beter op te rekenen. Deze maat is dan ook juist met het eind der Vorst door een oplettend Waarnemer, zeer naauwkeurig, genomen: en zie hier wat hy 'er my vriendelyk van heeft medegedeeld. „ Het Ys is op vier onderscheidene plaatsen door my ge „ meten, Woensdag 14 Jan. toen het 's nagts te voren had „ begonnen te dooyen. Het onderscheid op de diverse plaat„ aen was naauwlyks 1 duim; en de dikte doorgaans schaars „ 17 duim, of wel 16 3/4 Amsterd. maat. ,, Volgens van Swinden, Observ. sur le froid rigoureux „ du mois de Janvier 1776. waren 17 duimen ook na genoeg „ de middenmaat der dikte van het Ys in Friesland, in dat „ Jaar, hoewel 'er ook op verschillende plaatsen een vry „ aanmerkelyk onderscheid werd gevonden, pag. 259. en " volg." VII. Byzondere opmerking verdiend nog de frisheid, gezondheid en verkwiklykheid der felste koude, in welke ik zelf niet alleen zeer dikmalen , uren ver, van huis heb moeten zyn, zonder ander ongemak, dan het belemmerd uitzigt door het bevriezen der glazen van mynen Wagen: maar ook heb ik op die koudste namiddagen van 3, 4, 5 en 8 Jan. daar het teffens stil en schoon Weêr was, verzeld van enige der mynen, steeds een paar uren buiten de Stad om gewandeld, met de grootste verkwikking en aangenaamheid, mits 'er fris doorgestapt werd, dat aldus zeer wel tot enig zweten toe te brengen was, en schone eetlust ten gevolge had. Die zeer zware, digte en stille, lucht deed ook byzonder goed aan borst en ademhaling. VIII. Ook den tederen en zwakken, mits de nodige behoeften niet ontbraken, heeft, naar myne opmerking, de koude meer goed dan kwaad gedaan. Zenuwzwakken, zinkingagtigen en zommige sukkelaars, heb ik in lange niet opgeruimder, sterker en vryer van klagten gevonden, dan in dezen tyd. Alleen heb ik gezien, dat enige oude slepende kwalen, byzonder de Waterzugt, tegen deze koude niet bestand waren. Ook is in vele zeer oude Lieden de levenswarmte uitgedoofd. IX. Aanmerkelyk is het nog, dat de Scharlaken Keelziekte, die, zo als ik te voren meldde, met het begin der Vorst hier reeds geheel geweken was, omtrent Nieuwjaar, in een enkel Burgerhuisgezin, weer geweldig ontstak, en voorts tot de by wezenden en naaste Buurhuizen oversloeg. Zy was en is echter nog meer van inflammatoiren aart, verdragende gene prikkelende gorgelingen, veel min inspuitingen, en wykende gemakkelyk voor de antiphlogistische cure, ofschoon by zommigen eene vry zwaare Borst-ontsteking volgt, na dat reeds de huid van het Scharlaken uitslag is afgeschilferd. X. De Sneeuw steeds het Veldgewas, tot den Dooi toe, voortreffelyk bedekt hebbende, terwyl, zedert het ontbloot • is, weinig Vorst invalt, laat dit nog een goed en gewigtig uitzigt open. Maar, dat het levensbeginzel, in tedere Boom gewassen en Vrugtknoppen, nog zoude overgebleven zy, is moeielyker met grond te hopen, 't welk een akelig voor uitzigt geeft van schaarsheid en gebrek in deze voortbrengzelen voor dit Jaar. Harderwyk, 25 Jan. 1789. NIEUW UITKOMENDE HOEKEN AKADEMISCME EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbritannien. The History of the Rise, Progress and Etablishment of the Independence of the United States of America &c. Geschiedenis van het begin, den voortgang, en vaststelling van de Onafhankelykheid der Verenigde Staten van Amerika: vervattende ene beschryving van den laatsten Oorlog, en van de Dertien Colonien, zedert derzelver oorsprong, tot dien tyd; door William Gordon, D. D. 4 Delen, 8vo. Londen, 17880. prys I Pft. 4 Sch. De Dokter, die zyn verblyf te Roxbury, digt by Boston, hield, vatte reeds vroeg en by het begin van den twist met Engeland, in den Jare 1776, het voornemen op, om ene Geschiedenis der belangryke voorvallen, welken hy vooruit zag, op te stellen , en gaf hier van kennis aan den Amerikaansche Opperveldheer, Ene gewenschte aanmoediging van dezen ontfangen hebbende,  deed hy zyn best, om zig de beste Bouwstoffen , zo mondelyke en geschrevene, als gedrukten , te verschaffen. Het Congres stond hem toe, alle zulken van deszelfs Papieren in te zien, die gevoegelyk ten gebruike van een afzonderlyk persoon konden verleend worden: ook kreeg hy verlof van de gewezen Generaals Washington, Gates, Greene , Lincoln en Otho Williams, om hunne Papieren, zo afzonderlyke als publieke, in te zien. Hy vond ook gelegenheid om kennis te krygen aan de aantekeningen der eerste Kolonisten in Nieuw Engeland in Massachussets baay, die niet minder dan 30 Delen Handschriften in Folio beslaan. Desgelyks maakte hy gebruik van de Handschriften van Dr. Ramsay's Historie van den Oorlog in Karolina, als mede van Dosley's Annual Register, 't geen de Amerikanen zelven voor het beste Buitenlandsch kort begrip van hunne zaken houden Sedert hy in 1786. in zyn Geboorteland te rug kwam, vermeerderde hy nog zyne gemaakte aantekeningen, en deed, overal, waar hy konde, Narigten op. De Geschiedenis is, by wegen van Briefwisseling geschreven , welke gehouden wierd tusschen den Dokter en een Vriend in Europa, (die een Kwaker in Holland schynt geweest te zyn,) en vervat een reeks van wederzydsche berigtgevingen. De egte Bronnen, waaruit de Dokter geput heeft, kunnen niet missen zyn Werk aan te pryzen, en de talryke Lyst van Intekenaren, zo in Groot- Britannien als Amerika, wyst ene vry algemene gunstige verwagting nopens zynen arbeid aan. De Uitgever van dit Blad heeft reeds de Ned. Vertaling van dit Werk doen bekend maken. The Universal Restoration &c. De Algemene Herstelling, in een reeks van Zamenspraken, tusschen een Predikant en zyn Vriend, inhoudende het zakelyke van verscheiden Gesprekken, die de Schryver met onderscheidene lieden, zo in Amerika als Europa, over dit gewigtig Stuk gehouden heeft,  ( 45 ) heeft; waar in de sterkste tegenwerpingen bygebragt en volledig opgelost worden, door Elbanan Winchester, 8vo. 211 bladz. prys 3 sch. De Schryver is een yverig Voorstander van de leer der eindelyke Gelukzaligheid: en, alhoewel de Styl van 't werk niet zeer uitmunt, nog de Autheur met veel Geleerdheid pronkt, geeft hy egter blyken van enen schranderen en oplettenden geest. (Anal. Review.) An Essay on the causes of the Variety of Complexion and Figure of the Human Species. Proeve over de oorzaken der verschei denheid van gesteldheid en gedaante onder het Menschelyk Geslagt. Waar by gevoegd zyn enige aanmerkingen op Lord Kaim's Vertoog over de oorsprongelyke verscheidenheid der Menschen; door den Eerw. S. Stanhope Smith, D. D. Vice President en Profess. der Zedelyke Wysbeg. in het Collegie van Nieuw Jersey, 8vo. 225 bladz. prys 4 sch. gedrukt te Philadelphia, en herdrukt te Edenburg, by C. Elliot, 1788. Het zakelyke dezer Proeve wierd door den Heer S. reeds in Febr. 1787. in ene jaarlyksche Redenvoering voor de Wysgerige Maatschappy te Philadelphia voor gedragen, en vervolgens, dus uitgewerkt, op verzoek der Maatschappy gedrukt. In dezelve tragt de Heer S. met ene verscheidenheid van bewyzen, aan te tonen, dat natuurlyke oorzaken, die hy voornamelyk in de Lugtstreek en den Staat van Maatschappy zoekt, genoegzaam in staat zyn om de verscheidenheid te weeg te brengen, die men onder de Menschen bespeurd; zulks men geen toevlugt tot ydele gissingen behoeve te nemen die het geloof in de berigten der Openbaring moeten verzwakken. De Aanmerkingen die 'er agter ingevoegd zyn, beslaan slegts een klein gedeelte van 't Werk. Zy behelzen niet te min een meesterlyk en wysgerig antwoord op Lord Kaim's vertoog over de oorsprongelyke verscheidenheid des Menschdoms. (Anal. Review.) Frankryk. Voyage du jeune Anacharsis en Gréce &c. Reize van den jongen Anacharsis door Griekenland, in den 6e Eeuw voor de gewone Tydrekening. Parys, by Debure, Boekh. van Monsieur, 1788. 7 Delen in 8vo. en 1 Deel in 4to. met Landkaarten, Platte Gronden, Gezigten en Gedenkpenningen van Griekenland. De prys is 45 Liv. Het zelfde Werk, in 3 quarto Delen, met de Kaarten 60 Liv en, op groot Pergament papier van Annonay getrokken, 192 Liv. Dit Werk, waar na langen tyd gewagt is, en 't geen met algemene graagte gelezen word, is, de vrugt enes dertigjarigen arbeids van den Abt Barthelemy, die daar in zyne ongemene belezenheid, met een allerkeurigsten smaak en onder een zuiveren naauwkeurigen en vloeyenden styl, zo zeer aan den dag legt, dat zyn Werk niet min tot eer van onze Eeuwe, dan van den Schryver, strekke. - De uitvoering van alle de onderscheidene Uitgaven is ongemeen schoon, zynde gedrukt met nieuwe en fraaye Letters van Didot den jongen. (Journal Gen. de France.) De l'origine des Forces Magnétiques &c. Over den oorsprong der Magnetische kragten, door den Heer P. Prevost. Parys 8vo. 1788. In dit Werk, 't welk deszelfs Schryver in den rang der meest uitstekende Natuurlyke Wysgeren plaatst, volgd de Heer P. de leer van Aepinus, alhoewel met enige verandering. Hy ondersteld, dat de Magnetische Vloeystoffe besta uit twee Elastike Vloeystoffen, of, om het eigenaartiger uit te drukken, die voor uitzetting vatbaar zyn, en die ongemeen fyn en overal verspreid zyn. De Deeltjes dezer beiden Vloeystoffen trekken elkanderen, over en weder, sterker aan, dan die met haar gelykaartig zyn. By aldien een dezer Elementaire Vloeystoffen aan het ene einde van een stuk yzer opgepakt is, trekt zy de deeltjes van de andere naar dat einde van het yzer, 't geen altyd met Magnetische Vloeystoffe gesatureerd is: maar is niet in staat, uit hoofde der meerdere aantrekking van het yzer, zig daar van at te scheiden Van hier dat deze deeltjes naar het ene einde vloeijen , terwyl die der andere Elementaire Vloeystoffe by het ander te rug gestoten worden: een uitwerkzel, 't geen uit hoofde der meer aantrekkende kragt van het yzer, blyft voortduren, na dat de oorzaak reeds opgehouden heeft. (Journal Encyclopediqué ) Le Guide Astronomique &c. Sterrekundige Gids of Almanach ten gebruike der Sterrekundigen en Liefhebbers der Sterrekunde, voor het tegenwoordig Jaar 1789. door den Heer Perny de Villeneuve. Parys, by de Wed. Herissant, 12 . met een Tytelplaat, waar op de Planeten afgebeeld zyn, in dier voegen als men ze, met behulp van een Telescoop, beschoud , nevens 2 grote Tafels, agter aan, waar op men de passage vind der Sterren door den Meridiaan, en derzelver middagshoogte, naar den middellyn van Parys. Sur la forme du Gouvernement &c. Over den Vorm van Regeringe, en hoedanige de beste zy; ene Verhandeling van den Heer Grave van Hertzberg, Minister van Staat, Lid en Curator der Akademie te Berlyn &c. getrokken uit de 8 Verhandelingen, door denzelven, in de vergaderingen op 's Konings Geboortedagen, in den Jare 1780 tot 1787 voorgelezen. Parys, by Onfroy, Boekh. rue St. Victor 1789. 66 blz. in 8vo. De beste Regeringsvorm, naar de gedagten van den Heer Grave, is die van ene vrye Monarchale, in welke de wetgevende en uitvoerende Magt, in den enkelen persoon des Souverains, verenigd is; terwyl deze alle fundamentele Wetten onveranderlyk handhaaft, zonder buiten volstrekte en blykbare noodzakelykheid enige verandering daar in te maken en in welke tevens intermediaire Corpera of Provintiale Staten plaats hebben, die, zonder deel aan de wetgevende magt, op zekeren tyden vergaderen, om over de belangen van den Staat te raadplegen en deswegens Vertogen by den Souverain in te dienen, en die tevens, onder zyne goedkeuring en onder zyn opzigt, het inwendig en Burgerlyk Bestuur uitoeffenen. Deze Provinciale Staten, of Stenden, wil hy liefst zamengesteld hebben, uit de Edellieden of Eigengeërfden , uit Afgevaardigden, zo van de Steden als van het Platte Land. De Geestelykheid wil hy als geen afzonderlvk Lid van Staat aangemerkt hebben, maar deze, voor zo verre zy in 't bezit van aanmerkelyke Goederen is , by de orde des Adels voegen. Aan Provinciale Staten, geeft hy den voorrang boven Algemene Staten. (Journal Gen de ■ France.) Mevrouw de Baronnes de Vasse, staat eerlang ene Geschiedenis der Amerikaansche Omwenteling in 't licht te geven, in ■ 2 Del. 8vo. tegen 10 Liv. by inschryving, en 12 Liv. voor F 3  ( 4* ) die niet inschryven. Dezelve zal een tydvak van 27 Jaren bevatten,beginnende met 1760. Mev. de Vasse verzekerd, dat zy dezelve opgemaakt heeft uit de egtste bescheiden, ook verzekerd men dat Dokt. Franklin en andere Amerikaansche Heren het Handschrift gelezen en goedgekeurd hebben. Het Werk zal in 't begin van Maart in 't licht komen. . Duitschland Gemählde hauslicher Scenen, zur veredlung junger Herzen. Schets van huislyke Tonelen, ter veredeling van jeugdige harten, door de Schryfster van de Afbeelding ener Vrouw van 't Land, 1ste Deel, 476 bladz. Leibzig by Walther, prys 1 Rthl. 4 gr. De Geschiedenis van twee verlaten Weeskinderen leverd der Schryfster ruime Stoffe on om over de menschlievenheid voorzigtigheid , verkennen met geringen lieden, de ware Eer, Godsvrugt &c. zeer bondige en veelal treffelyke aanmerkingen te maken. Styl en taal is natuurlyk , zuiver en bevallig. De Schryvers der Hallische Gel. Zeitungen pryzen het Werkje nog boven de voorheen by hen geroemde Afbeelding ener Vrouw op bet Land. Beytrage zur neuesten Judischen Geschichte & c Bydrage voor de latere Joodsche Geschiedenis, voor Kristenen en Joden van gelyk aanbelang, uitgegeven door Dr. 'W. A. Teller, gr 8vo 218 bladz. Berlyn , by Mylius. De Banquier Mozes Isaäk te Berlyn, besprak aan elk van zyne 6 Kinderen een aanzienlyk Erfdeel, welke aan elke Dogter een somma van 96000 Thlr. aan bragt . Een ander gedeelte zyner Bezitting maakte hy Fideicommis met de Clausule, dat die gene, welke niet by den Joodschen Godsdienst bleef, daar van uitgesloten zou zyn! Na zyn overlyden, omhelsden 2 zyner Dogteren den Kristel. Godsdienst, en maakten des niettegenstaande aanspraak op het Fideicommis Haar eisch wierd door de Familie betwist en ook, ter laatster Instantie, by het geheim Opper Gerechtshof afgewezen. Zedert egter vernieuwden zy denzelven • zie op de onderstelling grondende, dat zelfs, volgens Joodsche beginzels van enen tot het Kristend. overgegaan zynde Jood niet gezegd konde worden, dat by den Joodschen Godsdienst verlaten hadde. De Heer Hofraad Tychsen in Butsow, was de man, die deze wonderlyke onderstelling voor haar uitdagt en beweerde. Het tegendeel wierd staande gehouden, door den Heer Opper Consistoriaalraad Teller , en een Joodsch Rechtsgeleerden, Israël Lohnstein, te Berlyn, die beiden door de familie geraadpleegd wierden. Het voorhanden zynde Werk behelsd ene verzameling der wederzydsch over dit punt ingediende Schriften: die der lezing over waardig zyn, en na welke het bepleit Geschilstuk: of de Kristen geworden Jood nog Jood blyft, wel niet licht wederom ter bane zal gebragt worden. {Göttingische Gel. Anzeigen.) "° Nederlanden Roosje, een Herderlyke Roman , door A. Loosjes Fz. met Platen en een Tytelvignet, door R Vinkeles 8vo. op schryfp s 2:10- en op groot pap. ƒ 3: 10te Haarlem, by A. Loosjes, 1788. De Geschiedenis, van de- ! zen Herderl. Roman, welke ondersteld word. voor de in- : voering van den Krist. Godsdienst, in Holland, voorgevallen te zyn, komt kortelyk hier op uit. Roosje, ene Herderin van uitstekende schoonheid en teder van hart, was door haar Vader Veldeling, voor het sterfbed van Duinman, verloofd aan deszelfs Zoon Bloemaart, een ryken en braven Herder. Zy, den hartstogt der Liefde niet kennende,meen- ! de zelf op Bloemaart verliefd te zyn. By gelegendheid van haren negentienden Verjaardag, enige harer Vriendinnen op haar Geboortefeest tegenwoordig zynde, komt ook daar. van de overzyde van het Meir, Rykje, de Zuster van Veeryk, die haar tot de stulp van Veldeling geleid. Veeryk een gevoelig en driftig Jongeling, Roosje ziende, verlieft op haar, en ten gelyken tyde gevoelt Roosje denzelfden hartstogt voor dien Jongeling Veldeling hadt zyne Dochter, in dien morgenstond van haren Verjaardag, in zynen geheimen eerdienst | der Natuur onderwezen, op een Eiland, dat hem in eigendom toekwam, en waar hy *s morgens altoos zyne gebeden voor de Natuur uitstortte. Daar ook lag Roosjes moeder begraven. Roosje nu gevoelde voor den jongen Veeryk, die, behalven andere bekoorlyke hoedanigheden, een bekwaam, Zanger was, ene zo sterke neiging, dat hy, na zyn vertrek gedurig voor haren geest bleef zweven. Veeryk, die enen proef zyner bedrevenheid in de Zangkunst gegeven hadt op het Verjaarfeest van Roosje, hadt daar door het hart van Veldeling voor zig ingenomen, welken hy beloofd hadt de Treurzang op den dood van zynen Leermeester Poelman te zullen doen horen. Roosje, den volgenden morgen, met haren Vader op het Eiland, by zyne gebeden tegenwoordig, was zo vervuld met de gedachten van Veeryk, dat zy , in stede van na haar Vaders smekingen te luisteren, met de tederste aandoening gestadig op Veeryk peinsde. Zy bezefte weldra de verkeerdheid van dit haar gedrag, vooral daar haar hart zig teven het zelve verklaarde: daarom nam zy een besluit, om na den middag, eer zy hare Vriendin Alwaardy ging bezoeken, na het Eiland over te varen, om aldaar de Natuur vergiffenis voor deze verkeerde handelwys af te smeken Dit besluit volvoerde zy. Veeryk intusschen wien de liefde ook geen rust Het, was overgevaren , en gaf een bezoek aan Veldeling , om het beloofde Treurlied te spelen en te zingen. De Jongeling egter miste, door de afwezigheid van Roosje, zyne hoofdbedoeling, en dobberde, in't vallen van den avond, mistroostig op het -Meir. De ongesteldheid van het Weder vermeerderde zyne somberheid, en zonder acht te geven op iets, dan zyne liefde, liet hy zig met zyn schuitje dryven, waar hem wind en golven voerden. Zyn schuitje " tegen het Eiland van Veldeling gedreven, maakte hy aan de Wilgen vast, en hy hief een treurig Lied aan over zyne mislukte reize. Roosje, die, lang op het Eiland vertoefd hebbende, het schuitje weggedreven vondt, toen zy weder na den Oever meende te varen, ontdekte zich, nu door groten angst geprangd, de stem van Veeryk horende , en by 't schynzel der Maan, wierp zy zich ïn het schuitje van den Jongeling, die, na dat zyne eerste verrukking bedaard was, haar na den Oever roeide, doch haar niet eer van hem liet gaan dan, na dat zy hem half beloofd hadt tegen den volgenden dag zich op het Eiland weder te zullen laten vinden Roosje verhaalde hare Vriendin Alwaardy de toevallige ontmoeting, doch deze raadde haar den Jongeling op den proef te stellen. Zy hieldt alles nog voor haar Vader bedekt, en besloot den volgenden dag niet op het Eiland te komen. Veeryk zig dus weder te leur gesteld vindende, strooide by zyn vertrek, met bloembladen, de woorden: Roosje, morgenmiddag komt Veeryk weder Roosje, den volenden morgen met haar Vader op het Eiland gekomen zynde, las haar Vader deze woorden. Hier op ontdekte zy den Grvsaart hare liefde voor Veeryk', die haar hare verloving aan Bloemaart tensterksten erinnerde. Roosje  (47) Roooje beloofde hem, eindelyk, uit kinderlyke gehoorzaamheid, hoeveel het haar kostte, van Veeryk te zullen afzien. Zy begaf zich, aan den Oever te rug gekomen, by Aleida, voorheen de Minnares van Poelman, haar door den dood ontrukt; deze gaf haar, zo vee! mogelyk, troost. Veldeling begaf zich voorts, op den middag, na het Eiland, waar hy Veeryk vondt. Deze vernam van den Grysaart den hopelozen staat zyner liefde: en wierd door ene hevige driftsvervoering weggerukt. Veldeling begrypende, dat Roosje, hoe eer hoe beter aan Bloemaart moest verbonden worden, spoedde zig, na nog een onderhoud met Roosje, 't geen de sterkste blyken van hare gehoorzaamheid draagt, na Bloemaart. Dezen Herder meldde hy, dat de gelukkige dag van het Huwelyk met zyne Dochter Roosje, waarom hy hem zo dikwerf gesmeekt hadt, de volgende dag zou zyn: en beval hem, dat hy zich, tegen het aanbreken van den dageraad, aan zyne stulp moest laten vinden. Bloemaart was geheel verrukking, op dit zo onverwacht en heuchelyk bericht. Roosje bleef, na de t'huiskomst van haar Vader, en na den avond maaltyd, opzitten, in de diepste treurigheid. Veeryk radeloos over zyne wanhopige liefde , nam, na enigen tyd rondzwervens op het Meir, het besluit om afscheid te nemen van Roosje, en in den nacht aan de stulp te kloppen. Dit besluit, ter uitvoer gebragt zynde, veroorzaakte eerst groten schrik in her hart van Roosje, die, de deur egter openende, zich door Veeryk liet overhalen, om zich van de hut een weinig te verwyderen, en daar van elkander voor altoos afscheid te nemen. Intusschen een onweder opkomende, verscholen zy zich in een naby gelegen Bosch; het onweder trof een boom, niet ver van hun af, en Roosje wenschte, dat een volgende blikzemstraal haar met Veeryk door den dood verenigt. Veldeling met Bloemaart, haar middelerwyl gevolgd zynde , en deze uitboezeming van Roosje horende, deed op de edelmoedigste wyze van haar afstand aan Veeryk, dat het huwelyk van Veeryk en Roosje ten gevolge heeft. TEKENINGEN en PRENTEN. Parys. Portraits des hommes illustres vivans. Deze Platen, die door de beroemdste Meesters getekend en in het koper gebragt zyn., worden by Stukjes in gr. folio, uitgegeven tegen 16 Liv. het Stukje. Twee zyn 'er reeds van in 't licht, bevattende: 1. De Beeltenissen van Lodewyk XVI. van Malherbes, Buffon en Franklin. en 2. Katharina II. Baron van Breteuil, Sparmann, Washington; zullende het 3de onder anderen bevatten, Wieland, en de volgende Klopstock, Göte, Herder, Prins van Kaunitz, Baron v. Herzberg enz. De bygevoegde Text, word by Didot gedrukt. Galerie du Palais royal. Naar de Schilderyen der onderscheidene Scholen, die dezelve uitmaken, door Trieri, le Mire, Lautelburg, Couche, Romanet, Dambrun etc. in 't koper gebragt. Het zelve word by Stukjes, in folio, tegen 21 Liv. het Stukje, uitgege- . ven, waar van reeds 12 het licht zien. Galerie de Florence, staat op dezelfde wyze, en in gelyk Formaat, tegea 18 Liv. het Stukje uit te komen. Dit pragtig Werk, tot een weerga van het vorige dienende, zal de Schilderyen, Oudheden, Pilaren etc. die te Florenzen bewaard worden, bevatten; waar van niet meer dan 4 Stukjes, in het Jaar zullen uitkomen, elk van 4 grote Platen, met 4 blz. druk. Figures des Fables de la Fontaine, door Simon en Coiny, in 8vo. Men kent den groten Druk in folio, met pragtige Platen, die 400 Liv. en meer moet kosten, zo men goede Afdrukken wil hebben. Ettelyke Jaren geleden, heeft men deze na geëtst, waar van de Exempl. tegen 73 Liv. verkogt worden. Deze keurlyke en fyne Platen van Simon en Coiny, gaandezelve verre te boven. De Text is op Pergamentpapier by Didot gedrukt. Ieder Stukje, uit 6 Platen bestaande, kost 3 Liv. 'Er zyn reeds in de 30 Stukjes uitgekomen, die naauwlyks de helft van het gehele Werk zullen uitmaken. Portrait de M. Necker, Minister van Staat, Direkteur Generaal der Financien, in 4to. gekoleurd, in 't koper gebragt, naar de originele Schildery van den Heer Duplessis, Schilder ds Konings, onder het opzigt van den Heer de S. Aubin, Plaatsnyder des Konings, en der Koningl. Bibliotheek, door Sergent.Te bekomen by den Heer de S. Aubin, Rue des Prouvaires, Nr. 54. en by den Heer Sergent, Rue Mauconseil, Nr. 62. kost 4 Liv. Het zelfde Portrait, ongemeen fraai, en Medaillon gesneden, kunnende dienen om Snuifdozen te orneren: by Defnos, Kaart- en Boekverkoper, Rue St. Jaques, Nr. 254. kost 1 Liv. 4 s. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Het geheel beloop der Tol-inkomsten, te Londen, van de ingevoerde Koopwaren, heeft, van 5 Jan. 1788. tot 5 Jan. 1789. bedragen 4,307,902 Pstr. 12 s. en 4½ d. De grootste jaarlyksche som, waar van men tot hier toe weet. Desgelyks is de ontfangst dezer Tol-inkomsten,gedurende het laatste Vierendeelsjaar, aanmerkelyk groter geweest , dan die van enig vroeger Kersmis termvn: als hebbende dezelve niet minder bedragen, dan 991,567 Pstr. 12 sch. en 3½ d. On-  (48) Ondertusschen zyn de Tol-inkomsten van het Winter kwartier, aldaar, gelyk na te gaan is, doorgaans minder dan van het overige gedelte des Jaars, zulks men hier uit kan opmerken, dat de Britsche Handel in genen ongunstigen staat zig bevind. Te Philadelphia worden thans verscheiden Schepen gebouwd en uitgerust, naar de Oost-Indien, waar toe men voornamelyk schynt aangemoedigd geworden te zyn, door het onlangs gelukkig arriveren aldaar van een Schip uit Canton in China, 't geen voor Rekening van een voornaam Koopman derwaarts gestevend was, en't welk ene zeer kostbare Lading heeft aangebragt. Men heeft 'er reeds overvloed van alierley Oost-Ind. Waren, die voorheen uit Europa aangevoerd wierden. De Zweedsche Oost-Ind. Compag. zend, dit Jaar, wegens den Oorlog, gene Schepen naar China, By het Arrest van den Staatsraad des Konings van Frankryk, van 11 Jan. 1789. word beloofd: 1. Ene Gratificatie van 5 sols voor het Quintaal Tarwe, van 12 sols per Quintaal Rogge, en 20 sols voor het Quintaal Meel, 't geen van 15 Feb. tot 15 Juny, door Fransche of vreemde Kooplieden, in Frankryk, uit onderscheidene Havens van Europa zal ingevoerd worden: en 2. Vryheid van Scheepstol , voor alle Schepen en Vaartuigen, die, in den gemelden tyd , Granen en Meel komen aan te voeren. Prys der in- en uitlandsche Effecten. Inlandsche. Holland. Recipiss. 25ste Penn. ordin. 2½ prCts. 80 a 80 3/4 pCt. Dito 30 jar. Rent. 5 prCts. 80 a 80 3/4. Dito Lotery 1787. 2½ prCts. 78½ a 79. Oblig. op naam en met Pap, 2½ prCts. 75 a 79. Zeeland. 4 prCts. 90 a 92. Dito 3 prCts. 75 a 77. Dito 2½ prCts. 62 a 64. Friesland. 2 prCts. 61 a 63. Utrecht, 2½ prCts. 73 a 75. Generaliteit. 3 prCts. 82 a 86. Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 90 a 92. Dito 2½ prCts. 80 a 82. O. I. C. Lot. 3 prCts. 80 a 81. Engelsche. Bank-Act. 169 3/4 O. Ind. 162. Z. Zee. 81. O. Z. Z. Ann. 72 5/8. Dito nieuwe 71 7/8 3 prCts. Gec. 72 1/8 Dito gerd. 72 3/4 a ½ Dito 1751. 4 prCts. Gecons. 93 a 92 5/8 5 prCts. dito 110½ a 109½ a 5/8 Lange dito 30 jarige dito 1778. 13¼ Loten, Lond. 30 Jan. Fransche O. I.C. Act. van ? 2500 ? 1790 Dito van ? 1000 ? 1096 Disc. Kas 3980. Lotery April 1783 ? 648. Dito Octob. ? 525. Dito Empr. 200 Mill. 84 a 81 prCt. Dito 125 Mill. 89¼ prCt. Dito 80 Mill. prCt. Dito zonder Bullet prCt. Dito 120 Mill. 783. Parys, 22 jan. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 95 a 97 pCt. Dito 4 pCts. 95 a 97. Kwik en Wenerbank 4½ prCts. 100 a 99. Dito 4 prCts. 97 a 98. Spanje. 5 prCts. 100 a 101. Dito 3½ prCts. 85 a 86. Frankr. Gener. Guar. 4 prCts. 97 a 99. Rusland. 5 prCts. 100 pCt. Dito 4½ prCts. 97 a 98. Dito 4 prCts. 95 a 96 Zweden. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4½ prCts. 98 a 99. Dito 4 prCts. 95 a 97. Denemarken. Toll. 4 prCts. 96 a 98. Dito Holst. 4 prCts. 96 a 98. Dito Leen. en Wiss. Br. 4 prCts. 95 a 97. Dito Kroon. 4 prCts. 94 a 95. Polen. 5 prCts. 96 a 99. Saxen. Onverwiss. Steuer 3 pCts. 34 a 34½ stv. Dito Ordin. 3 pCts. 36 a 36½ stv. Dito Kamerst. 3 prCts. 35 a 35½ stv. Dito 2 prCts. 30 a 31 stv. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 154: in 's Hage 35: en te Haarlem 27, onder welken laatsten 11 beneden de 12 jaren. Te Praag, is den 2 Jan. dezes Jaars overleden, zekere Katharina Prechlerin, in den Ouderdom van 110 Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, te Haarlem. baro- ther- streek luchts 1789. Jan. me- mome- der gesteld ter. ter. wind. heid. 29. 7½ 43 Zuid betrokken Woensd. 28. 29. 8 48 Z. ten W. 29 9 41 30. 0 38 West betrokken Donderd. 29. 30. 2½ 39! Oost 30 3¼ 35¼ 30 3 33½ Z. O. omt. helder Vrydag 30. 30. 2¼ 37 helder 30. 1½ 37 Z. ten O. betrokken 30. o 42½ Z. ten W. omt helder Saturdag 31. 47¼ Z. W. helder 29. 11 43 omt. helder February. 29. 11 40? West helder Zondag 1. 29. 8 44¼ Z. W. 29. 6½ 41½ Zuid omt. helder 29. 5 38½ Z. ten W. betrokken Maandag 2. 29. 5½ 43 West 29. 5¼ 42½ W.Z.W. 29. 2 41¼ West betrokken Dinsdag 29. 3. 1½ 45½ W.Z.W. helder 29. 2 39 Zuid Te Haarlem, by A. LOOSJES  1789 No 33. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 13. February. BERIGTEN. DENEMARKEN. De Koningl. Maatschappy van Koppenhagen heeft de volgende Prysvragen opgegeven: 1." Het Verhaal van Arnold van Lubeck, de Rebus Danorum, van den dood van Valdemir, in 1182. tot het Jaar 1209. met dat van Albertus Stadensus Cornerus, den Saxer, en van andere schryvers dier Eeuwe te vergelyken, en ene onafgebrokene Chronologie van dat " tydvak op te maken, 2. ' Men verlangd ene kortere en meer gemakkelyke ma" nier, dan tot nog toe bekend is, om de Geographische Lengten, uit waargenomen Zon Eclipsen en Be" dekkingen der vaste Sterren, door de Maan, te berekenen. 3. ' Daar de Lucht van den Dampkring, by de Aarde, ' uit omtrent een gedeelte levens- (gedephlogisteerde) lucht, en uit drie delen schadelyke. (gephlogisteerde) lucht besta, waar in namelyk geen ademhalende dieren kunnen leven, nog kaarsen brandend blyven; verlangt men naar een scheikundig onderzoek dezer nade' lige lucht, nevens ene aanwyzing van hare betrek, king tot andere lucht soorten en zeer kragtige vloei stoffen; als mede een nieuw naauwkeurig onderzoek, of men dit gedeelte van lucht, uit hoofde van het Phlogiston, 't geen dezelve in 't gemeen gezegd word te bevatten, ook met Salpeter konne doen ontploffen, en, door deze ontploffing, in levens lucht veranderen. 4, " De beste zamenstelling op te geven van een Ploeg, II. DEEL. " nevens de juiste evenredigheid van deszelfs delen volgens werktuiglyke gronden en uit de ondervindiu " opgemaakt, waar mede, naar de onderscheidene lig ging der velden , en de verschillende hoedanigheid " van grond, met de minste kragten, het meeste effect kan gedaan worden." Ieder der vier Pryzen zal bestaan in ene Gouden Medailje, ter waarde van 100 Deensche Guldens. De Verhandelingen moeten in het Deensch, Hoogduitsch, Fransch of Latyn geschreven zyn, en, met de gewone voorzorgen, gezonden worden aan den Heer Jacobi, aanhoudend Geheim schryver der Maatschappy. ITALIEN De Akademie van Padua, ene Prysvrage, betrekkelyk tot den Koophandel, voorheen opgegeven hebbende, welke, by de reeds ingekomene antwoorden, hoe veel lofs ook het merendeel derzelven verdiene, naar het oordeel der Akademie, niet volledig genoeg beantwoord is, heeft, ingevolge het Voorstel van den Autheur dier Vragen, besloten om dezelve op nieuw op te geven, onder aanbieding van het dubbeld van den vorigen Prys, zullende dus bestaan in 120 Venetiaansche Sequinen. Ter bereiking harer oogmerken is op nieuws het volgend Programma daar omtrent gemeen gemaakt. I De Vraag is, of ene volkomene, volstrekte en on' bepaalde vryheid van In- en Uitvoer, van allerhanden ' omloop (circulatie) van alle gewerkte en ongewerkte Produkten, over 't geheel, voordelig voor elken Staat konne wezen? En of, alles wat uit zodanige vryheid G kan  (50) " kan voortvloeijen, in aanmerking genomen zynde, de Nadelen veelvuldiger dan de Voordelen daar van ,, zouden zyn? 2. ,, Ondersteld zynde, dat ene dergelyke vryheid niet " voor alle Staten, zonder onderscheid , voordelig ware; welke algemene gronden behoord men te volgen in " de bepalingen en uitzonderingen, die zouden dienen " gemaakt te worden, zo met betrekking tot de Karak " ters, als de Natuurlyke en Staatkundige omstandighe " den der onderscheidene Staten." De Verhandelingen moeten, in 't Fransch of Italiaansch geschreven, voor het einde van het Jaar 1790, onder de gewone voorzorgen, gezonden worden, aan den Heer Abt Cesarotti, of aan den Heer Abt Franzoja, beiden aanhoudende Geheimschryvers; zullende de uitwyzing in het Jaar 1791 geschieden. FRANKRYK. De Abt Famin heeft, kortlings, het volgend berigt van ene nieuwe ontvlambare Lucht, in het Journal d'Histoire Naturelle, gemeen gemaakt. " Toevalliger wyze hebbe ik ene nieuwe ontvlam" bare Lucht ontdekt; waar van men zig, op de " gereedste en min kostbaarste wyze, van alle soor" ten, die tot nog bekend zyn , voorzien kan. Men " kan dezelve bekomen, door de gemene lucht, of zelfs die der Longen, door AEther te laten gaan. " Ik nam een der kromme Hevels , die tot het " toestel van den Waterbak behoren: vulde dezel" ve van binnen met ene kleine hoeveelheid AEther, " en deed, in het ene einde zagtkens blazende, de " lucht myner Longen in ene Cylinderfles, met " water gevuld, en op den plank van den Bak lig gende, gaan. Deze lucht wierd dus door den " AEther door gedreven, doende dezelven als 't ware " koken. Straks myn fles regt over 't einde zet" tende, en een aangestoken wasligt aan den mond " van haar hals houdende, stak de verzamelde lucht " aan, langzaam brandende, en zonder ontplof" fing, met ene schone blaauwe vlam, tot aan den " bodem der fles. Nieuwsgierig zynde om te we,, ten, of deze lucht ook ontplofte, vulde ik een " glazen pistool van Volta met water, liet 'er van " de AEtberische ontvlambare lucht in, en stopte den " mond met een kurk. Op het inbrengen van een " electrieke vonk, ontplofte deze lucht met ene " verbazende kragt, en de binnenste wanden van " het Pistool waren met enen dunnen waassem be" zet,terwyl zig hier en daar ene gele koleur ver" toonde. " Ik hebbe deze proefnemingen 5 a 6 malen her" haald, zonder dat myne kleine massa van AEther " blykbaar verminderd scheen." DUITSCHLAND en naburige Ryken. Zyne Majesteit de Keizer heeft het Genootschap van Landbouw, te Praag, ten einde aan deszelfs verrigtingen een meer bepaald doel te verschaffen, en te gelyk den kring derzelven te verwyden, tot een OEKONOMISCH VADERLANDSCH GENOOTSCHAP verheven, en aan het zelve het regt verleend, om een eigen Zegel, met het Omschrift: K. K. Oekonomisch-Patriottische-Geselschaft, te gebruiken, Ten einde het nut van dit Genootschap te meer bevorderd moge worden, is tevens aan de Universiteit, te Praag, een Oekonomisch Professoraat opgerigt , en aan dit Genootschap verbonden worden. De Lessen van dit nieuw Leerampt, die gratis verleend worden, zyn met den 1 Jan. dezes Jaars begonnen. Ook is, by het uitgegeven Patent voor deze inrigting van 1 Oct. a. p. geordonneerd, dat 'er, na verloop van den eersten Cursus der Oekonomische Lessen, in het Koningryk Bohemen. gene beampten in het Huishoudelyk wezen mogen aangesteld worden , die niet alvorens omtrent de vereischte kundigheden, by het Vaderlandsch Genootschap geexamineerd zyn, en blyk hier van kunnen tonen. Ook moeten van den 1. Mey dezes jaars, alle werkelyke beampten in het Huishoudelyke, gelyk ook zulken die naar deze posten staan, zo zy niet reeds Leden waren van het Genootschap van Landbouw, zig by het nieuwe Vaderlandsch Genootschap laten inschryven, of immatriculeren. Wyders behelsd het bovengemelde Patent, met betrekking tot de inrichting en Grondwetten van het Oekonomisch Vaderlandsch Genootschap, de volgende schikkingen. 1. Tot Protector benoemd zyne Majesteit den Opper-Burggraaf, als Landschef. 2. Tot President heeft het Gouvernement een voornaam Staats Amptenaar, die kennis van de Oekonomie heeft, te kiezen; zullende by diens afwezen, of, ingevalle van verhindering, de oudste Byzitter het Presidium waarnemen. 3. Buiten dezen zal het Genootschap uit 20 werkende en 32 Corresponderende Leden bestaan. De eersten worden by het Patent nader omschreven en bepaald. Het getal der laatsten is op 2 in elke Kreits bepaald,, ter vrye keuze van het Genootschap, welk ook Buitenlandsche Corresponderende Leden mag aannemen. 4. Het Genootschap zal jaarlyks, ten minsten 12 Vergaderingen, te weten, op den eersten Maandag van elke Maand, houden, behalven de buitengewonen, zo dezen mogten vereischt worden. 5. Schoon de verrigtingen van 't Genootschap wel alleen tot de verbetering en uitbreiding van het Boheemsch Huishoudelyk bestuur, in alle deszelfs takten en verdelingen, zich bepalen, staat het aan het zelve echter vry, om met andere In- en Uitlandsche Genootschappen briefwisseling te houden. 6, De  6. De werkende zo wel als Corresponderende Leden zullen, van tyd tot tyd, voorstellen inbrengen over onderwerpen, den Land- en Wynbouw, de cultuur der Bosschen, de Vee- en Paardenfokkery, en Beyenteelt, de Werktuig- en Waterweegkunde, enz. betreffende, welken op waargenomene gebreken, op facta en ondervindingen rusten, als mede hunne eigene Aanmerkingen en Waarnemingen daar over mededelen; zullende de verhandelingen en onderrigtingen, die by een behoorlyk onderzoek gebleken zyn van belang en algemeen nuttig te wezen, op kosten van 't Genootschap, in druk worden uitgegeven, aan den Schryver zal uitgedeeld worden. Men zal zig ook by het Genootschap, toeleggen, om een Oekonomisch Maandschrift, of ten minsten een Oekonomische Almanach, van enen wezenlyken nuttigen inhoud, uit te geven, waar aan ieder een, vragtvry, bydragen kan leveren. De Koningl. Akademie der Wetenschappen, te Berlyn, hield den 29 Jan. laatstl. ene openbare Vergadering, ter vieringe van hare Stigting. De Koningl. Curator, en merkelyke geheime Staats- en Kabinets Minister, Grave van Herz berg, opende de Zitting met ene korte Redenvoering, waar in dezelve kennis gaf, dat de Akademie besloten hadde, om 2 Pryzen uit te delen, ieder van 50 Frederiks d'Or, op de beste Historische Lofreden, die, ter gedagtenis des groten Konings Frederik II. binnen den omtrek van een Jaar. in de Hoogd. en Fransche Taal zal ingezonden worden; waar omtrent ene nadere bekendmaking, in de Nieuwspapieren, zou geschieden. Wyders berigtte opgemelde Curator, dat de Koningl. Akademie den Heer Groot-Kanzelier en Minister van Staat, von Cramer, tot Honorair Lid, en den Predikant Bursa, Hoogl. by de Krygs-Akademie in Berlyn, tot gewoon Lid, in de Wiskundige Classe, verkoren hadde. De Lyfartz Möhsen las hier op ene Lofreden voor op den overleden Geheimraad Cothenius. De Geheimraad Schulz las ene Verhandeling over de Verbeteringen, welke enige bevaarbaare Hoofdrivieren, byzonderlyk de Oder en de Warthe, reeds onder de tegenwoordige Regering, gekregen hadden. De Hoogl. Klaproth deelde een Vertoog mede over ene door hem eerst genomen proef, en over de manier om de Platina (*) op Porcelein in te branden, tonende tegelyk enige wel uitgevallen stalen, in de Berlynsche Porcelein fabriek (*) De Platina zilver- of wit Goud) is een onderscheiden soort van Metaal, 't geen byna in zwaarte het Goud evenaard, ettelyke Jaren geleden, in de Spaansche West-Indien ontdekt. Daar men egter niet terstond het middel wist uit te vinden, om dit Metaal te bewerken, schynt men de gevonden Myn een geruimen tyd te hebben laten stil leggen. Sedert heeft men ontdekt, dat het, door gloeijing, gelyk het Yzer gesmeed en bewerkt kan worden, en daar op schynt het delven weder aan den gang geraakt te zyn; hebbende men van tyd tot tyd meer aders gevonden, die dit Metaal opleveren. In Madrid is onlangs een afzonderlyke Fabriek van gewerkte Platina aangelegd, waar uit de overleden Koning een ongemene fraaye Miskelk aan den Paus ten ge gemaakt. De Opper Konsistoriaal-Raad Ermann eindigde de zitting met het voorlezen ener Verhandeling over een ontwerp, 't geen aan den groten Keurvorst Frederik Wilhelm, was overhandigd en door dezen goedgekeurt, van ene geleerde Stad onderden naam van: Brandenburgsche Universiteit van alle Volkeren, Wetenschappen en Konsten. NEDERLANDEN. Leeuwarden. Een Liefhebber, alhier in Friesland, een middel menende te kunnen vinden, om het verschil der Proportie van den Diameter, tegen de Circumferentie van den Cirkel, waar na zo lange jaren gezogt is, zo niet geheel uit den weg te ruimen, ten minsten veel nader te kunnen bepalen; heeft, dezer dagen, by de publieke Nieuwspapieren, de liefhebbers dezer Wetenschap uitgenodigd, om op de Vraag: Als de inhoud van den Cirkel ts tien duizend, hoe veel is dan de Diameter en de omtrek van dien Cirkel? een volkomen uitgewerkt Antwoord, in Arithmetische Getallen, franco, te willen zenden, voor den 1sten Mey dezes Jaars, met Naam en Woonplaats getekend, aan J. van der Haak, Boekdrukker te Leeuwarden: met byvoeging, dat, na dien tyd, alle uitgewerkte Antwoorden zullen worden gedrukt, en, agter dezelven, het uitgewerkt Antwoord, de Naam en Woonplaats van voorn. Liefhebber gevoegd, om dan, door het oordeel van onpartydigen, de waarheid klaar te kunnen ontdekken. Amsterdam. Onder de Byzonderheden, tot de Wetenschappen betrekkelyk, mogen met reden gesteld worden, twee Jongelingen, in deze Stad, de oudste van 11, de jongde slegts van 9 Jaren, welken, behalven de Geographie, Algemene Historie, Fransche Taal, Rekenkunde, en de eerste beginzelen der Wiskunde, in het Latyn en Grieksch, zo ver reeds gevorderd zyn, dat, zy door den Hoogleeraar in de Geschiedenissen, Oudheden, Grieksche en Latynsche Talen, aan het Athenaeum Illustre dezer Stad, D. Wyttenbach, voorleden Najaar, bekwaam zyn geoordeeld geworden, om, nevens de andere Studenten, deszelfs Latynsche Lessen over de Oude Historie, over Plutarchus, en over de Orationes Ciceronis in Verrem, met vrugt te kunnen by wonen. Het zyn de jonge Heeren Willem en Daniel Willink, de twe oudsten der vier Zonen van den Heere Willem Willink. Gemelde Jongelingen hebben het Latyn en Grieks, in 3 Jaren tyds, geleerd, van hun Gouverneur, den Heere Ham, een Zwitzer uit het Canton Bern: en, in dien tyd, behalven verscheidene voorname Latynsche Schryvers, de XII Boeken van de AEneas van Virgilius, ook de gehele Me ta schenke gezonden heeft. De prys der gemaakte Stukken komt byna tegen die van Goud uit. G 2  ( 52 ) tamorphosis van Ovidiua afgedaan; als mede niet weinige vorderingen in de Mythologie of Fabelkunde gemaakt. Hun ongemeen vlugge vermogens, de drift waar mede zy tot het leeren bezield zyn, en waar door de ene den anderen steeds tragt voorby te streven, de Lessen van den beroemden Hoogl. Wyttenbach, de vlyt en yver van hun Gouverneur Ham, en de oplettenheid en zorg van enen Vader, die zo veel belang toond te stellen by de verstandi ge en zedelyke Opvoeding zyner Kinderen, dit een en ander geeft alle reden, om verdere buitengewone vorderingen by dit jeugdig Broederpaar te wagteu. Leyden. Maandag, den 9 dezer Maand, heeft de Hooggel. Heer F. W. Pestel Profess. Juris Publici & Privati, de waardigheid van Rector Magnificus aan 's Lands Universiteit alhier, nedergelegt niet ene plegtige Redenvoering: De Fructibus qui ex Jurisprudentia perfectiori, ad Populos Europaeos, Seculo Decimo -Octavo, pervenerunt of over de Vrugten, welke voor de Europische Volken, uit de meerdere volmaking der Rechtsgeleerdheid, in de 18de Eeuw, voortgevloeid zyn. Tot rector Magnificus voor dit Jaar is opgetreden de Hooggel. Hoog Eerw. Heer J. G. te Water, S. S. Theol. Profess. en tot Secretaris van den Akademischen Senaat is aangesteld de Hooggel. Heer E. SANDIFORT, Med. Doct. Med. Anat. Chir. Profess. &c, Haerlem. Uit Engeland heeft men, dat Mej. Herschel, den 26 Nov. a. p. een Komeet, in 't Gesternte de Lier, ontdekt heeft. Tot een Aanhangzel op de by onze Nr. 30 en 31 medegedeelde Waarnemingen omtrent de Koude van dezen Winter, &c. diene nog het volgende: De dikte van het Ys, in het Ye en Haarlemmer Meer, by Halsweg, is bevonden, in het eerste: 11 3/10 Rhynl. Duim.en in het laatste 11 4/100 duim. In het Zuidelyk deel van het Haarlemmer Meer, niet verre van Aalsmeer, is de dikte van het Ys , doorgaans Spiegel Ys genaamd 19. Rhynl.  duim. bevonden. Het onderscheid tusschen deze en de zo evengemelde dikten moet men waarschynlyker wyze alleen daar aan toeschryven dat het Water in het Ye en Meer, niet verre van de Sluizen, brak, dat by Aalsmeer zoet is. In den Hollandschen Yssel, niet verre van Haastrecbt, bevond men de dikte van het Ys 25 duim. en in de Lek by Schoonhoven 26 a 27 duim. Voorts agten wy hier by niet ongepast nog te kunnen voegen, ene opgave der meest verschillende en middelbare Standen van Barometer en Thermometer, te Petersburg, zo gedurende de maand Decemb. laatstl. als 't gehele Jaar 1788 getrokken uit dagelyksche naauwkeunge Waarnemingen, die aldaar gedaan worden (*) , {*) voor deze opgave zyn wy denzelven begunstiger verpligt Gedurende de Maand December, laatstl Is, aldaar, de hoogste stand der Barometer geweest 29.06 op den 25sten des middags ten 12 uren De laagste stand der Barometer 27 2 den 1sten ten 9 uren voormiddags De middelbare hoogte 28. 139. Parysche duimen. De grootste Koude 196°. volgens de l'Isle of naar Reau mur 24 1/2 gr den 12 's morg 9 uren De middelb. Koude, 's middernagts 183°. 8, volgens Reaumur 18 gr. De Thermometer daalde in 12 dagen onder 190° in 9 dagen tusschen ,180° en 190° in 6 dagen tusschen 170° en 180° in 3 dagen tusschen 160° en 170° en op 1 dag tusschen 150° en 160° De geringste Koude 152°, volgens Reaumur 1 1/10 gr den 29sten, s morgens ten 6 uren. De middelbare Koude op 2 uren namidd. 175°. 2. volgens Reaumur 13 1/2 gr. De Thermometer klom in 4 dagen over 160°, in 5 dagen tusschen 170° en 160° in 10 dagen tusschen 180° en 170° en in 12 dagen tusschen 190° en 180°. De Koude in deze maand was dus buitengewoon streng en aanhoudend. Gedurende het gehele Jaar 1788. Is den hoogste stand der Barometer geweest 29 05 op den 25 Decemb. De laagste stand 27. 12, den 7 October De middelbare hoogte was 28. 126 zynde dus merkelyk hoger dan gewoonlyk. Ook stond de Barometer in dit aar op 250 dagen hoger dan 28 Parysche duimen die volgens Engelsche maat, 29 duim. 10 2/3 lynen bedragen De grootste Koude was 196° volgens Reaumur 24 1/2 gr op 9 jan en 12 Decemb. De zwaarste Hitte 100° volgens L'isle   of 51 1/4 van Reaumur.   'Er waren in dit jaar 173 dagen, op welken de Thermometer 150° onder het Vriespunt gedaald was en 239 dagen, op welken dezelve boven dit punt van Vorst gerezen was Onder de Winterdagen telde men 17 op welken de Themometer onder 190° stond, 34, op welken de koude meer dan 180° was, en 59 dagen, waar op het kouder was dan 170° Onder de Zomerdagen waren 132, waar in de hitte meer dan 130° was, en onder dezen 74, op welken de Thermo meter boven 120°, en 20 dagen, waar op dezelve boven 110° gerezen was.       De middelbare koude van 1 Nov. 1787 tot 1 Mey 1788 of gedurende de zes Wintermaanden des verlopenen jaars was 162 1/2 gr. of volgens Reaumur 6 2/3 gr. onder 0   De middelbare warmte van 1 Mey tot 1 Novemb 1788 of gedurende de zes laatste Zomermaanden, was 124 3/4 of naar Reaumur 13 1/2 gr. boven 0     NIEUW uit wiens band wy reeds meermalen aangename bydra en voor dit ons Letterwerk mogten ontvangen: wy kunnen niet voorby dit, by deze gelegenheid, dankelyk te erkennen.  (53) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Nederlanden. Oude Joodsche Brieven , Samenspraken en verhalen van zommige Tydgenoten des Zaligmakers, behelzende het voornaamste der Euangelie-Geschiedenissen, gevolgd naar 't Hoogduitsch van Johan Koenraad Pfenninger, Prediker in de Weeshuiskerk te Zuricb, 4de Deel, 347 bladz. in gr. 8vo te Leyden, by L. Herdingh, 1788. Het vak der in dit deel opgehelderde Euangelie-Geschiedenis loopt, van de wederkomst der 70 Discipelen, tot op het einde der ondervraging van Jesus, in den nagt zyner gevangenneming: sluitende dus het verhaalde in by Matth. XIX tot XXVI by Mark. X tot XIV. by Luk. X tot XXII. en by Joh. XI tot XIX De byzondere wyze van Schriftuurverklaring, waar van zich de Heer Pfenninger, in dit Werk, heeft verkozen te bedienen, heeft gewis, in den eersten opslag, een vreemd voorkomen. Welligt stoten zommigen zig aan het vermengen van zo vele versieringen, met de eenvoudige waarheid der Geschiedenis, als hier telkens voorkomen. De Vertaler gaf reeds in zyn Voorreden op het Eerste deel zyne bekommering te kennen, voor deze en gene aanmerkingen, die op dusdanig ene behandeling by zommige mogten vallen: en deed te gelyk zyn best om de vooroordelen op te ruimen en de tegenwerpingen op te losschen. In zyne Voorreden op dit Deel, beroept hy zig hier op; en geeft tevens berigt van de gunstige wyze, waar op, over 't geheel, dit Werk hier ontfangen word. Zekerlyk komt 'er veel goeds, veel uitmuntends zelfs, in voor. En het voorname doel des Schryvers diend, by het beoordelen, naauwkeurig in 't oog gehouden te worden. Zyn oogmerk schynt niet geweest te zyn, om het voor ene enkele uitlegging of Kritische Verklaring der Euangelie Geschiedenis te doen doorgaan: maar om het geheel daar van, zo wel als de voorname byzonderheden, door middel van enen dichterlyken tooi, welke uit eigen aart ene meerdere vryheid toelaat, ene zodanige gedaante by te zetten, dat alles tevens opgehelderd wierd, en, door een meer overeenkomend voorkomen met den tegenwoordigen smaak, (zonderling by de Zwitsers en Duitschers) Denk- en Spreektrant, zig ter lezinge, beter aanprees, zo wel als dieper indruk kon maken. Met een woord, hy heeft de Geschiedenis van Jesus in een soort van Rymeloos Heldendicht willen voordragen: gelyk het oorsprongelyk Hoogduitsche Werk dan ook den Tytel draagt van Messiade im Prosen. Een Tytel egter, dien de Vertaler, om, zo hy meend, goede redenen, heeft weggelaten gelyk hy ook, en in dezen met veel oordeels zekerlyk, hetzelfde, omtrent deze en gene, in het oorsprongelyk Werk voorkomende, Byzonderheden heeft in agt genomen: en daar en tegen wel eens hier en daar ene verschikking of invoegzel gemaakt. Zulks deze Nederduitsche uitgave, niet zo zeer als ene Vertaling, dan wel als ene Navolging, zo als zy ook op den Tytel dezen naam draagt, moet beschouwd wordsn. Tot een staal van des Autheurs Schryfwyze en behandeling, diene het 13de Stuk, uit de 17de Afdeling, behelzende als volgd; JESUS met de TWAELVEN. ( Vergelykt Matth. XXVI: 20-29. Mark. XIV: 17-25 Luk. XXII: 14-38 ) (In eene groote Zaal, in wier midden een gedekte Tafel, met het gebraden Lam, een Schotel met bittere Kruidensaus, ongezuurde platte Brooden, een Kruik met rooden Wyn, en een Beker daar nevens, enz.) In 't midden van de Tafel zat Jesus als Huisvader, (of liever lag op het Tafelbedde,) Joännes aen zyne rechterzyde, daer naest Jacobus, dan Philippus en Nathanaël: daar op volgden Jacobus, de Zoon van Alpheüs, en Lebheüs. Ter linkerzyde zat (of lag) Simon Petrus, dan Andreas, vervolgens Thomas en Mattheus den Tollenaer, eindelyk Simon van Kana en Judas lskarioth, (zo dat deze beiden tegen over Jesus waren.) Jesus (Hen allen in 't ronde aenziende met oogen vol liefde, en liggende zyne rechter- op de linkerhand van Joannes, en zyn linker- op de rechterhand van Petrus.) Kinderen! ik hebbe hartelyk verlangd dit Paaschlam nog met u te eeten, eer myn lyden een aanvang nam. Want ik moet u zeggen, dat ik van nu aen niet meer daer van zal eeten, tot dat het vervuld wordt in het Ryk van God. (Zy eeten geheel stil: daer werd weinig gesproken: Jesus zoo gedurig van lyden te hooren spreeken, maekte hen zoo stil.) Jesus (Voor de eerstemael den Beker nemende, goot Wyn in denzelven, hief dien met dankbaere oogen om hoog, bood hem Joannes aen en zeide:) Neemt dezen Beker, en deelt dien onder u lieden Van nu aen zal ik met u niet drinken van den Vrucht des Wynstoks, tot dat het Ryk van God komt. (By deze woorden was het gelaet aller Apostelen blykbaer hel Jesus. (Toen de Geschiedenis des slaenden Engels in Eqypten gelezen was.) De Engel des Heeren sloeg de Eerstgeborenen tot een losprys voor veelen. Thomas. (Meer of min fluisterende tegen Mattheus ) Verstaet gy den Heere? Toen de posten der Huisdeuren met bloed bestreken wierden, hoorde ik hem ook zeggen: "Israël kent het bloed niet, dat hem voor den dood bevei" ligt." begrypt gy dit? Mattheus, schudt alleen het hoofd op deze Vraeg van Thomas, zonder één woord te spreeken, maar hy zucht tevens zeer sterk. Jesus breekt een algemeene stilte, die daer op volgde, dus treurig af: waerlyk ik zegge u lieden, en moet het u zeggen, eer het gebeurt. Een uit u zal my verraden. (Allen werden zy bleek van schrik, zien Jesus sterk in 't aengezicht, Iscarioth wordt schaemrood, kykt hier en gins in 't wilde om, en ziet Jesus niet aen. De eene voor en de andere na vragen ze ernstelyk:) Ben ik het? Heere meent gy my? My breekt een Stuk brood af, en reikt nae de Sausschotel, om de be te in te doopen. hem staet.) Die met my in dezen Schotel doopt. Des mensschen Zoon gaat wel derwaerts, zoo als in de VoorzegginG 3 gen  (54) gen van hem geboekt staet maar wee den man, door wien hy Verraden worde! het ware hem beter dat hy nooit geboren was. Judas Iscarioth. (Met een koele gemaekte stem) Heere.' ben ik die? Jesus Gy zegt het. (Allen zien ze elkander ontroert en bedrukt aen en verstommen Judas gaat voort met eeten; iets onverscbilligs willende praten met Simon van Kana. Jesus Jehova reddede zyn Volk uit Egypten. Maer het heeft nog andere hulp van noden. ,, Ziet daer komen da,, gen, (fpreekt de Geest der Voorzeggingen,) dat ik over ,, het huis Israël en over het huis Juda een nieuw Verbond ,, zal tot stand brengen. Niet naer het Verbond, dat ik ,, met hunne Vaderen gemaekt hebbe, ten dage, toen ik ,, hunne hand gegrepen heb, om hen uit Egypten te voe,, ren, want zy zyn niet in myn Verbond gebleven en ik ,, hebbe hunner ook niet meer geacht, spreekt de Heere. Dan zal ik hunne ongeregtigheden genadig zyn, en hunner zonden en misdaden niet meer gedenken. Want een Tes,, tament is in den dooden vast naer dien het geene kracht ,, heeft, terwyl die leeft, welke het heeft ingericht (of doen ,, opstellen.)" (De Jongeren zien elkander aen, maer niemand wilde den Heere om verklaring vragen, van 't geen zy allen geheel niet begrepen.) (Nu hadden zy met het Paeschmael afgedaen. op één brood na, en nog éénen Beker met Wyn) J e s u s, na een poos stil geweest te zyn, in byzondere gemoedsbewegingen , welke zy zeer wel aen hem zagen, nam nu dat brood, zag dankende Hemelwaert, breekt het in stukken, deelt het ter rechter- en ter linkerzyde aen de Jongeren, en zegt tot Joannes en de genen, welken aen dien kant om zaten:) Neemt eet dat is myn lichaem. (tot Petrus, terwyl hy ook dezen en den daer navolgenden het brood toereikt.) Neemt, Kinderen! en eet, dat is myn lichaem, dat voor u overgegeven wordt. Doet dat tot een aendenken aen my. (Zy namen alle uit zyne hand; hy zag elk van ben vol minzaem heit aen , en ieder zag hem weêrkeerig aen vol weenmoedigheit. Judas alleen zag hem niet aen, als hy de bete broods van bem aennam Jesus nam nu den Beker , giet voor de laetste keer Wyn in denzelven, en na dat hy, al dankende , ten Hemel bad opgezien, bood hy die aan Joannes, zegqende: Deze Beker is nu dat Nieuw Verbond, in mynen bloede, dat voor u vergoten is. (Vergoten) voor veelen, tot vergeving der zonden. Zoo dikwyls gy dit brood eet, en van dezen drank drinkt,moet gy den dood des Heeren verkondigen en roemen tot dat Hy komt. (Hier volgde een langduurende stilte Judas verwyderde zich uit bet Gezelschap; de anderen verheugen zicb allen over de liefde Van bunnen Meester, enz ) tekeningen en prenten. parys. Le Rappel de M. Necker Ene Konstplaat van 1 voet De Koning, leunende op de Werken van den Heer Necker ontvangt dezen uit de hand van Frankryk, onder het Zinnebeeld ener schone Vrouw verbeeld, 't geen door het Volk word toegejuicht. Het oog der Voorzienigheid, 't geen zig aan den Hemel Vertoond, doet de Nevels opklaren; terwyl de ondeugden in den Afgrond geworpen worden. De Trekken der Hoofdpersonaadjen van deze vernuftige Zinneprent, zyn te wel getroffen, om niet terstond kenbaar te wezen. De uitvoering is fraai; zulks deze Plaat, verre boven anderen, in 't licht gekomene , die op het zelfde onderwerp slaan , ene plaats in de verzamelingen der Liefhebberen verdiene. Leipzig De Liefhebbers zyn de volgende fraaye Konstplaten aan het fyn Graveeryzer van den beroemden Bause verpligt 1. Peter de Eerste in gr. Folio, naar de Afbeelding van le Roi in den Jare 1786, in 't koper gebragt. 2 Frederik II. naar Grass, in 1787 3. Een Zomeravond by Maanschyn, met koleuren gedrukt, naar de tekening van Juliana Bause des Konstenaars Dogter, die reeds door meer tekeningen haar ongemene talenten getoond heeft. 4. Damon en Musidora een Landschap, naar Bach, beiden in breed Folio van 1788. Men heeft eerlang, van den zelfde Konstenaar, een uitgewerkte Plaat te wagten, verbeeldende een Kind, welk met Bloemen speelt, naar Netscher TONEEL- en ander KONSTVERMAAK NIEUWS. Te Parys, is onlangs een Nieuw Toneel opgerigt onder protectie van Monsieur, 's Konings Broeder. De opening geschiedde, den 26 January, met ene Representatie van ene italiaanscbe Opera Bousson, getyteld: le Vicende Amorose of de Wisselvalligheden der Liefde; het Muzyk was van den Heer Tritta. Schoon dit Toneel byzonderlyk zal dienen voor deze soort van Italiaansche Opera's; zal men 'ér ook Fransche Opera's Bouffons, met Italiaansch Muzyk van de beroemste Meesters, op spelen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, TOT DEN HANDEL EN SCHEEPVAART, LAND- EN VEEBOUW, als mede de HUISHOUDKUNDE, HANDWERKEN EN FABRIEKEN, BETREKKELYK In een der laatste Nrs. van het Journal de Paris, word een nieuw Kalkmengzel of Ciment opgegeven, 't geen gezegd word, door een Heer in één der Fransche Zeesteden uitgedagt, en, op den duur, zo als uit ene ondervinding van 10 Jaren Steek, volkomen  (55) men waterdigt bevonden te zyn. Ziet hier de daar by aangewezen bereiding van dit Kalkmengzel. ,, Men moet levende Kalk, in Ossenbloed, in plaats van water, blusschen. Men menge vervolgens fyn gestootte Pannen of Daktechels, ge ,, zeeft zynde, met deze op die wyze geleschte ,, Kalk, zo lang tot dat men de gewone dikte van Morter of Metzelkalk, kryge. Men metzele ,, hier mede de Stenen of Bakken, die men gebruikt en men bestryke vervolgens, met dit zelfde meng,, zel de binnen-wanden. Droog zynde, 't geen ,, weinig tyds' duurd, word het zelve zo hard, dat ,, men gehard staal nodig heeft, om het te breken. Wanneerde plaats vogtig is, waar in men werkt, ,, zo dat de Morter bezwaarlyk konne opdrogen, , moet men het gepleisterde met Planken dekken, om niet terstond af te vallen. Zo dra het egter ,, begint te bestollen kan men de Planken missen en het werk is afgedaan." Dit Kalkmengzel word uit dezen hoofde aangeprezen, by het maken van Kelders, Bakken, Waterwerken en alle anderen, die voor vogt bloot staan of water moeten keren. Men heeft 'er nog byge voegd, dat de Kalk, in Ossenbloed gebluscht, even lang goed blyft, als de met water geleschte, en dat men niet meer nodig hebbe, dan 'er wat versch bloed onder te mengen,zo zy te zeer was uitgedroogd. Van Philadelphia heeft men, dat ene aldaar in den voorl. jare, met een slegts gering fonds opgerigte Societeit van Inlandsch gewerkte Stoffen, zo gelukkig slaagd, dat dezelve reeds 26 Getouwen aan den gang houd, en aan meer dan 300 lieden werk verschaft. Volgens een by haar uitgegeven berigt, hadde zy reeds tot Novemb. laatsl. 12000 ellen onderscheiden Stoffen , bekend onder den naam van Manchester Manufacturen, gereed gemaakt. Te Hartford, in Connecticut is men bezig met het aanleggen-.van een nieuwe Lakenfabriek: en, in Boston, een van Russisch Zeildoek en van Burchkruit. Men bouwde aldaar ook ene Glasblazery. Van New - York in Philadelphia , zouden, in den tyd van 3 Maanden, drie grote Schepen naar de OostIndien vertrekken. De Pausselyke Inkomsten worden berekend omtrent 14 1/2 Millioen van onze Guldens jaarlyks uit te maken. Dezelven spruiten deels uit Gelden, die van buiten, uit Roomsch-Katolyke Landen getrokken worden, deels uit de ingevoerde belastingen in den Kerkelyken Staat zelven De Eersten bedragen, jaarlyks, by de 2,435,002 Schudi's of Roomsche Kroonen , die omtrent 6,229,069 Guld. van onze Munt uitmaken, en die berekend worden, in de volgende evenredigheid in te komen, al Uit de beiden Sicilien 136,170 Sch. Sardinische Staten . . 60,712. Toskanen . . . 3,352 Het overige deel van Italien , uitgezonderd den Kerk. Staat . 107,067 Frankryk . . 367,133 Spanje en deszelfs Kolonien 640,845 Portugal en hare Koloniën 260,100 Duitschland en de Nederlanden 486,811 Polen .... 180,745 SWitzerland . . . 87,034. Het Noorden . . 87,033 makende een geheel uit van . 2,435,002 De binnenlandsche Belastingen brengen jaarlyks de overige . 3,200,000 in de PausSelyke Schatkist. Daar en tegen worden de publieke Schulden van den KerkeLyken Staat op 22 Mill. en by de 800,000 Guld. Hollands geld, opgegeven. De gehele Oost-lndische Vloot, die, dit jaar, in Engeland uitgerust word, bestaat uit 32 Schepen, waar van 21 naar China bestemd zyn. Behalven dezen egter schynt het in overweging te komen, om nog 6 a 10 Schepen regtstreeks naar China te laten zeilen, om des te spoediger het gebrek aan Thee, 't geen men uit het stil staan van den Zweedsche Vaart voor uit ziet nog aanmerkelyker te zullen worden, te kunnen vervuld krygen. In den voorledenen Jare 1788. zyn te Lisbon aangekomen 1109 Schepen, waar onder 283 Portugeesche, 351 Engelsche, 174 Fransche, 89 Hollandsche, 57 Deensche, 34 Zweedsche, 3r Spaansche,59 Amerikaansche, 11 Venetiaansche, 6 Raguseesche , 5 Hamburger, 3 Keizerlyke, 3 Bremer, 1 Pruisisch , 1 Russisch en I van Dantzig Te Riga, waren gearriveerd 560, en van daar vertrokken 498 Schepen. Door de Zond zyn, in dat Jaar, gepasseerd 9216 Schepen; als 1259 Deensche, 3272 Engelsche, 1513 Hollandsche, 1315 924 Pruissische, 171 van Rostock, 160 van Dantzig, 79 Keizerl. 71 van Hamburg, 62 van Lubeck, 64 Fransche, 61 Russische, 38 Amerikaansche, 15 Spaansche, 5 Courlandsche, 16 Portugeesche, 172 van Bremen, 27 van Papenburg, 2 van Oldenburg en 1 van Venetien. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: in ' s Hage 41: en te Haarlem 28, onder welken laatsten 11 beneden de 12 jaren. Be-  (56) BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. De volgende nieuwe Werken staan, eerlang, in onderscheidene Steden van Duitscbland in't licht te komen. Een compleet Spaansch en Hoogduitscb Woordenboek, te Göttingen, by Brose, waar op tot Paschen kan ingetekend worden, voor 4 Rthlr. het Exemplaar; de helft by Intekening, en de overige helft na den ontfangst van 't Werk te betalen. Der Burgerliche Bauwmeister. De Burgerl. Bouwmeester, of Proeve van Onderwys voor Liefhebbers der Bouwkunde, byzonderlyk met opzigt tot het wel inrigten van Burgerlyke Huizen etc. door F. Ch Smidt, Opper-Amptman, te Gotha, Dit Werk zal in Folio gedrukt worden, en 110 kopere Platen bevatten, met 32 Vellen druk. De Intekenings prys is 1½ Louis d'or. De Intekening, die ook, hier ten Lande, by de Boekh. Sellscbop, te Amsterdam; Houkoop, te Leyden, en Wild en Altheer, te Utrecht, geschieden kan , staat open tot St. Michiel, dezes jaars, voor welken tyd het Werk niet in gereedheid kan gebragt worden. Een breedvoerig berigt aangaande het zelve, is te vinden in Nr. 2. voor dit Jaar, van het lntelligenzbladt der Algem. Literatur Zeitung, Neues Philosophischen Magazin, Erlauteringen und Anwendingen, des Kantischen Systems gewidmet Nieuw Wysgerig Magazyn, tot opheldering en toepassing dienende van het Leerstelzel van Kant, by vierendeeljaars Stukjes, in 8vo. te Leipzig, by J. Ph. Haugs, tegen Paschen het 1ste Stukje. Geschichte der Tauf gezinnten. Geschiedenis der Doopsgezinden, door den Heer Dr. en Opper - Hofprediker Sterck, te Darmstadt, is op de Pers en zal eerstdaags het licht zien, by C. Fritsch, te Leipzig. Der Theophrastischen Charactére, ten dienste van jonge Liefhebberen der oude Literatur, met korte spraakophelderende Aantekeningen, nevens een Hoogduitsch en Grieks Woordregister, 't geen vollediger dan dat der Heren Neide en Bremer zal zyn: door J. Fr. L. Menyel, te Bayreuth. Dit Werk zal tegen Paschen, by de Erven van J. A. Lubech, te Bayrouth, uitkomen. De Heer C. F. Ammon, te Erlangen, is bezig met de uitgave in gereedheid te brengen ener Grieksche Overzetting van de 5 Boeken van Mozes, uit de St. Markus Boekery te Venetien, van den Heer de Villoison, te Straatsburg, van welken die der Poëtische Boeken van 't O. Test. nevens het Boek Ruth, in den Jare 1784. het licht zagen. Opgemelde Heer Ammon zal, voor af, ene Verhandeling uitgeven over de kritische waarde dezer Overzetting. In de Boekwinkel van A. LOOSJES, te Haarlem, zyn eenige dog zeer weinige Exemplaren te bekomen, van: F G. C. RUTZ, Animadversiones in definitionem imaginis in Genere Philosophis receptam. gr 8vo. . . 12 st. J. C. Biel, Exercitatio de Lignis ex Libano, ad Templum Hierosolymitanum Aedificandum petitis gr. 8vo. . 11 st. Clarorum Valentinorum P. J. Nunnesii, Em. Martini, G. Ma jansii, Joh. Infulae, aliorumque Orationes Selectae. 8vo. 12 st. BEATTIE Wysgerige Verhandelingen over het Geheugen, de Verbeelding en de Dromen, 2 deelen, gr. 8vo. f3 - 12: Characterkunde der Vaderl. Historie, 3 stukken. f3 15:Verhandeling over de Zedelyke Vryheid van den Mensch, groo: 8vo. . . . . . 11 st. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. 1 baro- ther- streek Febr. me- mome- der luchtsgeI ter. ter. wind. steld heid. ("29. 6 38 W.Z.W. 's m. held. m harde 4. s 29. 5 44 ■ W 's n. h. R. en W. (.29. of 40 Z. W. 's av. bew. storm. 29. 3 38 W. Z W. voorm. bew. 's n. 5. \ 29. 3§ 42 regen met sneeuw (.29. 4 37½ West en 's av. ben. h. w. f 29- 6 36 West bew. en windrig ö. 29. 6| 41 w. ten Z 's avonds regen (.29- 61 38 W.Z.W. buyen. 29- 3i 37 O. ten Z Stil weder, byna 7- j 29. 4 45 N. ten O. betrokken. (.29. 4 38 N. W. ["29. 7 38 W.Z.W. betrokken 8- ) 29- 7 44* 's avonds regen (.29- 4^ 39§ Z. Z. W. agtig. , ƒ29. 4a 35 I W.Z.W. helder, 's avonds 9- < 29. 4| 411 bewolkt, Windrig C2^ 4 3fiji Z. W. en hagelbuyen. {29- 3§ 35 W.Z.W. 's morgens helder, 29- 3| 43 § . verder bewolkt en 29- 3 37 Z. W. windrig. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd Water. Gedurende de Maand January 1789. Gevallen 36 Lynen: Uitgewaasfemd 6 Lynen. NB. Dit Artykel zal Maandelyks vervolgd worden. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789- " No. 34. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE; VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 20. February. BERIGTEN. ZWEDEN. De Wetenschappen hebben, gedurende de laatste helft van het verlopen Jaar, gene geringe verliezen, in dit Ryk, geleden. Den 20 Augustus overleed te Upsal, in den ouderdom van 64 Jaren, de Heer G. A. Boudrie, buitengewoon Hoogl. aldaar: op den 1. Septemb. de Hofmarschalk en Commandeur der Noordster, Baron Ch. Manderstrom, een, voor zyn stand, geleerd man, die zig ook als Schryver heeft doen kennen, in zyn 61ste Jaar, te Stockholm: den 10den dier maand, Prof. R. Martin, die in deze Hoofdstad Lessen in de Ontleedkunde gaf, en zig, door zyne Schriften, ook buiten's lands met lof bekend gemaakt heeft: den 13. daar aan volgenden E. Filenius, Prof, en Vice-Bibliothecarius te Upsal; en eindelyk, den 28. van deze maand, N. Schenmark, Hoogl. in de Wiskunde, te Lund, en Lid van de Koningl. Akademie der Wetenschappen, te Stockholm: een der beroemste Sterrekundigen, zekerlyk, van onzen tyd: deze laatste hadde den ouderdom van 69 Jaren bereikt. > DENEMARKEN. De tegenwoordige Koningl. Familie munt byzonderlyk uit in het aanmoedigen en bevorderen van alle II. Deel. takken van nuttige en fraaye Letterkunde. Van de twee Koningl. Boekeryen, staat de eerste, die in onderscheiding der twede, welke voor het afzonderlyk gebruik der Koningl. Familie diend, de grote Boekery geheten word, en door Frederik III. is opgerigt, dagelyks open, voor elk die dezelve wil bezigtigen, of enig gebruik daar van maken; zynde de Vertrekken in dier voegen ingerigt, als best ten geryve der Lezeren kan dienen; zelfs word het aan lieden van aanzien vergund, om zulke Handschriften of gedrukte Boeken, als zy begeren, naar huis mede te nemen, ten einde dezelve met des te meer gemak te kunnen nazien en doorbladeren. Ook is 'er ene order, dat 'er een Exemplaar van alle Boeken en Geschriften, die, zedert den vroegsten tyd der Boekdrukkonst, tot heden, in enig gedeelte der Deensche Heerschappy gedrukt zyn, in deze Koningl-, Boekery moet gebragt worden. De verzameling van oude Handschriften in dezelve is zeer talryk en kostbaar. De vorige overleden Opzigter over dezelve, J. Erichsen, heeft, in het Jaar 1786. ene belangryke beschryving van dezelve, zo wel als van de overige Werken, gegeven, in zyne: Beschouwinq der oude Verzameling van MSS. in 's Konings Boekery, in het Deensch, te Koppenhagen, in 8vo. gedrukt. De tegenwoordige Bibliothecarus en opvolger van den bovengemelden. is de Heer Moldenhawer, D. D. Hoogl. aan de Uni-versiteit te Koppenhagen, wiens geleerde Reizen, op 's Konings kosten, door Engeland, Frankryk en Spanje gedaan, hem, in de Jaarboeken der Letterkunde,gene geringe plaats hebben doen verwerven. H SPAN-  ( 58 ) pen, zyne verdraagzaamheid, edel Karakter en voorbeeldig leven, maken zyn verlies voor Kerk en Burgerstaat van niet weinig gewigt. Lang egter zal hy leven in zyne godvrugtige Schriften, die zo veel toegebragt hebben en op den duur zullen toebrengen ter bevordering van kristelyke deugd en vroomheid. Onder dezen word geteld het Maandschrift, der Andagtige, het Leven van Jezus; Leerboek voor den Gemenen Man, en ene menigte andere kleine Schriften en Leerredenen. De Heer E. Schneider, Hofprediker te Stuttgardt, die zig door zyne Hoogd. vertaling der Redenvoeringen van Chrysostomus, door zyne Kerkrede over de Verdraagzaamheid, en door zyne Ode op den dood van Leopold van Bronswyk, als mede door andere kleine Geschriften, mermet zo veel roem heeft doen kennen, staat eerlang, als Hoogl. in de fraaye Wetenschappen, naar Bonn te vertrekken. NEDERLANDEN. Deventer den 10. February. De Wel Edele Hoog Achtb. Magistraat, heeft aan, 't Illustre Atheneum alhier, beroepen tot Professor Juris Civilis, de Heer en Mr. F. Saxe, in de plaats van den Hooggel. Heer en Mr. F. A. van der Mark, Prof. in de Regten te Steinfurt. En tot Prof. Ling. Orientalium, de Heer J. H. Parreau, in plaats van den den Hooggel. Heer A. T. Ruckersfelder. Amsterdam. By gelegendheid, dat de Heer van Winter het Portrait van onzen beroemden Zeeheld M. A. de Ruyter, aan het Kweekschool voor de Zeevaart, alhier, vereerde, bragt de Heer Jeron. d& Bosch de volgende Latynsche Dichtregels op het papier, die, straks, door den Heer P. Nieuwland, in Nederduitsche Versen overgebragt wierden. IN RUTERI IMAGINEM. QUAM POSUIT in aede, in qua REI NAVALIS ALUMNI educantur, PETRUS WINTERUS. RUTERUM posuit WINTERUS in aede marina Ut, pater Ya, tibi sacra tabella soret. Splendida navalem stimulent haec ora juventam, Magnanimi Herois proelia et acta sequi; Cui SPANJE. Te Mexico, in Zuid-Amerika, is ene Akademie der fraaye Konsten opgerigt. De Direkteur en Voorzitter derzelve is de Heer Solina, die zig, door zyne schone Platen voor Don Quichot , en door andere Werken, als een bekwaam Konstenaar heeft doen kennen. ITALIEN. Het Gedenkteken, welk voor den overleden Paus Klemens XIV. (Ganganelli) in Romen, onlangs opgerigt is, word voor een Meesterstuk gehouden, het geen de konst der oude Grieken en Romeinen tot eer zoude gestrekt hebben. Ondertusschen is de Beeldhouwer Canova, die het zelve vervaardigde, slegts 27 Jaren oud. De Buitenlanders zullen weldra gelegenheid hebben, om, enigermate, over de fraayheid van dit Stuk te oordelen, doordien de bekwame Plaatsnyder Volpato, te Romen, werkelyk bezig is, met ene naauwkeurige Afbeelding daar van in 't koper te brengen. GROOT-BRITTANIEN. De Heer James Beattie is, in plaats van den overleden Prof. Morgan, Hoogl. in de Wysbegeerte, by het Mars-hall-Collegie, te Aberdeen geworden. FRANKRYK. De Heer d' Ansse, de Villoison, Lid van de Koningl. Akademie der Byschriften en fraaye Letteren, heeft op een van zyne Reizen, op kosten der Regering gedaan, in de Boekery van St. Markus, te Venetien, een Handschrift gevonden, behelzende kritische aanmerkingen van Aristarchus en Aristomachus , op de Iliade, en de Aantekeningen van by de 80 kritici uit het vermaarde Alexandrynsche School; nevens de voornaamste Variantes der oude uitgaven van Homerus , by de Republieken van Chio, Creta, Argos, Sinope etc. gemeen gemaakt. Het gemelde Handschrift voerd den Tytel van: Homeri Ilias, cum Scholiis ineditis: in folio. DUITSCHLAND en naburige Ryken.. Te Altona is, op den laatsten dag des vorigen Jaars, in den ouderdom van 50 Jaren, overleden de Heer. Jac Fr, Feddersen, Koningl. Deensche Konsistoriaalraad en Proost te Altona en Pinneberg. Niet lang geleden was deze waardige man, na alvorens te Magdeburg, en zedert 1777. in Bronswyk, als Hofprediker, het Leeraarampt, met ene algemene agting, te hebben waargenomen; eerst in zyn Vaderland te rug gekomen. Zyne opgeklaarde kristelyke begrip-  ( 59 ) Cui non divitiae, nec avorum nobilis ordo, Perpetuum at virtus contulit una decus. Discat et, in medio committens bella profundo, Inclyta parta mari ferre tropaea domum. Sic neglecta diu redeat laus prisca Batavis, Navita sic summa dirigat arte ratem; Texelia exornent ütut litora mille carinae Civis et in larga merce beatus agat. Sic sit RUTERI WINTERUS imagine felix, Sic dederit Patriae maxima dona suae. Hieronymus de Bosch. op de BEELDTENIS van M. A. DE RUYTER, geplaatst in het KWEEKSCHOOL voor de ZEEVAART, door PIETER VAN WINTER, N. S. Z. VAN WINTER plaatst, in 't school der Zeevaart, RUYTERS beeld. Eer, Ystroom! dat geschenk, U tot 's Lands heil gegeven. Zo leere, ontvonkt door 't vuur,dat in die trekken speelt, Uw jeugd 's Helds burgertrouw en krijgsmoed na te streven! Zo volg' zij 't heerlijk spoor van hem , wien deugd en moed , Geen aadlijk bloed, geen goud, eene eeuwige eerkroon schonken! Zo worde eens 't Vaderland door haren arm behoed, En zie haar Zeetrofeên bij die van RUYTER pronken! Zo wint ge uw ouden roem, Bataven, eens te rug! Zo stier' gewisse kunst uw vloot naar verre stranden! Zo klieve kiel bij kiel de baaren, vast en vlug. En keere, om, rijk belaên, aan Texels reê te landen! Zo strekke RUYTERS beeld tot eer voor 's gevers hand, Zo spruite uit WINTERS gift geluk voor 't Vaderland! Pieter Nieuwland. Haerlem. De Heer J. Voegen van Engelen, Med. Doct. te Surinamen, die zig, aan het hoofd ener Letterkundige Maatschappy, te Paramaribo, bevind, heeft, by ene Verhandeling, in de Vergadering dier Maatschappy, van den 4. April 1788. door hem voorgelezen, een Plan medegedeeld ter oprichting van een nieuw Departement by het zelve , onder den naam van Surinaamsche Maatschappy van Landbouw. Volgens dit Plan, " Zouden alle de Leden der Maatschappy,zonder onderscheid, verzogt worden, om alle hunne ontdekkingen, bevindingen, proeven en waarnemingen, met opzigt tot den Landbouw,in welke tale zy ook zul len verkiezende laten toekomen in handen van haren Voorzitter, (opgemelden Dr. van Engelen ,) of haren Geheimschryver, den Hr. Juliaans, te Paramaribo. " De Leden, aan welken de Directie is opgedragen, zullen, onder elkanderen, de vragen opstellen, aan de Buitenleden te doen, en onderling hunne voornaamste zwarigheden, tegenwerpingen en bedenkingen, daar omtrent mede delen. " Het lezen der Verhandelingen , Berichten etc. aan de Maatschappy toegezonden, het vertalen van dezulken, welke in ene vreemde tale geschreven zyn, het verkiezen van zodanigen, die door den druk gemeen gemaakt verdienen te worden, zullen de voorname bezigheden opleveren in de gewone Vergaderingen. , " In de grote jaarlyksche Vergaderingen, zal een algemeen verslag gedaan worden der verrigtingen van het Jaar, rekening van onkosten ingeleverd etc. De Heer van Engelen, die, voor zyn vertrek uit het Vaderland, naar de West-Indien, zig, ettelyke Jaren bezig hield met het schryven van het bekende Genees-, Natuur- en Huishoudkundig Kabinet, geeft thans, naar men verneemd, in Surinamen een Weekblad uit, onder den Tytel van de Surinaamsche Artz. Men heeft ook eerlang ene beoordeling van hem te wagten, van 't geen de Abt Raynal, in zyne Geschiedenis van de Bezittingen en koophandel der Europeanen , in de beiden Indien, over deze onze Volk planting geschreven heeft. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN. Akademische en andere schriften. Denemarken. Efferetminger on Grönland, uddragne af en Journal holden fra 1721 til 1788 af Paul Egede, gr. 8vo. 284 bladz. te Koppenhagen. " Voor 60 Jaren," zegt de eerwaardige Bisschop Egede, in zyn opdragt aan den Kroonprins van Denemarken, "had-. " de ik de genade uwer Koningl. Hoogheids Bet-Overgroot " vader, Koning Frederik IV. myns Vaders verslag nopens " den staat der zendinge en des Handels in Groenland ter " hand te stellen." Het verder voorgevallene maakt den inhoud uit van dit Geschrift. De Geestdrift, die den Schryver, zo wel als deszelfs beroemden en wegens Groenland zo zeer verdienstelyken Vader, bezielde, om opgeklaarde en meer zuivere Godsdienstige begrippen onder een onbeschaafd Volk voort te planten, heeft hem ook zelfs in zyn 80ste jaar nog niet verlaten. Hy bid den Kroonprins, die orders gegeven hadde, tot de vernieuwde pogingen, om de verloren Oostbogt of het oud Groenland wederom te ontdekken, zig de 600 Zielen (want zo hoog schat hy het aantal der Inwoneren van het thans bekend Groenland) aan te trekken, en derzelver verdere verligting te bevorderen; smeekt dit, gelyk hy zich uitdrukt, op den rand des Grafs, willende, zo hy op zyne bede gehoor krygt, met vreugde ten grave dalen. Reeds over lang zou dit Dagverhaal in 't licht ver H2 sche-  ( 60 ) schenen zyn, zo niet ene zekere algemeen onder de Denen heerschende bekrompene denkwyze omtrent zaken van Godsdienst, nevens de vreze voor aanstoot by zwakken onder het gemeen, de uitgave verhinderd hadde. Thans is deze denkwyze veranderd. Het gemeen is verligt genoeg, om zig door den twyffel der Groenlanderen, aangaande deze en gene Leerstellingen , niet te laten misleiden. En de vrienden des Schryvers, byzonderlyk de voortreffelyke Kamerheer Suhm, haalden hem eindelyk over, om dit zyn Dagverhaal ,'t geen hy met zyn 12de Jaar reeds begon en tot zyn 80ste voortzette, uittegeven; alhoewel hy zelve geloofde, dat het beter geweest ware, om, uit de bouwstoffen van dit Journal, ene aan een geschakelde beschryving van Groenland op te maken; 't geen hem egter zyne ouderdom en verminderde kragten niet toelieten. Het Werk is in allen opzigte lezenswaardig, zo uit hoofde van deszelfs algemenen inhoud, als wegens het buitengewoon voorbeeld, 't geen de pogingen, zo van den verdienstelyken Schryver, als deszelfs achtenswaardigen Vader opleveren, van 't geen de yver voor ene goede zaak, onder onophoudelyke worstelingen tegen oneindige zwarigheden, weet uit te voeren. Ook kan het zelve, als tot op den tegenwoordigen tyd voortgaande, ten vervolge, zo wel als tot voltoijing, dienen, van 't geen de laatstgemelde en de Heer Cranz reeds over Groenland op het papier gebragt en in 't licht gegeven hebben. Grootbrittanien. Sermons preacbed in the Brittisch Ambassador's Chapel at Paris etc. Leerredenen , gehouden in de Kapel van den Britschen Gezant, te Parys, in de Jaren 1774, 1775 en 1776, door wylen den Wel Eerw. Heer P. H. Maty, M. A. F. R. S. Vice-Bibliothecarus van 't Britsch Museum, en voor enigen tyd Geheimschryver der Koningl. Maatschappy. 8vo. met een Aanhangzel, 398 bladz prys 10 sch 6 d. te Londen, by Cadell en P. Elinsley. . Schoon de Heer Maty de Hoofdkerk van Engeland, uit hoofde van zyne afwykingen van deze en gene Leerstellingen verliet, behield hy egter ene zo algemene agting, beide uit hoofde van zyne kunde, bekwaamheid en opregtheid, dat de uitgave van deze zyne Leerredenen, kragtdadig bevorderd wierd, door een groot aantal van Intekenaren, onder welken niet weinigen van de aanzienlyksten; en dat, langs dien weg, zyne Weduwe en Zoon een aanmerkelyken onderstand van penningen bekwamen. De Leerredenen gaan over de belangrykste onderwerpen, en zyn op ene wyze ingerigt, dat ze zo tot onderrigting, als wezenlyke stigting, van allen, die voor Godsdienstig onderwys vatbaar zyn, kunnen strekken. Het Aanhangzel leverd blyken op van 's mans onderzoeklust in godsdienstige Waarheden, en van zyne braafheid en moed, om naar zyne beste overtuiging te handelen. The Botanical Magazine; or Flower Garden displayed etc. Het Plantkundig Magazyn, of de Bloemhof ontvouwd: waar in de fraayste uitheemsche Planten, die in de open lucht, de Orangery en het Stookhuis, gekweekt worden, zeer naauwkeurig, in derzelver natuurlyke koleuren staan afgebeeld; met byvoeging van hare namen, klasse, rang, geslagt, en onderscheidene hoedanigheden , volgens den beroemden Linnaeus, als mede met aanwyzing van derzelver groeiplaatsen en bloeityden, nevens de beste manier van kweking; in Nrs. voor, 1 sch. het stuk. Londen, by Curtis. White en Zoon, De beroemde Schryver der Flora Londinensis, zig als plantkenner door dit Werk ene genoegzaam gevestigde achting verworven hebbende, verledigd zig, om. in het voorhanden zynde Tydschrift, dezulken op ene meer eenvoudige wyze te onderrigten, die niet altyd in staat of genegen zyn, om met de meer verborgen en geleerde bronnen van onderwys raad te plegen. 24 Nrs. van dit Magazyn zien alrede het ligt; ieder van welken de beschryving van 3 Planten, nevens 3 afzonderlyke afgezette Afbeeldingen derzelven, bevat. Alle maanden komt een Nr. uit, waar van 12 een Deel uitmaken. De Schryvers van het Anal. Review roemen zeer de fraayheid der Platen, en de nauwkeurigheid der beschryving. Verscheiden nieuwe Planten komen in dit Werkje voor, ook deeld de Schryver belangryke Waarnemingen mede omtrent deze en genen reeds bekenden. The Natural History and Antiquities of Selborne etc. Natuurl. Historie en Oudheden van Selborne, in het Graafschap Southampton, met plat. nevens een Aanhangzel, 4to. 468 bladz. prys 1 Pstr. t1 s. Londen, by White en Zoon. De Schryver van dit Werk is de Wel Eerw. Gilbert White, Vicaris des Kerspels, door hem beschreven. Het Werk zelve is in twee Hoofdafdelingen verdeeld; vervattende het eerste CX Brieven aan de Heren Pennant en Barrington, en het twede XXVI zonder enig adres, enige Byvoegzels en een breed Aanhangzel. Op het zelfde Formaat gedrukt zynde, als de uitgegeven Werken van Pennant, kan het zelve, zo verre het de Natuurl. Historie betreft, als een byvoegzel op de Schriften van dezen Heer, immers op zyn Britscbe Zoölogy, beschoud worden. De Brieven zeiven zyn bevallig en in enen vloeijenden styl geschreven, met Anecdotes hier en daar doorvlogten, en met aanhalingen uit klassikale Schryvers verrykt. Anal. Review. Frankrvk. Car. Lud. l' Heretier, etc. Sertum Anglicum , seu Plantae rariores, qua in Hortis juxta Londinum, imprimis in Horto Regio Kewensi, excoluntur. te Parys, by Prevost en Barrois le Jeune 1788 in Folio, met platen, prys 6 Liv. op oud. papier, en 12 Liv. op papier velin. Dit nieuwe Werk van den schryver der Stirpes novae behelsd ene uitgezogte Verzameling van allerzeldzaamste en kostbaarste Planten, welken de Hoven by Londen versieren; zynde de vrugt van een verblyf van 5 Maanden in Engeland in de Jaren 1786 en 1787. Dezelve vervat meer dan twaalf nieuwe soorten, waar uit alleen is op te maken of de Autheur wel, dan niet in zyne keuze geslaagd is. Het Werk is op het zelfde Formaat gedrukt als de Stirpes novae, en de Tekeningen en Platen zyn insgelyks onder 't opzigt van Redouté vervaardigd. De druk is van Didot den jongen, en gevolgelyk zo fraai als men kan verlangen. De oplage is slegts van 350 Exemplaren, waar van 100 op papier velin, in Atlas formaat. Het Werk verdiend niet minder een plaats in de Bibliotheken der Boekverzamelaren, als in die der Plantkundigen en Plantkwekers. De bezitters der Stirpes novae kunnen het niet wel missen. Memoire, Statues et Prospectus, concernant l' Academie des Scien-  ( 61 ) Sciences & Beaux-Arts des Etats:- Unis de l' Amerique, etablie , a Richemond capitale de la Virginie, presentés a leurs Majestes & a la  Famille Royale, par le Chevalier Quesnay de Beaurepaire. Paris, I vol. 8vo. De Vryheid, welke 's menschen geest 'zo veel botvierd , beloofd, den Ingezetenen, der Ame- , rikaansche Staten, de grootste vorderingen in de Wetenschappen en fraaye Konsten. Men kan dus met gene onverschilligheid den Riddor Quesnay, die met zo veel roems bekend in het Gemenebest der Letteren, ene Akademie te Richmond zien oprigten. Ook heeft zyn ontwerp reeds de vleyendste goedkeuring ontvangen Hy word in deze edele onderneming ondersteund, door den' Heer Bassuel de Vi-gnois. Proces fameux de tous les temps de toutes les Nations &c. Beruchte Procedures van alle tyden en volkeren, behelzende de Geschiedenis van voorname Misdadigers en verhalen van hunne Straffen, door den Heer Des Essarts, Advokaat Lid van verscheidene Akademien, Geheimschryver van Monsieur. Parys: by den Autheur. als mede by Montard en Mrigot jeune 1788. 12mo 9de Deel. De prys van het gehele Werk 22 Liv. 10 f. De graagte, waar mede de eerste agt Delen van dit Werk by het publiek ontvangen zyn geworden , heeft den Schryver overgehaald om er nog een 9de Deel by te voegen. Het zelfde is op gelyken leest als de vorigen geschoeid, en behelsd de Procedures van een der wreedste Medepligtigen van Cartouche en andere Moordenaren, als mede van een Hollander, die wegens verraad verwezen was, om onthalsd te worden. - Dit 9de Deel word niet afzonderlyk verkogt. - ■., -, Nouvelle Institution Nationale &c. Nieuwe Nationa;e inrigting, door den Autheur der Vues d'un Solitaire Patriote. Te Parys, bv Clousier 1788. 12mo. 312 bladz. met platen. De eenzame Patriot handeld in dit Werkje over de Vraag.- £ of het dienstiger zy, de Geestelyke Ordens af te schaffen , dan niet? — Hy verklaard zig voor het laatste, mits men dezelve weet te hervormen, het geen hem niet ondoenlyk voorkomt. Hy draagt een Plan voor om de Kloosters aan de publieke opvoeding dienstbaar te maken: willende dezelven verdeeld hebben in reguliere Kloosters, alleen aan godvrugtige afzondering gewyd; in Kloosters voor de publieke Opvoeding, by welken men kostkinderen, zo voor geld als gratis, ontvangt, en in de voorbereidende Wetenschappen onderwyst; en eindelyk in Gasthuiskloosters, voor oude lieden waar by hy te gelyk Scholen voor kleine kinderen: van 't platte Land wilde gevoegd hebben. Het Journal de France geeft aan de goede oogmerken des Schryvers den verdienden lof, en pryst zyne voorstellen der overwe-ging aan Memoires sur les Istes des Ponces & Catalogue raisonné des produits de l' Etna &c. Narigten nopens de Ponsische Eilanden, nevens een beredeneerde Lyst der voortbrengzels van den Etna, om te dienen voor de Geschiedenis der Volkanen: gevolgd van ene beschryving der uitbarsting van den Etna in de maand July 1787. door den Heer Commandeur Deodat de Dolomieu, in 8vo. met kaarten groot 530 bladz, Parys, by Cuchet, 1788. Men kan dit Werk als een vervolg op de Reize naar de Liparische Eilanden, van denzelsder schrvver, beschouwen. De Ponsische Eilanden liggen voor aan in de Golf van Gajeta; de Heer Hamilton was de eerste Natuurkenner van naam, die dezelve, in 1785. bezogt; al¬ hoewel het slegte Weder hem zeer hinderlyk was in zyne waarnemingen. In het jaar daar aan volgenden reisde de Heer Dolomieu derwaarts, en deed vervolgens ook het Eiland Skilien aan. De Natuurkundige beschryving der Ponsische Eilanden , die allen van Volkaanschen oorsprong blyken te zyn, beslaat het voorste en kleinste deel van het Werk. Dan volgd de Lyst der Lava's van den Etna, welke over de 300 bladz loopt. ; , • „ De Schryver bezogt, in persoon, tot 5 keren toe, dezen berg, en hield zig op denzelven ettelyke maanden op: ook deed hy, tot tweemalen een togt om den voet des bergs henen Hy verdeeld de uitwerpzels van den Etna in vier klassen. Tot de eerste brengt hy die Stoffen, die zig gedurende de uitbarsting vormen, als Lava, Asch, Pussoli aarde &c. tot de tweede, de zodanigen , als gedurende den rustenden staat des Volkaans geformeerd worden,als Zout^ Zwavel &c. tot de derde, die voortbrengzels, welke enkel door den invloed van weer en lugt, met den tyd, ene soort van Decompositie ondergaan hebben, als Spath, Ouarz &c. En eindelyk, tot de vierde klasse, die genen, weken slegts ene middelbare betrekking tot den Volkaan hebben. Rondom den Etna vind men Basaltpylaren, die van 200 tot 300 Toifes (halve roeden van 6 voeten boven de oppevlakte der Zee uitsteken. Het overige van 't Werk behelsd de beschryving der geweldige uitbarsting van het Jaar 1787- Dezelve was uit hoofde der buitengewone menigte van Asch Zand en ligtstuivend yzer schuim, welke den gehelen berg Bedekte en, tot op Maltha door de lugt gedreven wierd byzonder aanmerkelyk. Ook was de uitbarsting des avond van de 17 July na dat de berg ettelyke dagen slegts een flaauw vuur hadde opgeworpen, aller verschrikkelyks Uit deszelfs bovenste krater schoot een straal vuurs, van verbazende dikte , welks hoogte op 500 Toifes gerekend wierd. DUITSCHLAND Leonhard Eulers Einleitung in die Analysis des Unendlichen &c. Inleiding tot de Analysus van het oneindige- uit het Latyn vertaald en met Aantekeningen en Byvoegzels vermeerderd, door J. And. Ch. Michelsen, Hoogl. in de Wiskunde &c. Iste Deel, gr. 8vo. 616 blz. te Berlyn, by Hesse 1788 prys 8 Rthlr Het schone Werk van den Heer Euler, als niet slegts voor geoeffende Wiskundigen, maar ook zelfs voor eerst beginnenden geschreven, hadde reeds lang verdiend, ook voor dezulken, onder de wiskundigen als geen Latyn verstaan, leesbaar gemaakt te worden. De Heer M., die men reeds uit zo vele andere schriften als een geoeffend, wiskundige kent, heeft niet slegts deze Vertaling op zig willen nemen, maar zelfs den oorsprongelyken Text, op vele plaatsen, die hem toeschenen, voor velen nog te onduidelyk te zyn, met zyne aanmerkingen opgehelderd: ook voegde hy 'er verscheide Letterkundige aanhalingen by, zo uit de overige Schriften van Euler als van andere Wiskundigen, die over 't zelfde onderwerp handelen. De Vertaling is zo vry en vloeyend als naauwkeurig en getrouw Boven dien agtte de Heer M. niet ondienstig om deze en gene verhandelde Stoffen, volgens ene andere manier bearbeid, mede te delen; zommigen ook verder uit te breiden  en op byzondere gevallen toe te passen. Van dezen aart zyn de byvoegzels des Vertalers, die na genoeg een derd van dit Deel beslaan, en agter aan gevonden worden. (Algem. Literatur ■ Zeitung.) WeekH 3 /  Weeklyksche Lyst van Nieuw uitkomende Inlandsche Boeken. Proeve eener Redeneerkunde voor de Jeugd, door K. P. Moritz, Hoogl te Berlin, met pl. te Amsterdam, by M. Schalekamp, kl. 8vo. Bydragen tot het Menschelyke Geluk, te Utrecht en te Amsterdam, by G. T. v. Paddenburg en Zoon en M. Schalekamp. (Dit Werkje zal Maandelyksch met één stukje aetervolgd worden) gr. 8vo. Aanmerkingen op de zogenaamde verdedigende Memorie van den Rhyngrave van Salm, gr. 8vo. Aanspraak in het Weeshuis der Luthersche Gemeente,door C. C. H. van der Aa, en Dichtstuk, gr. 8vo. Reis- en Hand-Atlas van Vlaanderen, Braband en aanleggende Landschappen, te Amst. in de Boekwinkel van S J. Baalde, in 4to. . . De C L Psalmen, met de Lofzangen, volgens de nieuwste Dichtmaat, als bevallige Aria's, in den Italiaanschen smaak, op nieuw geinventeerde Muzyk gebragt, door J. Verschuere Reynvaan, J. U. D. in 4to. Ps. 1-12. N. 1. P.J. Bachiene, Oratio de Jesu Christo Praeceptorum in formandis Euangelii Praesconibus, Exemplo, Traj. ad Rh. apud A v. Paddenburg, 4to. . J. C. Metzlar, Bedestonden gehouden te Batavia, 2de stukje te Utr. by A. van Paddenburg, gr. 8vo Gedichten , nagelaten door Rutger Schutte, te Amsterdam by J. Covens en Zoon, gr. 8vo. . Jan A. Backer, de Jonge Reiziger door Nederland, I. Dl, 1ste stuk. te Amst. by D. M. Langeveld, gr 3vo . Carolina van Eerburg, of de Rampen der Liefde, Toneelspel, gevolgd naar het Hoogduitsch, door P. J. Kastelein, te Amsterdam, by W. Holtrop, kl. 8vo. TEKENINGEN en PRENTEN. Parys. Les Illustres Francais, ou Tableaux Historiques des grands hommes de France. Opgedragen aan Monseigneur, Grave d' Artois, door den Heer Ponce, gewoon Plaatsnyder van het Kabinet van dezen Prins, naar de tekeningen van den Heer Marillier: 10, 11 en 12de Aflevering: Te bekomen by den Autheur, rue Sainte Hyacinthe, N.19. prys 10 liv. het stukje bestaande uit 3 Afleveringen, ieder van twe Platen . met één voor het Supplement . . Het Stukje, waarmede het 1ste Deel van dit Werk sluit, bevat de Portraiten en Levensbyzonderheden yan Lodewyk XII. Boileau, Richelieu, Racine, Puget , Vendome, Catinat en Buffon. Deze Portraiten, in het koper gebragt, naar de beste originele Schilderyen, zyn omvlogten van Medaillons en Basrelieven, verbeeldende de onderscheidene Daden of Werken, welken de namen dezer beroemden Mannen vereeuwigd hebben : alles geörneerd met toespelingen op elk onderwerk staande. Dit Werk, 't geen niet vermengd behoord te worden met verscheiden anderen van gelyken aart, zedert enigen tyd, uitgekomen, is ongemeen schoon uitgevoerd, en beantwoord, wat de Platen betreft, ten vollen aan de talenten en den beroemden naam van de Heer Ponce. Augsburg Alhier, is by den Plaatsnyder en Konstverkoper J. S. Megges, het welgelykend Portrait van Erasmus van Rotterdam, na Holbein, in zogenaamde zwarte Konst, of in de manier der Engelschen, onlangs uitgekomen. De Afdrukzels zyn in gr. Polio, op Hollandsch papier, kostende 36 Kr. het stuk. Voor den zelfden geringen prys (die op zyn minst in Engeland 1½ Guinje zou wezen) heeft deze verdienstelyke Konstenaar de Beeldtenissen van Luther, Melanchton, Wicklieff, Huss en Hieronymus van Praag, naar voortreffelyke originelen, in het zelfde Formaat, op het koper gebragt, allen zeer goed in de manier van den beroemden Heiss bearbeid: - Zwinglius en Oecolompadius zullen eerlang volgen. Nog is dezelfde bekwame Plaatsnyder voornemens de Physica Sacra, of Natuurlyke Historie des Bybels . van den bekenden Scheuchzer, bestaande in 750 koperen Platen, die, zonder benadeling van de eêlheid der gravure, nog één oplage kunnen lyden,opnieuw nevens de Fransche vertaling, van 1733, by Schenk en Mortier, te Amsterdam, in 8 Folio delen, bv Intekening, tegen 10 Duitsche Guld. het deel, in halfjarige afleveringen, uit te geven. Reeds in het Najaar van 1788, is een Fransch en Hoogduitsch berigt aangaande dezen nieuwen druk, met de voorwaarden der Intekening afgegeven. