ANTWOORD op de VRAAG» voorgesteld door het GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, onder de zinspreuk SERFJNDIS CIVIBUS: Heeft het inwendig gebruik der Flores Zinci tot nog aan de verwachting van den groot en gaubius, die allereerst de aanmoediging daar tos • gegeeven heeft, voldaan? heeft het ook dezelve overtroffen? Zo ja, hoe verre, en in welke betrekkingen of omftandigheden ? Zyn nopens dat gebruik, de giften van dat middel, de , wyze van hetzelve toe te dienen, V zy gepaard met eenige andere middelen, 't zy opgelost in eenig Schêivocht, 't zy anderzins, ook eenige nuttige ontdekkingen of waarneemingen, ter uitbreidinge van de Praktyk, gedaan* of ten dien einde merkwaardige Proeven in het werk gefield? DOOR G. $ C M V T T M% Medicinae Doctor te Amfterdam. onder de zinfpreuk: NON PUtCIlRIS. RATION1BUS, DE COBIO HÜM.1NO F AS EST LUDERE, SED SOLIDIS VIT AS CIVIUM PERICLITANTES IN TUTO REPONEUE HONESTUM ETLAUDABILE. KEIL Aan den Schryver van hen welke de Gouden Gedenkpenning is toegeweezen.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 5 fchap medetewerken tot vervulling van beide deeze oogmerken, en ik hoope dat ik hier in zo wel zal geflaagd zyn, dat ik ten minden eenige goedkeuring zal mogen wegdraagen. Wat de behandeling der Vraag aanbetreft, deeze kwam my voor in twee Afdeelingen te moeten verdeelt worden, en wel zo, dat ik in de eerde Afdeeling kortelyk opgaf de Proeven.en Waarneemingen, zo als zy my by onderfcheidene Schryvers zyn voorgekoomen; en dat ik in de tweede Afdeeling eene nadere befchouwing deezer proeven en waarneemingen, zo ten opzigte van haare werking en gebruik, als met betrekking tot de wyze van toediening en giften, in het werk delde. Wanneer ik alzo opzettelyk over het gebruik der Spiauterbloemen handele, heb ik te gelyker tyd getracht te bedemmen, of dezelve aan de verwachting van den Grooten gaubius voldaan en of zy dezelve ook overtroffen hebben; om dus het eerde Lid der Vraag te beantwoorden. In diervoegen meene ik al het geen 'er in de Vraag opgedooten ligt, beantwoord te hebben en ik hoope, dat ik in deeze myne mcening niet zal bedrogen weezen. EER- A 3  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 7 wendig gebruik, voor dat de Heer gaubius 'er melding van maakte ; dog alzo dit niet dan ter loops en zonder eenige naaukeurige beftemming van haar gebruik geweest is, zo kan men de eer der uitvinding met alle recht aan deezen Hoogleeraar toekennen, die derzelver nut in meer dan een geval heeft bewaarheid gevonden, en de verdere proefneeming 'er van ten fterkften aan de Geleerde waereld aanbeveelt. Op eene zonderlinge wyze ontdekte de Heer gaubius het nut van dit middel. Men kwam hem naamentlyk raadpleegen over het gebruik van eenige poeders, die hy zag dat dezelfde waren, welke ludeman onder den naam van Luna fixata verkogt ; na dat hy Scheikundig gevonden had dat deeze niets anders waren, dan de gewoone Spiauterbloemen , ftond hy het gebruik toe, en alzo hy veel van de uitwerkingen van dit middel gehoord had, zelfs ooggetuige was geweest van deszelfs krachten in eenige gevallen, nam hy zig voor, ook zelfs door proeven de krachten der Spiauterbloemen te onderzoeken (g). Ten dien einde gaf hy ze aan kinderen, by welke het zuur der eerfte wegen ftuipen veroorzaakte, en alzo deeze proeven gunftig uitvielen, wilde hy dezelve ook in meer andere gevallen onderzoeken; daarom diende hy ze niet alleen voor aan kinderen dewelke door hes; (#) l. eit. p, U4. A 4  12 G. SCHUTTE, over het Het tweede geval was van den zelfden aart, en viel even zo voordeelig uit; want hier verminderden reeds de ftuipen na de tweede gift, en na dat men 20 greinen gegeeven had hielden zy geheel op, en zyn niet wedergekeerd. Het derde geval heeft een Jongetje 15 jaaren oud zynde, ten onderwerp, die door fchrik en vrees in de hevigfte zenuwziekte vervallen was. Deeze lyder had de fterkfte onregelmatigheid, zo in gevoel als beweeging; voor de geringfte gevaaren was hy dan eens bang, dan vloog hy als een verwoed mensch op de omftanders, nu lachte hy , dan weder zong hy, en dikwils borst hy in de bitterfte traanen uit; met een woord, geen verbeelding is in Haat zich alle die tegenftrydige aandoeningen vooiteftellen, waar door deeze lyder overvallen wierd. Hy gebruikte alle dagen een grein Zinkbloemen, en wierd onder dit gebruik beter, dog flapte van de verdere geneesmiddelen af q>). Behalven deeze Waarneemingen vinden wy in de Verhandeling van den Heer hart nog eene, door hem zelfs ondervonden; deeze is van een Meisje die geduurende den tyd van 10 jaaren aan eene zenuwziekte krank was, dewelke met yling, beeving en hoofdpyn verzeld ging; deeze ziekte, hoe hevig ook in haare toevallen en hoe lang ook geduurd hebbende, wierd binnen den korten tyd van 1? (/O Ibid. p. 32.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 19 nieren behandelt. Behalven de epikpfie had hy tegenwillige trekkingen der ipieren, en bleef dikmaals een poos lang ftyf en zinneloos ftaan. Door het gebruik der bloemen zyn de convulfive beweegingen geweeken,- de ecflafis is overwonnen, doch de epikpfie is op den ouden voet gebleeven. Een Jufvrouw van 18 jaaren, die zedert haar zesde jaar, om den vyfden dag,'s morgens ten agt of negen uuren eenen geregelden wederkeerenden aanval éener allerhevigfte epikpfie ondergaan had, hield na eiken aanval een gevoel van koude, duizelhoofdigheid en krampachtige beweegingen van de fpieren der onderfte ledematen over, zo dat zy niet dan na verloop van vier of vyf uuren in ftaat was om overeind te ftaan. De Spiauterbloemen deeden hier niets anders dan dat de aanvallen twee dagen laater kwamen, en door deeze bykomende ze. 211.  H G. SCHUTTE, over het fy. Cort. Peruv. %0. Gumm, Arab. Sacch. Alk aa 5 ij. Flor. Zinc. gr. xxxij. M. F. Pulv. No. xvj. Van deeze poeders moest zy ook viermaal daags een neemen , zy zweette hier onder zeer fterk, waar door de pyn merkelyk verlicht wierd. Om den fmaak moest men wederom een ander voorfchrift kiezen, men nam toen het volgende: Fl. Zinc. gr, LXIP. Gumm. Arab. Sacch. Alb. aa 3/3. 1VI. F' Pulv. No. xxxij. Door vier van deeze poeders wierd zy geheel geneezen, doch ftaande het gebruik had zy zeer fterk gezweet. Het zesde heeft eene Vryfter, die 30 jaaren oud was, ten onderwerp, dewelke, door fchrik fterke aanvallen van vryfter-ziekte gekreegen hebbende, door het gebruik van twee greinen Flores, 's morgens en 's avonds gegeeven, in weinige dagen geneezen was. De Engelfche Geneesheeren draalden ook niet lang om dit middel te beproeven, want reeds in de maand October van het jaar 177a nam de Heer 8 e \. l , Heelmeester te Ediqburg, 'eF een proef mede  s6 G. S C H U T T E, over het voort, in welken tyd zy veel minder aanvallen had, dan zy zedert vyf jaaren gehad had. Eene byzondere uitwerking deeden na dien tyd de Zinkbloemen op haar; zo dra zy dezelve gebruikte, verlieten de pynen en fpanningen ylings de bovenfte deelen , als de maag of de borst, en gingen naar de onderfte , alwaar zy dan dikwils geheel ftyf wierd. Het andere geval is van een epilepticus, die na vrugteloos allerlei foort van middelen gebruikt te hebben, onder het gebruik der Zinkbloemen merkelyk beter wierd. Dr. percival (2) zegt ook de Flores dikwils in de vallende ziekte nuttig hevonden te hebben, en deelt eenige gevallen van een Man mede, die zeer veel geloof in de kunst verdient. Een jong Vrouwsperfoon bad eene zeer fterke vallende ziekte, zo dat zy meer dan vier of vyf aanvallen op een dag had: na haar een ontlastend middel van de pil. gummofa gegeeven te hebben, gaf men haar vyf greinen Zinkbloemen in een fyroop driemaal daags. Na den eerflen dag kreeg zy reeds geen aanvallen meerder, en in een maand verliet zy het Gasthuis. Een jongen van 14 jaaren was door vyf grein Zinkbloemen van den St. Vitus dans geneezen, na dat hy een buik-openend middel van de pil. Ruf» en Gummof. genomen had. ^ (z) ibid, ra, u. p. 339.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN.\7 Een jongen van 16 jaaren was door zes greinen, driemaal daags genomen, volmaakt van eene vallende ziekte herfteld. In zommige gevallen genas het niet de vallende ziekte, dog altyd de ftuiptrekkingen; het maakte geene ontlasting behalven by weinigen, alwaar het een weinig misfelykheid en hierna een ftoelgang veroorzaakte. Kort na dat de Heer gaubius zyne Adverfaria uitgaf, nam de Heer haygarth O) proeven met de Spiauterbloemen; doch alzo hy geene goede kreeg, bevond hy dezelve geheel nutteloos: evenwel door het leezen van walls brief in the Medio. Comment. aangefpoord, deed hy nadere proeven , en genas 'er mede trekkingen door aandoeningen by een Meisje veroorzaakt. Ue Heer odier Geneesheer te Geneve, pryst de Flores als een goed krampftillend middel in een brief aan Dr. duncan aan ; fchoon hy ' vind, dat zy niet aan de verwagting van den Heer gaubius voldaan hebben, alzo hy dezelve dikwerf zonder nut heeft toegedient. De Heer white(c), Geneesheer te Yorck, deelt een geval meede van eene Dame, die zederd haar li jaaren aan allerlei zoort van zenuw-kwaaien ge? O) Ibid. Vol. III. p. 212, anno 1775. O) Ibid. p. 191. (O Ibid. Vol. IV. p. 326.  £8 G. SCHUTTE, over het gezukkeld had , en door hem eindelyk met de Spiauterbloemen geneezen is. Dr.PATRiCK dugüd (jT),Geneesheer te Durham, nam in het jaar j 776 ook proeven met de Zinkbloemen, waar van hy eene, op een Meisje van 9 jaaren genomen, zeer wydloopig mededeelt; dit Meisje wierd van de hevigfte ftuiptrekkingen en onregelmatige beweegingen overvallen , waar voor hy haar de Zinkbloemen tot de gift van twee greinen 's morgens en 's avonds toediende ; met deeze gift klom hy op tot vyftien greinen dagelyks, waar onder de toevallen geheel wegbleeven; doch die na verloop van eenigen tyd wederkwamen, en door het zelfde middel ook weder verdweenen; tot dat de lyderesfe eindelyk, na eenige maanden volmaakt wel geweest te zyn, in zulke hevige ftuiptrekkingen verviel, dat zy binnen korten tyd 'er onder bezweek. Dezelfde Schryver heeft nog in drie andere gevallen dit middel beproefd, waar van het in twee gevallen gelukkig flaagde; doch in een geval was het volftrekt nutteloos. Doctor leith (Y) verhaalt een zeer fterke kramphoest, waar van hy geen voorbeeld weet, door de Flores geneezen te hebben. Hy gaf pillen die een grein bevatten , en na het gebruik van eenige weinige was de geheele hoest verdweenen. Doc- (V) Ibid. Vol. v. p. 9. (O Ibid. Vol. VI. p. 343» anno 1779.  36 G. SCHUTTE, over het Tweemaal daags inteneemen, en ieder maal twee lepels vol kruis en munt water toetedrinken. Hier zouden de Zinkbloemen het nut niet gedaan hebben , indien zy met geene andere middelen waren verbonden geweest. In het negende geval, krampachtige engborftigheid met de geelzucht gepaard. Hier wierden zy met een bitteren drank voorgefchreeven, zo dat op het laatfte dagelyks 36 greinen gebruikt wierden. In het tiende geval, krampachtige engborftigheid in vereeniging met de flymige. Hier gaf hy aanftonds in het begin tien greinen, en klom op tot twintig. In het elfde geval, krampachtige en flymige engborftigheid. fy. Confect. Card. 3/3. Conferv. Cynosb. Castor. Pulverif. FL Zinc. öa gr. v. F. Syrup. q. f. Bolus D. S. Tweemaal daags te neemen. In het twaalfde geval, krampachtige engborftigheid met eene algemeene zwakte des lichaams. Hy gaf tweemaal 's daags agt greinen. In het dertiende geval , krampachtige engborftigheid, hier tweemaal 's daags tot zes greinen. In het veertiende geval, krampachtige engborftigheid met eene fterke verflyming der borst, bloedfpuwing, en neusbloeding gepaard, tweemaal daags agt greinen. In het vyftiende geval, krampachtige engborftigheid als een gevolg der kinkhoest. 9»  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 39 dien dan in Europa, zelfs in zo verre, dar. hy met de koortsbast niet veel konde uitvoeren , moest hy noodwendig op andere middelen bedagt zyn. Hy hoorde van Doctor hendy van Barbados , dat de Spiauterbloemen by die koude koortfen dikwijs met nut gebruikt waren, alwaar alle andere middelen ten eenenmaal vrugteloos waren aangewend geweest; dit fpoorde hem aan dezelve ook te beproeven. De uitkomst deezer proeven was, dat hy ze zo werkzaam vond in de Hospitaalen als op de Schepen, alwaar hy ze aan de Wondartfen aanbevolen had. Hy deelt hier eenige gevallen mede,door hem in het Hospitaal te St.Lucie waargenomen. Als de Vloot aldaar aankwam, wierden 'er zes menfehen met koude koortfen in het Gasthuis gebragr, eene van deeze koortfen had reeds zes weeken geduurd, dan eens onder de gedaante van een anderdaagfche, dan eens onder die van een derdendaagfche koorts. Twee waren derdendaagfche, en hadden reeds de eene twee, de andere acht maanden geduurd; de twee andere waren geregelde anderdaagfche koortfen, waar van de eene ■ flechts zes dagen oud, doch eene wederinflorting van een koorts was die zes weeken geduOrd had; de andere was reeds drie maanden oud, en verzeld van een uitflag aan handen en voeten; de zesde was eene dagelykfche koorts, die drie weeken geduurd had, en van fcorbut verzeld was, en van een hoest, die reeds lang den lyder had geplaagr, C 4 lö  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 4I 'er geene ongeneeslyke oorzaak binnen de harsfenen plaats had, en de eerfte wegen te vooren behoorlyk gezuiverd waren: de Hoogleeraar müzell had hem verzekert van deeze eigenfchappen der Zinkbloemen reeds voor dertig jaaren op zyne reizen gehoort te hebben. Ook had palus te Berlyn daar van in krampachtige ongemakken de beste uitwerkfels ondervonden (»). In het jaar 1776 verfcheen te Helmftadt de Verhandeling van hurlehusch (V), waar in men verlcheiden nieuwe ontdekkingen en Waarneemingen ontmoet; onder anderen die van den Heer bereis, Hoogleeraar te Brunswyck, dewelke vyf menfchen door de Zinkbloemen volkomen van de vallende ziekte geneezen heeft. Ook genas crell door dezelve ten eerften eene tusfchenpoozende -koorts, die verzelt was van eene vallende ziekte. Ten tweeden verfchillende krampen, die na eene galkoorts waren agtergebleven, ten derden ftuipen, die de plaats vervangen hadden van rheumatifche pynen, en ten vierden, de vallende ziekte van een menigte kinderen. Verders vindt men hier de Waarneemingen van hagen, die de Zinkbloemen zeer nuttig bevonden heeft in de kinkhoest, de vallende ziekte en de vryfterziekce: doch in dit laatfte geval vereenigde hy ze met de Quasfia. (ti) Z. p. 190. O) Disfertatio Zincum Medicum inquirens. C 5  43 G. SCHUTTE, over het In het jaar 1778 verdeedigde de Heer sohn te Frankfort aan den Oder, eene Verhandeling, onder voorzitting van den Hoogleeraar hartman waar in men behalven de oude Waarneemingen, reeds door anderen opgegeeven, nog een paar nieuwe heeft, die het krampftillend vermogen der Flores Zinci bevestigen. Ook heeft men hier de voor- en nadeelige getuigenisfen nopens het vermogen van dit middel in de vallende ziekte. De Heer hartman zelfs deelt hier eenige Waarneemingen mede, die dit vermogen in het geheel niet bekragtigen. By eene ,cataleptifche Vrouw wierd dit middel buiten zyn weten toegedient, waar door dit toeval geheel veranderde in een vallende ziekte: men hield 'er mede op, en diende het 01. anu maleDippel. voor, met dat gevolg, dat de vallende ziekte weder verdween en de cataleptifche toevallen ook geheel agterbleeven. Meerdere gevallen vindt men hier aangetekend, waar in de Spiauterbloemen de vallende ziekte altyd verergert hebben. In het jaar 1780 kwam te Helmftad de Verhandeling (jf) van crell en martini uit, waarin men ditbyzonders heeft dat de Zinkbloemen, voornamentlyk op die ftuipachtige ziekten, haare werking (70 Super florum Zinci ufu inferno Qj4aestiones medicas, prafide uartmanno publice disput. Auctor simon samuel sohn. Cq) Cuell et martini de Zinco Medico recent im sbjervata continens.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 43 king fchynen uitteoeffenen, dewelke door wormen veroorzaakt zyn (V). De Heer stark (Y) deelt in zyn Dagboek ook eenige gevallen mede , waarin hy het nut der Spiauterbloemen ondervonden heeft. Dus verhaak hy van een Man, die door een fchrik eene verlamming gekreegen had, waar tegens veele geneesmiddelen zonder eenige vrucht waren gebruikt, en die door Spiauterbloemen eenigzints was beter geworden (V). Eene Vrouw, veertig jaaren oud, had zedert vyf jaaren jichtige pynen door de gewrichren gehad, en was nu zedert drie maanden aan de geheele linkerzyde van het hoofd tot de voeten lam geworden , zo dat zelfs het oog van die zyde door zwakte niet konde zien; behalven dien was haare hand en voet niet alleen geheel gevoelloos, maar zelfs te zamen getrokken. In de geleedingen aan de duimen, de teenen, en het fchouderblad hadden eenige zwellingen plaats. Dit gevoegt by de voorige jichtpynen en het vogtige weder , deeden den Heer stark denken dat deeze ziekte van eene verplaatfte jichtftoffe haare oorzaak nam. In 00 Vergel. Baumes remarques hiftortques £f cliniques. fur les fleurs de Zinc. Journal de Medecine, T. LXX. J>. 272. (O siuszuge aus dem Tagebuche des Herzogi. Jenaifchen Klinifcken Inflituts, ite Ausg. Jena 1789. 00 Funfu gefchichte einer contractur, p. m. 32.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 45 veel nut van gezien. Hy verhaalt van een meisje, dat twaalf jaaren oud was, en door een fchrik eenige ligte ftuiptrekkingen aan zommige deelen des lichaams gekregen had, byzonderlyk aan den eenen voet, welke ftuiptrekkingen rogthans naderhand zig over het geheele lichaam verfpreidden. Hy gaf behalven andere middelen zes poeders, waarvan elk anderhalve greinen Zinkbloemen bevatten, die alle drie uuren moest ingenomen worden. De toeftand wierd onder dit gebruik zo verandert, dat zy merkelyk beter wierd; evenwel moest de volkomene herftelling door het 01. animale Dippelii voltooid worden. By eene andere, die kramptrekkingen had, door een pyn in de linkerzyde veroorzaakt, gaf hy ook zes poeders, elk van een grein Zinkbloemen, alle nagten inteneemen. Hier door hielden de eerfte kramptrekkingen op, doch deeze naamen nu plaats in de oogen, zo dat zy dikwerf den geheelen oogappel naar buiten ftootten (x); de andere trekkingen kwamen ook weder, hy befloot daarom van de Spiauterbloemen af te ziea en het 01. animale Dippelii te beproeven; een gift van dit laatfte middel herftelde den lyder volkomen. Uit dit en meer zoortgelyke gevallen befluit de Heer herz dat de Spiauterbloemen alleen voor zo ver werkzaam zyn, dat zy eene verandering aan het zenuwgeftel toebrengen , maar geene verandering als door andere ge. (*) Ibid. p. 133.  46 G. SCHUTTE, over het geneesmiddelen gefchied, dewelke beflendig is en in kragr.en toeneemende de ziekelvke omltandigheden der lyders herfteld; maar eene zodaanige, waar aan het lichaam gewoon worde, en waar voor het zenuwgeflel niet lang gevoelig blyfe, zo dat men op het laatst, hoe zeer men ook de gift der Spiauterbloemen vermeerdere, niets meer met dezelve op het lichaam kan uitwerken (y). De Heer tode (z) beproefde de Zinkbloemen insgelyks, op navolging van Doctor percival, in een hoest die met heeschheid verzelt was, en genas dezelve volkomen binnen den tyd van acht dagen. De Heer wichmann, Geneesheer van het Hof van Hanover, genas met dezelve en de Magnefia een zenuwziekte door fchrik veroorzaakt (V). In het jaar 1789 gaf de Heer hufeland, Geneesheer en Lyf-Artz teWeimar,een befchryving van de Epidemie der kinderpokken, die in het jaar 1788 aldaar geweest was, in het licht, en deelde by deeze gelegenheid zyne proeven mede, die hy met de Spiauterbloemen in deeze ziekte gedaan had (&_). Wy zullen dezelve hier eene kleine plaats ver- (j) Ibid. p. 146. 00 Medicinhch Chirurgifche Bib Hot hek, 7der Band, %ttes Stuck, p. 568. O) Gazette Salutaire, /In. 1786. N". XXIX. Ö>} Bemerkungen über die natürlichen und kümtlichen Blattern zu TVeimar im Jahr 1788, Leipzig 1789. Schoon men zedert eenige jaaren als overftroomd is van Boeken over de Kinderpokken , zo kan men evenwel dit Werkje! van de Heer hufeland geenzints als overtollig aanmerken,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 47 vergunnen. Een jongen van 8 jaaren, van een fcrophuleus geitel, en onderhevig aan wormen, kreeg 's avonds huiveringen , die wel ras tot hitte ea eene volkotnene ylende koorts overfloegen; 's morgens hier op was hy reeds bezet met eene tallooze menigte van pokken over het geheele lichaam , die den derden dag alle zaamenvloeiden en niet anders dan een enkele opgevulde blaas vertoonden ; hy lag zonder eenige kennis met een zeer benaauwde ademhaaling en een zeer onregelmatige polsflag. De kentekenen van wormen, die hier ;te gelyk aanweezig waren , deeden hem geloven , dat deeze dieren de oorzaak waren van de anomalie der pokken ; hy gaf daarom alle drie uuren drie greinen Zinkbloemen met zuiker, hy liet te gelyker tyd een clysteer van azyn zetten, en wolle lappen om de voeten winden. Reeds na de vierde gift hield de yling geheel op , de pokken ftonden 's anderdaags natuurlyk, en de lyder ontlastte veel flymige ftof met wormen; hy liet de gift der Zinkbloemen met een grein vermeerderen en de clysteer herhaalen, met dat gevolg dat de pokken volmaakt haaren natuurlyken loop hernamen, en een zagt ontiastmiddel van de Manna en Cremor tartari nog een groot aantal ken, alzo het, in een wezentlyk practirchen geest gefchreeven, zeer veele heerlyke lesfen, zo ten' opzichte der natuur deezer ziekte, als omtrent derzelver behandeling, in zich bevat.  48 G. SCHUTTE, over het tal van doode wormen naar bui ren dreef. Het tweede geval is van een meisje , dat drie jaaren oud en ook met wormen geplaagt was;zy kreeg ook de kinderpokken, en wel zo onregelmatig dat allerlei zoort van zenuwtoevallen, door de prikkeling van deeze dieren veroorzaakt, zig by dezelve voegden:doch de Spiauterbloemen, omtrent op dezelfde wyze als in het voorige geval gegeeven, dreeven de wormen wel ras uit,en deeden de pokken haarennatuurlyken loop herneemen. Het derde betreft een jongen van 5 jaaren, by wien de pokken ook een zeer onregelmaatigen loop genomen hadden: hem wierden zonder eenige vrucht een braakmiddel , een Spaunfche Vlieg, en verfcheiden clysteeren toegedient; dog drie greinen Zinkbloemen, alle drie uuren gegeeven, deedea veel meer af; hy wierd aanflonds geruster en de toevallen bedaarden, tot dat men tot het vitrioolzuur overging, waarvan wederom alles erger wierd. liy nam zyn toeviucht tot de Zinkbloemen weder, en de pokken hernamen haaren natuurlyken loop. De vierde, een jongen 5 jaaren oud, van een zwak en teder geftel, niet vry van wormen en zeer geneigd tot neusbloedingen, kreeg eerst een rooden'uitflag verzelt van koorts; den vierden dag waren de toevallen erger, en de pokken kwamen hier en daar te voorfchyn ; den vyfden dag was de koorts fterk, en zyn hals, armen en beenen met een fcharlaken uitflag bedekt, welke ver- zek  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 49 zelt was van pyn in de keel ; hy gaf een lood Manna en alle drie uuren drie greinen Spiauterbloemen : den volgenden dag was de lyder eenigzints beter, maar de uitflag was nog niet weg en de aandrang op het water en den afgang deeden aan wormen denken ; men gaf daarom de Zinkbloemen met een grein zoete kwik en een koud aftrekfel der koortsbast, 's anderdaags was hy reeds rustiger en ontlastte eenige wormen. Den agtften dag was de fcharlaakenkoorts, gelyk ook de meeste pokken, geheel weg. Den negenden dag was hy iets beter, en nam hetzelve poeder; doch de tong was meer beflagen, en 'er kwamen weder eenige pokken te voorfchyn, daarom liet hy den lyder den tienden dag den braakwynfleen neemen, waar door veel flymige {toffe ontlast wierd en de koorts verminderde. Den elfden dag waren "er weder meer pokken, met verheffing van koorts, en den twaalfden wierd de lyder als geheel bezaaid met dezelve. Hy liet nu dagelyks vier giften Zinkbloemen met zoete kwik en China gebruiken. Hier van wierd de lyder dagelyks beter, ontlastte veele wormen, en genas volkomen. Het vyfde: een jongen van 14 jaaren, die reeds by den aanvang der kinderpokken zeer erg wierd, wierden, om dat hy in zyn kindsheid wormen gehad had, alle drie uuren drie greinen gegeeven, met een grein zoete kwik ; desniettegenflaande wierd de lyder zeer erg, l0t den agtlien dag, wanneer 'er XV. deel, D eeni»  5o G. SCHUTTE, over het eenige verandering in zyne omftandigheid gebeurde; men gaf hem nu een poeder uit twee greinen Camfer , zo veel tSpiau:erbloemen en een grein Calomel : met het begin van den negenden dag was hy geruster, en van deezen tyd af begonnen de pokken haaren natuurlyken loop te herneemen. Het zesde: een meisje, 8 jaaren oud en van eeo zwak geitel, kreeg, na dat zy drie dagen koorts, verzeld van yling en andere kwaadduidende toevallen, had gehad, eene groote menigte pokken, dewelke meer en meer erg wierden, toe den agtften dag, wanneer zy zig geheel ingevallen, leeg en gevoelloos vertoonden : men gaf hier voor alle drie uuren drie greinen Zinkbloemen, met twee droppen van sydenhams Laudanum liquidum, een China drank en Camfer clysteer, en hier van verheften zig de pokken weder ; andere geneesmiddelen deeden ^e verdere geneezing af. Het zevende: by een jongen die 10 jaaren oud was, wierden de pokken, uit hoofde zyner zenuwtoevallen, zeer erg, tot den negentienden dag toe, wanneer men hem alle twee uuren twee greinen Zinkbloemen met Camfer toediende: wanneer hy een halflood Zinkbloemen en dertig greinen Camfer genomen had, was hy den twintigften dag rustiger; den eenëntwintigften dag, kwamen 'er epikptijche toevallen by, hy was geheel buiten zich zeiven, de polsflag zonk weg en de lyder Üierf. De lykopening deed ontdekken, dat wormen, die in het r in*  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 51 intestinum jejunum huisvesteden, deeze anomalie der pokken veroorzaakt hadden; en de reden, waarom hy ze hier niet had kunnen uitdryven, fchryft de Heer hu fel and aan haare zitplaats in dat gedarmte toe. Het agtfte: by een meisje, dat 4 jaaren oud was, wierden ook de Zinkbloemen met China en Manna toegedient, uit hoofde der irritabiliteit van deeze lyderesfe , waardoor zy reeds in het begin der pokken veele onregelmaatige toevallen by deeze ziekte kreeg, dog zonder eenige vrugt. Andere geneesmiddelen wierden hier aangewend, en genazen haar volkomen. Het negende geval was van een kind, dat behalven de irritabiliteit van het zenuwgeftel ook nog verftoppingen der klieren had, waardoor de pokken een geheelen onregelmatigen loop namen : hier gaf men ook, behalven andere middelen, de Zinkbloemen ; de pokken hernamen hiervan haare natuurlyke gedaante en de zenuwtoevallen bedaarden, dog alzo deeze bygevoegde middelen ook vry fterk waren, zo is het moeielyk te beflisfen, of deeze gelukkige verandering wel aan de Zinkbloemen toetefchryven zy CO» De redenen, die den Heer hufeland aanfpoorden , om de Zinkbloemen in de pokkenepidemie te beproeven, waren, ten eerften , de fmaakeloosheid van dit middel, waardoor hy het altyd aan kinderen konde doen neemen; (O Idem, p. iéi, ad finem. tea D 2  5a G. SCHUTTE, over het ten tweeJen, de geneigdheid van deeze ziekte tot zenuwtoevallen of kramptrekkingen : de Zinkbloemen waren hem als een voortreffelyk krampflillend middel bekend, en verdienden daarom de voorkeur boven veele andere, dat zy den omloop des bloeds niet vermeerderen; ten derden, zyne eigene en de ondervinding van anderen*hadden hem geleerd, dat dit middel eene byzondere eigen fchap had van de krampachtige zamentrekking der huid te ontfluiten, en de fcherpe doffen, die op de inwendige deelen geplaatst waren, naar de huid te lokken; ten vierden, daar de wormen zeer dik wils aanwezig waren, en niet zelden alleen de hoofdoorzaak der krampen uitmaakten , zo gaf deeze omftandigheid den Zinkbloemen meer klem, daar zy volgens de nieuwfte Waarneemingen deeze dieren zeer kragtdaadig verdryven; ten vyfden, daar andere krampllillende middelen de ontlasting der eerfte wegen hinderen, hebben zy de eigenfchap van deeze te bevorderen, en braaking of ftoelgang te verwekken, naar gelang het darmkanaal zulks vordert (d). Deeze eigenfchappen der Spiauterbloemen zetten hem aan om dezelve in de pokken te beproeven, en hy is niet in zyne verwagting te leur gefteld geworden, wanc hy heeft 'er de heerlykfte uitwerkingen van gezien; maar om deeze te erlangen, zegt hy, dat men ze in zeer groote giften moet . (d) Idem. p. 122. feq.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 53 moet toedienen (V). Deeze giften, zullen wy op zyn plaats opgeeven (ƒ). Onder de Franfche Geneesheeren vindt men ook eenigen, die reeds in den beginne zig van de Zinkbloemen bedient hebben. In bet jaar 1774 deelt michel de bialmont, Geneesheer te Luik, zyne VVaarneemingen meede (g) > welke bewyzen, dat hy, ten eerlten, 'er meede geneezen heeft ftuipagdge beweegingen, die door haare hevigheid naar de vallende ziekte zweemden. Ten tweeden, een ftuiphoest die zeer onrustende was. Ten derden, een zenuwachtige maagpyn met braaking, en eene krampachtige zamentrekking van den geheelen tti~ bus alimentaris. In een brief aan m. poisonnier, Profesfor van hetKoninglyke Collegie, fchryft m. des ai ve, Apothecar te Luik (Ji), dat vierenveertig greinen Spiauterbloemen, in twaalfmaal gegeeven, een fpasmus periodicus volkomen geneezen hebben, die vier jaaren geduurt had. Deeze Heer gelooft niet dat zy ooit kwaade gevolgen gehad hebben, wanneer zy in behoorlyke giften gegeeven waren. M. maret, fchry vende aan den Heer g r u n w a l d , leert (e) Idem, p. 126. (ƒ) Zie tweede AfJeeling, vierde Hoofdftuk. Oi) Gazette Salutaire, N°. XXXV. (A) Ba umes remarques hiftoriques G? cliniques. Men zal hier ook aangehaald vinden, nielsen Düfertatio, prastantisjïmam rationem iliuftrandi Materiam Medicam fistens. Alwaar men zien zal dat tode Hoogleeraar te Coppenhagen ze goedgekeurd heeft. D 3  54 G. SCHUTTE, over het leert ons, dat hy in het jaar 1775 drie proeven met de flores gedaan had, waar van twee zonder vrucht waren. De derde was van een die alle uuren twee greinen gebruikte, en dus een drachma opgebruikt hebbende, van de vallende ziekte geneezen was (0- Hier uit befluic hy, dat zy als alle andere krampitiilende middelen kunnen faalen, dat zy niet verhitten, en dat zy mogelyk niet te pas koomen, wanneer de maag in den fpasmus deelt. In een brief aan gardank betuigt m. fouqukt (*), dat, fchoon hy in het algemeen niet zeer voldaan was over de Spiauterbloemen, hy ze evenwel heeft zien lukken in een kind van 8 jaaren , dat door een val (Klipachtige beweegingen van het oog en een beeving der handen hadde. Behalven deeze enkele Waarneemingen, in de Gazette de Santé, Gazette Salutaire en zoortgelyke Franfche Tydfchriften te vinden , moet men tot het jaar 1780 toe maar zeer weinig gebruik van ons middel in Frankryk gemaakt hebben; want de Heer de la roche, by mededeeling van zyne Waarneemingen in het Journal de Medecine (l), beklaagt zig ten fterkften , dat hetzelve tot dien tyd toe zo weinig in dat Koningryk gebezigt wierd, dat het niet dan in de Hoofdftad, en daar dan (t) Baumes Lib. cit. m Gazette de Santé, An. 1785. p. 13. (7) Journal de Medee. meii Decembre 1779. lom. LU. pa*. 518, yty.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN.'55 dan nog niet dan van weinigen, wierd voorgefchreeyen; tot aanmoediging van een meerder gebruik deelt de Heer de la Roche de volgende Waarneemingen meede, met dien gewenschten uitflag dat veele andere Franfche Artzen hem hebben gevolgt , gelyk wy uit hetzejfde tydfchrift in her vervolg overvloedig zien zullen. De Waarneemingen van den Heer de la roche zyn ten eerften van een kind, dat een maand oud was en van ftuipen overvallen zynde, door een grein Zinkbloemen driemaal daags genomen ten eenemaal wederom was herfteld. Ten tweeden, van een meisje oud 30 jaaren met h ;vige ftuipen, die niet zeer ongelyk aan de vallende ziekte waren, geplaagt; dit meisje diende men van den beginne af alle drie uuren drie greinen Spiauterbloemen voor, waar op zy 's anderendaags reeds betering voelde; men verdubbelde nu de dofïs, en in twee dagen was zy volkomen herfteld. Ten derden, een meisje oud 30 jaaren wierd door een droom fterk verfchrikt; bier op volgde by haare ontwaaking een fterke benaauwdheid met koorts, die verzelt was van eene dolzinnige yling (délire maniaque); door eene aderlaating , met bedaarende en ontlastende middelen, hield de koorts na acht dagen op, maar de yling bleef. Hier voor gaf men , na alles vruchteloos aangewend te hebben, de Spiauterbloemen alle drie uuren twee greinen, welke gift men vermeerderde tot zes greinen, waardoor de lyderesfe D 4 in  58 G. S C FT ü T T E, over het ze en de volgende Waarneeming is van den Heer o dier), een kind twee en een half jaar oud, van een fteri%e en hloedryke gefteldhtid, en dat zeer hevige driften had, wierd in de hand gepikt van eene hen; zes maanden hier ra wierd dit kind uit den flaap wakker, en klaagde over de hen die hem ftond te bjten; waar door hy zo fteik wierd aangedaan, dat men met alle reden voor ftuipen bedugt wi-rd. De Geneesheer raadde een grein Zinkbloemen met wat Magnefia, wanneer deeze aanval wederkwam , en byaldien dezelve achterbleef, dezelfde gift alle drie uuren te geeven; 's nagts kwam deeze aanval weder, men gaf nu een poeder, waar door dezelve bedaarde , gelyk zy door het voortgezette gebruik van dit middel geheel weg bleef. Ten tienden, een meisje oud 17 jaaren, bloedryk en zeer beweegelyk, konde zedert eenige dagen niet wateren; evenwel zonder eenig gevolg, dan dat zy eene fpanning in de Regia Hypogastrica gevoelde: hierop volgde koorts met een hevige hoest, drukking, fteekende pyn in de borst en bloedfpuwing. Men liet een ader opener* en andere gepaste middelen in het werk ftellen, zelfs tweemaal door den catheter het water ontlasten; dog hier op wierd alles erger, zelfs wierd de yling zonder tusfehenpozing; de Geneesheer nam haare beweegbaarheid en onderhevigheid aan zenuwziekten in aanmerking, en gaf een grein flores met twaalf greinen falpeter : in minder dan een kwar-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 59 kwartier uurs kreeg de lyderesfe ontlasting, zo van pis als van crekftoffe, waar op alle toevallen bedaarden : zy nam verders alle twee uuren hetzelfde poeder, en 's anderendaags was zy volkomen herfteld; zy had naderhand eenige wederinftorcingen deezer zelfde ziekte, dog de Zinkbloemen bedaarden dezelve altyd. Dit zyn de Waarneemingen van den Heer de la roche! Hy laat 'er eenige aanmerkingen voorafgaan, waar uit blykt, dat hy de Flores Zinci hield voor een krampftillend middel , wiens werking het minst faalde, welks gebruik in de meeste gevallen te pas kwam en waar van men geen kwaad hoegenaamd te vreezen had. Hy heeft het gebruikt in alle krampachtige ziekten, en by alle perfoonen van wat ouderdom zy ook zyn mogten; het heeft zelden ontbrooken de uitwerking voorttebrengen die men 'er van verwagtte , te weeten in die gevallen alwaar de ziekte niet van eene organifche oorzaak voortkwam, en dan ook heeft het dikmaals als een palliatief middel de zenuwachtige toevallen geftild. Morin fils, Heelmeester te Charly fur Marne (ra)» wierd door proeven van den Heer de la roche aangemoedigt om ook de geneeskragten der Spiauterbloemen te onderzoeken. Hy diende ze ten dien einde in het jaar 178a aan eene vrouw voor, die 28 jaaren oud en van een bloedryk en teder ge- O) Ibid. Tom. LIX. p. 2fJ.  6o G. SCHUTTE, ovïr hét geflel was; deeze vrouw was van haar veertiende jaar af aan zenuwziekten onderhevig geweest, kloppingen in de Regio Epigastrica, hoofdpynen, trtkkingen der leden en meer zoortgelyke toevallen waren het, die haar den flaap afbraken, en verfchillende reizen op den dag overvielen; hier voor gaf hy haar alle twee uuren vier greinen van ons middel, hy klom op tot zesëndertig greinen dagelyks in zes deelen verdeelt: den zevenden dag verminderden de toevallen, en anderhalve Maand na het gebruik der Zinkbloemen , gevoegd by een goeden leefregel en eenige algemeene middelen, was de lyderesfe gelukkig herfteld. Na dit geval heeft de Heer morin hetzelfde middel dikwils met vrugt gebruikt. De Heer ponche (n) heeft ook proeven met de Zinkbloemen in het werk gefteld, en zegt van dezelve niet afgefchrikt te zyn door zyn eerfte geval, het geen was van een meisje van 17 jaaren, dat van haar achtfte jaar af de vallende ziekte gehad had. Dit meisje had zedert drie maanden de Spiauterbloemen genomen, en in dien tusfchentyd was de vallende ziekte allengskens in eene longteering verandert, waar aan zy eindelyk ftierf; zy had nooit boven de agttien greinen dagelyks gebruikt. Veel beter flaagde zyn proef by eene Jufvrouw, oud 21 jaaren, van een bloedryk en fterk ge- (») Rmarques fur une Epikpfie, ibid. Tom. LX. p. 360.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 61 geitel, die zeer fterk gefchrikt had door een kat, die zich in haar kamer had weeten te verbergen, op het tydftip dat zy haare ftonden had. Door het gemaauw der kat wierd zy wakker en fchrikte zodaanig, dat zy aanftonds een aanval der vallende ziekte kreeg, waar in men haar 's morgens vond. De ftonden waren opgehouden; men liet dit met de gevolgen der fchrik aan de Natuur over, tot dat zy by de aannadering der ftondentyd wederom door de hevigfte aanvallen der vallende ziekte wierd aangetast, dewelke by ieder nieuwe Maan zig wederom vertoonden: de Heer ponche liet een weinig aderlaaten, gaf een zagt buikzuiverend middel, en diende te gelyk de Spiauterbloemen dagelyks tot drie greinen voor; allengskens klom hy met dezelve op tot zesëndertig greinen, in negen poeders, alle twee uuren een te geeven, en na iedere gift liet hy een theekopje van een infufie van de gallium luteum toedrinken: door deeze geneeswyze is zy binnen drie maanden volkomen herfteld geweest. M. n e g r i n (o) heeft ons middel ook in twee gevallen zeer nuttig bevonden. Het eerfte geval is van eene zeer fterke bloedryke vrouw, oud 42 jaaren, die na haar huwelyk, het geen zy nu drie jaaren voltrokken had, van veelerlei zoort van zenuwtoevallen wierd overvallen. De voornaamfte wa- (0 Ibid. Tom. LXV. p. 62.  f5a G. SCHUTTE, over het waren': pyn omtrent de maag, en eene aanmerkelyke braking van gallloffe , die door de zuuren erger wierd ; hy gaf haar alle twee uuren twee greinen Zinkbloemen ; in een dag hielden deeze toevallen ten eenemaal op, en zy wilde met het middel niet langer voortvaaren , tot dat zy voor de pest, die in dat land heerschte, verfchrikte en hier door de toevallen wederom erger kreeg dan zy ze ooit gehad had: men nam nu andermaalen zyn toevlucht tot de Spiauterbloemen, en zy wierd wel ras weder geneezen. Het tweede geval, eene Dame van 19 jaaren, altyd gezond en zelfs verlyvig, had eenigen tyd een witte vloed gehad, die haar wierd opgeftopt door een Kwakzalver: hier van daan allerlei zoort van toevallen, die zo erg wierden , dat men voor haar leven begon te vreezen. Hy gaf haar alle twee uuren twee greinen Zinkbloemen , waar door de toevallen na weinige uuren ophielden en de witte vloed weder te voorfchyn kwam , het welk een einde aan haare kwaaien maakte. Geheel anders is de getuigenis die de Heer meglin (ƒ>) van ons middel geeft. In de kramp» agtige ziekten der kinderen, in het algemeen, heeft hy de gewoone krampftillende geneeswyze, gelyk de .Syr. diacod., Liq. anod. M. Hofmann., de analeptifche wateren, en zoortgelyke middelen nuttiger be- OO Ibid. Tom. LXIX. p. 48Ö.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 63 bevonden dan de Spiauterbloemen. In den Sr. Vitus dans deeden zy niets, daar dezelve door de China, de baden, en ftaalwater geneezen wierd. In de hyflerifche toevallen heeft hy 'er groot nut van gezien. Eene Jufvrouw die de hevigfte aanvallen van deeze ziekte had, wierd dooreen grein, alle drie uuren gegeeven, welke gift men allengskens vermeerderde , geneezen. Dog eenige maanden hier na ftonte zy wederom in , en vond geen baat meer by de bloemen ; de Radix valeriance Jylvestris herftelde haar nu volkomen. In het algemeen is deeze wortel in de hyflerifche en hypochondrijche gevallen werkzaamer dan de Zinkbloemen. Hy heeft geene volkomene fchadeloosheid van dit middel, gelyk de Heer bauries, ondervonden ; zommige menfchen konden hetzelve in het geheel niet verdraagen, zelfs niet in de kleinfte giften; een derde van een grein maakte hun benaauwdheden, hartpynen , bezwymingen; waarom men 'er zeer voorzichtig mede moet te werk gaan. Evenwel moet het niet van de lyst der krampftillende middelen afgefchrapt worden, daar het dikwerf zeer heerlyke dienften bewyst. Dog van alle Geneeskundigen is 'er, voor zo verre my bekend is, gfeen, die zo veele proeven heeft in het werk gefteld, en zig zo veele moeite heeft gegeeven om de kragten der Spiauterbloemen te leeren kennen, als de Heer ba omes. Op verfchillende plaatzen en in verfchillende Verban?  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 71 heeft(ö). De Heer hart ftelc,behalven het zuuropflorpend vermogen, nog eene byzondere fpecifique kracht (v). De Heer veirac (w) vindt de wyze, waar op de Zinkbloemen haar krampftillend vermogen uitoeffenen der onderzoeking niet waardig, fchoon hy overtuigd is, dat deeze manier van werking geheel verfchillende zy van die van het heulfap, van de braakmiddelen in kleine giften en andere krampftillende middelen ; aan de zuuropflorpende eigenfchap , fchryft hy uit hoofde der kleine giften weinig toe. De Heer de la roche (x) gelooft, dat zy onmiddelyk op het levensbeginfel werken door de prikkelbaarheid (irri* tabiüté) van het zenuwgeftel te verminderen, op eene geheele andere wyze . dan de flaapmiddelen (narcotica); doch over die wyze wil hy zich in geene gisfingen inlaaten. De Heer gregory fjy) fcbryft haare krampftillende kracht , waar in hy evenwel niet veel vertrouwen fielt, aan haar zamentrekkend en verfterkend vermogen toe. De Heer leonhardi (2) meent, dat zy werken als andere braakmiddelen , die men in zulke geringe giften toedient, dat zy geene braaking verwek» (») Adverfarta, p. 120. (v3 L. c. p. 21. {yf) Waameemingen van de Flores Zinci, by lysona Tusfchenpoozende koortfen, p. 99. feq. (x) Journal de Medec. Tom. LIL p. 503. (j) Confpectus Medicina Theoretici, §. 1238, Vol. II, P> 335» Ed. Ann. 1782. (2) Macquer Chem.IVórterbüih', Th. 5. §. 742. E 4  7a G. S C H U T T E, over het wekken. Th. withers (a) fchryft even als de Heer gregory, waar van hy evenwel verfchilt door veel vertrouwen in die middel te fielten, aan de zamentrekkende kragt merkelyk veel toe, en ftelt 'er behalven deeze kragt nog eene flymoplosfende eigenfehap in. Over het algemeen durven de Schiyveis hier of in het geneel niets beflisfen, of hunne meeningen loopen zo verre uit eikanderen, dat deeze verfchillenheid van gevoelens zelve aantoont, hoe weinig lichts hier tot nog verfpreid zy.: ik voor my ben niet trotsch genoeg om my voortellellen dat ik in het onderzoek van dit gewigtig (luk gelukkiger (lagen zal, dan deeze waarlyk zo groote Mannen in de Geneeskunde. Ik ben met den Heer veirac te wel overtuigd, dat men het levensbeginfel niet genoeg kennende met geen mogeiykheid kan vastftellen, hoe de geneesmiddelen op het zelve werken. Dan, daar in de Zinkbloemen verfchillende vermogens plaats hebben, daar in deeze verfchillende vermogens mogelyk eigenfehappen aanweezig zyn, die ter ontvouwing van de werking der Zinkbloemen zouden kunnen! dienen, zo zy het ons geoorloofd deeze wat nader optefpooren, om te zien, of men door dezelve ook eenige klaarheid over dit donkere (tuk zoude kunnen verfpreiden. Ten eerlten , leert ons de Scheikunde , dat dê 00 Llb. Ut. p. 243.  74 G. SCHUTTE, over het fchap; zelfs geloven wy met den Heer veirac (c) dat zy niet anders als zuurdryvende werken, dan voor zo verre zy de krampen, die uit de prikke» ling der zuure fcherpte tegens den binnenften wand der eerfte wegen door medelydzaamheid ontftaan, ftillen, en daar door de werking derzelven ter uitdryving van het zuur verbeteren. Ten tweeden, niet veel meer verwagten wy van derzelver zamentrekkend vermogen; want, fchoon deeze eigenfchap aan de Spiauterbloemen wel niet kan betwist worden, zo moet men egter buiten allen twyfFel aanneemen, dat 'er veele fterker zamentrekkende middelen voor handen zyn , die niets uitwerken in die ziekten, waar in de Zinkbloemen zulke verwonderlyke geneezingen daar ftellen: ook zyn de meeste gevallen, waar in de Zinkbloemen zig zo werkzaam toonen, geenzints toetefchryven aan eene laxe of flappe vezel of eene verflapping van een byzonder deel; men zal zelfs by eene naauwkeurige overweeging der te vooren aangehaalde Waarneemingen zeer veele voorbeelden vinden, waar in men lyders van eene tegenovergeftelde vezel zal aantreffen , en daar men nogthans de geneezing door de Zinkbloemen heeft bewerkt. Dat zy egter als zamentrekkend middel ook inwendig haar nut konnen hebben, zoude dwaasheid zyn te («) Viïirac, in lysons Verhandeling over de Camfer, p. 106.  8o G. SCHUTTE, over het gelmaatige werkingen op eene geheele, haar alleen eigene wyze, verminderen. Dit is het eenige, her. geen de Schryvers hier omtrent vastllellen, en dat zy met eenige zekerheid vastftelien kunnen; want zo lang wy de verfchillende werkingen van dit levensbeginfel niet kennen, zo lang wy onwetende zyn, wat cl wyzingen (modificatioms) en onregelmaatige beweegingen het zelve ondergaan kan , even zo lang kunnen wy niet zeggen , op wat wyze de krampftillende middelen op dit levensbeginsel werken: de eenige zekere baak is hier de juiste opmerking en de nacuwkeurige ondericheiding van die gevallen, wa.tr in de krampftillende middelen nut gedaan hebben , en uit de vergely king van die gevallen eenige algemeene regelen vastteftellen , volgens welke men bepaalen kan, wanneer het eene boven het andere te Hellen zy. Dit is de eenige zekere weg, die ons tot nog toe kan geleiden, om een juister denkbeeld en betere behandeling der zenuwziekten te erlangen. Te wenfchen ware het derhalve», dat kundige en onbevooroordeelde Artzen zich 'er op toe leiden, om met meer naauwkeurigheid , dan tot nog toe gefchied is, dit groote werk te behandelen en meer juiste en bepaalde regelen optegeeven , volgens welke men zich in de behandeling der zenuwziekten , en in de verkiezing der geneesmiddelen tegens dezelve, gedraagen zoude. Ten opzichte der werking van ons geneesmiddel  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 8» del op het levensbeginfèl kan men dierhalven niets meer vastftelien, dan dat het de prikkelbaarheid (irritabilitas) wegneemt, en daar door de ftuipen geneest. Dan, daar deeze prikkelbaarheid niet eenig, maar verfchillende zy, naarmaate de oorzaaken, die dezelve hebben voortgebragt, verfchillen, of naarmaate de vaste deelen en de vloeiftoffen , waarmede het levensbeginfèl in een zo raauw verband ftaat, op verfchillende wyzen gemodificeert zyn; kan men wel uit eene naauwkeurige beoordeeling der gevallen naagaan, in welk loort de Spiauterbloemen van nut zyn ? Het komt my voor dat men hier omtrent iets kan vastftelien, en zeker is het dat men 'er meer van zoude kunnen zeggen, wanneer de gevallen door de Schryvers meer onderfcheiden waren opgegeeven; doch dit niet zo zynde biede ik de volgende gisfing ter nadenking aan kundiger Geneesheeren aan, mogelyk zal dezelve aanleiding geeven tot eene nadere beftemming van het gebruik der Zinkbloemen. In alle die gevallen komen my de Spiauter» bloemen voor het eigene geneesmiddel uittemaaken, alwaar de irritabiliteit een gevolg is van zekere oorzaaken, die het levensbeginfèl tot deeze afwykingen van zyn gezonden ftaat hebben genoodzaakt, zonder dat deeze oorzaaken blyven voortduuren, of dat zy eene andere omftandigheid in het werktuigelyke van het lichaam hebben nagelaaten, die deeze irritabiliteit gaande houdt. Hier XV. deel. F van  86 G. SCHUTTE, over het TWEEDE JFDEELING. TWEEDE HOOFDSTUK. Nadere befchouwing der Proeven en Waarneemingen, nopens het gebruik der Spiauterbloemen. By eene nadere befchouwing der Proeven en Waarneemingen, die men nopens het gebruik der Spiauterbloemen heeft in het werk gefteld, vinde ik juist een gelegenheid om te bepaalen, of het inwendig gebruik derzelve tot nog aan de verwachting van den grooten gaubius voldaan heeft? en of het dezelve ook heeft overtroffen? en dus om het eerfte lidt van het Vraagftuk te beantwoorden. Om hier in evenwel met orde en naauwkeuiigheid voorttegaan, zal het nodig zyn, dat ik een aanvang maake met zo veel mogelyke juistheid te onderzoeken, wat eigentlyk de verwachting van den Heer gaubius nopens dat middel geweest zy. Na dat deeze gezien had, dat de Kwakzalver ludeman zo veele onbegrypelyke en als wonderdaadige geneezingen door dit middel verrigtte, konde hy niet nalaaten aan het zelve een krampftillend vermogen toetefchryven (V), en het als zodaanig in veele gevallen te beproeven. Daar nu (r) Adver/ari-i, &c. f. 118.  83 G. SCHUTT E, over het neesheeren, zo zullen wy vinden, dat hy in deeze verwagting niet is te leur gefteld; want de Heer veirac vond het zeer werkzaam in de ftuipen door het zuur veroorzaakt (?), en over het algemeen in de ftuipen der kinderen deed het by hem zeer heerlyke dienften, gelyk wy voornaamentlyk uit zyn zevende geval, in lysons Verhandeling opgegeeven en hier te vooren befchreeven, kunnen opmaaken («). De Heer de la roche (V) zegt 'er van: ,, zy komen voornaamentlyk te pas „ in de ftuipachtige ziekten der kinderen, by wien „ zy altyd eene volmaakte geneezirg bewerken, „ byaldien de ftuipen niet voortfpruiten uit een „ organisch gebrek der harsfenen, of uit eene oor,, zaak in de eerfte wegen huisvestende; zy ftillen „ onfeilbaar die ftuipen, die in het begin by de „ uitbotting der kinderpokken en andere exanthe„ matifche ziekten plaats hebben, byaldien men „ ze in genoegzaame giften voordient, en de ze„ kerheid van derzei ver werking is zo groot, dat zy „ my ten eenenmaal gerust fteld in die toevallen, „ dewelke wel eens zeer gevaarlyke ziekten na „ zich fleepen; dezelve 's avonds in trapswyze op„ klimmende giften gegeeven, geneezen zy beften„ dig de fchrikken en ylende droomen, die véél* j tyds de voorloopers zyn van eene ongeneeslyke „ val- O) Lysons over de Camfer, &c. p. 10$. (u) Zie eerde Afdeeling, p. 15. Qv) Lib. f$f., p. jaó,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. S9 „ vallende ziekte." De Heer crell (vi) genas 'er mede de vallende ziekte van eene menigte kinderen; de Heer baumes (x) vond ze zeer nuttig in de ftuipen en de vallende ziekte van deeze jonge lyderen; de Heer odier (y~) roemt de Zinkbloemen in de ftuipen, die een gevolg zyn van het inwendige waterhoofd; keüp (2) pryst ze aan in de kramphoest der kinderen;meglin(#) heeft ze by verfcheiden kinderziekten met een zeer goed gevolg gegeeven, voornaamentlyk by de ftuipen, het krygen der tanden, by het zuur en het daar door veroorzaakte braaken en afgaan. Dan de Proeven van den Heer meglin (b) vielen ten aeezen opzichten, niet zo gunftig voor ons geneesmiddel uit; hy vond in het algemeen de gewoone krampftillende geneeswyze, gelyk de Syr. diacod., Liq. anod. M. Hofmann., en zoortgelyke middelen in de krampachtige ziekten der kinderen nuttiger dan de Spiauterbloemen: doch het gezag van een enkel Schryver kan niet omver werpen, het geen veele andere groote Mannen hebben waargenomen , te minder daar 'er onder deeze laatfte gevonden worden, («0 Baumes remarques, &c. p. 275. f>") Zie eerfte Afdeeling, p. 64. O) Mem. de la Societé Royale de Medecine, An. 1779. Part. 11. p. 194. des Mem. (z) Libellus Pharmaceuticus, Duisburg ad Rh. 1789. p. 100, O) Practifche Materia Medica,Francof. an Main 1789, P- 35<5. {b) Zie eerfte Afdeeling, p. ós. F5  9o G. S C H U T T E, over het den, die zo oneindig veele Proeven hebben in het werk gefield, en zig zulk een onbegrypelyke moeite hebben gegeeven, om door herhaalde ondervinding te beflisfen , wat 'er van dit geneesmiddel zy ; gelyk onder anderen de Heer baumes, die opzettelyk over dit geneesmiddel en deszelfs vermogen in de ftuipziekten der kinderen meer dan eene Verhandeling gefchreeven heeft, dewelke door de voornaamfte Franfche Maatfchappyen bekroond is (<:)• Ik befluite dierhalven, dat de Spiauterbloemen in de ftuipen der kinderen een zeer vermogend geneesmiddel zyn, en dat zy dus in deeze betrekking zeer wel aan de verwagting van den grooten gaubius voldaan hebben. Ten tweeden, in de zenuwziekten der bejaarden, de onregelmaatige fpierbewegingen, de vryslerziekte, den St. Vitus dans en zoortgelyke over het geheele lichaam verfpreidde ftuipziekten. Hier vond het de Heer gaubius een zeer vermogend geneesmiddel, het geen veeltyds de uitmuntendfte dienften bewees, fomtyds evenwel ook zonder uitwerking was, maar dan konde hy met andere geneesmiddelen ook niets meer uitvoeren (d). Schoon dit laatfte gezegde wat al te onbepaald zy, en men verfchillende gevallen by de Schryvers vindt opgetekend, alwaar de Spiauterbloemen vruchteloos waren toegedient en de geneezing evenwel door Cc) Zie eerde Afdaling, />. 641 (jf) Adv erf ar ia, p. 118.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 91 andere middelen was bewerkt, zo kan men doch niet zeggen,dat de verwagting van den Heer gaubius hier ten eenen maal is te leur gefteld geworden : men behoeft flechts de Waarneemingen nategaan van den HeersTOLTE, veirac, van doeveren, goodsir, WHITE, PaTRICK, dugud, morin fils, negrin, michel de bialmont, poisonnier, bereis, iia y« garth, fouquet, wichmann, grun- wald, baumus en zo veele andere groote Mannen ; en men zal wel ras overtuigd worden, dat in de onregelmaatige fpierbewegingen , de vrysterziekte, den St. Vitus dans en meer andere ziekten, die men tot nog toe tot geen meer beftemden naam dan dien van zenuwziekten brengen kan, de Zinkbloemen de heerlykfte dienften gedaan en de onverwagtfte geneezingen beweikftelligd hebben (Y). Evenwel zyn 'er ook andere Schryvers, die het zelve hier minder werkzaam, ja zelfs zommige die het geheel nutteloos bevonden hebben, gelyk aan gregory (ƒ), bassian CARM1NATI Qf) , de Schryvers der Allgemeine Litteratur- Zeitung (h) en anderen gebeurt is; zo ook vond het home in de vallende ziekte, een zeer goed geneesmiddel, maar (e) Men zie alle deeze Schryvers in onze eerfte Afdee» ïing. OQ L.c. p. 1238, Vol. II. p. 335. fjr) Zie eerfte AFdeeling, p. 65. (Jt) 23 November J780. p. 458.  92 G. SCHUTTE, over het maar niet in de vrysterziekte; selle (*) en meglin zeggen, dat zy het hier enkel hebben nuttig bevonden, maar meest altyd hebben zien faalen; den Heer odier kwam het als een goed krampftillend middel voor, evenwel niet werkzaam genoeg om te voldoen aan de verwagting die 'er de Heer gaubius van gehad heeft; dan de Heer de la roche (£) lost dit verfchil in de volgende woorden vry goed op: ,, by de bejaarden," zegt hy: „ gebruikt men ze gewoonelyk in de „ ftuipen en onregelmaatige bewegingen der hy~ „ flerifchs vrouwen, deeze geneezingen zyn dik„ wils niet voortduurendc , om dat de kwaaien „ veeltyds voortfpruiten uit oorzaaken, die aan „ het geftel onaffcheidbaar verbonden zyn. Doch „ dit hebben zy gemeen met alle andere krampftil„ lende middelen." Het blykt uit deeze plaats, dat, hoe vermogend de Spiauterbldemen of eenig ander geneesmiddel ook zyn mogen in het temmen der onregelmaatige fpierbewegingen, zy dikwils werkeloos blyven moeten uit hoofde der hardnekkigheid deezer kwaaien. Behalven dien is de hardnekkigheid der zenuwziekten niet alleen de oorzaak , dat de Zinkbloemen aan de verwagting van zommige Waarneemers zo weinig voldaan hebben; zy zyn dikwils toegedient in die gevallen, alwaar veel (O Medicina Clinica, eder Handbuch der Medie. Praxt Berlin 1783 , p. 341. 00 Hb. & loco citat.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 93 veel beter krampftillende middelen van een anderen aart zouden te ftaade gekomen zyn; ook zyn zy menigwerf in geene genoegzaame giften gebruikt: en ten opzichte der toediening zelve, hieromtrent vind men in veele gevallen de groorfte onachtzaamheid plaats hebben; niet zelden zyn zy met tegenftrydige middelen vereenigt geweest, eq dikwils zyn zy geheel ontftooken gebleeven van de vereeniging met die middelen, dewelke haar in haare werking onderfteunen moesten. Daar evenwel van deeze omftandigheden de kragren van een geneesmiddel dikmaals alleen afhangen, zoude men dan niet veilig konnen befluiten, dat, was 'er op de« zelve een oplettender oog gehouden, de Zinkbloemen aan zommige Waarneemers minder werkeloos zouden zyn voorgekomen ? Wanneer wy dierhalven dit , en te gelykertyd het groot aantal van Artzen , die dezelve in deeze ziekten nuttig bevonden hebben, in overweeging neemen, en ter zeiver tyd nagaan, dat zy aan den Heer gaubius hier ook niet altyd gewenschte vruchten voortbragten , dan durven wy gerustelyk vastftelien, dat, byaldien de Spiauterbloemen in deeze gevallen al niet ten eenemaal aan de verwagting van den Hoogleeraar voldaan hebben, zy evenwel denzelven niet veel hebben te leur gefteld. Ten derden, in de vallende ziekte. De verwag. ting die de Heer gaubi us van de Spiauterbloemen in de vallende ziekte gehad heeft, is gewis niet  94 G. SCHUTTE, over het niet zeer groot geweest , alzo hy eerst bekent dezelve hier zonder eenig nut gebezigd te heb. ben (/) en naderhand flechts één geval opgeeft, het geen hy door dezelve geneezen heeft (jn). Het is niet te verwonderen, dat in eene ziekte, wiens oorzaaken zo zeer uit eikanderen loopen, als die der vallende ziekte, de Waarneemingen zo fterk verfchilien. Een groot aantal Schryvers, die Proeven met de Zinkbloemen hebben in het werk gefteld , hebben zich weinig bekreund , uit wat oorzaak deeze ziekte voortfpruite ; zelfs hebben zy dikwils geen acht geflagen op de zo wezentlyke onderfcheiding van een idiopathifche, dat is, wiens oorzaaken binnen de harsfenen geplaatst zyn, of eene fympathifche epikpfie, wiens oorzaaken buiten de harsfenen zyn : hier van daan zo een tegenftrydigheid in de proeven en zulk een verfchillende uitkomst derzeive. Het is hier door, dat de Heer nicolaï («) beweerde, dat de Waarneemingen der Zinkbloemen in de vallende ziekte, zich onderling tegenfpreeken; waar uit hy bewyzen wil, dat zy geen nut in deeze ziekte doen kunnen: doch, fchoon dit gezegde al te onbepaald zy, zo moet men evenwel bekennen, dat 'er veelerlei zoort zo van idiopathifche als van fympathifche epikpfie kan gegeeven wordea , dewelke de kunst (7) Adverfaria , p. 119. (ni) Hart, /. c. p. 29. («) Nicolaï Recepte und curarlen, Jena 1780. J. 74°- §• 285.  96 G. SCHUTTE, over het Wat hier ook van zy; dit is ten minften zeker, dat de Zinkbloemen in de vallende ziekte, altyd dienen beproefd te worden, daar het ten klaarften beweezen is, dat zy een geneesmiddel opleveren, het geen deeze zo hardnekkige ziekte dikwils op het onverwagtfte geneest: om hier van overtuigd te worden, behoeft men flechts de Waarneemingen, door ons in de eerfte Afdeeling opgetekend, nategaan, en men zal hier in door het gezag van bell, goodsir, percival, rush, de la roche, arnaud, ponche, starck en meer andere bevestigd worden. Ook genas de Hoogleeraar bereis vyf lyderen volkomen van de vallende ziekte door de Zinkbloemen; de Heer crell herftelde met dit middel, behalven de vallende ziekte van eene menigte kinderen, ook' nog een lyder die te gelyk een tusfchenpoozende koorts had; martini bezigde dezelve ook met zeer veel vrucht in deeze ziekte; jan lino, den Zoon van dien vermaarden Engelfchen Geneesheer van dien naam, gelukte het ook in den tyd van zes weeken deeze ziekte door dit middel te overwinnen fjr); de Heer buchan (V) heeft 'er voordeelige uitwerkingen van gezien in deeze ziekte; selle (s) pryst (#) Journal de Medecine de Londres, Trad. Franc. Tom. VI. p. 49. (>J Medecine Domestique, Tom. III. p. 325. Paris 1785. (s; Medicina Clinica, Zwei te Auflage, Berlin 1783. P- 341-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 101 haalt de Heer machlachlan van een Meisje, het geen meermaalen des daags van hevige buikpynen overvallen wierd,en eindelyk, na veele middelen vrugteloos gebruikt te hebben, door de Zinkbloemen volmaakt herlleld wierd: zoortgelyke gevallen vind men by den Heer de la roche aangetekend, die over het algemeen in de krampachtige ko'yken gevonden heeft, dat zy nooit nalaaten denparoxysmus te doen ophouden. Michel de bialmont genas 'er meede eene zenuwachtige braaking, verzeld van maagpyn en eene krampachtige zamentrekking van den geheelen tubus alt' mentaris. In een periodifchen fpasmus, die vier jaaren geduurt had, bewerkten zy, volgens een Waarneeming van den lieer desaive, volkomen de geneezing. Fooquet heeft 'er gewenschte uitwerking van gezien in een kind, dat door een val ftuipachtige beweeging van het oog en een beeving der handen had: starck als ook de la roche bedienden 'er zig met nut van in de krampen der handen en voeten. Dog voornaamentlyk komt hier in aanmerking het gebruik der Zinkbloemen in de krampachtige engborftigheid, door th. withers (c) zo zeer aanbevolen, waar in zy volgens de getuigenisfe van deezen Schryver zulke heerlyke dienden bewyzen. Ten CO Men zie van deezen Schryver, zo wel als van alle andere in dit Hoofdftuk opgenoemd en niet aangehaald, onze eerfte Afdeeling. G3  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. iev, wierd aangedaan , dac het in ftuiptrekkingen verviel. Ook is 'er een geval van den Heer veirac (k~) in onze eerfte Afdeéling opgeteekend, hetwelk dit vermogen ten fterkften bevestigt. Hier had men de Spiauterbloemen tegens de vallende ziekte, dewelke door ylhoofdigheid en verwarring der zielsvermogens achtervolgd wierd, gebezigd; met dat gevolg, dat deeze ylhoofdigheid door dezelve volkomen herftelde, daar 'er in de epikpfie geen de minfte verandering wierd te weege gebracht. Men begrypt ligtelyk dac de zoort van ylhoofdigheid, waar in de Spiauterbloemen van nut zyn kunnen, enkel deeze zyn moet, dewelke haaren oorfprong alleen neemr uit eene al te fterke gevoeligheid van het zenuwgeftel; of, om met andere woorden te fpreeken, uit de irritabiliteit van het levensbeginfèl, waar door de ziel, als deelende in deezen ziekelyken ftaat van het lichaam, ook te rasword aangedaan en in werking gehragr. Uit deeze zo meenigvuldige Proeven en Waarneemingen blykt het dan middagklaar, dat de Spiauterbloemen een uitmuntend krampftillend middel zyn, niet alleen in de algemeene zenuwziekten, maar ook in de plaatfelyke krampen van byna alle deelen onzes lichaams ; en dat zy dus in de betrekking, waar in de Heer gaubius ze ter verdere beproeving aan de Geleerde waereld heeft voorre) Eerfte Afdeeling, p. 20. ^ G4  104 G. SCHUTTE, over het vaorgefteld, wel degelyk aan de verwagting van deezen Grooten Man voldaan hebben. En hier meede kunnen wy het eerfte deel van het eerfte lid van hèc Vraagftuk voor beantwoord houden. Dan het Genootlchap bepaalt zich hier niet by: het gaat verder, en vraagt of de Zinkbloemen de verwagting van den grooten gaubius ook overtroffen hebben, en zo men dit met ja beantwoorde, in wat betrekkingen of omftandigheden zulks gefchied zy. Dit zal derhalven nu onze taak zyn nader te onderzoeken: wy zullen ten dien einde moeten zien, of andere Schryvers ook nog geneeskragten in de Zinkbloemen ontdekt hebben , waar van de Heer gaubius geen melding maakt, en waar van hy dus niet kan veronderlteld worden iets geweeten te hebben; deeze geneeskragten zul^ len dan bewyzen, dat de Spiauterbloemen de verwagting van den Heer gaubius overtroffen hebben, en derzelver nadere befchouwing zal aantoo-, nen in hoe verre, en in wat betrekkingen of omftandigheden, zulks gefchied zy. Ten eerften dan maakt de Heer gaubius geen melding van haare zweetdryvende kracht; hy konde dus ook niet op het denkbeeld vallen van dezelve te beproeven in die ziekten, dewelke door het herftellen der belette uitwaasfeming, of het weder naar buiten jaagen van eene naar binnen gedreevene fcherpe ftoffe, moesten geneezen worden. Evenwel vinden wy by meer dan een Schryver van de-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 105 dezelve gewag gemaakt, en ook veele gevallen 'er door geneezen: alzo heeft de Heer hufelan» in veele hardnekkige maagkrampen 'er de pyn door zien bedaaren, en de plaats derzelve zien vervangen door een uitflag op de huid of ten minften een jeuking derzelve; het geen zeker bewyst, dat de kramprtofte door de huid was uitgedreven (/). Deeze eigenfchap der Zinkbloemen, van zo vermogend de krampen der huid te ontfpannen, fpoorde deezen Schryver aan dezelve in de pokken ook aantewenden. Met wat gevolg zulks gefchied zy, zullen wy op zyn plaats zien; hier zullen wy alleen nagaan, hoe voordeelig andere Schryvers de Zinkbloe men in de ftraksgemelde betrekking gebezigd hebben. De Heer starck Qm") heeft 'er eene verlamming, die door het vatten van koude geboo* ren was en voor alle andere middelen hardnekkig bleef, door geneezen, als ook jicht en meer an» dere ziekten, dewelke haare voornaamfle oorzaak in eene naar binnen gedreevene ftofie hadden. De Heer röbol (jï) heeft insgelyks aan deeze eigenfchap meer dan eene van zyne geneezingen te danken: aldus is zyn tweede geval, en voornaamentlyk zyn vierde , alwaar door een fmeerfel de tinea capitis naar binnen gedreeven was, aantemerken; want hier zoude de geneezing nooit gevolgd zyn, was CO HüFELAND, /. C. p. 124. C»0 Eerfte Afdeeling, p, 43. C») Ibid. p. 22, 23. G 5  io6 G. S C H Ü-T T E, over het was deeze fcherpte niet weder naar buiten gedreeven. De Heer crell (o) herftelde 'er mede ftuipen, die een gevolg waren van rheumatifche pynen. Integendeel vond de Heer veirac (ƒ>) ze meer twyffelachtig in de ftuipachtige beweegingen , die door prikkeling eener venerifche fcherpe ftofte en te rug gedreeven fchurft veroorzaakt waren. Daar evenwel de gevallen van den Heer róbol, en voornaamentlyk die van hufeland, zo fpreekende zyn , zo kan men 'er geen geloof aan weigeren, en moet dus ook in deeze opzichten eenig nut van de Spiauterbloemen verwagten. Ten tweeden, haar wormdryvende kracht: noch van deeze maakt de Heer gaubius eenig gewag; de Heeren reüss (q) en starck (>) evenwel hebben ook deeze bevestigd gevonden , als ook de Heer röbol (V), die 'er wormen mede afgedreeven heeft; de Heer martini (ƒ) diende ze met veel vrucht veor in voorwerpen , die met deeze diertn bezet waren: hufeland («) heeft zeer veel vertrouwen in deeze eigenfchap, want zy heeft een der beweegredenen uitgemaakt, waarom hy de Zinkbloemen in de pokken-epidemie beproefde, en de uitkomst beantwoordde zeer aan zyne ver- wag- 00 Eerfte Afdeeling, ƒ>. 41. Qp) Ibid. p. 16. tq) Dispenfat. Univerfak, Argent. 1786". (r) Eerfte Afdeeling, p. 44. (O Ibid. p. 23. 00 Ibid: p. 42. 00 Ibid. p. 5K  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 107 wagting, alzo hy veel kinderen, die de pokken en te gelyk wormen hadden, door dit middel alleen meent geneezen te hebben. Ten derden, als koortsmiddel, vind men aldaar geen de minfte fpooren van onze flores aangetekend; evenwel hebben zy ook dus gewenschte uitwerkingen voortgebracht, gelyk wy uit de proeven van de Heer «lane zien kunnen, dewelke allerovertuigendst bewyzen, dat de Zinkbloemen een zeer groot vermogen hadden op de hardnekkigfte tus* fchenpoozende koortfen. Doctor hp.ndï van Barbados moet het zelfde waargenomen hebben, alzo de Heer blane op zyne aanpryzing zig 'er van bedient heeft (?); verders vind men eenig gewag gemaakt van deeze eigenfchap der Spiauterblo'-inen in de Verhandeling van den Heer hurl busch (w), alwaar crell gezegt word een derdendaagfche koorts, verzeld van een vallende ziekte, 'er mede geneezen te hebben, De gevallen, waarin zy te pas komen, zyn die koortfen, dewelke zeer duidelyke tusfchenpoozingen hebben, en niet verzeld zyn van eenige ziekelyke ftoffe of plaatfelyke gebreken. Wanneer tusfchenpoozende koortfen langduurig werden , ontftaan zy dikwils alleen uit de irritabiliteit, dewelke flechts uit gewoonte voortduurt , fchoon de oorzaak der ziekte reeds lang overwonnen is: in dit geval komen de Zinkbloemen (v) Eerfte Afdeeling, p. 39. (w) Ibid. p. 41.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 113 „ het geen de valfche wel doen; door het vuur „' of een vlam van een kaars veranderen de vaifche „ niet van kleur , daar de zuivere citroengeel „ worden en omtrent met een vlam branden als „ de Phosphorus : deze kleur evenwel verdwynt, „ zo dra men het vuur wegneemt , wanneer zy wel ras haare natuurlyke verwe herneemen. Om ze zuiver te hebben, moet men ze afwasfcben, „ om dat dit het eenige middel is om een kalk te „ verkrygen, die vry van alle onverkalkt metaal,en zeer gefchikt voor het inwendig gebruik is (g) ". Men ziet hier uit, dat hy de afwasfching der Zinkbloemen zeer goedkeurde, waarin met hem zeer veele andere Schryvers overeenltemmen ; en inderdaad 'er blyft aan de Spiauterbloemen zeer veel vuiligheid en onverkalkte Zink hangen , waar van zy door de afwasfching gezuiverd worden; ook blykc het uit myne proeven, dat de afgewasfchene Zinkbloemen veel meer zuur opflorpten dan de onafgewasfchene: een once van de verdunde vitriool-oly wierd opgefiorpt door 50 greinen onafge wasfchene Zinkbloemen, daar 'er flechts 32 greinen van de afgewasfchene benodigd waren, om dezelfde hoeveelheid in dit zuur optelosfen (A). Ten Qr) B au mes Remarques kistoriqties , &c. vergel. eerde Afdeeling, men kan hier ook over nazien fuchs /. c. p. 133, alwaar men de vervalfchingen der Zinkbloemen, en de kentekenen om dezelve te ontdekken-, vinden zal. (A) Zie 2de Afd. jfte Hoofdft. ƒ>. 73. ad not. XV. deel. H  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 119 en andare zenuwkwaaien (2). Doctor stolte Cjss) heeft ook verfchillende proeven met het witte vitriool in het werk gefield, en heeft voornamentlyk onderzocht of het zelve, van alle onreinigheid gezuiverd,ook braking verwekte; by gaf het ten dien einde aan twee zieken in het Göttingfche Lazareth, en bevond dat de eene na een gift van 24 greinen niets anders dan eene walging befpeurde , daar de andere van 45 greinen niets , zelfs geene walging gevoelde. De Engelfche Geneesheeren, en voornamentlyk Doctor saundÉ^rs, Geneesheer inGuy's Ziekenhuis te Londen, pryzen zeer fterk het witte Vitriool aan (£); de Heer johnson nam 'er daarom een proef mede in een epikpfie, die 'er volmaakt door geneezen was, ten minften die na verloop van een jaar zig niet meer geopenbaard had; ook heeft dezelfde johns o n dit middel met zeer veel vrucht gebruikt in hardnekkige buikloopen, waar tegens rhabarber, kleine dofcs ipecacoanna en andere middelen, niets het minfte uitrichtten (V)» ook (2) Wiel de ufu interna nucis vomicae G? vitrioli albi. («) De vitriolo albo ejusq'. ufu Medico G? Chirurgia, Cött. 17Ü7. p. ai. (£) Verael. de uitmuntende Verhandeling ,van de kundige Amfterdamfc'e Artzen, de Heeren n. van der eem en l. van leeuwen,over de Vergiften, p. 573 ,feq. ; te vinden in de Handelingen van 't Geneeskundig Genootfchap Servandis Civibus, Xde Deel. t CV) Medic. and Philof. Comment. F. 5. Pat s. 3. p. 3a. H 4  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. iai Deeze proeven van het witte vitriool fchynen te bewyzen, dat de Zinkbloemen, al zyn zy met een zuur vereenigd , haare byzondere fpecifique kracht niet verliezen, en dus dat de vereeniging derzei ven met wynfteenroom, in het voorfchrift van den Heer stark, haare geneeskracht niet zo zeer vermindert, als het aan den Schryveren der Allg. Litterat. Zeitung wel voorkomt. Dan behalven deeze vereeniging met wynfteenroom , gebruikte de Heer stark nog het volgende voorfchrift: fy. Flor. Zinc. Qij. Crem. tart. Sjfi. Lap. Cancr. ~>j. M. Dit fchynt ons zo fterk met de regelen der Scheikunde te ftryden, dat hetzelve nooit verdienc aangepreezen te worden; wanc de wynfteenroom een zuur zynde cn de kreeftsoogen eene opilorpende aarde, ftooten deeze tegenftrydige geneesmiddelen haare eigen kragten om, en verhinderen zelfs de uitwerkingen, dis- men 'er van verwagtte. Aldus hebben wy dan gezien, dat men verfchillende wegen ingeflagen heeft nopens de wyze om de Spiauterbloemen voortefchryven. In het algemeen komt het ons voor, dat men ook hier, zo veel het onze ziektekundige kennis toelaat, te letten hebbe op den ftaat van het levensbeginfèl, terwyl deeze de naaste oorzaak der ziekten uitmaakt, H 5 waar  122 G. SCHUTTE, over het waar in men dezelve bezigt; als mede dat men eenige omftandigheden, die in het lichaam (land grypen, in opmerking neeme, dewelke de by voeging van dit of dat geneesmiddel noodzaakelyk maaken. Het lust ons hier het een en ander nopens het gebruik der Zinkbloemen te herhaalen,en hier by, als fchetsgewyze, ons gevoelen nopens de toediening en de vereeniging derzelven met andere geneesmiddelen medetedeelen. Vooreerst moeten wy dierhalven herinneren , dat de Zinkbloemen voornamentlyk dan een zeer werkzaam geneesmid; del uitmaaken, wanneer 'er alleen irritabiliteit in het menfchelyke lichaam zondigt; in dit geval dan ook, wanneer deeze irritabiliteit door hevige aandoeningen en voornamentlyk door fchrik gaande gemaakt is, zonder dat hier zwakte of eenige andere omftandigheid bykomen, dunkt ons, dat men de Spiauterbloemen nooit beter kan toedienen dan op de eenvoudigfte wyze, met wat zuiker of een foortgelyk krachteloos lichaam vereenigt; maar wanneer dit gebeurt is, om dat 'er zuur in de eerfte wegen huisvest , het welk de gevoelige wanden der darmen prikkelt , en hier door onregelmaatige beweegingen van het levensbeginfèl daar ftelt, dan komt voornamentlyk derzelver vereeniging met de opflorpende aarden te pas, even zo als de wormdryvende middelen met de Spiauterbloemen dienen vereenigt te worden, wanneer deeze beweegingen door de prikkeling, die de wormen aan de dier- ly-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 125 TWEEDE AFDEELING. VIERDE HOOFDSTUK. Nadere befchouwing der Proeven en Waarneemingen, nopens de giften der Spiauterbloemen. De eerfte Geneesheeren hebben dit middel in veel geringere giften voorgefchreven dan het naderhand is gebruikt geworden. — De Heer gaubius (_ƒ) gaf in het eerst poedertjes, die flechts een halve grein bevatten, en zo nog niet meer dan drie daags; hy fchryft dat de tedere vrouwen een gift, die minder dan een grein was, konden verdragen, maar dat zy nooit een geheel grein konden innemen, of zy braakten het weder uit. In latere tyden gaf hy evenwel fterkere giften; want volgens zyne Waarneemingen, in de Verhandeling van den Heer hart, zegt hy.dat een geheel grein dikmaals op eenen dag gegeeven, geene de minfte fchade gedaan heeft (g). De Heer veirac gaf reeds fterker giften en klom in een geval al op tot een fcrupel daags; de Heer bell gaf reeds in zyn geval 36 greinen daags; Doctor patrik d ugud klom, by een Meisje van 9 jaaren, allengskens op van 1 tot 15 greinen : deezen kwamen traps- (ƒ) Adverfaria, p. 119. Ój) hart, /. c. p. 30.  128 G. SCHUTTE, over. de ZINKBL. in die gevallen, waar in de aanwyzing is, om eene ftof naar buiten te dry ven, of zweeting te verwekken , hoedanige gevallen ik hier boven heb aangehaald, moeten dezelve ook in groote giften gegeeven worden. Want ik heb in myn tweede Hoofdftuk gezegd , dat de zweetdryvende kracht der Spiauterbloemen afhing van haare brakingverwekkende eigenfchap; dus moec ook, wil men eene zweetdryvende uitwerking erlangen, die gifc vermogend genoeg zyn, om eene walging voorttebrengen: behalven dien kunnen 'er nog eigenfchappen in het lichaam plaats hebben, die in de gift verandering te weege brengen moeten; alzo meent t h. withers (ö) waargenomen te hebben, dat de uitwerking der Zinkbloemen afhange van haare oplosbaarheid in het zuur der maag, waarom hy die geenen, dewelke,veel zuur hadden, geringe giften liet toedienen. Ik eindige met de woorden van myne Zinfpreuk: Non pulchris fationïbus de corio humano fas est ludere, fed folidis vitas civium periclitantes in tato reponere Honestum & Laudabile. 0>) Lib. cit., p. 243. TWEE-  TWEEDE ANTWOORD op de VRAAG, voorgesteld door het GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, onder de zinspreuk SERFJNDIS CIVIBUSi Heeft het inwendig gebruik der Flores Zinci tot nog aan Je verwachting van den grooten gaubius, die allereerst de aanmoediging daartoe gegeeven heeft, voldaan? heeft het ook dezelve over trof en? Zo ja, hoe verre, en in welke betrekkingen of omflandigheden? Zyn nopens dat gebruik, de giften van dat middel, de wyze van hetzelve toe te dienen, V zy gepaard met eenige andere middelen, V zy opgelost in eenig Schêivocht, V zy anderzins , ook eenige nuttige ontdekkingen of waarneemingen, ter uitbreidinge van de Praktyk, gedaan, of ten dien einde merkwaardige Proeven in het werk gefield? DOOR J. JBL 6 JB O X, Medicinae Doctor, Lid Confultant van de Natuur- en Geneeskundige Correspondentie Sociëteit in 's Hage gewoon Lid van het Provinciaal Utrechts Genootjchap van Konften en IVeetenfchappen, te Amjlerdam. onder de zin/preuk: SUFFICIT PRUDENTIORIBUS, SI, QUID FIAT, INTEL-' LIGANT, ETIAMSI, QÜOMODO QUIDQUE FIAT IGNORENT. v 7 Aan den Schryver van het welke de Zilveren Gedenkpenning is toegewee^ea.   ï3* J« R Ö B O L, over het kunde zegge met geen opgefchorte neus, dat dit weinig tot eer der geneeskunde ltrekt, want hy erinnere zig maar, dat de voedfeis tot onderhoud des levens nodig, op dezelve wyze ontdekt zyn; De Vader der Geneeskunde, hippocrates, had reeds gezegd, dat men zig niet moest fchaamen van geringe lieden te leeren , het geen tot geneezing zoude kunnen aanleiding geeven; geen wonder dan ook, dat gaubius, ontdekt hebbende dat het wondermiddel, waar mede ludeman verfcheide geneezingen had verrigt, uit de bloemen van het Spiauter beftond, derzei ver geneeskragten nader beproefde, en zyne proeven, om anderen tot nadere onderzoeking aantefpooren , openbaar maakte. Men kan, het is waar, niet ontkennen dat de Apotheek als zugt onder den last eener meenigte ook nieuwe geneesmiddelen, die fchielyk opgang gemaakt hebbende even fchielyk vergeeten worden ; maar kan de Apotheek ooit te veel, waarlyk nuttige geneesmiddelen bezitten? Meenigvuldige en met naauwkeurigheid herhaalde proeven moeten eigentlyk over derzelver nut beflisfen. Daar nu de Spiauterbloemen door een der grootfte Vaderlandfche Geneesheeren wierden aangepreezen, is het geenzints te bewonderen dat een menschlievend Genootfchap, het welk zig byzonder tot behoud der burgeren heeft toegewyd, eene Verhandeling verlangt, ter betooging dac ook na-  134 J. ROBO L, over het van die gevallen, waar in ze vrugteloos zyn voor» gefchreeven. Eindelyk in de laatfte Afdeeling heb ik getragt aantetoonen , welk gebruik men van de Flores Zinci, ingevolge de gedaane Waarneemingen, kan maaken , wat de ondervinding wegens de giften van dit middel leert , welke omzigtigheden men by het toedienen van dit middel hebbe in agt te neemen , met welke andere geneesmiddelen men de Flores Zinci met nut kan paaren; en eindelyk wat men van dit geneesmiddel in eenig fcheivogt opgelost te wagten heeft. EER-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 135 EERSTE AFDEELING. Wegens het Spiauter en deszelfs Bloemen. $ 1. FL metaal of liever halfmetaal , waar uit het geneesmiddel, het welk het onderwerp deezer Verhandeling is, vervaardigd word, draagt in het Latyn den naam van Zincum; paracelsos noemde hetzelve Zinetum ; in het Engelsen heet het Spelter, in het Nederduitsch Spiauter en Zink; in de Indiën noemt men het Toutenague of Tutenago, ook Futenago. Ook word het fomtyds Counterfait genaamd. Anderen egter, waar onder kentmann, meenen dat het Counterfait een mengfel van Tin en Ystin (Bismutum) is (V). Dit metaal fchynt voor albertus MAGNüS onbekend te zyn geweest; deeze noemt het Marcasfita Aurea, schroeder met meer regt Marcasfita pallida\ de te Aix gezuiverde Calamyntfteen word Ar co genaamd. §. 2. Deeze mynftof word in het algemeen in Indifche en Duitfche onderfcheiden, hoewel men ze naar de plaatzen alwaar ze gevonden word, en naar de Ertzen,in verfchillende zoorten kan verdeelen. Dan daar het Geneeskundig Genootfchap geene Ver- («) Kweekfcbool der Scheikunde, bh 135. I 4  136 J. RuBOL, over het Verhandeling over het Zincum, maar wel over deszelfs bloemen, vraagt, zal ik voldoen met naar dia Schryvers te verzenden , alwaar een weetgierig leezer kan te regc koomen Q). Ik zal my dus ook niet inlaaten, om de eigenfchappen van het Spiauter in onderfcheiding van andere heele of halfmetaalen op te geeven, vermits men dezelve alom by gemelde Schryvers kan vinden. §. 3, Het Duitfche, gemeenlyk uit de ftookhuizen van Goslar afkomtfig, word hier te lande in het geheel niet te koop geveild; dog wy gebruiken het Indifche, het welk ons voornaamentlyk van de Kust van Malabaar , en van het Eiland Ceilon, werd toegevoerd ; dit is gemeenlyk in vierkante brokken van omtrent 40 ponden, uitwendig eenigzints zwavelagtig, niet zeer glimmende maar dof van kleur; met meer moeite dan andere halfmetaalen gebroken zyn de , is het als uit groote plaatjes, of pieramiedswyze vlakke zamengroeijingen te zamengezet, en cramer zegt (V) dat het In- (ZO M. houttuin, Natuurlyke Historis volgens hetzameuftel van linn«us, UI. Deel, W. Stuk, bl. 4.28. ]. hart, de Zinco ejtuque florum ufu MctJico, obfervatio■hibus confirntato j L. B. 177-2. p. 4. (op Pag. 7 en volgende, vind men een aangenaame en oordeelkundige befchryvingder Zink-ertzen, volgens de fchikking, welke plaats had in het Naturalien Kabinet van gaubius). Hist. de V/lcad. Royale des Sciences de Suede, T. V. p. 57. année 1744,. Verder by marggraff, henckel, neuman, pott, bergmann, wallerius, en anderen. (c) Element» Art'h doeimastica, Part. I. p. 299.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 137 Indifche iets blaauwer, taaijer, en zuiverder is dan het Goslarlfche; 'er is althans geen lood in. Wat de Mynen en Ertzen daar te lande aangaat, wy zyn van dezelve volkoomen onkundig, ook zegt men dac geen vreemdeling in de plaatzen daar het valt koomen mag. Van de Chineefche Zink-ertz alleen is door eke3erg,in het jaar 1756,een berigt in het ligc gegeeven. Indien men een oud Schryver geloof kan geeven, wierd het voorheen in zulke groote hoeveelheid overgevoerd, dac de fchepen het in plaatfe van ballast medenamen (d). By p. j. ka stele vn kan men het middel om den Zink te beproeven, en onzuiver zynde te reinigen, aangeteekend vinden ( ze w°rd n°g tegen de ontvellingen, oude zweeren , en opene beenen als een inmengfel voor zalven en plaasters gebruikt. §. 5. Zo dra het Spiauter een zekeren graad van hitte beproeft, ontvlamt het zeer ligt, ten bewyze dat in deszelfs zamenitelling de brandltoffe in groote hoeveelheid met de metallifche aarde vermengd is; de vlam waar mede het brand, is van een fraaije blaauw groene kleur ; geduurende de branding verandert zig het Spiauter, en kli.mt onder de gedaante van een wit zagt dons, als fpinrag op; en dit noemt men Spiauterbloemen, in het Latynvi%res Zinci (Ji). Deeze opheffing gefchied op de volgende wyze ons door den Hoogleeraar gaubius opgegeeven, welke ik, als my de beste voorkoomende, woordelyk zal mededeelen (7). ,, Laat een pond Spiauter in een gemeenen drie„ hoekigen kroes van het grootlre foort, midden in „ een koolenvuur geplaatst en wel gedekt, fmelten. „ Zodra het Spiauter fmelt zal het , het dekfel „ weggenomen zynde, met eene heldere groene „ kleur ontvlammen. Eer dit plaats heeft, moet „ men een anderen kroes, even gelyk en even groot, „ om- Qgj Op de aangehaalde plaats, bl. 443. (A) Men kan de verfchillende wyze, waar op deze bloemen verg.iderd worden, nazien by cramer /. c. en by lawson Disfert. de Nihilo, p. 7. L. £. 1737. (J) Adv erf. Varii argumenti, p. 122.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 139 omgekeerd op den anderen zetten , zo dat de „ drie wanden der bovenfte op de hoeken der on„ derfte rusten (AV). Het brandend metaal zal op „ een byzondere wyze bloemen gelyk fpinrag op„ geeven, die vlokkig, zagt, wit en ligt zyn, deels „ in de holte der bovenfte kroes opvliegende, „ deels zig aan de wanden der onderfte vastheg,, tende, deels ook op de oppervlakte van het „ Spiauter blyvende liggen. Als de hoeveelheid „ van deeze laatfte te groot is, verhindert zy de „ gemeenfehap der vrye lugt met het metaal, de „ vlam word dus uitgebluscht, en 'er vliegert geen ,, bloemen meer op. Om dan de onmiddelyke aan„ raaking der lugt op het metaal gaande te hou„ den, fteekt men door een der uitfteekende hoe„ ken van de onderfte kroes, eene yzere pen, aan „ het eene einde als een lepel of fpatel gevormd, „ om daar mede de te zamengepakte webben te „ verbreeken , en de korften die op het metaal „ leggen aan een kant te fchuiven. Hier op zal „ aanftonds, gelyk te vooren,de vlam zig verheffen ,, en nieuwe bloemen opgeeven. Deeze bewerking „ herhaald zynde , wanneer de hoeveelheid der „ bloemen zo toeneemt, dat men de oppervlakte „ van het metaal met moeire ontbloot, moet meti „ den bovenften van den onderften kroes neemen, en „ de O) Zy moeten dm te zaaraen een iter met zes punten ftMmaaken.  140 J. ROBOL, OVER HET „ de beide holligheden met een yzere lepel van „ de bloemen ontlasten , deeze op een fchoone „ aarde fchocel leggen, en op het uitbarften der „ vlam op gemelde wyze voortgaan. Dus voort„ arbeidende zal het geheele Spiauter, indien het „ zuiver Indisch is , in bloemen van de metaal„ agtige gedaante ontbloot veranderen." §. 6. Men ziet hier uit dat men in deeze bewerking eenige omzigtigheid heeft in agt te neemen: I. Dat het vuur niet al te fterk moet zyn, anderzints word al het Spiauter op eens opgeheven, zo dat 'er byna niets in den onderften kroes overblyft ; het Spiauter is als dan in zyn metaliifche gedaante in den bovenften kroes te vinden (/_). II. Dat men de werking der lugt op het metaal gaande moet houden, op dat het phhgiston zo veel te beter verdwyne; want dit metaal kan zo min als. andere brandbaare ftoffen in beflorene vaten branden. III. Dat men de al te groote beweging der lugt moet matigen , want deeze bloemen zagc en ligt zynde, zouden buiten den kroes vervliegen en dus. verloren gaan. IV. Dat men in het wegnemen, of aan den kant fchuiven der bloemen , agt geeve dat de lepel of fpatel niet in het brandende Spiauter geftooken worde, op dat deszelfs onverbrande gedeelte, daar aan 00 Macquer Grondbeginfelen der beoeffenende Scheikunde, I. Deel, bl. 410, ».  I46 J. ROBOL, over het vloed en aflooping van traanen. Ik liet haar een Veficatorium aan de flaap van het hoofd, aan de zyde van het aangedaane oog leggen, en fchreef haar Ed. het gemelde oogwater voor, met dat gevolg dat in vyf dagen, en ontfteeking en napok volmaakt geneezen waren. Rutty pryst de Flores Zinci ook uitwendig aan in de oog-ontfteekingen (F). Dit zelfde deed bar bet te in die uit eenfcherp vogt voorkoomen. En geen wonder, want uic haar natuur droogen deeze bloemen fterk op, en geene fcherpte hebbende fluiten zy zonder pyn. Linnjeüs zegt: de Spiauterbloem, of het Nihil album, is een uitmuntend opdrogend middel (V). Daarom worden ze ook door rosen van rosenstein (<0 en emanuêl koning (e) aangepreezen in de verzweeringen , welke de zieken overkomen die lang bedlegerig geweest zyn. Men gebruikt ze ook met goed gevolg in kankeragcige en verouderde zweeren (ƒ), en in de ontvellingen en kloven die aan de tepels der borften komen (g). Brown, Apotheker in eender Engelfche Hospitaalen in America, berigtte den Edinburgfchen Hoog- (Jj) Materies Medica nova & antiqua, ƒ>. 559. (c) By hart, l. c. p. 19. Qd) Collectanea Berolinenpa, Vol. IV. p. 368. (e) Zie Kweekfchool der Artzenykunde, bl. 405. Cf) B. valentini, /. c. p. 55. (g) rutty, /. c.  GEBRUIK der ZINKBLOjEMEN. 147 Hoogleeraar home, dat de Flores Zinci op ge* fchotene wonden geftrooid , aldaar met een uitmuntend nut gebruikt waren (h). TWEEDE AFDEELING. W?gens het Inwendig gebruik der Flores Zinci. %. 10. Het was voor den grooten gaubius bewaard; om het eerst opzettelyk de openbaare aanmoediging tot het inwendig gebruik der Flores Zinci té geven, en dus de Apotheek met een nieuw vermogend middel te verryken. §. li. In het jaar 1771, gaf deeze Hoogleeraar' het eerfte ftukje zyner Verhandelingen over verfcheide voorwerpen, te Leiden by S. en jf. Lugtmans, aan het ligt, onder deezen tytel: h. d. gaub 11 adverfariorum varii argumenti, Liber unus. In dit Werkje draagt het agtfte Hoofdftuk, bl 117, her. opfchrift de Luna fixata Ludemanni. Hy verhaalt aldaar dat zeker Heer hem eenige poeijertjes ter hand ftelde, om te onderzoeken , of men ze veilig aan een kind zoude kunnen ingeeven. Zy waren van den Amfterdamfchen Pis- en Starrekyker ludeman. Deeze gaf aan dit middel den hoogklin- ken- Vergeiyk de Handelingen van het Geneeskundig Ge* aootfchap Servandis Civibus, XdeDeel, bl. 582. K 2  14» J. RüBO L, over het -kenden naam van Luna fixata. De Scheikundige Proeven van den Hoogleeraar overtuigden hem dat die zogenaamde gefixeerde maan of zilver, nu niet anders was dan de bloemen van het Indifche Spiaurer, reeds als geneesmiddel voor het uitwendig gebruik bekend. Ludeman had verfcheide geneezingen, die als wonderbaar wierden uitgekreten, met het inwendig gebruik deezer Luna -fixata verrigt, welke zeker voor het grootfte gedeelte of verdigt, of te hoog opgegeeven waren. Gaubius was zelfs ooggetuige van eenige dier geneezingen geweest. Deeze poeijers waren fomtyds in krampagtige ongemakken boven alle andere middelen van kragt geweest. Een kind met zwaare ftuipen hoopeloos liggende, wierd door eene geringe gift van dit middel ten vollen herfteld. Bejaarder, aan op gezette tyden wederkomende kramptrekkingen onderhevig, wierden , door eenige maanden lang dagelyks een poeijertje te gebruiken , tegen alle verwagting aan geneezen; by verfcheiden nogthans was ook dit middel zonder vrugc, om dat ludeman misfchien den aart en oorzaak der ziektens niet genoeg konde onderfcheiden. §. 12. Myn geliefde Leermeester, weetende dat men verfcheide geneesmiddelen aan het geval, gelyk de koortsbast; aan flaaven, gelyk het kwasfiehout; ja zelfs aan fcherpregters en baardfchrapers te  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 140 te danken had, rekende het niet beneden het character van een waar Geneesheer, iets nuttigs voor zyn zieken Natuurgenoot te leeren, al waare het ook van een Kwakzalver; hy vestigde dus zyn aandagt op dit middel, en befioot door nadere proeven deszelfs geneeskundig vermogen te onderzoeken , betuigende nooit iets wegens deszelfs inwendig gebruik geleezen of gehoord te hebben, hoewel hy begreep dat het niets van het Rottenkruid, gelyk zommigen gedroomd hadden, in zig bevatte. §. 13. Men zoude hier kunnen vraagen, is het inwendig gebruik-der Flores Zinci, voor dat gaubius 'er de aanmoediging toe gegeven heeft, en buiten den befaamden ludeman, ook aan anderen bekend geweest ? Het komt my voor dat deeze vraag een bevestigend antwoord verdient. Immers wanneer wy het Leocicon Medicum van b. castelli opflaan, vinden wy dat hy reeds wegens het inwendig gebruik van dit middel , ten zyne tyden gehoord had. Zie hier zyne woorden: „ of „ nu de bloemen (van het Spiauter) om dat zy „ niet knagende maar zagt zyn, aanftonds tot het „ inwendig gebruik, volgens de gedagten vaneen „ of ander Alchymist moeten gebezigd worden, „ twyfelen wy zeer, liever ons aan geneesmidde„ len, die door een geduurig gebruik beproefd zyn, „ houdende (;) ". Gl.>.u. (0 Op het woord Zink, p. 758. Ed. Lipfia 1713. K 3  1?0 J. RüBOL, over het Glauber had deeze bloemen van 4 tot 1* greinen aangeprezen, om zweet, braking en afgang fe verwekken (Jt). Loesecke zegt, dat de Flores Zinci inwendig gebruikt, braking veroorzaaken en purgeeren, ten minnen dat zy het zweet zeer fterk dry ven, wanneer ze tot weinige greinen gegeeven worden (7). Pomet zegt dat zeker Geelgieter hem had verhaald , dat hy het Nihil album, het welk wy gezegd hebben van de Flores Zinci niet te verfchillen, als een koortsdryvend middel liet gebruiken en mee wyn inneemen (nï). De Heer hirschel verhaalt in het jaar 1772, dac de Hoogleeraar muzell hem verzekerde dat hy reeds voor dertig jaaren van de kragt der Flores Zinci in de ftuipziektens op zyne reizen gehoord hadde (ji). §. 14. Wylen de zeer kundige Geneesheer j. c. inskelbt, fchreef my, den a8 Juiy 1774, het volgende: her fchync dat het gebruik der Luna „ fixata tegen de ftuipen, buiten ludeman ook aan anderen is bekend geweest. De vermaarde „ Heel- en Vroedmeester rathlau heeft reeds 3, voor meer dan 18 jaaren kennis aan deeze poei- „ jers 00 Hart, /. c. p. 19. Q) Abhandlung aufetiefener Artzneimittel, p. 484. (.«0 Historia Simplicium, Lib. UI. Part. I. Cap. 45. p. 39. (») Vergelyk Servandis Civibus , op de aangehaalde plaats, bl. 57. 250. O) Servandis Civibus, Xde Deel, bl. 579. (z) Gazette falutaire, 1/81, N°. X. (aj Journal ae Medecine, T. L1X. p. 3. Ov L c. p. 532. O) Gazette falutaire, 1775, N°. X[. ^d) Servandis Civibus, IL Deel! KV. dell. k  l6\ J. ROBÜL, OVER. HET Den eerften avond nam hy een poeijertje, den volgenden morgen wederom een,en dus twee daags. Hierna hielden de aanvallen op, en hy wierd ten vollen herfteld. De afgang wierd onder het gebruik bevorderd, dog zonder wormen (g). Derde Waarneeming. §. 26. Een kind was na de geboorte geduurende drie geheele weeken genoegzaam geen oogenblik dag of nagt zonder hevige ftuipen, niettegenftaande de aangewende middelen. Niets helpende gaf men de Luna fixata Ludemanni, door titsing te Amfterdam bereid, welke uit de Flores Zinci beftaat, en van dit oogenblik af hielden alle ftuipen geheel op. Thans bereikt dit kind den ouderdom van 14 jaaren (h). Vierde Waarneeming. §. 27. Myn vriend de kundige Dordrechtfche Geneesheer rovers, deelde my in een brief van den 29 November 1789 , het volgende mede : „ de antifpasmodique kragt der Flores Zinci heb „ ik blykbaar gezien in een meitje welke door „ een {g) Deeze Waarneeming is my in 1774 medegedeeld door den° Hoogleeraar leempoel, nog onlangs vermaard Reeïer Magnificus van de Leuvenfche Hoogefchool. (k) Deeze Waarneeming ben ik in 1780, verfchuldigö aan den zeer geleerden Dr. m u 1 l m a n.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 16*5 „ een fchrik zeer verfchillende en wonderbaare „ aandoeningen en beweegingen van het geheele „ zenuwgeftel gekreegcn had, welke door geene „ gewoone Medicamentei anti/pasmodica te be„ dwingen waren; eindelyk hebben de Flores Zinci, „ van een tot twee, zelfs tot vier greinen daags „ gegeeven, zoodanig eene gunftige uitwerking te „ weeg gebragt, dat de toevallen van tyd tot tyd „ verminderden , en vervolgens de radicale ge„ neezing gevolgd is. Wel is waar dat ik de „ Flores Zinci in poeijer met een mixtura an„ tifpasmodica uit Aq. Florum Tilia, Tinct. Succin., „ Sal. Succin. en Pulv. Castor. eenigen tyd te „ gelyk heb laten gebruiken, en men dus daar aan „ mede deeze gunltige uitwerking zoude kunnen „ toefchryven ; het is mogelyk dat de fenfiliteit „ daar door eenigzints kan zyn verminderd, maar „ egter heb ik van dit medicament, toen ik het„ zelve alleen aan myne lyderesfe liet gebruiken, „ geene verbetering of vermindering van toevallen „ befpeurd; welke wederom zo dra volgden,wan,j neer ik het mixtuur met het poeijer combi„ neerde, zo dac ik meen te moeten befluiten dat „ de Flores Zinci hier eene zeer vermogende „ antifpasmodique kragt hebben uitgeoeffend". II. In ftuipen uit het zuur der eerfte wegen. %. 28. Wegens de zuurbrekende kragt deezer bloemen kan geen twyfel vallen, vermids zy daarL 3 in  A 166 J. ROBOL, over het in met andere zuurbrekende middelen overeenkoomen, dat zy in water onfmeltbaar zyn, en in alle zuuren opgelost worden; deeze oorzaak der ftuipen dus weggenomen zynde, moet de geneezing volgen. Ik kan ingevolge eene vyftienjaarige ondervinding verzekeren, dat ik by kleine kinderen, wanneer de ftuipjes uit deeze oorzaak voorkoomen, geen vermogtnder middel weet, te meer als men daar by in agt neemt, dat zy daarteboven een byzondere kragt bezitten tot bedaaring van het zenuw* geftel, al is 'er geen zuur aanwezig. De beroemde veirac (J) , die ook fielt dat de Flores Zinci te regt een plaats onder de anfacida verdienen, meent waargenomen te hebben, dat zy niet anders als aniacida werken, dan voor Zo verre zy de krampen, die uit de prikkeling der zuure fcherpte tegen den binnenften wand der eerfte wegen ontftaan, ftillen, en daar door de werking derzelve, ter uitdryving van het zuur, verbeteren; hy noemt in deeze gevallen dit middel meestal zeker. De ondervinding van veele myner Geneeskundige Vrienden komen ook daar op uit, dat dit middel in ftuipjes uit zuur ontftaande allerver. mogendst is. Mellin (k), baumes (7) en an* deren getuigen hetzelve. m. (O L. C bl. IOJ. {k'j Der Kinder- Artz, p. 87. (l) Journal de Medecine, T. Lffl% p% 527, ■  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 167 III. In ftuipjes uit het krygen der Tanden. §. 29. Als men het teder geitel der kinderen, en de ligte beweegbaarheid van hun zenuwgellel in aanmerking neemt, zal niemand zig verwonderen, dat zy uit deeze oorzaak aan ftuipjes onderhevig zyn. De Vader der Geneeskunde had deeze ligt beweegbaarheid reeds opgemerkt ia kinderen van de geboorte af tot hun zevende jaar toe. „ De „ kinderen (zegt hy) krygen de ftuipen , indien „ de koorts hevig is, en zy geen buikontlasting „ krygen , en indien zy waaken , en verfchrikt „ worden, en weenen, en van kleur veranderen, „ en eene bleekgroene of loodkleurige, of roode „ kleur aanneemen " (wi). De groote sy denham gaf den Sp.CornuCervi rectif. met veel vrugt; ik heb dit middel ook dikwils uitmuntend bevonden. Tweemaal heb ik de Flores Zinci met het allergelukkigst gevolg voorgefchreeven; de hitte van het tandvleesch verminderde en de ftuipjes hielden op, en in myne aantekeningen vind ik dat de kwyl na het gebruik overvloediger ontlast is. Waarneemingen van anderen , wegens de geneezing van ftuipen uit deeze oorzaak, door dit middel, zyn my onbekend. IV. (*») In Pregnostids, £? Coach Pranotionjbus.  i63 J. RuBOL, over bet IV. In ftuipen uit opftyging, (Pasfio Hyfterica). §. 30. De opftyging is by veele van de beminnelyke fexe in ons Nederland eene zeer gemeen» zaame ziekte. Gewoonlyk na een fchrik fchynt het hun toe dat 'er een brok in de keel opryst, met zwaare benaauwdheid, welke doorgaans, behalven andere toevallen, met beevingen en ftuiptrekkingen vergezeld word. Dit toeval is niet anders dan een zwaare aandoening van het zenuwgeftel, wordende de zogenaamde brok, volgens home (V), veroorzaakt wanneer de takken van het agtfte paar zenuwen, en de tuafchenribbige zenuw, op eene of andere wyze geprikkeld worden. Deeze prikkeling zig aan het geheele zenuwgeftel mededeelende, worden de bevingen en ftuiptrekkingen gebooren. De otsfterfelyke Waarneemer hippocrates had reeds gelegd dat vrouwen, die met opftyging gekweld waren, ligt in ftuiptrekkingen vallen (o). Onder verfcheiden middelen tegen deeze kwaal aangewend, heeft men ook de Flores Zinci met nut beproefd.. Röbol (ƒ0 verhaalt een geval van eé*ne vrys- ter 00 F. home Principia Medicina, Part. II. Sect. VUL \. 6. p. 123. O) In Prorrheticis. (/>) Daar ik voorzigtig moest zyn om voor-het Genootfthap onbekend te b)yven,aljSchryver deezer Verhandelingy  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 169 ter van 30 jaaren, welke uit fchrik in een zwaaren aanval van opftyging verviel (q), met zwaare benaauwdheid, toegewrongen keei, bleek aangezigt, kleine en ongelyke pols, beeving der leden, en klam zweet. Hy gaf haar het aftrekfel van Barnfteen en Duivelsdrek onder een gemengd, dog met weinig vrugr. Hy fchreef haar de Flores Zinci voor, daaglyks twee poeijertjes, ieder van twee greinen der bloemen, en zy genas; de bloemen waren by deeze lyderesfe zeer zweetdryvende. De la roche geeft eenige gevallen op, waarin hy de Spiauterbloemen met nut heeft gegeeven , in de ftuipen en onregelmatige beweegingen der opftyging f>). Baumes heeft ook een vrouw, met zwaare toevallen van opftyging gekweld, door dit middel geneezen (.$). Dit zelve getuigt negrin wegens eene vrouw, die een /pasmus gul De overige zeer verfchillende toevallen, welke gemeenlyk deeze ziekte vergezellen, kan men by de Geneeskundige Schryvers vinden. Deeze bittere ziekte nu komt voort, of uit oorzaaken binnen de herfenpan fchuilende, en deeze Word de Waare genoemd; of wel uit oorzaaken buiten de herfenen* dog deeze door mede gevoeligheid aandoende , welke Toevallige genoemd word. Als men den zeer nuttigen Index van gl adba c h nagaat, kan men een reeks van deeze laatfte opgeteld vinden. $. 