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN. Zedert lang heeft men de veranderingen waargenomen, welken koude en hitte op onderscheidene Metalen te weeg brengen, en te gelyk zeer naauwkeurige aantekeningen daar van gemaakt. De Uurwerkmakers hebben zich met veel vrugt van de waarnemingen en proeven der Natuurkundigen daaromtrent bediend, tot ene meer naauwkeurige afmeting des tyds. En de voornaamste Konstenaars dezer Eeuwe hebben zig om stryd beyverd, om Astronomische Slingerwerken te vervaardigen, die in staat waren de meerdere of mindere uitzetting der Metalen, door de hitte, gelyk te stellen, en langs dien weg, onder alle afwisselingen van koude en hitte, ene eenparige beweging van het Uurwerk en gelykmatige slingeringen te bekomen. Van alle Slingerwerken egter, welken van dien aart tot dus verre zyn uitgevonden, schoon allen  ( 63 ) allen volgens- dezelfde gronden ingerigt, en uit gelyke Metalen, Staal en Koper, gewerkt, is dat van den Heer Sarton, Orologiemaker van den Prins Bisschop van Luik, en Lid van het Genootschap van naaryver, in die zelfde Stad, by de Keizerlyke en Koninglyke Akademie der Wetenschappen en fraaye Letteren, te Brussel, geoordeeld den voorrang te verdienen. Het zelve is, door ene Commissie, uit de Leden der Akademie, in het voorleden Najaar, met alle oplettenheid onderzogt, en bevonden , blykens haar ingediend verslag van 5 Nov. 1788. byzonderlyk uit te munten, zo uit hoofde van deszelfs ongemene eenvoudigheid, als het gemak, waar mede het door den waarnemer kan gesteld worden, om met de grootste mogelyke juistheid den tyd aan te wyzen, zonder het werk te" ontstellen of deszelfs bewegingen te doen stil staan. De Heer Champenois, Heel- en Vroedmeester, woonagtig te Givet, heeft (volgens deszelfs eigenhandige bekendmaking in het Journal Encyclopedique van Dec. 1788.) een Windwerktuig of soort van Molen uitgevonden, waar van het Model, in de verkleining van den voet op een duim, by hem kan gezien worden. Dit Stuk, alhoewel in 't klein, wyst de gelukkige werking aan van ene gelyke Machine, in het groot gebragt, welke moet dienen om, uit regtstandige gaten of putten, het water, of ook allerhande vaste lighamen, op te halen. De middelbare hoeveelheid waters, welke ene zodanige Machine, in den tyd van een uur, uit een put van 400 voeten diephaald, zal omtrent van 70 kubicq voeten zyn. Zo de put niet dieper dan 200 voeten is, zal zy het dubbeld ophalen, en zo vervolgens, naar evenredigheid derdiepte Het ophalen van 't water doet de Machine alleen; terwyl een man, aan den rand van de put of het gat staande, genoegzaam is, om dezelve alle vaste lighamen daar uit te doen werken; zy heeft dus veel voordeel boven de Stoom- Machines , die niet dan op vloeistoffen werken, en die boven dien zeer kostbaar vallen, zo uit hoofde van derzelver maakzel, als de veelheid van brandstoffen, die 'er vereischt word, om ze aan den gang te houden. 'Er is slegts ere geringe koelte nodig;, om deze nieuwe Machine te doen werken: de sterkste rukwinden kunnen er geen schade aan toebrengen: en by gebrek aan allen wind, kunnen twee mannen, des noods, haar gaande houden. . Het Werktuig is ligt te vervaardigen, en zal, in 't groot, op niet veel meer dan 1200 of 1500 Liv. Fransch geld te staan komen; deze kosten zullen egter byna de helft minder zyn, zo de Machine niet meer behoefd te doen, dan alleen het water op te halen. Het jaarlyks onderhoud rekend men omtrent 50 Ecus (Fransche Ryksdalers) zullen te belopen. Ondertusschen kan de Machine een zeer langen tyd in stand blyven. De Uitvinder is van gedagten, dat dit Werktuig tot velerley nuttige einden kan dienen, als 1. Om, op ene gemakkelyke en min kostbare wyze, alle handel-Delfstoffen, uit den grond, naar boven te werken. 2. Om de Bouwkosten van Huizen en Gebouwen, welker Fondamenten in het water moeten gelegd worden, aanmerkelyk te verligten. 3. Om Watermolens, die, uit gebrek aan water moeten stil staan, langer aan den gang te houden. 4. Om drasse gronden droog en, langs dien weg, vrugtbaar te maken. 5. Eindelyk om Fonteinwerken te maken , of het water naar boven, 't zy op de Huizen of Bergen te brengen. Hy zegt, dat kundige lieden zyn Model gezien en eenparig goedgekeurd hebben: stellende vervolgens ene . Intekening daar omtrent open, onder de volgende Voorwaarden: ' " Ieder Intekenaar zal aan den Heer Champenois,vragtvry. een geschreven Biljet toezenden, waar by hy zig verbind, om aan hem of zyn gevolmagtigden te betalen, ene Somma van 120 Liv. Fransch geld, zo dra hy, op ene voldoende wyze, de deugdelykheid van zyne Machine zal aangetoond hebben: langsdien weg lopen de Ondertekenaars geen risico: en, wanneer de Autheur zal oordelen, dat het getal der Intekenaren toereikende is, om hem, voor zyne aangewende moeite en kosten in dezen schadeloos te stellen, zal hy, door middel van het Journal Encyclopedique, of van ene circulaire Missive aan de Intekenaren, hun kennis geven, waar zy zig hebben te vervoegen, of iemand hunnent wegen te zenden, om het opgemelde Werktuig, in 't groot, te zien werken, zo als boven gemeld is. . " Zullende hy dan tevens alle de Modificaties verklaren , welken dienen kunnen om de Machine tot de onderscheidene aangewezen einden te gebruiken: wanneer zy, van den goeden uitslag volkomen ver zekerd zynde, gehouden zullen wezen tot betaling van hunne promesses. " De Heer Champenois verbind zig aan de Intekenaren, die naar billykheid, boven de 120 Liv. betalen, om zig te begeven, werwaarts zy hem roepen, en om hun de Machine in het klein te tonen, en hun daar mede een overredend bewys te geven, van de mogelykheid om dezelve, met enen goeden uitslag, in 't groot te brengen. "Ook zal hy de middelen aanwyzen, om het werk tuiglyke voor het oog van het algemeen bedekt te houden, en om zelfs voor te komen, dat het geheim door de Werklieden, aan het vervaardigen daar van te bezigen, begrepen worde. " De Intekenaars worden verzogt, om, zo dra doenlyk, zig te melden; overmits hun aantal alleen den Heer Champenois kan bepalen tot de uitvoering in 't groot, Na-  NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en , scheepvaart land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. LYST der Nommers van Obligatien a 3 perCt. ten laste van de Holl. Kameren der Nederl. Oost-Ind. Compagnie, gesproten uit de gearresteerde Oblig. Lotery van 24 Feb. 1786. welke in de twede Lotery tot Aflossing, gedaan op 11 Febr. 1789. zyn uitgetrokken. Te Haarlem, by A. LOOSJES. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN VAN IN- EN UITLANDSCHE BOEKEN EN GESCHRIFTEN. FRANCOIS BOHN, Boekverkoper te Haarlem, adverteert, dat, vermits het besloten Water de algemene verzending van: Het EERSTE CHRISTENDOM, of de GODSDIENST der OUDE CHRISTENEN, in de eerste Eeuwen des Euangeliums, door W. Cave; Vyfde van nieuws overziene en verbeterde Druk, met de Voorredenen van de Heren H. Witsius en H S. van Alphen; met XVI nieuwe Kunstplaten , H Delen, gr. 8vo.; door alle de Steden van Holland, en nog minder door die der andere Provincien, niet heeft toegelaten; de zo voordelige Aflevering van dit voor alle Christenen van alle Gezindheden zo nuttig en aangenaam Werk, tot den goedkopen Prys van f 2:10:. in plaats van f 5:10:- nog gedurende de maanden February en Maart zal plaats hebben. By dezelve is gedrukt en te bekomen: Lyst der Predikbeurten en Schriftuur-Oeffeningen by de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente, voor den Jare 1789. a 2 stuiv. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. Nr. 7559. 2908. 1850. 5658. 2677. 7028. 2985. 4857. 4880. 1042. 10774. 4344. 10489. 5048. 4284. 4656. 1663. 6267. 9033. 4341. 371. 9921. 11103, 3885. 3145. 9729. 10466. 8868. 8556. 3028. 2623. 2492. 2423. 2082. 8097. 1334. 6689. 10439. 548. 8443. 6845 5830 7664. 10011 8932. 5853. 8811 9102. 10104. 1134. 2717. 5307. 3879. 2556. 1441. 7430. 9366. 8019. 1490. 6872. 9517. 7358. 4027. 2092. 1029. 7626. 1054 8038. 5220. 4428. 10809. 636. ' 2928. 328. 3779. 6097. 1093. 6427. 8939. 11148 876. 8895. 8389. 297. 3467. 3784. 9573. 9905. 4625. 456. 8521. 8970. 1985. 10713. 5676. 2065. 2276. 3113. 5334. 8943. 9430. 1014. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 149: en dat der vorige Week aldaar 155: in 's Hage 25: en te Haarlem 16, onder welken laatsten 7 beneden de 12 jaren. Lyst van het getal der Geboornen, Geftorvenen en Getrouwden, gedurende het voorleden Jaar 1788. in onderscheidene ln- en Uitlandsche Steden. Geb. Gest. Getrouwden. Dordrecht . . 781 595 Groningen • 609 611 227 Pr. Haarlem . . 735 741 157 's Hertogenbosch .. 528 520 196 Leyden ; . 973 1104 272 Rotterdam - 1861 1806 Utrecht . . 1339 898 330 Berlyn . . 5108 4952 1118 Hamburg . 2784 3008 900 Koningsbergen . 2090 2160 532 Londen . 2090 19697 I789, Baro- THER- STREEK Febr. me- Mome- DER Luchtsge TER. TER. WIND. Steldheid. (29. 2 38 West regenbuyen, 11.. X 29. 2| 41 W. ten N. 's nagts wat 29. 5 35 Noord sneeuw. 2 8 31? N. ten O. mooy stil Weder, 12. X 29. 9 Noord byna helder. (.29. 10 32 f West 29 9 38 West betrokken 13. \ 29. q 44 W.N.W. en vogtig. (.29. 11 38 29 11 39 W.Z.W. meest betrokk.en 14. X. 29. 11 44 Z.W. harde wind, 's av29 10 42 l • regen met storm. 29 10 42I W.Z.W. den gantschen dag 15. X 29. 8 43 W. storm met regen. 29 6 43 W.Z.W. 29 7 35 W.N.W. wind. voorm. held. 16. X 29. 8 40 W. ten Z. verd. so. buyen met 29 11 33 N.W. hagel, 'sav. held. 30 o 35 W. ten N. windrig en betr. 29 11 38 W.Z.W. nam. en av. regen 29 8 41 W. ten Z. en harde wind. * 's Midd. ten half twe in de Zon tegens een houte gev. Schuur 84 gr. NB. 't Is bekend dat geschaafd en gev. hout de meeste hitte te rug kaatst. 's Avonds half zeven 28,5 gr.  1789. No 35 ALGEMENE KONST- en LETTERBODE, voor MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 27. February. BERIGTEN. AMERIKA' Zaterdag den I Nov. 1788. wierd de Aka demie , te Windsor, in Nieuw-Schotland, zynde het eerste openbaar Seminarium in Amerika door den Bisschop dier Provintie geöpend in tegenwoordigheid ener talryke en aanzienlyke Vergadering, zo van Regeringsleden als de voornaamste Heren uit het Graafschap Kant. De Bisschop begon met een Gebed, en hield daar op ene Latynsche Redenvoering, waar in hy de veelvuldige voordelen aanwees, welken het Publiek uit deze Stigting te wagten heeft. Vervolgens las hy de wetten en orders, by de algemene Direktie der Akademie beraamd zynde dezelve ongemeen wel geschikt om de goede order te handhaven, den yver der Meesers  aan te sporen, en de vorderingen der oeffenende Jeugd voort te zetten. De Boeken, daar by voor de onderscheiden klassen bepaald, zyn dezelfde, als die by de  beste Seminariums in Engeland gebruikt wor den Zeventien Studenten wierden daar na, by de Akademie ingeschreven, en, nevens dezelver Mees ters, door den Bisschop, in de Engelsche, tale, zeer ernstig onderhouden over hunne wederzydsche pligten. ITALIEN Te Florenzen, deed zig, onlangs, een zonderling II DEEL. verschynzel op in de Geschiedenis der Letterkunde. Ene Dame onderwierp zig aan een openbaar Examen voor het volle Collegie van Geneesheren en Heelmeesteren, aldaar, en gaf blyken, tot elks verwondering, van uitstekende kunde en bedrevenheid. , Deze ongemene Dame is Mej. Maria Petrinciari Ferrert , van Bagnacavollo, die, zig nuttig willende maken voor het 'Menschdom, en byzonderlyk voor velen harer Kunne, welke, dikwyls, mogelyk door ene al te verre gaande zedigheid, schoon natuurlyk door de Vrouwelyke Opvoeding, slagt-offers harer eigen kieschheid worden, zig met zo veel yyer op de beoeffening der Heelkunde heeft toegelegd, dat zy haar zelven, in den tyd van een Jaar, ene bekwaamheid wist te verkrygen, om dezer Wetenschap, harer Kunne, zo wel als Geboortestad en Land een eer en voordeel toe te brengen, waar van men, in de tegenwoordige manier van vrouwelyke Opvoeding, niet ligt een twede voorbeeld zal aantreffen. Te Florenzen, is den 30- Decemb. overleden, in den ouderdom van 86 Jaren, de beroemde Landschapschilder Francesco Zuccarelli Hy was te Pitigkano naby Siëna geboren, oefende zich te Romen, onder het opzicht van Morandi en Nelii, en leide zich vervolgens byzonderlyk op het Landschapschilderen toe. Hier in muntte hy voornamelyk uit door de bevallige Stoffagie, dewyl hy in zyne jeugd zeer veel werk van de Studie der Beelden gemaakt had _ Men vind Schilderstukken van zyne hand in de voornaamste Verzamelingen van Europa. De Britsche Consul Smith, een groot kenner en Voorstander der fraaye  (66) fraaye Kunsten, maakte hem in Engeland bekend, alwaar hy zich nederzette en vele Jaren in de grootste achting, en met ryklyke' beloning van zynen arbeid, heeft doorgebragt. Ook de Etskunst verstond hy meesterlyk. By deze grote bekwaamheden voegde hy een allerachtingswaardigst en beminlykst Karakter., BERICHTEN, Wegens de KOUDE. De volgende Berichten uit Italien tonen allerduidlykst ^, hoe veel treffender en lastiger indruk ene in zich zelf niet buitengemeen strenge koude maakt in een Gewest, alwaar men dezelve niet gewoon is, dan een veel sterker koude in die Gewesten doen zou alwaar men die verwacht en voorzorgen 'er tegen gebruikt." Venetien 2 January. Men lydt hier geweldige koude, hoedanige by geen menschen geheugen gevoeld is. Verscheiden onzer Gragten bevriezen des nachts, en 'er gaat geen dag voorby of men vindt menschen die van koude gestorven zyn. Rome 39 Dec. 1788. Sedert tien Jaren, was hier geen sneeuw gevallen, en dezelve is hier altoos slegts in zeer geringe hoeveelheid gezien. Den nacht tusschen 27 en 28 Dec. en den gantschen dag is 'er zulk ene menigte gevallen, dat ^ men 'er zich geen voorbeeld van herinnert, en dat de Prefetto delle Strade (opzichter der Straten ; order heeft moeten, stellen tot derzelver opruiming. Napels 30 Dec- 1788. Sedert drie dagen is hier ene geweldige menigte sneeuw gevallen, die niet smeltende maar liggen blyvende, (iets. waar van in Napels geen voorbeeld s) om zo te spreken, alle communicatie afbreekt en verhindert., GROOT-BRITANNIEN Daar het, in dit Ryk, zelden ontbreekt aan genoegzame aanmoediging van nuttige inrigtingen, hadde men alle reden om enen goeden uitslag te verwagten, toen, in den voorleden Jare, te Londen, ene Akademisch Opvoedings Instituut (of Kostschool,) voor Protestantsche Dissenters, 'wierd : opgerigt; , 'te meer wanneer men zag, dat zulke bekwame mannen, als de Heren Richard Price, And. Kippis; Abr. Rees, Hugh Wortington, G. C. Morgan en John Kiddle, zig wel wilden verledigen, om het opzigt en bestuur daar over op zig te nemen. Die verwagting is, zedert, meer en meer versterkt, door het aanbouwen van een afzonderlyk Huis voor deze lofwaardige Stigting, gevoegd by de aanzienlyke Inschryvingen én Vermakingen;, ten behoeve van dezelve gedaan, als die reeds in 't voorleden Jaar ene somma van 8547 Pstr. beliepen.- Onder de laatstgemelden verdiend voor al genoemd te worden de aanzienlyke Boekery van Doct. Harris, aan het Kostschool ten geschenke gegeyen. Alle Talen en, Wetenschappen kunnen daar in geleerd worden; betalende men voor elk kostkind jaarlyks 60 Guinees. De Heer Price geeft zig alle moeite, om deze onderneming ten beste, te doen gelukken. FRANKRYK De Heer Beaume toonde, onlangs, aan de Akademie 'der Wetenschappen, te Parys,, een antieke koperen Schaal, met geplet Zilver overtogèn, welke te Bourbonnois, omtrent het Kasteel van Chantel, gevonden was. Hy bewees hier mede op nieuw, het geen voorheen reeds door" de Abten le Blond en Monges, ( in enige ingeleverde ophelderingen, beweerd was, dat de konst, van Zilver op Koper te pletten, van den hoogsten ouderdom is. Naar de mening dezer beiden Oudheids-kenneren, was de bovengemelde Schaal een Grieksch of Romeinsch maakzel. Dezelve was in enen fraayen smaak uitgevoerd. Om den rand waren de byzonderheden van het Bacchusfeest, in reliëf, afgebeeld, nevens de Beesten, die men dezen God, gelyk mede aan Pan, en andere Goden, offerde. Een soortgelyk stuk is, gelyk men weet, ook te Herkulaneum gevonden: waar uit ten klaarsten blykt,. dat de Ouden reeds kennis gehad hebben aan de konst om Zilver op Koper te pletten, welke de Engelschen zedert een halve Eeuw, en de Franschen en' Duitschers eerst over 12 a 15 Jaren, op nieuw begonnen hebben, uit te oeffenen.. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Koningl. Akademie der fraaye Konst en, en werktuiglyke Wetenschappen, te Berlyn, hield, den 11 Feb. ene buitengewone Vergadering, welke, door den regerenden Hertog van Weimar voor de eerste maal, zedert zyne Doorluchtigheid het opgedragen Honorair Lidmaatschap wel hadde willen aannemen,, wierd bygewoond: wordende Hoogstdezelve, by die gelegenheid, door den Curator, Baron van Heyntz , met ene gepaste aanspraak verwelkomd. Drie nieuwe Honoraire Medeleden werden, wederom, in dezen Zitting verkoren, zynde de wegen hunne Geleerdheid en Kunstmin alom bekende Heren van Göthe, Herder, Wieland en Kraus, in Weijmar.. NEDERLANDEN. Amsterdam. Het Amsteldamsch Dichten Letteroefnend Genootschae heeft, in  in deszelfs Maandelyksche Algemene Vergadering, gehouden den 3den dezer, tot Prys-stoffe voor een Dichtstuk opgegeven: De lof der Naarstigheid. Moetende de Versen daar op gezonden worden , Voor den eersten van Wintermaand dezes jaars. Tot ene Theoretische stofse, om te beandwoorden voor den eersten van Sprokkelmaand 1790, geeft het Genootschap op: De tegenwoordige staat der Nederduitsche Letterkunde in ons Vaderland. Alle de stukken moeten vragtvry, en voor of op den bepaalden tyd, gezonden worden, aan des Genootschaps Secretaris, den Heere G. Brender à Brandis, te Amsterdam, zullende het beste Nederduitsche Dichtstuk, of de beste Verhandeling, de stof voldoende beantwoordende, met de gewone Gouden Medailje, ter waarde van 30 Dukaten, bekroond worden; en het naastbykomend en mede goedgekeurd Stuk, een Zilvren Eerpenning, van dezelfde grootte en munt als de Gouden, toegewezen worden. BERIGT, Aangaande ene zware kwetzing en genoegzame verbryzeling van den gehelen Rechterärm, en de vrugtloos aangewende redmiddelen by den Lyder. Zekere Jakob Langeveld, oud omtrent 39 Jaren, van de Roomsch Katholyke Kerkgemeenschap, , zynde een ZetMolenaar, by de Watermolen van een der Polders aan de Leidsche Trekvaart, digt by deze Stad, (Haarlem) hadde, den 6. dezer lopende maand, het ongeluk om, door het uitglyden van den voet, op de natte, gladde, planken, met zyn Rechterhand op de Kammen van het wiel te vallen. Door deszelfs snellen omgang, wierden weldra de vingeren tusschen het wiel en den bovensten rand der schyv gevoerd en tusschen de tanden der raderen geklemd; zulks de gehele arm moest volgen, die op gelyke wyze over en tusschen de Raderen wierd ingerold. De man niemand by zig hebbende, om den Molen te doen stil staan, ging de inrolling voort, tot dat schouder en borst den omloop stuitte. Ondertusschen waren de Spieren van den arm van derzelver pezen afgescheurd, en tot buiten de klederen opgeschoven ; terwyl de Tweehoofdige, als een ronde klomp vleesch, op den borst, aan een pees, neêrhing. In dezen deerniswaardigen toestand bleef de arme elendige meer dan een uur ge klemd. Zyn gejammer en geschreeuw wierd eindelyk gehoord, door Vlotvoerders, die zig op de Leidsche Vaart bevonden. Dezen schoten hier op in alleryl toe, tot zyne hulp. In weerwil der reeds zo lang geledene hevige smerten, was hy nog zo sterk en tegenwoordig van geest, dat hy de vereischte onderrichting kon geven, om den Molen te rug te zetten en dit den wind te halen; 't geen volstrekt nodig was, om hem uit zyne klemming te redden; ja zelfs, los gemaakt zynde, den Molen, met zyne Linkerarm, uit den wind te helpen halen (*). Hy ging daar op, te voet, naar het huis van den Huisman van Steenderen, die dezen Lyder gaarne innam, en terstond om den Heelmeester J. Kragtingh zond. Deze, uit het eerste verhaal, de zwaarwigtigheid van het geval bezeffende, verzogt zyne beiden Kunstgenoten , den Heer C. M. Bugge van den Boge, StadsOperateur, Vroed- en Heelmeester, nevens de Stads Vroeden Heelmeester J. van Teekelenburg, om hem in dezen by te staan en te verzellen. De voornoemde Heelkundigen begrepen ras, dat 'er ene geschiktere plaats nodig was, om den Lyder, de best mogelyke hulp toe te brengen. Men verzogt des en verkreeg zulks ook terstond, dat hy in het Gasthuis binnen de Stad overgebragt wierd. Hier ontdekte men, na het afnemen der klederen, niet minder dan 5 vermorselingen; zynde zo velen als de arm door wielhanden gepakt geweest ware; hangende, gelyk boven gezegd is, de afgescheurde Tweehoofdige Spier, tot op den Dorst ter neder. De beiden Geneesheren van 't Gasthuis, Drn. Willemsen en Veegens, hadden zig nu ook derwaarts begeven. Met dezen raadpleegden meergenoemde Heelmeesters, omtrent het beste middel, om , waar 't mogelyk, den Lyder in 't leven te behouden. De Afzetting onvermydelyk geoordeeld wordende, en, ondertusschen , gene gelegenheid zynde, om dezelve op de gewone plaats of wyze te doen, besloot men eenparig, om den Arm, in de geleding van den Schouder, weg te nemen. Hoe moeylyk en buitengewoon dusdanig ene Konstbewerking ook ware, wierd zy egter, door gemelde Heelmeesters, in tegenwoordigheid van verscheidene Heelmeesters en derzelver Leerlingen, met het gelukkigst gevolg, en zonder enige aanmerkelyke bloedstorting, verrigt; hebbende men, na de wegneming van den arm, den geheelen bondel van Oxelvaten, op de behendigste wyze, weten te onderscheppen. De Lyder verbonden zynde, scheen, in weerwil van het uitstaan van zo velen smerten, ongemeen welvarende; zelfs sliep hy, den daar op volgenden nagt, enige uren na elkanderen. Ene opkomende Koorts ging na behoren af. Een matig zweet vertoonde zig, en alles scheen zig ten beste te schikken. Omtrent anderhalf Etmaal egter na de afzetting verdwenen deze gunstige vooruitzigten, en ontsliep de Lyder zagtkens, des avonds ten 6 uren, van den 8sten, zonder enig Bloedverlies, Stuipen, of zware Koortsen: zynde dus 34 uren na de konstbewerking (*), en 39 na het bekomen ongeluk. NIEUW (*) Men schynt zulks voornamelyk te moeten toeschryven, aan het weinig verlies van bloed; ongetwyffeld veroorzaakt, door dien de Vaten, of geheel verpletterd, of afgescheurd waren. (*) De Konstbewerking is geschied naar de wyze van den Heer la Faye, en het blykt dus, dat het Instrument van den Heer Dahl, tot stemping van het bloed, in een Thesis, te Göttingen 1760 verdedigd, en in 't Journal de Medicine, van de maand Juny 1768 bekend gemaakt, zeer wel ontbeerd kan worden: gelyk dan ook de Heer van Gesscher, in deszelfs Hedendaagsche Oeffenende Heelkunde, geen gevoeg van dit Instrument maakt, I2  ( 68 ) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Italien. Della coltivazione del Maiz. Over de aankweking van de Maiz. (Indisch of Turksch Koorn), ene Prysverhandeling van den Eerw. Heer Gaetano Harasti, bekroond door de Maatschappy van den Landbouw te Vicenza, 1788. Niemand voor den Heer Harasti had, in Italien, een volledig bericht gegeven, wegens dit onderwerp in alle deszelfs delen, de beste wyze, namelyk van het te Planten, voorts op te passen en in te oogsten, en tot verschillende gebruiken in de huishouding aan te wenden. Deze Verhandeling steunt byna geheel op eigene ondervinding, en draagt blyken van zeer veel vlyt en scherpzinnigheid in het uitdenken en beoordelen der proefnemingen. De Maiz is een van die bruikbare Gewassen, die nog niet zeer lang bekend geweest zyn, als zynde eerst zedert de ontdekking van Amerika in Europa bekend. Het blykt uit deze Verhandeling dat zy een der vruchtbaarste en nuttigste Graangewassen is, wanneer men de behoorlyke oplettendheid in hare aankweking aanwendt. Lo Studio dell' Uomo, ne suoi rapporti con Dio, e con li suoi simili &c. Beschouwing van den Mensch, in zyne betrekking omtrent God en zynen Naasten, door den Abt G. Manini Ferranti, 1ste Deel, in 8vo. 310 bladz. te Ferrara, by de Erven G. Rinaldi, als mede te bekomen, by Carlieri, te Florenzen, 1788. De Schryver volgd het spoor van Bossuet: zyn plan bestaat in een kort begrip der Algemene Geschiedenis, waar by hy op vele gewigtige voorvallen stil staat. Dit eerste Deel is in 4 Boeken , onder de volgende Tytels verdeeld. 1ste Boek. 1ste Tydperk. Schepping der Waereld, Verhandelingen daar over: 2de Boek. Noäch , als mede de Zondvloed ; Verhandelingen over de Natuur der Menschen. 3de Boek. 3de Tydperk Roeping van Abraham, Verhandeling over de mogelykheid der Openbaring. 4de Boek. 4de Tydperk. Mozes, nevens de geschreven Wet, Verhandeling over de noodzakelykheid der Openbaring. — Het Werk is zeer wel uitgevoerd, vol geleerdheid, bondige aanmerkingen en fyne oordeelkunde. (Novelle Litterarie di Firenzen.) Storia ragionata del Turchi &c. Beredeneerde Geschiedenis van Turkeyen , van de Ottomannische Keizers en die van 't Duitsche Ryk en Rusland, nevens andere Kristen Mogendheden, door den Abt Fr. Becattini, 2 Del. 8vo. ieder van omtrent 300 bladz. Venetien, by Fr. Pitteri en Fr. Sansoni, 1788. Deze 2 Delen, die slegts het eerste deel der Geschiedenis bevatten, staan nog door 2 anderen gevolgd te worden. In dezen word de Geschiedenis tot op de vorige Eeuw gebragt. Het werk kan inzonderheid dienen, om het belang te leren kennen , 't geen verscheide aanzienlyke Europesche Mogenheden by den tegenw. Oorlog hebben. Frankrijk Essai sur l'Histoire naturelle de Chili &c. Proeve over de Natuurlyke Historie van Chili, door den Abt Molina, uit het Italiaansch vertaald en met Aantekeningen verrykt, door den Heer Gruvel, M. D. 8vo. 368 bladz. te Parys, by de la Rochelle, prys 3 Liv. 12 f. Chili is, gelyk alle Schryvers over Amerika eenparig erkennen , een der Gewesten, die de meeste oplettenheid verdienen. Het zelve onderscheid zig niet alleen door de grootte, maar inzonderheid door de zagtheid van klimaat. Men kan het billyker wyze by Italien vergelyken: liggende ook genoegzaam op dezelfde graden van breedte. Daar men tot nog slegts een gebrekkige beschryving van Chili hadde, moet derhalven ene meer naauwkeurige, en wel van een Inboorling, kundig tevens in de Natuurl. Historie, ten hoogste belangryk wezen. Zodanig is deze van den Abt Modena. Hy verdeeld dezelve in 4 Afdelingen. In de eerste tot een Inleiding dienende, geeft hy verslag van de Jaargetyden, Luchtverhevelingen, Volkanen, Aardbevingen, en van alles wat de Luchtgesteldheid in 't algemeen betreft. In de drie overige Afdelingen handeld hy over de voorwerpen, welken de drie Ryken der Natuur opleveren, gaande van de enkelvoudigsten tot den meest zamengestelden, te weten van de Delfstoffen tot de Planten en Dieren. Van de Patagons sprekende, wederlegt hy, 't geen wegens derzelver reusagtige Gestalte verspreid geworden is: ook toond hy aan , hoe zeer de Heer de Paw zig vergist heeft, met den leeftyd der Ingezetenen van Chili op zo weinige Jaren te brengen: verklarende verscheidene Grysaart van 104, 110, ja 115 Jaren gekend te hebben. (Journal Gen. de France.) Etrennes financieres, ou Recueil des matierés les plus importantes en finance ,.banque, Commerce &c. Finantieele Nieuwjaarsgiften, of Verzameling van de belangrykste Stukken, de Finantie, Bank en Handel betreffende. Parys, by den Autheur en in alle Boekwinkels, 1ste stuk, prys 3 Liv. 12 f. ingen. en 4 Liv. 16 f. met het Portrait van den Heer Necker, door den Heer Saint- Aubin, in 't koper gebragt. Men heeft voor om alle Jaren een soortgelyk nieuw Stukje uit te geven. Het voor handen zynde handeld voornamelyk over de Compagnie van Finantie, de Beurs, (een zeer wydlopig Artykel, waar in onderrigting gegeven word nopens alle publieke Effecten, waar in op de Beurs gehandeld word; over den Wisselcours, de Caisse d'Escompte, de Indische Compag. Bank van Lening, Loteryen &c. Histoire de Denemark. Geschiedenis van Denemarken, derde druk, op nieuw overgezien, verbeterd en vermeerderd met 2 Delen, door den Heer P. H Mallet, voorheen Hoogl. te Koppenhagen, Lid van verscheidene Akademien, 9 Delen in 12mo. met een Kaart van 't Noorden, te Parys, by Buisson 1788- prys 22 Liv. 10 f. Dit Werk, waar van reeds 2 uitgaven, de een in 4to. te Koppenhagen, in 4 Delen, en de andere in 12mo. te Geneve, in 7 Delen, het licht zagen, was tot dus verre niet compleet; als niet verder gaande dan 1661. De thans bygevoegde 2 Delen bevatten het einde des Werks, en voegen dus by de Geschiedenis, in de vorige uitgaven gemeen gemaakt, een tydvak van 112 Jaren, als lopende nu tot het Jaar 1773. By deze vermeerdering komen nog verscheidene andere verbeteringen en byvoegzels inzonderheid in de Inleiding en in de Edessa, of Gedenkte kens  ( 69 ) kens van den Godsdienst en de Dichtkunde der oude Noordsche Volkeren: van welk laatstgemelde Stuk ook ene afzonderlyke nieuwe druk by den Uitgever is in 't licht gekomen: en te bekomen voor 2 Liv. 10 f. LAND- en ZEEKAARTEN. STOCKHOLM. Charta öfver Finska viken meel Läromking belägne Provincier ; efter de bästa Charter och astronomiska Observationer, författed uti Kongl. Landtmäteri Contoiret. i Stockholm-, Ar. 1788. Kaart van den Finlandschen Zeeboezem, met de daar aan liggende Provintien , naar de beste Kaarten en Sterrekundige Waarnemingen vervaardigd in 't Koningl. Landmeetkantoor, te Stockholm, in den jare 1788. prys 10 Sch. Zweeds geld. Deze Kaart is omtrent een derde van een Zweedse Elle hoog, en een Elle breed, dus van middel folio formaat, tusschen het gewoon folio formaat en dat van Kaarten: zy bevat de lengte van de 39½ tot de 49½ graden, en de breedte van de 58½ tot de 62½ graden. Men vind op dezelve de Provintien Nyland, Kareilen en Lexholm-leen, of het tegenwoordige Stadhouderschap van Wyburg, Ingermarland en Esthland, de zuidelyke Stranden en Schorren van Abo-leen, en zo veel van Tavasthien en Savolax, als aan de Russische Grenzen reikt. Zo veel de ruimte en omstandigheden toelieten, heeft men in 't oog gehouden, om alle plaatsen, die, in den tegenwoordigen Oorlog met Rusland, of reeds merkwaardig geweest zyn, of zulks nog kunnen worden, naauwkeurig aan te wyzen. De Grenzen tusschen Zweden en Rusland, zo als dezelven by den Nystadtschen Vrede 1721. en vervolgens by den Vrede van Abo, 1743. bepaald zyn geworden, zyn door koleuren en stippen aangewezen. De Kaart is zuiver gesneden; en tot dus verre de beste, welke over die Gewesten het ligt zag, en waarschynlyk, in een geruimen tyd, zal uitkomen. Zynde die van 1742. te Helmstadt, onder den tytel van: Regiones ad Sinum Finnicum adjacentes accuratissime delineatae, in 't licht gegeven, schaars te bekomen. Wyders is men, mede te Stockholm, thans met allen yver bezig, met het gereed maken van een Atlas der Oostzee, die, onder het opzigt van den ViceAdmiraal en Koningl. Generaal adjudant, en Ridder der Zwaard orde, Johann Nordenanker, vervaardigd word, en stukswyze uitkomt. Het AdmiraliteitsCollegie heeft zedert 10 a 30 Jaren het gehele Vaarwater der Oostzee laten opnemen, de gemaakte Waarnemingen verzameld, en dezelven, van tyd tot tyd, voor de uitgave van enen Atlas, afgegeven. Dezelve zal over zulks in 2 Generale en 8 Afzonderlyke Kaarten bestaan. De laatsten worden eerst gesneden, zynde van deze de volgende reeds in gereedheid: 1. Special-Charta öfver Kusten fram Söderhamm til Stockholm grundad pä etc. (Afzonderlyke Kaart van de Kust van Suderhamm tot Stockholm, volgens Driehoeksmetingen , Sterrekundige waarnemingen en naauwkeurigste berekeningen, nevens alle tot dus verre bekende handleidingen, gedaan naar een juistwyzend Kompas, en op Koningl. bevel, onder opzigt van Joh. Nordenanker, in t licht gegeven, in den Jare 1783. in 't koper gebragt door Fr. Akzel) 2. Pass-Charta öfver Bälterne Sundet oct. S. Wstra af Oestersjön etc. (Zeekaart van de Belt, den Zond en het zuidwestlyk deel der Oostzee enz.) 1785. dezelve strekt zig uit over de gemelde plaatsen , en gaat langs de Zweedsche Kusten tot aan Oland, doch langs de Duitscbe Kusten tot aan Stolpemondc. 3. Pass Charta öfver S. Ostra delen af Oestersjön etc. (van het zuidoostelyk deel der Oostzee) 1786. aan den kant van Zweden, van Ystad tot Gothland; aan de Kust van Duitschland, van Rugen tot Liebau. 4. Pass-Charta öfver middlen af Oestersjön tillika mit Rigiska Wiken. (van het midden der Oostzee nevens den Golf van Riga) 1787. lopende van Calmar , in Zweden, tot aan Hepsal, in Esthland. 5. Pass Charta öfver Cattegat (van het Kattegat) etc. 1787. deze strekt zig uit van Koppenhagen tot Christiania. 6. PassCharta öfver Finska Wiken (van den Finlandschen Zeeboezem) etc. 1788. lopende, aan den kant van Zweden, van Kimito, aan dien van Rusland, van Dago tot aan Petersburg. 'Er ontbreken dus slegts 2 byzondere- en de beiden algemene Kaarten, naar welken dit zo pragtig als nuttig Werk zal voltooid zyn. De Kaarten zyn allen van 25½ dm. breedte en 39 duim. lengte, en dus eens zo groot als die van Homann. Om de min beduidende plaatsen, zo goed mogelyk, en ten meesten dienste, intevullen, heeft men 'er ene menigte van afzonderlyke Rheën, Ankerplaatsen, Havens, Afbeeldingen van Kapen, enz. als mede allerlei aanwyzingen voor de Scheepvaart, opgebragt. Het Werk strekt tot eer, zo van den Maker als van Zweden. Ene enkele Kaart kost 24 Schell. Zweedsch, zulks het gehele Werk, gereed zynde, op ruim 5 Zweedse Ryksd, of 2½ Holl. Dukaten, zal te staan komen. Venetien. Antonio Zatta en Zoonen hebben in 4 bladen, elk ten pryze van 2½ Paoli, een Kaart uitgegeven, bevattende het gehele Toneel van den tegenwoordigen Turkschen Oorlog. I3 Pa-  ( 70 ) PARYS Carte de la France &c. Kaart van Frankryk, in dertien Afdelingen verdeeld, ten tyde der Algemene Staatsvergadering, in den Jare 1614 gehouden, zynde elk der Staten by derzelver voornaamste Steden aangewezen, nevens de Provintien, zedert dien tyd veroverd of aangewonnen ; door den Heer BriOn, Ingenieur- Geografist des Konings. By Desnos, BoekEN Kaartverkoper, Rue St. Jacquet, prys 3 Liv. TEKENINGEN en PRENTEN. PARYS. Le Tombeau de Frederik II. Roi de Prusse: ene zwarte Konstplaat, in 't koper gebragt door Tourcaty, naar de tekening van Dardel By Tourcaty en Dardel prys in 't zwart en met roet koleur 3 Liv. afgezet 6 Liv. en zonder letter 6 en 12 Liv. La vertu tot ou tard rentre dans tous fes Droits : ene Konstplaat ter ere van den Heer Necker. By Esnauts en Rapilly. l' Espoir du Francois: ene Zinneprent, in Medaillon, op de wederkomst van den Heer Necker aan 't bestuur der Financiën: kunnende tevens tot een Tytelplaat dienen voor deszelfs Comte rendu; in't koper gebragt door Martini, naar de tekening van den Ridder P. de Barainville: met deze Dichtregels onder aan: Le plaisir de biensaire est le trêfor du Sage: Necker, toujours le même, au faite des grandeurs, Meprisant de Flutus le faste les faveurs, Dans le bonheur public jouit de fon ouvrage. By Jufv: Bergny, Konstverkoopster, Rue du Coq. St. Honoré, prys I Liv. 4 f. Le Prefage de la Felicité, dienende tot een tegenhanger der bovenstaande, door denzelsden Plaatsnyder, met deze Versen onder aan: Le foleil eclipfé par un temps orageux, Semble avec plus d'eclat reparoitre a nos yeux. Et Themis de retour, fous 1'empire du fage, Du regne de Janus nous retrace l'image. By Bergny, prys als de vorige. l' Hommage Sincere: ene Zinneprent, ter ere van den Heer Necker, met deze Dichtregels onder aan: Sage Administrateur des trésors de la France, Tes vertus, ta franchise, autant que tes travaux assurent le credit, ranimeat l'Espérance: Poursuis Neckler, poursuis, tu n'a plus de rivaux. By dezelfde, prys 3 Liv. amsterdam. Vier Nieuwe Tonelen, van den Amsterd. Schouwburg, verbeeldende 1. De Straat van Londen. 2. De Ouderwetsche Burgerkamer. 3. Het Bosch, en 4. Het Winterbosch; allen zeer accuraat en uitvoerig getekend , door J. Bulthuis, en 'in 't koper gebragt door Jonxis, de Wit en Brouwer; wordende in het eerste verbeeld gespeeld te worden Beverlei, in het twede de Stiefmoer in het derde Kloris en Roosje, en in het vierde Gysbrecht van Ampstl, versierd met een nieuwe fraaye omrand: by J. W Smit, Boek- en Konst verkoper, (met Privilegie). De prys is f 1:5: — Proef letter f 1:10:— en zonder Letters ƒ 1:16: — Enigen zonder de omrand, om by de Toneelspellen te kunnen ingevoegd worden, a 15 stuiv. Fraaye afgezette, in Vergulde Lysten, met glazen f 4:10:— MUZYK-WERKEN PARYS. Trois sonates pour le Clavessin ou la Forté Piano, les deux premieres avec accompagnement de Flute ou de Violon, et la troisieme avec accompagnement d'un Violon obligé, par J. B. Cramer, Oeuvre II by Coesar prys 7 Liv. 4 f. Pot-pourri en quatuor pour 2 Violons, Alto Basse, par M. Vogel, chez Bignon, prys 2 Liv. 4 f. Douze Romances ou Chansons Anacreontiques, dont fix imitées de Petrarque , avec accompagnement de Forto-piano, ou Harpe, Flute ou Violon a Volonté, par J. F. Sterckel, poësie de M. le Meteyer, chez Pirro, prys 6 Liv. Deux Sonates en forme de Scènes di Mezzocararare, pour la Harpe et la Forte-piano , avec accompagnement de Violon, ad libitum, par J. B. Krunholtz, oeuvre XV. chez l' Autheur, prys 6 Liv. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN De Heer Pascal Taskin, Klavecymbaalmaker des Konings, woonagtig te Parys, heeft ene Piano-forte, van ene nieuwe inrigting, uitgevonden. Dit  (71) Dit Konsttuig heeft.de gedaante van een Klavecymbaal van middelbare grootte:' de Hamers en de Stoppers, (of geluid-dovers) van elk Klawier, doen derzelver werking, door ene enkele beweging, zonder de minste wryving te ondergaan.. In de oude Piano's van die. gedaante, deed elk. geraakt Klawier negenmalen de Hamers en Stoppers aanslaan, 't geen een onaangenaam geluid maakte. Met verhelping van dit gebrek kan het Instrument, onder een bekwame hand, zo in de behandeling, als in de gemakkelykheid om de tonen te mengelen, een nieuw, vermaak opleveren , 't geen men met de Piano's der oude inrichting nimmer wist te bereiken. De Heer Pascal heeft insgelyks alle de pinnen afgeschaft, waar mede men de snaren spande, en heeft in plaats van dezen een schroef gesteld, die een haak af- en aanhaald, aan welks midden een snaar gehegt is, wiens beiden einden, aan het agtereind van het Instrument vastgemaakt, dus een dubbelen snaar formeren. De volmaakte gelykheid der beiden lengten van. dezen, dubbelen snaar, gelykelyk door enerlei beweging gerekt, brengt een wezenlyk en niet weinig voldoende voordeel aan, te weten, dat, langs dien weg, de zamenluiding (akkoord) veel langer bewaard blyft, dan by de volmaakste Klavecymbels. In Engeland is een Stoom-Machine uitgevonden, dienende om een Schip, in stilte, te doen voortgaan. De Uitvinder had zig by Lord Hood aangegeven, en men dagt, dat de Admiraliteits-Raad- het Plan zou examineren. NARIGTEN en BYZONDER.HEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Van I Jan. tot 31 Dec. 1788, zyn in de Havens van Havre en Ruaan, alleen 364 Engelsche Schepen, binnen gekomen: ten blyke dus van den aan groeyenden Handel tusschen Frankryk en Engeland. Indien men de Manschap van elk Schip slegts op 8 man berekend, zal hier uit volgen, dat Frankryk, alleen voor die beiden Havens, aan 2912 Engelsche Matrozen, in één Jaar, den kost gegeven heeft. Ondertusschen, 't zy zulks hier aan," of aan andere oorzaken, moet toegeschreven worden, begeven zig zeer vele Engelsche Matrozen, in dienst van Fransche Scheepsreders.- Volgens berigt van een Engelschen Reiziger, uit Nantes, aan zyn vriend te Londen, by enen brief medegedeeld, bedroeg derzelver getal, onlangs, en wel alleen van zulken , die tusschen Nantes 'en Bordeaux voeren, niet minder dan 1400. . GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene' week, is geweest: te Amsterdasn 129: in ,s Hage 27: en te Haarlem 22, onder welken laatsten 8 beneden de 12 jaren. Gedurende het laatstverlopen Jaar 1788. zyn, te Parys, en de Voorlieden dier Stad, 20,708 Kinderen geboren, onder welken 5822 Vondelingen waren, voorts 19,959 Personen gestorven, en 5375 Paren* getrouwd. Deze Lyst met die van 't vorige Jaar 1787 vergeleken zynde, blykt hier uit, dat het getal der Geboornen, in 1788. 330 meer is, dan in 1787. dat der Overledenen 1820 boven dat van dit laatstgenoemde Jaar: dog het getal der getrouwde Paren 130, en dat der Vondelingen 90 minder. OPENBARE VERKOPINGEN van boe keryen en konstverzamelingen» Op Maandag en Dingsdag, den 30 en 31 Maart, eerstkomende, zullen de Makelaars J. en P. Posthumus, ten Huize van den Heer Doct. M. Houttuin, op de Rozengragt, te Amsterdam, Verkopen : Deszelfs uitmuntende Verzameling van PLANTGEWASSEN, bestaande in Japanse, Javaanse, Ceylonse en Kaapse Herbariussen: ene menigte Oost- en West Indische Planten en Vrugten, in Flessen met Liquor: benevens velerlei gedroogde Vrugten, Zaden en Houten enz. Als mede ook deszelfs aanzienlyk Kabinet van Petrefakten, Gesteenten en Minerale?}, uit alle de Waerelddelen ; benevens enige Zeegewasscben, en droge Gediertens; Mathematische, Physische en Chemische Instrumenten, eenige Oost - Indische Medicynen, Kaarten, Prenten en Rariteiten: Voorts een party Gedierten in Flesschen, Vogels in Kassen, en, daar buiten, Horens en Schulpen, Kapellen , Torren en andere Insekten enz. waar van de Catalogus eerstdaags zal te bekomen zyn. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boekend en geschriften. BERIGT Ener voordelige Aflevering van het voor alle Kristenen ten hoogsten belangryk Werk', genaamd DE KRISTELYKE GODSDIENST betoogd door de OPSTANDING van JESUS KRISTUS; door Homfroi Ditton; twede druk, 458' bladz. in gr. 8vo. behalven de Voorrede van den Wel Eerw. Heer P. Niewwland. Als mede der Twede druk van de Verhandeling over de ONSTOFLYKHEID der ZIELE, waar by tevens gehandeld word van Gods-Natuur en het Geheel al, door denzelfden Schryver, dienende tot een Aanhangzel op het eerste Werk , groot, behalven het Voorwerk, 108 bladz., in gr. 8vo, beiden uit het Fransch' vertaald. Van  ( 72 ) Van hoe veel aanbelang de waarheid van Jesus Opstanding voor de Godlykheid zyner Lere, en dus voor de waarheid van den gehelen Kristelyken Godsdienst zy, moet door elk ten klaarsten bespeurd worden, die het onafscheidelyk verband naar gaat, welk de ene met de andere heeft. Deze grote gebeurtenis, de voorname grondslag zynde, waar op het gehele Gebouw van onzen Allerheiligsten Godsdienst rust, is het geenzins te verwonderen, dat men, aan de ene zyde, waar ongelove of twyffelary huisvestte, zyn uitterste best deed, om, ware het mogelyk, dexen grondslag te ondermynen, of wel geheel en al om verre te werpen, en, aan den anderen kant, onder geoeffende belyders van het Euangelie, niet min yverige pogingen aanwendde, om deszelfs vastheid en onwankelbaarheid meer en meer aan 't licht te brengen, ofwel deze Hoofdwaarheid van Jezus Opstanding, met onderscheidene soorten van onwederlegbaare bewyzen, te staven. Onder de bekwaamde en meestberoemde verdedigers der Kristelyke Openbaring, heeft de Heer Ditton zig byzonderlyk doen kennen, door zyn meesterlyk Betoog der waarheid van Kristus Opstanding, als zynde op ene geheel onderscheidene wyze van alle verdedigschriften dezer Gebeurtenis, en naar de strikste regels der Wiskunde ingerigt, gelyk het zelve ook in verscheidene Talen is overgezet. De eerste druk der Nederduitsche Vertaling van dit Werk, door den Heer van Ostade, in den Jare 1733. reeds in 't ligt gegeven, geheel uitverkogt zynde, oordeelde men het dienstig en nuttig om in den Jare 1779. een Twede druk daar van op te leggen: men leverde by dezelve ene gehele nieuwe Vertaling, aan welke niemand den voorrang boven den Oude, zo in styl als taal, betwisten zal. De Wel Eerw. Heer P. Nieuwland, Leeraar der Hervormde Gemeente, in 's Hage, verrykte deze nieuwe vertaling en uitgave met ene aanpryzende Voorrede, gelyk ze ook met kerkelyke Approbatie der Eerw. Classis van 's Hage in 't licht kwam. De Verhandeling over de Onstoffelykheid der Ziele etc. schoon door den Schryver agter het oorsprongelyk Werk gevoegd, gelyk ook de Heer van Ostade, by zyne Overzetting, dit spoor volgde, wierd egter by de Uitgevers van den Nieuwen druk begrepen, daar de onderwerpen van enen onder scheiden aart waren, en ook by dezelve verschillende bestryders van den Godsdienst te keer gegaan wierden, meer gevoeglyk, in een afzonderlyk stukje te kunnen worden uit gegeven, om tot een Aanhangzel van het vorig Werk te dienen: zo als dan ook gemelde Verhandeling reeds in den Jare 1720. naar de Vertaling van den Engelschen Predikant te Middelburg, Cornelius Coorn, op haar zelve het licht zag. De Nieuwe Druk van het Jaar 1780. egter, voegde by ene nieuwe en meer zuivere en vloeijender overzetting een naauwkeurig Bericht van bet Leven en de Schriften des beroemden Schryvers, gevolgd naar het Hoogduitsch van den Heer C. W. Goetten. Van het een en ander dezer zo nuttige Schriften, nog enige Exemplaren voor handen zynde, is de tegenwoordige, bezitter derzelven, de Boekverkoper A. Loosjes, te Haarlem, te rade geworden, ten einde de verbreiding van dezelven, onder zyne Kristelyke Landgenoten, des te meer te bevorderen, en ook langs dien weg iets te helpen toebrengen, om den invloed der telkens vernieuwde aanvallen van ongelove en twyffelary, te sluiten, om dezelven gedurende dit Jaar, indien het getal der voorhanden zynde Exemplaren zulks toelaat, voor den verminderde prys van f 1:16:de beide stukken, in plaats van f 3:-:-: - zo als de eerstgestel de prys was, af te leveren. Een breedvoeriger Bericht, nevens den inhoud der beiden Stukken, is, by bovengemelden Boekverkoper, en verder alöm, gratis te bekomen. Drukfeilen, in onze vorige Nr. 33. Blz. 49. kol. 2. reg. 2. staat ondervinden, moet zyn ondervinding. - 51. - r. -22. - merkelyke, moet zyn werkelyke. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. baro- ther- streek Febr. me- mome- der Luchtsge. ter. ter. wind steldheid. (29. 9 40½ W.ten N. mooy Weder, 18. . 29. 9½ 45½ W.N.W. bewolkt. ( 29. 11 43 W.Z W. (29. 9 43 Z. W. betrokken 19. . 29. 8 44½ windrig, 's av. (29. 7 42 . harde wind. (29. 10 37 W. N W. mooy Weder, 20. 29. 10½ 42 N. N. W. helder,'s avonds (29. 11 28* Zuid volstrekt stil. (29. 8 37 Z. Z. O. betrokken en 21. . 29. 6½ 44½ Z ten O. regenagtig ,'s av. (29. 5½ 40 Z. W. helder. (29. 3 44½ Zuid voorm. regenag 22. < 29. 3 48½ Z.tenW. tig, verder omtr. (29. 4½ 42 Z W. helder. (29. 7 41 Z. Z, W. , 's av. 23. . 29. 7 47 Zuid zeer harde wind (29. 2 43 Z. ten O. met regen. ( 29. 4 . 42 Z ten W. meest helder, 29. 3½ 45 Z. W. harde wind,'s av. 29. 3 . 43 . betrokken. * Ten 10 uren 28 graden was juist het allerlaagst, want dezelven avond na dat uur, begon de Thermometer wederom merkelyk te ryzen. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789- No. 36. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 6. Maart. BERIGTEN AMERIKA. By de Akademie der Konsten en Wetenschap IS b st volgende Buitenlandsche nieuwe Leden ver  koren: nam. Dokt. Watson, Bisschop van Landoss; Dr. Hirschel, van Windsor; De. Maskelyne, Koninglyke Astronomist, te Greenwich; Dr. Moyse, te Edenburg; Dokt. Stokes, te SSkïirld Philadelphia verkoren is. FRANKRYK. Den 12den February laatsl., is, te overleden in den ouderdom van 67 Jaren, de Abt Brotier, Lid van de Akademie der fraaye Letteren; een man, die, by de innemendste hoedanigheden, ene ongemene Lecture bezat, en, tot aan zyn dood, zig nog dagelyksch in de Wetenschappen oeffende. Men heeft, onder anderen, van hem, ene uitgave van Tacitus, verrykt niet slegts met Aantekeningen en geleerde Verhandelingen, maar ook met byvoegzels, die, in styl, zo na by dien van dezen Geschiedschryver komen, dat men 'er naauwlyks een hedendaags Schryver uit kennen kan. Ook heeft hy ene Nat. Historie van Plinius in 't licht gegeven: alhoewel dit werk II. DEEL. slegts een kort begrip is, van het grote, waar aan hy een geruimen tyd bezig was, ter verbetering en vermeerdering van den Druk van Hardouin, en om te dienen tot een vervolg op dezelven. Dit uitgebreid Werk, waar in de Historie voorkomt van alle de nieuwe Ontdekkingen, zedert het begin van deze Eeuw, in dat vak, gedaan, ligt voor de Pers gereed, en men hoopt het zelve, eenmaal, in 't licht te zullen zien verschynen. De Heer Willemer, Med. Doct. en Hoogl. in de Plantkunde te Nancy, is , gedurende deszelfs verblyf in Parys, door het Koningl. Ministerie, tot Geneesheer van Tipoo-Saib verkoren , op ene jaarwedde van 6000 Livres. Voor zyn vertrek, zyn hem aanzienlyke Sommen ter hand gesteld, zo door de Indische Gezanten, als door de Regering: zullende hy te gelyk den post van Correspondent van 's Konings Kabinet en der beiden Kruidhoven, zo te Parys, als op Iste de France, waarnemen. Hy is, den I Nov. laatstl. te Brest, met de Gezanten, Scheep gegaan. LEVENS BYZONDERHEDEN van wylen den Heer de Rochefort, Lid van de Koningl. Akademie der Byschriften en fraaye Letteren, te Parys, door den Heer Guinguiné. Guillaume de RocheFort wierd te Lyon, in het Jaar 1731 geboren. Hy oeffende zig in de Wetenschappen, te Parys, en onderscheidde zig weldra, zo door ene ongemene vatbaarheid van begrip, als ene brandende weetlust. K Ver  < 74 Vervolgens gaf hy zig byzonderlyk aan de Reken- en Wiskunde over. Onvoorziene omstandigheden egter bragten hem aan de Finantie: hy kreeg daar by een voordeligen Post te Cette in Languedok, waar hy zig ter woon begaf, en zig spoedig vrienden maakte. Onder zyne hoogachters, bevond zig een kundig man, die de verveling, dikwyls aan 't Landleven eigen, door ene grondige beoeffening der Ouden wist te verdryven. De Heer de Rochefort liet zich ligt bewegen om dit voorbeeld te volgen, en hy bepaalde zig inzonderheid om het Grieks te leren. De jonge Ontvanger gaf zig met yver aan deze nieuwe Letteroeffening over, en zyn smaak voor dezelve wierd weldra ene heerschende drift. De Grieksche Dichters, Redenaars en Wysgeren, wierden hem, binnen kort, gemeenzaam. Homerus, voor al, wierd zyn geliefde Schryver, en boezemde hem een soort van geestdrift in, om een zo schoon model te copiëren. Hy begon met ene Overzetting van de drie eerste Boeken der Iliade welke hy in 't licht gaf. Deze proeve, hoe onvolmaakt ook, deed hem alle gewenschte aanmoedigingen verwerven tot het agtervolgen van deze moeilyke onderneming. Hy ontdeed zig van zyn post, verliet Cette, en kwam weder te Parys. Hy wierd spoedig gemeenzaam met verscheiden Geleerden. De Heren Fonce magne en le Beau , beiden Leden van de Akademie der Byschriften, wierden byzonderlyk zyne vertrouwste Vrienden; derzelver Medeleden namen weldra deel in hunne agting voor zyne Schriften; en zulks gaf aanleiding, dat hy, in den Jare 1766. by de Akademie wierd ingeleid. Ettelyke Jaren daar na, gaf hy zyne gehele Overzetting der Iliade in 't licht: en welke aanmerkingen daar op ook gemaakt wierden, droegen nogtans niet weinige daar by Aantekeningen en vooral het voorafgaand Vertoog over Homerus, ene algemene goedkeuring weg. Naderhand gaf hy ook ene Vertaling van de Odyssée uit, die, wel is waar, niet vry was van dezelfde gebreken, dog van gelyke verdiensten , wat betreft de Versen, de Aantekeningen en Vertogen. In den Jare 1781, verlof bekomen hebbende, om zyne Werken, op de Koninglyke Drukkery te laten herdrukken, maakte hy 'er verscheidene verbeteringen in. Deze druk, in 4to. zynde, is zeer fraay: ook wegens de bygevoegde schone platen, die aan het begin van elk der 48 Boeken van de Iliade en Odyssée geplaatst zyn Zedert hield hy zich, schoon met ene min gelukkigen uitslag, bezig aan het opstellen van enige Schouwspel- en Opera Stukken. Zyne Prosa Schriften bestaan, behalven zyne onderscheidene Verhandelingen over Homerus, in: 1. Ene Wederlegging van het Systema de la Nature, welk boek in den beginne zo veel gerugts maakte, dog dat thans, met reden, geheel vergeten is. 2. Ene Verhandeling over de begrippen der Ouden, nopens het geluk. 3. Verscheidene gedrukte Memories in de Verzameling van de Akademie der Byschriften en fraaye Letteren, en ettelyke anderen, die daar in gevoegd moeten worden , over de Staatkundige Redenvoeringen van Demosthenes over Theophrastus en Menander, nevens ene schrandere vergelyking van de Zeden der aloude Heldentyden, en van onze Ridderlyke Zeden. 4. Ene gehele Overzetting der Toneelspelen van Sophocles: zynde deze zyn laatste, en misschien beste, werk. De Aantekeningen, daar op gemaakt, zyn vol smaak en gezonde oordeelkunde: terwyl de Voorreden, over het Leven des Dichters zyne bedrevenheid in de Letterkunde, zo Wel als, zyne Schryfbekwaamheid en wysgerige gronden, ten klaarsten aan den dag legt. De Heer de Rochefort verstond het Engelsch en Italiaansch. Onder de Hedendaagsche Dichters, waren Pope en Tasso zyne meestbegunstigden: ongetwyffeld om dat dezen zo hoogmet de Ouden liepen. Wat zyn Karakter betreft: het zelve was allezins beminnelyk;, hebbende hy zich, onder kleinen en groten, onder welke laatste hy druk verkeerde, en waar van velen hem ene byzondere vriendschap toedroegen, ene algemene en aanhoudende agting weten te verwerven. Hy was, in 't Jaar 1776, met ene beminnelyke Weduwe in den echt getreden; by welke hy twe kinderen verwekte, die egter al vroeg hem ontvielen. Gebrek aan eigen Kroost deed hem met des te meer zorge en tederheid de opvoeding gadeslaan van drie beminnelyke Voordochters zyner Echtgenote, welken hy, voor zynen dood, het genoegen hadde, gelukkig gehuuwd te zien. Duitschland en naburige Ryken. „ De Koninglyke Akademie der Wetenschappen, te „ Berlyn , heeft, onlangs, haren Tekenmeester, den . Heer Hopfer door den dood verloren. Deze in zyne konst waarlyk grote man tekende alles wat „ het Ryk der Nature opleverd, 't zy Dieren, Planten of Delfstoffen, gelyk mede wat hem ook van ,, Wis- en Natuurkundige Werktuigen en Machinen voorgelegd wierd, in zo grote volkomenheid, „ als hem de algemene goedkeuring van 't Geleerd „ publiek en de achting der Koningl. Akademie deed „ verwerven. Zyne Tekeningen waren zonder gekunstelden opschik, in den hoogsten graad, vol „ nadruk, geheel natuur en even daarom onnavolgbaar schoon. De Akademie, zodanig een man, het zy In- of Buitenlander zynde, wederom verlangende, nodigd alle Konstenaars uit, die de Natuur „ geheel eenvoudig, geheel schoon, zonder opschik „ van Konst, die niet alleen overbodig, maar ook schadelyk is, weet af te beelden: kunnende zodanig iemand verzekerd zyn, by de Akademie, nevens het honorair Lidmaatschap, ene naar zyne„ konst geevenredigde beloning te zullen ontfangen. „ Men heeft zig daar toe by den Curator van ' de „ Akademie der Wetenschappen, den Koninglyken „ Staatsminister, Grave van Herzberg, te vervoegen." (Berlynsche Nachrichten von Staats- und Gelehrten Sachen, van 21 Feb. 1789.) NE-  ( 75 ) NEDERLANDEN. De Keizerl. Koningl, Akademie der Wetenschappen te Brussel, deelde, in hare openbare Vergadering van 6de Decemb. a. p. de beloofde Pryzen uit op de ingekomen best goedgekeurde Verhandelingen. Van de zestien toegezondene, over de middelen, welken de Geneeskunst en Poliezy kan aanwenden om de algemene dwalingen omtrent het al te vroeg begraven te verbeteren, zyn die van de Heren Previnaire, Geneesheer te Brussel, en Wouters, Med. Doct. te Wetteringen, met Gouden Medailles bekroond geworden,- hebbende ene 3de van Doct. Stapaerts, te Antwerpen, bet Accessit bekomen. Omtrent het Voorstel: om nieuwe Voorwerpen van Manufaktuur en Handel aan te wyzen, die in de Oostenryksche Nederlanden kunnen ingevoerd worden, zonder aan de reeds plaats hebbende Fabrieken afbreuk te doen, is de eerste Prys aan den Hr. Dokt. Coppens,te Gent, toegewezen; en het Accessit, nevens andere Eerpenningen, aan de Heren Lammens, Koopman te Gent, en F. Edler van Etersveld, Hofraad in Wenen, Lid van verscheiden geleerde Genootschappen. Over het Nederlandsche Muntwezen der 14 en 15de Eeuwe, wierd de Verhandeling van den Kanonikus en Archifdirekteur der Abdy Tongerloo, Heynens, bekroond. De vraag : hoe de Maytorren op de gemakkelykste en min kost. baarste wyze uit te roe-yen zyn, niet voldoenend genoeg beantwoord zynde, is dezelve, uit hoofde van haar gewigt, nogmaals voor het Jaar 1789 opgegeven , onder een toegezegde prys van 50 Dukaten. Voorts zyn 25 Dukaten beloofd, aan den genen, die de beste Verhandeling over Karel van Frankryk, Hertog van Lotharingen, zal inleveren. De Akademie verlangd . dat de Schyver zig toelegge, om ook de verdere gunstbewyzen op te tellen, die Karel van Keizer Otto ontving, na dat deze hem in het bezit zyns Hertogdoms gesteld hadde: als mede om den juisten tyd van zyn overlyden te bepalen, die, door enigen op het Jaar 991 door anderen op 992 en door zommigen op 1001 zelfs gebragt word -Die na den Prys dingen mogen zig van gene andere, dan van gelyktydige, Schryvers of van zulken die kort na 's Vorsten dood volgden bedienen. De Verhandelingen moeten leesbaar, in het Latyn Fransch of v!aamsch geschreven, en voor 16 Juny 1789 aan den aanhoudenden Geheimschryver der Akademie. den Heer Abt Mann, toegezonden worden. 's Hage. De Bestuurders van het Dichtlievend Genootschap, alhier, onder de Spreuk : Kunstliefde spaar geen vlyt hebben, na naauwkeurig onderzoek van de  Elf ineekomen Prysvaarzen, behelzende; De verhevenheid van het Evangelie zes derzelven, getekend met de Spreuken: 1 De Engelen zelfs zyn begerig, het Evangelie in te zien. * Petrus. 2 La Majesté des Ecritures m'etonne, la saintitè de l' Evangelie parle a mon ceeur; voyez les livres des Philosophes avec toute leur pompe qu'ils sont petit prés de celui la! Se peut il qu' un livre à la fois si sublime & le simple soit l'ouvrage des Hommes ? Jean Jaques Rousseau 3. Eere zy Gode! 4. Hoe troots vol ligt verhevenheid Op 't Evangelie uitgepreid. H. . . . . . 5. 6! Hoe vol troost is onze Godsdienst!. Het Land, in Brieven. 6. 6 Diepte des Rykdoms, beide der wijsheid en der kennisse Gods! — Paulus In nadere overweging genomen, en, op den 21sten van Sprokkelmaand, in hunne Vergadering, met voorkennisse en in tegenwoordigheid der hoog aanzienlyke Beschermheren, den Gouden Eerpenning, ter waarde van 25 Dukaten, by meerderheid, toegewezen aan den Dichter van het Vaars, ingeleverd onder de Spreuk: Eere zy Gode'. en den Zilveren Eerprys aan den Dichter van het Vaars, ondertekend 6 Diepte des Rykdoms &c. By de opening van het verzegeld Briefje, by het eerstgemelde Vaars gevoegd, is bevonden, dat de Dichter daar van was, de Heer Jacobus van Egmond, te Schiedam. Zullende het Briefje, by het twede Vaars gevoegd, niet geopend worden, voor dat de Dichter, binnen 14 dagen, by' een Brief aan Johannes Mattheus Sobels, Secretaris dezer Maatschappye, daar toe vryheid heeft gegeven: in welk geval, het Vaars met zyn naam zal gedrukt, en anders het Briefje, gelyk omtrent de overigen geschied is, ongeopend verbrand Voorts word wederom beloofd een Gouden Eerpenning van 25 Dukaten voor den Dichter van het beste Nederduitsch Vaars, behelzende: Gods goedheid zigtbaar in het geschapeneEn een Zilvren Penning, van gelyke grootte en muntte als de Gouden, voor den Dichter, wiens Vaars het bestgekeur de naast by zal komen. ... Moetende de Gedichten den. voor Eersten van maand 1790, aan bovengemelden Secretaris van dit Genootschap, gezonden worden: en blyft voorts alles op den voet, als in vorige Bekendmakingen is gesteld. Haarlem. Wy zyn verzogt het volgend Bericht ene plaats in ons Letterwerk te geven. „ Men heeft, in Nr. 35- van dit Weekblad, een verhaal gevonden van het ongeluk, zeker man, in een Watermolen , overgekomen, waar door zyn rechterarm derwyze verbryzeld was, dat de Afzetting van dit deel, en wel in het Schoudergewricht onvermydelyk werd geoordeeld; gelyk ook dezelve daadlyk door den Heelmeester J. Kragtingh, volbragt is zynde geadsisteerd door de in bovengezegde Nr. genoemde Heel- en Geneesmeesters, als mede door den Heer J. Rocquette, M. Dr.  Lector in  de Ontleed- Heel- en Vroedkunde, te Haarlem. Dan, wyl dat verhaal enigermate onvolledig is, en er nog • verscheidene zaken by behoren, welken het kort bestek van dit Blad niet konde toelaten te plaatsen, en ook bovendien deze Konstbewerking allerzeldzaamst voorkomt, is de Operateur voornemens het publiek, op ene voegzame wyze, met dit allerbyzonderst geval nader bekend te maken, waarby ene juiste aftekening des arms zal gevoegd worden. . K 2 ; On-  ( 76 ) Ongemene vruchtbaarheid zommiger Planten. De vrugtbaarheid der Planten leverd iets aanmerkelyks op. Men heeft tot 3 a 4000 Zaadkorreltjes geteld, in de Kelk der Zonnebloem, Vosakan geheten: dit alles egter is slegts het voortbrengzel van een gelyk aantal van Eyerstokken of van bloemen. Meer ongemeen is het, wanneer men ene enkele vrugt of Eyerstok van Tabak duizend Zaadjes, die vande Witte Mankop en de Witte Zeebloem, Volan geheten, 8 duizend ziet voortbrengen. Ray verhaald, dat hy Tabakszaden gewogen en berekend hebbende, bevonden hadde, dat 1.012 tegen een grein opwogen, en van één Tabaksstoel 1½ loot zaad verzameld hebbende, maakte hy dus op, dat deze Stoel meer dan 360 duizend zaadjes hadde voortgebragt. Hy rekend zelfs dat een enkele Stoel van Steenvaren (of 'Mildkruid') jaarlyks meer dan een Millioen Zaden opleverd. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Denemarken. Quatuor Euangelia Graece, cum Varianti bus a Textu lectionibus codd. MSS Bibliothecae Vaticanae, Bar berinae, Laurentianae, Vindobonensis, Escurialensis, Havniensis Regiae: quibus accedunt lectiones Versionum syrarum , Veteris , Philoxenianae et Hierosolymitanae. Jussu et sumtibus Regiis edidit Andreas Birch 1700 8vo. met drie in 't koper gebragte Schryfproeven, prys 10 Ryksd. te Koppenhagen. Aan de verzameling der Bouwstoffen van dezen ongemeen pragtigen druk, hebben, schoon de naam van den Heer Birch als uitgever maar alleen genoemd werd, verscheidene andere Deensche Geleerden deel gehad. Het Voorwerk is van den uitgever, behalven de daar in voorkomende Verhandeling van den Heer Moldenbauwer, over de Grieksche Handschriften des N. Teft. in 't Escuriaal door hem vergeleken, en een kort berigt van den Heer Adler, nopens de Excerpten uit drie Syrische Overzettingen , door hem aan den Heer Birch medegedeeld. Buiten het weinige 't geen tot de gemelde drie Overzettingen, betrekking heeft, onder welken de tot dus verre onbekende Jerusalems Syrische, ongemeen belangryk schynt te wezen, behelsd de Voorreden niets dan ene beoordeling van de gezamentlyke Grieksche Handschriften, ten getalle van 127, waar van men by dezen druk gebruik gemaakt heeft. By de collationering word de Text van den derden druk van Stephanus tot een grond gelegd: ook is deze Text hier weder, zonder enige verandering, op nieuw gedrukt. Onder aan den Text staan de Varianten, schoon geen anderen dan zulken, als de Heer B. en zyne Deensche Vrienden uit Grieksche Handschriften en Syrische Overzettingen zelven geexcerpeert hebben. De bydragen zyn velen, en van ongemene waarde. De druk is zeer fraay en kostbaar. Met een woord, de Liefhebbers der Bybelsche kritiek hebben hier in een met 'er daad Koninglyk geschenk ontvangen.. Duitschland. Fersuche zur aufklärung der Philosophie des altesten Aftherthums. Proeve tot opheldering van Wysbegeerte der hoogste oudheid; door F. V. L. Plessing, Hoogl. in de Wysbegeerte te Duisburg. Leipz. 1788. 8vo. 470 bladz. Het onderzoek naar de ware mening der Platonische begrippen wegens God, de ziel der waereld, de stof, de zelfstandigheden, de eindigheid en oneindigheid der dingen, den aart der denkbeelden, en andere onderwerpen, daar toe betrekkelyk, wordt door den Schryver, met een scherpziend wysgerig oog, behandeld; terwyl men, zelfs, wanneer men , in de uitlegging van enige byzondere uitdrukkingen van Plato, van hem verschillen mogt, de geleerdheid en liefde tot de waarheid moet eerbiedigen, welke hy hier in byzonderlyk heeft aan den dag gelegt. De Neratio Frisco ICto Exercitatio. Verhandeling over den ouden Regtsgeleerden Neratius Priscus, door J. C. Sickel, onder voorzitting van den Hoogl. C. G. Richter, Leipz. 1788.Dit klein Vertoog, met zeer veel geleerdheid geschreven, draagt gewigtige ophelderingen voor, zo omtrent den naam, den leeftyd en Geschiedenis van dezen ouden Regtsgeleerden , die onder de Keizers Trajanus en Hadrianus geleefd heeft, als ten aanzien van zyne schryfwyze, en zyn regtsgeleerd zamenstel, van welk laatste enige afzonderlyke Stukken worden medegedeeld. Sarah Burgerhard, eine Niederlandscbe Geschicbte, aus dein Burgerlichen Leben , in zweien Theilen, 8vo 360 bladz. Leipz. in den Boekwinkel van Weggand, 1789. Ene vrye Vertaling van de Hollandsche Roman der Jufvr. Wolff en Deken, waar van het oorsprongelyke 1782. het licht zag, en met graagte, ook zelfs by Buitenlanders, ontvangen wierd; gelyk het dan ook onlangs, in 't Fransch vertaald, te Parys is uitgegeven. De Hoogduitsche overzetter heeft egter het Werk merkelijk bekort, ook den Vorm veranderd, en dus den briefswyze voordragt met een aaneengeschakeld, voortgaand, verhaal verwisseld. . Nederlanden. Petri Driessen, Oratio inauguralis , de Arte Pharmaceutica, in magnum Patriae emolumentum, ad majus dignitatis fastigium evebenda etc. Inwydings Redenvoering ter betoging, dat het verheffen van de Artzenymengkunde tot enen hoger trap van aanzien, voor het Vaderland, van groot nut zoude zyn: gehouden by gelegenheid der aanvaarding van het buitengewoon Hoogleeraars ambt in de Geneeskunde. Te Groningen, by T. Spoormaker, 1788. 4to In deze uitmuntende, sierlyke en ten hoogste lezenswaardige Redenvoering, die ook zedert, in 't Nederduitsch vertaald, het licht zag, handelt de Hoogleeraar, eerstelyk, over den adeldom, de voortreflykheid en nuttigheid der Artzenymengkunde; aantonende, van hoe veel aangelegenheids de Kruid- en Scheikunde, op welken dezelve gegrondvest is, voor de Geneeskonst zy, en hoe veel schranderheids en oplettendheids 'er tot het beoeffenen dezer Wetenschappen vereischt word. Vervolgens beklaagt hy zich ten uiterste, dat een konst van dat gewigt en aanzien, van ongeleerden, die, nog in taalkennis, nog in andere Wetenschappen, boven 't gemeen uitmunten, geoeffend word; ja zelfs, dat het slegtste volk, als Kwakzalvers, hunne geheime Geneesmiddelen, of liever hunne vergiftige bereidingen, waar mede zy de onnozelen weten op te ligten, mogen uitventen. By deze gelegenheid wend  ( 77 ) wend hy zich tot de hoge Overigheid, aan welker zorg hy deze zaak aanbeveelt. Dan, nog meer beklaagt zig de Hoogleeraar, dat alleronkundigste Lieden, van welke 'er velen, door oogluiking der Examinatoren, den openlyken tytel van Apothekers erlangen, ene konst mogen oeffenen, van welke zy de eerste beginzelen zelfs niet kennen. Zonder enige bedrevenheid in de Natuurlyke Historie, in de Kruid- en Scheikunde, verstaan velen hunner naauwlyks iets anders, dan de Geneesmiddelen, welken zy van Drogisten en Chymisten kopen, onder elkander te mengen; wanende als dan, zig wel van hunnen pligt te kwyten; terwyl zy, alle overige kundigheden voor overtollig houdende, hunne konst van hare ware schoonheid en aangenaamheid beroven. Anderen, wel is waar, verrichten zelfs enige scheikundige bewerkingen , zonder egter de wyze van werking te verstaan; gene andere reden van hunne behandeling wetende te geven ,dan de Voorschriften hunner Voorouders, aan welke zy zig heilig houden, zonder enige verandering, hoe nuttig ook, hierin te maken. Wyders merkt zyn Hooggel. aan, dat, daar alle Wetenschappen meer in achting zyn, naar gelang hunne beoeffenaars in verstand en deftige afkomst uitmunten, het te be jammeren is, dat de Artzenymengkunde in ons Vaderland zo weinig in aanzien is, en hare beoeffenaars in waardigheid naauwlyks boven Konstenaars of Winkeliers gesteld worden: waar door Jongelingen van enige afkomst, enkel uit eerzucht, zig op andere Studiën, welke met ene Doctoraale waardigheid bekroond worden, toeleggen, tot ontegenzeglyk nadeel der Geneeskunde. In plaatse van meerder voorhanden zynde gebreken in de Artzenymengkunde bloot te leggen, gaat de Hoogler. over. om gepaste hulpmiddelen, ter herstelling van derzelver ver vallen staat, voor te dragen. Volgens zyn gevoelen zoude het hier toe allernoodzaaklykst zyn, hen, die zig in scheikundige beoeffeningen boven andere onderscheiden, op openbaar gezag, en met zekere plegtigheid, den grootschen eertitel van Doctoren in de Scheikunde te schenken. Zodanig ene instelling zoude zekerlyk bekwame Apothekers meer aanmoedigen om in hun vak uit te munten; anderen insgelyks tot een spoorslag strekken, en aan deze konst een nieuw leven byzetten. Tot dit einde behoorde 'er dan ook kun dige en waardige mannen, met aanzien bekroond, aangesteld te worden, om Jongelingen in deze Wetenschap te onderwyzen; terwyl tot deze Scholen niemand moest toegelaten worden, dan die vatbaar van verstand, ervaren in de Latynsche en Hoogduitsche talen, en in de beschaafde Wetenschappen kundig was. Van de waardigheid, voortreflyk heid, en te gelyk van het gewigt zyner konst overtuigd, moest hy zyne aanstaande pligten, als Apotheker, leren ken nen, en de noodzaaklykheid bezeffen , om zig in de Natuurlyke Historie Kruid- en Scheikunde te oeffenen. Dezen immers zyn de pilaren, op welke de Artzenymengkunde rust, en derzelver onderlinge vereniging is dermate, dat de Apothekers door gantsch Europa, hunne Medeburgers in deze Wetenschappen voorlichten, welke, naar evenredigheid van het aanzien der Apothekers, meer tot algemeen nut zullen bloeyen, gelyk de vermaarde Scholen in andere Landen ge noegzaam bewyzen. De Hoogleeraar betoogt verder de noodzakelykheid van dergelyke Scholen voor ons- Vaderland, te meer, daar, door het verval der Scheikunde, onze Fabrieken tot den allerjammerlyksten staat gebragt zyn. By deze gelegenheid wyd zyn Hooggel. breed uit over dit verval der Fabrieken: hy toont de bronnen aan, waar uit deze ramp ontstond, en schryft dien daar aan toe, dat de Nederlanders, alleen ingenomen met het voordeel, 't geen zy steeds uit den Koophandel trekken, en wanende, dat de rykdommen, hier door by een verzameld, hun ene duurzame welvaart zullen opleveren, alle verdere Wetenschappen, en wel voornamelyk de Fabrieken, welke, in de daad, een bestendig voordeel aan den Staat zouden verschaffen, verwaarloosd hebben; dat zy, onverschillig hebben aangezien, dat andere Volken, die onzen voorspoed steeds met eenwangunstig oog beschouden, de Fabrieken naar andere Landen overbragten, waar door de Burgers van Binnenlandsche Steden hun welvaart hebben zien verminderen. Dan, hoe kan zulks anders zyn, daar de Scheikunde, welke zo veel tot welzyn der Fabrieken bydraagt, onder ons byna geheel verwaarloosd word? Het is te vrezen, dat de luister en rykdommen van het Vaderland eens geheel verdwynen zullen , indien deszelfs welvaart alleen op den Koophandel gevestigd word. Om dit te voorkomen, dienden 'er beloningen, geschonken te worden aan hun, die onze Konsten en Fabrieken tot enen hogeren trap van volmaaktheid bragten; ten welken einde ook de Scheikunde in groter aanzien diende gebragt te worden. Hoe nuttig zoude het ook niet zyn, dat 'er Scholen opgericht werden, in welke men, in onze Vaderlandsche taal, op ene allerverstaanbaarste wyze, de gronden dezer konst onderwees en onderzogt. of ook niet onze grond, wiens schatten nog zo weinig bekend zyn , even als in andere Landen , een groot nut voor de Fabrieken konde opleveren. En in dit vak, belooft de Hoogleeraar, tot welzyn zyner Groningsche Medeburgers , zyne pogingen te zullen aanwenden. Zyn Hooggel. wyd verder uit over de nuttigheid en noodzakelykheid, om de voortbrengzels van ons Land nauwkeurig te onderzoeken, en wekt zyne Toehoorers op, om uit dezen dodelyken slaap van ongevoeligheid in dit opzigt te ontwaken, en de Natuur, welke enen onuitputbaren bron van geluk en welvaart aan het Menschdom verschaft, na te sporen; tonende tevens aan, dat ook onze grond voor onze gezondheid, onderhoud en Fabrieken, vele nuttige zaken voortbrengt. Wyders beklaagt hy zich ook, dat, schoon de nevelen van 'duisternis in de Geneeskunde geweken zyn, het vooroordeel, wegens de meerdere kracht van Buitenlandsche Geneesmiddelen nog onder ons plaats grypt; en aan dit vooroordeel schryft hy het toe, dat 'er vele heilzame middelen by ons nog onbekend zyn, en dat 'er velen, welker voortreffelyk vermogen wy thans kennen ,zekerlyk nog onbekend zouden gebleven zyn, indien wy door Buitenlanders hier in niet waren voorgelicht. Hy verheugt zig echter over de ontdekkingen, welke 'er, met betrekking tot de Kruid- en Scheikunde, gemaakt worden, en hy twyffelt niet, of men zal, binnen korten tyd, de Inlandsche Geneesmiddelen geheel de plaats des buitenlandsche zien vervangen. — Dan, ydel moet deze hoop zyn, zo niet de Artzenymengkunde meer in bloei en aanzien geraakt, K 3 De  ( 78 ) De Hoogleeraar besluit deze Redevoering met de gewone dankbetuigingen en aanspraken, byzonderlyk aan de studerende Jeugd. Weeklyksche Lyst van Nieuw uitkomende Inlandsche Boeken. De Beroerten in de Verénigde Nederlanden , 10de deel, te Amsterdam by P. Conradi, Harlingen, by V v. d Plaats, M. J Zuidhof, Rekenkundig Mengelwerk, te Groningen, by L. Huizingh, gr. 8vo. Prysverhandelingen over de Zedelyke Opvoeding der Jeugd, uitgegeven door de Maatschappy: tot Nut van 't Algemeen, te Amst by Keizer, Fokke en de Vries, kl. 8vo. Verhandeling over de vriendschap met God , uitgegeven door de Maatschappy: tot Nut van't Algemeen, te Amst. by Keizer, Fokke en de Vries, kl. 8vo. Naamregister van de bekendste en meest in gebruik zynde Nederduitsche Boeken, van 't Jaar 1600 - 1787. door J. van Abkoude en R. Arrenberg, Tweede druk, Rotterdam, by G A. Arrenberg, in 4to. Verzameling van Placaten , Resolutien en Authenthike Stukken, enz. 8ste Deel, te Campen, ter Drukkery van J. A. de Chalmot, gr. 8vo. A. J. Roustan, Geschiedenis van alle Volken , 7 , 8 en 9de Deel, te Amst. by Willem Holtrop, 12mo. Zedenkundige Proeven, te Utrecht, by G. T. van Paddenburg en Zoon, kl. 8vo. M. Nieuwenhuis, de Mensch. Een Gezang, uitgesproken in de Maatschappy: Felix Meritis, te Amst. by C. de Vries, gr. 8vo. J. G. Wallerius, Zamenstel der Delfstoffen, vertaald door P. Boddaart, eerste Deel, de Aarde, te Amsterdam, by Wessing en van der Hey, gr. 8vo. J. H. van Dongen, Myn Tydwinst, met plat. te Amst. by Wessing en van der Hey, kl. 8vo. Volledige Beschryving van alle Konsten, Ambachten, Handwerken . Fabrieken, Trafiequen enz. enz. (Eerste stuk) De Indigo Bereider en Blauwverwer, met pl. {Tweede stuk ) De Sterkwaterstoker, Zoutzuur en Vitrioololie bereider, met pl. Te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, gr. 8vo. NB. De Intekening staat nog tot het einde dezes Jaars open. De Algemeene Geschiedenis met deszelfs Hulpmiddelen, de Tydrekeningen Geographie, der Nederlandsche Jeugd; eerste Stukje, te Groningen, by Groenewolt en Bolt ,kl. 8vo. TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Les Charges de l'Enfance, ene Konstplaat, in het koper gebragt, door le Coeur, naar Mouchet, prys 9 Liv. gekouleurd. Sainte Cécile, ene zwarte Konstplaat, door Bonnieu. Schilder des Konings, by Bouin ,prys 9 Liv. Pourtrait de M. Necker, zwarte konst by Fatou, prys 1 Liv. 10 s. met roet koleur, 3 Liv. gekoleurd en 6 Liv. in een Lyst. l'Heureuse Administration ene Zinneprent, opgedragen aan den Heer Necker, getekend en in 't koper gebragt door Jufv. Croisier, en by haar te bekomen; prys 24 s. in 't zwart, en 3 Liv. gekoleurd. l'Oeil du Genie, ou les armes de M. Necker, dienende tot een Tegenhanger by de bovenstaande, in het koper gebragt door Guyot, en by denzelven te bekomen ; prys 1 Liv. 16 s. Portrait de L. G, Le Clerc, comte de Buffon, dienende ten vervolge op de Illustres François, met bygevoegde Ornamenten toepasselyk op deszelfs Werken, door Ponce, na het originele van Marillier; prys 1 Liv. 4 s. Portait de le KAIN, gepensioneerd Schouwspeler des Konings, in den rol van Orosmanes verbeeld, met dit Vers aan den voet. Le Voilà donc connu, ce Secret plein d'horreur ! Ene Konstplaat van 14½ duim hoog, en 10 dm. breed, in 't koper gebragt door den Heer de Saint-Aubin, Plaatsnyder des Konings, naar de Schildery van le Noir, schilder van Zyn Maj. by den Autheur &c. prys 6 Liv, GOUDEN en ZILVEREN GEDENKPENNINGEN. Men heeft in Zweden, de volgende Gedenkpenning, op Koninglyk bevel, ter ere van den groten Linnaeus, na diens overlvden, doen vervaardigen. Op de rechterzyde dezer Medailje, ziet men het Borstbeeld van Linnaeus, 't geen, volgens het getuigenis van luiden, die dezen beroemden man gekend hebben, ongemeen wel getroffen is. Het zelve verbeeld hem reeds hoog bejaard, met een gerimpeld aangezicht en krommen rug. Ter zyde van het Borstbeeld staat de Plant Linnea. Het Opschrift luidt: Carolus Linnaeus, Arch. reg. Equ. auratus. Op de Tegenzyde ziet men de Godes Cybele, met een droevig gelaad, houdende een sleutel in haar hand, en omringd zynde van Dieren, Planten en Delfstoffen. Onder de eersten onderscheid zig een Beer, op wiens rug een Aap allerleye Grimatsen maakt. De Beer, het oog op ene Linnaea gevestigd houdende , slaat geen agt op de Aap, die hem ondertusschen aan de oren trekt. Het Byschrift is: Deam luctus angit amissi; onder aan staan deze woorden: Post obitum Upsalia, d. x Jun. MDCCLVIII. Rege Jubenti. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en Fabrieken, betrekkelyk. Gedurende het jaar 1788. zyn te Archangel aan ge-  < 79 ) gekomen 129 Schepen; waar onder 64 Engelsche, 24 Hollandsche, 20 van Hamburg, 7 Russische, 6 Deensche, 5 van Bremen, 1 van Dantzig, 1 Pruissisch en 1 Keizerlyk - Te Dantzig 410 Schepen, waar onder 82 Engelsche, 63 Hollandsche, 23 Deensche, 43 Zweedsche, 38 Pruissische en 108 te Dantzig zelve t'huis behorende. Ondertusschen blyft de Handel dezer Stad, by aanhoudenheid, in enen kwynenden Staat zynde, in het laatstverlopen jaar, niet meer dan 12,149 Lasten Granen aldaar ingekomen en 11,885 uitgevoerd. De voorraad van Granen, die zig, met het begin dezes jaars nog aldaar bevond, bestond in 3000 Lasten Tarwe, en 7000 Lasten Rogge. In de Haven van Nantes, zyn, gedurende het jaar 1788. binnen gelopen 128 Schepen van de Fransche West-Indische Colonien, als 6 van Martinique, 7 van Guadeloupe en 115 van St. Domingo: en in die van Havre de Grace, 103 Westindievaarders, als 67 van St. Domingo, 28 van Martinique en Guadeloupe, 7 van Tabago, 1 van Cayenne; en van daar uitgelopen 141, als 68 van St. Domingo, 34 naar Martinique en Guadeloupe, 6 naar Tabago, 1 naar Cayenne, 21 naar Guinée en 11 naar Senegal. Van Wenen heeft men, dat de Raadsheer van Born, bekend door zyne manier om het Goud en Zilver uit de Delfstoffen, die het zelve bevatten, te halen, het geheim heeft uitgevonden, om Buschkruid zonder Salpeter te maken. Men voegd 'er by, dat uit de daar mede genomen proeven, gebleken is, dat dit soort van Buschkruid, 't geen veel minder kost dan het gewone, veel sterker is en verder draagd, dan dit laatstgemelde. By de laatste opneming is gebleken, dat het Markgraaffschap Brandenburg, 't geen omtrent 447½ vierkante mylen beslaat, een aantal van 757,369 Inwoners, de Militairen daar onder begrepen, bevat; men teld 'er 84 grotere en kleinere Steden, 2061 Dorpen, en Gehugten, en 96,221 Huizen.. Over den Handel en Fabrieken der Stad Potsdam. De Stad Potsdam, aan de Havel gelegen, trekt van deze Rivier, welke digt langs de Stad henen stroomt, door hare Vischrykheid en sterken Scheepvaart, ongemeen vele voordelen. Aan den enen kant is zy met de Elbe en de Noordzee, en aan den anderen kant met de Spree, Oder en Oostzee verenigd; terwyl de gantsche Scheepsvaart van Hamburg naar Breslau, en het overig gedeelte van Silesien, gelyk ook naar West Pruissen, door het Brombergsche Kanaal, deze Rivier passeren moet. Met de Regering van K Friedrich Wilhelm I. begon zich Potsdam eerst in vollen luister te vertonen, ma kende deze Vorst met deszelfs uitbreiding en verfraaing enen aanvang, 't geen der Krone, van 1717 tot 1787, en dus in 70 Jaren, 24 Millioenen Daalers gekost heeft. Alleen van 1741 tot 1777. zyn 'er, op Koninglyke kosten, 81 Vorstelyke Gebouwen, 72 publieke, 103 Militaire en 449 Burgerhuizen, zamen 705 uitmakende, gebouwd geworden. De gehele Stad, met derzelver Voorsteden, bevat thans 1708 Huizen, welken voor 1,081,725 Ryksdal. in de Brandkasse aangeslagen zyn; terwyl het getal der Inwoonderen, in den Jare 1785, 28,293 beliep; zynde hier egter 5376 Weeskinderen en 8806 Krygslieden onder begrepen. De Landbouw is hier van weinig betekenis. By de Veehoedery is het voederen op de Stallen genoegzaam algemeen ingevoerd. De Visschery is 'er aanmerklyk, ook de Ooft- en Moesbouw, welke, byzonderlyk wegens de menigte van Boomkwekeryen, onder welken die van Heyders, Fischer en Becker, de voornaamsten zyn, een aanzienlyken tak van nering uitmaakt. De Wynoogst bedroeg in 1783, van 372 Morgen Wynbergen, 386 Vaten, waar van ieder voor 18 Dalers verkogt wierd. Te Grabow bevinden zich Kolonisten, welke men derwaarts gelokt heeft, en aan welke het verbouwen der Hop is opgelegd geworden. Men vind hier gedeeltelyk Kristen-, gedeeltelyk Joodsche, Kooplieden,die in 't groot handelen. De Drogist- en Speceryhandel op Saxen is ongemeen sterk. De Kooplieden staan onder Gildens, doch de Drogisten maken in Berlyn een afzonderlyk Gild uit. De Manufakturen en Fabrieken maken het voomaamste gedeelte van den Potsdamschen Handel en der gezamentlyke middelen van bestaan uit. Onder de vorige Regering lokte men vreemde Manufakturiers uit Lausits, Silesien en de Nederlanden, gelyk ook Kolonisten uit Polen, Frankryk en andere Landen derwaarts. Allen staan zy onder ene Commissie totde de Fabrieken en Manufakturen, onder het opzicht van den Schatting raad en het bestuur des vyfden Departements van het Generaal Directorium. Hier toe behoort een Fabriek - inspector, een Medelid der Regering (de Heer Raad Buddens) neffens een Keurmeester der Fabrieken. In den Jare 1779, waren te Potsdam 568 Weefgetouwen en 1369 Arbeidslieden aan dengang. De waarde van alle vervaardigde Waren bedroeg 440,490 Dalers, waar van voor 3,611,593 Dalers Binnenslands, dog voor 78,900 Buitenslands verkogt wierden. De daar toe benodigde Materiaalen kosten 221,500 Dalers. Prys der in- en uitlandsche Effecten Inlandsche. Holland. Recipiss. 25ste Penn. ordin. 2½ prCts. 78 a 80 pCt. Dito 30 jar. Rent. 5 prCts. 78 a 80. Dito Lotery 1787. 2½ prCts. 78 a So. Oblig. op naam en met Pap, 2½ prCts. 74 a 80. Zeeland. 4 prCts. 90 a 92. Dito 3 prCts. 76 a 78. Dito 2½ prCts. 61 a 62. Friesland. 2 prCts. 61 a 62. Utrecht. 2½ prCts. 75 a 78. Generaliteit. 3 prCts. 84 a 89. Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 95 a 97. Dito 2½ prCts. 80 a 82. O. I. C. Lot. 3 prCts. 78 a 80. Engelsche Bank-Act. 173 3/8. O. Ind. 165 1/4 Z. Zee. O. Z. Z. Ann. 73 3/4 Dito nieuwe 3 prCts. Gec. 73 5/8. Dito gerd. 74 5/8 Dito 1751. 4 prCts. Geconf. 96. 5 prGts. dito 113 1/4. Lange dito 22 5/16 30 jarige dito1778 13 3/4 Loten, - Lond. 25 Febr.  (80) Fransche O. I. C. A. &t.. van L 2500 L 1827 Dito van L 1000 L 1225. Disc. Kas 4140. Lotery April 1783- L. 683. Dito Octob. L 530 Dito Empr. 200 Mill. ■ prCt. Dito 125 Mill. 90 prCt. Dito 80 Mill. 92 prCt. Dito zonder Bullet 86 prCt. Dito 120 Mill. L 760 Parys 27 Febr. Diverse Buitenlanschen Amerika. 5 prCts. 95 a 96 pCt. Dito 4 pCts. 95 a 96. Kwik en Wenerbank 4 prCts. 99 a 100. Dito 4 prCts. 94 a 98. Spanje. 5 prCts. 100 a 101. Dito 3§ prCts. 85 a 86. Frankr. Gener. Guar 4 prCts. 97 a 99. Rusland. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4 prCts. 97 a 98. Dito 4 prCts. 94 a 95 Zweden. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4 prCts. 94 a 96. Dito 4 prCts. 88 a 91. Denemarken.. Toll. 4 prCts. 95 a 98. Dito Holst. 4 prCts. 97 a 98. Dito Leen. en Wiss. Br. 4 prCts. 95 a 97. Dito Kroon. 4 prCts. 94 a 95. Polen. 5 prCts. 94 a 99. Saxen. Onverwiss Steuer 3 pCts. 34 a 34 stv. Dito Ordin. 3 pCts. 36 a 36! stv. Dito Kamerst. 3 prCts. 35 a 35 stv. Dito 2 prCts. 28 a 30 stv.. GEBOORTE. TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 126: in 's Hage 34: en te Haarlem 19, onder welken laatsten 8 beneden de 12 jaren. Gedurende den jare 1788, zyn in Warschauw Geboren 3649 Kinderen, Gestorven 3149 Personen en Getrouwd 828 Paren. OPENBARE VERKOPINGEN van boe keryen en KONSTVERZAMELINCRN De beroemde en pragtige Bibliotheek van den Heer MAFFI PINELL!, laatst te Venetien geresideerd hebbende; vervattende ene Verzameling, zonder weerga, der Grieksche, Romeinsche en ltaliaansche Schryvers, van het begin der uitgevonden Drukkonst af, waar onder velen van de eerste Editien, op Perkament gedrukt, met fraaye kleuren: voorts een aanmerkelyk aantal van curieuse Grieksche en Latynsche Manuscripten van de 11, 12, 13, 14 en 15de Eeuw: en het compleetste stuk in zyne soort, dat tot hier toe bekend is geweest, van een Instrument, geschreven op het oude Egyptisch Papyrus, A. D. 572. Deze gehele Verzameling zal, by publieke Auctie, aan de meestbiedendende, Verkogt worden, in de Maanden Maart en April aanstaande, door de Boekverkopers Robertson en Clarke, te Londen. Zynde de Catalogus, met ene Voorrede van den Abt Morelli te Rotterdam, by C. R.Haake; Amsterdam , Changuion; Leyden, Luzac en van Damme; 's Hage, van Cleef, en Utrecht, A. van Paddenburg, in gr. 8vo. gebonden a 3 gl. Op Maandag en Dingsdag, den 30 en 31 Maart, eerstkomende, zullen de Makelaars J. en P. Posthumus, ten Huize van den Heer Doct. M. Houttuin, op de Rozengragt, te Amsterdam, Verkopen: Deszelfs uitmuntende Verzameling van PLANTGEWASSEN, bestaande in Japanse, Javaanse, Ceylonse en Kaapfe Herbiriussen: ene menigte Oost- en West-lndische Planten en Vrugten, in Flessen met Liquor: benevens velerlei gedroogde Vrugten, Zaden en Houten enz. Als mede ook deszelfs aanzienlyk Kabinet van Petrefakten, Gefteenten en Mineralen, uit alle de Waerelddelen; benevens enige Zeegewasscben, en droge Gediertens; Mathematische , Physische en Chemische Instrumenten, eenige Oost-Indische Medicynen, Kaarten, Prenten en Rariteiten: Voorts een party Gedierten in Flesschen, Vogels in Kassen, en, daar buiten, Horens en 'Schulpen, Kapellen, Torren en andere Insekten enz. waar van de Catalogus eerstdaags zal te bekomen zyn. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. baro-me-er Ther-mome-ter   streek der wind Febr. luchtsge-steldheid 1 29. 2! 41 Z. ten W. hTW. voorm. betr. 25. ) 28. 11 § 43 Z. ten O. nam. en av. h. reg. ( *28. s§ o West 's av. wind stilder. f 2g~ (5| 40! W. Z. W. mooy stil wedert[ 26. \ 28. 7l 45s Z.ten W. zware wolken. liS. n m N.N.W. f29. 3 37i N. N. O. voorm. bewolkt, 27. \ 29. 3l 44 ■ verder betrokken. I29. 3' 37 C20 37 N.O.t.N, betrokken en 2ï. 1 29. 6 3&§ windrig I29. 8 36 ——^- Maart f29. ioJ 37 N. N. Ö. betrokk. tussch. 1. < 29. 11 40 beide iets sneeuw (.29- 11 35 ■— met regen. f29. 10 33j N. st. O. f 2. I 29. 10 3S N.O.t.N. betrokken. (_29- 'ol. 33 29. 9| 38 N. N. W. I bewolkt sneeuw-". 29. 1 8| 39§ N. ten W. buyen en windrig, 29. 8 32 Noord j 's avonds stil. * Het is aanmerkelyk, dat namate 's avonds de Barometer lager daalde , de wind stilde, en gevolgd wierd van een zeer aangenamer» stillen dag, met een Zomersche lucht, zynde zo stil, dat de wolken zig byna niet bewogen, en uit diversche streken dreven. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd water. Gedurende de Maand February 1789. Gevallen 31 Lynen: Uitgewaassemd 16 Lynen. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 37. KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 13. Maart. BERIGTEN. Prins William, Zoon des Hertogs van- Gloucester, bevind zig, zedert enigen tyd, aan de Universiteit van Cambridge , waar hy zyne Letteroeffeningen voortzet met ene oplettenheid en yver, als ben zelden by lieden van dat aanzien bespeurd, en, met reden, ongemeen geAkademie. Een Heer, die onlangs uit de Indien terug gekeerd is, heeft ene aanzienlyke verzameling mede gebragt en Aftekeningen van Afgoden, Pago Mythologie opleveren. FRANKRYK. De Koning heeft de plaats van deszelfs eersten consulterend Geneesheer, opengevallen door den dood van den Heer le Monnier, begeven aan zynen werkelyken eersten Geneesheer den Heer Vicq d' Azyr, die, ingevolge daar van, den eersten toegang gekregen heeft tot de Kamer zyner Majesteit. II. DEEL. WAARNEMING van den Heer RIGAL omtrent ene NicTALOPIE , of hoedanigheid van de Voorwerpen alleen des nagts te kunnen zien. (Gazette de Santé.) De Deurwaarder Pelfort, van Gaillac in Albigeois, oud 55 Jaren, wierd in diervoegen van zyn gezicht beroofd, dat hy over dag geheel blind was. Alleen by donker weder straalde hem een flaauw licht toe: dan hy zag zo duidelyk by nagt, dat hy al zeer kleine voorwerpen op den afstand van 10 a 12 treden naauwkeurig kon onderscheiden. De Heer Rigal, dien men over dezen Lyder raadpleegde, vond zyne ogen rood en tranende; de openingen der oogappelen waren dermate vernaauwd, dat derzelver middellyn zelfs het fynste stilet niet scheen te kunnen doorlaten. Zodra egter was de Zon niet ondergegaan, of de Lyder kwam alleen en zonder leidsman weder by den Heer Rigal, die als toen bespeurde, dat de opening der oogappelen aanmerkelyk verwyderd was: en daar het vertrek, waar in hy den zieken opwagtte, zeer donker was, onderscheidde deze en noemde alles wat 'er in stond, tot zelfs de kleinste Huissieraden toe. Men ontstak ene Waschkaars; wanneer onmidlyk de oogappelen inkrompen en het gezicht zeer verward wierd. Op het ontsteken van een twede, en het plaatzen van dezelve vlak tegen hem over, wierden de openingen der oogappelen nog meer vernaauwd, en de Lyder zag niets meer. De Heer Rigal, het ongemak allereerst aan scherpe vogten toeschryvende, bediende zig, alhoewel zonder vrugt, van inwendige zuiverende middelen. Hier op viel hem in, om op de ogen van den Lyder een verband te leggen, zich verbeeldende dat de oogappelen, enigen tyd voor de aandoening van het licht niet bloot gesteld zynde, derzelver natuurlyke werkingen wederom hervatten zouden. De Lyder droeg dit verband | ene gehele maand, en toen, het zelve afgelegd hebbende, zag hy duidelyk genoeg by dag,en byna niet meer by nagt; zyn  ( 82 ) zyn gezicht egter verduisterde op nieuw, na dat hy enigen tyd in klaar daglicht geweest was. De Heer Rigal lag toen een twede verband op de ogen, van twaalf dubbeld gevouwen Gaas, het zelve, om de 4 of 5 dagen, met een vouw verdunnende. Langs dien weg raakten de ogen des Lyders allengskens wederom aan 't licht gewoon. Het hulpmiddel slaagde zo volkomen, dat hy thans kan lezen en schryven, en de verrigtingen van zyn ampt met even veel gemak waarneemt als voor zyne Nictalopie. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Geheimraad en Hoogl. Mayer, te Berlyn, is, door zyne Pruissische Majesteit, tot hoogst deszelfs Lyfartz, als mede tot Medelid, zo van het OpperCollegium Medicum, als van het Opper-Collegium Sanitatis, en tot eersten Commissaris der Koningl. Apotheek, in plaats van wylen den Geheimraad Cothenius, benoemd geworden Ook is de Hoogl. Moritz, by zyne terugkomst van Romen, werwaarts hy een geleerde reize gedaan hadde, tot Hoogleraar in de Theorie der Schone Konsten en daar toe betrekkelyke Wetenschappen, by de Akademie der Konsten, te Berlyn, en tevens tot Lid dier Akademie, en tot Mede-opsteller van het Akademisch Maandschrift, aangesteld. NEDERLANDEN. Leyden, Reeds voor lang had men gewenscht, naar het voorbeeld van verscheidene gelyksoortige inrichtingen buiten's Lands, ook aan Leydens zo beroemde Academie een gesticht gevestigd te zien, in het welk de Jeugd zich, in de Geneeskunde oeffe nende, gelegenheid konde vinden, om de dagelyksche lesten haarer Leeraaren door practicale Waarmeemingen te versterken, zich met het ziekbedde allengs bekend te maaken, en dus, als 't ware, ongevoelig tot de dadelyke beoeffening te worden opgeleid. Aan dezen wensch is eindelyk voldaan, door eene gunstige Refolutie van Hun Ed. Gr. Mog. in den Jaare 1786 genomen, waar by Heeren Curatoren gevolmachtigd werden, omme , ten laste van den Lande, binnen' de 'Stad Leyden te doen aanleggen, een Gastof Ziekenhuis van 20 Bedden, en het 'zelve te voorzien van twee Hoogleeraaren in de Geneeskunde, als Opperbestuurders, van twee Doctoren, en eenen Heelmeester, nevens de nodige Bedienden ter oppassing. Overeenkomstig dit besluit is werkelyk, in den jaare 1787, onder het opzicht der Hooggeleerde Heeren N. G. Oosterdyk en N Paradys, als daar toe speciaal by Heeren Curatoren verzocht en aangesteld, een zodanig Ziekehuis, onder den naam van Nosocomium CLINICUM, aangelegd in het Cecilia Gasthuis, en zyn ten zelfden tyde door welgemelde Heeren Curatoren tot gewoone Medici van het zelve benoemd de Heeren Dr. Roeland de Kruyff en Dr. Jacobus Thiensius van de Wynpersse, welke laatste, zints der geleerde waereld door eenen vroegtydigen dood ontrukt vervangen is door den Heer Dr. Paulus la Lau terwyl de post van Heelmeester werd opgedragen, aan den kundigen Chirurgen F. B. Haver. De inrichting van dit hoogst nuttig gesticht bepaaldelyk ten dienste der Studeerende Jeugd aangelegd is deeze : dat in het zelve tot een getal van 20 toe, deels Mannen, deels Vrouwen, by voorkeur worden aangenomen de Lyders aan heete ziektens, als wier kwaalen, volgens den gewoonen aart, haaren loop meestal in een bepaald tydsbestek eindigen, en eene leerzaame verscheidenheid van gevallen opleveren ; dat deeze Lyders, onder het genot eener zorgvuldige oppassing, dagelyks, 't zy één, 't zy meermalen, naar vereisch van zake, worden bezocht door eenen der gewoone Geneesheeren, onder het medewerkend toevoorzicht van één der Hoogleeraaren, — en byzonderlyk, dat de Hoogleeraar in zyne bezoeken doorgaande vergezeld zy van het meest gevorderde gedeelte zyner Leerlingen, dezelve by het Ziekbedde hunne gedachten en waarneemingen, nopens den toestand der Lyders, afvraage, hen zyne eigene opmerkingen mededeele, en, by gemeenschappelyke raadpleging, de noodige voorschriften , of beurteling door hun zelven laate opmaaken, of althans in het vervaardigen derzelven, communicativelyk met hun handele. Van hoe veel gewigts inzonderheid dit laatste, 't geen eigenlyk als het hoofddoel der geheele inrichting moet worden aangemerkt, voor den aanstaanden Beoeffenaar der Geneeskunst zy, begrypt gereedelyk elk, die immer getuige geweest is van de verlegenheid der meeste jonge Artzen , zelfs der kundigsten, welke zich uit hunnen Academischen Oeffenkring op eenmaal tot de practyk zien overgebracht, zonder, als 't ware, ooit te vooren een ziekbedde gezien te hebben, of op eenige andere wyze, dan door bloote Theoretische Lessen, tot hun moeilyk werk te zyn toegerust: waarom dan ook veelen het van hun "belang geoordeeld hebben, zich door een kostbaar verblyf buiten 's Lands, de gelegenheid te verschaffen tot eene zo nuttige voorbereiding, als welke hen thans door dit heilzaam Instituut in hun Vaderland gemakkelyk is gemaakt, f*) Het (*) De verdienstelyke Geneeskundige Verhandeling van den Heer Sandra, waar van men, op Bladz. 86. hier na , gewag gemaakt zal vinden, leverd reeds een openlyk bewys op van het nut, 't geen de Leerling der Artzenykunde, met opzigt tot het praktikale, uit deze voortreffelyke Stichting kan trekken.  ( 83 ) Het kan dus niet missen, of deze instelling, welke reeds in vollen bloei is, zal der Leydsche Hooge Schoole, buiten dien, byzonderlyk in den Tak der Geneeskunde, reeds zo lang door zo veele uitstekende mannen beroemd gemaakt, wederom een nieuw en des te meer uitlokkend voorrecht geven; terwyl het te verwachten is, dat de zegenende lofspraken der geenen, welke bereids van uit dit liefderyk Gesticht volkoomen hersteld zyn te rug gekeerd, en de aldaar genoten onvoorbeeldelyke verzorging als uit eenen monde met de hartelykste dankbaarheid roemen, zullen weldra zegepraalen op de geringe overblyfzels van vooroordeel of valsche schaamte, waar door misschien nog zommige zwakke Lieden zouden kunnen wederhouden worden van tot deeze heilzame inrichting hun toevlucht te neemen. PROEVEN omtrent ene KONSTKOUDE , medegedeeld door den Heer L. Bicker, Med. Doct. te Rotterdam. Op Zondag, den 4 January laatst, deed de Physische Instrumentenmaker J Cuthbertson, met my, de proef omtrent de Konstkoude, op ene opene plaats, alwaar de Thermometer stond op 10 graddn boven c. Wy zetten eerst de Thermometer in een mengzel van sneeuw en zout, waar in de Kwik niet lager daalde dan 4 graden onder 0 en bragten toen dien zelfden Thermometer schielyk over in een mengzel van sneeuw met rokenden geest van Salpeter; dog, schoon lang met het bygieten van dien geest voortvarende, konden wy de Kwik niet lager krygen dan 36 graden onder 0. Dan hier mede niet voldaan, waren wy bedagt om de proef op ene andere manier te doen; gelyk wy die ook herhaalden, op Donderdag den 8sten daaraanvolgenden , 's avonds boven de Beurs, op een der Kamers van het Bataafsch Genootschap, ten genoegen van deszelfs Leden. Men begon de proef ten 6 uren, en zy was geëindigd ten 8 uren. Men plaatste een aarden pot, gevuld met een mengzel van sneeuw en zout, buiten een der Ramen, en daar in een groot Bierglas, gevult met enkel sneeuw, waar in men een Thermometer stak en tevens een glazen Buisje met een dun bolletje, gevult met Kwik ; terwyl een andere Thermometer enigzins binnen het Raam lag, die, gedurende de proef, op 8 graden bleef staan. Door het gieten van den rokenden geest van Salpeter, in die sneeuw en rondom de buizen, zakte de Thermometer welhaast tot in de 30 graden beneden 0. Toen plaatste men in het gesmolten mengzel van sneeuw, met dien geest, een ander kleinder Bierglas, gevuld met sneeuw, waar by men weer dien geest goot , en 'er schielyk de 2 buizen in overbragt. Hier door daalde de Kwik, langzamerhand, tot by de 40 graden onder 0. Daar op zette men op nieuw in dit mengzel een nog kleinder Bierglas met sneeuw, gietende daar by al weder van gemelden geest, en 'er de buizen terstond in overbrengende. Nu daalde de Kwik tot 44 graden onder 0, en werd voor omtrent een uur in die koude gehouden, wanneer Cuthberson het Buisje 'er schielyk uit nam, op een Tafel lag, en een kleinen slag, met een hamer, op het boletje deed, het welk daar door van het pypje afbrak , en voort rolde, zonder dat de Kwik 'er uitliep; dog, door een tweeden en veel harder slag, brak het glazen bolletje, dat hy tusschen zyn duim en voorsten vinger hield, en de Kwik kreeg- eee indeuk; door nog 2 of 3 harder slagen, was zy plat geworden, en vertoonde zig als eeu vast taay metaal, dog veel zagter dan loot; maar was schielyk weder vloeybaar. — Het staat te onderzoeken, tot welk een graad van koude de Kwik stolt of bevriest; of zy door meerder koude vaster word; en of zy op de gemelde wyze tot vastheid te brengen zy, wanneer de natuurlyke koude minder is dan 8,10 of meer graden boven 0. L. Bicker. WAARNEMING omtrent ene Vrouw in haar 74ste Jaar overleden, die, gedurende 33 Jaren en 9 Maanden min 4 dagen, een Kind gedragen hadde; door den Heer Moreau, Genees- en Heelmeester te Bar-le-Duc, medegedeeld aan de Koningl. Akademie der fraaye Letteren, te Arras (overgenomen uit de Gazette Salutaire ) Mejufvrouw Deroziers, van een gezond gesteld Huisvrouw van een Apothekar in Fransch Vitri, wierd, na van tyd tot tyd 8 voldragen kinderen ter waereld gebragt te hebben, voor de 9de maal zwanger. De tyd der bevalling den Isten April of 31 Maart 1752 verschenen zynde, gevoelde zy de barens weeën, en liet ene Vroedvrouw halen. Deze, na een geruimen tyd wagtens, zig van den staat der zaken willende verzekeren, bevond, tot hare uitterste verwondering, dat zig niets tot ene ophanden staande Verlossing voordeed, en dat de mond der Lyfmoeder zeer eng en gesloten was. Het Gezin, bekommerd over dezen toestand, en deszelfs gevolgen, wierd te rade om den Heer Maille, een vermaard Heelmeester, te Chalons, te laten halen. Deze kwam den 2. April by de Vrouw en bleef zo lang de weën aanhielden, zonder enig middel te vinden, om de Verlossing te bewerken. De weën, die het water hadden doen breken, waren ongemeen sterk: de laatste inzonderheid was allerhevigst; dan, zedert, gevoelde de lyderes niet dan slegts de gewone naweën van pas bevallenen, nevens ene zwaarte in den om trek der Lendenen. De vloed, die nog zes weken duurde, deed haar dikwyls klonters zwart en stinkend bloed losen, en haar veelvuldige malen in flaauwte vallen, terwyl, intusschen, de ademhaling zeer sterk by haar was. Zes maanden na dit voorval, scheen hare gezondheid weder te keeren, blyvende zy in enen vry goeden staat, tot op het einde van het jaar: wanneer zy, na enige ongesteldheid, op nieuw door vry hevige weën wierd aangetast, die van ene storting vergezeld gingen. Na verloop van 5 of 6 weken, waren alle de toevallen verdwenen; haar gezondheid wierd ongevoelig hersteld; dan hare maandelyksche ontlastingen hielden van dien tyd af op. Zy leefde zedert nog 32 Jaren, en bleef, niettegenstaande de dikte van haar buik, hare dagelyksche bezigheden waarnemen; genietende voor 't overige enen goeden welstand, tot aan 6 Maart 1785. wanneer zy aan een Rotkoorts kwam te overlyden. Daar zy myne Moei was, en my dikwyls haar verlangen te kennen gegeven hadde, om,na haren dood, baren Medeburgeren van nut te zyn, door het licht, welk het openen van haar Lyk, over den L 2 toe  ( 84 ) toestand, waar in zy zig gedurende haar leven bevond, konde verspreiden, opende ik het Lyk , des nagts tusschen den 16 en 17 Maart, in tegenwoordigheid der Lieden van de Konst, weiken zig toen in Fransch Vitri bevonden, en van verscheidene aanzienlyke personen dier plaatse. Wy bevonden in den Onderbuik een wit Gezwel, oneffen rond, van ene aanmerkelyke hardheid, liggende deels in het Navel gewest, en deels in den Onderbuik, welken het geheel besloeg, boven het klein Bekken, rustende op het Schaambeen, wervelen der Lendenen, en het bovenste deel van het Heiligen Darmbeen (Ileum ) Dit Gezwel lag meer naar de linkerzyde dan naar de rechter, en was van boven en ter zyden bedekt door de vlottende delen, ;die zig in deze gewesten bevinden. Het voorste gedeelte was zeer sterk aan het Buikvlies vastgehegt, van het Navelgewest af tot aan het benedenste deel van den Onderbuik. Tusschen dit aangroeizel en het Gezwel bevond zig ene verzameling van Spekgezwellen, waar van de grootste slegts een koffylepel stof inhield: geen derzelven liep tot binnen door. De Nugteredarm was aan de rechterzyde met het Gezwel los verenigt, ter lengte van omtrent 18 lynen. Het Darmscheil (Mysenterium) was ook aan den linker- en agterkant, ter lengte van 1½ duim, in alle deszelfs afmetingen, daar aan vastgehegt. Het overige was geheel vry. - Het losgemaakte Gezwel hadde omtren 9 dm. middellyns en woog 5 1/4 ponden. Niet zonder veel moeite was ik in staat om enige stukjes van den harden kraakbenigen (osteo-cartilaginense) kas af te scheiden, die 'er om heen zat, en ik nam daar mede 3 a 4 ribben, een dunnen darm en verscheidene stukken van de wervelbeenderen te gelyk weg. Ik tragtte vervolgens, met de uitterste omzigtigheid, dezen kas te openen, zonder deszelfs inhoud te kwetsen: en alhoewel deszelfs hardheid my verpligtte, om van een zaag gebruik te maken , was ik gelukkig genoeg om het gehele lighaam , daar in opgesloten, te ontbloten , zonder daar aan enig letzel toe te brengen. Het was een Jongetje, vol maakt wel geschapen en voldragen. Deszelfs Leden waren kleiner en harder dan in den natuurlyken staat, en gevleescht, zonder enig beginzel van beenwordinge. Het Hoofd der Vrugt was naar boven gekeerd, het Aangezigt na voren neder gebogen, rustende op de Handen en Armen. De onderste Ledematen lagen kruislings overelkanderen rustende op den Buik, en tegen de bovenste Ledematen. In 't algemeen hadden alle de delen , onder elkanderen gedrukt, een vorm gekregen, naar mate van de ledige plaats welke zy gevonden, en den tegenstand, dien zy ontmoet hadden, zulks dezelve, op zekere plaatsen, plat en ingedrukt en, op andere, meer verheven waren. (Het Vervolg in onze eerstkomende.) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbrittanien. De Bisschop van Exeter de voorzegging van den Propheet Haggai, wegens den tweden Tempel , op de Kristelyke Kerk onlangs in ene openlyke Leerrede geduid hebbende, is daar door het geschil verlevendigt nopens de overëenstemming der genoemde voorzegging met het berigt van Josephus, wegens den opbouw van dezen Tempel door Herodes. Onder de tegenschriften op de voorn. Leerrede, verdient gene geringe aanmerking, het geschrift van T. Burgess, ten tytel voerende : Remarks on Josephus s' account of Herod's rebuilding of the temple at Jerusalem. Oxford 1788. waar in hy , met veel geleerdheid, poogt te bewyzen , dat de woorden van Josephus in genen anderen zin, dan in dien van enen nieuwen aanbouw, kunnen opgevat wor den. - Transactions of the Royal Society of Edenburg, vol. I. 1788. - gr. 4to.. Deze Maatschappy was, in 1731. slegts een Gezelschap van liefhebberen der Geneeskunde, in 1739 hield men zig, door toedoen van Maclaurin, ook met andere onderwerpen bezig. Na zyn dood bleef zy onwerkzaam , tot in 1752. wanneer men, van tyd tot tyd, natuurkundige en letterkundige Verhandelingen in het licht gaf. In 1777. werd het getal der Leden aanmerkelyk, door toedoen van den Hoogl Robertson, die ook in 1783. de Koningl. bevestiging verwierf, na welken tyd de Maatschappy in aanzien en werkzaamheid is toegenomen. In het Natuurkundig vak, behelst dit 1ste Deel, 1.Verhandeling van J. Walker , over de beweging der sappen in de Bomen. 2. Van J. Hutton, over den regen. 3. Van J. Playfier, over de verbeteringen ten aanzien der Barometers, 4. Van W. Greenfield, over het gebruik der ontkennende grootheden in de Algebra. 5. P. Wilson over de koude , welke de Ryp verzelt. 6 J. Grieve, over de bereiding van den Tartaarschen wyn, Koumisz genaamd, uit Paardenmelk. 7. T. Elliot nieuwe wyze, om den afstand der Maan van de Zon-, of ene Ster te berekenen. 8. T. Freming, berigt wegens ene zonderlinge beweging in het Meir by Kenmore 9. Waarnemingen omtrent het weder te Branxholm van 1773 tot 1783. 10. J. Hutton, beschouwing van de veranderingen der aarde. 11. J. Robinson over den loopkring en beweging van het Georgium Sidus (of Uranus.) In het Letterkundig vak heeft men: 1. Verhandeling van A. Maconochie , over den oorsprong en de beschaving der Europische wetgevingen. 2. J. Maclaurin, bewys, dat Troje door de Grieken niet veroverd zy. 3. Ode op de Volksbygelovigheid in Schotland. 4. J. Hill, over de grondstellingen der kunst, om ene Geschiedenis te schryven, toegepast op de Schriften van Tacitus 5. W. Richardson, over de Dramatische gedaante der oude Geschiedenissen. 6 J. Hunter, over den aart, de betekenis en werking der verschillende koppelwoorden ; byzonderlyk over het Grieksche h , het Latynsche at en het Engelsche too; zynde deze laatste ene uitmuntende Spraakkundige Verhandeling. Frankryk. Voyage d'Auvergne. Reize door Anvergne, door den Heer le Grand d'Aussy, Parys, 178S. 555 bladz. Dit arm Landschap heeft verscheide merkwaardigheden , welke de aandacht van ieder Reiziger verdienen. De Schryver heeft ons, bovenal ten aanzien der natuurlyke Historie, daar van een naauwkeurig berigt gegeven. Memoires pour servir a l' Histoire naturelle de la Suisse, par M. M. Reynier Struve. et Lausanne et Paris 1788. tom. I.8vo. 296 bladz. Ene Verzameling der beste Stukken, betreklyk tot de natuurlyke Historie van Zwitserland, zo uit Hoogduitscbe als Latynsche Schriften, i Duitsch-  ( 85 ) Duitschland Der Brief Jacobi übErSetst, und mit An- \ merckungen erläutert De Brief van Jacobus vertaald en door Aanmerkingen opgehelderd, door M. Ernst Friedrich Carl Rozenmuller, te Leipsig, by Goschen, 8vo. De Heer R heeft zie reeds, door zyne Vertaling van den vyfden Hymnus van Synesius, als enen jongen Geleerden, die het nog aan kunde, nog aan smaak, ontbreekt, aan de geleerde waereld vertoond; en hy kan, ook by deze Vertaling van een der schoonste gedenkstukken uit de tyden der Apostelen, op de dankbaarheid van alle die Lezeren staat maken, voor welke hy dezelve eigenlyk bestemd heeft hy bedoelde daar mede naamlyk van nut te zyn, voor hun, die voor zig geen gebruik kunnen maken van den arbeid der Hedendaagsche Uitleggeren, en die nochtans 'er belang in stellen , om in hunne kundigheden, ten aanzien van den bybel gedurig toetenemen. De Vertaling is vloeyende natuurlyk en duidelyk; ook de aan merkingen zyn gepast voor zyn oogmerk, zonder enig tooisel van geleerdheid. . Dit was ook in zo verre geheel onnodig, dewyl hy zig, by het opgeven der betekenisse, aan de verklaringen, door zynen waardigen Vader, in zyne Scholia, met bewyzen gestaafd, schynt gehouden te hebben, en aan dezelve; zo als de Recensent, door vergelyking van enige plaatzen , met genoegen bemerkt heeft.; door goed uitgezochte en ongesmukte uitdrukkingen, nog grooter aanneemlykheid heeft weten te geven. Dus vertaalt de heer R. Kap. II: 22. het welk in de Scholia verklaard was: Inservire operibus, id est, preducere bona opera, „ ziet gy hier „ uit niet, dat het gevolg van zyn geloof in goede werken , bestaan heeft?" Kap. V: 9. alleen is, buiten twyfel, aan de woorden ene verkeerde betekenis gegeven- ,, klaagt el,, kanderen uw lyden niet," (zoude de Apostel dit wel hebben willen zeggen, en dat wel met de woorden: gy mogt anders, terwyl gy klaagt, een nadelig oordeel ever uwe naasten vallen; deze active betekenis kan het woord Mt^Sn niet hebben Het zoude niet kwaad geweest zyn, indien 'er van de verklaring ,door den Heer Pott van deze brief gegeven, hier en daar enig gebruik gemaakt was. (Alg Litt. Zeitung.) juristische Bibliothek. Gottingen 1788, Van deze Rechtsgeleerde Verzameling heeft de Hoogl. Haselberg reeds 3 stukken in het licht gegeven, en zal dezelven ,ieder vierendeeljaars, met een nieuw stuk agtervolgen. Dezelve behelst deels oorsprongelyke Verhandelingen; dog meestal beoordelingen van de in dit vak nieuw uitkomende Geschriften. (Gott gel anz.) Beschreibung &c Beschryving van den huislyken, geleerden zedelyken, godsdienstigen, (taalkundigen toestand der Romeinen, in de verschillende tyd vakken dezer Natie, ƒ erfurt 1788 Iste Deel, 8vo. 534 bladz. Dit kort begrip der Romeinsche Oudheden, tot gebruik der Scholen bestemd overtreft alle andere werken, die 'er, tot nog toe, over dit onderwerp in het licht zyn gegeven, door zyne beter wysgerieer inrichting, door den voortreffelyken zamenhang der delen, en door zyne naauwkeurige uitgebreidheid Dit deel behelst de beschryving van het oude Rome; der bewoners volksverdelingen levenswyze en bezigheden; hun huislyk leven, en den toestand der Kunsten en Wetenschappen. het 2de Deel zal de openbare zeden, den godsdienst, de staats gesteldheid, de gerichts oeffeningen en het krygswezen der Romeinen bevatten. De kundige, schoon ongenoemde Schry ver heeft ten oogmerke, een soortgelyk Leerboek over de Grieksche Oudheden uit te geven, (dezelfden.) Handbuch zum gebrauch bey vorlesungen Handboek tot gebruik hy Akademische voorlezingen over de Geschiedenis der Letterkunde en der Kunst, door M J G. Dabler. Jena 1788. gr. 8vo. 796 bladz. Dit stuk, onder het opzicht van den beroemden Eichhorn vervaardigd, onderscheid zig door den nieuwen voordragt, gemaklyke inrichting, en voortreflyke aanmerkingen over de ware Geleerdheid en Letterkunde, (dezelfden) _ .. Erdbeschreibung. Geographie van Dr. A F.Busching 1ste Deel 1787 2de eel 1788. 8ste druk, te Hamburg, by Bohn. Ook in; deze uitgave van een Werk , het welk een meesterstuk in zyne soort moet genaamd worden , heeft de Schryver de jongste veranderingen, met de grootste naauwkeurigheid, aangetekend, verscheidene kleine misdagen, die men in de voorgaande uitgaven over het hoofd gezien had, verbeterd, en 'er zeer dikwyls verscheidene gewichtige byvoegzelen ingelascht; gelyk men dit reeds uit het groter getal van bladzyden kan afnemen, als zynde de tegenwoordige druk 128 bladzyden groter, dan de voorgaande. {Algemeine Litteratur zeitung. sammlung ausgewalter Poesien &c. Verzameling van oude Latynsche Dichtstukken , tot opheldering der oude Dichters , door D. Koeler, Rector te Detmold. Lemgo 1788 1ste Deel. 8vo 364 bladz. Deze Verzameling, behelzende den huwelykszang van Catullus, op Peleus en Thetis, is geschikt, om door ene goede overzetting, uitlegging van duisterheden, aanwvzing van dichterlyke schoonheden enz. de jonge lieden met de beste stukken der Ouden bekend te maken., in welk een en ander hy vry wel geslaagd is. (Gott Gel.Anz.) castelli Lexicon Syriäcum, of Syrisch Woordenboek, uitgegeven door den Geheimraad Michaëlis, 2de Deel, 4to/ Göttingen 1788 Dit deel, de laatste helft van het Alphabeth behelzende, heeft verscheiden byvoegzels en verbeteringen, welke den liefhebberen der Syrische Letterkunde aangenaam zullen zyn, te meer, wanneer de uitgever verder het geschiedkundig berigt zal mededelen, nopens dit Woordenboek en deszelfs Schryver,welk hy in de Voorrede belooft. als boven Nederlanden. 'A*ott0fy A?£tX0V. apollinii Sophistae, Lexicon graecum iliadis & odysseae Ex editione Parisiensi repetiit, recensuit & illustravit H. tollius in 8vo. 852 bladz. Leyden, by S. en J. Luchtmans, 1788 de Heer de villoison heeft, het eerst het Grieksch Lexicon van Apollonius, die ten tyde van Augustus, te Romen schynt geleefd te hebben, naar een Handschrift uit de Boekery van St. Germain des Prez, ter kennisse van het geleerd Europa gebragt De kostbare druk van Parys maakte ondertusschen dit Werk bezwaarlyk voor min vermogenden te verkrygen. De Heer Tellius heeft uit dien hoofde met dezen nieuwen druk, die zig tevens in andere opzigte aanpryst, niet weinig eers ingelegd! Men vind hier den Text van den Heer de villoison naauwkeurig gevolgd: zynde de Latynsche Over: zetting van dezen, op den kant, weggelaten als mede de ■ kostbare platen. De Aantekeningen van de Heer V. zyn by ; den text gevoegd. De Heer Tollius heeft 'er de zynen by - gedaan en aan het einde des Werks dertien Uitweidingen . over zo vele plaatsen van zyn Autheur of van Homerus laten L 3  ( 86 ) volgen. De vyfde hier van is geen van de minst belangryke: dezelve gaat over de oude Sterrekunde, en heeft ten onderwerp het 489de Vers van het 18de Boek der Iliade alwaar de Dichter van het Gesternte de Beer zegt: dat bet nimmer in den Oceaan duikt. Voorts is het Werk met 5 Platen versierd. Joachimi Sandra, Specimen Medicum Inaugurale, Historiam Peripneumonia Veree, en bujus morbte complicati cum conditione patrida casum sistens. Te Leyden, by J. S. Lucht mans, 4to 1788 De Heer Sandra heeft byzonderlyk ten doelwit, in deze Proeve voor te stellen , ene zogenaamde onzuivere Long. ontsteking {Peripneumoniam impuram), dat is, ene zodanige, welke met enige andere bykomende kwale vermengd is: en geeft bepaaldelyk, ten dien einde, na ene voorafgaande oordeelkundige Verhandeling over de ontsteking der Longen in 't algemeen, de volledige en naauwkeurige" Geschiedenis ener Longontsteking, gepaard met een begin van of neiging tot rotting. In zes Hoofdrukken is, daar toe,deze lezenswaardige Verhandeling afgedeeld: vindende men in Hoofdst. ]. ene beknopte Anatomische en Physiologische beschryving der Longen, terwyl het 11de over de afkomst des woords, nevens de juiste bepaling en onderscheiding der Longontsteking handeld. In het IIIde worden de oorzaken, in't IVde Kentekenen, in 't Vde Voortekenen, en in 't VIde Geneeswyze der ziekte aangewezen: vervattende het VII en laatste Hoofdstuk een Dagverhaal ener zodanige ziekte, welke in het Akademisch Gasthuis te Leyden, van welk heilzaam Instituut wy boven onder de Berigten breder gewag gemaakt hebben , is waargenomen. TEKENINGEN en PRENTEN. romen. De Heer Morelli een Franschman, heeft een Bad van Diana by het Maanlicht, naar den beroemden Schotschen Landschapschilder More, in 't koper gebragt. Hy arbeid thans aan een Tegenhanger, de Jagt van Diana, op enen vroegen morgenstond, verbeeldende; zullende dit Stuk met July aanstaande gereed zyn. Ieder plaat kost 2 Romeinsche Scudi. De eerste is Voortreffelyk. napels. Men ziet hier thans twee Konstplaten, die de Hr. Gmelin, een Duitscher, uit het Markgraafschap Baden-Durlach, naar Ph. Hakert, ongemeen fraay in 't koper gebragt heeft. De eerste is een Gezigt van Baja, en de twede van Puzuolo, beiden van Monte Nuovo genomen. Het Stuk komt op één Romeinsche Scudo. amsterdam. Andre AE Bonn, Anatomes & Chirurgiae, in illustre Amstelaedamensi Athenaeo, Professoris, TABULAE OSSIUM Morbosorum, precipue Thesauri Hoviani. Afbeeldingen van zieke Beenderen, voornamelyk uit het Beenkabinet van Hovius. Eerste en Twede Bundel, bevattende XIV Platen 1785. Derde Bundel, Plaat XV-XXIII. 1788. by J. C. Sepp, groot folio. De Hoogleeraar Bonn, by ene Verhandeling over het Beenweer gevoegd agter deszelfs beschryving van het Beenkabinet des Heren Hovius, twee gevolgen, zo nopens den aart van het onvoltooid Beenëelt, als van het volmaakt Beenweer, door afbeeldingen beloofd hebbende nader te zullen staven, volbrengt in deze Bundels die beloften, waar voor het niet missen kan of de beoefenaren van Genees- en Heelkunde zullen zyn Hooggel. opregten dank betuigen. De Eerste Bundel vervat een aantal van 7 ongemeen fraaye Platen, voorbeelden opleverende van zeldzaam voorkomende Wonden en Breuken van het Bekkeneel, en inzonderheid van 't Aangezigt. De Twede stelt, in een gelyk getal Platen, de verscheidenheid voor van het groeyend Beenweer, by breuke van lange Beenderen. Terwyl die van den Derden Bundel den daar mede overeenkomenden groei van nieuw been, in onderscheidene gevallen, aanwyzen. By allen worden de Beenderen in derzelver natuurlyke grootte vertoond. De Afbeeldingen zyn, naar de natuur, allernaauwkeurigst getekend, door M. Houtman, die ook ettelyken daar van in het koper gebragt beeft; terwyl de overigen door B. de Bakker gegraveerd zyn. Ene korte verklaring, zo in het Lattyn als Nederduitsch, van den Hoogl. Bonn, gaat vooraf, in elk der 3 Bundels. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. ROMEN Jufvr. Angelika Kauffman bevind zig thans in Romen, en is bezig met schilderen voor de Keizerin van Rusland en voor Boydell's Shakespeare. Voor de Keizerin heeft zy reeds afgewerkt drie grote Stukken; verbeeldende een daar van de Geschiedenis van het Kind Servius Tullius, toen-, in deszelfs slaap, een vuurvlam rondom zyn hoofd flikkerde, 't geen als een voorspel zyner aanstaande grootheid wierd aangemerkt: het twede de terugkomst van Arminius, na den nederlaag van Varus, en het derde, het Lyk van Pallas, door Aeneas aan Evander gezonden. De Heer Jacob More, een Schotsman, is mede aldaar bezig met twee Landschappen te schilderen voor den Graaf van Breadalbane dezelven verbeelden I Ene opkomende Zon, op een Lente morgen, nevens  ( 87 ) vens een Gezigt van Flora's Tempel. De Godes zit op een Kar, door gevleugelde Genien getrokken, en omringd door Nymphen: Cupido zweeft boven haar hoofd, met een Rozenkrans. 2. Ene ondergaande Zon, op een Zomer avond: hier zyn Groupen ingevoegd van Nymphen en Koornmaaayers, die een offer gereed maken voor Ceres. Camillo Guaccarini en Lorenza Laini hebben begonnen, in Miniatuur, uit te geven, de weinig bekende Schilderstukken, welken de Leerlingen van Raphaël, onder diens opzigt, op de Landhoeve Brunatti, op den Palatynschen Berg, gemaald hebben. Dezelven maken met elkanderen 18 stuks uit, zynde meest uit de Fabelgeschiedenis ontleend. Her gehele Werk kost 67 Romeinsche Sequinen. De Heer Alexander Trippel, een geboren Zwitser, zal, binnen kort, het Monument, 't geen door; hem voor den overleden Russische Graaf Chernkhew, op kosten van deszelfs Weduwe, in. Komen, vervaardigd word, openlyk aldaar ten, toon stellen Het zelve bestaat uit twee Beeltenissen iets meer dan levensgrootte, verbeeldende de Regering en de Droefheil; als mede uit een Basreliëf met beelden , en een ander met antiek Wapentuig; alles uit wit marmer van Carrara gebeiteld. De zerk, en andere Bouwkundige. Sieraadjen, uit veel gekoleurd marmer,, zyn naarde tekening van opgemelden Meester, te Petersburg, waar' het 'Monument staat opgericht te worden, gereed gemaakt. Het zelve is niet alleen het fraayste, 't geen in deze Eeuw gemaakt is, maar overtreft zelfs, wat den Styl betreft, de beste Beeldhoustukken der vorige Eeuwe. Rusland zal zig dus mogen beroemen het beste hedendaagsch Monument te bezitten , gelyk Zwitserland de eer toekomt, van den eersten Beeldhouwer van onze dagen te hebben voortgebragt. Men ziet, van de hand deszelfden Konstenaars, een zeer welgelykend marmer Borstbeeld van den Hr. Göthe. Ook is het Borstbeeld van Frederik II. in marmer reeds vaardig. Deze beide Stukken zyn voor den Keizerl. Generaal, Vorst van Waldeck. De Konstenaar is thans bezig aan een Borstbeeld van Herder, 't geen, nevens een twede van Göthe, voor den Hertog van Saxen Weimar geschikt is. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken betrekkelyk Men kan zig uit de volgende Lyst een denkbeeld vormen van de verbazende menigte van Negerslaven, die, zedert men begonnen is om van dezelven, in de Amerikaansche Volkplantingen,gebruik te maken, dat is, zedert 200 Jaren, onder den yzeren staf hunner Europesche Natuurgenoten gezugt hebben: en tegelyk daar uit zien, in welke onderscheidene mate, deze I atsten deel hebben aan enen handel, wiens onrechtvaardigheid meer en meer begint in het oog te lopen. Cooper bepaald, in zyne Brieven, het geheel getal der Negers, die in Amerika voor de Kolonisten arbeiden, op 5* Millioen. Hy rekend, dat 'er by de Amerikanen en Engelschen, gestadig in dienst gehouden worden 1,500,000 By de Franschen, • . . 400,000 Spanjaards, . . . 2,500,000 Portugeeschen, . . 1,000,000 Hollanders en Denen, • 100,000 5,500,000 Op de Engelsche West-Indische Eilanden, is derzelver aantal op Jamaika, . 174,000 Barbados, .... 50,000 Antigoa, .... 36,000 Grenada en Grenadilles, . 30,000 St. Christoffel . . . 27,000 St. Vincent, . . 4 15,000 Anguilla, Tortola enz. . 14,000 Nevis . . • 10,000 Montserrat, . . . 9,000 365,000 Alleen in den Jare 1768, wierden voor de Eilanden gekogt, door de Engelschen . 53,100 Amerikaansche Volkplanters . 6,300 Franschen .... 23,500 Hollanders . . . 11,300 Portugeschen . . . 8,700 Denen ... . 1,200 104,100 De tegenwoordige Staat, zo van Bevolking, als Krygsmagt en Inkomen, van het Koningryk Spanje , word thans in dezer voege opgegeven: Het getal van Inwoneren, in de Spaansche Bezittingen van Europa, word begroot op 10,5 Millioen. De Krygsmagt bestaat uk 74,779 man Voetknegten, en 18,360 man Paardevolk, nevens 10,208 man Koninglyke Huistroupes, behalven 33 Bataillons LandMilitie, 62 Comp. Invalides, en enige Compagnien zogenaamde Micheletti- De Zeemagt bestaat uit 76 Linieschepen, zynde 9 van 112 St 1 van 110, 3 van 94, 8 van 80, 42 van 74, 7 van 68, 2 van 64 en 4 van 53: behalven nog 42 Fregatten, 16 Chebecken enz. makende een geheel van 238 Vaartuigen van Oorlog, die met elkanderen 8984 Stukken Geschut voeren. De jaarlyksche Inkomsten van Spanje, bedragen , na aftrek van Regerings kosten in Amerika, 30 Millioenen Piasters, of ongeveer 72 Millioenen Hollands geld. Uit  (88) Uit Frankryk heeft men, dat de Wynstok aldaar, in weerwil van de strenge Koude van dezen Winter, byna niets geleden heeft: Het ongemeen zagt weer, welk op de laatste Vorst gevolgd was, gaf, op verscheidene plaatsen, reden, om op ene spoedige uitbotting van den stok te hopen. De Katoenplantaadjen, op ettelyke West-Indische Eilanden, hebben veel nadeel geleden door een soort soort van Rups. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 155: en te Haarlem 14, onder welken laatsten 5 beneden de 12 jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- EN UITlandsche boeken en geschriften, In den Boekwinkel van A. MENS Jansz. te Amsterdam ,is van de Pers gekomen EMMERIK, een geheel een geheel geheel Nieuwe Roman, naar het Hoogduitsch van Muller; 1 , 2 en 3de deel. deel. De beroemde Schryvers .der Algemeine Litteratur Zeitung, zeggen onder anderen van dit Werk: De Heer Muller heeft door zyn Siegfried van Lindenberg , en zyn Waldheim , de goedkeuring der Duitsche Natie bekomen; Emmerik moet hem nog veel meer hunne achting en liefde doen verwerven. Door een eerste Werk maakt veeltyds den Auteur een Naam, en deze Naam helpt ook zyn volgende Werken aan den man, zy zy mogen het dan verdienen of niet; dog dit kan men van den Heer Muller niet zeggen. Deze Auteur houd in zyn laatste Werken niet alleen zyn vorige verdiensten, maar steigt van trap tot trap hoger. De Karakters in deze Emmerik zyn natuurlyk geschetst, men vind hier de schoonste Aanmerkingen, over de Opvoeding, Verkering in de Waereld, Verdraagzaamheid, Spaarzaamheid, Weldadigheid en alle gezellige Deugden, vol egte Wysheid in een mannelyken styl voorgedragen." Het 4de Deel is op de Pers en zal spoedig volgen. Drukfeil, in onze vorige Nr. 36. staat de Therm. den 25 Febr. 's av. 0 gr. moet zyn 40 gr. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. barometer thermometer streek der winden der wind wind Maart luchtsgesteldheid f29. 8 34 N. N. O. 4- \ 29. 8 36 O N O. omtr. betrokken. ( 29. 8 33 N- O. ("29. 8 J 32! N. O. | betrokken 's av. Av 5- ■] 29- 8 I 34I ■ windrig met wat ( 29. 8| ! 3o| I sneeuw. ( 29. 10 285 N. N. O. byna betrokk. iets 6. < 29. 10 30' sneeuw, 's 's Avonds ( 29. p| 23I* Noord byna helder en stil. f29. 9} 26 N. N. O. omtr. betrokken 7. < 29. 10 30 O. N. O. Nam. wat sneeuw. (_29. 10 26I N. O. f29. 10 27! N. N. O. 's M. wein. sneeuw 8. < 29. 10 30Ï Voorm. bewolkt f.29. 10 24! verder betrokken. f 29. 9 2rjl ~~W Z7wT 's Morg. bewolkt 9- \ 29. 7 33 f Z. Z W. verder sneeuw L29. 4 27 Z. W. 's Av. held, en stil. ("29. 3§ 293 O. ten N. 's Morg. mistig, 10 ) 29. 3| 33§ N. O. Voorm. betrokk. / 29. 4 27 N. N. O. verder bewolkt. * 's Avonds ten 9 uren 22 1/2 1/2 f Namidd. 3 uren 37 , met harde wind uit den W. N. W. en sneeuw. Wy voegen by deze onze weeklyksche opgave , enige Waarnemingen omtrent de laagste en hoogstw standen van de Kwik , gedurende de felste Koude van Dec 1788 en Jan. dezes jaars , die ons in het uitgekomen Stuk van het Gentleman's Magazine voor de maand Febr. voorkwamen , en ons toeschenen genoeg te zyn, om dezelve in ons Blad over te nemen. - Dezelve zyn gedaan met twee goedeThermometers in de open lucht hangende , de een te Canterbury in Engeland , en de andere te Siena in Italien op de breedte v n 43 gr. 10 m. En men verzekerd , dat zy naauwkeurig zyn. Engeland Italien, Laagste hoogste Laagste hoogste stand, by stand by stand by by stand by by 1788 nagt. dag. nagt. dag. Dec.21 34 gr. 37 27 36 22 sr 3ö 27 3? 23 I5§ 28f 22 35 24 20 45 15 31 25 35 44 22 37 26 32! 44 31 30 27 2i§ 32! 29 33 28 2if 30 17 26 29 17 27 21 25 30 4! 22 15 23 31 4§ 28 10 23 1789 Jan. 1 22 38 U 28 2 2r 30 10 35 3 19 35 «S 33 4 18 3+ 25 31 5 5i 27 21 34 6 70 28 19 :;r 7 2r 26 19 3; 8 0.1 28 23 35 9 it 25 j 38 43 10 j si 32Ï 3^ 45 11 25 34 | 44 53 Te Haarlem, by A. L O O S J E S.  1789. Nö. 38. ALGEMENE -KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- E N M I N~ G E 0 E F F E N D E N. Vrydag den 20. Maart. BERIGTEN. ITALIËN. Der Republiek der Letteren heeft, op het laatst des verlopenen jaars, in dit Land, twe aanmerkelyke verliezen geleden, in de Heren Gualandris, Hoogl. der Natuurl. Historie en Kruidkunde te Mantua; en Coluri, Prof. der praktikale Geneeskonst, te Sienna; de eerste, in den bloey zyns levens, en van wiens talenten nog veel goeds te wagten was, en de laatste in het 63ste jaar zynes Ouderdoms overleden zynde. Deze was schrvver van verscheiden Verhandelingen in de Werken der Koninglyke Akademie der Wetenschappen, te Sienna, gelyk mede van een Stuk over de Inenting en meer andere belangryke Schriften. De Hoogl. Messia, te Napels, die, op kosten van het Hof, ene Reize naar de voornaamste Universiteiten van Italien deed, om het plan van een Observatorium te maken, is, onlangs, van dien togt te rug gekeerd. GROOT-BRITANNIEN. Eenige KORTE LEVENS-BYZONDERHEDEN van wylen Dr. N. Lardner, getrokken uit de bredere Beschryving van Dr Kippis; gevoegd by den nieuwen druk van Lardners Werken. De Byzonderheden van Dr. Lardners Leven, buiten aanmerking van zyn Karakter'als Schryver, kunnen in weinige 11. DEEL. regels opgegeven worden. Hy was geboren te Hawkburst, in Kent, den 6. Juny 1684. Na ontvangen onderwys in de Talen, waar in hy ongemeen spoedige vorderingen maakte, wierd hy, in de eerste plaats, na ene Dissentersche Akademie in Londen gezonden, over welke de Eerw. Dokt. J. Oldfield het opzigt hadde. Vervolgens ging hy, in zyn 16de Jaar, na Utrecht, om zyne Letteroeffeningen voort te zetten onder de beroemde Hoogleeraren Greevius, Witsius en Barman. Aldaar hield hy zig ruim 3 Jaren op, en begaf zig, schoon slegts voor korten tyd, naar Leyden. Hy kwam in 1703 in Engeland te rug, zig verder, aan zyn Vaders huis, benaarstigende, om zig tot het Predikampt, waar voor hy lust hadde, toe te rusten. Hoe bekwaam hy ook ware, predikte hy egter niet dan in 1709 voor de eerste maal, nemende by die gelegenheid zyn Text uit Rom. 1: r6. Weinige Jaren daar na, geraakte hy in het Huis van Lady Teby, nemende aldaar den post waar van Huiskapellaan en Gouverneur Van haar Zoon, welken niet onvoordeligen post hy bleef bekleden tot het Jaar 1721. wanneer de Lady kwam te overlyden. Ondertusschen predikte hy nu en dan in onderscheide Vergaderingen van Dissenters, dan gaf met zyne voordragten zo weinig genoegen, in 't algemeen , dat hy te vergeefsch op een Beroep bleef wagten ; zulks hy zig, op het overlyden van Lady Teby, in gene geringe verlegenheid bevond. In der daad de Predikstoel was voor hem de plaats niet om uit te munten of achting te verwerven. Zyn manier van opzeggen was zeer ongevallig; reeds vroeg zeer doof geworden zynde, bezat hy geen vermogen om aan zyn stem de gepaste buiging te geven, ook sprak hy vele woorden niet uit: dit maakte, dat men hem, niettegenstaande zyne grote .geleerdheid en beminnelyke deugden, met geen vermaak, en byna niet zonder verdriet, kon horen. Dan schoon de Heer Lardner geen vaste Predikantsplaats by enige Kerk bekleedde, hadde hy zig by enigen zyner Broeders Dissenters verbonden, om Dingsdags 'savonds een M Rede-  (90) Redenvoering in Old Iewry te houden. Men hadde bedongen, dat zyne Predikatien over bet bewys der Geloofwaardigheid van de Euangelie- Geschiedenis gaan zouden. Dit onderwerp handelde hy in 3 Leerredenen af: en het zelve vervolgens verder uitbreidende en agtervolgende, gaf hy in Feb. 1727. in 2 Octavo Delen, het Eerste Deel uit van ''de Geloofwaar ,,digheid der Euangelie Geschiedenis, of de voorvallen, van ,, welken in 't voorbygaan in 't N. Testam. gewag gemaakt ,, word, bevestigd door plaatsen uit oude schryvers, die ge,, lyktydig met onzen Zaligmaker of zyne Apostelen, of kort ,, na hen, leefden." Hier by kwam nog een Aanhangzel, lopende tot aan den tyd van Herodes toe. Dus wierd de Heer L. Schryver, en begon zyn Letterkundige loopbane met ongmenen roem. Bekend is het immers welk een gunstig onthaal dit Werk by de Geleerde waereld ontmoette. Niet alleen de Protestantsche Dissenters, aan welken hy naauwer verknogt was, maar de Geestelyken in 't algemeen van de Heerschende Kerk, prezen het uittermate, en deszelfs roem verspreidde zig van tyd tot tyd onder de Buitenlanders. Zo hoog liep men in 't algemeen met den Schryver, dat die van het Mareschal-Collegie van Aberdeen hem, uit eigen beweging, by een Diploma, den graad van Dokter in de Godgeleerdheid opdroegen. Met het Opstellen van deze 2, en de volgende 15 Octavo Delen, nevens de 4 dunne Quartynen, getyteld: Joodsche en Heidensche Getuigenissen, hield hy zig, gedurende 43 Jaren bezig, slegts nu en dan, in dien tyd, enige andere kleine Stukjes uitgevende. Hoe zeer ondertusschen Dr. Lardner over zyne Schriften zig toegejuicht vond, trok hy 'er slegts een gering voordeel van. Enigen der laatste delen van de Geloofwaardigheid wierden met verlies uitgegeven, en hy verkogt eindelyk het regt van Copy, nevens alle de overgeschoten gedrukte bladen, voor de geringe somme van 150 Pstr. Dan hy was minder gesteld op afzonderlyk voordeel, dan om de belangen van waarheid en deugd ten dienste te staan; en het behaagde der Goddelyke Voorzienigheid, zyn leven te rekken, tot dat hy zyn uitgestrekt plan volvoerd hadde, en het laatste Stuk, zynde het 4de Deel der Getuigenissen, in 't licht zag. In den Zomer, daar op volgenden, trof hem ene verval van kragten, die hem, binnen weinige dagen, te Hawkhurst, zyn Geboorteplaats, waar hy een klein Vaderlyk goed bezat, in het 85. jaar zynes ouderdoms, deed overlyden. Op zyn byzonder verzoek, wierd 'er gene Lykrede op hem gehouden. Zyne Nagelatene Schriften, onder anderen zyne Kettergeschiedenis, wierden, door den Eerw. Hr. Hogg van Exeter, naderhand , uitgegeven. Over het schoon Karakter van dezen groten en beminnelyken man kon veel gezegd worden. Dr. Kippis, weid, met reden, in zyne Levensbeschryving, breed hier over uit. Genoeg is het hier, alleen aan te merken, dat weinige namen meer regt hebben, om met eerbied en toejuiching in geheugen bewaard te bly ven. Zelfs Dokt. Morgan, de Schryver van The Moral Philosopher (Zedekundigen Wysgeer), hoe groot een tegenstander ook van hem, met opzigt op Godsdienstige begrippen, geeft de loffelykste getuigenis van zyne oprechtheid en bescheidenheid. FRANKRYK Latere Berigten, zedert de aankomst des Heren Lesseps, , van den Heer de la Perouse ontvangen, houden in, dat deze laatste, met zyne Medetogtgenoten, den 1. October 1787. de Haven van Avitska verlaten hadde, en zuidwaarts gestevend was, om nieuwe ontdekkingen te doen. De Heer Lepaute d'Agelet, Astronomist van den Togt, hadde waarnemingen omtrent de Lengte gedaan, met de eenvouwdige slinger, ten einde de Zwaartekragt te bepalen, in Gewesten, waar zulks nimmer voorheen geschied was. Hy was zeer voldaan over de Zeeklok van den Heer Barthoud, en hadde dezelve gesteld naar de afstanden der Maan van de Sterren, zynde hier in geholpen door den Heer d'Arbaud, een Officier van veel belovende talenten. De Heer Agelet nam de gelegenheid van hun vertoef te Avatska waar, om een Grafschrift op de Tombe te plaatsen van L. de la Croyere, Broeder des Geographist en Astronomist van dezen naam, die, in den jare 1742. aldaar kwam te overlyden, op deszelfs te rug reize van enen Togt, door de Russen, naar de Kusten van Amerika ondernomen, alwaar hy verscheiden Sterrekundige Waarnemingen gedaan hadde. De Koningl. Akademie der Geneeskunde, te Parys, heeft, in hare Vergadering van 3. Maart dezes Jaars, de Antwoorden beoordeeld, welken ingekomen waren op de Prysvrage: „ Over den aart, oorzaken en voorbehoedmiddelen ,, van de ziekten der moerassige Landen, die droog ge„ maakt worden, als Anderdaagsche-, Derdendaagsche , „ Gal- en Rotkoortsen." En aan Drie derzelven, elk een Gouden Medailje, toegewezen; en wel De Eerste Prys aan ene Latynsche Verhandeling, geschreven door den Heer L. Bicker, Med. Doct. te Rotterdam, Direkteur van 't Bataafsch Genootschap, en Lid van verscheiden Geleerde Genootschappen. De Twede aan de Verhandeling van den Heer Ramel, Med. Doct. te Aubagne, in Provence, Lid van de Akademie des Belles-Lettres, te Arras, nevens Correspondent der Akademie, en de Derde aan die van den Hr. Baumes, Med. Doct. te Nimes, Lid van de Koningl. Akademie der Wetenschappen, fraaye Letteren en Konsten, te Dyon. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Geheim Justitieraad Putter, en Dr. Kulemkamp, in Göttingen, hebben derzelver Boekeryen,de eerste met nog 3000 Thalers nevens zyn Huis, en de laatste met 2000 Thalers, aan de Universiteit aldaar gelegateerd. De Heer Dr. Ch. G. Bardt, Constistoriaal Advokaat en beroemd Praktisyn te Leipsig, is tot Syndikus der Uni-  ( 91 > Univerditeit, en Dr. Ch. G. Aubold, tot Prof. Antiquitatum Juris, aldaar, aangebeld. Ook is de Heer Stuve tot Hoogl. in de Wysbegeerte, aan het Karolinum, te Brunswyk, en de Hoogl. Gr en, tot Prof. in de Geneeskunde, op een jaarwedde van 500 Rthlr. als mede tot Stads Geneesheer, te Rostock beroepen. De Heer Eschke, behuwd Zoon van Prof. Heinike in Leipsig, heeft, met hoge goedkeuring, te Berlyn, een Instituut geopend voor Doven en Stommen, waar in dezelve in het lezen, schryven ,rekenen, spreken, als mede in den Godsdienst en Zedekunde, onderwezen worden. NEDERLANDEN. Vervolg der WAARNEMING omtrent ene Vrouw, in haar 74ste Jaar overleden, die, gedurende 33 Jaren en 9 Maanden min 4 dagen, een Kind gedragen hadde; door den heer Moreau, Genees- en Heelmeester te Bar-le Duc, medegedeeld aan de Koningl. Akademie der fraaye Letteren; te Arras. (overgenomen uit de Gazette Salutaire ) De gewrigten van dit Kind waren des niettegenstaande beweegbaar genoeg, om deszelfs Leden uit te rekken, zonder voor het breken derzelven bedugt te zyn. Het Vel was over al met een opperhuid bedekt, van ene bleke koleur, enigzins geel, en omgeven van die smerige slym, welke de kinderen gemeenlyk mede ter waereld brengen. Het was zeer hard, geel, en ontbrak op die plaatsen die aan de Kas gehegt geweest waren. De Deyen van het Kind verwyderende, zag men de Navelstreng, die styver, dunner en korter was, dan naar gewoonte. De Moederkoek, waar op de Vrugt met de billen rustte, hadde naauwlyks de helft der gewone dikte en grootte. Men vond 'er niets beenachtigs aan, en men kon volkomen de Vaten onderscheiden, die dezelve vormen, en derzelver (trekking nagaan. Drie vierde delen der binnenste oppervlakte van de Kas waren bekleed met een vlies, het geen op zekere plaatsen zeer dik was, en welk doorging tot aan de Moederkoek. Dit vlies, van binnen en buiten op de dikste plaatsen doorsnydende, wierd het allengskens kraakbenig naar de buitenste oppervlakte. De delen van de Kas, die niet aangegroeid waren, zyn effen, glad en kraakbenig; de overigen allen byna beenagtig en oneffen. Alle de Teeldelen waren wel geplaatst, en in behoorlyken staat. — Aan de Linker achterkant der Lyfmoeder, tusschen dit deel en de Rechte Darm, bespeurde ik een zeer hard Gezwel: om het welk met alle mogelyk gemak te beschouwen , ik het Schaambeen , met alle de Teeldelen en de Rechte Darm uit het Lyk wegnam. Dit Gezwel was beenagtig, eirond: het besloeg de grootte van een Hoender Ey, en zat vast aan het lighaam der Lyfmoeder, van deszelfs midden tot aan den linker kant, en van deszelfs bodem tot aan het naburig gedeelte van deszelfs hals. Aan de plaats, waar dit Gezwel hadde vastgezeten, was de Lyfmoeder ongemeen dun, gescheurd en doorboord. Men opende dit beenagtig Gezwel op de plaats, waar het aan de Lyfmoeder gehegt was, en men zag, schuins door deze opening, de Beenderen ener Vrugt van omtrent 2 o 3 maanden. Deze Beenderen waren omgeven van een soor Van dikke slym, van ene bruine rode koleur, die waarschyn lyk het gevolg was der ontbinding van het vleesch. — De Schede sloot digt op den hals der Lyfmoeder, zulks deze hals niet verder doorliep ter vorminge van 't geen men den mond der Baarmoeder of ook het Hondesnuitje noemd. De Baarmoeder was alleen zeer dik en zeer eng naar den kant waar zy zich met de schede verénigd. Het komt my voor,dat deze gesteldheid van den hals der Lyfmoeder een onoverkomelyke hinderpaal voor de Verlossing geweest hebbe; dat, gevolglyk, het Kind door de Wanden van dit inwendig deel zal doorgebroken zyn, en dat het beenagtig Gezwel, welk deze scheur toesloot, de kas geweest zy van ene Vrugt, door dezelfde opening ontkomen, en die het gevolg ener Tiende zwangerheid geweest is. Deze gisting word versterkt, door de weën, welken Mejuffr. Deroziers, een Jaar na hare valsche bevalling, op nieuw gevoelde. De voorbeelden van Kinderen , die langen tyd in den Onderbuik bewaard bleven , zyn niet zeer zeldzaam; en het is te vermoeden, dat 'er zelfs een groot getal zig zoude opdoen, indien men van allen aantekening gehouden hadde.— Chatelain verhaald, in ene Verhandeling over de Stuipen, in 1691 gedrukt, het geval ener Vrouwe van Thoulouse, die, gedurende 27 Jaren zwanger bleef, en by welker opening, men een Kind vond, buiten de Lyfmoeder, 't geen gedeeltelyk been geworden was. — Lieutaud brengt insgelyks, in zyne Historia Anatomico Medica, voorbeelden by van Vrugten,, die, enen geruimen tyd, in den Buik bleven zitten. Een derzelven, 't geen 28 Jaren opgesloten bleef, was zo hard geworden , dat inzonderheid voeten en handen in hardheid Steen gelyk waren. In de Bibliotheque Choisie de Medecine, vind men insgelyks het verhaal van drie byna dergelyke dragten. De eerste hadde 18 Jaren, en de twede 31 Jaren geduurd, de derde was de aanmerkelykste. „ Ene „ Vrouw wierd zwanger op haar 48. Jaar, en beviel niet. „ Met dezen dikken buik, die volmaakt die van ene zwan„ gere Vrouw was, wierd zy op nieuw bevrugt, en kreeg „ twee gezonde kinderen, na elkanderen." zy stierf 46 jaren na hare eerste zwangerheid; en geopend zynde, vond men in haar Buik een Kind in een soortgelyke kas als boven vermeld is, besloten (*). Ondertusschen is my van alle bezwangeringen, gelyk van Mej. Deroziers, buiten die, Welke te Thoulouse is waargenomen, geen bekend, in welke de bevruchting in de Lyfmoeder, zo als by haar, hadde plaats gegrepen. in alle de andere gevallen, waren de Kinderen elders dan in de Lyfmoeder, ontfangen. Misschien ware het mogelyk geweest de Verlossing van Mej. Deroziers te bewerken, door ene insnyding te maken aan weerskanten van den hals der Lyfmoeder: die zig, door middel van deze (*) In de Verhandelingen van de Koningl. Academie der Wetenschappen te Berlyn, voor het Jaar 1785. vind men in bet Rapport van wylen den Heer Cothenius, op de ingediende Memorie van den Heer Jacquenelle, ook gewag gemaakt van bet geval ener Vrouwe, welke;, 22 Jaren, een verdroogd Kind in den Onderbuik gedragen hadde, 't geen, in 't Hoogduitsch, door den Heer Walther, was gemeen gemaakt, en waar van ene Vertaling in de Verhandeling der Akademie, voorkomt, M 2  deze insnydingen, genoegzaam zon hebben kunnen verwyden, om doortogt aan het Kind te geven. De klonters bloed , die geloscht wierden, laten genen twyffel over of de mond der Lyfmoeder was open, en men zou 'er dus gemakkelyk enig Instrument hebben kunnen inbrengen. De Heer simon zegd in de Memoires de l'Académie royale de Chirurgie, dat de vrees voor storting den Heelmeester niet moet wederhouden, om de insnyding . in den hals der Lyfmoeder, in het werk te stellen wanneer men de Indicatie daar van ter deeg in agt genomen heeft. De Hr. Louis is van dat zelfde gevoelen en vergenoegd zig niet, met hen, die voor ene storting bedugt zyn, gerust te stellen, maar geeft ook de middelen aan de hand, om dit toeval voor te komen. Ingevalle deze Operatie niet in het werk gesteld konde worden, zal men altyd toevlugt tot de Keizerlyke snede kunnen nemen : egter behoord men daar mede niet te wagten , tot de Lyfmoeder gebroken is, overmits men daar mede als dan de toevallen, eer vermeerderen, dan verminderen zoude. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Duitschland Einige Bemerkungen über den Moralischen Charakter etc Aanmerkingen omtrent het zedelyk Karakter van den Romeinschen Geschiedschryver C. Salustius Crispus, door J. F. Roos, Profess. en eerste Leeraar aan het Akad. paedagogium te Giesse, 4to. 1788: De Heer Wieland, in de Aantekeningen by zyne vertaling der Hekelschriften van Horatius, gepoogd hebbende, om Salustius van de ongebondenheid hem door den Scholiast van Horatius, als mede door dio Cassius, te last gelegd, vry te pleiten, dienen deze Aanmerkingen voornamelyk om het gezegde van Wieland te ontzenuwen: voerende te gelyk de Schryver ene echte beschuldiging nopens verregaande hebzugt en knevelary, tegen Salust. uit het 43ste Boek van Dio aan, welke plaats den Heer Wie land schynt ontsnapt te wezen. Annalen der Britischen geschichte etc jaarboeken der Britsche Geschiedenis voor het Jaar 1788. dienende ten vervolge op de Schets van Engeland en Italien, door J: W. von Archenholz , 1ste Deel; met het portrait van den Staatsminister pit. Hamburg, by hoffmann, prys 1 Rthl. 16 gr. De heer A. wiens meesterlyke Schets van Engeland in 't algemeen zo wel bevallen is, leverd hier de nieuwste Geschiedenis van dat Ryk, in denzelfden trant, als in zyn vorig Werk, en wederom in onderscheidene Afdelingen verdeeld. De 1ste vervat den toestand van Grootbritannien tegen het einde van 1787. 2. de Geschiedenis van 't Britsche Parlement. 3. van de Regering. 4,5 en 6. der Natie. 7. handeld van Aamnerlelyke Regtsgedingen. 8 behelsd de Geschiedenis der Letterkunde zynde deze Afdelingen uit de pen van den beroem den forster in Mainz gevloeid, die hier een fraaye en volledige Schets geeft van den nieuwste staat der Wetenschappen in Engeland, en van wien men nog ene Geschiedenis der britsche konsten by een Aanhangzel op dit Deel,te wagten heeft De 3 laatste Afdelingen gaan over de Geschiedenis der Zeden, welke de Schryver een ruim veld opend, om, onder de Rubrieken; Zedenveranderingen , Eigenschappen, Deugden en Ondeugden, Bankbreuken, Zonderlingheden, Provinciale gebruiken. Weelde, Vermaken etc zo wel door ene menigte van zonderlinge Tonelen,als door nieuwe en vernuftige Aanmerkingen, de aandagt der Lezers gestadig gaande te houden Men verlangt in 't algemeen naar het vervolg van dit aangenaam en leerzaam Werk. Principia juris civilis Romano Germanici etc Beginzelen van het Roomsch Duitsch burgerlyk Recht, door C. C Hofacker. tubing 1788. 1ste Deel, 8vo. 556 bladz. De schryver heeft reeds in het Jaar 1784. beginzelen van het Romeinsch regt in t licht gegeven, en dezelven thans met die van het Duitsch Regt vermeerderd. De wyze, op welke hy deze gewigtige Stukken behandeld heeft, zal, over het geheel genomen, de goedkeuring van des kundigen, wegdragen {Cott, Gel. Anzeigen.) A.J. Retzii Fasciculus Observationum Botanicarum Quintus Leipsig 1789. fol. 32 bladz. met 3 plat. De Schryver deeld hier de beschryving en daar by zyne aanmerkingen mede, over velerleie Gewassen, waar van de meesten in Indiën verzameld zyn, (dezelfden ) . inquiritur in caussas; cur Josephus caedem puerorum Bethlemiticorum, Matth. 11: 16. narratam, Silentio praeterierit Onderzoek naar het stilzwygen van Josephus, betreffende den Kindermoord te bethlehem; zynde een Kersmis Programma van den Hoogl. Volborth. Göttingen 1788. De redenen, door hem ten aanzien van dat stilzwygen, tegen Voltaire en anderen bygebragt zyn: 1. Men kan van geen Schryver vorderen, dat hy alles verhaalt, wat 'er ten zynen tyde gebeurd is. 2. Gelyktydige Schryvers verhalen juist niet altyd dezelfde Gebeurtenissen. 3. De Kindermoord zelf stemt volkomen over een met de opgave van Josephus, wegens het Karakter van Herodes. 4. 't is onbillyk, uit het stilzwygen van één ongewyd Schryver, de Geloofwaardigheid van enen Euangelist in twyffel te trekken. 5. Herodes is waarlyk voornemens geweest, allen te doden, die het openlyk gerucht gehoor gaven. 6. De Kindermoord word door verscheiden Oudvaders, ook door Macrovius, verhaald. 7. Dezelve is ook niet zo groot geweest, als Voltaire voorgeeft, die het getal op 15000 Kinderen schat. Het getal der Ingezetenen van Bethlehem op 1000 gerekend, kunnen 'er niet wel meer, dan 10 of 12 Kinderen zyn omgebragt. Hoe ligtelyk heeft een Ge schiedschryver iets dergelyks kunnen overslaan , welk ene kleinigheid was in vergelyking van andere bloedbaden, door Herodes aangericht, (dezelfden ) Dissertations fur l'autorité Paternelle etc Zynde 3 Verhandelingen over het Vaderlyk gezag, welke, by de koninglyke Akademie der Wetenschappen te Parys, zyn bekroond geworden. Berlyn 1788 gr. 4to. 106 bladz. Deze Geschriften voldoen in alle opzigten aan de verwagting , welke de arbeid van de Heren Villaume en Damore, die de Schryvers zyn der 2 eerste, natuurlyK moet maken, gelyk ook de 3de, van enen onbekenden, niet min bydraagr, om de bepalingen van het Vaderlyk gezag van hare billyke zyde te doen kennen. (dezelfden.) ; De Vertaling dezer Verhandelingen is reeds by den boekv. G. T van Paddenburg, te Utrecht, aangekondigd..) Wie kan die Nachahmung etc Op welke wyze kan de navolging, zo wel van oude, als nieuwe vreemde Werken der Schone Wetenschappen, den Vaderlandschen smaak ontwikkelen en volmaken? Dsze was de Prysvraag der Koninglyke Akademie te Berlyn, voor 1788. De Verhandeling van den Hoogl. J. C. Schwabe ,te Stuttgard , is met den prys bekroond geworden, en, met het Accessit van enen ongenoemden, ge drukt  drukt te Berlyn, 8vo. 180 bladz. De aanmerkingen van den gen. Hoogleeraar, betreffende de oorsprongelykheid en de navolging, met derzelver bepalingen, zyn zeer naauwkeurig 'dezelfden.^ Num Tbespis tragoediae Auctor baberi possit? of Thespis voor de Uitvinder van bet Treurspel kan gehouden worden? twee openbare Strydschriften Van J. C Meno Valett, by gelegenheid, dat hy de waardigheid van Leeraar in de Wysgeerte in de Rechten verkreeg. Erlangen 1788 't Is bekend, dat Bentley de uitvinding van het Treurspel aan Tbespis toe schreef even' of zulks op éénmaal ware tot stand gekomen. Dit gevoelen poogt de Schryver te wederleggen , hier en daar met bondigheid, doch ook dikwerf met gene genoegzame klaarheid. Waarschynlyk komt Tbespis niet' meer toe, dan de uitvinding of invoering van ene tusschenspraak, op dien tyd, wanneer de Chorus rustte, (dezelfden.) TEKENINGEN en PRENTEN. PARYS Le Testament dechiré, van Leraseur, naar Grense. Het Toneel hier voorgesteld, zegt men, steunt op een ware gebeurtenis. Een Huisvader van een vry aanzienlyk vermogen had slegts .twee Kinderen zyn eigen Zoon, en aangehuwde Dochter. Met een blind vertrouwen op dezen, had hy zyn uitsterste Wil zelf geschreven zonder Notaris, en in dezelve verscheide weldadige schikkingen gemaakt. De oude man vervalt in een Slaapziekte, zodanig, dat zyn Zoon hem voor dood aanziet. Alle Huisbedienden van de hand gezonden hebbende, gaat deze,van zyn Vrouw verzeld, met een licht in de hand, naar zyn Vaders Lessenaar neemt 'er het Testament uit, leest het zelve, en verscheurt het hier op, met deze woorden- Il n'est plus. Op het ogenblik ontwaakt de Grysaart; vliegt naar hem toe, en zegt:. Arrête malbeureuxl respecte les dernieres volontés de ton Pere! De Zoon sterst van schrik in dc armen van zyn even zo dodelyk ontstclde Echtgenoot. ' Van de aangekondigde Colleciion des grands hommes de ce bede, fs de eerste Plaat verschenen: Portrait de Frederic II. Roi de Prusfé, geschilderd door Ramhtrt en in 't koper gebragt door F. Iluot, met een Lyst naar de tekening van Marillier. In groot ramo. prys 2 Liv. wenen. Alhier is een uitmuntende Plaat uitgegeven, gegraveerd door Raphaël Morghen, verbeeldende Theseus, gezeten op den verslagen Minotaurus, volgens een uitvoerige tekening van de Groep, door Antonio Canora in wit Marmer gehouwen, en den Grave van Fries toebehorende, Het byschrift is: Sic domito faevum prostavit corpore Theseus: Nequicquam vanis jactantem cornua. vernis. bern. Onder den tytel van Vues de la Sicile zyn alhier 12 Platen, door Dunker, naar tekeningen van J.P. Hackers uitgegeven, welke de merkwaardigste Ruïnen • der oudheid in Sicilien, op de plaats afgetekend, verbeelden, en zo wel den Geleerden als Kunstminnaar niet dan welkom kunnen wezen, prys 2 Daald. 12 Gr. TONEEL- en ander KONSTVERMAAK NIEUWS. Zedert zyne Keizerlyke Majesteit de onderhoudpenningen voor de Italiaansche Opera, in Wenen, heeft opgeheven ; hebben ettelyke voorname Edellieden, met hoogst deszelfs bewilliging, zig onderling verbonden, om de jaarlyksche kosten daar van te dragen. —- 'Er word thans 2 malen 's weeks op gespeeld, en jaarlyks worden 'er 18 nieuwe Stukken vertoond. Het Hof geeft het Toneel, en de klederen zyn overgenomen. Ten blyke van de ruime beloningen, waar mede de Konst, in Engeland, word aangemoedigd, en te gelvk van de verkwistende mildheid der Britten, in het stuk der' openbare vermaken en uitspanningen, diene de volgende Lyst der Wedden, voor bet tegenwoordig Saizoen, van de voornaamste Acteurs en Actrices, by de Opera van Gallini, te Londen. Pst. s.d. Signor Marchesi . 1500: 0:0 nevens een vry Benefit, e» Kamers voor zyn verblyf. Madame Gualiani . 891:13:4 nevens een Benefit. Signor Forlevesi . . 541; 13:4 met een vry Benefit. ; Balelli . . 225: 00 Graziani . . 200: 0:0 met een Benefit. > , Fineschi . . 150; 0:0 Fonczani . . 150: 00 Madame Pieltain . 200: 0 0 of een Benefit. Sestini . . 200: 0:0 of een Benefit. Sign. & Signora Delicati 520: 0:0 met een- vry Benefit. = Borselli 380: 0:0 met dito. Mons. Noverre. Balleum 735:00 met dito. Didelot . . 600 00 met dito. Madame Adelaide . 400: 0:0 met dito.en vrye Reiskosten. Mons Beaupre . . 270: 0 met een vry Benefit. Mad. Em. Colombe . 300: 0:0 met dito,en vrye Reiskosten. MonS. Duquesnay . 250: 0:0 met een vry Benefit. Madame Normand . 100: 0;0 met dito. Mons.. Goinde, twede Balletmeester . 165 met dito. Ravilli, onder Directeur. . . 150: 0:0 met dito. Signora Storace . . met dito. . Bennuci . . met dito. Madame Storace . . met vrye Reiskosten, een M 3 Lo-  ( 94 ) Loper, tot haar oppassing; kost en Logis een Benefit vry van onkosten, ('t geen op 700 Pftr. gerekend word;) een Koets tot haar dienst, zo lang zy in Londen blyft, en om daar mede te rug te reizen; zullende Signar Ravilli te Dovres wezen, om haar op te wagten. Haar wedde, schoon hier niet bepaald, als onbekend zynde, weet men, dat uitbundig is. Zy is bekend voor de eerste Danzeres. Bovengenoemde Wedden, bedragen voor zo verre dezelve bekend zyn, met elkanderen ruim 7900 Pit. Hier by 16 vrye Benefiten, ieder op 700 Pftr. gerekend, en 2 Benefiteri, die ten minsten elk 200 Pftr. moeten waard zyn, genomen, maakt de gehele Somme, buitende overige Emolu menten, die mede nog ettelyke honderde Pftr. zullen bedragen, door Gallini aan zyne Zangers en Danzers besteed, en door de Engelsche Liefhebbers van 't Toneel, ongetwyfeld met een behoorlyke winst voor den Operahouders te rug betaald, reeds ruim 17500 Pftr. of omtrent 2 Tonnen Gouds, Hollands geld. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, Tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Door het nieuwe Sleeswyksche- Holsteinsche Kanaal zyn, gedurende het Jaar 1788, 437 Inlandsche en 127 Vreemde, zamen 564 Schepen en Vaartuigen gepasseerd. Te Lissabon, zyn, in dat zelfde Jaar, 1110 Schepen gearriveerd: nam. 194 Koopvaardyvaarders en 15 Oorlogschepen, der Portugeesche Natie; 357 Koopvaarders, 18 Oorlogschepen en 19 Paketboten van Engeland; 61 Koopv. en 3 Oorlogschepen uit Frankryk; 92 Hollandsche Koopv. en 8 Oorlogschep. 32 Spaansche, 67 Deensche, 42 Zweedsche, 5 Dantziger, 4 Bremer, 3 Keiz. 65 Amerikaansche 1 Pruissische, 5 Hamburger, 1 Lubecker, 1 Russisch &c. Te Memel, 805 Schepen; waar onder 43 Deensche, 562 Engelsche, 75 Pruissische, 74 Hollandsche. 31 Zweedsche, 9 Bremer, 5 van Ostende, 2 van Papenburg, 2 van Lubeck en 2 Spaansche. In dat zelfde Jaar zyn, onder Deensche Vlag, 171 Schepen, allen uit Noorwegen, behalven 1 van Koppenhagen, te Londen aangekomen. Allen waren zy met Houtwaren bevragt, behalven een uit Noorweg. met Stokvisch, en zyn ook allen met Ballast te rug gekeerd, uitgezonderd 3, die Stukgoederen op Bergen en Ostende mede genomen hebben. Van de 69, in 1788 te Riga gearriveerde Deensche Schepen, zyn 68 van daar weder vertrokken, mede nemende voor de waarde van 644,250 Roebels aan Koopwaren, die deels naar Denemarken-, deels naar elders gevoerd zyn. Berichten uit Italien houden in, dat omtrent de Stad en in het Graafschap Nizza, alle Oranje en Citroenbomen, die onder de 7 Jaren zyn, door de koude van dezen Winter dood zyn gevrozen. Het tegenwoordig en volgend verlies,hier uit ontstaande,wierd, volgens ene matige berekening, op meer dan 11 Mill. guldens geschat. In weerwil van de belemmeringen des Oorlogs, heeft de uitvoer van Stafyzer uit Zweden, het voornaamste produkt van dat Land, in het voorleden Jaar, 236,929 Schippond bedragen ; zynde 21604 Schipp. meer dan in 1787. Daar Italien tot dus verre haar meeste Yzerwerk &c. uit Zweden trekt, heeft de Keizer, in deszelfs ltaliaansche Staten een Ordonnantie bekend laten maken, waar by Praemien van 100 tot 400 Dukaten beloofd worden, op het ontdekken van Yzer- en Steenkolen Mynen, en het aanleggen van Yzer-Ovens, Geweer- en Messen Fabrieken &c. Volgens ene Specifique opgave van den Grave van Herzberg, in deszelfs ingeleverde Memorie by de Akademie te Berlyn, maakten de sommen, die de Koning van Pruissen, zedert 1 Juny 1787 tot 1 Juny 1788. in hoogst deszelfs onderscheidene Staten, ten gemenen nutte, hadde geschonken, een geheel uit van 2 Mill, en 632,500 Thalers. Een Vaderlandslievend Gezelschap, te Koppenhagen , heeft een Plan ontworpen, om ene School van Industrie op te rigten ten einde daar in Kinderen van Arbeidslieden tot nuttige Konsthandwerkers, Fabrikanten en Arbeiders op te voeden: deszelfs doel is, om vervolgens ook een Handel Akademie aan te leggen, waar op de kinderen van meer vermogende en der aanzienlyksten, tot nuttige handeldryvende Burgers zouden kunnen gekweekt worden. Ten dien einde heeft het Genootschap reeds een Inschryving opengesteld. Uit een verslag aan het Huis der Gemeentens, van wegens de Oost-Indische Comp. in Engeland gedaan', blykt, dat zedert het Jaar 1783. tot op het tegenwoordig Jaar, De Schulden dier Comp. zyn aangegroeid met ene somma van . 5.544.363 Pft. En daar en tegen hare Goederen verminderd ter somma van 2,301,638 Hier by gevoegd zynde het nieuw opgenomen Kapitaal van 1,200,000 Wyst aan dat die Comp. zedert 1783. te lug gegaan is . 9,046,001 Men  (95) Men kan hier uit nagaan dat deze Compagnie niet minder dan 12 Mill. Ponden Sterlings nodig heeft , om aan allé hare Engagementen te voldoen. Solatium Miseris &c De Staten van Holland hebben ene Premie beloofd voor ieder Os of Koe, van buiten in deze Provintie ingevoerd wordende; 2 Vaerfen, 4 Hokkelingen en 8 Kalveren, voor een Os of Koe gerekend: te ontfangen by de respective Ontvangers der Gemene Middelen, mits op vertoon en overgave van de Paspoorten der Admiraliteits Officieren, waar uitblykt, dat het voorschreven Rundvee, hier ten Lande en in deze Provintie, van de dagtekening der Publicatie (zynde 5 Maart 1789) voor 1 July dezes Jaars zal zyn ingebragt, en dat daar voor betaald is het inkomend regt van 20 Guldens, volgens Hun H. Mog. Plakaat van 31 July 1725- Voorts hebben, by deze zelfde Publicatie, H. Ed. Gr. Mog. allen Uitvoer van Rundvee uit de Provintie verboden, op een boete van 100 Guldens, nevens verbeurtverklaring van het Vee en het Vervoertuig. Wy hebben gemeend onzen Lezeren geen ondienst te zullen doen met de mededeling van deze en gene Byzonderheden, in het laatst uitgekomen Zesde deel der Transactions van de Maatschappy, tot aanmoediging van Konsten Handwerken en Koophandel, te Londen opgeregt, voorkomende. „ De Heer White te Buttsfield, in het Graafschap van Durbam, gaat van jaar tot jaar voort met het verder uitbreiden zyner aanmerkelyke Houtplantaadjen ; hebbende, gedurende het vorig jaar (1787) niet minder dan 50 duizend Eiken op nieuw geplant, die allen ongemeen voordelig groeyen. Desgelyks hadde de Wel Eerw Heer R.Lloyd, van Ashton, in 't Graafschap Salop in den Herfst van 1784. 655440 van deze soort van Telgen gepoot, en omtrent 10 Schepels Eikels gezaaid Ondertusschen heeft dit slegts weinig te beduiden by de uitgeftrekte bepotingen door de Grave van Fise, in de Graafschappen Bamss en Murray, in Schotland, aangelegd: als die in 15 agtereenvolgende Jaren 3005 1/2 Acres (*), met onderscheidene foorten van Houtgewassen waar onder veel Eiken, schoon meest Dennen .beplant heeft, ja, dat meer is, zedert, met zo veel yver daar in voortgegaan en dermate gelukkig gedaagd is, dat hy tegenwoordig reeds omtrent 7000 Acres, die voorheen nutteloze en onbruikbare Moerassen waren, met hoge en welig groevende bomen overdekt ziet." ,, De Heer F. Dennison schryft uit Petersburg, dat het Lorkenbomen hout daar alleen tot den Scheepsbouw gebezigd word, en men 'er, te Archangel, Linie Oorlogschepen van maakt. Ook meldt de Heer Ritchie, Engelsche Chargé des affaires, te Venetien, dat men zig mede aldaar van die zelfde zoort van Bouwstoffe ten gelyken einde, bediend; waar voor deszelfs mindere zwaarte, dan die van het Eikenhout, ene (*) Een Acre is omtrent een balf Morgen, iets minder dan een Hollands Geniet. bykomende reden schynt op te leveren: zynde de Venetianen uit hoofde der ondiepten in de Adriatische Zee, verpligt, om hunne Schepen van zeer ligt hout te timmeren. Hy voegd 'er by, dat het beter tegen de lucht kan dan enig ander hout, in die Gewesten bekend, en men 'er over zulks zig veel van bediend in het maken van Buitendeuren, Heiningen, &c. die bestendig aan de open lucht bloot staan. Ondertusschen is het niet min duurzaam binnen's huis, vindende men in enige vry oude Paleizen aldaar Balken van Lorken, alzo gaaf als of zy pas gelegd waren. Met een . woord, wanneer het op sterkte en duurzaamheid aankomt, kan dit hout voor het beste en verkieslykste gerekend worden— Men kan 'er tot velerlei nuttige einden gebruik van maken, en het groeid op alle zoort van gronden, zelfs de barste niet uitgezonderd." „ Dokt. Hintor, te Northwold, geeft aan de Maatschappy berigt wegens zyne welgeslaagde Proeven met het kweken van de Chinesche Hennip. Enig ryp Zaad, den 13 Mai 1787 op een smal strookje Lands door hem gezaaid zynde, was naar wensch opgekomen, en hadde omtrent 1/3 meer, zo van Hennip als Zaad, voortgebragt dan de gewone. Hy meend, dat het kwalyk uitvallen van vorige Proeven daar aan is toe te schryven, dat het Zaad, uit China gebragt, te oud was." „ In het vak der Scheikunde, komt een berigt voor van H Schott, wegens een zoort van Loogzout, 't geen in de nabuurschap van Bombay gedolven word, en waar van ene aanmerkelyke hoeveelheid zou kunnen geleverd worden." „In dat der Handwerken word gewag gemaakt van 2 Stalen Papier van wilgebast,door den Heer Th. Greaves, by Warrington, ingeleverd. Dit zoort zou merkelyk beter koop uitkomen dan het gewone Vlaspapier, en in genoegzame hoeveelheid kunnen gemaakt worden." Wyders leest men, onder het Artykel der Werktuigkunde, ene beschryving van ene nieuwe Machine, om Hoeken te meten, uitgevonden door M. Hill van Scarborough als mede van een nieuw Werktuig om raderen en pennen in uurwerken te brengen, door J. Ridlay; een van een Wagen, om hout, over weke en moerassge gronden te vervoeren, door 3. Besant, van Westminster HISTORISCHE ZELDZAAMHEDEN en ANECDOTEN. Onder deze nieuwe Afdeling hebben wy best geordeeH, het volgend Bericht te kunnen rangfehikken; zynde het zelve, hoe eer anders de inhoud daar van eenigzins afwykt van het bepaald doel van dit ons Blad, ons van ere al te vriendelyke. en by de Geleerde waereld te zeer verdienstelyke, hand toegezonden, om 'er geoe plaats, in het zelve, voor in te ruimen. ' Zutphen. Den 29 Nov. 1783. overleedt alhier Grietje Koe/lag, in den ouderdom van byna 90 Jaren. Toen zy het 2ofle van haar leven telde, kwam zy, als dienstmaagd, in het Huis van de zeer achtingswaardige Juffrouw Johanna Ge/harda de Leeuiv van Coolwyk, welke thans den hogen ouderdom van 92 Jaren bereikt heeft, nog gezond is, en's Zomersook uitgaat. Ter eere dezer Dienstmaagd moet men aantekenen, dat zy deze Jufvrouw gedurende den langen tyd van 70 Jaren, met ene voorbeeldige trouw, yver  (96) en kloekheid gediend heeft: een geval, dat, waarschynlyk, in dezen tyd zonder weerga is. Wanneer voor 30 Jaren Juffrouw de Leeuw bemerkte, dat de kragten haar brave Meid, welke toen tot den ouderdom van 60 Jaren gekomen was, verminderden, kreeg zy egter niet in den zin, om deze van zig te verstoten; maar besloot Christina Willink, zynde een jonge Nigt van hare Meid, in huis te nemen, op dat deze hare oude Moeye in het werk zou ondersteunen, of liever, op dat ze dezelve en de Jufvrouw, die toen 62 Jaren rekende, te zamen zou dienen, gelyk Christina nu reeds 30 Jaren, met gelyken lof gedaan heeft, en daar in nog voortgaat. Dan eindelyk, verliet Grietje Koeslag, in 't laatst van het verlopen jaar, het leven, en 't bleek, welke achting de edelmoedige Jufvrouw voor hare brave Meid hadt over behouden: zy wilde niet alleen, dat twee van hare naaste Bloedverwanten den eersten rang by de Lykstasie zouden hebben; maar liet ook de overledene in haar eigen voorouderlyk Graf byzetten. Ter dezer gelegenheid vinden wy goed hier by nog te voegen, dat de gemelde waardige Jufvrouw afstamt van wylen den Wel Eerw. Heere Pieter Cornelisz Maarlant, die, in de beroemde Belegering van Leiden, de enige overgebleven Predikant der Hervormde Gemeente aldaar geweest is, en, na het ontzet, de Dank-Predikatie in de Pieterskerk voor de verloste Burgery gedaan heeft. Aan hem werdt toen ook, van Staats- of Stads wege, de Gouden Medaille, op het ontzet van Leiden geslagen, geschonken, welke langen tyd in de bewaring der Familie geweest, doch by zekere gelegenheid dezelve ontvreemd is geworden. Deze Anecdote wordt, zo veel wy weeten, in gene Vaderlandsche Historie gevonden. GEBOORTE. TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 154: in 's Hage 43 : en die der vorige aldaar 45, en te Haarlem 13, onder welken laatsten 6 beneden de 12 jaren. In het laatst verlopen Jaar zyn: Geb. Gestorv. Getr. In Brandenburg 408 Kind. 361 Pers. 93 Pr. het Stift Drontheim 5486 4357, waar onder 5 boven 100 Jaren, 1455 Elbing 671 582 146 Hanau 356 435 91 Manheim 705 864 179 Potsdam 847 722 243 Stuttgardt 730 631 Warschauw 3649 3149 828 Stift Wyburg 1758 1551 528 OPENBARE VERKOPINGEN van boe KERYEN EN KONSTVERZAMELINGEN» Te Rotterdam zal op Maandag 30 Maart 1789. en volgende dagen, ten Huize van de Overledenen, op de Hoogstraat aldaar, door de Stads Vendumeesters de Wed. Constant en van Ryp, publiek verkogt worden Ene VERZAMELING van gekoleurde en ongekoleurde TEKENINGEN, door de beroemdste Nederlandsche en andere Meesters, als mede ene Collectie van uitmuntende PRENTKONST , en enige Konstige SCHILDERYEN, BOETSEERZELS en KONSTKASSEN; verzameld en Nagelaten door wylen den Wel Ed. Gest. Heer en Mr. J. W. Lormier, Heer van Kethel en Spaland, Oud Raad en Oud Burgermeester der Stad Rotterdam etc. De Catalogus is, voor 2 stuivers aan den Armen, te bekomen op het Comptoir van de Vendu, en by G. A Arrenberg, Boekverkoper te Rotterdam, als mede by de Konst- en Boekhandelaars in de verdere voornaamste Steden. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. baro- ther- streek Maart me mome- der luchtsge ter. ter. wind. steldheid. 29. 4 *2S I O. N. O. " 11. 29. 2§ 27I O. ten N. betrokken. ( 29. 2 24 I O. N. O. f 2g. i§ ~~fi8 Z. ten O dun b. 's N. fw. sn 12. 29. 1* 30 Z. ten W. 's Av. h. damp. stil, (,20. 3 **i8 Zuid na 10 uren sw. sn. f29 3 f Mi Z. O. betr even Nam sw. 13. ^29. o§ 281 O. Z. O. sn. met hard. wind, (,28. ri| 33 Z. ten W. 's Av. byna held. f 29- ö 37I Zuid betr. 's M. iets sn. 14. 29. o| 40 Z ten W. verd. wein. r. 's Av. 1*9- ij 32 _ stil held. en N. ligt. f'29. 25 33 Oost V. byna held Nam. 15- 29. 2| 43 N. O. bew 's Av. betr. en (.29. 4 34 O. N. O. windr. met w. reg. C29. 5 34 N. N. O. betrokk. 's Morg. 16. -j 29. 53 3s 's Avonds windrig. (,29. 6S 3'- ■ ■ f-29. 7 33 N. N. O. Voorm. omtr. betr. 29. 7 35 N. N. W. verder bewolkt , 29. 7 25! West 's Avonds stil. * 's Morgens quartier voor 6 uren 18 gr. + 's Morgens 6 uren 20 gr. $ 's Namiddags N. W. * * Op den gewonen tyd der Waarneming, zynde ten 10 uren, was het 18 gr. dog een quartier vroeger stond de Therm. op 16 gr. ,waar na dezelve ging ryzen met sneeuw, en kwam 'snagts ten 12 uren op 24 gr. \ \ 's Morgens 6 uren 22 gr. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 39. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE; VOOR MEER- EN MIN-GEOEFENDEN Vrydag den 27. Maart. BERIGTEN. ITALIEN. De Paus heeft, kortlings, deszelfs Pio-Clementynsch Musaeum, met een ongemeen fraay Stuk, uit het Paleis van Fiano, tot enen hogen prys gekogt, en slegts weinig bekend, verrykt. Het zelve bestaat in een Basrelief met 11 Beelden, byna van Levensgrootte. De Kop pen zyn in de 16de Eeuwe meesterlyk opgehaald.— De Kleding is voortreffelyk, en een werk van de beste Keizerlyke tyden. Het Stuk verbeeld ene Offerhande. . Een Kolossaal Standbeeld van Alexander is naar Napels vervoerd, om aldaar tot versiering der Stad geplaatst te worden. Men hoopt, dat die vervoering beter slagen zal dan die van den Herkules en de Stier van Farnese, die beiden vry wat geleden hebben. GROOT-BRITANNIEN. Enige Werklieden, op Vrydag den 13 Maart 1. 1. bezig zynde aan enige verbeteringen, in de St. George's Kapel, te Windsor bevonden de Vloer aan zekeren kant een weinig ingevallen, wanneer zy, de Stenen opnemende, een scheur ontdekten in een gewelfde Grafkelder. Dieper gravende, vonden zy wel dra een Kist, welke, uit de Inscriptie, op dezelven gehouwen, de Koningl. overblyfzels van Eduard den IVden bleek te bevatten. II. deel. De Heren Joseph Banks, Dokt. Hirschel, en Lord Mornington , nevens de Kannuniken van Windsor , en andere Heren , waren tegenwoordig, toen het Deksel van de Kist geligd wierd. 's Vorsten Lyk lag nog in deszelfs geheel, de Gelaatstrekken waren nog wel te onderkennen, en het Kleed, 't geen gedeeltelyk van Kant gemaakt was, vond men weinig of niet verouderd. Men schryft het een en ander daar aan toe, dat het Lyk, in een toebereid vogt, geheel onder gelegd was. De Hr. Banks heeft ene kleine hoeveelheid van dit vogt mede genomen, om het zelve, in tegenwoordigheid van de Leden der Koningl. Maatschappy, te analyseren. Men weet uit de oude Jaarboeken, dat Eduard, den 9. April 1483. aan ene Koortsziekte, te Windsor overleden is, doch men zogt tot dus verre vrugteloos, naar zyne Grafstede. FRANKRYK De Heer Viel de Saint-Maux, oud Officier der Artillerie, en Krygs-Architect, staat nog in deze lopende maand Maart, een aanvang te nemen, met 3 malen in de Week, van 10 uren 's morgens, tot 1 uren na den middag, Lessen te geven in de Konst van Oorlogen, waar in hy de Theorie of beginzels van deze gewigtige Konst voornemens is te ontvouwen: zullende in zyn eerste Lessen over de Militaire Topographie, en vervolgens over de Artillerie, Militaire Architecture en de Tactica handelen. Ook heeft hy ten oogmerk, om ene uitgelezene Boekery te verzamelen, alleen voor Militairen dienende, die dagelyks open staan  staan zal, en waar by men tevens de nodige Tekeningen, Modellen en al wat tot de Krygskunde nodig is, zal kunnen' vinden. Dit Instituut kan als een soort van een Kabinet van Bellona beschouwd, en, tot zekere hoogte gebragt, zeer belangryk worden. NEDERLANDEN. Haerlem. Hoe algemeen bekend de grote naam van Dr. Hirschel ook moge wezen, en hoe wyd de roem zyner uitgevondene Sterrekundige Werktuigen en Waarnemingen zig ook verspreid hebbe, zyn 'er egter misschien maar weinigen, buiten Engeland, die ene genoegzame kennis dragen, zo wegens zyn persoon als de inrichting zyner Telescopen. Velen ongetwyffeld houden Hirschel voor een gebooren Engelschman, en weten niet hoe verre zyn oorsprongelyke aanleg van den verheven baan afweek, welke hy zedert, tot zo veel verwondering, en met zo algemene toejuiching bewandelde: en waar op hy, oneindig verder, dan een enige zyner voorgangeren gevorderd is. De byzondere inrichting en structure zyner Kunstwerktuigen word ook, ongetwyffeld, niet dan door die weinigen, welken gelegenheid hadden, om des aangaande nader onderregt te worden, juist begrepen. Bekend is het, dat de gewone Telescopen, naar mate van derzelver meerder vergrotingen, ook daar door de Waarnemingen van verafstaande Voorwerpen moeielyker maken: overmits die vergrotingen de middelstof of lucht, naar evenredigheid, verdikken, en, langs dien weg, een zo veel zwaarder nevel verspreiden over de aangehaalde voorwerpen, die,aan de ene zyde, het klaar gezicht van dezelve zo zeer belemmerd, als zy, buiten deze tusschenkomende oorzaak, zig meer duidelyk en naauwkeurig zouden opdoen. Die genen derhalven, die van Hirschel's verbeterde Telescopen, byzonderlyk van zyne laatst uitgevondene, en de daar mede gedane ontdekkingen, horen, moeten, in den eersten opslage, verlegen staan, om by zig zelven reden te geven van de juistheid en naauwkeurigbeid zyner Waarnemingen. Een nader verslag aangaande het een en ander, kan dus niet dan hoogst aangenaam wezen, by zulken onzer Lezeren, die hier by slegts het geringste belang stellen- Een onzer begunstigers,een Land genoot en Vriend van den Heer Hirschel, die, in den laatsten Zomer van 17-88. in Engeland zynde, hem aan zyn Huis een bezoek gaf, zyn Observatorium en Werktuigen met eigen ogen zag, en de nodige opheldering omtrent alles uit zyn eigen mond ontfing en aantekende, heeft ons hier toe wel willen instaat stellen; en ons gaarne veroorlofd, ons Blad te verryken met dit zyn belangtyk BERICHT aangaande Dr Hirschel en deszelfs Sterkundige Werktuigen De heer W. Hirschel, een Duitscher, uit Hannover, van geboorte, kwam, ettelyke Jaren geleden, in Engeland, om door de Muzyk zyn Fortuin te maken. Hy speelde de Dwarsfluit, en zette zig te Londen neder, om lessen te geven. — Daar zynde, viel zyn levendige en vindingryke geest, wiens aanleg ene meer verhevene bestemming hadde, op het denkbeeld der verbetering van de Telescopen en de uitbreiding van Sterrekundige Waarnemingen, langs dezen weg. Zyne welgelukkende pogingen, die alle gewenschte aanmoedigingen ontvingen, deeden hem van tyd tot tyd meer aanziens en eers verwerven. De Koningl. Maatschappy der Wetenschappen nam hem gaarne tot haar Medelid aan, en, ten einde het hem aan gene genoegzame middelen en vermogens ontbreken mogte, om de benodigde toestellen te bekostigen, werd hem, door den Koning, ene aanzienlyke jaarwedde toegevoegd. Zig dus, geheel onbelemmerd, aan deze nieuwe bezigheid overgevende, rustte hy niet, voor dat zyn scheppend vernuft, als 't ware, ene menigte van nieuwe Sterrehemels,en, in dezelve, duizenden van nieuwe Waereldstelzels, hadde ten voorschyn gebragt. Thans woond hy, te Slough, twee Engelsche Mylen van Windsor, op een eigen Landgoed. Hy is een ongemeen vriendelyk, beleefd en zagtaartig man; zynde van middelbare Jaren, en in het Najaar van 1788. voor de eerste maal gehuuwd. Zyne Zuster, die, gelyk haar Broeder, ene zeer zeldzame Genie bezit, en hem steeds, in zyne Waarnemingen, behulpzaam is, woond zedert ettelyke Jaren by hem in. Vlak voor deszelfs Huis staat, op ene gróte-vlakte van gesneden grasgrond, zyn Observatorium, het geen de door hem nieuw uitgevonden grote Telescoop bevat, opgericht: welks aanschouwen een ieder, die het gebruik daar van kent, met een trillende aandoening doordringen moet. Konstkeuneren en Liefhebberen kan het niet dan aangenaam wezen, daar van ene naauwkeurige beschryving te ontfangen. Dit grootste zyner Konsttuigen, 't 'geen in den Jare 1788 gereed geworden is, heeft, beneden aan den grond, enen omtrek van 180 voeten; lopende ter hoogte van 60 voeten, Pyramidaalswyze, op, en wegende 80 duizend ponden. Ondanks deze zwaarte echter, kan het zelve, uit hoofde van het ongemeen ligte en daar voor passende werktuiglyk stel, door slegts één mensch in alle richtingen bewogen worden. Binnen dit Gevaarte hangt een yzeren Buis, van 40 voeten lengte, en van 4 voet 10 dm. in Diameter.; wegende 6000 pond. Deze Buis is, van boven naar den Hemel, geheel open, doch van onderen, door enen'Metalen Spiegel, die ongemeen fyn geslepen en gepolyst is, gesloten.' 'Men heeft een geheel Jaar werk, om zulk een Spiegel,te bearbeiden, en gereed zynde, komen de kosten daar van op 500 Pftr. te staan. Deze is van 4 voet 2 duim diameter, en 4 duim dik; zynde 2500 pond zwaar. Tot elk Telescoop behoren 2 Spiegels, die elkanderen kunnen afwisselen, om reden, dat het Metaal, aan de vrye open lucht bloot staande, met den "tyd beslaat, en dus telkens op nieuw gepolyst diend te worden. Beneden op den grond, zyn, van binnen aan weerskanten van den Buis, twee vertrekjes gemaakt: in een van welken de nodige Uurwerken, Graadbogen en verdere Gereedschappen, geplaatst zyn; terwyl in het ander het werktuiglyk stel voor de zwaarste beweging van het Konsttuig zig bevind. In het eerste zit iemand, gedurende de Waarnemingen,die, 't geen ontdekt word optekend; wordende het zelve hem van  ( 99 ) NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbritannien. Tbe Works of Nathanael Lardner &c. De Werken van N. Lardner, D. D behelzende de Geloofwaardigheid. der Euangelie Geschiedenis; Joodsche en Heidenscbe Getuigenissen; Ketter Historie nevens zyne Leerredenen en Verhandelingen, met algemene Tydrekenkundigen Tafels en breedvoerige Registers. In het 1ste Deel gaat vooraf het Leven van den Schryver, door A. Kippis, D. D. F. R. S. en S. A. in II Delen, 8vo. prys voor de Intekenaars 3 Pstr. 3 s. te Londen, by Jobnson 1788. Deze is de eerste volledige druk der belangryke Schriften van enen verdienstelyken man, dien men niet ongepast den eernaam van „Prins „ der Hedendaagsche Godgeleerden," heeft toegevoegd. De onderscheidene Stukken, hier nu in II Delen by een verzameld, waren afzonderlyk van tyd tot tyd, de meesten gedurende het leven van Dr. Lardner, en enige weinigen na zynen dood, in 't licht gekomen. Men had thans een nieuwen druk-nodig, zynde het grote Werk, over de Geloofwaardigheid der Euangelie Geschiedenis, zeer schaars geworden en aanmerkelyk in prys gestegen en zommigen zyner Verhandelingen geheel niet te krygen. Deze laatsten mogen dus enigermate als nieuwe Schriften beschouwd worden; in het byzonder de Proeve over bet Mosaïsch verhaal der Scheppinge, en den Val des Menschen: waar van de gehele oplage, uit hoofde der ongelukkige lotgevallen van den Boekhandelaar, was verloren geraakt. Niets nieuws echter komt in dezen druk voor, behalven het Leven des Schryvers, door Dr. Kippis opgesteld, waar by een Aanhangzel gevoegd is, enige Brieven behelzende tusschen Dr. Lardner en Dr. Waddington, Bisschop van Chichester, Dr. Secker, op dien tyd Bisschop van Oxford, en naderhand Aartsbisschop van Canterbury, Lord Barrington, Dokt. Morgan , Dr. Chandler en Dr. Doddridge, gewisseld, nevens enige belangryke Papieren, waar onder een over de betwiste ' plaats van Josepbus, door den Eerw. Henley aan Dr. Kippis medegedeeld. . De Heer Cole, die de uitgave bezorgd heeft, verdiend niet weinig danks, zo voor zyne oplettenheid en moeite, daar by aangewend en voor het verbeteren der oorsprongelyke Spelling, naar de Hedendaagsche regels der Spraakkonst,als voor zyne aanwyzingen van het Deel en de Bladzyde der eerde druk, boven aan de bladzyden van deze: en niet minder voor zyne breedvoerige Registers. 'Monthly Review.) Sketches of Society and Manners in Portugal &c- Schetsen van de Maatschappy en Zeden in Portugal. In enen reeks van Brieven van A. W. Costigan, Schidk Kapitein er Iersche Brigade in dienst van Spanje, aan zynen Broeder, in Londen. 