37. Boerhaavê en vogel verklaaren rond uit, dat de aangeërfde vallende ziekte ongefieeslyk is. Dan ik twyfele zeer of men dit zo volftrekt mag aanneemen. De ondervinding heefc immers geleerd dat zy dikwils ten tyde der huwbaarheid ophoud; dat een reis naar een ander klimaat, dezelve geneezen heefc , ja dac zulks ook door de derdendaagfche koorts gefchied , gelyk Vader hippocrates reeds had opgemerkt (b). Het 00 Vergelyk r. b. albinus de Natüra kominis , J. 891. p. 142. O) Aphor. VIL Seet. 5- Aphor. XLF. Sect. 2. Aphor» LXX.Seet. 5. M a  ïOo J. RüBOL, over het Het is niet onmogelyk , door gepaste geneesmiddelen het lighaam zo te veranderen , dat de ichuilende oorzaak weggenomen worde; men heeft dit onder anderen door de kwik betragr. Ik ontken niet dat 'er oorzaaken zyn die men onmoogiyk weg kan neemen, en waar door dus de ziekte ongeneeslyk wordt; van die natuur is het geval van den Heer pouppe d'esportes. Deeze vond in een mensen, die aan de vallende ziekte onderhevig geweest was, de Glandula Pinealis ter grootte van een ey, en fungeus, voor een derde vervuld met eene fmeeragtige ftoffe in een vlies beflooten (V). Dus ook wanneer de vallende ziekte door een kwaade vorming der hoofdbeenderen, of door een onregelmaatig beentje in de kleine herfenen aanweezig, veroorzaakt word, zullen de aangewende middelen zonder vrugt zyn (d~). Maar in andere gevallen, daar de oorzaak wel binnen de herfenpan fchuiide, dog niet onverwinlyk was, heeft men met nut middelen toegediend. De oranjebladeren (/) > de muscus (ƒ) en het witte vitriool (g) kunnen hier van tot voorbeelden ftrekken. ~ Daar 00 Comment. de rebus, &c. T. XPfH. p. 244. fV; Vergelyk van swieten, /. c. p. 408. (e) A. j. a. l 0 o f f, Disfert. fistens Hist. Epilepl Foh 'Aur. pi rfanat. Gronihg. 1771. (q Van s wieten, /. c. p, 437. Comment. de rebus, T, V. p. 425. Journal Etranger 1760. p. 235, enz. Qj Zie hier agter in de derde Afdeeling, §. 120,  i8a J. R u B O L, over het braakmiddelen, Tart. Emet. en Campher gebruikt; men fchreef den 3 December 1774 de Flores Zinci voor, beginnende me£ een grein tweemaal daags, en trapsgewyze opklimmende tot 18 greinen. Doorgaans volgde op elke gift walging, en zom. tyds zweer. Den 23en 's avonds had hy voor het eerst, zo lang hy van dit middel gebruikt had, een aanval, dog in een zeer ligte graad, onder welken hy ongevoelig was en zig een weinig fchuim op den mond vertoonde, dog zonder ftuiptrekkingen; hier op volgden geene aanvallen meer , hoewel hy na dien tyd nog 20 dagen in het Gasthuis bleef (*> Veirac d;eid een Waarneeming mede (k), welke waarfchynelyk tot de waare vallende ziekte behoort. Een jongeling, wiens moeder en zuster van jongs af met de vallende ziekte behebt waren geweest, had van kindsbeen af ftuiptrekkingen, die langzaam heviger wierden, en voor zyn agtlte jaar in de vallende ziekte eindigden; de toevallen, die zig by den .lyder opdeeden, worden door den Heer veirac zeer naauwkeurig geboekt. Alle meest gepreezene middelen wierden vrugteloos aangewend ; eindelyk nam hy de proef van de Flores Zin. (?) F. home Geneeskundige proeven en waarneemingen, ver'aal 1 door j vanbreda,/. Deel, bl, 326. (_*) Lysons Practicaale Verhandelingen, door j. vei* RAC, bl. I46.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN, 183 Zinci, en vermengde dezelve met het poeijer van oranjebladeren; van twee greinen daags klom hy op tot 16 greinen. In het eerst verminderden de toevallen niet in tyd, maar namen langzaam in hevigheid af; dog den tweeden dag na de vermeerderde gift had de lyder een aanval, die flegts eenige minuuten duurde; na verloop van drie maanden, bleeven de ftuiptrekkingen geheel weg, en hy herftelde volkomen. My dunkt dat 'er in dit geval eenige twyfel zoude kunnen vallen , of men de geneezing aan de Fhres Zinci, dan wel aan de Fol. Aurant. tos moet fchryven? Dr. rs. bell deelt ons een Waarneeming mede van eene tienjarige' hardnekkige vallende ziekte, aanmerkelyk verligt door de Florss Zinci, Deeze man had daarteboven -een verzwakking in geheugen en verftand, en door rheumatique pynen een verflapping in de onderfte ledenmaaten, zo dat hy drie jaaren het bed moest houden, en, wilde hv 'er af komen, door twee a drie menfchen moest geholpen worden. Hy had een groot aantal van verfcheiden middelen zonder eenig nut gebruikt. De Heer bell gaf hem de Flores Zinci, met het Extract. Gentian. tot pillen gebragt; eerst daaglyks twee greinen Flores Zinci, eindelyk twaalf greinen daags, met dat gelukkig gevolg dat bellbegreep het gebruik van dit middel te moeten nalaten , ten einde te kunnen oordeelen, hoe ver de M 4 ver-  184 J- R O B O L, over het verligting duurzaam moesc gerekend worden (/). De Heeren goodsir (tn) en percival hebben in deeze vreezelyke ziekte de Flores Zinci ook hoognuttig bevonden. Deeze laatfte gaf aan een meisje , welke daaglyks vier a vyf aanvallen van deeze ziekte had, met het beste gevolg driemaal daags vyf greinen van deeze bloemen, in een weinig fyroop. Een jongen, ook aan deeze ziekte onderhevig, genas, na dac men driemaal daags tot zes greinen was opgeklommen (»). §. 39. In die vallende ziekte , welker oorzaak buiten de herfenpan is, heefc men meermaalen met nut dit middel gebezigd. Stolte verhaalt een geval van een meisje van 12 jaaren, die zedert meer dan een jaar, door een ftuipziekte, die veel overeenkomst had mee de vallende ziekce, wierd aangetast. De aanvallen duurden twee uuren en langer, en waren zeer hevig. Hy gaf haar geduurende een maand Spiaucerbloemen een grein, met een weinig kreeftsoogen; na dat de lyderesfe twee greinen gebruikt had verminderden de ftuipen; na het gebruik van vier greinen hielden zy op, en het meisje herftelde ten vollen. In f7) Medical and Philofoph. Comment. Vol. I. pag. 204,, door lentfrinck overgenomen in zyne uitgezogte Vec). Ponché gaf met vrugt dit middel , in een toevallige vallende ziekte, op vaste geregelde tydftippen wederkoomende, geduurende drie maanden tot 18 greinen daags. Hy genas ook door dezelve een vallende ziekte uit fchrik geboren Qf). Myn vriend rovers fchryft my ook dat hy de Flores Zinci in Epilcptifche aanvallen van veel kragt heeft bevonden. Zie ook onze zesde Waarneeming. VIII. In den St. Vitus Dans. (Chorea Sancci Viti.) §. 40. De groote sydenham heefc deeze ziekte zeer naauwkeurig befchreeven (V) , en daarna hebben anderen wydlopiger over dezelve gehandeld o> Zo (V) Hart, /. c. p. 32, 33. (j>) Vergelyk Servand. Civib. X. Deel, bl. 579. (*) Journal de Medic. T. LX. p. 311, (r) Opera omnia , p. 517 & 666. Ed. 4-to. Gettev. Iyi6. (s) Heister Medic. Wahrnehm. p. 797' Plater. Obferv. Lib. I. p. 87. B. martini Dis/erf. Exkibens. Cafum de Chorea Sancti Fili, Ar gent. I73°« enz. M 5  i8ó* J. R O B O L, OVER HET Zo ooit eene ziekte aanleiding aan het gemeen kan geeven om op betovering te denken, is het voorwaar deeze vreemde ziekte. De lyder, die door dezelve word aangetast, begint eensklaps op eene byzondere wyze te hinken en te huppelen, meestal aan de linkerzyde, ook wel aan de regter, of aan beide te gelyk; de arm van die zelfde zyde, of beide de armen, worden ftuipagtig aangedaan; handen, armen en beenen worden zo verwonderlyk, zo verfchillend en zo fchielyk bewogen, dac de beste Potfemaker werk zoude hebben dit na te doen: dit alles gefchied met zo veel kragt dat de fterkfle mansperfoonen naauwlyks den lyder tot bedaaren kunnen brengen. De htippelingen gefchieden nu in de hoogte (my is een geval bekend dat de lyderesfe boven op een Ledikant iprong), dan in verte, dan weder van den eenen ftoel op den anderen; meestal zyn de beweegingen gelyk aan die van een dronken en waggelend mensen* Wanneer de lyders iets in den mond willen (teelten , zullen zy denzelven wel twintigmaal mistasten. Hier uit ziet men dat al fchynen de toevallen zoo fchrikverwekkende niet als in de vallende ziekte, deeze niet minder elendig en beklagenswaardig is. By een man , die jaaren lang deeze ziekte gehad had, heb ik waargenomen, dat zyn uitfpraak byna onverftaanbaar was, en zeer ftootende. De aanval geëindigd zynde, kunnen de lyders door  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 187 door vermoeidheid het naauwlyks op de beenen houden, en zy druipen van het zweet. Deeze ziekte is een wezendlyke ftuipziekte, en geenzints tot de lamheid te brengen, gdyk zoramigen gewild hebben; de naam is door het bygeloof aan deeze ziekte gegeeven (Y). §. 41. Onder verfcheide krampftillende middelen heefc men ook de bloemen van het Spiauter beproefd, en mee zeer veel vrugt. Hart vermeld breedvoerig een geval, waar van ik ooggetuigen geweest ben, uit het Zieken Collegie van den beroemden van doeveren, wegens een meisje van 17 jaaren, Willemyntje Kamphoorn genaamd , die door een verfchiSlend foorc van ftuipen was aangedaan, van zodanig een aart dat men deeze ziekte een ligten St. Vitus dans konde noemen; de Flores Zinci bevorderden buiten twyfel de geneezing («). De Hoogleeraar, eerst teFerrare daar na te Pavien, de kanilfeldt, befchryfe een waareniV. Vitus dans van een meisje van twaalf jaaren, welke reeds (f) Zy word ook genoemd de ziekte van st. modesTus,welke de Leermeester was van st. vitus. Men meende dat de h. vitus deeze ziekte den inensch tot ftraf «anbragt, of door zyn voorbidding dezelve genas. Als ook om dat men deeze ziekte dikwils op den dag aaa de gedagtenir van deeze H. Martelaars toegewyd, den 15 Juny naajnetulyk, waarnam. Zie e. a. nicolaï Pathologie êder fFisfenfchaft von Krankheiten, I. Band. p. 289. (u) L. c. p. zé.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 203 kwam, de Flores Zinci. De lyderesfe gebruikte daaglyks vier poeijertjes, ieder twee greinen deezer bloemen bevattende ; na dat zy dit middel byna vier dagen gebruikt had, zweette zy fterk met verligting van pyn. Nog vier poeijertjes gegeeven zynde, was de pyn ganrsch verdweenen (m~). Walckiers wierd by een man geroepen van 65 jaaren oud. Deeze was met zwaare pynen voor het hart geplaagd, welke aiie ukenen van eene vermomde afgaande koorts hadden, door dien de pyn alle namiddagen op eenen gezetten tyd te rug kwam. Hy fchreef hem den koortsbast voor, en wel in ruime mate, zo dat hy in de tusfcbenpoozing ten minden een once gebruikte; dit gefchiedde drie of Vier dagen agtereen, en ieder dag kwam dn pyn laater, tot dat ze eindelyk omtrent ten zeven uuren 's avonds met dezelve hevigheid den lyder over. viel. Walckiers gaf hem zedert, in plaats van den koortsbast, in de tus-fcht-npoozing om de vier uuren de Flores Zinci, telkens een grein met een fcrupel eyerfchaalen. Hy onderging nu geene aanvallen meer, en gebruikte flegts het voorgefchreevene geneesmiddel , tot dat hy 20 greinen had ingenomen («). XII. (»;) Servandis Civibus, II Deel, bl. aio. 00 L. c. Fit. Deei, Sjfe S tuk, bh 162.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 205 XIII. In het verlies van geheugen door fchrik; in eene zwaare bedwelming; in de ydelhoofdigheid, en andere nog niet gemelde ftuipziektens. $. 52. Dat de fchrik eene verwonderlyke uitwerking heeft op het menfchelyk lighaam, zo tot geneezing als tot voortbrenging van ziektens en gebreken, is onder anderen door den onvergelykelyken gaubius, in zyne redenvoeringen over de Geneeskundige Zielsbeftiering klaar aangetoond; men kan ook de Verhandeling van stocke over de uitwerkingen van den fchrik nagaan My zelfs zyn twee gevallen bekend, hec eene van een beenbederf in het dyebeen uit fchrik geboren, en van eene ftomheid door den fchrik geneezen ([q). De Cp~) Disfert. Inaug. de terrore ejusque effectibus in Cor» pure Humana. Ctf) Terwyl ik dit artikel in order breng, ivord my eene Misfive van myn kundigen Vriend muller ter hand gefield, gefchreeven op de Tago voor Lhfabon, 16 January' 1700, op 'sLands Schip de Verwagting, onder den Schout by Nagt d. j. van ryneveldt: dezelve behelsde eene' Waarneeming van den Heer j. m. petit, Oppermeester op 's Lands Schip van Oorlog Munnikendam, in dato 12 January 1700, wegens eene Epilepfie met ftomheid gepaard, door een fchrik veroorzaakt, en door een fchrik geneezen; van den volgenden inhoud, dog door my een weinig bekort: Den 14 October 1789, tegen den avond, wierd by my in de Kamer gebragt zekere Jan Conftant, omtrent 14 jaaren oud, vaarende voor jonge. Deeze hid voor ae valreep en op het bordesje een toeval van Ëpilepfia bekoomen; en by zyn kennis zynde, was hy by my pebragt in den volgenden toeftand: de lyder bevond zig zeer benaauwd op de borst, met  J. ROBOL, óver het De uitmuntende beattie geeft eenige voor- beel- met eene fterke kwyling uit den mond, vermengd met eenfe bloed; oe tong was eenigzints gezwollen, aangedaan dóór jWtfh ™* % bad de fpraak verlooren, (was dit mismm door een krampagtige zamentrekking, gelyk in de Waarneemmg van veika.c, veroorzaakt?)- Ik bevond den Pol» hard en ras; ik deed een aderlaating van 9 a IO oneen en het den lyder geftadi,; den mond fpoelen en S JftiSA^-f? 0xymel rquillipicumi des anderendaags bevond hy zig redelyk wel, de falivatio was gautsch opgehouden maar de tong bleef verlamd [?] en de fS verlooren. Impliceerde een vcficatoriumSï Jen nek en ga hem verschillende middelen, dog vorderde niets; tussenbeide had hy de LpikpHfche toevallen dagelyks of om den anderen dag, zomiyds eens, zomtyds tweemaal. Den Vla nuPry l79o raadde my de Heer muller om in dit geval geb.uik te maaken van de Valer. Sylv. welke hv mv ter hand ftelde. Den 4. maakte ik een begin, en L Lm v er gf en ieder van ét* dragroa gebruiken, met wat fyroop en water. Den 5. ook vier poeijers, dog 's avonds kreeg hv wederom de toéVa. eh als vooren. Den 6. ging hy op deeze wyze met het poe.jer voort, en met het aftrekfel van falie voor zyn gewoonen drank. Dog 's agtermiddags ten ? uuren zat de patiënt msfehen deks plat op het dek en bezig zynde een ftukje hout te fnyden, zo fnyd hv zig bv ongeluk m zyn linker duim en voorften vinger ho. wel niet van veel belang ; maar hy fchrikte fterk, en als fla uw zeeg hy met zyn hoofd op het dek neder, waar oP eea ander jongen hem vraa. t wat fcheeld u, lan ? hv "af hier op ten antwoord ga weg, e„ dit was het eerfte "woord zedert het eerfte toevai; vervolgens kwam hy by my hui£ m% °ptietofiel1 va» bly-ifchap, ik bragt hem door het coed.enen va„ een gfaasje witte wyïi tot bedaaren. ÏZI' J uUary büV°?d de 'yder zk zeer wel' en had zyn Ipraak volkomen weder als te vooren. Hy verhaalde mv vallen had gehad, en dar hy deeze Inatrte op de volgende wyze gèkreegen had. Den ,4. Octóber bevond hy zig op de foopplank by het bordesje, terwyl 'er een Kaag op zf lag; een Matroo, k ,m ftil agter hem, vatte hem van 11 «eren vast en ltiet hem , als wilde hy hem over boord wei'  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 2*9 Ik behoefde dan ook nier. verre hier naar de oorzaak te zoeken, zy was zigtbaar genoeg. Eene ruime gift van Oxymel Squillit. met Sal. Ammon. verzadigd, en kort daar na nog twee grein Tart. Emet. met Cremor Tart., bewerkte van onderen en boven eene fterke ontlasting van een taaijen glinfterenden flym, en 16 wormen van boven, en nog meer van onderen ; de lyderesfe, kort na deeze ontlasting iets-bedaarder, klaagde nog over aanhoudende knypingen en zeker rollen in de darmen. Ik gaf haar nog eenige dagen storcks wormdry vend middel, het welk ook verfcheide wormen afdreef. De rollende beweeging nogthans en de Convulfive aanvallen nog even fterk aanhoudende, beproefde ik de Flores Zinci met de Rad. Jalapp. en Valer. Sylv., van de bloemen twee grein en van de wortels een fcrupel, om alle vier uuren een dier poei» jers te neemen. De lyderesfe befpeurde ftraks na het inneemen, een krieuwelende beweeging, en kreeg zomcycis fchokken als van de Electriciteit in handen ea voeten (VIII. en XIII. Waarneeming), en langs den ruggegraat, als of 'er een ftyve borftel langs denzelven wierd heen getrokken; en nu verminderden van dag tot dag de Epileptifche aanvallen, zo dat zy drie a vier dagen 'er van bevryd bleef. De Flores Zinci wel kunnende verdraagen liet ik haar deeze daags tot 15 greinen met de Valer. Sylv. gebruiken; dog hier op wierd zy zeer benaauwd, kreeg  S2° J' RÓBOL, OVER het kreeg hevige perflngen , en 'er volgden verbeiden groote klonten wormen, met een glinfterenden taayen flym; van dien tyd af aan bleef Zy bevryd van de knypmgen , benaauwdheden , enz. , begon goeden eetlust te krygen, en de aanvallen waren flegts om de 14 dagen en zeer ligt. De poeijers konde ze nu niet meer verdraagen: ik gaf haar dus nog drie weeken den Cort. Peruv., Rad. Valer. Sylv. met ten Mars Solub. Haare kragl ten namen van dag tot dag toe, de Epikpufcte aanvallen bleeven geheel weg, en zy is, L ^el ik weet, nu ruim 3 jaaren geleden zynde, zeer gezond geweest." ; §. 61. In deeze laatfte Waarneeming is de werEmg der- Flores Zinci, als wormdryvend middel, myns bedunkens nog twyfelagtig, om dat de Valer. Sylv. er bygevoegd was, welke van veelen als een wormdry vend middel wordt aangepreezen, en reeds over tagtig jaaren, als zodanig door marchano, is opgegeeven (k). In de volgende Waarneeming blykt ook dat na het gebruik der Zinkbloemen een worm ontlast wierd Dat de Heer iNSFELDT, van wien ik deeze Waarneeming heb, toen van dezelve afftap. te en andere worrndryvende middelen bezigde kwam alleen voort, om dat by geene gedagten voedde, dat 'er iets in deeze bloemen was, waar. om CO Hist. de PAcad. R. des Sciences, Anti. 1706. Mem. 430,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 221 om hy dezelve zoude voort gebruiken. Dewyl deeze Waarneeming naar allen fchyn eene fchaars befchreevene oorzaak eener ziekelyke niezing (Sternutatio morbofa) aanwyst, zal ik ze na eenige voorafgaande aanmerkingen geheel plaatfen. %. 62. De beroemde f. boissier de sauvages, maakt melding van een foort van niezing, welke hy Sternutatio a Vertnibus noemt (J). Eene niezing namentlyk, veroorzaakt door wormen, in de voorhoofdsboezems (Sinus frontaks) gebooren, waar door de wormen naar buiten worden uitgeworpen. Naderhand zegt hy: „ indien 'er fcherpe „ zuure dampen, uit een wormagtige ftoffe der „ eerfte wegen, in de neus opklimmen , moet „ men wormdryvende middelen geeven." In een Fransch Werkje (m), vind ik de Ephemerides Germanorum aangehaald, wegens een zie. kelyke niezing door wormen veroorzaakt. De dogter van zeker Raadsheer, door eene kwaadaartige wormkoorts aangetast, niesde binnen den tyd van weinig dagen, meer dan zesduizendmaal. Zy begon op den vierden dag der ziekte, en op den tienden dag gaf zy al niezende den geest. Deeze ziekte behoort ongetwyfeld tot de ftuipziekten gebragt te worden, gelyk saüvaGes, vogel , en linn^us gedaan hebben. Blumen- b ach (/) L. c. T. I. Clasf. 5, p. 631. («0 Anecdotes de Medécine, Part. II. p. 250. N°. 236".  3*3 J. R O B O L, 0VER HET bach noemt ze met regc, „ eene zeer geweldige, * en byna ftuipagcige uitademing, door eene korte „ en hevige inademing voorafgegaan (V)." ' Daar nu de ondervinding leert dat veele fi-uinaekten, zelfs, de vallende ziekte, uit wormen voortkomen, gee„ wonder dat Zy ook eene gewelde niezing kunnen verwekken; boewei my uit myne aanteekeningen geene andere Schryvers bekend zyn, die deeze oorzaak Hellen. Men behoeft juist altyd, gelyk sauvages, zyn toevlugt tot geene zuure dampen te neemen; de medegevoelteheid het verband der zenuwen, de Continuatio Mem* hranarum , de neusjeukte der wormzieke kinderen, enz., toonen dat deeze oorzaak der niezing zo vreemd niet is. Zie hier de Waarneeming, Vyftiende Waarneeming, & 63. „ C. S. Een meisje van 10 jaaren, was reeds een jaar lang aan eene geduurige niezing onderhevig geweest , waar op men i/het ee2 met yeel agt floeg. Dezelve verergerende fprak «j» 'er een Geneesheer over, welkSe raadde ,da zy Iaauwe melk zoude opfnuiven, en anders Jet. De niezing hier door erger wordende, liet zv dit na en gebruikte geene geneesmiddelen. In het jaar 1773, in de maand December, kreeg zy . 00 L. C. p. 127,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 223 zy in de Kerk een allergeweldigften aanval, zo dat zy om de Gemeente niet te ftooren 'er uitging. Den 2o(ten van die maand wierd ik by haar geroepen. Ik nam toen waar dat de aanval driemaal in een kwartier uurs wederkwam, en dat zy dan dertigmaal agter malkander niesde ; de moeder verhaalde dat dit zomtyds honderdmaalen en meer agter een gebeurde. Het meisje klaagde dat, als het toeval haar aankwam, zy een foort van pyn in de hartskuil gevoelde. Voor het overige fcheen zy gezond, en klaagde over niets anders; de pols was natuurlyk, en als de niezing over was, waszy vrolyk. Denkende dat dit geval alleen ftuipagtig was, fchreef ik haar voor: fy. Flor. Zinci, gr. vj. Cinamom. Pulv. Sacch. Albisf. aa dr. 0. M. F. Pulv. A'°. vj. Om dagelyks drie te gebruiken. Na dat ze gebruikt waren, was alles in den vorigen ftaat. Ik vermeerderde dus de gift tot 12 greinen, zo dat ieder poeijertje twee greinen bloemen bevatte. Den 24. December klaagde zy, behalven de niezing, over eene fteekende pyn in het Hypochondrium Sinistrum, gepaard met een droogen hoest; deeze verdweenen na eene aderlating,de niezing bleef, dog verminderde langzaam. Op nieuwjaars-  224 J. R u B O L, OVHR lïEt jaarsdag i774, door de koude geloopen hebbende', kreeg zy weder een zwaaren aanval, en geduurende denzelven (ff. B.) den hik, welke een half uur duurde, dog zedert niet weder kwam. De moeder verhaalde dat haar dogter zeer hongerig was, en ik zag dat zy met haar pink in de neus pluisde, dat de oogappels meer dan gewoonlyk verwyd waren ; hier door, als ook door de pyn en droogen hoest, viel ik op het denkbeeld van wormen. Ik vroeg of zy ook wormen geloosd had? dit wierd door de moeder met ja beantwoord. Ik beval intusfchen met de poeijers voort te gaan. Den aeo. January had zy 's nagts zwaare buikpyn, welke na' het loozen van een Jangen ronden worm ophield •Ik voegde toen de kina by de poeijers, welker wormdryvende kragt ik by ondervinding keade. Dog thans nam de ziekte trapsgewyze toe, zo dat ik dikwils vreesde dat zy flikken zoude. Wanneer i zy warm wel toegedekt in het bed lag, had zy geen aanval, dog zo dra zy ontbloot wierd begon dezelve terflond. Na het gebruik van de Rad. Jalapp. met den Merc. Dulc. loosde zy noch wormen noch maa* den, maar verfcheidene brokken als vellen. Met deeze middelen aanhoudende, bedaarde de ziekte in zo verre, dat zy van de maand February i774 tot den u. February i777, maar vyf 0f zes aanvallen had; want toen kwam de ziekte met verdubbeld geweld weder, na dat zy zig kwaadaartig ge-  GEBRUIK dér ZINKBLOEMEN. 225 gemaakt had. Toen nam ik, behalven het reeds gemelde , nog het volgende waar: een drukkende pyn in Regione Epigastrica; wanneer men onder den aanval de lyderesfe in het aangezigt blies, hield de niezing op , het zelve gebeurde als men den arm digt by den fchouder, ter plaatfe van de in. planting der Musculus Deltoides, Iterk drukte. Eens heb ik haar in 10 minuten tyds 535 maaien hooren niezen. Kort na den aanval was de pols vol ert rad, de jeukte der neus lastig, dog het meisje was minder vermoeid dan in het jaar 1774. Ik fchreef haar nu voor de Rad. Valer. Sylv. met de duivelsdrek , osfegal, jalappa-wortel en zoete kwik. Hier door raakte zy een ronden worm kwyt, vart 6 duimen lang en ter dikte van een pennefchagt; de pyn verdween, zy ging voort met het gebruik van wormdryvende middelen , en langzaam verminderden de aanvallen, tot dat ze eindelyk op* hielden, zonder dat zy meerder wormen, maar wel vellen loosde." In het jaar 1778, zelf een meisje met wormen bezet onder handen hebbende , hoorde ik haat" dikwils niezen; het geluid was van de gewoone niezing zeer onderfcheiden, dog zo gemaklyk doof woorden niet te befchryven. XV. Werken de Flores Zinci op de Stonden ? %. 64. De VI. Waarneeming, §. 32, als ook de volgende, brengen my tot die gedagten. Als fre- XV. deel. P fliS*  GEBPvUIK der ZINKBLOEMEN. 227 atrekfel der Artemifia geduurende twee maanden; wanneer de wittevloed in eene ruime ontlasting van een zuiver ftondenbloed veranderde, de borstbenaauwdheid geneezen, en de lyderesfe geheel herfteld was. Misfchien heeft het Conditum mede in de eer der geneezing gedeeld , misfchien de Artemifia welke hu'I'ocrates reeds in dë opftopping der ftonden voorfchreef; de Flores Zinci nogthans hebben zig hier zeer vermogend betoond. Eene jonge Juffrouw, welke van jongs af aan ftuiptrekkingen was onderhevig geweest, wierd eindelyk, ook ten tydè der ftonden, door de Cataiep/is aangetast, Waarvart zy niet bevryd wierd dan door eene bloedfpuwing, of door eene aderlating , welke in dit geval de bloedfbuwing verhaastte : zeldzaam wierden de ftonden door den gewoonen weg ontlast; zo ja, waren de aanvallen der Catalepps minder zwaar. De ziekte aanhoudende , en naar de reeds voorgefchreëvene middelen biet luisterende, wierd de geleerde ardesch met den gewoonen Geneesheer der lyderesfe te raade, om de aderlaatingen te ftaaken vermids zy de gevoeligheid vermeerderden, en de hepfteliing door het Opium, den Koortsbast,en de Spiauterbloemen te beproeven. Hier mede lang in groote hoeveel' heid aanhoudende, bragt men te weeg dat, vooreerst, de ftonden in geringe hoeveelheid door deiï fiatuürlyken weg ontlast wierden, en dat de aanP 2 val»  342 J. R O B O L , over het Nog in dac zelfde jaar verfcheenen de zeven fchoone Waarneemingen van den kundigen vei r ac, agter het door zyn Ed. vertaalde Werkje van ly. sons, over de uitwerkingen van de Campher en Calomel in de Gal- en Rotkoortfen. Zedert hebben de Holland!'che, Brabandfche, Engelfche, Franfche, Duitfche, Italiaanfche en andere Geneesheeren, als om ftryd, de heerlyke krampftillende eigenfchappen deezer bloemen door ondervinding aangepreezen. Wie na dit alles verwondert zig niet, dat verfcheide Geneesheeren in ons Vaderland, gelyk 'er my bekend zyn, uit vooroordeel tegen alle nieuwe middelen, nooit deeze bloemen gebruiken , zelfs als verfcheide andere geneesmiddelen vrugteloos zyn aangewend? Sommigen, het is waar, fchryven dezelve voor, maar naauwlyks 5 a 6 greinen gegeeven hebbende , zo zy geene oogenblikkelyke uitwerking ten goeden ondervinden, ftappen zy *er van af, en zeggen dan nog dikwils: wy vinden dezelve nutteloos of van weinig kragt. Deeze Heeren dienden te bedenken, dat daar, gelyk gaubius zig uitdrukt, het getal der goede antifpasmodica niet te groot kan zyn, zy dus niet dan na herhaalde ondervinding zodanige magtfpreuken mogen gebruiken. Wie ftaat na zo veele herhaalde proeven niet verfteld, den Hoogleeraar te Pifa fr. vacca ■ erlinghieri te hooren verklaaren dat de  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 243 Flores Zinci alleen aan de ligtgelovigheid haaren lof te danken hebben ? Dog men gelieve opte* merken dat die zelfde Schryver, eene bym diergelyke uitfpraak doet, wegens de geneeskundige Electriciteit (f). Onder het drukken deezer Verhandeling, ontving ik het eerfte Deel der Opuscula Therapeutica van den Geleerden Hoogleeraar te Pavien, bassiani carminati; ik vond aldaar in de tweede Afdeeling eenige proeven met onze Bloemen genomen , waar van ik begreep verflag te moeten doen, om dat dezelve alle ongunftig zyn uitgevallen. Hy heeft dezelve in tien voorwerpen beproefd, als in de opftyging, in de miltzcgt met kwaade fpysverteering, in de duizelingen, zamentrekkingen der bovenfte ledematen en beevingen, in de vallende ziekte; inde lamheid, met verlamming van de blaas , groote zwakheid , kwyning, ongevoeligheid en krankzinnigheid gepaard; dog in alle, hoewel in groote giften gegeeven, zonder vrugt: hoewel deeze ziekten daar na door de Kina, Oranjebladeren , Liq. Hofm., Opium , Valer. Sylv., bittere en (taalmiddelen, en Muscus , op een na volkomen overwonnen zyn. Uit zyne genomene proeven trekt hy deeze gevolgen: 1. Dat de Flores Zinci ge«n nadeel hoegenaamd aan zyne lyders hebben toegebragt; ja zelfs dat hy (r) Comment. de Rebus, T. XXXI, p. 325- Q 2  «44 J. R O B O L, over het hy het tegenovergeftelde, van het geen gaubius meld , heeft ondervonden , namentlyk dat zommige tedere vrouwen, wel een gift minder dan een grein, dog geen geheel grein zonder braking zouden kunnen verdragen. fl. Dac deeze bloemen ook in groote giften gegeeven, de warmte des lighaams niet vermeerderden , nog den pols harder of rasfer maakten; dat zy het zweet niet dreeven, alleen dac dezelve misfchien de ongevoelige uitwaasfeming een weinig vermeerderden; dac zy noch op de pis noch op den afgang werkcen: dac men zig dus niec moet verwonderen, dat de Flores Zinci geen geneezing hoegenaamd hadden aangebragt, of dat anderen dezelve ook zonder vrugt hebben toegediend ; hy ftelc althans, dac deeze bloemen in de vallende ziekte geheel nutteloos zyn. Hoewel men dus ziec dac de Heer carminati, weinig mee dit middel opheeft, wagt hy zig nogtans van de gemelde magtfpreuk van den Hoogleeraar beulinghieri, en hy Helt dat gaubius en anderen in hunne proeven niet bedrogen zyn , dog dat zy de Zinkbloemen gegeeven hebben in ziekten uit ligte oorzaaken ontftaan, of die op het punt zynde van op te houden, ook door andere geneesmiddelen hadden kunnen herfteld worden; dan is dit vermoeden wel van alle vooroordeel vry te pleiten? draaft deeze uitlpraak niec wat hard door? my dunkt zulks. Ik  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 245 Ik beroep my op de Geneesheeren , die de proeven door gaubius en anderen geboekt, en eenige onuitgegeevene VVaarneemingen hier voor door my medegedeeld , met een onpartydig oog zullen befchouwen ; by voorbeeld: kunnen onze VII, IX, X, XI, XIII, XVII, en inzonderheid de XVIII VVaarneemingen hier toe betrokken worden? Ook zyn 'er andere middelen, die geene werkingen op de Emunctoria van ons lighaam uitoeffenen , en nogthans de geneezing bevorderen; dit zal ieder Geneesheer, by voorbeeld, dikwils van de Kina ondervonden hebben. Dat nogrhans de Flores Zinci op de Emunctoria werken, hebben wy aangetoond. Heeft de iugtftreek zomtyds zelfs geen invloed op de werking der geneesmiddel-n ? gehcele Volkeren hebben dikwi'shierin iets by zon ders; de Siamers, by voorbeeld, moeten door rattekruid in plaats van door fpiesglas, aan het braken gebragt worden,en delndiaanen hebben twintigmaal grooter gift van den braakwortel nodig dan de Europe'érs (.<■). Niemand zal den Muscus den rang onder de antijpasmodica betwisten, en nogthans heb ik dezelve vrugteloos in den hik gegeeven, en de geneezing door de Flores Zinci bewerkt (Zie de X Waarneeming). De Heer carminati zelfs , heeft in eene reeks van proeven het nut der zuure zeep in de waterzugt, verftoppingen van den onderCs) Gaubii Mtth, Concinn. Formul. Medicam. p. 28. Q 3  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 247 Hy meld ten 4. dat in geene zyner proeven, de Spiauterbloemen eenige walging of braking verwekt hebben, en befiuit dat men misfchien zulks aan derzelver verfchillende bereiding hebbe toetefchryven; dog ik, en allen die het geluk gehad hebben leerlingen van gaubius te zyn, zyn ten vollen overtuigd dac die groote Man in zyne fcheikundige bewerkingen zeer naauwkeurig was, en dat dus de braak verwek kende hoedanigheid van dit middel niet kan toegekend worden aan de niec genoeg van hetPhlogiston gezuiverde bloemen: ook heb ik altoos voor het gebruik deezer bloemen, dezelve naauwkeurig in de Apotheek onderzogt, en nogthans dikwils beneden de vier, drie, twee, ja een greinen braking zien volgen, ja zelfs in minder gift by de eerfte en tweede toediening, hoewel deeze eigenfchap by trapswyze opklimming fcheen op te houden. Eindelyk ftelt hy dit middel overbodig om het als zuuropflorpende te bezigen, en raad de Magne~ f.a als beter aan. Onze ondervinding, gepaard met die der meeste Geneesheeren, heeft ons anders geleerd ( §. 28.) , hoewel de gegeevene hoeveelheid der bloemen in agt genomen zynde, men met grond, gelyk ik reeds gemeld heb , eene andere werking in deeze omftandigheid mag onderftellen; en ik van denkbeeld ben, dat in een al te overtollig zuur, het nuttig zyn zal, dit middel met andere zuurtemperende naar verQ 4 eiscty  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 257 Vaders zyde, dog deszelfs Huisvrouw was aan Epileptifche toevallen onderhevig geweest. Daar nu de pols vol, de korst op de tong zeer dik, de pyn in de doorzwelging hevig, de hitte groot waren, liet ik hem ten eerften 10 oneen bloed aftappen , en fchreef een laxeermiddel voor uit da Tamarinden, Manna en Senebladeren met wat Wonderzout van glauber, als ook een gorgeldrank uic vygen gekookt met wat prunelzout* Den 27ft.cn; hy had zevenmaal afgeweest, kon gemaklyker zwelgen , dog had geen fmaak , de korst op de tong was als vooren , dog de pols natuurlyk. Het bloed had een' grooten koek, hier en daar met ontftookene plekjes, en zeer weinig weivogt uitgeleverd. Ik beval met den gorgeldrank voort te gaan, en fchreef nog een iikking uit witte honing en Borax voor. Den 28ften; de moeijelykheid in het zwelgen was over, dog niets fmaakte hém; de punt van de tong begon, nu van de korst beroofd, rood te worden ; de afgang was week; hy ging met, de middelen voort. Den 3often ; de tong was voor het grootfte gedeelte rood en fchoon , de keel vry. Hy had nu eetlust, en de fmaak was wedergekomen; hy was voor het overige wel. Ik bepaalde my om in dit geval de Flores Zinci te beproeven, en om den afgang teffens te bevorderen fchreef ik ze dus voor : XV. de eu R K,i  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 26*3 te Leiden f7), en in die welke michell gezien heeft, plaats had (>»),nam ik hier niet waar; want de mond was door den klem geflooten, de oogleden waren digt, en de pols onder den aanval regel maatig. De aanvallen duurden 10 minuten, en verfcheenen twee-, drie-, jaa zesmaal daags ; geduurende dezelve was de lyderesfe onbewust van het geen 'er omging. Zy zag 'er bleek en ongedaan uit, en de ftonden waren bleek en onregel maatig. Ik beproefde de Flores Zinci van een tot zes greinen daags, dog zonder eenig nut; andere mid* delen, als de Valer. Sylv., de Tincu Mart. cum vim Rhenano, de Muscus, de Gummata Ferulacea, met de Succin. en Limat. Martis, deeden geen meer vrugt; ook weigerde de lyderesfe eenige verdere middelen te gebruiken. %. 81. Ik heb dit middel ook eens vrugteloos gegeeven IX. In een ftondenkramp: Eenentwintigftt Waarweming, Mevrouw R. had reeds verfcheidene jaaren van de eerfte verfchyning der ftonden, en vervolgens alle maanden, kramppynen in het lighaam , de verfchyning der ftonden voorafgaande. Zomtyds ma* (ï) Lambergen Disfert. I. c. Disfert, l. c. R 4 ,  864 J' R O B O L , OVER HET waren deeze pynen zeer hevig, zomtyds minder. Wanneer de pyn zo fel was dat zy flaauw wierd, was dezelve kortduurende, en daarna zeer gering, en de Honden verfcheenen fpoedig. Deeze pynen wierden door zommige omftandigheden voorafgegaan , welke niet altoos dezelve waren. Dan eens nam zy vyf a zes dagen te vooren waar, eene werking op de maag , waar door zy walging kreeg, ja zomtyds eenige flym overgaf; dan weder eene loomheid door hec geheele lighaam , eene zwaarte in den buik en in hec hoofd, met een lastig en afmattend gevoel, en een droogen hoest; dan weder verkouwdheid , fterk zweeten, de afgang meerendeels opgeftopc, als dan een meer dan gewoonelyke ontlasting van pis. Een dag voor de verfchyning der ftonden was de pyn het hevigst, als ook op den eerften dag derzelven, toe dat zy fterk doorzetten, waar na alles weder bedaarde. Hoe heviger de pyn was hoe fterker de ftonden vloeiden. Verfcheidene middelen zyn vrugteloos aangewend. Een druppel drie a vier 01. Menth. op een ftükje broodzuiker ingenomen, deed nog het meeste oogenblikkelyke nut. Hec Land. Liq. Sydenh.,tot 24 druppen ingenomen, deed voor een gift naauwlyks iets af. Ik fchreef haar Ed. de Flores Zinci tot 4 greinen daags voor, dog zy deeden niet meer af dan andere middelen ; alleen was geduurende hec gebruik de hoest onder de Symptomata niet aanwee- zigi  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 265 zig; twee maanden lang gebruikten zy de bloemen. X. In de krampen, door hoffman Spasmi Vagi genaamd. By hertz vind men eene naauwkeurige en der leezing overwaardige befchryving van de ziekte eens jongelings van ia jaaren, door Spasmi Vagi aangetast. Hy fchreef hem alle uur een grein Spiauterbloemen voor. Na het gebruik van vyf poeijertjes had de lyder voor de eerftemaal geduurende zyn geheele ziekte ter ftoel geweest: onder het gebruik derzelve fcheen de toeftand merkelyk beter. Een nieuw foorc van toevallen openbaarde zig eenen dag, dog toen weder ophoudende , kwamen de voorige in derzelver plaats weder. Men gaf hem op nieuw de Flores Zinci; dog met weinig of geen nut. Daarpa gebruikte hy een purgans van de Rad. Jalapp. en Merc. Dulc., waar op hy zes fterke afgangen met zwarte en bedorven drek kreeg; daarna fcheenen de aanvallen onder het gebruik der bloemen heviger te worden, en aanhoudender. Men flapte dus van dezelve af, en liet hem het 01. Animal. Dippel. gebruiken, welke wel verbetering maar* ook geen geneezing heeft te weeg gebragt (n). Ik voor my geloof dat de Flores Zinci altoos vrugteloos zullen gegeeven worden, wanneer de Prima via, zo fterk als in opgemeld geval, vervuild zyn. §. 82. Ik meen nu te hebben getoond dat de («) Zie bladz. oö—108. Fl'0- R 5  &Ö6 J. R O B O L, over het Flores Zinci aan de verwagting van den grooten gaubius niet alleen hebben voldaan , maar in veele betrekkingen of omftandigheden dezelve hebben overtroffen, waar door dus het eerfte en tweede lid der vraag van het Genootfchap naar rnyne gedagten beantwoord is; ik zal dus tot de beantwoording van het derde lid overftappen. DERDE AFDEELING. „ Zyn 'er nopens het gebruik, de giften van * dat middel (Flores Zinci) , de wyze van het „ zelve toe te dienen, het zy gepaard met eeni* „ ge andere middelen, het zy opgelost in eenig „ Schéivocht, het zy anderzins, ook eenige nuc„ tige ontdekkingen, ter uitbreiding van de Prak„ tyk gedaan , of ten dien einde merkwaardige „ Proeven in het werk gefteld?" A. %. 83. Wat het gebruik van dit middel aangaat, de ondervinding leen dat de Flores Zinci, in het algemeen befchouwd, fmaakeloos en zonder reuk zyn, en dus zeer gefchikt voor kinderen, en bejaarden welken een afkeer van geneesmiddelen hebben; dat zy, wanneer men met geringe giften begint, werken zonder eenige verhitting te veroorzaaken, waar door zy dus verbaasd veel op andere Antifpasmodica voor uit hebben. De overige eigenfchappen, voor zo verre wy wit de met dit middel in het werk gefielde proe- ven  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 279 Iooren is moeten 'er prikkelender middelen worden aangewend; inzonderheid het in de Geneeskunde onmisbaar kwasfiehout, het welk de herhaalde ondervinding my, als een hemelgefchenk in de verflapte veerkragt des lighaams , heeft doen aanmerken. Zy zyn door haare Vis leniter Adftringens ook wonder gefchikt om de groote tederheid en buitengewoone gevoeligheid der zenuwen, welke zo dikwils een Seminium praterna' turak der zenuwziekten is, te verminderen. Zie OOk stoll (f). Wat nu de jiimulecrende kragt betreft, welke onder anderen (§. 42 , 59, 60 , 67, 68,) zo duidelyk is, deeze kan in die gevallen waarin ligte fiimulantia vereischt worden, en men teffens de verhittende moet nalaten, beproefd worden; want, gelyk de Geleerde michell zeer wel aanmerkt, middelen die hevig prikkelen maken de kwaal erger, want de ondervinding leert, dat de tederheid der vezelen tegen die prikkeling niet beftand is. „ De zenuwen hebben in gevoelige lyders, fyne. „ re, dunnere bekleedzelen, het natuurlyk flym is „ 'er door het gebruik der laauwe waterdranken „ afgeweekt ; dit doet derzelver gevoel fcherper „ worden, en dus hebben zy aandoeningen zelfs „ van ligte prikkelingen. Hoe zouden zy dus s, te- O) L. c. S 4  a8o, J. RüBOL, OVER HET „ tegen fcherpe prikkelende geneesmiddelen ,be„ iland zyn ? " VII. De Flores Zinci zyn waarfchynelyk Wormdryvende. %. 90. De wormen der eerde wegen , inzonderheid by kinderen , zyn menigmaalen eene aanleidende oorzaak van een menigte ftuipziekten. De werken der Geneeskundigen zyn vervuld met voorbeelden van die natuur : daar de reeds gemelde Waameemingen doen vermoeden, dat 'er in deeze bloemen iets is , waar door zy op de wormen werken, verdienen zy dus met regc eene nadere beproeving, te meer daar zy door haare ftuipbedaarende kragt, de uitwerkingen, welke de wormen, door het omwoelen, en door het prikkelen der gevoelige zenuwen van maag en darmen te weeg brengen, kunnen tegengaan. Eindelyk VIII. De Flores Zinci werken naar allen fchyn ook op de Stonden. %. 91. De opftopping deezer natuurlyke ontlasting is geene der minfte aanleidende oorzaaken tot de zenuwziekten; waren de voorbeelden niet genoeg bekend , ik zoude 'er verfcheiden kunnen aannaaien. Op wat wyze nu de bloemen van het Spiau- (&") Handelingen van het Provinciaal Utrechts Genootfchap, UI. Deel, Ijle Stuk. bi. 681.  282 J. R O B O L, over het nen zweet en afgang verwekten, als ook braaking. In de Handelingen van dit Genootfchap leezen wy dat by een bejaard man twee poeijertjes, ieder van twee greinen Flores Zinci, walging verwekten, de overige niet. Maar toen men tot 21 greinen daags was opgeklommen , volgde 'er geen walging nog braaking , maar zuur ftinkend zweet, gepaard met eene lastige hitte, brand in de keel, en prikkelende jeukte (/). De lyderesfe der XVIII. Waarneeming (§. 68.) konde wel drie greinen .daags verdraagen, maar geen vier; want toen kwauen 'er bloedige fluimen te voorfchyn , het welk voorgekomen wierd door wederom dagelyks drie te doen gebruiken. In de XVII. Waarneeming (§. 67.) wierden de ftonden na eene vermeerderde gift zeer fterk, en de lyderesfe begon ook bloedige fluimen op te geeven. Dat ook de ftuipziekten wel eens door kleine giften van dit middel bedaard raaken , maar door grootere verergerd worden, blykt uit deeze my door wylen den Heer in speldt medegedeelde Drieëntwinligfle Waarneeming. Wyle de beroemde Steenfnyder en Geneesheer nier op, wilde beproeven wat de Spiauterbloemen \ in de hevigfte vallende ziekte zouden uitwerken. De lyderesfe wierd door dezelve vyf a zesmaalen daags fel aangetast. De CO & Deel, bl. 212. *  a84 J. R O B O L, oveii het aan het geftel der lyders toe te brengen, tot eene verbaazende groote gift kan gegeeven worden. Men heeft voorbeelden van ia , 18 greinen, i fcrupel, i dragme, twee fcrupels, een dragtne, ja, tot drie dragmen (tn). Wanneer men nogthans tot een zekeren trap gekomen is, word men dikwils eene zigtbaare werking gewaar. Ik heb opgemerkt, dat wanneer de lyders fterk aan het uitwaasfemen raakten, 'er meest al verligting van toevallen kwam, In de VIII. Waarneeming (§. 42,) volgde, na dat men tot 7 greinen daags was opgeklommen, eene kriewelende pyn in de handen en voeten. In de XIII. Waarneeming (§. 59.) tot 24 greinen daags gevorderd zynde, veranderden de Epileptifche aanvallen, in hevige kriewelingen en pynen in handen en voeten , als of 'er wormen door de handen en voeten kroopen. In de XIV. Waarneeming (§, 60.) volgde 'er ook eene kriewelende beweeging, en de lyderesfe kreeg zomtyds fchokken, als van de Electriciteit, in handen en voeten en langs den ruggegraat , als of 'er een ftyve borftel langs denzelven wierd heengetrokken , alles met verbetering en verligting der toevallen. C. §. 94. Wat verder de wyze betreft om de pIaatfenH0ME' RÜTTY' en anderen *>P de aangehaalde  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 295 keizaad kunnen voorkomen , indien al de Flores Zinci zelve niet toereikende waren. Het kryt verhindert ook de hotting of klontering der melk in de maag. §. J03. Zommigen fchryven, ten derden, de Zinkbloemen voor met de Arabifche Gom; deeze is taay en glulineus. En daar de ondervinding leert, dat ze verzagt, losmaakt, en pynftillende is, kan men ze veilig mede voorfcbryven in alle gevallen, waar zodanige middelen vereischt worden, en inzonderheid wanneer de ingewanden van hunne natuurlyke flym ontbloot zyn. §. 104. Men heeft ze, ten vierden, voorgefchreeven met den Valeriaan-wortel. Daar ik (§. 84.) heb aangetoond, dat de Flores Zinci zomtyds op een verwonderlyke wyze haare vermogens maar tot een zekeren trap uitoefFenen, kan als dan deeze vermenging met veel fucces beproefd worden. De ondervinding leert, dat de Valer. Sylv. in de vallende ziekte met vrugt gegeeven is , als ook in zommige ftuipziekten, dat men aan dezelve eene wormdryvende kragt niet kan ontkennen , ja dat zy op alle de Emunctoria van ons lighaam fchynt te werken Dus wanneer 'er,by voorbeeld, wormen in een nest van flym beflooten zyn, kan eene vermenging van de Flores Zinci, Valer. Sylv. en 00 E. sandifort Natuur-en Geneeskundige Biblioth. X. Deel, bl. 429. Rutty /. c. ƒ>. 532. Gazette Salaiaire 1780. N°. XXXVI. T 4  S02 J. ROBOL, OVER HET paaien, en hy was verfcheide dagen vroeger dan gewoor.elyk van hec voeteuvel verlosr. §. ui. Ten elfden ; wanneer ik my herinner de uitmuntende kragten van het Kwasfie-houc, dunkt my dac eene vermenging van deszelfs Extract met de Zinkbloemen, zeer aancepryzen is in die getallen waar in die middel mee vrugt ge. buutte word, en 'er teffens eene cedergevoeligheid, v rfLpte veerkragt, en zwakheid met krampagtige aandoeningen der zenuwen gepiard gaat. Hier in den regemaatigen lof van die middel uit te weiden, zoude niet te pas komen. Alleen zal ik aanteekenen dat ik detze vermenging aan een voornaam M .n voord-hreef, in zwaare krimpingen en gevoel van koude ia de ingewanden: ik had hem reeds de Flores Zinci alleen gegeeven , ook mee het Opium gepaard, dog met weinig vrugt; verfchei* dene bntere, verwarmende,zamentrekkende middelen, ook de Tinctuur van het kwasfie-hout. Die hielp voor een tyd; alleen de verwarmende waren hem lchadelyk,ik gaf hem (om dat ik eene verflapte veerkragt met al te groote aandoeneh kheid d r irjjewmden als oc za* Helde ,) het Extract. Ligni Qjasfia dr. iij. Flor. Zinci gr. x. waar by ik een dragtne rhanarber voi gde, urn dar de afgang wat tr.JL' was: dit tot pillen gebrast, liet ik nem 'er alle rwee uuren drie van gebruiken. Onder het gebruik betuig ie hy merkelyke verligting te befpturen, en naauwlyks veertien dagen voortgegaan heb-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 303 hebbende bevond hy zig uitmuntend wel, en een hevig voeteuvel openbaarde zig met verlosfing van zyn vorig ongemak. Daar ook de Flores Zinci in den beginne meestal , inzonderheid by tedergevoeligen, walging en braaking verwekken, zoude het misfchien goed zyn 'er een weinig Extract van dit hout by te voegen; wanneer 'er namentlyk geene Contra indicantia zyn: want ik ben by ondervinding van de vis anti - emetica van dit middel overtuigd ; en. jackson fchryfc (g) dac hy in een zeker geval de braaking niet konde tegengaan, dan door een afkookfel van den wortel van het kwasfie-hout. En vermits het Extract. Ligni Quasjïa in de langzaam belette doorzwelging een uitmuntenden dienst gedaan heeft (A), kan men in deeze ziekte, wanneer hec fpasmodique 'er de rol in fpeelc, de Spiauterbloemen met nut 'er by voegen; had men fterker incidentia nodig, zo kon men ze vermengen met hec Sal Ouercus Marina (zout van Zeewier), wordende die middel door den beroemden j. baster, en wylen myn waarden Vriend 1. j. van den bosch, in deeze ziekte aangepreezen (ï). Na dat 'er by eene Juffrouw van 40 jaaren, een jaar (g) Philofoph, Transact. 1768. T. LFIII. p. 86". (%) Verhand, van de Hollandfche Maartchappy der Wee" tenfehappen, XVIII. Beet, bl. 75r. (O J. baster Natuurkundige Uitfpanningen, II. Deel, bl. 136, en Holl. Maatich. in het aangehaalde Deel, bl. 135.  304 j. ROBO L, over hüt jaar lang verfchillende middelen tegen deeze ziekte waren aangewend en te vergeefs beproefd, is het my gelukt haar door het Sal. Querc. Marin. alleen te geneezen. §• 112. Ten twaalfden; na dat veirac een aantal krampftillende middelen in drie onderfcheidene Epidemien der kinkhoest, ter bedaaring van dezelve by verfchillende lydertjes beproefd had, vond hy geen dcrzelven zo voldoende als het volgende poeijertje : Flor Zinci Exact, parat. gr. ij. Caphura gr. j. Moschi gr. ij. Rtte Mist. F. Pulvisculus. „ Deze was de geringde gift voor een kind be„ neden bet jaar: een mindere hoeveelheid vol„ deed niet. Het poeijenje telkens versch bereid, „ wierd een- , twee- , zomtyds driemaal dangs, „ tusfchen de aanvallen gegeeven: de beftanddeelen, „ of gitten, naar maate des ouderdoms vermeer„ derd: en by hetzelve wierd gevoegd het geene „ des lyders verdere toeftand of fmaak vereischten. „ Zelden, zegt v e i r a c , had ik meer dan zes poei„ jcrtjes nodig, om de groote hevigheid des toe„ vals te verminderen , zelden was de lyder af„ keerig van herzelve. Nogthans is het middel ,, zo min als eenig ander in alle gevallen even „ voor-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 305 „ voordeelig, egter verdient het naar myne erva„ ring de voorkeur, enz." Deeze vermenging is opmerkelyk, wanneer men in agt neemt, dat de Kamfer een uitmuntend bederfweerend, krampftillend en de uitwaasfeming bevorderend middel is, en volgens eenige proeven de al te groote hitte des lighaams matigt. De Muscus word door galeati eene verdeelende en opdroogende kragc toegefchreeven , en dezelve dienftig geoordeeld om den verflapten tonus der zenuwen te verbeteren (7). Rutty zegt dat tien greinen, en meerder,eene zagte uitwaasfeming bevorderen zonder hitte (;«). De ftuipbedaarende eigenfchap is alom beroemd; zomtyds is de Muscus pynftillende (ji). In den Kinkhoest is dit middel door deEngelfche Geneesheeren en anderen aangepreezen, gelyk men by fuller,triller,home,kirckland, bruun, aa se ow en anderen zien kan. De Inwoonders van Norland in Westbothnien dragen den Muscus aan den hals gehangen, als een voorbehoedmiddel tegen de Kinderziekte. Linnjeus getuigt zyne Familie dus behoed te hebben. De (Jt) Handelingen van het Provinciaal Utrechts G^nooifchap, VI. Deel, bl. 236. (/) Comment. de Rebus, T. V. p. 297. («0 L. c. p. 336. (») Tissot Verhandeling over de Vallende Zkkte, */. 233. XV. DEEL. V  306 J. R ü B O L , over het De bewoonders van Oost - Rusland dragen den Muscus in de naaden hunner kleederen, om zig voor de befinettelyke ziekten te behoeden. Een oplettend Geneesheer zal, naar maate der hem voorkomende omftandigheden, ook in andere ziekten deeze vermenging kunnen beproeven. §. 113. Ten dertienden; myn reeds gemelde Vriend Dr. rovers, gaf de Flores Zinci met kleine giften van den Tart. Emeticus in de krampagtige aamborftigheid. Hier over fchreef hy my het volgende: „ Ik heb de Flores Zinci, gevoegd „ met den Tart. Emet., op raad van-hirschel, „ Medicus Berolinenfïs, met fuc§es in Convulfive „ beweegingen, op deeze wyze gebruikt: „ ty. Flor. Zinci dr. &. Tart. Emet. gr. x. Pulv. Lapid. Cancr. unc. j. M. F. Pulv. N°. xxx." „ Waar van ik daags drie poeijers liet gebruiken. ,i Ik befloot tot dit middel in deeze lyderesfe te „ eerder, om dat dezelve min of meer Asthmatiek „ zynde, de Tart. Emet. my in die gevallen , mi„ nori dofi gegeeven, dikwils door zyne ontfpan„ nende kragt van dienst geweest is." Daar ook de ervaring leert dat de flymige borstbenauwdheid door kleine , dikwils herhaalde, en langduurig gebruikte giften van de Rad. Ipecacuanh. verbeterd word, zoude men, wanneer 'er zig  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 507 zig eene onregelmaatige beweeging der zenuwen by voegde, dezelve met de Zinkbloemen gepaard kunnen voorfchryven. Wegens de krampftillende vermogens der Ipecacuanha, in de ftuipen der zwangere en baarende vrouwen, kan men nieuwe proeven vinden in de Weener Verhandelingen (0). §. 114. Eindelyk, ten veertienden, zoude men zeer waarfchynelyk de Flores Zinci in andere omftandigheden met verfchillende middelen kunnen paaren; by voorbeeld: in eene overmatige en vermagerende pisloozing, zig by de ftuipziekten voegende , met de Kina en Kaskarille - basten. In den Kinkhoest met den Tart. Emet. en het poeijer der Kreeftefchaaren In de zwaare hoofdpyn, oncftaande door eene fcherpe of jigtige ftoffe, de kleine vaten van het hersfenpanvlies of andere deelen des hoofds aandoende , waar op ik zomtyds zwaare zenuwtoevallen heb zien volgen, met het Extract. Tlyoscyami. In wreede pynen der maag en darmen, door winden ontftaande, met Carminantia, hec Aqua fieniculi , Menthce , Menthte piperitidis , Faba Pichurei, enz ; dog alleen wanneer de pols en levensbewegingen flap en traag zyn. In de Kramppynen , hec verfchynen der ftonden voorafgaande of vergezellende , met het Opium, den (») Acta Ac ad. Ctef. Reg. Jofephina Medico-Chirurgiae Vindoboncr.fis, T. I. p. 285. Servandis Civibus, fll. Deel, I/ie Stuk, bl. 150. V ft  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 300 in alle gevallen , waar in men de eerfle gewoonelyk gebruikc , beezigen ; zy zyn ook dus een inmengfel in hec unguentum ,en in het emplastrum Diapompholygos , enz. E. §, 116. Wac nu aangaat de oplosfing der Zinkbloemen in eenig Scheïvogc, hec Vitriolum Zinci, of hec witte Vitriool, is eene der beroemdfte bereidingen deezer bloemen, eene oplosfing namentlyk van dezelve in de oly van vitriool. Het Spiauter word niet alleen gemakkelyk in alle zuuren ontbonden, maar ook ontbinden de bloemen 'er zig insgelyks in, en met byna volkomen gelyke verfchynfelen ; men moec voor af de vitriool-oly met water mengen (Y). üe Heer hüllot, opgemerkt hebbende dac de overblyfzels van alle de ontbindingen van Zink veel gelykheid met de bloemen hebben, gelooft dat men dit halve metaal, door middel der ontbindingsvogten, zoude kunnen brengen in denzei ven ftaat waar in het door 't vuur gebragt is, wanneer men het in bloemen doet opftygen (11). §. 117. Men behoeft tot het formeeren van hec witte vitriool, juist altoos geen bloemen te neemen ; met het gewoone vitriool te zuiveren verkrygt men het zelfde product. Zie hier hec voor- fchrift CO De mor vea 17 Anfangr. der Chymie, T. II, f- 85. (ti) Macquer /. c, V 3   BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM' 01 2635 2640  HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK S E RVA N D IS CIVIBUS. VYFTIENDE DEEL.   HANDELINGEN VAN HET GENEESKUNDIG GENOOTSCHAP, ONDER DE ZINSPREUK SERFJNDIS GIV1BUS. VYFTIENDE DEEL. Te AMSTERDA M% 0| PETRUS CONRADL MDCCXCl.    INLEIDING. D aar word gewoonelyk een zeer ruime tyd gevordert , eer het menfchelyk verftand de nieuwlings aangebrachte ontdekkingen op haaren waaren prys weet te (lellen: In het eerst met derzelver nieuwheid ingenomen en 'er alles groots van verwachtende, laat het zelden na 'er hooger van optegeeven, dan een bedaard onderzoek in het vervolg bevestigen zal; by eene nadere beproeving zig te leur gefteld vindende, verwerpt het dikwils de geheele zaak, om dat het zyne groote verwagting niet voldaan ziet, tot dat het eindelyk den gelukkigen middenweg tusfehen deeze twee uiterften ontdekt, en de zaak eens vooral op haare behoorlyke waarde fchat. Is 'er ooit eene ontdekking waar op deeze aanmerking toepasfelyk is, dafl is het gewis het inwendig gebruik der Spiauterbloemen. Toen men dezelve op aanpryzing van den Heer gaubius het eerst tot het inwendig ge"' bruik begon te bezigen, was de verwachting in den hoogden top gevyzeld; men üelde zig vast voor, dat men nu een algemeen en onfeilbaar krampftillend middel gevonden had, men gebruikte ze daarom in alle gevallen, alwaar maar eenigzints krampziekten te befchuldigen waren, en men was in hee vaste vertrouwen dat men eene heilzaame geneeZing erlangen zoude. Dan men vond zig wel ras in deeze al te fterke verwachting te leur gefteld; XV. deel. A 2 De  4 G. SCHUTTE, over. het De Spiauterbloemen waren even als alle andere geneesmiddelen feilbaar, zy genazen niet dan die zenuwziekten, waar in zy te pas kwamen, en deeze gevallen waren zo menigvuldig niet als men zig by den aanvang wel ingebeeld had. Dit bragt zeer fchielyk deeze verkeerde uitwerking voort , dat men alle vertrouwen voor dit zo nuttig geneesmiddel begon te verliezen, zelfs in zo verre, dat het 'er niet veel meer af was, of het zoude geheel buiten het inwendig gebruik geraakt zyn. Dit voorzag immers het voor het heil der Bur* geren zo waakzaam Genootfchap Servandis Civi~ bus, toen het de Vraag over het inwendig gebruik der Flores Zinci aan het Geneeskundig Publiek voorftelde : het bedoelde door dezelve zekerlyk twee oogmerken, en wel ten eerden , dat men een geneesmiddel aan de vergetelheid onttrekken zoude, waar aan zo veele ongelukkige menfchen hunne geneezing te danken hebben ; ten tweeden, dat men eens naaukeurig beftemde, wat de Hoogleeraar gaubius zig van het inwendig gebruik der Spiauterbloemen voorgefteld had , ten einde door het gezag van deezen Grooten Man meer gewigt aan het geneesmiddel bytezetten, en zommige Artzen uit den waan te brengen, als of. de Heer gaubius een onfeilbaar krampftiliend vermogen van de Spiauterbloemen verwagt had. Ik heb gaarne myne geringe pogingen willen aanwenden , om met het Geneeskundig Genootfchap  6 G. SCHUTTE, over nzr EERSTE AFDEELING. Gefchied en Geneeskundige opgaave der Proeven en Waarneemingen, nopens het inwendig gebruik der Spiauterbloemen. Schoon de'Heer gaubius de eerffe geweest is, die het inwendig gebruik (. 11400 Philof. Oefen. Th. I. Cap. 34, j>. 1Ó4. (c) Gazoph. Med. Par. 1033. (d) Mat. Med., Deutf. Ubcrf., Th. I. p. 356. Qe) Abhdndlung Auferlef.:ner Arzneimitiel, p. 484. CjO Medicinifche Chemie, It. Band,p. 1063 ed. Zvllichav.  8 G. SCHUTTE, over hst het randen krygen van ftuipen overvallen wierden, maar zelf aan bejaarde perfoonen , dewelke aan zenuwziekten zukkelden. Hy verhaalt een geval van een meisje dat tien jaaren oud was, en dat door een fchrik de hevigfte zenuw-toevallen had gekreegen, waar tegens reeds alles vrugteloos was aangewend , het welk door poedertjes, die niets anders dan een half grein Zinkbloemen bevatten, volkomen herfteld was. Dit was het, het geen de Heer gaubius by de ontdekking van dit middel in het jaar 1771 mededeelde (//). Dog wel dra hier na, te weeten in de maand Juny van het jaar 1772, volgden 'er eenige nieuwe Waarneemingen van hem in de Verhandeling van den Heer hart, dewelke het krampftiliend vermogen der flores verder bevestigden , en zelfs leerden dat zy ook van nut waren geweest in de vallende ziekte, waar in zy te vooren aan den Hoogleeraar niet voldaan hadden. De Waarneemingen zelve zullen wy hier opgeeven (T). De eerfte is van een jongen, die vier jaaren oud was en een zeer fyn en teder geftel had; deeze Jyder was met de hevigfte ftuiptrekkingen geplaagt, waar tegens hem een kundig Geneesheer verfchillende middelen reeds vrugteloos had toegedient; deeze ftuiptrekkingen hadden veel overeenkomst met (A) Gaubius L. c. Cap. VIII. p. 113. feq. (J~) Ha ut Disfertatio de Zinco ejufque Florum ufu Medico obfervationibus confirmato, i^vgd. Bat. 1772.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 9 met de vallende ziekte, zo uit hoofde van haare hevigheid als dac zy erffelyk fcheenen te zyn van den Grootvader, daar 'er reeds twee kinderen van dezelfde Ouders aan overleden waren. In weerwil van deeze Hechte tekenen raadde de Heer gaubius het gebruik der Zinkbloemen, tweemaal daags tot een grein gegeeven, aan, waar door hy deczen lyder gelukkig herftelde De tweede is van een Man oud 50 jaaren, die 's Winters en in de Lente aan jichtpynen zukkelde en op het onverwagtst in een ftuipziekte verviel, waar van hy door de aderlaating en de verdere gepaste geneeswyze fchielyk weder wierd geneezen, dog die na verloop van eenige weeken wederkeerde met geen minder geweld; waar van hy nu door het gebruik van een grein Zinkbloemen alle twee uuren gegeeven herfteld wierd, zo dat hy naderhand van deeze ziekte ten eenemaal is bevryd ge« bleeven (/). Verders zegt de Heer gaubius ze nuttig bevonden te hebben in de kramphoest, de hyfterifche hik en de hondskramp, waar in zy evenwel ook wel eens faalden, even gelyk in meer andere krampachtige ziekten: maar ook dan konde hy met de andere krampftillende middelen niets meerder uitvoeren Cm\ K ' Dit (Jè) Hart Disfertatio de Zinco, enz, p. 29. (/) Ibid, p. 30. (m) Ibid. A5  io G. SCHUTTE, over het Dit zyn de Waarneemingen , die ons de Heer gaubius wegens het inwendig gebruik der Spiauterbloemen heeft nagelaaten, en die de Geleerden van dien en van laatere tyden hebben aangezet om dezelve ook te beproeven. Reeds waren de eerfte gevallen, door den Heer gaubius in zyne Adverfaria medegedeeld, genoegzaam om den Hoogleeraar van doeverenph den Heer stolte aantezetten, om dezelve ook in eenige gevallen te bezigen: want wy vinden in dezelfde Verhandeling van de Heer hart reeds Waarneemingen van deeze twee Mannen , die wy ook hier kortelyk eene plaits geeven zullen. Die van den Hoogleeraar v a n doeveren zyn op zyn Collegium Cafuale voorgevallen , waar van de eene ten onderwerp heeft een meisje, dat 17 jaaren oud en van een zeer zwak geftel was: deeze lyderesfe was door een fchrik in de hevigfte ftuiptrekkingen en onregelmaatige fpierbeweegingen vervallen, waar van zy door het gebruik der Zinkbloemen, gepaard met een verfterkend krampftillend middel, binnen weinige dagen geneezen wierd (»); dog in twee andere gevallen vielen de proeven van deezen Hoogleeraar zo gunftig niet uit, want te vergeefsch fchreef hy ze voor aan een Epileptisch meisje, als ook in een periodifche hik (0) waar in zy geen de minfte uitwer- kin- 00 Hart Disfeïtatio de Zinco, enz. p< ;<5» 00 Mid. p, 25. in not. ad litt. e,  GEBRUIK deiuZINKBLOEMEN. u kingen deeden; dog in dit geval had eene byzonderheid plaats, waar van ik nooit een voorbeeld gehoord heb, te weeten: deeze hik had reeds drie jaaren geduurt, en overviel de lyderesfe, wanneer de maandelykfche ontlastingen naderden; dezelve was dan hardnekkig voor alle, zelfs voor de uitgezochtfte geneesmiddelen, uitgenoomen voor de aderlaating, dog niet voor een gewoone of meermaalen herhaalde aderlaating, maar voor eene zodaanige dewelke haar in bezwyming deed vallen; hier door bedaarde dit toeval, tot dat de Natuur zich weder van het maandelykfche blöed wilde 'ontlasten, maar ook dan keerde hetzelve weder, en moest wederom door dezelfde fterke aderlaating verdreeven worden. De Waarneemingen, van den Heer stolte aan de Heer hart medegedeelt, zyn in getal drie. De eerfte is van een Meisje dat ia jaaren oud was, en nu reeds een jaar lang aan een kramp- en ftuipziekte zukkelde, dewelke zeer veel overeenkomst'met de vallende ziekte had; de aanvallen duurden dikwiis langer dan twee uuren, hielden dan op en keerden haastelyk weder; dit'hield drie of vier dagen aan, wanneer zy weder eenige weeken vry bleef, waar in zy niet dan een ziekelyk en zwak leven leidde. In deezen ftaat gaf de Heer stolte haar alle morgen een grein Zinkbloemen, met dat gelukkig gevolg, dat zy na de vierde gift volmaakt herfteld is, en geen aanvallen meerder gekreegen heeft.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 13 12 dagen door de dagelykfche gifc van 5 greinen Zinkbloemen volmaakt geneezen (q). In dit zelfde jaar gaf de Heer veirac een Vertaaling uit van een Engelsch Werkje (r), en plaatfte'hier agter eenige Waarneemingen van hem met de Flores Zinci genomen (s~). Deeze Waarneemingen zyn zeven in getal (de flores waren naauwkeurig op de manier van gaubius opgeheeven). De eerfte handelt van een Meisje,dat 6 jaaren oud was, en dat door een fchrik zig (klipachtige beweegingen had veroorzaakt, waar van zy door de geringe gift van nog geen grein Zinkbloemen , dagelyks genomen, heriïeld wierd. Da tweede van een Jongen die 7 jaaren oud was, ftuiptrekkingen had, en op dezelfde wyze geneezen is. De derde is van eene Vrouw, die zedert eenige maanden met eene krampachtige borstbenaauwdheid geplaagd was, by welke naderhand de ftonden door een fchrik plotsling ophielden , waar van zy de gewoone toevallen van fuppresfa menflrua had: hier voor gaf hy een Conditum van de Heileb. N. en van de Pulv. Senn., dog te vergeefsch; waarom hy 'er dagelyks een en een halve grein van de Zink- bloe- C. 75.  i4 G. SCHUTTE, over het bloemen byvoegde, en daarmede tot twee greinen opklom. Onder deeze geneeswyze beterde de lyderesfe, na dat zy drie weeken aangehouden had. ]Nu (laakte hy het gebruik van het Conditum, en nam in deszelfs plaats een aftrekfel van de Artemïfia, waar door de lyderesfe niet alleen herftelde, maar zelfs zo verre in gezondheid vorderde, dat zy vyf maanden hier na zig zwanger bevond. Dog deeze geneezing fchryft de Heer veirac niet alleen aan de Flores Zinci, maar ook aan het Conditum toe. De vierde handelt van een Meisje, dat de grootfle wanordens in de fpier-beweegingen te lyden, en alle middelen reeds vrugteloos gebruikt had, dog door twee greinen van ons middel, met de Lap. Cancror. vereenigt, volkomen herfteld is^ De vyfde verhaalt van een Meisje, dat 22 jaaren oud en bloedryk van geftel was; dit Meisje wierd van kramptrekkingen overvallen , waar van haar ludeman door zyne poeders bevrydde; dog na verloop van twee jaaren kreeg zy dezelve door fehrik wedör, nam het overfchot van haare poedertjes en wierd wederom herfteld : zy bleef nu vier jaaren gezond; dog door droefheid verviel zy op nieuw in dezelfde beweegingen. Door den dood van ludeman konde zy zyne poeders niet meer krygen, zy bediende zig toen van de nagemaakte, dog deeze deeden geen vrugt; eindelyk gaf men haar anderhalve greinen Zinkbloemen met kreeftsoogen, waar onder zy wel ras beterde, zo dat zy door  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 15 doordey?öm,metde harst der koortsbast vereenigt, naderhand in korten tyd volkomen herftelde. De zesde verhaalt van eene gezonde, bloedryke en welbefpraakte Meid, die 18 jaaren oud was, en door een benaauwden droom 's morgens opftaande geen enkeld woord konde fpreeken, hoewel zy voor het overige gezond was. Door een V. S. en een infufie uit de Cort. Aur. met de Tinct. Succin. en Val. Sykestr. gevoegd by een Spaanfche Vlieg, wierd zy beter , dog hield een bezwaardheid in het fpreeken over, die door de koude, tegens den tyd der maandftonden , door eenige hartstogt of eene andere zoortgelyke oorzaak erger wierd. Alles hier tegen aangewend was vrugteloos; men gaf de Spiauterbloemen en liet te gelyker tyd een aftrekfel van wynruit 'er by drinken. De eerfte gift wierd door braaking, de tweede door walging gevolgt, op de derde wierd zy niets gewaar; door deeze behandeling herftelde zy in den tyd van vier weeken. De zevende handelt van een Jongetje, het geen in de flaap ftuipen kreeg, waarfchynelyk door fchrik veroorzaakt, en door 3 greinen van ons middel volkomen genas; dog vier maanden na deeze geneezing door een kwaadaartig zoort van kinderpokken wierd aangetast, die hem zo fterk aandeeden dat hy reeds in het begin der fuppuratie doodelyk zwak was: de maturatie ging langzaam voort, en den vierden dag na haar begin, wierd hec lydertje (het geen anders zelden op dien tyd der  i6 G. SCHUTTÈ, over het cler ziekte gebeurt) door hevige convulfien aangevallen. Hier in gaf men hem een derde van een grein Zinkbloemen met Syr. capill. vener., hy walgde hier van, men gaf hem een tweede do/is, hy braakte hier van een taaije, lymige ftoffe en was zeer afgemat , dog de iluipen bedaarden en de ademhaaling wierd ruimer ; dog na de derde en vierde gift hielden zy geheel op, zo dat hy het geval weder aan de zorge der Natuur konde overlaaten. Eindelyk kwamen zy na verloop van vier dagen weder, dog wierden door dezelfde gift der Zinkbloemen ook weder verdreeven, zo dat deeze lyder verder gelukkig herfteld zy. Wyders zegt de Heer veirac (f) dit middel twyfFelachtig bevonden te hebben in die convulfive beweegingen, welke door de prikkeling eener venerilche fcherpte, te rug gedreeven fchurft, en ichoreufe etter van in- en uitwendige verzweeringen, veroorzaakt wierden; als ook in die vallende ziekten, welker oorzaak buiten het hoofd is; dog als meestal zeker geeft hy dezelve op in convulfien, die uit een zuure fcherpte in de eerfte wegen ontdaan ; maar ten eenemaal nutteloos heeft hy ze bevonden in de vallende ziekte wiens oorzaaken binnen de harsfenpan verhooien zyn , als ook in de Arthritides Spasmodica. Een jaar hier na gaf de Heer v e ï r a c een ver- taa- (0 L' c p. pp.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. i? taaling uit van een ander Werkje door denzelfden Schryver (u), en plaatfte hier ook weder eenige Waarneemingen agter (V) door hem met de Flores Zinci in de vallende ziekte genomen, die alle niet gunftig voor dit geneesmiddel in deeze ziekte uitvielen; uitgenomen eene eenige die wy hier onmiddelyk zullen laaten volgen: Een jongeling, wiens moeder en zuster van jongs af met de vallende ziekte behebt geweest waren, had van kindsbeen af ftuiptrekkingen, die langzaam heviger wierden en voor zyn agtfte jaar in de vallende ziekte eindigden. Behalven deeze toevallen had hy geene onduidelyke tekenen van wormen, waar op dan ook een bekwaam Geneesheer zyn geneeswyze gegrondvest had, met dat gevolg, dat de wormen verdreeven wierden, zonder dat 'er eenige verandering in de vallende ziekte gebooren wierd. De Heer veirac hervatte deeze handelwyze met geen beter gevolg, het geen hem deed befluiten om tot de Jpecifica tegens de vallende ziekte overtegaan, dog ook deeze deeden niets af; hy bediende zig eindelyk van de Flores Zinci op de volgende wyze: 1 %• 00 Prakticaale Verhandelingen over de tusfchenpoozende koortfen, de waterzuchc, enz. door lïsons, uit het Engelse!] , door j. VEIRAC. (v) Verhandeling over de vallende ziekte, vyfde Waar. neeming, p. 146 feq, XV. deel. B  18 G. S C H U T T E, over Hit Ijc. Fl. Zinc. gr. xxij. Pulv. fol. aur. f ƒ. F. Pulv. No. xx. Hier van dagelyks twee poeders, en om den zesden dag een mixtuur uit rhabarber en Glauberswonder-zout; dit veroorzaakte geen verbetering, hy liet den lyder daarom dagelyks vier greinen gebruiken. Nu namen de toevallen in hevigheid af. Op deeze wyze ging hy twee maanden lang voort, wanneer hy de hoeveelheid der bloemen vermeerderde , tot dat de lyder eindelyk zestien greinen 's daags, in vier reizen, innam. Onder het gebruik van deeze vermeerderde gift namen de toevallen eenen gewenschten keer, want 'er waren reeds agttien maanden verloopen na den laatften aanval, en reeds tien maanden na het gebruik van het laatlte poeijer , dat de lyder eenen volmaakten welftand genoot, toen de Heer veirac dit fchreef. Behalven dit geval, het geen hy niet ftellig voor eene idiopathifche vallende ziekte wil opgeeven , heeft hy geen nut van dit middel in de waare vallende ziekte bevonden; of waargenomen, dat het zyne vermogens alleen tot een zekeren trap uitftrekt, zonder de lyders volkomen te herftellen, het geen hy uit de volgende gevallen tracht te doen blyken : een fterke , bloedryke, epileptieke Boeren jonge van 20 jaaren, die dikwils neusbloedingen had, was op verfchillende manie-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 21 Servandis Civibus zes gevallen , waar in hy de Flores Zinci beproefd heeft. Het eerfte is van eenen Visfcher, die 60 jaaren oud, en van een gezond , fterk en galachtig geftel was. Deezen Man bezocht hy in October van het jaar 1774, en vond hem gekweld met pynen in de bovenbuiks-zyde, welke in ftuiptrekkingen eindigden , nadat hy eenige taaije en witte fluimen geloosd had ; hy konde allerlei zoort van fpyzen verdragen, behalven visch, waardoor de aanvallen verhaast wierden. De Heer röbol begon de geneeswyze met viermaal daags een poedertje van twee greinen Zinkbloemen met witte zuiker te geeven. Hier door ontftond by de twee eerfte giften walging, by de overigen niet. Doch de omftandigheden beterden 'er niet onder, toen men hem hec volgend middel toediende: Sacch. Alb. 3 vj. Gumm. Arab. Lap. Cancr. 37/3. Florum Zinc- gr. xxxv. M. F. Pulv. No. x. Van deeze poedertjes nam hy den eerften dag zes, dus in het geheel eenentwintig greinen Zinkbloemen, den volgenden dag nam hy vier poeders, en dus veertien greinen, hier van walgde de lyder niet, doch zweette zeer fterk, het zweet had een zuuren ftank, en het was of hy met fpelden op de B 3 huid  22 G. SCHUTTE, over het huid geprikkeld wierd, ook had hy eene ondraagel>ke hitte in de keel, zo dat hem de adem zelfs brandende voorkwam; deeze zweeting was alleen door het gebruik der Spiauterbloemen voortgebracht , want byaldien hy dezelve niet gebruikte, zweette hy zeer zelden. Niettegenftaande deeze uitwerkingen van dit geneesmiddel was hy evenwel 'er niets mede gevordert, hy zag 'er daarom van af, gaf andere en daar onder verfchillende zenuw-verfterkende middelen; doch de lyder ftierf. Uit dit geval en de volgende befluit de Heer r öbol dat de Spiauterbloemen een zweetdryvend vermogen hebben. Het tweede geval is van een Kind , het welk een jaar oud was en aan ftuipen zukkelde, veroorzaakt door den te rug gedreevenen daauwworm. Deeze eerst door fyrupus van flaapbollen bedaard, gaf hy viermaal daags een poeder, het welk een halve grein Zinkbloemen bevatte. Hier door hielden de ftuipen ten eenemaal op, en de daauwworm kwam na den derden dag weder te voorfchyn. De drie eerfte poedertjes deeden veel flym braaken, doch na het vyfde volgde 'er zelfs geen walging meer. Hit derde geval is ook van een Kind, het welk anderhalf jaar oud was en op het onverwagst door ftuipen wierd overvallen , waar van zy door een grein Spiauterbloemen, tweemaal daags gegeeven, volkomen geneezen is. Het  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 23 Het vierde heeft ten on.Verwerp een Jonge van acht jaaren, dien door een fmeerfel de tinea capitis was naar binnen gedreeven, en die te gelyker tyd wormen had; de wormdryvende middelen waren reeds vrugteloos gebezigd, toen men het volgende voorfchrift toediende: Flor. Zinc. gr. xvj. Gumm. Arab. div. Sacch. Alb. Zvj. M. F. Pulv. No. xvj. Alle morgen en avonden een poeder. Hier van had hy tweemaal daags ftoelgang, en na het ge. bruik van het vierde poedertje had hy een ronden worm, twaalf duimen lang, geloosd; de uitflag op het hoofd was weder gekomen en de lyder ten, vollen herfteld. Het vyfde is van eene jonge Jufvrouw, welke 23 jaaren oud was , en zeer meenigvuldige aanvallen van colyk - pynen en vryfter - ziekten had ; men liet deeze lyderesiè alle vier uuren een van. de volgende poedertjes inneemen: 9^. Flor. Zinc. gr. xij. Rh. el. lij. M. F. Pulv. No. vj. Hier. van had zy dunne afgangen ; men veran« derde nu, om te gelyk den fmaak eenigzincs te voldoen, to?. het,, volgende voorfchrift: B 4  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 25 de in eene zeer fterke en hardnekkige vallende ziekte (V). Hy begon de gift met twee greinen dagelyks,en vervolgde hier mede acht dagen; toen kiom hy allengskens op, tot dat hy eindelyk tot de groote gift van zesendertig greinen dagelyks te geeven gekomen was , onder welke geneeswyze de lyder (leeds beter wierd, en de aanvallen hem weiniger overvielen, en zelfs op het laatst geheel aflieten: toen (laakte de Heer bell het gebruik, om te zien hoe verre de betering aanhield. Ia dit zelfde werk vinden wy meer proeven door de Engelfche Geneesheeren in het werk gefield, die wy hier in het kort zullen laaten volgen. Goodsir, Heelmeester te Largo, deelt aan den Heer düncan ook twee gevallen mede, waar uit de goede uitwerkfels van de Spiauterbloemen blyken. In meer andere gevallen zegt hy dezelve gebruikt te hebben, zonder iets van haaren uitflag te melden (y). Het eerfte geval is van een Meisje, dat na het barrevoets loopen een hyfterifchen aanval kreeg ,die vry fterk was, zo dat zy dikwils uit het bed vloog. De Heer goodsir gaf haar in den aanval een grein Zinkbloemen, waarop dezelve aanftonds bedaarde; zy gebruikte dit geduurende zes weeken voort, (*) Medical and Philofopkical Commentaries, by a Sa? etety ofPhyficiam in Edinbürg, Vol.Lp. 2oii. fectnd.edit. O) Ibid. p. 4a 2. B 5  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 29 Doctor percival (ƒ) deelt in een brief aan de Heer düncan meede, dat hy door eene Waarneeming van dobson aangefpoord was , om de bloemen in verfchillende borst-aandoeningen te beproeven. Deeze proef van den Heer dobson was van een jong Heer, die een zeer fterke kramphoest had, en alle middelen te vergeefs beproefd hebbende , eindelyk door de bloemen volkomen herfteld was. Het eerfte geval van den Heer percival is van eene jonge Dame van 28 jaaren, wiens geftel merkelyk verzwakt was door het veel kinderbaaren, die in denWinter van het jaar 1776 door eene fterke zenuwagtige engborftigheid wierd overvallen. Deeze engborftigheid wierd geneezen door de gewoone middelen , maar liet een zwaare kramphoest na, waar tegen alles vrugteloos wierd aangewend, doch die eindelyk door de Zinkbloemen , anderhalf greinen dagelyks genomen, in weinig tyd genas. Het tweede is van een jongen van 10 jaaren, die eene zwaare hoest zonder eenige expectoratie had; een half grein 's middags en 's avonds gegeeven herftelde hem in weinig tyds. Het derde geval: eene Vrouw had een longtering en was te gelyk zwanger. De hevigheid haarer hoest maakte dat zy eene te vroegtydige verlosfing had, en hield na de verlosfing nog met deCO Ibid. Val. V. p. 166.  So G. SCHÜTT E, over het dezelfde hevigheid aan. Opiata gaven haar altyd verligting , maar deeden het hoofd zo aan, dat men om andere middelen moest denken; zy was van een aandoenelyk geitel, men gaf haar de Spiauterbloemen. De hoest en de kramppynen verminderden fteeds na het gebruik van dit middel , fchoon de lyderesfe door de ziekte wierd weggefleept, die evenwel ftaande dit gebruik vry draagelyk was. Doet. rush (g) van Philadelphia, deelt aan den Heer duncan ook een geval meede van een epilepticus, die aan deeze ziekte 12 jaaren gezukkeld had. Nooit had hy langer tusfehenpoozingen van aanvallen gehad dan drie maanden, en onder het gebruik der Zinkbloemen, was hy, toen de Heer rush dit fchreef, reeds vyftien maanden vry. Doet. alexander machlachlan (h), plaatst in het zelfde Werk ook een geval van een Meisje, dat op verfchillende tyden van den dag door hevige buikpynen wierd overvallen , die verzeld waren met eene hyfterifche globe. Verfchillende middelen had zy vrugteloos gebruikt, toen men eindelyk het volgende voorfchrift toediende: fc, (gj Ibid. Vol. IJL p. 101. (Ji) Ibid. Vol. X. p. 247, feq. anno 1786. Dit geval vind meu vertaald in de Nieuwe Algemeene Letteroefeningen, Me Deel, 2de Stuk , p. 547«  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 31 fy. Calc. Zinc. Extr. Gentian. aÜ gr. xxiv. Sap. Hifpan. 5/3. Syr. Simpl. q. f. Ut F. pil. No. xxiv. Hier van liet men 's morgens en 's avonds twee pillen gebruiken , dewelke de ziekte in weinige dagen geheel wegnamen. Dit zyn de Waarneemingen, welke wy in het aangehaalde Werk vinden : maar behalven deeze hebben de Engelfche Artzen nog een groot aantal Proeven in het werk geftelt, die wy in deeze en geene Werken verftrooid vinden. De Heer home onder anderen maakte al fchielyk gebruik van de Flores, want in het begin van 1774 zyn zommige Waarneemingen reeds van hem gedagtekend. Ik zal dezelve nu mededeelen (7). (1) Robert bain oud 21 jaaren, had zedert zeven jaaren de vallende ziekte, gepaard met eene beeving in armen en beenen. Hy begon met een grein Spiauterbloemen 's morgens en 's avonds, en kwam na verloop van een maand tot op tweeëntwintig greinen, welke groote giften egter maar eene geringe blykbaare uitwerking voortbragten. Ge- (/) Geneeskundige Proeven en Waarneemingen door francois home, uit het Engelsch vertaald door j. vak Breda, I. Deel, p. 325.  32 G. S C H U T T Ê, over het Geduurende deezen tyd kreeg hy geene aanvallen, doch de beeving en duizeling bleeven hem by. Zo dat hy zomtyds nederviel, doch zonder ftuiptrekkingen. (2) James ewart had ook de vallende ziekte. Men gaf de Zinkbloemen, trapswyze opklimmende; van 1 tot 18 greinen; doorgaands volgde op elke gift walging en zomtyds zweet, hier na hielden de aanvallen op, en de lyder was geneezen, behalven zyn gezigt, waar aan hy ook ongefteldheid gekreegen had, doch het welk wel ras door kwikmiddelen herfteld wierd. Deeze Man had acht of negen jaaren de vallende ziekte gehad. (3) William falconer, dezelfde ziekte hebbende, had reeds andere middelen te vergeefs gebruikt; men gaf hem van de kleinfte giften Zinkbloemen tot eene halve drachma toe, tweemaal 's daags. Hier van gevoelde hy verligting, doch de lyder verloor zyn kracht, het maakte hem walging en opende zagtelyk de buik. (4) Alex. leith gebruikte twee fcrupels 's daags, tegens de vallende ziekte, zonder eenige uitwerking. (5) Joh. murray oud 60 jaaren, nam voor zyne engborftigheid tegen de nagt een grein Zinkbloemen ; hier van erger wordende nam hy twee greinen, doch zonder verbetering. De Vilulce Thebaic. er. het elix. paregor. kwamen de verheffing altyd vuor. (6) Da.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 33 (6) David bell fchreef men in de engborftigheid de Zinkbloemen ook van een tot twaalf greinen voor. Hier van vondt hy in het eerst eenige verligcing, doch deeze hield niet aan. (7) George drummond liet men in de hemitoionos de bloemen tot een fcrupel tweemaal 's daags, twaalf dagen agter een, gebruiken. Het maakte hem walgachtig, doch ceed geen nut. (b) Voor de opftygingen aan eene Vrouw twee* maal 's daags tot acht greinen gegeeven, geduuren* de zeven dagen zonder eenig nut. (9) Eene andere geduurende vyf dagen, voor dezelfde ziekte , ook zonder eenige uitwerking. (10) Peggy m. intosh nam vyf greinen driemaal 's daags tegens de hik, doch alzo zy ook adergelaaten was, wordt hier aan de geneezing toegefchreeven» De Heer home befluit uit deeze proeven, dat de Spiauterbloemen een heilzaam middel zyn in de vallende ziekte, doch niet in de opftygingen; fchoon de giften groot (chynen bevond hy dezelve zeer onfehadelyk. Over het algemeen verwekken zy walging, zeldzaam ftoelgang , zomtyds zweeting, en andermaal in het geheel geene byzondere uitwerking. . Thomas withers (T), ook een Engelsgb Ge< Op dbhandlung ven der EngbrUfligkeit und den neil. Kraften der Zinkblumen , nebst krankheinfallen Und beAV. deel. C »«r*  34 G. SCHUTTE, over het Geneesheer, heeft insgelyks verfchillende proeven met de Spiauterbloemen in het werk gefield, en heeft ze voornamentlyk nuttig bevonden in de krampachtige engborftigheid. Hy haalt 22 gevallen van deeze ziekte aan, waar in hy de Spiauterbloemen beproefd heeft; en alzo deeze gevallen geen weinig licht over de werking, het gebruik en voornamentlyk over de wyze van de Zinkbloemen toetedienen verfpreiden, zal ik dezelve, gelyk ik ze by füchs (7) gevonden heb, korte, lyk alhier eene plaats vergunnen. In het eerfte geval gaf hy de Zinkbloemen tot zeventig greinen in vier lood Julep. In het tweede dagelyks tweemaal tot twaalf greinen: zy maakten hier den lyder eenigzints misfelyk; dit is een beftendig gevolg,zegt Withers, wanneer men ze in eene behoorlyke gifte toedient. Het derde, een flymige en krampachtige engborftigheid. Hier gaf hy de Zinkbloemen dagelyks tweemaal tot vyf greinen in een conferf; reeds op de tweede gifte der Zinkbloemen volgde betering. In het vierde geval was deeze ziekte met een hoest gepaard. Hier gaf hy ze tot zes greinen dagelyks driemaal met kruis en munt water, en drie of vier ruffifche pillen, welke gift hy naderhand tot drie greinen verminderde. In merkungen , aus demEngl.von d. c. f. michkzlis,Leipz* 1787. p. 73- (7) Gtjchichte des Zinks, von georg. fuied. cbr. f u c h s, p. 367, Jeq.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 3$ In het vyfde geval gaf hy ze tot pillen, dagelyks tweemaal drie, om dat de lyder ze niet verdraagert konde. In het zesde geval, alwaar de engborftigheid een gevolg was van een driejaarig bloedwateren, wierden de Zinkbloemen, dagelyks driemaal tot zeven greinen gegeeven, met nut gebruikt. In het zevende , engborftigheid met ftuiptrekkiogeti over het geheele lichaam; hier gaf hy: ty. Aq. Fontan. \viij. Cinam. Spirit. Tinct. Ar om. g/3, Flor. Zinc. Zj. Confect. Card. zij» F. M. D. S. In zes deelen te verdeden en dagelyks driemaal een deel te neemen. Dit drankje wierd veertien dagen agter een vervolgt. Behalven dien pryst hy de Zinkbloemen ook fterk aan by kramptrekkingen na de verlosfing tot tien greinen, driemaal dagelyks. In het agtfte geval , krampachtige engborftigheid meteen flym-verkoudheid, en een buitengewone vetlyvigheid gepaart. Hier wierden zy dus toegediend : 9=. Fl. Zinc. gr. %. Conferv. Rofar. Rubr. Z0. Sperm. Ceti gr. vij. M.F. Cumfyr.cort. auranh bolus, ï). $ C s Twei*  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 37 ^. Fl. Zinc. gr. ij. Gumm. Arab. gr. üj. M. F. Pulv. D. S. dagelyks driemaal te neemen in het volgende drankje: Emulf. Commun. \ij Spirit. Minder. |/. Aq. Cinam. %/3. Syr. Balf. §j#. M. D. Waarvan ieder maal een lood tot inneeming van het poedertje gebruikt wordt. In het zestiende geval, dezelfde ziekte met een verflyming der borst en een aanhoudende zwakte. Hier gaf hy dagelyks vyf greinen Zinkbloemen met een conferf. In het zeventiende geval, dezelfde ziekte als een gevolg van eene opzwelling van den onderbuik, die na de maazelen gebleeven was; dit Kind kreeg 's morgens en 's avonds een poeder uit twee greinen Zmkbloemen en drie greinen Arabifche gom. In het achttiende geval , dezelfde ziekte als een gevolg der maazelen by een Kind van acht maanden. Hier gaf hy de flores met de Tinct. Thebaica. In het negentiende geval , krampachtige engborflig-, heid verzelt van eene verflyming der borst en eene aanhoudende zwakte:  ^8 G. SCHUTTE, over het 9:. Flor. Zinc. Spec. Aromat. dij. Syr. Baljam. q. f. Ut F. Pilul. No. xxx. 's morgens en 's avonds cwee met een verfterkend drankje te neemen. In het twintigde geval, dezelfde ziekte met pynen in de voeten, dagelyks twaalf greinen. In het eenëntwintigfte geval, by een Kind van acht maanden plaats hebbende, een poeder uit twee greinen Zinkbloemen en vyf greinen zuiker. In het tweeëntwintigfte geval, als een gevolg der Influenza, fchreef hy voor: Flor. Zinc. Zj$. Extr. Glycirrh. Zj. Syr. Bal/dm. q. j'. Ut F. Pil. No. xxx, dagelyks twee tot drie te geeven met kruis en muneWater , wanneer hy 'er vier gaf wierd de lyder niisfelyk. De Meer blane (tri), opperde Artz over de EngelfcheVJoot onder bellier van Lord rodney, nam in het jaar ïjüi ook proeven met de Spiauterbloemen. Ondervindende dat de tusfchenpoozende kportfen veel hardnekkiger waren in de West-In- diën (m) Beobachtungen über die Krankheden der Seeleute yen gilbert blanr, aus dem Engl. Marburg 1788,, %rift,er Th. I. Cap. N°. 4- p. 319.  4o G. SCHUTTE, over het In alle deeze gevallen had men reeds den koortsbast gegeeven. By allen wierden nu de Spiauterbloemen beproefd , uitgenomen by den laatften, By drie van de vyf had het middel het klaarblykelyklte nut. De eene kreeg flechts maar een aanval meer, na dat hy het middel niet langer dan een enkelen dag gebruikt had, en de andere twee wierden na verloop van een week 'er volkomen dour herfteld. In deeze gevallen is de uitwerking der bloemen buiten allen twyffel, want de koortfen hadden reeds een geruimen tyd aangehouden, en daar was hoegenaamd geene verandering nog in de omftandigheden der lyders, nog in de behandeling zelve voorgevallen , waar aan men de geneezing zoude kunnen toefchryven. Van de beide gevallen, waar in de flores niets deeden, was de eene de derdendaagfche koorts van drie maanden met uitflag, en de andere de wederingeftorte; deezen wjerden na veertien dagen dit middel gebruikt te hebben, de eene flimmer, en de andere bleef in dezelfden (laat, t)e Duitfehe Geneesheeren vertoefden ook niet lang te bi proeven, wat nut men van het inwendig gebruik der Spiauterbloemen te wagten had, want reeds in het jaar 1773 gaf de Berlynfche Geneesheer h 1k. s c h e l zyne Medicinifche Nebenflunden in het licht, waarin hy verhaalt de Zinkbloe. men eenige reizen met een gelukkig gevolg tegens de vallende ziekte gebruikt te hebben, wanneer 'er  44 G. SCHUTTE, over het In de verlamde deelen liet men Tinct. cantharidum mee gemeene brandewyn inwryveo. Inwendig gif men een aftrekzei van de Rad. Salfap., Lign. guajac., Stipit. dulcamar., Flor. arnic. , Rad. glycyrr. ; en tcrwyl de Spiauterbloemen zig dikwerf zeer werkzaam toonden in die verlammingen, waar in te gelyk krampachtige zamentrekkmgen , gelyk in dit geval, plaats hadden, zo gaf men ze in de volgende gedaante met wyefteenroom; ty. Florum Zinc. dj. Crew. tart. 3//3. Sacch. alb. 3 j. M. Divid. in 5 part. aqual. *s Morgens en 's avonds de helft van ieder poeder te neemen; tegens alle verwachting aan wierd zy in den tyd van veertien dagen geheel weder herftefd («). Behalven dien heeft de Heer stark ze nuttig bevonden in de kramppynen van armen en voeten , in de vallende ziekte, in de kinkhoest, by wormen, in de jicht, verdopte maanddonden en meer andere ziekten fV). Marcus herz (w) fchynt geen zo groot voordander van de Spiauterbloemen te wezen; ten minden in de vallende ziekte had hy 'er niet veel (u~) Zehende Gefchichte, p. m. 40. (v) Ibid. pasfim. f>'J Briefe an Aertze ,Erfte Sammlung, 2te Aap?. Berlin 1784.  56 G. SCHUTTE, over het in zes dagen volkomen herfteld was. Ten vierden; een kind oud zeven jaaren was zedert vier jaaren onderhevig aan ylen en fchreeuwen in den flaap, men gaf dit kind aanftonds drie greinen flores viermaal daags , men klom trapswyze op tot dertig greinen in een gift; na verloop van twee of drie maanden verminderden deeze toevallen, zo in hevigheid als dat zy dikmaals geheele nagten achterbleeven; men flapte nu van de geneesmiddelen af. Het verdient opmerking, dat deeze fterke giften van de Zinkbloemen geen de mmfte pyn of eenige andere kwaade uitwerking veroorzaakt hebben. Ten vyfden, een Dame, oud 30 jaaren, had, behalven andere zenuwtoevallen, maagpynen en krimpingen der darmen; haare ftoelgangen waren zeer onregelmatig, dan eens was zy hardlyvig, dan wederom had zy buikloopen ; men gaf haar twee greinen viermaal daags en klom op tot zes greinen. Hier onder beterden de pynen der maag, doch die der buik bleeven hardnekkig : behalven dit gaf men pillen die drie greinen flores bevatteden, zulk een liet men gebruiken in het begin der aanval en hier mede alle half kwartier uurs voortvaaren, tot dat de pyn bedaarde. Dit had het gewenschte ge. volg; drie of vier pillen maakten 'een einde aan den aanval, die ook fchielyk geheel achterbleef, de floelgang wierd weggenomen en de lyderesfe genas Ten zesden; een bloedryk meisje van 14 jaaren, die haare zuiveringen nog niet gehad had, klaag-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 57 klaagde over kramppynen (crampes~) die zy in de handen en armen had : aiie Winters van haare kindsheid af, had zy deeze pynen, die niet weggingen , voor dat de Zjmer kwam. Zes greinen Zinkb'oemen, driemaal daags gegeeven, genazen haar binnen den tyd van vyftien dagen volkomen. Den volgenden Winter kwamen zy wedt r, dog laater dan naar gewoonte, en wierden ook weder wel ras door de flores verdreeven. Ten zevenden , eene vrouw oud 35 jaaren, van een zwarrgalhg gellel, wurd na eenige droefheid van hyfterifche aandoeningen overvallen: vier greinen Zinkbloemen genomen als de aandoening begon , was dezelve in weinige minuuten over; dit vervolgde zy eenige reizen, en hier door genas zy volkomen. Ten agtften, eene Dame, oud 2a jaaren, van een bloedryk en fttrk gellel , dog van eene familie dewelke aan zenuwziekten onderhevig was, viel door eene fterke aandoening ook in dezelfde ziekte. Men gaf haar vier greinen Spiauterbloemen driemaal daags ; hier van bleeven de aanvallen weg, dog alzo zy het geneesmiddel niet verder wilde gebruiken, kwamen zy weder, en verdweenen ook weder, nu men wederom tot de flores zyn toevlucht nam, waar mede men egter gelyk te vooren niet lang genoeg aanhield, zo dat 'er eene inftorting op volgde: nu voegde men 'er eindelyk warme baden by, die zy geregeld gebruikte, en die haare verdere geneezing voltooiden. Ten negenden, (deeD s ze  f54 G. SCHUTTE, over het handelingen (#) deelt hy zyne oneindige Waarneemingen mede, van alle welke hy de uitkomst opgeeft in het Journal de Medecine, van de maand February van het jaar 1787 (r). Het zoude te langwylig zyn alle deeze Waarneemingen medetedeelen, wy zullen ons daarom alleen by de uitkomst derzelver, zo als zy hier opgegeeven worden , bepaalen. Hy heeft de Flores Zinci met een zeer ongelyk nut gebezigt; dan eens hebben zy de ziekten, waar tegens alles vrugteloos gebruikt was, volkomen geneezen ; dan eens hebben zy alleen den voortgang gefluit, of de omftandigheden eenigzints verbetert; dan ook hebben zy zulke nadeelige uitwerkingen voortgebragt, dat men van haar gebruik moest af/Jen. Deeze verfchillende uitwerkingen hebben zy gemeen met alle andere geneesmiddelen; men moet ze daarom niet te veel pryzen, of ze geheel verachten. Hy heeft ze, ten eerflen , zeer voordeelig gevonden by de ftuipziekten en de vallende ziekte der kinderen ; ten tweeden, by bejaarden, die geplaagd waren met zenuwtoevallen, onwillige opryzingen der roede, en (q~) Memoire fur les accidens de la detitition, cnuronni par la Sucieté de Medecine. Memoire fur les convulftons des e^fans couronné par la facultè de Medecine de Pais.^ Memoire fur les vertus des Fleurs de Zinc, prifentê a ïAcadémie de Dyon. La Gazette de Santé, an. 1782, ƒ>. oo. Jóut nal de Medecine, Juin 1783. Journal de Medecine Militaire, Tom. XI. p. 211. (r) Kemarquci historiques & cliniques fur les Fleurs dt Zinc. Torn. LXX. p. 273.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 65 en de vallende ziekte; zy waren werkeloos, wanneer de maag zondigde door een overmaat van gevoeligheid , wanneer de ftuipen der kinderen een gevolg waren eener fcherpe ziekte; of wanneer de krampen of ftuiptrekkingen voortfprooten uit eene ziekelyke prikkelbaarheid (irritabilité morbifique), en uit zwakheid van het zenuwgeftel. De Heer arnaud (» deelt ook nog een geval mede van een meisje, dat 17 jaaren oud was en door een fchrik de vallende ziekte gekreegen had ; dit meisje wierd door de geringe gift van een halve grein , tweemaal daags met het extract. Junip. gegeeven, volkomen herfteld. In het jaar 1788 verfcheen te Pavia een Werkje van bassiawi carminati, welke Geneesheer van het Hospitaal aldaar met verfchillende geneesmiddelen proeven heeft in het werk gefteid, en onder anderen de Spiauterbloemen ook heeft ter toetfe gebragt (/). Door de voordeelige getuigenis van den Heer gaubius aangezet, gaf hy dezelve ten eerften aan een Vrouw , die 30 jaaren oud was, en een bloedryk en zeer gevoelig geftel had: deeze vrouw, hoewel voor het overige gezond, was door droefheid in de vrysterziekte vervallen , waar tegens hy den eerften dag tweemaal een O) Journal de Med. mots d'Aoüt 1788, Tom. LXXFh p. 204. (O Opuscula Therapeut., Vol. I. Opusc. 2. p. 71. feq. XV. DEEI» £  66 G. SCHUTTE, over het een grein Zinkbloemen met wat zuiker gaf; den tweeden dag gaf hy dezelve gift viermaalen, en naderhand drie greinen alle drie uuren; dit gebruik ftrekte hy over de week uit, doch had 'er geen de minfte uitwerking van befpeurd, zelfs had de lyderesfe 'er noch walging noch eenige andere verandering in het lichaam van ondervonden; deeze lyderesfe is naderhand door het gebruik der koortsbast, gevoegd by andere krampftillende middelen, volkomen geneezen. Ten tweeden, een Boerenmeisje van een bloedryk geitel en 17 jaaren oud, wierd zonder eenige bekende oorzaak door een ftuipziekte overvallen, verzeld met hyfierifche Globe en andere toevallen, die niet ongewoon aan de hyfterie zyn. Hier voor liet men haar tien dagen lang de Zinkbloemen gebruiken, zo dat zy in dien tyd drie drachmen had opgebruikt, doch zonder eenige vrucht, terwyl zy binnen dien zelfden tyd door een afkookfel der bladen van oranjeappelen, gevoegd by een mixtuur uit het Laud. Liquid. Sydenh., en de droppelen van hoffmann, volmaakt herfteld wierd. Ten derden, zyn zy geheel nutteloos geweest by een meisje van 18 jaaren, dat door eene hevige aandoening zenuwtrekkingen en beevingen had gekreegen, daar dit zelfde meisje in weinige dagen door een fcrupel van den wortel der wilde Valeriaan geneezen is. Ten vierden, in eene krampachtige zamentrekking der bovenfte ledemaaten hebben zy geen de minfte vrucht gedaan aan  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 6> aan eene vrouw, die 35 jaaren oud was, en deeze trekkingen zich door een fchrik had op den hals gehaald; hoewel deeze ziekte naderhand door de wilde Valeriaan en koortsbast binnen een week geneezen is. Ten vyfden , even zo kragteloos zyn zy geweest by een Man, die door fterke driften en een Hechten leefregel hypochondrisch was en te gelyk een kwaade fpysverteering had, beide welke ziekten naderhand door de bittere middelen en het ftaal ten eenemaal zyn weggenomen. Ten zesden, ook heeft hy de Spiauterbloemen tweemaal beproefd in de duizeligheid tot tien greinen daags, langen tyd gebruikt en met de Arabifche gom tot een fyn poeder gewreeven; dog insgelyks zonder eenig nut, daar deeze ziekten door de koortsbast en de wilde Valeriaan wel ras geneezen wierden. Ten zevenden, in de vallende ziekte van een meisje, gaf hy ze tot een halve drachma 's daags, en in die gift liet hy een geheel once gebruiken, doch ook al zonder de minfte uitwerking. Ten agtften, aan nog twee 'andere lyders , met de vallende ziekte behebt, gaven zy geen de minfte verligting, daar deezen, gelyk ook de voorigen, door de China en wilde Valeriaan herfteld wierden. Ten negenden, insgelyks waren zy geheel nutteloos by een Man die een verlamming der blaas had, zwak was en een beeving der lip had, hoewel tot drie greitien alle drie uuren gegeeven; deeze lyder is door het gebruik der muskus merkelyk beter geworden. E 2 * Hy  68 G. SCHUTTE, over het Hy bt fluit uit deeze proeven: ten eerften, dat de Spiauterbloemen of alleen toegedient, of vereenigt met zuiker of Arabifche gom, geen fchadelyke uitwerkingen hebben, hoewel in grootere giften toegedient. Ten tweeden, dat zy noch verhitten noch den omloop des bloeds aanzetten; zelfs dat zy geen ontlasting van zweet, ftoelgang of pis bevorderen. Dit moet ophouden verwondering te verwekken, wanneer men, ten derden, in opmerking neemt, dat zy geen de minfte heiizaame uitwerkingen in die ziekten hebben, waar in hy dezelve beproefd heeft. Hy wil hier evenwel niet uit befluiten, dat zy den Heer gaubius ten eenenmaal misleid hebben; by gelooft, dat deeze Hoogleeraar de Spiauterbloemen gebezigd heeft in zeer hgte zenuwziekten, die voor alle andere geneesmiddelen zeer gemakkelyk zouden geweeken zyn. Ten vierden , een metaalkalk zynde kunnen zy het zuur opflorpen ; en haar uitwendig gebruik doet hem befluiten, dat zy eenigzints een zamentrekkend en verfterkend vermogen bezitten: dit laatfte is evenwel niet zeer groot, want aan vier perfoonen, aan welke hy met dat oogmerk de Zinkbloemen toediende, was hy, uit hoofde haarer krachteloosheid, genoodzaakt tot andere zamentrekkende en verfterkende middelen, en wel tot het yzer, zyn toevlucht te neemen, waardoor de lyder in het kort herftelde. Ten vyfden, zy hebben ook geen groote braakingverwekkende kracht; want hy heeft ze  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 6*9 aan zeer gevoelige menfchen tot meer dan zes greinen gegeeven, zonder 'er eenige walging van te befpeuren. Maar wanneer zy niet zeer zuiver of niet ten eenemaal ontdaan zyn van haar phlogiston, dan hebben zy een braakingverwekkende kracht. Dezelfde gift van zuivere Zinkbloemen maakte zelfs geen walging, daar de niet ten eenemaal zuivere braaking verwekten. Hy eindigt met dit algemeen befluit, dat zy als zamentrekkend en verfterkend middel voor andere wyken, dat zy als zuuropflorpend overtollig zyn, dat zy als krampftillend geheel nutteloos moeten gehouden worden , en dat zy daarom door de ligtgeloovigheid in het gebruik geraakt, zeer ligt kunnen ontbeert worden. E 3 TWEE-  70 G. SCHUTTE, over het TWEEDE AFDEELING. EERSTE HOOFDSTUK. Nadere befchouwing der Proeven en Waarneemingen, nopens de werking der Spiauterbloemen. 13 y eene naauwkeurige overweeging der te vooren aangehaalde Proeven en Waarneemingen, zal het een ieder klaar genoeg blyken, dac alle Geneesheeren, die eenig gebruik van ons geneesmiddel gemaakt hebben , hierin volkomen overeenftem men, dat hetzelve een krampftillend vermogen bezit ; dan, omtrent de wyze, waar op het dit krampftillend vermogen uitoeffene , zyn de meeningen zeer verfchillende. Daar evenwel hier van voornaamentlyk de juiste beflemming van het gebruik der Spiauterbloemen afhangt, zal het noodig zyn, alvoorens wy iets van het gebruik zelve zeggen , te onderzoeken, wat ons van de Werking van dit geneesmiddel door den Heer gaubius is bekend geworden, wat licht de nieuwe ontdekkingen hier omtrent verfpreid hebben, en eindelyk wat men, volgens myne gevoelens, hieromtrent vastftellen kan. De Heer gaubius durft van de werking van dit middel niets anders beflisfen, dan dat 't het zuur opflorpt en een zamentrekkend vermogen heeft  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 73 de Zinkbloemen het vermogen hebben van de zuuren opteflorpen ; dat nier van evenwel haare krampftillende kragt afhunge is naauwlyks te gelooven, wanneer men in overweeging neemt de geringe hoeveelheid, waar in zy, u;t hoofde haarer braakverwekkende eigenfch:ip, kunnen toegediêitt worden; ook zyn zy ten deezen opzichre niet te ftellen voor de andere opfiorpe;;de middelen, want fchoon zy een zeer aanzienlyke plaats onder de zuuropflorpende middelen verdienen, zo kan men ze hier doch niet een uitfluirend voorrecht geeven , daar het uit on^e proeven (b~) middagklaar blykt, dat deMagriefia, voornamentlyk de verkalkte , een grooter vermogen bezit in het temmen der zuuren dan de Spiauterbloemen. Wy zyn daarom van gevoelen dat haar krampftillend vermogen geenzints afhange van haare zuurverdryvende eigen- fchap; O) Deeze proeven, die ik met een kundig Apothecar (dit was de Heer van barneveld, aan wien ik vetpligt ben hier voor openlyk mynen dank te betuigen , h b in het werk eefteld, hebben eenige Zuuropflorpende miudelen onderzocht. Ik zal dezelve kortelyk mededeelen: Een once.van de door a^t deelen water verdunde Vitrioololie, wierd opgeflorpt: door 44 greinen Magnefia. 