8vo. 2 Delen, prys 10 f. 6 d. Verner 1788. In weerwil der ingevlogte Romaneske Historien en liefdes gevallen, welke, in den eersten oplage deze Reisbeschryving het voorkomen van een versierde Geschiedenis geven, is 'er egter gene reden om den inhoud in 't algemeen in twyffel te trekken: terwyl het merendeel ene nuttige en aangename onderrigting aan de hand geeft byzonderlyk met N 2 be Van boven, door middel van een spreekhoorn of buis, die tot aan onderen toe loopt, medegedeeld: gelyk deze persoon wederkerig, langs dien weg, al 't geen hy waarneemd, te rug roept. De Waarnemer zit boven aan den yzeren Buis, waar nog voor omtrent 6 Personen zitplaatsen zyn, ziet, door een kleinen Kyker, die aan den binnen rand van dezen Buis vast gemaakt is, naar beneden in den Spiegel, en beschouwd,op deze wyze,den daar in schynende Sterrenhemel: de Spiegel zo veel lichts opnemende en te rug kaatzende, dat men, in den donkerden Nagt,op de 40 voeten afstands duidelyk in een boek kan lezen. — De Waarnemingen, zo boven als beneden, worden, by afwisseling door den Hr. Hirschel, of zyne Zuster gedaan: schoon de laatste doorgaans beneden zit. Hirschel gebruikt deze grote Machine of Telescoop, alleen om de verste Sterren te ontdekken en waar te nemen; gelyk hy 'er dan ook reeds over de 400 nieuwe Sterrehopen of Verzamelingen, door hem Sterren Hemels geheten, mede ontdekt hebt, welken bykans het voorkomen van den Melkweg hebben, en waar van elk van ene ledige donkere ruimte omgeven is. Nader by zynde Sterren echter kan hy daar mede niet waarnemen, uit hoofde van het sterk licht, 't geen de Spiegel te rug kaatst; gebruikende hy hier toe een kleiner Machine, die, in alles, de helft der grootte ven de eerste heeft. Met dezen Telescoop of Spiegel, zag hy het eerst 80 nieuwe Sterren Hemels, die aan niemand bekend waren, nog ook geloofd wierden te bestaan schoon de grote Lambert derzelver aanwezen gistte. Voor de naastte Sterren, gelyk mede voor de Maan, bediend hy zig van een nog kleiner, waar van de buis slegts 10 voeten lang en de Spiegel van 1 voet Diameter is, zynde deze volgens de gewone manier der Newtoniaansche Kykers ingerigt. Ondertusschen kan hy , ook hier mede, wegens het te glansryk schynzel der Mane, dezen Hemelbol, alleen 3 dagen voor, en 3 dagen na Nieuwe Maan, beschouwen, zynde 'er dan nog enigen tyd nodig, om de ogen aan het sterke licht te doen gewennen. Met dezen kleinen Spiegel zag Hirschel dat allermerkwaardigst verschynzel van enen brandenden Berg, klaar en duidelyk, aan den rand der Maanschyf. De vergrotingen van deze nieuw uitgevondene Telescopen verschillen weinig of niets van belang, van de gewone bekenden. Derzelver byzondere werking is alleen en voornamelyk daar aan toe te schryven. I. Dat het licht, slegts met enen enkelen hoek, in het oog te rug valt. 2. Dat de grote omtrek {Peripherie) .van den Spiegel zo veel meer lichts opneemd, waar uit natuurlykerwyze ene meer duidelyke vertoning der Voorwerpen ontstaat en 3. dat men tevens een "breder vak aan het Firmament daar mede overzien kan. Wanneer, by voorb. met enen gewonen Kyker of Telescoop gene Sterren te zien zyn, zal men,zelfs met de kleinste •van Hirschel, ene menigte, zeer duidelyk ontwaar worden. In de diepte des Hemels, zag Hirschel, in een der Sterrehopen, gedurende den tyd van slegts 15 minuten, een aantal van 1600 Sterren, voorby zynen middelsten Spiegel van 2 voeten gaan.  (100) betrekking tot het Ryk en de Natie der Portugezen; hare Levenswyze en Zeden, (Monthly Review) A View of Ancient History &c. Beschouwing der Oude Geschiedenis; vervattende den voortgang der Letterkunde en fraaye Konsten, door W. Rutherford, D. D. 1ste Deel, 8vo. 7 sch. te Londen, by Murray 1788. Slegts weinigen onzer hedendaagsche Schryvers, die getragt hebben om de Geschiedenis met de Wysgeerte te verenigen, zyn daar in zo gelukkig geslaagd als de Schryver van het voor handen zynde Werk. De Heer Rutherford heeft uit de gebrekkige en duistere verhalen, die in de Schriften der ouden verspreid zyn, met zo veel vernuft als oordeel, zulke byzonderheden beknopt by een getrokken, als de meeste oplettenheid verdienen. Zonder den Lezer met langwyle kritische navorschingen te overladen, geeft hy het kort begrip van zyn eigene nasporingen op, in ene meesterlyke Schets, waarby waarschynlyke voorvallen geredelyk van verdichtsels kunnen onderscheiden worden, en doet zyn verdag van Gebeurtenissen, op de oordeelkundigste wyze, gepaard gaan met ene beschouwing der vordering van de Regering, den Godsdienst, de Wetenschappen, Konsten, Zeden en gebruiken, in elk Land. Dit Eerste Deel handeld over de zaken van Egypten, Assyrien, Persien, Phoenicien en Judea, nevens die van Griekenland, tot aan het einde van den eersten Persischen Oorlog. (Monthly Review) The Amicable Quixote &c. De vriendelyke Quixote, of de Geestdryvery der Vriendschap, 12mo. 4 Delen, 10 sch. Londen, by Walter, 1788. Dit zonderling werk is niet zonder ongemene verdiensten. De Schryver geeft blyken van grote bedrevenheid in 's menschen handelingen: en van niet weinig vernuft in de manier, waar op zommige voorvallen ingevoerd worden. Deze en gene loopjes egter, hoe fraay en gepast ook ingevlogten, maken juist het werk niet beter: en niettegenstaande alle de inschikking, welke men voor het Ouixotschap kan vergen, zyn verscheidene omstandigheden, in welken deze en gene personen zich hier opdoen, onnatuurlyk en ettelyke karakters niet weinig overdreven. Ondertusschen schynen deze misslagen by den anders bekwamen Schryver meer uit ene al te levendige verbeelding, dan uit gebrek aan smaak en genie, voortgesproten te zyn; terwyl zy rykelyk opgewogen worden, door de verstandige aanmerkingen en het leerzaam onderrigt, 't geen men, by 't doorbladeren, allerwege zal aantreffen. (Monthly Review.) TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Onder den volgenden Tytel, komen hier de merkwaardigste voorvallen der Geschiedenis van Frankryk, in 24 bladen, te voorschyn: Tableaux des François, qui se sont signalés par des actions d'éclat, ou Recueil d'Estampes, de neuf pouces & demi de hauteur , sur un pied de largeur, avec une Description Historique des événemens, ou se trouvent la date & les noms des Héros, qui en sont le sujet. Zie hier de onderwerpen der vier eerste onlangs uitgegevene Platen. 1. Philip pe-Auguste deposant sa couronne sur un autel, a la veille de donner Bataille. 2. La Bataille de Bourines en 1214. 3. Le devouement des bourgeois de Calais, en 1346. 4. Reddition de la ville de Calais, en 1346. Ieder Plaat kost in Parys, by den Graveerder Vidal, 3 Liv. Faits memorables des Empereurs de la Chine, tirés des Annales Chinoises, met 24 Platen naar de oorspron gelyke Chinesche tekeningen uit het Kabinet van den Heere Bertin, in 4to. a 12 Liv. Sur papier velin en feuilles, 18 Liv. Sur papier d'Hollande peint a l'aquarelle, 48 Liv. Men levert ze ook op groot papier, als een aanhangzel op de Batailles de la Chine, tot 18 Liv. Verzelt van een goede ophelderende Beschryving, zyn ze zeer geschikt om ons een denkbeeld te geven van de Chinesche Zeden. De eerste 12 Platen zien reeds het licht, en zullen welhaast van de overigen gevolgd worden. Het Graveeryzer van le Grand, heeft op nieuws geleverd : Frutiere d'Arcadie en Bergere d'Arcadie, elk, in 't zwart 15, en gekleurd 36 f. en nog Flora en Amuse, elk, in 't zwart 30 f. en gekleurd 3 Liv. Les soins merités, naar Lavrince, gegraveerd door den jongen Delannay, (prys 3 Liv.) kan gevoegd worden by de Consolation de l'absence en andere Platen van dezelfde grootte, naar denzelfden Meester, door den ouden Delannay. On y va deux, en Il n'est plus tems; is het onderschrift van 2 Platen, naar Lavrince en Sinevreau, beiden door Steph. Benossi gegraveerd. Prys in het zwart of bruin 30 f. gekleurd 3 Liv. Vues d'une Ferme, près Cenicour ; ■— d'un Jardin Anglois ; — d'une Laiterie pres le Gros Caillou; & du Moulin de Monteville; verschynen in 4 Platen van le Sueur, elk voor den prys van 1 Liv. 16f. frankfort aan den main. Van de 42 Plans van alle de Veldslagen, ,Attacques, Belegeringen &c. gedurende den Zevenjarigen Duitschen Oorlog, door den Boekhandelaar Jüger, by Intekening, in den voorleden Jare aangekondigd (zie Alg- Konst en Lett. Bode, I. D. bladz. 79.) is thans de eerste Afgifte van 10 Plans, in gr. folio, gedaan: vervattende de Veldslagen van Görlitz, Gröss-Jägerndorf, Luttermberg, Rosbach, Creveld, Middelperle, Gruningen, Praag en Bergen. Dezelven zyn nagezien door, en onder opzigt uitgegeven van den Hr. Rosch, Artillery-Kapitein by den Hertog van Wurtemberg, nevens Lektor der Krygskunde aan de Carls school  ( 101 ) school te Stutgardt: zynde in 't koper gebragt doorde voornaamste Konstgraveerders in Frankfort. Tekening, Gravure, Afzetting en Papier, verdiend aanpryzing. Elk Plan beslaat een groot Blad, waar van de eerste bladzyde den Tytel vervat, de Twede ene volledige en naauwkeurige Verklaring, in twee kolommen, Fransch en Hoogduitsch. van de Letters, die op. het daar tegen overstaande Plan, bladz.3. gevonden worden. De twede Afgifte staat, binnen weinige weken te volgen: bly vende intusschen de Intekening tegen 4 Dukaten voor het gehele Werk, nog open staan. berlyn. Het laatste Levenstoneel van den onsterflyke Dichter en Held, den Pruissischen Majoor van Kleist, is, een en andermaal, door de meesterlykè hand van D. Chodowiecki, in tekening gebragt. Zyne eerste tekening in 't klein wierd door hem vervaardigd voor de Militaire Almanach van 1787. Vervolgens maakte hy een groter en uitvoeriger voor de jaarlyksche tentoonstelling der Koningl. Konst-Akademie. En zedert heeft hy nog enige verbeteringen en veranderingen aan de laatste gemaakt, zo dat dezelve een van zyne beste en meest uitgewerkte stukken zy. Deze is thans, door den Plaatsnyder Berger, in het koper geëtst: en wel met zodanigen goeden uitslag, dat de Heer Chodowiecki zyn genoegen daar over betuigd heeft. Het Toneel is in den Nagt, na den Moedigen slag by Kunersdorf. Kletst was onder de Gekwetsten op het Slagveld blyven liggen. Tegen den'avond,hadden stropende Kosakken, die naar buit zogten, den zwaar gewonden Held gevonden, hem naakt uitgekleed, en in een moeras geworpen. Hier was de edele ziel blyven liggen en in enen zagten en gerusten slaap gevallen. Eenige Russiscbe Husaren vonden hem, 's nagts, in dezen toestand, haalden hem op het droge, lagen hem by hun Wachtvuur, op een weinig Stroo, doende hoofd en beenen op een doden Eik leunen. Zy bedekten den zieltogenden met enen Mantel, zetten hem een Hoed op, en plaatsten brood en water by hem. Een der Hussaren stak hem een Achtgrössen stuk töe:'Kleist wees'het van de hand, maar de Hussaar wierp het geld, met ene edelaartige ontevredenheid op den Mantel des Gekwetsten, en reed met zyne Spitsbroeders heen. Dit een en ander ziet men afgebeeld in deze Konstplaat, die ten opschrift voerd: Major von Kleist, auf dem Schlachtfelde, bey Kunersdorf den 12. August. 1759. gezeichnet von Daniël Chodowieki. versertigt von Friedr. Berger 1789. Deze Plaat is 1 voet en 1 duim hoog, en 1 voet en 10 duim breed; men kan, naar welgevallen, zwarte of bruin gekoleurde Afdrukzels daar van krygen, tot den matigen prys van 4 Rthl. Brandenb, Courant of 7 Guld. 'Hollands. Dezelve zyn te bekomen byden Plaatsnyder, en by den Heer Chodowiecki. Buitenlanders zyn verpligt de Brieven te frankeren, en boven den gestelden prys 8 gr. voor het inpakken, by te voegen. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN. Beschryvïng van een nieuw Planetarium, uitgevonden en vervaardigd, door den Heer Didier, in Londen. De Aetheroeides bestaan uit drie fraaye Glazen Bollen , van omtrent vyf voeten omtreks. Deze zyn gevuld met een vloèystof, van ene schone Hemelsblaauwe koleur, waar in de Planeten, die van goud en zilver gemaakt zyn, hangen; en dat wel op zulk ene keurige wyze, dat men zeer naauw moet toekyken, om te ontdekken, waar mede zy opgehouden worden; ook is de specificque zwaarte dier Kloten zo juist in agt genomen, dat zy, zonder de minste slingering, of hortende beweging, derzelver kringen omlopen; terwyl zy, stil gehouden wordende, nog elkanderen stoten, nog onder één warren. _ De snelheid der Planeten staat in ene juiste evenredigheid met derzelver omloop- tyden; en de gehele betrekkelyke beweging kan, naar welgevallen, versneld of vertraagd worden. Deze vertoning der Hemelsche Lighamen is ingerigt, om den Aanschouwer meer verhevene begrippen te doen vormen van het Zonnestelzel, dan enig Orrery, tot nog toe gemaakt,in staat is te doen: aangezien de naauwkeurigste en meest zamengestelde van deze Werktuigen, aan ene vlakte bepaald, slegts op ene onvolkomene wyze,dat geen. kan aantonen, welk meer naauwkeurig, in een diagrairima, op het papier, kan betoogd worden. Ook kan nimmer enig Orrery voor naauwe berekeningen dienen: zynde de beste daar aan niet toereikende. In zulke gevallen zal ieder verstandig Astronomist de Rekenkunde en Driehoeksmeting te bate nemen. Het Planetarium van den Heer Didier heeft het voordeel van het dankbeeld ener oneindige ruimte klaar aan 's menschen verstand te brengen, , en dus het vooroordeel te doen afleggen, 't geen de woorden op- en nederwaarts tegen het algemeen stelzel inboezemden; de Hemelkloten zig volmaakt los en onbelemmerd, vry van alle zichtbare werktuiglyke krast, vertonende. De lagere Planeten zyn op gepaste afstanden ge N 3 plaatst,  ( 102 ) plaatst, en derzelver grootheden in ene juiste evenredigheid genomen. De hogere Planeten zyn, op gelyke wyze, met betrekking tot elkanderen ingerigt, en derzelver Manen, zeer aartig, toegesteld. De ring rondom Saturnus vertoond zig geheel los van de kloot, en de nieuw ontdekte Planeet Uranus, op ene verren afstand van Saturnus. Wanneer de Planeten in derzelver kringen omlopen, bespeurd men duidelyk derzelver middenpuntschuwende kragt, en kan men zig een klaar begrip vormen van haar naaststen en versten afstand van de Zon. De oppositie, conjunctie, nevens den voortgang, schynbare teruggang en stilstand der Planeten laat zig op ene verwonderlyke wyze zien, terwyl de uitdrukkingen van Derde en Zesde deels Aspect, zig gemakkelyk aan het verstand laten brengen, vermits de Voetstukken der glazen met de Tekens van den 'Dierenriem versierd zyn, en de Zonne Cirkel graadswyze verdeeld is, ten einde met den loopkring derAarde in de Bol te corresponderen. De klootswyze voet van elk Glas rust op een invatzel van Mahognyhout, staande voor een hemelsblaauw toneel, met pylaren en regelmatig geörneerd. Het 'Werktuiglyke, 't geen het geheel in beweging houd, is boven elk Glas,maar onder een kroonwerk Verborgen. Het zelve staat vast, en kan alleen door de hand, die het in beweging brengt, omgevoerd worden; ook kan men die beweging, zo lang men wil doen voortduren. By de vertoning egter duurd deze beweging omtrent 20 minuten, gedurende welken tyd Merkurius 54 omlopen volbrengt, omlop. Tek. gr. min. Venus ♦ . . 21 6 II 31 De Aarde met haar Maan .13 0 2 8 Mars 6 1 2- 55 Jupiter . . . I I 4 43 Saturnus . . . 0 5 8 50 Uranus . . 0 1 25 41 De berekening was zelfs voor seconden gemaakt, die nogthans in deze opgave weggelaten zyn, als met het oog niet onderscheiden kunnende worden. En hier by kan men niet ongepast aanmerken, dat dit het eerste Orrery is, waar in men Uranus gebragt heeft, met twee van zyne Trauwanten. Ter linkerzyde van dezen middelsten Bol, die het generale stelzel bevat, staat een Glas van gelyke grootte , gemonteerd als een Tellurium waar in zig alleen de Zon, Aarde en Maan bevinden. Hier legt onze Planeet haren weg rondom de Zon af, in enen zigtbaren Middelpuntschuwenden loop. De Aarde is aan hare Polen afhellende, en behoud haren zelfden afstand, wyzende zeer natuurlyk de veranderingen van Jaargetyden, en de onderscheidene trappen van licht en schaduw aan De Maan zig om de Aarde bewegende,met ene nauwkeurige afwyking en insgelyks ene middelpuntschuwende kragt aanwyzende, verklaard, langs dien weg, de Eclipsen, terwyl men hare knopen duidelyk bespeurd, en Nieuwe en Volle Maan zig in dezen omloop klaar vertonen. Het derde Glas vervat het gehele stelzel, in rust gebragt, door het welk een Staartster afdaald en om de Zon heen loopt, in een parabolische kromme lyn, met ene versnelling op hare nadering aan de Zon, en ene tragere beweging by hare terugkering : alles door schynbare Lugtgewesten-, gelyk zulks in de natuur plaats heeft. De loopkring, dien zy beslaat is overeenkomstig met dien van de in dit "Jaar verwagt wordende Komeet, als voor dezelfde gehouden wordende, welke in de Jaren 1360 en 1532 zig vertoonde. En hier zyn wederom, gelyk in de overige Glazen, de middelen van ophouding van zo ongemeen fyne stoffe, dat men ze niet dan van zeer naby kan ontdekken,, en dat nog wel uit een afzonderlyken hoek. Alles beweegt zig onderscheiden, zonder verwarring en zo ongemeen zagt, dat men gemakkelyk daar uit de reden kan naargaan, waarom wy niet in staat zyn, de beweging te gevoelen der Planeet, waar op wy ons bevinden. De Heer Didier, laat op gezette tyden, aan een klein getal Aanschouweren te gelyk, dit zyn nieuw uitgevonden Konsttuig zien,'er tevens de vereischte onderregting en verklaring, by wege van lesgeving * byvoegende. TONEEL- en ander KONSTVERMAAK NIEUWS. Op Vrydag, den 6 Maart, is, op het Fransch Toneel-, te 'Parys, voor de eerstemaal vertoond: auguste & Théodore ou les deux Pages, Blyspel, in Twe Bedryven: rymeloos De Inhoud van dit Stukje, 'tgeen niet dan ene navolging is van ene Hoogduitsche kleine Drama, is uit de volgende Anecdote getrokken. — „ Frederik (overleden Koning van Pruissen) roerde l ,, eens de schel, zonder dat 'er iemand voor den ; „ dag kwam: hy opende zyn Kamerdeur en vond zyn ,, Page in een Armstoel zitten te slapen: naar hem „ toetredende, met oogmerk om hem wakker te ma„ ker, zag hy een stuk van een Brief uit zyn zak hangen. Nieuwsgierig om te weten, wat dezelve inhield,haalde hy dien verder uit en las hem. Het „ was een Brief van de Moeder des Jongmans, hem ! „ bedankende voor het toezenden van een gedeelte „ zyner wedde, voor haar onderhoud in hare be„ behoefte. Het slot was, dat God hem voor die „ zyn goed gedrag zoude zegenen. De Koning, den brief  ( 103 brief gelezen hebbende, ging zagtkens naar zyn ,, Kamer, nam een rolletje Dukaten, en stak het met „ den Brief in de zak van den Page. In zyn Kamer „ te rug gekeerd zynde, schelde hy zo hard, dat de „ Page wakker wierd en binnen trad. Gy hebt ter deeg geslagen voegde hem de Vorst toe. De Page ,', wildee zig verschonen. In zyne bedremmeldheid „ stak hy, toevallig, de hand in zyn zak, en voelde, niet zonder verbaasdheid, het rolletje. Hy haalde , het uit, wierd bleek, en zag den Koning aan, te ' gelyk in tranen uitbarstende, zonder een woord te „ kunnen spreken. wat is dit? sprak de Koning, „ wat scheelt u? Ach Sire! zeide de Jongman, „ terwyl hy zig op de knieën wierp, men tragt my „ te bederven: Ik weet niet, hoe ik aan dit Geld kome, „ t geen ik in myn zak vinde. — Beste maat, sprak ,, Frederik, God zend ons dikwyls het goede toe , in den „ slaap Zend dit aan uwe Moeder, groet haar van „ my., en verzeker haar, dat ik voor u en haar zal ,, zorgen" dit vrolyk en aangenaam Blyspel, is met veel toejuiching ten Tonele gevoerd. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- EN Veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en FAbrieken, betrekkelyk. In Saxen, staan, naar een ontworpen Plan van de kundigen Konstwerker en Mechanicus Mende,' te: Freyberg* a|le stromen met elkanderen verenigd en : vaarbaar gemaakt te worden, zynde hier voor reeds een somme van 3 Mill. Th', bestemd. De Regeringsraad en Kreitshoofdman, Ridder van Bienenberg, te praag, heeft een Vorst-afleider uitgevonden, door middel van welken, de bloeizems der Bomen, voor invallende Nagtvorsten, volkomen beveiligd worden. Hy heeft daar van de volgende Beschryving medegedeeld. „ Deze Vorst-Afleiders bestaan uit Stro of Hennipzeel; 't geen om den stam des Booms geslagen, en waar van het ene einde in een pot met bronwater gehangen word; egter in dier voege, dat het niet enkel op het water dryft, maar in 't water geheel afhangt, 't geen door middel van een Steen, daar aan gebonden, geschieden kan. Men kan deze Afleiders van verscheiden Bomen, die naast elkanderen staan, of aan Latwerk gebonden zyn, in één en dezelfde Pot brengen, mits de voorzorg gebruikende, dat men de Pot in de vrye lucht, en niet onder de takken van de Bomen, zette, ten einde de Vorst ,zonder belemmering, naar dezelve afgeleid, en door het water aangetrokken worde." „Zulk een behoedmiddel is byzonderlyk dienstig voor Vroegdragers of zulke Bomen, die, in 't voorjaar, of met of zonder uitspruiting van bladeren , bloeizem geven, en in de Maanden Maart en April voor bevriezen bloot staan." De Heer Bienenberg heeft daar omtrent proeven genomen; byzonder in het Jaar 1787. wanneer zyne Abrikosen reeds in 't begin van Maart aan 't bloeyen raakten, en hy, tegelyk zyne Afleiders daar aanhing'Er vielen 6 a 8 sterke Nagtvorsten, dog, in weerwil hier van, bleven de bloeizens in goeden staat en zetteden Vrugt, zo dat hy het genoegen hadde, om van 7 Bomen, 16 schok schone en doorrypen Abrikosen te plukken; terwyl ondertusschen abrikosen in andere Tuinen ,'bevrozen waren. Ten einde zig volkomen aangaande de werking dezer Afleiders te verzekeren, plaatste hy, hier en daar, by dezelven en in de vrye lucht,andere Potten, die met water gevuld waren, bekeek dagelyks, 's morgens vroeg, de dikte van het ys, en bevond, daar deze, in die potten slegts een strohalm hield, het ys in die potten, waar in de Afleiders hingen, een vinger dik was, waar uit het onderscheid bleek van de by een getrokken, tegen de verspreide, Vorst. Berichten uit Frankfort aan den Main, houden in, dat de wyngaarden, daar omstreeks, genoegzaam allen dood gevrozen zyn. — In Italien hebben de Olyven insgelyks veel geleden, en men zag een slegt gewas van deze Vrugt aldaar voor uit. De Sterfte, onder het Vee, is, in het Koningryk Napels, wegens de strenge koude, zeer groot geweest. Volgens opgave van zommige publieke Geschriften, zouden de Keizerlyke Inkomsten, gedurende het laatste Jaar, zo uit de Schattingen, als Bergwerken, Zoutmynen en andere Regalia, ene somma van 100 Mill. 400,000 Duitsche Guldens, bedragen hebben, BERICHT nopens een nieuwe soort van KOOLPLANT briefswyze medegedeeld door den Abt de Commerell , Lid der Koningl. Maatschappy van Landbouw te Parys, aan doct lettsom te Londen, (overgenomen uit het Gentleman's Magazine.) ,; Binnen kort sta ik het Publiek verslag te geven wegens ene Nieuwe Plant, dienstig voor Beestenvoeder, als mede om 'er Oly van te maken, die ik, zedert ettelyke Jaren, gecultiveerd hebbe, en Waar mede ik, te Parys, herhaalde proeven deed, en wel, in het laatste Jaar, onder toezigt van de Koningl. Maatschappy des Landbouws. De strenge Winter, dien wy pas geleden doorgestaan hebben, en die ene menigte Raapzaad en Boerenkool (Colsa) deed dood vriezen, heeft geen het minste nadeel aan myn Plant toegebragt, het geen een bewys opleverd, dat dezelve de felste koude wederstaan kan. Ware het my mogelyk geweest, om ene ge-  (104) genoegzame hoeveelheid Zaad te winnen, ik zou 'er reeds aan het Publiek kennis van gegeven hebben, vermits men, by het ontdekken van ene Plant, ook Zaad aan anderen diend aan te bieden, om 'er proeven mede te nemen. Een myner Correspondenten in Duitschland, berigt my, dat hy in staat is om my ongeveer 400 ponden van dit Zaad te bezorgen , tegen 6 Liv. 12 f per pond, te Frankfort te ontvangen. De vragt tot Parys kan nog 10 of 12 f. per pond meer belopen, zo dat ik het hier, tegen 7 Liv. 4 f. het pond zou kunnen leveren. Deze Plant is een soort van Wilde Kool, die 4, 5 of 6 malen kan gesneden worden, op het Jaar, wanneer zy gezaaid is. Elke snêe brengt zo veel aan als die van Klaver of Lucerne; Men laat het vervolgens staan voor den Winter. Omtrent de maand February spruit het op nieuw uit, en als dan kunnen de bladeren weder gesneden worden. Dan in de maand April begint het sterk te groeyen, schiet in stengels op, en draagd Zaad, 't geen in Juny ryp is. In't eerste Jaar schiet deze Koolplant gene stengels, de bladeren spruiten dan onmiddelyk uit den grond op, zo dat men ze als Gras kan maayen, men kan 'er ook Hooi van winnen. De Bladeren reiken ter lengte van 10, 12 of 15 duim, en zyn 6 of 8 duim breed. Zy hebben den bitteren of kruidigen smaak niet van andere Koolbladeren. Dezelve verschaffen een smakelyk Moes voor de menschen, gedurende het gehele Jaar, en insgelyks een gezond en rykelyk voeder, voor allerlei soort van Vee. Het blyft 'er altyd even graag na, en de Melk smaakt 'er niet na. Deze Plant brengt niet alleen overvloediger, maar ook kloeker, Zaad voort, dan de Kool- of Raapzaad planten: de Oly daar van geperst, is ook beter dan de gewone RaapOly, ja komt zelfs zeer na aan de gemene Boom Oly, volgens het oordeel van kundige Lieden. Ik geve 'er den naam aan van Snykool (Choux a faucher). Men kan 'er een derde deel Oly meer uit halen, dan uit het Raapzaad, naar evenredigheid van den grond, die beiden de Planten beslaan. Het Zaad kan zo wel in 't Voor- als in het Najaar gezaaid worden &c. De Abt DE COMMERELL. Parys, op de Abdy van St. Victor Feb. 4. 1789. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week , is geweest: te Amsterdam 18 : en te Haarlem 18, onder welken laatsten 9 beneden de 12 Jaren. In Stiermarkt, zyn, gedurende het laatstverlopen Jaar, 19139 Kinderen geboren,22441 Personen gest.en 5026 Paren getrouwd; zynde van de eersten 6071, van de tweden 8566,en van de derden 1180 minder, dan in het Jaar 1787. Op het Dorpje Pillneur, in Cumberland, leeft thans een gemeen Arbeidsman, met name William Marchall, zynde een reizende Ketellapper, die 116 Jaren oud is, en nog dagelyks zyne bezigheden waarneemd. OPENBARE VERKOPINGEN van boe keryen en konstverzamelingen. In de maand April, zullen de Boekverkopers P. en J. Holstein, te Rotterdam, ten Huize van den Overledenen, in de Wynstraat, Verkopen: ene uitmuntende VERZAMELING van Grieksche, Latynsche, Fransche en Nederduitsche BOEKEN, in velerleye Wetenschappen, waar onder vele Kapitale Werken uitmunten, en onder dezelve ene schone Collectie der beste drukken van de Grieksche en Latynsche Autheuren, alles op het zindelykste geconditioneerd en Gebonden in Schilpadde en Fransche Banden. Als mede een fraay KABINET van NATUUR en WISKUNDIGE WERKTUIGEN, alles zeer zindelyk gemaakt door de beroemste Meesters, en volgens de nieuwste verbeteringen, waar onder vele kostbare Stukken; alles nagelaten door wylen den Heer Pieter van Zwieten, Med, Doct. Directeur en Secretaris van 't Bataafsch Genootschap der Proeföndervindelyke Wysbegeerte, te Rotterdam. NB. De Instrumenten zullen op Dingsdag 14 April 1789. en de Boeken den 16 dito, en volgende dagen, verkogt worden. De Catalogus is alom, voor 2 stuiv. aan den armen, te bekomen. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789. Baro- ther- streek Maart me- mome- der luchtsge ter. ter. wind. steldheid, (29. 5½ 35½ Z. O. 18. 29. 4½ 40 Z. Z. O. bewolkt. 29. 5 31 Oost 29 6 31½ N. O. Voorm. bewolkt 19. 29. 6½ 32½ N. N. O. Nam. betr. iets sn. 29 7½ *25½ - 's Avonds helder. 29 7 31 Z. Z. O. Voorm. bewolkt 20. 29. 6 36½ Z. ten O. verder byna betr. 29 3½ 34 Zuid 's Avonds sneeuw. 29 2½ 38½ W. N. W. betrokk. Voorm. 21. 29. 3½ 39 N. W. harde wind. 29. 6½ 33½ N N. W 29. 5 34½ O. ten Z. 's Morg sneeuw 22. 29. 3 38 Oost verder regen. 29. 2½ 35 29 4½ 35½ N. N. O. betrokk. 's Avonds 23. 29. 6 37 N ten O. byna helder. 29. 9 30 N. ten W. 29. 10 34½ N ten W. wolken,'s Avonds 24. 29. 10 36½ W. N W. helder en stil. 29 9½ 24 N. W. * 's Nagts 2 uren 20½ Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789 No 40 ALGEMENE KONST- en LETTERBODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN Vrydag den 3. April. BERIGTEN. ZWEDEN. Onder de verstandige maatregelen, die hier van tyd tot tyd genomen worden, om den verderflyken invloed der Dweperyen en herssenschimmen van de zogenaamde Zwedenborgianen, meest kragtdadig, te keer te gaan, mag byzonderlyk de opregting gerekend worden van zeker Genootschap te Stockholm, onder de Zinspreuk: Pro sensu Communi (voor het gezond menschenverstand.) De Leden van dit Genootschap houden, gelyk die van andere Maatschappyen van Wetenschap, hunne gewone en buitengewone byeenkomsten, geven Prysvragen op over de Dichtkonst, Welsprekenheid en Wysbegeerte, enz. . De jaarlyksche grote of plegtige Vergadering valt in op den 29. Aug. den Geboortedag des Britschen Wysgeers, den onsterflyken Locke: welke dag als voor eeuwig gedenkwaardig zynde, voor het verstandig gedeelte van heel Europa, opzettelyk, hier toe gekozen is. GROOT-BRITTANNIEN. By de Universiteit, te Edinburg, staat een nieuw Professoraat ingevoerd te worden, om Lessen over den Landbouw te geven. Dr. J. E. Smith, tegenwoordige Eigenaar van de II. deel. Boekery en het Kabinet van Linnaus, staat, binnenkort ene naauwkeurige en uitvoerige beschryving n 't licht te geven, van enige zeldzame Planten uit den Herbarius Linnaeanus, waarvan tot nog toe gene Aftekeningen gemaakt waren. Men wagt het eerste Stukje, 't geen 25 Platen zal beslaan, nog in deze maand April. De Heer Robertson zal, zo dra de Amerikaansche Constitutie gevestigd is, zyne Geschiedenis van NoordAmerika, waar mede hy dus lange gewagt heeft, in 't licht geven, en wel met zodanige verbeteringen, als hem het langdurig uitstel heeft kunnen opleveren. Dr. Hirschel heeft thans zyn Apparatus, ter waarnemingen van de Kometen, in volkomene gereedheid. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Hoogl. Assmann, te Wittenberg, die reeds, in de Lente van 1786. ene Reize naar het Reuzengebergte (in Silesien, naar den kant van Moravien) gedaan hadde, ten einde aldaar onderscheidene mineralogische en andere nasporingen te doen, heeft zedert, aangemoedigd geworden zynde door de ondersteuning des Keurvorsts van Saxen, die dezen Natuurkenner ene jaarwedde van 100 Ryksd. hadde toegevoegd, in de maanden July, Augustus en September des vorigen Jaars, deze Reize herhaald, en wel met het beste gevolg. Hy heeft reeds een kort verslag, by wege O van  ( 106 ) van Inleiding, tot een breder verhaal, onder den tytel van: De Itinere per Montes Sudetos Facto in het licht gegeven, 't geen niet heeft kunnen missen het verlangen naar zyne meer omstandige Reisbeschryving te vergroten. Het Gouvernement van Bohemen heeft een prys van 25 Dukaten, uit het Fonds van het Keiz. Kon. Oeconomisch Genootschap beloofd, aan den genen, die voor het einde der maand September dezes jaars, het beste Lesboek, voor het nieuw in te voeren Collegie der Huishoudelyke Wetenschappen aan de'Universiteit te Praag, zal inleveren. Zullende tevens het voordeel 't geen de uitgave in druk mag opleveren, nevens de overblyvende Exemplaren,aan den Schryver worden uitgekeerd. NEDERLANDEN. Amsterdam 31 Maart. Het geluk ener Natie hangt er zeker af van de deugd en verlichte kunde des Volks; het bezef hier van heeft enige weldenkende Menschen vrienden bewogen, om ene Maatschappy op te richten, welke algemeen bekend is, onder den titel der Maatschappy: Tot Nut van't algemeen. De vermeerdering der Godsdienstige, Zedelyke en Huishoudkundige begrippen van den geringere Burger en de beschaving van het schoolwezen ten doe hebbende, kon het niet missen, of zy moest enigermate in hare edele pogingen slagen. — Zy bragt het ook reeds zo ver, dat enige aanzienlyke Departemententen in de onderscheiden plaatsen onzes Vaderlands, yverig hare werkzaamheden ondersteunen, terwyl het gunstig vertier harer werkjes, in een eenvoudigen styl geschreven, en voor een geringen prys verkogt wordende, niet weinig den yver der Bestuurders doet aanwakkeren. Dan,daar niets zo nodig is, dan ene verdere en aanhoudende uitbreiding harer werkzaamheden, nodigt zy by dezen alle ware Beminnaars des Vaderlands uit, óm, met ene zo geringe toelage, als de Maatschappy van hare Leden vordert, in een ontwerp deel te nemen, dat, naar mate het door velen ondersteund en begunstigd wordt, ook zo veel te meer van nut kan zyn voor Nederlandsch Ingezetenen. Zulke edelmoedige Menschenvrienden, welke wegens den aart en inrichting dezer Maatschappy nader onderricht willen zyn, kunnen zich, in persoon of schriftelyk, behalven by den ondergetekenden , ook vervoegen by de Heren 3. C. Boeker te Dordrecht, A. Loosjes Pz. te Haarlem, Dan. Hovens, Leeraar der Doopsgezinden of G. J. Loncq te Leyden, P.N. Jut of J. Kantelaar, rustend Predikant, te Amsterdam, J de Visscher, Predikant, of G. ten Brummeler te Gouda, C. van Vollenhoven 3z. of II. van Salk te Rotterdam, F. Voorhout of P. de Goede te Alkmaar, G. Sant Not. en Proc. te Hoorn, , S P. Ham te Woerden, P. van Dokkenburg, Leeraar der Doopsgezinden, te Koog, P. Koekebakker te Westzaan, W. Bolding te Buiksloot, J. Nieuwenbuyzen, Leeraar der Doopsgezinden, te Monnikendam, 3. A. Hoekstra, Leeraar der Doopsgezinden, te Utrecht, D. Stoop,Heelmeester te Bode graven, J.Wigeri, Predikant in de Beverwyk, H. H. ten, Oever, Predikant in 's Bosch, J. J. van Doorne, Predikant te Kampen, J. Watervliet te Middelburg. Zullende wyders eerstdaags gratis Berichten te bekomen" zyn by de Boekhandelaren H Keyzer, A. Fokke Sz. en C. de Vries, te Amsteld. D. du Mortier en Zoon, te Leyden, en J. de Lange, te Deventer, Drukkers der Maatschappy. Uit naam der Maatschappy M. NJEUWENHUYZEN, Med. Dr. Secretaris. Haerlem. De Heer Dr. van Marum, alhier, heeft ene aanmerkelyke verbetering aan de Vrywers by de Electriseer-Machine uitgevonden; waar van wy eerlang, onzen Lezeren, een nader en breder verslag zullen tragten te geven. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Denemarken. Reize nach Guinea &c. Reize naar Guinea en de Caribaische Eilanden , door P. E Iferts. Koppenb. by Mertborst 1788. 8vo. 3715 bladz. De berigten wegens den aard der bewoners, den Slavenhandel en de natuurlyke Geschiedenis dezer Gewesten, in 12 Brieven medegedeeld, hebben allen schyn van waarheid en doen den Schryver als enen opmerkzamen beschouwer kennen. Dat men zig hier ten Lande nog dagelyks bevlytigt, om, vooral, door de mededeling der belangrykste Stukken van andere Natiën, ook den smaak der onze te verbeteren , blykt onder anderen, uit twe nieuwe vertalingen, te Koppenhagen by den Boekhandelaar Proft, onlangs uitgekomen, namelyk het eerste deel van Campe's Ontdekking van Amerika, en de Merkwaardige Levensgeschiedenis van den Vryheer van der Trenk, het eerste door den Heere E. C. Randrup, het tweede door een ongenoemden, overgezet. Spanje. Los diez libros de Architectura de M. Vutrivio polion, raducidos del Latin y comentados, door Don Jofeph Ortiz ,y Sanz, te Madrid 1787. fol. Vitruvius behoort onder die oude schryvers, die door zyn ongewoon duister Latyn,en gebrek aan tekeningen of platen, welke tot opheldering zyner aanmerkingen over de Bouwkunde zouden behoren, in het algemeen niet begrepen Wordt. Onder Lodewyk XIV. gaf zig de Heer Perraut hier omtrent ene ongelooflyke moeite,- dog moest nog vele duistere plaatsen overlaten. De Heer Ortiz nam, in den Jare 1777. dezen Schryver ernstig onder handen; reisde, ter bekoming van meerdere ophelderingen, in het volgend Jaar, naar Italien, en bragt,onder de edelmoedige bescherming van den Koning van Spanje, zynen arbeid tot die volmaaktheid, dat zyne overzetting de goedkeuring van alle kenners verdraagt. De uitgave is zeer prachtig en er zyn 56 kopere platen bygevoegd, om de mening van den ouden Schryver zo veel verstaanbarer te maken. ITALIEN By Giovanni Desiden, zal een Verzameling van Griekscbe Schryveren, in het Italiaansch vertaald, worden uitgegeven Men zal met de Historieschryvers een aanvang naken. De  ( 107 ) De reeds te voren aangekondigde nieuwe uitgave van Eulers Institutiones Calculi Differentialis is te Pavia in 2 Delen, in 8vo. in 't licHt gekomen. Zy is niet alleen als nadruk van een zeer zeldzaam en onontbeerlyk werk, maar ook door de aantekeningen van den Heer Speroni, onder opzicht van den beroemden G. Fontana, en door ene bygevoegde Verhandeling van Euler, de Functionibus inexplicabilibus, door deszelfs Zoon, aan den Heer Fontana medegedeeld, en hier vertaald, aanpryzingswaardig Die Verhandeling is een der honderd en drie en-tachtig Verhandelingen, welken euler aan de Petersburgsche Akademie heeft nagelaten. Ephemerides Astronomicae Mediolanenses, 1788 et 89. Dezelven zyn door den Heer de Cesaris berekend, en 'er zyn zeer gewigtige Wis en Sterrekundige Verhandelingen van de Heren de Cesaris, Reggio, Oriani en Allodi, bygevoegd. Bibliografia Storico - Critica dell' Architettura Civile ed Arti Subalterne, door den Abt Angelo Comolli. Rome 1788. 4to. vol. 1. Een nuttig en wel uitgevoerd Werk. Grootbritannien. The Poëtic of Aristotle etc De Gedichten van Aristoteles, uit het Grieksch vertaald, met Aantekeningen; door H. J. Peye, Schildk. 8vc. Londen, by Stockdale 1788. 4 sch. Deze is de eerste goede vertaling in 't Engelsch van Aristoteles Gedichten, waar van men zo veel hoord spreken, en die zo weinig gelezen worden. De Fransche overzetting van Dacier, met breedvoerige en geleerde Aantekeningen verrykt, en langen tyd by de Letterkundige waereld hoog geschat, is, ten aanzien van fraaiheid en netheid, by deze niet te vergelyken. Men mag egter hopen, dat Engeland eerlang op een werk van gelyke waarde zal mogen roemen, zedert de Heer Peye ene doorgaande uitlegging beloofd heeft, met voorbeelden opgehelderd uit het hedendaagsch en byzonderlyk het Engelsch Toneelspel. (Monthly Review.) Lettres and Papers on Agriculture etc Brieven en Geschriften over den Landbouw, etc verzameld uit het Correspondentieboek der Maatschappy, te Bath, ter aanmoediging van den Landbouw, Konsten, Handwerken, Koophandel etc Deel IV- 8vo. Bath, by Cruttwell; Londen, by Dilly 1788. prys 6 sch. De inhoud van dit vierde Deel is niet minder belangryk, dan die der 3 voorgaande. 'Er komen verscheidene Proeven en Waarnemingen, zo omtrent den Landbouw als de Konsten in voor, die der lezing overwaardig zyn. (Anal. Review.) History of the Royal Malady etc Historie van 's Konings ziekte, met ene menigte van vermakelyke Anecdoten, waar by gevoegd zyn enige aanmerkingen omtrent de verklaring van Home Tooke, Schildkn betrekkelyk Madam. Fitzherbert; als mede over het Regentschap, door een Pagie van de Gehoorkamer. 4to. Londen 1788. prys 5 f. — De zonderlinge inhoud van dit Stukje schynt, in Londen, niet weinig opspraaks gemaakt te hebben. De beste Stukken, die 'er in voorkomen, zyn, volgens het oordeel van bovengemelden Reviewers, de Karakterschetzen van de Lady, en van Lord Cynic. De doorgaande scherts. noemen zy juist. A Stmmary and Philosophic View of the Genius etc of the Dutch. Kort begrip en wysgerige beschouwing van den Aart, het Karakter, de Zeden, Regeringsvorm en Staatsgesteldheid der Hollanderen. 8vo, te Londen, by Hoekman, 1788. prys 4 f. Zo veel lofs aan Vreemdelingen, byzonderlyk aan de Hollanders gegeven, als waar van dit werkje overvloeid, schynt iets zonderlings te zyn, zo het met 'er daad uit de pen van een Engelschman is voortgevloeid. De Schryvers, van the Monthly Review schynen slegts passelyk daar over te vreden te zyn: Zie hier het slot van hunne bredere beoordeling: ,,De Schryver van dit Vertoog, schoon ene openbare Lofredenaar der Hollanderen, wyst egter ook enige van hunne gebreken, met ene tamelyke mate van opregtheid, aan. Alleen moeten wy ons beklagen, dat men „ zelfs deze gebreken, by wege van vergoelyking, op enen spitsvondigen redeneertrant, ons voor deugden poogd in „ de hand te stoppen." -— Ondertusschen tragt de Autheur zig van vleyery vry te pleiten, in zyne Opdragt aan Z. D. h den Heer Prins van Oranje, die voor aan het werk geplaatst is. Frankryk. Eindelyk is de nieuwe uitgave van de Levens der Doorluchtige Mannen van Plutarchus, met de aanmerkingen van den Hoogleeraar Vaurilliers, door een Aanhangzel voltooid. Dit aanhangzel, te Parys uitgekomen, behelst: Tien Levensbeschryvingen uit C. Nepos: het leven van Philippus en van den ouden Dionysius, uit Diodoor van Sicilien: het leven ' van Augustus, van M. de la Pauze: het leven van Seneca, door den Abt de Poncol: de levens van Socrates en Aristippus, uit Diogenes Laërtius: en, eindelyk, het leven van Plutarchus, van Dacier, en van Amyot, van den Abt le Boeuf. Het laatste is daarom aanmerkelyk, dewyl de verdichtzelen van S. Real, wegens dezen byzonderen man, beslissend wederlegd worden. Roland Furieux, Poeme Heroique d'Arioste, nouvelle Traduction litterale et fidale , avec le texte Italien a coté de chaque stance. te Parys, by plassan in 12mo. 10 Delen. Deze Vertaling, die men zegt zeer getrouw en bevallig te wezen, is van den Heere Framery, die voor dezelve ene proeve over de kunst van vertalen, nevens een fraaye Levensbeschryving der Italiaansche Dichters, geplaast heeft. Traité elementaire, fur l'art de peindre en Miniatuure etc Handleiding tot de konst om in Miniatuur te schilderen, waar mede de Liefhebbers, die de eerste beginzels der Tekenkonst verstaan, zonder behulp van een Meester, in deze schilderwyze volleerd kunnen worden , door Mr. Violet, Schilder in Miniatur. Parys. Minnaren dier Kunst zullen dit werk met genoegen lezen. De voornaamste regelen derzelve worden, in 23 Hoofdstukken, op een korte, duidelyke en aangename wyze voorgedragen. Recueil des Pieces Interessantes etc Verzameling van gewigtige Stukken, betreffende de Oudheden. schone Konsten, fraaye Letteren en Wysbegeerte. 4de Deel. Parys en Straatsburg. 8vo. 472 bladz. Deze verzameling, door de Heeren Jansen en Keuthofer, vervaardigd, behelst zeer aanmerkelyke Verhandelingen, zo uit oude, als hedendaagsche voorname Werken, uit allerleye talen overgezet. Lettres fur l'Italie. Brieven over Italien. rome (Parys) 1788. 2 Delen, gr. 8vo. ieder deel 320 bladz. Deze Brieven, geenzins in den lafFen smaak van vele Reisbeschryvingen vervaardigd, behelzen een uitmuntend berigt wegens de wetgeving, zeden, gewoonten, fraayheid van Landstreken, Konsten en O 2 We-  < (108 ) Wetenschappen van dat Land, welk den Geleerden en kunstminnaren by aanhoudendheid stoffe verschaft tot de gewigtigste naarsporingen. Men noemt als Schryver dezer Brieven den beroemden Dupaty, in zyn leven Voorzitter van het Parlement. Art du potier d'etain &c Tingieterkonst, door den Heer M. Salmon. Parys 1788. by Moutard, Iste en 2de gedeelte, 155 bladz met 32 pl Ene nieuwe bydrage tot het beroemde Werk: Description des Arts & Metiers, in het gewoon folio formaat, welk een zeer uitvoerig en naauwkeurig berigt wegens deze kunst behelst. Duitschland Fur Eltern und Ebelustige &c. Voor Ouders en aanstaande Echtgenoten onder beschaafde lieden van den middelstand, ene Geschiedenis door den Schryver van Sophia's Reize. Iste deel 368 bladz. 2de deel 390 bladz. Leipsig 1789 by de Gebroeders Jacobi. Dit Leesboek, voor de opvoeding van Dochters in den middelstand geschikt, draagt wederom de blykbaarste kenmerken van die doordringende kennis van het menschelyk hart, welke den Heer Hermes zo zeer eigen is. Hy is het, die, zelfs dat gene, ■welk anders den meesten Lezeren mishagen zou, van zulk ene belangryke zyde weet voor te dragen, dat het ieder een moet goedkeuren. Verdeutschen Martial &c De Gedichten van den Latynschen Dichter Martialis, overgezet door den Hoogl. Ramler. 2de Deel. Leisfig 1788 by Weidmann, 8vo. Dit vervolg der meesterlyke overzetting van dezen Dichter heeft, even als het eerste deel, ongemene verdiensten. Abbildung aller Geistlichen &c Afbeelding van alle geestelyke en waereldlyke Orden, door den Heer Schwart Manheim 1788. 36 -39 Afdeling. De Heer Schwan vervolgt zynen arbeid met dezelsde kortheid en omzichtigheid, als zyne vorige Stukken onderscheiden. Ueber menschenbilding &c. Over de ontwikkeling van des menschen geest, met betrekking tot oude en nieuwe Schryvers, door den Heer D. Ienisch Berlyn en Liebau , by Lagarde en Friedricb 1789 8vo. 68 bladz. Dit geschrift behelst enkel ene Inleiding tot een groot Geschied- en Oordeelkundig werk, over den Geest der Ouden, welke hy voornemens is van tyd tot tyd uit te geven: een werk dat het Karakteristieke der Grieken en Romeinen, in alle derzelver onderscheidene tydperken, zo ten aanzien van hunne taal, hunne Dichters, Geschiedschryvers, Redenaars, Wysgeren en Oordeelkundigen,als van hunne Kunsten en Wetenschappen, zal ontvouwen. Dit alles hoopt de Schryver, die van wegezyne uigebreide kundigheden beroemd is, in 4 delen uit te werken. Het kleine Stukje, welk hy vooraf uitgeeft,behelsd slegts algemene aanmerkingen over de ontwikkeling van 's menschen geest, eer hy zig' tot Kunsten en Wetenschappen verhief. Schrift erklarungen &c. verklaring van enige plaatsen der H. Schrift: vooraf gaat ene Verhandeling over het gebruik •van verbloemde of vergelykende spreekwyzen in zedenkundige Leerredenen, door P. H. Hane. Scbwerin 1788 gr. 8vo. 200 bladz. Na dat de Schryver, zeer naauwkeurig, het misbruik van de gezogte sieraden der welsprekendheid in de openbare Leerredenen heeft aangewezen, geeft hy de twee volgende regelen op, als een rigtsnoer, in hoe verre dezel ve mogen gebezigd worden, I De vergelykingen moeten tot ophelderingen dienen; en dus verstaanbaar en van bekende voorwerpen ontleend zyn. 2. Zy moeten gene lage of verachtelyke bykomende denkbeelden kunnen verwekken, en nimmer te uitvoerig zyn. De Schriftuurverklaringen gaan over Rom. VII: 3 ,7, 8, 9, 13, 14 19, 22, 24- 35. 2 Cor, XII: 7. Gal. IV: 13, 14. Rom. VIII: 39, Eph. IV: 8-10. 1 Pet. III: 18-20. Phil. II: 10. Over welke plaatsen hy, hier en daar, een aanmerkelyk licht verspreid. Die gebote Jesu Cbristi &c. De geboden van Jesus Christus door M. J. W. Kneller, Leipsig 1789- 8vo. 360 bladz. 2de druk. Een zeer goed zedenkundig Handboek, voor den gemenen Man, waar in de Zedenleer van onzen Heiland en zyne Apostelen door voorbeelden en raadgevingen word opgehelderd en aanbevolen. Museum fur Kunstler &c Boekzaal voor Konstenaars en Konstminnaren, door den Heer Meusel. Erlangen hy Scbwan en Goetz. Deze Boekzaal behelst Verhandelingen over de konst, Berichten wegens Konstenaars; Indiaansche en Buitenlandsche Byzonderheden. Jaarlyks zullen 'er 4 Stukken, ieder van 6 Drukbladen, in gr. 8vo. verschynen. Neoerlanden. De Onderwerping en de Jongste dag, door Eduard Young, te Leyden, by A. en J. Honkoop, in gr. 8vo. en 12mo 1788. De voortreffelyke Dichter Young, zo beroemd by zyne Britsche Landgenoten , is ook hier ten lande in een zeer gunstig licht bekend, door zyne Nagtgedacbten, waar van twee Nederduitsche uitgaven, beide door de nauwkeurige en fraaye pen van den Heer J. Lublink de jonge, vervaardigd, in aller handen verkeren, Maar zeldzaam treft men zo veel verhevenheid en edelheid van denkbeelden aan, als in de dichtkundige voortbrengzelen van den Godvruchtigen Young, en even zeldzaam mag men vryelyk aanmerken treft men overzetters aan, die tot de zwaarwigtige taak, om zodanige geschriften behoorlyk te vertolken, zyn opgewassen. Twemalen egter heeft Young dit geluk getroffen, eerst inde vertaling der Nagtgedachten , en nu in de overzetting van de bovengem. Dichtstukken, door den Heer J. D. Pasteur Het zou bezwaarlyk vallen te onderscheiden, of hy in de vertolking van het Dichtstuk: de Onderwerping, of in die van dat de Jongste dag getyteld, gelukkiger geslaagd zy. Misschien zal de keuze van den Lezer zig gereder bepalen, by een der Stukken zelve. Velen geloven wy althans zullen den voorrang geven aan het Dichtstuk de Onderwerping, al ware het eniglyk uit hoofde van deszelfs meer opbeurenden en bemoedigenden inhoud. Ten dezen opzigte verschilt zekerlyk dit Dichtstuk niet weinig van de overige Werken des Heren Young's als die, doorgaans, ondanks derzelver verhevenheid en schoonheid, de ziel met ene somberheid vervullen, die zo ligt de moeder van onverschilligheid en ontevredenheid wordt. Men oordele enigzins uit deze kleine proeve: „Volhard (voert de Dichter Mevrouw Boscawen, voor wie de troostzang geheel geschikt is, toe) „ Volhard .,, een zedelyke Amazone te zyn, met onvertzaagde gedagten „ gewapend als de stryd gewonnen is, zult gy, hoe duur „ zy u kome te staan, de overwinning tot lagen prys gekogt „ rekenen. — De lydende Held, die onwerkzaam nederzit, „ en onder den drukkenden last des kommers lagchen kan, » ver-  (109) verricht meer, dan een Caesar gedaan heeft. De met het bloed van verslagen vyanden beverwde haren, geven " minder roems: De reden overwint, zonder bloed te stor" ten en egter glorieryker dan het zwaard. Neen, het " donderend vreugde geschrei van toejuichende Volkeren, " kan zulk enen zoeten wellust niet geven, als het zagt ge" fluister van goedkeuring in uw eigen hart. Met welk een " vergenoegen zal de dierbare Overledene, zo beroemd in " de wapenen, zyne Zeetriumphen zien verdonkeren, als ", hy dus tweemaal door u verwonnen wordt? Deel in zyne " vreugde, wacht u voor die zeldzame ziekte van allerelen" digste herten, ene ongerymde weerzin om vergenoegd te zyn. Zommige schynen op de bekoorlykheden der droef' heid verslingerd te wezen, en omhelzen die haatlyke vyan, din; dog laat ik dezen aart met recht brandmerken en " met schande tekenen. Droefheid! dogter van yslyke ouders geboren! gy twede geboorne uit de Hel! Hoe durft " gy tegen de oneindige genade des Hemels uitgelaten re" belleren? Door zwarte en schadelyke dampen uitgebroeid, " door denkenloosheid gezoogd, en door aanhoudendheid " zelfs aan de deure der razerny gebragt, vlieten uwe schan" delyke, bloodaartige traanen uit dierlyke ogen; lagchen , " onuitsprekelyk lagchen is het schitterend kenteken van den " mensch! Dit verspreid een snellen gloriestraal over zyn " verligt gelaat, en wekt by de zonen van deugdzame blyd" schap enige stralen van Mozes aanschyn." Het volgend Vaersje, van een onzer Vrienden, tot Lof van dit Dichtstuk, na de lezing van het zelve, uit de pen gevloeid, willen wy onzen Lezeren niet onthouden: Laat geessels van ellend' langs 't bloedend lichaam snerpen, 't Afgryslykst ongeluk bestorm' uw brekend hart, Wenscht ge een afstuitend schild, dat allen jammer tart, Leer van den gryzen Young u dankbaar te Onderwerpen, Hy vaagt uw tranen af, en schept, in 't gruwzaamst Lot, Een Hemel op deze aarde en in het hart een God. Weeklyksche Lyst van Nieuw uitkomende Inlandsche Boeken. J. Holtrops Engelsch en Nederduitsch Woordenboek, te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, gr. 8vo. F. Vryheer van der Trenks Mengelwerken in Dichtmaat en Proze, 1ste deel, 1ste stuk, te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, gr. 8vo. Verzameling van Placaten, Resolutien enz. 9de deel en Register, te Campen, by Chalmot, gr. 8vo. Aan myne jonge Vrienden , of Zedelyke Brieven ter verbetering van het hart, 2de stuk, Middelburg, by Gillissen en Zoon, gr. 8vo. LAND- en ZEEKAARTEN. petersburg. De nieuwe Russische Atlas word niet uitgegeven door de Akademie alhier, maar door een afzonderlyk daar voor opgerigt Geografisch Departement, aan welks hoofd zig de Gen. Major van Soimonof bevind, en waar by afzonderlyke Ingenieurs, een Tekenaar,twe Kaartemakers, twee Geheimschryvers, en verscheiden Plaatsnyders gevoegd zyn. De Gouverneurs der Provintien hebben order ontfangen om hun alle verlangde Narigten, Plans, Afmetingen etc. die zy in handen hebben, mede te delen. De Kaarten der Stadhouderschappen komen slegts met Russisch Schrift uit; egter is het Departement niet ongenegen, om ze, in 't Fransch vertaald, en met een fraaye Latynsche Letter getekend, aan enen voornamen buitenlandschen Plaatsnyder, die op zyn eigen kosten genegen is dezelven in t licht te geven, ter hand te stellen, mits het werk wel uitgevoerd worde, en spoedig uitkome. De volgende Kaarten zyn reeds in gereedheid, 1. Het Stadhouderschap van Saratow. 2. Van Mohilow. 3. Nowgarod Sewersky. 4. Polozk. 5. Kurzk. 6. Woronesch, 7. Kaluga. 8. Smolensk. 9. Kiew. 10. Moska. 11. Tschernigow. 12 Charkow. Wyders ook ene voortreffelyke Carte des Découvertes, faites par les Russes (zedert 1728.) et par le Capit. Cook, dans la Mer du Sud: waar by een weerga gevoegd is van de Isles Kichtak et Asignat, et des autres adjointes decouvertes par le Pilote de la Marine imperiale Is mailof. De Kaartemaker A. Wilbrecht, heeft dezen allen getekend: zy verschillen zeer veel van die, welken de Akademie tot dus verre uitgaf, en zyn ook beter gesneden, dan de oude Kaarten. De gehele Atlas, waarvan reeds de eerste Kaart in 1785 uitkwam, zal over twee Jaren compleet zyn: indien de tegenwoordige Oorlog daar aan gene vertraging te wege brengt. TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Spectacle Historique etc. Geschiedkundig Schouwtoneel, afgedeeld in vyf-en-twintigjarige Tydperken; eerste Aflevering, bestaande in 4 Platen, verbeeldende voornaamste Gebeurtenissen der XVI. Eeuw, nevens de Portraitten der toen regerende Vorsten: getekend door 's Konings Schilders de Heren Marillier en Monnet, en in 't koper gebragt , door M. F. Godefroy: in folio formaat, met 2 bladz. Letterdruk, vervattende, in twee Colommen, de uitleggende aantekeningen op de Voorwerpen, by elke Plaat afgebeeld, door den Heer Levesque. Prys 12 Liv. de 4 Platen, of elke Aflevering, welke van 3 tot 3 maanden geschied, en die by elkanderen op Tien zullen lopen. De twede Aflevering zal het merkwaardige der 17de Eeuw bevatten, wanneer men te rug zal springen tot de 15de, 14de, en tot aan de 8ste. Die voor de 18. O 3 Eeuw  (110) Eeuw zal niet voor het Jaar 1790 in 't licht komen, en 3 Tydvakken van 25, met een van 15 Jaren, bevatten. De uitvoering word zeer geprezen. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. romen. De Heer Johan Schutz, Zoon van een beroemd Landschapschilder te Frankfort aan den Main, heeft een Schilderstuk vervaardigd, dat zeer veel lofs verdient, en van den jonge Kunstenaar alles groots doet verwachten. Het verbeeld Diana, nederdalende om Endymion te zien, de Godin zweeft door de lucht, een Amor gaat voor haar uit, dien zy een teken geeft om den slapenden Herder niet wakker te maken. De Kunstenaar heeft met overleg de Ouden daar in gevolgd, dat hy de Godin in de lucht laat zweven, zonder haar door een Wolk te doen ondersteunen. Tekening, draperie en coloriet, zyn met veel kunst en smaak waargenomen. De Ridder Pikler heeft twe uitmuntende gesneden Stenen, in den smaak der Antique Onixen, vervaardigd, de ene opgewerkt (in rilievo), de ander ingewerkt (in incavo). Zy zyn gene Copyen van Antiquen, maar eigene vinding. De ene verbeeld Amor en Psyche, op agaat Onix, de ander St. George te Paard, den draak dodende, in Oostersche blaauwe en zwarte Onix. Niet alleen de uitvoerigheid, waar in de meesten ten onrechte het voornaamste en moeilykste deel dezer Kunst stellen; maar ook de Ordonnantie en tekening zyn meesterlyk waargenomen. — Vooral is het Paard van St. George onvergelykelyk fraay. Zie hier een nader verslag en breder beschryving der twee uitmuntende Schilderstukken, door Mejuff. Angelika Kauffman, vervaardigd, (waar van met een enkel woord, in Nr. 37. van dit Blad gewag gemaakt is.) Het ene daar van verbeeld de terugkomst van den Germanischen Veldheer Arminius na de Nederlaag van Varus. Het ander, het afzenden van het ligchaam van Pallas door Aeneas aan Evander. Het ene drukt dus de hartstocht van vreugd, het ander die van droefheid, uit. Het Historisch onderwerp voor het eerste, is door den grooten Klopstock, met al het vuur ener Dichterlyke verbeelding in Vaerzen geschilderd. Met geen minder vuur en Kunst is het door de onvergelykelyke Kaufman in verwen gemaald. Arminius wordt verbeeld op het ogenblik daar hy, nog gloeiende van Krygsmans drift en moed, naar de Wouden te rug keert, alwaar de tyding zyner Zegepraal reeds voor hem was aangekomen. Zyne Gade, met een gevolg van Vrouwen, en een gryzen eerwaardigen Priester, treden hem te gemoet. De Gade, alle de overige voor uit strevende, kroont haren Echtgenoot met enen bloemkrans , terwyl de eerbied en de verrukking, waar mede zy in haren Echtgenoot den Verlosser des Vaderlands aanschouwt, haar op de kniën doet vallen, en zy de hand met de krans blyft uitstrekken naar het hoofd des Overwinnaars, dat zy in die houding niet bereiken kan. De Vrouwen, die haar omringen, stroyen gebloemte, en de Bard breidt de handen ten Hemel uit en heft den plegtigen Zegenzang aan. Arminius is nog te zeer vervuld met het denkbeeld van den Slag, om op zyne Gade acht te slaan: hy is verbeeld met den Bevelstaf in de slinkerhand, de rechter uitgestrekt, om aan zyne Bevelhebberen ordre ter vervolging van de vluchtelingen te geven. Een Krygsman vertoond hem een Schild, mogelyk dat van Varus, dat den vyand ontnomen is. In het verschiet ziet men enige Germanische Overwinnaars, die Romeinsche Gevangenen met zig brengen. Niet alleen de vinding, maar ook de uitdrukking van het tafereel is heerlyk. Men ziet 'er de hartstocht van vreugd, uitgedrukt in de verschillende Modificatien, die zy by verschillende gemoederen aanneemt. Arminius is verheugd, doch de vreugd is niet de enige hartstocht in zyn ziel, die nog met de denkbeelden van den Stryd vervuld is. Zyn gevolg toond een mengzel van verbaasdheid, vreugd en overgeblevene aandoeningen van de hitte des Stryds. De Vrouw is ten prooye van verschillende hartstochten; hare ogen staan op het punt van wenen, terwyl de beweging harer armen en hare houding een ogenblik van verrukking aanduid. In haar gevolg van Vrouwen ziet men de blydschap, doch van een min verheven soort. Die des Priesters is van edeler aart. Hy keert zich, in zyne verrukking, niet tot Arminius, maar tot de Goden, die hy voor de bewerkers der Zegepraal erkent. In het twede Schiiderstuk heeft de Schilderes Virgilius voor ogen gehad en gevolgd. In het midden ziet men het Lyk van Pallas op een Draagbaar,met het hoofd eenigzins om hoog geheven. Aeneas is bezig het te bedekken met een ryk gestikt kleed, door Dido gemaakt. Om hem heen staan de Trojaansche Krygsoversten. Een van hun bedekt, ten teken van overmatige droefheid, het gelaat, een ander is bezig met enig Wapentuig en andere sieraden voor de Lykstaatsie by een te zamelen, en luisterd tevens aandachtig naar de woorden van Aeneas. Aan het einde van de baar ziet men verscheiden Vrouwen in gebaarden van smart en geklag. De ene rukt zig het hair uit het hoofd, ene andere staart op het lyk &c. De oude Acetes zit ter zyde af, ondersteunt het hoofd met de hand, en schynt te peinzen over den gebeurden ramp, en de smart, die Evander gevoelen  ( 111 ) len zal op het gezicht van het Lyk. Vinding en uit • drukking staan volkomen met die van het vorig stuk gelyk, schikking. licht en donker tekening,draperie, coloriet, harmonie der kleuren, alles met een woord is in beide de Stukken onvergelykelyk schoon. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. In Engeland begint men de Daken en Vorsten van de Huizen, als mede de Goten, met Koper, in plaats van Lood, te bekleden: 't geen beter koop uitkomt, kunnende het eerste tegen 13 1/2 d. de vierkante platte voet gelegt worden, daar de Loden niet onder 19 1/2d, te staan komen. Men wint dus alleen by het Koper 33 pCt. uit, behalven, dat men dan nog het hout, voor onderlage dienende, min kostbaar behoefd te nemen. Pypen van Koper gemaakt, leverd men voor de helft van den prys der Loden. En men beweerd, dat het water, daar in aflopende, of van de Daken vloeyende, en in de Goten staan blyvende, niet schadelyk is voor Vee of Menschen, Berichten wegens Siberiën uit enen Brief van den Heer Pietro Allegretti, Chirurg in in Russischen dienst, uit Okotsk, den 29. May 1788. Okotsk ligt op een smallen uithoek lands, aan den Oosterschen Oceaan, in enen Golf, tusschen Kamschatka en de Oostelyke Kust van Asia, op 59 gr. 18 min. Noorder breedte, omtrent 600 Italiaansche mylen ten Noord-oosten van de Chinesche Grenzen. Agter de Stad om loopt ene Bergketen, die zig van klein Tartaryen af tot aan Kamschatka toe uitstrekt. Zy is omringd van Tartaarsche horden, die onder Rusland staan, en hun Schattingen in Pelteryen betalen, en van wier Woonplaatsèn, Zeden en levenswyze, men met den tyd zeer goede berichten te wagten heeft. De oorsprong dier Natiën is onbekend. Hunne talen zyn zeer verschillend, dog schynen egter onder elkanderen meerder of minder gemeenschap te hebben; derzelver getal is zo groot, dat zy meer dan honderd verschillende, zo talen als Dialekten,uitmaken. Die der Bratskische Natie gelykt enigzins naar de Indische, die der Jacutische Natie, naar de Turksche taal. Alle deze Natiën zyn klein van gestalte, uitgezonderd de Jacutische, de Bratskische en de Cuikcische, die meer dan middelmatig groot zyn. Zy zyn zonder baard, zwart van hair, en plat van neus, staan dee felste graden van koude en hitte, zonder hinder door, en eten zonder onderscheid, raauw en gekookt vleesch en visch. De Tungttschen, die alleen van de Jacht bestaan, lyden dikwerf een week agter een honger, zonder merkelyk te verzwakken. Doch wanneer zy eindelyk, by gebrek aan wild, te lang hongeren, worden zy razend, en zeer gevaarlyk vooral wat hen ontmoet. Alle deze Natiën beminnen den Tabak, waar van zy den rook inzwelgen, en zyn aan de Dronkenschap zeer overgegeven. Zy vroonen in Tenten van Beestenvellen, die zy met zich voeren en verplaatsen. Hun Wapens zyn boog, pyl en werpspiessen, waar mede zy zeer handig omgaan. De rykdom der Bratskiers en Jacutiers bestaat in Hoornvee en Paarden, die der Tungusen ,Koriakken, Crukciërs en anderen in Rendieren, die zy op Reis en ter Jacht gebruiken. De meesten in deze Oorden zyn Afgodendienaars, dog de Kamtschadalen en Tungusen zyn, voor het grootste gedeelte, Grieksche Christenen. De Bratskiers bidden hun groten Lama aan. De Jacutiers offeren niet alleen aan enen goeden en oppersten God, maar geloven boven dien, behalven aan verscheiden minderen Goden, aan enen kwaden Geest, dien zy Abassin noemen, en aan wien zy Paardenhair, Ingewanden en Vellen van Beesten offeren. Hun Afgodsbeelden zyn van hout of been. De wilde Dieren, die zig door het geheel noordelyk gedeelte van Asia verspreid bevinden, zyn Buffels, Elanden, Luipaarden, Beeren, Wolven, Harten, Dassen, Wilde Bokken en Honden, Hazen, Vossen, Morters, Hermelynen, van verscheiden soorten. De huiden dezer Dieren, vooral der zwarte Vossen en der Morters, zyn van zeer veel waarde. De Hermelynen zyn 'er in grote menigte, doch de Keizerin van Rusland behoudt aan zich alleen het recht om hun Bont te dragen. De Zee levert insgelyks Bevers, Otters en andere tweslachtige Dieren, wier huiden van minder waarde zyn, in overvloed op. Prys der in- en uitlandsche Effecten. Inlandsche Holland. Recipisf. 25ste Penn. ordin. 2½ prCts. 78 a 80 pCt. Dito 30 jar. Rent. 5 prCts. 78 a 80. Dito Lotery 1787. 2½ prCts. 77½ a 79½. Oblig. op naam en met Pap. 2½ prCts. 74 a 79. Zeeland. 4 prCts. 90 a 92. Dito 3 prCts. 76 a 78. Dito 2½ prCts. 61 a 62. Friesland. 2 prCts. 61 a 62. Utrecht. 2½ prCts. 75 a 78. Generaliteit. 3 prCts. 84 a 89. Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 95 a 97. Dito 2½ prCts. 80 a 82. O. I. C. Lot. 3 prCts. 78 a 80. ENGELSCHE Bank-Act. 1753/8 a 1/4 O.Jnd.168. Z. Zee. gesloten. O. Z. Z. Ann, Dito nieuwe 3 prCts. Gec. 74 1/4a 1/8 | Dito gerd. gesloten. Dito 1751. 4 prCts.Geconf. gesl. 5 prCts. dito 113 5/8 a ½. Lange dito gefl. 30 jarige dito 1778 < Loten,—— Lond. 27 Maart.  (112) Fransche. O. I. C. Act. van £ 2500 £ 1830. Dito van £ 1000 £ 1216. Disc. Kas 4153. Lotery April 1783. £ - Dito Octob. £ 531. Dito Empr. 200 Mill. 85 3/4 prCt. Dito 125 Mill. 89 5/8 prCt. Dito 80 Mill. Dito zonder Bullet 84½ prCt Dito £ 768. Parys 26 Maart. Diverse Buitenlandsche. Amerika. 5 prCts. 95 a 96 pCt. Dito 4 pCts. 95 a 96 Kwik en Wenerbank 4½ prCts. 99 a 100. Dito 4 prCts. 94 a 97. Spanje 5 prCts. 100 a 101. Dito 3½ prCts. 85 a 86. Frankr. Gener. Guar. 4 prCts. 97 a 99.Rusland 5 prCts. 99 a 100. Dito 4½ prCts. 96 a 97. Dito 4 prCts. 94 a 95 Zweden. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4½ prCts. 94 a 96. Dito 4 PrCts. 88 a 91. Denemarken, Toll. 4 prCts. 95 a 98. Dito Holst. 4 prCts. 97 a 98. Dito Leen. en Wiss. Br. 4 prCts. 95 a 97. Dito Kroon. 4 prCts. 94 a 95. Polen. 5 prCts. 94 a 99- Saxen. Onverwiss. Steuer 3 pCts. 34 a 34½ stv. Dito Ordin. 3 pCts 35½ a 36 stv. Dito Kamerst. 3 prCts. 34½ a 35 stv. Dito 2 prCts. 28 a 29 stv. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 143.: in 's Hage 36: en dat der vorige week aldaar 30, en te Haarlem 28, onder welken laatsten 9 beneden de 12, Jaren. OPENBARE VERKOPINGEN van boe keryen en konstverzamelingen. Op Dingsdag 28 April 1789. zal, door den Boekverkoper F Bohn op de Zaal van het Princenhof, te Haerlem, verkogt worden, de aanzienlyke BIBLIOTHEEK, van wylen den Heer Willem Brouwer Bosch, in deszelfs leven, Med Doct. Lid van de Haarl. Maatschappy der Wetenschappen &c. bestaande meestal in de beste Genees , Scheikundige en Wysgerige Werken, zeer net geconditioneerd en doorgaans fraay ingebonden. In deze Verzameling komen, onder ene menigte van meer andere kostbare Werken, de volgenden voor: als in folio, Hippocratis Opera, Foesii, 2 vol. fr. b. Galeni Opera, 9 tom. 7 vol. half Eng. b. met geschrevene Annotatien. Hofmanni Opera, 2 tom. 7 vol. half Eng. band. Eustachii Tabul Anat. Albini. Jacquin, Icones, 9 Fasc. cum 225 fig. quarto, Ruischii Opera, 4 vol. h. Eng. b. B J. Albini, Explicationes, Icones &c 6 vol. dito. Haller Elementa &c. 33 vol dito. G. van Swieten, Comment. in Boerh. 5 vol. Acta Erudit Lips. cum Supplem. en Ind., vol. 95. waar van 53 in hoorn b. Sepp, Ned. Insekten, 63 uitgaven met afg. pl. compl. octavo, A de Haen, Ratio Medend &c. 29 vol. Commentarii de Reb. in Scient. Nat. & Med. gestis. Lips. met het Suppl. en Index, 34 vol. waar van 26 vol. in half Eng. b. Verhandelingen van de Holl. Maatsch. der Wetenschapp. te Haerlem, 25 Del. met het Register op de 12 Del. in 27 h. Eng b Hedendaagsche Hist. 38 Del. met pl. waar van 33 Del in h. Eng. b. Vaderl. Hist. 1749. beste druk, 21 Del. met eerste plaatdr. fr b. Wyders enige Beenderen, Anatomische Preparaten, Chemicalia &c. en Dieren in Liquor: nevens 3 fraaye KABINETTEN of KASSEN voor Physische Instrumenten, van gekoleurd Eikenhout, in een antique smaak. Het middenste, nevens bet ene Zy Kabinet,met derzelver vleugels, hebben glazen deuren, ieder van 8 ruiten. De hoogte van allen is, met de Frontespiezen, 9 voet en 8 dm. De lengte is, van het middenste Kabinet met de Zyvleugels 18 vt. 9 dm. die der ZyKabinetten met de vleugels 11 vt. en 10 dm. Deze laatste vleugels zyn los. De Boeken zyn daags voor de Verkoping te zien: gelyk ook de Kabinetten, Vrydags, Zaturdag en Maandag te voren; deze laatsten aan het Huis van den Overledenen, op eén Biljet van den Boekv. Bohn, by wien de Catalogus te bekomen is. NB. Het fraaye KABINET van PHYSISCHE en OPTISCHE INSTRUMENTEN, door den overledenen nagelaten, zal in den Herfst van dit Jaar, te Amsterdam in het O. Z Heren Logement, verkogt worden; en de Catalogus hier van by tyds te bekomen zyn. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. Te Haarlem, by A. LOOSJES. I789. BARO- THER- STREEK Maart ME- MOME- DER luchtsge TER, TER. WIND. STELDHEID. 29 7 32½ O. ten Z. bewolkt 25. 29. 5½ 36½ O.tenN. harde wind. > ( 29 4½ 32 O. N. O. 29. 6½ 32½ N. N. O. wolken , iets fyne 26. \ 29. 6½ 38½ N ten O. hagel harde wind, 29 8 *31 N. W. 's Av. held, en stil. 29 9 36 N. W. schoon wed. wolk. 27. \ 29. 9 40 N.W.t.W 's Av. en sterk 29. 9 27 West allersch. N. ligt. 29 8½ 35½ W. Z. W. bew. 's N. byna en 28. 29. 8 41 - 's Av. geh. held. 29 7 31 Oost stil en N. ligt. 29 6½ 36½ O. Z. O. sware wolk. 's N. 29. 29. 6½ 44½ Oost byna en 's Av. geh. 29. 7 32 O. N. O. helder en stil. 29 8 38½ N. N. W. 's M iets sn. V. bew. 30 \ 29. 8½ 40 Noord 's Nam. held. 's Av. | 29 9 31½ N. W. bew. en iets sn. 29 8½ 36 N. W. meest held. tussch. 31 ) 29 8½ 40 W. N. W. beide enige kleine / 29 8½ 27½ W. ten N. sneeuwbuyen. * 's Nagts 2 uren 24 gr. . Het weinige dat uit een en andere wolk nederviel was sneeuw „ schoon op den dag, door de weinige wind en de kragt der Zonne, des lugt aangenaam en niet koud was. 's Nagts 2 uren 25 gr. Voortaan word 's Maandelyks de volgende uittrekkingg en opgave van gemiddelde hoogte agtervolgt; In de afgelopen maand Maart. Hoogste Therm. den 29ste 's Midd. 44½ gr. laagste dito, den 12de, 's Av. quart voor 10 uren 16 gr. De gemiddelde hoogte van de gehele Maand, Ogtend, Middagg en Avond , is geweest 32 27/31 gr.  1789. No. 41. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 10. April. BERIGTEN. ITALIEN Men arbeid , in Venetien , aan een nieuwen druk der Werken van Algarotti, die veel naauwkeuriger en vollediger zyn zal, dan die reeds te voren, zo in Livorno, als te Kremona-, uitkwamen. Ook zyn kundige mannen, zedert enigen tyd, bezig met de voornaamste, en voor de Pers geschikte, nagelaten Papieren van hem uit te zoeken. Onder dezen bevinden zig ettelyke belangryke Brieven aan den overleden Koning van Pruissen, Markgravinne van Bayreuth, Voltaire, en andere vermaarde Personen; gelyk mede verscheidene Stukken, de fraaye .Konsten betreffende. GROOT-BRITANNIEN Wegens het opgraven der Lykkist van Koning ' Eduard IV. verneemd men de volgende nadere en ! meer naauwkeurige omstandigheden. By het invallen van een Kluis, in de genoemde Kerk, wierd eerst ene gebroken Kist ontdekt, in welke men de losse doodsbeenderen vond van Lady. Elizabeth Grey, de Vorstel. Gemalin van Eduard. \ Een weinig dieper lag een twede Kist, nog in haar ! geheel zynde, welke het geraamte van dezen Vorst inhield. — Het vleesch was geheel verteerd, en II. deel. men vond geen vloeystof nog Kant in deze Kist, zo als eerst verhaald is. Maar het Geraamte was zo volkomen, dat de Heer West 'er zedert ene Aftekening van gemaakt heeft. De Heer J. Banks is niet tegenwoordig geweest by het openen der Kist; gevolglyk kon hy daar uit gene vloeystoffe mede naar huis nemen; die ook trouwens niet in de Kist was. Ondertusschen was de manier om de Lyken in Liquor voor 't bederf te bewaren, ten tyde van Koning Eduard IV. ja zelfs vroeger reeds, niet onbekend; bezittende de Heer Banks een klein Flesje met vogt, "t geen gediend heeft voor de bewaring der overblyfzels van een vermaard Bisschop, ten tyde van Eduard 1. zynde nu reeds over 500 Jaren geleden, begraven. NEDERLANDEN, Haarlem, 8 April. De Heren Directeuren der Nalatenschap, met de Leden des Godgeleerden Genootschaps, van wylen den Heer Pieter Teyler van der Hulst, vergaderd zynde, om, op den bepaalden tyd , uitspraak te doen, over de ingekomen Antwoorden op de Vraag, nopens de onstoffelykheid der Zieleen de voornaamste gevolgen , daar uit af te leiden, hebben geoordeeld, den uitgeloofden Gouden Eerprys te moeten toewyzen, aan den Schryver der Verhandelinge, welke ten Zinspreuk heeft: ü-oa*». V 'npiiftev; •i-ÏXAS k"ih Trfatd^ii "Hpam, AÏTOTS ¥ tXupot riv%i Kavsr a>, 'Oiunm ti Tsótn, Hom. IL. V. 3-5. En, by het P ope-  ( 114 ) ppenen van het nevensgaande Briefje met die Zinspreuk, is deze Schryver hun gebleken te zyn, cle Eerw. Heer A Hulshoff, A. L. M. Ph. Dr., Leeraar by de Doopsgezinden te Amsterdam, en Lid van de holl. Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem. Voorts hebben zy nog drie andere Verhande lingen meest waardig gekeurd, by wyze van Accessit door den druk, gemeen gemaakt te worden. De eerste van dezen heeft ten Zinspreuk: Nosce te ipsum, de tweede: Video meliora proboque, de derde: Ik ben de Opstanding en het Leven, die in my gelooft zal leeven-, al ware hy ook gestorven. Joan. XI: 25. 't Zal hun aangenaam zyn, deze drie Verhandelingen, na de Prvsverhandeling, te mogen doen drukken, met tien Naam der Heren Schryveren: welken daarom verzogt worden, hier toe gelegenheid te geven, door ten uiterste, voor primo Juny, zig te openbaren, of vryheid te verleenen , om hunne nevensgaande Briefjes te openen, in welken gevalle ook de heren Directeuren goedgevonden hebben, aan elk van deze drie Heren Schryveren een Zilveren Eerpenning, van den zelfden stempel als de Gouden, te doen toekomen.. VERSLAG der levensbyzonderheden en GELEERDE WERKEN, van wylen den Heer P. Lyonet, in deszelfs Leven Secretaris der Cyffers, translateur en Patentmeester van H. Hoog Magenden; Lid van verscheiden Geleerde Maatschappyen etc Den 10. January jongstl, overleedt, in 's Hage, de Heer en Mr. pieter Lyonet, in den ouderdom van omtrent 81 Jaren en een half; zynde geboren te Maastricht, den 21. July 1707. Hy was afkomstig van een oud en aanzienlyk Geslacht uit Lotharingen. Zyne voorouders hebben, om hunnen iever voor den Hervormden Godsdienst, in den Jare 1587 en vervolgens, in de vorige Eeuw, in de Beroertens en Oorlogen, ter dier zake ontstaan, verscheiden male hunne woonplaatsen en zelfs hun Vaderland moeten ruimen; hebbende zyn Overgrootvader, na dat zyne Landeryen en Heerlyke goederen vernield, en door den Brand in assche gelegd, en zyne Vrouw en alle zyne kinderen vermoord waren, zig eindelyk in 1637 of 1638 genoodzaakt gevonden, het zelve voor altoos te verlaten, den wyk nemende na zwitserland alwaar hy hertrouwde, en uit zyn 2de Huwelyk een Zoon kreeg, uit wien Benjamin Lyonet, Fransch Predikant in de Stad Heusden, geboren werdt, en deze was de Vader van onzen Pieter Lyonet. Na dit kort verhaal der lotgevallen van de Voorouders des Heren Lyonet, welk wy, zo ter hunner als enigzins ter zyner eere, geoordeeld hebben, hier te moeten laten voor afgaan, zullen wy kortelyk aanstippen, het geen van dien groten Natuurkundigen zelven te zeggen is; terwyl wy aan anderen, overlaten, om , by bekwamer gelegentheid ,zyne Levensbeschryving met de vereischte naauwkeurigheid , en in het brede der, waereld mede te delen. Naauwlyks 6 of 7 Jaren oud , gevoelde hy reeds een grote drift voor allerleie ligchaams oeffeningen. Hy slaagde daar in by uitstek wel, tn werdt 'er ongemeen sterk en vaardig door. En gelyk hy zyn lichaam oeffende, even zo oeffende hy ook zyn geest. Op de Latynsche Scholen zynde, leerde hy de Chronologie en oeffende zig in de Latynsche, Grieksche en Fransche Dichtkunde. Gelyk vervolgens, en om zig voer het onderwys der Hoge school te beter voortebereiden,in het Hebreeuwsch, de Logica, de Carthesiaansche Physica etc Byzonderlyk leidde hy zig toe op de kennis der Talen, waar van hy negen zo dode als levenden, verstond; te weten, van de laatsten, behalven de Hollandsche en Fransche Taal, het Italiaansch 't geen hy, zonder behulp van een Meester, leerde, gelyk hy het,naderhand, zeer glad sprak.) het Spaansch, Hoogduitsch en Engelsch. Op de Hoge School te Leyden gekomen, nam hy lessen in de Physica van Newton; de Geometrie en de Algebra etc. terwyl zyne heerschende neiging voor de Mathesis hem deze Studie met leedwezen deed verlaten, toen hy, om aan zyns Vaders verlangen te voldoen , 'zig op de Godgeleerdheid ging toeleggen. Tevens oeffende hy zig in de Ontleedkunde, de Musiek en de Tekenkunde, waar in hy de aanmerkelykste vorderingen maakte. Hy begon met het in 't hout snyden van verscheidene beeldtenissen, waar van byzonderlyk één, 't geen nog voor handen is, door Konstkenners ongemeen geroemd werd — Het zelve is een Basrelief, in palmhout gesneden, verbeeldende Apollo, met de Negen Zanggodinnen. Een overheerlyk Stuk, 't geen, door den Schilder van Gool, in zynen Nieuwen Schouwburg der Nederl. Schilders etc 2de Deel, onder het Artykel Lyonet, een Wonderstuk geheten word; gelyk ook de Schilder, en Ridder de Moor het zelve met verwondering beschoude. — Daar na begaf hy zig aan het Portraitteren van zyne goede vrienden naar het leven, waar in hy, na slegts 3 of 4 maanden oeffenings, by uitstek, slaagde. . Candidaat in de Theologie geworden, nam hy het besluit om in de Rechten te studeren, en gaf zig daar aan over met zulk een drift, dat hy, na verloop van slegts één Jaar met toejuiching gepromoveerd werd, gevende by die gelegenheid een Akademisch Strydschrift in 't ligt: over 't regt gebruik van de Pynbank, het geen hem de achting der Rechtsgeleerden verwierf, en, nog heden ten dage, voor het beste, dat over die stoffe uitgegeven is, gehouden word. In 's Hage gekomen, lag hy zig enigen tyd op de praktyk toe, en werd vervolgens Secretaris der Cyffers, Translateur in de Latynsche en Fransche Talen, en Patentmeester van Hun hoog Mogenden. Inmiddels lust voor de Studie der insekten gekregen hebbende, ondernam hy ene historische Beschryving van die, welke omtrent den Hage gevonden worden; verzamelde ten dien einde onderwerpen voor verscheidene Boekdelen; en, ene wyze van tekenen, daar toe geschikt, uitgedacht hebbende , verrykte hy dit werk met een zeer groot aantal Tekeningen, zo naauwkeurig en uitvoerig,dat zy door alle Kunstkenners, die dezelve zagen, ten hoogsten bewonderd worden. In den Jare 1742. werd een Fransche Vertaling van het Hoogduitsch werk van des Heren lessers Theologie des In sec-  < (115 > secten in den Hage gedrukt. De liefde voor de waarheid spoorde den Heere Lyenet aan. om zyne gemelde Historische Verzameling enigen tyd te laten leggen, en aanmerkingen op dat werk te maken, waar oy hy twe fraaye Platen voegde, naar zyne Tekeningen gegraveerd. Hier door werd hy wyd en zyd gunstiglyk bekend. De beroemde Heer de Reaumur deedt dat werk, niet zo zeer om den Text, dan wel om de aanmerkingen, te Parys, herdrukken, en gaf' er, even als verscheide andere Schryvers, den grootsten lof aan. Vervolgens tekende hy de Figuren van de Polypi van zoet water voor het keurlyk werk van den Heere Trembley in den Jare 1744. in 't licht gekomen. De bekwame Plaatsnyder Wandelaar had 'er de 5 eerste Platen voor gesneden, toen de Heer Lyonet, die nooit had zien graveren, verdrietig over de zwarigheden, die hy ontmoette, om de nog ontbrekende, zo goed als hy begeerde, gegraveerd te krygen, het besluit nam om de 8 overige zelve in 't koper te brengen. Hy nam ten dien een les van één Uur, by Wandelaar, sneedt vervolgens 3 of 4. kleine figuurtjes, zette zig daar na terstond aan het werk zelve, en volvoerde het op ene wyze, die door den Heer Trembley, (zie zyn Voorreden voor het zelve, en door vele andere Schryvers en Kunstkenners, met name door den reeds genoemden Schilder van Gool, ten uitterste geroemd word-, zeggende deze laatste:,, dat niet alleen Liefhebbers, maar zelfs zy, die „ het graveer-yzer dagelyksch hanteeren, zig' er over verbazen ,, moeten." En niet alleen dit, maar de Schryvers van de Bibliotheque raisonnée, over de maanden October November en December 1744. na zeer breed in zynen lof uitgeweid te hebben, drukken zig aldus uit: ,, Nous pouvons a juste titre lui appliquer ce qu'a dit quelque part Mr. de Fontenelle du fameux Leibnitz: de ,, plusieurs Hercules l'antiquité n'en a fait qu'un, et du seul Mr. ,, Lyonet, nous ferons plusieurs favants." In 1748 werd hy tot Lid der Koninglyke Sociëteit der Wetenschappen te Londen, verkoren. in 1749 begon hy, by louter toeval, zyne considerabele Verzameling van Horens en Schulpen, die, volgens 't eenparig getuigenis van alle de Reizigers en kenners, die haar gezien hebben, thans de schoonste, of ten minste een der schoonste van geheel Europa is. In 1753 werd hy Lid van de toen nieuw opgerichte Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem, en in 1757. na dat wylen de beroemde Heer le Cat, Profess, in de Anatomie, Chirurgie en Geneeskunde, en Lid van meest alle de vermaardste Akademien der Wetenschappen van Europa, de Tekeningen en Beschryving van des Heren LYONETS Traité Anatomique de la Chenille qui rongé le Bois de Saule, naderhand uitgegeven, gezien had, werd hy' (de Heer Lyonet) Lid van de Rouaansche Koningl. Akademie der Wetenschappen, waarvan de Heer le Cat aanhoudend Geheimschryver was. Het oogmerk van den Heer Lyonet, in 't opstellen van dat werk, was, onder anderen, om over een Insect een Anatomisch Tractaat uit te geven, zo volledig en uitgewerkt als 'er eert is over 's menschen ligchaam, het geen nog nooit gezien Was; hebbende zelfs de beroemdste Schryvers, die tot dien tyd toe op soortgelyke onderwerpen gearbeid hadden, niets dan zeer gebrekkige proefnemingen ten voorschyn gebragt. Te wydlopig en niet ligt doenlyk zoude het zyn, al den lof, die menigte van Schryvers van bykans alle de Landen van Europa hem uit verscheiden hoofde, en byzonderlyk om dit laatstgemelde werk, toezwayen, hier op te halen. Kortheidshalven, wyzen wy den Lezer alleen, 1. Na de Bibliotheque des Sciences des mois d'Octobre , Novembre et Decembre de l'année 1760, alwaar de Geleerde Schryvers hun berigt, dien aangaande, aldus aanvangen: „ II y a longtems, que Mr. Lyonet tient un rang distin„ gué parmi les plus grands Naturalistes de l'Europe. Sa ,, Traduction de la Theologie des Insectes (zeggen zy by vergissing, want de Hr Lyonet heeft dat werk niet vertaalt) „ les excellentes notes, qu'il y a ajoutées, et qui sont le principal „ mérite du Livre, le magnifique Cabnet de Coquilles, qu'il a ,, formé avec tant de gout et d'intelligence, pour lequel il „ n'épargne ni foins ni dépenfes, et que les curieus vien,, nent admirer comme l'un des plus beaux et des plus com,, plets qui foyent connus, (de Heer Lyonet heeft zedert dien tyd dit Cabinet nog zeer aanmerkelyk vermeerdert),,lui ont ,, fait une brillante reputation, à laquelle le nouvel ouvrage: „ que nous annoncons va mettre le fceau Ouvrage qui sur„ passe encore de beaucoup la haute idee qu'on s'en est faite qui „ seul suffiroit pour immortaliser son auteur. Nous allons entrer „ dans quelques details,- mais qu'on se souvienne que pour ,, bien apprécier les talents supérieurs de notre célèbre naturaliste, il faut recourir au Livre même, et en étudiet' sur ,, tout les superbes Planches &c. &c Als mede 2. Na het zeer geacht en beroemd werk, genaamd, Le Journal des Scavants onder het Artykel Juillet 1760 alwaar niet minder tot lof van den Heere Lyonet en van zyn Anatomisch Tractaat gesproken wordt ,• eindigende de Geleerde Schryvers hun Berigt dies aangaande aldus: „en exhortant vi„ vement Mr. Lyonet à donner l'anatomie qu'il fait espérer de ,, la Chrysalide et de la Phalène, dans lesquelles sa chenille se transforme, et en l'assurant par avance des suffrages et ,, de la reconnoissance de ceux. qui aiment les ouvrages par „ faits (*) Het Anatomisch Tractaat van de Rups, uitgegeven zynde, werd de Heer Lyonet, in 1760, Lid van de Koningl, Akademie der Wetenschappen te Berlyn; in 1761 van de Keizerl. Akademie der Natuuronderzoekers, en in 1762 van de Keizerlyke Akademie der Wetenschappen te St. Petersburg. Ten einde dezulken, die zelven al 't verwonderlyke, 't geen van de zo verbazende Samenstelling zyner Rups geboekt was, wilden naargaan, daar toe in staat te stellen, deelde de (*) Schoon de geëerde Opsteller van dit Verslag zig, in het aanhalen der Lofscbryvers over den Heer Lyonet, alleen tot deze twee Buitenlanders bepale, kunnen wy hier egter niet voorby ook enige Inlandscbe mannen van naam te melden, die met gelyken lof van hem spreken. Wy noemen bier wederom sleqts alleen dt roemryk bekende Heren Martinet, van Gool H. S. Reimarus, als mede de vermaarde Hoogleraren J. Lulofs en P. van Musschenbroek, welke laatsten inzonderheid de Heer L. boven Leeuwenhoek, Reaumur, Baker, Trembley, en alle anderen, die door de Microscoop gewerkt en ontdekkingen gedaan hebben, rangschikken en verheffen. P 2  (116) de Heer L. in de Verhandelingen der Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem, ene Afbeelding en Beschryving in 't Hollandsch mede, (gelyk hy een en ander ook, in het Fransch, by zyn Anatomisch Tractaat voegde) van het instrument en de Werktuigen, door hem uitgedacht en tot het ontleden gebezigd, als mede van de wyze, op welke hy de kragt zyner Vergrootglazen bepaald heeft. Te midden van al dien arbeid, welke nog aanmerkelyk vermeerderd wierd door de Briefwisselingen, welke hy met verscheide personen van aanzien en grote Geleerdheid, gedurende vele Jaren, onderhield, wist hy nog middel te vinden, om een groot deel van zynen tyd af te zonderen, en, gelyk in de Voorrede van zyn meergem. Anatomisch Tractaat te zien is, zyn grote vermogens van geest ook nog ten dienste en wezentlyken nutte van zyn Vaderland te besteden; hoe zeer die grote man, gelyk men uit zyn eigen gezegde aldaar moet opmaken, in deze zyne edelsartige poging, in plaats van eer en genoegen te behalen, zig niet weinig tegenstrevens en verdriets veroorzaakte. Gedurende de laatste 15 of 20 Jaren zynes levens, vermeerderde de Heer Lyonet, den reeds by hem voor handen zynde schat van Liefhebberyen en Konstgewrogten, met een Kabinet van Schilderyen , waar van hy meer dan 560 stuks, en onder dezen een aantal schone stukken der beroemdste Nederlandsche Meesters, verzamelde. Hy deed zulks ook met oogmerk, om zig by aanhoudenheid enig werk te verschaffen, wanneer de door ouderdom afslytende vermogens .weiniger inspanning en vermoeying toelieten. In der daad, zo gewoon was hy om steeds aan zynen geest enige bezigheid te geven, dat hy, onder het graveren, nog Hollandsche Vaersen maakte. En deze werkzame geaartheid bleef hem by tot kort en omtrent 14 dagen voor zyn overlyden, wanneer hy van ene ontsteking in de Borst wierd aangevallen, die, schoon voor 't uitterlyke genezen, egter in hare gevolgen oorzaak van zynen dood was. Hy was een vriend van allen die Kunsten en Wetenschappen oeffenden en beminden. Van zyne jeugd af aan is zyn gedrag altyd onberispelyk geweest. Hy was uit overtuiging een Christen, beminde de deugd, de Godsdienst en zyn Vaderland opregtelyk, en kwam daar altoos opentlyk voor uit. Niets nog niemand was in staat, hem dien aangaande te doen veinzen; hebbende altoos voor een grondregel gehad, niets opzettelyk te doen, 't geen eer, plicht of geweten,enigzints kon kwetzen. Naar waarheid kan men zeggen, dat Geleerdheid , Kunsten , Wetenschappen, byzonderlyk die der Natuurlyke Historie, Vaderland en ware Godsdienst aan hem verpligt zyn, en niet weinig aan zyn dood verloren hebben; in een woord, dat hy zyn Vaderland tot ongemene ere strekt. Ten Slot zullen wy hier byvoegen, dat de Heer Lyonet de nog overig zynde Exemplaren van zyn voorgem. Anatomisch Tractaat, met alle de daar toe behorende keurlyke platen, niet alleen door hem zelven getekend, maar ook, tot alle de daar by zynde Letters en Cyffers incluis, gegraveerd, gelegateerd heeft aan zynen Neef, den Here S. E. Croyset, Secretaris der Posteryen van Holland, die hem in zyn Post van Secretaris der Cyffers is opgevolgt; en aan wien hy insgelyks, by Erfbestelling, een ongedrukt werk besproken heeft, welk hy nog hoopte uit te geven, onder den Titel van; Oeuvres mêlées sur les Insectes, vervattende alle de merkwaardigste nasporingen en ontdekkingen, die hy, zedert lange Jaren, over de insecten, omtrent den Hage gevonden wordende, nevens derzelver gedaante verwisselingen enz. gedaan had, en waar by nog gevoegd is, een Essai Anatomique, sur la Chrysalide et la Phalène de la Chenille, qui ronge le bois de Saule. Een en ander was de Heer Lyonet eerst van voornemen, om, op dezelfde wyze als zyn Anatomisch Tractaat, te volvoeren: dan op zyn 60. Jaar ene belemmering aan 't gezigt krygende, vond hy zig, van dien tyd af, genoodzaakt om dit werk te staken. Ondertusschen was het Essai Anatomique reeds in dien tyd vervaardigd , en beide de werken, geschikt om een 2de Deel van zyne Traité Anatomique uit te maken, zyn geheel afgeschreven en te zamen verrykt met 54 Afbeeldingen, allen door den Heer Lyonet zelven getekend, en waar van 'er reeds een groot aantal onder zyn opzigt gegraveerd zyn. Ook vernemen wy met genoegen, dat de Heer Croiset, die, gedurende 36 Jaren, gemeenzaam en in 't diepst vertrouwen met den Heer Lyonet heeft omgegaan, hem dalyks zien werken, en die gevolglyk zyne manier van tekenen grondig kent, gelyk hy ze in vroeger Jaren zelve nagevolgt heeft, zyn best zal doen, om de Platen, welken 'er nog aan ontbreken, in 't koper te doen brengen, op ene wyze, die aan de vorige beantwoord, en om vervolgens deze beiden Werken, welke gewisselyk zeer belangryk voor de Natuurlyke Historie zyn zullen, den Liefhebberen derzelve door den druk, mede te delen. Aan den Schryver van den ALGEMENEN KONST en LETTERBODE. Myn Heer! Ik vinde, in een uwer vorige Nrs. zo my voorstaat Nr. 16. wegens den bouw en het betrekken van zekere Kapel of Kerk, in Londen, het Nieuw Jerusalem geheten, door ene Mystike Secte, zynde Swedenborgianen, gewag gemaakt. Weliigt zal het uwen Lezeren niet onaangenaam wezen, iets naders van deze Secte, of, zo gy wilt, dit Genootschap, te weten: zie hier dus 't geen ik daar omtrent in een kortlings uitgekomen Hoogduitsch Maandstukje ontmoette. De Swedenborgianen schynen dezelfde Dwepers te zyn als de Aanhangers van het zogenaamd dierlyk Magnetismus: of die zig insgelyks Eendrachtsgezinden noemen. Het Genootschap van deze soort, te Stockholm, over 3 of 4 Jaren opgerigt, vinde ik onder den naam van het SwedenborgiaanschMagnetistisch Genootschap aangehaald: 't welk in het Jaar 1786. een zeer zonderlingen Brief, in 't Fransch geschreven en zedert ook in 't Zvveedsch uitgekomen, door geheel Europa deed verspreiden. Ook vind men in zeker Zweedsch tydschrift van 23 Novemb. 1787. een Brief ingelast van den Hofraad Bökmann, uit Karelsruhe, aan den Vryheer Silfwerhielm, Kapit. der Koningl. Lyfwagt, en Stigter van een Eendrachtsgezind Genootschap te Stockholm, welke brief, schoon eenzydig opgesteld en vele onwaarschynlykheden behelzende, nogthans enig licht verspreid over de Voorstanders van het Magnetismus, aan verscheidene oorden der waereld, Onder tus-  ( 117 ) tusschen zal men hier uit licht kunnen nagaan, hoe de berugte Maguelizeerder Kagliostro met deze Swedenborgianen, of Nieuw Jerusalemmers, kan in verbintenisse staan; schoon het min klaar is, dat tevens de Vrymetzelaren hier mede in het spel konden geraken En egter waren het deze laatsten, aan welken Chastanier, in Londen, zyn nieuw Jeruzalems Maandschrift opdroeg: gelyk mede de zonderlinge bekendmaking aan hun gerigt was., die Kagliostro, zo als naderhand uitgelekt is, en door een in dien opzigte althans niet ongeloof waardige Schryver, (*) verzekerd word, in het Londensch Dagblad , Tbe Morning Herauld, van 2 Nov. 1786. liet plaatsen, en die ik, als een staal van egte Swedenborgiaansche taal opleverde, in haar geheel hier ten slot byvoege. „ Aan alle ware Vrymetzelaren. In den naam van 9. 5. 8. 14. 20 1. 8 - 9- 5- 18 20. 18. (\) „ De Tyd is verschenen, waar op de Nieuwe Tempel „ of 3. 8. 20. 17 8. (J) van 't Nieuw Jerusalem, moet ,, beginnen gebouwd te worden. Deze diend ter uitno,, diging van alle ware Metzelaren, in Londen, om in den ,", naam 9. 5- 18. 20. 18. (van Jehovah) den enigen, in ,, wien ene Goddelyke 19 17. 9. 13. 9- 19- 23. ($) is, „ te vergaderen, en wel op morgen avond den 3de dezer „ 1786 — of 5790, ten een uur zig te laten vinden in het „ Koffyhuis in de grote Koningstraat, ten einde aldaar het „ plan te beramen voor het leggen van den eersten steen „ aan de ware 3 8- 20 17. 8. (Kerke) in deze zigtbare ,, waereld, welke een wezenlyk afbeeldzel is des Tempel „ van het geestelyk 9 5. 17. 20. 18. 1. 11. 5 12. (g; „ Een Vry Metzelaar en Lid der nieuwe 3 8. 20.17. 8. „ (Kerk.)" Het onverklaarbare der Kagliostrosche of Swedenborgiaansche Cyffersprake daar latende, kan men, tilt deze wonderlyke Bekendmaking, ontwaar worden,dat Kagliostro tot het Nieuw Jeruzalem behore, of liever dat een en ander ineen derde overeenkomen, De luiden, van welken deze Magnetizeerder gezonden wierd, hadden belang om den opbouw van het zogenaamd Nieuw Jerusalem te bevorderen. Nog een enkele Anekdote omtrent Swedenborg uit Nr 243. van den Stokholmsche Post van 1787. en ik zal dezen, die reeds lang genoeg geworden is, eindigen. In het opgemelde Dagblad word verhaald; „ dat een ze„ kere soort van Krankzinnigheid aan het geslagt van Swe„ denborg byzonder eigen en als 't ware erflyk in het zelve „ zoude zyn: als mede dat een Swedenborgiaan te Stockholm, „ ene schriftelyke verklaring van Swedenborgs Huiswaard, „ te Londen, in handen hadde, waar by deze verklaard,dat ,, de berugte ziender meermalen blyken van Krankzinnigheid » gaf-" Waar mede enz. (*) De Héér Bonneval, in het 2de Deel van zyn bekend Boek : Les Jesuites Chassés &c. (f) Deze Talletters moeten de woorden: jehovah-Jesus, ople•veren. (I) Church, Kerk. Trinity, Drieenheid. (j) Jerusalem. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Duitschland. Plutarchi Vitte parellelae Themistoclis & & Camilli, Alexandri & Casaris, in usum juvenum Graca lingua Studiosorum suravit C H. Joerdens. Berlyn 1788. by F. Vieweg, gr. 8vo 17½ bladz. Een zuivere en naauwkeurige uitgave ten dienste der Scholen, waar van de prys flegts 12 grossen is. Der Prediger &c. De Prediker, uit het Hebreeuwsch, door D. Friedlander. Vooraf gaat ene Verhandeling over het beste gebruik der H. Schrift, ter onderwyzing der Jeugd. Berl. 1788. by Maurer, 8vo. 131 bladz Deze overzetting is vervaardigd naar de verklaring van Mendelssohn, welke, in 't Jaar 1770. zonder naam van den Schryver, is uitgegeven; de voorafgaande Verhandeling draagt een beter onderwys voor, ten behoeve van de Jeugd der Joodsche Natie, dan dezelve tot hier toe geniet, welk ieder menschenvriend gewis aangenaam moet wezen. W. Cruiksbank's Geschichte &c. Beschryving der opslurpende Vaatjes van het menschelyk ligchaam, door W. Cruiksbank uit het Engelsch vertaald, en met aanmerkingen en platen vermeerderd, door C F. Ludwig. Leipsig 1788. 4to. 188 bl. De overzetting van dit werk, welk in der daad van enen gewigtigen invloed op de beschouwende Geneeskonst zyn kan, onderscheid zich door de keurige byvoegzelen van den uitgever, welke de opmerking van Genees- en Ontleedkundigen verdienen. S. G. Vogel's Handbuch &c. Handboek der beoeffenende Geneeskonst ten dienste van jonge Geneesheren, door S G. Vogel, Stendal 1788. by Franzen en Grosse. 3de Deel, Svo. 440 bladz. Dit derde deel, handelende over de pokken en mazelen, en derzelver Inenting, het roodvonk, de roos, vlek-koorts en verscheide andere koortsen, beveelt zig, even als de twee vorige delen, door de naauwkeurige aanmerkingen en bet aantal van Waarnemingen, ten aanzien dezer gewigtige Stoffen medegedeeld; waarom zulks, met het hoogste regt, alle aanpryzing verdient. Memoire fur le Roi de Prusse, Frederik le Grand &c. Gedenkschriften wegen den Koning van Pruissen, Frederik den groten, door den Here Pr. de L te Berlyn, by J.F.Ung, 1789. 1 Mr 8 fl. Ene nieuwe bydrage tot de reeds in het licht gekomen 18 stukjes met Anecdoten en Karaktertrekken uit het leven des groten Monarchs. De Prins van Ligne, die 'er de schryver van is, deeld hier thans de Gesprekken mede, welken hy met den Koning, zo by de Entrevue tusschen hoogst denzelven en den Keizer, in het Leger , by Neustadt, als te Potsdam, hield: en welker inhoud ongemeen geestig en belangryk zyn. De druk zo van dit, als de vorige Stukjes, is ongemeen fraay, als zynde inet Didotsche Letters. TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Van de Collection des Portraits d' hommes Illustres Vivans: in groot folio, is de 3de Afgifte in 't licht P 3 ge-  gekomen, behelzende de Portraiten van Keizer Josef II. den Grave van Aranda, Mevr. Macaulay , ene Engelsche Dame, die door hare Historische Geschriften zeer veel roems behaald heeft, en van den Heer Wieland, op wiens schryfgaven Duitschland zo veel reden heeft te bogen. By elk Portrait is een Historisch berigt, min of meer uitvoerig, dog altyd zeer belangryk, gevoegd. Van het Abregé de l'Histoire Universelle en figures, dessinées, et gravées par les premiers Artistes de la Capitale, of Verzamelingen van Platen, verbeeldende de treffendste voorvallen der gewyde en ongewyde Gegeschiedenisse met daar toe betrekkelyke verklaringen, door den Heer Vauvilliers, Lid van de Koninglyke Akad. der Byschriften en fraaye Letteren, is de 12. Afgifte in 't licht gekomen, ter Drukkery van Didot le jeune, en Dustos, Plaatsnyder. De prys is 5 Liv. het' stukje — Het zelve vervat: de 12 Verspieders Corah, Dathan en Abiram, het scheuren der Rots, de koperen Slang, de Ezelin van Bileam, en de Dood van Moses. Dit Werk, 't geen wel uitgevoerd is, word met yver voortgezet. Dusselforp De Heer Langer, Prof. der Schilder Akademie alhier, die, in November des voorleden Jaars, een aantal van 17 stuks Konstplaten, bestaande in Ideën van Raphaël, naar de Platen van Markus Antonius • door hem getekend en in 't koper gebragt, by inschryving, beloofd hadde, is in dit werk zo verre gevorderd, dat de eerste Plaat reeds het licht ziet; dezelve bestaat in een Kristus beeldtenis, en beantwoord volkomen aan de verwagting, welke men van de bekwaamheid en konst des Heren Langers konde opvatten. De overige zullen insgelyks in enkelvoudige Beeldtenissen bestaan, en wel in die der Apostelen, nevens 5 Platen uit een stuk van Raphael, de heilige Familie verbeeldende, 't geen in de Gallery te Dusseldorp bewaard word. Daar het den Konstminnaren niet onbekend kan zyn, dat het schone en verhevene van Raphaëls Karakters, door niemand beter dan door M Antonius getroffen is, en de goede afdrukken zyner Konstplaten, by kenners, tegen goud opgewogen worden, kan de Heer Langer, die, zints lang als een bekwaam tekenaar, en zo zeer bedreven in den styl der Antieken in 't algemeen, en van Raphaël in 't byzonder, bekend is, niet dan algemenen dank, door deze zyne onderneming, by konstliefhebberen behalen: 'terwyl zyne eerste proeve in dezen ten genoegzame waarborge diend voor de treffelyke uitvoering van alle de overige Stukken, die nog te wagten zyn. De Prys van den gehelen Bundel zal niet hoger ( 118 ) komen dan een ouden Louis d'Or op wit, en een Carolyn , op bruin papier. GOUDEN en ZILVEREN GEDENKPENNINGEN. In het laatstverlopen Jaar, werd, te Berlyn, de volgende Gedenkpenning geslagen op den 64de Jaardag, van zyne Excellentie, den Pruissischen StaatsMinister, Vryheer van Heynitz Chef van de Departementen der Westphaalsche Zout-en Bergwerken en der Munten, Curator der Koningl. Akademie der Konsten &c. Op de rechterzyde ziet men het Borstbeeld zyner Excellentie, in Berg-Uniform , met dit Omschrift: F A. Lib. B. de Heynitz, Amicus Reg. Praesect Metallisod. Curat. Acad. Art. Op den tegenkant vertoond zig een Oven voor de "harding van 't Staal, nevens een Rafineerhamer: tusschen beide leest men: Felici sub astro arts Monetariae natus d. XIV. Maji 1726. Zie hier 't geen aanleiding tot het schroeven van dezen Penning gaf. Sedert de belangryke Metaal-fabrieken in Suurland, of het zuidlyk deel des Graafschaps Mark, onder bet byzonder opzigt van het Koningl. Bergwerkers Departement kwamen, liet de Heer van Heynitz gene middelen onbeproefd, om deze Fabrieken in den besten staat te brengen. De aanzienlyke Staalmakery scheen in 't byzonder nog vele verbeteringen nodig te hebben, welken de oplettendheid van den Heer van Heynitz tot zig trokken. Om 'er meester van te worden, zond hy , op 's Konings kosten, lieden uit om de uitlandsche Fabrieken van deze soort op te nemen: gelyk hy de Eigenaars der Staalhutten tot diergelyke Reizen aanmoedigde. Het gevolg was onder anderen, dat men een Oven bouwde, om het staal te harden, met welker produkten de Medailjeur Loos allerley proeven deed, die doorgaans wel uitvielen. De enige proef, die nog agter was gebleven, bestond in het Munten. Men vervaardigde des een Stempel van den bovengenoemden Penning, uit dit soort van Staal, en slaagde ook in dezen naar wensch. Men vind dus, in de Pruissische Staten, een Inlandsch gewerkt Staal, het geen zeer vele fyne Buitenlandsche soorten, die duur betaald worden, overtreft, en 't geen, bvzonderlyk voor het vervaardigen van Medailjes en het stempelsnyden zo goed is, als men kan verlangen. MUZYK - WERKEN. PARYS. Deux Sonates, a quatre Mains, voor het Klavier of de Forte Piano , gecomponeerd door den Baron van  ( 119 ) van Munchhausen, Kamerheer zyner Pruissische Majesteit en Edelman van Prins Henrik. Oeuvre II, by caesar Muzykverkoper, in fol. prys 6 Liv. Une sonate, a quatre Mains, mede voor t Klawier en de Forte Piano, van denzelfden Componist. Oeuvre III. hy denzelfden Uitgever, prys 3 Liv. Deze Stukken worden, door kenners, zo wegens derzelver ligtheid, als goede Melodie en zuivre Harmony, zeer geprezen. TONEEL- en ander KONSTvermaak NIEUWS. Op Saturdag den 21 Maart is op den Schouwburg van Drury-lane, in Londen, voor de eerste maal, met algemene toejuiching, vertoond, een nieuw Historisch Treurspel; Maria, Koningin van Schotland geheten: vervaardigd, door den Wel Ed. Henry St. John, Broeder des Grave van Bolingbroke. Het Treurspel begint met de gevangenneming van Maria, op order van Koningin Elizabeth, kort na den Slag van Glascow, in den Jare 1568. De voornaamste daar op volgende voorvallen, tot de rechtspleging van Maria in 1587 maken de overige inmengzels uit van dit wel uit gedagt Stuk. De Byverdichtzels komen in een bevallig licht voor , de Karakters der tyden steken sterk af, en zyn naauwkeurig in agt genomen; en de ontknoping in 't byzonder is zeer aandoenlyk. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, ah mede de huishoudkunde, handwerken en FAbrieken, betrekkelyk. In een der laatste Engelsche Nieuwspapieren leest men het volgend Artykel: Men zegt, dat een zeker Heelmeester, irwin „ geheten, te Purnea, inde Oost Indien, een „ nieuwe manier zoude uitgevonden hebben, om „ de Borax, op de eenvoudigste wyze,te zuiveren. „ Deze ontdekking kan van belang zyn voor den „ Handel van dit Ryk, vermits wy hier door kon„ den in staat geraken, om zelven de gezuiverde „ Borax in Engeland te brengen, zonder de Hollanders, die tot dus verre van dezen tak geheel „ meester waren, verder hier toe nodig te hebben. De Marquis de Gouffier, te Parys, in Novemb. des voorledenen Jaars, naar gewoonte, Bloembollen op glazen in zyn Kamer zettende, wilde eens een proef nemen, of men ook een Bol verkeerd konde doen groeyen. Deze proef is volkomen gelukt. Hy zette een Hyacinthe Bol, omgekeerd op den hals van het glas, zo dat het onderste en binnenste gedeelte geheel uit het water was, en alleen het bovenste, tot omtrent het midden toe, daar in stondt. de groeying begon, zonder dat 'er wortels voor den dag kwamen. de bladen ontwikkelden zig langzamer hand, en de bloem volgde weldra en ontlook, even als of zy in de lucht,'en de wortels in den grond zig bevonden: de bloemsteel schoot in 't water, en de bloemen hadden de gewone koleur. Uit de Haven van Bordeaux is den 15den der vorige maand Maart vertrokken, en zal voortaan jaarlyks op dien tyd, en vervolgens op 15 May, 15 July , 15 Septemb. 15 Novemb. en 15 Januar. vertrekken, een Paketboot, ter overbrenging van Brieven en Paketten, naar de Verenigde Staten van Amerika, welke Vaartuigen beurtlings naar Newyork en Norfolck, zullen zeilen, en van daar de Brieven en Paketten, naar Frankryk gedestineerd, te rug medenemen, en direct te Bordeaux brengen. Dan moeten de Brieven, niet alleen tot Bordeaux, voor de Postvragt, maar ook, wegens het Zeeport, gefrankeerd worden volgens het tarif aan het Staats-Arrest van 1768 gehegt: buiten welk de Brieven niet medegenomen worden. In Frankryk is een inkomend regt van 45 stuivers per pond gelegd, op de Gesponnen Katoen, die van buiten ingevoerd word, die uit de Levant direct komende alleen uitgezonderd: zullende egter de vorige stuivers per Livre hier onder begrepen zyn. GEBOORTE. TROUW- en sterflysten Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 153: en te Haarlem 30, onder welken laatsten 16 beneden de 12 Jaren. In gantsch Bohemen zyn, gedurende het Jaar 1788 Geboren 105067 kinderen, Gestorven 71317 Personen en Getrouwd 17782 Paar. Te Petersburg was het getal der Geboorne 6214, zynde 3268 Jongetjes en 2936 Meisjes, dat der Overledenen 7595, waar van 5529 van het Mannelyk en 2066 van het Vrouwelyk geslagt: dat der gehuuwde Paren 1319. En te Abo, in Finland, telde men, gedurende het zelfde Jaar 161 Geboornen en 395 Doden. ■ BE-  ( 120 ) BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN VAN IN- EN UITLANDSCHE BOEKEN EN GESCHRIFTEN. *** De Koophandel, de enige bron van Welvaart voor ons Vaderland zynde, is 't geen wonder, dat zy, die zig op de beoeffening der Letteren, ten dienste hunnes Vaderlands, toeleggen, ook over dit voornaam punt, hier te lande werkzaam zyn, en een Gezelschap, waar in de goede smaak en nuttige letter- en Kunstoefening, zo juist vereend zyn met de liefde voor den Koophandel, die, met andere woorden, ware Vaderlands liefde genoemd kan worden, — een Gezelschap, als is de luisterryke Maatschappy, onder de Spreuk: Felix Meritis, te Amsterdam ongerigt, kan daarom niet nalaten ook in dezen taak werkzaam te zyn. Enige der vrugten van deze werkzaamheid heeft de Heer G. Brender a Brandis, ten dienste der Letterlievende Kooplieden, by een verzamelden een Werk, betyteld • VADERLANDSCH KABINET van KOOPHANDEL, ZEEVAART, LANDBOUW, FABRIEKEN enz. in 2 Stukken in 8vo. waar in de navolgende Verhandelingen voorkomen, als in het Iste Stuk. 1. Over het verband tusschen de Natuur en den Koophandel, Zeevaart, Landbouw en Fabrieken,door W. Wachtendorp Eekman. 2. Over het verval van zommige Vaderlandsche Fabrieken, en eenige middelen ter berstelling, door H. Spille. 3. Over de voortkweking van Tarwe en Rogge, als mede derzelver bederffenissen, door J. Bouman Egbertusz. met een uitvoerige Plaat, verbeeldende het Koorn en deszelfs Insecten, en 4. Over de Vaderlandsche Munten, door G. Brender a Brandis, met ene Afbeelding der aloude Vaderlandsche wel eer gangbare Munten; en Vader, landscbe Geldrekening, ten dienste van Kooplieden, Kassiers en alle Geldhandelaren. Het 2de Stuk vervat: I. Verhandeling over den God Mercurius der Ouden, met een ophelderende Kunstplaat, verbeeldende de Afbeeldingen van dien God, zo'wel by de Egyptenaren, Grieken en Romeinen, als by de aloude Duitschen en andere Volken. 2. Over de Pracht, beide door A. Fokke Simonsz. 3. Over de drieërlei soorten van Garst, het Spelt, en het mout, door J. Bouman Egbz. 4 Over den Engelschen Koophandel, vergeleken met dien der Nederlanden, door G. Brender a Brandis. 5. Iets over den Slavenhandel, door denzelfden 6. Over den Tabaksteelt by Amerongen, door A. D. V. Het 3de Stuk, dat niet min belangryke Verhandelingen bevatten zal, is werkelyk op de Pers, en zal eerstdaags by den Boekverkoper A. Fokke Simonsz. te Amsterdam, en by deszelfs Corresponden in de Buitensteden, waar het Iste en 2de Stuk nog te bekomen is, uitgegeven worden. ïlt 'n de Boekwinkel van A. LOOSJES, te Haarlem,zyn eenige dog zeer weinige Exemplaren te bekomen, van : F. G. C. Rutz, Animadversiones in definitionem imaginis in Genere Philofophis receptam. gr 8vo. . . 12 it. J. C BIEL, Exercitatio de Lignis ex Libane, ad Templum Hierosolymitanum Aedisicandum pititis gr. Svo. . 11 st. Claromm Valentinornm P. J. Nunnefii, Em. Martini, G. Majanfii, Joh. Infulae, aliorumque Orationes Selectae 8vo. 12 st. BEATTIE Wysgeriqe Verhandelingen over het Geheugen' de Verbeelding en de Dromen, 2 deelen, gr. Svo ƒ3.12-. Characterkunde der Vaderl. Historie, 3 stukken' ƒ3 .15 • Verhandeling over de Zedelyke Vryheid van den Mensch, groot 8vo. . . . ll ü' Drukseil, in onze vorige Nr. 40 ingeslopen. Bladz. 107. Kol. a. Regel-20 en 23. staat, Gedichten van Aristoteles, moet zyn Dicbtkonst van Aristoteles. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789 | baro- ther- streek April, me- mome- der luchtsge. ter. ter. wind. steldheid. ( 29- 5½ 34½ Z. Z. O. tot10a11ur.fw.fn. *1 i 29- 3½ 42½ ' West v.V.R.m.ysf.s N. _( 29 3½ 38½ W-rZ.W^ en'sAv.w.h.w. 29 5 38 ~ Z. Ö. 'sM. betr. v. 9t3 2. < 29. 2½ 41. Z. Z. O. ur. hard. reg. verd. (.29- 1 45 Z. W. betr. zeer hard, w. 29 0 45½ W.Z W. 's Morg regen, 3. 29. 1 49 verder bewolkt en 29- 3½ 41½ -■ harde wind. 29 5½ 41 N. W. V. byna betr.ver. 4. 29. 7½ 42 N N. W bew 's Av byna 29- 10½ 31 W. N. W. helder en stil 30 0½ 39½ West wolken/s Avonds 5- 30. 0½ 44 W. ten N. helder en stil. 30- 1½ *31 W_N W. 30. 2 36 O. ten N. 6. 30. 2 46½ Oost byna helder. 30. 1½ 39½ N. O. 3o 1 40 O ten N. Voorm. helder," 30 o 50 N. O. Nam. bewolkt, 29. 11 42 Noord 'sAv.betrokken. » 's Nagts 26 gr. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd Water. 1 Gedurende de Maand Maart 1789. Gevallen 18 Lynen: Uitgewaassemd 19 Lynen. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 42. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE; VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 17. April. BERIGTEN. SPANJE Zyne Majesteit heeft den Infant Don Charlos tot Chef der Koningl. Akademie van Grenada, en den Infant Don Pedro tot Chef der Kon. Akademie de la Ronda benoemd, aan het hoofd van welke beiden Akademien de over- . leden Infant, Don Gabriel, zig bevonden hadde. Wyders heeft de Koning ook de stigting bevestigd van het School der Natuur-, Schei- en Delfstofkunde, door wylen zyne overledene Majesteit opgericht; zynde daar van den 9. Maart de opening geschied, in tegenwoordigheid van Don Ant. Valdez y Bazan Geheimschryver van Staat en der algemene Expeditien van het Zeewezen; by welke gelegenheid de Hoogl. F. Chaveneau een buigzamen staaf, van louter zilver door hem vervaardigd, toonde, die by de talryke en aanzienlyke Vergadering algemeen bewonderd wierd. FRANKRYK. De Baron van Trenck, die zig thans in dit Ryk ophoud, heeft te Parys, een aantal van 12000 Afdrukzels zyner Fransche Werken, in den tyd van 8 dagen, gesleten. Hy is voornemens, over Holland, naar Engeland te reizen. II. DEEL. DUITSCHLAND en naburige Ryken. In den Nederrynschen-Westphaalschen Kreits, heeft zig een talryk Genootschap van Geleerden verbonden, om gelykerhand de weinig bekende Westphaalsche Provintien te beschryven. Dit word uitgevoerd in een Werk, onder den Tytel van: Westphälisches Magazin, fur Geographie, Historie en Statistik, in 't licht gegeven, waar van reeds 16 stukjes uitgekomen zyn, zullende, naar men verneemd, voortaan vervolgd worden onder den Tytel van: Neues Westphalisches Magazin fur Geographie und Historie. Kenners hebben dit werk met graagte ontvangen. Ondertusschen heeft het niet weinig beweging veroorzaakt, vooral in de Roomsch Katholyke Provintien, waar door de Uitgever, Heer Magister Weddingen, in Bielefeld, zo vele onaangenaamheden ontmoet heeft, dat men twyffeld of deze het werk zelve verder zal voortzetten: schoon men egter wel verzekerd is, dat het Genootschap hem in gene verlegenheid zal laten. Het zelfde Genootschap houd zig thans ook bezig met de uitgave van een Westphaalsche Atlas, die, waarschynlyk nog voor het einde van dit Jaar, het licht zal zien. De Heer Justitie - Raad Toze, Hoogl. in de Rechtsgeleerdheid te Butzow, is den 27. Maart laatstl. aldaar overleden. De Geleerde waereld lydt een zwaar verlies aan dezen verdienstelyken man. Zyne Keizerl. Majesteit heeft op de beantwoording der Vrage: Wat is woeker, en, door welke middelen, Q kan  (122) kan dezelve, zonder ene penale wet, best beteugeld worden? een Prys van 500 Dukaten gesteld: die den genen zal toegewezen worden, die voor 1 May 1790. het beste schriftelyk antwoord, het geen met opzigt tot de Politie en justitie, geoordeeld zal worden, met 'er daad in trein gebragt te kunnen worden, zal inzenden aan de Keizerl. Hof-Kanzelary. Een Wener Konstenaar is voornemens om de Platina, met by voeging van enig ander Metaal, dienstbaar te maken tot het harden en polysten van Staal, hopende dit Staal, in deugd en goedkoop prys, het Engelsche te zullen doen overtreffen. De Ex-Jesuit Vader Francais Joseph Terrasse des Billons, zo bekend in het gehele geletterd Europa, door zyne uitstekende Fabelen, is den 19. Maart 1 1. te Manheim. in den ouderdom van ruim 78 Jaren, aan de gevolgen ener Waterzucht, overleden. NEDERLANDEN. Deventer. De Heer Med. Doct. Westenberg is, door de Magistraat, tot Hoogleeraar in de Geneeskunde, by de Doorl. Schole alhier, aangesteld. 's Gravenhage. Den 7den dezer Maand , is alhier, tot overgrote schade der Wetenschappen en Konsten, in den ouderdom van omtrent 67 Jaren, aan de gevolgen ener ontsteking in de borst, overleden, de wegens zyne Geleerdheid alom beroemde Profess. Honorarius in de Genees-, Heel- en Ontleedkunde, Petrus Camper, Raad in de Vroedscbap der Stad Worckum, en, wegens de Provintie Friesland, gedeputeerde in het Ed. Mog. Collegie van den Raad van Staten der Verenigde Nederlanden, Lid der voornaamste Akademien en Geleerde Genootschappen van Europa, enz. Aan den Schryver van den ALGEMENEN KONST en LETTERBODE. Myn Heer! De volgende Waarneming, welke ik de vryheid neem UE. aan te bieden, met verzoek om dezelve een plaats in uw nuttig Weekblad te vergunnen, heeft tot onderwerp ene ziekte, aan pas geboren Kinderen eigen; welke, schoon in byzondere streken van Frankryk zeer gemeen, egter zelfs daar, tot op voor korten tyd, zo weinig regt gekend schynt gewesst te zyn, dat de Geneeskundige Faculteit van Parys het nodig en dienstig oordeelde, om dezelven door ene Prys vraag, aan de meerdere oplettendheid en navorsching der Geneeskundigen aan te bevelen. (*) Het ongemak is ook in ons Vaderland niet vreemd, schoontot nog toe, immers voor zo verre my bewust is , even min grondig gekend. Althans wat my zelven betreft, make ik gene zwarigheid, rondborstig te belyden, dat my dezeziekte, in een Practyk van 20 Jaren, wel dikwils voorgekomen is, maar dat ook tevens alle kinderen, die 'er door aangetast waren, de slagtoffers myner onkunde geweest zyn. Daar nu de waarneming van de Heer Souville my dezelven heeft leren kennen, en te gelyk de middelen tot herstel aangewezen, zo verheuge ik my, ene gelegenheid te hebben om myne Nederlandsche Konstgenoten op te weKken,ten einde zig op de nadere kennis dezer ziekte toe te leggen, en het opgegeven middel te beproeven. Ziet daar myne enige beweegreden, in het openlyk mededelen dezer Waarneming. Ik heb de eer met alle hoogachting te zyn &c, &c. WAARNEMING, wegens de verharding des Vetroks by nieuw geboren Kinderen, door Mr. Souville, Geneesheer te Calais, en eersten Heelmeester van 't Militairen Ziekenhuis. (Getrokken uit het Journal de Medecine du mois d'Octobre 1788.) Deze ziekte, om welke wel te kennen de Heer Andry (†) zig vele moeite gegeven heeft; en waar omtrent hy zyne geneeswyze, zo door opening der lyken, als door het goed gevolg zyner behandeling, staaft, word in deze streek, voornamelyk ten platten Lande, zeer dikwyls waargenomen, en is by de Geneeskundigen bekend onder den naam van Oedema Concreta.— Ik heb, zo wel als de Heer Andry, de oorzaak dezer ziekte toegeschreven, aan ene schielyk gevatte koude, 't zy kort na de geboorte, of in de Verlossing, voor-, namelyk in den Winter, by 't vervoeren dezer tedere wichtjes na de Minnen, welke veelal wonen in Bas Calaisis, een Landstreek, welk het grootste deel van 't Jaar overstroomt is.— Ik heb, zo wel als de Heer Andry, de volgende kentekenen dezer ziekte waargenomen. „ Ene Verharding in „ den Vetrok der Ledematen, der Wangen en der Schaam„ delen; ene purpere koleur der Voetzolen; de huid wykt ,, niet voor de drukking der vingeren, maar is hard, stram „ en koud; de verwarming door vuur is van korten duur, ,, het kind is niet in staat om te zuigen, zynde de onder„ kaak als geklemt, (toevallen, welke schielyk de overhand nemen by het misbruik van zogenaamde hartsterkende middelen, de enigste toevlucht van 't gemeen, in alle zoorten van ziektens) „en het Kind sterft, in de eerde week van „ de ziekte." ■ Ik heb de wasschingen en weekmakende Baden aangeprezen, maar konde nimmer een Minne overreden, om van het (*) Zie Algem. Konst- en Letterbode, I. D. bladz. 95. (†) Waarschynlyk word hier de Heer André Uzeubezius bedoeld, wiens Waarneming medegedeeld is, door Schurigius, T, Embryologia, Sect. 3. 6. 1. §. 16. p. 211.  ( 123 ) het een of ander gebruik te maken, dan slegts in éen enkel geval, waar de Vader van het Kind tegenwoordig was, en de Minne tot het gebruik myner voorgeschreven middelen noodzaakte. Het Kind, welk het onderwerp dezer Waarneming is, was de enigste Erfgenaam ener iersche Familie.— Twe dagen na de geboorte, ontdekte men enige dezer toevallen; het wierd in geen Bad gebragt, overmits de Vader de Minne zulks belette; dog ik stelde het bloot aan den damp van warm water Ten dezen einde bediende ik my van een Vat met water gevult, overdekt met een mat van fyn riet, op welke ik het Kind plaatste, en na alle zyde omkeerde. Ik liet het zelve, voor de eerstemaal 1 uur, ten twedemaal 2 uren, en ten derdemaal 3 uren, op dien zelven dag, op deze wyze leggen; en deze tyd was genoegzaam om de huid week te maken, en de uitwaasseming te bevorderen. Het Kind 't geen tot op dit ogenblik niet had kunnen zuigen , nam terstond de borst, en het goed gevolg bewoog de Min om' het Kind gedurig (met warm water) te wasschen, zulks zy het genoegen hadde,om het wichtje, een Jaar oud geworden zynde, in een goede gezondheid, aan de Ouderen over te leveren. Ik wensche, dat een zo gelukkige uitslag, welke myne verwachting te boven ging, anderen tot een voorbeeld moge dienen, en ter beproeving aanmoedigen. En het komt my voor, dat het van veel nut zoude zyn, een uittrekzel uit de Verhandeling van den Heer Andry, op kosten der Regering te laten drukken, en overal, vooral ten platten Lande, te doen uitdelen; waar door de ogen van het gemeen zouden geopend, en een zo heilzaam als eenvoudig middel algemeen bekend worden: 't geen het oogmerk is, waarom ik deze Waarneming gemeen maak. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Italien. Varia lectiones Veteris Tcstamenti ex immensa M editorumque Codicum congerie baustae et ad Samarit. textum ad vetustiss Versiones, ad accuratiores Sacrae Critica sontes et leges examinatae operâ et Studio Jo. Bern. de Rossi, vol. IV. Psalmi, Proverbia, Job, Daniël, Ezras, Nehemias, Chronica, Appendix. Parmae 1788 242 en 32 pag. 410. Men kan den Geleerden de Rossi geenzins den roem weigeren, dat hy enen ryken voorraad van verschillende lezingen verzameld heeft, waar uit zig voor den waren oordeelkundigen veel goeds ter opheldering van gewigtige plaatsen des O. T. laat verwachten. Byzonderlyk heeft hy, in de Psalmen,vele lezingen aan de hand gegeven, welke men tot nog toe te vergeefsch by andere Geleerden, zelfs by den verdienstlyken Kennicot, te vergeefsch zoude zoeken. Elogio de Gesner. Lofreden op Gesner, te Pavia, by Bolzami 1789- Men vind hier niet slegts een verslag van Gesners leven, maar ook ene schets van zyne Genie en Schriften, nevens ene Verzameling van aanmerkingen over den zedelyken en politieken Staat van Zwitzerland. Van veel belang zyn de Gesprekken tusschen G- en den Schryver, als niet weinig lichts verspreidende over de manier van denken, schryven, waarnemen en schilderen des eersten De Abt Bertolo is de Schryver van dit Stukje. Hy hield ene drukke briefwisseling met G. en bezogt hem, nu 2 Jaren geleden Hy verhaald verscheidene byzonderheden van des Dichters huislyk leven en der luiden, waar mede hy omging. Frankryk Nouveau Voyage en Espagne, ou tableau de l'Etat actuel de cette Monarchie &c. Paris 1788. gr. 8vo tom I-III. Deze Reisbeschryving onderscheid zig, boven verre de meesten, door den gewigtigen, onpartydigen en voldoenenden inhoud der Berigten welken de Ridder van Bourgoing, weleer Chargé d'Affaires aan het Spaansche Hof, en thans te Hamburg , wegens Spanje medegedeelt. Het tafereel, Welk de Schryver van den tegenwoordigen toestand van dit magtig ryk geeft, is allergewigtigst, om ons een genoegzaam denkbeeld van de taal, de denkwyze, de zeden , Staatkunde, Konsten en Wetenschappen, Fabrieken en Koophandel', te verschafFen. Histoire raisonnée du Commerce de la Russie &c. Beredeneerde Geschiedenis van den Handel op Rusland, door J. B. Scherer, voorheen Lid van het Keizerlyk Gerichtshof te Petersburg, 2 D. 8vo. Parys 1788. Men ontmoet hier vele gevallen, die de oplettenheid van een Geschiedschryver waardig zyn en tevens van het uitterst belang voor den Handelaar, die 'er naauwkeurig in onderrigt word aangaande de Wetten, Gebruiken en Zeden van Rusland, en van den tegenwoordigen Staat des Handels in dit Ryk. Duitschland. Grundriss der allgemeinen Logik &c Grondschets ener algemene Redeneerkunde, en oordeelkundige beginzelen ener algemene Bovennatuurkunde, door G. II Jacob, Hoogl. der Wysbegeerte te Halle 1788. 8vo. 246 en 35o'b!adz. in commissie by Franke en Bispink. Hoezeer 'dit onderwys in de Redeneerkunde van de geschriften der vorige Wolfianen niet verschilt, onderscheid het zig, egter, door enen voordragt, die genoegzaam bewyst,dat de Schryver zyn stuk, volgens zyn aangenomen stelzel, doordagt heeft, gelyk mede door ene uitvoeriger Verklaring der Kunstwoorden, dan men in de nieuwste Schriften aantreft. De Bovennatuurkunde is byzonderlyk ingericht, om de begrippen van den Hr. Kant in het voordeligst licht te plaatsen, en de partyen van dezen Wysgeer te bevredigen. Gott.Gel.Anz. Bemerkungen auf einer Reize &c Aanmerkingen op ene Reize door de Kwikzilver bergwerken in den Paltz en Tweebrugge, door Frans, Vryheer van Beroldingen uitgegeven en met ene Voorrede voorzien door J.D. Brandis. Berl. 1788. 8vo. 240 bladz. by F. Nicolai. De Schryver levert hier ene zeer gewigtige bydrage tot de natuurlyke Historie dezer Landstreken, welken hy tot viermaal bezogt, en welker Schatten hy met ongemenen vlyt heeft naargespoord. Zyne redeneringen over het Kwikzilver zyn zeer opmerkenswaardig, dezelfden. Ueber die Schädlichkeit der Schnurbruste &c Verhandelingen over de schaadlykheid der Keurslyven, zynde twe Antwoorden op de Prysvraag van het Opvoedings Instituut te Scbnepsenthal, uitgegeven door Salzmann. Leipsig 1788. kl. 8vo. 192 bladz. by Crusius. De eerste dezer Verhandelingen, door den Heer Hofraad Soemmering wyst zeer duidelyk den jammerlyken invloed aan der Keurslyven op den wasdom van het vrouwelyk ligchaam, gelyk mede op de voordstelling, op de  ( 124 ) de geboorte en het zoogen der Kinderen. Schoon deze Stoffe reeds meermalen verhandeld zy , onderscheid zig egter deze Schryver door het physiologisch oogpunt, waar uit hy byzonderlyk redeneert. De tweede en korte Verhandeling van enen ongenoemden beschouwd het gebruik der Keurslyven even nadelig; dog is niet zo voldoenend. Gott. Gel Anz. Ueber den Bildungstrieb etc Over de drift tot voordteling door den Heer Hofraad Blumenbach. Gott. 1789. Nieuwe uitgave 108 bl. 8vo met Vignetten, welke door hare ver meerderingen en verbeteringen, alle vorige drukken zeer verre overtreft. Deze uitmuntende Verhandeling behelst het onderzoek van de verschillende wegen, langs welken men ge poogd heeft, het werk der voordteling te verklaren, gelyk mede ene nadere bepaling van de eigenlyk voorttelende kracht. Voorts wederlegt de Schryver de voornaamste redenen, welke doorgaans tot staving der voorbestaanlykheid van het Kiempje in het vrouwelyk ei worden aangevoerd, en geeft eindelyk enige voorbeelden en proeven op, om enigen van derzelver wetten te bepalen, Voornamé.lyk houdt hy zich op by den voordragt van velerleie afwykingen, welke in dit gewigtig Stuk plaats hebben, dezelfden. TEKENINGEN en PRENTEN. parys Van de Galerie du Palais Royal,' in' 't koper gebragt naar de Stukken, welken de onderscheidene klassen der Gallery bevatten, met een kort levensverslag der Schilders en ene Historische beschryving van elk Stuk, door den Abt de Fontenai is de 13de Afgifte in 't licht gekomen: kostende elk Stukje 12 Liv. Het voorhanden zynde bevat 1. De Verzoeker, naar Titian, door bersneff Het hoofd des Zaligmakers is verwonderlyk schoon, wegens het karakteriserende van Goddelyke goedheid en wysheid, 't geen titian daar in zo meesterlyk heeft weten uittedrukken. De Verzoeker is verbeeld in de gedaante van enen Jongeling, houdende Stenen in zyne handen, en tot den Heiland zeggende: Indien gy Gods Zoon zyt, laat dan deze Stenen broden worden. Dit Stuk, zynde een der uitstekendste van Titian, is ongemeen wel gegraveerd. 2. Venus en Adonis, welke laatste, dodelyk gewond, in de armen der eerste sterft Deze Plaat is in 't koper gebragt door le Villain, na Luca Cambiaso, Genueesch Meester. 3. Ene over fraaye Plaat, verbeeldende het gezigt van St. Franciscus, door Romanet, naar een der uitmuntende Stukken van Annibal Carache. De H. Maagd, houdende het kind Jezus in hare armen, verschynt hier aan Franciscus. Ene ongemene zagtheid, tederheid en waarde straalt door in het gelaat der ene: terwyl op dat des anderen de verbazing en verrukking zeer juist is afgebeeld. 4. Een Spiegelende Venus, door Legbold, naar Titian, ongemeen schoon. 5. Het Portrait van ; den ongelukkigen Engelschen Koning karel I, door Romanet, naar de Schildery van van Dyk. 6 een Landschap, door Deque Vauviller,naar den fluwelen van Breugel, zynde een zeer fraaye Plaat. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN. BERIGT nopens een Nieuw werktuig ten nutte van den Landbouw, uitgevonden door den Heer F. G. Maurice, te Geneve. {Getrokken uit deszelfs Nouvelles Observations Botanico Meterologiques, in dit lopend Jaar in 4to te Geneve, in 't licht gegeven.) ,,De Liefhebbery van weerkundige Waarnemingen, welke dagelyks algemener word en tot meer volkomenheid gebragt, bepaald zig tot dus verre by de veranderingen van den Dampkring. Men heeft het zekerlyk vry ver gebragt, met tot de kundigheid te geraken van de zwaarte der Lucht, hare uitzetting en verdikking, door warmte en koude, van de hoeveelheid van vogt, waar mede zy beladen is, die van Elektrieke stoffe welke zy bevat de hoeveelheid waters, 't geen jaarlyks valt en uitwaassemd, enz. dan dit is nog niet alles, 't geen vereischt word; immers wat voor den Landbouw nodig is." „Met behulp der Werktuigen, die in ieders handen zyn [ontdekt men, op ene genoegzame wyze, hoedanige graden van warmte voor de Planten nodig is, wanneer zy eens boven den grond zyn; maar men heeft zig nog niet toegelegd, om te weten, welken graad van warmte de grond zelve behoeve, om te kunnen doen groeyen," hoedanige onderscheidene graden, naar de verschillende lagen en diepten, vereischt worden, en welk uitterste van hitte en koude voor de wortels der Planten schadelyk is. Dr. Hales deeld, in zyne Weegkunde der Planten, enige proeven mede, welken hy daar omtrent genomen heeft: en deze is, gelove ik, de eerste en mogelyk de enigste, die iets uitvoerigs daar omtrent gemeen gemaakt heeft. Ongelukkig zyn zyne uitkomsten zeer uit elkander lopende en weinig zamenhangende. Bovendien waren de Thermometers, waar van hy zig bediende, volgens min vaste regels gemaakt, en dienden zyne proefnemingen veel eer om de uitwaasseming der Planten naartegaan. Men kan dus dit onderwerp, als slegts in 't ruwe geschetst, of wel als geheel nieuw beschouwen. Uitgelokt door de hoop, om iets ten nutte van den Landbouw te weeg brengen, en tevens aangemoedigd door enige Geleerden, die my wel met hun raad hebben willen dienen, hebbe ik, zedert een jaar, een reeks van Waarnemingen gedaan, die, vermeerderd en verbeterd wordende, enig licht kunnen verspreiden, en, uit verschillende oogpunten beschouwd zynde, zo wel voorden enkelen Landbouwer, als voor den Natuurkundigen, van belang kunnen zyn. Afzonderlyke Waarnemingen omtrent de veranderingen van hitte en koude, onder in den grondmaten weinig of niets. Om daar uit enig nut te trekken, dienen dezelven vergeleken te worden met alle de veranderingen van  ( 125 ) van den Dampkring, en met gelyktydige Aardvrugten; wanneer men alleen zal kunnen hopen,dat de ontdekkingen van de eerste Jaren, in 't vervolg, een trap van waarschynlykheid zullen krygen Meer durve ik niet zeggen. Wyders schynt het my van klang te wezen, dat men de dagelyksche droogte of vogtigheid van den grond lere kennen- t geen niet wel doenlyk is, zonder dat men deszelfs uitwaasseming naargaat. Het is genoegzaam algemeen bekend, dat de manieren, waar van men zig bediend, om de uitwaasseming van 't Water te on'dekken gebrekkig zyn= aan gezien dezelve niet gelyk is in een klein of in een groot vat in een vat, dat al of niet op zig zelven staat, in een vat, waar van de kanten dun of dik zyn. Men diend gevolglyk altyd met Mussckenbroek te berekenen, dat de vierkanten der uitgewaassemde hoeveelheden uit twee vaten van gelyke lengte en breedte, dog van onderscheiden hoogte , onderling gelyk staan met de hoogten der vloeystoffen in de vaten. En daar men gene voldoende uitkomsten kan bekomen van de Waarnemingen, met betrekking tot het water zelve, is men nog veel minder in staat, om ene naauwkeurige vergelyking te maken, tusschen de uitwaasseming van het water en die van den grond. Ondertusschen is het van geen minder belang, om zo wel e laatste als de eerste te weten. De: Philosonhical Transctions en de Memoires van de Fransche Akademie'der Wetenschappen, maken slegts met een enkel woord gewag van 't geen, waar uit Dr. Hales opmaakte, dat de uitwaasseming van de oppervlakte des aardryks staat gelyk 10 staan tegen 3. Verschillende berigten egter dreven my tot eigen nasporingen, die my een werktuig deeden vervaardigen, waar van de Aftekening met de beschryving der delen, waar uit het zamengesteld is hier by gaat." (En waar van wy alleen de laatste zullen overnemen.) „My verzekerd houdende, dat de uitwaasseming het enige middel was, om te weten hoe veel vogts de grond inhoud, kwam het my voor, dat men een klomp aarde aan het ene einde van een Hefboom in de open lucht hangende, waar van de bovenkant ontbloot was, terwyl e kanten, na- zo doenlyk, aan den omliggenden grond gelaten wierden , en de bodem niet verre verwyderd bleef van de onderste lagen, ten einde de dampen, die 'er gestadig uit opstygen. te kunnen ontvangen; en aan het ander einde van dezen Hefboom een stuk Lood hegtende, om voor een Evenaar te dienen, en dat men de beiden uittersten van droogte en vostigheid kunnende vinden: my dagt, zegge ik, dat dusdanig een Werktuig, eens gesteld zynde, noodzakelyk de veranderingen van den Dampkring zoude moeten volgen , dalen in vogtige tyden, en ryzen gedurende droogte, en dat men, door dit middel, beter zoude kunnen oordelen, dan uit de hoeveelheid van dampen, die uit de aarde opklimmen, over den graad van vogtigheid, die voor- of nadelig is aan de Planten over het gunstigste tydstip om te zaayen enz. ik deelde dezèn inval mede aan den Pictet, die denzelven goedkeurde; en, met behulp van de onderrigtingen der Heren Paul, nevens de moeyte en naauwkeurigheid, welke dezen tot het vervaardigen van het Werktuig hebben gelieven te besteden, hadde ik het genoegen, de Machine, schoon by de 600 ponden zwaar, van een vierendeel loods aangedaan te zien, en gevolglyk in staat, om, door haren gang, de geringste veranderingen van den Dampkring, zo by droogte als vogtigheid , aan te wyzen." De onderscheidene Stukken, waar uit dit konstig Werktuig, waar van zonder Aftekening niet wel ene beschryving te geven is, zamengesteld is, bestaan I. In een langwerpig rond vat van gevernisd plaatyzer, van 4 vierkante voeten wydte en 1 voet diepte: de bodem is met kleine gaatjes doorboord en het vat is voorts met aarde gevuld. 2. Dit vat hangt in een Ton, zonder bodem, waar van de duiven niet boven het waterpas van den grond uitsteken, en die ook hier en daar met gaatjes zyn. De yzeren Cylinder heeft, in deze Ton, omtrent 1 duim aan de kanten en 4 duimen aan den bodem spelens. 3. Het vat hangt, door middel van een yzeren Spil, aan een haak, die op de scherpe punt rust van 4 een Hef of Handboom, zeer ros aan een stalen Spil hangende, meswyze gesneden, en rustende op stale hamertjes , zynde het een en ander vast gemaakt aan den top van een stevige styl: waar op 5- een klomp lood ligt, gehegt aan het einde van een Spil, welke spil, wel ter dege, in een rechten hoek , vastgemaakt is aan den Evenaar, waar mede dezelve een geheel uitmaakt. 6. In de lengte van omtrent drie vierde delen van den Hefboom, naar den kant, die 't verste van het steuupunt af is, hangt een tegenwigt, cylinderswyze gevormd, aan een haak. 7- Dit einde des Hefbooms, welk het tegenwigt draagt en dat puntig toeloopt, correspondeerd met een halve cirkel, op ene gelyke styl als de eerste geplaatst, en waar op elke verdeling de zwaarte aanwyst van een Lyn waters, op het oppervlak van het cylinder vat, t geen zig, zo als gezegd is, aan het ander einde bevind. Elk dezer verdelingen of Lynen, is wederom in twaalven verdeeld', kunnende men zeer ligt het vierde van elk twaalfde deel of 4 1/3 Van een Lyn waarnemen. De beiden houten stylen zyn, door een stevig dwarshout, onder den grond aan een gevoegd: welk dwarshout, in de gedaante van een dubbeld kruis, op vier geheide palen, en ene bedding van (tenen rust, in diervoege, dat men voor geen verwrikken behoeve bedugt te zyn. „Het Werktuig geplaatst zynde, vervolgd de Heer Maurice, ligtte ik een gras-zode van 3 duimen uit een Weide, en nam 'er van onderen 4 vierkante voeten aarde uit, die ik van de grootste stenen, niet kleiner dan hazelnoten, zuiverde. 'Er was, zedert 3 dagen, gene regen gevallen, dog te voren ene genoegzame hoeveelheid waters. Dit geschiedde op het einde van Augustus 1788. De aarde, die ik vond, is wel niet volkomen, die men hier goede zwarte aarde noemt; dan daar dezelve het merendeel van de eigenschappen bezit, welken Home aan deze soort toeschryft, wil ik ze liever onder deze klasse brengen, dan onder die van kley-, zand , derry- of krytaarde. Ik mat elke vierkante voet aarde zeer naauwkeurig af, en bevond, dezelve wegende, de vier 408 ponden en 18 oncen zwaar. Hier op stak ik ze in een zeer warmen oven, en liet ze aldaar, gedurende 26 uren, wanneer ik ze, in dezelfde maat, en op gelyke wyze, als de eerste maal , pakte. Ik hadde toen niet meer dan 357 ponden. Dus waren 'er 123/4 ponden waters op elken vierkanten voet, uitgewaassemd. De aarde hadde, door de uitdroging, omtrent 21/9 meer uitgebreidheid gekregen. Daar ik dezelve dus, in-vier kerent niet ïn de maat kon krygen Q 3 - bragt  (126) bragt zulks voor een ogenblik te wegen,dat ik ze met een rug in het yzeren vat moest pakken. De Evenaar wees my toen het uitterste punt van droogte aan, 't geen ik met o tekende op den halven cirkel. Vervolgens berekend hebbende hoe veel waters gelyk stond met een Lyn in hoogte, op 4 voeten oppervlakte, 't geen op 30 oncen, 1 2/3 loot uitkwam, goot ik die hoeveelheid warers niet op de aarde van den cylinder, maar in een Vat, 't geen ik onder denzelven geplaatst hadde, na dat ik, voor dat ogenblik, deszelfs overeenkomende zwaarte met de aarde hadde weggenomen. Ik kreeg toen de eerste verdeling van o tot 1. waar Van de tusschenwydte gelyk staat met 7 Lynen en een half Van een voet waterpas. Dezelfde werking tot 44 malen herhalende, kwam ik tot aan den top van myn cirkelboog, die gevolglyk 44 aanwees, het geen ik agtte, dat als een zeer zeldzame graad van vogtigheid kan beschouwd worden." Gedurende den eersten regen, die, na dat het Werktuig gevuld was, viel, kon het my voor een Eudiometer (vogtmeter) dienen, daar de aarde, uit hoofde van hare droogte, al het water, 't geen nederdaalde, geredelyk verzwolg: wanneer zy egter bekleed was met de bekorstingen (averses) van de maand September, kon zy al het water niet in trekken: Weshalven, de aarde eenmaal verzadigd zynde, het overschot Uit de Cylinder liep. Ik behoeve gene reden te geven waar Om ik my van kale aarde bediende, zonder haar iets te laten voortbrengen. Misschien komt het gelegen, ten tyde wanneer de velden omgeploegd worden, ook de aarde van den Cylinder, gelyk die der Akkergronden, te behandelen, ten einde, by analogie, en onder 'bevordering van ene des te sterker uitwaasseming, te oordelen of dezelfde hoeveelheid aarde ene grotere oppervlakte zal vertonen , en gevolglyk meer door Wind en Zon aangedaan worden. Tot hier toe is de juistheid en aandoenlykheid der Machine opmerkelyk : de sterkste daauw heeft zyn uitwerking, de dunste nevel insgelyks. Op het ogenblik, dat de grond bevrozen is, bespeurd men een zeer sterke uitdamping. In 't algemeen brengen de meer of minder sterke winden, het al of niet schynen der Zonne, een min of meer warme lucht, een zichtbaar onderscheid te weeg: en 'er zyn nog gene 24 uren verlopen, gedurende welken de wyzer stil gestaan heeft. Ik dnrve des hopen, dat haar gang van belang gehouden zal worden, by hun, die van mening zyn, dat men, in den Landbouw, alle stelzels moet verbannen, en dat de enkele Waarneming, een langzaam, maar zeker middel, enige vorderingen kan te wege brengen in deze Wetenschap , die , hoe oud, en van hoe veel belang ook, egter tot nog zo weinig voortgangen gemaakt heeft. Ik ben voornemens , om , op den duur, twee Thermometers by het Werktuig na te houden, waar van de ene in de aarde steekt, en de andere op de oppervlakte staat, wier gang, gepaard met die van 't Werktuig, belangryke uitkomsten zal kunnen opleveren. TONEEL- en ander KONSTVERMAAK NIEUWS. Te Parys is, op den Italiaanschen Schouwburg, den 26 Maart, voor de eerstemaal vertoond: L'heureuse Inconsequence of la Fausse Paysanne, Blyspel in 3 Bedryven, op rym, van den Heer Piis, doormengd met Aria's, zynde het Muzyk van den Hr. Propiac Dit Stuk is sterk toegejuicht, zynde vol geest, vrolyk en ongemeen bevallig van styl. Het Twede Bedryf munt inzonderheid uit. Den 24sten is, mede aldaar, op den Schouwburg van Monsieur, voor 't eerst met enen goeden uitslag gespeeld: Filosophi imaginari, zynde een Tusschenspel met 4 stemmen, waar van het aangenaam Muzyk door Païsiello gecomponeerd was: gelyk ook den 26. daar aan volgende deze nieuwe Schouwburg ene talryke menigte Aanschouwers trok, door ene eerste vertoning op denzelven, van een dubbeld Blyspel, in een dubbeld Bedryf, op een dubbeld Toneel gespeeld: zynde het maakzel van den Hr. Guillemain, die, door soortgelyke Stukjes voor de kleine tonelen, zig met roem heeft doen kennen, en voerende den tytel van Les Grands en les Petits. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. In Engeland circuleren,zedert kort, ettelyke hele en halve Guinies van valsch goud gemaakt. Derzelver waarde is omtrent de helft van de echten: dog zy zyn zo naauwkeurig gemaakt, dat men ze naauwlyks ontdekken kan. Alleen bevind men, dat zy, gebogen wordende, breken. Het gevvigt komt over een, door dien ze iets dikker in de midden zyn. . In de Oostenryksche Nederlanden, zyn de van buiten inkomende Lompen voor de Papiermakeryen, van alle Tollen en Rechten vrygesteld: als mede de Binnenlands vervoerd wordende vodden en snippers van Huiden en Leder, van alle uit- en inkomende rechten ontheven. Ook kunnen voortaan de Papiermakers aldaar alle benodigde Stoffen voor hun Fabriek, van buiten's lands, vry invoeren, mits zig daar toe by de Hoofdbedienden van het Departement by Requeste vervoegende. Papieren en Kaarten zullen voortaan geen uitgaand recht betalen. Nog is de Invoer van buiten van Erwten, Ponen, Vitsen, Aardappelon en Peulvrugten vry van belasting verklaard. „ De Gecommitteerde Bladen van de Staten van ,, Holland en Westvriesland, in beiden de Kwartie„ ren, hebben by Resolutie van 8 April 1789. de „ Ontvangers Generaal, en de verdere Ontvangers „ der Gemene Lands middelen in de Steden, geau„ thoriseerd, om de Interessen van de Fournissemen„ ten van de 25ste Penning, op derzelver verschyn >, tyd,  (127) tyd, provisioneel te betalen op de Recepissen, die " daar van zyn uitgegeven, en nog verder uitgege ven zullen worden; en daar mede zal worden ge', continueerd, tot nader ordre. het zy nog voor, of '' wel na, het aflopen van den laatsten termyn van " de 25ste Penning, zo ten opzichte van de op naam " stelling ter voldoening van het 17. Artikel van 't " Placaat, als nopens de wyze van Combinatie, zal " worden gesteld." Hun Hoog Mog. hebben, op de Requeste van verscheiden Kooplieden en Scheepsreders, te Dordrecht en Rotterdam, voor den tyd van één Jaar, gesurcheerd derzelver Resolutie van 16 Januar. 1786. en dien volgende verklaard: "dat alle Schepen, die voor 1 April 1790, Nederlandsche eigendom zullen zyn geworden, zullen worden geconsidereerd, " als op de Werven dezer Landen gebouwd te zyn, ', ten dien effecte, dat voor dezelven Turksche Pas" poorten zullen worden gegeven." Uit echte bescheiden blykt, dat.de Engelschen een aantal van niet minder dan 542 Schepen gebruiken, die op een enkele Haven van Rusland varen, om van daar onbewerkte Materialen voor de Britsche en Iersche Fabrieken te halen ; deze Schepen zyn, door elkanderen, boven de 300 Tonnen groot; en de waarde der uitgevoerde Goederen van Rusland, bedraagd, voor de lnlading. ene somma van 2,700,000 Pstr. en omtrent een Millioen Pstr. daar en boven, wanneer zy in Grootbrittagne ontscheept worden. Ondertusschen is het getal der Schepen, zo door Rusland als de overige Natien van Europa geëmployeerd, om, uit die zelfde Haven, Russische produkten elders te voeren of te halen, niet groter dan 392 zamen; en de waarde van derzelver ladingen beloopt slegts 1,089,501 Pstr. Men kan hier uit opmaken van hoe veel belang de Britsche Handel alleen op Rusland is, HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE. ANECDOTEN. Een klein Werkje, onlangs te Parys uitgekomen, bestaande in Brieven over de Werken en het Karakter van J.J. Rousseau, door Mevr. de Baronesse van Stael, (*) heeft aldaar en elders stoffe tot drukke gesprekken opgeleverd. In het zelve werd rond uit verzekerd , dat Rousseau zelve een einde van zyn leven gemaakt heeft. Zie hier 't geen men daar over aldaar vind aangetekend. (*) Dogter van den Hr. Necker, en gehuuwd aan den Zweedschen Afgezant te Versailles, Baron van Stael. Men zal mogelyk verbaasd staan over 't geen " by my als zeker gehouden word; dat nam. Rous" seau zig zelven om 't leven gebragt heeft. Dan " dezelfde Genever, van wien ik reeds gewag ge" maakt hebbe, ontving, enigen tyd voor zyn dood,. ,, een Brief van hem, die dusdanig een opzet scheen " aan te duiden. Sedert zig met de uitterste naauw" keurigheid toegelegd hebbende, om, aangaande " zyne laatste ogenblikken, onderrigt te worden, " is hem gebleken, dat Rousseau, des morgens van " den eigen dag, waar op hy stierf, volmaakt ge" zond op stond, maar ondertusschen zeide, dat " hy de Zon voor de laatste maal ging zien, ge" bruikende. voor zyn uitgaan, de Koffy, welke ,, hy zelve gereed maakte. Hy kwam enige uren-. ,, daar na weder in huis, beginnende toen gewel" dige pynen te gevoelen, dog hy verbood telkens " dat men om hulp zou zenden, of iemand van zyne " toestand kennis gave. Korte dagen te voren hadde " hy de vurige genegenheid zyner huisvrouw voor " een gemenen kaerel ontdekt: en deze ontdekking " schynt hem geheel ter nedergeslagen te hebben, " zo dat hy, 8 uren aan elkanderen, in ene diepe: " mymering aan den rand van het water staan bleef. " By aldien men deze verhalen by zyne gewone " droefgeestigheid, en ongemeen sterk toenemen" van zyne benauwdheden en mismoedigheden, voe" ge, kan men, dunkt my, niet meer twyffelen,. " of deze grote en ongelukkige man heeft vrywillig een einde van zyn leven gemaakt." Dit verslag gaf aanleiding tot twee Brieven, over dit onderwerp, die men, in den tweden druk van het boven genoemd Werkje, vind ingelascht. In den eersten, zynde van de Gravin A. de Vassy, aan Mev. van Stael, word dit berigt, wegens de wyze van Rousseau's dood, met veel geestdrifts tegen gesproken, beroepende zig Mev. de Vassy op het Proces verbal, door de Heelmeesters van 't geval opgemaakt, op het getuigenis van de Heren de Gerardin (haar Vader),, en le Begue de Presle, die een vertrouwd vriend van Rousseau, en by zyn overlyden te Ermenouville was. als mede op zeker allernauwkeurigst en omstandig verhaal dier zake. In den Tweden Brief, behelzende een antwoord op den vorigen, door de Baronessevan Stael, beroept deze zig op nieuw, ter verdere: staving van 't geen zy beweerd hadde, op den Secretaris van haar Vader, zynde een Genever van geboorte, die het grootste deel van zyn leven by Rousseau hadde doorgebragt, als mede op enen anderen Genever, Mouton geheten, een man van veel verstand en een vertrouweling van zyne laatste gedagten; beiden welke personen haar: verzekerd hadden, 't geen zy schreef. GE-  ( 123 ) ■ GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. 1 Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is gefeest: te Amsterdam 158: in 's Hage 58: en in de naastvorige week 44: en te Haarlem 28, onder welken laatsten 12 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN VAN IN- EN UITLANDSCHE BOEKEN en GESCHRIFTEN. Te Parys, zal by intekening uitgegeven worden een aller keurlykste en kostbaarlte druk der Oeuvres complettes de Winkelmann in 7 Delen, in 4to. gr. ieder 6 a 700 bladz. en verrykt met 250 fraay gegraveerde Platen, Vignetten en Bloemwerkjes. Volgens het daar van uitgegeven Prospectus Zullen de nog onvertaalde Stukken, door bekwame mannen, in 't Fransch overgezet, en met andere vertalingen vergeleken worden, de overigen op nieuws nagezien, en by allen, ter nodige ophelderingen, de vereischte Aantekeningen, uit de oordeelkundige aanmerkingen der Heren Heyne, Dasdorff Carlo Fea, Lessing, Herder &c. gepaard met die van den Hr. Winkelman zelven, gevoegd worden. Deel I en II, zal de Geschiedenis der Konst by de Ouden bevatten, voorgegaan door de Lofredenen van den Heer Heyne, op Winkelmann, nevens een kort Levensverslag van hem , door den Heer Hubek, en gevolgd door nog ettelyke Stukken , zo over de Bouw- als Schilderkonst der Ouden. By deze 2 Delen komen 50 Platen en omtrent 50 Vignetten. III en IV. Beschryving der aloude Gedenktekenen, die nog niet gemeen gemaakt zyn, met bykomende aanmerkingen van Raffei, op die, welke op het Landgoed van den Kardinaal Albani gevonden worden; zullende deze Delen met omtrent 140 Platen en verscheiden Vignetten versierd wezen. V. Beschryving der gegraveerde Stenen en Antiquiteiten in bet Kabinet van den Baron Stosch. VI. Proeve over de Allegorie, byzonderlyk ten nutte van Konstenaren, met bykomende aanmerkingen en ophelderingen omtrent de navolging der Grieksche Konstenaren in de Schilder- en Graveerkonst: als mede ettelyke Stukken over de nieuwe ontdekkingen te Herkulanium &c. VII Gemeenzame Brieven van Winkelmann, met oordeelkundige Aantekeningen van den Heer Dasdorff Het gehele Werk zal op best Fransch Drukpapier en met de fraaye Letter van Didot gedrukt worden. De eerde Afgift, die uit de beiden delen van de Geschiedenis der Konst, by de Ouden, bestaan zal, geschied nog dit lopend Jaar, in de maand Aug. Het 3de, 4de Deel zal omtrent 8 Maanden daar na uitkomen en de 3 overigen, zo spoedig mogelyk volgen; zulks het gehele Werk in 1,5 Jaar na de eerste Afgifte het ligt zal zien. De Prys van elk Deel is voor den Intekenaar 30 Livres, te betalen by den Ontvangst-, de Intekening, die tot 1.Nov. 1789. open staat, kan ook hier ten Lande geschieden, in 's Hage, by den Boekhandelaar van Cleef. De Sociëteit van Boekdrukkers, te Luik, bezig zynde met het herdrukken van de Encyclopedie Methodique, par ordre de matieres welke te Parys word uitgegeven, heeft ene intekening geopend op de Dictionaire de Theologie, Medicine, d'Economie Politique & Diplomatique, des beaux Arts, de Grammaire & Litterature. Deze intekening kan op ieder Woordenboek afzonderlyk geschieden; men is alleen verpligt, dat gene geheel te nemen, waarop men heeft ingetekend. Voor uit word niets gevorderd: men zal slegts by elke aflevering welke 350 a 400 bladz. in 8vo. zal beslaan 2 Liv. 5 sols betalen, zullende twee afleveringen één deel uitmaken. De aflevering zal met April een aanvang nemen, en om de 15 dagen agtervolgd worden. De Intekening staat in de voornaamste Boekwinkels open tot de maand van Julyaanstaande De Maatschappy van Boekdrukkers, te Tweebrugge, heeft onlans wederom ene schone uitgave der Werken van Thucydides geleverd, welke die van Plato, door den fraayen druk nog zeer verre overtreft, zynde de laatste uitgave van Duker gevolgd. Het eerste Boek beslaat het eerste deel in gr. 8vo. en bedraagt 411 bladz. Vooraf gaan nog 104 bladz. met het leven en Letterkundige berigten. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789 Baro THER- STREEK April Me MOME- DER LUCHTSGE. I TER. TER. WIND. STELDHEID. 29. 9½ 42½ N. N. W. ' " ' 8- < 29 9½ 46½ N. W. bewolkt (29. 11½| 38 ("30. 0 40 Noord " 9- ■) 30 0 46 . betrokken en stil. 30 0 40 O. N. O. 29 11½ 40½ Oost stil, Voorm.betr. 10. 29. 10 49½ N. O. en dampig, verder 29. 8½ 43 N W. helder. , ("29. 8 45½ N. W. Voorm. wein. reg. 11 29. 6½ 55 Namidd. helder, 29 6½ 43½ ■ 'sAv. betrokken. ("29- 6½ 46 West byna betr. 's Nam. 12. ^29. 6½ 50½ W N. W. sw. wolk. iets reg 29 7½ 34½ Noord 's Avonds helder. 29 9½ 40 N. N. W. wolken, 's Avonds 13- ^29. 9½ 47½ N. ten W. helder. (.29- 9½ **35½ Noord 2 • 10½ 40½ N. ten O. 'sMorg. helder, 29 10 51½ O. N. O. verder wolken, 2. 9 40 N. N. O. 's Avonds helder. * Namiddag 4 uren 54 gr. Onder de regen was min of meer iets sneeuw. *• 's Nagts 31 gr. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 43 ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE; VOOR. MEER.- EN MIN-GEOFFENDEN. Vrydag den 24. April. BERIGTEN. RUSLAND. De aan het Keizerl. Winterpaleis aangebouwde Heremitage, te Petersburg, trekt aller ogen tot zig door de pragt en smaak van het Gestigt. In het zelve bevind zig: i. Een toneel, a. Een Winterhof, waar in de zeldzaamste Bomen, Planten en Bloemen; de heerlykste Marmeren Standbeelden, en de fraayste Vogelen gevonden worden. 3. Ene Gaandery van verbazende Lengte, waar in de uitmuntende Copyen van Rafaël, te Romen in 't Vatikaan genomen, bewaard worden. 4. Meer dan 2000 Schilderyen van de beste Meesters, uit de Italiaansche en Nederlandsche Scholen. 5. 20000 Kopere Platen, 6. 10000 Antieke gesneden Stenen.daar onder begrepen de verzameling des Hertogs van Orleans. 7. 30000 Afgietzels in Pleister. 8.16000 Medailjes en Munten. 9. Ene Boekery van 40000 Werken, waar onder de verzamelingen van Voltaire en Diderot. De Krygskundige Boekery van wylen den Commandant, en door zyne Schriften zo beroemden Generaal Eggers, heeft de Vorstin, reeds over enige Jaren,aan het Adelyk-Cadettencorps,ten nutte der aanzienlyke en talryke Krygsjeugd, geschonken ) 10. Een overheerlyk Kabinet van Natuurlyke Zeldzaamheden, waar in bovenal de verzameling van Delfstoffen des beroemden Pallas van ongemene waarde is. II, DEEL. GROOT -BRITANNIEN. Het fraaye Proefstuk van den Hr. Bacon, verbeeldende de Rivier de Theems, omringd van deszelfs Eigenschappen, in bronze gewerkt, is Vrydag voor Paschen, aan den Noorderhoek van het Somerset's plein, te Londen, opgeregt geworden. Het beeld is omtrent 8 voeten groot, en weegt byna 3000 Pond. Onder de rechter arm ziet men een antike Kruik, en lager een Hoorn des overvloeds, die tot aan de linkerzyde van het beeld loopt. Het Voetstuk was reeds over enige maanden in gereedheid. Het koperenStandbeed zyner Majesteit staat eerlang schuins tegen over dat van de Theems geplaatst te worden. De Konstschilder Stephani, of, gelyk hy zig zelven noemde, Zosani, uit Regensburg, is in de OostIndien overleden. Hy was derwaarts vertrok ken, om 'er zyn fortuin te maken, 't geen hem zo wel gelukt is, dat hy werklyk 40,000 Pftr. nagelaten heeft. Op de Verkoping der Boekery van Pinellis, te Londen, waar mede men, zedert enige dagen, bezig is, raken de zeldzame Werken, en vooral de oudedrukken, zeer duur aan den man. Onder anderen zyn verkogt Durande rationale, op pergam. van 't jaar 1459. voor 101 Pftn 17 f- het zelfde werk, op pap. 1473. ia Pftr. 12 f. Supplem. Summ Magiftratite, op perg. zonder jaartal, 15 Pft. 15-f- Clementis Constitutiones , dito 1476. 31 Pft. Justiniani Institutiones, dito 1468. 85 Pft. 1 f. idem op papier 1476 36 Pftr. Aristoteles Opera, Lat. 3 vol. op pergarn. 72 Pft. 10 f. FRANK-  ( 130 ) FRANKRYK In een der laatste Zittingen des vorigen Jaars van de Koningl. Akademie der Byschriften en fraaye Letteren, te Parys, deelde de Abt Barthelémy der vergaderinge enige scbriftelyke Aanmerkingen mede, over éne Grieksche Inscriptie, niet lang geleden, te Athenen, ontdekt; zvnde niet min belangryk van inhoud, dan eenwaardig uit hoofde van hare oudheid. Dezelve was in het jaar 410 voor onze Tydrekening gegraveerd, en vervat ene naauwkeurige opgave, van maand tot maand , der kosten van alle de Feesten, gedurende dat jaar, door de Atheners gevierd geworden zynde. Uit het Afschrift, welk de Abt Barthelémy gezien hadde, en 'tgeen vol uitlatingen was, giste hy,dat die kosten omtrent het twaalfde gedeelte der jaarlyksche inkomsten van 't Gemenebest na zig genomen hebben, alhoewel het zelve op dien tyd in' tien Peloponeeschen Oorlog was ingewikkeld. Het Marmer, waar op men deze opgemaakte rekening vind, is onlangs naar Marseille overgevoerd, en behoord in eigendom aan den Grave de Choiseul-Goufsier, Ambassadeur by de Por te. De Heer de Bougainville, Chef de Escadre en Maarschal de-Camp, is, in plaats van den overleden Marquis de Turgot, tot Associé libre by de Koningl. Akademie der Wetenschappen, te Parys, verkoren. De Koningl. Maatschappy van Landbouw, te Parys, heeft: . ' 1. Een Prys van 600 livres, die in hare openbare Zitting van 1790 staat uitgedeeld te worden, beloofdaan den SoryTer der beste Verhandeling over de volgende Vraag: „ Welken zyn de zekerste middelen, om nieuwe soorten van nuttige planten, zo voor den Landbouw als „ de Keuken, te bekomen, en langs welken weg kan „ men best de onderscheidene soorten van Planten in een Gewest, aan het climaat doen gewennen?" De Maatschappy verlangd, by de beantwoording dezer vrage, tevens een Historisch verslag van de manieren ,waarvan men zig tot dus verre bediend heeft, om dit oogmerk te bereiken. De Antwoorden moeten voor 1 Maart 1790 ingeleverd worden. II. Een Prys van gelyke waarde, op denzelfden tyd toe te wyzen, voor het beste antwoord op deze Vraag: ,, Welke Planten leverd de Natuur in 't Koningryk „ op, of kunnen zonder veel moeite gecultiveerd wor„ den, waar uit een blaauwe verwstoffe kan getrokken „ worden, en op welke wyze, kan men juist de hoeveelheid dier stoffe bepalen, in de onderscheidene Planten, welken dezelve bevatten?" ÏII. Voorts zal de Maatschappy, op voorstel van 's Konings en Stads Procureur, in dezelfde openbare Zitting van 1790 drie buitengewone Pryzen, uitdelen, waar voor haar, door den loflyken yver der Burgery voor het algemeen welzyn, de toereikende penningen verstrekt zyn; te weten; Een Prys van 600 Liv. aan den Schryver der beste Verhandeling over de vraag : Welke zyn de 'oorzaken van bet minderen der Bosschen; en welken zyn de middelen om hier in te voorzien ? Ene Twede ter waarde van 300Liv. op de beste Verhandeling; Over de zuinigste voordeligste wyze van houtskolen te maken. Zynde het onderwerp voor den Derden Prys, die van gelyke waarde als de vorige zyn zal, de navolgende Vraag; Welken zyn de beste middelen , om bet Brandhout te besparen, zonder den graad van warmte. dien beblykbeid en gewoonte noodzakelyk gemaakt beeft, binnen's huis, te verminderen ? De Verhandelingen moeten, niet de gebruikelyke voorzorgen , voor Maart 1790. onder omslag, aan den Directeur Generaal der Financien, geaddresseerd worden, aan denHr. Broussonet, aanhoudend Secretaris der Maatschappy. De Akademie der Wetenschappen, fraaye Letteren en Konsten , te Rouan, tot dus verre gene voldoende beantwoordingen "ontvangen hebbende,op haar gegeven voorstel, houdende: te bepalen den wederkerigen invloed der Wetten of de Wetenschappen , Konsten en Handel, en dien der laatsten op de eersten; heeft het dingen naar den toegezegden Prys op die Voorstel, zynde van 600 Livres, andermaal verlengd tot op. het lopend Jaar 1789. zullende de uitwyzing daar van in de openbare Zitting van Aug. eerstkomende geschieden. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Keurvorst van Keulen heeft deszelfs pragtigeHof-Boekery aan de Universiteit, te Bonn, geschonken, en tevens een ruimen Hof gekogt, die tot een Kruidhof aangelegd, en waar in het Ontleedkundig Toneel, nevens het Scheikundig Werkhuis,verplaatst zal worden. NEDERLANDEN. Amsterdam. Dezer dagen, is alhier overleden Caspar Philips jacobsz. , Kunstgraveur ent Geadmitteerd Landmeeter voor den Ed. Hove van Holland en Westfriesland; Lid van 't Mathematisch Genootschap te Amsterdam, Deze voor de Tekenkonst zo zeer verdienstlyke man is byzonder bekend door zyn 1. Uitvoerig onderwys in de Doorzichtkunde met LX platen ; 2. De door hem vermeerderde en verbeterde druk van de vyf Colom-orden, door S. Bosboom. 3. Door zyne Handleiding tot de Spiegel. Perspectiven 4. Door zyne Handleiding tot het plaat, zen van de Zon of Maan in een Tafreel, en eindelyk 5. Door ene Handleiding om 'in de Kunstplaten den afstand van het oog des Zienders tot dezelven, de Persoectivische dieptens der waterpas leggende en opstaande vlaktens, de lengte derzelver Sluitlinten, Horizons hoogte enz. enz, te vinden». Door  ( 131 ) Door den Hertog Bisschop van Lubek, als administrerende Graaf van Oldenburg, is den Wel Eerw. zeer Geleerden Here Esdras Heinrich Mutzenbecher, Hoogduitsch Predikant in de Euangelisch Luthersche Gemeente alhier, de Post van Superintendent Generaal van het Graafschap Oldenburg aangebeden, Amsterdam den 14. April. heden heeft het Genoot schap der Mathematische Wetenschappen , onder de Spreuk: Een onvermoeide arbeid komt alles te boven ; deszelfs algemene jaarlyksche Vergadering, in het Logement de Zon, binnen deze Stad gehouden. De Hr. Arnoldus Bast. Strabbe, in die Vergadering praesiderende, opende dezelve met ene gepaste Redenvoering over het Problema van de Quadratura Circuli, waar in allerduidelykst betoogd werdt de onmogelykheid om het anders dan door benadering op te lossen. In 't byzonder behelst die Redenvoering: 1. Wat men door de uitdrukking Quadratura Circuli behoort te verstaan, en welke reden tot die manier van spreken aanleiding gegeven heeft. 2. Wie die genen zyn, welke zig met de navorsching der Quadratura Circuli bezig houden: deze worden in drie soorten onderscheiden, en hunne karakters en werkzaambeden duidelyk afgeschetst. 3. Kort vertoog, rakende de benadering van verscheide beroemde Meetkundigen, als: Archimedes, Metius , Ludolf van Keulen, Lagni enz. en den verbazendentrap van naauwkeurigheid, welke door hunne gevondenen Proportien van de Middellyn tot den omtrek eens Cirkels bereikt kan worden; ene naauwkeurigbeid die alle verdere nasporingen volstrekt nutteloos maakt. 4. Een Bewys der onmogelykbeid, zo van de bepaalde, als onbepaalde Quadratuur des Cirkels. Deze Aanspraak geëindigd zynde, werden de zaken, welke het voorwerp dèr Vergadering uitmaakten, volledig af gehandeld, en voorts met de grootste eenstemmigheid zodanige schikkingen beraamd, welken tot den voortdurenden bloei des Genootschaps nuttig en noodzakelyk geoordeeld werden. Eindelyk werd de Vergadering besloten door gemelden Heer A. B.Strabbe, met ene gepaste Aanspraak en Dankbetuiging aan alle de tegenwoordig zynde Leden, voor hunne betoonde zucht tot bevordering van alles, wat strekken kan om het Genootschap steeds meer en meer in welvaart en luister te doen toenemen, benevens de eere, der Vergadering aangedaan, door hunne tegenwoordigheid. . Te vergeefsch zou het zyn zig te willen verledigen, om de nuttigheid van dit aanzienlyk Genootschap in een helder daglicht te stellen. Elk die weet wat de Wiskunde is, en welken invloed dezelve op den welvaart van ons Vaderland heeft, kan aan het edel en verdienstelyk oogmerk dezer Maatschappy, om den smaak der Wiskunde zo veel mogelyk algemener te maken, en de lust en yver, om nuttig voor het Vaderland te zyn, in Nederlands Ingezetenen op te wekken, geen ogenblik twyffelen. — Voor hun, wien de aart en 'de inrichting van dit Genootschap nog onbekend zyn, dient het Volgende bericht. Op het einde des Jaars 1778 werd door vier Beminnaren der Wiskunde den eersten grond tot dit Genootschap gelegd: het zelve nam in korten tyd zodanig toe in Leden, dat de Bestierders zig weldra in staat bevonden, om , ingevolge de ontworpen Wetten, alle drie maanden een Stukje in 't licht te geven, bevattende enige nuttige Voorstellen met derzelver Oplossingen, welke of tot opscherping van het verstand kunnen dienen, of op de belangen der menschelyke zamenleving enen onmiddelyken invloed hebben. Niet zodra was het Genootschap tot enen matigen bloei opgeklommen, of Bestierderen begrepen, dat, zal men in de Wiskunde enige vorderingen maken, het vooral noodzakelyk is te weten, langs welke trappen de Wiskunde tot het toppunt, waar in. dezelve zig thans bevind, is opgeklommen, ten einde zig voor alle vergeefsche nasporingen te kunnen wagten, en zig gene vindingen toe te eigenen, welke reeds door anderen gedaan zyn. Zy besloten derhalven het uitmuntend Werk van den. Here Montucla, getyteld: Histoire des Mathématiques, 2 Delen in 4to. door hunnen Secretaris, den Heer A. B. Strabbe, in 't Nederduitsch te laten vertalen, en in 4 delen in gr. 8vo. uit te geven; gelyk dan ook reeds twe complete Delen van dat Werk, met nuttige aantekeningen van gemelden Secretaris verrykt, het licht zien, en nog onlangs het eerste Stuk des derden Deels is uitge komen De bestiering van dit Genootschap word door 9 leden waargenomen, namelyk drie Bestierders binnen Amsterdam wonende, en drie andere Bestierders, welke, volgens de Wetten, buiten amsterdam woonachtig moeten zyn, benevens twee Secretarissen en een Penningmeester. .Daar benevens zyn 'er nog twee Bestierders uit de Honoraire Leden, welke geschikt zyn. om, in naam dezer laatsten, de belangen des Genootschaps te behartigen. . De Werken tot op heden door het Genootschap in t ligt gebragt, en welke tot de bygevoegde Pryzen by den Boekverkoper P. G. Geysbeek, wonende op de Princegragt en de hoek van de Egelantierstraat te amsterdam te bekomen zyn , zyn de volgende: I. Kunst-oeffeningen over verscheide nuttige Onderwerpen der, Wiskunde, 2 Delen, . . f ƒ10:10: — II. Wiskundige Verlustiging, 1 D. 7ft.a 12 ft - 4: 4: — III Montucla Historie der Wiskunde, 2 D. - 4:16: —■ Idem, 3de Deel, 1ste stuk. . -—:15:~ Daar nu- het nut ener zodanige Maatschappy, en hare overtreflykheid boven vele andere, zig duidelyk openbaart, en de jaarlyksche toelaag der Leden zo gering als mogelyk was gesteld is, terwyl zy daar voor nog de. Werken, die het Genootschap uitgeeft, gratis ontfangen, worden alle die genen, welke of de Wiskunde oeffenen, of genegen zyn zodanige nuttige inrichting te begunstigen, vriendelyk uitgenodigd, het zy als Honorair of als Ordinair Lid, aan het Genootschap deel te nemen, ten einde het zelve in staat te stellen, om meer en meer nuttig voor het Vaderland te kun zy die wegens den aart en het oogmerk dezer Maatschappy nader onderricht begeren, kunnen zig in persoon of schriftelyk adresseeren, by de Heren A B. Strabbe, Coenraad Wertz, Secretarissen, en Jan Bolten, Penningmeester des R. 2 ge-  (132) Genootschaps, alle te Amsterdam; Marten Jellen Zuidhof te Veendam, in de Provincie Groningen; Fedder Karstens te Hamburg; Govert de Beer te Alkmaar; Cornelis Hokke te Kortgene in Noord Beveland; Gerard van Steyn te Zwolle; Mattheus van Dyk te Schiedam; Jacob Clauset te Brunisse; Dirk Folkers te Embden; Johann Isaac Berghaus te Cleve; Hendrikus Jacob Voorstad te Leiden; Jacob de Gelder te Rotterdam; Garrelt Jacobs Bouman te Wener in Oostvriesland, en Ary Alblas te Purmerende; by welke de Wetten gratis te bekomen zyn. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Zweden. Svenska Samfundets: Pro Fide et Christianismo, Samlingar, rorande Religion, Seder och Upfrostan. Eerste Deel , 1ste Stuk, 8vo. te Stockholm, ter Koningl. Drukkery 1788. Dit Stuk vervat 1. Een berigt aangaande het Zweedsch Genootschap: Pro fide et Christianismo, 't geen hoofdzakelyk hier op uitkomt. Het zichtbaar verval des Kristendoms bragt enige yverige Voorstanders van den Godsdienst reeds in den Jare 1771. op de gedagten, om dit Genootschap op te rigten. De Wetten van het zelve, op dien tyd, in de Zweedsche en Hoogd. tale in 't licht gegeven , wierden in den Jare 1781. vernieuwd en vermeerderd. Jaarlyks kiest het Genootschap een Praeses en Vicepraeses en heeft den Heer Magist. Hambraeus tot Secretaris aangesteld. Het zelve is in twee Departementen verdeeld, waar van het eerste den naam van het Predik- en het twede dien van het Opvoedings-departement draagt. Tot het Eerste behoort alles wat het Predikampt, nevens de bevordering van het werkdadig Kristendom betreft: elk Departement heeft nog zyn eigen afzonderlyken Voorzitter. De Geschriften, die het Genootschap In druk uitgeeft, worden vooraf, door 3 Censores, welken jaarlyks gelykelyk verkoren worden, naauwkeurig nagezien en getoest. De hoofdbezigheid der beiden Departementen bestaat, in deels zodanige Geschriften, als in den tegenw. tyd en omstandigheden meest ter bevordering van 't Kristendom, zo ten aanzien van deszelfs kennis als betragting, dienen kunnen, in de Zweedsche tale uit te geven, en deels in het bevorderen van zulke inrigtingen, als daar toe betrekking hebben, en in tevens byzonderlyk agt te geven op de Opvoeding der Kinderen, en de verbetering daar van; deels eindelyk in het aanleggen ener Boekery, zo van eigen Schriften als van die van andere beroemde schryveren. Het Genootschap bezit geen afzonderlyk Fonds, buiten de penningen, welken vrywillig, door de Leden, gecontribueerd word. Reeds 30 zo kleinere als grotere Godgeleerde werkjes zyn 'er van het zelve in 't licht: en van enigen, gelyk by voorb. het groot Kinderboek, zyn ettelyke 1000 Exemplaren voor niet uitgedeeld. Het bestaat thans uit 121 inlandsche (waar onder 5 Ryksraden en meer andere aanzienlyke Personen) en 35 Buitenlandsche Leden, onder welken men ook de namen van enen Jerusalem, Less, Jacobi in Zelle, Mühlenberg, in Amerika, Mutzenbecher, in Amsterdam ,Wachsel, in Londen, vindt. 2. Een breedvoerig uittrekzel enes Briefs aan het Genootschap, door een der Leden geschreven, om de aanzienlyke, Geleerde en vermogende Medeleden aan te moedigen tot het yverig voortzetten, van het nuttig plan des Genootschap. 3. Ene Verhandeling over den staat van Godsdienst, in de gehele waereld, door den Heer Lüleke, te Stockholm. De Schryver gelooft, dat ruim de helft van onzen Aardkloot door 12/20 delen Heidenen bewoond wordt. 4. Echt verslag van den tegenw. staat der Euangelisch Luthersche Kerke in Noord-Amerika, zynde een uittrekzel uit een Brief van den Predikant Kunze, te Newyork, gedagt. 28 Febr. 1785. en uit enen anderen brief uit Pensylvanien, die gene gunstige gedagten nopens de Leraren, in 't algemeen, aldaar, opleverd. Het getal der Lutherschen tegen dat der Gereformeerden aldaar, stond als 3 tegen 1. Op de Universiteit te Philadelphia waren slegts 13 Studenten. 5. Een afschrift van een Latynsche Naamlyst der Jesuiten en derzelver bedieningen in wit Rusland, te Mohilow gedrukt, in den Jare 1786. Volgens deze Lyst bestond deze orde in dit gewest, nog uit 174 Leden, waar onder 95 Priesters. 6. Korte opgave der Boeken, Geschriften en Penningen aan het Genootschap vereerd. . Konglyk Vetenskaps &c. Nieuwe Verhandelingen van de Koninglyke Maatschappy der Wetenschappen, voor de maanden April, May en Juny 1788. met ene koperen Plaat. Te Stockholm, by Lange. Men vind in dit Stuk de volgende zaken. I. Ene nieuwe Methode om de parallel hoeken te berekenen, van den Heer de Lambre. 2. Ene betere manier om tin en kwik uit oud verfoelyzel der Spiegels te scheiden, door Gustiven Eugestrom. 3. Ene beschryving der hete wateren van Jamaika, door Olof Swartz. 4. Proeven en aanmerkingen over het toetsen der Yzer ertzen, door Joh. Gadolin. 5. Aanmerkingen over de kennis van Zweedsche Gewassen, door Adam Afrelius, twede stuk. 6. De Zon-Eclips van den 4 Juny 1788. te Stockholm waargenomen, door H. Nicander, gelyk den 7. te Lund, door And. Ligtgren, en den 8. te Abo , door J. H. Linquist. Duitschland. Natur und Gott, nach Spinoza &c. Over de Natuur en God, volgens het Leerstelzel van Spinoza, van M, Karel Heidenreich. Eerste deel. Leipsig 1789. 224 bladz. 8vo. Het oogmerk van dit geschrift is ene breedvoerige en duidelyke opgave van de Lere van Spinoza te geven, en vervolgens dezelve te toetsen. De Schryver begint met ene verdediging van zyn voornemen, die voor ware wysgeren niet nodig geweest was; hier op volgt het Leven van Bened. de Spinoza, uit een Fransch Handschrift, waarschynlyk van zekeren Luca, enen tydgenoot en vriend van Spinoza, met aanmerkingen van den Uitgever, waar in enige Anecdoten voorkomen, die men by Colerus niet vindt. Het Boek zelf is in den vorm van Samenspraken, tusschen twee Wysgeren geschreven, en de Schryver daar in over het geheel zo wel geslaagd, dat de aandacht des Lezers gedurig gaande gehouden worde. Voor het overige draagt dit werk blyken van uitgebreide kennisse, met betrekking tot de onderscheidene Leerstelzels der wysgeren, en van een welwikkend oordeel, en doet ons de beloofde oordeelkundige toetze van het Spinosismus met verlangen te gemoed zien. Alg. Litt. Zeit. Magazin &c. Magazyn voor de natuurlyke Historie van den mensch. 1ste deels, 1ste stuk, met ene koperen Plaat, 160 bladz. 8vo. Leipsig en Zittau, by Schoeps. Voor de Nat. Historie van den mensch een byzonder Magazyn aan te leggen, is een goed Plan, welks uitvoering, zo de Schryver de  ( 133 ) de konst verstaat, om kaf van koorn af te zonderen, niet anders, dan dank verdient. Men vindt hier de volgende Verhandelingen. 1. Het merkwaardig leven van den vermaarden Ontleedkundiaen, Bertin. Hy word hier als een der voortreflykste Physiologi voorgesteld, en was daar te boven wegens zyne gewone vreesachtigheid, en ene zonderlinge ziekte, die daar uit voornaamlyk ontstondt, merkwaardig. 2. Over de wedervoortbrenging der verlorene beenderen. 3. Over de dromen. 4. Over de ogen der Kakkerlakken, door Prof. Blumenbach. 5. Over de beweging van den Iris, door denzelfden. 6. Over het tegenwoordig gelieft onderwerp der Physiologi, de kracht van wedervoortbrenging, door Huln. 7. Over de beweging van den Oogappel. 8. Brief aan den Uitgever, over twee beoordelingen van den Heer Schiller. Welk laatste Stuk men wel had kunnen missen, te meer, daar het onverdraaglyk partydig, onbeschaafd en ellendig is. Alg. Litt. Zeitung. Beytrage zur &C Bydrage tot geruststelling en onderrigting, ten aanziene van dingen,die den mensch onaangenaam zyn, of kunnen zyn, en tot nadere kennis der lydende menschheid. Uitgegeven door Job. Lami Fest, Predikant te Hayn en Kruipnitz; by Leipsig 1788 219 bladz." groot 8vo. Leipsig, by Weidmann. Het plan van den Eerwaardigen Schryver, die reeds van enen zeer gunstigen kant onder onze Landgenoten bekend is, is ongemeen menschlievend en wel uitgedacht. Ieder stuk zal uit 4 Afdelingen bestaan. In de eerste zal men Verhandelingen over onderwerpen vinden, hoedanige in den tytel van dit Boek worden opgegeven-, in de twede verhalen van getrooste lyders, of den gelukkigen afloop van ongunstige Lotgevallen; in de derde een bericht van onheilen, die nog niet weggenomen zyn, ook ene briefWisseling van allerleie soorten van ongelukkigen in de vierde eindelyk aankondigigingen en beoordelingen van Boeken , die inzonderheid voor lydenden dienstig zyn. — Men heeft alle reden, om van dit werk niet alleen veel onderrichting; maar ook veel vertroosting voor ongelukkigen te verwachten; en het is te denken, dat 'er nog al eens menig een door zal opgewekt worden, om zig hunner aan te nemen, en tot verzachting van derzelver leed werkzaam te zyn. dezelfden. Weeklyksche Lvst van Nieuw uitkomende Inlandsche Boeken. Amusemens Physiques par Pinetty avec Fig. chez P. F. Gosse 8vo Mobachius beschryving van de Kerk te's Hertogenbosch, ** Bosch by de Wed. Vieweg, kl. 8vo. Amsterdam in 't Kort. 2de Deel met Plaatjes te Amst. by Joh Allart, 12mo. Martinet en van den Berg Geschenk voor de Jeugd N. II te Amst. by Job. Allart, 12mo. Verhandeling over den Mangelwortel, te Amst. by C. N. Guerin gr. 8vo. J. A. Backer de Jonge Reiziger door Nederland, 1. d. 2. st. Amst. by Langeveld gr. 8vo. Pinetty Natuurk. Vermaaklykheden, 's Hage by Job. Gaillard, gr. 8vo. Philips Handleiding in Kunstafreelen, Amst. by J. ten Brink Gerr. gr. 8vo. Van Vlooien de Bybel vertaald omschreeven enz. I Deel te Amst. by Job. Allart gr. 8vo. ( Van dit Werk zullen wy. eerlang een nader en breder verslag geven.) J. E. de Witte Schetzen voor het menschelyk hart, te Amst. by de Wed. J Doll, gr. 8vo. Aan myne Mede Christenen, uit het Fransch, te Amsterd. by M. Schalekamp, gr. 8vo. Nederlandsche Amnestien, te Dordrecht by J. Krap Az, gr. 8vo. Vaderlandsche Historie in Themata, te Amst. by A. Fokke Simonsz kl. 8vo. Bondam Charterboek, 2de afdeling, te Utrecht by Wild en Altheer, sol. 't Lyden van Izabelle, te Amst. by J.Woertman, kl. 8vo. LAND- en ZEEKAARTEN. parys. Mappemonde, algemene Waereldkaart in twee Bladen, Olyfantspapier, ontworpen naar den Zigteinder van Parys, door Vader Chrysologue de Gis, met ene nevensgaande Verklaring der Problema's van den Aardkloot. By den Autheur en de voornaamste Kaartenkopers, prys 6 Liv. Dit Stuk, geapprobeerd by de Akademie der Wetenschappen van Parys, is verrykt met de nieuwste ontdekkingen, die van tyd tot tyd gemeen gemaakt zyn. De Autheur heeft 'er thans uit de derde reize van Kapit. Cook, nog enige Stukken bygevoegd,byzonderlyk de Sandwich's Eilanden,waar op deze beroemde Reiziger het leven liet: ene Kaart van het Land van Kerguelen, ene twede van de Vriendelyke Eilanden, nevens ene derde van de Straat van Behving, die Asia van Amerika afscheid, met de Kusten van het vaste land aan weerskanten, van de 60 tot de 70 graden breedte, de verste plaats in t Noorden, die men, wegens het ys, kan bereiken. wenen. Het Temeschwarer Bannaat, Trigonometrisch en Astronomisch berekend, en in kaart gebragt, door Jacob Barzelleni, en uitgegeven door F. A. Schrämbl. — Deze wel uitgevoerde Kaart, die 1 voeten lang, en 1½ voet hoog is, gaat van den 37 gr. tot 40 gr. en 40 min. Oost. Lengte, en van den 44 gr. 24 m. tot 46 gr. 32 min. N. B., en is dus van een vry groot bestek Zy is geschikt om die van Winkler geheel nutloos te maken, en men kan niet ontkennen, dat zy de beste is onder allen, die tot dus van dit Land zyn uitgegeven. TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Plan & representation &c. Platte grond en naauw-keu-  (134) keurige Afbeelding der Zaal van Bourbon op de Louvre, waar in de Vergadering der Algemene Staten, in den Jare 1614 gehouden is, in 't koper gebragt naar ene Aftekening in 's Konings Boekery, nevens het Ceremonieel, daar by in agt genomen, ten einde ene Schets te geven van 't geen staat voor te vallen in de Zaal van Versailles, waar in de Algemene Staten in dit Jaar 1789 zullen vergaderen; by Nyon en Zonen, 14 bladz. in 4to. prys 2. liv. 8 f. Portrait en pied de Louis XVI. (in het Ordenskleed van den H. Geest) toegewyd aan de Natie, getekend en in 't koper gebragt, gekoleurd, door den Heer Bucourt, Lid van de Schilder- Akademie, by den Autheur, prys 16 Liv. Recueil de 50 Estampes, tot verfraying van de Werken van Homerus, derde afgifte. By Ponce, prys in 8vo. 6 Liv. in 4to. 9 Liv. in gr. fol. 12 Liv. PLEISTERWERK. PARYS. Borstbeelden van den Koning en den Heer Necker, van 9 dm. 6 lynen hoogte, in Pleister, door Martin gewerkt, by de Wed. Lesclapart, prys 6 Liv 't stuk en 9 Liv. voor de Provintien, vragtvry, wel ingepakt. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN. De Onderrector Fischer, in Berlyn, heeft een Werktuig uitgevonden, waar aan hy den naam van Komeet-. Machine geeft, en aangaande welk enig kort berigt den Liefhebberen der Sterrekunde niet onaangenaam zal wezen. Op den voet van het zelve, waar van de Standert niet loodrecht, maar parallel met de As der Aarde staat, is een schyf, die in Tekens en graden afgedeeld is, en, op ene zeer gemakkelyke wyze, zonder berekening, op ieder uur en minuut, met de ware Ekliptica aan den Hemel parallel gesteld kan worden. Deze schyf verbeeld het vlak van den loopkring derAarde. Om haar middenpunt, welk de Zon verbeeld, draait een lineaal, waar op de Aarde in dier voegen rust, dat men haren afstand van de Zon, naar willekeur, kan veranderen. Aan dezen loopkring der Aarde is ene parabolische loopweg ener Komeet in dier voege gehegt, dat men dezen alle mogelyke hellingen en standen, met betrekking tot den weg der Arrde, geven konne. Men kan dus deze Parabool in dier voege stellen, dat dezelve den Loopkring van deze of gene berekende Komeet aanwyze: en daar men het gehele Werktuig, door middel van deszelfs voet, zeer gemakkelyk dusdanig ene rigting kan geven, dat de Loopkringen der Aarde en ener Komeet, met de Aardkloot tevens, juist denzelfden stand tegen elkanderen hebben, als die werkelyk in het waereldruim plaats heeft, wyst dit Instrument alle omstandigheden ener ware en schynbare beweging van een Komeet, zo lang dezelve zichtbaar is, duidelyk aan, waar door, in velen opzigte, het onderzoek dezer zaken, voor min- en meer - geoeffenden, gemakkelyk gemaakt word. Men kan 'er ook, in plaats van de Parabool, een Cirkel of Elips op brengen, en, op gelyke wyze, alle omstandigheden der ware en schynbare beweging van de ene of andere Planeet, daar mede, vertonen. Het hoofd oogmerk des Uitvinders egter was voornamelyk, om den Loopkring dier Komeet, welken de Sterrekundigen reeds twee malen, nam. 1532 en 1661, hebben waargenomen, en welker terugkomst dus in dit Jaar 1789. niet zonder grond te gemoet gezien word, zichtbaar onder het oog te brengen, en om met dit Werktuig den Liefhebberen der Sterrekunde, en zelfs den eerst beginnenden, de beoeffening daar van gemakkelyker te maken, als kunnende, door middel van het zelve, zonder berekening en tafelen, dien oord des Hemels zig klaar onder 't oog brengen, waar de verschyning ener Staartster mogelyk is. Ondertusschen kan het zelfde Werktuig ook in 't vervolg voor elke andere Komeet dienen , zo dra men grond heeft om hare terugkomst te verwagten. Ook word de nuttigheid van dit Instrument nog door deze inrigting vergroot, dat de Loopkringen der Aarde en der Kometen van het zelve afgenomen kunnen worden, in plaats van welken de Liefhebbers een beweegbaren Kyker daar op brengen kunnen: zulks hetzelve voor alle Sterrekundige Waarnemingen, in 't gemeen, dienen kan. De bekwame Berlynsche Mechanicus Elker heeft een, in allen opzigte, zeer fraay Werktuig van dien aart in gereedheid, welks voet van Mahognyhout, en het overige van koper, gewerkt is. Hy bied aan om een soortgelyk voor 50 Ryksd. te leveren: welke prys, uit aanmerking van den moeylyken en keurigen arbeid, daar aan besteed, gepaard met het veelvuldig gebruik van het werk, niet dan slegts zeer matig kan geoordeeld worden. Ondertusschen neemd hy ook aan, hun, die zulks mogten verlangen, het zelfde Werktuig, van hout gemaakt, met slegts het noodwendigste koperwerk, voor 2 Gouden Frederiks, te leveren: zynde deze beter koop soort van het zelfde gebruik als de beste. By elk Stuk word ene korte aanwyzing der behandeling van het zelve geleverd , zulks men gene Sterrekundige Tafelen of berekeningen daar by nodig heeft. De aanbestellingen kunnen geschieden by de Koningl. Pruissische Akademische Konst- en Boekwinkel of by den Heer Fischer, te Berlyn. Men  ( 135 ) Men verzoekt de brieven vragtvry te zenden, en de betaling 'et by te voegen, als mede op te geven, of men het Stuk met de Post of op enige andere wyze . wil gezonden hebben. In Schotland word gezegt een Weefgetouw uitgevonden te wezen, 't geen werktuiglyk, zonder behulp van een arbeidsman, weeft, en zo keurig toegesteld is, dat deszelfs werking terstond ophoud, zo dra er slegts ene draad in de schering breekt. Iemand, die , een Stuk laken, daar op gewerkt, gezien hadde, liet, dezer dagen, een berigt van deze uitvinding, welke egter met betrekking tot de inrichting van 't Werktuig zeer geheim gehouden word, in een der Engelsche 'Nieuwspapieren, gemeen maken. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en FAbrieken, betrekkelyk De Staten van Holland en westvriesland hebben tot encouragement der yslandsche Visschery, voor den tyd van 12. Jaren, ene Praemie geaccordeerd, niet excederende 500 Guld. per Schip, om over het geheel getal der uitgeruste Schepen tot voornoemden Visvangst, volgens ene nader te bepalen manier, gedistribueerd te worden. In het Magdenburgsche is een Zilver- en Loodmyn ontdekt, voor welker bewerking reeds de vereischte schikkingen gemaakt, en het nodig getal Bergwerkers uit Silezien en Saxen ontboden zyn. De Koningl. Akademie van Landbouw, te florensen, hield den 7 Jan. laatste haren Vergadering, in \ welke, onder anderen ene Verhandeling van den Hr. berlinghieri over den Katoenteelt wierd voorgelezen; waar na men zig bezig hield met het nazien der ingekomene Verhandelingen over de Prysvraag , in den Jare 1787 opgegeven: Hoe worden de Olyfbomen op de beste wyze geplant ? hebbende men bevonden , dat, zedert het opgeven van die vraag, 4000 nieuwe Olyftelgen in Toskanen geplant zyn. BERICHTEN wegens bet Koningryk Sardinie: uit het Italiaansch, van een voornaam Inboorling van dat Eiland. Het Koningryk Sardinie heeft, volgens zommige Aardrykskundigen, 700 (Italiaansche) mylen in den omtrek. Het verdeelt zig, in twe Provincien: de ene is die van Cagliari en Galliera, de andere die van Sossari. Elk dezer Provincien is in verscheidene kleinere Afdelingen, Contradas genaamd, verdeeld ; de Provintie van Cagliari bevat 'er 20 en die van Sassari 13» Het geheel Eiland bevat thans slegts Zeven Steden; in oude tyden waren 'er meer dan Veertig. De Hoofdstad is Cagliari, in 't zuidelyk gedeelte van het Eiland, op de oostelyke Kust gelegen: de Stad is van een zeer goede, veilige en ruime Haven voorzien; men vind ankergrond van Punta di Pulla tot Carbonaria toe, welke 7 italiaansche mylen van elkander liggen, en 'er is geen voorbeeld dat enig Schip ooit aldaar Schipbreuk of aanmerkelyke schade geleden heeft. De Stad heeft voorts een Arsenaal en andere Gebouwen, die voor de Galeyen nodig zyn, een Moelje voor laden en lossen van Koopmanschappen, en een Lazareth met inrichtingen voor de Quarantaine. Zy ligt op een Berg, op wiens top het Kasteel staat, alwaar de Onderkoning resideert, en waar omtrent de voornaamste Personen van het Gouvernement en den Adel, het Guarnizoen , met deszelfs Officieren , en andere aanzienlyke lieden, wonen. Het Kasteel is versterkt en in staat ene Belegering uit te houden. De Stad word voor het overig gedeelte in drie voorname en andere geringere wyken verdeeld, één van welken insgelyks versterkt is. Zy bevat in 't geheel omtrent 4500 menschen. Sossari ligt in het noordelyk gedeelte van het Eiland, 10 mylen van Zee af, in ene aangename en gezonde luchtstreek. Het omliggend Land is ryklyk voorzien van water, wel bebouwd, en zeer vrugtbaar, in Wyn, Olyven en anderen voortbrengzelen. Zy is het beste gedeelte van het geheel Eiland, en bevat 24000 a 26000 Inwoners, waar onder verscheidene voorname Lieden van den Sardinischen Adel. Zy is op de oude wyze wel versterkt, en is de Residentie van een Gerechtshof der Inquisitie, Van nog een ander Koningl. Gerechtshof, en van den Gouverneur der Provincie, die, benevens zyn Raden en Ministers, uit de Inboorlingen gekozen wordt, dog onder den Onderkoning en Raad van Cagliari staat. Oristano ligt op de Westkust in een aangename vruchtbare vlakte, zy is niet versterkt, en van ene Haven en Moelie voorzien. De lucht is 'er niet gezond ter oorzake van de menigte van Rivieren, Meeren en Moerassen, die haar omringen. Anders is 'er overvloed van alles. Het getal der Inwoners komt tusschen 10000 en 16000 menschen. Alguer is ene Guarnizoens plaats, ligt in een vlakte aan Zee, en heeft ene Haven, die slegts voor kleine Schepen geschikt is; dog 3 mylen van daar is een der beste en veiligste Havens van het geheel Eiland, Porta Combe genaamd, die door enige Torens bestreken en verdedigd word. Alguer bevat 6000 a 7000 Inwoners. De Stad Castello Aragonese ligt op den top van een hogen | steilen Berg, en is door de natuur harer ligging, midden in de Rotsen, zeer sterk, doch hare Vestingwerken zyn niet behoorlyk in orde gehouden. Boza ligt in ene vlakte, die, wegens de Rivieren en Moerassen in haar nabyheid, ongezond is, heeft niets dan een oud Kasteel tot haar versterking, en ene kleine Haven. In de Zee naby deze Stad word zeer schoon koraal gevischt. Het getal der Inwoners van Boza is omtrent 4600. De laatste Stad van enig aanbelang is iglesias 20 mylen . van Zee af, en 20 mylen van Cagliari gelegen. Zy bevat 7000 a 8000 Inwoners; heeft oude vervallene Muren, en ligt  (136) ligt in ene wel bewaterde en allervrugtbaarste landsdouw, onder ene vry gezonde luchtgesteldheid. Terranova was oudtyds een aanmerkelyke wel bevolkte Colonie der Romeinen, thans bevat zy zeer weinig Inwoners en is geheel vervallen. De bevolking van het Eiland is in 't algemeen zo slegt, dat het veraf is, van zelfs ten halven bewoond te zyn. De oorzaak hier van is eensdeels in de ongezondheid der lucht gelegen, die door de menigvuldige stil staande Wateren en Moerassen, op verscheiden plaatsen, zeer besmet word; dog zy ligt voornamelyk in de oude Oorlogen en Burgerlyke oneenigheden en de herhaalde besmettelyke ziekten en hongersnoden, die het Land heeft doorgestaan. Eene pestziekte en hongersnood rukte in 1680. meer dan 200000 menschen weg. Het Ryk word door enen Onderkoning en 8 Raden bestierd. 