18 verkalkte Magnefia. 50 . Spiauterbloemen. 32 afgewasfene Spiauterbloemen. 64 ■ roode koraalen. 128 ■ paarlen. 120 ■ oesterfchelpen. 68 - ■ kreeftsoogen. 64 ' wit kryt. E 5  GEBRUIK der. ZINKBLOEMEN. 75 ce ontkennen, wanneer men haar uitwendig gebruik voornamentlyk in de oogziekten nagaar; maar dat hier van haar krampftillend vermogen afhange, zal niet dan in die gevallen, waar in de krampen uit de flapheid der vezels haar oorfprong neemen, kunnen betoogd worden: en dan nog zal men, om de werking van een geval naauwkeurig te verklaaren, dikwerf tot eene andere eigenfchap, waar van wy in het vervolg fpreeken zullen, zyne toevlucht moeten neemen. Ten derden, in haare walging- en braking verwekkende eigenfchap zal men mogelyk meerder tot ontvouwing van haar krampftillend vermogen ontdekken ; want, fchoon dit vermogen hier in wel niet onmiddelyk beftaat, zo zyn 'er egter zeer veele gevallen, waar in zy door deeze eigenfchap alleen de krampen geftild en dus de geneezing veroorzaakt hebben. Dit zal te klaarder blyken wanneer men in overweeging neemt wat de braaking en walging op ons werktuig uitwerken , en wanneer wy dan hier mede vergelyken de gevallen, waarin de flores van nut geweest zyn. Zo komt dan in aanmerking de uitwaasfeming of zweec bevorderende kragt der braakmiddelen, en voornamentlyk der braakmiddelen in kleine giften toegedient. De eigenfchap derzelven is thans zo algemeen bekend, dat men , tot het bereiken van beide deeze oogmerken, veeltyds eenige greinen braakwortel of braakwynfteen by de gewoone voor- fchrif-  j6 G. SCHUTTE, over het fchriftea voege. Dat ook de Spiauterbloemen eene fterke zweetdryvende kragt hebben, is reeds, voor gaubius, door glauber, woyt,lösecke en geoffroy(X) gefteld geweest, en naderhand door home CO» K-öbol (ƒ), reus (g) en andere Schry vers bevestigd geworden. Wanneer men nu ]n overweeging neemt, dat zy ook braakmiddelen zyn, dat zy,even als deeze,walging en andere toevallen, die met de braaking verzelt gaan, voortbrengen; heeft men dan geene reden om vastteftellen, dat zy even als alle andere braakmiddelen daar door zweetdryvende worden, dat zy op eene voor ons onbegrypelyke manier door de medelydenheid, die 'er tusfchen de maag en de huid plaats heeft , de vaatjes der huid opent, en dus den doortogt van de vogten, die uitgewaasfemt moeten worden, toelaat? Verfcheiden gevallen door den Heer röbol, hufeland en andere Schryvers opgetekend, van ftuipen door eene belette uitwaasfeming of door eene naar binnen gedreevene fcherpe ftoffe veroorzaakt, komen my voor door deeze eigenfchap der Zinkbloemen alleen geneezen te zyn. Op dezelve wyze kan haar wormdryvend vermogen, waarvan de Heer reus (A) en voornamentlyk hufeland (ƒ) Zie onze eerfte Afdeeling, p. 6. (t) Zie eerfte Afdeeling, p. 33. (ƒ) Ibid, p. 21. „ _ ,} Cg) Reus dispenfatorium Univerfale, ad formant Lextct Chemico-Pharmaceutici, Ar gent or. 1786. (k) Ibidem.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 77 land (*) melding maaken, verklaart worden: het is immers bekend, wat heerlyke dienften de geringe giften der braakmiddelen, en voornamentlyk des braakwortels, gedaan hebben, in het uirdryven der wormen. Veele van deeze dieren zyn door dezelve uit hunne fchuilhoeken verdreeven, die zig voor de fterkfte fpecifica hardnekkig getoond hadden : zy fchynen deeze kragt te bezitten, zo omdat zy de fpanningen en krimpingen der darmen,waardoor de wormen zich te beter in dezelve vasthechten, wegneemen, als om dat zy deflym, die men met recht het nest der wormen genoemd heeft, oplosfen; en beide deeze uitwerkingen zyn niet dan gevolgen van de walging die zy voortbrengen: want door deeze word eene andere zamentrekking der fpiervezelen, zo van de rokken der darmen als van het vaatgeftel zelve, veroorzaakt , en door deeze veranderde werking of tnO' dificatie der deelen, worden deeze uitwerkingen daargeïteld, fchoon wy de wyze waarop dit alles gebeurt niet kunnen bepaalen , nog ooit zullen kunnen vastftellen, voor dat wy een juister denkbeeld hebben van de verfchillende werkingen van het levensbeginfel. Terwyl wy dan in de Spiauterbloemen dezelfde eigenfehappen van walging en braaking te veroorzaaken, befpeuren, terwyl wy 'er ook het vermogen in ontwaaren van de wormen f7) Eerfte AfdeeHng, p. 52.  7S G/ SCHUTTE, over het men uittedryven, kan men dan niet met recht befiuiten, dat zy dit door die zelfde kragten doen, waardoor alle andere braakmiddelen dit vermogen bezitten ? IS iet minder vermogend toonen zich de braakmiddelen in het oplosfen der taaije flymftoffe, die in de longen gehuisvest is en daar de flymige engborftigheid veroorzaakt. Hier van daan het fterke gebruik der fpiesglasmiddelen in de borstziekten, het geen reeds zo lang in de dagelykfche praktyk geweest is. Doch hoe veele gevallen vinden wy riet by Doctor percival, leith, de Heeren tode en withers aangetekend,van de heerlyke dienften die de Spiauterbloemen in de flymige en krampachtige engborftigheid gedaan hebben Men kan deeze met geene zekerheid van eenige andere werking afleiden, dan van de gevolgen der walging, waar door de longen per cenfenfum aangedaan, zich ontlasten van die ftoffe die haar bezet hield en haare werking verhinderde. Dat dit geen bloote gisfing zy, blykt uit de wyze, waarop th. withers de Zinkbloemen toediende ; want hy vermaant wel uitdrukkelyk, dat dezelve tot misfelyk worden toe, moeten gebruikt worden, wil men 'er eenige uitwerking van hebben (/> Dan (£) Eerfte Afdeeling, alwaar men deeze gevallen zal befchreeven vinden. CO Ibid. p. 34-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 79 Dan alle deeze eigenfchappen der Spiauterbloemen zyn niet in ftaat die groote werkingen te verklaaren, die zy in de zenuwziekten uitoeffenen. Wel is waar, dat zy door haar walging- en braakingverwekkend vermogen op dezelfde wyze als alle andere braakmiddelen de flymige ftoffen kunnen uitdryven, de wormen uit hunne nesten verjaagen, de fcherpe ftoffen naar de huid dry ven, en dus de krampen, hier door geboren, kunnen wegneemen; doch dit alles is niet genoegzaam tot ontvouwing van die heijzaame uitwerkingen , die zy dikwerf in de hardnekkigfte zenuwziekten veroorzaaken, waar in men geene van deeze ftoffen kan befchuldigen, of alwaar haare uitwerkingen zo fpoedig op haar gebruik volgen, dat men ze niet aan de uitdryving van eenige ftoffe kan toefchryven. Dit wisten zeer veele Geneesheeren, die met de flores proeven in het werk gefield hadden, zeer wel; zy vonden zich daarom genoodzaakt een ander vermogen aan de Zinkbloemen toetefchryven, het welk haar van alle andere geneesmiddelen onderfcheiden zoude: dit vermogen zeggen zy te beftaan in eene byzondere fpeciflque kragt, waar door de Zinkbloemen onmiddelyk op het levensbeginfel werkende, deszelfs prikkelbaarheid (tri) en onre- gel- (tn) Overal, waar ik in deeze Verhandeling ipreeke van prikkelbaarheid (irritabilitas) meene ik met g a u b. inftit. Path. §. 190, eene zodaanige gevoeligheid van het levensbeginfel , dat het voor de ligtfte prikkelingen in onrege!» tnaatige beweegingen vervalle.  C. SCHUTTE, over het van daan derzelver nut in de ftuipziekten der kinderen, by wien doch het levensbeginfèl deeze irritabiliteit zo fchielyk ondergaat; en hier uit kan men ook zeer gemakkelyk verklaaren, waarom zy zo veele dienden gedaan hebben by de ftuipziekten der bejaarden, dewelke door aandoeningen, en voornaamentlyk door fchrik («), veroorzaakt waren. Men werpe my hier niet tegen, dat, wanneer 'er geene oorzaaken aanwezig zyn , die de irritabiliteit gaande houden , het levensbeginfèl fchielyk zynen natuurlyken ftaat zal herneemen. Dit fchynt oppervlakkig befchouwd waar te weezen; doch by eene nadere overweeging zal men zien, dat het geheel anders met de zaak gefteld zy; want daar is in ons levensbeginfèl een zekere geneigdheid om te blyven voortgaan in die beweegingen , dewelke hetzelve eens ondergaan heeft. Cn) Daar de Spiauterbloemen zich zo werkzaam toonen bv die ziekten, dewelke gevolgen zyn van fchrik, gelyk uit onze eerfte Afdeeling te zien is , zoude men er niet zeer gefchikt een algemeen fchrikmiddel van maaken kunnen? Zoude dit niet oneindig meerder voldoen dan dat kragtelooze pulvis antifpasmodicus, het geen zo ten onrecht deezen naam draagt, en zekerlyk nooit te pas kan komen dan by die fterke geitellen , waar by men voor ontfteeking te vreezen heeft? Ik weet wel, dat algemeene middelen by kundige Artzen barsfenfchimmen zyn, maar ik weet ook, dat dezelve eenigzints noodzaakelyk worden m een Stad, alwaar men de Praktyk veeltyds aan onkundige menfchen overlaat; zullen in dit geval de Flores Ztnct met veel beter als fchrikmiddel te pas komen , dan een eenig ander geneesmiddel?  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 83 heefr. Die ziet men in de tusfehenpoozende koortfen , welke zomtyds door geringe oorzaaken worden voorrgebragt en langen tyd aanhouden , fchoon deeze oorzaaken reeds in den beginne zyn overwonnen geweest; het zelfde ziet men in de zenuwziekten en zelfs in de vallende ziekte; van geringe oorzaaken, van wormen, om een voorbeeld te Hellen, word iemand door de vallende ziekte aangetast, de wormen worden in het begin der ziekte uitgedreeven, en de vallende ziekte blyft voortwoeden; doch niets bewyst dit geftelde meerder dan de ftuipziekten , die door aandoeningen of hartstogten veroorzaakt zyn; flechts een fchrik, een aandoening verwekt een zenuwziekte, wiens aanvallen fteeds wederkeeren, fchoon men juist niet zeggen kan, dat de lyder weder gefchrikt hebbe, of eene andere oorzaak van de wederkeering deezer toevallen kan befchuldigen. Wie kan dit anders verklaaren dan uit een zekere geneigdheid van het levensbeginfèl, om te volharden in die beweegingen, welke het zelve eens ondergaan heeft; en het is juist in deeze geneigdheid van het levensbeginfèl, dat de Zinkbloemen zo veele heerlyke dienften beweezen hebben: maar blyft de irritabiliteit aanhouden, om dat 'er oorzaaken zyn die fteeds blyven werken, of word dezelve gaande gehouden door gebreken in het werktuigelyke van het lichaam zelve , dan zullen de Spiauterbloemen het rechte geneesmiddel niet uitF a maa-  84 G. SCHUTTE, over het maaken; maar dan moet men in het eerfte geval die fchadelyke oorzaaken trachten uit den weg te ruimen, en in het laatfte de gebreken van het mechanismus volgens bunnen aart zoeken te geneezen. Is 'er dan het gebrek van zwakte, het zy dat dezelve een gevolg is van de irritabiliteit zelve, het zy dat ze, door andere oorzaaken aan het lichaam toegebragt zynde, zich toevallig met de fouten in het werktuigelyke vereenigt ; dan zullen de zogenaamde verfterkende krampftillende middelen het eigene en gefchikte geneesmiddel daar ftellen, en dit maakt volgens myn gevoelen het verfchil uit, tusfchen de Spiauterbloemen en de muskus, campher, bevergeil, oleum animale Dippelii , wilde 'valeriaan en zoortgelyke krampftillende middelen : van het heulfap is het wel hier door niet onderfcheiden; dit fchynt ook voornaamentlyk in deezen ftaat van het levensbeginfèl, waar van wy gefproken hebben, werkzaam te zyn, maar in een ander opzigt verfchillen zy wel verre; want dit bedaart de ftuipen zelden langer, dan deszelfs werking duurt, ook vermeerdert het den omloop des bloeds, maakt ophoopingen van het zelve naar 't hoofd en borst, en veroorzaakt verwarring, ylhoofdigheid en dronkenfchap even als de wyn; daar de Spiauterbloemen geen den minften invloed op den omloop des bloeds hebben , noch de zielsvermogens eeniger wyze aandoen: van dit laatfte evenwel vind men eenige uitzondering, by de Heeren de la roche co»  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 85 CO» baumes (ƒ>) en d'arnaüd (q~) die enkele gevallen waargenomen hebben , waar in de Spiauterbloemen ook een foort van dronkenfchap, of liever vrolykheid, hebben veroorzaakt; de perfonen, by wien dit heeft plaats gehad, zyn dan gewoon haaren ftaat te vergelyken by een dronken mensch die van zyne kragten en reden volmaakc meester blyft. Doch de Heer de la roche, die dit verfchynfei het eerst heeft waargenomen, vind in het zelve mets kwaads voor de lyders; hy merkt op, dat het alleen plaats heeft by perfonen, die uit haaren aart onderhevig zyn aan die afwisfelende aandoeningen van blydfchap en droefheid, die de hoofdtrek zyn van zenuwzieke menfchen (gem a vapeurs), en het komt dan door de ontspanningen der krampen en zamemrekkingen, dat deeze menfchen zich na het georuik der Spiauterbloemen buitengemeen vrolyk bevinden. (V) Journal de Medec. , Tom. LIL p. 224. Ibid. Cahier de Fevrier 1787. Qq) Ibid. Cahier cTAoüt 1788, p. 246. TWEE*  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 87 nu in alle deeze gevallen de Zinkbloemen zich meer of minder werkzaam toonden,, ziet men duidelyk, dat de uitkomst derzelve de verwagung van den Heer gaubius nopens dat middel bepaald hebben; om dierhalven juist te oordeelen , wat deeze groote Man zich 'er van heeft voorgefteld, zullen wy naauwkeurig alle die gevallen moeten nafpooren, waar in hy het zelve heeft aangewend, om niet alleen te zien , hoe werkzaam het zich voor hem he^ft opgedaan , maar ook om naategaan, of het aan andere Waarneemers zich even zo werkzaam getoond, en dus of het aan deeze verwagting voldaan heeft. Ten eerften gaf de Heer gaubius de Zinkbloemen in de ftuipen der kinderen. Opmerkende dat zy, gelyk alle andere zuuropflorpende middelen, het vermogen hadden van het zuur te temmen, gaf hy dezelve in die ftuipen, die door het zuur veroorzaakt waren, met een zeer gelukkig gevolg; dit fpoorde hem aan om ze ook te beproeven by kinderen, die door het tanden krygen ftuipen hadden: zy deeden hier dikmaals meerder af dan de geest van hartshoorn, die in dit geval door den grooten sydenham zo zeer gepreezen wordt (V) ; hy vond het dierhalven by de ftuipen der kinderen een zeer heilzaam geneesmiddel. Wanneer wy nu nagaan de Waarneemingen van veele andere Genees* (0 Üid, p. 118. F +  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 95 kunst nooit kan geneezen. Een ieder, die eenigzints met de gronden der ziektekunde bekend is, zal dit gaarne met my inftemmen , wanneer hy flechts in opmerking neemt de veelvuldige oorzaaken die deeze ziekte kunnen voortbrengen; het is om deeze reden, dat, wil men het vermogen der Zinkbloemen in de vallende ziekte vastzeilen , men behoorlyk te letten hebbe op de oorzaaken, uit welke deeze ziekte ontftaat. Het komt my uit eene naauwkeurige overweeging der Waarneemingen voor, dat de meeste vallende ziekten, die door de Spiauterbloemen geneezen zyn, niets anders geweest zyn dan gewoone zenuwziekten, waar van zy niet dan in hevigheid verfchilden, waarom men aan dezelve den naam van vallende ziekte gegeeven heeft. Ik word hier in bevestigd, wanneer ik naga, dat veele van deeze gevallen door fchrik veroorzaakt waren, andere by kinderen plaats hadden , en dikwerf begonnen waren met die zelfde toevallen, waarmede de meeste zenuwziekten gewoon zyn haaren aanvang te neemen: evenwel zyn 'er ook, die men met meerder recht tot de wezentlyke idiopathifche vallende ziekte brengen kan , als onder anderen dat geval, het geen door den Heer veirac (0), en voornaamelyk dat, het geen door den Heer gaubius is waargenomen (p). Wat Co) Zie eerfte Afdeeling, p. 17. CA) Zie eerfte Afdeeling, p. 8.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 97 pryst ze hier ook boven den Muscus Quercinus: keup (*) en Riiuss («) zyn van het zelfde gevoelen; doch de Heer huhleuusch fchynt 'er zo een groot voorftander in dit geval niet van te zyn , daar hy met hartman beweert, dat zy geen onfeilbaar middel in de vallende ziekte zyn; catakpüfche toevallen van eene vrouw wierden, volgens de Proeven van deeze laatfte, in een vallende ziekte veranderd (v); ook wierden by eene epilepiifche vrouw de toevallen na het gebruik der Spiauterbloemen erger. De Waarneemingen van marcus herz (w) waren evenzo onvoordeelig voor ons geneesmiddel, daar deeze het onvermogen van het zelve tegens de vallende ziekte fchynen te bewyzen; Doctor cullen heeft (V) ze nooit zien flagen, en de Heer veirac heeft 'er, behalven het eene geval, waar van wy gefproken hebben , of geen nut van bevonden in de waare Epikpfie, of waargenomen dat het zyne vermogens alleen tot een zekeren trap uitftrekt, zonder zyne lyders volkomen te herftellen fjy); bassiani carmin ati, heeft ze hier insgelyks geheel nutteloos bevonden (V). Men 00 Keup, Libellus Pharmaceuticus, p. 100. 00 Dispenfatorium Univerfale ad formant Lexici re~ dactum, Argentorati 1786. O) Zie eerfte Afdeeling, p. 42. • -. 150. O; Zie eerfte Afdeeling, p. 65, feq< XV. deel. G  98 G. S C II ü T T E, over het Men ziet hier uit, hoe verfchillende de gevoelens omtrent de uitwerking der Zinkbloemen in de vallende ziekte zyn ; maar ook te gelyker tyd kan men zelfs uit de meening van die Schryvers , die in dit geval niet zeer gunftig over dit middel oordeelen, opmaaken, dat het zelve ook hier dikmaals zeer werkzaam geweest zy; daar zy wel fpreeken over de feilbaarheid en onzekerheid van dit middel in de vallende ziekte, maar niet (taande houden, dat het zelve hier altyd zonder vrucht zoude gebruikt geweest zyn. Ik durve dierhalven hier uit befluiten , dat de Spiauterbloemen in de vallende ziekte dikwils zeer heilzaame uitwerkingen gedaan hebben, en dat zy, daar de verwagting van den Heer gaubius hier niet zeer groot was, zeer gemakkelyk aan dezelve voldaan, zo zy ze ai niet overtroffen hebben. Ten vierden, in de kramphoest, hyflerifche hik en hondskramp. In deeze plaatfelyke ftuipziekten deed het zomtyds meer af, dan eenig ander geneesmiddel; evenwel was het ook hier dikmaals zonder nut (a). Daar de Heer gaubius de Spiauterbloemen niet alleen bezigde in de algemeene zenuwziekten , maar ze zelfs ook gebruikte in de plaatfelyke ftuiptrekkingen van byzondere deelen, heeft men al- (a) Hart Bhfert. ƒ>. 30.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 99 alle reden om vastteftellen , dat hy 'er een zeer algemeen krampftillend vermogen aan toefchreef, en dat hy, fchoon geen melding maakende van het in andere plaatfelyke zenuw-ongemakken gebezigd te hebben , evenwel 'er van verwagtte, dat hetzelve op meer dan deeze opgenoemde plaatfen zyne dienften bewyzen zoude. Om dierhalven te beftemmen, of de flores ook hier aan de verwagting van deezen Hoogleeraar voldaan hebben, zal het niet alleen noodig zyn te onderzoeken, wat dienften zy in deeze drie opgenoemde zenuwtoevallen gedaan hebben , maar ook dat wy naagaan, hoe zy zich gehouden hebben in alle andere plaatfelyke krampen, waar in zy door de Schryvers zyn beproefd geweest. Men kan dan een begin maaken met den kramphoest , waar in zy na den Heer gaubius door meer dan een Schryver zyn gebezigt. Alzo gebruikte ze Doctor leith in een zo fterken kramphoest , als hy ooit gezien had, met eene volkomen geneezing. Doctor dobson genas 'er ook dezelfde ziekte volkomen mede, na dat alle andere middelen reeds vrugteloos gebruikt waren. Deeze proef van dobson zette den Heer pkrci val ook aan om de flores in verfchillende borstaandoeningen te beproeven, en hy bevond, dat zy niet alleen een groot vermogen hadden op den kramphoest, maar zelfs op dien, denwelken eene longteering verzelde. De Heer dë la roche insgelyks beG * dien-  ioo G. SCHUTTE, over het diende 'er zig wel eens met vrucht van in den kinkhoest, doch wil ze evenwel hier niet boven andere geneesmiddelen gefield hebben; de Heeren hagen en starck bezigden dezelve hier met meer nut, als ook tode, die 'er een hoest, dewelke met heeschheid verzeld was , binnen den korten tyd van acht dagen mede genas. Van de andere twee plaatfelyke krampen, by den Heer gaubius opgegeeven, vinde ik geen voorbeelden by de Schryvers aangetekend, uitgenomen van den krampachtigen hik, waar in ik zie dat de Heer home (*) de Zinkbloemen gebezigt heeft; doch alzo hy te gelyk een ader had doen openen, fchryft hy aan deeze kunstbewerking meer de geneezing dan aan de Zinkbloemen toe. Dan, fchoon de Schryvers juist van deeze twee krampachtige ongemakken geen gewag maaken, zo mag men evenwel uit de analogie met alle recht befluiten, dat de flores, daar zy dezelve met zo veel nut in de plaatfelyke krampziekten van andere deelen gebruikt hebben, ook in deeze twee gevallen haar nut zouden gedaan hebben, indien zy in dezelve waren toegedient geweest. Het zal hier niet ten eenenmaal ten onpas komen eenige voorbeelden van plaatfelyke "krampen aantehaalen, dewelke door dit middel geneezen zyn, en daar men geen fpooren van by den Heer gaubius aantreft: aldus verhaalt (V) Eerfte AFdeeling, ƒ>. 33.  104 G. SCHUIT E, over het Ten vyfden, in de ylhoofdigheid. Hier heeft de Heer gaubius ook goede verwachting van de fleres gehad, alzo hy ze in deeze ziekte ter beproeving aan den Heer veirac aanbeveelt en zelfs 'er ook gewenschte uitwerking van. gezien heeft (V). Schoon my geene proeven bekend zyn,dewelke opzettelyk zyn in het werk gefield om de krachten der Spiauterbloemen in deeze ziekte te leeren kennen, zo zyn 'er egter eenige gevallen voor handen, dewelke bewyzen, dat zy ook hier zeer veel nut gedaan hebben: aldus is het derde geval door den Heer stol te aan den Heer hart medegedeelt (ƒ), insgelyks dat van den Heer de la roche (g), aantemerken; alwaar de yling, dewelke na een koorts overgebleeven was en voor alle geneesmiddelen hardnekkig bleef, door de Spiauterbloemen alleen herfteld is. In het algemeen, zegt dezelfde de la roche , dat dit geneesmiddel beftendig geneest de fchrikken en ylende droomen der kinderen; de Heer odier (T) genas 'er volkomen een kind mede, het welk eens van een hen gebeten zynde, zich fteeds verbeeldde dit dier te zien, en door deeze verbeelding zo fterk wierd (. 152. ca onze eerfte Afdeeling, p. 20. (ƒ) Eerfte Afdeeling, p. 12. (g) Ibid. p. 55. (/4) Journal ae Medec. T. UI. p. 524. Sfj Eerfte Afdeeling, p. 58.  io8 G. SCHUTTE, over het men als een uitmuntend koortsmiddel zeer wel te ftaade, voornaamentlyk wanneer men met den koortsbast niets vordert, of dat 'er oorzaaken plaats hebben, die deszelfs gebruik beletten (ar). Ten vierden, in de pokken : het gebruik der Spiauterbloemen in de pokken is den Heer gaubius zekerlyk niet bekend geweest ; evenwel door de la roche (j) en voornaamentlyk door de Heer hufeland bewerkfteliigd geworden (z). De Heer de la roche bezigde ze by dielluipen, dewelke in het begin by de eruptie der kinderpokken en andere exanthematijche ziekten plaats hebben; en hier was haare uitwerking onfeilbaar, indien men dezelve in behoorlyke giften toediende. De Heer hufeland maakte in dit tydvak 'er gebruik van, wanneer door de hevige prikkeling der huidzenuwen , Jiet zy dat deeze door de fcherpte der pokftoffe , het zy dat dezelve per confenfum door wormen of het tanden krygen veroorzaakt was, de pokken langzaam te voorfchyn kwamen, en verzeld waren van alle die gevaarlyke toevallen, dewelke de lyders zo dikwerf wegfleepen: over het algemeen hield hy in dit tydvak by alle foort van anomalie zeer veel van de Spiauterbloemen , om dat hetzelve byzonder in prikkeling befiaat. In het tydvak der ettering gebruikte hy met O) Blane, Lih. cit. p. 322. (y, Journal de Medecine, T. LH, p. 523, Lib. cit., p. 1126.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 109 met geen minder nut de Spiauterbloemen, namentlyk dan, wanneer 'er in de huidvaatjes en zenuwen eene zeer fterke gevoeligheid en prikkelbaarheid plaats heeft, dewelke de verdere ontwikkeling van het pokkengift verhindert, en belet dat de* zelve tot een goeden etter overgaa. Dan zag hy niet zelden, dat de overige huidkramp 'er zig door ontfpande , de pokken zig verheften en dezelve zig met een heilzaamen etter vervulden; in dit geval deed hy 'er den koortsbast by, om te gelyker tyd veerkragt aan de vaten te geven en de rotting voortekomen. TWEE-  iio G. SCHUTTE, over het TWEEDE AFDEELING. DERDE HOOFDSTUK. Nadere befchouwing der Troeven en Waarneemingen, nopens de wyze om de Spiauterbloemen toetedienen. Daar de uitwerking van een geneesmiddel niet alleen afhangt van de wyze, waar op het toegediend wordt, maar ook van deszelfs echtheid en verfchillende bereiding ; zo is het by het onderzoek der Spiauterbloemen zeer noodzaakelyk , dat Wy nagaan , alvorens wy van haare toediening Ipreeken, wat tekenen by de Schryvers opgegeeven worden , om derzelver echtheid te kennen; als mede dat wy onderzoeken de verfchillende bereidingen, waar op zy de Spiauterbloemen vervaardigd hebben. De Spiauterbloemen dan, of Spiauter-Kalk, zyn niets anders dan de Spiauter, door de Scheikundige bewerking tot haaren ftaat van Kalk gebragt: dit word op tweeërlei wyze verrigt, of door de opheffing der Spiauter door middel van het vuur (a), of 00 Omtrent deeze bewerking, vergel. hart /. c. p. 14. Gaubius Adv. p. 122, en byna alle Scheikundigen; doch voornaamentlyk fuchs /. c. p. 123, alwaar men verfchillende zoorten van bereidingen zal befchreeven vinden.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. m of door derzelver ombinding in de zuuren, en weder nederploffing uic dezelve door de loogzouten. Van de eerfte bereiding heeft men zig tot het inwendig gebruik het meeste bedient; gaubius heeft van geen andere gebruik gemaakt, maar hy was zeer bezorgt, dat hy deeze goed hadde: hy maakte ze daarom zelf uit de zuivere Indifche Zink die hy zonder eenige byvoeging door middel van het vuur liet opheffen. Of de andere Schryvers zich van de Indifche Zink bedient hebben, is moeièlyk te beflisfen, alzo zy in het geheel niet fpreeken, wat zoort van Zink zy gebruikt hebben; zelfs maaken zy geen melding van de foort van bereiding, welke zy zig hebben doen vervaardigen. Dat 'er evenwel veelen zyn, die zig van de bereiding doorde opheffing bewerkt bedient hebben, is waarfchynlyk; want zo zy eene andere gebruikt hadden dan de Heer gaubius, op wiens gezag zy de Zinkbloemen beproefden, hadden zy, om naauwkeurig te zyn, zulks den leezer moeten voorhouden. Doctor percival fchynt evenwel van de laatfte gebruik gemaakt te hebben, want hy beklaagt zig, dat zommige Zinkkalk met zo weinige naauwkeu. righeid vervaardigt was, dat 'er het zuur niet genoegzaam was afgewasfchen (c). Een ander on- be- (£) Gaubius, /. c. p. 121. \e) Medic. and PhiloJ.Comtnent. Dec. I. Vol. II. p. 3114  na G. SCHÜTT E, over het bekend Engelsch Geneesheer, fchryfc aan Doctor duncan, dat hy de nedergeplofte Zinkkalk werkzaamer gevonden heeft dan de opgehefte (d); wat hier van zy, moet men door de ondervinding beproeven. In twee gevallen heb ik de Zinkkalk, uit het vitrioolzuur door een loogzout ter nedergeploft, zeer werkzaam bevonden 00? doch twee gevallen doen hier niets af, een groot aantal proeven moet de zaak befüsfen (ƒ). Om de zuiverheid der Zinkbloemen wel te kennen , worden 'er verfcheidene tekenen by de Schryvers opgegeeven; de Heer baumes onder anderen geeft de volgende , die ons vry naauwkeurig voorkomen, aan de hand: de zuivere Zinkbloemen zyn, zegt hy: van een witte kleur iets naar het „ gryze hellende, men kent ze door middel van „ het vitrioolzuur en het vuur ; aan het eerfte „ blootgefteld maaken de egte geen opbruifching, . . . „ het 09 Ibid. Dec. 2. Vol. III. p. 414. An. 1789. (e) Deeze, als mede meer andere bereidingen der Zinkbloemen , die ik tot deeze Verhandeling noodig had, heb 'ik my door den kundigen Apothecar de Heer louwe•renburg doen vervaardigen. De bereidwilligheid, waar mede my deeze Heer hier in behulpzaam geweest is, vordert , dat ik aan het Publiek doe zien , hoe zeer ik my ■aan zyn Edele verplicht rekene. (ƒ) Het inwendig gebruik van deeze bereiding is niet ten 'eenemaal nieuw ; keu man wist reeds , dat dezelve van zommigen als een geheim tegens de vallende ziekte gehouden wierd. Zie Medicinifche Chymie, II. Band. p. 1063, . Edit. Zullichaw. ,  iï4 G- SCHUTTE, over. het Ten opzichte der toediening van ons geneesmiddel was men in het begin zeer eenvoudig; de Heer gaubius gaf het zelve in de gedaante van een poeder , met wat zuiker of de eene of andere opflorpende aarde vermengd: naderhand ging men van deeze eenvoudige wyze van toediening af; de Heer veirac mengde ze reeds met de harst der koortsbast; de Heer b e l l , als ook machlachlan, fchreeven ze voor in de gedaante van pillen, met het extractum Gentiana ; Doctor percival gaf haar in de gedaante van een Conditum met een fyroop vereenigd; de Heer de la roche (/) meent opgemerkt te hebben , dat zy in de gedaante van pillen zo ligt geen maagpyn veroorzaakten; maar dat zy fchielyker werkten, wanneer hy ze in de gedaante van poeders gaf; de Heer ponche liet ze in poeders' gebruiken en 'er een aftrekfel van de galHum luteum by drinken. De Schryvers van de Apotheek der Armen van het Clinifche Infïituut te Hamburg, fchryven deezen drank voor tegens de vallende ziekte (k): fy. Fl. Zinci dr. j@. Aq. Fontan. unc. viij. Syr. diacod. unc. j. M. De (O Journal de Medec,, Tom. LH. 51S. (k) Baumës remarques historiques, &c.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 115 De Heer b au mes zegt, dat de eerfte uitwerkingen der Zinkbloemen dikwils zeer onaangenaam zyn, indien men 'er niet een zagt maag- of een verzagtend middel, als het extr. gentian., junip.y cort. peruv., of iets diergelyks by voege (7): de Heer röbol vereenigde ze met de Arabifche gom, den rhabarber-wortel, den koortsbast en andere middelen, naarmaate het de omftandigheden fcheenen te vorderen; de Heer vogler (nï) pryst het volgend voorfchrift, als een uitmuntend middel tegen de ftuiptrekkingen aan: fy. Extr. Gentian. gr. x. Fl. Zinci gr. x. Magnef. gr. xxx. Sacch. lact. Ziijfi. M. H. ab indagine ontbind de Spiauterbloemen in goeden wyn-azyn , welke hy met een derde falpeter aanzet; deeze oplosfing laat hy tot honingdikte uitwaasfemen, en lost ze dan weder met gedestilleert regenwater op. Deeze oplosfing zygt hy door en laat ze tot een droog zont ftremmen; hier by doet hy gelyke deelen van de Offa Helmontii, en laat ze drie of vier dagen in gefloten gla- (f) Baumes remarques historiques, (ra) Vogler Pharmaca Selecta Obfervationibus clivia's comprobata, Ed. 1783. H a  n6 G. S C H U T T E, over het , glazen ftaan ; dan neemt hy rosmaringeest, zo veel als tot epjosfing-van het zout nöodig is, en laat dit eenige dagen, trekken tot dat het een roode Tinctuur geeve ; deeze destilleert hy totdat al het zout mede overga : dit geeft hy tot tien droppen als een uitmuntend zenuwmiddel («). De Heer odier verbond ze met het cuprum ammoniacale, en heeft in deeze verbinding waargenomen , dat'dezelfde hoeveelheid van beide deeze middelen te gelyk zonder walging beter konde verdraagen worden, dan yan een deezer middelen alleen ingenomen (o). Th. withers Q0 fchreèf ze ook met verfchillende middelen en op verfchillende wyzen voor , naar gelang dé omftandigheden zulks fcheenen te vorderen. De Heer hufeland volgde denzelfden regel in het toedienen der Spiauterbloemen. Wanneer hy ze als wormdryvend voorfchrecf, deed hy 'er gewoonelyk de Calomel by Qq); was 'er zwakte of eene neiging tot rotting aanwezig, dan vermengde hy dezelve met den koortsbast (r). Ook fchreef hy ze dikwils vereenigd voor met het heulfap, namcntlyk in die omftandigheden , wanneer hy dit laatfie uit hoofde zy- (.») Bifolium Ckemico- Phyfico- Metallicum, §. 100. (ö) Medic. and Philofoph.Comment. Vol. III. p. 191. - C/0 Zie voornaamentlyk onze eerfte Afdeeling, p-33-feq. alwaar ik naauwkeurig zyne verfchillende voorfchrifteu heb opgetekend, (f) Hufeland, /. c. p. 130. CO ibid. p. 131.  GEBRUIK der' ZINKBLOEMEN. 117 zyner flaap verwek kende en omloop - verfnellcnde kragt in geene behoorlyke giften konde toedienen O)- De Heer hagen vermengde ze met de quasfia, en vond ze in deeze vermenging een zeer goed middel in de hyflerifche toevallen. Jan lino 0) liet ze tot een flikbrok maaken met het een of ander conkrf. De Heer stark (u) heefc ook de Spiauterbloemen op verfchillende wyzen voorgefchreeven; hy vermengde ze gewoonelyk met den wynfteenroom, en liet 'er nog een afkookfel van amica, pokhout, zoethout en zoortgelyke geneesmiddelen by drinken; deeze vermenging van wynlteenroom "met Zinkbloemen beviel aan den Heer stark daarom , om dat zy alzo de flym in de darmen beter oploslen, en dus haare werking nader aan. de ingewanden kan gebragt worden; dog den Schryveren van de Allgemeine Litteratur- Zeitung komt deeze vermenging niet goed voor, om dat, zeggen zy, alle kalken door byvoeging van zuuren gewisfelyk verandert worden (v) : dit is zeker zo ten opzichten der Scheikundige eigenfchappen , maar of hier door te gelyk de geneeskrachten veranderen, is zo gemakkelyk'niet te beflisfen, vermits de 0) Ibid. p. i^ï. O) Journal de Medecine de Londres , Trad. Franc. Tom. XVII. p. 43. O) Auszuge aus dem Tagebuche , &c. vom 17 81 Ms 1782. pasfim. O) Allg. Lifter at. Zeitung, N°. 178» H 3  U8 G. SCHUTTE, over het de Heer stark evenwel goede uitwerkingen van zyn voorfchrift gezien heeft, en het witte vitriool, het geen niets anders is dan de Spiauterbloemen met het vitrioolzuur vereenigt, evenwel volgens de proeven van zeer veele groote Mannen een zeer kragtig geneesmiddel is, omtrent in dezelfde ziekten als de Spiauterbloemen. Wy zullen van deeze gelegenheid gebruik maaken om van dit middel, waar van de Spiauterbloemen zulk een voornaam deel uitmaaken, wat nader te fpreeken. Het zelve is reeds lang inwendig gebruikt geweest: van swieten (w) en macbride (V) gebruikten het, als 'er eene fpoedige braking vereischt wierd; neuman (v) wist reeds, dat zommigen het wit vitriool, als een geheim tegen de vallende ziekte, gebruikten; in laatere tyden, als in het jaar 1771, heeft het wiel met een zeer goede uitwerking gebruikt by lyders die aan verouderde en hardnekkige , fcorbutifche , venerifche en kankerachtige zweeren zukkelden ; ook heeft hy het zeer nuttig bevonden in rotziekten, en wel voornamenlyk in de variol beftaahde uit twee fcrupels witte vitriool in vier oneen aq. alexit. fimpl. ontbonden (//): verders verhaalt de Heer blane, dat hy in St. Thomas Ziekenhuis te Londen verfchillende tusfehenpoozende koortfen door het witte vitriool heeft zien geneezen; en de Heer telfort deelde hem mede, dat hy in het jaar 1779, toen hy Heelmeester van het Schip Yarmouth was, verfchillende tusfehenpoozende koortfen, die voor den koortsbast niet wilden wyken, door dit middel had verdreeven. Hy gaf geduurende de tusfehenpoozing alle vier uuren vyf greinen, en was met de geneezing altyd gelukkig geflaagd, uitgenomen in twee gevallen, alwaar de lyders reeds zeer fterk waterzuchtig waren. — Gelyke uitwerkfels zag hy in het jaar 1782 van de Zinkbloemen, fchoon de koortsbast reeds in groote giften was toegediend; evenwel hield hy meer van het witte vitriool, qm dat dit zagter werkt en de maag zo zeer niet aant;Q2t (V). Dee- OO Medical Memoirs of the general dispenfatory in Londen * for part of the years 17-73 and 1774, London J 774, p. 323. (e~) Beobachtungen uber die krankheitén der Seeleute, yon gilbert blane, aus dem Engl. p. 323 G? 324.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 123 lyke huishouding veroorzaaken, ontdaan zyn. Het zelfde kan men vastftelien omtrent de zweetdryvende middelen; in die gevallen alwaar de ftuiptrekkingen en onregelmaatige fpierbeweegingen veroorzaakt zyn door eene fchcrpe ftoffe, het zy die der uitwaasfeming, het zy van eenen anderen aart, evenwel die niet anders dan door de huid kan ontlast worden, komen de zweetdryvende middelen alleen te ftade, ten einde aan de Zinkbioemen behulpzaam te wezen in het weder naar buiten dryven van eene ftoffe, dewelke de gevoelige vezel zo hevig aandeed; zoortgelyke regelen hebbe men in opmerking te neemen ten opzichte der verdere toediening der Spiauterbloemen, en voornamentlyk ten opzichte haarer vereeniging met de verfterkende middelen. In de koortfen, wanneer 'er eene overhelling tot rotting plaats heeft, of dat de zwakte te gelyk met de irritabiliteit de overhand neemt, behooren zy vooral, met den koortsbast vereenigd, toegediend te worden. In de langduurige zenuwkwaaien , wanneer de onregelmaatige fpierbeweegingen door een verminderde veerkracht der vezelen, en dus door zwakte ontftaan, of dat dezelve hier door gaande gehouden en meer en meer worden aangezet, dan komt het voornamentlyk te pas dat men by de Spiauterbloemen de verfterkende krampftillende middelen, als het ol. animale Dippelii, de droppelen van hoffman, de campher en zoortgelyke, voege, dewelke onmiddelyk, even als de Spiau-  ia! G. SCHUTTE, OVER HET Spiauterbloemen, maar op eene andere wyze, op de gevoelige vezel werken. In andere gevallen komen wederom andere verfterkende middelen te ftade, dewelke alle aan de bykomende omftandigheden en aan het geitel des lyders moeten getoetst, en op verfchillende wyzen met de Spiauterbloemen toegediend worden. Dan behalven deeze nu opgenoemde ongefteldheden van het menfchelyke lichaam, dewelke de byvoeging van andere geneesmiddelen noodzaakelyk maaken, gebeurt het niet zelden dat men de Zinkbloemen niet zo op zich zeiven kan toedienen, uit hoofde der maag, waar op zy mem'gwerf zulk eenen nadeeligen invloed hebben. in deeze gevallen is het zeer noodzaakelyk, dat men by dezelve de maagmiddelen als de bittere extracten , de kruis-en-munt, peper-munt, de fpeceryen en derzei ver gedestilleerde oliën voege, ten einde de maag in ftaat te ftellen om een middel te verdragen, het geen zo tegenftrydig aan haare natuur fchynt te weezen. TWEE-  126" G. SCHUTTE, over het trapswyze tot deeze groote giften; maar de Heer de la roche begon aanftonds van twee of drie greinen alle drie uuren gegeeven, en vermeerderde fchielyk tot zes greinen, zo dac hy zelfs by een kind, dat zeven jaaren oud was, opklom tot 30 greinen in een gift, waar van hy geene de minfte kwaade uitwerkingen gezien heeft: zomtyds befpeurde hy,naeen groote gift der Spiauterbloemen, wel eens eenligtemaagpyn(wtf/^?om"),anderzints heeft hy 'er nooit kwaade gevolgen van waargenomen. De Heer mor in begon ook mee 4 greinen alle cwee uuren, en eindigde mee 36 greinen, in 6 deelen verdeeld, dagelyks toetedienen; ponche bezigde dezelfde dofis; röbol gaf den eerften dag 21 greinen; home begon gewoonelyk van een grein in een gift en klom op tot een fcrupel, en in een geval tot een halve drachme, tweemaal daags gegeeven; hufeland zegt, dac, wil men de uitwerking van di Zinkbloemen hebben, dat zy op den huid werken, zo moeten zy in fterke giften toegediend worden (&); gewoonlyk gaf hy van het eerfte tot het derde jaar alle twee uuren 2 greinen, tot het zesde jaar 3 greinen, tot het tiende 4 greinen; en na dat hier mede 24 uuren vervolgt was, vond hy zeer nodig eenen halven dag optehouden, en dan weder met fterkere giften te vervolgen, terwyl dit middel gelyk veele andere de zenuwen aan zyne wer- (Jt) L. c. p. 131.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 127 werking gewoon maakt; de Heer negrin gaf in een geval alle twee uuren 2 greinen ; de Heer b au mes zegt, dat de eerfte uitwerkingen van de flores dikmaals zeer onaangenaam zyn , wanneer men niet van eene zeer kleine gift begint. Daarom raad hy met een derde, een vierde of vyfde van een grein aantevangen (f). Hiermede (temmen over een keup (&), reuss (0> selle(;«), megl 1 n (V) en anderen: en inderdaad, indien men dit middel toedient aan gevoelige en zenuwzieke menfchen , by wien de braking dikwils allernoodlottigst zyn kan, zo vordert de voorzigtigheid dat men van zeer kleine giften beginne. Men kan fchielyk genoeg, wanneer men geene nadeelige gevolgen befpeurt , tot grootere giften opklimmen, en dan dezelve, gelyk het de omftandigheden vorderen, vermeerderen: evenwel moet men hier by opmerken , dat 'er ten opzichte der gifc van de Spiauterbloemen ook eenige verandering dient gemaakt te worden, naar maate het geftel der lyders verfchilt, of naar maate het oogmerk, waar mede men de Zinkbloemen voorfchryft, anders is. Dus kan men by die menfchen, by welken men zo zeer voor de braking niet behoeft beducht te zyn, de Zinkbloemen van het begin af veel ruimer toedienen; en in OO B a u m e s remarques , &c. C*) Libell. Pharmac., p. 16. Q) Dispen/at. Univerf. (m~) Medicina Clinica, p. 134. £n) Zie eerfte Afdeeling, p. 63.  INLEIDING. Het is natuurlyk dat de mensen, door ziektens en kwaaien bezogt, alles in het .werk ftelt, om zodanige middelen te zoeken en te bekoomen, waar door hy van dezelve kan verlost worden. Eene ; bevinding by geval, zonder oogmerk of voorneemen gedaan, ontdekte dikwils de eerfte middelen; en de beproeving van zodaanige middelen in ziektens, welke eenigzints gelykende waren aan die, waar in ze bevoorens nuttig bevonden wierden, bevorderde de eerfte uitvinding. . De aanteekeningen hier van in der Goden tempels bewaard, bragten niet weinig tot de bevordering toe; ook waren de Priesters der Goden veelal de eenige Geneesheeren: ja zelfs indien iemand onder de oude Noordfche Volkeren, behalven den Aarts-Bruidmet zyn Priesters, den geheiligden Eikenboom van zyn geneeskragtige Mosch ontblootte, wierd hy aan heiligfehen. nis fchuldig gereekend. Pliniüs zegt dan met regt, dat hoewel 'er geen Geneesheeren in de eerfte tyden waren, 'er nogrhans geene geneeskunde ontbrak. Het geen in de gryze oudheid wegens de uitvinding der geneesmiddelen plaats had , gefchied nog met de vermogendfte middelen; de kina, de roodeloopwortel, het pokhout, het kwasfiehout, en meer andere geneesmiddelen, kunnen hier van tot voorbeelden ftrekken, Een haater der genees- XV. Duur,. I a kun.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 133 nadere Waarneemingen, dit middel voor de Apotheek allernuttigst verklaaren. Daar ik reeds tot myn eigen gebruik, verfcheiden aanteekeningen. wegens de nuttigheid der Flo> res Zinci in verfcheide ftuipziektens had verzaameld, zo uit de beroemdfte Schryvers, als uit de my edelmoedig medegedeelde Waarneemingen myner Vrienden, en uic myne eigene ervaring, oordeelde ik het myn pligt te zyn als mensch en als Geneesheer, tot het loffelyk doelwit des Genootfchaps, mede te werken. Ik heb myn antwoord op deeze Vraag in drie Afdeelingen, hoewel ongelyk in grootte, gefplitsr. In de eerfte Afdeeling geef ik een denkbeeld van het Spiauter en deszelfs bloemen, als ook van derzelver uitwendig Geneeskundig gebruik. In de tweede onderzoek ik wat gaubius, en na hem anderen , wegens derzelver geneeskundige kragten in verfchillende foorten van ftuipziektens hebben ondervonden. Ik had zeeker meer Schryvers kunnen aannaaien, dog ik heb veelen niet kunnen magtig worden, wat moeite ik ook gedaan heb; mislchien zullen de bygevoegde onuitgegeevene Waarneemingen dit eenigzints kunnen vergoeden. Uit deeze Waarneemingen heb ik by gevolgtrekking getragt aantetoonen dat deeze bloemen niet alleen aan de verwagting van gaubius hebben voldaan, maar ook dezelve in zommige opzigten hebben overtroffen; dog teffens daar by melding gemaakt I 3 van  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. i4ï aan blyvende zitten , de bloemen niet onzuiver maake (tri). V. Vermits de bloemen by de eerfte bereiding zelden zo uitgebrand zyn , dat zy alle even wit zyn, maar hier en daar grysagtig (»), moet men de gryze, of alle te zamen by kleine gedeeltens op nieuw in een gloeijenden kroes werpen of verbran. den; dus zullen die gryze deeltjes of ontvlammen of vonken fchieten en wit worden : daarom ook moet elk ingeworpen deeltje , eer 'er een ander bygedaan word, zo lang met een fchoone yzere fpatel geroerd worden, dat men geen vlammetje of vonkje meer ontdekt , wanneer men eindelyk zuivere witte bloemen zal hebben. VI. De Londonfche Apotheek beveelt, de uit den kroes genomene bloemen, ten minften derzelver witte en ligtere deelen, dooreen zeef te ziften; dog dit is na bovengemelde bewerking niet nodig. In voorige dagen wierden de Flores Zinci van Batavia overgezonden, onder den naam van Pompholyx ; deeze was allerzuiverst wit en ligt (ó). Of zulks thans nog gefchied, weet ik niet. §. 7. De kenmerken en eigenfchappen der zuivere Flores Zinci zyn de volgende. I. Zy zyn zeer wit en donsagtig. II. Op het gevoel zagt, vettig of zeepagtig. III. (nt) Hart, /. c. p. 14. C«) Gaubius, /. c. (0) B, VALZNTimHisteriafimplkiimreforttiata,p.5$.  142 J. R O B O L, over het ' III. Zonder eenige reuk of fmaak. IV. Eens opgeheven zynde, zyn zy eene der vaste zelfftandigheden ; want zy verdragen het grootfte geweld des vuurs, zonder op te ftygen. V. Door een fterk vuur gegloeid zynde, veran. deren zy in een foort van glas (j>). VI. Zy zyn eigenaartig ligter dan het Spiauter, dog alle te zamen genomen, hebben zy meerder gewigt dan het gebruikte Spiauter, zo dat een pond metaal , een pond en eenige dragmen bloemen uitlevert; de gedagten van eenige Schryvers hier over kan men by hart aangehaald vinden Qf). VII. Wanneer deeze bloemen op een glimmende kool gelegt worden, neemen zy een geelagtige kleur aan, doch koud geworden zynde herkrygen zy haare voorige witte kleur. VIII. Z/ laten zig in alle zuuren ontbinden, hoewel met een verfchillende werking, en deelen aan dezelven een metaalagtigen fmaak mede. IX. Drie greinen Flores Zinci in twee dragmen Sp.nitri dulcis, geduurende verfcheide'dagen ge. digereerd , verloren niets van haar gewigt, nog veranderden de kleur van het menfiruurn. De fpir. wierd nogthans fcherper en meer geconcentreerd, als of hy door deeze kalk van het overtollig phlegvm beroofd was. In den Sp. Vitriol. dulc. had het zei* O) Macqueii op de aangehaalde plaats, bl. 417. " W I" c' t' J5- in de noot.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 143 zelve plaats, dog zy vormden een zekere witte flym, op de bloemen dryvende (r). X. De Heer de lassone toont dat geen brandbaare zelfltandigheid, de phosphorus van de pis alleen uitgezonderd, zo veel phlogistique lugt in zig bevat als het Spiauter. En daar het Zincum, in den zuuren falpetergeest opgelost,een vaste lugt oplevert, geven deszelfs bloemen als dan een zeer groote hoeveelheid gedephlogisleerde lugt uit (s). XI. In water zyn zy onoplosbaar, als ook in het maagfap van menfchen, volgens de proeven van carminati (t). XII. Wanneer men de Metaalkalken met een brandbaare ftof op het vuur vereenigt, worden zy verlevendigd; dat is,zy neemen haare Metallifche gedaante weder aan: dog dit werd met deeze bloemen zeer moeijelyk verrigt. A. s. marggraff verhaalt zulks gedaan te hebben (V). Macquer agt het onmogelyk, en denkt dat marggraff zig vergist heefc (v). Het is nogthans zeker dat wanneer men aan die metaal wedergeeft het geene het verlooren heeft^ het phlogiston namentlyk, het zelve zyne voorige geCO Zie e. h. geller, Disfert. Zinaim Ckemicum ingutrens, p. 29. CO Disfert. cit. p. 30. CO Riccrche fulla Natura etc. del fucco gastrico di ba*. flANo Carminati, Milati. 17S5. C") Hht de fAcad. Royale deBerlin, Année 1746.P.51, CO Bladz. 417. /t*»i»3*'  144 J. R O B O L, over HEf gedaante wederkrygt. Dog men kan ligt begrypea dat deeze bewerking zeer bezwaarlyk is, om dat het Spiauter verlevendigd zynde, aanftonds vloeibaar word, begint te branden, en zig in bloemen op te heffen, waardoor het verhinderd word zig in zyne metallifche gedaante te verwonen; des de Scheikundigen ten uiterften oplettend moeten zyn , om onder de reductie de ontvlamming te beletten. Men kan de bewerking by marggraff ter aangehaalde plaatze nazien. Gaubius heeft de reductie ook mogelyk geagt (ïü). §. 8. Men verkoopt dikwils aan de Apothekers voor Flores Zinci iets dat zulks niet is, namentlyk een zagte mergel-aarde, of eene tot kalk gebrande kalk-fpath; ook is het Nihil album, die men in de plaats deezer bloemen gebruikt;, veelal onzuiver, door de verfcheide ftoffen uit de Ertzen zelfs, waar Uit ze opgeheven worden. Cramer heeft verfcheide proeven aan de hand gegeeven om het bedrog te ontdekken Het best is dat men deeze bloemen op een glimmende kool legt, want de egte zullen geelagtig, en koud geworden zynde, weder wit worden. Het Nihil album, of het Pompholyx der winkels, heeft zuiver zynde dezelve natuur als de Flores Zinci; en word geboren waaneer de Lapis Ca* laminaris, welke een der Spiauter-Ertzen is, gebrand O) L, c. p. iiö. 00 £• c. Part. II. p. 386.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 14$ brand word, want alsdan hegt zy zig aan de fornuizen der Metaalgieters j inzonderheid aan het bovenfte gedeelte. Dus komen de bloemen voort Van het metaal, reeds uit den ertz getrokken, en het Pompholyx of Nihil uit het metaal nog in zyn ertz beflooten fjy). §. 9. Men vind hy verfcheiden Schryvers , in Veele gevallen, het uitwendig gebruik der Flores Zinci aangeprezen* De uitmuntende VAN swieten zegt Qz), dat de rook van het brandend Spiauter, het welk niet anders dan de bloem der Zink is, de ontftookene oogen dikwils zeer fpoedig geneest. De beroemde Weener Hoogleeraar a. de haen pryst in beginnende en dikwils wederkoomende oog-ontfteekingen een dragma van deeze bloemen in vyf oneen roozenwater, als eene beste oogwasfching aan (OsQ. De voortreffelykheid van dit middel heb ik onlangt in eene zeer zwaare oog-ontfteeking ondervonden. Eene jonge Juffrouw was zeer gelukkig van de kinderziekte herfteld, dog by het afvallen der rooven, vertoonde zig een zogenaamde napok onder aan den rand derCornea van het regeer oog; hier by voegde zig eene hevige onttfeeking met wreede pynen, en een aanhoudenden grooten toevloed C31) Lawson, /. C. CÓ Gaubius, /. e. p. 117. (a) Ratio medendi, T. UI. p. 110. Edit. Leid. XV. deel» K  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 151 „ jers gehad. In dien tyd wierd hy by Mejuffrouw „ A. A. geroepen over haar jongde dogrertje, het „ welk aan ftuipen en andere toevallen, uit het „ zuur geboren , laboreerde, zo dat zy alle oogen„ blikken dreigde den geest te geven. Rat hl au „ raad de Luna fixata in de Apotheek van avinck „ te Amfterdam te haaien; en het kind herftelde „ door deszelfs gebruik. Toen ik onlangs deeze „ jonge Juffrouw, tegens eene beeving uit fchrik „ geboren, met vrugt de Flores Zinci had voor„ gefchreven , deelde zy my dit middel als een „ beproeft geheim tegen de ftuipen mede. De „ Chymisten baden en schnitzler, hadden, „ volgens hun zeggen, reeds voor 15 jaaren de „ Flores Zinci in di poeijers van ludeman ont„ dekt, en dit aan anderen medegedeeld; ja zy be-? „ waren nog op heden voorfchriften in haar Win„ kels, waardoor zy kunnen toonen dat niet alleen „ ludeman deeze bloemen onder een bedekte „ naam aan zyne lyders gaf, maar dat ook andere Geneesheeren voluit de Flores Zinci inwendig „ voorfchreeven." §. 