'Er is boven dien een Bestierder van de Koninglyke Cancelary en ene Advokaat Fiskaal, die beiden Zitting in den Raad hebben. De byzondere inrichting van het bestier gaan wy, als voor Vreemdelingen van weinig belang zynde, met stilzwygen voorby. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 165: in 's Hage 37 en te Haarlem 20, onder welken laatsten 9 beneden de 12 Jaren. OPENBARE VERKOPINGEN van boekerven en konstverzamelingen, Op Dingsdag 28 April 1780. zal, door den Boekverkoper F. Bohn, op de Zaal van het Princenhof, te Haerlem, verkogt worden, de aanzienlyke BIBLIOTHEEK, van wylen den Heer Willem Brouwer Bosch, in deszelfs leven, Med. Doct. Lid van de Haarl. Maatschappy der Wetenschappen &c. bestaande meestal in de beste Genees , Scheikundige en Wysgerige Werken, zeer net geconditioneerd en doorgaans fraay ingebonden. In deze Verzameling komen, onder ene menigte van meer andere kostbare Werken, de volgenden voor: als in folio, Hippocratis Opera, Foesii, 2 vol. fr. b. Galeni Opera, 9 tom. 7 vol. half Eng. b. met geschrevene Annotatien. Hofmanni Opera, 2 tom. 7 vol. half Eng. band. Eustachii Tabul, Anat. Albini. Jacquin, Icones, 9 Fasc. cum 225 fig. quarto, Ruischii Opera, 4 vol. h. Eng. b. B J. Albini, Explicationes, Icones &c. 6 vol dito. Haller Elementa &c. 33 vol, dito G. van Swieten, Comment. in Boerh. 5 vol. Acta Erudit Lips. cum Supplem. en Ind., vol. 95. waar van 53 in hoorn b, Sepp, Ned. Insekten, 63 uitgaven met afg pl. compl. octavo, A de Haen, Ratio Medend &c. 29 vol. Commentirii de Reb. in Scient. Nat. & Med. gestis, Lips. met het Suppl. en Index, 34 vol. waar van 26 vol. in half Eng. b Verhandelingen van de Holl. Maatsch. der Wetenschapp. te Te Haarlem, by A. LOOSJES. Haerlem, 25 Del. met het Register op de 12 Del. in 27 b. Eng b Hedendaagsche Hist. 38 Del. met pl. waar van 33 Del. in h. Eng, b. Vaderl. Hist. 1749. beste druk, 21 Del. met eerste plaatdr fr. b. Wyders enige Beenderen, Anatomische Preparaten, Chemicalia &c. en Dieren in Liquor: nevens 3 fraaye KABINETTEN of KASSEN voor Physische lnstrumenten, van gekoleurd Eikenhout, in een antique smaak. Het middenste, nevens het ene Zy Kabinet, met derzelver vleugels, hebben glazen deuren, ieder van 8 ruiten. De hoogte van allen is, met de Frontespiezen, 9 voet en 8 dm. De lengte is, van het middenste Kabinet met de Zyvleugels 18 vt. 9 dm. die der ZyKabinetten met de vleugels 11 vt. en 10 dm. Deze laatste vleugels zyn los. De Boeken zyn daags voor de Verkoping te zien: gelyk ook de Kabinetten , Vrydags, Zaturdag en Maandag te voren; deze laatsten aan het Huis van den Overledenen, op een Biljet van den Boekv. Bohn, by wien de Catalogus te bekomen is. NB. Het fraaye KABINET van PHYSISCHE en OPTISCHE INSTRUMENTEN, door den overledenen nagelaten, zal in den Herfst van dit Jaar, te Amsterdam in het O. Z Heren Logement, verkogt worden; en de Catalogus hier van by tyds te bekomen zyn. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. I789. | BARO- THER- STREEK April. me- moMe- DER LUCHTSGE ter. ter. wind. steldheid. ( 29 8½ 43 O. Z. O. 15 29. 8 51½ Oost helder. ( 29 7 45 O. ten N. 29. 7 46½ O. Z. O. ~ 16. 29. 6 61½ Z Z. O. helder. 29 6 46½ West 29 5½ 52 Z. ten O. 's M. h. verd. bew. 17. 29. 5 *60½ Z. Z. W. 's Mid .h w. Nam. 29. 5 44 reg. 's Av. helder. 29. 5½ 46 Z. W. bewolkt, 18. 29. 5½ 54 's Avonds helder. 29. 6 44 Z. W, t. Z. 29 6½ 46 W. Z. W. bewolkt, 's Morg 19 29 7 51½ en 's Avonds sware 29 8 41 zeevlam. 29 9½ 46 W. ten N. helder, 's Avonds 20. 29. 10 54 West betrokken, iets 29 10 49½ Z. W. regen. 29 10½ 51½ W. ten N. meest betr. teg. den 21. 29. 10½ 55 West av. zeevlam, 's Av. 29 9½ 48½ Z. W. helder en windrig. * Voormiddag half 12 uren 65 gr.  1789. No. 44. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR. MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 1. Mey. BERIGTEN. ITALIËN. In het Hertogdom Milaan, moeten voortaan alle Geneesheren en Heelmeesters, maandelyks, zo aan de Regering, als aan deUniversiteit te Pavia, een berigt inleveren van hunne Genezingen, van den aart der Ziekten en Ongemakken, de gebruikte middelen, en van de Personen, die genezen en gestorven zyn: alles ingerigt naar het voorschrift daar omtrent by de uitgegevene Ordonnantie gevoegd. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De Heer G. Ph. H. Normann, tot hier toe Lector by de Johannis schole te Hamburg, die zig door zyne Geleerde kundigheid niet weinig beroemd gemaakt heeft, is tot gewoon Hoogleraar in de Geschiedenis, Staatkunde en Kennis der Staten, aan de Akademie te Rostock beroepen. De Koningl. Akademie der Konsten en Werktuiglyke Wetenschappen, heeft den Heer J. Fr. Fechhelm, Kabinetschilder by den Hertog van Meklenburg, tot buitengewoon Lid verkoren. De Akademie der Teken, Schilder-, Graveeren Beeldhouwkonst, te Wenen, hadde, den 6. Febr. 11. deel. laatstl. de eer, door ene deputatie uit haar midden, het Diploma van Honorair Lidmaatschap, aan de Aarts1Hertoginne Elizabeth te overhandigen. De bezending bestond uit den Voorzitter van den Akademie Raad, Vryheer van Sperges, den aanhoudenden Geheimschryver der Akademie, Hofraad van Sonnensch, nevens de Direkteuren der gezamentlyke Konstklassen. De Voorzitter, die het woord voerde,bedankte, by die gelegenheid, Hare Kon. Hoogh voor het aan de Akademie ingezonden Stuk, welk in een Historisch Tafereel bestaat- met zwart kryt, na Ciro Ferri, op pergament getekend, en 't geen zo wel van den smaak, als de bekwaamheid der hoge Konstenares blyken draagt. Hy voegde hier by, dat Hare Kon.' Hoogheid thans de vierde uit het Vorstelyk Huis was, welke de Akademie met het aanvaarden van het Lidmaatschap wel hadde willen vereren. De Heer Steph. H. de Vigiliis, beroemd Geneesheer te Wenen, die zig, door zyne Bibliotheca Chirurgica, by de Geleerde waereld bekend gemaakt heeft, is, aldaar, den 28 Jan. laatsl in den Ouderdom van 39 Jaren overleden. Kort voor zyn overlyden, en gedurende zyne ziekte, hadde hy zyne aanstelling ontvangen tot Lyfartz by den Aartshertog Frans en diens Gemalin de Aartshertoginne Elizabeth. De Heer Philipsen, een jonge Geleerde Jood, in Hannover, is tegenwoordig bezig aan ene Levensbeschryving van Spinosa, welke eerstdaags het licht zien zal. s In  (138) In Neder Oostenryk worden de beste Opvoedingsschriften vnn Protestantsche Geleerden, die by het K K Instituut voor Doof stommen, in Wenen, voor de helft der gewone prys nagedrukt worden, op bevel van het Landgouvernement, en met goedkeuring der Konsistories, door de Commissarissen en Opzieners van de Kreitsscholen, onder de behoeftige Dorpmeesters en Zielbezorgers uitgedeeld. Een klaar bewys, dat de verligting en verdraagzaamheid, door het gezag der wetgevende magt ondersteund, ook aldaar haren weldadigen invloed begint te verspreiden. NEDERLANDEN. 's Hage. De Heer Joh. Christ. Damen, 's Lands en Stads Heelmeester, als ook Stads Vroedmeester, in 's Hage, tot Lector in de Ontleed-, Heel- en Vroedkunde, aldaar aangesteld zynde, heeft den 23ste dezer maand, in de Engelsche Kerk, deze zyne waardigheid, met het houden ener plegtige Redenvoering: Over de ware vereischten in hem, die met een goed gevolg voor den Lyder, en met voldoening voor zich zelven, een der oudste en nuttigste Konsten, de Heelkunde namelyk, wil uitoeffenen, voor ene talryke menigte Toehoorderen van onderscheidene rang, openlyk aanvaard: zullende vervolgens, elken Donderdag 's namiddags, deszelfs Heelkundige Lessen, op het Theatrum Anatomicum, voortzetten. Korte Nalezing van't geen, in den loop des voorledenen Jaars, voor de wetenschappen en konsten is aangewonnen. Getrokken uit het breder verslag daar van in het Journal de Physique, 34 D. 1ste stuk. Alhoewel ene menigte van zaken, by het verslag in deze gewone Inleiding tot een nieuw Deel, door den Heer Methiere, vermeld, reeds in het 1ste Deel van ons Weekschrift min en meer uitvoerig is opgegeven, gelyk de bygevoegde Registers, den genen, die ene nadere Kundschap begeren, zullen uitwyzen, hebben wy egter gemeend, dat ene beknopte herziening van alles onzen Lezeren niet onaangenaam zal wezen: daar zy zig, langs dien weg, te beter in staat gesteld moeten vinden , om met een enkel opslag van het oog, de gemaakte voortgangen in Wetenschap en Konst, gedurende den loop van een geheel Jaar, te beschouwen, en over den tegenwoordigen staat van beiden te oordelen. In de Sterrekunde (Astronomie) zet de Heer Hirschel zynen arbeid staag voort. Hy heeft reeds by de 400 Bergen in de Maan ontdekt, en doet zyn best om derzelver hoogte ontwaar te worden. Dog de Spiegel van zyn 40 voets Kyker, was op het einde des verlopen Jaars, nog niet in gereedheid (*). De Hr. Bernard heeft bevonden, dat van de (*) Het blykt uit ons medegedeeld Berigt in Nr. 39. van dit deel, dat de Heer M. hier omtrent niet naauwkeurig onderregt geweest is. Wachters van Jupiter, die eerst over 70 Jaren zyn waarge nomen, de eerste omtrent 12° . volgens de tafels van Cassini, vertraagd is, de twede 23° versneld, en de derde 6 a 7°; de vierde van 1 tot 6° vertraagd, en de vyfde 8°. De Hr. Schroeter heeft enige Waarnemingen van belang, nopens die Planeet, gedaan. De Abt Rochon heeft zyne fraaye Gregoriaansche Teleskoop voltooid. Deszelfs Spiegel is van 22 dm. middellyns, en de buis is 22½ voet lang. Dezelve bestaat uit 16 gedeelten koper en omtrent 6 gedeelten tin. Zyn Spiegel van Platina is van een vry goed effect; de Diameter van dezen is 8f dm. De Heer Rambden is bezig met een Cirkel van 5 voeten middellyns te maken voor den Abt Piazzi, Hoogl. in de Sterrekunde te Palermo. Hy maakt 'er ook een voor Parys, en een derde voor Dublin. Dit Werktuig verdiend, volgens de aanmerking van den Heer R. in allen opzigte den voorrang boven de Quadrant. Onder andere voordelen, voorkomt deszelfs regelmatige uitzetting alle misslagen, en het kan gemakkelyk gesteld worden, door waar te nemen of twee over elkander staande punten het middelpunt snyden. De Hr. Messier, heeft den 26 Nov. laatstl. ene nieuwe Komeet ontdekt, die zig by de Star Psi, in den groten Beer, vertoonde. Van de onderscheidene Klassen in den Dierenkunde (Zoölogy), vorderen de viervoetige Dieren in de eerste plaats onze oplettenheid. De Heer Zimmerman heeft ene nieuwe rangschikking van de Dieren, by luchtstreken, opgegeven. De Heer Pallas heeft aangetoond , dat het Sleutelbeen in zommige viervoetige Dieren gevonden word. De Hr. Vicq d'Azyr heeft het zelve insgelyks waargenomen in de Haas, het Konyn, de Kat, het Westindische Verken, de Wesel en de Bunsem. La Metherie heeft een beschryving in 't ligt gegeven van een nieuw soort van witte Luipaard, welk, in den Tour te Londen, te zien is. Schreber vervolgd zyne Geschiedenis der Mammalia. Gmelin heeft in zyn eerste Deel van Linaeus 's Systema Nature 439 soorten van viervoetige Dieren beschreven: een aanmerkelyk bewys van de vordering der Wetenschap, wanneer men in aanmerking neemd, dat Erxleben slegts 342 opteld. Van de viervoetige Dieren, die uit Eieren gebroeid worden, heeft de Graaf de la Cepede ons enigen doen kennen. Hy zal binnen kort ene Geschiedenis der Slangen uitgeven , waar van hy insgelyks ettelyke nieuwe soorten zal beschryven. Linnaeus kende slegts 132, de Graaf zal omtrent 160 beschryven. Vogelkunde (Orthnology). Sparman vervolgt zyne beschryving van Vogelen, die hy op zyne Reizen verzameld heeft, en van die, welken in het Kabinet van den Ridder Causescron gevonden worden. Geoffroy, de Zoon, heeft uit Senegal enige nieuwe soorten mede gebragt, één van welken een nieuw geslagt zal opleveren. Visschenkunde (Ichtology) Bloch heeft zyn werk over de Visschen ten einde gebragt: en Sipthorpe heeft ettelyke soorten uit Griekenland gebragt. Schaalvisschen (Crustaceae), van deze heeft Badier omtrent 350 soorten verzameld. Insektenkennis ( Entomology). De la Billardiere heeft tusschen de 2 en 300 nieuwe soorten van Insekten op zyne Reizen naar de Levant verzameld; gelyk ook Badier verscheidene van Guadeloupe heeft mede gebragt. D'Orcy en diens medehelpers vervolgen derzelver Werk over de Europesche Vlin-  Vlinders Olivier, die een uitmuntend Stukje geschreven heeft over den bek der Insekten, staat enige ophelderingen uit te geven over de Klasse van Coleopterae (schilddragende, gelyk Torren enz.) in welken arbeid hy door d'Orcy zal on dersteund worden. Stoll houd zig hier mede insgelyks on ledig. Van de Wormen in 't algemeen, heeft men, tot dus verre, gene zo volledige beschryving, als men van de regen woordige kundigheden daar omtrent kon verwasten. Bruyere is thans met dit gewigtig werk bezig. Dicquemare vervolgt zyn werk over de Zeegedierten. Fabricius heeft, onlangs, | het werk van Muller uitgegeven, over de diertjes in de voch- ; ten, verrykt met zyne eigene aantekeningen, 'Er worden 390 ] soorten beschreven. Martin heeft enige fraaye Platen van Schelpvisschen in 't ligt gegeven. In de Kruidkunde {Botanie) heeft men zeer aanmerkelyke vorderingen gemaakt. Sipthorne heeft uit Griekenland ene grote menigte Planten &c. mede gebragt. Men heeft een byzonder nut te wagten uit de reizen van dezen Heer. Zyne bedrevenheid in de oude schryvers, Helde hem in staat, om alle hunne beschryvingen van Planten, Visschen en Vogelen te vergelyken; en hy vleyd zig, wegens de ontvangen onderrigting der tegenwoordige bewoneren,die nog verscbeidene oude benamingen bewaard hebben, alle daarmede gelykluidende te zullen kunnen opgeven. Wyders zyn onze Schatten in dit vak, niet weinig vermeerderd, door ettelyke . onvermoeide Reizigers, met de voortbrengzels van de Levant, Eilanden der Middelandsche Zee, nevens deze en gene oorden van het vaste Land van Amerika en Amerikaansche Eilanden. De Beauvoir, na de Koningrykeu van Owere, Benin, &c. doorkruist te hebben, zal ook Amerika een bezoek geven. Ettelyke pragtige Werken over de Kruidkunde komen in onderscheidene gedeelten van Europa in t ligt, onder welken de Flora van Curtis boven allen uitmunt. Delfstofkunde (Mineralogie). In dezen tak van Wetenschap, worden dagelyks vorderingen gemaakt, door het naauwkeuriger onderzoek der Delsftoffen. Beuken heeft in Cumberland ene luchthoudende zwaar spath gevonden. Er is een soort van Boraxspath ontdekt: ook is het zuur van Borax in Hongaryen, in een soort van Steen oly door den Hr. Wintler gevonden. Proust heeft een Phosphoriek zuur, in ene aanmerkelyke hoeveelheid, uit zommige kalkagtigee stenen in Andalusia gehaald. Men wist reeds dat het in Ertsen opgesloten was. Gan. heeft het in dat van Lood waargenomen. Maer heeft bewezen, dat de Magneet uit yzer, met dit zuur vermengd, bestaat. Hielm heeft Magnesia met Zeezuur gemengd, in zommige Minerale wateren, in Zweden, gevon den. Beschryving der Chrystallek (Cryftallograpbie). De fraaye proeven van le Blank, over de Chrystalschieting van Aluin en andere Zouten, zullen denkelyk, verscheidene verschynzels, welker oorzaken ons nog onbekend zyn, ophelderen Men wist dat Aluin met ene ruime mate zuur agtpuntig of anders laei lingswyze Chrystalliseerde. Maar men ziet dikwyls afgeknotte Taerlingen naar het achtkantige hellen, of de achtkanten naar de Taerlingen, waar van wy gene reden kunnen geven. De Heer B. heeft bevonden, dat by aldien een Taerling van Aluin, in een ontbindend vogt gedaan word, 't geen een achtkant zal voortbrengen of we versa, men Chrystal'en zal bekomen - die, van taerlingswyze; achtkantig lopen, of omgekeerd. Dit doet ons vermoeden dat het verschil van proportie de wate oorzaak is van alle de modificaties, weiken wy in de onderscheidene Christallisaties bespeuren. Misschien geeft zuls aanleiding om tot de ware Theorie van de zamenstelling der Chryftallen te gera ken. Proefondervindelyke NATUURKUNDE {Phyficd). Dr. Ingen-bouze hadde zig tegen het gevoelen verklaard van den Abt Bertbolon, over de werking der Elektrisiteit, op de groeying. Carmoy heeft het Stuk op nieuw onderzogt, en zyne proeven strekken, om die van den Abt B.- te bevestigen. Hy is van gedagten dat de negative Elektrisiteit in t byzonder de groeying bevorderd. Dantic heeft de oneffen,heden op de oppervlakte der Hagelstenen opgehelderd. Hy heeft aangetoond dat de Hagel achtkantig Chrystallifeerd,en dat de zamengevoegde punten de oneffenheden uitmaken.Riche heeft een nieuwe Hygrometer ^ vogt meter, volgens de gronden van de Saussure, toegesteld; maar hy gebruik; agt draden, in plaats van één, zulks derzelver onregelmatigheden elkanderen verhelpende, niet noemenswaardig zyn. — Valette heeft ene nieuwe Schaal voor den Luchtweger gegeven; bewerende dat de afdelingen behoren verkleind te worden naar mate het vogt inkrimpt. En de Heren Dumontier ' hebben ons een verslag gegeven van enige manieren, op welken Diller zyne Vuurwerken toesteld. | Weerkunde (Meteorologie). In dit vak heeft kortlings I de Heer de Saussure, gedurende zyn verblyf van 16 dagen, ! in gezelschap van deszelfs Zoon op Col de Geant, de belang! rykste proeven en ontdekkingen gedaan: die hy ten oogmerk I hadde, eerlang, in het Journal de Physique gemeen te maken. , , De scheidingen der Delfstoffen, waar van lrede gewag gemaakt is, zyn niet de enigste ontdekkingen, welken wy aan de Scheikundigen verpligt zyn. In deze Klassen 1 zyn die van het Slagzilver, en de met lucht overladen (Super : Oxygenatei) Potasch, door Bartbolet gene van de geringsten. Het gedephlogisteerd Zeezuur, was bekend, sterk te i werken op brandbare ligchamen Bergman zeide, dat het i ogenblikkelyk de Phosphorus in een witte rook deed veranI deren. Pelletier heeft het zelfde waargenomen, als mede dat 1 het licht zeer bemerkbaar was. Hy bevond insgelyks, dat . het met lucht overladen Zeezout flaauw ontploft, indien het in warm Vitrioolzuur gedaan word. Deze proeven zyn met ■ wel te begrypen, overmits de Phosphorus geen vuur vat in zuivre lucht, ten zy by een aanmerkelyke trap van hitte. . Woulfe heeft een grotere hoeveelheid van Oly uit Gommen weten te distelieren, door zig van vast Loogzout te bedienen, om het Zuur te temperen Ook heeft hy het gephlogisteerd Loogzout verbeterd, door middel van koper. Barca leerde ons, dat deze vogten door het licht gedecomposeerd . worden, waar door men een bezinkzel krygt van enig Ber. lynsch blaauw. Haufman heeft ene uitmuntende Verhande1 ling uitgegeven over de Indigo en deszelfs oplossende middelen. Alchorne heeft bewezen, dat zuivere tin het goud niet bros maakt: maar dat deze uitwerking plaats heeft, wanneer 'er Rottenkruid onder gemengd is. Blagden heeft een vogt bereid, om schrift,'t geen door ouderdom de koleur verloren heeft, op nieuws te doen opkomen. s 2  ( 140 ) Charmes heeft Chrystallisatien ïn glas waargenomen, die van ongemeen veel belang zyn. Het gebruik van Amalgama om goud en zilver uit Ertsen te halen, neemt dagelyks toe. Tingry heeft voorgeslagen om vlug, in plaats van vast, loog zout te gebruiken tot het rectifieeren van Vitriool. aether. pelletier digereerd zyn aether op magnesia, tot het zelfde einde. Vermits nogthans de aether in dit geval, iets van de gevitrioleerde Magnesia kan ontbinden, is hy niet zuiver genoeg, om in de Geneeskunde gebruikt te worden. het Phosphorisch zuur, 't geen Markgraf in zommige Planten, scheele in Beenderen, van Bochaute, in 't lymagtig deel van Tarwe en alle Aardgewassen, vond. is door Macquart bewezen, zeer volkomen, in het Maagsap opgesloten te zyn, gelyk ook Struve het daar in gevonden heeft. Dr. Pearson heeft de gephosphoreerde Salpeter, in grote hoeveelheid, gemaakt; Men gebruikt het te Landen druk, voor een purgans, als zeer zagt werkende, en geen walgelyken smaak Hebbende. Lowitz, die ons reeds leerde, dat Houstkoolpoeder kan gebruikt worden, om van Wynsteen een zeer wit Chrystal te krygen, heeft nu aangetoond, dat men, door middel van het zelfde Poeder, zeer fyne Zuiker, uit Honig Siroop etc kan trekken Dutrone heeft ene manier ontdekt om uit het sap van het Zuikerriet een zeer goed soort van Wyndrank te maken. Ondertusskhen zyn alle de nieuwe Proeven, in dit Vak der Wetenschap genomen, tot dus verre niet in staat geweest om het groot geschil over het Phlogiston , 't geen de scheikundigen verdeeld houd, tot algemene overtuiging te beslissen. De Heer de la Metherie , geeft ons een naauwkeurig berigt aangaande den tegenwoordigen staat van dit geschil met opgave der voornaamste gronden, waar aan zig de bestryders van het Phlogiston vasthouden, en welken hy. als van een tegengesteld gevoelen zynde, zyn best doet, om te wederleggen. Met dit alles neemt het getal der Antiphlogistianen, van dag tot dag, onder de bekwaamste Scheikundigen , toe. konsten In dit Vak valt veel tot lof der Engelschen te zeggen, die, gelyk zy boven anderen, reeds zints enen geruimen tyd, in de fraaye Wetenschappen, zo wel als in de zedelyke Wysbegeerte, de meeste vorderingen gemaakt hebben, in de Konsten en werktuiglyke Wetenschappen, by aanhoudenheid uitmunten. De Stoom Machine der Heeren Walt en Boulton. zou ene bredere beschryving waardig zyn; vooral verdiend de verbazende werking van albion's Molen, ene byzondere oplettenheid. „ Een Stoom Machine brengt by dezelve, 20 paar stenen, op de onderscheidene verdiepingen, in beweging; door „ middel van 't zelven worden de Koornzakken uit de schui ten tot boven in 't gebouw opgehyst: ook worden 'er „ de eesten mede gestookt, waar op het Koorn gedroogd „ word. *Er worden op deze Molen over de 1000 mudden Graan, in 24 uren, gemalen Een ander gebruik, waar voor de Stoom - Machine kan dienen, behoord niet overgeslagen te worden. Dr. Franklin schryft aan den Hr Ingen Houzs, dat hy 'er zig, met het beste gevolg van bediend heeft om boten tegen den Rivieren op te boeg- seren in de gemaakte vorderingen in den Landbouw heeft engeland insgelyks een rykelyk deel. Het zelve munt voor al uit in de paardenfokkery en Schapenhoedery. De Heer de la Metherie, slaat verscheidene verbeteringen tot den Land bouw aan zyne Landgenoten voor, en beroept zig op het voorbeeld der Engelschen, om 'er hen toe aan te moedigen! Aan den Hr. Uitgever van den ALGEMENen KONST- en LETTERBODE. Myn Heer! Onlangs aangekondigt ziende en doorlopen hebbende een werkje van den zedert enigen tyd' zo veel geruchts makenden here pinetti amusemens Physiques etc verwonderde ik my dat nog in geen tydschrift enige melding gemaakt was, van een ander Werk, 't welk ongelyk ryker is, dan dat van gemelden Kunstenaar, en reeds voor enige jaren te Parys is uitgegeven. De Titel van dat Werk is: la magie blanche dévoilée, ou Explications des Tours surprenants, qui sont depuis peu l'Administration de la Capitale etc par M Decremps, a Paris 1784 8vo. met dit motto: Heu quas non nugas, quae non miracula fingunt, Ut vulgus fallant optataque praemia carpant! Dit deeltje wierd in 1785 gevolgt door een Supplement à la Magie blancbe dévoilée, contenant l'Explication de plusieurs Tours nouveaux etc par M. Decremps, 8vo in deze twee Boekdeeltjes, welke te zamen nog geen 450 bladzyden beslaan, vind men, zo veel ik ten minsten heb kunnen te weten komen, de Verklaring van byna alle de Kunstenaryen, welke door den Heer Pinetty, hier te Lande zyn vertoond en gedaanten van nog vele andere. De nauwkeurigheid en openhartigheid van den Schryver, doen my wenschen dat dit werkje algemener moge bekend worden op dat het bygeloof geen nieuw voedzel verkrvse er de ware kennis der Natuur, welke voor het Menschdom allerheilzaamst is, met vermengd worde met enkele, alhoewel zomtyds zeer vernuftige, bedriegery. U Wel Ed. zal my derhalven verpligten net dezen Brief in uwen algemeen geachten Konst- en Letter - Bode te doen plaatsen. Ik ben etc April 1789. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN AKADeMISCHE EN andere SCHrIFTEN. ' grootbritannien An Attempt etc Poging om de duistere plaatsen in het Gezang van Deborah te vertalen en op te helderen, met behulp van Kennicot's vergelykingen de overzetting van Ressa en oordeelkundige gissingen door den Wel Ed. Heer S. Weston, 4to. by Payne 1788 prys 2 s. ondanks de welmenenheid van den Schryver en de blyken ' die hy hier van zyne geleerdheid en schranderheid geeft zal men uit dit Stuk weinig meer ligts krygen, dan Pr.Schnurrer en andere Taalkenneren van naam, daar over gedeeltelyk verspreid hebben. Monthly Review Sermons on practical subjects Leerredenen over praktikale Onderwerpen, doet wylen den wel Eerw. Hr. stebbing 2 Del 8vo. ieder van 500 bl. Londen., by dilly 1788 pr, 12 s Schoon  (141) Schoon deze Leerredenen in geen zeer schitterenden styl worden voorgedragen, en men 'er hier en daar enige aanmerkingen op konne maken, leveren zy egter blyk op van des Opstellers gezond verstand en pryzen zig byzonderlyk niet weinig aan, uit hoofde van de klare en nadrukkelyke wyze, waar op de waarheden en pligten, waar by 's menschen welzyn het hoogste belang heeft, worden voorgedragen en aangedrongen, [dezelfden.] Original Letters &c. Oorsprongelyke Brieven van wylen den Wel Eerw. Laurence Sterne. nooit te voren in 't licht gegeven, 8vo. 216 bladz. Londen, by Longman, 1788. prys 3 f. De naam van Sterne staat in zo hoge achting by het Publiek, dat alles, 't geen gezegd word uit zyn pen gevloeid te zyn, van belang voor ons is. By aldien nu de voorhanden zynde Brieven als ene navolging zyner Werken van deze soort moeten beschouwd worden , overtreffen zy zekerlyk alle voorgaande pogingen van dien aart; zelfs kan men zeg gen, dat zy dit tot nog toe onnavolgbaar vernuft niet onwaardig zyn. Dezelfde gelukkige uitdrukkingen, edele gevoelens en aandoenlyke trekken, waar door de Pen van Sterne zig onderscheid, treft men ook hier aan. Dat meer is deze Brieven zyn vry van zulke misslagen, waar over men in zommigen Stukken van Sterne met reden klaagd: en Kuische Lezers lopen hier nergens gevaar om te blozen. Wie dus ook de schryver mag wezen, het werk verdiend aanpryzing, by alle lieden, die smaak hebben in schone opstellen, en gevoelig van hart zyn. [dezelfden.] Tbe Husbandry of the Ancients. De Landbouw der Ouden, door A. Dickson, 8vo. 2 Delen. Londen, by Robinson 1788. prys 12 f. Alhoewel deze Verhandeling van geen byzonder belang voor den tegenwoordigen Landbouw moge wezen, kan zy egter haar nut hebben, al ware het enkel door de nieuwsgierigheid der Hedendaagsche Landbouwers,die de Romeinsche schryvers niet verstaan, met opzigte tot de behandeling dier Natie, te voldoen. Uit dien hoofde mag men een gunstig onthaal van 't voor handen zynde werk, by het Algemeen verwagten Zie hier kortelyk den inhoud der Hoofdstukken, waar in het verdeeld is Hoofdst. I. handeld over de Villa of Landhoeve. II. Over de Personen, tot den Landbouw gebruikt. III. Over de gronden in 't gemeen, en de hoedanigheden van een goeden grond. IV. Over de onderscheidene soorten van Gewassen, by de Romeinen verboud. V Over de Grondregels der ouden, en enige algemene onderrigtingen voor den Landbouwer, in zynen arbeid. VI. leverd enige schetsen op van de manier van behandeling by de Romeinen; terwyl de ovrige over de bemestingen, Gereedschappen en de manier waar op dezelve gebruikt wierden handelen, [dezelfden.] A journey &c. Reize door de Krim naar Konstantinopolen, in een reeks van Brieven van Lady Craven, aan den Markgrave van Brandenburg, Anspach en Bareuth, geschreven in den Jare 1786 4to. Londen, by Robinson 1789. prys 18 f. Gene eigenlyke reize door de Krim, maar een togt van Parys door het zuiden van Frankryk tot aan Bologne, in Italien en van daar over Venetien, naar Wenen, Warschauw en Petersburg vervolgens by Cherson, door den Krim, over Zee naar Konstantinopolen , en weder van daar door Bulgarien, Walachyen, en Zevenbergen, naar Wenen te rug, alwaar de reize afloopt. De styl is gelyk die van Brieven, natuurlyk en eenvoudig: dog,in den smaak van Sterne, hier en daar door strepen van de Pen afgebroken; schoon zulks hinderd, om niet den zin naar te gaan. De inhoud is leer lyk en ongemeen vermakelyk, en de Schryfster geeft vele blyken van een goed verstand en enen vluggen geest. [de-zelfden.) An Account of the live. Verslag van het leven, de Schriften en uitvindingen van John Napier, door D. Stewart, Grave Creegh te Edenburg, 1788. prys 7 f. 6 d. Napier was een beroemd Wiskundige Van de vorige Eeuw; zyne Levensbeschryving, die, gelyk doorgaans met betrekking tot de Geleerden, in ene Geschiedenis van zyne Schriften en ontdek kingen bestaat, kan uit dezen hoofde, voor liefhebberen niet dan belangryk wezen. Lord Buchan heeft ten oogmerk nog andere Levensbeschryvingen te laten volgen, by aldien deze proeve de goedkeuring der Geleerden, wegdraagt. [dezelfden.] Essays &c. Verhandelingen over 's Menschen werkzame vermogens, door T. Reid, Edenburg en Londen, 1788. 493 bladz. 4to. Dit Stuk is in vyf Afdelingen vervat, waar van de 1ste algemene ophelderingen der denkbeelden, wegens kracht en oorsprong, behelst; de 2de ene naarsporing van den wil, van zinnelyke bekoringen, Willekeurige handelingen, en algemene grondstellingen der toerekening: de 3de het onderzoek naar de werktuiglyke aandrift en gewoonte, de dierlyke driften, en naar de verstandige beweegredenender daden: de 4de, ene uitvoerige beschouwing der vryheid • terwyl de 5de, algemene grondregels en verschillende stelzels van zedenkunde en natuurlyk regt opgeeft. Schoon men hier of daar van den Schryver verscbillen mogt, zyn zyne aanmerkingen egter, leerzaam, bevallig en stichtelyk. DUITSCHLAND. De mercurii usu in variolis &c. Over het gebruik van Kwikmiddelen in de Pokken, zynde enen Inwydings-verhandeling van de Heer G. H. Schierholz, by zyne bevordering tot Leeraar in de Geneeskunde. Gott 1788. De Schryver verklaart zig, na de opgave van de verschillende gevoelens der Geleerden, zeer sterk ten voordele der Kwikmiddelen in ene ziekte, welke in de daad zo vele verwoestingen aanrigt. Hy erkent zelf, dat de Kwikmiddelen wel geen dadelyk tegengift tegen de Pokken, maar byzonderlyk geschikt zyn, om, wanneer zy aanwezig zyn, de vogten te ontbinden, de vaste delen te verzwakken, verscheide ontlastingen te bevorderen; zelfs, om de wormen te doden Hy beweert ook , dat zy met zeer veel nut in de voorbereiding tot de inenting der Pokken kunnen gebezigd worden, gelyk mede in de oogziekten, welke dikwerf gevolgen zvn van deze besmettingen. Gott, Gel. Anz. TEKENINGEN en PRENTEN. parys, Portraits des Grands Hommes &c. Afbeeldingen van grote Mannen, doorlugtige Vrouwen, en gedenkwaardige stukken van Frankryk, in 't koper gebragt en met koleuren gedrukt, 21ste Afgifte, By Blin S3 Prys  ( 142 ) Prys van elke Stukje, bestaande uit 4 Platen, 8 liv. te Parys, en 9 liv. in de Provintien. Het eerste Portrait van dit Stukje is dat van Jean ne van Navarre, Koningin van Frankryk en Navarre, Vrouw van Philips IV. genaamd den schonen De hier by komende Historische Prent verbeeld het ge vangen nemen van den Grave de Bar, door deze Prinses Het 'twede Portrait is dat van Anne de Dreux, , Hertogin van Bretagne, Koningin van Frankryk, Gemalin van Karel VIII zedert Lodewyk XII. Op de daar aan volgende Plaat ziet men de Invoering der . Gordelbands order, welke deze Vorstin, gedurende haar Weduwschap, ten behoeve der Vrouwen, oprigtte, en waar mede zy dezulken vereerden,die door hare deugden uitstaken. By den Boekhandelaar Merigot, le jeune, quai des Augustins, au coin de la rue Pavée Nr. 38. kan worden ingetekend, mits Brieven en geld vragtvry toezende,' op een aantal van 18 Konstplaten, verbeeldende zo vele Zeeslagen, gedurende den laatsten Oorlog voorgevallen, welken, naar de originele schilderyen die van dezelven, zedert enigen tyd gemaakt, aan den Koning aangeboden, en waar van reeds 9 voltooid zyn, in 't koper gebragt zullen. worden door ( den bekende Konstgraveur Dequevauvilles, zullende , deze Platen van gelyke grootte wezen als die der Ports de France, naar Vernet. Ieder jaar, van May 1790 afgerekend, zullen er twee stuks in 't ligt komen, waar van de prys voor 2 Intekenaars zal zyn 36 liv. de helft te betalen by de Intekening, en de overige 18 liv. by den ontvangst der Platen" Die niet ingetekend hebben, zullen voor elke Plaat 24 liv. moeten betalen. Zy die voor het gehele Werk, of de 18 Platen zamen, intekenen, zullen daar en boven een Boekdeel in folio ontvangen, behelzende de Geschiedenis van elken Zeeslag met ene Afbeelding in 't klein, gelyk aan de grote, en met het Nommer van deze getekend Van de twe Eerste Platen, die in de maand May 1790 in 't licht zullen komen, zal de Eerste het Gevegt* verbeelden van den Grave de la Motte Piquet, Chef d'Escadre, in het Gezigt van het Koninglyk Fort van Martinique, tegen den Adm. Hyde Parker, op den 18 Dec. 1779. De Fransche Bevelhebber slaat in den beginne tegen 13 vyandelyke Schepen.--De Schepen le Vengeur en le Réflechi, gecommandeerd door de Heren de Fournoue en Sillard de Suville komen hem te hulp. Gedurende het Gevegt, trekt de Koopvaardyvloot, bestaande in 26 Zeilen, en door den Kap. Salomon aangetast, af, zig gedeeltelyk agter de Moelje van 't koningl. Fort begevende. Ene Battery van 17 Kanonstukken, die men tegen den vyand, op de schietscat van het Fort appointeerd, het vervoeren van Mortieren en meer dan 150 Figuren die in beweging schynen op het Fort, tonen aan wat 'er op Zee gaans is. De Twede Plaat zal het Gevegt verbeelden, 't geen op den 21 July 1781. op de hoogte van Louisbourg, voorviel, tusschen de beiden Koninglyke Fregatten l'Astrée en l'Hermione, gecommandeerd door de Kap. de la Peyrouse en den Grave de la Touche, tusschen 6 Engelsche Oorlogschepen, waar van 'er een genomen wierd. Het Schip van den Kommandant, na deszelfs Masten verloren te hebben, ontkomt ter naauwer nood, onder begunstiging van den Nagt.— Het geheel vyandelyk Convooi word verjaagd. By den Uitgever dezes kan ook op deze Platen worden ingetekend NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot ben handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. De menschlievende Maatschappy , te Parys, tot afschaffing van den Slavenhandel, is eindelyk tot stand gekomen. Zy heeft hare inrichting hare wetten, en ! de namen der tegenwoordige Leden by een openlyk geschrift, van 3 bladen in druk bekend gemaakt.— Behalven den Voorzitter Marq. de Condorcet, de Secretaris en Thesaurier bedraagt het getal 95, waar onder zeer aanzienlyke en verdienstelyke Namen, ook ettelyke Vrouwen van rang, zo als Mevrouw de la Fayette, de la Rochefoucault enz. De Leden te Parys betalen 2 nieuwe Louis d'Or, de Buitenleden slegts één. De Maatschappy noemt zig: La Societé des amis des Noirs. De Heer Brissot de Warville, een der eerste oprichters, bevind zig thans in Amerika, om den toestand der Negers aldaar van naby te leren; kennen. De Stoom- en Vuur-Machines beginnen ook in Duitschland ingevoerd te worden. De Keizer heeft althans aan den bekenden Hofraad van Hongarysch Zevenbergen, den Heer van Kempelen, voor twee: dergelyke Machines, die hy, naar zyne uitvinding,, , heeft laten maken, een uitsluitend Privilegie van 12 : Jaren verleend. Gedurende den jare 1788. zyn te Reval, over Zee,, , aan Koopgoederen ingebragt, uit Engeland, voorr 151951 Roeb. 98 Cop. uit Holland, voor 46026 R. 36 C. Spanje, 13445 R. Portugal, 21142, R. Italien- 41e4 R- Zweden, 39839 R. Lubek, 447185R 86C« Denemarken, 11412 R. 25 C. Frankryk, 18165 R 55 C. bedragende dus de waarde van alle de Bangeq  ( 143 ) voerde Koopgoederen 759929 Roeb. Voorts is aldaar ingescheept, naar Portugal voor 73850 Roeb. Denemarken, 6114 R. Zweden 5784 Roeb' 5 Cop. ƒ Lubek, 27207 R. 50 C. makende te zamen ene somma van 112956 R. De geheven Tol der in- en uitgevoerde Waren heeft bedragen 170457 R. 68 1/4 C. Het getal der Inwoneren van het Koningryk Gallicien, word berekend op 3 Mill. 2,00434 Personen, waar onder 199735 Joden begrepen zyn. Men teld in het zelve 103 Steden, 201 Vlekken, 5716 Dorpen en 1937 Landgoederen. In de Hamburger Staats- und Gelehrte Zeitung van 17 April, komt'de volgende Bekendmaking voor. „ De Gedeputeerden tot den Handel, doen hier „ mede den Kooplieden en alle Reders en Schip„ pers weten: dat de opgegevene graden der Zons„ Declinatie, voor de 6 Maanden, Jan. February, , Maart, April, Mey en Juny, op bladz. 10 van ,', het Hollandsche Graadboek, 't geen te Amsterdam „ word uitgegeven, allen misdrukt en verkeerd op„ gegeven zyn, Zy waarschuwen derhalven de „ Schippers, om daar op niet af te gaan." Hamburg 11 April 1789. Over den oorsprong en compositie VAN HET KOLEUR GEVEND BEGINZEL IN HET BERLYNSCH BlAAUW. Diesbach van Hippel, enige Loogzouten, uit traan gestookt gekogt, en dezelve met bereidingen van yzer gemengd hebbende, kreeg hier uit een uitmuntend blaauw. Zie daar den oorsprong van het Berlynsch blaauw. Zedert Dippel, heeft men Ossenbloed in plaats van Traan genomen, en men calcineerd gemeenly   de Loogzouten, met Ossenbloed, voor de bereidingen in 't groot van'tBerlynsch blaauw. Vervolgens gewasschen en gefiltreerd zynde, krygt men een vogt van een walgelyken reuk, 't geen men Plogistisch Loogzout noemd. De Kalk kan insgelyks een koleurgevend beginzel aannemen. Deze Loogzouten of Phlogistische kalk, in gesmolten yzer, gestrooid, geven een blaauw bezinkzel. Dit blaauw is dus niet anders dan een blaauwe yzer kalk. Alle Stoffen, die ontvlambare lucht bevatten,kunnen in de plaats van Ossenbloed of Traan genomen worden. Spielman heeft zig met goed gevolg van Pek bediend. Scheele heeft de Loogzouten een koleurgevend beginzel doen aannemen, door ze met houtskool en zelfs met Potloot, vermengd met Sal Ammoniac, te bewerken. Prys der in- en UITLANDSCHE Effecten. Inlandschb. Holland. Recipisf. 25ste Penn. ordin. 2½ prCts. 78 A 80 pCt. Dito 30 jar. Rent. 5 prCts. 78 a 8o½. Dito Lotery 1787. 2½ prCts. 78 a 80. Oblig. op naam en met Pap. 2½ prCts. 74 a 79. Zeeland. 4 prCts. 90 a 92. Dito 3 prCts. 76 a 78 Dito 2§ prCts. 61 a 62. Friesland. 2 prCts. 61 a62. Utrecht. 2½ prCts. 75 a 78. Generaliteit. 3 prCts. 85 a 90Z. Doorl. Hoogh. 3 prCts. 95 a 97 Dito 2½ prCts. 83 a 85. O. /. C. Lot. 3 prCts. 78 a8o. Engelsche. Bank-Act:.173½ a174.0.Ind.168½A 1/4. Z.Zee. 86½ a 86. O. Z. Z. Ann. 73½ a 5/8. Dito nieuwe 74 3/8 a ½ 3 prCts.Gec. 743/4 a 75 1/8 Ditocerd. 75 1/8 a ¾ Dito 1751.—-4prCts.Geconf. 96½ a ¾ 5 prCts. dito 114| 1/8 a 113 7/8j. Lange dito 22 1/16. 30 jarige dito 1778 Loten, — Lond. April. Fransch e. O. I. C. Act. van X 2500 <£ 1835 Dito van ^1000.^1203. Disc. Kas 4265. Lotery April 1783- °C 656 Dito Octob. aC 529. Dito Empr. 200 Mill. 84½ a 82prCt. Dito 125 Mill. 92 5/8prCt. Dito 80 Mill. 92½ Dito zonder Bullet 85¾ prCt. Dito 120 Mill. <£ 799- Parys 23 April. Diverse B v t t e n l a Nd s c h e. Amerika. 5 prCts. 9Ï a 96 pCt. Dito 4 pCts. 95 a 96. Kwik en Wenerhank 4§ prCts. 99 a 100. Dito 4 prCts.94 a 97- Spanje. 5 prCis. 100a 101. Dito 3| prCts. 85386. Frankr. Gener. Gnar. 4 prCts. 97 » 99Rusland. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4§ prCts. 96 a 97. Dito 4 prCts. 94 a 95 Zweden. 5 prCts. 99 a 100. Dito 4* prCts. ni a 96. Dito 4 prCts. 90 a 93. Venemarken. Toll. 4 prCts. 95 a 98. Dito Holst. 4 prCts. 97 a 98. Dito Leen. en WisC Br. 4 prCts. 95 a 97. Dito Kroon. 4 prCts. 94 a 95. Polen. 5 prCts. 96 a 99. Saxen. Onverwisf. Steuer 3 pCts'. 34 a 34§ stv. otto Ordin. 3 pCts. 3? a 26 stv. Dito Kamertt. 3 prCts. 34 a 35 stv. Dito 2 prCts. 27! a 29 stv. GEBOORTE. TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdarn 136: in 'j Hage 28: en te Haarlem 10, onder welken laatsten 3 beneden de 12 Jaren. Te Venetien zyn, in het voorleden Kerkelyk jaar, 't geen met den laatsten February eirtdigd 5009 kin« deren Geboren en 7003 perfonen Geftorven. In Gallicien zyn, gedurende het afgelopen Jaar 1788. 110534 Kristcn-kinderen en 6391 Joodsche, terwaereld gekomen ; het getal der overledenen bedroeg by de Kristenen 86048, en by de Joden 5828. . In de Parochie van Wingevotrsb, in Engeland, is, kortlings overleden zekere Anne Aske, in den Ouderdom van 104 Jaren en 9 Maanden. Tot op twe maanden voor haar dood kon zy de Nieuwspapieren nog zonder Bril leezen, B  < (144) BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. *** Alhoewel verscheidene Letterkwekende Natiën, het voor den Dichteren onontbeerlyke Werk van ARISTOTELES over de DICHTKUNST reeds in hunne taal overgezet hadden, was 'er tot op den Jare 1780. nog gene Nederduitsche Vertaling van die beroemde Fragment der Grieksche Kunsteeuw voor handen; toen egter werd 'er hier te lande hand aan 't werk geslagen, om den Nederlander mede daar van te voorzien, en, hoe zeer moeielyk deze onderneming, wegens de bedorven plaatsen des origineels ook mogte zyn, eindelyk tot de bedoelde, voor 't oogmerk dienende, volkomenheid gebragt; hebbende de Hoogel. Heer D. Wyttenbach wel de moeite gelieven te nemen, om de Vertaling tegen de beste uitgaven des origineels te willen nazien, en den Vertaler in deszelfs moeielyken arbeid met de vereischte inlichting te voorzien; agter deze Vertaling des Griekschen Auteurs, zyn gevoegd enige zo Geleerde als oordeelkundige Verhandelingen van den Duitschen Hoogleeraar M. C. Curtius, als over het wezen der Dichtkunde, over het Heldendicht, Treur- en Blyspel en over de waarschynelykheid in de Dichtkunst, welke allen besloten worden met een zeer belangryke en lezenswaardige Verhandeling, over het Toneel der Ouden. Voor het Werk is de beeldtenis van Aristoteles volgens het bekend marmer, uit de Verzameling van Fulvius Ursinus geplaatst, en den gehelen druk voorts zindelyk, en met een nieuwen Letter uitgevoerd. De prys is in 8vo. f 1:en een zeer gering getal op schryfpap f 1 16. Het Werk is by de Boekverkoper A. Fokke Simonsz. te Amsterdam, en by zyne Correspondenten in de Buitensteden, zo lang een gering getal van nog voor handen zynde Exempl. zulks toelaten, tot de bovengestelden prys te bekomen. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 29. 1½ 46½ Z. W. 's N. en 's M. vr. reg. en 26. 29 1½ 51 w. verd. byna h en z.h.   29. 1   44½ Z. ten O. w. 's Av. na 10 ur reg. 29. 2 45½ Z W. 's V. bew. enzeerharde 27. 29. 2½ 53 Z. Z. W. w. wyd storm, stortr, 29. 3 44½ Zuid en Donder, 's Av. bed. f20. 3 45 Z. Z. W. 's Morg. regen, verd 28. j 29 5 53 Z. W. heider, Voorin, byna ( z9. 6 I 45 • . storm, verd. windrig. * 's Namiddag half 4 uren 44 gr. i7s9. baro- ther- streek April. me- home- der Luchtsge ter. ter. wind. steldheid.' ("29. 8 49Ï I West 1 Voorm.hard.wind 2*. J 29. 9 531 W. N. W. tusfeh. beide held. J ( 29. 9 47J Z. W. en betrokken. ("29." 61 ~ 45§ Z. W. } hard.wind.V.hard. 23' \ 29. Si 461 W- Z- W. reg. N.bet. t.d.av. (19. 3| 44§ West zw. zevl.'sA.wolk. f29. i| 465 W. N. W. meest betr. harde H. <2g. »| 50 N N. W. wind.'sMorg. en ( 29. 4 431 N. W. 's Av. wat regen, f20- 5§ 45§ j N. W. bewolkt, Voorm. 2S- -j 29. 5| 50 W. ten N. harde wind,'sAv. (.29. 4 41 J Zuid helder. De Directeur Archand, te Bet lyn, heeft de volgende Wnter-Waarnemingen, aan het Publiek medegedeeld. ,', Ene juiste bepaling der buiteneewone hoeveelheid van „ sneeuw, welke dezen Winter gevallen is, nevens die van 't eeftHOlten water, 'r iwn rtnir ,roi,^m„„ :„ j ,, Weerkundigen en Natuuronderzoekeren niet onaangenaam „ wezen: weshalven ik dezelve, volgens naauwkeurig.- waar,, nemingen , daar omtrent door my gedaan, hier opgeve. De „ hoeveelheid van sneeuw mat ik naar de regtstandigc hoog„ te, in welke de sneeuw op enen Tafel, vry en horizon,, taal (taande, gevallen was Deze hoogte wierd spoedig na „ het vaiien gemeten, eer de sneeuw te veel op een gepakt „ was. De hoeveelheid van het sneeuwwattr berekende ik „ in dier voege, dat ik, by een zagt geltoukte Kacbgel,zo „ vee! sneeuw liet smelten, ais op ene horizontale vlakte „ van een vierkanten voet gevallen was.eri vervolgens het „ bekomen water zeer naauwkeurig woog. Op deze wyze bevond ik, dat 'er in Nou. des vorken jaars, 3 Lynen „ boog sneeuw gevallen was, en dac de hoeveelheid op het » y'ak van.een vierkanten voet gevallen, 5 Loden watr-rs „ inhield, in December dm aan volgenden, omtrent 15 dm „ hoogte, waar van her water, van een vierkanten voet „ sneeuw, 216 loden bedroeg. In Januaiy dezes jaars was „ de hoogte der gevallen sneeuw omtrent 2 lynen, en het „ gefmolten water van een vierkanten voet, woog 3 loot. „ In Febr. omtrent 3 duimen hoogte, wegende het gefmol„ ten water van een vierk voet 64 lood,- en in Maart io „ duimen hoogte, wegende bet als toen gefmolten water „ 209 lood. Gevolglyk bedraagt de regtstandige hoogte der ,, gevallen sneeuw, zedert 26 Nev. a. p. (de dag waar op de eerste meetbare sneeuw viel) tot 27 Maart faatstl. (zynde de laatste dag waar op de sneeuw gemeten konde worden ) „ 28 duimen en 5 lynen, waar van het gefmolten water „ gerekend hy den vierkanten voet, 15 ponden en 17 Jooc „ gewogen heeft. Wanneer het dooiweder, in Maart, on„ afgebroken geweest ware, zoude zo wel de hoeveelheid „ van sneeuw, in die maand gevallen, als de ruimer maat „ van water, welke dezelve opleverde, en welke inhoud van „ water tegen die van de sneeuw in December gevallen, als „ 209 tegen 144 staat, ontwyfFelbaar de grootste vertvoes„ tingen aangerigt hebben, welke nu door het afwisfelen „ van de ontlating gelukkig voorgekomen zyn." e Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 45. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN min- GEOEFFENDen Vrydag den 8. Mey. bERIGTEN. zweden De Heer Hageman, Hoogl. in de Oostersche Talen , te Upsal, en een der Leden van de Bybel-Commissie, door den Koning in den Jare 1771 reeds benoemd, is onlangs overleden. FRANKRYK. De Koningl. Akademie der Byschriften en fraaye Wetenschappen, heeft den Hoogleeraar en ridder Michaëlis, te Gottingen, tot Associe-libre etranger, in plaats van wylen den Heer Bartoli, verkoren. De zugt voor de Grieksche Taal schynt hier op nieuw levendig te worden: hebbende ettelyke lieden in Parys,en elders, zig byeen gevoegd, om de uitgave van Grieksche Schryveren te bekostigen. Vier Boekdelen zullen 'er eerlang in 't licht komen, die de fraayste Redenvoeringen van Demosthenes Eschines, Lysias, Lycurgus, Bazilius, Chrysostemus, Gregorius van Nazianzenen, de Zedekundige Verhandelingen van Lucianus, Plato, Xenophon en Plutarchus, en eindelyk Anacreon, Moschus, Bion, en andere kleine Dichters, zullen bevatten: De Abt Anger heeft zig veel moeyte gegeven om de lust voor de Grieksche Taal, in Frankryk, weder op te wakkeren. Hy is thans bezig met de uitgave u deel. te bezorgen van een Grieksch en Fransch Woordenboek, door Prof. Jacquin, vervaardigd. Alle deze Grieksche Autheuren worden by Didot den jongen» gedrukt. zwitserland De verdienstelyke Grysaard, en Hoogleraar in de Godgeleerdheid te Geneve, Vernet, genoeg bekend door zyne uitgegevene Godgeleerde Schriften, is aldaar, den 26 Maart laatstl. in den hogen Ouderdom van 91 Jaren overleden. DUITSCHland en naburige Ryken. Onder het groot aantal Romeinsche Oudheden, die men onlangs, by het in den grond delven langs den Rhyn, in de nabyheid van Keulen, ontdekt heeft, munt byzonderlyk uit een Outer (Ara), aanmerkelyk uit hoofde van deze Inscriptie: Dea. Virtuti: zynde waarschynlyk het eerste Outer van dien aart, 't geen in Nederduitschland gevonden is. Onder de verscheidene oude Romeinsche Vasen, heeft men ook enige van die soort van Drinkglazen opgedolven die de Oudheidkenners Schyphi Litterati noemen, onder welken 'er een was, met deze zonderlinge Inscriptie: V Merum (zuivere, onvervalschte Wyn). Alle deze oude Stukken zyn naar het Kabinet van den Baron van Hupsch gebragt. T ne-  ( 146 ) NEDERLANDEN. Groningen. Den 27 April Iaatstl. is alhier, in den Ouderdom van 57 Jaren en 6 Maanden, overleden de Hooggel. Heer Antonius Brugman, A. L. M. Ph. Dr. en zedert omtrent 23 Jaren , Hoogl. in de Wysbegeerte en Wiskunde aan de Umversiteit van Stad en Lande, en Lid van verscheidene zo In- als Uitlandsche Geleerde Genootschappen. Haarlem. In een onzer vorige Bladen, maakten wy gewag van ene aanmerkelyke verbetering der Elektrische Wryvers, door den Hr. Dr.van Marum , alhier, uitgedagt; belovende tevens, eerlang een nader en breder verslag hier van te zullen geven. De uitvoerige en naauwkeurige beschryving dezer verbetering is door opgemelden Heer medegedeeld, in enen Franschen Brief, aan den Ridder Landriani, te Milan, die, voor rekening des Schryvers, by den Uitgever dezes, onlangs gedrukt is. Daar echter deze Brief niet te bekomen is, dan voor den genen, wien de Schryver denzelven gelieft mede te delen, menen wy, den Nederlandschen Beminnaren der Proefondervindelyke Natuurkunde geen ondienst te zullen doen, met van denzelven het volgend uittrekzel te geven. „ In het begin van dezen Brief, maakt de Schryver met een kort woord gewag van de omstandigheid, Welke hem tot het onderzoek, hoe de Electriseerwrvvers te verbeteren waren, aanspoorde. De Ridder Landriani, den Heer van Marum in Novemb. laatstl. bezoekende, verlangde met dezen enige belangryke Proefnemingen , by Teylers Electriseer- Machine, in 't werk te stellen. De Dokter konde aan dit verlangen des Geleerden Vreemdelings niet voldoen, daar, de Wryvers dezer Machine vooraf schoon gemaakt moetende worden, de Heer Cuthberson, de maker dezes Werktuigs, die zulks altyd pleeg te verrigten, wegens zyne toegenomen bezigheden, zig niet bewegen liet. om, aan het gedaan verzoek daar toe, op dien tyd, te voldoen. De Hr. van Marum schroomde, intusschen, om dit werk zelve te ondernemen, overmits het af- en aan stellen der bovenste wryvers van dit Werktuig, volgens zyn verhaal,zeer moeylyk te verrigten, en zelfs niet veilig te ondernemen is, dan voor den genen, die hier van enige behendigheid gekregen heeft. De voorgenomen proeven moesten dus uitgesteld blyven, tot op de komst van den Heer Cuthberson, door welker vertraging de Dokter slegts enigen dier Proeven met den Ridder Landriani, wiens vertrek naby was, konde in het werk stellen." De Heer van Marum dusdanige teleurstellingen voor het vervolg wenschende voor te komen, begaf zig, hiervoor, aan een opzettelyk onderzoek, hoe de Elektrische Wryvers zouden kunnen ingerigt en geplaatst worden, ten einde met meer gemak te kunnen af- en aangesteld worden. En het was dit onderzoek, 't geen hem vervolgens tot het nasporen en verbeteren bragt van verscheiden gebreken dier wryvers; waar uit dan eindelyk Elektrische Wryvers, van een geheel verschillend, en grootdeels nieuw, za menstel, gesproten zyn. Hier van ene enigzins voldoende beschryving mede te delen, is, zonder de by den Brief zelven gevoegde Afbeeldingen ,ondoenlyk. Wy kunnen 'er naar ons inzien slegts het volgende van melden: „ Dat, in plaats van het Leder der gewone Wryvers, deze verbeterden geheel en al bestaan uit gewascht Taf, op welk Taf de Amalgama van Kienmayer, ter breedte van omtrent een duim doormiddel van Mastik- of Barnsteen-Vernis, gelegt is. Dit gewascht Taf word, ter plaatse, waar het met Amalgama bedekt is, tegen de glazen schyven aangedrukt, door middel van twee vlakke lighamen, welken door den Schryver Aandrukkers genoemd worden. Deze Aandrukkers zyn van hout gemaakt, zeer vlak geschaafd aan die zyden, welken naar het glas gekeerd zyn, en bekleed met Fluweel, waar door zy dan dat gedeelte van het gewaschte Taf, welk met Amalgama overdekt is, overal het glas doen raken. Voorts zyn dezelven, in het midden, vast gemaakt, door scharnieren, aan de einden van twee Stalen veren, waar van de andere einden, op gelyke wyze, door scharnieren, verenigd zyn met ene yzeren plaat, door middel van welke zy vastgeschroeft worden aan ene koperen plaat, in den form van een Zwaluwstaart gemaakt. Deze koperen plaat past in ene andere koperen plaat, waar door de gemelde Aandrukkers geredelyk worden aangeschoven of afgenomen. De drukking van elk- paar Aandrukkers word geregeld door ene enkele schroef. Aan deze Aandrukkers worden de smalle kopere platen of stroken geschroefd, waar op het gewascht Taf vast gemaakt is: dienende dat gedeelte van het zelve, 't geen met Amalgama bedekt is, tot Wryver. Op deze koperen stroken, die de gedaante van een Winkelhaak hebben, word het gewascht Taf in diervoegen gespannen, dat het zig, by het omdraayen der glazen schyven, altoos gelykelyk tegen het glas aanzet, waar door dan de terug gang der opgewekte stof naar de Wryvers geheel verhinderd, en daar mede dit aanmerkelyk gebrek der gewone Wryvers verholpen, word." „ De Dokter zyne Elektriseer-Machine, uit twee schyven van 32 duimen middellyns bestaande , van zodanige nieuwe Wryvers voorzien hebbende, met oogmerk om hier na ook Teylers Elektrifeer-Machine te verbeteren, verzogt de Heren Bestuurders van Teylers Fundatie, en Leden van Teylers Twede Genootschap, de beproeving van deze nieuwe Wryvers by te wonen. Om de uitwerking met die der ge wo  ( 147 ) wone Wryvers te vergelyken, nam hy ene beklede fles, voorzien van den Elektrometer van Lane, en telde de omgangen der schyven, waar door de fles, by het gebruik der gewone en dezer nieuwe Wryvers, geladen wierd. Het bleek, dat, by de gewone Wryvers van dit Werktuig, ruim viermaal meer omgangen (*) der schyven, dan by de nieuwe Wryvers, vereischt wierden. Vervolgens beproefde de Dokter de kragt van deze verbeterde Machine, in tegenwoordigheid der gemelde Heren Leden, door het laden van Batteryen, wanneer het bleek, dat dit zyn verbeterd Werktuig, omtrent 2/3 van de kragt van Teylers Machine heeft. Dit stelde hem in staat, om met deze zyne verbeterde Machine vele Proefnemingen te herhalen, welken hy te voren alleen met Teylers Machine hadde kunnen in het werk stellen. Na deze ondervinding, houd hy zig verzekerd, dat hy de grote Battery,tot deze laatste behorende, thans met zyne verbeterde Machine volkomen zou kunnen laden, en gevolglyk, door derzelver ontlading, alle de Proefnemingen in 't werk stellen, welken hy, tot dus verre, hier van gegeven heeft." " De Heer van Marum is voornemens, om deze nieuwe Wryvers, ten spoedigsten, aan Teylers Machine te laten maken; en daar hy van dezelve ene aanmerkelyke vergroting van de kragt dezer Machine verwagt, laat hy reeds ene Battery vervaardigen, uit 100 Flessen bestaande, die elk 5½ voet bekleed glas houden; welke Battery derhalven omtrent maal 2½ groter zyn zal, dan die tot dus verre daar by door hem gebruikt wierd." Het komt ons wyders voor, dat, in dezen Brief, de Grondbeginzels, volgens welken de Elektrische Wryvers behoren zamengsfteld te zyn, ten einde het grootste uitwerkzel voort te brengen, ten duidelyksten en Proefondervindelyk ontvouwd zyn: zulks die genen, welken, niet verkiezende hunne Wryvers te verwerpen, alleen verlangen om dezelven te verbeteren, hier uit een aanmerkelyk nut kunnen trekken. Akademische Promotien. Te Leyden, is den 2den April, laatstl. tot Doctor in de Geneeskunde, gepromoveerd, de Hr. Antonius Jacobus (*) De Heer van Marum heeft de goedheid gehad, om ons een nader berigt mede te delen, behelzende de vergelykende Proefnemingen , die by met den Heer Cuthberson , den 30 April, heeft te werk gesteld, met zyne wryvers, en met de gewone wryvers, door den Heer Cuthberson onlangs verbeterd; van welke verbetering hy betuigd, voor de uitgave van dezen zynen Brief, niets geweten te bebben. Het is hier door gebleken, dat het verschil der uitwerking zyner wryvers , en die der gewone verbeterde wryvers slegts omtrent half zo groot is; daar de verbetering der gewone wryvers, door den Heer Cuthberson onlangs in 't werk gesteld, derzelver uitwerking byna verdubbeld beeft; zullende wy dit nader berigt, in ons eerstvolgende Nr. mededeelen. van Doeveren , van Groningen, (Zoon van wylen den beroemden Hoogl. van Doeveren,) na openlyk verdedigd te hebben zyne Observationes Patalogico- Anatomicae. Gelyk mede den 25. daar aan volgende, aldaar, de Heer Frederik van Leyden, van Westbarendrecht, A. L. M. en Phil. Doct. de Doctorale waardigheid in de Rechten verkregen heeft, na ene openlyke verdediging van zyn Specimen Juridicum inaugurale, quasdam exhibens Juris criminalis en publici Quaestiones, ad legem quisquis 5 Codicis ad legem Jul, Majestatis. Te Harderwyk zyn, den 20. van die zelfde maand, met de gebruikelyke plegtigheden, in het openbaar tot Meesters in de Vrye Konsten en Leeraren in de Wysbegeerte, door den Hooggel. Heer B. Nieuwhoff, A. L. M. Phil. Doct. et Phil. Math. et Astron. Prof. aan de Hoge School aldaar, bevorderd de beiden veel belovende Jongelingen en oudste Zonen van den mede aldaar onderwysgevenden Hoogleraar in de Genees-, Schei- en Kruidkunde M. van Geuns, de Heren Jan en Steven Jan van Geuns, waar van de eerste na zyne Studien in de Wysbegeerte en voorbereidende Wetenschappen, aan de Hoge Scholen van Harderwyk en Utrecht, volbragt te hebben, zig sints enigen tyd voor den Predikdienst bekwaam makende, te Amsterdam, zo aan de Doorluchtige Schole, de Lessen in de Oostersche talen, als die in de H. Godgeleerdheid, by het Seminarium der Doopsgezinde Gemeente, hare Vergadering houdende by bet Lam en den Toren, met bet beste gevolg bywoonde; en de twede, zig aan de beoeffening der Geneeskunde toegewyd hebbende, zyne verdere Studien in die Wetenschap aan de Leydsche Akademie nog blyft voortzetten; hebbende deze alrede, ene openlyke proeve van zyne bedrevenheid, byzonderlyk in de Kruidkunde gegeven, door zyne bekroonde Verhandeling by de Maatschappy der Wetenschappen, te Haarlem, betrekkelyk de Natuurlyke Historie onzes Vaderlands, als mede door zyn onlangs uitgegevene Spicilegium Plant. Belg. Consoed. - Beiden deze Promotien geschiedden insgelyks na ene voorafgaande openbare verdediging van elks inwyings Verhandeling, de ene : de Justitia Dei, en de andere: de Corporum habitudine Animae hujusque Virium Indice ac Moderatrice, NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Duitschland. Dissertationes Medicae in Universitate Vindobonensi habitae etc. Geneeskundige Verhandelingen over slepende ziekten, meestal uit de voorlezingen van den beroemden Stoll zamengesteld, uitgegeven doer J. Eyërel. Wenen 1788. by Wapler, 1ste Deel, 543 bladz. 8vo. Deze verzameling, voor welke de Uitgever allen dank verdient, bestaat uit de volgende 11 Verhandelingen: 1. Closset over de bronnen, uit welken men de slepende ziekten kan leeren kennen. 2. J. Marsousky over de Scheurbuik. 3. Szoöts over de Jigt. 4. M. Haller over de Engelsche ziekte. 5. Sartorius over de zinkingen. 6. Cruciani over de Rode- en andere soorten van Loop. 7. Wilhelm over de Beroerte. 8. Szkrochouski over de Bloedvloeyingen. 9. De Fluë over de winderige opzwelling van den onderbuik. 10. Tschebulz over de Geelzugt, en 11. Pardini over de Maagpvn. De 1ste dezer Verhandelingen, welke met de leerzaamste voorbeelden uit de prak T2 tyk  ( 148 ) lyk van den onsterflyken Stoll voorzien is, en de IVde, welke, onder andere oorzaken der Engelsche ziekte, ook de veelvuldige doorslikking van het speekzel opgeeft, dat in de kinderen, by het doorbreken der tanden, in ene zeer grote hoeveelheid afgescheiden wordt, verdienen in de daad de opmerking van alle de Liefhebbers der Geneeskunde. Gott. Gel. Anz. Geschichte des Christenthums &c. Geschiedenis des Christendoms, door S. G. Wald, Hoogl. in de Grieksche taal te Koningsbergen 1788. 8vo. 321 bladz. Een Leerboek der Kerkelyke Geschiedenis, door den Schryver ter zyner Akademische voorlezing geschikt. Het is verdeeld in 4 tydvakken: behelzende het I ste het tydbestek van de prediking der Euangelieleer, tot de komst van Constantyn op den Roomscben throon: het 2de van Constantyn tot het Jaar 1053: het 3de tot den tyd der hervorming, en het 4de de Geschiedenis tot onze tegenwoordige dagen. Vooraf gaat nog ene Inleiding ter ontvouwinge der Geschiedenis van alle Godsdiensten, en bovenal van den Christelyken. Schoon de Schryver zekerlyk door zynen mondelingen voordragt in staat zy, de gapingen aan te vullen, welke uit de al te korte behandeling noodwendig moeten voortvloeyen, is het egter te vrezen, dat deze kortheid zelve den jongen beöefenaren niet weinig duisterheid zal veroorzaken, [dezelfden.] Sechs Predigten &c. Zes Leerredenen ter bevordering van Christelyke Godsdienstkennis en deugd, door den Hr. Hänlein, beroepen Hoogl. in de Godgel. te Erlangen. Memmingen 1788. 131 bladz. 8vo. Uitmuntende Leerredenen, die, zo ten aanzien van den gewigtigen inhoud, voortreflyke behandeling, als den sierlyken voordragt, alle aanpryzing verdienen. De onderwerpen zyn de volgenden: De voordelen der Christelyke deugd in dit leven: Het gewigt van byzondere omstandigheden in de lydens-geschiedenis van Jezus: Voordeel der onkunde van het toekomstige: Nuttigheid van de betrachting des doods: Juiste begrippen van de tegenwoordige gesteldheid onzes ligchaams, met de daar uit volgende regelen, hoe wy ons daar omtrent hebben te gedragen: en, eindelyk, de Christelyke vergenoegdheid, [dezelfden.] Christliches Gesangbuch &c. Christelyk Gezangboek, uitgegeven door den Hofprediker te Hanover. J. B. Koppe. Göttingen 1789. Ene schone Verzameling van Liederen, in ene zeer goede orde voorgedragen, en geschikt voor onderscheidene Leeftyden , Jaarfeesten, Lotgevallen en zonderlinge Gebeurtenissen. Derzelver getal is 278 : zy behelzen allen een zuivere Christelyke Zedenleer, [dezelfden.] Technologisches Compendium &c. Een kort begrip van alle Handwerken, door J. K G Jacobsson. Berl. 1788. 1ste deel 1ste en 2de stuk, bet 1ste van 240: het 2de van 508 bladz, kl. 8vo. De Schryver is voornemens ene korte beschryving van alle Handwerken te geven, waar by hy het grote werk van den Heer Hartwig ten grondslage legt, en ook daar uit de platen overneemt, [dezelfden.] J. D. Michaëlis , Einleitung in die gottlichen Schriften des Neuen Bundes. Gott. 1788. 2de dl 4de uitgave. Deze nieuwe uitgave van dit 2de deel behelst zeer vele veranderingen en verbeteringen, vooral ten aanzien van het Euangelie van Johannes, waarom het te wenschen was, dat de Uitgevers der Nederlandsche overzetting van dit in vele opzigten voor treflyk werk deze vermeerderingen in het licht gaven, [dezelfden.] Allgemeine Schilderung &c. Algemene tafereel van het Ottomannisch Ryk, uit het Fransch van den Heer de Moradgea d'Obsson, met verkorting overgezet, en met byvoegzelen en een Register vermeerderd, door C. D. Beek. Leipsig 1788. 1fte deel, met platen en kaarten, gr. 8vo. 605 blz. Behalven de Voorrede en 't Register. Deze overzetting heeft veel waarde boven het oorspronglyke. De Heer Beek heeft alle wydlopigheid weggenomen, en daar door een groot foliant, in een redelyk octavo deel, geleverd. De byvoegzels zyn voortreflyk, als behelzende zeer veel tot opheldering van den Koran en van de Geschiedenis der Geleerdheid, [dezelfden ] Philosophische Blicke &c. Wysgerige bespiegelingen der Wetenschappen, en van het menschelyk leven, door Heinzelman en Voss, Leraren aan het Koninglyk Opvoedings - Instituut te Halle, 1789. 8vo. 1ste deel, 1ste stuk. Een Journal, welk bestemd is, om Verhandelingen in het vak der dadelyke Wysbegeerte te leveren. Dit 1 ste stuk behelst 13 verschillende bespiegelingen, onder welken die van den Heer Noesselt, over het ware begrip der Geleerdheid, de beste is. [dezelsfen.] Raisonnements &c. Redeneringen over het gewigtig nut van de Algebra in de Meetkunde en Driehoeksmeting, door C. L. Schuhler. Leipsig 1788. 8vo 152 bladz, Een Stukje, geschikt, om de wiskundige beöeffeningen van hare aangename zyde voor te dragen, en daar door der jeugd aan te bevelen, [dezelfden ] Elogium Meisteri &c. Lofreden op wylen den beroemden Hoogl. Alb. Lud Frid. Meister. Gott, 1789. by Diterich, 1 1/2 blad 4to. Deze Lofrede is door den Heer Hofraad Kaestner op de Vergadering der Koningl. Maatschappy, den 31sten January, voorgelezen, [dezelfden.] Praecepta, Sententiae, Sales atque Similitudines &c. Zedenlyke Voorschriften, Spreuken, Geestige invallen en gelykenissen, door den Heer Rector Munter te Zelle. Hannover 1788. 3de stuk. Een voortreflyk Latynsch Leesboek, welk, om zynen inhoud en zuivere taal, der jeugd verdient in handen gegeven te worden, [dezelfden.] Vertraute Briefe &c. Vertrouwde Brieven, den Godsdienst betreffende. Breslau 1788 3de druk, 8vo. 334 bladz. en ene Bylage van 102 bladz. Door de naams ondertekening van den opdragt aan den Heer Jerusalem, blykt het nu volkomen dat de Schryver van dit uitmuntend Stuk de brave Spalding is. Zo dit niet het beste Werkje zy, dat ooit tot verdediging van den Christen Godsdienst geschreven is, dan verdient het gewis, onder de beste Stukken, enen aanzienlyken rang te bekleden, [dezelfden.] Van het System einer vollstandigen Mediciniscbe Poëzy, door J. P. Frank, is op het laatst van 1788. het 4de deel uitgegeven. Dit uitmuntend Boek behoud ook in dit deel zyne ongemene waarde. Wy verlangen welhaast, door den Heer Bake, te Leyden, met de overzetting van dit Stuk vereerd te worden. Nouveaux Memoires &c. Nieuwe Verhandelingen van de Maatschappy der Wetenschappen en fraaye Letteren, te Berl. voor het Jaar 1785. Berlyn 1788. by Decker, 4to. 510 blz. 10 kop. platen en 2 bl. gedrukte tafelen. Na enige vooraf gaande  ( 149 ) gaande berichten van de Heeren J. Bernouilli, d' Anieres en Weguelin behelst dit Werk in de Proeföndervyndelyke Natuurkunde I Verhandeling van den Heer Acbard, over den invloed uitwendige onhandigheden op den Thermometer voor kokend water. 2 Van denzelfden, over de verkoeling der ligchamen in de lucht. 3. Van denzelfden over de werking der Kalk, terwyl ze gebluscht wordt. 4- Van den Heer Walter, over het onnatuurlyk gezwel enes Slagaders. 5. Van denzelsden, over de toevallen, die de beweging van t hart stremmem 6. Van den Heer Achard, over den graad der warmte, by het koken der opgeloste Zouten. 7- Van denzelfden over de oplossing van Zouten in water. 8. Van Beguelin. Waarnemingen omtrent het weder te Berlyn 1785In de Meetkunde: 1. Verhand, van den Heer J. Bernouilli over de Meetkundige Aardrykskunde der beide Indien. 2. Van den Hr. de la Grange, over de vereffening der Differentiaal rekeningen. 3. de Lambre, berekening van den loop der Zon. In de bespiegelende Wysbegeerte. I. Furmey over de smart, in navolging van Cicero, 2. Prevort over den oorsprong van t genoegen, dat uit de schone Kunsten voordvloeit. 3. Schwab over de zielsvermogens. In de schone Wetenschappen. I. Graaf van Herzberg over het laatste Jaar van Frederik II, 2. Dezelfden over het eerste Regeringsjaar van Frederik Willem 3. Merian, uittrekzel uit de Prysverhandeling van den Heer Schwab, over de algemeenheid der Fransche taal. 4- Weguelin eerste Verh. over J. A. de Thou. 5. Dezelfden over den invloed van gewigtige voorvallen. 6. Dezelfden over het onbepaalde van Staatkundige benamingen. 7.Denina byvoegzel op zyne Verhandeling over het onderscheid der talen vooral ten aanzien der nieuwe. [Gott. Gel. Anz] Recherches &c. Waarnemingen over den aart der Metaalvermeningen door den Heer M. Acbard. Berlyn 1788. by Dekker en Zoon, 4to. 313 bladz. De Schryver meer dan 900 Proeven met onderscheidene Metalen hebbende genomen , deelt hier zyne aantekeningen mede, zo wegens de wyze zyner proefnemingen, als wegens de zwaarte, de hardheid of buigzaamheid en zamensmelting der Metalen, [dezelfden] Nederlanden. Observationes Pathologico Anatomicae & c. Ziektekundige Waarnemingen, door middel der Ontleedkunde by de verkryging der Doktorale waardigheid openlyk verdedigd, door den Wel Edelen Heer A. J. van Doeveren. Te Leyden, by S. en J. Luchtmans, 1789. 4to In deze Verhandeling komen drie Waarnemingen voor, welken, om derzelver nuttigheid voor de Geneeskunde, den Schryver alle eer aandoen, te meer, daar dezelve op ene naauwkeurige en oordeelkundige wyze beschreven zyn. De Eerste Waarneming handelt over ene doorknaging van den slokdarm, en den daar by gelegen groten slagader, gevolgd door ene scheuring dezes slagaders, waar door al het bloed in de maag uitgestort werd. Door ene verzwering van den slokdarm, ter plaatse, daar dezelve tegen den groten slagader aanligt, waren de buitenste vliezen van dezen ader •weggeknaagd, het binnenste vlies dus, tegen den sterken aanvoer van bloed uit het hart niet bestand, moest noodzaaklyk ene scheuring ondergaan. in de Twede Waarneming, beschryft de Heer van Doeveren ene doorknaging van den Slokdarm, en de daar by gelegen Luchtpyp, door welke al het doorgeslikte in de luchtpyp uitgestort werd. De oorzaak van dit ongemak was een ver¬ harding der kliertjes van den hals en slokdarm, welke in ene weke en scherpe stof ontaarde, waar door beide deze Canalen doorgeknaagd werden. De loop en toevallen dezer ziekte worden zeer naauwkeurig opgegeven. In de Derde Waarneming word een geval medegedeeld van ene kankerachtige ontaarting van het Al-vleesch, ter plaatse, daar het zelve tegen de Maag aanligt, gevolgd van ene doorknaging van het laatstgenoemde ingewand, en ene uitvloeying van al het bloed in het zelve, en in de holligheid der darmen. Ene naauwkeurige ontleedkundige opgave van dit ongemak , voorafgegaan door ene beschryving van de toevallen der ziekte, maken deze laatste Waarneming uit. Om den Lezer een duidelyker denkbeeld van de verhandelde Stoffen te geven, heeft de Schryver by de eerste en derde waarneming drie uitmuntende platen gevoegd, welke door de Hm. A Delfos en P. de Mare zeer keurig zyn uitgevoerd. Disquisitio Philofophica de Justitia Dei &c. Wysgerig onderzoek nopens de Goddelyke Rechtvaardigheid; ter verkryging der Doctorale waardigheid in de Wysbegeerte enz. openlyk verdedigd door Jan van Geuns, te Harderwyk, by J. Moojen 1789 4to. De Schryver behandeld dit onderwerp wel op de gewone wyze, dog toond allerwege zyne belezenheid en goed oordeel. Hy verdeeld zyne Verhandeling in 3 Hoofdstukken, wyzende in het Eerste kortelyk de gronden aan van het Natuurlyk Recht, waar op hy, in het Twede, Godszedelyke Eigenschappen in 't algemeen, en zyne Heiligheid in 't byzonder, in overweging neemt, en voorts in het Derde Hoofdstuk meer uitvoerig handeld over de eigenlyke Rechtvaardigheid van God. Dit laatste Hoofdstuk is wederom in onderscheidene onderdelen verdeeld: waar in de Schryver zyn onderwerp uit verschillende oogpunten beschouwd: en 't geen in verschillende opzigten, daar over valt aantemerken zo veel zyn bestek toelaat, met veel naauwkeurigbeid en in ene geregelde order voordraagt. Met opzigt op 'de wetgeving, als den grondslag der Goddelyke Rechtvaardigheid volgd hy het gevoelen van den Eerw. en Geleerden ' Heer A Hulshof, Leeraar der Doopsgezinde Gemeente, te Amsterdam, zo als deze het zelve in zyne Prysverhandeling van bet Stolpiaansch Legaat, welke hier dikwyls aangehaald ' word, ontvouwd heeft. Ook is hy het met den Heer H. ■ eens omtrent het denkbeeld van Stellige Straffen, t geen hy-, by de overweging van Gods Staatsoeffenende Rechtvaardigheid, opzettelyk verdedigd tegen de zwarigheden van zommige Hedendaagsche Godgeleerden en Wysgeren, die, met ! Leibnitz, Wolf enz in Gods Rechtvaardigheid niet anders . dan ene wyze goedheid beschouwen Over het gevoelen ener " oneindige Rechtvaardigheid in God, welke gene vergeving , zonder voldoening, 't zy by den Zondaar, of enen anderen in deszelfs plaats komenden, kan gehengen, laat zig de Hr. v G. niet beflissende uit, maar bepaald zig hier omtrent met alleen kortelyk enige zwarigheden op te noemen, welken dit gevoelen schynen om verre te werpen. ' , Disputatio Philosophica de Corporum habitudine, &c. d. i. , Verhandeling ten bewyze, dat de zielsvermogens de gesteldheid van de lighamen volgen, en door dezen gewyzigd worden' ter verkryging der waardigheid van Doct in de Wysbegeerte en Meester in de Vrye Konsten, openlyk verdedigd: door Steven Jan van Geuns, Matthz. te Harderwyk, by J. Moojen 1789 4to Na de voortreflykheid van den Mensch, boven de andere  T 3 Die-  ( 150 ) Dieren te hebben opgegeven, poogt de Schryver dezer onge meen wel opgestelde Verh. te bewyzen, dat die voortreflykheid niet zo groot of zo algemeen zy, dat men daar uit zoude mogen besluiten, dat de ziel der Dieren, zo al niet stoffelyk, althans van ene geheel andere, en veel onvolmaaktere Natuur zy, dan die van den mensch. Hy verwondert zich, dat men al het onderscheid van verstandelyke vermogens, tusschen het redelyke geslagt en de redeloze Dieren, dus alleen van een wezenlyk en soortelyk verschil der zielen zelve pleeg af te leiden, en meent dat dit onderscheid, voor het grootst gedeelte, alleen aan de verschillende gesteldheid der ligchamen toe te schryven zy. Om dit te bewyzen, brengt hy voor eerst Waarnemingen by van den zeer groten invloed, dien de gesteldheid van het ligchaam op het verstand en de ziels vermogens van den mensch heeft: gelyk de oorspronglyke en erflyke hebbelyk heden, neigingen en driften, de invloed van spyzen en dranken, van het klimaat en luchtsgesteldheid, van den verschil lenden ouderdom, van het onderscheiden temperament, en vooral van de ziektens en byzondere gesteldheid van het menschelyk ligchaam op de zielsvermogens; en geeft voorts kortlyk op, het geen Willis, Meckel en Malacarne, omtrent het onderscheid van herssenen, in menschen van verschillen de zielsvermogens ontdekt hebben. Vervolgens toont hy aan, dat ook dezelfde ligchaamlyke oorzaken, de zielen van de onvolmaaktere Dieren wyzigen, en dat ook by dezen byzondere erflyke driften en neigingen gevonden worden, dat ook de luchtsgesteldheid, spyzen en ziekten van het ligchaam, veel invloed op derzelver zielen hebben, en dat dit vooral blykbaar is uit de verschillende tydperken van het leven der Rupsen en andere Insekten. Hy poogt aan te tonen, dat de zielsvermogens der Dieren, zo veel volmaakter zyn, als hunne lighaamsgesteldheid, en voor al de structuur van hunne herssenen en zenuwgestel, nader grenst aan die van den Mensch, en, omgekeerd, dat naar mate deze lighaamsgesteldheid der Dieren, van die van den Mensch afwykt, ook hunne vermogens bepaalder en geringer zyn. Ten laatsten onderzoekt hy, of men uit dit bygebragte veilig mag besluiten, dat 'er volstrekt geen wezenlyk verschil tusschen de zielen zelve zy, maar dat het onderscheid van zielsvermogens alleen aan het onderscheid der lighamen toe te schryven zy; gelyk, onder de ouden, Pythagoras, Plato en anderen, die aan de zielsverhuizing van het éne lighaam in het ander geloofden, als ook zy , die ene algemene waereld ziel (anima mundi) stelden, en, onder de nieuwen, Bayle, en vooral Bonnet, van dit gevoelen niet vreemd zyn; voerende by gelegenheid de redenen ook aan, welke Bonnet voor dit gevoelen bybrengt; en erkennende, dat dit gevoelen zekerlyk aanneemlyker is, dan dat van hun, die alles alleen aan het verschil der zielen zelve toeschryven; alhoewel hy besluit met enige zwarigheden op te geven, die ons nog kunnen weerhouden, om al het onderscheid van vermogens alleen aan het lighaam toe te schryven. Weeklyksche Lyst van Nieuw uitkomende Inlandsche Boeken. C. v.d. Enden Verloskundige Waarnemingen, 1fte deel, Amst. by M. Schalekamp, gr. 8vo. Sermons de Mr. Royer, a la Haye, chez P. F. Gosse, 2 vol. gr. 8vo. A. P. Nahuys Dissertatio Chemica de Aquae Origine, Traj. apud A. v. Paddenburg, 8vo. Geschenk voor de Ned. Jufferschap, Amst. by van Werven kl 8vo. Dc vluchtende Wysgeer in Holland, gr. 8vo. Brieven van Charlotte, geschreven staande hare kennis aan Werther, kl. 8vo. Blair over de Rhetorica en schoone Wetenschappen, 2de deel, Deventer by Leemhorst, gr. 8vo. LAND- en ZEEKAARTEN. Wenen. Mappa specialis Walachiae ex accuratissimis singulorum districtuum Ichnographiis Collecta , delineata & dedicata Excellentiss. Dom. Com. de Hadik Sac. Caer. Reg. Apost. Majest. Consiliario Intimo &c. 1788. getekend door H. Benedicti, en in 't koper gebragt door Kil. Ponheimer, prys 1 gl. Dit is de fraaye Kaart, die onlangs door Purckker en Comp., te Hermanstad in Zevenbergen is aangekondigd. Zy heeft ene breedte van 2 1/4, en ene hoogte van 1 1/3 voet van 12. d. even als de Barzellinische van het Banaat Temeschwar, en kan des gevoeglyk als ene wedergaê derzelve dienen, Zy is ongemeen uitvoerig en zeer nauwkeurig, overtreffende alle de tot heden van dit Land gemaakte Kaarten, zelfs die van Roth, in 4 bladen, die van Schmidt, van Sulzer, en van Gussefeld. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. De Eerste Zee Assurantie Compagnie te Venetien, heeft aan den Deelhebberen, uit de overwinst van slegts 10 maanden, gerekend van 1 Maart tot ultimo December 1788. ene uitdeling van 25 prCt. betaald, en men meend, dat zy, in't vervolg, nog groter uitdeling zal doen. Te Smirna, en overal in den Archipel, heeft thans zo grote schaarsheid van Granen plaats, dat men 'er voor een Hongersnood bedugt is. Om het gebrek te vullen zyn de meeste Landeryen met Koorn bezaaid, en men heeft dit Jaar slegts weinig Katoen geplant. De aanstaande Deliberatien by het Parlement van Engeland, over den Slavenhandel, veroorzaakt niet weinig beweging onder de Deelhebberen aan denzel ven;  ( 151 ) ven: die hun best doen, om het besluit tot afschaffing voor te komen. Men heeft de waarde van dien Handel, voor Engeland, in dier voege berekend. De uitvoer uit Afrika naar de West-Indien, word op 2½ Mill. Pstr. geschat, en de invoer op 6 Mill. De Schepen tot dezen Handel begroot men, met elkanderen, op 300,000 Tonnen: het getal der Zeelieden op 20000: en de inkomsten der Regering, daar uit spruitende, na aftrek der Praemien en verdere onkosten, op 1 Mill. 600,000 Pstr. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. Onlangs enig nader verslag gegeven hebbende wegens de navolgers van den berusten Swedenborg , menen wy onzen Lezeren geen ondienst te zullen doen, met ene korte opgave der Godgeleerde begrippen, waar mede zig deze aanhang van de overige Kristengezindheden onderscheid. Zie hier dan, 't geen wy daar omtrent in een Buitenlandsch Nieuwspapier gemeld vonden. " In onderscheiding der Unitarissen en anderen, die het bestaan der 3 Personen in de Godheid lochenen, erkennen de Swedenborgianen wel ene Driëenheid, dog in dier voege, dat zy deze alleen in den persoon van Kristus menen plaats te hebben, en wel in ene soort van drievoudige uitoeffeninge van hoedanigheden etc. - Het denkbeeld dat de vergeving door ene bemiddelende Offerhande of Verzoening verworven is, houden zy voor ene grove dwaling: beschouwende de bekering als den grondslag van gelukzaligheid, welke bekering zy geloven te bestaan in 's menschen afwyking van het kwaad, en waar uit de Wedergeboorte, niet ogenbliklyk, maar trapswyze, voortvloeid. Voorts zyn zy van gedagten, dat 'er geen Engelen, als zodanig oorsprongelyk geschapen, in den Hemel of in den Hel zyn: maar dat de dus genoemde bewoners van beiden Engelen of Duivelen worden, ingevolge van hun gehegtheid aan goed of kwaad, in den staat van Menschlykheid. Dat er geen Weder-Opstanding van het stoflyk lighaam plaats zal hebben: maar dat de mensch, by zyn verscheiden, met een geestelyk Vehiculum, in ene menschelyke gedaante, bekleed word, ontspruitende uit zynen overheerschenden trek naar het goede of het kwade, zulks de dood ene werkelyke voortduring van leven zy, Dat alle Schriftuurplaatsen, die in 't algemeen begrepen worden, ene verwoesting der waereld door vuur, etc. gemeenlyk het Laatste Oordeel geheten . aan te duiden , met 'er daad niets meer zyn dan Leensprenkige beschryvingen van het vergaan der waereld van dwaling en valsche leering, by de oude Kerken omhelsd, te weten het vervallen van alle an dere Leerstelzels, 't geen zy geloven eenmaal te zullen daar gesteld worden, door de voortplanting der waarheid in de Leerbegrippen van Emanuel Swedenborg, etc. en dat, gelyk 't geen in de Mozaische Schriften als ene Schepping der waereld voorkomt, en in 't gemeen daar voor gehouden word, enkel bestaan hebbe, in de opregting der ware Kerk, in de personen van Adam en Eva; zo ook de Schepping van enen nieuwen Hemel en ene nieuwe Aarde, thans op gelyke wyze moet uitgewerkt worden, als eindelyk by alle andere staat plaats te grypen, in welken zin het laatste oordeel reeds een aanvang genomen heeft in het Jaar 1757. by het uitkomen der Godgeleerde Schriften van hunnen Zweedschen Patroon." GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 129: in 's Hage 26: en te Haarlem 10, onder welken laatsten 3 beneden de 12 Jaren. Te Kroonstad is, den 27 Febr. laatstl. in den Ouderdom van 111 Jaren en 14 dagen overleden, Maria van Chapelet, geboren van Resen, eigen Zuster van wylen den Russ. Brigadier van Resen, die nog onder Keizer Peter den Groten gediend had,en in den voorleden jare, in den ouderdom van 108 Jaren, gestorven is. OPENBARE VERKOPINGEN van boe keryen en konstverzamelingen. Het pragtig KABINET van GEGRAVEERDE STENEN, zo Antieken als Modernen, van wylen den Heer Hendrik Tersmitten, in deszelfs leven Burgemeester en Raad der Stad Amsterdam, mitsgaders Commissaris tot de Posteryen van wegen hun Ed. Groot Mog. de Heren Staten van Holland en Westfriesland enz. zal op Maandag, den 19den dezer lopende maand Mey en volgende dagen, openlyk, stukswyze, aan den meestbiedende verkogt worden, te Parys, rue Plâtrie à l' Hotel de Bullion. Het zelve bestaat in over de 2100 stuks kostbare en konstig gewrogte Gegraveerde Stenen, zo grotere als kleinere, en van verschillende soorten, gelyk Oostersche Saphieren , Hyachinten, Agaaten, Topasen, Amathisten , Turkoizen, Opalen, Onixen, Sardonixen, Jaspissen , Karolynen, en andere kostbare Stukken; meestal ovaalswyze gevormd,terwyl de gravures, zo van insnyding als relief, of enkele Hoofdof Borstbeelden, die voor 't merendeel in profil zyn, vertonen. : Dit uitmuntende Kabinet, zo ryk in de zeldzaamste en schoonste Stukken, en der zulken, die enig in hun soort zyn,  ( 152 ) zyn, is met veel vlyt, kunde, oordeel en kosten, deels door des overledenens Heer Vader, reeds in de voorledene Eeuwe, begonnen verzameld te worden, en vervolgens, door den Zoon en Erfgenaam, gedurende een reeks van Jaren, verder tot dien trap gecompleteerd, dat het zelve algemeen geoordeeld wierd, in Holland geen weêrga te hebben. De beredeneerde Catalogus dezer Verzameling, in het Fransch, welke na die van Amsterdam, na het overlyden des Heren Tersmitten, in den Jare 1757 gedrukt is, opgemaakt, beslaat, behalven het voorberigt, 336 bladz. in groot 8vo. zynde, tegen 3 liv. te bekomen, by den Konstschilder, A. J. Paillet, te Parys, in het bovengenoemde Hotel, die ook Commissies aanneemt, zo van Buiten- als Binnenlands voor deze Verkoping. Men zal by Nr. 1. volgens den Catalogus, beginnen te veilen, en zig op elken Veildag, tot de verkoping van 60 Nommers bepalen, zulks de Liefhebbers, schoon veraf en buiten 's lands wonende, gemakkelyk in staat zyn, te berekenen, op welken dag dit of dat Artykel zal verkogt worden, om daar na, of hunne reize, of bet afzenden hunner Commissies naar Parys, te kunnen inrigten. Op de Verkoping der Gesteenten, zal nog volgen die van I. Het KABINET zelve, uit Oostindisch hout gemaakt, ter hoogte van 5 voeten en 4 duim. en ter breedte van 2 voeten en 8 duim. in twee verdiepingen verdeeld, waar van de bovenste 87 Laden, in twee reyen en de benedenste 6 dito bredere, alles zeer net en met veel smaak gemaakt, bevat: II. als mede van 3 gebronsde antieke Beelden, op dit Kabinet passende. Wyders III. Een Kabinet van dito Hout, bevattende insgelyks 87 Laden, alle van dezelfde grootte, met de Afdrukzels in wasch, der ingesneden gegraveerde Stenen, op Carton gehegt en genommerd, in dezelfde order als de Stenen zelven. En laatstlelyk IV. van een Kabinet van 't gelyksoortig Hout, als de bovengaande, hoog 2 voeten 3 duimen, en ruim 1 voet 8 1/2 duim breed, en 1 voet diep, bevattende 48 Laden, in twee gelykmatige reyen, waar in omtrent 2350 Pates of Glascompositien, van onderscheidene soorten en verschillende koleuren, waar van het merendeel in Afdrukzels bestaat, genomen van de gegraveerde Stenen, uit het Kabinet des Konings van Frankryk, en andere beroemde Verzamelingen. Op Maandag, den 11 Mey eerstkomenden, en volgende dagen, zal, ten Huize van W. Vermandel, in de Gasthuismolensteeg, te Amsterdam, verkogt worden, de kapitale Ver zameling PRENTKONST en PORTRAITTEN van de Jufv. E. Wolff, geb. Bekker en A. Deken, bestaande in een Atlas der Vaderlandsche Geschiedenis, en een dito der Stad Amsterdam, door de beste Nederlandsche Meesters, en onder dezelven velen, die zeer zeldzaam zyn: kapitale Prentkunst, door Engelsche, Fransche en Nederlandsche Meesters, waar onder extra fraaye geponconneerde, en in de manier van gekoleurde Tekeningen; benevens een groot aantal van Komedietytels, en anderen, den Schouwburg betreffende; ver volgens ene menigte Portraitten van Staatsmannen, Geleer den, Schilders &c. enige Tekeningen, zynde Gezichten naar het leven, gebonden en losse Prentwerken; en laatstelyk Engelsche Prenten in Lysten, agter glazen. De Catalogus is te bekomen, by H. Gartman , en by bovengemelden, te Amsterdam, als mede in Alkmaar by Hartemink 's Hage Thierry en Mensing, Rotterdam Holstein en Vis, Haarlem Bohn &c. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN buiten Haarlem. 1739. baro- ther- streek April. me- mome- der Luchtsge ter. ter. wind. steldheid. 29 5 1/2 50 1/2 Z. Z. W. byna betrokken, 29. 29. 5 1/2 58 * Z. Z. O. aangenaam en stil 29. 6 49 N. O. weder. 29. 6 1/2 5I N. O. 's Morg dampig, 30. 29. 6 1/2 59 1/2 Voorm. dun betr. 29. 6 1/2 48 N, N. O. verder regen. Mey. 29. 6 1/2 47 N. W. 1. 29. 6 1/2 52 W. N. W. betrokken. 29. 7 1/2 44 1/2 West 29. 8 46 1/2 O. ten N. stil, Voorm. regen, 2. 29. 10 50 1/2 N. O. Nam. tot 5 ur. betr. 29. 10 1/2 45 verder bewolkt. 29. 9 1/2 47 O. N. O. 's N en 's M.h. wind 3. 29. 8 1/2 +53 Oost V. reg tot 5 ur. bew. 29. 7 57 O. Z. O. verd. betr. iets r ++ 29. 6 1/2 57 Zuid helder, 's Av. van 4. 29. 6 63 W N. W. half 6 uren af zeer 29. 7 50 1/2 N. N. W. zware zeevlam. 29. 7 1/2 54 1/2 N N. W. 's Morg. dampig, 29. 7 1/2 65 **O.Z.O. N. dun betr Nam. 29. 7 54 1/2 N. O. wolk. 's Av. held. * Namiddag 2 uren N. W. + Namiddag half 5 uren 61 gr. ++ 's Av. van 7 tot 8 uren ten Z. westen van ons Donder en Bliksem, * * Namiddag N. W. In de afgelopen maand April. Laagste Therm. in den Nagt tusschen den 5de en 6de, 26 gr. Hoogste dito, den 17de, 's Middags half twaalf 65 gr. De gemiddelde hoogte van de gehele Maand, Ogtend, Middag en Avond, is geweest 45 28/30 gr. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd water. Gedurende de Maand April 1789. Gevallen 24 Lynen: Uitgewaassemd 21 Lynen. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789 No. 46. ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 15. Mey. BERIGTEN. NEDERLANDEN. Haarlem. Ingevolge onze gedane toezegging, by ons laatstvorig Dlad, hebben wy thans het genoegen, onzen Lezeren te kunnen mededelen het volgend Nader Bericht van Doctor van Marum, wegens zyne nieuwe Electrische Wryvers. " Toen ik, den 30 Maart laatstl. te Amsterdam zynde , den Heer Cuthbertson de beschryving van myne nieuwe Electrische Wryvers meedeelde, zeide Zyn Ed. my, onlangs de gewoone Wryvers te hebben verbeterd. Ik verzocht hem aanstonds een paar Wryvers, naar deze zyne verbeetering (van welke ik tot dat ogenblik niets vernomen had) te vervaardigen, en met dezelven, zo dra mogelyk, te Haarlem te koomen, om ze tegens myne Wryvers te beproeven, ten einde van den uitslag dezer vergelykende Proefneemingen eenig nader bericht te geeven. De Heer Cuthbertsou nam zulks aan, en kwam, tot dat oogmerk, den 30. April alhier. Ik verzocht den Heer B. Vriends, als Medelid van Teylers Genootschap, deeze proefnemingen by te woonen. Wy naamen dezelfde fles, welke ik tot myne voorgaande vergelykende proefneemingen gebruikt had, zynde van ruim een voet bekleed glas, en voorzien van den Electro II. Deel. meter van Lane, waar van wy de tweeduims knoppen op juist ½ duim afstands stelden. Eerst beproevende een paar van de verbeterde Wryvers van den Heer Cuthbertson, ontlaadde zich de fles 5 maal in 16 omgangen; de proef herhaalende, deed de fles een gelyk getal ontlaadingen, in 16½, en vervolgens in 17, omgangen. Voor deeze Wryvers een paar van myne Wryvers in de plaats stellende, terwyl de Conductor en de daar aan geplaatste Electrometer onaangeroerd bleeven, ontlaadde zich de fles 5 maal in 7 omgangen, en deed zulks by herhaaling. Voor deeze Wryvers, welke nieuw waaren, een ander paar in de plaats stellende, waar van, door het langdurig gebruik van Amalgama, reeds hier en daar was afgesleten, ontlaadde de fles zich 5 maal in 6 omgangen. De verbeterde gewoone Kussens hier weder voor in de plaats stellende, gaf de fles weder een gelyk getal ontlaadingen in 17 omgangen. . "Het blykt dus uit deeze Proefneemingen, dat de Heer Cuthbertson de gewoone Wryvers zeer aanmerkelyk verbeterd heeft; terwyl de gewoone Wryvers, door Zyn Ed. aan myne Machine in Novemb. 