15. Wat hier nu van zy of niet, dit is zeker dat de uitmuntende gaubius van dit alles onkundig is geweest, want hy was (gelyk allen, die met my het geluk genooten hebben, om zyne onfchatbaare Lesfen by te woonen, getuigen kunnen) van een zo opregten en eerlyken inborst, dat indien hem of genoemde Schryvers, of eenige der K 4 ge>  J5S J. R O B O L, OVER HET gemelde zaaken waren bekend geweest, hy ange-? twyfeld , daar behoQrlyk melding van zoude gemaakt hebben. Hem komt dus met regt de eer toe, van het eerst opzettelyk het nut der Flores Zinci voor het inwendig gebruik bekend gemaakt te hebben, en door 'er allereerst de aanmoediging toe te geven, de Geneeskunde ook in deeze taak aan zig te verpligten. §. 16. Gaf ludeman altoos de Flores Zinci onder den naam van Luna fixata? en zo ja, waren 'er onder de poeijers ook geen andere dingen vermengt? de reeds gemelde Doctor insfeldt fchreef my ook dat hem door een beroemd Heelmeester verhaalt was, dat ludeman zomtyds poeijers onder den naam van Luna fixata had voorgefchreven of gegeeven, welke niets van de Flores Zinci bevatten, maar wel het Aurum FuU minans (blixemend of flaggoud) gelyk hy door proeven was ontwaar geworden. Ik kan die niet ontkennen; maar my dunkt, deeze Windverkooper zoude als dan wel een verhevener naam aan zyn, middel gegeeven hebben (0). Ik moet nogthans getuigen, Waarneemiagen wegens de ftuipbedaa- ren-, (V) Ludeman zal misfdiien op het voetfpoor rler AI-' chymisten den naam van Luna Fixata aan de Flores Zitici gegeeven hebben; want deeze hebbenden fteen der wy zen in het Spiauter gezogt, en dus zal hy gedagt hebben dat het de zaaden van het zilver bevatte, gaubius, Lep. ii<ï.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 157 ftuipziektens flaagden niet naar wensch, dog alsdan deeden de andere beroemdfte middelen ook niets af. VI. Hy had opgemerkt dat tedergevoelige vrouwen , wel een gift van minder dan een grein konden verdragen , maar geen grein of meerder, zonder hetzelve uit te braaken. §. 19. De Hoogleeraar zag deeze bloemen aan als zuurbrekende, ant'acidi; hy hoopte dat nadere proeven zouden aanwyzen of zy waarlyk onder de ftuipbedaarende middelen antifpasmodica behoorden; daar hy van oordeel was, dat derzelver getal in eene zo groote verfcheidenheid, en meenigte van ftuipziektens, niet genoeg konden vermeerderd worden; mids zy maar wel beproefd waren, en de ondervinding aantoonde, in welke zoorten deezer aandoeningen zy het meest te pas kwamen. Uit het uitwendig gebruik fteide hy vast dat zy door het vernaauwen der vaatjes , de te fterk toevloeijende vogten te rug dreeven, en dus tot de zagtelyk zamentrekkende , leniter adflringentia, behoorden; en eindelyk verklaart hy niet te weeten of zy nog eenige andere eigenfchap hadden. %. 20. Na de uitgaaf zyner proeven, heeft de Hoogleeraar zelfs, en veele andere Geneesheeren, na hem en door hem aangemoedigd, het nut der Flores Zinci ondervonden. Ik zal in het aantekenen derzelven eene zekere order houden, om naderhand  158 J. ROBO L, over het hand de gevolgtrekkingen zo veel te gemaklyker te kunnen opmaaken. Men heetc de Flores Zinci met vrugt gebruikt I. In de ftuipen en zenuwziektens in het algemeen. Eenige byzondere zoorten derzelven zal ik afzonderlyk befchouwen. §. 21. In het algemeen worden de Spiauterbloemen hier als zeer vermogend opgegeeven. Gaubius deelde aan hart een geval mede wegens een man van 50 jaaren, die aan de jigt gezukkeld hebbende fchielyk met zwaare benaauwdheid ftuiptrekkingen kreeg , zo dat men vreesde dat hy flikken zoude; men gaf hem behalven zagte buikzuiverende middelen, dagelyks alle twee uuren een grein Fires Zinci, en hy herftelde ten vollen (s). Hart zelfs verhaalt omftandig een geval door hem zelfs behandeld, van eene vry ster van 32 jaaren , welke door een hevige fchrik , met zwaare ftuipen, en verfcheide zoort van kramptrekkingen , wierd aangetast, van het eene deel op het andere vallende, roet ongefteldheid des verftands; hy gaf haar dagelyks vyf greinen Flores Zinci, en zy genas (V). De vermaarde Zwolfche Geneesheer stol te wierd by een jongen van 15 jaaren gehaald, welke zwaa> (O Hart, /. c. p. 29. (O e- P> 30.  IfjO J. RuBOL, over het door eene treffende droefheid: ludeman was nu dood; zy pleegde andermaal met kundigen raad, dog vrugteloos; men gaf haar na de ontdekking van gaubius de Flores Zinci, en zy genas (v). §. 22. Opmerkelyk is de Waarneeming door gemelden geboekt, van een teder, mager, en zwak meisje van ia jaaren; zy was zedert haar agtfte jaar aan onregelmaatige fpiertrekkingen over haar gantfche lighaam aangetast, welke langzamerhand zodanig in langduurigheid en vernieuwing aanwakkerden, dat zy buiten ftaat was iets te doen, en op het laatst geen oogenblik vry was van trekkingen en fchuddingen ; „ fomtyds wierd het hoofd ,, voor, agterwaards of zydelings getrokken , op „ een ander oogenblik de armen naar agteren, of ondergingen een draaijende beweeging. Somtyds „ vielen de convulfien in andere meer of mindere „ fpieren teffens, veeltyds wierden de oogen ge„ draaid , en in het bovenfte gedeelte der oog„ holte gekeert, en niet zelden wierd de punt der „ tong bovenwaards gekromd , en binnen in de „ keel getrokken: dit alles ging onbegrypelyk fnel ,, voort , zonder dat de lyderesfe egter ooit in „ zwym viel." Verfcheiden der beroemdfte antifpasmodica waren vrugteloos gebruikt, de Flores Zinci deeden alles af tot eene volledige geneezing. De 00 Lysons, /. c. bl. 80, 83, 91.  l6*2 J. R O B O L , over het uitwerkingen van dit middel gezien hebben, myne eigene ondervinding heeft my dtar van ook overtuigd. Wylen de beroemde Hoogleeraar j. d. hahn, met wiens vriendfchap ik my vereerd gevonden heb, raadde my, na dat ik zyn Ed. over eene febris nervofa cum perverfa irritabititate, had geraadpleegd, het gebruik der Flores Zinci aan; by ondervinding befchreef hy dezelve dus: „ fmaa„ keloos, reukloos, weinig of niet ftimuleerende, „ beproefd in veele fpasmodique ongemakken. " Dog uit hoofde van de verwonderlyke aandoenlykheid der lyderesfe, konden noch deeze noch eenige andere middelen gebruikt worden (V). §. 24. Zie hier nog eenige Waarneemingen. Eerfte Waarneeming. Een voornaam Geneesheer wierd by een meisje 'geroepen, door verfcheiden krampagtige aandoeningen (e) By eene febris quartana triplicata nervofa, laboreerde zy aan eene quafi Ruminatio humana, eenigett tyd na dat r,y iets had gebruikt; alle voorgefchrevene middelen, hoe voorzigtig ook aangewend, baardeu haar Ed. zwaare benaauwdheden , alleen beste pot rozynen , welke zy de geheele das kaauwde hiervan uitgezonderd, hoewel ook op deeze 4k herkaauwiHg volgde. Zonder eenig geneesmiddel van het begin der maand Maart af gebruikt te hebben, hield dt* yomituritio en de koorts op, weinige dagen na de nagtévening drr Lente, en zy herftelde ten vollen. Zo dat de opgegeevene gedagten van den Hoogleeraar, in allen opzigte bevestigd wierden; dat uamentlyk het aquinoctium in microcosmo, misfchien gelyk in macrocosm», eenige verandering zoude te weeg brengen.  GEBRUIK dêr ZINKBLOEMEN. 1CT3 gen aangetast, welke door een fchielyken fchrik veroorzaakt waren. Eerst was de Apothecar ge. haald, welke verhittende krampftillende middelen Uit den Sp. Cornu Cervi en diergelyke had voorgefchreeven. Hy wierd nogthans genoodzaakt om eene aderlating toe te ftaan, en zyn plaats voor den Geneesheer in te ruimen. Deeze by de lyderesfe komende vond haar zeer zwak, dog niet te min was het bloed met een ontfteekingskorst bezet i hy beval dus met de heete middelen op te houden, en fchreef zes greinen Flores Zinci in een mixtuur voor; de lyderesfe herftelde na het gebruik, en ontlastte onder het zelve een groote hoeveelheid pis (ƒ). Tweede Waarneeming. §. 25. Een man van 30 jaaren, laboreerde aan ftuipen, die veel overeenkomst hadden met de vallende ziekte, zyn Geneesheer had hem reeds eenmaal door het gebruik van wormJryvende middelen daarvan verlost ; hy dagt nu zulks weer te doen, dog vrugteloos; de afgang was hardnekkig opgeftopt. Hy fchreef hem toen voor: fy. Flor. Zinci gr. viij. Sacchar. Albi fcrup. viij. m. f. Puiv. m; vüj. Den (ƒ*) Deeze Waarneeraing is my medegedeeld door Dr. *WSFEI»Dl\ L a  174 J« RüBOL, over het dig. Na dat het lydertje twee en een derde grein in 28 uuren gebruikt had, waren de ftuipen zo merkelyk verminderd, dat hy van de Flores Zinci afftapte. Den agttienden dag der ziekte, den vierden na het gebruik der bloemen, befpeurde men weder hevige ftuiptrekkingen. Men gaf op nieuws, op voorgemelde wyze, de Flores Zinci, met dac gelukkig gevolg, dat bet kind, het welk zonder die middel waarfchynelyk het flagtofFer deezer wreede ziekte zoude geweest zyn, volkomen herftelde. VI. In ftuipen uit te rug gedreeven huiduitflag. §. 34. Het gebeurt zeer dikwils, dat de natuur door hare ingefchapene Geneeskundige vermogens, by wyze van uitflag op den huid , zig van een fcherpe en dus fchadelyke ftoffe ontlast; het fchurft, de uitflag in het aangezigt, de daauwworm der kinderen, kunnen hier van ten voorbedde ftrekken. In zoodanige gelegendheid, zal een voorzigtig Geneesheer zig wel wagten, van onverhoeds deezen uitflag door uitwendige ftneeringen of opdroogende middelen te rug te dry ven, overtuigd zynde welke fchroomelyke gevolgen een zoodaanige handelwyze na zig kan fteepen (V); hy zal in het tegendeel, (jx) De uitmuntende Vryheer van swisten, deelt ori9 uit de Gedenkfchriften van de Koninglyke Academie van Parys desaangaande een droevige W.iarneeming mede {Comment. in h. b o e k h. Afhorism. T. II. p. 400.j. Eene vrouw kreeg  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. i8t Daar men nu door proeven van het krampftillend vermogen der Spiauterbloemen overtuigd was, is het niet te bewonderen, dat men ook deeze in deeze wreede ziekte beproefd heefc. §. 38. Men vind inderdaad aanteekeningen en Waarneemingen, die tot eene nadere beproeving van dit middel aanmoedigen. Gaubius zelf deelde aan hart een Waarneeming mede (li), wegens een vierjaarig kind, gezond dog van een teder geftel, by tusfchenpoozingen door ftuipen aangedaan. Een kundig Geneesheer had vrugteloos verfcheiden middelen aan» gewend. Hy, den Hoogleeraar raadpleegende, verhaalde dat het wezendlyke aanvallen van vallende ziekte waren, waar aan de Ouders reeds twee hunner kinderen verlooren hadden, dat hy de ziekte als erfelyk aanzag van den Grootvader, die ook de vallende ziekte gehad had. Hoewel gaubius weinig hoop van herftel had, raadde hy. nogthans de Flores Zinci aan, tweemaal daags een grein, en het kind herftelde buiten verwagting. By den beroemden home vind men een geval opgetekend, van een man van 52 jaaren, welke zedert agt of negen jaaren aan vallende ziekte onderhevig was, welker aanvallen zig zederc eenigen tyd om de tien dagen vertoonden. De geestvermogens waren zeer verminderd; hy had reeds braak* (h) Hart, /. c, f. 20. M 3  188 J. RüBOL, OVER HET reeds verfcheide jaaren geduurd had, en welken hy grondig, fpoedig, en zonder dat 'er eenig ongemak nableef, door het inwendig gebruik der Spiauterbloemen geneezen heeft (v). Percival heefc ook een meisje van den St. Vitus dans door de Flores Zinci geneezen, 's morgens en 's avonds gaf hy haar een grein (w). Myn waarde vriend g. g. ten haaff fchreef rriy zig te herinneren dat hy eens een ligte Chorea Sancti Viti by een meisje van zes jaaren door die middel geneezen had , dog gebrek aan aanteeke» ningen beletten hem dit geval naar behooren te befchryven. dgtfte Waarneeming (V). $. 42. Een meisje van 13 jaaren, tenger en fyngevoelig, kreeg na zig zeer vertoornd te hebben, een ligte fchudding in het hoofd, in den linker arm en been. Zy wierd zeer neerflagtig en fprak veelal by zig zelve; eindelyk wierd zy geheel krankzinnig, en de aanvallen van fchuddingen wierden van dag tot dag heviger. In den regter arm en been begonden de fchuddingen ook te koomen. Dee. 00 j- b. burserius de kanilfeldt IttflitUtiotieS Medicina practica. Vol. lil. p. 86. Part. II. Qwj Med. and Philof. Comm Vol. II. p. 320. (x) D^eze en d« volgende negende Waarneeming zyn my toegezonden door den kundigen j. c. h e pp e; beroemd Stads med. Doctor te Kampen; ik deel dezelve woordelyk mede.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 189 Deeze aanvallen begonden thaDS met een foort van flaauwce; deeze eenige minuuten geduurd hebbende, fprong de lyderesfe in eens op, en begaf zig van den eenen doel op den anderen, waar na de hevigfte en fchielykfte beweegingen volgden. Haar Vader, deeze aanvallen voor gemaaktheid houdende, tragtte met ftraffe middelen hier tegen aan te gaan. Zy wierd hier door hoe langer hoe erger, zo dat zy daags vyf a zes aanvallen kreeg. Allerlei middelen te vergeefs gebruikt hebbende, wierd ik eindelyk om raad gevraagd. Na onderzoek bleek dac hier geen andere oorzaak was, dan het altebeweeglyk zenuwgeftel, chans ten uiterften ontroerd. Schoon geen blyken van onreinheid in de eerfte wegen vindende, gaf ik haar dog eenige dagen de linct. Rhei aquof. met den Tart. folüb., waarna zy eenige afgangen kreeg ; vervolgens liet ik de Valer. Sylv. Ar. [3. en Flores Zinci gr. j. daags viermaal gebruiken , en vermeerderde de Flores Zinci om de vier dagen met een grein. Deeze middelen twaalf dagen gebruikt hebbende, begon zy te klagen over een kriewejende pyn in de handen en voeten, kort na dac zy de poeijers had ingenomen; en van nu af begonden de aanvallen zeldzaamer en korcduurender te worden, en ook de krankzinnigheid verminderde zeer. Nu en dan de afgang hard en traag zynde, liet ik tuslchen beide de Tinct. Rhei aq. mee den Tart. folub. aanwenden. Ver-  ÏQO J. ROBO L, OVEU. HET Vervolgens met de gifc der Flores Zinci opklim*mende toe 24 greinen, konde zy die zonder eenig ongemak , behalven het kriewelen in handen en voeten, verdragen; en dezelve nu in het geheel zes weeken lang gebruikt hebbende , herftelde haar verftand, en de aanvallen bleeven geheel weg; dan haare kragten en eetlust nog zeer gering zynde, gaf ik haar thans de Kina, met de Faleriana, waar na ook deeze herftelden, en dit meisje een halfjaar lang volkomen gezond bleef. Op eene nieuwe ergernis volgden weder eenige nieuwe aanvallen van fchuddingen, en fpringingen van handen en voeten. Op het gebruik der Flo* res Zinci tot is greinen en der Valeriana tot drie dragmen daags, verminderden dezelve ook voort, en bleeven, na dat zy deeze miJilelen twaalf dagen gebruikt had, weder geheel weg. Korten tyd daar na gaf zy blyken van de aarrftaande maandftonden , die nog niet regt voort wilden; dan, zoo door het gebruik der PUL Ruffi en Mars folub., als door eenige zagte electrique fchokken, kwamen ook deeze in goede order. Zy gebruikte nog eenige weeken den Cort. Peruv. met den Mars folub., waarna zy zeer gezond is geworden, en zedert nu, ruim tien jaaren gelee* den zynde, gezond gebleeven is. Ne  GEBRUIK der. ZINKBLOEMEN. i$t Negende Waarneeming. §. 43. Een jongen van 10 jaaran, die reeds een halfjaar lang met de toen heerfchende kinkhoest geplaagd was, kreeg hevige Convulfien. De hoest verminderde eindelyk, maar de Convulfien bleeven aanhouden , houdende de gewoone perioden, en veranderden naderhand in den St. Vitus dans. De jongen was voor betoverd gehouden, dewyl hy ge-; duurende zyne aanvallen krankzinnig was, dan eens vloekende dan weder biddende. By hem geroepen zynde verhaalde men my, dat hy reeds zeven weeken met de krankzinnigheid en Convulfive beweegingen , eerst in den linker arm en been, dan eindelyk ook in den anderen, was geplaagd geweest; dac hy te vooren weinig had gegceten, maar zederc dien tyd zeer gulfig. Zyne aanvallen begonden dus: hy kreeg een byzonder gevoel omtrent de navel, maag , opftygende met wurgen langs den flokdarm; dan kermde hy hevig, ftak den vinger in den mond om aan het braken te geraaken, of flokte fchielyk verfcheidene brokken brood of pannekoek neder. Hy leide zig zo dra niet op zyn buik, of hy fchreeuwde ysfelyk ; dan fprong hy als razende op, als hy niet vastgehouden wierd, van den eenen lloel op den anderen, met de allerfchielykfte beweegingen der armen en beenen, als ook mond en oogen; deeze aanvallen duurden gewoonelyk een half uur lang, cn wanneer, hy op zyn  ioa J. R O B O L, over het zyn buik leggende, 'er een byzonder fterk gerommel in zyn buik gehoord wierd, als dan bedaarde by allengskens. Reeds eenige maaien waren hem verfcheiden levendige wormen van boven en onder afgegaan, na het gebruik van eenige poeijers; dus ook teekenen genoeg,dat ook hier de wormen oorzaak van deeze ziekte waren. Ik gaf hem dus den volgenden dag, kort voor den aanval, een poeijer van Ipecacuanha gr. xv. met Tart. Emet. gr. iij. en liet hem rykelyk Oxymel fimpl. met warer na drinken, waar op hy veel taaije llym, en eenige wormen uitbraakte, en ook door den ftoelgang wierd hy 'er verfcheiden kwyr. Zyn krankzinnigheid fcheen thans al iets minder te zyn, hy was iets handelbaarder, en de aanvallen wierden ook veel minder en korter van duuring. Den volgenden dag gaf ik hem storks wormdry vend middel, waar van hy eenige flymige afgangen met eenige wormen kreeg; na deeze ontlasting waren de aanvallen weder allerhevigst, hy fchreeuwde yslyk, en het gerommel in zyn buik was zeer fterk, en duurde de geheele nagt door; den anderen morgen dit middel herhalende, wierd hy tegen den avond in de 30 wormen met zeer veel flym kwyt , fliep vervolgens gerust , en at met fmaak zyn ontbyt; hy fcheen thans merkelyk beter te zyn. Dan ik bedroog my , de aanvallen wierden weder even hevig en menigvuldig. De  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 193 De jongen wilde nu niets meer inneemen, en zyne Ouders Helden ook meer geloof in bygelovige middelen, die zy van fcherpregters, enz. haalden. Zo gingen weder eenige weeken voorby, zojidèr iets van my gebruikt te hebben, wanneer men weder hulp by my zogt: 'er waren thans geene andere geneesmiddelen by hem te beezigen dan pillen, die ik bereidde van broodkruim en gemeene fyroop, waar onder ik een grein der Flores Zinci onder ieder pil vermengde, en hem vier-, maal daags twee a drie, de eerfte vier dagen, liet gebruiken. De aanvallen wierden nu zeldzaamer en kortduurender, en de jongen bleef by zyn verftand; de eetlust en afgang wierden natuurlyk. Nu wierden de giften der Flores Zinci vermeerderd toe twee greinen in ieder pil , en hy gebruikte 'er nu daags van tot 12; van dag tot dag zag men zyne kragten herftellen, de aanvallen kwamen thans maar om den derden of vierden dag, en nog drie weeken met de pillen voortvaarende in dezelfde gift, bleeven ze eindelyk geheel weg, genietende hy nu een volmaakte gezondheid. §. 44. In de eerfte deezer twee Waarneemingen was zeker geene andere oorzaak te onidektcen, dan eene te groote beweegbaarheid der zenuwen en vezelen; en uit de laatfte blykt, dat, niettegenftaande het uitdryven der wormen, de wanorder van het zenuwgeftel bleef voortduuren , en dat XV. deel. N da  194 J- ROBOL, over het de Flores Zinci zig alhier by uitmuntendheid kragtig betoond hebben, als een fïuipbedaarend middel, en gefchikt tegen de al te groote gevoeligheid en beweegbaarheid der zenuwen en vezelen. IX. In den Kramphik. (Singultus Spasmodicus.) §. 45' De hik is eene krampagtige aandoening van de maag en flokdarm naar boven , en te gelyker tyd van het middenrif naar béneden , met eene geluidmakende inademing, volgens de befchryving van den beroemden j. oosterdyk schagt (j). De uitmuntende blumenbach noemt denzelven eene geluidmaakende, zeer korte, dog teffens min of meer fluipagtige inademing (2). Deeze werking gefchied in een oogenblik en by herhaaling. De borstholte word fchielyk uitgezet , en met den buik min of meer voorwaards gedreeven , terwyl geduurende den aanval de fpraak, de ademhaaling, en doorzwelging onmoogiyk pemaakt worden. De verfchillende oorzaaken deezer krampagtige aandoening op te haaien, komt hier niet te pas; dit is zeker dac de oorzaak moet weggenomen worden, wil men de geneezing zien volgen. Men kan by sauvages de verfchillende foor ten, ge- fchikt 60 lnjlitutiones Medicina Practica, p. 212 Ed 1767 00 Inflitutiones Phyjiologicq, %. 157, p, ' * '  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 195 fchikt naar de oorzaaken, nazien. Onder deeze is 'er een, welken hy naar hoffman en tralles noemt Singultus Nervofus (Zenuwhik) , welke hy zegt dac by zwakke tedere hypochondrique, mee winden geplaagde menfchen , en by hyjïerique vrouwsperfoonen voorkomc (a). De Antifpasmodica en Opiata zyn by herhaaling mee vrugc tegen deeze foorc gebezigd; en onder de eerlte hetfc men ook mee nuc de Flores Zinci gebruikc. De onfterfelyke gaubius had onder anderen in den hyfleriquen hik, deeze bloemen meer dan eenig ander middel nuttig bevonden (b). De kundige Heelmeester k leb er (V) verhaalc een geval van een meid, die door fchrik lluipcrekkingen en den hik gekregen had. Op ieder oogenblik dac zy den hik kreeg, het welk in een minuut wel vyfmaal gefchiedde, wierden het lighaam ert beide de handen en voeten , zodanig voor over bewogen , als of zy iemand met beide te gelyk van zig afftooten wilde. Zy konde daarom niet in hec bed liggen, maar moest nagt en dag flapeloos op den lioel doorbrengen. Veeie middelen vrug- (V) F. boissier de sauvages, Nufologia MethodU ca, T. L Clasf V. div. 4. N°. 2 dtVK 7 7, P]eerd hCeft' dat na bet £oedi^en der braakmtddelen , de bittere en krampftillende het meest afdoen Onder deeze laatfte behooren ook de Flores Zinci. Gaümos zelf had ze met veel vrugt in deeze ziekte gegeeven w> ^ * si a n n ; dog op het gebruik volgde een kramp, agtige aambotfiigheid (g). * Gelukkiger was de Heer walcki ers; deeze by een man van omtrent 30 jaaren zynde geroePen w.lke een fcbeiien krampagtigen hoest had, gafhemdei^Z^a, na dat'er verfcheide 00 Hart, /. c. ^ isj I3y BÓHMfc in Curmtthode, &c. p. 34.  GEBRUIK der ZINKBLOEiVIEjN. 201 purgeer- en maagmiddelen vrugteloos gebruikt waren , en genas hem binnen weinig dagen (A). De Heerc kirckland ftelt ook byna zeker, dat de Flores Zinci een zenuwverfterkende kragt in den kramphoest uitoeffenen (i). §. 49. Een kind langen tyd aan de kinkhoest gezukkeld hebbende, en reeds veele middelen zonder nut gebruikt zynde, wierd door my herfteld, door daaglyks twee greinen der Spiauterbloemen in te neemen; ik had de geneezing door braakmiddelen uit de Kermes minerale begonnen. „ In de hard„ nekkige kinkhoest, waar de zondige flym reeds „ genoegzaam ontlast, en de hoestaanvallen flegts door de gewoonte, en de te groote beweeglyk„ heid der vezelen hadden aangehouden, en an„ dere verfterkende middelen , wegens wanfmaak „ by kinderen niet waren te gebruiken , heb ik „ eenige malen de Flores ZincV (dus fchreef my myn vriend heppe) „ van een kwart tot een half „ grein met zuiker gegeeven , en de beste uit„ werkingen 'er van gezien." Myn vriend rovers fchreef my ook dat hy dit middel in een fpasmodiquen hoest van nut bevonden had. Het zelve getuigt veirac wegens den kinkhoest (F). De geleerde s' graecjwen verhaalc van den be- (h) Servandis Civibus, l. c. p. 162. (O .Comment. de Rebus, III. Decad. Svp*! . p. 382. (Jt) Verhandeling van het Provinciaal Uaects Genootfchap, VI. Deel, bl. 436. N5  202 J. R Ó B O L, over het beroemden baster (aan wien de Geneeskunde voor de mededeeling van het Sol quercus mar in* tegen de moeijelyke doorzwelging, veel verpbVtmg heeft) het volgende (7). Deeze gebruikte niet zelden de Zinkbloemen met zeer veel voordeel in den kinkhoest, in krampagtige aamborftigbeden, enz. Ten welken einde hy dezelve op deeze wyze gaf: j? Flor. Zinci gr. x. „ Pulv. Oculor. Cancr. dr. ij. „ Sacch. Albisf. unc. f3. " Exacte M- E Pulv. Detur in Pyxide. » Om 'er drie of viermaal daags, naar gelang der » jaaren en pmftandjgheden des lyders, van een „ halve tot anderhalve vingerhoed vol telkens van „ te geeven; zynde dit een middel, zegt hy, dat n de kinderen gaarne gebruiken." XI. In de Maagkramp. (Cardialgia Nervofa.) §• 5°. In die foort van maag- en colykpynen, welke, vooral door eene onregelmatige beweeging der zenuwen in deeze deelen, veroorzaakt worden! heeft men de Zinkbloemen met vrugt als een antijpasmoécum toegediend. Röboe gaf in een toïyk , dat met de Colica Hyflerica Sydenhami " ;Ihrreenk0mSC h3d' en ^welk ^ kleine tusfchenpoozmgen bedaarende, egter telkens weder- (O Aldaar, bl. H6. kwam>  204 J. ROB0L,0ver het XII. IneencSpraakbelemmering. (Ischnophonia.) S. 51. By den reeds meermaalen geroemdco ZlltV * eeneWaarnee™ng wegens eene fpraakbelen.mer.ng, door eene krampagtige zamentrekking van zommige fpieren, die hec werktuiglyke der fpraakdeelen helpen vormen (V) • Eene gezonde bloedryke en welbefpraakte meid van 18jaaren,uit een zeer benaauwden droom wakker wordende, konde 's morgens geen enkel woord fpreeken, was voor het overige gez0nd, en klaagde over geen pyn. Na herhaalde, aderlaatingen , en het gebruik der oranjebladeren, Valer. fyl0. enz kreeg zy haare fpraak wel weder., dog" deeze bleef zeer belemmerd, inzonderheid ten tyde der fton. den, of andere voorafgaande omftandigbeden. Vei, Rac gaf haar 16 poeijertjes uit drie dragmen zuiker en la greinen Flores Zinci bellaande , 0n> daaglyks vier derzelve te gebruiken, met een aft trekfel van wynruit. Den vierden dag had zv reeds merkelyke verligtfag,■ en vier weeken daarna was zy herfteld, zonder ten tyde der ftonden, of by andere gelegenheden, eenig ongemak onder het fpreeken te hebben. XIII. CO Lt.oki o«r de Campker, door veirac, V.94,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 207 beelden op van de uitwerkingen die de fchrik op het geheugen kan hebben (V). De beroemde Schryvers der Vaderlandfche Letteroelfeningen deelen in hun Maandwerk eene zeer fraaije Waarneeming mede van den Heer wichmann, uit de Verhandelingen van de Koninglyke Sociëteit van Gottingen, waar in een zodanig ver. lies van geheugen, door gebruik der Flores Zinci geneezen is; het zy my geoorloofd deeze Waarneeming om haare byzonderheid woordelyk over te neemen (s). §. 53. „ Eene jonge dogter van 14 jaaren was „ zeer verfchrikt door het vallen van een vies, die j, van de tafel op de grond viel. Geduurende de „ eerfte agt dagen , na dit voorval, vertoonden „ zig alle voorwerpen blaauw. Op het minfte „ geraas, of wanneer men de hand fchigtig voor „ by de oogen ftreek, fchrikte zy en fprong op. „ Zy verloor haar geheugen , in zo verre, dat „ zy zonder anders eenig teken van bysterzinnig„ heid te geeven, de gemeenzaamfte voorwerpen „ niet werpen; hier door was hy zodanig gefchrikt dat hy ter. ftond door de vallende ziekte was aangetast. Tot heden gebruikt hy de Valer. Sylv. en hy bevind zig vrolyk en wel, vry van alle toevallen. f>) Wysgeerige, oordeelkundige en redenkundige Verhandelingen, /. Deel, bl. 17. (s) Nieuwe Algemeene Vaderlandfche Letteroefeningen, UI. Deel, Mengelwerk, bl. 431.  ao8 J. ROBOL, over het „ niet wist te noemen. Zy had zelfs vergeeten „ Duitsch en Fransch te leezen, en kon niet uit „ haar hoofd fcbryven. Met veel moeite fchreef i, zy eenige woorden van een lettergreep na; zy „ voegde 'er fteeds eenige overtollige letteren by, „ en by woorden van meer lettergreepen , zette « zy beftendig een r naa elke lettergreep. „ De Geneesheer wichmann, den voortgang „ of het afneemen van die zonderlinge ongefteld„ heid willende waarneemen, verzogt dat de pa„ tiente hem alle dagen een briefje zou fchryven. „ De eerrte briefjes behelsden zonder orde of „ fchikking de naamen van eenige perfoonen, die „ zy op dien dag gezien had, dog zodaanig ver,» anderd door het inmengfel van overtollige let„ teren, dat het onmogeiyk was dezelve te leezen. „ Naar geiange haar fchryven geregelder wierd, „ is ook de zwaarigheid om voorwerpen te noe„ men , en te fpreeken, afgenomen, als mede „ de ügtverfchrikbaarheid; en in den tyd van zes „ weeken hebben alle verfchynzels van deeze „ vreemde ongefteldheid opgehouden. De behan„ deling *was zeer eenvoudig , de Heer wich„ MflNN heeft niets gebruikt dan de bloem van Zinc met witte Magne/ia. " • -. §. 54. Het voordeel der Flores Zinci, in zwaare bedwelmingen, word in de volgende Waarneeming van den Wel Ed. Hooggeleerden Heer d. nor. 13 erts,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 209 ft erts, oud Hoogleeraar in de Ontleedkunde in '1 Hage, aangetoond (*). Elfde Waarneeming. Een man oud 40 jaaren , was aan zwaare bédwelmingen onderhevig. Hy was gaande en ftaaiü. de, niet bedlegerig. Dikwils viel hy plotzelings neder, kwetffe zig. gemeenelyk door den val, aan, 't hoofd of aangezigt, en fnorkte fterk, met eenige bewegingen, zynde geduurende dien tyd onbewust van al het geen 'er omtrent hem gebeurde. Hoewel dit toeval hem fchielyk en onvcrwagc overkwam, konde zyne huisvrouw het dikwils voor af aan zyne oogen en aangezigt zien, waarom zy hem als dan terftond op een lloel nederzette, op dat hy niet zoude vallen. De aanvallen kwamen hem zo wel by dag als by nagt over. Zyne huisvrouw,door de beweging welke hy maakte by nagt, wakker wordende, tragtte hem als dan met veel moeite eenig drinken in te krygen; de aanval geëindigd zynde bleef hy nog eenigen tyd bedwelmd. De Hoogleeraar (die volgens zyn Ed. betigt geen naauwkeuriger aanteekening van dit geval had gehouden) by deezen man geroepen zynde, gaf hem verfcheiden middelen, dog vrugteloos; om (f) Deeze, als ook eenige anderen, ben ik verfcbuldigd aaiï de bezorging van myn Vriend den Wel Eenv. Heer muilSi a n , thans Gereformeerd Predikant op het Eiland Wieringem XV. deel, O  210 J. R O B O L, over het om dus bepaald de kragt der Zinkbloemen. te beproeven, gaf hy dezelve alleen met zuiker gewreeven, beginnende met twee greinen , en trap.'gewyze tot 60 greinen opklimmende, zonder eenige kwaade uitwerkingen daar van te befpeuren , ja met dat gelukkig gevolg, dat de lyder herftelde. De Hoogleeraar voegt 'er in zyn berigt by: „ zo „ dit al geen Epikpfie was, had het dog veel van „ het Epileptifche.'''' De fnorking die zig by dit toeval voegde, doet my denken dat het geval behoort tot dat foort van beroerte, welke sauvages noemt Apoplexia Epileptica (ju), en welke mis. fchien door Vader hippocrates reeds is waargenomen (v). §•55- In Vdelhoofdigheden had gaubius de Flores Zinci aan Dr. veirac ter beproeving aangeraaden,hy heeft ook eenige proeven met dezelve genomen; dog of zyn Ed. deeze nader aan het publiek heeft medegedeeld is my onbekend. Indien wy opmerken dat de ongefteldheden des verftands, welke in veele reeds aangetekende Waarneemingen by de ftuipziekten gevoegd waren , ook na het gebruik deezer bloemen geweeken zyn, dunkt my dat wy ze veilig met hoop van herftel ook in die gevallen kunnen beezigen; eigen Waarneemingen bezit ik niet: rutty zegt (jw) dat de Flores ZinCu) L. c. T. I. Clasf. VI. N". 8. p. 849. {v) In libro de Glandulis, Ed. Foës. p. 272. (w) L. c. p. 559.  GEBRUIK deü ZINKBLOEMEN. 211 Zinci in ydelhoofdigheid zonder koorts gebruikt worden. %. 56. 'Er zyn nog eenige ongemelde foorten van ftuipziekten, waar in de Zinkbloemen met vrugt gegeeven zyn : als door gaubius in de hondskramp (Spasmus Cynicus) (x) , in de zinvang (Catalepfis) door ardesch fjy) en van doeveren (z), in eene krampagtige borstbenaauwdheid (Asthma Spasmodicum) door veirac (ö), Job ba ster (b) en s'graeuwen (c). De Engelfche Geneesheer th. withers heeft eene Verhandeling gefchreven over dit Asthma, en de geneeskragt der Zinkbloemen tegen hetzelve. Zy is in 1781 te Leipzig in het Hoogduitsch uitgegeeven. Zy zyn ook met nut toegediend in krampagtige braakingen (Vomitus Spasmodici), die gepaard wa. ren met eene ftuipagtige zamentrekking van den onderbuik (d). Hertz deelt ons zeer wydloopig eene aanmer* kelykeWaarneemirtgmede, wegens eene vryster van 19 jaaren, met hyfierique aanvallen en hik gekweld, wel- (x) Hart, /. c. (dO Vid. michell Disfert. de Sympatkia inter Capui ê? genitalia, &c. p. 34. (2) T. lambergen Disfert. de Puella Cataleptiea ,p. 9. (a) L. e. bl. 85. (£) Handelingen van het Provinc. Utr. Genootfchap, /. e. bl. (O 1" c. bl. 747. 00 Comment. de Rebus, T. XXFIU, p. 581. O 2  412 J. ROBÜL, OVER. HET welke allerhevigst was, en na het toedienea van het 01. Anim. Dippel. en Laad. Liq. Syd., als mede een drankje met de Naphta Pitricl., in eene moeijelyke ademhaaling mst een helder kraakend geluid veranderde; ook had zy menigvuldige flaauwtens. De Cort. Peruv., Opium, Castor., Sulph. Ant. Aur. deden niets af, de fterke purgantia hinderden haar, een azynklisteer deed haar veel bloed en flym afgaan, een verkoelend laxeermiddel bevorderde daar na veele Hinkende afgangen, waar op de fhauwten begonden te verminderen; dog de maandftonden waren traag, en bleven dus, niettegenftaande het gebruik van Aloë, Extract. Croci en yzer ; het Sem. Sebadül. veroorzaakte galagtige braaking en ftoelgangen , dog de lyderesfe bleef in denzelfden toeftand der ziekte, alleen vloeiden de menfes regelmatig. Drie maanden, na dat zy in het Lazareth gekomen was, gaf hy haar de Zinkbloemen tot 4 greinen alle twee uuren, en na dat zy twaalf poeijers daar van'gebruikt had, ontftond er eene merkelyke verandering in de ziekte: het geluid by de ademhaaling had geheel opgehouden , men hoorde bet zelve alleenlyk, wanneer zy met voordagt den adem fterk ophaalde; den volgenden dag had zy flegts twee krampagtige aanvallen , en des nagts niet meer dan een ; zy hield met de Spiauterbloemen aan. Eenige dagen daarna was het geluid by de ademhaaling weêr een weinig fterker, ook kreeg zy kramppynen in den  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 213 tien buik. Men voegde toen by elke gift flores Zinci een half dragme pulv. Fol. Aurant. ; daarop nam de beterfchap van dag tot dag toe, en zy herftelde (e). De Pompholyx, welke met onze bloemen van eene natuur is, wierd ook volgens lemery van een tot twee fcrupels in de tusfehenpoozende koortfen gegeeven (ƒ). In deeze Verhandeling, §. 13, bl. 149. 150. §.50, bl. 202. 203. zyn ook diergelyke voorbeelden opgetekend; ook word by blake (ƒ*_) gemeld dat de Flores Zinci van veel kragc zyn in de tusfehenpoozende koortfen, inzonderheid die hardnekkig zyn. Buiten de reeds gemelde Schryvers hebben nog fommige Engelfchen, Waarneemingen aan het ligt gebragt, tot ftaving van het krampftillend vermogen deezer bloemen , als duncan, rusch , white, dügud, leith, enz. in de Engelfche Geneeskundige Verhandelingen: verder hurlebusch, hartmann, martini, in byzondere Verhandelingen over dit middel, als mede theden, fouquet, muzell en anderen. XIV. Zyn de Spiauterbloemen wormdryvende? §. 57. Een jongeling van 10 jaaren, by wien ik wormen vermoedde, gaf ik te vergeefs wormdryCe) L. e. bl. 282. en volgende. Cf) Rutty, /. c, p. 406. Cf*) Fen der krankheit. der Seeleule, p. 319. & feq. O 3  214 J- R O B O L, over het dry/ende middelen; dog met een ander oogmerk de Floret Zinci, tot twee greinen daags voorgefchreeven hebbende, loosde hy, agt greinen gebruikt hebbende , een ronden worm van twaalf duimcm lang (/**). Dit geval en eene Waarneeming van den Heer insfeldt, waar van ftraks nader, deeden in my het vermoeden ontdaan , of 'er anisfchien in de bloemen van het Zink, gelyk in het gefchraapte tin, iets fpecifieks tegen de wormen huisvestte. De my daarna toegezondene Waarneemingen hebben my in dit vermoeden bevestigd. Daar my 'er geene bekend zyn, betrekkelyk dit vermogen der Flores Zinci uitgegeeven, falleen vind ik dat batsch van het gebruik deezer bloemen fpreekt in de vallende ziekte, door wormen veroorzaakt (g),) zullen de volgende, my door myne Geneeskundige vrienden toegezonden, zoo veel *e aangenaamer zyn, en ten minften aanmoediging geeven om door verdere proeven ook deeze werking te bepaaien. Twaalfde Waarneeming (K). §• 53. Een jongen was met Epileptifche toevallen bezogc. DSS Heer rovers oordeelde dat dezelve uit wormen ontftonden; hy gaf hem de Fier fes Zinci, de iïuipen bedaarden; en na het op- (ƒ**) Vergelyk Servandis Civibus, 1L D*eL , ^ J%G* °' B'v rsCH Perzuet einer Arzeneimittellehre, &c.Jena 1790, p. 201. C/0 Dseze is vau 'niyo. reeds gemelden Vriend Dr. r o v e e s.  GEBRUIK dek ZINKBLOEMEN. S15 houden van dezelve, raakte hy veele zo levende als doode wormen kwyt, waar door dus de Ant~ helmintica Indicaiio ten vollen bevestigd wierd,en de Flores Zinci als een Ani helminticum werkten. Dertiende Waarneeming (f). §. 59. „ Een boeren jongen van 9 jaaren, was reeds een jaar lang met de Epilepfia behebt; de aanval» len waren, in de eerlbi vier weeken, om de drie a vier dagen een; van tyd tot tyd namen zy toe, zo wel in hevigheid als in getal, zo dat hy eindelyk drie a vier Paroxysmi daags kreeg. Allerleije middelen hier teg n vergeefs gebruikt zynde, vroeg men my om raad. Den lyder onderzoekende , verhaalde men my dat hy reeds langen tyd een fterke eeter geweest was, altyd mager, en eentgen tyd een dikken harden gefpannen buik , als ook zomtyds een flymigen buikloop, met knypende pynen vergezeld, gehad had, en nu en dan eenige wormen kwyt wierd. Zyn oogen waren duister, de Pupillen zeer verwyderd; tekenen genoeg van flym en wormen in de darmen. Dus was de eerfte aanwyzing den flym te ontbinden , denzelven nevens de wormen te ontruimen,en dan vervolgens de verzwakte en al te beweeglyke veezelen te herftellen. Ik (O Deeze en de XIV. Waarneeming zyn van den Heer mtppft. O 4  210" J. RüBO L, OVER HL T Ik liet dan myn lyder agt dagen lang honing, osfegal en Spaanfehe zeep rykelyk gebruiken, en om den anderen dag een poeijer van de Ref.Jalapp. gr. vj. Merc. Bulc. gr. ij. Sacch. gr. xij. waar na by eenige flymerige ftoelgangen kreeg, en 'er eenige wormen mede voortgingen. AUengskens de gift deezer poeijers vermeerderende, en teffens voortvaarende met de zeep, honing en osfegal, volgden den twaalfden dag veele flymerige afgangen met wormen. De aanvallen wierden thans menigvuldiger, de buik bleef even hard gefpannen, van de zeep, enz, wilde de jonge niet meer inneemen. Ik liet hem een groote dekpleister van Afa foetida, verdikte psfegal, en Campher op den buik leggen, en de poeijers twee dagen na elkander inneemen. 'Er volgden weder fterke flymontlastingen met eenige Wormen; de buik thans weeker geworden zynde, en de lyder geen poeijers meer willende inneemen , haalde ik hem met veele beloften over om flegts eenige pilletjes, vier a vvfmaal daags, te neemen. Die gelukte eindelyk: ik gaf hem de Flores Zwei, gr. j. in ieder pil uit honing en broodkruimen gemaakt. Deeze agt dagen lang gebruikt hebbende , en de aanvallen niets verminderende, wierd nog een grein der Flores by ieder pil gevoegd, zo dat hy daags van 10 tot 12 greinen innam. Hier op volgden den vierden dag hevige benaauwdheid en braakingen; hy, fchreeuwde over pyn in het  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 217 lyf en in de leden; de aanvallen waren deezen dag maar twee, en zeer kortduurende; tegen den avond kreeg hy hevige perfingen op den afgang, mee een volgde een groote bal ineengerolde wormen, en hy wierd 'er naderhand nog veele kwyt. De lyder fliep den nagt daarop zeer gerust. Voortvaarende met de pillen, en dezelve van dag tot dag vermeerderende tot twaalf, veranderden de aanvallen in hevige krieuwelingen en pynen in handen en voeten, volgens zyne eigene uitdrukking als of 'er wormen door de handen en voeten kroopen (VIII. Waarneeming, §. 42.). Hy bleef thans twee a drie dagen van de Epileptifche aanvallen vry , at en dronk zeer natuurlyk. De afgang hard zynde liet ik hem weder honing met Spaanfche zeep gebruiken; 'er volgden hevige braakingen en pyn in de maag en darmen. Ik liet eenige dagen de Flores Zinci weg, en gaf hem zeeppillen met rhabarber, waar na de pyn ophield , en natuurlyke afgang volgde. Vervolgens de-Flores Zinci herhalende konde hy ze wel vcrdraagen; hy gebruikte weder 10 pillen, de aanvallen waren thans zeer zeldzaam, in agt of twaalf dagen flegts een, en zeer ligt; en nog drie weeken met deeze pillen aangehouden hebbende, bleeven zy geheel weg, wordende de jongen gezond en fterk, en blyvende zodanig nog twee jaaren daar na, wanneer hy aan eene andere ziekte pverleeden is." O 5 Veer-  ai8 j. R Ó B O L, over het] Veertiende Waarneeming. S- 6b. „Eene arme Weversvrouw van s8 jaaren, was reeds in haar jonge jaaren, en nu weder zedert eemgen tyd met Epikptifche aanvallen befaear. Men verhaalde my dat zy thans naauwiyks een uur vry was van aanvallen, en tevens reeds eenige weeken nu en dan krankzinnig. Zy was te voren zeer gulz.g m het eeten, moetende uit armoede zeer flegre kost nuttigen, zy klaagde te voren dikmaals ov-r rommelingen en krimpingen in het Jyf, kreeoeen Herken honger, en moest zo voort ipyzen tol zig neemen, en deeze niet terftond kunnende krygen wierd zy flaauvv; zy Honk zeer uit de keel, en had geduurig een flym{gen en Wa[eragtigen mond. De menfes had zy tamelyk fterk om de drie weeken. De aanvallen begonden by haar met een gedruach en duizeligheid in het hoofd, wanneer zy ftraks daar na nederviel, en de hevigfte ftuiptrekkingen volgden ; deezen iets bedaard zynde, kwam zy aan het fchreeuwen, dat de Engelen des hemels met haar dansten, enz. Deeze krankzinnigheid duurde ruim twee uuren, in welken tyd zy nu en dan fterke neigingen tot braaken had. Reeds menigmaalen had zy eenige levendige wormen overgegeeven , en van onderen was zy 'er ook verfcheiden kwyt geworden; ook waren haare 0 , de ^ zeer verwyderd. Ik  A J. R U B O L, over het flisfende geef ik dezelve niec op; zy kunnen alleen ltrekken om anderen aantemoedigen, om door met oplettenheid gemaakte Waarneemingen, deeze werking vaster te bepaalen, als ook of de Zinkbloe. rnen den omloop des bloeds geregelder maaken , dan of zy alleen de krampen , waar door die noodzakelyke ontlasting verhinderd word, wegneemen, dan wel of deeze bloemen als zagtelyk prikkelende hunne kragt uitoeffenen. §■ 65. Eene dertigjaarige vrouw was reeds eemge mcanden met eene krampagtige borstbenaauwdheid geplaagd ; door een fchrik haar ten tyde der ftonden overgekomen hielden deeze op hier op volgden verfcheiden breeder omfchreeven toevallen (o> Zy gebruikte drie weeken lang een Conditum uit te Hellek Niger en Fok Senn*, dog te vergeefs. Veirac gaf haar daarna dagelyk! anderhalf grein Flores Zinci in drie giften , en klom op den agtften dag tot twee greinen in vier giften , en liet ook het Conditum voortgebruiken; na dat zy drie weeken met deeze middelen had aangehouden, was de witte vloed met bloed gemengd; de kleur en kragten waren zeer verbeterd, de aanvallen der borstbenaauwdheid waren wel minder in getal, dog overvielen de lyderesfe egter om den vierden of vyfden.dag zeer fterk. Hy gaf toen de Flores Zinci alleen, met een af- , (O Veirac, /. f.  223 J. R O B O L, over «et vallen der Catakpfts alleen drie dagen voor en na den ftondenvloed plaats hadden. Eindelyk genas deeze Juffrouw ten vollen, na dat de ontlasting der ftonden geheel herfteld was (p). Zestiende Waarneeming. 5. 66. Mejuffrouw A. M. D. kreeg, in het midden der maand October van het voorgaande jaar, eene zwaare duizeling, waar op zy in flaauwte viel met zwaare ftuiptrekkingen ; dit. duurde wel een uur, waar na zy zeer vermoeid tot bewustheid kwam. Veertien dagen daar na kreeg zy weder hetzelve toeval, dog viel toen neder, met het hoofd zwaar tegen de tafel flaande, zo dat zy zig We en fterk bloedde. Eenige voorgefchreven! druppelen haar niets baatende, wierd ik om raad gevraagd. De lyderesfe was zeer zwak, van een hgt beweegbaar zenuwgeftel, had altoos fterk de ftonden, veeltyds om de drie weeken, dog deeze waren korten tyd voor den eerften aanval niet verfcheenen; zy klaagde thans geduurig over ligthoof. digheid en hartkloppingen. Ik fchreef haar voor: Flor. Zinci gr. xif. Sacch. Mbifs. dr. j. M. F. Pulv. N°. xij. Om vier poeijertjes daags in te neemen , en 'er een maand lang dus mede voort te gaan. Drie da- C*) By michf.Li., Disfert. cit. p. 34. \ geW  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 229 gen na het gebruik vêrfcheenen de ftonden, welke zy zedert geregeld dog fterk heeft, het toeval is tot heden ('er zyn reeds meer dan vier maanden voorby) met wedergekomen, en zy bevind zig redelyk wel, de zwakheid uitgezonderd. Zy gebruikt nog met vrutrt pillen uit het Extract. Ligni Quasf. en Flores Zinci. (Nu onlangs is zy aan een lchieIyk ontftaanen waterzugt, welke in weinige weeken doodelyk wierd, geftorven.) De volgende Waarneemingen zyn my door myn waarden Vriend, den uitmuntenden Geneesheer g. g. ten haaff , Secretans van het Bataafsch Genootfchap te Rotterdam, medegedeeld. Zeventiende Waarneeming. §. 67. Zyn Wel Ed, wierd in het jaar 1772 geroepen by eene nabeftaande van den geleerden hart, dezelve welke deeze door de Flores Zinci geneezen had Qq). Deeze Juffrouw den ontydigen dood van deezen haaren Vriend, en Geneesheer, vernomen hebbende was zeer verfchrikt, en herviel in haar voorige ziekte. Myn Vriend ten haaf? fchreef de Flores Zinci met veel vrugt voor, dog zy wederom zwaar gefchrikt hebbende, konde hy mes eene vermeerderde gift der Flores Zinci niets uitwerken; ja hy was genoodzaakt van'dezelve afteftappen , om dat de ftonden zeer fterk wierden, en (O Fid. ejus fape cit at. Disf. p. 30, P 3  V.o j. RüGOL, over het en de lyderesfe bloedige fluimen opgaf, fc*-* daad, na dat hy den barnfteen, het Oleum Animale Dippelii, met het pynftillend vogt van hoefman had voorgefchreeven , hield de flondenvloed op, de bloedige fluimen verdweenen, en zy genas door dit doordringend middel. Ka dien tyd heeft zyn Ed. haar nog een en andermaal te Flores Zinci, en zomtyds zelfs nog met goed effect gegeeven, maar heeft 'er eindelyk van moeten afzien, om dat zy in het vervolg die goede Uitwerking „iet meer te weeg bragten, of zelfs foortgelyke toevallen , als waar 'van hier boven geWag gemaakt word, veroorzaakten. Zedert de menJes by deeze Juffrouw opgehouden zyn, en zy ook, fchoon «xfcrk niet als te vooren, aan Afvctiones JServof* laboreert, heeft «er by dezelve (zy is diep m de 4q jaaren) eene fterke Diathefis InflamViatona plaats, zo dat hy haar twee a driemaaJen moet doen aderlaaten , en haar thans niet anders, dan Antiphlogistica kan toedienen, moetende inzonderheid van alle verwarmende, opdrogende middelen, zelfs van den Cortex Peruv. dien by baar te vooren met zeer veel nut toediende, geheel afzien. De volgende fchoone Waarneeming van dien zelfden beroemden Geneesheer van dien aart zynde,dat dezelve wel wat breedvoeriger dient bekend te syn, zal ik dezelve woordelyk mededeelen; zy was reeds aan den geleerden lentfri^cügezonden, om  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 231 om in het derde fluitje zyner uitgezogte Verhandelingen geplaatst te worden, dog dit is niet in het licht verfcheenen. Agttlende Waarneeming. %. 68. „ Eene jonge dogter A. R., te Breda woonagtig, wierd in het jaar 1759, wanneer zy tusfchen de 14 en 15 jaaren oud was, van pene zwaare pyn in de regterzyde, en heeschheid op de borst overvallen, zo dat zy byna geen geluid konde geeven, en met doodelyke benaauwdheden gekweld was. Door de adtrlaating, op order van een Geneesheer gedaan, kreeg zy telkens een weinig verligting , wordende dezelve toen ter tyd tienmaaien verrigt. Zy wierd langzaamerhand een weinig beter, dog bleef benaauwd op de borst, ên zwaar hoestende , wordende daarenboven van dag tot dag flapper, en beweegclyker van zenuwgeftel, zo dat zy door de minfte ontroering haar geluid verloor, het welk niet dan door de aderlaating konde herfteld worden. In dien ftaat bleef de lyderes tot in November, wanneer zy door allerhevigfte ftuiptrekkingen wierd overvallen , waar door zy zo afgetobt wierd, dat zy geduurig het bed moest houden, en wegens zwakheid, wel drie dagen lang geen bewustheid van zig zelve had. Dit duurde tot in February j 760, in welken tyd zy nog twaalfmaal gelaaten is„ Toen kwam zy wederom op de been, en zukkelP 4 &  e.3* J. RüBOL, over het de voort tot in het laatst van Mey , wordende ïmusfchen om de diie weeken adergelaaten : als wanneer de toevallen wederom zo fttrk als ooit zig vertoonden, waar voor zomtyds wel driemaal 's weeks de aderlaating gefchied is. Dit duurde tot September, in welken tyd zy zestienmaal gelaaten was. Een weinig beter geworden zynde hield zy het fleurende tot in December, wanneer alles op nieuw met de uiterfte hevigheid begon, en, niet tegenftaande 'er, behalven andere middelen, klisteeren, Spaanfche vliegen, en aderlaatingen in het werk gefleld wierden , egter voortduurde tot in April 1761, wanneer zy wat beter wierd. Zy had toen nog nooit de menftrua gehad; haar Doctor begrypende dat zy misfchien , als deeze voor den dag kwamen, te herftelien was, gaf haar hier toe dierflïge middelen, dog te vergeefs. In Augustus wierd zy wederom met ftuipen en benaauwdheden op eene hooggaande wyze overvallen, terwyl zy in den tyd der tusfchenpoozingen, met flaauwten, en wreede pynen in de lendenen en in hét hoofd, gekweld was. Dit duurde voort toe in April i?ó2, zynde zy in dien tyd twaalfmaal gelaaten, Toen bevond zy zig wederom wat beter, kreeg ook, onder het gebruik van geneesmiddelen, de ftonden , fchoon niet geregeld , om dat dezelve Wegens de aandoenlykheid van haar zenuwgeftel dik-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 233 dikwils opiloegen , waar voor zy dan al wederom wierd adergelaaten. Offchoon zy de ftonden gekreegen had, bleeven haar de benaauwdheden en pyn in de zyde by, ja zelfs vermeerderde de hoest. In November verergerde alles weder, zodanig dat zy het bed moest houden. Dit duurde tot in January 1763, in welken tyd agt aderlaatingen gefchiedden. Zy kwam toen weder op de been, dog verviel in eene zwaare buikwaterzugt, welke, te gelyk met haar andere ongemakken, voortduurden tot in Maart 1764, wanneer zy, fchoon in dien tyd nog tienmaal gelaaten zynde, door fterke buikzuiverende middelen van de waterzugt geholpen wierd. Toen was zy voor een tyd naar haar doen redelyk tot in February 1765, wordende toen wederom door haare vorige benaauwdheden en pyn-n ten fterkften aangetast. Na zesmaal gelaaten te zyn, en-verdere middelen gebruikt te hebben, wierd zy wederom wat beter, houdende het nog op de been, tot in Juny 1766, in welken tyd zy nog vyftienmaal gelaaten is. Op dien tyd verergerde alles wederom in den hoogden graad. Zy geraakte buiten kennis vyf dagen lang, en was tot 'er dood toe zwak; desniettegenftaande wierd zy wederom agtmaal gelaaten.