1784 gemaakt, (schoon deeze zeer weinig gebruikt zyn, en, zo ver ik heb kunnen nagaan, van haare gewoone werking niets verlooren hebben) niet het vierde gedeelte van de uitwerking van myne Wryvers gaaven. " Ofschoon het uit deeze vergelykende Proefneemingen, met den Heer Cuthbertson in 't werk gesteld, blyke, dat door myne Wryvers het bekleede glas tot dezelfde hoogte geladen wordt, in minder dan de helft van de omgangen der schyven, welken hier toe V no-  < (154 ) nodig zyn by het gebruik der verbeterde gewoone Wryvers, wil ik echter deswegens geenzints het zamenstel van myne Wryvers, ten algemeene gebruike aanpryzen. Liever herhaal ik hier, het geen ik in de beschryving deezer Wryvers gezegd heb: „ dat „ ik dezelve afraade aan den geenen, die alleen een ,, Electriseer-Machine verlangen, om 'er zich meê te „ vermaaken; waar voor de gewoone zamenstelling . „ krachts genoeg geeft." De Hr. Cuthbertson maakt daar en boven deeze soort van Electrizeer-Machines, gelyk ook die geenen, welken voor de gewoone Physische Proefneemingen zyn ingericht, voor 't gebruik zo gemaklyk, dat men hieromtrent niet wel iets meer verlangen kan. Terwyl myne Wryvers daarentegen, het glas meer gelykelyk raakende, dus by gelyke aandrukking noodwendig meerder wryving veroorzaaken, en derhalven het omdraayen van de schyven moeyelyker maaken. „Het zamenstel van myne Wryvers oordeel ik daar en tegen voornaamlyk geschikt voor grootere Werktuigen , waar mede men beoogt Physische naspooringen te doen, en welken men, ten dien einde, door één of meer Werklieden laat beweegen. In dat geval is de meerdere wryving van weinig belang, terwyl de wryving geenzints zo sterk is, dat men voor 't breeken van de schyven te vreezen hebbe. Ten bewyze hier van kan strekken, dat aan myne Eleclrizeer-Machine, uit twee schyven van 32duimen mid dellyns bestaande, (welke by alle Proefneemingen altoos door één man by afwisseling; bewoogen is) één der schyven den 18. January gescheurd is, door den As met een harstachtig mengzel te bekleeden. De scheur gaat door 't midden van de schyf, en loopt voort, aan de eene kant tot op 1 duim van den rand der schyf, en aan den anderen kant tot op 1½ duim van den rand; aldaar zyn de einden der scheur bepaald door gaaten, welke door de schyf geboord zyn. Zedert heb ik, met myne Wryvers, aan deeze gescheurde zo wel als aan de andere schyf geplaatst, geduurende Febr. en Maart, meenigvuldige en langduurige Proefneemingen in 't werk gesteld, zonder dat deeze zwakke schyf 'er verder door gebrooken is. „Het zal misschien niet ondienstig zyn, hier by aan te merken, dat, wanneer men een Electrizeer-Machine wil ingericht hebben, om hier van lange Electrische straalen te trekken, men dan de Wryvers niet zo lang behoort te laaten maaken, als die welken ik beschreeven heb. Myne Machine willende inrichten om hier meede in den kortsten tyd bekleed glas te laaden, zonder acht te geeven op 't geen vereischt wordt om lange straalen te trekken, (terwyl ik hier', van tot Physische naspooringen geen gebruik weet te maaken,) zo heb ik de langte der Wryvers, die 8 duimen was, tot 10 duimen vergroot. Dan deeze vergrooting brengt te weeg, dat de armen van den Conductor, welke de opzuigende punten draagen, zo na by de Wryvers koomen, dat zy, wanneer men geen bekleed glas of andere toeftel aan den Conductor stelt, geduurig Electrische stof aan de Wryvers overgeeven; een gebrek van de tegenwoordige inrichting myner Machine, (indien men zulks een gebrek noemen kan,) het welk ik in de beschryving van myne Wryvers, bladz. 6. in de noot,' erkend heb; dog het welk ligtelyk zal voor te komen zyn, wanneer men deszelfs hoofdoorzaak wegneemt, door aan de Wryvers de gewoone langte te geeven ; waar voor men echter voor het laaden van bekleed glas by eene Machine van grootte als de myne, omtrent ½ van de kracht verliezen zal, zo als ik in de beschryving van myne Wryvers, bladz, 4. heb aangetoond." Haarlem, M. van Marum. 6. Mey 1789. Iets over den toestand der Letterkunde, by de Turken, getrokken uit het Italiaansch Werk van den Abt To derini, Welk een laag denkbeeld de Reizigers in "t algemeen ons ook van de Turksche Letterkunde in boezemen, tragt egter de Abt Toderini, zynen lezers, dezelve in ene meer gunstige gedaante te doen voorkomen: en men kan niet ontkennen, of hy hadde de beste gelegenheid. om daar omtrent naauwkeurig on derregt te worden. Hy bragt den tyd van 5 Jaren, te weten, van 1781 tot 1786, in Konstantinopolen door, en kon 'er dus de taal leren: terwyl zyn stand, als Gouverneur der Zonen van den Venetiaanschen Afgezant by de Porte, hem, boven andere Reizigers, de gepaste stof voor zyn verhalen aan de hand gaf. Men gelooft in 't algemeen, dat de Koran het beoeffenen der Wetenschappen aan de Musulmannen verbied. De Abt beweerd het tegendeel: en zegt, dat dit Wetboek hun zulks uitdrukkelyk veroorloofd. Wat de Turken betreft, hunne Taaloefening bepaald zig alleen tot het Arabisch en Persisch, welke beiden talen zo veel voor hun zyn, als voor ons het Grieksch en Latyn. Ondertusschen worden ook andere talen niet geheel by hen verwaarloosd. Men vind by hen Boeken en Geschriften in onderscheidene Takken, als over de Welsprekenheid en Redenkunde, de Wysgeerte, Wiskonst, Rechtsgeleerdheid, Schei- en Sterrekunde, Dicht- en Toonkoast &c. Godgeleerde Schryvers, en vooral over den Koran, zyn 'er in menigte. De Arabieren, voorheen het merendeel der Grieksche Schryveren, gelyk Aristoteles, Dioscorides, Hippocrates, Euclides, Ptolomeus &c. in hunne tale overgezet hebbende, zyn deze Overzettingen in handen der  ( 155 ) der Turken. Het was uit Turkyen, dat de Inënting der Kinderziekte, allereerst, door Mylady Montague naar Engeland overgebragt wierd. Men vind in Konstantinopolen openbare Hoogleeraren, in de Geneeskonst, Sterrekunde en Natuurkunde. Ook heeft men daar ene Overzetting der Werken van Cassini. By de Akademie van Zeevaart zyn insgelyks de Sterrekundige Tafelen van den Heer de la Lande vertaald. Verscheidene Sultans, enige Sultanes en zelfs een Pacha, hebben in de Hoofdstad Akademien van Wetenschappen gestigt, en Gebouwen aangelegd, van ene menigte Vertrekken voorzien, en die ryke inkomsten hebben tot onderhoud der Meesters en Kweekelingen. Deze Stigtingen zyn naast Moskeen gebouwd, en het getal der Studenten beloopt met elkanderen op meer dan 1200. Konstantinopolen bezit insgelyks 3 openbare Boekeryen: en schoon het getal der Werken, daar in te vinden, weinig meer dan 2000 Boekdelen bedraagd, diend men in aanmerking te nemen, dat deze Werken, alle geschreven Stukken zynde, zo veel moeten gekost hebben, als genoeg zou wezen, om 'er 60 malen zo vele gedrukte Exemplaren voor te kopen. Die van 't Serail bevat Grieksche en Latynsche Handschriften: doch niemand kan deze te zien krygen. Ondertusschen heeft de Abt Toderini met veel moeite een Catalogus daar van weten magtig te worden. In den Jare 1726 rigtte Raid Effendi ene Boekdrukkery in Konstantinopolen op. Hy was de Zoon van Mohamet Effendi, en hadde zyn Vader op deszelfs Ambassade in Frankryk verzeld, en aldaar de Boekdrukkonst geleerd. Dezelve bleef aan den gang tot aan den dood van Ibrahim Effendi, die deze onderneming steeds begunstigd hadde, in den jare 1742. En 'er wierden verscheidene Werken op gedrukt. Van dien tyd af egter bleef ze stil staan, tot op 1784. wanneer de tegenwoordig regeerende Sultan, Adulhamed, haar op nieuw aan den gang hielp, PROGRAMMA van bet Provinciaal Utrechtsch Genootschap Da»van Konsten en Wetenschappen, voor 't Jaar 1789. In de Algemene Vergadering des Genootschaps, welke, naar gewoonte, op den laatsten Woensdag in April dezes Jaars, zynde den 29sten, binnen Utrecht gehouden werdt, gaf de Praesident van het Collegie der Heren Directeuren, aan de tegenwoordig zynde Leden, kennis: 1. Dat op de Prysvraag, welke in het Jaar 1786. voor de twede maal was opgegeven, om voor den 1. Octob. 1788 beantwoord te worden. Zyn het Vuur en Licht twee van elkanderen verschillende stoffen? of is het één en dezelfde stoffe, welke door hare verscheidene werkingen de aandoening van Warmte in ons gevoel, en die van Licht in ons gezicht veroorzaakt ? gene Verhandelingen, die aan het oogmerk der voorge stelde Vraag genoegzaam voldeden, waren ingekomen, en dat dus de uitgeloofde Eereprys van 30 Gouden Dukaten, of van ene Gouden Medaille van dezelfde waarde, aan dezelve niet heeft kunnen worden toegewezen. 2. Dat 'er op de Prysvraag: Hoedanig, en met welke plegtigheden, wierdt het Hoge Landgerigt des Bisschops gehouden in 't Overen Neder-Sticht van Utrecht? Was het houden van 't zelve aan zekere tyden of plaatsen verbonden , of stond zulks willekeurig aan den Bisschop? Wie moesten daar toe verschreven worden? Welke zaken en gedingen behoorden, ter eerster instantie, voor dit hoogste Gerigt gebragt te worden, en kon men van de Vonnissen van alle andere Regtbanken beroep doen? Zo niet; dan bepaaldelyk, van welke Regtbanken en van welke Regtbanken, en van welke gedingen, beroep viel op deze Hoge Bank ? eindelyk, of dit Landgerigt des Bisschops in 't Neder- Sticht het zelfde is geweest, als de hoogeklaringe des Bisschops in het OverSticht of Over-Yssel? en hebben die Steden in het Sticht, zo Over als Nede-rSticht, of zommigen derzelven, onder de Bisschoppen, enige Rechtelyke Judicature gehad, onderscheiden van de Judicature, welken de Stedelyke Rechtbanken van Schout en Schepenen uit naam der Landvorsten uitoeffenen? Zo ja, van waar is die Judicature den Steden aangekomen, en hoe verre heeft zy zig uitgestrekt?" welke by het Programma van het Jaar 1786. ter beantwoording voor den 1. October 1788. tot ene gewone Prysvraag is opgegeven, op dat de uitspraak geschiede in de maand April 1789. gene Verhandelingen zyn ingekomen. 3, Dat 'er op de aanbieding ener Gouden Medaille, ter waarde van 20 Dukaten, aan den Schryver der beste Verhandeling over de ene of andere nieuwe ontdekking in de Theorie of Practyk der Landmeetkunde, benevens een Accessit van ene Zilveren Medaille, aan de naast daarby komende Verhandeling, ook geen Verhandelingen waren ingekomen. Hier op resolveerde de Vergadering, de vraag over het Vuur en Licht te laten varen, dog die over de Regtspleging in het Sticht, op nieuws met ene dubbele prys, voor te stellen, om beantwoord te worden voor of op den 1. October 1791. zullende de uitspraak geschieden in April 1792. Vervolgens ging de Vergadering over tot het vast stellen van ene Prysvraag, die beantwoord moet worden voor of op den 1. October 1791. met uitloving van den gewonen Ere Prys van ene Gouden Medaille van 30 Dukaten, of van derzelver waarde, om daar over uitspraak te doen in de Maand April 1792. en werdt goedgevonden de volgende Vraag op te geven: Welke is de aart van de Rachitis of zogenaamde Engelsche ziekte? Welke zyn hare oorzaken? Welke zyn de redenen, dat men de eerste beginzelen zelden na het derde Levensjaar der Kinderen bespeurt? Welke zyn hare kenmerken ? Welke hare toevallen en gevolgen? Welke is hare voorzegging? Kan men ze door enige middelen voorkomen? Zo ja, door welke? Welke zyn de beste middelen tot hare genezing?" Verlangende het Genootschap, dat de Verhandelingen, zo V2 veel  ( 156 ) veel mogelyk, ingerigt worden naar de vatbaarheid van het gemeen. Insgelyks is door Heeren Directeuren en gewone Leden besloten, om ene Gouden Medaille, ter waarde van 20 Dukaten, aantebieden aan den Schryver der beste Verhandeling, betrekkelyk tot de Natuurkunde, benevens een Accessit van ene Zilveren Medaille, aan de naast daar by komende, mits deze Verhandelingen enig licht hier aan byzetten. Moetende deze worden ingeleverd voor of op den 1. October 1790. om 'er uitspraak over te doen in de Maand April 1791. Zonder dat de Directeuren of Leden van dezen Pryzen worden uitgesloten, of verpligt zyn tot de Restitutie van deszelfs waarde. Verders herinnert het Genootschap: A. Dat by de Vergadering des jaars 1788. is voorgesteld de volgende Prysvraag: „ Wat voordeel bekomen wy uit de nieuwste ontdek„ kingen omtrent de Vasa Lymphatica? Wat licht ver„ spreiden dezelven over de beschouwing der Huishouding van 's Menschen Lighaam? Wat vrugten trek „ ken wy uit dezelven, zo met opzigt tot de kennis „ der Ziekten, als met betrekking tot derzelver gene„ zing." Die beantwoord moet worden voor of op den 1. October 1790. met uitloving van den gewonen Ere prys van enen Gouden Medaille van 30 Dukaten, of van derzelver waarde, om daar over uitspraak te doen in de Maand April 1791. Dat op die zelfde Vergadering ook besloten is, om ene Gouden Medaille, ter waarde van 20 Dukaten, aantebieden aan den Schryver der beste Verh. over het een of ander onderwerp der Staatkundige Historie van ons Vaderland, benevens een Accessit van ene Zilveren Medaille, aan de naast daar by komende, mits deze Verhandelingen enig licht hier aan byzetten. En moeten deze Verhandelingen worden ingeleverd voor of op den 1. October 1789. om 'er uitspraak over te doen in de Maand April 1790. Dat by de algemene Vergadering van het Jaar 1787. besloten is, de Vraag over de vorderingen der latere Wys„ geren boven de Oude in de Zielkunde," nogmaals voor te stellen, met uitloving van ene dubbelen Ere prys, om beantwoord te worden voor of op den 1. October 1789. op dat de uitspraak geschiede in de Maand April 1790 Doch moet hier in onder het oog gehouden worden, dat het Genootschap niet verlangt, dat een of ander gevoelen, 't zy van den Schryver, 't zy van enige Oude of Latere Wysgeren, voorgetrokken en verdedigd; maar enkel, dat, uitvoerig en naauwkeurig, de onderscheidene gevoelens der Oude en Latere Wysgeren worden opgegeven, en daar uit afgeleid de vorderingen der Lateren boven de Ouden. Dat op die zelfde Vergadering ter beantwoording voor of op den 1. October 1789 met aanbieding van een Prys van 30 Dukaten, of van ene Gouden Medaille van dezelfde waarde, tot enen gewone Prysvraag de volgende was opgegeven. „ Welke zyn de waarschynelykste gedagten over den " aart en de uitwerkzelen van het Dolle honds vergif op „ het Dierlyk lighaam? En welke zynde geschiktste en „ zekerste middelen, om de gevolgen derzelve voor te „ komen of weg te nemen?" Zullende de uitspraak daar over geschieden in de Maand April 1790. Alle Verhandelingen, welke naar een Prys dingen, mogen niet met den eigen naam der Opstelleren, maar moeten met ene Zinspreuk getekend, en met een verzegeld Billet, het welk dezelsde Zinspreuk ten Opschrift heeft, en waar in des Opstellers naam en Adres, zeer duidelyk door hem eigenhandig gemeld staan, vergezeld zyn. — En moeten de Verhandelingen met ene andere hand, dan die van den Opbellen, en duidelyk geschreven, in het Nederduitsch , Fransch of Latyn opgesteld, vragtvry toegezonden worden aan P. Luchtmans, Professor in de Medicynen te Utrecht, fungeerende als Secretaris van dit Genootschap; zullende alle Verhandelingen, die na den gestelden tyd gezonden worden, ten opzigte van den Prys, in gene aanmerkingen genomen worden. De Billetten, tot die Verhandelingen behorende aan welke een Prys word toegewezen, zullen alleen geopend, en de overigen ongeopend verbrand worden. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Grootbritannien. An History of Fungusses, growing about Hallifax, with forty four Copper plates; on wich are engraved Fifty one Species of Agarics : wherein their Varieties, and Various Appearances in tbe different stages of Growth are faitfully exhibited in more than two hundred figures, copied with great care from the plants when newly gathered , and in a state of perfection, with a particular description of each Species, in all its stages, from tbe first appearance tho the utter decay of the plant, with the time, when they are gathered; the soil, and situation, in whicb they grew; their duration, and the particular places mentioned where all the new or rare species were found. The whole being a plain recital of Facts, the result of more than 20 Jears Observation In three Volumes, by James Bolton. Te Londen en Hallifax, by White en Zoon. Vol II. 1788. 44 f. 4 d. 44 Tab. Dit is de uitvoerige tytel van een Werk, waar door de Heer Bolton zyne verdiensten als Engelsch Plantkenner, en tevens de kennis der Natuur - onderzoekeren, buben zyn Vaderland, gewislyk zeer uitbreiden zal. Men vindt hier in alle de Fungi of Paddestoelen. in den omtrek van Hallifax groeyende, door den Schryver zedert 20 Jaaren verzameld, zeer bevattelyk in de Engelsche tale beschreven, en zeer duidelyk in het koper gebragt. De afbeeldingen zyn, door den Schryver, dikwyls zonder daar van te voren ene tekening te hebben gemaakt, in 't koper gesneden ,zy zyn ook getrouw en naar waarheid; wy kunnen egter niet wel van ons verkrygen om ze als voorbeelden, ten opzichte harer schoonheid, aan te bevelen. Het Werk is voor 't overige met ene schone Inleiding versierd, waar in de Schryver ook ongeoeffende Lezers tot de kennis der Fungi voorbereidt, en welke verder in het 2de Deel word voortgezet. Nederlanden. Plantarum Belgii confoederati indigenarum, Specilegium, quo Dav. Gorteri Viro Cl. Flora VII Provin-  ( 157 ) ciarum loclupletatur : auctore Stephano Joanne van Geuns. Hardervici, apud Job. van Kasteel, 1789. De Heer v G geeft in dit zyn Spicil. een aantal van 150 soorten van Inlandsche Planten op, welke nog niet vermeld zyn in de Flora VII Provinc. van den Heer D. Gorter. Hy schikt deze Planten, naar het zamenstel van Linnoeus, en volgt ook, voor 't overige, dezelfde orde als D. G. uitgenomen dat hy alleen de naam en het soortelyk onderscheid van Linnoeus by elke Plant heeft gevoegd, latende de Synonyma van andere Schryvers, die men in't Werk van Linnoeus breed kan vinden opgegeven, agter, om niet, buiten noodzaak, zyn stukje te vergroten. Hy heeft die Synomyma gevoegd by zulke Planten, welke nog niet in het Systema Plantarum van L. door Reicbard uitgegeven, voorkomen. Zodanige worden hier 34. opgeteld, waar van het grootst gedeelte tot de laatste Classe, de Cryptogamia, behoort. Ook komen 'er enige voor, welke nog geheel nieuwe soorten schynen, door niemand als onderscheiden opgegeven, gelyk de Juncus tenellus en Euphorbia campestris. Onder de overige Planten, hier opgegeven, zyn ook zommige, die men misschien niet in Nederland zoude verwagt hebben, gelyk Schoenus fuscus, Poa Salina Pollichii, Hordeum marititimum Oederi, Secalinum Schreberi, Holosteum umbellatnm, Galium facatile, Atropa Belladonna, Gentiana filiformis, Dianthus deltoides, Rosa rubiginosa, Tragaria sterilis , Myagrum paniculatum , Polygala amara , Lathyrus palustris, Hypericum montanum et pulchrum, Ophrys Spiralis, Buxbaumia aphylla, Lichen Parellus, twee Variteiten van de Lichen islandicus, Antirobinum Peloria &c. By vele Planten zyn aanmerkingen gevoegd, ter opheldering van de geslagten en soorten, of ook ter verbetering van de Flora van D. G. Zo heeft, volgens den Heer v. G. de de Heer D. G. de Cuscuta Epitbymum niet onderscheiden of verward met de C. Vulgaris, Sium augustifolium met S. nodiflorum, Polygonum dumetorum met P. Convolvulus, Rosa rubiginosa met R. Eglanteria, enz. Zamenstel der Delfstoffen in welk dezelve in Klassen, Rangen, Zoorten en Verscheidenheden beschreven werden, en met Waarnemingen en Proefnemingen opgehelderd, door J G. Wallerius. Ridder, Hoogleraar in de Schei , Metaal- en Kruidmengkunde, enz door de Heren Leske en Hebenstreit met vele nieuwe soorten en Byvoegzelen vermeerderd; uit 't Latyn vertaald, en met aanmerkingen verrykt, door P. BODDAERT, M D. Lid van verscheiden Geleerde le Genootscbappen. Iste Deel, in gr. 8vo. Te Amsterdam by Wessing en van der Hey, 1789 buiten het Voorwerk 224 bladz. Behalven het geen over de Delfstoffen in 't Werk van den Hr. Houttuin voorkomt, is 'er over dit Vak der Natuurkunde tot dus verre weinig of niet in onze tale geschreven. Het Werk van een zo beroemd man als Wallerius, moet derhalven ongemeen welkom zyn by de liefhebbers der Natuurl. Historie, hier te Lande, en dezen zullen de Vertaling van het zelve des te gretiger ontvangen, daar zy uit de hand komt van den door kundigen Heer Boddaert, en met diens belangryke aanmerkingen verrykt is- De uitgebreide Voorreden des Vertalers, ene Schets behelzende van de verschillende rangschikkingen der beroemdste Mineralogisten, gelyk Linnoeus, Wallerius, Cronstedt, Valmond de Bomare , Scopoli, de Buffon en Kirwan, zet, bovendien, deze Overzetting ene aanmerkelyke waarde, zelfs boven het oorsprongelyke, by, waar van ondertusschen de nieuwste uitgave hier gevolgd is; zulks het niet Wel konne missen, of onze Nederlandsche Verzamelaars, by welken meestal het Systhema van den Zweedschen Geleerden in de rangschikking der Naturalien, en vooral der Delsftoffen, gevolgd wordt, moeten met verlangen de uitgave der nog drie overige Stukken, waar mede dit Werk zal compleet zyn, tegemoet zien. TEKENINGEN en PRENTEN. PARYS. Complete druk van den Bybel in 't Fransch, vervattende het Oude en Nieuwe Testament, versierd met 300 Afbeeldingen, getekend door den Hr. Marillier, en in 't koper gebragt door de beste Konstenaars, in 12 Delen, in gr. 8vo. gedrukt by Didot, den jongen. Dit Werk word by intekening, zonder dat men egter vooraf enig geld behoefd te betalen, stukswyze, uitgegeven, door den Boekhandelaar Defer de Maisonneure, rue du Foir St. Jaques, Hotel de la reine Blance; kunnende de Intekening niet alleen by hem, en den Plaatsnyder Ponce, maar ook by alle Boekhandelaaren, zo in de Provintien van Frankryk als buitenlands geschieden. Elke afgifte zal bestaan uit een Stel van 12 Platen, met den Text daar toe betrekkelyk, die men aanneemd te leveren, in 8vo. op groot papier, ingenaaid, voor 12 liv. in gr. 4to. waar van slegts 200 Exemplaren zullen gedrukt worden, 24 liv. en in dat zelfde formaat, op groot pergament papier, waar van niet meer dan 25 Afdrukzels zullen gemaakt worden, 36 liv. De tyd der uitgave zal nader bekend gemaakt worden. La Sentinelle en defaut& & l'  Accident imprevu, Twe Platen, in de Engelsche manier, door D. Arcis, naar de Schilderyen van Lavreince, by Tresca, rues des Mauvaises paroles Nr. 9. Prys 4 liv. 10 f. ieder, en 9 liv. gekoleurd. Qui'en dit 1'Abbé? Ene Konstpaat, in 't koper gebragt door de Launay, oudste Zoon, Graveur zyner Majesteit, naar het originele van Lavreince, Schilder des Konings van Zweden, en dienende voor een Tegenhanger van Le Billet doux, door denzelfden Meester, by den Autheur, Rue de la Bucherie, Nr. 26. prys 26 liv. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Londen. De Koningl. Schilder- en Teken Akademie heeft, tegen het einde der laatst verlopen maand, hare Konstzaal, in het Paleis van Somerset, V 3 we-  ( 158 ) weder voor de Liefhebberen open gesteld, ten einde over de vorderingen der Konst, uit de Stukken, zedert voorleden Jaar vervaardigd, te oordelen. Van de Schilderyen heeft de Voorzitter der Akademie 12 ingebragt, allen in Portraitten bestaande, waar onder dat van den Hr. Skeridan byzonderlyk uitmunt, zynde het beste Portrait 't geen men tot nog van dezen Meester, en mogelyk van enigen andere Konstenaar gezien heeft. De Heer Joshua heeft thans meer Historische Stukken geleverd dan hy gewoon was, 2 ongemeen fraaye, verbeeldende Cymon en Iphigenia, en Cupido en Physche zegt men, dat, door den Alderman Boydell, staan gekogt te worden. Het enigste Stuk van den Schilder West, dit jaar, is ene voortreffelyke Schets van een Toneel uit Koning Lear, een der Toneelstukken van Shakespeare, zynde ongemeen wel uitgevoerd. Van de Hrn. Opie, Northcote, Hoppner, Hamilton, en den Amerikaanschen Brown ziet men verscheidene Portraitten, en onder dezen twee Afbeeldingen ter volle lengte van den Prins van Wallis, en den Hertog van York, die beter getroffen zyn , dan men 'er tot nog toe een zag. De negen Stukken van den Heer Wright van Derby zyn allen van groote waarde. Dat van Tresham, Adam en Eva verbeeldende, is een uitmuntend Stuk, zo met opzigt op de tekening, als keurige uitvoering en de zuiverheid van koloriet. 'Er zyn nog ettelyke andere meesterlyke Stukken van dezen bekwamen Konstenaar, die, over 't geheel, der Akademie veel luister byzet. Voorts zyn 'er verscheiden uitmuntende Landschappen van Hodges, Bourgois, Marlow, Ibbetson etc. Onder de aankomelingen munt de jonge Lawrence het meest uit. 'Er zyn niet minder dan 13 Stukken van hem, in de tegenwoordige ten toon stelling, die allen van aanmerkelyke waarde zyn. Hy heeft kans, om, binnen kort, een der beste Portraitschilders van dezen tyd te worden. De Reizen van Kapt. Cook geven by aanhoudenheid Afbeeldingen aan de hand van Kusten, Bayen en Bergen; waar van het plaatselyke ene verscheidenheid van behandeling opleverd, naar het verschil van smaak in de Konstenaars, die zig tot deze onderwerpen bepalen. Onder de Miniatuurschilders schynen dit Jaar gene byzondere uitmunters te zyn; zo veel te meer echter steken de Gravures van Banks en Bacon, in fraayheid af. Damer heeft thans ene proeve van zyne bedrevenheid in de Beeldhouwkunde gegeven: ook zyn, onder een groot aantal van Tekeningen, die van den Heer Payne van Plymouth byzonder schoon. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en Fabrieken, betrekkelyk. De Commissie ter afdoening van de Nationale schuld, in Engeland, heeft onlangs by het Parlement een Rapport ingebragt, waar uit blijkt, dat zy daar van, door het inkopen van Effecten, reeds 4 Mill. 10 duizend en 300 Pstr. verminderd heeft. Volgens Berigten uit Groenland, dezer dagen te Londen ingekomen, liet het zig aldaar aanzien dat de Walvischvangst, dit Jaar, niet onvoordelig stond uit te vallen. Het verdrag van Handel en Zeevaart, tusschen Frankryk en de Stad Hamburg, 't geen met den 1. April dezes Jaars geexpireerd was, is op nieuw, onder enige weinige veranderingen, voor den tyd van20 Jaren, verlengd geworden. Met den 1. Juny aanstaande, zal by de Kamer der Oost-Ind. Comp. te Rotterdam, Zeilrêe liggen, de Compagnies Pakket Boot, de Luchtbol, om, van daar naar de Kaap de Goede Hoop, en vervolgens naarde Indiën, te stevenen. De Brieven en Pakketten moeten franko aan de respective Kameren afgezonden worden, en worden niet later ontfangen, dan 30 Mey by die van Rotterdam, 27 Mey by de overige Hollandsche Kamers, en 24 Mey by die van Zeeland. Enige Byzonderheden van de Hyacinth. (Hyacinthus Orientalis: L,) (Medegedeeld aan den Uitgever van dit Blad, door den Heer H. W. R.) In den Letterbode No. 41. melding gevonden hebbende van de Proeven des Heren de Gouffier, over 't onderste boven groeyen der Hyacinth, in 't water, zonder wortels te schieten, agte ik het niet ongepast, den Nederlandsche Lezer ook myne Waarneminges dien aangaande kortelyk mede te deelen. Ik hebbe Bollen van verschillende koleur, op de gewone wyze, in 't water gezet; terwyl ik tevens Bollen van dezelfde soort, in Cylindrische Glazen, 1/3 van derzelver hoogte onderwater plaatste, in dier voege, dat 2/3 in de vrye lucht droog stonden - Ziet hier, wat ik vervolgens omtrent den een en anderen hebbe waargenomen De Bollen, welke regt op stonden, na zeer schielyk hunne wortels geschoten te hebben, begonnen ook eer hunne steng te schieten, dan die genen, welken op 't water 't onderste boven geplaast waren: welke laatste echter, na langzaam, begonnen te zyn, daar na, naar mate van de groote hunner bladeren, zeer schielyk zyn voortgegroeid; brengende zeer ge-  159 gezonde Bloemknoppen voor den dag; gelyk ook de Bloemen zelven , vervolgens, gekoleurd voor den dag kwamen , voornamelyk de rooden, zynde de blaauwe min sterk van koleur, dan die, welke buiten 't water gegroeid waren. Ondertusschen diend in aanmerking genomen te worden, dat die genen, welke buiten 't water, op de ordinaire wyze, geplant waren, bykans uitgebloeid waren, tegen dien tyd, dat de omgekeerden begonnen. De strenge Winter heeft de andere soorten myner Bollen, ondanks alle mooglyke voorzorg daar tegen, zeer beschadigt; zulks ik, aangaande de andere koleuren de Waarnemingen moet uitstellen tot nadere gelegenheid: Opgemelde Bollen hebben geen den minsten wortel geschoten; zynde twee derde hunner Bol droog; waar uit dan ten duidelyksten blykt dat deze Planten in 't water kunnen groeyen, zonder dat de bladeren onmiddelyk met de lucht gemeenschap hebben. Dit verdiend, naar myn inzien, verdere Proefnemingen. Wyders is my nog het volgende gebleken: 1. Dat zulk een Bol, of geheel onder water gesteld, , of geplaatst, in dier voegen, dat de Bol zelve zeer nat was, niet naar wensch voortgroeide, en meestendeels verging. 2. Dat een Bol, die, tot de bloeying toe, onder water gegroeid was, uit 't zelve gehaald zynde, en aan de lucht blootgesteld, in een ordinair Bloemglas regt op geplaatst, verwelkte, en zeer veel leed uitstond, ja dikwyls verging. 3. Dat Planten, recht op gegroeid zynde, en 't onderste boven in water gezet, vergingen, en als 't ware versmolten, verdrogende zeer schielyk hunne wortelen. 4. Dat gemelde Planten (No 3.) aan de Zonnestralen bloot gesteld, gedephlogisteerde lucht uitgaven in merkelyke hoe veelheid, daar andere, die, van begin af, 't onderste boven gedaan hadden, my voorkwamen, zeer weinig, en dikwils geen lucht uit te geven, hoewel aan een warme Zon bloot gesteld. 5. Dat de byvoeging van enig prikkelend middel de levenskragt (vis vitalis) van de 't onderstenboven geplaatste Planten ook sterk aanzette, zo als dezelve die der regtstaande sneller doet voortgroeyen, doende b. v. Salpeter, Aluin &c. in 't water. De strenge Winter heeft my belet deeze Proeven verder voort te zetten,en my genoodzaakt meer anderen van dien aart tot ene volgende gelegenheid uit te stellen; zulks ik uit de genomene voor als nog gene gevolgtrekkingen wil maken, nog besluiten, dat de wortels van deze Plant tot niet anders dienen dan om dezelve in de aarde vast te houden, en niet tot groeying der Plant gegeven zyn. Misschien is de organisatie enigzins verandert, in de groeying dezer Plant onder water, hebbende de bladeren eenigzints de eigenschap der wortelen aangenomen; 't geen uit de 2, 3 en 4 Waarneming, met de eerste vergeleken, schynt voort te vloeyen, gelyk zulks by 't onderste boven planten der Bomen ook bevonden is; terwyl hier enig verschil plaats heeft. Met dit alles komt my voor, dat de Wortels veel schyn geven van opslorpende buizen; Zo men byvoorb. een wortel uit een glas haald , waar op een Bol staat, en dezelven in een glazen buisje steekt met water, de opening tusschen die wortel en 't glaasje wel toestrykende, met Entwas, zal het water opgeslorpt worden, en dat gedeelte des wortels, het welk tusschen den Bol en 't bovenst end der buis is, zal gezond blyven, daar 't vergaat zo men een Wortel in kwik of in een ledig glaasje steld. Ook groeyen en bloeyen volmaakt die Planten, wier Bollen geheel droog op een Cylindrisch glas staan, terwyl alleen de eindens der wortels in 't water hangen, ten klaren blyke, dat deze Planten werklyk door de Wortels absorbeeren. Leyden. H. W. R. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 155: en te Haarlem 20, onder welken laatsten 11 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. Amsterdam 1. Mey. By den Boekverkoper Wessing, alhier, is ter Persse gelegt. Het uitmuntend Werk van den Heer Thomas Pennant, getyteld: ARCTIZOOLOGY &c. in II delen, in 4to. gedrukt te Londen 1786. door de kundige hand van den beroemden Hoogler. J. W. A. Zimmerman in het Hoogduitsch vertaald, De Heer Pennant, voornemens zynde alle de Dieren, die de Noordelyke Landen bewonen, te beschryven; liet ene beschryving der Noorder - Poollanden vooraf gaan, die hy egter zeer ruim nam, als beginnende met zyn Vaderland (engeland) en de Landen op dezelve breedte (van 52°) liggende: dus gaat hy opwaarts naar het Noorder-Aspunt, en komt door het Noorden van Asien tot in het daar aan grenzend Amerika, alom beschouwd hy de ligging der Landen, den loop der Rivieren, den aart der Gronden, de Planten, de voortbrengzelen van dit land, als mede de Oudheden, de verhuizingen der Volken, (door welken het Noorden zo beroemd is) en derzelver tegenwoordige Bewoners, in hunne Zeden, Gewoonten, Gedaanten enz. de nieuwe ontdekkingen, welke zints 't Jaar 1761 tot 1781 gemaakt, en van het uitterste gewigt zyn. En dewyl deze ontdekkingen nog op geen Hollandsche Kaarten gevonden worden , en, noch het Engelsche Werk, nog de Hoogpuitsche Vertaling, zulk een Kaart heeft, is de Nederduitsche Vertaler te rade geworden, uit de Kaarten van de Reizen van Cooks, die van Baacke, van Gondy, Bacly, en den Heer Pallas, twe Kaarten tot dit Werk zelf te vervaardigen, waarin deze ontdekkingen aangewezen zyn. Dit gedeelte dan van dit voor ons Vaderland allernuttigst Werk, is door een kundige hand in onze taal overgebragt, zullende de afbeeldingen (behelzende enige gezigtenen wyze van Vogelvangen op de Orknei Eilanden,) naar de originele Engelsche gesneden worden; en het Werk door een Voorrede van den Vertaler (behelzende ene korte Natuurkundige Inleiding, rakende de Land- en Volkskunde, en tegenwoordigen toestand van den aardbol) voorafgegaan worden. De  De nuttigheid van zodanig een Werk te betogen is onnodig, daar het algemeen bekend is dat de Land- en Volkkennis ten uitterste noodzakelyk is, om een gegronde kennis van den Aardbol te verkrygen, op welke ons de Voorzienigheid geplaatst heeft: dit zal niemand ligtelyk lochenen, die enige stappen in den Kreitz der Wetenschappen gedaan "heeft, hier Uit zien wy de voorregten, welke wy door de gunstige besturing van den Schepper verkregen hebben boven zo veel andere Volken, die de Yskoude Landen der beide Polen, of de brandende streken, tusschen de beide Keerkringen , bewonen: door deze kundigheden leven wy als het ware, met de bewoners van den gehelen Aardbol, wy leren hen kennen in hunnen Natuurlyken, Zedelyken en Burgerlyken toestand, en kunnen ons ook ten dezen opzichte boven vele hunner verheffen. Vooral is deze kennis zo aangenaam in zich zelven, ja ten hoogsten noodzakelyk voor een Handeldryvend Volk, dat, aan de Zeevaart en enen uitgebreiden Koophandel, de Bronnen van zynen bloei en welvaart verschuldigd is: en, dat dit ook, dus, door de beschaafdste en verligtste verstanden van Europa begrepen is, tonen die menigte van Reisbeschryvingen en Natuurkundige Landbeschryvingen , welke ons Duitschland, Engeland en Frankryk jaarlyks aanbieden. Met welke ene gretigheid de Reizen van Shaw, Pococke, Yves, Sparman, en zo veel anderen van onze Landgenoten ontfangen zyn , is aan een ieder, die in de Republiek der Letteren verkeerd, bekend. Hier door kregen wy, wel is waar, veel ligts in de kennis van Asien en de Zuidpunt van Afrika; terwyl het Noorden (in het welke ons Vaderland, wegens de Visschery en Houthandel geen minder belang heeft) ten dezen opzichte byna volkomen onbekend is; daar egter de Reizen van de twee grootste Zeelieden, die Europa ooit heeft voortgebragt, de onsterffelyke James Cook en Constant. Phlipps ( thans Lord Mulgrave) ons het gewigt en het nut van de kennis dezer Landen hebben aangetoond. — Deze en meer andere redenen dan, zyn de oorzaak dat bovengem. Werk in ons Vaderland zal te voorschyn komen; En, indien deze pogingen ter uitbreiding van nuttige kundigheden aan onze Landgenoten behagen, zal men het andere gedeelte van dit Werk. namentlyk de eigentlyke Ar&izoology, of de Beschryving van viervoetige Dieren en Vogels, in die landen gevonden wordende, met derzelver Afbeeldingen, hier op laten volgen, het geen niet weinig licht aan de Natuurlyke Historie zoude byzetten. *** By den Uitgever dezes is nog te bekomen CHARACTERKUNDE der VADERLANDSCHE GESCHIEDENIS, 2de Deel, 1ste stuk a f 1: 10:— in gr. 8vo. — Van dit voortreflyk Werk, welks uitgaaf, om redenen, enigen tyd gestremd geweest is, zal dit Jaar het 2de stuk van het 2de Deel het licht zien; en mogelyk ook het 3de Deels 1fte st. Het gehele Werk zal uit niet meer dan 6 Deelen bestaan, en de Uitgever allen mogelyken spoed maken om het Publiek tot ene volledige bezitting in staat te stellen. Van het eerste Deel zyn nog enige Exemplaren voorhanden a f 2 : 5 : Op de Lyst der Correspondenten van het Wiskundig Genootschap, onder de Spreuk: Een onvermoeide Arbeid komt alles te boven, waar van in Nr. 43. dezes Weekblads een breedvoerig Bericht geplaatst is, zyn vergeten, als zodanig te stellen, de Heren J. te Veltrup te Haarlem, en Cornelis Breevilt te Hoorn. In onze laatst voorgaande No staat Bladz. 148. kol. 2. regel 10. van onderen . . Medicinische Poezy. moet zyn . . . Medicinische Polizey. NB. Het berigt uit Rotterdam, van 11 Mey 1789. getekend L. V. is wel by ons ontfangen, en zullen wy gaarne, by de eerste gelegenheid, ene plaats in ons Weekblad geven; by aldien de geëerde Schryver kan goedvinden, om zig duidelyker aan ons te ontdekken: daar wy, om gewigtige redenen, besloten hebben, gene berigten te plaatsen, dan waar van de Zenders ons bekend zyn. De Heer L. V. kan op onze bescheidenheid volkomen staat maken. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. * Verder Voormiddag Z. Z. O. Te Haarlem, by A. LOOSJES. 1789. baro- ther- streek Met. me- mome- der luchtsGE. ter. ter. wind. steldheid. ("29. 7! 56I *West V. heider; Nam. C. \ 2.9. 7j f>ö| W. Z. W. bew.'sAv. omSur. __J 29. 10 4<5§ N. W. iets reg.verd.held. f30. o| 52 Noord helder; Voorm. 7. < 30. 1" 60 iets beneveld. (.30- 2 47§ ("30 2 sr| Oost 8. ] 30. tf 63| O. N. O. helder. L3Q- o 55 f30- o 55| Z. O. 9. < 29. io| 71 1 ■ helder. (_29- 9 _6o§__ — f29. 11 571 ZTW. * ~~ 10. < 30. o 62| W.Z.W. byna helder. (.30- of 49| Z.W.t.W. f30. 1 55 W N. W. helder; van 12 tot 11. < 30. o 68 N. O. 5 uren wolken, (.3°- 53 N. ten O. 'sAv. windrig. f30. 1 53§ N. O. helder, zeer 12. J 30. 1 62 O N. O. windrig. ) 30. o 50 N.0. t.0.  1789 No. 47 ALGEMENE KONST- en LETTER-BODE, VOOR MEER- EN MIN-GEOEFFENDEN. Vrydag den 22. Mey. BERIGTEN. ITALIEN De Hoogl. Mascagni, te Sienna, heeft zyne Ontleedkundige Tafelen uitgegeven ,die met ongemene toejuiching in Italien ontvangen zyn. De Groot-Hertog van Toskanen heeft, ter betoning van deszelfs genoegen over dit Werk, den Heer M. een geschenk van 500 Dukaten ter hand doen stellen en tegelyk zyne jaarwedde verdubbeld. De Prys dezer Tafelen is 25 Dukaten. In Napels zyn, voor 't eerst, Astronomische Ephemeriden, voor het Jaar 1789, uitgekomen, ten dienste der Zeevarenden. Derzelver Schryver is de Heer Cassella, een waardig Leerling van den beroemden Toaldo. GROOT-BRITANNIEN Uit Pinelly's Bibliotheek zyn, behalven de reeds voorheen gemelden, zedert nog de volgende fraaye Werken verkogt, als: Ouintus Curtius, Edit. Princ. door Spira, voor 25 Pstr. 10 sch. Eutropius, Edit. Franc. 1471. 12 Pst.. 12 f. Florus, Edit. Princ. 22 Pst. 12 f. Augusti Scriptonis 1475 20 Pst. Idem, nitidissime 32 Pst. Justinus, Edit. Princ. 1470. 18 Pst 7 f. 6 d. Livii Historia 1470. 2 Del. Spira, 54 Pst. II. DEEL. 12 f. Idem 1478. 13 Pst- 13 f. Salustius 1474. 5 Pst. 15 f. Suetonius, 1471 13 Pst. 2 f. 6 d. Bembi liber de Etna, 7 Pst. Sabillicii, Rerum Venetiarum , op Pergament papier 24 f. Theocritus, Edit. Princ. 1493. 31 'Pst 10 f. Catullus, Edit. depictes 1475. 22 Pst. 11 f. 6d. Idem, Parm. 1473. 32 Pst. Horatius, Edit. Princ. 1470 31 Pst. 10  f Lucanus, fine loco 17 Pst. 17 f. Lucretius, Ed. princ. 1486. 23 Pst. 2. f. Idem, Tonfon 1712. 16 Pst 10 f. Martialis, 1471. 20 Pst. 10 f, Idem, Ald. 1501. 8vo. op Pergam. pap. 33 Pst. 12 sch. Ovidius, 2 Del. 1474. 30 Pstr. 19 sch. 6 d. Plautus, Ed. princ. 1472. 36 Pstr. FRANKRYR. De Koningl. Maatschappy der Geneeskunde te Parys, hield, den 3. Maart, hare openbare Vergadering in de Louvre. Van de drie ingezondene meest goedgekeurde Antwoorden op de Vraag, nevens de Ziekten der drooggemaakte Moeraslanden, onder welker Schryvers de Prys van 600 liv. verdeeld wierd, (gelyk wy reeds in Nr. 38. gemeld hebben,) dat van Dokt. Bicker te Rotterdam, in de eerste plaats, den Gouden Eerpenning van 200 liv. toegewezen. Het zelve behelsd ene volledige aanwyzing van de middelen, om deze nadelige uitwerkzels in drooggemaakte landen voortekomen, benevens ene zeer naauwkeurige beschryving ener Epidemie, welke de Heer B. in ene Droogmakery in Holland heeft waargenomen; dog maakt geen gewag van de Morbi Chronici, waar toe dusdanige Landen aanleiding geven. De Hr Ramel geeft in zyne Verhandeling verslag van verscheidene Waarnemingen omtrent dit stuk in Afrika, door hem gedaan, X en  < 162 ) en de Weerkundige Werktuigen, daar toe door hem gebezigd: dan deze Heer schynt te veel toe te schryven aan enkele vogtigheid van den Dampkring. De derde Verhandeling, zynde van Dokt. Baumes, vervat ene beknopte Geschiedenis van de ziekten, in zulke landstreken, zo in als buiten Frankryk ontstaan: dog behelsd voor 't overige minder oorspronkelyke zaken, dan de beiden voorsten. Men heeft een Accessit toegewezen aan ene Verhandeling, waar van de Schryver niet heeft goedgevonden zig te ontdekken , en in welke verscheidene schrandere toepassingen van Scheikundige beginzels op het onderwerp gemaakt worden. Van de Antwoorden op de Vraag in 1786 opgegeven: Determiner, quelles sont les Maladies, dont le systême des Vaisseaux lymphatiques est le siege , c'est à dire, dans lesquelles les glandes, les Vaisseaux lymphatiques et le fluide, qu'ils contiennent sont essentiellement affectés; quels sont les symptones , qui les caractérisent, et les indications, qu'elles offrent â remplir: is geen de prys waardig gekeurd. De Maatschappy maakt egter gewag van ene Verhandeling, onder de Zinspreuk : Si quid nosti rectius istis, Candidus imperti, Horat. waar van het Ontleedkundig gedeelte ten vollen voldoende was, dog waar van de Schryver verzuimd hadde enige toepassing op de praktyk der Geneeskunde te maken - Het zelfde onderwerp is, voor den eerst beloofden Prys van 600 liv. op nieuws opgegeven, moetende voor 1. May 1790. de Antwoorden ingezonden worden. Op de Vraag in 1787. opgegeven: Determiner, quelles sont, relativement à la température de la saison et a la nature du climat, les précautions a prendre pour conserver la santé d' une Armee, vers la fin de l' hiver, et dans les premiers mois de la Campagne; à quelles Maladies les Troupes sont les plus exposes à cette Epoques, et quelles sont les meilleurs moyens de traiter ou de prevenir ces Maladies. Zyn al mede gene voldoende Antwoorden ingekomen. De Maatschappy heeft egter ene Gouden Medaille van 100 Liv. by wege van aanmoediging, aan den Heer Jacquinelle, Chirurg Majoor van het Regiment van Agenois, toegewezen voor zyne Verhandeling. De Vraag is op nieuw, zonder tyds bepaling, opgegeven: wordende die genen, welken naar dezen prys willen dingen, verzogt om byzonder agt te geven op de keuze van spyze voor de Troupes tegen het laatst van den Winter, en zo lang 'er gene Peulvrugten zyn; als mede om de beste middelen aantewyzen, dat de Soldaat gezond en sterk in 't veld blyve. De Maatschappy zal Gouden Eerpenningen van onderscheiden waarde uitdelen aan de Schryvers, die het best aan hunne oogmerken beantwoorden. Van de ingekomene Verhandelingen over de Vraag, nopens de verharding van den Vetrok, (zie dezelve in haar geheel, Deel I. bladz. 59. van dezen Alg. K en L. Bode,) word met lof van de twee volgende melding gemaakt. De ene is van den Heer Auvity, Heelmeester in het Vondelinghuis te Parys, aan welke ene Gouden Medaille van 300 Liv. is toegewezen. Deze draagt blyken dat de Schryver de ziekte zeer wel kend, dog verspreid ondertusschen weinig nieuw licht over hare oorzaken en behandeling. De andere, waar aan ene Gouden Eerpenning van 100 liv. is toegewezen, heeft tot Schryver de Heer N. Hulme, M. D. te Londen, die de ziekte wel zeer naauwkeurig waargenomen heeft, dog in de beschryving der Symptomata de doorgaande koude, niet in aanmerking genomen, welke deze ziekte verzeld, en die ongemeen sterk is. De Maatschappy verlangt te mogen weten, of Buitenlandsche Geneesheren dezelfde verschynzels by deze ziekte hebben waargenomen, als die te Parys zig opdoen. De Vraag is intusschen op nieuw opgegeven, om beantwoord te worden voor 1 Mey 1790. Voorts heeft de Maatschappy ene nieuwe Prysvraag van 1600 liv. opgegeven, van volgenden inhoud: Determiner par des Observations et des Experiences, quelle est la nature du Vice, qui attaque et ramollit les os dans le Rachitis ou la Naueure; et recbercber d' aprés cette connoissance acquise, si le traitement de cette Maladie ne pourroit pas être perfectionné? Nittegenstaande alles wat over de Rachitis of Engelsche Ziekte geschreven is, is men nog verre af van deze kwale naauwkeurig te kennen Om de veranderingen in 't gebeente van Voorwerpen hier aan zukkelende, nevens derzelver oorzaken, ter dege naar te gaan, moeten de uitwerpzels der genen, die aan deze kwale lyden, en de beenderen van dezulken, die 'er slagtoffers van wierden, onderzogt worden. De Scheikunde zal over dit onderzoek zeer veel lichts verspreiden. De kromme ruggegraat, zo juist door den Heer Poot beschreven, wordt in 't algemeen voor ene soort van deze Ziekte gehouden. Zy, die naar den prys dingen, moeten opgeven, in welke opzigten dit ongemak overeenkomt met, of verschilt van, de Rachitis, en in hoe verre de behandeling van beiden niet of al behore overeen te komen. Ook is het van belang, dat men agt geve op de zwakheid en irrabiliteit, waar aan kinderen, die de Engelsche ziekte hebben, onderhevig zijn, om de gepaste recepten en giften van Geneesmiddelen voor te schryven. Alle gissingen moeten zorgvuldig vermyd worden. De Antwoorden moeten voor 1 Febr. 1790. ingeleverd en gelyk ook alle overigen, op de gewone wyze, geadresseerd worden aan den aanhoudenden Geheimschryver der Maatschappy, Monsr. Vicq d'Azyr, rue de Tournon, Nr. 13. Alle Waarnemingen van belang der zodanigen, die niet mogen verkiezen naar den prys te schryven, zullen met genoegen ontvangen worden. DUITSCHLAND en naburige Ryken. De opengevallen plaats van Tekenaar by de Koningl. Akademie der Wetenschappen, te Berlyn, is door deze, opgedragen aan den Heer Johann Rauth, uit Dusseldorf, die tot hier aan toe door zyne goede Miniatuur-Schilderyen, zo aan het Keizerlyk Hof als dat van andere voorname Vorsten, en door zyne aan de Akademie gezondene Proeftekeningen, getoond heeft, ten vollen in staat te zyn, om in den smaak van den overledenen Hopfers te arbeiden, en om die reden ook waardig geoordeeld is, om zyn Opvolger te worden.  NEDERLANDEN. Amsterdam. Door den Edelen Achtb. Oudraad alhier, is aangesteld tot Lector in de Wis-, Sterre- en Zeevaartkunde, de Heer Pieter Nieuwland, in plaatze van wylen den Heer Pybo Steenstra. Haarlem. In enige Afdrukzels van onze laatst voorgaande No. zyn, in het nader bericht van Dr. van Marum, de volgende zinstorende Drukfeilen ingeslopen. Bladz. 153. kol. b. reg. 13 en 14. staat: waar van, door het langdurig gebruik van Amalgama , reeds hier en daar was afgesleten. Het geen hadde moeten zyn : waar van, door het langdurig gebruik, de Amalgama reeds hier en daar was afgesleten. Bladz. 154. kol. b. regel 11. staat: waar voor, moet zyn: waar door. Amsterdam. 12 May. Het Amsterdamsch - teroefenend Genootschap heeft, den 5den dezer, deszelfs Jaarlyksche Vergadering, in de Handboogdoele alhier, gehouden. Na dat de Voorzitter, de Heer A. Fokke Simonsz. de Vergadering met een gepast Vers, en daarop volgende Verhandeling geopend had, over het natuurlyk, der ziele eigen, Dichtvermogen, 't welk ten toetssteen van het dichterlyk schoon , door alle Eeuwen, gestrekt heeft, en waarop de Kunstrechters doorgaans hunne gewysden gegrond hebben: werd in dezelve bericht, dat van de ingekomene Dichtstukken, op de Prysstoffe: de Lof van den Vaderlandschen Landbouw , gene volkomen aan de vereischte voldaan had; hebbende zeker stuk, getekend Ex Corde, het best voldaan aan de stoffe, doch geheel niet aan het beschaafd dichtkunstige onzer Eeuwe. Wordende derhalve die stoffe andermaal opgegeven, om beantwoord te worden, voor den eersten van Wintermaand dezes Jaars. Vervolgens werdt ook herinnerd, dat mede tot Prysstoffe voor dit Jaar is opgegeven, de Lof der Naarstigheid, moetende de Dichtstukken mede voor den eersten van Wintermaand dezes jaars gezonden worden. Daar na werden de volgende stoffen tot Theoretische Verhandelingen opgegeven: 1. Welk is het verband tusschen de Muzyk en de Dichtkunst? En welke Regelen, uit de eerste afgeleid, zyn ook op de laatste toepasselyk; voornamenlyk zo in de Maat als in den Trant, het Rym, de rust en snede der Versen? Te beantwoorden voor den eersten van Sprokkelmaand 1790. 2. Hoedanig is de tegenwoordige staat der Nederduitsche Letterkunde in ons Vaderland? Te beantwoorden voor den eersten van Sprokkelmaand 1791. Het Genootschap belooft aan bet beste der goedgekeurde Dichtstukken, of aan de beste der goedgekeurde Verbandelingen, op bovengemelde stoffen, welken voor, of op den bepaalden tyd, vragtvry, aan deszelfs Secretaris, den Here G. Brender a Brandis, te Amsterdam, gezonden worden, deszelfs Gouden Medaille, ter waarde van 30 Dukaten, en aan het naastbykomend, en mede goedgekeurd Stuk, een Zilveren Eerpenning, van gelyke grootte en munt als den Gouden. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, akademische en andere schriften. Grootbritannien. Israëls Salvation. De zaligheid van Israël, of berigt uit de voorspellingen der Schrifture, aangaande de grote gebeurtenissen, die omtrent de Joden, in het laatste der dagen, staan plaats te grypen, door Th. Reader, 8vo. prys 1 f. 6 d. Buchland &c. 1788. De Heer Reader is van gedagten dat Priestley's Brieven aan de Joden het Kristendom geen voordeel doen. Hy tragt, in dit werkje, de voorspellingen aangaande deze Natie, in gepaste orde, voor te dragen, en "dezelve van alle natuurlyke en toeval„ lige duisterheid te ontheffen." 'Er is meer verligting nodig, dan wy bekennen te bezitten, om, met onbenevelde, ogen, de geheimenissen te doorzien, welken deze Schryver ontvouwd. Men diend hem des blindeling gelove te geven, voor de juistheid dier berekeningen, welken hem in staat stelden de waereld te onderrigten: dat de bekering der Joden een aanvang nemen zal in het Jaar 1816. dat zy in 1866 naar hun Land zullen keren; dat, in dat zelfde Jaar, 7000 Inwoners van Romen, door ene Aardbeving zullen omkomen; dat Gog, of het Pausdom, in 1941. zal verdelgd worden, en dat, na een roemryk duizend jarig Ryk, de waereld, tegen het Jaar 3125, vergaan zal. Men kan hier op alleen zeggen, met den diepzinnigen Staatsman in het Toneelspel: die langst leven, zullen het meeste weten. Monthly Review. Tbe Sick Man's Vriend &c. De vriend der Kranken , of handleiding voor Gesprekken, tusschen enen Zieken en zyne Oppassers: met byvoeging van gepaste gebeden, door J. Stonhouse, 12mo. 3 f. Rivingtons 1788. De Schryver van dit nuttig Handboekje is reeds genoeg bekend als Opsteller van verscheidene Stukjes over prakticale en zedekundige Onderwerpen, die oordeelkundig geschikt zyn om de godsvrugt onder de lagere klassen van Menschen te bevorderen. Het voorhanden zynde Werkje, 't geen het laatste schynt te wezen, dat men van den reeds bejaarden Stonhouse te wagten heeft, is 's mans Godsvrugt en menschlievenheid waardig, en kan niet missen godvrugtige Lezers ten uittersten aangenaam te wezen, dezelfden. A Narrative of the Expedition to Botany Bay Verhaal van den Togt naar de Botannie Baay, benevens een berigt van nieuw Zuid Wallis, deszelfs voortbrengzels, Inwoners &c. met een bygevoegde Lyst der Burger- en Krygsbedieningen aan Port Jackson, door Watkin Tench, Zeekapitein, 8vo. 146 bladz. 3. f. 6 d, by Debrett, 1789. X 2 Ka-  ( 164 ) Kapitein Tench geeft hier een zeer voldoenend verhaal van de Reize der Vloot, dienende om de veroordeelde misdadigers naar de Botany Bay over te voeren.— By de aankomst gene bekwame plaats vindende, om zig neder te slaan, liepen zy naar Port Jakson, slegts enige uren zeilens noordwaarts van de Baay liggende, alwaar zy ene schone Haven vonden. Hier ontscheepte men zig, en wierd, misschien, den grond gelegt voor enen aanzienlyken en bloeyenden staat. Dit belangryk verhaal is in een zeer gepasten styl geschreven: en niet weinig vervrolykt door tuschenkomende beschryvingen van de plaatsen, welken de Vloot, gedurende den togt, aandeed: als van Teneriffe, Rio de Janeiro, Kaap de Goeds Hoop. [dezelfden.] Duitschland Zweite Sammlung einiger Predigten &c. Twede Bundel van Leerredenen, by plegtige gelegenheden, door Reinhard Rabusen, Leeraar in de Mennonite Gemeente te Altona, gr. 8vo. te Bremen by Förster 1783. prys I Rthlr. Deze Leerredenen worden, by wege van Voorreden, door een Historisch berigt voorgegaan, voornamelyk dienende om het gedrag van het merendeel der Mennoniten of Doopsgezinden in Holland, gedurende de laatste onlusten, te verdedigen. Wat de Predikatien zelven betreft; enigen daar van zyn Stichtelyk en wel: dog anderen zyn byster mystiek, vooral de 12de, waar van de Text uit Hooglied 2 vers 16 genomen is, en die het volgend Opschrift aan het hoofd voerd: De liefderyke en geheimvolle Echtverbintenis van den roemwaardigen Immanuel met ene gelovige ziele als zyn uitverkoren Bruid: en wel volgender wyze en indiervoege, dat wy 1. Op de Personen letten, die elkanderen huwen en zig verbinden, en 2. Op den aart en wyze, waar op zulks geschied Hier word de Allegorie  van 't Huwelyk zulken onder wan voeglyke beelden uitgebreid, dat nog het vet gemeste Kalf, nog de Trouwring des Heiligen Geestes word overgeslagen, dat 'er zelfs van Liefdes omhelzingen gesproken, de en Bruid dus zingende ingevoerd word. Nicht als Schächers gnade. Such ich arme Made, Nichts als Sunder -Recht; Kannst du dies versagen, Heiland? darf ich fragen ; Mir Dein arm Gemächt? Nein ach Nein ! das kann nicht seyn. Keiner wird von Dir getrieben, Der Dich gerne will lieben. Behoeft men meer by te brengen, om het medelyden onzer Lezeren gaande te maken jegen ene Gemeente, die door zulk een onzin moet of kan gesticht worden! Algem. Litter. Zeitung. Blasii Merrem Prima; linoe Ornithologiae, partis primae vol. primum, Lit. A-D. Ejusdem naturalis Systematis avium tentamen Voluminis Secundi pars prima, Lit. A D. gr. 4to. Tab, I-VI. Versuch eines grundrisses zur allgemeinen Gescbichte und Naturlichen Eintheilung der Vogel, von Blasius Merrem, Iste deels Iste band, gr. 4to. beiden te Leipsig, in de Mullersche Boekh. 1788. Eindelyk is deze lang gewenschte beschryving der Vogelen in 't licht verschenen, welke, by derzelver vertraagde uit gave, ongetwyffeld zal gewonnen hebben. Het eerste Deel zal de Inleiding, de Letterkundige Geschiedenis der Vogelkunde (Ornithologie) naar de Chronologie, de Anatomie en Physiologie, en de algemene beschryving van de Vogelen, van hun voedsel, van de plaatsen waar zy zich onthouden, en van hunne levenswyze bevatten, en door duidelyke, door den Schryver zelve meestendeels gemaakte, Afbeeldingen verklaard worden. Het twede Deel levert, na ene Voorrede, in welke de Kunstwoorden verklaard worden, het Systema in diervoege, dat de Vogelen zo wel naar hunne inwendige en uitwendige Deelen, als naar de gelykheid der levenswyze, en des voedsels, beschreven worden. De kentekenen der onderscheidene geslagten, die met zekerheid beschreven konden worden, zullen niet van de koleur, maar van de uitwendige ligchaams vorming ontleend, en de nog niet bepaalde geslagten ter verdere onderzoekinge der natuurkundigen daar by gevoegd worden. De Synonymen zullen naauwkeurig opgegesteld, de vorm en de koleur kortlyk beschreven, en de levenswys, benevens de woonplaats, opgegeven worden. Ofschoon de Ornithologie ten gelyken tyde met het Systema uitkome, zal nogthans met het laatste meer spoed gemaakt worden; op dat, door de daar in verklaarde benamingen, de Ornithologie beter verstaan zou mogen kunnen worden. Elk stuk zal, benevens de nodige kopere platen, 2 Rthlr. kosten; ook zullen des Schryvers beschryvingen en afbeeldingen van zeldzame en min bekende Vogelen, waar van 12 uitgewerkte kopere platen gereed zyn, met dit Werk verbonden worden, dezelfden. Geographia Africae Herodetea. De Aardryksbeschryving van Herodotus, wegens Afrika, nagespoord door Herman Schlichtborst. Gött. 1788. by van den Hoek en Ruprecht gr. 8vo. 184 bladen met bladwyzer ene gewigtige bydrage tot ken nis van den Griekschen Schryver Herodotus, en van de oude Aardrykskunde, welke met zeer veel Geleerdheid geschreven is. Zy is uitvoerigst ten aanzien van Egypte: onder anderen ook over den loop van den Nyl; over de plaatzen Busiris Heliopolis &c. Gott. Gel. Anz. Der Sommler &c. De Verzamelaar, behelzende Gedigten en Verhandelingen, door een Gezelschap van Hebreeuwsche Letterminnaren, ter bevordering van deugd. Koningsb. 1789. Dit Maandschrift, in den Jare 1783. door den Heer Euchel begonnen, behelsde voornamelyk letterkundige opstellen en berigten, ten dienste der Joodsche Natie; dan men heeft dit Plan zedert de maand Juny van 1787 veranderd, en ook andere meer algemene nuttige Vertogen geleverd, betreklyk de Natuurkunde, Natuurlyke Historie, Geschiedkunde en Zedenkunde. Ook heeft men voor, om daarin van tyd tot tyd ene goede (Duitscbe) Overzetting van het Oude Test. te geven. Elke maand worden 'er twee bladen uitgegeven. dezelfden. Commentatio de Geographia Argonautarum &c. Verhandeling over den tocht der Argonauten, met betrekking tot de Aardrykskunde, door C. T. G. Schoenemann. Götting. 1788. Wederom een gewigtig Stuk, zo tot opheldering van dezen vermaarden Zeetocht, als tot de oude Aardrykskunde. De Geleerde Schryver spoort zeer naauwkeurig de verdichtzelen na, die van tyd tot tyd omtrent deze gebeurtenis hebben, plaats gegrepen, en geeft, door de aanwyzing der Kusten en  en Landen, welken de genoemde Reizigers aandeden, het ware oogpunt op, waar uit dit gehele geval behoort beschouwd te worden. Het Stuk is vol van aanmerkelyke Aardrykskundige ophelderingen van Apollodorus, Apollonius, Rhodius, Sophocles, Herodotus, Polybius, Callimaebus en anderen, dezelfden. Nederlanden. Myn Tydwinst, door J. H. van Dongen, 298 bladz. in 8vo. te Amsterdam, by Wessing en van der Hey, 1789. Dit Werkje laat zig ongemeen wel lezen, en verdiend ene byzondere aanpryzing, zo aan de jeugd als zelfs meer bejaarden, wien het doorbladeren ene nuttige en aangename uitspanning kan verschaffen. Het zelve behelsd, voor 't merendeel Vertogen of liever losse, dog niet te min over 't geheel, bondige, gedagten, over verscheidene onderwerpen: als den Godsdientt, de Eer, het Karakter, de Verbeelding, bet geslepen Verstand, het Opperwezen, de Grooten, Ellende, Complimenten, de Bybel, Amerika enz. doorvlogten met twee leerryke zedelyke Geschiedenissen, en gevolgt van ene meer uitvoerige Verhandeling over de Republieken, welke laatste echter hier niet ten einde gebragt is, als gaande grotendeels alleen over de Oude, en van de Hedendaagsche alleen tot dus verre over de Italiaanschen; wordende het vervolg hier van in een twede Deeltje beloofd. By de zedelyke Verhalen zyn 3 fraaye Plaatjes gevoegd; gelyk ook het Werkje boven dien voor aan met een in 't koper gesneden Tytelplaat pronkt. De Schryver, die, volgens de Voorrede, nog jong schynt te wezen, toond egter niet weinig belezenheid, zo wel als oordeel en oorsprongelyk vernuft, te bezitten: zyn styl is levendig, vloeyend en enigermate naar den Franschen zwemende, de taal zuiver en sierlyk. LAND- en ZEEKAARTEN. DRESDEN. Men verzekerd, dat 'er, op bevel des Keurvorsts, aan ene Kaart van Saxen gearbeid word, die egter voor als nog niet in 't licht zal komen. Zy is van ene bystere grootte: houdende de voetmaat van ene Duitsche Myl op een Dresdener Elle gebragt. Zy zal niet minder dan 800 Vellen beslaan , waar van jaarlyks 16 in gereedheid gebragt worden. SCHILDERYEN en BEELDHOUSTUKKEN. Londen, den 5 May. Gisteren opende de Heer Boydell zyne Shakespeare's Gaandery, ter beschouwing, en, mag men 'er billyk byvoegen, tot verlustiging van het Algemeen: als bevattende een schat van voortreffelyke Penseelkonst, die den Britschen smaak de hoogste eer aandoet. De uitgezogtste schoonheden van den grootsten Toneeldigter, die ooit leefde, zyn hier, met ene konst en veelal met ene kragt van uitdrukking, op het doek gemaald, als ongetwyffeld den Dichter zelven zoude behaagd hebben. De Verzamelaar en Eigenaar dezer Stukken heeft, hier mede, zeer veel voor de Konsten gedaan, en dezen staan, op haar beurt, niet minder voor hem te doen: naardemaal door zyn vernuft en smaak een Engelsch School van Historie schildering staat ingevoerd te worden, welke zyn naam altoos in eerbiedige gedagtenis bewaren zal. De onderneming, in welk een opzigt ook beschouwd zynde, is zekerlyk ten uitterste gewigtig en groot, en dezelve staat, waarschynlyk, het tydperk in de Geschiedenis der fraaye Konsten op te leveren, waar van de onbetwistbare meerderheid der Engelsche schole zal kunnen afgerekend worden. ■ . By aldien men in aanmerking neemt, dat het weinig meer dan 1½ Jaar geleden is, toen het plan ontworpen wierd, moet men verbaasd staan over den spoedigen voortgang des Werks: en wanneer men dan tevens zig voorsteld den staat, waar in de Konsten in dit land waren, by de komst van zyne tegenwoordige Majesteit tot den Throon, zal men niet minder zig verbazen over de uitmuntenheid der Schilderyen. De Konstenaars, die aan de hier verzamelde stukken gearbeid hebben, zyn de eersten van het Ryk: dog zy, wier arbeid het meeste uitmunt, zyn de Heren Reynolds, Peters, Opie, West, Fuseli, Wright, Hamilton, Northcote, Weatley en Banks. De Gaandery zal uit drie grote Zalen bestaan, waar van egter tot nog maar twee open zyn. In de eerste Zaal staat een zeer fraai model van een verheven relief, 't geen in den voorgevel van 't Gebouw staat te komen, liet Stuk verbeeld Shakespeare op een Rots gezeten, hebbende de Dichtkonst aan zyne rechterzyde staan, welke hem een Laauwerkrans aanbied, terwyl zy zynen lof op haar Lier laat klinken. Haar hoofd is met een dubbel Maske versierd, om aan te tonen, dat zy het twederlei vermogen van Treur- en Blyspel aan haren geliefden Zoon geschonken heeft. Aan zyn linkerhand ziet men de Schilderkonst, den aanschouwer met de ene hand, die zy naar Shakespear's borst houd uitgestrekt, op hem wyzende, als een gepast model voor haar Penceel terwyl de oude Dichter met zyn linkerhand op haar schouder leund, als haar bystand aannemende. Dit model is zeer zuiver, zo in tekening als uitvoering. Het gelaat des Dichters duid geest en genie aan, en het beeld der Schilderkonst zou Athenen eer hebben aangedaan. Van de Schilderyen in de Gaandery kan men aanmerken, dat de dood van den Kardinaal Beaufort, door Reynolds, in opzigt tot de vinding, uitvoering en het koloriet, een meesterstuk is. De houding in X 3 't al-  (166) 't algemeen van 't Stuk is naauwkeurig naar 't toneel afgemeten, zynde deftig, groots en statig. Het gelaat des stervenden heeft juist dien verschrikkelyken stuiptrekkenden Gryns, dien den Dichter beschryft. De Geest van Hamlet, door Fuseli, heeft al die verdwynende onvoelbaarheid welke het Karakter behoord uit te drukken. Van de St. Jans Nagt Droom, door denzelfden Meester, is het niet te veel gezegd, dat, zo Shakespeare zelve een Schilder geweest ware, en 't Toneel getekend hadde, hy juist zo iets op 't doek gebragt zou hebben. Opie's Wintersprookje is een van de kragtigste Schilderstukken, die men ooit zag. Het nakend Kind is verwonderlyk konstig en fraai. Onder alle de schone Stukken, die hier, in een zo groot aantal, te zien zyn, diend niet vergeten te worden een uitmuntend Toneel uit Henrik VI. door de Heer Boydell zelven geschilderd. Londen II Mey. Het Standbeeld zyner Majesteit , in bronse, is heden openlyk ten toon gesteld; zynde geplaatst op het Plein van Somerset, aan den hoek naast het Strand, op een verheven voetstuk, tegen over het gebronsd beeld van Nepthunus. De Koning is in een Romeinsch gewaad: houdende zyn regter arm uitgestrekt, terwyl de linker op een Helm leund. Beneden op den grond ziet men den Voorsteven van een Romeinsch Scheepje, en daar naast een liggende Leeuw. NIEUW UITGEVONDEN WERKTUIGEN en KONSTGEVAARTEN. De Instrumentmaker Fikenscher, die door ene Vyfen-Twintigjarige behandeling van Elektriseer-Machinen, en op zyne Reizen in en buiten Duitschland, gelegenheid hadde, om Waarnemingen en proeven te doen, nopens de beste manier, om zulke Werktuigen te vervaardigen en te behandelen, is daarin zoverre gevorderd, dat zyne Machines alle tot dus verre bekende, van gelyke grootte en werking, zeer verre schynen te overtreffen. Een glazen Cylinder van 12 dm. Bronswyker maat, in diameter, en 16 dm. lengte, geeft vonken op van 12 duim lang. Dergelyke soort heeft hy ettelyken, zo in Bremen en Wolfenbuttel, als op andere plaatsen, gemaakt: een daar van, welker Cylinder enige weinige linien ruimer is, die hy voor het Carolinum, in Bronswyk vervaardigde, geeft zelfs vonken van 13 dm. lang. Hy maakt zig tevens sterk, om ene even zo kragtige Machine, als de grote Teylersche, in Haarlem, voor 410 Ryksd. door middel van twee Cylinders, te kunnen in gereedheid brengen. Hy is bereid, om ene beschryving van deze zyne Konst, en alle derzelver voordelen, in 't ligt te ge ven, tegens I Rthlr. Conventions geld, by vooraf betaling, en tegens 1 Rthlr. by intekening, waar voor de bestellingen in den Boekwinkel Van Bindseil, in Wolfenbuttel, aangenomen worden, mits Brieven en Geld, vagtvry, gezonden wordende. De Heer Prof. Leiste heeft op zig genomen, om het Handschrift na te zien, en te verbeteren, waar zulks nodig mogt wezen. Wolfenbuttel, den 3. April 1789. De Heer Schmittbaur, Kapelmeester van Zyn D. H. den Markgrave van Baden, te Carlsruhe, by Straatsburg, heeft zig toegelegd op het vervaardigen en verbeteren van het, in geheel Duitschland en Engeland, zo algemeen in gebruik zynde Muzyktuig, bekend onder den naam van Harmonica. Hy heeft 'er altyd enige in gereedheid voor de liefhebbers. Dezelven zyn zamengesteld uit 41 Glazen, van de fynste en blankste soort, beginnende met de lage ut, en lopende vervolgens, door alle de halve tonen tot aan de driehoog fa. De glazen zyn allerzuiverst gestemd, en, behalven de laagste octaaf, kunnen alle de andere octaven met het Klawier gestemd worden. Het Instrument is van fraay Notebomenhout gemaakt en met gepolyst koper gegarneerd. Men beloofd enen prompte bediening en redelyke pryzen. TONEEL- en ander KONSTVERMAAK NIEUWS. Op Vrydag, den 8. Mey, is op het Toneel in Covent Garden, te Londen, voor de eerstemaal vertoond, een nieuw Blyspel van den Hr. Cumberland, ten tytel hebbende A School for Widows (Het School voor de Weduwen.) De Inhoud van dit Stuk, 't geen met algemene goedkeuring ontvangen is, komt kortelyk hier op neer. „ De Heer Wilful Wayward is een zamenknoping van laagzieligheid , onbeschofdheid en gierigheid, die 'er alleen op uit is, om zyne kinderen aan ryke partyen te koppelen, hoe strydig ook met hunne genegenheden. Zyne Dogter is met Wordly getrouwd, een vleyenden Huichelaar, die zeer slegt met haar leefd, schoon hy dit zorgvuldig voor de waereld en vooral voor zyn Schoonvader, op het merendeel van wiens bezittingen hy vlamt, weet te verbergen. Frederik, oudste Zoon van Wilful, een zeer beminnelyk Jongeling, is door zyn Vader buiten 's lands gezonden, om voor te komen dat hy aan een lief meisje, zonder geld, trouwde. Het voorwerp van Frederiks liefde huuwt, intusschen, gedurende zyn afwezen, aan een ryken bejaarden Baronet, die spoedig stervende, haar zyne ryke middelen, nevens den tytel van Mev. Richmore, nalaat. Frederik raakt, op zyn beurt, in Parys op Arabella, een Engelsch Weeskind, 't geen aldaar was opgevoed, verliefd, die zyne genegenheid niet onbeant woord  woord laat: en daar Frederik door zyn Vader thuis ontboden word, om zyne aanzoeken by Mevr Richmore, als nu een Vrouw van middelen geworden zynde, te vernieuwen, komen de gelieven zamen in Engeland, cn trouwen aldaar heimelyk. Het komt uit, dat de overleden man van Mevr.Richmore een Dogter had, by ene lieve Vrouw, welke door hem verleid was, en voor welk kind hy, by zyn Testament, niet gezorgd hadde. Mevr. Ricbmore besluit nogthans, op ene edelmoedige wyze, om dit kind onder hare bescherming te nemen, dog verneemd, met niet weinig bekommering, dat zy de persoon ontlopen is, aan wien hare opvoeding was toebetrouwd. Wilful dringt zyn Zoon om Mevr. Richmore te trouwen, en Frederik dit weigerende, wil hy hem onterven. De ongemene edelmoedigheid egter van Mev. Richmore weet weldra een middel te vinden, om dezen verharden Vader te vermurwen: daar zy, begrypende dat Arabella (die haar mans Oogter blykt te wezen,) meer regt op het goed van haar Vader hadde dan zy, hare gehele bezitting aan deze afstaat. De gelieven ondekken hier op haar huwelyk, waar mede Vader Wilful nu wel in zyn schik is. Mev. Richmore geeft vervolgens mede haar hand aan Lord Mirabel, een Romaneske Minnaar, die haar gaarne trouwd, niet begrypende dat hare waarde iets verminderd is , door de edelmoedige overdragt harer bezitting aan Arabella." De Gesprekken zyn regelmatig en bevallig en de zuiverde Zedenkunde straalt in het gehele Stukje door. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, LAND- en VEEBOUW, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Uit twee Rapporten onlangs in het Hogerhuis van Ierland ingebragt, is gebleken 1. Dat het getal derHuizen, in Dublin, waar van het Haardstede geld betaald word 13,685 bedraagt; 't geen, 10 Personen in een Huis gerekend, welk zekerlyk aldaar niet te veel is , den Staat der bevolking in die Stad op 136,850 Personen brengt. 2. Dat het getal der geprivilegeerde Slyters van sterke dranken tot 1694 verminderd was: waar uit kan opgemaakt worden, dat in de Stad Dublin en hare vryheid, om het 8ste huis, sterke drank, by Privilegie, verkogt word. In den Jare 1565, gelyk uit de Stads registers blykt, waren 'er in Leverpool niet meer dan 138 Huisgezinnen en Hutjes, en het getal der Barken of Koolscheepjes, van daar af en aan varende, bedroeg slegts 12, die met elkanderen 223 Tonnen hielden, en 75 man voerden. Van tyd tot tyd, is het getal der ingezetenen, benevens de Handel en Zeevaart, aldaar zodanig toegenomen, dat de betaalde Tol-accyns in 't Jaar 1784 L. 640,310 bedroeg. 'Er zyn in dat Jaar 4 Millioen. Schepels Zout uitgevoerd, behalven 't geen naar de Kusten gebragt wierd, 15,000 Ton Kolen naar Bui tenlands, en 25,500 Ton dito naar onderscheidene Havens op de Kust. Het getal der Inwoneren word thans op 50 duizend gerekend. In 1784. zyn aldaar binnen gekomen 2765 Schepen, en uitgevaren 2731; zo Vreemde, als Kustvaarders. HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. In Amsterdam zyn, gedurende den tyd van 8 Jaren te weten van 1775 tot 1783. niet meer dan 8 Misdadigers met den dood gestraft, en van 1783 tot 1787 slegts één: ondertusschen is het getal der geëxecuteerden te Londen, van 1775 tot 1788. niet minder geweest dan 624. Een verbazend verschil zekerlyk, in weerwil van het groter aantal Ingezetenen der laatste Stad. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amsterdam 134: en te Haarlem 14, onder welken laatsten 5 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. In Engeland is ene Intekening opengesteld op de uitgave in druk, van verscheidene eigenhandige Stukken van wylen Dr. Jonathans Swift, Deken van St. Patrick, die tot nog toe niet in 't ligt gegeven zyn: benevens ene verscheidenheid van Anecdotes, aangaande den Deken, die niet algemeen bekend, en egter ontwyffelbaar, egt zyn. Het een en ander zal een Deel in 4to. uitmaken, waar voor het Portrait van den Deken, naar de originele Schildery, welke nog onder de Familie berust, zal komen. De Prys word gesteld op een Guinie, te betalen by de Aflevering. Men verbind zig om gene meer Afdrukzels te maken, dan voor welke ingetekend zal worden; zullende, indien het getal der intekening tot 500 kan gebragt worden, het werk voortgang hebben. De Intekening kan geschieden by den Heer Theophilus Swift, te Worcester, en by Cadell of Stockdale, Boekh. in Londen. A. Goetzee, te Gorinchem, zal uitgeven: RECHTSGELEERDE BEDENKINGEN van J. S. F. Boehmer, over de lyfstraffelyke Ordonnantie van Keizer Karel de Vde, door een kundige hand uit het Latyn vertaald. Een Werk, het welk door kundigen altoos is gehouden voor een volmaakt zamenstel van alles wat tot de lyfstraffelyke Rechtsgeleerdheid betrekking heeft. Een bericht van Intekening is by gemelde A. Goetzee, en alom by de voornaamste Boekhandelaren, te bekomen; by welken de Intekening kan geschieden tot den 1. Juny dezes Jaars. - By gemelde A. Goetzee is mede van Pers gekomen, de 28ste druk van Kuypers Kort begrip der Christelyke leere.  ( 168 ) Te Amsterdam, by A. Forke Simonsz. en alom by zyne Correspondenten in de Buitensteden , wordt, met goed succes, uitgegeven; de in derzelver soort uitmuntende Werken van den Jenaschen Hoogleraar J. C. Hennings, als I. deszelfs VERHANDELING over de GEESTEN en GEESTEN ZIENERS, in 3 Delen, 8vo. f 3:5:- in welk doorwrocht werk de leer der Geesten, uit de Overnatuur en Zielkunde ten naauwkeurigsten ontwikkeld wordt, en uit dezelve het bestaan van Spooken, Verschyningen en Bovennatuurlyke verrassingen, redenmatig onderzogt wordt: ten welken einde een volledige Geschiedenis, der zo wel aloude als middeleeuwige en jongst voorgevallene Spookgeschiedenissen byge bragt en ontwikkeld word, waar onder veelen die den Schryver zelven overgekomen zyn; gelyk ook in dit zonderling Werk vele Kunstgrepen der Natuur- en Wiskundige Goochelaars ontdekt en beschreven worden; als zyn, het vertonen van afgestorvenen en afwezenden, het in schyn vermoorden van Beesten, die zy kort daar op levend laten lopen, &c Geleerden kunnen zig mede in dit Werk verlustigen, met de grote belezenheid des Autheurs , in de aanhaling der aloude Schryveren, en zyn geleerd oordeel in de duistere plaatzen derzelve omtrent Spookgeschiedenissen uit de hoge oudheid , als zyn het Spookgeval te Endor, en de doods tyding van den groten Pan, ten tyde van den dood des Zaligmakers, aan de Boschgeesten toegeroepen &c. ook zyn 'er in dit Werk nog verscheidene Natuurkundige geheimen verklaard; onder welken het zamenstellen van een OogClavecymbaal, dat door kouleuren voor het Gezicht de byzondere Muzyktonen maalt, en de wyze om een wonderlyke Echo of wederklank te vervaardigen, gene der minst wetenswaardige zyn. De II. Verhandeling dezes Autheurs mede in 8vo. in 3 stukjes f 2:10. by den bovengenoemde Uitgever te bekomen, handeld: Over de DROOMEN en SLAAPWANDELAAREN, op zo ene belangryke wyze dat 'er slegts weinig Natuurkundigen, tot zo verre in de Zielkennis doorgedrongen zyn, om op zo een klaare wyze den staat van Waken en Slaapen te beschryven, als in deze doorwrochte Verhandeling geschied; uit welke zielkundige gronden de Schryver de Droomen ook zeer natuurlyk opheldert, en ene reeks van wonderlyke voorzeggende en andere zonderlinge Droomen, verhaalt, en die alle ontwikkelt, en 'er de natuurlyke oorzaken van verklaart; gelyk ook van de zo zeldzame uitwerkingen en de wonderbaarlyke verschynzelen der ziekte, welke de Medici, Slaapwandeling (Somnambulatio) noemen; welke mede met byzonder lezenswaardige verhalen vergezeld gaat. Eerstdaags staat by den bovengem. Uitgever het licht te zien, 's Mans Verhandeling over het voorgevoel en de Schyngezichten (von Alindungen und Visionem), welke niet minder belangryk zal zyn, en reeds te Pers gelegd is. *** Daar de grote en verdienstlyke Ridder Michaëlis, onlangs, by gelegenheid ener nieuwe uitgave van zyne voortreffelyke INLEIDING in de GODLYKE SCHRIFTEN des N. VERBONDS, dezelve met zeer vele gewigtige byvoegzelen en verbeteringen verrykt heeft, en deze Byvoegzels in 't Hoogduitsch ook apart gedrukt zyn, ten behoeve der be zitters van de vorige uitgave, is C. Plaat, Eigenaar der Nederduitsche Vertaling van dat uitmuntend Werk, uitgegeven met Privilegie van Hun Ed. Groot Mog. de H. H. Staten van Holland en Westvriesland, te raade geworden, om deze Verbeteringen en Byvoegzels, door ene bekwame hand, te doen vertalen, ten einde onze Landgenoten dit Boek, zo onontbeerlyk zo wel voor Godgeleerden in 't byzonder, als voor elk die enig belang steld in de bevestiging der waarheid en echtheid van de Euangelische en Apostolische Schriften in 't algemeen, zo compleet te leveren als het oorspronkelyke; zullende met de uitgave allen mogelyken spoed gemaakt worden Intusschen zal, om aan het gestadig aanzoek te voldoen, het Werk zelve, bestaande in 5 Stukken, nog dit Jaar (indien het gering aantal Exemplaren zulks toelaat) aan de eerstkomende worden afgelevert voor den verminderden prys van f 8: 10:- geschiedende de uitgave te Haarlem, in de Boekwinkel van A. Loosjes, alwaar, gelyk by de meeste Boekverkopers, het uitvoerig bericht en Inhoud van het gehele Werk gratis word uitgegeven. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN* buiten Haarlem. 1789. baro- ther- streek Mey. me- mome- der luchtsge   ter. ter. wind. steldheid. 29. 11 54½ O. ten Z. helder, 's Av. ten 13 \ 29. 9½ 68½ Oost Zuidw. en W. sw. (29. 7 \63½ weerl. en donder. ' f29. 8 635 W. Z. W. meest bewolkt, 14 ( 29. 8½ 63½ Z. W. 's N meest helder, (29. 9 56½ Zuid 's Av. harde wind. (29 7½ 61½ Oost zw wolken, van verre 15. (29. 5 73½ **Z. O. dond.van2tot4ur.zw. (29. 6½ 57 Zuid reg. met harde wind. (29 6½ 58 Z. Z. W. tot 10 uren harde 16. ( 29. 7 61 Z W.t.W. reg.verd.zeerbew. (29. 9½ 52 Z. W. en zeer hard. wind. (29. 10½ 55½ Z. W. zeer bewolkt, 17. (29. 9½ 68 Zuid windrig, 's Av. stil (29. 8 57½ Z. W. en iets regen. (29. 7 ( 57½ Z W. zeer harde wind , 18. ( 29. 7 60½ W. Z. W. wolk. 's A. wat reg. (29. 8½ 53½ W. ten Z. en zeer onstuim.††  29 11½ 50 W. N. W. hard. wind, V. betr. 19. i.mrHi2ing Van hetTwedeDeel, te vinden van bladz. 50 tot 55. en voor 1 iMovemoer 1790. de Antwoorden omtrent de uitwerking en vervaardiging van het Derde Deel, al mede te vinden in bovengemelde Verhandelingen, van bladz. 55 tot 70.— Kortheid, bondigheid en klaarheid in den voordragt der zaken, zyn de voornaamfte hoedanigheden, welke de Maatfchappy van de Schryvers verlangt, in hunne bewerking van deze onderfcheiden ftukken. De Prys, welke aan den Schryver van het beste op een dezer Vragen inkomend Antwoord word aangeboden , beftaat in een Gouden Medaille, ter waarde van 5® Gouden Dukaten, op den ftempel der Maatfchappy geflagen, en met des Schryvers naam voorzien, of wel dezelve fom in geld, benevens een Zilveren Medaille, ter keuze van den Schryver. Indien gene der ingekomen Antwoorden, op ene door de Maatfchappy opgegeven Vraag,- hares oordeels, den Prys verdiend heeft, behoud zy aan haar het recht, deze Vraag nog eens, of niet weder op te geven. Daar en tegen,wanneer 'er meer dan een Antwoord haar voorkomt enige aanmerking te verdienen, zal zy een Accesfit, in ene Zilveren Medaille beftaande, aan den Schryver van het naast aan het beste komende Antwoord aanbieden, en hem dit befiuit, voor dat het verzegelde Billet, by zyn Verhandeling behorende, geopend wordt, door de openbare Nieuwspapieren bekend maken. Nog heeft de Maatfchappy, ïn 1787. een Premie van ene Zilveren Medaille of 10 Dukaten, beloofd „ aan den genen, die door genoegzame proeven, op de meest overtuigende ; ,, wyze, kon aantonen, welk Vlas in alles het beste zy," ,, her geen op de gewone manier door Reuten in 't water, ,, of alleen door Bleeken in de Lucht, dan wel door Reuter» ,, en Bleeken beiden, bereid is." Moetende de Monlters en Getuigfchriften ingeleverd worden voor 1 Nov. 1790. De Maatfchappy zal ook een Zilveren Medaille fchenken aan die genen, welke haar enige ontdekkingen omtrent den Landbouw zullen mededelen, en de bevordering derzelver, naar bevinding , onderfteunen. De Schryvers, die naar den Prys dingen, zullen, by hunne Antwoorden, een verzegeld Billet moeten zenden,inhoudende hunne Naam en Woonplaats, en van buiten getekend met dezelfde Zinfpreuk, welke aan het einde hunner Verhandeling zal gevonden worden. De Antwoorden zullen in 't Nederduitsch,Latyn,Fransch, Engelsch of Hoogduitscb opgefteld, met er.e leesbare hand gefchreven, en, gelyk alle andere aan de Maatfchappy toe te zendene Stukken of Berichten, Franco toegezonden moeten worden aan de Heren Jeronimo de Bosch, op de Kei. zersgragt, over de Groenlandfche Pakhuizen, of aan Mr. H.Calkoen, Advokaat, op de Keizersgragt,bydeBeereftraat, te Amlterdam. Voorts zyn de Wetten, waar op de Maatfchappy naar ene Prys laat dingen, te vinden in het Voorbericht, voor het eerfte Deel harer Verhandelingen geplaatst. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. rr«*. Sot«.i dor Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amflerdam 143: en te Haarlem iü, onder welken laatften 3 beneden de 12 Jaren. BEKENDMAKINGEN en PRYS-OPGAVEN van in- en uitlandsche boeken en geschriften. De Verzamelaars van Journalen en Tydfchriften, die hunne Colleflien niet compleet hebben, kunnen,tegen een matigen prys, hier omtrent te regt raken, by de Wed. Edme, Boekhandelaarfter, rue St.Jean de Beauvois, teParys, en wel voor de volgende Werken: Journal des Savans, in Ato. van deszelfs begin af, in 1665. tot op heden: het zelfde Journal, in i2mo. Tables deditSeparement, 10 vol. in 41-0. Journal de Trevoux, van deszelfs begin in 1701. Journ. Economique; d'Agriculture; CommerceR Finance; de Medécine, de Pbyfique , par Mr. PAhbè Rofier. d'Hiftoire Naturelle; F.tranger; Êncyckpedique, de Verdun, de Bouillon, de Geneve; Ecclefiaftique; Cbretien; de Monsieur , par M. l'Abbé Royou,- d'Eaucation; Littéraire; de Littèrature; General de France; de Paris, tieNancy; de Librairie; Britan* nique; Anglois, &c. Le Mercure Franpois; le Mercure Galant, van deszelfs aanvang in 1672. vervolgd onder den tytel van Mercure de France. L'Année Litteraire, par M. Freron. Les Caufes celêbres; VEsprit des Journaux. Gazettes des Tribunaux ,' de France, d'Utrecht, rf'Anifterdam, de Hollandej Salutaire, &C Le Courier de l'Lurope. L'Avant-Courier. Le cenfeur I7m'* ver  C 193 3 -tter/W: Cboix des Mércures, to8 vo!. Epbemêrides du Citoyen. Annales de M. Lingttet. Annonces 'Rc. Affiches. Affiches de Paris Affaires del'Inde; d'Angleterre R d'Amérique. Colie&ion des Arrets de M. Simon; des Memoires Particuliers fur L'HiJloire de France; des Annales Poétiques; de l'Almanacb des Mufes; de l'Almanacb Reyal; des Etrennes du Parnasfe, de l'Etat Militai. ,re Rc. Le Confervateur, ou cboix des Mtrceaux rares. Le Pour R le Contre, par l'Abbi Prevost Ouvrages des Savans. Lettres fur quelques Ecrits de ce temps. Obfervations fur la Littérature; fur lesE rits modernes. Reflixions furies Ouvrages de Littérature. ' Repuhlique des Lettres de Bayle, Rc. Bibliotbeque ancienne R modernede Ie Clerc; Cboifie,van denzelfden: Univerfelle;Bri' tannique; Germanique; Fran$oife; Angloife; Raifonnee des Ouvrages des Savans de l'Europe, 52 vol. des Romans. Petite Bibliotbéque des Tbéatres; des Dames Melanges tirés d'une grande Bibliotbéque; Hifloire des hommes, par M. Delifle. Hommes Illujlres, du Pére Niceron, 44 vol. Colleüion des Arts R Metiers, par M. M. de l'Acariemie. Encyclotedie. Academie des fciences, — des Infcriptions R Belles - lettres. Hifttire Univerfelle par une Sociétc de Gens de Lettres, 120 vol. 8vo. &c. &c. Gotha. Wy achten het van onzen pligt, den kenneren en minnaren der Engelfche tale, van tyd tot tyd bekend temaken met de keurigfte uitgaven der beroemdfte Britfche febryveren; vooral daar de kostbaarheid, en zomtyds nutteloze pracht, der oorfprongelyke Editien, niet weinigen van derzelver aankoop moet weerhouden. Zo bevlytigt zich hier, inzonderheid de Boekhandelaar Ettinger, met het uitgeven der voornaamfte Engelfche Schryvers, in groot 8vo. op de vermaarde Drukkery van J. Purnerfen, te Bafel vervaardigd , waar van reerls is verfrhenfen: „ , *„ E d w. G1 b b o n's Hiftory of tbe dechne and fall of tbe Roman Empire ', Vol. I VI. Het vervolg van dit Werk, in 7 Delen, is onder de Pers. Bolingbroke's Lettres on the Study and ufe of Hiftory. Will. Robertsok's Hiftory of tbe reign of tbe Emperor Charles V in 4 vol. B lair's LeUures on Rbetoric and belles Lettres, 3 vol. And. Kippis, Life of Capit. James Cook, 2 vol. Ferguson's Esfay tntbe Hiftory of Civil Society. Eerstdaags zal ook verfebynen: Keate's Account of the Pelew Iflands, vol. I. \* De VRAAG-AL, Na. 2. inhoudende Wat is Waarheid* word heden a i{ ftuiv. uitgegeven, te Amflerdam by A. Borcbers en J. Weege , Haerlem Loosjes, Dordrecht Blusfé en Krap, Rott. D. Vis en van den Dries, Leyden Herding en Pluygers, Utr. G. T. van Paddenburg, J. Viscb en de Waal, Alkmaar Harte mink en alom in de meeste Buitenfteden. Van No. 1. zyn nog enige weinige te bekomen. V By A. MENS te Amfterdarn, JOH. PLAAT in's Hage en A. LOOSJES te Haarlem, zyn nog enige weinigeExem plaren te bekomen van het extra welgelykend Portrait van den Wel Eerw. Heere E. H. MUTZENBECHER, Hoogd* Predikant der Lutberjcbe Gemeente te Amfterdarn, thans beroe¬ pen tot Generaal Superintendent van bet Graaffchap Oldenburg i gegraveerd door R. Vinkeles, in fol. a ƒ i:io;- nogenkelde Proefdrukken, a ƒ 2:ro:- als ook nog enige Exemplaren van de uitgegevene Leerredenen van dien waardigen Man, zynde DREY PRED1GTEN bey aujjerordtntlicben gelegenhei. ten gehalten, a 11 ftuiv. GEDACHTNIS PREDIGT uber].D. DË1MAN, a 6 ftuiv. dezelve in 't Nederduitsch, a 6 ftuiv, LYKREDE over j. VORST1US, a 8 ftuiv. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. i789 1 naho | th er. mo- streek Juny. me- meter. der luchtsge. I ter. Noord| Zuid. wind. steldheid. (29. 7è 57l 64 w. t. n. bewolkt.'sAvonds 3 <29- 7 6 .4 en zeer harde (,29. 9 52 5[ W1"J• f29.10 55S 36 n. w 'sM.buyig Voorm. 8. \ 29. lof 6o§ 62 n w.t.N. meest becr.vrderbeL29.iiï 52 50j [ n.w. wolkr,zeerwir,drig, f29 10 582 60 z. w. j Storm', hvni betr. 9. ) 29IO 62§ 64 w. Nam, regen, verder / 29, 95 52 50 n.w. j meest betr. en ftil. * '3 Nagts ftormagtig met ftortregens. Men ziet dat's Avonds op den 5de Juny, de Therm. op het Zuiden öl gr. lager ftond a!s die 00 het Noorden , dit verfchil komt vreemd voor, dan op het uur der Waarneming , nam de koude merkelyk toe, en daar voor was de Therm. op het Zuiden, als zynde de Kwikbuis geheel zonder glas en rondsom aan de open lucht bloot geftald, fchielyker vatbaar, want na verloop van enige tyd laaiden die op het Noorden ook, zo dat het op het gewone verfcüil van 2 a a| gr. kwam ; dit bewyst de gegrondheid der Aanmerking in de vorige Nr., dat deTherrfl. in glas of hout, niet zo fchielyk werden aangedaan , van een ogenbliklyke verandering van koude of warmte. Hoeveelheid van gevallen en uitgewasemd Wa TER. Gedurende de Maand Mey 1789. Gevallen 21 Lynen: Uitgewaasfemd 35 Lynen. Te Haarlem, by A. LOOSJES.  