^ Langzaamerhand een weinig beter wordende hield zy het fleurende tot in Maart 1767, geduuP 5 ren-  234 J. R Ó B O L, OVER HET rende welken tyd nog tien aderlaatingen gefchiedden. Op n.euw overviel haar weder eene zwaare ziekte, met zwaare ftuipen en pynen vergezeld, waar voor zy toen negenmaal gelaaten wierd. Zy bekwam weder .een weinig tot in January ,768, moetende in dien tyd nog zeven aderlaatingen on oergian. ° Zy wierd toen op nieuw erger geduurende drie maanden wordende wederom zevenmaal gelaaten. Tu-fehen beide zig wat beter bevonden hebbende, kreeg zy by haare andere opftoppmg van water, welke tegen alle aangewende hulpmiddelen drie dagen voortduurde; zo dat zy, na wederom driemaal gehaten te zyn, zi<, genoodzaakt vond het water af te laten'tappen* waar door zy, met de pi,, te geJyk eenig bloed en etteragtige ftoffe kwytraakte , houdende nog zes weeken lang geweldige pyn in het Watermaaken. Te gelyk met dit toeval was zy ook in de zwaarfte ftuipen gevallen , waar door zy aan de Imker zyde ftyf geworden was. Dit duurde elf weeken, wanneer zy in dien tyd nog viermaal gehaten zynde, nagts eene zwaare Py„ in 4r ftyve been gevoelde, zynde dit 's morgens met brume blemen bezet, waar uit een faffraankleurig water hep. Op dit been wierd een fontanel 1 zet, waar na de blemen verdweenen, dog het been bleef ftyf, en was veel korter dan het ander, zo dat ^ lyderes genoodzaakt was op een kruk te $m Dit  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 23$ Dit tot in February 1769 vqortduurende, kreeg zy wederom eenig gevoel en beweeging in het been en linker arm , zo dat zy met behulp van een ftok in October weder uitgaan konde. Kort daar op 's avonds in de Kerk zynde, wierd zy op nieuw door een zwaar toeval aangetast, zo dat zy wederom zeer krank geraakte. Men wierd toen onder de borst een hard gezwel gewaar, het welke men door pappen en pleisters tragtte te vermurwen, op dat het zig naar den buitenkant zoude openen, dog te vergeefs. Na tien weeken tyd brak het naar den binnenkant door, waar op de lyderes een verbaazende menigte bloedige etter door de braking is kwyt geworden. Dit is nog door een geweldig zweet gevolgd. De ftuipen hielden middelerwyl nog aan, dog met dat gevolgy dat de ftyvigheid, welke zy nog in de linker zyde had, geheel verdween. Zy beterde wederom lang» zaamerhand, en konde in April 1770 wederom naar de Kerk gaan. Zy was in dien tusfchentyd tienmaal gelaaten. In het laatst van Mey wierd zy wederom zwaar ziek, en herviel op nieuw in zwaare ftuiptrekkingen; zy beterde egter wederom, en bleef voortzukkelen tot in February 1771, zynde in dien tusfchentyd twaalfmaal gelaaten. Hier op wierd zy wederom door een zwaar toeval aangetast, waar door zy op nieiuv aan de linker zyde ftyf wierd 4 ook wierd zy wederom iterk wa-  236" J. RüBOL, OVER «ET waterzugrig; dog bet water ontliep haar toen van zelfs zo fterk, geduurende twaalf dagen, dat het door het bed heen vloeide ; dog hier op verviel zy wederom in zulke zwaare ftuipen , dat haar aangezigt geheel 3gterom getrokken wierd. Men deed haar in dien tyd tien aderlaatingen en zette zestien kly.teeren; zy beterde weder een weinig, en bleef aan de beterhand tot in Maart i772 zynde in dien tyd nog agtmaal gelaaten. Toen volgde 'er wederom eene zwaare ziekte, en daar ontdekte zig op nieuw een gezwel onder de borst,het welk ook wederom naar binnen door, breekende, eene bloed- en etterbraking veroorzaakte, het welk met zo veel geweld gefchiedde, dat hier door in de regter liesch een breuk veroorzaakt wierd. Uier by kwara ook wederom op_ ftopping van water, het welk weder afgetapt moest worden. Zy bleef toen zeven weeken het bed houden, wordende verfcheide reizen adergelaaten. Langzaamerhand een weinig beterende, hield zy het op de been tot in April 1773. '£r volgde toen al wederom eene verzwaaring van toevallen: het water wierd wederom opgeftopt, en moest door den Catheter tweemaal ontlast worden, de pyn i„ de zyde was geweldiger, ook kwamen hier by krompen in de ingewanden. Zy hield agt weeken het bed, en wierd wederom verfcheide keeren gelaaten. Zy beterde weder een weinig, zo dat zy ter naauwernood zig buitens hult  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. c;? huis konde begeeven. Die duurde zo voort tot in de maand July, wanneer zy, om zig een weinig op te beuren , zig herwaards begaf, en my by geval ontmoetende, voorftelde of 'er niets tor haare hulp was uittedenken. Ik vond haar op dien tyd van eene zeer zwakke wateragrige gefteldheid. En geen wonder, zy was in 14 jaaren tyds tweehonderd vyfëntwintigmaai adergelaater. Zy klaagde van zwaare pyn in de regter zyde, en eene benaauwdheid op de borst, zonder fluimen op te geeven; hier door was zy naauwlyks in ftaat om honderd treeden zonder rusten voort te gaan. Zy was nog dikwils aan opftygingen, en ftuipagtige toevallen onderworpen, leed zwaare pyn in de lendenen , had de ftonden zeer ongeregeld, maar was fterk aan den Fluor albus onderhevig ; hier by had zy nog eene verftyving. in den linker arm overgehouden , zynde zelfs de vingeren der hand tot een vuist ftyf zamengetrokken. Ik was verlegen wat te doen. Antifpasmodka, dagt my, kwamen het best te pas, om vermindering der toevallen te weeg te brengen, my geenzints met een volkomen geneezing durvende vleijen. Begrypende dat zy naar gedagten de meeste gebruikelyke Antifpasmodka reeds gebruikt zoude hebben , dagt het my goed , om egter iets te geeven, de Spiauterbloemen voor te fchryven, en wel op de volgende wyze:  *38 J. ROBOL, OVÉR II Et j^t. Flor. Zinci gr. viij. Sacch. Albisf. dr. ij. Cinnab. Nativ. gr. iij. M. F. Puk. N*. xij. Om 'er drie daags van te gebruiken. Naa twee dagen deeze poeijers gebruikt te hei> ben, verhaalde zy my zig niet erger te bevinden i en geen ongemak van het middel te hebben gehad; Zy fcheen in het tegendeel eenigzints ruimer op de borst, en 'er was een overvloedig roodagtig zetfel in het water gekomen. Zy ging eenige dagen voort rfiet het gebruik van dit middel, dog in plaats van viij. liet ik xij. greinen van de Flores onder de xij; poeijers mengen. Dagelyks loosde zy toen een welgekookté en rykelyk bezonken pis , zy voelde zig ruimer öp de borst, de pyn in de zyde verminderde, zy raakte overvloedige fluimen kwyt, het geen zy nooit te voren had kunnen doen ; daarenboven verhaalde zy my eenige beWeeging ih de vingers van de zamengetrokkene hand te kunnen befpeufen; devvyl zy nu met meerder gemak gaan konde, raadde ik haar zo veel mogelyk de beweeging aan. Ik beval haar toen dagelyks vier poeijers te gebruiken ; dan hier door gebeurde het, dat zy eenigzints bloedige fluimen loosde, het geen ik egter voorkwam, wanneer zy wederom het voorgaande getal van drie dagelyks innam.- Vati  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 239 Van tyd tot tyd ging alles geregeld voort, zo dat na een tyd van vyf of zes weeken, de pyn in de zyde, en de benaauwdheid op de borst, gantsch verdweenen waren. Van opftygingen wierd zy niet meer aangevallen , en daarenboven was de hand zo gebeterd, dat zy byna dezelve weder tot haar wil had. De pyn in de lendenen en de witte vloed, was het eenigfte daar zy nog over klaagde; zy bleef nog flymerige fluimen loozen , en behield nog een zwaar zetzel in het water. Hier op is zy wederom wel te vreeden naar Breda vertrokken, en is nog eenige weeken met het gebruik der poeijers voortgegaan. In het laatst van September fchreef zy my, dat zy toen vry wel voer , dat zy van geen pyn of benaauwdheid op de borst wist, geheel van overvallen bevryd bleef, dat haar hand volkomen herfteld was, zo dat zy in ftaat was om 'er alles mede te doen. Zy had toen ook de ftonden geregeld, en wierd van dag tot dag fterker. De lendenpyn, fchoon nogthans veel verminderd, was het eenigfte het welk haar nu en dan kwelde, dog waar van zy hoopte door den tyd verder herfteld te worden. In 1774 heb ik nog berigt gekreegen, dat zy, fchoon eens door een zeer zwaaren fchrik aangedaan zynde, egter welvaarende was gebleeven, en in ftaat om haare zaaken te verrigten. Inkhet najaar van dat zelfde jaar, is deeze Juffrouw  S4° j. ROBOL, over het frouw nog eens hier geweest, en verviel toert ineen Morbus biliofus, waar door zekerlyk wederom toevallen op de zenuwen Veroorzaakt wierden , dan van deeze ziekte meestal door de gewoone middelen, inzonderheid den Cortex Peruv., geneezen zynde, heb ik geene verdere gevolgen daar van vernomen; integendeel omtrent twee jaaren naderhand heb ik gehoord dat zy getrouwd is, en gezonde kinderen ter waereld heeft gebragt." Gevolgtrekkingen uit de voorgaande Proeven en Aanmerkingen. §. 69. Uit de tot dus verre aangetekende Proeven, van verfcheidene Schryvers, van eenigen myner Kunsrgenooten my edelmoedig medegedeeld, en eenige weinige door my zelf genomen, dunkt my dat ik het eer/te lid der Vraag, door het Genootfcbap voorgeteld, met ja, kan beantwoorden. Het Genootfchap vraagt: „ Heeft het inwendig „ gebruik der Flores Zinci tot nog aan de verwag" ting van den grooten gaubius — voldaan?" 'Er zoude zeker eenige halterrigheid veréischt worden , om dit te ontkennen. Immers de ondervinding van byna allen getuigt dat dit middel in ftuipjes uit het zuur der eerfte wegen allervermogendst is , en myne ondervinding (zo myn getuigenis nog iets kon bydragen) doet my verklaaren geen vermogender in dit geval te kennen (§. 28). Hei  GEBRUIK der ZINKBLOEIVrEN. 241 Het is waar, behalven de door my gedaane aanteekening (§. 29.) zyn my. geene Waarneemingen bekend ter betooging van het vermogen deezer bloemen, in de ftuipen door het tandkrygen der kinderen veroorzaakt ; dan zyn 'er ook die het tegendeel aantoonen ? deeze zyn my ook onbekend ; en wanneer wy uit de bedaarende kragt deezer bloemen wilden redeneeren, zoude men 'er in ftuipen ook uit deeze oorzaak goede verwagting van moeten hebben. In de ftuip- en zenuwziekten , waar aan inzonderheid de beminnelyke fexe in ons Nederland meer dan voorheen zo bitter zukkelt, hebben deeze bloemen zig in een menigte gevallen aller» vermogendst betoond (§* 21—28. §. 30—69.). Is de Vis tonica deezer bloemen misfchien aan derzelver Vis leniter adftringens toe te fchryven ? zommige Waarneemingen toonen dezelve genoeg aan, ook worden de abforbentïa met zuur vereenigd dikwils aufiera, en verfterken dus de flapheid der ingewanden, der fpiervezelen, en der vaten. §. 70. Het duurde ook niet lang, na dat gaubius dit geneesmiddel had aangepreezen , of men zag reeds in menigvuldige gevallen dat het aan zyne verwagting voldeed. Reeds in het volgende jaar 1772, verdeedigde de aan de geneeskunde te vroeg ontrukte hart zyne Inwijings Verhandeling, over het Spiauter, en het door Waar neemingen bevestigde geneeskundig gebruik van deszeljs bloemen. XV. peel, Q Nog  P46" J. R O B O L , over het derbuik en geelzugt aangetoond ; dog in zeven gevallen van gelyken aart, en uit dezelfde oorzaaken geboren, meld hy dat dezelve niets afdeed, en hy genas de ziekte door de Zee-uijens, Room van Wynfteen en andere middelen, welke in de voorige proeven vrugteloos gebruikt waren. Zoude men nu die voorige geneezingen daarom in twyfel trekken? dat zy verre; wy befluiten in tegendeel, zyne woorden,by deeze gelegenheid gebezigd,met regt op de Flores Zinci te mogen toepasfen (V). „ De verfchillende kragt en werking der oorzaa„ ken , de verfchillende gefteltheid der vaste en „ vloeibaare deelen, zomtyds de byzondere aart „ der ziekte, en andere diergelyken, welken byna „ in ieder lyder voorkomen, maaken zomtyds een „ en het zelve middel of nuttig of hinderlyk." 3. Stemt ook, de Heer carminati toe, dat de Flores Zinci waarfchynelyk op dezelve wyze inwendig werken als zy uitwendig werkende bevonden zyn, namentiyk, dat zy afvagende, opdrogende en zamentrekkende zyn, en dat zy het Zuur der eerfte wegen opflorpen5 dog hy beweert dac zy inwendig gegeeven niec verfterkende zyn. Zommige Waarneemingen , door my aangehaald, toonen aan dat deeze bloemen wezentlyk eene Vis tonica hebben, hoewel op eene andere wyze dan het ftaal en de kina,  243 J. RüBOL, OVER HET eisch der omftandigheden te paaren ; dog hier van nader. §. 71. Indien het nu zonder vooroordeel niet kan ontkend worden dat de Flores Zinci aan de verwagting van myn waarden Vriend en Leermeester voldaan hebben , durf ik ook op het tweede hd der Vraag antwoorden: ja, het inwendig gebruik deezer bloemen heeft de verwagting des Hoogleeraars ook overtroffen. Het Genootfchap vraagd: „ zo ja, in hoe verre, en in welke be, „ trekkingen of omftandigheden ? " §. 72. Voor eerst merke ik aan dat de Hooglee.aar wel hoop had dat de Zinkbloemen haaren rang onder de Antijpasmodica zouden hebben, dog hy dorst by gebrek van geuoegzaame proeven* dit nog niet ronduit bepaalen , verwagtende dat anderen dit door nadere Waarneemingen zouden beflisfèn. Uit de aangevoerde komt hec my voor dat het rtuipbedaarend, en krampftillend vermogen deezer bloemen alierduidelykst is, en dat zy de eerfte plaats onder de Antijpasmodica verdienen; zelfs in die gevallen waarin men a priori deeze uitwerking niet wel kon verwagten 3'—-6. 5» . 53, 68.)i ia de XVIII. Waarneeming hebben zy wonderen verrigt (§. 68.). In de vallende ziekte, welker oorzaak binnen de herfenpan fchuilde, fcheen de Hoogleeraar weinig van dit middel te verwagten; eenige aangehaalde Waarneemingen nogthans geeven het ver- mo*  GEBRUIK dek ZINKBLOEMEN. 249 mogen derzelver in deeze vreezelyke ziekte niec duister te kennen (§. 38, 54.). Ja gaubius zelf deelde aan hart de geneezing mede van eene Epikpfie, welke waarfchynlyk erflyk was. §. 73. De Hoogleeraar betuigde niet te weeten of deeze bloemen behalven eene zuurbreekende, zagtelyk zamentrekkende, en krampbedaarende eigenfchap, nog eenige andere hadden. De zweetdryvende kragt van dit middel word door de meeste Waarneemers erkend, en is my, benevens eenigen mynerVrienden,duidelyk gebleeken. Men kan dit altoos of in alle gevallen niet wel toefchryven aan de verandering, die deeze bloemen ondergaan door het zuur der eerfte wegen , waar door de ab/örbenda met acida vermengd, oplosfende, pis- en zweetdryvende worden, want zy deeden deeze werking, al was 'er geen bewys van zuur hoegenaamd aanwezig; ik duif dus deeze eigenfchap aan de Flores Zinci gerusc toekennen. In zommige gevallen werkten zy op de piswegen (§, 24, 68.); dit betuigen ook eenige my toegezondene berigten. In zommige wederom fcheenen zy op den afgang te werken (§. 25.). Ja my zyn twee gevallen bekend , een van een man van 38, en een van eene vryscer vaa 22 jaaren, in welke deeze bloemen, nadac zy verfcheidene fterke purgeermiddelen vrugteloos hadden gebruikt, din afgang bevorderden; zy waren Q 5 met  *50 J. ROB O L, over het met zuiker en kaneel vermengd voorgefchreven. Meestal wanneer men in den beginne grooter gift dan van een of twee greinen deezer bloemen geeft, verwekken dezelve braking; dit was reeds door glauber opgemerkt, ook is deeze eigenfcbap aan gaubius niet onbekend geweest. In de Waarneetningen (§. 67, 68.) werkten de Fiom op de borst en fluimloozing. Uit deeze gevallen, inzonderheid uit de Waarneemingen S. 42, 59, 60, 67,68, fchynt men eene ftimuleerende kragt aan dit middel niet te kunnen ontkennen. §• 74' De Heer veirac fielt de werking van dit middel twyfelagtig in die Convulfive beweegingen , welke door prikkeling eener Venerifcbe fcherpte , terug gedreeven fchurft, en Moreufe etter van in- en uitwendige verzweeringen veroorzaakt worden , als ook in die vallende ziekte welker oorzaak buiten het hoofd is. In de Venerifche fcherpte heb ik 'er geen nut van gezien, en wat de Moreufe etter aangaat, kan ik by gebrek van ondervinding niet oordeelen; ook niet wegens de eigentlyke fchurft, maar wel in op. zigte der terug gedreevene huiduitflag (§. 34-36.), en der vallende ziekte uit toevallige oorzaaken gebooren (§. 30, 58, 59, 60). Deeze Waarnee. mmgen ftellen dit, dunkt my, vry zeker. Eenige proeven geeven fterk vermoeden dat 'er iets in deeze bloemen tegen de wormen huisvest CS- 57—64.);  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 251 (§. 57—64.) '•> het zy iets fpecifieks gelyk in het gefchraapte tin («), of wel dat zy door eene Fis fiimulans hier werken, of wel dat zy met het doen bedaaren der krampagtige aandoeningen, door het wroeten en prikkelen der wormen veroorzaakt, de darmen beter in ftaat ftellen om deeze nadeelige gasten uittedryven; het is te hoopen dat nadere Waarneemingen dit zullen kunnen bepaalen. Het is ook te wenfchen dat nadere proeven zullen beflisfen, hoe en in welke omftandigheden de Flores Zinci als een ftonden verwekkend middel kunnen gebezigd worden; de Waarneemingen %. 25, 64—69 geeven 'er aanmoediging toe. §. 75. De wyze nu waar op dit middel dus, en niet anders werkt; of het de onregelmatige be. weeging van het zenuwvogt, of wel den motus cscillatorius der zenuwen, door deszelfs fulphureufe uitwaasfemingen, gelyk zommigen van de Anodyna ftellen, tegengaat, of waar in eigentlyk deszelfs vermogen beftaat? is my nog duiscer, en ik wil liever myne onkunde hier in belyden, dan door losfe gisfingen en onderftellingen, misfchien het kwaad vermeerderen, dat op die wyze reeds aan de Geneeskunde is toegebragt. De Berlynfche Geneesheer hirschel is van denkbeeld dat de werking der Zinkbloemen enkel in eene fchudding beftaat, die zy aan de zenuwen me- O) R. me a d Monita ^ Pracepta Medica, p. U'  *5* J. R O B O L, over het mededeeler; onze XIV. Waarneeming (j. 60 ) zoude dit denkbeeld kunnen begunftïgen. Van daar zegt hertz, die ook dit gevoelen omhelst, vol' gen de veranderingen die zy voortbrengen, en wel «* forten tyd na dac ze aangewend worden; en hy ftelt, dat de zenuwen deeze foort van verandering ras gewend worden, en dat zy derhalven hardnekkig m haaren toeftand blyven , hoe ze°r 21 T\ devrh0£Vee,heid va« dit middel vermeerdere (*> Men ziet dat dit gevoelen ook niet meer is dan een hypothefts, welke door verfcheN dene hier boven aangeteekende gevallen weder, iproken word. De uitwerkingen der beroemdfte middelen zyn ^ bekend; maar op welke wyze, by voorbeeld, ftuu de Koortsbast, de op gezette tyden weder- ikTk'A 7^'ja P,aatfe,yke ^ e" hoewel ik denk dat de Flores Zinci ook verder dan de eerfte wegen haare vermogens uitoeffenen, zal ik my in den twist der Geleerden hier over niet inmengen. " °e Leuw' TO in vvy leeven, wyst de uitge„ ploozene vergezogte befpiegelingen over de wer„ k,ng der geneesmiddelen van de hand, als ontydige vrugten van een weeldrig verftand, en " VCreiSfc aI,een ee«e vasce, hoewel bekrom» pene kennis, afgeleid uit de werkingen welke » wy waarneemen" (n>). CO L. c. bl. 3. En M Gavbh Advtrfari* rarii argumtnti, fi Iao.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 253 En hoewel deeze bloemen in werking met zommige andere middelen fchynen overeentekonen , zo als met het Opium, de Squilla, den Tartaus Emeticus , Cuprum Ammoniacale, Sal Jedativus Hombergii, Magisterium Bismuthi, Ipecacuanha, Muscus , enz., hebben zy nogthans iets byzonders waar door zy van alle andere verfchillen; zy fchynen my het meest met de Sulphur Antimonii Auratum, en andere bereidingen van het fpiesglas overeentekomen; ook ontbreekt het niet aan voorbeelden onder de reeds aangeteekende , dat zy in zommige gevallen alle Antijpasmodica hebben overtroffen: dit blykt inzonderheid uit de XVIII. Waarneeming (§. 68.), als ook uit de X. Waarneeming (§. 47.). §. 76. Niemand denke nogthans dat ik de Zinkbloemen als onfeilbaar in de ftuip- en zenuwziekten zoude willen aanpryzen; neen : ik weet dat 'er oorzaaken van ftuipen zyn, waarin deeze bloemen niets ter geneezing kunnen afdoen; eene drukking van het hoofd by voorbeeld, een knoestgezwel , enz. zullen voor de Flores Zinci niet wyken. Ook is de oorzaak der ziekten dikwerf zo duister, dat de Geneesheeren klagen dat de beste, beroemdfte , beproefdfte geneesmiddelen haare uitwerking misfen en vrugteloos worden aangewend. Daar te boven , ieder deel des menfchelyken hghaams, heeft zyne Vis vitalis propria; en zo lang wy van deszelfs werking in den gezon» den  354 J. R O B O L, OVER het den ftaat geene volledige kennis dragen, moeten wy wel gisfen wanneer die van den natuurlyken ftaat afwykr. De waare wyze, op welke de zenuwen werken, is blykens de Phyfiologifche verfcbillen nog duister (ar); en dus zoude het vermetel zyn, eigentlyk de manier, op welke de Flores Zinci werken, te willen bepaalen. §. 77. Daar ik tot dus Verre de heilryke uitwerkingen der Spiauterbloemen heb getragt aantetoonen, meen ik ook verpligt te zyn, van die Waarneemingen te moeten aanwyzen, waar uit blykt, dat ze in zommige gevallen zonder vrugt gegeeven zyn. Immers het dient niet minder tot bevordering der Geneeskunde, de vrugtelooze ja nadeelige proeven te vermelden, dan de voordeelfge; dewyl op die wyze de weg gebaand word, om, zo mogelyk, tot het zekere te geraaken. g. 78. In de vallende ziekte zyn deeze bloemen Vrugteloos gegeeven door meglin (y), veiRac (Y), home (V), willich Qa*), enz. In het Zieken-Collegie van myn beroemden Leermeester van doeveren, heb ik ze te ver* (V) Blumenbach /. c. §. 217—223. F. b. albinus l. c §. 893—900. 03 Comment. de Rebus, T. XXIX, p. 355. (2) L. c. bl. 99. OÓ I- c. bl. 327. Baldinëer Nelles Magazin für derzte, Fol. Fll.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 255 vergeefs aan een meisje, met de vallende ziekte behebt, zien voorfchryven. Zie hier nog eene eigene Waarneeming. Negentiende Waarneeming. G. P. Een Loodgietersbaas oud 53 jaaren, verzogt den 26 September 1775 myn hulp; by hem koomende klaagde hy over belette doorzwelging. Zyn tong was met een dikke vuile witre korst geheel bedekt, welke korst volkomen gelyk was aan het fprouw, hoewel nergens elders in den mond, aan de keel, of hettandvleesch iets diergelyks te zien was. De pyn was by de doorzwelging hevig, gepaard met groote hitte , de keel was zeer rood dog niec opgezet. Allen fmaak had hy volftrekt verlooren, zo dat alles hem houtzaagzei toefcheen; de afgang was natuurlyk, de pols vol. Nader onderzoek doende, kreeg ik het volgende berigt : des nagts tusfchen den 23ften en 24ften September, was hy door hevige ftuipen overvallen, de handen wierden agterwaards getrokken, de lippen vertoonden den hondskramp, hy kreeg den klem in den mond (£), zo dac men in hec eerst de tanden niet (£) Eens heb ik, in navolging van de Heeren mohro, Se bouf-ix en home, met hec allerbeste gevolg in een zwanren Trismus Maxilla, door fchrik veroorzaakt, by eert vrouwsperfoon door kvvikwryvingen de Salivatie aangezet, «n dus den Trismus overwonnen.  £$6 J' RüBO L, OVER HET niet van malkander kon krygen; dog daar na ha-i men 'er met geweld den fteel van een tinnen lepel ingebragt, waar in zy my nog de beeten der tanden vertoonden. Onder den aanval had hy zig in de tong gebeeten, waar door 'er veel bloeds uit den mond was geloopen. Kort voor dat hy overvallen wierd, gevoelde hy een damp uit den maag opftygen, welke in zyn neus een muscusreuk veroorzaakte. Toen ik naderhand by den aanval tegenwoordig was, zag ik dit alles bevestigd, en nam daar by nog waar, dat geduurende denzelven de oogbollen onophoudelyk wierden rondgedraaid, dat de pis die hem afliep troebel was, en de pols klein en zwak. Op zyn 38 jaar en dus vyftien jaaren geleeden , was hy voor het eerst door deeze ziekte aangetast, welke, dan meer dan min hevig, wederkwam, tot dat zy hem in de laatfte jaaren, om de drie of vier weeken overviel ; nu waren 'er vyf weeken zedert den laatften aanval verloopen. In den tusfchentyd was zyn huid met roode jeukende putsjes bezet. Meestal was hy vrolyk, en by gelegenheid een dappere baas in het wyndrinken. Geene moeijelykheid gevoelde hy in de ademhaaling, en zyn afgang was geregeld, hy had vrugteloos verfcheidene my onbekende geneesmiddelen gebruikt. Zyn Vader bad van zyn 40 jaar af tot zyn dood toe,, dezelfde kwaal gehad, zyn Moeder was zeer gezond geweest, als ook zyn Grootvader van Va-  253 J. R O B O L, over het ^. Flor. Zinci gr. xxiv. Rhei Elect. dr. iv. M. F. Pulv. 2V°. xij. Om 's morgens nugteren en 's avonds een uur voor het eeten een poeijercje te gebruiken ; en liet hem drie maanden lang dus aanhouden, beveelende by aanhoudendheid de matigheid. Het eerfte wierd getrouw volbragt, maar het laatfte dikwils vergeeten. Hy had geen hinder van de poeijers, en onder het gebruik namen de Paroxysmi langzaam in hevigheid, maar niet in hoeveelheid af. Op den eerften dag des jaars 1776 had hy overmatig wyn gedronken , en kreeg toen een allerhevigften Paroxysmus. Ik flapte dus van de Flores Zinci af, en fchreef hem de volgende pillen voor: Extr. Rad. Valer. Sylv. dr. iv. M. F. PUI. gr. iij. Sing. Om alle vier uuren drie inteneemen met wat koud water. Geene uitwerking hoegenaamd hadden deeze pillen, hoewel hy ze tot het midden van February in vermeerderde gift voortgebruikte. Ik gaf hem nu deeze volgende pillen :  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. ifc. Extr. Gramin. dr. vj. Tart. Vitriolat. dr. ij. M. F. PUL gr. tij. öm alle twee uuren vier inteneemeh, en beval hem weder eroftig de matigheid aan. Onder het gebruik deezer pillen kwam 'er eene merkelyke veraruleri"g. win; tot den 10 Mey had hy maar een, cn dat wel een* zeer ligten aanval, lly weigerde nu verder, wat moeite ik aanwendde, eenig middel te gebruiken. Eenige maanden daarna kreeg hy weder een aanval, en niet zeer dankbaar 2ynde haaide hy een ander Geneesheer , en een jaar of twee daarna overleed hy aan de ftuipen. Heeft het onmatig gebruik van wyn, inzonderheid van de roode aalbesfen gemaakt, de werking der Flores Zinci belet ? zy deeden hier zeker weinig af. Moest ik de giften niet Jangzaamerhand vermeerderd hebben ? Misfchien ja , ik had dan beter over de Flores Zinci kunnen oordeelen; dit is dus een verzuim van my geweest. Onder het gebruik zweette by niet fterker dan gewoonelyk, maar loosde eene groote hoeveelheid pis, dat onder het gebruik der andere middelen geen plaats had; wierd dit misfchien door de rhdbarber veroorzaakt? §. 79. Verder zyn de Zinkbloemen te vergeefs gegeeven: R a h  a6a J. R UBOL, over het I. In de opftyging door home (c). Meglin betuigt dat hy by eene hyfterique vrouw, door een derde van een grein, benaauwdheid, bezwymingen, kwyling en maagpyn heefc zien oncftaan (*ƒ). II. In eene Convulfio Chronka, door den grooten stoll O). Een meisje had zedert drie jaaren de volgende toevallen: dikwils wierd zy door een ligte huivering over het geheele lighaam aangedaan , als of men haar onverhoeds met koud water begooid had. Alle de ledenmaaten wierden ligt en oogenblikkelyk als een blixem ftuipagtig bewogen, dikwils daags wierd zy door deeze voorbygaande fchudding aangetast, blyvende zy by het volkomen gebruik haarer zinnen ; zy viel zeer zeldzaam met ftuiptrekkingen neder. Het Extr. Belladonna genas haar, na dat zy vrugteloos den Cort. Peruv., de Valer. Sylv., de Fol. Aurant., de Afa Foztid., de Camphora, de Flores Zinci, enz. had gebruikt. III. In den St. Vitus dans, door meglin (ƒ) en stoll (g). Deeze laatfte hield 'er maar zeven dagen mede aan, en denkt zelf dat hy ze langer had moeten gebruiken. In dien Vitus dans, door flym Cf) L. c. bl. 328. Cd) Comment. de Rebus, l. c. (O Rat. Medend. Part. II. p. 280. GO L. e. Cf) L. c. p. 279.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 261 flym en wormen der darmen veroorzaakt, agt hy ze fchadelyk; de XII, XIII, en XIV. Waarneeming (§• 58» 591 60.) fchynen hier tegen te ftryden. IV. In den hik. Hier van heeft het Zieken-Collegie te Leiden my een voorbeeld verfcbaft, by eene jonge dogter, die behalven een bloedbraking, en eene opftopping der ftonden, reeds drie jaaren aan een Periodiquen hik was onderhevig geweest, en welke door geen der beroemdfte middelen te fluiten was, dan alleen door de aderlating, en deeze wel tot dat zy in flaauwte viel; als de tyd der ftonden aanftaande was kreeg zy zwaare benaauwdheid, en langzaam yerhefte de hik, niet dan op de vorige wyze te fluiten; door menigvuldige en zwaare aderlatingen was zy wacerzugtig geworden, en egter was het afgetapte bloed met eene Crusta Phlogistica bedekt. V. In eene krampagtige engborftigheid door home (h). Ik zelfs heb ze vrugteloos in een hevige krampagtige engborftigheid gegeeven aan een Schoenmaaker; de Squilla, Tart. Emeticusy Ipecacuanha in kleine giften , als ook eene Emulfio uit de Gumm. Ammon. met de Flores Benfoin, waren ook zonder effect. VI. In eene Arthritis Spasmodiea door vei»; ra c (*'). VII. Qh) L. c. CO L. c. R3  J. ROBOL, over het VII. In een Hemitotonos door home, tot een fcrupel daags gegeeven (T). §. 80. Ik heb de Flores Zinci ook vrugteloos voorgefchreeven VIII. Ia eene Catalepfis; de eenige die ik geduurcnde myn praktyk heb behandeld. Twintigfte Waarneeming. A. Y. Eene vryster van 22 jaaren, kreeg door een fchrik zwaare ftuiptrekkingen, welke kort daarna in eene Catalepfis overgingen. Zes maanden naa hec eerfte toeval wierd ik by haar gehaald. Juist by een aanval tegenwoordig zynde, nam ik hec volgende waar: zy riep eene lastige opklimming uk de voeten naar hec hoofd ce befpeuren, en oogenblikkelyk was zy buiten kennis, en hec geheele lighaam fcheen ftyf, dog zo dac wanneer ik de armen bewoog, zy die houding, welke ik aan dezelve gaf, behielden; deeze beweeging konde ik nogihms alleen voorwaards naar boven ce weeg brengen, en wac moeite ik dan deed, konde ik dezelve geen lyn lager krygen, maar wel hoger. De beenen lag ik kruisgewys over malkander , maar ik kon ze in haar voorigen ftand niec te rug brengen. Die verwbnderlyke omdraajing der tong, Welke in de Catalsptka van hec Zieken- Collegie te (JO l . c.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 267 ven kunnen oordeelcn , zyn: Stuipbedaarende , br aakver •mekkende, de uitwaasfeming bevorderende, pisdryvende, zuurtemperende, zagtelyk zaamentrekkende , verfter kende en zagtelyk prikkelende, waarfchyneiyk wormdryvende en op de ftonden werkende. De Flores Zinci fchynen dus op alle de Emunctoria van ons lighaam te werken, namentlyk op de maag, op den afgang, op den huid, op de pis, op de borst, en op de ftonden. I. Be Flores Zinci zyn Stuipbedaarende. §, 84. Zy behooren dus onder de Antijpasmodica. Deeze eigenfchap is onder de voorige Afdeeling zo duidelyk beweezen, dac zy met regc de eerfte plaats onder dezelve verdienen ; ik zal dit dus niet nader aandringen. Opmerkelyk is het nogthans dat dit middel in zommige gevallen maar tot een zekeren crap zyn vermogen uicoeffent. De XIXde Waarneeming (§. 78.) toont zulks reeds aan, en anderen hebben die ook opgemerkt en aangeteekend. Home (0) gaf die middel in de vallende ziekce van 1 toe 30 greinen, tweemaal daags; in hec eerfte bragc dii eenige verligeing ce weeg, dog verloor op hec laatst zyn kragt: hec zelfde gebeurde in een geval van engborftigheid. De XVIIde Waarneeming (§. 67.) kan ook hier toe gebragt worden. Me- 00 i. t,  26"8 J. R O B O L, over het Meglin C/) gaf de Flores Zinci met veel fucees in de opftyging, dog deeze na eenige dagen wederkomende zonder vrugt. Home Q) verhaalt een geval van een man die zeven jaaren aan de vallende ziekte gelaboreerd had, en daar byeene beevinginzyne armen en beenen had. Hy begon met een grein tweemaal daags te gebruiken, en kwam na verloop van een maand op 22 greinen: geduurende deezen tyd kreeg hy geene aanvallen, dog de beeving en de duizelingen bleeven hem by, zo dat hy zomtyds nederviel, dog zonder ftuiptrekkingen. Een Boeren jongen met vallende ziekte gekweld, had , behalven menigvuldige aanvallen van vallende ziekte, dagelyks 's morgens, tegenwillige trekkingen van de fpieren der armen en beenen; en hy bleef dikwils een poos lang ftyf en zinneloos als in verrukking ftaan, of beweeg- en gevoelloos zitten. De Flores Zinci overwonnen gemelde toevallen geheel, maar de vallende ziekte bleef dezelfde f>). Twee andere gevallen, door veirac opgeteekend, toonen zulks mede aan; het gevoel van koude, duizelingen en Convulfive fpiertrekkingen hield op, de vallende ziekte bleef. Metzger (V) verhaalt 00* van eene vallende OO Comment. de Rebus, l. c. (4) L. c. bl. 326. (r) Lysons Prakt. Verhandelingen, bl. CO Cimment. de Rebus, T. XXV. /. s5o.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 269 ziekte , welke haaren oorfprong had van eene tusfehenpoozende koorts, waar in de Flores Zinci veel verligting dog, geen geneezing aanbragten. In de Verhandelingen van Koppenhagen deelt de Heer ranöe ook een Waarneeming mede van een vallende ziekte, door de Zinkbloemen aan hec bedaaren gebragt (/). Bücking getuigt ook dat onze bloemen in zekere krampagtige ziekte, alleen voor eenige dagen, verligting hebben aangebragt (*/). De Cataleptica van het Zieken - Collegie van van doeveren, van welker behandeling ik ooggetuige geweest ben, heeft iets zoortgelyks ondervonden. In het eerfte had dit negenjaarig meisje eene zamenvoeging van verfchillende ftuipagtige aandoeningen, als van vallende ziekte, verftyving, nagtmerry, enz.; eindelyk befpeurde men by haar een waaren zinvang (Catalepfis); in het eerst bragten de Flores Zinci, welke van 4 toe 7 a 8 greinen daags waren voorgefchreeven (V), verligting van toevallen te weeg, inzonderheid dat dezelve minder in getal waren ; dog na een op nieuw ontftaanen fchrik, hield de uitwerking op, en de Hoogleeraar ging tot andere middelen over. Naa een aanhoudend gebruik van een Conditum uit de Paeonie - wortels, Valer. Sylv. en Jalappa is zy herfteld (x\ By O) L. c. T. XXVI, p. 208. (*0 B aldi nger /. c. Vol. VIII', p. 32Q, & feqq. 00 Lambergen Disfert. Cit at. I. c. 00 Van een zoortgelyk Conditum heb ik in een Epilepfit da  üfa j. RüBOL, ovpr het By hertz vind men eene Waarneeming wegens een meisje, welke door fchrik in fluiptrekkino-en verviel, welke in een St. Vitus dans overgingen; de Flores Zinci bragten eene verbaazende verandering in den geheelen toefbnd der lyderesfe te weeg, dog de volkomene geneezing bleef agter (y), Ik denk dat de menigte flym waar mede dit meisje bezet was, aan de volkomene werking der Zinkbloemen hinder toegebragt heeft; ook koomt de beste gevolgen gezien: Een tienjaarige jongeling was door de vallende ziekte aangedaan, waar van ik de oorzaak niet kon ontdekken. Naa dat hy 'er twee jaaren aan gezukkeld bad, vroeg men my om raad. Kort voor den Paroxysmm bad by een onaangenaam gevoel in den pinkvinger van de linkerhand: indien men gelegenheid had dezelve terftond te binden-, klom dit niet hooger op en by bleef wel, dog zo met, viel. hy neder; de voeten, handen, oogen, lippen fpieren van het aangezigt, met een woord alles wierd ftuip! agtig bewoogen, het fchuim ftond hem op den mond; dit duurde eenige minuten , waarna hy als zielloos op den grond een kwartier imrs bleef liggen; daarna by zigzelveri komende , wist hy niets van al het geene 'er was voorgevallen. Eenige middelen fchreef ik hem voor, dog zonder vrugt. Ik herinnerde my het bovengemelde geval van de Ca/aleptica, en befloot hem het volgende voor te fchryven: 9» Pulv. Rad. Valer. Sylv. unc. j. ■— Sem. Paonite, unc. /$. Syr, Pap. Errat. q. f. Ut F. Electuarium. Om alle twee uuren een brokje ter grootte van een muskaatnoot m te neemen Hy heeft dit middel drie weeken gebruikt en ,s herfteld; 'er zyn nu twaalf jaaren verloopin, en hy leefc nog zeer gezond* CO Bladz. 89—9§.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 271 koomt het my voor dat de purgeer- en braakmiddelen te fcherp waren , in een lighaam met eene zeer prikkelbaare vezel voorzien. Dezelve verhaalt dac een vrouwsperfoon na eene Pleuritis (welke my toefchynt eene Pleuritis Biliofa van stoll geweest te zyn) eerst zonder trekkingen , daarna met aanvallen van vallende ziekte,groote benaauwdheid op de borst, moeijelyke ademhaling, hoofdpyn en flaapeloosheid, flaauwten kreeg. Na het gebruik van eenige middelen, onder anderen van hec Sabadillenzaad, raakte zy van onderen en boven eene menigte flym kwyc, en de coevallen fcheenen te verminderen, dog kwamen daarna weder, en 'er voegde zig een aanhoudende hik by. Op hec gebruik der Zinkbloemen verminderden de aanvallen wel, dog de volkomene geneezing volgde niec (z). Een ander geval, door hem geboekt, geefc omtrent hetzelfde te kennen (#), als ook zyne XXXV. Waarneeming wegens den Epileptifchen negentienjaarigen jongeling, welke begon mee alle twee uuren drie grein in ce neemen, en in cwintig dagen tot 20 greinen opklom; in het begin was de beterfchap zeer groot, dog eensklaps verdween dezelve, en hy wierd door groote giften van de Valer. Sylv. geneezen: hy gebruikte dagelyks vyf lood (*). II. fa) Bladz. S65. (aS Bladz. 27a. {J>) Bladz. 294.  C72 J. ROBO L, ÖVEr HST li. De Flores Zinci bevorderen de Uitwaaifeming. §, 85. Deeze eigenfchap word aan die middel byna eenpaarig toegekend , en de ondervinding heeft ze my bevestigd. Wanneer wy nu in overweeging neemen dat de zenuwziekten, in ons land, zeer dikwils haare oorzaak aan eene belette doorwaasfeming te danken hebben , moet men zeker deeze tragten te bevorderen, en belet zynde herftellen. Hoe fchoon kunnen nu in zodanige gevallen de Flores Zinci niet gebruikt worden ? Zommige reeds aangevoerde gevallen toonen de ophouding der ziekte aan, na dat een overvloedig zweet zig vertoonde. Zoude men ook met nut deeze bloemen kunnen bezigen by kleine kinderen, wanneer de befmetting der kinderpokjes hen dreigt, ja misfchien by hen gevat heeft? Na dat van s wie ten het gevaarlyke der etterkoorts had aangetoond, zegt hy CO: » Si ergo vafa cutanea fic disponi posj, [ent ut transmitterent per Contagium asfimi„ latam materiam, qua critica Met ast aft, ver„ fat hac vafa deponitur, vel & ipfa hac mate. ria morbofa fic attenuaretur , ut per vafa „ exhalantia difflaretur de Corpore, vel in to* » turn, vel pro maxima parte, tune nulla vel _ _ 5, pau- CO Comment. T. V. p. $7.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 273 „ paucte numero nafcerentur papuïa. & absque „ magno perkulo, totius morbi hujus decurjüs „ ab/blveretur." De ondervinding heefc ons ook dikwils geleerd, dat de verplaatzing der ziekeftof in de zenuwziekten naar den huid gefchied, na dat zy eenigen tyd in het lighaam heeft rondgewandeld. Verfcheidene aantekeningen bevestigen dit, en de natuur wyst ons den weg. Een St. Vitus dans-, welke tegen alle aangewende middelen aan hardnekkig was, wierd na dat de mazelen voor den dag kwamen geneezen (d). Zie hier het geen een onzer beroemdfte Geneesheeren wegens deeze bloedfcherpte aanmerkt (e) : „ Niet zelden fchuilt de prikkelende oorzaak in „ hec bloed en de andere, vogten; 'er is of een „ kwaade gefteldheid derzelven, of eenige (cherpe „ ftoffe, met dezelve omzwervende, die zomtyds „ een jigtftof is, zomtyds de ftof der belemmerde „ uitwaasfeming, zomtyds de te ruggedrevene, of „ niet uitgekomen ftof van eenig uitflag, by wj„ len het gif van eenige befmettelyke ziekte, pok„ ken, mazelen, roodvonk, enz. In alle die ge„ vallen eischt de geneezing der zenuwziektens, „ dat men 'er geen verhittende, nog prikkelende „ middelen in gebruike; dat men de zenuwtoe- „ val- (dï Gazette Salutaire, i;8i. N°. IV. \e) L. bicker in de Handelin; en van het Provinciaal Utrechts Genooifchap, ///. Deel, 2de Stuk, bl. 320. XV. DEEL. S  «174 J. RüBOL, OVER HET „ vallen door verkoelende, bedaarende zenuwmid„ delen ftille, dar men de prikkelende fcherpe „ ftof uitdryve, en verdere kwaade hoedanighe„ den of fcherpte der vogten verbetere." My dunkt dat de opgetekende Waarneemingen, dit middel in de Flores Zinci, het zy op zig zelfs, het zy gepaard met andere dienftige middelen, genoeg aanwyzen (§. 34—36.). III. De Flores Zinci werken zomtyds op de Piswegen. §. 86. Hoe de Flores Zinci ten dien einde te bezigen, kan ik niec wel bepaalen; te meer daar in de zenuwziekten de waterloozing zelden te weinig is, ten zy misfchien by het opkomen der ftuipen , maar meest al overvloedig. In de XVIII. Waarneeming (§. 68.) fchync de ziekce onder hec gebruik der Flores Zinci door de wateren fluimloozing geneezen te zyn, 'c welk men door andere middelen niec had kunnen verkrygen. De reeds gemelde Fis diuretica word misfchien nog bevestigd door de volgende Tweeëntwintig/Ie Waarneeming. Een klein meisje nog geen jaar oud, wierd door hevige ftuipjes aangetast, met koortshitte en braakingen. Ik wierd 's morgens vroeg gehaald , en vond het kind, door zwaare fpiertrekkingen ge- fol-  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 275 folterd. Daar nu de befmetting der kinderziekte (waar aan haar Vader allerhevigst gelaboreerd had, dog waar van hy gelukkig herfteld was, zynde de rooven aan het afvallen,) in huis was, gaf ik te kennen dac ik die ziekte ook hier te gemoet zag. Overtuigd dac de Flores Zinci niet, gelyk andere krampftillende middelen, eene verhittende eigenfchap hadden, fchreef ik hec kind eenige poeijertjes voor, ieder £ grein der bloemen bevattende, met wat zuiker, om 'er vier daags van te geeven. Dien zelfden avond, na dat het kind 'er vier gebruikt had, bedaarden de ftuipen, en het kind loosde veel pis. 's Anderendaags zag men reeds de pokjes te voorfchyn komen, en de ziekte liep allergewenscht af; weinig puistjes en de ziekte allergoedaartigst. De Pisloozing was verfcheidene dagen zo fterk, dac hec kind by aanhoudendheid moest verdroogd worden; en nog wel twaalf dagen, na dac men reeds mee de bloemen had opgehouden , duurde dezelve nog. IV. Be Flores Zinci zyn Braakverwekkende. §. 87. Deeze eigenfchap word door meesc alle de Waarneemers erkend , wanneer men eene gift van vier en meerder greinen geeft; en de ondervinding heefc hec my bevescigd. De kleinfte giften zelfs verwekken doorgaans in het eerst walging, dog na de derde of vierde gift houd dit op, en S 2 ge-  2/6 J. ROBOL, over hst gemeenlyk raaken de lyders als dan aan hec uitwaasfemen. Ik ben van gedagten dat de Flores Zinci als een braakmiddel kunnen te pas komen , wanneer de uitwaasfeming, in een geval daar braaking vereischt word, moet bevorderd worden, by voorbeeld in de fchurft en andere huiduitflag, in den kinkhoest, enz. Baker (ƒ), van den Tart. Emet. in de roodeloop fpreekende, zegt iets dat men op de Flores Zinci als braakmiddel zoude kunnen toe» pasfen: ,, Niec weinig voordeel (zege hy) deed „ ook dac gunftig en over hec geheele lighaam „ gelyk verfpreid zweec, dac op eene braaking „ door die middel verwekc volgde." Ook twyfel ik geenzins (hoewel ik dit door proeven niet kan bevestigen), dat wanneer in de zamenvloeijende pokjes, de kwyling, of door de verzwakte of gebrekkige werking der kwylklieren, of door eene krampagtige zamencrekking der ontlastbuisjes, verminderc of ophoud, en dus opgehoopc den lyder den dood dreigende, denzelven op hec punc van flikken brengc; dac, zeg ik, in zodanig geval de Spiauterbloemen een uitmuntend braakmiddel kunnen opleveren (zie §. 33.). Die blykt zo veel te meer, wanneer wy nagaan dat het juist niet nodig is eene braaking te verwekken, wanneer de ontlasting door gemelde oorzaaken GO Ds Dyfenteria, p. 375.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 277 ken verhinderd word, vermids herhaalde geringe giften van braakmiddelen eene walging verwekkende , de geweldige ontroering, welke met het braaken gepaard gaat, vermyd word, en het middel als dan genoegzaam prikkelende is. < Dat ook de omloop der vogten in deeze kleine vaatjes grootelyks afhangt van een zekeren invloed, aan dezelve door de zenuwen medegedeeld, blykt uit de Waarneeming van den beroemden nück, daar de afkleinzing der klieren merkelyk vermindert, of geheel ophoud, zo dra derzelver zenuwen verdopt raaken, of zamengedrukc worden (g). De ontfpannende kragt deezer bloemen kan dus ook in dit opzigt van nut zyn. De geneej-wyze om braakmiddelen per Epicra* fin in zeer geringe giften te geeven, is in de hedendaagfche praktyk algemeen aangenomen , en met regt hoog geagt; hier door word eene ligte walging verwekt, eene gelykmatige werking der zenuwen in het geheele lighaam bevorderd, en de uitwaasfeming herfteld, om van geene andere voordeelen te fpreeken. Hier toe zyn ook de Floret Zinci zeer gefchikt. V. De Flores Zinci zyn Zuurtemperende. §. 88. Ik heb reeds gezegd dat deeze bloemen deeze eigenfchap zeker bezitten, dog dat men ze als (g) A. nück Ademgraphia Curiofa, ö. 16. S 3  £78 J. ROBOL, over het als een mère abforbens niet moet aanmerken,maar, als daarenboven iets byzonders door het Metallifche bezittende. Ook wanneer eene groote hoeveelheid zuurs in de maag, of eerfte wegen, huisvest , denk ik niet dat zy het zuur kunnen opfiorpen, de kleine gift, waarin zy gegeeven worden, in agt neemende. Daarom kan ik my zeer wel voegen by de reeds gemelde gedagten van veirac, dat zy namentlyk in zo verre als zuur. brekende werken, dat zy door de krampen, die uit de prikkeling der] zuure fcherpte tegen den binnenften wand der eerfte wegen ontftaan, te fti/'ien, derzelver werking ter uitdryving van het zuur verbeteren.- VI. Be Flores Zinci zyn zvgtelyk Zamentrekkende, Verfterkende en Prikkelende. §. 89. Deeze eerfte eigenfchap deezer bloemen is aan dezelve reeds door gaubius toegekend, en hy denkt dat zy door het vernaauwen der vaten de met te groote hoeveelheid aanvloeijende vogten te rug dryven. Ook hebben zy door deeze eigenfchap een byzonder vermogen om de verminderde veerkragt der maag , en der eerfte wegen, te herftellen. Deeze verfterkende kragt der bloemen is onder anderen ook opgemerkt door den uitmuntenden stoll (Ji) \ dog indien deeze geheel ver- loo- ,SÜ^r^tCtMnL in i,V* morbos Chronicos, Ed. El KRELj T. //, ƒ>, 224.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 281 Spiauter op de ftonden werken, is my by gebrek van genoegzaame proeven duister. Dat zy nu en dan eene jlimuleerende kragt uitoeffènen is hier boven aangetoond; is het door deeze eigenfchap dat zy hier werken ? of doen zy het door haare krampbedaarende kragt ? de befchouwing dat de menjirua , of door de aandoenlykheid van het zenuwgeftel dikwils opflaan , of wel dat zy door het lighaam onregelmatig omzwerven , of wel door krampagtige aandoeningen van de vaten der teeldeelen worden opgehouden, doet deeze laatfte eigenfchap vooral in het oog houden. Het is te hoöpen dat welgenomene proeven dit nader zullen ontwikkelen. B. §• 92. Wat nu de giften vin de Flores Zinci aangaat, de ondervinding heeft my en anderen geleerd, dat men vooreerst altoos met kleine giften moet beginnen. De voorzigtigheid vereischt zulks, want by de meeste lyders verwekken de twee of drie eerfte giften walging, ook wel benaauwdheid of braaking; de volgende hebben meestal deeze uitwerking niet, wat hier van de reeden zy is my nog onbekend. Gaubius had reeds opgemerkt , dat eenige tedergevoelige vrouwen wel eene gift minder dan een grein', dog geen geheel grein, konden verdraagen. Glacber en loesecke hadden reeds gezegd, dat deeze bloemen van vier tot twaalf greiS s nen  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 283 De eerfte dagen gaf hy haar een en een half grein voor eene gift, ziende dat de aanvallen zo in getal als in hevigheid verminderden verdubbelde hy de gift. Dog de Geneesheer zag met de uiterfte bevreemding, dat naarmaate de giften fterker wierden , de aanvallen ook heviger wierden , welke omftandigheid ook door de Vrienden en Oppasfers bevestigd wierd. Hy gaf deeze bloemen dus weder in kleine giften; en zie, de ziekte verminderde, en hield eindelyk op. Een geruimen tyd daarna bleef de lyderesfe geheel vry. Daarna kreeg zy de aan» vallen op nieuw , en nu deeden deeze bloemen niets af. Vergelyk wegens dit la%tfte (§. 84). §. 93. De ondervinding heefc ook geleerd, dat de gewooné giften, daar men mede kan beginnen, zyn van een £ tot J grein voor kinderen beneden de zeven jaaren, en voor bejaarder van 1 tot 3 of 4 greinen, by allen eens of meermaalen daags. De giften, daar ludeman zo veel wonderen mede verrigtte, waren ook niet grooter dan een grein; ja de kleine giften zyn zomtyds voldoende ter geneezing; de aangehaalde Waarneemingen van gaubius, hart, en anderen kunnen ten voorbeelden ftrekken. Zomwylen nogthans worden 'er'ter geneezing grootere giften vereischt, en de Geneeskundige aanteekeningen leeren ons, dat wanneer men trapsgewyze opklimt', dit middel, zonder eenig hinder aan  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 285 Flores Zinci toetedienen, 'er zyn eenige oplettendheden noodig, welke de ondervinding my en anderen geleerd heeft, om deeze bloemen met nut te geeven. Vooreerst. Wanneer de omftandigheden het vereifchen, by voorbeeld, eene krampagtige engborftigheid zonder flym, of wel dat 'er zig een ontfteekingspyn by de ziekte gevoegd heeft, of dat 'er eene piethora ad vires plaats heeft, enz., moet 'er noodzaakelyk eene aderlaating voorafgaan. Men moet nogthans hier zeer voorzigtig zyn, en niec dan wanneer hec hoognodig is in de zenuwziekten aderlaaten; vermids de ondervinding geleerd heefc, dac de gevoeligheid en aandoenelykheid der lyders 'er veelal door vermeerderd word, (zie de XVIII. Waarneeming (§. 68.)) ja dikwils aanleiding tot de zenuwziekten gegeeven heeft. §. 95. Ten tweeden. De vervuiling der eerfte wegen heeft een grooten invloed op de ftuipziekten, ja deeze gezuiverd zynde is de geneezing zomtyds aanftonds gevolgd. Men moec dus, wanneer dezelve vervuild of door overtolligen flym bezet zyn, of dat 'er een onverteerbaare en fcherpe ftof in dezelve huisvesc, een braakmiddel geeven uit den Tart. Emeticus, of ook een buikzuiverend middel. In de keuze van dit laatfte moet men zeer omzigtig zyn, dewyl insgelyks de ondervinding geleerd heeft,, dat fcherpe middelen hevige pynen in de ingewanden veroorzaaken, ers de ge- fchikc-  üS6 J. R Ó B O L, over het fchikcheid tot ftuipziekten vermeerderen. De rbabarber, Spaanfche zeep, en fenebladeren zyn zeer goed. Wanneer men by een aftrekfel van de laatften, wat Ttnct. Ligni Quasfia voegt , word de walgelyke fmaak van dit middel veel verbeterd, en de krimpingen der ingewanden te gemoet gekomen. Lyders nogthans, behebt met zenuwziekten , kunnen de Gummi Aloës best verdraagen. En daar de ondervinding aanwyst, dat wanneer de maag door een geduurig op nieuw aangroeijend flym bezet blyft, de Flores Zinci, als ook andere Antifpasmodica, zeer bezwaarlyk haare werking doen, dient deeze wel eerst vernietigd te worden, het welk men best bereikt door zodaanige middelen, welke den flym oplosfen, naar om laag bren» gen , en de affcheidende vaatjes der verzwakte maag verfterken. De rhabarber met bittere middelen gepaard is zeer goed tot dit oogmerk. Ook heb ik ondervonden dat het Elixir facrum in dit geval van veel nut is. De proeven door den beroemden whytt met het kalkwater genomen, toonen deszelfs flymoplosfende kragt aan , maar de hoofdigheid van veele lyders zal dikwils een beletzel zyn , om het tot tweeëndertig oneen daags in drie reizen te laaten gebruiken (n). $. 96. Ten derden. Wil men met de Flores Zinci flagen, moet men voor het toedienen derzelve agt gee- (») Verhandeling over de Zenuwziekten, enz. 11. 273.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 2S7 geeven , of de zenuwziekten enkelvoudig of zamengefield zyn , dat is of zy ook met andere ziekten gepaard gaan, welke men vooraf dient te geneezen, en waar tegen de Flores geene kragt bezitten; by voorbeeld, knoestagtige verftoppingen van de maag, darmen, lever en andere buiksingewanden. Men kan by whytt vyf gevallen van deezen aart aangeteekend vinden (0). §. 97. Ten vierden. Onder de Seminia Natu* ralia Propria telt g a u b i u s de Idiofyncrafia Qp~), gewoonelyk afhangende van eene byzondere gefteldheid , of tedergevoeligheid van het leevend menfchelyk lighaam, waar door zommige dingen, welke door duizenden onfchadelyk verdraagen worden, zomtyds aan eenen nadeelig worden. Men moet deeze eigengeaartheid wel in het oog houden in het toedienen van dit middel, en daarom altoos met kleine giften beginnen. Gaubius zelf had ondervonden dat zommige tedergevoelige vrouwen geen grein der Flores , maar wel minder konden verdraagen, zonder dezelve uittebraaken. Misfchien is het reeds gemelde geval, door m eglin aangetekend, hier toe te brengen, waar by op het gebruik der Flores, tot £ van een grein, benaauwdheid, bezwymingen , kwyling en maagpyn volgden. Dat de onfchuldiglle middelen zomtyds door de C«) Aldaar, bl. 138 en volgende. (ƒ>) Inftitut. Pat/iolog. Medic. p. 394. Ed. 1781. 1  a88 J. R O B O L, over het de Idiojyncrajïa eene vreemde en verkeerde uit. werking hebben, is door verfcheidene gevallen bevestigd; gaubius, by voorbeeld, heeft van de Lapïdes Cancrorum dezelfde uitwerking gezien als van het rottekruid Zie hier nog eenige voorbeelden. Een Geneesheer raakte hevig aan het purgeeren , zo dikwils hy geftoofde fcorfoneeren at. Eene Juffrouw had dezelfde uitwerking, wanneer zy maar een weinig kaneel gebruikte , zelfs als het kaneelwater onder de aan haar voorgefchreevene middelen vermengd was. Een vermaard Geneesheer heeft my verhaald, dat hy tweemaal op het gebruik der Stipiles Dulcamarte eene ftomheid had zien volgen. Een Karabynier , in Garnizoen te Enckhuifen , gebruikte tegen de derdendaagfche koorts de Kina met Aluin , onder het gebruik wierd hy blind ; wanneer men de aluin uit de poeijers liet, ging de blindheid over. Een Boer kreeg oorpyn zo dikwils hy op de Fiool hoorde fpeelen , welke niec bedaarde voor dat hy kie.spyn kreeg; van het orgelfpel in de Kerk had hy geen hinder. Meer voorbeelden by te brengen komt hier niet te pas, deeze zyn genoeg. §. 98. Ten vyfden. Om wel verzekerd te zyn of men de geneezing aan de Flores Zinci kan toefchryven, moet men ze enkelvoudig geeven, en niet (?) J' RÓbol Disfert. de Seminiis Morborum, p. 36".  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 289 niet gepaard met zodanige middelen welke ook tot de clasfe der antijpasmodica behooren, en zomtyds met vrugt in de ftuipen beproefd zyn, ten zy de omftandigheden zulks mogten vorderen. Men flaagt ook goed met enkelvoudige middelen, ja dikwils beter dan met zamengeftelde; het eene middel verzwakt zomtyds de werking van het ander. Wanneer nogthans de omftandigheden het vorderen dat men vtrlcheide anti/pasmodica met elkander vereenige, moet men op de omftandigheden, als ook op de verfchillende gevallen, agt geeven. Ik zal een weinig lager hier van eenige voorbeelden aanwyzen. §. 99. Ten zesden. Men moet wel met kleine giften van dit middel beginnen , maar men moet langzaam opklimmen, en eenigen tyd naauwkeuiig aanhouden. Het geen de beroemde bic keu. in zyne Prysverhandehng f>) van de zenuwmidd^len in het algemeen zegt, mag met regt op de Flures Zinci worden toegepast. Hadden de lyders ftandvastigheid genoeg in het gebruiken, en waaren de Geneesheeren geduldig genoeg om wat langer met dit middel agtereen aantehouden, zo zoude 'er wegens deszelfs werking nog meer ligt aan de Geneeskunde toegebragt zyn ; want dat her jn veele gevallen zeer vermogerd is, zelfs boven an- Cr) Handelingen van het Provinciaal Utrechts Genoot» fchap, UI. Deel, 2de Stuk, bl 355. XV. deel. f  2QO J. ROB OL, OVER HET andere geneesmiddelen, hebben de bevorens aangehaalde Waarneemingen genoeg getoond: en vermits deeze bloemen niet tot de verhittende prikkelende behooren , kan men veilig met dezelve aanhouden. Niet dat ik denke, dat, wanneer de hevigheid der toevallen dreigende is, men den tyd moet flyten met dit middel te beproeven; in het tegendeel, men moet als dan, wanneer het de bedoelde uitwerking niec te weeg brengt, de omftandigheden der ziekte nader overwegen, om naar vereisch derzelve toe andere beproefde middelen over ce gaan. Hec gebeurc dikwils dat de lyders door eigenzinnigheid een afkeer van de geneesmiddelen krygen, wanneer zy altoos in dezelve form, en van dezelve kleur zyn: een klein onichadelyk bedrog kan als dan van veel dienst zyn, en kan ten opzigte, der Flores Zinci, daar ze wit en zonder reuk of fmaak zyn, gemakkelyk in hec werk gefteld worden; by voorbeeld, indien men eenigen tyd deeze bloemen enkel mee zuiker gewreeven heefc toegediend , en men met dezelve wil aanhouden, laat men 'er een grein of twee Cinab. antimonii onder wry ven, of men laat ze, vermengd met broodkruimen, tot pillen brengen; waardoor de lyders in de gedagten komen dac hec geneesmiddel ver-, anderd is. %, ioo. Eindelyk, ten zevenden,moet men vooral eenen gefchikten leefregel onder hec gebruik van dit  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 291 dit middel in agt neemen, wil men de behoorlyke uitwerking genieten. Want gelyk bickkr f>) zeer wel opmerkc, ,, deeze regel is zo nooaVaa„ kelyk, dat men veel eer en gemakkelyker ze„ nuwziektens geneesc zonder medicamenten, en alleen met eene goede levenswyze, dan zonder „ deeze met de allerkragtigfte en gefchiktfte ge„ neesmiddelen; en wie begrypt dit niet, die flegts „ overweegt, dat derzelver oorzaaken meest altoos ,, uit de levenswyze ontdaan? hoe kan men dan „ kwaaien geneezen , indien derzelver oorzaaken „ blyven aanhoudt n? hoe zal men den brand blus„ (chen waar in men telkens zo veel o!y als wa» „ ter werpt. " D. §. 101. Wat nu de vermenging der Flores Zinci met eenige andere middelen betreft, waar over het Genootfchap gedenkwaardige proeven of nuttige ontdekkingen verlangt; ik betuige dat my wel voorbeelden desaangaande, maar geen opzetrelyk genomene Waarneemingen en Proeven, bekend zyn. Ik zal dus ook, met stal, hier in meer befpiegtLnd dan proefondervind?lyk moeren re werk gaan. Ik merk dan vooreerst aan, dat, vermits de giften der spiauterbloemen zeer gering zyn, als van k en f grein , men gewoon is dezelve met wat broodzmker te vermengen. Dit is z.ker wel het best, wanneer men de vermogens der bloemen eenvoudig wil beproeven. Dog CO C. bl. 35l. T 2  22 J. R O B O L , over het Dog hec komt my voordat deZuiker als geneesmiddel ook eenigen aandjgt verdient. Immers zominigen zyn van gedagten dat de geneeskundige uitwerking van veele fyroopen alleen van de zuiker, in dezelve bevat, afhangt. Daarenboven, hec uicwendig gebruik in oogfchyn genomen zynde, kan men de zuiker niec van eenige fcherpte vrypleiten; ook heeft het Zuikerzuur, boven alle andere Zuuren, eene groote verwantfchap met de Spiauter-kalk (V). Zy verhindert ook de affcheiding van den room der melk, en bevordert dus, overtollig gebruikt zynde, de vermagering; zy bevordert zagtelyk den afgang, en is den wormen fchadelyk. Uit hoofde der ontbindende en zeepagtige hoedanigheid der zuiker, fchryft bisset aan dezelve een vermogen tegen de fcheurbuik toe; ja de zuiker is een waar tegengift tegen het Peruviaansch vergif Ticunas genaamd, het welk uit zekere planten bereid word (*); en uit de Proeven van pringle blykt de zuiker een rottingweerend middel te zyn Om dus wel verzekerd te zyn da: men alleen aan de bloemen der Zink zommige uitwerkingen verfehuldigd is, zal men best doen om zo min zuiker mee dezelve ce vermengen als mogelyk is, of wel C*r'j F. a. c. gren Comp. Univ. Chem. Systk. P. II. Fol. II. p. 476. (j) A Treaiife on the Scurvy, p. 45, (O Philof. Transact. Fol. XLFII, p. 78. (*/0 Zi» ook j r. forster'j Waarn. enz. verzameld op zyne lleizc rondom de Waereld, VI. Hoofdft. bl. 777.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. -293 wel dezelve met broodkruimen gemengd tot pillen te brengen. §. 102. Ten tweeden, vermengt men gewoone* lyk deeze bloemen met de Kreeftsoogen; anderen, g'lyk veirac, hebben daartoe genomen deKreeftelcbaaren ; deeze verfchillen van de eerfte daarin, dat ze tot kalk kunnen gebrand worden, en inzonderheid op den huid werken. Daar 'er in de zenuwziekten dikwils een overtollig zuur in de eerfte wegen huisvest, kan deeze vermenging van veel nut zyn. Wanneer de Lapides Cancrorum in een mortier gewreeven worden, geeven zy een byzond-'ren geur op, en op zich zelve zyn ze in veele ziekten nuttig bevonden; met het zuur der eerfte wegen vereenigd, dryven zy het zweet. De beroemde Rotterdamfche Hoogleeraar s. de monchy gaf de kreeftsoogen met de rhabarber in het Kolyk van Pottou, met het beste gevolg («). Zouden de Flores Zinci, by dit middel gevoegd, de werking van hetzelve niet bevorderen ? Een ruim gebruik der kreeftsoogen kan nogthans fchadelyke gevolgen hebben. Een man, met maagpynen gekweld, had verfcheidene jaaren de kreeftsoogen gebruikt; na zyn dood vond men in zyn maag een fteen aan een Bezoarfteen niet onge» lyk (V). Ik denk, dat, wanneer men deeze bloe- men («) Fr. de monchy Disfert. de Medico Optimo,Na~ turte Obfervatore c?1 Imitatore, p. 52. (v~) Rutty, /. c. p. J>8. T 3  *94 J- R O B O L, over het men met een abforbem wil paaren, de Magnefta Alba, uit de Moederloog der Zoutkeeten (w) bereid, beter is, om dat ze veilig kan gebruikt worden, en den afgang losmaakt. Men zoude ze ook,gelyk walckiers, met het poeijer van hijerfchaalen veilig kunnen vermengen, om dat deeze veel acidum abforbeeren, en, gelyk Rutty zegt, met het zelve als tot eene fahxter . zamengroejing overgaan, en uitmuntend pisdryvende worden. Gebrand wordende, geeven de eijeiichaalen veel vlug loogzout uit , en op een open vuur verbrand zynde, gaan zy tot een foort van lee>/ende kalk over. Men zoude de Flores Zinci in ge/allen van overollig zuur ook met het Kryt,tot een ontastbaar poeijer gewreeven, kunnen mengen; de beroemde Heelmeester van der ha r pryst hetzelve zeer: daar nu het kryt met het zuur der maag tot een middelzout word, en alsoan vim eene floppende kragt en hoedanigheid is, kan het zeer te pas komen , wanneer 'er zich , inzonderheid by kinderen, by ftuipjes uit het zuur gebooren , een zwaare loslyvigheid voegt. Men dient in het algemeen wegens de zuuropflorpende kaik-aarden op te merken, dat zy uit zuivere kalk en vaste lugt beftaande, door de ontwikkeling deezer lugt in de eerfte wegen meestal winden veroorzaaken; die zoude men door een weinig veu- kel- 00 Z'e over deeze Magnejla Alba , het uitmuntend Werkje van den Hooggeleerden Heer p. driessen.  so6 J. R UBOL, over het en Rheum van veel nut zyn. De Tinctuur van den Valeriaan-wortel word regen de toevallen, die uit net gebruik der dolle-kervel ontftaan, aangepreezen (j). §. 105. Ten vyfden ; deeze bloemen wierden door veirac met het poeijer van de Oranjebladeren , in de vallende ziekte, met vrugt voorge. ichreven (2). Dan vermits derzelver kragt tegen deeze ziekte genoeg getraafd is door de proeven van wester- hoff, db haen, velsen, locher, hannes en loof f (a), word men waarlyk in twyfel gebragt waar men de geneezing aan moet toekennen ; r,en zoude ze kunnen beproeven, en by de Flores Zinci voegen, in de gevallen §. ,84. gemeld. § io'j. Ten zesden;geeven anderen dezelve met de Hhabarber. In die gevallen, waar men open lyf moet houden, of waar zig dunne afgangen vertoonen, ook in gevallen van wormen , kan deeze paaring van nut zyn. Ik herinner my, eens een lintworm met draad en al door de rhabarber , Sein. Santon. en Corallia rubra afgedreeven te heb» ben; my dunkt dat deeze ftuipbedaarende bloemen 'er met nut zullen kunnen bygevoegd worden, tot bedaaring van het aangedaane zenuwgeftel. %. 107. Men heeft ze ook, ten zevenden, in geval OO Geneesk. Biblioth. /. Deel, zde Stuk, bl. 7. (zj Lvsons over de koortfen, bl. 146. O; A. j. a. looff Disfert. Sistens Histor. Epilepfia foliis Aurant. Perfanata cyV. Croning. 1771.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 297 val van flapheid en zwakte der vezelen, met de Kina gepaard. En geen wonder, daar dit Goddelyk middel in oneindige gevallen byna wonderen gedaan heeft , ja inzonderheid de zenuwen verfterkt, en als een Antifpasmodicum gewerkt hieft in verfcheidene ftuipziekten , als de opftyging , St. Vitus Dans, vallende ziekte, kinkhoest enz \ Wanneer men in de koortfen eene al te groote gevoeligheid des lighaams aantreft, heb ik dikwils ondervonden dat de koortsbast in zyne werking belet word; dit heeft veelal plaats by hy/lerique vrouwen en kinderen. Hy veroorzaakt als dan walging, benaauwdheid, braaking, zomtyds dunne afmattende afgangen. In zodanige gevallen zullen de Flores Zinci de werking der koortsbast bevorderen, te meer daar de Zinkbloemen ook in hardnekkige tusfehenpoozende koortfen aangepreezen worden (§. 56.). In het laatfte geval zoude men 'er een weinig Japonifche aarde, of den wortel van jüan lopez kunnen bydoen. Na het inleveren deezer Verhandeling heb ik de goede uitwerking van de vermenging der Floret Zinci met de Kina allerzigtbaarst ondervonden: Vierentwintigjle Waarneeming. Mejuffrouw.m. bakker, oud omtrent75jaaren, kreeg eene zwaare bezetting op de borst, met eene ftee- (b~) Gazette Salut. 1780. A". XXFIII, en alom by de Geneeskundige Schryvers. T 5  2pS J. ROBOL, OVER HET fteekende pyn en harden radden pols, waar voor zy met vrugt wierd adergelaaten; de pyn week geheel; eenige dagen daarna kreeg zy 's nagts eene zwaare koorts, van benaauwdheden en menigvuldige afgangen vergezeld, welke vervolgens alle nagten wederkwam, en na vyf aanvallen in eene conünua remittem van een Catharrhalen aart overging. De tong was wel beflagen, dog de fmaak natuurlyk; een zagc laxans verwekte haar veele papagtige afgangen : de koorts hield aan , en de lyderesfe verzwakte van dag tot dag, zo dat zy naauwlyks konde opzitten. Ik gaf haar het Extract. Cort. Peruv. dog dit verwekte fterke afgangen, en daar zy zeer zwak was, en de flaap door geduurige zenuwtrekkingen in armen en beenen wierd geftoord, voegde ik 'er een weinig Land. Liq. Sydenh, by. De afgangen wierden nu wel minder, dog de zwakte en trekkingen hielden aan: ik gaf haar den harst der roode koortsbast met zuiker gewreeven, dog hier op vermeerderde de afgang weder, en de zwakheid en aandoeningen op het zenuwgeftel bleeven dezelfde. Hier op fchreef ik haar het volgende voor: T)t. Refin. Cort. Peruv. Rubri dr. ij. Flor. Zinci gr. vj. Laud. Opiat. gr. j. Sacch. Alb. dr. j. M. Accurat. Trit. F. Pulv. N°. xij. On  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 299 Om eerst vier, en daarna zes poeijertjes, da.gs in te neemen. Naauwlyks waren deeze gebruikt, of *er volgde eene merkelyke verandering ten go^ de: de koorts verminderde,'er kw-men groote tosfefteapoozingen, de afgang wierd behoorlyk, de zenuwtrekkingen hielden gantsch op , een geruste fiuap verkwikte de lyderesfe, en de kragten vermeer I r den oogfchynelyk. Na dat zy nog eenigen tyd met het gebruik van drie poeijertjes daags had voortgegaan , herftelde zy ten vollen, ja bevond zig gezonder dan voor de ziekte: eens had ik het voorfchrift verandert, zo dat in ieder der gemelde poeijertjes een grein Flores Zinci was ; dog op het eerfte poeijertje volgde benaauw Iheid eh walging , op het tweede brak hiar het zweet met zwaare benaauwdheid uit, en zy braakte met verligting: van dit alles had zy geene aandoening, na dat zy weder op J grein gebragt was. Is behalven de zenuwbedarendc kragt der Spiauterbloemen,derzelver zenuwverfterkende kragt in dit geval niet zigtbaar geweest? onder het gebruik was de uicwaasftming merkelyker dan bevorens. §. 108. Ten agrften; men heeft de Flores Zinci ook gepaard mee andere Antijpasmodica, als hec Succinum, de Castoreum , het Opium enz. Met de Barnfteen kan het plaats hebben in koude, zug'ige en zinkingagtige gefteilen : ook is het aftrekfel van de barnfteen, tot 100 druppen viermaal daags, uitmuntend bevonden in de al te groote beweegbaar-  soo j. R O B O L, over het baarheid van het zenuwgeflel. Met de bevergeil kunnen de bloemen van nut zyn , by voorbeeld, in eene hardnekkige flaapeloosheid, na eene febris lenta, waar in de Castoreum, na dat het Opium te vergeefs gebruikt was , met vrugt gegeeven is (c). Whytt zegt, dat de bevergeil de beste uitwerking fchynt te weeg te brengen in die lyders, wier gebreken grootendeels uit winden ontitaan (éi). Met het Opium zoude men ze kunnen paaren, als de Dolores Spasmodici hevig zyn, of dat men flaap moet verwekken , of dat de uitwaasfeming fterk moet bevorderd worden, (want de ondervinding leert dat het Opium alle ontlastingen opftopt, behalven van den huid en van de blaas,) of wanneer de Flores maar tot een zekeren trap haare vermogens uitoeffenen. §. 109. Ten negenden; wyle de geleerde Dr. insfeldt fchreef ze veeltyds met Kaneel voor. De kaneel is een der beste rottingweerende middelen, gelyk genomene proeven op de gal der dieren my getoond hebben. De kaneel -oly is allervermogendst om den voortgang van den wreeden Sphacelus tegen te gaan (e). De vermenging van de kaneel en Flores Zinci komt inzonderheid te pas in eene verflapte veerkragt en in kragtelooshcid; in die gevallen waarin fterk prikkelende en . N' verCO Rutty, /. c. p. 106". 00 L. c. bl. 247. (O RuTTr, /. c. p, 10*.  GEBRUIK der. ZINKBLOEMEN. 301 verwarmende middelen vereischt worden, in den Hinkenden adem, dunne afgangen, kolyk uit koude, maagpyn, roode- en wictevloed, enz. Zoude men de Flores Zinci met de kaneel niet met vrugt kunnen beproeven in de ftuipen der zwangere vrouwen, uit zwaare bloedvloeijingen voortkomende ? g. 110. Ten tienden; j. bell gaf de Spiauterbloemen in de vallende ziekte, waar by zig eene groote verflapping gepaard had (§. 38.), met hec Extract van den Gentiaanwortel. Deeze wortel is min of meer zamentrekkende, verfterkende, rottingweerende, en word om deszelfs bitterheid tegen de wormen aangepreezen. Inzonderheid komt dezelve te pas tot verbetering der gal, en word in de tusfehenpoozende koortfen , in hardnekkige pynelyke buikloopen, zeer geroemd. Men kan dus ligt opmaaken in welke gevallen eene vermenging der Flores Zinci met deezen wortel te pas komt. In jigtige gevallen pryst whytt (ƒ) deezen wortel aan. De Podagreuze ftof was by een Heer zeer ter verwandeling gefchikt, ik gaf hem dagelyks een dragme Extract van deezen wortel; de podagreuze ftof bleef toen zig in de voeten be- paa- 00 L. c. bl. 356.  308 J. ROBOL, over het den Borax, of de Meekrap, naar vereisch der om» Handigheden. Wanneer de Convulfive beweegingen uic eene Venerifche fcherpte haaren oorfprong hebben, en de Kwik of vrugteloos gegeeven word, of in die gevallen waar in men deeze niet wel kan voorfchryven; met het Opium, hec welk volgens de nieuwfte proeven, veel vermogen in de Venusziekte heeft Qq). By Dr. a thuessink f>) lees ik , dat Dr. odier van Gerieve bevonden had dat de paaring der Spiauterbloemen met hec Cvprum Ammoniacum, dit laatfte middel kragtiger maakte, en dac de lyders dan ook grootere giften van het zelve konden verdragen; dog de Heer th. a thuessink betuigt dit nimmer te hebben befpeurd, hoewel hy zege meermaalen hec Cuprum Ammoniacum mee de Flores Zinci verbonden te hebben (s). By gebrek van ondervinding kan ik zelf daar niet over oordeelen. §. 115. Ik heb boven (§. 8.) aangecoond dac hec Pompholyx, of hec Nihil album der Winkels, weinig of niec verfchile van de Spiaucerbloemen, maar van dezelve natuur is; men kan deeze dan in (q~) Men zie onder anderen e. joann. Thomassen A thuessink Disfert. de Opii ufu in Siphy/ide Obfervatis probato; en Servandis Civibus, X. Deel, bl. 378, en volgende. Zie ook b. carminati Opuscula Therap. (r) Verhandelingen van hec Zeeuwsch Genooüchap , XIV. Deel, bl. 370. (0 Bladz. 303.  3i° j- ROBÜL, over het fchrift van de Londonfche Apotheek (v) , het welk my zeer goed voorkomt, onder den tytel Zincum Vitriolatum Purificatum, Vulgo Vitriolum album. Neem JVitte Vitriool ʧ j. Zuur van Vitriool dr. j. Kookend overgehaald water t$ iij. Meng het, zyg het door een papier , zet het, na eene behoorlyke uitdamping , op een koude plaats, op dat het kristallen fchiete. Het witte Vitriool draagt in het Fransch den naam van Vitriol Blanc of Couperoufe Blanche, in het Engelsch en Hoogduitsch Zink • Vitriol. Zo als het in de natuur gevonden word, is het niet volkomen zuiver , maar met eenig koper , yzer of lood gemengd. Wallerius (w) ilelt drie foorten van natuurlyke wiite Vitriool, te weeten: Vitriolum Zinci Cryfïallifatum. Stalacticum. Germinans. $. 118. Het witte Vitriool, nu op bovengezegde wyze gezuiverd, en in water met even zo veel kandyzuiker gefmolten, word , by de Duitfchers in- ^ (?) Pharmacopoea Collegii Regalis Meüicorum Lotidinen* fium, p. 52. 6*0 Mineralogie, T. I. p. 204,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 311 inzonderheid, als een dienftig middel tegen de vogtige oogontfteekingen en in zwakke traanende oogen, een grein in een once water, gebruikt. Rutty raad twee deelen zuiker tegen een deel Vitriool te neemen , en hy zegt dat het een veilig niesmiddel is fjv). Tegen de ontvelling der tepels word eene zeer verdunde ontbinding van witte Vitriool aangepreezen O). De Heer g. armstrong verklaart (2) tegen den fprouw der kinderen , geen beter middel te kennen om den mond en keel te fpoelen, dan een halve fcrupel witte Vitriool, in agt oneen gemeen water, afkookfel van gort, of in een borstdrank gefmolten. Dit middel (zegt hy) kan naar vereisen der omftandigheden fterker gemaakt worden. Men maakt wat linnen nat in het laauwe vogt, en wryft daarmede de aangedaane deelen, drie of viermaal in 24 uuren. By volwasfenen gebruikt hy hetzelve middel, zo de tong niet al te droog en eenigzints ontftooken is. Door dit middel alleen had hy een jongetje van vyf jaaren van den Kanker in de tong geneezen. Batscii (#) raad een ftukje witte Vitriool in den hollen kies te plaatfen, ter geneezing der kies« pyn uit deeze oorzaak ontftaande , als mede een half (x) L. C. p. 550. JUNCKER /. C. p. 219. O) Comment. de Rebus, T. XXI. p. 5. 134. T.III. p. 3*». v5  314 J. RüBO L, over het gevolg. Als braakmiddel word het ook gepreezen in een Orthopncea Stomachica , en Catarrhus Sufocativus (ƒ). In de duizelingen en bezwymingen, door den vergiftigenkoolendamp veroorzaakt, tragten zommigen door den Azyn de. kragt des vergifcs te breeken: de groote stoll raad nogthans als een veel beter aan, een fpoedig werkend braakmiddel uiteen half dragme witte vitriool, en twee oneen Zeeuijens- honingazyn te geeven , na dat men vooraf door eene aderlating de volbloedigheid , en de drukking der herfenen verminderd heeft: want, zegt die uitmuntende Genees, heer, deeze geneeswyze is uitnemend, en voldoet volmaakt aan de vereischte aanwyzing; de beweeging, door het braakmiddel veroorzaakt, zal den flym en het daar in fchuilende vergif onder het braaken uitwerpen, de traage werkelooze vezelen -der eerfte wegen in beweeging brengen , en de bygelegene longen, door deeze zelfde beweeging, van het aldaar opgehoopte bloed bevryden, waardoor het werktuigelyke des menfehelyken lighaams weder inftaat geftelt word om op nieuw zynen gang te gaan (g). In alle gevallen is het goed eene aderlaating vooraf te laaten gaan. E. j. t. a thuessink verhaalt dat de Edin- burgr CD Voltelen in Serv. Civib., FII.DeeJ, Ijle Stut, 61. 90. ' (g)J/!:,.$T0LL Pr*l"tion. in diverfos mtrbos ChronU «es; Edtdst j. e*erei,, 7. I. f, 34I,  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 315 burgfche Hoogleeraar gregory een man genas, die langen tyd te vergeefs alle middelen tegen de borstwaterzugt gebruikt had, door hem dagelyks een braakmiddel te geeven van het witte lrttriool', hy ontlastte niet alleen door braaking eene menigte water, maar ook door eene fterke pislozing, die op dezelve volgde (Ji), Opmerkelyk zyn de gedagten van batsch(7), dat het Zink - vitriool dan alleen maar braaking verwekt, wanneer hetzelve met Koper verontreinigd is; waar van het, zegt hy, door Spiauter vylfel, gelyk het yzer• Vitriool door het yzer-vylfel, bevryd kan worden. Paracelsus had reeds de gilla Vitrioli, het welk niet anders is dan de gezuiverde witte Vitriool, als een uitmuntend braakmiddel aanbevoolen, en het word gezegd in de buik- en roodeloopen van dienst te zyn. J. p. wiel gaf hetzelve in verouderdeen hardnekkige Scorbutique, Venerifche en Kankeragtige zweeren, met de Tinct. nucis Vomica; met dit laatfte klom hy trapsgewyze op, als ook met het witte Vitriool, 'c welk hy van een grein tot twee fcrupels ingaf. Ook verzekert hy de wonderlykfte voordeden van hetzelve te hebben opgemerkt , voornamentlyk inde zamenvloeijende pokjes, roo» de- (K) Servandis Civibus, Xlll. Deel, UI. Stuk, bi. 1072.. CO c.  3IÖ J- R O B O L, over het deloop en kwaadaartige koortfen. De uitwerkingen hier van waren in zommigen een zeer fterk veelal ftinkend zweet, in eenigen tefFens een jeukende uitflag over den gantfchen huid, eene dikke drabbige pislozing, of ftinkende en rottige ftoelgangen (T). §. 120. C. neumann zegt, dat zommigen het witte Vitriool, uit eene ontbinding van Spiauterbloemen in Vitrioolzuur gemaakt, tegen de vallende ziekte gebruiken CO- Eenige Engelfche Geneesheeren hebben dit door Waarneemingen bevestigd. Johnson geeft in een Brief aan Dr. duncan eene aanmerkelyke Waarneeming op, van eene vrouw van 24 jaaren , die reeds drie jaaren de vallende ziekte had gehad , cn alle 14 dagen een aanval kreeg. Hy gaf haar, van het begin van April 1776 tot half October, eerst vyf en naderhand trapsgewyze twaalf greinen, tweemaal daags: geene andere aandoening had zy van dit middel, dan by de vermeerdering der gift eene ligte kortduurende walging. In het begin waren de aanvallen heviger dan naar gewoonte, dog weldra verminderden dezelve zodanig dat zy niet meer nederviel , maar alleen eene zagte formicatio gewaar wierd; in dien ftaat bleef zy twee maanden lang, waar na 'er wederom een zeer hevige Paroxysmus volgde, dog zedert &?,)J:f' V-ZL 0bfervat- & «/« inferno nucis Vomic* fpicuo pertinacioribus morbis Curandis, con- (0 Meditinifche Cbymie, II. Band, p. icö3.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 317 derc was zy volmaakc wel ; 'er was. nu reeds een jaar tusfchen beiden verloopen (w). Hy becuigc het Vilriolum album in eenige andere gevallen van vallende ziekte ook met nut gegeeven te hebben. Dr. saunders prees het Vitriolum album zelfs boven het gebruik der Flores Zinci aan (n~). By gebrek van eigen Waarneemingen kan ik hier niet anders van zeggen, dan dat hec gebruik der Flores Zinci my veiliger toefchync dan van het witte Vitriool. Le tt som genas een jongeling die doorzwaaren fchrik aan fterke hartkloppingen, doorgaande kwyning, en allerleije Hypochondrifche toevallen onderhevig was, door een drankje van hec Aq. Alex. Simpl. 1 iv. en Vitriol. Alb. fcr. ij. driemaal daags een lepelvol (0). §. 121. De reeds gemelde johnson getuigt dat hy meermaalen hardnekkige buikloopen, waar tegen de Rhabarber, kleine giften van de Ipecacuanha, en andere middelen niets het minst vermogten, door het witte Vitriool alleen volkomen geneezen had Qö). De beroemde plenciz pryst hec witte Vitriool als een wormdryvend middel by ondervinding aan (q). Wy («0 Med. and P'kilof. Fol. F. F. 3. p. 310. C») CO L. c. (p) L.c. VergelykvAN der eem en van leeuwen óver de Vergiften, /. c. bl. 575. (?) Comment. de Rebus, T. XF. p. 132.  3i3 J. RüBOL, over het Wylen de beroemde Leidfche Hoogleeraar a. van roijen, prees hec ook een dien einde in zyne voorleezingen aan, van iv tot vi greinen. Hec is reeds lang geleeden dac boviüs het witte Vitriool tot een dragme, in gelyke deelen honing en water, voorfchreef, zo tot voorbehoeding als tot geneezing, in de pest die te Verona heerschte; betuigende opregtelyk 'er meer dan een pond van gebruikc te hebben, en dat uic duizend naauwlyks elf ftierven (V). Hec word ook door blane f>) in de hardnekkige tusfehenpoozende koortfen aangepreezen; en door den meermaalen gemelden batsch (7)> in de Rotkoortfen, en in fterke giften tegen verouderde en kankeragtige Bubones. In het Kolyk van Poitou der West-Indien raad benjamin moseley (»), indien de afgang opgeftopt is, te beginnen met een olyagtig of ander zagt buikzuiverend middel ; daar op een geCO Zie we de li i Amcenitates MateriaMedica ,ƒ>. 295. Serv. Civ. VII. D. bl. 465. Daar een Burgerlyk pond 128 dragmen bevat, en een Medicinaal pond flegts 96; hoe kan bovius dan zeggen dat hy meer dan een pond voor duizend lyders., welke hy ieder een dragine ingaf, gebruikc heefc, daar hy wél agc ponden nodig had? immers hy meld die middel zo tot voorbehoeding als toe geneezing aangewend te hebben. Wat hier van zy, de zaak is verward en duister ; want dat hy zelfs tot voorbehoeding by de 100 dragmen zoude hebben ingenoomen, is zeker ongelooflyk. CO L. c. CO 1~ c Ca) d Treatife on Tropical Difeafes. Confer. Comment. de Rebus, &c. Tom. XXXII. p. 265.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 319 geneesmiddel uit het volgende beftaande toetedienen : fy. Vitriol. Alb. dr. iij. Alum. Crudi dr. j. Disfolve in Aq. Pura Menfura. De gift van die middel moet niet grooter zyn dan eene lepelvol. Hy pryst die middel in deeze wreede ziekce hoog , en zege dac hee de hardnekkige braakingen, die dezelve vergezellen, doet bedaaren; ook roemt hy hec in die borscziekcen welke uic eene ophooping van flym en bloed voorekomen. §. 122. Eene cweede Scheikundige bereiding der Flores Zinci is die, waar van de Heer delassone melding maakc (0). Hy coonc door verfcheiden fraaije proeven aan dac hec Spiaucer en deszelfs bloemen zeer goed in hec Acidum tartari worden opgelosc , wanneer men een deel bloemen, en zeven of agc deelen wynfleen neemt ; en hy zegt dat dit een kragcig middel is , zo uic- als inwendig gebruikc : onder anderen pryst hy het in de ongemakken der oogen, boven de Tutia en Flores Zinci. Eller O), die ook betuigc dac hy eene allerhevigfte oogontfteeking, welke reeds dreigde toe ver- 00 Zie Mem. de PAcad. Royale des Sciences de Paris, Ann. 1776. p. 533. juiv. en eller /. c. (>0 Disfert. Cit. p. 24.  323 J. ROBOL, over het verec^ring overtegaan, door die middel geneezen heen, na dat hy de Flores Zinci mee hec aq. Feeniculi te vergeefs gebruikc had, maakte hetzelve dus gereed: hy kookce den fyn gewreeven Cremor tartari in eene genoegzaame hoeveelheid waters, en in deszelfs geconcentreerde oplosfing, hec hy door digestie hec Zink - vylfel fmelcen (men kan ook de Zinkbloemen neemen); daar na zeeg hy hec door, iiec hec tot een vliesje uitdampen en krystallen fchieten; hier van kreeg hy eene goede hoeveelheid , die zeer fchoon waren , in koud water zeer gemakkelyk fmeltbaar, en van een verkoelenden zamentrekkenden fmaak. %. 123. Eene derde bereiding van de Spiauterbloemen word door c. neumann dus opgegeeven : „ men lost de Flores Zinci in Vicriool„ zuur op: deeze oplosfing word vervolgens door „ een loogzoutig vogt nedergeploft; het neder„ geplofte wel afgewasfehen en gedroogd , en „ van zommigen gebruikt als een geheim tegen de „ vallende ziekte , en misfchien ook nog tegen „ andere kwaaien " (x). §. 124. Eene vierde Scheikundige bereiding der Flores Zinci, die allerbyzondersc is, word ons door j. l. ab indaging opgegeeven, en Mineraalgeest uit het Zincum genaamd (y). Los de Spiauterbloemen op in overgehaalden azyn, waarby een der- 00 L, c. (O Bifotium Chemico- Phyfico- Metalticum, p, 08. & feqq.  GEBRUIK der ZINKBLOEMEN. 321 derde falpetergeest gevoegd is ; damp de oplosfing toe de dikte van honing uit, fmelc dit daarna in regenwater, zyg het door en damp het uit ter kristalfchieting ; doet 'er hierna by een gelyk gewigt van de Offa Hdmontiana (z), digereer hec drie of vier dagen in een welgefloten vat, voeg 'er daarna by eene genoegzaame hoeveelheid Sp. Rorismarini, laat dit nog eenige dagen digereeren, en haal daarna dit aftrekfel door den helm over, zo dat het zout mede overgaat; als dan zal men volgens hem een uitmuntend zenuwverfterkend geneesmiddel hebben , waar van men tien druppen voor een gift moet geeven. Daar de uitmuntende geneeskragten, en het veilig gebruik der Flores Zinci gebleeken zyn , is hec myns bedunkens zeer overtollig tot zodanige Scheikundige bereidingen, als deeze laatfte inzonderheid, zyn toevlugt te neemen. Of'er nog andere proeven, met de in eenig ander Scheïvogt opgeloste Spiauterbloemen, genomen zyn, is my onbekend. %• 125. 'Er zyn my nog wegens de oplosfing en fcheikundige bereiding van het Spiauter zelfs, tot een geneeskundig oogmerk, by eller (tf) twee proeven voorgekomen; de eerfie word uit pott dus voorgefteld : drie deelen falpeter en een deel Spiau- (s) Zie wegens deeze Offa h. boerhaave Elementa Chemia, T. 11. ^.370; als ook j. r. spielmann InftitttU Chem. p 184. Qa j Disfert. cit. p. 19. XV. deel. X  322"j. ROBOL, over de ZINKBLOEMEN. Spiauter, in een gloeijende kroes geworpen, geeven een verwonderJyk verfchynfei op van uitbarfting en kraaking, en het geen 'er overblyft word van eene zweetdryvende krogt, en genoemd Zincum diapkoreticum. De tweede op de volgende wyze; als men falpeter en Spiauter van ieder een half once neemt,en te zamen fmelc, zal 'er eene Cauftique grysagtige masfa overblyven, ter zwaarte van zes dragmen, welke in de lugt fmelc. By de helft deezer masfa een half once azyn gedaan zynde, was het aftrekfel den vyfden dag bloedrood. De andere helfc met een half once wyngeest gedigereerd, gaf een faffraankleurig aftrekfel, aangenaam van reuk, zoet, naar anys-oly gelykende, en vlug. Hec eerfte koud geworden zynde, fchooten 'er lange fpiesagtige krystallen uit, van fmaak als het Nürum A'ttimoniatum. Deeze Tinctuur, zegt eller by ondervinding, heeft eene verdeelende en krampftillende eigenfchap. % 126. Ik meen nu aan den taak in de Inleiding voorgefteld voldaan , en aan het oogmerk der Vraage door het Genootfchap voorgefteld, beantwoord te hebben: dus eindige ik met de woorden van den Hoogleeraar fr. beunh. alb in u s, welke ik my tot eene Zinfpreuk heb verkooren: Sufficit prudentioribus fi, quid fiat, intelliganty etiamfi, quomodo quidque fiat, ignorent. WAAK-  WAARNEEMING.   WAARNEEMING wegens eene" ' WATERZUGT der L O N G E N, en deszelfs geneezing. De Wel Eerw. Heer J. R., veel geliefd Predikant by de Hervormde Gemeente te Enckhuizen, oud 57 jaaren, van een vrolyk en bloedryk temperament, gezond van geitel, wierd door de NoordHollandfche Synode als Correspondent tot de Friefche afgevaardigd; den iSden en ipden Mey 1783, vertrok zyn Eerw. naar Leeuwaarden. Het weder was toen nat en koud, den 2 iften gevoelde hy eene aandoening van koude en krimpingen in den buik, met eene zugtige zwelling van het Scrotum, waar tegen de Heer Dr. c ü t s z een pleister voorfchreef om op den buik te leggen; dan 's anderendaags verdween de pyn uit den buik, en de lyder klaagde over eene fteekende pyn in de linker borst. Den 23(ten ordonneerde de Geneesheer eene aderlaating van tien oneen, een pleister om op de borst te leggen , en eenige aan den lyder onbekende geneesmiddelen: het bloed was met eene ontfleeX 3 kings-  32(5 WAARNEEMING. kingskorst bezet, dog de koorts niet zwaar; tegen den avond verhefce dezelve met ydelhoofdigheid. De Geneesheer beval zuurdeeg aan de voeten te leggen; die nagt was zeer onrustig en de pyn groot, den 24ften wierd hy voor de tweedemaal tot tien oneen adergelaaten, de ontfteekingskorst was dikker dan de eerfte reize, 's namiddags wierd de fpraak een weinig belemmerd, dog dit bedaarde fpoedig na het toedienen van een geneesmiddel : de pyn in de borst aanhoudende wierd een Spaanfche Vliegpleister op de pynelyke plaats gelegd, en een klysteer uit melk en zout gezet, om dat 'er in drie dagen geene ontlasting van drekftoffen geweest was. Hierop verminderde de pyn en de koorts, de hoest en de uitwaasfeming waren gering, en de zieke herftelde in zo verre, dat hy, pp raad van den Geneesheer, zig inftaat bevond naar een Buitenplaats te vertrekken , alwaar hy om het koude en natte weder het huis moest houden; dit gefchiede den 2den Juny. Den 6den, had zyn Eerw. de onvoorzigtigheid op uitnoodiging der Vrienden, het weder nog koud zynde, de Trekkasfen te bezigtigen ; de Athmosphera was aldaar zeer heet , verfcheide graaden van de buitenlugt verfchillende, te meer daar de dag reeds aan 'het afgaan was. Des avonds gevoelde zyn Eerw. eene bezwaarde ademhaaling, welke 's anderendaags zodanig toenam dat by de geringde beweeging de zwoeging groot was; zyn Eerw. wist nie t  WAARNEEMING. 327 niet welke geneesmiddelen hem toen waren toegediend. Hy nam dan het befluit naar Enckhuizen te rug te keeren, de Heer de G.de gewoone Geneesheer des lyders, geroepen zynde, verklaarde dat de ziekte was een Asthma Spasmodicum convulfivum ex debilitate, en fchreef hem pillen uit de Balfama cocta voor , daar na pillen uic de Gummata ferulacea , en permitteerde den lyder alle fpyzen en drank zonder onderfcheid. In het midden van July, behalven de bybiyvende zwakte en zwoeging op de minde beweeging, kreeg zyn Eerw. een zwaar toeval van benaauwdheid tot dikkens toe, waarop de Heer de G.... eene kleine aderlaating voorfchreef, dog zonder uitwerking ; hier op gaf hy een Calidum Antifpasmodicum, met vrugt, na dat de lyder drie taaije fluimen, waar van een mee bloed geverwd, had opgegeeven. De zwakheid van den lyder dagelyks toeneemende, de ziekte in denzelfden daat blyvende, en de Heer de G.... door het voeteuvel verhinderd zynde den lyder te bezoeken, wierd ik, beneffens den Heer Dr. van genderen geroepen. Zyn Eerw. verhaalde ons al het bovengemelde ; wy bevonden hem in den volgenden daat: zyn Eerw. had voor eenigen tyd veel onaangenaamheden en droefheid gehad ; hy konde beter op de linkerdan op de regterzyde liggen, allerminst op den rug; de zwoeging was aanhoudend ; nu en dan kwamen 'er aanvallen van zwaare benaauwdheid; X 4 de  3=8 WAARNEEMING. de nagren wierden meest flaapelobs doorgebragt, en alsdan fcheen de ademhaaling aljermoeijelykst te zyn, zo dat het lighaam als in twee bogten getrokken wierd, met eene fterke beweeging der lendenlpieren; de eetlust was goed, de fmaak natuurlyk , de tong was als met een geel vliesje overdekt, zonder eenig teken van fprouw: het aangezigt, te vooren gefpierd, was nu flap opgezet; het oogwit iets geelagtig, de ftem tamelyk forsch, dog door langduurig te fpreeken wierd de lyder vermoeid; de pols was den meesten tyd koortzig, ten tyde der zwaare benaauwheden, klein , ingetrokken dog zeldzaam tusfehenpoozende; de beenen waren by den enklaauw dik, zugtig, dog geenszints de handen; geduurende de aanvallen hoorde men een kraakend geluid by de ademhaaling; de ftof welke met weinig of geen hoesten, en met verligting, geloosd wierd, was fpogagtig met flym vermengd, eens als vleeschwater van kleur: met de koortsverheffingen vermeerderde ook de benaauwdheid ; alsdan klaagde de lyder over pyn in de ledemaaten en in het hoofd ; de aanvallen der koorts waren onregelmaatig, nu en dan was de afgang met bloed geverwd, veroorzaakt door aambeijen, waar aan zyn Eerw. onderhevig was, de pis was natuurlyk geel. Wy dan, wegens de ziekte raadpleegende, fielden het volgende vast. De tekenen van een etterborst waren meest alle afweezig, ook was de Pleuroperipneumonia, waar aan  WAARNEEMING. 329 aan zyn Eerw. te Leeuwaarden gelaboreerd had, door refolutie geneezen. Eenige byzondere tekenen van een Asthma Spasmodicum, als kleine of geene eetlust, winden en oprispingen, dunne heldere pis als regenwater, een fcherpe hoest , en eenige anderen by den Heer r. a. vogu. in Prakctionibus Academicis, §. 595, vermeld, waren 'er niec, hoewel 'er nu en dan zig het Spasmo» dique als fymptoma vertoonde. Eenige kentekenen van eene borstwaterzugt, als de zwelling der handen , de zwelling van het fcrotum (want na den eerden dag der ziekte heeft men deeze niec meer waargenomen), een gevoel van golving in de borst by de beweeging , of van zwaarte en drukking op hec middenrif, een aanhoudende hoesc en dergelyke, namen wy niet waar. Daar 'er nogthans eenige tekenen waren , de borstwacerzugc gemeenelyk vergezellende, en wy de zwakheid der long, veroorzaakc door de voorgaande ziekce, vergeleken mee hec fchadelyk vermogen , eene fpoedige verwisfeling namentlyk van de warmee der Trekkasfen , alwaar verfcheiden vreemde gewasfen gekoescerd wierden , met den kouden buicen avondlugc, en de aandonds daarop gevolgde aambordigheid; vielen wy op het denkbeeld, dac zyn Eerw. een Catarrhus pulmonum gekreegen had , en dat een wacerzugc van het celwyze weeffel van de long zelve daar op gevolgd was: in dit denkbeeld wierden wy bevestigd door X 5 den  33° WAARNEEM ING. den beroemden a. de haen (V), en de daar aangehaalde Schryvers , inzonderheid c. piso (b). My dunkt dat de vermaarde oosterdyk schagt (c) ook kortelyk van deeze ziekte meld, als hy zegt: „ de lugtvaatjes der long wor„ den verftopt: i. door een ftof in die vaatjes „ zelfs geboren, welke of wateragtig of flymag„ tig is , enz." Ook is myns bedunkens deeze ziekte, welke gemeenelyk met de borstwaterzugt verward word, zeer fraai befchreeven door den geleerden f. boissier de saüvages (d) , zie hier des Schryvers woorden: I. Dyspnoea Pituitofa, Hydropncemonia, Oedeme du Poumon. „ Difficik est eam ab Hydrothorace diftingue„ re, niji tarnen in Hydrothorace percipiatur „ flutluatio aquarum , agitato agri t hor ace , „ quod Jignum in Dyspnoca non adest: de cetero „ adest pallor faciei , pedum vespertina intu„ mescentia oedematofa , copiofa muci expecto„ ratio, levamen ab expectoratione: difficultas „ respirandi crescit a fitu horifontali, maxime „ a fupino : pracesferunt morbi inflammatorii , „ Catarrhofi." Dat is: Het O) Ratio Medendi, T. IV. p. 368. De Morbis ex Colluvie ferofa natis, Sect. III. tap. VI. p. 235. (O Inflitut. Pr actie*, Lib. VI. Cap.z. %.X1II. Qd) Nofologia Methedica, T. I. p. 657.  WAARNEEMING. 331 Het is moeijelyk deeze ziekte van eene horst» waterzugt te onderfcheiden; alleen, dat men in de laatfte eene golving van water, op de beweegirg van de borsc des lyders , gewaar word, welk teken in de long - waterzugt afweezig is. Voor het overige doet 'er zig by voor, eene bleekheid des aangezigts , 's avonds eene zugtige zwelling der beenen, eene overvloedige uitraggeling van flym, met verligting; de moeijelykheid in de ademhaaling word vermeerderd door eene horizon taaie ligging, inzonderheid op den rug ; ontftookene of Catarrhak ziekten gaan deezen gemeenelyk vooraf. Daarna bevond ik dat burserius (e~) de kentekenen deezer ziekte dus opgeeft: ,', Men zal de „ long-waterzugt vermoeden, indien, zo dra alle „ de uitwendige deelen des lighaams, of eenige, ,, zugtig opzwellen, 'er eene moeijelyke ademhaa„ ling bykomt ; want eene kleine hoeveelheid ,, vogts, in de celletjes der long aanweezig, hin« „ dert de ademhaaling meer dan eene grooter hoe„ veelheid, in de borstholte uitgeftort. Het ver„ moedën zal in zekerheid veranderen, indien het „ aangezigt, zonder de tekenen van een waterzugt „ der borst of van het hartzakje, opgezet word, in„ dien de beenen ligtelyk gezwollen zyn^ indien „ de pols eenigzints onderdrukt is, gelyk de Waar- „ nee- (e~) In zyne Inflitut. Medicina Practica.  33a WAARNEEMING. „ neemingen van albertinius en simons „ ons leeren. Men zy ook bedagt dat by deeze „ ziekte zig zomtyds hoest, zomtyds moeijelyk„ heid in het fpreeken, voegt." Wy frelden dus dat de ziekte van zyn Eerw. was eene Dyspncea, waar van de naaste oorzaak was een waterzugt der longen. De oorzaak gekend zynde was de Prognofis niet ongunftig. Eene voorige volmaakte gezondheid, door geene buitenfporigheden geftoord, de lyder in den bloei zyns levens, de ziekte nog niet verouderd, de meeste kentekenen van een borscwaterzugt afweezig, weinig of geen hoest 0 .een goede eetlust en diergelyken , deeden ons eene groote hoop vatj herftel opvatten. Wy begreepen dus het volgende in het werk te moeten ftellen , namentlyk de longen van de zondigende ftof te ontlasten, en aan dit deel, als ook aan het gantfche iighaam, den tonus of veer. kragt weder te bezorgen. Ten dien einde fchreeven wy de volgende middelen voor: i. Zagr.e Expectorantia en Diuretica, namentlyk eene Emulfio van de Gum. Ammon. met het Oxymel Squilla. 2. Den Koortsbast in fubftantie tot poeijers gemaakt. Een levensregel fchreeven wy voor, uit ligte. fpyzen, vleeschfoepen, verfche groenten, garst, havergort en diergelyke ; tot drank , Pyrmonts- en  WAARNEEMING. 333 en Selterswater met rooden of Rhinfchen wyn, of met melk , nu en dan een glaasje rooden wyn met een befchuitje, het gebruik van koffy of thee rieden wy af; de afgang verftopt zynde gaven wy eerst een laxans uit de Pulpa Tamarind., Casfia, Rheo en Sal. Polychr. dog dit walging en benaauwdheid verwekkende, wierd het volgende met vrugt voorgefchreeven : fy. Conf&ry. Marrub. • ' Mentha aa dr. vj. Hkr. Pier. Gal. dr. j. Tart. Solub. dr. ij. I* Syr. Cort. Aurant. unc. 3. M. F. Electuar. S. Eenige keeren daags een eijerlepeltje, tot 'er afgang komt. De dreklïoffen waren hard, en gelyk aan een onverteerd overblyffel van de masfa pillularum voorheen gebruikt; dewyl de tong eenige dagen vuil was, hielden wy dien tyd met den Cortex op. Wy dagten wel om een braakmiddel, dan myns bedunkens was de zwakheid des lyders een hinderpaal. Ik heb my in zodanige gevallen altoos-best bevonden by een zagt braakmiddel uit een half once Oxymel fquilla met amandel-oly, want fterkere verzwaarden de benaauwdheid. Vermits de zwakheid en koorts aanhielden, vonden wy goed de geneesmiddelen op de volgende wyze te veranderen: 9"  324 WAARNEEMINGi 9=. Gum. Ammon. dr. ij. Milleped. Fivor. N°. xx. Fint AM Gallici unc. iv. Terendo in mortario vitreo, F. Emulfio Cui adde Tinct. Benfoin dr. iij. S. Driemaal daags een once, met een kopje van den volgenden drank , uit den Cort. Peruv. de Herb. Feroniccs, Taraxaci , Rad. Taraxac. en Graminis, met den Tart. So/w^.-beftaande; geduurende de aanvallen der hevige benaauwdheid ga. Ven wy of wel het liquor. Hofm., of wel eenige druppen van het volgende mengfel: fy, Sp. Comu Cervi Succinat. dr. iv. Laud. Liq. Syd. dr.j. Wegens eene aderlaating wierd om de zwakheid des lyders , en omdat men denzelve in deeze ziekte fchadelyk oordeelde, naauwlyks gedagt; Spaanfche- vliegen wierden dikwils aangelegd, dog te vergeefs, want hoewel de vliegen zeer goed waren , hebben zy by deezen zieken nooit eene eenige blaar getrokken. Geduurende het gebruik van gemelde middelen beterde de zieke van dag tot dag , de' zwoegingen en benaauwdheden waren zo groot niet , ook was de ademhaaling ruimer , zo dat hy zomtyds zonder hinder zeer diep konde in« ademen , de nagten waren geruster, en de zieke  WAARNEEMING, 335 ke kon zonder hinder zo op den rug als op beide de zyden liggen ; door uitraggeling loosde hy mee verligting eene menigte fchuimige en flymige ftoffen, de pis was citroenkleurig, in groote hoeveelheid dagelyks, met een flymig bezinkfel; de afgang was natuurlyk, zonder dat 'er een laxans wierd gebruikt, de zwelling aan den enklaauw was verdweenen , de oogen waren helder, dan dagelyks was de lyder nog koortzig, waar over wy ons verwonderden. Dan my herinnerende ergens geleezen-te hebben, dac de Gummata ferulacea zomtyds koorts verwekken, ftelde ik myn Collega voor, om eenige dagen van hec gebruik derzelven aftezien, het welk zyn Ed. toeftemde. Aanftonds verminderde de koorts; waar op wy befloten alleen met den koortsbast afgekookc voorttegaan. De lyder verzogt ons toen over zyne ziekte met den Utrechtfchen Hoogleeraar a. p. nahuis te raadpleegen ; het welk wy door een brief deeden ; zyn Wel. Ed. teffèns al het door ons waargenomene meldende. In antwoord prees de Hoogleeraar onze geneeswyze, teffèns in bedenking geevende of men de volgende druppen, haet een kleine gift? beginnende, aan zyn Eerw. niet zoude geeven: fy. Rad. Squill. ree. dr. j. Vini Rhenan. |/. Terant. in mort. lapid. fortisfime. Colat. cum expreszone refidui, adde Tinct. Coccionell. dr. j/3. In  S3&* WAARNEEMING. Ia het eerst gaven wy viermaal daags tien druppen, doch klommen langzaam op tot dertig druppen alle twee uuren, zonder dat 'er eenige walging volgde: teffèns gaven wy op raad van den Hoogleeraar viermaal daags een van de volgende poeijers: Kerm. min. gr. xij. Sacch. Alb. dr, ij. M. F. Puk. iV°. xij. Den Koortsbast lieten wy intusfchen voortgebrui» ken: onder het gebruik deezer middelen . bleef de koorts weg, en alle tekenen der ziekte verdweenen, ook namen de kragten in zo verre toe in weinige weeken, dat zyn Eerw. in ftaat was den Predikftoel te beklimmen. Daarna heeft hy eenige middelen met vrugt gebruikt, tot herftel der aambeijenvloed, welke nu gansch was opgellopr. Hy leefde verder gezond tot de maand October van het volgende jaar; wanneer hy , naar de Kerk willende gaan om te prediken, door eene beroerte wierd aangetast, welke hem, tot droefheid van Vrouw, Kinderen en Gemeente, binnen weinig minuten in het graf fleepte. Den 20 November 1790. JOHANNES ROBOL. Med. Doet. EINDE VAN HET VYFTIENDE DEEL.