1789. No. 51. ALGEMENE KONST- en LETTEMODE, VOOR MEER- EN MI N-G EO EFFENDEN. Vrydag den 19. Juny. BERIGTEN. DUITSCHLAND en naburige Ryken. I^^^«fan de Prys-Medailjes, ui^ rw< ut uco^ tt 111 aanmerkingen op het ade Deel derRechtsV jW zaken , in het ontwerp enes algemenen Wetboeks voor de Pruisfifche Staten, beloofd waren, i^ de grootfte,. van 50 Dukatengewigts, aan ene Verhandeling van den Heer Schrader, te Pinnenberg, en de twede, ter zwaarte van 25 Dukaten, aan den Geheim Raad Hippel, te Koningsber~ gen-, in Pruisfen, toegewezen. De Heer-Gerhardus Oelrichs, der beiden Rechten Dokter, Keiz. Raad en Syndicus van het Collegium Seniorum, :.Kt Bremen, is, den f>. April, in het 63. Jaar zynes* Ouderdoms overleden. Zyne verdienden Voor het bearbeiden en ophelderen der Statuten, en zyne ongemene bedrevenheid in de oude Duitfcbe Spraken, inzonderheid in de Friefche Taal, deed hem, onder de Geleerden van zyn Vak,niet weinig uitmunten. Hy was nog bezig om een Glosfarium over het Stadsregt van Bremen, en eneHoogduitfche Overzetting van het oude Friefche Wetboek QA/igeboeF) voor de Pers gereed te maken, toen hem de dood overviel. NEDERLANDEN. Rotterdam. Ïrr-Nr. 37. van den Algemenen (*) Dit Artikel is medegedeeld. II. DEEL. Konst- en Letterbode, is een bericht uit Leyden geplaatst, aangaande een voor weinig tyds aldaar nieuw opgericht Nofocomium Clinicum, van welker» loffelyk'e inftelling en reeds uitgewerkte nuttigheid met veel roem gewaagd is. — En in de daad, kunnen'er rruwtgcj mi icmnijren in de Maatfchappy ter btoeftening gemaakt worden, dan dezulken, welken alleen de verbetering en herftelling der verlorene gezondheid van den lydenden mensch ten grondflag hebben. Ons Vaderland •, wy zeggen dit met deelneming, ons Vaderland levert nog weinig Gedichten op, waar in, aan den jongen Genees- en Heelkundigen, de zo nodige onderrichtingen, voor het Ziekbed der Lyderen zelve, gegeven worden. — Gedichten, die, wil een Maatfchappy uit haar midden bekwame Mannen voortbrengen, allernöodzaaklykst, ja onöntbeerlyk, zyn. — Leyden echter heeft het voordeel ener zodanige inftelling in de Geneeskunde begrepen,en daar van werkelyk voor omtrent 1 jaren den grondflag gelegt: — Rotterdam, den welvaard harer Ingezete* nen, niet minder dan een enige plaats der Republiek, behartigende, heeft weldra dit voetfpoor, met be» trekking tot de Heelkunde, (f) gevolgd. De fleren Re- (f) Een Geflicht ter praktikale beöefFening der Heelkunde was in deze Stad gefchikter en nuttiger, dan tot die der Geneeskunde; eensdeels, om dat het Gasthuis alhier, over het algemeen, met een genoegzaam getal lyderen, aan Heelkundige gebreken worstelende, is voorzien; en ten anderen, om dat meest alle Geneeskundige Leerlingen, ter hunner beöefFening, zich naar Akademie Steden begeven. JBb  < IP4 5 Regenten dezer Stad hebben, ïn den voorleren Ja re 1788., om allez;n= hekwaame Heelkundigen te vormen - een Col egium Chirurgico-Clinic u m opgericht, cn dengewichtigenpost, als Leclor, daar van opgedragen. aan den by Nederland te regt ge roemden Rorrerdamfchen Genees- en Heelkundigen G ten Haeff. Welke verdienstelyke Genees- en Heel meester, reeds in den Nazomer van het afgelopen Jair, dezen zynen post met ene doorwrogte, en aan 's Mans Geleerdheid eerdoende Redevoering- over het onderling verband der Genees- en Heelkunde &c. in het Choor der Groote Kerk uitgefproken, begonnen heeft. Volgens de Inflruclle, aan den Heere ten Haeff, als Lector, gegeven, moet hy: in het uitmuntende Gasthuis dezer Stad, de, van tyd tot tyd, daar in voorkomende Heelkundige gebreken voor het bed der Lyderen, aan den jongen Heelkundigen,verklaren: Hy moet hun den aart der uitwendige Ziekten leeren kennen: en hoe dezelve van andere gebreken, die 'er veel overeenkomst mede hebben, te onderfcheiden zyn; de oorzaken, door welke dezelve zyn voortgebragt, nafpeuren; de gevolgen die ze kunnen na zich liepen, voorhouden; welke voorzeggingen omtrent dezelven kunnen gemaakt worden; wyders den zekerden en konden weg, ter genezing dier gebreken, aanwyzen; de allergepaste en beproefdemid delen ter genezing opgeven, en, eindelyk, de nodige en kunstige verbanden Run uuv.u vu i— aanleggen. Niemand, vertrouwen wy, zal het nut dezer pryzenswaardige inftelling in twyffel trekken. Ene enkele befchouwing van een kunstkennend oog hier in is alleen genoeg:ook heeft de afgelopen Winter,waar in deze voorlezingen gehouden zyn, allezins aan het oogmerk en de verwarring beantwoord. Dan ook hier aan was geen twyffel; naardien de aangedeldeZf^or een voorheen in 's Lands leger-dienst beproeft Heelmeester is; die zich wyders, door zyne veeljarige uitgebteide practyk, door zyne Schriften, door zyne uitmuntende Verhandelingen en Waarnemingen, nopens gewigtige gevallen, aan geleerde en beroemde Maatfchappyen medegedeelt,geen geringen roem verworven heeft: en die zich in zynen "post zeer be- fwerd, en zyne geneeswyze allezints met aanmerkeyke gevallen, ter zaken dienende, bevestigd. Hoe wenfchelyk ware het, dat, in alle grote Steden dezer Republiek, waar Gasthuizen of Hospitalen plaats hebben, dergelyke inrichtingen plaats grepen; dan behoefde men naar gene andere Gewesten, ter volmaking ener Wetenfchap, die wy veel gefchikter binnen de Grenzen van onze Republiek zelve leren kunnen, uit te zien: en ook hier door zou Nederland meer ware Heelmeesters, zo nodig over 't algemeen, voortbrengen. LüvnEN. Het Tael- en Dtchtlievende Genootschap, onder de Spreuk? Kunst word door Arbeid verkreegen, binnen deze Stad gevestigd, heeft op den 27. der afgelopene Miend, zyne Jaarlykfche Vergadering gehouden , welke Vergadering geopend werdt door den Heer Goze wyn Jan Loncq, met een Lierzang, Gods Hee.rlykbeid op Sinaï getyteld ; Na het verflag der voornaamfte verrigting^n in het afgelopen Jaar, werdt uitfpraek gedaen over het aanzienlyk aantal Dichtftukken , ingekomen op de Stof: de invloed van een vast geloof aan de Voorzienigheid, De Gouden Eerpenning Werdt toegewezen aan't Dichtftuk, onderteekend: De Heere regeert — de Aarde verheugt zich. Da vi». De Zilveren, aen dat met deze regels: Wbo fmds not Providence all Good and Wife, Alikè in Wbat is gives, and wbat deniesl Pope. En is, uit aenmerking der byzondere verdienflen van de Lierzang, onderfchreeven: Hallelujab'. Aan deszelfs Maeker een buitengswoonen' Zilveren Eerpenning toegelegd. HetGenootfchap befloot om verder deDichtftukken,geteekendj tro.n. ana of loav yjjijl , To Providence refign the reft. Gat. Zelfs dit dat niets Gods magt kan floeren, Hy alles doet wat hem, behaagt, enz. * * * 't Geloof aan 't Godlyk toevoorzicht. Maakt ramp en deugdbeproeving ligt, In den voorgemelde!) rang,weiketen opzichte van de twee laetftgenoemden.door het !otisbepaeld,bydeboveneemeIden te drukken, en wel met de naemender Dichteren, indien zy zich binnen een maend aen het Genootfchap gelieven te open* baeren, en vryheid te geeven tot het openen der daer by behoorende Briefjes. Het Billiet, behoorende tot het eerstgenoemde, en met een Gouden Eerpenning bekroonde, Dichtftuk, geopend zynde, werd in hetzelve, in plaetze van den naem des Dicb. ters, gevonden een zinryk zesregelig Versje, waer in de maeker verklaerde alleen door de fchoonheid en het nut desonderwerps ter mededinging gedreven te zyn, zig met deontvangene goedkeuring te vergenoegen, en zynennaemte willen verbergen. Over dit onverwagt geval, onder de Beftuurders geraed» pleegt zynde, befloten zy, in aenmerking dat de Dichter door deze Verklaeiing, van den hem toegewezenen Medailje  < *95 } je zelfs afftand c'eidt, en ook op denzelven volgens de Wet» ten geene verdere Aenfpraek konde maeken, dit by opklimming te doen ftrekken ten voordeele der andere Dicht ftukken , en dien volgens den Gouden Eerepenning toe te fchikken.aen den Dichter van het tweede genoemde Vaers; den gewoonen Zilveren, aen dien van het derde; en den buitengewoonen aen dien van het vierde. By de opening der Briefjes bleek, dat dus de Gouden Eerepenning was toegekend aen den Heer P. J. Kaste, letn, de gewoone Zilveren aen den Heere A b r a h am Vereul, en de buitengewoone Zilveren aen MejufFr.maria Petronella Elter, gebooren Woesthoven, alie woonende te Amfteldam. Tot een Stof voor 't volgende Jaar werdt opgegeven: Judas de Macbabeèr. De Dichtftukken moeten, voor het einde dezes Jaers, gezonden worden, aen den Eerften Secretaris van het Genootfchap Karei de Pecker Pietersz , te zenden. Tot een Stof ter bewerking voor 't Jaer 1791,werdt opgegeven : de Onjcbuld. Nog werdt een Gouden Eerpenning uitgeloofd, aen den Schryver van de befte Nederduitfche Verhandeling: Over de vereischten en Kenmerken van den Styl der Poëzy, in onderfcbeiding van dien der WAfpreekendbeid , en een Zilveren aen hem wiens Stuk goed bevonden, en naest by het bestgékeurde te komen,geoordeeld zal worden. Deze Stukken moeten voor den Eerften Maert 1790, aen den voorgenoemden Secretaris gezonden worden. Voor 't Jaer 1791. werdt by vernieuwing opgegeeven: de vereischten van bet Herderdicht. Het Genootfchap heeft nl verJ^r een Zilveren Eerpenning by vernieuwing uitgeloofd aen den S'cnryver van de Deste goedgekeurde Verhandeling: over de vereischten in een Le vensbejcbryving der Dicbteten, byzonderlyk voar zo verre dezelve dienen moet ter kenfchetfe van hunne onderfcheidene verdienflen, en dus ter bevordering der Gefchiedenis van onze Nederduitfche Po zy. Tevens werdt ook ieder die lust heeft uitgenodigd tot het behandelen der Levensbefchry vingen van Dichters in voorige Jaeren opttegeeven, voor zo verre dezelve niet reeds door Eerepryzen bekroond zyn: met verzoek, dat men zyne Stukken, voor <'en laetften February 1790, den voornoemden Secretaris doe geworden. Het Genootfchap, dat in een vorig Jaer de Dichtftukken van de Heren Erkelens en Brender h Brandis, op den grondlegger der Amerikaenfche Vryheid, Washington, met Eerepryzen bekroond had, beefc goedgevonden deze beide ftukken aen dien doorluchtigen Held op de meest vererende wyze aen te bieden. Tot dit einde is reeds werkeiyk ter dezer Vergaderinge vertoond, een, ten'koste van zommige Leden, vervaerdigdExempIaer,afzonderlyk op folio formaet gedrukt, en in purper fluweel gebonden, aen welks hoofd fchriftelyk zal geplaetst worden ene gepaste toewyding, daar toe op verzoek van Beftuurderen door den Dichter, den Heer Mr. Jan de Kru\jf, vervnerdigd, en mede ter dezer gelegenheid onder goedkeuring voorgelegen. Na afloop van verdere zaeken, is deze Vergadering met eenen vriendelyken avond maeityd befloten. Akademische Promotien. Te Utrecht is den 22 May tot Doiïor in de Medicyne» bevorderd, de Heer Philitpus Henricus Wolte». beek, na ene openlyke verdediging zyner Inwydings-Ver-, handeling: de Nutricibus. Deze Verhandeling is in drie Hoofdftukken verdeeld. Het eerfte Hoofdftuk handelt over de voeding van de^ vrucht en zuigeling. In bet twede Hoofdftuk wordt onderzogt of het houden van Minnen al of niet geoorloofd is. Het derde Hoofdftuk geeft de vereischtens van ene goede Minne op, en de zorg, welke men in derzelver verkiezing te dragen heeft. De Fleer W. heeft deze StofFe zodanig behandelt, dat men zyne Verhandeling met genoegen lezen kan. Insgelyks is aan dezelve Akademie, den 11 Juny,totDoBor in de Medicynen bevorderd, de Hr. Cornelius Joannes Vos, na ene openlyke verdediging zyner Inwydings - Verhandeling: de Nütritione imprimis Nervosa. Het Werkje van de Heer Jacob van der Haar, in het Jaar 178S. te Amfterdarn, by den Boekhandelaar Tntema in*t ligt gekomen, onder den tytef van Proeven over de Herzenen en Zenuwen, en enige van derzelver Ziekten, heeft den Heer Vos aanleiding gegeven tot het verkiezen van de voorfchreven ftof. Geheel verfchillende van de gevoelens van den Heer van der Haar, die de voeding van het menfchelyke lighaam byzonderlyk aan de herzenen en zenuwen toefchryft, tragt de eerstpprnpldp rlp bewvypn, door den laatstgenoemden, ter ftaving van zyn gevoelen aangevoerd, te wederleggen; na alvorens de gevoelens van vroegere en latere Geneeskundigen over dit onderwerp onderzogt te hebben. Aangaande deze Verhandeling durven wy gerust zeggen, dat dezelve met befcheidenheid en oordeel gefchreven is, en door hun, die in het onderzoeken van dit Geneeskundig verfchilftuk enig belang ftellen, zekerlyk met vermaak zal kunnen gelezen worden. Te Leyden, is den 11 Juny tot Doctor in de Geneeskunde gepromoveerd, de Heer Petrus Schuli, van Bommel, na ene openbare verdei i;ing van zyn Specimen Medicum inaugurale, fiftens queedam ie vi et effettu, quem diverfm tempestates in morbis modificandis exferunt. Op denzelfden dag, heeft aldaar de Heer Julius Vitringa CouLON,van Leeuwarden, onier voorzitting van den Wel Ed. Hooggel. Heer S. J Brugmans, openlyk verdedigd ene Akademifche Verhandilng: de mutatabumorum in Regno Organico indole a vi vitali vajbruni derivanda. Den 13. daar aan volgenden, is aldaar tot Doftor in de beide Rechten gepromoveerd, de Fit er Ar noldus van Gennep, van Rotterdam, na openlyk verdedigd te hebben een Specimen Juridicum inaugurale cd quinque priores paragra-, pbos Legis 32 pig. de denationibus ihter virum et uxorem. Bb a Waas»  < I9ö ) WA ARNEMfNGEN OMTREKT ENEN NATUUR . LYKEN NAGT WANDELAAR , getrokken uit bet verflag des aangaande, door de Heren le Va i> e , Revnier, Berghodd en van Berchem den Zoon, aan de Maatfchappy der Natuurkundige Wetenfchappen te Laufanne gedaan. ( Overgenomen uit het Journal d'Hifloire Naturelle Rc.) De Waarnemingen, in het verflag, hier boven gemeld, breder befchreven, zyn in het laatst van 't Jaar 1787. gedaan, en wel by een Jongeling van 13 en een half Jaren oud, met name Devaud, zig als toen te Vevey, aan 't huis van den Heer Tardent, een Magiftraats perfoon dier Stad, bevindende. Dit jonge mensch , veelmalen onderhevig zynde aan de zonderlinge aandoening of Ziekte , welke men Nagtwandeling (Somnambulatio') noemd, was van ene fterke en hardvogtige gefteldheid, fchoon tevens alles een ongemene teerheid en gevoeligheid van Zenuwen by hem aanduidde. Hy hadde een zeer fyne reuk, zo wel als fmaak en gevoel: en het kwam hem dikwyls over, dat hy, zonder redenen, op ene onwillige wyze, nu eens aan 't lachgen en op andere tyden, aan 't fchreyen, viel. Het gebeurde niet alle Nagten, dat hy in zyn ftaap wandelde. 'Er verliepen dikwyls gehele weken, eer hy wederom een aanval dezer vreemde aandoening kreeg. Gemeenlyk gebeurde zulks twee Nagten aan eikanderen. De langdurigfte dezer toevallen waren van 3 a 4 uren, en grepen doorgaans, tegen 3 of4uren in den morgenftond, plaats. Men konde zyne Nagtwandeling verlengen, door met den vinger, of de veeren van een pen,zagtkens over zyn bovenlip te ftryken, door welke ligte aanprikkeling men ene meer gezwinde beweging by hem veroorzaakte. Eens zag men dezen Nagtwandelaar, op een trap in flaap gevallen zynde,na dat men met een veertje over zyn lipgeftreken hadde, fchielyk naar beneden lopen, en al zyn vlugheid hernemen. Ene proef, welke meermalen genomen is. De jonge Devaud geloofde, opgemerkt te hebben, dathy *s avonds voor zyne toevallen, na het eten, ene zekere dofheid in 't hoofd, en, voornaamlyk, ene aanmerkelyke zwaarte der ogenleden, befpeurd. Altyd was hy zeer woelig in den flaap, dog vooral dan wanneer hem het toeval ftond over te komen. Men be fpeurde, gedurende zyn ilaap, eigenwillige bewegingen in 't gehele lighaam, opfpringingen en hartkloppingen. Hy fprak J halve woorden uit, ging zomwylen in 't bed zitten, en daar na weder leggen: ftraks begon hy meer onderfcheidenlyk te fpreken, ftond fchielyk op, en verrigte,'tgeen zyne droom hem ingaf. Zomtyds maakte hy, in den flaap, onophoude Jyke en onwillige bewegingen. Eer hy uit zyne Nagtwandeling wakker wierd, fliep hy altyd een of twee minuten zeer gerust, en al fnorkende.— Vervolgens ontwakende wreef hy zyne ogen, en fteide zig aan, even als iemand, die zeer zagt geflapen hadde. Gevaarlyk was bet hem, gedurende het toeval, wakker I» maken, vooral indien zulks og ene ruwe wyze gedaan wierd, daar by, in dien gevalle, zomtyds aan ftuiptrekkhv gen onderhevig was: waar van het volgend geval ten bewyze kan dienen. Op zekeren nagt opgeftaan zynde, om druiven te gaan eten, liep hy ten huize uit, ging de S'ad door, en kwam by een Wyngaard, waar van hy meende een goede pluk te zullen krygen. Hy wierd door verfcheiden perfonen nagevolgd, die zig, op enigen afftand, agter hem hielden. Eén daar van vond goed een fchreeuw te geven. Hy wierd wakker op dit geluid en viel neder, geheel buiten kennis. Men fchoot naar hem toe,en bragt hem weder hy: wanneer hy zig zeer wel kon erinneren in den 'Wyngaard ontwaakt te zyn, dog hy fchreef het alleen aan den fchrik toe, van zig daar te bevinden, dat by buiten kennis geraakt was. Na zyne toevallen, vond hy z;g gemeenlyk een weinig vermoeid, zomtyds, alhoewel zelden, wat ongemakltelyk. Na het aflopen van een der aanvallen, waar van de boven, genoemde Heren getuigen waren, kreeg hy fterke brakingen. Na verloop egter van maar korten tyd, bevond hy zig fteeds weder zeer wel. Wanneer hy wakker wierd, wist hy zig, gemeenlyk, niets te binnen te brengen, van 't geen hy, gedurende zyn flaapwandeling, gedaan hadde. Het onderwerp zyner Dromen was binnen een zeer naauwen cirkel van voorwerpen bepaald, betrekkelyk zynde tot het gering aantal van denkbeelden, waar mede zyne Jaren zyn brein voorzien badde; gelyk als zyne lesfen, de kerk, de klokken, en vooral fprookjes en vertelzels. Het was zelfs genoeg, dat men 's avonds te voren zyne verbeelding gaande maakte,, om zyne flaapwandeling op dat oiiucivYWi^i iB u.cugtrj. Men lasnetn, gedurende dat hyzig in dien ftaat bevond, een vertelzel van een Dief voor. Terftond hier op verbeelde hy zich Dieven in de kamer te zien. Daar hy ondertusfchen zeer onderhevig was, aan het Dromen, dat 'er lieden rondom hem waren, kan men niet verzekeren, dat zulks het gevolg van dit voorlezen ware. Men heeft opgemerkt, dat, wanneer hy *s avonds iets meer dan naar gewoonte at, zyne Dromen naargeestiger waren. De Heren van de Commisfie, aan het hoofd van dit verflag gemeld, hadden byzonderlyk en veelmalen gelet op den ftaat der Zintuigen van dezen jongen Nagtwandelaar,nevens den indruk, welken vreemde voorwerpen op dezelve maakten. Een ftuk welriekend hout maakte hem onrustig. De vingers hadden een gelyk uitwerkzel, 't zy uit hoofde van derzelver reuk of uitwaasfeming. Aan den reuk kende hy AIzemwyn; zeggende dat hy de Wyn van zyn tafel niet ware» Van de Metalen hadde hy gene de minfle aandoening. Wanneer hyzig eens in den ftaat van ongevoeligheid bevond en zyne bewegingen flegts traag gefchiedden, bood men hem een weinig dagelykfehen Wyn aan. Hy dronk 'er met fmaak van, maar de prikkeling, die dezelve by hem te weeg bragt, zette zyne gefprekken, bewegingen en gebaarden meer levendigheid by, zelfs deed zy hem onwillige grimatzen maken. Men heeft hem zig zien kleden, terwyl het pikdonker was. Zyne klederen lagen op een groten tafel, onder die van anderen vermengd. Hy kreeg de zynen, ftuk voor ftuk, uit dein  C 197 ) den hoop, en beklaagde zig zeer: ten laatfte bragt men een flaauw ligt, en men zag , dat hy zich zeer netjes kleedde. By aldien men hem kwelde, of flegts zagtkens kneep, wierd fiy zulks byna altoos gewaar, ten minlttn zo hy niet te zeer met enize andere zaak was ingenomen; zelf; WÜdi hy den belediger een klap geven: fchoon hy zig egter nimmer verzettede tegen den perfoon zeiven, die hem kwaad deed, maar altyd tegen het ingebeeld wezen, 't geen zig aan zvnen geest opdeed, en 't welk hy nazettede door de gehele j kamer, zonder de Meubelen te raken; terwyl ook niemand, I die hem in zyn weg ontmoette, in ftaat was hem hier in te J fluiten. Gedurende dat zyn verbeelding zig met onderfcheidene dingen bezig hield, hoorde hy een Koekkoeks-klok (laan. DirTdeed hem terftond zeggen: hier zyn Koekoeken; bootfen de, vervolgens, des verzogt zynde, het gezang van dezen Vogel na. Wanneer deze Nagtwandelaar een of ander voorwerp wil- ; de befchouwen, gaf hy zig moeite om zyne oogleden op te ligten: dog zy waren zo weinig beweegbaar, dat hy die flegts j 1 a 2 Lynen verwyderen konde, door zyne wenkbraauwen 1 op te heffen. Zyn oogappel ftond dan ftyf, en het oog zag ■ 'er dof uit. Wanneer men hem het een of ander, met bygevoegde j beduiding, aanbood, doeg hy met moeite zyne ogen op,en floot ze terftond weder, zo dra hy het aangebodene tot zig \ genomen hadde. Men befluit, in het verflag, uit alle deze faétaenuitmeer anderen, tot onderfcheidene Zintuigen betrekkelyk, dat derzelver werkingen niet ten enemale opgefchort zyn, omtrent alles, *t geen «iuao MogiwaiiUciaai uwa ~u , s- , u» gewaarwordingen, die op de voorwerpen pasfen, waar mede zyne verbeelding is ingenomen: dat men hem ook zodanige indrukken kan doen ontvangen, wanneer zyne verbeelding op niets anders gevestigd is; dat hy, om te zien, verpligt is, zyne ogen op te ligten: maar dat egter de ontvangen indruk blyfe: dat de voorwerpen zyn gezigt kunnen aandoen, zonder zyne verbeelding te treffen, indien zy onverfchillig omtrent dezelven is: dat hy zomwylen het aanwezen der voorwerpen ontwaar word, zonder dezelven te voelen of te zien. , ,, Op zekeren tyd een Thema moetende fchryven, zag men hem een kaars optieken, en uit de Iade van zyn Tafel pa. pier, pen en inkt krygen. Hy maakte vervolgens de Thema, onder het voorgefchrevene van zyn Meester. Terwyl hy fchreef, hield men een dik papier voor zyne ogen: zulks egter belette hem niet voort te gaan, en de letters zeer on derfcheidenlyk op het papier te brengen, alleen gaf hy blyk dat men hem ontrustte, 't geen waarfchynlyk hier uit ontftond, dat het papier, een weinig te digt aan zyn neus 2ynde, ene onaangename gewaarwording, door het belemmeren van zyne ademhaling, by hem te weeg bragt. Op enen anderen tyd ftond deze jonge Nagtwandelaar om vyf uren des morgens in zyn flaap op, kreeg alles wachy' nodig hadde om te fchryven , nevens zyn fchoolfchryfboek. Hy wilde boven aan ene bladzyde beginnen; maar befpeurende, dat daar reeds iets gefchreven ftond, zettede hy de pen op het wit der bladzyde: hy fchreef enigen tyd de vol gende conjugatie: Fiunt ignari pigritia — ils deviennent ignotanspar la paresfii en 't geen opuierkelykis,. na enige regels gefchreven te hebben, wierd hy gewaar, dat hy een s in 't woord ignorans vergeten, en een r te veel in het woord paresfe gezet hadde; hy hield des op met fchryven, om de overgefla^en s in te voegen, en de voorfte van de tweerr uit te wisfehen. By ene andere gelegenheid maakte hy, uireigen beweging, een fchrift, met oogmerk, zo hy zeide, om zyn Meester te behagen. Het Schrift beftonil uit drieërlei foorten, groot, middelmatig en klein, met gepaste pennen voor elk foort gefchreven. Hy vroeg vervolgens om een pennenmes, ten einde een inktvlak uit te krabben, die hy tusfchen twee letters gemaakt hadde: 't geen hy deed, zonder de letter» tekwetfen. Om nog maar een geval te melden; De Nagtwandelaar eens, in zynen flaap, zig weder aan 't fchryven'zettende,. begon hier nrïde boven aan bet eerfte blad van een fchoon boek, zettende Vevey, le . . . hier hield hy een ogenblik op, als zig op de dagtekening bedenkende, liet enige ruimte tusfchen beiden open, en fchreef vervolgens Dec. 17S7waar na hyom een Almanach vroeg: men gaf hem een Nieuwjaars Almanach. Hy nam dien, floeg dien op, hield hem voor 't gezicht, en wierp hem daar na op den Tafel. Men bood hem vervolgens een anderen Almanach aan, dien hy kende, zynde in 't Hoogduitsch, en van een gelyk formaat als de Almanach van Vevey: Hy nam ook dezen en zeide daar op t Wat geeft men my? daar hebt gy uw Hoogduitfcbe Almanach l Eindelyk gaf men hem dien van Berne : hy nam dien ingsgelyks en ging hem bekyken, agter in ene geheel donkere Alcove. Men hoorde hem bladeren, en zeggen 24,en ogenblikkelyk daar na 34. Hy kwam weder op zyn plaats, . >_.. -vi ,uwi,, oFi.u ^yuJc op Je JMaand December. Hy lag dien op den Tafel, en fchreef op de plaats, die hy open gelaten hadde, le 24. Dit viel op den 23ften voor: dog daar hy geloofde, dat het de 24de was, kan men niet zeggen, dat hy een misflag beging. Het verflag behelsd wyders verfcheidene oordeelkundige, aanmerkingen, tot opheldering zo van dit geval, als de overigen; doch waar voor wy, om niet te zeer buiten bet be« ftek van ons Blad te gaan, den Lezer moeten wyzèn, tot het gedrukt Rapport zeiven; 't geen te bekomen is by den Boekh. 11. Vincent, te Laufanne, of ook wel tot het breder uittrekzel van het zelve in het voornoemde Journal. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN» AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Duitschland. G. J. Zollikoffers Predigten Rc. Leer^ redenen van Zollikoffer, na zynen dood uitgegeven. Leipfig; 1788. 3 delen, 8vo. Deze Verzamelingbehelst gewis de beste Leerredenen van den waardigen Leeraar, die tot nog toe zyn uitgegeven. Het oppervlakkig befpiegelende, welk, by ene reeks van ingewikkelde volzinnen', iri zyne vroegftePredikatien beerschte, wordt hier verwisfeld met enen zakelyken voordragt, die kort, klaar en krachtig is. Het ïfteDeel beftaat uit Leerredenen over de Lydens gefchiedenis s het 2de, Feest- en Avondmaals-Stoffen; terwyl het 3devei» 1 fchillende onderwerpen behelst. Gott Gel,. Anz. Unterbaltungsfcbrift fur Theologen &k. Gefchrift tot onder* houd voor Godgeleerden, uitgegeven door H A Gnmnx era Pb L. Muzel, Duisburg en Leipfig,. Dil Maandfciariffc, var» B b 3. welk  C IP8 > tvelk otn de 2 maanden een Stukje van 6 tot 7 drukbladeu word uitgegeven, behelst Godgeleerde Verhandelingen, recenficn , Bydragen tot de Kerkelyke en Geleerde Gefchiedenis, en Berigten wegens voorgevallene veranderingen en bevorderingen. In alle opzigten pryst het zich aan, in 't algemeen, door zynen leerzamen en oordeelkundigen inhoud, gelyk mede door de befcheidenheid en duidelyke voordragt, welke beftendig zyn in acht genomen, dezelfden. Einzig mSgiicher zweck Jezu Rc. Het er.ig mogelyk doel van Jezus, uit de gronden van den Godsdienst afgeleid. Berlyn, in de Acad. Kunst en Boekw. 1789. 160 blz. Svo. De onbekende Schryver des opgetneldengefchrifts, heeft ene tweevoudige verdienste. Terwyl hy den geest des Christendoms in zichtbare éénheid en overeenfhemming voorlielt met den geest der reinfte en verhevenfte Philofophie des levens en deszelfs onovertrefbare gepastheid, ten opzichte van de werkdadige behoeftens der menfchelyke reden in het licht fielt, zo geeft hy niet alleen den gelove aan eene eerwaardige leie meer vastheid , en maakt dat zelfs de geoeffendfte Wysgeer haar eerbiedige, maar hy baant tevens daar door aan de wysgerige verlichting, welke de Philofophie dezes tyds over de zedelyke begrippen verbreid, den weg langs welken dezelve tot heilzame overtuiging en praktyk van gelovige Christenen geraken konne. Alt*. Litt. Zeit. P. Virgilii Maronis Opera, varietate lettionis et perpetua atnotatione Illujlrata a Cbr. G. Heyne, Editio altera, Leipfig 1788. 4 torn- gr. Svo. De eerfte uitgave verfcheen ini?ó7, 71 en 75: hier op volgde ene kleiner uitgave ini77penSo. Thans heeft men de eerfte'uitgave in twe drukken geleverd: de een op gewoon drukpapier zonder vignetten; de ander Op fyn Schryfpapicr met vigmtic, «.«m» i*.~.n. fchoon is. In bet algemeen behelzen deze nieuwe uitgaven zeer gewigtige verbeteringen, en een zeer uitvoerig bladwyzer van 704 pag. — In dit Jaar 1789 zal ook een nieuwe verbeterde druk by Fritscb ver fchynen van denklein 8vodruk in 1779 en E©, in 2 delen. Gott. Gel. Anz. TEKENINGEN en PRENTEN. londen. Thirty-eight Plates &c. Agt en dertig Platen, met verklaringen; dienende ter opheldering van hetPlantenftelzel van Linnaus, en byzonderlyk gefchikt voor de Brieven over de beginzels der Plantkunde, door Tb.Martyn, B. D. F. R. S. Hoogl. in de Kruidkunde te Cambridge, Svo. by White, prys 9 f. en afgezet 18 f. De Hoogl. Martyn heeft deze Afbeeldingen in 't licht gegeven, om aan het verklaard verlangen te voldoen der zulken, die deszelfs Vertaling van Routfeath Brieven over de Kruidkunde, op deze wyze gaarne opgehelderd wilden hebben. Schoon zy dus wel een Werk op haar -zelven uitmaken, kunnen zy ook tevens als een Byvoegzel op de gemelde Brieven befchouwd worden. De hier voorkomende Afbeeldingen zyn zeer naauwkeurig. amsterdam. M. de Bruyn, Boekverkoper te Amfterdarn , heeft van den Heer Baron van der Trenck zei ven enige Exemplaren ontvangen, van een geheel nieuw en extra welgelykend Pourtrait van dien zonderlingen man, gegraveerd door den beroemden Kunstenaar G. Mansfeld de Jonge, te Wenen. Hy wordt hier verbeeld in ene zittende gedaante, en ene peinzende houding, met een pen in de hand, en omringd van zyne Schriften. In het reeds verouderd gelaat zyn egter de trekken van mannelyke fchoonheid ea grootheid nog duidelyk zichtbaar: maar tevens ziet 'men in het zelve, die bewyzen ener zachte droefgeestigheid, welken zyne doorgeftaane elenden hem noodzakelyk aanbrengen moesten, en welke vermeerderd wordt door de bekrompene omftandigheden, waar in hy zich nog tegenwoordig met zyne agt kinderen bevindt, dew'yl men hem wel zyne eer, maar geenzins zyne bezittingen, heeft weder gegeven. De Heer van der Trenck fchryft zelf, in een brief aan den Vertaler van zyne Levensgefchiedenis, dien hy te gelyk met deze Portraiten heeft afgezonden; „ dat hy 'er niet aan twyffelt, of de Hollandfche „ Natie, die met zo veel enthuliasmus zyne Wer„ ken leest, en zo veel-deel aan zyne ongelukken ,, neemt, zal veel belang ftellen in het bezit van dit „ „„i,» „ru«=u^ai, m.1 v...;sfl.o , «mn* welks echtheid ,, men in kan ftaan." Zo lang deze Exemplaren kunnen ftrekken, worden dezelven aan het Publiek aangeboden voor 15 ftuiv. ieder, doch, om het klein getal, kunnen zy niet in Commisfie verzonden worden. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrieken, betrekkelyk. Volgens een medegebragte Lvst uit Groenland, door een Robbeflager, die'in 't begin van May, op de Elve met 80 q. van daar gearriveerd is, hadden 18 Hamburger Schepen zinnen 1052 q. Robbefpek, 9 van Alto'na 336 q. 8 van Glukflad 485 q. en 3 van Bremen 77 q. In het 2de Stukje van het Magazin pour la Botanique, vind men het volgend uittrekzel uit een Brief van Bohgne, gedagtekend 10 Maart 1786. „Zedert ettelyke jaren kweekt mei in onze Kruidhoven, de oorfprongelvk Oost-Indifche Plant, die by Linnaus den naain van Unica nivea draagt. De-  ( ipp 3 zelve groeit ter hoogte van 6 voeten. De Heer Florian Mihezzi- Kanunnik onzer Hoofdkerk - het den iq Aug de zydfcheuten van dit Gewas afflaan, en jn de Zon drogen; hy liet ze vervolgens, als de Hennip-, in ft aan d water rotten, daar na op nieuw in de Zon drogen, eindelyk braken en hekelen gelyk Vlas Hv kreeg, door deze behandeling, een Heikelen zatter pitje, dan dat van 't Vlas. Het hekelzei liet hv op nieuw, met een wyder hekel,bewerken, en kreeg, door dit middel, nog een aanmerkelyke hoeveelheid hekelzei, zo goed van quahteit als het beste Vlas, 't geen zig zeer goed het lpinnen , en waar van de draad by uitftek wit bleekte. Het ove rige, welk een foort van zeer fyne Watte opleverde, kon tot velerlei gebruiken dienen. De Hoogl. Monti heeft ontdekt, dat deze Plant dezelfde is als die, welke de Chinezen Co noemen, en waar uit zy hun Zomerkleed Copou, bereiden. Men kan dezelve op tweërlei manier kweken, door middel van de Wortels of het opflag: wordende het Zaad hier ten Lande niet ryp. Zv heeft een ligten vogtigen grond nodig. Men moet de Planten wyd van elkander zetten, en men laat zevervolgens aan haar zeiven over.' In Engeland heeft men, dezer dagen, den proef genomen, in hoe verre het konde gelukken, omniet een Vaartuig, geheel van koper gemaakt, te zeilen. De Heer Williams, een Mede Eigenaar der grote korjer ■Myne" \ was ae uitvinder: nci v muiuift ^F te• Deptford in 't water, in tegenwoordigheid van ene crote menigte Aanfchouwers: men denkt dat het ten volle aan het oogmerk zal beantwoorden. Dit zo zvnde, zal deze uitvinding aan de Britfche Scheepvaart een aanmerkelyk voordeel toebrengen. Ook is men 'er op een van 's Konings Werven, onder het opzigt der Admiraliteit, thans bezig, met het bouwen van een Platboomd Schip van 10 Stuk ken Dit Vaartuig zal flegts 7 voeten diep gaan, en aeen Swaarden hebben; zullende egter, zo men meend zo fcherp by den Wind kunnen zeilen, als enie Oorlógs Fregat. Zo deze proef gelukt, zullen alle 's Konings Vaartuigen, die om de Kust krullen, op dezelfde wyze gemaakt worden. Ten Comptoire van GoLienComp. in Amflerdam, is met gepasf. Mamdag, den 15 Juny, de Intekening eeopend op ene Negotiatie, groot Drie Mill Guia. Hollands geld, tegen den Interest van 5 prCent op Hypotheek van Wenerbank, Obügatien, voor reKe ning van Zyne Keizerl. Koningl. en Apofl. Majefteit, welke Nepótiatie zal zyn voor den tyd van 10jaren, ingaande met 1 July 1789- tegen welken endaar aan volgende dagen de Obligaten in gereedheid zullen zyn; zullende egter dezelve Negotiatie, na verloop van 5 Jaren, gedeeltelyk of geheel aan de zyde zyner Keiz. Kon. en Apoft. Majeft. losbaar wezen. De Fournisfementen kunnen van den dag der In* tekening af aan, op Reeepisfen, met genot der Interesfen a 5 prCt. gefchieden. Vercelykingen tusschün den FINANTIELEN STAAT van FRANKRYK es ENGELAND. Getrokken uit een Franscb Werk, kortlings onder den tytel van: Tegenwoordigen Staat van Krankryk en Engeland, in bet Hebt gekomen. De gewone Inkomften van Fngeland, of het beloop vanalle de ingevoerde Taxen of belastingen, bedroegen in der* Jare 1603 ene Somma van circa ƒ 6,3"°.°"° Guld. Hou. In 16-?3 . . . • 8,100 000 1666 . . . . 12,6.0,000 1688 .... 21,600,000 1 1701 . . . • 39,15°,°°° 1751 .... 6j,ioo,oco 1 1765 . . . . 107,550.000 1786' . . . 165,150,000 Hier uit blykt, dat de Engelfche Inkomften thans ruim 25 malen groter zyn dan in't Jaanöoo; onder de regeringvan Koningin Elhabetb: en, 'c geen nog meer verbazend is, dat nZ_ .tJ. ,oe ouu 178Ö, dac is in 35 Jaren, omtrent drie malen verdubbeld zyn. De Inkomften van Frankryk, bedroegen omtrent het Jaar 1550 circa de Somma van ƒ 13,950,000 1640 .... 39,150,000 16S0 .... 93,600,000 1758 . . . 138.600,000 > 1776 . . . 169,891,912. \ 1781 . . . 192,388-752 en 1788 . . 4 212,586,997 (*) Men ziet dus, dat zedert. i6?o tot 178^- in 108 Jare»; de Inkomften van Frankryk met byna 119 Vlill. vermeerderd zyn; terwyl fn Engeland', van 1751 tot op voorleden J3ar, en dus in een tyd van 37 jaren, de publieke Inkomften met 103 Mill. aangegroeid zyn. lïinnen den tyd van ene Euwe zyn derhalven de Britfche Taxen of belastingen, van ruim 21 tot ruim 165 Mill. dat is van 1 tot 7|, geklommen, in Frankryk is deze vermeerdering van belastingen, gedurende denzeïfclen tvd, niet meer geweest d:in van 93 tot 2 12 Mill. dat is van 1 tot i\. Of wel anders, — De belastingen voor de Enge,fche Natie zyn om- (*) Inden voorgelegden Staat der Fiuantten doordenHr. Netter, in deszelfs Itedeuvoerin^ by de opening der tegenivoorJLe Vergadering der Algemene Staten word de Tom der vaste Inkomften, bepaald op Liv. 475,294,000. dat is, de Franfche Liv. teger. 9 tl bolt, gerekend, zo als in de bovenftaande fuBsraen gedaan ui/113,883,3c* vao otue Maat.  C 20O ) omtrent agt malen groter geworden, gedurende dat die in frankryk flegts een weinig meer dan verdubbeld zyn. * De Balans da Handels is, zedert 25 Jaren, ook aanmerfcelyk min voordeliger voor Greotbrittanje geworden. Dezelve was in haar voordeel in 1761—1763 ingefloten. 131,903,007 Liv. tournois. 1764—1766 . . 100,863,809 1767 — 1769 . . 56,893,620 1-770—1772 . . 81,765,930 1773—1775 • • 7o,9ö4,44S I77Ö—1778 . . 47,352,341 179—1781 . . 45,683,c4ö 1782—17*84- . . -35,620,612 [Zedert de invoering van het Nieuwe Commercie Traétaat tusfchen de beiden Ryken, moet ongetwyffeld die Balans nog zeer veel minder voordelig voor Engeland geworden ayn: gelyk terftond in 't oog moet vallen, wanneer men naar gaat, de aanmerkelyke hoeveelheid van Wyn, die de Fran> lehen thans aan Grootbrittanjen leveren.J De publieke fcbuld van Engeland is, zedert den Iaatffen Oorlog, tot de verbazende hoogte van ruim 222 Millioenen Sterlings, dat is 2 duizend 442 Mill. van onzen Munt, geklommen (*), de Afzonderlyke van Ierland hier onder nog niet eens begrepen zynde. — Van 1740 tot 1749, was die Schuld met omtrent 292! Mill. Holl. en van 1755 tot 1763, met 765 Mill. gevolgelyk in twee Oorlogen met duizend en 57a Mill. vermeerderd. Die van Frankryk was, in den Jare 1721 iets meer dan 76 j Mill. tegen de Penning 40, of 2§ prCent, in het Jaar S-775 beliep dezelve ruiin eens zo veci j zo aat ci, ..1 ot Jaren niet meer dan grote 707 Mill. bygekomen zyn. Over het geheel belopen de opgenomene Kapitalen door Frankryk, zedert 1721 tot 1788, niet boven de i462|Mill. Uit hoofde van den laatften Oorlog, hebben de Engelfchen byna ioyz Mill. Holl. geld genegotieerd, en de Franfchen alleen iets minder dan 675 Mill. Het Deficit of het te kort komende, op de rekening van Jaarlykfche Ontfangst en Uitgave in Frankryk word begroot op tusfchen de 24 en 25 Mill. Holl. (f). Dat in Engeland was in 1784- minder dan 13! Mill. Dit onderfcheid fchynt, in den eerften opflage, aanmerkelyk genoeg, om bedugt te wezen, dat het evenwigt tusfchen de ontvangst en uitgave zich in Frankryk niet zo gemakkelyk herftellen zal, als in Engeland: dan men moet hier omtrent in aanmerking nemen. Vandenjaarlyken interest, diende EngelfcheExcbequer betaald, zyn flegts 30 Mill.Sterl. aflopende Annutetten: 'tgeen omtrent een 7de gedeelte der Engelfche Schuld uitmaakt. De ges overige gedeelten beftaan in perpetuele Renten. (*) Deze Schuld is wet, in de 2 laatfte Jaren, door den inkoop van Effeaen.metruim4Mill. Sterl. vermimleru;dog men negotieerd thans werkelyk op nieuw een fom van 1 Miil.Sterl. fcy wegevanTontine. (f) De Hr. Necker bepaald hat tegenw. Deficit op Liv. 56,150,000. Onder den Interest daar en tegen, in Frankryk betaald, re. kend men meer dan 107 Mill. Liv. Lyfrenten, welke bykans die der halve fchuld van 't Ryk uitmaken. By aldien nu, gelyk behoord, de beiden Natiën,de een hare aflopendeAnnui. teiten, en de andere hare Lyfrenten, op de ordinaire uitgave brengen, zo volgd, dat wanneer die beiden Renten afgelopen zyn, Frankryk, al het andere gelyk gefield, een voordeel van 77 Mill. Liv. boven Engeland zal hebben, met betrekking tot dat gedeelte van hare Inkomften, 't geen hier door vry zal worden. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amflerdam 122: in V Hage dat der vorige Week 29, en te Haarlem 13, onder welken laatften 9 beneden de 12 Jaren. WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. f789 BARO THERMO- STREEK UMY. ME- METER. DER LUCHTSGE. TER. N0Qrd| Zuid. WIND. STELDHEID. (2ö- 9 55 \ 57 n. t o. 1 Zeer bewolkt, byna IO.< 19 9 6c§ I 61 N N. w. betrokken, in het t 29- 93 54 I 52§ n. Westen helder. ("29.10 63 I 75 n- N.o. [30- o 55 I 54 w t. w. w°'*'- ("30 o 55 1 5" n. t. w. 12. ^30 o 6ii 69 n w meest betrokken. (.30- 1 54 51 K t. tv. f30. 1 5?i 5ö~ M. 13. -! 30. o 65! 681 n. t. w. meest betrokken. P 53|_ 53 f30- O 57 56f n. O. 'sMorg.betrokkeTI j 4.-! 29.11 66 71 o. k. o. Voorm. bewolkt, I29 IO 6o| 58 n. n W. verder helder. r"SM°i| 66 ll öTln. heMe~fo~.tN~ 15-i 20- 9i 74 86 en O.zware wolken. ( 29. 8 63§ 6i| n. o. 2 ff II °' ^.in-'Oostea XÓW29. 7 76 88 wolken. / 29. 6\ 66| 63 o. n. o. Drukfeil,in Nr. 50, onder de Weerkundige Waarnemingen. Den 9 Juny ftaat Storm, byna betrokken. moet zyn Foorm. byna betrokken. Te Haarlem, by A. LOOSJES,  i78p. No. 52. ALGEMENE KONST* en LETTER"! O DE, VOOR MEER- ENMIN-GEOEFFENDEN. f' Vrydag den 26. Juny. li NB. Dit Nr. word, met de beiden REGISTERS op het 2de Deel, TYTEL en OMSLAG, voor het dubbeld van den gewonen prys, zynde nu .5 ftuivers, uitgegeven. BERIGTEN. FRANKRTK. {"^=,f e Natuurlyke Hiftorie heeft kortlitigs geen I"N iJL .gering vtilii_o gclcücu i.. J«... Joo U [| Heren de Badier, een jong Heer van de msé^të grootfte verwagting, in Parys, die reeds de aanmerkelykfte Colleélie van Schaal visfchen(Otfftacés) by een verzameld hadde, welke men tot nog toe zag. De Verzameling beftond uit meer dan 350 foorten, voor 't mérendeel van Guadeloupe overgevoerd. Hy hadde 'er nog verfcheidene onbekende Infekten uit dat Land, 't geen hy met alle oplettenheid doorgekruisd hadde, by gevoegd. Zyn voornemen was op nieuw derwaarts te reizen, en hy ftond reeds op zyn vertrek, toen hem de dood overviel. DUITSCH LAN D^en naburige Ryken. 'Zedert men begonnen heeft, de edele Boekdrukkonst, ruim zo veel tot een middel van beftaan, en zelfs het dryven van enen aanzienlyken Handel te gebruiken, dan ter uitbreiding van ware Kennis en Geleerdheid te doen dienen, ziet men, van dag tot dag, inzonderheid hier in Duitschland,'*. geen,boven andere Landen, van hongerige Geleerden, heel- en half hakkenen, krield, gehele ftapels van Boeken en Gefchriften in de waereld ftoten, waarvan een goed deel de ligchamelyke zo wel als geestelyke armoede van derzelver Zamenflanfers op het eerfte inzien genoeg verraad. — Volgens de gedrukte Catalogus der Nieuwe Boeken, op de Frank/order en Leipfigcr Misfe dezes jaars, uitgekomen, bedroeg derzelver aan- U. peel. tal ver over de 2000: zo van geheel Nieuwe Werken, als Vertalingen, Vervolgen en Herdrukken. Zie hier éen korte Lyst der onderfcheidene Klasfen van dezelve, met byeentrekking van het geheel in elk Vak, op de laatfte kolom. Nieuw. Vert.Verv. Herd. Geh; In d^ t r!nr?ai«*i-;M,»M au. j. 68. 38. 334. 2. Rechtsgeleerdheid . 103. 3. 38. 13. 157. 3. Geneeskunde . . 75. 30. 31. 22. 158. 4. Wysgeerte . . 55. nopens den Aether, op vele byzonderheden moeten doen (lil ftaan, 't geen het bepaald beftek van dit Blad niet toelaat; terwyl zulks ook meerdere en verfchillende Proeven zoude vereisfchen; en het oogmerk van dit verflag alleen is, om deze proef, ter nadere volmaking, aan den Nederlandfchen Scheikundigen mede te delen.— Word door den Aetherde auivere Lucht, uit de Kwikkalk gehaald ? Of deeld de Aether enig brandbaar wezen aan de Metaalkalk mede? Misfchien gefchied 't beide, — ten minften de onmogelykheid van 't laatfte is niet te bewyzen; bekennende zelf Mr. Lavoisier, in zyn overheerlyk Werk: Traité Elementaire deCbimit, dat de onvlambare Lucht, (welke zeker veel brandbaars inhoud en by hem Hydrogene genoemd word;) zich met alle brand, bare wezens kan verëenigen. Leyden, H. W. ROUPPE. den 20 Juny 1789. NIEUW UITKOMENDE BOEKEN, AKADEMISCHE EN ANDERE SCHRIFTEN. Italien. Hemeri Ilias ad veteris Codicis Veneti fidem rccenfita Scholia in eam autiquisfima ex eodem codice aliisque nunc primum edidit, cum afleriscis, obeliscis aliisque fignis Criticis Jo. Bapt. Caspar, d'Ansfe de Villoifon Rc, Venetien 1788. fol. De Voorrede 60, de Tekst 120, en de Scholien 532 bladz. Ene nieuwe uitgave der Iliade van den Vader der Dichtkonst, aan welke de Geleerde Uitgever enen onbegrypelyken vlyt heeft te koste gelegd, mum.nJo J"=«'" Ljrnondei-iyiuit door het gebruik van een oud Handfchrift uitdeSt.Marais Bibliotheek te Veneticn, welke, behalven de Scholien, ook den Tekst met de oordeelkundige tekenen der oude Grammatica behelst, en tot nog toe onuitgegeven was. Duitsch l a nd. Veler Hamers Leien und Cezange Re. Over het leven en de Gezangen van Homerus, door H. J. Koppen, Hannover 1788. by Scbmidt, 217bladz. 8vo. Onge. twyffeld het beste Stuk, dat over dezen groten Dichter tot nog toe gefchreven is: het handelt, 1. Over het leven van Homerus. 2. Over zyne Gezangen. 3, Over de Iliade, derzelver Karakter en het wonderbare, daar in voorkomende; over den Styl en de taal van den Schryver. Het zelve (leekt merkelyk af by een, ander gelykfoortig gefchrift, ten titel voerende: Utbtr Hamers Iliade. Over de Iliade van Hamerus. Zuili. thau 1788. zonder naam van Schryver, gr. Svo. 452 bladz. Dit Stukje is een vervolg op het eerfte gedeelte, welk reeds in 1786 is uitgegeven- Deszelfs enige verdienste beflaat in ene opgave van zommige Dichteriyke fchoouheden in Homerus Gott. Gel. Anz. Recueil des Ecrits.publics Rc. Verzameling van openbaare Stukken, die, ten behoeve van het Pruisfisch Hof, door den Staatsminister Graaf van Hemberg , zedert het begin van den ïevenjarigen Oorlog in 1756 tot op dien van Beieren, in 1778. zyn vervaardigd en overgegeven. Berlyn 1789 by Vager. ïfte.deel 8vo. 478 blz. Ene Verzameling van belangryke Staatsgefchriften, die zo wel den doorkundigenOpftelJer, als den 'grooten Frederik, eer aandoen teiwyl de laatfte de verdienden van den eerstgenoemden op haren regten pryi, wist te fchatten. dezelfden. Ueber Declamation Rc. Over de uitfpraak van den Redenaar, door H. G. B. Franke, ïfte Desl, Gotting. 1789. by J. C. Dietericb, ico bladz. 8vo. Een uitmuntend Vertoog, welk het Stuk deruiterlyke welfprekenheid zeer oordeelkun*dig behandelt, en te gelyk de regte middelen aan de hand geeft, om de uitfpraak behoorlyk te regelen en de gebreken te vermyden. dezelfden. De fragmentis Orpbicis Rc. Over de Fragmenten van Orpbeus, voor zo verre zy de Sterren- en Landbouwkunde betreffen, door C. G. Lenx. Gott. 1789. 40 bladz. 8vo. Deze Verhandeling, door den Schryver ter verkryging der Doctorale waardigheid in de Wysbegeerte opgefteld, geeft ver» fcheiden, zo letter- als oordeelkundige ophelderingen aangainde deze Fragmenten, welken allen dank der Geleerden verdienen, dezelfden. Handbucb fur Officiere Rc. Handboek voor Officieren ter beoeffening der Krygskunde, door G. Scbarnborst, 2 delen. Hanover 1787 en 1788. ïfte Deel 346 bladz. en 7 plat. het 2de 448 bladz. 8vo. en ir plat. Een zeer duidelyk en be« redeneerd gefchrift, welks eerfte deel het regt gebruik van het Gefchut, en het 2de de Konst van Verfctianzing behan» dett. De platen zyn zeer gefchikt, om de nodige ophelderingen te geven; dezelfden. De rebus gefiis Frederici Magni, Borusferum Regis, junBis cobxrentibus eis rerum in Gcrmania gefiarum bijloriis. Over de daaden van Frederik den Grooten, waar by de Gefchiedenis van het gene 'er omtrent dezen tyd in Duitschland is voor» (jo.Tollor. .ft» T1..I .r,o. O - - O J, O-Koom Ait Werk eigenlyk meer de Gefchiedenis van Duitschland in het algemeen van 1740 tot 1745 behandelt , zonder juist den groten Frederik byzonderlyk te bedoelen, en de tytel dus anders had behoren gefteld te zyn, beveelt zich dit ftuk aan den anderen kant door een uitmuntend eenvoudigen en zuiveren Hiltorifchen Schryfftyl, welke dien der beroemdfte Romeinen in dit Vak zeer naby evenaart, dezelfden. Nederland en. De B YBEL, vertaald, emfebreven, en door aanmerkingen opgehelderd, door Willem Antonï vak Vloten, eerfte Deel, buiten de Voorreden, met de Inleidingen 552.bladz. in gr. 8vo.|te Amflerdam, by J. Allart, 1789. met approbatie van de Theologifche Faculteit te Leyden. Het Werk, waar van de Eleer van Vloten hier het begin aan het publiek mededeelt, is, volgens de Voorrede, de vrugt van een zeventienjarigen arbeid des Schryvers, die, reeds vroeg, door zwakheid, genoodzaakt den dienst van gewonen Leeraar by de Hervormde Kerk., te laten varen, zedert, door twee uren daags aan het zelve te bededen, dit Werk, in dien tyd heeft ten einde gebragt. Het zelve beftaat, zo als uit den Tytel blykt, in ene nieuwe Vertaling en uitbreiding van den. gehelen Bybel, over al daar 't nodigt geóórdeeld wordt, met ophelderende aapmerkingen verrykt, en is dus het.eerfte in dien trant, het geen in de Nederduitfche Taal gevonden wordt. Het . word voorafgegaan door ene algemene Inleiding., ene Inleiding tot het oudeTestament, en ene algemene Inleiding over de vyf Boeken van Mofes; terwyl 'er eindelyk voor dit Eerfte Deel, bet geen alleen het eerfte Boek van Mofes vervat, ene byzondere Inleiding volgt tot dit Boek.  ( 20:5 5 In de algemine Inleiding, houdt zig de Schryver, die een Voorftander is van de eigenlyke Bybelverklaring, in de eerfte plaats bezig, met de ware reden aan te wyzen, der verfchil. lende, en van de eigenlyke afwykende, Verklaringen, (de bronnen van de verfchillende Geloofs-begrippen onder de Christenen) welke reden hy vervolgens gefchiedkundig. opgeeft. Daar na gaat hy over, om het gewigt en het regt Zinnige van de eigenlyke Verklaring aan te tonen: de afwyking waar van hy voor de grote oorzaak houdt van het hedendaagfche Ongeloof. Voorts geeft by de eenvoudige Regels van Uitlegkunde op, en wel als eerfte en voornaamfte dat aan elk gezegde maar één zin kan en moet gebegt worden, en men niet dan in de uitterfle ntodzakelykbeid, van den eigenlyken af letterlyken zin moet af gaan ; beoordeelt vervolgens die regels, welken minder eenvoudig zyn: als, onder anderen, dat men, om den zin van een Schryver te treffen, zig veel van gelykluidende plaatzen moet bedienen: welken regel by, uit hoofde van het misbruik, het geen daar van gemaakt is, en het nadeel hier door, wel voornaamlyk onder de Hervormde dezer Landen, veroorzaakt, niet zeer, en niet dan met bepaling, durft aanpryzen; onderzoekende daar na ook andere Hulpmiddelen, behalven de uitlegkundige Regels; als Vértalingen, Qmfckryvingen en Uitleggingen; by welke gelegenheid hy de vereischten der Omfcbryvinge opgeeft. Verder gaat hy voort, met de algemene Waarbeden open te leggen, die in de Bybelverklaring, ten grondflag moeten gelegd worden: waar by hy het voor zyn gevoelen verklaart, dat de Gtdlykheid, of godlyke Ingeving, dei H. Schriften, meer gefchikt is, om door een naarftig; Bybellezer proeföndervindelyk ontdekt, dan door ene afgetrokkene betosins.bewezen te worden. „Niemand, zegt hy, „kan een duidlyk betoog geven van ene cigenfchap, welke wy gewoon zyn Ingeving te noemen; ofhy ', moet die byzondere werking van Gods geest ten duide', lykften kunnen onderfcheiden, van ene andere werking, „ door denzelfden geest gewrogt; zig alleen bepalende tot „ zulke.Schriften, welke met Stigting in de Gemeente der Christenen gelezen worden. En wie durft zo vermeten • „ van zyne kundigheden, in dit Stuk,denken?" Terwyl hy eindelyk byzonderlyk ftil (laat op het gevoelen, door hem ene byna algemene doling genoemd, te wederleggen: als of de' Bybel een volledig ftelzel van den Godsdienst ware. lp de Inleiding tot bet oude Testament, houdt de Schryver zig eerst bezig,,met de'Volledigheid der godlyke Openbaringe, of der Schriften des Ouden Verbonds, voor de Joden, en van elk dier Schriften,, of derzelver echtheid, in het algemeen, aan te tonen; zonder hier mede die van alle byzonderheden te willen ftaandé houden. „Want," zegt hy, zo min men den Letterzetter (door ervarisg hier in be „ vestigd) by het drukken van den Bybel ene byzondere beveil'gende Voorzienigheid zal toekennen , even zo min, kan men-zulks aan den Affcbryver toeftaan;" en geeft ver volgens verflag van onze gewone Nederlandfcbe Overzetting.. Voorts gaat hy over tot het behandelen van de wyze van Foordragt, in het Oude Testament, in het algemeen, en van den Gefcbiedkun'digen- Poêtifcben en Propbetifehen Styl, in 't by zonder, als mede van de Nuttigheid der oude Openbaring» aan de Joden, rcor-de Christenheid: en befiuit deze Inleiding met een Tafereel van Aardrykskunde voor den Lezer van bet Oude Testament. De algemene Inleiding over de vyf Boeken van Mofes dient om konlyk te bewyzen, dat Mofes de Schryver derzelveis: terwyl 'er voorts bet Cbara&er dezes mans, en deszelfs Scbryfi ftyl, breder in gefchetst word. Eindelyk handelt de Schryver, in de laatfte, of de byzondere , Inleiding tot bet eerfte Boek van Mofes, voor eerst, ovet de Bronnen, waar uit Mofes de eerjle Berichten heeft; welken de Schryver, met vele anderen, in oude Gedenk/lukken ftelt: ten tweden, over den figuurlyken Styl, in die Gedenkftukken: ten derden, over bet algemene doelwit van den Ge» fchiedfchryver: ten vierden, over de Nuttigheid dezer Ge» fchiedenisfe voor den Christen. —,, Voor de deugdzame, de „ gevoelige Ziel" zegt hier de Schryver,onder vele andere, aanmerkingen „is hier alles, wat men zou kunnen begeren: „ en 'er is geen gevaar om te kunnen misleid worden; ten,, zy alleen in dit ene geval, wanneer men alles, wat men„ van de Bybelfche Perfonagien opmerkenswaardig aangete„ kend vind, voor bewyzen van hunne uitnemendheid boven,, anderen wil doen doorgaan; zelfs, ten koste van de zuU „ vertle gronden van deugd, hunne gebreken voor bewyzen „ van Geloof en Godzaligheid opgeeft..—Dit is een heilloos „ mubruik, waar voor elk, die liefde tot de godlyke Open» „ baring heeft, zig zorgvuldig moet wagten: Want, waar„ lyk, geen Voltaire &c. kan, door het verwringen dier Ka» „ rakters, of door dezelve in een belagchelyk lichtte plaat. „ zen, zo veel verwoesting in bet dobberend gemoed verr „ wekken, als zulke zogenoemde Stichtelyke verklaringen." Vervolgens geeft de Schryver enige algemene denkbeelden op, de Offerbande betreffende; handelt over den uitwendigen Godsdienst na den Zondvloed; over de denkbeelden van dien tyd, aangaande een leven na dit leven: geeft daar na ene algemenen Tekening .van bet Patriarchale leven, en enige Tydrekenkundig» ' siurtmertingen over aeze uefcbiedenis: en befluix, eindlyk,deze Inleiding met ene opgave en beoordeling der Scbryveren, wel« ken hy, zo in zyn gehele Werk over het Oude Testament, als byzonder over het Boek Genefts, gqbruikt heeft* Betreffende het Werk zelve, of het eerftè Deel van het zelve, het geen thans het licht ziet. Het zelve beftaat, zo als wy reeds boven te kennen gaven, behalven in enen niewe Vertaling, in ene béknopte uitbreiding van den Tekst, niet overladen, maar flegts hier en daar, daar 't tot recht verftand van dezelve dienen kan, met korte Aantekeningen verrykt: zynde dus zeer gefchikt, tot een Huis-Uitlegger, of Handboek over den Bybel, zo als het zelve ook hier toe, als in het algemeen, van wegen de kunde, waarheids- en redelyken Godsdienst yver des Schryvers, alle aanpryzing verdient. Ondertusfchen Iaat zig deSchryver zelve'er, in syne Voorrede, dus over uit: s,dus ziet gy, geëerde Lezer,(ttt „ zyn vorig verflag) dat-ik, aan de Kerk van God gewyd., „ niet Uit zugt tot gemak, maar genooddwangd, bet open-„ baar Werk te ftaken, met die kragten,my overgebleven, „ heb willen dienstbaar zyn; en dit is.de gewigirgfte reden ,, van deze uitgave. Dit Offer zal my misfehien iets kosten, ,, want ik. kom met een wys van Verklaring .tef bane, - die „ voor-Nederland een halve Eeuw te vroeg_komt, om ene „ algemene goedkeuring weg te dragen. Want men is neg ,, te veel a3n een oneigenlyke onnatuurlyke uitlegging ver„ bonden. - Mannen van naam en algemene achting beguns,, tigen die nog fterk en te algemeen. Hier in is- nog ze „ ligt gene verandering of verbetering te , verwagten: de „ waarde van zulk ene. urtresfciug zal eerst'gekend'woraéii „ als ik in het ftot des doods ligge." j cc 3- "  Heelkundige' Mengelfcbriften, uitgegeven tfcsrj. L. Scrnwoc Ker, uit het Hoogd vertaald, door Job. Daams, Heelmeester te Haerlem , 2de Deel N. r. 118 bladz. in gr. 8vo. te Haerlem, by A. Loosjes. Die Stukje vervat twee Verhandelingen van den Heer Scbmucker zelve, zo over de Genezing <0an den zwarten Staar , als over de Zogvitplaatzingen, by welken de Konstbewerking moest verrigt worden ; nevens nog 18 Waarnemingen van de Heelkundigen Scbwind, Ollenrob ,Pü Jcbel, Hora, Volker, Budeus, Sellin, Morgenfter en Krtmer. De Heer Scbmucker gaat, in dit twede Deel, op dezelfde Wyze voort, waar op hy in het eerfte begonnen hadde. — Geen vriend van allerleie nieuwigheden zynde, heeft hy, volgens zyn eigen verklaring, in een kort voorberigt, alles agterwege gelaten, 't geen niets aanmerkelyks behelsde,nog waardig was, om door byzondere proeven nader Onderzogt te worden. Zulks men hier niets, dan 't geen bondig is en op vaste gronden fteund, zal aantreffen. Wyders vind men in het voorberigt ene korte oplosfing van enige Twyffelingen, die, in de Cbirurgifcbe Bibliotheek tan Richter, tegen enige punten van des Autheurs Verhandeling over de Afzetting der Ledematen, gemaakt waren; gevende de Heer S. hier by nader te verftaan, dat de mees te grondftellingen ,in deze zyne Verhandeling, byzonderlyk over de verfterving, uit de Soldaten praftyk, door hem afgeleid waren, en gevolglyk niet op alle gevallen, of de zodanige, in welken de werkende oorzaken min hevig, en de verfterving zo algemeen nog geweldig is, moeten toege; past worden. Wy twyffilen niet of dit Stukje zal, by de liefhebbers en beoeffenaars der Heelkunde, met even vppI o-"^*», a|s h„ ■vorigen, ontvangen worden. TEKENINGEN en PRENTEN. parys. Portraitten, in Medaillon, van LodewykXII. Hen3rik IV. en Lodewyk XVI. zamen op een Prent gebragt. By leNoir, prys 3 Liv. gekoleurd, en 30 f. met roedkoleur en in 't zwart. Portrait van den Heer Necker, Minister van Staat fen Direéleur generaal der Finantien, in 't koper ge«ragt met koleuren. By Fatou. Dit Portrait, waar van onlangs,in dit Blad, gewag gemaakt is, is zedert nagezien en verbeterd, en komt thans in 't licht met dit byfchrift: Homo virtuti fimillimus. La Noch au Chateau, gefchild. en in Plaat gebragt, met koleuren, door de Bucourt, Schilder des Konings, By den Autheur, prys 6 liv- Deze Plaat diend tot een Tegenhanger van: Le Menuet de la Marine. Le Joueur. Een Konstplaat in 't koper gebragt, door L. C. T. oaar de tekening van D. C. AF. by Esnants en Papilly. Prys x liv. 4 f. Onder aan leest men de volgende regels uit het Blyfpel van de Joueur: II faut que de mes maux enfin je me ddlivre: J'ai cent moyens tout prets pour m'empécher de vivre, La lliviere, le feu, le poifon & le fer» Portrait van den Hertog van Orleans, getekend en gegraveerd, met koleuren, door de Bucourt, Schilder des Konings, by den Auteur, kost 3 liv. Portrait van J. J. Rousfeau, getekend door Qjienedy, op de Gelaattekenaar van den Heer ChreTten, naar het Borstbeeld van Houdon By den Auteur, prys 1 liv. 4 f. Een Stel van 50 Platen, tot verfiering dienende van alle de drukken van Homerus. By Ponce, in 8vo. 6 liv. 4to. 9 liv. gr. fol. 12 Hv. Enige Exemplaren zyn op Pergament papier. Le Matinée Turque, ou le Sultan Saladin; ene Konstplaat in 't koper gebragt, door Cop'a naar de tekening van Barbier, By de Weduwe Macret, pryS 6 liv. Portraitten van Michel de VHospital, en van den Heer Necker, a ovale Platen, ten vervolge dienende op Uc FoYiïalïctfi viin TTenctrilt ri>~. cu %Sully, in het koper gebragt, door Boillet, by Breton en Boillet, prys in 't zwart 2 liv. 10 f. en gekoleurd 5 Hv. GOUDEN en ZILVEREN GEDENKPENNINGEN. warschau w. De Koning van Polen heeft ter eere van den Abt 'Osfowki, die zig by het Poolfche Commercie-wezen zo ongemeen verdiensrelyk germakt heeft, een Medailje'laten fchroeven, die sj lood in Zilver weegt, en een Paryfche duim en 7 lynen middell. in grootte beflaat. Het Borstbeeld des Abts, in geestelyk Gewaad, ftaat op de Voorzyde,met dit omfchrift Michael Ossowski, n. a. MDccxuii. onder den fchouder de gewone naamtekening des Stempelfnyders j. p. h. F. (Job. Phil. Holtzhaufer fecitP) Op de Tegenzyde leest men in 10 regel.-de volgende Infcriptie : Civili utili, qui ZeloBoni, publici duclus, novas commercii Patri vlas, dedicit et docuit, Stan. Aug. Rex,/uo et gratia, patrite nomine, A. mdcclxxxvii. Dit Byfchrift is op de helft in twee zamengevoegde Eikentakken, uit welker midden een Merkürius ftaf fteekt,  i 207 5 fteékt, befloten. De Medaille is eerst in het voorleden Jaar in gereedheid gebragt en uitgegeven. By de onening van den Ry^deg in het vorig Jaar, liet de Koning voor deszelfs Doorluchtiger! Voorganger Johan den Derden , op hoogst deszeis Lustflot 'Ugasdow, een Standbeeld opngten. De by die gelegenheid gehoudene Festiviteiten gaven aanleiding tot de volgende Medailje, die, in t Goud, tot een Eereprys wierd uitgedeeld, aan den genen , die in het Ridderfpel byzonderlyk hadden uitgemunt -De regterzyde van deze draagt het Portrait diens Konings, zeer fraay in een Lauwerferms gefneden, nevens de woorden Joannes UI. Aex Polon. Op het Revers ziet men een Lauwrierkrans, waar door twee Lansfen kruislings fteken: en boven aan in twee regels : Jnimamque Vocamus, Heroif. Firs. Op den rand: Statuam dicavit, MagnoDecesfori, 14 Sept. 1788. S, A. R. De Penning is insgelyks van den bovengem. Heer Holtzhaufcr, fchoon zonder naamtekening, vervaardigden heeft de grootte van 1 duim 5 lyn. Paryfche maat in diameter. Nog heeft de Koning deszelfs MedaiHcur order geder gegeven, ori alle Medailjes, gedurende zyne Regering geflagen, op nieuw, in een kleiner formaat van 1 duim 7 lyn. te fnyden, ten einde dezelven in Ërootte aan die, wélken op Geleerde en beroemde lannen geflagen zyn, mogen evenaren. is.eecis neen. men ook werkelyk hier niede een begin gemaakt met het nafnyden der Medailje van de Munt - Commisfie, ep de verbetering van het .Poolfche Munt - wezen , het geen ongemeen wel in 't klein is uitgevallen. Die op den Kroon-Grootmarfchalk Vorst Lubomirski, Dr. Regemann en de Standen van Courland, zullen fpoedig volgen. NARIGTEN en BYZONDERHEDEN, tot den handel en scheepvaart, land- en veebouw, als mede de huishoudkunde, handwerken en fabrie ke n, betrekkelyk. In het laatst vorig Jaar, heeft men, in de gezamentlyke Pruüfifche Landen, Silezien daar onder jbegrepen, 5061 Ponder goede Zvde gewonnen. De Teelt zou meer dan 2000 Ponden groter geweest zyn,. •zo niet in de maand Juvv* een fchadelyke HomgDaauvv op de bladeren der Moerbeybomen gevallen ware, waar door ene grote menigte Zydewormenge ftorven waren. In het zelfde Jaar hadde de Gommisfie tot den Inlandfchen Zyde-teelt ene fomma van 14854 Thalers, zo aan Prcemien, als anderzins., aan en ten behoeve der Zydekwekers uitgedeeld. In het ]aar 1784 was de Zyden teelt aldaar van 14,000 P. behalven de Floretzyde; zedert egter geraakte dezelve zo verre in verval, dat 'er in het Jaar 1787 niet meer dan 3400 Ponden gewonnen wierd. Thans vleid men zig daar met een verder herftel, te meer vermits zeer velen van de Geestelykheid,Cwelkehet laatfte Jaar alleen 2000 Ponden van 't gehele produkt teelde) zig hier op meer en meer begint toe te leggen: en 'er een genoegzaam aantal, zo van bladgevende Moerbefiebomen, wier getal op een Mill. begroot word, als van jonge Enten in de Pruisfifche Staten gevonden vvora, die in den laatften harden "Winter weinig of niets geleden hebben. De Meer C, D*** Med. Stud. te Leyden, heeft opgemerkt by 't vliegen der zwarte Vlieg, dat dezelve zich veeltyds -plaatst op de bloeifems der Vrugtbomen, welke zich d~aar na fluiten, en niet afvallen gelyk anders gefchied; dat de Vlieg daar in zyn gedaante verwisfeïing ondergaat, of in een foort van Popje overgaat, welk oorzaak is; dat de Vrugt in haar groey belet word en afvald. Dit ongemak meent zyn Edele te kunnen verhelpen, met op dien tyd, wanneer dit Infekt vliegd, de bloembladeren (Corolld) af te plukken, 't geen verhinderen zal dat do viicB 'ci in noctele; hebbende hy dit aan een Vrugtboom beproeft, aan welke ook byna alle vrugten gebleven zyn, daar de andere Boomtjes in denzelfden Tuin meest gehéél van hun Vrugten beroofd zyn. • a -a' t'",,:',.:' y'2 : "l Zweden heeft onlangs ene aanmerkelyke hoeveelheid Rogge laten opkopen: Te Koningsbergen was order voor 400 Lasten gegeven, en ook werkelyk uitgevoerd: nog hadde een Fransen huis, in Memel, van. het bovengemeld Hof Commisfie gekregen voor ruim 1300 Lasten, waar van 600 Lasten te Koningsbergen, tegen £co, 205 a 220 Guldens per Last en 600 L. te Elbing , tegen 205 a 212 Guld. gekogt zyn. Boven dien heeft nog die Kroon direct docr een Huis in Memel 100 Lasten Rogge, en door een Huis in Koningsbergen 200 Last laten kopen, welke laatfte order te Elbing geëffectueerd is, zynde aldaar 210 Guldens voor 't Last betaald. Deze gehele Voorraad was- voor de Magazynen in Stockholm en Helftngor beftemd. Dezelve was in Pruisfche Schepen ingeladen, zynde voor Vragt betaald 6|a 8RthI* Species. HIS-  I 808 5 HISTORISCHE en LETTERKUNDIGE ANECDOTEN. De Heer IPhaley een Weddingfchap van 14 duizend Pond Sterl. aangegaan hebbend, dat hy,in den tyd van 12 Maanden, van Dublin een reize naar het Heilig land in ftaat was te doen, en, ten dien einde, in den voorleden Jare, werkelyk derwaarts heen getrokken zynde, is, korte dagen geleden, van dezen zynen togt te Londen te rug gekomen. En daar hy toen nog tyds genoeg hadde, om binnen de bepaalde maanden te Dublin te wezen, twyffelde men .niet of Iiy zou de Weddingfchap winnen. In Engeland leeft nog een Dame, die in AeTonti«5, ten tyde van Koningin Anna, genegotieerd, op haar eigen lyf deel genomen heeft. Zy is thans in de 90 Jaren , en de enigfte zynde, die in hare klasfe is overgebleven, trekt zy jaarlyks een fomma van ,12,000 Pfterl. Lyfrenten. GEBOORTE- TROUW- en STERFLYSTEN. Het getal der Doden, gedurende de laatstverlopene week, is geweest: te Amflerdam 140: in % Hage atf: (dat der vorige Week 30) en te Haarlem 8, onder welken laatften 4. beneden de ia Jatpn. BEKENDMAKINGEN en PRYS - OPGAVEN van in- EN uitlandsche boeken en geschriften. . Amsterdam, den 13 Juny. Het Genootfchap der Matbe matifebe Wetenfchappen, onder de Spreuk: Een onvermoeider! arbeid komt alles te boven , heeft in 't begin dezer maand uitgegeven, het 8fte Stukje 1 fte Deels der Wiskundige Verlus tigingen. Dit Stukje behelst, behalven verfcheide fraaye Wiskundige Voorflellen en Ontbindingen, het vervolg ener Verhandeling over de Leerwyze om de Wortels in de vergelykingen te veranderen, door de Heer J. de Gelder, en eene Verhandeling over de Kansrekening, door de Heer C. Breevilt,— Dit Stukje, zo wel als alle de Werken, door het Genootfchap uitgegeven, zyn te bekomen by den Boekverkoper P. G. Gysbeek, op de hoek van de Princegragt en Egelantierftraat te Amflerdam. Beminnaars der Wiskundige Wetenfchappen, welke inde. ze zo nuttige Maatfchappy deel gelieven te nemen, kunnen zich ten dien einde adresfeeren by de Heren A. B, Strabbe en C. Wertz, Secretarisfen, en Jan Bolten, Penningmeester des Genootfchaps, alle te Amfterdarn,- als mede by de Correspondenten, de Heren Martenjellen Zuidboff teVeendam, in de Provintie Groningen; Fedder KwsliUf Ce Hamburg; Geven de Beer te Alkmaar; Cornelis Breevilt te Hoorn; Con «elis Hoike te Kortgne, in Noord Beveland; Gerard van Steyn te Zwolle; J teVeltrop te Haarlem; Mattbeus vanDyk te Schiedam; Jacob Ciaufn te Brunisfe; Dirk Folkers te Emb. den; Johan Ifaac Bagb us te Cleve; H. J Voorflad te Leyden; Jacob de Gelder te Rotterdam; Garrelt Jacobs Bouman te Wener, in Oost Vriesland? Ary Alblas te Purrnerende.en by den Wel Ed. Heer J C. Brill, Luitenant Ingenieur te Doesburg; by welken de Wetten Gratis te bekomen zyn. Zie breder over dit Genootfchap: Algem. Konst en Letter* Bode, Nr. 43. V A. LOOSJES, Boekverkoper te Haarlem, geeft than. uit en heeft alom verzonden JOHANNA GRAY, Treurfpel , door Petronella M oe n s, en DOLSEY en AMELIA, Treurfpel, door Adriana van Overstraten, in gr. 8vo. a 18 ft. ƒ. H SCHMÜCKERS Heelkundige Mengelfcbriften, vertaald door Joh. Daams, 2de Deels rfte Stuk , gr. 8vo a 14 ftuiv. het vervolg van dit uitmuntend en voor alle Genees en Heelkundigen zo onontbeerlyk Werk is op de Pers. Van de vorige Stukken zyn nog enige Exemplaren a ƒ 2:2:. te bekomen- WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN, buiten Haarlem. 1789 BARO THERMO- | STREEK JüNV. ME- meter. I der LTJCHTSGE. ter. Noord| Zuid. | wind. STeldheid. ( 29. 6f / öp| j 79 O. V. held. ten O en Z.' »r \ -s-- « I "o- I 1 y-, o. =. iw.wolk.Nam.bew. (29.7 I 67i riïï Z. van 4 tot j ur. dond. I v- / I 072 | 052 z- 1 met flortr. verd.beur, l8.<2C, 61 \ 81 4:88 helder,^Av D>na C aP 6 I 6o| I 67 z W. betr. en weerliit »• f 29 7 6-» f 62 Z. W. ~ *9<2Q 6\ 73 7S z. z. o. meesc byna betrokk. (.29 6 67 66 z. o. ( 29. 5f 66% 66 Z. t. O. Voorm. regenboyen. 20. < 29. SÏ 69 68 Z iV.t Z. Namidd. bewolkt. L29. 67, '58^ 55 - Z. W. 's Avonds helder. ("29. 6\ 66\ 78 Z. O. Voorm rcêlst heMer 11.-^29.5! 75 881 tfw.t.N- zw. wolk. Natn. betr. / 20 A f,1 Kfl 7 7 w 2^-woik. iets reg. vaa l 29. 4 63 Qi5 z. Z. W. verredond.'sAv.w. j"29- Sl I 61 60 z. z. w. zw. wolken bnyie," 22.O9. 4s 6s§ 70 *Z.Z.w. Nam.ookdonder- (-g9- Sl S7g 57§ | Z. Z. W. buyen. f-29. 5l «2l 62 z. w. voorm. los en teer 23-< 29. 5 64 Bergkryftal door kunst, zie Morveau. Beyen 'De) in Polen zyn doodgevroren in dezen Winter. 189. b. BICKER [Dr. L.] behaald de eerfte Prys by de Akademie der Geneesk. te Parys. - - - - 90. b Bienenberg [de Ridder V3n] vindt een Vorst-Afleider uit. 103. a BILLONS [F. J. T. DEs] fterft. - - 122. a Biscaris. [Befchr. van 't K'.binet van den Prins van] 17. t> Biaauw. [over den oorfprong en Compofitie van het Itoleurg. beginzel in het Berlynsch] - - - 143. 3 Bloembol [Proef met den groei van eenl genomen. 119. a BODE vindt gelegenheid tot het msken van modellen van 't Zon- nenfysthema. 4. a. lie Komeet. Boeken 'Groot aantal van nieuwe) in Duitschland met dit Voorjaar uitgi komen. -. - - - 201. a Boekeryen [Staat der Koningl.] te Koppenhagen. - 57. b> Babe.en, [Geboornen, Geftorven en Getrouwden in] 1788. 119. b> Bobcmen ['t Gouvern. van] looft een prys uit voor een Lesboek. 10 ?. 3 Rorax [Nieuwe wys om den] te zuiveren uitgevonden. 119. a Bordeaux [Pakethoot van] op N. Amerika aaneelead. 119. b B rtfiefê [de Landhoevej van derzelver fchooulied. ontbloot. 17. b> BORN [de Raadsh.] vindt uit Buskruid zonder Salpeter te maken. 79. a BOUDKIE [G. A] fterft. - - S7. a BOUGAINVILLE (de Heer de) is tot Asfocié libre van de Koningl. Akademie der Wetenfch. te Parys verkoren. - 130. a BOWYER fchildert Miniaturen van't Deenfche Kon. Stamhuis. 30. a Brandenburg. [Staat der volkrykheid vin 't Markgraaffch.] 79. a BROTIER [de Abt] fterft. deszelfs Werken. - 73. a BROWN fchildert 4 Pourtr. van den Hertog van York. 30. 3 BRUGMAN [A] fterft. - - - 146. a DRUNSRIGHAUSEN vindt een nieuwe manier uit om de Breuk van den hals des Deybeens te genezen, - 11. a. c. CAMPBELL's. [Voorlopig bericht van de overzetting der Euangelisten door Dr. G ] - - - 10. a CAMPER [Prof. P.] fterft. ... 122. ï CANOUIA richt een Standbeeld op voor Klement de XIII. 9. «. CASSELLA geeft Aftron. Ephemeriden uit van 1789 te Nape'.s. 161. a CATT [den Hr.voN] een Prajberide in het Stift Sebaitiaan toegez. 2 J. t» CHAMPINOIS vind een VVindwerktuig uit. - 63. a CHAPELET [MARIA van] overlydt, oud 111 Jiren. ijr. b CHAVENEAU [Prof. F.] vertoond een Staaf van buigz. Zilver. KI. S Chinefche Hennip, zie HINTOR. Ciment. [Nieuw foort van] - - - 54- •> Collegium Chirurgico - Ctinicum te Rotterdam opgericht. 193- a COLURI. Prof. te Sienna, overlydt. - - 89. a COMMEREL , Bericht aangaande een zekere Koolplant. 103. b Corduj [te] een School van Dieren Geneeskun ie opgericht. 35. a COTHENIU3 [C A-] fterft. Kort bericht van deszelfs leven. 25. b COULON (J. VITR.) verdedigt een Akad. Verhand. 195- b CRAS [H. C] doet ene Redenvoering in Fe'ix Meritis, „ *°> a Dd D.DAA-  C 210 ) D. DAMEN [JOH. CH,] word Lector in de Ontleed , Heel- enVroedkunde, in 's Ha?e. - - . . I38> a Da'.tzig [Aangekomen Schepen te] in rj8S, . 79. s 'Oecremps. [Brief over het Werk Magie blancbe esc. pari X40 r, DENNISON [F.] over het Lorkenbo ner.hout. - 95. a Diameter [Voorftel over de Proportie van den] tot de CircumferenUc des Cirkels. - , . . . st. b E?x,fcrh/yving van een nieuw Planet- d°or den Hier] ,ot! b DOli VEREN [A. J. v.] word Doctor in de Genee.sk. 147 a Doven en Stommen, [inftituut voor] zie ESCHKE. Dub in. [Volkrykheid van] 167. a. en het getal der fterke drankverkopers aldaar. ... yjid E. EBERLEIN [N. C] fterft. . . . a EDUARD ['c Lyk van] den IVden te ^(W/orgevonden. 97' a Nader bericht daar omtrent. . . Ir, a EERMAN [W. W ] doet een Redenvoering in Felix Meritis. 20' b Effedian [Prys der In- en Uitlandfche] in 't eerfte Nr. van ieder Maand. ELIZABETH [Aartshertogin] word Honorair Lid der Teken-Akadem. teltenen. . . _ a Engeland. (Vermindering van de Nationale fchuld van)" 153* b ENGELEN [/.VOEGEN van] bevindt zig aan het hoofd ener Letterk. Maatfchappy te Paramaribo. 59. a. Deeld een Plan mede voor een nieuw Departement by dezelve, ibid. Schryft een nieuw Weekblad, onder den naam van Surin. Artz enz. - ibid b Engelfchen [Scheepvaart der] op Rusland. - 127' a EULER. [Anecdote omtrent] . . 23> 5 F. FAMIN [de Abt de]vïnd'een nieuwe ontvlambare Lucht. 50. a FECHHhLW 11. r.] «».a i/uiu.i^w, lij i£.-Ko„i„gi, Akademie der Konsten en Wetenfch. . . « x,7 a FEDDERSEN [JAC. FRED.] fterft. - . jg.' a FERRERl [M.P.] onderwerpt haar aan een Exam. van Geneesh. 6y! b FJERLI [DeAdvokaat] leest een Verhandel, over den Geest des Rom. Regenngsv. met opzigte tot de Konsten en Handel. 175. a EIKEN SCHER vindt ene verbetering der Elect Machine uit. 166. a FIL^NIUS [E.] overlydt. . . . J7< a Filofophi ima^inari te Parys gefpeeld. • I26.' a Fin nc'e iSraat van; van Frankryk en Enge'and. - jog', b FISCHERS Ki m-ei Machine. - . ,3% a FISE. [Houtplmtaadjen van den Grave van] - 95. a Frankfort aan den Main [Te] vele V/yngaarden doodgevroren. 103. b irankryk [Scheepv. tusfchen] en Engeland, in 't Jaar 1788. 71. a Frankryk en Ha burg (Het verdrag Van Handel en Zeevaart tu*fchen) vernieuwd. - . n8 b ÏRANZIUS (J. G. F.) fterft. . . j78> a c CABRTEL [Don] heeft ene uitgaaf van SALUSTlUS vervaard. 17. a GALIANI [i.evensbyz. van F.] - . g D Gallicien. [Inwoonders van het Koningryk] 143. a. Geboornen 'en Geftorvenen aldaar Ao. 1788. . jt,jd b Ceboorte , Trouw-en Sterflysten , te Amflrrda 7, Haarlem en 'flJage in ieder Kommer.—In onderfch. Steden voor't Jaar 17S8. 64. a 93 a Gedenkpenning op het Eeuwgetyce der Omwenteling van jOSS. ir Engeland. - . . . 18 r b Gedenkteken voor wylen Paus Cle me ns XIV. [Gamondli] opge r 58. a feeexcuteerden. 't Getal der met den dood geftraften te Amfterdarn en Londen van 1775.178S. - . l67 b geldleningen voor den Keizer by Gollen Comp. 23 a. 129. a. voor Zwe- ' oen, by Hasfelgmen. . _ <5SI4JSë£' (Aj, vak^ worde, x, u. Va. - . E97.'b , G&0,S^^ op. e, b Genootfchap [Het] Pro fenfu Communi: opgeHcht teS,0li f?\T l Genootfchap (Progr. van "t Prov. Utrechtsen) voor 't Jaar ,7Z a Genootfchap ( t).der Mathematifche Wetenfchappen/onder deSpr ük rieTr7TÏ A!be\* &c- houd< zvne Ver,, te Amft! a Genootfchap ft fcodgel.] van P. TEYLER v. d. HULST bekroont de Verh. over de Onftoffelykbeid der Ziel. ' „° k veraiedg'd K°n'] Landbouw en fraave Konsten te Praag, Gbetr°ctnX[deN^ " ' over de PrysJ/aag qWy„^ Genootfchap van Landbouw te Praa*, byzonder begunstigd. 50.' b GEU'NS HAN en STIIVPN UN van] teS0m„/Apge?icht. ,66. I ULUWb [JAN en STEVEN JAN van] worden Meesters in de Vrve Kontten en Leeraren in de Wysbegeerte. - , /:/ Goederen, in Koningsbergen in 1783 ingekomen en a°.1r IS ^ m aan2aa«de sen fout in het Hollanasch] 14 j. a GRAtiDJEAN, (Levensb. van den Schilder) 186 b in de Aanteken Granen en Meel [Invoer van] in Frankryk aangemoedigd. dg' a GKEAVES [Th.J Papier van Wilgenbast. . „5 i. OREN tot Prof. in de Geneesk. te Roftock beroepen. - or 1 Griekfche [zugt voor de] Taal herleeft m Parys. . „ GRUBER, [De Abt] zie Luchtfchaal. * '*5, a GUALANDRiS, Hoogl, te Mantua, fterft. - So a GUILLEMAIN vertoond dubbelde Blyfpelen op dubb. Tonelen. 126.' b Guinies [Valfche] in Engeland. - - ll6% H. MAUEMAN LProf,] fterft. Havre Grace [Schepen te] aangekomen 1788. . Ï4Ï- a Hemelvaarts Muzyk (uitftekend) te Hamburg gehouden ,l9' 3 HENRION ontdekt een middel om Lugtbollen te beftuuren Herfstdraden [Waarn. omtrent de] in Engeland . ' 4' ? Uerimitage aangebouwd aan 't Winter Paleis te Petersburv ,A' . ïï^^ tDe Pred'] wordt H°°gleraar der Godge . ^ "2' J? Sevlfr^ [GSa,f V-,] W°rd Lid?an de «'Maatfch' ,é Londen. ,0y \ HEYNITZ [Een Medaille ter eere van F. A. L, B. de] aellaaen t ■ o k HILL's [M.] Werktuig om hoeken te meteVi. DEJ.gellaSen- 118. b ?ru°eVen de chin^fche Hennip. . |-5, ?' Snrfw Jn JDe,aPPaf-terW,a^rn-van Kometen van] is in ger. 105 b SS?ïïJi' (d,00d en konstbekwaamheid van den Heer) ,! ! HQPKEN ( de Graaf van) fterft. * - i l4 ü HOUDON vervaardigt het Borstbeeld van Ltdewyi de XVI Wa k t Zelve wordt op de grote Zaal der Beurs geplaatst. ' ;h;n Houtplantaadjen, zie WHITE, LLHOYD en FISE. ' q' HUILIER word Lid van de Kon. Akad. der Wet. te PerUn t6> HUMMt L,een 10 jarigeVirtuofe geeft proeve zyner bekwaamh. ,Sq.' b Hyacinth (enige Byzonderh. van de) Hyacimhus ürie„tales L. ,jg. b, J. Imposten [Lyst van] in de refpeft. Verenigde Provintien. 3c b Iuca-lequence [i'IJeureufe] te Pans gefpeeld. . I26. a. Indifehe [Een Verzameling van] Afgoden enz. - 81. a Inkomften [Keizerlyke] gedurende het 1-aatfte Jaar. - 103. b- Italien [Vele Olyven in] doodgevroren. - - 103. b F . JACQUIER [De Gec'acHteris van F.J gevierd. . 42. a JOSEtfR'S [Keizer] oefluit over het Boekdruklseli en. den Eoekh. ,r. b K. Ke-.  (211 ) K. Katoen [In Frankryli een belasting op Gefpormen] gelegd. 119. b Katoenplantaadjen [De] op de West-Ind. Eilanden lyden van de Rups K nsdf t?l» — — — - 88« 3- KAUFFMAN [Jufv. ANGELIKA] fchildert telo ren voor de Keiierin van Ruslanu en Boydell's Shakespeare. £6. b.— Nader verflag van j twee harer Schilderftuklten. • Ho. a j KENNEDY [DERMOT] 108 Jaren oud. - - 176. a > Keulen (de Keurvorst van) fchenkt zyn pragtige Bibliotheek aan de Univerfiteit te Bonn. - - 130. b KINSBERGEN [Vice-Admir. van] word Lid van de Koningl. Akad. der Wetenfch. te Berlyn. - - - 169. a KLENK [Mevr. von] ontvangt een Gouden Medaille van den Grootvorst en Grootvorstin van Rusland. . - 25. a 1 Koeyen. [Prsemie op den Invoer en verbod van den Uitvoer van] 95. a Koejlag. [Bericht nopens Grietje] - - 95. b Komeet. [BODE geeft eenig bericlit nopens den verwacht word.] 10. b Komeet [Een] in de Lier ontdekt. - - 52. a Konstkoude [Waarnem. omtrent de] door L. BICKER. 83. a | Koorn (kommer over het) in Frankryk. - 189. b ; Koper in Engeland gebruikt, tot Daken, Goten enz. lil. a 1 Koper. (Proef genomen met een Schip van) - 199. a Koppenhagen [School van Industrie te] opgericht. - 94. b Kostfchool voor Proteflamfcbe Disfenters te Londen opgericht. 66. a Koude [Voortgezette Waarneming omtrent de] in de maand Dec. te Harderwyk. - - it. b. 37. a. 43. b Koude [Waarnem. omtrent de] getrokken uitBuitenl. Journ. 28. a Voortgezet. - - - - 35. a . in Italië, - - - 66. a ■ — in Engeland en Italië vergeleken. - 88. b KULENKAMP [Dr.] legateerd de Univerf. te Göttingen. 90. b Kwik (over de Revivicatie der rodebyt.) door den Hr.ROUPPE. 203. a T Landbouw. [Te Edenburg een nieuw Profesforaat over den ] ie?, a LARDNER, [Dr. N.] korte Levensbyzonderheden van hem. 89. a Leesgenootfchap TEen] te Frankfort aan den Main opgericht. 43. a Leeuwerk [Een Siberijcbe] te Met,- gevangen. - 4?. b LEIBNITZ [Een Monument voor] SÜLZERN en MENDELSON zal opgerecht werden te Berlyn, - - r8. b LEIBNITZ [Een Monument voor denzelfden Wysgeer] wordt in Hannover vervaardigd. - - - 43. a LE PAUTF d'AGELET doet Waarnem omtr. de Lengte &c. 90. b Steld een Graffchrift op de Tombe van L.de la Croyrre tc Avats a. ib. Letton [Te] wordt een oud Goud ftuk geld gevonden. 25. a Lrverfool. [Bloei van] - - 167. a LEYDEN [F. van] van IVestbarendrecht word Dr. in de Rechten. 147. b LlNN^EUS. [Gedenkpenning ter eere van] - 78. b Linze van Kanada. [f.ericht aangaande de] • 17;. a Lisbun [Srhepcn te] in I7i8 gearriveerd. _ 55. b LLOYD [R ] legt Houtplantaadjen aan. . - 95. a Lompen [Vrye Invoer van] inde Oostenry'febe Neder'. 126. b Londm [Schepen te] uit Uemmarken aangekomen. - 94. a Loodwit (het) in Frankryk belast. - • 189. b Loogzout van Bombay, zie H. SCHOTT. LOOS (de Jonge; vtrv. een Medaille op de 34. Luchtreis van de Heer Blanchard - - - - 189. a Lorkenbotrfnhoiit, zie DENNISON. Lugtfchaal, door den Abt GRUBER uitgevonden. - 4, a : Lutherfhe [Getalder Gedoopten en Getrouwden inde] Kerk te Am. fterdam van 1782 —1788. - - . 15. b Lyk. [Rericht nopens een onverrot] - - 5. a LYONET. [Verflag der Levensb. van P ] - - 114. a IA. Maan. [Anecdote betreffende HIRSCHELS ontdekking van een Vulkaan in de] - - - - 8. a Maat [Schepen in en uit de] en Goeree gezeild. - £2, b Maatfchappy (De Koningt) der Geneeskunde te Parys, houdt hare Vergadering 3 Maart, tn 't verrichte aldaar. 161. b Maatfehappy [De Koningl ] der Wetenfchappen te Gb'ttingen, houdt den 29 Nov. 1788 haare Zitting. - - 18. b Maatfchappy (de) ter bevord, van Koristen en Wetenfch. te Londen, houdt haar Vergadering; verrigtingen op dezelve. 185. • Maatfchappy [De] Tuinut van 't algemeen bekroont de Rekenboek. 27. b Bericht van dezelve, icö.a. ——een Departement dier Maatfchappy te Haarlem opgerient. - - - 186. b Maatfchappy [De] Tol affchujfing van den Slavenh. te Parys opger. 142. b Vfaatfchappy [De vrye Oecooomifche] te Petersburg houdt hare Vergadering 23 OSc. 1708. - - 4T. b Vlaatfchappy [Holl ] der Wetenfch. te Haarlem houdt hare Jaarlykfche Vergadering. — Derzelver Verrichtingen. • 169. b Maatfchappy [In de] Felix Meritis, het Departement der Letterkunde ingewyd, 19. a. dat des Koophandels. 20. a. Deszelr's Ver» richtingen van 9—16 Jan. 27. a. Vers op die Maatfchappy. 27. b Handelingen van 2rtot23 Jan. - - 35. b Maatfchappy [Koningl] te Koopenbagen geeft Prysvragen op. 49- a Miatfchnppy (Pryzen beloofd door de Koningl.) van den Landbouw te Parys - - - - Ho. a Maatfchappy van Naaryver, te Luik, deeld ene Medailje uit. 186. a Maatfchappy van Landbouw. (Programmavan AeAmflerdamfcke) 190. a Maatfch. (Bericht nopens den aart van de) Fe ix Meritii. 179. a. 186. b MALACARNI (Prof.) verzogt 00 de ziekte der Kropgesweldragea na te fporen. ... 177. b Ma'ta (De Sterréntoren te) door den blikfem befchaligd. 177. b MANDERS i ROM [Baron] overlydt. - - 57. a Mantua [dejoden te] ontw. een Plan van Studie voor den Handel. 175. a Manufakturen [Staat der Wolle] in Engeland. - 7. a Marchalls \}fillinm] hoge Ouderdom. - - 104. a MARUM. [Bericht wegens de Elektrifche Wryvers van Dr. VAN) 146, a Nader bericht daar omtrent. • - 15 3. a MARTIN [R.] fterft. - - - 57. a MARTIN, Borstbeelden van den Koning en den Heer Necker. 134. a MA5CAGNI [Prof.T geeft zyne Ontleedkundige Tafelen uit. 161. a MfvTEUCr [N. DE PIERRA] vindt een nieuw H.iwerktuig uit. 174. b MAuuiCE [P c,] w=rkt. tcn vnn den LmdDcuw, 124. b MAYER [De Geheimraad en Hoogl] wordt Lyfarts van den Konité van Pruifen. 82. a. Schryft een Natuurk. voor kinderen. 17?- a Memel [Schepen te] in 178E gearriveerd. - .94.3 MENDE, Plan over de vaarbaarheid van de Saxifche Stromen. i°3' a MEISTER [Prof.] fterft. - - - 43- a MESSIA [Prof.] komt te Napels te rug van zyn Reize n-^r de Ital. Univerfiteic. - - - 89, a Middelburg [De Regering van] arrefteert ene Geldlening >S. a Milaan [Tel moeten de Geneesh. van Ziekt, berichten ialeveren. 137. a MOBACHIUS [D ]QUAATword J.U.D. - 1S9. b Moravien [Geb Trouw- en Sterfl. van] - - I7<5. a MORE [J.] fcnildert te Rome. - - 86. b MORITZ [De Hoogl.] wordt Hoogl. der SchoneKonsten en Wetenfch. Cè Berlyn 82. a'. Geeft lesfen over de Theorie der fchone Konsten en Wetenfch. - - 169- » MORVEAU [Da] neemt een Proef, om d->or kunst Bergkryftal voort te brenjen. - - - 3. b Mufeum ['t Pio Clementynsch] met renfraay ftuk uit het Paleis van PiM'i verrvkt. - - 97. a MtTTZENBECHER (de Post van superintendent Gener, van 't Graaffchap O denburg, E. H ) aangeboden. - 131. a N. Nagtwandelaar. (Bericht wegens een Natuurlyken) 196. a Na'ezing van het geen in den loop desvoorl. Jaars voor de Wetenfch. is aangewonnen. - - 138. a Nantcs [Schepen te] aangekomen 1788. . 79- a Napels [Sterfte onder 't Vee tel zeer groot. - 103. b Nsgerflaven. (Gedenkpenning betreffende de zaak der) i8r. b Negerflaven [Getal der] in de Amerik. Volkplant en de West Indifehe Eilanden. - - - $7 a Nictalapie. [Waarneming omtrent ene] - - 81. b NIEUW LAND (P.) wordt Leöor in de Wis-, Sterre-en Zeevaartkunde te Arnfl, . . . 163. a Dda NOR-  C 212 ) NORMANN [G. P. H.] word tot Hoog?, te Ro .* VIGILIIS [S. H. de] overlvdt „ - - J37- b .VltLOlSON [D'AWük dej vmd oude AanteKemngcn op uc hm. v»,. Homerus. - , „" Ü Vlie [Schepen in 't Jaar 1788 in"t] binnengekomen. 15. a Vlieg. [Waarneming omtrent de Zwarte] - - 207. b VOLTA en BARLETTI vangen hunne Proefnem. te Pfluiaaan. 177. a VOS (C. JOH.) wordt Med. Doft - ■ «95. b Vorst-Afleider doorBienenburg uitgevonden.! - 103,a Vrouw [Waarneming omtrent een] in haar 74- laar overleden, die 33 Jaar een Kind gedrag-n hadt. 83. b. Vervolg hier van. Qt. a Vrugtbaarheid[ongtm]enerDuitfcheHerbsrgierft,in£iigWj)irf 32. a Vrugtbaarheid ongemene] zomcaiger Planten. - 7S. a Bd 3 TWEE- .W. Waarnemingen omtr. het Weder te Haar'em, aan 't Slot fan elk Nr. Walviscbvangst (VoorlopigeBerichten aang.den) in Groenland 158. b WATER [Prof. J. G. TE] wordt Redor Matnificus te Leyden. 52 a Water [Hoeveelheid van Gevallen en uitgewaasfemd] in de Maand Jan. 56. b 'twelk alle Maanden vervolgd wordt. Weefgetouw zonder menfchen , in Schotland uitgevonden. 135. a WESTENEERG- [Dr.] tot Med. Prof. te aangefteld. 122. a Wenerbank (Negotiatie op Hypotheek van de) geopend. 199. a tVestbpalifcbes Magazins dooreen Genootfcb.in *t licht gegeven, 121. b WHALEY; reisd, binnen 12 Maanden, heen en weder van Dublin naar 't Heilig Land. - - 2c8. a WHITE [De Hr.] te Buttsfeld vaarïvoort met zyne Houtplant. 95. a WIDENBURG [Prof] fterft. - - » 25. b WILLEMER [Dr.] wordt Geneesheer van Tipo Saib. 73. b WILLIAM, [Prins] Zoon van Jen Hertog van Gloucester, bevlytigC zich ongemeen op de Le'teroefeningen. - 81. a WILLINK. [Vroegtydige bekw. van WILLEM en DANIËL] ft. b Woeker [Vraag over den] voorgefteld. - 121. b WOLTF.RBEF.K (P. H.) wordt Med. Doft. - 195- b WOOD [MARY] krygt, 98 Jaren oud, 12 nieuwe kiezen. 8. b Wryvers [Dr M. van MARUM vindt nieuwe] voor de Eleclriceer- Machine uit. 106. b. Nader Bericht wegens dezelve. 153. 3 Wyngaarden, zie Frankfort aan den Main. Wynftokken [de] hebben in Frankryk weinig van de koudegeled. 88. 3 Wynftok (kommer over den) in Frankryk, - 189- b X. XIMENES (De Copy van de Bib. Pölyg. van) te Loui.duur verk. 177. b Y. YslandfcheVisfchery door de Staten van Holland aangemoedigt. U'S. 2 Ys. [Waarn. omtrent de dikte van het] - 8. b. 24- b [Een Masfa Natuurl.] in Zuid-Amerika gevonden. 20 b Yzer En Seepnkolen-Mvnen. f De Keiner 7»Br».mi.n «r> de nnrdekking van] - - - 9 04. b Z. Zilver en Loo''myri ontdekt in 't Maagdenlurgfche. - 13Ï. 3 Zond [Schepen ce] gepasfeerd in 1788. - - 55. b ZUCCARELLI [F.] fterft. - - - 65. b Zuider Walvisch-Visfchery. (Bericht aangaande de) - 190. «v Zyde-teelt in de Pruisfifche Staten gedurendehet Jaar 1788, aoj, &  TWEEDE DEELS, TWEEDE REGISTER. BOEKEN, KAARTEN, KONSTPLATEN en MUZYK WERK EN. Van January — Juny 1785). A. Abhandlung Philof. Theof. . . bïï. 6. a Ahregé de 'Hijloire Unizirfellet in ffguret, izme Cahier. 118. a ACH AR O (M.) Recherches - - i40, a Antirhna (Dell; Iialiche. - . 38. a ATtAAai/a Aelixo» Nov. ed. Tollii, - . 8s. b Arabesques Antiques dit Bains de Livie. - 173, b ARCHENHOLTZ (J. W. v.) Annalen der Britifchen Gerchichte. 92. a ARCIS (La entinel» en defaus et ' Accident imprevu,parD.) k.p. 157. b ARISTOTLE. (The Poètic of) - ... 7 107. a Atlas (Nieuwe) van de Oostzee. . . 69. a Attempt (An) enz. door S. WESTON. - - 140. b AUSSïf. (Voyage d'Auvergne, par LE GRAND D') - 84. b AUBIN. (Portrait de Mr. Neckbr, par) - 47. b B. BARTOLOZZI houdt ïich bezig met Portraiteren. to. b BARTON (JAMES) de Dyfenteria Contagiofa. - 39. b BAUSE. (Enige fraaye Platen van) - - j4. b BECATTINI (F.) Storia del Turchi. - . (58. a Bemerkungen auf einer Reize, durch FRANS Sec 123. b BENEDICTI (Mappa Wallacbiae) - - ijo. b BtNO^r , (f)M r -~ rf../» »t 77 „'»_/? /,'h» temfit. j>/ir) ltonïtpl, 100. b Befchreiiung von den Zuftand der Romeinen. - 8ï. a Befchryv (Voll.) van Konsten, Handw. en Fabrieken, 3rtukk. 173. a Bibliotheca Fifica d'Europa. - . 38. a Bibliothek. (Juriftifche) - . |5't a EIRCH- (Quatuor Euangelia Gr. A.) - . 70'. a ÉLASII MERREM pritrae liniae Ornithologiae. . 164. a BLUMENBACH ueber den Bildungstrieb. - . 124 b BOLTON. (Hiftory of the Fungusfes. by J.) . 156 b BONNIEU. (Sainte Cecile, par) - . ?s a BONN. (Tabulse Osflum Morboforum ANDRE£) - t6. b Botanical Magazine. - . . 60. a Bourbon (Plan & Reprefentation de Sale de) a Louvre. 133. & Briefe'. (Vertraute) - - . i18 b BUCOURT Portrait en pitd de Louis XVI. - j 34' a BUFFON. (Portrait van) - . 78 D BULTHUIS. (Vaderlandfche Gezigten door, - 7. a. 188.' b BURGESS Remarks on Jofephus account Sec. - 84. b BUSCHING. (Erdbefchreibung von A. F.) - 85. b c. Cahiers de LeBure, chez Eltinger - - i80, 5 CALVI (N. Methode, pour apprendre la langue Italienne, par Mr.) 21. a CA.MPE geeft het Brxnswykfche JournaalxtiK.. - 29 b CAPELLEN. (Verwoesting der Begraafpl van de) konstpl. 188. b CARONELLI la Plantagione dell Frumento. - 38. a Charafteriftiek des Frauenzimmers- - . 39.' a Cbeltenham.(He Kroonprinces van Engeland maakt een Tekening van de Bronnen te) - . 29. b ColleSion des Pourtraits des hommes Ilh*■ SIMON et COGNY (FaHes de la Fantaine, par) konstpl. 47. b SCHMUOKEa w—u- .....Q„irv.i,.;c./_. - 20Ö. a STANHOPE (SMITH) an Esfay on the Caafes of the Varie:y&c. of the Human Species. - - - 4J. a STANISLAO & G.STANO del RICCO Elem. de Fifica. 12. b STEBBING. (Sermons on practical fubj. by H.) - i£0. b S TER.KEL (!. F) Douze Romances. - . 7D. b STERNE. (Original Letters of L.) - . I4I, a STONHOUSE ((.) The Sick Man's Friend. - 153. b SUEUR. (Vier Konstplaten van le) - . joo. b Svenska Samfundets, • . l}2. a t. Tableaux des Francais, konstpl. » - 130. a TELLER (W. A.) Beytrage zur neueften Indifchen Gefchichte. 4t5. a TENCK (WATKIN) a Narr. of the Expedition to the Bot. Bay. 1Ö3. b ' TfiTENS (J. N.) Reife in die Marschiander. : i4. s j Te Haarlem, by A. LOOSJES. Themesthwarer Bcmnaat (Knart van het) . «. THUCYDIDES. (Een nieuwe uitgaaf van) . lil Z "^SuSSSS PdeB.aIel' 8Ceft "n nadlUk Va" mir>f°» G'/hied. Tonelen van den Amft. 8chouwburg. - I tl.' W TOURCATY. (Le Tambeau de Frederik II. par) konstpl. ,0' a TOUü (Itineraire de 'Europe, par BRION de LA) è. h TOWNLRY (Portrait van Inn. Kant, door) - ltx, . Tranfadtions (Philofophical) . ' . |*r' £ TRbNCK. (Portrait van van der; - . ^ t -' u. \;4't '■ Ueber Homers Iliade. ... Ueber Menfchenbiidung. ... ~ V. VALET (J.C.MENS) NumThespis Trag. autorhaberi posfit. o, a VASSE (Baronesfe de la) zal een Gefchied. der Omwente'ins- vin Amerika in 't licht geven. - . 6 / ZixV^}Wt}uS 2eef\?e Uv-der DoorI Mannen vznPlutarcbus uit. io'7.b VILLAUME vom Vergnugen. - . ' VILLOISON (d'ANSSE de) "Homeri Ilias &c. - t0 ' l VIOLET Traite fur l'Art de peindre en MMature. - mï h VIRGILII Opera: ed. Heyne. . . VLOTEN (van) de B'vbel. - - . l VOGEL (>f) Pot poürri en quatuor. . . ? VOGEL (S G.) H .ndbuch, 3 tb. . . £ VOLBORTH (Prof.) Programma. Inquiriturin Causfas &c. 02' b Voyage du Jeune Anacba'-Jis en Gréce. . . 45. a W. WAl.n rc n > n » 1 * 1 1- j— «ai WALLF.R1US (J. G.) Zamenftel der Delfftoffen ' r4B- * WINKEL ViAN. (Intekening op de Oeuvres Complettes de) lil' * Wiskundige Verlustigingen van het Genootfch. der Mathem Vt/».' 8 fchappen, ïfte Dis. 8fte Stukje. . M«üem. Weten- WISSING. (Portrait van I. c. LAVATER opera,, ".i \ 2o8, a WOLF nnd DEKEN Sarah Burgerhard. 2 g?V' d°°r) » Y. YOUNG. (De onderwerping en de jongfte dag, door E.) I0s. b Z. Zeedagen (Afbeeld, van de Franfche) ged. den laatften Oorlo» n-> . ZOLLIKOFFER (J. G) Warnung von einigen h" fchenden Fehle'rn unfers Zeitalterns. 13. a. Deszelfs Predigten, 3 th. 10, ü 2weck (Einzich Mögücher) Jefu. - . J^; J    C 215 ) CUACCaRINI en LAINI geven Miniaturen van de Schildérft. van bei in't Fransch , met platen , getek. door) 157. b MAKTYN fTH.; Thiuy-eight pla.tes. - - 198. a MATTH/EI (C. F. Novum leltamentum. - 12. a MATY (P. M.) Sermons. - - «o. a MAYER (J. A. C ) Befch. desganzlichen Menfchel. Korpers &c. 13. b MEISTriRI. (Elogium A. L. F.) - - 148. b Memoire della Societa Ec. de Spilato. ■ - 38. a Memoim(Nauv.) de la Societé des Scier.ces et des belles Leltr. a Berl. 148. b Mem.iire fur le Roi de Prujfe, par Pr. de L II?. b MENDELSOHN (MOSES; beknopte Verhandeling over de onfterf- fe!ykheid der Ziel. - - - 21. a MEUSEL Mufeum fur Kuns.ler. - - 108. b MIROLDS Carisfa Harlow. Muzykftuk. - 174-' a MICHAELIS (J.D.) Einleiiung in die Gottlicben Schriften des Neuen B. 4 Ausg. - - - 148. a MOLINA [Esfaif ur'Hifl Nat: de Chili, par Abbé) - 68. a MONRO (A.) Defcription of the Burfae Mucofse. • 38. b MORELLI brengt 't Bad van Diana door MORE in plaat. 86. a MORGHEN (RAPH ) geeft een Plaat uit, verbeeldende Thefeus. 93. a MUNCHHAUSEN (Baron von) deux Sonates. 118. b. et une Sonate par le méme. - - - 119. a MUNTER Prsecepta Sententise ÓVc. - - 148. b MUTSCHELLI utber das Sitliche Gute. • 172- a N. Natural Hiftory of Selborne. - - - <5o. a NAPIER. (An account of the Live of J.) - 141. b NECKER. (Verfcheide Konstplaten ter ere van) 70. a. Desz, Portrait.. 78. a. Als mede nieuwe allegorique Prenten, - 78. b O. OELRICHS (M. J. G. A.) Comment. de Doctrina Platonis &c. <5. a OHiSON (de MORADGEA d') Algem. Schilderang. 148. b ORTIZ (Don JO Libros de Architeflura. - 106. b P. PEENY de VILLENEUVE le Guide AJlronomique. 45. b PFENNINGER (J. K-) oude Joodfche Brieven. » j3, a PICI (V.) Melethemata Inauguralia. - - 12. fe P1NAZZO (ANT.) Disfertationi. - - 12. b Plans van alle de Veldüagen, ged. den Zevenjarigen Oorlog (Eerde aflevering van de) - - ico. fe Plantarum indigenarum &c. Colleftio. - - 187. a Platen (een Stel van so) voor de Editien van Homerus. 206. b PLESSING (F. V. L.) verzuche zur aufklarung der Philofophie des alt, Altherthums. - -76. b Plutirchi Vitse Parallelae Themiftocles &c. - 117. b POHCE. (Les Illufires Francais , par) konstpl. - 62. a P. PREVOST de l'Origine des farces Magnetiques. - 45. a Portraits des Grands Hommes. 21 Liv. - - 141. b Portraits des hommes 11 ufires vivant. - - 47. a Portraitten van Ledewyk XII. Hendrik IV. en Lodemyk XVI, 206. b Portraitten van Micbiel l'Hespital, en den Heer Necker. Sof5. b Portrait van den Hertog van Orleans. • 206. b Portrait van 3- J. Romfeau. - - 206. b Portrait van Necker, ... ao6. b Q- QUESNAY (de Ridder) Memoires, StatuteiSec. concernant 1'Academie de Richmond. - - 60' b> QUIXOTE. (The Amicable) - <• 100. a. R. RAHUSEN (R.) zweite Zamlung von Predigten. - K54- a RAMLER Verdeutfchen Martial. - - »o8. * READER (T.) Israëls Salvation. - - 163. b Rectueil dt 50 Eflempes pour lts Oewres- dt üomer. * 134* ai Ett-   ïn de Boekwinkel van A. LOOSJES wordt thans uitgegevenx Evangelifchè Leerredenen, door J. A. Hermes, CSchryver van het Godsdienftig Handboei: I en II. Deel. — — — . / 4 • —— NB. De volgende a Deelen, waar mede du voortrefreljSc xiuisboek der'Christenen Compleet zal zyn, zyn op de Pers. T. D. Mtchaöeis Inleiding in de Godlyke Schriften van het Nieuw Verbond, J 5 Stukken, gr. 8vo. - - ƒ 8 : ro.- H. Dit ton over de Opflanding J. C. en de onftofFelykheid der Ziele, gr. 8vo. ƒ i : ioï— Waarnemingen over de Aardrvkskunde, de Natuurkunde, den Aart en de Zeden der Menfchen door R. J. Förster, verzameld op zyne Reize om de Waereld, naar cle Sloogduitfche Vertaling, en met de Aanmerkingen van zynen Zoon en Reisgenoot G. Forster. I. Stuk, gr. 8vo. — — / i . io. De a overige Stukken zyn op de Pers en zullen in 't kort" het licht zien. WEEKBLAD voor Neft-landsch Jöngelingfchap, 4 Deelen, gr. 8vo» met pl. f7' —•— Bef Diepingen der Vier LevBnsftanckm van den Mensch, de Kindtr.hhe.id.Ae. Jeugd, J i^Mfldïbaare Jaren, en de Ouderdom, met 4 fraaye Platen, in gr. Svo. ƒ 3 i ia.— De Nieuwe Nederlandfche Spectator, in 52 Vertogen. — — ƒ 3 : 18:— ROOSJE; in 3 Boeken, een Herderlyke Roman, met keurige Platen van R. Vin- _ ^ keies. op'Schryfpap. gedrukt. — — f 2 : rc: Op kl. Mediaanpap. — — f 3 • 10:— Scbmuchrs Heelkundige Mengelfcïiriften, vert. door Joh. Daams. 4 Stukken. / 2 : 16:— NB. De overige Stukjes worden geregeld vervolgd. P. Moens en R. Dresfeiaer Stichtelyke Gedichten, gr. 8vo. — / 1 : —:-~ P. Moens en A. v.Overfiraten JohannaGray en Dolfey en Amelia, Treurfp. gr. 8vo. ƒ —: 18:— De Jaloerfche Vrouw, Toneelfpel, Svo. — — —■ ƒ •—: 14:— De Ritmeester Erlau, Treurfpel, 8vo» — — ~- ƒ —: 12:—